•-•VV—
M
o^)-oü o-lt;^c-^——o^)-o ö 0-(^c-v_v-o^-o ö o-^c—-v__/-O^) ^4
/■^)
fï i.
h Y1
O
VAN HET
Y
O 1-
if
r o
1 (t
sCV
11
ii
DER GEMEENTE
l,te AFLEVERING
' gt; J;
Ül -'itquot; ,, , .
73
Vak ! 28
VAN HET
DER GEMEENTE
Bib Ij othvica Convent üs Woerdensis
!•quot; AFLEVERING.
Bijlage tot het verslag van den toestand der gemeente over het jaar 1868.
ROERMOND,
SNELPERSDRUK VAN J. J. ROMEN.
Bij hoofdstuk III van het verslag van den toestand der gemeente Roermond over het jaar 1888 is te kennen gegeven dat aan dit verslag eene bijlage zou worden toegevoegd, aanwijzende een deel van het gedeeltelijk op nieuw geïnventariseerd oud archief. Deze bijlage is als eene eerste aflevering te beschouwen.
De meermalen geuite wensch om een inventaris van dat archief te bezitten, die, volledig en naauwkeurig, tevens beantwoordende aan de tegenwoordige eischen der wetenschap, eenen beredeneerden inhoud der geschiedkundige bescheiden zoude aanwijzen , en de overtuiging van het nuttige ja noodzakelijke daarvan , hebben de gemeentevertegenwoordiging doen besluiten de inventarisatie te doen plaats hebben en onafgebroken voortzetten. De heer J. B. Sivré is, als archivaris der gemeente, daarmede belast. Bij de verslagen over de volgende jaren zal telkens eene aflevering van het dan weder geïnventariseerde kunnen gevoegd worden. Daardoor zal een oude gebrekkige inventaris worden vervangen en de gelegenheid verkregen, dat uitgebreid archief, waarin kostbare bouwstoffen op een gestapeld liggen en een schoone voorraad van bescheiden en gedenkstukken wordt aangetroffen, èn voor de geschiedenis van het voormalig overkwartier van Gelderland èn voor die dezer gemeente, in verband met onze vaderlandsche geschiedenis , te benutten.
De bestanddeelen van het archief tweeledig zijnde, wordt ook de inventaris in twee afdeelingen gesplitst; de eerste bevattende de stukken van het voormalig overkwartier van Gelderland, de andere het oud archief der gemeente zelve.
De Secretaris, Burgemeester en Wethouders,
J. H. H. Beltjens. Louis Beerenbroek.
a xxyo c-oo-c o ■
1328 , 6 Januarlj. Graaf Reinald bevestigt de privilegiën van het Roermondsch kwartier en voornamelijk het privilegie de non-evocando.
Afschrift in het Orig, legerboek , bladz. 33.
1343, 1 December. Verbond tusschen de steden van Gelderland om van Erkelentz en Echt alle geweld te keeren, en déar zoowel als in andere steden regt te doen geschieden.
Afschrift in het Orig. legerboek, bl. 9.
1364, 29 Junij, des Saterdaigs nae Sente Johannes dach Baptistae decollationis. Hertog Eduard confirmeert de privilegien van het overkwartier van Gelderland.
Afschrift in hel Orig. legerboek , bl. 34.
1374, 18 September, op Sint Thomas des Apostels dach. Hertog Willem van Gnlik en zijne gemalin Hertogin Maria bevestigen de privilegien van het land van Kessel.
Afschrift in het Orig. legerboek, bl. 35.
1380. Hertog Willem van Gulik en zijne gemalin hertogin Maria bevestigen de privilegien van het land van Kessel en van Kriekenbeek.
Afschrift in het Orig. legerboek hl. 56.
1380, 2 Mei, des anderen daegs nae sente Jacobs dach des heylïgen Apostels. Hertog Willem bevestigt de privilegien van de ambten Montfort en Erkelens.
Afschrift in het Orig. legerboek, hl. 36.
1400, 18 September, des anderen daiges me sente Lamhrechts dach des heylïgen martelaers. Hertog Reina'd bevestigt de privilegien van het ambt Kessel.
Afschrift in het Orig, legerboek, bl. 37.
1402, 18 September, des donredaegs op Sente Thomas dagh des heylïgen Apostels. Hertog Reinald bevestigt de privilegien van het Overkwartier.
Afschrift in het Orig. legerboek, bl. 40.
1404, Januarij, des neesten donredaegs nae sent Pauwels dagh conversie. Hertog Reinald bevestigt de privilegien van het land van Montfort en Erkelens.
Afschrift in het Orig. legerb. , bl. 41 v°
1404, 1 September. Heinric van Reijgersuliete ridder, schout van Antwerpen en schepenen en raad van die stad maken eene ordonnantie over de betaling van de lijfrenten die vroeger door den hertog van Gelre in Brabant verkocht waren, en waarvan een groot gedeelte in het bezit is van de inwoners hunner stad.
Orig. perk. met bel uithangend zegel der stad Antwerpen in groen was, zijnde dat van ridder Reygersuliete niet meer aanwezig, la doos 1 N° 1.
1418, 3 Mei, Verbond tusschen ridders en knapen, hoofd- en kleine sleden van het kwartier van Nijmegen, om na het wel te voorzien kinderloos overlijden des hertogs, niemand tot landsheer aan te nemen dan die door de meerderheid der ridderschap en kleine steden en door de vier hoofdsteden Nijmegen, Roermond, Zut-phen en Arnhem eenpariglijk voor Heer zoude erkend zijn, en bq verkorting der landregten, gewoonten van de ridderschap, en voorregten der steden, elkander met raad en daad tegen den landsheer te ondersteunen.
Afschrift in het Orig, legerbock , bl. d7.
1419, 25 October, des gudendags na sente Severyns dage epi. Maria, hertogin van Gulik en Gelre, belooft uit naam van haren gemaal aan ridders, knechten en steden dos lands van Gelre en graafschap Zutphen, dat zij, ter zake van het hiervoren aangehaalde verbond niemand kwalijk gezind zal zijn ; geene steden of sloten, of eenig gedeelte des lands zal verkoopen, verpanden of vervreemden, zonder vooraf de ridderschap en de vier hoofdsteden geraadpleegd te hebben , zij verklaart verder dat een ieder bij zijne regten en vrijheden zal bewaard blijven, ook bij vrijdommen op tollen te water en te land, zoo als hij die van ouds bezeten heeft.
Afschrift in het Orig. legerboek, bl. 19.
1423, 8 Julij. Arnold, hertog van Gelre en van Gulik en graaf van Zutphen bevestigt de regten en vrijheden der stad Roermond; bekrachtigt het verbond tusschen deze stad en de ridderschap en overige steden in 1418 aangegaan; verklaart zijnen vader Johan, Heer van Egmond, tot Ruwaard aangesteld te hebben voor den tijd van dertien jaren; voorts geen huwelijk te zullen aangaan, geen sloten of landen te zullen ver-
panden, geen ambtenaren (e zullen aanstellen, dan bij rade van ridderschap en steden.
Afschrift in bet Orig. legerboek, bl. 20.
1423, 24 Julij. Verbond tusschen hertog Arnold van Gelre en hertog Adolf van Kleef, houdende dat de eene geene hulp zal verleenen aan de vijanden van den anderen; dat de opkomende verschillen over elkanders grenzen , binnen zes weken door wederzijdsche coiigt;rnissarissen te Lobede zullen geregeld worden; voorts bepalingen hoe gehandeld mag worden, wanneer een of beide hertogdommen in oorlog gewikkeld worden.
Afschrift in het Orig. legerboek, bl. 1.
1423, 28 September, op S1 Michiels avond. Hertog Arnold bevestigt de privilegien van het overkwartier.
Afschrift in het Orig. legerboek , bl. 43.
1436, 19 April, des donredaghs nae beloocken paes-schen. Otto heer tot Bronckhorst, Borkelo enz. benevens de steden Zutphen, Doesburg, Doetinchem, Lochem en Grolle, uitmakende de ridderschap en steden der graafschap Zutphen, bezegelen een verbond om hunne regten en vrijheden te handhaven; niet toe te staan dat eenige steden, sloten en domeinen van het hertogdom Gelderland of graafschap Zutphen vervreemd worden zonder de ridderschap en de hoofdsteden te raadplegen ; voorts aan een iegelijk leen-, land-, stad- en dijkregt te verzekeren en elkander tegen de willekeurige daden des hertogs bij te staan.
Afschrift in het Orig. legerboek , bl. 10 v0
1452, 13 September. Hertog Arnold verpandt den borg, visscherij, stad en ambt Gelre aan Johan van
Arendale, heer te Well, voor eene som van 1200 Rijnsche gulden.
Afschrift ia het Orig, legerboek, bi. 22 vquot;
1466, 13 Junrj, op sinle Ponnen avent. Hertog Adolf bevestigt de privilegien van het overkwartier.
Afschrift ia het Origineel legerboek , bl. 43 v°
1471,27 Junrj,neesten donresdaigesna senteJohan Bap-listen dach lo midsomer. De drie vierendeelen van Nijmegen, Zutphen en Arnhem sluiten te Nijmegen een nieuw verbond tot onderlinge hulp tegen alle aanranding hunner regten.
Afschrift in het Origineel legerboek , bl. 27.
1477, 6 Augustus, des donresdaigs na sente Peters dach ad vinculo. Johann van Arendaill, heer tot Well, bekent dat de vorstin Gatharina, dochter van Gelre en Gulik in naam en van wegen den hertog Adolf, van de vier hoofdsteden en van de stad Yenlo betaling ontvan-gen heeft van 2300 Rijnsche gulden, die op het drostambt van Gelre gevestigd waren.
Orig. perk. met het uithangend zegel van Johan van Arendaill in groen was. In doos 1 N° 2. Afschrift in het Orig. legerboek , bl. 27.
1493, 22 Julrj, des manendaigs na [sente Margrieten dach. Hertog Karei bevestigt en vermeerdert de regten van het vierendeel van Roermond, mede bezegeld door: Reyner, here tot Brochuys.
Evert van Wilp,
Willem van Ghent, en de stad Roermond.
Orig. perk., waaraan alleen nog hangt het eenigzins beschadigd zegel van Hertog Karei in rood was ; van de vier overige zegels is zeer weinig overgebleven. In doos 1 N° 3. Afschrift in het Orig. legerboek, bl. 45.
- 6 -
1498, 1 Mei, op sente Philips en Jacobs dach apos-tolorum. Hertog Karei bewilligt aan het vierendeel van Roermond om twee pondschattingen te heffen; de eerste op aanstaanden S' Martijnsdach in den winter, om daaruit te betalen een vierde gedeelte tot onderhoud der ruiters te Erklentz , terwijl de overige drie vierde gedeelten door de stad Roermond zullen genoten worden, tot korting der penningen, door haar ten behoeve van den hertog verstrekt; de tweede op denzelfden dag, een jaar later. Hieruit moet aan den hertog eene som van 500 Rijnsche guldens betaald worden, terwijl het overige bedrag tot bovengemeld einde aan de stad Roermond zal komen.
Afschrift in het Orig. legerboek , bl. 28.
1503, 5 Februarij. Verbond van de Ridderschap en steden van het overkwartier, om bij het afwezen van den hertog, die naar Frankrijk gereisd is, het land en voornamelijk het overkwartier voor hem te bewaren, den gemeenen vijand uit hunne huizen krachtigen weêr-stand te bieden en met geen buitenlandschen vorst eigen-magtig in onderhandeling te treden.
Orig. perk. waaraan 29 zegels gehangen hebben , waarvan nog slechts vier in groen was en beschadigd aanwezig zijn. In doos 1 Nquot; 4. Afschrift in hel Orig. legerboek , bl. 49.
1528. 3 October. Vrede traktaat van Gorinchem, tusschen keizer Karei V en hertog Karei van Gelderland.
Afschrift in het Orig. legerboek , bl. 53.
1537, 19 November. Hertog Karei verzoent zich met de stad Nijmegen en belooft dat zijne onderzaten aldaar bij stad-, land-, leen- en dijkregten zullen gehandhaafd worden; dat de Burg te Nijmegen, zoo als vroeger,
door hem zal bezeten worden; dat alle Gelderschen ongehinderd in zijn land zullen gaan en komen; dat de steden niet met schatting of krijgsvolk zullen belast worden; dat te Nijmegen, binnen 14 dagen , eene dagvaard zal gehouden worden, om te handelen over het voorgenomen huwelijk van zijn neef van Lotharingen en Kleef.
Afschrift in het Orig. legerboek, bl. 183.
1538, 27 Januarij. Akkoord tusschen de hertogen van Gelre en van Kleef, en voorwaarden betreffende de opvolging van Willem van Kleef in het hertogdom Gelre.
Afschrift in het Orig. legerboek, bl. 103.
1538, 2 Februarij. Willem zoon van den hertog van Kleef, Gulik en Berg vergunt aan de ridderschap en steden van het overkwartier om ten allen tijde den landdag te kunnen zamen roepen. Uithoofde hij nog geen zegel bezit, verzoekt hij zijn vader om voor hem te zegelen.
Orig. perk. , geteekend : Wühem en voorzien van het uithangend zegel van den Hertog van Kleef, Gulik en Berg in rood was. In doos 1 N' 5. Afschrift in het Orig. legerboek , bl. 119.
1538, 10 Februarij. Willem zoon van den hertog van Kleef, Gulik en Berg, tot beschermer des lands en opvolger van hertog Karei van Gelre gekozen, bekent dat hij, met de hand op het evangelie gezworen en beloofd heeft om de ridderschap, burgemeester, schepenen , raden, burgers en ingezetenen van het Roermondsch kwartier te beschermen en te helpen zoo als zijne geborene onderdanen, en bevestigt hun tevens alle vrij-
- 8 -
heden welke zij van vroegere vorsten verworven hebben.
Orig. perk., geteekend Wilhem en voorzien van hel zegel zijns vaders io rood was. In doos 1 Nquot; 6. Afschrift in hel Orig. legerboek , bl. 120.
1542, 2 Januarij. Concordaten, opgerigt tusschen keizer Karei V en Willem Hertog van Gulik.
Afschrift in hel Orig. legerboek, bi. 1S1.
1543, 30 Maart. Keizer Karei Y verklaart aan ridderschap en steden van het vorstendom Gelderland, dat het bezegelen van het verbond met Kleef, aangegaan den 18 Maart 1543, hun niet hinderlijk zal wezen aan hunne privilegien.
Afschrift in hel Orig. legerboek , bl. 139.
1543, 24 September. Formulier van den eed gedaan door Renier van Chalon, Prins van Oranje, als stadhouder van Karei V.
Formulier van de eeden , gedaan door de graven van Barlaimont en Van den Bergh.
Afschrift in het Orig, legerboek , bl. 143.
1544, 11 April. Jus representationis Caroli V. De kindskinderen zullen in de nalatenschappen hunner grootouders mogen erven in de plaats van hunne ouders ^ en zullen met hunne ooms en moeijen deelen, uitgezonderd bij de heerlijkheden en leengoederen , welke geërfd worden naar de natuur van het leen.
Afschrift in het Orig. legerboek, bl. 251.
1544, 22 April. Keizer Karei V bevestigt banner-heeren, ridderschap, steden en onderzaten van Gelre en Zutphen in de voorregten, hun door de vorige keizers
- 9 -
verleend, bijzonder in die van den Roomsch-Koning Hendrik, van 1310, aangaande hel privilegie de non-evocando. met woordelijke inlassching van dien brief.
Afschrift ia hel Origineel legerboek , bl. 143.
1544, 22 April. Keizer Karei V verklaart, krachtens het traktaat vóór Venlo gesloten , dat de landen van Gelre en Zutphen nimmer zullen verdeeld of gescheiden worden , en verlangt daarentegen ook dat deze landen zich voor altijd onder zijne gehoorzaamheid zullen begeven.
Afschrift in het Orig. legerboek, bl. 148.
1544, 24 April. Koningin Maria gelast den stadhouder van Gelderland , om voortaan geene geestelijke bullen , citatiën of censuren te gedoogen, zonder 's keizers placet.
Afschrift in hel Orig. legerboek , bl. 147.
1547, 10 September. Keizer Karei V belooft aan bannerheeren , ridderschap en sleden van Gelderland en Zutphen, dal de ingewilligde schalling van 300,000 Carolus gulden, niet tol nadeel zal strekken van hel Traktaat voor Venlo opgerigt; belooft verder dat de stadhouder uit elk kwartier twee afgevaardigden uit de ridderschap en een uil de hoofdstad bij zich zal nemen, om toe te zien dal de voornoemde penningen , in vier jaren op te brengen, tol inlossing van de verpande domeinen en renten aangewend zullen worden.
Afschrift in hel Orig. legerboek, bl. 160.
1547, 10 October. Oude kanselarij instructie voor het vorstendom Gelre.
Afschrift in bel Origineel legerboek, bl. 233.
2
1548, 6 April- Brief der koningin Maria aan den mornboir Cranevelt, houdende verzoek tot het opmaken van eenen staat van alle fiscale processen van het her-» togdom Gelderland.
Staat der Gscalc processen door den roomboir Cranevelt opgemaakt en aan de koningin Maria gezonden.
Afschrift in hel Orig. legcrboek , bl. 171.
1S48, 26 Junij. Keizer Karei V regelt, op den rijksdag te Augsburg, de betrekking, waarin zijne erf Nederlanden voortaan tot het Duitsche rijk zullen staan; zij zuilen onder éénen kreits gebragt worden en zooveel als twee keurvorsten in de rijkslasten dragen ; daarentegen zullen zij de bescherming van het rijk genieten en al hunne vrijheden, regten en regtsgebied behouden.
Afschrift in het Origineel legerboek , bl. 187.
1555, 13 Februarij. Memorie voor den kanselier van Gelderland over hetgene hij der koningin zal rapporteren, ten gevolge van hare brieven aan den stadhouder op het stuk van de nieuwe beden, welke men van de staten dezer landen zou mogen eischen.
Afschrift in het Orig. legerboek , bl. 195.
1555, 9 Mei. Verbaal van het verhandelde op den landdag te Nijmegen, betrekkelijk deze beden.
Afschrift in het Orig. legerboek , bl. 200.
1556, 26 Januarij. Verklaring van koning Filips II op de klagten van de Staten van Gelderland, dat voortaan de ingezetenen tot het bedienen van functien aan de vreemden zullen worden voorgetrokken ; dat kanselier en raden ontslagen zijn van hunnen eed zoolang zij zitten over zaken tegen Zijne Majesteit; dat kanselier en
raden kennis zullen nemen over geschilpunten van leengoederen in materie possessoir en spolie; dat in criminele zaken ieder in dé plaats zijner residentie aangesproken zal worden.
Afschrift ia het Origineel legerboek , bl. 247-251.
1556, 21 April. Filips van Montmorency, graaf van Horn, stadhouder van Gelderland verklaart, door koning Filips daartoe gemagtigd, hulde en eed te hebben ontvangen van ridderschap en steden van het ovetkwartier; met inlassching der akte van afstand van Karei V en van het formulier van den eed door koning Filips en de staten van het overkwartier gedaan.
Orig. perk. houdende 7 bladzijden in folio , geteekend: ph. de Montmorency mei hel uithangend zegel van den stadhouder in rood was. In doos 1 N0 7. Afschrift in hel Orig. legerboek, bl. 240.
155(5, 28 Mei. In onser stal van Bruessele den XXV1II*° dach van Meije. Filips II bevestigt het tractaat in 1543 voor Venlo gesloten, met inlassching van de woorden van dit verdrag.
Orig. perk. , houdende 10 bladz. folio gel. : phle, hel zegel ontbreekt. In doos 1 N0 8. Afschrift in het Orig. legerboek , bl. 259.
1556, 8 Junij. Deductie door de staten van Gelderland aan Z. M. stadhouder, over de inbreuken die tegen de landsprivilegien, het traktaat van Venlo en de kanselarij instructie gepleegd worden. — Tegenschrift door kanselier en raden overgegeven tegen die bezwaren. Repliek van de staten, ander tegenschrift van de kanselarij tegen voornoemde deductie.
Afschrift in het Orig. legerboek , bl. 267 a 299.
- 12 -
sgt;
1559, 8 Augustus. Koning Filips bij zijn vertrek naar Spanje, stelt aan de generale staten te Gend, de hertogin van Parma voor, als gouvernante van de Nederlanden. J
quot;V
Afschrift in het Orig. legerboek, bl. 317.
1559, 8 Augustus. Verklaring en eindelijke resolutie van koning Filips op de artikelen van de kanselarij instructie waarop door ridderschap en steden zwarigheid gemaakt was.
Afschrift in het Origineel legerboek, bl. 509.
1559. Schriftelijke doleantie der landschap op de verklaring en resolutie van Zijne Majesteit. Reformatie der landschap op de punten die tot de cognitie van den vorst gehooren , en resolutie daarop van Zijne Majesteit.
Afschrift ia het Orig. legerboek, bl. 326.
1559. Koning Filips belooft bij zijn vertrek naar Spanje aan de Geldersche staten, dat de landprivilegien en het traktaat van Venlo puntelijk achtervolgd zullen worden.
Afschrift in het Origineel legerboek , bl. 324.
1560, 18 Junij. Filips II benoemt Karei van Brimeu,
graaf van Megen tot stadhouder van Gelderland.
Afschrift in het Origineel legerboek , bl. 337.
1560, 18 Junij. Inslructie voor Karei van Brimeu,
stadhouder van Gelderland.
Afschrift in het Orig. legerboek , bl. 340.
1560, 29 November. De landschap zendt nogmaals zeventien personen naar den stadhouder en de landvoogdes , met eene volmagt voor twee jaren, om op
J
- 13 -
herstel der grieven aan te dringen, en regelt de onkosten dezer Commissie.
Afschrift in het Origineel legerboek, bl. 184.
1562. Hoe men in Roermond kondschap der waarheid mag vorderen , en dat men voor den geestelijken regter niet gehouden is kondschap te geven als in 3 punten; van geestelijk leen , prebende , huwelijks zaken en geestelijke testamenten.
Afschrift in het Orgineel legerboek , bl. 359.
1564, 25 April. Ordonnantie van de hertogin van Panna aan den Stadhouder Karei van Brimeu, graaf van Megen, om den ontvanger van de onraadspenningen de behulpzame hand te bieden tot executie zijner ontvangsten.
Afschrift in het Origin, legerboek bl. 360.
1567, 13 October. Missive van koning Filips aan Karei van Brimeu, graaf van Megen, waarin hij meldt om vele oorzaken niet naar zijne Nederlanden te kunnen komen, maar dat hij het bestuur van dezelve, aan den hertog van Alba heeft opgedragen.
Afschrift in hel Orig. legerboek bl. 366.
1569, 13 Julij. Instructie en ordonnantie voor M' Jan Ourdt, raad en momboir van het vorstendom Gelderland , naar dewelke hij zich in de bediening van zijn ambt zal gedragen.
Afschrift in het Orig. legerboek bl. 361.
1570 , 18 Mei. Koning Filips geeft een renversaal brief wegens de door de landschap ingewilligde schatting van 550,000 carolus gulden.
Afschrift in het Orig. legerboek bl. 367.
- 14 —
1571, 22 Januarij. Missive van koning Filips aan de staten van Gelderland, houdende dankbetuigingen voor de eerbewijzen die zij aan de koningin beweten hebben.
Afschrift in bet Orig. legerboek , bi. 570.
1572, 7 Maart. Antwoord en berigt van kanselier en raden van Gelderland op twee missiven van den hertog van Alba van 20 Januarij 1567 en 26 Januarij 1572 , betrekkelijk de kanselarij instructie, het geven van sententiën en de uitvoering van dezelve.
Afschrift in het Orig. legerboek , bl. 345.
1573, 19 October. Missive van koning Filips aan de staten van Gelderland, om na het vertrek van AIba, don Louis de Requesens tot stadhouder aan te nemen.
Afschrift io hel Orig. legerboek , bl. 373.
1573, 30 November. Missive van don Louis de Requesens aan de staten van Gelderland , waarbij hij hun kennis geeft van zijne benoeming tot gouverneur-generaal der Nederlanden.
Afschrift in hel Orig. legerboek, bl. 371.
1574, 7 Augustus. Rrieven van den raad van Gelderland aan den Bisschop en den magistraat van Roermond over de uitbreiding van de geestelijke jurisdictie.
Afschrift in het Orig. legerboek , bl. 373.
1574—1576. Relaas van het voorgevallene te Rreda en te Gend over de paciOcatie en de eerste onlusten van de jaren 1574-1576 met den prins van Oranje, die van Holland , Zeeland en die der overige Provinciën.
Afschrift ia het Orig. legerboek , bi. 376.
- J5 -
1576 , 8 Novernber. Vrede traktaat gesloten tusschen de staten van de Nederlanden, te Brussel vergaderd en den prins van Oranje met de staten van Holland en Zeeland.
Afschrift iq hel Orig. legerboek , hl. 402.
1584, 15 September. Filips II benoemt Willem van Griep tot kanselier van het vorstendom van Gelderland.
Orig. perk. get. : phis. Het zegel ontbreekt. In doos 1 N' 9.
1590, 7 Februarij. Akkoord gemaakt door kanselier en raden van Gelderland met den scherpregter van Roermond , wegens zijne beloonig bij het voltrekken van de doodstraf.
Afschrift in het Orig. legerboek , bl. 407.
1593, 25 Maart. Koning Filips benoemt graaf Herman van den Bergh tot stadhouder van Gelderland.
Afschrift in het Orig. legerboek , bl. 409.
1593, 30 November. Koning Filips schrijft aan de staten van Gelderland om na het overlijden van den prins van Parma, den aartshertog Ernest tot gouverneur generaal der Nederlanden aan te nemen.
Afschrift in het Orig. legerboek, bl. 412 v*.
1594, 6 Februarij. Brief van den aartshertog Ernest van Oostenrijk, waarin hij aan de staten van Gelderland kennis geeft, van zijne benoeming tol gouverneur-generaal der Nederlanden.
Afschrift io het Orig. legerboek , bl. 412,
1595, 30 Junij. Filips II eene bede aangevraagd hebbende aan ridderschap en steden van het overkwar-tier van Gelderland , representerende de staten van dat
— 16 —
kwartier, ten bedrage van 72000 carolus gulden , om te dienen tot onderhoud van het krijgsvolk in de steden en plaatsen aldaar, stelt zich, na kennis genomen te hebben van het verzoekschrift dier staten , te vrede met de door hen aangebodene 24000 gulden, en zulks ter consideratie van de langdurige oorlogen en de overgroote lasten, die dientengevolge door vermeld kwartier gedragen worden.
Orig. perkam met het uithangeod doch eenigzios beschadigd zegel van Filips 11 in rood was. In doos \ N° 10. Afschrift io het Orig. legerboek, bl. 415.
1595, 2 Augustus. Missive van Filips 11 aan de staten van Gelderland, om den aartshertog Albert tot gouverneur-generaal aan te nemen, na den dood van den aartshertog Ernest.
Afschrift in het Origineel legerboek, bl. 414.
1596, 16 Februarij. Brief van den aartshertog Albert, waarin hij aan de staten van Gelderland kennis geeft van zijne benoeming tot gouverneur-generaal der Nederlanden.
Afschrift in het Orig. legerboek , bl. 413.
1597, 10 September. Brieven van koning Filips en zijn zoon den prins van Spanje aan de staten van Gelderland, ter aanbeveling van den aartshertog Albert.
Afschrift in het Orig. legerboek, bl. 417.
1597, 8 December. Brief van den aartshertog Albert aan de prelaten , geestelijkheid, edelen en gedeputeerden van Gelderland, waarin hij kennis geeft dat hij den graaf van den Bergh, stadhouder van Gelderland ge-magtigd heeft om met hen te onderhandelen.
Afschrift in het Orig. legerboek , bl. 418.
— 17 —
1598, 31 Mei. Goedkeuring van den afstand der Nederlanden aan de infante Isabella, door den prins van Spanje ; en aanneming van dien afstand door de infante.
Afschrift in hel Orig. legerboek , bladz. 419.
1598, 31 Mei. Koning Filips schrijft aan de staten van Gelderland , dat hij de Nederlanden aan de Infante Isabella heeft afgestaan.
De prins van Spanje schrijft aan dezelve, dat hij dezen afstand goedkeurt. Brieven van Koning Filips aan den aartshertog Albert, over den afstand der Nederlanden en het huwelijks-contract met de Infante Isabella.
De infante Isabella geeft volmagt aan den aartshertog Albert om in haren naam de Nederlanden in bezit te nemen.
Afschrifien in hel Orig. legerboek , bl. 422—434.
1598, 26 Julij. De aartshertog Albert beschrijft de staten van Gelderland om met de stalen van de andere provinciën in Brussel te verschijnen.
Afschrift in hel Orig. legerboek, bl. 421.
1598, 25 Augustus. De aartshertog Albert neemt bezit van het overkvvartier in naam van de infante Isabella, na de prestatie van de gewoonlijke eeden.
Orig. perk. met hel uithangend majesteits-zegel van Filips 11 in rood was , de infante nog geen zegel bezittende. In doos I N° 11. Afschrift in hel Orig. legerboek , bl, 456.
1598, 25 Augustus. Akte van non-prejuditie , gegeven door den aartshertog Albert aan de gedeputeerden van de stalen van het overkwartier wegens de verschijning le Brussel lol zijne inhuldiging.
Afschrift in het Orig. legerboek , bl. 445. 3
- 18 -
t598, 28, 29 Augustus. Missive van de staten van Brabant, Limburg, Luxemburg, Geire , Vlaanderen etc. aan de staten van Holland, waarin zij te kennen geven, hoe dat men door het huwelijk van den aartshertog Albert roet de infante Isabella den zoo zeer gewenschten vrede kan bekomen en hen daartoe aansporen.
Afschrift in hel Orig, legerboek, bl. 446.
1599, 22 Maart. Antwoord van de staten van Holland op den brief aan hen gerigt onder dagteekening van den 28/29 Augustus 1598.
Afschrift in het Orig. legerboek , bl. 448.
1599 , 14 Mei. Missive van den raad van state aan de staten generaal te Brussel, om aan iedere stad in het bijzonder afschrift te zenden van de missive der staten van Holland , welke tot geen vrede strekt.
Afschrift in het Orig. legerboek , bl. 449.
1602, 14 Mei. Afschrift van het akkoord met den Admirant van Arragon en den graaf Maurits van Nassau, aangaande de vrijheid der vrouwen en der kinderen beneden de 12 jaren, gevolgd door een afschrift van het kwartier generaal der soldalen.
Afschrift fr. in het Orig. legerboek , bl. 463.
1G02, 30 Junij. Instructie voorden momboir Frede-rik van den Sande.
Afschrift in het Orig. legerboek, LI. 451.
1607, 26 Junij. Missive van den aartshertog Albert aan den momboir, betrekkelijk de procedure tegen de drossarden van Kriekenbeek en Erkelens.
Afschrift in hel Orig. legerboek, bl. 471.
— 19 —
1608 , 6 September. Remonstranlie van de stalen van het overkwartier aan de aartshertogen over de onbehoorlijke procedure van den momboir.
Afschrift in het Orig. legerbock, bl. -iTSv0
1609, 20 Junij. De aartshertogen Albert en Isabella geven, op de voordragt van den souvereineu raad en met goedkeuring van hunnen particulieren raad , nieuwe 'nslructiën voor de kanselarij, bestaande in 48 artikelen.
Orig. perk. houdende 10 bladzijden in groot folio , met bel uithangend groot zegel der aartshertogen in rood was. !n doos 1 N° 12. Afschrift in hel Orig. legerbock, bl. 475.
1611', 9 September. Missive van de aartshertogen aan den graaf Frederik van den Bergh , stadhouder van Gelderland , strekkende om de staten van het overkwartier te bewegen om aan de Patres Socielatis Jesu, te Roermond gevestigd , een jaarlijksch pensioen te verleenen ) tol zoolang zij beter gedoteerd zullen zijn.
Afschrift, fr. in hel Orig. legerboek , bl. 433.
1611, 12 October. De aartshertogen Albert en Isabella regelen, op het verzoek van ridderschap en steden van Gelderland, de aflossing der renten, door de ingezetenen van dat kwartier verschuldigd.
Orig. perk. gel. : Alben, met hel opgeplakt zegel ad causas van bet hof van Gelderland , in doos 1 N0 13. Afschrift in het Orig. legerboek, bl. 481.
1612, 21 September. Missive van den aartshertog Albert aan den stadhouder Frederik van den Bergh, aangaande de adellijke vrijheid.
Afschrift iu het Orig. legerboek , bl.. 454.
— 20 —
1612, 16 November. De aartshertogen Albert en Isabella geven voorschriften aangaande de kleine revisie der vonnissen in het overkwartier van Gelderland.
Copie , perk. geaulhentiseerd door J. van Kerckhove , griffier van hel hof van Gelderland , met het opgeplakt zegel ad causas van dal hof, in doos 1 N0 Afschrift in hel Orig. Icgerboek , hl. 45ov°
1612, 4 December. Missive van den raad van Gelderland aan Scholtis, burgemeester en raad van Roermond, aangaande de reformatie der vonnissen.
Afschrift in hel Orig. legerboek , bl. 455.
1614, 18 Mei. De aartshertogen Albert en Isabella eene bede aangevraagd hebbende aan de stalen van het overkwartier ten bedrage van 70.000 gulden voor een jaar, tot onderhoud van het krijgsvolk, stellen zich met de door de staten aangebodene 48.000 gulden te vrede en geven daarvan dezen brief van non-prejuditie.
Orig. perk. niet het uithangend groot zegel der aartshertogen in rood was. In doos i N0 15. Afschrift in het Orig. legerboek, hl. 483.
1614, 24 Julij. Ordonnantie van het hof van Gelderland aangaande de confiscatie van de goederen der veroordeelden wegens tooverij.
Afschrift in het Orig. legerboek , bl. 459.
1615, 31 Januarij. De aartshertogen Albert en Isabella eene bede aangevraagd hebbende aan de staten van het overkwartier ten bedrage van 70.000 gulden , stellen zich met de door de staten aangeboden 43.000 gulden te vrede en geven daarvan brief van non-prejuditie.
Orig. perk. met het uithangend groot zegel van de aartshertogen in rood was. In doos 1 N0 16. Afschrift in hel Orig. legerboek, bl. 484v0
1616, 26 Mei. De aarlsherlog Albert, uit kracht eener volmagt van Filips III de ridderschap en hoofdsteden van het overkwartier beschreven hebbende, om den eed te komen afleggen, aan genoemde Ma' Filips III, geeft aan de afgevaardigden van dit kwartier welke daartoe te Morimont verschenen acte van non prejuditie en zulks uithoofde deze beschrijving plaats had buiten het vorstendom Gelderland , hetwelk in strijd is met de privilegiën, daar zulks binnen de grenzen van dat land had behooren te geschieden.
Orig. perk. geteekend : Albert met hel uithangend groot zegel van de aartsheriogen ia rood was. In doos 1 N0 17. Afschrift in het Orig. legerboek , bl. 488,
1616, 22 September. De aartshertogen Albert en Isabella eene bede aangevraagd hebbende aan de staten van het overkwartier ten bedrage van 70.000 gulden, stellen zich met de aangebodene som van 48.000 gulden te vrede en geven daarvan brief van non-prejuditie.
Orig. perk. met het uithangend maar beschadigd zegel der aartsheriogen in rood was. In doos i Nquot; 18. Afschrift in het Orig. legerboek , bl. 490.
1619, 14 Mei. De aartshertogen Albert en Isabella, eene bede aangevraagd hebbende aan de staten van het overkwartier van 60.000 gulden , stellen zich tevrede met 50.000 en geven hiervan dezen brief van non-prejuditie.
Orig. perk. geleekend : Albert, met het uithangend grool zegel der aartsheriogen in rood was. In doos 2 N0 1. Afschrift in het Orig. legerboek, bl. 491.
1619, 20 September. De aartshertogen Albert en Isabella geven octrooi aan de staten van hel overkwartier
om het landregt van dat kwartier te mogen doen drukken en zulks bij eenen drukker naar hwine keuze.
Orig. perk. met het tthhangend zegel der aartshertogen in rood was. In doos 2 N' 2.
1620 , 19 April. De aartshertogen Albert en Isabella geven brieven van non-prejuditie, wegens eene bede van 60.000 gulden , hun door de staten van het overkwartier toegestaan.
Orig. perk. zeer beschadigd , waaraan het uiihangend zegel van de aartshertogen ia rood was. In doos 2 ISquot; 3. Afschrift in het Orig. legerboek , bl. 492v0
1621, 19 Januarij. De aartshertogen Albert en Isabella geven brieven van non-prejuditie wegens eene bede van 50.000 gulden, hun door de staten van het overkwartier toegestaan.
Orig. perk. met het uithangend zegel der aartshertogen in rood was. fn doos 2 Nquot; 4. Afschrift in het Orig. legerboek , bl. 493v0
1623, 13 Jurlijj. Filips IV geeft brieven van non-prejuditie wegens eene bede van SI.000 gulden, hem door het overkwartier toegestaan.
Orig. perk, met het uithangend majesteits-zegel van Filips IV in rood was. In doos 2 N0 5. Afschrift in het Orig. legerboek , hl. 493.
1622, 4 November. Filip» IV geeft brieven van non-prejuditie , wegens eene bede van 18.000 gulden, hem door de staten van het overkwartier toegestaan.
Orig. perk. met hel uithangend maar beschadigd majesteits-zegel van Filips IV, in rood was. In doos 2 N0 6. Afschrift iu het Orig. legerboek , bl-. 496.
— 23 —
1623, 27 Maart. Filips IV geeft brieven van tron-prejuditie aan de afgevaardigden van hel overkwartier van Gelderland , die zich naar Brussel begeven hadden otn hem den eed van getrouwheid af te leggen.
Orig. perk. met liet uithangend maar beschadigd ma-jesteits-zegel van Filips IV, in rood was. In doos 2 Nquot; 7. Afschrift in het Orig. legerboek, bl. 497V
1623 , 25 Junij. Adriaan van Hoensbroek , erfnaaar-schalk van het vorstendom Gelderland, Johan van Wit-tenhorst, Caspar van Merwick . Willem Moeits , burgemeester van Roermond en Hendrik de Dantz, burgemeester van Venlo , allen gedeputeerden van de staten van Gelderland, certiGceren dat zij de opene brieven ontvangen hebben aangaande het afleggen van den eed door de infante Isabella, in naam van Filips IV en dien van de staten van Gelderland , met inlassching van het formulier van die eeden.
Orig. perk. get. : A. Hoensbroeck , J. van Wytlenhorst , Caspar van Merwick te Kessel , Wilhelm MoeUz , met hunne uithangende zegels in groen was. De bnrgemeester van Venlo heeft niet geteekend noch gezegeld. In doos 2 N0 8.
1632, 5 Junij. Verdrag van overgave der stad Roermond , aan Hendrik van Nassau, prins van Oranje.
Afschrift in het Orig. legerboek, bl. S03.
1637, 25 Augustus. Verdrag van overgave der stad Venlo aan den prins kardinaal.
Afschrift in het Orig. legerboek , bl. 507.
1637, 3 September. Artikelen voorgedragen door den kommandant van Roermond aan den prins kardinaal, bij de overgave der stad , wegens het vertrek van het garnizoen.
Afschrift in het Orig. legerboek , bl. SOÖvquot;
1652, 9 Julij. Filips IV vergunt aan de raadsleden met den korten labbaart dezelfde jaarwedde , welke door die van den langen tabbaart genoten wordt.
Orig. perk. fr. mei hel utlhangend zegel van Filips IV ia rood was. In doos 2 Nquot; 9.
1653, 23 Junij. Filips IV besloten hebbende, ter bestrijding der groote kosten, veroorzaakt door den langdurigen oorlog welken hij met Frankrijk heeft moeten voeren, om zijne heerlijkheden in de provincie Gelderland te verkoopen , ziet van dezen verkoop af, om rede de stalen van die provincie hem eene tegemoetkoming aanbieden van 100,000 livres, welke hij aanneemt, belovende voortaan het grondgebied van Gelderland niet te verdeelen.
Orig. perk. mei hel uilhangend maj. zegel van Filips IV in rood was. In doos 2 Nquot; 10.
1666, 24 Februarij. Inhuldigings-akte van Karei II als hertog van Gelderland, gegeven door Philips Baltha-sar van Gendt, prins graaf Isenghien , stadhouder van Gelderland, met inlassching van de volmagten hem daartoe gegeven en het formulier van de eeden , dientengevolge door hem en de ridderschap van het over-kwartier afgelegd
Orig. perk. houdende 9 bladzijden in 4° geleekend : Philippe de Gand, Prince d'Isenghien XIIII , mei hel uithangend zegel van den sladhouder in rood was. In doos 2 N° 11.
1670, 3 Februarij. Lodewijk XIV, koning van Frankrijk, in aanmerking nemende de lange gevangenschap op het kasteel van Sedan , van Willem baron van Mer-wich, Olto Lodewijk baron de Blancart en Gerard Bordels, oud-burgemeester van Roermond , als gijzelaars voor het
— 25 -
overkwartier van Gelderland , vermindert het losgeld van 230,000 livres , tot de betaling waarvan zij zich bij het verdrag van S' Corneli-Munsler van 29 Mei 1668 verbonden hadden, tot op 132,0(10 livres, en beveelt hunne loslating , zoodra van de betaling dier som in handen van den heer Carlier, intendant van politie in Henegouwen zal gebleken zijn.
Orig. papier , fr. geleekend Louis met het opgeplakt zegel van den koning. In doos 2 N° 12.
1670, 28 Maart. Brief van den heer Carlier, intendant van politie in Henegouwen, waarin hij bekent de som van 132,000 livres ontvangen te hebben en de vrijstelling van de gijzelaars verzoekt.
Orig. fr. geleekend : Carlier. In doos 2 Nquot; 13.
1670, 24 Mei. Afschrift geauthentiseerd door twee notarissen van Sedan , van het bevel lot vrijstelling der gijzelaars.
fr. geleekend : Boncompagnon , Remont. In doos 2 N» 14.
1677, 2 April. Karei II verleent octrooi aan de staten van het overkwartier, tot het aangaan eener leening van dertig duizend patacons.
Orig. perk. zegel ontbreekt. In doos 2 Nquot; 15.
1678, 15 Februarij. Koning Karei II maakt een reglement vervat in 25 artikelen , omtrent de administratie zijner Geldersche provincie.
Orig. perk. fr. houilende 10 bladzijden in folio met het uithangend maj. zegel van Karei II in rood was. Ia doos 2 Nquot; 16, 4
1679. Koning Karei IF geeft uitbreiding aan het reglement van den 15 Februarij 1678.
Orig. perk. fr. met het uithangend maj. zegel van Karei 11 in rood was. In doos 5 INquot; 1.
1702, 21 Februarij. Inhuldigings akte van Filips V ais hertog van Gelderland, gegeven door Filips Emmanuel, graaf en prins van Horn, stadhouder van Gelderland, met inlassching van de volmagt hem daartoe verleend en het formulier der eeden, dien ten gevolge door hem en de ridderschap afgelegd.
Orig. perk. get. Ie comle de Hornes , niet het uithangend zegel van den stadhouder in rood was. In doos 3 N0 2.
1719, 6 December. Inhuldigings-akte van keizer Ka-rel VI, als hertog van Gelderland, gegeven door Frans Caspar van llernselrode, fungerende stadhouder van Gelderland , met inlassching van de volmagt hem daartoe verleend en het formulier der eeden dientengevolge door hem en de ridderschap afgelegd.
Orig. perk. geteekend Francois Caspar van Ilemselrode zti Aarckenbcrg, Here van Schendelbeke in Mijlbeke, met liet uithangend zegel van deu stadhouder in rood was. In doos 3 Nquot; 3.
1744 , 18 Mei. Inhuldigings-akte van Maria Theresia, als hertogin van Gelderland, gegeven door Franciscus Xaverius graaf van Baillet, kanselier van den souvereinen raad van Gelderland, fungerend 'ladhouder, met inlassching zijner volmagt daartoe en het formulier van de eeden dientengevolge door hem en de ridderschap afgelegd.
Orig perk. get. den grave de Baillel mij present P. J. de Winckel , met hel uithangend zegel van den kanselier in rood was. In doos 3 IS0 4.
— 27 -
1765, 8 Januarij. De kanselier van S' Vaast berigt aan de staten dat de landvoogd , kennis wenschende te nemen van de manier der rekeningen en de administratie der publieke penningen, zoo van de staten als van de steden en gemeenten, verzoekt dat hem de laatst goedgekeurde rekening worde toegezonden.
Orig. gel. P. C. de S' Vaast de Denlcrghem. In doos -i N° 2.
1765, 10 Januarij. Akte van aanneming door den gouverneur-generaal eener som van 18.000 gl. br. als eene aide voor het loopend jaar 1765 door de staten van Gelderland toegestaan.
Akte van aanneming door denzelven eener som van 2000 gl. br. als subsidie tot onderhoud van het hof voor het jaar 1765 , door die staten toegestaan.
Orig. fr. gel. de Cobenzl par ord. gel. F. E. de Beelen. In doos 4 N° 1.
1765 , 6 April. Reces van de staten van het vorstendom Gelder, bevelende de toezending der bij brief van 8 Januarij verzochte rekening, aan den kanselier en handelende over het invorderen der toegestane aide van 18.000 gl. en subsidie van 2000 gl.
Minute get. door de staten , in doos 4 N0 3.
1765, 22 April. De landvoogd graaf van Cobenzl schrijft aan de staten dat hij de inkomende, uitgaande en doorvoerregten in het departement van Roermond heeft afgeschaft, behalve die welke op de rivier de Maas geheven worden , aanvang nemende met 1° Mei van dit jaar en zulks op de voorwaarde dat jaarlijks aan de schatkist zal betaald worden /quot;5400; bepalende daarbij dat het land van Weert, Nedenveert en Wessem, daartoe zal
- 28 -
bijdragen eene som van /quot;2100, Daleobroek /quot;400, Meijel f 100 , terwijl de overblijvende f 2800 door de stad Roermond en de daarbij behoorende dorpen zal zal moeten opgebragt worden.
Orig. fr. get. de Cobeml par ord. F. E. de Beelen. In doos 4 N° 4.
1765, 4 Mei. De thesaurier-generaal, raadsleden en commiesen der finantiën van Z. M. zenden afschrift aan de staten van een brief welken zij , onder dezelfde dag-teekening aan de officieren belast met de ontvangst der regten te Roermond geschreven hebben, aangaande de afschaffing van de inkomende, uitgaande en doorvoerreg-ten in het departement van Roermond.
Orig. fr. gel. F. E. de Beelen in doos 4 N0 3,
1765 , 14 Mei Vier minuten van brieven der staten aangaande hetzelfde onderwerp.
Adhaesie van de regenten van Weert, Nederweert en Wessem aan de bepalingen vervat in den brief van 22 April 1765.
Adhaesie van de regenten der vrijheerlijkheid Meijel.
Minuten en orig. in doos 4 N° 6.
1766, 10 December. Akte van aanneming door Karei van Lotharingen eener som van 18.000 gl. br. als subsidie voor het jaar 1767 door de staten van Gelderland toegestaan.
Akte van aanneming door denzelfden eener som van 2000 gl. br. als subsidie tot onderhoud van het hof.
Orig. fr. get. Charles de Lorraine, par ord. gel. L. de Selliers. In doos 4 N° 7.
1767, 19 Februarij. De staten van Gelderland geven bevel tot het reduceren der renten ten laste van het
- 29 -
vorslendom van 4 tot S'/jYo- tot het afleggen der kapitalen van die schuideischers welke zich daaraan weigerachtig betooneo en daartoe 2000 pattacons ad S1/.//,, op te nemen.
Minute get. door de staten in doos 4 M° 8.
1767, 3 October. Instructie voor N. Tackoen , kanselier van den raad in Gelderland , aangaande hetgenehij van wege de keizerin wedquot; voor te dragen heeft in de eerste vergadering der staten van het vorstendom.
Afschrift in doos 4 N° 9.
1767. Verschillende stukken aangaande de verandering van de breedte van hel karspoor in de provincie Gelderland.
Minuten en afschriften. In doos 4 N° 10.
1767, 21 December. De staten van Gelderland maken een vertoog tegen het verbod om de Philosophie te onderwijzen in het bisschoppelijk setiiinarie van Roermond.
Minute met 22 bijlagen. In doos 4 N0 11.
1767, 23 December. De staten van Gelderland geven hunne bezwaren te kennen , aangaande het voorgedragen subsidie voor het jaar 1768, ten bedrage van 36.000 gl. br.
Minute geleekend door de Stalen. In doos 4 N° 12.
1768 , 3 Januarij. Overwegingen betrekkelijk het vertoog van de staten strekkende om de vergunning te bekomen dat de onderdanen van Oostenrijksch Gelderland de philosophie mogen studeren in het bisschoppelijk seminarie van Roermond.
Minute met 2 bijlagen. In doos 4 N0 15.
1768, 11 Januarij. Akte van aanneming door Karei van Lotharingen, eener som van 18.000 gl. bb. als sub-
sidie voor hel jaar 1768 door de staten van Gelderland toegestaan.
Id. eener som van 2000 gl. bb. als subsidie tot onderhoud van het hof.
Orig. fr. geteekend Charles de Lorraine. In doos 4.
N' 44.
1768, 14 Mei. üe raad van domeinen en linantiën te Brussel vraagt inlichtingen bij de staten aangaande eene heerschende veeziekte in het land van Kleef en de middelen om die te keeren. Inliggend het antwoord van de staten.
Orig. en minute fr. in doos 4 N0 13.
1768, 18 September. De pensionnaris van de staten van Oostenr. Gelderland verklaart dat de mannelijke adellijke personen stem en zitting hebben in de vergadering dier staten , wanneer zij den ouderdom van twintig jaren bereikt hebben en de vereischte hoedanigheden daartoe bezitten.
Minute in doos 4 N° 16.
1768, 12 November. Instructie voor N. Takoen , kanselier van den raad in Gelderland , aangaande hetgene hij, van wege de keizerin weduwe, voor te dragen heeft in de eerstkomende vergadering der staten van het vorstendom.
Afschrift in doos 4 N° 17.
1769-1770. Verschillende stukken betrekking hebbende tot de benoeming van eenen bisschop van Roermond na het overlijden van Joannes Antonius de Robianu.
Minuten en Originelen in doos 4 Nquot; 22.
— 31 —
1769-1770, Verschillende stukken betreffende de gevraagde subsidiën voor het dienstjaar 1770, en de aanneming door den landvoogd van het door de staten toegestane bedrag.
Orig- en minuten in doos 4 N0 23.
1709, 2 Januarij. De staten van Gelderland geven hunne bezwaren te kennen aan den landvoogd aangaande het voorgedragen subsidie voor het jaar 1769, ten bedrage van 36 000 gl. bb.
Minule geleekend door de staten. In doos 4 Nquot; 18.
1769, 14 Januarij. Akte van aanneming door Karei van Lotharingen eener som van 18.000 gl. bb. als subsidie voor het jaar 1769 door de staten van Gelderland toegestaan.
ld. eener som van 2000 gl. bb. als subsidie tot onderhoud van het hof.
Orig. Cr. get. : Charles de Lorraine. In doos 4 Nquot; 19.
1769. Heilvvenschen van de stalen bij gelegenheid van het 25jarig bestuur van Karei van Lotharingen als gouverneur-generaal der Nederlanden ; inliggend het antwoord van den landvoogd.
Minute en orig. In doos 4 N° 20.
1769, 2 October. De landvoogd berigt aan de staten dat Z. M. ten einde eene verbinding te bewerkstelligen tusschen de adelijke kapittels van kanonikessen onlangs in de sleden Praag en Inspruck opgerigl en de vier adelijke kapittels van kanonikessen in Nederland, het besluit genomen heeft om eene der eerste openvallende prebenden of te Praag of le Inspruck aan eene jonkvrouw in Nedeiland geboren, te verleenen.
Orig. get. : Charles de Lorraine. In doos 4 Nquot; 21.
1769, 19 December. De ruad van domeinen en finan-tiën zendt aan de staten van Gelderland eene memorie met annexen van den magistraat van Roermond houdende verzoek tot verbod, aan de inwoners dier stad, om goederen in dezelve stad te brengen , tot nadeel der gilden en kooplieden, met verzoek hun advies daarop te willen inzenden.
Orig. gel. : F. E. de Beekn , roet verschillende bijlagen. In doos 4 N0 27.
1770, 8 Januarij. De keizerin weduwe vraagt opgave aan de staten van Gelderland , van de verschillende lasten welke in de uitgestrektheid hunner administratie bestaan, van de verschillende soorten van belastingen welke zijn ingevoerd om deze te voldoen , van de verschillende vrijdommen daarvan en eindelijk van de bescheiden waarop die vrijdommen gegrond zijn.
Orig. fr. geteekend : par ord. : de Reul. In doos 4N° 24.
1770. De raad van domeinen en finantiën zendt aan de staten , ten fine van advies, een vertoog van burge-meesteren, schepenen en regenten van het land van Weert, Nederweert en Wessem, aangaande de betaling der som van /quot;2100 bb., hun opgelegd bij de afschaffing van de inkomende , uitgaande en doorvoerregten, bij besluit van den landvoogd van 22 April 1765.
Orig. gel. : F. E. de Beelen , mei bijlagen. In doos 4 N028.
1770, 29 Maart. De keizerin wed® zendt afschrift van een decreet houdende afschaffing van de vrijdommen in de openbare lasten , welke die van het Gulden Vlies-orde en de kamerheeren tot dusverre genoten hebben.
Orig. fr. geleekend : P. Maria, fnliggend een gedrukl exemplaar van het decreel. In doos 4 N° 25.
- 33 -
1770, 12 Mei. De staten zenden aan de koningin weduwe de door haar verlangde opgaven bij brief van 8 Januarij 1770.
Minuien in doos 4 N0 26.
1770, 28 Mei. De landvoogd berigt dat H. M. de keizerin Maria Theresia tot bevolmagtigd minister in de Nederlanden benoemd heeft den prins George Adam de Stahremberg, in de plaats van den overledenen graaf de Cobenzl.
Orig. fr. gel. : Charles de Lorraine, met een afschrift van het besluit der keizerin. In doos 4 N° 29.
1770, 3 November. De landvoogd zendt exemplaren van twee verschillende declaratiën , houdende de gevorderde bewijzen tot toelating bij de ridderschap en bij de kapittels van kanonikessen in deze landen.
Orig. fr. gel. : Charles de Lorraine , met een gedrukt exemplaar van iedere declaratie. In doos 4 N0 31.
1770, 10 November. De landvoogd berigt aan de staten dat de keizerin Maria Theresia den titel van Altesse verleend heeft aan hare kanseliers, belast met het departement der Nederlanden bij haar persoon , wanneer deze, zoo als thans het geval is, prinsen van het keizerrijk zijn, en zulks bij uitzondering aan den algemeenen regel, welke voorschrijft dat deze titel alleen aan de souvereine prinsen toekomt.
Orig. fr. get. : Charles de Lorraine. In doos 4 N0 30.
1770, 20 December. De raad van domeinen en fl-nantiën te Brussel deelt aan de staten een afschrift mede eener ordonnantie van den prins-bisschop van Luik , waarbij de kleine koperen munten of duitsche mitrailles in het
5
land van Luik verboden worden en vraagt, of het niet te vreezen is dat deze slechte munt naar de Oostenrijksche provintie Gelderland zal vloeijen en welke tniddeler. men zoude kunnen aanwenden om dit te keeren.
Orig. fr. geleekend : L. de Selliers. In doos 4 N' 32.
1770, 23 December. De staten schrijven een brief van aanbeveling aan den landvoogd ten voordeele van den markies van Hoensbroek, bij gelegenheid van den opengevallen bisschopszetel te Roermond.
Minute fr. geteekend door de staten. In doos 4 N° 33.
1777. Stukken betrekking hebbende tot de wederinvoering van een wekelijksch marktschip tusschen Maastricht, Roermond en Mook.
Orig. en minuten in doos 4 N0 34.
1777. Verschillende stukken betreffende de gevraagde subsidiën voor het dienstjaar 1777 en de aanneming door den landvoogd van het door de staten toegestane bedrag.
Orig. en minuten in doos 4 N0 35.
1777, 24 Februarij. De landvoogd magtigt de staten tot het opnemen eener som van 20.000 gulden wisselgeld tot den minst mogelijken interest, moetende deze som aangewend worden tot betaling van de achterstallige subsidiën.
Orig. get. ; Charles de Lorraine , met 2 bijlagen daartoe betrekkelijk, in doos 4 N° 36.
1777, 14 April. De landvoogd zendt eene gedrukte nota inhoudende de maatregelen welke hare majesteit de keizerin weduwe genomen heeft ten opzigte van de studiën en de opvoeding der jeugd in de Nederlanden; dewijl deze nota de oprigting van een collegie-pensionnaat te
- 35 —
Roermond, op kosten der schatkist gebiedt, vraagt hij inlichtingen aangaande de leeraren daaraan te verbindeh.
Orig. fr. geleekend Starhenbérg , mei een exemplaar der gedrukte nota en het antwoord der staten. In doos 4 N0 37.
1777, 23 September. De staten maken een vertoog over den toestand der stad Roermond en der dorpen Swal-men en Echt, ter bekoming van verzachting in de betaling van hun contingent van het subsidie.
Minute met bijlagen , in doos 4 M0 38.
1777, 15 November. De staten zenden aan den landvoogd eene memorie, betreffende de hoedanigheden welke gevorderd worden, om met de betrekking van adelijken raad in den raad van Gelderland bekleed te worden.
Minute in doos 4 N® 39.
1777-1778. Stukken betreffende de gevraagde subsi-diën voor het dienstjaar 1778 en de aanneming door den landvoogd van het door de staten toegestane bedrag.
Orig. en minuten. In doos 4 Nquot; 40.
1778 , 22 Januarij. De landvoogd magtigt de staten tot het opnemen eener som van 20.000 gulden wisselgeld tot den minst mogelijken interest, moetende deze som aangewend worden tot betaling van de achterstallige subsidiën.
Orig. met bijlagen , get, : Charles de Lorraine. In doos 4 Nquot; 41.
1778, 30 November. De raad van domeinen en finan-tiën getft kennis aan de staten dat de landvoogd de magtigmg verleend heeft tot de opneming aan den minsten interest eener som van 9781 gulden 8 sols en 7
deniers, strekkende tot voldoening van achterstallige subsidien en van het makelaarsloon.
Orig. in doos 4 N° 42.
1778-1779. Stukken betreffende de gevraagde subsi-diën voor het dienstjaar 1779 en de aanneming door den landvoogd van het door de staten toegestane, als: 18.000 gl. bb. voor gewoon subsidie, 2000 gl. voor subsidie voor de hofhouding en 20.000 gulden als don gratuit.
Orig. en minuien in doos 4 ]N0 44.
1779, 20 Januarij. De staten van Gelderland maken eene nota tegen de invoering van een bruggeld op de steenenbrug te Roermond en stellen als equivalent daarvan eene belasting, te heffen aan de stadspoorten voor de binnenkomende personen, na het uur der sluiting.
Minuten met bijlagen in doos 4 N° 43.
1779. Verschillende stukken aangaande een tweede don gratuit door de stalen van Gelderland toegestaan voor het jaar 1779.
Orig. en minuten in doos 4 45.
1779, 3 November. De stalen zenden een vertoog aan den landvoogd aangaande eene voorgestelde belasting op de tienden in Gelderland.
Minute met bijlagen in doos 4 Nquot; 46.
1780. Stukken belreffende de aanvraag van den heer van Weimar om als riddermatigen persoon toegelaten te worden tot de vergaderingen van de staten van Oos-tenrijksch Gelderland.
Orig. en Minuten in doos 4 N° 47.
1780. Stukken betreffende de gevraagde subsidiën voor het dienstjaar 1780 en de aanneming door den landvoogd
- 37 -
▼an het door de staten toegestane bedrag, als: 18.000 gulden voor gewoon en 2000 gl. voor subsidie tot de hofhouding.
Orig. en Minuien in doos 4 Nquot; 48.
1780, 29 Maart. De staten geven kennis aan den landvoogd dat het door hén toegestaan subsidie van 20.000 gulden voor den bouw der brug over de Roer met de overige subsidiën opgenomen zijn tegen den interest van 4 en 50/0. Daar zij dit geld evenwel in Holland bekomen kunnen tegen den interest van S'/j0/,,, vragen zij octrooi om een kapitaal tegen dezen interest te mogen opnemen, ten einde die tegen eenen hoogeren interest daaruit af te leggen.
Minute met bijlagen in doos 4 N° 49.
1780, 10 Juiij. George Adam prins van Stahrenberg geeft kennis van zijne benoeming tot waarnemend landvoogd bij het overlijden van den prins van Lotharingen.
Orig. fr. get.: Stahrenberg , met bijlagen , in doos 4 Ne 50.
1780 , 18 October. De waarnemende landvoogd geeft kennis van de benoeming tot landvoogden der aartshertogen Marie-Christine en Albert van Saxen-Tesschen.
Orig. fr, geteekend : Stahrenberg, met bijlagen , in doos 4 N0 51.
1780, 10 December. Kennisgeving aan de staten van het overlijden van hare majesteit de keizerin en koningin weduwe.
Orig. fr. get. : Siahremberg, in doos 4 N° 52.
1780-1781. Stukken betreffende de gevraagde subsi-dien voor het dienstjaar 1781 en de aanneming door den
landvoogd van het door de staten toegestane, als: 18.000 gl. voor gewoon subsidie en 2000 gl. voor subsidie tot de hofhouding.
Orig. en minuten in doos 4 Nquot; 53.
1781, 5 Mei. De keizer en koning zendt een verklarend en uitbreidend decreet van den art. XII van het reglement van 23 September 1769 aangaande de bewijzen van adeldom voor de adellijke kapittels in de Nederlanden.
Orig. get. : par ord. de sa Majeslé Th. de Reul , met een gedrukt exemplaar van het decreet. In doos 4 N° 54.
1781, 17 Julij. Relaas van de aankomst binnen Roermond van keizer Josef II.
Minute fr. in doos 4 N° 55.
1781, 20 Augustus. Relaas van de inauguratie van Zijne Keiz. en Kon. Majesteit Josef II als hertog van Gelre en graaf van Zutphen , geschiedt te Roermond den 20 Augustus 1781.
Minute met bijlagen in doos 4 N° 56.
1781, 22 Augustus. Inhuldigings-akte van Josef Hals hertog van Gelderland, gegevendoor Willem Josef Luyt-gens, kanselier van den souvereinen raad van Gelderland, fungerende stadhouder, met inlassching der hem verstrekte volmagt en het formulier van de eeden door hem en de ridderschap afgelegd.
Orig. perk. geteekead : G. J. Lnylgens , mij present : G. P. van Dunghen , secretaris van den raad van Gelderland , met bet uithangend zegel van den Kanselier in rood was. In doos 5 N* 5.
- 89 -
1781, 26 October. Stukken betrekkelijk de benoeming van den graaf van Trautmansdorff tot bevolmagtigd minister bij de landvoogden.
Orig. en minute, in doos 5 Nquot; 12.
1781, 8 November. De aartshertogen zenden een schrijven aan de staten aangaande de dwaling (bévue) begaan in het koor der kathedrale kerk bij gelegenheid der inauguratie, betrekkelijk de plaats voor den vertegenwoordiger van Zijne Majesteit.
Orig. met bijlage fr. geteekend : Marie, Albert. In doos 4 Nquot; 57.
1781-1782. Stukken betreffende de gevraagde subsi-diën voor het dienstjaar 1782 en de aanneming door den landvoogd van het door de staten toegestane bedrag als 18.000 gulden voor gewoon subsidie en 2000 gulden voor subsidie voor de hofhouding.
Orig. en minuten in doos 5 Nquot; 1.
1782, 7 Januarij. De keizer en koning zendt een decreet bepalende dat degenen welke naar eene adellijke prebende dingen , alvorens benoemd te worden, de bewijzen moeten geleverd hebben , omschreven bij het reglement van 23 September 1769 en der daarop gevolgde decreten, en daarbij eene declaratie van het kapittel moeten overleggen, waarin zij de prebende vragen , houdende dat hunne aanneming geene moeijelijkheden in den weg staan.
Orig. fr. get.: par ord. P. Maria met een gedrukt exemplaar van het decreet. In doos 5 Nquot; 2.
1782, 23 Februarij. Staat van onkosten, gratiGcatiën enz. veroorzaakt door de huldiging van Zijne Keiz. en
- 40 —
Kon. Majesteit Josef II als hertog van Gelder on graaf van Zulphen.
Minute in doos 5 N° 5.
1782, 24 Julij. De keizer en koning zendt eene declaratie aangaande de bewijzen welke moeten worden bijgebragt om aangenomen te kunnen worden in de adellijke kapittels van Maubeuge en Denain.
Orig. fr. mei een gedrukt exemplaar der declaratie, in doos 5 N0 4.
1782, 14 November. De staten verstrekken eene opgave van de ambten welke zij te vergeven hebben, met omschrijving van het gezag en de emolumenten daaraan verbonden.
Minute geteekend door de staten. In doos 5 N0 5.
1782. Stukken betreffende de subsidiën voor het jaar 1783.
Orig. en minuten in doos 5 N0 7.
1783, 10 Junij. De landvoogden berigten aan de staten dat de keizer en koning tot gevolmagtigd minister bij hunne personen benoemd heeft den graaf Louis de Bar-biano en Belgiocoso, ter vervanging van den graaf van Starhemberg.
Orig. fr geteekend : Marie , Albert , met bijlagen, in doos 5 Nquot; 6.
1783, 24 December. De staten geven eene verklaring af van de deugdelijkheid der wapens van Bichardis Marta Wendelina von der Heyden.
Minute fr. niet bijlagen. In doos 5 N0 8.
1783-1784. Stukken betreffende de subsidiën voor het jaar 1784 en 1785.
Orig. en minuten. In doos 5 N° 9.
- 41 —
1784, 7 April. De landvoogden zenden een schrijven van den keizer en koning houdende de oogmerken en de fondamentale beginselen naar dewelke hij verlangt dat, voor het welzijn zijner volken de zaken behandeld worden en waarna alle ambtenaren en staatsdienaren zich te gedragen hebben in de publieke administratie welke hun respectief is toevertrouwd.
Orig. fr. geleekend : Marie , Albert, met een gedrukt exemplaar van het schrijven van Z. M. in doos 5 Nquot; 10.
1784, 20 October. De raad van domeinen en finan-tiën zendt tot advies van de staten eene aanvraag van Jan Hendrik Stephan , ter bekoming van een octrooi ter op-rigting eener papierfabriek op de rivier de Swalm bij Cruchten. Inliggend het advies van de staten.
Orig. fr. geteekend : Weiss. In doos 5 N* 11.
1787, 13 Maart. De landvoogden berigten dat zijne majesteit de nieuwe intendanten en commissarissen in de provinciën vrijstelling verleend heeft van de regten welke door de staten geheven worden, op denzelfden voet als de raadsheeren van zijn gouvernement genieten.
Orig. fr. gei. : Marie, Albert. In doos S N° 14.
1787, 28 Mei. Declaratie van den keizer en koning houdende opheffing van de intendantiën.
Gedrukt exemplaar. In doos 3 17, met bijlagen.
1787. Procesverbaal van de verkiezing van vijf regters bij de nieuwe op te rigten regtbank van eersten aanleg te Roermond.
Minute in doos S Nquot; 15.
6
— 42 -
1787, 12 October. De stalen van Brabant benoemen den pensionnaris van Antwerpen om met den pensionnaris van Gelderland zamen te werken tot herstelling der inbreuken gedaan in de voorreglen en privilegiën van de stalen van Gelderland.
Geaulhenliseerd exlracl get. : de Cock. In doos 5 N013.
1787 , 21 November. De staten rigten een vertoog aan den keizer eti koning ten voordeele van de universiteit van Leuven, tot teruggeving van het regt van nominatie haar bij decreet van 24 November 1783 ontnomen.
Minule met bijlagen, in doos 5 N0 16.
1788, Februarij. Stukken betrekking hebbende lot de afschafling van de in-, uit- en doorvoerregten, in het Oostenrijksch Gelderland.
Minuten in doos S N0 18.
1788, 11 Augustus. De stalen vragen de vereeniging van den souvereinen raad te Roermond met den magistraat van die stad, op denzelfden voet als zulks bij diploma van 2 October 1737 geregeld was.
Minute in doos 5 N0 19.
1788, 10 October. Joannes Goossens marktschipper van Roermond op Mook vraagt vergunning aan de stalen, om tot meerder gerief van den handel, eene wekelijk-sche dienst op Maastricht te mogen inrigten.
Orig. in doos 8 N0 21.
1788-1789. Stukken aangaande het te verleenen gewoon subsidie door de staten, voor het jaar 1789.
Orig. en minuten in doos 5 N0 20.
-O-O-O o-o-o-o-c
1197. Vrede-traktaat tusschen Hendrik, hertog van Lotharingen en den graaf van Gelre.
Afschrift, lal. in Code des princ. trailés etc. bl. I.
Uitgegeven in Bondam Charterboek , bl. 263.
1244, 31 Augustus. Datum el actum in Ruremunda anno Dominicae incarnationis millestmo . ducentesimo qua-dragesimo quarto secundo kal. Septembris. Otto (III), graaf van Gelre en van Zutphen bepaalt en regelt de regten der laaten of hofhoorigen van den hof in Swarte-broeck, toebehoorende aan de parochiale kerk van Roermond.
Afschrift in Jura el privilcgia, I. bladz. 197 en 198.
Uitgegeven in Bondam Charterboek bl. 451.
1251, 31 Julij. Datum Erbrechstein Y kal. Augusti, indictione nana anno D'quot; mquot; ccquot; l' primo, llegni vero nostri anno tercio. De roomsch-koning Willem bevestigt de abdis en het convent Munster, van de cistencienser
orde te Roermond, diocees van Luik, in alle hare bezittingen.
Geauth. afschrifl door J. M. ülss , notaris van liet diocees van Luik in omslag 12 N0 5.
1253, 9 Maart. Dominica, qua cantatur invocavit. Verdrag tusschen graaf Otto van Gelre, en Walram, hertog van Limburg, onder anderen, over het met wagens en karren vervoeren van wijn in elkanders landen, door de burgers van Roermond.
Afschrift in Jura et privilegia I. bladz. 33. Uitgegeven in Bondam Charterboek bl. 488.
1293, 14 April. In die beatorum tiburcii et valeriani martyrum. Edict van den roomsch-koning Adolf, bepalende dat de eilanden welke in de rivieren ontstaan, aan den graaf van Gelre behooren.
Afschrift, lat. in code de princ. traités bl. 3.
1295, 10 Maart. Dat. Rom. apud sanctum Petrum VI Idus Marty pontificatus nrj anno secundo. Paus Bonifacius VIII beVestigt de hospitaliere broeders van den H. Geest te Roermond in alle hunne bezittingen.
Orig. perk. het zegel verloren , in doos 2 N0 15.
1308, 10 Augustus , op sint Laurens dage. Willem van Millen, ridder, bepaalt de tolgelden welke die van Roermond, stroomopwaarts te Gribben en te Venlo van hunne schepen betalen moeten. Getuigen zijn de proost van Emmerik, Willem van Born, Gijselbrecht van Malsen en Johan van Kessel.
Afschrift in Jura et privilegia I bl. 56.
1310, 5 September. Datum Spirae nonis Septemb. Anno Domini M.CCC decimo. De roomsch-koning Hendrik
vergunt, Ier bede van Beinald graaf van Gelre, dat de ingezetenen van deszelfs land en steden niet voor zijn hof behoeven te regt te staan, noch door zijne regters gevonnisd te worden, tenzij hun door den graaf de regt-spraak geweigerd ware.
Afschrift , lal. in code des princ. traités , enz. bi. 4. in Jura et Privilegia I bl. 9. Uitgegeven in Pontani Hist. Gelr. p. 180. Knippehberg , Hist. Eccl. p. 89 en elders.
1319, 22 Maart. Anno Domini Mquot; cccmo decimo nono in craslino beati Benedicli Abbati. Reinald , zoon des graven van Gelre, bevestigt de privilegiën der stad Roermond.
Afschrift, lat. in Jura el Privilegia I bl. 9.
1326, 25 Maart. In die anmnciationis. Reinald (II) graaf van Gelre bevestigt de privilegien der stad Roermond.
Afschrift ia Jura el privilegia I bl. 40, fr. bl. 12.
1338 , 25 September. Int jaer onss heeren duysent dry bondert acht ende dertich, des vrydaechs na sinle Matheus dage apostele ende emngelist. Reinald graaf van Gelre en zijne gemalin Eleonora van Engeland geven aan Willem van Broekhuizen den burg Wikrade, om dien ten manleens regte als des graven open huis te bezitten, voorts beleenen zij hem , ten Zutphenschen regie, met het hoog en laag gerigt in den lande van Wikrade enz.
Geauthenliseerd afschrift, afgegeven in 1S98 , getee-kend : H. Luylens , in omslag 6 N° 1. Uitgegeven in Nijhoff Gedenkwaardigheden , 1 N0 333.
1339, 19 Maart. Diploma van den keizer Lodewijk, door hetwelk Reinald, graaf van Gelre, tot hertog en het land tot hertogdom verheven wordt.
Afschrift lat. in code des princ, traités , pag. 5.
1^43, 1 December. Verbond der steden van het hertogdom Gelre en graafschap Zutphen ; zij verklaren zich daarbij openlijk en onbewimpeld voor den jongen Reinald , den regtmatigen heer, beloven elkander onder-lingen bijstand tot verhoeding van onregt en geweld, en verbinden zich , om in geenerlei maatregel te bewilligen die voor het gemeen welzijn , of voor eenige der gemeenten nadeelig geacht zou kunnen worden.
Geauiheniiseerd afschrift, afgegeven door den secretaris der stad Gelder. Gel. J. Lindlgen , in omslag 5 IN0 26. Uitgegeven in Nijuoff Gedenkwaardigheden II cork. 1.
1344, 9 November, des dynxdaighs na andach aire-heyligen misse. Reinald (III) hertog van Gelre bevestigt de privilegiën der stad Roermond.
Afschrift in Jura el privüegia I bl. 11.
1347, 28 Julij, des saterdaighs nae sent Jacopsdach des heilgen apostels. Hertog lleinald verpacht aan de stad Roermond eeuwig en erfelijk , het gewanthuis aan den markt aldaar gelegen , voor eenen jaarlijkschen erfpacht .an drie pond oude grooten.
Afschrift in Jura el privüegia I bl. 33.
1347, 13 September, op des heyligen cruylsavonl exaltationis. Hertog Reinald schenkt aan de burgers van Roermond, vrijdom van de helft van zijne tollen te Lobede en te Tiel.
Afschrift in Jura el privilegia I bl. 61. Geautli. afschrift in omslag I N° 41.
1348, 22 April, des dynxdaigs in den paessche heyli-gendagen. Mathijs van Kessel, ridder, en Dederik Averecht, burger van Roermond, bepalen de tolgelden
- 47 —
welke die van Roermond van hunne schepen te kessel betalen zullen.
Afschrift in Jura el privilegia 1 bl. S7.
1348, 27 December, des dynxdaighs nae kersdag. Hertog Reinald vergunt aan Dederik Klggen van Vlodorp, burger van Roermond en Aleidis, zijne huisvrouw, om hunnen waard, welken zij van hem in erfpacht bezitten, en bij Roermond van Ruyrgale (monding der Roer) tot aan den Boonenberg toe gelegen is, met den aanwas naar de zijde van de nieuwe Maas, te mogen verkoopen. aan wien zij verkiezen.
Afschrift in Jura el privilegia I bl. 33.
1351 , 1 November. De magistraat van Roermond stelt in geschrift: Het alt heerkommen, recht ende ge-woente, dat ons alle onse aide heeren, ind ouch dese lesten van derretyd, dat onze slat yersl gevryt u airdt. geswoeren ind geloift hebben onuerbreickelick te halden then eweücken dagen tue ' alsoe lange als onse stat staen sal.
Afschrift vervat in 32 artikelen , gevolgd van de formulieren van den eed die de verschillende leden van den magistraat moesten afleggen , in Jura el Privilegia I bl. 1-8.
1359 , 3 Februarij , op sen te Blasius dach in februario Eduard van Gelre vergunt aan de burgers van Roermond tolvrijheid op zijnen nieuwen lol binnen den lande van Gelre.
Afschrift in Jnra el privilegia I bl. 60.
1359, 3 Februarij, op sente Blasius dag. Reinald heer van Schonevorst geeft den burgers van Roermond
— 48 —
tolvrijheid op den nieuwen tol, welken de keizer hem vergund had binnen den lande van Geire op den stroom te leggen.
Afschrift ia Jura et privilegia I bl. 61.
1359, 11 Mei, des elfften daichs der tnaende vanden meye. Hertog Beinald vergunt aan Robijn van den Gruylhuyse , om binnen Roermond hoppenbier te laten brouwen en tappen, en ter vergoeding van de gruit, zooveel van elk vat te nemen als de magistraat van Roermond billijk zal oordeelen.
Afschrift in Jura el privilegia I bi. 55.
1361 , 12 Mei. Engelbert bisschop van Luik hecht zijne goedkeuring aan de overbrenging van het kapittel van S' Odilienberg tiaar de kapel van den H. Geest te Roermond. Reinald hertog van Gelder en Jan van Arkel, bisschop van Utrecht geven de vergunning tot die overbrenging.
Afschriften. Lat. in omslag 1 , Nquot; 58. Uitgegeven in Wolters recherches sur l'ancienne ammonie de Monlfort annexes N01 13, 14 en tb.
1361, 11 Jnnij, int jair onss heren dasent drye hon-dert L\I des elffden daighs in den bramaent. Hertog Eduard bevestigt de privilegien, regten en gewoonten der stad Roermond , en verklaart die bezworen te hebben.
Afschrift in Jura el privilegia I bl. 13.
1368, 25 November. Edouard hertog van Gelre belooft zijne borgen, waaronder ook de stad Roermond, schadeloos te zullen houden, wegens de medebezegeling van zekeren brief ten behoeve van Albrecht hertog van Beijeren.
— 49 -
Hertog Reinald bevestigt deze belofte door een daardoor gestoken transfix op den 14 September 1371.
Orig. Perkam. Zegel ontbreekt. In doos 2 Nquot; 6. Ver-gelijk NunoFF Gedenkwaardigheden deel If , bi. 240.
1371, 11 September, den derden dagh naer Lieve Vrouwen dagh nalivilalis. Hertog Reinald bevestigt de privilegiën der stad Roermond , en belooft ten aanzien van wissel en munt, den raad van zijn ridderen, knapen en vier hoofdsteden te zuilen innemen.
Hij schenkt vergiffenis aan de burgers, wegens hetgene zij ten behoeve van zijnen broeder en tot zijn nadeel mogten hebben bedreven, geeft hun vrijdom van tol te Mook en te Nijmegen en belooft de stad schadeloos te houden voor alles, wat zij voor zijne ouderen en voor hem zeiven bezegeld had.
Afschriften in Jura el privilegia I bl. 14 en 15.
1311, 14 September, int jaer ons heeren duysent dry hondert een ende 't seventich op den heyligen cruisdach exaltationis. Hertog Reinald veroorlooft aan de stad Roermond om haren schepenstoel en raden te kiezen.
Geaulhentiseerd afschrift in omslag 7 N° 6 en in Jura cl privilegia I bl. 15.
1380 , 2 Mei. Hertog Willem bevestigt de privilegiën van de ambten Montfort en Erkelens.
Afschrift in Code des principaux traités enz. bl. 6.
1380, 23 Julij, op sent Jacobs dach des heilgen Apostelen. Willem, hertog en Maria, hertogin van Gulik geven kwijtschelding aan de stad Roermond en hare burgers , van al 't geen zij tegen hen tot op dagteekening van dezen brief misdaan hebben.
Afschrift in Jura et privilegia I bl. 18. 7
— 50 -
1380 , 26 Julij , int jatr onss Heren MCCC achtenlich des neesten daechs na sente Jacobsdach Aplen. Willem, hertog van Gelre en graaf van Zutphen bevestigt de vrijheden en privilegiën der stad Roermond, zich munt en wissel voorbehoudende.
Orig. op perkament waaraan het zegel ontbreekt, in doos d INquot; d. Afschrift in Jura et privilegia bl. 16. Uitgegeven in Nuhoff Cedenkw. Ill N0 69.
1880, '26 Julij. Hertog Willem bekent aan de stad Roermond te verschulden 6113 oude schilden en belooft de terugbetaling te zullen doen, elk jaar op S' Remigius dag met 511 schilden en 11 plakken, tot dat het geheel bedrag zal vereffend zijn.
Afschrift in Jura el privilegia I bl. 17.
1381, 17 September, op sente Lambrechts dage. Willem van Gulik , hertog van Gelre en graaf van Zutphen, neemt met goeddunken van zijnen raad, vrienden en schepenen der vier steden Nijmegen, Roermond, Zutphen en Arnhem het besluit, om in Arnhem eene munt te doen slaan , gangbaar in alle zijne landen.
Orig. perkam. waaraan het uithangend maar beschadigd zegel van hertog Willem in rood was. In doos \ N° 2. Uitgegeven in Nuhoff Gedenkwaardigheden III N° 86.
1383, 2 November, des anderen daighs nae aller heilgen dach. Willem van Gulik, hertog van Gelre en graaf van Zutphen, vergunt aan de stad Venlo om hunne cijnsen en renten te mogen hoghen ind leegen zoo als de stad Roermond doet, welke haar hoofd is; ook dal zij zich onder elkander mogen schallen tot nut en voordeel hunner stad.
Afschrift in Jura el priviUgia I bi. 18.
— 51 —
1391, 27 Junij, des dynxdaifjhs nae sent Johans dach Baptislae. De magistraat van Roermond belooft eene kapel te bouwen , ter plaatse, builen in opp, waar oudtijds de moederkerk gestaan heeft, welke uit noodzakelijkheid afgebroken is geworden, en den pastoor daarvan eene jaarrente te betalen van 20 Rijnsche gulden.
Afschrift in Jura el privilegia I bl. 53.
1394, 14 Februarij, rp sent Valentyns dach. Willem, hertog van Gulik en Gelre schenkt aan de burgers vau Roermond vrijdom van de helft zijner tollen te Mook en te Herwarden.
Afschrift in Jura el privlilegia F bl, 62.
1402, 17 Maart, inl jair onss heren dusent vier hon-dert ende Iwee des neesten vrijdaighs na den sonnendage Judica in den vasten. Reinald, hertog van Gelre en Gulik bevestigt de reglen en vrijheden der stad Heermand en belooft de stad nimmermeer te zullen schei len van hem, noch van de steden Nijmegen , Arnhem en Zutphen.
Afschrift in Jura et privilegia 1 bl. 19.
1404. Hertog Reinald bevestigt de privilegiën van de ambten Montfort en Erkelens.
Afschrift in Code des principaux traités bl. 9.
1406 , 24 Mei, in den Jair onss heren dusent vier houder t ende sess, des XXIlIJsleu daighs in den Mey. Hertog Reinald maakt verordeningen ten aanzien van de waarde der, in het overkwartier van Gelderland , gangbare munten , inzonderheid bij het betalen van erflinsen, pachten en schulden.
Afschrift in Jura el privilegia I bl. 19-21.
- 52 -
1410, 12 Maart, m den jaire onss heren dusent vier hondert ende leen op sint Gregorien dach des heilgen pawes. Herlog Reinald bevestigt de stad Roermond in het regt van de gruit, welk zij van Willem van den Gruylhuyse gekocht had.
Afschrift in Jura et privilegia I bl. 22.
1412, 24 Mei. Op sent ürbanus miont papae. Gerard van Vlodorp, ridder, erfvoogd van Roermond, verkoopt aan de stad den S' Christoffelsberg, tusschen den ouden kerkhof en de Lanck , buiten de opper-poort gelegen, ten einde daarop door die stad eenen windmolen kan gebouwd worden.
Afschrift in Jura et privilegia I bl. 44.
1412, 9 Junij. In den jaer onss heren M° CCCCm° ende XIJ des donresdaighs octaua Sacramenti. Verdrag tusschen hertog Reinald en Willem zoon tot Arkel, ter eenre, en Adolf, graaf van Kleef en van der Mark, ter andere zijde.
Afschrift in Jura el privilegia I bl. 23-2S.
1412, 1 Augustus, op sent Pelersdach ad Vincula. Hertogin Maria vergunt dat de kluis, welke door Gadert van Vlodorp voor zuster Dorothea , op den ouden kerkhof, naast de kapel, buiten in op te Roermond gebouwd is, na den dood van genoemde Dorothea, tot eene woning voor geestelijke dochters zal blijven.
Afschrift in Jura et privilegia 1 bl. 52.
1416, 23 Maart, des manendaighs na den sonnendage Oculi. Hertog Reinald beleent aan Johan van Brede, eene rente van twintig gulden en veertig oude schilden, jaarlijks te voldoen uit de opbrengsten van bet gewanthuis te
— »3 -
Roermond, en wanneer die niet toereikend zijn, uit de pachten van zijn goed te Swartbrueck.
Afschrift in Jura el privilegia I bl. 26.
1418, 3 Mei. Verbond tusschen ridders en knapen, hoofd- en kleine steden van het kwartier van Nijmegen, om na het wel te voorzien kinderloos overlijden des her-togs , niemand tot landsheer aan te nemen dan die door de meerderheid der ridderschap en kleine steden en door de vier hoofdsteden Nijmegen, Roermond, Zutphen en Arnhem eenparigiijk voor heer zoude erkend zijn , en bij verkorting der landregten , gewoonten van de ridderschap, en voorregten der sleden, elkander met raad en daad tegen den landsheer te ondersteunen.
Orig. perkam. waaraan de zegels van Gijsberl van Bronck-horsl, Johan van Bueren , Johan van Groesbeke , Johan van Ambe , Tbiel en Zaltbominel ontbreken, zijnde de overige dertien in groen was , zeer weinig geschonden: In doos 2 N0 10. Afschrift in omslag 7 N0 10. Uitgegeven in Nuhofp Gedenkw. Ill N0 374.
1418, 24 Junij , op sent Johans dach Baptyst, synre gebuert. De magistraat van Roermond belooft aan den pastoor der kerspelkerk , eene jaarrente te zullen voldoen van vier goede overlandsche Rijnsche gulden, omdat hij de vergunning verleend heeft, om in de te herbouwen kapel in 't zand buiten de Zvvartbroeks poort, op zon- en feestdagen missen te mogen laten lezen , en zulks tot schadeloosstelling van den offer, welken hij daardoor mogt verliezen.
Afschrift in Jura el privilegia I bl. 54.
1418, 1 Julij, op ons Vrouwen avont visilationis. Matheus Peute, pastoor van de kerspelkerk te Roermond vergunt aan den magistraat dier stad, om de kapel van
O. L. Vr. in het zand, met welker herbouw men een aanvang gemaakt heeft, te laten inwijden en missen daarin te doen lezen , doende tevens afstand van den ofl'er aldaar, tegen eene vergoeding van stadswege, ten bedrage van vier overlandsche Bijnsche gulden jaarlijks.
Afschrift in Jura et privilegia I bl. 55,
1419, 25 October, des gudendags na senle Severyns dage epi. Maria, hertogin van Gulik en Gelre, belooft uit naam van haren gemaal aan ridders, knechten en steden des lands van Gelre en graafschap Zutphen, dat zij, ter zake van het hiervoren aangehaalde verbond niemand kwalijk gezind zal zijn; geene sleden of sloten, of eenig gedeelte des lands zal verkoopen, verpanden of vervreemden, zonder vooraf de ridderschap en de vier hoofdsteden geraadpleegd te hebben ; zij verklaart verder dat een ieder bij zijne regten en vrijheden zal bewaard blijven, ook bij vrijdommen op tollen te water en te land, zoo als hij die van ouds bezeten beeft.
Orig. perkam. met een zeer fraai zegel der hertogin in rood was en de acht overigen in groen was. In doos 2 Nquot; H, Afschrift in omslag 7 N0 11. Uitgegeven in Nu-hoff , Gedenkwaardigheden 111 N0 388.
1423, 8 Julij, des donresdaighs nae onss lieven Wouwen dage visitalionis. Arnold, hertog van Gelre en van Gulik en graaf van Zutphen bevestigt de regten en vrijheden der stad Roermond; bekrachtigt het verbond tusschen deze stad en de ridderschap en overige sleden in 1418 aangegaan; verklaart zijnen vader Johan, heer van Egmond tot Ruwaard aangesteld te hebben , voor den lijd van dertien jaren; voorts geen huwelijk te zullen aangaan, geen sloten of landen te zullen verpanden ,
— 55 —
geen ambtenaren te zullen aanstellen, dan bij rade van ridderschap en steden.
Orig. perkara, mei het uithangend maar beschadigd zegel van hertog Arnold in rood was. tn doos 2 Nquot; i2. Afschrift in Code des principaux traites, etc. bi. 14. Afschrift in omslag 7 Nquot; i2 eu in Jura el privilegia hl. 27. Vergelijk Nuhoff, Gedenkw. IV Nquot; 1.
1423, 24 Julij. Verbond tusschen hertog Arnold van Gelre en hertog Adolf van Kleef, houdende dat de eene geene hulp zal verleenen aan de vijanden van den anderen ; dat de opkomende verschillen over elkanders grenzen , binnen 6 weken door wederzijdsche kommissarissen te Lobede zullen geregeld worden; voorts bepalingen hoe gehandeld mag worden, wanneer een of beide hertogdommen in oorlog gewikkeld worden.
Afschrift in Code des principaux traités enz. bi. 11.
1423, 27 September, des maendaeghs ipso die Cosme et Damiani marlyrum. Hertog Arnold bevestigt de handvesten en privilegiën der stad Roermond, zich daarbij munt en wissel voorbehoudende.
Afschrift in Jura et privilegia I bl. 28 en 100.
1424, 24 Julij, op S' Jacobs auent des h. Apostels. Hertog Arnold verschrijft aan de stad Roermond, eene rente van 20 gulden van Florence en 40 oude schilden als erfelijk manleen , te ontvangen uit de inkomsten van het gewandhuis aldaar en losbaar met 800 overl. Rijn-sche guldens en 400 oude schilden. Getuigen zijn: Henrik heer van Wisch en Arend van Boecop, leenmannen.
Afschrift in Jura et privilegia I bl. 32 en 33.
1441 , 28 December. Adolf, hertog van Kleef pn graaf van Marck berigt aan burgemeesteren , schepenen en raad
der stad Roermond, dat hij zijnen raadsman Johan Tengh-nagel naar den bisschop van Luik gezonden had, aangaande zeker onregt welk deze meende hem door de stad Roermond te zijn aangedaan en geeft tevens te kennen dat hij een afschrift van het antwoord van den bisschop, door Tenghnagel overgebragt, insluit.
Orig. in omslag i Nquot; 4.
1443, 26 Junij. Akte van oprigting van het koilegie van den H. Hieronymus te Keulen, genaamd het Roer-mondsch huis.
Notarieels akte door den notaris Tilman van den Paesch te Suchtelen , en voorzien van zijn notarieel merk in omslag 6 Nquot; 9.
1447, 10 October, op Sl Victoris dag. Dirk van Bronk-horst schenkt vrijdom van tol te Batenburg.
Geauthentiseerd afschrift. In omslag 1 Nquot; 41 in Jura et privilegia bl. 67.
1454, 23 Junij, op Sl Jans avond nalivitatis to mid-sommer. Yincens en Anna van Beijeren, graaf en gravin van Meurs en Sairwerden verkoopen aan Johan van Suchtelen en Larabrecht van Kruchten, burgemeesters der stad Roermond , ten behoeve der studenten van het collegia van S' Hieronimus te Keulen, welk door Johan van Loeven , van Roermond , doctor in de beide reglen en proost te Xanten aldaar gesticht is, eene rente van 120 overlandsche Rijnsche guldens, jaarlijks op S' Jansdag nativitatis of binnen de 14 dagen voor of na dien vervaldag te betalen. Zij vestigen deze rente op alle hunne renten, pachten , tienden , tynsen , bosschen , wouden , wateren, weiden , visscherijen welke zij in het land van Kessel bezitten. Getuigen en medebezegelaars van dezen brief waren Johan van Ghoir, Johan van Breempt,
— 57 —
Dederik van Oist, Willem van Elmpt, Gerhard Haeck, Jan Voss van Holthem, Gerrit van Oirade en Yullinck van Holtmoelen.
2 afschriften in omslag 1 N0 55.
1455, 13 Februarij, des donresdaighs op sent Valenlyns auonl. Johan van Osen, rigler, Johan van der Kraicken en Johan van Oidraide, schepenen van Roermond getuigen dat Heyne Gruyter bekend heeft, den windmolen buyten den alden In op, op den molenberg gelegon , op eenen jaarlijkschen erfpacht van 5 malder rogge van de stad genomen te hebben.
Afschrift in Jura et privilegia I bi. 44.
1455, 7 October. De deken en het kapittel van den H. Geest te Roermond stellen eene rente-constitutie van een mark gelds ten behoeve van het godshuis van Roermond.
Orig. perkam. niet het uithangend zegel van het kapittel in groen was , in doos 2 Nquot; 9.
1460, 10 November, des Manendaghs op sente Marlyns avent in den wynter. Hertog Arnold verklaart de burgers van Roermond vrij van tol te Venlo, voor hunne schepen geladen met hout daar men tonnen van maakt, geheeten clipclap, met way en weet. daar men mede verft.
Orig. perk. waaraan het zegel ontbreekt. In doos 1 Nquot; 3. Afschrift in Jura et privilegia I bl. 59j
1465, 19 November, op sint Pontianus dach. Hertog Arnold en zijne gemalin Gatharina van Kleef en van der Mark, doen afstand van het vorstendom Gelre en graafschap Zulphen, ten behoeve van hunnen zoon Adolf.
Afschrift in Jura et privilegia i bl. 31. Uitgegeven in Nijhoff, Gedenkwaardigheden IV bl. 361.
8
1469 , 18 Mei, donresdaegh nae den sonnendaege Exaudi. Hertog Adolf bevestigt de vrijheden en voorregten der stad Roermond, zich daarbij het regt van munt en wissel voorbehoudende.
Afschrift in Jura el privilegia 1 bl. 29.
1469, 18 Mei. Hertog Adolf verklaart door bemiddeling van Vincent graaf van Meurs en Sarwerden, verzoend te zijn met de stad Roermond.
Afschrift in Jura et privilegia 1 bl. 30.
1471, 27 Junij, des neesten donresdaiges na sente Johan Baptislendack to midsorner. De drie vierendeelen van Nijmegen , Zutphen en Arnhem sluiten te Nijmegen een nieuw verbond tot onderlinge hulp tegen alle aanranding hunner regten.
Afschrift in omslag 7 N0 d3. Uitgegeven in Nijiioff, Gedenkwaardigheden IV Nquot; 509 en in het groot Geldersch plakkaatboek , App. col. 192-194.
1472, 24 November. Hertog Arnold verleent aan de stad Roermond het privilegie om alleen in het ambt Montfort bier te mogen brouwen , tappen en verkoopen; alsmede om klein geld te mogen slaan tot aan de waarde van een vierde van eenen Keulschen albus.
Orig. perkam. zegel ontbreekt. In doos 2 N° 4.
t ■
1478 , 20 Februarij. De aartshertog Maximiliaan bevestigt de vrijheden en privilegiën der stad Roermond.
Orig. perk. het zegel ontbreekt. In doos 1 N° 4. Afschrift in Jura et privilegia bl. 162.
1492, 8 Mei. Hertog Karei geeft aan de stad Roermond om haar in staat te stellen tot den bouw der moederkerk, ook om in het onderhoud van dijken en
— 69 —
andere waterVeeringen te voorzien, het regt om zilveren geld of penningen te slaan, van de waarde tot eenen ouden braspenning, en zulks onder 's hertogs naam en helmteeken , of onder haar eigen naam of wapen.
Afschrift in omslag H Nquot; 6. Uitgegeven in van oeh Chijs , munten der graven en hertogen van Gelderland , bi. 293-294.
1492, 8 Junij , vridachs nae den sondaich Exaudi. Ka-rel. hertog van Gelre , vergunt aan de stad Roermond, dat er in het gansche ambt van Montfort, uitgezonderd in zijnen burg van der Aimers tadt ind van Echt, geen ander bier mag gebrcuwen , vertapt en verkocht worden dan dat te Roermond is vervaardigd ; hij regelt voorts de wijze, waarop goederen , welke bij erfenis of koop aan kloosterlingen aldaar waren gekomen, na hunnen dood weder aan de regte erfgenamen, burgers van Roermond, zouden teruggegeven worden.
Afschrift in Jura el privilcgia bl. 171.
1492, 8 Junij, Vrijdag naar Zondag exaudi. Hertog Karei schenkt vrijdom van tol te Venlo aan do inwoners van Roermond.
Geautheniiseerd afschrift in omslag I N° M.
1493 , 22 Julij , des macnendaghs na senle Margrieten-dach. Hertog Karei bevestigt de privilegiën van het over-kwartier.
Afschrift in Code des principaux traités , elc. bl. 26.
1498, 1 Mei, op senle Ftlips en Jacobs dach apostolo-rum. Hertog Karei bewilligt aan het vierendeel van Roermond om twee pondschattingen te heffen; de eerste op aanstaanden S' Martijnsdag in den winter, om daaruit
- 60 -
te betalen een vierde gedeelte tot onderhoud der ruiiers te Erkelens, terwijl de overige drie vierde gedeelten door de stad Roermond zullen genoten worden, tot korting der penningen , door haar ten behoeve van den hertog verstrekt; de tweede op denzelfden dag, een jaar later. Hieruit moet aan den hertog eene som van 500 Rijnsche gulden betaald worden, terwijl het overig bedrag tot bovengemeld einde aan de stad Roermond zal komen.
Orig. perkament waaraan hel zegel ontbreekt , in doos 2 N* 14.
1499 , 31 Julij, int jaer onss Heren dusent vier hondert negen ende tnegenlich, op s. Petrus auont ad vinculo.. Verbond tusschen Frederik heer te Bronckborst en Borkelo, Evert van Hekeren en Jacob van Hackfort, nevens de hoofd- en kleine steden Nijmegen, Roermond, Zuiphen, Arnhem, Doesburg, Doelinchem, Lochem en Grol, ten behoeve van hertog Karei , om te voorzien in de kosten zijner reis naar Frankrijk, en levens om elkander in zrjn afwezen bij te staan tot handhaving van elkanders regten.
Afschrift in omslag S N° 32. Vermeld in Nijhoff , Ge-denkv». VI, I bl. L en 199.
1501, 3 April. Punten, door hertog Karei van Gelre aan bannerheeren , ridderschap en steden op den landdag te Arnhem ingewilligd, tot onderhouding en vermeerdering hunner regten en vrijheden.
Afschrift in Code des principaux traités etc. bl. 28.
1505, 20 Mei, Dingsdag naer Sl Servaes dag Episcopi. Hertog Karei schenkt vrijdom van tol te Maasbommel en Zaltbommel.
Geauih. afschrift. In omslag 1 N° 4i.
— 61 —
1520, 11 Maart, op Sonnendach Oculi. Karei, hertog van Gelre en Gulik, en graaf van Zutphen verbiedt aan die van Roermond om de hoofdvaart aan te nemen, welke die van Venlo aangaande zeker leengoed aan Michiel Mercator toebehoorende, voor hen willen brengen, en zulks omdat dit Zijne Hoogheid beroert en door zijne voorvaderen verpand is, en derhalve voor zijnen raad of leenmannen behoort te geschieden.
Orig. get. : Charles in omslag 9 N0 5.
1526, 25Seplember. Jonkvrouw Hildegondis, dochter van Herman Bronkhorst schenkt 183 florijnen en alle hare roerende en onroerende goederen aan het convent van de Heilige Anna te Roosmalen.
Orig. notarieele akle , op perk. opgemaakt door den uoiaris Henricus Locheman lu 's Bosch en voorzien van zijn notarieel merk , in doos 2 .V 2.
1531, 27 September. Karei V stelt Maria van Oostenrijk , koningin van Hongarië tot landvoogdes der Nederlanden aan.
Afschrift ia omslag 8 Nquot; 16.
1537, 19 November. Hertog Karei verzoent zich met de stad Nijmegen en beloofd dat zijne onderzaten aldaar bij stad- leen- en dijkregten zullen gehandhaafd worden; dat de burg te Nijmegen als vroeger door hem zal bezeten worden; dat alle Gelderschen ongehinderd in zijn land zullen gaan en komen, dat de steden niet met schatting of krijgsvolk zullen belast worden ; dat te Nijmegen binnen 14 dagen eene dagvaard zal gehouden worden om te handelen over het voorgenomen huwelijk van zijn neef van Lotharingen en Kleef.
Afschrift io omslag 7 N0 14.
1838, 2 Februarij. Hertog Willem van Kleef verleent het privilegie aan het overkwartier, om ten allen tijde de staten te kunnen doen vergaderen, en die lasten op het land te leggen, welke zij zullen noodig oordeelen.
Afschrift, in Code des principaux traités etc. bl. 37.
1540, 22 Februarij. Het bakkersgild van Roermond maakt eene ordonnantie ten einde guede geselschap ende br o der like mynne te hebben ende lief ende leit tsamen te liden.
Orig. perkamenl in doos 2 N0 8.
1540, 18 November. De Magistraat van Roermond geeft eenen gildebrief aan het timmerlieden-, kuipers- en rademakersgilde.
Minute in omslag 5 N0 20.
1540, 18 November. De magistraat van Roermond geeft eenen gildebrief aan het metselaars en lijendekkers gilde.
Orig. Zegel ontbreekl. In doos i Nquot; 18.
1543, 2 Januarij. Concordaten gemaakt tusschen keizer Karei V en hertog Willem van Gulik.
Afschrift in Code des principaux traités etc. bl. 37.
1543, 12 September. Traktaat tusschen keizer Karei V en hertog Willem , in het legerkamp voor Vcnlo gesloten.
Afschrift in Code des principaux traités , etc. bl. 46.
1544, 22 April. In unser ende des Ryckx-stadt Spier ahm tweentwinligsten dach des maendlz Aprilt. Keizer Karei V bevestigt bannerheeren, ridderschap, steden en onderzaten van Gelre en Zntphen in de voorregten hun
— 63 —
door de vorige keizers verleend , bijzonder in die van den roomsch-koning Hendrik , van 1310, aangaande het privilegie de non-evocando , met woordelijke inlassching van dien brief.
Gedrukt exemplaar in omslag 7 Nquot; 54,
1544, 22 April. Koningin Maria gelast den stadhouder van Gelderland om voortaan geene geestelijke bullen, citatien of censuren te gedoogen , zonder 's keizers placet.
Afschrift in Code des principaux traités , etc. bl. 56.
1544, 5 Mei. Keizer Karei V verklaart, krachtens het traktaat voor Venlo gesloten, dal de landen van Gelre en Zulphen nimmer verdeeld of gescheiden zullen worden.
Afschrift , in Code den princ. traités etc. bl. 33.
1547, 10 October. Kanselarij-instructie van het vorstendom Gelderland.
Afschrift in Code des principaux traités , elc. p. 57.
1548, 26 Junij. Keizer Karei V regelt, op den rijksdag te Augsburg, de betrekking, waarin zijne erf-Nederlanden voortaan tol het Duilsche rijk zullen slaan; zij zullen onder éénen kreils gebragt worden en zooveel als twee keurvorsten in de rijkslasten dragen ; daarentegen zullen zij de bescherming van het rijk genieten en al hun vrijheden, reglen en regtsgebied behouden.
Afschrift, in Code des princ. traités, etc. bl. 63.
1549, Pragmatiek van keizer Karei V betrekkelijk de vereeniging der Nederlanden en Bourgondië.
Afschrift in Code des principaux traités , etc. bl. 71.
- 64 -
1551, 24 Julij. De roomsch-keizer Karei reformeert de landregten in het ambt van Kriekeobeek.
Afschrift in omslag 8 N0 55.
1554, 16 Februarij. De magistraat van Roermond geeft eenen gildebrief aan het pelsers-en witmakersgilde.
Orig. perkara. Zegel ontbreekt , in doos 2 Nquot; 5
1554, 19 Julij. Kanselier en raadsleden te Arnhem schrijven aan burgemeester, schepenen en raad van Roermond, aangaande den brand aldaar op 16 Julij 1554.
Orig. get. ; Berty in omslag 1 N® 2.
1554, 22 Julij. De magistraat van Nijmegen geeft zijn leedwezen te kennen over den brand wnlken te Roermond plaats had, en meklt dat hi] Henrirk Keilener, meesier van het St. Nicolaasgild en Jnhan Pnuwels, hunnen rentheffer naar Roermond gezonden heeft met eene som van 100 rijder guldens, om die ouder de burgers te verdeelen.
Orig. in omslag i N0 75.
1554, 1 Augustus. Bnef van kunselier en raadsleden van Gelderland te Arnhem aan hare Majesteit de koningin waarin zij kennis geven van den groofen brand die te Roermond op den 16 Julij van dat jaar plaats had en aandringen om aan de stad een subsidie te verleenen.
Minute in omslag 1 N° 6.
1554, 6 Augustus. De magistraat van Roermond geeft kennis aan den stadhouder dat op den 16 Julij het voornaamste , rijkste en beste gedeelte der stad door brand vernield is , terwijl op den 25tn daarna de muren en schoorsteenen welke waren blijven staan door eenen buitengewoon feilen wind zijn omgestort ; geeft de ar-
— 65 -
moede der stad te kennen en verzoekt om bijstand in dezen hoogen nood.
Minute in omslag 8 N0 17.
lSö-4, 20 Augustus. De stad Keulen noodigt de steden van haar kwartier, om zich op 30 September aldaar te doen vertegenwoordigen op eene dagvaard, waar over de besluiten van den laatsten hanzedag te Lubeck zal beraadslaagd worden.
Afschrift in omslog 7 N0 -43.
1554, 7 December. Kanselier en raadsleden van Gelderland te Arnhem schrijven aan Johan van Wijten-horst heer te Horst en Drost van het land van Kessel aangaande den brand van Roermond in Julij 1554.
Orig. in omslag 1 Nquot; i.
1554 , 18 December. Het hof van Gelderland berigt aan den magistraat van Hoermond, dat het Engelsche parlement besloten heeft zich aan de H. Kerk te onderwerpen.
Het hof beveelt om tot dankzegging eene processie te houden
Orig. geteekend : Berly , in omslag 2 Nquot; 71.
1555, 16 Maart. De stadhouder Filips van Lalaing, zendt afdrukken van een plakkaat tegen den overlast, bfzwaarnis en baldadigheden welke op het platte land door soldaten en anderen bedreven worden.
Orig, get. ; Berly, in omslag 10 IS° 42.
1555, 24 September. Stukken betrekking hebbende tot de, door den magistraat van 's Ilertogenbosch, voor-gegevene vrijheid op den tol te Asselt.
Orig. cn afschrift in omslag 10 N* 6. 9
— 66 -
1356. Extract uit de leenboeken, houdende de leen-verhefQngen van het slot Hillenrade en het huis te Swaimen van 13 ... tot 1 Junij 1556.
Orig. afgegeven door den leengrilfier gel. J. van Reidel, in omslag 9 Nquot; 21.
1556, 26 Jiinuarij. Verklaring van koning Filips II op de klagten van de staten van Gelderland , dat voortaan de ingezetenen lot het bedienen van functiën aan de vreemden zullen worden voorgetrokken ; dat kanselier en raden ontslagen zijn van hunnen eed zoolang zij zitten over zaken tegen Zijne Majesteit ; dat kanselier en raden kennis zullen nemen over geschilpunten van leengoederen in materie posscssoir en spolie: dat in criminele zaken ieder in de plaats zijner residentie aangesproken zal worden.
Afschrift in Code des principaux traités , bl. 83.
1556, 16 April. Het kwartier van Nijmegen benoemt gedeputeerden ten einde, op den, door den landvoogd beloofden verhoordag te Arnhem , de bezwaren der Inndschap le kennen te geven , wegens de verkorting der regten en privilegien die bij het tractaat van Venlo bevestigd waren.
Gelijktijdig afschrift in omslag 6 Nquot; 51.
1556, 21 April. Filips van Montmorency, Graaf van Horn, stadhouder van Gelderland verklaart, door koning Filips daartoe gemagtigd, hulde en eed te hebben ontvangen van ridderschap en steden van het overkwarlier, met inlassching der akte van afstand van keizer Karei V en van het formulier van den eed, door koning Filips en de sleden van het overkwartier gedaan.
Afschrift in Code des principaux traités , elc. bl. 74.
- 67 -
1556, 28 Mei. In onser stad van Bniessele den XX r///quot;1 dach van Meye. Filips koning van Spanje bevesligl het traktaat in 1543 voor Venlo gesloten, met inlassching van de woorden van dit verdrag.
Geauthentiseerd afschrift en 2 gedrnkte exemplaren van die bevestiging in omslag 7 N° 25.
1537. Brieven van den stadhouder houdende verbod om zich in vreemden krijgsdienst te begeven , om granen de rivier opwaarts te laten vervoeren en een paar uitzonderingen op dit laatste verbod.
Vier orig. waarvan twee get. : P. de Montmorency , de twee overigen get. : T. Roos, in omslag dO N0 29.
1557 , 18 Februarij. De stadhouder Filips van Montmorency beschrijft Oquot; het bevel des konings eenen landdag te Arnhem op den 7 Maart.
Orig. geteekend : T. Hoos , in omslag 2 N0 Sa.
1337, 20 Maart. De stadhouder Filips van Montmorency, verbiedt wegens gebrek, den uitvoer van granen uit het hertogdom Gelder en graafschap Zutphen.
Orig. geteekend ; T. Roos, in omslag 7 N° 22.
1338, 4 Februarij. De magistraat van Roermond geeft eenen gildebrief aan het kramersgild aldaar.
Miuute in omslag 6 Nquot; 13.
1338, 13 Maart. De landschap te Arnhem vergaderd * stemt toe tot het bijeenbrengen van 200,000 gulden,
om te strekken tot vereering voor koning Filips tot diens inkomst, huldiging en krijgsbehoeften, benevens 10,000 gulden voor den stadhouder. De landschap bedingt hierbij dat het verdrag van Venlo in al zijne artikelen worde nagekomen, dat degenen die boven dat verdrag
i
— 68 —
bezwaard eo verongelijkt zijn, restitutie zullen erlangen; dat om de gebreken te verhooren , in ieder kwartier eenen dag bepaald zal worden, waardoor vrede, liefde en eendragt in het land bewaard mogen blijven ; dat de stadhouder in hel land zal resideren en dat de onderdanen van den overlast van ruiters en knechten bevrijd zullen worden.
Gelijktijdig afschrift in omslag 5 N0 25. Gedeeltelijk uitgegeven ia van Hasselt Stukken 1 N0 9.
1558, 13 September. Koning Filips berigt aan de stad Roermond dat hij aan Godart van Boicholt van Wachtendonk, heer te Grevenbroek, bevelen gegeven heeft, om hun van zijnentwege eenige zaken voor te houden.
Orig. geteekend ; Phs in omslag 3 Nquot; 5.
1558, 6 October. Het hof van Gelderland beschrijft de ridderschap en steden van het overkwartier op den 16 October, ten einde de verdeeling te maken der quoten en sommen, welke dat kwartier zal moeten bijdragen in het bedrag van 200,000 carolus gulden aan den koning en in dat van 10,0(J0 gulden aan den stadhouder, welke bedragen door de gezamentlijke bannerheeren, ridderschap en steden van het vorstendom Gelderland en graafschap Zutphen ingewilligd zijn.
Orig. geteekend : T. Roos, in omslag 3 iNquot; 2.
1558 , 10 November. De stadhouder Filips van Montmorency schrijft aan den magistraat der stad Roermond aangaande het voorstel aan hem gedaan , om bij de uitschrijving van de ingewilligde schatpenningen 1stuiver op iederen gulden te kunnen bijvoegen, ten einde daaruit de onkosten van den landdag, der bmsselsche reizen ,
- 69 -
enz. te kunnen voldoen. Ook antwoordt hij op een schrijven van den magistraat waarin deze aan den kanselier van het hof om raad vraagt, ten einde bij de ellende van de arme slad Roermond , van den uytgezetten sluyr te mogen bevrijd worden , dat de kanselier en hij zelf niet bij magte zijn om kwijtslag te verleenen , dat zulks aan zijne majesteit moet worden aangevraagd, maar dat hij zulks niet aanraadt, aangezien de groote genade en gratie welke Z. M. bij gelegenheid van den brand aan de stad bewezen heeft.
Orig. geleekend : T. Hoos , in omslag 4 N0 dS.
1558, 19 November. De stadhouder Filips van Montmorency gebiedt den magislraat van Roermond om over-tegaan tot de verdeeling der som \an 798 carolus gulden, zijnde het a;mdeel , welk de stad Roermond in den eersten termijn van de, door bannerhecren, ridderschap en sleden toegestane som van 200,0tl0 gulden voor den koning en 10 000 gulden voor den stadhouder moet bijbrengen, en deze verdeeling zoodanig te bespoedigen dat de gelden met lichtmis aanslaande (2 februarij) maar laatstens vóór St. Petrus (22 Februarij) iti handen van den landrentmecster Thomas Gramaye overgestort zijn.
Orig. geieekeud : T. Roos , in omslag 2 Nquot; 83.
1558, 19 December. De stadhouder Filips van Mont-morenry berigt het overlijden van keizer Karei V , en beveelt om eenen dag te bepalen waarop in alle kerken godsdienst oefeningen zullen moeten gehouden worden.
Orig. gelcekeod : T. Roos, in omslag 4 N0 14.
1559, 12 Julij De stadhouder Filips van Montmorency beschrijft op het bevel des konings eenen landdag te Arnhem op den 23 Julij.
Orig. geieekend : T. Roos , in omslag 2 N0 53.
— 70 —
1559, 9 September. De stadhouder Filips van Montmorency behgt aan den magistraat van Roermond, op bevel van de landvoogdes , dat koning Filips naar Spanje vertrokken is , en dat zij eenen bekwamen dag te bepalen hebben , waarop in alle kerken , kloosters enz. , generale en solemneeie processiën zullen gehouden worden . om de goede aankomst van den koning aftesmeeken.
Orig. geteekend : T. Roos , in omslag 2 N0 64.
1559, 9 October. Kanselier en raden des koningsin Gelderland beiasten den magistraat van Roermond om onderzoek te doen aangaande eenen doodslag aldaar voorgevallen, hun advies daaromtrent mede te deeien en bijzonder of daarop remissie kan verleend worden.
Orig. get. : T. Roos , in omslag 9 N0 46.
1559 , 11 October. Het hot van Gelderland vraagt aan den magistraat van Roermond of in het overkwar-tier van Gelder , of in de stad Roermond eeti oud gebruik beslaat en gevolgd wordt dat geene bastaarden noch echte kinderen van baslaarüen aan hunne bloedverwanten van bastaardij mogen succederen en dat men daaraan de echte bloedverwanten moet voortrekken.
Orig. geteekend : T. Roos , in omslag 2 N0 65.
1560, 26 April. De landschap te Nijmegen vergaderd besluit om authentieke afschriften te doen vervaardigen van de vonnissen te Zutphen , Arnhem en andere steden, gewezen, in zake der nalatenschap van Maarten van Ros-sum , ten einde bij de aankomst van den stadhouder , hem die le kunnen voorleggen; beveelt op het verlangen van den burgemeester van Roermond 1° om nasporingen te doen aangaande eene , door hertog Karei, van de stad Keulen verkregene vergunning voor de Geldersche
- 71 -
ingezetenen , om in die stad van de overlandsche kooplieden , wijn te mogen koopen ; 2' om aan kanselier en raden te Arnhem zoo als ook aan den vorst te Kleef te schrijven om de straatschenderijen te keer te gaan; behandelt verder een verzoek der slad Roermond om van ieder der drie andere steden een glasvenster le bekomen in de moederkerk aldaar, welke voor eenige jaren afgebrand is en thans hersteld zal worden , en gaat daarna over tot de regeling der onkosten en vereeringen van het gezantschap naar de hertogin van Parma.
Afschrift , geleekend : Johan van den Have , secr. der slat Nijmegen. In omslag 8 lV 39.
1560, 14 Julij Het hof van Gelderland geeft kennis aan den magistraat van Roermond van de benoeming van Karei van Brimeu , graaf van Megen , tot stadhouder van Gelderland.
Orig. get. : 7'. Roos, in omslag 2 N0 54..
1560, 29 November. Dc stadhouder Karei van Brimeu berigt, dat op het verzoek van de vier hoofdsteden van het vorstendom Gelder en graafschap Zutphen , de hertogin van Parma bevel gegeven heeft, om alle onkosten welke de gedeputeerden van het vorstendom ; vóór het vertrek van den koning naar Spanje, te Gend, en na dat vertrek, te Brussel gehad hebben . in ieder kwartier te verdeelen ; dat tengevolge daarvan het aandeel van het kwartier van Roermond gesteld is op de som van 347 carolus gulden.
Orig. geteekend : T. Roos , mcl hel opgeplakt zegel van het hof van Gelderland , in omslag 3 N° 45.
1560 , 29 November. De landschap zendt nogmaals zeventien personen naar den stadhouder en de landvoogdes met eene volmagt voor twee jaren, om op herstel der
- 72 -
grieven aan te dringen en regelt de onkosten dezer commissie.
Afschrift in omslag 7 N0 15.
1562 — 1563. Afschriften van de volgende stukken:
2 December 1563. Brief van den magistraat van Nijmegen aan Elbertus Leoninus aangaande de verdediging der privilegiën.
7 December 1263. Afschrift van de missive van den stadhouder, graaf van Megen, houdende verzoek om in de bezwaren der landschap te voorzien.
..... 1562. Vertoog der stad Nijmegen aan de
hertogin van Panna.
8 Julij 1562. Antwoord van de hertogin.
..... 1563. Supplicatie aan den stadhouder betreffende de klaring aan Engelanderholt.
21 December 1563. Brief van Eiberlus Leoninus aan de stad Nijmegen , houdende verslag van zijne be-moeijingen ten hove.
Gelijklijdige afschriften in omslag 9 N° 29.
1562, 19 Januarlj. De stadhouder Karei van Brimeu rigt een schrijven aan den magistraat van Roermond, inhoudende de formaliteiten door schippers of kooplieden van Roermond te vervullen, wanneer zij van de hun verleende tolvrijheid willen gebruik maken.
Orig. get. : Charles de Brimeu. In omslag 10 Nquot; 8.
1562, 24 Maart. De Stadhouder Karei van Brimeu meldt aan den magistraat van Roermond dat zijne benden aldaar gemonsterd zullen worden , met verzoek om 2ijn fourier. die weldra zal aankomen, behulpzaam te willen zijn, opdat de ruiters met hunne paarden behoor-
— 73 -
lijk verzorgd worden ; verder beveelt hij om eenen maatstaf vast te stellen, naar denwelken de ruiters zich bij het aankoopen van kost, haver, hooi en stroo, kunnen regelen.
Gelijkt, afschriften in omslag 9 N* 20.
1562, 4 Mei. De steden Nijmegen, Roermond, Zutphen en Arnhem, uitgenoodigd om op den hanzedag, welken op den 24 Mei 1562 te Lubek zal gehouden worden, te verschijnen, berigten aan de stad Lubek, dat hunne goedwilligheid bij vroegere vergaderingen genoegzaam gebleken is, en zij daar met aanwending van groote kosten steeds verschenen zijn, maar dat dezelve weinig vruchtbaar voor hen waren en zij gering pro6jt en nut daarvan getrokken hebben ; dat zij op de laatst gehoudene dagvaart, in het vorig jaar, te Keulen het verlangen hebben te kennen gegeven, dat hunne medeburgers toegelaten mogten worden om in Keuleo met den vreemden koopman den handel in wijn, ossen en andere koopwaren te mogen drijven , zoo ais zulks aan die van Keulen in de Geldersche steden is veroorloofd , hetgene tot dusverre geene beslissing heeft kunnen erlangen, zoodat zij zich bezwaard vinden om voortaan de dagvaarten, met groote kosten , bij te wonen . zoolang dit onregt te Keulen niet uit den weg geruimd is; dat bovendien de te behandelen artikelen weinig belangrijks voor de Gelderschen inhouden en zij derhalve verzoeken om voor ditmaal verontschuldigd te worden.
Inliggend afschrift van de te behandelen artikelen op den 24 Mei 1562.
Orig. ia omslag 9 IS° 34.
1562, 19 Mei. De stadhouder Karei van Brimeu schrijft aan den magistraat van Roermond aangaande
10
zeker arrest, van zijnentwege le Kessel gelegd, op goederen van eenige Luikenaars.
Orig. get. : Charles de Brimeu, in omslag 10 Nquot; 19.
1562, 6 December. Scholtis, burgemr. schepenen en raad van Roermond maken bekend dat de koning hun ten eeuwigen dage drie jaarmarkten vergund heeft, waarvan de eerste zal gehouden worden op Woensdag na den Zondag Oculi, de tweede op S'. Odulphusdag den 12 Junij en de laatste op S' Willibrordus den 7 November van ieder jaar en beloven aan de bezoekers van die jaarmarkten veiligheid en vrijgeleide, drie dagen te voren en drie dagen daarna.
Gedrukt exemplaar met het opgeplakt klein zegel der stad , in omslag 6 N0 32.
1564, Januarij. Verbaal van het verhandelde te Nijmegen , door de staten van Gelre en Zutphen , alwaar het besluit genomen wordt, om een gezantschap naar de hertogin van Parma te zenden, om op nieuw aan te dringen op herstel der grieven tegen het hof.
Afschrift get.: Johan van den Hove , in omslag 9 N°45.
1564, 7 Januarij. Dederik heer van Milendonck, Godert heer te Bor en Craflft heer te Meiddrich, verzoeken aan den magistraat van Roermond om schadevergoeding, omdat de burgers van Roermond, toen zij in 1537 oproerig uitgetogen en naar den sluffert getrokken waren , eenen pachthof aan hunnen overledenen vader toebehoorende, in brand gestoken hebben; tevens omdat die burgers, toen zij in 1543 het slot van Mont-fort innamen , eene schuur vol vruchten hebben verbrand , vele wijn- en biervaten den bodem ingeslagen en het vocht hebben laten wegloopen en daarenboven alle
- 78 —
geschut, kruid en lood, volgens bijliggende nota weggevoerd hebben.
Inligger.d het antwoord van den magistraat.
Orig. en minute in omslag 7 N0 9.
1564, 6 — 26 April. Verbaal van het gezantschap van wege de staten var. Gelre en Zutphen, naar de hertogin van Parma te Brussel, om op nieuw aan te dringen op herstel der grieven tegen het hof.
Afschrift voor de stad Roermond in omslag 2 Nquot; 52.
1565, Junij. Verbaal van het verhandelde op den landdag te Nijmegen door bannerheeren, ridderschap en steden van Gelderland en Zutphen, houdende voornamelijk de vaststelling eener gewijzigde kanselarij ordonnantie en het besluit om die aan de landvoogdes ter bekrachtiging toe te zenden.
Afschrift in omslag 9 Nquot; 33.
1565, 15 Augustus. De stadhouder Karei van Brimeu berigt dat hij aan zijne ruiters bevel gegeven heeft om zich naar Roermond te begeven; dat het die ruiters in deze dure en benaauvvde tijden moeijelijk valt om uitsluitend van hunne bezoldiging te kunnen leven, weswege hij verzoekt dat dezelve op de minste kosten in de huizen der burgers verzorgd worden.
Orig. geteekend : Charles de Brimeu , in omslag 3 Nquot; 7.
1566, 28 Februarij. Koning Filips berigt aan den magistraat van Roermond, dat hij niet zoo spoedig naar de Nederlanden komen kan dan hij zulks gewenscht had; dat hij in den aanvang gemeend had zich enkel door zijn hof te doen vergezellen , maar dat sedert de zaken veranderd zijn en hij geene andere conclusie heeft mogen
— 76 -
nenaeo dan mei eene magi te komen zoo ats het behoort, om zijne goede onderdanen te beschermen en te bewarea tegen de vijanden en de verstoorders van rust en welvaart. Hij berigt tevens dat hij den hertog van Alva tot kapitein-generaal benoemd en naar de Nederlanden gezonden heeft.
Orig. get. : Phis, lager get. : Couritville. Zeer beschadigd is omslag 9 N* 4.
1566, 8 September. De stadhouder Karei van Brimeu berigt aan den magistraat van Roermond, dat hij aan hun verlangen om eenen algemeenen landdag te bepalen niet voldoen mag» maar aan de hertogin van Par ma daaromtrent geschreven heeft en zoodra hij bare meening zak ontvangen hebben, hij hun deze zal mededeelen.
Orig, geleekend ; Charles de Brimeu in omslag 2 N° 49.
1566, 12 October. De magistraat van Venlo schrijft aan dien van Roermond, dat hij eene missive door den heer van Brederode en den graaf van Cutenborg onderteekend, ontvangen heeft, met de beschuldiging om hunne medeburgers in zake van religie in twist gebragt te hebben ; dat, zulks niet met de waarheid overeenstemmende , zij eenen bode naar den heer van Brederode gezonden hebben, welke laatste verklaarde van de zaak niets te weten, maar zich herinnerde, vóór 8 of 10 dagen , op het verzoek van den graaf van Gulenborg, hem een blanc-seing gegeven te hebben, ten einde de stad Venlo, van het te Nijmegen voorgevallene, te berigten. De magistraat berigt voorts van eenen gelootwaardigen pastoor te hebben vernomen, dat de hertog Hendrik van Brunswijck en hertog Erick last van den koning bekomen hebben, om 6000 ruiters en 50 vendels knechten te ligten, waarvan de doortogt door bet land van Kleef
— 77 —
gevraagd maar geweigerd was; dat ook de geuzen ruiters en knechten in hel sticht van Munster verzamelen en dat het gerucht loopt, dat de koning en de koningin op reis naar deze streken zijn zouden.
Orig. in omslag H Nquot; 17.
1566, 4 November. Bannerheeren en gedeputeerden van ridderschap en steden van hel vorstendom Gelre en graafschap Zutphen , te Nijmegen vergaderd, benoemen vier afgevaardigden, een uit elk kwartier om bij de landvoogdes aan te dringen tol het bepalen van eenen al-gemeenen landdag, ten einde middelen le beramen om de onderdanen in eensgezindheid le onderhouden, lot dat Z. M. eene generale ordonnantie op het stuk van religie zal gemaakt hebben. De afgevaardigde van het Roermondsch kwartier was Willem van Merwick.
Afschrift in omslag S N0 16. Vergelijk van Hasselt , Stukken I N0 55 en 56,
1567, 15 April. De stadhouder Karei van Brimeu berigt, dat hij het schrijven van den magistraat van Roermond ontvangen heeft, waarin hem het vertrek van den ketterschen predikant gemeld wordt; dat hel beter ware geweest, dal die vroeger vertrokken ware en dat hij niet weet of de hertogin van Parma zich daarmede zal te vrede stellen ; dat den besten raad welken hij hun geven kan, is, zich dienaangaande bij de hertogin te verdemoedigen om in genade aangenomen te worden.
Orig. get. : Charles de Brimeu, id omslag 2 N° 24.
1567, 19 April. De stadhouder Karei van Brimeu berigt aan de slad Roermond, dat om rede de predikant uit de slad verwijderd is, hij hun voor dit maal ontlasten zal van den voorgenomen doorlogt van ruiters en
i
— 78 —
knechten; hij weet evenwel niet of de landvoogdes met dit zoo laat verjagen van dien predikant zal te vrede zijn cn raadt den magistraat aan , ons met alle demoedicheyt, lot genedehchen verdrach te moegen geraecken, flitich aan te houden, zoo als andere steden gedaan hebben, en zoo als hij in zijnen vorigen brief reeds aangeraden heeft.
Orig. geteekend ; Charles de Brimcu in omslag 7 N0 20.
1567, 3 Julij. De landvoogdes Margaretha van Parma schrijft aan de stad Roermond, dat de koning spoedig overkomen en op alle zaken orde stellen zal; dat hii niet komen zal om de steden en onderzaten te bederven, maar om ze te bewaren , ter eere Gods en tot onderhouding des katholijken en christelijken geloofs; dat de koning alle goedertierenheid en genade daarbij gebruiken zal, naar „zijn natuurlijke inclinatie en dat hem ongelijk „geschieden zoude, indien men een andere opinie van „hem hadde,quot; enz.
Orig. zeer beschadigd , geteekend : Margarita , in omslag 2 Nquot; 72. Een eensluidende brief aan Arnhem is uitgegeven in van Hasselt, Stukken 1 N0 96.
1567, 17 Julij. De landvoogdes Margaretha van Parma berigt aan de stad Roermond, dat zij den kanselier Adriaan Nicolai en den raad Joost Cranevelt benoemd heeft om aldaar onderzoek te komen doen naar de plaats gehad hebbende nieuwigheden en beroerten, met verzoek hun alle aanwijzing te doen en bijstand te verleenen.
Orig. geteekend: Margarita , in omslag 2 N0 70.
1567, 31 Augustus. De hertog van Alva berigt aan de stad Roermond, dat men hem steeds bereid zal vinden om tot de dienst van den koning en het welzijn dezer landen te werken, tot dat Zijne Majesteit zelf zal
- 79 —
zijn aangekomen, hetgeen hij hoopt binnen kort zal wezen.
Orig. fr. geteekend : Ducd'Aiveia omslag 8 Nquot; 15.
1567, 3 September. De landvoogdes Margaretha van Parma berigt aan den magistraat van Roermond dat Z M. den hertog van Alva naar herwaarts-over gezonden heeft met de magt en autoriteit van kapitein-generaal.
Orig. geteekend : Margarita , in omslag 2 N° 69.
1567, 13 October. Koning Filips schrijft aan den stadhouder van Gelderland en Zutphen dat hij dit jaar niet naar zijne Nederlanden heeft kunnen komen , maar zulks in den opvolgenden zomer doen zal; dat hij de hertogin van Parma, op haar herhaald verzoek, van het bestuur dezer landen ontslagen en den hertog van Alva tot landvoogd heeft aangesteld.
Gedrukt exemplaar, in oms'ag 8 N0 24.
1567, 19 December. Margaretha van Parma berigt aan de stad Roermond , dat de koning haar van het bestuur dezer landen ontslagen en haren neef den hertog van Alva tot kapitein-generaal aangesteld heeft.
Orig. geteekend : Margarita , in omslag 1 N0 70.
1567, 31 December. De hertog van Alva geeft kennis aan den magistraat van Roermond, van het aftreden der hertogin van Parma en van zijne benoeming tot gouverneur-generaal dezer landen.
Orig. fr. geteekend : Due d'Alve in omslag 2 Nquot; 3.
1568 — 1574. De magistraat van Roermond maakt eenen staat van onkosten op, welke de stad en de
- 80 —
burgers, van de Spaansche. Italiaansche en Bourgondische soldaten, gedurende de verledene onlusten gehad hebben.
Afschrift in omslag 9 N0 t.
1567, 9 Februarij. Koning Filips benoemt Willem van Gent, raad van het hof van Gelderland om met den drost van de stad en ambt Gelder, den schollis van Roermond en den drost van het ambt Montfort, infor-matien te nemen aangaande de ongeregeldheden, conspi-ratien , onbehoorlijke praktijken en misbruiken, die in de voorschreven stad en ambt Gelder, in de stad Roermond en in het ambt Montfort, gedurende de verledene beroerten geschiedt zijn ; voorts om over te gaan tot de opschrijving en aantasting van de roerende en onroerende goederen der uitgeweken personen; ook om die personen te dagvaarden om te verschijnen voor den hertog van Alva of voor den hem toegevoegden raad, ten einde zich over hunne vlugt of vertrek te verantwoorden en te verontschuldigen.
Orig. in omslag 5 N° 24.
1568, 14 Februarij. De hertog van Alva beveelt aan den magistraat der steden en dorpen, waar de kerken, kloosters en altaren zijn verstoord geworden, om die binnen drie maanden op eigene kosten wederom te herstellen.
Geauthenliseerd afschrift (get.) T. Roos, in omslag 4 Nquot; 10.
1568, 10 Mei. De hertog van Alva schrijft aan den magistraat van Roermond dat de tijdsomstandigheden het nog noodzakelijk maken dat de vele Spaansche knechten, welke zich in Roermond bevinden, nog eenigen tijd déér blijven. Dat hij ongaarne zoude zien dat middeler»
wijl doof de verscheidenheid Van ^praèk óf dtidèfzittt oneenigheid ttisschen deze knediteA en de bürgëts zuudé ontstaan, en daarom den heer Antoine van Bourgondië , ridder en heer van Gattem naar Roermond zendt om de goede verstandhouding bevorderlijk te 2ijn.
Orig. geteekend : Due d'Alve in omslag 2 JN0 63.
1568, 18 Mei. De magistraat van Roermond schrijft aan den stadhouder Karei van Brimeu dat drie vendelen Spaansche soldaten de stad verlaten hebben, dat het gerucht loopt dat de overige twee vendelen spoedig zullen volgen en verzoekt om voortaan eene bezetting van Duitsche soldaten te bekomen. Hij berigt verder dat de Spanjaarden nadat zij dé Geuzen bij Dahlen verslagen hebben circa 54 gevangenen iiaar Roermond bragten , dewelke op stadskosten onderhouden worden en verzoekt om restitutie daarvan te bekomen.
Minute in omslag 3 N° 57.
1568, 21 Mei. De stadhouder Karei van Brimeu antwoordt op het schrijven van den magistraat van 18 Mei 11., dat hij het verzoek om Duitsch garnizoen zal bevorderen ; aangaande de gevangenen en het terugbekomen van de door hen veroorzaakte kosten , zal hij aan den oversten der Spaansche knechten schrijven maar verlangt alvorens eene opgave van die kosten te ontvangen.
Orig. geleekeud : Charles de Brimeu in omslag 3 Nquot; 58.-
1568, 28 Julij. De hertog van Alva beveelt aan de stad Roermond, om den graaf van Everstem met drie vendelen knechten van zijn regiment in Roermond binnen
— 82 —
te laten, te logeren en te zorgen dat zij tegen eenen redelijken prijs van hunne nooddruft voorzien worden. Orig. geteekend: Due d'Alve, in omslag 2 IS° 6.
1568, Augustus— October Verschillende brieven van den stadhouder en antwoorden van den magistraat, aangaande een bevel, om op last van den hertog van Alva, drie lasten tarwe en drie lasten rogge te doen malen, het meel tot dispositie van het leger te houden en te verzenden naar de plaats welke nader zal worden aangewezen. Originelen en minuten in omslag 7 N0 35.
1568, 20 Augustus. De stadhouder Karei van Brimeu vraagt aan de stad Roermond of zij in staat is om de stad in rust en eensgezindheid te bewaren, inval al het krijgsvolk welk thans daarin in bezetting ligt, werd weggenomen.
Orig. geteekend ; Charles de Brimeu, in omslag 3 N0 8.
1568, 11 October. De magistraat van Maaseyk berigt aan dien van Roermond dat hij van eenige hunner burgers die van Hasselt gekomen zijn vernomen heeft, dat het leger van den koning zich in de nabijheid van Bilsen bevindt, terwijl dat van den prins van Oranje, te Millen op den dries of daaromtrent gelegerd is.
Orig, in omslag \ N0 67.
1568, 14 October. De hertog van Alva berigt aan de stad Roermond dat hij vernomen heeft dat de rebellen hulp van de overzijde der Maas wachten en beveelt dat alle schepen en ponten , zich op die rivier bevindende , worden weggenomen, ten einde den overtogt te bc-moeijelijken.
Inliggend het antwoord van den magistraat.
Orig. get. : Dnc d'Alve en minule in omslag 2 N0 GO.
- 83 -
1568, 5 December. De hertog van Alva berigl aan den magistraat van Roermond dat hij aan Johan van Brempt bevolen heeft, zich roet zijne geworven ruiters naar Roermond te begeven, en beveelt om dezelve te ontvangen en van haver en voedsel te voorzien , tot dat hij anders daarover zal beschikt hebben.
Orig. geteekend : Due cTAlve, in omslag 2 N0 S.
1569, 29 Januarij. De stadhouder Karei van Briraeu schrijft aan de stad Roermond aangaande de, door de soldaten van den heer de Büly, aan de burgers schuldig gebleven sommen.
Orig. gel. : Charles de Brimeu , in omslag ION0 69.
1569, 31 Januarij. De stadhouder Karei van Brimeu, verbiedt aan de griffiers van raden, stadssecretarissen, notarissen en schrijvers, zich in regtsgedingen ter zake der onlusten te mengen, hun gelastende dit alleen aan den hertog van Alva overtelaten.
Voorts zegt hij vernomen te hebben dat vrouwen van personen, die ter zake van die onlusten gebannen of gevlucht zijn , zich op vreemd grondgebied begeven , om hunne mannen te bezoeken, daarna terugkeeren en correspondentie met hen houden , 't welk hij beveelt tegen te gaan naar inhoud van Jtplakaat van 26 Junij 1568.
Hij beveelt verder een onderzoek in te stellen naar de gebannen personen, welke, met versmading der justitie in het land mogten zijn wedergekeerd, om de rust daarvan te verstoren, en hen in de gevangenis te doen brengen.
Eindelijk beveelt hij een onderzoek in te stellen naar de, onder de verbeurt verklaarde goederen voorkomende, beneficien die ledig zijn, en daarvan eene specifieke declaratie in te zenden; daarbenevens te doen
publiceren dat alle, zoo wereldlijke als geestelijke personen ïich te onthouden hebben, onj over dergelijke beneficiën en officiën te disponeren.
Orig, gel. : ÜT. Root, in omslag 4 N° 87.
1569, 14 Julij. Instructie voor het fiscaal officie.
Afschrift , in Code des principaux traités etc. bl. 91.
1569, 30 Augustus. De stadhouder Karei van Brimeu schrijft aan den magistraat van Roermond dat de hopman Loserot zich in de maand September naar Roermond zal begeven, om met de burgers af te rekenen van hetgene de onder zijne bevelen staande soldaten hun mogten schuldig gebleven zijn.
Orig. get. : Charles de Brimeti, ia omslag IONquot; 47.
1569, October-December. Verschillende stukken aangaande een onderzoek met gebruik van de pijnbank tegen zekeren Jurgien Velport, als herdooper beschuldigd.
Minuten in omslag 5 N° 17.
1669, 16 November. De hertog van Alva beveelt den magistraat van Roermond om Jurgien Snijder genaamd Velport, die wegens zijne kettersche gevoelens gevangen zit, tot den dood te veroordeelen, met verbeurdverklaring van al zijne goederen , en indien hij in die gevoelens blijft volharden, hem, alvorens geëxecuteerd te worden, met een gloeijend ijzer het vooreinde der tong te branden, opdat hij geene ergerlijke of godslasterlijke gesprekken tegen de H. R. K. religie kan voeren.
Orig. fr. geteekend : Due d'Alve in omslag 2 N0 1.
1569, 22 December. De hertog van Alva berispt den magistraat van Roermond, omdat hij nog geen gevolg gegeven heeft aan zijn bevel om den herdooper Jurgien
— 88 -
Velport te doen executeren en gebiedt om de executie van dien persoon onmiddellijk door het vuur, en wanneer hij katholijk zoude worden, door het zwaard te doen plaats hebben; hij beveelt voorts om tot de dagvaarding over te gaan van die personen, welke door Jurgien als herdoopers genoemd zijn en zulks om binnen zes weken voor hem of voor zijnen raad te verschijnen , ten einde zich over hunne vlucht of vertrek te verontschuldigen. Ook gebiedt hij om onderrigt te worden aangaande de hoedanigheid en de grootte van het huis , toebehoord hebbende aan Hendrik Buis , in de keuken van welk huis gemelde Jurgien herdoopt is.
Orig. fr. geteekend : Due d'Alve in omslag S N* 23.
1570, 4 Januarij. Brief van den hertog van Alva, houdende dankzegging over de ontvangst van, en de vereering aan de koningin van Spanje, bij hare door-reize alhier.
Afschrift in omslag 2 N° 2.
1570, 27 Februarij. De stadhouder Karei van Brimeu berigt aan den magistraat van Roermond dat de goederen der uitgewekenen en geëxecuteerden aan den koning • vervallen zijn.
Orig. in omslag 2 N0 10.
1570, Maart. Bannerheeren, ridderschap, hoofd- en kleine steden van het vorstendom Gelre en graafschap Zutphen geven aan den hertog van Alva te kennen , dat zij de verdeeling van de ingewilligde 100,000 Carolus gulden gemaakt en de betaling van den eersten termijn op S' Petrus ad cathedram gesteld hadden; dat evenwel door den plaats gehad hebbenden grooten watersnood, zoo als bij menschen geheugen nooit gezien is, aan lan-
— 86 -
derijen en vee. eene ontzaggelijke groote schade is geleden geworden , zoodat met groote moeite, bij de onderdanen, de penningen tot de reparatie der dijken kunnen worden ingevorderd, redenen waarom zij verzoeken dat de betaling van dien eersten termijn tot S' Michiels dag evangelist moge worden uitgesteld.
In margine bevindt zich het antwoord van den hertog van Alva.
Orig. in margine get, : Due d'Alve. In omslag 10 N0 10.
1570, 15 Junij. De stadhouder Karei van Brimeu zendt afdrukken van twee plakkaten; het eerste ter voorkoming van fraude, bedrog en abuis op 't stuk van En-geische lakens en andere koopmanschappen, en het andere aangaande 't rapport en aanbrengen van goederen, in het koningrijk Engeland opgehouden en gearresteerd.
Orig. geleekend : T. Roos , in omslag 2 N0 9.
1570, 20 Junij. De stadhouder Karei van Brimeu berigt den magistraat van Roermond, dal de hertog van Alva het in bedenking houdt of hij de 34 duizend Ca-rolus gulden welke de landschap hem vereerd heeft , zal aannemen of niet, dat hij zijn besluit daaromtrent nader zal berigten en de landschap bedankt voor hare goede gunst; dat hij den stadhouder, kanselier en raden aulho-riseert om de hun gedane vereeringen aan te nemen.
Orig. get. : Charles de Brimeu. In omslag 10 N° S6.
1570, 31 Julij. Willem prins van Oranje, graaf van Nassau enz. geeft een brief van Sauvegarde , gedagteekend uit het leger te Hillenrade, aan de jufvrouwen religieu-sen en andere personen van het keizerlijk sticht van Thorn
Orig. gel. : Guill' de Nassaw. Bij bevel van Zijne Exquot;' (gel.) Brunynck , in omslag IONquot; 50.
- 87 -
1570, 31 Julij. De stadhouder Karei van Brimeu schrijft aan den magistraat van Roermond , ten einde de gedeputeerden die door de landschap van het kwartier van Roermond benoemd zijn om hare majesteit de koningin te complimenteren , te verzoeken, zich tot dat doel op den 10 Augustus naar Arnhem te begeven.
Orig. geteekend : T. Roos , in omslag 2 N° 8.
1570, 20 September. De stadhouder Karei van Brimeu deelt 's hertogs bevelen aangaande de verboden boeken, mede, benevens het plakkaat van keizer Karei van 25 September 1550 op het stuk der religie.
Orig. geteekend : T. Roos , in omslag 2 N0 16.
1570, 24 December. Het hof van Gelderland gelast den magistraat van Roermond, in voldoening van art. 70 der criminele ordonnantie, om een hunner secretarissen te belasten met het houden van een register, waarin alle sententiën van verbeurtverklaring worden opgeteekend en een afschrift daarvan bij het einde van eik jaar aan de rekenkamer in te zenden.
Orig. geteekend : T. Roos , in omslag 9. N* 4-4.
1571. Brieven van den stadhouder Karei van Brimeu aan de stad Roermond , als :
13 Januarij. Beveelt, de door den hertog van Alva verzochte obligatiën van de ingewilligde schatpenningen te doen depescheren.
24 Maart. Wederroept den vrijdom van tollen voor de stad 's Hertogenbosch.
20 Mei. Berigt dat de hertog van Alva zich te vrede stelt, wanneer de obligatiën voor ieder der drie laatste termijnen, gemaakt worden ten bedrage van 150,000 gulden.
— 88 —
30 Mei. Veroorlooft de kleine zilveren munten nog te mogen ontvangen tot 1 Julij aanstaande.
9 Junij. Beveelt eenen landdag te Nijmegen op 24 dezer, ten einde de obligatiën te maken en over te geven.
16 Julij. Vraagt van welke kleine munt men zich in het overkwartier het meest bedient, welke de beste en minst bedriegelijke is, en waar of door wien die gemunt is.
26 Augustus. Geeft bevel tot betaling der achterstallige schatpenningen vóór den 8 Sept. en bij gebreke daaraan gelast hij den burgemeester Dirck Koick en den secretaris Johan van Gamphuizen, om op den 8stc° daarna binnen Arnhem, in de herberg van den gulden horen, in gijzeling te komen en te verblijven , tot de volle betaling met de intressen en onkosten.
9 November. Zendt plakkaten verbiedende den uitvoer van granen tot 31 Mei aanstaande.
Originelen , in omslag 8 N0 5.
1571 , 15 Januarij. De hertog van Alva berigt aan die van Roermond dat hij gewaarschuwd is geworden dat de vijand een aanslag wil ondernemen om hunne stad te overrompelen , dat hij evenwel op hare trouw rekent en haar vermaant om goede en zorgzame hoede en wacht te houden, zoo bij dag als bij nacht . en zich verder zoo te gedragen dat het onnoodig geacht wordt eenig garnizoen naar de stad te zenden.
Orig. geteekend : Duo d'Alve, in omslag 2 Nquot; 4.
1571, 6 April. De stadhouder Karei van Brimeu berigt aan de stad Roermond , namens den hertog van Alva, dat voortaan ten strengste zal geprocedeerd worden tegen allen, die zich, ingevolge het afgekondigde gene-
- 89 —
raai pardon, niet met den koning en de kerk verzoend hebben.
Orig. get. : T. Roos , in omslag i N0 81.
1571, 26 Mei. De stadhouder Karei van Brimeu roept, op bevel van den hertog van Alva , het kwartier Roermond, op eenen landdag, te houden binnen Nijme-gen op den 24 Junij, ten einde te beraadslagen over de remonstrantiën aangaande de crimioeele ordonnantie.
Orig. in omslag 2 Nquot; 12.
1571 , 13 Junij. Kanselier en raden des konings in Gelderland schrijven aan den magistraat van Roermond, aangaande de betaling van den eersten termijn, der laatst ingewilligde schatting en verzoeken dat deze betaling voor den 6 Julij geschiede, zullende bij gebreke van dien, middelen van executie aangewend worden.
Orig. gel. : T. Roos , in omslag 10 Nquot; 52.
1571, 20 Augustus. Het hof van Gelderland veroorlooft aan de burgemeesteren, schepenen en raad der sleden Nijmegen, Roermond, Zutphen en Arnhem, om, voor dit maal, aangezien de duurte en het gebrek van koren, aan de tollenaren te kunnen bevelen, dat zij geene schepen, geladen met rogge of tarwe, de rivier opwaarts voorbij laten varen, dan nadat zij in eene dier steden markt gehouden en de burgers hunne noodzakelijke granen hebben kunnen koopen aan den marktprijs, die door burgemeesteren, schepenen en raad in elke stad gesteld zal worden.
Orig. geleekend : T. Roos , in omslag 2 N* 18.
1571, 30 Augustus. Karei van Brimeu, stadhouder, gelast den magistraat van Roermond , op bevel des hertogs
12
— 90 —
van Alva, om allen die wegens hunne hardnekkige ket-tersche gevoelens nog gevangen zijn en , onverbeterlijk , inde gevangenis „door hun valsche leermge , meer kwaads „aanrigten dan of ze in vrijheid warenquot;, binnen 24 uren te doen executeren, en iiun alvorens met een gloeijend ijzer het vooreinde hunner tong te doen branden , opdat ze, ter executie gaande , „hun venijn niet zaaijen onder „het gemeene volk.quot;
Orig. gel. : T. Roos , in omslag i N0 68. Vergelijk G. van Hasselt, Stukken , II bl. 71.
1571, 30 Augustus. De stadhouder Karei van Brimeu gelast den magistraat van Roermond , namens den hertog van AIva, om binnen drie maanden aan hem op te zenden eene opgave van alle coslumen en gebruiken in de stad en het hertogdom, om zoodoende tot meer éénheid te geraken in landsbestuur en regtsbedeeling.
Orig. get. : T. Roos , in omslag 1 N0 82.
1571, 27 September. De stadhouder Karei van Brimeu zendt een plakkaat, houdende verbod tot uitvoer van granen en zulks tot Augustus 1572, met bevel hetzelve ter gebruikelijke plaatsen te doen afkondigen.
Orig. geteekend : T. Roos, in omslag 2 Nquot;
1571, 4 October. Anna van Egmond, gravin van Horn , schrijft aan de stad Roermond aangaande Lambert Keijzers, door den magistraat veroordeeld wegens in bezitneming van een eiland in de Maas gelegen, welk eiland zij voorgeeft aan haar toe te behooren en door haar aan genoemden Keijzers verpacht te zijn.
Inliggeod de minute van het antwoord van den magistraat, Orig. get. : Anna t'an Egmond, in omslag 10 Nquot; 67.
- 91 —
1571, 9 October. Kanselier en raden des koningsin Gelderland verzoeken den magistraat van Roermond , op last van den hertog van Alva, om eene declaratie over te zenden, houdende opgave van de kleine zilveren munten, welke in Roermond en in het overkwartier het meest in omloop zijn, door wien dezelve geslagen of gemunt, en welke de beste zijn of waarmede het minste bedrog gepleegd wordt, ook hoe hoog dezelve uitgegeven of gebeurd worden.
Orig. get.: T. Roos, in omslag 10 N0 d.
1571, 29 November. De stadhouder Karei van Brimeu beveelt op last van den hertog van Alva, om het plakkaat van keizer Karei van 25 September 1550, op het stuk van religie, welk op den 20 September 1570 was toegezonden , maar niet gepubliceerd, voortaan in Roermond tweemaal in het jaar te doen afkondigen , te weten op S' Johans le midsomer and kcrsauont.
Orig. geteekend : T. Roos , in omslag 8 Nquot; -4,
1571, 18 December. De stadhouder Karei van Brimeu verbiedt aan die van Roermond , om voortaan waar 'look zij, eenige land- of kwarlierdagen bij te wonen, buiten toestemming van hem of van het hof.
Orig. get. ; T. Roos , in omslag 1 N° 83.
1571, 19 December. De stadhouder Karei van Brimeu berigt aan de stad Roermond , dat hij, zonder voorkennis van den hertog van Alva , de stad niet kan ontlasten van de ruiters van den ritmeester Johan van Brempt; dat de hertog naar Gelderland in aantogt is en de magistraat zich daaromtrent aan hem zal kunnen wenden.
Orig. gel. ; Charles de Brimeu , in omslag 2 N' 50.
1572, 2 Januarij, De stadhouder Karei van Britneu geeft kennis aan den magistraat van Roermond dat op dea 4 December II. de koningin van eenen zoon bevallen is, die de vermoedelijke opvolger van den troon zal worden.
Orig. geteekend : 7. Roos , in omslag 2 N0 36.
1572, 28 januarij. Het hof van Gelderland berigt aan den magistraat van Roermond, dat, bij gelegenheid van de geboorte van eenen prins, de koning het voornemen heeft om de personen welke wegens de voorgaande onlusten nog gevangen zitten, genade te verleenen. Het hof verzoekt alle stukken betrekkelijk dusdanige personen te ontvangen.
Orig. geleekeod : T. Roos , in omslag 2 Nquot; 46.
1572, 10 Maart. Kanselier en raden des konings in Gelderland dringen bij den magistraat van Roermond aan, tot betaling der vervallen schatpenningen.
Orig. geteekend : T. Roos, in omslag 8 Nquot; 13.
1572. 29 April. De stadhouder Karei van Brimeu zendt afdrukken van het plakkaat van den koning, verbiedende het bezoeken van vreemde universiteiten en scholen.
Orig. geteekend; T. Roos, in omslag 2 N° i3.
1572, 6 Mei. Het hof van Gelderland vermaant de fttad Roermond, namens den hertog van Alva, om dag en nacht scherpe wacht te houden, daar de geuzen en rebellen van zins zijn eenige Geldersche steden te overvallen; berigt voorts, dat de koning, Gillis van Barlaimont, vrijheer van Hierges, tot stadhouder over Gelderland heeft aangesteld.
Orig. get. : T. Roos, in omslag 1 N° 86.
— 93 —
1572. Brieven van den stadhouder Gillis van Barlai-mont aan de stad Roermond, als:
10 Mei. Meldt de afkondiging van het generaal pardon, wordende aan de in gebreke geblevenen nog drie maanden tot reconciliatie verleend.
19 Mei. Verbiedt om handel te drijven met Vlissingen en den Briel.
17 Oef. Over het voeren van proces tegen , en de verbeurdverklaring van de goederen der rebellen.
17 Nov. Over het verbod om wijnen te koopen van die van Dordrecht of van daar komende.
10 Dec. Over het verbod om met de rebellen handel te drijven.
Origineelen geleekend : T. Roos, in omslag 2 Nquot; 42.
1572, 14 Mei. De stadhouder Gillis van Barlaimont zendt afdrukken van een plakkaat op het stuk der con-stitutiën en belegging van verkochte renten in specie, granen of andere vruchten.
Orig. get. : T. Roos , in omslag 10 Nquot; 9.
1572, 19 Mei. De magistraat van Roermond schrijft aan het hof vau Gelderland , in antwoord op den brief van 6 Mei II. dat zij vernomen hebben, dat in het land van Gulik en andere daaromtrent liggende plaatsen, heimelijk en openbaar, geld uitgegeven wordt om krijgsvolk zoo ruiters als knechten te werven; dat zulks een heimelijken aanslag ten doel schijnt te hebben, maar dat zij nog niet te weten kunnen komen waar die zal ondernomen worden.
Minute in omslag 1 N0 84.
1572. Een bundel brieven waarop staat: Brieven de anno 72 als die stadt dairnae den 23tcn Julrj ingenohmen, mit wekken scholtis B. S. und Raydl verificieren kunnen
— 94 -
dal sie our eydt und plicht gegen Co. malt gantz voldaen und gegueten hebben.
22 Mei. Johan van Wijttenhorst, drost van het land van Kessel, schrijft aan den magistraat van Roermond, in antwoord op hunne letteren van dezelfde dagteeke-ning, dat hij hun voornemen om eenige schutten aan te nemen, ten einde tot verdediging der stad en hare burgers te dienen, goedkeurt.
23 Mei. Burgemeesleren, gezworenen en raad van Maastricht, schrijven aan den magistraat van Roermond, dat zij vernomen hebben dat in de nabijheid van Roermond , troepen verzameld worden, hetgene ongerustheid verwekt bij hunne omliggende buren en verzoeken aangaande deze aangelegenheid de noodige inlichtingen te mogen bekomen.
Inliggend een antwoord van den magistraat van Roermond , waarin hij te kennen geeft onderrigt te zijn dat in het land van Gulik ruiters en knechten aangeworven worden , ook dat hij van Nijmegen berigt ontvangen heeft dat aldaar op Pinkster avond een aanslag op de stad moest beproefd worden.
18 Junij. Lancelot van Barlaimont, graaf van Megen , schrijft aan de stad Roermond, dat, alvorens krijgsvolk tot bezetting en bewaring der stad te zenden , hij van hen vernemen wil, of zij de magt hebben die binnen te brengen en of zij geene weigering noch wederstand van wege de burgers zullen ondervinden.
28 Junij. Antwoord van den magistraat op brieven van den stadhouder van 31 Mei en 20 Junij. Op den eersten berigten zij dat de penningen van den verschenen termijn door een jammerlijk ongeluk verloren geraakt, zij zich tot den landvoogd gewend hebben om kwijtschelding of ten minste eenige genade te mogen bekomen , hetgene zij den stadhouder verzoeken te helpen bevor-
- 95 -
deren; zij geven voorts te kennen dat zij geruimen tijd groote kosten tot bezoldiging der, tot bewaring in de stad liggende krijgslieden , hebben aangewend en zulks gaarne nog langer deden, maar dat hun vermogen te kort schiet, zoodat eenigen derzelve de stad hebben moeten verlaten; dat evenwel rondom de stad in het land van Gulik zich ruiters en knechten verzamelen , die spoedig hunnen togt ondernemen zullen en waarvan zij het ergsle vreezen, zoodat zij verzoeken om bijgestaan te mogen worden.
Op den tweeden brief berigten zij, dat aangaande de provisie van koren en graan, zij zich zullen gedragen zoo als het aan getrouwe onderdanen betaamt.
6 Julij. De magistraat berigt aan den stadhouder dat zij van hunne naburen de geloofwaardige tijding ontvangen hebben dat de Geuzen den Rijn overtrekken , met het voornemen om zich in de voogdij neder te slaan en zich aldaar te verzamelen ; De magistraat verzoekt deswege onderrigt te worden, waar zij in tijd van nood hulp en bijstand kunnen vinden, opdat de slad voor den koning bewaard moge blijven.
7 Julij. De stadhouder Gillis van Barlaimont schrijft aan den magistraat, welke hem om krijgslieden verzocht , dat hij niet van meening is dat de vijand het op Roermond gemunt heeft, maar veeleer tot ontzet van den graaf Lodewijk van Nassau, zich naar Bergen in Henegouwen zal begeven. dat evenwel , wanneer hij van het tegenovergestelde zal overtuigd zijn, hij hen zal ondersteunen en vermaant intusschen om goede wacht te houden.
1G Julij. Brief van den magistraat aan den graaf van Megen , broeder des stadhouders ; op het door dezen gedane aanbod om krijgslieden ter verdediging van Roermond te zenden, geven zij hunnen dank te kennen
even als hunne geneigdheid om dezelve binnnen te nemen; dat evenwei de burgers zich weigerend be-toonen en tot die inneming acht dagen uitstel gevraagd hebben , hetgeen hun grootelijks leed doet. Zij verzoeken hem om zulks niet in ongenade op te nemen en vertrouwen, dat, wanneer de nood het mogt vereischen , hij hen niet zonder hulp laten zal.
15 Julij. Burgemeester, gezworenen en raad der stad Maastricht antwoorden op een schrijven van den magistraat van Roermond , dat te Maastricht zich bevinden 4 vendelen van het regiment hoogduitsche knechten onder den graaf Otto van Obersteyn en een vendel van den kapitein Rapzael Yzotta ; dat 2000 paarden van den bisschop van Keulen het land van Valkenburg verlaten hebben , die men met meer andere ruiters en voetknechten eerstdaags te Maastricht verwacht.
17 Julij. De magistraat schrijft aan den gouverneur van Maastricht, dat hij uit zijn schrijven van den 15 dezer vernomen heelt dat aldaar zouden zijn aangekomen 6000 hoogduitschen met vele paarden ; dat zij hem bedanken voor de hun aangebodene hulp en hem berigten dat in den morgen een trompetter te Roermond geweest is. met eenen brief van den prins, welken de magistraat niet heeft willen aannemen; dat hij thans begeert dat hun onverwijld krijgsvolk toegezonden worde om de stad voor Zijne Majesteit te kunnen bewaren.
18 Julij. Fran?. Montesdoca , gouverneur van Maastricht, antwoordt dat hij op hun verzoek den kapitein Flayon met 250 arquebusiërs naar Roermond zendt, om daar te blijven tot dat de Duitsche troepen zullen zijn aangekomen.
20 Julij. De magistraat bedankt den gouverneur van Maastricht voor de toezending van den kapitein Flayon en zijne vendelen schutten en verzoekt om nog twee
- 97 —
andere vendelen van hetzelfde regiment. opdat hij tegen alle gevaar mag verzekerd zijn.
23 Julij. De hertog van Alva schrijft aan den magistraat, in antwoord op hunne letteren van den 20 Julij , dat hij gaarne vernomen heeft dat de stad drie vendelen krijgsvolk binnen genomen en met hare burgeren besloten heeft, dezelve te verdedigen en voor Z. K. Majesteit te bewaren; dat hij spoedig naar hunnen kant zal uitkomen, ten einde den vijand op te zoeken en te verslaan, zoo als hij den 17 dezer maand te Bergen in Henegouwen deed.
Originelen en minuien in omslag 2 N0 89.
1572. Relaas van den magistraat van Roermond, aangaande zijne verrigtingen, bij het vernemen van den aan-togt van den prins van Oranje naar het overkwartier.
Minute in omslag 8 N0 19.
1572, 31 Mei, De stadhouder Gillis van Barlaimont schrijft aan de stad Roermond, aangaande de betaling van den tweeden termijn der schatpenningen en het vorderen van interest van degenen , welke hunne quote op het einde van de verledene maand April niet voldaan hadden; dat evenwel diegenen, welke door overstrooming nadeel aan hunnen akker of veestapel hebben gehad, die betaling nog tot ultimo Julij kunnen verrigten, zonder interest.
Orig. geteekend : T. Roos , in omslag 5 N* 6.
1572, 3 Junij. De stadhouder Gillis van Barlaimont gelast die van Roermond, op bevel van den hertog van Alva , in aanzien der gevaarlijke tijden en daar 's konings vijanden zich sterk maken en een aanval wagen willen , om in Boermond te doen afkondigen, dat niemand zijner
— 98 —
maj. onderdanen, zich in dienst van die vijanden of van andere vorsten en heeren begeven mag, en dat degenen , die reeds die dienst hebben aangegaan , binnen 8 dagen moeien terugkeeren, onder verbeurte van lijf en goed.
Orig. geieekend : T. Roos , in omslag 2 N° 22.
1572, 18 Julij. Op het schrijven van den magistraat van Roermond, houdende kennisgeving, dat de prins van Oranje den vorigen dag eenen trompetter gezonden heeft met eenen brief, dien hij geweigerd heeft te ontvangen; dat de burgers zich gewapend hebben en met eenigen bijstand de stad denken verdedigen te kunnen, antwoordt de magistraat van Venlo, dat zij brieven van den hertog en van den stadhouder hebben bekomen , waarin beloofd wordt, om krijgsvolk lot ontzet der stad te zullen zenden; ook dat zij vernomen hebben, dat demagtvanden prins niet zoo groot zoude wezen als men vroeger gemeend heeft.
Orig. in omslag 4 Nquot; 15.
1572, 30 Julij. De stadhouder Karei van Brimeu geeft, optast van den hertog van Alva , bevel aan den magistraal van Roermond, tot afkondiging van het generaal pardon, door den koning verleend.
Orig. gettekend ; T. Roos , in omslag 2 IN0 14,
1572, 22 Augustus. De stadhouder Karei van Brimeu beveelt 's konings ordonnantie op de criminele justitie, af te kondigen.
Orig. geieekend : T. Roos, in omslag 2 N0 15.
1572, 9 October. De stadhouder Gillis van Barlai-mont berigt aan den magistraat van Roermond, dat
- 99 -
hij hunne brieven van den 7 dezer ontvangen heeft, waarin hem de toedragt van de inname der stad wordt uitgelegd even als het gedrag welk 'skonings vijanden gehouden hebben; antwoordt dat hij zulks aan den hertog zal bekend maken en hen helpen om deze zaak te verschoonen, opdat de stad dienaangaande niet in ongenade kome.
Orig. gel. : Gillis van Barlaymonl, in omslag 2 N0 38.
1572, 12 October. De stadhouder Gillis van Barlai-mont berigt aan de stad Roermond dat hij aan zijn neef den Hopman Johan van Barlaimont, last gegeven heeft om zich met zijne vendelen naar Roermond te begeven.
Orig. get. ; Gillis van Barlaymonl, in omslag 2 N0 17.
1572, 26 October. De hertog van Alva schrijft aan dc steden Keulen, Neuss, en Aken, ten einde teruggave te vorderen van de aldaar zich bevindende voorwerpen, welke bij de plundering van Roermond , aan kerken en aan de burgers geroofd zijn.
Gelijktijdig afschrift in omslag 9 N° 25.
1572, 1 November. De hertog van Alva gelast den magistraat van Roermond om af tc kondigen dat alle leveranciers die de Maas afvaren tot Mook , aldaar wagens zullen vinden om hunne goederen zonder kosten naar Nijmegen te brengen, van waar dezelve te water naar het leger voor Zutphen gebragt zullen worden.
Hij houdt voor raadzaam, ten einde de rooverijen der zwarte ruiters tegen te gaan , om te Roermond en omstreken te doen afkondigen dat niemand geroofde beesten of andere zaken mag koopen op pene van veroordeeld te worden tot betaling van de zevenvoudige waarde.
Orig. geteekend : Due d'Alve , lager geteekend : Berly, in omslag 2 N0 39.
— 100 —
1572, Nov.-Dec. De magistraat van Roermond beklaagt zich herhaaldelijk bij den stadhouder over het groote garnizoen welk de stad onderhouden moet, tot geheele verarming harer burgers, welke reeds zooveel geleden hebben bij den plaals gehad hebbenden brand en bij de jongste gewelddadige inneming der stad door den prins van Oranje.
Orig. met bel antwoord van den stadhouder in margine, in omslag 9 N° 18.
1572 , 8 November. Burgemeester, schepenen en raad van den koninklijken stoei en stad Aken schrijven aan den magistraat van Roermond, in antwoord op twee brieven aan hen gerigt, aangaande de plundering welke te Roermond plaats had, dat zij zich alle moeite gegeven hebben, om de, uit de kerken en kloosters geroofde zaken op te sporen en dat zij groote koperen kandelaars en andere koperen voorwerpen, ook allerhande huisraad ontdekt hebben; zij geven verder de wenschelijkheid te kennen dat er iemand uit Roermond afgezonden worde om deze objecten te verkennen, belovende de teruggave daarvan, zonder kosten te bewerkstelligen en zelfs de daders te straffen.
Orig. in omslag 1 Nquot; 53.
1572, 11 November. Het hof van Gelderland schrijft aan den magistraat van Roermond, dat het voortaan verboden is, aan die van Keulen, Neuss, Munster en andere landen, om vrij te mogen handelen en goederen te verzenden, naar die landen welke bij de rebellen in bezit zijn.
Orig. geteekend : T. Boos , in omslag Sgt; Nquot; 45.
1572, 25 November. Kanselier en raden des konings in Gelderland berigten aan den magistraat van Roermond
- 101 -
dat het in hunne magt niet is om kwijtschelding van schatpenningen te verleenen; zij geven den raad om, wegens de verdronken penningen en de plundering , roof en rantsoenering, welke de stad onlangs heeft moeten verduren, bij den hertog van Alva of bij die van de financien, om kwijtschelding te verzoeken.
Orig. geleekend : T. Roos , in omslag 8 Nquot; 12.
1572, 10 December. De stadhouder Gillis van Barlai-mont schrijft aan de stad Roermond dat, op bevel van den hertog van Alva, de benden van ordonnantie van garnizoen zullen veranderen en vier daarvan binnen Roermond en Erkelens gelegd worden, onder het bevel van den graaf van Reuss, van den graaf von Laroche, van den heer van Moorbeecke en van den heer van Bailleu.
Orig. geleekend : Gillis van Barlaymont , in omslag 2 Nquot; 67.
1572, 29 December. De magistraat van Roermond schrijft aan den hertog van Alva , dat hij zijn bevel ontvangen heeft om op S' Petrus ad cathedram van het jaar 1573, benevens den derden termijn van de ingewilligde schatpenningen, ook den halven vorigen termijn te voldoen, ten bedrage van 1479 gulden 15 st. bb., welke laatste som in Maart II. door een onvoorzien ongeluk in de Maas gevallen en verloren geraakt is.
Aangezien de groote brand veel schade aan de stad heeft berokkend, terwijl bij de inname door den prins van Oranje en de wreede plundering, welke bij die gelegenheid heeft plaats gegrepen , de burgers ten eenemale beroofd en bestolen , ook allen gevangen genomen en gerantsoeneerd zijn geworden, zoo verzoekt de magistraat om uitstel van betaling.
— 102 -
In margine bevindt zich de weigering om in dat verzoek te treden.
Minute , in raargine geteekend : Berly , in omslag 2 N- 22.
1573. Twee brieven van de stad Maastricht aau de stad Roermond, houdende klagten aangwande het vorderen van tolgelden van hunne schippers, wegens goederen waarvan zij nooit tolgeld betaald hebben.
Orig. in omslag 10 M0 74.
1573, 3 Januarij. De stadhouder Gillis van Burlai-mont gelast goede wacht te houden, want de rebellen, hebben een aanslag in den zin , vooral bij de vele vrolijke avonden , die aanstaande zijn
Orig. geleekend ; Gillis van Barlaymont , in omslag 2 N0 31 , een eensluidende brief van Arnhem is uiigegeven in van Hasselt , Stukken !1 Nquot; 108.
1573, 21 Februarij. De stadhouder Gillis van Barlai-mont zendt plakkaten tegen de krijgslieden die zich uit 's konings leger verwijderen , tegen de vagabonden, lediggangers en kwaad geboefte.
Orig. get. : T. Roos , in omslag 2 N0 26.
1573, 18 Maart. De stadhouder Gillis van Barlaimont schrijft aan de stad Roermond dat de hertog van Alva, op uitdrukkelijken last van den koning , voornemens is een generaal pardon te doen uilgaan, voor zooveel de laatste beroerten aanbelangt, met uitzondering alleen van die personen welke berucht zijn, eenige steden , kasteelen of sloten te hebben overgeleverd in handen der rebellen en zij die als hoofden, kapiteins , luitenants of vaandrigs tegen Z. M. gediend hebben, met verzoek hem dadelijk
- 103 -
te berigten of in Roermond ook personen geweest zijn , daarvan berucht, en de namen daarvan over te zenden.
Orig. geleekend : T. Roos , ia omslag 2 N0 34.
1573, 25 Maart. De hertog van Alva beveelt den magistraat van Roermond om aan Ralthasar van der Linden een kort regt te doen geschieden.
Orig. get. : Due d'Xlve , lager gel. : Berly in omslag 10 N° 18.
1573, 13 April. Het hof van Gelderland zendt een plakkaat, waarbij aan een ieder verboden wordt buiten-landsche militaire dienst te nemen , zonder uitdrukkelijke magtiging van den koning.
Orig. geleekend : T. Roos , in omslag 2 N0 58.
1573, 26 April. Het hof van Gelderland berigt dat tusschen Zijne Majesteit den koning en de koningin van Engeland een verdrag tot stand gekomen is, tot voortzetting van den handel tusschen beider landen, welke handel gedurende eenige jaren onderbroken was.
Orig. geleekend : T. Roos, m omslag 3 iV 29.
1573 , 29 April. Het hof van Gelderland berigt, op last van den hertog van Alva, dat, ten gevolge van Z M. plakkaat van 29 Maart II. (waarbij verboden wordt aan alle onderdanen des konings om zich in vreemden krijgsdienst te begeven , en degenen die reeds in zulken dienst zich bevinden vermaand worden, om binnen drie weken terug te keeren) vele rebellen wedergekeerd zijn en nog dagelijks wederkeeren; dat gemeld plakkaat niet in dien zin mag uitgelegd worden, dat zij die de wapens
— 104 -
tegen Zijne Majesteit gevoerd hebben, kunnen deelachtig worden aan de vergiffenis daarin geschonken.
Orig. geteekend : T, Roos , in omslag 2 N0 84.
1573, Julij—November. Brieven van kanselier en raden des konings in Gelderland aan de stad Roermond, betrekking hebbende tot het betalen der achterstallige schatpenningen.
Orig. geteekend : Pybes , in omslag 8 Nquot; 43-
1573, 13 Julij. De stadhouder Gillis van Barlaimont berigt dat de hertog van Alva de lijding bekomen heeft dat de stad Haarlem zich in genade heeft overgegeven.
Orig. geteekend : Gillis van Barlaymonl , in omslag 2 Nquot; 28. Een eensluidende brief aan Arnhem is uitgegeven in van Hasselt, Slukken 11 N° 123.
1573, 20 Julij. De stadhouder Gillis van Barlaimont verzoekt den magistraat van Roermond, om den hopman Floyon met servys te voorzien.
Orig. get.: Gillis van Barlaimont, in omslag 10 Nquot; 4.
1573, 30 Julij. De hertog van Alva vergunt aan de uitheemsche soldaten, die onder den prins van Oranje gediend hebben, ten lande uit te trekken.
Orig. get. : T. Roos , in omslag 2 N0 21.
1573, 22 Augustus. De stadhouder Gillis van Barlaimont zendt afdrukken van een plakkaat, bevelende om allerhande soort van proviand naar het leger in Holland te voeren, vermeldende levens dat de voerders, vrijheid van tol-, weg- en bruggeld en van alle andere imposten zullen genieten, ook dat zij nergens zullen bekommerd
- 105 -
maar integendeel hun overal bijstand en bescherming moet verleend worden.
Orig. geteekend ; T. Roos , in omslag 3N®17.
1573 , 8 September. De stadhouder Gillis van Bar-
laimont berigt aan den magistraat van Roermond, dat de stad Geertruidenberg door 's konings vijanden ingenomen werd, omdat de poorten slecht bewaakt waren, spoort hem aan o.n toch goed toezigt te houden, slechts drie poorten, waarvan eene naar den waterkant en twee naar de veldzijde, bij dag te openen en de overige toe te metselen.
Orig. geteekend : Gillis van Barlaymonl, in omslag 2 N0 33.
1573. 24 September. De stadhouder Gillis van Bar laimont berigt de geboorte van eenen prins en beveelt om dankgebeden te doen houden.
Orig. geteekend: T. Roos, in omslag 4 Nquot; 21.
1573, 30 September. De stad Maaseijk schrijft aan de stad Roermond, dat hunne smeden nooit tol betaald hebben, wanneer zij hunne koopwaren te Roermond kwamen veilen; dat hun zulks over eenigen tijd gevorderd is, waarover zij zich beklagen en verzoeken om dien vrijdom te mogen behouden.
Orig. in omslag 10 Nquot; 16.
1573, 10 October. De stadhouder Gillis van Barlai-mont vermaant de stad Roermond om de, sedert lang verschenen termijnen van de resterende schatpenningen, ten spoedigste te doen opbeuren en in handen van den landrentmeester-geceraal over te tellen; hij weet wel dat
14
- 106 —
de stad Roermond zoo door het krijgsvolk als door lee^ ning zeer bezwaard is geweest; heeft bij den hertog van Alva alle vlijt en naarstigheid aangewend en denkt ook binnen kort te verkrijgen, dat de stad en het geheele land van Gelder van die leening ontlast zal worden; dat evenwel die ontlasting niet kan geschieden, wanneer de resterende schatpenningen niet worden opgebragt.
Orig. get. : Gillis van Barlaymonl, in omslag 2 N° 88.
1573, 17 October. De stadhouder Gillis van Barlai-mont berigt aan den magistraat van Roermond, dat de hertog van Alva verordend heeft, om bij de gewone bezetting , nog eene bende Spaansche'ruiters in Roermond te leggen en verzoekt die bij aankomst in te nemen en te verzorgen.
Orig. geteekend: Gillis van Barlaymonl, in omslag 2 N» 30.
1573, 17 October. Igt;e stadhouder Gillis van Barlai-mont berigt aan den magistraat van Roermond, dat de hertog van Alva, bevolen hebbende, om bij de bezetting nog een vendei voetknechten te voegen, hij het vendel van Cort Prampee gezonden heeft, met verzoek hetzelve te ontvangen; mogten daartegen zwarigheden bestaan, zich dan aan den hertog zeiven te wenden.
Orig. geteekend : Gillis van Barlaymonl, in oibslag 2 Nquot; 29.
1573, 1 December* De stadhouder Gillis van Rarlai-mont zendt een plakkaat waarbij aan de kooplieden, vivandiers, provandiers, taverniers en anderen, welke Z. M, krijgslieden te Utrecht, Amsterdam, Haarlem en andere vlekken, eenige victualie, provande, fourragie en dergelijke waren zullen zenden, toegelaten wordt dezelfde
- 107 -
privilegiën te genieten, welke zij vroeger ter approviandering van het leger genoten hebben
Orig. get. : T. Rooi, id omslag tO Nquot; 32.
1573 , 21 December. De stadhouder Gillis van Barlai-mont roept die van Roermond op 2 Januarij 1674 te Nijmegen ten landdag op, tot kennisneming der brieven over het vertrek en afscheid van Alva en de aankomst van Requesens.
Orig. get. : Gillis van Barlaymonl, in omslag 2 N° 7.
1574. Brieven van den stadhouder Gillis van Barlai-mont aan de stad Boermond :
30 Januarij. Beveelt het resterende van den 3°n termijn der schatpenningen binnen acht dagen , en den vierden termijn laatstens 14 dagen na S' Petrus ad cathedram te voldoen.
10 February. Gelast de herbergen en tavernen te doen onderzoeken tot verwijdering van alle suspecte personen.
16 April. Meldt dat de sleutels der stadspoorten bij het garnizoen moeten blijven; verzoekt de assistentie van den magistraat aangaande de gevangene soldaten en belooft de stad spoedig van het Spaansch krijgsvolk te zullen ontlasten.
30 April. Vermaant om voor de leening van het krijgsvolk te zorgen en iemand ten hove te zenden, om de onvermogendheid der stad te kennen te geven en op verwijdering van het krijgsvolk aan te dringen.
30 Mei. Berigt goede hoop te hebben op de verwijdering der Spanjaarden en dat hij ten hove geschreven heeft aangaande de, door de stad voorgeschotene 300 gulden.
1 Junij. Geeft bevel om de vluchtende Spaansche soldaten aan te houden en dezelve onder goede en zekere bewaring aan den landvoogd te zenden.
- 108 -
23 December. Verlengt de vergunning van den loop der gouden en zilveren munten tot S' Jansmis aanslaande.
Originelen , geteekend : Gillis van Barlaymonl, in omslag 8 Nquot; 14.
1574. Andreas Busch, burgemeester van Roermond, beklaagt zich bij den landvoogd over de groote lasten, waaronder de stad zucht, veroorzaakt door een al te groot garnizoen.
Minute in omslag 9 N0 14.
1574, 3 Januarij. De magistraat van Roermond stelt, ten behoeve der stad, uit de zonen van goede en vrome burgers, een korps van jonge schutten aan , ten getalle van 45 en maakt eene verordening dienaangaande.
Minute in omslag 1 N0 78.
1574, 5 Januarij. De stadhouder Gillis van Barlai-mont berigt aan den magistraat van Roermond , dat hij aan de ruiters en voetknechten geschreven heeft om zich niet euveldadig tegen de burgers te betoonen , wanneer de leening niet op den bestemden dag gereed is, ook dat hij aan de drosten van Montfort en Kriekenbeek verzocht heeft, om de door hun te verstrekken leening op den bepaalden lijd te leveren.
Orig. geteekend : Gillis van Barlaymonl, in omslag 10 N° 68.
1574, 10 Januarij. De stadhouder Gillis van Barlai-mont schrijf! aan den magistraat van Roermond, aangaande ongeregeldheden door de Spaansche soldaten aldaar gepleegd.
Orig. get. : Gillis van Barlaymonl, in omslag 10 N° 14.
1574, 23 Januarij. De stadhouder Gillis van Barlai-mont berigt aan den magistraat van Roermond, dat hij aan het ambtMonlfort bevolen heeft, om de contributie» tot de beleening van het voetvolk, zonder verzuim te voltrekken en aan de twee ambten Montfort en Kriekenbeek, om het hooi en de haver voor de ruiters te leveren; dat, zoo bij gebreke van dien, de ruiters hunne paarden en koeijen halen , zij bij hem niet behoeven te klagen. Hij verzoekt tevens den magistraat, om 't garnizoen op 't geflytichst te gemoet te komen , belovende dat hij ten hove op verligting zal aandringen.
Orig. gel.; Gillis van Barlaymonl, in omslag ■ION0 43.
1574 , 26 Januarij. De stadhouder Gillis van Barlai-mont zendt een plakkaat, houdende verbod om levensmiddelen of koopmanschappen herwaarts over te brengen uit landen , die door de rebellen bezet worden.
Orig. geleekend ; T. Roos , in omslag 2 1N° 43.
1574, 3 February. De landvoogd Don Louis de Re-quesens vermaant die van Roermond , daar het gewoonte is om aldaar op den da;? Petri ad cathedram den raad te verzetten, alle vlijt aan te wenden om tot burgemeester te kiezen, een echt katholiek persoon, ten einde beter opzigt genomen worde, om de eer Gods te vermeerderen en het rooinsch-kathoiiek geloof te bevorderen , dan zulks tot dusverre geschiedde.
Orig gel. ; Don Luis de Requesens , in omslag 1 iN* 83.
1574. 11 Februarij De stadhouder Gillis van Barlai-mont berigt aan den magistraat van Roermond , dat de wederwaardigen des konings zich weder verzamelen en dat graaf Lodewijk aanslagen op eenige steden in den zin heeft, spoort aan tot goede wacht aan de poorten en tot
- 110 -
het maken van haemeyen en staekellen, zoo als voor de verzekering der steden noodig is.
Orig. geleekend : Gillis van Barlaymonl , in omslag 2 Nquot; 25.
1574, 19 Februarij. De stadhouder Gillis van Barlai-mont berigt de ontvangst van den brief van den magistraat van Roermond, aangaande de ongeregeldheid der knechten en de oorzaak daarvan; antwoordt dat hij aan den drost van Montfort geschreven heeft, ten einde de leening uit zijn ambt te verstrekken; waarschuwt tegen den vijand, die aanslagen op eenige steden voorheeft en vermaant om zoo weinig poorten mogelijk te openen.
Orig. geleekend : Gillis van Barlaymonl, in omslag 2 N0 39.
1574, 21 Februarij. De stadhouder Gillis van Barlai-mont berigt aan den magistraat van Roermond , dat een groot aantal ruiters en knechten van 's konings vijanden in het land op de been zijn , zonder dat men weet waarop het gemunt is; beveelt om de noodige publicatiën te doen, dat al het graan welk buiten mogt zijn , onmiddellijk naar de meest nabij gelegene geslotene stad gebragt worde, ook om alle schuiten, schepen, ponten enz. welke zich op de rivier bevinden, onder die stad te brengen.
Orig. geleekend : Gillis van Barlaymonl, in omslag 2 N0 32.
1574, 22 Februarij. De stadhouder Gillis van Barlai-mont berigt aan de stad Roermond , dat het gerucht zich verspreidt, dat 's konings vijanden wederom een aanslag tegen Z. M. of deszelfs onderdanen voorhanden hebben ; dat hij daarom naar Roermond af/.endt Joost Paulman, met 50 schutten te paard en bijna even zoo veel te voet,
waaraan hij voor 14 dagen, geld tot hun onderhoud, heeft medegegeven.
Orig. geleekend : GiliU van Barlaymon!, in omslaquot; ^ JN0 23.
1574, 24 Februarij. De stadhouder Gillis van Barlai-mont berigt de ontvangst van den brief van den magistraat van Roermond, waarin deze te kennen geeft Matthieu de Wal met zijn krijgsvolk binnen genomen en hem voor de eerste 14 dagen 200 gulden voorgeschoten te hebben ; hij belooft restitutie daarvan en zal 500 schutten te paard zenden, die hij met geld zal voorzien.
Orig. geteekend : Gillis van Darlaymont, in omslaquot; quot; Nquot; 40.
1574, 25 Februarij. De stadhouder Gillis van Barlal-mont schrijft aan den magistraat van Roermond, dal hij bevindt, dat omtrent hunne stad schutters te paard noodig zijn en berigt, dat hij carabiniers heeft afgezonden om zicii binnen Roermond te begeven, met verzoek dezelve binnen te nemen.
Orig. geleekend : Gillis van Barlaymonl, in omslaquot; 2 N» 27.
1574, 25 Februarij. De stad Maastricht schrijft aan de stad Roermond, om informatiën aangaande zekeren Herman van Valkenberch, welken zij gevangen genomen hebben.
Orig. in omslag 10 Nquot; 59.
1574, 4 Maart. De stadhouder Gillis van Barlaimont berigt de ontvangst van het schrijven van den magistraat, waarin men hem kennis geeft van hetgene de «eder-waardigen dagelijks in het land van Valkenburg of daaromtrent uitrigten; hij geeft verder te kennen, dat hij op
— 112 -
hun verzoek om meerder garnizoen , zulks ten hove heeft aangevraagd en te bekomen denkt. Mogt de magistraat eenig geld daaraan moeten voorschieten , kunnen zij zulks van de schatting terughouden; ook heeft hij aan den drost van Montfurt geschreven om de leening voor den hopman Floyon niet te achterhouden, maar die uit de srhutpen-nlngen van zijn ambt te nemen.
Orig. geleekend : Gillis van Barlaymonl , in omsl.ig 3 N0 25.
1574 , 20 Maart, üe stadhouder Gillis van B'rlaimont zendt plakkaten van Z. M. den koning, om Ie voorzien in de inconveniënten die zouden ontstaan kunnen , indien de rebellen en 's konings vijanden wederom herwaarts overkwamen.
Orig. getcekend : T. Roos , in omslag 2 N0 37.
1574 , 21 Maart. De stadhouder Gillis van Barlaimont berigt, dat hij ten hove verworven heeft, dat de stad van de helft, der tot nog toe door de burgers betaalde contributie, tot onderhoud van het krijgsvolk, ontlast wordt, en voorziet dat zij ook weldra van het overige zal ontheven worden ; dat evenwel het nog door de stad verschuldigde van de laatste ingewilligde schatting onmiddellijk moet worden ingevorderd en hem toegezonden.
Orig. geleekend : Gillis van Barlaymonl, in omslag 3 N° 26.
1574. 1 April. De stadhouder Gillis van Barlaimont verbiedt om de gouden of zilveren munten hooger te ontvangen of uit te geven, dan de plakkaten zulks bepaler^ en beveelt om goed toezigt te houden op allooi en gewigt.
Orig. geleekend: T. Roos, in omslag \\ N* 23.
- 113 —
1574, 15 April. De stadhouder Gillis van Barlaimont doet mededeeling aan den magistraat van Roertnond van de overwinning op de Mookerheide.
Orig. geteekend : Gillis van Barlaymont, in omslag 2 N° 51.
1574, 25 April. De stadhouder Gillis van Barlaimont schrijft aan den magistraat van Roermond, aangaande aangelegenheden betrekkelijk hel garnizoen aldaar, en de teruggave der door de stad voorgeschotene justitiekosten tegen de misdadige Waalschen.
Orig. gel. : Gillis van Barlaymont, in omslag ION0 46.
1574, 5 Mei. Brief van den stadhouder Gillis van Barlaimont, waarbij plakkaten gezonden worden, houdende verbod om met de rebellen of wederspannigen te communiceren of handel te drijven.
Orig. get. : T. Roos , in omslag 2 IN* 20.
1574, 31 Mei. De stadhouder zendt een plakkaat, bepalende den prijs waartoe eenige gouden penningen en den Filips-daalder toegelaten zijn.
Orig. get. : T. Roos , in omslag H N0 22.
1574, 21 Junij. Gillis van Barlaimont, stadhouder, zendt aan de stad Roermond afschrift van een generaal pardon door den koning aangeboden.
Orig. get. : T. Roos als bijlage de namen der Roerm. ingezenen. die door den koning van het generaal pardon zijn uiigeslolen. In omslag i N0 79. Uitgegeven in G. van Hasselt , Stukken 11 bi. 307.
1574, 24 Junij. De stadhouder Gillis van Barlaimont berigt dat de Hoogduitschen, te Roermond in garnizoen, zullen vervangen worden door een Nederduitse!) vendel
15
- m -
van Berot van Cleef, aan wien hij insgehjks geschreven heeft, ten einde zich naar Roermond t,e begeven, alwaar de drost van Montfort hem voor eene maand leemngzal verstrekken. Hij berigt verder, dat de Spanjaardenj Roermond zullen verblijven tot dat zij betaald zijn, hetwelk hij hoopt dat weldra zal geseh.eden.
Orig. geleekend : Gillis van Barlaymonl, in omslag
N0 32.
1^74 28 Julij. De stadhouder Gillis van Barlaimont geeft ^jne tevredenheid te kennen, omdat de stad Roerend quot;an de Spanjaarden verligt is geworden en hoopt dal do tijden zullen veroorlooïen, dol geen meerder gar „Ln In de stad beh.ett gelegd te «orden; aangaand der stad sleutel, meldl hij, dal hij weldra naar Roermond „I komen om hun de.el.e persoonlijk Ier hand te stellen hS vermaant om goede wacht te blijven houden en infor-m.tién in te winnen, aangaande nieu«e .eraamelmgen van wederwaardige,,, en hem dadelijk daarvan te
8 Orig. gel.: G'quot;'' «nquot; B^laymonl, in omslag o N 53.
1574 16 Augustus. Hel hof van Gelderland berigt aan de stad Roermond dal zij, 11e hel burgerschap verbeurd fUen maar ui, kracht van hel generaal pardon weder-
Hd ^ « burgerschap op nieuw .nllen gemeten.
zonder hetzelve te moeten aankoopen.
Orig. geieekend ; T. Roos . in omslag 4 N
raai pardon Z,i ,1 in en
van de uitgevNekenen , hem up le gtvtn
— 115 -
voornamen van de lefuggekomenen en van het gedrag welk zij sedert hunne terugkomst gehouden hebben.
Orig. gel. : T. Roos , in omslag 1 iN° 80.
1374, 31 October. Willeen Lindanus, bisschop van Roermimd . schrijfi hhii Andries Busch. burgemeester van liot-rmond , Ifti t-inde de vrijheden von (Je geestelijkheid , welke duor Z. M. en door de stad verleend en vergund waren, te behouden en voornamelijk om van het gevorderde maalgeld ontslagen te worden.
Orig. geieekend : Wilhel. Damasi van der Lindt, in omslag 8 IN0 29.
1374, 10 December. De stadhouder Gillis van Barlai-mont berigt aan den magistraat van Roermond , dat hij onderrigt is dat de prins van Oranje ondernemingen van groot belang zoude voor hebben en dat tot dat einde dagelijks in verschillende plaatsen verkleed krijgsvolk zich indringt, waarschuwt hen daarvan en dringt aan om goede wacht te houden.
Orig. geleekend : Gillis van Barlaymonl, ia omslag 2 N° 33.
1573. Brieven van den stadhouder Gillis van Barlai-mont aan de stad Roermond, handelende over de waarde van den goudgulden , het benemen van victualie aan den vijand en het bevel om de gevangenen welke tot ban, geesseling of den dood strafbaar zijn, naar de thans toegerust wordende galeijen te verwijzen.
Drie orig. brieven get.: T. Roos. Ia omslag 9 N0 37.
1575, 3 Januarij. Bekendmaking door burgemeeste-ren , schepenen en raad der stad Neuss, dat zij eenen marktdag op Woensdag van iedere week hebben ingesteld ter koop en verkoop van wol en lakens.
Gedrukt exemplaar in omslag 9 N0 40.
1575, 15 April. De stadhouder Gillis van Barlaimont vermaant de stad Roermond om goede wacht te houden en de vesten goed na te zien , ten einde de gebreken daaraan in goede orde te doen brengen ; voorts met den oversten luitenant Bernt van Kleef te beraadslagen, aangaande het openen der poorten.
Orig. get. : Gillis van Barlaymont , in omslag 2 N0 19.
1575, 8 Julij De stadhouder Gillis van Barlaimont berigt, dat de landvoogd het plakkaat van 22 Junij 1574, aangaande den loop der gouden en zilveren munten, nog tot kersmis verlengd heeft.
Orig. get. ; T. Roos , in omslag 11 N0 21.
1575, 19 Julij. De stadhouder Gillis van Barlaimont zendt een plakkaat, houdende verbod om met de weder-spannigen , voortvlugtigen en vijanden van Zijne Majesteit te communiceren of te handelen.
Orig. geteekend : T. Roos, in omslag 2 N0 41.
1575, 29 Julij. De stadhouder Gillis van Barlaimont zendt een plakkaat van den koning, waarbij bevolen wordt om voortaan door het geheele land het jaar te doen aanvangen met 1 Januarij.
Orig. geteekend : T. Roos, in omslag 3 INquot; 10.
1575, 11 September. De landvoogd Bequesens berigt aan den magistraat van Roermond, dat hij bevolen heeft dat anderhalf vendel Hoogduitsche knechten van het regiment van Polweiller zich naar Roermond zullen begevengt; om daar eenigen tijd te verblijven; hij beveelt ernstig om die te ontvangen en te logeren.
Orig. geteekend : Louis de Rcquesens , in omslag 2 N° 68.
1575, 15 October. De magistraat van Gelder tot eenen landdag naar Roermond beschreven, schrijft dat de stad
— 117 —
thans dermate door builmeeslers en knevelaars omringd is en ingehouden wordt, dat de burgers des avonds en des morgens niet vóór de slagboomen noch van de dijken in het veld mogen gaan , zoodat zij zich aan geen gevaar willen blootstellen en derhalve verzoeken voor ditmaal verontschuldigd te worden.
Orig. in omslag 3 N0 46.
1575, 18 October. Het hof van Gelderland geeft kennis aan den magistraat van Roermond, dat zij aan den stadhouder hunne klagten wegens den overlast der soldaten bekend gemaakt hebben , waarop deze geantwoordt heeft, reeds tweemalen daaromtrent aan den groot-commandeur van Gastilië geschreven en thans een expressen courier naar hem gezonden te hebben; dal hij iu deze zaak zooveel gedaan heeft als hem eenigzins mogelijk was, maar tot dusverre geen antwoord noch vertroosting heeft kunnen bekomen.
Orig. geteekend : T. Roos , in omslag 3 N0 4.
1575, 25 November. Willem, hertog van Gulik en Kleef, burggraaf van der Marck en Ravensberg schrijft aan den magistraat van Roermond, ten einde hem te verzoeken paard en kar, welke door den voogd van Was-senberg, op hun verzoek en op dat van de overige belanghebbenden, op Mijnweg op die van Cruchten in beslag genomen waren, terug te geven, mits daarvoor borg gesteld worde tot den afloop van het geding. y Orig. geteekend : Wilhelm , in omslag 1 N0 5.
1576 1577. Verschillende stukken betrekking hebbende tot den vrijdom van tol, welken aan de burgers van Roermond door keizer Karei V geschonken en op 17 Junij
i
— 118 -
1577 door Willem, prins van Oranje, graaf van Nassau enz. lot wederroeping bevestigd werd.
Origioelen en mioutea ia omslag 8 N° 2.
1576, 16 Maart. De stadhouder Gillis van Barlaimont geeft kennis aan den magistraat van Roermond van het overlijiien van den gouverneur-generaal Requesens.
Orig. gel. ; T. Boos , in omslag 2 N0 62. Een gelijkluidende brief aan de slad Arnhem is uiigegeven in van Hasselt Slukken 111 IN0 23.
1576 , 28 Maart. Burgemeesteren en raad van Muaseijk schrijven aan den magistraat van Roermond , dat eenige burgers van Maaseijk , die naar Roermond goederen ter markt gebragt hadden , bekommerd zijn geworden cn hun kraangeld gevorderd werd. Zij \ermeenen dat zulk kraangeld niet verschuldigd is , wanneer de kraan niet gebruikt wordt en dat zulks vroeger ook nooit gevorderd is geworden.
Orig. in omslag 1 Nquot; 57.
1576, 13 April. De stadhouder berigt aan de stad Roermond , dat hij van den raad van state vernomen heeft, dat men dagelijks zijner maj» resolutie wachtende is op het stuk van het gouvernement der Nederlanden ; dat het noodig is de hulp van God almagtig in te roepen, om van hem af te smeeken om zijne majesteit dusdanige resolutie te inspireren , als tot de rust en welvaart dezer landen gevorderd wordt, en tot dat einde gebeden te doen en processiën te houden.
Orig. geteekend ; T. Roos, in omslag 3 Nquot; dl , uitgegeven in van Hasselt Stukken HI N0 25.
— 119 —
1576, 17 April. De stadhouder vermaant om betere uitvoering te geven aan de plakkaten, verbiedende om met de rebellen handel te drijven.
Orig. geteekend : T. Roos , in omslag S IN0 27.
1576, 7 Mei. De stadhouder zendt plakkaten ter voorkoming van ongeregeldheden, welke op het stuk van buit ter zee geschiedt zijn.
Orig. gel. : T. Roos, in omslag 10 Nquot; 38.
1576, 15 Mei. Het hof van Gelderland zendt afschrift van een schrijven van den stadhouder Gillis van Barlaimont, waarin deze verslag geeft van hetgene te Muiden is voorgevallen en ile overwinning aldaar door heru behaald.
Orig. gel. ; T. Roos, in omslag 3 Nquot; 56. Hel schrijven van den sladhouder is uitgegeven in van Hasselt, Stukken III N° 26.
1576, 12 September. De magistraat van Roermond schrijft aan kanselier en raden van het vorstendom Gelre, ten gunste van den pastoor der parochiekerk, Dederik Haen. wien de bisschop voornemens is te ontzetten ; en verzoekt om hem te mogen behouden . daar toch de collatie van die pastorij aan Z. M. toebehoort en dien ten gevolgd door het hof moet vergeven worden.
Minute in omslag 7 Nquot; 27.
1576, 15 October. De stadhouder Gillis van Barlaimont berifjl , dnt do koning den raad van state tot het gomernemenl-generaal gecommitteerd heeft en verzoekt zulks aan de staten van het overkwartier bekend te maken.
Hij zendt tevens een plakkaat tegen de muitende Spaansche soldaten en hunne medepligtifien, maar ziet daarin verscheidene zwarigheden, zoodat hij de publicatie daarvan niet raadzaam acht, met verzoek hem spoedig te
- 120 -
willen melden of de magistraat en de stalen van het over-kwartier insgelijks zwarigheid in die publicatie zien.
Orig. geteekend : T. Roos , in omslag 3 Nquot; 12.
1576, 19 October. De stadhouder Gillis van Barlai-mont berigt, dat hij , alvorens het plakkaat tegen de muitende Spaansche soldaten over te zenden , wel ingezien had de moeijelijkheden , die de publicatie daarvan in den weg stonden, maar dat die publicatie door de gedeputeerden der ridderschap en steden besloten was, zonder dat hij dezelve heeft kunnen tegenhouden ; hij magtigt hen daaromtrent te handelen zoo als zij voor de bewaring en zekerheid der stad noodig oordeelen.
Orig. geteekend : Gillis van Barlaymont, in omslag 3 N° 13.
1576, 20 October. De stadhouder Gillis van Barlai-mont zendt afdrukken van een plakkaat van den koning, waarbij de Spaansche en andere muitende soldaten andermaal rebellen en vijanden verklaard worden , met bevel om zich tegen dezelve te wapenen; op last van den raad van state beveelt hij tot de publicatie van dat plakkaat te doen overgaan.
Orig. geteekend; T. Roos, in omslag 3 N' 14.
1576, 10 November. De magistraat der stad Weert schrijft aan dien van Roermond, dat hij 5 burgers van Weert, welke den 8 November II. te Antwerpen waren, ondervraagd heeft aangaande den gruvyelijken moord, welke in die laatste stad plaats had. Deze verklaarden , dat zij van geloofwaardige personen vernomen hebben, dat aldaar tusschen de 6 è 7000 personen vermoord werden; daarenboven is afgebrand; het stadhuis, het zilver-pand , de zilversmidsstraat enz.
Orig. in omslag 1 N0 63.
VAN HET
DER GEMEENTE
2quot;* AFLEVERING.
Bijlage tot het verslag van den toestand der gemeente over het jaar 1869.
■OO-O-OO-C-C^O-
ROERMOND,
SNELPERSDRUK VAN J. J. ROMEN.
a 3 J-O-O 0-0-00°
1362, 13 December. Int jaer ons Beren dusent drie hondert twee ende tseslich, op sente Lucien dach der jonfrouwen. Hertog Eduard vergunt den poorteren van Arnhem , dat zij zelve en hunne goederen in de Betuwe niet bezet noch bekommerd mogen worden, dan wegens doodslag en andere zware misdaden, en regelt voorts de wijze waarop de ingezetenen van de Betuwe hunne regtsvorderingen tegen de poorteren, te Arnhem zelf. zouden kunnen doen gelden.
Afschrift in omslag 2 Nquot; 6S2. Uitgegeven in Sliciiten-horst. Geld. Gesch. bl. 578, en vermeld in Nuhoff , Gedenkw. 11 bl. 178.
1493, 31 October. In den jair onss Heren dusent vier hondert ende drientnegentich, des donredaeghes op alreheiligen auont. Hertog Karei wijzigt en vermeerdert de landregten van de Overbetuwe.
Afschrift in omslag 2 Nquot; 6S1. Uitgegeven in hel Groot Geld. Plakkaalboek , App. col. 39. Vermeld in Nuhoff, Gedenkwaardigheden , VI. I. bl. S7.
— 122 -
1541, 20 October. Keizer Karei maakt een edict aangaande de vervolging der personen, die eenen manslag begaan hebben , en regelt de gevallen wanneer en de wijze waarop remissie van de straf kan verkregen y
worden.
Afschrift in omslag 5 N° 50.
1548, 2 December. Verdeeling in het overkwartier lt;
van hunne quote in de som van 300,000 carolus guldens,
die te Nijmegen in 1547 was toegestaan om in vier jaren te voldoen en strekken moest tot inlossing der verpande renten en domeinen, tot het vorstendom Gelderland behoorende.
Minute in omslag 5 M° 24.
-st
1550, April. Getuigenverhoor ten overstaan van rigter en schepenen der dingbank van S' Stevensweert.
De eerste getuige, die op de Laak binnen de Maas is komen wonen, in den naestvolgenden jaer, dat die van Montfort Weerd ombsloegen, hetgene ongeveer drie of vier en veertig jaren geleden is, verklaart, dat er in ,
zijnen tijd twee mael kyrckgeruecht to Echt geschaech van wege des heren, om beleydonge der wegen le doen; dat hij gehoord heeft dat verschillende wegen beleden werden,
maar nooit iets vernomen heeft van eenen weg, die over Craickenlant tusschen de Maas Op gen Ohe liep, hetgene door de overige getuigen insgelijks verklaard wordt.
Orig. perk. waaraan hel scbepenzegel van Stevensweert,
in groen was, in doos 3 N0 11.
1557, 21 Maart. De landschap maakt eene schriftelijke doleantie op de verklaring van Z. M. dd. 26 Januarij
I
a
- 123 -
1556, aangaande de door ridderschap en steden gemaakte zwarigheden tegen de kanselarij-instructie.
Geaulh. afschrift, geteekend J. van Kerkhove , in omslag 2 N0 15.
1561, 9 Junij. Koning Filips (11) verleent aan Rutger Spee van Pallant, oudsten zoon van Goert Spee van Pailant, den hof op ter heijden met twee en dertig morgen lands, hollandsche maat, gelegen in het kerspel van Heemsbeek in het land van Kriekenbeek , zoo als hem die hof, na den dood zijner moeder Kalharina van Kriekenbeek, aangekomen is.
Orig. perk. waaraan het beschadigd zegel van Filips II in rood was , in doos 3 9.
1562, 18 Februarij. Koning Filips II verkoopt aan Otto van den Bylandt en zijne huisvrouw Maria van den Bongaert de erfpachten, renten enz., in de getransfixeerde evaluatie begrepen, om deze door hen en hunne erfgenamen erfelijk en eeuwiglijk te worden bezeten , en zulks voor eene som gelds , die in handen van Thomas Gramaye , landrentmeester-generaal betaald is geworden, en die gestrekt heeft tot aflossing van eene rente van 500 ponden jaarlijks, welke ten behoeve van den heer van Aenholt op 's konings domeinen verschreven was.
Orig. perkara, mei het beschadigd zegel van Filips II in rood was , in doos 3 iNquot; 7.
1565, 23 Augustus. Burgemeester, schepenen en raad der stad Roermond verklaren dat zij, ingevolge het verhandelde tusschen de vier kwartieren op 17 Julij II. aangaande de reformatie, op den 6dl'n Augquot; zes leden van de ridderschap beschreven hadden , waarvan slechts vier waren opgekomen, die de zaak voor te gewigtig
- 124 -
hielden om onder hen afgedaan te worden en het voorstel gedaan hebben om op eenen te houden kwartiersdag, in October aanstaande, negen leden van de ridderschap en negen van de steden tot dat doel te beschrijven , maar alvorens afschriften van die reformatien te doen maken , opdat de drosten en ambtmannen over hare artikelen zouden kunnen beraadslagen.
Onder dezelfde dagteekening stellen burgemeesters, schepenen en raden van Venlo, Gelre, Erkelens en Straelen eene eensluidende verklaring op.
Twee orig. mei bel opgeplakte zegel der stad Roermond, in omslag 1 Nquot; 25.
1567, 16 November. Johan van Boidberg schrijft aan kanselier en raden van het vorstendom Gelder en graafschap Zulphen, aangaande eenen te Heze beganen manslag.
Orig. gel. : Johan van Boidbergh met bijlagen in omslag 3 N» 23.
1368, 14 December. Balthasar, heer van Brederode , schenkt aan zijn zwager Goddart van Milendonk, heer te Goer, Vroenenbroek en Meijel, de heerlijkheden Via-nen en Ameiden , met alle hare steden , sloten, dorpen, toebehooren en geregtigheden, niets daarvan uitgezonderd, zoo als hij die van zijne overledene ouders den beer Walraven van Brederode en vrouwe Anna van Nuenaer bekomen heeft.
Orig. perkatn. zegels verloren, in doos 3 N0 8.
1571 , 28 Junij. Gedeon van der Houve , landrent-meester-generaal van het vorstendom Gelre en graafschap Zutphen, te Ngmegen, bekent van Dirk Coeck , burgemeester en Jan van Campen , secretaris van Roermond , de obligatiën van het Roermondsch kwartier te hebben
- 125 —
ontvangen ten bedrage van 38150 carolus guldens, welke obligaliën het bedrag van den tweeden, derden en vierden termijn van het overkwartier uitmaken in de ^ schatting van 600,000 gulden, die in het jaar 1570
ingewilligd is.
Orig. get.: G. van der Houve , in omslag 3 Nquot; 23.
1572, 26 Februarij. Schepenen en gemeente van Stevensweert klagen aan den magistraat van Roermond, dat hij hen in de contributiën te hoog en boven het oud gebruik en gewoonte heeft aangeslagen.
De magistraat antwoordt dat hij de schatting van Stevensweert niet heeft opgemaakt, maar dat ridderschap en steden, ingevolge het oud gebruik en naar de bestaande schatcedule hunne quote bepaald hebben.
Jy Orig. en minute in omslag 3 N0 18.
1576, 20 Augustus. Ridderschap en steden van het overkwartier te Venlo vergaderd schrijven aan de bevelhebbers van de twee vendelen hoogduitsche knechten van het regiment van Polweiler, die te Roermond en te Erkelens in bezetting liggen, aangaande het laakbare gedrag van die knechten ; zij vermanen hen , de onrust die zij tot dusverre gesticht en den onwil, dien zij hebben doen blijken, krachtdadig tekeer te gaan, daar zij alleen tot bescherming en niet tot bezwaarnis der ingezetenen dienen moeten.
Minute in omslag 5 N0 15.
1577, 17 April. Graaf Frederik van den Bergh zendt aan ridderschap en sleden van het overkwartier afschriften van de stukken rakende een geschil tusschen hem en zijn
- 126 -
broeder Willem , met verzoek om pogingen in het werk te stellen om een vergelijk tot stand te brengen.
Orig. get. : Friedr, graeff zu dem Bergh, met bijlagen in omslag 3 N0 26.
1577, 19 Julij. De generale staten te Brussel geven bevel aan ridderschap en steden van het overkwartier om het hoogduitsch krijgsvolk aldaar nog met eene laatste leening van 15 dagen te voorzien, die aan de bede zal gekort worden ; na dien tijd zal dat krijgsvolk door den landvoogd Johan van Oostenrijk afgedankt worden.
Afschrift in omslag 3 N° iO.
1580, 21 April. De gedeputeerden van het overkwartier verzoeken den landvoogd, de stad Roermond van de twee kompagniën Italiaansche krijgslieden te ontlasten en haar van eenen gouverneur te willen voorzien, die inboorling is of ten minste in de omstreken te huis behoort.
In margine bevindt zich het antwoord van den landvoogd.
Orig. fr. in margine get. ; Alexandre par ordquot; de son Exc' get. : Verreyken , in omslag 3 N0 tl.
1581, 29 Januarij. De heer van Esneu , gouverneur der stad Roermond en van het overkwartier, geeft aan den landvoogd de middelen aan om in de zwarigheden te voorzien, die zich dagelijks meer en meer voordoen in het onderhoud van het garnizoen in dat kwartier, dewijl het platte land, door de langdurige contribution en schattingen, ook van de zijde der vijanden, zijne verwoesting nabij is.
Afschrift in omslag 3 N* 14.
1582, 15 Januarij. Otto van den Bilandt, heer te Rheijdt en Brempt, schrijft aan den scholtis van het ambt Montfort, om hem te bedanken voor zijne pogingen om
- 127 -
hem de schade te doen vergelden, welke hij geleden heeft. Deze schade was ontstaan doordien hij aan de bevelen van de staten van het hertogdom Gelder, om hun verbond te onderteekenen , geweigerd had te voldoen. Deswege hadden de staten twee vendelen knechten naar Brempt gezonden ten einde zijn huis en dorp in te nemen, om hem zoodoende tot gehoorzaamheid te brengen; daarop is Blasius van Vegersheim, opperste luitenant van Pol-weiler, gouverneur van Roermond , uitgevallen. heeft hen uitgedreven, en daar zij aan het krijgsvolk van Z. M. geen schade toebrengen mogten , hebben zij het dorp. buis, hof en molen in brand gestoken, die hem jaarlijks 700 brab. guldens opbragten.
Orig. geleekend ; Olio van den BHandt, herr zu, Reid und Brempt, in omslag 2 N° 42.
1583 , 5 April. De gedeputeerden van het overkwar-tier van Gelderland rigten een verzoekschrift aan den landvoogd, strekkende: om de privilegiën des lands te doen eerbiedigen en te zorgen dat de burgers en plattelandsbewoners niet meer gevangen genomen, gerantsoeneerd en afgeperst worden, onder voorwendsel van iets tegen het militair bevel of regt bedreven te hebben ; om den koninklijken raad in Gelderland te behouden en aan dezen de jurisdictie over de gemelde misdrijven op te dragen; om de besoldiging van de bijzondere gouverneurs en bewaarders der steden te verminderen, de leeningen der bevelhebbers, kapiteins en overige soldaten op een maan-delijksch bedrag te bepalen , dien bevelhebbers te gelasten om de leeningen over de hoofden te verdeelen , en hun te verbieden den koninklijken raad in de uitoefening zijner functiën hinder aan te brengen; de behoorlijke opvolging der plakkaten tegen de vrijbuiters te bevelen,
17
— 128 -
en deze niet te rantsoeneeren, maar met den koorde te straffen; voorts om aan de bevelhebbers der forteressen te verbieden de plalteiandsbewoners, tot arbeid daaraan, op te roepen, maar wanneer zulks noodig bevonden wordt daartoe eenen bijzonderen commissaris te benoemen, en orde te stellen in de proviandering dier forteressen, welke bij iedere garnizoensverandering op nieuw opgelegd wordt; aan de plattelandsbewoners de vergunning te verleenen hunne koopwaren in alle plaatsen ter markt te mogen brengen, onverschillig of die zich onder de gehoorzaamheid van Z. M. of in handen der vijanden bevinden, en eindelijk aan den superintendent van Roermond te verbieden zich met de licenten en contributiën in te laten, maar zulks aan de personen, die daarover gesteld zijn , over te laten. In margine bevindt zich het antwoord van lt;]en landvoogd.
Orig. fr. in margine get. : Alexandre par ordquot; Verreyc-ken , in doleanlién en orders deel VI blad 1-4.
1583, 5 April. De gedeputeerden van het overkwar-tier rigten een verzoekschrift aan den landvoogd, strekkende: om het land te ontlasten van de kompagniën kavallerie en lanciers, die het geheele verval der stad Roermond en omliggende plaatsen veroorzaken; het bedrag te willen bepalen der leening die iedere maand aan de kapiteins, vaandrigs en soldaten moet verstrekt worden, en een persoon te willen aanwijzen om die leeningen te verdeelen , wanneer de een of ander kapitein zulks mogt weigeren; voorts andere middelen aan te wijzen tot de betaling van den gouverneur van Roermond, omdat de licenten en contributiën te weinig opbrengen, daar de handel weinig zaken doet, en de plattelandsbewoners, wegens de groote ondragelijke lasten weinig kunnen opbrengen; om de gouverneurs,
- 129 -
superintendenten of andere personen, die door den landvoogd met de eene of andere commissie belast worden, te noodzaken, hunne lastgeving aan den raad van Gelderland te vertoonen, alvorens tot de uitvoering daarvan over te gaan; te verbieden dat de zaken, welke onder de jurisdictie van dien raad beboeren, voor een ander geregtshof getrokken worden en aan den gouverneur de Warluzel te bevelen den gewonen eed in handen van den landvoogd af te leggen.
Orig. fr. in margine geteekend ; Alexandre par ord' Verreyeken, in doleantiën en orders , deel VI blad 5 en 6.
1584, 30 Augustus. De rekenkamer te Roermond geeft eene verklaring van de heergewaden en andere geregtigheden staande tot de beleening zoo van Zulphen-sche, Geldersche als andere leenen van het vorstendom Gelre en graafschap Zutphen; van hetgene men wegens togten, belastingen en conflrmatiën schuldig is, zoo als ook wat men betalen moet voor inzage en extracten uit de leenboeken.
Afschrift in omslag 2 Nquot; 16.
1586, 24 November. Koning Filips schenkt gratie aan Johan van Savelandt wegens eenen in 1584 te Roermond beganen manslag op Johan Ruijss.
Orig. perk. zegel verloren , in doos 3 N0 10.
1587, 3 Januarij. De landvoogd Alexander van Parma, berigt aan den ridder Cigoigne, gouverneur van Roermond, dat hij van die van Luik klagten ontvangen heeft over de conlributiën , waarmede de onderdanen van het land van Horn dagelijks door hem bezwaard worden; hij beveelt hem namens Z. M. daarmede op te houden en hen voor het vervolg te sparen.
Orig. gel. ; Alexandre, in omslag 3 N0 27.
- 130 -
1588, 15 Augustus. Florens, graaf van Barlaimont, prins van Espiooy, dagvaardt, namens den landvoogd Alexander van Parma, zijnen oversten luitenant Melchior Sehenna, om zich te komen verantwoorden aangaande zijn verzuim in de verdediging der stad Axel, welke daardoor in Julij 1586 in handen van den vijand gekomen is.
Orig. get. : Florenls graff zit Barlaymont, Prints tu Espinoy, met zijn opgeplakt zegel, in omslag 3 N0 31.
1588, 20 December. Graaf Ernst van Mansfeld verklaart dat, nadat hij de stad en het huis Wachtendonk veroverd had, hij burgemeester, schepenen , raad, ingezetenen en burgers wederom onder de protectie van den koning heeft aangenomen, zoodat zij in hunne huizen bij vrouw en kinderen mogen verblijven, alle vroegere excessen zullen ophouden en vergeten worden, de decreten en contracten bij de gerigten gegeven in hunne waarde zullen blijven, en het land bij zijne privilegiën, vrijheden en oude gewoonten zal gehandhaafd worden , mits die ingezetenen zich voortaan als getrouwe onderzaten des konings zullen gedragen.
Afschrift in omslag 1 N0 41.
1590, 20 October. De waarnemende landvoogd schenkt, op het verzoekschrift van de geërfden, zoo geestelijken, adellijken als landlieden uit de steden Roermond, Venlo, Gelder, Stralen, Wachtendonk en uit de ambten Kessel, Kriekenbeek en Montfort, in het overkwartier gelegen, kwijtschelding van hunne achterstallige contributiën tot en met de maand September van dit jaar, en zulks wegens de overgroote lasten, welke zij in de laatste onlusten hebben moeten dragen tot onderhoud der krijgslieden , als wegens eene menigte andere buitengewone
- 131 -
lasten, waarmede zij bezwaard zijn geworden, onder de Toorwaarde dat zij het verschuldigde over de maanden October en November onmiddellijk voldoen, ten einde daaruit de gendarmerie in dat kwartier kan betaald worden.
Orig. fr. get.: Mansfell, par ord' get. : Parnier , in doleantiën en orders , deel VI blad 9.
1591, 15 Mei. Het hof van Gelderland schrijft aan den landvoogd tegen de benoeming van Willem van Dunsberge , schepen te Zutphen, tot raad costumier in dat hof, welke die betrekking gevraagd heeft, maar de vereischten niet bezit die daartoe gevergd worden; het hof geeft daarbij te kennen dat de raden costumiers steeds adellijke personen geweest zijn, ten getale van vier, welke betrekkingen thans onvervuld zijn, weshalve
a gt; het verzoekt geschikte adellijke personen tot die benoe
ming te mogen voordragen
Afschrift in omslag 2 Nquot; 17.
1592, 10 Maart. De graaf Frederik van den Bergh antwoordt aan ridderschap en steden op hunne letteren, waarbij zij de quota van S' Stevensweert in de contributie van het overkwartier bepalen, dat de vrijheerlijkheid S' Stevensweert niet onder het overkwartier behoort, dat de hertog van Gelder nooit eenig gebod of verbod daarin gedaan heeft tot oplegging van servituten of gehoorzaamheid, en de onderdanen aldaar in contributie of servituten ook nooit met het overkwartier ge-
o meenschap gehad hebben.
Orig. get. : Fred, graiff zu den Bergh , in omslag 3 Nquot; 19.
1592, 27 April. Ridderschap en steden van het overkwartier schrijven aan den magistraat van Erkelens dat hunne quota in de reispenningen, welke van hen door den
- 132 —
magistraat van Roermond gevorderd werd, en waarop deze een weigerend antwoord ontving, niet tot nut en voordeel der stad Roermond, maar tot welvaart van het geheele overkwartier en tot verhoeding van verder onheil en schade moet dienen. Zij verzoeken derhalve die quote over te maken, ten einde de van hooger hand verzochte executie te voorkomen.
Minute in omslag 3 N0 17.
1592, 30 Augustus. De landvoogd Alexander van Parma herigt aan ridderschap en steden van het overkwartier dat ridder Cigoigne, in garnizoen te Roermond,
zich beklaagd heeft dat het garnizoen niet alleen , maar ook de honderd soldaten die hij naar Friesland tot hulp gezonden heeft zeer behoeftig zijn, doordien de licenten zeer weinig opbrengen en het platteland niets oplevert van hetgene men hem beloofd heeft om hen • ^
te onderhouden; hij spoort hen aan om onverwijld daarvoor te zorgen opdat die soldaten in goede krijgstucht kunnen onderhouden worden.
Inliggend het antwoord van ridderschap en steden.
Orig. fr. get. : par ordonnance de son altesse ne pou-vant signer pour sa blessure, Levasseur, in omslag 3 N0 16.
1592, 6 September. Jaspar van derLippe, genaamd Hoen en Johan Christoffel van Wylich, beiden heeren van de heerlijkheid Grubbenvorst, klagen aan ridderschap en steden dat in een geschil ontstaan tusschen Caspar van Keverbergh ter eenre , en de schepenen, geërfden en tgt;
ingezetenen dier heerlijkheid ter andere zijde, aangaande onbetaalde contributie door den eerstgenoemde, door kanselier en raden van Gelderland eene beslissing is gegeven , waartoe zij onbevoegd zijn.
- 133 —
Aan het slot bevindt zich het antwoord van ridderschap en steden.
Orig. get. : Bosman . in omslag 3 N0 29.
1593, 29 Januarij. Maria, gravin weduwe van den Bergh, geboren gravin van Nassau en Catzenellebogen enz., verzoekt aan kanselier en raden van het vorstendom Gelder en graafschap Zutphen om de aangevangene executiën in de vrijheerlijkheid van S* Stevensweert, wegens betaling van contributiën aan het overkwartier, te schorsen, opdat zij gelegenheid hebben kan hare documenten op te sporen , die haren vrijdom bewijzen.
Afschrift in omslag 3 PJ° 20.
1595, 30 Junij. Ridderschap en sleden, representerende de stalen van het overkwartier, zenden een verzoekschrift aan den landvoogd, waarin de punten vervat zijn, die dienen moeten om verligting aan de onderzaten te bezorgen, opdat zij den bedestuir kunnen opbrengen, welke onlangs, ten bedrage van zes duizend gulden, per drie maanden, voor één jaar is ingewilligd, en dienen moet om de garnizoenen in dat kwartier te helpen onderhouden.
Orig. in margine bevindt zich het antwoord van den landvoogd , get. : de Fuenles , door ord1' get.: Verreycken , in Doleanliën en orders deel VI blad 10 lol 18.
1596, 22 Januarij. De stadhouder, graaf Herman van den Bergh, schrijft aan ridderschap en sleden van het overkwartier, dat hij ten overvloede overtuigd is van het onvermogen van dat kwartier, dat hij zulks ook meermalen aan de landvoogden heeft onder het oog gebragt, en op vermindering aangedrongen, weswege hij zelf in ongenade gekomen is; hij spoort hen thans aan om de 2000 gulden per maand, tot onderhoud der rui-
terij te voldoen, waarmede hij denkt deze in goede krijgstucht te kunnen houden en alle ongeregeldheden af te schaffen, terwijl, bij gebreke van dien hij genoodzaakt is den ruiters ieder hun kwartier aan te wijzen, hetwelk voorzeker nog grootere bezwaarnissen en schade zal veroorzaken.
Orig. geteekend : Herman Grave zu dem Bergh, met bijlagen, in omslag 1 Nquot; 40.
1596, 25 April. Bidderschap en steden van het over-kwartier klagen aan het hof van Gelderland, dat boven en behalve de laatst ingewilligde bedesluir, in dit jaar nog over de tien duizend gulden zijn opgebragt moeten worden, zonder hun voorloopig consent, tot betaling der ruiters, die gedeeltelijk buiten dit kwartier gelegen hebben; dat zich nog twee uitleggers op de Maas bevinden, welke, niettegenstaande de resolutie van den landvoogd, de paarden der oeverbewoners nemen om voor de opkomende schepen te spannen; zij verzoeken tevens dat de gaande en komende konvooijen verhinderd worden zich op het platteland neder te slaan, alwaar zij de huislieden berooven en uitteeren; dat de uitvallen der garnizoenen worden tegengegaan en den kapitein, tot bewaring van het huis Arssen, last gegeven worde om zijne onderhoorige soldaten in betere tucht te houden en de onderdanen van die heerlijkheid , niet boven hunne quote in de beden, te belasten; te willen zorgen dat de resolutie van den landvoogd aangaande het doen van rekening door de collecteurs der contributiën achtervolgd worde; dat voortaan de landregten behoorlijk worden nageleefd; dat de momboir geen inbreuk make op de regten der onder- en pandheeren en niet vangt en spant in de heerlijkheden en ambten; voorts ook aan de ambt-Heden te verbieden om in hunne jurisdictie ingrijpen te
- 135 -
doen, anders dan van oudsher gebruikelijk is; voor de opengevallen plaats van costumieren raad, volgens oud gebruik, eenen adellijken inlandschen persoon te doen , benoemen en geen vreemden ; te willen bevorderen, in
gevolge ordonnantie van den landvoogd , dat het drostambt Gelder door den drost, den heer van Wijswijlre, in persoon bediend worde, en eindelijk dat voortaan geene middelen van dit kwartier daar buiten worden aangewend , maar om de kwartieren van Bommeler- en Tielerwaard tot 's Hertogenbosch toe, alsook die van Maas en Waal, als van ouds het land van Gelder aan-hoorig, nu onverdeeld bij dit overkwartier te doen blijven , en de opbrengst van die landen ook daaraan te stade te doen komen.
Orig. get. : Bossman. In margine bevindt zich het antwoord van het hof, get. : Pybes , in doleanliën en orders, * deel VI blad 20 lot 22.
1596 , 27 April. Ridderschap en steden van het overkwartier geven eene instructie aan Hendrik van den Bijlandt, heer te Walbeek en Dederik van Westrum, ten einde zich als hunne gedeputeerden naar den stadhouder te Rijnberg te begeven en hem het volgende voor te houden: Daar men behalve de ingewilligde bedestuir met ettelijke groote sommen bezwaard is geworden, behalve de bezwaring welke door de excursiën en roo-verijen van het garnizoen geleden is, te verzoeken, dat boven de thans ingewilligde bede geene andere imposi-tiën gevorderd worden , opdat het land niet geheel bedorven en verlaten worde ; te verzoeken dat de onderdanen van het ambt Gelder, Walbeek en anderen van de overmatige brandstoffen, voor de kapiteins en officieren te leveren, bevrijd worden; dat de kapiteins van de
i J
- 136 -
twee uitleggers op de Maas bevel ontvangen om de oeverbewoners niet meer lastig te vallen en hunne paarden niet meer te bezigen , ook den overigen kommandanten te gelasten betere orde op de konvooijen te stellen ; den kapitein Punder op het huis Arssen aan te bevelen zijne onderhoorige soldaten het uitloopen en stroopen te beletten en de onderdanen van die heerlijkheid niet boven hunne quote te bezwaren ; het verzoek van Gelder, Stralen en Wachtendonk, die met ruiters zwaar belast zijn, in te willigen om hunne quote in de tegenwoordige bede daartoe te mogen aanwenden ; om aan die van Erkelens hunne quote tot betaling der kosten van hun garnizoen te laten ; aan die van Roermond te veroorloven om de kosten en servitiën van hunnen gouverneur, sergeant majoor en andere krijgskosten, daarop te laten korten èn aan die van Venlo afslag te verleenen wegens de landerijen in het veen, welke zij niet bebouwen kunnen. Voorts de kwartieren van Bommeler- en Tieler-waard. Maas en Waai, Biest en Renooi, met het over-kwartier vereenigd , en de opbrengst daarvan ook daaraan te laten; de in het overkwartier opgebragte penningen niet daar buiten aan te wenden ; de afpersingen en overvallen der gemutineerden van Thienen in het land van Kessel tegen te gaan en de Hongaarsche en Turksche ruiters, die het land van Montfort uitteeren, te verwijderen ; tot de opengevallene betrekking van costumieren raad eenen inlandschen adellijken persoon te benoemen en den drost van Gelder, den heer tot Wijswijlre, tot het in persoon bedienen van zijn drostambt te noodzaken.
Stadhouder in margine , gel.: Herman grave zu dem Bergh, in Doleanliën en orders , deel VI blad 24 tol 27.
1596, 13 Mei. Ridderschap en steden van het overkwartier doen het voorstel aan den stadhouder om, in
- 137 —
plaats der gevraagde 30,000 gulden, eene bedestuir in te willigen van 24,000 gulden, in vier termijnen te voldoen, van drie tot drie maanden.
In margine antwoordt de stadhouder, dat de geheele gevraagde som noodzakelijk is voor het onderhoud der ruiters in het overkwartier, en wanneer die niet toegestemd wordt hij dan genoodzaakt is den ruiters hun kwartier aan te wijzen, hetwelk tot veel meer zwarigheden aanleiding zal geven.
Orig. in margine , geteekend : Herman Grave zu dem Bergh, en een afschrift iu omslag 3 Ne 12.
1596 , 30 Junij. Ridderschap en steden van het overkwartier geven aan den aartshertog Albert te kennen, dat zij reeds voor een Jaar verzoekschriften hebben overgelegd, waarvan het behoud van het overkwartier en zijne arme inwoners afhangt, en welke tot advies van den raad, de rekenkamer in Gelderland en van die van financiën gezonden zijn , maar waarop tot dusverre nog geene beslissing gevolgd is, alhoewel deze adviezen reeds eenen geruimen lijd ingezonden zijn ; zij verzoeken derhalve dat het Z. H. behagen moge daarop eene resolutie te nemen, die tot bevordering Zr M' dienst en tot rust dezer landen moge strekken.
Orig. fr. met hel antwoord van den aartshertog in margine, get. : Albert Carl' par ord0 get. : Vcrreycken, in DoleanliCn en orders, deel VI blad 29 tot 32.
1596, 5 September. Het bureau van financiën te Brussel deelt aan ridderschap en steden van het overkwartier mede, dat het op de vergunning van den aartshertog om de contributiën, welke in Gelderland ge-ligt worden , te doen strekken tot subsidie van dat land, aan Johan Grootveld, ontvanger der contributiën van de
- 138 -
Over- en Nederbetuwe belast heeft voortaan ook de contributiën in te vorderen van den Bommeler- en Tielerwaard, Maas en Waal, Biest en Renooi, op dezelfde wijze als zulks tot dusverre door Thomas Maes , ontvanger te 's Hertogenbosch , verrigt werd en de penningen te bezigen tot onderhoud van de krijgslieden, in het overkwartier garnizoen houdende, en zulks ter ordonnantie van den graaf Herman van den Bergh, volgens het bevel, dat deze daaromtrent van den aartshertog heeft ontvangen.
Orig. fr. geteekend : Charles (VArenhcrg , Peerewairt, d'Overloepe, in Doleanliën en orders, deel VI blad 33.
1596, 13 September. Ridderschap en steden van het overkwartier geven aan den aartshertog te kennen dat zij in de maand Mei II. met die van Weert eene bede hebben toegestemd van dertig duizend gulden per maand gedurende een jaar, waartegen hun beloofd werd dat geene buitengewone lasten meer zouden worden opgelegd ; dat zij thans evenwel bezwaard zijn geworden met twee kompagniën ruiters behalve die van den graaf Hendrik van den Bergh, waarvan het onderhoud zeven duizend gulden per maand bedraagt; zij verzoeken daarvan ontlast te worden. Voorts berigten zij dat in weerwil van het uitdrukkelijk verbod van de rekenkamer te Roermond aan de pachters der domeinen in de voogdij van Gelder om de helft van de inkomsten daarvan, tot dusverre door de rebellen getrokken, nog in hunne handen te voldoen, maar deze in de kas van den ontvanger van Z. M. te doen vloeijen, die rebellen juist het tegenovergestelde bevel hebben doen verkondigen , zoodat die pachters thans niet weten hoe zij zich te gedragen hebben ; ridderschap en steden verzoe-
- 139 -
ken den landvoogd om daaromtrent een besluit te willen nemen.
Orig. fr. met het antwoord van den aartshertog io margine, geteekend ; Albert Car' par ord° get : Verreyeken in Doleantiën en Orders, Deel VI blad 35 en 36.
1597, 26 Maart. De stadhouder berigt uit Brussel aan kanselier en raden van Gelderland dat hij meermalen aan den landvoogd te kennen gegeven heeft het onvermogen van het Roermondsch kwartier om maandelijks tot onderhoud der ruiters de som van vier duizend Garolus guldens optebrengen, en aangehouden heeft om die ruiters te doen vertrekken of de middelen tot hun onderhoud te verschaffen; waarop de landvoogd den raad van state en financiën , ter fine van advies , bij elkander geroepen heeft, welke het voorstel deden om dat onderhoud in contributie te stellen; hij heeft daartegen zijne bezwaren doen gelden , maar het besluit van den landvoogd, in dien zin genomen, niet kunnen tegengaan , zoodat hij hen thans in kennis stelt van dat besluit waarbij bepaald is dat iemand zal gedelegeerd worden om deze contributie te innen, welke hij vreest dat boven de vier duizend gulden zal bedragen, daar maandelijks voor die ruiters een bedrag van acht duizend gulden benoodigd is.
Orig. get.: Herman grave zu detn Bergh, in omslag 3 N0 21.
1597, 5 Julij. Bidderschap en steden van het over-kwartier schrijven aan den aartshertog dat zij aan zijn verzoek om eene bede toe te staan van vier duizend gulden per maand, voor het onderhoud der garnizoenen in dit kwartier, voldaan hebben; dat zij thans berigt krijgen dat deze som niet aangenomen, maar aanmerkelijk verhoogd is , en dat men die tegen hunnen wil
- 110 -
bij wijze van contributie en gewapenderhand wil doen invorderen ; dat zulks niet alleen met hunne privilegiën, maar ook met de eer en goeden naam van Z. H. strijdig is en niet kan aangeraden zijn dan door eenige ministers, die weinig genegenheid aan het land toedragen ; zij verzoeken derhalve dat daarop worde teruggekomen en de door hen ingewilligde som worde aangenomen. Tevens melden zij dat de gouverneur van Grave 25 karren en veertig manschappen in het land van Kessel gevorderd heeft om gedurende vijf achtereenvolgende maanden aan de fortificatiën dier stad te komen werken ; dat in het voorgaande jaar besloten werd dat de ingezetenen van het overkwartier niet meer daar buiten zouden gevorderd worden, en zij alzoo verlangen dat dit bevel wordt ingetrokken en die ingezetenen voorlaan deswege niet meer bezwaard worden; voorts verzoeken zij dat die van Gelder niet meer buiten hun ressort gedagvaard worden, en dat voortaan de brieven over landsaangelegenheden ; niet meer aan de schollissen of particuliere ofücieren maar aan stadhouder, kanselier en raden gezonden worden.
Orig. fr. mei het antwoord van den aartshertog in margine , get : Albert Car1 par ordc get : Verreycken , in Doleanliën en orders , deel VI blad 37 lot 39.
1597, 5 Julij. De aartshertog Albert geeft, op het beklag van de staten van het overkwartier, te kennen dat hij niet zal toelaten dat aan de gewoonten en privilegiën van het land zal te kort gedaan, noch dat de inwoners daar buiten gedagvaard zullen worden.
Geaulh. afschrift geteekend ; Dyesius in omslag 3 N' 5.
1597, 14 December. De generale staten te Brussel rigten een schrijven aan den koning van Spanje, in antwoord op zijne letteren van 10 Sept., waarin hij hun
- 141 —
kennis geeft van het voorgenomen huwelijk van de infante van Spanje met den aartshertog Albert van Oostenrijk, en van den afstand der Nederlanden aan beiden.
Afschrift in omslag 3 i5.
1598, Stadhouder, kanselier en raden des vorstendoms Gelder, verschillende klagten ontvangen hebbende van ingezetenen van het overkwartier aangaande de onredelijke handelingen van den vijand , het dagelijksch vermeerderen der gevergde contributiën en het vorderen van nieuwe lasten, bevelen eenige der voornaamste leden van de ridderschap en gedeputeerden van de steden Roermond en Venlo bij elkander te roepen, ten einde daarover te beraadslagen.
Minnte in omslag 3 IS° 28.
1598, Januarij. Venlo, Gelder, Stralen, Erkelens, Kriekenbeek, Middelaar, Montfort en Kessel geven aan ridderschap en steden hunne bezwaren te kennen over de al te groote contributiën , die zij moeten opbrengen.
Ridderschap en steden stellen den stadhouder in kennis met die bezwaren.
Orig. en minute in omslag 2 N° 28.
1598. 4 Januarij. De staten van het overkwartier schrijven aen den aartshertog Albert, dat zij de brieven van Z. M. den koning en den prins van Spanje dd. 10 September II. hebben ontvangen, weswege zij hem hunne gelukwenschen doen toekomen : Zij berigten zeer ingenomen te zijn met zijn voorgenomen huwelijk met de infante van Spanje zoo als ook met den afstand der Nederlanden aan beiden.
Minute in omslag 1 Nquot; 33.
- 142 -
1598, 15 Januarg. Ridderschap en steden klagen aan het hof van Gelderland dat sedert eenige jaren de renten op de domeinen van Z. M. in het vorstendom Gelre gevestigd niet zijn uitbetaald geworden, hetwelk de bezitters daarvan in ongelegenheid brengt, weswege zij verzoeken dat daarin ten spoedigste moge worden voorzien.
Minute in omslag 2 N0 18.
1598, 15 Januarij. Ridderschap en steden van het overkwartier geven aan het hof van Gelderland te kennen dat sedert eenige jaren eenige rekenmeesters van de Hollandsche rekenkamer zich in Roermond bevinden met het doel om toezigt te houden op die zaken , die onder de kamer van Holland ressorteren; dat zij thans evenwel ook kennis van Geldersche zaken nemen, en zich meer veroorloven dan de Geldersche rekenmeesters zeiven; zij verzoeken dat daarin naar behooren voorzien worde.
Minute met bijlagen daartoe betrekkelijk in omslag 2 N0 19.
1598, 17 Februarij. Stadhouder, kanselier en raden in Gelderland maken, op verzoek van ridderschap en steden, eene ordonnantie tot het heffen der schattingen op het platteland.
Afschrift in omslag 2 N0 20.
1598, 23 February. Ridderschap en steden van het overkwartier verzoeken den aartshertog eenig geld te willen zenden aan de gemutineerde soldaten der slad Gelder, opdat de gewelddadigheden door hen gepleegd mogen ophouden; om te zorgen dat er voor goed een einde gemaakt worde aan de vorderingen van den gouverneur van Grave om de ingezetenen tot arbeid aan de
I
— 143 —
fortificatiën te noodzaken; zrj geven voorts te kennen dat terwrjl het rijk en schependom van Nqmegen , het land van Maas en Waal en de Over- en Nederbetuwe tot het werken te Grave verpligt worden. de vijand, om hen daarvan te bevrijden, wederwraak op het overkwar-tier pleegt, en dat onlangs, toen de graaf van Meurs op acht honderd gulden per maand tot onderhoud Zr M' krijgslieden aangeslagen werd, de vijanden, die de stad Meurs bezet hielden, eene dergelijke vordering aan het overkwartier gedaan hebben.
Orig. fr. met hel antwoord van den aartsherlog in mar-gine , gel.: Albert Car1 par ord' get.: Lcvasseur, in Do-leanliën en orders , deel VI, blad 41 en 42.
1598, 8 Augustus. De stadhouder schrijft uil Brussel aan Ridderschap en steden van het overkwartier dat hij met leedwezen uit hunne brieven de wanordelijkheden vernomen heeft, die door het garnizoen van Gelder gepleegd zijn; hij heeft daarvan onmiddelijk aan den landvoogd kennis gegeven , die aan den gouverneur van Gelder geschreven heeft om zijne onderhoorige krijgslieden in betere krijgstucht te houden ; dat het hem onmogelijk is op dit oogenblik aan alle krijgslieden eenig geld te doen toekomen , maar dat binnen kort in alles voorzien zal worden.
Orig. gel. : Herman grave zu dem Bergh , in omslag 3 N* 22.
1598, 25 Augustus. Akte van non-prejuditie, gegeven door den aartshertog Albert aan de gedeputeerden van het overkwartier wegens hunne verschijning te Brussel om tegenwoordig te zijn bij de voltrekking van de cessie en het transport der erfnederlanden aan de Infante
19
— 144 -
Isabella Clara Eugenia , oudste dochter van den koning van Spanje, zijne toekomende gemalin.
Orig. get : AlbeH, door ordie get. : Verreycken , in Doleanliën en orders , deel VI , blad 42bls.
1598, 3 November. Ridderschap en steden van het overkwarlior schrijven aan den aartshertog dat de onderdanen nooit mei eenige contributie belast zijn geworden, die niet door de staten van het land ingewilligd was; dat zij door de beloften van Z. H. en zijne ministers, de hoop gekoesterd hadden weldra van die onbillijke en gewelddadige contributie bevrijd te worden, maar tot dusverre geene verzachting bekomen hebben , in tegendeel door den laatsten doortogt en 't verblijf van het leger, zoodanig tot ondergang gebragt zijn, dat de arme landbewoners geen brood hebben om te eten , geen zaad om hunne landerijen te bezaaijen , geen hooi of stroo om hun vee te voederen, daar dit door den moedwil der militairen is verloren gegaan; dat daarenboven de ontvanger Ido Gramaye hen met de militaire magt voor de contributiën doet executeren en hen allerhande slechte bejegeningen doet ondergaan , zonder eenig medelijden te hebben met hunne blijkbare armoede en on-magt, die niets dan verloop en algemeene droefheid aan de arme onderdanen kan te weeg brengen, die steeds alles gedaan hebben en nog bereid zijn te doen, volgens hunne kleine middelen , om tot de noodzakelijkheden van hunnen prins bij te dragen; ridderschap en steden ver-ioeken dringend de noodige bevelen te geven deze vervolgingen door de krijgslieden te doen ophouden, en deze voortaan op te dragen aan de officieren van ieder dorp zoo als zulks steeds heeft plaats gehad
Orig. fr. met het antwoord van den waarnemenden landvoogd Andreas in margine, get. : Andre par ord' Verreycken, in Doleanliën en orden, deel VI, blad 43.
- 145 -
1598, 25 November. De gouverneur der stad Nijmegen en de gedeputeerden van het Nijmeegsch kwartier, schrijven aan Filips van Bentinck, heer te Bycht, dat de onderdanen van het land van Montfort, die te Nijmegen gevangen gehouden worden, daar moeten verblijven ; niet alleen tot de voldoening van hetgene dat land; over het afgeloopen jaar in den dienst van de fortificatie der stad Grave verschuldigd is, maar voornamelijk tot dat ïij , die uit het rijk van Nijmegen en uit de ambten van Maas en Waal, Over- en Nederbetuwe, te Grave gehouden worden, voor zekeren nieuwen dienst, dien de gouverneur dier stad, van dat rijk en ambten vordert, losgelaten zullen zijn ; en wel tot dat die dienst vervolgens ten laste van het overkwartier zal zijn overgegaan.
Orig. ter ordlie get. : de Hardt in omslag 2 N0 49.
1598, 21 December. De gezamenlijke gedeputeerden van het Nijmeegsch kwartier maken eene provisionele transactie met de afgezanten van ridderschap en steden van het overkwartier aangaande den dienst, door den gouverneur der stad Grave in dit jaar op nieuw gevergd van het rijk van Nijmegen en het ambt van Maas en Waal, waarover proces gerezen was. Het land van Kessel en het overkwartier zullen te Grave de som van 3312 gulden 8 stuivers, alsmede de kosten, die van belde zijden gerraakt zijn, voldoen, en de huislieden, die binnen Grave uit het ambt van Maas en Waal met hunne beesten gehouden worden, ontslaan, waartegen dan ook zullen ontslagen worden degenen, die uit het land van Kessel en het overkwartier bij executie naar Nijmegen gebragt zijn.
Orig. geteekend : Ch. Schenck vort Nidecken, Walraven van Wyllenhorsl, Guido van Malsen, Ded. van der Li pp gênant Hoen, N. de Fronhoven, Arnlwlt van Grunevelt, Cornelis van Ghent, Rocdolff van Kroiek, Lodewyck van Drakei, Yon Kelffken. In omslag \ N0 36.
1599, 12 April. De gedeputeerden van het Nijmeegsch kwartier schrijven aan Filips van Bentinck, heer te Bycht, over de wederzijdsche gevangenen voor den dienst te Grave, en beklagen zich over de niet-uitvoering van de dienaangaande in het afgeloopene jaar gesloten overeenkomst.
Orig. ter ordlie geteekend : de Hardt in omslag 2 Nquot; 50.
1599, 19 Junij. Filips van Croy schrijft aan de generale staten te Brussel dat de aartshertogen bereids te Genua zijn aangekomen en zich zonder tijdverlies naar hunne staten begeven.
Afschrift in omslag 1 N0 30.
1599, 25 Junij. De griffier der staten van Brabant zendt aan de staten van het overkwartier afschrift van een schrijven van de aartshertogen dd. 6 Junij 1599, waarbij deze kennis geven van hun voltrokken huwelijk en van hunne spoedige aankomst in deze landen.
Orig. get.: Ph. Masius met bet vermelde afschrift, in omslag 1 N0 29.
1599, Julij. Stukken betrekking hebbende tot de aankomst van den aartshertog Albert met de infante Isabella in deze Nederlanden.
Orig. en afschriften in omslag 2 N0 9.
1599, 18 Augustus. De raad van state berigt aan de staten van het overkwartier dat de aartshertog en de infante eerstdaags uit Spanje in de Nederlanden zullen aankomen ,rquot; en geeft bevel op de gewone wijze afgevaardigden naar Brussel te zenden, ten einde de infante
1
- 147 -
bij hare aankomst geluk te wenschen en haar als wettige souverein en natuurlijke prinses te huldigen.
Orig. fr. geteekend : Verreycken in omslag 1 Nquot; 16.
1599, 20 Augustus. Reinier van Rijswick schrijft aan den Magistraat van Roermond aangaande den Litschen tol, en zendt voor het klooster van Godsweerd aldaar de brieven van décharge, waarmede zij de honderd gulden, die zijne hoogheid hun toegestaan heeft, kunnen ontvangen.
Orig. geteekend : Reinier van Rijswick, in omslag 2 Nquot; 4.
1599, 22 Augustus. De griffier der Staten van Brabant schrijft aan de staten van het overkwartier, dat volgens besluit van den hove de provinciën afgevaardigden zullen zenden om de aartshertogen bij hunne aankomst te verwelkomen , maar dat de inhuldiging en de eeden nog eenigen tijd zullen worden opgeschort; ook denkt hij niet dat van wege de staten van Brabant hun eenige vereering zal gedaan worden, maar dat uit dit collegie eene deputatie benoemd is om hen aan de Brabantsche grenzen te ontvangen.
Orig. get. ; Philip Masius in omslag i N0 31.
1599, 22 Augustus. Reinier van Rijswick schrijft uit Brussel aan de staten van het overkwartier dat de aartshertogen door iedere provincie in 't bijzonder zullen gecomplimenteerd worden en de bijeenkomst der generale staten voor ééne maand è zes weken is uitgesteld.
Orig. geteekend : Reinier van Rijswick, in omslag 1 N0 37.
1599, 22 Augustus. De stadhouder Herman van den Bergh berigt dat hij van den staatsraad van Brabant
— 118 —
bevel ontvangen heeft tot het doen vergaderen der staten van Gelderland.
Orig. get. : Herman conté de Bergh et marquis de Bergh, in omslag 2 N° 74.
1599, 11 September. De gedeputeerden van ridderschap en steden van het overkwartier schrijven een felicitatiebrief aan de aartshertogen wegens hunne gelukkige aankomst en hun voltrokken huwelijk; zij verontschuldigen zich dat zij bij deze gelegenheid geene afgevaar-digden[daartoe hebben gezonden, omdat zij de noodzakelijke middelen tot die bezending zoo spoedig niet konden bij elkander brengen , en omdat de wegen door het Duitsch krijgsvolk onveilig gemaakt zijn, welk krijgsvolk in het ambt Kessel groote hostiliteiten gepleegd heeft.
Minute, par ord' get. : Dulcken in omslag 1 N0 27'
1600. Lijst van de quote, die iedere provincie afzonderlijk vroeger in de ingewilligde bede moest bijdragen, en de verdeeling daarnaar der som van 306,401 gulden tusschen die provinciën.
Afschrift in omslag 1 N0 6.
1600, 5 Januarij. Ridderschap en steden van het overkwartier rigten een schrijven aan de aartshertogen om hun nogmaals den bedroevenden staat van dat kwartier, veroorzaakt door het lang verblijf vau het leger, doorliet slaan, wonden, moorden en branden, te kennen te geven, zoodat het voortaan menschelijk noch mogelijk is om die lasten te blijven dragen welke hun , ook door inlegering van bovenmatig garnizoen en door de afpersingen en brandschattingen van den vijand, opgelegd worden.
Orig. in margine bevindt zich liet antwoord der aartshertogen , get.: Albert , Isabel, door ordli° get. : Yerrcyc-ken , in Doleantièn en orders , deel VI, blad 49.
— 149 —
1600, 20 Mei. De aartshertogen geven akte van non-prejuditie aan de gedeputeerden van het overkwartier wegens hunne verschijning te Brussel op den 28slen April II. ter aanhooring van en deliberatie over de propositiën, die hun van hunnentwege zijn gedaan geworden.
Orig. get. : Albert, Isabel, ter ord'quot; gel. : Verreycken, in Doleanliën en orders , deel VI blad 52.
1600, 5 Junij. De staten generaal te Brussel schrijven aan de gedepuhcrden van Slaeten gnaele te 's Gravenhage om hun leedwezen te kennen te geven dat zij van elkander gescheiden zijn , daar zij nooit gelukkiger waren dan toen zij onder de regering van éénen prins in rust en vrede leefden; zij koesteren den vvensch dat al het ver-ledene mag vergelen en de middelen mogen beraamd worden om de zoo gewenschte vereeniging te herstellen; tot dat doel stellen zij eene vergadering voor van gedeputeerden van beide kanten en benoemen tot gecommitteerden uit hun midden de heeren Gerard van Hornes, graaf van Bassigny, Filips van Bentinck, heer te Bycht en Papenhoven en M' Hendrik de Codt, raad en pensionnaris der stad Yperen, ten einde zich naar 's Gravenhage te begeven om dit schrijven te overhandigen, en verdere pogingen aan te wenden om tot die gelukkige uitkomst te geraken.
10 Junij. Bovengemelde gecommitteerden schrijven aan gedeputierden van Staelen gnaele te 's Gravenhage ten einde spoedig behoorlijke paspoorten te bekomen tot het doel in vorigen brief vermeld.
17 Junij. De staten generaal der Vereen. Nederl. antwoorden op de vorige brieven dat zij met verwondering de superscriptie daarvan gezien hebben daar deze niet op hen toepasselijk is; zij geven te kennen met vreugde
- 150 -
vernomen te hebben dat de staten generaal te Brussel insgelijks bet welzijn der Nederlanden op het oog hebben, hetgene hen de hoop doet koesteren dat deze landen eenmaal van de tirannie der Spanjaarden mogen verlost worden, en vrijheid en welstand daarin mogen wederkee-ren; zij zouden de komst van de gecommitteerden goedgekeurd hebben , ware het niet dat onder de regering van de aartshertogen de verdrukking nog grooter was dan ooit te voren , en die komst niet op autoriteit van die aartshertogen geschiedde, met beloften daarenboven van niets te behandelen wat aan die autoriteit nadeelig zijn mogt; dit nu is met hunne meening strijdig, daar zij alles in het werk stellen om de Spanjaarden de Nederlanden te doen ontruimen, als het eenige middel om rust en welvaart daarin terug te brengen.
Afschrift in omslag \ N0 ■10.
1600, 9 Junij. Lom, gedeputeerde van het over-kwartier te Brussel, schrijft aan de staten van dat kwartier dat de afgezanten, de heer van Bassigny, de heer van Bycht en de pensionnaris van Yperen heden naar Antwerpen vertrokken zijn om met de stalen van Holland, Zeeland, enz. over den vrede te onderhandelen. Hij verzoekt tevens dat hem alle stukken worden overgezonden , die dienen kunnen tot verdediging van 's lands privilegiën , en tegen alle inbreuken zoo van de kanselarij, rekenkamer als anderen.
Orig. geteckend : Lom, in omslag 1 N0 32.
1600, 12 Julij. De aartshertogen Albert en Isabella schrijven een brief van dankbetuiging aan de staten generaal te Brussel wegens de spoedige resolutie op de hun van hunnentwege voorgelegde punten, en hunne beloften om de ligtingen van kavallerie en infanterie in hunne provinciën te bespoedigen, ten einde den vijand
- 151 -
het hoofd te kunnen bieden. Zij geven tevens de verzekering dat zij van hunnen kant alle pogingen zullen aanwenden om hen te vrede te stellen , zoo aangaande de in beslag genomen goederen als aangaande de inbreuken , die op hunne privilegiën mogten gemaakt zijn.
Afschrift in omslag 1 N0 4.
1600, 12 Julij. De aartshertog Albert gelast den stadhouder graaf Herman van den Bergh om de staten van Gelderland zoodra mogelijk te doen vergaderen tot het zamenstellen van twee kompagniën, bestaande uit 500 manschappen uit hunne provincie, en tot die zamen-stelling te benoemen twee kapiteins uit de dapperste en in de krijgsdienst bekwaamste personen.
Geaulhenliseerd afschrift, get. : J. van Ryckenroy Nol', in omslag d Nquot; 7.
1600, 17 Julij De raad van state te Brussel gelast den stadhouder graaf Herman van den Bergh om voor de twee kompagniën, die in de provincie Gelderland voor het nieuw regiment ten laste van de staten van Brabant opgerigt worden , twee kapiteins te benoemen, die inboorlingen van de provincie Gelderland, dapper en in de krijgsdienst bedreven zijn, en hun alle behulpzaamheid te betoonen in het zamenstellen van die twee kompagniën.
Geaulli. afschrift, get. : J. van Ryckenroy Nol', in omslag 1 N0 8.
1600, 27 Julij. Arnold Adriaan van den Bilandt, vrijheer te Rheidt, Filips van Bentinck, heer te Bycht, Godfried van Bocholt, heer te Ottersum en te Bocholt, van wege de Ridderschap, en Johan van Buegel , burgemeester van Roermond, Gerard Creyarts, schepen
20
- 162 —
aldaar, Godart Bijl, burgem' van Venlo en Gerard Luit-gens, burgem' van Gelre, allen gedeputeerden van het overkwartier van Roermond naar de generale staten te Brussel, brengen verslag uit over het aldaar verhandelde aangaande de 4 volgende punten :
1. Of er middelen beraamd kunnen worden om vrede te verkrijgen.
2. Zoo die vrede niet tot stand kan komen , welke middelen men dan zoude kunnen aanwenden om de muiterij en rooverij van het leger te keeren.
3. Of de staten besluiten willen de domeinen te lossen.
4. Om middelen te verschaffen tot onderhoud van de aartshertogen.
Afscbrifl, in omslag 1 N* 17.
1600. 28 Julij. Gerard van Hornes, graaf van Bas-signy, de heer van Bycht en Hendrik de Codt , griffier en pensionnaris van Yperen, als afgevaardigden van de staten generaal te Brussel , geven verslag van hunne onderhandelingen te Bergen-op-Zoom met de afgevaardigden van Holland, Zeeland enz., waaruit blijkt dat geen vrede tot stand kan komen indien de Spanjaarden het land niet verlaten en alle gezag over de Nederlanden niet aan den Koning ontnomen wordt.
Afschrift, in omslag 1 Nquot; il. Vergelijk Wagenaar, Vaderl. Historie, deel IX bladz. 90.
1600, 28 Julij. De ridderschap van het overkwartier stelt hare resolutiën vast aangaande de gevoegelijkste manier, waarop de penningen kunnen gevonden worden, die strekken moeten om de quote der provincie in de door de generale staten ingewilligde bede te voldoen.
29-30 Julij. De afgevaardigden der steden brengen hunne bedenkingen in tegen de voorgaande resolutiën.
Minuien , io omslag 1 N0 38.
- 163 -
1600, 31 Julij. De aartshertogen beschrijven eene vergadering der generale stalen op den 5d,,° Augustus te Gend, in plaats van te Brussel, daar hunne zaken in Vlaanderen hun niet veroorloven die provincie te verlaten.
Afschrift, in omslag 1 N0 18.
1600, 4 Augustus. De ridderschap en steden van het overkwartier gelasten den heer van Bycht , drossart van het land van Montfort en den licentiaat Ryswick, om hen te vertegenwoordigen bij de generale staten te Gend beschreven, en aldaar te kennen te geven dat de staten nog steeds beraadslagen om de bekwaamste middelen op te sporen tot de opbrengst van de voor hen bepaalde quota; voorts om dringend te verzoeken het kwartier slechts een vierde gedeelte of minstens een derde gedeelte te laten betalen, daar er bijna geen dorp wordt aangetroffen dat van de vijandelijke contributie vrij is, dewijl de stad Wachtendonk door den vijand bezet is, waaruit hij dagelijks rooftogten tegen de arme landlieden onderneemt.
Minute, in omslag 2 N0 21.
1600, 26 Augustus. De koning van Spanje schrijft een brief van dankbetuiging aan de generale staten te Brussel voor den ijver en de toegenegenheid, die zij onlangs jegens de aartshertogen aan den dag gelegd hebben, en belooft hun bijstand en bescherming voor de beveiliging hunner bezittingen en familiën tegen degenen, die hun overlast zouden willen aandoen , of hen zouden willen terughouden van hetgene zij aan hunne natuurlijke prinsen verschuldigd zijn.
Afschrift, in omslag 3 N0 7; inliggend het antwoord van de generale staten aan den koning.
— 154 -
1600, 4 September. De staten van het overkwartier maken een verloog tegen de door de staten van Brabant voorgestelde middelen tot de opbrengst der penningen tot onderhoud van het krijgsvolk, welke middelen niet strooken met de vrijdommen en gewoonten in Gelderland.
Afschrift, in omslag \ N0 5.
1600, October. Stukken aangaande eene weigering van jonker Johan van Holthuizen te Beesel om zijnen aanslag in de staatsche contributiën te voldoen.
Orig. in omslag \ N0 26.
1600, 7 October. De staten van het overkwartier maken een vertoog aangaande het bij te dragen gedeelte door dat kwartier in de bede van 300,000 gulden per maand, en geven de voorwaarden te kennen, waarop zij de som willen toestemmen , die zij mogelijk achten te kunnen opbrengen.
Afschrift, in omslag 1 Nquot; 3.
1600, 11 October. De gedeputeerden van het overkwartier verzoeken aan stadhouder, kanselier en raden van Gelderland om de noodige bevelen te willen doen uitgaan tot voltrekking van het plakkaat van 17 Februarij 1598, aangaande de uitzetting der lasten en beden.
Orig. geleekenrd : Dulcken, met het antwoord van stadhouder, kanselier en raden in margine , get : Pybes , en gevolgd door het origineel van vermeld plakkaat , get : Pybes , in Doleanlièn en orders , Deel VI, blad 43 en 46.
1600, 31 October. De gedeputeerden van het overkwartier stellen, op last van de staten , aan de Aartshertogen de volgende punten en voorwaarden ter overweging voor, alvorens hun aandeel in de bede van drie honderd duizend gulden per maand te leveren, als :
- 155 —
Alle steden en ledematen van het kwartier en voornamelijk de heerlijkheid Weert, zullen daarin bijdragen, en niemand hetzij geestelijk of wereldlijk daarvan uitgezonderd zijn; aan hunne quote zal gekort worden alles wat het land gedwongen zal worden te betalen aan de gemutineerden van Weert of anderen, onder voorwendsel van servies, leening van bedden , fouragiën of anderzins, ook hetgene door den vijand zal worden afgeperst , of wel hen laten genieten hetgeen wederkeerig aan den vijand zal worden opgelegd, of hun de vergunning verleenen eigenmagtig over de vijandelijke kwartieren een bedrag naar hun goedvinden om te slaan, ten einde te trachten hen daardoor te beletten het overkwartier te verontrusten; voorts brieven van non prejuditie te verleenen wegens hunne verschijning te Brussel ter instemming dezer bede; het traktaat van Venlo in alle zijne punten te doen naleven , de te Roermond, Venlo en Arssen geligt wordende licenten afteslellen en eindelijk om alle door hertog Karei en zijne voorzaten gegeven en gezegelde pandbrieven deugdelijk te verklaren, en den houders te vergunnen tot betaling daarvan binnen het overkwartier te kunnen vervolgen.
Orig. met bet antwoord van de aartshertogen in raar-gine get. ; Albert , Isabel, par orde Verreycken in Dolean-tiën en orders, Deel VI, blad 53-55.
1600, 10 November. Filips van Bentinck en Reinier van Ryswick schrijven uit Brussel aan de staten van het overkwartier, voornamelijk over hunne onderhandelingen ten hove aangaande de bijtedragen quota van het overkwartier.
Orig. gei. Philips van Benlinck her tho Bicht, Reinier van Ryswick, in omslag 1 N0 2.
- 156 -
1600, 22 November. De ridderschapen steden van het overkwartier klagen aan het hof van Gelderland over de menigvuldige strooptoglen, die de soldaten zich op het jagtveld veroorloven, hetgeen de geheele vernieling daarvan ten gevolge moet hebben.
In margine bevindt zich het verbod van het hof.
Orig. in margine geteekend : J. van Kcrckhove in omslag 2 N0 23.
1600 , 29 November. Reinier van Ryswick schrijft uit Brussel aan de staten van Gelderland onder andere zaken voornamelijk om hem de bewijzen over te zenden, dat die van Weert vroeger met de Gelderschen bijgedragen hebben in de contributiën (bedestuir) die van wege de staten ingewilligd werden.
Orig. geteekend ; Reinier van Ryswick in omslag 1 N01.
1600, 16 December. De ridderschapen steden van het overkwartier houden een vertoog tegen het besluit van de generale staten, waarbij de quota van dat kwartier in de ingewilligde bede van 300,000 op 10,000 gulden per maand gesteld wordt.
Minute, in omslag i Nquot; 39.
1600, 16 December. De staten van het overkwartier geven eene nadere instructie aan Filips van Bentinck, heer van Bycht en drost van het ambt Montfort, en aan Reinier van Ryswick, licentiaat in de regten, beiden gedeputeerden van de ridderschap en steden van dat kwartier bij de generale staten te Brussel, ten einde te onderhandelen over het gedeelte, dat het kwartier zal moeten dragen in de bede van 300,000 gulden per maand, door de generale staten toegestaan.
Minute, in omslag 1 Nquot; 24.
- 167 -
1600, 29 December. De thesaurier-generaal der financiën te Brussel berigt aan de rekenkamer te Roermond dat aan den ontvanger der contributiën Grootfelt het bevel gegeven is, om met de invordering en executie der acht buitengewone maanden in zijn district op te houden en de deswegens gevangen personen op vrije voeten te stellen; dat dit bevel ook gegeven werd aan Antonio Gonzalès, gouverneur van Grave; alles onder de voorwaarde dat van den anderen kant op gelijke wijze gehandeld worde met de inwoners van het overkwartier en van het land van Weert.
Afschrift , in omslag 3 N0 H.
1600-1601. Brieven ingekomen bij de staten van het overkwartier van Filips van Bentinck en Reinier van Ryswick, hunne gedeputeerden bij de generale staten te Brussel, van 14 Julij 1600 tot 27 Junij 1601.
Orig. in omslag 1 Nquot; 22.
1601, 15 Januarij. De staten van het overkwartier schrijven aan den aartshertog Albert dat zij ten allen tijde de beden in dit kwartier toegestemdjiebben en de verdeeling daarvan gemaakt, zoo als zij vonden dat zulks behoorde te geschieden, zonder dat de hertogen van Gelderland ooit iets daartegen hebben ingebragt, en nog eenigen tijd geleden , toen de hertog van Alva van de andere provinciën den lOOquot;quot;1 penning vorderde, stelde hg zich in deze provincie, ingevolge het traktaat van Venlo, met eene bepaalde som tevreden , die door de staten ingewilligd was.
Zij verzoeken dien ten gevolge dat zij deze aangelegenheid steeds op dezelfde wijze mogen behandelen.
Minute, in omslag 2 N0 5.
- 158 -
1601, 15 Mei. De aartshertogen nemende voorwaarden aan, die door ridderschap en steden van het over-kwartier gesteld waren tot de opbrengst van de quote van dit kwartier in de laatst ingewilligde bede, ten bedrage van tien duizend gulden per maand.
Orig. get. ; Albert, Isabel, ter orcP gel. : Yerreycken, in Doleanliën cn orders , deel VI, blad 59 tol 61.
1601, 6 Junij. De gedeputeerden der staten van het overkwartier rigten eene dankbetuiging aan de aartshertogen, wegens de aanneming der quote van tienduizend gulden onder de gestelde voorwaarden , en verzoeken ora de kwartieren en dorpen onder het gebied van den vijand, die in die quote moeten bijdragen, dezelfde sauvegarde te laten genieter., die zij vroeger hadden , en om een reglement vast te stellen aangaande het krijgsvolk in het
overkwartier.
Orig. fr. met hel antwoord der landvoogden in margine, get. : Albert, Isabel, par ordc get. : Verreycken, in Doleanliën en orders, deel VI, blad 63.
1601, 7 Junij. De aartshertogen stellen op het verzoek der staten van het overkwartier een reglement vast voor het krijgsvolk in dat kwartier.
Orig. fr. geteekend : Albert, Isabel, par ordc get : Ver-reycken, in Doleanliën en orders. Deel VI, blad 65.
1601, 20 Junij. De ridderschap en steden van het overkwartier, te Venlo vergaderd, besluiten eene vereering te doen aan den aartshertog van drie voeder besten wijn en honderd malder haver ; aan den president Richardot en aan de Heeren Moriensart en Verreycken van een half voeder wijn, en aan den stadhouder van één voeder wijn en dertig malder haver; het al te zamen geschat in hoofdsom op 3150 gulden, die in het kwartier, naar
— 159 —
den ouden voet, (nach dem allem voet), zal omgeslagen worden.
Ridderschap en steden verklaren tevens dat zij te Venlo beschreven zijn om spoed te maken en niet om Roermond te kort te doen, alwaar dergelijke vergaderingen behoorert te geschieden.
Orig. gel : Henri Guillame ia omslag i Nquot; 13.
1601, 14 Augustus. De gedeputeerden van het Roer-mondsch kwartier geven aan den stadhouder te kennen dat door de groote inlegeringen der doortrekkende troepen, waardoor de lieden ten platten lande van hunne vruchten, voeder voor hun vee en meubelen beroofd worden, het kwartier in armoede gedompeld en niet in staat is, de som van 13000 gulden, die uit de bede voor de fouragie der kompagnie van graaf Hendrik van den Bergli geassigneerd was, op te brengen, en verzoeken dat daarmede mag worden gewacht en inmiddels assignatie mag gegeven worden op de contributiën van het Nijmeegsch kwartier, waarvan nu reeds de derde maand loopende is.
Afschrift, in omslag 1 N0 15.
1601, 16 September. Graaf Hendrik van den Bergh spoort den drost van Montfort aan de betaling der fouragiën van zijne kompagnie kurassiers, die door het ambt Montfort moet geschieden , binnen drie dagen te doen plaats hebben, daar hij bij ontstentenis daarvan genoodzaakt is zulks door die kompagnie op het platte land te doen vorderen , hetwelk met groote schade voor de onderdanen gepaard gaat.
Orig. gel.: Heinrich graff zu dem Bergh, ia omslag 1 IS» 14.
21
1602, 29 Mei. De staten generaal der Vereenigde Nederlanden vergunnen aan de ingezetenen van het over-kwartier een uitstel van een jaar tot de betaling van de helft der achterstallige contributiën , mits van de wederhelft de helft binnen tien dagen en de andere helft binnen twee maanden voldaan worde.
Geaulh. afschrift, geteekend ; J. Hageman , in omslag 2 N0 29.
1603, 5 Mei. De stadhouder Herman van den Bergh verleent brieven van sauvegarde aan de kooplieden of ossenweiders van Nijmegen voor eenen tijd van vijf maanden, gedurende welken zij en hunne dienaars zich vrij mogen begeven naar de Over- en Nederbetuwe om aldaar hunne ossen ter weide te brengen en daarvan terug te halen.
Afschrift, in omslag 2 N0 30.
1603, 20 Mei. Extract uit het reces van den landdag te Arnhem , alwaar het besluit genomen wordt om aan de staten generaal het verzoek te rigten aan de inwoners van het platteland eene billijke verzachting van de onmatige verhooging der contributie toe te staan, en die te brengen van 8835 gulden per maand tot op 5000 gulden ; voorts om de loslating te bevelen der gevangenen , ter oorzake van dien in bewaring gehouden, zoo als ook hen te ontslaan van de opstuivers sauvegarde geld.
Orig. geteekend : P. Verstegen, secretaris. Inliggend een afschrift van hel verzoekschrift aan de staten generaal in omslag 2 N0 14.
1603 , 13 November. De aartshertogen berispen den kanselier en raden van het hof van Gelderland dat zij geen gevolg gegeven hebben aan zijn schrijven in de
— 161 -
maand Augustus II. waarin hij verzocht hem de stukken over te zenden van het bij hen aanhangig proces tusschen de kerk van O. L. Vr. te Aken en die van Erkeiens, en beveelt hun nogmaals zeer uitdrukkelijk hem die stukken te doen toekomen.
Geaulb. afschrift, geteekend : M. van Straten, in omslag 2 N° 1,
1604-1673. Lijst der landdagen, die te Venlo, in het klooster in 't Zand te Stralen , of te Kessel gehouden werden, van 1604 tot en met 1673.
Afschrift, in omslag 2 22.
1604. De stad Gelder klaagt aan ridderschap en steden dat zij in hare privilegiën verkort wordt, daar door kanselier en raden van het hof de executie van eenige door hen uitgesproken vonnissen opgeschort is geworden, en hun onder geldboete bevel gegeven is de stukken daarvan over te leveren, ten einde, zoo als het schijnt, tot de revisie over te gaan; zij verzoeken dat hierin voorzien worde.
Orig. met bijlagen daartoe betrekkelijk , in omslag 2 N' 37.
1604, 1 Januarij. De secretaris van den heer van Horst schrijft, op last van het Nijmeegsch kwartier, aan ridderschap en steden van het overkwartier, dat men vernomen heeft dat het voornemen zoude bestaan het Nijmeegsch kwartier met verhooging van contributiën te bezwaren, en tot dadelijke executie over te gaan, wanneer deze verhooging niet onmiddelijk voldaan wordt; hij geeft daarbij te kennen dat wanneer zulks ten uitvoer gebragt wordt dadelijk soldaten naar het overkwartier
- 162 —
zullen gezonden worden, om insgelijks dubbele verhooging te vorderen.
Orig. get. ; H. Hageman , secretaris , in omslag 2 N' 51.
1604, 3 Januarij. De ridderschap van het Nijmeegsch kwartier en de magistraat der stad Nijmegen schrijven aan de ridderschap van het Roermondsch kwartier dat zij aan Hendrik Hageman , secretaris van den heer van Horst, last gegeven hebben hen te onderhouden aangaande de verhooging van contributie, welke door Johan van Grootfeit, onvanger der contributiën te Venlo, van hen gevorderd wordt.
Orig. ter ordUe geteekend : Koels , secret. , met hel opgeplakt zegel der stad Nijmegen , in omslag 2 N0 52.
1604, 24 Januarij. De ridderschap en steden van het overkwartier schrijven aan de drosten der ambten dat, daar de bezwaarnissen en afpersingen , welke het kwartier van beide zijden moet verduren, zoo ondragelijk worden voor het platteland, dat het te voorzien is dat het weldra algemeen zal verlaten worden, zij hunne klagten hebben doen toekomen aan den aartshertog en aan de staten van beide zijden, en daarenboven Willem van Steinhuys naar de geallereerden te Grave gezonden hebben, ten einde op afdoening of verligting aan te dringen, en met die gealtereerden te transigeren.
Minute, in omslag 2 N0 38.
1604, 29 Januarij. De ridderschap en steden schrijven aan den heer van Horst dat zij wegens de ondragelijke lasten welke het kwartier zoo van het zwaar garnizoen als van het gealtereerd krijgsvolk in de stad Grave verduren moet, het besluit genomen hebben afgevaardigden naar de staten generaal van de Yereenigde Provinciën te
- 163 -
zenden , welke zich eerst aan het Nijmeegsch kwartier zullen te wenden hebben. Zij verzoeken hem zich daarbij te willen voegen en zijne beste pogingen aan te wenden om den ondergang van het kwartier te helper, vermijden.
Minule, in omslag 2 N° 59.
1604, 29 Januarij. De ridderschap en steden schrijven in denzelfden zin aan de drosten van Gelre en Brempt.
Minule, in omslag 2 N° 40.
1604, 20 Maart. Het ambt Gelre zendt eenen gespe-cificeerden staat van de bezwaarnissen en lasten , waarmede het ambt belast is geworden, buiten en behalve de gewone quota der ingewilligde beden.
Afschrift, in omslag i Nquot; 19.
1604, 26 Maart. Montfort, Kessel en Wanckum klagen over de drukkende contributiën, die hun opgelegd zijn.
Orig. in omslag 2 N° 31.
1604, 27 Maart. De stadhouder schrijft aan ridderschap en steden, dat hij bevel ontvangen heeft de soldaten, die door den baron d'Anholt zullen geworven worden, om zijne kompagnie tot 400 man te brengen gt; in zijn gouvernement te onderhouden.
Orig. get. : Herman, conté de Bergh, in omslag 2 Nquot; 43.
1604, 28 Maart. De staten van het overkwartier maken een memoriaal voor Arnold van Boedberg, erfmaar-schalk van het land van Gelder en Maarten van Broekhuizen, heer te Oeijen, van hetgene zij aan den stadhouder zullen voordragen aangaande de punten, die op den landdag te Nijmegen zullen worden behandeld.
Minute , ia omslag 1 N* 33.
- 164 -
1604, 29 April. De gezamenlijke landschepenen van het anabt Kriekenbeek geven aan Arnold van Amstenraad, heer te Geleen en ambtman van het ambt Kriekenbeek, hunne bezwaren te kennen over verkorting in hunne land-regten; zij verzoeken zijne tusschenkomst bij ridderschap en steden om de vergunning te bekomen eene contributie te mogen omslaan , ten einde de vroeger opgenomen gelden daaruit te kunnen aflossen , en van de hun opgelegde bezwarende diensten en van het brandgeld ontslagen te worden.
Orig. in omslag 2 N0 35.
1604, 8 Mei. De geërfden, schepenen en ingezetenen van Beesel klagen aan ridderschap en steden, dat zij tegen alle regt en billijkheid betalen moeten voor het onderhoud van het garnizoen op het slot te Montfort, en verzoeken daarvan ontslagen te worden.
Orig. in omslag 2 ^ 32.
1604, 8 Mei. De inwoners van Swalmen klagen aan ridderschap en steden over de onregelmatige verdeeling der contributiën , en over vrijdommen aan de schepenen en andere personen verleend, die daarop geen regt hebben, met verzoek daarin te willen voorzien.
Orig. in omslag 2 N0 33.
1604, 8 Mei. De inwoners van het land van Kessel klagen aan ridderschap en steden dat zij geene voldoende betaling erlangd hebben, toen zij eenige jaren geleden met hunne wagens de bagaadje van den kardinaal prins van Oostenrijk vervoerd hebben.
Orig. in omslag 2 N° 34.
1604, 23 Augustus. De magistraat van Gelder verontschuldigt zich dat hij niet op den beschreven kwartiers-
— 165 -
dag kan tegenwoordig zijn, aangezien de strooperijen der soldaten in deze gevaarvolle oorlogslijden de wegen onveilig maken.
Orig. ia omslag 2 N° 10.
1604, 27 Augustus. Hendrik Cuyck, bisschop van Roermond, schrijft aan gedeputeerden der stalen van het overkwartier te Venlo vergaderd, aangaande de tienden van S' Odiliënberg, die aan de proostdij van den H. Geest te Roermond toebehooren.
Orig. geleekend : Henricus episcopus Rurwmundcnsis, in omslag 1 N0 9.
1604, 30 Augustus. De gedeputeerden van het overkwartier schrijven aan den stadhouder dat wegens de verhooging en verdubbeling der contributiën , sedert eenigen lijd door de staten der Vereenigde Nederlandsche Provinciën opgelegd , zij het besluit genomen hebben Willem van Steenhuys, drost van het ambt Montfort , naar hem en die staten aftezenden, ten einde de onmogelijkheid om die ondragelijke belasting langer te voldoen, zoo als ook den onvermijdelijken ondergang welke daaruit ontstaan moet, te kennen te geven en op onmidde-lijke verligling aan te dringen.
Minute, Ier ord'0 geleekend : Bossman, in omslag 1 Nquot; 28.
1604, 9 September. Dederich Anthony, ontvanger te Nijmegen , schrijft ean ridderschap en steden van het overkwartier dat de stalen generaal der Vereenigde Nederlanden berigt ontvingen , dat het escadron binnen Roermond liggende tegen alle redenen en billijkheid van het kwartier van Nijmegen vordert dat servies geleverd worde voor 2000 soldalen; dat hij daarop het bevel ontvangen heeft dadelijk over het kwartier het dubbele van dat servies bij executie in te vorderen; dat deze
- 166 -
zaak tot bederf der beide kwartieren moet leiden wanneer daarin niet voorzien wordt, zoodat hij verzoekt maatregelen te nemen om dat escadron van die vordering te doen afzien, de executiën te doen ophouden, en zoo reeds uit het Nijmeegsch kwartier personen gevangen mogten zijn, hen onmiddellijk op vrije voeten te stellen.
Orig. geteekend : Dederich Anthony , in omslag 2 Nquot; S3.
1604, 6 October. De ridderschap en steden benoemen Walraven van Wyttenhorst, heer te Horst, pandheer te Middelaar en drossart van het land van Kessel, met Dederik van der. Horst, om zich ten hove te begeven tot afdoening van verscheidene zwarigheden van het kwartier, ingevolge de instructie vroeger daarvan opgemaakt.
Afschrift, ter ordtie geteekend : Darth , in omslag 2 Nquot; 54.
1604, 9 October. Willem van Steenhuys , drost van het ambt Montfort, rigt een schrijven aan de staten generaal der Vereenigde Nederlanden, strekkende om den toestand der inwoners van het platteland in het overkwartier bloot te leggen en op vermindering en kwijtschelding van contributiën aan te dringen.
In margine bevindt zich de gunstige resolutie van de staten generaal.
Afschrift, geauthentiseerd door den magistraat van Venlo, met hun opgeplakt zegel , in omslag 1 Mquot; 34.
1604, 23 October. Jonker Marten van Broekhuizen sluit de rekening van Blom van Asten te Nijmegen , aangaande de te betalen onkosten voor de personen van het overkwartier, die aldaar in hechtenis geweest zijn van 1 Januarij tot heden, ten bedrage van 4963 gulden 81/,
- 167 —
stuiver, waarop ontvangen werd 1862 gulden 3'/, stuiver, zoodat nog betaald moet worden 3101 gulden 5 stuivers.
Geaulh. afschrift, door den magistraat van Venlo afgegeven en voorzien van het aegel dier stad, in omslag 2
N° 55.
1604, 3 December. De stalen generaal der Vereenigde Nederlanden berigten dat zij met leedwezen de geweldige handelingen, die het escadron te Roermond in garnizoen alom ten platten lande zich veroorlooft, vernomen hebben, en verzoeken dat deze gestaakt worden, daar zij anders genoodzaakt zijn gevolg te geven aan hunne gedecreteerde brieven van retorsie.
Orig. ter ordli° get.: Aerssen, in omslag 3 N0 9.
1604-1605. Een pakket brieven van Martin van Broekhuizen, heer te Oeijen, aan gedeputeerden van ridderschap en sleden te Roermond, handelende over zaken van ondergeschikt belang.
Orig. in omslag 2 ]N° 47.
1604-1G06. Verschillende brieven van Willem Steyn-huys, drost van het ambt Montfort, weinig belangrijks inhoudende.
Orig. in omslag 2 ïs0 66.
1605, 3 Januarij. Diderich Anthony zendt aan ridderschap en steden een schrijven van de staten generaal der Vereenigde Nederlanden , aangaande de klagten van het Nijmeegsch kwartier over het servies, dat door het escadron van Roermond gevorderd wordt; hij berigt voorts dat hij de onmogelijkheid van het Roermondsch kwartier, om in deze zaak iets te kunnen doen , heeft
22
- 168 -
kenbaar gemaakt, waarop die van Nijmegen hem geantwoord hebben , dat wanneer dit escadron met zijne voorgenomen executie voortgaat zulks onvermijdelijk den ondergang van beide kwartieren zal na zich slepen.
Orig. gel : Dederich Anthony, in omslag 2 N0 06.
1605, 12 Januarij. De aartshertog Albert schrijft aan ridderschap en steden van het overkwartier dat hij last gegeven heeft aan den kanselier van Gelderland, en bij zijn afwezen aan de twee oudste raden van het hof, om hun op den kwartierdag, te Venlo beschreven, de propositiën van zijnentwege te doen.
Orig. geteekend Albert, lager , Verreycken , in omslag 2 N0 2.
1605, 8 Februarij. De aartshertogen schrijven dat het kwartier van Nijmegen , in plaats van zich dankbaar te betoonen voor de gematigdheid, waarmede zij de contri-butiën door dat kwartier verschuldigd doen heffen , zich daarentegen veroorlooft de bewoners van het platte land in het overkwartier met groote contributiën te bezwaren. Zij bevelen derhalve dat voortaan de hun verschuldigde contributiën . in het kwartier van Nijmegen , streng worden ingevorderd en tegen de nalatigen en hunne goederen gehandeld worde als tegen vijanden en rebellen; tevens trekken zij de brieven van sauvegarde in , die hun gegeven zijn.
Afschrift, in omslag 2 N° 3.
1605, 6 Maart. De gedeputeerden van ridderschap en steden van het Nijmeegsch kwartier schrijven aan ridderschap en steden van het overkwartier dat zij den schriftelijken last gezien hebben van de aartshertogen aan den ontvanger Grootfeit, houdende buitengewone verhooging der contributiën in het Nijmeegsch kwartier; dat zij hen
daarvan onderrigten opdat zij pogingen in het werk stellen dezen last in nadere overweging te doen nemen, daar zij anders genoodzaakt zijn hun verhaal op de kwartieren te nemen, die onder het gebied van de aartshertogen zijn.
Twee eensluidende orig. ter ord,ie geteekend Jac. Beycr, in omslag 2 N0 57.
1605, 12 Maart. De gedeputeerden van het Nijmeegsch kwartier schrijven nogmaals, ter bevestiging van hun schrijven dd. 6 Maart II.
Twee eensluidende orig. ter ord1'quot; geteekend : Jac. Beyer, in omslag 2 N0 58.
1605, 21 Maart. De magistraat van Roermond geeft zijne verwondering te kennen aan ridderschap en steden van het overkwartier te Venlo dat er zoo weinig gedaan is om de zwarigheid, die sedert geruimen tijd tusschen het Nijmeegsch en Roermondsch kwartier hangende is, uit den weg te ruimen. Hij meent dat daaromtrent met den stadhouder moest te rade gegaan worden, opdat deze gevaarlijke zaak geheel afgedaan of minstens tot opschorting gebragt worde.
Orig. in omslag 2 N0 59.
1605, 1 Mei. Elias Goris schrijft aan de Schepenen van het land van Kessel om de nog verschuidigde op-stuivers binnen 10 dagen te Nijmegen te komen voldoen ten einde vervolgingen te voorkomen.
Orij». geteekend : Elias Goris, in omslag 2 Nquot; 00.
1603, 11 Mei. De gedeputeerden van het Nijnflcegsch kwartier klagen aan ridderschap en steden van het overkwartier dat zeker edelman Dirck Vygh door soldaten van het garnizoen van Venlo gevankelijk weg-
- 170 —
gevoerd en op groot rantsoen gesteld is Daar zulks tegen alle regt en billijkheid en tegen de wederzijdsche sauvegarde gehandeld is, vertrouwen zij dat hij onmid-delijk op vrije voeten zal gesteld worden.
Inliggend een tweede schrijven, dd. 31 Mei, over hetzelfde onderwerp.
Twee orig. geteekend : Jac. Beyer, in omslag 2 N° 61.
1G05, 16 Mei. De gedeputeerden van het Nijmeegsch kwartier eischen de onkosten terug, gevorderd van de huislieden uit hun kwartier, die te Stralen gevangen ge-geliouden worden.
Orig. geteekend : Jac. Beyer , in omslag 2 N0 67.
1605, 30 Mei. De gedeputeerden van het Nijmeegsch kwartier, antwoordende op een schrijven van ridderschap en steden van het overkwartier, die verzocht hadden van de opstuivers ontslagen te worden , geven te kennen dal die opstuivers niet ten behoeve van het Nijmeegsch kwartier geheven worden, maar dienen moeten tot betaling van de portie van het overkwartier in de oude schulden, die ontstaan zijn toen de provincie nog ver-eenigd was , en waarvan de betaling ook vrijwillig aangenomen is geworden.
Orig. gel. : Koets , secretaris , in omslag 2 IS0 62.
1605 , 19 Junij. De gedeputeerden van het kwartier van Nijmegen klagen dat de ontvanger Grootfeit andermaal tot executie overgaat door het gevangen nemen van eenige huislieden, die de verhoogde contributie niet betaald hadden; zij verzoeken dat die huislieden op vrije voeten worden gesteld en voor het vervolg dergelijke executiën achterwege blijven, daar zij ook van hunnen kant bij de staten generaal ijverige pogingen
- 171 —
aangewend hebben om te verhoeden dat tegen het overkwartier op gelijke wijze wordt te werk gegaan.
luliggend het antwoord van ridderschap en steden van het overkwartier.
Orig. get. : Koets , seer., en minute , in omslag 2 N° 63.
1605, 5 Julij. De ontvanger Grootfeit antwoordt op een schrijven van ridderschap en steden dat hij geene execution heeft laten doen in het Nijmeegsch kwartier wegens verhoogde contributie, maar dat hij eenige huislieden van dat kwartier heeft doen opligten voor hunne achterstallige contributie, die aanvang genomen heeft op 1 Junij 1602, en zulks op bevel van de aartshertogen en de rekenkamer te Maastricht.
Orig. geteekend ; Groolfelt , in omslag 2 N0 64.
1605 , 29 Julij. De gedeputeerden van het Nijmeegsch kwartier geven te kennen dat de ontvanger Grootfeit nog steeds met de executie voortgaat en andermaal arme huislieden en eenige paarden heeft doen wegvoeren; zij verzoeken ridderschap en steden van het overkwartier om met hen in communicatie te willen treden, ten einde middelen te beramen om hieraan een einde te maken.
Orig. get. ; Koets , in omslag 2 Nquot; 68.
1605, 15 Augustus. De gedeputeerden van het Nijmeegsch kwartier verzoeken de gecommitteerde leden van het overkwartier naar Nijmegen te komen, ten einde middelen te kunnen beramen aangaande de verhoogde contribution.
Minute, in omslag 2 Nquot; 69.
1605, 15 Augustus. Hendrik Cuyck, bisschop van Roermond , schrijft aan de staten van het overkwartier dat het besluit , dat zij in het afgeloopen jaar op den
- 172 -
kwartiersdag te Venlo , aangaande de tienden van S' Odiliënberg, genomen hebben, nog niet ten uitvoer gelegd is, en verzoekt deze aangelegenheid tot het ge-wenschte einde te willen brengen.
Orig. geteekend : Henricus episcopus liuraemundensis , in omslag 2 N° 6.
1603, 17 Augustus. De stad Venlo verschoont zich niemand ten kwartiersdage te kunnen zenden, wegens het groot gevaar van den nabij liggenden vijand.
Orig. in omslag 2 Nquot; 41.
1605, 23 Augustus. De gedeputeerden van het Nij-meegsch kwartier berigten dat, terwijl de ontvanger Grootfelt nog steeds met de executie in hun kwartier voortgaat , de staten generaal insgelijks aan den ontvanger Dederik Anthoni bevel gegeven hebben om die van het overkwartier met gelijke verhooging, bij manier van retorsie, te bezwaren en hen onmiddelijk te doen executeren, hetgeen reeds in eenige dorpen geschied is en in de andere insgelijks zal plaats hebben.
Bij een tweede schrijven van dezelfde dagteekening berigten zij dat Christiaan Arienss Blindeman , tegen het akkoord met den bisschop en de klerezy van Roermond, insgelijks executiën, op de geestelijke goederen in hun kwartier, gedaan heeft; zij verzoeken dat de bisschop daarmede in kennis gesteld worde, opdat deze, ter voorkoming van zwarigheden, die ook daardoor zouden kunnen ontstaan , onmiddelijk kan beproeven zulks te doen ophouden en de geleden schade te herstellen.
Twee orig. get. ; Koels , secret. , in omslag 2 Nquot; 70.
1605 , 22 October. Ambroslo de Spinola berigt aan den graaf Hendrik van den Bergh dat hij besloten heeft de gewonde en zieke soldalen naar Roermond te zenden
- 173 -
tot dat zij naar het hospitaal te Mechelen kunnen vervoerd worden, en verzoamp;kt hem daartoe alles in gereedheid te doen brengen. Tevens deelt hij mede dal bij ontvangst van deze letteren de stad Wachtendonk in handen van zijne Majesteit zijn zal.
Afschrift, iu omslag 2 Nquot; 15.
1605, 27 October. De stadhouder, graaf Herman van den Bergh berigt aan de staten de overgave van de stad en het kasteel Wachtendonk, en beveelt daarvoor volgens gewoonte feestschoten te laten doen.
Orig. geteekend ; Herman conté de Berges el marquis de Berges , in omslag 2 Nquot; 8.
1605, 27 October. De ridderschap en steden van het overkwartier berigten aan den ontvanger Grootfeit dat zij aan den aartshertog het verzoek gerlgt hebben van de exe-cutiën in het Nijmeegsch kwartier af te zien , en verzoeken hem intusschen daarmede te willen ophouden tot dat het antwoord van den aartshertog zal zijn aangekomen.
Minute, in omslag 2 N0 71.
1605, 1 November. De staten van het overkwartier wenschen den aartshertog geluk met de inneming van Wachtendonk, waarvan het gemis zoo nadeelig voor dat kwartier was. Tevens geven zij hem den armen toestand der stad Roermond te kennen , en verzoeken hem haar bij het naderen van het wintersaizoen van grooter garnizoen te verschoonen.
Minute, in omslag 2 Nquot; 7.
1605, 7 December. De staten van het overkwartier geven eene instructie aan Marten van Broekhuizen, heer van Heijen en drost van Kessel, en aan Johan van Ryc-kenroy, secretaris der stad Roermond , ten einde zich
— 174 -
als gedeputeerden naar Brussel te begeven en ten hove te onderhandelen aangaande zaken betrekking hebbende tot het garnizoen, de betaling van vuur en licht daarvoor, zoo als ook om de vergunning te bekomen dat de staten bij overtochten , inlegeringen en represailles van den vijand de daartoe benoodigde penningen mogen omslaan zonder kosten van octrooi.
Geaulhenliseerd afschrift met bijlagen , get. : /. van Ryckenroy, in omslag 1 N° 12.
1606. De ridderschap en steden klagen aan de aartshertogen dat, ten gevolge der verhooging van de contribution op het Nijmeegsch kwartier in 1602 gedaan, de staten van Holland dreigen die contributiën tweevoudig op het overkwartier te verhalen ; daar zulks tot geheel verderf van dat kwartier moet lelden , hetwelk buitendien reeds al te zwaar belast is, verzoeken zij dat hierin zonder uitstel voorzien worde.
Minute , in omslag 2 N0 48.
1606, 11 Januarij. Cornells van Ghent schrijft aan Marten van Broekhuizen dat hij vermeent dat alle zwarigheden , in zake van verhooging, uit den weg geruimd kunnen worden , wanneer, door patent van de aartshertogen , de vergunning mogt gegeven worden aan de geërfden en inwoners van zijn ambt om allerhande vee te mogen weiden, van welke plaats dat ook mogt afkomstig zijn.
Geauth, afschrift, get. : Ryckenroy , in omslag 2 Nquot; 72.
1606, 8 Februarij. De stad Gelder, beschreven zijnde om op den kwartiersdag van 9 Febr. te verschijnen, verontschuldigt zich, omdat zij thans zooveel garnizoen van alle natiën heeft, en dat het onmogelijk is zich, zonder groot konvooi op reis te begeven; zij verzoekt
— 175 —
inmiddels zoo veel mogelijk in den toestand der stad te willen voorzien.
Orig. in omslag 2 N° U.
1606, 10 Februarij. De stadhouder graaf Herman van den Bergh berispt de staten van het overkwartier omdat zij eenen kwartiersdag beschreven hebben zonder zijn verlof en zonder zijne voorkennis; hij beveelt hun hem de redenen daarvan op te geven.
Orig. geteekend: Herman conté de Berg , in omslag 2 N» 12.
1606, 9 April. De landrentmeester Ido Gramaye door ridderschap en steden van het overkwartier verzocht om te Nijmegen circa 1000 gulden te laten voldoen , als zijnde het bedrag der onkosten van de laatste gevangenen . die uit het overkwartier aldaar gezeten hebben , zendt afschrift van een brief, dien hij dientengevolge aan Jacob van Haeften te Nijmegen gezonden heeft, ten einde alle verder onheil te voorkomen ; hij verzoekt voor dit en andere voorschotten geïndemniseerd te worden , opdat hij schadeloos blijve bijaldien de ontvangst der opstuivers of onraadspenningen afgeschaft mogt worden,
Orig. met het bovengemeld afschrift, gel. ; Ido Gramaye, en de minute van het antwoord der ridderschap, in omslag 3 N0 43.
1606, 11 October. Marten van Broeckhuysen schrijft aan de te Roermond aanwezige gedeputeerden van het overkwartier dat hij eene vergadering der staten hoog noodig oordeelt, daar de heeren van financiën de remissie, die die van Kessel ten opzigte van de gemuti-neerden van Weert ten gevolge van het Tanleo gekort hadden, uit de rekening van den landrentmeester geroyeerd
23
hebben. Hij vermeent dat het eene kwartierszaak is deze zwarigheid uit den weg te ruimen, en iemand deswege naar Brussel dient gezonden te worden ; mogt zulks dat niet zijn dan zal de nood vorderen in het particulier hiertegen te solliciteren, daar het onmogelijk is dat het land van Kessel, boven de loopende contributie, deze onbehoorlijke en tegen het opgerigt contract opgedrongen restitutie voldoen kan.
Orig. get. : Marlen van Broeckhuysen, in omslag 3 N0 44.
1606, 16 October. Johan von Bremptt en Marten van Broeckhuysen schrijven aan de te Boermond aanwezige gedeputeerden van het kwartier om aan te dringen op eene vergadering der staten, te meer daar zulks ook de meening van den stadhouder is , en zulks omdat de ruiters van graaf Adolf en de kompagnie van kapitein Francisco Bubert, te Gelder liggende , van den markies Spinola bevel ontvingen op het platteland te fourageren, hetgeen ongeoorloofd is en tot geheel bederf moet strekken, indien zulks niet kan voorkomen worden.
Orig. get.: Johan von Bremptt, Marlen van Broeckhuysen, ia omslag 5 N0 45.
1606, 16 October. De magistraat van Boermond vraagt vergunning aan den stadhouder Herman van den Bergh tot de beschrijving van eenen kwartiersdag.
Inliggend de toestemming van den stadhouder.
Minute en orig., in omslag 5 N0 59.
1606, 23 October. De stad Boermond beschrijft eenen kwartiersdag op den 30slen October e. k., ten einde over den ellendigen toestand van het kwartier te beraadslagen.
Minute, in omslag 3 N0 46.
— 177 —
1606, 27 October, be stadhouder verzoekt op beVel van de aartshertogen aan ridderschap en steden de inwilliging eener som van vijf duizend gulden , te vinden bij middel van eene extraordinaire maandschatting of bij zulk ander middel als zij zullen goedvinden ; welke som aangewend zal worden tot de dienst van hunne hoogheden en tot bijzonder voordeel van het overkwartier.
Orig. gel. : Herman grave zu dem Itergh , in omslag 3 N° 47.
1606, 28 October. De magistraat van Venlo schrijft aan dien van Roermond dat hij niet twijfelt of de beschreven kwartiersdag zal uitgesteld worden wegens de verklaring van eenige „stedevriendenquot;, die te Venlo aanwezig waren , dat zij die vergadering, uithoofde van de vele bezwaren en wegens den vijand niet kunnen bijwonen ; hij verzoekt evenwel gt; voor 't geval dat daaraan uitvoering gegeven wordt en propositiën daarop gedaan worden, afschrift te mogen ontvangen, opdat hij zijn schriftelijk advies kunne uitbrengen.
Orig. in omslag 3 N0 48.
1606, 31 October. De gezamenlijke ambtlieden en onderheeren van het overkwartier berigten aan ridderschap en steden dat zij sedert onheugelijke jaren in het vreedzaam bezit geweest zijn van het regt om de overtredingen en misdaden, in hunne respectieve ambten begaan, te straffen en de boeten deswege ten voordeele van den vorst van Gelder opgelegd, ingevolge hunne commissiën, te ontvangen en bij de rekenkamer in rekening te brengen; dat thans de momber hen in dat bézit verstoort, gelyck of sy utentibus Juribus suis regalia principis solden usurpieren; zij verlangen dat de rekenkamer daarmede in kennis gesteld worde, en zij in hun oud regt gehandhaafd blijven.
— 178 —
Bij brief van dezelfde dagteekening zenden ridderschap en steden vorenstaande klagt aan de rekenkamer en ondersteunen haar.
Afschrift en minute, in omslag 5 Nquot; 49.
1606, 2 November. De ridderschap en steden van het overkwarlier schrijven aan den stadhouder, in antwoord op zijne letteren van 27 October II., dat zij, tot bevordering van den dienst van hunne hoogheden, gaarne de gevraagde som van 5000 gulden zouden inwilligen; dat evenwel bij den tegenwoordigen toestand van het kwartier , dat door inlegering, doortogten en fourageren ten platten lande geheel verarmd is, het onmogelijk is boven de gewone contributiën iets te kunnen opbrengen, daar deze laatste wegens de groote armoede met moeite kunnen ingevorderd worden, weshalve zij verzoeken dat van het gevraagde bedrag afgezien worde.
Minute, in omslag 3 N0 51.
1606, 2 November. De ridderschap en steden van het overkwartier zenden aan de aartshertogen een verzoekschrift van de vrouwe van Rheede, waarin deze zich beklaagt tegen allen vorm en manier van regten door den momber uit hare possessie van het pandschap der heerlijkheden Gruchten en Wegberg ontzet te zijn geworden , zonder in judicia contradictorio gehoord te zijn; zij verzoeken dat de vrouwe van Rheede in het vreedzaam bezit bevestigd en aan den momber bevolen worde aangaande de inlossing van het pandschap. zoo als gebruikelijk is, voor stadhouder, kanselier en raden proces te voeren, ten einde deze zaak, naar inhoud van het verzoekschrift, aldaar te kunnen betwisten en niemand zou kunnen voorgeven in zijne regten verkort te worden.
Minute, in omslag 3 Nquot; 50.
- 179 -
1607, 6 Augustus. De stadhouder Herman van den Bergh schrijft aan den Drost van het ambt Montfort aangaande de hem door ridderschap en steden in 1604 toegestane som tot assistentie van den brand voor zijne hofhouding, die tot heden nog niet voldaan is.
Orig. geteekend Herman, grave xu dern Bergh , in omslag 2 N» 44.
1607, 23 Augustus. Jonker Gerard van Hafften rigt een verzoek aan ridderschap en steden van het overkwar-tier om tot de vergaderingen dier ridderschap te worden toegelaten.
Orig. in omslag 3 N0 58.
1607 , 27 Augustus. Kanselier en raden van het hof van Gelderland , antwoordende op de klagt van ridderschap en steden, als zouden zij zich aanmatigen de door schepenen van het platte land gewezen vonnissen tot zich te trekken en de uitvoering daarvan te verhinderen , geven te kennen dat zulks niet geschied is dan in zaken , waarin de verliezende partij klaagde boven banken landregt te zijn bezwaard ; in welk geval kanselier en raden kennis van de zaak mogen nemen, mits zij binnen zes weken na de uitspraak van het vonnis eene informatie instellen naar de al- of niet gegrondheid van het voorgeven ; dat zij in het eerste geval het vonnis mogen redresseren, en in het laatste de zaak moeten afwijzen en de executie haren voortgang laten behouden, met veroordeeling der ten onregt klagende partij lot eene boete van 25 gulden ten voordeele van hunne hoogheden. Verder verklaren zij dat als er een getuigenverhoor vóór schepenen plaats gehad heeft dit vóór commissarissen van het hof niet zal vernieuwd worden dan voor het geval dat partijen zich tegen de getuigenis verzetten en daaraan geen geloof willen hechten; dit alles
— 180 -
voorloopig tot dat ridderschap en steden hieromtrent nader met hunne hoogheden zullen zijn overeengekomen.
Afschrift, in omslag 3 Nquot; 40, in kwartiers recessen, deel III bladz. 29 , en in Doleantien en orders , deel VI. blad 84/85.
1607, 18 September. De koning van Spanje bekrachtigt de wapenschorsing den 12dquot;, April 1607 aangegaan voor eenen tijd van acht maanden, tusschen de staten-generaal der Vereenigde Nederlanden en de aartshertogen.
Afschrift , in omslag 2 N* 45.
1607, 30 October. De ridderschap en steden Van het overkwartier stellen een vertoog op aan de aartshertogen, inhoudende hunne grieven tegen de inbreuken door het hof van Gelderland tegen hunne privilegiën gepleegd.
Afschrift, inhoudende 11 bladz. met bijlage, in omslag 2 Nquot; 36.
1607, 22 December. De ridderschap en steden van het overkwartier schrijven aan gedeputeerden van het Nijmeegsch kwartier dat van deze zijde de opstuivers niet meer gevorderd worden en verzoeken dat aan Elias Goris het bevel gegeven worde van dien kant zulks ook te doen ophouden.
Minute, in omslag 2 N0 73.
1608, 9 Augustus. De ridderschap en steden schrijven aan den aartshertog dat tusschen Hendrik van Varick en Johan van Ossenbroich proces gerezen is aangaande het huis en de heerlijkheid van Blitterswijk, welk proces door laatstgenoemde voor het hof te Brussel gebragt is; welke handelwijze tegen het privilegie de non evocando indruischt, weshalve zij verzoeken dat die zaak naar het Geldersch hof verwezen en aldöar regt gedaan worde,
- 181 -
zoo als zulks ingevolge de landsprivilegiën behoort te geschieden. Zij geven voorts te kennen dat in het vorige jaar een dergelijk feit heeft plaats gehad in een proces tusschen den magistraat van Erkelens en het kapittel van Aken , hetgeen insgelijks niet met die privilegiën is overeen te brengen , en waarin zij verzoeken dat geremediëerd mag worden.
Minute, in omslag 2 N0 46.
1609. De aartshertogen stellen voorloopige bepalingen vast aangaande het stuk van revisie der vonnissen.
Afschrift, in omslag 3 Nquot; i.
1609, 31 Januarij. De stadhouder rigt een schrijven aan de aartshertogen, inhoudende verzoek om een bevel uit te vaardigen waarbij aan den momboir in Gelderland verboden wordt bij het getuigenverhoor tegenwoordig te zijn, zoo als ook bij den raad, wanneer de stemmen daarin worden opgenomen ter opmaking der vonnissen , waarin hij als aanklager is opgetreden
Afschrift, in omslag 3 N° 6.
1602, 22 Februarrj. De momboir in Gelderland schrijft aan den stadhouder aangaande de bepaling in vorigen brief vervat.
Afschrift, in omslag 3 N0 3.
1609, Junij. Assuerus van Hunnepel genaamd Impel schrijft aan ridderschap en steden van het overkwartier dat zijne voorouders steeds op de kwartiersdagen beschreven werden en verzoekt dat men hem insgelijks als lidmaat van het overkwartier beschouwe en hem bij de vergaderingen toelate, opdat hij in zijne regten niet verkort en benadeeld worde.
Orig. in omslag 3 IS° 42. Vergelijk, kwartiersrecessen, deel III bladz. 201 vquot;.
— 182 -
1609, 6 Junij. De aartshertogen schrijven aan den stadhouder, kanselier en raden in Gelderland aangaande de gratie-brieven . die zij verleend hebben.
Afschrift, fr. in omslag 5 N° 34.
1609, 6 Junij. De aartshertogen schrijven aan kanselier en raden in Gelderland aangaande verscheidene gerigtelijke expeditien, die door hen zouden zijn uitgevaardigd onder de handteekening van den griffier, in plaats van onder het zegel.
Afschrift., fr. in omslag 3 35.
1609, 1 Julij. De landrentmeester Ido Gramaye beklaagt zich aan den stadhouder dat hij van ridderschap en steden bevel bekomen heeft, met de ontvangst der 5000 gulden per maand op te houden, en de onraadspenningen insgelijks niet meer te ontvangen. In margine bevindt zich het antwoord van den stadhouder.
Twee afschriften, in «mslag 3 N0 4,
1610, 4 Maart. De ridderschap en steden van het overkwartier schrijven aan den stadhouder aangaande de door overlijden opengevallen plaatsen van costumiere raden in het hof van Gelderland, die op het advies van kanselier en raden gesupprimeerd zijn ; zij verzoeken hem dit schrijven aan den aartshertog te willen mededeelen, opdat die gesupprimeerde plaatsen wederom door andere costumiere raden mogen vervuld worden.
Afschrift, in omslag 3 N0 41.
1610, 25 Mei. De ridderschap en steden schrijven aan den aartshertog tegen de benoeming van Dirck Denck tot voogd van Gelder; zij geven te kennen dat deze betrekking ten allen tijde door een adellijk persoon vervuld is geworden en de genoemde deze kwaliteit mist,
- 183 —
weswegens zij in zijne plaats daartoe voordragen den ridder Sueer van Voerst.
Minute , in omslag 2 N* 36.
1610, 26 November. De kanselier van Gelderland onderwerpt aan gecommitteerden van ridderschap en steden van het overkwartier een ontwerp voor de reformatie der vonnissen.
Afschrift , in omslag 3 N0 2.
1611, 22 November. De ridderschap en steden van het overkwartier klagen aan het hof van Gelderland over de menigvuldige strooptogten, die de soldaten zich op het jagtveld veroorloven, hetgeen de geheele vernieling daarvan tengevolge moet hebben. In margine bevindt zich het verbod van het hof.
Orig. in margine geteekend : J. van Kerckhove , in omslag 2 N0 23.
1612, 17 Januarij. Op het verzoek van den heer van Gronstein, om als vrij- en baanderheer bij de staten van het overkwartier beschreven te worden, antwoorden die staten dat tot dusverre zich geene baanderheeren in het kwartier bevonden , dat zij niet weigeren hem den titel van baron of vrijheer van Lotlum te geven, die hem van ouds toekomt, maar geen grooter regt aan zijne stem of votum kunnen toekennen dan aan elk ander adellijk persoon.
Auth. extract uit de kwartiersrecessen, geteekend : R. Joris , in omslag 2 N0 24.
1615, 15 December. De ridderschap en steden van het overkwartier klagen aan het hof van Gelderland over de
24
- 184 —
onregelmatige ontvangst der licenten, en verzoeken daarin te willen voorzien, opdat het kwartier niet tot de uiterste armoede gebragt worde.
Afschrift, in omslag 2 N0 25.
1616. Formulier van den eed door den aartshertog Albert afgelegd in het jaar 1616.
Geaulh. afschrift, geleekend : R. Joris, in omslag 2 N0 26.
1618, 14 Julij. De groote raad van de aartshertogen spreekt de verbanning uit ten eeuwigen dage over Otto Adriaan Balthazar van Flodorff, met verbeurtverklaring zijner goederen.
Orig. perkam. fr. geteekend : F. van der Schilde, in doos 3 N0 6.
1618, 4 September. De ridderschap en steden van het overkwartier van Gelderland schrijven een brief van rouwbeklag aan de gravin van den Bergh over den dood van haren echtgenoot, den stadhouder graaf Frederik , den 2den September 1618 overleden.
Minute, in omslag 5 N0 52.
1618. De ridderschap en staten van het overkwartier schrijven felicitatiebrieven aan den graaf Hendrik van den Bergh, wegens zijne benoeming tot stadhouder van Gelderland.
Minute, in omslag 3 N0 33.
1619, 14 Januarij. De steden van het overkwartier verleenen een subsidie van honderd gulden aan de arme recollecten te Roermond, ter restauratie van hun bouwvallig convent.
Orig. in omslag i N0 20.
— 185 —
1620, Januarij. De staten van het overkwartierverleenen een subsidie van honderd gulden aan de religieusen van het klooster der Clarissen te Roermond, als bijdrage voor den bouw harer kerk.
Orig. in omslag 1 Nquot; 21.
1630, 30 Januarij. De ridderschap en steden van het overkwarlier benoemen den landrentmeester Mr Albert Bouwens van der Boye tot ontvanger der onraadspenningen.
Afschrift , in omslag 2 N0 27.
1633, 20 November. De staten van Gelderland te Zutphen vergaderd maken eene ordonnantie , waarbij aan alle zoo neutrale als andere steden . die reeds onder het gebied van de staten generaal gereduceerd zijn, bevelen gegeven worden tot voortzetting en invoering van de gereformeerde godsdienst, het onderhoud van predikanten, kosters en onderwijzers, en waarin speciaal aan de Jesuïten te Roermond gelast wordt geene personen in hun klooster te veranderen zonder voorafgaande vergunning van de landschap.
Afschrift , in omslag 1 N0 23,
• a o-o-o c-c-cxi o
1275 , 17 Augustus. Datum el actum anno dominicae incarnationis millesimo ducentesimo septuagesimo quinto, sexto decimo Septembris. Rigter en schepenen van Roermond met de gemeenten Asselt, Swalmen en Reesel ter eenre en rigter en schepenen van Wessem, Reeg-den, Halen, Horn, Buggenum en Neer ter andere zijde maken een verdrag aangaande den tol, visscherij en aanwas te Asselt.
Door twee transDxen van dezelfde dagteekening confirmeren Arnold, graaf van Loon, en Reinald, graaf van Gelre, het vermeld verdrag.
Twee afschriften , lat. , waarvan een geauthentiseerd door den te Roermond residerendeu notaris G. Daemen . in omslag 1 N0 d9.
1277, 25 Maart. Datum in annuntiatione Domini anno ejusdem Mquot; CC0 septuagesimo septimo. De magistraat van 's Hertogenbosch geeft aan de burgers van Roermond vrijdom van het Westgeld in hunne stad, zoo als hunne burgers vrijdom genieten van het fermiteitgeld, dat in Roermond geheven wordt.
Afschrift, lat. tn Jura et privilegia , 1 bladz. 69.
— 187 -
1318, 29 Augustus. Datum anno Dom. Mquot; CCC0 de-cimo octavo, in die decollalionis beati Joannis Baptistae. Beinald, graaf van Gelre, in aanmerking nemende dat de burgers van Arnhem en van Insula Dei (Roermond) hem, toen zijn zoon tegen hem opgestaan was en hij ziek en zwak te Arnhem lag en de meeste zijner volgers en steden hem verlieten, getrouw ter zijde stonden, stelt hen nu en voor het vervolg vrij van de betaling aller beden, uitgezonderd die, welke den graaf reg-tens toekomen.
Afschrift, in Jura et privilcgia, 1 bladz. 10, uitgegeven in Pontanus , Hist. Gelrica, p. 190.
1329, September. Int jair onss heren M0CCC^XXJX, in Septembri. De magistraat van Roermond maakt een vergelijk met Dederik Averecht, ten gevolge waarvan deze laatste zich verpligt om de twee dijken, die in de nieuwe Roer gelegd zijn, op zijne kosten te onderhouden, waarvoor hij zijnen molen op die nieuwe Roer gelegen ten onderpand stelt.
Afschrift, in Jura et privilegia , l bladz. 93.
1342, 22 Mei. Int jair onss heren M' CCC' twee ende verttch, des guedendaichs nae pynxten. Willem , heer van Horn en Altena , verklaart met de stad Roermond een vergelijk te hebben gesloten aangaande het doorgraven van de Maas, en „alle den lande, dat ijnfjevallen is, ind ijnvallen mach.quot;
Afschrift , in Jura el privilegia , I bladz. 91.
1342, 23 Mei. Int jair onss heren Mquot; CCCquot; twee ende vertich des donresdaighs nae pynxtdage. Hertog Reinald vergunt aan den magistraat van Roermond de rivier de Maas te verleggen door het land genaamd lever-
— 188 —
wert en zulks ingevolge den aankoop, dien de stad van den heer van Horn en Altena gedaan heeft.
Afschrift, in Jura el privilcgia, 1 bladz. 91.
1345, 24 Februarij. In den jaire ons heren dusent drihondert veirlich ind vine op sent Matthys dage des Apostelen. Gerard , heer van Horn en Altena, schenkt aan zijn neef Daniel van Ghoir eene jaarlijksche rente van veertig pond zwarte Tournoisen uit zijnen tol te Hanssum voor de diensten , die hij hem bewezen heeft.
Afschrifi, in Jura et ■privilcgia , 1 bladz. 68.
1332, 23 November. Gegeven in 'tjair onss heren Mquot; CCCquot; twee ende vijftich, des vrydughs vur sent Ka-therinen dach. Eduard van Gelre gelast den magislraat van Roermond niet te gedoogen dat iemand zijner onderdanen naar Luik gedagvaard wordt.
Afschrift, in Jura tl privilcgia , I bladz. 90. Uitgegeven in Nyuoff gedenkw. , deel II N0 57.
1357, 4 April. Des dynxdaighs napalmen. Eduard van Gelre veroorlooft aan de burgers van Roermond en aan de ingezetenen van het land van Montfort om de schade hun door den vijand aangedaan te mogen weren en keeren , en dien vijand te mogen oorloghen, rouen ende bernen dair sy kannen.
Afschrift, in Jura el privilcgia , 1 bladz. 12.
1360, 16 Mei. In 'tjair onss heren M° CCC° ende lx des xvj daighs in den meye. De' magistraat van Nussen (Neuss) geeft vrijgeleide aan de burgers van Roermond.
Afschrift, in Jura el privilcgia , I bladz. 70.
— 189 -
1361, 16 September. Op andach onss liever Vrouwen nativitatis. Otto van Arkel en de magistraat van Gorinchem geven aan de burgers van Roermond vrijen handel in gemelde stad en land.
Afschrift, ia Jura et privilegia, 1 bladz. 71.
1363 , 7 Julij. In den jair onss heren dusent CCC LX IIJ op andach sent Peters en Pauwels den Apostelen. Hertog Eduard maakt knaap Zeepken van Caster tot zijnen man, en schenkt hem eene jaarlijksche erfrente van veertig oude schilden uit zijn gewanthuis te Roermond, losbaar ten allen tijde met vier honderd oude schilden.
Afschrift, in Jura el privilegia, I bladz. 94.
1364-1495. Op- en overdragten van renten ten behoeve van het gasthuis te Roermond.
lo orig. perk. met uithangende zegels in groen was , iu doos 2 N0» 22, 24 en 29 , en doos 3 N01 1 , 3, 4 , 9, H , 19 , 28, 34 en 47.
1365 , 25 Januarij. Op sent Paulusdach conversionis. De magistraat van Zwol geeft eenen gnnsen steden vreden aan de burgers van Roermond en tot de opkondiging daarvan een maand bevorens.
Afschrift, in Jura et privilegia , 1 bladz. 70.
1366, 18 April. Int jair onss heren M° CCCquot; sess ent sestich des saterdaighs nae andach paesgen. Eduard, hertog van Gelre vergunt aan de stad Roermond hare burgers te schatten, zoo dikwijls als zij zal noodig oordeelen, tot delging harer schulden.
Afschrift, in Jura el privilegia, I bladz. 90.
1367, 23 Junij. Op avont SL Johans Baptiste nativitatis. De magistraat van Kempen verklaart aangaande eenen
— 190 —
twist met de stad Roermond een vergelijk te hebben getroffen, zoodanig dat zij voortaan geynre kunne arch, krot, noch schaden tuekeren en sullen, tenzij zulks door hunne opene brieven veertien dagen te voren wordt aangekondigd.
Afschrift, in Jura et privilegia, I bladz. 71,
1371, 5 December. Gegeven vigilia beati Nicolaij epi. De hertog en hertogin van Gulik schrijven aan den magistraat van Roermond dat na den dood van hertog Reinald geen andere mannelijke opvolger bestaat dan hun zoon; zij verzoeken derhalve geen ander tot heer te willen aannemen en beloven de stad in alle hare regten en gewoonten te zullen handhaven.
Afschrift, in Jura el privilegia , I bladz. 86.
1371 , 11 December. Datum Duiken des donresdaighs na hogetzyde onss Vrouwen conceptio. De hertog en hertogin van Gulik schrijven nogmaals aan den magistraat van Roermond over de opvolging van hunnen zoon in het hertogdom van Gelre.
Afschrift, in Jura el privilegia, 1 bladz. 86.
1372, 16 Maart. Gegeven in den Hage op den son-nendage Letare. Hertog Albrecht van Reijeren, ruwaart van Henegouwen en Holland, schrijft aan den magistraat van Roermond dat het huwelijk zijner dochter met zijn neef Willem van Gulik bepaald is, en geeft zijn verlangen te kennen dat de magistraat dezen als hunnen erfheer huldigt, zoo als Nymegen en andere steden, ridders en knechten reeds gedaan hebben.
Afschrift, ia Jura et privilegia, I bladz : 87.
1372, 28 Maart. Gegeven int jair onss heren Mquot; CCCquot; twee ende tseventich op den heylgen Pauwsdach. De her-
- 191
tog en hertogin van Gulik bevestigen en vermeerderen de regten en vrijheden der stad Roermond.
Afschrift, in Jura et privilegia, I bladz; 158 , uitgegeven in Nijhoff, gedenkwaardigheden, IIF bladz. 6.
1372, 13 April. Des dertienden daechs in den Apr HU. Willem van Gulik, als momboir van zijnen oudsten zoon , en Maria van Gelre, hertogin van Gulik, bevestigen de regten en vrijheden der stad Roermond, en schenken haar vrijdom van tol, zoo te water als te land, in de hertogdommen Gelre en Gulik, omdat de stad hunnen zoon Willem als erfheer ontvangen en gehuldigd heeft.
Afschrift, in Jura et privilegia, I bladz. 88. 89.
1372, 26 December. Gegeven zu Caster op sent Ste-phaensdach. De hertogin van Gulik schrijft aan den magistraat van Roermond, dat van de tolvrijheid in hare landen, die zij aan de burgers van Roermond verleend heeft, misbruik gemaakt wordt, doordien andere personen daarvan genot hebben; zij verzoekt dat de magistraat aan de burgers een teeken geve, om aan den tol af te geven, en dat haar een dergelijk teeken toegezonden worde.
Afschrift, in Jura el privilegia, 1 bladz. 87-88.
1373, 16 April. Int jaer ons heren Mquot; CCC' dry ende tsenentich op den paesch auont. De rectoren van de huis-armen van den H. Geest te Roermond schenken aan het kapittel van den H. Geest eene erfrente van tien schellingen uit het huis van Johan van Montefya, en eene van zes schellingen uit het huis van jonkvrouw Hedwig van Kessel , waartegen het kapittel zich verpligt twee erfjaargetyden te doen voor de levenden en dooden, die den huesermen van den heilgen geyst jc guet gedaden ende noch doen sulen an worden of aen werken.
Orig. perk. zegel verloren, in doos 3 N° 42.
25
1379, 2 Julij. In den jaren du men screif dusent dry hondert nyegen ent seuenlich des tweyden dachs in den bramaenl dats te weten op sente Processus ende Martinianus dach der heyliger merteler, omtrent vespertyt. Uitspraak van Maria, hertogin van Gulik en van Gelre, en Willem van Gulik / hertog van Gelre en graaf van Zut-phen, aangaande het regt om de ingezetenen van Swalmen en Asselt te schatten, waarover hij met Robijn van Swalmen, kanonik van S» Servaas te Maastricht, in verschil was. Getuigen bij deze uitspraak zijn: Henric van Steenbergen, proest te Zutphen, die here van Bronckhorst en die here van Batênborch, die here van Yianen ende van Berghen, her Jan van Herve, her Johan van Bruechusen, Jacob van Montfort, drost 'slants van Monlfort, Geraert vav Boccholt, Reynken van Baerle, Henric van Riperscheit, Johan van Woesick, Sybrecht van Wylic, Johan van Vuerst, Sybrecht ende Henric van Bhtterswyc, gebrueder, Johan ende Mathijs van Kessel, Gerardt Kintken. Henken Commel ende Peter den Duvel.
Afschrift, perkara, geauthenliseerd door den keizer!, notaris de Heza , in doos 2 N0 17.
1380 , 26 Julij. Des neestendaight nae sent Jacobsdach Apostelen. Hertog Willem belooft de stad Roermond schadeloos te zullen houden wegens de medebezegeling van alle brieven ten behoeve der vorige Geldersche hertogen.
Afschrift, in Jura et privilegia , I bladz. 16.
1380 , 26 Julij. Des neestendaighs nae sent Jacobsdach Apostelen. Hertog Willem schenkt vergiffenis aan de burgers van Roermond voor al hetgene zij tegen hem , tot op de dagteekening van dezen brief, moglen misdaan hebben.
Afschrift, in Jura tt privilegia, bladz. 17.
- 193 -
1382-1396. Nota van de waarde der guldens, die lusschen de vermelde jaren door den hertog geslagen werden.
Afschrift, in Jura et privilegia, I hladz. 100.
1383, 8 September. In die nativitatis beatissime Marie virginis gloriose. Het kapittel van de H. Geestkerk te Roermond bekrachtigt de stichting in die kerk van een altaar ter eere der HH. Johannes en Joris, en de bediening daarvan door eenen kapellaan ; welke stichting door Joannes de Montefya gedaan was onder het jus patronalns van den magistraat van Roermond.
1398, 10 October. Jan van Beijeren. bisschop van Luik, verdeelt, met toestemming van het kapittel, de vermelde stichting in twee beneflciën, door den magistraat te vergeven.
1405, 11 November. Overgang van deze stichting tot eene kanoniks prebende.
1415, 17 Augustus. Conflrmatie van dezen overgang door het generaal concilie van Constanz.
Afschriften, lat. in Jura et privilegia, I bladz. 72-77 en 202.
1385, 7 Junij. Gegeuen in den jair ons Heren M CCC' LXXXV des guedensdaighs na des heilgen Sacramenlsdach. Reinald van Brederode erkent wegens het huis te Gennep leenhulde schuldig te zijn aan den hertog van Gelre, en geeft tolvrijheid aldaar aan de Gelderschen, met uitzondering van den markttol.
Afschrift, in Jura et privilegia, I bladz. 60. Uitgegeven in Nyhoff , gedenkw. deel III bladz. Id7.
1386-1692. De stad Roermond bekent verschillende hoofdsommen en renten, ten behoeve van gestichten en particulieren; allen afgelost.
25 orig. perk. met vele zegels iu groen was, in doos 4 N0 7-22 , 24-35.
1386, 9 Junij. Des negenden daighs in den maendt die men in laline noempt Junius. Uberlijn van Montefya, Lombardisch koopman te Roermond, geeft eene verklaring aan den magistraat waarbij de schuldbrieven der burgers voortaan niet langer dan een jaar op interest staan zullen, en dat hij van alle goederen door hem gekocht of verkocht, accijns en vermptyt betalen zal, zooals de burgers van Roermond doen, met uitzondering van die goederen, die hij met zijn huisgezin in zijn huis gebruikt.
Afschrift, in Jura el privilegia, I biadz. 84.
1386, 23 Junij. Op sent Johans avont nativitatis. Hertog Willem vergunt aan Uberlijn van Montefya en zijn neef Anthonys Ruters om zich als Lombardische kooplieden te Roermond te mogen vestigen.
Afschrift, in Jura el privilegia , I bladz. 85.
1388, 8 October. Int jair onss heren M° CCC° acht ende tachlentich, op sent Dionys avont martiris. Gadert van Vlodrop, ridder. voogd van Roermond , en zijn zoon Gerard van Vlodrop , bekennen met de stad Roermond een vergelijk aan te gaan, ten opzigte van het afbreken hunner huizen buiten in ops poirten gelegen, en het slechten van den berg waarop die huizen staan, voor eene som van vijfhonderd goede Geldersche guldens en eenen oven tigchelsteenen, die zij bekennen van de stad ontvangen te hebben.
Afschrift, in Jura et privilegia , I hladz. 50.
1389, 29 Mei. Int jair onss heren 31° CCCquot; negen ende tachtentich, des neesten zondaechs na sente Urbaens dach. Nese Knoops bekent voor schepenen van Roermond eene rente van negen schellingen geld, uit een huis
— 196 -
gelegen in de Munsterstraat biden prediker en hues (1), ten behoeve van Bernard Heynen.
Orig. perk. met 5 uithangende zegels in groen was , in doos 3 N° 50.
1389, 9 October. Int jaer ons heren Mquot; CCCm0 negen ende tachtentich op sent Dyonys dach marliris. Gerard van der Sluys en Aleidis zijne huisvrouw bekennen voor schepenen van Roermond eene jaarlijksche erfrente van éénen Bijnschen gulden en twee kapoenen, ten behoeve van het gasthuis van Roermond.
Orig. perkam. met drie zegels in groen was , in doos 3 N° 5.
1393, 11 Julij. Datum anno nativitatis Domini mille-simo trecentesimo nonagesimo tertio mensis Julij die unde-cima. De proost van het kapittel van den H. Geest te Boermond bekrachtigt de stichting van het altaar van S. Michiel in de H. Geestkerk, die door heer Gerard van Mugenbroick, priester, onder het patronaat der stad Boermond gemaakt is, met inlassching van den stichtingsbrief.
Afschrift, in Jura el privilegia, I bladz. 77-79.
1394, 15 Februarij. Des neestendaighs me sent Ya-lentyns dach. Dederik Man en Dederik Hoifft, burgemeesters van Boermond , geven aan Emond den molenaar het huisje gelegen aan de hameyen (2) te Zwartbroek voor eenen erftijns van zes stuivers, onder de voorwaarde dat de waker , die den slagboom bewaart, des nachts dat huisje uit en in mag komen.
Afschrift, in Jura el privilegia, 1 bladz. 101,
(1) Predikeren hues. De predikheeren van de orde van den H.Dominicus, die zich in 1231 te Maastricht vestigden , hadden te Roermond eene statie in een huis gelegen in de Munslerstraat, dat het predikheerenhuis genoemd werd.
(2) Slagboom , barrière.
- 196 —
1394, 1 i Maart. Int jair onss heren M' CCC* vier ende negentich op sente Gregorius avont papae. Willem , heer van Hom en Altena , beleent Hendrik van den Grijnde, Dederik's zoon , burger van Roermond, met den tol van Hanssum , die dezen van Hendrik , zoon van Emont van Barmen, gekocht had.
Getuigen waren ; Arnold van Ghoir, ridder, Dederik van den Grijnde en Johan Boenen, leenmannen.
Afschrift , ia Jura el privilegia, 1 bladz. 64.
1394, 22 Junij. Anno dni millestmo trecentesimo no-nagesimo quarto, mensis Junii, die vicesima secunda. De deken en het kapittel van de HH. Martinus en Vincen-tius te Gorinchem geven afschrift van eenen brief, afgegeven door Lodewijk Bockeleer, regter in het geregt van der Werken, waarin de verklaring wordt afgelegd eenen gezegelden brief gezien en gelezen te hebben, waarbij aan Robbrecht, heer van Grevenbroek, in eigendom geschonken wordt een stuk land gelegen in het geregt tan der Werken in den lande van Altena, gheheiten der nonnen lant, houdende ongeveer acht en twintig morgen.
Orig. perkara, waaraan hangt het eenigzins geschonden zegel van hel kapittel van Gorinchem in groen was, in doos 3 N0 10.
1397, 2 November. Int jair onss heren Mmo CCCm0 seuen ende negentich op alrezelendach. Herman Wolff verkoopt voor schepenen van Roermond aan Dederik van Effelt eenen jaarlijkschen erfpacht van twee Geldersche guldens uit zijn huis gelegen op de Swalmerstraat en uit twee morgen land gelegen buiten de Moerkenspoort op den Over. Hierbij zijn drie transfixen, waarvan de laatste dd. 14 September 1459 de opdragt dezer rente inhoudt
— 197 -
ten behoeve van de huisarmen van Roermond , die achter stat siecke liggen.
Vier orig. perkam. mei elf uithangende zegels in groen was, in doos 2 N0 27.
1399, 11 Julij. De magistraat van Roermond maakt een vertoog aangaande den vrijdom van tolregten te Roermond, Asselt, Kessel, Hanssum en Venlo voor waren, die stroom afwaarts gebragt worden door de ingezetenen van Roermond.
Afschrift, in Jura et privilegia, I bladz. S7,
1399, 11 Julij. Int jair onss heren M0 CCCquot; negen ende negentig, des el ff den daighs in den heuwemaent. Verklaring afgelegd voor den magistraat der stad Roermond, dat de inwoners dier stad, die gewant (1) langs de Maas afvoeren , te Venlo daarvan tolvrij zijn.
Afschrift, in Jura el privilegia , I bladz. 58.
1400, 1 October. Op sent Remeys duch Epi. Gadert van Vlodrop, ridder, voogd van Roermond, en zijne beide zoons Gerard en Willem, verklaren dat de muur tusschen den stadsmuur en hunne poort op kosten der stad gebouwd is , en dat de vergunning om den wal langs dien muur, zoo ver hun eigendom aldaar strekt, te mogen gebruiken, hun tot wederopzeggens verleend is, mits die wal niet betimmerd worde.
Afschrift, in Jura cl privilegia , I bladz. 51.
1401 , 1 Februari]. Int jair onss heren dusent vier hondert en eyn op onss Vrouwen auont purificatio. Gebel Gemerts van Zevenheoi bekent voor schepenen van Roermond eene jaarrente van vier mark en drie Keulsche
(1) Gewa il ; iran d»ar gewanlhuis , lakenhal.
— 198 -
witpenningen, de mark gerekend tegen twaalf goede Keulsche witpenningen, uit haar huis gelegen bij de Minderbroeders, ten behoeve van Michiel Simons. Door een transfix dd. 27 Nov. 141-4 wordt deze rente verkocht ten behoeve van de huisarmen van den H. Geest.
Drie orig. perkam. met acht uithangende zegels in groen was , in doos 3 N0 37.
1404. De magistraat van Roermond schrijft aan den hertog Reinald aangaande een geschil tusschen de stad en Gerard van Vlodrop, erfvoogd, betrekkelijk den eigendom van de Lanck, vóór de stad gelegen.
Afschrift , ia Jura el privilegia , bladz. 56.
1404. De magistraat van Roermond schrijft aan den hertog Reinald, dat hij de Lanck, vóór de stad Roermond gelegen, van zijne voorouders bekomen heeft; dat hij daarop steeds de misdadigers gerigt en begraven, en alle dood vee in den grond gestoken heeft; dat de inwoners daarop hun kalk , hout, steenen, mergel en andere zaken gelegd hebben; dat de vreemde kooplieden hunne ossen des nachts daarop lieten weiden, en dat die grond altoos is gebruikt, zoo als men anderen gemeentegrond pleegt te gebruiken; weshalve hij verzoekt in het bezit daarvan gehandhaafd te blijven.
Afschrift, in Jura, el privilegia , l hladz. 37.
1404 Ffbniarij. Int jair van \IIIJC ende vier, ommetrent sent Petersmisse. De magistraat van Roermond maakt eene verordening aangaande den accijns van het mout.
Afschrift, in Jura et privilegia, I bladz. 42.
1404, 20 December. Op sent Thoemas avont Apostels. Robbrecht, heer van Grevenbroek , Dederik van Oyss, Mathys van Kessel, Reynart van Ruerlar , Rabolt van
- 199 -
Breempt, ridders en Albertijn van Montefya, maken een vergelijk tusschen de stad Roermond en den voogd aldaar aangaande het gebruik van «?e Lanck, waarover geschil ontstaan was.
Afschrift, in Jura el privilegia, ! bladz. 38.
1405 ,30 Januarij. Gegeven lot Hamhach des donresdaighs nae sent Pouwelsdach conversionis. Hertog Reinald geeft zijne tevredenheid te kennen aan de stad Roermond wegens het vergelijk, dat zij met den voogd Gadert van Vlodrop heeft aangegaan aangaande het bezit van de Lanck.
Afschrift, in Jura, et privilegia , 1 bladz. 39.
1405, 30 September. Op sentRemeysavont. De magistraat van Roermond bekrachtigt eene ordonnantie van het kleermakersgild, verbiedende aan de meesters en gezellen van dat gild om op de vastgestelde feestdagen te werken.
Afsclirift, in Jura el privilegia , I bladz. 99.
1407, 17 October. Int jair onss heren dusent vier hondert en seuen op sent Lucas auont evan'. Dederik van EiTelt verkoopt voor schepenen van Roermond eene jaarrente van twee marken geld, uit het huis van Herbrecht Kayen in de beggardenstraat en uit den moestuin van Aleidis Wynkens op den Schoutenberg, aan het kapittel van den H. Geest te Roermond. Door een transfix dd. 6 April 1431 draagt het kapittel deze rente op ten behoeve van de huisarmen van den H. Geest.
Twee orig. perkam. met zes ulth. zegels in groen was, in doos 2 N0 28.
1411 , 23 Julij. Des donresdaichs nae sente Marien Magdalenendach. Hertog Reinald geeft hel bade ambt in de stad Roermond met al zijn toebehoren, zoo als Gerard
26
- 200 -
van der Koecken het gehad heeft, aan Coppairt Jacob Nenckens, om zulks gedurende zijn leven te behouden en te bewaren.
Afschrift, ia Jura et privilegia , I bladz. 42.
1413, 5 Januarij. Des donresdaiyhs nae jairsdach. De magistraat van Roermond erkent als burgers der stad de personen, die op dezen dag twintig jaren in de stad gewoond hebben ende gewaickl te lieve ende te leide, maar verklaart dat zij, die minder tijd vertoefd hebben, benevens hunne kinderen nooit als burgers zullen geacht worden, tenzij zij die burgerschap koopen of met een burgerkind huwen. Voorafgegaan van eene lijst van personen , die dientengevolge burgers zijn geworden.
Afschrift, in Jura el privilegia , 1 bladz. 48.
1413, 25 Februarij. Int jair onss heren dusent vtjer hondert ende derteen op sent Pouwelsdach conversio. Sybben Herkenbosch verkoopt op zijn huis genaamd in den Beer, op de Swalmerslraat gelegen, eene rente van twee Rijnsche guldens ten behoeve van Herman Kueben. Verkoop door deze aan Johan Rorckelman. Beschutting van dezen verkoop door Johan Schere. Opdragt van deze beschutting ten behoeve der huisarmen van Roermond.
Vier orig. perk. met 12 uithangende zegels in groen was , in doos 2 N0 25.
1416, 23 Mei. Des XXIIJ'1quot;quot; daighs in den Mey. Goeswijn Bagijn, ridder, bekent dat Johan van Brede hem eene rente van twintig kleine guldens van Florens, heeft afgelost, die hij op het gewanthuis te Roermond had.
Afschrift, in Jura et privilegia , I bladz. 94.
1416 , 16 Augustus. Des neestendaighs nae ons Vrouwen dach in latijn genoempt assumptionis. Willem, heer van
- 201 —
Horn en Altena, verkoopt aan den magistraat van Roermond den griend , genaamd Verkensgriend, gelegen tegenover Ooi, aan de overzijde der Maas, in de heerlijkheid Beegden.
Afschrift , in Jura et privilegia , 1 bladz. 91-92. Zie ook den brief van 8 Julij 1417 hierna.
1416, 20 Augustus. Op sent Bernarts dach des abts. Willem , heer van Horn en Altena , verklaart in vroegere tijden zijne landen aan zijnen zoon overgedragen te hebben en schenkt zijne goedkeuring aan den verkoop van den varkensgriend , dien deze aan de stad Roermond gedaan heeft.
Afschrift, in Jura et privilegia , l bladz. 93.
1416, 20 Augustus. Johan en Willem van Goir , gebroeders, bekennen ten behoeve van den heer van Horn en Altena van den magistraat van Roermond ontvangen te hebben 501 overlandsche Rijnsche guldens, tot betaling van den varkensgriend , welken deze aan de stad verkocht heeft.
Afschrift, in Jura el privilegia , 1 bladz. 95.
1417, 8 Julij. Int jair onss heren dusent vyer honderl ende seuenlhien den achdcn daeghs in den maende die in latijn ghetcn is Julius. Maria van Dryele, abdis van het klooster van O. L. Vr. te Roermond, Matheus Peute van Echt, pastoor te Roermond, en Gerard van Haneff, vvapenknaap , verklaren den hier woordelijk ingelaschten brief dd. 16 Augustus 1416 gezien te hebben en hoeren lezen, bij welken brief Willem, heer van Horn, Altena en Gorinchem aan burgemeester , schepenen en raad van Roermond den Verkensgrient, tegenover Ooi aan de overzijde der Maas, in de heerlijkheid Beegden gelegen, verkocht heeft.
Orig. perk. zegel verloren , in doos 5 N0 35.
- 202 —
1421, 22 Februarij. Int jair onss heren dusent vyer houdert eyn ende twmtich op sent Peters dach ad Cathedram. Herman Scheokop bekent voor schepenen van Roermond eene erfrente van éénen Rijnschen gulden uit zijn huis in de Steeg ten behoeve van Lambrecht van der Kraken; overdragt dezer rente aan Joban van der Kraken, die haar opdraagt bij transfix dd. 2 Mei 1459 aan de rectoren der huisarmen van Roermond, ten behoeve dier armen, die achter stat siecke liggen ende geyne broet gewynnen en konnen.
Drie orig. perk. met negen uiihangonde zegels in groen was , in doos 3 N0 iS.
1422, 22 Maart. In den jair onss heren dusent vier bondert twee ende twintich op den sonnendach Laetare. Jo-han van Loen , heer te Heinsberg, Leeuwenberg en Gennep. bekent met de stad Roermond een vergelijk te hebben aangegaan ten opzigte van eene bat, welke die stad in de Maas gelegd had, en aangaande het gebruik van de tegelarij, het veen en de mijnweide onder Maasniel gelegen; getuigen van dit vergelijk waren Johan van Heinsberg, bisschop van Luik, Johan van Loen, oudste zoon te Heinsberg, en Willem van Loen, graaf te Blankenheim.
Afschrift, in Jura el privilegia, I bladz. 39. Bij brief van dezelfde dagteekening bevestigt hertog Arnold het voorgaand vergelijk. Afschrift, in Jura et privilegia , I hladz. 40.
1424, 4 April. Bes dynxdaighs na den sonnendaghe als men singet in der heiligen kireken Letare. Hertog Arnold voegt de dingbank van oeuer die brugge geheiten Hoembergh, die een afzonderlijk gerigt uitmaakte in zijn drostambt Montfort, voortaan bij de schepenbank van Roermond, met
— 203 —
uitzondering van het gehucht Lerep, dat onder de schepenbank van Odiliënberg zal komen.
Onderaan staat per Dnurn Ducem praesentibus de consüio nohili Walramo de Muerse, Dquot;0 de Baere, Johanne dn0 de Wickraide Archicamerario ducatus Gelrensis et Iteyncro de Zeiler, marschalco curiae.
Afschrift, ia Jura et privilegia, I bladz. 40.
1424, 24 Junij. Int jair onss heren dusent vyer honderl ende twintich op sent Johans dage Baptist. Weltken Stort-wijn, de vleeschhouwer en zijne huisvrouw, bekennen voor schepenen te Roermond eene erfrente van twee gulden , (elke gulden gerekend tegen tien Keulsche Witpenningen), uit hunne vleeschbank, ten behoeve van Jacob Melter. Door een transfix dd. 30 November 1436 dragen de erfgenamen van Jacob Melter deze rente op aan de kerkmeesteren tot den bouwe in der moederkircken In Op.
Twee orig. perk. met S aegels in groen was, in dooi 3 N» 8.
1428, 1 October. Int jair onss heren Mquot; CCCCquot; ende XX VUJ op sent Remeysmisse. Vuliinck van Hollmolen en Guedele Uerkenbosch, zijne echtgenoote, verkoopen aan de stad Roermond de helft van den tol te Kessel, waarvan de wederhelft aan Willem van Kessel toebehoort, voor de som van vier honderd overlandsche Rijnsche guldens.
Getuigen waren: Johan van den Grynde, Johan Herkenbosch , Johan Hendrik Engelbrecht en Gadert van Halt-molen.
Afschrift, in Jura el privilegia, l bladz. 6S, 66.
1429, 1 October. Marie van Drjele, abdis van het klooster van O. L. Vr. te Roermond, ter eenre, en de magistraat aldaar ter andere zijde sluiten, ten overstaan
— 204 —
van twee goede mannen van weèrszijde, de volgende overeenkomst: de stad zal voortaan aan het klooster voldoen eene jaarlijksche rente van twintig Geldersche Reinoldus guldens, „mil der sonder E, die hertoge Rey-nall lestwer/f hadde duen slaenquot; en zulks ter vergoeding van de gruit, die de stad aan dat klooster ingevolge zijne fundatiebrieven verpligt was te leveren , daar thans die gruit niet meer noodig is omdat de kloosterlingen meer geneigd zijn om hoppenbier te drinken.
Geaulh. afschrift , gel. A. G. van Laer, in hel regisler der stedelijke crediteuren , bladz. 1 tol S.
1430, 12 Februarij. Int jair onss heren duysent vyer hondert ende dertich, des twelffden daechs in den maent Fehruarii. Burgemeester, schepenen en raad van Roermond verklaren dat Hendrik van Sthege den erfpacht van dertien kop rogge, dien hij aan de stad verschuldigd was, uit zijn erf in den havengriend heeft afgelost, zoodat dit erf thans geheel vrij is.
Orig. perk. mei hel uithangend maar beschadigd zegel der stad Roermond in groen was , ia doos 3 N0 43.
1432-1549. Op- en overdragten van renten ten behoeve der huisarmen te Roermond.
9 orig. perk. met uithangende zegels in groen was , in doos 3 Nos 12, 14, 25, 30 en 33.
1432, 22 Mei. Gegeven in den jaere ons heer en duysent vier hondert twee en dertich, des neesten donresdaighs nae den sondach Cantate. Hertog Arnold schenkt aan de burgers van Venlo dezelfde tolvrijheid in zijne landen als de burgers van Roermond genieten.
Afschrift, in Jura et privilegia , I bladz. 137.
- 205 -
1438, 5 October. Int jair onss heren duysent vier hondert acht en dertich des sonnendaeghs nae sente liemeys-dage. Thys Knoere verkoopt voor schepenen van Roermond ten behoeve van het gasthuis aldaar eenen halven morgen lands, gelegen in het Oe veld, achter de kapel van O. L Vr.
Orig. perk. roet drie uilhaugende zegels in groen was, in doos 2 N0 26.
1438, 3 November. Int jair onss heren dusent vyer hondert acht ende derttich op sent Hubrechtzdach episcopi. Herman en Hadelwich, Arnolds kinderen van Maasniel, bekennen voor schepenen aldaar aan het gasthuis van Roermond verkocht le hebben de regten en verbeteringen, die zij aan het goed gebragt hebben, dat hun vader van gemeld gasthuis in pacht had.
Orig. perk. met hel uithangend zegel van den regter van Maasniel in bruin was, in doos 3 Nquot; 41.
1442 , 25 Maart. In den jair onss heren 31. HIJ' XLIJ des sonnendaighs opten heyligen palmdach. Hertog Arnold bekent aan de stad Roermond verschuldigd te zijn, uit den tijd dat hare stedevrienden in het land van Gulik gelegen hebben, vijf duizend vijf honderd Rijnsche guldens, waarvan hij de betaling belooft, te weten: 1300 gulden uit de halve pondschatting die hij in den herfst uit de landen van der Nyersen opwnrts (1) beuren zal, en de overblijvende 4200 gulden uit de volgende pondschatting.
Onderaan stond : Per dominum ducem presentibus de consilio Elberto de Alphen Domino de Hoenpell, nee non Johanne de Roitberg marchalco hereditar; Gelren.
Afschrift, in Jura et privilegia , I bladz. 112.
(1) Van der Nyersen opwarls. Zoo werd hel overkwarlier of kwartier van Roermond genoemd , hetwelk zich van den uitloop van het riviertje de Niers, een uur boven Mook , ter wederzijde van de Maas opwaarts uitstrekte.
— 206 —
1444, 25 Julij. In den jair onss heren M. HIJ' XLII1J, op sent Jacops dach des heiligen Apostels. De magistraat van Roermond verleent stedelijke vrijheden aan het klooster der reguliere kanoniken, dat door Johan van Loeven, proost te Xanten, in Roermond gesticht is.
Afschrift, in Jura et privilegia , I bladz. 107-108.
1446, 24 Mei. Int jair onss heren doemen schreiff dus ent vier hondert sess ende veirtich, des dynxdaighs nae vocem jocicnditatis. Gotschalk die Veer en Peter van Mirber, gewezen tolgaarders te Venlo, verklaren voor den magistraat aldaar dat, ïoolang zij tolgaarders waren, de burgers van Roermond, te Venlo geen tol betaalden van weedt, van weyden (1), van holt en gewande, en dat in hunnen tijd geen klypclapp (2) van boven naar beneden, en geen bier van beneden opwaarts te Venlo aankwam.
Afschrift, in Jura cl privilegia , I bladz. 59.
1448, 18 Mei. In den jaer onss heren M. IIIJC XL VIIJ, des saterdaighs na den heiligen Pynxtdage. Hertog Arnold vergunt aan het convent der reguliere kanoniken, genaamd het S' Hieronymus klooster te Roermond, daar zij nog arm ende in haeren gersten begrepe zyn , bij het erf, de renten of goederen, die zij thans bezitten, nog zooveel te mogen aankoopen dat zij een jaarlijksch inkomen hebben van vier honderd oude Fransche schilden ; hij neemt hen voorts onder zijne bescherming en verleent hun het genot van dezelfde regten, gewoonten en privilegiën, die de andere kloosters in de stad Roermond bezitten.
Afschrift, ia Jura et privilegia , I bladz. 106 , 107.
(1) Weedt, weyden. Zekere verfstoffen.
(S) Klypclapp, Hout waarvaa men tonnen maakt.
— 207 —
1448, 26 December. Int jair onss heren duysent vier honderl acht ende veirtich op sent Steffhaens dach proto-martiris. De stad Roermond erkent aan Dederik Peyn-bitser eene rente van 2'/, Rijnsche gulden wegens aan de stad in leening verstrekte vijftig dergelijke guldens, tot afkoop van den tol te Ratenburg.
Orig. perkara, met drie transfixen , houdende overdragt dezer rente, waaraan negen zegels in groen was , in doos 2 N0 21.
1449, 21 Januarij. Int jair onss heren duysent vier hondert negen en veirtich op sente Agnetendage virginis. Rernt Rreydels bekent voor schepenen van Roermond opgedragen te hebben eene erfrenle van acht en dertig schellingen uit het huis in de munsterstraat toebehoo-rende aan Hillen Losschartz, ten behoeve van Claas Lent-kens, prior van het S' Corneiisklooster (1), tot het houden van een jaargetijde met memorie ten eeuwigen dage voor hem en zijne huisvrouw. Rij een transfix dd. 25 Augustus 1432 verkoopt de prior van het S' Corneiisklooster deze rente len behoeve van het gasthuis van Roermond.
Twee orig. perk. mei zes uithangende zegels in groen was, in doos Z Nquot; 16.
1449 , 16 Junij. Int jair onss heren X1IIJC ind XL1X , des manendaighs nae sent Margrietendaige. De magistraat
[\) Sx Corneiisklooster. In 1490 werd door 12 burgers van Roermond eene broederschap opgerigt, die met de hulp vao den magistraat aan de stads waiien eene kapel bouwde, die aan den H. Cornelis gewijd werd. In 1422 werd deze kapel overgedragen aan de kruisheeren , die haar in een klooster herschiepen , dat St Corneliskloosler genoemd werd. Vergelijk Kiiimenberg , historia ecclesiastica ducatus Geldriae , fol. 112. G. de Blitterswijck , Ruremunda , vigens , ardens , renascens , fquot; 20.
27
— 208 —
van Roermond slelt op verzoek der werkmeesters, gezworenen en meesters van de ambten, zes-mannen in, en bepaalt de werkzaamheden , waarbij deze zullen tegenwoordig zijn.
Afschrifi, in Jura cl privilegia , 1 bladz. 220.
1154, 6 October. Int jair onss heren duysent vier hondert vier ende vyfftich, des neesten sonnendaghs nae sent Remeysdach. Hendrik Voegels bekent, voor laten of hofhoorigen der voogdij Roermond van den hof te Asselt, eene erfrente van twee Rijnsche guldens en een oort (1) van eenen Rijnschen gulden, uit zijn huis op de zwal-merstraat gelegen, ten behoeve van het heiligdom te Roermond. Bij een transfix dd. 12 December 1467 dragen de meesters van het heiligdom deze rente op aan Hendrik op 't Zand, ten behoeve eener erfmis, die de meesters van de huisarmen van Roermond ten eeuwigen dage in de kerk van het gasthuis aldaar zullen laten doen.
Twee orig. perk. met vier uithangende zegels in groen was, in doos 5 N0 13.
1455, 24 Julij. Int jaer ons heren duysent veir hondert vijff ende vyfftich op sente Jacops auent apli. De deken en het kapittel van de H. Geest kerk te Roermond verbinden zich een jaargetijde en memorie te houden na den dood van hunnen mede-kanonik Johan van den Rergh, waarvoor deze aan het kapittel zijn steenen huis , in de schoenmakerstraat gelegen, afstaat.
Orig. perkam. zegel verloren , in doos 2 N0 19.
1455, 16 Augustus. Des saterdaighs nae onss lieven Vrouwendage Assumptionis. Verklaring afgelegd voor den
(1) Een oorl van eenen Rijnschen gulden was een vierde gedeelte daarvan.
— 209 -
raagislraat van Roermond dat de burgers van Nijmegen op den tol le Asselt niet tolvrij zijn.
Afschrift , in Jura et privilegia , I bladz. 66 , 67.
1459, 13 October. Inden jair onss heren Mquot; IIIJ'LIX, des saterdaighs nae senl Vicloirs dage martiris. Hertog Arnold en zijn zoon Adolf beioven de 3000 gulden , die ieder der vier hoofdsteden hun bij de laatste onlusten geleend heeft en die zij gebruikt hebben om het vreemde krijgsvolk te doen vertrekken, bij de eerste pondschatting terug te zullen geven. Medebezegeld door Willem, heer van Egmond, Ysselstein en Mechelen, Gysbert van Bronkhorst heer te Batenburg, Gerard heer van Culenborg , Eduard, voogd tot Bell, Henrik van Mer, Willem van Vlodrop, Henrik, heer van Wisch, Jacob van Hackfort, Arent van Middachten en Wijnand van Arnhem.
Afschrift, in Jura el privilegia, I bladz. Hl. Uitgegeven in Nijhoff, Gcdenkw. , deel IV, bladz. 306.
1460, 10 Mei. Des saterdaighs na den sonnendach Jubilate. Stukken aangaande een geschil tusschen den Magistraat en den Scholtis van Roermond; deze had een misdadiger, die langer dan eene maand in de gevangenis gezeten had, zonder voorkennis van den magistraat uitgelaten ; welk feit voor den Schepenstoel gebragt werd , die zich niet wijs verklaarde en zijne genechten nam. Inmiddels zond de hertog zijnen raad en Coeck-meister (1) Derick van Oist naar Roermond om te trachten de zaak in der minne bij te leggen, hetgeen dan ook ten believe van den hertog geschiedde.
Twee afschriften , in Jura et privilegia , I bladz. 98.
(1) Keukenmeester.
- 210 —
1461, 12 Maart. Op sent Gregorius dach ppe. Hertog Arnold geeft aan de etereken ind sehoelre, die tot Ruremun-de studieren , ende ter schoeien staen, vrijdom van alle wereldlijke regten , zoodat de meesters die over hen gesteld zijn, hen kunnen straffen , uitgezonderd wegens doodslag» verkrachting of moord.
Afschrift, in Jura et privilegia, I bladr. 93.
1461, 11 November. Op sent Martijnsdach in den wynter. Hertog Arnold vergunt aan de stad Roermond den jaarmarkt, die tot dusverre op Sl Nicolaasdag gehouden werd , te verleggen op S' Barbaradag , vermits de eerste een geboden feestdag is en die simden die dairaff komen mit koupen ende verkoupen verhuedt mogen werden.
Onderaan staat: per Dominum Ducem praesentibus de consilio Theodrico de Oist, mgro co que Johanne de Rossam nee non Theodrico de Horst, armigero.
Afschrift, in Jura el privilegia, I bladz, 95.
1462 , 24 Mei. Int jair onss heren duysent vierhondert twee ende sestich op sent Urbanus auent. Ridder Vosch van Berge en zijne huisvrouw Aleidis bekennen voor schepenen van Roermond eene jaarrente van tweeRijnsche guldens uit hun huis in de Neerstraat, ten behoeve van het gasthuis te Roermond, waarvan zij dat huis gekocht hebben.
Orig. perkam. met drie uithangende zegels in groen was, in doos 2 Nquot; 30.
1462, 8 Julij. Des donresdaighs nae sent Galleij dach con-fessoris. De magistraat geeft brieven van toelating aan de broetsusieren op voorwaarde van niet meer dan zeven zusters aan te nemen.
Afschrift, in Jurajt privilegia , I bladz. 85.
- 211 -
1463, 6 Julij. Des guedendaighs nae Visitationem Marie. De magistraat van Roermond geeft zijne toestemming tot de stichting van het klooster en convent van Mariagaard, op voorwaarde dat het getal van twee priesters met eenen knecht , twintig jonkvrouwen , zoo gewijde als ongewijde en zes of zeven donatrices, nooit zal overschreden worden.
Afschrift, in Jura et privilegia, I bladz. 103.
1463 , 6 Julij. De mater priorin en het convent van het regularissen klooster Mariagaard te Roermond beloven het getal van twee priesters en eenen knecht, 20 jonkvouwen en zes of zeven donatrices, niet te zullen overschrijden.
Afschrift, in Jura el privilegia , 1 bladz. 106.
1463-1605. Stukken, betrekking hebbende op het stedelijke Vleeschhuis, en de vergunningen , die de magistraat aan de daarnaast gelegen eigenaars heeft toegestaan.
Afschrift , in Jura el privilegia, I bladz. 43-46.
1465, 13 Mei. Int jair onss Heren duysenl vier hon-dert vijff ende sestich op sent Seruais dach ep. Vrouwe Wilhelmina van Kessel, abdis te Roermond , bekent voor schepenen aldaar opgedragen te hebben aan het gasthuis der huisarmen eene rente van twee flemsche placken, uit eenen tuin op en aan den stadsgraaf, buiten de begijnenpoort (1) gelegen.
Orig. perkam. met drie uithangende zegels in groen was , iu doos 2 N0 23.
(1) Tegenover de thans nog bestaande Pilserslraal lag aan de overzijde van de Minderbroederstraat in de oude tijden de liegijneustraat, die op de Bfgijnenpnort uitliep. Deze poort schijnt slechts een doorging geweest te zijn voor voetgangers en haren naam gekregen te hebben van het begijnenklooster, genaamd Etnaus, dat in die tijden buiten de stads vesten op eenigen afstand van die poort gelegen was; men wil welen dat hel tegenwoordige Eemsel zijnen naam aan dai klooster verschuldigd is en wel door zamentrekking der woorden Emaus xaeellum.
— 212 -
1465, 25 Mei. Op sint Urbaensdage. Cort van Oede-royde bekent voor schepenen van Echt eenen erfpacht van zes par korns (1), half rogge en half even (2), uit het derde gedeelte van eenen hof aan de poort te Echt gelegen , ten behoeve van Hein van Duiken, die bij transfix van 25 Januarij 1466 dezen erfpacht verkoopt ten behoeve der huisarmen van Koermond.
Twee orig. perk. zegels verloren , in doos 3 N0 4b.
1465, 10 Augustus. Op S' Laurenliutdage martiris. Cort van Oederoyde bekent voor schepenen van Echt eenen erfpacht van zes paar korens half rogge en half even, uit het derde gedeelte van eenen hof aan de poort van Echt gelegen, ten behoeve van Hein van Duiken. Bij een transfix dd. 25 Januarij 1466 verkoopt Hein van Duiken dezen erfpacht ten behoeve van de huisarmen van Roermond , dye bennen den huyseren achter stat sitten nnd ghein broet gewinnen en konnen ind anders nyet en hebn dan man hoen omme Gaetzwille seyndt ind bringht.
Twee orig. perk. mei uithangende zegels in groen was, in doos 3 N0 44.
1465 , 29 Augustus. Des donresdaighs nae sent Bar-tholomeus dach. De magistraat van Deventer verleent aan de burgers en inwoners van Roermond om vrij en veilig allen handel en koopmanschap in hunne stad fe mogen bedrijven tot opzeggens toe, dat zes weken te voren zal moeten geschieden.
Afschrift, in Jura el privilegia, I bladz. 71.
(1) Zes par korns: zbs paar korens. Hel woord paar beleekent twee malder, een malder rogge en een malder haver; wanneer eene andere graansoort moest aangeduid worden , zoo als hier, dan werd zulks daarbij uitgedrukt. (2) Even of ever, een slecht soort van haver.
- 213 -
1467. (zonder dagteekening.) De magistraat van Roermond verbiedt aan geestelijken en kloosters voortaan goederen, onder het gerigt van Roermond gelegen, te koopen ofte erven, op pene van expropriatie en het verlies der burgerschap : hierijnne uytgescheiden sijn die moderkircken ind die altaeren, ind bruederschappen in derselver kircken, ende auch ander bruederschappen, die den dienst gails vermeren.
Afschrift, in Jura el privilegia , I bladz. 108.
1467, 4 Augustus. Int jair onss heren dusent vier-hondert seven ende seslich des dynxdaighs nae sent Pelers-dach ad Vincula. Johan Stams draagt op voor schepenen van Roermond zijn huis gelegen in de nieuwstraat (1) fop ghene nuwestraite) ten behoeve van de huisarmen van Roermond.
Orig. perk. mei twee zegels in groen was, in doos 3 N0 23.
1469, 17 Mei. Des neisten guedendaichs nae sent Ser-vaisdach episcopi. De magistraat van Roermond bekent, door tusschenkomst van den Jonker Vincentius, graaf van Meurs en Sarvverden, met hertog Adolf een vergelijk te hebben getroffen, zoodat de magistraat ai de schuldbrieven van hem en zijne voorouders nietig verklaard heeft, bij uitzondering van die welke erftalen , renten en pandschap inhouden, alsmede van den brief van 3000 en dien van 1600 Rijnsche guldens , voortkomende uit de kas der schattingen en aan Frederik van Reijeren verstrekt bij zijn huwelijk; welke brieven in volle kracht zullen blijven , en zoolang de burgers en ingezetenen niet voor het geld , dat in de kas der schallingen behoort, vervolgd worden , zal de magistraat ookgeene vordering instellen wegens de vermelde twee brieven.
Afschrift, in Jura el privilegia, I bladz. dl3.
(1) De Nieuwstraat, ook wel eens de straat achter St Cornells klooster genoemd, kreeg naderhand den naam van Achler Maria Gaard.
1469, 17 Mei. Des neisten guedendaighs nae sent Ser-vais dach Epi. De magistraat van Roermond bekent van hertog Arnold uit de schattingen, die in de kas te Roermond behooren , 1300 Rijnsche guldens ontvangen te hebben, in afkorting op den schuldbrief van 6000 dergelijke guldens, afkomstig van der nederlagen op den Balen, en verklaart hem het overblijvende bedrag kwijt te schelden.
Afschrift, in Jura el privilegia , I bladz. 114.
1469, 18 mei. Bes donresdaighs nae den sonnendach Exaudi. Hertog Adolf regelt een verschil met de stad Roermond aangaande pondschattingen, en bepaalt dat twee daarvan te zijnen voordeele en de derde ten voordeele der stad zal komen.
Afschrift, in Jura et privilegia, I bladz. 31.
1471 , 16 Mei. Des donresdaighs nae den sonnendach Cantate. Hertog Arnold schenkt vergiffenis aan de stad Roermond van al hetgeen zij tegen hem mogt misdaan hebben , omdat zij hem wederom voor haren regtmatigen heer heeft aangenomen, toen hij uit de gevangenis verlost werd, waarin hij eenigen tijd heeft moeten doorbrengen.
Afschrift, in Jura et privilegia, I bladz. 114.
1472, 16 Maart. Datum in opido nostra Bruxellensi sexta decima die mensis Martij anno Domini Mquot;quot; IIIJm° septuagesimo secundo. Karei , hertog van Rourgondië, aan wien hertog Arnold het hertogdom Gelre en t graafschap Zutphen verpand had , bevestigt de privilegiën, regten en gewoonten der stad Roermond , in aanmerking van de trouw en gehoorzaamheid , die de stad steeds aan hertog Arnold bewezen heeft.
Afschrift, lat, in Jura et privilegia, I bladz. 160.
1472, 7 December. Op onss lieven Vrouwen avont conceptionis. Hertog Arnold regelt de wijze , waarop goederen , die bij erfenis of koop aan kloosterlingen te Roermond waren gekomen, na hunnen dood weder aan de regte erfgenamen, burgers van Roermond, zullen teruggegeven worden.
Onderaan staat: Per dominum Ducem presentibus de consilio Theodrico de Horst marschalco, Theodrico de Oist mgro coque nee non Frederico Schelart de Ob-bendorp armigero
Afschrift, in Jura et privilegia , I bladi. i 17.
1473 , 22 April. Des donresdaigks nai den heiligen Paisch-dach. De magistraat van Roermond maakt, met inwilliging van werkmeesteren, gezworenen, zesmannen en meer andere burgers , nieuwe voorwaarden met Heynen Gruyter, aangaande den windmolen op den molenberg bij den alden in opper kirekhoff gelegen, die afgebrand en door de stad wederom opgebouwd was.
Afschrift, in Jura et privilegia , 1 bladz. 45.
1473, 6 Junij. Gegeven in ons stat Maestricht op ten F/ten dach in Junio int jair ons heren Mquot; II1J' LXXIIJ. Karei, hertog van Bourgondië, gelast aan Johan Caron-dolet, rekwestenmeester van zijn huis en rigter van Besangon, Adolf van der Marck, ridder, president van Gelre, en Adam Ingen Hulls, zijnen raad, zich naar Roermond te begeven, waarvan de magistraat hem gehoorzaamheid bewezen heeft, ten einde uit zijnen naam bezit van die stad te nemen, den eed van den magistraat te ontvangen, en hem de verzekering te geven dat hij hun een goed heer zal zijn en hunne privilegiën, vrijheden en goede gewoonten zal bevestigen.
Afschrift, in Jura et privilegia, I bladz. 161.
28
— 216 -
1477, 3 Julij. Op den derden dach in Julio. De magistraat van Dordrecht verleent vrijheid en veiligheid aan de burgers van Roermond tot het drijven van koophandel in hunne stad.
Afschrift, in Jura el privilegia, I blaüz. 72.
1477, 26 September. Des vrijdaigz nae sent Matthias-dach Apostoli. Willem van Vlodrop, erfvoogd van Roermond en drost van Montfort, en zijne beide zonen Gerard en Johan van Vlodrop bekennen dat de magistraat van Roermond na het slot Montfort in handen gekregen te hebben hun dit wederom heeft overgelaten, waarvoor zij hunnen dank betuigen; zij beloven het getrouw te bewaren ten behoeve van het land en den toekomenden heer van Gelre, en steeds vereenigd te laten met de stad Roermond.
Afschrift, in Jura et privilegia, I bladz. 141.
1477, 12 October. Op den twaelfden dach in Octobri int jaer onss Heren duysent vierhondert seuen ende seuentich. Otto van Ëgmond , drossaard van het land van Arkel, en burgemeesters, schepenen en raad der stad Gorinchem, geven aan de kooplieden en burgers van Roermond vrijgeleide in gemeld land en stad.
Orig. perkara, zegel verloren, in doos 2 N0 16.
1478, 28 October. Geschiet en gesloeten tot Vucht op sent Symon ind Juden daige apostolorum. De ridderschap en steden van het overkwartier stellen de akte van inhuldiging op van de hertogen Maximiliaan en Maria, in tegen, woordigheid van 's hertogs ambassadeur den maarschalk jonker Adolf, jonckgrave zu Nassouw, en den graaf van Vernenborch.
Afschrift, in Jura et privilegia, I bladz. 163-166.
— 217 —
1482, 22 April. Int jair onss Beren duysent vier hondert twee ende tachentich op sent Georgius auont martiris. Heyn Kuecken bekent voor schepenen van Roermond eene erfrente van drie enkele Rijnsche guldens uit zijn huis met twee ramen en ramesleden daarachter, gelegen op den Scheutenberg, ten behoeve van Reinier Goltsteyn. Bij transfix dd. 17 Maart 1504 verkoopt Reinier Goltsteyn deze rente ten behoeve van de huisarmen van Roermond.
Twee orig. perkam. met zes uithangende zegels in groen was , in doos 5 N0 38.
1482, 26 September. Des donresdaighs nae sent Matheus dach apostoli et evangelistae. De magistraat van Roermond sluit eene overeenkomst met Derick en Johan Pollart, kanoniken te Aken, aangaande de uitvoering van het testament van Johan Pollart, proost van Arnhem, waarin de stichting van een gasthuis voor eerbare huisarmen te Roermond bevolen wordt.
Afschrift, in Jura et privilegia , I bladz. 139-141 en in deel li bladz. 97-103.
1483 , 20 Maart. Des donresdaighs nae den sonnendach Judica in der vasten. Adolf, graaf van Nassau, stadhouder-generaal van het land van Gelre en 't graafschap Zutphen, beveelt aan scholtis en schepenen te Roermond om de zusters van den Emaus de erfgoeding te doen van de plaats aldaar op den Driesch bij den Striecke gelegen, zoo als hun zulks door den magistraat vergund is.
Afschrift, in Jura et privilegia, I bladz. 119.
1483. 20 Maart. Des donresdaighs nae sent Geertruden dach virginis. Pater, mater en gemeene zusters van het convent genaamd Emaus , gelegen vóór de begijnenpoort te Roermond, verklaren dat de magistraat, werkmeesters, gezworenen en zesmannen van Roermond hun de ver-
— 218 -
gunning verleend hebben een steenen huis te mogen bouwen langs de straat op een erf gelegen op den Dryesch bij den Strtecke, ten einde daarin hun koren en andere goederen te mogen bergen, wanneer bij oorlogstijden hun klooster niet veilig genoeg mogt wezen, en waarin zij hunnen intrek zouden kunnen nemen, wanneer,
bij beleg der stad, de noodzakelijkheid zich mogt voordoen om hlin klooster af te breken; zij beloven dit huis door wereldlijke personen te doen bewonen, die met de stad waken en lief en leed daarmede deelen zullen.
Afschrift, ia Jura et privilegia, 1 bladz. d 18.
1483 , 17 November. Op sent Gregoriusdach des heylïgen btsscops. Anna, vrouwe van Ghemen en dochter van We-velcoven, verklaart voldaan te zijn over de bewijzen, die de stad Roermond aangaande de tolvrijheid barer burgers op haren tol te Venlo heeft ingebragt, en geeft lt;4 bevel voortaan de goederen , die zij zoo op- als nederwaarts zullen brengen, vrij te laten.
Afschrift, in Jura et privilegia , I bladz. 69.
1489, 14 Februarij. Intjair onss Heren duysent vierhon-dert negen en tachtentich op sent Valentinusdach marliris. lt;
De slad Roermond bekent eene erfrente van honderd bescheiden overlandsche Rijnsche keurvorstelrjke guldens ten behoeve van Gerard van Greveraide pater , zuster Margaretha Cupers priores, zuster Aleidis Offermans sup-prrores, zuster Catharina Greyssen procuratores en de overige zusters en conventualinnen van het klooster en convent van S' Agnes der orde van den H.Augustinus te Maeseyck.
Orig. perkam. zegel ontbreekt, in doos 3 N0 32.
1490 , 20 Mei. Int jair onss Heren dusent vier hondert ende tnegentich, op onss heren Hemelvartzdach. Dirk Buy-ser bekent voor schepenen van Roermond eene erfrente
1
van zestien stuivers uit zijn huis gelegen op de kaenk, (kanje!) ten behoeve van het oude gasthuis.
Orig. perk. met 5 uithangende zegels in groen was , in doos 3 N0 29.
1490, 25 Julij. Int jaer onss Heren duysent vyr hondert ind tnegentich op sint Jacobs dag he aposloli. Coen van der Loeck bekent voor schepenen van Echt eene erfrente van zes Rijnsche guldens , iedere gulden tegen twintig stuivers gerekend, uit een stuk land geleghen lusschen der Maesen achter der Laeck te Echt, ten behoeve van Herman Heys-tnans. Bij een transfix van 15 Mei 1529 draagt Johan van Lomme de oude, laatste huisheer van wijlen Marga-retha Vernych , nagelaten huisvrouw van Herman Heys-mans, vijf gulden van deze rente op aan de meesters der spynden van de huisarmen te Roermond. ten behoeve der drie manendaegsche prouanden, die hij in 1525 tereere Gods gesticht heeft, terwijl hij den overblijvenden gulden kwijtscheldt.
Twee orig. perk. waaraan twee zegels der schepenbank van Echt in groen was , in doos 5 N° 46.
1490, 30 Julij. Int jaer onss lyff Heren gebuyrt, du men schryff dusent vyr hondert ind negenlycht, die ipso vrydaghs nae sent Jacops des heyligen apostels dagh. Jacob Yetruden van Thoern, wonende op onss vrouwen oert te Roermond, schenkt voor schepenen van Wessem eenen jaarlijkschen erfpacht van 12,/! malder rogge, die hij te Wessem bezit, ten behoeve van de armen van het gasthuis te Roermond.
Orig. perk. met het uithangend zegel der schepenbank van Wessem in groen was , in doos 3 N0 18.
1492 , 8 Junüj Des vrijdaghs na den sonnendach Ex audi. Hertog Karei bevestigt de handvesten, vrijheden en ge-
woonten der stad Roermond, lich daarbij munt en wissel voorbehoudende; vergunt den inwoners van Roermond op den tol van Mock niet meer te betalen dan de andere steden Nijmegen , Zutphen en Arnhem , belooft schepen- en manoordeel te laten geschieden, en de stad nooit te zuilen scheiden van de overige steden.
Afschrift, in Jura el privilegia, f bladz. 169,
1494, 24 Augustus. Int jair onss Heren duysent vier hondert vier ende tnegentich, op sent Bartholomeusdach aposloli. De stad Roermond bekent eene erfrente van 27 goede bescheiden enkele overlandsche Rijnsche keurvorste-lijke guldens uit den griend der gemeente genaamd dat werdel, soe wtje der zelve grynt vur de stat tusschen der lanck ind sent Johansportt, schietende langhs der slat grave ind wall huden des daighz gelegen is, ten behoeve van Herman Heesman en zijne huisvrouw Margaretha Vernich. Deze rente is afgelost den il*quot;1 febr. 1670.
Twee orig. perkam. mei zes uithangende zegels in groen was, in doos 4 N0 2.
1494, 3 December. In den jair onss Heren dusent vierhondert XC1IIJ op sent Barbaeren auont virginis. Hertog Karei geeft uitbreiding aan de vrijheid der jaarmarkt te Roermond, die op S' Barbaradag gehouden wordt.
Afschrift, in Jura et privilegia, I bladz. 177. Vermeld in Nijhoff , gedenkw, deel VI, I IN0 H8.
1495 , 28 November. Int jaer onss Heren dusent vierhondert vijff end tnegentich. des salersdaighs nae sente Katherinendach virginis. Silvie Kouetz verkoopt voor schepenen van Roermond aan de huisarmen aldaar het derde deel van een steenen huis gelegen op den hoek van de schoenmakerstraat, het derdedeel in de helft van het huis daarnaast gelegen, genaamd der Otter en twee bun-
- 221 -
ders land achter O. L. Vr. io het tand, in het Muggen-broekerveld.
Orig. perkam. waaraan drie uithangende zegels in groen was, in doos 2 N0 20.
1505, 20 Mei. Des dynxdaighs nae sent Servaes dach episcopi. Hertog Karei verleent aan de burgers van Roermond vrijdom van tol te Maas- en Zaltbommel, maakt bepalingen in hoeverre de doodslag als zelfverdediging moet beschouwd worden en verklaart dat in dat geval de doodslager niet meer dan stjne lijff ende syne halve erve ind guet dal hij hedde verwracht noch verbrueckl sal hebben.
Afschrift, in Jura et privilegia, I bladz. 178.
1506, 24 Augustus. Int jair onss heren duysent vyf hondert ind sess op sint Barlholomeus dach apostoli. Burgemeester , schepenen. raad en gemeene burgeren en ingezetenen der stad Roermond bekennen eene erfrente van achttien bescheiden overlandsche Rijnsche keurvor-stelijke guldens jaarlijks te leveren in O. L. Vr. Munster, ten behoeve van de huisarmen te Roermond.
Orig. perk. waaraan het uithangend groot zegel der stad in groen was , in doos 3 Nquot; 22.
1510, 17 Januarij. Hein van der Hellen draagt op, voor schepenen van Maasniel, in rechter elmissen ende om Gotz wil vur syn zeel, een half bunder land gelegen te Maasniel, ten behoeve van het gasthuis te Roermond.
Orig. perkara, met een uilh. zegel in groen was , in doos 3 N0 31.
1514, 21 April. Des vrydaighz nae Paischdach. De magistraat van Roermond f werkmeesters, gezworenen en zesmannen besluiten dat voortaan de burgemeester
- 222 —
een rijpaard zal houden, waarvoor hem, boven loon en kleeding. aan zijn ambt verbonden, 12 malder haver zal te goed gedaan worden , en dat wanneer de gezworenen of zesmannen met hem en de burgers ten oorlog trekken , zij paardegeld zullen genieten , zoo als de burgemeester en de railsfrunden.
Afschrift, in Jura et privilegia, 1 bladz. 233.
1518, 29 November. Op synt Audreys auent des heiligen apostels. Cornelis van Ravensteynj, scholtis te Echt, en zijne huisvrouw Elisabeth Greven, bekennen voor schepenen aldaar eene erfrente van zeven en een halve bescheiden Hornsche gulden, uit een bunder land in den Hovelerwaard te Echt, ten behoeve van de broederschap van sint Anne en S' Lenderich in de moederkerk aldaar.
Orig. perk. zegel verloren, in doos 3 N° 49.
1521, 4 Mei. Steven Dencken bekent voor schepenen van Roermond eene erfrente van tien Hornsche postulaatsguldens uit een stuk land, groot een bunder gelegen in den Weert, en uit zijne huizen, het eene tegenover de H. Geestkerk, naast het hoekhuis van de Lombardstraat en het ander in de Lombardstraat gelegen, ten behoeve van Johan van Lomme en zijne huisvrouw Margaretha van Vernych. Bij een transfix dd. 19 October 1525, geven Johan van Lomme en zijne huisvrouw deze rente omme Gaelz wille ten behoeve van de huisarmen van Roermond , ten einde daaruit alle manendagh dryen ermen mynschen te spynden, die Johan van Lomme of zijne erfgenamen daartoe zullen aanwijzen.
Twee orig. perkam. met zeg uilh. zegels in groen was, in doos 3 N0 20.
- 223 -
1521, 23 November. Op sent Ckmensdach. De mees-ters van het oude gasthuis te Roermond dragen op voor stadhouder en leenmannen te Hom een stuk land genaamd Wülenweert, groot zeven morgen, gelegen te Leeuwen, ten behoeve van de huisarmen van Roermond, waartegen deze laatslen aan het gasthuis afgestaan hebben eenen beemd, groot drie bunder, gelegen onder de dingbank te Sint Odiliënberg.
Orig. perkam. roet drie uithangende regels in groen was in doos 3 Nquot; 27.
1522, 18 Augustus. Arend Ryecxkens van Horn verkoopt voor schepenen van Roermond eene erfrente van vier bescheiden Hornsche postulaatguldens uit een bunder land , buiten de zwartbroekerpoort tegen de Wolfs-keel, en uit eenen moestuin op der Empsti gelegen, ten behoeve van Arend van Sittard. Bij een transflx dd. 11 September 1563 wordt deze rente opgedragen ten behoeve van de huisarmen van Roermond.
Drie orig. perk. met negen uithangende zegels in groen was, in doos 3 N0 39.
1523, 31 December. Op jairs auont. Goossen van Muggenbroek bekent voor schepenen van Roermond eene rente van vijf bescheiden Hornsche postulaatguldens uit zijn huis, gelegen aan de zwartbroekerpoort ten behoeve van Catharina Rademakers. Den 3d'quot;n October 1587 draagt Nelisken Berents, alias Teuwers, deze rente op ten behoeve van het groote gasthuis op den steenweg, in behoef der vrembde armen, soe tsauents dair in opslrecken und logieren thot derseluer armen einige refrissirunghe.
Drie orig. perk. met vijf uith. zegels in groen was , in doos 2 Nquot; 48.
29
— 224 —
1525, 26 Junij. Den XX Vbn dach Jnnij anno XX F. Hertog Karei schrijft aan den magistraat van Roermond ilat thans in voele landen ind steden mennicherlei oproer vul oeverval op ter geestlickheit ind cloisteren voirgenomen werden, om deze tot segelatie en andere beloften te dwingen; daar het munsterklooster door zijne voorouders geslicht en hij daarvan de principale protector is, zoo heeft hij aan voornoemd klooster bevel gegeven aan niemand segelatie te geven of beloften te doen, en spoort den magistraat aan om te verhoeden dat geen oproer plaats hebbe.
Afschrift, in Jura et privilegia , 1 bladz. 196.
1329, 26 November. Altera Catharinae virginis. Ma-thys Bruycken bekent voor stadhouder en schepenen te Beegden eene erfrente van zes Hornsche guldens uit zijn huis en erf op trechterbosch gelegen . ten behoeve van Leonard van den Broek. Bij een transfix dd. 1 Mei 1587 verkoopt deze de gemelde rente ten behoeve van het S' Joris gasthuis te Roermond.
Twee orig. perk. waaraan hangl hel zegel der schepenbank van Beegden in groen was , in doos 3 Nquot; 40.
1532, 28 Julij Den XX VIIJquot;' dach Mij. Hertog Karei verklaart dat de hem door ridderschap en steden van het overkwartier toegestane pondschatting van 80,000 goudguldens tot betaling zijner schulden, tot inlossing zijner verpande domeinen en renten en tot het ophouden van zijnen staat, nimmer strekken zal ter verkorting van hunne privilegiën en regten.
Afschrift, in Jura el privilegia, I bladz. 179.
1534, 16 Januarij. Mathias Vynckenn bekent voor schepenen van Beegden eene jaarlijksche erfrente van vijf bescheiden gouden overlandsche Rijnsche keurvorste-
- 225 -
lijke guldens ad 28 bescheiden Brabantsche stuivers voor eiken gulden nan het S'Joris gasthuis te Roermond s op den steenweg gelegen, ten behoeve en onderhoud van de armen van dat gasthuis.
Orig. perk. met het uithangend zegel der schepenbank van Beegden in groen was , in doos 4 N0 1.
1536, 13 Julij. Gegeven in onser sladt Arnhem op ten XIIJ dach Julij anno XXX VJ. Hertog Karei schrijft aan üen magistraat van Roermond dat hij Nan het Lieve Vrouwe klooster Munster aldaar de klagt ontvangen heeff, dat het in vele punten aanmerkelijk bezwaard wordt, voornamelijk in de schatting, onthouding en betaling zijner jaarrenten. enz. Hij gelast hun dit klooster bij zijne privilegiën onverkort te laten , en zoo te handelen dal het klooster niet meer noodig heeft bij hem in beroep te komen.
Afschrift, in Jura cl privilegia, I bladz. 195.
1538, 5 October. Bannerheeren , ridderschap en steden dor kwartieren Nijmegen, Zutphen en Arnhem gt; benevens afgezanten uit ridderschap en steden van het overkwartier maken een vergelijk tusschen Gerard van Vlodrop, erfvoogd van Roermond, en den magistraat aldaar, aangaande eenen griend tegenover den molenberg en de lanck, op de andere zijde der Maas gelegen, welken beiden zich willen toeeigenen.
Alschrift, in Jura cl privilegia, I bladz. 201.
1539, 26 Junij. Op donresdach nae sent Johansdach nalivitalis. Bannerheeren , ridderschap en steden van het vorstendom Gelre en graafschap Zutphen te Arnhen vergaderd doen uitspraak in een geschil tusschen de stad Roermond en Willem van Vlodrop, heer te Dalenbroek, aangaande eenen aanwas aan den Bonenberg, de vis-
- 226 —
scherij in de rivier de Maas en het zand gelegen aan den Varkensgriend, genaamd Steynenweert.
Afschrift, in Jura et privilegia , I bladz. 194.
1540, 10 Mei. Hertog Willem vergunt aan de ingezetenen van Gelre en Zutphen dat voortaan kindskinderen, die „enckelenquot; genoemd worden, bij grootouderlijk versterf, gelijkelijk in vaders en moeders plaats zullen erven.
Afschrifl, in Jura et privilegia, I bladz. 181.
1540, 18 November. De magistraat van Roermond geeft eenen gildebrief aan het linnenweversgild aldaar.
Orig. perk. zegel ontbreekt, in omslag 13 N° 2S.
1543-1794. Lijst van de burgemeesters te Roermond van het jaar 1543, in wekken dat furstendomb Gelre, und graefschap Zutphen an den huyse van Bourgonnijen gekkomen is, tot en met 1794.
Afschrifl, in Jura et privilegia, I bladz. 1.
1544, 17 April. Gegeven in unser stadt van Brussel den XYIJ daech van Apryll, int jaer X Vc vier en vyrtich nae Paeschen. Keizer Karei V geeft bevel overal af te kondigen dat voortaan kindskinderen, die „enckelenquot; genoemd worden , bij grootouderlijk versterf, gelijkelijk in vaders en moeders plaats zullen erven.
Afschrift, in Jura el privilegia, 1 bladz. 182.
1548, 13 Augustus. Getuigenverhoor ten overstaan van rigter en schepenen van Beesel.
De eerste getuige verklaart dat het hem wel bekend is van den tijd af dat de roomschkoning te Herkenbosch lag en toen vóór Roermond kwam, dat die van Elmpt nooit op deze zijde van den Hetzkensweg naast den berg in het veen heide gemaaid of turf gestoken hebben, dat
- 227 -
zulks altijd geschied is door die van Maasniel en Roermond ; dat de Hetzkensweg achter den Luisenkamp omloopt en de heerlijkheid Dalenbroek van die van Elmpt scheidt; dat ook de overtredingen, die daar ter plaatse in het maaijen van heide plaats grepen, door twee van Maasniel en twee van Roermond bekeurd werden.
De overige 14 getuigen verklaren allen in denzelfden zin.
Orig. perk. *egel verloren , in doos 2 N° 32.
1549, 23 Augustus. Willem, hertog van Gulik en ^erg gt; graaf van der Marck en Ravensberg, heer te Ravenstein enz., schrijft aan den magistraat van Roermond aangaande goederen, die aan de grensbewoners door het krijgsvolk ontroofd en door de zoetelaars naar Roermond gebragt zouden zijn; hij verzoekt nasporingen daaromtrent te doen, het gevondene in goede bewaring testellen en aan de regtmatige eigenaars terug te geven.
Orig. get. ; Wilhelm , herzog zu Gulick , in omslag 12 N° S2.
1549, 28 October. Up sent Simon ind Juden dach der tweer heiliger apostelen. De magistraat van Roermond verkoopt den stads volmolen op de Roer gelegen aan Dederik Reeckx genaamd Lenssen, op voorwaarde dat de molen steeds een volmolen zal blijven; dat hij geen hooger loon zal mogen bedingen dan de molenaar te Swalmen voor hetzelfde werk vordert, en de stedelijke gewantmakers vóór de vreemden geholpen zullen worden.
Afschrift , in Jura el privilegia , 1 bladz. 183.
1550, 8 Junij. Areth Nagels en zijne huisvrouw bekennen voor schepenen van Sittard eene erfrente van vijf bescheiden overlandsche Rijnsche keurvorstelijke guldens uit hun huis gelegen te Sittard in de Limburgsche straat, en uit een half bunder land achter Ophoven, aan Gerard
— 228 —
Slocks, pastoor te Herten en rector van het S' Martinus altaar in de moederkerk te Roermond, om daarmede hel fonds te slijven der lien erfmissen , die Dederik Maerlanlz geslicht heeft , om iedere week op dal altaar gelezen te worden.
Afschrift , in omslag 12 N° 25.
1551. De magistraat van Roermond geeft zijne loeslem-ming aan den peiburgemeester Renier Vorsterman om den winkel naast de brugpoort tusschen hel poortje, dat naar den werf gaat, le betimmeren en te gebruiken, op voorwaarde dat, wanneer een burger zinneloos wordt en opgesloten moet worden, hij dan op zijne kosten , op eene plaats die hem zal worden aangewezen , een huisje daartoe doet bouwen.
Afschrift , in Jura cl privilegia , I bladz. 47.
1533, 15 Maart. Stadhouder, kanselier en raden van het hof van Gelderland maken dal een vergelijk getroffen wordt tusschen de dorpen en vlekken van het ambt Montfort en de stad Roermond, aangaande hel brouwen en verkoopeti van bier in genoemde dorpen.
Afschrift, in Jura cl privilegia , 1 bladz. d74.
1354. De magistraal van Roermond rigt een schrijven aan Z. Keiz. Majesteit , waarin hij eenige middelen voorstelt, die hij oordeelt bevorderlijk te zijn tot den wederopbouw der stad, waarvan op den 16d,,n Julij II. het drie vierde gedeelte door brand vernield is.
Minute in omslag 13 IV 10.
1554, 12 April. Willem, hertog van Gulik , Kleef en Rerg , graaf van der Marck en Ravensberg, heer le Ravenslein enz., bekrachtigt de grensscheiding tusschen
— 229 —
de beide hertogdommen Gelder en Gulik , opgemaakt den 7dquot; Mei 1539.
Afschrifl, in Jura el priuilcgia, II bladz. 145-185.
1554, 12 December. De magistraat van Roermond maakt eene instructie, regelende de werkzaamheden der boden.
Afschrifl, in Jura et privilegia , I bladz. 221.
1555, 24 April. Verklaring, afgelegd voor schepenen van het dorp Roosmalen, dut het bier, 'twelk in het convent van S' Annaborch te Roosmalen gebrouwen en gedronken wordt, geene meerdere waarde heeft dan een half oort st. bb. den pot.
Orig. perk. zegel onlhreeki , in doos 2 N° 18.
1556, Twee brieven van de stad Wachtendonk aan de stad Roermond, aangaande hangende geschillen met hunnen pandheer Goddart van Boeckholt, met verzoek hen daarin te willen bijstaan. Inliggende het antwoord van den magistraat van Roermond.
Orig. en minuten in omslag 13 N° 45,
1556, 29 Januarij. Willem, hertog van Gulik , Kleef en Berg , graaf van der Marck en Ravensberg, heer te Raven-stein enz., antwoordt aan den magistraat van Roermond op diens klagt aangaande de twaalfjarige accijnsen , dat ridderschap en landschap van zijn vorstendom deze accijnsen in het vorige jaar uit noodzakelijkheid tot nut en welvaart zijner landen hebben ingewilligd en hij daarin geene verandering maken kan.
Orig. in omslag 12 N0 53.
1556, 6 Augustus. De magistraat van Roermond geeft eenen gildebrief aan het bakkersgild aldaar.
Orig. perk. waaraan het uithangend zegel der stad in groen was , in doos 3 Nquot; 24.
- 230 -
1557, 27 April. Den XX VU. dach des mandtz Aprilt s. De magistraat van Roermond schenkt de ledige plaats naast het vleeschhuis met den daaronder zich bevindenden kelder aan het kramersgild, om daarop een steenen huis te bouwen en het eeuwig en erfelijk te bezitten ; vermits de groote brand in het jaar 1554 alle de huizen der stad in de asch gelegd en aanmerkelijke schade aan de poorten en torens berokkend heeft, die allen niet oogenblikkelijk kunnen herbouwd worden.
Afschrift, in Jura el privilegia , I bladz. 189-190. 1557, 30 April. De landvoogd Emmanuel Philibert schrijft aan de stad Roermond dat hij van den bisschop van Luik eene klagt heeft ontvangen aangaande honderd maider koren , die door eenige Luikenaars de Maas opgevoerd en te Roermond zouden zijn aangehouden; hij meldt dat het de wil van Z. M. is dat gemelde Luikenaars , als zijnde zijne goede naburen en bondgenooten, even goed als zijne onderdanen geriefft nnd gespyset werden , weshalve hij hun beveelt dat koren, na betaling van den tol, onmiddelijk te laten passeren.
Orig. get.; E. Philibert, in omslag 15 N0 21.
1560-1577. Verschillende stukken betrekkelijk den vrijdom van tol te Grave, die aan de stad Roermond na den brand in 1554 was verleend.
Orig. en minuten in omslag 13 N° 4.
1561 , 6 Januarij. De magistraat van Roermond verpacht aan Lensen Severijns de heffing van den accijns op het bier voor een jaar, en regelt de betaling van dien accijns op stuivers bier, vlemsch- en lupsenbier (1).
Afschrift, in Jura et privilegia, I bladz. 175.
(1) Vlems en lups lijp muntsoorteo.
— 231 —
1561, ISFebruarij. Johan van Erp bekent voorschepenen van Roermond eene erfrente van twaalf en een halve gulden brab., iedere gulden gerekend tegen twintig brab. stuivers, uit zijn huis genaamd in de Paw gelegen naast de brugpoort, achter den muur, ten behoeve van Mathis Zeverins.
Orig. perk. zegels verloren, in doos 3 Nu 2d.
1562, 30 Januarij. De magistraat van Nijmegen zendt het ontwerp van een door de steden Roermond, Zutphen , Arnhem , Venlo , Tiel en Zallbommel op te maken verzoekschrift aan de hertogin van Parma, ter ondersteuning van een schrijven, dat die stad aan de hertogin gezonden heeft, in antwoord op eene sup-plicatie der staten van Brabant, waarin deze het verlangen te kennen gegeven hebben dat de stad Nijmegen in de tolprivilegiën, die zij in Brabant geniet, beperkt worde.
Afschrift, in omslag 13 N0 26.
1562, 25 October. De kerkmeesters der kerk te Asselt verklaren voor Arend Schenck van Nydeggen , heer te Hillenraad, Asselt en Swalmen , en voor schepenen aldaar, dat zij van Johan Mews, burger van Roermond, en van zijne huisvrouw Maria van Soemeren , hebben opgenomen eene hoofdsom van honderd bescheiden keur-vorstelijke Joachim daalders, elke daalder tegen dertig brab. stuivers gerekend. waarmede zij het Godshuis te Asselt wederom hebben laten optimmeren, dat toelcke Gaetz-huyss nedergefallen mass geweest. Bij een transfix dd. 6 Julij 1590 wordt deze hoofdsom opgedragen ten behoeve van de huisarmen van Roermond.
Drie orig. perk. met drie uilh. zegels in groen was, ia doos 3 Nquot; 36. 30
- 232 -
1563, 6 September. De magistraat van Venlo berigt aan dien van Roermond dat de gilderaeesters van de hueruerdere van beide steden overeengekomen zijn zich in liet afbrengen van bout langs de rivier de Maas naar de uitspraak van beide magistraten te gedragen , en verzoekt derhalve te willen bepalen dat die van Roermond, ingevolge het oud gebruik, het hout niet verder zullen brengen dan tot Kessel.
Orig. in omslag 15 Nquot; 51.
laGö , 7 Junij. Den sevenden dach des mandtz Junij. De magistraat van Roermond vergunt aan Parchevall Beliorus zich in de stad te mogen vestigen, en aldaar gedurende twintig achtereenvolgende jaren eene tafel van leening te houden , en schrijft hem de voorwaarden dienaangaande voor.
Afschrift, lat. in Jura cl privilegia , I bladz. 191.
1565, 7 Junij. Parchevall Beliorus, tafelhouder te Utrecht, belooft aan de stad Roermond jaarlijks te zullen betalen de som van honderd gouden keurvorstelijke guldens om daarmede te voldoen de honderd goudguldens , die de stad jaarlijks aan het convent van S' Agnes te Maaseyck verschuldigd is, en deze rente binnen de tien jaren zonder kosten voor de stad af te lossen , en zulks omdat de magistraat hem de vergunning geschonken heeft eene tafel van leening in de stad te mogen oprigten.
Afschrift, in Jura ei privilegia, I bladz. 195.
1568, 17 Maart. De stadhouder Karei van Brimeu antwoordt op een schrijven van den magistraat van Roermond , dat hij nogmaals aan de bevelhebbers geschreven heeft de strooptogten hunner soldaten te keer te gaan; dat hij aangaande de accijnsvrijheid niets kan
- 233 —
doen , daar de landsknechten die in de andere steden ook genoten hebben , en dat hij aan de hoplieden bevel gegeven heeft zich onderling over de schulden dier knechten te verstaan ; met betrekking tot de gevangenen , die door die hoplieden in hunne handen gesteld zijn en waarover zij zich, wegens hunne privilegiën , bezwaard vinden justitie te doen , antwoordt hij dat zulks voor die privilegiën niet nadeelig is, maar tot verbetering daarvan zal strekken; wat hen betreft, die in den raad gekozen zijn en niet verschijnen, beveelt hij dat hun zulks nogmaals op verbeurte hunner goederen verzocht worde en bij weigering hem daarvan kennis gegeven worde. Eindelijk meldt hij dat hij aangaande de burgerkinderen , die een tijd lang ongedoopt gelegen hebben en anderen, die bij den verboden predikant gedoopt zijn, aan den hertog van Alva geschreven heeft, wiens antwoord hij hun zal mededeelen.
Orig. gel. Charles de Brimeu , in omslag 13 N0 57.
1569, 20 Mei. De magistraat van Roermond, door Willem van Gent, raad in het hof van Gelderland , verzocht eene verklaring te geven hoe in Roermond mijl den loeslagh der guederen gehalden wijerdt, verklaart dat het een oud gebruik is om, wanneer goederen van burgers of vreemden verbeurt verklaard worden, den toeslag te doen plaats hebben op bevel van den scholtis door den gerigtsbode, terwijl de inventarisatie, voor zoover die noodig geoordeeld wordt, door den secretaris in het bijzijn van den gerigtsbode gedaan wordt.
Orig. mei hel opgeplakt klein zegel der stad, in omslag •12 N0 24.
1569, 25 Julij. De magistraat van Roermond maakt in tegeowoordigheid der beide secretarissen eenen inven-
- 234 -
taris op van de kleinodiën, sieraden en kerkgewaden, gevonden in de geerkamer (1) bij de minderbroeders.
Minute in omslag lt;2 N0 33.
1570, 18 Maart. De raad van den koning en van den landvoogd te Brussel meldt de ontvangst van het schrijven van den magistraat van den 2dcn Maart, waarbij gevoegd was de bekentenis van Jurgien Velport, onlangs door het zwaard geexecuteerd. De raad beveelt de commissie en het relaas van de dagvaarding der personen , die door Jurgien als herdoopers genoemd zijn, over te zenden, zoo als ook eenen behoorlijken inventaris van al hunne goederen ; voorts om die dagvaarding na acht dagen te herhalen. Inliggend het antwoord van den magistraat.
Orig. fr. geteekend ; Pralz , en minute in omslag d2 N0 21. Zie hierover de 1° aflevering bladz. 84 en 85, 16 Nov. en 22 Dec. 1569.
1570, 17 Mei. Koning Filips maakt een plakkaat, verbiedende aan de Joden in het vorstendom Gelre en graafschap Zutphen te wonen.
Afschrift , in Jura el privilegia , II bladz. 265.
1570. 4 December. Kanselier en raden des konings in Gelderland schrijven aan den magistraat van Roermond dat zij, op bevel van den hertog van Alva, aan de rentmeesters , ontvangers of tresoriers der steden in deze Nederlanden gelast hebben , aan alle renteniers , die in het generaal pardon begrepen zijn , bij uitzondering van hen die veroordeeld, verbannen of gevlugt zijn . de renten , die zij op zijne majesteit, op het ligchaam der staten of op de steden hebben uitstaan, onmiddellijk te voldoen)
(1) Geerkamer otGerwkamer was de sakristie. Sacrariurn , locus .m templo ubi sacerdos se preparat.
- 235 —
niettegenstaande de strijdige clausule, die in bedoeld generaal pardon wordt aangetroffen.
Orig. gel. : T. Roos , in omslag 12 N° 37.
1571, 21 Januarij. De magistraat van Erkelens geeft volmagt aan dien van Roermond om voor hem te handelen in zake van de verdeeling der som van zes honderd duizend gulden, welke de vier kwartieren in 1570 aan den koning hebben ingewilligd om in vier jaren te voldoen, en belooft alles, wat door dien magistraat in zijnen naam gedaan zal worden, vast en onverbrekelijk te houden en na te komen.
Orig. in omslag 12 N0 43.
1571, 31 Augustus. De stadhouder Karei van Brimeu schrijft aan den magistraat, dat wanneer de verschuldigde 37500 gulden voor S' Bamis aanstaande betaald worden, de interest zal worden kwijtgescholden ; hij spoort hem derhalve aan daarvoor te zorgen , vermits in hel tegenovergestelde geval de hertog van Alva de som moet opnemen , en de geheele interest voor rekening der stad zal komen.
Orig. gel. : Charles de Brimeu , in omslag 12 N0 19.
1572, 17 Aug. en 11 October. De magistraat van Erkelens schrijft aan dien van Roermond aangaande eenige goederen , die uit het kruisbroedorsklooster te Roermond ontvreemd en naar Erkelens zouden vervoerd zijn.
Orig. in omslag 13 N0 46.
1572, 19 October. De magistraat van Erkelens schrijft aan dien van Roermond, dat hij met vreugde vernomen heeft dat Roermond wederom door den hertog van Alva in genade opgenomen is, hetgeen insgelijks aan Gelder ,
- 236 —
Stralen en andere steden zoude te beurt gevallen zijn; zij verzoeken daaromtrent nadere inlichtingen te ontvangen.
Orig. in omslag 13 Nquot; 47.
1573. Verschillende stukken, betrekkelijk eene vordering van houtkoopers te Revin op de Maas van de houtkoopers van Roermond; deze laatsten brengen in 't raidden dat zij door het plakkaat, verbiedende om met de rebellen handel te drijven, in de onmogelijkheid zijn aan hunne verpligtingen te voldoen , daar het hun door die kooplieden geleverde hout zich te Dordrecht en op andere plaatsen in Holland bevindt, die in de magt dier rebellen zijn, zoodat gemeld plakkaat het hun onmogelijk maakt hunne gelden aldaar te innen en hunnen handel te kunnen voortzetten.
Orig. in omslag 15 N0 1.
1573, 12 en 13 February. Schepenen van Maarheze houden een getuigenverhoor aangaande den moord van twee ruiters, die in October II. bij Maarheze in het Stercxelbosch heeft plaats gehad.
Gcauth. afschrift, geleekend : Johan van Campen , in omslag 12 N0 54.
1573, 4 Junij. De magistraat van Roermond besluit dat de burgers, die in het voorgaande jaar toen de stad door den prins van Oranje belegerd was, deze verlaten hebben, het burgerschap op nieuw zullen moeien aan-koopen, wanneer zij de stads vrijheden wenschen te genieten.
Afschrift, in Jura cl privilegia, I bladz. 217.
1573, 30 Augustus. De magistraat van Venlo waarschuwt dien van Roermond van Nijmegen het berigt gekregen te hebben dat zich namens den prins 1500
— 237 -
ruiters en 2000 schutten te Mentzeler verzamelen , en dat graaf Lodewijk met den natuurlijken zoon van den paltsgraaf met 5000 paarden en 6000 schutten zich binnen weinige dagen naar de Voogdij begeven zullen om eenen aanslag op eene der steden te ondernemen; hij verzoekt onderrigt te worden of de stad Roermond meer daarvan zoude weten.
Orig. in omslag 13 N° 30.
1573, 5 November. De bisschop Lindanus verzoekt den magistraat van Roermond den zoon van den koster der moederkerk, die binnen twee jaren priester zal worden, tot de opengevallen betrekking van Vikaris in het gasthuis te benoemen , in aanmerking van de getrouwe diensten , die de koster in de verledene onlusten door het bewaren der kerksieraden bewezen heeft, en tevens om andere jongelieden aan te sporen den geestelijken stand te omhelzen , daar Roermond in meer dan achttien jaren geene priesters heeft opgeleverd.
Orig. get.: Wilhel. Damaes Lindanus, in omslag d3 N0 38.
1573, 26 November. Kanselier en raden des konings in Gelderland schrijven aan den magistraat van Roermond dat de landrentmeester geen uitstel tot betaling der achterstallige schatpenningen meer geven kan , maar dat zij hem om bijzondere redenen uitstel verleenen tot Driekoningen aanstaande , terwij hij bij niet betaling daags daarna in gijzeling moet verschijnen, ingevolge hun voorgaand schrijven.
Orig. get. : T. Roos , in omslag 12 N0 35.
1574, 9 Julij. De landvoogd don Louis de Requesens schrijft aan den magistraat van Roermond dat hij tu'ór
- 238 —
de ontvangst zijner letteren reeds kennis droeg van het voorgevallene en last gegeven heeft de daders te vervolgen en te straffen ; dat het de wil des konings niet is dat zijne goede onderdanen op dergelijke wijze behandeld worden ; dat hij de stad weldra zooveel mogelijk van garnizoen zal verligten , en het overblijvende krijgsvolk van geld voorzien zal, opdat het tot minder bezwaar van de burgers zal strekken.
Orig. get. : Don Luis de Requescns , in omslag 13 N0 22.
1574, 8 October. Kanselier en raden des konings in Gelderland beriglen aan den magistraat van Roermond dat Thomas Gramaye in de plaats van den overledenen landrentmeester generaal benoemd is, in wiens handen hij binnen 14 dagen het overblijvende bedrag van de vervallen termijnen der schattingen moet overstorten, of van de betaling daarvan door kwijting doen blijken.
Orig. get.: T. Roos, in omslag 12 N0 36.
1574, 26 December. De magistraat van Roermond neemt het besluit dat geijnc raijdlzverwanlen stedelijke accijnsen mogen pachten, noch voor een ander persoon borg blijven.
Afschrift, in Jura el privilcgia , I bladz. 123.
1575, 29 Julij. Otto van den Bylandt, heer te Rheydt en Brempt, Willem van Merwyck te Kessel, drost van het land Montfort, Werner van Sonskirchen tot den Nieu-werborg en Johan van Stalbergen, drost van het land Kriekenbeek, doen uitspraak in een verschil, ontstaan tusschen Hartaet van Pallant, heer te Wyvelskirchen, Sevenbergen , Ruilingen , Dalenbroek , Wyldenborch , Warden, Elmpt, enz. en de stad Roermond, aangaande
— 239 —
de visscherij en de balten tusschen Roermond en Ooi, tegenover den Bonenberg gelegen.
Orig. perk. waaraan zes zegels gehangen hebben , waarvan nog slechts een beschadigd aanwezig is , in doos 2 N0 31,
1575, 31 October. De magistraat van Erkelens schrijft aan dien van Roermond dat de burgemeester der stad en eenige raadsvrienden door het officiaal van het geestelijk gerigt te Roermond gedagvaard zijn, om in geestelijke zaken tegen hunnen pastoor getuigenis af te leggen ; daar zulks eene ongehoorde en vreemde zaak is verzoekt hij inlichtingen te mogen ontvangen hoe zich daarin te gedragen.
Orig. in omslag 13 N° 49.
1575, 3 November. De magistraat van Erkelens schrijft aan dien van Roermond , dat de bisschop Lindanus den burgemeester en oud-burgemeester openlijk heeft doen dagvaarden om in zake der priesters en geestelijken van Erkelens voor het geestelijk gerigt te Roermond te verschijnen en getuigenis der waarheid af te leggen ; dat tulks met de privilegiën, die door keizer Karei bevestigd zijn geworden, strijdig is , en de gedagvaarden , zonder hunne wereldlijke overheden daaromtrent geraadpleegd te hebben , bezwaar maken daaraan te voldoen ; de magistraat verzoekt dat de stad Roermond , hoofd van het kwartier , den bisschop daarvan kennis geve en hem verzoeke de zaak uit te stellen tot dat door Z. M. zal zijn uitgemaakt in hoeverre en in welke zaken de geestelijke regter bevoegd zal zijn de leeken te dagvaarden en in hoe verre hij over hen zal te gebieden en te rigten hebben.
Orig. in omslag d3 N* 48.
31
- 240 —
1576. De magistraat van Roermond bepaalt van welke goederen het kraangeld zal geheven worden en tot
welk bedrag.
Afschrift, in Jura el privilegia , I bladz. 135.
1576, 12 Januarij. De stadhouder Gillis van Barlaimont zendt een plakkaat verbiedende aan de schippers , bootsgezellen en andere ter zee varende lieden uit deze landen van Gelre en Zutphen , om zich zonder voorgaand verlof buiten deze landen met der woon te vestigen.
Orig. get.; T. Roos, in omslag 15 N0 39.
1576, 3 Februarij. De landvoogd Don Louis de Re-quesens verzoekt den magistraat van Roermond hem het bedrag te doen toekomen van hetgeen aan de Hoog-duitsche knechten van het regiment van Polvveiler, aldaar in garnizoen, zoo van wege den magistraat als door particuliere burgers in geld is verstrekt geworden; hij beveelt dit uitdrukkelijk aan , daar merkelijk veel daaraan gelegen is.
Orig. get. : Don Luis de Requesens , lager gel. : Derly , in omslag 13 Nquot; 20.
1576, 9 Februarij. Koning Filips maakt een plakkaat, verbiedende het houden van loterijen zonder zijne uitdrukkelijke bewilliging.
Afschrift, in Jura el privilegia, II bladz. 294.
1576, 17 April. De raden des konings in Gelderland bevelen aan den magistraat van Roermond , onder over zending van twee verzoekzehriften , het eerste van Lulter van Vlodrop , erfvoogd van Roermond, als man en mom-boir zijner huisvrouw Wilhelmina de Rutter, en het tweede van Juffr. Engel de Rutier om aanJoffr. Cecilia van Vlodrop, te gelasten de eerstgenoemde personen clageloes und to weden to stellen, aangaande de nalatenschap van
— 241 -
hunnen overledenen vader, Albert de Ruiter, en bij weigering haar op den I7dün Mei aanstaande voor het hof te Arnhem te doen verschijnen.
Orig. get.: T. Hoos, in omslag d3 N0 23.
1576 , 25 Mei. De stadhouder schrijft aan den magistraat van Roermond dat hij zijne beste pogingen ten hove aangewend heeft en nog dagelijks aanwendt, ten einde middelen en geld te bekomen om de krijgslieden met leenpenningen te voorzien en te onderhouden tot minder last der arme gemeente , maar dat hij tot heden nog niefs bekomen heeft en ook niet ingelicht is aangaande het vertrek dier krijgslieden.
Orig. get. : Gillis van BarlaymonC, in omslag 13 N0 27.
1576, 27 October. De stadhouder Gillis van Barlaimont zendt afdrukken van een plakkaat lot bevrijding der wegen, veiligheid der straten, en tot verwijdering en bestraffing der menigvuldige straat- en stroomschenders.
Orig. get. : T. Roos , in omslag -13 N0 40.
1577, 5 Maart. De stadhouder en raden des konings in Gelderland verlengen het plakkaat van 15 October 1575, aangaande den loop der gouden en zilveren munten, tot Paschen aanstaande.
Orig. gel.: T. Roos, in omslag \\ N* 20.
1577, 11 Maart. De stadhouder Gillis van Barlaimont zendt afdrukken van het akkoord en verdrag tusschen DonJuanvan Oostenrijk, in naam des konings ten eenre en de Generale Stalen Ier andere zijde gesloten, met bevel zulks op de gebruikelijke wijze te publiceren.
Orig. geieekend : T. Roos, in omslag 3 iN0 5S.
1577, 10 April. De stadhouder Gillis van Barlaimont zendt het formulier van den eed , af te leggen door hen,
— 242 —
die vroeger het land verlaten hebben en uit kracht van de pacificatie van Gend daarin wederkeeren.
Orig. geteekend : T. Root, in omslag 3 N° 49.
1577, 18 Mei. Het hof van Gelderland gelast de stad Roermond Don Juan van Oostenrijk als gouverneur dezer landen te erkennen en zich in alle zaken tot hem te wenden.
Orig. get. : T. Roos , in omslag 4 20. Uitgegeven in Bondam Stukken, II blada. 528.
1577, 4 Junij. De stadhouder Gillis van Barlaimont zendt een plakkaat, houdende bevel om naar het hof van Brussel op te zenden alle bescheiden, cedullen, geschriften , certificaten en declaration van 't geen aan het krijgsvolk verstrekt en aan de onderdanen afgeperst is.
Orig. geteekend : T. Roos , in omslag 2 N'61.
1577, 9 Junij. Brief van de stad Maeseyck aan de stad Roermond aangaande schepen, geladen met koren, die te Roermond zijn aangehouden.
Orig. in omslag 10 N0 5S.
1577, 17 Junij. De magistraat van Venlo berigt de ontvangst van een schrijven van dien van Roermond aangaande de ellende en treurigen toestand dezer laatste stad , en antwoordt dat hij daarop gisteren eenige naastbij wonenden van de ridderschap, drosten en stedenafgevaar-digden beschreven heeft tot het houden eener vergadering; dat in deze vergadering Johan van Brempt, drost te Gelder, en Engelbert van Brempt, drost te Stralen, benoemd zijn om zich naar Brussel te begeven, umb die groete langwilige ondregliche lasten ind entlich verderuen als der stat van Ruremund ind des gantzen quarticr, bestes vlietz to remonstreren.
Orig. in omslag 6 N0 25.
- 243 -
1Ö77, 30 Jiinij. De stadhouder Gillis van Barlaimont sclirijft aan den magistraal van Roermond dat de landvoogd bij de expiratie van het muntplakkaat van 25 Oct. 1!. dit nog voor drie maanden verlengd heeft.
Orig. get.; T. Roos, in omslag 13 Nquot; 28.
1577, 10 Julij, Gillis van Barlaimont, stadhouder, schrijft aan den magistraal van Roermond dat hij door tusschenkomst van Don Juan van Ooslenrijk twee plakkaten van den koning dd. 12 en 26 Jnnij ontvangen heeft, waarvan het eerste gebiedt om onverwijld aan Arend Molckemans, krijgslhesaurier, te doen toekomen alle bewijzen van de gepretendeerde schulden, by de overlandlschen krychsluijden gemaeckt, terwijl hel andere bevel geeft de afgedankte compagniën of vendelen, die nog niet gesepareerd zijn, onmiddellijk uit elkander te doen gaan en te doen vertrekken, ten einde den overlast en het geweld, dat zij op het platte land zouden kunnen uitoefenen, te verhoeden.
Orig. geleekend : T. Hoos, in omslag 3 N0 16.
1579. Rekwest van den magistraat van Roermond aan den stadhouder van Gelderland , waarbij hij te kennen geeft dal de stad door den grooten brand van 1554, alsook door de aanhoudende binnenlandsche oorlogen zeer ten achteren geraakt is; de magistraat doet voorstellen , verval in 12 artikelen, waardoor hij vermeent dat de slad wederom in bloei zou kunnen toenemen.
Minute, in omslag 1 N0 64.
1579 {dagteekening onleesbaar). Filips II vergunt aan de stad Roermond de ophefGng van den ojaslaech (1) te Linne
(1] Opslaech of markt van kolen, kalk, steenen, enz.
en in hel land van Montfort, en zulks omdat de stad
van voelen jaeren herwaerts in grooten achterdcü, vloop, und onwederhrinfjclicken schaeden geraeden is, so mits den grooten und erschrickelicken brant anno 54 leslleden geschiet, als anders, dat sie supplianten in allen voerigen inlendischen oir log en wie dan noch in diesen jegenwoirdigen vast die beste, redelichsle und rechtveerdigste par tije gestanden , die gevolcht ende daerbij lij ff', goet ende bloet unde wat sij sunst gehadt guetwillich ja begeerlich opgesath hebben.
Orig. perkam. zeer beschadigd , waaraan het uithangend fraai inajesteitszegel van Filips II in rood was , in doos
l N» S.
1579, 2!) November. De magistraat van Roermond schrijft aan den burgemeester Nederhoven en den secretaris Jolian van Camp, die zich te Arnhem bevinden, aan den stadhouder te berigten dal het krijgsvolk, tegen den wil en het bevel van den luitenant, zoo binnen de stad als in de omliggende dorpen Swalmen, Beesel, Asselt, Melick en elders, de onderdanen van hun vee en andere goederen berooft , kisten en kasten openbreekt, de levensmiddelen van de burgers buitmaakt en hen bovendien mishandelt, en hem tevens te verzoeken maatregelen te nemen om dezen staat van zaken te doen ophouden.
Orig. in omslag 12 Nquot; 47.
1380, 8 Januarij. De gouverneur en superintendent van Roermond, de Warluzel, beveelt op last van den landvoogd, hertog van Parma, aan de burgers alle wapens, die zij bezitten, op het stadhuis te deponeren en verbiedt hun voortaan eenig wapen te dragen.
Geauthenlisesrd afschrift, in omslag 3 N° 30.
- 245 -
1Ö80 , 9 Februarij. Koning Filips vaardigt een plakkaat uit aangaande de overbrenging van de kanselarij van Arnhem naar Roermond.
Afschrift, in Jura et privilegia , II bladz, 298.
1580, 5 Maart. De landvoogd Alexander, hertog van Parma, berigt aan de stad Roermond dat hij bevel gegeven heeft aan den bannerheer van Poilvvieler om met zijne vijf vendelen hoogduitsche knechten Roermond te verlaten en de stad in handen te stellen van Don Gaston de Spinola, die in plaats van die vijf vendelen aldaar in bezetting zal leggen twee vendelen italiaansche voetknechten met nog eenige andere zoo te voet als te paard.
Orig. geteekend ; Alexandre, in omslag 2 Nquot; 87.
1580, 16 Maart. Brief van den hertog van Parma aan den magistraat van Roermond, inhoudende dat, aangezien de onlusten in het land niet ophouden en de stad Arnhem in de handen van den vijand is, de raad van Gelderland door den Koning naar Roermond wordt overgeplaatst, om aldaar lot nader order te verblijven.
Afschrift in code des principaux Vrailés elc. bladi. 94 , en in omslag 5 N0 35.
1580, 2 Mei. De landvoogd Alexander van Parma door de stad Roermond aangezocht om een bekwaam inlandsch persoon te benoemen tot gouverneur en superintendent der stad, belast om deze te verzorgen, haar garnisoen in goede krijgstucht te houden en de burgers, inwoners en naburen te beschermen, berigl dal hij als dusdanig benoemd heeft Jehan d Argenleau, heer te Esneu, Onglebert, enz., en dat de thans zich daar bevindende hopman Don Gaston de Spinola zal vertrekken.
Gelijktijdig afschrift, in omslag 3 N' 31. en Orig. geteekend; Alexandre, in omslag 5 N0 12.
— 246 -
1580, 3 Augustus. De magistraat van Venlo klaagt aan dien van Roermond dat de soldaten, die op het huis te Leuth liggen, de burgers van Venlo en voornamelijk de paardendrijvers, die met hunne paarden de schepen opwaarts trekken, molesteren , ophouden , vangen , spannen en tot rantsoen dwingen , en verzoekt dat aan den bevelhebber aldaar en aan dien te Maastricht daarover geschreven worde , opdat veiligheid voor hunne burgers moge verkregen worden.
Orig. met hel opgeplakt zegel van Venlo, in omslag d3 N° 52,
1580, 12 December. De magistraat van Venlo beklaagt zich bij dien van Roermond dat een burger van Venlo in Roermond door de soldaten gevangen genomen en op een ondragelijk rantsoen gesteld is ; dat hij steeds er voor gezorgd heeft dat de burgers van Roermond in Venlo vrij en ongehinderd passeren mogen en nog onlangs, toen een van hen door de soldaten op de Staai gevangen genomen werd, deze door de burgers van Venlo op vrije voeten gesteld is; hij verzoekt derhalve dat de gevangen persoon insgelijks vrijgelaten worde.
Orig. met het opgeplakt zegel der stad Venlo, in omslag 13 N0 öö.
1581, 26 Januarij. De graaf van Esneu , gouverneur van Roermond, vaardigt eene ordonnantie uit aangaande hetgeen de burgers van Roermond verschaffen moeten aan de bij hen ingelegerde soldaten.
Afschrift , in omslag 8 N0 44.
1581 , 31 Mei. De magistraat van Roermond klaagt aan den landvoogd over de groote en drukkende lasten, die de stad voor het garnizoen moet opbrengen, daar door de sluiting der Maas door het krijgsvolk van /. M.
de licenten niets opbrengen, en door de slechte ordonnantie op de contributiën deze ook weinig opleveren; hij verzoekt derhalve dat aan dezen ellendigen en ramp-spoedigen staat van zaken een einde gemaakt worde door de opheffing van die ondragelijke en onmensche-lijke lasten; hij vraagt tevens de verwijdering van het garnizoen en van den tegenwoordigen gouverneur, ten einde de wanorde en buitensporigheden van rooven en stelen, die door dien gouverneur niet worden tegengegaan , te doen ophouden, en voortaan voor de administratie der stad slechts eenen kapitein , zonder den titel van gouverneur, aan te wijzen, zoo als zulks vroeger geschiedde, en geeft den wensch te kennen, dat tot onderzoek commissarissen door den landvoogd benoemd en afgezonden worden. In margine bevindt zich het antwoord van den landvoogd,
Orig. in margine , geleekend : Alexandre, ter ord,iJ Verreycken, in omslag 12 Nquot; 55.
1581. De magistraat van Roermond doet aan den commissaris Willem van Merode het voorstel, ten eerste om het italiaansch garnizoen, dat ongeregeld en zonder krijgstucht is , door een duitsch te vervangen ; vervolgens om ten behoeve van het garnizoen met eenig geld te worden bijgestaan, of wel het te verminderen, en eindelijk om de administratie der stad te willen toevertrouwen aan eenen kapitein , zonder den titel van gouverneur, daar zulks mindere kosten veroorzaakt en de tegenwoordige gouverneur, de heer van Esneu, weinig gezien is bij de krijgslieden en dientengevolge niet in staat is hunne moedwilligheden en euveldaden te keer te gaan.
Minute, ia omslag 13 N0 11.
32
— 248 —
1581, De magistraat van Roermond stelt eenige punten vast om aan den commissaris Willem de Merode te worden voorgelegd, met het doel om eene betere orde onder het krijgsvolk te verkrqgen, de dieverijen te doen ophouden, het platteland tegen de vijandelijke aanvallen te beveiligen, enz.
Minute in omslag 13 Nquot; 12.
1581 , 9 Junij. Filips II verleent octrooi aan de stad Roermond om gedurende een jaar zeker licentgeld te heffen op de schepen, die over de Maas op- en afvaren en op de koopmansgoederen, die vervoerd worden, en zulks om de stad te hulp te komen tot het betalen der krijgslieden, die aldaar in bezetting liggen ten einde de stad en omliggende dorpen en vlekken te beschermen.
Orig. perkara, met bel uithangend beschadigd majes-teilszegel van Filips II in rood was , in doos 1 N° 6.
1581. 1 Julij. De magistraat der stad Weert schrijft aan dien van Roermond , in antwoord op een brief van dezelfde dagteekening, waarin verzocht werd tqding te bekomen van de verovering van het kasteel en de stad Rreda; dat hij vernomen heeft dat de heer van Haute-pain (van Haultepenne) met zijn krijgsvolk op 28 Junij des morgens vroeg uit het kasteel de stad is binnengedrongen ; dat van beide kanten vele dooden gebleven zijn en de stad geplunderd is geworden.
Orig. in omalag 1 1S° 66.
1581 , 4 September. De door den landvoogd benoemde commissaris Willem de Merode deelt aan den landvoogd eenige punten mede aangaande de invordering van con-tributiën en licenten in het overkwartier en het aanwenden daarvan tot betaling der krijgslieden aldaar.
- 249 -
In margine bevindt zich het antwoord van den landvoogd.
Orig. get. : Willem de Mer ode, in margine get. : Alexandre , in omslag 13 Nquot; 5.
1581, 9 November. Brief van de stad Maastricht aan de stad Roermond over het plakkaat aangaande den cours der munten.
Orig. in omslag 10 N0 70.
1582-1592. Elf brieven van Willem de Merode aan den magistraat van Roermond over garnizoensaangelegen-heden van ondergeschikt belang.
Originelen , geteekend: Wilhelm de Merode , in omslag i3 N0 6.
1582, 8 Jannarij. Het hof van Gelderland zendt een plakkaat dd. 1 Aug3 1581 aangaande de confiscatie van de goederen der rebellen.
Orig. geteekend : Pybes, in omslag 7 N° 46.
1582, 26 April. De landvoogd Alexander van Parma benoemt tot gouverneur der stad Roermond den heer van Warluzel in de plaats van den afgetreden gouverneur den heer van Esneu.
Orig. geteekend: Alexandre, in omslag 4 N0 24.
1582, 14 November. d'Assonleville schrijft aan den magistraat van Roermond dat hij met leedwezen den bedroevenden staat van het overkwarlier vernomen heeft, alwaar dc vijand alle middelen zoekt om zijn krijgsvolk te onderhouden; hij zal alle pogingen aanwenden om dc stad verligting te bezorgen.
Orig. get.; D'Assonleuillc, ia omslag d2 N0 39.
1582, 28 December. De geestelijkheid van Roermond klaagt aan den magistraat dat zij te boog in de contri-butiën is aangeslagen.
Orig. ia omslag 10 Nquot; 39.
1583. Lindanus, bisschop van Roermond , schrijft aan den magistraat aangaande de oprigting eener zondagsschool , ten einde de ambachtsgezellen en de dienstboden tot den opregten godsdienst en de vreeze Gods te brengen ; hij verzoekt daartoe alles in het werk te stellen en de publicatie te doen, opdat men ten hove niet kwalijk gestemd zij dat men hier zoo weinig achting heeft voor de voortplanting van het H. K. geloof.
Orig. get. : Wühel. van der Lindl, in omslag 13 N0 42.
1583, 18 Maart. De landvoogd schrijft aan den heer van Warluzel, gouverneur van Roermond, van de gedeputeerden van de ridderschap de klagt te hebben ontvangen dat eenige burgers van Roermond door de hoofden, kapiteins en andere officieren, tegen hunne privilegiën behandeld , in gevangenis gehouden en gerantsoeneerd zijn geworden, onder voorwendsel dat zij iets tegen het bevel of het militaire regt zouden bedreven hebben; hij beveelt in naam des konings om onmiddellijk in kennis gesteld te worden met de oorzaken , die hem bewogen hebben dergelijke handelingen te ondernemen.
Orig. get. : Alexandre , in omslag 13 N° 13.
1583, 10 April. De stad Weert vraagt aan Roermond mededeeling van hetgeen aan de ruiters binnen Roermond liggende verstrekt wordt voor mondkost, hooi en haver, wanneer zij b. v. naar Eindhoven of naar eene andere plaats gezonden of gerekwireerd worden, enz.
Orig. in omslag 9 N0 35.
- 251 —
1583, 5 en 13 Junij. Twee brieven van den magistraat van Erkelens aan dien van Roermond, betrekkelijk eene vergunning hem door den landvoogd toegestaan om de contributiën der dorpen Cruchten en Berck te mogen aanwenden tot onderhoud van het garnizoen van Erkelens , tegen welke vergunning de magistraat van Roermond bedenkingen had ingebragt.
14 Julij. De magistraat van Erkelens schrijft aan den gouverneur der stad Roermond, den heer de Warluzel, aangaande hetzelfde onderwerp.
Drie originelen , in omslag 12 N0 56.
1583, 7 Junij. Lindanus, bisschop van Roermond, schrijft aan den magistraat dat hij weinig hoop heeft om de oude lieden, voornamelijk de manspersonen, tot den opregten godsdienst of tot de vurigheid, devotie en het christelijk gebruik hunner voorvaderen terug te kunnen brengen; dat hij geen beteren raad weet dan aan de jeugd eene christelijke opvoeding te geven, waarvan zij door de zorgelooze ouders verstoken blijven; hij zendt dienaangaande een ordonnantie des konings, met verzoek hem in de uitvoering daarvan te willen behulpzaam zijn. Hij meldt tevens dat op den H. Sacramentsdag de processie uit de H. Geestkerk zal trekken, en vermaant den magistraat, die reeds ten hove als suspect beschuldigd is, een voorbeeld te geven aan de burgerij, door het plaatsen van altaren voor hunne woningen , of ten minste van kaarsen voor hunne vensters, om alzoo de achterdocht van verandering van godsdienst te doen ophouden; hiertoe zoude bijzonder kunnen bijdragen wanneer de magistraat het verzoek aan de burgers deed afkondigen om de straten te versieren, lichten voor hunne vensters te plaatsen en bij het voorbijdragen van het H. Sacrament aan hunne deuren te komen om het
de verschuldigde eer te bewijzen , in plaats van die processie te ontloopen , als zij die zien aankomen of de schei hooren.
Orlg. get. : Wilhelm van der Lindl onwaerdigh bisschop der kerke Gods lol Ruremonde, in omslag 13 N041.
1583, 5 October. De raden des konings in het vorstendom Gelder en het graafschap Zutphen geven eene beslissing in zake tusschen jonker Lutter van Vlodrop, erfvoogd van Roermond , en den magistraat van die stad aangaande de jurisdictie in de Roer aldaar.
Afschrift, in Jura et privilegia , H bladz. 313-318.
1584. Daar de heer van Warluzel, gouverneur van Roermond , den magistraat en meerdere burgers van die stad bij den landvoogd van ketterij beschuldigd heeft geven de ofllciaal van het bisdom , de priors der Karthui-zers en der Kruisheeren, de pastoor der parochiekerk en de paters van de kloosters van Mariagaard, Gods-weerd en S' Theobaldus verklaringen af van de onwaarheid van die beschuldiging.
Originele stukken, in omslag o N0 i8.
1584. Vertoog door burgemeesters, schepenen en raden van Roermond bij den landvoogd den hertog van Parma ingediend, houdende zware klagten tegen den heer de Warluzel, gouverneur der stad Roermond.
Minule in omslag 9 Nquot; 32.
1584, 14 February. De stad Weert vraagt aan Roermond de ordonnantie van de hoeveelheid haver, die eiken ruiter per dag moet gegeven worden, en hetgeen de personen, waar zij gelogeerd zijn, hun behalve de 12 stuivers daags moeten verstrekken.
Orig. in omslag 9 N0 36.
— 253 —
1584, 18-28 Februarrj. De magistraat van Venlo klaagt aan dien van Roermond dat eenige burgers van Venlo, die goederen naar Roermond wilden brengen, te Kessel door soldaten van Middelaar zijn gevangen genomen en naar Middelaar gevoerd geworden; hij geeft te kennen dat de vrijheid van scheepvaart, tot welvaart van beide zijden , tot dusverre geduld is geworden en verzoekt dat alles in het werk gesteld moge worden om die te behouden, de gevangene burgers wederom in vrijheid te stellen en de daders te straffen.
Orig. met het opgeplakte zegel der stad Venlo , ic omslag 13 N0 34.
1584, 7 April. De magistraat van Roermond schrijft bij herhaling aan den landvoogd om van de kompagnie ruiters van Don Pedro de Pas ontslagen te worden , die de stad en het platteland tot de uiterste en ondragelijke ellende en armoede brengt.
In margine bevindt zich het antwoord van den landvoogd.
Orig. fr. get. : in margine. Parmer, in omslag 13 N0 14.
1584, 14 Junij. Lindanus, bisschop van Roermond, doet verslag aan den magistraat van de pogingen, die hij aan het hof in het werk gesteld heeft om Roermond en zijne omstreken van den grooten overlast van krijgsvolk te bevrijden.
Orig. gedagt. ts Doornik en get. : Willem van der Lindl, in omslag 2 Nquot; 86.
1584 , 20 Junij. De magistraat van Roermond schrijft aan den landvoogd om ontlasting van de compagnie landers van Don Pedro; beklaagt zich over de vier regimenten Walen, die in het kwartier van Roermond gelegerd zijn en aldaar vele verwoestingen en baldadigheden
- 254 -
aanrigten , zoo als ook over het gedrag van den gouverneur van Roermond, den heer van Warluzel, die door zijne handelwijze de stad Venlo, ten nadeele van Roermond , bevoordeelt.
In margine bevindt zich het antwoord van den landvoogd.
Orig, in omslag 12 N0 2.
1584, 27 Junij. Ernest van Beijeren, bisschop van Luik, schrijft aan den magistraat van Roermond aangaande de klagten als zouden de Luiksche kooplieden de verschuldigde regten ontduiken door eenen anderen weg met hunne koopwaren te nemen.
Orig. in omslag dO N0 65.
1584, 17 September. De magistraat van Keulen schrijft aan dien van Roermond dat vóór 21/, maand een burger van Keulen op den openbaren straatweg in dem Uertzogthumb Limburg eene baal zijde is ontroofd geworden, waarvan door eenige burgers van Roermond voor eenen spotprijs en mala fide zoude gekocht zijn; hij verzoekt hieromtrent onderzoek te willen instellen en die zijde aan den regtmaligen eigenaar terug te doen geven.
Orig. hoogd. in omslag N9 2.
1584, 20 October. De magistraat van Erkelens klaagt aan den momboir en aan den burgemeester van Roermond over de tegenkanting, die hij ondervindt in zake der contributiën van Cruchleti en Berck, en legt daarbij een afschrift over van het besluit door den landvoogd dienaangaande genomen den 4den Julij 1583.
Orig. en afschrift, in omslag 12 N* 57.
1584, 20 November. De magistraat van Roermond beklaagt zich bij den landvoogd over de onbetamelijke
— 255 -
wijze, waarop de 2 November II. in Roermond aangekomene landers van Don Diego Sarmento zich aldaar gedragen hebben, roet verzoek hen uit de stad te verwijderen.
Minute, ia omslag 12 N0 32.
1584, 28 November. Burgemeester, schepenen, gezworenen en raad der stad Maastricht zenden op het verlangen van den magistraat van Roermond een afschrift, inhoudende den cours der munten, waarnaar zij zich regelen.
Orig. get.: M. Hermans , ia omslag 9 N0 38.
1584, 19 December. Brief van de stad Maastricht aan de stad Roermond, houdende verzoek om ingelicht te mogen worden aangaande het te betalen onderhoud der ruiters.
Orig. in omslag 10 N0 58.
1585. Vier brieven van de stad Maastricht aan de stad Roermond, houdende klagten aangaande het ophouden der schepen in laalstgemelde stad en berigt aangaande het te betalen onderhoud der ruiters.
Orig. in omslag 10 N0 71.
1585, 8 Januarij. De magistraat van Roermond rigt een verzoekschrift tot den landvoogd, voornamelijk ten einde de stad van den onmenschelijken last van de lanciers van Don Diego Sarmento te bevrijden , en aan de burgers de wapenen terug te doen geven, die hun door de Warluzel, den gouverneur der stad, zijn ontnomen. De magistraat berigt voorts dat de verraderlijke aanslag, die tegen de stad zoude moeten plaats hebben door nagemaakte sleutels der stadspoorten een bloot
33
- 256 —
verzinsel is om meer garnizoen naar de stad te doen komen; dat de omgevallen stadsmuur in den loop van den zomer zal herbouwd worden , en verzoekt dat geene nieuwe fortificatiën worden aangelegd dan op bevel van den landvoogd, en de stad slechts moge bezet blijven met twee sterke vendelen, daar het hun verder onmogelijk is een garnizoen , zoo als zich thans aldaar bevindt, te kunnen onderhouden.
Minute, in omslag 12 N0 34.
1585, 19 Februarij. De Warluzel, gouverneur en superintendent der stad Roermond en van het overkwar-tier, stelt aan den magistraat eenige artikelen voor, opdat het verschil, dat tusschen hem enden magistraat bestaan heeft, moge ophouden, en voortaan geen twist meer ontsta.
Orig. get. ; de Warluzel, in omslag 12 Nquot; 48.
1585, Maart-April. Stukken, betreflende een onderzoek aangaande eene voorgewende poging om zich van de stad Roermond meester te maken door middel van nagemaakte sleutels der stadspoorten, die door verraad in vijandelijke handen zouden gekomen zijn.
Orig. afschriften en minuten, in omslag 12 N0 58.
1585. 1 Maart. De Warluzel, gouverneur, superintendent en kapitein der stad en van het overkwartier, schrijft aan den magistraat aangaande de hem ten laste gelegde feiten en verzoekt afschrift te bekomen van de klagt, die de magistraat over hem aan den landvoogd heeft doen toekomen, opdat hij zich moge verantwoorden zoo als het behoort.
Orig. fr. geteekend : de Warluzel , met eene vertaling in het nederl. in omslag 42 N0 20.
— 257 -
1585, 16 April. De gedeputeerden van de stad Roermond beklagen zich bij den landvoogd over de groole lasten, waaronder de stad zucht, de afpersingen der burgers door het krijgsvolk en over andere zaken.
Orig. fr. inhoudende 12 bladzijden , mei bel antwoord van den landvoogd in margine , geieekend : Alexandre , in omslag 5 N0 29.
1585, 26 Mei. De stadhouder Claude van Barlaimont zendt de burgersoldaten terug, die hem door den magistraat van Roermond verschaft waren, dankt hem voor zijne bereidwilligheid en looft het gedrag, dat die soldaten gehouden hebben.
Orig. geteekend : Claude de Barlaymonl, in omslag 5 N0 28.
1585, 9 Junij. De landvoogd Alexander van Parma betuigt zijne tevredenheid aan den magistraat voor de goede diensten, die hij bewezen en de zorg, die hij voor het behoud der stad heeft aangewend, en spoort hem aan op den ingeslagen weg voort te gaan.
Orig. geteekend: Alexandre, in omslag 3 N0 1.
1585, 15 Junij. De magistraat van Roermond geeft eenc instructie aan Andries Busch, burgemeester, en Jacob van Lom, schepen, ten einde zich naar het leger te Beveren te begeven en den landvoogd de bezwaren der stad te kennen te geven, voornamelijk die, welke door de benden lanciers veroorzaakt worden.
Minute, in omslag 6 N0 8.
1585, 21 Junij. Claude van Barlaimont beantwoordt een schrijven van den magistraat van Roermond, waarin deze klaagt over de vermeerdering van het garnizoen en bijzonder over de bende lanciers van Don Diego de Sar-
- 268 -
mento ; hij zegt dat de landvoogd zulks met geen ander inzigt gedaan heeft dan voor het welzijn der burgers, om de invasie van den graaf van Meurs en Maarten Schenck voor te komen; hij twijfelt evenwel niet of de stad zal spoedig verligting bekomen en van het zwaar garnizoen bevrijd worden; zoodra de tijd het hem zal toelaten zal hg met den ridder Gigoigne middelen beramen tot nut en welvaart der burgers.
Orig. getcekend : Claude de Barlaymont, in omslag 3 Nquot; 25.
1585, 23 Augustus. Claude van Barlaimont beantwoordt een schrijven van den magistraat van Roermond, waarin deze berigt dat de bende lanciers van Diego de Sarmento wederom binnen Roermond op kosten der burgers gekomen is; hij kan tot zijn leedwezen niet zoo spoedig als hij zulks wil eenige verligting aanbrengen , maar zal bij den landvoogd er op aandringen en de zaak behartigen tot voldoening der burgers.
Orig. get. : Claude de Barlaymont in omslag 3 N° 23.
1585, 7 September. Johan van Gruchten, gcholtis Ie Roermond. legt voor schepenen aldaar, in tegenwoordigheid van Filips Valladolid, auditeur van het krijgsvolk , eene verklaring af, hoe hem door Don Diego Sarmento, vergezeld van twee kapiteins en een groot aantal soldaten , het bevel gegeven werd Johan van Nederhoven, schepen van Roermond, wegens gebezigde uitdrukkingen in verzekerde bewaring te stellen.
Orig. gel. : Philippe Valladolid , en voorzien van de opgeplakte zegels der schepenen Jacob van Lom en Johan Hillen, in omslag 13 Nquot; 3.
1586. 5 Januarij. Paus Sixtus V verleent de bevoegdheid aan de Societeit Jesu om andere huizen of gestich-
— 259 —
ten op te rigten dan die, welke uitsluitend voor opvoeding bestemd zrjn.
Gedrukt exemplaar, in omslag 13 Nquot; 52.
1586 , 20 Februarij. Claude van Barlaimont berigt dat hij van ridderschap, schepenen en inwoners van het ambt Monlfort klagten ontvangen heeft wegens plunderingen , die Maarten Schenck in hun ambt gepleegd heeft, waardoor zij in de onmogelijkheid zijn om het resterende van de maandelijksche contributie tot onderhoud van het garnizoen te Roermond te voldoen en om uitstel tot betaling daarvan verzoeken.
Orig. geteekend : Claude de Barlaymonl, in omslag 3 Nquot; 27.
1586, 27 September. De magistraat van Venlo klaagt aan dien van Roermond dat een burger van Venlo met zijn paard door burgers van Roermond aldaar is aangehouden geworden en borgen heeft moeten stellen, die hij donderdag e. k. wederom moet inlossen; daar zulks niet strookt met het in vroegere jaren tusschen beide steden aangegaan verdrag ten opzigte van de vrije scheepvaart op de Maas, verzoekt hij dat die burger vrijgelaten worde.
Orig. in omslag 13 N° 35.
1586, 22 October. Jehan Richardot schrijft aan den magistraat dat hij met leedwezen vernomen heeft dat de stad zoo bezwaard is, maar dat men in deze tijden eenig geduld moet toonen ; hij spoort hem aan zich tot den gouverneur, den ridder Cigoigne, te wenden, die in staat is de stad te verligten.
Ori^. get.: Jehan Richardot, in omslag 12 N* 59.
— 260 -
1586, 14 November. Kanselier en raden des konings in Gelderland en Zutphen zenden eene ordonnantie, houdende verbod om de renten, die gedurende deze beroerten en voornamelijk sedert het jaar 1571 aangegaan zijn , hetzij deze in koren of in geld zijn bedongen, aan de eigenaars daarvan te betalen , vóór dat de brieven door de heffers aan het gerigt hunner woonplaats vertoond en behoorlijk op hunne kosten afgeschreven zijn.
Orig. get, : Pybes , in omslag 12 N° 30.
1586, 28 November. De magistraat van Roermond schrijft aan den landvoogd dat de stad altijd gedurende deze beroerten de partij van den koning gehouden heeft; dat zij steeds zware garnizoenen heeft moeten onderhouden en groote contributiën opbrengen, hetwelk haar tot geheel verval gebragt heeft; dat zij gemeend heeft thans eenigzins gespaard te mogen worden, maar dat den le'1'quot; dezer wederom eene kompagnie lanciers is aangekomen, in wier onderhoud zij onmogelijk voorzien kan en derhalve verzoekt de magistraat daarvan ontslagen te worden.
In margine bevindt zich het antwoord van den landvoogd.
Orig. in margine, geteekend: Alexandre, in omslag 12 N0 31.
1586, 4 December. Burgemeester, schepenen en raad van Roermond maken een accoord met Wichardus Wichardi tot de bediening van het ambt van pastoor der parochiekerk, welk ambt sedert den afstand van Dcderik Haen eenigen tijd onvervuld gebleven is.
Orig. in omslag 12 N° 22 en minute, in omslag 7 1N° 36.
1587, 16 Januarij. Jehan Richardot schrijft aan den magistraat dat hij hem thans geene verzachting kan be-
— 261 —
zorgen; dat het ook onmogelijk is om door die van Weert iets te laten bijdragen, daar de landvoogd uitdrukkelijk verlangt dat deze voor dit maal geheel vrijgelaten worden.
Orig. get. : Jehan Richardol , in omslag 12 N0 60.
1387, 26 Januarij. Filips II verleent octrooi aan de stad Roermond om bij continuatie gedurende twee jaren het licenlgeld te mogen heffen op alle schepen en koopmansgoederen , die de rivier de Maas op- of afvaren.
Orig. perkam. mei hel uithangend maar beschadigd majesleilszegcl van Filips H in rood was , in doos I IN0 7.
1587, 7 Februarij. Koning Filips verbiedt aan zijne onderdanen het bezoeken van vreemde universiteiten of scholen, opdat zij durch hanlieronge und communicatie mit uytlanders, cndc luyden geïnfecteerd wettende van ketterijen niet verdorven, vervrempt ende afgetrocken en souden worden van onse onderdaenigheijdt ende van de waer-achtige catholijcke Roomsche religie.
Geaulh. afschrift, geleekend : A. G. van Laer , in Jura et privilegia , II bladz. 326-332.
1587, 3 Junij. De magistraat van Roermond verbiedt wegens de duurte van rogge en gerst den verkoop daarvan aan vreemdelingen , stelt den prijs van de rogge op achttien gulden , de gerst op twaalf gulden en ieder brood van rogge en gerst gemengd, en ter zwaarte van 10 ponden op 12'/, stuiver; beveelt tevens aan de personen , die meer voorraad hebben dan tot aan het rijp worden van het nieuwe gewas noodig is, dezen tot bo-vengestelden prijs aan de burgers te verkoopen.
Afschrift, in Jura et privilegia, I bladz. 219.
- 262 —
1587, 10 Julij. De stadhouder Claude van Barlaimont berigt dat hij met zijn leger is aangekomen om de door den vijand ingenomen vesten wederom te betnagtigen en verzoekt den magistraat om , indien eenige inwoners van Roermond het leger met victualie zouden willen volgen, zulks te bevorderen.
Orig. geteekend : Claude de Barlaymonl, in omslag 8 N0 H.
1587, 24 Julij. De magistraat van Roermond, de provisoren en armenmeesters der huisarmen aldaar, geven volmagt aan Mr. Gerrit van den Bergh, om alhier, te Echt, in het ambt Montfort, in het land van Gulik , van Horn, Thorn en Kessel, en voorts overal in het land van Luik, Wessem en Dalenbroek, alwaar gemelde huisarmen bezittingen hebben, deze te bestieren, de pachten en renten daarvan te ontvangen , enz.
Orig. met het opgeplakt klein zegel der stad Roermond, in omslag 15 Nquot; 45.
1587 , 19 November. Verzoekschrift van Jacob Huyser aan den magistraat van Roermond ten einde betaling te erlangen eener som van 100 koningsdaalders voor eene door hem geschilderde groote tafel (1), bestemd voor het hooge koor in de moederkerk.
Orig. in omslag 6 N0 37.
1587, 19 December. Kanselier en raden des konings in Gelderland en Zutphen geven het bevel aan den magistraat van Roermond om de nieuwe zilveren munten , die uit Frankrijk hier worden ingevoerd en van zeer slecht allooi zijn, overal te jdoen verbieden.
Orig. get.; Pybes, in omslag N' 51.
(1) Tafel, d. i. Scklldeistuk.
- 263 —
1588, 22 Januarij. Filips II verleent octrooi aan de stad Stralen tot het bouwen van eenen watergraanmo-Ien op de rivier de Niers aldaar.
Orig. perk. het zegel ontbreekt, in doos 1 N0 8.
1588, 2 April. De Hertog Johan Willem van Gulik Kleef en Berg schenkt aan de stad Roermond een verguld zilveren beker (1) uit dankbaarheid voor de goede ontvangst en de eerbewijzingen aan zijne gemalin en hem bewezen , toen zij onlangs te Roermond waren.
Orig. gel. : Johanns Wilhelm herzog zu Gulicb , in omslag 1 N0 69.
1588, 28 April. De magistraat van Gelder schrijft aan dien van Roermond dat de uitgeplunderde burgers en ingezetenen der stad hoe langer hoe meer door al te groot garnizoen gekweld worden, en in de onmogelijkheid zich bevinden dit op den duur uit te staan ; hij verzoekt om bijstand en raad dair mijt dese arme veldtstadt sus niet hove alle vermoegen bclastet same to gronde ghae.
Orig. in omslag 13 N0 7.
1588, 9 Mei. De magistraal van Erkelens schrijft aan dien van Roermond dat kanselier en raden hem kennis gaven dat de magistraten van Roermond , Venlo en andere plaatsen het noodig geoordeeld hebben voor het overkwartier eenen scherpregter aan te nemen en lot zijn onderhoud eene quotisatie gemaakt hebben. Hij geeft hierop te kennen dat hel onderhoud van den scherpregter nooit ten laste van de landschap geweest is en Erkelens ook nooit daartoe iets heeft bijgedragen; dat hij niet weigert in de overige lasten van het kwartier
(1) Deze prachlvulle beker is thans nog op het raadhuis alhier aanweiig.
34
- 264 -
bij te dragen , maar in deze aangelegenheid zich weigerend moet betonnen, te meer omdat hij daaromtrent niet geraadpleegd is geworden.
Orig. in omslag 13 Nquot; 50.
1588, 15 Mei. De magistraat van Gelder betuigt zijnen dank aan dien van Roermond voor den goeden raad en bijstand, dien hij ontving; hij geeft te kennen dat de verarmde stad evenwel door nog grooter garnizoen bezwaard is dan twee der meest bezwaarde steden van het over-kwartier, weshalve hij nogmaals hulp inroept, opdat de stad in deze groote ellende niet geheel verwoest en verlaten worde.
Orig. in omslag 13 N0 8.
1588, 14 October. Op verzoek van Pieter Henrix ende Marten Beer kens, gildebroeders van holtvloters, van Remunl. veklaren getuigen voor burgemeester, schepenen en raad der stad Dordrecht dat het afbrengen van hout langs de rivier steeds door de houtvoerders van Roermond geschied is.
Orig. perk. get. : J. W. Pauwelz , waaraan het uithangend beschadigd zegel van Dordrecht in groen was, in doos 3 Nquot; 26.
1589, 9 Maart. Burgemeester, schepenen en raad van Wachtendonck klagen over de zware lasten , waaronder zij gebukt gaan , en verzoeken den magistraat van Roermond eenen kwartiersdag te beschrijven, ten einde maatregelen te beramen tot bevordering van de welvaart zijner Majesteits onderdanen.
Orig. in omslag 6 N0 10.
1589, 25 Mei. De magistraat van Roermond benoemt na den afstand van Gerardus Maissen van Brakelen tot
— 265 —
rector der school te Roermond M. Titius, en slelt regelen vast, waaraan deze zich moet houden.
Minute, in omslag 12 N° 41.
1589, Julij. Filips II vergunt aan de stad Roermond eene wekelijksche markt van paarden en ander vee, te houden op woensdag, en twee jaarmarkten, de eene in den winter op den dag van S' Pauls bekeering (25 Januarij) en de andere in den zomer op S'. Margaretha dag (20 Julij), en zulks uit consideratie van den onge-lukkigen brand, die aldaar in het jaar 1554 plaats had en omdat de stad door dese lanckduerige troublcn ende beruerten bis in den grond verdomen ende lot vuijterlrjke armoede ende miserie gecommen is.
Orig. perk, met hel uitbangend majesteilszegel van Filips II in rood was, in doos 1 Nquot; 9.
1590. Drie brieven van de stad Maastricht aangaande geleverd buskruid.
Orig. in omslag -10 Nquot; 27.
1590, 30 Januarij. Het hof zendt een plakkaat, verbiedende om ghene boose ofte ongewoenhjke cruijden oft andere saecken in bijeren oft andere stareke drancken te brouwen.
Orig. geleekend ; Pyhcs, in omslag 5 N0 30.
1590, 15 Maart. Filips II verleent octrooi aan de stad Roermond om bij continuatie gedurende een jaar het licentgeld te mogen heffen op de over de rivier de Maas op- en afvarende schepen en vervoerd wordende koopmansgoederen ; de opbrengst zal strekken tot onderhoud van het garnizoen.
Orig. perk. zegel verloren , in doos I N° 10.
1590, 18 April Kanselier en raden des konings in Gelderland berigten aan de stad Roermond dat die van
— 266 -
de stad en heerlijkheid Weert, bij patent van Z. M., uitstel tot betaling van hunne crediteuren bekomen hebben voor den tijd van een jaar, en dat die crediteuren opgeroepen worden om ten hove te verschijnen op den 16den Mei aanstaande.
Orig. gel.: Pybes, in omslag 40 N0 15.
1590 , 19 Mei. Biesma , burgemeester van Maastricht, schrijft aan den magistraat van Roermond dat hij op verzoek van den magistraat de kooplieden in buskruid ontboden en hun gevraagd heeft of zij terstond eene hoeveelheid daarvan konden leveren; dat hij op het ontkennend antwoord zich gewend heeft tot den Luitenant der stad, die hem 603 pond heeft overgelaten, tot den prijs van 35 br. guldens de 100 ft, en dat hij deze hoeveelheid naar Roermond verzonden heeft.
Orig. in omslag i N0 60.
1590, 31 Mei. De landvoogd Alexander van Parma gelast den magistraat van Roermond geene goederen, zoo te water als te land, de stad te laten passeren zonder voorzien te zijn van zijne brieven van paspoort en na voldoening van het licentregt.
Orig. get: Alexandre , lager get, : Verreycken , in omslag 9 N° 9.
1590, 5 Augustus. De landvoogd Alexander van Parma berigt dat de koning hem naar Frankrijk gezonden heeft tot bijstand van de Katholijken van dat land en dat gedurende zijne afwezigheid het bestuur is opgedragen aan den graaf van Mansfelt.
Orig. geleekend ; Alexandre , in omslag 3 Nquot; 24.
- 267 —
1590, 1 October. De stalen generaal der Vereenigde Nederlanden geven een brief van sauvegarde aan de abdis van Thorn.
Geaulbentiseerd afschrift, get. : J. Eysicyck , nolarius, in omslag dO N0 40.
1590, 1 October. De graaf van Mansfeit berigt aan den magistraat van Roermond dat hij in deze tijdsomstandigheden vooral voor de krijgszaken het noodig geoordeeld heeft Don Juan Mauricque de Lara, baron de Tobachan, naar Roermond te zenden , en verzoekt hem alle hulp te willen verleenen.
Orig. fr. get. : Mansfeit, in omslag 2 N0 47.
1591. Rekening van de kosten der nieuwe school, in 1591 nabij de groote kerk gebouwd.
Afschrift , in omslag 9 N0 47.
1591, 6 Januarij. De magistraat van Echt beklaagt zich bij dien van Roermond dat de burgemeester van Echt, Johannes Moers, op last van Ileinrixkcn van Velde, gênant Camps, wirdinne in den kircklhoren binnen Rure-mund unserer armer verdorvener gemeinden scholt halven in arrest gehouden is geworden, toen hij voor het algemeen belang naar die stad geroepen was. Hij geeft te kennen dat de gemeente het verschuldigde niet ontkent en kort te voren eene goede betaling daarop gedaan heeft, zoodat hij verzoekt dat de loslating van Moers bevolen worde, daar zulks strijdig is met de vroegere gewoonten.
Orig. in omslag 12 N0 25.
1591 , 25 April. Burgemeester, schepenen en raad der stud Stralen schrijven aan den magistraat van Roermond dat de vijand in den nacht van verleden Maandag op Dingsdag op de stad Stralen een aanslag beproefd heeft.
- 268 -
Een uur na middernacht bevond hij zich, zonder dat de schildwachten iets gehoord hadden, over de stadsgrachten om de borstwering van den ringwai te beklimmen. Op het alarm van de schildwachten zijn de burgers te hulp gesneld en hebben drie achtereenvolgende stormen met geweld gekeerd, zoodat, toen de dag aankwam, de vijand zich verpligt achtte terug te trekken, elf doodeu en een grooten voorraad oorlogsmaterieel achterlatende.
Orig. in omslag 4 N9 50.
1591, 13 Mei. De magistraat van Veuio geeft kennis aan dien van Roermond dat de ruiters en soldaten van Meurs, Alpen en Wachtendonk de nabij Roermond geroofde beesten naar Venlo gebragt hadden , alwaar hij deze beesten door zijne soldaten deed hernemen en aan de eigenaars teruggeven ; dat hem deswegens die ruiters en soldaten van Meurs bedreigden het vee vijandelijk te nemen en de burgers en soldaten , die zij magtig kunnen worden om te brengen ; hij verzoekt derhalve met hem te willen zorgen dat hij wegens deze zaak, die om de justitie te bevorderen gedaan is, geene vijandelijke vervolgingen te verduren hebbe.
Orig. in omslag 10 N0 H.
1591, 14 Mei. De magistraat van Stralen berigt aan dien van Roermond dat hij van den vijand niets anders weet dan dat hij zich in zijne garnizoensplaatsen wapent; maar zoodra hij iets van zijne berigtgevers zal vernemen zal hij zulks onmiddellijk berigten.
Orig. ia omslag \ N° 5i.
VAN HET
DER GEMEENTE
3dc AFLEVERING
Bijlage tot het verslag van den toestand der gemeente over het jaar 1870.
ROERMOND,
SNELPERSDRUK VAN l. i. ROMEN.
1368,9 Augustus. Eduard, hertog van Gelre, bevestigt de uitspraak van Jan van Meurs, ridder, in een geschil tusschen zijne zuster Isabella van Gelre, abdis te 's Gravendaal en het Godshuis aldaar ter eenre en Klaas van Aefferden met de kinderen van Johan van Aefferden. ter andere zijde, aangaande het regt op eene waard te Deest in den stroom gelegen en den aanwas daarvan.
Afschrift in oraslag 7 N0 40; uitgegeven in Nijhoff, Gedenkwaardigheden , deel 11 N° 158.
1405-1602. Extracten uit de leenregisters van het vorstendom Gelre en 't graafschap Zutphen, over de vermelde jaren, aangaande het leen van Weert.
Geauth. Afschrift in omslag 7, Nquot; 19.
1409, 1 October. Hertog Beinald bekent aan zijnen raad Engelbrecht van Oirsbeke, ridder, schuldig te zijn 800 Geldersche guldens (negen boddragers, of tien vlaamsche plakken. of 13 oude vlaamsche grooten voor eiken gulden gerekend), welke som op zijn bevel aan Goossen Spede van Langenvelt wegens het ambt Wachtendonk betaald is. De hertog verpandt voor deze som
— 270 —
zijn ambt Stralen aan Engelbrecht cn magtigt hem om jaarlijks uit de schattingen daarvan veertig oude schilden terug te houden, met het voorbehoud evenwel om deze veertig schilden niet te heffen zoo lang hij tevens ook 's bertogs ambtman van Wachtendonk zijn zal.
Afschrift ia omslag 7 JN0 1.
1434, 31 December. Hertog Arnold doet opdragt ten behoeve van Willem van Gulik, bastaard, geheeten van Wachtendonk, en zijne huisvrouw Hermen van Batenburg, van verschillende ende ascisen op de Veluwe.
Geauthentiseerd afschrift in omslag 7 N0 18, uitgegeven in Nijhoff , Gedenkwaardigheden, deel IV blad 116.
1455, 28 October. Hertog Arnold verklaart, dat het ambt van Stralen thans in handen gekomen is van Johan van Hemberch, ridder, en Engelbrecht van Brempt; dat hij met dezen laatsten overeengekomen is dat zijne helft,
op dat ambt gevestigd, niet meer bedragen zal dan 300 Bijnsche guldens, voor welk bedrag het zal mogen ingelost worden. De hertog bevestigt hem als ambtman en maakt bepalingen aangaande het vervullen van dat ambt.
Afschrift in omslag 7 N0 1.
1461, 7 Julij. Op dynstagh na onss lieuen Vrouwen dach Yisitationis. De stadhouder der leenen van Heins-berg, van wegen ind beuell des hogeborenen ind vermogenden Jongheren Johans grauen zo JSassouwe ind zo Sarbrucken, here zo Heynsberg, zo Lewenberg, zo Diest ind zo lychen ind burggrauen zo Antwerpen, beleent A
Hendrik van Brempt, als momber der kinderen van zijnen overledenen broeder Johan , met het goed genaamd Schaiffdeille, gelegen tusschen Brempt en Cruchten.
Orig. perk. waaraan twee zegels gehangen hebben in groen was , in doos 3 N° 13.
1494, 22 December. Des maenendaeges naeden heyligen Kerstdaechs. Hertog Karei geeft bevel aan Willem van Vrijmerschem om in zijnen naam een vlijtig toezicht te houden op zijne zaken in het Overkwartier en voornamelijk in het ambt Montfort, zoo tot bewaring der vlekken in dat kwartier gelegen en de bescherming zijner onderdanen, alsook wat het verdrag aanbelangt, waarbij onlangs door ridderschap en steden in dat kwartier besloten is, hetzij om de Nieuwstad af te breken of de poorten aldaar te versterken en te laten bewaren, hetzij om de huizen buiten Echt gelegen af te breken of dergelijke zaken te ondernemen waartoe de noodzakelijkheid aanleiding mogt geven. De hertog geeft tevens bevel aan vrouwe Cecilia van Hammeien , drostinne, aan zijne ambtlieden, scholtissen , schepenen, raden gemeene onderzaten , voorts aan ridders en knechten , groote en kleine steden om genoemden Willem van Vrijmerschem met raad en daad behulpzaam te zijn, daar zulks tot welvaart van het kwartier moet strekken, en mogt, door de uitoefening van dit bevel doodslag, verlamming of verwonding op de wederwüligen ind ongehoorsamen geschieden dat pucrlick om der ongehoorsaemheyl wil ind sonder anderen opsatl off vurrail toequaeme, daeraen en zullen Willem van Vrymerschem ind diegene die hun bystandt ind hulp deden onss ind onsse heerlicheyt nyet gebruect hebben noch bruecken.
Gcauthenliseerd afschrift , geteekend J, van Kerckhoue, in omslag 7 N0 21.
1564. De ridderschap en steden van het Overkwartier ontwerpen, op last van de hertogin van Parma, de landregten van dat kwartier.
Twee minuten in omslag 7 N0 20.
— 272 —
1592, 24 Julij. De ridderschap en steden van het Overkwartier doen een voorstel aan den hertog, om de contributiën zoo als die tot dusverre gevorderd werden af te schaffen, waartegen zij zich dan verpligten om 2000 gulden per maand op te brengen tot onderhoud van de garnizoenen in dat kwartier.
In margine bevindt zich het antwoord van den aartshertog , waarin hij te kennen geeft dat de aangeboden som te onbeduidend is en hij hun verzoekt nogmaals te vergaderen om tot een ander aanbod te besluiten, zoo niet van de geheele gevraagde som (20,000 gulden per maand) dan toch ten minste van een groot gedeelte daarvan.
Orig. in margine geleekend : Levasseur in omslag 4 Nquot; 6.
1600. Lijst van de afgevaardigden der gehoorzame provinciën, die in de algemeene vergadering der Staten Generaal, in het jaar 1600 te Brussel gehouden , verschenen zijn.
Afschrift in omslag 4 N° 35.
1600. Verbaal van het verhandelde in de vergadering der Staten Generaal te Brussel, van den 28,quot;,n April 1600 tot den Squot;'quot; November van dat jaar, geextraheerd uit het register van die Staten Generaal.
Afschrift in het boek : Verhandelingen van Slaat, blad H tot en met 108.
1600, 28 April. De aartshertogen zenden een schriftelijk voorstel in de Staten Generaal te Brussel, waarvan de inhoud voornamelijk op het volgende neerkomt: zij sporen de Staten Generaal aan, over den tegen-woordigen toestand der Nederlanden, dien zij niet zoo voordeeiig kunnen afschilderen als zij zulks wenschten , rijpelijk na te denken; van alle kanten ontvingen zij
klagten, die ook met de waarheid overeenstemmen, daar door langdurigen en wreeden burgeroorlog vele ongeregeldheden ontstaan zijn; hieromtrent zuilen zij de raadgevingen der staten inwachten, opdat daarop herstelling kome en de goede orde terugkeere; aangaande vrede of oorlog verklaren zij het eerste te verlangen en bereid te zijn de armen wederom te openen voor hen ,/ die zich, op aanstoking van eenigen, van hen hebben losgerukt, en zoo hardnekkig blijven dat tot dusverre geene rede, aanbiedingen of middelen hen hebben kunnen bewegen. Gelukken de pogingen daartoe niet en moet men zich op den oorlog voorbereiden, dan bestaan van deze zijde groote voordeden, die de vijanden missen, want de ondersteuning van het magtige Spanje is hun verzekerd, en de schatten van Peru en Indië zijn geopend ; Spanje zal maandelijks 250,000 kroonen beschikbaar stellen, over de aanwending waarvan de staten voorstellen kunnen doen, tot wegruiming der klagten en ongeregeldheden en tot troost en tevredenheid dezer landen; daar alles evenwel niet van Spanje kan komen, zoo zullen de staten nog te voorzien hebben in het naauwkeurig betalen der gewone garnizoenen , in het onderhoud en herstel der grensvestingen , het betalen der renten op de staatsdomeinen en de aflossing dier renten, daar de verpanding toch alleen geschied is om middelen te bekomen tot het voeren van den oorlog en het behoud van het land.
Afschrift, fr. in het boek : Verhandelingen van Staal, blad 151—1 S3.
1600, 30 April. De afgevaardigden van Brabant en van het land van Overmaas geven in de vergadering der Staten Generaal te kennen dat zij het niet geschikt vinden om tot de overweging van het gedane voorstel
— 274 —
over te gaan, en het onmogelijk achten om aan de ongeregeldheden, waarvan daarin gerept wordt, een einde te kunnen maken, wanneer uiet in de eerste plaats beraadslaagd wordt over de schade en buitengewone lasten die door de gemutineerden te Diest veroorzaakt worden; zij stellen derhalve voor dat deze aangelegenheid het eerst behandeld worde en wijzen de middelen aan, die tot eene goede uitkomst kunnen leiden.
Afschrift, fr. in het boek : Verhandelingen van Slaat , blad 155, 156.
1600, 4 Mei. De afgevaardigden van het Overkwar-tier van Gelderland geven in de vergadering der Staten Generaal te Brussel dd. 4 Mei 1600 te kennen dat zij volgens hunne privilegiën niet buiten hunne provincie mogen opgeroepen of ontboden worden, en dat hun ook geen voorstel mag gedaan of met hen onderhandeld worden in eene andere taal dan in de Nederduitsche, die hunne moedertaal is; dat zij deze beide aangelegenheden evenwel voor dit maal over het hoofd zullen zien om met de andere provinciën tot het welzijn van het land mede te werken, mits aanteekening van deze verklaring geschiede en hun akte van non prejuditie daaromtrent verleend worde.
Aangaande de gemutineerden van Diest en andere zaken zijn de afgevaardigden van oordeel dat de Staten Genenaal daaromtrent eene . klagt bij de aartshertogen moeten instellen, maar zij verklaren betrekkelijk de likwidatie met die gemutineerden geene magt van hunne committenten ontvangen te hebben.
Afschrift, fr. in hel boek: Verhandelingen van Staat, blad 157.
1600, 3 Mei. De Staten Generaal te Brussel vergaderd geven aan de aartshertogen te kennen dat het hun
- 275 -
niet geschikt voorkomt eenig advies of besluit op hun voorstel te nemen en er ook geen voordeel of uitwerking door hunne beraadslagingen kan verkregen worden , dan wanneer men vooreerst aan de nadeelen en bezwarende lasten, die door de gemutineerden te Diest veroorzaakt worden, paal en perk gesteld hebbe. De staten verzoeken derhalve eerbiedig den aartshertogen aan die gemutineerden de som van 49000 kroonen te willen voldoen , als zijnde het bedrag, dat zij wegens achterstallig onderhoud vorderen , sedert den aanvang hunner muiterij tot op den dag dat zij te Diest zijn binnengekomen. Zij verzoeken tevens den aartshertogen in het verder onderhoud dier gemutineerden le vooriien en bij plakkaat maatregelen vast te stellen tegen hunne hernieuwde onbetamelijkheden.
Afschrift, fr. in hel boek; Verhandelingen van Staal , blad 459.
1600, 9 Mei. De president Richardot berigt aan de Staten Generaal dat de aartshertog naar de gemutineerden gezonden heeft, opdat zij zich binnen Diest zouden terugtrekken, met de belofte om hun binnen kort het nog verschuldigde bedrag te voldoen , hetwelk hij tot zijnen last genomen heeft, in afwachting van de resolutie die door de staten zal genomen worden. Tevens meldt hij dat de aartshertog hen thans aanspoort om tot de behandeling der andere punten te willen overgaan met den spoed gt; die voor het algemeen welzijn noodzakelijk is.
Afschrift, fr. in het boek : Verhandelingen van Slaal , blad i6l.
1600 , 9 Mei. De Stalen Generaal antwoorden op het berigt van den president Richardot, dat zij nog geene stof vinden om tot de overwegingen over te gaan der
36
— 276 -
punten in het voorstel der aartshertogen van den 28quot;quot; April vervat, vooraleer de stalen beter toegelicht zijn aangaande het voornemen van den aartshertog op elk der drie volgende punten , als :
1° Of hij op de toegestemde of toe te stemmen beden wil laten korten hetgeen eenige provinciën aan de gemu-tineerden van Diest hebben verschoten of nog zullen verschieten.
2° Of hij het land wil ontlasten van de fouragiën , het servies en alle andere vorderingen van die gemutineer-den, en
3quot; Of hij hun voor toekomende tijden het legen hen verlangde plakkaat zal vergunnen , wanneer zij de publicatie daarvan , voor zoo ver den gemutineerden van Diest aanbelangt, aan zijn goeddunken overlaten.
Afschrift , fr. in hel boek ; Verhandelingen van Slaal, blad 162.
1600, 10 Mei. De aartshertog antwoordt op het voorgaand schrijven dat hij er mede genoegen neemt datgene op de beden en giften te laten korten, wat aan de gemutineerden betaald is of nog betaald zal worden , zoo als de staten zulks verlangd hebben ; aangaande het tweede punt is zijn voornemen gelijkvormig aan het verzoek, voor zoo ver hem zulks mogelijk zijn zal, terwijl hij van oordeel is om met die, gemutineerden te beramen aangaande de wijze, waarop hun de fouragiën zullen verschaft worden. Voorts verklaart hij, wat het derde punt aanbelangt , dat hij tot voldoening der staten en met hunne medewerking een plakkaat zal ontwerpen, en het zal doen afkondigen wanneer dat zonder zwarigheid kan geschieden.
Afschrift , fr. gedagleekend uit Brussel, in hel boek : Verhandelingen van Slaal, blad 162 verso.
1600, 12 Mei. De gedeputeerden van het Overkwar-tier leggen in de vergadering der Staten Generaal te Brussel hun schriftelijk advies over aangaande het eerste punt vervat in het voorstel der aartshertogen dd. 28 April II., waarin zij de middelen voorstellen, die volgens hunne zienswijze moeten worden aangewend om tot den vrede met de afgevallen provinciën te geraken.
Afschrift, fr. in hel boek: Verhandelingen van Staat, blad 163.
1600 , 16 Mei. De Stalen Generaal te Brussel vergaderd geven aan de aartshertogen hun verlangen te kennen om een einde te maken aan de rampen en de ellende, die door den langdurigen oorlog veroorzaakt zijn geworden ; zij wenschen gemagtigd te worden dienaangaande met de afgevallen provinciën in mondelinge onderhandeling te mogen treden , ten einde daarmede vrede te sluiten of ten minste door eenen wapenstilstand te beproeven meer vertrouwen in te boezemen om zoodoende eindelijk lot vrede te kunnen komen ; wel te verstaan en onder het voorbehoud om geene nieuwigheden te dulden, noch aangaande de Katholieke religie, noch aangaande het gezag der aartshertogen.
Afschrift, fr. in hel boek : Verhandelingen van Staal , blad 167.
1600, 18 Mei. De Staten Generaal te Brussel vergaderd stellen eene memorie op, inhoudende eenige vragen, die aan den aartshertog gesteld worden aangaande het geval dat de oorlog moest worden voortgezet en de krijgsmagt die daartoe vereischt wordt.
Afschrift . fr. in hel hoek : Verhandelingen van Staat , blad 180.
- 278 -
1600 , 25 Mei. De aartshertog verklaart op de memorie der Staten Generaal dd. 18 Mei 11. dat het hem niet wel mogelijk is de juiste krijgsmagt op te geven, die hij denkt noodig te hebben om den oorlog voort te zetten; dat hij om iets te bepalen van de staten eene som vraagt die toereikend is om boven en behalve de gewone garnizoenen, de benden te paard en vijf kompagniën arquebusiers te paard , ook nog 10000 voetknechten te bekostigen; deze magt zal uitsluitend bestaan uit onderdanen des lands , zoo Walen , Bourgondiërs als Neder-duitschers, terwijl hij de vreemde krijgslieden uit de Spaansche middelen zal bekostigen, zonder last voor zijne landen. Aangaande de admiraliteit verklaart hij, om iets goeds te kunnen uitvoeren , maandelijks de som van 10000 kroonen noodig te hebben.
Afschrift, fr. gedagleekend uit Brussel, in hel bock : Verhandelingen van Staal , blad 209.
1600 , 25 Mei. De aartshertogen geven aan de Staten Generaal te kennen , dat het meermalen , hoewel vruchteloos beproefd is om die van Holland le bewegen zich wederom bij deze zijde aan le sluiten; men heeft zich steeds kunnen overtuigen dat zij tot geene verzoening gezind zijn; zij veroorloven evenwel den stalen deze verzoening nogmaals le beproeven en daartoe eene bijeenkomst le houden , hetzij aan dezen of aan den anderen kant, hetzij op neutraal gebied.
Afschrift , fr. gedagteekend uit Brussel, in het boek: Verhandelingen van Staat, blad 2H.
1600, 28 Junij. De aartshertogen leggen in de vergadering der Staten Generaal eenen staal over, inhoudende het getal der gevraagde krijgslieden, en de bezol-
— 279 —
diging, die daaraan maandelijks zal moeten verstrekt worden.
Afschrift , fr. in hel boek : Verhandelingen van Staat, blad 267.
1600, 4 Julij. De aartshertog schrijft uit Gend, aan den raad van state dat hij uit Brugge vertrokken was om den vijand op te sporen, die zich van Oudenburg en de omliggende forten had meester gemaakt en het voornemen had om het westerkwartier van Vlaanderen binnen te dringen ten einde het land van Veurne op contributie te stellen ; dat reeds denzelfden dag van zijn vertrek uit Brugge , Oudenburg en Snaeskerken zich aan hem moesten overgeven; aldaar vernomen hebbende dat de vijand zich te Nieuwpoort bevond, toog hij onmiddellijk derwaarts, trof hem in de duinen uan en was V daar gedurende drie uren met hem slaags; de overwin
ning was reeds aan zijne zijde, toen zijne kavallerie, door den vijand aangevallen, zich tot tweemalen toe, achter de achterhoede terugtrok, waardoor de infanterie den moed verloor om voorwaarts te rukken en te vervolgen hetgeen zij met zooveel eer begonnen had; hierdoor , werd hij genoodzaakt te retireren, den vijand op het
slagveld latende; hij heeft eene geringe wonde aan het hoofd even boven het oor bekomen, maar heeft den moed niet laten zinken ; hij zal zijne troepen wederom verzamelen en denkt met bijvoeging van 3000 man, die nog niet in gevecht geweest waren binnen weinige dagen ander-, maal over dezelfde strijdkrachten te kunnen beschikken;
hij hoopt uit de provinciën ondersteuning te ontvangen , en heeft reeds met dat doel een verzoek in 't bijzonder aan de gouverneurs gerigt.
Afschrift, fr. in het boek : Verhandelingen van Slaaf , blad 291.
— 280 -
1600, i September. De ridderschap en sleden van het Overkwartier zenden hun advies aan de Staten Generaal te Brussel aangaande het voorstel door de aartshertogen in de algeraeene vergadering van die staten *gt;-
dd. 28 April 11. overgelegd , strekkende om het onderhoud van 10000 man te voet, 3000 paarden , de garnizoenen volgens eene daarvan opgemaakte lijst en 250 wagens ,
bij manier van bede voor één jaar, door de gezamenlijke provinciën te bekostigen.
Minute , fr. in het boek: Verhandelingen van Slaat ,
blad H8-12I.
1600, 2 October. De markies de Haure , de graaf van Solre en de president Richardot, leden van den raad van state, verklaren, namens de aartshertogen, het aanbod van 300000 gulden per maand en het aandeel,
dat elke provincie daarin wil bijdragen , aan te nemen ;
voorts ontbinden zij de vergadering, opdat zij, die minder hebben toegestaan dan de repartitie van den aartshertog bedroeg, zich naar hunne provinciën kunnen begeven om van hunne principalen eene nadere inwilliging te verkrijgen ; zij geven tevens te kennen dat zij, die beneden deze repartitie bijdragen, het niet vreemd vinden moeten wanneer de aartshertogen de gedane beloften ten hunnen opzigte niet volhouden , maar zich genoodzaakt zien hen met eenige wagens of met eenige andere buitengewone zaken te belasten.
Afschrift, fr. in het boek : Verhandelingen van Slaat ,
blad 123.
1600, 14 October. De Staten Generaal, te Brussel vergaderd, geven eene verklaring van de punten en artikels, die zij hebben vastgesteld en waarvan zij de
aanneming aan de aartshertogen verzoeken, ten eir.de het akkoord der bede te bekrachtigen.
Afschrift, geleekend P. Masius in hel boek ; Verhandelingen van Slaat, blad 137—i42.
1600, 31 October. De aartshertogen antwoorden op de punten en artikels , door de Staten Generaal , te Brussel vergaderd, opgesteld en overgegeveiK den 14quot;quot; October II.
Afschrifl in het boek : Verhandelingen van Slaat, blad 193—199.
1600, 24 November. Philips van Bentinck, heer te Biecht en drost van het ambt Montfort en Renier van Rijswick, licentiaat in de beide regten, als afgevaardigden van de ridderschap en steden van het Overkwartier van Gelderland naar de Staten Generaal te Brussel, geven een kort verhaal van hunne werkzaamheden in de vergaderingen en aan het hof aldaar gedurende de zittingen en na het scheiden van die Staten Generaal.
Orig. geteekcnd Reinier van Rijswick , in het boek: Verhandelingen van Slaat, blad. Hl—116.
1607, 14 Mei. Philips van Bentinck schrijft uit Brussel aan ridderschap en steden van het Overkwartier dat het thans het geschikte oogenblik is om op herstel der grieven tegen de privilegiën aan te dringen ; dat de raad en momber een rescript ingediend en hunne zaken zoo ver gebragt hebben dat bijna alle land-, stad-, bank-water-, dijk- en laatreglen voor den raad getrokken worden, waartegen hij met de heeren van Horst, van Geleen en van Brempt rekwesten ingeleverd heeft, met verzoek om alle inbreuken tegen de privilegiën en tegen de kanselarij-ordonnantie op te heffen en het kwartier
bij zijne oude gebruiken, privilegiën en regten te laten ; hij geeft voorts de hoop te kennen dat de zware con-tributiën zullen veranderd en kwijtschelding verleend zal worden, en zegt de tegenstanders van de opstuivers op zijne zijde gekregen te hebben, zoodat hij het behoud daarvan niet betwijfelt.
Orig. get.; Philips van Bentinck heir tzo Bichl , in omslag 3, N0 52.
1607, 17 Mei. De aartshertog Albert schrijft aan den stadhouder dat hij de Staten der andere provinciën heeft doen vergaderen, ten einde hun de middelen te vragen om gedurende den wapenstilstand in het onderhoud der gendarmerie te voorzien en alle ongeregeldheden en zwarigheden voor te komen; hij verzoekt hem in zijn gouvernement de noodige middelen te willen beramen om de twee kompagniën paarden van de graven Hendrik en Adolf, die aldaar zullen verblijven, te verzorgen tot het minst mogelijke nadeel van het land, dat gemakkelijk daarin zal kunnen voorzien dewijl het van de Italiaansche infanterie ontlast is en er in dit jaar geene doortogten zullen plaats hebben; hij geeft daarbij uitdrukkelijk het verlangen te kennen dat die van Venlo en Roermond van deze contributie zullen ontslagen zijn , uithoofde van de lasten, die zij in den afgeloopen winter hebben moeten dragen tot onderhoud van de Italiaansche infanterie, die in die steden in bezetting gelegen heeft.
Orig. fr. gedagleekend uil Brussel, get. ; Albert, Verreyc-ken, in omslag 3, N0 53.
1607, 27 Mei. De stadhouder geeft bevel aan den magistraat van Roermond in hunne stad de ridderschap en steden more solilo te beschrijven op den laatsten dag dezer maand , ten einde over de voorstellen , die hij van
- 283 -
wege de aartshertogen doen zal, te beraadslagen. Bij brief van den volgenden dag geeft de magistraat uitvoering aan het bovenstaand bevel.
Orig. fr. gedagteekend uit Venlo, gel. : Herman Conlede Bergh cn rainule, ia omslag 3 N0 54.
1607, 30 Mei. De magistraat van Gelder schrijft aan dien van Roermond vernomen te hebben dat de steden Venlo en Roermond , wegens de zware lasten , die zij, door de inlegering van groot garnizoen , gedragen hebben, van de voorgestelde contributie tot onderhoud der twee kompagniën van de graven Hendrik en Adolf zouden vrij z'jn! hij geeft te kennen dat de kleine steden van het kwartier en voornamelijk hunne stad, niet minder zwaar belast zijn geweest en nog thans zijn , zoodat zij insgelijks behoorden ontlast te wezen , hetgeen ook de mee-ning van den stadhouder schijnt geweest ie zijn, en deze die kleine sleden niet dacht te beschrijven , maar zulks op het voorstel vun den burgemeester van Venlo gedaan heeft; de magistraat meldt voorts wegens de verre en gevaarvolle reis niet op den beschreven kwartiersdag te kunnen verschijnen , maar verzoekt aangaande het verhandelde mededeeling te ontvangen.
Orig. in omslag 3, INquot; 55.
1607 , 31 Mei. De magistraat van Stralen berigt aan dien van Roermond niet op den beschreven kwartiersdag te kunnen verschijnen en geeft de hoop te kennen dat de stad in de tegenwoordige omstandigheid niet bezwaard worde, daar zij een groot garnizoen van ruiterij te onderhouden heeft en daarenboven niets kan opbrengen.
Orig. in omslag 3, N0 56.
1607, 1 Junij. De stad Erkelens legt hare schriltelijke rosolutiën over aan de vergaderde ridderschap en stedeti
37
- 284 -
op het gevorderde servies voor de kompagniën van de graven Adolf en Hendrik ; zij geeft te kennen in welken treurigen toestand de stad sedert 1602 en voornamelijk sedert de laatste inneming geraakt is; dat zij daarenboven tot heden toe gedwongen wordt aan de gemuti-neerden van Diest ongeveer 3500 gulden te betalen, waarover zij bij hunne hoogheden geklaagd heeft, maar welke klagte niet in consideratie genomen is; zij vermeent daarom met de steden Roermond en Venlo vrijgelaten te moeten worden, ingevolge de ordonnantie, die zij in December 1604 van hunne hoogheden bekomen heeft.
Orig. in omslag 3, 57.
1607 , 1 Junij. De gedeputeerden der stad en van het land van Weert geven aan de vergaderde ridderschap en steden te kennen dat zij door het Italiaansche krijgsvolk van den Mr de campo Pompeio Justiniano en het verstrekken der placcilyos en fouragiegelden zeer bezwaard zijn geworden ; dat zij aan de g emu tineer den van Diest eene brandschatting van over de 8000 gulden hebben moeten opbrengen; dat hun land in de contributiën bovenmatig aangeslagen is, dagelijks nog met doortoglen bezwaard wordt en dermate in schuld geraakt is dat op naam der gemeente geen geld op interest meer te verkrijgen is, en zij, door vreesde om gearresteerd te worden , bijna nergens durven verschijnen ; dientengevolge hopen zij van de betaling voor het servies der graven Adolf en Hendrik ontslagen te worden.
Orig. in omslag 3 , N0 58.
1607, 2 Junij. De ridderschap en steden van het Overkwartier te Roermond vergaderd om te beraadslagen over het voorstel vervat in den brief van den stadhouder dd. 27 Mei tl. geven hem te kennen dat het kwartier
door den langdurigen oorlog en wegens de onophoudelijke inlegeringen , doorlogten van het krijgsvolk van beide kanten , contributiën , brandschattingen , invasiën van steden en verdere ondragelijke lasten tot de uiterste ellende vervallen is en op zware interesten groote sommen heeft moeten opnemen, waardoor het zoodanig bezwaard is dal de ingezetenen bijna overal wegens schulden worden aangehouden en geëxecuteerd en zij zich , tot hun groot nadeel, bijna nergens buiten hunne woonplaats kunnen begeven. Zij zouden gaarne het voorstel aangenomen hebben indien mogelijkheid daartoe bestaan badde, maar vertrouwen dat hunne hoogheden niet begeeren dat men iets zoude inwilligen , waarvan men de onmogelijkheid tot volbrenging vooruitziet; te meer daar deze vroeger te kennen gegeven hebben dat het kwartier niet boven de ingewilligde bedestuir zoude belast worden, maar dat zelfs daarop zoude mogen gekort worden, hetgeen daarenboven zoude worden opgelegd. Zij verzoeken dit schrijven aan de aartshertogen mede te deelen opdat zij van verdere beiwaringen mogen verschoond blijven.
Minute , in omslag 5 N° 59.
1607, 11 Junij. De aartshertog Albert schrijft aan den stadhouder dat hij de stukken aangaande de onderhandelingen met de ridderschap en steden van zijn kwartier lot het onderhoud der kompagniën van de graven Adolf en Hendrik , ontvangen heeft; hij erkent dat er oorzaken tol klagen aanwezig zijn ; dal nogtans de nood dringt, wegens het geldgebrek waarin hij zich bevindt en de overige provinciën , niettegenstaande hare groote lasten , aanmerkelijke sommen hebben beschikbaar gesteld; hij beveelt hem de staten in zijn kwartier nogmaals bij elkander (e roepen om hen te bewegen ten minste 5
- 286 —
of 6 duizend gulden per maand toe le stemmen en zoodoende het bewijs te leveren niet minder genegenheid tot zijnen dienst te bezitten dan de andere provinciën . daar het, in het tegenovergestelde gev»!, te vreezen is dat de krijgslieden ten koste van het platteland zullen leven , daar hij in de onmogelijkheid is de middelen lot hun onderhoud over te maken. Eindelijk geeft hij te kennen dat, wanneer die toestemming niet verkregen wordt, het noodig zal zijn een ander remedie te zoeken , en mogt dit tot grooteren last van de onderdanen strekken , dan kome het tot hunne verantwoording.
Afschrift , gedagteekend uit Brussel, in omslag 3 Nquot; 61.
1607, 12 Junij. Walraven van Wyttenhorst, Arnold van Amstenraedt en Johan von Bremptt schrijven uit Brussel aan ridderschap en steden van het Overkwartier dat de zaak aangaande de kwijtschelding der beden zich in goeden staat bevindt en dat die van de onderheeren , offlcieren en momber binnen vier of vijf dagen zal ten einde gebragt worden, -waardoor zij hopen dat de inso-lentiên van dien momber zullen ophouden.
Orig. gel. Walrauen van Wyllenhorsl, Arnoldl von Amstenraedt, Johan von Bremplt, in omslag 3 N0 GO,
1607, 26 Junij. De magistraat van Venlo meldt aan dien van Roermond dat kanselier en raden van hunne hoogheden in Gelderland hem afschrift toezonden van een rekwest, door sommigen zich noemende gedeputeerden van ridderschap en steden van het Overkwartier aan den aartshertog overgegeven, waarbij kanselier en momber van Gelderland van overtreding der landsprivilegiën worden beschuldigd; daar zij levens verzochten hun te willen melden of de slad Venlo tot dit rekwest last gegeven heeft of daarmede instemt, en de magistraat op
— 287 —
de twee laatste vergaderingen der Staten niet tegenwoordig was en ook over het verhandelde geene mede-deeling ontving , zoo verzoekt hij aangaande hel rekwest -i inlichtingen te bekomen.
Tevens meldt hij dat de daghuren van de ambachts-en werklieden in Venlo en andere plaatsen zoo hoog gestegen zijn, dat hel wel noodig zoude wezen hieromtrent eene ordonnantie vast te stellen ; hij verzoekt ingelicht le worden aangaande dien toestand in Roermond , om zich daarnaar te kunnen regelen.
Inliggend het antwoord van den magistraat van Roermond.
Orig. cn minute , in omslag 3 iN° 62.
1607, 16 Julij. De magistraat van Roermond zendt ^ aan de steden Venlo, Gelder, Stralen, Wachtendonck
en Erkelens afschriften van het verhandelde op den kwartiersdag van 13 Julij , met verzoek hunne schriftelijke deliberatiën en advies daarover te willen mededeelen, opdat eendraglig een besluit kan genomen worden.
Minute in omslag 3 iN0 63.
1607, 8 Augustus. De magistraat van Roermond berigt aan den stadhouder dat er dagelijks meer en meer inbreuken geschieden op de privilegiën , gewoonten, gercgtig-heden en vrijheden van het kwartier, waartegen noodzakelijkerwijze moet gewaakt en geprotesteerd worden; hij »erzoekt zijne magtiging tot het beschrijven van een kwartiersdag, ten einde middelen le beramen om die bezwaren uit den weg te ruimen.
Bij brief van dezelfde dagteekening goeft de stadhouder zijne toestemming tot die beschrijving.
Minule en Orig. gedagteekcnd uil Venlo, gel. ; Herman Comle de Bergh, in omslag 3 N° 64.
1
- 288 -
1607, 21 Augustus. De stadhouder schrijft aan de gedeputeerden van het Roermondsche kwartier dat de levering van zijne brandstoffen nog niet heeft plaats gehad, waarover de magistraat van Venlo klagten bij hem heeft ingediend ; hij verzoekt dat hieraan spoedig voldaan worde.
Orig. gedagteekend uit Venlo, get. Herman , grave zu dem Bergh, in omslag 3 65.
1607, 21 Augustus. De magistraat van Stralen verontschuldigt zich niet op den bepaalden kwartiersdag te kunnen verschijnen wegens den vijand, die in de omstreken zwerft en daar fangens und spannens le werk gaat, waaruit het geheel bederf der stad ontslaan zal, die reeds in den afgeloopen winter door de gevorderde placquillios in groote, onoverkomelijke schulden geraakt is. Hij meldt voorts dat, indien er in de vergadering iets tot behoud der privilegiën mogt voorgesteld en aangenomen worden, hij zich daarmede zal vereenigen.
Orig. in omslag 3 N0 67.
1607, 23 Augustus. Hendrik van Baiderich, genaamd Barich , pandheer te Lho , beklaagt zich bij ridderschap en steden dat het proces , dat hij, nu drie jaren geleden, met Johan van Ossenbroch vóór het hof van Gelderland gevoerd heeft, thans door deze \oor het hof le Brussel zal gebragt worden; daar zulks strijdig is met het privilegie f/e non evocando en voor het hertogdom van belang is, verzoekt hij den bijstand van de ridderschap en steden om deze zaak te Brussel niet tot wijzen te doen brengen.
Onder dagteekening van den 28s,lt;!n derzelfde maand , rigten de ridderschap en steden dienaangaande een verzoekschrift aan den aartshertog.
Orig. en minute , in omslag 3 N° 68.
— 289 —
1607, 25 Augustus. De ridderschap en steden stellen eene memorie op, inhoudende hunne grieven tegen den momboir en het hof van Gelderland.
Orig. inhoudende i5 bladzijden, mei het antwoord van kanselier en raden in margine. In Doleanliën en orders, deel I blad 69—76.
1607, 25 Augustus. Melchior de Benschup, raad ordinaris en momboir van Gelderland, beantwoordt, voor zoo ver hem aanbelangt, bovenstaande memorie van de ridderschap en sleden.
Afschrift, inhoudende 11 bladzijden, in Doleanliën en orders , deel I blad 78—83.
1607, 25 Augustus. De ridderschap en steden vati het Overkwartier geven aan den aartshertog te kennen dat Johan Vincent en Walraven Schellart van Obben-dorfl, heeren te Geisteren en Schinne, zich bij hen beklaagd hebben dat zij door hunnen oudsten broeder, heer te Wardenralh , vóór commissarissen in Brabant geciteerd werden, aangaande scheiding en deeling van hunne ouderlijke goederen, die \oor het grootste gedeelte in het hertogdom Gelder en 't graafschap Zulphen gelegen zijn; daar dit strijdt met het privilegie de non evocando verzoeken zij dat deze zaak , zoo als ook die van den magistraat van Erkelens, welke door het kapittel van O. L. Yr. kerk te Aken voor den geheimen raad te Brussel gebragt is, naar het hof van Gelderland verwezen worden.
Minute, in omslag 3 iN° 69.
1607, 28 Augustus. De ridderschap en steden schrijven aan den stadhouder dat alle particuliere huizen en plaatsen van het Overkwartier, die zoo langen tijd, tot
- 290 —
groot bederf en ondergang van het platteland met garnizoen belast waren , thans daarvan ontlast zijn geworden, behalve het huis Arcen. Zij verzoeken zijne tusscbenkomst bij den aartshertog , opdat ook dat huis wederom aan den regtmatigen eigenaar ingeruimd moge worden Minute, in omslag 4 N° 1.
1607, 30 Augustus. De gedeputeerden van het Over-kwartier verzoeken den ambtlieden in dat kwartier ten spoedigste informaticn te willen nemen aangaande de ongeoorloofde daden , die door momber en kanselier van het hof in hunne onderhoorige ambten tegen de lands-priviiegiën gepleegd worden en deze schriftelijk over Ie zenden, opdat die aan de afgevaardigden te Brussel kunnen medegedeeld worden.
Minute, in omslag 4 Nquot; 2.
1607, September. De ridderschap en steden van het Overkwartier berigten aan de heeren markies d'Haure, Richardot, Vendesies , Hobiano, Grisper en Verreycken dat zij Johan van Brempt, drost van Stralen en Mathis van Dulcken, schepen van Roermond , ton hove afgevaardigd hebben , ten einde aan de aartshertogen voorstellen te doen tot behoud der privilegiën en oude gebruiken van dat kwartier.
Zij verzoeken aan genoemde afgevaardigden eene gunstige ontvangst te willen verleenen , geloof te hechten aan heigeen zij van hunnentwege voorstellen en zorg te willen dragen dat zij, ter voorkoming van kosten, in staat gesteld worden spoedig de terugreis te kunnen aanvaarden.
Minute, ia omslag 4 N° 5.
1607, 4 September. De gedeputeerden van ridderschap en steden van het Overkwartier schrijven aan Cornelis
- 291 -
van Ghent tot Loenen , raad in het hof te Arnhem, dat in den langdurigen krijg en de gevaarlijke tijden alle bewijsstukken aangaande de privilegiën, vrijheden , geregtig-heden en gewoonten van het kwartier in het ongereede geraakt zijn; dat daarover verschillende oneenigheden met kanselier en raden en voornamelijk met den momber van het hof alhier ontstaan zijn, en zij niet gaarne zouden zien dat die privilegiën onder den voet geraakten; zij hebben deswegens Marten van Broekhuysen naar Arnhem afgevaardigd, ten einde aan de kanselarij aldaar authentieke afschriften van alle privilegiën , traktaten en geregtigheden van het vorstendom te verzoeken , waartoe zij zijne hulp inroepen.
Minute, en verschillende stukken daartoe betrekkelijk, in omslag 4 N0 4.
1607, 28 September. De gedeputeerden van het Roermondsche kwartier schrijven aan den voogd van Cruchten dat op den kwarliersdag van 21 Augustus II. besloten Is dat de rekeningen van het kerspel Cruchten door daartoe benoemde commissarissen zullen onderzocht worden en tot dat onderzoek dag bepaald is op den 12',equot; October e. k.; zij verzoeken dientengevolge dat de oude en nieuwe schepenen, gezworenen en geërfden zich tot dat doel op den bepaalden dag te Roermond laten vinden.
Minute, in omslag 4 N° 5.
1607, Sept.—Dec. Verschillende brieven van Johan van Brempt, drost van Stralen en Mathis van Dulcken , schepen te Roermond, aan ridderschap en steden van het Overkwartier, aangaande hunne onderhandelingen te
38
- 292 -
Brussel, tot behoud der privilegiën en oude gebruiken van dat kwartier.
Inliggend andere stukken daartoe betrekkelijk.
Orig. en minuten , in omslag 4 N* 7.
1607, 10 October. De gedeputeerden van ridderschap en steden van het Overkwartier dragen aan Philips van Benlinck, heer te Bycht en drost van het ambt Mont-fort, op te zorgen dat de aan Cornelis van Gent gevraagde afschriften der privilegiën enz., ten spoedigste worden afgezonden ; tevens om te Arnhem eene authentieke verklaring te vragen aangaande het officie van den momber, zoo als dat vroeger was en thans nog uitgeoefend wordt.
Orig. gel. J. van Ryckenroy, in omslag 4 Nquot; 8.
1607, 31 October. De gedeputeerden van ridderschap en steden geven. uit kracht van een besluit der staten van het Overkwartier , in Augustus II. genomen, bevel aan den landrentmeester Ido Gramaye tot het uitschreven eener buitengewone ligting ten bedrage van 6000 gulden, bij derde gedeelten in de maanden November, December en Januarij e. k. te voldoen ; zq belasten hem tevens uit die ligting te betalen de thans bestaande lasten en schulden van het kwartier, voornamelijk die voor de brandstoffen van den stadhouder, de reis van den bisschop naar Brussel tot het verzoeken om van de placquillos en de fourage voor de Italianen en andere garnizoenen ontslagen te worden, en de kosten van den jongst gehouden kwartiersdag, hetwelk alles op de voormelde som van zes duizend gulden geraamd wordt.
Minute, in omslag 4 PJ0 9.
1607, 7 Novemder. Eenige geërfden van het Overkwartier te Venlo vergaderd berigten aan de gedepu-
- 293 —
teerden van ridderschap en steden te Roermond dat zij den licentiaat Egbert Valkenburch naar hen afgevaardigd hebben met zekere schrifturen en stukken, opgemaakt ter voorkoming van verder onheil en zwarigheid, door de lasten aan dit kwartier opgedrongen veroorzaakt; zij verzoeken gedeputeerden met het advies van den magistraat van Roermond in die zaak te willen handelen tot het meeste voordeel en ontlasting van gemeld kwartier.
Orig. get. Amoldt van Bocholtz, cap. to Venlo; Bur-gemr, schepen und rael der sladt Venlo, van wegen d'ingeërfHen; Dyedrich van der Horst van toege des amptz Gelder ; Bernhardt van der Heiden genandt de Rijnss iu Engelsum, wegen dass amptz Gelder, in omslag 4 N° 10.
1607, 9 November. De gedeputeerden van ridderschap en steden schrijven aan het hof van Gelderland vernomen te hebben dat niet alleen de momber maar ook een ander persoon, uit naam van de geërfden , een rekwest tegen de ridderschap en steden aan het hof overgelegd heeft; zij verzoeken om inzage daarvan te bekomen , daar zij vermoeden en ook het berigt ontvingen dat die rekwesten injuriën tegen hen zouden inhouden.
Inliggend het antwoord van den momber op voorgaand schrijven.
Twee orig. in omslag 4 N0 H. De minute van het eerste schrijven bevindt zich in Doleanliën en orders, Deel 1 blad 94.
1607, 12 November. De ridderschap en steden van het Overkwartier geven aan den stadhouder te kennen dat de ontzettend groote schulden, waaronder het kwartier gebukt gaat, het onmogelijk maken om de lasten langer te kunnen dragen, daar uit alle ambten reeds gedurende een jaar gevangenen te Schenkenschans en te Nijmegen zitten , omdat zij de gewone contributiën,
— 294 —
door den vijand gevorderd, niet hebben kunnen voldoen; dat door het misgewas alle schuren thans reeds ledig zijn en de meeste landlieden het zaadkoren hebben moeten leenen, zoodat zij tot aan het nieuwe gewas niet genoeg brood hebben, in plaats van uit het overblijvende de bezwarende lasten te kunnen voldoen. Zij geven voorts te kennen dat daaruit eene jammervolle armoede moet ontstaan en verwonderen zich dat behalve de 6000 gulden , die men volgens toestemming onder zekere voorwaarden met kersmis zou betalen, nu wederom eene buitengewone vordering geschiedt, en tot oorzaak daarvoor opgegeven wordt dat men door den wapenstilstand ver-Ilgting zoude hebben bekomen ; dat de stadhouder nogtans bewust is dat de soldaten voortgaan ten platten lande allerlei hostiliteiten te plegen, en daar het kwartier op de uiterste grenzen gelegen is , de gemulineerden alles opvorderen, zoodat men geen wapenstilstand bespeuren kan, enz. Ridderschap en steden verzoeken den stadhouder dit klaagschrift aan den aartshertog te willen mede-deelen opdat hij moge afzien van de buitengewone vordering op dit kwartier, en de geheele ondergang daarvan moge voorkomen worden.
Minute, in omslag 4 Nquot; 12.
1607, 13 November. De stadhouder schrijft aan ridderschap en steden dat de armoede ten platten lande in het Overkwartier hem voldoende bekend is, en hij zulks ook meermalen te kennen heeft gegeven , maar dat hij in het onderhavige geval aan de bevelen van den aartshertog moet gehoorzamen; hij verzoekt derhalve verschoond te worden om ten hove daarover te schrijven , het aan ridderschap en steden vrijlatende zich tot het hof te wenden, daar het in zijne magt niet is eenige surseantie van executie te verleenen. Hij verklaart verder,
— 295 -
indien soms iemand denken mogt dat hij de oorzaak zoude zijn van de gevorderde contributie tot onderhoud der kompagniën zijner broeders Adolf en Hendrik, zulks niet met de waarheid overeenstemt, en dat het ook niet door zijnen raad en toedoen geschied is dat de penningen van het Overkwartier elders vervoerd of aangewend zijn. Inliggend het antwoord van ridderschap en steden. Orig. gedagleekend uit Venlo , get. Herman graue zu dem Bergh, en minute, in omslag 4 N0 13.
1607, 16 November. De thesaurier-generaal van financiën te Brussel schrijft aan den stadhouder, dat hij zijne brieven , zoo als ook het rekwest van de ridderschap en steden van het Overkwartier aangaande de contribution ontvangen heeft; dat daarover na deliberatie besloten is hem te bevelen de verdere executie uit te stellen tot dat door den aartshertog, bij zijne terugkomst van Binch nader daarop zal besloten worden. Tevens zendt hij afschrift van bovenaangehaald rekwest ten einde over den inhoud ingelicht te worden.
Afschrift, geauth. door J. van Ryckenroy, Sccr. der stad Roermond, en afschrift van het rekwest, in omslag 4 N° 14.
1607, 21 November. De landrentmeester Ido Gramaye schrijft aan de gedeputeerden van ridderschap en steden , in antwoord op hunne letteren van den 19den November 11., dat hij bekennen moet den toestand van het Overkwartier voor zeer armoedig te houden en hij zulks ook mondelings en schriftelijk ten hove heeft te kennen gegeven; dat hij evenwel den uitdrukkelijken last ontvangen heeft om het ruitergeld in te vorderen ; weshalve hij hun verzoekt zich tegen deze betaling niet alleen niet te verzetten, maar veeleer daaraan de hand te houden en ze te bevorderen , om alle schade van executie te voorkomen ; mogt er eene gunstige schikking van den hove komen, dan
- 296 -
kan immers het betaalde van deze buitengewone schatting op de gewone gekort worden.
Orig. get. Ido Gramaye, in omslag \ Nquot; 16.
1607, 21 December. De stadhouder geeft aan de gedeputeerden van ridderschap en steden zijne verwondering te kennen over het door hen geschrevene aan den landrentmeester aangaande de door de aartshertogen verlangde penningen en de moeijelrjkheden, die zrj blijven maken, terwijl de tijd tot betaling daarvan reeds lang verstreken is. Hij beveelt hun zonder uitstel deze betaling in handen van den landrentmeester te doen, hen aansprakelijk stellende voor de schade en moeijelijk-heden , die daaruit kunnen voortvloeijen.
Onder dagteekening van 23 December antwoorden gedeputeerden hierop, dat terwijl de stadhouder van gevoelen is den landrentmeester te laten voortgaan, zij met geduld zullen moeten aanzien hetgeen de arme onderdanen daardoor lijden zullen; zij bidden slechts onderdanigst, daar het niet anders zijn kan, dat Z. E. hen bij het hof ondersteunen mag, aangaande de wijze van executie, opdat deze, tot de minste schade der arme onderdanen, als eenigzins mogelijk is, moge geschieden.
Orig. gedagteekend uit Venlo, get. Herman grave zu dem Bergh, en minute, in omslag 4 Nquot; 15.
1607, 22 December. De magistraat van Venlo zendt aan dien van Roermond een schrijven van den licentiaat Valkenburch, strekkende om inlichtingen te bekomen aangaande de betaling van het ruitergeld.
Bij brief van den volgenden dag antwoordt de magistraat van Roermond dat aanvankelijk door de afgevaardigden te Brussel goede hoop te kennen gegeven werd
— 297 -
aangaande de betaling van dat ruitergeld, maar dat een tweede schrijven daarvan alle hoop heeft verijdeld; daarenboven is, onder dagteekening van den 2lquot;e° derer, een ernstig bevel van den stadhouder ingekomen om die penningen zonder uitstel in handen van den landrentmeester te voldoen, daar bij ontstentenis daarvan alle schade daaruit spruitende op de ridderschap en steden zal verhaald worden.
Orig. en minute in omslag i M° 17.
1608, 11 Januarij. De gedeputeerden van ridderschap en steden schrijven aan de afgevaardigden der staten van het Overkwartier te Brussel dat zij op het ernstig aanhouden van den momber en op het bevel van het hof van Gelderland op nieuw tot de publicatie van het plakkaat der munten hebben moeten overgaan; daar het onmogelijk is in de tegenwoordige tijdsomstandigheden uitvoering aan het voorschrift van dat plakkaat te geven, hebben zij hunne bezwaren daartegen opgesteld , die zij hun toezenden , ten einde de aartshertogen tot intrekking van dat plakkaat te bewegen.
Minute in omslag 4 Nquot; 24.
1608, 11 Januarij. De gedeputeerden van de ridderschap en steden schrijven aan den landrentmeester dat zij zijn voornemen vernomen hebben om tot de executie over te gaan tot invordering van de 6000 gulden voor de twee kompagniën ruiters der graven Adolf en Hendrik ; zij berigten hem dat volgens de landsprivilegiën geene vordering van penningen mag gedaan worden , die niet te voren door de landschap zijn ingewilligd; zij bevelen deswegens die executie achterwege te laten tot dat eene expresse ordonnantie van de aartshertogen zal zijn ingekomen, waarbij daartoe bevel gegeven wordt.
Minute in omslag 4 Nquot; 19.
- 298 —
1608, 13 Januarij. De landrentmeesler Ido Gramaye schrijft aan gedeputeerden van ridderschap en steden aangaande de moeijelijkheden , die hij ondervindt in het innen der contributiën.
Orig. gel. Ido Gramaye, in omslag i N0 20.
1608, 14 Januarij. De iandrentmeester Ido Gramaye schrijft aan gedeputeerden van ridderschap en steden dat hij niet uit eigen beweging vervolgingen in het werk stelt voor de ontvangst van de extraordinaire contributie tot onderhoud der ruiterij, maar dat hij daartoe het uitdrukkelijk bevel van de aartshertogen bekomen heeft.
Orig. gel. Ido Gramaye , in omslag 4 Nquot; 22.
1608, 14 Januarij. De gedeputeerden van ridderschap en steden zenden eenen expressen bode naar de afgevaardigden der staten van het Overkwartier te Brussel ten einde hun mede te deelen dat bevel gegeven is de arme ingezetenen wegens het ruitergeld te executeren, zoo dat zij thans zullen moeten gedogen dat den gemeenen man koehe ende perdt cnde alle Igene watt se hebben affgenoemen teerde en hij daarenboven in de gevangenis gebragt wordt; zij gelasten dien afgevaardigden nogmaals mondeling en schriftelijk aan de aartshertogen te kennen te geven dat der arme man, soe bissher alles watt hy heffl kannen opbrengen , leenen ende borgen voer haere hncheide hefft opgesatt, nu in fine genootdrenght sol werden te moeten verhopen ende den kost mil bedelen sullen moeten suecken
Minute in omslag 4 Nquot; 23.
1608 , 15 Januarij. De gedeputeerden van ridderschap en steden schrijven aan de drosten van het Overkwartier, onder toezending van een uittreksel uit een brief van den aartshertog aan den stadhouder, dat niettegenstaande alle
- 299 -
aangewende pogingen om van de betaling van het servies van de graven Adolf en Hendrik ontslagen te worden, de last daartoe verstrekt is ; dat zij heden nogmaals een expressen bode naar Brussel afvaardigden om het onvermogen van dit kwartier tot die betaling kenbaar te maken ; bij ontvangst van een antwoord zullen zij dat onmiddellijk mededeelen.
Minule , in omslag 4 IS0 21.
1608, 29 Januarij. De gedeputeerden van ridderschap en steden zenden aan de afgevaardigden van het Over-kwartier te Brussel het rescript van kanselier en raden met dat van den momber; zij geven te kennen dat deze rescripten zeer uitvoerig zijn en eenen geruimen lijd tot afschrift zullen vorderen; tevens dat zij vernomen hebben dat Richardot, Verreycken en anderen naar 'sGraven-hage gereisd zijn , waardoor de zaken eenigen tijd zullen blijven liggen; zij gelasten hun daarvan gebruik te maken en tot het afschrijven van die rescripten eenen tijd van twee of drie maanden te vorderen, ten einde met hunne principalen daaromtrent in overleg te kunnen treden en zich daartoe zoo spoedig mogelijk op weg te begeven.
Minule, in omslag 4 N0 25.
1608, 31 Januarij. De aartshertog Albert schrijft aan gedeputeerden van de ridderschap en steden dat hunne afgevaardigden dringende beden bij hem in het werk gesteld hebben om van de betaling van de buitengewone 6000 gulden tot onderhoud van fouragie en servies voor het oorlogsvolk in garnizoen in het Overkwarlier ontslagen te worden ; dat hij zulks gaarne zoude toegestemd hebben , maar dat de groote nood hem dit niet veroorlooft.
Orig. gedagleekend uit Brussel, get. Albert, lager II. van Croonendaele , in omslag 4 NM8. 59
- 3Ö0 —
1608, 1 Februarij. Gedeputeerden van ridderschap en steden schrijven aan den stadhouder dat zij wegens de betaling van het ruitergeld eenen expressen bode naar Brussel hebben gezonden, dien zij ieder oogenblik terug verwachten; zij verzoeken van zijne goedertierenheid, wegens den ongelukkigen toestand van dit arme kwartier, de voorgenomene executie nog veertien dagen uit te stellen.
Minute, in omslag 4 IN0 26.
1608, 12 Februarij. De gedeputeerden van ridderschap en steden schrijven aan de drosten van Kessel, Kriekenbeek, Gelder, Stralen en Montfort en aan de stad Venlo, onder toezending van een afschrift van den brief der aartshertogen dd. 31 Januarij 11. dat bij deze gelegenheid aan geene kwijtschelding van penningen te denken valt, daar de overige provinciën insgelijks aanmerkelijk verhoogd zijn ; dat de stalen van Brabant maandelijks 20000 gulden gedurende 4 maanden toestonden , de staten van Vlaanderen 20000 gulden maandelijks gedurende 6 maanden , die van Artois en Henegouwen ieder 30000 gulden in zes maanden, die van Rijssel en andere plaatsen naar advenant; zij geven voorts te kennen dat de afgevaardigden te Brussel aangaande het plakkaat op de munt niet dan een mondeling antwoord hebben kunnen bekomen , luidende dat men het tacitu zoude voorbijgaan zoo als zulks ook in de Meijerij van den Bosch geschiedt. Ook hebben zij den afgevaardigden om vele redenen verzocht een passend afscheid van de aartshertogen te nemen, waartoe zij ook geneigd waren, want er is gebrek aan geld, waarover aan den landrentmeester dient geschreven te worden.
Minute, in omslag 4 N0 27.
- 301 —
1608, 21 Februarij. Engelbert van Brempt, drost van Stralen, antwoordt op het schrijven der gedeputeerden van ridderschap en steden dd. 12 Februarij II. dat het ambt Stralen, om alle wanorde en zwarigheden te voorkomen en uit hoofde van den grooten nood ingewilligd heeft zijn aandeel in het gevorderde fouragiegeld te voldoen in twee termijnen , op ultimo Maart en ultimo April aanslaande; hij geeft de hoop te kennen dat dan ook de onderdanen , die thans in Schenkenschans gevangen zitten , op vrije voeten zullen gesteld worden , opdat zij zich kunnen bevlijtigen die penningen op te brengen en verzoekt hiervan aan den stadhouder mededeeling te doen.
Orig. gel. Engelbert A Brempt, in omslag 4 N° 28.
1608, 19 Maart. De gedeputeerden van ridderschap en steden geven aan de aartshertogen te kennen dat sedert korte jaren op het platteland in het Overkwartier schattingen en lasten uitgeschreven en door dwangmiddelen ingevorderd zijn geworden, die niet door de staten waren ingewilligd. Daar de privilegiën en gewoonten, die meermalen bevestigd zijn geworden, voorschrijven dat alle lasten , die het kwartier worden opgelegd, door de staten moeten worden ingewilligd, verzoeken zij dat voortaan dienovereenkomstig worde gehandeld en de invordering plaats hebbe door die officieren, die zulks van oudsher gewoon zijn te doen.
In margine antwoordt de aartshertog dat hij te gelegener tijd op het verzoek regard zal slaan.
Orig. in margine gedagleekend uit Brussel en geleekcnd Albert, in Doleanliën en orders, deel 11 blad 1.
1608, 2i Maart. De gedeputeerden van ridderschap en steden schrijven aan den heer van Oeijen, drost van
- 302 —
het ambt Kessel, dat zij van den landrentmeester vernamen dat de inwoners van het land van Kessel zich weigerachtig toonen in het betalen der onraadspenningen, die door de staten van het kwartier tot welvaart van het land en (er betaling der schulden toegestaan zijn; zij verzoeken hem, de landschepenen deswegens te doen vergaderen, en geven hem te kennen dat, wanneer deze in hunne tegenkanting blijven volharden, zij genoodzaakt zijn zullen dwangmiddelen aan te wenden.
Minute, in omslag 4 Nquot; 29.
1608, 14 Mei. De gedeputeerden van ridderschap en steden schrijven aan de rekenkamer in Gelderland dat de staten sedert vele jaren opstuivers ingewilligd hebben, ten einde in de bovenmatige lasten en behoeften van het kwartier te kunnen voorzien; dat de ontvangst dezer opstuivers thans door de aartshertogen verboden is, en zij zich tot hen gewend hebben met het verzoek dit verbod in te trekken; daar de aartshertogen dit verzoekschrift aan de kamer gezonden hebben om informatie verzoeken zij haar een gunstig advies daaromtrent te willen uitbrengen
Minute, in omslag 4 N° 30.
1608, 16 Mei. De rekenkamer van Gelderland antwoordt op het schrijven van de gedeputeerden der ridderschap en steden dd. 14 Mei II. dat zij hun advies in zake niet kunnen uitbrengen dan wanneer de landrentmeester Ido Gramaye volgens bevel van de aartshertogen hun zal hebben overgelegd eene rekening aangaande het ligten en aanwenden van dergelijke penningen , waarvan hij de administratie gehad heeft en een dubbel van de reeds door hem gedane rekening; daarna zullen zij gaarne een goed advies uitbrengen, vermits zij niets anders
- 303 —
beoogen dan de welvaart van de arme gemeyntc ende verlichtinge van alle hunne swaere lasten.
Orig. get. F. Luytens rael een afschrift van hel hiervo-ren aangehaalde bevel der aartshertogen in omslag 4 Nquot; 31.
1(508, 17 Mei. De magistraat van Erkelens beklaagt zich bij het hof van Gelderland dat niettegenstaande zijn beroep op het privilegie de non evocando de secrete raad van de aartshertogen in het hangende geschil tusschen de stad Erkelens en het kapittel van O. L. Vr. te Aken op den IS11quot; December II. eene sententie gegeven heeft, ten gevolge waarvan hij tot voldoening daaraan gesommeerd is geworden. De magistraat verzoekt dat de executie mag worden opgeschort tot dat de staten van het kwartier pro illorum et posterilalis interesse daarover zullen gehoord zijn.
Orig. in omslag 4 N0 32.
1608, 31 Mei. De magistraat van Venlo zendt aan gedeputeerden van ridderschap en steden afschrift van een brief van den stadhouder aan het hof van Gelderland dd. 28 Mei, inhoudende dat hij geweigerd heeft om eenen kwartiersdag te laten beschrijven aangaande het verschil dat tusschen ridderschap en sleden en het hof gerezen is, uit hoofde daaruit niets vruchtbaars en alleen groote kosten en bitterheid te verwachten zijn; dat hij ridderschap en steden heeft aangespoord te trachten een vergelijk tot stand te brengen, waartoe zij zich bereid verklaarden.
Orig. en afschrift, in omslag 4 N° 33.
1608, 6 Junij. De magistraat van Venlo zendt aan gedeputeerden van de ridderschap en steden afschrift van een brief dd. 3 Junij II. geschreven door het hof
— 304 -
van Gelderland aan den stadhouder In antwoord op diens letteren van den 28'tlt;,n Mei II. Het hof geeft daarin te kennen dat het genegen is het verschil met de ridderschap en steden in vriendschap af te maken, en daar dit verschil betrekking heeft tot de privilegiën , regten en costumen van het Overkwartier, zoo geeft het zijn verlangen te kennen dat de ridderschap en steden deze privilegiën , enz. door bevoegde personen in schrift doen brengen opdat zij door de aartshertogen onderzocht en goedgekeurd kunnen worden, zoo als zulks in verschillende andere provinciën reeds geschied is.
Orig. en afschrift, in omslag 4 N0 34.
1608, 27 Junij. De gedeputeerden van de ridderschap en steden schrijven aan den stadhouder dat zij door tusschenkomst van den magistraat van Venlo mede-deeling van zijn antwoord aan liet hof van Gelderland ontvangen hebben en betuigen hem hunnen dank voor de welwillendheid, die hij in het werk stelt om hen met dat hof in eensgezindheid en vrede te brengen^ Zij verzoeken hem de autorisatie te verleenen eenen kwartiersdag te mogen uitschrijven op den 4Jquot; Augustus e. k. ten einde over deze zaak te kunnen beraadslagen, en geven de hoop te kennen dat hij zijn gezag aanwenden zal om de landschap bij hare privilegiën, plebisciten, oude gewoonten en gebruiken te handhaven.
Minute, get. J. van Ryckenroy, in omslag 7 Nquot; 2.
1608, 6 Julij. De stadhouder schenkt zijne inwilliging tot den kwartiersdag van 4 Augustus e. k., geeft zijne hoop te kennen dat de oneenigheid lot tevredenheid van beide partijen uit den weg geruimd zal worden en berigt dat door zijne tusschenkomst de vrijheid voor de
- 305 -
inwoners der steden van het Overkwartier toegestaan is, waarvan hij de brieven dagelijks verwacht.
Inliggend het antwoord van de gedeputeerden aan den stadhouder.
Orig. gedagteekend uit Venlo, geleekend Herman grave zu dem Bergh, en minule, in omslag 7 M0 4.
1608, Julij. De magistraat van Roermond, daartoe gemagtigd door den stadhouder, beschrijft eenen kwar-tiersdag op den 4dquot;quot; Augustus e. k. ten einde aangaande de oneenigheid met het hof te beraadslagen en gedeputeerden te benoemen , die met kanselier en raden daaromtrent in onderhandeling zullen treden.
Minute, in omslag 7 N0 3.
1608, Augustus. Gerard van Kessel, genaamd Rof-fart, verzocht hebbende als riddermatig persoon voortaan in de vergaderingen van ridderschap en sleden toegelaten te worden; daar evenwel de stukken door hem daartoe overgelegd niet voldoende geacht worden verzoeken ge • deputeerden van de ridderschap en steden aan kanselier en raden van het hof te Arnhem eene nadere verklaring van die stukken, ten einde daarop een besluit kan genomen worden zoo als het behoort.
Minute, in omslag 7 N0 5. Vergelijk de kwartiers recessen , deel III , bladz. 36 v°.
1608, 5 Augustus. De staten van het Overkwartier benoemen Arnold van Botbergen, erfmaarschalk van het vorstendom, Philips van Bentinck , heer te Biecht, Hendrik van den Bijlandt, heer te Walbeek, Christoffel Schenck van Nydeggen, heer te Hillenraad , Marten van Broekhuizen, heer te Oeijen, Johan van Brempt, drost te Stralen, Berndt van der Heyden genaamd Rijnss,
- 306 -
Gerard Kochs Jans zoon, Jonker Matheus Butkens. burgemeester van Roermond, Gerard Creijarts, schepen aldaar, Peter Moets, schepen van Venlo, Hendrik Lint-gens, schepen van Gelder en Tilraan Bree, licentiaat in de regten, tot hunne gevoimagtigden, cm met kanselier en raden van het hof van Gelderland in onderhandeling te treden, en te trachten met hen een vergelijk te treffen tot vereffening der ontstane geschilpunten, met het voorbehoud evenwel dat het te sluiten vergelijk. voor het geval dat het Overkwartier wederom met de drie overige kwartieren zoude vereenigd worden, in geenen deele zal te kort doen aan het verbond in vroegere tijden met die kwartieren aangegaan.
Geauthentiseerd afschrift, geleekend J. van Ryckenroy , in kwartiers recessen , deel 111 bladz. 107.
1608, 7 Augustus. De ridderschap en steden zenden een verzoekschrift aan het hof van Gelderland inhoudende dat over niemand een ander vonnis mag uitgesprokeo worden dan volgens leen-, land-, stad-, dijk-, wateren laatregt door schepenen, mannen van leen en laten tam in civüibus quam criminalibus, exceplis criminibus laesae majestatis, divinae et humanae sedilionis et lumultus; dat zij die eene rente op de vorstelijke domeinen of goederen bezitten, bij gebrek van betaling, vervolging mogen instellen ter plaatse waar hunne hypotheken gelegen zijn ; dat kanselier en raden de vonnissen van het hof ter executie zullen doen stellen door de drosten, onderheeren en officieren van de plaats, alwaar de goederen gelegen zijn ; dat kanselier en raden bij een getuigenverhoor toelaten zullen dat de wederpartij hare interrogatoriën daartegen mag overgeven en de verzoekende partij gehouden zal zijn hare artikelen, waarover zij de getuigen wil ondervraagd hebben, drie dagen
— 307 -
te voren aan de wederpartij over te leveren; dat niemand van zijn officie of goederen zal worden ontzet absque via juris; dat alle strijdige saecken van leen voor stadtholder ende mannen van leen, wie van allz gebruycklich, gede-cideert moegen werden; dat het hof voortaan niet zal toelaten dat de motnboir zitting neemt in zaken waarin hij klagende partij is en tegen het oud gebruik, de stemmen inzamelt; dat ook zijne tegenwoordigheid bij het getuigenverhoor verboden worde, daar zulks nooit in dit vorstendom geoorloofd was; eindelijk dat alle door het hof goedgekeurde en bevestigde kwartiersrecessen ten uitvoer zullen gelegd worden en dat kanselier en raden daartegen niets zullen ondernemen, dan alleen voor het geval dat de ridderschap en steden veranderingen daarin wenschten te brengen.
Orig. gevolgd door het antwoord van kanselier en raden en een wederantwoord van de ridderschap en steden , in Doleanliën en orders, deel I blad 95—106.
1608 , 19 Augustus. Gedeputeerden van de ridderschap en steden van het Overkwartier schrijven aan kanselier en raden van het hof te Arnhem, dat door den langdurigen oorlog en gevaarlijke tijden alle documenten aangaande de privilegiën , vrijheden , geregtighe-den en gewoonten van dit kwartier in het ongereede geraakt zijn; dat mei het hof alhier en voornamelijk met den Momboir oneenigheden ontstaan zijn en zij niet gaarne zien zouden dat hunne privilegiën onder den voet geraakten; zij verzoeken derhalve, op kosten van dit kwartier, geauthentiseerde afschriften te lalen maken van alle de voornoemde privilegiën, traktaten , geregtig-heden en voorts van alles wat tot handhaving van de vaderlandsche vrijheden kan strekken.
40
— 308 -
In margine wordt vermeld dat gelijkluidende brieven geschreven zijn aan Johan van Gendt, heer te Oyen , aan den rekenmeester Goossen Varick en aan Johan van Yorst.
Minute, in omslag 7 Nquot; 6.
1608, 10 September. De ridderschap en sleden dragen aan Johan van Brempt, drost te Stralen, op zich naar Arnhem te begeven , ten einde aldaar geau-thentiseerde afschriften te doen vervaardigen van alle landsprivilegiën, traktaten en geregtigheden.
Minute in omslag 7 N0 7.
1609, Januarij. De staten van het Overkwartier zenden een schrijven aan kanselier en raden van het hof, inhoudende de punten waarbij die Landtschap beclaecht tegensire previlegién . vryheden, plebisciten. gerechtigheden ende aide gewoontheden beswaert te syn.
Minute , met het antwoord van het hof in margine, in Kwarliersrecessen Deel III , bladz. 103 verso.
1609, 23 Januarij. De staten van het Overkwartier stellen een ontwerp van instructie vast , volgens welke zij kanselier en raden verzoeken zich in de uitoefening hunner functiën te willen gedragen.
Minute vervat in 47 artikelen , in kwarliersrecessen deel III bladz. 88 — 103; vergelijk aldaar de verhandelingen van die staten aangaande de zamenslelling van die instructie, bladz. 59—67.
1609, 24 Maart. De ridderschap en steden van het Overkwartier geven eene instructie aan Adriaan Ballha-sar van Vlodrop , vrijheer te Leuth , Well , enz. en Til-man van Bree, licentiaat in de regten, ten einde zich naar Brussel te begeven om aldaar bij de aartshertogen
- 309 —
onder anderen ook aan te dringen op de goedkeuring van het vergelijk, dat tusschen de ridderschap en steden en kanselier en raden in Januarij II. tot stand gekomen is.
Minute in omslag 7 N0 8 ; vergelijk de verhandelingen in de kwartiersrecessen deel III bladï. 137 volgg.
1609, 5 April. De gedeputeerden van de ridderschap en steden schrijven aan de steden Venlo, Gelder, Stralen en Erkelens, aan den Maarschalk, aan de drosten van Kessel , Stralen, Gelder en Kriekenbeek en aan de heeren van Walbeek, Blijenbeek, Oeijen, Geysteren en Eimpt dat de afgevaardigden van het kwartier te Brussel hun medegedeeld hebben dat de provinciën Vlaanderen , 'tland van Overmaas , Luxemburg en de landen en steden van den Over-Rijn reeds gezanten ten hove gezonden hebben ten einde bij de aartshertogen aan te houden dat zij bij het aanstaande traktaat van wapenstilstand niet van hen gescheiden worden, maar onder hunne gehoorzaamheid gehandhaafd blijven. Daar de afgevaardigden hun te kennen gaven dat van wege het Overkwar-tier een dergelijke maatregel diende genomen te worden zoo willen zij zulks zonder hun voorafgaand advies niet ten uitvoer brengen ; weshalve zij verzoeken hun dat advies zoo spoedig mogelijk toe te zenden.
Minute in omslag 7 N0 9.
1609, 8 April. De gedeputeerden van de ridderschap en steden van het Overkwartier berigten aan de aartshertogen dat zij den heer van Well en Leuth tot hen afgevaardigd hebben wegens zaken, die het hoogste welzijn en het behoud van dit kwartier ten doel hebben. Zij verzoeken hem audientie te verleenen en geloof te willen hechten aan alles wat hij van hunnentwege , zoo bij monde als bij geschrifte , zal te kennen geven.
Minute, fr. in omslag 7 N0 12.
— 310 —
1609, 14 April. Op het verzoek van ridderschap en steden geven de aartshertogen uitbreiding aan hunne vergunning van 10 December 1608, inhoudende de continuatie tot de ontvangst der onraadspenningen over de jaren 1608 en 1609 , zoodat ook thans de achterstand van vroegere jaren mag ingevorderd worden; dat bij uitzondering aan die van Kessel tot betaling van een derde gedeelte van het door hen verschuldigde een uitstel van drie maanden zal verleend worden; gedurende dit tijdsverloop kunnen deze inzage bekomen omtrent de ligting en het gebruik maken dezer penningen en voor het geval dat zij te hoog zouden zijn aangeslagen , hunne bezwaren indienen.
Orig. fr. gedagteekend uit Brussel en geteekend Atöert, N. de Montmorency, de Robiano en Stcrcke, in omslag 7 N0 29; een geaulb. afschrift, geteekend de Catere, Nol, bevindt zich in Doleanliën en orders deel II blad 3.
1609, 22 April. De stadhouder antwoordt aan gedeputeerden van de ridderschap en steden dat hij zijnen bijstand tot de executie nooit aan den landrent-meester geweigerd heeft, maar dien steeds verleende wanneer hem daarom gevraagd werd ; dat hij dien ook thans zal verleenen tot het invorderen van den achterstand der onraadspenningen, daar het de wil is van de aartshertogen om die invordering te doen plaats hebben; aangaande het voorgeven dat de momber alle pogingen in het werk zoude stellen om het bij de laatste vergadering der staten tot stand gebragte akkoord tusschen den Raad van Gelderland en die staten te doen vernietigen, antwoordt hij dat die moeite vergeefsch zijn zal daar hij van goederhand weet dat dit akkoord door de aartshertogen zal bekrachtigd worden.
Orig. fr. gedagteekend uit Venlo en get. Herman Conté de Bergh, in Doleantiè'n en orders, deel II blad 5.
— 311 -
1609, 12 Mei. Walraven van Wyttenhorst schrijft uit Brussel aan de ridderschap en steden van het Over-kwartier dat hij wegens particuliere zaken niet in de kwartiersvergadering kan verschijnen maar zijnen zoon Walraven van Wyttenhorst zendt, om in zijnen naam de propositiën aan te hooren en daarop, tot den meesten dienst van de aartshertogen en 'slands welvaart, een besluit te nemen.
Orig. geleekend Walraven van Wyltenhorsl, in Dolean-tiën en orders , Deel II blad 7.
Nadat in de vergadering der Staten van 18 Mei daaraanvolgende deze brief voorgelezen was werd besloten dat de jonge Walraven van Wyttenhorst tot die vergadering niet kon worden toegelaten omdat hij in dit kwartier nyet gepossessionneert ofte geerft, noch inden Ridderhoeck aengeteekent, ende over sulcx dcses qnartiers geen membrum ist.
Kwartiersrecessen , deel III bladz. 172. Vergelijk hel antwoord der staten aan Walraven van Wyttenhorst dd. 19 Mei 1609 , in omslag 7 N0 15.
1609, 13 Mei. De aartshertogen geven eene instructie aan den stadhouder van Gelderland, waarin zij hem den last opdragen zich in de vergadering van de Staten van dat gewest te begeven, die op 18 Mei aanstaande beschreven is ; aan die Stalen te berigten dat het den Schepper behaagd heeft , na eenen langen en ellendigen oorlog , door eene wapenschorsing den weg te openen om deze landen tot hunne oude rust terug te brengen ; hun te verzekeren dat het 't voornaamste streven der aartshertogen zijn zal aan de onderdanen verzachting toe te brengen en hen van de onderdrukkingen en lasten, die de oorlog met zich sleept, te bevrijden; dat zij de
- 312 -
gendarmerie zullen terugtrekken; hetwelk evenwel niet kan plaats hebben zonder eenigen aftedanken, waartoe zij in alle provinciën de middelen hebben doen aanvragen , en ten laatsten de bijdrage door het hertogdom Gelder te verleenen op 36000 gulden bepaald hebben, welke som de stadhouder belast is aantevragen; wel te verstaan dat deze bijdrage gevraagd wordt boven en behalve hetgeen thans tot onderhoud der garnizoenen in dat gewest wordt opgebragt.
Geauth. afschrift, fr. geleekend J. van Kerckhoue , in Doleanliën en orders , deel II blad 9 en 10. Vergelijk de kwarliersrecessen , deel III bladz. 172. V0 volgg.
1609, 13 Mei. De aartshertogen geven 'kennis aan de ridderschap en steden van het Overkwartier dat zij den stadhouder last gegeven hebben aan de staten van hunnentwege een voorstel te doen; zij geven voorts bevel om hem goede audiëntie en credentie te verleenen en zich bereidwillig te toonen tot aanneming van dat voorstel, hetwelk dienen moet tot noodzakelijkheid van hunnen dienst, tot welvaart en behoud van het gewest. Orig. gedagteekend uit Brussel, geleekend Albert, Isabel, lager Verreycken , ia Doleanliën en orders, deel II blad d I.
1609, 21 Mei. De staten van het Overkwartier rigten een schrijven aan de aartshertogen , inhoudende het verzoek 1° Om voortaan het hertogdom te behandelen zoo als zulks vóór de onlusten en den oorlog het geval was, het latende bij zijne privilegiën, vrijheden, gerechticheden, allen hercommen, goede gewoonheden, plebisciten, siegel vimd brieueu, luidens het traktaat van Venlo ; vervolgens het hertogdom met geene lasten te bezwaren dan bij manier van beden, mits gevende behoorlijke renversalen voor alles wat de staten naar hun vermogen zullen inwilligen en tot dusverre betaald hebben. 2° Om te verklaren dat boven het
— 313 —
door de stalen ingewilligde bedrag alle andere lasten zullen ophouden en dat, wanneer het noodig bevonden werd in eenige steden garnizoenen te leggen , de burgers en ingezetenen daardoor niet belast zullen worden. 3° Te bepalen dat de stad en heerlijkheid Weert zoo als ook alle andere annexen en appartinentiên van dit kwartier zullen bijdragen. 4° Den aartshertogen te verzoeken zich te verklaren of de contributie, die door de Vereem'gde Provinciën opgedrongen is, onder de tegenwoordige omstandigheden aan deze zijde zal eindigen en of de staten daarvan bevrijd zullen zijn en blijven.
In margine bevindt zich hel antwoord der landvoogden.
Orig. in raargine geteekend Albert , Isabel, Ier ordonnantie van hare hoogheden geteekend Verreycken , in Doleanliën en orders , deel II blad 13.
1609 , 2 Junij. De aartshertog Albert schrijft aan den stadhouder van Gelderland dat hij het verzoekschrift van de staten van het Overkwartier, gevoegd bij zijne letteren van den 2lstBn Mei 11., in margine beantwoord heeft; dat hij thans van den ijver en dè verknochtheid van die staten verwacht dat zij de inwilliging der bede niet zullen uitstellen ; hij verzoekt den stadhouder ijverig de hand daaraan te willen houden ; daar deze overtuigd is hoezeer zijn dienst daarmede gemoeid is, die zoo als hij weet hem zeer ter harte gaat.
Orig. fr. gedagteekend uit Marimont, get. Albert, lager Verreycken in Doleanliën en orders, deel II blad 15.
1609, 6 Junij. De aartshertogen berigten aan den stadhouder dat zij het vergelijk ontvangen hebben aangaande het beleid van justitie, door hem en de ridderschap en steden van het Overkwartier ontworpen ; daar onder andere zaken daarin eenige punten voorkomen betrekkelijk de revissie van vonnissen, door lagere gerig-
- 311 -
ten uitgesproken, waarover hij zijn advies had voorbehouden , worden hem de stukken teruggezonden, met verzoek dat advies zoo spoedig mogelijk te willen uitbrengen ; tevens daarbij te willen meiden of men in criminele zaken denzelfden vorm kan volgen, zoo als de momboir zulks verlangt, dan of men het middel van appel of simplicis querelce moet aanwenden ; voorts of er zwarigheden aanwezig zijn tegen de toepassing eener amende op die revisiën, en zoo niet, tot welk bedrag men die amende zoude kunnen bepalen, wanneer men die vóór de toelating deed storten , met het doel om ze terug te geven zoodra de reformatie van het vonnis , waarvan men revisie vraagt, uitgesproken is.
Afschrift, fr. gedagleekend uit Brusselj in omslag 7 NM1.
1609, 16 Junij. Frederik van Brempt schrijft aan den stadhouder dat hem op den laatsten kwartiersdag beloofd werd in het bezit van zijn huis te Gelder hersteld te worden als de wapenstilstand tot stand zoude komen, en verzoekt, daar dit bestand thans gesloten is, hem daarin behulpzaam te willen zijn, te meer daar de artikelen van dien wapenstilstand medebrengen dat een ieder zijne goederen terugbekomen en in het bezit daarvan gehandhaafd zal worden.
Orig. in omslag 7 N° 16.
1609, 14 September. De staten van het Overkwartier geven aan de aartshertogen te kennen dat zij eenige maanden geleden inwilligden dat het kwartier tot onderhoud in de landslasten voor hunne bede zoude bijdragen eene som van 63000 gulden , te betalen in 10 maanden van den l5quot;quot;' Julij 1609 tot April 1610 ; dat zij , om zulks te kunnen inwilligen hun uiterste vermogen, en zelfs daarboven , hebben aangewend, met het vertrouwen dat
- 315 -
zij van buitengewone lasten zouden bevrijd blijven, opdat de onderzaten eens zouden kunnen ademhalen na het voortdurend verval, waarin zij verkeeren. — Thans blijkt evenwel dat het concept der acceptatie van het voorschreven akkoord op eenen anderen voet genomen is dan de inwilliging daarvan, of dat de conditiën daarbij gereserveerd niet nagekomen worden; voornamelijk is daarmede strijdig het punt van inkwartiering en servies der garnizoenen , zoodat de staten onlangs andermaal verpligt waren te vergaderen en het uiterste te beproeven om den wil van de aartshertogen naar hun vermogen na te komen; zij vinden het evenwel onmogelijk een akkoord tot stand te brengen, indien niet genadig op de volgende punten beschikt worde, als:
• 1* dat de inkwartiering en het servies van garnizoenen buiten last der burgers plaats hebben ;
2° dat de voorgestelde termijn van tien maanden lot betaling der bede aangenomen worde ;
3° dat behoorlijke renversalen volgens oude gewoonte zullen verstrekt worden ;
4° dat de inlegeringen der soldaten ten plattenlande en de schade aan de belanghebbenden toegebragt vergoed worden en in mindering van de bede zullen strekken ;
5° dat de licenten en buiten-tollen op den maasstroom zullen worden afgeschaft, zoo als ook de landvracht, die door N. Bueren gecollecteerd wordt;
en 6° dat de schans van Arcen, als zonder noodzakelijkheid, ontmanteld zal worden.
In margine bevindt zich het antwoord van de aartshertogen.
Orig. ia margine gedagteekend uit Brussel en geleekend Albert, Isabel, ter ordtie geteekend Prallz, in Doleantiën en orders , deel II blad 17—19.
41
1609, October. De steden en dorpen van het Over-kwartier zenden aan rfen magistraat der stad Roermond eene opgave van alle kapitalen, die zij vóór het jaar 1609 ten laste hunner respectieve gemeenten hebben moeten opnemen.
Originelen in omslag 4 Nquot; 36.
1609, 22 October. De aartshertogen geven aan de staten van het Overkwartier akte van aanneming eener som van 63000 gulden, zijnde 36000 gulden in eens voor buitengewoon subsidie en 27000 gulden voor zeven resterende maanden contributie, aanvang genomen hebbende met den l5,c° Junij II.; zij schrijven daarbij voor dat gemelde som van 63000 gulden moet betaald worden in drie termijnen op 15 November, 31 December en 15 Februarij e. k. en vergunnen dat daarop gekort mag worden hetgeen bij manier van conlributie sedert de maand Junij II. in handen van den landrentmeester zou gestort wezen; zij verklaren dat deze akte dienen za! tot non-prejuditie en geven te kennen dat zij het land en de staten zoo veel mogelijk van het logies van oorlogsvolk zullen ontlasten en aangaande het servies en de brandstoffen orde zullen stellen dat de ingezetenen daarmede niet bezwaard worden.
Orig. gedagteekend uit Mariraont en get. Albert , Isabel , ter ordquot;0 geteekend Prallz , in Doleanliën en orders , deel II blad 20,
1610, 18 Januarij. Graaf Hendrik van den Bergh, bevelhebber eener kompagnie kurassiers, zendt aan ridderschap en steden van het Overkwartier afschrift van een brief der aartshertogen , waarin hem bevel gegeven wordt om niet te gedoogen dat de troepen van de vorsten van Brandenburg en Neuburg zich logies verschaffen in dorpen, die onder het gebied der aartsherto-
— 317 -
gen gelegen zijn, en zoo dit reeds plaats had, hun vooreerst beleefd te verzoeken om te vertrekken, en wanneer daaraan geen onmiddellijk gevolg gegeven wordt hen met geweld daartoe te noodzaken; tevens op dezelfde wijze te handelen met de krijgslieden van zijn neef den aartshertog Leopold, wien zulks evenmin geoorloofd is.
Orig. gedagleekend uit Roermond get. Henrich, graf zu den Bergh, en afschrift, in omslag 7 N0 17.
1610 , 4 Februarij. De ridderschap en steden van het Overkwartier schrijven onder andere zaken aan den stadhouder dat de kanselier (') van het hof overleden is en reeds verschillende personen zich voor die betrekking hebben aangeboden; zij verzoeken hem er de krachtige hand aan te willen houden dat ingevolge hunne privilegiën tot de vervulling van dat ambt een Geldrische endc vredt-saeme cantzler benoemd worde.
Bij brief van den 7dcn Februarij daarna meldt de stadhouder dat hij binnen kort naar Roermond zal komen en devoiren doen ten eynde eenen vreedtsaemen ende bckwaemen cancellier mach gedenomineert worden.
Minute en orig. gedagleekend uit 's Hoerenberg en get. Herman Graue zu dem Bergh, in omslag 7 N0 13.
1610 , 2 Julij. De staten van het Overkwartier berig-ten aan de aartshertogen dat zij hun consent gegeven hebben tot eene bede van 40000 gulden voor een jaar, aanvangende met den l5quot;'quot; Maart II.; onmiddellijk zullen 18000 gulden omgeslagen en van drie tot drie weken ingevorderd worden ; alvorens het overige voldaan worde verzoeken zij dat op eenige artikelen van hunne voorgaande verzoekschriften, waarop nog geene beslissing genomen werd , en die zij hierbij op nieuw aanhalen,
(1] De bier bedoelde kaaselier is Willem Griep.
- 318 -
eene gunstige resolutie genomen worde. Voorts geven zij nogmaals den ellendigen toestand van dit kleine kwartier te kennen, hetwelk onmogelijk een grooter bedrag kan opbrengen, en zoo als het schijnt door kwaadwillige personen bij de aartshertogen grooter en beter is opgegeven dan het wezenlijk is; zij vertrouwen derhalve dat hunne hoogheden met de toegestane som zullen genoegen nemen en het arme kwartier voor dit jaar niet hooger zullen bezwaren.
In margine bevindt zich de aanneming der aartshertogen van het toegestane bedrag der bede, onder voorbehoud dat, wanneer zij in den loop van dit jaar verdere assistentie behoeven, zij van meening zijn de stalen anderwerf te doen vergaderen, met het vast vertrouwen dat deze eenige andere som zullen inwilligen; tevens geven zij antwoord op de in herinnering gebragte artikelen.
Orig. in margine gedagteekend uit Mariraont en gel. Albert, Isabel, ter ordli! Yerreycken, in Doleanlicn en orders, deel 11 blad 22—29. Vergel. kwarliersrecesscn deel 111 blad 254 V°.
1611, 20 Januarij. De staten van het Overkwartier willigen eene bede van 50000 gulden in voor het loo-pende jaar 1611, aanvangende met don 1quot;quot; Januarij en te voldoen in 4 termijnen van drie tot drie maanden; zij verzoeken de aartshertogen dit bedrag te willen aannemen en het bedorven kwartier gedurende eenigen tijd met geene verdere beden te bezwaren. De ridderschap bedingt tevens dat zij de vrijheid voor hare adellijke goederen en bouwhoeven, zoo als van ouds gebruikelijk is, in deze en andere beden mag behouden, terwijl de afgevaardigden der steden hunne inwilliging tot bovenstaand bedrag schenken met het voorbehoud dat, wanneer aan de ridderschap het verzoek van vrijheid toegestaan wordt, deswegens een gedeelte van deze bede zal
- 319 -
gekort worden, opdat de gemeene man daardoor niet hooger aangeslagen worde.
Orig. in kwarliersrecessen , deel IV bladz. 15 V0.
1611, 21 Januarij. De stalen van het Overkwartier stellen een verzoekschrift in handen van den kanselier van het hof van Gelderland, inhoudende:
1° Dat, zoo lang het punt van revisie niet afgedaan is, kanselier en raden geene revisie der vonnissen van schepenen in de steden of ten plattenlande nemen, maar alles laten zullen ingevolge de resolutie daarop door de hertogin van Parma genomen.
2° Voor het geval dat kanselier en raden kennis zouden nemen van zaken, die de landschap vermeent tot het landregt te behooren en deswegens in handen van den secreten raad gesteld worden, deze raad daarop eene korte expeditie zal verleenen.
Squot; Dat op de verzochte vrijheid door de onderheeren en ridderschap in de beden een eindbesluit zal genomen en tot zoo lang de quota van die ridderschap ingehouden zal worden.
4° Dat de toezegging der aartshertogen om het logies der garnizoenen zonder last der gemeenten te doen plaats hebben , achtervolgd worde en de stad Gelder, die thans nog aan hel vendel van den gouverneur, dat met vrouwen en kinderen 670 personen telt, allerhande servies , tol het zout toe, moet verstrekken, daarvan ontslagen zal worden.
5° Dal de steden hare verschoten placquilios aan hare quota van de bedesteur mogen korten.
6° Dat hel krijgsvolk , 'l welk uil Friesland of Rhijnberk naar Brussel of elders en vandaar naar Friesland en Rhijnberk gezonden wordl, en op het bevel van den aartshertog of van den markies Spinola gehuisvest en
- 320 —
vrijgehouden moet worden, voortaan verpligt zal worden zijne vertering te betalen, en dal de schade, die het bij die doortogten mogt aanrigten, aan de inwoners bij het betalen der bede zal gekort worden.
7° Dat aan kapitein Pundere, aan zgne soldaten en anderen te Gelder, brandstoffen zullen verschaft worden, zonder last voor het platteland.
8° Dat het huis te Gelder ten behoeve van Frederik van Brempt, drost aldaar, zal geruimd worden.
9quot; Dat het voogdambt van Gelder gegeven en bediend zul worden door een adellijk persoon, zoo als tot dusverre plaats had, zoo als ook alle andere offlciën die van oudsher door adellijke personen bediend werden.
Minute in kwartiersrecessen , deel IV bladz. i 8 Vquot;.
1611, 18 Februarij. De aartshertogen schrijven aan de staten van het Overkwartier in antwoord op hunne letteren van den 20,quot;° Januarij II. dat zij met advies van de raden van state en van financiën de daarin ingewilligde bede van 50000 gulden aannemen onder voorbehoud dat, wanneer vóór de expiratie van deze bede de nood het mogt eischen en men zich met de vermelde som niet kon behelpen, als zijnde ver beneden het aangevraagde bedrag, zij alsdan de staten nogmaals zullen doen vergaderen in de hoop dat het overblijvende bedrag toegestaan worde. De aartshertogen beantwoorden voorts de overige punten in bovengemeld schrijven en in dal van den 21quot;*° Januarij daaropvolgende vervat.
Orig. gedagleekend uil Brussel en geleekend Albert , ter ordtie geleekend Verreycken , in Doleanliën cn orders , deel II blad 32.
1611, 16 Augustus. De aartshertogen benoemen den graaf Frederik van den Bergh lot stadhouder van Gelderland, ter vervanging van den overledenen graaf Her-
- 321 —
man van den Bergh , en stellen de instructie vast aan zijn ambt verbonden.
Afschrift in Doleanliën en orders , deel H blad 38—4i.
1611, 19 Augustus. De staten van het Overkwartier schrijven brieven van rouwbeklag aan de gravin weduwe en aan de graven Frederik en Hendrik van den Bergh, broeders van den overledenen stadhouder, graaf Herman-Minuien, fr. in kwarliersrecessen, deel IV bladz. 25 Verso.
1611, 19 Augustus. De staten van het Overkwartier schrijven aan den aartshertog dat door het overlijden van graaf Herman van den Bergh het stadhouderschap van Gelderland opengevallen is en verzoeken hem , ingevolge de landsprivilegiën en het traktaat van Venlo. daartoe een persoon te willen benoemen , die de landstaal magtig en op de hoogte is van die privilegiën en van de gewoonten van dit kwartier.
Minute, fr. in kwartiersrecessen , deel IV, bladz. 2o.
1611, 29 Augustus. De magistraat van Roermond en de gecommiteerden van ridderschap en steden zenden aan het hof van Gelderland eene declaratie, inhoudende hunne bezwaren tegen het plakkaat hun bij brieven van het hof dd. 23 Augustus II. toegezonden.
In margine antwoordt het hof op die bezwaren.
Geauth. afschrift , geteekend J. van Kerckhove , in Doleanliën en orders , deel II blad 55 en 36.
1611, 2 September. Gedeputeerden van de ridderschap en steden berigten aan het hof van Gelderland dat de magistraat van Roermond hun mededeeling gedaan heeft van het schrijven van het hof dd. 23 Aug. II., waarin den magistraat bevel gegeven wordt tot de publicatie van een plakkaat of ordonnantie der aartshertogen op het stuk
— 322 —
van justitie. - Alhoewel die magistraat zich verpligt acht aan de bevelen van de aartshertogen en van het hof te gehoorzamen, zoo bevindt hij zich nogtans bezwaard tot die publicatie over te gaan, zonder voorafgaande mede-deeling aan de ridderschap en steden en zulks omdat het plakkaat in eenige punten schijnt te contrariëren den ■privilegiën . vrijheden, plebisciten ende aide gewoonheden van desen lande, die welche tot verscheydene reysen van keys, en con. mat. hoichlofflicher gedechtenisse confirmeert, beste-dicht ende becreffticht sijn. Dientengevolge verzoeken ridderschap en steden dat aan den magistraat uitstel tot die publicatie mag verleend worden, tot dat zij met de generaliteit daarover geraadpleegd hebben, of ten minste dat aan dien magistraat akte verleend worde van non prejuditie, dat door gemelde publicatie geene verkorting in hunne privilegiën, vrijheden, geregtigheden, plebisciten, oude gewoonten, en in hun leen-, laat-, land-, stad- en bankregt zal plaats hebben, maar daarentegen alles in zijn geheel zal blijven als of de publicatie niet had plaats gehad.
Geaulh. afschrift, geleekend J. van Ryckenroy , in Doleanliën en orders, deel 11 blad 34.
1611, 9 September. De aartshertogen schrijven aan den stadhouder dat zij reeds eenige jaren geleden hunnen wensch te kennen gaven dat in de stad Roermond eene inrigting van jesuiten zou worden opgerigt, overtuigd dat die inrigting in deze door de sekten en ketterijen zoo gevaarvolle en bedorven tijden , goede vruchten zoude opleveren en niet alleen voor Roermond, maar ook voor de overige steden en het geheele kwartier zeer belangrijk kon geacht worden. Daar met deze inrigting thans een goed begin gemaakt is en eenige leden van die societeit zich reeds aldaar gevestigd hebben, dragen de aartshertogen
— 323 -
den stadhouder den last op de staten van het Overkwar-tier te bewegen hen met geld te ondersteunen , tot zoo lang zij op eene andere wijze in hun onderhoud kunnen voorzien; zij van hunnen kant zouden ook bijdragen.
Afschrift, fr. in kwartiersreeessen , deel IV, bladz 37 verso.
1611 , 21 November. Formulier van den eed, door graaf Frederik van den Bergh, als stadhouder van het vorstendom Gelderland, in de vergadering der staten, afgelegd.
Afschrift, in kwartiersreeessen , deel IV, bladz. 37.
1G11, 21 November. De staten van het Overkwartier staan op het verlangen der aartshertogen aan het col-legie der jesuiten te Roermond eene jaarlijksche bijdrage toe van duizend gulden, tot zoo lang zij door andere middelen in hun onderhoud zullen kunnen voorzien.
Kwartiersreeessen, deel IV bladz. 39.
1C11 , 22 November. Op het verzoekschrift van eenlge geërfden der ambten Kessel en Montfort bepalen de ridderschap en steden dat ter plaatse waar de erfpachten of renten belast werden voortaan slechts de helft van de vorige belasting zal betaald moeten worden; te weten ; van een malder rogge negen stuivers en van de renten de 28quot;° penning; zij rigten tevens het verzoek aan het hof van Gelderland om die bepaling te bekrachtigen.
Orig. geleekend J. van Ryekenroy in Doleanliën en orders, deel II blad 42. Vergelijk de kwartiersrecessen , deel IV, bladz. 43 v0 en volgende.
1612, 11 Januarij. De aartshertogen berigten aan de ridderschap en steden van het Overkwartier dat zij den stadhouder, graaf Frederik van den Bergh, en den
42
— 824 —
kanselier Pieter van den Bosche opgedragen hebben om in de vergadering der staten van den t6dquot; Januarij e. k. namens hen een voörstel te doen. Zq verzoeken de ridderschap en steden hun te geuen alle goet gehoor ende geloof en zich bereidwillig te toonen tot de inwilliging van hetgeen zij van hunnentwege vragen zullen, in 'tbewustzijn dat zulks tot hunnen dienst noodzakelijk is en tot welvaart van het kwartier moet strekken.
Orig. gedagieekend uil Brussel en geteekend Albert , Isabel, lager Verreycken. in Dolcantlën en orders, deel 11 blad 44. Vergel. de kwartiersrecessen, deel IV bladi. 49 v0.
1612, 18 Januarij. De staten van het Overkwartier bepalen de waarde van de gouden en zilveren muntspeciën en den voet, waarop die in dat kwartier ontvangen en uitgegeven mogen worden.
Afschrift in de kwartiersrecessen, deel IV bladz. 52.
1612, 19 Januarij. Het hof van Gelderland schrijft aan de staten van het Overkwartier aangaande het uitstellen der behandeling van de verzochte bede tot dat eene eindresolutie zal genomen zijn op den verlangden vrijdom van de ridderschap; voorts staat het hof toe dat de quota van die ridderschap in de bede niet zal ingevorderd worden vóór Paschen aanstaande ofwel voor en aleer door de aartshertogen aangaande dezen vrijdom een besluit zal genomen zijn; inmiddels kunnen de staten gedurende deze zitting de stukken daartoe betrekkelijk bij het hof inleveren, om deze met het advies van stadhouder en kanselier aan de aartshertogen te zenden.
Orig. geteekend : J. van Kerckhove, in Doleantiën en orders , deel 11 blad 46.
1612, 20 Januarij. De staten van het Overkwartier berigten aan den stadhouder dat zij reeds meermalen
- 325 -
hunne klagten zoo aan stadhouder, kanselier en raden als aan de aartshertogen hebben doen toekomen , in de hoop dat dit allendich ende swaer verdorven quartier ein-mael klachteloiss gestelt sol werden en dat zij ook slechts onder dit voorbehoud de vorige beden ingewilligd hebben. Daar zulks tot dusverre evenwel nog niet geschied is en er daarentegen nog andere oorzaken tot klagten zijn bijgekomen, zoo kunnen de staten op het van wege de aartshertogen gedane voorstel geene resolutie nemen dan wanneer deze klagten uit den weg geruimd zijn. De staten verzoeken tevens dat kanselier en raden geene zaken zullen behandelen , die niet van ouds tot hunne kennisneming behooren en voornamelijk niet zullen handelen tegen de kanselarij-ordonnantie van den 20'quot;quot; Junij 1609 , die zij op groote coslen van de aartshertogen verworven hebben en waarbij bepaald wordt dat de criminele zaken niet tot de kennis van het hof behooren, maar lot de land- en stadregten verblijven zullen; dat het plakkaat, onder den titel van Ediclum perpetuum gepubliceerd, dermate gewijzigd worde dat de landschap volgens oude gewoonte bij de publicatie van de enqueste in crimineele saecken verblijve, en dat van de publicatie van het plakkaat van de aartshertogen aangaande de Warande ende vrije jachte afgezien worde; enz.
Orig. met het antwoord van liet hef in margine, geteekend : J. van Kerckhove , in Doleanliën en orders , deel 11 blad 47—51.
1612, 13 Maart. De ridderschap en steden van het Overkwartier klagen aan den stadhouder over het jagen en vangen van wild en het schieten van duiven door de soldaten , die te Roermond, Gelder en Stralen in garnizoen liggen, en verzoeken daarin te willen voorzien.
— 326 —
In margine verbiedt de stadhouder het jagen aan de officieren en soldaten , met uitzondering van de gouverneurs en maitres de camp.
Orig. in raargine geleekend Frederick van den Bergh, ia Doleanliën en orders, deel 11 blad 53.
1612, 30 April. De aartshertogen geven akte van aanneming der door de staten voor een jaar ingewilligde bede, ten bedrage van 41000 gulden, onder voorwaarde dat zij in vier termijnen zal voldaan worden en voor den eersten keer op den 31 Mei aanstaande, daar deze penningen tot onderhoud der garnizoenen moeten strekken; tevens geven zij aan de staten de hoop te kennen dat in de eerstvolgende vergadering deze som zal verhoogd worden , aangezien de groote lasten , die men nog tol onderhoud der krijgslieden dragen moet, zulks vereischen; wat aangaat den vrijdom , door de ridderschap voorgegeven, zullen zij aan den kanselier opdragen de stukken van beide partijen over te nemen en die met zijn advies aan hen over te zenden, ten einde daarop eene resolutie genomen worde zoo als het behoort.
Orig. gedagteekend uit Brussel en geleekend Albert , Isabel, ter ord1'0 Verreycken, in Doleanliën en orders , deel 11 blad 55.
1612, 18 Augustus. De ridderschap en steden van het Overkwartier berigten aan de aartshertogen dat zij verschillende klagten ontvingen , inhoudende dat de handel op de Maas gedreven, eertijds zoo bloeijend , thans geheel tot verval geraakt, terwijl de eene koopman voor en de andere na geheel bedorven wordt; als oorzaak hiervan wordt opgegeven de groote bezwaring der Meenten , drukkende op de Luiksche koopwaren , als aider. hande sorte van ijscrwerck , naegelvaeten, sta ff ijzer, leijen-cooper ende andere gelijcke meer, die men thans met karren
— 327 -
naar Breda en van daar naar Holland brengt; zoo als ook op de Akensche en Guliksche waren, als cooperdraed, ketelvaeten, vlasch ende zoo meer, die te land naar den Rijn en zoo benedenwaarts vervoerd worden ; dat zulks geschiedt om de betaling te ontduiken der licenten, die van Urmond tot Gennep op vijf verschillende plaatsen, buiten en behalve zes of zeven tollen en andere secrete ende onbekende lasten geheven worden.
Daor zulks noodzakelijk den ondergang der steden Roermond , Venlo en anderen moet ten gevolge hebben , zoo verzoeken de ridderschap en steden dat daarin voorzien worde.
In margine antwoordt de raad van financiën dnt binnen kort commissarissen zullen worden afgezonden om een onderzoek in te stellen , ten einde daaromtrent naar behooren te kunnen beschikken.
Orig. in margine geteekend V. Croonendaele, in Do-leanliën en orders , deel II blad 64—C5.
1G12, 21 September. De aartshertogen dragen aan graaf Frederik van den Bergh, stadhouder, en aan Pieter van den Bosche, kanselier van het hof, op om met de staten van het Overkwartier een akkoord te treffen aangaande den vrijdom van de ridderschap in de beden, en wanneer zij die staten niet anders kunnen te vrede stellen , alsdan het contingent van die ridderschap van dc beden af te trekken.
Afschrift in Doleanliën en orders , deel 11 blad 66. Vergelijk de kwarliersrecessen, deel IV bladz. 103 vquot; en volgende.
1613, 19 Januarij. De staten van het Overkwartier rigten een verzoekschrift tot de aartshertogen, inhoudende :
1° om maatregelen te nemen tot het logeren der soldaten zonder overlast van de burgers;
2° den officieren en soldaten de jagt te ontzeggen, ingevolge het verbod van stadhouder, kanselier en raden dd. November 1611;
3° gevolg te geven aan de belofte om de opgebragtc placquillios terug te geven;
4quot; de onbehoorlijke tollen af te schaffen, waardoor de koophandel op de rivier de Maas te niet gaat, daar thans alle goederen over land door neutrale landschappen vervoerd worden ;
5° Die van Montfort te ontslaan van het onderhoud der soldaten op het huis aldaar;
6° aan de ingezetenen van het ambt Gelder de groote kosten te vergoeden, die zij aan personen, karren en paarden in het afgeloopen jaar voor de stad Gelder hebben moeten besteden ; en
7quot; den heer Johan van Wittenhorst niet te ontzetten van het drostambt van Montfort, hetgeen hij tot dusverre , tot groote tevredenheid van een ieder heeft waargenomen.
In margine bevindt zich het antwoord der aartshertogen.
Orig. in margine geleekend Albert, Isabel, ter ordquot;quot; Yerreycken , in Doleantiën en orders, deel 11 blad 7-4—78. Vergelijk de kwarliersrecessen , deel IV, bladz. 109 verso.
1613, 24 April. De aartshertogen geven kennis aan de stalen van het Overkwartier, in antwoord op hunne letteren van 18 Januarij II., dat zij de bede voor het loopende jaar ten bedrage van 50000 gulden te betalen in vier termijnen van drie maanden aangenomen hebben.
Orig. gedagteekend uil Brussel en geleekend Albert, Isabel, Ier ordlic Yerreycken, in Doleantiën en orders , deel II blad 81.
1613, 26 November. De aartshertogen bepalen eene vergadering der staten van het Overkwartier op 3 December e. k., meiden dat zij aan den stadhouder enden
kanselier van het hof den last hebben opgedragen in die vergadering van hunnentwege een voorstel te doen en verzoeken hun goede audienlie en credentie te willen verleenen.
Orig. gedagteekcnd uit Marimont, geleekend Albert, ha-bel , ter ordl'e Verreycken , in Doleanliën en orders , deel 11 blad 85.
1613, 26 November. De aartshertogen geven eene instructie aan den graaf Frederik van den Berg , stadhouder , en aan Pieter van den Bossche, kanselier van het hof, strekkende om in de vergadering der staten van het Overkwartier van 3 December e. k., namens hen , 1° te berigten dat het gedurende dit bestand nog noodzakelijk is een goed getal krijgslieden te onderhouden , waartoe het behoud der bede noodig is, ten einde daaruit in hun onderhoud te voorzien en ongeregeldheden te voorkomen; 2° daarvoor eene bede van 60000 gulden aan te vragen , betaalbaar in den loop van het jaar 1614; 3° te verzoeken dat zij allen spoed en ijver daartoe aanwenden , te meer daar deze penningen niet moeten strekken om hunne particuliere beurs te stijven, maar aangewend zullen worden voor het welzijn, de rust en het voordeel van het algemeen.
Afschrift fr. gedagteekend uit Marimont, in Doleanliën en orders , deel II blad 86.
1613, December. De staten van het Overkwartier dringen bij de aartshertogen of bij stadhouder, kanselier en raden aan tot nakoming der volgende punten , als:
1° Dat twee adellijke raden aangesteld worden om het land beter bij zijne privilegiën te onderhouden.
2° Dat de artikelen van de kanselarij - ifistructie, die in 1609 met de ridderschap en steden gemaakt is, stipt opgevolgd worden.
- 330 —
3° Dat alle verschrijvingen en opgerigte akkoorden , ten overstaan van schepenen of van kanselier en raden en met hun zegel bekrachtigd , behoorlijk opgevolgd en daartegen geene sententiën gegeven worden.
4° Dat de renten op de domeinen der aartshertogen behoorlijk voldaan worden.
5° Dat de bisschop geene vicariën en altaren tot zich neemt, waarvan de collatie aan andere personen toekomt.
6° Dat kanselier en raden geen verbod doen tegen het ligten of collecteren van penningen , die door ridderschap en steden omgeslagen zijn en waarvan zij de ontvangst ingewilligd hebben.
7° Dat ingevolge het laatste plakkaat van revisie geene zaken van hooger beroep bij het stedelijk gerigt van Roermond zullen behandeld worden.
8° Dat de adeliche vrij heit, door de aartshertogen toegestaan , in het werk gesteld worde en behouden blijve.
9° Dat het hof aan de adellijke personen den titel van Adel geeft, zoo als de aartshertogen dit doen.
10° Dat voorzien worde in het schenden van het plakkaat op de jagt door de soldaten.
11° Dat de licenten op paarden en ossen afgeschaft worden.
12° Dat den schepenen ten plattenlande ontzegd worde eenen rotterungh ofte vuytsettunghe van de opgenomen penninghen te doen ofte te maecken oich eenige aide schadt-cedelen te veranderen. En
ISquot; Dat ook, overeenkomstig de plakkaten, aan alle officieren bevel verstrekt worde de heidenen of Egyptiërs en andere vagebonden uit hunne ambten te verdrijven en daaruit verwijderd te houden.
Orig. ia Doleanlicn en orders , deel II blad 89—91.
- 331 —
1613, December. De staten van het Overkwartier stellen op den kwartiersdag in December gehouden een verzoekschrift op aan de aartshertogen, waarin, onder andere punten in het vorig geschrift vervat, nog met aandrang gevraagd wordt: 1° dat de stad en de inwoners van Gelder verligting mogen bekomen van hun zwaar garnizoen en de ruiterij aldaar, zoo als ook in de steden Roermond, Venloen Stralen, zonder overlast der burgers, in barakken of op eene andere wijze verzorgd worde; 2° dat eene ordonnantie tot stand kome op de licenten , die op de rivier de Maas geheven worden , waardoor de onderdanen van dit kwartier op dat punt zoo als die van Brabant, Vlaanderen en 's Hertogenbosch mogen behandeld worden en de onbehoorlijke tollen, voornamelijk de nieuweGeldersche lol, afgeschaft worden ; 3° dat voorzien worde in de geestelijke jurisdictie, opdat die bij de drie punten, te weten geestelijke testamenten, geestelijke leenen en prebenden en in huwelijkszaken, beperkt blijve, en de bisschop met zijn officiaal geene andere zaken, zoo in personatibus als realibus. tot zijne kennis mag trekken , zoo als dagelijks geschiedt.
In margme het antwoord van het hof.
Orig. in margine geteekend J. van Kerckhove , in Do-leanliën en orders, deel II blad 93—96. Vergelijk de kwarliersrecessen , deel IV, bladz. 1-48 en volgg.
1613, 17 December. De staten van het Overkwartier bepalen de waarde der gouden en zilveren muntspeciën en geven bevel aan de officieren en magistraten der steden deze bepaling af te kondigen en met 1° Januarij 1614 te doen aanvangen, ten einde daardoor de rijzing der munten te voorkomen.
Afschrift in de kwarliersrecessen , deel IV, bladz. 140 verso. iS
- 332 -
1614, 3 Februarij. De ridderschap en steden van het Overkwartier klagen nogmaals over de zoo zeer drukkende licenten en tollen, die op de rivier de Maas geheven worden, en verzoeken dat eindelijk eens gevolg gegeven worde aan de zoo dikwerf gedane belofte om daarin te voorzien.
Minute in omslag 7 N0 14.
1614, 28 Februarij. De staten van het Overkwartier zenden aan het hof van Gelderland een schrijven , inhoudende klagten over 1° de licenten, die op de Maas geheven worden; 2° de invordering bij militaire executie van de quota der ridderschap in de beden , die door den landrentmeester, in weerwil van het bevelschrift der aartshertogen dd° 21 Sept. 1612, in het werk gesteld wordt; 3° de handelwijze van den momboir , die eenige personen op eene ongegronde wijze in regten betrekt, zijne actiën ab executione op adellijke en andere huizen, hoven of goederen, met soldaten instelt, en de oude verjaarde processen , vóór 26 jaren door den momboir on kanselier van Overijssel ondernomen, wederom in het leven roept; 4° de executiën, die aan de deurwaarders van het hof van Gelderland zonder voorkennis der ambt-Heden of onderheeren , worden opgedragen. Zij verzoeken tevens dat bevel gegeven worde om de placquillios, door de steden Roermond, Venlo, Gelder, Wachtendonk en Stralen verschoten , op de quota's dezer steden te mogen korten en dat aan de officieren van het garnizoen van Gelder ernstig bevolen worde zich van biljettering en logering der soldaten, tegen den wil van den magistraat aldaar, te onthouden.
In margine bevindt zich het antwoord van het hof.
Orig. in margine geleekend J. van Kerckhoue , in Doleanliën en orders, deel II blad 67—72.
- 333 —
1614, 4 Maart. De ridderschap en steden geven eene instructie aan Christoffel Schenck van Nydeggen, heer te Hillenraedt, Maarten van Broekhuyzen , heer te Oeijen, Arnold van Horpusch, burgemeester van Roermond en Adam Daemen van Lentholt, schepen van Venlo, om zich naar Brussel te begeven, len einde aldaar bij de aartshertogen op herstel der meermalen te kennen gegeven grieven aan te dringen.
Orig. geteekend J. van Ryckenroy , in Doleanlicn cn orders , deel II blad 97—106.
1614, 22 Maart. De aartshertogen nemen de bede aan, die door de staten van het Overkwartier, ten bedrage van 48000 gulden voor het loopende jaar ingewilligd is; zij bepalen tevens dat de ridderschap in het genot van den gewonen vrijdom zal blijven , zonder vermindering of korting op die bede, tot dat daaromtrent een nader besluit zal genomen zijn.
Orig, gedagleekend uit Brussel , golcekend Albert, Isabel, ter ordlic Verreycken , in Doleanlicn en orders , deel II blad 109.
1614, 22 Maart. De aartshertogen antwoorden op de verzoekschriften, door de staten van het Overkwartier in December 11. overgelegd dat zij wel wenschen zouden de krijgslieden overal in bijzondere huizen of barakken Ie kunnen huisvesten, maar dat zulks wegens de al te groote kosten niet gedaan kan worden zonder medewerking der steden ; uit de bede zullen zij eene redelijke som aanwenden om de steden restitutie te geven voor de placquillios, terwijl aangaande de licenten en tollen van Urmond en Gennep zal beschikt worden wanneer de gelegenheid zulks zal toelaten; zij zullen voorzien in de klagten betrekkelijk de soldaten op het huis te Montfort, bevel geven aan de rentmeesters der domeinen
- 334 -
lot het betalen der renten, zoo ver de middelen dit toelaten, het plakkaat van de jagt doen onderhouden en den bisschop verzoeken niets tegen het regt en de lands-privilegiën te ondernemen.
Orig. gcdagicekcnd uit Brussel , geteekend Albert, Isabel, ter ordli6 Verreyckcn, in Doleantiën en orders, deel II blad HO—H3.
1614, 17 Mei. De ridderschap en steden van het Overkwartier doen nogmaals aan de aartshertogen een bezwaarschrift toekomen, handelende over dezelfde onderwerpen , in hunne verzoekschriften van December II. te kennen gegeven, en voornamelijk over de licenten en tollen, die op de rivier de Maas geheven worden.
De aartshertogen antwoorden in margine, waarop de ridderschap en steden , bij een tweede schrijven hunne aanmerkingen mededeelen.
Orig. fr. in Doleanliën en orders, deel II blad 117—127.
1614, 24 Mei. De aartshertogen melden aan Johan van Wittenhorst, drost te Montfort , dat zij goedgevonden hebben de ingezetenen van dat ambt van het onderhoud der soldaten op het huis aldaar te ontlasten en bevelen hem die soldaten af te danken.
Afschrift in Doleanliën en orders, deel II blad HS.
1614. De ridderschap en steden van het Overkwartier stellen eene lijst op, aanwijzende dat voor de koopwaren , die uit de Vereenigde Provinciën de rivier de Maas opwaarts vervoerd worden, een grooter bedrag aan icenten moet voldaan worden dan die, welke langs de Schelde worden vervoerd.
Afschrift in Doleanliën en orders, deel II blad 129.
1614, 27 Mei. De ridderschap en steden zenden een schrijven aan de aartshertogen, waarin zij onder andere zaken voornamelijk met aandrang vragen : 1° de benoe-
- 335 —
ming tot costumieren raad in het hof van Gelderland van jonker Werner Bacxen , die in het land van Gulik geboren nooit inwoner van het Overkwartier is geweest en niet met de costumen en wetten van dit land bekend is, in te trekken en iemand uil de ridderschap van dit kwartier in zijn plaats te benoemen ; 2° de leenzaken van Gelderland door stadhouder en mannen van leen in tegenwoordigheid van den leengriffier te doen behandelen in een afzonderlijk vertrek en zonder inmenging met andere zaken , die in de kanselarij behandeld worden ; 3° te voorzien in de handelwijze van den momboir, die zich veroorlooft criminele actiën , tegen personen ingesteld, jaren lang te laten rusten, ten einde die na het overlijden van die personen wederom op te nemen; dien momboir, wanneer hij in de actiën, die hij zonder decreet van het hof op aanstoken van derde personen ingesteld heeft, overwonnen wordt, te doen veroordeelen in de kosten van die actiën en tevens hem te noodzaken zijne aanstokers te noemen ; tevens hem ook andere handelwijzen te verbieden , zoo als die, welke onlangs plaats grepen , toen hij namelijk geadsisteerd door soldaten , zonder voorafgaand vonnis, wegens eene vordering, het slot van Blitterswijk is binnengetrokken en van daar niet heeft willen vertrekken voor en aleer hem voor gevorderd salaris 250 gulden betaald was, zoo als ook, toén hij, onder het voorwendsel van een door den heer van Well buitenlandsch bedreven delict, diens kasteel met soldaten introk, hem in zijne goederen en inkomsten benadeelde, zonder eerst zijne verdediging aan te hooren; en eindelijk dat aan dien momboir bevolen worde te waken dat de ingezetenen van Gelderland niet voor de geestelijke officieren gedaagd worden dan alleen iri zaken , waarin zulks geoorloofd is.
Orig. in Doleantiën en orders , deel II blad 131—138.
— 336 —
1614, 28 Junrj. Christiaan Laureyss van Ravenstein cn medegenooten , pachters der tollen en licenten op Maas en Rijn, stellen eene memorie op, inhoudende eenige punten , waarvan zij aan den raad van financiën de verklaring verzoeken , ten einde zich daarnaar tot behoud van het regt des vorsten in de uitoefening van hun ambt te gedragen.
Afschrift , fr. met de gevraagde verklaring in margine , geleekend J. van Ryckcnroy , in Dolcanliën cn orders , deel II blad 139—142.
1614, 9 Augustus. De aartshertogen geven, op het advies van die van financiën, eene verklaring af dat de koopwaren , die uit neutrale landen komen of naar deze gevoerd worden, alleen dan niet aan de betaling der li-centregten onderhevig zijn, wanneer die goederen te Venlo of te Roermond gelost worden , terwijl die, welke verder per schip vervoerd worden , geene vrijstelling kunnen genieten.
Geaulhentiseerd afschrift, fr. geteekend J. van Ryc-kenroy , in Dolcanliën cn orders , deel II blad 145.
1614, 18 September. Daar het hof van Gelderland bevel gezonden had aan den scholtis van Venlo om zich van de persoon van Rarbara Vreesen, aldaar woonachtig en beschuldigd van tooverij, te verzekeren cn bij een tweede schrijven aan dien scholtis en de schepenen aldaar opgedragen had de torture op die persoon toe te passen in tegenwoordigheid van den raad van Rree en den momboir van het hof, en zelfs bij advies van deze beiden tot de definitieve uitspraak over te gaan , zoo nemen de aartshertogen, op de klagte deswegens door de staten van het Overkwartier gedaan , het besluit dat de kennisneming en het vonnis in de onderhavige zaak uitsluitend aan den scholtis en schepenen te Venlo zal
- 337 -
verblijven, waaraan het hof de informatiën ten laste van deze persoon zal doen toekomen.
Orig. perk. fr. gedagt. uit Brussel, geteekend par ordcc ƒ. Le Comle, met bijlagen, ia doos 5 N0 12; afschrift in Doleanliën en orders , deel 11 blad 447—149.
1614, 9 December. De aartshertogen schrijven aan de ridderschap en steden dat zij eene vergadering der staten bepaald hebben op den ISquot;11quot; December e. k. en aan Frederik van den Bergh, stadhouder, en Godfrfed Gilkens, eersten raad in het hof, den last hebben gegeven in die vergadering van hunnentwege een voorstel te doen.
Orig. gedagt. uil Brussel, geteekend Albert, Isabel, ter ordllii Verreycken, in Doleanliën en orders , deel 11 blad 131.
1614, 9 December. De aartshertogen geven eene instructie aan den stadhouder Frederik van der. Bergh en den eersten raad in het hof Godfried Gilkens , om in de aanstaande vergadering der staten van het Overkwar-tier namens hen eene bede aan le vragen , ten bedrage van 70000 gulden, voor één jaar, aanvang nemende bij liet eindigen der vorige bede: voorts te kennen te geven dat thans dezelfde oorzaken ais vroeger daartoe aanleiding geven en de verzochte bede noodzakelijk is lot onderhoud der krijgslieden en andere openbare behoeften ; dat van die bede geen penning tot hun persoonlijk profijt zal dienen , maar deze geheel zal aangewend worden lot de betaling der krijgslieden , lot voordeel hunner landen in het algemeen en tot welzijn en behoud der landen in het bijzonder.
Geauthenliseerd afschrift fr. , geteekend J. van Kcrck-hove, in Doleanliën en orders, deel II blad 155.
TIJDREKENKUNDIG REGISTER. OUD-ROERMONDSCH ARCHIEF.
n416—1507. Verschillende rentebrieven len behoeve van het zingen der getijden in de moederkerk van den H. Christoffel te Roermond.
Afschriften in een boekje , bevallende 17 bladen papier, in omslag i7 N0 15.
1461. Scholtis, burgemeesteren , schepenen en meer andere lieden der stad Roermond en der dingbanken van Herten en Ooi verklaren dat omtrent veertig jaren geleden eene beleydonge gehouden is, waarbij de grenzen tusschen Roermond, Herten en Ooi, zoo als die in dit stuk beschreven zijn, vastgesteld werden.
Afschrift in een oud boekje , in omslag 17 N0 12 en in Jura el privilegia 1 bladz. i04.
1465, 21 September. Op sent Matheus daich apostoli et evangclistce. Jacob graaf van Horn, heer te Altena, Montangen en Cranendonk , sluit, door bemiddeling van Hendrik van Meer, heer te Werde , Willem van Vlodrop, erfvoogd van Roermond en Godard van Vlodrop, heer
- 339 —
te Leuth en Dalenbroek, een vergelijk met de stad Roermond aangaande het genot der vrijheden, die de burgers dier stad van de vroegere heeren van het land van Horn verworven hadden en waarover twist ontstaan was.
Afschrift in een oud boekje, in omslag 47 N0 13 en in Jura el privilegia I bl. 104.
1473, 26 Junij. Burgemeesteren, schepenen, raad en ingezetenen der stad Venlo verklaren dat zij geweigerd hebben den hertog van Bonrgondië als pandheer van het hertogdom Gelre te ontvangen en hem gehoorzaamheid te bewijzen ; dat deze daarop met een groot en magtig leger voor de stad verschenen is, zoodat zij zich binnen weinige dagen in de noodzakelijkheid bevonden hebben de stad aan hem op genade of ongenade te moeten overgeven ; dat zij om hunne personen en goederen te redden aan den hertog inwilligden te betalen een bedrag van 32000 Rijnsche guldens op de volgende tijdstippen , te weten: 6000 gulden op den 1 October aanstaande, 6000 gulden op den 24 Junij 1474, 10000 gulden op 24 Junij 1475 en de overblijvende 10000 gulden op denzelfden dag in 1476. — Tot verzekering van die betaling stellen zij al hunne goederen, zoo roerende als onroerende, ten onderpand en daarenboven tien hunner tot gijzelaars; deze door den hertog te kiezen personen zullen zich naar de plaats begeven, die hij hun zal aanwijzen en aldaar op kosten der stad Venlo verblijven, tot aan de volle aflossing der 32000 Rijnsche guldens.
Gelijktijdig afschrift, lat. ia omslag 14 N0 27.
1481, 16 Junij. Maximiliaan en Maria bevestigen de privilegiën van Grave, ingevolge het traktaat onlangs tusschen hen en den magistraat van die stad gesloten.
Afschrift, gedagtcekend uit Nijmegen, in omslag 16 N0 :ï.
44
- 340 -
1482 , 23 Februarlj. Jacob, graaf van Horn , heer te Altena, Cortershem, Cranendonck enz., verleent verschillende vrijheden aan zijne onderzaten van het land van Horn, met name Weert en Maasland, bij gelegenheid van zijn eerste inkommen aldaar.
Afschrift, in omslag 14 N0 32.
1500 , 10 Junij. Hendrik Krenen van Echt , pastoor te Loen , sticht het altaar van den H. Silvester, in de parochiekerk te Echt.
Afschrift, in omslag 14 N0 12.
1525, 22 Junij. De zes volgende kloosters van Roermond, de Karthuizers, Kruisbroeders, Regulieren, het klooster van den derden regel van S' Franciscus, Maria-gaard en Godsweerd ontwerpen een akkoord met den magistraat dier stad, onder de volgende omstandigheden : Er was in de magistraatsvergadering , in tegenwoordigheid der rentmeesters en gildemeesters besloten dat de bovengenoemde kloosters voortaan accijns van het gemaal betalen zouden, lief en leed met de burgers zouden deelen en daarenboven een bedrag van 382 enkele Rijn-sche guldens aan renten, die de stad jaarlijks moest uit-keeren, voor hunne rekening zouden nemen. —
De kloosters wilden zich hieraan niet onderwerpen , ( maar aangezien de ellende van dien tijd het noodzakelijk maakte stonden zij tóe, voor een gedeelte en gedurende eenen bepaalden tijd, in de lasten der burgers bij te draden en deden zij daartoe andere voorstellen, die door denquot;magistraat en de gilden verworpen werden. Dit had ten gevolge dat op woensdag na den H. Sakramentsdag de gilden de poorten van die kloosters, op straat uitkomende bolwerkten, zoodat niemand in of uit mogt komen; zij die daartegen handelden solde men dool sclaen gehjck raysende honden. Den volgenden dag vergaderden de paters
- 341 -
der zes kloosters in het Karthuizer klooster; zij moesten daartoe met ladders over de muren klimmen en werden daarheen begeleid gelyck mysdedige manschlachters ofte dyeveri toe gerichte, tussen dye ryntrheysters und achter hoen vier van den boeden der stadt. Op deze wijze gedwongen , waren zij wel genoodzaakt aan den eisch toe te geven , hetwelk zij dan ook deden bij het onderhavige geschrift, hetwelk in tegenwoordigheid van de burgemeesters , scholtis, schepenen en rentmeesters der stad ontworpen, den magistraat tot rigtsnoer moest dienen bij het opstellen van het akkoord.
Orig. in omslag 17 N0 14.
1349 , 3 Januarij. De magistraat van Roermond geeft, op verlangen van Willem van Vlodrop, heer te Dalenbroek en zijne onderdanen van het dorp Maasniel, afschrift van eenen brief van 15 September 1489, die onder hem berust en de grenzen van de gemeente Maasniel beschrijft. —
Afschrift , geaullienliseerd door den Notaris Liberlus Romer, in omslag 17 N0 17.
1549, 9 September. De magistraat van Roermond vidimeert den hier woordelijk ingelaschten brief der schepenbank van Hombergen van 13 December 1421 , waarbij deze verklaart dat de stad Roermond steeds de Mijnweide en het Veen onder Maasniel gelegen als haar toebehoorende gebruikt heeft, tevens dat die stad gedurende onheugelijke jaren steeds langs de Maas tegenover Ooi gebat heeft en dat de schepenbank nooit vernomen heeft wanneer die bat voor het eerst werd aangelegd. — Afschrift , geauthentiseerd door den Notaris Liberlus Romer , in omslag 17 Nquot; 16.
1553, 20 December. De magistraat van Roermond besloten hebbende om tot nut ind wait fair t gemeinre bur-
- 342 -
ger ind ingeseten, ind opdat vrome, geschickte ind geleerte luyde ertagen werden eyne guede particulier schoele op te rigten, zoo als er te Deventer, Limburg, Wesel, Nijmegen en Dusseldorf reeds bestaan, benoemt Johan van Cruchten, scholtis, Reinier Hillen, burgemeester, Arend van Dursdaeli en Johan Heyster, aan dewelke hij volkomen magt geeft aangaande die oprigting al het noodige te verrigten; zij zullen spoedig zorgen voor eenen goeden en bekwamen rector opdat die school met Paschen aanstaande kan aangevangen worden; zijne belooning vaststellen even als die der daarbij behoorende conrector en lectores, voorts van die oprigting aan de nabij gelegene vlekken en dorpen kennis geven en eindelijk, daar de magistraat van gevoelen is dat zijne oogmerken, zoo door geestelijken als door wereldlijken gewaardeerd zullen worden, een verzoek rigten aan de ingezetenen, kloosters, burgerlijke broederschappen en gilden, tot geldelijke ondersteuning.
Minute, in omslag d5 N0 24.
1558. De Magistraat van Roermond verklaart dat de keizer, na den gruwelijken brand van het jaar 1554, aan die burgers, welke hunne afgebrande huizen binnen den tijd van zes jaren myt steynen gceffelen ind anderer muyrwerck hebben opgebouwd , ind folgens myt harde dacck, ah myt ley en, tegelen off pannen decken laiten, eene tegemoetkoming heeft vergund , bestaande uit het derde gedeelte van het dak, dat door den landrentmeester zal terugbetaald worden.
Ten gevolge van deze vergunning maakt de magistraat rekeningen op van helgene over de jaren 1556 tot en met 1558 moet vergoed worden.
Minuien , in omslag 14 N0 3.
- 343 -
1558 , 21 September. De raden van den hertog van Gulik , Kleef en Berg schrijven aan den magistraat van Roermond, dat voor eenige dagen te Sittard eenige personen in verzekerde bewaring genomen werden die de leer der herdoopers toegedaan waren. maar door het onderrigt van vrome en geleerde theologen met de Goddelijke medewerking hunne dwaling afgelegd hebben; daar deze gevangene personen ook twee burgers van Roermond met name Johan Schomecher en Claesgen Schroeder hebben aangewezen als insgelijks lot diezelfde sekte behoorende, zenden zij bijliggend extract van de bekentenis van een hunner ten einde de magistraat maatregelen zou kunnen nemen om den verderen voortgang van dergelijke dwalingen te stuiten.
Orig. gedagteekend uil Gulik en geteekend Ga. Mallcn-clotss , met hel vermeld extract , in omslag 10 N0 3.
1559, 14 October. De magistraat van Roermond schrijft aan het hof te Arnhem , dat volgens het oud regt en de oude gebruiken de bastaarden in Roermond geene goederen van hunne wettige bloedverwanten kunnen erven , maar deze laatste wel van de bastaarden; en wanneer die bastaarden in hun huwelijk wettige kinderen bekomen , zoo verkrijgen deze geen grooter regt dan hun vader had , maar deze kinderen kunnen , de een van den ander en ook hunne vaderlijke aangeërfde of verworven goederen erven.
Minute, in omslag dS N0 6.
1561 , 24 Jantiarij. Zes goede , opregte en geloofwaardige ingezetene burgers van Roermond leggen, voor de schepenen dier stad Gadert Mereell en Lambert van Cruchten , de verklaring af en bevestigen die met hunnen eed , dat zij gedurende lange jaren koophandel
— 341 —
te Deventer gedreven hebben en van hen aldaar nooit tol voor hunne goederen gevorderd is geworden.
Orig. met de opgeplakte zegels der beide schepenen in omslag 10 Nquot; 17.
1564, 20 Maart. Koning Filips verleent aan het dorp Linne de magtiging om een weggeld te heffen ten bedrage van een halven stuiver voor elke twee paarden, die aldaar goederen komen afhalen langs de rivier de Maas aangebragt; zulks geschiedt onder de voorwaarde dat het derde gedeelte der opbrengst ten zijnen profijte zal komen en de twee overige derde gedeelten ten voordeele van het kerspeldorp Linne zullen strekken, om deze tot verbetering der wegen en tot geen ander doel aan te wenden.
Geauthentiseerd afschrift, in omslag 14 Nquot; 14.
1564, 1—4 Augustus. Beraadslagingen gehouden te Wesel door de afgevaardigden der Hanze-steden, waaronder Nijmegen, Deventer, Zutphen, Zwol, Kampen, Arnhem, Harderwijk, Doesborg, Roermond en Venlo, loopende voornamelijk over het behoud der privilegiën van de Hanze in Engeland en aangaande de factorij te Antwerpen.
Afschrift, inhoudende 143 bladzijden, in omslag 16 N0 50.
1564, 20 December. Eenige Duitsche wijnkoopers, zoo als ook die van Nijmegen, Arnhem, Zutphen en Roermond, doen te Dordrecht een notarieel protest maken tegen het plakkaat van Z. M. dd. 13 November 1564, inhoudende dat elke aam Duitsche wijn met een inkomend regt van 5 brab. stuivers belast wordt, met inlassching van dat plakkaat;
Orig. get. G. Judoci, nol' publ*, in omslag 14 N0 26.
1566, 30 December. De werkmeesters, gezworenen, mit sampt den zehenden verordnelen van der gantzer
- 345 —
gemeindt der stad Roermond, met inwilliging van de meesters der ambten, benoemen Peter Bex , Mathys Severeins, Hendrik van der Smitzen en Hendrik van Ahe tot hunne afgevaardigden naar Antwerpen, (1) ten einde aldaar met de afgevaardigden der overige Gelder-sche steden over het punt van religie te beraadslagen wess zu der ehren Gottes, zu befurderung und erhaltung seins gotllichen worts und zo anffcrbauwing der Christ-lichen gemeindt dienstlich, nodich vund nutzlich sein wirt, met belofte van schadelooshouding.
Gelijktijdig afschrift, gevolgd door de namen der zestig Roermondsche burgers, die hel orginele stuk onderteekend hadden, in omslag 17 Nquot; \\.
1568, 6 October. Jurgen van Trecht, schrijnwerker te Roermond legt zijne schriftelijke verantwoording over, op de criminele aanklagt door den scholtis in tegenwoordigheid van Willem van Gendt, commissaris van Z. M., en van den magistraat van Roermond tegen hem uitgebragt, als zoude hij in de verloopene oproerige tijden met zijne medepligtigen op de schoenmakers gaffel (2) geholpen hebben tot het verbreken en verbranden van zekere beelden, een crucifix en ander houtwerk afkomstig van het H Kruis-altaar in de moederkerk alhier.
Ürig. in omslag 14 N0 20.
(1) Het was op aanzoek van het consistorie, te Antwerpen gehouden, dat de bovengenoemde vier afgevaardigden benoemd werden. De hertogin van Parma gaf bij brief van den 17deo Julij 1567 aan de commissarissen , die uit den raad van Gelder!, tot informatie aangaande de beroerten benoemd waren, bevel om een onderzoek aangaande dit feit in te stellen. Zie van Hasselt stukken, I N° 97. Bij vonnis van den Uaad van beroerten dd. 21 Juni) 1569, werden deze personen bij verstek veroordeeld tot eeuwigdurende verbanning uit Z. M. landen met verbeurtverklaring hunner goederen. Zie van Hasselt, stukken 1 N» 175.
(2) Gaffel. Zoo werd het lokaal genoemd, waarin de gilden hunne vergaderingen hielden.
- 346 —
1568. De magistraat van Roermond antwoordt als volgt op een schrijven van Willem van Gent, raad in het hof van Gelderland en commissaris van Z. M., waarin op bevel van den hertog van Alva om inlichtingen verzocht wordt nopens het regtsgebied, de leenverheffingen, akten en appellen in het graafschap Horn en in de heerlijkheden Weert, Wessem en Thorn.
De magistraat heeft zijne boeken naauwkeurig doen onderzoeken, maar daarin niets aangaande het gevraagde kunnen ontdekken; hij kan evenwel verklaren dat het sedert onheugelijke jaren en ook thans nog gebruikelijk is dat die van Thorn in zaken waarin sy met wijss noch verstendich en syn, naar de schepenbank van Echt in appel gaan en die van Echt in hetzelfde geval verkeerende, te Roermond komen; ook hebben Johan Busch en Frans Vogels , schepenen te Roermond , hem verzekerd dat die van Weert op Wessem en deze op Aken appelleren, terwijl Ophoven , Heythuizen en Neer te Haelen ; Horn , Haelen en Roggel te Vliermael in appel komen.
Minute in omslag 14 N° 29.
1568. Op het verlangen van Willem van Gent, raad in het hof van Gelderland en commissaris van Z. M., verklaart de magistraat van Roermond dat, wanneer van twee echtgenooten een komt te overlijden, volgens het oude stadregt de laatstlevende het vruchtgebruik behoudt van alle erfgoederen, die zij te zamen gehad en bezeten hebben , terwijl hunne erfgenamen hun regt op die goederen niet eerder mogen doen gelden dan na beider overlijden.
Minule, in omslag 14 Nquot; 24.
1569, 16 Maart. Johan van Cruchten, scholtis te Roermond, dagvaardt ingevolge commissie van Z. M. met
openbare oproeping vóór het stadhuis de navolgende 46 personen wegens deelneming aan de te Boermond plaats gehad hebbende oproeren , ais:
iyrhart Pluechs.
Jan van Lom , bastart.
Jacob van Hoitzwijier.
Jacob Boost.
Ciaes Martels oft Hungers. Gyrhart Huedemecher. Tys van Buell.
Henrick Kocx.
Jacob Craspott.
Dierick Stelt.
Meus Becker.
Daniel Kox.
Engel Beggertz.
Jan van Soemeren.
Jochim Scheidemaicher.
Meus Kuyp.
Jan van Wynter, glaessmac-ker.
Wilm Fylken der Smit. Frans ingen Engel.
Peter Schrueders. Tys Pelsers, bij den hilligen geest.
Peter In den Iserecraem. Letn van Dilsen.
Henrick van Ae.
Willem Zaerts.
Michiel van Bosendael. Cornell's Coppens oft Kremer. Schram van Dulcken. Henrich van Wessem. Gyrhart van Wessem, gebroeders.
Lenert Dorpman van Gelre. Peter Tessers.
Thys van Hoern.
Dries Cannegieters.
Henrick van den Grave. Jan van den Grave.
Peter Bilemecher.
Johan van Hinsberg, schriver. Herman Klee.
Jan van Gangelt.
Lens Boeremaicher.
Frans Hoetkens Evertz. Peter Bex, goltsmit. Henrich van der Smitzen
apotheker.
Thys Severins oft Haruen.
Tys Cannegielers oft Wach-tendorp (*).
(1) Op dtm Sisten Junij 1569 veroordeelde de raad van beroerten de liierboven gepoemde personen tol eeuwige verbanning uil Z. N. landen met verbeurdverklaring hunner goederen. Zie hel vonnis ia v/.n Hasselt, stukken voor de vaderlandsche historie , 1 Nquot; 176.
45
- 348 -
en zulks om binnen drie weken en laatstens op den G110quot; April aanstaande te verschijnen voor den hertog van Alva of voor den raad van Z. Ml daartoe gecommitteerd , ten einde zich te komen purgeren. verantwoorden ende ont-schuldigen van hunne verloopinge vlugl ende lalilieronge ; bij faute waarvan tegen hen geprocedeerd zal worden als naar behooren. De magistraat verklaart dat bovenstaande dagvaarding geschiedt is met opplakking aan de kerk , aan het stadhuis en aan de laatste woonplaats der gedagvaarde personen.
Op den 2''quot;' Mei daarna herhaalt de schollis deze dagvaarding om te verschijnen als boven, binnen drie weken en wel op den S^0, 12quot;cn of 17'quot;,n Junij aanslaande.
Twee minuten in omslag 15 N0 63.
1569—1570. Inventaris der goederen van personen die wegens de laatste oproeren uitgeweken zijn , opgemaakt in tegenwoordigheid van den commissaris Willem van Gendt en den magistraat van Roermond, door den secretaris dier stad ; daarna zijn die goederen in beslag genomen en aan den rentmeester van het ambt Mont-fort overgeleverd geworden. —
Minute, in omslag 16 !N0 8.
1570, 23 Januarij. Koning Filips geeft bevel tot dagvaarding om te verschijnen voor den hertog van Alva of voor den raad daartoe gecommitteerd , van de navolgende personen, die wechgeloopen zijn vyt haer vaders landt, alzoe zij heur hemelden gehardoopt te zijn, ende te houden metten secten van de Anabaptisten, vresende daeromme gestraft te worden in conformiteit van onse piaccaten , als:
Hein de Wevere.
Frederik wesende van sijnen ambacht ein schomackere.
Hendrik Bijns ende Marie zijn huisfrouwe.
Leonart Byns ende Noel zijn huisfrouwe.
- 349 -
Peter Tymmerman.
Loey der zwartzewevere.
Kessell de Tymmerman.
Leonart van Triecht.
Hein de Bruwer.
Henderick der velbereider.
Twee cleermacksters van Echte, suesters.
Reiner gewoent hebbende bij Gangelt.
Lemken van Aecken.
Encken Jorien, ende
Ein leerar genaempt de Walt (').
Ten gevolge van dit bevel dagvaardt Johan van Cruch-ten , scholtis van Roermond, l Maart, de genoemde personen ten einde binnen drie weken voor den hertog van Aiva te verschijnen en wel op den 8s'Ca, 16''equot; of 24,t,;° Maart aanstaande.
Afschrift en minute, in omslag i5 N0 64.
1570, 30 Januarij. Reinier Stapparts, priester te Maastricht , sticht twee studiebeurzen voor jongelingen van zijne naaste bloedverwanten en stelt de kerkmeesters van Nederweert tot begevers aan.
Afschrift, in omslag 14 N° 30.
1671, 29 Maart. Dagvaarding van Wolter Schrijnemaker.
Goirt van Weert.
Ot van Tegelen.
Peter Layemaecker in d'olyestraet, en Jacob van Anraedt (1)
om te verschijnen voor den hertog van Alva of voor die
heeren van den Raede beneffens hem wesende, binnen drie weken na dagteekening dezer, om heur sampt ende bison-
Zie het vonnis van deze personen in va» Hasselt , stukken U, Nquot; 35.
der te purgeren ende verantworden von heure vlucht oft schuilinge, ter oirsaecke van de verleden oproericheyt.
Orig. geteekend Johan van Campen, secret. , in omslag iS Nquot; 65.
1572, 20 December. Het hof van Gelderland geeft bevel aan den magistraat van Roermond, om ingevolge het plakkaat van den 6dlt;quot;' October 11. (') in het leger voor Mechelen uitgevaardigd , te annoteren und in toeslach te leggen alle goederen zoo roerende als onroerende den rebellen ende oir en adherenten ader toestenderen, steden, dorpen und gemeynten toehoirende, in bewaer der handt te halden und conserveren tot proujjfyt der ghoene dien zij toebe-hoiren; daarvan behoorlijken inventaris op te maken en met de daartoe betrekkelijke akten en exploiten aan den hertog van Alva of den hem toegevoegden raad in te zenden.
Orig. beschadigd, in omslag 15 Nquot; 66.
1573, 16 Mei. Bisschop Lindanus schrijft |aan den magistraat van Roermond, dat, aangezien er gedurende het trekken der H. Sacraments processie groote oneere ende onwaerdigheide geschiedt tot ontstiglighe der simpele ende slechter menschen, hij goedvindt dat den volgenden dag, na de hoogmis, van stadswege bevel gegeven wordt om bij gelegenheid der aanstaande H. Sacraments processie in die straten, waar zij voorbij komt, licht voor de deur of op de vensters te plaatsen; hij die geen waskaars bezit kan er eene van vet plaatsen, want Godt het hertt meest aensiet.
Orig. geteekend : in Chrislo Jesw . gediensligh , Wilhel. van der Lindt, in omslag 14 Nquot; 16.
1573, 17 Augustus. De magistraat van Roermond rigt een schrijven aan den stadhouder Gillis van Barlai-
(I) Dit plakkaat is uitgegeven in vai Loon Groot Gelders placaet-boeck, 1. Col 607.
— 351 -
mont, het verzoek inhoudende tot de vergunning der volgende punten , ais :
1° Dat de opslag en koophandel in kalk , steenkolen , mergel, mergelsteenen en leijen , die op de dorpen boven en beneden Roermond en voornamelijk te Linne en te Asselt gedreven wordt, verboden worde, omdat daardoor in die dorpen meer nering ontstaat dan in de stad zelve en de ambachtslieden haar verlaten om zich in die dorpen te vestigen.
2° Dat insgelijks verboden worde de brug te Vlodrop te gebruiken tot vervoer van koopwaren , daar deze slechts eene brug tot overgang van het vee pleegde te zijn; ook hierdoor wordt de stad benadeeld, daar alle koopwaren die vroeger naar Roermond gebragt en aldaar verkocht werden, thans over die brug naar Maeseyck en verder naar het land van Luik gevoerd worden.
3° Dat eene ordonnantie gemaakt worde verbiedende aan de drosten , ambtlieden en ridderschap, die in den omtrek der stad gezeten en 's konings vassalen zijn , zich in tijd van nood naar landen of steden te begeven, die aan andere heeren toebehooren , maar hun te bevelen alsdan hunnen intrek binnen Roermond te nemen.
4° Dat gewaakt worde, opdat de bisschop geene andere zaken tot de geestelijke regtbank trekt, dan die daaronder volgens regt behooren.
ö' Dat de week- en jaarmarkten, die op feest- en heilige dagen vallen en die de bisschop wil afschaffen, behouden blijven, en
6° Dat op het platteland en in de dorpen niet meer dan één ambachtsman toegelaten worde.
In margine bevindt zich het antwoord van den stadhouder.
Orig. in margine gcteekcnd Gillis van Bcrlaymont, in omslag 14 Nquot; 31.
— 352 -
1573, 2i November. De magistraat van Roermond geeft op verlangen van Ott van den Bylandt , heer te Rheidt en Brempt, eene verklaring af dat de heerlijkheden Walbeek , Brempt en Cruchten, zoo als ook het adellijk goed en de hof, Groot Pario , te Odiliënberg op de Roer, in het overkwartier van Gelderland gelegen zijn ; dat zij de vrijheden, privilegiën en reglen van dit kwartier steeds genoten en tegenwoordig nog genieten en met geene buitenlandsche regten , volgens de landsbrieven en het privilegie de non evocando, aangesproken mogen worden.
Minute in omslag 14 N° 25.
1574. De magistraat van Roermond stelt eene verordening vast aangaande het te vorderen draagloon door het kolendragersgild aldaar.
Minute in omslag 17 N0 8.
1574, 3 Januarij. Lijst der oude schutten der stad Roermond op dien dag aangesteld en beëedigd.
Minute in omslag 19 N0 18.
1574, September. (1). Blasius van Vegersheim, overste luitenant van het regiment van Polweiler legt aan den magistraat van Roermond een geschrift over, bevattende de eischen, die hij aan den magistraat stelt, voor zich en zijne onderhebbende krijgslieden.
Orig. geteekend Bles van Vegersheim, in omslag 16 N0 31.
1576, 16 Februarij. Het hof van Gelderland zendt aan de stad Roermond eene lijst der namen van hen,
(1) Het stuk draagt geeu datum ; wij hebben hetzelve op dit jaar gebragt , omdat Blasius van Vegersheim op den 8slen September 1574 te Roermond in bezetting gekomen is.
— 353 -
die van het pardon-generaal zijn uilgesloten, met last om tegen deze te procederen. —
Orig. geleekend T. Roos, in omslag 16 Nquot; 2.
1576, 6 Maart. De stadhouder Gillis van Barlaimont schrijft aan den magistraat van Roermond dat de landvoogd hem te kennen gegeven heeft, dat niettegenstaande de plakkaten en edicten van den koning, verbiedende om
mitten viandcn, rebellen, wederspennigen, ketters und volmachtigen te hanteren, frequenteren und communiceren oft mitten seinen te trafficqueren, handelen oft conuerseren directelick noch indirectelick, zulks evenwel 't zij persoonlijk of met brieven geschiedt, tot groot nadeel van Z. M. en tot voordeel van die rebellen ; hij geeft bevel om legen de overtreders, ingevolge voorschrift van het plakkaat, te procederen, en op nieuw le doen bekend maken dat, zoo iemand eenige van Z. M. onderdanen mitten seinen rebellen ende wederspennigen zuege ofte beuonde te hanteren, communiceren oft frequenteren, persoonlijk of met brieven en boodschappen, terstond daarvan kennis behoort le geven aan de officieren der plaatsen alwaar zulks behoort te geschieden.
Orig. gedagleekend uil Arnhem en geleekend T. Roos, in omslag 16 N0 \o.
1576, 6 Maart. De stadhouder Gillis van Barlaimont zendt aan den magistraat van Roermond afdrukken van zeker plakkaat, legen de abuizen en het bedrog, die op het stuk der loterijen plaats hebben.
Orig. gedagleekend uil Arnhem en geleekend T. Roos in omslag 16 IN0 4, liel plakkaal hier niet bijgevoegd is gedagl. 9 February 1576 en uitgegeven in van Loon, groot Gelders placaelb. deel 1 Col. 684; een afschrift daarvan bevindt zich in Jura et priv. II bladz. 294. Zie 2C aflev. van dezen inventaris bladz. 240.
— 354 —
1876, 26 Maart. De magistraat van Roermond rigt een klaagschrift tot den raad van state, aan wien na het overlijden van Requesens het bestuur der zaken toevertrouwd was, inhoudende de schandelijke bejegening die hij van de hoogduitsche knechten van het regiment van Polweiler heeft moeten verduren, welke knechten hij op bevel van den stadhouder heeft moeten binnen nemen, onder voorwaarde dat zij hunne leening van het hof zouden ontvangen en de stad dairvan onbeswehrt und ungemolesterl verbliuen sol. De magistraat geeft te kennen dat indien hij niet geholpen wordt, hij noodzakelijk uit de stad zal moeten vluchten en haar aan den roof van die krijgslieden overlaten, waartoe de landvoogd, zoo als het schijnt, haar sedert langen tijd bestemd heeft; hij vertrouwt evenwel dat de raad van state, als de bijzondere voorstanders dezer landen, zich over de arme stad zal erbarmen en haar uit dezen gevaarlijken toestand zal redden.
Minute, in omslag IC N0 19.
1576 , 28 Julij. De stadhouder Gillis van Barlaimont schrijft aan den magistraat van Roermond voorzien te zijn van zekere som gelds voor de leening der knechten , die in de drie steden van het Overkwartier in bezetting liggen, waarvan het aandeel voor Roermond 1464 gulden 10 stuiver bedraagt; hij verzoekt den magistraat die som te Roermond op Nijmegen of op Utrecht te doen ligten en hem den wisselbrief toe te zenden , dien hij binnen 14 dagen zal voldoen , daar hij geen middel heeft kunnen vinden en het ook niet heeft durven wagen die som uit Utrecht naar Roermond te zenden.
Orig. gedagteekend uil Ulrechl, geteekend Gillis van Barlaymonl, in omslag 16 N0 32.
- 355 —
1576, 14 September. De stadhouder Gillis van Bar-laimont berigt aan den magistraat van Roermond de ontvangst van zijn schrijven dd. 29 Augustus II., waarin om een halve maand leening voor de krijgslieden te Roermond verzocht wordt; het doet hem leed dat hij zoe luttel middel op het oogenblik niet kan bezorgen , daar de zaken thans in zoe soberen staet zijn als een yeder kenlijck is: zoodra hij eenig geld voorhanden zal hebben, zal bij aan het verlangen van den magistraat voldoen, zonder evenwel te kunnen verzekeren dat zulks binnen kort zal geschieden, maar wel binnen 14 dagen of drie weken; hij magtigt den magistraat zulks van zijnentwege aan de hoofdlieden te verklaren.
Orig. gedagleekend uit Utrecht en geteekend Gillis van Barlaymonl , in omslag 16 Nquot; 35.
1576, 10 October. De stadhouder Gillis van Barlai-mont berigt aan den magistraat van Roermond de ontvangst van zijn schrijven dd. 4 dezer, waarin hij kennis geeft dat de overste luitenant van Polweiler het halve vendel uit Erkelens en het derde vendel uit Gelder onlangs naar Roermond overgebragt heeft en verzoekt daarvan ontheven te worden; hij moet hierop antwoorden dat dit bezwaar buiten zijnen wil en zijne bevelen geschied is, maar plaats had wegens de bedreigingen en het streng geschrift van de ridderschap aan dien oversten luitenant ; hij weet daartegen geen ander middel dan dat de magistraat zich eene goede som gelds verschaft en die aan die knechten ter hand stelt, waartoe hij zal bijdragen , zoodra hij eenige provisie van den houe ontvangen zal hebben. —
Orig, gedagteckend uit Zwol, en geteekend Gillis van Barlaymonl , in omslag 10 N° 34.
46
- 356 -
1576, 14 October. De magistraat van Roermond schrijft aan den stadhouder dat tot dusverre de belofte vervat in zijn schrijven van den 141quot;quot;' September II. niet vervuld is geworden, terwijl hij in zijn volgend schrijven van den 10,'lt;'° dezer den raad geeft zich eene goede som gelds te verschaffen en die aan de knechten te verstrekken; dit antwoord heeft den magistraat zeer bevreemd omdat de groote armoede en ellende, waarin de stad door de langdurige binneniandsche oorlogen en het garnizoen geraakt is en waarover de magistraat zoo menige klagt heeft ingebragt, den stadhouder al te goed bekend is, zoodat men van hem een minzamer bescheid verwacht had; het is zoo weinig in de magt van den magistraat om daaraan te voldoen dat het voorstel niet eens in deliberate gebragt is, daar het onnoodig is over het onmogelijke te delibereren. De magistraat verzoekt derhalve nogmaals dat de stadhouder, waarvan hij alle hoop en bijstand moet verwachten, de stad in haren hoogen nood het benoo-digde leengeld zal verschaffen en haar te hulp komen opdat zij bij den aanstaanden winter des oeuerenzig gar-nisoens enlledigt ader gevnj'et mueghen werden.
Minute, in omslag 16 Nquot; 35.
1577, 4 Julij. De staten van Gelderland , te Nijmegen vergaderd, schrijven aan den landvoogd en aan den stadhouder dat de afgevaardigden van Roermond op den tegenwoordigen landdag groote klagten hebben ingebragt over het zware garnizoen, waarmede die stad gedurende geruimen tijd en ook thans nog belast is; dit garnizoen bestaat uit vijf vendelen Hoogduitsche knechten, onder den overste Polweiler en Cornelis van Emss, hopluiden en bevelhebbers van Dromondt, tot eene gezamenlijke sterkte van 1600 man, buiten en behalve de hoeren, vrouwen en kinderen die een getal van 2500 uilmaken; lot het onderhoud van deze groote menigte heeft de
- 357 —
magistraat slechts voor ééne maand leening ontvangen, zoodat hij hen, voor den overigen lijd met behulp zijner naburen van geld en alle andere nooddruft heeft moeten voorzien, terwijl zij, bij gebreke daarvan den magistraat meermalen gevangen namen, oere beesten vermeert und doetgesleecken, onlellicke moelwilligheit angerichtet ende thot vyterste bederffnisse und armoet gebracht hebben. De magistraat heeft hierover bij herhaling zijne klagten doen hooren, die evenwel zonder gevolg bleven , zoodat thans vele inwoners deswegens hunne huizen verlaten en de schulden der stad onoverkomelijk worden.
De staten verzoeken den landvoogd en den stadhouder zich het lot der arme stad Roermond aan te trekken, en het krijgsvolk van daar en uit het land te verwijderen.
Minute, in omslag IS N0 7.
1579, 15 Mei. De landvoogd Alexander van Parma berigt het schrijven van den magistraat van Roermond ontvangen te hebben, waarin geklaagd wordt over de ongeregeltheden, excessen und hoemoet (1) die de stad door de soldaten van de bezetting worden aangedaan; hij heeft den overste luitenant uitdrukkelijk bevolen zich met zijne soldaten naar redelijkheid te gedragen, zich met het ordinaris servies te vrede te stellen en daarenboven niets te eischen; hij berigt voorts dat hij met die soldaten thans doet onderhandelen aangaande hunne betaling, hoopt dat zulks spoedig zal geschikt wezen en dat voortaan krijgsvolk in Roermond zal gelegd worden, waarvan de stad geringen last zal hebben; hij spoort den magistraat aan nog een weinig geduld te hebben daar hij niet twijfelt of de koning sal verstaen alles toes die stadt van Ruremunde weluaert aengaet. und allocs in memorie halden die gelrouwicheyt ende gehoersaemheyl daer die bor-
(1) Hoemoet, d. i. euvelmoed.
geren slanlvastelick inne volhart hebben, om die seluige te verschoenen, ontledigen und beur yen van alle commer und ongemack, soe balt die gelegentheid der saecken dat toelaten sal. Orig. gedagteekend uil het leger vóór Maastricht en geleekend Alexandre, de Laloo, in omslag d6 N0 36.
1579, 25 Augustus. Johan van Ruyssieburg schrijft aan den magistraat van Roermond dat de onderdanen van den hertog van Guiik, Kleef en Berg en voornamelijk de ingezetenen van Wassenberg en Bruggen door het krijgsvolk van den koning van Spanje van hunne paarden en ander vee, granen en meubelen beroofd zijn geworden; dat hij verneemt dat deze geroofde voorwerpen naar Roermond gebragt en aan de soldaten en burgers verkocht zijn geworden; hij wendt zich derhalve tot den magistraat met het verzoek om dergelijke handelingen te doen ophouden, de geroofde goederen op te sporen en aan de regtmatige eigenaars te willen terug geven.
Orig. gedagteekend uit Bruggen, geteekend Johan van Ruyssieburg, in omslag 16 N0 14.
1580 , 8 Maart. Koning Filips verleent octrooi aan de stad Roermond tot het heffen der Meenten op de rivier de Maas, gedurende één jaar, ten einde de opbrengst daarvan te gebruiken tot onderhoud en betaling der aldaar in garnizoen liggende krijgslieden, en bepaalt welke koopwaren aan dat licentregt onderhevig zijn en welk bedrag daarvoor , zoo in het opkomen als in het afvaren der rivier, mag gevorderd worden. —
Afschrift, gedagteekend uit Maastricht, in omslag 14 Nquot; 25.
1580, 23 December. De hoofden, tresorier generaal en gecommitteerden van de domeinen en financiën des Konings te Mons zenden aan den magistraat van Roermond een verzoekschrift van den bisschop Lindanus,
- 359 -
strekkende lot terugbekoming eener som van acht honderd gulden, die hij zegt in het jaar 1Ö7G aan de muitende soldaten van Polweiler te hebben voorgeschoten ; zij verzoeken den magistraat zulks te onderzoeken en zijn advies daaromtrent te willen mededeelen. —
Orig. geleekend A. van der Strepen, in omslag 16 Nquot; 15.
1581, 25 Januarij. De hoofden, tresorier generaal en gecommitteerden van de domeinen en finantien des Konings te Mons schrijven aan Johan Cranendonck en Melchior Bentschup , raden van zijne Ma' in het hof van Gelderland dat dagelijks klagten inkomen van eenige goede onderdanen des konings, hoe zij eenigen tijd geleden door de rebellen van hunne goederen zijn beroofd geworden ; daar het niet meer dan billijk is dat ook van deze zijde dergelijke maatregelen genomen worden , belasten zij hen , uit naam en van wege Z. M. zoo spoedig mogelijk tot het opschrijven en in beslag nemen der goederen aan de rebellen toebehoorende en in het hertogdom Gelder en graafschap Zuthphen gelegen, ingevolge de bijgaande instructie over te gaan. —
Geaulhenliseerd afschrift, fr. geteekend Reyner Pybcs met een translaat in de Ned. taal , geleekend De Cra-nendonck , Benschup , en eenige stukken daartoe betrekkelijk , in omslag 16 N0 16.
1581 , 14 Maart. De magistraat van Roermond berigt aan de hoofden , tresorier generaal en gecommitteerden van de financiën van Z. M. dat het laatste plakkaat aangaande de munt hier moeijelijk kan nagekomen worden daar de nieuwe munt van Stevensweert, welke plaats bijna vóór de poorten gelegen is, de munt van Z. M. geheel verdrongen heeft, zoodat die bedriegelijke munt en de pistoletten onlangs door de soldaten ontvan-
- 360 -
gen, die ook te ligt zijn , alleen koers hebben; wissel kan insgelijks niet geschieden daar niemand zooveel goede opregte munt bezit, om de verbodene in te wisselen ; de magistraat verzoekt derhalve dat die verbodene munten nog eenigen tijd mogen getolereerd worden tot dat eene voldoende hoeveelheid goede munt aanwezig zijn zal. — Voorts verzoekt de magistraat in de licenten te worden gecontinueerd zoo als het voorgaande jaar en dat aan den gouverneur van Esneu bevel gegeven worde om de stad niet boven die gewoentliche accommodatie der kriegsluyden thoe bedrueuen noch (hoi: besweren. —
Minuie, in omslag 16 N0 37.
1581 , 4 Julij. Het hoofdgericht van Roermond een getuigenverhoor gehouden hebbende in zake van zeker vrouwspersoon Kael Merrie genaamd, beschuldigd wegens tooverij, uit welk getuigenverhoor de overtuiging van hare schuld niet voldoende gebleken was , had haar van de klagt ontheven ; terwijl zij nogtans door een ieder voor eene tooveres gehouden werd en bovendien niet uit Roermond geboortig was, werd haar bevolen de stad vóór zonsondergang te verlaten , en op lijfstraf verboden deze voortaan op twee mijlen afstand te naderen. Dientengevolge werd zij dienzelfden dag , door twee stadsboden tot buiten de vestingwerken begeleid en aldaar aan haar lot overgelaten. Eenige soldaten en jongens uit de stad, die haar tot aan de weide, het kruis genaamd, gevolgd waren, grepen haar aan, bonden haar de voeten bij elkander en wierpen haar in de Maas, waarin zij omkwam.
Minute, in omslag 14 N0 19.
— 158! , 4 Julij. Het hoofdgericht van Roermond houdt een getuigenverhoor in zake van mishandeling van twee vrouwspersonen uit Swalmen. Deze twee personen waren op den 28s'cn Junij naar Roermond gekomen, om
- 361 —
zich te verontschuldigen wanneer zij soms door Kael Merrie , als loovenaressen aangewezen werden. Toen zij evenwel het berigt ontvingen dat zij niet genoemd waren en naar Swalmen wilden lerugkeeren, werden zij even buiten de S' Jans poort door eenige moedwillige jongens en soldaten overvallen en in de S' Jans Maas geworpen ; door de ondiepte aan de overzijde gekomen, begaven zij zich in de principale Maas , denkende zich daardoor te kunnen redden en hare vervolgers te ontkomen , maar waarin zij beiden jammerlijk verdronken.
Miuute, in omslag \A N019.
158LJ, 25 Maart. De landvoogd Alexander van Parma schrijft aan den magistraat van Venlo dat hij steeds alle pogingen in het werk gesteld heeft om deze landen wederom te brengen lol hueren oiden voirgaenden stael, fleur, (jeluck ende prosperileyt, daer inne dieselue hier voir ly Is geweesl ende zoe groelelycx ge floreert hebben. Ende wanl nu die almoegende heer V daerloe jegenwoirdelgck den weck geopenl heeft, duer die dool van den Prince van Orangien, (1) eenich instrument, oirspronck ende aulheur
(1) De landvoogd verkeerde klaarblijkelijk in de meening dal de aanslag op helleven van den prins van Oranje, den ISlen Mairt 1582 te Antwerpen door zekeren Jean Jauregui gepleegd , den dood des prinsen tengevolge had en schreef dientengevolge den tegenwoordigen brief. Zie over het schrijven van Parma Gachjbo Corresp. de Guilleaume le T'iciturne , Tome VI pag. 78 en 79. Vas Loon, in zijne Nederl. historie penningen publiceert le deel bladz. 315 eenen penning, die bij gelegenheid van dien aanslag geslagen werd en meldt dal onder dagteekening van den 22sten van Lenlemaand dergelijke brieven geschreven werden aan Antwerpen, Brussel, Gent, Brugge, Meche-len , Yperen, Oudtnaerde, Duinkerken , Bergen op Zoom en andere steden.
Te Deventer is insgelijks nog zulk een brief in originali voorhanden en met de handteekening van Parma voorzien. Zie Suhoff, Bijdragen, le reeks, deel VI, bladz. 50. Den Franschen brief van Parma iaan die van Yperen vindt men bij Rervun de Volkaersheamp;e en Diegebicii , Documents historiques inédils concernant les troubles des Pays-Das, 1572—1581 , T. 2 p. 349.
- 362 -
van alle die miserie, armoet ende calamiteyl die gijlieden geleden hebt, zoo hoopl hij dat de magistraat thans de oogen zal openen en zich van den band zal losrukken , waarmede hij aan dien prins gehecht was, dewelke om
zijn eygen proffijt, ambitie ende giertcheyt V in eeuwige ellende ende miserie wilde bring en, hebbende Is el ff de soe verre gebracht dat hy V heeft meynen te bring en tn de onuerdraechlycke slauernye der ghenen daman ghy in voirledene lijden soe mennichfuldige ende vytnemende schaden, hostiliteyt ende vyantschap allyts geleden hebt; de landvoogd spoort den magistraat aan om onder de gehoorzaamheid van den koning terug te keeren en biedt hem daartoe zijne tusschenkomst aan; hij verwacht zijn antwoord en hoopt dat het zoodanig mag wezen, dat Z. M. daarin oorzaak mag vinden \om te doen schorssen ende ophouden de toerustingen ende gereetschappen, die op handen zijn om daertoe te geraeken bij eenige andere wegen ende middelen, die V misschien straffer ende herter souden moegen vallen ende onbequaem wesen. twelck wij lieuer verhuet zagen.
Orig. eenigzins beschadigd, gedagteekend uil Doornik en geieekend Alexandre, \erreycken, in omslag 15 N0 12.
1583, 8 October. Het hof van Gelderland schrijft aan den magistraat van Roermond dat niettegenstaande zijne herhaalde vermaning om de leengoederen, onder de stad Roermond gelegen, te doen verheffen , hieraan evenwel geen gevolg gegeven werd; het hof stelt daartoe een termijn van drie weken , met bevel aan den scholtis om na afloop van dien termijn de leenen die niet verheven zijn ten voordeele van Z. M. tn toeslach te stellen , met opmaking van eenen deugdelijken inventaris van hunne goederen, vruchten en inkomsten.
Orig. geleekend Pybes, in omslag IS N0 8.
- 363 -
1S84, 27 Februarij. Het hof van Gelderland berigt aan den magistraat van Roermond dat tot dusverre geen gevolg gegeven is aan zijn schrijven van den 8stcn October 11. strekkende om de opengevallene leenen te verheffen ; het hof stelt nogmaals eenen termijn van hoogstens drie weken tot nakoming van zijn bevel.
Orig. geieekend Pybes , in omslag IS Nquot; 9.
1584, 29 Augustus. De magistraat van Roermond sluit eene overeenkomst met den gouverneur der stad om, ten gevolge van het vertrek van een vendel krijgslieden , honderd jonge lieden uit de stad aan te werven, ten einde in deze gevaarvolle tijden aan de poorten met de nog aanwezige krijgslieden de wacht te houden en tegen overvallen te waken ; deze honderd jonge lieden zullen bij de twee nog aanwezige vendels worden ingelijfd en in handen van den gouverneur of kapitein den eed afleggen om de stad voor Z. M. te helpen bewaren, maar van dien eed ontslagen zijn zoodra ander krijgsvolk te voet of te paard in de stad gelegd zal worden; voorts zullen zij dienst doen als de soldaten en hunne leening als deze ontvangen; gedurende hunnen diensttijd zullen hunne huizen gevrijwaard zijn, maar zij zullen in de accijnsen niet meer vrijdom genieten dan de overige burgers.
Inliggend de lijsten van die burgers over de jaren 1384-1586.
Orig. geleekend Campen , in omslag IS N0 25.
1586, 12 Maart. Bisschop Lindanus schrijft aan den magistraat van Roermond over de kerkelijke en geestelijke stichtingen en over de bediening van het altaar van S' Agatha in de Parochiekerk te Roermond.
Orig. geleekend Wilhd. van der Lindt, in omslag 16 N° 45. 47
— 364 —
1586 — 1394. Stoffer Pouwels, tolgaarder der stad Roermond, doet rekening van de buitengewone krijgs-kosten , die hij op last van den magistraat uit de ontvangsten van den tol gedurende de jaren 1586 tot en met 1594 gedaan heeft.
Orig. in omslag 14 N0 21.
1587, 20 September. De magistraat van Roermond stelt eene vrije wekelijksche graanmarkt in, te houden op Zaturdag op de markt vóór het stadhuis en maakt eene ordonnantie dienaangaande.
MiDUte, in omslag 14 Nquot; 18.
1588, Junij. Risschop Lindanus schrijft aan den magistraat van Roermond aangaande het op nieuw invoeren van het zingen der getijden in de parochiale kerk alhier. —
Orig. geleekend Wühel. Damas. van der Linilt , in omslag 16 N0 46.
1588, 18 November. De landvoogd Alexander van Parma maakt eene ordonnantie aangaande het huisvesten der krijgslieden gedurende het wintersaizoen en bepaalt de voorwerpen, die door den huisbaas te hunner beschikking moeten gesteld worden.
Orig. fr. gedagt. uit Brussel, get. Alexandre par ordc Parmer, in omslag 14 N0 22.
1589, 28 Maart. I. de Drencwairt schrijft uit Rrussel aan den magistraat van Roermond dat hij bij de heeren van finantiën de continuatie der licenten voor één jaar verkregen heeft, spoort hem aan om zich rekening en bewijs der penningen van het voorleden jaar te doen geven en belooft de hand er aan te zullen houden om de verdere continuatie te verkrijgen, wanneer zulks noodig mogt bevonden worden. —
Orig. geleekend I, de Drcnckwairl, in omslag 16 Nquot; 20.
1591, 23 Februarij. Het hof van Gelderland waarschuwt den magistraat van Roermond dat er valsche halve Philips daalders in omloop zijn met de inscriptie van Doornik , die met moeite van de goede stukken te onderscheiden zijn; men kan de valsche evenwel herkennen aan de letter G. beteekenende het wo.ord GRATIA en aan het hoofd van Z. M., dat aanmerkelijk grooter is dan op de goede stukken. Voorts, dat er ook nagemaakte dubbele Italiaansche pistoletten van Castilië gevonden worden. Derhalve verzoekt het hof zulks te willen afkondigen, ten einde de onderdanen voor schade te behoeden.
Orig. geteekend Pyhes , in omslag 14 N0 1.
1591 , 1 Maart. De magistraat van Roermond maakt bekend dat gedurende de voorgaande gevaarlijke tijden en binnenlandsche onlusten, en wel sedert het jaar 1580 en langer, de schippers dezer slad en eenige kooplieden hunne woningen in de stad verlaten hebben , en die schippers heure residentie op den slroem in hoere schippen hebben genomen und gehalden, zoodat zij zich gedurende al dien tijd aan de burgerlijke lasten hebben onttrokken; dat het regt en de billijkheid vorderen dat er gelijkheid onder de burgers ten opzigte van het dragen der lasten besta. Derhalve besluit de magistraat dat die schippers en kooplieden , dewijl zij steeds op de stads vrijheden gevaren en hunnen handel gedreven hebben, voor ieder jaar van hunne afwezigheid in de stedelijke lasten moeten bijdragen in evenredigheid van hunne kwaliteit en vermogen. De magistraat verdeelt dientengevolge die personen in drie categoriën waarvan de eerste voor ieder jaar afwezigheid twaalf gulden zal voldoen, de tweede acht en de laatste vier gulden.
Ürig. inhoudende de namen der bedoelde personen , en voomen van het opgeplakte kleine zegel der slad, in omslag 16 Nquot; 21,
- 366 -
1591 , 15 Mei. De magistraat van Venlo schrijft aan dien van Roermond, met overzending van een afschrift van een brief van die van Meurs ontvangen, dat hij vernomen heeft dat deze het voornemen hadden eenen aanslag op hunne stad te ondernemen, het vee der burgers weg te voeren en de burgers, die zij magtig zouden worden , om te brengen; dat die aanval door vele ruiters en voetvolk dan ook heden ondernomen is maar door Gods hulp mislukt is en zij gedwongen zijn geworden af te trekken.
Orig. met bijlage in omslag iO Nquot; 12.
1591, 16 Mei. Kanselier en raden des konings in Gelderland schrijven aan den kapitein van Meurs en aan die van Alpen en Wachtendonk aangaande de groote ongeregeldheden , die door hunne onderhebbende soldaten nabij de stad Roermond gepleegd zijn.
Afschrift in omslag 10 N0 13.
1591, 12 Junij. De magistraat van Stralen schrijft aan dien van Roermond, dat hij vernomen heeft dat het veldleger van Zijne Kon. Ma' op weg zoude zijn naar dit gewest en bereids aan deze zijde der Maas te Maastricht en te Biecht zoude zijn aangekomen. Hij verzoekt om berigt of zulks waarheid bevat, ob sein alleze da per-sonlich bei [is] und oh sie auch dieses wegs passsieren werden.
Orig. in omslag 1 52.
1591. 1 Julij. Hendrik van Hoengen, genaamd Was-senberg, en Johan Mollenpeddie schrijven aan den magistraat van Roermond dat zij op bevel van den bisschop van Luik als graaf van Horn zijn aangekomen om onderzoek in te stellen naar den loop der Hornsche Maas, die op vele plaatsen tegen de eigendommen der stad
Roermond toegebat zijnde veel hinder en nadeel berokkent.
Zij verzoeken den magistraat den 2''''n Julij omtrent Ooi te willen verschijnen, om gezamenlijk deze zaak na te gaan en te trachten eene minnelijke schikking tot stand te brengen.
Orig. in omslag 1 N0 59.
1591, 15 Julij. De landvoogd Alexander van Parma beschrijft eenen landdag in het Overkwartier op den 26Squot;B Julij, ten einde voorziening te nemen om de bezettingen en garnizoenen aldaar in goeden regel en orde te houden, de onderdanen en ingezetenen van de bezwarende con-tributiën te bevrijden, mits eene redelijke maandelijksche adsistentie bij manier van bede gedaan worde tot onderhoud van die garnizoenen.
Orig. gedagleekend uit Nijmegen en geleekend Alexandre, in omslag 5 N0 28.
1591, 1 September. De veldoverste Francois de Ver-dugo schrijft uit Swalmen aan den magistraat van Roermond dat de zoetelaars de eerste levensbehoeften voor zijn leger aldaar tegen eenen bovenmatigen prijs aanbieden, omdat de burgers van Roermond volgens hun zeggen hun deze zoo hoog opdringen ; hij kan daaraan echter geen geloof hechten en verzoekt hem eene lijst te doen toekomen van den prijs van bier, brood, boter, kaas, vleesch , wijn, enz. opdat hij zich daarnaar regelen kunne.
Inliggend hel antwoord van den magistraat.
Orig. gel. Franfois de Verdugo en minute in omslag 1 INquot; 20.
1591, 20 September. De veldoverste Frangois de Verdugo schrijft aan den magistraat van Roermond dat
- 368 —
de overlast, die de arme huislieden van hel krijgsvolk le lijden hebben, hem grootelijks mishaagt en hij alles wat mogelijk is aanwenden zal die te doen ophouden , ten einde die huislieden voor geheelen ondergang te behoeden.
Orig. gedagteekend uit Edit , get. Francois de Verdugo, in omslag 12 Nquot; 40.
1591 , 27 October. De vicarius generaal Gregorius Gherinx schrijft aan den burgemeester van Roermond dat wegens de rampen en groote gevaren, waaraan de katholieke Godsdienst en geheel Europa zijn blootgesteld, hij met de geheele geestelijkheid besloten heeft, ten einde de gramschap Gods te bevredigen, gedurende zeven dagen in de kerken der stad, die successivelijk zullen worden aangewezen , publieke gebeden te doen houden; hij verzoekt derhalve den burgemeester zijne, ambtgenooten hiervan te willen kennis geven en voor de eerste maal daartoe le zamen te komen in de Kathedrale kerk van den H. Geest op Woensdag aanslaande ten 8 ure.
Orig. latijn, geteekend Gregorius Gherinx vicarius generalis , in omslag 16 Nquot; 40.
1591 , 14 November. De landvoogd Alexander van Parma berigl dat hem nogmaals door den koning gelast is zich met zijn leger tot bijstand der Katholieken naar Frankrijk le begeven en gedurende zijne afwezigheid den graaf van Mansfeit, zoo als het vorige jaar, wederom met het bestuur des lands belast heeft.
Gelijktijdig afschrift, fr. gedagteekend uit Brussel, in omslag 3 Nquot; 30.
1561 , 23 December. De landvoogd graaf van Mans-feil gebiedt den magistraat van Roermond beter acht
— 369 —
te geven op de uitvoering van het plakkaat op den koers der munten en de strafbepalingen daarin vervat tegen de overtreders toe te passen.
Orig. fr. gedagleekend uit Brussel en quot;get. Mansfell , in omslag 7 N° 21.
1591—1593. Lijst van de manschappen van het vendel van den kapitein Alexander Cigoigne, volgens welke de leeningen op het raadhuis te Roermond verdeeld werden van Januarij 1591 tot 1593.
Originelen in omslag 16 N0 50.
1592. Inventaris der renten en inkomsten toebehoo-rende aan de broederschap van het H. Sacrament te Roermond.
Afschrift in omslag 13 Nquot; iO.
1592, 3 Januarij. Het hof van Gelderland berigt aan den magistraat van Roermond dat uit de brieven van zijne majesteit, inhoudende de continuatie van den graaf van Mansfeit als landvoogd, hun ook gebleken is dat de vijand hoe langer hoe meer de katholieke religie zoekt te onderdrukken, zoowel in Frankrijk, Lotharingen als in de Nederlanden; dat daarom de koning wederom zijn leger gezonden heeft tot hulp van de goede katholieke vorsten , staten en steden van de Ligue en dat generale processiën dienen gehouden te worden ten einde God af te smeeken zijne heilige kerk te redden en te bewaren.
Orig. geleekend Pybes , in omslag 2 Nquot; 76.
1592, 13 Januarij. Het hof van Gelderland schrijft aan den magistraat van Roermond dat de landvoogd op last van den koning zich naar Frankrijk begeven heeft om de katholieken van dat land te helpen en beveelt bij de eerste gelegenheid in Roermond eene generale
— 370 -
processie te houden ten einde de overwinning af te smee-ken op de vijanden van de Katholieke en Apostolische Roomsche Religie.
Het hof berigt tevens, op last van den graaf van Mansfeit, dat de kapiteins, officieren of andere krijgslieden, die aangewezen zijn om zich naar Frankrijk of elders te begeven en zich daaraan willen onttrekken, als deserteurs beschouwd en met de galg gestraft moeten worden, indien zij niet binnen de 24 uren zich naar hunne dienst begeven.
Orig. geleekend Pybes in omslag 9. N0 75.
1592, 22 Januarij. Kanselier en raden des Konings in Gelderland en Zutphen zenden een plakkaat van den koning tegen de euveldaden, brandschattingen en vrijbuiterijen , die' door de vijanden en landloopers gepleegd worden.
Orig. get. Pybes, in omslag 13 Nquot; 9.
1592, 28 Januarij. Het hof van Gelderland geeft berigt aan den magistraat van Roermond van de groote overwinningen door Zijne Keiz: Majesteit in Hongarije behaald , en beveelt om tot dankzegging eene generale processie in Roermond te doen houden.
Orig. geleekend Pybes, in omslag 2 Nquot; 73.
1592, 5 Maart. De magistraat van Heinsberg antwoordt op een schrijven van den magistraat van Roermond dd. 14 Februarij 11. dat hij reeds van zijnen vorst, den hertog van Gulik, Kleef en Berg, het bevel bekomen had om bij deze gevaarvolle tijden goed opzigt op de stad te houden . geene verdachte, onbekende personen daar binnen te laten of hen te herbergen; dat hij ten gevolge van dit bevel besloten heeft
- 371 -
geene der beide strijdende partijen in te laten of den nacht te laten doorbrengen; dat evenwel eene publieke straat langs de vesten loopt, waarover bij nacht en ontijden eenige staatsche krijgslieden passeren kunnen, hetwelk zij niet weten noch beletten kunnen; voorts geeft de magistraat te kennen dat zijne burgers en andere onderdanen van den hertog voor eenigen tijd door het krijgsvolk van Z. K. M. uit Montfort en Meurs gevangen en beroofd zijn geworden, zoodat zij door de onvrijheid der wegen niet meer in staat zijn hunnen handel te drijven en daaruit hun gezin te onderhouden; hij verboekt derhalve dat de magistraat van Roermond zijn onbillijke vermoedens ter zijde zal stellen en met alle mogelijke zorg de wegen van straatroovers zal trachten te zuiveren, opdat de handel der inwoners van beide steden ongehinderd zoo als te voren plaats hebbe, de goede nabuurschap onderhouden blijve en de welvaart en opkomst van beide sleden bevorderd moge worden , waartoe hij van zijnen kant al het mogelijke zal trachten bij te dragen.
Orig. in omslag 16 N0 22.
1592, 7 Maart. De graaf van Mansfeit schrijft aan Johan Andrea Cigoigne, gouverneur der stad Roermond, om hem te kennen te geven dat de vijanden toebereidselen maken om te velde te trekken; hij verzoekt hem te waken dat de stad Roermond voor den koning bewaard blijve.
Orig. gedagteekend uit Brussel en geleekend Mansfeit , in omslag 2 N0 37.
1592, 26 April. Lijst der krijgslieden van de kom-pagnie van den ridder Cigoigne, volgens welke zij sedert
48
— 372 -
den 26'quot;quot; April 1592 hunne betaling uit de leeningen van tien tot tien dagen ontvingen.
Orig. in omslag 16 N0 25.
1592, 1 Mei. De magistraat van Roermond maakt eene ordonnantie voor het linnenweversambt.
Afschrift, io omslag 14 Nquot; 13.
1592, 20 Mei. De graaf van Mansfeit schrijft aan den magistraat van Roermond dat bij hem klagten zijn ingekomen over den bisschop van Luik, die den straatschen-^ ders, vrijbuiters en vijanden van Zqne Majesteit niet alleen vrijen doortogt door zijn land verleent, maar hen ook met eetwaren, wapenen, munitiën en andere zaken voorziet; hq beveelt dat daaromtrent eene informatie door den magistraat worde ingesteld en hem toegezonden worde, opdat hij aan den prins-bisschop van Luik schrijve zulks te doen ophouden en schadevergoeding voor het voorgevallene te vorderen.
Afschrift fr. gedagteekend uit Brussel, met eene vertaling en de minute van het antwoord van den magistraat en der gehoudene informatie , in omslag 13 N° 29.
1592, 25 Junij. Kanselier en raden des Konings in Gelderland zenden een plakkaat inhoudende verbod lot het invoeren van Engelsche lakens, karsaijen en stamet-ten, en gelasten deze te waarderen en te zegelen, wanneer zij zich binnen 's lands mogten bevinden.
Orig. get. Pyhes in omslag 13 Nquot; IS.
1592, 21 Julij. De graaf van Mansfeit gelast den magistraat van Roermond om ter dispositie van den heer van Cappelle, voerende eenig krijgsvolk tot ontzet van
— 373 -
Friesland, te stellen twee of drie goed bespannen wagens , ten einde eenige munitiën tot Rhijnberk te brengen.
Orig. gedagteekend uit Brussel en get. Mansfdl in omslag 2 No 56.
1592, 4 November. De magistraat van Stralen schrijft aan dien van Roermond vernomen te hebben dat bij den vijand het plan bestaat om een aanslag op Stralen te beproeven en dat deze zich daartoe in de kerk te Nijmegen wapent; hij vraagt derhalve of het niet mogelijk ware dat Roermond hun gedurende den winter met 25 of 30 soldaten assisteerde, welk verzoek zij insgelijks aan Veulo gedaan hebben.
Orig. in omslag 1 N0 53.
1592, 12 November. De geestelijkheid van Roermond verzoekt den magistraat om vrijdom van accijnsen.
Orig. in omslag dO Nquot; 28.
1592, 23 November. De magistraat van Venlo berigt aan dien van Roermond dat hij van den landvoogd Alexander van Parma bevel bekomen heeft Willem van Oyen, meester der licenten te Venlo, allen bijstand te verleenen, ten einde den last te kunnen vervullen, die hem is opgedragen, om onderzoek in te stellen aangaande de abuizen en diefstallen, die eenige jaren geleden op het stuk van contributiën in het Geldersch kwartier hebben plaats gehad.
Orig. in omslag 12 N8 42.
1593. Twee brieven van de stad Maastricht aan de stad Roermond, inhoudende klagten over het aanhouden van schepen.
Orig. in omslag 10 Nquot; 73.
- 374 -
1593, 7 Februarij. De graaf van Mansfeit berigt aan de stad Roermond, dat hij, bezig zijnde met het voN tooijen der fortificatie werken van Grave, platte schepen noodig heeft en gelast hun dergelijke schepen naar Grave te doen voeren.
Orig. gedagteckend uit Brussel en geteekend Mansfeldt, in omslag 2 Nquot; 48.
1593, 11 Februarij. De raden des konings in Gelderland bevelen op last van den graaf van Mansfeit geenen handel te drijven met derebellen, vijanden en vrijbuiters, die het platteland afstroopen en de goede onderdanen dagelijks brandschatten en rantsoeneren, maar hen te vervolgen en op de plaats zelve om te brengen, of zoo zij gevangen genomen worden dadelijk met den dood te straffen.
Orig. geteekend: P. Pybes, in omslag 7 N0 19.
1593, 18 April. Loys Verreyken schrijft uit Antwerpen aan den magistraat van Roermond dat hij zijne beste pogingen aangewend heeft om de stad van de drie vendelen knechten, die tot dusverre in de voorstad gelegen hebben, te ontlasten, en dat hij thans van den landvoogd bevel heeft ontvangen om geld af te zenden ten einde die vendelen te monsteren en van daar te doen vertrekken; aangaande de strooperijen van die van Meurs en Alpen geeft hij te kennen dat de graaf Herman van den Bergh ten hove verwacht wordt om zijne commissie als stadhouder van Gelderland te komen ontvangen, en hij twijfelt niet of bij die gelegenheid zullen maatregelen genomen worden om die wanorde te doen ophouden.
Orig. geteekend Loys Verreyken, in omslag 17 N0 1.
1593, 20 April. Kanselier en raden des Konings in Gelderland zenden een plakkaat verbiedende het zamen-
— 375 -
stellen en in omloop brengen van pasquillen en dergelijke honende geschriften.
Orig. geteekend Pybes , in omslag 12 No 61.
1593 , 19 Mei. D'Assonleville schrijft aan den magistraat van Roermond dat de drie vendelen voetvolk, waarmede de stad gedurende drie maanden belast geweest is , bevel bekomen hebben om te vertrekken ; dat aan de oversten van de garnizoenen der stadjes Meurs en Alpen geschreven is de rooverijen en plunderingen te doen ophouden en dat hun verzoek om de licenten geheel te laten ten behoeve der leeningen van de garnizoenen der stad Roermond door den landvoogd aan die van de finantiën tot advies gezonden is.
Orig. gedagteekend uit Antwerpen en get. D'Assonlcuillc, in omslag -12 N0 38.
1593, 18 Junij. Kanselier en raden des konings in Gelderland melden van den Raad van State berigt te hebben ontvangen dat wegens den ellendigen staat van Z. M. Nederlanden en de vervolging, waaraan de R. K. religie overal door de vijanden en rebellen is blootgesteld , Zijne Majesteit thans groote legers op de been gebragt heeft om daaraan paal en perk te stellen; zij bevelen generale en particuliere processiën en gebeden te houden ten einde Gods medewerking af te smeeken voor de welvaart en vrede dezer landen en in 't bijzonder om de H. Kerk te beschermen en te bewaren tegen de ongeloovigen en wederspannigen,
Orig. geteekend Pybes , in omslag 3 No 50.
1593 , 17 Julij. De stadhouder markies van Waram-bon schrijft aan de stad Roermond dat het leger in het Overkwartier gebrek aan levensmiddelen heeft en ver-
— 376 -
zoekt alle pogingen aan te wenden dat de kooplieden van Roermond het daarvan voorzien, ten einde wanorde te voorkomen.
Orig. gedagteekend uit hel kamp te Herpen , en get. Le marquis de Warambon, in omslag 42 N0 ■ib.
1593, 18 Julij. Het hof van Gelderland geeft kennis aan den magistraat van Roermond, dat de koning den graaf Herman van den Bergh tot stadhouder van Gelderland benoemd heeft ter vervanging van den overleden bannerheer van Hierges, enz.
Orig. geteekend Pybes , in omslag 2 N0 74.
1593, 25 September. De magistraat van Roermond maakt eene ordonnantie aangaande het slaan van peert-gens met de waarde van twee stuivers, op den voet en het gehalte van den ouden brabantschen stuiver, die nu ook twee stuivers doet, en zulks ingevolge hunne privilegiën en voornamelijk omdat de stad met allerhande slechte, kleine, vreemde munt is opgevuld tot merkbaar nadeel van de ingezetenen.
Geauth. afschrift get. Bossman, in omslag 13 N0 51. Afschrift in het verdrachs-boek bladz. 76-78.
1593, 2 October. De stadhouder Herman van den Bergh berigt aan de stad Roermond het hem toegezonden memoriaal, aangaande de reparatie der omgevallene stadsmuren , aan den landvoogd toegezonden en hem zoo goed mogelijk aanbevolen te hebben ; dat hij berigt ontving dat Z. E. dit memoriaal ten fine van advies aan de heeren van finantiën heeft doen toekomen, en dat eenige dier heeren gecommitteerd zrjn om zich herwaarts te begeven, ten einde aangaande licenten, tollen enz. onderzoek te
— 377 —
doen; hij belooft bij hen te zullen aandringen om voor de stad een goed subsidie te verkrijgen.
Orig. gedagteekend uit Gelder en geteekend Herman graue iu dem Bergh , in omslag 3 N° 54.
1593, 20 November. De magistraat van Roermond schrijft aan den stadhouder Herman van den Bergh dat de vijand zich rondom Nijmegen in grooten getale ver-eenigt; dat ook een groot leger te Stockhem en te Maeseyck de Maas gepasseerd is en hij gewaarschuwd is geworden dat men een aanslag op Roermond in den zin heeft; hij verzoekt dat de soldaten, die de stad verlaten hebben, wederkeeren en dat men die uilleggers vóór de stad in de Maas of in de haven legge , ten einde nachtelijke aanvallen te kunnen ontdekken.
Minute, in omslag 5 Nquot; 51.
1593 , 21 November. De stadhouder Herman van den Bergh zendt, in antwoord op het berigt van den magistraat van Roermond, dat de vijand een aanslag op de stad in den zin heeft, een sergeant-majoor met eenige knechten, die door anderen zullen gevolgd worden; inmiddels spoort hij den magistraat aan om goed toezigt te houden op de poorten, deze te doen repareren en eenige te versterken.
Orig. gedagteekend uit Gelder en geteekend Herman graue zu dem Bergh, in omslag 3 N0 48.
1593, 22 November. De stadhouder Herman van den Bergh berigt aan den magistraat van Roermond dat hij dezelfde knechten, die de stad verlaten hebben , terugzendt ; hij spoort den magistraat aan om de poorten der stad goed te doen herstellen, damil der viant, dieweil die nachtten so langh fallen, kein ansehlagh druff machtten.
Orig. gedagteekend uit Gelder en geteekend Herman graue zu dem Bergh, in omslag 3 N0 52.
1593, 30 November. De stadhouder verzoekt den magistraat den ridder Cigoigne, gouverneur der stad, eenigzins te ontzien wegens zijnen hoogen ouderdom,
en den goeden alden man in alles wal derseluiger tot dienste van zyn Co. Mat. und woluaeren der stadt wert voirslaen, werden gehoir genen und obediren.
Orig. gedagteekend uit Rijnberk en geteekend Herman graue zu dem Bergh, in omslag 13 N0 18.
1593 , 8 December. De stadhouder graaf Herman van den Bergh antwoordt, op een schrijven van den magistraat van Roermond, reeds twee brieven aan Z. Exquot;quot; geschreven te hebben om het kwartier van Roermond ontslagen te houden van twee vendelen ruiters, die deze besloten had te zenden; dat hij ook onlangs mondeling aan Zijne Excellentie te Antwerpen gezegd heeft dat het onmogelijk is meer ruiters in dat kwartier te logeren, tenzij men die grondelose bederffenisse van luijden ende landen begeerde, zoodat hij de hoop te kennen geeft dat het ontworpen besluit zal veranderd worden.
Orig. gedagteekend uit Gelder en geteekend Herman graue zu dem Bergh , in omslag 3 N0 53.
1593 , 27 December. De magistraat van Roermond stelt de volgende verklaring op:
In de tegenwoordige maand December was de kapitein Loys del Viller met eene bende Spaansche lanciers naar Roermond gekomen om aldaar te overwinteren en zijne fourragiën uit het ambt Montfort te trekken; daar de onderdanen van dat ambt wegens vroegere overtogten uitgeweken en gevlugt waren, begaf zich genoemde kapitein, met eenige afgevaardigden uit den raad der stad, naar Rijnberk om den stadhouder kennis te geven van het verloopen in het ambt Montfort en van de onmogelijkheid om deze bende te onderhouden. Toen nu die
— 379 —
kapitein met het bevel om vergezeld van zijne bende naar Brabant te vertrekken teruggekeerd was, heeft de magistraat hem 500 br. guldens voorgeschoten, waarvan het ambt Montfort 400 gulden zal dragen, terwijl de overblijvende 100 gulden op de quota der stad in de bede zullen gekort worden.
Orig. met het opgeplakte kleine zegel der stad, en ge-teekend Bowman, in omslag 15 N0 H.
1594, 20 Januarij. De stadhouder schrijft aan den magistraat van Roermond dat hij aan den landvoogd ten voordeele der stad geschreven had en voornamelijk om haar van de kompagnie van Loys de Villar te ontlasten, waardoor hij bij den langvoogd in ongenade gekomen is; hij verneemt dat de magistraat zich weigerachtig betoont middelen te beramen tot het verschaffen der penningen voor het onderhoud der drie kompagniën van Don Juan de Cordova, Nicolas Barta en de zijne; het is nogtans een uitdrukkelijk bevel van den landvoogd om die uit het Overkwartier te onderhouden en de stadhouder denkt dat, wanneer de magistraat die weigering blijft volhouden, waarschijnlijk de kompagnie die naar elders vertrokken is naar Roermond teruggezonden zal worden; hij spoort hem derhalve aan om aan dat bevel te voldoen en voor die middelen te zorgen, daar bij gebreke van dien daaruit inconvenienten zouden kunnen ontstaan, waarvan hij niet als de oorzaak wenscht gehouden te worden.
Orig. gedagteekend uil het leger vóór Coevorden en geteekend Herman graue zu dem Berghc, in omslag 16 IN0 47.
1594, 7 Februarij. Kanselier en raden des Konings in Gelderland gelasten den magistraat eenen kwartiersdag te beschrijven op den 28,quot;quot;, Februarij.
Orig. get. Pybes, in omslag 9 N0 15. 49
- 380 —
1594, 10 Februarij. Assuerus Kox, zoon van Stoffel Kox, verzoekt den magistraat van Roermond om tot waardijn der munt te worden aangesteld in de plaats van den overleden waardijn Dederich van Moers.
Orig. in emslag 15 N0 5.
1594, 18 Februarij. Het hof van Gelderland m^akt bepalingen aangaande de reële en personele schulden en obligatiën der kerspelen, dorpen en gemeenten in het
Overkwartier.
Geaulh. afschrift get. A. E. van Lacr , in Jura et privilegia 11 bl. 353—35G.
1594, Maart. 38 vragen aan personen gesteld, die ter zake van tooverij beschuldigd waren.
Gelijkt, afschrift in omslag 1 IS0 3.
1594, 5 April. Gerhard Koich legt rekening af van den bouw van het ziekenhuis , die in Mei 1592, op bevel van den magistraat van Roermond aangevangen was en waarvan hij tot commissaris benoemd werd.
Orig. in omslag 14 N0 H.
1594, 2G Mei. De magistraat van Roermond getuigt dat Johan Andrea Cigoigne, ridder en gouverneur der stad Roermond, gedurende de negen jaren dat hij het ambt van gouverneur dezer stad heeft waargenomen , de krijgslieden die hier gelegen hebben en nog liggen, in den kriegssdienste vlijlich gehalden, auch chevoirsorge ge-draigen [heeft] dat doirgaintz behter ordtnungh und discipline daaronder gehouden werd dan onder zijne voorgangers; ook dat hij steeds alle zorg getoond heeft tot
het bewaren der stad.
Minute, in omslag 1 N0 22.
1594, 4 Julij. Rekening van de kosten veroorzaakt door het leggen van een nieuw hoofd aan de Roerhaven
- 381 -
le Roermond, waarmede op bevel van den magistraat in 1592 een aanvang gemaakt werd.
Orig. in omslag 14 N0J5.
1594 , 2 Augustus. De magistraat van Venlo schrijft aan dien van Roermond dat de Meenten te Maastricht reeds verpacht zijn en het voornemen bestaat zulks te Roermond en Venlo insgelijks te doen; 't welk tot groot nadeel der beide steden zoude strekken en niet dan met hare bewilliging kan geschieden , zoo als ook de landvoogd Alexander van Parma bij de reconciliatie der stad Venlo erkend heeft; dat die Meenten tot dusverre geduld werden, geschiedde alleen omdat zij moesten strekken tot die steden eigen vertrostingh, tot betaling van hunne garnizoenen en tot terugbekoming der penningen door haar aan den koning voorgeschoten. De magistraat doet het voorstel gezamenlijk tegen die verpachting te protesteren en op de afschaffing aan te dringen.
Orig. in omslag IS N0 46.
1594. Stukken betreffende eenen aanslag op de stad Roermond door graaf Filips van Nassau.
21 Augustus. De magistraat berigt aan den landvoogd dat de vijand onder het bevel van graaf Filips van Nassau met vele ruiters en voetknechten in den voorgaan-den nacht omstreeks 2 ure onvoorziens bij Roermond is gekomen ; zij werden door den schildwacht ontdekt en men loste eenige schoten op hen, waarna zij zich naar Swalmen en Asselt terugtrokken, van waar zij des avonds vertrokken zijn; des morgens heeft men vóór de stad een instrument gevonden, gelijk aan eenen langen draagboom met twee ijzeren tanden en van boven met eenen ijzeren haak sterk beslagen.
- 382 =r
23 Augustus. Mattheus van Dulcken, kapitein te Stralen, zendt twee zijner soldaten, die door den vijand waren gevangen genomen, toen deze onlangs naar Roermond toog om eenen aanslag op die stad te beproeven, ten einde van hen te kunnen vernemen hoe zich de zaak heeft toegedragen, welke instrumenten de vijand medevoerde, hoe en waar hij die dacht te gebruiken , zoo ook om de oorzaak te vernemen, waarom die aanslag geenen voortgang had.
24 Augustus. Relaas van den togt en den aanslag van den vijand door de hierboven vermelde soldaten.
Orig. en minuten in omslag 5 N0 31.
1394, 23 Augustus. Loys Verreyken antwoordt uit Brussel op het schrijven van den magistraat dd. 13 Aug. dat de magistraat zich niet behoeft te beangstigen aangaande de acht vendelen, die uit Groningen langs Roermond kwamen; deze zullen niet in de voorstad , zoo als zij te kennen gaven, maar elders gelegd worden.
Orig. geteekend Loys \erreyken, in omslag -17 N0 2.
1594, 8 September. Loys Verreyken schrijft uit Brussel aan den magistraat van Roermond dat hij zijn best gedaan heeft om het bevel van den landvoogd te doen intrekken, waarbij Roermond aan Berthold Doven aangewezen wordt tot monsterplaats van zijn vendel, vermits weinig schade daaruit te wachten staat en zulks binnen drie weken zal zijn afgeloopen.
Orig. geteekend Loys Verreyken , in omslag 17 Nquot; 3.
1594, 10 September. De stadhouder graaf Herman van den Bergh berigt aan den magistraat van Roermond dat hij op hun verzoek, op dat van den ridder Cigoigne en van het hof van Gelderland om nog twee è drie honderd soldaten tot versterking van het garnizoen te mogen
- 383 —
bekomen, ten einde de stad tegen den vijand te kunnen verdedigen, reeds tweemaal aan den landvoogd geschreven maar nog geen antwoord ontvangen heeft.
Orig. gedagteekend uit Rijnberk en gcteekend Herman graue iu dem Bergh, in omslag 5 N0 16.
1594, 16 September. De magistraat van Venio berigt aan dien van Roermond vernomen te hebben dat de vijand sterck voorhanden [is] en waarschijnlijk een aanslag op een der steden van dit kwartier zal beproeven.
Orig. in omslag 15 N0 17.
1594, 4 November. Kanselier en raden des konings in Gelderland gelasten den magistraat van Roermond om het plakkaat op 'tstuk der granen dd. 25 December 1589 op nieuw overal te doen afkondigen, als zijnde eene zaak die voor het gemeenebest van zeer groot belang is.
Orig. geteekend Pybes, in omslag 12 N° SO.
1594, 24 December. De magistraat van Roermond schrijft aan den stadhouder met leedwezen vernomen te hebben dat het vendel van graaf Frederik, 'twelk met de andere vijf vendels nabij de stad gelegen heeft, thans in de voorstad alhier gelogierl und ondergebracht soldt werden; zulks strookt niet met zijne belofte om, toen de magistraat de lanciers en daarna het vendel van den stadhouder binnen nam , de stad daarboven niet te bezwaren; de magistraat weet niet waaraan het toe te schrijven is dat Roermond telkens meer bezwaard wordt dan andere steden en verzoekt hem dringend dit vendel elders te doen verzorgen, wegens den benaauwden en ellendigen toestand, waarin de stad zich thans bevindt, en de trouwe diensten die zij steeds in deze langdurige, binnenlandsche oorlogen aan zijne majesteit bewezen heeft.
Minute, in omslag 16 N0 49.
- 384 —
1594, 27 December. De stadhouder geeft aan den magistraat van Roermond zijne verwondering te kennen over de klagten en zwarigheden vervat in zijn schrijven van den 24s'quot; Dec. en zulks nadat hij zooveel moeite aangewend heeft om de stad te ontlasten van de vier vendelen, die nabij haar lagen en die hij naar Gelder, Alpen, Meurs en Rijnberk heeft doen vertrekken, welke plaatsen reeds met zulk een groot garnizoen belast zijn, dat hij zijne edellieden uit hunne logementen heeft moeten doen vertrekken om de vermelde vendelen te kunnen huisvesten; al hetgeen hij tot ontlasting van Roermond deed ; hij berigt tevens dat wanneer hij de kompagnie van zijn broeder Frederik elders had kunnen bezorgen, zulks geschied ware en hij die niet in de voorstad van Roermond zoude gelaten hebben ; daar zulks echter voor korten tijd zijn zal , terwijl zij hare leening elke week zal ontvangen en derhalve voordeel daarvan voor de burgers te wachten staat, vertrouwt hij van den magistraat dat zonder verdere zwarigheden die geaecommo-dierl mach blijven.
Orig. gedagteekcnd uit Rijnberk en geteekend Herman graue iu dem Bergh, in omslag 16 N0 48.
1595, 21 Februarij. De graaf van Fuentes meldt het overlijden van den landvoogd aartshertog Ernest en berigt dat hij door den overledene is aangewezen in zijne plaats op te treden , tot dat Z. M. anders daarover beschikt zal hebben.
Inliggend het antwoord van den magistraat aan den graaf.
Afschrift gedagteekend uit Brussel, en minute, in omslag 6 N0 4.
- 385 -
1595, 28 Februarij. Stadhouder, kanselier en raden des Konings in Gelderland beschrijven eenen kwarliers-dag te Roermond op den t)'quot;1quot; Maart.
Orig. geleekend Pybes, in omslag 6 N0 5.
1595, 14 Maart. De graaf van Fuentes, stadhouder generaal, betuigt zijne goede genegenheid aan de stad Roermond die zich zoo trouwelijk ende vromelijck erholden heeft tot dienste van Godt ind van ihre Co. ma'., en verzekert dat wanneer hij eenig voordeel of verzachting aan de stad kan toebrengen, men hem daartoe altoos bereid zal vinden.
Orig. gedagteekend uit Brussel, in omslag 7 N0 8.
1595, 8 Julij. De stadhouder Herman van den Bergh schrijft aan den magistraat van Roermond aangaande eenige ongeregeldheden, die aldaar door sommige krijgslieden gepleegd zijn.
Orig. gedagteekend uit Antwerpen en gel. Herman graue zu dem Bergh, in omslag 11 N0 II.
159s, 17 October. Stadhouder, kanselier en raden des konings in Gelderland bevelen eene generale processie te doen houden wegens de verovering van Kamerijk.
Orig. geteekend Pybes , in omslag 8 N0 41.
1595, 3 November. De Hoofd-thesaurier-generaal en de gecommitteerden van de financiën kennis bekomen hebbende dat vele leenen in Gelderland van Z. M. als graaf van Holland gehouden sedert een aantal jaren niet verheven zijn geworden , waardoor merkelijke schade aan Z M. berokkend wordt, commilteeren hierbij Willem Griep, kanselier van het hof van Gelderland , om tot die verheffing te doen overgaan.
Orig. perkam. gedagteekend uit Brussel Charles d'Aremberg,
J, de Drencwairt, d'Overloepc, G. de Merode, in doos 2 N0 3.
- 386 —
1595, 20 December. Het hof van Gelderland beschrijft op last van den stadhouder eenen kwartiersdag te Roermond op den S3'11 Januarij 1596.
Orig. geleekend P. Pybes , io omslag 7 N° 18.
1596, 3 en 11 Maart. Twee brieven van den stadhouder , in antwoord op bedenkingen door den magistraat van Roermond geopperd tegen de aankomst van nieuw garnizoen in het Overkwartier.
Orig. gedagleekend uit Rijnberk en get. Herman graue su dem Bergh in omslag l i N0 12.
1596. Brieven van den kanselier en raden des konings in Gelderland aan de stad Roermond.
12 April. Zij beschrijven ridderschap en sleden van het Overkwartier omdat de beden geëxpireerd zijn en er geen middel voorhanden is om de ruiters in dit land zijnde te onderhouden, vermits er geen geld van het hof gezonden wordt.
1 Mei. Zij bevelen generale processiën te houden wegens de verovering van de stad, het kasteel en de forten van Calais.
5 Jung. Id. wegens de verovering der stad Ardres.
24 Augs. Id. wegens de victorie tegen den vijand en rebellen , die door de kracht van wapenen gedrongen zijn de stad Hulst te verlaten.
2 November. Bevelen de plakkaten van 1588 en 1589, aangaande den uitvoer van granen op nieuw te publiceren, uithoofde de opbrengst daarvan dit jaar niet menigvuldig is en vele granen door den vijand verwoest zijn.
Originelen , geleekend Pybes , in omslag 8 Nquot; 37.
- 387 —
1596, 23 Maart. De stadhouder schrijft uit Rijnberk aan den magistraat van Roermond vernomen te hebben dat het krijgsvolk, 't welk eenige dagen aan de Maas gelegen heeft, vertrokken is om zoo het schijnt zijnen weg naar La Fère in Frankrijk te nemen; de landvoogd had hem geschreven dat hij zich persoonlijk ook derwaarts wilde begeven, doch misschien heeft hij daarvan nu afgezien, daar de gouverneur van Gelder Sr George Rasta die stad met eenige ruiters te hulp gesneld is en voor twee maanden levensmiddelen daarin heeft doen brengen.
Orig. get. Herman grauc zu detn Bergh, in omslag io Nquot; 16.
1596, 10 April. De magistraat van Roermond geeft aan het hof van Gelderland te kennen, dat hij , wegens gebrek aan kleine munt, tot gerief der inwoners dezer stad en van hunne naburen en uit kracht van een octrooi, zekere kleine munten, als peerdtgens, stuuers, oertgens und het vierdendeyl van eijn oertgen heeft doen slaan; dat die munten in de omliggende plaatsen niet tegen hare volle waarde ontvangen worden, waardoor een groot nadeel voor de stad ontstaat; de magistraat verzoekt dat het hof, in naam van Z. M. onder wiens titel, naam en wapen deze munten geslagen zijn , moge bevelen om deze overal in dit kwartier tegen de volle waarde te ontvangen , te weten de peerdtgens voor een en een haiven stuiver en de overige stukken naar advenant.
Minute, in omslag 15 N° 4.
1596, 25 April. Graaf Herman van den Rergh zendt assistentie aan de stad Roermond uit de omliggende garnizoenen met den hopman Dulkea, zoo als ook zijne karabiniers, en hoopt dat zij zich met de toegezondene
50
— 388 -
hulp legen de aanslagen van den vijand zal kunnen verdedigen. Uit zijn garnizoen kan hij niets zenden, omdat de vijand zich tusschen Deventer en Zutphen sterk verzamelt en het hem onbekend is waarop het gemunt zal zijn.
Orig. gedagteekend uit Rijnberk en geleekend Herman graue su dem Bergh , in omslag 3 N0 42.
1596, 26 April. Graaf Herman van den Bergh schrijft aan de stad Roermond met vreugde vernomen te hebben dat de vijand afgetrokken is , zocdat de stad ditmaal voor geene belegering te vreezen heeft; hij verzoekt onderrigt te mogen worden waarheen de vijand zich
begeven heeft.
Orig. gedagteekend uit Rijnberk en geteekend lierman
graue su dem Bergh, in omslag 2 N0 79.
1596, 21 Mei. De magistraat van Roermond schrijft aan dien van Venlo aangaande het bepalen der waarde van de muntspeciën, die tot betaling van den ingewillig-den bedestuyr toegelaten zijn; voorts verzoekt hij maatregelen te nemen om de te Roermond geslagene peerdtgens. stuners halve sluuers und oertgens, te Venlo tegen hunne volle waarde te doen ontvangen.
Minute, in omslag lb N° 1.
1596, 29 Mei. De magistraat van Venlo schrijft aan dien van Roermond aangaande den bedesluir en verzoekt pogingen in het werk te stellen dat men niet tegen de privilegiën, boven het door ridderschap en steden ingewilligde bedrag, bezwaard worde.
Aangaande de peerdtgens geeft die magistraat te kennen , dat zoo lang niet wordt verkregen dat deze tegen de waarde waarop zij geslagen zijn in andere naburige
- 389 —
steden onder het gebied van Z. M., zoo als ook in het vorstendom Gulik, ontvangen worden. zij hunne burgers daartoe niet kunnen noodzaken.
Orig. in omslag lo N0 36.
1596, 6 Junij. De magistraat van Roermond antwoordt aan dien van Venio dat het hem niet mogelijk is om de Roermondsche munten te doen koers hebben te Grave en in het land van Gulik, als niet tot het gebied van den Koning behoorende; het is volgens zijne meening genoeg dat zij in het Overkwartier tegen de volle waarde ontvangen worden om ze ook bij de naburen die waarde te doen verkrijgen ; de magistraat verzoekt nogmaals dat aan de bepaling van dat laatste kwartiersreces, aangaande deze munten, voldaan worde.
Minute, in omslag iö N0 3.
1596, 10 Junij. De magistraat van Venlo schrijft aan dien van Roermond, dat hij aan hun verzoek om de peerdtgens tot de gestelde waarde te doen ontvangen niet kan voldoen, zoolang die niet bij hunne naburen op denzelfden voet ontvangen worden, ook omdat do burgers meestal in het Gulikerland handel drijven, en voornamelijk daarvan bestaan moeten , en die muntsoort aldaar niet gangbaar is.
Orig. in omslag 12 Nquot; 26.
1596, 19 Junij. De magistraat van Roermond verzoekt den drost van Montfort ingevolge het laatste kwartierreces maatregelen te nemen opdat de te Roermo«d geslagene peerdtgens, stuuers en halae stuners in het ambt Montfort tot de volle waarde ontvangen worden.
Miunte, in omslag lo N° 2.
- 390 -
1596, 12 Julij. De magistraat van Yenlo klaagt aan dien van Roermond dat de ruiters van ridder Melzy, te Gelder in garnizoen, opt platte landt mitt de exces-syve vorderingen gelyckentnaell procederen und te execiilieren voornemen ; hij verzoekt zulks bij den stadhouder of bij kanselier en raden op 't spoedigst te willen bekend maken opdat dergelijke bedrijven tegengegaan worden.
Orig. in omslag 12 Nquot; 20.
1596, 21 October. De aartshertog Albert spoort den magistraat van Roermond aan , om, zooveel hunne middelen zulks toelaten , vroegtijdig magazijnen van granen te maken, aangezien de graanoogst dit jaar minder voordeelig en een groot gedeelte daarvan door den vijand en de rebellen verwoest is. Voor de in vreemde landen aangekochte granen, schenkt hij vrijdom van licenten, enz.
Orig. fr. gedagteekend uit Brussel en geteekend Albert, in omslag 4 N0 22.
1596, 28 October. Stadhouder, kanselier en raden des konings schrijven, op last van den landvoogd, dat de stad Aken onlangs zekere munten heeft doen slaan hebbende onder anderen opte Inscriptie doen stellen het woordt liberae, dwelck sy nyet gewoen oft gepleegt hebben te doen; dat de inwendige waarde van die munten onbekend is, en zij waarschijnlijk in overvloed in Z' Ms landen zullen gebragt worden, weswege de landvoogd die voor billioen verklaard en de ontvangst daarvan verboden heeft.
Orig. get. Pybcs, in omslag 13 N0 4-4,
1596, 25 November. De magistraat van Roermond geeft eene instructie aan Gerard Heysters, scholtis, Gerrit Koch, raadsverwant en m' Johan Bossman, se-
- 391 -
cretaris, die tot gedeputeerden benoemd zijn om zich naar Brussel te begeven, ten einde aldaar aangaande de verpachting der licenten op de rivier de Maas te onderhandelen.
Orig. met het opgeplakte kleine zegel der stad en ge-teekend Campen, met vele stukken tot hetzelfde onderwerp betrekking hebbende, in omslag 14 N0 28.
1597—1600. Verschillende stukken betrekkelijk het verschil tusschen den bisschop en den magistraat van Roermond ter eenre en het convent van O. L. Vr. Munster ter andere zijde aangaande het houden der processie uit dat convent op dingsdag na de heilige Drievuldigheid.
In omslag 4 N0 1.
1597, 1 Februarij. Stadhouder, kanselier en raden des konings in Gelderland geven op last van den aartshertog Albert bevel aan den magistraat van Roermond om ten spoedigste eenen kwartiersdag te beschrijven.
Orig. get. P. Pybes, in omslag 9 N0 8.
1597, 9 Februarij. Het hof van Gelderland zendt een plakkaat van den aartshertog Albert, verbiedende aan de kooplieden van de landen Luik, Gulik en anderen die zich neutralen noemen, om zonder vergunning of expres-selijk paspoort te gaan naar of te komen uit Holland , Zeeland en andere landen, die door de rebellen en vijanden van den koning geoccupeerd zijn ; het hof beveelt een bijtonder toezicht daarop te houden en hen die niet van behoorlijke paspoort brieven van Z. M. voorzien zijn, te doen aanhouden als personen van goede buyl, ende tegens dezelve procederende bij executie van penen ende amenden by de voorschr. ordonnantie daertoe gestelt.
Orig. geleekend Pybes, in omslag 16 N0 7.
- 394 —
andere steden op eene dergelijke wijze kunnen verloren gaan; hij spoort die van Roermond aan om op hunne hoede te wezen en alle pogingen in het werk te stellen om den vijand te keeren; zoodra hij het noodige tot hulp van de stad Amiens zal gedaan hebben zal hij zooveel hulp zenden als vereischt wordt om de aanslagen en de oogmerken van den vijand te verijdelen.
Orig. fr. gedagteekend uil Douai en gelcekend Albert , car. in omslag 3 N0 21.
1597, 14 November. De aartshertog Albert ' berigt aan den magistraat van Roermond dat de vijanden voor-deelen behalen op den Rijn en in Friesland; dat hij om hen te keeren en voornamelijk om Roermond te vrijwaren, welke stad zich in hunne nabijheid bevindt, hun twee compagniën van het regiment van den graaf van Biglia zendt, die hij hun beveelt te ontvangen en te huisvesten.
Orig. gedagteekend uil Brugge en geleekend: Albert , car. in omslag 2 , Nquot; 77.
1597, 20 December. Stadhouder, kanselier en raden des konings in Gelderland beschrijven op last van den landvoogd Albert eenen kwartiersdag op den S'quot;1 Januarij 1598, ten einde de genadige resolutie van Z. M. en andere zaken, grootelijks de welvaart dezer landen betreffende , aan te hooren.
Orig. geleekend Pybes , in omslag 8 N0 42,
1598, Januarij—Junij. Brieven van den stadhouder Herman van den Bergh aan de stad Roermond , als :
27 Januarij. Beveelt de soldaten van de oorlogsschepen op den Rijn in de stad te ontvangen.
(Gedagteekend uit Roermond).
— 395 —
24 Mei. Verzoekt de soldaten, die hopman Kilzger tot versterking zijner kompagnie aangenomen heeft , voor eenige dagen te logeren.
(Gedagteekend uit Brussel).
8 Junij. Schrijft aangaande de betaling der soldaten en belooft alle mogelijke vlijt aan te wenden om de stad van garnizoen te verligten.
(Gedagteekend uit Brussel).
11 Junij. Berigt namens den aartshertog dat de burgers het door de soldaten van zijn regiment verschuldigde op den laatsten Julij zullen ontvangen.
(Gedagteekend uit Brussel).
Orig. geteekend Herman graue zu dem Bergh , in omslag 16 N04t.
1598, 15 Maart. De gezamenlijke schepenen van het ambt Montfort geven hunne bezwaren te kennen aan stadhouder, kanselier en raden des konings in Gelderland aangaande de ordonnantie en regelen hoe men zich voortaan te gedragen zal hebben in het aannemen, verdeelen, ontvangen en uitgeven der beden, brandschattingen door den vijand opgelegd en andere buitengewone dagelijks voorkomende lasten.
Stadhouder, enz. zenden dit bezwaarschrift aan den magistraat van Roermond , ten Gne van advies.
Orig. in omslag 12 N0 62.
1598, 17 Maart. De bisschop Henricus Cuyckius verzoekt den magistraat van Roermond om gezamenlijk na de hoogmis op het hoogc koor tot de tafel des Heeren te naderen, zoo als zulks in vorige tijden altijd geschiedde en insgelijks door de raden des Konings en die van de rekenkamer zal gedaan worden; hij hoopt
51
- 396 -
dat zulks die gemeynle tol deuotie, ootrnoedicheyt, ende reverentie tottet lichaem des Ueeren (den schat onzer zielen)
verwecken zal.
Orig. geleekend Henricus Cuyckius , onweer die h Bisschop lol Ruermundl , in omslag 15 N0 26.
1598, 2 April. Filips II verleent octrooi aan de stad Roermoad tot het ligten van den tienden penning op het regt genaamd Schippersteur of Superplus, welk binnen deze stad geheven wordt, voor den tijd van een jaar, aanvang nemende met den eersten Mei 1598, en de penningen daarvan komende met andere stedelijke middelen te doen strekken tot de fortificatie der stad.
Orig. perk. gedaglcekend uil Brussel , zegel onlbreeki. In doos 1 N0
1598, April—Junij. Twee brieven van Dederik van Pallandt, ambtman van Wassenberg, met het antwoord van den magistraat van Roermond , aangaande het tot stand brengen van eene scheepvaart op de rivier de Roer.
Orig. en minuien ia omslag 4 N0 23.
1598, 6 Mei. Declaratie van koning Filips nopens den afstand van de Nederlanden aan den aartshertog Albert en Isabella Clara Eugenia.
Afschrift, in code des principaux traités ele. bladz. 93.
1598, 5 Junij. Het hof van Gelderland, kennis gevende van den vrede, die tusschen zijne majesteit en den koning van Frankrijk tot stand gekomen is. zendt een project van de publicatie, die daarvan op Zondag 12 Junij door het geheele land zal gedaan worden.
Orig. geleekend Pyhcs in omslag 3 N0 19.
1598, 20 Julij. De stadhouder graaf Herman van den Bergh berigt aan de stad Roermond dat hij uit het
- 397 —
schrijven van de gedeputeerden van het Overkwartier met leedwezen vernomen heeft den armoedigen toestand van dat kwartier; dat hij dat schrijven met eene breedvoerige uitlegging aan den landvoogd overhandigd heeft, die zulks naar de heeren van finantiën heeft verwezen.
Orig. gedagleckend uit Brussel en geteekend Herman gram zu dem Bergh , in omslag 3 No 62.
V
1Ö98, 13 Augustus. De bisschop Henricus Cuyckius schrijft aan den magistraat van Roermond met de gedeputeerden van de ridderschap overeengekomen te zijn dat zij de voornaamste artikelen van hunne klagten aan den aartshertog in geschrift zouden zamenvatten, ten einde hij vervolgens zijnen brief tot ondersteuning daarvan inrigte; hij houdt echter het oogenblik daartoe voor ongeschikt, doordien de inhuldiging thans moet plaats hebben, de gedeputeerden van alle provinciën zich aan het hof bevinden en weinig gehoor aan die klagten zal gegeven worden.
Orig. gedagleckend uil Gelder en geleekend Henricus Cuyckius , in omslag 15 N0 27.
1598, 18 Augustus. De bisschop Henricus Cuyckius schrijft aan den magistraat van Roermond dat, alhoewel hij het concept van het klaagschrift aan den aartshertog tot dusverre niet ontvangen heeft, hij evenwel zijne klagten aan den aartshertog heeft doen toekomen; hij berigt verder dat hij Gelder zeer rouwe verwoest ende ongehowt (jeiionden heeft in alle Godtsdiensten, fabryeken, administralien der armer goederen, broederschappen ende diergehjcken; dat ook de pastoor van Stralen hem geklaagd heeft dat het H. Vormsel in 25 jaren niet toegediend was, welke klagt hij insgelijks van Wachtendonck , Er-kelens en uit het land van Valkenburg ontving, alwaar gedurende 18 of 19 jaren niet gevormd werd. Hij geeft
- 398 -
aan den magistraat te kennen niet alleen bisschop van Roermond en Venlo te zijn, maar zijne diensten aan zijn geheele bisdom te zijn verschuldigd en dat hij derhalve verpligt is op alle die plaatsen die waerheyt des Euange-hums te vercondigen, die n ff gekeerde tot den rechten tvech des salicheijts wederotnme te legden, ende die staende te verstercken. Also ic [schrijft hij] gisteren noch met eenen herdoper iet het dorpe van Nieuwkercke int lang gedisputeert heb, ende den sondach voorleden noch wel twee hondert menschen gevormt, daer sich onder ooc somtijts vuegen enige wt die naestleggende Cleeffsche dorpen ende steden.
Orig. gedagleekend uil Gelder en geteekend llenricus Cuyckim, in omslag 15 N0 28.
1598, 2 September. De bisschop Henricus Cuyckius schrijft aan den magistraat van Roermond , dat de commissarissen, die naar Brussel gezonden zijn, zich de zaak der processie uit de Munsterkerk ernstig hebben aangetrokken en dat zij die saecke zoeken voort te drijuen tot auancement van der Albissen door tusschenkomst van eenen edelman van den aartshertog, Baexen genaamd; hij heeft evenwel maatregelen genomen om zulks te keer te gaan en verzoekt den magistraat voortaan toe te zien wie hij uitzendt.
Orig. gedagleekend uil Gelder en geleekend Henricus Cuyckius, in omslag 15 N0 29.
1598, 8 October. Het hof van Gelderland gelast aan den magistraat van Roermond eenen landdag te beschrijven op den 13dtquot; dezer, ten einde maatregelen te beramen in zake van de vele huislieden uit het Overkwartier, die door den vijand gevankelijk naar Nijmegen gevoerd werden en daar op groote kosten gehouden worden.
Orig. geleekend Pybes , in omslag 3 N0 44.
— 399 -
1598, 9 October. Het hof van Gelderland gelast den magistraat van Roermond obsequien ende bcganckenisse te doen houden tot laafnis der ziel van koning Filips, op 13 September overleden.
Orig. geleekend Pybes , in omslag i~ No i'J.
1598, 16 November. De landvoogd Andreas, kardinaal van Oostenrijk, schrijft aan den magistraat dat het hem leed doet tot dusverre nog geene voldoening aan de soldaten van het garnizoen aldaar te hebben kunnen geven, maar dat hij den stadhouder gelast heeft hun een derde gedeelte van hunne soldij te verstrekken, waardoor de vrees voor zwarigheden van dien kant zal ophouden.
Orig. fr. gedagteekend uil Brussel en gel. Andrc, Levas-seur, in omslag 12 N0 49.
1Ö98, 19 November. De stadhouder schrijft aan den magistraat van Roermond dat de kapitein ridder Cigoigne een verlof bekomen heeft om zich naar Rrussel te begeven, en dat hij hem belast heeft de sleutels der stad in handen van den magistraat te stellen; hij spoort hem aan goede wacht te houden opdat de stad van alle ongeregeldheden bevrijd blijve en de soldaten niets onder-nemen wat tot schade van Z. M. mogt strekken.
Orig. gedagteekend uit Gelder en geteekend Herman graue zu dem Bergh, in omslag 12 N0 44.
1598, 23 November. De stadhouder schrijft aan den magistraat van Roermond bevel gegeven te hebben om plakkaten te doen uitgaan ten einde de plunderingen, die dagelijks zoo door het paarden- als voetvolk worden ondernomen, te keer te gaan; voorts om gedurende de afwezigheid van den kapitein Cigoigne de sleutels der stad in handen van den burgemeester te stellen, en wanneer die kapitein zich niet verwijdert dan de helft
— 400 —
dier sleutels aan den burgemeester te overhandigen, opdat in deze gevaarvolle tijden de poorten zonder zijn voorweten niet ontsloten worden.
Orig. gedagteekend uil Gelder en gel. Herman grauc zu dem üergh, in omslag 12 N0 46.
1598, 28 November. De graaf Herman van den Bergh berigt aan den magistraat van Roermond vernomen te hebben dat de vier vendelen van zijn regiment, die te Roermond zijn, eene geheime conspiratie gemaakt hebben, om eenige ruiters van het leger op hunne zijde te krijgen , ten einde zich op zekeren tijd van de stad Roermond meester te maken, en zich daar te doen betalen voor hetgene zij bij zijne majesteit ten achteren zijn. Hij waarschuwt hun daarop goede wacht te houden, slechts twee poorten te openen en de dienst aan die poorten bij voorkeur door burgers te doen verrigten.
Orig. gedagteekend uit Gelder en geteekend Herman grauc zu dem Bcrgh, in omslag 2 N0 80.
1598, 1 December. De stadhouder Herman van den Bergh spoort Roermond aan om goede wacht aan de poorten te houden en die , welke dagelijks geopend worden , met de helft meer burgers dan soldaten te bezetten, ten einde dezen laatsten alle middelen te benemen om die van Stralen en Weert binnen de stad te laten komen.
Orig. gedagteekend uit Gelder en geteekend Herman grauc zu dem Bcrgh, in omslag 3 IN0 43.
1598, 10 December. De stadhouder berigt aan de stad Roermond dat zijn broeder, graaf Hendrik, zijne kompagnie kurassiers aan de overzijde van den Rijn niet kunnende onderbrengen, genoodzaakt is hen in de steden Gelder, Wachtendonk en Stralen te leggen en een cor-poraelschap van ongeveer vier offle vijff ende derlich peerden
— 401 -
naar Roermond te zenden; hij vertrouwt dat geene zwarigheden zullen gemaakt worden om hen te ontvangen.
Orig. gedagteekend uit Gelder en get. Herman graue zu dem Bergh , in omslag 13 N0 17
1598, 14 December. De stadhouder verzoekt nogmaals aan de stad Roermond geene zwarigheden te maken in het ontvangen der dertig ruiters van de kompagnie van zijnen broeder graaf Hendrik, daar de stad toch tegenwoordig met weinig garnizoen belast is, en de steden Gelder, Wachtendonk en Stralen een veel grooter getal ingenomen hebben.
Orig. gedagteekend uil Gelder en geleekend lierman graue zu dem Dcrgh , in omslag 15 Nquot; 19.
1599, 8, 14 en 29 Januarij. Drie brieven van den stadhouder, inhoudende kennisgeving aan den magistraat van Roermond van zijn voornemen om naar die stad te komen, en het verzoek om aldaar eene woning voor hem en zijn gevolg te doen in orde brengen.
Orig. de twee eerste gedagteekend uil Gelder de laatste uit Roermond en get. Herman graue zu dem Bergh, in omslag 13 N° 24.
1599, 0 Januarij. Het hof van Gelderland beschrijft eenen landdag te Venlo op den 8quot;quot;quot; Januarij; verklaart dat die beschrijving te Venlo niet geschiedt om aan de regten van Roermond als hoofdstad van het kwartier te kort te doen, maar alleen wegens de besmettelijke ziekte, die eenigen tijd te Roermond geheerscht heeft, maar thans afnemende is.
Orig. geleekend P. Pyhes, in omslag 5 N0 II.
1599. Februarij—September.
Rrieven van den stadhouder Herman van den Rergh aan den magistraat van Roermond, als:
— 402 —
19 Februarij. Hij berigt dat commissarissen benevens den pagador met de penningen naar Roermond gezonden zijn om de resterende vendels van zijn regiment te voldoen , met verzoek om hen behulpzaam te willen zijn; beveelt tevens om de burgers te wapenen, ten einde tegen de aanslagen van den vijand te waken en de inconvenienten voor te komen, die door het afdanken van krijgsvolk zouden kunnen ontstaan.
(Gedagteekend uit Brussel).
17 September. Hij berigt dat het Duitsche leger de stad Rees verlaten heeft en hij zich weldra naar Roermond zal begeven voor de dienst van den aartshertog. Kij verzoekt derhalve ora een huis voor hem in te rigten met stalling voor 24 paarden.
(Gedagteekend uit Gelder).
23 September. Hij berigt vernomen te hebben dut eenigc Waalsche en Italiaansche soldaten langs den oever der rivier de Maas zwerven, om die rivier over te gaan en zich van de eene of andere plaats meester te maken ; beveelt dat men de schepen , die zich stroom opwaarts op die rivier bevinden , naar Roermond en die stroom afwaarts zijn naar Venlo zal brengen ; hij berigt tevens aan den drossaard van Stevensweert het bevel gegeven te hebben om eenige boeren op het huis aldaar te doen komen en desnoods eenige soldaten te Roermond tot verdediging daarvan aan te vragen.
(Gedagteekend uil Gelder).
28 September. Hij beveelt het huis Cortembach voor hem te doen ruimen en zoo er zich moeijelijkheden daarin mogten voordoen, zulks door den sergeant van kapitein Philomé te doen verrigten.
(Gedagteekend uit Gelder).
- 403 -
3 December. Hij zendt een afschrift van een schrijven van den aartshertog inhoudende bevel tot het innemen van krijgslieden.
(Gedagt. uit Brussel).
Originelen gel. Herman graue zu dcm Bergh , in omslag H N» 15.
1599, 16 Februarlj. De bisschop Henricus Cuyckius schrijft aan den magistraat van Roermond dat de school der stad, die door het overlijden van Peters de Louw een zoo groot verlies leed, zijn voornaamste zorg uitmaakt ; hij had gewenscht eene goede school tot stand gebragt te zien , maar denkt dat deze thans veel geleden zal hebben; hij raadt den magistraat aan zich met het benoemen van eenen nieuwen rector niet te overhaasten, daar de welvaart der school daarvan afhangt, en die benoeming tot zijne terugkomst uit te stellen , die reeds zoude hebben plaats gehad ware het niet dat de Pauselijke legaat hem de zorg voor Doetichem en andere vlekken en steden , die geenen eigen bisschop hebben , had opgedragen.
Orig. gedagleekend uit Grave en geteekend Henricus Cuyckius, onwcerdich Bisschop zu Rurcmundl, in omslag IS Nquot; 30.
1599, 24 Februarij. Graaf Herman van den Bergh schrijft aan den magistraat van Roermond dat de vier kompagniën van zijn regiment de stad verlaten , terwijl de kompagnie van Sr Philomé zal binnenkomen; hij beveelt geene moeijelijkheden te maken om die te ontvangen maar die zoo goed mogelijk te verzorgen; tevens verzoekt hij dringend om insgelijks het escadron van de kompagnie kurassiers van zijn broeder Hendrik te ontvangen , daar zulks de wil is van den aartshertog en de dienst en het welzijn des lands zulks noodzakelijk maken.
Orig. fr. gedagleekend uil Grave en geleekend Herman conté de Bergh , in omslag 16 N0 24. 52
- 404 -
1599, 2G Februarij. — De kardinaal Andreas zendt aan den magistaat van Roermond het benoodigde geld om de kompagniën van Graaf Herman van den Bergh te voldoen, die nog van zijn regiment te Roermond achtergebleven zijn; hij geeft hem tevens bevel om 50 soldaten te paard van de kompagnie van graaf Hendrik te ontvangen en die te logeren.
Orig. fr. gedagieekend uit Brussel en geleekend Andri, Levasseur, in omslag 16 N0 25.
1599, G Maart. De bisschop Henricus Cuyckius meldt aan den magistraat van Roermond het schrijven van de gedeputeerden der ridderschap te hebben ontvangen , waarna hij zijne letteren aan den kardinaal heeft ingerigt en gezonden ; hij verlangt inlichtingen te bekomen aangaande de school, waarvoor hij aan den burgemeester eenen persoon, Kocx genaamd , heeft aanbevolen , als hebbende geleerlheyt te samen met godl-vruchticheyt, daer zeer veel aen gelegen is.
Orig. gedagieekend uit Grave en geleekend Iknricus Cuyckius, in omslag lo N0 31.
1599, 12 April. De stadhouder zendt de kompagnie van kapitein Philomé naar Roermond, ten einde aldaar de wacht te houden en de konvooijen naar Maastricht te doen.
Inliggend eene lijst der soldaten, vrouwen en kinderen van die kompagnie.
Orig. gedagieekend uil Gelder en geleekend Herman comte de Bergh, in omslag 12 N0 29.
1599, 24 Junij. De stadhouder Herman van den Bergh berigt aan de stad Roermond dat de vijand een aanslag op Venlo of Roermond in den zin heeft; zooveel is zeker dat tc Nijmegen een voorwerp is gemaakt
— 405 —
geworden om stadspoorten le kunnen openen. Hij vermaant goede wacht te houden.
Orig. fr. gedagteekcnd uit 's Hcrtogcnbosch cn gclcc-
kend Herman comte de Dcrgh , in omslag 2 IN° 81.
1599, 19 Augustus. De magistraat van Roermond maakt eene ordonnantie tot wering der contagicuse ziekte, die in de omstreken heerscht, en beveelt naauw-keurig toezigt te houden op de personen, die de stad binnenkomen.
Orig. in omslag 12 N° 14.
1599 , 20 September. Bisschop Henricus Cuyckius schrijft uit Valkenburg aan den magistraat van Roermond dat, daar de Paus de Christenen ter bedevaart van het gulden jaar of Jubilé uitgenoodigd heeft, hij de onderdanen van zijn bisdom met zijn voorbeeld wil voorgaan en die bedevaart zal aanvangen. Voorts berigt hij de overbrenging van het kapittel uit de H. Geestkerk naar die van den II. Christoffel niet te willen doordrijven ten zijnen voordeele noch tot dat van het kapittel, maar in die zaak niets tegen den wil van den magistraat te zullen ondernemen; mogt deze die translatie goedkeuren en verlangen, dan zal hij zijn kapittel daartoe bewegen en twijfelt hij niet of de zwarigheden zullen uit den weg geruimd worden.
Orig. gelcckcnd Henricus Cuyckius, in omslag 14 Nquot; 17.
1599 , 1 October. Graaf Hendrik van den Bergh schrijft aan den magistraat dat de ordonnantie verleend is om vijftig paarden van zijne kompagnie in Roermond te accommoderen; dat hij met zijne huishouding tot dusverre in Gelder verbleven is, maar dat de afschuwelijke pest aldaar dagelijks meer en meer toeneemt, zoodat hij den magistraat vriendelijk verzoekt voor hem gt;
- 406 —
zijne huishouding en dienaren in Roermond voor een tijd lang huisvestiog te willen bezorgen.
Orig, gedagteekend uit Gelder en geteekend IIenrich graff zu den Bergh , in omslag d6 N° 26.
1599, 26 October. Het hof van Gelderland zendt aan den magistraat van Roermond twee plakkaten, het eene inhoudende verbod om met de rebellen van HoU land, Zeeland en hunne aanhangers handel te drijven en het ander den prijs vaststellende van den nieuwen Nederlandschen gulden, door de aartshertogen sedert hunne aankomst geslagen.
Orig. geteekend Pybes , in omslag ^ N0 6.
1599 , 9 November. De magistraat van Venlo berigt aan dien van Roermond dat hij nog niet met zekerheid weet wanneer het leger zal oprukken, dat men verneemt dat het tot den 20quot;en dezer maand zal blijven, maar dat het tot dusverre onbekend is of het nabij de stad Venlo naar dezen kant der Maas zal trekken , dan of het door het land van Kessel hooger zal oprukken.
Orig. in omslag 3 N0 IS.
1599, 18 November. De magistraat van Roermond geeft eene instructie aan den tijdelijken burgemeester Mathis Rutkens , om zich naar Rrussel te begeven , ten einde den stadhouder eenige bezwaren der stad kenbaar tc maken en op vermindering van het garnizoen aan te dringen.
Orig. met het opgeplakte zegel der stad , in omslag 6 N0 20.
1600, 23 Februarij. Reinier van Rijswick schrijft uit Brussel aan den magistraat van Roermond, onder andere zaken, dat de audiencier Verreycken van Galais naar
Engeland vertrokken is om aangaande den vrede te onderhandelen.
Orig. geteekend van Ryswick, in omslag 16 N0 27.
1600, 18 Maart. De magistraat van Stralen berigt aan dien van Roermond ditmaal den beschreven kwartiersdag niet te kunnen bijwonen daar door het verlies van Wachtendonk de wegen een al te groot gevaar opleveren.
Orig. in omslag 16 N0 28.
1600, 19 Maart. De magistraat van Gelder, verzocht om op den kwartiersdag bepaald op 20 Maart, te Roermond te willen tegenwoordig zijn bij de huldiging van zijne vorstelijke doorluchtigheid en tevens mede te beraadslagen aangaande de voor te stellen bezwaren tegen de landsprivilegiën, antwoordt dat wegens de onveiligheid der wegen, als ook omdat zij dagelijks meer krijgsvolk te wachten zijn, zich niet naar Roermond kunnen begeven, maar dat zij Godert van Aefler-den belast hebben om in hunnen naam te verschijnen.
Orig. in omslag 3 N0 53.
1600, 19 Maart. De magistraat van Venlo schrijft aan dien van Roermond niet op den kwartiersdag van den 20quot;e° dezer te kunnen verschijnen daar de vijand, voornamelijk sedert de verrassing van Wachtendonck in den omtrek der stad zwerft; aangaande het doel der vergadering, namelijk om bij de aartshertogen op herstel der privilegiën aan te dringen, heeft hij reeds vroeger zijne meening te kennen gegeven en op dat herstel aangedrongen; hij verzoekt inlichtingen te ontvangen aangaande hetgeen zal besloten zijn.
Orig. in omslag 15 N0 21.
1600, 5 April. De magistraat van Gelder verontschuldigt zich dat hij niet ten kwartiersdag komen kan wegens de onveiligheid der wegen, daar de vijand onlangs zich nabij Stralen vertoond heeft, alwaar eenigen dood bleven en anderen gevangen werden. Hij delegeert den rentmeester Godert van Aefferden om zijne plaats te be-kleeden.
Orig. in omslag 6 Nquot; 29.
1600, 20 April. De magistraat van Roermond geeft eene instructie aan Johan van Buegel, burgemeester en Gerard Creijarts, licentiaat in de regten en schepen der stad om zich naar Brussel te begeven en aldaar de stedelijke belangen te behartigen, vooral aangaande het verschil met de stad 's Hertogeubosch betrekkelijk de Brabandsche gouden bul, die indruischt tegen het privilegie de non evocando; en aangaande het plakkaat van de munt dd. 16 November 1599, waartegen de magistraat bedenkingen heeft geopperd.
Orig, geteekend Bossman, in omslag 17 Nquot; 5.
1600, 27 April. De magistraat van Roermond geeft aan den pastoor der Parochiekerk van den H. Christof-fel, Petrus Groeningen, op zijn verlangen een getuigschrift, inhoudende dat hij gedurende de acht jaren, die hij zijn ambt bekleedde, zich van zijne bediening ijverig gekweten, de gemeente in den hoogsten nood en bij de afschuwelijke ziekten getrouw bijgestaan, en zich steeds als een goed pastoor en eerlijk man gedragen heeft.
Minute , in omslag T Nquot; 25.
1600, 2 Junij. Wilhelm Bentinck schrijft aan den magistraat van Roermond dat het huis Batenburg, waarop hij zoo van deze als van de andere zijde der
- 409 —
Maas ongeveer vijftig schoten gedaan had, zich heeft overgegeven en het garnizoen bestaande uit negentig soldaten met geweer en bagagie uitgetrokken is ; tevens dankt hij den magistraat voor de huisvesting van zijne zieke soldaten, die tot dusverre in Roermond waren gebleven.
Orig. gedagieekend uil Gassel bij Grave en geteckend Wilhelm Bcnlinck, in omslag •16 Nquot; dd.
1600, 5 Junij. De magistraat van Roermond doet een onderzoek aangaande den moedwil, door de inwoners der voorsteden en eenige burgers def stad gepleegd met het weigeren van den toegang aan doortrekkende krijgslieden, en geeft verslag van dat onderzoek aan den stadhouder.
Minute, in omslag 12 N° 27.
1600, 9 Junij. Johan van Buegel schrijft uit Brussel aan den magistraat van Roermond dat de afgezanten van de generale staten heden naar Antwerpen vertrokken zijn om zich naar Holland te begeven en men thans over saeckcn den criegh betreffende handelt; hij verzoekt dat hem onmiddelijk authentieke afschriften worden toegezonden van alle stukken / die tot onderhoud en verdediging der privilegiën, vrijheden en geregtigheden kunnen dienen, ten einde alle nieuwigheden en inbreuken daartegen te doen ophouden, daar de aartshertog zich geneigd getoond heeft de klagten dienaangaande uit den weg te ruimen.
Orig. geieekend Johan van Buegel , in omslag 17 N0 4.
1600, 16 Augustus. De stad Gelder deelt aan de stad Koermond hare meening mede omtrent de door de staten voorgeslagene ligtirig van 10,000 man te voet
— 410 -
en 3000 man te paard, aangaande de middelen om in hun onderhoud te voorzien en hoe hunne betaling zal geregeld worden.
Orig. in omslag 12 N0 17.
1600, 1 en 4 September. Twee brieven van ' de stad Venio aan de stad Roermond aangaande het bijwonen van den kwartiersdag op 25 dezer beschreven.
Orig. in omslag 12 N0 18.
1600, 2 September. Hendrik Hompes doet rekening van de inkomsten en uitgaven van het kollegie van S' Hieronymus te Keulen over de jaren 1591 tot 2 September 1600.
Orig. in omslag 8 Nquot; 8.
1600, 14 October. Het hof van Gelderland zendt aan de stad Roermond een translaat van een schrijven der aartshertogen aan den stadhouder, waarin dezen bevel gegeven wordt, om strikt te doen waken tegen het ontvangen en uitgeven van verbodene muntspeciën en tegen het hooger ontvangen en uitgeven van de gouden en zilveren speciën dan het laatste plakkaat op het stuk der munten voorschrijft, en tegen de overtreders ingevolge dat plakkaat te doen procederen.
Orig. geteekend Pybes , in omslag 16 N0 12.
1600, 3 November. De magistraat van Susteren zendt afdrukken van een plakkaat, waarbij hun door hertog Johan Wilhelm van Gulik en Kleef drie jaarmarkten verleend zijn, de eerste op Zaturdag voor S' Andreas, de tweede op S' Gertrudisdag en de laatste op S' Quirinui.
Orig. in omslag 7 N0 40.
— 411 -
1600., 8 Deeember. Het hof van Gelderland zendt een nieuw verbod om handet te draven met de rebellen.
Orig. geteekend P. pybti, ia omslag 17 N° 6.
1600, 10 December. De, magistraat van Gelder, door dien van Roermond tot den kwartiersdag van 10 December beschreven, ten einde het rapport aan te hooren van den drost van Montfort, die als gedeputeerde naar het hof gezonden was, en verder over de landsbelangen te raadplegen, klaagt over den grooten overlast van garnizoen , verontschuldigt zich bij den magistraat van Roermond over zijne afwezigheid, verzoekt hem zijnen onge-lukkigen toestand te behartigen en al het mogelijke aan te wenden om hem van dien overlast te bevrijden.
Orig. in omslag 5 N0 47.
1000, 16 December. Het hof van Gelderland zendt aao den magistraat van Roermond een schrijven van de heeren van Elmpt, waarin geklaagd wordt over de schade, die door de inwoners van Roermond in het Elmpterbosch wordt aangerigt. Het verzoekt daarin te voorzien en het edict daaromtrent vóór drie jaren vastgesteld bij publicatie te vernieuwen , en tegen de overtreders te procederen zoo als het behoort.
Orig. geteekend P, Pybes, in omslag 16 N9 42.
1600-1602. Verschillende brieven van Rainier van Rijswick, uit Rrussel geschreven aan den magistraat van Roermond, voornamelijk aangaande het bekomen van subsidie voor vuur en licht van het garnizoen, en betrekkelijk het geschil met 's Hertogenbosch, wegens eene door die stad verschuldigde rente aan het Pollarts-gasthuis te Roermond.
Orig. in omslag 17 N0 9. 33
— 412 -
1601, 18 Januarij. De magistraat van 's Hertogenbosch berigt aan den gouverneur, ambtman en magistraat van Grave vernomen te hebben dat de vijand een aanslag op een der steden 's Hertogenbosch of Grave in den zin heeft. Hij stelt hen daarvan in kennis opdat zij behoorlijke voorzorgen kunnen nemen en Venlo en andere steden kunnen waarschuwen.
Orig. fr. in omslag IS N° 20.
1601. Januarij-December.
Brieven van den stadhouder Herman van den Bergh aan de stad Roermond, als:
8 Januarij. Hij dankt wegens de verstrekte inüchtin- . gen betrekkelijk de vijandelijke bewegingen en verzoekt daarmede te continueeren ; berigt dat hij aan den admo-nitiario bevel gegeven heeft de stad van kruid en lood te voorzien; wijst maatregelen aan tot het verkrijgen van brandhout en om Venlo en Erkelens tot de betaling van het verschuldigde servies-geld te dwingen; meldt verder vernomen te hebben dat de vijand zich naar Walbeek begeven heeft.
(Gedagteekend uit Venlo.)
23 Januarij. Hij schrijft over moeijelijkheden , die de magistraat tot het innemen van meerder garnizoen gemaakt heeft.
(Gedagteekend uit Venlo.)
26 Januarij. Hij verzoekt jonkvr. van Baerlo te vrede te stellen wegens het huis, dat door haar voor den
stadhouder geruimd was.
(Gedagteekend uit Venlo.)
10 Februarij. Hij berigt dat op zijn bevel 200 soldaten door den Maitre de camp Pompejo Justiniano naar Erkelens zijn gezonden, maar dat hij hem geschreven heeft een dergelijk getal van Weert te doen komen, die
- 413 —
bij ontvangst van dezen brief bereids te Roermond zuilen zijn aangekomen.
(Gedagteekend uit Venlo.)
3 Maart. Hij dankt den magistraat voor het binnen nemen van de 70 ruiters van Diest en belooft aan den aartshertog te zullen schrijven, om hem te verzoeken die elders te willen zenden.
(Gedagteekend uit Venlo.)
7 Maart. Hij gelast geene moeijelijkheden voor le wenden tot het binnen nemen van 30 soldaten, die de compic van den Rijngraaf komen versterken en geeft kennis vernomen te hebben dat de vijand het op Roermond gemunt heeft en de stad van drie kanten zal aanvallen.
(Gedagteekend uit Venlo.)
8 Maart. Hij gelast de handteekening te verzoeken van kapitein Bentinck om te bekrachtigen hetgene zijne soldaten aan de burgers schuldig bleven; meldt dat de vijand zijne garnizoenen betrokken heeft en belooft nader berigt aangaande zijne verrigtingen.
(Gedagteekend uit Venlo.)
12, 22 en 25 Maart. Hij schrijft aangaande garnizoensaangelegenheden.
(Gedagteekend uit Venlo.)
29 Maart. Hij verzoekt om de compic van Pancratio Galeazo binnen te nemen, belovende aan den aartshertog te zullen schrijven, ten einde de andere compagniën elders gezonden worden; berigt vernomen te hebben dat de vijand een aanslag op Roermond in den zin heeft, dien hij spoedig denkt te ondernemen , daar reeds 15 compagniën daartoe in de Retuwe vereenigd zijn.
(Gedagteekend uit Venlo.)
— 414 -
31 April. Hij schrijft aangaande de weigering om de comp'* van Pancratio Gaieazo binnen te doemen.
(Gedagteekend uit Venlo.)
8 Junij. Hij verzoekt om de jonkvr. van BaerJe naar billijkheid te vrede te stellen.
{Gedagteekend uit Venlo.)
13 Junij. Hij berigt dat de aartshertog het voornemen te kennen heeft gegeven om binnen kort herwaarts te komen, en spoort aan hem bij die gelegenheid, zoo als het behoort, mit etzliche vereerung von haber und weynen le beiegenm. Inliggend het antwoord van den magistraat.
(Gedagteekend uil Venlo.)
4 Augustus. Hij schrijft dat de aartshertog aan den kapitein Longin bevolen heeft zich met zgite compagnie naar het leger voor Ostende te begeven, en verzoekt de bagage van die compagnie te willen bewaren tot hare wederkomst.
(Gedagteekend uit het kamp te Arcen.)
1 September. Hg berigt dat de aartshertog eenige ofGcieren naar Roermond gezonden heeft ter verpleging der zieken van de twee Napolitaansche regimenten en verzoekt zich met den bisschop te willen verstaan opdat het een of ander klooster daartoe worde beschikbaar gesteld. Inliggend 't afschrift van twee brieven Van den aartshertog aan den stadhouder over deze aangelegenheid.
(Gedagteekend uit Venlo.)
7 September. Hij berigt dat bij de verdeeling van het krijgsvolk de compagnie van Boedbergen den last bekomen heeft zich naar Roermond , in garnizoen te begeven.
(Gedagteekend uit Vent«4
8 September. Hij dankt voor de ijverige bemoèijingen van den magistraat in zalrë van het hospitaal, beveelt om de compagnie van Boedbergen ^binnen te -llferoen en ver-
— 415 -
zoekt schepen ter dispositie te stellen van den kapitein Zeebant, tot vervoer van eenig volk naar Grave.
(Gedagleekend uil Venlo.)
10 September. Hij berispt den magistraat over zijne weigering om de compagnie van Boedbergen in te nemen en ^eeft zijne vrees te kennen dat de stad daardoor in cenige inconvenienlen zal geraken, daar hij genoodzaakt is den aartshertog daarvan te onderrigten.
Gedagleekend uit Pieterschem.)
19 September. Hij berispt den magistraat nogmaals over die weigering en geeft te kennen dat zij het aan hen zeiven te wijten hebben wanneer zij daaruit verlies of verderf zullen ondervinden.
2 October. Hij geeft zijn genoegen te kennen over het besluit om tot conservatie der stad, garnizoen in le nemen; wat aanbelangt dat hij aan hare hoogheden de muetwillicheyt en obstinaticheyt der stad heeft bekend gemaakt, schrijft hij, dat hij zulks pligtshalve heeft moeten doen, daar hij zijne overheid daarvan niet onbewust mogt laten.
(Gedagleekend uit Venlo).
7 October. Hij schrijft over het binnen nemen vau garnizoen.
(Gedagleekend uit Venlo).
8 October. Hij berigt dat de compagnie van kapitein Zeebant naar Roermond zal komen.
(Gedagleekend uit Venlo.)
15 October. Hij berigt niet aan het verlangen der tienmannen en meesters der groote ambten , om 100 man van het garnizoen van Maastricht te zenden, te kunnen voldoen daar hij aan den gouverneur dier stad geene bevelen te geven heeft, en deze ook zijne manschappen niet kan ontberen; dat, wanneer het verlangen om gar-
- 416 —
nizoen in te nemen , hem wordt kenbaar gemaakt, hij dan het vendel van den hopman Herman von Ensse, in garnizoen te Gelder en 120 man sterk, met vrouwen en kinderen naar Roermond zal zenden, om daar te verblijven tot dat de bisschop het verzoek van stadswege aan zijne altesse zal hebben gedaan en daarvan antwoord zal gebragt hebben.
(Gedagteekend uit Venlo.)
16 October. Hij zendt een brief voor den gouverneur van Maastricht, waarin hij, op het verlangen van de burgers van Roermond, 100 soldaten voor de slad aanvraagt.
(Gedagteekend uit Venlo.)
22 October. Hij geeft kennis van eenige veranderingen in het garnizoen.
(Gedagteekend uit Venlo.)
29 October. Hij geeft bevel om de schepen die op de rivier de Maas tot Maeseyck toe aanwezig zijn, naar Roermond te doen brengen.
2 November. Hij schrijft over garnizoens aangelegenquot; heden en magtigt den magistraat de teruggevorderde schepen te laten volgen.
(Gedagteekend uit Venlo.)
8 November. Hij schrijft aangaande het op verzoek van den bisschop en kanselier, bekomen verlof van den aartshertog, tot het zamenstellen eener compagnie van drie honderd man, bestemd om in Roermond garnizoen te houden en de stad te verdedigen.
(Gedagteekend uit Venlo.)
29 November. Hij berigt dat de vijand het beleg voor 's Hertogenbosch opgebroken heeft, en verzoekt daarom vreugdeschoten te doen.
(Gedagteekend uit Venlo.)
— 417 -
29 December. Hij zendt een schrijven van den auditeur van de aartshertogen , inhoudende dat de belegerden van Ostende een akkoord met de belegeraars hebben aangegaan, ten gevolge waarvan de eersten de stad met wapens en bagagie zullen verlaten, en tot verzekering van de uitvoering van dit akkoord de inkomst binnen de oude stad vergund hebben tot een getal van 2400 soldaten •
(Gedagteekend uit Venlo.)
Originelen geteekend Herman graue zu dem Bergh j ia omslag H N0 7.
1601, 20 Februarij. De stadhouder Herman van den Bergh berigt aan de stad Roermond dat de vijand groote toebereidselen maakt om eene onderneming te doen; hij spoort den magistraat aan op zijne hoede te wezen.
Orig. Ir. gedagteekend uit Venlo, en geteekend HeTtnan Conté de Bergh, in omslag 4 N0 23.
1601, 9 Maart. De stadhouder berigt aan den magistraat van Roermond bevel bekomen te hebben om de twee compagniën Duitschers Roermond te doen verlaten, maar dal, om de stad te verdedigen, de compagniën van S' de Philomé en soldaten van Weert zullen terugkomen, zoo als ook eene compagnie cavallerie ; dat voorshands niet meerder garnizoen kan gezonden worden, maar dat hij de burgers verzoekt met de soldaten goede wacht te houden; wanneer hij iels van het voornemen van den vijand zal te welen komen, zal hij zulks beriglen.
Orig. gedagteekend uit Venlo en get. Herman Contc de Bergh, in omslag 10 N0 72.
1601, 19 April. De stadhouder gelast den magistraat van Roermond om de compagnie van Pancratio Galeazo binnen te nemen en te logeren.
Inliggend het antwoord van den magistraat.
Orig. gedagteekend uit Venlo en minute in omslag 4 Nquot;2G.
1601, 10 Augustus. De stadhouder zendt een brief van den gouverneur van Gelder aangaande de bewegingen van den vijand en vermaant de stad goede wacht te houden.
Orig. gedagteekend uit Venlo en gel. Herman graue au dem Bergh, in omslag 4 N0 27.
1601, 11 Augustus. De stadhouder berigt dat de vijand Wachtendonck geapproviandeerd heeft en graaf Maurits in persoon déér geweest is, maar zich met zijne soldaten wederom verwijderd heeft.
Orig. gedagteekend uil Venlo en get. Herman graue iu dem Bergh, in omslag 4 N0 28.
1601, 22 Augustus. Het hof van Gelderland zendt aan den magistraat van Roermond een dubbel van de pragmatieke ordonnantie en eeuwig edict der aartshertogen aangaande het lossen, afleggen en kwijten van kapitale hoofdsommen, pandschappen en dergelijke contracten, om daaruit te vernemen tegen welke waarde en prijs en op welke wijze die kapitale hoofdsommen zullen mogen gelost worden.
Orig. geteekend P. fybes , in omslag 16 N° 43.
1601, 26 Augustus. De magistraat van Antwerpen schrijft aan dien van Roermond dat vijf of zes weken geleden door eenige soldaten van den graaf Hendrik van den Bergh omstreeks Dinant tien stukken Napelsche zijde en 74 pakken of kaarten zijde aangehaald en naar Roermond gebragt zijn; hij verzoekt te willen zorgen dat deze goed bewaard en niet verkocht worden tot dat de kooplieden van Antwerpen, waaraan zij toebehooren, van hun goed regt zullen hebben doen blijken.
Orig. ter ordonnantie J. Boghe , in omslag 10 N0 29.
- 419 -
1601, 25 September. De magistraat van Maeseyck berigt aan dien van Roermond dat de keurvorst (prinsbisschop van Luik) in Maeseyck een seminarie opgerigt heeft en zendt eenige exemplaren der bekendmaking van die oprigting om zeaan te plakken.
Orig. in omslag IS N0 15,
1611 , 18 October. Antoine de Grevet, gouverneur van Maastricht. schrijft aan den magistraat van Roermond dat hij de 100 soldaten van het garnizoen van Maastricht, die graaf van den Bergh hem uit hunnen naam gevraagd had, niet kan zenden uit hoofde hij van verscheidene kanten vernomen heeft dat de vijand een aanslag wagen wil en hij zijne wachten daarom moet verdubbelen. Hij voegt daarbij een afschrift van een brief van den aartshertog Albert aan hem geschreven, waarbij deze hem alle waakzaamheid aanbeveelt.
Orig. fr. gel. Anthoine de Greuct , seigneur de Werp. In omslag 1 N0 23.
1601, 20 October. De bisschop Henricus Cuyckius schrijft aan den magistraat van Roermond dat hij zijne brieven met de daarbij gevoegde instructie ontvangen heeft en zich daarnaar in alle punten zal gedragen; hij spoort den magistraat aan zich met de burgerij te willen verstaan tot het binnen nemen van een zeker getal soldalen, in de hoop daardoor de kwijtschelding van het gebeurde en het gebruik der rivier te verwerven, tot verzachting der arme burgers die hij van ganscher harte zoekt bij te staan en behulpzaam te wezen; hij verwacht derhalve dat zij daarin zullen bewilligen, niet tot zijn voordeel maar alleen tot hun eigen versterking , onderstand en welvaart.
Orig. gedagteekend uit Leuven en geleekend Henricus Cuyckius, in omslag 15 N0 32. 34
_ 420 -
1601, 24 October. De stadhouder zendt een brief van den graaf Adolf van den Bergh, waarin deze meldt dat de vijand zich rondom 's Hertogenbosch verzamelt en dat men vermeent dat hij een aanslag op Roermond onder* nemen wil.
Orig. fr. gedagleekend uit 's Herlogenbosch en getee-kend Herman comle de Bergh, in omslag 4 N° 29.
1601, 27 October. De stadhouder berigt dat de vijand te Lith overgevaren is en zich naar de Langstraat begeven heeft.
Orig. gedagleekend uit Venlo en geleekend Herman graue su dem Bergh , in omslag 4 N» 30.
1601, 28 October. De stadhouder schrijft onderrigt te zijn dat'de vijand naar Weert rukt en van daar zich naar Roermond zal begeven; hij beveelt de schepen, die tot Maeseyck zich op de Maas mogten bevinden, naar Roermond te doen brengen.
Orig, gedagleekend uit Venlo en geleekend Herman graue zu dem Bergh, in omslag 4 N0 31.
1601, 29 October. Antoine de Grevet, gouverneur van Maastricht, schrijft aan voogd, burgemeester en raad der stad Roermond, in antwoord op het verzoek hem door deze gedaan, om 60 of 70 soldaten van het garnizoen van Maastricht te mogen ontvangen, dat zulks in den legenwoordigen tijd zeer moeijelijk is, maar dat hij evenwel , om aan hun verlangen te voldoen 70 goede soldaten uit de compagnie van Hieronimus Zeebant heeft afgezonden, die in den nacht te Roermond zullen aankomen.
Orig. get. Anlhoine de Greuel, in omslag i N0 26.
- 421 —
1601, 29 October. Antoine de Grevet, gouverneur van Maastricht, conGrmerende den voorgaanden brief verzoekt den magistraat van Roermond de gezondene soldaten goed te verzorgen, en geeft hem kennis dat hij voor het overbrengen dezer met eenen schipper is overeengekomen voor de som van twee en dertig en een halve gulden.
Orig. fr. get. Anlhoine de Greuet, in omslag 1 N0 27.
1601, 31 October. De bisschop Henricus Cuyckius en de kanselier van Gelderland W. van Griep schrijven aan den magistraal van Roermond, dat zij na groote kosten aangewend en moeite, vrees en ongemak te hebben doorgestaan, eindelijk in het leger zijn aangekomen, alwaar zij den aartshertog gevonden hebben die hun een goed gehoor en daarna een goed afscheid gegeven heeft, zoodat zij niet twijfelen of de geheele burgerij zal tevreden zijn; bet eerste punt, namelijk het vergeven en vergeten , werd zonder zwarigheid toegestaan , met soete bequaeme woorden daer vmjt men den goeden wille van den prince ende de genegmlheyt tot zijne ondersaeten can be-mercken; het tweede punt van ordinaris garnizoen werd insgelijks bewilligd, terwijl hij het derde, belangende de opening der rivieren, niet afsloeg maar tot zijne terugkomst in Rrussel heeft aangehouden, ten einde daaromtrent met zijnen raad te raadplegen. Voorts geven zij te kennen dat de zaken van Ostende op eenen goeden voet staan en weldra zullen opgelost wezen, terwijl de aartshertog het voornemen heeft om zich daarna naar deze streken te begeven, ten einde de inwoners van alle benauwtheyt te verlossen.
Orig. gedagleekend uit Brussel en geteekend Ilenrieus Cuyckius , VV, van Criep , in omslag 15 N° 55.
1601 , 2 November. De magistraat van Roermond schrijft aan den bisschop Cuyckius dat te Gelder eene
- 422 -
gevaarvolle conspiratie van muiterg en verraad mitplundering e, vangen und spannen der principale inwohneren und ouergeuinge der vesten aen den viandt heimlich gema-chineert sein geweest, maar door Gods beschikking is het ongeluk voorgekomen en heeft de stadhouder zich spoedig derwaarts kunnen begeven om de noodige maatregelen te nemen; tevens meldt hij dat het gerucht geloopen heeft dat de vijand Roermond zoude aanvallen; deze had zijne geheele magt verzameld, om daarmede, zoo als eenigen meenden, zich naar 's Hertogenbosch of naar Grave te begeven, maar hij is naar Weert getogen en heeft twee è drie dagen te Nederweert vertoefd; de soldaten van Weert slaken inmiddels de voorstad in brand, waarop de vijand benedenwaertt is vertrocken; de stad Roermond had ondertusschen 70 mosquettiers met den luitenant van kapitein Hieronimus Zeebant binnen genomen, zoodat zij thans met 300 goede soldaten zoo te voet als te paard voorzien is.
De magistraat beveelt voorts de belangen der stad den bisschop aan, voornamelijk tot het verkrijgen van de licenten die op den Maasstroom geheven worden en geeft de hoop de kennen dat hij ijverige pogingen in het werk zal stellen om zijne bemoeijingen tot het oprigten van een collegie en school der Jesuiten te Roermond tot een gewenscht einde te brengen.
Minute, in omslag 15 N0 34.
op de
DRIE EERSTE AFLEVERINGEN
van dezen
A. Accijns op bier, 230, op mout, 198. Adellijke kapittels, 31 , 33, 38, 39, 40. Adellijke vrijdom, 19, 319, 324, 327, 330. Adolf , Gelre aan hem afgestaan , 37. Aefferden , Goden van- 407, Klaas van- , 269. Kinderen van Johan van-, 269. Aken, 346, 390, kerkv. O. L. Vr. te- 161, 181, 203, 289. Akkoord lusschen Don Juan en de generale staten, 241 , tusschen Gelre en Kleef, 7. Albert, aartshertog, 16, 141, 146, 147. 148. Albert van Saxen-Tesschen 37. Albrecut van Beheren, 190. Alpen, 384, 393. Altaren, 193,195, 228 , 365. Alva, hertog van- 13, 77, 78, 79, vertrekt 107. |
Ambachtslieden, daghuren, 287. Ameiden, heerlijkh. van- 124. Amiehs, ingenomen, 392. Anthoenis van Bourgondie, 81. Antwerpen, 2, 120, 418. Arcen , huis te- 134 , 136, 290, 315. Ardres , veroverd , 386. Arendale, Johan van- 5. Argenteab , heer van Esneu , 245. Arkel, Otto van- 189. Arnhem, kwartier, 5, 58, stad, 3, 50, 60, 73, 89, 121 , 187, 231, 344. Asselt, 186, 192, 231, 244. 351. Augsburg, Rijksdag te- 10, 63. Axel , 130. B. Baanderheeren in het Over- kwartier, 183. Bacxen Werner, 355. Baillet, graaf van- kanselier, 26. |
Burgerschap, 200, 236. Butkens, Matheus, 306, 406. Bïlandt, Hendrik van den-155, 305. Olto, 123, 126. C. Galais, veroverd, 386. Cappelle, heer van- 372. ClIRISTOFFELSBERG , 52, 194. Cigoigne, Alexander, 129, 569, 571, 378, 380, 399. Collegie te Keulen. Zie Boer-mondsch huis. Collegie pensionnaat in Boer-mond , 34. Confiscatie van goederen der rebellen, 249. CORNELISKLOOSTER (S1) 207. Costumierenraad, 24, 131,136, 182, 329,335, vereischien daartoe, 35. Creijarts, Gerard, 306. Griep (van) kanselier, 15, 421. Overleden, 317. Criminele ordonnantie, 86, 89, 98, 314. Cruchten, 41, 117, 178, 251, 254, 291, 352. Gutck, Hendrik, bisschop, 165, 171, 395, 397, 398, 403, 404, 405, 419, 421, 422. |
D. Daemen , Adam, 333. Daghuren van ambachtslieden , 287. Dalen , de geuzen aldaar verslagen , 81. Dalenbroek , 28, 227. Dartz , Hendrik de- 23. Deventer, 212, 344, 388. Doesdurg , 4 , 60 , 344. Doetichem, 4 , 60, 603. Domeingoederen , Geldersche , 9, i22, 142. Dordrecut, 216. E. Echt, 1 , 35 , 59, 123, 267, 271, 340, 346. Edictum perpetuum, 325. Eed van Filips 11, II, 66; van Filips III, 21 ; van Filips IV, 23 ; van Karei II, 24 ; van Filips V, 26 ; van Karei VI, 26 ; van Maria Theresia, 26; van Jozef II, 38; van den aartshert. Albert, 184. Egmond, Johan van- ruwaard, 3. Egïtptiers, 330, Eilanden in de rivieren , 44. Elmpt , 227, boscb te- 411. Emaus , 217. Emss, Gornelis van- 356. Erkelens, 1, 2, 49, 51 , 60, 101, 424, 425, 131, 436, |
141. 161, 181. 235, 239, 231, 234, 263, 283, 287, 289, 303, 309, 393, 397, 412; drost te- 18. Ernst , aartshertog-landvoogd, 15; overl. 384. Esneu , gouv. van Roermond, 126, 245, 247, 249. Everstem, graaf van- 81. F. Filips II vertrekt naar Spanje, 12, 70; berigt zijne komst naar de Nederlanden, 77, 78; bedankt voor de eer-bew aan de koningin, 15 ; overleden, 399. Filips IV belooft Gelderl. niet te verdeelen, 24. Filips van Montmorency, 11, 06. Fiscaal oflicie, 84. Flodorff, Adriaan Balth. 184; Maria van- 392. Foentes, graaf van- 384. G. Gasthuis te Roermond , 189, 195, 203, 207, 210, 219, 221, 223, 224, 225. Poi-larts- 217, 411. Geertruidenberg , ingenomen, 105. |
Geest, armen van den H.- 191, 198, 199. Proostdij van den H.- 163. Geestelijke bullen niet te ge-doogen, 9, 63 ; - juridictie, 14, 239, 331 . 335, 351 ; - goederen , 172. Gekkenhuisjb , 228. Gelder, stad, 116, 124, 130, 136, 141, 142, 143, 161, 164, 235, 264, 283, 287, 309,319, 331, 332, 384, 390, 393, 400, 401, 405 , 407, 408, 409, 411, 422. Gelre , ambt van- 4, 5, 80 , 135, 163, 182, 300, 320, 328 ; administratie van het vorstendom- 25 ; grensscheiding met Gulik, 229; huis te- 314 , 320 ; hertogdom-45 ; - aan Adolf afgestaan , 57. Gelre en Zutphen. land van-3. 4, 8, 9, 46, 63. Gendt, Filips Balthasar van-24. Gennep, 333 ; huis te- 193. Gemutineerden, 274, 275, 276, 284. Gewant, 197. Gewantiiiis, 46, 52, 55, 189, 200. Ghent, Willem van- 5, 80. Gherinx , Gregorius 368. Ghoir, Daniel van- 188. |
— V —
Gilden , 3-2, 02, 64, G7, 72, 199, 208, 226, 229, 250, 232, 236, 264, 332, 372. Godshuis, 57. Gorinciiem, 189, 216; vredes- iraciaal van- 6. Gouverneurs van Roermond , 127, 128, 129. Gramayë , Thomas , 238 ; Ido, 302. Granen, duurle van- 261 ; uil-voer verboden, 67, 87, 89, 90, 383, 386. Grave, 339, 374, 412, 422. Gravendaal, Godshuis te- 269, Groenincen, Pelrus 408. Grol, 4, 60. Grubbenvorst, 132. Gruit, 48, 52, 204. Gulden, waarde van den- 193. Gulik, Willem van- 270. H. Haan , üederik , 119, 260. Haarlem, overgegeven, 104. Haelen, 186. 346. Hammelen, Cecilia van- 271. Hanzezake.n, 63, 73, 344. Harderwijk , 344. Heergewaden , 129. Heidenen , 330. Heiligdom te Roermond, 208. Heinsberg, 370. Hemberch , Johan van- 270. |
Hemselrode , Gaspar van- 26. Herdoopers, 84, 83, 234, 343. Herten , 338. 's Hertogenbcscii, 65, 87, 186. 408, 411, 412, 416, 420, 422. Heijden, Berndt van der- 303. Heïtiiuizen , 346. Hillenrade , slot, 66. Hoensbroek, Adriaan van- 23 ; markies van- tot bisschop van Roermond aanbevolen . 34. Hof van Gelderland , 10, 33, 42 - grieven daartegen , 74 , 73, 182 , 303, 304, 303, 306 , 309 ; instructie voor hel- 308 ; jaarwedde der raadsleden , 24. Hombergen, gerigt te- 202, 341. Hompes , Hendrik, 410. Horn, 129, 186, 340, 346; Filips Emmanuel van- 26 ; Gerard van- 188; Jacob van-338, 340. Horpuscii , Arnold van- 333. Hospitalieren van den H. Geest, 44. Hüisarmen ie Roermond , 197, 200, 202, 204, 212, 213, 217, 219, 220, 221,222, 223, 262. Hulst, 386. Insula Dei , 187. Intendantiën opgeheven, 41. |
- VI -
/
Melzï , ridder, 390. Merode , Willem van- 247 , 248, 249. Merwick, Caspar van- 23; Willem baron van- 24 , 76. Meurs, 384. Meïel ,28. Meyerij , 300. Middelaar, 141. Milendonk (van) 124. Moederkerk , 58 , 71 , 203 , 262, 538. Moets , Pelcr, 300. Molenberg, 37, 215. Momboir van Gelderland, 181 ; zijne instructie , 13, 18; protest legen de procedure van den- 19 , 286 , 289 , 290, 293, 507, 332 , 333. Montefïa , Ubertyn van- •194. Montfort, 2, 49, 51, 58, 59, 74, 80, 108, 109, 111 . 130, 136, 141, 145, 159, 163, 164, 188, 216, 259, 271, 300, 323, 328, 333, 334, 378, 395; bierbrou-wen te- 58 , 59 , 228 ; — ingenomen door de burgers van Roermond, 74; afschaffing van den opslag in hel land van- 244. Mooeerheidb , overwinning te-112. Moriensart, 158. Muiden , overwinning le- 119. Mussterprocessie , 391 , 398. |
Munten , 34, 50, 51 , 87, 91, 108, 112, 113, 115, 116, 241 , 243, 249, 255, 262, 297, 300, 324, 331, 359, 365, 369 , 390, 406, 408 , 410. Munt, Roermondsche- 58 , 59, 376, 380, 387, 388, 389. Mijnweg , 117, 202, 341. N. Nederlanden (de) aan de infante afgestaan , 17 , 141 , 143 , 396 ; betrekking tol het Duitsche rijk , 10, 63 ; met Bourgondië vereenigd , 63. Nederweert, 28, 32, 422. Neer , 186 , 346. nëuss , 11 ö, 188. Nicolai , Adriaan , 78. Nieuwpoort, slag le- 279. Nieuwstad , 59, 271. Nijmegen, burg, 7, kwartier, 3, 5, 58, 145 , 146, 159, 161, 162, 165, 167, 168, 169, 170, 171 , 172, 173, 174, 180 ; stad, 3, 6 , 50, 60, 61, 73, 89, 143; 145, 160, 175, 209, 231, 344, 577, 398. Odilienberg , 48 , 165, 172, 203 , 332. |
— IX -
Oeyen , heer van- 301. Oirsbeke, Engelbrechl van- 269. Onraadspenningen , 18sgt;, 185, 302, 310. Ool , 338, 341. Opiioven , 346. Opstcivers, 68, 180, 302. Oranje , aanslag op hel leven van den prins van- 361 ; — stadhouder van Karei V, 8. Ordonnantie , criminele- 86 , 89, 98; pragmatieke, 418. Ossenbrocii , Johan van- 288. Ostende , belegerd, 417, 421. Overkwartier , 6; bevestiging der privil. , 1, 2, 5, 7, 59, 03 ; mag pondschaitingen heffen , 6 , 59 ; mag den landdag te zamen roepen , 7, 62 ; door aartsh. Alben in bezit genomen, 17; mag eene leening aangaan , 25 , 34 , 35; reduceert de renten, 29; zijne gijzelaars le Sedan, 25. P. Pacificatie van Gend, 14, 242. Pallant , Ddderik van- 396, Hartaet van- 238. Pancratio Galeazo , 413, 414, 417. Pardon generaal, 88, 93, 98, 102, 113, 114, 234, 353. Parlo , groot- 352. Parochiekerk , 43, 203. |
Pastoor te Roermond, 53, 119, 260, 408. Pastorij, collatie der- 119. Peuten , Mattheus , 53. Philomé , 304, 404, 417. Placquiluos , 319, 328, 332, 333. Plakkaten, 65 , 85, 91 , 92 , 93, 102, 103 , 104. 106, 109, 112 , 113, 116, 118, 119, 120, 154. 240, 241 , 242, 243 , 249, 265, 374. Pollart, 217. Polweiler, gouvern. van Roermond , 127, 245, 354, 355, 356. pompeio Jl'stiniano , 412. Predikanten , kettersche- 77. Predikiieeremiuis , 195. Privilegie de non evocando, i, 9, 45, 63, 140, 180, 288, 289, 303. Privilegiën, inbreuken en klag-ten , 11, 42, 66, 72, 127, 150, 180 , 281 , 287, 290. 291, 292, 301, 308, 312, 322 , 325, 335. R. Raadsleden met den korten tabbard : Zie Costumiere raden. Reformatie der vonnissen, 20, 183. Rec.tbank , 41. Reigersvlif.te , van- 2. |
- X —
Reinald, lol hertog verheven , 45. Rekenkamer, 142. Religie , 76 . 86 , 91 , 345 , 347, 348, 349, 370, 375. Remissie van doodstraf, 122. Renier van Chalons , 8. Renooi , 136, 138. Renten, aflossing, 19, 93, 260. Reqcesens , landvoogd, 14, overleden, 117. Revisie der vonnissen. 20, 181. Riieede , vrouwe van- 178. Ridderschap, toelating tol de-30, 33. 179, 181, 183. Robbrecht, heer van Graven-broek , 196. Robiano , overleden, 30. Roer, rivier, 187, 252; haven in de- 380; scheepvaart op de- 396. Roermond, bevestiging der privilegiën, 3, 45, 46, 48, 49, 50,51, 54,55, 58, 59. 191, 214, 215 , 220 ; - raag pondschattingen heffen , 6, 59 ; — aan Fred. Hendrik overgegeven , 23 ; — aan den prins-kardinaal overgegeven, 23 ; — verkrijgt het gewanthuis in pacht, 46 ; — oudste stadregt van- 47 ; — mag haren schepenstoel kiezen , 49 ; — verkrijgt de gruit, 52; — in verschil met den bisschop van Luik , 56; — verzoend met hertog \d«lf, 58; - magklein geld nianten, 58; - mag zilveren geld staan, 59 ; brand in 1554, 64. 101, |
228. 230, 243. 265. 342; -door Alva voor een aanslag gewaarschuwd. 88 . 92 ; -ingenomen in 1572, 93. 94. 95 . 96 . 97. 98 , 99 ; - geplunderd, 99 , 100 . 101 ; -voor een aanslag gewaarschuwd . 102, 109, 110, 114. 236. 371. 377, 404, 417. 420; - mag hare burgers schallen, 189 ; - koopt den varkensgriend, 201 ; - krijgt vrijdom voor de scholieren , 210 ; - treft een vergelijk met hertog Adolf, 213 ; -mag een licentgeld heffen gt; 248, 261. 265. 358, 364 ; de magistraat van ketterij beschuldigd, 252; - ontvangt een beker ten geschenke, 263 ; hare vrijheden in hel land van Hom , 339 ; aanslag in 1594, 381. 382. Roeiihondscii huis te Keulen , 56 , 410. Roffart, 305. Roggel , 346. Roosmalen , emvent te- 61 , 229. Rossum , Maarten van- 70. Ruters . Anthonys , 194. |
Hutter , Williclmina de- 240; Engel de- 240; Alben de-241. Rijnberk , 384 , 393. it uno raaf, 413. Rijnss , 305. S. schaiffdeille , 270. Schattingen, ingewilligde-13, 15, 20, 21 , 22, 27, 28 , 30, 31, 34, 35, 36, 37, 39, 40, 42 , 67, 68, 69, 88, 89, 125 , 133, 139 , 158, 299, 316, 317, 318, 320, 326, 328, 329, 333 , 337 ; ordonnanlie op de-142. Sciiellart van Obbendorff, Jo-han Vincent- 289; Walraven , 289. Schenck , Chrisloffel , 305 , 333 ; Maarten- 258 , 259. Scherpregter , 15, 263. Schilderij in de moederkerk , 262. Schippersteur of superplus , 596. School , 265, 267 , 342 , 403, 404. Scholtis , 209. ScHirmmiEN , 108, 352. Sedan , gijzelaars uil hel Over-twarlier ie- 24 , 25. seiienna , Melehior, 130. Seminarie , 29. |
Sittard , 343. Sluffert, 74. Snijder , Jurien- als htrdooper geëxecuteerd , 84, 85, 234. Spede van Langenvelt , Goos-sen , 269. Spee van Pallant, 123. Spinola , don Gaston de- 245. Stadhouder, instructie, 321 ; formulier van den eed, 323. Starhemberg , George Adam de- gevolmagtigd miuistcr, 53 ; waarnemend landvoogd, 37. Staten van het Overkwarlicr ; bevoegdheid tol hel lidmaatschap der- 30 : verzoek om toelating tot de- 36 ; ambten te vergeven door de- 40. Staten generaal te Brussel in 6100, 272-281. Stevensweert, 122, 125, 131, 133, 359, 402. Stralen , 124, 130, 136, 141, 236. 263, 267, 270, 283, 287, 288, 300, 301, 309, 331, 332, 366, 373, 397, 400, 401 , 407. Stijl, nieuwe- 116. Susteren , 410. Swalmen , 35, 164, 186, 192. 244, 367. T. Tackoen , kanselier , 29, 30. Tafel va« leemng , 332. |
- XII -
ïegelarij , 202. Tengiinagex , Johan, 56. Thorn , 346 ; siiclu ie- 86 , 267. Tiel , 231. Tielerwaard, 135, 136, 138. Tisnuen , 36. Toeslag der goederen , 233. Tollen, 44, 46, 47, 49, 51, 56 , 57, 59, 60, 65 , 72, \\1, 19», 196, 197, 203, 206, 207, 209, 218, 220, 221, 230, 328, 331 , 336, 344. Tooverij, 336, 360, 361, 380 ; confiscalie der goederen in zake van- 20. Tbautmansdorff , gcvolraagti^d minister, 39. U. Universiteiten , vreemde-, vcr-Imdci', 92, 261. Urmond , 333. V. Valkenburg, 111 , 397. Varkensgpiend, 201 , 226. Vegebsiieim , Blasius van-127, 352. Velport, als herdooper geëxc-culeerd , 84, 85 , 234. |
Venlo , 50, 76, 124, 130, 141, 172, 177, 204, 231, 242, 246, 253, 254, 259, 263, 268, 282, 286, 287. 288 , 296 , 300, 303, 304, 309, 327, 331, 332, 356. 339, 344, 361, 366, 373, 381, 383, 388, 389, 390, 393, 401 , 404, 406, 407, 410 , 412 ; tractaat van-62 , 66 , 67 ; bekrachligd , 11 , 67. Verbondsbr!Even , 1 , 3, 4, 5, 6, 46, 53, 54, 55, 58, 60. Verdrag lussclien Olto van Gelre en Walerara van Limburg , 44 ; tussehen hertog Reinald en den graaf van Kleef , 52 ; mei Engeland , 103. Vebdcgo , Frangois de- 367. Verrevken, 158, 374. Vianen , heerlijkbeid van- 124. Villar, Loys del- 378, 379. Vlodrop , 351 ; Adriaan Bal-Ibasar van- 308 ; Cecilia van- 240 ; Gaden van- 52, 194, 197, 199, 338 ; Gerard van- 52, 194, 197 , 198, 216, 225; Johan van-216 ; Lulter van- 240, 252 ; Willem van- 197, 216, 225, 338, 341. Volmolen , stads- 227. Vrede met Holland en Zeeland, 15; tussehen Lotharingen en Gelre , 43 ; van Gorin-chem, 6 ; met Frankrijk in 1598, 396. |
— XIII -
Vrumersciiem , Willem van-271. Wachtendonk, 130, 156, 153, 173, 229, 264, 270, 287, 332, 397, 400, 401 , 407, 418. Walbeek , 133 , 352. Wanckum , 163. Wapenschorsing tusschen de Vereenigde Nederlanden en de narlshertogen , 180, 311. Warluzel, gouverneur, 129, 249, 252, 254, 255, 256. Wassenberg , 358. Way en Weet, 57. Weert, 28, 32 , 120, 122 , 138, 155, 156, 157, 248, 250, 252, 261, 266, 269, 284, 313, 340, 346, 420, 422. Wegberg, 178. Weimar , van- 36. Wessem , 28, 32, 186, 346. Wiciiardi, pastoor der parochiekerk , 260. |
WlKBADE , 45 , 392. Willem van Gulik , 190; -vau Hom en Altena , 187, 196, 201 ; - van Kleef, 7. Wilp , Everl van- 5. Windmolen , 52 , 57, 215. Wittenhorst, Jolion van- 23, 328 , 334 ; Walraven van-311. Wïlich , Cbrisioffel van- 132. Z. Zaltbommel , 231. Zeebant , 415, 420, 422. Zeshannen , 208, 215. Ziekte , besmellelijke- 401 , 405 ; van het vee , 30. Ziekenhuis, gebouwd in 1592, 380. Zutphen , kwartier , 5 , 58 , 344 ; slad , 3, 4, 50, 60, 73 , 89, 231 , 388. ZwARTBROEK , bof tC- 43 . 53. Zwarte ruiters , 99. Zwolle, 189, 344. |
NOTA. Telkens zal bij drie alleveringen eene alphabe-liscbe lijst gevoegd worden.
'■ itê'';