VAN HET
DER GEMEENTE
1 AFLEVERING
-lt;w_-r—-0^)-0 £? O-C^C-^—r-^o^o Q o- ^O-^r—o^-O ^ 0-^(
INVENTARIS
Bijlage tot liet verslag van deu toestand der gemeente over het jaar 1871.
-r~.-jJJ-O lt;5
74
VAN HET
DER GEMEENTE
Bijlage tot het verslag van den toestand der gemeente over het jaar 1871.
SNELPERSDBUK VAN J. J. ROMEN.
1428, 11 December. Des saterdachs nae onse li ene vrouwendach Conceplionis. Hertog Arnold verleent aan Stralen stedelijke vrijheden en privilegiën zoo als die van Goch en Gelder genieten, met uitzondering der tollen zoo te water als le land.
Afschrift in omslag 12 N° 2, vermeld bij Fr. Nettesheih , Geschichte der sladl und des amies Gel. dern, 1' band , bladz. H8.
1847, 15 October. Keizer Karei V verpandt de stad, het slot en de heerlijkheid van Wachtendonck aan Goddart van Bockholtz, onder voorwaarde dat deze aan Engel Scheel, weduwe van wijlen Hendrik Schenck de som van 17000 gouden Rijnsche guldens. tegen den prijs van 28 brab. stuivers het stuk , terugbetaalt, voor welk bedrag hertog Karei in vroegere lijden gemeld slot en heerlijkheid aan Otto Schenck van Nydeggen. ridder, heer te Walbeek, verpand had.
Afschrift in omslag 12 N° o ; zie de verpanding van hertog Karei in Nuhoff, Gedenkwaardigheden , deel VI, 2. bladz. 565.
157Ö, 18 Mei. Nadat de staten van het vorstendom Gelre en graafschap Zutphen eene schatting ingewilligd hadden van 550000 Carolus guldens in vier jaren op te brengen en zulks in de plaats van den honderdsten penning van alle roerende en onroerende goederen , benevens een bedrag van 100000 dito guldens, die door den hertog van Alva, in naam des konings aan die staten. tot bewaring van orde en rust aangevraagd waren, geeft koning Filips daarvan een renservaal brief en verklaart dat die inwilliging nimmer ten nadeele van het traktaat van Venlo zal strekken.
Afschrift in omslag t2 N0 3 ; het orig. bevindt zich in het archief te Nijmegen, zie inventaris van dal archief, bladz. 105.
1593, 3 April. De schepenen van de stad en het gerigt van Wachtendonck vragen informatiën aangaande de schade, het bederf en den overlast , die den onderdanen van het land van Wachtendonck door den overste Filips van Bentinck aangedaan werden, tijdens deze met zijn krijgsvolk in Stralen garnizoen hield, en zulks niettegenstaande die onderdanen in Co: Mailt gehorsamheitt under dess vorss. Ouersten Protection und Saluaguardi geseten waren.
Afschrift, in omslag 12 N° 1.
1596, 30 Junij. Koning Filips geeft een renversaal brief wegens eene door de staten van het Overkwartier ingewilligde schatting van 24000 gulden, in vier drie-maandelijksche termijnen te voldoen, en verklaart het ingewilligde bedrag te hebben aangenomen onder de voorwaarden door de staten gesteld; met uitzondering evenwel van de waarde der geldspeciën, die niet volgens loopenden koers, maar naar de bepalingen der plakkaten zullen ontvangen worden.
Twee afschriften , in omslag 12 Nquot; 4.
- 5 -
1600, October. De staten van het Overkvvartier klagen aan de aartshertogen over zekere ordonnantie van hunnentwege aan den heer van Horst verstrekt, waarbij hem de bewaring van het huis te Middelaar wordt opgedragen en waarbij voor de betaling der 25 soldaten het land van Kessel wordt aangewezen; daar zulks strijdig is met het traktaat van Venlo, omdat de landschap dezen last niet heeft ingewilligd en ook tot die inwilliging niet aangezocht werd, verzoeken de staten dal het land van Kessel daarvan ontheven worde of het bedrag op de quota der gewone contributie gekort moge worden. Ook geven de staten te kennen dat wanneer vermeld huis als niet neutraal beschouwd wordt, het door de bewaring van 25 soldaten niet genoegzaam verzekerd is, maar door een sterker garnizoen dient te worden bezet, terwijl in het tegenovergesteld geval de bewaring niet door soldaten der aartshertogen, maar door den drost, zonder kosten van het land , moet geschieden.
Minute , mei verdere stukken op deze zaak betrekking hebbende in omslag 10 N0 7.
1600, 30 November. Filips van Bentinck, heer van Biecht, legt aan gedeputeerden van het Overkvvartier de rekening over van de kosten en voorschotten veroorzaakt door de reis, die hij op verlangen van de ridderschap en in het belang van het kwartier naar Brussel ondernomen heeft.
Orig. in omslag 7 Nquot; 22.
1606-1611. Rekeningen van logementhouders van Roermond wegens gedane verteringen ten hunnen huize door de leden van de ridderschap, tijdens de kwartiers-vergaderingen in de jaren 1606-1GII.
Orig. in omslag 9.
1607, 21 Augustus. De staten van het Overkwartier overwegende dat lot dusverre geene ouerdracht ofte transporten van erfgoederen mogten geschieden dan door den eigenaar in persoon , bepalen dat voortaan die overdragten door gevolmagtigde personen kunnen verrigt worden mits hebbende gerichtlicke volmacht voir denes quartiers ofte vremde gerichten in debita forma gepasseerd.
In margine bevestigt het hof van Gelderland dit besluit, onder dagteekening van 15 September 1607.
Kwartiersrecessen, deel lil bladz. 16.
1607, 7 October. De aartshertog vraagt het advies van den stadhouder aangaande een verzoekschrift van Reinier van Gelder, waarin de ontruiming van het kasteel te Arcen gevraagd wordt.
De stadhouder berigt voor goed te achten het garnizoen daaruit te verwijderen dat gedurende zestien jareti lot groot nadeel van Reinier van Gelder aldaar in bezetting gelegen heeft.
Afschrift , in omslag 8 Nquot; 10.
1608, 30 September. De staten van het Overkwartier klagen aan den stadhouder over de handelwijze van den momboir van het hof van Gelderland, die niettegenstaande de privilegiën van het Overkwartier zulks verbieden , tegenwoordig zijn wil bij het verhoor der getuigen in zaken waarin hij zelf de aanklager is.
Minuie rael verdere stukken op die zaak betrekking hebbende , in omslag 8 Nquot; oo.
1608, 10 December. Op het verzoekschrift der staten van het Overkwartier geven de aartshertogen hunne toestemming tot het ligten van . onraadspenningen in dat
~ 7 -
kwartier tot een bedrag van zes duizend iivres van veertig grossen per jaar; deze vergunning werd verleend onder de voorwaarden dat deze ligting het vermeld bedrag niet mag te boven gaan, dat zij alleen zal plaats hebben over de jaren 1608 en 1609, en dat de opbrengst uitsluitend zal worden aangewend tot de algeraeene behoeften van het kwartier.
Orig. fr. gedagteekend uil Brussel en geleekend Albert, N. de Montmorency , Charles phlcs de Croy , B. de Robiano, in omslag 8 N0 46.
1608, 29 December. Gedeputeerden van de ridderschap en steden geven kennis aan den stadhouder dat zij tot de vriendelijke communicatie met kanselier en
ia- raden van het hof, dag bepaald hebben op den 20quot;cquot;
Januarij aanstaande en hem verzoeken daarbij op lands-en kwartierskosten te willen tegenwoordig zijn opdat door zijne autoriteit het geschil met dat hof uit den weg geruimd moge worden.
Bij brief van den 3''equot; Januarij antwoordt de stadhouder dat hij op zijne eigene kosten aan het gedane ver zoek zal voldoen, aangezien hij niets wil sparen om tot de goede verstandhouding mede te werken
Minnie en orig. fr. gedagteekend uil Venlo en geleekend Herman comte de Bergh , in omslag 7 N0 23.
1609, 10 Januarij. De magistraat van Roermond beschrijft de ridderschap en steden van het Overkwartier tegen den aO5'8quot; Januarij, ten einde met kanselier en raden van het hof in communicatie te treden lot bijlegging van het geschil, dat tusschen dat hof en de ridderschap ontstaan is.
Minuien , in omslag 7 N° 24.
4-
1609, 19 Januarij. De magistraat van Gelder verontschuldigt zich wegens opgekomen bezwaren niet op den tegen 20 Januarij bepaalden kwartiersdag te kunnen verschijnen, maar verzoekt den gedeputeerden van de ridderschap en steden hem schriftelijke mededeeling van het daarop verhandelde te willen doen toekomen.
Orig. in omslag 7 Nquot; 25.
1609, 12 Maart. De magistraat van Echt rigt uit naam van de gezamenlijke belanghebbenden in de gemeente-bosschen, broeken, veenen, heiden en weiden een verzoek tot de staten van het Overkwartier strekkende tot handhaving hunner regten in een geschil tusschen hen en de Guliksche onderdanen, aangaande het gebruik van bovengemelde eigendommen. De magistraat voegt hierbij afschriften van twee verdragen hieromtrent opgemaakt, het eerste te Stockem den 21sl•quot; Maart 1527 en het andere te Montfort den T'1quot;quot; Mei 1539.
Orig. en afschriften , in omslag 8 Nquot; 47.
1609, 9 Mei. Op het verzoekschrift der staten van het Overkwartier verlengen de aartshertogen voor twee jaren de vergunning tot het ligten van onraadspenningen in het kwartier; zij stellen daarbij de voorwaarden dal het jaarlijksch bedrag daarvan de som van 6000 gulden niet zal te boven gaan, dat alle steden van het kwartier daarin zullen bijdragen en dat de opbrengst uitsluitend tot de algemeene behoeften zal worden aangewend.
Orig. fr. gedagteekend uil Brussel en geleekend Albert , Charles phles de Croy , J. Desmelieres , in omslag 8 Nquot; 48.
1609, 12 Junij. Op het verzoek der staten van het Overkwartier om de kwarliersvergadering uit te stellen lot den 24quot;quot; Junij antwoordt de stadhouder daarin toe te
— 9 —
stemmen, niettegenstaande hij zich op dien tijd naar zijn markiesaat van Bergen op Zoom in Brabant begeven moet ten einde possessie te nemen van zijne goederen, die hem tengevolge van het bestand worden teruggegeven. Hij hoopt dat de staten op die vergadering een goede ende fruchthaerer resolutie souden nemen op die propositie van huere hoocheden.
Orig. gedagt. uit Venlo en geieekend Herman graue su detn Bergh , in omslag 8 N0. 54.
1609, 22 September. Geregteiijke verklaring afgelegd ten verzoeke van jonker Willem van Vrymersum voor do schepenbank van Vlodrop en die van Linne, waaruit blijkt dat de groote hof bij jonker Vrymersums huis gelegen en hem toebehoorende in vroegere lijden van het dienen met paard en spade is vrij geweest en dat iemand, een doodslag begaan hebbende op dien hof ses weken vreiheit hedte.
Twee geauth. afschrifien, geteekend J. van Kcrckhoue, in omslag 8 N0 49.
1609, 13 December. De stadhouder berigt aan de ridderschap en steden dat hij te Brussel alles in het werk gesteld heeft om te beletten dat de momboir iets zoude verkrijgen tot nadeel van hetgeen reeds besloten was en dat aan zijn rekest geen gevolg zoude gegeven worden dan na voorloopig advies van stadhouder, kanselier en raden; evenwel acht hij het raadzaam dat ook van hunnentwege bewijsstukken tot wederlegging der preien-tién van dien momboir overgegeven worden.
Orig. gedagleekend uil Veulo en geieekend Herman grave zu detn Itergh, in omslag 7 Nquot; 20.
2
- 10 -
1609, 18 December. De stadhouder deelt aan gedeputeerden der staten van het Overkwartier een uittreksel mede van een schrijven door den kanselier van het vorstendom aan hem gerigt; de kanselier geeft daarin te kennen nooit het voornemen gehad te hebben iets tegen het reces te ondernemen , waarbij bepaald werd dat de momboir in de examinatie, visitatie ende resolutie van de saecken fiscaele niet zoude tegenwoordig zijn; onlangs evenwel kwamen de raadsheeren Cocx en Biesen te zijnen huize vergezeld door den momboir; men wilde echter in zijne tegenwoordigheid niet beraadslagen en verzocht hem zich te verwijderen, waartegen hij protesteerde, hetgeen ten gevolge had dat men zonder iets te verrigten gescheiden is; de kanselier verklaart voorts niets tegen vermeld reces te zullen toelaten tenzij de momboir een bevel van de aartshertogen vertoone.
Orig. gedagl. uil Venlo fin geleekend Herman graue 2u dm Bergh , met hel vermeld uilireksel , in omslag 8 Nquot; 50.
1610. De staten van het Overkwartier schrijven aan den stadhouder dat het hem voorzeker bekend is hoe de steden van dit kwartier bij den aanvang van het bestand bij de aartshertogen hebben aangehouden om toch eindelijk de arme onderdanen van hel zwaar servies en de fouragiën te ontlasten , waarop de aartshertogen
op 2 Junij 1609 een gunstig besluit namen en den 14.....
September daaraanvolgende bevolen hebben dat het servies en de fouragiën voortaan zonder last van de burgerij zouden verstrekt worden ; deswegens hebben de staten ook in het vorig jaar 63000 gulden en iu dit jaar 40000 gulden toegestaan; thans echter worden alle steden van het kwartier van groote garnizoenen voorzien waaraan zij alles leveren moeien, ende also t selue die arme tn-
- 11 -
woenders niet langer volharden konnen , zijn de stalen doer hel daglicx schrijen ende kermen der armer tcedwen ende weisen vuytl hochsl dringender noth geresoluiert alles in onderdanicheil ihr durch. hocheit klaglich te remonstreren ende der hierbevoren gedane, allergnediger vertroeslinge te er inner en. Zij verzoeken daartoe zijne medewerking en zijne voorspraak.
Minute , in omslag \ 1 Nquot; 2.
1610, 21 Mei. De stadhouder en de kanselier van het hof leggen op last der aartshertogen aan de staten van het Overkwartier eene schriftelijke propositie over, waarin eene bede ten bedrage van 100000 gulden voor het loopende jaar aangevraagd wordt; daarin wordt tevens betoogd dat de redenen die in het afgeloopen jaar aanleiding gaven tot het verzoeken en toestaan eener bede van 63000 gulden thans nog in volle kracht zijn , terwijl daarbij nog gewigtigere zijn opgekomen, daar ieder weet dat de aartshertog een leger moet zamen-stellen lol schut van zijn frontieren ende bewaernisse van zijn getrouwe ondersaten.
Ürig. in omslag 8 Nquot; 13. Vergel. de kwartiers rcccssen, deel 111 bladz. 446 verso, volgg.
1610, 31 Mei. De stadhouder zendt aan de staten van het Overkwartier afschrift van een schrijven der aartshertogen dd. 27 Mei waarin deze te kennen geven het bedrag van 40000 gulden, dat door de staten op hunne aanvraag om eene bede van 100000 gulden toegestemd is, aan te nemen, uit consideratie van den tegenwoordigen toestand der zaken daar de staten reeds uit elkander gegaan zijn; de aartshertogen behouden zich echter voor, wanneer de noodzakelijkheid zulks
mogt vorderen, de staten andermaal te doen vergaderen, ten einde een hooger bedrag in te willigen.
Orig. fr, gedagt. uit Venlo en gcleckend Herman conté de Bergh, en afschrift , fr. gedagt. uit Brussel, in omslag 8 N0 59.
1610 , 4 Juiij. G. Haghen , agent der staten van het Overkwartier te Brussel, meldt de benoeming van eenen commissaris, die zich onverwijld naar de landen van Limburg en Gelder zal begeven ten einde de buitensporigheden, die aldaar door de soldaten ten laste der goede burgers bedreven worden , te doen ophouden.
Orig. get. C. Haghen , in omslag H N0 15.
1610, 15 Julij. De staten van het Overkwartier schrijven aan de aartshertogen dal zij bij de aanvraag der laatste bede een bezwaarschrift hebben overgegeven, waarop zij de hoop gekoesterd hadden een gunstig en afdoend besluit te ontvangen; daar zulks evenwel niet geschied is en het land daardoor hoe langer hoe meer in oneenigheid met de heeren der kanselarij raakt, terwijl de bede uitdrukkelijk toegestaan werd onder de voorwaarde dat het land eindelijk van de krijgslieden , van hun servies en logementen zoude bevrijd worden, zoo heeft thans juist het tegenovergestelde plaats. De staten verzoeken derhalve dat het den aartshertog moge behagen een besluit op dit bezwaarschrift te nemen waardoor grootere tevredenheid bij de ingezetenen ontsta.
Minute , in omslag 8 Nquot; -40.
1610, 1 Augustus. De staten van het Overkwartier schrijven aan G. Haghen te Brussel dat Benier de Cerclair. zich noemende graaf van Horn, van de aartshertogen verkregen heeft het huis Horn door Pompeo
Justiniano gewapenderhand te doen innemen en den heer van Blijenbeek, die een vasal der aartshertogen en een onderheer van dit kwartier is daarvan te beroo-ven ; zij hebben deswegens den Heer van Hiiienraad naar Brussel afgevaardigd om den aartshertogen te verzoeken zijne gehoorzame onderdanen dermate niet te bedroeven en van hunne goederen te laten berooven zonder dat zij iets tot hunne verdediging hebben kunnen bijbrengen; de staten verzoeken hem, den heer van Hiiienraad den noodigen bijstand te verleenen.
Minule, in omslag \\ Nquot; 46.
1610, Augustus. De staten van het Overkwartier zenden aan de aartshertogen een bezwaarschrift tegen het plakkaat op de redemptie der renten in het Over-kwartier.
Miuule, in omslag H N0 17. Bijliggende een brief der stalen aan G. Haghen , over dal onderwerp.
1610, 10 Augustus. De staten van het Overkwartier berigten den aartshertog van den heer van Blijenbeek een klaagschrift te hebben ontvangen , waarin deze het volgende te kennen geeft. In het jaar 1604 heeft zekere franschman, Benier de Cerclair genaamd, door hulp van staten der Umerde prouincien kriegsvolck op eene geweldige wijze het huis Horn ingenomen, geplunderd en vervolgens zijne moeder, de vrouw van Blijenbeek, met geweld gedwongen een akkoord met hem te sluiten. Mar also by die Constitution des Rychs vom Landtfrieden heilsamlich is vorsien en den aldus beroofde veroorloofd wordt, met hulp van vrienden en magen, zijn eigendom binnen den tijd van zes of zeven maanden met geweld terug te mogen nemen , zoo hebben eenige magen en vrienden der voormelde vrouw van Blijen-
— 14 -
beek hel huis Horn belegerd en Renier de Cerclair gedwongen liel terug te geven ; daarmede echter was het domkapittel van Luik nog niet tevreden, maar heeft de Cerclair als een landsvredebreker vervolgd,
hem gevat en naar Luik doen brengen, alwaar hij naar verdiensten gestraft zoude zijn geworden, ware het niet dat hij door intercessie van zekere heeren bij het kapittel gratie verworven had, onder voorwaarde af te zien van hetgeen hij sub et obreplive van den bisschop van Luik had verkregen , op eigen gezag niets te ondernemen en zijne vordering in regten te vervolgen. — Daarop heeft de Cerclair zijne pretentie te Spiers aanhangig gemaakt en cilalionem super fracta pace tegen het domkapittel van Luik, den heer van Goor en Fronenbroek en de vrouw van Blijenbeek vuylbrachl,
die daarop mandala de non allentando legen hem uit-bragten; terwijl het nu in alle regten voorzien is quod lite pendente nihil innovandum en .straffen zijn gesteld qui lite coniestata ad alium judicem confugit, zoo heeft de Cerclair zich echter lot den aartshertog gewend en tegen de waarheid voorgegeven dat hij in hel rustig bezil van hel huis Horn geweest is en door den stadhouder van Gelderland daarvan beroofd is geworden; dal daarop de aartshertog zonder de vrouw en den heer van Blijenbeek gehoord te hebben, den stadhouder bevel gegeven heeft om genoemden de Cerclair in hel bezit van hel huis Horn te herstellen ; dit bevel werd door den kolonel l'ompeo Justiniano uitgevoerd, die als vriend 'gt;
op dal huis kwam, zich daarvan meesier maakte, de dienstboden wegjoeg en hel aan de Cerclair overgaf,
die heden ook de vrouw van Blijenbeek daarvan deed vertrekken.
Daar dit bevel van den aartshertog langs slinksche wegen verkregen werd, vertrouwen de staten, na de juiste
— 15 —
toed ragt dezer zaak te kennen gegeven te hebben (te meer daar het huis Horn niet m diesc 17 prouincen, maar in het sticht van Luik gelegen is), dat het verstrekte bevel ingetrokken zal worden en de vrouw en heer van Biijenbeek, die steeds getrouw des konings zijde hielden en in de onlusten nooit de wapenen tegen hem hebben opgenomen, wederom in het rustig bezit van dal huis zullen gesteld worden.
Minuie, in omslag 8 N° 21. Vergelijk Wolters , Notice hist, sur l'ancien comté de Hom, pag. 103, 101.
1610, 18 December. Op het verzoek van den pater gardiaan van het convent van de Minderbroeders te Roermond staan de staten van het Overkwartier eenc som van honderd daalders toe lot onderhoud en restauratie van dat convent.
Orig. in margine geteekend L. Dyesius, in omslag I i N0 56.
1610, 24 December. De stadhouder geeft bevel aan den magistraat van Roermond tot het beschrijven van eenen kwartiersdag op den 7Jequot; Januarij 1611; daar hij persoonlijk daarop zal verschijnen, verzoekt hij tevens eene woning voor hem te doen inrigten.
Orig. gedagieekend uil Venlo en geteekend lierman grave zu den Bergh , in omslag 8 N0 41.
1611 , 17 Januarij. De kanselier van hef hof van Gel derland legt in de vergadering der stalen van hel Over-kwarlier namens de aartshertogen een schriftelijk voorstel over, inhoudende als volgt: De staten weten me/ watt iffeclie en de sorchvnldicheyt de aartshertogen gearbeid hebben ten einde deze landen door middel van het bestand met de Vereenigde Provinciën , uil den langdu-rigen oorlog tot rust te brengen ; hoe zij daarna in eenich
- 16 -
misverstandt en achterdincken mit Vrancknjck gecomm J.\]U en wegens den togt naar Gulik een groot getal krijgslieden hebben moeten ligten, hetwelk niet heeft kunnen geschieden zonder groote kosten en nieuwe belastingen ; dien ten gevolge zijn zij genoodzaakt geweest hulp van hunne onderzaten te verzoeken, waaraan reeds de meeste provinciën beantwoord hebben door het continueeren hunner beden ; tot datzelfde oogmerk doen zij thans de staten van het Overkwartier vergaderen en verzoeken hun eene bede in te willigen van 7000 gulden per maand voor één jaar aanvangende met 1» Januarij 11., opdat hiermede in de goede betaling van het krijgsvolk mag voorzien en de goede orde onderhouden worden. Daar het Overkwartier thans van de swaere contributien die t'selue aen de geünieerde prouincien plochl le betaelen ontlast is, ver trouwen de aartshertogen dat de staten van hunnen ge woonlicken yever ende genegentheyl tot heuren dienste ende den voyruallenden noot, zullen doen blijken.
Afschrift, in omslag 8 Nquot; 51 en in kwarliersreccssen, deel IV, bladz. 5 verso en volgg.
1611, Februarij. De staten van het Overkwartier schrijven aan den graaf de Montmorency, chef financiën en aan Balthasar de Robiano, thesaurier der financiën, dat het arme kwartier dermate vervallen is dat het vergeleken kan worden bij een door langdurige ziekte uitgeput ligchaam, waarin de noodige kracht om den minsten last te tillen niet meer aanwezig is. Evenwel hebben zij, om hunne genegenheid jegens hunnen prins te toonen , op het laatste voorste eene som van 50000 gulden voor den loop van een jaar toegestaan, maar daarbij een dringend klaagschn overgelegd, waarin het behoud der privilegiën en ver zachting voor de arme onderdanen verzocht wordt; e
— 17 —
staten verzoeken hunne voorspraak bij de aartshertogen tot het verkrijgen van eene spoedige resolutie , die regt-vaardig en geschikt zij eenige verligting aan het kwartier te geven en zijne privilegiën te verzekeren.
Minute v fr. in omslag 8 N0 2.
1611, 14 Maart. Het bureau van financiën te Brussel berigt aan de staten van het Overkwartier de ontvangst van een schrijven der erfgenamen van wijlen den kapitein Etienne d'Ysendoren de Blois , waarin deze zich beklagen geene betaling te kunnen bekomen van de steden Gelder, Stralen en Erkelens van hare quota's in de som van 3000 gulden, die men aan den overledene verschuldigd is wegens de ligling eener compagnie van 200 Nederduitschers. Daar deze som in de vergadering der staten van 26 Julij 1600 toegestaan is en Roermond en Venlo hunne quota's reeds voldaan hebben, verzoekt het bureau, in aanmerking der diensten door den overledene bewezen zoo bij het ligten dezer compagnie als bij de belegering van Ostende, alwaar hij ten gevolge van eene bekomene wonde overleden is, dat de staten maatregelen nemen om die steden tot betaling te dwingen.
Orig. fr. gedagteekend uit Brussel en geleekend V. Kinschol, met andere stukken tot die zaak betrekkelijk , in omslag 8 N0 28.
1611, 29 Julij. De magistraat van Gelder klaagt aan gedeputeerden van de ridderschap en steden over de lasten, waaronder de arme burgerij van Gelder nog gebukt gaat, welke lasten sedert den wapenstilstand nog zijn toegenomen terwijl andere steden verligting bekwamen ; de magistraat verzoekt dal bij de aartshertogen om vermindering van garnizoen aangedrongen
3
— 18 —
worde, daar dit thans nog bestaat uit eene comp'0 Spanjaarden te paard van don Michaël de Indiagues . eene compquot;. Italianen en de comp*' van den gouverneur; ook verzoekt de magistraat dat het servies aan den gouverneur en den wachtmeester verschuldigd bepaald worde, daar die voorgeven in de ordonnantie niet begrepen te zijn-
Orig. in omslag 8 Nquot; 4.
1611, 16 Augustus. De gedeputeerden van ridderschap en steden beschrijven de staten van het Overkwartier op den IS11quot;1 Augustus, ten einde te beraadslagen over hetgeen , na het overlijden van den stadhouder Herman van den Bergh lot de meeste welvaart van het land za' behooren verrigt te worden.
Minule, in omslag 8 N0 22.
1611 , 23 Augustus. De gravin weduwe en de graven Frederik en Hendrik van den Bergh antwoorden op de brieven van rouwbeklag door de staten van het Overkwartier aan hen gerigt bij het overlijden van hunnen echtgenoot en broeder , den stadhouder Herman.
Drie orig. in omslag 8 N0 6.
1611, 8 October. De aartshertogen maken eene ordonnantie aangaande de heffing van licenten op paarden en veulens, die uit de Vereenigde Provinciën Gelderland ingevoerd worden.
Afschrift , in omslag 8 N0 57.
1611, 22 November. De eigenaars der goederen omtrent het riviertje de Niers gelegen beklagen zich over de schade hun door Kleefsche en Keulschc naburen veroorzaakt en verzoeken dat aan de ambten Gelder, Stralen en Kriekenbeek bevolen worde de oude regten
— 19 -
van de Niers na te komen en dat aan die van Kleef en Keulen insgelijks een verzoek tot nakoming daarvan .p, gerigt worde.
in margine geeft het hof bevel om aan het gedane verzoek te voldoen.
I Orig. in omslag 7 N0 30.
1612, 13 Maart. De ridderschap van het Overkwartier stelt de redenen en motieven in geschrift, waarom zij in de ingewilligde bede eenigen vrijdom behooren te genieten.
Afschrift in kwarliersrecessen , deel IV bladz. 80.
1612, 16 Maart. De steden van het Overkwartier protesteren tegen de redenen en motieven der ridderschap V dd. 13 Maart II. en verklaren waarom de ridderschap
niet meer vrijdom dan de steden in de bede behoort te genieten.
Afschrift in kwartiersrecessen, deel IV. bladz. 84 vquot;.
1612, 28 Mei. De staten van het Overkwartier schrijven aan G. Haghen te Brussel over het muntregt i dat de stad Roermond van de vroegere Geldersche vorsten
gekregen heeft en waarin zij thans door den kanselier van het hof belemmerd wordt, daar deze van de heeren van Financiën den last bekomen heeft om dal munten te verbieden en de stempels uit het huis van den muntmeester weg te nemen. De magistraat heeft daarover aan de staten geklaagd en tevens verzocht hem bij zijn privilegie te handhaven , en daar dit verzoek in overeenstemming is met de concordaten en verdragen hebben de staten zich met die klagt vereenigd; dientengevolge vragen zij G. Haghen, in de eerste paats bij die van financiën en zoo dat niet helpt bij de aartshertogen te
- 20 -
verzoekende stad Roermond in haar muntregt te herstellen,
hetgeen haar gegeven is om in het onderhoud der moederkerk
en door het maken van batten en dijken tegen waters- ■»gt;
nood te voorzien; mogt aan dit verzoek geen gehoor
verleend worden dan zal zulks grofe occasie genen dall
die bedesleur in voeruallende gelegenheid geweigert soldi
moegen werden.
Minute, in omslag 11 N0 18.
1612, 3 Junij. Twee brieven van den te Brussel residerenden agent G. Haghen waarin hij berigt dat men,
tot het onderzoek van het muntregt der stad Roermond,
van hem het origineel privilegie betrekkelijk dit muntregt vordert ; hij verzoekt dat hem dit toegezonden worde.
Twee orig. get. G. Haghen , in omslag 11 N0 12.
1612, 9 Junij. De magistraat van Stralen klaagt aan de staten van het Overkwartier over het groote garnizoen waarmede de stad bezwaard is en verzoekt dat in het klaagschrift door de staten aan de aartshertogen te rigten aangedrongen worde om de stad van dat garnizoen te ontlasten.
Orig. in omslag 8 N0 53.
1612, 4 Augustus. De gedeputeerden van ridderschap en steden geven eene instructie aan den licentiaat Tilman Bree ten einde zich naar Brussel te begeven en aldaar met den agent Haghen bij de aartshertogen tegen de nieuwe afkondiging van het muntplakkaat te protesteeren; hij zal moeten te kennen geven hoe door die afkondiging de handel en nering uit deze landen verdreven en naar de naburige provinciën wordt overgebragt, waar de muntspeciën tegen eenen hoogeren koers ontvangen worden; tevens
zal hij verzoeken dat aan de belofte der aartshertogen om iemand herwaarts af te vaardigen tot afschaffing der iicenten op de rivier de Maas gevolg gegeven worde en alle moeite doen om de stad Roermond , ten gevolge van hare oude privilegiën, spoedig in de uitoefening van het muntregt te herstellen.
Orig. gel. J. van Ryckenroy, in omslag 7 N0 41.
1612, 18 Augustus. De hoofdstad en andere steden van het Overkwarlier geven aan de aartshertogen hunne be zwaren te kennen tegen het laatste muntplakkaat, en verzoeken dat het ingetrokken worde, wegens het nadeel, dat de ingezetenen daaruit ondervinden, vermits het kwartier tusschen de landen van Gulik, Kleef, Keulen, Luik, het graafschap Horn , de heerlijkheid Üalenbroek , het land van Cuyck en anderen ingesloten is , waar die munten tegen eenen hoogeren koers ontvangen worden.
In margine antwoordt het bureau van financiën te Brussel dat aan bedoeld plakkaat geene verandering kan gebragt worden.
Orig. in margine geteekend H. van Croonendaele , iu omslag 8 N° 3.
1612, 29 Augustus. De staten van het Overkwarlier schrijven aan den aartshertog steeds aangedrongen te hebben op het benoemen van Gelderschen voor opengevallene betrekkingen in het hof van Gelderland, of ten minste dat deze, ingevolge het tractaat van Venlo boven vreemdelingen de voorkeur hebben. Dat op het oogen-blik bij dat hof voorzien moet worden in de vervulling der plaatsen opengevallen door de benoeming van den gewezen momboir Melchior van Bentschup tot kanselier
— 22 —
in Overijssel en het overigden van den raad Marsilius Kochs, en daar er bij het hof verscheidene advokaten gevonden worden, die daartoe geschikt zijn , verzoeken de staten dat in beide betrekkingen personen geplaatst worden, die in Gelderland geboren zijn ; zij geven tevens den wensch te kennen dat de betrekking van momboir afgescheiden worde van die van raad , daar door deze zamenvoeging meermalen groote verwarringen ontstaan zijn.
Minule, fr. in omslag 8 Nquot; 4.
1612, 22 September. G. Haghen schrijft aan de staten van het Overkwartier aangaande de waarde die aan ecnen ouden braspenning moet gegeven worden, waarover te Brussel verschil van meening bestaat; hij verzoekt inlichtingen te bekomen hoe hij zich daaromtrent moet gedragen.
Orig. geteekend G. Haghen, in omslag dl N0 13.
1612, 2 October. In antwoord op het schrijven van G. Haghen dd. 22 September II. melden de staten van het Overkwartier dat de aartshertog zelf eenen cijns ten bedrage van een stuiver in dit kwartier met zes oordjes, munt naar de plakkaten, betalen doet; hieruit zoude volgen dat de waarde van eenen braspenning op negen oordjes zoude moeten gesteld worden, hetwelk een oordje minder dan een halve reaal zijn zoude; in het privilegie wordt echter van een ouden braspenning gesproken, hetgeen voorzeker gedaan is tot onderscheid van den nieuwen braspenning, die minder waarde had; zij schatten dientengevolge denouden braspenningop tien oordjes volgens de plakkaten of op eenen halven reaal; gesteld evenwel dat de oude braspenning slechts eene waarde van negen oordjes zoude hebben, zoo vermeenen zij nogtans dat de aartshertogen niet op een zoo gering verschil mogen letten , maar in consideratie nemende de getrouwe diensten
— 23 -
der stad Roermond en de zware lasten tot dusverre door haar gedragen, het munten tot een halven reaal in plaats van tot eenen braspenning zullen toelaten, te meer dewijl de munt alsdan beter in evenredigheid met die der aartshertogen zijn zal; de agent zal evenwel zulks niet bij manier van oppositie doen gelden, maar bij vorm van verzoek in het midden brengen.
Minute, in omslag H N0 14.
1G12, 10 October. G. Haghen, schrijft onder andere zaken aan de gedeputeerden der staten van het Over-kwartier over zijne pogingen betrekkelijk het muntregt der stad Roermond; hij hoopt dat weldra de instructie daaromtrent zal zijn vastgesteld en eene beslissing zal genomen zijn aangaande het verschil tusschen den ouden braspenning en den halven reaal. Hij berigt te zullen trachten de gelijkheid in waarde van den ouden braspenning met den halven reaal te doen aannemen, maar denkt dat in de instructie tot het munten het woord alden braspenninck behouden zal blijven omdat zulks in het primitief privilegie wordt aangetroffen; hij verzoekt berigt te ontvangen of men voor den oogenblik daarmede genoegen neemt; hij raadt zulks aan omdat men te spoediger met het munten kan aanvangen; men kan dan nader daarover verklaeringe hij ivege van justitie verzoeken-Orig. get. C. Haghen, in omslag H N0 dl.
1012, 10 October. G Haghen schrijft aan de staten van het Overkwartier dat de opmaking der instructie betrekkelijk het munten door de stad Roermond aan de generaals der munt opgedragen is; hij was gisteren in hunne vergadering en heeft de belofte bekomen dat die instructie binnen korte dagen in gereedheid zoude gebragt zijn. Orig. get. G. Haghen, in omslag 11 N0 19.
- 24 -
1612, 23 October. De magistraat van Stralen schrijft aan de gedeputeerden der staten van het Overkwartier dat na menigvuldige klagten zoo bij de aartshertogen als bij de staten . tegen het groote garnizoen , waarmede de stad belast is, te hebben ingebragt , tot dusverre geene vermindering daarin gebragt werd; de magistraat wendt zich derhalve nogmaals tot de gedeputeerden met het verzoek bij de aartshertogen dringend tot verwijdering van dat garnizoen aan te houden , en zulks in consideratie van de ondelgbare schulden waarin de stad geraakt is door de placquillios, door het langdurig groot garnizoen en de zware interesten die zij betalen moet.
Orig. in omslag 8 Nquot; 54.
1612, 5 December. De stadhouder schrijft aan de staten van het Overkwartier niet op den bepaalden kwartiersdag van 11 December te kunnen tegenwoordig zijn, maar spoort hen aan om zooveel eenigiins mogelijk is intewilligen hetgene hun namens de aartshertogen zal gevraagd worden.
Orig. gedagt. uil Brussel en geleekend Friederich graue ju dem Bergh. in omslag SN0 37.
1612, 7 December. De aartshertogen berigten aan de staten van het Overkwartier eenen kwartiersdag bepaald te hebben op 11 December en aan den kanselier Pieter van den Bossche last te hebben gegeven tot het doen van een voorstel van hunnentwege.
Orig. gedagt. uit Brussel en geleekend Albert, Isabel, Verreyken, in omslag 8 N0 23.
1612, December. De staten van het Overkwartier geven aan de aartshertogen den jammerlijken toestand te kennen , waarin de inwoners der steden Gelder en Stralen
— *25 -
zich door ai te groot garnizoen bevinden en de onbetamelijke handelwijze, die zij zich daarvan moeten laten welgevallen. De staten smeeken dringend deze armoedige onderdanen te helpen en hunne ellende door de verwijdering van het garnizoen te verzachten.
Minute, fr. in omslag 8 Nquot; 52.
1613, Januarij. Johannes Versard , pastoor te Wetten, berigt aan de staten van het Overkvvartier dat op 28 December II. de parochiekerk van zijn kerspel door eenen hevigen wind is ingestort en de herstelling daarvan op 3000 gulden begroot is; hij geeft de onmogelijkheid van deze herstelling te kennen daar dy onderdaenen des kerspels alle halffluyden geine eigeners sint ; hij verzoekt den staten eene bijdrage van duizend gulden daartoe te willen verstrekken.
Aan den voet bevindt zich de aanbeveling van den bisschop van Roermond tot het verleenen van die bijdrage get. Jacohus episcopus liuraemundensis.
Orig. in omslag H N0 9,
1G13, 7 Januarij. Eenige schippers van Venlo leggen voor den magistraat aldaar eene verklaring af aangaande hetgeen de burgers van Venlo en Roermond op de tollen, die op den Rijn en de Maas geheven worden, verschuldigd zijn.
Afschrift met eenige andere stukken betrekkelijk die lollen , in omslag 8 N0 24.
1013, 16 Januarij. De kanselier Pieter van den Bos sche legt in de vergadering der staten van het Overkwar-tier namens de aartshertogen eene schriftelijke propositie over, waarin te kennen gegeven wordt dat het den aartshertogen leed doet wederom de hulp en adsistentië der
/t
staten te moeten inroepen tot onderhoud hunner Nederlanden , overtuigd als zij zijn dat de groote lasten gedurende de langdurige oorlogen gedragen tijdens dit bestand wei eenige verzachting vereischen ; er moet evenwel een nog zoo groot getal krijgslieden onderhouden worden dal het door den koning van Spanje toegezondene bedrag te kort schiet, zoodat de fouragiën en het servies bij manier van beden moeten gevonden worden om alle ongeregeldheden en confusiën te vermijden; de aartshertogen moeten deswegens een bedrag van 75000 of minstens van 72000 gulden voor dit jaar vragen en vertrouwen dat de staten niet in affectie ende ijver willen wijeken tegenover de andere provinciën , die zoo aireede daer inne hvn debuoir yedaen hebben.
Orig. in omslag 8 Nquot; 9.
1613, 18 Januarij. Johan van Wittenhorst, drost te Montfort, verzoekt den staten van het Overkwartier hem bij de aartshertogen te willen aanbevelen , opdat hij in dat drostambt bevestigd worde.
Inliggend de minute der verzochte aanbeveling van de stalen aan de aartshertogen.
ürig gel. J. v. Wijtlenhorst , en minulc , fr. in omslag 8 N0 20.
1013, 4 Februarij. De magistraat van Zulphen schrijft aan de gedepuleerden der stalen van het Overkwartier hun schrijven ten voordecie der kooplieden en schippers van Roermond en Venlo aan den tolgaarder aldaar te hebben vertoond , die daarop ten antwoord gaf wel te weten dal de voornoemde kooplieden en schippers in vroegere lijden vrijdom van tol op de rivier hadden, maar dat hij hen, buiten uildrukkelijken last van de rekenkamer in Gelderland , niet mag laten voorbijgaan zonder
tol af te nemen; (Je magistraat berigt voorts dat de tol op den IJssel niet aan de stad Zulphen maar aan het domein behoort, zoodat de gedeputeerden zich deswegens tot de rekenkamer te Arnhem te wenden hebben.
Orig. geieekemi J. Schiflfort, secr. , in omslag 8 N0 38.
1613, 8 Februarij De gedeputeerden van ridderschap en steden schrijven aan de prinses van Espinoy dat het berigt, 't welk zij vermeenen door haar te zijn ontvangen als zoude de vereering in het jaar 1611 door de staten van het Overkwartier aan haren toenmaligen echtgenoot den graaf van den Bergh gedaan ingetrokken zijn , onjuist is. Deze vereering is door den armoedigen toestand van het kwartier tot dusverre niet uitbetaald kunnen worden, maar de staten verzekeren dat zulks in den aanstaanden oogsttijd zal geschieden.
Inliggend het antwoord der prinses, gedagteckend uit Brussel den ie10quot; Februarij 1613.
Minute eu orig. get. die princessc van Espinoy , in omslag 8 N° 23.
1613, 15 Februarij. De magistraat van Gelder geeft kennis aan gedeputeerden van de ridderschap en steden dat hij bij den dood van Lambert de Croisilles, gouverneur der stad. op den l iJt° dezer , zich onmiddellijk aan den stadhouder heeft gewend met het verzoek bij de aartshertogen aan te dringen om die betrekking gedurende den wapenstilstand , zoo als in andere steden het geval is, onvervuld te doen blijven. De magistraat vertrouwt dat gedeputeerden zijn verzoek bij de aartshertogen zullen ondersteunen en tevens pogingen zullen aanwenden dat de arme burgerij van haar zwaar garnizoen en voornamelijk van de ruiterij ontslagen worde.
Orig. in omsiag 8 N0 7.
- 28 —
1613, 21 Februarij. De magistraal van Venlo schrijn aan gedeputeerden der staten van het Overkwartier over de lasten, die het platte land drukken wegens het leveren van brandstoffen voor de bezetting op de schans te Arcen, en geeft tevens de klagten der schippers te kennen die de Maas op- of afvarende gedwongen worden aldaar aan te leggen; hij verzoekt thans, bij het overlijden van den bevel voerenden kapitein Punder, bij de aartshertogen dringend aan te houden op de ontruiming dezer schans; mogt daartegen ingebragt worden dat zij tot reuisie der affmierende goederen noodig is, dan zoude men kunnen voorstellen daartoe een klein wachtschip in de Maas te leggen.
Orig. in omslag 8 N° 36.
1613, 21 Februarij. Reinier van Gelder, heer te Arcen, geeft aan de staten van het Overkwartier te kennen dat hem in vroeger tijd eene ordonnantie verleend werd, tengevolge waarvan hij in het bezit van het huis, slot en schans te Arcen moest hersteld worden ; dat het huis en slot hem ook werden ingeruimd maar dat met goedvinden van den stadhouder den kapitein Punder wegens zijnen hoogen ouderdom en verleende diensten vergund werd op de schans te verblijven; daar deze echter thans gestorven is, verzoekt hij dat die schans insgelijks door de soldaten verlaten en hem ingeruimd worde.
Orig. geleekend : Rener van Gelre, her zo Arssen , in omslag 8 N0 14.
1613, 4 Maart. De magistraat van Gelder dankt gedeputeerden van de ridderschap en steden voor hunne goede voorspraak bij de aartshertogen ; hij verlangt hartelijk dat het gouuernement deser stalt solle cessieren, want
- 29 -
al wordt ook een Gclderschman daartoe benoemd dan zal deze toch zonder groot garnizoen niet willen blijven en daarenboven het servies vorderen dat zijn voorganger genoten heeft; wordt hem dit ook geweigerd, dan heeft hij toch alle middelen aan de hand zulks van de stad en het platte land te bekomen, hetgeen een grooten last oplevert, te meer wanneer het kasteel ten behoeve van den drost wordt afgestaan , in welk geval de magistraat nog eene woning voor dien gouverneur zoude moeten beschikbaar stellen; daarom verzoekt hij nogmaals, uit naam van het kwartier, aan den agent Haghen te schrijven om te verzoeken dat de stad gedurende den wapenstilstand onder het gouvernement van den stadhouder moge verblijven, als zijnde zulks het eenige middel lot verligting , daar hij niet twijfelt of de compie van den gouverneur zal dan afgedankt worden.
Orig. in omslag 8 N0 8.
1613, 23 Mei. Stadhouder, kanselier en raden van het vorstendom Gelder bevelen den magistraat van Roermond eenen kvvartiersdag te beschrijven op maandag na de H. Drievuldigheid , uitsluitend bestemd om met het hof aangaande het stuk van appel, in onderhandeling te treden.
Orig. geteekend J. van Kerckhove, in omslag 7 N0 31.
1613, 24 Mei. De stadhouder berigt aan de staten van het Overkwartier de ontvangst van hun schrijven dd. 19 Mei, waaruit hij vernomen heeft dat de kanselier van Overijssel, Melchior de Bentschup, zoude aanhouden om te Roermond te resideeren en aldaar de betrekking van vice-kanselier of eerste raad in het hof te vervullen; hij keurt de redenen goed die de staten daartegen inbrengen,
1
— 30 -
zal den aartshertog daaromtrent onderhouden en het voornemen van de Bentschup te keer gaan.
Orig. gedagteekend uit Brussel en geteekcnd Fricderich graue zu dem Bergh , mei een sclirijvcn van Bernardo Cornelia over dezelfde zaak , in omslag 8 Nquot; 56.
1613. 5 October. Het hof van Gelderland geeft aan gedeputeerden van ridderschap en steden de ontvangst te kennen van hunnen brief waarbij uitstel verzocht wordt lot het uitbrengen van hun advies betrekkelijk het ontwerp van een plakkaat aangaande de wapenen en titels van adeldom ; het hof antwoordt hierop dat deze zaak geen uitstel kan lijden daar reeds eene tweede missive van de aartshertogen ontvangen werd en verzoekt derhalve dat advies op het spoedigste uittebrengen, maar alvorens die personen van de ridderschap daartoe bij elkander te roepen, die zij denken nuttig en bekwaam te zijn.
Orig. geleekend J. van Kerckhove, in omslag 7 N° 32.
1613, 29 November. De stadhouder schrijft aan gedeputeerden van ridderschap en steden dat hij bevel ontving om de staten van het Roermondsche kwartier tegen den Squot;1quot; December aanstaande te doen beschrijven ; dat hij op die vergadering niet tegenwoordig zijn kan, maar hun vriendelijk verzoekt van hetgeen daarop namens de aartshertogen zal gevraagd worden zooveel intewilligen als maar eenigzins mogelijk is; hij twijfelt niet of de staten zullen Ihoonen die goede affectie zoo zij tot hneren princen zijn draegende.
Orig. gedagteekend uit Brussel en geteekend Friederich grave zu dem Bergh , in omslag 7 Nquot; 33.
1613, 3 December. G. Haghen schrijft aan de staten de resolutie aangaande de soldaten op Montfort te hebben
- 31 -
ontvangen en daaruit de intentie van de aartshertogen te hebben vernomen om de gemeente van het onderhoud der soldaten te ontlasten.
Orig. get. G. Haghen , in omslag ii N° 20.
1613, 7 December. De gardiaan der Observanten te Aken geeft aan den kanselier van het hof van Gelderland den ellendigen toestand en de uiterste armoede van zijn convent te kennen, zoo als ook de kwellingen en bespottingen waaraan de kloosterlingen onder het bestuur der stad Aken blootgesteld zijn, zoodat hij gedwongen wordt vreemden bijstand interoepen ; hij verzoekt hem dringend in de eerstkomende vergadering der staten van het Overkwarlier eene aalmoes voor zijn convent aan te vragen en zijne beste pogingen tot het bekomen daarvan aan te wenden.
Orig. lat. geleckend Jacobus Poljlies , guardianus de observanlia in Aquisgrano , in omslag dl N0 8.
1G13, 9 December. De stadhouder schrijft aan de ridderschap en steden van het Overkwartler niet tegenwoordig te kunnen zijn op hunne vergadering, maar aan kanselier en raden opgedragen te hebben een voorstel te doen , waarop hij denkt dat zulke resolutie zal genomen worden als de dienst der aartshertogen en de welvaart van het land vereischen; hij meldt tevens dat het collegie der societeit Jesu te Roermond, door het bouwen van een woning voor deti bisschop ten einde zijn woning te kunnen betrekken, zeer ten achteren geraakt is; hij verfoekt dat collegie nog eene som van 5000 gulden lo \sillen toestaan, waarvan dan ieder zijne quota mag korten die hij reeds in het particulier daaraan verstrekt heeft.
Orig. gedagteekend uil Brussel en gcleekond Friederich grauc zu dem li'igh , in omslag 7 Nquot; ~gt;i.
- 32 -
1613, 20 December. De Staten van het Overkwartier schrijven aan G. Haghen te Brussel dat zij op het voorstel van wege de aartshertogen eene bede van 40000 gulden voor het volgende jaar hebben toegestaan, en dat zij hopen dit bedrag door de aartshertogen aangenomen te zien uit hoofde van die seer ouergroote ar moet der schameler onderdaenen en omdat de vruchten tegenwoor-woordig niet alleen zeer laag in prijs zijn maar ook geene koopers daarvoor aangetroffen worden; zij verzoeken hem al zijne krachten in te spannen om bovengemeld bedrag te doen aannemen.
Minute, in omslag 11 !S° 21.
1()13, 30 December. De stadhouder meldt aan de staten van het Roermondsche kwartier uit hun schrijven van 20 dezer vernomen te hebben dat zij op de propositie der aartshertogen slechts eene som van -40000 gulden in vier termijnen te voldoen itivvilligden daar zij de onmogelijkheid inzagen meer te kunnen toestaan ; op het tevens tot hem gerigte verzoek om de aanneming dier som bij de aartshertogen te willen bevorderen antwoordt hij bij de eerste gelegenheid daartoe zijn best te zullen doen.
Orig. gedagleekend uil Brussel en gcleekend Friederich grave zu dan Bergh, in omslag 7 Nquot; 5o.
1014-1017. Verschillende stukken betrekking hebbende op de zamenstelling der landregten in het Overkwartier.
Orig. en minuten , in omslag 10 INquot; 25.
1014, 28 Februarij. Op het verzoek van Jonker Willem Uengers om wegens zijn adellijk goed genaamd Langeveldt. in het kerspel van Wanckum gelegen, op de kwartiersdagen te worden beschreven antwoorden de
- 33 -
state» dat hij vooreerst zijn persoon en het aangewezen goed zal doen kwalificeeren, ingevolge de kwartiersrecessen.
Orig. in omslag 10 Nquot; 4 ; vergelijk de kwartiersrecessen, deel IV. biadz. 169.
1614, 28 Februarij. Jonker Assuerus van Hompel genaamd Impel legt in de vergadering der staten van hel Overkwartier van 28 Februarij een verzoekschrift over, strekkende om weder als vroeger op de landdagen beschreven te worden ; dit was gedurende zekeren tijd niet geschied onder het voorwendsel dat zijn adellijk goed, Blomerssem genaamd, niet in het ambt Gelder maar in het graafschap Meurs zonde gelegen zijn ; daar hij thans voor commissarissen van het hof van Gelder het tegendeel bewezen heeft, hoopt hij dat aan zijn verzoek onmiddellijk voldaan zal worden.
In dezelfde vergadering besluiten de staten tot zijne toelating.
Orig. in omslag 11 N0 10; Vergel. kivarliersrecessen, deel IV. bladz. 169 V0.
1G14, i April. De staten van het Overkwartier schrijven aan G. Haghen te Brussel de resolutie op hun bezwaarscluift te hebben gelezen en daarover weinig tevreden te zijn, zoodat zij besluiten hunne voorge-nomene deputatie te doen plaats hebben; zij verzoeken hem derhalve, om groote kosten te vermijden, voor de vijf heeren die de deputatie uitmaken, voor eenen secretaris der stad Roermond en zeven a acht bedienden een logement te Brussel te willen bespreken.
Minule , in omslag H Nquot; 22.
1614, 11 April. G. Haghen te Brussel schrijft aan de staten van het Overkwartier dat hij volgens hun verlangen een logement voor de deputatie te Brussel besproken
5
_ 34 -
heeft ten huize van den atlvokaat Reyngodt voor drie gulden daags , waarvoor tevens alle huysgebruyck, meubelen, stalling , keuken, bedden en tafelgereedschap zullen geleverd0 worden; hij zal die deputatie op zaturdag aanslaande verwachten, heeft reeds drie aemen bijers dnjnckhner besteld en zal ook voor brand en licht zorgen.
Orig. gel. G. Uaghen , in omslag 11quot; N. 32
16U , Mei. Maarten van Broekhuyzen , heer te Oeijen, Arnold van Horpusch , burgemeester van Roermond , Adam Daemen van Lentholt , schepen van Venlo en f.erard Lintgens , schepen van Gelder , afgevaardigden uit de stalen van quot;bet Overkwarlier, leggen aan die staten een relaas over aangaande hunne verrigtingen te Brussel, ingevolge de instructie hun onder dagteekening van den 4'0n Maart 11. verstrekt.
Orig. inlioudcade 40 bladzijden in omslag 10 Nquot; 3. Vergelijk de 3' aflevering bladz, Ö33.
1614, 4 Mei. De schepenen van bet ambt Kessel klagen aan gedeputeerden der staten van bet Overkwartier over de licenten die thans niet alleen van de paarden , maar tevens van bet graan , de schapenvellen en de wol, doorben buiten bet kwartier ter markt gebragt, gevorderd worden ; zij geven te kennen dat zij, wanneer daarmede wordt voortgegaan, voortaan onmogelijk in de beden meer zullen kunnen bijdragen, noch de intresten van hunne opgenomene kapitalen voldoen, daar het bekend is dut de licenten op de paarden geheven de nering uit dit kwartier verjaagt en deze zich naar andere landen verplaatst; zij verzoeken den gedeputeerden bij de aartshertogen op de afschaffing daarvan aan te dringen.
D Orig. geieekend Henrich van der Lochl, landlschriuer des ampt.t Kessel, in omslag 8 N0 33.
— 35 —
lül4, 13 Mei. Seth van Niinlietn genaamd Dnckcr, drost le Gelder . schrijft aan gedeputeerden der ridderschap en sleden dal hij het hem loegezondene concept der reformatie aan de schepenen , gezworenen en gerigtsper-soncn der voogdij van Gelder heeft ter hand gesteld, die daarop verscheidene vergaderingen gehóuden en een bezwaarschrift daartegen opgesteld hebben.
Orig. gel. Selh van Nunhem gcnandl Dacker, met hel vermeld bezwaarschrift geteekend Balthasar Wijher* , lantschriuer, in omslag 8 Nquot; 27.
1614, 19 Mei. De schepenen van het gerigl der stad Gelder schrijven aan gedeputeerden van de ridderschap en steden het onlangs toegezondene concept der reformatie gelezen en hunne resolutien daarop gesteld le hebben; zij achten het niet raadzaam thans reeds de confirmatie daarvan bij de aartshertogen te verzoeken en haar vervolgens te doen drukken, maar achten het beter haar voor eenen bepaalden tijd vast le stellen en in werking le brengen, ten einde door het gebruik tot beter verstand daarvan le geraken cn de daaraan door de ondervinding noodzakelijk geachte veranderingen en bijvoegingen nog te kunnen bewerkstelligen. — Inliggend het antwoord der gedeputeerden.
ürlg. en minute , in omslag 8 Nquot; 26.
1(314, 20 Julij. G. Haghen te Brussel schrijft aan de stalen van het Overkwartier dat de zaak van Werner Bacxen nog hangende is; deze geeft voor dat zijn grootvader onder de personen voorkomt die het traktaat van Venlo mede onderteekenden en dat hij derhalve uit een riddermatig Geldersch geslacht is gesproten, terwijl zijn stamhuis ook voor Geldersch gehouden wordt; hij zal afschrilt trachten te bekomen van hetgeen schriftelijk djarointrent overgelegd is.
Orig. gel. G. Haghen, in omslag M Nquot; 2i.
1G14, 13 November. Selh van Nunhem genaamd Ducker, Drost te Gelder, meldt aan de staten van het Overkwar-ticr dat de kolonel Lamotterie met zijnen overste luitenant van der Beek en zeven vendelen soldaten over de 1000 man sterk gisteren nacht te St. Tonisberg , Aldekerk en Nieuwkerk gelogeerd heeft , van waar hij zijn kwartier den opvolgenden nacht naar Hinsbeek , Lobbrich en Breyel overgebragt heeft; hij heeft 3 vendelen van het regiment in Wesel gelaten en zal met het overige gedeelte zich naar Oslende en Nieuwpoort in garnizoen begeven. Hij geeft voorts te kennen dat al het krijgsvolk reeds den Rijn is overgetrokken en dat die van Duisburg weigeren meer garnizoen binnen te nemen dan zij thans hebben.
Orig. gedagtcekend uil S' Tonisberg, gel. Selh van Nunhem genandl Ducker, in omslag 10 Nquot; 2.
1614, 13 December. De graaf Hendrik van den Bergh verzoekt den staten van het Overkwartier aan den magistraat van Venlo bevel te geven onmiddellijk de veerponten der stad naar Arcen te zenden, zoodra hij verneemt dat men aan den Rijn met het overzetten van het volk een aanvang zal gemaakt hebben.
Orig. gedagtcekend uil Slcvcnswecrt en gelcckend Uenrich graff zu dem Bergh in omslag 8 N0 45.
1614, 19 December. De staten van het Overkwartier geven aan den stadhouder te kennen dat zij gaarne de gevraagde bede van 70000 gulden voor het volgend jaar zouden hebben ingewilligd dweil dieselue is lot beneficie van de landen int generael ende in particulier tol welfharl ende conseritalic van desen quarlier, maar zij bevinden de arme schamele onderdanen in zulken slaat dat zij niet meer dan 40000 gulden durven of mogen toestaan; zij
- 37 -
verzoeken hem zulks aan de aartshertogen te melden en op de aanneming dier som aan te dringen ; voorts sommen zij de beweegredenen op, die het hun onmogelijk maken voor dit maal een grooter bedrag te kunnen toestaan.
AfscliriU , in kwartiersrecessen, deel IV bladz. 226 Vquot;.
1614, 20 December. De prior van Squot;. Odilien in den kerspel van Bergh , onder d'ampt van Montforl, or din is .*)quot; Sepulchri schrijft aan ridderschap en steden van het Overkwartier dat het klooster aldaar jammerlijk verbrand en vernield is, zoodat niets dan het koor der kerk staan bleef; dat er geene ornamenten, klokken, gewijde altaren meer aanwezig zijn en de priesters geene woningen meer bezitten ; dat het klooster niet bij magte is de herstelling te ondernemen zonder hulp en bijstand van goede lieden ; dat de meeste huizen aldaar insgelijks door den brand vernield zijn en de inwoners in armoedigen toestand verkeeren ; hij verzoekt derhalve dat hem voor een zeker aantal jaren vrijdom van belastingen moge verleend worden, en zoo zulks niet kan worden toegestaan , dat hij alsdan met eene aanmerkelijke som uit de generale middelen mag ondersteund worden , tot bevordering van den wederopbouw van het oudste gesticht van dit land.
In margine antwoorden de ridderschap en sleden dat zij bij de aartshertogen op toestemming van het verzoek zullen aandringen.
Orig. in margine gel. P. Bossman, iu omslay 7 INquot; 36.
1G14 , 20 December. De onderdanen en ingezetenen van hot ambt Kriekenbeek klagen aan de gedeputeerden van ridderschap en steden van het Overkwartier dat zij door de pachters van de licenten tegen hunne oude privilegiën bezwaard worden, waardoor de nering ten deele uit het land verdreven en de arme huislieden tot
— 38 -
eencn ellcndigen staat gebragt worden; tevens verzoeken zij dat een middel gezocht worde op die groote onordenongh, foullen, belaslinghe ende inlegerongh van soldaten, die niet alleene den armen huisman opeten , maar oeck stoeten, slaen , dootschiiten ende exactionieren.
In margine antwoordt de ridderschap met den stadhouder te zullen raadplegen om dit te doen ophouden.
Orig. in margine get. P. Bossman, in omslag 7 N0 37.
1614, 20 December. De staten van het Overkwartier zenden een schrijven aan de aartshertogen , waarin zij dringend verzoeken om eene spoedige afdoening der volgende aangelegenheden , als : het verleenen van vrijdom van licenten voor goederen die naar neutrale landen gevoerd worden of van daar komen, zoo als ook voor de goederen die binnen het rijk geconsumeerd worden ; het afschaffen van den nieuw opgerigten Gelderschen tol te Venlo; het ontlasten der onderdanen van de groote garnizoenen; de oprigting eener leenkamer; het behoud der adellijke vrijdommen; de restitutie der verscholen placquillios en het nemen van maatregelen tegen de onwettige bevaring van grienden en aanwassen door de rekenkamer van Gelderland bewerkstelligd.
Orig, mei hel antwoord der aartshertogen in margine geleckend Albert, ter ordlie Ycrreyken, in Dolcanlien en orders, deel II blad 169—174.
1614, 20 December. In de vergadering der staten van het Overkwartier wordt op aandrang van den stadhouder het bedrag der bede voor het jaar 1615 gebragt tot 43000 gulden.
Kwartiersrecesscn, deel IV bladz. 250.
1614, 21 December. De ridderschap en sleden van het Overkwartier dringen bij de aartshertogen aan op
— 39 —
de benoeming van twee costumiere raden en eenen diossurd voor het ambt Montfort; zij verzoeken dat daartoe personen benoemd worden die, ingevolge de privilegiën , van adellijke afkomst en in het Overkwartier geboren zijn, en dat Werner van Bacxen, die de benoeming tot raad costumier en tot drossard van Montfort gevraagd heeft, maar de vereischte hoedanigheden mist, daartoe niet aangesteld worde.
Minuie, fr. in omslag 7 N0 38.
lOlt). Verklaring tot welk bedrag de licenlen voortaan te Venlo ontvangen zullen worden van goederen en waren , die per as van Nijmegen door het land van Kleef naar hel Overkwartier en die uit het Overkwartier langs denzelfden weg naar Nijmegen gevoerd worden.
Afschrift, in omslag H N0 4.
1()1S. Lijst van het bedrag der licenten, die ten behoeve der aartshertogen geligt worden op Holhindschc goederen komende uit 's Hertogenbosch opwaarts, zoo als ook op goederen die nederwaarts zullen gevoerd worden.
Afschrift in omslag 11 INquot; 3.
1(315, 9 Januarij. G. Haghen berigt aan de staten van het Overkwartier dat het den schijn heeft als of er zwarigheden gemaakt zullen worden tegen de aanneming der ingewilligde bede ten bedrage van 45000 gulden en de staten op nieuw bij elkander geroepen zullen worden ten einde een grooter bedrag toeteslaan ; hij heeft nogfans zeer daartegen gewerkt, de armoede, het bederf door den watersnood en door de doortogten van het krijgsvolk te kennen gevende, zoodat hij thans aangaande deze nieuwe hijeenroeping mne de huope en de vreese buluncheert.
Orig, get. G. Haghen, in omslag 11 Nquot; 25,
— 40 —
1G15, 17 Januarij. De gecommilteerden der stalen vati het Overkwartier antwoorden op het schrijven van G. Haghen dd. 9 Januarij II. niet weinig verwonderd en bedroefd te zijn omdat op hunne motieven, armoede en bederf, zoo weinig gelet wordt; zij verzoeken hem alle mogelijke middelen aan te wenden om de nieuwe bijeenroeping der staten te voorkomen , daar zulks slechts aanleiding geven kan tot groote kosten, terwijl door de generaliteit het besluit genomen is, dat, wanneer ook eene nieuwe vergadering uitgeschreven wordt, toch geen grooter bedrag zal ingewilligd worden want niemand honen sijn macht hehoerl beswuert te werden.
Minute, in omslag li INquot; 20.
1615, 18 Januarij. G. Haghen berigt aan de stalen de aanneming door de aarlshertogen der toegestane bede van 45000 gulden; daar hierdoor een aanmerkelijk profijt aan het kwartier gedaan wordt, terwijl ook de kosten van eene tweede bijeenkomst vermeden worden , is hij van oordeel om de heeren van het hof/' met courtoisie te. begroeten en hun eene vereering te doen toekomen voor de pogingen die zij hebben aangewend lol hel verkrijgen van dezen gelukkigen uitslag. — Bij een tweede schrijven van 2 Februarij spoort hij de staten nogmaals aan om die vereering zoo spoedig mogelijk te doen , om in tijt en stonden vrienden te vinden; het wuer (joet geweest soe eer soe beter daarinne te disponeren , nam qui citö dut bis dat.
Orig. get. C. Haghen, in omslag H N0 27.
1615, 24 Januarij. Op hel rapport van de stalen van het Overkwartier, kennis gevende van de inwilliging eener nieuwe bede voor het loopende jaar ten bedrage van 45000 gulden, atil woorden de aartshertogen dal zij gehoopt hadden dat de voorgaande bede zoude verbeterd geworden
- 41 -
zijn in plaats van verminderd zoo als thans het geval is;
nyellemin als genadige prineen regard nemende op den extraordinarissen oueruloet van de Mae se. ende de passagie van den volcke van oorloge, nemen zij met advies van de raden van slate en finantiën hel bovenslaand bedrag aan, bedanken de staten daarvoor, maar zeggen te vertrouwen dat zij in het volgend jaar, instende den generalen nool, tol eenige merckelijcke augmenlatie sullen verstaen.
Orig. gedagt. uil Brussel en geleekend Albert , Isabel, ter Ordlit Verreyken ; in Doleantiën en orders , deel II blad 167.
1613 , 29 Januarij. De gedeputeerden van ridderschap en steden van het Overkwarlier verzoeken aan de droslen van Montfort, Kessel, Gelder, Stralen en Kriekenbeek zoo spoedig mogelijk informatiën te nemen en verklaringen in te zenden aangaande de schade in ieder kerspel veroorzaakt door de doortoglen van het krijgsvolk dut van Wesel terugkeerde , opdat daarvan kennisgeving aan de aartshertogen geschiede.
Minute , in omslag 8 iN0 3.
1615, 30 Januarij. Petrus Bossman, secretaris der stad Roermond, legt aan ridderschap en steden van het Overkwarlier rekening over van de ontvangsten en uitgaven door hem gedaan gedurende de reis, die de heer van Hillenraad, de heer van Oeijen , de burgemeester van Roermond . Adam Daemen van Lentholt en Gerard Lintgens, op bevel van die ridderschap naar Brussel ondernomen hebben; deze rekening loopt van den 9'quot;'' April 1614 tot en met den SSquot;0'' Januarij 1615, en bedraagt 2S95 gulden 4 st. 3 oordjes.
Orig. in omslag 7 Nquot; 27.
6
1615, Januarij. Gedeputeerden van ridderschap en steden van het Overkwartier geven aan het hof van Gelder te kennen dat door den burgemeester van Roermond in de vergadering der staten van het kwartier een rekwest is overgelegd, dat door de tienmannen van _ die stad aan den magistraat was ingezonden; da:»r in dit rekwest geklaagd wordt over het verbieden der koperen munt door het laatste plakkaat der aartshertogen , waardoor de handel groot nadeel ondervindt, terwijl er binnen de stad bijna geene aldaar geslagene mijlen meer voorkomen, verzoeken gedeputeerden de voorspraak van het hof bij de aartshertogen ten einde van hen de vergunning te verkrijgen dat de stad Roermond maandelijks een zeker getal mijten mag doen munten, tot gerijf van den gemeinen man ende onder holt van de traffgcq ende kopmanschap, mit sodanige restrictie dat deselue nirgents anders dan alhier int oeuerkwartier cours ende loip moigen hebben
Minute in omslag 8 Nquot; 19. Vergelijk de Kwartiers-recessen , deel V bladz. 2 en 7.
1013, Februarij. Die van adell, schepenen, geer ff den und gemeine naeburen van het drostambt Gelder klagen aan de staten van het Overkwartier dat zij gedurende de oorlogstijden en onlangs bij de belegering van Wesel niet alleen meer dan eenig ander drostambt van de door-togten, inlegering en berooving hunner meubelen en bestialen swaere ende onuerwindtlicke schaede geleden hebben , maar daarenboven door de krijgsoverheden ver-pligt zijn geworden om in den zomer en den herfst aan de wallen der stad Gelder te arbeiden; zij hadden nu eenmaal gehoopt daarvan ontslagen te zijn , maar vernemen, door het opentlick vorluiden van den gouverneur der stad, dat na den 15dequot; Mei aanstaande wederom 100 man en veertien karren uit het drostambt zullen gevorderd worden
— 43 —
ten einde aan die wallen te werken ; dat zij tevens ver-pligt zullen worden tot het aanbrengen der materialen gevorderd tot den bouw van eenige barakken voor de soldaten en twee groote houten bruggen. waartoe wel duizend wagens dienen vervoerd te worden. Zij verzoeken den staten bij de aartshertogen dringend aan te houden dat deze arbeid en vervoer uit de generale middelen geschieden en zij niet boven alle regt daarmede belast worden.
Orig. in omslag 8 N® \\.
1615 , Februarij. De pastoors en schepenen der kerspelen Lobbrich , Leuth , Heringen , Wanckum , Hinsbeek , Grecfraad en Viersen, gelegen in het ambt Kriekenbeek, geven verklaringen af van de schade door het krijgsvolk in hunne respectieve kerspelen veroorzaakt gedurende de maand December 1614 , toen Wesel door den markies Spinola belegerd is geworden.
Zeven Orig. met hel opgeplakte zegel der respectieve kerspelen voorzien , in omslag 7 N° 42.
161ö, 7 Februarij. De staten van het Overkwartier berigten aan G. Haghen te Brussel dat zij in hunne laatste vergadering eene vereering ten bedrage van vierhonderd gulden hebben toegestaan , die hij volgens zijne discretie onder de lleeren tresorier Robiano, den president Maes, den raadsheer Steenhuys, den audiencier Verreyken, Bernardo Cornelio en den advokaat Rijswijck kan verdeden ; voorts gelasten zij hem den zoon van den audiencier Verreyken , bij zijn aanstaand huwelijk , van hunnentwege met twee amen wijn te vereeren.
Minute, in omslag 11 N0 28.
1615, 28 Februarij. G. Haghen te Hrussel schrijft aan de staten van het Overkwartier dat zeker persoon het officie van drost te Gelder wil inlossen met eene som
van 26000 gulden zonder interest T waartegen hij dit officie zijn leven lang zal behouden en jaarlijks vijf duizend gulden terug bekomen tot de aflossing van bovengemelde som ; hij berigt voorts dat men hem te verstaan gegeven heeft, om affectie tot de ridderschap van den lande te, toonen , dat, zoo iemand van die ridderschap, die conditiën zoude willen aangaan , men alle moeite zoude aanwenden om hem de voorkeur te geven.
Orig. get. G. Haghen , in omslag \ \ Nquot; 29.
1613, Februarij — November. Verschillende brieven van G. Haghen te Brussel, aan de stalen van het Over-kwartier, voornamelijk betrekking hebbende tot het proces met Werner Bacxen, de inlossing van het oEFicie van drost te Gelder en het bekomen der bekrachtiging van de ontworpen reformatie der landregten vari het Over-kwartier.
Orig. geteekend G. Haghen , in omslag \\ N0 30.
1615, 16 Maart. De ridderschap van het Overkwar-tier schrijft aan den stadhouder reeds meermalen om den vrijdom in de bede voor hunne adellijke stamhuizen verzocht te hebben , welk verzoek tot dusverre geen gevolg had; zij zendt nogmaals een afschrift van de apostille door den aartshertog gegeven , met verzoek dien vrijdom door kanselier en raden te doen handhaven en door deze geen proces ter contrarie te doen admitteeren.
Minute , in omslag 8 Nquot; 30.
1615, 20 Maart. Op een klaagschrift der staten van het Overkwartier, waarin te kennen gegeven wordt dat door de benoeming van Werner Bacxen tot costumicren raad in het hof en tot drost van Montfort, aan de privilegiën van dat kwartier zoude te kort gedaan zijn . antwoorden de aartshertogen zich met die klagt niet te
— 45 -
kunnen vereenigen; Werner Bacxen toch spruit voort uit een adellijk huis van het land, bezit er goederen, is gedurende vele jaren in dienst der aartshertogen en door hen genaturaliseerd ; indien de staten zich evenwel door die benoeming in hunne privilegiën verkort vinden geven zij hunne toestemming om deze zaak bij de justitie aanhangig te maken.
Orig. fr. gedagieekeiul uit Brussel en geleekend Albert, üe la Faille , in Doleanliën en orders , deel II . blad -165.
1G15, 6 April. De gedeputeerden van ridderschap en sleden van het Overkwartier schrijven aan het hof van Gelder dat hun afschrift eener akte is toegezonden waaruit blijkt dat Werner van Bacxen tol costumieren raad en tot drossard van Montfort is benoemd , en dat wel op zijn voorgeven als zoude hij uit een stamhuis van het Overkwartier geboren, tevens daarin geërfd en gegoed zijn ; daar hij dit evenmin zal kunnen bewijzen als dat bij gekwalificeerd is om op den kwartiersdag beschreven te worden , zoo verzoeken zij hem niet eerder tol den eed toe te laten, dan wanneer zijn voorgeven behoorlijk door hen onderzocht zal zijn.
Miuule, in omslag 7 N0 39.
1615, 24 April, üe staten van het Overkwartier gelasten G. Haghen, hunnen agent te Brussel, aan de aartshertogen te kennen te geven dat zij, ingevolge de toestemming der hertogin van Parma en het bevel der aartshertogen, hunne landregten in geschrift vervat hebben en daarvan de bekrachtiging verzoeken. Daar de aartshertogen, a!\orens daartoe over te gaan, deze landregten zullen willen doen onderzoeken, zal hij verzoeken kanselier en raden van het hof van Gelderland met dat onderzoek Ie willen belasten en daarover rapport uit te
— 46 —
brengen, omdat bij het traktaat van Venlo beloofd is dall sie bei dieser Cancelrije binnen slants alle bescheit vervolgen ende verkrijgen solden.
Tevens verlangen zij dat hij aan de aartshertogen het verzoek rigte om de zaak van Bacxen in overweging te houden tol dat de privilegiën vnn het Overkwartier geraadpleegd en die zaak gedecideerd kan worden.
Minute, in omslag 8 N° 31.
1615, 29 April. De stadhouder berigt de ontvangst van een schrijven der staten van het Overkwartier dd. 23 April, waarin deze zich beklagen over het afnemen van den eed van Werner Bacxen, als costumieren rand in het hof van Gelderland en drost van Montfort; hij antwoordt daartoe het uitdrukkelijk bevel van den aartshertog te hebben ontvangen, waaraan hij verpligt was te gehoorzamen , aangezien de aartshertog hel recht presenteert.
Orig. gedagteekend uil Brussel en geleekend Friederich grave zu dem Dergh , in omslag 8 iNquot; 29.
1613, 3 Mei. Hendrik Uwens schrijft aan de staten van het Overkwartier dat hij het overgezondene gedeelte der landregten onderzocht heeft; hij verzoekt het overige spoedig te ontvangen , tot welks onderzoek hij alle vlijt zal aanwenden opdat tegen den aanstaanden kwartiersdag alles in gereedheid zij.
Orig. gedagt. uil Mechelen en geleekend Hcnricu.i Uwens, in omslag 8 N0 52.
1613, Junij. Stukken, betrekking hebbende op een verschil tusschen de staten van het Overkwartier en het hol van Gelder aangaande de puncten van relieuement ende materie van appellatie ofte reuisie in causa injuriarnm.
Orig. en minuten, in omslag 10 Nquot; 1.
- 47 -
1615, Julij. Brief van de staten van het Overkwartier aan den hertog van Lotharingen aangaande het privilegie de non evocando, met het antwoord van den hertog en andere stukken betrekkelijk dat privilegie.
Orig. en minuien, fr. in omslag 10 N° 6.
1615, 6 Juiij. Gedeputeerden van ridderschap en steden van het Overkwartier geven aan het hof van Gelder te kennen vernomen te hebben dat Werner van Bacxen van de aartshertogen brieven medebragt om niettegenstaande hunne bezwaarschriften in de possessie van het drostambt van Montfort en van costumieren raad gesteld te worden; zij verzoeken , dewijl het kwartier een groot belang daarbij heelt, afschriften van die brieven te bekomen, ten einde daarop te kunnen handelen zoo als zij geraden achten en inmiddels de zaak in surseantie te houden.
Minute , in omslag 7 N0 40.
1615, 29 Juiij. De gecommitteerden der staten van het Overkwartier geven aan het hof van Gelder te kennen dat zij in naam der staten aan de aartshertogen het verzoek gerigt hadden het hof te magtigen om de ontworpene landregten, na voorloopig onderzoek, goed te keuren en te bevestigen, en zulks omdat zij het voor zeker hielden dat dit hof souverein en van geen mindere autoriteit dan de raad van Brabant zijn zoude; zij werden echter door hunnen agent te Brussel onderrigt dat men ten hove over een dergelijk verzoek verwonderd was, aangezien de raad alhier niet te vergelijken is bij dien van Brabant, die in alle zaken souverein is, terwijl deze alleen bij arrest te wijzen heeft en de woorden van het traktaat van Venlo speciaal op de regtspleging en de daartoe dienende bescheiden zouden te verklaren zijn ; door eene dergelijke verklaring van het
1
- 48 -
gemelde traktaat wordt niet alleen het gezag van het hof verminderd maar ook het land in zijne privilegiën verkort, daar het hof steeds als souverein in zaken van gratie , souvereiniteiten, octroijen, plakkaten, legitimatiën , purgen en meer andere heeft gehandeld. De gecommitteerden verzoeken het hof deswegens zijne bevoegdheid aan de aartshertogen te kennen te geven , opdat de onderdanen niet verpligt worden buiten 's lands met groote kosten te verzoeken hetgeen zij tot dusverre daar binnen verkregen; tevens bij de aartshertogen aan te dringen opdat overeenkomstig met die bevoegdheid het hof tot het onderzoek, de goedkeuring en confirmatie van die landregten gemag-tigd worde.
Geaulhenliseerd afschrift, gelcekcnd J. van Ryckcnroy, in omslag 8 N0 35 ; vergel. kwarliersrecessen , deel V bladz. 51.
161 o, 14 September. Graaf Hendrik van den Bergh bedankt de staten van het Overkwartier voor de hem gedane vereering van een voeder wijn.
Orig gedagt. uit Slevensweerl en gel. Ihnrir.h graff su dein Bergh, in omslag 10 N0 23.
IGlö, 12 November. De aartshertogen nemen maatregelen tegen personen die in Brabant, Gelder, Namen, Vlaanderen en andere landen, niettegenstaande de plakkaten en ordonnantiën uitgevaardigd op het binnenbrengen van paarden, zich weigerachtig toonen in het betalen der daarvoor verschuldigde regten.
Afschrift, fr. in omslag 11 Nquot; 5.
1615, 20 November. Schepenen der stad Roermond leggen aan gedeputeerden van ridderschap en steden een verzoekschrift over , waarin zij te kennen geven een vonnis uitgesproken te hebben , confirmeerende eene
— 49 —
donatie, die door een jongeling int 21° jaer alt zijnde aan zijne halve broeders gedaan was; daar dil vonnis door kanselier en raden van het hof, in afwezigheid der costumiere raden vernietigd is, en daar zij beweren dal volgens de oude gewoonten manspersonen van achttien jaren voor meerderjarig moeten gehouden worden, (heigeen ook blijkt uit het concept van reformatie dat in 1Ö64 door ridderschap en stsden opgesteld en aan de hertogin van Parma overgegeven w erd), zoo verzoeken zij dientengevolge dat het bedoelde vonnis van kanselier en raden vernietigd en het door hen uitgesprokene gehandhaafd worde.
In margine verklaart de stadhouder geene redenen le hebben om de executie van het vonnis te doen ophouden. mogt daartegen bezwaar bestaan, dan kunnen remonstranten zich daartegen voorzien, zoo als zij geraden achten.
Orig. in omslag 8 N0 15, vergelijk de kwarliersre-cessen, deel V bladz. 64, volgg.
1615, 20 November. De staten van het üverkvvartier klagen aan de aartshertogen over inbreuken tegen hunne privilegiën door het hof van Gelder gepleegd ; het hoofdgerigt van Roermond had een vonnis uitgesproken waarbij eene donatie door een jongeling van 21 jaren aan zijne halve broeders gedaan , geconfirmeerd werd; dit vonnis werd door het hof vernietigd nieltegenstaande het berustte op het concept van landreglen in 1564 aan de hertogin van Parma overgegeven, en waarin de bepaling wordt aangetroffen dal manspersonen, 18 jaren oud zijnde , bij verkoop, testament of donatie over hunne goederen mogen beschikken ; daar deze bepaling insgelijks in het nieuwe concept der landregten behouden werd, verzoeken de staten de bekrachtiging van het vonnis van het hoofdgerigt. 7
In luargine antwoorden de aartshertogen dat de belanghebbende partij zich bij middel van groote revisie tegen 's hofs resolutie kan voorzien.
Orig. in margine geteekend le Comle, in Doleanliën en orders , deel II blad 195—198. Vergel. blad. 201—204.
1615, 4 December. De ridderschap, geerffden ende verdruckte onderdaenen der voghdyen ende nederamptz Gel ier schrijven aan de staten van het Overkvvartier dat zij na eenen zoo langdurigen oorlog gehoopt hadden de ver-ligting door het bestand aangebragt te kunnen genieten ; zij worden echter van jaar tot jaar meer belast en zijn in 1614 geheel bedorven door het leger dal voor Wesel gelegen heeft en bij het vertrek daarvan zoodanig door de inlegering en doortogten van het krijgsvolk beroofd geworden, dat zij niets overgehouden hebben van hetgeen zij voor hun onderhoud en dat hunner vrouwen en kinderen voor den winter bewaard hadden ; ook zijn hun groote lasten opgelegd geworden door het moeten bijbrengen der materialen lot den bouw der barakken en der bruggen te Gelder, weshalve zij meer dan 1500 diensten met wagens en karren moesten verrigten en gedurende drie weken met 45 man daags en gedurende eene maand met 18 man daags aan den nieuwen ^rao/1 in t/ew irwi//hebben moeten arbeiden. Daarenboven worden zij nog met eene nieuwe contributie bezwaard , doordien de soldaten van hen, als zij met hun koren ter markt rijden , in plaats van één stuiver, vier stuivers per malder vorderen. Dientengevolge verzoeken zij dringend , tot schadeloosstelling van dit alles, voor ditmaal van de bede ontslagen te worden en dat voortaan de arbeid aan de vestingwerken van Gelder uit de generale middelen bekostigd wordt, of dat hun ten minste hulp uit andere ambten verleend worde.
Orig. met bijlagen ter bevestiging van het vermelde, in omslag 8 IN* 12.
- Ö1 -
161S, 4 December. De aartshertogen geven kennis aan de staten van het Overkwartier van de lastgeving die zij aan den stadhouder graaf Frederik van den Bergh en aan den kanselier Hendrik Uwens verstrekt hebben tot het doen van een voorstel van hunnentwege in de vergadering der staten van 9 December aanstaande.
Orig. gedagt. uit Brussel en geleekend Albert, Isabel, Verreykm, in Doleanliën en orders, deel I( blad 175.
1615, 4 December. De aartshertogen geven eene instructie aan den stadhouder en aan den kanselier tot het aanvragen eener bede van 70000 gulden voor het jaar 1616 in de vergadering der staten bepaald op den 19lt;quot;!n December aanstaande.
CeautheDtiseerd afschrift, geleekend J. van Kerckhove, in DoleanUën en orders, deel 11 blad 476.
1615, December. De staten van het Overkwartier berigten aan den stadhouder bevel te hebben bekomen om de fouragiën voor den kapitein don Diego de la Cuena te Weert in garnizoen door de ingezetenen van het land van Kessel te doen leveren; de staten zijn van meening de aartshertogen mondeling door hunne gedeputeerden te doen onderrigten dat de fouragiën van het afgeloopen jaar door eenen onvoorzienen en plotselingen grooten waterstand soe bedoruen sijn , dat het meesledeel van de beesten te nyette gegaen sijn, ende dat die ouerge-bleuenc nxjett halff' desen aenslaenden wijnter, mil die vruchten ende fouragiën van den voir leden somer sullen int leuen konnen gehalden werden. Zij verzoeken derhalve dat ook de stadhouder nogmaals de onmogelijkheid lot deze leverantie aan de aartshertogen te kennen zal geven , ende zaak inmiddels opgehouden mag worden tot de aartshertogen informatie daaromtrent van de gedeputeerden der stalen bekomen hebben.
Minute , in omslag \ 1 Nquot; 6.
1615, 13 December. De staten van het Overkwartier schrijven aan de aartshertogen dat zij het voorstel van den stadhouder en den kanseli3r, strekkende tot het inwilligen eener bede , vernomen hebben ; dat zij zich steeds zoo veel mogelijk en doenlijk als getrouwe onderdanen beloond hebben ; dat evenwel op hunne voorgaande bezwaarschriften zeer weinig gelet is geworden en hun geene tegemoetkoming verleend is ; dat in het afgeloopene jaar de hooge waterstand en daarop gevolgde groote droogte een misgewas der veldvruchten en fouragiën veroorzaakt hebben , w aardoor de schaemele onderdaenen den moei benomen ende in mismoet geraeden zijn; derhalve stellen zij nogmaals hunne vorige onafgedane bezwaren in geschrift, opdat toch eenmaal een voldoend besluit daarop moge genomen worden.
Orig. gel. J. van Ryckenroy , met hel anlwoord van liel hof in margiue , geleekond J. van Kerckhouc, in Doleanliën en orders, deel II blad 179—188; afsclirifl in de kwarliersrecessen, deel V blad 78—83.
IGlo, 13 December. De staten van het Overkwartier schenken aan den kanselier (Hendrik Uwens) voir sijnen wiltecom ende arbeyd gedaen te «gen de 'reformatie bonder! dobbel Philïppen ende twee almen wijns, mit noch eenen golden kop mit het Gelrissche waepen, ter waarde van 200 gulden.
Besluil in de kwarliersrecessen , deel V bladz. 84 en 122 V».
1(515, 18 December De staten van hel Overkwartier geven eene instructie aan Maarten van Broekhuizen , heer to Oeijen en Gerard Creyarts . schepen der stad Roermond, ten einde zich naar Brussel te begeven en aldaar, onder andere zaken, de onmogelijkheid te kennen te geven om de compquot; van Don Diego de la Cuena, te Weert in garnizoen,
van louragiën te kunnen voorzien, daar die voor geld in het Overkwarlier niet te bekomen zijn, ten gevolge van het verbod om die uit de Vereenigde Provinciën herwaarts te brengen , zoo als ook ten gevolge van de overslrooming , die in den vorigen winter plaats had en vele fouragiën bedorven heeft; tevens ann te dringen op de wegruiming der menigvuldige klagten legen de pachters der licenten wegens onbehoorlijke vordering van die licenten , zoo te hnd als Ie water.
Minute, in omslag 8 N0 t6, met een geaiithentiseeni afschrift get. J. van Ryckenroy in Doleantien en orders , deel II , blad 189—194.
1(516, Januarij —February. Vijf brieven van Gerard Creyarts, burgemeester van Roermond, uit Brussel aan de slaten van het Overkwarlier over het doel zijner zending, ürig. geleekend Gerardl Creyarts , in omslag 10 N° 15.
IGJ6, 8 Februarij. De staten van hel Overkwarlier klagen nogmaals aan de aartshertogen over de groole licenten, die zoo wel op de Maas als le land geheven worden en over den nieuwen Gelderschen tol te Venlo opgerigt; zij geven voorts de onmogelijkheid te kennen om de fouragiën voor de compagnie le Weert le leveren, aangezien de onderdanen niet in staat zijn hun eigen vee te voederen; zij verzoeken tevens dat de inwoners der voogdij van Gelder van de werkzaamheden aan de fortificatiën dier stad ontlast worden ; dat de soldaten aldaar in de barakken worden gehuisvest en dat de placquillios, die in de jaren 1606 en 1607 door de steden voorgeschoten zijn, teruggegeven worden.
In margine bevindt zich het antwoord der aartsherlogcn. ürig. fr. in margine gedagteckend uit Brussel en ge-tcekend Albert, Isabel, par orlt;le Verreyken , in Doleantièn en orders, deel II blad 207—211.
— 51 —
1616, 20 Februarij. De staten van het Overkwartier danken de aartshertogen voor de opheffing van den nieuwen tol te Venlo; zij geven de hoop te kennen dat bij het einde der pachtjaren ook de buitengewone licenten zullen worden afgeschaft en dat tot de invordering der overblijvende een nieuw reglement in het leven geroepen worde, waarvan zij de hoofdbepalingen opgeven.
In margine het antwoord der aartshertogen.
Orig. fr. Id margine gedagteekend uil Brussel en gelee-kend Albert, Isabel , par ord' Verreyken , in Doleantiën en orders, deel il blad 213—216.
1616, (1613 oude jaart.) 24 Februarij. Koning Fiüps (lil) geeft eene volmagt aan den aartshertog, ten einde thans reeds, voor het geval dat de Nederlanden en het graafschap Bourgondië onder s konings heerschappij te-rugkeeren, van de staten dier landen belofte en eed van getrouwheid le ontvangen en den wederkeerigen eed namens den koning aan die staten af le leggen.
Geaulhenliseerd afschrift, fr. geteekend Verreyken in Doleantiën en orders , deel II, blad 232, mei een afsclirifi in kwarliersrecessen, deel V. bladz. 115.
1616, Maart. De gecommitteerden van de steden Echt en Nieuwstad in de staten vergidering van het Overkwartier leggen op den kwartiersdag van 15 Maart een klaagschrift over tegen de resolutie der staten, waarbij aan ieder persoon op de kwartiersdagen beschreven eene tegemoetkoming wordt toegestaan zoodat de gecommitteerden der steden eenon Filips zullen genieten, terwijl die van Echt en Nieuwstad slechts een halven Filips zullen ontvangen ; zij beschouwen dit als eene verkrachting hunner oude privilegiën, daar zij in de lasten zoo veel en zelfs meer dan de andere steden
- 55 -
moeien bijdragen en zich ook sleeds willig daartoe betoond hebben, zooais onlangs nog gebleken is bij zekere contributie ten behoeve der Hanzesteden , waaraan andere steden zich onttrokken , en liever van de oude privilegiën afstand deden dan tot behoud daarvan iets bij Ie dragen.
In de vergadering der staten van t5 Maart wordt de gegrondheid van dit klaagschrift erkend en beide steden met de andere gelijk gesteld.
Orig. in omslag 8 N0 17 : vergelijk de kwartiers-recessen , deel V. bladz. 103.
Ilt;il6, Maart — November. Verschillende brieven van G. Haghen aan de staten van het Overkwartier , voornamelijk betrekking hebbende op de aanneming der bede voor het loopende jaar, op het doen van vereeringen aan ministers te Brussel, en het regt van remissie door de onderheeren in criminele zaken te verleenen.
Orig. get, G. Haghen, in ornslag H N0 32.
1316, 16 Maart. De ridderschap van het Overkwartier schrijft aan den stadhouder meermalen op het behoud van hunnen vrijdom te hebben aangedrongen , maar dat de ?.aak telkens onbeslist gebleven is; zij verzoekt dien vrijdom te behouden en door het hof daarin bekrachtigd te worden, ten einde processen te voorkomen.
In margine verzoekt het hof de overzending van alle stukken , die daarop betrekking hebben opdat een besluit genomen worde zoo als het behoort.
Orig. geleekend J. van Ryckenroy , in margine gel. J. van Kerchhoue, in Doleanliën en orders , deel II. blad. 217.
1616, 18 Maart, üe stalen van het Overkwartier schrijven aan den stadhouder en den kanselier dat zij beraadslaagd hebben op het voorstel door hen van wege
de aartshertogen in de vergadering van 10 December II. gedaan, strekkende tot inwilliging eener bede van 70000 gulden; de staten seggen dat sij van geener andere meij-nonge en solden zijn soe veel in hun is ends in soeverre sij voir Godt, in conscienlie, ende voir die arme desolate ende vuytgemirgelte onderdaenen saeghen te verdedighen, ende die middelen eenigsints te vijnden weren , dan de ver~ zochte bede intewilligen ; maar die schamele onderdanen bevinden zich in zulken armoedigen staat en dermate in schulden gewikkeld dat de staten niet meer dan 45000 gulden mogen toestaan. Daar deze armoede aan den stadhouder wel bekend is twijfelen de staten niet of hij zal zijn best doen om het bovenstaand bedrag door de aartshertogen te doen aannemen onder de voorwaarden, die zij daarbij gesteld hebben; mogten de aartshertogen een onderzoek aangaande den toestand der onderdanen willen instellen , dan zullen zij zonder twijfel de verzekering bekomen dat de staten een hooger bedrag inwilligden dan die onderdanen zullen kunnen opbrengen.
Minute in kwarliersrcressen , deel V. blad?.. ICO.
1616 , 18 Maart. Het hof van Gelder vernieuwt het verbod in December 1613 aan alle officieren en schepenen gedaan om geine penningen vuyt te selten, verehringe te doen oft schatcedulen te veranderen, dan met toestemming en advies van de geërfden , zoo adellijke als andere.
Orig. geteekend J■ van Kerckhoue , in Doleanllën en orders, deel II. blad. 2t8.
1616, 19 Maart. Gerard Creyarts, burgemeester van Roermond, legt aan de staten van het Overkwartier eene rekening over van de kosten gemaakt op de reis
- 57 -
naar Brussel, die hij met Maarten van Broekhuizen in liet belang van het kwartier heeft ondernomen.
Orig. mei de goedkeuring der stalen, geteekend Ch. Schenck van Nideeken, Johan van Assell, Arnold van Horpusch, Adam Daemen van lenlhoü en Gerharl Lindl-gens, in omslag 10 N0 14.
1616, 22 Maart. De staten van het üverkwartier leoden aan G. Haghen te Brussel afschrift van de presen tatie der bede voor het loopende jaar en verzoeken hem ijverige pogingen aan te wenden tot het doen aannemen van het daarin vermeide bedrag; tevens berigten zij hem zijne bezoldiging tot een jaarlijksch bedrag van 150 bb. guldens te hebben verhoogd.
Minule , in omslag H N0 31.
1616. 20 April. De aartshertogen geven kennis aan de staten van het Overkwartier van hunne lastgeving aan dan stadhouder, graaf Frederik van den Bergh , en aan den kanselier Hendrik Uwens, lot het doen van een voorstel van hunnentwege in de vergadering der staten van 26 April e. k.
Orig. gedagleekend uit Brussel en geteekend Albert , Isabel, Yerreyken . in Doleantien en orders, deel II , blad 225.
1616, 26 April. De stadhouder en de kanselier van het hof van Gelder leggen in de vergadering der stalen van het Overkwartier een schriftelijk voorstel over van den volgenden inhoud : de koning en de aartshertogen achten het dienstig, met het oog op het terugkeeren van de Nederlanden en het graafschap Bourgondië onder de heerschappij van Z. M., dat de staten dezer landen
8
— 58 -
lhans reeds voor die eventuëele terugkeering belofte en eed van getrouwheid aan den koning, hunnen loekom-siigen heer en prins, afleggen ; dientengevolge verzoeken de aartshertogen dat de staten zoo spoedig mogelijk deze belofte en eed in handen vati den aartshertog ol van den door hem daartoe aangewezen persoon komen afleggen.
Afschrift , fr. in üoleanliën en orders, deel H, blad 231 , en in kwarliersrecessen deel V, bladz. Ill v •
1616 , 27 April. De staten van het Overkwartier be-rigten aan het hof van Gelder bereid te zijn om bij anticipatie den eed aan den koning afteleggen ; zij betoo nen zich te meer genegen daartoe dewijl zulks met alleen zal strekken lot welf art, ruste endc conseruntie des vaderland is maar ook tot voerbouwen ende verhuedongh van veele endc groete commotien ende inconuenicnten. Zij bidden evenwel dat alles op dezelfde voorwaarden zal geschieden als vroeger en voornamelijk in 1556 plaats had, opdat de landschap intgenerael ende particulier wegen allen thre jrauamina volcommen contentement mach gevuelen , oijck alle daelehcne in fr adieu der uhralte wolherbragte priuilegién, costuimen ende vrijheyden affgestelt ende op nieuws mogen confirmeert werden.
Minute, in omslag 10 N0 9. Vergelijk de kwarliersrecessen, deel V, bladz. 416.
1616, 29 April. De staten van het Overkwartier schrijven aan het hof van Gelder dat zij alles hebben aangewend om het muntplakkaat der aartshertogen in dit kwartier te doen nakomen, maar door ondervinding de onmogelijkheid daarvan ingezien hebben ; om evenwel aan het groote stijgen der munten paal en perk te stellen en dc groote menigte vreemde gouden en zilveren
- 59 -
speciën, iloor de aartshertogen voor billioen verklaard , te weren, hebben zij eene evaluatie vastgesteld, waarvan zij de bekrachtiging van het hof verzoeken.
Minute, in omslag 8 N0 18; zie de evaluatie liieriu vermeld in de kwarliersrecesscn, deel V, bladz. 119 verso, volgg. en in Doleanliën en orders, deel IV, blad 222.
1(516, 9 Mei. De aartshertogen schrijven aan de staten van het Overkwartier zeer gaarne gezien te hebben dat zij zich met hun verlangen betrekkelijk het afleggen en ontvangen van den bewusten eed vereenigd en de inwilliging daartoe gegeven hebben; zij verzoeken den staten thans eenigen hunner tot dat doel te willen aanwijzen en hun magt en procuratie te geven volgens model door den kanselier te verstrekken, en hen op tijd en plaats aftevaardigen die nader zullen worden aangewezen.
Orig. gedagt. uit Brussel en geleekend Albert, Isabel, in Doleanliën en orders, deel lil, blad 1.
IGlö, 9 Mei. Üe aartshertogen geven aan den stadhouder hunne tevredenheid te kennen over de spoedige inwilliging der staten van het Overkwartier tot het ontvangen en afleggen van den eed aan den koning; zij verzoeken hem er de hand aan te houden dat die staten thans hunne gedeputeerden benoemen om op dag en plaats te verschijnen, die zij nader zullen bepalen; zij zenden tevens het model van procuratie voor die gedeputeerden , lui aan de staten overlatende die procuratie in de transche taal uit te vaardigen, zoo als zij ontworpen is, of die in de Geldersche taal overtebrengen.
Geauthenliseerd afschrilt, fr. met een geaut. afschrift der procurdlie , beideu geteckend J. van Kcrckhouc, in Doleanliën en orders, deel lil , Idad 5 en 4.
— 60 —
1616, 11 Mei. De aartshertogen schrijven aan den stadhouder te vertrouwen dat de staten van het Over-kwartier reeds hunne vertegenwoordigers benoemd hebben tot het afleggen en ontvangen der bewuste eeden ; zij gelasten hem die vertegenwoordigers te verzoeken op den 26quot;quot; Mei e. k. lot dat doel te Binche te verschijnen.
Afschrift , fr. gedagteekend uil Brussel , in omslag 10 N° 10.
1616, 21 Mei. De staten van het Overkwartier geven eene instructie aan Christoffel Schenck van Nydeggen , heer te Hillenraad, Johan van Wittenhorst, heer te Horst en drost van het land van Kessel, Wirich van Binsfelt, erfvoogd van Roermond, Caspar van Merwick, heer te Kessel, Matheus van Dulcken . burgemeester en Arnold van Horpusch, schepen van Roermond, Johan ingen Raey, burgemeester van Venlo en Johan van Elswick, burgemeester van Gelder, ten einde zich als vertegenwoordigers der staten naar Binche te begeven , den eed van getrouwheid aan den koning in handen van den aartshertog afteleggen en den wederkeerigen eed te ontvangen.
Orig. geteekend J. van Ryckenroy , in Doleanlicn en orders, deel II , blad 236.
1616, 21 Mei. De staten van het Overkwartier geven volmagt aan hunne vertegenwoordigers tot het afleggen van den eed van getrouwheid aan den koning in handen van den aartshertog Albert en het ontvangen van den wederkeerigen eed, voor 't geval dat de Nederlanden onder de gehoorzaamheid des konings wederkeeren.
Geaullicniisecrd afschrift, geleekend J. van Ryckenroy , in do kwarliersreccssen, deel V, bladz. 124—126.
- 61 -
1616, 26 Mei. Formulier der eeden door den aartshertog Albert en de gedeputeerden der staten van hel Overkvvartier te Mariemont afgelegd, voor 't geval dat de Nederlanden onder het gebied van don koning vveder-keeren.
Afschriften in Doleantiën en orders, deel M blad 226, 227 en in kwartiersrecessen, deel V, bladz. M4, tl5.
1616, 27 Mei. Loys Verreyken geeft als secretaris en audiencier van de aartshertogen getuigenis dat de gedeputeerden der staten van het Overkwartier op den -6quot;quot;:quot; dezer te Mariemont den eed van getrouwheid aan den koning hebben afgelegd en den wederkeerigen eed hebben ontvangen ; daar deze gedeputeerden daarop akte van non prejuditie hebben verlangd, heeft hij deze verklaring afgegeven , met de belofte gemelde akte binnen korte dagen in behoorlijken vorm te zullen zenden.
Orig. fr. gedagteekeud uit Biiiche en geteekend Vcr-reyken, in omslag 10 N0 H.
1616, 18 Junij. De gedeputeerden der staten van hel Overkwartier bepalen eenen kwartiersdag op '23 Junij aanstaande ten einde te beraadslagen over eenc nieuwigheid, die door kanselier en leengriffier ingevoerd wordt; deze verlangen namelijk, dat wanneer iemand als man en momboir zijner huisvrouw een leen verheven heeft, dit leen bij het overlijden dezer laatste op nieuw verheven wordt en de heergewaden daarvan betaald worden; ook verlangen kanselier en griffier dat deze vernieuwing insgelijks geschiede bij de meerderjarigheid der kinderen, wanneer de voogd gedurende de minderjarigheid de verheffing gedaan heelt.
Minute, in omslag dl N° 7. Vergel. de kwarliers-rccesscn, deel V, bladz. 150 volgg.
- 62 -
1616, 16 Sepleraber. Otto Hartius schrijft een brief van aanbeveling aan de staten van het Overkwartier voor zijn zoon Antonis Hartius, gewezen schepen van Brussel en advokaat in Brabant , tot het bekomen der betrekking van pensionnaris en agent van dat kwartier te Brussel , in de plaats van den overledenen pensionnaris Rijswijck.
Orig. geteekend Otlho Hartius, in omslag 10 Nquot; 15.
1616, 22 September. De staten van het Overkwartier rigten een klaagschrift lot de aartshertogen over de li-centen en landvrachten, en verzoeken tevens dat de door de steden verschoten placquillios worden teruggegeven; dat overal barakken voor de soldaten worden ingerigt, opdat de verarmde burgers niet noodig hebben de steden te verlaten en zich ten platten lande of in neutrale sleden te vestigen; dat een besluit genomen worde over de hangende verschillen met het hof van Gelder en eindelijk dat de onderheeren van dit kwartier in het jus gladU bevestigd worden, hetgeen door hunne voorouders ten allen tijde uitgeoefend werd.
Orig. mei hel antwoord der aartsherlogen in margine, gcdagleekend uil Tervueren en gelcekend Albert, ter Ordt,e \errcyken, in Doleanliën cn orders, deel II, blad 245—240.
1616, 13 November. De staten van het Overkwartier berigten aan G. Haghen dat zij bevel bekomen hebben tot het op nieuw afkondigen van het muntplakkaat en het nemen van maatregelen tot nakoming daarvan ; daar die nakoming in dit kwartier aan vele moeijelijkheden onderhevig is en lot groeten hinder van den handel moet strekken , verzoeken zij hem te willen trachten deze afkondiging eenige dagen op te houden, opdat de staten de onmogelijkheid van de nakoming van dat plakkaat onder de oogeu der aartshertogen kunnen brengen.
Minnie , in omslag 11 Nquot; 53.
— 63 —
1610, November. De stilten van het Ovcrkwartier schrijven aan den magistraat van Venlo vernomen te heb ben dat men zich aldaar niet houdt aan de munt evaluatie in April II. vastgesteld, maar de munten tegen eencn hoogeren koers ontvangen en uitgegeven worden; zij waarschuwen den magistraat dat zij, wanneer hij niet daartegen waakt en de overtreders niet doet straffen, verpügt zijn zich tot hooger hand te wenden.
Minute, in omslag 1! Nquot; 31.
101(5, 14 IJecembor. De aartshertogen maken eene ordonnantie aangaande het dragen en voeren van wapens, titels en andere teekens van eer en adeldom.
Afschrift, fr. in omslag 10 N' 5. Eene nederd. vertaling bevindt zich in Receuil van diverse placcalen, deel I, bl. 188 v°.
1017 , Januarij —December. Een bundel brieven door G. Ilaghen te Urussel aan de staten van het Overkwarlier geschreven en handelende over de nieuwe verpachting der licenten ; over het op nieuw aanstellen van costumiere raden in het hof van Gelder en den voorrang , die hun boven de andere raden moet toegekend worden; over de reformatie der landregten en over de onuitvoerbaarheid van het muntplakkaat in het Overkwarlier.
Orig. In omslag I 1 iN0 35.
1017. Verschillende stukken betrekking hebbende op de licenten , die op de rivier de Maas geheven worden. Orig. en minuten, in omslag II N° i.
1017, 10 Januarij. De aartshertogen geven kennis aan de staten van het Overkwarlier van hunne lastgeving aan den stadhouder en aan den kanselier lot het doen van het voorstel, in de vergadering dier staten van 18 Januarij e. k., betrekkelijk de bede voor het jaar 1617-ürig. gedagi. uit Brussel en geteekend Albert, Isabel, Ver-
reyken, in Doleantiën en orders, deel III, blad 5.
— 64 —
1617, 10 Januarij De aartshertogen geven aan den stadhouder en aan den kanselier, eene instructie , strekkende tot het voorstellen eener bede van 70000 gulden in de vergadering der sinten van het Overkvvartier van 18 Januarij e. k.
Afschrift, fr. geleekeiid J. van Kerckhoue, in Dolean-liën en orders, deel III, blad 7.
1617, 10 Januarij. De ridderschap van het Overkvvartier geeft aan de aartshertogen te kennen dat zij deur de (je!eden oirloghen seer ouerswaere lasten, de.ilnic-tien ende verdruckingen onderworpen sijn (jeiree.it, zoodat hunne huizen , heerlijkheden en hoeven tot in den grotid bedorven en zij zelve, in groote, onoverkomelijke sdnil ■ den geraakt, niet meer in staat zijn haeren adelhjcken stuet fqelyck haere vooralderen) te onderhouden , sulcx dat de smerte ende 't gevoe/e van alle 't selve tot kindt skinder en nyet en sal connen gerepareert worden; de ridderschap brengt voorts onder het oog der aartshertogen de pogingen, die zij hebben aangewend tot het terugbekomen van hunnen vroegeren vrijdom en hoe zij deswegens met de steden in verschil geraakt zijn; een verschil, dat zij door alle mogelijke middelen getracht hebben te vereirenen, zonder daartoe te kunnen geraken; zij neemt derhalve haren toevlugt lot de aartshertogen en verzoekt in het bezit van dien vrijdom te worden hersteld.
In margine bevelen de aartshertogen dit verzoekschrift in handen te stellen van den kanselier Hendrik Uwens, ten einde onderzoek aangaande vermeld verschil in te stellen en een vergelijk tot stand te brengen ; bij het mislukken daarvan de aartshertogen van de wederzijdsche redenen kennis le geven opdat zij daarna eene beslissing kunnen nemen.
Orig. in margine gedagteekend uit Brussel en gelcckeiid van Kinschol, in Doleanliën en orders, deel III, blad 11.
— 65 -
1617, 12 Januarij. De stadhouder geeft kennis aan de staten op de bepaalde vergadering niet te kunnen tegenwoordig zijn, zoodat het voorstel van wege de aartshertogen door den kanselier Hendrik Uwens zal gedaan worden.
Orig. gedagi. uil Brussel en geteekend Friderieh graue zu dem Bergh, in Doleanliën en orders, deel lil, blad G.
1617, 21 Januarij. In de vergadering der staten van het Overkwartier verhaalt de kanselier dat cr geene provincie gevonden wordt of zij bezit hare geschrevene geschiedenis, met uitzondering van deze provincie; zoodat het schijnt dal diesdue nyel met alle en were, ofl dal die voiralderen in voirlijden sich nyet gethoent en hedden ; daar het evenwel kennelijk is dat die voorouders heldhaftige feiten verrigt hebben , die in de geschiedenis van andere provinciën niet naar behooren gewaardeerd worden, stelt hij voor Erycius Puteanus, raad en historiographus der aartshertogen, die mil die penne soe konde spelen, dut sijns geli/cken in ganlz Europa nyel en were, op te dragen die geschiedenis zamen te stellen en hem daartoe een jaarlijksch pensioen of honorarium toe te kennen.
In kwartiersrecessen, deel V, Lladz. 144.
1617, 24 Januarij. Jonker Hoen van Cartheels verzoekt aan de staten van het Overkwartier hem, daar zijn broeder Jonker Adelhart Hoen te Kaldenbroek overleden is, in zijn plaats in het ridderboek te stellen en voortaan als riddermatig persoon op de kwartiersvergaderingen te beschrijven.
In margine antwoorden de staten dat volgens de kwartiersrecessen vooreerst zijne adellijke kwartieren moeten bewezen worden.
Orig. in margine geteekend P. Bossman, in omslag 8 N0 42; vergelijk de kwartiersrecessen, deel V, bladz. m. 9
ien, 24 Januarij. Op de rekwesten van Jonker Willem van Wachtendonk , en Jonker Adriaan van den Bilant strekkende om als riddermatige personen te worden beschreven, antwoorden de staten bij hunne resolutie dd. 19 December 1615 te volharden ; bij deze resolutie werd den adressanten opgelegd hunne adellijke kwartieren te bewijzen.
Twee Orig. in margine geteekenil P. Bossman, in omslag 8 N° 4ö eu 44; vergelijk dc kwartiersrecessen, deel V, bladz. 87 en 102, v°.
1617, 27 Januarij. De staten van het Overkwartier zenden een schrijven aan de aartshertogen waarin zij, na eenige vroeger reeds behandelde aangelegenheden, zoo als dc licenten, het terugbekomen der placquiliios, het logeeren der krijgslieden in barakken , het leveren van fouragiën door het land van Kessel aan het garnizoen van Weert, te hebben herhaald, klagten inbrengen over
verschillende zaken: als
1quot; over het drijven van handel door de zoetelaars, die niet alleen wijn en bier maar insgelijks allerhande koopwaren verkoopen, waardoor een groot nadeel voor de burgers ontslaat, terwijl de accynsen daardoor verminderd en aan de steden de middelen benomen worden tot de voldoening der beden en andere lasten ;
2° over de foullcn door dc soldalen int passeren ende repasseren ten platten lande bedreven ;
3° over het niet bijdragen in de beden door den bisschop van Roermond , wegens zijne tienden in het ambt van Montfort.
De staten verzoeken tevens afdoening in zake van den adellijken vrijdom en de verschillen met het hof aangaande de revisie in criminele processen en het behoud voor de onderheeren van het jus gladii; voorts dat maatregelen
- 67 -
genomen worden tegen de inmenging van den bisschop in zaken, die den wereldlijken regter aangaan, zoo als ook tegen het bederf van het jagtveld; en eindelijk aan het hof te willen verbieden om personen tot het op nieuw verheffen der leenen van hunne huisvrouwen te verpligten, bij het overlijden van deze laatsten.
Orig. mei het antwoord der aartshertogen in margine, gedagteekend uit Brussel en geteekend Albert, Isabel, ter ordlie Verreyken, in Doleantiën en orders, deel ill, blad d9—29.
1617, 27 Januarij. De staten van het Overkwartier geven eene instructie aan Maarten van Broekhuizen, heer te Oeyen , en aan Matheus van Dulcken , burgemeester van Roermond, ten einde zich als afgevaardigden naar Brussel te begeven en aldaar het berigt te brengen dat de staten, om hunnen ijver jegens hunnen prins te too-nen, eene bede van 23000 gulden voor het loopende jaar hebben ingewilligd ; zij zullen tevens te kennen geven die groolc onvuylspreeckelicke ellendicheü , miserie ende armocl der schemeler onderdacnen mil alle circumstanlie ende gelijck hunluyden ende alle die icerelt kennelyck is , ten einde de aartshertogen te bewegen voor dit maal met die üoOOO gulden genoegen te nemen ; voorts zullen zij den aartshertog over het bederf der jagt onderhouden en hem verzoeken maatregelen daaromtrent te nemen.
Orig. geteekend J. van Ryckenroy, in Doleantiën en orders. Heel III, blad 14.
1617, 27 Januarij. De staten van het Overkwartier schrijven aan den stadhouder dat zij Maarten van Broekhuieen en Matheus van Dulcken naar de aartshertogen hebben afgevaardigd ten einde hen met de ingewilligde bede ten bedrage van 25000 gulden in kennis te stellen en hun te verzoeken voor dese reyse mit syne schaemele onderdamen
- 68 -
allergenedichst pacientie te nemen ; zij verzoeken den stadhouder de pogingen dezer afgevaardigden bij de aartshertogen te willen ondersteunen.
Minute, in omslag 10 N0 12.
1617. 20 Februarij , Johan van Wittenhorst , drost te Kessel, berigt aan den magistraat van Roermond de ontvangst van het plakkaat aangaande de titels en wapens van adeldom en het bevel van het hof ter publicatie; daar dit plakkaat voorschrijft de titels of wapens bij den wapenkoning van Brabant te bewijzen , hetgeen tegen de privilegiën van het Overkwartier indruischt, vraagt hij of het niet noodig zoude zijn den gedeputeerden der staten mededeeling daarvan te doen , ten einde tegen den voorss. placcate te opponeren.
Orig. geieekend J. van Wyllenhorsl, in omslag 10 N0 8.
1617, 8 Maart. De aartshertogen berigten aan de staten van het Overkwartier dc laatst ingewilligde bede niet te kunnen aannemen ; zij hadden gehoopt dat de voorgaande bede zoude verhoogd geworden zijn, maar verklaren zich nogtans met de continuatie der som van 45000 gulden voor het loopend jaar te zullen tevreden stellen en vertrouwen dat dc staten zich hiernaar zullen voegen.
Orig. gedagteekend uil Brussel en geteekend Albert, Isabel , ter ord,ie Verreyken, in Doleantiën en orders , deel 111, blad 31.
1617, 8 Maart. De aartshertogen berigten aan de staten van het Overkwartier dat zij, innesiende hel m\s-newas van den voorleden jaere, cnde de generale miserie van de ondersaeten desselfs quartiers, tevreden zijn dat die staten voor het loopend jaar quytscheldmge ende mo-
— 69 —
deralie van hunne bede van 49000 gulden zullen genieten, ten bedrage van 1000 gulden per maand , op hope dat sij het toecommende jaere dese moderatie sullen recompenscren.
Orig. gedagteekend uil Brussel en geleekend Albert, Isabel , ter ord,ie Verreykcn , in Doleanliën en orders , deel III, blad 32.
1617, 10 Maart De stadhouder schrijft aan de stalen van bet Overkwartier dat het hem noch den gedeputeerden aan vlijt ontbroken heeft om aan de aartshertogen en hunne ministers den sobren ende miserablen slaet der onderdanen van het kwartier bekend te maken en uit consideratie van den gemeinen armoet de ingewilligde bede van 23000 gulden te doen aannemen ; zij hebben echter geenen grooteren afslag op de continuatie der bede van het voorgaand jnar kunnen verkrijgen dan ten bedrage van duizend gulden per maand; de stadhouder spoort de staten aan daarmede genoegen te nemen want gcine apparent ie noch middel sien einigen voir der en quytslach te sullen konnen bekommen, want den prince in dese conjuncture om gelt begaen is.
Orig. gedagl. uil Brussel en geleekend Friderich graue zu dem Bergh , in Doleanliën en orders, deel III, blad 35.
1617 , 18 Maart. De gedeputeerden der staten van het Overkwartier geven aan het bureau van financiën te Brussel hunne bezwaren te kennen over de in de akte van moderatie der bede dd. 8 Maart II. voorkomende woorden: op hope dat sij het toecommende jaere dese moderatie sullen recompenseren. De gedeputeerden beduchtende d opinie ende interpretatie sal vallen datt de voorss. recompense obligatoir is, verzoeken dat de verklaring gegeven worde dat het ver standi van de voorss. woorden nijet en sireckt om de ridderschap en steden te verbinden voorder
als tghene naer macht ende gelegentkeyt van lyt sal cunnen
ingewillichl worden.
In margine geeft het bureau van financiën de verzochte
verklaring.
Orig. gedagt. uit Brussel en geleckend van Kinschol, in Doleanliën en orders, deel 111, blad 37.
1617, 22 Maart. Dieterich Piespordt, secretaris van den aartshertog Albert, schenkt aan de staten van het Overkwartier twee exemplaren van een door hem uitgegeven werk, getiteld : Historia geneaiogica der Keyser-und Königlichen Ertz fürstlichen Hauses Oesterreich.
Orig. geleekend Dielerich Piespordt, in omslag 10 N0 22.
1617, 29 Maart. De gedeputeerden der staten van het Overkwartier schrijven een brief van dankbetuiging aan de aartshertogen over het vaststellen der bede van het loopende jaar tot een bedrag van 33000 gulden. Ten einde de arme onderdanen met geene verdere kosten te bezwaren hebben zij de staten daarop niet meer doen vergaderen, maar afschriften van het besluit aan de ambten gezonden met verzoek hunne resolutiën daaromtrent schriftelijk kenbaar te maken ; deze hebben hierop geantwoord dat, alhoewel zij gehoopt hadden dat de ingewilligde bede ten bedrage van 25000 gulden zoude aangenomen zijn geworden, zij nogtans de aartshertogen voor de resolutie ende moderatie dd. 8 Maart II. bedanken en tevens verzoeken die onderdaenicheyt ende gehoorsaemheijt wie insgelix die te seer groote armoet deses quartiers in genedighe con ■
sideralie te halden.
Bijliggend een schrijven in denzelfden zin aan den stadhouder, met de brieven der ambten hierboven vermeld.
Minuien en Orig. in omslag 10 !NÜ 21. Vergelijk do kwarliersrecessen, deel VI, bladz. 3.
— 71 -
1617, 18 April. De aartshertog geeft bevel aan den stadhouder tot het doen besohrijven der staten van het Overkwartier op den S'1'quot; Junrj aanstaande.
Orig. fr. gedagt. uit Brussel en geteekend Albert, Vgr-reyken, in Doleantiën en orders, deel 111, blad 59.
1617, 18 April. De aartshertogen berigten aan de staten van het Overkwartier dat de koning don Garcia de Parejas, ridder van de militaire orde van S' Jacob en buitengewoon ambassadeur van Z. M., naar deze landen heeft gezonden om aan de staten 's konings tevredenheid te kennen te geven over den eed van getrouwheid , dien zij hebben afgelegd voor het geval dat deze Nederlanden onder het gebied van den koning terugkeerden. — Oe aartshertogen melden tevens goed gevonden te hebben genoemden ambassadeur te doen vergezellen door den baron de Hobocque, en geven bevel Don Garcia goed te ontvangen , te onthalen en hem vertrouwen te schenken ten opzigte van hetgeen hij hun over bovenstaand onderwerp zal mededeelen.
Orig. fr. gedagl. uit Brussel en geteekend Albert, Verreyken, in Doleantiën en orders, deel 111, blad 40.
1617, 29 Mei. De baron de Hobocque zendt aan den stadhouder twee brieven van den aartshertog aangaande het beschrijven der staten van het Overkwartier op den daarin bepaalden dag, waarop de ambassadeur don Garcia de Parejas zal tegenwoordig zijn en verzoekt alles voor de plegtigheid van dien dag in gereedheid te doen brengen.
Tevens meldt hij dat de ambassadeur, vergezeld van zijn broeder don D0 de Parejas, van zijn neef don Juquot;' de Parejas, van zijn aalmoezenier don Antquot; Tuar, van de heeren Felipe Palavecino, den baron d'Aury, don Miguel Didracques, don Louis de Monsalve, don D0
— 72 —
d'Avila, van hem zelven en van zijn zoon op maandag den 5'i«» Junij des avonds binnen Roermond zal aankomen , ten einde de plegtigheid op den volgenden dag te doen plaats iiebben , waarna hij naar Weert zal vertrekken. * Orig. gedagieekend uil Namen en geleekend , le baron de Ilobocque, in Üoleanliën en orders, deel III, blad 41.
1617, 1 Junij. G. Haghen , agent der staten van het Overkwartier te Brussel, schrijft aan de staten over de ontvangst van den ambassadeur des konings in Brabant, Vlaanderen en Namen; aldaar had die ontvangst collegiahler in de vergadering plaats, waarna men zijne dankbetuigingen aanhoorde en daarop antwoordde , terwijl geene verdere ceremoniën daarbij plaats grepen ; ook heeft hij vernomen dat de staten van Brabant in deliberatie zullen stellen om hem eene vereering te doen en daartoe eene som van 4000 gulden zullen voorstellen.
Orig. gel. G. Haghen, in omslag 10 N0 16.
1617, 3 Junij. De gedeputeerden van ridderschap en steden beschrijven de leden van de staten, die te Ma-rimont den eed van getrouwheid aan den koning afgelegd en den wederkeerigen eed ontvangen hebben , om op den 5'1quot; dezer bij de ontvangst van den ambassadeur van Spanje te willen tegenwoordig zijn.
Minule, in omslag 10 N0 17.
1617 , 3 Junij. De gedeputeerden van ridderschap en steden verzoeken den aartshertogen om tengevolge van de nieuwe aanstelling van costumiere raden in hel hof van Gelder en ten einde alle confusie te voorkomen , te willen bepalen dat deze costuniere raden in de zittingen naast den kanselier zullen plaats nemen, zoo als zulks van oudsher gebruikelijk is geweest.
Minule , in omslag 10 N0 18.
— 73 -
1617, 25 Junij. G. Haghen, agent te Brussel, schrijft aan de staten van het Üverkwartier dat de staten van Brabant eene som van 9000 gulden zullen aanwenden tot een geschenk aan den ambassadeur van Spanje; dit geschenk zal bestaan in eenen gouden keten vijff thouren van swaer gewichle en de acnhanghendc medaille van omtrent seven offlc acht duysent gulden, welke medaille zal voorstellen de wapenen van de vier hoo/ftsteden, g hees te-lijeken ende aedelen; voorts in een tweeden keten voor den broeder van den ambassadeur en een derden voor zijn neef, alles ter waarde van bovengemelde 9000 gulden. Hij meldt tevens dat de provinciën Vlaanderen , Artois en Henegouwen insgelijks eene vereering doen zullen , terwijl die van Luxemburg drie duizend gulden daarvoor hebben vastgesteld; wat die van Limburg en Namen zullen doen is hem onbekend; hij geeft voorts zijne meening te kennen dat , wanneer eene andere provincie daarin mogt achterblijven , het Overkwartier dit voorbeeld gerust mag volgen , als eene van de minste macht en de meeste leder ffenisse.
Orig. gcleekend G. Haghen, in omslag tO N0 19.
1617, 28 Junij. Christoflfel Schenck van Nidecken schrijft aan de gedeputeerden der staten uit den brief van G. Haghen het voornemen te hebbeti vernomen van de staten van Brabant om den ambassadeur van Spanje eene vereering te schenken ; hij meent dat de Gelder-schen ook wat doen moesten, maar het kwartier is zoo arm en heeft zoo weinig middelen dat hij het geraden acht de stalen daartoe te doen bij elkander komen of de zaak tot eene eerstkomende vergadering aan te houden.
Orig. geleekcnd Ch. Schenck van Nidecken , in omslag 10 Igt;i» 20. 10
— 71 —
1617, 29 October. Het hof van Gelder te Arnhem zendt aan de gedeputeerden der staten van het Over-kvvarlier eene verklaring waaruit blijkt dat bij de oprig- gt;
ling van dat hof door keizer Karei V die he,eren raeden costumiers oft exlraordinaris vuyte respectiue quarlieren van Nymeghen, Ruremunde , Zutphen ende Arnhem hebben gevoteert ende consequentdijck oick sessie gehadt voir de heer en raeden or dinar is ende naemenilick dat der seiner votum gesteld wordt naest den heer stadhouder ende cantzler:
het hof verklaart voorts dat die voorrang ten alle tijde tot op den huldigen dag aan die costumiere raden toegekend is geweest en die heeren hunne vaste woonplaats binnen Arnhem houden.
Geaulhenliseerd afschrift, geteekend J. van Ryckenroy ,
in de kwartiersrecessen, deel VI , bladz. 43 v0 44, in raargine bevindt zich de nota : dal d'originel is geem-ployeert int proces van wegen de sessie.
1617, 16 December. Bevel van de aartshertogen aan den stadhouder tot hel doen beschrijven eener vergadering der staten van het Overkwartier op een door hem te bepalen dag.
Orig. fr. gedagt. uit Brussel en geteekend Albert ,
Isabel, Verreyken, in Doleanliën en orders , deel 111, blad 45.
1617, 18 December. De aartshertogen geven kennis aan de staten van het Overkwartier van hunne lastgeving aan den stadhouder Frederik van den Kergh en aan den kanselier Hendrik Uwens, tot het doen van een voorstel in de eerstkomende vergadering dier staten betrekkelijk de bede voor het jaar 1618.
Orig. gedagteekend uit Brussel en geteekend Albert ,
Isabel, Verreyken, in Doleanliën en orders, deel III,
blad 47.
- 78 -
1617, 18 December. De aartshertogen geven eene instructie aan den stadhouder en den kanselier , ten einde in de eerstkomende vergadering der staten van het Over-kwartier het voorstel te doen lot continuatie der bede over het jaar 1618, ten bedrage van 50000 gulden.
Afschrift, fr. in Doleanliën en orders, deel lil, blad 49.
1618, 13 Januarij. De staten van het Overkwartier schenken 200 gulden aan Erycius Puteamis Jiamelrodius, Hïstoriographus et consiliarius suae Celsitudinis wegens een door hem geschreven en aan de staten vereerd boek, getiteld : Erycij Puteani amoenitalum humanarum diatribae ; zij dragen hem tevens op de Geldersche geschiedenis te beschrijven, dweil alle landtschappen die hunne in gescriflc hebben doen vervatten endc vuylyacn laeten, ende die Geins sche nyet, wie teel die voirsaeten nochtans de voirtref-felicxste geweest sijn als die aide historiën vuytfhueren , ende dat die tegenwoordighc historieserjfiters sulex seuckcn te verduysteren.
Kwarliersreccsten, deel VI, bladz. 53 v0.
1618, 13 Januarij. De stalen van het Overkwartier klagen aan de aartshertogen over de nieuwe verpachting der licenten en verzoeken nogmaals de teruggave der placquillios, het logeeren der soldaten in barakken en het doen betalen der stedelijke accijnsen door de zoetelaars.
Orig. mei hel anlwoprd der aartshertogen in margine, gcdagl. uil Mariemonl en geteekend Albert, Isabel, Ier ord,ie Verreyken, in Doleanliën en orders, deel lil, blad 67—70.
1618, 4 Maart. De stadhouder berigt aan de staten van liet Overkwartier 'den aartshertogen de schemele ge-legenheyt des guar tiers ende armoet der onder daenen te kennen gegeven en bij hen aangedrongen te hebben
op de aanneming der ingewilligde 33000 gulden voor het loopende jaar; daarvoor bestond aanvankelijk groot bezwaar, maar door zijne intercessie is men evenwel bij die som gebleven, waarvan de resolutie binnen kort zal worden afgezonden; hij denkt dat deze niet en sal zijn sonder e enig he conditionnellc restrictie ofte limitatie , niettemin daertegens mach men in toecommenden tijt otjck weder omme stoff vinden.
Orig. gedagt. uil Brussel en geteekend Friderich, graue zu dem Bergh , in Doleanlien en orders , deel 111, blad 51.
1618, 12 Junij. De aartshertogen berigten aan de staten van het Overkwartier, uit hoofde van het misgewas, de ingewilligde bede tot een bedrag van 33000 gulden voor het loopende jaar aan te nemen.
Orig. gedagt. uil Marieraonl en gel. Albert, Isabel, ler ordlie Verreyken, in Doleanlien en orders, deel 111, blad 66.
1618, 23 Julij. Ridderschap en steden van het Overkwartier houden te Stralen in het klooster in 't Zand eene vergadering, waarin een schrijven wordt opgesteld aan de gedeputeerden dier ridderschap en steden te Roermond , ten einde het hof van Gelder te wraken in de aanhangige zaak tegen Werner Bacxen en een verzoekschrift tot de aartshertogen te rigten, strekkende tot het aanwijzen van den groolen raad van Mechelen om in die zaak uitspraak te doen.
Dit stuk is geteekend van de Ridderschap: Roeloff van der Lippe, gênant Hoen; J. v. Wyttenhorst, heer ter Horst; Wolfaert Evert van Wyttenhorst, heer tot Brocck-huysen; Assuerus van Humpel gênant van der Impell; Johan van Asselt zur Coul; Johann von Langen zu der Vincken-horst; Bernhardt liynss zu Engelsheim ; Michiel van Fop-
— 77 -
piny ha zu Bcllicfio/f'cn ; Wilhelm van der Lev: en; Lou If van Egerenn; Elbert van Bodlbergen; J oh an van Bocholl: Conraedt van der Uorst; [lenderick van Laer lot Baerle;
en van de steden: Gerardt Creijarts; Arnold van llor-pusch; Adam Daemen van Lintholt; Petrus Moeilz; Gerardt Lint gen; J. Richardt; Herman Gr uithuis, mit voer Peeter Lynssen; Peeter Huyskens; Peeter van Straelenn.
Orig. in Doleanliën en orders , deel 111 , blad 72 , vergel. de kwarliersrecessen, dee! VI, bladz. 99, volgg. zoo als ook eenige slukken lot dal proces behoorendc in omslag ■10 N0 24.
1618, 26 Julij. Johan van Ryckenroy, secretaris van Roermond, bijgestaan door den apost. en keizer), notaris Leonard Boijer stelt in handen van Hendrik Uwens , kanselier van het hof van Gelder, een rekwest der staten van hel Overkwartier, strekkende om het hof te verzoeken de beslissing in zake van Werner Bacxen te willen uitstellen, opdat deze zaak door de aartshertogen ter beslissing aan onpartijdige regters worde opgedragen.
Orig. geleekend Leon. Boyer pub. Nol. mei zijn opgeplakt zegel in Doleanliën en orders, deel III, blad 74.
1618, September. Franpoise de Rentigny, gravin wedquot; van den Bergh, meldt aan de staten van het Overkwartier dat de begrafenis van haren overleden echtgenoot, den stadhouder graaf Frederik, op zijn uitdrukkelijk verlangen, zonder prachtvertoon zal plaats hebben; zij verzoekt dat twee a drie leden der staten tot het bijwonen van die begrafenis worden afgevaardigd, die op 13 September te Boxmeer zal plaats hebben.
Afschrift, fr. iu fttoart/mreeme», deel VI, bladz. 107.
1618, 8 September. De aartsherlogen benoemen den graaf Hendrik van den Bergh lot stadhouder van Gelder-
— 78 —
land in de plaats van zijnen overleden broeder graaf Frederlk.
Geauthenliseerd afschrift, geteekcnd J. van Ryckenroy, in kwarlicrtrecessen, deel VI, biadz. \ 14.
1618, 11 October. De geheime raad der aartshertogen geeft zijne beslissing in een verschil tusschen de staten van het Overkwarlier en het hof van Gelder, in zake van revisie; in personele actiën ter eerste instantie moet die revisie plaats hebben voor schepenen of voor den magistraat der woonplaats van de partijen ; die schepenen zijn nogtans verpligt 't advies van hunne hoofdplaats aan te vragen, alvorens de sententie uitgebragt worde; aangaande actiën van injurie mag alleen revisie van het vonnis plaats hebben, wanneer daarbij geene ligchamelijke straffen zijn opgelegd.
Orig fr. perk. geieekend de Berti, in Doleanliën en orders, deel lil, blad 86.
1618, 20 October. De staten van hel Overkwarlier schrijven aan de aartshertogen dat zij onder dagleekening. van den 9dquot; October eene akte hebben gezonden , waarbij het hof vrijwillig afziet van het nemen eener beslissing in zake van Werner Bacxen en zich tevreden verklaart wanneer door de aartshertogen andere regters daartoe worden aangewezen; de staten verzoeken dat daaraan gevolg gegeven en de groote raad van Mechelen aangewezen worde opdat eene spoedige beslissing in die zaak volge.
In margine voldoen de aartshertogen aan het verlangen der staten en wijzen den groolen raad ter beslissing aan.
Orig. in margine geteekend de Groote, in DoleanUen en orders , deel 111 , blad 87.
- 79 -
1618, 23 October. Formulier van den eed door den stadhouder graaf Hendrik van den Bergh in de vergadering der staten van het Overkwartier van 23 October 1618 afgelegd.
Afschrift, in kwarliersrecessen, deel VI , hladz. I l6v0.
1618, 24 October. De gedeputeerden der staten van het Overkwartier geven kennis aan den stadhouder dat verschillende personen, die op de kwartiersdagen niet beschreven worden en dientengevolge ook niet het jagt-regt bezitten , nogtans daarvan gebruik maken , waardoor die jagt geheel bedorven wordt ; zij verzoeken hieromtrent strenge publicatiën te doen uitgaan en de personen , die op de kwartiersdagen niet beschreven worden en evenwel vermeenen jagtregt te bezitten, te noodzaken binnen zekeren tijd voor dat regt bewijs bij te brengen.
Afschrift in kwartiersrecessen, deel VI, bladz. 118.
1618, 21 December. De aartshertogen geven kennis aan de staten van hunne lastgeving aan den stadhouder Hendrik van den Bergh en aan den kanselier Hendrik Uwens tot het doen van een voorstel van hunnentwege in de vergadering der staten van 11 Januarij e. k. ten opzigte van de bede over het jaar 1619.
Onder dezelfde dagteekening geven zij eene instructie aan bovengenoemde personen , waarin de aanlevragen bede bepaald is op 60000 gulden.
Twee Orig. gedagteekend uit firussel en geteekend Albert, Isabel, ter ordtie Verreyken , in Doleanliën en orders, deel III , hlad 89 en 90.
-o-o-o-o C-O-O-Oquot;
__•OOO-O O-OO^®
1307, 10 Junij. Anno domini. M trecenlesimo septimo in crastino beati liarnabe apostoli. Gudo Wolfranus, schepen van Roermond, verkoopt aan Joannes genaamd Cultinus een erf aldaar gelegen , ten overstaan van scholtis en schepenen van Roermond, als: Wilhelmus dictus Vnes de Par le , scultelus , Goeswinus de Roder burg , Henricus de Cruglhen, Hermannus de Craka, Conradus de Olenrnde, Ami de Hushoven, Joannes Gunteri, Hermanns Domini, Wilhelmus Gunteri. Joannes Conradi, Mathuis. Lamhertus et Theodericus , scabini.
Orig. lalijn, perk. zegel verloren, in doos S N0 18.
1351 31 Augustus. Op andach zente Bartholomeus. Johan Averecht, schepen van Roermond. verkoopt voor schepenen aldaar eenen erfcijns van zes schillingen penningen gevestigd op Johans hues van der bouenen, zoo als dat met zijne toebehooren op der Ruren gelegen is , ten behoeve van Arnold genaamd Paucsine en zijne huis-
vrouw Baetsen Sackers.
Bij transfix dd. 22 Julij 1388 wordt deze cijns overgedragen aan Gerard van Muggenbroek, priester en ka nonik van het kapittel van den H. Geest te Roermond.
Twee Orig- perk. zegels verloren, in doos o !V 1 •
- 81 -
1385, 9 Augustus. Op sent Laurens auont marl. Nicolaas van Rode bekent voor schepenen van Boerrcoml eenen erfcijns van een oud schild ten behoeve van Werner van Brede; bij transfix dd. 24 Maart 1415 schenkt Hendrik van Brede, broeder in het Beggarden klooster te Boermond. de helft van dezen cijns aen der broder-xcappen des gueden St Cornelius aldaar, terwijl bij transfix dd. 16 Januarij 14'2t de andere helft door Aleidis van Brede aan de kapel van S' Cornells geschonken wordt.
Drie Orig. perk. waaraan zich nog zes zegels bevinden in groen was , in doos 5 N° 30.
1389, 7 Maart. Gerard van Muggenbroek , priester en kanonik van het kapittel van den heiligen Geest te Boermond, schenkt voor schepenen dier stad aan het voormelde kapittel ten behoeve üer priester probanden, A\e hij met Conrard van Muggenbroek en diens echtgenoote gesticht heeft, zijn groot huis met den poortvveg , zoo als dat tusschen zijn klein huis en het huis van Godart Beesmans gelegen is. Tevens doet hij tot hetzelfde doel de volgende giften : eene rente van twee oude gouden schil den, gevestigd op het huis van Henken Muliepasch, den touwslager in de steeg ; drie oude gouden schilden op het huis van Weltgen Watelz op de Boer gelegen; een goeden zwaren Bijnschen gulden op het huis van Gerard Schelen, des pelsers van Venle , tegen den H Geest; vier oude gouden schilden op het huis van Winand van Sel-lenorde; twee goede gouden Brabantsche dubbele mot-toenen op het huis van Kachermen Hugelijns, gelegen aan het kerkhof van den H. Geest ; twee zware guldens op het bovengenoemde huis van Gerard Schelen , twee goede gouden oude schilden op het huis van Jacob Krijns;
vier kapoenen op een huis lol zwarlbruke; twee oude gouden schilden op de stad Roermond , T1/, Plt;»!lt;'quot; korens en 7'/2 kapoen uit zijn goed te Ooi gelegen.
Orig. perk. waaraan de zegels hangen van Dederik Bake, rigter, Johan Averecht en Dederik van den Grynde, schepenen te Koerraond , van Gerard van Muggenbroek en van hel kapittel , allen in groen was , in doos 5 N0 2.
1389, 23 April. Des vijff ende Iwinlichsten dwjhs in den metende Apnlls. Gysbrecht Wrijler de hoppenbrouwer verkoopt voor schepenen van Roermond eene erfrenle van drie schellingen gevestigd op den Cartus haeue op ten dnjesch gelegen ; een grondcijns van zeven schellingen op Droechmans liaue buien Moerkensporlen en een grondcijns van twaalf penningen op het huis van Henken van den Bosch, tegen den H. Geest gelegen , ten behoeve van den prior en hel convent der Carlus order des hues van Hetlehem te Roermond.
Orig. perk. zegels verloren , in doos 5 Nquot; o.
1403, 25 Junij. Des neesten daechs na sent Johansdach Hupt. naliuit. Scholtis, burgemeesteren , schepenen, raad en gemeene burgers der stad Roermond verkoopen aan Hendrik van Duiken , priester, ten behoeve der proven waarvan li) egn gichter sijn die der bisscop van Ludiek gespleten heft vijl den altaer den Johan van Montefya wilnen in den heijligen Geist gesticht hadde, eenen erfcijns van zestien goede zware Rijnsche guldens en achttien Keulsche witpenningen, met de belofte dat, als deze cijns niet slipt op den vervaldag voldaan wordt, genoemde Hendrik van Duiken, of de tijdelijke bezitter van deze prove, voor ie-deren dag dat de betaling vertraagd wordt, vrijelick amine dol geven mag of/' in sijns selfs buys off' anders-waer daer hij wilt verteren, Ure aide groet.- Torna se ska-
- 83 —
ninx monten, welke leringe off kosl zij dan beloven boven en behalve den verschuldigden cijns le zullen voldoen.
Orig. perk. nel het beschadigde zegel der slad Roermond, in groen was, in doos 5 Nquot; 53.
1408, 25 Januarij. Op sent Puuwels dach conuersio-Hendrik Vincke van Venlo en zijne huisvrouw Willen Lijsen verkoopen voor schepenen van Roermond eonen erfcijns van twee goede oude gouden schilden , goed van goud en zwaar van gewicht, gevestigd op het huis van Goeswijn van den Grijnde, achter het koor van den H. Geest gelegen , ten behoeve van Goeswijn Loer.
Bij transfix dd. t augustus 1428 wordt van dezen erfcijns een oud schild min vijf schellingen opgedragen aan Johan van Kessel , priester en rentmeester der kerk van den H. Geest, ten behoeve der presentien an der vurss. kireken.
2 Orig. perk. zegels verloren , in duos ü. N0 A.
1411, 2 September. Op sent Grey or hts auont ppe. Johan van Lievendael en zijne huisvrouw Catharina verkoopen voor de schepenbank van Swalmen aan Johan van Herkenbosch burger van Roermond eenen baenl die geheilen is der Hoenreworp, gelegen in den beender achter Lewen ; daarbij staal uitgedrukt dat deze beemd overgedragen is met al zijne toebehooren, mit enen gruenen resch, nut enen elpenbeinen mets hecht en de mit enen situeren pen-ninck, zoo als de regten van vrij goed zulks voorschrijven.
Orig. perk. zegel verloren, in doos 5 N0 ö.
1422, 15 October. Het kapittel van den H. Geest te Roermond van de eene zijde en Mattheus Peut, inves-titus der parochiale kerk aldaar, van de andere zijde, sluiten een vergelijk aangaande eenen twist, die tusschen
— 84 -
beiden ontstaan was over den eigendom der offeranden , die op de altaren en andere plaatsen door de vrome Christenen nedergelegd worden.
Orig. lat. opgemaakt door den keizerlijken notaris Henricus Man, en waarop zich zijn notarieel merk bevindt, in doos 5 N0 •IS.
1433, 4 April. Op sent Ambrosius dach epi. Hendrik van Holtmolen , pastoor te Tegelen , verpacht aen üaemen van den Bruele, genaamd van Brempt , ean kleinen griend gelegen tot Berghe op der Ruyren , voor een tijdvak van 80 jaren en tegen eenen jaarlijkschen pachtprijs van twintig Boddreger Ruremunds paymentz.
Orig. perk. met het zegel van Hendrik van Holtmolen, in groen was, in doos 5 Nquot; 27.
1444, 22 Julij. 's Godesdaigs nae sent Margrieten daige der heligen j onfrouw en. Karei van Boilbergh schenkt, voor schepenen van Capelle, aan het altaar van Sl Ca-tharina gelegen in de kirspelkirken tot Capellen an der sudersyden eenen jaarcijns van 14 malder rogge, Gelder-sche maat, gevestigd op zijn goed genaamd den hoff angen Wate, in het kerspel en gerigt van Capelle gelegen, welke schenking door zijne beide broeders Johan en Dirk van Boitbergh bevestigd wordt.
Orig. perk. met nog twee zegels in groen was, in doos 5 N0 29.
1452 , 30 Maart. Des donnersdaechs na den sondach Jitdica in den vasten. Hertog Arnold geeft zijne toestemming'aan die van Swalmen tot den verkoop van vijf en twintig bunders gemeente grond , waarvan de opbrengst zal strekken tot herbouw der kerk aldaar, die arm und noitbouwe behoeuende is.
Geauthentiseerd afschrift, in omslag 21 N0 44.
— 85 -
1453 , 2tJ Maart. Inl jair oms Here dus ent vier hon-derl dnje en vijfflich, des donresdaigs naden sonnendage Judica. Hertog Arnold vergunt aan de priorijnnc ende gemeynen conventz onss Cloisters gekeken sente Marien garrde , Regulier es or den , te Roermond , want sij dan noch vast arm ende in haeren yrslen begriepe aldair bynnen onser stat vurss. gelegen sijn , om bij de erven , renten en goederen, die zij thans bezitten, nog te mogen aan-koopen, jaarrenten tot een bedrag van vier honderd oude Fransche schilden 's jaars en vijf morgen land ; de hertog geeft die vergunning opdat de kloosterlingen dan ook verpligt zouden zijn voor hem, voor de hertogin, hun heider kinderen en hunne voorouders te bidden.
Op den omgeslagen rand staat: Per dominum ducem presenttbus de consilto dominis Johan de Arendale domino de Welle nee non Wilhelmo de Vlodrop advocalo heredita-rio Ruremunden marsc. militibus etc.
Orig. perk. met het fraaije zegel van hertog Arnold in rood was , in doos 5 Nquot; 6.
1454, 6 December. Op sente JSicolaesdach des heiligen bisscops. Reynaert van Meyr, vrouwe van Obbendorp weduwe van Johan Schelart van Obbendorp, en Sibrecht Jordens, geven ontheffing aan den prior en het convent der reguliere kanoniken van S' Hieronimus te Roermond wegens de brieven, door beiden aan dat convent in bewaring gegeven , en die op onderlinge vorderingen betrekking hadden.
Orig. perk. zegels verloren , in doos 5 N0 14.
1455 , 6 Augustus. Anno a nativitate domini millesimo quadringentesimo quinquagesimo quinto, mensis Augusti die sexta. Jan van Heinsberg, bisschop van Luik , geeft de vergunning aan den rector, priores en het convent van
- 86 -
Maria gaard te Roermond , om hunne nieuw gebouwde kerk met de altaren , het kerkhof en loebehooreu door zijnen suffragaan te doen inwijden ; als mede het ingewijde gedeeltelijk of geheel, te gelijk of achtereenvolgens, uittebreiden , aftebreken en te verplaatsen , zoo als de noodzakelijkheid en het nut dit vorderen.
ürig. perk. lal. mei hel beschadigde zegel van den bisschop in rood was, in doos 5 N° 7.
1455, 29 October. Des neesten daghz nae sent Simon ende Judendach apostolorum. Hendrik Kupenbynder en zijne huisvrouw Margaretha verkoopen voor schepenen van Roermond eene jaarlijksche erfrente van drie Rijn-sche guldens, goed van goud en zwaar van gewicht, gevestigd op hun huis gelegen te Roermond op der Zwalmerstraten, tusschen de huizen van Dirk Steynbitsers en Jenkens Unt Hert, aan Ihelis Dalen en zijne huisvrouw Margaretha; met een transfix inhoudende de over-dragt dezer rente aan Herman Heesman.
Twee Orig. perk. waaraan zich nog bevinden de zegels van Jan van Hueckelhaven en Gaederl Heesman , schepenen van Roermond in groen was, in doos 5 Nquot; 8.
1457,6 Mei. Margareta van Ghymnich belooft de voorwaarden te onderhouden, waarop hertog Arnold haar gelaten had in het bezit van het slot van Wikrade, met de heerlijkheden daartoe behoorende , en van de overige nagelaten goederen en pandbezittingen van wijlen haren echtgenoot Johan van Wikrade. Getuigen zijn Henrik van Kriekenbeek en Johan van Rey.
Geaulhentiseerd afschrift, gelcekend Luylens, in omslag -20 N° 51 , vermeld in Muhoff , gedenkw. ü. IV 1\0 320; zie over den inhoud van dezen brief Pontani Hisl. p. 504.
- 87 —
1458, 30 Januarij. Anno a nalivitate domini millesimo lt;/iiudrimjentesimo quinquagesimo octavo , indictione sexla , die lune penultima mensis Januarij. Herman van den Damme, pastoor der parochiale kerk van den H. Chrislof-fel te Roermond , geeft tot vermeerdering der Godsdienst aan de broederschap van het allerheiligste Sacrament de vergunning tot het bouwen, stichten en doteeren van een altaar in bovengenoemde kerk, ter eere van het allerheiligste Sacrament; tevens vergunt hij aan die broederschap hem een geschikt persoon tot rector van dat altaar voortedragen, die evenwel priester zijn moet, ol binnen het jaar daartoe gewijd kan worden ; hij schrijft de bedieningen voor die door dezen rector moeten verrigt worden en regelt de wijze, waarop voor het vervolg deze betrekking zal vergeven worden.
Als getuigen komen voor Matheus Karnot, Engelbert Fabri en Reinier Voegels.
ürig. perk. lal. opgemaakt door den apost. nolaris u Johannes beimonis de Ween en voorzien van zijn notarieel merk , in doos S N0 9.
1463 , 7 Julij. Des donresdaighs nae onser lieu er Vrouwen dach visitahoms. De magistraat van Roermond verleent bescherming en stedelijke vrijheden aan hel klooster eti convent van Maria gaard, op voorwaarde dat het ge-lal van twee priesters met eenen knecht, twintig jonkvrouwen, zoo gewijde als ongewijde, en zes of zeven donatrices nooit zal overschreden worden.
Orig. perk. waaraan liet zegel der stad in groen was , in doos 5 N0 10.
1463, 6 December. In den jair onss heren dusenl vier hond er t dry ent sestich op senle Nyclais dach, Eptscopi. Hertog Arnold vergunt aan pater, mater ende gemeynen jou/'-
— 88 —
feren onss cloisters ende conuentz sente Marien g air de bynnen onser stat van Ruremunde gelegen om boven en behalve de goederenen renten, die zij thans binnen zijn land bezit ten, erven en renten te mogen aankoopen tot een jaarhjksch bedrag van 250 Rijnsche guldens, waarvan echter uitgezonderd zijn leen- en heerlijke goederen ; in gemeld bedrag zijn ook niet begrepen de goederen, die zij buiten het land bezitten of mogten aankoopen.
Op den omgeslagen rand staal: Per dominum ducem presentibus de consilio nobili domino Wilhelmó domino de Egmont. Uselsteyne et Bair fratre domini ducis, domino Wilhelmó de Vlodorp advocato hereditario Rnremunden , militibus, marschalco nee non Johanne de Rossem, etc.
Orig. perk. met het [raaije zegel van hertog Arnold in rood was , in doos 5 N0 H.
1467 , 17 October. Op sunte Lucas auent des heiligen euangelist. De prior en het convent der reguliere kano-oiken van het klooster van Sl Elisabeth , gelegen in het land van Horn, vergunnen aan Willem van Vlodorp , ridder, erfvoogdvan Roermond en zijne echtgenoote, vrouwe Cecilia van Elderen, om, wanneer zij zulks willen of kunnen tot den eeuwigen dage toe terug te kunnen koopen de door hen aan dat convent verschuldigde jaarrente van dertien overlandsche Rijnsche guldens , gevestigd op hunnen hof te Assel, mits dit verlangen om terug te koopen een half jaar te voren aangekondigd wordt: de som der terugkoop wordt bepaald op 200 goede overlandsche Rijnsche guldens, goed van goud en zwaar van gewigt.
Orig. perk. met hel geschonden zegel van hel Convent in groen was, in doos 5 N0 19.
1470, 21 Februarij. De magistraat van Roermond verklaart met raad en consent van de werkmeesters, gezworenen en gemeene burgers der stad het besluit
- 89 -
genomen te hebben om eene heffing op het gemaal te doen tot terugbekoming van sulcken summe geldtz als wir onsen yenediyen lieuen heren, hern A do lp h, heirtogh en van Gelre, etc. gegeven hebben , ind audi mil dat geit dat onsse burgeren vur haeren laken hebben sullen; daar ook de kloosters en de geestelijkheid daarin zullen bijdragen, verklaart de magistraat dat die geestelijkheid daarin met haren vrijen wil heeft toegestemd zoodat zij in hare privilegiën en vrijheden onverkort zal blijven.
Afschrift, geauthenliseerd door den Apost. notaris Libertus Roemer, in omslag 19 N0 2.
1473, 2G Augustus. Datum in civitate Aquisgrani. die XXVI mensis Augusti. Karei, hertog van Bourgon-dië, erkent dat Dirk van Oist hem , als pandbezitter des lands van Gelre en Zutphen, leenhulde heeft bewezen wegens het slot van Hilienrade met de daaraan verbonden heerlijkheid Swalmen, het huis te Swalmen , het regt op het Eimpterbosch en het veld genaamd Hoppenraet.
Afschrift, lat. in omslag 21 N0 8.
1483, 11 Maart. Op sent Gregorienauont pape. Dirk Kympe verkoopt voor schepenen van Roermond aan Hendrik Keilener een stal gelegen te Roermond achter die leuue en achter zijn huis geheiten die Lijlij, grenzende aan den stal van der sterre.
Orig. perk. waaraan zich nog bevinden de scliepenze-gels van Hubrecht vein Hushaven en Peter Dryuenair, in groen was, in doos 5 N0 24.
I486, 11 November. Op sunte M er tens dagh des hil-gen bysschops. Huwelijksche voorwaarden tusschen Willem van Tyll Lamberts zoon en Rorich van Merwick , opgemaakt door Johan van Doedinckhuesen, priester, en Johan
12
90
van den Stbeynhues ter eenre. Hendrik Bysschopynck, Berntvan Dungelen en Frederik Fircsken, ter andere zijde. Orig. perk. wa3raan zich nog bevindeo de zegels der twee laatste dedingslieden, in groen was . m doos 5 N0 20.
1490 3 Januarij. Julianus, bisschop van Ostia , verdunt , door het gezag van den H. Stoel daartoe gemagt.gd, aan do broederschap van het allerheiligste Sacrament te Roermond missen en andere heilige oflicien te doen ce-lebreeren op een beweegbaar altaar met de daartoe noodzakelijke en geschikte voorwerpen.
Oriquot;. lat. met het fraaije ovale zegel van de curia penilenliaria te Rome, in rood was, in doos 5 NM7.
1506, 31 Julij. Op senle Peters auont ad vincula. Hendrik' van Wyenhorst en Willem van Tylle, Lamberts zoon stellen de huwelijksche voorwaarden op tusschen hunne kinderen Johan van Wyenhorst en Mechteldis van Tvlle, in tegenwoordigheid der volgende vr.enden en ma^en, als: Johan van Brempt en Eilbert van den Eger, ler^enre; Hieronimus van der Schueuen en Johan van
Dueuen ter andere zijde.
Orig. perk. met zes zegels in groen was, in doos 5 N» 2-.
1510 20 Maart. Erard de la Marck, bisschop van Inik bevestigt op verzoek van Johannes Benedicti , investitus der parochie kerk van den H. Christoffel te Roermond, en van de meesters en broeders van de broederschap van het allerheiligste Sacrament, de sticht.ng van een altaar in die kerk en vergunt tevens dat daarop elke week twee missen gelezen worden, die met eent jaai rente van zes gouden Rijnsche guldens gest.cht zijn.
Orig. lat. met hel beschadigde zegel van den bisschop in rood was, in doos 5 IS0 16.
1513, 28 Maart. Des manendaigs nae onser lieuer Trouwen dach annunciationis. Hendrik van Hushavcn schenkt voor schepenen van Roermond tot einre mcdegai-ven suster Gryeten van Hushavcn, bastaard dochter \aii zijn broeder Gerard , conuenlz suster der clusen ind con-uentz buien in op , op den motenbergh, eene jaarrente van drie enkele Rijnsche guldens, ten behoeve der maters ind gemeiner suster en derseluer clusen ind conuenlz.
Orig. perk. met nog een zegeltje in groen was, doos SN0 12.
1520 , 22 Februarij. Hertog Karei schrijft aan den magistraat van Roermond dat hij op zondag aanstaande zijne raadsvrienden naar Gelder zal zenden ten einde information in te winnen aangaande eene klagt van den graaf van Schouwberg en Steenvorde met betrekking tot het weigeren van tolgeld te Grubbenvorst door de burgers van Roermond; hij verzoekt den magistraat de raadsvrienden der stad insgelijks derwaarts te zenden, ten einde dat geschil bijgelegd worde.
Orig, get. Charles, met andere stukken daartoe betrekkelijk , in omslag 21 N0 22.
1522, 17 September. Op sent Lamberlsdach des heij-ligen martelairs. Arnt Schenck van Nydeggen te jHillen-rade, Ott van Wylyck, drost te Gennep, Johan vati Breempt, Arnt van Wachtendonk en Henricus KrielTt, rentmeester te Grave, maken een vergelijk tusschen Hendrik Schenck van Nydeggen heer te Walbeek en drost te Wachtendonk ter eenre , en wijlen Otto van Bijlant heer te Well en Elisabeth Schenck ter andere zijde aangaande de verdeeling der nagelaten schulden door wijlen Otto Schenck.
Orig. perk. waaraan zich nog bevinden vier zegels , in groen was , zijnde de overige twee van Arnt Schenck en Arnt Wachtendonk niet meer aanwezig , in doos 5 INquot; 25.
1522, 18 November. Feria tertia post Martini episcopi. De schepenen van Roermond veroordeelen Trijn van der Moeien om levend verbrand te worden. wegens het feit van tooverij, daer zij zich had ouergegeuen in ongeloime ind gewailt dess bosen viantz van der helle, ind doer sijn ingeuen ind raidt mynschen, beesthen ind anders gedoett ind verdomen hedt.
Gelijktijdig afschrift in een notitie boekje, in omslag 21 N0 43.
1523, 3 October. De magistraat van Roermond geeft een gildebrief aan het leidekkers en metselaarsgild aldaar.
Orig. met het uithangende zegel in groen was , van Johan Mereell , burgemeester van Roermond , in omslag 19 N° 15.
1526. Theodericus in den Winckell, pastoor, Raebeth van Dursdaell en Dirk van Zuchtelen, opperkerkmeesters van de moederkerk van den H. Christoffel te Roermond, bekennen dat Johan van Lomme de oude aan die kerk overgedragen heeft eenen cijns van zes Hornsche guldens 's jaars gevestigd op het huis van Peter in de kroon, gelegen bij het minderbroedersklooster te Roermond, ten einde voor de zielen van Johan van Lomme , van zijne huisvrouw Margaretha van Vernich , van hun beider ouders en vrienden in de Octave van O. L. Vr. Assumptie in die kerk een erfjaargetijde te houden , als volgt: de tijdelijke pastoor, de erfvicaris of hun beider plaatsvervangers , de twee kapellaans en alle de priesters in die kerk de dienst verrigtende tot dertig personen toe , de koster en de schoolmeester of zanger, zullen daartoe op het hooge koor te zamen komen, mit honnen roekelen en een vigilie van negen lectiën zingen; waarna zij zich op het graf van genoemde Margaretha van Vernich zullen begeven
- 93 -
om miserere cnde dc profundis milten colleclcn dair hij yehoerende te lezen ; den volgenden dag zal op het middenaltaar vóór het hooge koor voor genoemde zielen eenc requiemsmisse gezongen worden, gedurende welke de overblijvende priesters eene stille mis zullen opdragen , waarna allen wederom even als boven zich naar vermeld graf zullen begeven.
Orig. perk. met hel zegel van den pastoor en dal van Dirk van Zuchtelen , in groen was , in doos 5 N0 \ö.
1526, 23 Februarij. De landschap te Arnhem vergaderd maakt een ontwerp van belasting, waarbij voor één jaar ten behoeve van hertog Karei zal geheven worden de tiende penning van alle renten, pachten, thienden, thynse, mgelden, koerengewasch ind ander as wie man dat noemen mach, so waill van leen alss gemortificeerden guederen.
Afschrift, in omslag 20 N0 38.
1333,29 November. Huwelijksche voorwaarden tusschen Zeger Tessers en Eisen Zeverijns , opgemaakt ten overstaan van de volgende huwelijks vrienden, als Dederik Clompenmecher. deken der Collegiale kerk van den II. Geest te Roermond, Johan Zegers, Jacob Tessers en meester Bado, pastoor te Montfort van de zijde des bruidegoms; Thys Zeveryns, Paul Zeveryns en Thys Ze-veryns, broeder van Eisen, van de zijde der bruid.
Orig. perk. zegels verloren, in doos 5 !S° 2t.
1547, 10 September. Verdroegen tho Nijmegen up den saeterdagh den Xquot;equot; Septembris. Keizer Karei V geeft eene nieuwe reformatie van het leenregt , vervat in 18 artikelen.
Afschrift, in omslag 21 Nquot; 28. Uitgegeven in liet Groot Geldersch Placael-Docck , I. bladz. 31.
— 94 -
1549, 17 October. In der stall van Ruremunde den XVIIde° dach van Octobri. Filips prins van Spanje legt aan de staten van het Overkwartier , die hem na zijns vaders dood als hun wettigen landsheer zullen ontvangen en huldigen, het (nederduitsche en latijnsche) formulier van den eed voor, volgens welken hij gehouden zal zijn deze landen te besturen, en verklaart voorts hunne regten en vrijheden te zullen beschermen.
Afschrifi , in omslag 21 N0 29.
1551, 6 Februarij. Huwelijksche voorwaarden tusschen Jasper Knippinck Albertszoon, en Digna van Wyenhorst, opgemaakt ten overstaan van dc volgende dedingslieden , als : Johan Weuert erfvoogd te Ossenberch , Adriaan van Bodlberch, erfmaarschalk van het land van Gelre , Hendrik , Loef en Balthasar van Wyenhorst, gebroeders , en Engelbert van Steynhuyss, kanonik te Xanten en Kra-nenberch.
Orig. perk. zegel verloren, in doos 5 N0 25.
1353, 4 Mei. De magistraat van Roermond geeft een gildebrief aan het droogscheerdersgild aldaar.
Minute , in omslag 19 N0 17.
1553, 6 Mei. De magistraat van Roermond maakt met de drosten van Kessel en Montfort en de afgevaardigden der steden Venlo en Erkelens , onder goedkeuring van den stadhouder , eene verordening aangaande het werken aan de fortificatiën van Roermond ; daarin wordt bepaald dat dagelgks 125 man daaraan arbeiden zullen waarvan 51 door Roermond, 39 door het ambt Kessel, '26 door het ambt Montfort en 9 door Beeck en Cruchten zullen geleverd worden.
Minute , in omslag 20 N0 37.
- 95 -
1555, 23 Mei. De magistraat van Roermond geeft een gildebrief aan het gewantmakersgild aldaar en vernieuwt dien op 10 Februarij 1564 en op 22 December 1583.
Minuien , in omslag 19 N0 d6.
1555, 3 September. Het hof van Gelder geeft bevel aan Zeger van Groesbeek , burggraaf te Nymegen , tot opsporing en aanhouding van Heyn In den Stern , die met zijn gezelschap in het Overkwartier de wegen onveilig gemaakt en de kooplieden beroofd heeft.
Afschrift met verschillende stukken lol die zaak betrekkelijk , in omslag 21 Nquot; 3.
1556, 18 Januarij. Hel hof van Gelder berigt de ontvangst van het schrijven van den magistraat van Roermond, waarin geklaagd wordt over het verbod tot uitvoer van granen ; door dat verbod lijdt de stad groot nadeel daar de granen uit het Gulikerland thans per as tot Maaseyk gebragt en van daar langs de Maas opwaarts gevoerd worden ; het hof wijzigt het verbod in zooverre dat de granen uit Gulikerland of uit andere vreemde landen komende, uitgevoerd mogen worden, mits de kooplieden met behoorlijke certificaten de afkomst dier granen uit vreemde landen bewijzen.
Orig. get. T. Roos, in omslag 20 Nquot; 49.
1556 , 20 December. Het hof van Gelder schrijft aan den magistraat van Roermond het verbod van uitvoer van granen niet te kunnen opheffen, daar zoo wel in Holland als door den vorst van Kleef verboden is granen naar deze landen te brengen en tevens omdat in de twee laatste jaren zeer weinig granen gewassen zijn, waardoor groote armoede en gebrek zouden ontstaan kunnen ; daar het echter de wil des konings is, dat deze landen elkan-
— 96 —
der met granen bijstaan heeft het hof reeds twee maal aan die van Holland geschreven om het gemelde verbod intetrekken, maar tot dusverre werd geen antwoord daarop ontvangen.
Orig. gel. T. Roos, in omslag 20 N0 48.
1557, 21 Julij. De magistraat van Roermond maakt ten overstaan van den burgemeester Johan de Verwer te Venlo een akkoord met Frans van de Poll, schepen aldaar, te weten : Frans van de Poll zal die plaetz van der scholen mijlten keiler vund yren rcchten vicnd tubehoer wn der opperporle tegen Dyrchs Kocx zeligen huiss gelegen behouden en die betimmeren; daarvoor zal hij aan de stad afstaan de zes Hornsche guldens rente met de tien gulden lijfpensioen, die hij jaarlijks van de stad te vorderen heeft, en daarenboven met St. Remigius aanstaande betalen eene som van 100 Philippus guldens, de gulden gerekend tegen 26 Brabantsche stuivers.
Orig. geteekend Johan de Verwer, op zijde door de hoofdlelters A. B. C. D. golfgewijs doorgesneden , in omslag 18 N0 47.
1558, 7 December. De magistraat van Roermond stelt Johannes Caesareus tot rector der particulair schoeien aldaar aan voor een tijdvak van 12 achtereenvolgende jaren , na zes jaren optezeggen, en bepaalt tevens de werkzaamheden en inkomsten aan het ambt verbonden.
Minute, in omslag 19 N0 12.
1559, 13 Junij. Koning Filips verklaart aan ridderschap en steden des kwartiers van Nymegen , dat dc ingewilligde schatting nimmer strekken zal tot verkorting hunner vrijheden, regten en privilegiën.
Afschrift, in omslag 21 N° 33.
- 97 -
1359, 9 Augustus. Koning Filips berigt dat hij bij zijn vertrek uit de Nederlanden den graaf van Horn met zich nemen en een anderen stadhouder in diens plaats stellen zal.
Afschrift, gedagt. uil Gend, in omslag 21 N0 34.
1560, 4 April. De landvoogdes Margaretha van Parma beantwoordt een schrijven van de afgevaardigden der staten van Gelre en Zutphen, waarin deze aandringen op herstel der grieven tegen het hof van Gelder en op liet aanstellen van eenen nieuwen stadhouder in plaats van den graaf van Horn , en waarbij zij klagen over de plakkaten op hel stuk der ketterijen.
Afschrifi, in omslag 21 N0 50.
1562 De magistraat van Roermond geeft eenen gil-debrief aan het gild der Schroderen (kleermakers) aldaar.
Minule, in omslag 21 Nquot; 58.
1363, 11 Julij. De magistraat van Roermond geeft, op verzoek van Thomas Gramaye, opper rekenmeester in Gelderland , eene verklaring af, inhoudende dat van oudsher en ook thans nog die metzboeten oft vechlbroicken niet hooger gesteld geweest zijn dan op vi/ff' marek groill, hulff den here ind die ander hel ff ï dein gerichte der vurg. stat Ruremonde en dat de vermelde vijf marken op eenen goudgulden berekend worden.
Minute , in omslag 21 N0 45.
1564, ....... April. De afgevaardigden van wege de
staten van Gelre en Zutphen naar de landvoogdes gezonden geven haar een verzoekschrift over, waarin op nieuw aangedrongen wordt op herstel der grieven tegen het iiof.
13
- 98 -
25 April. De landvoogdes belooft in de maand Julij aanstaande tot onderzoek dier grieven commissarissen te benoemen.
Afschrilien , in omslag 21 N0 31.
1564, 25 April. De landvoogdes Margaretha van Parma vergunt aan de staten van het Ovcrkwartier een iandregt zamentestellen en dit aan hare goedkeuring te onderwerpen.
Afschrift , in omslag 21 N0 32.
1304 , 3 December. De burgemeester van Roermond protesteert, in naam van de gezamenlijke steden van het Overkwarlier bij de ridderschap van dat kwartier tegen de bepaling in het concept van Iandregt opgenomen, waardoor het hooger beroep, zoo als dit tot dusverre bestond, afgeschaft wordt en voortaan vóór gedeputeerden van de ridderschap en steden gebragt'moet worden.
Minute , met andere stukken daartoe betrekkelijk , in omslag 21 N° 37.
1565, Januarij. Verbaai van het verhandelde op den landdag te Arnhem tusschen ridderschap en steden van Gelre en Zutphen over een nieuw gezantschap naar Brussel tot de landvoogdes en over de opbrengst van 10000 carolus guldens aan de stad Keulen tot eene bijdrage voor de oprigting van een koopmanshuis te Antwerpen.
Afschrift, in omslag 21 N° 23.
1569. 1 Mei. De magistraat van Roermond bepaalt dat voortaan de burgers der stad de wacht aan de poorten , tot aan het sluiten der poorten , betrekken zullen en dat eiken dag een der raadsleden het opzigt daarover zal uitoefenen.
Minute, in omslag 18 Nquot; 42.
- 99 -
1569, 10 Mei. Willem van Ghent, raad van het hof van Gelder, neemt, op last van den hertog van Alva , informatien aangaande de leenroerigheid en de jurisdictie in het land van Weert, Wessem, Thorn en Monnikenland (dit laatste bij Loevestein gelegen) en deelt een verslag van die informatiën aan genoemden hertog van Alva mede.
Orig. en minulc , geteekend Wilhem van Ghent, corn-missaris tol ftuermunde in omslag 21 N0 46.
1574. 2 Januarij. De magistraat van Roermond maakt bekend dat hij op den 9'lequot; Januarij aanstaande volgens oud gebruik met brandende kaarsen tot de verpachting der kleine accijnsen zal overgaan.
Inliggend eene nota vermeldende waarin die accijnsen bestaan en ten welk bedrag die geheven worden.
Orig. in omslag IS Nquot; 49.
1575. Do geestelijkheid van Roermond zendt een bezwaarschrift aan den mngislraat aldaar tegen het waaggeld der granen , welke belasting ook van de geestelijkheid , legen hunne privilegiën gevorderd wordt.
Orig. mei verdere stukken daartoe betrekkelijk, in omslag 20 INquot; 42.
1576. Het kramers gild te Roermond stelt eenen nieuwen gildebrief op , ten einde dien aan den magistraat ter goedkeuring over te leggen , en zulks uit hoofde in
filrledener tijt durch oueruall de.s printzen van Uranien onscr stadt Ruremunde yamerlich geplundert und gespolyvrl ist worden , in wetcher spolyerung der cremer amplsbrie/fcn nul bcraubel seint worden.
Minute , in omslag 19 Nquot; 4.
— 100 —
1576. Lijst der voorwerpen aan den kramer accijns te Roermond onderworpen, benevens liet bedrag van dien accijns.
Minule , in omslag 19 IS0 5.
1576, 31 Julij. De stadhouder Gillis van Barlaimont, geeft bevel aan Johan van Wittenhorst, heer te Horst en drost van het Ambt Kessel, om telkens wanneer het marktschip van Roermond naar Venlo en terug vaart, daarop twintig tot vijftig haakschutten te plaatsen , ten einde dat schip te waarborgen tegen de plunderingen van Co. Ma'' rebellen und wrjdertcertighen of]' ander moetwijlhye stradl- und stroemschenders.
Afschrift, in omslag 21 N0 39.
1576. De staten van het vorstendom Gelre en graafschap Zutphen schrijven aan den Raad van State, thans met de regering dezer Nederlanden belast, dat de Hoog-duitsche knechten, te Roermond in bezetting, den magistraat dier stad op den 31quot;en Mei 11. in de kerk opsloten, hem daurin dag en nacht hielden en bij de naburen dwongen eene leening van 10 dagen ten hunnen behoeve te sluiten ; op het verzoek van den Raad van State om deze knechten van mondkost te doen voorzien tot dat hunne leening kan verstrekt worden, deed de magistraat hun dit voorstel; maar die knechten weigerden , uit hoofde de burgers zoodanig verarmd zijn , soe soberlick hun behelpen vund soe ellendig en kost genieten, wortelen etende ende water drinckende dat zij met die spijzen niet tevreden zijn; de staten geven insgelijks de groote armoede der stad Zutphen te kennen, waarvan de oorzaak ook aan hel verstrekken der leeningen voor het krijgsvolk moet worden toegeschreven; zij verzoeken derhalve dringend
— 101 -
de soldaten uit beide steden te verwijderen, of len spoedigste in de noodzakelijke leeningen te voorzien.
Minute , in omslag 22 Nquot;
1S76, 2 September. De magistraat van Roermond schrijft aan den Raad van State dat in weerwil van hun bevelschrift aan de Hoogduitsche krijgslieden tot hatulba-ving der oude krijgstucht, deze zich dagelijks meer en meer moedwil en euveldaden veroorloven , zoo dat niemand meer gerust o*er straat gaan kan, voornamelijk des avonds, zonder van hen overvallen, geslagen en gewond te worden ; ook beletten zij de burgers de nachtwacht Ie betrekken, dewijl alle wapenen bij hen ingeleverd moesten worden, waardoor vele rooverijen in den nacht plaals grijpen , de kelders der burgers opengebroken en de eetwaren daaruit ontvreemd worden, terwijl daarenboven nog allerhande moedwil door het inslaan van glasvensters, enz. bedreven wordt; de magistraat verzoekt dat daaraan paal en perk gesteld worde, en die moedwillige krijgslieden zoodra mogelijk wórden verwijderd daar hij anders genoodzaakt is gegens dicsen ainstainden winter zich o/) den loep le slellen und van hin wycken dan wücrss langer mil innen niet slaendc hulden khunnen.
Minute , in omslag 22 N0 2.
1370, 4 October. De Raad van State geeft bevel aan Blasius van Vegersheim, overste luitenant van het regiment var) Polweiler, de aan de burgers van Roermond ontnomen wapens terug te geven; de raad vermaant hem goede vriendschap met de burgers te onderhouden , in vrede en eendracht met hen te leven en gezamenlijk alle diensten tot bewaring der stad le verrigten ; voorts geeft hij te kennen vernomen le hebben dat Blasius de beide vendelen van hel regiment, die lol dusverre in Gelder
- 102 -
en Erkelens liggen, naar Roermond wil overbrengen , waarover hij zijne bedenkingen en zijn misnoegen te kennen geeft; eindelijk verzoekt hij de sleutels der poorten aan den magistraat aldaar te overhandigen, om die te bewaren zoo als vroeger steeds het geval was, en waarin men dien magistraat gerust kan vertrouwen, aangezien hij den koning steeds blijken van gehoorzaamheid , getrouwheid en standvastigheid gegeven heeft.
Afsclirift, gedagleekend uil Brussel, in omslag 22 Nquot; 3.
t577. De magistraat van Roermond stelt verschillende klaagschriften op , zoo aan den landvoogd als aan den stadhouder, over de buitengewone vorderingen die door de Hoogduitsche soldaten van het regiment van Pol-weiler aan de stad gedaan worden.
Minuten , in omslag 20 Nquot; 60.
1380, 2 Maart, üe landvoogd Alexander van Parma schrijft aan de Hoogduitsche soldaten van Polweiler te Roermond vernomen te hebben dat zij de overeenkomst, aangaande hunne afdanking en betaling , die met hunnen oversten en gezamenlijke hoofdlieden tot stand gekomen is, niet aannemen willen en zich aan allerhande unzimbliche meuterej und ungepurliche unthaten, tot merkelijk nadeel van Z. M. en de inwoners van Roermond, schuldig maken; hij vermaant hen het overeengekomene na te komen en de onderdanen geen verderen overlast aan te doen, daar hij, in het tegenovergesteld geval , tot bestraffing der schuldigen zal moeten overgaan.
Afschrift, gedagt. uit Maastricht, in omslag 21 Nquot; 49.
1380 . 8 Maart. De landvoogd Alexander van Parma schrijft nogmaals aan de Hoogduitsche bezetting van Roermond aangaande de aanneming der overeenkomst met hunnen oversten en verdere hoofdlieden gesloten , die hij
— 103 —
v.in zijnen kant ook stipt zal nakomen ; hij beveelt hun de stad te verlaten en die aan don Gaston de Spinola overtegeven en waarschuwt hen geen verder geweld op de inwoners te plegen, daar hij hen alsdan voor rebellen zal houden en dienovereenkomstig zal straffen.
Afschrift, gedagieehcnd uit Maastricht, in omslag 21 Nquot; 30.
1581 1Ö84. De magistraat van Roermond wederlegt eene vordering der abdis van het munsterklooster aldaar, strekkende tot het bekomen van vrijdom in de contributiën.
Minuten, iu omslag 18 N0 55.
1581, 20 January. De magistraat van Utrecht bekent eene jaarrente van acht goede gouden Carolus keizers guldens, legen twintig hollandsche stuivers de gulden, ten behoeve van Mathys van Mierlo schuldig te zijn.
Orig. perk. get. van der Voort, met het fraaija zegel der stad Utrecht in rood was, in doos 5 Nquot; 26.
1581 , 21 April. De magistraat van Roermond klaagt aan den landvoogd en aan den Raad van State over den groolen last door het garnizoen veroorzaakt en over de zware contributiën, die tot onderhoud van dat garnizoen moeten worden opgebragt; hij doet het voorstel om het hof van Gelder te magtigen deze contributiën naar de behoeften in te rigten en die te mogen verhoogen of verminderen naar verhouding van het garnizoen ; tevens geeft hij den wensch te kennen het tegenwoordige garnizoen door twee voltallige Duitsche vendelen le doen vervangen , en de administratie der stad aan eenen kapitein toete-vertrouwen , zonder hem den titel van gouverneur te geven , waardoor de zware inkomsten door den gouverneur genoten vervallen; eindelijk geeft de magistraat zijne on-
— 104 -
tevredenheid te kennen over het gedrag van den gouverneur, die het voornemen kenbaar miiakle om de stad te willen vernederen terwijl hij die discipli/n militair soe ver-achtelich houdt dat schier ein jeglich soldael zich niet ontziet mil roeiien , stelen, die merckluijden tlwe spoliëren , nnd sunst al let doet dat he will.
Minute, in omslag 22 N0 5.
1381 , 20 Mei. De magistraat van Roermoni schrijft aan di-n Raad van State over zijne remonstrantie van '21 April 11. en berigt dat de tijdelijke burgemeester der stad naar den landvoogd vertrokken is, ten einde op eene spoedige resolutie aantedringen , die ons tot siecker onye-twijffelt soulagement und erquickongh deser armer desolater stadt sail gedyen mueghen; de magistraat geeft den wensch te kennen om commissarissen te benoemen en zoo spoedig mogelijk aftezenden, ten einde den ellendigen toestand le onderzoeken en daarin de noodige veranderingen aanle-brengen
Mii ute, in omslag 22 N0 7.
1581 , 8 Julij. De magistraat van Roermond stelt aan den gouverneur der stad eenige punten voor mei betrekking lot het garnizoen, die noodzakelijk geregeld dienen te worden tot goede verstandhouding met dat garnizoen en tot ontlasting der burgerij.
Minute, in omslag 22 IN° 4.
1381 , 16 September De magistraat van Roermond schrijft aan den landvoogd over een verschil , waarin hij met den heer van Esneu , gouverneur d^r stad , geraakt is aangaande de levering van zijn servies , daar de vordering van dien gouverneur al te hoog loopt en het ver-mo'm der stad te b.ne.i gaat, hid de magistraat ee
— 105 -
billijk akkoord voorgeslagen dat niet aangenomen werd; liij roept derhalve de tusschenkomst van den landvoogd in tot regeling van die aangelegenheid.
Minute, in omslag 22 N0 6.
1382, Junij. Lijst der officieren en der sclmtten van het burger vendel, dat in Junij 1082, op verzoek van den magistraat van Roermond , door den gouverneur de Warluzel in die stad werd opgerigt.
Orig. in omslag 20 N0 52.
1ö82 , 21 Junij Extract uit de commissie van monseigneur de Warluzel, Sombrin, Bertencourt, Grandconrt enz. superintendent, gouverneur en kapitein der stad Roermond , omliggende forten en landen , overgelegd aan het hof van Gelder, ten eitide daarop zijn advies aan den landvoogd medetedeelen.
Orig. fr. mei de minule van het gevraagde advies, in omslag 18 Nquot; 52.
1384,27 Februarij. De magistraat van Roermond beklaagt zich bij den ridder de Warluzel, gouverneur van Roermond, over de vergunning, die Josefde Decker, kapitein op het huis Kriekenbeek, verleent om de stad Venlo met kar en paard te bezoeken, waardoor de handel en nijverheid aldaar in bloeijender staat verkeert dan zulks in vredestijd het geval was, terwijl hierdoor aan de slad Roermond een groot nadeel berokkend wordt; daar dit ook tot nadeel van Z M. moet strekken en tot overtreding en verachting der plakkaten aanleiding geeft, verzoekt de magistraat dat gemelde vergunning,door toedoen van den gouverneur ingetrokken worde, daar hij bij gebreke daarvan verpligt is zich tot anderen te moeten wenden.
Miume, in omslag 21 N° 35. 14
— 106 -
1584, 7 Junij. Het gewandmakersgild van Roermond sluit een vergelijk met liylleken in den vollmuelen over het ongerief van het vollen van de eene zijde en het karige loon van de andere zijde.
Minute, in omslag 19 N0 23.
1084,20 Julij. A. de Warliuel, gouverneur van Roermond, meldt aan den magistraat de ontvangst van drie honderd gulden , hem voor eene maand soldij toegezonden , en verzoekt hem het nog verschuldigde bedrag te doen toekomen.
Orig. gedagleekend uit Luik en geleekend A. de War-luzel, in omslag 21 N' lö.
1584, December. De magistraat van Roermond beklaagt zich bij den landvoogd over den armoedigen toestand , waarin de stad gebragt is , voornamelijk sedert de heer de Warluzel tot haren gouverneur benoemd is.
Minute, fr. zeer beschadigd en naauwelijks leesbaar, in omslag 21 N0 26.
1584, 29 December. De landvoogd berigt van de go-deputeerden van den magistraat van Roermond hot geschrift te hebben ontvangen , waarin de magistraat zijne klagten over den toestand der stad te kennen geeft; hij zal te gelegener tijd dien treurigen toestand trachten te herstellen en de zaken der stad in zijne gedachten houden daar zij zulks wegens de uitstekende diensten , die zij dagelijks aan Z M. bewijst, verdient; hij spoort den magistraat aan op den ingeslagen weg voort te gaan opdat de verplig-ting steeds toeneme om de goede bedoelingen der stad door gunstbewijzen te kunnen beloonen.
Orig. fr. gedagt. uit het kamp van Siabrofik, en geteekend Alexandre, Parmer, in omslag 21 Nquot; 27.
- 107 -
1585, Januarij. Inventaris van hel huisraad en de meubelen, die op verlangen van den gouverneur en superintendent de VVarluzel tot het slofï'eeren van zijn woning door den magistraat zijn geleverd moeten worden.
Miouten, in omslag 19 N0 8.
1585 , 28 April. Ütlo Hartius schrijft aan den magistraat vati Roermond kennis te hebben gegeven aan den president dat de Warluzel te Brussel zoude gekomen zijn om zich bij den landvoogd over den magistraat te beklagen ; hij heeft verzocht in die klagt geene beslissing te nemen voor men den magistraat van Roermond gehoord had , die integendeel door genoemden de Warluzel mishandeld en verdrukt is; voorts geeft hij te kennen dat de Warluzel het voornemen schijnt te hebben te Brussel te blijven, daar hij het huis van den president Viglius voor den tijd van aciit jaren te huur gevraagd heeft. waaruit men kan afleiden dat hij zijn gouvernement over Roermond verlaten wil. Kindelijk verzoekt hij den magistraat hem bij de eerste gelegenheid te doen weten of er geene mogelijkheid bestaat om de reductie en reconciliatie der stad Venlo te bewerkstelligen ; zulks zoude aan Roermond veel verligting van garnizoen aanbrengen , zoodat hij den magistraat aanspoort deze zaak met alle mogelijke middelen te willen behartigen.
Orig. gedagi. uit Brussel en getoekend Otlho Harlius , in omslag 19 N0 24.
1583, 7 Junij. Otto Hartius berigt aan den magistraat van Roermond het vertrek van de Warluzel naar Artois zonder dat hij het huis van Viglius heeft gehuurd , maar dat hij over een ander huis in onderhandeling is , zoodal men te Roermond naar alle gedachten van hem ontslagen zul blijven ; hij vindt niet goed in den secreten raad iets
- 108 -
logen liem te beginnen alvorens men van zijne klagt verzekerd is, maar geeft den raad zich intusschen op alles voortebereiden. — Voorts meldt hij aan den president geschreven te hebben dat die van Venio , inziende de vermindering van garnizoen in Roermond en de herstelde orde leyens hel quaet regiment van den voerss. Wurluseel, tot reconciliatie geneigd zijn; de president heeft hem daarop aangespoord die van Roermond te verzoeken Venlo nogmaals daartoe te vermanen, terwijl het thans nog tijd is en goede voorwaarden kunnen bedongen worden , hetgeen na de verovering van Antwerpen niet meer het geval zijn zal.
Orig. gedagl. uil Brussel cn geteekend Ollho Ilarlim , in omslag 19 N0 25.
1586, 8 Maart. De magistraat van Roermond schrijlt aan het kapittel aldaar over de verschillende beneficiën, die door den magistraat moeien vergeven worden.
Geaulh. afschrift gel. A. G. van Laer, in Jura el pri-vilegia II , bl. 521,
158G, '2 April. Otto Hartius berigt aan den magistraat van Roermond al hel mogelijke tot de verligting van de stad le hebben aangewend , met het gevolg dat de landvoogd besloten heeft eenig geld naar Roermond te zenden om aan eiken soldaat twee kroonen te kunnen geven; dit zal bij voortduring geschieden tot dat men het garnizoen zal kunnen verminderen , hetgeen thans nog niet kan plaats hebben , doordien men te hone quaede opinie heeft van eenighen aenslagh van Marten Schenck , zoo lang Grave en Venlo niet gereduceerd zijn , waar Schenck zijne grootste magt heeft.
Orig. gedagt. uil Brussel cn geteekend Ollho Hariius , in omslag 19 N° 26.
— 109 —
1386, S Mei. De mngistrdat van Heinsberg antwoordt op een schrijven vat» dien van Roermond dat het geheele ambt Heinsberg en voornamelijk het kerspel Braechelen geheel en al door de inlegering der krijgslieden van llau-tepenne tot armoede gebragt is, en daarin bijna geen koren meer aanwezig is, zoodat hij aan het verlangen van den magistraat om Roermond daarvan te voorzien niet kan voldoen.
Orig. in omslag 21 N0 56.
1587, 19 Januarij. Otto Hartius berigt aan den magistraat van Iloermond dat zijne pogingen om het land van Weert in de contributie te doen bijdragen tot ver-ligting van Hoermond, mislukt zijn; de landvoogd wil zulks niet toegeven daar het gebleken is dat die van Weert in korte maanden over de 130000 gulden ten behoeve der kavallerie, die aldaar gelegen heeft, hebben opge-bragt. Men is verwonderd dat de ridder Cigoigne, die zich thans in Roermond bevindt en de slad is toegedaan, geene pogingen aanwendt om de redenen tot klagten weg te nemen , voornamelijk daar hij uit de contributiën van de Kempen slechts vier kompagniën ruiters te onderhouden heeft; voorts berigt hij dat men twee dagen geleden eene leening voor twee maanden aan den pagador te Maastricht, voor het garnizoen aldaar, te Hoermond. Venlo en Grave heeft gezonden, ten einde eenige verligting le bezorgen, dewijl men vóór den aanstaanden zomer op geene vermindering van garnizoen in de steden langs de Maas mag rekenen.
Orig. gedagi. uil Brussel en geteekend Ollho Hartius , in omslag 19 N0 27.
IÖ87, *24 Januarij. Koning Filips II verleent octrooi aan de slad Venlo lot het ontvangen der licenten op de rivier de Maas, ten einde daaruit terugbetaling le erlan-
— 110 -
gen van het door de stad aan het garnizoen voorgeschoten bedrag van 12000 gulden ; levens om te voorzien in het onderhoud van het garnizoen en de fortificatiën , en in de kosten der doortrekkende convooijen , der amunitiën en van het vuur en licht in de wachthuizen.
Afschrift , in omslag 21 Nquot; 4.
1587, 26 Maart. Otto Hartius schrijft aan den magistraat van Roermond dat voortaan geene schepen langs de Maas benedenwaarts naar 's vijands landen zullen mogen varen dan met paspoort van den landvoogd , zoo als de vijand ook geene schepen stroomopwaarts laat varen zonder zijn paspoort ; ook is hij onderrigt van de meening van den landvoogd om geene goederen naar des vijands landen te laten passeeren die nog onvolmaakt of ruw zijn (Idcrnen noch ccniclt handtwerek oft ver cindering e zonde vallen ende ouer de zijde van den vijandt daermede den cost gewonnen worden, zoo als hop om te brouwen, garen tot het maken van netten , schoissen tot verfstoffen en dergelijke. Ten opzigte van de bende lanciers heeft hij weinig hoop de stad daarvan te ontlasten vóór dat de landvoogd te velde trekt, hetgeen waarschijnlijk binnen eene maand zal geschieden.
Orig. gedagl. uil Brussel cn gcieekend OUho Harlius , in omslag 19 !N° 28.
1387, 17 December. Otto Hartius schrijft aan den magistraat van Roermond niets aangaande de ordonnantie van betaling der nieuwe kompagnie Italianen te hebben kunnen vernemen vermits de Compladas, de president Richardot, de secretaris Garnier en Vasseur met den landvoogd naar Brugge vertrokken zijn ; men verwacht aldaar de ambassadeurs van Engeland om over het generaal akkoord te onderhandelen , dewijl die van Holland
fin Zeeland de zaak geheel in handen der koningin van Engeland gesteld hebben; hij twijfelt niet of de magistraat zal binnen kort meer daarvan vernemen.
Orig. gedagt. uil Brussel en geteekend Ollho llartius , in omslag 19 N° 29.
1388, October — 1589, Februarij. Brieven van Ot(o Hartins aan den magistraat van Roermond, voornamelijk handelende over het bekomen van octrooi lot het houden van eenen paardenmarkt in Roermond; over den twist tusschen die van iinantiën en den secreten raad aangaande de bevoegdheid tot het verleenen van dat octrooi gerezen; over vereeringen van wijn aan verschillende heeren te Brussel en over het octrooi tot continuatie der licenten.
Orig. gedagt. uit Brussel en geteekend Ollho Uarlius , in omslag 19 N0 30.
1589, lö Januarij. De landvoogd Alexander van l'arma meldt aan den magistraat van Roermond dat de stad Fhienen al te zeer met Spaansch krijgsvolk belast is zoodat het onmogelijk is dat groot getal langer aldaar te laten ; hij verzoekt den magistraat twee kompagniën daarvan in de stad te willen ontvangen daar zulks slechts voor korten tijd zijn zal.
In margine bevindt zich de aanteekening dat deze twee kompagniën lot den 8,quot;,n Augustus in Roermond gebleven zijn.
Orig. fr. gedagt. uil Brussel en gel. Alexandre, Parnier, met andere daarop betrekking hebbende stukken in omslaquot; 19 N° 1.
1589, 16 Februarij. Ridder Johan Andrea Cigoigne , gouverneur der stad Roermond en superintendent generaal der contribulicn, verbiedt het vervoer van koop-en eetwaren , zoo te land als te water, zonder voorafgaande
— 112 —
voldoening van het licentregt, en zulks dewijl de licenten te water niet genoeg opbrengen tot onderhoud van het garnizoen.
Orig. fr. gel. Johan Andrea Cigoignc, mei andere stukken daarop betrekking hebbende , in omslag 21 N0 15.
1589, lü Februarij. De magistraat van Roermond stelt een vertoog op aan den ridder Cigoigne , gouverneur der stad, bedenkingen inhoudende tegen zijn besluit tot vordering van licenten op goederen per as vervoerd, in evenredigheid van de goederen , die langs de rivier verzonden worden.
Minute , in omslag 21 Nquot; 16.
1589, 21 Maart Otto Harlius berigt aan den magistraat van Roermond de benoeming van den markies van Warambon tot gouverneur van het vorstendom Gelder en graafschap Zutphen, mitsgaders tol de siiperintendenlie regicrunije und belegden van den volcke van den oorloge liggende in denseluen lande ende in den vorstendomme van Gnlick und elders; tevens deelt hij eenige bijzonderheden mede aangaande de goede hoedanigheden van genoemden markies.
Orig. gedagl. uil Brussel eu gcleekend Ollho Harlius , in omslag 19 N0 31.
1590, 13 Maart. Otto Hartius schrijft aan den ma gistraat van Roermond dat het op nieuw bezwaren der stad met een gedeelte der ruiters van Appio Compli toegeschreven moet worden aan het innemen van Breda, daar wanneer dit niet gebeurd ware al het krijgsvolk over den Rijn zou getrokken zijn onder aanvoering van graaf Karei van Mansfeit, die in last had met assistentie van Verdugo Lochem en andere Overijsselsche steden te belegeren ; hierdoor zouden de steden Roermond, Venlo,
- 113 -
Stralen en Gelder van hun garnizoen ontlast zijn geworden , hij denkt echter dat die ruiters niet lang vertoeven zullen vermits men voornemens is al het volk bij Lieren Duffel zamentetrekken, omdat de vijand in Breda zoo te voet als te paard zeer sterk is.
Orig. gedagt. uil Brussel en geteekend Ollku flarlius , in omslag 19 N0 32.
1 ó90, 23 Julij. Olto Hartius berigt aan den magistraal van Roermond dat het voor dit oogenblik onmogelijk is van den nieuwen last van 1000 gulden per maand, die aan de stad tot onderhoud der ruiters van Applo Compti opgelegd is, ontslagen te worden; er heerscht thans te veel drukte om alles in gereedheid te brengen lot de reis van den landvoogd naar Frankrijk, werwaarls hij zich op uitdrukkelijk bevel van den koning , ingevolge zijne brieven van den dezer gisteren ontvangen, ten spoedigste zal moeten begeven.
Ong. gedagt. uit Brussel en geteekend Olllw flarlius , in omslag 19 N° 33.
1590, 2 Augustus. Otlo Hartius schrijft aan den magistraat van Koermond dat d' nffmetiwjhe in de stad geschied toegeschreven moet worden aan het voornemen van den landvoogd om de garnizoenen uil de steden Roermond, Venlo, Gelder, Stralen en andere weg te nemen, en aldaar slechts ééne kompagnie of eene halve te laten op eenighe raeuehnghe oft schanse die men daardoor zoude versterken; men zegt dat de landvoogd morgen naar Frankrijk vertrekt; die van Nijmegen zijn te Brussel, maar kunnen egheen resolutie off troost van secours crijgen Godt wyl hun bijstaen en helpen, want d'ordre ende sorrighe voer de weluaert van den lande soe cleijn is d'if, ick mij verdrnege t sclue te schrijnen.
Ong. gedagt. uii Brussel en geteekend Olllw Hartius , in omslag 19 N0 34. ^
— 114 -
1590. 3 November. De magistraat van Venlo sluit, na het uitjagen der bezetting, een traktaat met Don Mauricks de Lara, baron van Tobaschau, gouverneur en stadhouder generaal van Gelderland, handelende in naam van den koning van Spanje.
Afschrift in omslag 21 Nquot; 2 ; uitgegeven in Keulleb , Geschiedenis en beschrijving van Venlo, bladz. 269 ; vergelijk liet vermelde aldaar bladï. 99 en volgg.
1591, 9 Januarij. Otto Hartius barigt aan don magistraat van Roermond dal er tot op dit oogenblik nog geen spraak is om de steden met meer garnizoen te belasten, maar dat volgens het algemeene gevoelen al het krijgsvolk in het land van Luik zal overwinteren , niettegenstaande de bisschop en verschillende gedeputeerden te Brussel geweest zijn om dit te verhinderen en het misverstand bij te leggen, dat tusschen dit hof en het land van Luik ontstaan is wegens het tractaat door die van FiUik met den vijand aangegaan en de publicatie van neutraliteit daarop gevolgd.
Orig. gedagt. uit Brussel en geteekend Olto Hartius, in omslag 19 N0 35.
1591, 17 September. De landvoogd Alexander van Par-/ ma schrijft aan Jean Andrea de Cigoigne, gouverneur der stad Roermond, dat hij aan de staten van het Overkwartier had voorgesteld om de contributiën, die aldaar geligt worden tot betaling der garnizoenen en krijgslieden, te doen vervangen door eene maandelijksche bede, zoo als zulks in Brabant en Vlaanderen geschiedt; daar de staten dit van de hand hebben gewezen, beveelt hij den gouverneur, van wege Z. M., heffingen over de kwartieren van Gelderland, Zuid-Holland , Friesland en omliggende landen te doen en hem het bedrag, waartoe ieder kwartier aan-
— 115 —
geslagen wordt, te doen toekomen opdat hij die door de domeinontvangers doe invorderen. Tevens verneemt hij dat die van Montfort en Kessel hunne achterstallen nog niet voldaan hebben, onder voorwendsel dat zij uitstel van den graaf van Mansfeld daartoe hebben verkregen ; hij beveelt de ambtlieden en geërfden uit beide ambten te doen vergaderen, ten einde eene goede som op dien achterstand te verkrijgen.
Geaulhenliseerd afschrift , fr. geJeekend Verrcyken , in omslag 18 INquot; 53.
1391, 5 en 14 October. Twee brieven van Otto Hartius, waarin hij aan den magistraat van Roermond schrijft over het bekomen der penningen door de twee Spaansche kom-pagniën aan de stad verschuldigd ; aangaande het verzoek van den magistraat lot assistentie in de reparatiën der kerk en der ingestorte vestingwerken geeft hij den raad dit nog een tijdlang uittestellen want te houe nu ter lift groote tnrbatie ende onuerslandt is mits hel subyt innemen van den lande van Waes ende stadt van Hulst, zoodat er geene zaken ter harte genomen worden en dc saecken soc loejicn dat hel landt schijnt geabandonneert te syn.
Twee orig. gedagt. uil Brussel en geleekeud Olllw Uar-lius , in omslag 20 Nquot; 1.
1591 , November. Brieven van don Gaston de Spinola en Francois de Verdugo, inhoudende bevel tot hel in Roermond brengen van het vendel van graaf Karei van Mansfeld, met een antwoord van den magistraat aan don Gaston de Spinola.
Orig. en minuten , in omslag 20 N0 53.
1391, l'l December. Otto Hartius schrijft onder andere zaken aan den magistraat van Roermond dat de keizerlijke
— 116 -
gezanten zich voortdurend te Brussel bevinden en de resolutie of de meening van Z. M. aangaande den vrede-handel nog niet ontvangen hebben, niettegenstaande de landvoogd die in handen van den graaf van Arenborch gesteld heeft tot mededeeling aan die gezanten; hij meent evenwel dat de zwarigheden van de zijde van Holland komen daar tot dusverre geen saufconduit van dien kant ontvangen is. en de staten generaal der Vereenigde Provinciën de deliberatie dienaangaande lot hunne eerstkomende vergadering in Januarij aanstaande verschoven hebben.
Orig. gedagt. uil Brussel en geteekend Ollho Harlms , in omslag 20 N0 2.
1591, 27 December. Otto Hartius berigt aan den magistraat van Roermond dat de landvoogd den 22,quot;!quot; dezer met zijn leger Frankrijk binnengetrokken is en het bestuur aan den graaf van Mansfeld opgedragen heeft; de graaf van Arenborch is belast met de keizerlijke gezanten te onderhandelen terwijl hem tevens de superin-tendentie der licenten is opgedragen, zoodat de magistraat zich dienaangaande tot hem zal moeten wenden; een der keizerlijke gezanten is gisteren naar Antwerpen vertrokken in de meening van zich naar Holland te begeven ten einde aldaar de resolutie der Staten Generaal tot het zenden van ambassadeurs en het aanknoopen van ónderhandelingen te bevorderen; Godt geue dal wel mach affloopcn cndc den goeden heere hem mjet en vtnde verabmeerl.
Orig. gedagt. uit Brussel en geteekend Oltho Harlius , in omslag 20 N° 3.
1592, 19 Januarij. Otto Hartius berigt aan den magistraat van Roermond dat de zaken te Brussel nog in denzelfden toestand zijn; de graaf van Mansfeld is er
— 117 —
lhaiis , maar zijn commissie is zeer beperkt en die van den secreten raad en de financiën gaan her- en derwaarts in commissie om gedurende de Insschenregering niet in Brussel te verblijven; de landvoogd bevindt zich met zijn leger te Belle, zijnde meer dan 20 mijlen van het leger des konings van Navarre, dut vóór Bouaan ligt; de keizerlijke gezanten zijn nog aanwezig maar hebben gedelibereerd of zij zich wederom naar huis zouden begeven, daar zij geen antwoord van Holland krijgen; hij vermeent echter dat zij blijven zullen tot de vergadering der Slab ti Generaal geopend wordt, tot welke vergadering het antwoord op hunne brieven om paspoorten te bekomen verschoven is.
Orig. gedagi. uit Brussel en geleekend Ollho Harlius , in omslag 20 Nquot; 4.
1592, 7 februarij. Otto Hartius aan den magistraal van Boermond schrijvende over de licenten berigt tevens dat de heer van Bhede met 12 personen naar Holland vertrokken en daar seer heerlick ontvangen is, zoodat hij het mogelijk acht tot den zoo zeer gewenschten vrede te geraken.
Orig. gedagt. uit Drussel en geleekend Ottho Harlius, in omslag 20 N0 5.
1392, 3 Julij. Otto Harlius schrijft aan den magislniat van Boermond dal de stukken en bezwaarschriften der staten van het Overkwartier betrekkelijk de inwilliging tol redemptie der contributiën zich in handen van den waarnemenden landvoogd bevinden ; hij denkt echter d.il in deze zaak weinig ia\ beslist worden aangezien zijne ina^t beperkt is en tusschen hem en den landvoogd over gouvernementszaken groote naijver beslaat; hij zal ev nwH trachten eenige apostille daarop te bekomen maar /.cgi
- 118 -
dat de landvoogd te Spa oick nyel en besoingniert noch van eenige aff air en en wilt hoor en zoodat men niet weet tot vvien zich te wenden; hij hoopt echter dat Z. M. spoedig orde daarop zal stellen om alle voorder confusie ende verloop te schouwen.
Orig. gedagieekend uil Brussel en geleekend Ollho Har-lius , in omslag 20 N0 6.
1592, 18 November. Otto Hartius berigt aan den magistraat dat de heer de Mares binnen kort de steden aan de rivier de Maas gelegen bezoeken zal. ten einde informatiën intewinnen aangaande de Meenten en de abuizen, die op dat punt bestaan mogten; de graaf van Fuentes zal spoedig te Brussel komen ; de oude graaf van Mans-feld is gisteren naar den landvoogd te Atrecht vertrokken, zoodat thans curia vacat en geene zaken behandeld worden.
Orig. gedagt. uit Brussel en geleekend Ollho Hartius , in omslag 20 Nquot; 38.
1592, 3 December. Otto Hartius meldt aan den magistraat van Roermond dat de landvoogd op den eersten dezer maand des namiddags ten 2 ure te Atrecht overleden is , hebbende soe men seght wel 24 vren in agonc geweest ende langen tijl sonder spracke-, de graaf van Fuentes is den 23't0quot; November te Brussel aangekomen en zal eerstdaags zijne commissie openen en de redenen zijner komst blootleggen.
Orig. gedagl. uil Brussel en geleekend Ollho Hartius , in omslag 20 Nquot; 57.
1592, 4 December. De magistraat van Roermond verklaart dat M' Franciscus Titius gedurende eenige jaren in hoedanigheid van rector aan het hoofd der school aldaar gestaan heeft; daar hij thans voornemens is die betrekking nederteleggen en zich elders te vestigen , geelt
- 119 -
de magistraat een getuigschrift af van zijnen katholieken levenswandel en van de goede leiding der school, die aan zijne zorgen toevertrouwd was.
Minute , in omslag 20 N0 55.
1392, 12 December. Otto Hartius, hopende dat de magistraat zijn schrijven van 3 December II. ontvangen heeft, waarin het overlijden van den landvoogd gemeld wordt, berigt voorts dat het stoffelijk overschot den 10'°quot; dezer binnen Brussel gebragt is ; de graaf van Fuentes heeft zijne commissie nog niet geopend, hetgeen binnen een paar dagen zal geschieden ; alsdan zal kunnen gehandeld worden over de ingewilligde maandelijksche bede ter vervanging der opgelegde contributiën ; deze vinden in den graaf van Fuentes een magtigen bestrijder, daar hij reeds te kennen gegeven heeft dat het niet de wil van Z. M. is zijne onderdanen met contributiën en andere afpersingen te kwellen noch om den Cvych le doen voeren oft soldaelen doen houden op het bloet ende sweet van zijne onderdanen , maar dien te doen voeren met de penningen van Spanje komende, met de opbrengst der domeinen en met de middelen waarmede zijn land hem te hulp mogt komen; ook zegt de graaf gekomen te zijn om de quaede te doen straffen ende de goede te eer en ende soula-geren; het generaal gouvernement zal voorloopig in handen van den graaf van Mansfeit blijven tot de aankomst der hertogin van Savoye of tot dat Z. IW. op eene andere wijze daarin voorzien zal hebben . terwijl de graaf van Fuentes zich naar Frankrijk zal begeven.
Orig gedagt. uit Brussel en geteekend Otlho Harlius , in omslag 20 N0 7.
1392, 17 December. Otto Hartius berigt aan deti magistraat dat de graaf van Mansfeit op den 12quot;,n dezer door den graaf van Fuentes lot waarnemencten landvoogd
- 120
aangesteld is , tot dat door den koning op eene andere wijze daarin voorzien zal zijn; de nieuwe rekenkamer voor de licenten en die voor de contributiën zijn afgeschaft en er is bepaald dat de zaken wederom als vroeger bij de gewone rekenkamers in de provinciën zullen behandeld wo: ili n.
Orig. gedagi. uil Brussel en gcleekend Otlho Harlius , in omslag 20 N° 8.
t.'iO-i. 28 December. Ollo Hartiu^ berigt a;m den magistraat dat vóór het kersfeest geene resolutie heelt kunnen genomen worden betrekkelijk de acceptatie der bede, wegens de drukke bezigheden van den Baad van State in het zenden van graaf Knrel van Mansfeld naar FranVrijk, die heden of morgen vertrekt; hij denkt evenwel dat die acceptatie zal plaats hebben en dat eerstdaags aan den ridder Cigoigne bevel zal gegeven worden , de invordering der contributiën voorloopig te staken. Voorts meldt hij dat men bezig is om geil le vijnden ende partijen le maechen mei negociaticn en daarna volk naar Friesland te zenden, soo men die van Groeningen hier sijnde ende begeerende consent om te tracteeren neutraliteijt oft ree! .succours, daermede is vertroostende. Van inlegering van krijgsvolk* uit Frankrijk komende in hel Overkwartier is op dit oogenblik geen spraak , daar alles wat le missen is met graaf Karei naar de grenzen zal trekken.
Orig. gedagi. uil Brussel en geleekend Oilho Harlius , in omslag 20 N0 9.
1593, 22 Maart. Ollo Hartius berigt aan den magistraat van Roermond dat de drie kompagniën aldaar liggende binnen kort vertrekken zullen , daar zij alleen gekomen zijn om hen wat te verstereken; de bede is nog niet aangenomen, en dit kan nog wel tot het
- 121 -
einde van het jaar duren, aangezien men niet alles kan toestaan wat door de staten besproken is; aangaande de rekening der licenten zal alles goed afloopen, de terug-keerende gedeputeerden van Venlo zullen bij hunne doorreize naJer berigt daarover geven, terwijl hij aangaande het verzoek tot assistentie voor de fortificatie-werken het oogenblik niet geschikt acht, maar bij de eerste gelegenheid een rekwest daaromtrent zal indienen.
Ong. gedagt. uit Brussel en geleekend Ollho Harliut , in omslag 20 N0 10.
1593, 5 Augustus. Otto Hartius schrijft aan den magistraat van Roermond aangaande 't punt van brandt, licht ende boedeloon , en berigt de aanneming der ingewilligde bede onder voorwaarde dat de ridderschap voor het vervolg 3000 gulden per maand zal toestaan ; voorts meldt hij dat de koning van Navarre katholiek geworden is en den 24quot;quot; Julij solemneel de mis gehoord heeft, terwijl zijne consecratie binnen zes weken zal geschieden; het schijnt dat in Frankrijk een bestand van drie maanden getroffen is ; Godt geue dat wij hier oock daertoe offt tot een bestendigen vrede moegen geraecken.
Ong. gedagi. uit Brussel en geleekend Ollho Hartius , in omslag 20 Nquot; 29.
1593, 15 Augustus. De magistraat van Roermond schrijft aan dien van Wesel dat graaf Frederik van den Bergh, van wege zijne Majesteit, onder zijne bewaring gesteld heeft 560 Fransche en keizerskroonen , ter voldoening der harnassen door eenige harnasmakers van Wesel geleverd; dat dit bedrag wegens reisgevaar niet kan worden overgemaakt maar ter beschikking van de geinleresseerden gesteld is.
Minute, in omslag 21 Nquot; 47. sjg
— 122 —
1593,16 Augustus. Olto Hartius schrijft aan den magistraat onder andere zaken dat in Frankrijk de publicatie van het bestand voor drie maanden heeft plaats gehad, waarin de bondgenooten en de helpers zoo van de eene als van de andere zijde begrepen zijn.
Orig. gedagl. uit Brussel en geleekend Ouho Hartius , in omslag 20 Nquot; 11.
1593, Augustus - December. Drie brieven van Olto Hartius aan den magistraat van Roermond, handelende voornamelijk over de acceptatie der bede door de staten ingewilligd, over de Meenten , over de ontheffing van eene bende paardevolk, de ordonnantie wegens vuur en licht in de wachthuizen en de gedane vereeringen van wijn aan regeringspersonen te Brussel.
Orig. gedagl. uit Brussel en get. Ollho Harlius , in omslag 20 N0 12.
1593, 4 November. Johannes Slinsius, prior van het Karlhuizer klooster te Roermond , verkoopt voor schepenen van Echt aan Christoffel Puitlinck, burgemeester van Maaseyk, en Anna van der Hoeve zijne echtgenoote. eenen griend gelegen te Maasbracht boven dat verlandl tussen beyden Mas en.
Orig. perk. zegel verloren, in doos 5 N0 28.
1593, 30 November. Gerard van Elmpt, heer van Elmpt, schrijft aan den magistraat van Roermond over hel afhouwen van boomen en jonge heesters in het Elmp-terbosch door de burgers van Roermond.
Orig. in omslag 20 N° 30.
1594. Een schrijven, getiluleerd : Briefuc et sommière declaration des moyens par lesquelz les rebelles d' ITollande. Zelande, Gueldres et d' Utrecht se maintiennent, vivent et
- 123 -
nourrment tears femmes et enfans. et donl ilz furnissent les fraiz et despens de la guerre, et advertence de la fuvon el mantère que le Roy les en pourroit du tout priuer et par consequent les rediger d telles extrémüez qu en pen de temps dz seroient forces se rkoneilier avecq sa maquot;1 et se remcclre en obeissance.
AfscJirift, fr. houdende tien bladzijden, zonder naam van den schrijver , in omslag 21 N0 40.
1594, 8 Januarij. Lambert von Ilichfrid, voogd van Wassen berg, herinnert den magistraat van Roermond aan de verordening, die wegens het gebruik van het bosch genaamd Mijnweg tot stand gekomen is , en verzoekt dat die verordening stipt door de burgers van Hoermond nagekomen worde.
Orig. get. Lamherl von Rich (rid , Vogl , in omslac 20 N0 31.
lo94, 21 Maart. Otto Harlius berigt aan den magistraat van Koermond dat de landvoogd zeer tot vrede geneigd is en dagelijks ernstige pogingen aanwendt om daartoe le geraken; in Frankrijk zijn groote veranderingen voorhanden , vermits hijnaer alle die principaelste sleden
endc tgeheel rijck hem stelt ende heg heeft onder den coninck met accorde.
Orig. gedagt. nu Brussel en geleekend Ouho Harlius , in omslag 20 N0 15.
1594, 2 April. Otto Hartius berigt aan den magistraat van Koermond dut, in geval men het voornemen had om de licenten te verpachten , de sleden bij elkander dienden le komen ten einde te beraadslagen wat zij in die zaak le doen ol te laten hebben ; tevens geeft hij de hoop le kennen dat de landszaken beter gaan zullen ende dat
— 124 -
G o dl almachtich sal eensgesmtheijl verkenen oen alle s ij den lot ruste ende vrede.
Orig. gedagt. uit Brussel en geteekend Ollho Har Hut, in omslag 20 N0 14.
1594, 9 Mei. Otto Hartius berigt aan den magistraat van Roermond dat de zaken in Frankrijk naar den wensch des konings uitvallen daar de meeste steden en provinciën een akkoord met hem aangaan; desalniettemin hebben onze troepen Chapelle belegerd, maar het laat zich aanzien dat daaruit een generale vrede zal lot stand komen; aangaande de komst van den thesaurier Drencwairt naar het Overkwartier kan hij niets zekers melden ; men meent echter dat de heer van Merode zich in diens naam derwaarts zal begeven.
Orig. gedagt. uit Brussel en geteekend Ottho Harlius , in omslag 20 N0 15.
1594, 12 Julij. Otto Harlius berigt aan den magistraat van Roermond dal de thesaurier Drencwairt gisteren uil Brussel naar Roermond vertrokken is en hij hem tol Leuven vergezeld heeft ten einde hem over alle zaken de noodige inlichtingen te geven ; hij hoopt dat thans alle zwarigheden en voornamelijk die aangaande de rekening der licenten uit den weg geruimd zullen worden.
Orig. gedagt. uit Brussel en geteekend Ollho Harlius, in omslag 20 N0 16.
1594, 31 Augustus. De magistraal van Roermond geeft aan den landvoogd zijne bedenkingen te kennen legen het voornemen om aan Barlhel van Eick een patent te verleenen lot het liglen van krijgsvolk in de vorstalt van Roermond met levering van zijn onderhoud uit het ambt Montfort.
Minute , in omslag 20 N° 62.
— 125 —
1594, 2 September. Mauiits, prins va» Oranje, grauf van Nassau, Catzenellenbogen , enz. neemt de abdis en de conventualen van het adellijk stift te Roermond , genaamd O. L. Vr. Munster, onder zijne bescherming en sauvegarde, zoo als ook alle hare dienaars, bouwlieden, pachters , tienden , renten , cijnsen , molens, huizen, hoeven , landen , vruchten . beesten en andere roerende en onroerende goederen, die gelegen zijn in het land van Kessel, Venrade, Oostrem , Monlfort, Echt, Brabant, Maarhees, omtrent Roermond en in Gelderland.
Notarieel gewaarmerkt afsclirih , in omslag 21 Nquot; 42.
1594, 6 September. De stadhouder schrijft aan den magistraat van Roermond dat de toestemming aan den ' kapitein Berthold üoeven, om zijne loopplaats in het ambt Montfort te nemen, geheel en al tegen zijnen wil en zonder zijn voorloopig advies door den landvoogd verleend is ; hij kan niets anders denken dan dat er eenige kwalijk-gezinden zijn, die onder voorwendsel van Z. M' dienst te bevorderen hun eigen profijt zoeken; hij is daarom geneigd naar Brussel te reizen en den landvoogd mondeling te onderhouden, ten einde dergelijke handelingen , zooals ook tpionnieren te Grave door die van Kessel, afteschaffen v offle bij weygeronghe van dien mij van des en gouvernemenle daer een yeder wil r eg eer en ende gouverneren te quitiren ende aff te staen.
Orig. gedagl. nil Roermond en gel. Herman graue iu dem Bergh, in omslag N0 6.
13J4, 22 October. De magistraat van Roermond zendt een verloog aan Johan de Drencwairt, raad en tresorier generaal der koninklijke domeinen en financiën , inhoudende zwarigheden aangaande de heffing der licenten, de herstelling van den omgevallen stadsmuur , en het afbreken
— 126 -
van huizen aan do Wausnielderpoorl door den gouverneur der stad Cigoigne tot uitbreiding der f'ortificatiewerken.
Minute , in omslag 20 Nquot; 27.
1594, 15 November. De magistraat van Roermond schrijft aan den landvoogd vernomen te hebben dat zes vendelen voetknechten, die in Groningen gelegen hebben, in aantogt naar Roermond zijn, en reeds hunne bagagiën in der vorstatt geschickt hebben , ten einde in het Over-kvvartier te overwinteren ; de magistraat geeft te kennen dat de stad gedurende de binnenlandsche onlusten steeds met groot garnizoen en buitengewone krijgslasten bezwaard is geworden; dat verleden jaar drie vendels voetknechten uit Steenwijk 5 a 6 maanden in de voorstad gebleven zijn; dat thans wederom aan den kapitein Bertliold Doeven het ambt Montfort tot loopplaats is aangewezen en in October II. een gedeelte der kompagnie Italiaansche lanciers van kapitein Colla Maria Caraciolo in Roermond gelegd is geworden ; hierdoor is niet alleen het platte land geheel uitgeteerd en de akkerbouw vernield , maar ook de koophandel en nering in de stad geheel te niet gegaan ; de magistraat verzoekt derhalve dat deze voetknechten elders gelegd en verzorgd worden.
Minute , in omslag 21 N0 7.
1594, 22 November, üe magistraat van Venlo zendt aan het hof van Gelder een vertoog tegen de verpachting der licenten.
Minute, in omslag 21 N0 5.
1594-1595. Verschillende stukken, inhoudende bedenkingen van den magistraat van Roermond tegen de voorgenomen verpachting der licenten , een afschrift der voorwaarden van die verpachting en eene lijst der koop-
waren , die voortaan aan het regt der licenten onderhevig zijn met het bedrag dat daarvoor betaald moet worden.
Afschrift en minuten, in omslag 20 N0 39.
159ó , 5 Maart. Otlo Hartius berigt aan den magistraat van Roermond dat de bende lanciers, te Roermond en Gelder liggende, naar Hoei vertrekken zullen met den heer de la Motte, aan wien de belegering dier stad opgedragen is; de graaf van Fuentes heeft te zamen met den Raad van State het gouvernement aanvaard, zonder evenwel den titel gouverneur, superintendent, assistent off- diergelijcke qualiteyt te gebruiken en zulks alleen omdat de overledene landvoogd hem bij uitersten wil daartoe heeft aangewezen tot dat Z. M. op eene andere wijze daarin voorzien zal hebben; men vermeent dat Maximili-aan of de kardinaal Albert van Oostenrijk tot die hooge betrekking benoemd zal worden; de graaf van Fuentes zoude graag die gratie ende affectie van de principale hec-ren ende ondersaeten winnen met agreable rcgieringhe , ordre ende discipline stellinghc in alle saecken opdat hij doer intercessie van den lande sonde bij sijne Max moghen ge-confirmeert worden. De vijand is vóór vier dagen in het land van Waes gevallen doch ook wederom daaruit vertrokken zonder iets ondernomen te hebben ; men vreest dat hij met Engelsche hulp Duinkerken zal aanvallen.
Orig. gedagt. uit Brussel en geteekend Ouho Hartius,
in omslag 20 Nquot; 17.
1395, 5 April. Otto Hartius berigt aan den magistraat van Roermond den thesaurier de noodige inlichtingen verstrekt te hebben aangaande 't punt van brand en licht m de wachthuizen , zoo als ook betrekkelijk de rekening van den overledenen Mathis Maroyen , die zonder zwarigheid geredresseerd zal worden en op den ouden voet zal blijven tot ontlasting der stad en der erfgenamen Maroyen;
- 128 -
voorts meldt hij dat men een aanvang gemaakt heeft om onder het krijgsvolk een betere orde en discipline te handhaven en justitie te doen; de graaf van Fuentes belooft veel goeds tot voordeel en verligling van het land te zullen aanbrengen tot de komst van zijnen opvolger, naar men meent den aartshertog Maximiliaan; men begint ook wederom van vredesonderhandelingen met de naburige provinciën te spreken. Godt ghunne dal den voergeslaghen voet worde goet gevonden ende gevolghl.
Orig. gedagl. uil Brussel en geleekend Ollho llarlius , in omslag 20 Nquot; 18. Inliggend een bezwaarschrift der stad Roermond , aangaande de vermelde rekening van Mathis Maroyen.
1595, 1 Mei. Een geschrift lot opschrift hebbende:
Leges scholae Ruremundensis Cal. Maij anni 95 observandae.
Orig. lat. get. Joannes Salmis Leodiensis discipulus scripsit, in omslag 21 N° M.
1593, 11 September, üe rekenkamer van Gelder verzoekt den magistraat van Roermond , op bevel van het bureau van financiën te Brussel, de rekening van den tienden penning der licenten in te leveren, genaamd schipperstuer oft superplus , die door den magistraat zonder octrooi of consent van Z. M. ontvangen werd.
Orig. gedagteekend uit Roermond en geteekend G. van Elshout, in omslag 18 N0 51.
J595, 28 October. Olto Hartius schrijft aan den magistraat van Roermond aangaande de rekening van het superplus en het regt van de steden om zulks le helTen, ten einde daaruit in de particuliere lasten en schulden dier steden te voorzien.
Orig. gedagt. uit Brussel en geteekend Ollho Harlius , in omslag 20 N0 19.
- 129 -
1395, 7 December. Het hof van Gelder zendt tot advies van den magistraat van Roermond een schrijven van den prior der Karthuizers aldaar . waarin deze zich beklaagt dat de geschillen, die lusschen het klooster en de omliggende dorpen ontstaan , door de schepenen van die dorpen meestal ten nadeele van het klooster beslist worden ; daarom verzoekt hij dat die geschillen voor het hof van Gelder behandeld worden.
Orig. fr. in omslag 19 N° 3.
1596. Bisschop Cuyckius stelt eene Claere belydinghe des Christen gkelooffs vast Iwelck alle oprechte Catholijckc menschen tot allen tijden daertoe versacht zijnde , schuldich zijn te belijden.
Gcdrukl te Leuven bij Jan Macs int groen Cruys , in omslag 18 Nquot; 44.
1590, 15 lebruarij. Olto Marlius berigt aan den magistraat van Roermond dat de aartshertog Albert den 11quot;quot; dezer te Brussel gekomen is met groot geselschap ende triomphe en onder anderen vergezeld door den prins van Oranje ; den volgenden dag heeft hij zijne commissie aan den Raad van State vertoond en geopend; hij is seer nerstig ende check , doet hem van alles onderrechten ende gheeft gelooue ae.n de heeren van den lande , seggende des last te hebben van sijne ma', dwelck den vremdelingen mjet ten besten behaecht; de graaf van Fuentes zal vertrekken om La Fère te ontzetten , bij welken togt do aartshertog in persoon tegenwoordig zijn wil.
Orig. gedagt. uil Brussel en geieekend Otlho Ilartim ,
in omslag 20 N° 20.
1596, 23 Maart. Otto Hartius schrijft aan den magistraat van Roermond over gedane vereeringen van wijn aan regeringspersonen te Brussel en meldt dat de kom-pagnie ruiters, die te Roermond in kwartier gekomen
- 130 -
is, spoedig de stad verlaten zal, daar de aartshertog in de aanstaande week te velde trekt en van alle kanten het krijgsvolk verzamelt.
Orig. gedagt. uit Brussel en geteekend Ollho Hart lus , in omslag 20 INquot; 21.
1596, 24 Augustus. Otto Hartius schrijft aan den magistraat van Roermond te hopen dat de gedeputeerden van het kwartier, die zich thans bij den aartshertog bevinden , vermindering van 't getal ruiters of geld om hen te betalen verwerven zullen; de aartshertog doet heden zijn zegepralenden intogt binnen Antwerpen; hel leger is opgebroken en op verschillende plaatsen in garnizoen gelegd ten einde hen u-al te vermaken nae de veroneringe van Hulst.
Orig. gedagt. uil Brussel en geteekend Ouhn Harlius , in omslag 20 N0 22.
1596, 23 September. Het bureau van Financiën le Brussel geeft eene verklaring af tot welk bedrag voortaan te Roermond en te Venlo zullen geheven worden de licenten van goederen en waren , die langs dc rivier de Maas af- en opgevoerd worden.
Afschrift, in omslag 18 N0 54.
1596, 22 November. Otto Hartius schrijft aan den magistraat van Roermond over de verpachting der licenten; zulks zal beproefd worden tot voordeel der steden , waaraan de opbrengst als vroeger zal verblijven; tevens berigt hij aangaande den vrijdom , dien de stad op den Litschen tol vermeent te bezitten , ijverige pogingen te zullen aanwenden en meent dat de voorgedragene 6000 gulden, lot verhooging van de toegestane bede, door den aarts herlog aangenomen zullen worden.
Orig. gedagteekend uit Brussel en geteekend Ollho Harlius , in omslag 20 Nu 25.
— 131 —
1Ö97. Onderscheidene stukken betrekking hebbende op een verschil, ontstaan tusschen het gewantmakersgild te Roermond en de lakenverkoopers aldaar.
Orig. in omslag 19 N0 21.
lo97, 9 Maart. Otto Hartius schrijft aan den magistraat van Roermond het aanbod der staten van het Overkvvartier aan den aartshertog te hebben ter hand gesteld en hem de geringe middelen en den treuriger, toestand van het kwartier te kennen gegeven te hebben, met verzoek zich met dat aanbod ten bedrage van 3000 gulden per maand te vergenoegen; sedert zijn klagten ingekomen van dc geestelijkheid over de lasten , haar wegens die bede opgelegd, terwijl ook die 3000 gulden met toereikend bevonden zijn lot het onderhoud der ruiters, die in het kwartier aanwezig zijn; zoodat het te voorzien is dat men zich daarmede niet tevreden zal stellen, maar wederom de oude contributie zal invoeren om daaruit de middelen tot betaling der garnizoenen te vinden.
Orig. gedagt. uit Brussel en geteekend Otlho llarlim , in omslag 20 JN0 24.
1597, ö October. Otlo IJartius berigt aan den magistraat van Roermond dut do hangende zaken, voornamelijk aangaande den Litschen tol, nog niet afgedaan zijn, daar wegens afwezigheid van den thesaurier en andere heeren geene vergadering gehouden werd; de aartshertog bevindt zich nog te Atrecht en het leger is op de grenzen om toetezien wat de koning van Navarre na de overgave van Amiens wil uitvoeren ; men zegt dat hij Orleans zal belegeren ; ook meldt hij dut er groote hoop op vredesonderhandelingen bestaat, sonder dewelcke des- landt* saecktn meer schijnen geschaepen tc zijn te verergeren dan te beleren.
Ong. gedagl. uit Brussel un gclcckcrul 0«/io Hartius, in omslag 20 Nquot; 25.
- 132 —
1597, 26 November. De magistraal van Roermond schrijft aan den aartshertog en aan den stadhouder om zijne bezwaren te kennen te geven tegen het innemen van twee vendelen van het regiment van den graaf van Viglio, die op bevel van den aartshertog naar Roermond gezonden zijn.
Minute , in omslag 20 N0 54.
1397, 18 December. Otto Hartius deelt aan den magistraat van Roermond mede dat te Brussel sprake is van de afscheiding dezer landen van de Spaansche kroon; de staten van Brabant verzoeken den aartshertog met aandrang om de staten generaal der gereconcilieerde provinciën te Brussel bij elkander te roepen, ten einde te beproeven met die van Holland en de andere geünieerde provinciën vrede te maken, daar zonder vrede met deze provinciën of met Frankrijk de vermelde separatie weinig voordeel zoude aanbrengen ; voorts geeft hij berigt aangaande zijne bemoeijingen betrekkelijk de licenten en den Litschen tol.
Orig. gedagt. uil Brussel en geleekend Otlho Hartius , in omslag 20 N0 26.
1398. Johan Goltsleyn en Johan Maroyen, in 1595 tot commissarissen benoemd om een rosmolen te maken in de gebouwen van het gasthuis op den steenweg. leggen aan den magistraat rekening over van de onkosten.
Orig. in omslag 21 N0 41.
1598, 20 Augustus, De magistraat van Roermond geeft, bij afwezigheid van den stadhouder, bevel aan Guillaume Oliviers, commies en bewaarder der krijgsbehoeften zijner majesteit , tot het leveren van 500 pond buskruid; de magistraat vordert zulks , omdat hij vernomen heeft dat de vijand zich versterkt en de stad met zes vendelen ruiters en eenig voetvolk wil aanvallen , terwijl
— 133 -
de vier in de stad liggende kompagniën , neer armclicke version sijnde van polver, wije nnch van gelgcken sijn geweest die arme borg erge om einige defensie te moegen doen.
Orig. get. Lom, met het opgeplakt secreetzegel dor slad, in omslag \~ N0 25.
Ió99, 18 I* ebruarij. Arnoidus Tonsorius, conrector der school te Roermond, schrijft aan den magistraal dat hij op verzoek van het kapittel en den magistraat van Sittard de schoeldiensl in die stad aangenomen heeft en zijn ontslag te Roermond met Paschen aanstaande verzoekt.
Orig. get. Arnoidus Tonsorius, in omslag 21 Nquot; 18.
1099 , 19 Maart. Stadhouder, kanselier en raden des konings in Gelderland zenden een plakkaat, verbiedende handel Ie drijven met de rebellen van Holland, Zeeland en hunne aanhangers.
Orig. gel.; Pybes , in omslag 8 N0 40.
1Ö99, 21 Alaart. De magistraat van Roermond schrijft aan den landvoogd over de zware lasten , die de stad in htl \orige jaar heeft moeten dragen, toen de kurassier» »iin graaf Hendrik van den Bergh wegens onlusten te Gelder die slad hebben moeten verlaten en op bevel van den Haad van Stale, tijdens de afwezigheid van den landvoogd, in Roermond moesten opgenomen worden; alhoewel beloofd was die kurassiers wederom naar Gelder te doen vertrekken , zoodra de onlusten aldaar geëindigd zouden zijn, zoo zijn zij echter van October 1597 tot Augustus 1598 in Roermond gebleven en door de burgers verzorgd. die reeds een veel te groot garnizoen van voetknechten te onderhouden hadden; daar thans wederom pogingen m het werk gesteld worden om die kurassiers andermaal naar Roermond te brengen, verzoekt de ma-
- 134 —
gistraat dringend hen naar eene andere plaats tc zenden, aangezien de stad geheel tot armoede gebragt en onmogelijk dezen last dragen kan.
Minute , fr. in omslag 20 Nquot; 61.
1599, 3 April De magistraat van Roermond verklaart van Guillaume Oliviers, commies en bewaarder der krijgsbehoeften, op bevel van den stadhouder honderd zeventig ponden buskruid ontvangen en onder de burgers verdeeld te hebben , ten einde daarmede bij de aankomst van den aartshertog binnen Roermond door feeslschoten hunne blijdschap te toonen
Orig. geleekend Lom, met liet opgeplakt secreetzegel der slad , in omslag 17 N0 20.
1599, 7 April De kardinaal Andreas van Oostenrijk verleent een brief van sauvegarde aan de Abtissin, deca-nissin vnd capittel dess kaïj. Frcyen welthchen sliffls Thorn.
Afschrift, gedagteekend uit Roermond, in omslag 14 N0 2.
1599 , 8 Julij. De kardinaal Andreas berigt aau den magistraat van Roermond dat hij aan graaf Hendrik van den Rergh last gegeven heeft om 50 paarden van zijne kompagnie te Roermond in garnizoen te brengen; hij verzoekt hun zich daartegen niet te verzetten maar hen in tc nemen en te huisvesten daar Z. M'. krijgsdienst zulks vordert.
Orig. gel. Andre, il/. V. Hohenstcin, met stukken daartoe betrekkelijk,-in omslag 20 N0 41.
1599, 6 November. De magistraat van Roermond geeft bij vernieuwing eenen gildebrief aan hel gild der timmer-laden , cuj/pcnhinderen vnd raedlmeccheren.
Minute , iu omslag 20 N0 47.
— 13ö
1600, 26 Maart. Het hof van Gelder gelast op bevel der aartshertogen den magistraat van Roermond eene vergadering der staten van het Overkwartier te beschrijven op 6 April e. k.
Orig. gei. Pybes , in omslag 20 K0 40.
1600, 7 April. De stadhouder graat' Herman van den gh en de kanselier Willem van Griep deelen in de vergadering der staten van het Overkwartier mede dat de aartshertogen besloten hebben eene generale convocatie alle de staten , die zich onder hunne gehoorzaamheid cvinden , te Brussel te houden op 26 April e. k , ten einde middelen te beramen om in de vermelde landen e misoien ende, altenden te doen ophalden waarin zij zich | oor de langdurige oorlogen en binnenlandsche onlusten bevinden; tevens meldt de graaf dat de aartshertogen den staten verzoeken hunne gedeputeerden tot die vergadering te benoemen en hun de noodige volmagten te verstrekken.
Afschrifi, in omslag 20 iV 44.
1600, 8 Mei. De magistraal van Venlo berigt aan dien van Roermond dat in den voorgaanden nacht tien vendelen knechten binnen Wachtendonk gekomen zijn; hij verzoekt dit ter kennisse van den stadhouder te brengen wanneer deze zich in Roermond mogt bevinden.
Orig. in omslag 17 Nquot; 59.
1600, 4 October. Schollis en schepenen van Roermond , de woning van Jan van Lampen, burgemeester aldaar, begeven hebbende, waarin was overgebragt het 'J van A rent \ari Oael, burgemeester van Grave, die heden op een schip tegenover Aldeneik doodgeschoten
- 136 -
was, maken inventaris op der voorwerpen en papieren in zijn bezit gevonden.
Minnie , met andere stukken daartoe betrekkelijk , in omslag 21 N° 48.
1600, 7 December. De magistraat van Roermond schrijft aan den thesaurier generaal d;tt door de twee hoogduitsche vendelen van het regiment van Berlaimont, die op bevel van den aartshertog in de stad gekomen zijn, de lasten zoo zwaar zijn geworden dat het niet langer mogelijk is die le dragen ; de burgerij is door den langdurigen oorlog geheel uitgeput en tengevolge van de tegenwoordige stroomsluiling en gemis van nering geheel arm geworden ; daarenboven wordt geene evenredigheid tusschen de sleden van het kwartier waargenomen, terwijl de eene verschoond en de andere dubbel belast . und alss der dragende ezel geachlt wurdt; de magistraat vertrouwt dat de thesaurier den tegenwoordigen staat en de benauwdheid der stad ter harte zal nemen opdat zij in dien uitersten nood niet gelaten worde.
Minute , in omslag 20 Nquot; 28.
1600, 17 December. De stadhouder verklaart van den magistraat van Roermond zes haakroeren (musquetles lt;) crocq) te hebben ontvangen om naar het kasteel van Se-^ venum vervoerd te worden; hij zal die op de eerste aanvraag terugzenden en zoo zij verloren raken de waarde vergoeden.
Orig. fr. gedagt. uit Roermond en geteckend Herman conlc de Bergh , in omslag -17 N0 40.
1000 —1601. Rekeningen van herstellingswerken dooide stad Roermond aan de fortificatiën verrigt in de jaren 1600 en 1601.
Minuten, in omslag 19 NMI.
— 137 -
161 , 15 Januarij. De magistraat van Roermond schrijft nogmaals aan den thesaurier generaal over den benauwden toestand , waarin de stad en de burgerij, voornamelijk door de verpligte levering van brandstoffen en licht in de wachthuizen en voor de officieren, zich bevinden; de magistraat kan het niet langer volhouden, tenzij de stad op eene meer afdoende wijze dan lot dusverre geschiedde geholpen en bijgestaan worde.
Minuie , in omslag 20 N0 32.
1601, 28 Augustus. Judocus van der Heiden ^ Calmthout, rector der school te Stokheim , verzoekt den magistraat van Roermond om als rector der school aangesteld te worden.
1601, 6 November. Andreas Schottus van Antwerpen schrijft aan den bisschop van Roermond een brief van aanbeveling voor Judocus van der Heiden.
1602, 18 Januarij. De magistraat van Roermond verzoekt Judocus van der Heiden zich naar Roermond te begeven ten einde met hem over zijn verzoek te onderhandelen.
Orig. lat. en minuie, in omslag 21 INquot; i.
1601, 28 Oct. De magistraat van Venlo schrijü aan dien van Roermond aangaande een verschil, ontslaan tusschen de huyrferderen der beide sleden en stelt eene bijeenkomst voor ten einde dat geschil in vriendschap te vereffenen.
Orig. in omslag \1 N° 41.
1601,30 October. De magistraat van Roermond bekent van Guillaume Oliviers, kommies en bewaarder der krijgsbehoeften , 200 pond buskruid te hebben ontvangen quot;ten einde die in de tegenwoordige necessüeit ende viandls noet voir den mosquelliers und schuilen anch haecken van dese
18
- 138 -
sladt gedislribuehrl ende vuytgedeilt worden; tnoglen deze 200 ponden in zijne rekening niet goedgekeurd worden, dan verbindt de magistraat zich hem die terugtegeven of de waarde daarvan te voldoen.
Orig. get. Lom , met hel opgeplakt zegel der stad . i» omslag 17 N0 22.
1601, 15 November. Bisschop Cuyckius geeft op verlangen van Melchior de Bentschup, vice kanselier en momboir in het hof van Gelder, een getuigschrift af, waaruit blijkt dat genoemde Bentschup in zijne betrekking van raad gedurende 21 jaren steeds op eene eervolle wijze zijne ambtspligten vervuld heeft en de R. K. religie getrouw gebleven is.
Geautlienliseerd afschrift , geteekend J. van Kerckhoue, in omslag 19 N0 20.
1602 De magistniat van Roermond bepaalt de plaatsen, waar zijne leden voor het geval van allarm. van ocplonp und vianlz met und brandt, bij dag of bij nacht met de hun toegevoegde personen tot het houden van opiicht zich zullen bevinden.
Minute, in omslag 18 IN° 43.
1602, 15 Januarij. De magistraat klaagt aan den stadhouder dat de in garnizoen liggende ruiters van Peter Beek op den Maastrichter weg eenige kooplieden vervolgd hebben en hen waarschijnlijk beroofd zouden hebben wanneer zij hen hadden kunnen magtig worden ; dat deze ruiters en anderen, onder den schijn van den vijand te vervolgen, zich meer dergelijke zaken veroorloven, waardoor het kwartier in eenen slechten naam komt en een roofnest genoemd wordt , zoodat de Roermondsche kooplieden daardoor groot nadeel lijden. De magistraat is voornemens zulks geriglelijk te doen vervolgen, maar
— 139 -
geeft dit alvorens aan den stadhouder te kennen om zijne meening daarover te vernemen.
^'j''ogequot;d het antwoord van den stadhouder; tevens meldt hij vernomen te hebben dat in Roermond eenige pasquillen tegen den bisschop , kanselier en magistraat op straat gevonden zijn en verzoekt hij hem daar eenige van overtezenden.
Minute en orig. in omslag i l N0 f.
1602, 19 en 28 Januarij. De magistraat van Roermond schrijft aan dien van Venlo over zekere klagten betrekkelijk de Kleefsche en Guliksche licenten.
2 Minuten met bijlage, in omslag \\ Nquot; 16.
1602, 20 Januarij. De stadhouder Herman van den Bergh berigt dat de aartshertog eenen aanvang gemaakt heeft om Ostende te bestormen, en derhalve zijne soldaten niet kan missen; wanneer de magistraat 50 a 100 man begeert , zal hij die uit Gelder en Stralen ontbieden.
gedagteekend uil Venlo en geteekend Herman grave zu dcm Bergh , in omslag 6 N0 12.
1602, t ebruarij - December. Brieven van den stadhouder Herman van den Bergh aan de stad Roermond als :
28 Februarij. Hij bedankt voor een geschonken zalm en voor de vereering aan de gemalin vat) zijnen broeder, den graaf Frederik , gedaan.
Gedagl. uit Venlo.
14 Maart. Hij berigt dat in den voorgaanden nacht zeven honderd paarden van den vijand te Vierssen gepasseerd en daarna naar Wachtendonk teruggekeerd zijn ; dat het gerucht loopt dat zij nog eenige duizenden manschappen verwachten en eene otiderneming in den zin
_ 140 -
hebben, weshalve hij hen vermaant goede wacht te houden.
Gedagt. uit Venlo.
27 April. Hij beveelt de recruten, waarmede de kapitein Herman van Ansse zijne kompquot; versterken moet, in Roermond te logeeren en te verzorgen; berigt dat de vijand zich in den Dordtschen Waard verzamelt en dat de achthonderd paarden , die zich te Meurs bevinden, recruten uit Duitschland afwachten , om die veilig naar Holland te brengen.
Gedagt. uit Venlo.
8 Mei. Hij geeft bevel om 40 ruiters binnen te nemen.
Gedagt. uit Venlo.
29 Mei. Hij zendt afschrift van een schrijven van den aartshertog , waarin deze te kennen geeft dat hij maatregelen genomen heeft om de ondernemingen , welke de vijand tegen eenige stad van het kwartier mogt in den zin hebben, te keer te gaan.
Gedagt. uit Gelder.
3 Junij. Hij zendt afschrift van een brief van zijn broeder den graaf Frederik , inhoudende dat de aartshertog
een leger verzameld heeft om den vijand het hoofd te
bieden ; dat hij noch tijd noch gelegenheid zal laten
voorbijgaan, om de plaats, die mogt aangetast worden , te hulp te snellen.
Gedagt. uit Gelder.
18 Junij. Hij berigt dat de vijand nog geen begin gemaakt heeft met het overtrekken der brug, maar dat hij aan 15 a 16 duizend man infanterie zakken gegeven heeft, genaamd knapzakken , gevuld met levensmiddelen ;
— 141 -
welke zakken zij dragen moeten zoodra zij uitrukken, terwijl op elk zijner wagens zich drie tonnen bier bevinden ; wanneer hij nader iets verneemt zal hij berigt daarvan geven.
Gedagt. uit Gelder.
20 Junij. Hij zegt vernomen te hebben dat de vijandelijke ruiters met alle hunne wagens de brug gepasseerd zijn en zich in aller ijl naar Cranenburg hebben begeven ; dal alle schepen naar Nijmegen zijn afgevaren en dat zij zich waarschijnlijk naar Grave zullen begeven.
Gedagt. uit Gelder.
10 Julij. Hij vraagt naar het aantal soldaten , die van de kompquot;1 van kapitein Sebant te Roermond gebleven zijn.
Gedagt. uit Gelder.
9 October. Hij berigt dat de vijandelijke soldaten te Hoogstraten de rivier overgaan om de landlieden te rantsoeneeren en beveelt de schepen, die te Maaseyk zich op de Maas bevinden , naar Roermond te doen brengen. Gedagt. uit Venlo.
30 December. quot;ij meldt dat hij eenig geld van de komp ° van kapitein Camargo heeft ingehouden, teneinde de schapen te betalen, die deze soldaten onlangs aan die van Swalmen en Belfeld ontvreemd hebben , en verzoekt informatiën daaromtrent in te winnen.
Gedagt. uil Venlo.
Inliggend het antwoord van den magistraat.
Ongineelen geteekend: Herman conté de Bernh , in omslag \\ N° 8,
— 142 -
1602, 27 Februarij. De magistraat van Roermond schrijft aan den president Richardot van den bisschop en den kanselier te hebben vernomen dat de aartshertog goedgunstig toegestaan heeft in de stad een garnizoen te leggen, bestaande slechts uit ééne kompagnie van twee a drie honderd man; men beschouwt dit als een der beste middelen om tot de oprigting eener hooge school in Roermond te kunnen geraken , die voor het geheele kwartier kan dienen; daar thans verzocht wordt om de kompagnie van Sieur Philomé, die thans te Gelder garnizoen houdt, daartoe aan te wijten, verzoekt de magistraat de medewerking van den president.
Minute, fr. in omslag 20 Nquot; -46.
1602, 10 Maart. De president Richardot antwoordt aan den magistraat van Roermond dat hij zijn verlangen om de kompagnie van zijn zoon in de stad te bekomen aan den aartshertog zal te kennen geven , maar hij twijfelt dat men die onder de tegenwoordige omstandigheden uit Gelder zal verplaatsen; hij verzoekt den magistraat eenig geduld te hebben , daar hij alle zijne pogingen tot voordeel der stad zal aanwenden.
Orig. fr. geteekend Le prés1 Richardot , in omslag 20 N° 43.
1602, 23 Maart. De magistraal stelt eene rekening vast van de onkosten veroorzaakt door de inlegering der ruiters van den kapitein Longin ; de magistraat had aanvankelijk geweigerd deze ruiters in de stad te ontvangen, maar was daartoe op 23 Maart 1601 genoodzaakt geworden, om niet l' einemael in ihrer allesse indignalie unci ongenuedc loe vallen en had hen om de burgers le ontlasten in de ledige huizen gebragt en doen verzorgen.
Orig. gel. Hossman , in omslag 18 N0 45.
— 143 -
lfi02 , 10 April. De aartshertog schrijft aan den magistraat van Roermond door den stadhouder onderrigt te zijn Van de moeijeiijkheden , waarin de ingezetenen van het hertogdom Gelder en die der steden Maastricht en Grave zich bevinden, niet alleen wegens de vijanden, die hen van alle kanten omringen , maar ook wegens het verbod om met hen handel te drijven; den magistraat een bl'Jk willende geven van zijnen goeden wil en het middel willende verschaffen om met vrouwen en kinderen te kunnen leven, zoo geeft hij de vergnnning , niet tegenstaande de vroeger uitgevaardigde verbodsbepalingen en tot wederroeping toe, om met die vijanden handel te drijven en tot hen te voeren allerhande ijzerwerken , kalk, leijen, vruchten en andere dergelijke koopwaren, met uitzondering van wapens en krijgsvoorraad.
Ong. fr. get. Albert, A. Boole , in omslag 20 Nquot; 36.
1(302, 8 Mei. De magistraat van Grave berigt aan dien van Roermond dat de tollenaars aldaar den last ontvangen hebben om de regten aan de verschillende lollen te vorderen. zoowel van de geprivilegieerde steden als van de andere, en raden den magistraat van Roermond aan zich gezamenlijk met dien van Venlo tot de rekenkamer te wenden, tot behoud van hun privilegie.
Orig. gel. C. Hag hen, in omslag 10 N0 44.
1002,30 Mei. De magistraat van s Hertogenbosch klaagt aan dien van Roermond over hindernissen , die hun schipper, belast met hel aanvoeren van materialen voor den opbouw hunner vesting . niettegenstaande de brieven van vrijgeleide zoude ondervonden hebben, en verzoekt daarin te willen voorzien.
Inliggend de minu'e van het antwoord van den magistraat van Roermond.
Ong. get. \Y. van Reys en minute, in omslag 10 N0 4Sgt;.
- 144 -
1602. 9 Junij. De stad 's Hertogenbosch waarschuwt de stad Venlo om op hare hoede te zijn, daar de vijand het op die stad gemunt heeft.
Afschrift in omslag ii N0 2,
1602, 10 Junij. De magistraat van Roermond verklaart uit handen van Guiliaume Oliviers, kommies en bewaarder der krijsbehoeften , te hebben ontvangen 356 pond buskruid , diewelcke in tegenwoirdige necessiteit ende viants noel. voir den mosqueltiers ende schuiten van de B ourg er ie vuyt gedeilt sijn, ende tot dienste van haere hoicheden ge-brouckt werden sullen.
Orig. geleekend Lom, met het opgeplakt zegel der stad, in omslag 17 N0 24.
1602, 13 Junij. Antoine de Grevet , gouverneur van Maastricht, schrijft aan den magistraat van Roermond dat hij op het verzoek , van hunnentwege door graaf Hendrik gedaan , 50 man uit het garnizoen van Maastricht naar Roermond gezonden heeft, en dat hij graaf Hendrik belast heeft insgelijks 25 man te paard van zijne kompagnie te zenden , ten einde spoedig over de bewegingen van den vijand ingelicht te kunnen worden.
Orig. fr. get. Anlhoine de Greuet, in omslag i N0 28.
1602, 13 Junij. De stadhouder Herman van den Bergh berigt aan de stad Roermond dat de vijand gisteren eene brug geslagen heeft over den Waal nabij Schenkenschans, waarover bereids meer dan 6000 man gepasseerd zijn , die zich naar het Overkwartier begeven.
Orig. gedagteekend uit Gelder en f^et. Herman grave zh dem Bergh , in omslag 4 Nquot; 19.
1602, 13 Junij. De bisschop Henricus Cuyckius schrijft aan den magistraat van Roermond dat hij aan den aarts-Vtertog, die zich te Ostende bevindt, geschreven heeft en
- 145 -
met hem bij zijne terugkomst te Brussel zal spreken ten einde alle gevaren voor de goede en getrouwe burgerij van Roermond en andere plaatsen van zijn bisdom te voorkomen en te verhoeden. - Het is hem aangenaam geweest van den gouverneur van Maastricht te vernemen dat de stad vermeerdering van garnizoen heeft aangevraagd, en verzoekt den magistraat de burgers uit zijnen naam aan te sporen, in geval van nood, nog meer garnizoen m te nemen, opdat de stad tegen de vianden Godes ende des Prince bewaert mag hlijnen: om te beha/den den schalt onscr sielen die int heyhg Calholisch geloof gelegen is ■ hij vertrouwt dat de burgers willig daartoe zullen zijn, zoo als zij in de verledene tijden steeds waren, sich behal-dende in de obedienlie van Godt ende hennen Prince . daeromme die van Ruremundt meer verdragen ende geleden hebben dan enige steden int Nederlandt geleden.
Ong. gedagieekend uit Maastricht en geteekend Henricus Cuyckius, in omslag IS iNquot; 35.
1602, 15 Junij. De stadhouder schrijft vernomen te lobben dat het vijandelijk leger binnen twee dagen zal oprukken en regt naar Roermond zal trekken, denkende deze stad door verstandhouding daarbinnen spoedig te winnen, waarna het zich naar Venlo zal begeven Mij vermaant goede wacht te houden.
Orig. fr. gedagieekend uit Gelder en geteekend Herman comle de liergh , in omslag 4 Nquot; 32.
1602, 16 Junij. De bisschop Henricus Cuyckius geeft zijne tevredenheid te kennen aan den magistraat over de houding der burgers tegenover de listige aanslagen van «len vijand ; voorts meldt hij dat het leger in aantocht en de graaf Frederik op weg is naar deze landen; hij hoopt met hem naar lioermond terug te keeren.
Ong. gedagieekend uit Maastricht en geteekend Hcnricus Cuyckius, m omslag 15 N0 3G.
- 146 -
1602, 16 Junij. Antoine de Grevet, gouverneur van Maastricht, schrijft aan den magistraat van Roermond berigt te hebben ontvangen van graaf Frederik dat deze in aantogt is en binnen 3 dagen met zijn leg«r vóór Roermond zijn zal; hij verzoekt tevens berigt te ontvan-vangen van de bewegingen van den vijand en of deze den Rijn is overgetrokken.
Orig. fr. get. Anlhoine de Greuel, in omslag 1 N0 29.
1602, 17 Junij. Antoine de Grevet, schrijft aan den magistraat \an Roermond dat graaf Frederik van den aartshertog den last bekomen heeft zich onverwijld met zijn geheele leger naar Gelderland te begeven om den vijand te keer te gaan, tot dat zijne hoogheid met de overige magt, uit Italië in Luxemburg aangekomen , zal gevolgd zijn. Dat graaf Frederik de gelegenheid om de steden Roermond en Venlo te hulp te komen niet heeft willen laten voorbijgaan, en 600 uitgezochte soldaten heeft laten aanrukken, die bereids te Maastricht zijn aangekomen ; voorts schrijft hij dat de graaf met zijn geheele leger in den avond te S' ïruijen aankomt.
Orig. fr. get. Anlhoine de Greuel , in omslag \ Nquot; 30.
1602, 18 Junij. Antoine de Grevet schrijft aan den magistraat van Roermond dat te Maastricht zijn aangekomen 5 a 600 soldaten van de garnizoenen van Artois en Henegouwen, die graaf Frederik heeft afgezonden om de stad bij te staan tot dat hij met zijn geheele leger zal zijn aangekomen. Dat hij , vernomen hebbende dat de vijand een aanslag op Roermond in den zin heeft hopende die stad met behulp van eenige verstandhouding daarbinnen te verrassen, hun* deze soldaten in aller ijl zendt en hen vermaant de oogen te willen openen en voor hun eigen welzijn hen te ontvangen , er bijvoegende
- 147 -
dut hij niiiir graüf Frederik gezonden heeft opdat deze het overige van het leger , dat bereids te S' Truijen is aangekomen, spoedig late volgen.
Orig. fr. gel. Anlhoine dc Greuet, in omslag i Nquot; 51.
1G02, 19 Junij. üe magistraat van Venlo schrijft aan dien van Roermond geen verder berigt aangaande den vijand gekregen te hebben dan alleen dat de ruiters on eettige wagens over den Rijn of Waal naar deze zijde gekomen en eenige goederen uit de schepen op wagens geladen zijn ; bij verdere tijdingen zal hij die onmiddellijk mededeelen.
Orig. in omslag ia Nquot; 22.
1G02, -22 Junij. De stadhouder berigt dat het vijandelijke leger gereed is om te velde te trekken ; volgens berigten, die hij ontvangen heeft, zoude het Roermond gelden om van daar zich naar Venio te begeven.
Orig. fr. gedagleekcnd uit Gelder en gel. lierman comle dc Dergh , in omslag 4. N0 öö.
H)02 , 4 Juiij. De bisschop Henricus Cuyckius schrijft aan den magistraat van Roermond dat de moetwil des viandls bonen mate (jael; gisteren trok hij langs de vesten van Maastricht van negen uren des morgens tot acht uren des avonds, zonder dat men weet waarom of waartoe; aangaande zijne wederkomst kan hij niets melden daar hij in het land van \ alkenburg veel te doen vindt en aldaar in drie jaren niet geweest was ; hij meldt, voornamelijk uit Roermond vertrokken te zijn opdat de stad door zijne tegenwoordigheid niet in grootere zwarigheden zoude komen, vermits hij wel denkt in den hael ende o,je des viandls zeer le wesen ; hij voegt bij zijn schrijven llii blief van Lipskis; de persoon die toegezegd had dc pastorij te Koermond te bedienen heeft zich om des
- 148
perykels wü teruggetrokken, zöbals ook volgens 't schrijven van Lipsius de rector; hij heeft echter een ander bekwaam persoon gevraagd, die hem de hoop gegeven heeft zich met deze laatste betrekking te willen belasten, wanneer de magistraat nog niemand daartoe heeft aangenomen.
Orig, gedagieekend uil Maastricht en geteekend Henricus Cuyckius Episcopus Ruraemundensis , in omslag 15 N0 37.
1602, 1'2 Julij. De bisschop Henricus Cuyckius meldt aan den magistraat van Roermond dat Quirinus Ringelborch, die hem door de Jesuïten voor de school van Roermond aanbevolen is , te Valkenburg bij hem was; volgens zijn schrijven is hij een bekwaam man lotler scholen, hij is een weduwer, hebbende eenen soon , achtien oft twintigh jaer alt zijnde, geboren te Kampen int landt Ouerysscl: int lal ij n is hij zeer wael geuseert, godtvruchtich ende ijverich voor de Catholische religie , die hij ongetwijfelt de jonckheyt met alle vliticheyt zal instorten: tevens is hij geoefend in den Gregoriaanschen zang en in de muziek ; hij raadt derhalve den magistraat aan te trachten met
hem overeen te komen.
Orig. gedagieekend uit Valkenburg en geteekend Henricus Cuyckius, in omslag 15 IN° 58.
1602 , 24 Julij. De bisschop Henricus Cuykius geeft een brief van aanbeveling aan Quirinus Ringelborch, die hem door de Jesuïten uit Aken en Maastricht aanbevolen werd; tevens verzoekt hij den magistraat om met dezen persoon te onderhandelen en niet op honderd of twee honderd gulden boven het gewoon salaris te zien , om sukken rectoor te becomen; het sijn nu andere tijden dan eertijts , de stadt zal hierbij niet gecort worden , ende daer bij ooc profytieren.
Orig. gedagieekend uil hel kasteel te Valkenburg en geteekend Henricus Cuyckius , in omslag IS iN0 39..
— 149 -
1C02, 5 Augustus. Quirinus Ringelborch geeft aan den magislmal te kennen dat hij zijn tegenwoordig officie heeft nedergelegd en het aanbod van den mugistraat aanneemt : quia acceplatio unius resignalio est alterius.
Orig. gedagieekend uil S' CoriiellMunsler en geleekcnd Quirinus Ringclburch , Canipcns. Tripolüanus , in omslag 15 N0 40.
in
1(502, 9 Augustus. De magistraat van Veido schrijft aan dien van Roermond berigt gekregen te hebben dat de vijand in groot aantal met geschut en andere krijgstoerustingen zicii op den Rijn te Rijnberk, Meurs en Wachtendonk bevindt; dat aldaar de kerken en kloosters ^ vol gelegd worden en er de meening heerscht dat de eene
of andere stad of sterkte op de Maas gelegen aangevallen zal worden.
Orig. in omslag 13 N0 23.
1602, 27 Augustus De bisschop Henricus Cuyckius schrijft aan den magistraat onder anderen dat hij met vreugde het beleg van Grave vernomen heeft; hij hoopt dat weldra een goed einde daaraan moge komen zoo als ook aan dat van Ostende.
Ürig. gedagleekend uil Valkenburg en geleekeiui Henricus Cuyckius , in omslag 13 Nquot; 41.
1002, 18 September. Het kapittel der kathedrale kerk van Luik geeft eene verklaring inhoudende dal de baronnie -t* van \ ucht op de rivier de Maas gelegen met nog zes
heei lijkheden daarnaast van oudsher genoemd zijn geworden de zeven vrije dorpen en niet tot het land van Luik be-liooren of verpligt zijn belastingen daaraan op te brengen.
Geaullieniiseerd afschriii, fr. get. J. H'. Slrauch sccrela-ris urbis Aquisgrancnsü , mei liet opgedrukte zegel der stad Aken in rood was, in omslag 18 N° 46.
100:2, ^0 September, üe presidctil Ricliardot schrijft aan den magistraat van Roermond dat de aartshertog heden te Maastricht is aangekomen en hem gelast heelt dezen expressen bode naar Roermond te zenden ten einde berigt aangaande het vijandelijke leger te ontvangen ; of het Grave verlaten heeft en wervvaarts hel zich heeft begeven; mogt zulks aan den magistraat onbekend zijn dan verzoekt hij te Venlo of elders onderzoek te doen en hem onmiddellijk door eenen expressen bode berigt over te zenden, opdat de aartshertog , die met zijn ge-heele leger te Maastricht is, de stad te hulp snelle, wanneer dit noodig zijn mogt; tevens wenscht hij le vernemen of de magistraat berigt ontvangen heeft van graaf Hendrik , die zich met goede troepen . zoo kavallerie als infanterie, nabij Roermond moet bevinden, om die stad en Venlo le hulp le komen.
Oris;, fr. gedagleekend uil Maaslrichl en geleekend le prés. Richardol , in omslag 16 N0 58.
1602, 26 September. De magistraat van Venlo schrijft aan dien van Roermond een brief van zijne hoogheid bekomen te hebben , waarin deze meldt dat hij in persoon mei zijn leger naar dit gewest zal komen , ten einde den vijand in zijn voornemen te verhinderen. Hij meldt tevens geen verder narigt van den vijand te hebben, dan dat hij met het inladen van het geschut en ammunitie bezig is en dat men in het leger de meening toegedaan is dat het een aanslag op dit gewest geldt.
Orig. in omslag 1 N0 54.
1602, 27 September. De magistraal van Roermond meldt aan den president Richardol dat hij gisteren avond van den magistraat van Venlo berigt ontving dat hel
vijandelijke leger eergisteren nog niet opgebroken was , maar dat de artillerie en de krijgsvoorraad ingescheept was, en dat dit volgens het gerucht naar dit kwartier gevoerd werd ; ook zouden eenige troepen te paard naar Zevenbergen vertrokken zijn met het doel om de oproe rige soldaten naar hunnen kant overtehalen ; heden verneemt hij dat te Wachtendonk ongeveer 130 paardeti aangekomen zijn , dat het leger zich nog te Grave bevindt en het voornemen heeft om naar Venlo of Roermond te komen. Graaf Hendrik is gisteren omstreeks middag met zijne troepen vóór Roermond aangekomen.
Minute , in omslag 16 N° 39.
IG02, 0 October. Bij gelegenheid van het bezoek van den aartshertog aan de stad Roermond , geeft de magistraat hem een schrijven over, inhoudende: ver zoek 1° tot betaling van het aan do stad verschuldigde wegens verschotene gelden tol verwarming en verlirhling der wachthuizen; 2° de stad te hulp te komen tot het oprigten eener goede school of kollegic; 3° aldaar slechts een gewoon en in goede krijgstucht onderhouden garnizoen te leggen en voor de goede betaling daarvan te zorgen; 4quot; de groote kosten te vergoeden, die de stad heeft moeten aanwenden tot onderhoud der stadsmuren en ten gevolge der doortogten van krijgslieden , gedurende de belegeringen van Rijnberk,'s Hertogenbosch en Grave; 5° de stad legen een aanval met het noodige buskruid en andere krijgsbehoeften te voorzien.
Op den 18drquot; October werd een nieuw afscïirilï van dit stuk aan den aartshertog gezonden en werden brieven in denzelfden zin geschreven aan deti president Richardot en aan den thesaurier Drenckwairt.
Minute, in omslag 20 Nu 33,
1602. 10 October. Antoine de Grevet meldt aan den magistraat van Roermond dat de ordonnansen, die dé bagaadje van zijne hoogheid verleden maandag naar Tongeren begeleidden, des nachts, terwijl zij in de omliggende dorpen ingekwartierd waren, door 18 è 20 kompag-niën kavallerie overvallen zijn ; dat de kompsgniën van den graaf van Mansfeit, den markies van Hemré en l enghien verslagen en vele officieren en soldaten gevan-«en genomen werden : dat Mr de Chalons door twee kogels gekwetst naar Maastricht is temggebragt, maar dat de bagaadje van zijne hoogheid , doordien zij in tijds te Tongeren was aangekomen, geen letsel bekomen heeft; hij zegt dat dit voorval zijne hoogheid evenwel tot heden heeft opgehouden, maar dat hij hoopt heden avond zonder gevaar te Thienen of minstens te S' Truijen aan te luimen.
ürig. fr. j;el. Anlhoine de Greuel, in omsljg I N° 32.
1(502, 13 October. De abt van S' Corneli Munster verklaart dat Quirinus Ringelborch sedert eenige jaren hij de conventualen aldaar het schoolmeestersambt uitgeoefend en de verpligtingen hem als zoodanig opgelegd met trouw en ijver vervuld heeft.
Orig. gel. Jo. Hcnr. abbas , ia omslag 20 N'0 3-i.
1602, 17 November. Het hof van Gelder te Arnhem maakt een plakkaat en ordonnantie op de waarde van het geld in het land van Gelre en Zutphen en beveelt tich daarnaar te regelen bij aflossing van hoofdsommen en betaling van renten , pandverschrijvingen , pensioenen en obligatiën.
Gedrukt exemplaar , in omslag 21 N° 14.
C02, 24 December. De stad Roermond schenkt , ui erkentelijkheid voor bewezen diensten, aan Bernardo
- 133 -
(lornelio cenen gouden gedenkpenning, verloonende op de voorzijde den H. Chrisloftel , patroon der stad, met. het omschrift
S. CHRISTOPHORVS PAT. CIVIT RVREMVND. en op de keerzijde het wapen der stad met het omschrift A HQ VIT AS IVDICfA TV A DO MINE.
Minuie met bijlagen , waaronder de dankbetuiging van Bernardo Cornelio in omslag 12 N0 6.
1002,31 December. Michiel van Foppinga schrijft aan den magistraat van Roermond vernomen te hebben dat de aartshertog genegen zoude zijn liet verzoek der stad in te willigen tot het iigten eener kompagnie van vier of vijfhonderd man om de stad lot gewoon garnizoen en verdediging te dienen; daar hij Z. M. gedurende 24 jaren gediend heeft, waarvan 14 als kapitein en als gouverneur van Rijnberk en andere plaatsen, stelt hij zich aan den magistraat tot bevelhebber van die opterigten kompagnie voor; tevens berigt hij dat aan Martin Benlinck de vergunning verleend is om vijf vendelen knechten aan te werven en hunne loopplaats in het ambt Montfort te kiezen.
Orig. get. Michel van Foppinga sit HcUinchouen, in omslag 20 INquot; 55.
1G02 —1609. Stukken betrekkelijk de verpachting van de pastoorstienden gedurende deze jaren.
Minuten , in omslag JON0 9.
1603. Januarij —December. Brieven van den stadhouder Herman van den Bergh aan den magistraat van Roermond, als :
9 Januarij. Over wanordelijkheden door de soldaten jegens de inwoners van Swalmen en Belfeld gepleegd.
23 Januarij. Over een door hem gegeven bevel om in het district Montfort hout te kappen tot versterking van Vcnio. 20
- 154 -
9 Maart. Over het innemen van het kasteel van Wachtendonk; de stadhouder voegt er bij dat ook de stad zoude genomen zijn geworden indien de bark, waarop zijn broeder zich bevond , niet door den storm
gezonken ware.
3 April. Waarschuwing om in de stad op te passen
van niet overrompeld te worden.
23 Mei. Over het uitblijven van cenig narigt van den aartshertog aangaande het gewone garnizoen, voor Roermond. •20 Junij. Over het onderhoud der soldaten te lloermond.
25 Junij. Een verzoek aan den magistraat om Corn. Ruyss, die uit de stad verbannen was, wederom als
burger aan te nemen.
7 Julij. Bevel om de kompie van Botbergen van bil-
letten te voorzien.
19 Julij. Over wanordelijkheden door het garnizoen
gepleegd.
26 Julij. 't Berigt dat het nog wel acht dagen kan duren voor men tegen de geuniëerden van Hoogstraten kan optrekken en bevel om inmiddels een kleine reduite te maken , waarin des nachts twintig man eene schuilplaats zouden kunnen vinden , ten einde de molens tegen eenen
aanval te beschermen.
10 December. Het toezenden van een schrijven van de vrouwe van Elmpt, inhoudende klagten over het afkappen en wegvoeren van brandhout in het Klmpter bosch door soldaten en burgers van Koermond ; de stadhouder verzoekt hem daaromtrent advies te zenden.
Orig. get. lierman conté de Bergh, in omslag 41 N0 9.
1G03, 8 Januarij, De magistraat van Roermond schrijft aan den aartshertog, aan den stadhouder en aan den president Richardot over de vergunning, die aan Martin Bentinck zoude verleend zijn tot het nemen van zijne
— löö -
loopplaats in het ambt van Montfort en geelt luin te kennen dat daardoor allerhande onheijl, verderben int inconvenienlen ontstaan zullen, die den geheelen ondergang van den kleinhandel, dien de arme inwoners thans nog met de ingezetenen van het Gulikcr- en Luikeriand kunnen drijven , zullen veroorzaken.
Minuien , in omslag 20 N0 56.
1603, 20 Januarij. De aartshertog Albert schrijft uit Gend aan den bisschop van Roermond dat het geenzins zijn voornemen is een gouverneur voor Roermond te benoemen , aangezien hij van de zware lasten, die de stad moet dragen, overtuigd is; wat de ligting van den kapitein Martin Rentinck in het kwartier van Montfort aangaat, daartoe heeft hij zijne toestemming niet kunnen weigeren, aangezien die kapitein van den heer van Riecht daartoe verlof bekomen heeft; het land zal echter geen last daarvan hebben.
Afschrift, fr. in omslag 20 N0 50.
1G03, 21 Februarij. De magistraat van Roermond geeft eene instructie aan den schepen Mathijs Rutkens, om zich naar het hof te Rrussel te begeven , ten einde aldaar over de belangen der stad te onderhandelen en voornamelijk om de gelijkstelling der stad Roermond met Venlo, op het punt der licenten en tollen, te verwerven.
Minute, in omslag 8 Nquot; 47.
1003, Maart—Junij. Verschillende brieven van Mathijs Rutkens uit Brussel aan den magistraat van Roermond geschreven over zijne aldaar gevoerde onderhandelingen.
Orig. in omslag \1 N0 10.
1603, 2 April. De magistraat van Roermond schrijft aan den stadhouder vernomen te hebben dat men de stad tot loopplaats voor een nieuw opterigten vendel van
- 156 -
Michiel van Foppinga zoude aangewezen hebben; hij deelt de zwarigheden mede die dit verhinderen en verzoekt de stad daarvan te verschoonen.
Minute , in omslag 19 N0 9.
1G03, 5 April. Caspar van Boetbcrch schrijft uit Brussel aan den magistraat van Roermond d.it men het berigt van hel overlijden der koningin van Engeland aldaar voor zeker houdt; dat, sedert men de artilleriestukken op de groote plala forma gesteld heeft, de belegerden in Ostende zich stil houden ; men verneemt dat zij slechts vier stukken hebben om zich Ie verdedigen en daar men van alle zijden nieuwe krijgslieden werft, hoopt men in staat te zijn den vijand te bedwingen en zijne ondernemingen te keer te gaan.
Orig. fr. geteekend Caspar de Boclbcrch, in omslag 19 Nquot;ö.
1G03, 'J7 April. Caspar van Boetberch berigt uit Brussel aan den magistraat van Roermond dat de koning van Schotland een ambassadeur aan de aartshertogen gezonden heeft met de verklaring niets anders tc begeeren dan te houden melle selve alle goede nabuerschap ende f'rundielicke correspondentie en de belofte al zijn volk uit Holland te ontbieden, zoodra hij de kroon zal ontvangen hebben; hij meldt dat de zaken vóór Ostende goed staan, dat het krijgsvolk den polder en de stad zoo ingesloten houdt dat geen schip in- of uitkomen kan , geldende daer een tonne biers achthien guldens ende een brood vier stwjvers ; tevens zendt hij een plakkaat vergunnende de vrije scheepvaart en handel op Spanje.
Orig. get. Caspar van Boelbcrch., in omslag 19 Nquot; 7.
1603, 29 April. Het hof van Gelder zendt aan den magistraat van Roermond een plakkaat op de openmge ende restauratie van de traffyeke ende commenschappen
— 157 -
van Spaiijnen met te landen van herwacrs oner, al cesl dal zij geweken sijn van de obedienlic van heure hoocheijden en de met alle andere intcoonderen van neutrale landen; levens aangaande liet pardon van hen, die tot dusverre zich vijandelijk gedroegen maar zich thans onder de gehoorzaamheid dier aartshertogen willen begeven.
Orig. gel. J. van Kerckhove, in omslag 1G N° i't.
1003, 6 Mei. l)e stadhouder lierman van den Bergh waarschuwt de stad voor den vijand en vermaant haar om goede wacht te houden.
Orig. get. lierman route de Bergh, in omslag 4 N0 1^.
1G03, 13 Mei. De magistraat van lloermond geelt aan de aartshertogen te kennen dat de stad gedurende de onlnslen steeds onder de gehoorzaamheid van den koning gebleven is , toen de andere omliggende plaatsen door de rebellen bezet waren; dat zij daarom steeds een groot garnizoen had terwijl de inwoners niet zonder groot gevaar hunnen handel drijven konden, hetgeen ten gevolge had dat de groote kooplieden zich elders vestigden, en de koophandel in de stad geheel te niet ging; daarenboven wordt Venlo thans meer dan Roermond bevoordeeld, zoodat die van Gulik, Aken, en andere omliggende plaatsen , die gewoon waren te Roermond te komen, zich thans naar Venlo begeven om iiunnen handel te drijven ; de magistraat stelt eenige punten voor om de evenredigheid tusschen Roermond en Venlo te herstellen en verzoekt tevens , in aanmerking van de groote sommen, die hij in vorige jaren tot reparatie der poorten en stadsmuren heeft moeten besteden , dat de nog overblijvende herstellingen uit de opbrengst der licenten zullen geschieden.
Geautli. afschrift, fr. gel. I'. Bussman, in omslag IONquot; 10.
— 158 —
1603 , 25 Mei. De stadhouJer Herman van tien Bergh waarschuwt de stad Roermond om op hare hoede te zijn tegen de aanslagen van den vijand.
Orig. get. lierman grave zu dem Bergh, in omslag 4 N0 Iquot;.
1603, 2 Junij. De stadhouder Herman van den Bergh schrijft aan de stad Roermond dat, alhoewel hare voorstad door de aartshertogen was aangewezen tot loopplaaats voor den kapitein Foppinga, hij hem nogtans naar Stralen gezonden heeft;daar echter deze kompagnie te sterk wordt, zoodat zij niet geheel daar logeeren kan, beveelt hij in de voorstad maatregelen te nemen om 100 man, die binnen weinige dagen zullen aankomen , te huisvesten. Orig. get. Herman grave zu dem Bergh, in omslag 4 N° IC.
1603, 22 September. De magistraat van Yenlo brieven ontvangen hebbende aangaande hanzezaken, schrijft daarover aan dien van Roermond , met de vraag om die brieven gezamenlijk te beantwoorden, voor 't geval dat ook dergelijke brieven derwaarts zijn toegezonden.
Orig. in omslag 10 N0 66.
1603, 13 November. Rekening en bewijsstukken der onkosten, veroorzaakt door do reparaliën aan de S'. Joris kapel op den steenweg gemaakt tot het inrigten der m/er
scholen.
Orig. in omslag 18 N0 48.
1603, 13 November. De aartshertog Albert beveelt de stad Roermond om de kompagnie ruiters van graaf Hendrik van den Bergh in te nemen en op de gewone manier te doen verzorgen.
Inliggend een schrijven van den stadhouder over
dezelfde zaak.
Orig. gel. Albert , Hem, conté de Bergh , in omslag 11 N0 3.
1G03, 1 December. De magistraat van Roermond beklaagt zich bij den stadhouder over het groot getal soldaten binnen de stad in garnizoen gelegd, en zendt een afschrift van die klagt aan graaf Hendrik en aan den bisschop van Roermond.
ïnliggend het antwoord van den stadhouder, van graal' Hendrik en van den bisschop.
Minule en originelen, in omslag J1 N0 4.
1603, 15 December. De magistraat van Roermond geeft aan den stadhouder nogmaals de onmogelijkheid te kennen om alle ruiters in de stad aanwezig behoorlijk te kunnen logeeren en verzoekt dringend dat 50 of ten minste 40 daarvan naar eene andere plaats mogen gezonden worden.
ïnliggend het antwoord van den stadhouder.
Minute en orig. in omslag i { N0 10.
1003, 16 December. De aartshertog Albert berispt den magistraat van Roermond dat hij, niettegenstaande zijne sauvegarde , het klooster der zusters van den derden regel van S' Dominicus met inlegering bezwaard heeft.
Orig. fr. gel. Albert , in omslag G N0 13.
1604. Rrieven van den stadhouder Herman van deti Bergh, gedagteekend uit Venlo aan de stad Roermond:
13 Januarij. Over de tijding van den gouverneur van Maastricht ontvangen dat de vijand op die stad een aanslag heeft gedaan, die verijdeld werd.
12 Februarij. Waarschuwing dat de ujand op Roermond aantrekt en raadgeving om onmiddellijk aan den aartshertog eenige kompagniën infanterie aan te vragen.
13 Februarij. 't Rerigt dal de vijand zich verzameld heeft, de gemutineerden zich met hunne kavallerie daarbij aangesloten hebben en zij het gezamenlijk op de eene of andere stad van dit kwartier gemunt hebben.
— 160 -
19 Februarij. Een schrijven bestemd voor den drost van Salland, met bevel om onmiddellijk 50 soldaten naar liet slot Montfort te xenden.
19 Februarij. De stadhouder meldt met genoegen vernomen te hebben dat in Koermond 400 man van het regiment van Weisleben zijn aangekomen, zoodat hij denkt dat de stad thans niets meer van den vijand te duchten heeft; hij vermeent dat deze van Erkelens op Stralen zal trekken en verzoekt van voornoemd regiment 200 man derwaarts te zenden, waartegen hij 200 man uit Weert zal ontbieden en naar Roermond zenden.
26 Februarij. Kennisgeving dat de gemutineerden Erkelens verlaten en den weg naar Keulen genomen hebben; dat het thans onnoodig is hem de 200 gcvraogde soldaten te zenden.
28 Februarij. 't Berigt dat zijn broeder Hendrik op beve\ van den aartshertog naar Roermond gezonden is om aldaar bevel over het garnizoen te voeren en voor de bewaking der plaats verantwoordelijk te zijn; de stadhouder beveelt derhalve hom de sleutels der stad ter hand te stellen.
30 Maart, 't Bevel om bet krijgsvolk vun den baron van Anholt in de voorsteden te logeeren.
20 April, 't Berigt dat hij van den aartshertog hel bevel kreeg om de rerruten die de kapiteins Drossart van Salland (1), Efferen enUnca, ter aanvulling hunner kom-pagniën gemaakt hebben, in Roermond te doen logeeren.
Orig. gedeeltelijk Ir. get. Herman graue zu dein Beryh, in omslag 11 N0 28.
(I [)e drossart van Sallai d was lijdelijk kuu maudaut van Itumuond.
■OOOO ChOO-f^
van het
DER GEMEENTE
2e STUK. 2e AFLEVERING.
Bijlage tot het verslag van den toestand der gemeente over het jaar 1872.
ROERMOND,
snelpersdruk van j. j. romen.
1600, 4 October. Levasseur verzoekt namens den aartshertog den stadhouder Herman van den Bergh de drie duizend gulden, die in het land van Gelder tot betaling eener kompagnie van het regiment van den heer van Hachicourt gereed liggen, naar Brussel te zenden en ten spoedigste in handen van den thesaurier van der Beke te doen storten, daar de aartshertog die kompagnie wil in 't veld brengen.
Orig. gedagt. uit Brussel en get. Levasseur, in omslag 15 N0 14.
1600, 16 October. De aartshertog berigt aan de staten van het Overkwartier dat hopman Steven van Ysendorn reeds voldaan heeft aan zijnen last tot het zamenstellen van eene kompagnie van 200 voetknechten onder het regiment van den heer van Hachicourt, zoodat deze kompagnie slechts gemonsterd behoeft te worden; hij geeft bevel den commissaris Matheus Butkens ten spoedigste naar Brussel af te vaardigen met de penningen door de staten van het Overkwartier onlangs ingewilligd lot betaling van eene maand soldij van voorschreven kompagnie; deze penningen zullen van de bede gekort worden.
Orig. gedagt. uit Brussel en get. Albert, Levasseur, in omslag 15 N0 15.
- 162 -
1600, 13 December. Steven van Ysendorn, kapitein eener kompagnie infanterie onder het regiment van den baron van Hachicourt, geeft kwijting aan de staten van het Overkwartier eener som van 1834 ponden, 40 grooten vlaamsche munt het pond , strekkende tot betaling van eene maand soldij van zijne kompagnie, ingevolge bevel van den aartshertog dd. 16 October en naar eene overgelegde lijst van betaling.
Orig. gedagt. uit Roermond en gel. Stephen, van Ysendorn van Bloys , in omslag 15 N 16.
1601, 30 September. De staten van het Overkwartier schrijven aan den licentiaat Ryswyck te Brussel dat de stad en hel ambt Gelder het hoogst noodzakelijk geacht hebben hunne particuliere gezanten ten hove af te vaardigen; de staten bevelei, hem die afgezanten aan en zenden hem tevens eene bijzondere informatie of instructie nopens de ondragelijke lasten, die gemelde stad en ambt zoo als ook het geheele kwartier zijn opgelegd, met het verzoek daaromtrent een rekwest te willen opstellen en dit aan de aartshertogen, namens het kwartier, over te leveren.
Minute, met een afschrift van de bedoelde instructie, in omslag 15 N0 17.
1601 , 13 October. De staten van het Overkwartier schrijven aan den stadhouder dat zij, na hunne inwilliging eener bede ten bedrage van 10000 gulden per maand voor één jaar, gehoopt hadden de bezwaren van het kwartier opgeheven te zien, waardoor het den ingezetenen mogelijk zoude gemaakt worden hunne quota's in die bede te kunnen opbrengen ; dat evenwel in den afgeloopen zomer het leger, tot ontzet van Rijnberk bijeengebragt , door het dorschen, vernielen en verwoesten zoo der te veld staande als der gemaaide veldvruchten als ook van
— 163 -
het hooi en stroo, op de plaatsen waar dit leger vertoefde , niets heeft overgelaten; dat de inwoners behalve het groot aantal wagens, paarden en pionniers dat zij moesten verschaffen ook nog met een ondragelijk servies van brandstoffen en fouragiën voor het groote garnizoen te Gelder en Stralen bezwaard werden en daarenboven mainentlich grote summen voir de gealterehrden soldaten in Wier dl hebben moeten opbrengen. De staten verzoeken den stadhouder ten spoedigste middelen te beramen om deze onoverkomelijke lasten te doen ophouden, opdat de inwoners niet uit armoede tot verleup und onderganck komen.
Minute, in omslag 15 Nquot; 18.
1601 , 21 October. Michiei van Foppinga schrijft uit Brussel aan de staten van het Overkwartier dat aan de rekenkamer te Roermond bevel gezonden is tot het onderzoeken der rekening van de schade, die het kwartier boven de bede van 10000 gulden per maand geleden heeft, en tot het korten van die schade op het overblijvende gedeelte der bede ; de zaken van üstende gaan vooruit; den vorigen donderdag waren de materialen in het leger aangekomen tot het sluiten van het kanaal naar Blankenberg; de vijand in de stad was niet meer zoo moedig als voorheen; er was binnen de stad eene ziekte ontstaan door de lijken, die door het hooge water uit het kerkhof gespoeld werden; Don Juan de Bracamonte . die de nieuwe Spanjaarden en Italianen in dit land voerde, werd benevens den persoon, die de tijding der bevalling van de koningin bragt, met een mosquet doot geschoten. Inliggend een brief van Reinier van Ryswick over de korting der schade op het overblijvende gedeelte der bede.
Orig. gel. Michel van Foppinga, in omslag 15 N° 19.
— 164 —
1601, 6 November. De rekenkamer van Gelderland verzoekt den staten van het Overkwartier eenen slaat over te zenden van hetgeen zij op mindering der bede van 10000 gulden in de maand betaald hebben, ten einde met interventie der staten tot de liquidatie overtegaan en die ten hove op te zenden.
Orig. gedagt. uit Roermond en geieekend Luijtens , in omslag d5 Nquot; 20.
1601, 6 November. De gedeputeerden der staten van het Overkwartier rigten tot de steden en ambten van dat kwartier het verzoek eenen behoorlijken staat in te zenden van de schade, die ieder kerspel afzonderlijk door het krijgsvolk geleden heeft en die op de bede mag gekort worden. Inliggend de gevraagde staten.
Minute en afschriften, in omslag 15 N0 21.
1601, 23 November. De inwoners der heerlijkheid Walbeek en Twistede berigten aan de staten van het Overkwartier dat het kerspel Walbeek, vermits het in via regia ligt, door de menigvuldige en dagelijksche inlege-rungen, dorlochten und ouerloep van soldaten dermate verwoest is dat een derde gedeelte der landerijen onbebouwd blijft liggen en slechts een klein aantal der inwoners overgebleven is, die den zwaren last niet langer dragen kunnen ; toen de Admirant te Lottum lag zijn vele huizen afgebroken en 42 afgebrand geworden, zoodat thans geen tiende gedeelte der huizen meer bestaat en het getal inwoners slechts voor een tiende gedeelte overig is; de veldvruchten van den vorigen oogst zijn, door het heen en weêr trekken der soldaten, voornamelijk bg het overgaan en het ontzet van Rijnberk, geheel vertreden, daar die soldaten buiten de wegen midden door het veld trokken, de vruchten met gansche hoopen naar Arcen medenamen
— 165 —
en later ook oog halen kwamen; daarenboven moeten deze inwoners nog bijdragen voor de soldaten te Weert terwijl de ruiters van den graaf van den Bergh twee è drie maanden extra ordinaris vorderen.
Aan den voet staat: Dit bekinn ick Hcnricus Vorslius pastor tot Walbeek mil eigener handt geschreven to hebben vnd alles meer als waer tho sien.
Orig. met het opgeplakte schepenzegel der heerlijkheid, in omslag 16 N° 1.
1604, 26 Maart. De staten van het Overkwartier geven eene instructie aan Arnold van Boedbergh, erfmaar-schalk, en aan Maarten van Broeckhuysen, heer te Oeyen, ten einde zich naar den landdag te Nijmegen te begeven en aldaar te onderhandelen over aangelegenheden die betrekking hebben op de wederzijdsche contributiën. de loslating van gevangenen en de afschaffing van de door Elias Goris uit Nijmegen gevorderde opstuivers.
Orig. get. Bossman, in omslag 16 N0 2.
1604, 26 Maart. De staten van het Overkwartier berigten aan de staten der drie beneden kwartieren , te Nijmegen vergaderd, dat de buitengewoon zware contributiën en daarop gevolgde executiën sampt anderer undreeglicker beschwehrunghen, waaronder het verarmde Overkwartier gebukt gaat , zijn geheelen ondergang zal veroorzaken , indien daarin niet voorzien wordt; zij hebben daarom den erfmaarschalk Arnold van Boedbergh en Maarten van Broeckhuysen tot hen afgevaardigd en verzoeken de drie kwartieren, als medeleden van hetzelfde vorstendom, te willen medewerken opdat vermeld kwartier von den apparenten onderganck und verloop der inwohneren, bie allen middelen van verlichtinge und soulaigement, sael mogen preservehrt werden.
Minute, get. Bossman, in omslag 15 N° 5.
- 166 —
1604, 29 Maart. De staten van het Overkwartier schrijven aan den stadhouder dat zij in hunne tegenwoordige vergadering uit de ambten menigvuldige en zware klagten ontvingen, als zijnde die ambten niet alleen van de zijde der aartshertogen maar ook van de andere zijde sedert vele jaren met contributiën boven hunne magt en vermogen bezwaard; dat zrj door de muitende soldaten te Grave , zoo als ook voorheen door die van Sichem, Diest, Weert en Hoogstraten, onchrisllich exaction-neert en met ondragelijke contributiën, fouragiën en ser-vicen zijn bezwaard geworden ; daarenboven moesten zij te Venlo, Gelder en elders pionnieren en de leverantiën van stroo, fascienen, brandhout en hout voor de fortificatiën van steden en vesten overladen, terwijl zij tevens van inlegeringen, heen- en weértrekken enz. veel te lijden hadden. Ten gevolge van dit alles vertoont zich zulcke extremiteit und ruine, dat de zaken op dien voet niet langer kunnen staande gehouden worden ; derhalve verzoeken de staten den stadhouder de onderdanen van alle sulcke ondrechlicke heswernissen van contributiën und brandtschattingen, enz. te bevrijden. De staten verzoeken tevens de onraadspenningen te mogen blijven heffen als noodzakelgk zijnde voor hunne dagelijksche behoeften.
Orig. in omslag 16 Nquot; 4.
1605-1606. Verschillende stukken handelende over de
wederzijdsche contributiën en de deswegens gedane executiën.
Orig. in omslag 16 N0 5
1605, 9 September. De gedeputeerden der staten van hel Nijmeegsche kwartier leggen aan de staten van het Overkwartier eene rekening over van de verterings
- 167 -
en executie kosten der gevangene huislieden uit het Over-kwartier in het jaar 1605.
Orig. met een afschrift der rekening, in omslag 15 N» 13.
1616, Junij. De afgevaardigden der staten naarBinche gezonden tot het afleggen van den eed aan den koning geven verslag aan de staten aangaande het ten uitvoer brengen van hun mandaat.
Minute, in omslag 15 Nquot; 1.
1617, 19 September. De staten van het Overkwartier geven aan de aartshertogen te kennen dat vóór de op-rigting der kanselarij alle zaken door de ridderschap van het land of door eenigen hunner daartoe opgeroepen beslist werden, zonder ander hoofd dan den hertog of zijnen stadhouder ; dat vervolgens de voorkomende regts-zaken aan een getal van twee of drie regtsgeleerden, bij forme van assesseurs, waren opgedragen, terwijl bij de komst van keizer Karei de kanselarij van twee leden ende hoejfden Judiciis werd ingesteld; het eerste hoofd bestond uit den stadhouder generaal en de adellijke raden, het tweede uit den kanselier en de andere raden, vroeger in kwaliteit van assesseurs ; tie eerste raden deden den eed aan den stadhouder , de laatste aan den kanselier. Hieruit blrjkt dat de adellijke raden aan den stadhouder verbonden waren en hun derhalve na hem en den kanselier de voorrang werd toegekend; daar deze voorrang hun gedurende de onlusten door toegeeflijkheid van eenige adellijke raden ontnomen werd, verzoeken de staten dat zij in hunnen ouden rang hersteld worden.
Orig. met verdere stukken tot die zaak betrekkelijk, in Doleantiën en orders, deel V blad 13-135.
- 168 —
1618. De abdis van het Munster klooster te Roermond geeft aan de staten van het Overkwartier te kennen dat haar klooster door de aartshertogen beiast geworden is met het onderhalt van eene arme miserable persoen inde cost en kleederen te versien off die selve vuyt te reycken jaerhcx 120 brab. guldens, tot welke belasting de aartshertogen geen anderen titel kunnen bijbrengen dan alleen het voorgeven dat zij bij hunne eerste inkomst in de abdijen en andere kloosters onder hun gebied eene prove mogen begeven ; dit heeft echter hier nooit plaats gehad en is ook voor het klooster een al te groote last om bij voortduring gedragen te worden, te meer daar het op het punt van contributiën geen vrijdom geniet; zij verzoeken derhalve dat de stalen bij de aartshertogen aandringen om het klooster voortaan van dezen last of uitkeering te ontheffen.
Orig. get. Anna van Ruischenberch , abdis; Johanna van Eynallen , prioerse; Elisabeth van Schaloun , kel-lerssen ; Agnes van Ruischenberch , cappellenersse ; Maria . Catharina van Pallandt, cuslersen; in omslag 15 Nquot; 7. Vergel. de kwarliersrecessen deel VI bladz. 45.
1619, 11 Januarij. De staten van het Overkwartier erkennen Jo: Adriaan, heer te Hoensbroek , als erfmaar-schalk van het kwartier en geven bevel hem als zoodanig op de riddercedel aan te teekenen.
Afschrift ia kwartiersrecessen, deel VI. bladz. 123.
1619, 16 Januarij. De staten van het Overkwartier geven aan den stadhouder kennis van het door hen gevoerde proces tegen Werner Bacxen wegens zijne benoeming tot costumieren raad in het hof van Gelder en lot drost van Monlfort; dat de beslissing van dit proces tqn laatste aan den grooten raad van .Mechelen is opgedragen ,
— 169 -
die de zaak op de lange baan zoekt te schuiven, zoodat het te voorzien is dat intusschen genoemde Bacxen komt te overlijden en wederom een vreemd persoon in zijn plaats benoemd wordt; zij achten het derhalve beter de zaak in der minne te schikken als dit op de volgende wijze kan geschieden: zij willen van het regUgeding afzien en de meening der aartshertogen eerbiedigen, wanneer deze beloven voortaan geene vreemden maar uitsluitend Gelderschen tot betrekkingen in het Overkwartier te zullen benoemen. De staten verzoeken den stadhouder zijne beste pogingen aan te wenden om de aartshertogen tot deze minnelijke schikking te bewegen.
Afschrift in kwartiersrecessen , deel VI bladz. 129.
1619, 17 Januarij. De staten van het Overkwartier rigten een schrijven tot den stadhouder, waarin voornamelijk verzocht wordt :
1° dat het hof geene revisie van vonnissen neme, zoo niet de hoofdsom 200 gulden bedraagt of personele actiën ten gevolge heeft, waarvan de beslissing, zoowei bij de nieuwe als bij de oude kanselarij instructie , lot de bevoegdheid der subalterne regters behoort.
2° dat een ernstig bevel aan den momboir gegeven worde om de onderdanen volgens de privilegiën mü ordentlick stadt- ende landlregt aen te spreecken.
3quot; dat de betrekking van momboir, opengevallen door zijne benoeming tot raad in het hof, aan een Geldersch-man gegeven worde.
4quot; dat een auditeur in het Overkwartier benoemd worde daer mü die boosheit onder die soldaeten niet onge-straefft mach blieuen.
5° dat aan het hof bevolen worde die publicatién van enquesten in criminele processen generalick te doen , soe wel in saecken hangende in den raedl als andere gerichten.
- 170 —
6° dat eene resolutie genomen worde aangaande de zitting der cosluraiere raden en die bepaald worde zoo als zulks oudtijds plaats greep.
7° dat eindelijk eens een voldoend besluit genomen worde aangaande den adellijken vrijdom , niemand voortaan tegen het privilegie de non evocando voor eene andere regtbank getrokken worde, de licenten op de rivier de iMaas gelegen verminderd worden , de steden hare verschoten placquillios terug bekomen en de bisschop genoodzaakt worde tot het voldoen van zijne quota in de beden wegens zijne tienden te Odiliënberg.
Orig. get. J. van Ryckenroy , in margine beantwoord door den stadhouder, gedagteekend uil Roermond en geteekend Henrich graff iu dem Bergh , in Doleantiën en orders , deel III blad 95-109.
1619, 30 Januarij. De staten van het kwartier van Arnhem verklaren dat in hun kwartier volgens het oude en nog heerschende gebruik alle personen, 'l sye heeren off onderheeren , adel off onadel over alle civile zaken, hoedanig die ook zijn mogen , acngesproecken ende gecon-venieert moeten worden onder de respective slat, lanl ende aendere ■particuliere gerichlen, daeronder sij wonen ende resideren , sonder daervan te moegen worden geevociert ten waere sy lujden hen andere gerichlen hadden gesubmütiert.
Orig. ter Ordtie geteekend Verslegen secretaris, in Doleanliën en orders, deel lil blad Hl.
1619, 30 Januarij. De staten van het Overkwartier rigten een schrijven tot het hof van Gelder te Arnhem, waarbij verzocht wordt in margine te willen verklaren: dat naar de oude en hedendaagsche gewoonten de onderdanen der kwartieren van Nijmegen, Zutphen en Arnhem in civiele zaken ter eerste instantie moeten aangesproken en in reglen getrokken worden voor de stadt,
— 171 —
landt ende andere particuliere gerichten daeronder deselue immediate resorliren, utgenoemen in speciale casibus bij de ordonnanlie van de cantcelrije ulgedruckl.
In margine geeft het hof de verlangde verklaring
ürig. in margine gedagt. uil Arnhem en gel. Engelen in Doleanliën en orders, deel III blad 112.
1619, 18 Februarij. De gedeputeerden der staten van het Overkwartier geven kennis aan het hof van Gelder dat door den pastoor van Venlo, op last van den bisschop van Roermond, een bevel afgekondigd en aangeplakt is geworden; daar dit bevel strafbepalingen inhoudt en tot verkorting strekt van de autoriteit der aartshertogen en van alle onderheeren en offlcieren, verzoeken zij mede-deeling van het hof te bekomen, hoe zij in die zaak handelen moeten. Het hof verzoekt gecommitteerden naar den bisschop te zenden, ten einde te trachten de zaak in der minne te schikken.
Geauthentiseerd afschrift., geleekend J. van Kerck-houe, mei een afschrift van hel bisschoppelijk bevel, in Doleanliën en orders, deel III blad 125. 126. Vergelijk de kwarliersrecessen , deel VI bladz. 138.
1619, 23 Maart. De aartshertogen berigten aan de staten van het Overkwartier dat de koning van Groot-Brittannië door zijnen aan hun hof residerenden agent heeft doen te kennen geven groote vorderingen ten laste der provinciën te bezitten; deze vorderingen zouden gegrond zijn op de linie dezer provinciën van 9 Januarij 1577 en op verpligtingen zoowel door de generale staten als door eenige staten in 't bijzonder tegenover wijlen de koningin Elisabeth aangegaan ; daar deze vorderingen belangrijk zijn niet alleen wegens de groote sommen, waaruit zij bestaan, maar ook wegens het tijdverloop en
de aanmerkelijke veranderingen, die daarin gemaakt zijn, bevelen de aartshertogen den staten iemand aantewijzen die op de hoogte der vroegere omstandigheden is en dien persoon op den lO'0quot; April e. k. naar Brussel af te vaardigen ten einde met de afgevaardigden der overige provinciën het regtmatige dezer vorderingen te overwegen.
Afschrift, fr. in kwartiers recesten deel VI bladz. 140 Vquot;.
1619, 4 April. Nadat het schrijven der aartshertogen van 23 Maart. II. in de vergadering der staten van het Overkwartier voorgelezen was verklaren die staten wel toegetreden te zijn tot de Unie opgerigt in het jaar 1576 volgens de pacificatie van Gend , maar geenszins tot die van 9 Januarij 1577; zij begrijpen ook niet dat het Overkwartier eenige obligatie aan de koningin Elisabeth gegeuen, geteeckent oft jemanden om die te teeckenen last gegeuen heeft: dat dit kwartier toenmaals gedeputeerden naar Brussel gezonden heeft en aldaar heeft doen voorstellen om ten dienst der staten generaal 1000 paarden te onderhouden, maar daarbij uitdrukkelijk te kennen heeft gegeven dal men niet en gedocht yetwes wyder totten chrieschandel toe contribueeren ende dat alsulcke presentatie van 1000 peer den, van wegen den staeten generael aengenomen ende acte van alsulcken bedingh ende protes-latie verleent were. De staten vermeenen derhalve niets met de vorderingen van den koning van Groot-Brittannië te doen te hebben en besluiten geen afgevaardigden naar Brussel te zenden maar hunnen pensionnaris Haghen aldaar te gelasten aen hunne durch' hoichquot; van wegen desen quatier die onderdenichste ende gehoirsaemste excusatie aen te dienen, niettemin dat hij int heymelick sich van alles solde ervorsschen ende er kundig en wie die ob lig a tien geteickent heeft, ende van alles copie sien te becomen.
Afschrift in kwartiersrecessen , deel VI bladz. 141.
— 173 —
1619, 10 Mei. De aartshertogen geven akte van aanneming der bede van 50000 gulden, die door de staten van het Overkwartier voor het loopende jaar ingewilligd is.
Orig. gedagleekend uit Diesl en geteekend Albert, Isabel, Verreyken, in Doleantiën en orders, deel III, blad J29.
1619, 10 Mei. De staten van het Overkwartier klagen aan de aartshertogen over aanmatigingen van het hof van Gelder, voornamelijk in zake van revisie. In margine het antwoord der aartshertogen.
Orig. io margine gedagl. uit Diesl en geteekend Albert, Isabel, Verreyken , in Doleantiën en orders , deel 111 blad 131.
1619, 2 Augustus. De secrete raad verleent akte van non-prejuditie aan de staten van het Overkwartier wegens den vrijwilligen afstand van hunne ingestelde regtsvorde-ring aangaande de benoeming van Werner Bacxen tot costumieren raad in het hof van Gelder en tot drost van Montfort.
Orig. perk. met het opgeplakte zegel van den secreten raad en geteekend de Berti , in Doleantiën en orders , deel lil blad 153.
1619, 5 September. De aartshertogen bevelen den stadhouder van Gelder om het reglement op het beleid van justitie zoo als ook de kanselarij instructie te handhaven en te waken dat in geenen deele iets daartegen ondernomen worde.
Afschrift, in Doleantiën en orders, deel 111, bl. 134.
1619, 30 October. De aartshertogen geven, op verlangen der staten van het Overkwartier, autorisatie aan
den stadhouder tot het opmaken eener akte, inhoudende vergunning tot het verminderen , ten bedrage van 11%, van alle schulden in vroegeren tijd aangegaan, toen de geldspeciën minder in waarde waren dan thans het geval is; voorts veroorloven zij den koers der rijksdaalders van goed allooi te stellen op den prijs van 46% stuiver, de halve en vierdedeelen naar advenant , en vergunnen den koers der pertgens en andere kleine munten, die volgens verleend octrooi vroeger in het Overkwartier geslagen zijn of thans daarin nog geslagen worden.
Geaulhenliseerd afschrift, fr. geleekend J. van Kerckhoue, in Doleanlicn en orders, deel III blad 168; zie de publicatie daaromtrent dd. 7 Maart 1620, bladz. 186; zie ook omslag 12 Nquot; 22.
1619, 9 November. De staten van het Overkwartier maken eenen staat op van de onkosten door het afschrijven op perkament en het drukken der landregten van het Overkwartier veroorzaakt.
Minute, in Doleantiën en orders, deel III blad 182. Vergelijk de kwartiersrecessen deel VI bladz. 180 vquot;.
1619, 30 December. De aartshertogen berigten aan de staten van het Overkwartier dat zij aan Hendrik van den Bergh, stadhouder , en aan Hendrik üwens, kanselier, den last opdroegen in de vergadering dier staten van 15 Januarij 1620 het voorstel van eene bede te doen.
Orig. gedagt. uit Brussel en geteekend Albert, Jsabel, Verreyken , in Doleantiën en orders, deel III blad 170.
1619, 30 December. De aartshertogen geven eene instructie aan den stadhouder en aan den kanselier tot het voorstellen eener bede aan de staten van het Overkwartier, ten bedrage van 60000 gulden ; zij geven daarbij te kennen dat de landszaken nog op denzelfden voel
- 175 -
als vroeger gebleven zijn en de lasten in plaats van te verminderen nog zijn toegenomen, voornamelijk door de kosten ter versterking der grenssteden en door andere dringende behoeften.
Orig. fr. gedagteekend uit Brussel en geteekend Albert, Isabel, Verreyken, in Doleantiën en orders, deel III blad ili.
1620 — 16-21. Briefwisseling van de staten van het Overkwartier met G. Haghen, hunnen agent te Brussel , voornamelijk betrekking hebbende op het drukken der land- en stadregten van het kwartier, op het munt plakkaat, de aanneming der beden, het privilegie de non evocando, over het doen van vereeringen te Brussel, over de benoeming van eenen momboir bij het hof van Gelder, over de licenten en het bekomen van sauvegarde brieven.
Orig. en minuten, in omslag 12 N0 12.
1620, 21 Januarij. De staten van het Overkwartier geven, ingevolge bekomen octrooi van de aartshertogen dd. 20 September 1619, commissie, aan Johan Hompes, boekhandelaar te Roermond, tot het doen drukken en verkoopen der landregten van het Overkwartier.
Minute , in kwarliersrecessen , deel VI bladz. 182.
1620, 21 Januarij. De staten van het Overkwartier stellen eene nota op der kosten veroorzaakt door het maken en afdrukken eener koperen titelplaat vóór de uitgave der landregten van het kwartier; deze kosten bedragen als volgt :
22
— 176 —
A en |
2 gl. 4 |
sl. | |
Aen |
teeckenen van den titel aen m' Rubento. |
12 „ 0 | |
Aen |
flans Collart voort snyden..... |
65 „ 0 | |
Aen |
de letteren te snijden....... |
2 „ 0 |
» |
Aen |
4 „ 10 |
gt;gt; | |
Aen |
10 „ 0 | ||
Port |
van brieuen te besorgen..... |
8 „ 0 |
Totaal 103 gl. 14 st. Kwarliersrecessen , deel VI bladz. 180 V.
1620, 21 Januarij. Aangezien de staten vanhetOver-kwartier vele klagten ontvingen over het heffen van den 20quot;quot;' penning op erffguederen inde Gevnieerde Prouincien, sunst Oisllandt ende verscheydene plaetsen in Duylschlandt, die door personen uit het Overkvvartier verkocht worden, nemen de staten het besluit dat voortaan in het Overkvvartier op gelijke wijze zal gehandeld en bij verkoop van goederen in het kwartier gelegen evenveel zal geheven worden ais in het land, waartoe de verkooper behoort, van ingezetenen van dit kwartier geheven wordt; de staten bepalen levens dat de daaruit voortspruitende gelden ten bate zullen strekken der gemeente waarin die goederen gelegen zijn.
Minute, in kwarliersrecessen, deel VI bladz. 183 v0.
1620, 21 Januarij. De staten van het Overkwartier schrijven aan de aartshertogen dat zij voor het loopende jaar eene bede toegestemd hebben ten bedrage van 35000 gulden; zij geven daarbij te kennen geen hooger bedrag te kunnen toestaan aangezien de inwoners van het kwartier zoo door de voorgaande oorlogen als door misgewassen in zeer groote schulden geraakt zijn, waarvan zij ter naauwer nood de interessen voldoen kunnen; ook zullen de aartshertogen zich herinneren de armoet, miserie
— 177 -
ende hongersnoot daerinne het meerendeel der onderdaenen ïti de voorss. jaren van missgewass geweest sijn, ende om den honger te stoppen broot van spuerie, mit wortelen ende raepen gemenght en gebacken, hebben moeten eten ende genyeten. De staten vertrouwen derhalve dat het toegestane bedrag door de aartshertogen aangenomen zal worden.
Minute in kwarliersrecessen, deel VI bladz. 478 vquot; volgg.
1620, 4 Februarij. De staten van het Overkwartier vergunnen aan den raadsheer Bree, die zich wegens het drukken der landregten van het kwartier naar Keulen begeven moet, zich op kosten van het kwartier door twee ruiters te doen vergezellen dweil het tusschen wegen vast sorgelick rexjsen is
Kwarliersrecessen, deel VI bladz. 187. Zie ook aldaar bladz. 191.
1620, 25 Februarij. De stadhouder schrijft aan den magistraat van Roermond dat door de staten van het Overkwartier geklaagd is over de revisie van vonnissen; hij herinnert derhalve aan het plakkaat van het jaar 1613, waarbij die revisiën verboden worden.wanneer de zaak slechts eene kapitale vordering geldt van 200 gulden of daarbeneden en wanneer de tot de revisie bepaalde termijn verstreken is.
Orig. gedagteekend uil Annendael en geleekend Hen-rich graft zu dem Bergh, in Doleantiën en orders , deel III blad 484.
1620, 30 Maart. De aartshertogen berigten aan de staten van hel Overkwartier de toegestane bede niet te kunnen aannemen; zij hadden verwacht dat deze in plaats van verminderd tol een hooger bedrag zoude toegestaan zijn, aangezien de groote lasten en onkosten, zoo van fortificatiën als anderszins, zulks vorderden; zij stellen
— 178 —
derhalve het bedrag op 45000 gulden vast, vertrouwen dat de stalen daarmede genoegen zullen nemen en daarenboven een nieuw bedrag zullen toestaan als de nood mogt vorderen hen andermaal daartoe bij elkander te roepen.
Orig. gedagleekend uit Brussel en geteekend Albert, Isabel , Verreyken, in Doleantiën en orders , deel ill, blad 190.
1620, 30 Maart. De aartshertogen verleenen aan de staten van het Overkwartier kwijtschelding op de bede over het loopende jaar ten bedrage van 10000 gulden , ter oorzake van den lagen prijs der granen en overige veldvruchten.
Orig. gedagi. uil Brussel en geleekend Albert, Isabel, Verreyken, in Doleantiën en orders , deel lil blad 191.
1620, 29 April. De staten van het Overkwartier schrijven aan den stadhouder dot alle handel met de aangrenzende Luiksche, Keulsche, Guliksche en Kleefsche landen moet ophouden wanneer het muntplakkaat nageleefd wordt , zoodat de ondergang van het kwartier daarvan het gevolg zal zijn, daar de kooplieden het verlaten zullen om zich in neutrale landen te vestigen; zij roepen derhalve zijne medewerking in ten einde een bekwaam middel le vinden om dit te verhoeden.
Minute, in omslag 12 1N° 34.
1620, 5 Mei. üe staten van het Overkwartier nemen het besluit zich tot het hof van Gelder le wenden met het verzoek om de vergunning zoo spoedig mogelijk le willen verleenen tol de publicatie van het thans afgedrukte landregt van het kwartier, ten einde aan de onderheeren en drossarden bevel kan gegeven worden tot het publiceren daarvan in alle plaatsen waar men het regt daartoe bezit; zoo als in de ambten Kessel, Montfort, Gelder,
— 179 —
Stralen, Kriekenbeek, Middelaar, Cruchten en Berck, en in de steden Roermond, Venlo, Gelder, Erkelens, Stralen en Wachtendonk.
Kwarliersrecessen, deel VI, bladz. 189.
1620, 5 Mei. Het hof van Gelder zendt aan den magistraat van Roermond gedrukte exemplaren der landen stadregten van het Overkwartier, onlangs door de staten van dat kwartier ontworpen en door de aartshertogen geconfirmeerd, en geeft bevel deze confirmatie brieven , die zich vooraan in elk exemplaar bevinden, te doen publiceren op de gewone wijze op zondag 17 Mei.
Orig. geleekend J. van Kcrckhoue, in Doleanliën en orders, deel III blad 202.
1620 , 15 Mei. Het hof van Gelder gelast aan Dirk Patientie, bode der kanselarij, op zondag 17 Mei te Swaimen en Assselt op de gewone wijze overtegaan tot de publicatie der brieven van de aartshertogen, inhoudende de confirmatie der land- en stadregten van het Overkwartier ; deze publicatie zal plaats hebben zonder nadeel te berokkenen aan de geregtigheid dezer heerlijkheid, waarover thans verschil bestaat tusschen de aartshertogen en den heer van Hillenraad.
Orig. geleekend J. van Kerkhoue, met hel opgeplakte zegel van hel hof, in Doleanliën en orders, deel III blad 203.
1620, 30 Mei. Het bureau van financiën meldt aan de staten dat de aartshertogen voor het algemeen welzijn eene menigte krijgslieden te paard en te voet zullen doen werven, waarvan eenige in het Overkwartier; het dage-lijksch onderhoud zal hun verschaft worden tot dat zij het kwartier verlaten, ten einde losbandigheid te voorkomen; lid bureau verzoekt aan de kapiteins met de werving
- 180 —
belast de behulpzame hand te verleenen opdat de soldaten ten spoedigste kunnen optrekken.
Orig. fr. gedagt. uil Brussel en get. H. v. Croonen-daele, in omslag i2 N° 9.
1620, Junij. De staten van het Overkwartier zenden een brief van gelukwensching aan F. van Kinschot te Brussel wegens zijne bevordering tot thesaurier generaal der domeinen en financiën van Z. M.
Minute , fr. niet het antwoord , fr. geteekend F. v. Kinschot, in omslag 12 Nquot; 6.
1620, 30 Junij. De aartshertogen geven bevel aan den stadhouder eene vergadering te beleggen der staten van het Overkwartier op 16 Julij.
Afschrift, in Doleanliën en orders, deel lil blad 208.
1620, 11 Julij. De aartshertogen geven eene instructie aan Hendrik van den Bergh, stadhouder, en aan Hendrik Uwens, kanselier, ten einde in de vergadering der staten van het Overkwartier van 16 Julij een buitengewoon subsidie ten minste van 12000 gulden aan te vragen; zij zullen daartoe den staten de buitengewone lasten en de onkosten ter verdediging van het land tegen zijne vijanden onder de oogen brengen; zij zullen tevens te kennen geven hoe de prinsen en staten, vijanden van de katholieke religie en van het huis van Oostenrijk , bij gelegenheid der onlusten in Duitschland , zich gewapend hebben en hunne krachten verzamelen om die religie en de staten der katholieke prinsen (voornamelijk van liet huis van Oostenrijk) te overweldigen en te verwoesten; hoe de noodzakelgkheid bestaat om dit door alle mogelijke middelen, zelfs door de ver-eeniging der katholieke prinsen en staten, te verhinderen en zich daartegen te verzetten ; hoe daartoe een groote
- 181 -
ligting van krijgslieden dient te geschieden en voor hun onderhoud moet gezorgd worden, hetgeen uit de gewone middelen niet kan bestreden worden; hoe daarenboven , dewijl het thans het laatste jaar van den wapenstilstand is, de noodzakelijkheid eischt de grenssteden te versterken, waartoe men insgelijks groote sommen behoeft.
GeaulbentiseerJ afschrifl, fr. geteekend J. van Kerck-houe, in Doleanliën en orders, deel III blad 214 ; afschrifl in ktoarliersrecessen deel VI, bladz, 200.
1620, 16 Julij. De staten van het Overkwartier laten, na voorafgaand bewijs zijner acht adellijke kwartieren , Jo: Hendrik van Elmpt als riddermatig persoon toe en geven bevel hem voortaan als zoodanig op de kwartiers vergaderingen te beschrijven.
Kwartiersrecessen, deel VI bladz. 199.
1620, 16 Julij. De staten van het Overkwartier be-rigten aan de aartshertogen dal zij, om een bewijs te geven van hunnen ijver tot vermeerdering der katholieke religie, van hunne gehechtheid aan het huis van Oostenrijk en lot welvaart dezer landen, de gevraagde som van 12000 gulden als buitengewoon subsidie hebben ingewilligd, onder de volgende voorwaarden: wanneer door de doortogten of inlegering van krijgsvolk eenig merkelijk nadeel aan de onderdanen mogt worden berokkend , zal het bedrag daarvan op de quota gekort worden; aan de adellijke huizen, godshuizen en kerken zal sauvegarde gegeven worden en zij zullen van foullen bevrijd zijn; de proceduren tegen den vrijdom van den adel voorgenomen zullen in surseantie gehouden worden; de collecte dezer bede zal ingevolge de schatcedul van 1573 geschieden, en de sleden zullen, dewijl zij met zwaar garnizoen belast zijn, de kosten, waarmede zij wegens de
- 182 -
ligting der ruiterij bezwaard worden, op hunne quota mogen korten.
Orig. mei het antwoord der aartshertogen in margine, gedagt. uit Mariemont, den 7 Aug. 1620 en geteekend Albert, Isabel, Verreyken , in Doleantiën en orders, deel III blad 223. Vergel. omslag 13 Nquot; 8.
1620, 19 Julij. De staten van het Overkwartier, oor-deelende dat het kwartier onder de tegenwoordige omstandigheden niet van de doortogten van 's konings krijgsvolk zal kunnen verschoond blijven, magtigen den heer van Geleen, den heer van Horst en den heer van Hillenraad om met de gedeputeerden der steden Roermond of Venlo, alwaar die doortogten plaats grijpen, tot het doen van einige schenckaigien offquot; defrayeringen op squartiers gemeine casten over een te komen opdat men alsae den schaede off verderff daer derseluer vallen of gedaen werden machte, bestens vermogens zou kunnen affwehren.
Minute , in omslag 12 N0 39; Vergelijk kwartiers-recessen , deel VI bladz. 207.
1620, 26 Augustus. De gedeputeerden der staten van het Overkwartier geven uit Venlo berigt aan die staten dat don Louys de Velasco markies van Belvedere heden van Venlo naar Gelder of Rijnberk vertrokken is met achterlating van den artillerietrein, wagens en buskruid; alhoewel hij het geschenk van de twee vergulde koppen geweigerd heeft zal hij naar men verneemt de vereering van een voeder wijn aangenaam vinden.
De staten antwoorden hierop zich met de laatste vereering te vereenigen en melden daartoe de noodige bevelen te hebben gegeven.
Orig. en minute, in omslag 12 N° 32.
- 183 —
1620, 3 September. De staten van het Overkwartier geven eene instructie aan den licentiaat Creijarts, schepen van Roermond , ten einde zich naar Brussel te begeven en aldaar aan den tresorier generaal van Kinschot de onmogelijkheid kenbaar te maken tot nakoming in dit kwartier van het plakkaat op de munten; voorts zal hij hem berigten hoe vroeger door de aartshertogen beloofd werd in zake der ligting van de licenten niets te ondernemen dan na de staten van het kwartier te hebben gehoord; hij zal hem derhalve verzoeken dat dit geschiede en een middel gevonden worde daermit die traf/icq op de Mase weder wie voerhin gebracht werde.
Orig. get. P, Bossman, in omslag 12 Mquot; 30.
1620, December. De staten van het Overkwartier geven hunnen dank aan den aartshertog te kennen wegens de goedkeuring en bevestiging der land- en stadregten van het kwartier en bieden hem een gedrukt exemplaar daarvan aan.
Minute, in omslag 12 Nquot; 7.
1620, 10 December. De aartshertogen berigten aan de staten van het Overkwartier Hendrik üwens, kanselier van het hof den last te hebben opgedragen om in hunne vergadering van 22 dezer het voorstel tot de bede te doen.
Orig. gedagt. uit Brussel en geteek. Albert , Isabel, Verreyken, in Doleantiën en orders, deel III blad 229.
1620, 10 December. De aartshertogen geven eene instructie aan Hendrik Uwens, kanselier van het hof, tot het voorstellen eener bede van 60000 gulden voor één jaar in de vergadering der staten van het Overkwartier van 22 December; hij zal aan de staten te kennen geven hoe de lasten dagelijks grooter worden, voornamelijk bij het eindigen van den wapenstilstand en hun doen op-
— 184 ~
merken hoe in de afgeloopen jaren de orde onder het krijgsvolk gehandhaafd heeft kunnen worden ten gevolge van de betaling hunner soldij, waartoe men door de beden der verschillende landen, onder de gehoorzaamheid der aartshertogen, in staat gesteld was.
Geauthenliseerd afschrift, fr. geleekend J. van Kerck-Iwue, in Doleanliën en orders, deel 111 blad 230.
1620, 22 December. De staten van het Overkwartier berigten aan de aartshertogen eene bede te hebben toegestaan ten bedrage van 50000 gulden; zij geven tevens te kennen het uiterst mogelijke te hebben ingewilligd aangezien de onderdanen door de kwade tijden in groote schulden geraakt zijn, waaruit zij zich niet kunnen redden, terwijl handel en nering in de steden zeer gering zijn ten gevolge der verpachting van de tollen en Meenten zooals ook door den sedert eenige jaren voor de scheepvaart onvoldoenden waterstand in de rivier de Maas; de staten vertrouwen dat dit in aanmerking zal genomen worden, te meer daar het kwartier op de grenzen gelegen tevens door vijandelijke contributiën bezwaard wordt en dat men deswegens met het toegestane bedrag zal tevreden wezen.
Minute, in kwartiersrecessen, deel VI bladz. 215, volgg.
1620, 23 December. De staten van het Overkwartier klagen aan die van het kwartier van Nijmegen dat de erven in dat laatste kwartier gelegen aan ingezetenen van het Overkwartier toebehoorende, hooger belast worden dan de erven der ingezetenen aldaar, terwijl in het Overkwartier geen onderscheid gemaakt wordt en voor allen evenveel opgebragt wordt. De staten verzoeken dat in hel Nijmeegsch kwartier ook zoo gehandeld worde.
Minute , in omslag 12 N0 38.
— 18ö —
1620, 24 December. De slaten van het Overkwarlier laten Jo. Arnold Schenck van Nydecken , heer te Cors-warem, als riddermatig persoon toe, na voorafgaand bewijs zijner adellijke kwartieren en van den eigendom van het huis Brempt.
Kicarliersrecessen , deel VI, bladz. 206 en 218.
1620, 24 December. Het hof van Gelder stelt aan de staten van het Overkwartier voor, ten einde het privilegie de non evocando te handhaven en buitenlandsche proceduren te voorkomen, om in geval iemand zich door eene sententie van het hof bezwaard vindt de zaak in handen te stellen van de vier costumiere raden en van twee gedeputeerden van de steden daartoe te benoemen door de staten , die op nieuw uitspraak doen zullen, waarin de gecondemneerde dan zal moeten berusten.
Kwartiersrecessen, deel VI bladz. 219 v0.
1620, 24 December. De staten van het Overkwartier schrijven aan den stadhouder over de op handen zijnde nieuwe verpachting der licenten en verzoeken hem te willen zorgen dat tengevolge van die verpachting de scheepvaart op de Maas niet bemoeijelijkt worde, maar in evenredigheid worde gebragt met andere landen.
Minute, in omslag 15 N 10.
1621 —1624. Verschillende brieven van den magistraat van Venlo aan de staten van het Overkwarlier, klagten inhoudende van de schippers over het vorderen van onbehoorlijke tollen en over moeijelijkheden, die zij in het afvaren der rivier de Maas ondervinden.
Originelen, in omslag d3 Nquot; 10.
1621 , 9 Januarij. De staten van het Overkwartier doen een voorstel aan de aartshertogen aangaande de
— 186 -
wijze waarop de groote revisie der vonnissen voor het hof van Gelder dient te geschieden en de plaats door de costumiere raden, zoo bij de zittingen van dat hof als bij openbare feesten, intenemen.
Twee afschriften in Doleantiën en orders , deel IV blad 12 en 44 ; Vergelijk aldaar blad 20 lot 26 en
de kwarliersrecessen, deel VI bladz. 231 en 232.
1621, 19 Januarij. De aartshertogen geven akte van aanneming der bede, die ten bedrage van SOOOO gulden door de staten van het Overkvvartier toegestaan was voor het jaar 1621.
Orig. gedagteekend uit Brussel en geteekend Albert, Isabel , Verreyken , in Doleantiën en orders , deel III blad 238.
1621, 22 Januarij. Oe Aartshertog Albert berigt aan de staten van het Overkwartier de ontvangst van het hem door Bernardo Cornelio aangeboden boek, en meldt daer-enhouen lief te verstaen die voldominghe die ghy hebt van de beuestinghe ende confirmatie van de olde hercomen onsers furstendoms Gelre.
Ürig. gedagt. uit Brussel en geteekend Albert, de la Faille, in Doleantiën en orders, deel III blad 239.
1621, 14 Februarij. De ridderschap van het Overkwartier sluit een provisioneel akkoord met de steden aangaande den vrijdom van den adel, waarover sedert geruimen tijd verschil tusschen beiden bestaan had.
Minute in kwartiersrecessen, deel VI bladz. 226v0—230.
1621, 16 Februarij. Het bureau van financiën te Brussel schrijft aan de staten van het Overkwartier dat de aartshertogen besloten hebbende tot het ligten van een groote menigte krijgsvolk het hertogdom Gelder hebben
- 187 -
aangewezen tot de oprigting van drie compagniën ruiters; dat dientengevolge het onderhoud van 25 February tot 26 Maart aanstaande hun aldaar zal moeten verstrekt worden; daar den landrentmeester echter, wegens de groote lasten van het afgeloopene jaar, daartoe de raid-delen ontbreken verzoekt het bureau om den eersten termijn der bede van 50000 gulden, met Maart aanstaande vervallende, bij wijze van voorschot onmiddellijk te voldoen, opdat daaruit het onderhoud dier compagniën bekostigd en losbandigheid voorkomen worde.
Orig. fr. geteekend De Bie, in Doleanliën en orders, deel III blad 242, vergelijk omslag 12 N° 56.
1621 , 20 Februarij. De staten van het Overkwartier schrijven aan den stadhouder, zich tegenwoordig in den Palts bevindende, dat zij aangaande het hangende verschil over den adellijken vrijdom een vergelijk voor drie jaren getroffen hebben en dit aan de aartshertogen ter goedkeuring zullen voorleggen; vervolgens dat zij ook eenen vorm van revisie der vonnissen hebben vastgesteld; voorts wenschen zij dat de stadhouder in het vorstendom tegenwoordig zij, voornamelijk wegens het onderhandelen aangaande sauvegarde brieven bij het einde van het bestand.
Inliggend het antwoord van den stadhouder, gedag-teekend uit Creutznach, 6 Maart.
Minute en Orig. gel. Henrich graff su den Bergh , in omslag 12 !N° 33.
1621, 1 Maart. De staten van het Overkwartier schrijven aan 't Ryck van Ny meg hen ende 't q aar lier van Zul-phen , dat , alhoewel door de omstandigheden van ein anderen gesepareert, zij nogtans van ein furstendomb sijn en daarom zooveel mogelijk de onderlinge welvaart moeten bevorderen; dientengevolge hebben zij , in overweging
— 188 -
nemende den gruoten ver der ff' ende verloop der onder daenen, veroorzaakt door de contributiën vroeger van weerszijde gevorderd en de zware executiën en gevangennemingen , die daarop zijn gevolgd, door hunnen zaakgelastigde te Brussel aan de aartshertogen laten verzoeken aan het rijk van Nijmegen en aan het kwartier van Zutfen brieven van sauvegarde te verleenen ; de staten verzoeken dat zij insgelijks bij de stalen der Vereenigde Provinciën pogingen lot hetzelfde doel aanwenden voor het Over-kwartier, kunnende men alsdan over de van weerszijde te betalen contributiën in onderhandeling treden.
Minute , in kwartiersrecessen, deel VI bladz. 233 v0.
1621, I Maart. De staten van het Overkwartier geven eene instruclie aan Arnold Huyn, heer te Geleen, Broekhuizen , enz. ten einde zich naar Brussel te begeven om aldaar met de medewerking van hun zaakgelastigde Haghen aantedringen op de aanneming van het provisioneel akkoord tusschen de ridderschap en steden aangaande den vrijdom van den adel; van het concept aangaande de revisiën van 's hofs sententiën en van het voorgeslagene lot vereffening van het geschil over de sessie der coslumiere raden; voorts le verzoeken dat het getal dier coslumiere raden aangevuld worde, dat sauvegarde brieven aan het rijk van Nijmegen en aan het kwartier van Zutfen verleend worden en dat men aangaande de van beide zijden te betalen contributiën in overeenkomst trede.
Minute, in kwartiersreeessen, deel VI bladz. 238.
1621, 2 Maart. De staten \an het Overkwartier schrijven aan het bureau van financiën te Brussel dat zij, om blijken te geven van hunnen ijver en gehechtheid aan de aartshertogen, na ontvangst van het schrijven van 16 Februarij II. onmiddellijk bevel gegeven hebben tot het
— 189 -
voorschieten van den eersten termijn der ingewilligde hede, ten bedrage van 10000 gulden.
Minute, in kwarliersrecessen, deel VI, blad 240 , en in omslag 12 N0 57.
1621, 4 Maart. Catharina van Pallant, weduw§ van Gelder , vrouwe te Arcen, klaagt aan de staten van het Overkwartier over eene daad van geweid door Jonker Johan van Grevenbroek uit de meijerij van 's Hertogenbosch met zijne twee broeders Cornells en Hendrik tegen haar en hare kinderen Marcelis en Margaretha van Gelder op haar huis te Arcen gepleegd; daar het voornemen van genoemden Johan van Grevenbroek om met hare dochter Margaretha in den echt te treden niet tot stand kon komen , heeft hij en zijne twee broeders haren zaakgelastigde en haren zoon met blanke wapenen vervolgd en getracht hen om het leven te brengen ten einde daarna haar en hare dochter tot zijn voornemen te dwingen; zij is echter naar den toren geloopen en heeft met een klokje luidende hulp en moord geroepen, waarop de geweldenaars in haast de vlugt namen. Zij verzoekt den staten deze daad van geweld aan de aartshertogen medetedeelen opdat de daders desvvegens vervolgd en gestraft worden.
Orig. get. Calharina \ou Pallandt, fraw zo Arssen, Fregen, Bagem; Marsilius a Gelder, Marygreila van Gelder, met andere stukken tot de zaak betrekkelijk, in omslag 12 N0 20.
1021, 10 Maart. Aangezien het platte land van het Overkwartier van alle zijden aan den inval der wederpartij is blootgesteld zonder mogelijkheid om zulks te keer te gaan , en orn die redenen de inwoners in vroegeren tijd genoodzaakt waren zich aan de contributiën dier partij te onderwerpen ten einde rantsoenering te voorkomen ; aangezien thans de wapenstilstand ten einde
— 190 -
loopt en dezelfde gevaren dreigen terugtekomen, wanneer niet tijdig daarin voorzien wordt; zoo vergunnen de aartshertogen in geval van oorlog aan die inwoners, ten einde zich tegen schade te vrijwaren, zich aan decontri-butiën der staten van de Vereenigde Provinciën te mogen onderwerpen, zoo als zulks vóór den wapenstilstand geschied is.
Orig. fr. gedagt. uit Brussel en geteekend Albert , de la Faille, in Doleanliën en orders deel III blad 244.
1621 , 17 Maart. De staten van het Overkwartier schrijven aan de aartshertogen van den heer van Hillen-raad, Blijenbeek, Aefferden, enz. vernomen te hebben dat de keurvorst van Keulen verlangt in het bezit gesteld te worden van het huis en de heerlijkheid Aefferden, en zulks aangezien de heer van Blijenbeek onlangs, zonder mannelijke erfgenamen natelaten, overleden is en gemeld huis en heerlijkheid dientengevolge aan zijne keurvorste-lijke doorluchtigheid en het domkapittel, als leenheeren , zouden vervallen zijn. Daar echter een derde gedeelte daarvan aan dit vorstendom en het tweede derde gedeelte aan het land van Kuik leenroerig is en dewijl de heer van Hillenraad in 't bezit is van die heerlijkheid en bewijs van zijn goed regt kan bijbrengen verzoeken de staten dat de aarthertogen hem in syne possessie zullen manuteneeren.
Miuule, in omslag 12 Nquot; iO.
1621, 23 Maart. De staten van het Overkwartier gelet hebbende, op de menigte vreemde munten, die in het kwartier gebragt en hooger uitgegeven worden dan hunne waarde is, zoo als Luiksche goudguldens, aan de eene zijde een bisschopstaf en zwaard door het Bouillon-sche wapen hebbende, ook Luiksche daalders en nieuwe
— 191 —
Lotharingsche slepers, bepalen dat die goudguldens niet hooger dan drie gulden, de daalders ü 28 stuiver en de nieuwe Lotharingsche slepers i 13 stuiver mogen worden uitgegeven.
Kwarliersrecessen, deel VI black. 244 v0.
1621 , 24 Maart. De gedeputeerden der staten van het Overkwartier geven eene instructie aan Caspar van Merwick te Kessel en aan LifTart van Asselt te Gestelen, ten einde zich naar 's Gravenhage te begeven om aldaar, voor 't geval dat de wapenstilstand niet verlengd wordt, van den prins van Oranje en vjn de Staten Generaal brieven van sauvegarde te verzoeken en met hen te onderhandelen over de door het platte land te betalen contributiën.
Orig. gel. J. van Ryckenroy , in Doleanliën en orders , deel III blad 255.
1621 , 27 Maart. Catharina van Pallanl, vrouwe te Arcen , klaagt aan de stiten van het Overkwartier dat haar huis door den kommandant Hendrik van Hervoet en eenige soldaten is bezet geworden en deze zich de beste vertrekken heeft doen inruimen zonder daartoe het bevel van den aartshertog te vertoonen dan toen hij zich reeds in het bezit gesteld had; daar noch zij noch hare kinderen ooit iets legen den aartshertog misdaan hebben, verzoekt zij den staten haar in deze zaak te willen behulpzaam zijn en de verwijdering van gemelde soldaten bij de aartshertogen te verzoeken.
Orig. gel.quot; Catharina van Pallandt, fraw zo Arssen, mei verdere slukken lol deze zaak beirekkelijk, in omslag 12 N0 19.
1621 , 30 Maart. De staten van het Overkwartier berigten aan hunne afgevaardigden te Brussel dat gedeputeerden uit het kwartier van Zutfen te Roermond
23
- 192 -
aangekomen zijn en zich naar Brussel begeven hebben ten einde brieven van sauvegarde te bekomen; zij verzoeken die gedeputeerden daartoe behulpzaam te willen zijn.
De gedeputeerden van Zutfen zijn : Jonker Berndt van Keruenheym tho Hangeloo, Hendrick tho Brouck, richter tho Berspel, Almen und Gorssen en Siebrandl B er s dor ff', richter des ampts Deutecom.
Minute, in omslag 12 N0 24.
1621 , 30 Maart. De staten generaal der Vereenigde Nederlanden geven een brief van sauvegarde ten behoeve der bewoners van het platte land van het Overkwarlier, te weten geestelyck ende wereltlyck, onderheeren, adel ende onadel, groote ende kleyne officieren van denselue platte landen, oock dyckgrauen ende heemraden , mei haren dyck-schryuer ende landtboden, int exerceren van haer ampt, ende voerder nyet, en zulks mits zy gehouden zyn, nopende heure conlributien , meiten Raedt van Slate van de voorss. Vereenichde Nederlanden van onsent wege te accorderen , ende nyet te allenteren dal tol ondiensl deser landen sonde
moegen slrecken.
Orig. gedagl. uit 's Gravenhage met het opgeplakte zegel der Staten Generaal en get. Arssens, in Doleanlien en orders, deel III blad 25S; afschrift aldaar blad 232.
1621 . 31 Maart. De staten van het Overkwarlier klagen aan de aartshertogen dat de tegenwoordige verpachting der licenten de geheele nering der steden bederft en verzoeken bij herpachting op hunne menigvuldige klagten te letten en daaromtrent eenen beteren regel vast te stellen.
In margine antwoordt het bureau van financiën dat bij eene nieuwe verpachting op de klagten der staten gelet zal worden.
Orig. in margine geteekend De Bie, in Doleanlien en orders, deel 111 blad 230.
- 193 -
1621 , April. Aanslag der maandelijksche conlribulie door hel Overkwartier van Gelder aan de Vereenigde Provinciën le voldoen en zulks voor de eersle reize op 9 April 1621; deze aanslag, vastgesteld bij provisie voor een half jaar, bedraagt in totaal de som van 6377 gulden per maand.
Afschrift, in Doleanliën en orders, deel IV blad 10.
1621 , 7 April. Arnold Huyn van Geleen schrijft aan do stalen van het Overkwartier dat de zaken naar alle waarschijnlijkheid tot een oorlog zullen overhellen; de markies Spinola komt terug. daar in de Palts een wapenstilstand van zes weken tot twee maanden tot stand gekomen is ; zoo men meent geschiedde dat door toedoen van den ambassadeur van Engeland, die gisteren uit Brussel vertrokken is; de aartshertog is welvarend en was gisteren tegenwoordig bij het leggen van den eersten steen door de aartshertogin van de nieuwe kerk der Minimen; de graaf van Egmont en de prins de Ligne hebben den titel en de prins d'Emden het Gulden Vlies bekomen; een goed inkomen zoude sommigen heter te stade komen.
Orig. fr. gedagt. uil Brussel en gel. Arnoldt Huyn de Geleen, in omslag 12 N0 8.
1621, 13 April. De staten van het Overkwartier berig ten aan den aartshertog vernomen te hebben dal Walraven van Wittenhorst, drost te Middelaar, wegens hoogen ouderdom en blindheid het verlangen te kennen gegeven heeft om zijne betrekking van costumieren raad ten voordeele van zijnen zoon Johan van Wittenhorst , drost van het land van Kessel, nederteleggen ; daar de stalen hieraan hunne goedkeuring schenken verzoeken zij den
— 194 -
aartshertog genoemden Johan van Wittenhorst lot coslu-mieren raad te willen benoemen.
Minute, io omslag 12 N° \\.
1621. 20 April. De aartshertogen verleenen een brief van sauvegarde ten behoeve van het platte land van het rijk van Nijmegen, vervat In dezelfde bewoordingen als de brief van de staten generaal der Vereenigde Nederlanden dd. 30 Maart II
Aan het slot wordt opgemerkt dat gelicke saluegnrde syn verleenl voer het platte landt van Bommelerweerdt, van Thielreweerdt. ouer ende neder Betouwe, tusschen Maes ende Wael, van het graeffschap Zutphen mit die baronnyen ende heerlicheyden daervan dependerende.
Geauthenliseerd afschrift, geleekend J. van Ryckenroy, in Doleantiën en orders, deel III, blad 236. Vergelijk aldaar blad 246.
1621, 3 Mei. De staten van het O verkwartier schrijven aan den aartshertog over de ongeregeldheden, buitensporigheden en grooten moedwil , die in de steden en door de doortrekkende krijgslieden ten platten lande bedreven worden ; zij verzoeken dat hieraan een einde gemaakt worde en aan den stadhouder vergund moge worden naar zijn gouvernement terug te keeren ten einde de daartoe te nemen maatregelen te doen uitvoeren. Onder dezelfde dagteekening schrijven de staten insgelijks aan Bernardo Cornelio.
Minuten, in omslag 12 N0 17.
1621, 9 Mei. De staten van het Overkwarliur geven eene instructie aan Christoffel Schenck van Nydeggen , heer te Blyenbeek, Aefferden, Hillenraad, enz., Johan van Wittenhorst. drost van het land van Kessel, Jo : Arnold van Horpusch, burgemeester en Gerard Creijarts, schepen
- 195 -
van Roermond , Johan Jngen Rae, burgemeester van Veulo en Peter Bossman, secretaris van het kwartier en de stad Roermond, ten einde zich naar 's Gravenhage te begeven en aldaar met den prins van Oranje en de staten generaal der Vereenigde Nederlanden een akkoord tot stand te brengen aangaande de door het platte land van dit kwartier te betalen contributiën; zij zuilen tevens te kennen geven dat de contributiën, onlangs door den ontvanger te 's Gravenwaard gevorderd, te hoog zijn om door de arme bewoners te worden opgebragt, aangezien de dorpen met eenen grooten schuldenlast bezwaard zijn en vele weilanden zijn moeten verkocht worden, terwijl eene menigte huizen, die tijdens de onlusten vernield en verbrand werden, tot dusverre nog niet herbouwd konden worden en het te vreezen staat dat een algemeen verloop der landlieden plaats grijpe.
Orig. geteekend J. van Ryckenroy, in Doleanliën en orders, deel IV hlad 1; kwarüersrcccssen, deel VI, bladz. 247v°.
1621, 11 Mei. In antwoord op het schrijven der staten van 3 Mei antwoordt C. G. della faille dat alhoewel de aartshertog door het onlangs gepubliceerde plakkaat in de ongeregeldheden door het krijgsvolk bedreven reeds voorzien heeft, hij daarenboven nog de vergunning aan den graaf van den Bergh verleent naar zijn gouvernement wedertekeeren , opdat de uitgevaardigde bevelen des te beter opgevolgd worden.
Ürig. fr. gedagt. uit Brussel en geleek. C. G. della faille , in omslag 12 Nquot; 18.
1621, 12 Mei. A. Huyn van Geleen schrijft aan den stadhouder dat hij voor cenige dagen te Brussel de neu-IraUteits verklaring van zijn twee huizen, in het land
van Kleef gelegen, verzocht heeft, maar dat men zulks onnoodig heeft geacht aangezien het geheele land van Kleef neutraal verklaard is.
Orig. fr. get. A. Huyn de Geleen, in omslag 12 Nquot; 26.
1621, 16 Mei. De staten van het Overkwartier ver-leenen een paspoort aan Christoffel Schenck van Nydeggen en de andere heeren, die zij naar 's Gravenhage afvaardigen om een akkoord tot stand te brengen in het betalen der contributiën.
Orig. met het opgeplakte zegel ad causas der slad Roermond en geteekend Bossman, in Doleanliën en orders, deel IV blad 5.
1621, 3 Junij. De afgevaardigden der staten van het Overkwartier naar 's Gravenhage gezonden leggen aan den Raad van State aldaar de punten en artikelen voor, die zij zouden wenschen in het traktaat over de te betalen contributiën ingelascht te zien.
In margine bevindt zich de resolutie van den Raad van State.
Orig. in margine geteek. Chr. Huygcns, in Doleanliën en orders, deel IV blad 6.
1621 , 4 Junq. De Raad van State te 's Gravenhage neemt , op de aanmerkingen der afgevaardigden- van het Overkwartier, het besluit tot vermindering van den aanslag der door dat kwartier te betalen contributiën. brengt het maandelijksch bedrag daarvan terug op 5000 ponden van 40 grooten het pond en regelt de wijze van betaling.
Orig. gedagteek. uit 's Gravenhage en geteekend Chr. Huygens, in Doleanliën en orders, deel IV blad 16.
1621 , 4 Junij. De afgevaardigden der staten van het Overkwartier sluiten een akkoord met Andries van Vorst,
koopman te Dordrecht, waarbij deze de verpligting op zich neemt om, tegen eene belooning van 8% een bedrag van 10000 gulden voor een half jaar voor te schieten, ter betaling van twee maanden contributie aan de staten der Vereenigde Nederlanden.
Orig. geteekend P. Bossman , Andrics v. Vorsl, in Doleanliën en orders deel IV. blad 18 ; zie ook aldaar blad 28 lol 33 , en in kwarliersrecessen , deel VI, bladz. 251 v0 en 2S4.
1021 , 9 Julij. De stalen van het Overkvvartier schrijven een brief van aanbeveling aan den aartshertog voor Ido Grammaye, raad en landrentmeester generaal van het vorstendom Gelder, tot het bekomen van 't ambt van commies der financiën, dat door het overlijden van Johan de Seur is opengevallen.
Minule , in omslag 12 N0 23.
1621, 14 Julij. De aartshertogin Isabella meldt aan de staten van het Overkvvartier dat zij , na het overlijden van den aartshertog Albert, dat gisteren plaats had, aan den Raad van State, daartoe vergaderd, hare goede voornemens bekend gemaakt heeft aangaande de opene brieven des konlngs, waarbij zij, ingevolge het door den overleden koning Filips III voor het onderhavige geval te kennen gegeven verlangen, gedurende haar leven in de regering en 't bestuur der landen van herwaarts over bevestigd wordt; zij heeft de staten daarvan willen verwittigen en tevens vermanen tot volharding in hunne pligten, gehoorzaamheid en getrouwheid, waarvan zij steeds blijken gegeven hebben.
ürig. fr. gedagleek. uit Brussel en geleekend Isabel, Verreyken , in üoleantien en orders , deel IV blad 34.
— 198 -
1621 , 29 Julij. De gedeputeerden der staten van het Overkvvartier zenden aan de leden dier staten en aan de steden afschrift van het schrijven der aartshertogin dd. 14 Julij II. en berigten dat, terwijl de overleden aartshertog als einen Godvruchlichsten , allergenedigsten, goe-dertierenslen ende vreedtsaemsten prince ende landfursl zich steeds beijverde om over zijne onderdanen in vrede, rust en voorspoed te regeren, zij op het advies van den kanselier het bevel gegeven hebben om op maandag, dingsdag en woensdag aanstaande, in het geheeld kwartier, drie maal daags de klokken te doen luiden en op dingsdag solemnelick requiems misse doen laelen.
Minute, in Doleanliën en orders , deel IV blad 35 ; vergel. omslag 12 N0 28.
1621, 10 Augustus. De aartshertogin schrijft een brief van dankbetuiging aan de staten van het Overkwartier wegens hunne deelneming in het overlijden van den aartshertog, de diensten die zij tot lafenis zijner ziel hebben doen houden en den goeden wil, dien zij jegens haar aan den dag hebben gelegd.
Orig. fr. gedagieekend uit Brussel en geleekcnd Isabel, della faille , in Doleanliën en orders , deel IV blad 45.
1621, 27 September. Op een schrijven der staten van 24 September antwoordt de stadhouder graaf van den Bergh aan het bureau van financiën te hebben verzocht dat de voirdere verpachtinghe der thollen ende licenten op den Maesslroem sonde moegen preveniert worden aangezien door die verpachting de handel en de welvaart uit de steden van het kwartier verdreven worden die bij middele van de collecte apparent zijn wedertekeren.
Orig. gedagt. uil het leger bij Gulik en get. Henrich graff zu dem Bergh en rainute in omslag 12 N0 27.
1621 , 3 October. De staten van het üverkwartier geven eene instructie aan Johan van Wittenhorst, ten einde zich tot den stadhouder te begeven en hem kennis te geven van het voornemen der staten lot het zenden eener deputatie naar Brussel met het doel aldaar hunne bezwaren tegen de verpachting der licenten in te brengen; hij zal het gevoelen van den stadhouder daaromtrent vernemen en zijne voorspraak inroepen.
Orig. geteekend P. Bossman , in Dolcanlicn cn orders , deel IV blad 38 ; afschrift in kwarliersrccesscn deel VII bladz. 4.
1621, 3 October. De staten van het Overkwartier geven eene instructie aan Johan van Wittenhorst, Gerard Creyarts en Hendrik van Darth, ten einde zich naar Brussel te begeven en aldaar de bezwaren der staten voornamelijk tegen de tollen en licenten te kennen te geven en op herstel aan te dringen, opdat de koophandel in het verarmde kwartier herleve.
Minute , in Doleanliën en orders , deel IV blad 56 ; vergelijk de kwarticrsrecessen deel VII bladz. 5 volgg.
1621, October—1622 , Februarij. Briefwisseling tus-schen de staten van het Overkwartier en hunne gedeputeerden te Brussel over het doel hunner zending, d. i. de zaak der tollen en licenten op de Maas.
Minuten en orig. in omslag 12 N° 31.
1621 , 14 November. Gedeputeerden der staten van het Overkwartier schrijven aan het hof van Gelder vernomen te hebben dat de momboir te Brussel aanzoek doet om bij zijn ambt ook de betrekking van raadslid te bekomen; zij geven te kennen hoe vroeger onder den momboir Melchior de Bentschup door de vcreeniging van beide ambten moeijelijkheden ontstaan zijn, die tot groole
— 200 -
kosten en onaangenaamheden aanleiding gegeven hebben, en verzoeken de zaak aan te houden tot dat de landschap daaromtrent gehoord is.
Minute, in omslag 42 N0 24.
1621, December. Arnold de Haen , momboir in het hof van Gelder , verzoekt den stalen van het Overkwartier om bij het ambt van momboir tevens dat van Raad te mogen bekleeden , zoo als zulks door zijne voorgangers geschiedde en ook overal bij de provinciale hoven in de Nederlanden plaats heeft; hij doet dit verzoek omdat hij de vereeniging dezer beide betrekkingen tot de bediening van zijn ambt noodzakelijk acht en ook daartoe weghen de heeren van de Financiën geordonneerl sijndc; hij acht deze vereeniging niet strijdig met de privilegiën van het kwartier, maar veeleer tot bevordering daarvan , als verheyschende sijn officie soe wel opsicht te hebben lotte conseruatie van deselue priuilegien als van sijne maquot; ge-rechticheden; ook is hij tevreden wanneer die vereeniging toegelaten wordt, ten einde vroegere misbruiken te voorkomen , onder het voorbehoud dat hij niet tegenwoordig zijn zal noch zijne opinie zal uitbrengen in fiscale zaken en bij het verhoor van getuigen.
Afsclirift met verschillende stukken daartoe betrekking hebbende in Doleantiën en orders, deel IV blad 90-103.
1021 , 1 December. De staten van het Overkwartier berigten aan de aartshertogin dat van oude tijden af de hertogen van Gelre het jus nominationis of precum tot eene prebende in het kapittel van S' Gereon te Keulen bezeten hebben, maar dat het kapittel telkens bij het aan het bewind komen van eenen nieuwen hertog, moetje-lijkheden in de uitoefening van dut regt opwerpt en het zoekt to betwisten ; de staten zijn van oordeel dat dit
- 201 -
regt behoort gehandhaafd te worden en dat dit /eer goed kan geschieden aangezien het kapittel aanzienlijke goederen in het Overkwartier bezit; zij verzoeken de aartshertogin derhalve daarvan een slerck schrijuem le laten affgaen, und bij faulte van dem le pareren die voordere middelen te laten gebruycken ende int werck te stellen, daermil dit recht ende privilegium gemainteneert worde.
Minulc en afschrift , in Doleantiën en orders deel IV blad 40-41.
1621 —1624. Briefwisseling tusschen de staten van het Zutfensche kwartier en het Overkwartier met betrekking tot het verkrijgen van wederzijdsche sauvegarde brieven.
Orig. en minute , in omslag 13 N0 12.
1622-1623. Verschillende brieven van G Haghen te Brussel, handelende voornamelijk over de gevangenen uit den Tielerwaard, over het bekomen van sauvegarde brieven en de te herstellen evenredigheid tusschen de steden Roermond en Venlo in het betalen der licenten.
Orig. gel. G. Haghen, in omslag 14 N0 8.
1622 — 1623. Briefwisseling tusschen de staten van liet Overkwartier en die van het kwartier van Nijmegen over het bekomen van wederzijdsche sauvegarde brieven, over executiën wegens contributiën, over retorsien en vorderingen door gemutineerden.
Minuten en orig. in omslag 13 N0 2.
1622 -1623 Verschillende brieven van Jan Baptist van Arenberch, ontvanger der contributiën te Venlo, aan de staten van het Overkwartier. handelende over de moeijelijkheden en den onwil, dien hij ondervindt bij
- 202 -
de invordering der contributien aan de Vereenigde Staten oplebrengen.
Orig gel. Jan Bap1' van Arenberch, in omslag 13 N0 14.
1622 — 1624. Verschillende brieven van Johan logen Rae, burgemeester te Venlo, aangaande de contributiën aan de vijandelijke staten te voldoen.
Orig. get. Johan Ingen Rae, in omslag 15 N0 12.
1622—1624. Verschillende stukken betrekking hebbende op de contributiën door het Overkwartier aan de Vereenigde Staten te voldoen.
Orig. en minuten, in omslag 15 Nquot; 5.
1622-1624. Brieven van Andries van Vorst uil Dordrecht aan de staten van het Overkwartier over de contributiën, die het Overkwartier aan de Republiek der Vereenigde Nederlanden verschuldigd was.
Orig. in omslag 14 N° 3.
1622—1624. Briefwisseling der staten van het Overkwartier met Dirk van Ommeren, ontvanger der contributiën aan de Republiek der Vereenigde Nederlanden te betalen.
Minuten en orig. in omslag 14 Nquot; 2.
1622 — 1624. Briefwisseling tusschen de staten van hel Overkwartier en J. van der Veecken, hunnen agent te 's Gravenhage, handelende voornamelijk over hel bekomen van sauvegarde brieven en de betaling der contributiën aan de Republiek der Vereenigde Nederlanden-
Minuten en orig. in omslag 14 N0 1.
1622. Verschillende stukken betrekking hebbende op de revisie van vonnissen voor hel hof van Gelder.
Afsc.liriflcn in Doleantien en orders deel IV blad 45, 46, 47, 49, 60.
— 203 —
1622. Evaluatie der gouden en zilveren muntspeciën in het jaar 1622 door de staten van het Overkwartier vastgesteld.
Minute in kwarliersreccssen , deel VII bladz. 52.
1622, 24 Maart. De heer van Horst, G. Creijarts , burgemeester van Roermond en Hendrik van Darth leggen aan ridderschap en steden een verbaal of journaal over van de reis, die zij op last der ridderschap en in het belang van het kwartier op den 22quot;'quot; November 1621 naar Brussel ondernomen hebben.
Orig. inhoudende 72 bladzijden , in omslag 7 Nquot; 28. Vergelijk de kwarliersreccssen deel VII bladz. 5.
1622 , 28 Maart. De aartshertogin geeft last aan den stadhouder tot het voorstellen eener bede in de vergadering der staten van het Overkwartier van 18 April.
Bij een tweede schrijven van dezelfde dagteekening, geeft zij den staten kennis van die lastgeving.
Twee orig. gedagt. uil Brussel en geleekend Isabel, Verreyken, iu Doleanliën en orders deel IV blad 61 en 79.
1622, 26 April. De presideerende raad van het hof van Gelder legt in de vergadering der staten van het Overkwartier namens den koning en de aartshertogin een schriftelijk voorstel over tot eene bede van 75000 gulden; daarbij geeft men te kennen welke groote kosten en moeiten aangewend zijn om de Nederlanden tot eenen gedurigen vrede en eensgezindheid terug te brengen ; hoe om daartoe te geraken eerst een 12jarig bestand getroffen werd en daarna gezanten aan do staten der Vereenigde Provinciën gezonden werden tot het voorstellen van vre desvoorwaarden; hoe die voorwaarden niet alleen verworpen maar ook die gezanten door particuliere personen
— 204 —
ongestraft beschimpt en bespot zijn geworden, zoodat bij hel einde van dat bestand de koning den oorlog legen die staten en hunne bondgenooten zoo in deze Nederlanden als in Duitschland heeft moeten hervatten ; tot het voeren daarvan en tot betaling der krijgslieden heeft hij maandelijks eene som van 300000 kroonen uit Spanje gezonden boven en behalve de middelen , die uit de landen van herwaarts over onder zijne gehoorzaamheid verbleven, daartoe aangewend werden; dit alles is echter niet voldoende geweest om de groote uitgaven te kunnen bestrijden , zoodat de staten van de overige provinciën de voorgaande bede reeds aanmerkelijk verhoogden, in weerwil van de groote schade die zij van wederzijdsche krijgslieden leden; men vertrouwt derhalve dat ook de slaten van dit kwartier de gevraagde bede van 75000 gulden zullen inwilligen.
Afscbrifi in kwarliersrecessen, deel VII blad 13.
1022, 27 April. De staten van het Overkwartier be-rigten aan de aartshertogin eene bede te hebben toegestaan van 51000 gulden; zij hadden gehoopt dat de armoede van het kwartier en de groote lasten daarop gelegd dit jaar in aanmerking zouden genomen worden en men een minder bedrag hadde gevraagd; zij geven bij herhaling die lasten te kennen en vertrouwen dat ditmaal met de toegestane som genoegen genomen en voor het volgende jaar minder gevraagd zal worden.
Minute in kwarliersrecessen, deel Vil blad/-. 17v0.
1622, 27 April. De gezamenlijke schepenen der \ier ambten van het Overkwartier schrijven aan den stadhouder over de zware lasten, die op het kwartier drukken zoo tot betaling hunner bijdragen in de jaarlijksche beden als tot voldoening xier maandelijksche conlributiën aan
— 205 —
de Vereenigde Provinciën en der onraadspenningen , die tot een zeer hoog bedrag geheven worden ; voorts klagen zij over de veel swaere ende oostelijke legationen, die door de aangestelde gedeputeerden in het werk gesteld werden en die met mindere kosten even goed konden geschieden, voornamelijk die naar Brussel alwaar tevens een agent voor de staten werkzaam is; eindelijk geven zij den vvensch te kennen om die gedeputeerden af te schaffen en in de plaats daarvan eenen pensionnaris of syndicus te benoemen en voorlaan geene beschrijving of vergadering van ridderschap en steden te laten plaats hebben zoo als ook geene processen of questien van particulieren te laten ondernemen, zonder voorkennis en inwilliging van den stadhouder.
De stadhouder zendt dit schrijven aan de staten tet advies.
Orig. in margine gcdagleekend uil Roermond en ge-leekend Ilenrich graff zu den Bergh, mei een afsrhrifi van een in dal schrijven aangehaald sluk, in Doleanlié'n en orders, deel IV blad 49.
1022, 29 April. De stadhouder berigt aan de staten van het Overkwartier de ontvangst van het hem toegezondene concept van groote revisie; hij heeft dat na lezing onmiddellijk aan het hof van Gelder doen toekomen met het verzoek daaraan een gunstig berigt toe te voegen en naar Brussel op te zenden ten einde brieven van ratificatie en confirmatie daarvan te bekomen.
Orig. gedagl. uit Annendaal en gel. Ilenrich graff su den Bergh, in omslag 14. N0 9.
1622. 12 Mei. G. Haghen te Brussel schrijft aan de staten van het Overkwartier over het vernieuwen der wederzijdsche sauvegarde brieven ; hij meldt dat den vorigen dag de heeren Boisschot en Steenhuysen tot
— 206 -
leden van den Raad van State benoemd zijn en geeft den raad aan deze heeren felicitatie brieven te schrijven.
Orig. gel. G. Haghen, in omslag 14 Nquot; 5.
1622, 14 Mei. De staten van het Overkwartier schrijven aan de aartshertogin dat in het hof van Gelder steeds vier costumiere raden zitting hadden , welk getal thans op de helft verminderd is terwijl de overige raden vollallig zijn; zij verzoeken dat tot aanvulling en tot betere directie der justitie nog twee leden der ridderschap volgens oude gewoonte tot die betrekking benoemd worden.
In margine antwoordt de aartshertogin aan het verlangen der staten niet eerder te kunnen voldoen dan wanneer de andere kwartieren van Gelder onder de gehoorzaamheid van den koning zullen (eruggebragt zijn. Orig. in Doleantiën en orders , deel IV blad 82.
1622, 22 Mei. Het hof van Gelder te Arnhem schrijft aan de staten van het Overkwartier, van den ambtman van Bommel, den Tieler- en Bommelerwaard vernomen te hebben dat het garnizoen van 's Hertogenbosch uit Ophemert in den Tielerwaard 21 personen met den predikant gevankelijk weggevoerd en te 's Hertogenbosch in verzekerde bewaring gebragt heeft. Het hof verzoekt den stalen ijverige pogingen te Brussel aan te wenden opdat die gevangenen binnen tien dagen in vrijheid gesteld worden , daar het anders genoodzaakt is bij middel van retorsie een gelijk getal gevangenen uit het Overkwartier le doen halen, ingevolge de autorisatie die het reeds daartoe verkregen heeft.
Orig. gedagt. uit Arnhem en geleekend Luysken , mei verschillende stukken op die zaak betrekking hebbende, in omslag 13 N° 7.
— 207 —
1622, 23 Mei. De staten van het Overkwartier be-rigten aan den stadhouder de ontvangst van een schrijven van het hof van Gelder te Arnhem, waarin het kwartier met retorsie bedreigd wordt wegens de te Ophemert gevangen genomene personen; zij geven daarover hunnen nood te kennen en verzoeken hem dringend pogingen aan te wenden opdat het kwartier daarvan verschoond blijve.
Minute, in omslag 15 N0 1.
1622, 27 Mei. De staten van het Overkwartier stellen hunne bedenkingen op tegen het verzoek van den raom-boir , strekkende tot vereeniging van zijn ambt met dat van raad in het hof, en zenden afschrift daarvan aan hunnen agent te Brussel, ten einde die onder het oog der aartshertogin te brengen.
Afschrift en raioule, in Doleanliën en orders, deel IV blad 429—131 ; kwarliersrecessen deel VI bladz. 23; en omslag 14 N° 6.
1622, 3! Mei. De staten van het Overkwartier maken protest tegen de publicatie van zeker plakkaat van 2 Mei 1622 aangaande de ligting der licenten in dit kwartier, als zijnde strijdig met hunne privilegiën en het traktaat van Venio, waarin uitdrukkelijk vermeld is dat het land met geene schatting zal bezwaard worden, die niet door bannerheeren , ridderschap en steden ingewilligd is.
Orig. get. Henr. Boss man, not. publ. Rurem. ia omslag 15 N0 11.
1622, 1 en 4 Junij. De agent Haghen te Brussel schrijft aan de staten van het Overkwartier over de benoeming tot de vacante betrekking van kanselier van
24
— 208 —
Gelder, over te doene vereeringen te Brussel en over het verzoek van den momboir de Haen.
Twee orig. geleekend G. Haghen , in Doleanliën en orders , deel IV blad iZi en 134.
1622, 3 Junij. De staten van het Overkwartier schrijven aan G. Haghen te Brussel over de ondernomene executie in den Tielerwaard en verzoeken hem ijverige pogingen aan te wenden ten einde het Overkwartier van de bedreigde retorsie bevrijd blijve.
Inliggend het antwoord van G. Haghan, dd. 12 Junij.
Minute en orig. gel. G. Haghen , in omslag 14 N0 7.
1622, 5 Junij. De stadhouder klaagt aan de staten van het Overkwartier over de vergadering, die zonder zijne voorkennis en verlof den 2'quot;,n Junij te Venlo gehouden werd en over het besluit aldaar gevallen tot het zenden eener deputatie naar Brussel om bezwaren in te brengen tegen het plakkaat op de Meenten ; deze handeling is strijdig met het onlangs genomen besluit om geene vergaderingen te houden en geene deputatiën te zenden dan met zijne inwilliging, daar die deputatiën met groote kosten gepaard gaan en derhalve veroorzaken dat de beden tot een geringer bedrag toegestaan moeten worden; had men hem van de zaak onderrigt dan had hij voorzeker door zijne brieven meer kunnen verkrijgen dan de gedeputeerden, terwijl hij thans niets aan de aartshertogin kan melden, aangezien hij nog niet eens weet welke die bezwaren tegen dat plakkaat zijn.
Orig. gedagleekend uit het leger te Merren en geleekend Henrich graff zu den Bergh , niet hel antwoord der staten in Doleanliën en orders, deel IV blad 120—122 ; zie ook den 2den brief van den stadhouder aldaar blad 123.
— 209 -
1622, 6 Junij. De magistraat van Venlo zendt aan dien van Roermond afschrift van het verhandelde op eene vergadering, aldaar den 2d-° Junij gehouden ten einde middelen te beramen tegen het plakkaat van den koning dd. 2 Mei II. op het stuk der licenten.
Ong. met het vermeld afschrift geteekeod Conr.
Schenck, in Doleantiën en orders deel IV, blad iOS-117
1622, 12 Junij. De staten van het Overkwartier geven eene instructie aan Gerard Creyarts , schepen , en Peter Bossman , secretaris der stad Roermond, om 'zich met de gedeputeerden der stad Venlo naar Brussel te begeven ten einde aan de aartshertogin een klaagschrift overtegeven tegen het plakkaat van 2 Mei II. op het stuk der licenten.
Orig. met het opgeplakte zegel der stad en geieekend J. van Ryckenroy, in Doleantiën en orders deel fV blad 149.
1622, 14 Junij. Het bureau van financiën le Brussel zendt een schrijven aan de rekenkamer van Gelder te Roermond, inhoudende eenige wijzigingen , die door de aartshertogin ten gevolge van een vertoog der staten van het Overkwartier in het laatste plakkaat op het stuk der licenten gemaakt werden.
Geaulheotiseerd afschrift, met een dilo afschrift van dat vertoog, geteekend C. van der Meeren , in Dole-anliën en orders deel IV blad t4i-t47.
1622. 22 Junij. De staten van het Overkwartier be-ngten aan den stadhouder dat door de soldaten , die op konvooi gaan , ten platten lande dagelijks groote fou/len , desordren ende moelwillicheden bedreven worden terwijl' de vijanden zonder eenich respect van vryheü , neulralileit, sauuegarde ende pasport de gaanden en komenden zoo als
ook de ingezetenen raolesteeren, kwellen en van alles berooven; zij verzoeken dat aan de ambtlieden , drosten en officieren op het platte land bevel verstrekt worde tot aanhouding en vervolging van dergelijke vagebonden en ongeregelde soldaten; voorts geven zij hem te kennen vernomen te hebben dat de gevangenen uit den Tielerwaard voor een bedrag van 16000 gulden zouden zijn losgelaten, welk bedrag de vijand uit de Meijerij van 's Hertogenbosch terug verlangt, weshalve de scholtis van Peelant met een ander persoon naar Brussel zouden gedeputeerd zijn ten einde daartegen zwarigheden in te brengen; zij hopen dat het Overkwartier daarover in geene moeije-lijkheden zal gewikkeld worden.
Minute, in omslag 14 N0 12.
1622, 24 Junij. De staten van het Overkwartier schrijven aan den stadhouder dat zij van de andere zijde aangaande de gevangenen van Ophemert dagelijks met retorsie bedreigd worden en zulks heden nog door de ridderschap van den Tielerwaard geschied is; dat men van Brussel dienaangaande cleynen off geenen troost en is verwachtende. zoodat zij het besluit namen Jo. Stepraedt, heer van Walbeek , naar 's Gravenhage af te vaardigen , ten einde pogingen in 't werk te stellen opdat müte voirss. represcihen supersedeert mochte werden*
Minule , in omslag 14 N0 13.
1622 , 24 Junij. De staten van het Overkwartier vernieuwen de verbindtenis den 4Jtquot; Junij 1621 met Andries van de Vorst te Dordrecht aangegaan tot het voorschieten der contributie aan de staten der Vereenigde Provinciën.
Minute, in Doleanliën en orders , deel IV blad 154; vergel. aldaar blad 155.
- 211 -
1622, 26 Junij. De stadhouder schrijft aan de staten van het Overkwartier dat zij goed gedaan hebben met den heer van Walbeek naar 's Gravenhage te zenden; hij twijfelt niet of deze zal aldaar genoegzaam te kennen geven dat de zaak dier gevangenen het Overkwartier niet aangaat, te meer daar zij geene contributiën aan deze zijde hebben willen betalen zooals het Overkwartier aan de andere zijde doen moet; hij hoopt dat dit In consideratie zal genomen worden.
Orig. gedagt. uil het leger bij Rijnberk en gel. Henrich graff zu den üergh, in omslag 15 N0 2.
1622, 30 Junij. De stadhouder schrijft aan de staten van het Overkwartier met genoegen te hebben vernomen dat die van den Tielerwaard hunne retorsie aangaande de gevangenen op de Meijerij willen zoeken hetgeen meer apparentte heeft als opl Overquartier, hoewel int eene so veel als legens d'ander gefundert zijn; hij heeft aan de drosten van zijn gouvernement bevel gegeven de stroopende partijen , doende eenige desorders ofte attentaten te vervolgen, gevangen te nemen en hem onmiddellijk daarvan te verwittigen opdat bij middel van justitie daartegen te werk gegaan worde.
Ürig. gedagi. uit het leger en geteekend Henrich graff zu den Bergh, in omslag 14 Nquot; \A.
1622, Julij-Seplember. Brieven van de ridderschap en geërfden uit het nederambt van Gelder aan de staten van het Overkwartier, betrekking hebbende op de betaling hunner verschuldigde quota's in de contributiën aan de Vereenigde Staten.
Orig. in omslag 15 N0 4.
1622 , 29 Julij. De stadhouder antwoordt op een schrijven der staten dd. 26 dezer dat hij aan den hop-
- 212 —
man Martin Bentinck het verbod heeft doen toekomen om van de inwoners van Swalmen de levering en aanbrenging van het benoodigde hout tot het maken eener galg te vorderen, zoo als ook om convooijen aldaar te doen logeeren.
Afschrift, gedagteekend uit het leger bij Goch, in omslag 12 Nquot; 25.
1622, 31 Julij. De aartshertogin geeft eene instructie aan den stadhouder Hendrik van den Bergh en aan den kanselier Godfried Gilkens, ten einde aan de staten van het Overkwartier te kennen te geven, dat ten gevolge van het overlijden van den aartshertog Albert de Nederlanden en Bourgondië wederom onder het gebied van den koning van Spanje gekomen zijn ; dat de koning niet in persoon komen kan om de bij deze gelegenheid gevorderde eeden af te leggen en die zijner onderdanen te ontvangen, weshalve hij aan de aartshertogin eene volmagt daartoe overzond; voorts verzoekt zij den stalen hunne gemagtigden te benoemen ten einde op nader te bepalen tijd en plaats die eeden te ontvangen en afteleggen.
Afschrift, fr. met verdere stukken daarop betrekking hebbende, in kwarliersrecessen, deel VII bladz. 32— Vergelijk de stukken in omslag 12 N0 15.
1622, 15 Augustus. Hendrik van den Bergh, stadhouder van Gelderland, geeft aan de staten van het Overkwartier te kennen dat de koning, wegens zijne veeljarige getrouwe diensten voornemens is hem het land van Montfort erfelijk te schenken; eenige lieden verzekeren hem dat tot bet ongestoord bezit niets dan de eenvoudige donatie des konings noodig is ; doch anderen zijn van gevoelen dat het advies der staten van het Overkwartier daartoe dient te worden ingewonnen. Daar de staten
- 213 -
thans vergaderd zijn verzoekt hij daarover hunne meening te vernemen.
Orig. gedagteekend uit Goch en geleekend Henrich grajf zu den Bergh, in Doleantiën en orders, deel IV blad 150; kwarliersrecessen, deel VH blad 34vlt;gt;.
1622, 16 Augustus. (6 Aug, st. vet.) Ambtman en ridderschap van de Overbetuwe berigten aan de staten van het Overkwartier dat zij Hendrik Hageman naar Brussel gezonden hebben ten einde brieven van continuatie der sauvegarde te verwerven; zij verzoeken daartoe de medehulp der staten en beloven hun weder-keerige diensten te 's Gravenhage.
Orig. get. Joh. ab Issem , landtschrijuer in Overbetuwe, in omslag 13 N° 4.
1622 , 19 Augustus. De staten van het Overkwartier doen aan den stadhouder hunne heilwenschen toekomen wegens het voornemen van den koning om hem het land van Montfort voor zijne getrouwe diensten te schenken ; zij geven hem voorts te kennen dat zij tegen die schenking hoegenaamd geen bezwaar hebben, maar veeleer alles doen zullen om die te bevorderen wanneer zij daartoe in de gelegenheid mogten zijn.
Minute, in Doleantiën en orders, ,deel iV blad 1S2, kwarliersrecessen, deel VII bladz. 35.
1622 , 8 September. De stadhouder zendt tot advies der staten van het Overkwartier een door hem ontvangen schrijven van de gezamenlijke schepenen uit het ambt Kriekenbeek , waarin deze zich beklagen in korten tijd over de 13000 gulden aan onraadspenningen voldaan te hebben terwijl thans wederom 14000 gulden gevorderd wordt en zij deswegens roet executie bedreigd worden ; zij verzoeken den stadhouder met deze executie op te
- 214 -
houden tot dat het bewijs geleverd is dat die onraads-penningen in het belang van hel kwartier zijn gebruikt.
Inliggend het antwoord der staten aan den stadhouder.
Orig. in margine gedagt. uit Bracht en get. Henrich graff zu den Bergh, en minute, in omslag 15 N0 8.
1622, 22 September. De stadhouder zendt aan de staten van het Overkwartier een bevelschrift van de aartshertogin tot het doen vergaderen der staten op 30 September, met een afschrift van de instructie aangaande hetgeen hij op die vergadering namens haar heeft voor te stellen; hij berigt voorts dat die instructie hem voorschrijft eene buitengewone bede van 18000 gulden aan te vragen en verzoekt dat daarop eene redelijke som mag worden toegestaan, aangezien er buitengewone onkosten gemaakt zijn zoo wegens de belegering van Bergen op Zoom, als tot verzorging van de groote menigte krijgslieden, die zich thans in het land bevinden; hij zegt dat alle andere provinciën, elk naar haar vermogen, reeds groote sommen daarvoor beschikbaar gesteld hebben.
Orig. gedagteekend uit Bracht en gel. Henrich graff zu den Bergh, met het schrijven der aartshertogin , fr. gedagt. uit Brussel en get. Isabel, Verreyken, en een afschrift der instructie, in Doleantiën en orders deel IV blad 157—160 en 166 ; zie ook de kwarliersrecessen , deel VII bladz. 41.
1622, 23 September. De magistraat van Roermond beschrijft, op bevel van den stadhouder, eene vergadering der staten van het Overkwartier op 30 September.
Minuten, in omslag 13 N0 9.
1622, 11 October. De staten van het Overkwartier berigten aan de vijf drosten van het kwartier, aan den heer van Walbeek, aan de stad Venlo en aan den voogd
- 215 -
van Cruchten van goede zijde onderrigt te zijn dat, zoodra het leger voor Bergen op Zoom opgebroken zijn zal, het grootste getal krijgslieden naar den Rijn zal trekken ; zij raden daarom de ingezetenen aan hun koren te dorschen
oiiermtdts omtrent etn plaetse van onsen leger wel 12000 perden behalve die van het geschut, viures ende bagaige bij ein anderen syn.
Minule, in omslag 12 N0 40.
1622, 17 October. De aartshertogin geeft akte van aanneming aan de staten van het Overkwartier wegens de som van 12000 gulden, die zij op het aangevraagd buitengewoon subsidie van 18000 gulden hebben toegestaan.
Ong, gedagt. uit Brussel en geteekend Isabel, Ver-reyken , in Doleantiën en orders , deel IV blad 16S ; vergelijk de kwarliersrccessen, deel VU bladz. 42v0.
1622, 21 November. De magistraat van Venlo schrijft aan de gedeputeerden der staten van het Overkwartier dat de gemulineerden te Huyssen in de Overbetuwe onder bedreiging van brandstichting groote sommen beginnen te vorderen en dat hij een brief daarvan, in de heerlijkheid Blitterswijk gezonden, gelezen heeft waarin slechts vijf dagen tijd gelaten werd; de magistraat verzoekt hiervan onmiddellijk aan den stadhouder te berigten opdat daartegen maatregelen kunnen genomen worden.
Orig. in omslag 12 Nquot; 35.
1622, 13 December. De staten van het Overkwartier schrijven aan de drosten, steden en heerlijkheden van dat kwartier dat er geene gelijkheid in den koers der munten is en de geldspeciën tol eene zeer hooge waarde worden uitgegeven, waardoor niel alleen groote woe-
— 216 -
ker ontstaat maar ook allerhande slechte muntspeciën in het land gebragt worden; men is deswegens reeds van hooger hand gewaarschuwd met de bedreiging om de plakkaten op nieuw te doen publiceeren en strikt te doen naleven, wanneer daaraan geen einde komt, en daar ieder het nadeel kent, dat telkens door eene nieuwe publicatie berokkend wordt, zenden de staten hierbij eene evaluatie der munten, met verzoek die behoorlijk na te komen.
Minute , in omslag 15 N0 9 ; zie de vermelde evaluatie in de kwarliersrecessen, deel VII bladz. 52.
1G22, 16 December. De aartshertogin schrijft aan den kanselier en het hof van Gelder vernomen te hebben dat de ordonnantiën op het beleid van justitie niet nageleefd worden en dat raadsleden , die vroeger advokaten waren, zich veroorloven openlijk voort te gaan met raad te geven in zaken hun in de betrekking van advokaat opgedragen; zij waarschuwt daartegen en verlangt een stipt opvolgen van die ordonnantiën en dat de raadsleden van het oogenblik van het afleggen van hunnen eed af zich onthouden van verdere inmenging in zaken van hunne vroegere lastgevers.
Afschrift, fr., in omslag 12 N0 29.
1622, 30 December. De staten van het Overkwartier geven aan den stadhouder te kennen dat de gerautineerden te Hussen in den nacht van 25 op 26 December het huis en de schuur van den molenaar te Blijenbeek , en de gemutineerden uit Goch insgelijks twee gehuchten te Maashees in brand gestoken hebben ; zij geven tevens Ie kennen dat zij deswegens Jo. Stepraedt , heer te Walbeek, naar Nijmegen hebben afgevaardigd, alwaar zij vernemen
— 217 -
dat een landdag zal gehouden worden ten einde middelen te beramen tot keering van die euveldaden.
Minute , in omslag ii Nquot; 10.
1623. De staten van het Overkwarlier maken eene repartitie van twee termijnen der onraadspenningen; elke termijn is van 5000 gulden , zijnde de eerste op 30 Junij en de tweede op 30 September 1623 vervallen.
Minute, in omslag 15 Nquot; 6.
1623. Evaluatie der gouden en zilveren muntspeciën door de staten van het Overkwartier in het jaar 1623 vastgesteld.
Minute , in kwartiersrecessen, deel VII, bladz. 54 ; vergel. aldaar bladz. 68.
1623, 3 Januanj. De stadhouder geeft aan de staten van het Overkwartier zijne verwondering te kennen over het geen de gemutineerden van Hussen en Goch wederom bedreven hebben ; hij ontving verscheidene berigten dat die van Hussen zich verspreid hadden en onder verschillende compagniën der Vereen. Staten hadden dienst genomen. Hij zal evenwel op middelen bedacht zijn wie I selue voir lam sonde konnen voir gekomen ende geremedyerl worden; hij geeft tevens zijne goedkeuring te kennen over het zenden van den heer van Walbeek naar den landdag te Nijmegen opdat men bij zijne terugkomst verneme off men aen gener zijden alsoe daermit sal willen continueren om ons oyck daernae te moegen reguleren.
Ong. gedagt. uil Pafïendorff en get. Ilenrich graff 2« den Bergh, in omslag 14 N° II.
1623, 21 Januarij. Koning Filips verleent octrooi lot het vervolgen der zaak tusschen Werner Bacxen en de staten van het Overkwartier voor den hoogen raad van
— 218 —
Mechelen tol regeling der betaling van de groote kosten, die door het langdurige proces in deze zaak ontstaan zijn.
Ceauth. afschrift, gel. J, van Kerckhoue , in omslag 13 Nquot; 3.
1623, 16 Maart. De staten van het Overkwartier geven eene instructie aan Adriaan van en tot Hoensbroeck, erfmaarschalk van het vorstendom Gelder, Johan van Wittenhorst, costunaieren raad in het hof van Gelder en drost van het land van Kessel, Caspar van Merwick te Kessel, Willem Moeits burgemeester en schepen van Roermond en Hendrik van Darth burgemeester en schepen van Venlo, ten einde zich naar Brussel te begeven en aldaar op den 22quot;'quot;' van die maand de gevorderde eeden aan den koning in handen der aartshertogin af te leggen en van haar den wederkeerigen eed te ontvangen.
Miaute, in kwarliersrecessen, deel VII bladz. 36, volgg.
1623, 10 Mei. De aartshertogin berigt aan de staten van het Overkwartier dat zij den stadhouder en den kanselier gemagtigd heeft tot het beleggen eener vergadering, en daarin het voorstel te doen eener bede voor het loopende jaar.
Onder dagteekening van 18 Mei geeft de stadhouder kennis dat hij die vergadering op den 7Joquot; Junij bepaald heeft.
Twee orig. het eerste gedagt. uit Brussel en geteekend Isabel , Verreyken , en het tweede gedagt. uit Annen-dael geteekend Henrich graft zu den Bergh, in Dole-anliën en orders deel IV blad 170 en 177.
1623, 10 Mei. De aartshertogin geeft eene instructie aan Hendrik van den Bergh , stadhouder , en aan Godfried Gilkens , kanselier, tot het voorstellen eener bede in de vergadering der staten van 7 Junij, ten bedrage van
— 219 —
75000 gulden; zij zullen daartoe den staten onder het oog brengen dat dit bedrag noodig is, terwijl de koning zoo mild voorziet in de oorlogskosten tegen de rebellen, ten einde deze te noodzaken tot het vervullen van hunnen pligt jegens God en den koning; dat ook de staten door hunne middelen moeten bijdragen in evenredigheid der tegenwoordige groote lasten ; voorts zullen zij te kennen geven hoe het onderhoud en de iigting eener groote menigte krijgslieden en het voorzien in de verdedigingswerken der grenssteden zoo als ook het verschaffen van krijgsvoorraad, levensmiddelen enz. aan die steden groote sommen vorderen.
Geaulhenliseerd afschrift, fr. geteekend J. van Kerck-hove in Doleanlien en orders, deel IV blad i74; kwariiersrecessen , deel VH bladz. 59 vquot;.
1623, 20 Mei. Plakkaat van de staten generaal der Vereenigde Nederlanden, waarbij het aan een ieder verboden wordt zich uit vijandelijke steden naar de Vereenigde Provinciën of omgekeerd te begeven , zonder paspoort van die staten generaal of van graaf Ernst Casimir van Nassau, stadhouder van Friesland.
Afschrift en gedrukt exemplaar, in Doleantiën en orders , deel IV blad 191 en 19S.
1623, 7 Junij. De staten van het Overkwartier schrijven aan de aartshertogin dat de groote armoede in het kwartier, waarvan zij bij elke toestemming eener bede gewaagden, thans nog meer toegenomen is door de schade, die de ingezetenen geleden hebben door de passagiert, repassagien en de fouragieren van het leger dat in het afgeloopene jaar omtrent Goch en Bracht gelegen heeft en gedurende den tijd dat de markies de Spinola te Roermond zijn verblijf hield; daarenboven is
dtt quarlier van de gemutineerders tot Hussen weder ge-sommeert te comen accorderen, oft hunner executie van brandt (wie sy aireede daetelick oick gedaen ende gebrant hebben) sich te gewherdigen. De staten hebben nogtans eene bede van 38000 gulden ingewilligd, welk bedrag zij hopen dat aangenomen zal worden.
Minute, in kwartiersrecessen , deel VII, bladz. 63.
1623 , 7 Junij. G. Haghen , agent van het Overkwartier te Brussel, geeft aan de staten te kennen dat hij na 21 jaren deze betrekking te hebben bekleed haar thans verlangt neder te leggen ; de staten nemen zijn ontslag aan en schenken hem bij provisie een jaarlijksch pensioen van 100 gulden.
Kwartiersrecessen, deel VII , bladz. 65 , vergelijk omslag 14 N0 4.
1623, 8 Junij. De staten van het Overkwartier benoemen , als proeve voor één jaar, Jacques de Brecht, in de plaats van G. Haghen tot hunnen agent te Brussel en bepalen dat hij voor belooning en vacatiën 130 gulden 's jaars zal genieten.
Kwarliersrecessen , deel VII , bladz. 65 v0; zie ook omslag 13 N0 11.
1623, 8 Junij. De staten van het Overkwartier nemen Johan Ulrich van Wyenhorst als riddermatig persoon aan, na voorafgaand bewijs te hebben ontvangen van zijne kwartieren en van het bezit van hel adellijk huis genaamd Hagelcruyts, onder Capelle gelegen.
Kwartiersrecessen , deel VII , bladz. 65 vquot;.
1623,8 Junij. De staten van het Overkwartier staan aan de patres Capucynen te Gelder een bedrag van 1600 gulden toe, in vier jaren te voldoen,
— 221 —
tol bijdrage in den bouw van hunne kerk en klooster.
Kwarliersrecessen , deel VII , bladz. 66.
1623, 10 Junij. Op de klagte van de abdis en reli-gieusen der arme Clarissen te Roermond over de groote schulden , waarin zij door den bouw van hare kerk en klooster geraakt zijn, slaan de staten hnar een subsidie toe van 100 gulden.
Orig. in margine gel. P. Bossman, in omslag 12 Nquot; 10.
1623 , 10 Junij. Daar de patres recollecten te Roermond aan de stalen van het Overkwartier te kennen gegeven hebben dat zij wegens bouwvalligheid genoodzaakt zijn, niet alleen hun klooster aftebreken en te doen herbouwen maar ook hunne kerk in- en uitwendig te doen herstellen, staan de staten hun een subsidie toe ten bedrage van 150 gulden.
Orig. in margine get. P. Bossman, in omslag 12 N013.
1623, 14 Junij. De aartshertogin bnrigt aan de staten van het Overkwartier dat zij het toegestane bedrag voor de bede van het loopende jaar niet heeft aangenomen en dat zij den stadhouder en den kanselier bevel gegeven heeft den slalen op nieuw de redenen bloot te leggen , die haar noodzaken op het toestaan van het volle bedrag aan te dringen.
Orig. gedagleekend uil Brussel en geioekend Isabel , Verreyken, in Doleanliën en orders, deel IV blad 206.
1623, 30 Junij. De aartshertogin geeft akte van aanneming der bede, ten bedrage van 51000 gulden door de staten van het Overkwartier voor het loopende jaar toegestaan; alhoewel zij verwacht had dat de staten het gevraagde bedrag van 75000 gulden geheel zouden hebben
- 222 —
ingewilligd heeft zij het toegestane nogtans aangenomen , wegens de heschaedicheyt by tvoorss. ouerquartier geleden door de passagïen ende logeringt van het valck van oorloghe naementlyck duerende de belegeringe van Gulich ende daernae.
Orig. gedagt. uit Brussel en geteekend Isabel, Ver-reyken , in Doleanliën en orders, deel IV blad 189.
1623, 2 Juiij. De staten van het Overkwarlier schrijven aan den stadhouder, kanselier en raden van het vorstendom over het niet aannemen der toegestane bede van 38000 gulden in weerwil van de groote armoede, waarin de ingezetenen verkeeren; zij hebben derhalve op nieuw gedelibereerd en thans het bedrag tot 50000 gulden (1) verhoogd, maar geven daarbij te kennen dat de invordering daarvan met groote moeite en niet zonder zware execu-tiën zal kunnen plaats hebben ; de staten verzoeken aan stadhouder , kanselier en raden bij de aartshertogin voor het verarmde kwartier te intercedeeren opdat dit bedrag aangenomen worde.
Minute, in kwarliersrecessen, deel Vil, blad 70.
1628, 27 Julij. De aartshertogin stelt eene instructie vast, vervat in 29 artikelen, voor eene te Roermond op te rigten kamer der licenten, die zal te beslissen hebben over alle voorkomende geschillen, betrekking hebbende op de licenten en tollen, die van wege den koning in Gelderland zoo op de Maas als op den Rijn geheven worden.
Minute, in Doleanliën en orders deel IV blad 208—211.
1623 , 27 Julij. Andreas Wachmans, schout van Be-rendrecht, zendt aan de staten van het Overkwarlier een
(1) Het is niet duidelijk dal de staten het bedrag tot 50000 gulden verhoogen , terwijl de aartshertogin twee dagen te voren akte van aanneming geeft van 51000 gulden.
— 223 -
gedrukt exemplaar van het plakkaat, dat hij zoo wel van de aartshertogin als van den Raad van State te s Graven-hage heeft ontvangen en waarbij voortaan aan alh vrouw-Persoonen van wat qualiteyt, soo van ghelycken oock alle kinderen noch gheene twelf jaren oudt zynde , de vergunning verleend wordt om vrij en onbekommerd zoowel In de landen onder de gehoorzaamheid van den koning als in die der Vereenigde Nederlanden te mogen gaan en verkeeren zonder daartoe een paspoort van noode te hebben.
Ong. get. A. Wachmans, met het gedrukte exemplaar , in Doleanliën en orders , deel IV blad
214—216.
1623, 29 Julij. De staten van het Overkwarlier rig-ten een schrijven tot de aartshertogin, waarin aangedrongen wordt op
1°. het verleenen van confirmatie brieven van alle zoo algemeene als bijzondere privilegiën en voornamelijk van het traktaat van Venlo, in 1543 tot stand gekomen. 2°. het nakomen van het privilegie de non evocando. 3 . het nemen van een besluit aangaande het bestaande verschil tusschen de raden met den korten en die met den langen tabbaard , aangaande hunne sessie enz., zoo als ook om het getal raden met den korten tabbaard of cos-tumiere raden aantevullen, aangezien die met den langen tabbaard compleet zijn als of het vorstendom nog geheel bij elkander was.
4°. het bevelen aan den costumieren raad Bacxen om zijne functiën te aanvaarden, in het vorstendom te resideren of die functiën néér te leggen.
5°. niemand tot eenig officie in het vorstendom te benoemen, die niet daarin geboren en de taal magtig is. 6°. het land met geene schattingen te bezwaren, die
23
— 224 —
niet door de staten zijn toegestaan, noch daarin plakkaten te doen afkondigen, zonder consent van die staten.
Orig. met het antwoord der aartshertogin in margine,
gedagt. uit Brussel en geteekend Isabel, de Groole , in Doleanliën en orders, deel IV, blad 218—221.
1623, 8 Augustus. De aartshertogin geeft akte van aanneming eener bede van 50000 gulden, door de staten van het Overkwartier voor het loopende jaar toegestaan.
Orig. gedagt. uit Brussel en geteekend Isabel , Ver-reyken, in Doleanliën en orders, deel IV, blad 245.
1623, 19 Augustus. Koning Filips stelt te Roermond eene kamer der ücenten in, met drie regters, een griffier en een deurwaarder en benoemt tot eersten regter in die kamer een lid van de rekenkamer, die van jaar tot jaar door den superintendent der rekenkamer te Roermond zal worden aangewezen; tot tweeden regter Adam Fabri, licen-ciaat in de regten en substituut momboir van Gelder en tot derden Jan de Stuyckere, licenciaat in de regten en advokaat aan het hof van Gelder ; voorts tot griffier Everard Hubert! en tot deurwaarder Alexander van Bijnem.
Afschrift, fr. in Doleanliën en orders, deel IV, blad 207.
1623, Augustus —December. Briefwisseling tusschen de staten van het Overkwartier en hunnen agent te Brussel, Jacques de Brecht, over de Meenten, die ten nadeele van de ingezetenen van Goch geheven worden , en over het bekomen van paspoorten ter uitoefening der scheepvaart op de rivier de Maas.
Orig. en minuten, in omslag 13 Nquot; 13. »
1623, 24 September. De aartshertogin geeft een brief van sauvegarde ten behoeve der bewoners van het platte land van het graafschap Zutfen , voor den lijd van zes maanden, ingaande met 9 October e. k.
Geauth. afschrift, get. P. D. Seis, in omslag 12 Nquot; 14.
— 225 -
1623, 25 September. De staten van hel Overkwartier geven aan den stadhouder hunne bedenkingen te kennen tegen de uilvoering van het plakkaat dd. 20 Junij 1623, waarbij zoowel aan mannen als vrouwen verboden wordt zich zonder paspoort der aartshertogin naar vijandelijke landen te begeven tot uitoefening van hunnen handel.
Minute, in omslag 15 Nquot; 3.
1624, 31 Maart. De aartshertogin schrijft aan de stalen van het Overkwartier dat zij eene vergadering heeft vastgesteld tegen 15 April en aan den stadhouder bevel gegeven heeft lot het voorstellen eener bede van 75000 gulden.
Orig. gedagt. uit Brussel en geteek. Isabel, Verreyken, met verdere stukken daartoe betrekkelijk in Doleanliën cn orders, deel IV, blad 247—233 ; zie ook kwartiers-recessen, deel VH, blad 89.
1624, 9 Junij. De stalen van hel Overkwartier laten Diederich van Offenberch, ritmeester eener kompagnie arquebusiers in dienst van Z. M., als riddermatig persoon toe, nadat hij bewijs had bijgebragt van zijne acht adellijke kwartieren en van het bezit der adellijke goederen Wylich en Muelenbeck beiden in het kerspel Veert in het nederambt van Gelder gelegen.
Kwarliersrecessen, deel VII, bladz. 90v0.
1624, 9 Junij. De staten van het Overkwartier schrijven aan den stadhouder, kanselier en raden van het vorstendom dat zij rijpelijk gedelibereerd hebben over het voorstel eener bede len bedrage van 75000 gulden; de toestand is echter dermate verergerd en de duurte der levensmiddelen zoodanig toegenomen dat velen zich met droog brood moeten onderhouden en dat brood nog ten duurste op het aanstaande gewas moeten borgen ; de ge-
— 226 -
zaaide wintervruchten gingen door den langdurenden en strengen winter verloren, zoodat de landerijen op nieuw beploegd en met zomervruchten bezaaid moesten worden en het zich thans laat aanzien dat ook deze door de aanhoudende groote droogte zullen verloren gaan, terwijl reeds op verscheidene plaatsen die vruchten door hagelslag vernield werden ; de staten hebben derhalve, als een uiterst bedrag, slechts 45000 gulden kunnen inwilligen , en vertrouwen dat die som, in aanmerking der ellende, aangenomen zal worden.
Minute, in kwarliersrecessen, deel VII, bladz. 93.
1624, 9 Junij. De staten van het Overkwartier, in aanmerking nemende dat het kwartier gedwongen is, zoo als in vroegere oorlogstijden, contributiën te betalen aan de staten generaal der Vereenigde Nederlanden, bepalen dat alle rentheffers , sedert het einde van het bestand en tot zoo lang die contributie zal moeten voldaan worden , jaarlijks daaraan zullen bijdragen als volgt; van een malder (strijkmaat) rogge 18 st.
erwten 18 st. „ „ „ haver 9 st.
„ „ „ „ boekweit 9 st.
spelt 9 st. „ „ „ „ raapzaad 1 gl. 16 st.
,, ,, ,, ,, gerst 13 st.
tarwe 1 gl. 4 st. en van geldrenten den 14Jlt;quot;, penning.
Gecoll. afschrift, get. J. van Ryckenroy, in omslag 13 N0 5; vergel. kwarliersrecessen, deel VII bladz. 98 v0.
1624, 10 Junij. De stalen van het Overkwartier schenken eene vereering van 100 gulden aan Jan Buener, minderbroeder, wegens een aan de staten opgedragen
— 227 —
en vereerd werkje getiteld Historia Martirum Gor-
COMIENSIUM. (1)
Kwarliersrecessen , deel VII, bladz. d04.
1624, 10 Junij. De staten van het Overkwartier vereeren aan den hertog van Croy. als ierste heufl van syne Mau financie, een becken enz. ter waarde van 1000 gulden en benoemen den erfmaarschalk van het vorstendom om hem dat geschenk te Brussel aan te bieden. Kwartiersrecessen , deel VU, bladz. 91 v°.
Daar de hertog van Croy soe jammerlich is duerschoten voor dat dit geschenk in gereedheid was, schonken de staten het aan den stadhouder; toen nu echter de hertogin weduwe verlangde dit geschenk te ontvangen , besloten de staten 13 Junij 1626 een dergelijk becken enz. te doen vervaardigen en dat de hertogin aan te bieden. Kwartiersrecessen, deel VII , bladz. 153 v».
1624, 13 Junij. De gedeputeerden der staten van het Overkwartier geven aan den stadhouder te kennen dat de erven gelegen in het kwartier van Nijmegen , in de Betuwe, Veluwe en te Gennep en die aan personen uit het Overkwartier toebeliooren, thans dubbel geschat worden en men daarvoor in plaats van één, twee gulden vordert, terwijl de erven gelegen in het Overkwartier die aan personen uit bovenvermelde plaatsen toebehooren bij de oude schatting gebleven zijn. De gedeputeerden verzoeken insgelijks de schatting te mogen verdubbelen, ten einde de opbrengst daarvan aan de hier-
(t) Een exemplaar van dit zeldzaam werkje van dezen Roermondschen geleerden bevindt zich in de bibliotheek van den heer Charles Guillon, notaris le Roermond. De daarin geplaatste opdragt aan de Staten . luadt als volgt • lquot;quot;squot;i ac generoso ordini equestri et clarissimis forti,simkque Gehiae superioris urbibus Fk. Jojmes Bonsrus, Minorida.
— 228 —
boven gemelde te veel betalende personen terug te geven. In margine geeft de stadhouder daartoe zijne toestemming.
Orig. in margine gedagteekend uit Roermond en geteekend Henrich graff zu den Bcrgh, in Doleanliën en orders, deel IV, blad 256.
1624. 14 Junij. De staten van het Overkwartier hechten hunne goedkeuring aan de rekening ten bedrage van 525 gl. 14'/, st. . overgelegd door Adam Daemen van Lentholt en Hendrik van Darth, schepenen teVenlo, voor 't geen zij hadden betaald op de reis , die zij in de maand Junij 1622, ingevolge bevel van de te Venlo vergaderde ridderschap en steden, naar Brussel ondernamen met betrekking tot het nieuw uitgevaardigde reglement of nieuwe lijst der licenten.
Orig. in omslag 13 N0 6, vergel. kwarlicrsrccessen, deel VII, bladz. 10S v°.
1624, 9 Julij. De gedeputeerden der staten van het Overkwartier schrijven aan den stadhouder zijne mede-deeling te hebben ontvangen dat de toegestane bede voor het loopende jaar niet kan worden aangenomen , dan wanneer het bedrag daarvan tot 50000 gulden opgevoerd wordt, en dat door deze opvoering de doortogt van twee legers zoude vermeden worden , waarvan het eene uit Brabant naar den Palts en het andere van daar naar Brabant zal trekken; de staten, in aanmerking nemende de groote kosten, die door deze doortogten op het kwartier zouden komen en die voorzeker vier maal de ontbrekende 5000 gulden zouden bedragen, geven aan den stadhouder kennis dat zij deswegens en om de kosten eener nieuwe vergadering te vermijden hunnen secretaris bij de leden hebben rondgezonden ; hiervan was het gevolg dat het bedrag der bede op 50000 gulden bepaald werd.
Minute, in kwarliersrecessen, deel VII, bladz. 114.
- 229 —
1624, 28 September. De aartshertogin geeft eene instructie aan Hendrik van den Bergh, stadhouder, en aan Godfried Gilkens, kanselier , tot het doen van het volgende voorstel in de vergadering der staten van het Overkwartier van 21 October. Zij zullen aan die staten te kennen geven hoe sedert eenigen tijd de oorlogskosten aanmerkelijk gestegen zijn voornamelijk door de belegering van Breda; hoe men, om de booze plannen van den vijand gedurende die belegering te keer te gaan, genoodzaakt is geworden met allen spoed 13 6 14 duizend soldaten te werven en daarenboven 1200 tot versterking der grenssteden ; hoe de kosten tot hun onderhoud op meer dan 4000 gulden per dag te staan komen en zonder buitengewone bijdragen niet bestreden kunnen worden, te meer daar Z. M. om den handel en nijverheid zijner onderdanen te bevorderen en den vijand te benadeelen, zijne inkomsten aanmerkelijk verminderd heeft door het verbod tot invoer van zout, wijn en Engelsch laken komende uit de oproerige provinciën; eindelijk zullen zij aan de staten een buitengewoon subsidie vragen ten bedrage van 1Ö000 gulden en zorgen dat de voldoening daarvan wegens de noodzakelijkheid zoo spoedig mogelijk geschiede.
Afschrift, in Doleantiën en orders, deel V, blad 192.
1624, 29 September. De staten van het Overkwartier verzoeken de aartshertogin, tot de betrekking van raad in het hof van Gelder, opengevallen door het overlijden van N. Cuyper, ingevolge de landsprivilegiën een gelderschman te benoemen.
Minute , in Doleantiën en orders, deel IV, blad 262.
1624, 21 October. De staten van het Overkwartier verceren den graaf van Warfusé als milheuft van de
— 230 —
financien mil een waterval ende becken , ter waarde van vier honderd gulden.
Kwarliersreeessen , deel VII , bladz. 119 vquot;.
1624, 8 November. De aartshertogin geeft akte van aanneming eener buitengewone bede, ten bedrage van 13000 gulden door de staten van het Overkwartier toegestaan.
Orig. gedagt. uit Brussel en geteekend Isabel, Ver-reyken , in Doleantiën en orders , deel V, blad 196 ; verg. kwarliersreeessen, deel Vil, bladz. H8.
1624, 26 November. De aartshertogin bepaalt ten gevolge van een rekwest van den magistraat van Roermond dat voortaan alle goederen, die te land van Aken komen en naar de oproerige provinciën gebragt worden of van daar naar Aken gevoerd worden, hunnen weg over Roermond moeten nemen, alwaar zij langs de Maas op- en afwaarts zullen gebragt worden ; voorts dat men slechts gehouden zal zijn de regten van tollen en licenten te Venlo te voldoen.
Geauth. afschrift geteekend J. van Ryckenroy, in , Doleantiën en orders, deel V, blad 198.
1625, 7 en 24 Mei. Stukken betrekking hebbende op de aanvraag eener bede voor het loopende jaar ten bedrage van 70000 gulden en een buitengewoon subsidie ten bedrage van 20000 gulden.
Orig. en afschriften, in Doleantiën en orders, deel V, blad 205 , 204 en 207 ; kwartiersrecessen , deel VII, bladz. 125.
1625, 81 Mei. De staten melden aan de aartshertogin dat zij eene bede ten bedrage van 46000 gulden hebben toegestaan en in de onmogelijkheid verkeeren een grooter
- 231 -
bedrag Ie kunnen inwilligen; zij vertrouwen dat deze bede aangenomen worde en dat de traktaten, privilegiën en geregtigheden van het kwartier, die zoo dikwijls met eede bevestigd zijn, ook inderdaad onderhouden worden, en dat op hunne bezwaarschriften eene resolutie genomen worde , waarover de landschap hare tevredenheid kan betuigen.
Minute, in Doleanliën en orders, deel V, blad 2H ; kwarliersrccessen, deel VI, bladz. 125v0.
1625, 31 Mei. De stalen van het Overkwartier nemen Johan Frederik van Schaesberch als riddermatig persoon aan, nadat hij bewijs had bijgebragt van zijne kwartieren en van het bezit der adellijke stamhuizen Broeck te Wanckum en Kriekenbeek te Hinsbeck.
Kwartiersrecessen, deel Vil, bladz. 124.
1625 , 2 Junij. De magistraat van Roermond geeft aan de staten van het Overkwartier te kennen dat ten gevolge van een vroeger verworven privilegie geen schol-tis in de stad mag aangesteld worden dan met advies van den magistraat en alleen uit de ingeboren burgers der stad; dat alhoewel de magistraal na hel overlijden van den schollis Christoffel Braets aan de aartshertogin verzocht heeft een burger te benoemen en ook verscheidene bekwame personen daartoe aanwees, evenwel een vreemde, Mathis Puteanus , zonder zijn advies benoemd en door den momboir geïnstalleerd is geworden; de magistraat verlangt zijn regl voor hel hof van Gelder staande te houden en verzoekt den staten zich deze zaak aan te
trekken en het regtsgeding op kwarlierskoslen aan te vangen.
Orig. in Doleanliën en orders , deel V, blad 219 Vergelijk de kwarliersrecesscn, deel VII, bladz. 129.
— 232 —
1625, 2 Junij. De staten van het Overkwartier nemen het volgende besluit met betrekking tot het Munsterklooster te Roermond ; aangezien dit klooster door graaf Gerard III, zijne gemalin Margaretha en zijn zoon Otto , op verlangen zijner moeder Richardis voor adellijke jonkvrouwen gesticht werd; aangezien ïich seer weynich jouffren nu Ier tyd presenteren, jae eenige aengenomen synde in het proeffjaer voir die professie oft wyenge syn vuytgegaan vermits de abt van Camp, als pater visitator van dat klooster, het voornemen zoude hebben daarvan een besloten klooster te maken , zooals blijkt uit de beloften die hij van de aantenemen personen vergt ; daar de staten dit voornemen strijdig met de stichting en tol nadeel van dat klooster en van den landsadel achten, nemen zij het besluit zich tot de aartshertogin te wenden ten einde hare magtiging en hare voorspraak te verzoeken om van den paus te verkrijgen dat tselue cloister fgelyck voirtyts ten opsiene van veel stifjf'ten deser Nederlanden die cloisters waeren, geschiedt is) tot ein adelick stifft mucht geerigeert werden.
Kwartiersrecessen, deel \IÏ bladz. ISS ; vergelijk Doleantiën en orders, deel V, blad 249, 250, 2ol.
1625, 3 Junij. Op een rekwest van vrouwe Aleidis van der Lippe, genaamd Hoen, weduwe Schenck, nemen de staten tot riddermatige personen aan haren oudsten zoon Jonker Arnold Dederik Schenck van Nydeggen, wegens hel huis en de heerlijkheid Hillenraad en haren tweeden zoon Jonker Dederik Schenck van Nydeggen wegens het huis en de heerlijkheid Blijenbeek.
Kwartiersrecessen , deel VII, bladz. ISOvquot; en 138v0.
1625, 4 Junij. De magistraat van Erkelens geeft aan de staten van het Overkwartier te kennen dat de slad bij de groote schulden , waarin zij door de vorige on-
— 233 -
lusten geraakt is, voor eenige jaren met de loestemming der geërfden gedurende vier jaren eiken morgen land met eenen daalder belast heeft tot voldoening dier schulden; ofschoon de magistraat vermeent van dergelijke belasting aan niemand rekenschap te zijn verschuldigd dan alleen aan zijne burgers en geërfden, zoo heeft de rekenkamer echter de overlegging van die rekening door den momboir doen vorderen, die hem bedreigt in regten te betrekken; de magistraat verzoekt die zaak op kvvartierskosten te verdedigen, en de staten geven daarvoor hunne toestemming.
Kwartiersrecessen, deel VII, bladz. 133v0.
1625 , 8 Junij. De staten van het Overkwartier verzoeken de aartshertogin om de zoo dikwijls gevraagde confirmatie brieven te ontvangen van alle hunne privilegiën, voornamelijk van het tractaat van Venlo van 1543, en dat ook tegen de bepalingen van dit laatste tractaat geene ambten in het vorstendom aan vreemden gegeven worden, zoo als nog onlangs met het scholtis ambt van Roermond plaats had; voorts klagen zij over de licenten of accijnsen , die door het land van Gulik aan de Gel-derschen worden opgedrongen en over het zitting nemen van den momboir in criminele zaken.
Orig. niet hel antwoord der aartshertogin in margine gedagt. uit Brussel den 3dequot; February 1626, gel. Isabel, Verreyken, in Do lean tien en orders, deel V, blad 267. Vergel. de kwarliersrecessen, deel VII, bladz. 135.
1625 , 29 Julij. De aartshertogin bepaalt eene vergadering der staten van het Overkwartier op 11 Augustus en gelast den stadhouder Hendrik van den Bergh en den gewonen raad van het hof van Gelder Nikolaas Biesen daarop een voorstel van harentwege te doen.
Orig, en afschriften, in Doleantien en orders deel V blad 233—243.
- 234 -
1625, 19 Augustus. De staten van het Overkwarlier laten jonker Dederik van Offenberch als riddermatig persoon toe, wegens de adellijke huizen Wijlich en Moelenbeek.
Kwarliersrecessen , deel VII, bladz. 139.
1625, 20 Augustus. Daar Jacques de Brecht , tot substituut griffier bij Z. M. financiën benoemd zijnde, zijne betrekking als agent der staten te Brussel neder-gelegd heeft, benoemen de staten Guillaume Brunlandt, solliciteur te Brussel, bij provisie voor een jaar tot hunnen agent en gelasten hem den eed van getrouwheid af te leggen zoo als ook de belofte om aan niemand iels te openbaren van hetgeen hem in het geheim mogt worden toevertrouwd, damü den quarlier geinen onheyl, hinder ofte schaede daer duer en wedervhaere.
Kwarliersrecessen, deel VII, bladz. 142 v°.
1625, 20 Augustus. De aartshertogin schrijft aan den magistraat van Boermond dat zekere Jean de Lil-lers te Parijs een boek heeft doen drukken, getiteld Panthéon usuraire, waarin de banken van leening , in de landen van herwaarts over opgerigt , waarschijnlijk op aanstoken der lombarden en publieke woekeraars, gelaakt worden; zij verzoekt den magistraat informatiën te nemen of dit boek in Boermond verspreid is geworden , het in dat geval in beslag te nemen en onder groote strafbedreiging den verderen verkoop of verspreiding te verbieden.
Orig. fr. gedagt. uit Duinkerken en geteek. Isabel, delta Faille, in Doleanliën en orders, deel V, blad 245.
1625, 28 October. De staten van het Overkwartier geven aan de aartshertogin hunne teleurstelling te kennen over het niet aannemen der bede ten bedrage van
- 235 -
46000 gulden; alhoewel het zeker is dat doir die kenne-lycke armoel van den schaemden man nyet tnoegelyck en sal syn oplehrengen dan mit swaere ende bedroeffelicke execuliën, zoo hebben zij evenwel de bede tot 60000 gulden verhoogd; dit is het hoogste bedrag dat ooit, te gelijk met de te betalen vijandelijke contributiën, is ingewilligd gewordeH, weshalve zij hopen dat dit zal worden aangenomen.
Minute, in kwartiersrecessen , deel Vil, bladz. iM.
1625, 4 November. De aartshertogin schrijft aan den stadhouder het berigt te hebben ontvangen dat de staten van het Overkwartier op de aangevraagde bede slechts 60000 gulden hebben ingewilligd ; alhoewel zij gehoop' had dal in den tegenwoordigen nood een grooter bedrag ware toegestaan geworden , zoo heeft zij die bede echter aangenomen en zal akte daarvan geven zoodra de staten hunne mededeeling zullen hebben ingezonden.
Orig. fr. gedagl. uit Duinkerken en geieekend [sabel, Verreyken, in Doleantiën en orders, deel V, blad 233.
1625 , 21 November. De stadhouder meldt aan de aartshertogin de ontvangst van haar bevel om de krijgslieden van Weert in zijn gouvernement op het platte land te brengen, of met de ingezetenen overeen te komen tot betaling van 5 stuivers per dag aan elk soldaat ; hij antwoordt hierop dit aan de staten te hebben voorgeslagen, die daarop de groote armoede van het kwartier te kennen gaven ; zij hebben nog onlangs tot hulp van Breda een buitengewoon bedrag ingewilligd , dat tot heden niet geheel heeft kunnen ingevorderd worden, daar men om daartoe te geraken den armen lieden hunne koeijen, waardoor zij in hun onderhoud voorzien, zouden moeten ontnemen en verkoopen ; ook
worden dagelijks executiën voor de vijandelijke contribu-tiën bewerkstelligd, lerwijl door misgewas van vorige jaren het brood in plaats van zes, thans negen stuivers kost; daarbij gaat er geen dag voorbij of de dorpen zijn met doortrekkende troepen bezet, hetgeen zoodanig tot last verstrekt dat, zoo hij de inwoners niet aanmoedigde, zij reeds lang hunne huizen zouden hebben verlaten om zich elders te vestigen. De stadhouder hoopt dat de aartshertogin haar bevel zal intrekken; mogt zulks evenwel niet het geval zijn, dan zal hij na hare kennisgeving te hebben ontvangen aan hare bevelen gehoorzamen.
Afschrift, fr. io Doleanliën en orders, deel V, blad 239.
1625, 8 December. De secretaris der staten van het /utfensche kwartier geeft een uittreksel uit het register der resolution van de staten generaal der Vereenigde Nederlanden inhoudende nadere verklaring van het plakkaat van retorsie door die staten generaal onder dagtee-kening van 16 October II. uitgegeven.
Geauth. afschrift, in Doleanliën en orders , deel V, blad 2S7 ; zie ook aldaar blad 263.
1625, 28 December. Op de aanvraag eener bede ten bedrage van 35000 gulden, namens de aartshertogin door den stadhouder in de vergadering der staten gedaan tot betaling van het krijgsvolk van Weert , staan de staten een bedrag van 12300 gulden toe ; hiervan geven zij aan den stadhouder kennis zoo als ook van den bedroe-venden staat, waarin het Overkwartier gebragt is , met verzoek zulks aan de aartshertogin te representeren ende gelanghen te laten ten einde van haar ein allerrjenedichst mitbjden te becomen.
Minute, in kwarliersrecesscn, deel VII, bladz. 145.
1626, 20 Januarij. De aartshertogin geeft akte van aanneming eener bede van 60000 gulden door de staten van het Overkwartier toegestaan.
Orig. gedagl. uil Brussel en geleekend Isabel , Ver-reyken , in Doleantiën en orders, deel V, blad 271.
1626, 28 Januarij. Op de vraag of de predikanten in het kwartier van Nijmegen, die gekozen worden om anderen te vervangen, ter bediening hunner functiën in de verleende sauvegarde begrepen zijn, antwoordt de aartshertogin, dat de predikanten, op het platte land, die zich vóór hel bestand bevonden, wanneer zij door overlijden of anderzins moeten vervangen worden , de verleende sauvegarde zullen genieten voor het geval dat de vijandelijke provinciën evenzoo handelen ten opzichte van de katholieke pastoors.
Orig. fr. gedagl. uil Brussel en geleekend Isabel, della Faille , in Doleantiën en orders , deel V, blad 275.
1626. 30 April. De aartshertogin schrijft aan de staten van het Overkwartier dat de koning goedgevonden heeft
eene Admiraliteijt oft compagnie van de ondersaeten van dese landen van zijne onderdanicheyt op te rigten in navolging van de compagnie die reeds te Sevilla tot stand gekomen is, tot verzekering van den trafficq ende den eentsaementlycken ende vasten coophandel, ter vuytsluytinge van de rebellen ende wederspannige, ingevolge edict van 20 Augustus 11. Zij heeft daarom den stadhouder, Hendrik van den Bergh, last gegeven om met de staten te onderhandelen over de middelen die het Overkwartier daartoe zoude willen bijdragen.
Orig. gedagl. uil Brussel en geleekend Isabel , Vcr-reyken, in Doleantiën en orders, deel V, blad 280 en 289.
- 238 -
1626, 22 Mei. Stukken betrekking hebbende op de zamenroeping der staten van het Overkwartier ten einde te beraadslagen over de oprigting eener admiraliteit, met een beknopt verslag over het voordeel dat daarin gelegen ligt.
Orig. en afschriften, in Doleanliën en orders, deel V, blad 282—293.
1626, 9 Junij. De aartshertogin geeft eene instructie aan den stadhouder Hendrik van den Bergh en aan den kanselier Hieronimus de Gaule tot het doen van een voorstel in de vergadering der staten van het Overkwartier van 16 Junij. Zij zullen aan die staten te kennen geven hoe de kosten dezer oorlogen aanmerkelijk gestegen zijn, voornamelijk door de vereeniging der naburige prinsen en staten , waardoor men genoodzaakt was groote ligtingen van krijgslieden te doen, en daarenboven door de groote kosten van het beleg van Breda; voorts hoe door de oorlogsverklaring van Z. M. aan den koning van Groot Brittanje men verpligt is geworden een groot aantal schepen uitterusten ; hoe het ook betaamt de bevestigde grensplaatsen te versterken en een nieuw fort te Mardijk te stichten, ter bewaring der nieuwe haven aldaar, die zoo geschikt is om aan den vijand schade te berokkenen; hoe zijne majesteit tot dat doel groote sommen heeft overgezonden, die echter niet toereiken terwijl de schatkist door de oorlogen zoo in Italië als elders uitgeput is; hoe tevens om den vijand schade aan te brengen en hem de middelen te benemen den oorlog tegen zijnen natuurlijken prins voort te zetten, men verpligt geweest is de rivieren te sluiten en hem den handel te ontnemen ten einde hem tot gehoorzaamheid te noodzaken , waardoor de financiën jaarlijks een verlies van 8 i 900000
- 239 —
gulden. Na dit alles vermeld te hebben, zullen zij eene bede van 80000 gulden aanvragen.
Geauth. afschrift, fr. gel. J. van Ryckenroy iu kwartiers recessen, deel VII, bladz. lol.
1626, 14 Junij. Schepenen en gezworenen van het kerspel Viersen in het ambt Kriekenbeek klagen aan de staten van het Overkwartier dat de rekenkamer va« meening is 7 selue kerspel te versetten, niettegenstaande zij van hertog Karei van Gelre een privilegie hebben , gedagteekend op 14 Maart (maendach post laetare) 1496, waarbij hij met zijnen vorstelijken eed belooft tvoirss. kerspel mjet te versetten noch scheyden van hel voirss ampt daert onder gehoirt in geiner weise.
De staten verzoeken de rekenkamer hierop die van Viersen in hun privilegie te handhaven en voornamelijk in aanmerking te willen nemen dat vuyt crachte van deses far sten doms priuilegie, die Geistelickheit (diemen verstaet tvoirss. kerspel gerne solden verpanden, geene goederen aen sich weruen en moeghen.
Kwarliersrecessen, deel VII, bladz. 152 v°.
1626, 20 Junij. De staten van het Overkwartier stellen eene som van 24000 gulden beschikbaar tot de oprigting der admiraliteit met de bepaling dat dit bedrag in drie gelijke termijnen zal voldaan worden ; de eerste met Junij 1628, de tweede in 1629 en de laatste in 1630.
Minute, fr. in Doleanlien en orders, deel V, blad 29S.
1626, 20 Junij. De staten van het Overkwartier geven eene instructie aan Hendrik Schenck , scholtis van het ambt Kessel, ten einde zich naar Brussel te begeven om aan de aartshertogin het berigt te brengen van de
26
— 240 -
inwilliging eener bede van 50000 gulden en der som van 24000 gnlden voor de oprigting der admiraliteit; voorts om met den agent van het kwartier Brunlandt ijverige pogingen aan te wenden tot het doen aannemen dezer bede.
Orig. get. J. van Ryckenroy in Doleantiën en orders,. deel V , blad 502. Vergelijk de kwarlicrsrecessen, deel VU, bladz. iU, 157-180.
1626, 18 September. De stadhouder, aan de staten te kennen gevende dat de aartshertogin met de toegestane bede van 50000 gulden niet tevreden is, verzoekt dat die op 60000 gulden gebragt worde.
Na deliberatie stemmen de staten de verhooging toe en geven bij brief van 20 October daarvan kennis aan den stadhouder.
Afschrift en minute, in kwarliersrecessen , deel VII, bladz. 162 volgg.
1627. De staten van het Overkwartier te Venlo vergaderd stellen een verzoekschrift op aan het hof van Gelder betreffende het afschaffen van tollen en licenten.
Minute, in Doleanliën en orders, deel V, blad 358-364.
1627, 11 Mei. Hendrik Schenck, scholtis van het ambt Kessel, legt aan de staten van het Overkwartier rekening over, ten bedrage van 314 gl. 18 st., wegens de kosten der reis naar Brussel, die hij op last der staten in het belang van het kwartier ondernomen heeft.
Orig. in Doleanliën en orders, deel V, blad 296-301.
1627, 20 Julij. De stadhouder berigt aan de aartshertogin dat de staten van het Overkwartier eene bede van 45000 gulden hebben ingewilligd, welk bedrag hij verzoekt voor deze keer aan te nemen in aanmerking van de
- 241 -
groote armoede, waarin de ingezetenen van zijn gouvernement gedompeld zijn ; hij geeft tevens te kennen hoe in het afgeloopene jaar, toen hij zich met het leger te Issem bevond , het nederambt geheel geplunderd en verwoest is geworden, de voogdij vele zaken voor dat leger heeft moeten opbrengen en deze daarenboven met groote kosten brieven van sauvegarde moest verwerven ; hoe ook die ingezetenen door de gedurige doortogten van soldaten te lijden hebben en voor de levensmiddelen den driedub-belen prijs besteden moeten terwijl het nieuwe kanaal en het niet meer heffen der licenten hun zeer groote schade berokkenen.
Afschrift, fr. in Dolcanliën en orders, deel V, blad 345.
1627 , 23 Julij. De aartshertogin verzoekt den staten van het Overkwartier een groot getal wagens voor graaf Hendrik van den Bergh beschikbaar te stellen.
Orig. fr. gedagl. uit Brussel eo geteekend Isabel, Ver-reyken , in Doleanliën en orders, deel V , blad 348.
23 Julij. De staten betoonen zich ongezind daartoe vermits de oogst aanstaande is en men ook vrees koes tert voor represailles van den vijand daar deze levering tegen de verleende neutraliteit strijdt.
Orig. get. Arnoldl Huijn zu Geleen, A, floensbroeck, aldaar, deel V, blad 349.
31 Julij. De aartshertogin vvederlegt het voorgeven der staten en geeft nogmaals bevel tot nakoming van haren last.
Orig. fr. gedagt. uit Hau en get, Isabel, Verreyhen , aldaar deel V , blad 352.
— '242 -
1627 , 29 Julij. Het hof van Gelder schrijft brieven aan den heer van Geleen en aan de scholtissen van Geisleren, Well en Blilterswijk, waarin het in naam des konings het bevel geeft om de vruchten en inkomsten der inwoners van het Nijmeegsche kwartier in hunne beuolen ample wesende t' arresteren ende in arrest te halden, tot zoolang de dubbele aanslag in dat kwartier over goederen aan ingezetenen van het Overkwarlier toebehoorende,
zal zijn afgeschaft.
Vier gelijktijdige afschriften, in Doleanliën en orders, deel V, blad 374—377.
1627, 12 Augustus. De erfmaarschalk A. Hoensbroek schrijft aan den burgemeester van Roermond vernomen te hebben dat de stadhouder verleden dingsdag des nachts 2000 man binnen Grol zoude gebragt hebben en zulks door tusschenkomst van een landman die hun tot gids verstrekte; ons leger bevindt zich in de omstreken van Winterswijk en men verhaalt dat de vijand gebrek aan brood heeft, hetgeen de overloopende soldalen bevestigen. De vijand bevindt zich op den rand der stadsgrachten en vecht aanhoudend op verschillende punten met drie batterijen , de eene van zes en de twee anderen elk van vier stukken; indien het berigt van het daar binnenbrengen van 2000 man waarheid bevat, dan zal de prins van Oranje moeite hebben om zijnen goeden naam staande te houden, tenzij hij tot eenen veldslag besluit, waartoe de onzen hem evenwel niet zullen noodzaken daar zij alleen trachten hem de belegering te doen opbreken door hem den weg naar Zulfen open te laten.
Ürig. fr. gedagt. uil Haag en get. A. Hoensbroeck , in Doleanliën en orders, deel V , blad 353.
1627, 30 Augustus. De stadhouder berigt aan de staten van het Overkwarlier dat de kapitein van den
— 243 -
uillegger (een schip) assignatie op de bede van het kwartier bekomen hebbende zich beklaagt in vier maanden geene betaling te hebben ontvangen, zoodat hij zijne soldaten niet langer in debuoir zal kunnen houden ; de stadhouder verzoekt derhalve , aangezien de staten nog geene eindresolutie aangaande de bede genomen hebben , eenen termijn op afkorting van de toetestane bede te willen doen uitschrijven. De stalen stemmen daarin toe.
Orig. gedagt, uit hel leger en gel. Henrich comle de Bergh, in. DoleanUën en orders, deel V, blad 368. Zie de toestemming aldaar blad 366, 370.
1627, 23 September. De preialen en edelen, vertegenwoordigende de twee eerste staten van het hertogdom Brabant, nemen het voorstel aan tot het sluiten van een verbond van vereeniging, dat hun door den markies de Leganes in naam des konings gedaan werd , en stellen daarbij voornamelijk de volgende voorwaarden :
1°. Dat de gehoorzame provinciën niet verpligf zullen worden iets bij te dragen of voor te schieten aan dit verbond, zoo lang de oorlog niet geëindigd en zij van den vrede ten volle verzekerd zijn.
2°. Dat het verbond voor de drie stalen van Brabant niet eerder verbindend zal zijn dan wanneer de toetreding van alle andere Nederlandsche provinciën, onder de gehoorzaamheid des konings staande, zoo als ook van zijne koningrijken en overige staten hebbe plaats gehad en dat indien gunstige voorwaarden ten opzigte van dit verbond verleend worden , de drie staten van Brabant daaraan deel zullen hebben.
Gelijktijdig afschrifl, IV. in üoleanliën en orders, deel V, blad 380—382.
1627, 15 October. De aartshertogin berigt aan de staten van het Overkwartier dat de koning den markies de Leganes overgezonden heeft om aan de staten der provinciën van herwaarts over zeker voorstel te doen strekkende groolehjcx lot proff'yt vnd voordeel derseluer; daar de markies wegens ongesteldheid niet in het Overkwartier kan komen, heeft zij den stadhouder en den kanselier den last opgedragen zulks namens hem te doen.
Inliggend een brief van den markies de Leganes van denzelfden inhoud.
Twee orig. gedagt. uit Brussel, he« eersle gel. Isabel, Verreyeken, in Doleanliën en orders, deel V, blad 384, en het tweede fr. gel. M'. de Leganes, aldaar, blad 385,
1627 , 23 October. De stadhouder geeft bevel aan den magistraat van Roermond tot het doen beschrijven der staten van het Overkwartier op den 5'lon November aanstaande.
Orig. gedagt. uit Gelder en get. Henrieh graft zu den Bcrgh, in Doleanliën en orders, deel V, blad 390.
1627, November. De staten van het Overkwartier schrijven aan den koning dat de licenten ingesteld en gevorderd zijn geworden voor de goederen komende uit of gaande naar de geünieerde provinciën . ten einde de koophandel van beide zijden zoude voortgang hebben; dat thans die handel geheel verboden is. zoodat de heffing der licenten insgelijks moet ophouden; dat evenwel van goederen, de Maas afkomende uit neutrale landen naar dit kwartier, te Maastricht, Urmond en Roermond dit regt nog geheven wordt; weshalve de goederen over land vervoerd worden en het kwartier groot nadeel berokkend wordt; Dé staten verzoeken dat dit afgeschaft worde en tevens dat aan de ingezetenen van het kwar-
- 245 -
tier, die in de Vercenigde Nederlanden goederen bezillen, de vergunning verleend worde met hunne pachters te mogen correspondeeren; dat de betrekking van raad in het hof van Gelder, door het overlijden van den raadsheer Richterich opengevallen, gesupprimeerd worde; voorts geven zij te kennen hoe den ingezetenen groot nadeel wordt aangedaan zoo door het graven der nieuwe vaart van den Rijn naar de Maas, waardoor de beste gronden worden uitgegraven zonder dat men van vergoeding iets verneemt, als ook door het afbranden van huizen, schuren en stallingen, 't vernielen van bosschen en houtgewassen, waaraan zij door de groote inlegeringen van krijgslieden gedurig blootstaan; eindelijk klagen zij nog over de reformatie en afzetting der abdis en jufvrouwen van het munster klooster te Roermond en voornamelijk over de benoeming eener nieuwe abdis en drie conventualen, die van geene adellijke afkomst zijn, hetgeen met de privilegiën van dat klooster strijdig is.
Minute, in Doleanliën en orders, deel V, blad 410-415,
1627, 5 November. De stadhouder en de kanselier stellen in handen van de staten van het Overkwartier een vertoog, waarin de wenschelijkheid te kennen gegeven wordt tot het sluiten van een verbond tusschen alle de rijken en staten des konings, ten einde met elkander vier en veertig duizend man op dè been te brengen en te onderhouden.
Gedrukt exemplaar, inhoudende 24 bladzijden in Doleanliën en orders , deel V, blad 396-407.
1627 , 8 December. Dederik van Lijnden schrijft aan de slaten van het Overkwartier zich bij het hof te Arnhem te hebben beklaagd over het arresteeren zijner goederen in het Overkwartier tengevolge van den dubbelen
— 246 —
aanslag in het Nijmeegsche kwartier ; het hof heeft hem daarop autorisatie gegeven bij wijze van retorsie te werk te gaan ; hij wil echter de zaak langs eenen minnelijken weg trachten te vereffenen en heeft daartoe reeds verkregen dat de vordering van dien dubbelen aanslag in de Overbetuwe zal geschorst worden, terwijl hij zulks insgelijks in het Nijmeegsche kwartier zal trachten te verkrijgen.
Orig. gedagl. uit Nijmegen en get. Dederick van Lynden in Doleantiën en orders, deel V, blad 416.
-O-O-O-a O-O-co-
■ O-OOO-OO-O-CO-O-
1468, 28 Mei. Karei, hertog van Bourgondië, schrijft aan Wouter Godschalck, tolgaarder van zijnen tol te Lith, vernomen te hebben dat die van Roermond en Venlo om dien tol te ontduiken een verbond met elkander gesloten hebben , waarbij zij zich verpligten geen hout langs dien tol te voeren maar dat te brengen tot Grave, Megen of Bavenstein , terwijl dan de kooplieden van 's Hertogenbosch het vermelde hout op die plaatsen komen koopen en dat zonder betaling voorbij Lith voeren voorgevende den vrijdom van dien tol te bezitten. De hertog verbiedt deze handelwijze, gelast zijnen tolgaarder van het hout, op bovengemelde wijze door die van 's Hertogenbosch afgevoerd, tol te vorderen als of zij geenen vrijdom bezaten en regelt de wijze hoe zich te gedragen wanneer iets daartegen ingebragt mogt worden.
Gelijktijdig afschrift, in omslag 22 N0 tl.
1527, 15 Januarij. Floris van Egmont, graaf van Buren, enz. Willem, graaf van Nieuwenaar, Winand van Arnhem, doctor, en Otto van Scherpenzeel , regter te Arnhem, geschichde /'runden und raeden van den hertog van Gelre, brengen een vergelijk tot stand tusschen Jacob, graaf van Horn en Willem van Vlodrop, heer tot Ghoer,
- 248 —
aangaande het crimineele regtsgebied der heerlijkheden Pol en Panheel, waaromtrent tusschen beiden geschil gerezen was.
Afschrift, in omslag 24 Nquot; 3.
1538, 1 Junij. Paus Pauius (lil) verklaart dat ïheo-dericus de Pulheo persoon of rector personatus ecclesiae parochialis Squot; Christoph. te Roermond oud en debiel geworden is, zoodat hij de pastorale function die hij onder het jus patronatus van den hertog van Gelder uitoefent, niet meer waarnemen kan. Hij benoemt tot zijn medehelper of coadjutor, met regt van opvolging, Theodericus Haen, zoon zijner zuster, een jongeling, die zeer aanbevelenswaardig is wegens zijnen eerbaren levenswandel en geleerdheid. Met de executie dezer breve werd Gerardus Militis, kanonik der domkerk en deken der kerk van Squot; Croix te Luik belast, die den 6dcquot; September van dat jaar zijn mandaat volbrengt.
Afschrift, latijn, in omshg 22 N0 9.
1557 , 5 Augustus. De steden Wachtendonck en Gelder geven volmagt aan den magistraat van Roermond om haar op den eerstkomenden hanzedag te Lubek te vertegenwoordigen.
Orig. in omslag 24 N0 1.
1566, 15 Maart. Stukken betrekking hebbende op een geschil van den magistraat van Roermond met Johan van Lom over de waarde van den goudgulden.
Minuten, in omslag 24 Nquot; 15; vergel. het Verdrachs-boeck , bladz. 80 en 148.
1569, 25 Mei. De magistraat van Roermond berigt aan den stadhouder dat drie gevangenen uit de stedelijke gevangenis zijn ontvlugt; tot zijne verontschuldiging zegt
— 249 —
hij dat dit niet door verzuim of veronachtzaming geschied is, daar de gevangenis een paar dagen te voren nog door de gerigtsboden en den secretaris onderzocht was geworden ; dat dit onderzoek den voorgaanden dag niet had kunnen plaats hebben omdat de bisschop Lindanus een synode hield, waarbij veie geestelijke personen uit zijn diocees tegenwoordig waren , waarmede oeuerall vyll toe doen vund toe beschicken gewest ist, en dat het gedurende den nacht, waarin de ontvlugting plaats had, zoodanig geregend en gewaaid heeft dat de nachtwacht geen geluid in de gevangenis gehoord heeft; de magistraat verzoekt de voorspraak van den stadhouder opdat de stad door dit ongeval niet bij den hertog van Alva in ongenade kome.
Minute, in omslag 22 N0 43.
1570, 20 Februarij. Koning Filips herroept, voor zoo ver den vrijdom van tollen betreft, het plakkaat van 18 Maart 1566, waarbij de poorters, burgers, kooplieden en ingezetenen van 's Hertogenbosch in hunne privilegiën, vrijdom van tollen en andere vrijdommen geschorst werden.
Geaulhenliseerd afsobrift , gel. T. Roos , in omslag 23 N0 5.
1570 — 1593. Lijst van het bedrag der schattingen en onraadspenniugen. die gedurende de jaren 1570 lot en met 1593 door het kapittel der kathedrale kerk van den H. Geest te Roermond voldaan werden.
Orig. in omslag 22 N0 31.
1573, 16 Julij. Stukken betrekking hebbende op den openbaren verkoop door den magistraat van Roermond van de volgende aan die stad toebehoorende goederen . als:
- 250 -
lu Vijf bunders beemd van dm pryckengriendl, gelegen naast den kruisgriend.
2° 4'/, morgen 23 roeden van de Maasnielderheide.
3° Eene plaats gelegen aan. de S' Janspoort naast den stadsmuur.
4° liet molenbroek groot 7 morgen 14 roeden, gelegen te Roer.
Minuten , in omslag 22 N0 42.
1575, 16 Januarij. De stadhouder Gillis van Barlai-mont berigt dat met de moelwillighe Spaenjaerden voorwaarden gemaakt zijn om naar Maastricht te vertrekken; dat men hen evenwel niet moet vertrouwen en goede toezigt op hen moet houden opdat alle ongemack verhuet mach wordden, bijzonder op hunnen doortogt te Roermond, alwaar weinig garnizoen aanwezig is en waarin hij voornemens is nog een half vendel knechten te brengen tot dat die Spanjaarden gepasseerd zijn.
Orig. gedagt. uit Utrecht , en getcekend Gillis van Barlaymonl in omslag 3 N° 9.
1582, December. Jan du Mont, drost en kapitein van het huis en ambt Montfort, geeft aan het hof van Gelder te kennen hoe hij op 9 November II. door Adriaan van Warluzel, gouverneur van Roermond, zonder wettelijke oorzaken metter dael gepriueerd ende gespoliêert is van de bewaringhe des voorss. huys; daar hij dit niet dulden kan als zijnde eene zaak van quader consequentie ende aengaende syn eere, naem ende faem ende syn lyff ende goet, verzoekt hij dat men hem in zijn ambt herstelle met teruggave der kosten , schaden en interessen die hij geleden heeft, ende hem oock betere syn eere, naem ende faem doer dvoirss. spolium groetelyck geledeert.
Orig. gel. Jan du Mont, in omslag 24 N0 12.
1582, 23 December. De landvoogd Alexander van Parma schrijft aan den heer van Warluzel, gouverneur van Roermond, over de klagt van Jan du Mont, drost van Montfort, en beveelt hem deze zaak aan het hof van Gelder te onderwerpen en zich naar de uitspraak van dat hof te gedragen.
Afschrift, fr. in omslag 24 N0 13.
1587, 23 April. De landvoogd Alexander van Parma schrijft aan den ridder Cigoigne, gouverneur van Roermond en superintendent der contributiën in de kwartieren van Brabant en Gelder, klagten ontvangen te hebben dat de schepen, die uit Holland en andere oproerige provinciën de rivier de Maas opvaren , door hem en zijne onderhebbende officieren gebrandschat worden, zoodat velen die levensmiddelen zouden willen aanbrengen daarvan moeten afzien; hij geeft bevel dit na te laten en het op die wijze tot dusverre afgevorderde terug te geven, terwijl hij hem verantwoordelijk stelt voor hetgeen nog verder door zijne ondergeschikten zal gepleegd worden.
Gelijktijdig alsclirift, in omslag 22 N0 31.
1589, 1 April. Op het verzoekschrift van Godfried van Vierssen rigt Willem Lindanus, bisschop van Roermond, een brief van aanbeveling aan den ridder Cigoigne, gouverneur van Roermond en superintendent der contributiën , voor genoemden Godfried tot het bekomen van het schrijver ampt van Maes ende Wael, dat door het overlijden van Evert ten HaelT opengevallen is.
Orig. fr. get. Wilhelm Lindanus , met het verzoekschrift, in omslag 24 Nquot; 4.
1590, li December. Kapitein Alexander Cigoigne legt aan den magistraat van Roermond de rol over van zijn aldaar in garnizoen liggend vendel.
Orig. in omslag 22 Nquot; 34.
1591, 21 Januarij. De magistraat van Roermond neemt informatie nopens de buitengewone vorderingen, die van de Maasschippers op verschillende plaatsen gedaan worden en stelt daaromtrent een vertoog op aan den ridder Cigoigne.
Minuten, in omslag 23 Nquot; 16.
1591, 21 Junij. Lijsten van het vendel van den kapitein en sergeant majoor Alexander Cigoigne van 1 Januarij tot 21 Junij 1591 , inhoudende het bedrag der betalingen, die gedurende dit tijdperk aan de soldaten uit de leeningen gedaan werden.
MiQuten, in omslag 24 Nquot; 7.
1592, 15 Januarij. De magistraat van Roermond geeft bevel aan Mathis Maroien, ontvanger der licenten , om den kapitein Alexander Cigoigne de som van 720 gulden bb. te voldoen voor zijne gage als sergeant majoor van het in de stad liggende garnizoen, van 15 December 1590 tot 15 December 1591.
Den 15,quot;!n Mei 1592 geeft de magistraat nogmaals bevel lot het betalen zijner gage van 15 December 1591 lot 31 April 1592.
Minute, in omslag 23 N0 11.
1592, 31 October. De magistraat van Roermond geeft bevel aan Gootzen van Dulcken, collecteur der licenten, den kapitein Alexander Cigoigne de som van 3G0 gulden bb. te voldoen voor zijne gage als sergeant majoor van het in de slad liggende garnizoen over de maanden Mei tot October 1592.
Minute, in omslag 23 N° 12.
1594. Retalings lijsten van het vendel van den stadhouder Herman van den Bergh, dat op 7 December 1594 te Roermond in garnizoen gekomen is.
Minuten, in omslag 24 Nquot; 2.
— 253 —
1590, 20 Februarij. Schepenen van Roermond verklaren dat door Tiel van Asselt aan de toogden der nage-lalene kinderen van Seger Stinckens wegens een opgerigt akkoord van moelzoen in hunne tegenwoordigheid 240 brab. guldens zijn betaald geworden ; dat tengevolge van deze betaling de voogden van alle geregtelijke actiën tegen Tiel van Asselt en zijne erfgenamen hebben afgezien en de belofte gedaan hebben dat die kinderen bij hunne meerderjarigheid het opgerigt akkoord zullen goedkeuren , en wegens den dood van hunnen vader gerichlliche verlyche-nisse doen sullen.
Orig. met hel opgeplakte zegel van den scliepen Jacob Strangen, in omslag 22 Nquot; 20,
1590, 12 Junij. De magistraat van Roermond, in aanmerking nemende dat door de langdurige en gevaarvolle oorlogstijden de handel in de stad zeer is verminderd zoodat de meeste burgers zich op den akkerbouw toeleggen en eenige huizen tot schuren ingerigt hebben, vaardigt het verbod uit om voortaan huizen, die langs de straat gelegen zijn, in schuren te veranderen, en zoo dit met eenige huizen reeds geschied mogt zijn die onmiddellijk te herstellen.
Dond. prot. I, bladz 5.
1590, 13 Augustus. Betulings lijsten van het te Roermond in garnizoen liggende vendel van den ridder Cigoigne. van 15 Februarij 1595 tot 13 Augustus 1590.
Orig. in omslag 24 N° 14.
1590, 13 September. Het bureau van Financiën te Brussel geeft bevel aan de rekenkamer te Roermond om met den stadhouder den dag te bepalen, waarop het
— 254 -
regt van licenten, tot dusverre door de steden Roermond en Venlo ontvangen, in het openbaar zal verpacht worden.
Afschrift, io omslag 24 N 5.
1596, 17 December. De magistraat van Roermond neemt, na alvorens daaromtrent den bisschop Henricus Cuyckius, de tienmannen en de meesters der groote ampler geraadpleegd te hebben, het besluit om den kermis en jaarmarkt, tot dusverre op dingsdag na Pinksteren en volgende dagen gehouden, te verleggen op den zondag der Fl. Drievuldigheid en de drie volgende dagen, en zulks op voorwaarde dat de bisschop pogingen in het werk stelle om de bekrachtiging van het hof daartoe te bekomen met den gewonen vrijdom van drie dagen vóór en drie dagen na den jaarmarkt.
Dond. prol. I, bladz. 9.
1597, 10 Januarij. De magistraat van Roermond zendt een schrijven aan het hof van Gelder over de voorgenomen verpachting der licenten en stelt eenige zaken vast , die hij vvenschte dat daarbij in aanmerking zouden worden genomen ; tevens klaagt hij over het te Venlo geheven licentregt, waardoor die stad ten nadeele van Roermond bevoordeeld wordt.
In margine bevindt zich het antwoord van het bureau van financiën te Brussel.
Orig. in margine geleekend Charles (VArcnbcrg. J. dc Drencwairl, B. Charrelond, in omslag 24 N0 G.
1598, 26 April. De magistraat van Roermond doet informatie naar eenen moord, die daags te voren op het schip van Noel Humble te Wessem door de aldaar liggende soldaten gepleegd is.
Minulc, in omslag 23 N0 15.
— 265 -
1599, 8 Januarij. De stadhouder Herman van den Bergh zendt aan den magistraat van Venlo eene ordonnantie , waarbij aan den luitenant van het oorlogsschip , dat zich thans op de rivier de Maas bevindt, last gegeven wordt voortaan geen geladen schepen, die te Venlo stroom op- of afwaarts aankomen, te laten ontladen, zonder vooreerst betaald te hebben, van ieder paard voor het optrekken van het schip benoodigd een gulden en van kleinere schepen , die geen paard gebruiken , een halue gulden offt vyfflhien stuver. De opbrengst zal gebruikt worden voor alle buitengewone diensten van vervoer van ammunitie en tot betaling van de spionnen , waardoor de stadhouder geheime correspondentie houdt. De luitenant zal rekening doen van die ontvangsten en uitgaven en voor zijne moeite den 20quot;°° penning genieten.
Afschrift met verschillende stukken op die zaak betrekking hebbende, in omslag 22 N0 41.
1599, 21 October. De magistraat schenkt eenen Filips daalder tot drinkgeld aan Nelis van Reidt, stedelijken opzigter, wegens het aanbieden van een wild varken wegende 150 ft, dat hij op stadseigendom in het Hatenboer geschoten heeft.
Dond. prol. 1 , bladz. 38 v0.
1599, 13 November. Oliverius van Houthem, deken te Roermond, deelt aan den magistraat een uittreksel mede uit een schrijven van bisschop Henricus Cuyckius , gedagteekend uit Rome. waarin deze den magistraat te kennen geeft dat hij op S' Martijns avond te Rome is aangekomen en in de kerk van O. L. Vr. van Lorette vurig gebeden heeft voor de stad.
Ong. lat. get. Oliuerius van Houthem, in omslag 24 N° 8. c.
— 256 —
1399, 15 December. De magistraat van Roermond berigtaan bisschop Henricus Cuyckius zijne goede aankomst te Rome te hebben vernomen en dankt hem voor de gebeden, die hij voor de stad heeft opgezonden, en die deze zoo dringend noodig heeft; hij verzoekt den bisschop tevens eene nieuwe bul van de oprigting des bisdoms te doen vervaardigen, aangezien de oorspronkelijke in het jaar 1572 bij de inneming der stad geroofd is geworden; voorts geeft hij te kennen dat de stad zich thans in dringenden nood bevindt, daar men haar met een geheel regiment Spanjaarden en nog eenige cornetten ruiters wil belasten, d we lek dieser sladt gehele ruine causierm sal; de magistraat heeft den burgemeester benevens andere heeren wegens deze aangelegenheid ten hove afgevaardigd, maar aldaar gantz wenich offle geinen troest bekomen , zoodat het schijnt dat men de stad voor de trouw en gehoorzaamheid , die zij steeds bewees gantz geheel toe gronde bederffen ende rvyneren will en zij dus geheel alleen op God zal moeien vertrouwen; derhalve verzoekt de magistraat den bisschop God ijverig voor de arme stad te bidden ten einde haar van diesen onmijnschlichen verder ff lichen last genedichlich thoc willen gevryen.
Minute, in omslag 24 N0 9.
1600 , 12 September. Joannes Dullard. kanonik en officiaal van Luik, geeft een besluit van uitvoering betrekkelijk den last hem op 9 December 1599 door paus Clemens VIll opgedragen, tot opheffing van het klooster der reguliere kanoniken van S'. Augustinus, genaamd S' Elisabeth. Van de gebouwen van dit gesticht, twintig jaren geleden door soldaten en andere kwaadwilligen in brand gestoken (1), waren alleen de grondvesten over-
(1) Deze brand ontstond in 1578 door de troepen van Alexander van Parma, die in hel klooster huisden. Vergel. Woiteks, Notice hislorique sur Vancien comté de Hornes, p. 1G9.
— 257 —
gebleven; een der kanoniken was apostaat geworden en was gehuwd ; een ander droeg wereldlijke kleederen en trok jaarlijks 100 dukaten uit de renten des kloosters, waarmede hij zijne familie te Maaseyk onderhield; de prior, Joachim van den Eertwegh, had zich te Keulen gevestigd. Daar er ten gevolge der woelige tijden geen vooruitzigt bestond om dit klooster te herstellen, had de paus besloten uit de goederen van dit gesticht, die in het graafschap Horn of in de hertogdommen Gelder en Gulik gelegen waren en ongeveer 800 dukaten jaarlijks opbragten, op aanraden van Ernest van Beijeren, bisschop van Luik, in de stad Maaseyk een collegie op te rigten ten einde de jonge lieden dier stad en der omstreken in de godsdienst en de wetenschappen te onderwijzen. Dientengevolge supprimeerde de paus dit klooster, stelde de religieusen op een billijk pensioen, stichtte van de opbrengst der gronden 12 of meer beurzen tot onderhoud van studenten bij het collegie van Maaseyk en schonk al de bezittingen, zoo roerende als onroerende, tot onderhoud der professoren; de jonge lieden die aanspraak maakten moesten Nederdultschers van geboorte zijn en zich tot den geestelijken stand voorbereiden, terwijl de voorrang zoude worden toegekend aan de studenten uit die plaatsen waar de goederen van vermeld klooster gelegen waren. (1)
Afschrift, lat. geautheniiseerd door den Luiksclien notaris Joannes Colba, in omslag 22 N0 10.
1G01 , 1 Februarij. Petrus Groningen, pastoor der moederkerk te Roermond, berigt aan den magistraat dat hij wegens hoogen ouderdom en zwakheid aan den bis-
(1) DU besluit werd niet uitgevoeui ; de generaal der orde en de graaf van Milendonck, heer van Ghoar, trokken zicli het vervallen klooster aan, dat onder de leiding van den prior Pieter Steghraans weder lot bloei kwam. Ook het collegie van Maaseyk ;s niet lot stand gekomen. Vergel. Woi.ters , 1. c. p. 1quot;0.
— 258 -
schop heeft te kennen gegeven dat hij op den 24quot;quot; Junij aanstaande zijn ambt zou verlangen neder te leggen.
Dond. prot. I, bladz. 49,
1601, 7 Junij. De magistraat verleent een subsidie aan Petrus Groningen, pastoor der moederkerk, ten bedrage van 50 daalders, elk van 30 st. bb. voor één jaar, ten einde daarmede een kapellaan te bekostigen.
Dond. prot. I, bladz. 55.
1603 — 1631. Verschillende stukken betrekking hebbende op het vuur en licht in de wachthuizen te Roermond.
Orig. en minuien, in omslag 23 N0 10.
1604, 8 Januarij. Godart Wijdtlincks genaamd Isere-craem, gezworen meter en ijkmeester der stad Roermond, geeft voor schepenen aldaar eene verklaring af, waaruit blijkt dat het rouw-offle havervat van Roermond M'/s picotin van Namen inhoudt en het Roerm. rouw- of havermalder (zijnde 6 der vermelde vaten) 86 dergelijke picotins; het stirs of sester van Namen houdt 16 picotins. Voorts verklaart hij dat twee maten {l/i sester en 1 picotin) hem door den landrentmeester geleverd werden en dat daarmede sedert eenige jaren de haver, die aan de ruiterij verstrekt werd, gemeten is geworden.
Minute, in omslag 20 N0 45.
1604, 15 Januarij. De magistraat van Roermond klaagt aan de aartshertogen over den toestand, waarin de stad gebragt is ten gevolge van het groote garnizoen voetvolk, dat steeds daarin verzorgd moet worden en waarbij thans nog de geheele korapagnie ruiters van den graaf Hendrik van den Bergh gevoegd is geworden ; hij geeft te kennen dat de stad sedert vele jaren van alle naringe und traficquc soc gansselick geprmeert ind verlacten is dat aldair nu ter
— 259 —
tyt balde mehr niet toedoen en valk alss offl op ein durp wehr, zoodat het onmogelijk is in dergelijke miserie, armoede ind ondraegelicke ouerlastinge de zaak langer staande te kunnen houden.
De magistraat schrijft ook in denzelfden zin aan het bureau van financiën te Brussel en aan den tresorier generaal.
Minuten, gedeeltelijk fr. in omslag 19 Nquot; -19.
160-4, 24 Januarij. De aartshertog Albert waarschuwt den stadhouder van Gelder dat de vijand en de gemu-tineerden zich bij elkander gevoegd hebben en de eene of andere stad, misschien wel Roermond, willen aantasten. Hij vermaant hem op zijn hoede te zijn en berigt dat hij zich met zijne troepen in gereedheid houdt om daar ter hulp te snellen, waar de nood zulks mogt vereischen.
Orig. fr. gedagteekend uit Brussel en gel. Albert , Verreyken, in omslag il Nquot; 24.
1604, 29 Januarij. De magistraat van Roermond schrijft aan den graaf van Busquoy om de vier veldstukken , die hij van Roermond medegenomen heeft, terug te geven.
Minute, in omslag 11 Nquot; 2S.
1604. Brieven van den magistraat van Roermond aan den stadhouder Herman van den Bergh.
7 Februarij. Dank voor de ontvangene inlichtingen aangaande den vijand en verklaring van genegen te zijn om, ten einde alle gevaer ende perickel des viants voir toe kommen, voor een korten tijd zes a zeven honderd man krijgsvolk binnen te nemen.
12 Februarij. Berigt van een vermoedelijken aanval van den vijand en verzoek om door het toezenden van krijgsvolk hulp te ontvangen
16 Februarij. 't Berigt dat de gemutineerden hunnen togt naar Erkelens of naar Roermond willen nemen en
- 260 —
dat zq na Uden ingenomen te hebben, die plaats met ongeveer 1400 man sterk bezet houden. De magistraat verzoekt maatregelen te beramen opdat alle onheil moge worden voorkomen en de stad bewaard blijve.
Minuten, in omslag H N° 27.
1604 , 17 Februarij. Antwoord van den aartshertog op het schrijven van den magistraat dd. 12 Februarij. Hij berigt alles te zullen aanwenden wat mogelijk is tot behoud en bescherming der stad en zegt dat het zijne ernstige gesinnen is dat de stad yhoeden moet ende couraigie aen-neempt, stellende alle vreese op een zijde ende continuerende haren lt;jhoede yuer ende getronwicheijt lot zijne dienst.
Orig. gedagt. uit Brussel en geteekend Albert, Verrcy-ken , in omslag G IN0 21.
1604, 19 Februarij. De aartshertog Albert berigt dat hij den graaf Frederik van den Bergh naar Diest heeft gezonden, ten einde aldaar al het krijgsvolk te verzamelen, en daarmede te trekken ter plaetze daert de noot zal ver-heysschen.
Orig. gedagt. uit Brussel en geteekend Albert, Vcr-reyken , in omslag 6 Nquot; 22.
1604, 19 Februarij. De magistraat van Roermond berigt aan den aartshertog dat de gemutineerden met ongeveer 12 k 1300 paarden en 700 muskettiers de stad Erkelens zijn binnengetrokken ; hij verzoekt tevens terug te bekomen de vier veldstukken , die op zijn bevel naar 's Hertogenbosch vervoerd werden, en hier soe dienlich alss nodigh syn; tevens vraagt de magistraat van eenig buskruid voorzien te worden.
Minute , in omslag 11 N0 26.
1604,20 Februarij. De magistraat van Roermond schrijft aan den stadhouder dat 150 soldaten van Weert
- 261 -
en 50 Italianen reeds zijn aangekomen, dat hij daarenboven 350 man van het regiment van Witcleber ingenomen heeft en dal ook de 50 man , die voor Montfort bestemd waren , terug gekomen zijn. Voorts vermeldt hij vernomen te hebben dat de vijanden uit Erkeiens vertrokken zijn , nemende hunnen weg over de Colsche baen-, dat die van Erkeiens 45000 gulden aan hen betalen moeten , waarvoor zij eenige van den magistraat en der voornaamste burgers als gijzelaars hebben medegenomen.
Minute, in omslag 6 N0 25.
t604, 24 Februarij. De aartshertog Albert berigt dat graal' Frederik van den Bergh reeds te Maastricht zal zijn aangekomen; dat op het verlangen van den magistraat van Roermond eenige stukken geschut uit Maastricht zullen gezonden worden en dat hij den graaf van Busquoy last gegeven heeft de stad van ammunitiën te voorzien.
Orig. gedagi. uit Brussel en gcleekend Albert, Ver-rcyken , in omslag C N° 24.
1004, 4 Maart. Op het schrijven van den stadhouder, waarin hij den magistraat kennis geeft zijnen broeder Hendrik van den Bergh naar Roermond te hebben gezonden , ten einde het opperbevel over het aldaar in garnizoen liggende krijgsvolk te voeren en de stad te bewaren, en tevens verzoekt hem de sleutels der stad te willen overhandigen, besluit de magistraat daartoe onder de voorwaarde dat, aangezien die sleutels door den aartshertog aan den burgemeester toevertrouwd waren , genoemde Hendrik van den Bergh die wederom aan den regerenden burgemeester zal teruggeven wanneer hij de stad zal verlaten.
Uesluil in het dond. \)rot. 1 bladz. 71 v°.
- 262 -
1604, 16 Maart. De magistraat der stad Lubek en de aldaar aanwezige afgevaardigden der Hanzesteden schrijven aan Roermond en Venlo dat zij aan den koning van Denemarken en Noorwegen de confirmatie der Hanze-privilegiën verzocht hadden; daar deze echter, alvorens daartoe te besluiten, verlangd heeft, door overlegging van behoorlijke volmagteo, onderrigt te worden hoevele en welke steden tot dat verbond behooren, hadden zij Roermond en Venlo meermalen verzocht de bedoelde volmagt te zenden; daar beide steden in gebreke bleven daaraan te voldoen verzoeken zij nogmaals dringend tot inzending daarvan, ten einde te voorkomen dat zij propter defectum mandali A fruitione privilegiorum excludiert worden.
Orig, in omslag 21 N° 9.
1604, 20 Maart. De magistraat van Venlo schrijft aan dien van Roermond niet naar den beschreven kwartiersdag te kunnen komen daar het water eensklaps gewassen is en de reis over land wegens den vijand gevaarlijk is ; hij verzoekt derhalve den kwartiersdag eenige dagen uit te stellen verhopende offt inmittels twater weder kleinder wurde damit to schiepe de reise kunde werden gedaen.
Orig. in omslag 12 N0 8.
1604, 20 April. Bernardo Cornelio schrijft aan den magistraat van Roermond vernomen te hebben dat de bode door den magistraat naar Brussel gezonden met twee zalmen voor den aartshertog, te Hasselt door den vijand vermoord is; hij heeft dit onmiddellijk aan den aartshertog berigt, die hem daarop gelastte den magistraat voor dat geschenk te willen bedanken dat zoo well te pas gekommen hadde in dy heilig he weken.
— 263 —
Aan den voet staat: dy saeckc van Ostende gaen seer well.
Orig. gedagl. uil Brussel en get. Bernardo Cornelia , in omslag 22 N0 36.
1604, 29 April. Matheus Butkens, schepen van Boermond, legt over aan den magistraat de rekening (1031 gulden Ruremund gellz) van de reis naar het hof te Brussel, die hij op den eersten Maart van het voorgaande jaar in het belang der stad ondernomen heeft.
Orig. in omslag 15 N° 19.
1604, Junij. De magistraat van Boermond geeft aan den aartshertog te kennen dat het escadron met geheel zijn bagaadje en trein in de stad gelegd is en dat daardoor de inwoners onder buitengewoon zware lasten gedrukt zijn; ook heeft dat escadron alle stedelijke accijnsen afgeschaft , zoodat het onmogelijk is geworden zoowel de gewone als buitengewone uitgaven te doen ; de magistraat roept den bijstand van den aartshertog in en verzoekt hem de stad door den afstand der licentgelden te hulp te komen ; tevens beklaagt hij zich dat men te Venlo van de inwoners van Boermond verschillende tollen afvordert, waarvan zij ingevolge hunne privilegiën vrijdom hebben en verzoekt hen in dien vrijdom te herstellen.
Minute , fr. in omslag 22 Nquot; 26.
1604, 11 Junij. De magistraat van Keulen zendt aan Boermond en Venlo een slaat der contributie die beide steden verschuldigd zijn aan het Hanze-verbond.
Orig. in omslag 21 N° 10.
1604, 14 Junij. De hertogelijke raden van Kleef antwoorden op een schrijven der steden Boermond en
- 264 —
Venlo, waarin deze zich beklaagd hadden over den tolgaarder te Gennep, die van kooplieden uit beide sleden tol gevorderd had, niettegenstaande zij den vrijdom aldaar bezitten.
Orig. get. J. Knippinck , in omslag 21 N0 M.
1604, 29 Junij. De magistraat van Venlo schrijft aan den magistraat van Roermond over de volmagt door den magistraat van Lubek gevraagd, het betalen der verschuldigde contributie aan het Hanze verbond en het te geven antwoord aan de hertogelijke raden van Kleef ten opzigte van den tol te Gennep.
Orig. in omslag 21 Nquot; 12.
1604, Julij. De magistraat van Roermond rigt verschillende verzoekschriften tot den electo (1) en raad van het aldaar in garnizoen liggende escadron, strekkende tot ontheffing van de serviesgelden en tot het terugbe-komen der stedelijke accijnsen.
Minuten, fr. in omslag 22 N0 25.
1604, 19 Augustus. De magistraat van Roermond schrijft een brief van aanbeveling aan den thesaurier generaal de Drencwairt en aan den chef van financiën , markies d llaure, ten behoeve van Gerard Heister, scholtis der stad, die zich naar Rrussel begeeft ten einde aldaar raad en hulp voor de stad te verzoeken , zoo als hare hoichsle hedreucktheü, noht und armoede sein verheischende; hij zal aldaar tevens het behoud van het tractement aanvragen , dat hem vroeger door de aartshertogen werd toegekend; hetgeen hij ook verdient daar hij in zijn ambt sich gantz treulich, vlytigh und yfferigh sleelz gedragen heeft und noch dragende iss.
Minute, in omslag 22 N0 20.
(1) Electo of eletlu noemden de Spaansche suldalen , wanneer ze aan 't muilen sloegen , hunnen verkoren aanvoerder.
1604, 2ö Augustus. De magistraat van Roermond vaardigt, zoo als hel woirl bevolen van wegen dat squadron, de volgende publicatie uit:
1° De lijken van personen , die aan de pest zijn gestorven , zullen des morgens vóór of des avonds na zonsondergang ter aarde besteld worden, zonder gevolg uit de ambten , broederschappen of van de naastbestaanden.
2° Het bezoeken der pesthuizen is verboden, op pene daarin te moeten verblijven of de stad te verlaten.
3quot; De huizen svaarin de pest zich vertoont of waaruit een lijder gedragen wordt moeten gedurende drie weken gesloten blijven.
4quot; De huizen, waarin een sterfgeval aan die ziekte plaats heeft, zullen gedurende zes weken gesloten blijven.
Minute, iu omslag Nquot; 10.
1004, September. De magistraat schrijft aan den stadhouder dat alhoewel hij reeds lang gehoopt had van het ondragelijk servies van vuur , licht , zout, enz. voor het escadron ontslagen te worden, de burgers zulks reeds ruim drie maanden hebben opgebragt en daarenboven nog de meubelen en huisraad hebben moeten leveren ; daar het onmogelijk is dit langer te doen verzoekt de magistraat onmiddellijk daarvan ontlast te worden opdat de stad niet geheel te gronde ga.
Miuute, in omslag 22 Nquot; 27.
1604 , 23 September. De magistraat van Roermond schrijft aan de rekenkamer dal hij gedeputeerden naar Brussel gezonden heeft om de undregeiicke lasten und schwernissen der stad aldaar te kennen te geven en tevens te verzoeken haar door een subsidie uit de Meenten aldaar geheven te hulp te komen; vermits die gedepu-
— 266 —
teerden te verstaan gegeven hebben dat daarover het advies der kamer zal worden ingewonnen , verzoekt de magistraat de stad daarin bevorderlijk te willen zijn omdat de hoogste noodzakelijkheid een dergelijk subsidie vordert; terwijl echter die gedeputeerden door allerhande gewigtige krijgszaken vertraging ondervinden en de zaak niet zoo spoedig als men wenscht haar beslag zal erlangen verzoekt de magistraat bij de rekenkamer een voorschot van minstens twee duizend gulden ten einde zich daermü ein tijl lanck und soe lange muegelick in deser conjoinc-ture toe behelpen.
Minute , in omslag 22 N° 21.
1604, 27 September. De rekenkamer antwoordt op het schrijven van den magistraat dd. 23 Sept. dat zij gaarne over het te Brussel gedane verzoek om subsidie een gunstig advies zal uitbrengen, te meer daar het haar en de geheele wereld bekend is der stadts tegenwoirdehjcke necessiteyt, groote bezwaerenissc ende lasten met primtion van haere gewoenlycke accysen, dacrvuyt dieselve lasten ten deele saude moghen betaelt toerden. Het tweede verzoek van den magistraat aangaande een voorschot mag zij niet inwilligen; zoo echter de stadhouder de verantwoordelijkheid daarvan op zich zoude willen nemen , is zij bereid, in consideratie van den ondragelijken last der stad , eene provisionele ordonnantie uit te vaardigen.
Orig. gedagt. uil Maastricht en geteekend Luylens , in omslag 22 N0 22.
1604, 29 September. De magistraat van Roermond geeft aan Goossen van Dulcken , collecteur der licenten aldaar, eene verklaring af van den volgenden inhoud :
Toen de aartshertogen de gealterehrde soldahten van het escadron na hunne reconciliatie uil Grave binnen
- 267 -
Roermond verlegd hadden en de stad door dit escadron van hare accijnsen beroofd en met allerhande lasten bezwaard werd, was haar nood zoo hoog gestegen dat men de loopende zaken niet meer gestand doen kon; de magistraat zond afgevaardigden naar Brussel om een subsidie te verzoeken, maar vermits deze opgehouden werden en de zaak niet spoedig genoeg kon worden afgedaan was hij genoodzaakt eene aanmerkelijke som op hetgeen aan de stad zoude worden toegestaan op te nemen ; deze penningen werden door Goossen van Dulcken tot een bedrag van 2500 bb. guldens verstrekt, onder voorbehoud dat die som hem in zijne rekening zoude geleden worden, in mindering van het door de aartshertogen toe te kennen subsidie. Indien hem echter zwarigheid daarin gemaakt werd, verpligtte de stad zich hem daarvoor schadeloos te stellen en de voorgeschotene penningen, het zij door verkooping van renten of verpanding van grienden, hetzij door andere middelen, terug te betalen.
Minute , in omslag 22 N0 24.
1604, 7 October. De rekenkamer van Gelder schrijft aan den magistraat van Roermond dat de betaling der ordonnantie dd. 16 Dec. 1602, ten bedrage van 2000 gulden voor vuur en licht in de wachthuizen , zoo als ook alle andere betalingen, volgens bevel niet anders dan in ligte geldspeciën of volgens loopenden koers mogen geschieden; dit is de reden waarom de kamer de betaling van bovengemelde ordonnantie in zware muntspeciën, zoo als die in de rekening van den collecteur der licenten voorkomt, niet heeft kunnen goedkeuren.
Orig. gedagt. uit Maastricht en get. Luytens , in omslag 22 N0 40.
— 268 -
1604, 8 October. De magistraat van Roermond geeft kennis aan den stadhouder van den bedroevenden staat der stedelijke finantiën ten gevolge van de groote kosten, die de stad heeft moeten maken voor het bouwen van wachthuizen en stallingen, %ind accomodaciên van huisingen und meublen sedert de inkomst van het escadron, terwijl de aangevangen bouw der rosmolen niet heeft kunnen gestaakt worden en de stedelijke accijnsen op bevel van dat escadron afgeschaft zijn. Het is onmogelijk die gemeijne slattzaecken langer staende loc halden en hare schuldeischers zoo geestelijke als wereldlijke te voldoen , waaruit volgen moet dat de dienst in de geestelijke gestichten, in de kerken en scholen , wegens gebrek aan onderhoud der priesters en meesters zal moeten gestaakt worden, terwijl de armen van hunne fundatiën verstoken blijven en op de goederen der burgers door de buitenlandsche schuldeischers arrest zal gelegd worden. De magistraat verzoekt derhalve den stadhouder bij de aartshertogen aan te dringen dat de stad met een subsidie van drie of vierduizend gulden begunstigd en van het ondragelijk servies ontlast worde.
Minute , in omslag 22 N0 25.
1604, 18 October. De magistraat van Roermond maakt ecne ordonnantie op den verkoopprijs van vleesch en brood , die door den electo van het escadron wordt goedgekeurd. Daarbij wordt de prijs bepaald, als volgt: het pond best ossenvleesch 2 stuivers , vet koe- of rundvleesch l1/, st., gewoon rundvleesch 1 st., best ha-melvleesch 3 st., gewoon schapenvleesch 21/2 st., varkens-vleesch 2 st.; het roggebrood van 10 ft 5 stuivers en het tarwebrood wegende 24 looden 1 stuiver.
Minute, in omslag 22 Nquot; 28.
— 269 -
1004, 19 October. De magistraal rigt tot den electo en raad van het aldaar in garnizoen liggende escadron , het volgende verzoek :
1°. dat het servies afgeschaft worde, als zijnde het onmogelijk dit langer op te brengen;
2°. dat orde gesteld worde op de uitdeeling der nog aanwezige bedden ;
3°. dat de stad hare accijnsen terug bekome, zonder welke zij hare zaken niet kan regelen;
4quot;. dat haar vergoeding gedaan worde voor de groote vertimmeringen, die zij voor hetescadron heeft moeten doen;
5quot;. dat eene ordonnantie gemaakt worde op de uitdeeling van steenkolen en kaarsen en daarvan thans voorraad opgedaan worde, daar die later moeijelijker of in het geheel niet meer zullen te bekomen zijn ;
6°. dat de soldaten ijverig hunne vrouwen en kinderen aansporen met vuur en licht voorzigtig te zijn. Minute, in omslag 22 N0 23.
1604 , 1 November. De magistraat van Roermond verzoekt den electo en raad van het escadron te Roermond, om, in aanmerking van de groote kosten, die de stad sedert de aankomst van dat escadron te bestrijden heeft, haar naar het voorbeeld van Weert te willen toestaan van elke aam intevoeren bier vier stuivers, van elke aam Luiker bier ('/j minder inhoudende) 3 stuivers en van elke aam wijn twee realen of elf stuivers te heffen ; de magistraat voegt daarbij dat dit alles door den vreemden koopman uit zijne winst zal voldaan worden zoodat de gewone prijzen daardoor geene verhooging ondergaan zullen Minute, (r. in omslag 18 1N° 4.
1604 , 11 December. De magistraat van Roermond benoemt Peter van Stralen tot ontvanger der stedelijke
— 270 -
accijnsen en bepaalt de accijns op het vleesch als volgt : van eenen os vijf stuivers, van eene vette koe 4 stuivers, van een rund 3, van een kalf 1, van een varken 2, van een hamel of schaap 1 en van een lam '/, stuiver.
Minute, in omslag 18 N° 3.
1604, 16 December. De rekenkamer van Gelder berigt aan den magistraat van Roermond de ontvangst van een afschrift der ordonnantie, waarbij aan de stad eene vergoeding wordt toegestaan voor het gemis harer accijnsen ten bedrage van 700 gulden per maand , en van een afschrift der ordonnantie tot inkoop van steenkolen en kaarsen voor de wachthuizen ; de kamer heeft den collecteur Goossen van Dulcken gelast een bedrag van 2500 gulden aan de stad te voldoen voor de drie eerste maanden dezer twee vergoedingen.
Orig. gedagl. uit Maastricht en get. Luytens, in omslag 22 Nquot; 57.
1605, 8 Januarij. Johan van Buegel , schepen van Roermond vertoont aan de schepenbank aldaar een prothocoll offte boeck der huisarmen en een ander oud boekje, bevattende de waarde van sommige oude geldspeciën , waarnaar de kruisbroeders en regulieren zich bij het ontvangen hunner oude renten regelen; ten gevolge van deze vertooning geven de schepenen Johan van Hillen en Gerard Creyarts, aangaande de waarde der geldspeciën in die boeken voorkomende de volgende verklaring af:
Ein tyns groei iss l/t alden vletnsche.
Einen Gelrischen gulden iss soe vuele alss einen Roberlus gulden, maeckt XVI '/, bb. sis.
Einen alden schilt iss 1'/, W gulden.
Einen alden vlemss iss soe goel alss einen bb. st.
— 271 ~
Etnen Reinoldus gulden, unit der scherper e tss soe goec als einen Philippus gulden.
Einen blauwen gulden ïss soe goet alss einen Philippus gulden.
Ein vlemsche plack tss soe goel alss einen Carolus li ourg. stuyuer.
Ein aide vlemss groet syn mer dan hondert jaren geweest
ende syn lange te voir en gemunt ehr die aide vlemss geslagen woirden.
Die seuen grijpen plegen toe syn drie Rynsche gulden.
Einen grijp iss Vini/t st. ende ein buysken; alsulcke stuyuers daer XX aff syn einen Rijnsche gulden.
Ein groet iss twee buys kens; ein penninck is twee buys kens.
Ein bodtdreger is VI buyskens offle l1/, albus.
Einen schillinck iss VI buyskens off te l'/a albus.
Ein tsins tnerck iss XII albus, ende ein stadtmerck VI albus.
Einen bodtdreger iss anderhaluen rader albus.
Einen vlemschen plack 1 st. bb. ein tsins groet '/, st. bb.; a0 1384 galt der goltg. XXIV rader albus ende XVII Johannes braspenninck ende XXH bodtdreger, elliclce bodtdreger gereeckent ein negemanneken beter dan einen Johannes braspenninck.
Minute, in omslag 24 N0 10.
1605, 17 Februarij. De magistraat geeft, ter oorzake van de groote kosten, die de stad lot beter gerief der schippers en kooplieden en tot grootere verzekering hunner schepen en koopwaren aan de haven heeft besteed , bevel aan Nicolaas Paulssen ontvanger en Peter Royen , controleur der stedelijke tollen en van het superplus, om naar het voorbeeld van andere steden voort te gaan met
- 272 -
het ontvangen van havengeld; zij zullen voortaan lot
onderhoud van die haven van de schippers, die haar gebruiken, vorderen als volgt:
van einen hoek mast.......30 stuivers
„ „ hoch arss.......20 „
Minute, in omslag 18 N0 2.
1605 , 27 Februarij. De magistraat van Roermond berigt aan den bisschop Henricus Cuyckius , die zich te Gelder bevindt, dat de aartsbisschop van Mechelen eenen trcfflicken wolgeleerlen heem van orden S' Dominici naar Roermond gezonden heeft om voor de manschappen van het escadron gedurende de vasten in het Italiaansch te prediken ; hij verzoekt den vurss. heere predicant, gedurende zijn verblijf in de stad een bloot camerken in het bisschoppelijk paleis in te ruimen. Bij brief van den volgenden dag geeft de bisschop zijne toestemming.
Minute en orig. gedagteekend uit Gelder en geteekend Henricus episcopus Ruracmundensis, in omslag 15 N0 42,
1605, 28 Februarij. De magistraat van Roermond vidimeert een brief der aartshertogen aan den stadhouder Herman van den Bergh dd. 12 Maart 1601, waarbij de aartshertogen aan dien stadhouder kennis geven van een met de vijanden gemaakt akkoord, len gevolge waarvan deze den admirant van Arragon en de andere gevangenen op vrije voeten zullen stellen als dit van deze zijde insgelijks geschiedt; zij geven hem tevens bevel alle gevangenen , die zich in het Overkwartier bevinden, op den 24quot;c'' Maart naar het fort Schenck, naar Nymegen of eene andere plaats te zenden, die door den vijand aangewezen mag worden; wel te verstaan dat alleen die personen
— 273 -
vrijgelaten worden, die vóór of op den dag der ratificatie van het akkoord, den lO'1'quot; Maart 1G01. gevangen genomen waren.
Minute, fr. in omslag 24 N0 H.
1603, 4 Maart. De aartshertog verleent, op het verzoekschrift van den magistraat van Roermond, aan die stad vrijdom van tol te Grave, voor zoo veel den goederen aangaat, die te Roermond ontladen, gesleten of geconsumeerd worden.
Orig. gedagleekend uit Brussel en geteekend Albert, Charles Phlcs de Croy, de Drcncwairt, in omslag 20 N0 59.
1603, April. Matheus van Dulcken, schepen van Roermond , en Mathis van Lom , secretaris aldaar, leggen rekening over aangaande hunne op bevel van den magistraat ondernomen reis naar het hof te Brussel.
Orig. in omslag 14 N0 10.
1603, 2 April. Het hof van Gelder zendt aan den magistraat van Roermond afschriften van twee plakkaten der aartshertogen, het eerste van 12 Maart II. herroepende de vergunning van 3 April 1603 om met de rebellen van Holland en Zeeland en hunne aanhangers handel te drijven, en het tweede van 18 Julij 1601, waarbij de gouden en zilveren munten door die van Holland en Zeeland geslagen voor billioen en niet ontvangbaar als wettige munt verklaard worden.
Orig. get. J. van Kerckhoue, met het opgeplakte zegel van het hof eo afschriften tier plakkaten , als boven geteekend, in omslag 17 N0 42.
1603, 7 April. Engelbert Verreyken schrijft aan den magistraat van Roermond dat het onnoodig is de ordonnantie van 1200 gl. wegens vuur en licht in de wacht-
— 274 -
huizen over het jaar 1603 terug te zenden om die ingevolge
de beslissing der aartshertogen op 1500 gl. te brengen ;
van die vermeerdering zal eene afzonderlijke ordonnantie ^
gemaakt worden.
Orlg. gedagt. uit Maastricht en get, Engelbert Verreyken,
in omslag 22 N0 38.
1605, 7 Mei. Engelbert Verreyken schrijft aan den magistraat van Roermond dat , daar het escadron thans betaald zal worden, de aartshertogen voorzeker bevel geven zullen de rekenkamer naar Roermond terug te brengen ,
weshalve hij verzoekt het huis, dat door den auditeur Valladolid verlaten is, voor hem open te houden.
Orig. get. E. Verreyken, in omslag 22 N0 59.
1605, 16 Junij. De magistraat van Roermond schrijft aan den bisschop Henricus Cuyckius dat hij vier jonge dochters uit de stad aangemoedigd heeft om eene bedevaart naar O. L. Vr. van Scherpenheuvel te ondernemen en aldaar voor de geheele stad te bidden opdat die schouwende sieckte der peslc genedichlich van onsen Hern Godt affgenomen mach icerden; tot dat doel heeft hij lancx de stadt laten omgaen und becomen Iwndert gulden tot eenen offerpenning ter eere van O. L. Vr., terwijl de reis op stads kosten zal ondernomen worden; de magistraat vraagt het gevoelen van den bisschop , of dit bedrag in specie zal gestort worden dan of men daarvoor een cleyn memorie van den figure van S' Christ offer in siiuer sal laeten maecken.
Minute, in omslag ta N0 43.
1605, 17 Junij. De bisschop antwoordt op voorgaand schrijven dat hij het goed vindt om de helft der bedoelde som te besteden tot het maken van een zilveren beeld
l «•)
— 275 -
van den H. Christoffel en dit met de andere helft in specie in handen van de provisoren der kapel van O. L. Vr. van Scherpenheuvel te stellen.
Orig. gedagteekend uit Valkenburg en geteekend Henricus Episcopus Ruraemundcnsis, in omslag 15 Nquot; 44,
1605, 20 Junij. De magistraat van Roermond herinnert den aartshertogen de belofte, die zij onlangs te Brussel aan de gedeputeerden der stad gedaan hebben, om haar eene vergelding toe te kennen zoodra het escadron de stad zoude verlaten hebben; hij somt voorts de buitengewone gelden op die de stad sedert de komst van dat escadron heeft moeten opbrengen, waardoor het thans onmogelijk is de schuldeischers te voldoen , terwijl de huizen, door de soldaten betrokken, zoo als ook de meubelen daarin aanwezig, geheel vernield of in slechten staat gebragt zijn; zelfs het stadhuis, dat tot woning van den electo gediend heeft, is niet uitgezonderd. De magistraat verzoekt derhalve de 700 gulden per maand, die hem gedurende de inlegering van dat escadron als tegemoetkoming toegestaan waren, nog een zekeren tijd te mogen behouden , opdat hij daaruit zijne schuldeischers zou kunnen voldoen; tevens geeft hij den wensch te kennen om thans de 2000 gulden te mogen ontvangen , die voor brandstoffen en licht in de wachthuizen zijn toegestaan, daar het nu het gunstige oogenblik is tot het opdoen van voorraad en de stad niet bij magte is dit bedrag voor te schieten.
Inliggend minuten van brieven in denzelfden zin geschreven aan den graaf van Fontenoi , Bernardo Cor-nelio, den markies d'Haure , den thesaurier generaal de Drencwairt en aan Byswyck.
Minuten , fr. in omslag 22 N° 12.
— 276 —
1603, 28 Junij. Verbaal der ten raadhuize der stad Roermond gehoudene verpachting der tienden in het ambt Montfort.
Minute, in omslag 22 N0 52.
1605, 30 Junij. Peter Wichel, door de aartshertogen aangesteld tot bakker voor het krijgsvolk in Roermond , geeft den magistraat aldaar te kennen dat het te Roermond in garnizoen geweest zijnde escadron hem schan-deloess heeft doen tractieren ende der stadt vijl doen geyssellen, onder het voorwendsel dat zijn brood te ligt zoude bevonden zijn; hij verzoekt den magistraat eene verklaring van zijne onschuld , ten einde zich daarmede , bij terugkeer in syn lanl te kunnen verantwoorden.
Orig. in omslag 22 Nquot; 35.
1603, 8 Julij. De magistraat van Roermond schrijft een brief van dankbetuiging aan den aartshertog wegens zijn bevel aan het hof van Gelder (dat wegens de inlegering van het escadron genoodzaakt was naar Venlo te verhuizen) tot het hernemen van zijne residentie binnen Roermond. Daar echter deze overbrenging tot dusverre niet heeft plaats gehad en de magistraat vreest dat door eenigen daartegen geijverd wordt , verzoekt hij den aartshertog gemeld bevelschrift te handhaven opdat het hof onmiddellijk naar Roermond wederkeere.
Minute, fr. in omslag 22 N° 15.
1603, 14 Augustus. De magistraat van Roermond maakt eene ordonnantie op de te betalen daghuren aan
ambacht- nnd handtwerckluyden.
Orig. in omslag 8 Nquot; 5.
1603 , 14 Augustus. Herman Haess, generaal van de kruisheeren orde te Dusseldorf, die door den magistraat
— 277 —
van Roermond aangezocht was om cenige zusters te zenden naar het klooster genaamd den Bongnerl te Roermond, waarvan de zusters, die de zieken verplegen, op ééne na overleden waren, antwoordt dat in zijne orde geene zusters worden aangetroffen, die zich tot doel stellen om de zieken te verplegen; dat hij over die aangelegenheid aan den prior te Keulen geschreven heeft, wiens antwoord hij zal mededeelen.
Orig. geteekend Hermanus llaess , generalis ordinis Cruciferorum , in omslag 2 N0 85. Zie Jura el privi-legia civ. Rur. I , pag. 200.
1605, 18 Augustus. Hartius, agent te Brussel, schrijft aan den magistraat van Roermond dat hij aan de aartshertogen het rekwest heeft overgegeven ten einde de voortzetting te bekomen van hel maandelijksche subsidie van 700 gulden , zoo als ook de 2000 gulden tot voorziening van brand en licht in de wachthuizen voor den aanstaanden winter; hij heeft daarover den thesaurier gesproken, die zulks bij de heeren van financiën zal bevorderen.
Grig. fr. get. Harlius , in omslag 22 Nquot; 14.
1605, 27 Augustus. De bisschop Henricus Cuyckius geeft aan den magistraat zijn leedwezen te kennen zoo lang van hem verwijderd te zijn , maar geeft voor reden op dat er in het land van Valkenburg wel 30 kerspels zijn, waarin veel te reformeren valt ; intusschen hoopt hij dal in den mondt van die van Ruremundt versleruen sal die opinie, die van hem geweest is, dat door zijne oorsaeck de mutineer der s drier gelachl zijn geweest; hij begrijpt niet waaraan het toe te schrijven is dat men dit van hem denkt, want waarom zoude hij eenen dergelijken \ast aan de burgers opleggen , waervoor hij schuldich is
— 278 -
zijn hloet te vergieten ; hij heeft al het mogelijke gedaan om dit af te wenden , maar heeft daarin niet kunnen slagen, en heeft vóór weinige dagen vernomen wie daarvan oorzaak geweest is; hij verzoekt den magistraat, wanneer hij dat vermoeden van hem gehad heeft, dit te laten varen ; zoo als hij steeds gedaan heeft zal hij met Gods hulp voortgaan, niet soeckende de heeren oft borgerye schade of schande oen te doen , maer in alles vorderen hunne salicheyt, eere. profyt ende weluaert.
Orig. gedagteekend uit Valkenburg en geieekcnd Hcnricus Episcopus Ruraemundensis, in omslag 15 N0 45.
1605, 1 September. De magistraat van Roermond neemt het besluit, om naar evenredigheid der behoefte, klein geld te doen munten.
Besluit in het dond. prol. I, bladz. 84 v0.
1605, 1 September. De magistraat van Roermond neemt maatregelen om het convent van den Rroothomgnrt alhier wederom tot stand te brengen , daar het bijna geheel uitgestorven is , hetgeen tot nadeel strekt der burgers , voornamelijk in deze tijden , waarin de pest zoo hevig heerscht.
Afschrift in Jura cl privilcgia, l , bladz. 200, 201.
1605, 1 September. De magistraat besluit om tot betere verpleging der zieken het klooster van den broodboomgaard tot zes personen te brengen en voor dezen keer de reparatiën aan dat klooster op rekening der stad te doen plaats hebben; voorts bepaalt hij dat de zusters de renten, gebouwen tuiu en meubelen zullen behouden, die vroeger aan het klooster behoorden terwijl hun daarenboven jaarlijks provisioneel toegelegd zal worden van wege den magistraat 100 gulden en een voeder steenkolen en van wege het gasthuis op den
schuitenberg , eene prove van zestig gulden en twee tnalder rogge; het zal hun tevens vrijstaan op de vier hoogtijdsdagen om te gam und ire termijnen thoe halden.
Besluit in hel dond. prol. 1 bladz. 84 v°.
1605, 3 September. De magistraat van Roermond antwoordt op het schrijven van den bisschop dd. 27 Augustus II. dat hij geen oogenblik op het denkbeeld gekomen is om hem als de oorzaak van de komst der gemutineerden te beschouwen, maar integendeel vast overtuigd is van zijne belangstelling in het welzijn der stad; hij geeft voorts te kermen dat de ziekte nog steeds heerscht en her Sachanas des peyburgemeüters sohn in den afgeloopen nacht an dieselbe plag in Gotl verstorhen isl; hij heeft bij de smleren in den brotbumgarlt nog vijf uit Keulen ontboden en denkt nog een grooter getal aan te nemen om de zieken te verplegen, maar geeft te kennen dat de middelen der stad, mil die groete gcliedene miserie der ingelegerte gemeutinierten geheel uitgeput zijn , zoodat hij den bisschop verzoekt op andere middelen e willen bedacht zijn ten einde in het onderhoud van die zusters te voorzien.
Minute , in omslag 15 Nquot; 46.
1605, 11 September. De bisschop Menricus Cuyckius schrijft aan den magistraat niet meer op de valsche beschuldiging , waaraan hij heeft blootgestaan, te willen terugkomen ; alleen wil hij melden dat hij een rekwest gelezen heeft, door zeker persoon aan den aartshertog overhandigd, waarin deze bekent aan Z, H. de inlegering der gemutineerden in Roermond te hebben aangeraden ; de magistraat kan wel vermoeden wien hij bedoelt, als te veel sich der saecken bemoeyt hebbende ; bij zijne terugkomst zal hij op middelen lot onderhoud der zusters, die
- 280 —
uit Keulen ontboden zijn, bedacht wezen ; voorts berigt hij met betrekking tot de executie van de geestelijke goederen in het rijk van Nijmegen reeds eenen brief naar Arnhem te hebben geschreven en den aartshertog daarover te hebben onderhouden , toen deze voorbij Leuven kwam om zich naar Scherpenheuvel te begeven, waar hij van plan was met de infante gedurende negen dagen te verblijven, ten einde eene bedevaart te volbrengen.
Orig. gedagleekend uil Leuven en geteekend Henricus Episcopus Ruraemundensis, in omslag 45 Nquot; 47.
1605, 29 September. De magistraat van Roermond berigt aan den aartshertog dat het hof van Gelder nog niet voldaan heeft aan het bevel van 28 Mei II. om naar Roermond weder te keeren ; de magistraat vermoedt dat die terugkomst vertraagd wordt door eenige raadsleden , die de stad eenen geheimen haat toedragen of wel bevreesd zijn voor de besmettelijke ziekte, die daarin zoude heerschen ; deze vertoonde zich echter slechts in enkele huizen, die nog al van de kom der stad verwijderd waren; hij verzoekt dat nogmaals bevel gegeven worde om die overbrenging ten spoedigste te doen plaats hebben.
Minute, fr. in omslag 22 N0 15.
1605 , 29 September. De magistraat van Roermond schrijft aan den bisschop dat hij al het mogelijke heeft aangewend om eenen conrector te krijgen en den conrector Galt overlehalen het rectorambt te aanvaarden, maar in beide aangelegenheden niet geslaagd is ; reeds tweemaal heeft de bisschop hem uit de verlegenheid geholpen, zoodat hij zich thans nogmaals met vertrouwen tot hem wendt om te Leuven of elders iemand te zoeken , opdat de school wederom van eenen goeden en geleerden rector voorzien worde. Tevens klaagt de magistraat dat
— 281 -
dc momboir alle moeite doet om van den aartshertog te verkrijgen dat de kanselarij bij voortduring te Venlo gevestigd blijve , hetwelk nogtans zooveel mogelijk door de aanwezige raadsleden Gilkens , van Dalen en Kocks, zoo als ook door de advokaten, tegengewerkt wordt.
Minute , in omslag 15 Nquot; 48.
1605, 29 September. De magistraat van Roermond schrijft aan den licentiaat Hartius te Brussel, zijne kennisgeving aangaande de toegestane som van 1200 gulden voor vuur en licht in de wachthuizen gedurende den winter te hebben ontvangen; dit bedrag is evenwel niet toereikend zoodat hij hem verzoekt ijverige pogingen in het werk te stellen om die som lot 1500 gulden te doen verhoogen; tevens beveelt de magistraat hem nogmaals aan syn vuylerste debuoir te willen doen belangende die continuatie der versochte 700 gulden ter maendt, sonder welche dese arme bedroefde stadt geheel ten gronde ge-raeden sal.
Minute, in omslag 22 N0 24.
1605, October-November. Verschillende stukken, strekkende tot het bekomen eener ordonnantie van betaling voor dc te leveren brandstoffen in de wachthuizen te Roermond.
Orig. en minuien, in omslag 19 N0 14.
1605, 1 October. De bisschop Henricus Cuyckius berigt aan den magistraat reeds vóór de ontvangst zijner letteren onderrigt te zijn geweest van de zaak der kanselarij en daarover aan den president Richardot geschreven te hebben om een goet eynde daarvan te maken; met betrekking tot den rector spijt het hem dit niet geweten te hebben , toen hij zich nog in Leuven bevond; de
— 282 -
rector te Gelder zoude zeer geschikt zijn , maar hij weet niet of het wei geraden is die van Gelder daer van te berouen tenzij hij die conditie van zelfs wilde verlaten,
heigeen wel mogelijk is daar hij hem meermalen over zijne kleine besoldiging geklaagd heeft; hij vermaant tevens wat beter politie te halden int schouwen van de contagiuese siekte, oft anders en sal niet lichtehck yemant sich tot die rectoorschap begeuen, als de menschen sich seluen in de doodt werpen. Het doet hem leed dat het laatste Jubilé van zo luttel menschen is gebruyckt, son-derling in dese conjuncture van tijde. Hij heeft voor de burgers van Roermond eene bedevaart naar Scherpenheuvel volbragt, maar heeft aldaar het beeld van S' Christoffel niet gezien, waarover de magistraat hem vroeger schreef;
hij verwondert zich dat de pastoor niet vermaent tot verniewinge van S. Rochus confraterniteyl en geeft den raad om nog eene bedevaart met aelmissen naer Scherpenheuuel inne te stellen, zoo als die van Maastricht en meer andere steden zeer profytabel geuonden hebben tot solaes der gemeynten.
Orig. gedagteekend uit Valkenburg cn geleekcnd Hcnrieus Episcopus Ruraemundensis, in omslag 15 Nquot; 49.
1605, 5 October. De magistraat berigt aan den bisschop dat de schepen Matheus van üulckeu eindelijk aan zijne oudste dochter Isabella vergund heeft om in het klooster Godsweerd hare eerste kleeding te ontvangen;
hij verzoekt tevens het feest, dat bij die gelegenheid gegeven wordt en waarop de bloedverwanten en de gt;
magistraat verzocht worden in den reefter van dat klooster te doen plaats hebben.
Bij brief van den volgenden dag antwoordt de bisschop dat het niet geoorloofd is in dien reefter mannen cn vrouwen toe te laten; hij weet wat sonden daer alleen wt
- 283 -
volgen als geeslelycke personen bij de weerlycke in weerlycke hitysen te bruyloft (jaen; de magistraat zal hem dus niet kwalijk nemen dat hij in dit geval de gevraagde toestemming moet weigeren.
Minute en orig. gedagteekend uit Valkenburg en geteekend Henricus Episcopus liuraemundensis, in omslag 15 N0 68.
1605, 14 October. De magistraat van Roermond schrijft aan den graaf de Busquoy, generaal van de artillerie en kommandant van de belegeringslroepen vóór Wachten-donek, dat op dit oogenblik le weinig garnizoen in Roermond aanwezig is om de dienst naar behooren waar te nemen en verzoekt dat de 200 soldaten, die naar Maastricht gezonden zijn, in plaats van zich van daar naar Wach-tendonck te begeven, naar Roermond mogen wederkeeren.
Minute, fr. in omslag 40 Nquot; 51.
1605, 21 October. De magistraat van Roermond schrijft aan de aartshertogen vernomen te hebben dat het voornemen bestaat om tien kompagniën Spaansche soldaten en eene kompagnie ruiters in Roermond te doen overwinteren; hij geeft de groote armoede, ontstaan door de gedurige oorlogen , overlast van garnizoenen en besmettelijke ziekten, te kennen, waardoor het onmogelijk is zulk een groot garnizoen te kunnen onderhouden , en verzoekt daarvan bevrijd te blijven; mogt het noodzakelijk bevonden worden eenig garnizoen in de stad te leggen, dan daarin slechts weinig soldaten te brengen, die tegelijk met de burgers de dienst kunnen verriglen.
Minute, in omslag 3 N0 65.
1605, 28 October. De stadhouder Herman van den Bergh zendt aan den magistraat van Roermond afschrift
- 284 -
van een schrijven van den markies de Spinola, inhoudende bevel om de gewonde en zieke soldaten van het leger vóór Wachlendonck , te Roermond te verzorgen.
Orig. fr. gedagi. uit Veulo en gel. Gomie de Bergli, in omslag i2 Nquot; d5.
1603, 28 October. De magistraat van Roermond schrijft aan deti stadhouder dat hij de brieven van den markies de Spinola ontvangen heeft met het verzoek om de zieken en gewonden uit het leger vóór Wachlendonck te huisvesten; dat hij dit zoo goed mogelijk doen zal om hem te believen , doch dat de stad weinig hulpmiddelen heeft om dit te doen.
Minute, fr. in omslag 12 N0 9.
1605, 28 October. De aartshertogen schrijven aan den magistraat van Roermond in antwoord op het schrijven van 21 October II. dat zij insgelijks hebben ingezien den overlast door de garnizoenen veroorzaakt; dat zij gaarne de stad daarvan bevrijd hadden , wanneer dit had kunnen geschieden, maar dat bij eene volgende verandering er op zal gelet worden , ten einde de burgers de geledene schade kunnen herstellen.
Orig. fr. gedagt. uit Marimout en geteekend Albert , Pralz , in omslag 3 N0. 66.
1605, 31 October. De magistraat van Roermond schrijft aan den markies de Spinola dat heden reeds een gedeelte der zieke en gewonde soldaten in de stad zijn aangekomen . terwijl de overige in een nabij gelegen dorp gehuisvest zijn om morgen in de stad aan te komen; hij geeft den wensch te kennen dat de arme stad zoo veel mogelijk gespaard worde.
Minute, in omslag 12 N0 10.
— 285 -
IGOo, 31 October. De thesaurier generaal de Drenc-wairt berigt aan den magistraat van Roermond dat de aartshertog het bedrag van 1200 gulden, toegestaan voor vuur en licht in de wachthuizen gedurenden den aanstaanden winter, tot 1300 gulden opgevoerd heeft, maar dat de aartshertog vooralsnog niet gezind is voort te gaan met 700 gulden per maand te betalen , zoodat men eenig geduld daarmede zal moeten hebben.
Orig. fr. gedagleekend uit Brussel en gel. de Drenc-wairl , in omslag 22 Nquot; 53.
1G05, 2 November. De magistraat van Roermond schrijft aan den stadhouder dat hij ten verzoeke van den markies de Spinola 11 a 1200 zieke en gewonde soldaten opgenomen heeft , die in het kruishroedersklooster, in het gasthuis op den steenweg, op den nonnhoff en in den uldcn Marienwee, gehuisvest zijn geworden. Daar deze plaatsen evenwel eenigzins vervallen zijn verlangen de officieren de herstelling daarvan , die meer dan duizend gulden zal kosten ; daar de stad deze kosten onmogelijk op zich kan nemen verzoekt de magistraat dat zij uit de licenten mogen bestreden worden.
Minuien, in omslag 12 Nquot; 11.
1605, 2 November. De licentiaat Hartius te Rrussel zendt aan den magistraat van Roermond eene ordonnantie van betaling ten bedrage van 1500 gulden voor de brandstoffen en het licht van het garnizoen gedurende den aanstaanden winter; volgens de laatste resolutie der heeren van financiën zal de ordonnantie over het jaar 1G03 insgelijks op dat bedrag veranderd worden; aangaande de continuatie der toegestane som van 70ü gulden per maand , is wegens afwezigheid van den aartshertog nog geen besluit genomen.
Orig. gel. Hartius, in omslag 17 N0 56.
- 280 -
1605, 2 November. De graaf van Biisquoy schrijft aan den magistraat van Roermond te wenschen dat de inneming van Wachtendonck zooveel voordeel aan hare stad moge aanbrengen als de magistraat tevredenheid daarover betoont ; deze tevredenheid verwondert hem echter geenszins daar deze goede uitkomst de dienst van Z. M. en de aartshertogen betreft, aan welke dienst de magistraat steeds zoovele bewijzen van gehechtheid gegeven heeft; het laatste bewijs daarvan , met het opnemen der zieke en gewonde soldaten van het leger, is niet het minste, want men kent den last, die daardoor op de stad komt ; hij zal daarom zijn best doen om het vertrek dier soldaten te bespoedigen.
Orig fr. gedagteekend uit Wachtendonck en geteekend Busquoy , in omslag 17 N0 32.
1605, 5 November. De magistraat van Roermond dankt den audiencier Verreyken voor de pogingen , die hij tot welzijn der stad heeft aangewend ; hij zendt hem de ordonnantie van betaling wegens den brand in de wachthuizen over het jaar 1603 om die volgens besluit der heeren van financiën van 1200 op 1500 gulden te doen veranderen en verontschuldigt zich hem zoo vaak over zaken der stad te moeten lastig vallen ; de magistraat is evenwel daartoe genoodzaakt geweest door het verval, waarin de stad door de inlegering der gemutineerden en door de tegenwoordige verzorging van 1300 zieke en gewonde soldaten gebragt is, terwijl daarenboven thans van den magistraat gevorderd wordt de door die gemutineerden veroorzaakte schade aan het gasthuis op kosten der stad te herstellen; sulcx dat het schijnt dal men dese desolate stadt in plaetse van recompense gantzlich wilt verderuen; hij verzoekt hem bij voortduring medelijden
— 287 —
met de stad te hebben en steeds te willen medewerken tot alles wat haar nuttig en voordeelig kan zijn.
In margine bevindt zich de aanmerking dat brieven in den-zelfden zin geschreven zijn aan de rekenkamer en aan den licentiaat Hartius.
Minute, in omslag 17 N0 37.
1605, 6 November. De stadhouder zendt aan den magistraat van Roermond afschrift van een schrijven van den markies de Spinola dd. 0 November, waarin deze hem berigt dat de noodzakelijke herstellingen aan het hospitaal voor de zieke en gewonde soldaten te Roermond niet door den magistraat dier stad maar door de administratie van dat hospitaal behooren te geschieden; hij zal de middelen daartoe overzenden.
Orig. fr. gedagt. uit Venlo en geteekend Herman Conle de Bergh, en afschrift, fr. in omslag 17 N0 34.
1605, 7 November. Guillaume Oliviers, commies en bewaarder der krijgsbehoeften te Roermond, verklaart door den magistraat voldaan te wezen voor de bij verschillende gelegenheden geleverde 1226 ponden buskruid, en zulks ten bedrage van 35 Rrabantsche guldens per honderd pond.
Orig. geteekend Guillaume Oliviers, in omslag 17 N0 25.
1605, 13 November. De magistraat van Roermond schrijft aan den markies de Spinola dat reeds 1600 zieke en gewonde soldaten zich in de stad bevinden en dat het onmogelijk is er meer te plaatsen; hij verzoekt de nog komende soldaten in eene andere stad te willen doen verzorgen.
Minute , in omslag 12 N0 12.
1605, 15 November. De rekenkamer van Gelder, te Maastricht resideerende , zendt aan den magistraat van
29
T
— 288 —
Roermond een schrijven aan Dirk Roijen, waarin aan hem bevel gegeven wordt tot onmiddellijke uitbetaling der ordonnantie van 1500 gulden , die de stad onlangs ten üne daarin vermeld , ten hove erlangd heeft. Aangaande de huur van het huis, waarin de rekenkamer te Roermond gewoonlijk gehouden werdt. zooals ook van het huys van den sadelmaecker daerne/fens gelegen, kan zij zich niets aantrekken, aangezien zij voor haar vertrek die huur behoorlijk heeft opgezegd.
Orig. get. Luylens , in omslag 22 N° 16.
1605, 16 November. Ambrosius de Spinola verzoekt den magistraat van Roermond nog eenig geduld te willen hebben met de zieke en gewonde soldaten ; hij zal de stad daarvan zoo spoedig mogelijk bevrijden.
Orig fr. gedagleekend uil het kamp te Ruhrorl en geleekend Ambrosia Spinola, in omslag d7 Nquot; 33.
1605, 18 November. De aartshertogen berigten aan de stad Roermond dat zij het noodig geoordeeld hebben om het tercio Spanjaarden van den overste Simon Antu-nes in hunne stad te doen logeeren en overwinteren.
Orig. gedagt. uit Binch en get. Albert , Verreyken , in omslag 3 N0 67.
1605 , 19 November. De magistraat van Roermond stelt Paulus Hullencremer van Randeraedt tot pestmeester aan en bepaalt dat hij maandelijks van de stad zal genieten 10 gulden en eene kar steenkolen, und zael wegen der drencke ende derseluer casten sich soe gebeurhch halden datt nemandt zael hebben toe claegen.
Besluit in het dond. prot. I, bladz. 88v0.
1605. 21 November. Gerard Heyster, scholtis van Roermond , schrijft uit Erkelens aan den magistraat van
— 289 —
Roermond dat hij zich van de hem opgelegde laak niet heeft kunnen kwijten , daar de markies de Spinola zich niet te Erkelens bevond en het leger van den graaf van Busquoy heden aldaar opgebroken en naar Neuss vertrokken is; dit spoedig opbreken komt iedereen verdacht voor; sommigen meenen dat men Meurs zal aanvallen, anderen zeggen dat graaf Maurits Aldenseell [Oldenzaal] beranl haben solle, terwijl wederom anderen meenen dat het leger de Erfft overtrekken en zijnen togt midden door het land van Gulik nemen zal.
Orig. get. Gcr, Ileysler, sch., in omslag 17 Nquot; 20.
1605 , 28 November. De graaf van Busquoy schrijft aan den magistraat van Roermond dat hij op bevel van de Spinola nabij de stad is gekomen, zoo als ook een gedeelte van het regiment van Simon Antunes, dat in de stad moet gelegd worden ; hij meldt dit opdat er maatregelen genomen worden om hen te verzorgen ; hij had gewenscht aangenamer tijding te kunnen brengen, maar is niet geslaagd en verzoekt zijn goeden wil voor lief te nemen.
Orig. fr. getcekend Busquoy, in omslag 17 N0 51.
1005 , 30 November. De bisschop Henricus Cuyckius geeft zijn leedwezen aan den magistraat te kennen dat hij niet aan zijn verlangen heeft kunnen voldoen om aan den markies de Spinola te schrijven daar er niemant en was die naer den marequis reysde; de gouverneur Dulcken heeft hem den brief getoond van Pompeio, waarin deze schrijft heden of morgen binnen Roermond te trekken maar dat de stad daardoor niet belast zal worden ; hel is meer dan redene dal die horgerije niet voorder gegraueert sol worden bonen den tegenwoordig en last, die ooc bonen recht ende redene onuerdraechelick is. Mg dunckt, voegt de bisschop er bij , waerl duller sleenen ut de lucht vielen ,
- 290 -
sollen op Ruremundt moeten vallen. Te Wachtendonck, schrijft hij, ist een al te verwoeste wenk; de schade w-der kercken gedaen is onweer deer lick en is zeer qualick enigen pastoor aft priester te becomen by gebreck van on-derhaldl in dit tegenwoordich iaer. Hij zelf moet zich te Wachtendonck met zijne dienaers in een camerken behelpen half zo groot als vroeger zijn eedtsael was ; weshalve hij verlangt weder te Roermond te zijn, doch hq moet te Wachtendonck blijven op hope van sielwinge en om gebreck van pastoor.
Orig. gedagleekend nit Wachtendonck en geteekend Henricus Episcopus Ruraemundensis, in omslag 15 N0 50.
1605, November—December. Vier brieven van den stadhouder Herman van den Bergh aan de stad Roermond, handelende over garnizoens aangelegenheden.
Orig. geleekend Herman grauc zu dem Bergh, in omslag 42 N0 16.
1605, November - December. Brieven van den magistraat van Roermond aan den markies de Spinola, aan den graaf Busquoy, aan den stadhouder en anderen, inhoudende klagten over te groot garnizoen.
Minuten, in omslag 42 N0 43.
1605, 1 December. De magistraat van Roermond verzoekt den markies de Spinola de gehoorzaamheid en trouw door de stad gedurende deze onlusten aan den koning en de aartshertogen bewezen in gunstige overweging Ie nemen ; hij geeft hem tevens te kennen hoe de stad steeds met groot garnizoen belast en onlangs door de gemutineerden geheel tot armoede gebragt is ; dat zij desalniettemin goedwillig de zieke en gewonde soldaten heeft ontvangen en daarbij de belofte kreeg verder niet bezwaard te zullen worden. Thans verneemt de
- 291 -
magistraat evenwel dat 12 kotnpagnicn van liet regiment van Simon Antunes naar de stad gezonden worden , die in deze tijdsomstandigheden aldaar onmogelijk verzorgd kunnen worden; steeds heeft de magistraat getracht zijnen ijver voor de dienst van God en de aartshertogen te toonen, maar hij verzoekt de stad geen zwaarderen last te laten dragen dan die aan hare krachten geevenredigd is en dat tevens bevel gegeven worde de arme en geheel uitgeputte burgers niet tot de levering van het servies der soldaten te noodzaken maar dat zij alleen het logement, bed en vuur te leveren zullen hebben.
Minute, fr. in omslag 17 N0 30.
1605, 9 December. De magistraat van Roermond schrijft aan de aartshertogen dat ten aanzien van de trouw en gehoorzaamheid, die de stad van den aanvang der onlusten af aan haren natuurlijken vorst bewezen en de onherstelbare schade , die zij in het vorige jaar door de gemutineerden geleden heeft, hij dit jaar gehoopt had van een gedeelte van het garnizoen ontlast te zijn geworden of minstens met een matig en goed gedisciplineerd garnizoen voorzien te worden; boven en behalve 2000 zieke en gewonde soldaten in het hospitaal aanwezig en de twee duitsche kompagniën van het regiment van graaf Frederik van den Bergh is de stad nog belast met 12 kompagniën van het regiment van Simon Antunes; de magistraat kan dezen zwaren last niet langer torschen in den ellendigen toestand, waarin de stad door de gemutineerden gebragt gt; is, en verzoekt den aartshertogen dringend haar ten minste
van een gedeelte van dit zwaar garnizoen te ontlasten.
Minute, fr. in omslag 17 Nquot; 27. Bijliggend minuten van brieven in dcnzclfden zin geschreven aan den markies de Spinolu, aan den graaf van Buslt;]u0v en aan de Drenckwairt.
»
— 292 -
1605, 10 December. De magistraat geeft eene instructie aan den secretaris Mr Johan van Ryckenroy om zich naar Brussel te begeven en den aartshertogen te verzoeken de stad van een gedeelte van haar garnizoen te ontlasten ; voorts haar bij voortduring te laten genieten de 700 gulden, die haar per maand waren toegestaan of ten minste 400 gulden daarvan, en zoo dit niet kan geschieden dat de stad haar superplus alsdan verdubbelen moge, zoo als Venio reeds geruimen lijd heeft mogen doen.
Minute, zeer beschadigd, in omslag 17 N0 28.
1605, 13 December. Ambrosius de Spinoia berigtaan den magistraat van Roermond dat hij de stad gaarne van een gedeelte der aldaar in garnizoen liggende kompagniën zoude ontlasten, maar daarin geene verandering brengen kan daar de krijgslieden zoo kort mogelijk bij den Rijn moeten gehouden worden ten einde in alle voorkomende omstandigheden te kunnen voorzien ; hij spoort den magistraat aan nog eenig geduld te hebben, daar zulks van korten duur zijn zal en het saizoen reeds ver gevorderd is.
Orig. fr. gedagleekcnd uit Brussel , onleesbaar gc-teekend, in omslag 17 N0 29.
1005, 16 December. De magistraat van Roermond zendt aan den bisschop twee verzoekschriften bij hem ingekomen aangaande de bevestiging in het beneficie van twee altaren, waarmede de zonen der rekwestranten begiftigd zijn ; de magistraat geeft de hoop te kennen dat de bisschop aan dat verlangen voldoen zal, te meer daar in het afgeloopen jaar drie priesters uit de parochiale kerk overleden zijn.
Bij brief van den 22s'cquot; December, gedagteekend uit Stralen , bewilligt de bisschop in het verlangen van den magistraat.
Minute en orig. getcekcnd Henricus Episcopus llurae-mundensis, in omslag 13 N0 51.
- 293 —
1605, 19 December. Op het schrijven van den magistraal van 9 December II. antwoorden de aartshertogen met leedwezen vernomen te hebben den last, die door de 12 Spaansche kompagnién van het tercio van den mquot; de camp Simon Antunes op de stad gelegd wordt; zij weten dat hare trouw en voortdurende gehoorzaamheid alle achting verdient en zouden haar gaarne van dat tercio ontlasten indien de tijdsomstandigheden hel veroorloofden; hel is echter hun uitdrukkelijke wil dat de stad geen zwaarderen last van die troepen dan alleen hun logies zal hebben.
Geauth. afschrift , fr. get. J. van Ryckenroy , in omslag 18 Nquot; 1.
I GOö, 19 December. De magistraat van Roermond geeft aan de aartshertogen te kennen dat de stad in vroegere tijden vrijdom genoot van verschillende tollen op de Maas geheven, waartegen haar sedert eenige jaren moeijelijkheden zijn opgeworpen, onder voorwendsel van de tegenwoordige onlusten, die niet veroorloven den vrijdom op die tollen te doen voortduren ; daar evenwel aan de stad Venlo, op hare verzoekschriften van 28 November 1G02 en 7 October ICOü die vrijdom werd toegestaan brengt de magistraat in het midden dat de stad Roermond steeds even getrouw en gehoorzaam geweest is als Venlo, waarvan zij menig blijk gegeven heeft en onlangs nog toen de inwoners deur het logeren ende accommodeeren van den gliemulincerde soldaeten yrontlich syn bedoruen ende meer hebben geleden ende noch jegenwordlich sijn lijdende dan jemandl van hunne nabueren. De magistraat verzoekt dientengevolge met Venlo gelijk gesteld te worden en den vrijdom der tollen terug te bekomen, dien de slad vroeger bezeten heeft.
In margine wordt aan de rekenkamer opgaaf verzocht der lollen, waarvan Roermond vroeger den vrijdom genoten heeft.
Orig. in margine gcdagl. uil Brussel cn get. J. Croo-nendael, in omslag 22 ISquot; t7.
- 294 -
1603, 26 December. De magistraat van Roermond berigt aan den bisschop Cuyckius zijn schrijven van den 17'quot;'quot; dezer aan den schoitis geadresseerd ontvangen te hebben; hij dankt hem voor de goede affectie en genegenheid, die hij de stad toedraagt, en zal op zijn verlangen int hcimelick vernimmen naar de ketters, die zich hier zouden bevinden en hen aenstondl versteuren ; de jonge man, dien de bisschop voor de school heeft aanbevolen , moet eerst te Roermond komen ten einde men met hem over de voorwaarden spreke , die zeer gunstig zullen gesteld worden daar men zulk een persoon ook in de kerk noodig heeft, vooral als hij het voornemen heeft om den (jeistelicken staet te aenverden.
Minute, in omslag 15 Nquot; 52.
1605, 28 December. De bisschop antwoordt aan den magistraat met het overzenden van een brief, bestemd voor den persoon uit Heinsberg, dien hij als rector voor de school heeft aanbevolen; hij verzoekt den magistraal nogmaals het opsporen van de ketters, waarover hij aan den schoitis schreef, niet te verzuimen.
Orig. gedagteekend uit Stralen en gelcekcnd Henricus Episcopus Ruraemundensis, in omslag 15 Nquot; 55.
1606, 6 Januarij. De magistraat van Roermond verzoekt de rekenkamer van Gelder op zijn verzoekschrift aangaande den vrijdom van tollen een gunstig advies te te willen uitbrengen.
Minute, in omslag 22 N0 18.
1606, 8 Januarij. De magistraat schrijft aan den bisschop dat Henricus Pellionis uit Heinsberg te Roermond geweest is en na met den conrector Catt gesproken te hebben te kennen gegeven heeft zich noch toe jonck ende
— 295 -
toe cleyn te richten hel rectoratampt alhyer aenloeverden und boenen den voirss. Gatten gerespectert toe werden; de magistraat heeft een ander persoon op het oog uit Thienen, van wien hij binnen kort berigt verwacht, dat hij aan den bisschop zal mededeelen.
Minute, in omslag 15 N° S4.
1606, 1 Februarij. De stadhouder berigt aan den magistraat van Roermond van de aartshertogen bevel te hebben ontvangen om de twee vendelen duitsche voetknechten zoo als ook de kompagnie ruiters van zijn broeder graaf Hendrik uit Roermond naar Erkelcns te doen vertrekken en de zeven kompagniën Spanjaarden , die te Erkelens in garnizoen zijn, naar Roermond te doen komen; hij verzoekt derhalve den magistraat maatregelen te willen nemen opdat die ruiters en voetknechten op den 3'quot;° Februarij te Erkelens binnen komen.
Orig. gedagteekend uit Venlo en geteekend Herman grauc zu riem Bergh , in omslag 18 N0 5.
1606, 3 Februarij. Het hof van Gelder zendt aan den magistraat van Roermond een plakkaat van de aartshertogen , gedagteekend 30 December 1605 , aangaande het stuk der munten.
ürig. geteekend J. van Kerckhouc , mei een gcaulli. afschrift van bel vermeld plakkaat, in omslag 18 N° 6.
1606, 11 Februarij. De bisschop Henr. Cuyckius verzoekt den magistraat van Roermond den burgers te verbieden gedurende de vasten aan de soldaten vleesch en eijeren te verkoopen ; het is hun wel toegestaan die spijze te gebruiken wanneer zij in het veld zijn, maar geenszins in hunne garnizoenen ; daer sich die burgers mil content er en beboeren de soldaten oock te [reden to sijn,
- 296 -
dat is Goddelich, Chnstlich ende redclich; willen zij echter niet gehoorzamen en hunne zoetelaars tot overtreding van het gebod noodzaken , mag de magistraat zulks toelaten , stellende tzelue bij mehr andere oppressie ende moetwilhcheijt die dyc/cmaels bij die soldaten bedreven wordt.
Oriy. gedagteekend uit Venio en geteekend Ilenricus Episcopus Ruraemundcnsis , in omslag ia Nquot; 55.
1606, Maart. De aartshertog Albert, de stadhouder, de president Richardot, Bernardo Cornelio en de markies de Uaurc schrijven brieven van dankbetuiging aan den magistraal van Roermond wegens aan hen vereerde versche zalmen.
Orig. fr., in omslag 18 N0 8.
1606, lö Maart. De rekenkamer van Gelder te Maastricht resideerende verzoekt den magistraat van Roermond de overzending van een afschrift van den titel van eigendom van den Kiggenweert gelegen op de sijde van de Mae se buyten die brugpoorte, en waarvan de stad jaarlijks aan het ambt Montfort vijf malder gerst, vijf malder tarwe en zeven goudgulden schuldig is.
Orig. gel. ƒ/. Luxjlens, in omslag 18 N0 7.
1G06, 27 Maart. De stadhouder zendt aan den magistraat van Roermond afschrift van een ernstig schrijven der aartshertogen over het niet nakomen van het onlangs uitgevaardigde muntplakkaat; hij verzoekt den magistraat eene vergadering te houden met de afgevaardigden der sleden Gelder, Venlo, Stralen, Wach-tendonck, Erkelens en Weert, die hij op den 6,uquot; April aanstaande te Roermond beschreven heeft , ten einde de steden met elkander hare bezwaren legen dal plakkaat op schrift zouden stellen , en zouden aantoonen
- 297 -
in welke zaken het in desm qnarlier mjel prnclkabcl solde syn.
Orig. gedagt. uit Vcnlo en gelcekcnd Herman qraue zu (tem Bcrgh , mei een afschrift, fr. van hel vermelde schrijven der aarlsherlogen , in omslag 18 N0 9.
1606, 2 April. De magistraat van Roermond dringt bij de aartshertogen aan op de verwijdering van het tercio van Simon Antunes, verzoekt de stad met een matig garnizoen duitsche voetknechten te voorzien en vooral daarin geene kavallerie te brengen , aangezien de hevige stormwind, die in de verledene paaschdagen geheerscht heeft, vele stallen, schuren, huizen, zooals ook de kerk, verwoest heeft en het onmogelijk is dit alles onmiddellijk te herstellen zoodat het te voorzien is dat verschillende plaatsen gedurende eenige jaren in dien verwoesten toestand zullen blijven.
Minute, fr. zeer beschadigd , in omslag 18 N0 1U.
1606, '.) April. De magistraat van Roermond schrijft aan den stadhouder over de onregtmatige vorderingen, die door de soldaten van het tercio van Simon Antunes aan de burgers gedaan worden, en verzoekt daarin te voorzien.
Minute met het antwoord van den stadhouder, gedagt. uit Venlo en gel. Herman gratie zu dem Bergh , in omslag 18 N0 11.
1606, 10 April. De steden van het Overkwartier zenden aan het hof van Gelder hunne bezwaren tegen het laatste muntplakkaat der aartshertogen.
Minute, in omslag 18 Nquot; 12.
1606, 13 April Graaf Hendrik van den Bergh berigt hel bevel ontvangen te hebben van don Luys de Velasco
— 298 -
om het lercio van Simon Antunes tc doen vervangen door twee duitsche kompagniën.
13 April. Brief van den stadhouder over hetzelfde onderwerp.
13 April. De magistraat verzoekt aan den stadhouder van die kompagniën verschoond te blijven.
14 April. De stadhouder berigt dat de kompagniën ruiters van Bentivoglio en Nicolas Doria naar Roermond zullen komen, met verzoek om hunne billetten te doen klaarmaken.
15 April. De stadhouder zendt afschrift van een brief van don Luys de Velasco en verzoekt dringend die twee kompagniën binnen te nemen.
16 April. De magistraat verzoekt nogmaals daarvan bevrijd te blijven.
16 April. De magistraat schrijft over dit onderwerp aan den aartshertog Albert en aan den president Richardot.
19 April. De aartshertog schrijft aan den magistraat en aan den bisschop dat in gemeld verzoek niet kan getreden worden, maar dat beide kompagniën slechts weinige dagen zullen vertoeven.
Originelen en minuten gedeeltelijk frausch , in omslag 3 N0 63.
1606, 18 April. De magistraat van Venlo schrijft aan den magistraat van Roermond dat toen Jacob van Haefften uit Nijmegen zich onlangs te Venlo bevond, hij op last van eenige notabele personen uit Nijmegen het voorstel deed om van beide zijden pogingen in het werk te stellen lot het bekomen der vergunning, zoo voor de sleden van het Roermondsche kwartier als voor die uit dat van Nijmegen, om zich in beide kwartieren, ter plaatse waar zij goederen bezitten , vrij le mogen bewegen ; le dien einde stelt de magistraat van Venlo eene
— 299 —
vergadering van beide kanten voor ten einde onder hoogere goedkeuring de wijze te bepalen waarop dit zoude kunnen geschieden en vraagt het gevoelen daaromtrent van den magistraat van Roermond.
Orig. met het antwoord van die van Roermond in omslag 18 N0 13.
1606, Junij —October. Rrieven van den stadhouder aan den magistraat van Roermond , als :
3 Junij. Rerigt aangaande den doortogt van het tercio van den maitre de camp Simon Antunes.
25 Junij. Last om de vrouwen der doortrekkende militairen te logeeren.
15 Julij. Verzoek om brenger van den brief behulpzaam te zijn in het aankoopen van planken voor de aartshertogen.
10 Julij. Verzoek om eene som van 266 gulden voor te schieten wegens planken door Anthonio Villemar voor hunne hoogheden te Roermond aangekocht.
12 October. Kennisgeving dat, op het verlangen van den markies de Spinola, de aartshertogen besloten hebben om voor de zieke en gewonde militairen het hospitaal te Roermond wederom te doen inrigten.
Inliggend het antwoord van den magistraat.
Originelen, gedeeltelijk fransch , gedagteekend uit Venlo en get. Herman Conté de Bergh , in omslag li IN» 14.
1606, 23 Junij. De stadhouder graaf Herman van den Bergh berigt aan de stad Roermond dat de vijand eenen aanslag of empresa mill pelarden op eenige dezer steden of plaatsen in den zin heeft en spoort hen aan om goede wacht te houden.
Orig. gedagt. uit Venlo en get. Herman graue zu dem Bergh , in omslag 3 N° 72.
- 300 —
1006 , 7 Julij. De stadhouder graaf Herman van den Bergh berigt aan de stad Roermond dat, op het verzoek van de stad Gelder om meer krijgsvolk tot verdediging legen den vijand, de markies de Spinola bevel gegeven heeft de kompagnie van den hoofdman Renier van Emss van Roermond naar Gelder te zenden, daar toch de vijand op andere plaatsen zooveel te doen heeft dat die van Roermond voor dit oogenblik niets te vrezen hebben; hij spoort den magistraat nogtans aan om goede wacht te houden.
Orig. gedagt. uil Venlo en get. Herman graue m dem Bergh, in omslag 3 N0 68.
1606, 14 Julij. De magistraat van Roermond verklaart dat de graaf van Busquoy , generaal der artillerie, enz., bevel gegeven heeft om de stad in deze tijdsomstandigheden met drie tonnen buskruid, wegende te zamen 539 ponden, bijtestaan en die van Guillaume Oliviers , commissaris der krijgsbehoeften alhier te hebben ontvangen.
Minute, fr. in omslag 17 N° 21.
1606, 16 Julij. De magistraat van Roermond aan den stadhouder berigtende dat hij bij den markies de Spinola een vendel duitsche knechten aangevraagd heeft, verzoekt hem de stad lot de aankomst van dat vendel met 200 man te voorzien, daar de vijand zich in de omstreken vertoond heeft.
Minute, in omslag 3 N0 69.
1606 , 17 Julij. De stadhouder berigt den magistraat van Roermond dat hij met den graaf de Busquoy gesproken heeft, die hem beloofde eene kompagnie Duilschers naar Roermond te zenden.
Orig. fr. gedagt. uit Venlo en gel. lierman cmnle de Bergh, in omslag 3 N0 70.
— 301 -
1606, 18 Julij. Graaf Hendrik van den Bergh schrijft aan de stad Roermond dat hij met het leger te Goor is aangekomen en het nog onzeker is of men Deventer, Zulfen, Zwol, Lochem of Grol zal belegeren; dat graaf Maurits 1500 man naar Zwol gezonden heeft en zich persoonlijk te Deventer bevindt, om welke stad circa 5 h 6000 man liggen, terwijl de ruiterij van den vijand zich op de Veluwe langs den IJssel ophoudt.
Ürig. gedagl. uit Goor en gel. Henrich gra/f zu dcm Bergh, in omslag 3 N0 71.
1606, 19 Julij. De stadhouder graaf Herman van den Bergh geeft kennis dat de kapitein Smalevelt van het regiment van den graaf van Barlaimont met de onder zijn bevel staande krijgslieden naar Roermond vertrekt.
Orig, gedagl. uil Venlo en gel. Herman graue zu dem liergh, in omslag -i Nquot; 2.
1606, 24 Julij. De stadhouder geeft bevel het leger te Mook van bier, brood en kaas te voorzien.
Orig. fr. get. Herman comtc de Bergh, in omslag 4 N0 3.
1606, 24 Julij. Graaf Hendrik van den Bergh be-rigt aan de stad Roermond dat hij op den 20■,•quot; Julij den markies Don Ninnigo met den graaf van Embden , Thoris, den graaf Guido en de Engelschen met hunne regimenten van Goor naar Lochem gezonden heeft om die stad te belegeren; dat de vijand slechts 200 man sterk zich weinig verdedigd en heeft de stad zich op den 23 dezer met accord overgegeven heeft; het garnizoen is met vliegende vaandels, wapens en bagagie uitgetrokken.
ürig. geleekend Heinrich graue zu dem Bergh, in omslag 3 Nu 73.
— 302 -
1606, 4 Augustus. De magistraat schrijft aan den bisschop dat de oprigting van een collegia der Jesuiten een punt van ernstige overweging uitmaakt, hoofdzakelijk wegens de groote kosten daaraan verbonden; hij wenscht niets vuriger dan dat de stad so salig mogte sein, dal sie damit beryfft konle werden; maar den toestand overwogen hebbende vindt de magistraat de stad zoo verarmd door de inlegering van de gemutineerden en het regiment Spanjaarden , dat hij geene middelen kan vinden om dal ordinaris gehalt van der scholen te kunnen opbrengen , veel minder dat van 500 tot 900 gulden te kunnen opvoeren; te meer daar bovendien die schol an die hochkirch nog moet bekostigd worden, waaraan twee meesters noodig zijn. De magistraat acht het oogenblik niet gunstig om het pesthuis te verkoopen, dewijl voorzeker geen kooper zich zal opdoen, aangezien in honderd jaren niet zooveel huizen onbewoond zijn als thans; hij zoude evenwel zijn best willen doen om deze goede zaak te bevorderen, maar kan zulks op dit oogenblik niet, en daarom verzoekt hij, omdat die verwilderler jugl toe-zigt vereischt, zoo spoedig mogelijk aan de heeren te l.euven te willen schrqven na het verlangde uitstel van zes weken naar Roermond te komen, ten einde over de voorwaarden te onderhandelen ; intusschen mag Golt gnade nnd middelen verlehnen om hel goedt voorgeschlagen werck ad efjfectum to bring en.
Miaute, in omslag 15 N0 56.
1606, 5 Augustus. De bisschop antwoordt op het schrijven van den magistraat dd. 4 Aug. dat de opgegevene redenen met betrekking tot het collegie der Jesuiten hem zeer gegrond voorkomen, en men de zaak lol op eenen anderen bequamer tyl moet uitstellen; inmiddels heeft hij, volgens het verlangen van den magistraat naar
— 303 -
Leuven geschreven. — Voorts berigt hij dat de oorlog tusschen den Paus en de republiek van Venetië zeer heftig voortgezet wordt, daertoe eenen afflatt gesonden is van Romen, die hij hoopt corls te communiceren ende doen vercondigen.
Orig. gedagteekend uil Venio en geieekend Henricus Episcopus Ruraemundensis , in omslag 15 N0 57.
1606, 9 Augustus. De magistraat van Roermond herinnert den aartshertogen de trouw en gehoorzaamheid waarvan de stad steeds de ondubbelzinnigste bewijzen gegeven heeft en de lasten, die zij door de inlegering der gemutineerden en door het geheeie tercio van Simon Antunes gedragen heeft, waardoor zij in onoverkomelijke schulden geraakt is, die in vele jaren niet zullen kunnen worden afgelost; de magistraat verzoekt dat te dien aanzien ordonnantie op de ontvangst der licenten aan de stad verstrekt worde , om daaruit gedurende den aanstaanden winter het vuur en licht in de wachthuizen en voor de officieren te kunnen bekostigen.
Minute, fr. in omslag 18 N0 14.
1606, 19 Augustus. De magistraat schrijft aan den bisschop dat zijn voorstel aangaande den pastoor van Nederweert het gewenschten ende niet heffl mogen succedieren, zoodat de oude pastoor van Roermond in sein guit gemack nit hefft kunnen geraecken. Hij berigt voorts dat de pastoor van Duren, in het land van Gulik, die voor een rustiger junger mhan gehalden wirt eenige jaren in het Collegium Germanicum Theologiae te Rome gestudeerd heeft, en van wien de magistraat veel goeds vernam, zeer geneigd is diese pas tor ei alhier antonemen, wanneer de bisschop den tegenwoordigen pastoor elders kan
30
/
— 304 —
plaatsen , waar hij met meer gemak zijne funcliën kan uitoefenen.
Minute, in omslag 15 N0 58.
1606, 19 Augustus. De bisschop antwoordt op het voorgaande schrijven van den magistraat dat hij geene plaats weet voor den pastoor Peter Groeningen, die op dorperen niel wilt wesen, en er voor het oogenblik in de steden deses bisdoms geene opene plaetse is ; hij wenscht dat Nijmegen geopend worde; aldaer sal syne presentie wel nodich wesen om op te richten dat gevallen is, auer wie sal ons die duere openen ? Het leger van Busquoy blijft nog te Mook liggen , maar tot welk doel weet men niet; mogt de magistraat een ander middel weten om Groeningen te versien, dan sal de bisschop zich geern daertoe vu eg en.
Orig. gedagteekend uil Venlo en geteekend Uenricm Episcopus Ruraemundensis , in omslag 15 Nquot; 59.
1606, 28 Augustus. De magistraat van Roermond verzoekt den markies de Spinola , om in plaats van het tercio van Simon Antunes de stad met een ander matig garnizoen te voorzien , Ie meer daar men thans om het katholieke geloof uit te breiden en de losbandigheid der jeugd te voorkomen, alle middelen moet dienstbaar maken om in de stad een collegie van de Societeit Jesu te bekomen. De magistraat verzoekt tevens om het militaire hospitaal, te Roermond gevestigd , elders over te brengen , daar de pest hier wederom begint te woeden en het Ie voorzien is dat die ziekte zich zal uitbreiden, wanneer de zieke en geblesseerde soldaten wederom te Roermond moeien verzorgd worden.
Minule, in omslag 9 Nquot; 43.
— 305 —
1606, 3 September. De magistraat berigt aan den bisschop dat de nieuwe rector Guilielmus Melart uit Leuven te Roermond aangekomen is en men met hem een akkoord getroffen heeft voor den tijd van zes jaren, ten haluen tijde op tho seggen; de magistraat geeft den wensch te kennen dat de bisschop dezen nieuwen rector, die een geestelijk persoon is, met eenige beneficiën zal begunstigen, om hem te beter in staal te stellen zicii eerlich in victu et habilu te moegen onderhalden.
Minute, in omslag IS N0 60.
1606, 14 September. De bisschop geeft zijne tevredenheid te kennen over het aannemen van den nieuwen rector, waarvan hij zich goede vruchten voorstelt, en meldt dat hij dadelijk de dienst van het H. Kruis aldaar kan waarnemen en die vruchten daarvan genieten ; Godl geue, zegt de bisschop dat den goeden man den pastoor nu niet teqen en cry ge, waerdoor hij in eenig verdriet oft onlust mogt komen, daer staet al wal voor te duchten, zo v. I. den man wel kennen, al ist dat ghij hem wederom hebt willen hebben. Voorts schrijft hij dat Roermond ongehjck geschiet contra justitiam distributivam; Venlo bekomt voor den brand in de wachthuizen 2300 gl., Roermond 1300; Venlo krijgt 4 st. op den gulden uit de licenten , Roermond maar 2 st.; Venlo heeft voor ieder soldaat boven de 500 dertig stuivers per maand voor servies terwijl Roermond daarvoor geene vergoeding krijgt; daarenboven is Venlo zeer bevoordeeld door de goederen, die over land naar Gulik gebragt worden en die tot nadeel van den prins van de licenten worden vrijgesteld, alhoewel zij slechts voorbijgaan. Deze punten moeten volgens's bisschops oordeel den aartshertog onder het oog gebragt worden.
Orig. gedagleekend uil Venlo en geieekend llenricus Episcopus Ruraemundensis , in omslag 15 N0 61.
— 306 —
160G, 17 September. De stadhouder Herman van den Bergh zendt een schrijven van den markies de Spinoia , waarin bevel gegeven wordt om de duitsche kompagnie van het regiment van den graaf van Barlaimont , te Roermond in garnizoen, naar Rijnberk te doen vertrekken.
Orig. geleekend Herman graue iu dein Bergh, in omslag 4 4.
1606, 18 September. De magistraat van Roermond schrijft aan den stadhouder dat hij , bij het vertrek van het garnizoen, onverwijld den burgemeester Butkens en den schepen Creijarts naar den markies de Spinoia heeft gezonden tot het bekomen van eene nieuwe kompagnie duitsche krijgslieden waartoe hij des stadhouders medewerking verzoekt.
Mioute, in omslag 4 N0 5.
1606, 18 September. De magistraat van Roermond geeft eene instructie aan Mattheus Butkens, burgemeester, en Gerard Creijarts, schepen der stad Roermond om zich naar Venlo te begeven bij den stadhouder en naar Gelder of Rijnberk bij den markies de Spinoia, ten einde aldaar te kennen te geven dat de stad zonder bezetting is.eneenig duitsch garnizoen verzoekt.
18-23 September. Drie brieven van genoemde commissie aan den magistraat over die zaak.
Minute en originelen , in omslag 42 1N° 1.
1606, 29 September. De aartshertogen maken eene ordonnantie, bepalingen inhoudende tot betere nakoming van de muntplakkaten.
Geaulhenliseerd afsclirifi , gel. J. van Kerckhnue in omslag 23 N° C.
- 307 —
160G, 1 October. De stadhouder Herman van den Bergh schrijft aan de stad Roermond dat volgens berigt van den markies de Spinola de vijand eene empresa op eenige steden van het Overkwartier in den zin heeft; hij beveelt om zoolang het leger zich te Rijnberk zal bevinden dubbele wacht te houden , zoo binnen als builen de stad.
Orig. gedagl. uit Venlo en get. Herman graue zu dem Bergh , in omslag 4 N° 6.
1606 , 1 October. De magistraat van Roermond geeft op bevel van den stadhouder kennis van den voorgaanden brief aan de steden Erkelens en Weert, ten einde zij insgelijks op hunne hoede zijn.
Minute , in omslag -i N0 7.
1606, 2 October. De stadhouder Herman van den Bergh beveelt aan de stad Roermond vreugde te betoonen wegens de inneming van Rijnberk, als ook om God te danken dat de stad Venlo in den afgeloopen nacht behouden gebleven is, daar de vijand eenen aanslag daarop beproefde maar teruggeslagen werd, met achterlating van zijn oorlogsmaterieel en een groot aantal dooden.
Orig. fr. gedagt. uit Venlo en geleekend Herman Conto de Bergh, en afschrift, in omslag 4 Nquot; 8.
1606, 20 October. De aartshertog geeft bevel aati den magistraat van Roermond om , ten gevolge van de conditiën der verpachting van het regt op den aluin, iemand te benoemen ten einde in de stad den aldaar aanwezigen voorraad op te nemen.
Orig. gedagl. uil Brussel en gel. Albert, H. v. Croo-nendaele , in omslag 23 N° 8.
1606, 20 October. Lijsten van de meubelen en ofl'ekten, die door den magistraat en de burgers van
— 308 -
Roermond aan de aldaar in garnizoen liggende spaansche kapiteins en verdere officieren verstrekt zijn geworden.
Minute, in omslag 22 N0 52.
1606, 1 December. De bisschop schrijft aan den magistraat dat hij altijd genegen was hem en de burgerij zijne hulp en bijstand te bewijzen; hij twijfelt echter thans of men hem gelooven zal wanneer hij zegt te
arbeyden om die muytineerders uit Roermond aff te weeren, daar hij nog denkt aan hetgeen hem vóór twee jaren ten laste gelegd werd en hoe men zijne trouw in twijfel trok; hij heeft desalniettemin aan den aartshertog daarover geschrevenen zendt een afschrift van zijn brief, oft men hem schier oft morgen wederom wolde van ontrouwicheyt suspecleren. Hel waer my al te leedt, (zegt hij) ic lael staen schadelick, dal wij binnen Ruremundt sulcx wederom sollen moeten verwachten.
Orig. gedagteekend uit Venlo en geteekend Henricus Episcopus Ruracmundensis, met het afschrift van den brief aan den aartshertog in omslag 15 N° 62.
1606, 4 December. De magistraat van Venlo schrijft aan den magistraat van Roermond dat de nieuwe ordonnantie op de ontvangst der licenten aan de schippers en kooplieden de verpligting oplegt om de hoeveelheid , maat en het gewigt der ingeladen goederen met juistheid op te geven , met de bepaling dat wanneer bij visitatie meer bevonden zoude worden die meerdere hoeveelheid ingevolge de plakkaten verbeurt verklaard zal worden. Daar dit eene nieuwigheid is, die grooten hinder aan de kooplieden berokkent , is de magistraat van gevoelen dat daartegen spoedig ernstige vertogen aan de aartshertogen moeten worden ingezonden.
Orig. met verdere stukken daarop betrekking hebbende , in omslag 18 Nquot; 15.
- 309 -
1607, 18 Januarij. Mattheus Butkens, burgemeester , en Beinier Vosterman , raetsheer van Boermond, leggen aan den magistraat eene rekening over der kosten , ten bedrage van 100 gulden, veroorzaakt door hunne reis naar Venlo, die zij op 7 Januarij II. in het belang der stad ondernomen hebben.
Orig. get. Matheus Butkens , [lener Vosterman, in omslag 22 IN° 29.
1607, 26 Januarij. De rekenkamer van Gelder berigt aan den magistraat van Boermond dat zij aan het bureau van financiën advies geven moet aangaande de afrekening der gagien ende tractemenl van wijlen den ridder Cigojgne als gouverneur van Boermond; de kamer verzoekt inlichtingen of die ridder van het begin lot het einde van zijn gouvernement zes hellebardiers in dienst gehouden heeft.
Inliggend hel antwoord van den magistraat.
Orig. gedagt. uit Maastricht, get. H. Luytens, cn minute , in omslag 22 N° 49.
1607, 3 Februarij. De aartshertogen geven eene ordonnantie, waarbij zij de soldaten, voornamelijk de hoogduit-sche, die de dienst van Z. M. verlaten hebbende zich tot den vijand hebben begeven en door hem te Breda of daaromtrent onderhouden worden, voor rebellen, verraeders ende schelmen, plichlich crimen lesae Ma'quot; in primo capile. verklaren; zij veroordeelen deze soldaten ter dood met confiscatie hunner goederen, zonder ooit meer in genade of gralie aangenomen te kunnen worden, en geven aen jedermen-lichen vryheit ende verloeff hun, sondcr daemil yet lc misdoen. te moeghen dool slacn, ombringen ende massacreren, als waert oick omiersinss; enz.
Afschrift, in omslag 23 Nquot; 4.
- 310 —
16U7, 28 April. De magistraat van Nijmegen schrijft aan den magistraat van Venlo met vreugde vernomen te hebben de publicatie van een , tusschen die ertzherlogen ende die heer en staten generael der Verenichde Nederlanden , geaccorderden bestant van wapenen , dat op 4 Mei 11. te Venlo gesloten is ; hij berigt dat deze publicatie te Nijmegen nog niet heeft plaats gehad maar dat voor eenige dagen de gouverneur en de krijgsraad aldaar aanschrijving bekomen hebben dat gedurende acht maanden geene inlegerungh, inuasie, helegerungh oft surpriesen va steden ofte sterckte van weerszijde zouden ondernomen worden en geene nieuwe forten of schansen zouden gemaakt worden ; dat evenwel tot dusverre nog niets bepaald is aangaande het vrije verkeer der inwoners; zoodra de magistraat iets daaromtrent verneemt zal hij berigt doen toekomen.
Geauthentiseerd afschrift, geteekend H. v. Darlh , in omslag 48 N0 16.
1607, 30 April. De magistraat van Roermond maakt de rekening op van de penningen, die de stad sedert 18 December 1606 heeft moeten opnemen tot betaling der placquillios en fouragiën voor het regiment van den maestro de campo Pompeo Justiniano.
Minute, in omslag 22 N° 45.
1607, 18 Mei. De stadhouder schrijft aan den magistraat van Roermond dat de aartshertogen bevel gegeven hebben tot inlijving der kompagnie van den heer de Fontaine bij die van zijnen broeder den graaf Hendrik; hij geeft tevens bevel om de ruiters binnen Roermond te verzorgen, opdat die de konvooijen kunnen verrigten.
Orig. fr. gedagt. uit Venlo en geteekend Herman Conté de Bergh, in omslag 18 N0 17.
1607, 1!) Mei. De stadhouder berigt aau den magistraat van Roermond vernomen te hebben dat meerdere landloopers , zich voor soldaten uitgevende, de reizigers opwachten; hij heeft hierover aan het hof te Roermond geschreven ten einde een middel te beramen om deze handelingen te keer te gaan ; het hof heeft hem dit middel bekend gemaakt, waaraan hij de krachtige hand zal houden, zoodat de wegen voortaan veilig zijn zullen.
Orig. fr. gedagt. uit Venlo en gel. Herman Conté de Bergh, in omslag 18 IN° 18.
1607,20 Mei. De stadhouder berigt aan den magistraat van Roermond gehoord te hebben hetgeen de burgemeester Beugel en de schepen Butkens hem aangaande de kom-pagnie van de Fontaine te kennen gaven ; de dienst der aartshertogen vordert echter dat die tachtig ruiters in Roermond verblijven en aldaar verzorgd worden , waartoe hij, in naam der aartshertogen, bevel geeft.
Orig. gedagt. uil Venlo en gel. lierman graue zu dem Bergh , mei Uvee brieven van graaf Hendrik van den Bergh over hetzelfde onderwerp, in omslag 18 Nquot; 20.
1607, 21 Mei. B. de Robiano geeft aan den magistraat van Roermond zijnen spijt te kennen dat het hem voor t oogenblik onmogelijk is aan de stad te doen terugbetalen hetgeen zij boven de ordonnantie van 5000 gulden wegens servies en fouragiën aan de acht kompagniën van hel tercio van Pompeio Justiniano verschoten heeft; hij berigt voorts dat de aartshertogen voornemens zijn nieuwen onderstand van de provinciën en van eenige steden in het bijzonder aan te vragen ; hij hoopt echter te verkrijgen dat Roermond niet verder bezwaard worde.
Orig. fr. gedagl. uil Brussel en gcleekend II. de Hobiano, in omslag 18 N0 19.
1607, 22 Mei. De stadhouder berigt aan den magistraat van Roermond, die hem om een garnizoen van 200 duitsche krijgslieden verzocht had, dat hij dit verlangen aan den aartshertog te kennen gegeven heeft; daar deze dientengevolge thans eene kompagnie duitsche infanterie naar Roermond zendt , moet de magistraal, wanneer hij zich daardoor bezwaard vindt, dit niet aan hem wijten maar zich daarover tot den aartshertog wenden.
Orig. gedagt. uit Venlo , en geleekend Herman gram zudem Bergh, in omslag 18 N0 21.
1607, 23 Mei. De magistraat van Roermond schrijft aan de aartshertogen dat bij ontvangst van het berigt der aankomst eener kompagnie duitsche infanterie reeds een garnizoen van 80 ruiters door den stadhouder in Roermond gebragt was; hij verzoekt deze ruiters elders te leggen daar de burgers door hen al te zeer bezwaard worden en men ter bewaring der stad veeleer voetvolk noodig heeft.
In margine bevindt zich de aanteekening dat brieven mutatis mutandis geschreven zijn aan den audiencier Ver-reyken en aan Bernardo Cornelio.
Minute, fr. in omslag 18 Nquot; 22.
1607, 27 Mei. De audiencier Verreyken geeft aan den magistraat van Roermond te kennen dat bij aankomst der duitsche kompagnie van den kapitein Storm, die reeds naar Roermond vertrokken is, de stad van de ruiterij zal ontslagen worden ; de aartshertog heeft daarover aan den stadhouder geschreven.
Orig. fr. gedagt. uit Brussel en geleekend Verreyken, in omslag 18 M0 23, met eenige stukken, op de inlegering dezer kompagnie en de verwijdering der ruiterij betrekking hebbende.
— 313 -
1607, 8 Junij. De magistraat van Roermond schrijft aan het bureau van flnantiën te Brusse\ eu mutatis mutandis aan den audiencier Verreyken en de Robiano , dat op bevel der aartshertogen de kompagnie duitsche infanterie van den kapitein Storm, uitmakende, behalve het gevolg, een getal van meer dan 450 man, binnen Roermond gekomen is ; dat van wege de aartshertogen beloofd was de stad slechts met een matig garnizoen van 200 man te voorzien ; dat zij aan de vorderingen van dit groot getal onmogelijk voldoen kan, daar zij reeds met groote moeite de placquillios voor de Italianen heeft kunnen voorschieten en daarop nog ongeveer 10000 gulden te vorderen heeft: hare schuldeischers dringen haar van alle kanten, zoodal de magistraal verzoekt de uitgestane ellende in consideratie te willen nemen, mede te werken tol het terugbekomen dier verscholene penningen en lot het verschaffen der middelen om in het onderhoud dezer duitsche kompagnie le voorzien.
Minute, fr. in omslag 18 N0 24.
1607 , 12 Junij. Het bureau van finantiën te Brussel antwoordt op het schrijven van den magistraat dd. 8 Junij II. dal reeds in de klagten over de aldaar garnizoen houdende kompagnie voorzien is , doordien de markies de Spinola verzekerd heefl voor de betaling daarvan gezorgd le hebben ; hel bureau zoude de stad beter le hulp willen komen, maar dit is in de tegenwoordige omstandigheden niet in zijne magl.
Inliggend een dergelijk schrijven van den audiencier Verreyken.
Grig. fr. gel. H. qan Croonendaele, in omslag 18 N0 25.
1607, 22 Junij. Hel hof van Gelder deelt aan den magistraat van Roermond een geauthentiseerd afschrift
- 314 -
mede van zeker verzoekschrift den aartshertogen overhandigd door eenige thans te Brussel aanwezige personen, zich noemende afgevaardigden van de ridderschap en steden van het Overkwartier; het hof verzoekt schriftelijke kennisgeving of de magistraat van Roermond die overhandiging gelast heeft en den inhoud van dat geschrift goedkeurt.
Orig. get. J. van Kerckhouc, met gemeld afschrift, in omslag 21 1N° 24.
1007 , 30 Juni]'. De magistraat antwoordt op het voorgaande schrijven van het hof dat hij , eveti als de steden Venlo en Gelder, bedoelde zending naar Brussel , niet heeft goedgekeurd.
Minute, in omslag 21 Nquot; 23.
1607, Julij - Augustus. Verschillende stukken betrekking hebbende op het bekomen eener ordonnantie van betaling ten bedrage van 1500 gulden , ter bekostiging der brandstoffen in de wachthuizen der stad gedurende den aanstaanden winter.
Orig. en minuten in omslag 18 N0 31.
1607, 6 Julij. De stadhouder berigt aan het hof van Gelder te Boermond dat op den voorgaanden zondag door een soldaat der kompagnie van kapitein Martin Bentinck aan de poorten van Gelder een manslag op een burger gepleegd is ; hij verzoekt den scherpregter derwaarts te zenden om zijn officie te verrigten, zoodra de vier soldaten van den vijand, die te Roermond gevangen zitten, zullen geexecuteerd zijn, indien zij deze stral verdiend hebben.
Orig. fr. gedagt. uil Venlo en geteekend Herman Conté de llergh , in omslag 18 N0 26.
— 313 ~
1ö()7, 7 Julij. B. de Robiano schrijft aan den magis-traat van Roermond dat er voor het oogenblik niet te denken valt aan de terugbetaling van heigeen de siad in den verleden winter aan de italiaansche kompagniën wegens servies en fouragiëti verschoten heeft; dat de aartshertogen zelfs genoodzaakt zullen zijn een nieuw subsidie van de provinciën en voornamelijk van het hertogdom Gelder te vorderen , ten einde zich daarmede in de tegenwoordige omstandigheden, waarin het geheele krijgsvolk lot last van het land blijft, te helpen ; voor het vuur in de wachthuizen zal hij in tijds zorgen en zoo veel hem mogelijk is trachten te vergoeden.
Orig. fr. gedagl. uil Brussel en geleekend It. de Robiano, in omslag d8 N0 27.
1607, 9 Julij. De stadhouder berigt aan den magistraat van Roermond dat volgens bevel van de aartshertogen de soldaten de strooptogten beletten, die door den vijand niettegenstaande den wapenstilstand op het platte land en in de omstreken der grenssteden ondernomen worden.
Orig. gedagl. uil Venlo en gel. lierman Conle de Dergh , in omslag 8 Nquot; 34.
1()07, 10 Julij. De magistraat van Roermond geeft aan den stadhouder zijne vrees te kennen dat het fort, zich voor de Venlosche poort aldaar bevindende, eenmaal de overrompeling en den ondergang der stad zal veroorzaken en verzoekt derhalve dat bevel zal gegeven worden om dat fort te ontmantelen.
Minule, fr. in omslag 18 1N° 28.
1607, 14 Julij. De stad Roermond klaagt aan de stad Maeseyck dat cenige stroepers nnd slraelschenders , die de wegen en de rivier onveilig maken , zich in
- 316 —
Maaseyck ophouden , aldaar hunne bespieders verwachten, hunne roouerye ende beuten bergen , ransoenen van vrye personen affgedwongen onlfangen , enz. en verzoekt dit door alle middelen te keer te gaan.
Bgliggend het antwoord der stad Maaseyck.
Minute eo orig. in omslag tO Ne 2o.
1607, 17 Julij. W. van Griep, W. van Amstenraedt, Philippe Boxhorn en Peter Simonius benoemd tol scheidsmannen brengen een vergelijk tot stand tusschen den aartshertog Albert en Johan Willem , hertog van Gulik, Kleef, Berg, enz., aangaande zeker regt van lol te Urmond op de Maas , waarover een geschil gerezen was.
Afschrift, in Jura el privilegia II, bladz. 38G.
1607, 20 Julij. De stadhouder zendt aan den magistraat van Roermond een plakkaat der aartshertogen aangaande den koers der munten met bevel dit op gebruikelijke wijze af te kondigen en slipt tegen de overtredingen te doen waken.
Orig. fr. gedagteekend uit Venlo en geleekcnd Herman Conté de Bergh , in omslag 18 N0 29.
1607, 3 Augustus. De magistraat van Roermond vereert Peregrinus Vogels met 13 Filips daalders wegens de theses, die hij op den 1.idquot; Julij 11. te Leuven verdedigd en aan den magistraat opgedragen heeft.
Besluit in dond. prol. I, bladz. 106 v0.
1607, 3 Augustus Hel bureau van financiën te Brussel zendt tot advies van den magistraat van Roermond een rekwest van Tilman Glaude, koopman te Luik, strekkende tot het bekomen der vergunning ten einde
— 317 —
luiker bier tot Roermond en Venlo te mogen brengen en aldaar te slijten en te verkoopen. Inliggend het advies van den magistraat.
Orig. gel. v. Kinschot en minute, in omslag d8 Nquot; 30.
1607, 4 Augustus. Het hof van Gelder geeft eene ordonnantie, waarbij het muntplakkaat der aartshertogen van 30 Junij 11. in zooverre gewijzigd wordt dat alle schulden vóór de publicntie van dat plakkaat gemaakt met eene korting van een elfde gedeelte zullen mogen worden afgelost.
Orig. gel. J. van Kerckhoue, in omslag 23 N0 7.
1607, 25 Augustus. De magistraat van Roermond geeft aan de aartshertogen zijn medelijden te kennen met de duitsche voetknechten van den kolonel Storm , die in de stad in bezetting liggen en verzoekt dat deze arme soldaten, die in goede krijgstucht gehouden worden en met vele vrouwen en kinderen belast zijn, uit de middelen van den rentmeester generaal of uit de licenten die hier geheven worden , hunne betaling erlangen.
Minuie, fr. in omslag 18 Nquot; 32.
1607, September —December. Verschillende brieven van Mattheus van Dulcken , schepen van Roermond en afgevaardigde der staten van het Overkwartier naar Rrussel , aan den magistraat van Roermond , handelende voornamelijk over zijne bemoeijingen wegens het bekomen der noodzakelijke penningen tot betaling van het garnizoen en de verwijdering van een gedeelte daarvan ; tevens meldt hij dat den 8!,equot; December de gemutineerden van Diest in het openbaar verbannen zijn en binnen 24 uren de landen der aartshertogen moeten verlaten hebben up peene van die galge, met belofte van 25 kronen aan
- 318 -
hen, die eynen oder etlichen gefangen lebendich oder dool
brengen khonnen.
Zeven orig. gedagl. uil Brussel en gel. Mallhaeus van Dulcken , in omslag 22 N0 51.
1607 , 6 September. De magistraat van Roermond schrijft aan die van Neer , Rade, Horst, Nederweert, Weert, Stramproy, Maaseyck , Susteren, Sittard en Heinsberg, dat daar te Roefmond niet genoeg laken gemaakt kan worden om de burgers te gerieven, het voortaan toegelaten zijn zal allerhande soorten van lakens te brengen en te verkoopen op de zes aldaar gehoudene jaarmarkten; d. i. op 25 Januarij, op maandag post Oculi, op maandag na de H. Drievuldigheid, op \ Juhj, 1 October en 6 December.
Minute, in omslag 19 Nquot; 18.
1()0~, 24 October. De rekenkamer resideerende to Maastricht schrijft aan den magistraat van Roermond dat zij van de generaal roeesters der munt bengt ontvangen heeft dat te Roermond dagelijks eene groote hoeveelheid oortkens van koper, onder den naam , titel en wapenen van hunne hoogheden zouden geslagen worden. Zij verzoekt dat haar kennis gegeven worde van de hoeveelheid daarvan geslagen en verlangt een afschrift te bekomen van de ordonnantie of het octrooi, dat de stad daaromtrent mogt bezitten.
Orig. in omslag 1 N0 42.
1607, 26 October. De magistraat van Roermond berigt aan de aartshertogen dat de armoede en de ellende der quot;in de stad liggende soldaten van de kompagnie van den kolonel Storm zoo groot is dat een gedeelte daarvan zich reeds gedurende eenigen tijd met niets anders dan met wortelen , rapen en andere groenten heeft moeten
— 319 -
voeden, terwijl een ander gedeelte genoodzaakt is den bijstand der arme burgers in te roepen en allen te slecht van kleedingstukken voonien zijn om zich voor de koude van den naderenden winter te beschutten; niettegenstaande dit alles is hun gedrag en krijgstucht zonder voorbeeld; de magistraat verzoekt den aartshertogen medelijden met die arme soldaten te hebben en voor hun onderhoud te willen zorgen, hetzij uit de licenten , hetzij uit andere middelen die zij daartoe willen aanwijzen.
Minute, fr. in omslag 18 Nquot; 33.
1607, 28 October. Onder toezending van een afschrift van den brief der rekenkamer van Maastricht dd0 24 Oct. schrijft de magistraat van Roermond aan den muntmeester Mattheus Nederhoven, ter fine van advies.
Minute, in omslag 1 Nquot; -iö.
1607, 28 October. Burgemeesteren, schepenen en raad van Roermond zenden aan de rekenkamer te Maastricht een afschrift van het gevraagde octrooi, en zeggen dat zij in 1593 , 94 en 95 bij het munten groote schade geleden hebben, zoodat zij thans met den muntmeester geaccordeerd hebben voor eene zekere som, die hij jaarlijks aan de stad moet uitkeeren. Deze som moet dienen lol reparatie der moederkercke , die doir die groote winden vutj ter moeten seer beschadicht is, zoo als ook om de stad, die door den langdurigen oorlog tot haar uiterste bederf gekomen is, eenigzins te ondersteunen.
Minute , in omslag 1 N0 44.
1607, 17 November. De magistraat van Roermond schrijft een brief van aanbeveling aan den stadhouder voor Johan van Delen , scholtis van Nieuwstad, tot het bekomen eener vaceerende prebende te Geel in de
31
- 320 -
Kempen, waarvan de stadhouder het patronaat bezit; de magistraat dringt op die benoeming aan daar gemelde Johan van Delen voor dat scholtisambt niet bekwaam genoeg is en het hoogst noodzakelijk is dat Nieuwstad eenen bekwamen schollis bekome, waartoe de magistraat Jo. Hathert Spee. thans scholtis te Echt, aanbeveelt.
Minute , in omslag 22 N0 48.
1607, 29 November. De magistraat van Roermond berigt aan den stadhouder vernomen te hebben dat men voornemens is de garnizoenen in het Overkwartier te veranderen; hij verzoekt , uit hoofde van de armoede, waarin de burgers der stad door de inlegering der ge-mutineerden van het tercio Spanjaarden en van het tercio Italianen gebragt zijn, de kompagnie van den kolonel Storm, die thans aldaar aanwezig is, gedurende den aanstaanden winter te mogen behouden.
Minute, fr. in omslag 18 N0 34.
1607 , 4 December. De aartshertogen geven eene ordonnantie waarbij, op straf van de galg, aan de gemu-tineerden van Diest bevolen wordt binnen 24 uren de landen onder hunne gehoorzaamheid staande te verlaten; zij loven eene premie uit ten bedrage van 25 kroonen voor iederen gemutineerde die na het verstrijken van dezen termijn levend of dood in handen van Ferdinand de Boisschot, secreten raad en auditeur generaal van het leger, zal geleverd worden.
Afschrift, fr. met een translaat in het nederd., io omslag 25 N° 2.
VAN HET
DER GEMEENTE
2e STUK. 3ie AFLEVERING.
Bijlage tot het verslag van den toestand der gemeente over het jaar 1873.
-O-O-OOC-C-
ROERMOND.
SNELPERSDRUK VAN J. J. ROMEN.
1555. 28 September. Het hof van Gelder beschrijft Dederik van Gelder, heer te Arcen, op eene algemeene vergadering der staten, die op 10 October te Arnhem zal gehouden worden en waarin de commissie van den graaf van Hom als stadhouder zal geopend worden.
Ong. gedagt. uil Arnhem en get. P. Roos, in omslag d 7 N0 3.
1580, 8 December. De landvoogd Alexander van l'arma vraagt aan het hof van Gelder advies op het verzoekschrift van Maarten Schenck van Nydeggen , waarbij deze voor zijn broeder Pieter Schenck het ambt van burggraaf van Nymegen en waltgraue van het nederricx-walt buiten en nabij die stad gelegen verzoekt.
Orig. fr. gedagieekend uit Mons en geteckend Vcr-reyken , in omslag i6 N0 12.
1580, 17 December. De landvoogd Alexander van Parma berigt aan het hof van Gelder de ontvangst van zijn schrijven van 1 December aangaande het benoemen van drie personen , ten einde daaruit een kanselier van Gelder gekozen worde; hij heeft uit dat schrijven de con-trarieteylen ende zwaricheyden vernomen, die de momboir mr. Denys van Wesenhaghen tegen die benoeming aan-
— 322 —
voert, waarop hij te kennen geeft dat ouermitz de voorss. nominatie nyet en verbindt oft verobligiert], oaaar alleenlijk dient om het advies van het hof te vernemen op de stel-linghe ende verordmtng van eenen cancelher hij geene reden weet waarom men die benoeming zoude uitstellen; hij geeft derhalve bevel daartoe over te gaan en hem die onmiddellijk over te zenden, opdat hij vervolgens naar bevinden handele.
Orig. gedagteekend uit Mons en get. Alexandre, Ver-reyken , in omslag 16 N0 22.
1581, 7 Januarij. De landvoogd Alexander van Parma berigt aan het hof van Gelder het overlijden der koningin van Spanje en geeft bevel in het Overkwartier de klokken te doen luiden en uitvaarten te doen houden, zoo als zulks bij het overlijden der keizerin en der andere koninginnen heeft plaats gehad.
Orig. fr. gedagleekend uit Mons en geteekend Ver-reyken, in omslag 16 N0 40.
1581 , 23 Maart. De landvoogd Alexander van Parma vraagt aan het hof van Gelder advies op het volgende verzoekschrift van Willem van Vlodrop, heer te Leuth.
Willem van Vlodrop geeft aan den landvoogd te kennen dat hij omstreeks vijf jaren geleden bij zijne laatste reis in Frankrijk Casimirus heeft aangetroffen; nadat zij veel met elkander gedronken hadden en hij slaapdronken was geworden deed Casimirus hem beloven bij zijne eerste krijgsonderneming dienst bij hem te nemen, hetgeen men „in 't duitsch een ruyterdienstquot; noemt; toen nu Casimirus van zins was naar deze landen te trekken en hem verzocht zijne belofte gestand te doen, begaf hij zich tot hem en volgde hem lot op het oogenblik dat de troepen gemonsterd werden; hij kreeg toen echter
— 323 -
de overtuiging dat deze krijgstogt niet ten voordeele van den koning ondernomen werd, zoo als hem beloofd was; derhalve trok hij terug en begaf zich naar Keulen, alwaar hij tot heden zeer stil en katholiek geleefd heeft, niets vuriger wenschende dan zijne majesteit, zijnen souvereinen en natuurlijken prins, te dienen; hij verzoekt derhalve den landvoogd hem met zijne familie en bezittingen te willen beschermen, hem vergiffenis te schenken voor de beleediging, die hij door het bovenvermelde tegen zijne majesteit mogt gedaan hebben , hem voor een goed en getrouw onderdaan te erkennen, die ten volle met den koning verzoend is, en zoodoende hem te doen dee-len in de voorregten van het traktaat of de reconciliatie van Keulen, niettegenstaande de tijd, die daarin bepaald werd, verstreken is.
Orig. fr. gedagt. uit Mons en geteekend Alexandre , Levasseur, mei het vermelde verzoekschrift , fr. , in omslag 16 N0 13.
1581, 21 April. De landvoogd Alexander van Parma vraagt aan het hof van Gelder advies op een schrijven van Jacques de Bercq, licentiaat in de regten en raad in dat hof, het verzoek inhoudende om in dat ambt te worden bevestigd.
Orig. fr. gedagteekend uit Valenciennes en geteekend Verreyken, in omslag 16 N0 13.
1581, 7 Junij. De landvoogd Alexander van Parma zendt tot advies van het hof van Gelder een schrijven van Reinier van Holdthuysen, waarbij hij vergoeding vraagt voor de schade, die hem door den vijand als ook door het innemen van het huis te Kriekenbeek berokkend is.
Orig. gedagt. uit Mons en geteekend Alexandre, Parnier, met het vermelde schrijven, lat., in omslag 16 N» 17.
— 324 —
1581, 9 Julij. Reinier van Holdthuysen schrijft aan het hof van Gelder dat zijn verzoekschrift tot het bekomen van seeckere recompens van syne geleedene schaden, soe van den vijandt als mede doirt innemen vandt huys te Kryeckenbeeck, door den landvoogd aan het hof tot advies gezonden is; om alle misverstand te voorkomen en het ware doel van zijn verzoek te verklaren, geeft hij te kennen dat hij geenszins wenscht in het gebruik of het genot gesteld te worden van eenige geestelijke goederen, die thans onder de sauvegarde van Z. M. staan of in het genot van geestelijke personen gesteld zijn , maar alleen van die goederen die onder den handt van den vyandt syn ende byden seluen gebrouckt, ende tegens den dienste van syne ma1, geemploieert werden.
Orig. in omslag 16 !N0 18.
1581, 13 Augustus. De landvoogd Alexander van Parma berigt aan het hof van Gelder dat hij met grooten spoed de stad Mons verlaten heeft om in de nabijheid van Karaerijk den vijand, die zich met al zijne magt derwaarts begeeft, het hoofd te bieden en hem te beletten die stad te hulp te komen. Daar het echter wegens 't belang en 't gewigt van deze zaak noodig is zijne toe-vlugt tot God te nemen en door gebeden, vasten en aalmoezen zijne hulp af te smeeken, geeft hij bevel overal in het Overkwartier gebeden, generale en openbare pro-cessiën te doen houden en het volk te vermanen om door bidden, vasten en 't geven van aalmoezen den toorn Gods te stillen opdat het Hem behage zich over zijn volk te erbarmen en het te behouden voor zijnen heiligen dienst en dien van zijne koninklijke majesteit.
Orig fr. gedagteekend uit Valenciennes en geleekend Alexandre, Yerreyken, in omslag 16 N° H.
- 325 -
1581, 20 September. De landvoogd Alexander van Parma zendt aan het hof van Gelder een plakkaat regelende den koers der gouden en zilveren munten , met bevel dit overal te doen afkondigen en nakomen. Daar echter wegens den hoogen koers dier munten alle waeren. coopmanscappen, victuaillen, montcosten , aerbeytsloenen, enz. nae aduenant verdiert zijn geworden en hij beducht is dat niettegenstaande de tegenwoordige vermindering dezer munten de weerde ende gemeynen prys van de voorschrevene waren nyet rijsen en sal, verzoekt hij het hof aan alle ambtlieden en wethouders der steden het bevel te geven ten einde daarop eenen zekeren regel, orden ende taxatie te stellen ten naesten ende besten , opdat de ondersaeten mil male ander en mogen leuen ende ouercommen zoet behoirt.
Orig. gedagteekend uit het veldleger voor Valenciennes en geteekend Alexandre, Verreyken, in omslag 16 Nquot; 19.
1581, 14 October. De landvoogd Alexander van Parma schrijft aan den kapitein te Erkelens garnizoen houdende klagten ontvangen te hebben van het thans te Roermond resideerende hof van Gelder dat, niettegenstaande het plakkaat des konings dd. 20 October 1580 , waarbij aan dat hof en den gouverneur van Roermond opgedragen is om van de ongeregeldheden, die door de soldaten in het Overkwartier bedreven worden, kennis te nemen, noch hij noch de soldaten gehoor en bijstand aan dat hof ver-leenen willen; de landvoogd geeft hem dientengevolge het bevel, en zulks op verbeurte van zijn ambt, zich ingevolge dat plakkaat te gedragen en alle hulp en bijstand aan het hof te verleenen, voor zooverre de uitvoering daarvan betreft.
Orig. fr. gedagt. uit hel leger voor Doornik en get. Alexandre, Verreyken, in omslag 16 Nquot; 16.
2
- 326 -
1581, 13 November. De landvoogd Alexander van Parma zendt tot advies van het hof van Gelder een schrijven van Rombout van Henseler, strekkende tot het bekomen van het drostambt van Hattem, dat door het overlijden van Albert Bruner is opengevallen.
Orig fr. gedagt. uit het leger voor Doornik en get. Alexandre, Parnier, met het vermelde schrijven , fr. in omslag 16 N0 21.
1581, 14 December. De landvoogd Alexander van Parma schrijft aan kanselier en raden van het hof van Gelder dat hij hun schrijven niet eerder heeft kunnen beantwoorden aangezien hij door het beleg en de daarop gevolgde overgave van Doornik verhinderd was; hij dankt het hof voor het berigt in dat schrijven vervat en kan daarop niets anders melden dan dat men steeds letten moet op de handelingen en kwade praktijken van graaf Willem van den Bergh en anderen; de tijd zal leeren wat deze praktijken zullen uitbroeijen; inmiddels heeft hij aan den baron van Anholt bevelen gegeven hoe hij zich in deze zaak moet gedragen.
Orig. fr. gedagt. uit Doornik en geteekend Alexandre, Parnier, in omslag 16 N0 14.
1590, 6 December. De staten van het Overkwartier geven aan den waarnemenden stadhouder don Juan Mau-ricque de Lara, vrijheer te ïobachau, enz. een geschrift over. waarin voornamelijk de volgende punten van beklag vervat zijn, als :
Dat sedert vele jaren het Overkwartier door ondragelijke contributiën en krijgslasten is bezwaard geworden, waaruit groote ongeregeldheden van allerhande exactien, extorsien und gewelllïcke execulien entstanden zijn; dat ook het kwartier door inlegering en doortogten van krijgsvolk
— 327 —
van allerhande natiën alsmede door fangen , spannen , brantlschatten, spoliatie van beesten und tneublen, affbren-nongh nnd vernïelingh van dorpen und huyser veel geleden heeft; dat de stad Gelder door de ongeregeldheid en de zware kosten van haar buitengewoon groot garnizoen soe uügeschatert, uitgemirgeltt und uitgetehrt is dat, zoo daarin niet voorzien wordt, de inwoners uit hoichste noetl und armoett gedwongen zullen worden de stad te verlaten; dat ook het garnizoen van Meurs en andere plaatsen dag en nacht dat gantze hntt op und neder s treuff en, die passanten beroven, plunderen und spalieren en de huislieden van hunne paarden en beesten berooven , waardoor de akkerbouw gestoord en de steden van trafftque und hant-tierungh der gainder und kommender coup- und merctluden gebloetet und beroifft werden ; dat in het jaar 1584 , bij het beleg van Antwerpen, de ambten uit het kwartier met vele wagens en karren 's konings amunitie derwaarts hebben moeten vervoeren ; dat die wagens en karren door den vijand genomen werden en daardoor die ambten eene schade van 80000 gulden geleden hebben.
Voorts klagen de staten over het niet nakomen van 't privilegie de non evocando; over onbetamelijke en heimelijke in forma tien und inquisitien van den momboir jegens verschillende ook adellijke personen; over het gedrag van dezen ambtenaar, die voor het hof zaken brengt, welke aan andere justitiën behooren; over het niet betalen der domeinrenten en over de hindernissen, die de schippers en kooplieden op de rivier de Maas ondervinden.
Afschrift, in kwarliersrecessen, (1) deel I, bladz. 7v0. volgg.
(1) Dit deel der kwarliersrecessen in vroegere jaren uit hel archief verdwenen werd in April 1873 met eene menigte andere bescheiden , betrekking hebbende op het Overkwartier en de stad Roermond, teruggekocht.
- 328 -
1590, 8 December. De staten van het Ovcrkwartier in aanmerking nemende dat in het verdeelen en ligten
der ongebuerlichen conlributien und anderer ongewoinlicker ongellds und lasten, die aan het Overkwartier tegen zijne privilegiën werden opgedrongen , allerhande ungeregell-heiden, abnsen und ungelijckheit gesehen und gespuerlt sijn, maken eene provisionele verordening, vervat in 8 artikelen, ten einde voor den tijd dat deze contributiën nog zullen gevorderd worden, deze misbruiken af te schaffen» doch ohn consequentie und pt eiuditie des lantz priuilegien, in ansehungh dat van rechtz offt gewoenheilt wegen dairinne niet gehalden sijn.
Afschrift, in ktcarliersrecesscn, deel I, bladz. 10vo.—12.
1590, 9 December. De staten van het Overkwartier geven aan den waarnemenden stadhouder don Juan Mauricque te kennen dat eenige van zijne mat5 krijgslieden zich verschillende malen in vlekken en dorpen hebben gelegerd, zonder daartoe verlof te hebben verkregen of dien last te hebben getoond ; daar zij die schemele huisluden niet allein vuyt tehren 'und hairc eet-wahren consumeren, maar hen ook gehiel uytroouen, und allet mit nehmen, verzoeken de staten dat daaromtrent maatregelen genomen worden; voorts moeten zij nog vermelden dat de soldaten van den overste Bentinck, die op het huis Montfort gelegen hebben , sich vast onderstanden die passierende coup- und merctluden tusschen Ruremunde op den weege ain toe sprengen, toe spolieren, und die wiegen gantz toe infestieren, en dat dergelijke wanordelijkheden insgelijks door de soldaten die sich binnen Wessem niedergeslagen hebben, gepleegd worden.
Afschrift, in kwartiersrecessen, deel I, bladz. 12v0.
- 329 -
1590, 10 Dcccmbcr. De staten van het Overkwartier nemen het besluit umb gemeines besten hefurderongh wille den stadhouder te vereeren mit sess rappen offl pehrden, die op 1000 gulden ongeveer geschat worden; voorts te schenken aan den kanselier einen vergullden coppe gt; geschat op 100 daalders, en aan den ridder Cigoigne ee« goü foder weins, wegen gchahter moeij und costen mit seine E. dieweil die bie hem gelogiertt.
Besluit, in kwartiersrecessen, deel l, bladz. 13v°.
1590, 10 December. Om niet telkens de staten te doen vergaderen en kosten te vermijden benoemen de staten van het Overkwartier ouer voirfallende gebreken und beschwerenissen toe delibereren und toe beraht-slagen, tot hunne gecommitteerden: uit de ridderschap den erfvoogd van Roermond, den erfmaarschalk van het land van Gelder, den heer van Broekhuizen , den heer van Hillenraad en Dederik van Westrum; en uit de steden Roermond en Venlo; te weten uit elke stad den ntzborgemeister, mit alsulcken personen als hun adiun-gehrlt sullen werden, und den secretano.
Besluit, in kwarliersrecesscn, deel I, bladz. lövquot;.
1591, 15 Julij. De landvoogd Alexander van Parma schrijft aan den magistraat van Roermond dat hij geneigd is in liet Overkwartier de versienungh toe doin opdat de garnizoenen aldaar voortaan in goiden regell und crgchs-ordnungh gehalden werden en de onderdanen en ingezetenen van de hezwerlicke contribucien gantz und geheel erledicht woirden , mits door het kwartier tot onderhoud van die garnizoenen maandelijks bedegewijss eenige redelicke assistentie toegestaan worde; hij geeft tevens bevel de staten op 26 Julij te Roermond te beschrijven, ten einde over deze aangelegenheid te beraadslagen.
Afschrift, in kwarticrsrecesscn, deel I, bladz. 16v0.
— 330 —
1591, 27 Julij. Willem Criep, kanselier van het hof van Gelder , stelt in de vergadering der staten van het Overkwartier namens den koning eene bede voor ten bedrage van 20000 gulden in de maand, ten einde daaruit in de betaling der garnizoenen te voorzien en de tot dusverre gevorderde contributiën af te schaffen.
Daar de staten niet in genoegzaam- getal opkwamen werd de beraadslaging verdaagd en eene nieuwe vergadering op 18 Augustus bepaald.
Kwarliersrecessen, deel I, bladz. 17.
1591 , 20 Augustus. De staten van het Overkwartier antwoorden op het voorstel van bede ten bedrage van 20000 gulden in de maand, dat het Overkwartier sedert vele jaren herwaarts niet alleen met ondraiglicke und ungehuerlickc exactien, contributiën, geltt und andere steur gantz uilgeschatt und uitg emir geltt is, maar ook door de groote inlegeringen van krijgsvolk te voet en te paard bedreufft und underdruckt icoirdt, verschwiegen allerhande excursien, inuasien und oploipen, roouen, vangen, spannen^ doitslain en dergelijke daden, die dagelijks nog door 's konings krijgsvolk bedreven worden; dat daarenboven door de heen en weêr trekkende soldaten de veldvruchten weggevoerd, de beesten geroofd, kerspelen , kerken en adellijke huizen umbgeslaigen und geplundertl worden. Daar niemand zich zonder levensgevaar buiten de steden begeven kan, zijn ook ditmaal op de vergadering der staten maar weinige leden verschenen, die over het voorstel geen besluit konden nemen; zij verzoeken derhalve den landvoogd eenig geduld te hebben en inmiddels maatregelen te beramen om de vermelde euveldaden te doen ophouden.
Afschrift , in kwartiersrecessen , deel 1, bladz. ISvquot;.
Vergel. aldaar, bl. 21.
— 331 —
1591, 17 September. De landvoogd Alexander van Parma schrijft aan den ridder Cigoigne , gouverneur van Roermond, dat op zijn voorstel om de contributiën in het Overkwartier door eene bede te vervangen, hij van de staten van dat kwartier wel klagten maar geen antwoord heeft bekomen; daar echter in het onderhoud der soldaten voorzien moet worden , opdat zij niet tot ongeregeldheden vervallen, geeft hg namens den koning het bevel met het ligten van contributiën op de kwartieren van Gelderland , Holland, Friesland en omliggende landen voort te gaan en die tot dat onderhoud aan te wenden.
Afschrift, fr. in kwartiersrecessen, deel I, bladz. 22v0.
1592, 19 Januarij. Op het vroeger gedane voorstel van bede ten bedrage van 20000 gulden maandelijks staan de staten van het Overkwartier slechts eene som van 24000 gulden voor één jaar toe, aangezien de groote armoede en ellende van het kwartier het hun onmogelijk maken een grooter bedrag te kunnen inwilligen; zij geven de underdenighe hoipnungh te kennen dat Z. M. ihr genedichster lantfurst und heer die armoell, mennich-feldige ver der ffmissen und allerhande ellendt mil genedichsten gemuetz beherligende, sich mil desen guelwilligen under-denichslen steur benuegen und dal verample Ouerquarlier bouen uilerslen vermoegen voirder niel beladen lailen solle.
Minute, in kwarliersrecesscn, deel I, bladz. 31.
1592, 19 Januarij. De staten benoemen den heer van Horst uit de ridderschap en Jacob Boener, licenciaat in de reglen, wegens de steden, om ingevolge commissie en instructie, die hun zullen Ier hand gesteld worden, zich naar Brussel te begeven ten einde aldaar de inwilliging van 24000 gulden voor één jaar te kennen
— 332 -
te geven, en tevens tot befurdcrungh der reuersalen, ah sunst umh andere des Ouerquartiers opliggende beswehrnusscn int 'particulier toe remonstreren, ouch remedie daer tegens uit toe brengen.
Besluit, in de kwarliersrecessen, deel I, bladz. 33.
1592, 21 Januarij. De staten besluiten dat de vrije leengoederen volgens het oude gebruik bi haire allde vrijheill und gerechtichciu gehantthaefflt sollen werden, und soil demmae gein boedl dan allein der lehnboedt dairop penden moegen, uitgenomen wanneer zulks geschiedt in naam en ten behoeve des lantherren umb misstaelinge der ingewilhchlen schattingen und bedestuyren, und dal mit vuerweten und beuehl des amptmans oder drosten, und widers nielt.
Besluit, in de kwarliersrecessen, deel I, bladz. 34v0.
1592, 30 April. De staten van het Overkwartier nemen het besluit om te Venlo een verguld drinckgeschir ter waarde van honderd daalders te doen vervaardigen; zij dragen aan den magistraat van Roermond op dit van
wegen hiebeftieren sunder ling er assistentiën und goiden mit ■ gedeiltten ralü den kanselier, Willem Griep, aan te bieden.
Besluit, in kwarliersrecessen, deel I, bladz. 59.
1592, 30 Mei. De ridder Cigoigne, gouverneur der stad Roermond, schrijft aan schepenen, gezworenen en inwoners van het land van Kessel dat, niettegenstaande hij bij een vroeger schrijven aan den drost, scholtissen en schepenen van dat land namens den landvoogd verzocht had eene smaldeeling te maken van de duizend gulden die het seluige lant getauxeert ess maentlick op te brengen, daaraan evenwel tot heden geen gevolg gegeven is; de hooge nood en het gebrek aan middelen tot
- 333 -
onderhoud der garnizoenen gedoogen geen verder uitstel, zoodat hij bij dit schrijven de verdeeling dier som van 1000 gulden op de dorpen van het land van Kassei toezendt, met het bevel zich daarnaar te gedragen en binnen acht dagen het bedrag der eerste maand te voldoen, ten einde alle ongemaick ende desorderen voir te commen die de soldaten bie fanlte van 't selue onderhout souden mogen doen op den platten lande.
Afschrift, met de vermelde verdeeling over de dorpen van hel land van Kessel , in kwarliersrecessen , deel I, bladz. 41.
1592, 1 September. De staten van het Overkwartier rigten een schrijven tot den landvoogd, waarin zij melden na de niet aanneming der vroeger toegestane bede van 24000 gulden voor één jaar, andermaal eene vergadering te hebben gehouden , ten einde over eene ver-hooging te beraadslagen ; de zaken van het kwartier zijn echter van wegen diss hoichst bezwehrlichen, onophoirlicken inlandischen kriegss, und dair uil erfolgten mennichfeldiger inconuenienten und swairicheiden nu in sulcken armen, miserablen und ellendig en staet und gelegentheitt dat eene verhooging thans onmogelijk is; de staten moeten derhalve zich aan hun eerste aanbod houden, maar zullen om hunne afTectie tot de dienst van Z. M. te betoonen de vermelde som voor twee jaren inwilligen; zij verzoeken dit aanbod te willen aannemen en hen vuer dese reise mit voirdere assistentie und stuer niet te beswehren, dan uit printzeiicke clementie daeruan verlaeten.
Afschrift, in kwarliersrecessen, deel I, bladz, 44v0.
1593, 1 Maart De kanselier van het hof van Gelder verzoekt den staten van het Overkwartier namens den landvoogd middelen te berameti tot onderhoud der drie
3
— 334 -
kompagniën ruiters, die in dat kwartier aanwezig zijn , te weten die van den stadhouder, van Don Juan de Gordua en van Nicole Basta; elke kompagnie zal starck sein LXX lancen en ieder ruiter dagelijks 8 bb. st. genieten, hetwelk dus voor elke kompagnie omtrent 1000 bb. guldens in de maand zal uitmaken ; dit zal drie a vier maanden duren biss die vorss. ruitere ain andere enden toe gebruicken wehren.
Kwarliersrecessen, deel I, bladz. 5üv°.
1593, 3 Maart. Op de aanvraag tot onderhoud der drie kompagniën ruiters in het Overkwartier geven de staten breedvoerig de onmogelijkheid daartoe aan den landvoogd te kennen; uit draigender underdenichster affection tot dienste seiner Ma1 staan zij evenwel een bedrag van 9000 bb. guldens toe, in twee termijnen te voldoen, de eerste op Palmarum en de andere op 5' Joannis toe midtsommer.
Minule, in kwartiersrecessen, deel I, bladz. 54—55.
1593, 7 Maart. De ridderschap beklaagt zich dat zij steeds op hare kosten op de kwartiersdagen moet verschijnen, terwijl haar geenen vrijdom voor hare adellijke huizen, zoo als vroeger, toegekend wordt; zij verzoekt derhalve naedem sy in desen dem gemeinen quartier toe goide und ge fallens erscheinen, zij van die kosten schadeloos gesteld worde; de afgevaardigden der steden, niet meer in genoegzaam aantal tegenwoordig, stellen deze zaak uit tot den eerstkomenden kwartiersdag, waartegen de ridderschap protesteert, zeggende: dat wan kunfftich van wegen der kosten und tehrungh (die etzlichen gar beschwer-lich vielen) sy met en wurden erscheinen, sulcx niet ihrer onwillicheyt sonder villmehr obberurtter oirzaicken toege-
reeckent soil behoiren toe werden.
Kwartiersrecessen, deel I, bladz. 59vp,
— 335 -
1595, 19 Februarij. De staten van het Overkwarlier schrijven aan den thesaurier generaal van finantiën te Brussel dat zij voornemens waren eene legatie naar Brussel af te vaardigen, ten einde aldaar te remonstreeren
weegen allerhande affgedrungenen contribulien und onoir-dentlichen executien und schattungen, undrechlicken logieren, inlegerunghen, excursien und depredatien van het krijgsvolk , item rigoureusen executien, onbehoirlicken und vut-lendischen pionnieren und diensten en meer andere bezwaren; zij vernamen echter dat de thesaurier den last zoude bekomen hebben zich naar dit kwartier te begeven, ten einde daaromtrent een onderzoek in te stellen en die bezwaren weg te ruimen, weshalve die deputatie tot nu toe geen voortgang heeft gehad; de staten vezoeken in kennis gesteld te worden met den dag zijner aankomst, ten einde daarop een kwartiersdag uitgeschreven worde en men des te beter in staat zij hem over alles inlichting te geven.
Minule, in kwarliersrcccsscn, deel 1, bladr. 71v0.
1595, 11 Maart. Willem van Griep, kanselier van het vorstendom Gelder, doet in de vergadering der staten van het Overkwartier het voorstel eener bede ten bedrage van 6000 gulden in de maand , tot welk voorstel hij de volgende gronden aanvoert:
Het is den staten kennelyck die langhduiricheyt van dese miserable oirloge, die zyne Ma1, den tyt van meer dan 25 jaeren heeft moeten voeren tegens zgn eigen onderdaenen omme die wederom le brenghen in den schoot der heilig her kereken onser aller moeder, samplichen inde obedientie die sy zyne Ma1, schuldich zyn; hoe de koning dit ook op minnelijke wijze, zoo te Breda, Keulen als elders vruchteloos beproefd heeft, zoodat uit het voornemen der rebellen duidelijk blijkt dat zij hem en zijne opvolgers van zijne landen
- 336 —
willen berooveo ende religie afftegaen ende te versaeeke. De verpligtingen tusschen een vorst en zijne onderdanen zijn zoo groot ais die tusschen vader en kind, en dewijl dat kind zijnen vader in den nood niet verlaten mag, tnag zulks door den onderdaan evenmin geschieden, voornamelijk wanneer de zaak van den vorst regtvaardig is; en al mogt hij ook zijne onderdanen te kort gedaan hebben, dan zijn deze evenwel gehoorzaamheid verschuldigd, wanneer hij aanbiedt het ongelijk te herstellen; het misverstand is ontstaan op het punt der religie daar de rebellen daer inne leven naer haere eygene fantasie ende appetyt, dagelijks daerin veranderende ten appetyte van haere ministers ende oproerighe predicanten. Dit is strijdig met den eed door den koning afgelegd en den wederkeerigen eed door hem ontvangen , terwijl de onderdanen zich op het punt van religie naar den landheer moeten regelen, te meer daar deze geen nieuwe religie heeft ingebracht moer dieselue die hij geuonden heeft ende goet weet te zijn wil behouden , zoodat hier nyet alleen questie en is van weerlick guet maer van onse eeuwige salicheyt.
Die van Roermond hebben hunnen ijver voor de katholieke religie getoond, daar zij nog onlangs vande hoichkerck hebben doen maken soe schilderijen, taeffelen, sacramentshuyse al* andere meer ornamenten en het zoude eene deerlicke saecke zijn dat hetgeen met zoo groote kosten gemaakt is tot verachtinge van de religie ende Godt den Heere ten voersten geschendt, vernielt ende gebroecken soude werden. De koning heeft voor dezen oorlog reeds zoo vele miliioenen besteed, dat se nyet vuyt te spreken en syn zoodat Z. M. oick eenichsins die middelen beginnen te faelgeren ende hulpe moet hebben: de kanselier hoopt daarom dat de staten geene zwarigheden zullen opwerpen om het gevraagde bedrag in te willigen.
Afschrift, in kwarliersrecessen, deel I, bladz. 78.
1598, 30 Maart. De staten van het Overkwarlier nemen het besluit bie prouisie und ohne affbrmck adelicher preeminenCz und vryheitt off sunst eins jegelichen aUherbrachler gerechticheitl dat voortaan uit ieder ambt, benevens den ambtman of onderheer, telkens twee of drie adellijke personen zullen benoemd worden om op den kwartiersdag te verschijnen, en dat de kosten daarvan door het kwartier zullen gedragen worden; de overige regthebbende adellijke personen zullen evenzeer op die vergaderingen, maar op eigen kosten , mogen verschijnen; den erfmaarschalk echter zal men op alle vergaderingen zijne te maken kosten vergoeden.
Besluit, ia kwarliertrecessen, deel I, bladz. 77v0.
1596, 4 Januarij. Willem van Criep, kanselier, doet in de vergadering der staten van het Overkwartier het voorstel eener bede ten bedrage van 12000 bb. guldens, waarvan het derde gedeelte binnen tien dagen en het overige 2/, drie weken daarna op te brengen; dit bedrag moet dienen wegens die hoige noht lol subsidie und onderhalll van fourraige mier dry compagnien ruleren jelzo in den quarlier seinde.
Kwarliersrecessen, deel l, bladz. 91 en 94.
1596 , 4 Januarij. De staten van het Overkwartier, m belrachlungh der schweenender necessileil dal man die r idler ie inl quarlier und den slagh op den halss hadde, geven hunne toestemming tot eene bede ten bedrage van 6000 bb. guldens, waarvan de helft onmiddellijk en de andere helft op den laatsten Februarij zal worden voldaan.
Besluit, in kwarliersrecessen, deel I, bladz. 91 v0.
1596 - 4 Januarij. De staten van het Overkwartier, ten einde de groote kosten der kwartiersdagen te besparen.
- 338 -
besluiten bij wijze van proefneming voor de volgende vergadering, behalve de drosten en onderheeren, slechts een klein getal riddermatige personen uit elk ambt te benoemen, die op kosten van het kwartier zullen beschreven worden , und dauan jeg lichen mil einen dienaer und twee pehrden sdaichs sess gulden bb. loegeordenl worden , edoch maer sess daigh durende, van den daigh nff, als die proposition sail gedaen syn.
Iedere stad zal insgelijks voor hare twee afgevaardigden en dienaren zes gulden daags genieten met uitzondering van Echt en Nieuwstad, die slechts voor ééne stad zullen gerekend worden.
Besluit, in kwarliersrecessen, deel 1, bladz. 92v0.
1596 , 21 April. De ritzhurgem' van Roermond klaagt in de vergadering der staten van het Overkwartier dat de Roermondsche penningen, die lot twee stuivers geslagen zijn en pehrtgens genoemd worden, op verscheidene plaatsen in dat kwartier afgesalt und geleegt sein woirden tot biezonder disreputation und achterdeill dieser statt; hij verzoekt maatregelen te nemen opdat deze munt, jetzoe die eintzige in desen Ouer guar tier, und aen gehalt oprecht, overal tot hare volle waarde van twee stuivers ontvangen en uitgegeven worde.
Kwarliersrecessen, deel I, bladz. 405.
1596, 5 December. De staten van het Overkwartier goedgevonden hebbende ein gemeyne voet van landtrechten thoe concipieren und in thoe stellen, besluiten dal de sleden, ambten, heerlijkheden of gerigten van dit kwartier vóór Paschen hunne particuliere forme van procedeuren, rechten, und costuumen soe by hun van al.sl geobserniert und noch warden , in contracten, successien, delicten und anders in handen zullen stellen van den magistraat van
- 339 -
Roermond; dat vervolgens de ambtlieden en een gedeputeerde uit elke stad zich bij dien magistraat zullen aansluiten ten einde met elkander te raadplegen hoe deze werkzaamheden het best ondernomen en voltrokken kunnen worden.
Kwarliersrecessen, deel I, bladz. 145.
1599. Bekening en verantwoording eener som van 17000 gulden, die in het jaar 1599 door het Overkwar-tier moest worden opgebragt ten einde tot de fortificatie der stad Grave te worden gebruikt.
Orig. in omslag 16 N0 29.
1599, 26 Junij. De staten van het Overkwartier benoemen Mattheus van Dulcken , raadsverwankr der stad Roermond, tot hunnen secretaris, stellen zijne instructie vast en bepalen zijne jaarwedde bij provisie op 300 bb. guldens , biss man seine vlytt und debuoir erfahren und dairop alstan ein naeder insehcns nekmen sael moegen.
Besluit, in kwarliersrecessen, deel I, bladz. 198vquot;.
1599, 26 Junij. De staten van het Overkwartier in aanmerking nemende dat gedurende de langdurige binnen-landsche oorlogen vast daegelichs allerhande unheyll und beschwermissen desen quartier ouerkommen sein, en niemand tot nu toe in het bijzonder den last ontving om alsulcke bieuellige saicken nae er heischender nohldurffl bic goiden lyde voir toe kommen und wahr toe nemen, bepalen dat acht gedeputeerden, vier uit de ridderschap en vier uit de steden, daartoe voor een jaar benoemd zullen worden ; tevens stellen zij de instructie vast, waarnaar die gedeputeerden zich gedragen zullen.
Kwartiersrecessen, deel I, bladz. 201.
- 340 -
1600, 6 April. De kanselier doet in de vergadering der staten van het Overkwartier namens de aartshertogen het voorstel tot benoeming van afgevaardigden naar Brussel ter bijwoning van de vergadering der Staten Generaal, die aldaar den 26,quot;° April zal gehouden worden ten einde middelen te beramen om dese lanckdurige troublen ende binnenlantschen oirloge ter neder te leggen ende te doen ophalden de miserien ende ellenden, waarmede deze landen reeds te langen tijd bouen maeten geaffligehrt ende bienae onder de voetl gebracht sein.
Afschrift, ih kwartiersrecessen, deel I, bladz. 207.
1600, 6 April. De staten van het Overkwartier be noemen tot hunne afgevaardigden ter bijwoning van de vergadering der Staten Generaal te Brussel de volgende personen; uit de ridderschap: Arnold Adriaan van den Bilant, vrijheer te Rheidt en heer te Brempt met Godfried van Boickholt, heer te Boickholt; wegens de hoofdstad Roermond: Johan van Buegel tijdelijk burgemeester en Gerard Creijarts , schepen; wegens de stad Venlo: Goddart Bijl den jonge. raadsverwant aldaar en wegens de stad Gelder: Gerard Luitgen, tijdelijk burgemeester.
Ktearliersrecessen, deel I, bladz. 208v0,
1600, 10 April. De staten van het Overkwartier stellen de instructie en volmagt vast voor hunne afgevaardigden naar de vergadering der Staten Generaal te Brussel.
Afschriften, in ktoarliersrecessen, deel 1, bladz 209vo.— 2t4v°.
1600, 23 Augustus. Gedeputeerden der staten van hel Overkwartier schrijven aan den drost van het ambt Montfort en aan den licentiaat Ryswick, die zich als afgevaardigden van het kwartier te Brussel bevinden, over
- 341 -
de vorderingen door de gemutineerden van Weert in het ambt van Kessel gedaan; de nood vordert dat, behalve de overige bezwaren van het kwartier, die afgevaardigden ook wegens dese onuerdraegelicke exactie und hcdranckheit een rekwest ten hove inleveren ten einde daarop orde gesteld worde en niet alles tol einen yemeinen verloup und (ihandonnemenl soil specter en.
Minute, in omslag 16 N0 7.
1600, 25 Augustus. De magistraat van Roermond schrijft aan de steden Venlo, Gelder, Erkclens en Stralen dat, terwijl dagelijks mercklichen geschefflen und difficulteten sich representeren, de staten van het kwartier het niet alüeen raadzaam maar ook hoogst noodzakelijk geacht hebben de op den kwartiersdag van 26 Junij 1599 aangestelde deputations earner nog gedurende eenen tijd te behouden, tot dat de zaken op eenen meer geregelden voet zullen teruggebragt zijn.
Minute, in omslag 16 N0 6.
1601, 13 April. De staten van het Overkwarlier, in overweging nemende dat de stadhouder Herman van den Bergh tot dusverre als zoodanig den eed aan de landschap nog niet heeft afgelegd, benoemen Walraven van Wytten-horst, heer te Horst, om met een raadslid der stad Venlo genoemden stadhouder te verzoeken dat hij in desen fdes landtz prtuilegien und alden heerkommen nae undgelyck seiner ex predecesseurs gedaenj gnediglich sich vuegen wollen.
Kwartiersrecessen, dee! 1, bladz. 258.
1601, 10 Julij. De staten van het Overkwartier, beraadslagende over de oprigting van een Collegia der Societeit Jesu binnen de stad Roermond, vereenigen zich met het voorstel en besluiten zich dienaangaande tot de aartshertogen te wenden ten einde van hen eene bijdrage
4
te bekomen tot befurderungh eins soe Godtseligen wercx streckende.
Kwarliersrecessen, deel 1, bladz. 252.
1601, 17 Julij. Filips van Bentinck, heer van Bycht en drost van het ambt Montfort, legt aan de staten van het Overkwartier eene rekening over ten bedrage van 1228 gulden 1 stuiver, wegens onkosten veroorzaakt door de reis, die hij den 27s,°n December 1600 op last der staten naar Brussel ondernomen heeft, alsmede wegens verblijfkosten aldaar tot 28 Maart 1601. Aan het slot bevindt zich de goedkeuring der staten.
Orig. get. Bossman , in omslag 19 Na 14 ; vergel. hel eerste stuk van dezen inventaris, bladz. 1S6.
1602, 1 Junij. Lijst van den aanslag in de contributie, die de Bommeler- en Tielerwaard, Beest, Renooi en Mariënwaard benevens de dorpen onder Overen en Culenborg aan Thomas Maes, ontvanger der contribu-tiën te 's Hertogenbosch, zullen voldoen. Deze contributie is eene voortzetting der voorgaande en geschiedt voor een jaar, aanvang nemende met den llle° Junij 1602, tol een totaal bedrag van 1140 ponden per maand.
Afschrift, in omslag 18 N0 10.
1603, 23 Maart —3 Junij. Verschillende stukken betrekking hebbende op den moord gepleegd in de stad Gelder op Mr. Daniel Schmids, scherpregter van het Overkwartier, en de benoeming van eenen opvolger.
Uit deze stukken blijkt dat die scherpregter naar Gelder geroepen was tot de executie van eenen misdadiger; dat die executie hem mislukte, weswegens hij als eïn rasender doller hundt zu lodt gesleinigl; ermordet und umb dass leben gebracht worden is.
Orig. en minuten in omslag 16 Nu 20.
— 343 —
1603, 31 Julij—1605, 26 Maart. Verschillende stukken betrekking hebbende op het voldoen der contribu-tiën van beide kanten (d. i. de Republiek en het Over-kwartier) en over het loslaten van personen, die wegens niet betaling daarvan waren gevangen genomen.
Orig. in omslag 18 N° 1G.
1604, 13 Februarij. De ingezetenen der meijerij van 's Hertogenbosch schrijven aan de Staten Generaal der Vereenigde Nederlanden dat hun de vergunning verleend was de vruchten van hun gewas in de naastbij gelegene steden van beide zijden te mogen brengen en verkoopen , ten einde daardoor in de mogelijkheid te komen de hun opgelegde contributiën te voldoen; dat zij ten gevolge van deze vergunning hunne vruchten tot dusverre naar Heus-den , Breda en 's Hertogenbosch gebragt hebben , maar dat zulks thans verboden is geworden. Dit verbod geeft aanleiding dat de soldaten van beide zijden dagelijks personen gevangen nemen onder het voorwendsel dat zij van eene dier steden komen of daarin gaan willen , en hun groole sommen van penningen extorqueren; dat die soldaten daarenboven doordyen zij nijet en worden gedient van haere noottelycke behoeften, die behoeften op de dorpen komen halen mit groele desordre en beroouinge van de schaemele ingezetenen. Zij verzoeken daarom dat het gemelde verbod worde ingetrokken.
In margine antwoorden de Staten Generaal dat dit verbod gegeven werd omdat door den vijand nyet alleen gelycke maer veel swaerdere beuelen waren uylgesonden; zij schorsen echter voor eene maand dit verbod , ten einde te zien wat de vijand daarop doen zal om daarna deze zaak dcOnitief te regelen.
Afschrift, in omslag 18 N° 11.
- 344 -
1604, 27 Maart. Willem van Steenhuys legt aan de staten van het Overkwartier eene rekening over ten bedrage van 267 gulden wegens kosten veroorzaakt door de reis, die hij op 30 Januarij 1604 op last der staten naar s Gravenhage heeft ondernomen , alsmede wegens verblijfkosten aldaar tot 4 Maart. Aan het slot bevindt zich de goedkeuring der staten.
Orig. get. Bossman, in omslag 19 N0 15.
1604, 3 Augustus. De ridderschap met burgemees-teren , schepenen en raad der stad Nijmegen schrijven aan de staten van het Overkwartier dat de arme inwoners van het rijk van Nijmegen met die van Maas en Waal door die van het escadron te Roermond gesommeerd zijn geworden, om op pene van executie mil den brandt, een groot aantal soldaten in hun servies te onderhouden; dat zulks waarschijnlijk tot den dienst der aartshertogen geschiedt, waarmede die van dat escadron gereconcilieerd zijn, tot verschooning van het Overkwartier. Zij hebben dit derhalve den generaal du Boys berigt, die hun te kennen gaf dat hij onmiddellijk een aanvang zou maken om die ondersaeten aldaer noch eens so hooch aen tho slaen als de ingeseten alhier van dier syde getaxierl werden, op gelycke pene, tot dat de zaak van beide zijden naar redelijkheid en billijkheid geregeld zijn zal.
Afschrift, in omslag 18 N0 12.
1604, 30 Augustus. De staten van het Overkwartier geven eene instructie aan Willem van Steenhuys, drost van het ambt Montfort, ten einde zich naar's Gravenhage te begeven en aldaar bij de Staten Generaal aan te dringen op vermindering van de contributie , die door het Overkwartier moet voldaan worden.
Orig. gedagt. uil Venlo en get. Bossman, in omslag 18 N» 13,
- 345 -
1604, 10 November. Jonkheer Willem van Sleenhuys legt aan de staten van het Overkwartier eene rekening over van de kosten veroorzaakt door zijne reis naar s Gravenhage, op last dier staten ondernomen; deze rekening bedraagt 804 gulden 7 stuivers en loopt van 29 Augustus tot 10 November 1604.
Orig. met bescheiden daarop betrekking hebbende , in omslag 18 Nquot; ii.
1604, 15 November. Dederik Anthoni schrijft aan scholtis , schepenen en gemeenten der heerlijkheden in het land van Kessel dat aangezien het escadron te Roermond van het rijk van Nijmegen het servies voor 50 soldaten gevorderd heeft, hij van de Staten Generaal der Vereenigde Nederlanden het bevel heeft ontvangen alle ambten , heerlijkheden en dorpen van het Overkwartier aan te schrijven dat, wanneer het rijk van Nijmegen van die vordering niet verschoond wordt, hij het Overkwartier sommeeren moet het servies voor 100 soldaten binnen Nijmegen te komen voldoen en zulks met executie , die noch eins .toe vill zal zijn als die wint esqua-dron solten doen oft gedaen hebben. Hij verzoekt derhalve dat zij pogingen in t werk stellen om het escadron van zijn voornemen te doen afzien,
Orig. gedagt. uit 's Gravenwaard en get. Dcdcrich Anlhonj, in omslag 18 N0 15.
1607, 20 Januarij. De aartshertogen geven bevel aan het hof van Gelder tot het stellen van betere orde op de aanteekening van goederen die aan de rebellen en hunne aanhangers toebehooren en in het Overkwartier gelegen zijn ; het hof zal den aartshertogen binnen een maand berigt doen toekomen van de orde, die daaromtrent sedert het jaar 1580 gehouden is en tevens inlichtingen
- 346 -
verstrekken hoe voortaan daarmede tot den meesten dienst der aartshertogen moet gehandeld worden; ook in betrekking tot de raeening van eenige personen , als zouden die rebellen het voornemen hebben insgelijks eene opteekening of confiscatie van goederen te doen plaats hebben, die den ingezetenen van het Overkvvartier toe-behooren en in de landen gelegen zijn, die door de rebellen geoccupeerd worden.
Geaulh. afschrift, fr. get. J. van Kerckhoue, in omslag 16 Nquot; 9.
1609, 26 Januarij. De staten van het Overkwartier hechten hunne goedkeuring aan de rekening, die ten bedrage van 425 gulden 15 st. door Johan van Brempt, drost te Stralen , was overgelegd wegens onkosten der reis, die hij in October 1608 op last der staten naar Arnhem ondernomen heeft.
Orig. gel. üyesius, secretaris, met verschillende bewijsstukken, in omslag 19 N0 12. Vergelijk hel eerste stuk van dezen inventaris bladz. 508.
1609, 24 Junij. De stadhouder schrijft aan de staten van het Overkwartier dat, aangezien de aartshertogen op de vier punten (1), die hij namens de staten had overhandigd , geantwoord hebben, hij zich verzekerd houdt
dat gheen wyder di/aij ofte tegenspraeck zal gemaakt worden met het verleenen van hetgeen door de aartshertogen verlangd wordt ; hij hoopt zulks te meer nademael de begeerte van hoochstgemelde hoicheden is streckende tot betaelinge des chrygsvolcks. ende welvaert van de landen en de overige provinciën reeds aan dat verlangen voldaan hebben ; het zoude daarom niet loffelijk zijn dat het Overkwartier, naer zoo veel lasten ende hclhoonde affectien
(1) Zie deze vier punten deel 1, bladz. 312, 313.
— 347 —
ende getrouwicheden geduerende den oirloge, thans gedurende den wapenstilstand weniger zcle ende affectie dan andere landen zoude toonen.
Orig. gedagl. uit Venlo en gel. Herman graue zu dcm Bergh, in omslag 17 N0 7.
1609, 29 Junij. De stalen van het Overkwartier keuren de rekening goed, die door Adriaan Balthasar van Vlodrop, vrijheer te Leuth en te Well, tot een bedrag van 5204 gulden 12 stuiver was overgelegd en de kosten inhield veroorzaakt door twee reizen naar Brussel, die hij op bevel der staten en in het belang van het kwartier in 1609 ondernomen heeft.
Orig. in omslag Nquot; 6.
1609, 30 September. Gertrudis van Broekhuizen , weduwe van Jo. Dirk van Horst, in leven costumieren raad in het hof en voogd van Gelder, geeft aan de sta ten van het Overkwartier te kennen dat zij na het overlijden van haren echtgenoot tot de bediening van het voogdambt, dat deze in pandschap bezat, eenen bekwamen adellijken persoon in hare plaats gesteld heeft, die door het hof van Gelder geagreëerd en door de schepenen bekwaam gevonden werd ; dat echter zekere Dirk Dencken bij de aartshertogen verkregen heeft dit pandschap te mogen inlossen. Daar dit met de privilegiën strijdig is aangezien hij niet tot den adel behoort, verzoekt zij den staten haar in het bezit van dat voogdambt te handhaven.
Orig. met andere stukken tot de zaak betrekking hebbende in omslag i8 N0 4. Verg. kwartiersrecessen, deel lil, bladz. 216.
1610 , 6 Maart. Op het verzoek van Ghisbert Masius, bisschop van 's Hertogenbosch, bewilligt de aartshertog dat de eerste prebende , die onder zijne begeving in de
— 348 —
Collegiale kerk van Sl. Oedenrode openvalt, gesupprimeerd zal worden ten behoeve van 't onderhoud van het colle-gie der Jesuiten, dat sedert eenige maanden in 's Hertogenbosch is opgerigt geworden.
Orig. fr. gedagteekend uil Brussel en get. Albert , Verreyken, in omslag 19 N° 17.
1610, 17 October. De gedeputeerden der staten van het Overkwartier leggen eene rekening over, inhoudende het gebruik der 4000 gulden , die in Mei 1610 als onraadspenningen waren toegestaan ; aan het slot bevindt zich de goedkeuring der staten.
Orig. get. Rolman van der Lipp, gênant Hoen , Marten van Broeckhuisen, Loc//quot; van Egeren, Petrus Moeits, Gerarl Lindlgen en Ileinr. Meier, in omslag 19 N0 13.
1610, 17 December. De staten van het Overkwartier melden aan het hof van Gelder dat zij in het jaar 1597 aan de renteheffers , die zekere kornrenthen ten platten lande bezitten, de verpligting hebben opgelegd van ieder malder rogge 18 stuivers en van ieder malder haver 9 stuivers te betalen tot soulagement van geer ff den die sunst mehr van den lande in desen trouble tijden ende swaere krieghsloepen mosten contribueren als hel goet oft genot daervan werdigh was. Daar deze lasten met het sluiten van het bestand een einde genomen hebben besluiten de staten deze vordering van die renteheffers insgelijks te doen ophouden; zij verzoeken het hof dit besluit te willen bekrachtigen.
Orig. in omslag 17 N° 8.
1612, 14 September. De staten van het Overkwartier beriglen aan G. Haghen te Brussel uit zijn schrijven aan den magistraat van Roermond vernomen te hebben dat die generals vande munte onder de woorden van ein halffreal
- 349 -
in de aposlille der aartshertogen voorkomende ook de kleinere munten verstaan ingevolge het privilegie der stad; zij verzoeken hem te zorgen dat de instructie spoedig in gereedheid gebragt worde, opdat de stad weldra wederom haar muntregt uitoefene. Tevens melden zij dat voor het ambt van raadsheer, door het overlijden van Cox opengevallen, zich verschillende personen hebben aangemeld, en verzoeken hem bij de aartshertogen dringend aan te houden dat lot de vervulling daarvan de voorkeur aan een gelderschman gegeven worde.
Minute, in oraslag 16 N0 23.
1612, 29 October. De magistraat van Gelder schrijft aan de gedeputeerden der staten van het Overkwartier dat hem door den commissaris Antonio Fernandes en door eenige heeren van Brussel beloofd was de stad eenigzins van haar zwaar garnizoen te ontlasten; de magistraat is echter teleurgesteld geworden, daar de stad gedurende den tegenwoordigen wapenstilstand bijcantz alleen so grooten last draegen moet als het geheele overkwartier en daarenboven nog zonder quitschlagh in de contributiën moet bijdragen ; die lasten moesten echter, naar 't oordeel van den magistraat, uit 's kwartiers generale middelen bestreden worden, waarin de stad zal helpen dragen, of ten minste de soldalen moesten bouten lasten und kosten der schemeler burgerye verpjlecht wurden. De magistraat verzoekt dit aan de aartshertogen te willen te kennen geven en wanneer dit niet helpt dat alsdan van den stadtzfreunden ein generaele legatie und klagt aen haere hoicheden ge dam wurde.
Orig. in omslag d6 N0 2-4.
1613, 16 April. Ch. Schenck van Nydeggen schrijft aan de staten van het Overkwartier dat Melchior de Bentschup verlangt zijne vroegere betrekking van vice-
5
- 350 -
kanselier terug te bekomen; hij denkt dat men daarover aan den aartshertog en aan Haghen moet schrijven opdat het kwartier darvon moge ontlast wesen, hetgeen ook wel zal geschieden daar hij verneemt dat hie op andereplatzen is (jerefuseert gewest daer hie sich ouch gern ingedrongen hadde.
Orig. gedagt. op Hillenraad en geleekend Ch. Schenck von Nidecken, in omslag 16 N0 27.
1613, 19 April. De staten van het Overkwartier schrijven aan den aartshertog vernomen te hebben dat de kanselier van Overijssel Melchior de Bentschup zoude aanhouden om te Roermond terug te-komen ten einde aldaar de betrekking van vice-kanselier of eersten raad in het hof te vervullen ; zij geven te kennen hoe vroeger, toen gemelde de Bentschup het ambt van momboir aldaar vervulde, steeds oneenigheden ontstonden, die niet dan door zijn vertrek eindigden en verzoeken derhalve hem elders te plaatsen.
Minute, in omslag 16 N0 23.
1613, 19 April. De staten van het Overkwartier geven G. Haghen kennis van het verlangen van Melchior de Bentschup om naar het kwartier terug te komen ; zij zenden hem brieven over dat onderwerp voor den aartshertog , den secreten raad en den heer de Robiano en verzoeken hem ijverige pogingen aan te wenden om die terugkomst te verhinderen.
Minute, in omslag 16 N° 26.
1614, 21 Februarij. G. Haghen zendt aan de staten van het Overkwartier de voorwaarden, waarop de aartshertogen voornemens zijn tot de verpachting der licenten
over te gaan.
Orig. gedagt. uit Brussel en get. G. Haghen, in omslag 16 N0 28.
- 351 —
1614, 6 Maart. Ch. Schenck van Nydeggen, heer van Hil-lenraad legt aan de staten van het Overkwartier rekening over van de kosten door hem gemaakt bij gelegenheid der reizen, die hij in September en October 1613 op last der staten naar Brussel ondernomen heeft; deze rekening , aan het slot door de staten goedgekeurd, bedraagt 2933 gulden 71/, stuiver.
Orig. get. Arnoldt von Ilorpusch , Werner WyHen-horst, Petrus Moeitz, in omslag 19 Nquot; ■19.
1614, 17 Maart. De staten van Overijssel geven eene verklaring af waaruit blijkt dat de voorouders van Hendrik van Laer steeds op de vergaderingen der staten van Overijssel beschreven werden en alle priuilegién, prcc-minentien ende vryheyden genoten, die aan andere riddermatige of adellijke personen waren toegekend ; voornamelijk verklaren zij zulks van 1° Johan van Laer, grootvader van Hendrik, die gehuwd was met Mechtildis van Langen, dochter van den drost van Salland; 2° Gerrit van Laer, zoon van Johan, gehuwd met Elisabeth van Haersolte; 3° zijn broeder Hendrik van Laer, gehuwd met Bertha van Brenen te Borgel ; voorts verklaren zij dat Gerrit en Willem van Laer, broeders van bovengenoemden Hendrik, thans nog als leden van de ridderschap deel uitmaken van die staten.
Orig. get. Roelinck, in omslag 17 Nquot; 2.
1615, 12 November. De aartshertogen geven last aan den stadhouder tot het bepalen eener vergadering der staten van het Overkwartier op 9 December.
Orig. gedagt. uit Brussel en gcteckend Albert, Isabel, Verreyken, in omslag 18 N0 3.
1616—1623. Verschillende brieven door den magistraat van Venlo aan gedeputeerden der stalen van het Overkwartier geschreven aangaande de licenten.
Orig. in omslag 19 N0 27.
— 352 -
1616—1628. Een bundel stukken, handelende over tollen en licenten van het jaar 1616 tot 1628.
Orig. afschr. en minuien, in omslag 20 N0 1.
1617, 10 October. (I Oct. o. st.) De magistraat van Nijmegen antwoordt op een schrijven der staten van het Overkwartier dat Wolter van Baix, die in het traktaat van Venio genoemd wordt, en nog eenigen van dien naam na hem in het Nijmeegsch kwartier geleefd hebben, maar dat daarin thans geene meer aanwezig zijn; wel heeft hij vernomen dat in het land van Utrecht edellieden woonachtig zijn die Baixen heeten en waarschijnlijk van voornoemden Wolter afstammen.
Orig. get, Ty. Klerck, secr., in omslag 17 N0 5.
1619, 17 Junij. De griffier van het hof van Gelder geeft een afschrift van een vergelijk dat tusschen Jacob, heer te Corswarem, graaf te Dryl en vrijheer te Reydt, en vrouwe Agnes van den Bylandt, vrijvrouwe en gravin aldaar, echtelieden, en Ghristoffel Schenck van Nydeggen, heer te Hillenraad, tot stand gekomen is met betrekking tot het huis Brempt, dat door eerstgemelden aan Ghristoffel Schenck verkocht was.
Orig. perk. gel. N. Maen, in doos 5 N0 14.
1619, 26 Junij. De magistraat van Gelder rigt een verzoekschrift aan het hof, waarin hij te kennen geeft dat die stad door den langdurigen oorlog en de zware garnizoenen , waarmede zij aanhoudend belast is geworden, in groote schulden geraakt is, weshalve hij de mag-tiging verzoekt tot het verkoopen van eenige perceelen gemeentegrond.
Het hof, na het advies van J. van Aefferden, scholtis te Gelder, te hebben ingewonnen, verleent die magtiging,
- 353 —
onder voorwaarde dat de verkoop in het openbaar zal geschieden.
Orig. get. J. van Kerkhoue, met liet vermelde advies, get. J. van Aefferden, in omslag 16 N0 8.
1619- 1620. Verschillende stukken betrekking hebbende op het zamenstellen en het drukken der landregten van het Overkwartier.
Orig. en minuten, in omslag 18 N0 5.
1620 , November. Verschillende brieven , waarbij aan de staten van het Overkwartier kennis gegeven wordt dat het koninklijk leger te Wachtendonk onder aanvoer van den markies de Belvedere bevel ontvangen heeft eerstdaags naar Brussel op te rukken.
Orig. in omslag 18 PJ0 6.
1620, 17 November. Arnold Huyn van Geleen zendt aan den drost van Kessel een schrijven van zekeren Geert van Buys uit Rijnberk waarin berigt wordt dat het leger den 18quot;1quot; zal opbreken en te Rijnberk zal overnachten, van waar het den volgenden dag naar Brussel zal vertrekken.
Orig. gedagt. uit Wachtendonk en get. Arnold Huyn zu Gelayne , met het vermelde schrijven , in omslag 18 N° 7.
1621. Verschillende brieven van den magistraat van Venlo aan de gedeputeerden der staten van het Overkwartier te Roermond aangaande den te verstrekken borgtogt aan Andries van Vorst te Dordrecht, wegens het voorschieten der vijandelijke contributiën.
Orig. in omslag 17 N0 10.
1621, 30 Maart—1622 , 8 Maart. Briefwisseling tus-schen de stalen van het Overkwartier en die van het Zutfensche kwartier, handelende over het bekomen van
- 354 —
1
wederzijdsche sauvegarde brieven en het betalen der contributiën.
Orig. en minuten, in omslag 17 N0 15.
1621, 3 April. De aartshertogen verleenen een brief van sauvegarde ten behoeve der inwoners van het platte land in het graafschap Zutfen.
Geauth. translaat uit het fr., afgegeven door den Zutfenschen secretaris, en get. P. D. Seis, in omslag 16 IN0 32.
1621, 14 April. De magistraat van Venlo schrijft aan gedeputeerden der staten van het Overkwartier te Roermond vernomen te hebben dat iemand naar Brussel gezonden wordt ten einde aldaar voor de nederkwartieren van Gelder sauvegarde brieven te bekomen in denzelfden zin gesteld als die te 's Gravenhage voor het Overkwartier verleend werden. Daar de inwoners van Limburg en Valkenburg brieven bezitten, volgens welke zij zich vrij op het platte land mogen bewegen, verzoekt de magistraat dat gedeputeerden pogingen aanwenden om aan de steden van dit vorstendom van beide zijden dergelijke brieven te verschaffen.
Orig. in omslag 17 N0 9.
1621, 29 April —3 Junij. Verschillende brieven van de staten van het Overkwartier aan hunne gedeputeerden te 's Gravenhage, handelende over het bekomen van sauvegarde brieven en het vast stellen der contributiën aan de Vereenigde Nederlanden te voldoen,
Orig. get. J. van Ryckenroy, in omslag 17 N0 19.
1621, 9 Mei. De staten van het Overkwartier geven volmagt aan Christoifel Schenck van Nydeggen, Johan van Wittenhorst, Jo, Arnold van Horpusch, Gerard Creijarts, Johan Ingen Rae en Peter Bossman tot het sluiten eener
- 355 -
overeenkomst met den Raad van State der Vereenigde Nederlanden aangaande de door het platte land van dit kwartier te betalen contributiën.
Minute, in omslag 17 Nquot; 13.
1621, 10 Mei. De staten van het O verkwartier schrijven aan den stadhouder dat hun verzoek, vóór het einde van den wapenstilstand gedaan, om in geval van oorlog zich aan de contributie der Staten Generaal van de Vereenigde Nederlanden te mogen onderwerpen , door de aartshertogen toegestaan is; dat zij dien ten gevolge de heeren van Hillenraad , Blijenbeek en Horst, met Jonker Horpusch , burgemeester van Roermond , den licentiaat Creijarts en Johan Ingen Rae, burgemeester van Venlo, naar 's Gravenhage afgevaardigd hebben ten einde aldaar sauvegarde brieven te krijgen en over de te betalen contributie te onderhandelen. De staten verzoeken den stadhouder dezen gedeputeerden een schrijven aan den Prins van Oranje te willen medegeven, waarin de toestand van het platte land in het Overkwartier en de onmogelijkheid lot betaling van groote contributiën te kennen gegeven worden en zulks omdat vele dorpen met de betaling der voorgaande contributie nog zeer ten achteren zijn en eenige dorpen nog 30, 40, 50, ja 100 duizend gulden schuld hebben.
Minute, in omslag 16 N0 35.
1621, 15 Mei. De staten van het vorstendom Gelder en van het graafschap Zutfen, te Arnhem vergaderd, antwoorden op een schrijven der gedeputeerden van het Overkwartier naar 's Gravenhage , besloten te hebben eerstdaags hunne gecommitteerden naar 's Gravenhage te zenden met den last om hen in haer versoeck le secun-
— 356 -
dieren, ten eynde 'l Ruremundische guar lier op eene lyde-lycke ende draegelicke contributie aengeslagen moge worden.
Orig. gedagl. uit Arnhem en geleekend Verslegen , secret., in omslag 18 Nquot; 1.
1621 , 15 Mei. De gedeputeerden van het land van Overmaas leggen aan den Raad van State der Ver-eenigde Nederlanden, ter verkrijging van sauvegarde brieven, een schrijven over, waarin zij het volgende verzoeken, als:
1° dat in die brieven zullen begrepen zijn a.denlandt-drosl, drossardt, meyer, vorstmeyster, schepenen, stadlhou • der, voecht, lieutenant rentmeesters, schoutet, en de verdere subalterne officieren, zoo in de steden als ten platten lande; /gt;. de geestelijkheid, de adel en de burgers ;
c. zij die vroeger van de bende van ordonnantie deel uitmaakten;
2° dat de contributie door de drie staten van het land zal voldaan worden en men geene persoonlijke sauvegarde brieven zal verleenen ;
Squot; dat de pastoors dezelfde sauvegarde zullen genieten als de predikanten ;
4* dat het land tot geene dubbele of buitengewone contributiën zal verpligt worden ;
5° dat die contributie van drie tot drie maanden mag worden voldaan en eindelijk dat zij zal mogen bestaan uit 2000 gulden in de maand opdat d'ingeselenen oyck moygen leven.
De Raad van State stemt het gevraagde toe. mits de maandelijksche contributie op 2450 gulden gebragt worde.
Afschrift, in omslag 16 N0 31.
1621 , 16 Mei —11 Junij. Verschillende brieven van de gedeputeerden der staten van het Overkwartier te 's Gravenhage, over het doel hunner zending.
Orig. get. P. Bosman , in omslag 16 Nquot; 58.
— 357 —
1621, 31 Mei—12 Julij. Verschillende brieven van de staten van het Overkwartier aan den Raad van State der Vereenigde Nederlanden over de te betalen contributiën door het platte land in dit kwartier.
Minuten, in omslag \1 N0 14.
1621, Junij- 1622, April. Briefwisseling tusschen de staten van het Overkwartier en den stadjiouder betreffende de contributiën aan de Vereenigde Nederlanden te voldoen.
Minuien en orig. gedagt. uit Stevensweert en get.
Ilenrich graff zu dem Bergh, in omslag 17 N0 18.
1621, Junij. De staten van het Overkwartier geven aan het hof van Gelder te kennen dat op eenen kwartiersdag , te Venlo gehouden, het besluit genomen is om in dese conjuncture van contributiën en aangezien het platte land van de wederzijdsche sauvegarde genot heeft, aldaar zoo als vroeger wederom eene hefGng te doen op hot vee en het bier; de staten verzoeken het hof dit besluit te bekrachtigen.
Minute, in omslag 16 N0 34.
1621 , 1 Junij. De staten van het Overkwartier verzoeken den Prins van Oranje de bevestiging van het traktaat, den 14'l0° Mei 1601 tusschen hem en den admirant van Ai •ragon gesloten, waarbij alk vrouwspersoenen cndc knechten s onder twelff jaeren in hun (ft ar tier ende neutrale landen aen beyden syden vrij' solden wesen ende met (jeuanycn off geransonncert mogen teerden.
De staten hebben deze bevestiging insgelijks aan de aartshertogen doen verzoeken.
Minute, in omslag 16 iN0 55.
1621, 2 Junij. De gedeputeerden der staten van het
Overkwartier te 's Gravenhage geven eene instructie aan
c
— 338 —
hunnen medegedeputeerde Johan Ingen Rae, burgemeester van Venlo, ten einde zich naar Dordrecht te begeven en aldaar iemand op te sporen, die voor het Overkvvartier te 's Gravenhage 10000 gulden zou willen voorschieten en vervolgens iedere maand 5000 gulden aldaar voldoen;
zij magtigen hem tot het geven der noodige verzekeringen tot restitutie zoo der voorgeschoten gelden als der over-eentekomen provisie.
Minute, in omslag 17 N0 1.
1621, Junij. De heeren van Blijenbeek en Horst,
Jonker Horpusch, burgemeester van Roermond, de licentiaat Creijarts, Johan Ingen Rae, burgemeester van Venlo en de secretaris Bossman stellen eene relatie ende journael op aangaande hunne verrigtingen te 's Gravenhage, wer-waarts zij zich op last der staten van het Overkvvartier begeven hadden.
Minute, in omslag 16 N0 37.
1621, 28 Junij. Op eene nota van den secretaris der staten van het Overkvvartier, waarin hij aan het hof van Gelder de vraag rigt of den reces dier staten, den aenslach der beesten ende des biers betreffende geconfirmeert is antwoordt de griffier van dat hof dal het versueck niet en is geaccor-deert ende dyenaenyaende groote swarichegt gemaeckt wordt.
Orig. get. P. Bossman, in margine get. J. van Kcrck-houe, in omslag 19 N0 1.
1621, 4 Augustus. De stadhouder berigt aan de staten, vernomen te hebben dat heneden ouer all de vijand- gt; schap en openbare oorlog tegen zijne majesteit afgekondigd is en bededagen ingesteld worden, maar nog niets gehoord te hebben van de opzegging van het ingegane akkoord met Gulik. Voorts meldt hij dat de acht kompagniën ruiters , die onlangs uit Nijmegen en Grave trokken,
— 359 —
gisleren voor Weert zijn aangekomen, in de meening van de daarin liggende ruiterij naar buiten te lokken, maar dat zij heden zich door het land van Kessel wederom verwijderd hebben.
Orig. gedagt. uit Stevensweert cn get. Henrich graff zu dem ücrgh, in omslag 14 N0 36.
1621, 5 Augustus. Het hof en de rekenkamer van Gelder te Arnhem klagen aan de staten van het Over-kwartier over onbehoorlijke vorderingen van contribution, die door een Thomas van Hees oft Maes lot 's Harto/jen-hosch in de dorpen van den Bommelerwaard gedaan worden; zij dreigen met retorsie wanneer daarmede niet opgehouden en geene restitutie van tgeene die van Graef-schap Zulphen als andere quarlieren bouen dor dinar is contribulien van hoorngelden als anders is affgeparst gegeven wordt.
Orig. gedagt. uil Arnhem en get. Dibbets, van dem Sandc, in omslag 18 N0 2.
1621, 12 Augustus. Het bureau van financiën schrijft aan de staten van het Overkwartier dat de superintendent der contributiën aan de overzijde van den Rijn , in betrekking tot de geestelijke en andere goederen toebehoo-rende van ingezetenen der door den vijand bezette vestingen, contributiën geëischt heeft, doch uitstel heeft gegeven totdat deze zaak nader onderzocht zal zijn ; het bureau verzoekt de rekenkamer te Arnhem daarvan kennis te geven ten einde die insgelijks het uitstellen der opeisching in Brabant trachte te verkrijgen.
Orig. fr. gedagt. uil Brussel en get. V. Croonendaclc, met andere stukken daartoe betrekking hebbende, in omslag 19 N0 2.
1621, 19 Augustus. Dc magistraat van Venlo berigt aan de gedeputeerden der staten van het Overkwartier dat gecommitteerden van het graafschap Zutfen zich naar
- 360 -
Brussel begeven ten einde aldaar aan te dringen op afdoening van de pretentiën, die door den rekenmeester van Elshout gesteld worden van weghen der personen goederen die aen dese syde hunne residentie hebben, zoo als ook om vrijheid te verwerven voor de geestelijke goederen en voor de akkerlieden wegens het weiden van hun vee; de magistraat heeft aan deze gecommitteerden brieven van aanbeveling mede gegeven en verzoekt gedeputeerden der staten die zaak insgelijks te willen bevorderen aangezien daeraen den steden ende geislelicken veel gelegen sail syn.
Orig. in omslag 17 N0 \{.
1621, 12 October- De gedeputeerden der staten van het Overkwartier berigten aan de rekenkamer van Gelder van den ontvanger der Staten van de geünieerde provinciën te 's Gravenwaard een schrijven te hebben ontvangen, waarin derseluer hun is waerschouwende endc dreggende dat xn soe verre men aen dese syde niet en bevordert ende toe wegen brengt dat Co. Ma*-*, officieren tot Oldenseel van haere procedure ophalden dat die staten voerss. in dese quartieren gelycke procedure bijder handt sullen doen nemen. De gedeputeerden verzoeken derhalve de kamer, aangezien hierdoor eine generaele desolatie, verloop ende verder[f, soe teel van de steden], als tplatte landt, oyck Co. maquot;, groeten ondienst weder te verwachten sal syn, gemelde officieren te verzoeken by provisie met hun voernemen op te halden, tot dat zijne Ma', daaromtrent eene resolutie zal genomen hebben.
Minute, in omslag 19 N0 3.
1621 — 1622. Verschillende rekeningen van Andries . van Vorst aan de staten van het Overkwartier, wegens voorgeschotene sommen aan de Vereenigde Nederlanden
- 361 —
tot betaling der contributiën van het kwartier, benevens de daarop verloopen intresten en verschotten.
Orig. in omslag 17 N0 d6.
1621 —1624. Rekening van het bedrag dat door ieder kerspel in het Overkwartier bijgedragen werd in de contributiën voor de Vereenigde Staten sedert 9 April 1621 tot 8 April 1624; deze contributie ad 5000 gulden per maand, bedroeg gedurende dit tijdvak 1S0000 gulden.
Orig. inhoudende 25 bladen, in omslag 17 Nquot; 17.
1622, 28 Januarij. De magistraat van Venlo schrijft aan de gedeputeerden der staten van het Overkwartier te Koermond dat te Venlo bijna geen ander geld in omloop is dan Luiksche goudguldens, Luiksche en Hollandsche daalders, Metzer blanken en peertgens, waarvan de oorzaak is dat deze munten in de ordonnantie van het kwartier te hoog gesteld zijn tegen de goede munt der aartshertogen en die van den koning; de beneden kwartieren stellen deze laatste munt dagelijks hooger zoodat de souverein thans aldaar ontvangen wordt tegen 2'/2 gulden, de Spaansche pistoletlen tegen 8 gulden en dc overige speciën naar advenant. De magistraat geeft des-wegens in bedenking of het niet goed zijn zoude met advies van den landrentmeester en van het hof eerstdaags daarin te voorzien , daermede die goede munt ende sunder-lingh die van den prins ende van Hispanicn wat hooyher ende die andere vrembde wat ver leeg hert magh werden.
Orig. in omslag 17 N0 12.
1622, 3 Maart. De staten van het Overkwartier geven eene instructie aan Dcderik van Stepraedt, heer te Walbeek , ten einde zich naar Nymegen te begeven om met de gedeputeerden van dat kwartier te onderhandelen
— 362 —
over alles wat strekken kan tot handthaldinge ende ver-mcerdcringc van alle goede naburliche correspondentie en voornamelijk tot het treffen van een akkoord aangaande het betalen der wederzijdsche contributiën.
Minute, in omslag 16 N0 50.
1622, 15 October. De staten van het Overkwartier geven eene instructie aan Willem Moeits, burgemeester van Roermond, ten einde zich naar Brussel te begeven en aldaar kenbaar te maken dat Dirk van Ommeren, ontvanger der contributiën te 's Gravenwaard, op last van de Staten Generaal der Ver. Ned. aan de staten van het Overkwartier berigt heeft, dat voor het geval men niet zorgt dat binnen drie weken do officieren te Oldenzaal .toe geistlicke als werelthcke desisteren van hunne procedure, soe sijluijden inde Twen the tegens den Rechter en ende gereformeerde Predicanten int werck gestelt hebben , men op dezelfde wijze tegen de pastoors, schoolmeesters en officieren in het Overkwartier zal handelen; hij zal ijverige pogingen aanwenden om in tijds het kwartier van de bedreigde retorsie te vrijwaren en tevens op sauvegarde brieven voor de kwartieren van Nymegen en Zutfen aandringen ; voorts moet hij te kennen geven dat in Roermond een genoegzaam aantal advokaten en regtsgeleerden aanwezig is, die in het kwartier geboren boven vreemdelingen voor de vacaturen in het hof van Gelder moeten worden voorgetrokken; het Venlosche traktaat schrijft dit voor, terwijl dit ook met de billijkheid overeenkomt, aangezien de Gelderschen in geene andere provinciën kunnen aangesteld worden.
Minute, in omslag 19 N° 20.
1622, 21—31 October. Verschillende brieven door Willem Moeits, burgemeester van Roermond uit Brussel
- 363 -
aan de staten van hel Overkwartier geschreven over het doel zijner zending.
Orig. gel. Wilhelm Moeüs, in omslag 19 N° 21.
1623, 8 Februarij. De staten van het Overkwartier geven eene instructie aan Willem Moeits, burgemeester van Roermond en aan Hendrik de Darth, schepen van Venlo, ten einde zich naar Brussel te begeven en aldaar bezwaren in te brengen tegen het onlangs uitgevaardigde plakkaat op de nieuwe ligting van licenten op goederen , die de Maas afgevoerd en in het kwartier verbruikt worden, zoo als ook op goederen, die uit Holland komende te land uit de steden Roermond en Venlo naar neutrale landen gevoerd worden ; voorts moeten zij zich beklagen dat sedert eenige jaren verschillende vreemdelingen tot leden van het hof van Gelder benoemd zijn geworden en er op aandringen dat voor de thans bestaande vacature niet de 1', Stuycker , die een vreemdeling is, maar een Gelderschman benoemd worde.
Minute, in omslag 19 N0 22.
1623, 16 Februarij. Willem Moeits schrijft uit Brussel aan den magistraat van Roermond over eenige stads aangelegenheden; hij meldt levens dat aldaar veel van een wapenstilstand gesproken wordt; dat te Rotterdam een groot oproer zoude hebben plaats gehad tusschen de Arminianen en Gommaristen en dat er eyn verraedl isl gewest op die persom van seine exquot;' Graef Maurits en de dal tselue duir eynen boetsgeselle vuijtli is khoirnen.
Orig. gel. Wilhelm Meelis, in omslag 19 Nquot; 25.
1623, 19 Februarij. Willem Moeits schrijft aan den magistraat van Roermond dat berigt ontvangen is van een wapenstilstand, die voor twee jaren in den Palts en
— 364 -
in Duitschland tot stand gekomen is en dat het gerucht loopt als zoude de koning van Engeland beloofd hebben met de hulp van den koning van Denemarken den graaf van Mansfeit vuyth Dmjlslandt loe sullen helpen houden.
Orig. gedagt. uit Brussel en gel. Wilhelm Moeils, in omslag 19 N0 24.
1623, 26 Februarij. Willem Moeits en Hendrik de Darth schrijven aan de staten van het Overkwartier dat einen nieuwen last op alle die rivieren gesteld en verpacht is geworden , den sy lastgelt baptisieren en op alle open afwaarts vervoerde goederen zal drukken; volgens eene reeds gedrukte lijst zoude van ieder last 16 stuivers moeten betaald worden. Zij zullen daartegen een rekwest indienen, maar vragen, voor *t geval dit niet helpt, het oordeel der staten, of zij daarover in proces moeten treden.
Orig. gedagt. uit Brussel en geteekend Wilhelm Moeils, Darlh, in omslag 19 N0 23.
1623, 3 Maart —16 Mei. Verschillende brieven door Willem Moeits en Hendrik de Darth uit Brussel aan de staten van het Overkwartier geschreven, over het doel hunner zending.
Orig. gel. Wilhelm Moeils, Darlh, in omslag 19 N0 20.
1623, 26 October— 1624, 13 April. Verschillende stukken aangaande een protest der staten van het Overkwartier tegen den Raad van Brabant, die uit kracht van zeker privilegie de guide bulle genaamd de onderdanen van dit kwartier voor zich doet verschijnen, hetgeen strijdig is met het privilegie de non evocando, waarvan dit kwartier sedert 1311 in het bezit is.
Orig. en minuten, in omslag- 18 N0 9.
— 365 -
1623, 21 December. De aartshertogin schrijft aan het hof van Gelder dat zij goed gevonden heeft het zout komende uit de oproerige provinciën te verbieden en dit verbod reeds in de havens van Brabant en Vlaanderen heeft doen uitvoeren; daardoor wordt aan den handel van den vijand zeer veel schade berokkend aangezien hij daaruit groote inkomsten trok, terwijl zulks naar deze zijde voordeel aanbrengt, zoo als uit het groot aantal nieuw opgerigte zoutziederijen blijkt; tot dusverre bleef echter de handel in zout langs den Rijn en de Maas met die provinciën voortduren, hetgeen de uitwerking van het verbod benadeelt; zij is derhalve geneigd ook dit te keer te gaan, aangezien de aanvoer van zout uit Spanje en uit de neutrale provinciën zeer groot is; alvorens evenwel daartoe een besluit te nemen wenschte zij te weten of het hof en de rekenkamer van Gelder daarin bezwaar vinden.
Afschrift, fr. in omslag 19 N0 M.
1624. Verschillende stukken strekkende om hot bewijs te leveren dat de ingezetenen van het Overkwarlier vrijdom bezaten op de tollen in het land van Gulik. Hierbij zijn gevoegd afschriften van verklaringen , afgegeven door den magistraat van Luik op 20 Augustus en door den magistraat van Maastricht op 18 Augustus 1598, waaruit blijkt dat de inwoners der beide steden nooit eenigen tol te ürmond betaald hebben.
Orig. en afschriften, in omslag 20 N0 2.
1624, April. J. de Brecht, agent der staten van het Overkwartier te Brussel, legt eene rekening over der voorschotten, die hij sedert Junij 1623 tot April 1624 voor het kwartier gedaan heeft, ten bedrage van 199 gulden 12 st.
Orig. in omslag 17 N0 4. 7
— 366 -
1625, Februarij -1626, November. Een bundel brieven handelende over een proces, aanhangig voor den grooten raad te Mechelen, tot regeling der betaling van de groote kosten, die door het langdurige proces in zake van Werner Bacxen ontstaan zijn ; dit proces eindigde met een akkoord, waarbij de staten van het Overkwartier zich verpligten aan genoemden Bacxen de som van 1600 gulden en drie amen wijn te voldoen, ter tegemoetkoming der proceskosten.
Orig. en miouten, in omslag 13 N0 8.
1627, 7 Mei. De staten van het Overkwartier nemen het besluit om Jonker Hans Willem van Cortenbach , gehuwd met Lucia van Vlodrop, als erfvoogd van Roermond voortaan op de vergaderingen der staten te beschrijven.
Besluit in kwarliersrecessen, deel VII, bladz. 168 v0.
1627, 8 Mei. De staten van het Overkwartier nemen Johannes van Aecken, doctor mcdicinae voir ein jaer tot ein preuve als deses quartiers doctor aan en leggen hem daervoir toe twee hondert Daellers.
Besluit in kwartiersrecessen, deel VII, bladz. 171.
1627, 24 Junij. De staten van het Overkwartier stellen een relaas op van de eerbewijzen, die aan hare hoogheid de infante Isabella Clara Eugenia te beurt vielen, bij hare aankomst te Roermond op 17 Junij II. en op hare verdere reis door het kwartier tol bezigtiging van het kanaal dat thans gegraven wordt.
Kwarliersrecessen, deel VII, bladz. 18-4 volgg.
1627, 9 Julij. De staten van het Overkwartier besluiten tot den omslag van 10000 gulden , ten einde daaruit in de eerste plaats de onkosten ten bedrage van 6000 gulden te voldoen, die door de reis der infante
- 367 —
veroorzaakt zijn; de staten nemen deze onkosten voor hunne rekening daar het de eerste maal was dat de infante het kwartier bezocht. Het overige bedrag zal lot
nootturft van den qmrlier aangewend worden.
Besluit in kwartiersrecessen, deel Vit, bladz. 191.
1627, 31 Augustus. De geheime raad te Brussel beantwoordt een schrijven van het hof van Gelder, waarin dit de bedenkingen der staten van het Overkwartier had medegedeeld tegen het muntplakkaat van 27 Maart II. De raad beveelt nogmaals uitdrukkelijk de publicatie van dat plakkaat en meldt dat te Roermond en Venlo wisselaars zullen gesteld worden tot inwisseling der munten, die daarin voor billioen verklaard worden.
Afschrift, fr. in kwarliersrecesscn, deel VII, bl. 194.
1627, 7 October. De staten der stad Doornik nemen onder de voorwaarden, die door de prelaten en edelen vertegenwoordigende de twee eerste staten van het hertogdom Brabant gesteld waren, het voorstel aan tot het sluiten van een verbond, dat hun door den markies de Leganes in naam des konings gedaan werd.
Afschrift, fr. in hicarliersreccssen, deel VII, bl. 202vo.
1627, 6 November. De staten van het Overkwartier nemen het voorstel van den markies de Leganes aan op de volgende voorwaarden:
lquot; dat de gehoorzame provinciën wegens het voorgestelde verbond niet zullen verpligt zijn iets bij te dragen dan wanneer zij ixm des en ellendigen criech ende mis er i en verlost ende in einen vollen vrede gestelt syn;
2quot; dat het verbond niet eerder verbindend zal wezen dan wanneer de toetreding van alle Nederlandsche Provinciën onder de gehoorzaamheid des konings staande,
- 368 —
?oo als ook van zijne overige koningrijken en stalen, heeft plaats gehad, en dat indien gunstige voorwaarden ten opzigte van dit verbond verleend worden het Overkwar-tier daaraan deel zal hebben;
3° dat de onderdanen, elk uit zijn koningrijk, land of provincie naer proportie in dienst deser Unie geemployeert sullen werden; dat het krijgsvolk gesteld worde ter plaatse waar zulks vereischt wordt en prompt betaald worde om alle desordren ende mutinatien te voorkomen.
Ten slotte dat dit alles zonder prejuditie van het traktaat van Venlo en de overige aan dit kwartier geschon-kene beneficiën en privilegiën plaats hebbe.
Besluit in kwarliersrecessen, deel VII, bladz. 203vü volgg. Vergel. bl. 243.
1627, 7 November. De staten van het Overkwartier berigt ontvangen hebbende dat de toegestane bede ten bedrage van 45000 gulden door de aartshertogin niet is aangenomen, verhoogen dit bedrag tot 60000 gulden; zij stellen daarbij een klaagschrift op en besluiten dit door gedeputeerden aan de aartshertogin te doen aanbieden.
Besluil in kwarliersrecessen, deel Vil, bladz. d99v0 volgg.
1627, 27 December. De staten van het Overkwartier besluiten nogmaals een klaagschrift te doen toekomen, niet alleen aan de aartshertogin, maar ook aan den markies de Spinola en den markies de Leganes, die zich eerstdaags naar den koning in Spanje zullen begeven, ten einde die groote armoedt ende staet deses quartiers daerinne te deduceren.
Besluit en minute van het klaagschrift, fr. in kwarliersrecessen, deel Vil, bladz. 213 volgg.
1627, 29 December. De staten van het Overkwartier zenden aan den stadhouder hunne remonstrantien wegen
- 369 -
die groote armoet deses quarliers meerendecls causeert door het verbodt van de traficque oft commercie, met verzoek die aan de aartshertogin te willen overhandigen en die zoodanig aan te bevelen dat de staten muchten gevuekn den effect derseluer remonstrantien.
Minute in kwarliersrecessen, deel Vil, bladz. 217.
1627, 29 December. De staten van het Overkvvartier vvenschen den markies de Spinola eene voorspoedige reis naar Spanje en doen hem tevens een klaagschrift toekomen, met verzoek dit onder het oog van zijne majesteit te willen brengen.
Onder dezelfde dagteekening rigten de staten een dergelijk schrijven tot den markies de Leganes.
Afschriften, fr. in kwarliersrecessen, deel VII, bl. 217.
1628, 12 Januarij. Ambrosius de Spinola meldt aan de staten van het Overkwartier de ontvangst van hun schrijven dd. 29 December II., waarin zij hem eene voorspoedige reis wenschen ; hij zal de trouw van het Overkwartier aan zijne Ma', kenbaar maken en het klaagschrift van de staten ondersteunen.
Orig. fr. gedagt. uit Parijs en get. Ambr. Spinola , in Doleantiën en orders , deel V , blad 426.
1628, 13 Januarij. De markies de Leganes schrijft een brief van dankbetuiging aan de staten van het Overkwartier voor den spoed en de bereidwilligheid, waarmede zij het voorstel hebben aangenomen dat hij hun in naam en van vvege den koning ter overweging heeft
doen aanbieden.
Orig. Spaanseh, gedagt. uil Parijs en get. Ic ms. de Leganes, in Doleantiën en orders, deel V blad 428.
1628, 1 Februarij. De aartshertogin geeft aan de staten van het Overkwartier akte van aanneming der bede.
- 370 -
die op naerdere instancie aen hun gedacn, van 45000 gulden op 60000 ingewilligd werd , mitsgaders van een buitengewoon subsidie ten bedrage van 50000 gulden; alhoewel zij een vruchtbaerder accord, aenschouw nemende op desen tegenwoordigen groeien noot ende lasten van oorloge, verwacht had.
Orig. gedagt. uit Brussel en geteekend Isahd , Ver-reyken, in Doleanliën cn orders, deel V, blad 430.
1628, 27 Mei. De aartshertogin meldt aan de staten van het Overkwartier dat zij aan den stadhouder graaf Hendrik van den Bergh en aan den kanselier Hieronimus de Gaule den last opgedragen heeft tot het voorstellen eerier bede in hunne eerstkomende vergadering.
Orig. gedagt. uit Brussel en get. Isabel, Verreyken, iu Doleantiën en orders , deel V, blad 432. Vergel. kwarliersrecessen, deel VII, bladz. 225.
1628, 27 Mei. De aartshertogin geeft eene instructie aan den stadhouder en aan den kanselier, ten einde de staten van het Overkwartier te doen vergaderen op 5 Junij en hun het voorstel te doen eenor bede ten bedrage van 75000 gulden; zij zullen aan die staten te kennen geven , hoe vrijgevig de koning tot dusverre heeft bijgedragen in de oorlogskosten tegen de oproerige provinciën ten einde die wederom onder zijne gehoorzaamheid te brengen; hoe hij de kroondomeinen daartoe met een bedrag van vier millioen guldens bezwaard heeft; hoe het noodzakelijk is de groote fortificatie werken te voltooijen en te herstellen, zoowel der steden als der forten en der gevaarlijke plaatsen nabij den vijand gelegen, en die van mond- en krijgsbehoeften te voorzien; voorts zullen zij den staten herinneren de groote kosten, die gevorderd worden tot het maken van het kanaal van den Rijn naar
- 371 —
de Maas, dat van daar ook verder zal voortgezet worden, met het doel den vijand schade toe te brengen in het voordeel van het Ovcrkwartier en voornamelijk der steden Venlo en Roerraond; eindelijk zullen zij al datgene in het midden brengen, wat zij noodig achten om de staten te overtuigen van de noodzakelijkheid der inwilliging van het gevraagde bedrag.
Orig. fr. gedagt. uit Brussel en get. Isabel, Verreyken, in Doleanliën en orders, deel V , blad 434. Verg. kwarliersrecessen, deel VU, bladz. 226.
1G28, ö Junij. Ridderschap en steden van het Ovcrkwartier maken een verbondt tcgens die geisteliche censuren etc., in soe verre jemanden wegen der Geislelicheit xjelwes mil censuren ofl excommunicatie wederfhuerc, dat tselve van wegen den quartier sal weder staen en de gedcfendeerl werden; daar deze zaak echter insgelijks den koning aangaat vinden zij het gepast in de eerste plaats 's konings moraboir te raadplegen, waartoe zij don maarschalk , den heer van Horst, den heer van Elmpt, den licentiaat Styns, burgemeester van Roerraond en Hubert Ingen Hauss, burgemeester van Venlo, benoemen.
Kwarliersrecessen, deel Vil, bladz. 221 verso.
1628, 7 Junij. De staten van het Overkwartier besluiten voortaan geene plakkaten te doen publiceeren dan die te voren door hen zijn gevisiteert, geexamineert ende aengenomen.
Kwartiersrecessen, deel VII, bladz. 223.
1628, 7 Junij. De staten van het Overkwartier schenken eene toelage van 500 gulden aan de Patres societatis Jesu te Roermond, tot ein subsidium van hunnen houw des ingangs ende gaellerie van hunner E. collegie.
Kwarliersrecessen, deel VII, bladz. 224.
- 372 -
1628, 8 Julij. De staten van het Overkwartier be-rigten aan den stadhouder eene bede te hebben ingewilligd voor het loopende jaar ten bedrage van 60000 gulden in vier termijnen van drie tot drie raaanden te voldoen; zij verzoeken zijne bemiddeling tot het doen aannemen van dit bedrag en stellen daarbij de voorwaarde dat in soe verre eenighe inlegeringe wederom tot Issem, (1) oft op eenige andere plaetsen bij of omtrent dit kwartier zoude geschieden , dese inwilliginge sal comen te cesseren, daar het in zulk geval onmogelijk is eenige bede te kunnen opbrengen ; dat ook voor het geval de coophandel ende maesstroem zouden gesloten blijven, de steden Roermond, Venlo Gelder en Stralen van de betaling der quota's in die bede zuilen ontlast worden.
Minute, in kioartiersrecessen, deel VII, bladz. 230vo volgg.
1628, 19 Julij. De erfmaarschalk A. de Hoensbroek beklaagt zich bij de gedeputeerden der staten van het Overkwartier over de handelwijze van den bisschop van Roermond te zijnen opzigte, en verzoekt de staten ten spoedigste te beschrijven, opdat vóór het vertrek van den momboir naar Brussel eene vergadering plaats hebbe, waarin hij de mededeeling der feiten doen zal.
Afschrift, fr. in kwartiersrecessen, deel Vfl, bl. 244.
1628, 28 Julij. De staten van het Overkwartier klagen aan het hof van Gelder over den bisschop en de landdekenen, die hunne limieten extenderen , verscheg dene wereldtlicke saecken voir hun trecken, ende die arme onderdaenen in desen ellendig en tyt daermit bedroeuen ende benauwen, zoodat die onderdaenen dikwijls tweemaal gestraft en beboet worden, eens voor (1) Issem ligt tusschen Rijnberk en Gelder.
— 373 —
den wereldlijken en eens voor den geestelijken regter. De stalen verzoeken het hof eene beslissing te willen nemen op de volgende punten:
1° dat ingeval de geestelijke overheid tegens den inhalt
van dm placaten van keyser Caerl ende Hacre Durchquot; Iloichquot; van Jen 23 February 1624 by excommum'caUen, cemuren oft van dergelycke vermaemngen ende dreyyementen tegens die wereltliche richters ende officieren procederen sullen dat in dein val die voirn. richters ende officieren dieselue by forme van touslach op der voir yen. geistelicke temporeel goederen oick sullen moegen procederen donee et usque',
2° dat de geregtsboden geeiie executiën van geestelijke vonnissen zullen doen zonder voorkennis of toestemming der wereldlijke regters der plaats;
3U dat aan de kosters en onderwijzers verboden worde penalen beueelen van geistelicke overicheyt te publiceren . affigeren of te insinueren ;
4° dat aan wereldlijke officieren verboden worde den geestelijken r^gler kennis te laten nemen van zaken niet behoorende tot de drie gevallen, die aan het oordeel van den geestelijken regter onderworpen zijn.
Minute, in kwarlicrsreccssen, deel VII, bladz. 243v0.
1028, 30 Julij. Üe stalen van het Overkwartier schrijven aan de rekenkamer van Gelder vernomen te hebben dal men het keysersvolck, liggende in hel graafschap Meurs, in dit kwartier, vooreerst in de voogdij van Gelder en voorts in de overige ambten zou logeeren; daar het echter bekend is dat dit volk overal mil vuytschattinge van geit, beroouinge van peerden, beesten, schaopen, etc. zoodanig te werk gaal dat niemand van de huysluyden tho huyss loilt off der ff blyuen , en liever alles verlaat dan dit volk te
8
— 374 -
ontvangen; de staten verzoeken de kamer daaromtrent aan den stadhouder te willen schrijven opdat allen onheyl, schaede, verloop, hederff', etc. mach voirgebouwt werden
Minute, in kwart iersrecessen, deel VII, bladz. 249v0.
1628, 30 Julij. De staten van het Overkwartier zenden aan de aartshertogen eene deductie der beswcrnissen des verbots van commercie ende paspoorten.
Minute, in kwartiersrecessen, deel VII, bladz. 234.
1628, 12 October. De staten van het Overkwartier geven de aartshertogin hunne klagten te kennen over het vorderen van licentgelden te Maastricht , Urmond en Roermond van goederen, die uit Brabant komen, aangezien het licentregt ingesteld is om gevorderd te worden van goederen, die uit de Vereenigde Provinciën komen of derwaarts gevoerd worden, hetgeen thans geheel verboden is ; voorts klagen zij over de toepassing van het privilegie de non evocando; over de schade, die de arme ingezetenen lijden door het graven van het nieuwe kanaal en door de groote inlegering van krijgsvolk, zoo als ook over de schade, die aan de eigenaars der molens op de rivieren en voornamelijk op de Niers door het graven van dat kanaal veroorzaakt wordt. Tevens verzoeken zij dat de inwoners van het Overkwartier, die erfgoederen in de andere kwartieren bezitten, met hunne pachters mogen correspondeeren; dat de betrekking van raad in het hof van Gelder, door het overlijden van den raadsheer Bree opengevallen, gesupprimeerd, of daartoe geen ander dan een Gelderschman benoemd worde; dat een reglement tot stand kome over die groote desordre van den soldaeten soe die forten be-wacren, en dat ook die soldaten van brandstoffen voorzien worden, enz.
— 375 —
In marginc bevindt zich het antwoord der aartshertogin.
Orig. in raargine gedagl. uit Brussel cn get. Isabel, Vcrrcykcn , in Doleantiën en orders, deel V , blad. 442—446.
1628, 11 November. De aartshertogin geeft eene instructie aan den stadhouder en aan den kanselier om bij de staten van het Overkwartier een buitengewoon subsidie aan te vragen van 30000 gulden.
Minute, in kwartiersrecessen, deel VII, bladz. 264.
1628, 27 December. De staten van het Overkwartier berigten aan den stadhouder de ontvangst van een gesloten brief met 's konings zegel gezegeld en tot opschrift hebbende : A reuerend pcre en Dien, noz chers el feanlx, chers et bien amez les evesque de Ruremonde, nobles et villes de noz pays et duché de Gueldres et comté de Zuip hen represenlans les eslats d'icellmj pays on a leurs depvtez. De staten protesteeren tegen dit opschrift daar in Gelder cn Zutfen de geestelijkheid nooit lid geweest is van de staten, en daar zij vermoeden dat dner sulcken middel de bisschop van Roermond solde willen sustineren oyck een lidlmael van de staeten te icesen, ende sulex in consequentie tv eek en, hetgeen zij nooit zullen toegeven, verzoeken zij den stadhouder dat het opschrift op dien brief volgens het oude gebruik gesteld worde.
Minute, in kwartiersrecessen, deel Vil, bladz. 263.
1628, 28 December. De staten van het Overkwartier, beraadslagende over het aangevraagde buitengewone subsidie, besluiten tot het zenden eener deputatie naar Brussel, ten einde aldaar den toestand van het kwartier kenbaar te maken en de redenen op te geven waarom zij
- 376 -
niet tot de inwilliging van dat subsidie kunnen overgaan; deze deputatie zal tevens aandringen op het wegnemen der klagten, die gedurende vele jaren ingeleverd werden
en die men steeds mit slechte appostillen cwcch gewesen heeft.
Kwartiersrecessen , deel VII , hiadz. 2C6v0-
1628, 29 December. De staten van hel Overkwartier schrijven aan het hof van Gelder vernomen te hebben dat de heer van Marquet, commies van financiën , zekere ordonnantie zoude hebben ontworpen, waarbij de vergunning verleend wordt om eenige waren, uit Holland, de Maas opwaarts, naar dit kwartier te brengen, tegen betaling van het drievoudige regt van licenten en tegen eene verklaring der schippers, inhoudende de aangevoerde hoeveelheid, onder verbeurte van schip en goederen; de staten protesteeren tegen eene dergelijke ordonnantie en verklaren die niet te zullen acceptieren, laudieren ofte approbieren ende dat sj veel lieuer souden sien die continuatie van de sluytinghe als soedaenïge oepeninghe van den stroem.
Minute, in kwartiersreeessen, deel VII, bladz. 267v0.
1628, 30 December. De staten van het Overkwartier benoemen de heeren van Horst en van Hillenraad , den burgemeester van Roermond en dien van Venlo tot hunne gedeputeerden naar Brussel, om gevolg te geven aan het besluit van 28 December.
Kwartiersrecessen, deel VII, bladz. 268v0.
1629, 23 Januarij. De staten van het Overkwartier besluiten op het voorstel van een buitengewoon subsidie eene som toe te staan van 20000 gulden; zij bepalen daarbij dat de deputatie naar Brussel thans geen plaats zal hebben, maar tut betere gelegenthcyt uitgesteld zal worden-
Kwarliersreccssen, deel VII, bladz. 276v0.
- 377 -
1629, 9 Februarij. De staten van liet Overkwartier berigten aan den stadhouder dut zij Ih.ins boven de toegestane bede van 60000 gulden, een buitengewoon subsidie van 20000 gulden hebben ingewilligd , ter
oirsaecke van den staet deterinne die landen lecjenwoir-dw/i stjn ; zij lierhalen daarbij hunne zoo dikwijls geopperde klagten en verzoeken den stadhouder bij de aartshertogin te willen aandringen dat dit kwartier in betrekking lol de licenlen wie andere Co. maquot; g choirs acme landen mach getracteert worden ende daerover, wie oick op andere beswaernissen, ecne allergnedichsle resolutie ende afdoeninge become.
Minute, in kwarliersrecessen, deel Vil, bladz. 277.
1629, 16 Mei. De staten van het Overkwartier be-riglen aan het hof van Gelder dat zij de missive van de aartshertogin dd. 30 April II. onderzocht hebben, waarin hun de nieuwe lijst der licenten op doepeninge van den coophandcl mil die van Uollandt, Zeelandt ende hunne adherenten wordt medegedeeld ; /.ij hebben danrnil ontwaard, dal die lijst eensluidend is met het ontwerp \an December II, waarlegen zij mit goede redenen gedoleert hebben; zij verklaren voir Godl ende alle die wcreit dat het kwartier hiermede groot ongelijk wordt aangedaan , daar hel licenlregl van de afkomende goederen zoo veel bedraagt als die goederen in de neutrale landen waard zijn, terwijl alle andere Co. muts landen daervan vry zijn; dal ook dit regt van de opkomende goederen, twee, drie, vier, ju van enkele waren vijf maal verdubbeld is; zij geven voorts te kennen dal het voortaan onmogelijk zal zijn eenige bede te kunnen opbrengen , aengesien die steden deur het verbot der commercie in den grondt vugt-geput ende hel plattclandt vujtg enter geil is; zij verzoeken derhalve van de publicatie der geconcipieerde lisle geexcu-
- 378 —
seerd lc blijven ende yelracteert te werden wie andere Co. maquot; landen.
Minute, in kwartiersrccesscn, deel VII, bladz. 279.
1629, 17 Mei. De staten van het Overkwartier schrijven aan de steden en ambten van dat kwartier dat zij reeds meermalen besloten hebben eene deputatie naar Brussel te zenden, ten einde deses quartiers swaericheden cnde gravamina mundtlich te representeren ende allergne-digsle resolutie daer op te verwerven en zulks omdat op de schriftelijke remonstrancie nyet en wordt gelet; de staten achten den tijd daartoe thans gekomen daar men liet voornemen heeft een zeer zwaar llcentregt op de af- en opgevoerde goederen te hefi'en. Daar echter tot sulcke legatie noedich viaticum vandocn is, hebben zij in het kwartier een bedrag van 4000 gulden omgeslagen, waarvan zij verzoeken dat de respectieve quota's binnen eene maand in handen van den secretaris Bossman te Hoermond voldaan worden opdat die voerss. legatie nyet meer belet off gediverteert en werde, en om eene ver-troistchjcke werffinge ende affstellinge van sulcke ende andere beswernissen te moe gen becomen.
Minute, in kwartiersrccesscn, deel VII, bladz. 280.
1029, 21 Mei. Bruynlandt, agent der staten van het Overkwartier te Brussel, berigt de ontvangst van een schrijven dier staten van 17 Mei II. en meldt dat hij voor de deputatie, die naar Brussel zal komen, een huis heeft gehuurd gelegen op den sauel by den calcoetschen liuen, voor den prijs van vier gulden per dag: te weten voor vier kamers, waarvan drie met een, en eene met twee bedden, een salon, voorts slaapplaatsen voor acht knechten, stallen voor 8 a 10 paarden en met ingang voor karossen; daarbij worden in de week geleverd rfrye do-
- 379 -
stjncn servetten, tweemael schoen taffel ende buffet laecken , terwijl de heeren daarenboven de aarden potten voor de keuken en de glazen voor de tafel zullen moeten aanknopen, de meid voor haren dienst beloonen en de dochter des huizes een paar handschoenen schenken.
Afschrift, in kwartiersrccessen, deel VII, bladz. 280vo.
1G29, 1 Junij. Mattheus van Dulcken, burgemeester van Roermond en medeafgevaardigde der staten van het Overkwartier naar Brussel, meldt aan den magistraat zijne goede aankomst; de reis was echter vrij lastig daar men de wederzijdsche legers moest passeeren; voorts berigt hij dat der marquis Spinola als vicaris gnal van syne ma1, naar Italié'n verlrocken is om de zaken oor Is le accommoderen ende alsdan nutlet volck herwarts te commen; zijn luitenant is met aanzienlijke wisselbrieven uit Spanje teruggekomen soo datter hoope van veel geils is; daarenboven hebben alle collegiën, tegen eenen interest van 6'/4 ten honderd, geld bezorgd , zoo als de secrete raad en die van financiën elk 150000 gulden, de kanselarij en de rekenkamer naar advenant; de stadhouder heeft 100000 gulden gefourneert daervoer denscluen alle des qaartiers domeinen ende die licenten veronderpandt sxjn; m somma het is hier wonder lick gelegen, dit hebben icg vuyt syner Excellenticmondt, zoo als ook dat binnen korte dagen omtrent 5000 ruiters en 20000 man te voet van des keizers volk door het Overkwartier zullen trekken , ende datter ein general ver der ff wel muchte vallen , weshalve jeder op syne hoede mach wesen; het gerucht loopt dat het ontzet van 's Hertogenbosch door twee legers beproefd zal worden.
Orig. gedag!. uil Brussel en get. Mallhaeus van Dulcken, in omslag 19 N0 S.
- 380 —
1629, G Junij. Mattheus van Dulcken schrijft aan den magistraal van Roermond over de scheepvaart op de rivier de Maas en hot bekomen van een grooter bedrag ter vergoeding der brandstoffen in de wachthuizen; voorts meldt hij dat de vijand te 's Herlogenbosch eene halve maan had ingenomen, tusschen de forten en de stad gelegen , maar met verlies van veel volk weder daaruit verdreven is ; ook heeft de vijand die twee rivier kens van de stad om hunnen leger geleijdl en sich soe hooge als eine spiek over al beschanst; dat het keizers volk aankomt is thans zeker, de koning van Spanje heeft aan don keizer geschreven en verzocht hem na int belegh van den Bosch tassisleren al of hij selffs daerin belegert wacre.
Orig, gedagl. uil Brussel en gel. Mallhacus von Diilcken,\u omslag 19 ISquot; 6.
1629, 13 Junij. Mattheus van Dulcken schrijft aan den magistraat van Roermond dat de stadhouder gisteren uit Brussel vertrokken is mit go et contentement ende ein vulcomen resolutie om ehre voer 's Hertogenbossche te haelen; hij is van meer dan Ö00 edellieden vergezeld en heeft eine patente soe ample als ngt eimch generael van sijne ma' heeft gehadt; alle grooten zoo als ook de ministers vermoeden dat den naem, author it egt ende kennis se van sync ex1quot; onsen leger meer dan 10(100 man verstereken sul, want alle het criechsvolck ende die huysluyden in de Kempen roepen om syne excellentie. Men heeft tijding bekomen dat het keizers volk reeds nabij den Rijn is aangekomen en dat de hertog van Friedland aan Z. M. zijne hnlp met 30000 man heeft doen aanbieden.
Orig. gedagl. uil Brussel en gel. Mallhacus van Dulcken, in omslag 19, Nquot; 7.
1629, 21 Junij. Mattheus van Dulcken schrijft aan den magistraat van Roermond over de schoepvaart op de
- 381 —
Maas, over vergoeding van brandstoffen in de wachthuizen, over de munt enz. Voorts meldt hij uit 's Hertogenbosch te hebbeti vernomen dat de vijand sich tot aen einen dijck loopendc van de eine schanse naer de andere gewerckt heeft, met het voornemen dien dijk door te steken maar dat hij met groot verlies van volk heeft moeten wijken ; dat de prins van Oranje die soldaeten met syn gewehr lot hun aenslagen van achter dnjuen moet gelick verekens, terwijl de Franschen vuer den voet wegloopen. Het leger van den stadhouder is nog te Turnhout om morgen gemonsterd te worden en dan op te rukken; de koning van Frankrijk heeft wederom veel volk naar den zeekant gezonden om naer Hollandt over te setten, heeft 't selue ilents gerecommandeert om naer die Ventillina te schicken, alwaer den keyser veel plaetsen heeft ingenomen en hem werek sal genen om hem te diuerteeren. De spraak gaat te Brussel dat twee cappucynen te post vuyt Spaignen syn yecomen mit machte van trefues te spreken.
Orig. gedagl. uit Brussel en get. Mallhacus von Dulchcn, in omslag 19 N0 8.
1629, 26 Junij. Mattheus van Dulcken schrijft aan den magistraat van Roermond dat men van een wapenstilstand begint te mompelen soe die belegeringe van Bossche solde vuytbreuyen; de vijand heeft aldaar soe duer verloop als dootslaen wel 8000 man verloren; om de belegerden te ontmoedigen laat hij in den nacht eenige vendelen en trommen weg brengen , die dan over dag al vliegend en trommelende wederkeeren, als of nieuw volk aankwam ; de stadhouder is met omtrent 30000 man nabij het vijandelijk leger aangekomen en men verwacht spoedig wat goeds te hooren, zyne soldaeten hebben twemael geit cregen en syn wel gemoyt.
Orig. gedagl. uit Brussel en gel. Mallhaeus von Dulckcn, in omslag 19 N0 9. 9
— 382 -
1629, 6 Julij. De staten van het Overkwartier schrijven aan hunne deputatie te Brussel hoe dat hycr te lande teer groot geschrey onder tgemeyn volck omgaet wegens den langen duur der legatie en de groote kosten daardoor veroorzaakt; zij geven derhalve in bedenking of het niet raadzaam zijn zoude tot vermijding of vermindering dier kosten die legatie te besnyeden ende eenige te rug ge te zenden; zij stellen dit te hunner discretie daar zij welen dat S. Ex,'quot;! seer qualyck te vreden sal syn, dat die casten soe groot vallen ende die legatie soe langh aenloopt.
Minute, in kwartiersrecessen, deel VII, bladz. 28! v0.
1629, 12 Julij. Mattheus van Dulcken schrijft aan den magistraat van Roermond dat hij alle moeite aanwendt om vergunning te krijgen tot het slaan van kleine munt en de hoop koestert dienaangaande wal goets op te doen; voorts meldt hij dat die mommeling van einen treues off peys noch continueert, dwelck ons Godt will gunnen , want onse saecken wat slecht staen. Hij denkt spoedig te Roermond terug te wezen.
Orig. gedagt. uit Brussel en get. Mallhaeus van Dulcken, in omslag 19 N0 10.
1629. 15 Julij. De aartshertogin geeft eene instructie aan den stadhouder, graaf Hendrik van den Bergh , en aan den kanselier, Hieronimus de Gaule, om in de vergadering der staten van het Overkwartier, door haar bepaald op 20 Julij e. k., een subsidie aan te vragen van 80000 gulden, en een buitengewoon subsidie van 30000 gulden; zij zullen bij die gelegenheid nogmaals die stalen herinneren aan al hetgeen de koning tot dusverre gedaan heeft om den last van dezen regtvaardigen oorlog te dragen, en hoe hij eene groote menigte krijgslieden moet onderhouden, ten einde den koophandel te belem-
t
- 383 -
meren waaruit den vijand het voornaamste middel krijgt tot het voortzetten van dien oorlog; zij zullen hun tevens melden di\t men groote subsidiën noodig heeft, zoo tot versterking als tot onderhoud der vestingwerken, als ook om de stad 's Hertogenbosch, die thans door den vijand belegerd is, te ontzetten, waartoe de andere provinciën reeds aanzienlijke sommen beschikbaar stelden, zoo als Brabant 900000 gulden, Vlaanderen 600000, Henegouwen 100000 en de overige provinciën naar evenredigheid. Ten einde de staten te bewegen deze subsidiën ten spoe-' digste in te willigen zullen de stadhouder en kanselier hun onder het oog brengen den grooten dienst, dien zij daardoor aan den koning bewijzen; voorts zullen zij zoodanige zaken in het midden brengen als de omstandigheden hun zullen ingeven.
Afschrift, fr. in kwarliersrecessen, deel VIII, bladz. 9.-
1629, 24 Julij. De staten van het Overkwartier be-rigten aan de aartshertogin dat zij voor de drie verschenen maanden van dit jaar een subsidie hebben ingewilligd ten bedrage van 13000 gulden; zij behouden zich voor
op vordere inwilliginge der bede te resolveren, wanneer een absoluut besluit zal genomen zijn op het Ijcent-regt der goederen komende uit zijner Majquot; en andere neutrale landen, en wanneer eene draegclicke lute sal genomen ofte geconcipieerl wesen aangaande de waren, die van of naar den vijand gevoerd worden.
Minute, iu kwarliersrecessen, deel VIII, bladz. 6.
1629, 24 Julij. De stalen van het Overkwartier zenden aan de rekenkamer van Gelder een authentiek afschrift van het bevel der aartshertogin aangaande de \iccnlen op goederen die over de Maas op- en afwaarts vervoerd worden; zij verklaren do lijst der afwaarts
- 384 -
gebragle goederen aan te nemen en zouden in betrekking tot de opkomende gaarne in onderhandeling willen treden en doen wat hun mogelijk is, maar bevinden dat de daarvan beraamde lijst sonder totalen ruyne ende onder-ganck van de commercie rajet practicabel en is of in train gebracht can werden; zij verzoeken de kamer in deze zaak te intervenieeren , opdat eene billijke lijst tot stand kome en die coopmanschap nyet gediverteert ende op andere quur-tieren verjaecht vierde.
Minule, in kwarliersrecessen, deel Vlli, bladz. 8v.
1629, 14 November. De staten van het Overkwartier geven hunne inwilliging tot eene bede ten bedrage van 4ÖOOO gulden, boven het reeds vroeger toegestane bedrag van 15000 gulden; hiervan zullen zij den stadhouder kennis geven door eene schriftelicke presentatie, waarin zij hem int lange die groite armoet des quartiers zullen voordroegen ende te gemuet miegen.
Kwarliersreeessen, deel Vil!, bladz. 13 tol 18.
1630, 13 .lanuarij. De staten van het Overkwartier geven aan den stadhouder kennis dat zij in hunne vergadering van den 14'quot;quot; November II. boven en behalve de reeds vroeger ingewilligde 15000 gulden nog een bedrag van 45000 gulden toegestemd hebben; zij maken hem tevens het onvermogen van het kwartier kenbaar en noemen de menigvuldige lasten op waaronder het gebukt gaat en noodzakelijkerwijze moet bezwijken, wanneer daaromtrent geene afdoende maatregelen worden genomen.
Minute, fr. in omslag 19 Nquot; d8.
1630, 20 Januarij. De aartshertogin geeft eene instructie aan den stadhouder en aan den kanselier tot het
- 385 —
aanvragen in de vergadering der stalen van liet Over-kwartier van 25 Januiirij van een buitengewoon subsidie ten bedrage van C0000 gulden.
Minute, fr. in kwarliersrecessen , deel VIII, bladz. 27 volgg.
1G30, 28 Januarij. Op het verzoek van Marcelis van Gelder, heer te Arcen, om toelating tot de vergaderingen der staten van liet Overkvvartier, wordt hij tol lid van de ridderschap aangenomen en legt derhalve den eed de non revelando af.
Kwarliersrecessen, deel VHI, bladz. 27.
1630, 28 Januarij, De stalen van het Overkwartier besluiten lot meerdere naerichtinge des q var tiers affair m eenen syndicus aan le stellen ; zij benoemen daartoe den licentiaat Willem Moeits en bepalen zijne besoldiging op 300 daalders: munt volgens het plakkaat.
Besluit in kwarliersrecessen, deel VIII, bladz. 27.
y
1630, 30 Januarij. De staten van hel Overkwartier benoemen den landrentmeesler Albert Bouwens van der lioye tol de ontvangst der onraadspenningen van hel kwartier en stellen dientengevolge zijne commissie op.
Minute, in kwarliersrecessen , deel VIII, bladz. 30, met een geautb. afschrift, get. J. van Byckenroy, in omslag. 19 N° 4.
1630, 1 Februarij. De staten van het Overkwartier berigten aan de aartshertogin een buitengewoon subsidie van 25000 gulden te hebben toegestaan; zij leggen tevens de redenen bloot waarom zij geen grooter bedrag konden inwilligen , terwijl zij hun teenemael ten vinjtersten besnijden om te thocnen den yffer den sij hebben ende syn draegendc
- 386 -
to lie Calholicque Roomsche religie, ende om te advancheren cndc bevorderen den dienst van S. Co. ma1.
Minute, in kwartiersrecessen, deel VIII, bladz. 32v°.
1630, 16 Maart. De aartshertogin geeft aan de stalen van het Overkwartier akte van aanneming van een buitengewoon subsidie, dat ten bedrage van 25000 gulden door die staten toegestaan werd totte maentelycke betae-hnghe van 't volck van oorlog he; zij is daarbij tevreden dat daermede betaelt sullen worden alsulcke soldacten gar-: nisoen houdende binnen Gelder landt, als bij haere hoocheyt vercleert ende gedesigneert sullen worden; tevens zal zij die soldaten in goede krijgstucht doen houden, zoodat het platte landt, tra ff gek ende handeling hc van d'eene stadt op d'andere bij hen nget en sullen beschadicht off te onvrgdt worden.
Orig. gedagt. uil Brussel en get. Isabel, Verreyken, in Dolcanliën en orders, deel V, blad 460.
1630, 26 April. Instructie door de aartshertogin aan den stadhouder en aan den kanselier gegeven tot het aanvragen eener bede ten bedrage van 80000 gulden in de vergadering der staten van het Overkwartier dd. 11 Junij.
Afschrift, in kwartiersrecessen, deel VIII, bladz. 58.
1630, 12 Junij. De staten van het Overkwartier schrijven aan de aartshertogin in betrekking tot het voorstel van bede, hun door den kanselier Hieronimus de Gaule gedaan , dat de artillerie paarden waarmede het kwartier belast is grootere sommen zullen vorderen dan de bede kan bedragen , zoodat zij op dat voorstel geene resolutie kunnen nemen zoo lang zij van die paarden niet ontlast zijn; zij verzoeken dat de aartshertogin dese hunne excusatie nyet in ongenaede zal neinen, ingezien
- 387 -
de hoichdrengende noot van dit (jmrlier sulcx is verelj ■ schende ende die armoet hun daertoe is drcngcnde.
Minule, in kwartiersrecessen, deel VllI, bladz. 40.
1630, 14 Junij. De staten van het Overkwartier zenden aan den stadhouder afschrift van hun schrijven aan de aartshertogin dd. 12 Junij; zij verzoeken hem den inhoud daarvan te bekrachtigen en er op aan te dringen dat geene nieuwe bijeenroeping der staten geschiede.
Bij een schrijven van 16 Junij belooft de stadhouder zijne intercessie bij de aartshertogin ten einde geene nieuwe beschrijving der staten gedaan worde voor ende aleer de ontlastinge van de peerden geschiet en is
Afschriften , in kwartiersrecessen , deel VUI , hladz. 40v° 41.
1630, 9 September. De aartshertogin geeft eene instructie aan den stadhouder en aan den kanselier strekkende om in de vergadering der staten van het Overkwartier , die zij op 16 September heeft doen beschrijven, op nieuw de bede van 80000 gulden aan te vragen.
Afschrift , fr. in kwartiersrecessen , deel VII1 , bladz. 43v0.
1630, 13 September. De markies de Leganes schrijft aan de staten van het Overkwartier dat hij, op bevel der aartshertogin naar dit kwartier gekomen zgnde ten einde met graaf Hendrik de plannen en aanslagen van den vijand te keer te gaan, steeds zooveel mogelijk het kwartier gespaard en de troepen daaruit verwijderd gehouden heeft; de aartshertogin meldt hem thans dat de staten de bede geweigerd hebben uit hoofde van de kosten die door de limoenpaarden veroorzaakt worden en draagt hem den last op den staten den grooten nood voor oogen te houden, waarin de koning zich bevindt
- 388 —
ten gevolge van den oorlog, dien hij zoo in als buiten Europa tot behoud van het R. K. geloof moet voeren en hun tevens te doen inzien hoe de doortogt van een legerkorps en de inkwartiering daarvan gedurende slechts weinige dagen een grooter nadeel aan het kwartier zoude veroorzaken dan het onderhoud dezer paarden; hij vindt die weigering aan zijn vorst niet welvoegelijk; echter hoopt hij dat de staten even mild jegens den koning zullen zijn als graaf Hendrik en hij zelf steeds het kwartier genegen zijn geweest en verzoekt hun wegens den tegenwoordigen nood te doen hetgeen hun van wege den koning en de aartshertogin gevraagd wordt.
Afschrift, fr. in kwarliersrccessen, deel VIH, hladz. 45.
1630, 18 September. De staten van het Overkwartier berigten aan de aartshertogin dat zij om den grootcnyffer le loonen den sy lot dienst van haire Co. ma' ende tot welvaert des vaderlandts ende conservatie desselfs syn dragende eene bede hebben toegestaan van 61000 gulden ; zij geven daarbij te kennen dat de limoenpaarden hun 30000 gulden kosten en zij hopen derhalve dat dit bij de bede in aanmerking wordt genomen en een soodanigen favorablen quytslagh verleend zal worden dat sy moegen speuren dat haere Co. Ma' ende ha ere dorchquot; hooch' met der onder daenen vuyterste ruyne ende verder ff nyet en syn gedient.
Afschrift, get. I'. Bossman, in kwarliersrecessen, dee\ Vlll, bladz. 47v0 volgg,
1630, 15 November. De staten van het Overkwartier berigten aan den stadhouder de ontvangst van zijn schrijven met het bevel der aartshertogin tot het op nieuw afkon digen van het muntplakkaat; daar zij overeenkomstig eene resolutie van den graaf van Fuentes geene plakkaten behoeven af te kondigen indyen dieselue hm duncken den ondersaten schedelick te syn, hebben zij daaromtrent een
— 389 —
rekwest aan de aartshertogin gezonden, waarvan zij hem afschrift doen toekomen; zij verzoeken hem tevens die nieuwe publicatie te willen uitstellen tot zij antwoord op dat rekwest zullen gekregen hebben.
Minute, in kwarticrsrecessen, deel VIM, bladz. 54v0.
Zie hel rekwest aldaar bladz. 53.
1630, 16 November. De staten van het Overkvvartier geven aan den stadhouder te kennen dat scholtis en schepenen van Venlo zich bij hen beklaagd hebben over den officiaal, die zekeren burger van Venlo gevonnisd heeft en wil doen executeeren, ter cause hij eenige gees-lelicke hcercn eyeren in den vasten gespyst heeft; dergehjcke excessen werden steeds door den scholtis gestraft, daar de officinal alleen kennis mng dragen van drie zaken, waaronder het versmaden der geboden van de H. Kerk niet begrepen is; zij verzoeken het hof maatregelen te nemen opdat zij in hun privilegie niet verkort worden.
Afschrift, in kwarliersrecessen, deel VIM, bladz. SCvquot;.
1631 , 22 Maart. De aartshertogin geeft bevel aan de staten van het Overkwartier tot het beleggen eener vergadering op 28 Maart.
Afschrift, in kwarliersrecessen, deel Vllf, bladz. G2.
1631, 22 Maart. De aartshertogin geeft eene instructie aan den stadhouder graaf Hendrik van den Bergh en aan den kanselier Hieronimus de Gaule ten einde in de vergadering der staten van het Overkvvartier dd. 28 Maart geld aan te vragen voor het onderhoud gedurende 10 maanden van 350 soldaten, naar den maatstaf van 7 a 8 gulden maandelijks per hoofd.
Afschrift, fr. in kwarliersrecessen, deel VHF, bladz. 02.
10
- 390 -
1631, 25 Maart. De aartshertogin geeft aan den stadhouder en aan den kanselier eene tweede instructie ten einde in de vergadering der staten van 28 Maart, boven en behalve het subsidie tot onderhoud van 350 soldaten, nog eene bede aan te vragen van 80000 gulden.
Afschrift, fr. in kwartiersrecessen , deel VIII , bladï. 64v0.
1631, 29 Maart. De staten van het Oerkwartier schrijven aan de aartshertogin dat zij op het voorstel van den stadhouder en van den kanselier eene bede hebben ingewilligd van 50000 gulden; zij verzoeken echter van het onderhoud der 350 soldaten verschoond te blijven iceghen het peryckel daerin sy souden stellen hunne neutra-liteyt; maar wanneer zij de resolutiën en conditiën door die van Vlaanderen en anderen omtrent het onderhoud van soldaten zullen vernemen en wanneer zij bevinden dat denseluen voet in dese provincie, gelegen onder contributie van den vyandl ende op de leste paelen, sonder de voorss. neutraliteyt te verliesen, practicabel sal syn, willen zij gaarne naar evenredigheid bijdragen.
Minute, in kwartiersrecessen, deel VIII, bladz. 63—08.
1231. Gosvvinus van Borne verkoopt aan het klooster van O. L. Vr. te Ophoven bij Wassenberg de tienden van Blerik en Berkele.
Afschrift, lal. in omslag 26 N0 42a, uitgegeven in Publ. de la Soc. hist, dans le duchc de Limb, VII. p. 504.
1232. Arnold, graaf van Loon, hecht zijne goedkeuring aan den verkoop der tienden van Blerik aan het klooster van Ophoven.
Afschrift, lat. in omslag 26 Nquot; 42b, uitgegeven in Publ. de la Soc. hisl. dans le duché de Limb. VII p. 306.
1234. Jan van Aps, bisschop van Luik, schenkt zijne goedkeuring aan den verkoop der tienden van Blerik aan het klooster van Ophoven.
Afschrift, lat. in omslag 26 N0 42', uitgegeven in Publ. etc. VII p. 307.
1278, 8 September. De pastoor Daniel, de scholtis Godefridus genaamd de Greuerade en schepenen te Boermond verklaren dat de echtelieden Hendrik en Hilla al hunne roerende en onroerende goederen, benevens
- 392 -
hun huis met twaalf sterlingsche marken, ter bekoming van vergiffenis hunner zonden aan het hospitaal van Roermond geschonken hebben.
De schepenen hierin genoemd zijn: Henricus de Crugten, Uenricus dichts Sontag , Conradus de Weshegm, G er ar dus dictus scolto, Sibertus dichts Mere, Johannes quondam films Matthie, Goswinus dictus Bus en , Henricus filius Gcrvasij en Engelberlus.
Orig. pork. lat. met twee eenigzins beschadigde zegels in groen was , het eerste van pastoor Daniel, het tweede dat der schepenen van Roermond , (1) in doos 5 N0 38.
1279, Julij. Daniel, pastoor der parochiekerk van den H. Christoffel te Roermond, sticht een begijnhof buiten de stad nabij de kapel van S' Nicolaas.
Afschrift, in omslag 29 N0 3.
1324, 2 Maart. Adolf van der Marck, bisschop van Luik, geeft een mandement aan de begijnen te Roermond.
Afschrift, in omslag 29 Nquot; o.
1431, 24 Maart. Paus Eugenius IV geeft last aan Egmundus Griend, deken der kapittelkerk van den H. Geest te Roermond , tot het houden eener informatie , naar aanleiding van een verzoekschrift door de begijnen aldaar tot hem gerigt.
Afschrift , in omslag 29 N0 3.
(1) Dit is het oudste zegel der stad; het vertoont op een driehoekig schiid een ongekroonden kiimmenden leeuw omringd met een aanlal blokjes , zoo als Reinald 11 gebruikte eer hij lot hertog verheven was. Hel randschrift, een weinig afgebroken laat de letters zien :
SIG (ilium Burge) NS1VM DE RUREMUNDE.
- 393 -
li3'2, 10 Julij. Egraundus Griend, deken der kapittelkerk van don H. Geest te Roermond, geeft uitvoering aan liet bevel van Paus Eugenius IV.
Afsclirifl, in omslag 29 IN0 3.
145C, 2ö Maart. Filips de Goede, hertog van Bourgon-dië, schrijft aan de steden Nijmegen, Roermond, Zutfen en Arnhem vernomen te hebben dat hertog Arnold, ongeschikt voor de regering, het grootste gedeelte van dc goederen en inkomsten des hertogdoms verkocht en verpand heeft en nog dagelijks voortgaat met het weinige dat hem is overgebleven te bezwaren. Hij vermaant die steden hierin maatregelen te nemen ten meesten nutte zoo van het land in het algemeen als van zijne bloedverwante de hertogin en van haren zoon Adolf in het hijzonder Inliggend het antwoord der hoofdsteden.
Afschriften , lat. in omslag 26 N0 38 , uitgegeven in Pontani Hisloria Gelr, p. 511.
1498, 1 Mei. Hertog Karei bekrachtigt, op verzoek der abdis en het convent van Squot; Marie, dat van alls geheiten is Ophacuen, der orde van Cistias en te Daelheim bij Wassenberg gelegen is, alle de privilegiën, die zij van zijne voorouders, in betrekking tot de tienden te Blerik, verworven hadden.
Afschrift, in omslag 27 N0 42d, uitgegeven in Publ. etc. VII p. 314.
1523, 25 September. (1) Op vrydach post Mathei apostoli. Hertog Karei beslist in den twist tusschen Roermond en Venlo over het stapelregt, na overleg met zijne raadslieden en de hoofdsteden Nijmegen, Zutfen en
(1) Dit stuk is uitgegeven bij Nijiiofp, yedenkwaardigheden dl. VI. 2 N° 1304, maar aldaar geplaatst op 23 September 152-i.
— 394 —
Arnhem, dat de stad Venlo bij hare gerechtigheid zal blijven , gelijk zij die bezat eer onse slat Roermonde den stapel aen bestond te verdighen, en dat Roermond vao zijnen stapel zal afzien en alle schepen ongehinderd laten voorbijvaren.
Afschrift , in omslag 25 N0 30'.
1524, 12 November. Hertog Karei schrijft aan den magistraat van Roermond dat zijn bosch te Elmpt door de burgers van Roermond en anderen in den grond bedorven wordt, zoodat wanneer dienaangaande geene maatregelen genomen worden het then ewygen daïgen ver derf flick soldi blijven ende wenner wij dair bouen quemen geynen brandt tot ons kokken ind hameren vynden noch hebn solden; hij geeft daarom kennis dat hij van plan is zijn walt to sluytten en verzoekt den magistraat de burgers te waerschouwen dat ygelïck synen schalde schut.
Gelijktijdig afschrift, in omslag 29 N' 4.
1543, 11 September. Keizer Karei V bevestigt de privilegiën, vrijheden, stapel- en andere regten der stad Venlo.
Afschrift , in omslag 25 N° 50'.
1543, 22 December. De magistraat van Dordrecht geeft eene verklaring af. waaruit blijkt dat door hunne ouders en door hen de stad Venlo steeds voor eene stapel-stad gehouden is geworden en dat den poorters van Middelburg en Zierikzee als geexunieerde offt vuytgesondert synde van de svbiectie offt s er ui tut van den stapel van Dordrecht niet geaduenieert offt toegelaeten wordt de rivieren de Maas, Waal of Rijn opwaarts te bevaren dan ter hooch-sten marckt als totter voerseyder stapelsladl Venlo off Colen.
Afschrift, in omslag 25 N0 50'.
- 395 —
1558, 8 April. De stadhouder Filips van Montmorency verzoekt den magistraat van Roermond mededeeling te ontvangen van hetgeen de groote en kleine steden besloten hebben aangaande het opbrengen des op ten
landldaege te Arnhem inbewillichtes ende Co. Ma\ geac-cordeertes sluyrs, ten einde hij daaruit verneme wat hij aan Z. M. schrijven moet.
Orig. gedagt. uit Arnhem en geteekend Ph. de Montmorency, in omslag 27 Nquot; 3.
1559, 23 Maart. Stadhouder en raden van den keurvorst van Trier schrijven aan den magistraat van Roermond dat zeker persoon zich noemende Johannes Murmellius Huremundensis, gevankelijk naar Ehrenbreitstein is ge-bragt geworden; daar deze voorgeeft een zoon te zijn van Johannes Murmellius den oude, die als auteur, vroom man en geleerde vermaard is, verzoeken zij berigten te ontvangen of het waar is dat Murmellius een zoon gehad heeft, die te Luik tot priester gewijd is.
Orig. gedagt. uit Ehrenbreitstein, in omslag 25 Nquot; 1.
1564, 22 Julij. Anna van Egmont, gravin van Horn, antwoordt op een schrijven van den magistraat van Roermond , waarin deze zich beklaagd had over het verbod dat zij aan hare onderdanen, so sich mit den icxiUen doecher ampt enteren, gedaan heeft om voortaan bij vreemden te laten arbeiden of daarbij arbeid te zoeken; zij verklaart in haar volle regt te wezen daar haar van God almechlig beuolen is niet alleijn die personen harer onderdaenen, sunder ogck ire heme, guet, narung und hanterung tho heschudden, beschermen und iho onderhalden.
Orig. gedagt. uit Weert en get. Anna van Egmoni, graffinne 's lanlz van Hoirne, in omslag 24 iN° 2.
- 396 -
1569, 12 Augustus. Eene notitie, waaruit blijkt welke personen de heerlijkheid van Blitterswijk in bezit hebben gehad van het jaar 1428 tot 1569.
Orig. in omslag 29 N°
1570, 22 Februarij. De magistraat van Roermond verpacht voor een tijdvak van vier jaren aan Paulus Stoffers het gedeelte van den lol te Asselt dat aan de stad toekomt voor de som van 220 brab. guldens; onder verpligting om bij het einde der pachtjaren aan den magistraat getrouwe mededeeling te dosn van het bedrag, dat de tol hem in die vier jaren heeft opgebragt.
Minute, in omslag 28 N0 29.
Omstreeks 1572. De magistraat van Roermond en eenige gedeputeerde burgeren soe als mgt in den saichen thoe helpen roeden gefordert nemen het besluit dat allo afwezige burgers, die zich tegen 's konings mandaden misbruickt und als ongehorsame gehalden worden, binnen den tijd van acht dagen na de publicatie van dit besluit, in de stad moeten terugkeeren en zich met den koning verzoenen. Indien dit niet geschiedt en soe dieselve wyiï und kynderen hedden und noch bynnen de-ter stalt myt der woningen weren, zullen die ther standi naegetvesen werden, tot dat zij genade van den koning zullen verworven hebben; die geus en die inmiddels in de stad gekomen zijn zal men terstond vijl unjsen.
Voorts neemt de magistraat de noodige maatregelen tot bewaking der poorten en torens der stad.
Minute, in omslag 28 N0 30,
1576, 4 October. De magistraat van Roermond schrijft aan Gerard van Groesbeek, bisschop van Luik, dat de stad oen tol bezit, die aan het huis Horn leenroerig is, en dat in vroegere tijden die heren und granen van Home
- 397 -
dieser stadt dat Hergewey oder die gerechtigheü der beleh-nongh vyth naharlicher verwantschap und frundtschap genaediglich geschinkt hebben; daar dit leen thans wederom open gevallen is en de stad zich in hoogen nood bevindt van wegen des inhebbende meutisch garnisoens, verzoekt de magistraat den bisschop diezelfde gunst wederom le mogen genieten.
Minute, in omslag 26 N0 25.
1578 — 1606 Een register, inhoudende de verantwoording der ontvangsten en uitgaven van die opgesatle contributie tot descr stadt extraordinarisse kriegscosten und lesten. Deze contributie werd geheven op de huizen en landerijen van het stadsgebied, die aan vreemden of aan personen toebehooren soe mit deser stadt gegenwoirdigèr tyt gein He ff noch leidt en lijden. De contributie bedroeg voor iedere staal lands en voor iederen gulden huishuur 2'/, stuiver per jaar.
Orig. in omslag 27 Nquot; 9.
1583, 10 Junij. Pauwels van Kerstijnen, agent der stad Roermond bij Parma, berigt aan den magistraat dat hij de noodige volmagt tot het behandelen der stedelijke zaken ontvangen heeft even als de twaalf pistoletten en eenen daalder wegens een half jaar van het aan hem toegekende pensioen van 75 gulden 's jaars; hij zal zijn best doen de stad van het vendel Italianen te ontlasten en cassatie te verkrijgen van de ordonnantie, die de stad Erkelens van den landvoogd heeft verworven.
Orig. gedagt. uit Maastricht en geteekend Pauwels van Kerstijnen, in omslag 2G N0 16.
1583, 25 Augustus. Pauwels van Kerstijnen schrijft aan den magistraat van Roermond dat de stad Winox-
- 398 —
bergen den lOquot;1quot;1 dezer in handen van zijne majesteit gesteld werd, en er goede hoop bestaat op de reductie van de stad Iperen, dewelcke schyndl te willen comen tol eenighen appoinctemenle.
Orig. gedagt. uit Namen en geteekend Pauwels van Kerslijnen, in omslag 26 N0 17.
1583, 4 November. Pauwels van Kerslijnen berigt aan den magistraat van Roermond het goed succes dat de landvoogd in de laatste 10 dagen in Vlaanderen had; na het innemen van Sas van Gend en de reconciliatie der inwoners van het land van Waes, die tot onderhoud van het leger 16000 gulden moeten bijdragen, hebben zich op 28 October de steden Hulst en Axel met het kasteel van Rupelmonde aan hem overgegeven; onder het schrijven van dezen brief verneemt hij van den bode van Leuven hoe 7 vendelen soldaten binnen Dendermonde die stad in handen van den landvoogd zouden geleverd hebben , dwelck wesende zoe hoepe ick dat de zaecken wel ende int cort sullen prospereren.
Orig. gedagt. uit Namen en get. Pauwels van Kerslijnen, in omslag 26 N0 18.
1583, 27 November. Pauwels van Kerstijnen berigt aan den magistraat van Roermond dat de landvoogd uitdrukkelijk bevolen heeft de abdis van O. L. Vr. Munster aldaar in de contributiën aan te slaan naar evenredigheid van hare goederen, die onder de jurisdictie van Roermond gelegen zijn.
Orig. gedagt. uit Namen en geteekend Pauwels van Kerslijnen, in omslag 26 N0 19.
1584, 13 Maart. Pauwels van Kerstijnen schrijft aan den magistraat van Roermond dat hij zijn best doet om de stad te bevrijden van de bende landers van don Pedro
- 399 -
de Pas, die omstreeks eene maand geleden daarin gelegd werd; hij zal de ordonnantie en het octrooi van de continuatie der licenten, die aan de stad tot onderhoud van haar garnizoen verleend werd, overzenden; hij had die continuatie voor een jaar verzocht maar heeft niet meer kunnen bekomen. Voorts meldt hij dat die van Gend onderhandelen over hunne reconciliatie ende peys en dat morgen gedeputeerden van Brugge verwacht worden om van gelycken te tracteren hm reconciliatie. Godt gheue dat desehie ten ghoeden eijnde mach tenderen ende coemen.
Orig. gedagu uit Doornik en get. Pauioels van Ker-stynen, in omslag 26 N0 20.
1584, 20 Junij. De landvoogd Alexander van Parma schrijft aan den gouverneur van Roermond de Warluzel dat hij van den magistraat dier stad klagten ontvangen heeft over het vervoer van koopwaren naar Venlo met wagens en karren, waardoor aan het licentregt , dat te Roermond tot onderhoud van het garnizoen geheven wordt, te kort wordt gedaan; hij geeft bevel deze handelwijze te doen staken opdat de stad de licentgelden, waarmede zij ter bestrijding der kosten van het garnizoen genoegen genomen heeft, niet verlieze.
Gelijktijdig afschrift, fr. in omslag 28 N0 33.
Iö8ö, 12 Januarij. Daniel Vlierden, apostoliek en keizerlijk notaris, geeft op verlangen van den magistraat van Roermond de volgende verklaring af, namelijk : dat in tegenwoordigheid van dien magistraat en van vier burgers der stad daartoe als getuigen geroepen op het stadhuis voor hem verschenen is Hendrik van Wanlo, hellebardier van den gouverneur der stad, Adriaan de Warluzel; dat deze persoon vertoond heeft een extract eener ordonnantie van den aartshertog den 4'1quot; April 1583
- 400 —
te Doornik op een klaagschrift der stad Roermond gesteld en luidende als volgt: et pour le regard du seruice extant a la charge de la ville ou tl y auroit difficullé, Son Alteze y mettra le taux, ordonnant que par provision on se règle comme auoit le prédécesseur du diet S' de War-luzel, meismes selon ïordonnance de Son Alteze faite du temps du ST d Esneti. Dat, alhoewel deze ordonnantie met de origineele apostille van den aartshertog gecolla-tionneerd en daarmede overeenkomstig bevonden was, genoemde Hendrik van Wanlo op bevel van den voornoemden gouverneur verklaard heeft dat de woorden meismes selon l'ordonnance de Sou Alteze faite du temps du S' ([Esneu valsch ende by de voerss. apostille naemaels valschehck aengestelt ende htjgescreuen waren.
Twee orig. gel. Daniel Vlierden , notaris aposlolicquc ende imperiael, in omslag 27 N0 i.
1585, 3 April. Pauwels van Kerstijnen schrijft aan den magistraat van Roermond dal ons volck zeer groote faulte hebben gedaen in de surprinse van de stadt van Ostende, waarin zij tot 1500 man sterk waren en waaruit zij zich zonder behoorlijken wederstand hebben laten verdrijven ; de vijand is tegen den avond gekomen om de stocquade te bestoermen met eene groote meenichte van schepen, daervan de twee principaele geheeten zyn „d'eynde van d'oirlooghe ende „der papen dootkiestequot;; sy hebben hun volck eensdeels te lande doen aensetten zoodat hij vreest dat men heden avond nog een dapper alarme zal hebben. Hij zendt tevens het akkoord der stad Brussel en meldt het verlies van de sterkte Liefkenshoek.
Orig. gedagl. uit Beveren en get. Pauwels van Kerstijnen, in omslag 26 N0 21.
1585, 8 Junij. Pauwels van Kerstijden schrijft aan den magistraat van Roermond steeds met ijver het .belang
— 401 —
der stad te zullen behartigen , zoo in het leger als te Brussel, alwaar hij voortaan zal resideren. Tevens meldt hij dat die van Antwerpen gisteren de booten schanlze veriaten hebben, waarin lerstont ons volck gelrocken es, en dat die van Mechelen schynen la willen coemen tol ecnich appoinclement ende reconciliatie.
Orig. gedagt. uil Beveren en geleekend Pauwels van Kerslijnen,\x\ omslag 26 N0 22.
1586, 26 Januarij. De magistraat van Roermond schrijft aan Parma over de ondragelijke lasten van het groot garnizoen , die de stad reeds meer dan 14 jaren heeft moeten dngen en die steeds grooter worden, zoo dat hij in het vorige jaar vijf maal zijne afgevaardigden ten hove zond met het verzoek om van de lanciers van Diego de Sarmenti en van een gedeelte van hel garnizoen ontlast te worden ; aangezien de burgers steeds den dienst van God en den koning getrouw zijn gebleven en zich altijd als getrouwe onderdanen hebben gedragen, had de magistraat gehoopt dal eindelijk aan zijne regtmatige klagten gehoor zoude verleend zijn geworden, maar te vergeefs, want de soldaten blijven voortdurend tot last der arme burgers , die geen kans zien om zeiven het noodige onderhoud voor hunne vrouwen en kinderen te verdienen. De magistraal verzoekt den landvoogd mededoogen met de stad te hebben , de ka-vallerie te doen vertrekken en de arme burgerij van het onderhoud der soldalen te ontslaan door hun betaling te verschaffen of op eene andere wijze in hun onderhoud te voorzien.
Minule. io omslag 26 N 5.
1586- 1589. Verschillende brieven van Pauwels van Kerslijnen aan den magistraat van Roermond, over een
- 402 -
bedrag van 112 gulden 10 st. dat hij nog voor bewezen diensten van de stad Roermond vordert.
Orig. gedagt. uit Mechelen, in omslag 26 N0 23.
1587, 15—26 Junij. De motnboir van het hof van Gelder houdt een getuigen verhoor in zake van Ummel Heynen en andere personen van Roermond die van tooverij beschuldigd waren.
Orig. inhoudende 42 bladz., in omslag 26 N0 34.
1589, 6 Mei. Mare de Rye, marquis de Varam-bon , stadhouder van Gelder, schrijft aan den magistraat van Roermond voornemens te zijn het huis Rlijenbeek te belegeren ten einde de naburige steden voor aanvallen te vrijwaren; daar hij echter daartoe weinig middelen bezit, aa-ngezien het platte land uitgemergeld en verwoest is en de huislieden van armoede zijn weggeloopen verzoekt hij den magistraat met den meesten spoed bevel te willen geven om hem den volgenden dag 50 wagens en karren en 100 pionniers, voor vier a vijf dagen, te zenden; hij gelast tevens voor zijne kosten bij de burgers 50 malder haver en 20 tonnen bier te willen nemen en de ponten der stad voor korte dagen naar Venlo te brengen; daar dit alles tot 's konings dienst en tot welvaart zijner onderdanen moet strekken vertrouwt hij dat aan zgne bevelen onmiddellijk gevolg gegeven zal worden.
Orig. gedagt. uit Venlo en geteekend M. de Rye, in omslag 26 N0 27.
1589, 30 Mei. De stadhouder Mare de Rije , marquis de Varambon schrijft aan den magistraat van Roermond dat hij niets anders zoekt dan 's konings onderdanen auss die langdurighe imfallen dess feindtz zu redimiren: dat hem aan het huis Rlijenbeek zeer veel gelegen ligt en hij weinig middelen heeft, zoodat hij den
— 403 —
magistraat ernstig beveelt hem roet den meesten spoed de gevraagde assistentie tot de inneming van dat huis te doen toekomen.
Orig. gedagt. uit hel leger voor Blijenbeek en gel.
M. de Rye, A. Leidecker, in omslag 26 N0 28.
Omstreeks 1590. De magistraat van Roermond stelt eene ordonnantie vast, vervat in acht artikelen, waarnaar de rector vund alle andere scholmeisters vund auch schol-meisterschenn zullen regerenn biss zu der zeit dal eidl anders sie geordenet.
Orig. in omslag 25 Nquot; 8.
1590, 29 November. Het hof van Gelder zendt aan den magistraat van Roermond een translaat van eene ordonnantie des konings dd. lö November 1590, opl stuck van de paspoort licenten ende permissien aangaande het vervoer en het inbrengen van verbodene waren intregardt van de Rebellen van syne Ma1.
Orig. mei hel vermelde iranslaal, beiden gel. P.
Pybes, in omslag 28 Nquot; 26.
1590, 31 December. De magistraat van Roermond erkent dat Johan van Nederhoven, controleur, en Matthis Maroyen, collecteur der licenten te Roermond bij verschillende gelegenheden sedert het jaar 1588 aan levensbehoeften voor het krijgsvolk eene som van 6200 guldens bb. hebben voorgeschoten; dat zij alle mogelijke middelen hebben aangewend uil seiner Ma1' viures belalinge dauan toe erlangen, maar die tot dusverre niet hebben kunnen bekomen, weshalve de magistraat hun eene aanwijzing op de ontvangsten der licenten lot het vermelde bedrag afgeeft.
Orig. gel. Bossman, in omslag 27 N0 18.
— 404 -
1591-1593. Verschillende verzoekschriften van het ge-wantmakers gild aan den magistraat van Roermond, aangaande de belangen van dat gild
Orig. in omslag 28 N° M.
1593, 28 Januarij. Otto Hartius berigt aan den magistraat van Roermond ijverige pogingen te hebben aangewend zoo ten opzigte van de licenten als met betrekking tot de acceptatie der ingewilligde bede ter vervanging der contributie, maar dat tot heden nog niets is afgedaan geworden ; de ridder Cigoigne heeft aangehouden om de contributien lot onderhond van de garnisoene wederomme te moegen int werck stellen, maar heeft bevel bekomen alle saecken te laeten in staet ende surceance, tot dat eene beslissing zal genomen zijn aangaande de aanneming der ingewilligde bede.
Orig. gedagt. uil Brussel en gel. Olllw Harlius , in omslag 28 N0 34.
1593, 25 Februarij. Het hof van Gelder zendt aan den magistraat van Roermond een plakkaat op 't stuk van de chrijsorden ende t eg ens den ongeregellheijt derseluer en geeft bevel dit met het voorgaande van het jaar 1582 te publiceeren.
Orig. gel. P. Pybes, in omslag 28 N0 23.
1593, 26 Julij. De magistraat van Roermond antwoordt op een schrijven van het bureau van finantiën te Brussel, dat na visitatie deser stadt quartieren het vendel van den gouverneur ridder Johan Andries Cigoigne 223 soldaten en dat van den sergeant majoor Alexander Cigoigne 119 soldaten sterk is.
Minuie , in omslag 28 Nu 52.
— 403 —
1593, 9 November. Het hof van Gelder hecht zijne goedkeuring aan den verkoop van zekeren griend , te Maasbracht in het ambt van Montfort gelegen , door het Karthuizer klooster te Roermond aan Christistoffel Puytlingh, burgemeester van Maeseyck gedaan; het klooster heeft lot dezen verkoop moeten besluiten, vermits hel (lurch dese langwylige bederffehjcke Iroublen ende in-landsche oirloghm, inlegerongen endc deurtochten van legers ende chrysvolk, excessive lasten van contributien ende andere schal tong en, nu meer dan XX jaeren geduyrt hebbende in zeer groote schulden geraakt is, die meer dan 20000 gulden bedragen.
Orig. perk. zegel verloren, gel. P. Pybes, in doos 5 Nquot; 37.
1595, 11 April. Het hof van (Jelder zendt aan den magistraat van Roermond twee edicten of plakkaten, het eerste betreffende hen, die zich willen begeven in dienste van orloge van vreemde heeren oft princen . 't ander tcescnde de declaratie van syne Ma' tegens den prince van liearne.
Orig. gel. P. Pybes, in omslag 28 N0 2o.
1596, 4 November. Üe magistraat van Roermond en van Venlo zenden aan het hof van Gelder een bezwaarschrift tegen de verpachting der licenten , die op 18 en 26 November is bepaald.
Orig. iu omslag 28 INquot; 28.
1598, 30 November. De stadhouder schrijft aan den magistraat van Roermond vernomen te hebben dat zekere straatschender, Peter Dapper genaamd, gevankelijk binnen Roermond gebragt is; hij heeft den auditeur Valladolid naar Roermond gezonden om een onderzoek in te stellen
12
- 406 -
en dien persoon te doen straffen zoo hij schuldig bevonden wordt; hij gelast tevens den magistraat aenstondl denselven Dapper op dije pynichbanck te doen leggen om syne consorten und medegesellen te vernemen.
Bij een tweeden brief dd. 1 December schrijft de stadhouder nogmaals in denzelfden zin aan den magistraat.
Twee orig. gedagl. uit Gelder en get. Herman graue zu dem Bergh , in omslag 28 N0 24.
t599 , 18 Februarij. Johan van der Linden, genaamd Boen, kerkmeester der moederkerk te Roermond, verzoekt den magistraat betaling te ontvangen van de altaartafel, die hij voor het Lieve Vrouwen koor in die kerk geschilderd en het vorige jaar met Pinksteren afgeleverd heeft.
Aan den voet geeft de magistraat het bevel tot betaling ten bedrage van 361 gulden.
Orig. get. Bossman , in omslag 27 N0 13.
1599 , 13 Augustus. Reinier van Ryswick schrijft aan den magistraat van Roermond dat de aartshertogen binnen drie of uiterlijk vier weken binnen Brussel verwacht worden; de stad maakt ansprekelijke gereelschappen om hun 't ontfangen, de bogen triumphalen ende andere stallagien in grooten getale worden al gericht, terwijl de magistraat in rood fluweel en de stads dienaren in rood damast al in lange tabbarden zullen gekleed worden.
Orig. gedagt. uit Brussel en geteekend Reinier van Ryswick , in omslag 27 N0 8.
1600, 10 Januarij. De aartshertogin geeft bevel aan de rekenkamer van Gelder om te Venlo , ten laste van de kooplieden van Bommel, ïiel, Grave, enz. een surplus op het licentregt te doen vorderen ten bedrage van zes stuiver van iederen gulden en zulks omdat te Gennep
- 407 -
van de kooplieden van Roermond , Vetilo en andere neutrale landen een dergelijk surplus gevorderd wordt.
Orig. fr. gedagl. uit Brussel en get. Isabel, de Bic , in omslag 28 N0 6.
1600 , 25 September. De hertog van Croy en Aerschot schrijft aan den magistraat van Roermond een brief van dankbetuiging voor de eerbewijzen, die aan zijne echt-genoote bij haren doortogt aldaar te beurt vielen.
Orig. fr. gedagt. uit Brussel en geteekend Charles due de Croy el d'Arschol, in omslag 27 iN0 11.
1600, 6 October. Scholtis en schepenen van Gelder vragen aan het hoofdgerigt van Roermond hoe zij zich te gedragen hebben in een proces tegen zekeren Henriken Vyermans, die van bougerie (1) beschuldigd is; zij zenden de stukken over met verzoek hun zoo spoedig mogelijk het vonnis te willen mededeelen.
Scholtis en schepenen van Roermond antwoorden dat zij zich met deze zaak niet kunnen inlaten vermits het aan het gerigt van Gelder wel bekend is hoe daarin moet gehandeld en welke straf daarop moet toegepast worden.
Orig. en minute in omslag 17 N0 7.
1600 , 7 October. Gadert van Aefferden, waarnemende het drostambt van Gelder , onderzoekt de beschuldiging ingebragt tegen Nees Weghen. Deze namelijk zoude den 16'10quot; September 1598 een karre hebben betooverd, zoodat het per dl die karre niet konste van der sladl krygen und ein tweede perdl (voor de kar gespannen)
(1) Bougerie jf Bugherye. Kiliaen verklaart het woord door paederastia, aversa venus ; libido contra oaturam.
- 408 —
stelden sich oeck aen gelyck dat eerste. De prior Matthius van der Nierssen zond derhalve ein jongen nae der kercken imb wyewater en nadat de paarden daarmede beworpen waren gingen die vort all lopende glyck off' sy wehren geiaegt gewest.
Orig. verhoor van de beschuldigde en getuigen in omslag 26 N0 33.
1602, 6 December. De deken en het kapittel der kathedrale kerk, de burgemeester en de twee oudste schepenen van Roermond benoemen Johannes Cramers van Weert tot de bediening van het altaar van den H. Geest in de genoemde kerk, van welke bediening Johannes ab Issem Stael vrijwillig afstand gedaan heeft.
Orig. lat, gel. Bossman , in omslag 28 N0 14.
1604, 9 Junij. De stadhouder verzoekt den magistraat van Roermond den scherpregter naar Venlo te willen
zenden aangezien hij hem daar noodig heeft.
/
Orig. gedagt: uit Venlo en geteekend Herman graue zu dem Bergh , in omslag 28 N0 2.
1604, Sept-Dec. Matthis van Lom en Matthis van Dulcken, door den magistraat van Roermond naar Rrussel afgevaardigd, geven berigt van hunne onderhandelingen aldaar tot het bekomen eener bijdrage in de kosten die de stad moet aanwenden tot onderhoud van het escadron dat daarin gelegd is.
Vijf orig. get. Matthaeus van Dulcken, Matthis van Lom, in omslag 27 N0 5.
1604, 23 November. Op het verzoekschrift van den magistraat van Roermond geven de aartshertogen bevel aan graaf Herman van den Rergh om, ingevolge de capitulatie door hem met het escadron, dat thans in Roer-
- 409 -
mond verblijf houdt, te Grave gemaakt, de burgers en inwoners van Roermond te ontlasten van de levering van het particulier servies van vuur, kaarsen, olie, zout en dergelijke zaken ; tevens verleenen de aartshertogen aan de stad, zoo wegens het ophouden harer accijnsen sedert de inkomst van dat escadron, als wegens het leveren en aankoopen van meubelen , het bouwen van wachlhuizen en stallen als ook het vuur en licht daarin, eene maan-delijksche tegemoetkoming ten bedrage van 700 ponden, elk pond van 40 grooten Vlaamsche munt; zij bepalen daarbij dat aan de stad deze tegemoetkoming zal verstrekt worden van den dag waarop dit escadron Is binnen gekomen tol dat het de stad zal verlaten.
Geaulh. afschrift , fr. geleekend J. van Ryckenroy, in omslag 25 N0 13.
1604, 31 December. De magistraat van Hoermond schrijft aan den thesaurier generaal de Drenckwairt en aan den markies van Hauré dat te Venlo eenige kwar-tiersdagen zijn gehouden waarop niemand van de Uoer-mondsche gedeputeerden heeft kunnen verschijnen; thans verneemt hij echter dat Walraven van Wittenhorst en Dederick van der Horst als gedeputeerden der ridderschap naar Brussel zouden gezonden zijn ten einde aldaar te verzoeken de bedestuir voortaan op de consumtie in het kwartier, zoo als op wijn, bier, eetwaren, bestlalen, enz. te vinden; de magistraat heeft daarop aan de overige steden hierover geschreven en van deze berigt ontvangen, dat zij met gemeld verzoek niet instemmen, üaar dergelijke zaak ein oner hor l v rem hl dinck und deses quarliers und steden privilegiën geheel prejudiciahel is en de magislraat vernomen heeft dat de thesaurier generaal gecommitteerd is met voornoemde gedeputeerden daaromtrent te onderhandelen , verzoekt de magistraat dat die gedeputeerden.
- 410 -
als geenen last noch behoirlicke instructie hebbende, in hunnen versueck nyet aengenomen werden.
Minute, mei verscheidene stukken op die zaak betrekking hebbende, in omslag 28 N0 31.
1605, 10 Januarij. De magistraat van Roermond geeft eene instructie aan den secretaris Matthis van Lom ten einde zich nogmaals naar Brussel te begeven om de nog aldaar hangende zaken der stad te bevorderen en er voornamelijk op aan te houden dat zij , na afbetaling van het escadron, met een drachlick garnison van voetvolck and mit geene ruyterie versien mach werden-
Orig. met verschillende brieven van Matthis van Lom, uit Brussel gedagteekend, in omslag 27 N0 6.
1605, 28, 30 Maart. Brieven aan den magistraat van Roermond , inhoudende dankbetuigingen wegens de vereering van versche zalmen aan den aartshertog , aan Verreyken, Bernardo Cornelio en de Drencwairt.
Drie orig. gedagt. uit Brussel en get. Verreycken , Bernardo Cornelio, P. de Drencwairt, in omslag 27 Nquot; 4.
1605, 28 December —1606, 9 Februarij. Verschillende brieven van den secretaris M' Johan van Ryckenroy, handelende over het doel zijner zending naar Brussel volgens eene instructie, die hem door den magistraat van Roermond op 10 December 1605 gegeven werd.
Orig. get. J. van Ryckenroy , in omslag 27 N0 7. Vergel. de instructie op blads. 292 hierboven.
1606, 16 Mei. Het hof van Gelder zendt aan den magistraat van Roermond translaat uit de fransche in de nederlandsche taal van een plakkaat der aartshertogen dd. 10 .lulij 1592 (1) betrekking hebbende op het feit
(1) Dit plakkaat is uitgegeven in Placcaeten ende Ordonnantiën vnn Vlaenderen , 01. II bladz. 35.
— 411 -
van tooverij en geeft het bevel zich stiptelijk daarnaar te gedragen sonder dat van doen is daervan eenige publicatie te doen.
Ürig. get. J. van Kcrckhoue , mei het vermelde translaat, in omslag 25 N0 65.
1606, 27 Mei. De magistraat van Roermond geeft aan het bureau van financiën te Brussel te kennen dut de stad door de gemutineerden en naderhand door lu*t tercio Spanjaarden van Simon Antunes geheel uitgeput is en geen middel meer heeft om uit hare schulden te geraken ; daar de magistraat evenwel gedwongen wordt te voorzien in de kosten van vuur en licht in de wachthuizen verzoekt hij een subsidie van 3000 gulden te bekomen, aangezien het thans 'l oogenblik is om voorraad voor den aanstaanden winter op te doen.
Minute, fr. in omslag 27 Nquot; 42.
1606, 25 November. De magistraat van Roermond maakt eenen staat op van de schulden ten bedrage van 1068 gulden 151/, stuiver, die door de officieren en soldaten van het tercio van den Mquot; de campo Simon Antunes, gedurende den tijd dat zij in Roermond garnizoen hielden, gemaakt werden en bij hun vertrek onbetaald waren.
Orig. fr. in omslag 26 N0 24.
1606, 20 December. De magistraat van Roermond geeft eene verklaring af waaruit blijkt dat Alitgen weduwe van Johan Sloucx en haar zoon Frans Sloucx een vergelijk hebben getrofTen met de huisvrouw van Johan van Boickholt, welke laatste wegens manslag begaan den 1quot;quot; December II. op Johan Sloucx gevangen zit, daar zij die begangene misdaet grundiich vergeuen
- 412 —
hebben, und vergeuen craft dieses, mitsdijen sij mit eene handlzvol bloels niet beholpen, und irer armoet haluen goeder lay den van doen hebben, biddende der haluen dat den geuangenen gratie geschieden, und voir dit aenstaende hoichtijt van den geuanckenisse verlost mach toerden
Orig. gel. J. van liyckenroy , in omslag 27 N0 19.
1G06 -1607. Verschillende stukken meest schuldbekentenissen ten laste der stad Roermond , wegens voorgeschoten gelden tot betaling der placquillios ten behoeve der krijgslieden onder het bevel van Pompeio Jusliniano.
Orig. in omslag 24 N° 17.
1G07, 11 Februari]. De magistraat van Roermond schrijft (waarschijnlijk aan den gouverneur van Maastricht) dat de vijanden omtrent drieduizend man sterk in den voorgaanden nacht le veerde mei lange roers voor Erkelens zijn gekomen , met patarts twee poorten innegenomen en daarna de stad bekomen hebben , waarin (soemen seghtj zij den graaf Hendrik van den Bergh en zijne soldaten gevangen namen. Daar in Roermond weinig garnizoen aanwezig is en de magistraat een dergelijken aanval op de stad vreest, verzoekt hij ten spoedigste eenige soldaten te willen zenden, en den aartshertogen van het feit kennis te geven opdat de stad Erkelens spoedig hernomen worde en de overige steden behouden blijven.
Minute, in omslag 28 N0 7.
1()07 , 7 Mei De magistraat van Roermond verklaart, op hel verzoek van Melchior de Rentschup, raad en momboir in het hof van Gelder, dat hij niet heeft toegestemd in de jungstliche legatie tho houe gedaen door den
- 413 -
heer van Geleen, drost te Kriekenbeek, en door Jonker Johan van Brempt, drost te Stralen.
Minule , in omslag 28 N0 1.
1607, 12 December. De magistraat van Roermond berigt aan den stadhouder de ontvangst van het bevel om den luitenant van kapitein Brisigelle met 30 paarden in de stad te logeeren ; hij verzoekt dit bevel te schorsen tot dat de ingeroepen beslissing der aartshertogen zal zijn aangekomen.
In margine verzoekt de stadhouder deze ruiters in de stad te brengen dewijl dit het uitdrukkelijk bevel is van den markies de Spinola.
Orig. fr. gel. van Ryckenroy, in margine gel. Herman, in omslag 18 N0 35.
1607, 31 December. Het hof van Gelder zendt aan den magistraat van Roermond afschrift van een schrijven der aartshertogen dd. 12 Dec. II. aangaande het onderhouden en op nieuw afkondigen vun het muntplakkaat van 30 Junij II.
Orig. geleekend J. van Kcrckhouc , mei het vermelde afschrift , in omslag 18 N0 36.
1607-16H. Verschillende stukken betreffende een geschil van den magistraat van Roermond met die van Herkenbosch en Melick wegens door hen verkochten heidegrond, waarop de stad Roermond voorgeeft het regt van weidegang te bezitten.
Orig. en minuten , in omslag 26 Nquot; 26.
1608. Verschillende stukken betreffende een proces lusschen den magistraat van Roermond en dien van Elmpt over de regten op het Elmpterbosch.
Orig. minuten en afschriften , in omslag 23 Nquot; 17.
13
— 414 -
1608. De muntmeester Nederhoven van Roermond legt aan den magistraat eenen staat over van de gehalte der zilveren penningen, door de aartshertogen in deze Nederlanden geslagen, ten einde daarnaar in 't vervolg de Roerraondsche penningen in te rigten; tevens geeft hij berigt van de waarde der koperen munten, die te Maastricht, 's Hertogenbosch en Roermond geslagen worden.
Orig. in omslag 15 Nquot; 18.
1608, 5 Januarij. De audiencier Verreyken schrijft aan den magistraat van Roermond dat Mathis van Dulcken, schepen der stad , te Rrussel al het mogelijke aangewend heeft om de stad van de kavallerie te ontlasten, maar aangezien er slechts een luitenant en 30 man aanwezig zijn , die hoogst noodzakelijk bevonden worden tot het doen van konvooijen, heeft de aartshertog daartoe voor 't oogenblik niet kunnen besluiten terwijl hij beloofde dit welligt later te zullen doen.
Orig. fr. gedagt. uit Brussel en get. Verreyken , in omslag 22 N0 S2.
1608, 8 Januarij. Het hof van Gelder zendt aan den magistraat van Roermond translaat van het volgende schrijven der aartshertogen dd. 30 December II.
De aartshertogen vernemen dat niettegenstaande hunne ordonnantie van 4 December 11. de gemutineerden van Diest zich in eenige landen onder hunne gehoorzaamheid staande blijven ophouden; zij gelasten dientengevolge overal te doen afkondigen hen niet te verbergen of te bewaren maar hen aanstonds bij de justitie aan te geven, met bedreiging dat de nalatigen dezelfde straf zouden ondergaan als de gemutineerden ; voorts bevelen zij dat men de vrouwen van die gemutineerden niet hard zal vallen maar dat men ze vrij ende vranck haere mans laet volgen,
sonder haer eenige schade off ongunste aen te doen op pene van rigoreusen straff.
Orig. get. J, van Kerckhoue mei een geauthentiseerd afschrift van het translaat, insgelijks get. J. van Kerckhoue, in omslag 23 N0 5.
1608, 11 Januarij. Staat inhoudende het bedrag der beiooningen in justitie zaken toekomende aan den schol-tis, secretarissen, procuratores en geregtsdienaars.
Minute, in omslag 18 N0 37.
1608, 16 Januarij. De stadhouder schrijft aan den kolonel Storm en aan den magistraat van Roermond over de ongeregeldheden, die de soldaten en de burgers van de stad door het kappen van hout in het Elmpter-bosch bedrijven.
Afschrift, fr. in omslag 18 N0 39.
1608, 7 Februarij. De magistraat van Roermond informeert bij graaf Hendrik van den Bergh naar de gezondheid van den stadhouder Herman van den Bergh , die, zoo als hij verneemt, gevaarlijk ziek is.
Inliggend het antwoord van graaf Hendrik.
Minute en orig. gedagt. uit Venlo en geteekeud Henrick graff zu dem Bergh, in omslag 18 N0 38.
1608, 23 Februarij. Jonker Daniel van Elmpt, heer aldaar, en Nicolaas Spee, schollis van Dalenbroek, leggen aan het hof van Gelder een afschrift over van eene verklaring van de regten des keizers op de heerlijkheid Elmpt en het Ëlmpterbosch.
Geauth. afschrift, geleekend J. van Kerckhoue, in omslag 17 N0 38.
- 416 —
1608, 3 Maart. Christoffel Braelz ineldl aan het hof van Gelder dat hij met de weduwe van den overledenen schollis Gerard Heysters een akkoord getroffen heeft tot de bediening van het schoitis ambt te Roermond; hij verzoekt tevens hem daarin te willen bevestigen, hem commissie te verleenen en tot het afleggen van den eed toe te laten.
Het hof zendt dit rekwest tot advies aan den magistraat. die daarop te kennen geeft dat hij met de benoeming van dezen persoon instemt.
Orig. en minute, in omslag 14 N0 6.
1608, 17 Julij. De magistraat van Roermond gelast den muntmeester Nederhoven voortaan peertgens, stuivers en halve stuivers te munten van zoodanig allooi als hij zal kunnen verdedigen en waarmede de stad by ire eere ende reputation verblyue; de koperen oortjes ende bipsen zullen op den tegenwoordigen voet geslagen worden en opdat men des te beter van klein geld geriefd worde zal hij insgelijks eenige quantiteyt van pennincxkens die vyer op een ortgen slaen moegen.
Besluit in dond. prot. I, bladz. l20vo.
1608, 24 Julij. De magistraat van Utrecht bekent eene jaarlijksche rente van tien Carolus keizers guldens , ad twintig stuiver voor den gulden, ten behoeve van Evert Botter en zijne huisvrouw Ida van Mierlo, waarvan hij de hoofdsom ontvangen en tot verdeepinghc deser stadts borchwallen ende het maecken van een nieuwe sternen sluyse in de Weerdt aangewend heeft.
Orig. perk. get. A. dquot;. Leerdam, met het beschadigde zegel van Utrecht in rood was, in doos 5 N° 56.
1608, 17 Augustus. De aartshertogen zenden tot advies van het hof van Gelder een schrijven van Seth
- 417 —
van Nunhum genaamd Duycker, edelman, vassaal van Z M. en drost van Gelder, strekkende tot het bekomen van naturalisatie brieven als gelderschman.
Orig. gedagt. uil Brussel en geleekend S. dc Gri-maldi, mei andere stukken daarop betrekking hebbende, in omslag 26 N9 29.
1608, 24 Augustus. De magistraat van Roermond verkoopt aan Hendrik Kochs, licenciaat in de regten, eene jaarlijksche rente van 62 gulden 10 st. bb. waarvan de hoofdsom moet strekken tot voldoening der placquillios voor het regiment van den maestro de campo Pompeio Justiniano; dit geschiedt onder de voorwaarde dat deze rente steeds met eene som van 1000 br. guldens mag worden afgekocht.
Orig. perk. met liet beschadigde zegel der stad, in doos S !N° 35.
1608, 1 September. Het hof van Gelder klaagt aan den magistraat van Roermond over zijne vordering van accijns wegens steenkolen, die ten behoeve van dat hof zijn aangevoerd en van welken accijns het vrijdom bezit.
Orig. get. Sanleen, in omslag 28 N0 d5.
1608, 18 December. De magistraat van Wachtendonk schrijft aan dien van Roermond over een glasvenster, dat deze beloofd heeft aan de kerk van Wachtendonk te zullen schenken.
Orig. in omslag 25 N° 1.
1608, 24 December. De aartshertogen , klagten ontvangen hebbende over het niet nakomen der plakkaten op de munt, bevelen den magistraat ernstige pogingen aan te wenden ten einde die klagten te doen ophouden, daar zij bij gebreke daarvan genoodzaakt zullen zijn com-
— 418 —
missarissen naar Roermond te zenden om de zaak te onderzoeken en de nalatigen te straffen.
Orig. fr. geteekend : Albert, Isabel, lager geleekend: Verreyken, in omslag 10 N0 2.
1609, 12 Mei. De magistraat van Roermond geeft eene verklaring af dat het convent genaamd Maria Wee, in vroeger tijd buiten de opperpoort aan den oever der rivier de Maas lag, door het water weggespoeld werd en de conventuelen eenige huizen op de veld-straat aankochten en zich aldaar vestigden; dat zich in de stad een klooster van S' Theobaldus bevindt, ook Bogardenklooster genoemd, dat reeds meer dan 20 jaren door de daarin gevestigde broeders verlaten en door het seminarie in bezit genomen werd; dat dit klooster door den bisschop en de provisoren van het seminarie tot woonplaats verstrekt is geworden aan de zusters van het gedurende de binnenlandsche oorlogen vernielde klooster buiten de stad Venlo gelegen en genaamd In gen Oy: dat deze zusters na het klooster eenige jaren bewoond te hebben naar Venlo zijn teruggekeerd en aldaar het klooster genaamd Cedron bekomen hebben; dat thans eene ruiling tot stand gekomen is waarbij het Bogarden klooster aan de conventualen van Maria Wee en het convent op de veldstraat aan het seminarie in eigendom overgegaan is. De magistraat geeft deze verklaring af op verlangen van gemelde conventualen, om te strekken ter bekoming der pauselijke bekrachtiging van deze ruiling.
Minute, met het orig. verzoek der conventualen, in omslag 21 N0 21.
1609, 20 Mei. Het hof van Gelder zendt aan den magistraat van Roermond een plakkaat der aartshertogen dd. 13 Mei II. op het stuk van de munt en beveelt dit
- 419 -
met het muntplakkaat van 30 Junij 1607 onmiddellijk af te kondigen.
Orig. gel. J. van Kerckhoue, in omslag 26 N° 31.
1609, 23 Mei. Het hof van Gelder zendt aan den magistraat van Roermond eene ordonnantie tegen de vrijbuiters, moordenaars en straatschenders , met bevel die onmiddellijk te doen afkondigen en tegen de overtreders te doen procederen op de penen ende bruecken daarinne begrepen.
Orig. get. J. van Kerckhoue, in omslag 26 N0 30.
1609, 29 Mei. De magistraat van Roermond belooft tot oprigting van een collegie en school der Jesuiten een jaarlijksch bedrag van zeven honderd gulden, loopende munt, te zullen toestaan, onder voorbehoud dat dit subsidie eerst bij de opening dier school zal aanvangen en de stad tot geene verdere kosten zal gehouden zijn.
Minute, in omslag 44 N0 7.
1609, 31 Mei Prins Maurits, landgraaf van Hessen, regelt een verschil , ontstaan tusschen Jan Sigismond, keurvorst van Rrandenburg en Wolfgang Willem, Pala-lijnsche graaf van den Rijn, aangaande het land van Kleef, Gulik en Berg.
Afschrift, in Code des principaux traités etc. bladz. 104.
1609, 18 Junij. De magistraat van Roermond schrijft aan Antoine de Grenet, gouverneur van Maastricht, over den grooten moedwil, die heden door zijne onderhebbende soldaten in de stad gepleegd werd en waardoor een der stadsdienaren gewond en de burgemeester bijna doorschoten werd.
- 420 -
Inliggend het antwoord van den gouverneur en het geregtelijk onderzoek over het feit.
Minuten en orig. get. Anloine de Gvcnet , sr de Werp, in omslag 22 Nquot;. 30.
1609, 19 Junij. Tilmannus Bree , licenciaat inde regten , legt voor scholtis en schepenen van Roermond de beëedigde verklaring af dat hij , toen hij scholtis van Maeseyck was, zekeren Johan Prickelken gevangen heeft doen nemen, die ahlaer voir eenen toerwolff gericht ende executeert is worden; hij was bij de pijniging en bij de bekentenis van Johan Prickelken tegenwoordig en kan verklaren dat deze den persoon van Johan van Uffeit niet heeft beschuldigd zoodat men dezen laatsten niet solde moeqen suspect halden, dat hij oick een u: er wol ff' syn muchte, oder eenige weienschap van toouerije hadde.
Minute, in omslag 28 Nquot; 5.
1609, 18 Julij-30 Augustus. Stukken betrekking hebbende op den geestelijken ban uitgesproken door den bisschop van Roermond, Hendrik Cuyck, tegen eenige heeren van het hof van Gelder en van den magistraat en tegen eenige burgers. Op den 8quot;quot; Julij gaf de markies de Spinola aan den oversten Storm, te Roermond in garnizoen , bevel zijne onderhebbende comp'e dadelijk naar Maastricht te zenden; de soldaten weigerden te gehoorzamen ; alle pogingen van den overste en van den magistraat om hen tot gehoorzaamheid te brengen, waren te vergeefs , zoodat de aartshertogen gecommitteerden naar Roermond afvaardigden ten einde de zaak te onderzoeken en de wederspannigen te straffen; de voornaamsten werden gevangen genomen en drie hunner tot de galg verwezen. Toen deze drie tot het ondergaan der straf naar buiten de stad gevoerd werden, vlugtten twee hun-
- 421 —
ner in het Minderbroeders klooster vermeenende aldaar eene vrijplaats te vinden; tegen den wil der kloosterlingen werden zij evenwel op bevel van de gecommitteerden met opening van eenige deuren uit het klooster opgeligt; dit had ten gevolge dat al de personen, die aan de op-ligting hadden deelgenomen, geëxcommuniceerd werden.
Bij brief van 24 Aug', werd door tusschenkomst van de aartshertogen en van den markies de Spinola, de banvloek door den bisschop van Roermond ingetrokken.
Originelen en minuten, in omslag 4 N0 dl.
1609, 20 Julij. De magistraat van Roermond berigt aan het hof van Gelder dat den avond te voren een burger genaamd Cuyschken door den luitenant van den overste Storm zwaar gewond is, tengevolge waarvan een groot oproer tusschen burger and soldaelen entstanden is; de magistraat verzoekt dat daaromtrent een onderzoek ingesteld worde.
Orig. in omslag 22 N° SO.
1609, 9 October. De aartshertogen schrijven aan de schouten der vier kwartieren van de meijerij van 's Hertogenbosch dat zij het noodig geoordeeld hebben, tot behoud van de R. K. Religie en tot het geven van onderwijs aan de jeugd, te 's Hertogenbosch een kollegie van de societeit Jesu op te rigten; daar zulks niet alleen voor het welzijn der stad maar ook van de omliggende landen geschiedt vinden de aartshertogen het billijk dat ook deze landen tot die oprigting bijdragen; zij bevelen hun dientengevolge met den gouverneur en den magistraat dier stad in overeenkomst te treden ten einde de middelen te beramen tot de oprigting en het onderhoud van vermeld kollegie.
Afschrift, fr. geaulhentiseerd door den notaris Gerling Ruys ea get. Ruys, in omslag 22 Nu 46. u
- 422 -
1609, 15 October. De magistraat van Roermond besluit om in getuigschriften of andere akten de policie of stedelijke zaken aangaande den naam van den scholtis niet meer te bezigen, maar die alleen op naam van burgemeester, schepenen en raad af te geven ; dal nogtans in zaken den prince oder syne gerechticheyt und jurisdiction oder der justitien touckirende de scholtis naast burgemeester, schepenen en raad vermeld zal worden.
Besluit in hel dond. prot. I, bladz. 443v0. Zie ook aldaar bladz. 154v0.
1609, 29 October. De aartshertogen verbieden aan de stad Roermond het slaan van koperen munt, vermits er thans genoeg voorhanden is tot gerief der gemeente.
Orig. get. Albert, in omslag 8 Nquot; 33.
1609, 16 November. Stadhouder, kanselier en raden van Gelder zenden een plakkaat van de aartshertogen, verbiedende den loop van de koperen munten, die niet onder hunne namen en wapenen geslagen zijn ; ook zullen de munten, die te 's Hertogenbosch, Maastricht en Roermond geslagen zijn, nergens anders dan in die steden gangbaar wezen.
Orig. in omslag 8 Nquot; 32.
1609, 19 December. Graaf Hendrik van den Bergh schrijft aan den magistraat van Roermond dat hij over de parlien soldaelen van den aartshertog Leopold en van de hertogen van Brandenburg en Neuburg, die door de stad Roermond zouden willen passeeren, met zijnen broeder Herman den stadhouder gesproken heeft; deze is van meening dat men zich in deze en dergelijke zaken moet gedragen zoo als de neutraliteit vereischt; mogten eenige soldaten ten getale van 30 40 door de stad willen trekken en zich voor hun geld daarin eenige
- 423 -
ververschingen willen verschaffen, dan kan men dit toelaten, mits zij echter geene gevangenen bij zich hebben , in welk geval men ze noch in de stad noch daardoor raag laten trekken; indien men ook bespeurde dat de eene troep de andere vervolgde , en deze hare toevlugt in de stad zoude willen nemen, mag men zulks door het sluiten der poorten beletten.
Orig. gedagleekend uit Slevensweerl en geleekcnd Henrich graff zu dem Bergh, in omslag 26 N0 5.
1609, 31 December. Het hof van Gelder zendt een plakkaat aan den magistraat van Roermond (?) verbiedende de schandalen ende exercitien, diewelcke eenige zoe onder-saeten als andere doen ende bedrijven tegen ende tot verachtingevan onse Heylighe Catholicque Apostolicque Roomsche gelooue en vermaant niemand in eenig ambt aan te stellen, of niemand te veroorloven zijne vaste woning in de stad te nemen, ten zij met attest van vroomheid en het afleggen van den eed van getrouwheid en onderdanigheid aan dat geloof.
Orig. gel. J. van Kerckhoue, in omslag 9 N0 2.
1610, 7 Februarij. De stadhouder geeft kennis aan den magistraat dat hij eerstdaags naar Roermond zal komen ten einde eenige zwarigheden soe der wederom zijn voorgevallen af te doen ; hij verzoekt een huis voor hem in te ruimen daar hij niet gaarne zijn intrek in eene herberg zoude nemen.
Orig. gedagl. uit 's Heerenbergh , en gel. lierman graue zu dem Bergh, in omslag 25 N0 9.
1610 , 29 Februarij (1). De magistraat van Roermond geeft eene verklaring af waaruit blijkt dat Lulter van
(1) Daar 1610 geen schrikkeljaar was is hier blijkbaar een schrijffout.
_ 424 -
Vlodrop, in zijn leven voogd van Roermond , gehuwd geweest is met Wilhelmina Ruyter, uit welk huwelijk twee kinderen gesproten zijn , Johan en Margaretha van Vlodrop; dat deze Johan getrouwd geweest is met Elisabeth van Hanxleden van Rourkempen, welke echtelieden slechts eene dochter hadden Lucia van Vlodrop genaamd, die onlangs met Jo. Wirich. jongsten broeder van den heer van Binsfelt gehuwd is, door welk huwelijk deze zijnen overledenen schoonvader als voogd van Roermond is opgevolgd; de magistraat verklaart voorts dat bovengemelde Margaretha, dochter van Lutter van Vlodrop, met Herman van Cortenbach, heer van Schoonbeek, in den echt getreden is, dat zij eenige jaren te Roermond gewoond hebben en dat uit hun huwelijk kinderen
gesproten zijn.
Orig. met het opgeplakte zegel der stad Roermond en gel. Dyesius , secr., in omslag 25 N0 24.
1610, 4 Maart. Het hof van Gelder schrijft aan den magistraat van Roermond dat het op 23 Mei 1609 zekere ordonnantie gezonden heeft tegen de vrijbuiters, moordenaars en straatschenders, met het bevel die ordonnantie te handhaven opdat de kooplieden tot het drijven van hunnen handel zich overal vrij en ongehinderd zouden kunnen bewegen ; daar het hof echter verneemt dat desniettegenstaande dagelijks verschillende rooverijen, plunderingen en straatschenderijen plaats hebben, erv dus die ordonnantie niet behoorlijk nageleefd wordt, beveelt het die nogmaals af te kondigen ende ter executie te stellen sonder eenich verdrach off dissimulatie, zoo ende gehjek dat behoirt.
Orig. get. J. van Kerckhouc, in omslag 26 N0 32.
1610,25 Maart. Stadhouder en raden van Gelder zenden authentiek afschrift van het eeuwig edict tegen het duel.
Orig. get. J. van Kerckhoue, in omslag 9 N0 3.
- 425 —
1610, 25 April. De aartshertog Leopold van Oostenrijk geeft een brief van sauvegarde aan de abdis en de gezamentlijke capitularissen van Thorn.
Orig. ad mandalum serenissimi el rcvcr'quot;' Archid: Icgali caesarei proprium gel. F. Henoll , in omslag 10 36.
1610, 29 April. De magistraat vaardigt, in de tegenwoordigheid van den scholtis, ten gevolge van het onlangs gepubliceerde plakkaat met algemeene stemmen het bevel uit, lot het doen veriaten der stad van alle personen die sic A mjel en willen der Chrislelicher Calholisschcr Religion cnde ordtnungh gemeess halden.
Besluit in hel dond. prol. I bladz. lo4v0.
1610, 13 Mei. De magistraat besluit de 5l Jans Maese Ivu te maecken en draagt het bestuur dezer werkzaamheden op aan de schepenen Creyarts en Kochs en aan den raadsverwant Vosterman.
Besluil in hel dond. prol. I bladz. ISSvquot;.
1610, 17 Mei. Jacques de Booms, auditeur over het krijgsvolk der aartshertogen te Maastricht, Overmaas en omliggende plaatsen, maakt namens de aartshertogen eene lijst bekend van kolonels, kapiteins en andere officieren, wegens zekere redenen onlangs door zijne keiz. M' en den aartshertog Leopold afgedankt en heden in den dienst dier aartshertogen aangenomen ; tevens meldt hij dat het hun verboden is egheene acte van vijandlschnji ofte wapen te draghen tegen de princen Urandenburch ende Nievwenborch, endc die den seinen syn aenhangende, ofte tegens eenigen anderen wie die syn, uilgenomen tegen hen , die men hun verklaren zal vijanden der aartshertogen te wezen.
Afschrift , in omslag 27 N0 15.
- 426 -
1610, 26 Julij. De heeren van de twee eerste leden der stad 's Hertogenbosch, het noodzakelijk vindende dat een kollegie der societeit Jesu aldaar opgerigt worde tot het besturen der iatijnsche school, nemen het besluit aan die societeit gedurende 12 jaren uil het comptoir der stad een subsidie te verleenen ten bedrage van 100 Carolus guldens in de maand, aanvang nemende zoodra de patres zich in de stad zullen gevestigd hebben.
Orig. gel. J. van den Velde , in omslag 22 N0 47.
1610, 1 Augustus. De stadhouder zendt aan den magistraat van Roermond een schrijven door hem aan de beide vorsten van Gulik gerigt en geeft de hoop te kennen dat daarop eene goede resolutie genomen worde; tevens meldt hij dat graefjf Manrits ende andere heeren conducteurs vant Staten leger alhier bij hem geweest zijn ende wij (zoo vervolgt hij) daernaer bij zijn E. int leger, ende heeft ons gesaght dat d'onderdanen onsers gouvernements gheen schadens van zijn volck te bevruchten hebben souden, waervan wij u wel willen hebben aduerteren, opdat oft indien eenige loopers yet voornamen u addres aen welgemelten graeff te nemen.
Orig. gedagt. uit Berg en get. Herman grauc zu dem Dergh , in omslag 26 N0 14.
1610, 12 Augustus. De hertogen Ernst en Wolfgang Wilhelm antwoorden op een schrijven van den stadhouder van Gelder dat thans een groot aantal soldaten tot hunne assistent: in het land aanwezig is en men dagelijks nog meer verwacht; dat tot het onderhoud van die soldaten groole proviand noodig is, weshalven zij den uitvoer van het gewas hebben moeten verbieden; zij willen echter de belangen der ingezetenen van het Overkwartier in 't oog houden en verlangen van den stadhouder opgave
der personen, die in het Gulikerland vruchten geteeld hebben met de hoeveelheid , die elk voor zijn gebruik daarvan mogt noodig hebben; zij zullen dan maatregelen nemen om die hoeveelheid te laten volgen , terwijl het overige in het land ten voordeele der eigenaars zal moeten verkocht worden.
^ Orig. gedagt. uil Uusseldorf en gel. Ernst, Wolfgang Wilhelm, Am. Francq, P. Fabcr, in omslag 26 N0 13.
1610, 15 September. De aartshertog verbiedt aan den magistraat van Roermond tot nader bevel koperen munten te slaan, aangezien die munt thans zoo menigvuldig is en de Roermondsche ver onder de waarde is , die voor de munten van herwaarts over werd vastgesteld.
Orig. gedagl. uil Brussel en gel. Albert, Crooncndaele, in omslag 1 N0 45.
1610, 23 September. De magistraat besluit, ten gevolge van de oprigting der school door de Je-suiten, tot opheffing der vroegere stadsschool'en betuigt zijnen dank aan den rector Guilielmus Mclart en aan den conrector Gerard Isichrae voor hunne bewezene diensten.
Besluil in hel dond. prol. I bladz. IGiJ en 16^°.
1610, 25 September. Inventaris der brieven en documenten toebehoorende aan het gasthuis te Roermond.
Minule, in omslag 16 N0 10.
1610, 12 December. De stadhouder schrijft aan den magistraat van Roermond dat hij zijne klagten ontvangen heeft over de strooperijen , die dagelijks op de rivier de Maas geschieden ; hij zal aan beide vorsten de hertogen van Brandenburg en i\euburg dienaangaande brieven met zijnen trompetier zenden en zoo dit niet helpt den
- 428 —
aartshertogen van die strooperijen kennis geven, ten einde van hen een bepaald bevel te verkrijgen om zich daarnaar te gedragen.
Orig. gedagt. uit Venlo en get. lierman graue zu dem Bergh , in omslag 25 N° 36.
1610, 30 December. De rekenkamer van Gelder berigt aan den magistraat van Roermond uit de oude rekeningen der domeinen van Montfort ontwaard te hebben dat die maete vanden harden koerne te Montfort grooter is dan te lioermond, zoodat 12 maider Montforter maat te Roermond 13 malder zouden uitmaken, terwijl die maete van hel licht koeren , als geerste ende evene nog grooter dan die van het harde koren zoude zijn, en 12 malder Montforter maat 13 malder V/i vat Roermondsche maat zoude bedragen; de kamer verzoekt daaromtrent te worden ingelicht. Ook heeft zij vernomen dat hel el/fste ordel geit van den ar delen die ain dal hoofdgerigl lot Ruermunde geheyschl ind daer vuijt gelanghl ofl gewe.sen werden ind. desgelycken mede van sa ken der sy niet tcyse en syn ende voirl heysschen, aan den vorst van Gelder toekomt, weshalve zij wenscht te vernemen door wien dat elfde gedeelte moet ontvangen worden.
Orig. gedagt. uit Maastricht en get. Luytens, in omslag 27 N0 10.
1610, 31 December. De stadhouder dankt den magistraat van Roermond voor de gebeden, die hij dagelijks tot het herstel der gezondheid van zijne gemalin laat doen; alhoewel eenige beterschap is waar te nemen blijft de ziekte nog gevaarlijk, weshalve hij zich nogmaals tot het houden van gebeden aanbeveelt en het verlangen te kennen geeft de geestelijkheid insgelijks daartoe uitte noodigen.
Orig. gedagt. uit Venlo en get. Herman graue zu dem Bergh , in omslag 22 N0 44.
- 429 -
1611. Vijf brieven van G. Haghen aan den magistraat van Roermond over garnizoens aangelegenheden en over het bekomen eener ordormantie van betaling wegens vuur en licht in de wachthuizen.
Vijf orig gedagt. uit Brussel en get. G. Ilaghcn, in omslag 23 N0 S2.
1G11, 30 Januarij. Stadhouder, kanselieren raden van Gelder zenden aan den magistraat van Roermond afschrift van een schrijven der aartshertogen, waarin deze te kennen geven dat in betrekking tot den koers der munten , niettegenstaande de plakkaten en voornamelijk dat van September 1610, ongeregeldheden plaats grijpen, en waarbij hun tevens bevel gegeven wordt dit laatste plakkaat nogmaals te onderzoeken, te veranderen en aan te vullen ten einde daarop een afdoend besluit genomen worde; het hof verlangt binnen acht dagen inlichtingen daaromtrent van den magistraat te ontvangen.
Orig. geteekend /. van Kerckhoue , met het vermelde afschrift , in omslag 25 N0 IS.
1611, Februarij. De hoofdstad en andere steden van het Overkwartier antwoorden op het schrijven van het hof dd. 30 Januarij dat zij het hof meermalen in kennis gesteld hebben met de redenen, die het hun onmogelijk maken de plakkaten op de munt behoorlijk na te komen; zij zouden deze nakoming echter wenschelijk achten maar de steden van dit kwartier zijn nabij de vorstendommen en neutrale landen van Gulik, Kleef, Keulen, Luik , het graafschap Hom, de stad en meijerij van 's Hertogenbosch , de heerlijkheid Dalenbroek , het land van Cuyck en anderen gelegen , ja zelfs daardoor omgeven ; terwijl aldaar de munt ordonnantie der aartshertogen
niet gevolgd wordt en de steden handel daarmede drij-
15
- 430 -
ven, zqn zij genoodzaakt de munten naar den aldaar gebruikelijken koers aan te nemen, daar anders die handel zich zoude verplaatsen, waardoor een zeer groot nadeel aan het kwartier zoude berokkend worden; de sleden verzoeken derhalve dat de waarde der munten zoo lang op den legenwoordigen voet moge worden behouden , tot dat die omliggende landen die waarde overeenkomstig het plakkaat zullen gemaakt hebben.
Minuie , in omslag 25 N0 16.
1611 , 4 Februarij. De magistraat van Maeseyck be-rM aan' dien van Roermond ten gevolge van een octrooi van den bisschop van Luik een marktschip te hebben in de vaart gebragt , dat elke week op dingsdag van Maeseyck naar Luik zal varen om des vrijdags wederom van daar te vertrekken en des zaturdags te Maeseyck terug te zijn ; hij verzoekt dit ter openbare kennis te willen brengen.
Orig. geleekend v. Senlhuysen, secretaris, in omslag 25 N0 32.
1611, 9 Februarij. Het hof van Gelder doel uitspraak in een geschil tusschen vrouwe Margaretha van Ruyssen-borgh wed', van Jonker Gerard van Elmpt, en de stad Roermond, aangaande het halen van hout uit het Elmp-
terbosch door de burgers van Roermond.
Afschrift, in Jura el privilegia I bladz. lo6.
1611, 16 Februarij. De magistraat van Roermond schrijft 'aan G. Haghen dat in eene vergadering der staten van het Overkwartier bepaald is de zaak van revisie te laten rusten tol dat eene generale reformatie van het landregt tot stand gekomen is; in betrekking tot den vriidom in de beden aan de ridderschap loe te staan, meldt de magistraat dat die ridderschap bewijzen moet bijbrengen van den vrijdom, dien zij van ouds bezeten
- 431 -
heeft, maar indien de aartshertogen den door haar ge-vergden vrijdom verleenen, dat de steden dan verlangen dien op de bede te korten sunsten solden die van de ridderschap allemael soe veel inwilligen als ihre hoocheden solden willen gesinnen, aengesicn sy daerinne niet eenen penninck begeren te contribueren.
Minute, in omslag 25 N0 33.
1611, 23 Februarij. De magistraat van Roermond maakt een akkoord met schepenen van Melik en Herkenbosch aangaande de gemeene heide aldaar
Afschrift, in Jura et privilegia I bladz. 437.
1011, 23 Februarij. Ambtlieden van Wassenberg en de magistraat van Roermond geven vergunning aan die van Melick en Herkenbosch tot het verkoopen van zes bunders heidegrond op Mijnweg gelegen tot betaling hunner schulden.
Geauth. afschrift, get. A. G. van Laer, in Jura el privilegia II blad/,. 321.
1611, 1 Maart. G. Haghen berigt aan den magistraat van Roermond dut gedeputeerden van alle kwartieren met die van den secreten raad en het bureau van financiën werkzaam zijn tot het ontwerpen van eenen vasten regel op den koers der munten ten einde de verhooging, die dagelijks toeneemt, te keer te gaan ; hij is van oordeel dat men zich voor het Overkwartier geheel naar den koers van Luik en Gulik regelen moet aangezien dat kwartier daardoor omgeven wordt.
Orig. gedagt. uit Brussel en get. G. Haghen, in omslag 25 N0 31.
1611, 29 Maart. Jacobus a Castro berigt aan den magistraat dat hij onlangs tot bisschop van Roermond
— 432 -
benoemd zijnde in de octaaf van Paschen te Mechelen zal gewijd worden; tevens geeft hij zijn verlangen te kennen dat iemand uit den magistraat bij die plegtigheid tegenwoordig zij.
Orig. lat. get. Jacobus a Castro, in omslag 48 N0 50.
1611, 10, 18 en 29 April. Drie brieven van den magistraat van Venlo aan dien van Roermond over het betalen van het quota der stad in den eersten termijn der bede, in betrekking tot de voorwaarde bij het inwilligen der bede gesteld dat de steden hunne quota op de verschuldigde placquillios mogen korten.
Drie orig. in omslag 26 N0 9.
1611, 28 April. De magistraat van Roermond keurt de rekening goed van Gerard Creijarts, ten bedrage van 50 gulden 2 stuiver, wegens zijne reiskosten naar Mechelen, werwaarts hij door den magistraat gezonden was tot het bijwonen der wijding van den nieuw benoemden bisschop van Roermond.
Orig. in omslag 27 N0 14; vergel. het donderd. protocol, deel 1 bladz. 171.
1611, 4 Mei. Stukken betreffende den publieken verkoop door den magistraat van Roermond van de gebouwen , die gebezigd werden voor de oude school op den steenweg gelegen.
Minuten , in omslag 16 N0 1.
1611, 10 Junij. De magistraat van Roermond maakt eene provisionele ordonnantie op het houden der burgerwacht, waarbij bepaald wordt dat de burgers voortaan om de negende nacht eene nachtwacht en om de achttien dagen eene dagwacht zullen verrigten.
Minute, in omslag 17 N0 35.
— 433 -
1611, 15 en 26 Julij, 7 Augustus. Drie brieven van den stadhouder aan den magistraat van Hoermond nopens den staat zijner gezondheid.
Op den laatsten staat de aanteekening; Dü is het leste schriuens soe dese stadl van syne Ex1'quot; becoinmen heeft en de is den Xy Augusti in Godt verstomen.
Drie orig. gedagt. uit Spa en geleekend lierman graue zu dem Dergh, in omslag 23 N0 38.
1611, '20 Julij. Scholtis en schepenen van Roermond houden een getuigenverhoor in zake Itgen HeudJers uit Heylhuizen, die beschuldigd was aan den zoon van Jan Wolters te Roermond , door het leggen barer hand op zijne schouderen , eene subyte kranckheyl acngedaen te hebben. Toen haar bevolen werd te herdoen tgeene sy ihm gcdaen hadde weigerde zij dit, antwoordende dat als sy sulcx dede oft die u; oir den te weten : Godt gene u boete ende Onse L. Vrouwe, tot hem spraecke ende hij dan beterden, dat men dan sol seggen dat sy hem quaedt acngedaen hadde; inmiddels hadden scholtis en schepenen aan het gericht van Heythuizen over deze vrouw geschreven en van dit getuigschriften over haren vromen levenswandel bekomen, zoodat zij van de aanklagt vrijgesproken en op vrije voeten gesteld werd.
Minute get. P. Bossman, met de twee orig. gcluig-schriften, in omslag 25 N0 Gt.
1611, 26 Julij. De magistraat van Roermond schrijft aan graaf Hendrik van den Bergh zekere narigten te hebben bekomen dat de stiatscbe ruiterij en voetvolk zich verzamelen met het doel optcaerts aen te commen, en tevens te hebben vernomen dat de steden in het land van Gulik van beide vorsten bevel ontvangen hebben goede opzicht en wacht te houden; daar de stadhouder
- 434 —
zich buiten 's lands bevindt heeft de magistraat het noo-dig geoordeeld deze mededeeiing te doen opdat daaromtrent maatregelen genomen worden.
Inliggend het antwoord van graaf Hendrik.
Minule en orig. gedagl. uit Sievensweert en getee-kend Henrich grajf zu dem Bergh, in omslag 25 N0 57.
1611, 18 Augustus. De magistraat van Roermond schrijft een brief van rouwbeklag aan den graaf Hendrik van den Bergh wegens het overlijden van zijnen broeder den stadhouder graaf Herman.
Minule, in omslag 2S N0 54.
1611, 19 Augustus. Graaf Hendrik van den Bergh bedankt den magistraat van Boermond voor zijne deelneming in het smartelijk verlies van zijnen broeder Herman; hij geeft zijn leedwezen te kennen dat hij hem te Spa niet meer levend heeft gevonden, maar troost zich daar hij van zijn broeder Frederik heeft vernomen dat hij zoo christelijk en katholiek gestorven is en de H. Sacramenten der Christelijke kerk allzumalen mit sehr guiten verstandl hatt empfangen.
Orig. gedagl. uil Slevensweert en geleekend Henrich gvaff zu dem Bergh, in omslag 25 N oS.
1611, 17 September. l)e magistraat van Roermond schrijft een brief van felicitatie den graaf aan Frederik van den Bergh, wegens zijne benoeming tot stadhouder van Gelder ter vervanging van zijnen broeder.
Minule, fr. in omslag 25 N° 29.
1611, 17 September, üe magistraat van Roermond schrijft aan den stadhouder vernomen te hebben dat die van Maastricht ijverige pogingen bij de aartshertogen aanwenden om van de Bourguignons aldaar in garnizoen
- 435 —
ontslagen te worden; de magistraat vreest dat men bij eene verandering van garnizoen deze soldaten naar Roermond zoude willen zenden tot nieuwen last van de arme burgerij, die reeds zooveel geleden heeft , en verzoekt daarvan verschoond te blijven , te meer daar het onderwijs op de school van de paters Jesuiten aanvankelijk een goeden uitslag heeft en het wenschelijker zijn zoude als de stad in plaats van soldaten een grooter getal studenten kreeg,
l)e magistraal schrijft mutatis mutandis hetzelfde aan den graaf Hendrik van den Bergh en aan G. Haghen.
Minule, fr, in omslag 25 Nquot; 28.
1611, 17 September. De aartshertog Albert, gesup-pliceerl door de maler cndc susleren van iclooster van de derde urdre van Sint Franciscus, genoempt Goidlsweerl te Roermotui , om vrijdom van accijns op hare brouwerij , spoort den magistraat aan dien te verleenen wegens het kleine bedrag en de armoede van dat klooster.
Orig. geteekend Albert, in omslag 3 N0 18.
1611, 22 September. G. Haghen berigt aan den magistraat dat de heer de Robiano en anderen, die steeds door de aartshertogen geraadpleegd worden, ijverige pogingen zullen aanwenden opdat de verwijdering van de Bourguignons , waarop die van Maastricht aanhouden , niet tot nadeel van Roermond geschiede.
Oiig. gedagt. uil Brussel en geteekend G. Haghen, in omslag 25 IN0 30.
1611, 6 October. De muntmeester Jacob Nederhoven legt aan den magistraat van Roermond eene berekening over, waardoor het bewijs geleverd wordt dat hg door
— 436 -
het munten van realen, halven, kwarten, enz. eer nadeel dan voordeel heeft.
Orig. mei verschillende andere berekeningen van Roerm. munten, in omslag 22 N0 27.
1G11, 8 October. De magistraat van Roermond schrijft aan den kanselier P. van den Rossche dat drie burgers der stad zich veroorloven nu en dan naar Wassenberg in het land van Gtilik te gaan by der Caluinisscher predication ende nachrnael tot groot schandael van hunne medeburgers ; vermits zij daarvan nyet en desisteren maar e contrario sulex genouchsam bekandt willen syn en men dit in eene katholieke stad niet dulden mag, zoo heeft de sclioltis die voirss. ongehoirsaeme ketters voor het hoofdgerigt der stad in regten betrokken, waarop zij, in plaats van een behoorlijk antwoord, eine superbe ende schaemtloose reqquot; mit ener vrembder handt gescreuen edoch mit hunne eygene handen becreffticht, in judicio geexhibeert hebben. De magistraat deelt den kanselier afschrift van dit schrijven mede en damit hy nyet te weijnich oder te veel doet verzoekt hij hem met de aartshertogen daarover te willen confereeren en den magistraat vervolgens te willen inlichten hoe hij in deze zaak moet handelen.
Minute, in omslag 25 Nquot; 27.
Ifill , 13 October. De magistraat van Roermond schrijft aan dien van Venlo vernomen te hebben dat het geld aldaar wederom boven den overeengekomen koers ontvangen wordt, zoo als uit bijliggende specificatie blijkt; daar zulke verhooging lot nieuwe plakkaten van het hof aanleiding zal geven, tot welker nakoming men genoodzaakt zal worden, verzoekt de magistraat den vroeger beraamden koers te handhaven om in geene moeijelijk-heden te geraken.
Minute , met de vermelde specificatie , in omslag 25 N» 26.
- 437 —
1611, 15 October. Van Offenbeek berigt aan den magistraat van Roermond bevel van het bureau van financiën te hebben ontvangen om eene som van 2000 gulden »oortkomende uit zijne ontvangst der domeinen te storten in handen van den landrentmeester Gramaye; hij verzoekt derhalve het bedrag te ontvangen , dat de magistraat verschuldigd is wegens de waag der aartshertogen, die aan de stad verpacht is, zoo als ook het bedrag der recognitie van het weggeld te Linne , voor de jaren 1610, 11 en 12.
Ürig. gedagt. uit Monlforl en gel. van Offenbeek, in omslag 28 Nquot; 10.
1611, 24 October. De nieuw benoemde stadhouder berigt aan den magistraat van Roermond dat hij zich thans te Stevensweert bevindt, van waar hij zich naar zijne vrijheerlijkheid Boxmeer zal begeven om daarna naar zijn gouvernement te Roermond te komen; hij verzoekt den magistraat eene woning voor hem gereed te doen maken.
Orig. gedagt. uit Stevensweert en get. Frederick graue zu dem Bergh, in omslag 23 N' 23.
1611, 3 November. De stadhouder berigt aan den magistraat van Roermond dat hij den Mquot;1quot; dezer uit Boxmeer vertrekt om den volgenden dag te Roermond aan te komen.
Orig. get. Frederick graue zu dem Bergh, in omslag 23 N0 39.
1611, 29 November. De magistraat van Roermond schrijft aan dien van Weert dat er tusschen het gewant-makersgild van Roermond en eenige Guilichschen guestie ende misuerstandi opgeresen is en verzoekt hem twee
- 438 —
werkmeesters van Weert te bewegen op S'. NicoJaasdag aanstaande naar Roermond te komen, ten einde, na beide partgen gehoord te hebben, eene minneJr}ke schikking tot stand te brengen.
Minuie met daarbij behoorende stukken, in omslag 49 N0 22.
1611. 1 December. Op het verzoek der abdis van O. L. Vr. Munster verklaart de magistraat van Roermond dat de Middelweert, regt over de stad gelegen, geen dorp of parochie uitmaakt maar bij de moederkerk behoort en deel uitmaakt van de jurisdictie der voogdij met uitzondering van vijf è zes huizen, die tot het graafschap Hom behooren.
Minute, in omslag 28 N0 5.
1611. 20 December. De stadhouder berigt aan den magistraal van Roermond van Daniel van Ëlmpt, heer aldaar, eene klagt te hebben ontvangen inhoudende dat de burgers van Roermond , niettegenstaande het vonnis door het hof van Gelder tegen hen gewezen, voortgaan met het kappen en wegvoeren van groen hout uit het Eimpterbosch; hij vermaant den magistraat zulks te beletten.
Orig. gedagt. uil Venlo en get. Frederick graue tu dem Bergh, in omslag 23 N0 i4.
1611, '29 December. De stadhouder schrijft aan den magistraat van Roermond v.ernomen te hebben dat de adjudant van den hper la Motterie aldaar in garnizoen den scholtis van Elmpt kwalijk zoude hebben bejegend Cfytle synen stock ende rapier op hem in slucken geslaegen, hij verlangt dat de magistraat genoemden scholtis onder
- 439 -
eede afvraagt hoe dit zich heeft toegedragen en hem mededeeling daarvan doet.
Orig. gedagt. nit Venlo en get. Frederick graue xu dem Bergh , in omslag 25 N0 42. Inliggend cene informatie van den magistraat van Roermond nopens het voorgevallene.
1611, '29 December. De magistraat van Roermond en de provisoren van het kollegie van den H. Hierony-mus te Keulen bepalen dat de 50 daalders door Peter Bado van Moers, pastoor te Keulen, aan voornoemd kollegie gelegateerd, tot sieraad der kapel in dat kollegie zullen gebruikt worden.
Besluit in het dond. prot. bladz. 180vo.
1611. Jacobus k Gastro, bisschop van Roermond, verzoekt de goedkeuring van Paus Paulus V om ztjnbis' schoppelijk paleis in te rigten tot een kollegie der Jesuiten.
Minute, lat. in omslag 7 N° 30.
1612. De magistraat van Roermond meldt aan het bureau van financiën dat men dagelijks zekere achterstallen van cgnsen van hem vordert betreffende de ontvangst van Montfort; hij verzoekt daarvan vrgstelling wegens de desolatie van de jaeren 78, 79 ende 80, waarin door de soldaten van Polweiler, na het beleg van Roermond. alle het geheel landt bedorven is en men die soldaten tot last had, terwijl alle middelen daartoe ontbraken, en zelfs benevens de particuliere schattingen , die op de burgers gelegd werden, ook de inkomsten der stedelijke accijnsen door den overste Polweiler ontvangen zijn geworden. Voorts geeft de magistraat te kennen dat hij in 1579 open brieven van octrooi ontving om den stapel of markt te mogen oprigten, die eermaak in den dorpe Lynne gelicht was; dat die van de rekenkamer zwarigheid
- 440 -
maken aangaande het weggeld dat vroeger in het dorp Linne geheven werd, waarover thans een akkoord met die kamer is gesloten, zoodat de magistraat bij manier van erfpacht jaarlijks zestig gulden daarvoor betalen moet; hij verzoekt dientengevolge de aggreatie van dit akkoord of, zoo dit noodzakelijk bevonden wordt, de vernieuwing van vermeld octrooi.
Minute, in omslag 25 N0 SI.
16t2. De magistraat van Roermond geeft zijne inwilliging om de thans herbouwde kapel van O. L. Vrouwe in het Zand, die in de'voorgaande oorlogstijden vernield was, voorloopig met de onderpastorij der moederkerk te vereenigen en zulks uit hoofde men tot dusverre de middelen niet bezit om eene woning te bouwen voor een eigen kapellaan.
Minute, in omslag 2i N0 20 ; vergelijk het Ver-drachsboek, bladz. 196.
Drie brieven van den stadhouder aan den magistraat van Roermond, als:
1612, 9 Januarij. Hij berigt Dirk Strietholt naar Roermond te hebben gezonden tot het bezigtigen der twee woningen, die hem door den magistraat zijn aangewezen en daarvan eene te kiezen.
1612, 28 October. Hij verzoekt geen huis voor hem open te houden, aangezien hij zijne residentie te Roermond nog niet kan vestigen.
1613, 31 Maart. Hij kan nog niet bepalen wanneer hij naar Roermond zal komen , maar verzoekt in allen gevalle een huis voor hem in gereedheid te willen brengen.
Drie orig. gedagt. uil Venlo, Boxmeer en Brussel en get. Frederick graue zu detn Bergh, in omslag 28 N° 13.
- 441 -
1612, 20 Maart. De gezamenlijke schepenen van de stad en het land van Stralen zenden aan den magistraat van Roermond ter onderzoek de origineele stukken eener informatie tegen zeker vrouwspersoon genaamd Mariken Brunnen, met verzoek hun daarover zijne meening te willen mededeelen.
Bij brief van 23 Maart zendt de magistraat de stukken terug en verklaart daarin geene bewijzen te hebben gevonden dal de beklaagde aan tooverij zoude schuldig zijn, zoodat zij dienaangaande niet lot eenige torture mag gesteld worden , al eest zoe dat zytselne begeert; ende genomen dalter eenige ■probalie off indiciën sufficient to lie torture waere , zoo mag men evenwel de proeue by het werpen int waeter niet gebruiken noch eischên, aangezien dit bij de geestelijke en wereldlijke regten, zoo als ook bij verschillende plakkaten, verboden is.
Orig. en minute, in omslag 27 N0 2.
1612, 5 April. Op het verzoek van Jo. Wirich van Binsfelt, erfvoogd van Roermond, tot het vaststellen eener vergadering met den magistraat ten einde eene overeenkomst te treffen aangaande beider jurisdictiën en grenzen zoo binnen als buiten de stad, antwoordt de magistraat dat men vooreerst de oude registers zal raadplegen voor zoo verre zij iets omtrent deze zaak melden.
Besluit in het dond. prol. I, bladz. 184.
1612, 20 April. De magistraat van Gelder schrijft aan dien van Roermond dat hij met den magistraal van Stralen en Wachlendonck beraadslaagd heeft over den verlangden vrijdom in de beden door de ridderschap, en dat zij zich gezamenlijk met de meening van Roermond vereenigen om dien vrijdom te ontzeggen; mogt aan de ridderschap echter die vrijdom verleend worden dan
— 412 -
zal dit nergens meer drukken dan in het ambt van Gelder; de magistraat kan zich niet voorstellen waarom die ridderschap van dat ambt meer vrijdom dan zij van ouds bezat zoude verdienen aangezien zij nooit eenig gevaar tot verdediging van des prinsen land in de steden geleden heeft dan fuel tnehr wannehr viandtz gefhar aenstaende was, niet in haeres princen stadt, dan in andere heer en landen geflucht zijn.
Orig. in omslag 2S Nquot; 40.
1612, 27 April. De magistraat van Roermond ontbiedt den waradijn der munt Walraven Daniels en ondervraagt hem wat men met den muntmeester Jacob van Neder-hoven beramen moet aangaande de munt.
1612, 30 April Vaes Belten en Geurt Teuwen, leggen als oudste muntgezellen een eed van getrouwheid af.
Afschriften, in omslag 1 N' 15.
1612, 3 Mei. De stadhouder schrijft aan den magistraat van Roermond vernomen te hebben dat eenige personen in het Overkwartier al hunne vruchten naar andere landen brengen, zoodat de arme onderdanen geen rogge of koren voor hun geld bekomen kunnen ; daarin willende voorzien, opdat die arme luyden van honger niet en vergaen , verbiedt hij den uitvoer van rogge, op pene van verbeurtverklaring.
Orig. gedagt. uit Boxmeer en get. Frederick graue su dem Bergh, in omslag 25 Nquot; 20.
1612, 10 Mei. De magistraat van Roermond maakt eene provisioneele ordonnantie betreffende de belooning der daghuurders en arbeiders, en bepaalt daarbg dat voortaan de Roermondsche peerlgens ende stuyuers jeder ein hips min zullen gelden, dat de Roermondsche oirtgens
hunnen vroegeren koers zullen hebben en de vremde
oirlgens allein voir ein lups ontfangen ende vuytgegeven tullen moegen werden.
Minute, in omslag 28 N* 11.
1612, 13 Mei. G. Haghen schrijft aan den magistraat van Roermond dat de commissaris Antonio Fernandes terug is maar nog geen rapport gedaan heeft over zijne reis ende gebesoingneerde in de quartieren derwaerls ouer; zoodra zulks geschied zal zijn, zal hij de verwachte de-pesche van vuur en licht in de wachthuizen trachten te bekomen Er is thans weinig nieuws: de aartshertog is naar Marimont, terwijl sommigen spreken van de terugkomst van de Spinola, maar deze was omstreeks Paschen nog in Spanje , van waar hij in de paaschdagen zoude vertrekken; de beroerte in Vrancknjck is wat stilder, hooghe tempeesten en dueren gemeenlick nyet lanck.
Orig. gedagt. uit Brussel en get. G. Haghen , in omslag 25 N° 21.
1612, Junij. G. Haghen schrijft uit Brussel aan den magistraat van Roermond dat de resolutie aangaande het munten nog opgehouden wordt tot dat het rapport van de muntmeesters generaal daarover zal zijn ingekomen ; het bezwaar, dunkt hem, zoude bestaan in de oortkens% die niet volgens het reglement van de muntmeesters generaal geslagen zijn, welk reglement echter gevolgd dient te worden; ook zoude het privilegie, waarvan de stad in bezit is, alleen veroorloven wil of zilveren geld te slaan.
Orig. get. G. Haghen, in omslag 25 N° 4.
1612, 11 Junij. De pastoor en de schepenen van Helden schrijven aan den magistraat van Roermond dat Dirk Brants, burger der stad, die melaatsch is en thans
- 444 -
in hun dorp verblijf houdt, daarin woonplaats verzoekt voor zijne vrouw en kinderen, die ook naelaatsch zijn ; zij kunnen dit niet toestaan aangezien die vrouw en kinderen te Roermond haeren cristelycken doope on tfang en hebben en hjet eerst met de ziekte aangedaan werden; zij hebben genoemden Dirk, tegen hunne meening, moeten opnemen maar willen in geender ley manieren metter hugsvrouwen offle eenige van de kynderen te doen hebben, dan deselue laeten daer se gedoopt ende opgetogen sxjn.
Orig. in omslag 25 N0 12.
1612, 17 Junij. Mattheus van Lom schrijft uit Keulen aan den magistraat en geeft een relaas van de wijze hoe Matthias onlangs te Frankfort tot Roomsch koning gekozen werd en van de feesten, die bij deze gelegenheid plaats hadden.
Orig. get. Mallhis van Lom, in omslag 25 Nquot; li.
1612, 28 Junij. Het hof van Gelder berigt aan den magistraat van Roermond dat bij art. 13 van het munt-plakkaat van 14 April aan de officieren en magistraten bevolen is, om van de afkondiging van dat plakkaat berigt te geven aan de provinciale raden en hooge regtbanken, waaronder zij ressorteeren, en geeft dientengevolge bevel tinnen zes dagen te berigten of dat plakkaat gehandhaafd wordt en wat de magistraat daaromtrent gedaan heeft, daar het een uitdrukkelijk bevel der aartshertogen is om op de overtreders, de penen, boeten en amenden, daarin bepaald, toe te passen.
Orig. get. J. van Kerckhoue, in omslag 2o N° 41 •
1612, 4 Julij De magistraat van Roermond schrijft aan G Haghen te Brussel ten einde hem de zaak der stedelijke munt aan te bevelen ; hij zegt daarin dat de
— Mo —
oorlgens van Roermond even goed en zelfs zwaarder zijn dan die van Brabant en die zoowel als de kleinere munt beneden den braspenning bij hel privilegie zijn toegelaten; de magistraat hoopt derhalve d.it de stad spoedig tol
goede expeditie mag geraecken lot onderhaldinghe van dc kercke ende hel batten.
Minute, iu omslag 25 Nquot; 3.
1612, 19 Julij. De stad Roermond bekent eene hoofdsom van 3200 gulden, den gulden tegen 20 stuivers gerekend, ten behoeve van Agnes van den Bosche, welke som deze laatste aan de patres der Societeit Jesu alhier betaald heeft en waartegen deze patres wederom aan de stad afgestaan en overgedragen hebben, de oude school, met alle toebehooren , welke de stad hun gegeven had om te verkoopen , ten einde de opbrengst daarvan aan te wenden tot het gebouw, dat zij verpligt zijn voor den bisschop te maken, ter bekoming van het reguliere klooster, waatin thans de bisschop woont.
2 orig. perk. mei drie uithangende zegels in groen was, in doos 4 N0 5.
1612, 26 Julij. G. Haghen schrijft aan den magistraat van Roermond dat over de zaak van de munt nog al getwist wordt en zij zich thans in iianden van de muntmeesters generaal bevindt; het grootste bezwaar beslaat in de cooperen oortkens, die men afkeurt doordien zij nget en souden syn van genouch allog, en omdat het privilegie vati geene cooperen oortkens spreekt maar van oortkens, die ten tijde van het verleenen van genoemd privilegie wil offi si/ueren geit icaeren.
Orig. gedagt. uit Brussel en g l. G. Ilnghen, in omslag 25 7.
— 446 —
1612, 30 Augustus. G. Haghen zendt aan den magistraat van Roermond afschrift eener ordonnantie der aartshertogen ten bedrage van 2000 gulden, in mindering van de placquillios door de stad voorgeschoten; tevens zendt hij een afschrift van de apostille door de aartshertogen op het rekwest der stad, betrekkelijk het munten, gesteld en waarbij de vergunning verleend wordt tot het slaan van halve realen , die binnen de stad Roermond zullen gangbaar zijn. Hij heeft over deze vergunning met een muntmeester generaal gesproken, die hem als zijne meening te kennen gaf dat onder de bepaling van halven reaal ook de mindere stukken zouden begrepen zijn, en alhoewel de gangbaarheid binnen de stad Roermond beperkt wordt, dal euenwel daerinne begrepen waer alle de prouincien deur ende rontsomme behaluen herwaerls ouer.
Orig. gedagl. uil Brussel en geieekend G. Haghen, mei de vermelde afschrifien, in omslag 25 Nquot; 5.
1612, 17 November. De aartshertogen geven een provisioneel plakkaat regelende de hoofdvaarten en het appel van vonnissen.
Afschrift, in Jura et privilegia, II bladz. 433.
1612, 29 November. De gezamenlijke schepenen en ingezetenen van het kerspel Linne beklagen zich bij de rekenkamer van Gelder dat zij gedurende de voorgaande onlusten ten behoeve der stad Roermond van hun oud privilegie, het stapelregt, zijn beroofd geworden, zoodat het niet alleen aan vreemden verboden is eenige waren uit de schepen te Linne te halen, maar ook aan de ingezetenen niet geoorloofd is tot hunne provisie noch colen noch calck noch mirghel, noch andere wharen te moghen lossen; zij verzoeken den bijstand der rekenkamer opdat zij hun privilegie van de aartshertogen terug erlangen of
- 447 —
minstens de vergunning bekomen om de vermelde waren voor hunne eigene provisie aldaar te mogen lossen.
Orig. in omslag 26 N* 10. Vergel. het l' stuk van dezen inventaris, bl. 245 en 544.
1612, 6 December. Graaf Hendrik van den Bergh schrijft een brief van dankbetuiging aan den magistraat van Roermond voor wijn en haver hem door den secretaris Bossman namens de stad Roermond geschonken.
Orig. gedagt. uit Slevensweert en get. Henrich graff zu dem Bergh, in omslag 27 N0 IT.
1612, 20 December. De magistraat van Roermond zendt aan G. Haghen te Brussel een extract uit het stadslegerboek waaruit blijkt dat de stad vóór 1412 het regt had eenen windmolen op te rigten, hetgeen echter niet tot stand heeft kunnen komen; dat evenwel eenige jaren geleden een rosmolen in de stad gebouwd werd, die niet rendeert en zware kosten van onderhoud vordert; weshalve hij G. Haghen last geeft aan de aartshertogen de vergunning te vragen om op de Roer of de Maas eenen watermolen op kompen ofte schepen te mogen leggen ; hij vertrouwt dat, uit consideratie van de on-drechtiche swaricheden, die dese arme stadt gedurende de.se troublen soe geduldich ten dienste van ihren landfurste heeft geleden, hierin toegestemd zal worden.
Minule, in omslag 27 Nquot; 16.
1613. De magistraat van Roermond schrijft aan de aartshertogen dat de waag of balans in de stad, die het eigendom der aartshertogen is, sedert onheugelijke jaren door den eenen of anderen burger voor eene geringe som gepacht werd; dat terwijl de koophandel daardoor niet naar behooren kon geriefd worden, de magistraat
- 448 -
die waag gedurende de twee voorgaande jaren voor eigen rekening gepacht had maar daarbij geld had bijgelegd , zoodat zij dit jaar wederom in handen van een particulier is overgegaan; daar echter de koophandel hierdoor benndeeld wordt en daarover klaagt, verzoekt de magistraat die waag wederom voor eenen kleinen prijs te mogen pachten.
Minute, in omslag 26 N0 2.
Zonder dagteek. (waarsch. 1613) De magistraat van Roermond schrijft aan den heer van Dalenbroek (?) dat hij thans bezig is om de kapel van O. L. Vr. in 't Zand, die in de voorgaande krijgstroebelen vernield werd, dweil alduer daegelix groole deuotie ende verscheyde mirncnlen yeschieden, wederom op het sierlijkst te doen opbouwen, waartoe hij reeds tgeene alle goetherlige ende denote persoenen geoffert ende om Gaedes wille gegeuen hebben doet verzamelen en daarvan de noodige materialen aankoopt; de magistraat vertrouwt dat de heer van Dalenbroek ook daartoe zal willen bijdragen en verzoekt hem eenig timmerhout te schenken; hij is verzekerd dal der goediger Godt sidx niet ongeloent, maer het ander beter wassen sal laelen.
Minute, in omslag 25 Nquot; 9.
1613, 7 Januarij. Graaf Hendrik van den Bergh beantwoordt een felicitatiebrief van den magistraat van Roermond , bij gelegenheid van de bevalling zijner echt-genoote en de geboorte eener dochter ontvangen.
Orig. gedagt. uit Stevensweert eu get. llenrich graff zu dem Bergh, in omslag 28 N0 18.
1613, 29 Januarij. De stadhouder Frederik van den Bergh berigt aan den magistraat van Roermond dat Joost
- 449 -
Floux , officier van de artillerie in het Overkwartier van Gelder van de aartshertogen hel bevel gekregen heeft zich derwaarts te begeven, aldaar domicilie te houden en zijn ambt waar te nemen. Hij gelast den magistraat hem eene woning volgens zijnen rang in te rigten en hem voorts te beschouwen als alleen belast met de artillerie in dat kwartier.
Orig. fr. gedagl. uil Brussel en get. Frederick conté de Bergh, in omslag 23 N° !8.
H)13, 15 Februarij. G. Haghen schrijft aan den magistraat van Roermond dal het moeijelijk gaan zal om den aartshertog te bewegen het verbod tot hel slaan van oortkcns te doen intrekken aangezien dit algemeen is en men geene vergunning daartoe meer geven wil tenzij die van zilver zijn, terwijl men de koperen, die reeds geslagen zijn, gaarne zoude verduysleren en de te nyet brengen: hij zal nogtans zijn best doen den aartshertog zeiven te spreken en den magistraat verder daaromtrent berigt geven.
Orig. gedagl. uit Brussel en geieekend G. Haghen, in omslag 25 Nquot; 10.
1613, 20 Februarij Graaf' Hendrik van den Bergh meldt aan den magistraat van Roermond de ontvangst van zijn schrijven van 18 dezer, waarbij hij en zijne echtgenoote op den maaltijd verzocht wordt, die bij gelegenheid van den keus van nieuwe burgemeesters op 22 Februarij ten stadhuize zal gehouden worden, ten einde mei anderen mehr anwesenden frunden in froligheü iho samen sic/i elwas tho verniaecken; hij was zeer geneigd deze uitnoodiging aan te nemen maar een weinig ongesteld zijnde vreest hij dhar die herren aldha mei innig swaren dronck solten willen tractiren dal die ongesteldheid
daardoor misschien zoude toenemen, weshalve hij verzoekt hetn dismalen vor excusirt iho haldenn.
Orig gedagt. uit Stevensweert en geleekend Henrich gvaff zu dern Bergh, in omslag 26 N0 36.
1613, 27 Februarij. De aartshertogen bedanken den magistraat van Roermond voor de vereering van twee zalmen.
ürig. fr. gedagl. uil Brussel en get. Albert, Ver-reyken, in omslag 28 Nquot; d9.
1613, 20 Maart. De stadhouder Frederik van den Bergh berigt de ontvangst van het schrijven van den magistraat van Roermond , waarin hem verzocht wordt Tennis van Swaemen, genaamd Strouck tot busmeester van Roermond aan te stellen; hij geeft te kennen dat die benoeming door de aartshertogen moet geschieden en dat hij, geene kennis dragende van het verlangen van den magistraat, reeds een ander persoon tot die betrekking heeft voorgedragen.
Orig. get. Frederick graue zu dem Bergh, in omslag 25 N0 19.
1613, 22 Maart. G. Haghen schrijft aan den magistraat van Roermond dat de generale muntmeesters geen groot bezwaar zouden maken om de specie bij de eerste instructie gesteld te veranderen in stooters, halve en vierendeelen , zonder evenwel iets aan de conditiën ende maniere van die instructie te veranderen; tevens verzoekt hij de redenen te vernemen waarom de magistraat die verandering dienstig acht, opdat hij daarna het verzoekschrift tot de aartshertogen regele.
Orig. gedagl. uit Brussel eu get. G. Haghen, in omslag 25 N° 6.
- 451 -
16t3, 27 Maart. G. Haghen schrijft aan den magistraal van Roermond dat de aartshertog de stad Gelder
sonde ontlasten vande compagnie vanden gewesene gouverneur ende het gouuernement laeten onder den generael en het kasteel tot woning van den drost bestemmen; dat evenwel in het laatste voornemen verandering gekomen is, doordien de stadhouder zijne residentie op dat kasteel wil nemen.
Orig. gedagl. uit Brussel en geleekend G. Haghen, in omslag 25 N0 53.
1613, April, Johan van Kereken als man en momboir van zijne huisvrouw Noel Mussen klaagt bij het gerigt van Roermond dat Trijn Budels uit haat, nijd en afgunst zijne huisvrouw mit abominable ongehoirter iniurien und laster woirden ouerfahren heeft, zeggende wiltstu weeten wat du voir eine bis, der duuel heep digh den kreesdom nikt dijenen voirheufft genoemen und einen pedde voirl in die plaetz geslelt. De klager verzoekt het gerigt dat Trijn Budels daarvoor niet alleen in des heer en bruecke, amende vund openbaere reuocatioen, dan ouch tot exempel van andere in eine weltliche leyff'straeff veroordeeld worde.
Orig, met verschillende stukken daartoe betrekking hebbende, in omslag 26 N° M.
1613, 5 April. G. Haghen berigt aan den magistraat van Roermond dat op zijne klagt van het verlies van den maesstroom deur de excessive groole lasten van lichtinge, de aartshertog en de heeren van financiën het voornemen hebben die lasten op eenen anderen voet tot meerder sunlugement van den coophandel in te stellen.
Orig. gedagt. uit Brussel en geteekend G. Haghen, in omslag 25 N° 54.
1613, 21 Mei. De magistraat van Ttel schrijft aan dien van Roermond over de tolvrijheid, die de burgers
— 452 -
van Tiel steeds te Roermond genoten hebben, en verzoekt daarin gehandhaafd te worden.
Orig. gel. G. v. Benthem, sec. mei hel anlwoord van den magistraal van Roermond, in omslag 28 N0 9.
1613,28 Mei. De stadhouder verzoekt den magistraat van Roermond vier wagens ter beschikking van den heer ia Motlerie te willen stellen, die met zijne korepagnie de stad verlaat', ten einde zijn bagaadje daarop te laten brengen zoo ver de magistraat zal goedvinden. Tevens verzoekt hij het huis, waarin la Motlerie woonde , voor hem open te houden, opdat hij daarin logeere wanneer hij zijn verblijf binnen Roermond zal vestigen, twelkwesen sal als wij mei Godes hulp wederome van den ricrdac/i commen werden.
Orig. gedagi. uil Brussel en geieekend Frederick graue zu dem Bergh, in omslag 2ö N0 44.
1G13, 7 Junij. F. de Fritema schrijft aan den magistraat van Roermond dat de heer la Motlerie met zijne kompagnie den 11''°quot; dezer de stad zal verlaten en dal hij lot dusverre niet vernomen heeft of anderen in zijne plaats zullen gezonden worden; hij zal echter zijne beste pogingen tot verhgting der stad aanwenden.
Orig. gedagl. uit Brussel en gel. F. de Fritema, in omslag 25 Nquot; 45.
1613, 10 Junij. Harthardt van Spee schrijft aan den magistraat van Roermond dal het bevel aan zijn halfman llw Rhour verstrekt om ein perdl voer le spannen lol vervoer van de bagaadje van den kolonel la Motlerie niel mag nagekomen worden aangezien die hof een frey bun-dtfi lehnyoedt en lot zulke diensten niet gehouden is.
Orig. gel. Harthardl von Spee, in omslag 25 !S°49,
- 453 -
1613, 12 Junij. De magistraat van Roermond schrijft aan den stadhouder dat hij steeds getracht heeft in goede verstandhouding en vriendschap met den kolonel la Mot-terie te blijven en daartoe alle pogingen heeft aangewend, maar te vergeefs, daar deze steeds een zekeren wrok tegen den magistraat heeft getoond; thans heeft hij redenen te gelooven dat die kolonel hem bij den stadhouder en anderen zal trachten swarlt te maecken, weshalve hij dit ware berigt aan den stadhouder doet toekomen opdat hij inval der heer coronnel i/clwes tot ondienst ofte vermaeckinge van den magistraat mochte aendienen , mjet gestaede dal wyr in onschuldt achter rugge betaelelt mochten werden.
Minute, in omslag 23 Nquot; 4G.
1613, 15 Junij. De stadhouder berigt nan den magistraat van Roermond de ontvangst van het schrijven van 12 Junij, maar heeft lot dusverre geene klagten van den mc de camp la Motterie ontvangen ; hij heeft den markies de Spinola verzocht geen nieuw garnizoen in Roermond te brengen : hetgeen deze hem beloofde.
Orig. gedag), uit Brussel en gelrekend Frederick graue sic dem Bergh, in omslag 23 Nquot; 47.
1613, 13 Julij. De magistraat van Ro rnond schrijft aan Daniel Byns, ambtman te Millen, vernomen te hebben dat een goudsmid te Sittard onderneemt gouden muntstukken , die te ligt zijn. zwaarder te maken en eene menigte goudstukken uit Artois, Henegouwen, Holland en andere provinciën Ie dien einde bij hem gebracht wordt; daar men echter bevindt en bewijzen kan dat dit zwaarder maken niet geschiedt zoo als het behoort en met zilver in plaats van met goud wordt verrigt, zoo
mag dit niet langer geduld worden; de magistraat heeft
18
— 454 -
den ambtman daarvan kennis willen geven opdat deze vervalsching ophoude en de dader gestraft worde.
Minute, in omslag 25 Ne 48.
1613, 20 Julij. Op het verzoek van den pastoor en de kerkmeesters van Kessel schenkt de magistraat van Roermpnd een glasvenster met het wapen der stad aan die kerk.
Besluit in bel dond. prol. I, bladz. 201vo.
1613, 31 Julij. De magistraal van Roermond verzoekt aan de aartshertogen een subsidie tot den herbouw der kapel van O. L. Vr. in het Zand, waarmede de burgers der stad eenen aanvang gemaakt hebben.
Minute, fr. in omslag 14 N0 4.
1613, 23 Augustus. G. Haghen berigt aan den magistraat van Roermond dat de bijdrage thans door de aartshertogen tot den herbouw der kapel van O. L. Vr. in het Zand toegestaan slechts 1(J0 gulden bedraagt, maar geeft de hoop te kennen dat zij binnen zes of zeven maanden nog eene bijdrage zullen verstrekken.
Orig. fr. gedagl. uil Brussel en gel. G. Haghen, in omslag 25 1N° 66.
1613, 8 September. G. Haghen schrijft aan den magistraat van Roermond dat de ruiterij aldaar in garnizoen geene tafellakens , servetten, handdoeken en ander dergelijk servies mag vorderen, maar tevreden moet zijn met de levering van een bed en toebehooren.
Orig. gedagl. uit Brussel en get. G. Haghen, in omslag 26 Nquot; 12.
1613, 30 September. De aartshertogen geven een plakkaat waarbij bepaald wordt dat op bruiloften mogen
genoodigd worden de maelschap ende andere tollen getale van tweëenderligh paer soo van d'eene als van d'andere syde en men de bruiloften niel langer zal continueeren dan twee daghen op pene van Iwintich guldens voor soovele alsser geweest syn in meerder get all of langher dan voorss. ïs. Ook worden verboden alle bancquetten van wjlvaer-den: alleen zal men moogen tracteeren de naeste vrienden ende maelschap gecommen van buylen de plaetse van huere residentie, de wed'quot; of er ff gen. vande overleedene.
Geaulh. afschrift gel. A. G. van Laer , in Jura cl privilegia II, bladz. 459.
1613, '25 October. ChristolTel Braets, scholtis van Roermond, berigt aan het hof van Gelder dat hij in den omtrek van Roermond geen ander hout dan beukenhout bekomen kan, hetwelk tot het verbranden van toovenaars geheel ongeschikt is, ter cause dat gheen leecken off palen daer van en blyuen da er aen men sien off speuren kan dal justicie adminislriert is; hij verzoekt aan die van Elmpt bevel te geven om eenig eikenhout daartoe aan het belalen hugs (1) te doen brengen.
Orig. in omslag 18 N0 41.
1613, 1 December. De magistraat van Zutfen schrijft aan dien van Roermond dat hij de kerk van het Domini-kaner klooster, die door de langdurige oorlogen zeer vervallen was, met groote kosten heeft doen herstellen en met nieuwe glasvensters wil voorzien ; dat hij boven het koor de vier hoofdsteden van het vorstendom Gelder en 't graafschap Zutfen wil plaatsen en de stad Roermond verzoekt een glasvenster met hare wapenen en opschriften ten geschenke te willen geven, ten einde dit
(1) Het belaten hmjs lag omstreeks de kapel in 't Zand, niet ver van de plaats waat destijds de executiën der toovenaars plaats hadden.
naast de vensters van de overige hoofdsteden gesteld worde.
Orig, gel. J. Ilosdman, in dorso slond : beantwoordt den 19 Decembris 1C13 codem die als der brief inbracht, ende 'l verseuck accordeert, In omslag 2 N0 82.
1613, 17 December. De nachbeuren van buyten de brugghe te Roermond rigten liet verzoek tot schollis en schepenen aldaar om een zelfmoordenaar genaamd Dirk van Oestrych uit Erkelens op eene gewijde plaats te mogen begraven en zulks aangezien hij zinneloos was geworden omdat hij 12 of 13 dagen te voren eenen drank, die hem door Mr Hans Lodewijk onlangs door het vuur geëxecuteerd gegeven was, ingenomen had en zij hem vroeger niet anders dan voor een vroom en eerlijk man gekend hebben. Schollis en schepenen, zoo als ook de deken der kathedrale kerk, geven daartoe hunne toestemming mits die ter aarde bestelling heymelicker wyse by auondl int gasthuys op den Scheutenherch geschiede
Minule, in omslag 26 N0 37.
1613, 30 December. De schollis van Dalenbroek schrijft aan Petrus Bossman, secretaris van Roermond, ex cotnmuni rumore vernomen te hebben dat op het gebied van Dalenbroek zich ook een aantal Hexen oder Zauberluidt zoude bevinden, die door de te Roermond wegens tooverij teregtgestelde personen, aangewezen zijn; daar het algemeen rumoer soms op de waarheid gegrond is, verzoekt hij dat hem een Catalogus van sothanigen verfluchten leuten worde toegezonden, om, nach beschehener rechtmessiger Inquisition, selbige alss ein yyff'tiges unkruut auss zu reissen vund zur gepuerlicher straff bringen zu lassen.
Orig. zeer beschadigd, in omslag 16 Nquot; 17.
1614, 8 Februarij. Chrisfoflel Braetz, scholtis van Roermond, onderwerpt eenige vraagpunten aan het hof van Gelder aangaande het gedrag door hem te houden in zake van den verkoop van in beslag genomen goederen van personen, die wegens tooverij geëxcuteerd zijn.
In margine bevindt zicli naast eiken artikel het advies van hel hoofdgeregt van Roermond.
Orig. goloekend J. van Ryckcnroi/, in omslag 2 N0 66.
1614, 19 Februarij. De aartshertogen stellen de voorwaarden vast, waarop zij de ontvangst van het hun toebehoorende rrgt van licenten en tollen op den Rijn en de Maas voor een tijdvak van vier jaren aan Christiaan Laureyssen van Ravenstein en consorten afstaan
Geauihenliseerd afschrift, gel. v. Kinschol, in omslag 25 N0 13.
1614, 11 Maart. Zuster Francisca de Ram, uit het klooster der Clarissen te Brussel, verzoekt den magistraat van Rumundc dat haar toegestaan worde om te Roermond eene plaelse te moghen koopen, ten einde een cleyn bequaem clooster op te richten, waerby dat de stadt ghedient sul worden, Gadis glorie vooral vermeerdert en goede Borghers hinders in alle deuotie, viericheyt opghetrocken sullen worden.
Orig. in omslag 3 N0 38.
1614 , 11 Maart. De aartshertogen melden dat de Clarissen van Brussel hem kennis hebben gegeven dat zij van eenige vrome personen uit Roermond eene milde gift ontvangen hebben op de voorwaarde van in die stad een klooster te bouwen. Zij geven den wensch te kennen dat de magistraat haar zal toelaten en in haar voornemen ondersteunen.
Orig. fr. geteekend Albert , in omslag 3 N0 37.
- 458 —
1614, 3 April. De magistraat van Roermond sluit met de abdis van het- Munsterkiooster en den prior der Karthuizersquot;, als bezitters der meelmolens aan de Roer, een vergelijk inhoudende dat voortaan de molfter (I) van de tarwe tot het 14* gedeelte in plaats van lot het 16° gedeelte zal geheven worden en van de overige ter maling gebrachte vruchten het 20e in plaats van het 24' gedeelte.
Afschrift, in Jura el privilegia II bladz. 451.
1614 , 5 April. De magistraat van Roermond magtigt den schepen Mattheus van Dulcken, die zich naar Keulen begeeft, om benevens de aldaar aanwezige provisoren van hel kollegie van den H. Hierominus met het domkapittel van Keulen te onderhandelen over de betaling van de door het domkapittel verschuldigde achterstallen en voorts die penningen te mogen aanwenden tot reparatie van gemeld kollegie.
Minute, in omslag 26 N0 6.
1614, 18 April. De regenten van het Laurentiaansche Gymnasium te Keulen schrijven aan den magistraat van Roermond dat zij over de reparatie en de inrigting van het kollegie van den H. Hieronimus met den schepen Mattheus van Dulcken geconfereerd hebben; zij hebben om de goede orde in dat kollegie te herstellen en te handhaven geen beter middel kunnen vinden dan het onder het opzigt van het Laurentiaansche Gymnasium te vereenigen, zoodal de alumni van het Collegium Hieromj-mianum ihr studium philosophicum nergens anders dan in Collegio Laurenliano volbrengen en tevens, wanneer zij
(1) Molfter. Zeker deel van hel meel , dat de molenaar zich voor maalloon loeëjgende het werd ook scheploon genoemd en later om hel misbruik door sommige keuren verboden. (Oudemans, Middeln. woordenb. in v.}
- 459 -
zich tot de studie der regten of tot eene hohere facultet begeven, usque ad licentiam onder de gehoorzaamheiden het opzigt der vereenigde provisoren van beide inrigtingen zullen verblijven.
Orig. gedagl. uit Keulen, in omslag 26 N0 7.
1614, 27 April. De magistraat van Roermond rigt een brief van dankbetuiging aan de regenten van het Laurentiaansche Gymnasium te Keulen wegens de zoo gunstige aanneming van het voorstel van Mattheus van Dulcken tot aanvaarding van het patrocinium van het kollegie van den H. Hieronimus De magistraat magtigt de regenten zoowel tot het bestuur van dat kollegie als tot het voeren van onderhandelingen en het treffen eener overeenkomst met het domkapittel aldaar aangaande den verschuldigden achterstand ; hij geeft tevens vergunning om de daaruit voortspruitende gelden tot restauratie van het kollegie aan te wenden en stemt er in toe dall gemelte* collegium dem yijmnasio Laurentiano hinfort annex scyn und pro membro eiusdetn ac pro inlroslanhbus des-seluen gymnasii gehalten sail werden, zoodat ook voortaan alle collegianlen die van Roermond zullen komen in arlibus humanioribus gein ander als gymnasium Laurentianum freguenliren mogen.
Minute, in omslag 26 1NU 8.
1614, 4 Junij De magistraat vun Roermond geeft vergunning aan den provinciaal van de minderbroeders om in de stad een huis te mogen aankoopen tot stichting van een klooster van arme Clarissen, op voorwaarde dat daarin nooit meer dan zeventien personen zullen worden aangenomen.
Afsclirill, in Jura el privücgia I , bladz. 110.
— 460 —
1614, 24 Julij. Ordonnantie van het hof van Gelder aangaande de confiscatie van de goederen der personen, die wegens tooverij veroordeeld zijn geworden.
Afsclirilt in Jura et privilegia I , Lladz. H9 , 120.
1614, '28 Julij. De aartshertogen geven hunne tevredenheid te kennen aan den magistraat van Roermond, omdat deze op verzoek van den provinciaal van de orde van S'. Franciscus, de toestemming gegeven heeft tot den aankoop van een huis te Roermond , bestemd om ingerigt te worden tot een klooster van S' Clara, genaamd „der grijze zustersquot;.
Orig. fr. geteekend Albert , in omslag 3 N0 30.
1614, 9 October. De magistraat van Roermond stelt eene lijst vast, aanduidende wat er voor de goederen, die den tol te Roermond op- of afwaarts voorbij varen, betaald zal worden, en geeft tevens bevel aan den tolgaarder Peter Royen genaamd Hendrix om aan de schippers van 's llertogenbosch en Zaltbommel geenen vrijdom van tol toe te staan, dan wanneer zij hun regt daarop zullen bewezen hebben.
Orig. met hel opgeplakte zegel ad causas der stad en geleekend J. van Ryckenroy , in omslag 26 M0 15. Zie ook omslag 8 IN0 43.
1614, 21 October. De aartshertogen geven op verzoek van den magistraal van Roermond bevel tot terugbetaling aan de stad eener som van 7392 ponden, elk pond tegen 40 grooten gerekend, zijnde het bedrag der placquillios door die stad in de jaren 1606 en 1607 aan haar garnizoen verstrekt. Deze terugbetaling zal geschieden door den landrentmeester Ydo Grammaye, telkens met
- 461 -
een achtste gedeelte van zes tot zes maanden, terwijl de eerste betaling met Januarij aanstaande zal plaats hebben.
Geaulh. afschrift fr. get. J. van liyckenroy, in omslag 24 N0 16.
1614 . 14 November. Geiss Hendrix en Jan Knippers, de eerste als echtgenoot en de tweede als broeder van Lisken Knippers , die op het huis Montfort onschuldiger weiss ter cause van duuelsche louerie gefangen is, geven aan het hof van Gelder te kennen dat genoemde Lisken drymalen is gelorquiert gewest en niets anders bekend heeft dan hetgeen eene deugdzame vrouw bekennen kan, alzao sijch genochsam purgiert van de indiciën die haer ter groeter onscholt syn operlacht. Zij verzoeken derhalve hare vrijstelling en beloven de voers. behaffte wederom in to stellen wanneer het hof nieuwe indiciën tegen haar mogt bekomen.
Het hof geeft zijne toestemming mits borg gesteld worde en de justitiekosten voldaan worden.
Orig. in omslag 26 N0 55.
1614. 10 December. Graaf Hendrik van den Bergh schrijft aan den magistraat van Roermond dat hij zijn best heeft gedaan om de stad van een groot garnizoen te verschoonen ; alhoewel de markies de Spinola bepaald had daarin vier vendelen Spanjaarden en eene kompagnie ruiters te brengen heeft hij verkregen dal slechts het vendel Italianen van Jan Baptiste Doric en zijne eigene kompagnie ruiters hunnen intrek aldaar zullen nemen.
Orig gedagt. uit Stevensweert en geteekend Henrich graff zu dem Bergh , in omslag 25 N0 45.
1614, 13 December. De magistraat van Roermond geeft een extract uit een oud notitie boekje aangaande de jaergedinge rechten op erfftsgns off erffpacht.
Orig. get. P. Bossman, in omslag 28 N016. «9
- 462 —
1615. Laurens Lenart , wiens huisvrouw Trijne van Elmpt door het hoofdgeregt van Roermond ais tooveres schuldig verklaard en geëxecuteerd is geworden, verzoekt om dequot; te zijnen huize in beslag genomene meubelen te mo^en behouden. In margine bevindt zich de toestem-minquot; van het hof, gedagteekend 16 Maart 1615.
Inliggend de inventaris dier in beslag genomen meubelen.
Orig. in omslag 10 N0 54.
1615, 20 Januarij. Stukken betrekkelijk het geding tegen Steven der muijrer. De huisvrouw van dezen Steven genaamd Geertgen van Geraedt, was onlangs te Roermond wegens tooverij geëxecuteerd geworden en op hare meubelen was door den momboir beslag gelegd. Steven had evenwel deze meubelen in gebruik genomen en werd deswegens voor het hof vervolgd. Alhoewel hij te kennen geeft dat hij door zwaren arbeid deze meubelen zoo als ook het huisje in de bekkerstraat gelegen verkregen heeft en daarom verzoekt in het bezit te blijven , verklaart het hof den suppliant niet ontvankelijk in zijn verzoek en veroordeelt hem in de kosten.
Orig. in omslag 10 N° 45.
1615, 12 Februarij. De magistraat van Roermond brengt 'een vergelijk tol stand in een geschil gerezen lusschen het gewantmakersambt der stad en Joos Scheyven, aangaande het gebruik van den vollersmolen.
Minute met verdere stukken daarop betrekking hebbende,'in omslag 28 N° 55; vergel. hel Verdrachs-boeck, bladz. 167.
OP HET
VAN DEZEN
36 , 38 , 39, 40, SI, 52, 55, 56, 57, 63. 64. 67—70, 74—76 , 79 , lU, 120, 122, 130, 131. 162, 164, 173, 174, 176, 180, 181. 183, 184, 186, 203, 204, 214, 215, 218, 221, 222, 224, 225, 228—230, 235, 236, 237, 238, 240, 241, 330, 331, 333, 337, 368, 370, 372, 373, 376, 377, 383—390. Beeck, 94. Beest, 342. Begrafenissen, 454. Beghnuof, 285, 392, 393. Belaten iiuis, 455. Belfelt, 141, 153. Belvedere , markies van- zie Velasco. Benedicti, Johannes, 90. Bentinck , Mania, 153, 154, 155, 212, 314. Filips van-4, 5, 342. Bentivoglio. 298. Bentschup , Melchior van- 21, 29, 138,199,349, 350, 412. Bekck, 179. Bercq, Jacques de- 323. Bergen up zoom, 214, 215. Berg, land van- 419. Bergii, Frederik van den- 18, 51, 57, 74, 77, 121, 145, 146, 434. Hendrik van den-18, 77, 79, 134, 151, 212, 215, 415, 449. Hcnnan van |
den- 18. 135, 341, 415, 433, 434. Willem vanden-326. Berkelaar, tienden van- 391. Bernardo Cornelio, 152,262, 410. Bersdorff, Siebrandt, 192. Betuwe, 194, 246. Bilant, Jr. Adriaan van den- 66, 340 Binsfeu1, Wirich van- 60, 441. Blerik, tienden van-391, 393. Blitterswijk, 215, 242, 396. Blomerssem, adellijk goed, 33. Bluendeek , 216 , 402. Heer van- 13. Bociiült, Johan van- 77. Bockiioltz, Goddart van- 3. Bodtberch, Adriaan van- 94. Bodtbergen , Elbert van- 77. Boedbergh, Arnold van- 165. Boener. Jacob, 331. Boetdercii, Caspar van- 156. Bogarden, klooster, 418. Boickholt, Godfried van- 340. Bommelerwaard , 194 , 342. 359.. Borne, Goswinns van- 391. Bossche , I'icter van den- 24, 436. Bossman , Petrus , 41 , 195. 209, 354, 358, 456. Botberoen, 154. Botter, Evert, 416. Boüwens, Albert, 385. Bracamonte, Don Juju de- 163. |
Biuechelen, 109. Bbaets, Christoflel, 231, 41(5, 455, 456. Braspenning, oude, 22, 23. Bbeda, 113, 309. Brede , Aleidis , Hendrik en Werner van- 81. Brempt , huis le- 352. Joban van- 90. 91, 346, 413. Bbüeuebsciiap van hel H. Sa-cram. 87, 90. Bboekiiuizen , Gerirudis van-347. Maarten van- 34, 52, 57, 67, 165. Bboucr, Hendrik iho- 192. Bruiloften, 454 Bruner, Albert, 326. Bueneb, Jan. 226. Btmr.erwacht, 432. Bijsmeester van Roermond, 450. Busquoy, graaf van- 259, 261, 283, 286, 289, 300, 304. Butklns , Mathijs, 155, 161, 263, 306, 309. Bïl, Godarl, 340. Bylandt, Agnes van den- 352. Bïlant, Olto van- 91. Bvns, Daniel, 453. Caesareus , Johannes, rector der school, 96. Capei.i.en, kerspi lkerk te- 8i. {'.APUCïNtN le Gelder, 220. Garaciolo, Golla Maria 126. |
Gastro, Jacobus a- 431, 439. Gatt , conrector der school, 294. Gedron, kloo ler genaamd- 418. Gerclair, Benier de- 12, 13. Ghalons, Mr. de- 152. Giüoiamp;ne, Alexander, 251, 252. Bidder- 109 , 111 , 112 , 114, 120, 126, 251, 252, 253, 309, 329, 331 , 332, 404. Glarissen te Boermond, 221, 457, 459, 460. Gollart, Hans, 176. Gontributiën in hel Overkw. 114, 117, 118, 165 , 166, 188, 189, 192, 193, 195. 196, 202, 210, 226, 327 , 328, 342, 343, 348, 354, 355, door beden le vervangen 331. Gorneuus , broederschap van S1.- 81. Gorswarem , Jacob, heer van-352. Gortf.mbach , Jr. Hans Willem van- 366. Herman van- 424. Gostumiere raden, 39, 63, 72, 74,170, 188,193,206,223. Greijarts, Gerard, 52, 56, 77, 183 , 194, 199, 203, 209, 306, 340, 354, 358, 432. Griep, Willem van- 135,332, 335 , 337. Groisilles, Lambert de- 27. Groy. hertog van- 227, 407. |
- IV -
Cruciiten, 94, 179. Cuïckius, bisschop, 129, 138, 144, 143, U7, 148, 149, 234, 233 , 236, 272, 274, 277, 279 , 281, 282, 289, 294, 293 , 508 , 420. D. Daemen van Lentholt, Adam , 34, 41, 77, 228. Daghuben vau aaibachlsliedcn, 276, 442. Dalen, van- 281. Dalenbroek, 436. Damme, Herman van den- 87. Daniel , pastoor le Roerm., 391, 592. Daniels, Walraven, Waradijn, 442. Darth, Hendrik de- 199, 203. 228, 363. Decker, Josef de- 103. Delen, Jolian van- 319. Deputatie uil de staten benoemd, 329, 359, 5'M. Deventer, 301. Diego, de la Cuena , 31, 32, de Sarmenti 401. Doeven, Berihold, 123, I2ü. Doornik, 367. Dordrecht, 594. Doria, Nicolaas, 208. Domo, Jan Baplisle, 40i. Drenckwairt , Jolian de- 124, 123, 410. |
Droogsciieerueksgili), 94. Puck er, 56. Duel, eeuwig edict tegen bet-424. Dueven, Jolian van- 90. Duisburg, 36. Dulcken , GooUen van- 232 , 266 , 270. Mattbeus van-60 , 67 , 275, 282, 339, 379—382, 408, 414, 438, 439. Dusseldorf, 276. E. Echt, 8, 34, 358. Efferen, kapitein, IGO. Eger, Eilbert van den- 90. Egeren, Loeff van- 77. Egmont, Anna van- 393. Fio-ris van- 247. Wiliielinus dominus de- 88. Elueren, Cecilia van- 88. Elisabeth , klooster van S'.-88, 236. Elmpt, Daniel van- 413. Gerard van- 122, 430. Hendrik van- 181 , boscb te-89 , 122 , 134, 394, 415, 415, 450, 458. Elswick, Johan van- 60. Emss, Renier van- 300. Erkelens, 94, 102, 1Ü0, 179, 252, 239, 260, 261 , 289, 293, 296, 507, 341, 412. Esneu, heer van- 104. |
Espinoy, prias van- 27. Eugemus IV, paus, 392. Eyck, BarthiM van- 124. F. Faunese, Alexander, overleden, 118, 119. Fkre, la- 129. Fernandes, Antonio, 443. Fii.ips, prins van Spanje, 94. Floüx, Joosi, 449. Fontaine, de- 3)0, 311. FoppiNr.a , Michiei van- 70, 153, ISO, 158, 103. Frankrijk, hesland mei- 121,122. Fulntes, ^raaf van- 118, 127, 128, 129. (jARNIKK, 110. Garnizoen, onderhoud van lieten klaglen over hel-10, 11, 24, 38, 102, 103, 104, 126, 133 , 136, 137, 142, 157, 159, 219, 258, 283, 290, 291, 325, 528, 330, Ol)4, ooo, O49. Gasthuis van S1. Joris, 132,427. Geest. Kerk van den H.- 83. Kapittel van den H.- 81 , 83, 249. Geestelijke jurisdictie , 371 , 372, 389. Geisteren, 242. |
Geluer , ambt, 41, 42, 43, 50, S3, 101, 162, 178, 373. Stad, 3, 17, 24, 27, 28, 35, 101, 113, 139, 162, 163, 179, 182, 248, 282, 292, 296, 314, 341, 342, 352, 372, 441. 451. Vestingwerken , 50 , 53 , Dederik van- 321. Marcelis van- 385. Reinier van-6, 28. Zie hof. Gemaal, belasting op het- 89. Genealogie van het Oost huis, 70. Gewantmakers , gild der- 95, 106, 131, 404, 437, 462. Ghent, Willem van- 99. Giiymnicu, Margaretha van-86. Gilden , 92, 94, 95, 97, 99, 131, 134, 137. Gilkens, 281. Goes, 3, 224. Godsweerd, klooster, iso. Goor, 301. Gorcomensium, Hist. mart.-227. Goudgulden, waarde va n den-248, Gouverneurs van Iloerm. 103 —107, 155. Grammaye, Ido, 197. Granen, verbod van uitvoer 95. Grave, 108, 109, 135, 143 149, 150, 151, 339. Greekraad, 43. Grenet , Antoine de- 144, 146, 152, 419. Grevenbroek, Johan van- 189. Gueverade, Godefridus de- 391. |
Griend, Egmundus, 392, 393. GnoESBEEK , Gerard van- bisschop van Luik, 396. Zeger van- 9S. Grol, 242, 301. Groningen, Pelrus, 257, 258, 304. Grubbenvorst, lol te- 91. Gruytiiuis, Herman, 77. Gulik , land van- 155 , 233 , 289, 419, 433, 436. H. Hachicoijrt, 161, 162. Haefften, Jacob van- 298. Haen, Arnold de- 200, 208. Haen, ïheodericus, 248. Haess, Herman, 276. Hagelcruïts, adellijk huis, 220. Hanxleden, Elisabeth van- 424. HANZEiAKEN, 158, 248 , 262 , 263, 264. Hatenboeb, 255. Hattem, drostambt, 326. IIaultepenne, 109. Heinsberg, 109. Heister, Gerard, scholtis, 264, 416. Helden. 443. Hehrë, markies van- 152. Henseier, Kombout van- 326. Herkenbosch. 413, 431. 's Hertogenboscii , 143 , 144, 206. 247, 249, 260, 3i8, 421, 422, 426, 460. |
Hervoet, Hendrik van- 191. Hieronihus, Kollegie te Keulen, van S'. 439, 458, 459. Hillenraao , heer van- 41 , 179, slot van- 89. Uinsbeek, 43. Ilisr, gcneal. van het Oiistenr. huis, 70. Horocque, baron de- 71. Hoensbroek, Adriaan van- 168, 242, 372. Hoen van Cariheels, 65. Hof van Gelder, 7, 21 , 74 , 169, 173, 185, 229, 276. 280, 281, 374, 417. Holdtiicysen, Kenier van- 323, 324. Hompel, .lr, Assuerus van- 33, 76. Hompes, Johan, 175. Hoofdvaart, 446. Hoppenraet , veld genaamd-89. Horn , huis , 12, 13, 390, graaf van- 97, 321, Jacob, graaf van- 247. Horpuscii, Arnold van- 34,60, 77, 194, 354, 358. Horst , heer van- 5, Conrad van der- 77 , Dirk van-347, 409. Hospitaal te Roerui, 392. Houtiiem, Uliverius van- 255. Hulst, 115, 130. Huurvaardersgild, 137. Hüyn, Arnold, 188, 193, 195. |
1.
Impel. Zie Humpel. In gen Oï. klooster leVeiilo, 418. In gen Rae, Johan, 60, 193, 202, 554, 358. Isabella , infante , komt naar lloerm. 366. Isenghien, 132. IsiciiRAE, Gerard , conrecior iler school, i27. Jaarmarkten, 318. jagt, 67, 79. Jesuiten te 's Herlogenb., 42!, 426, le lloerm. 31, 302, 304, 341 , 371, 419, ,427, 433, 439, 445. Joris , kapel van sint- 138 , ^astliuis van sint- 132. Jits Glaüii, 62, 66. Justitie, beleid der- il6, beloon in^ in zake van- 413. Kanaal van den Uijn naaide Maas, 370. Kanselarij, 167, 321. Kapel in 't Zand, 440, 448, 43-5. Kapittel te lioermond, 108. Karthuizers le Roermond, 82 , 122, 129, 405, 458. |
Kerk, parodiie- 87, 92, Ho, 248, 297. Kerstïnen, Pauwels van-397, 401. Kerveniieym, Berndt van- 192. Kessel , 434 , land van- 3 , 34, 41, 51, 66, 94, 100, 115, quot;123,quot;quot; 178, 332, 341, 3l5, 339. ' — quot; Keulen, -265, 277, 279, 280. domkapittel ir- 438. Kapittel van S'. Gereon te- 200. Lauren tiaansch iiyinnasitini te- 458 , 459. Kiggenweert, 296. Kinschot, F. van- 180, 183. Kleef, land vau- 196, 263, 419. Kleermakersgili), 97. klooster,Godsboonigaard, 277, 278, 279. Godswaard, 282. der kruisbroeders, 283. Kluis op den molenberg, 91. Knippinck, Jasper, 94. Kocks, 281. Kuamersgilu, 99, 100. Kriekft, Henricus, 91. Kriekenbeek, ambt, 37,41,213, 239, buis, 103, 323, 524. Kwartieksdagen, 't beschrijven van- 15, 18, 24, 29, 30, 71, 74, 135, 180, 214, 218, 225, 233 , 244, 338, 351. ■iu |
- VIII —
Laer, Hendrik van- 77, 351. Lakenfabriek, 318. Lvndregten van hel Overkw. 32 . 35 , 44, 45, 46, 47, 49, 63, 98, 174, 175, 177, 178, 179, 183, 186, 338, 353, 43Ü. Landvracutein, 62. Langen. Jolian van- 76. Lanceveldt, adellijk goed, 32. Lara, don Mauricks de- H4, 326 , 328. Laurenïiaansch gymnasium te Keulen, 458, 459. Leenceregtiguiieid, 61, lt;gt;7, 93, 99, 332. Leenkamer, 38. Legases, markies de- 243, 244, 367, 369, 387. Leidekkersgilp, 92. Leutu, 43. Lewen, Wilhelm van der-77. Licenten, 18, 34, 38, 39, 48, 53, 62, 63, 66, 75, 109, Hl , 112, 117, 118, 122 _126, 128, 130, 139, 155, 175, 183, 185, 192, 198, 199, 207, 209, 222, 224, 233, 240, 254, 308, 350, 351, 352, 363, 374, 376, 377, 378, 379, 383, 399, 405, 457, kamer der- 222, 224. Lindanüs, bisschop, 249, 251. |
Linne, 440, 446. Lintrens, Gerard, 34, 77. Lippe, Roelof! van der- 76. Lobbrich, 43. Lochem, 112, 301. Lom, Malhis van- 273 , 408 , 410, 444. Lomhe , Jolian va:i- 92 , 248. Longin , kapitein, 142. Lubek, 248, 262, 264. Luik, Kapittel, 14, 149 , land van- 114, 149, 155. Luitgen, Gerard, 340. Lijnden, Dederik van- 245. M. Maas, S'. Jans- 425. Maasbraciit, 405. Maas en Waal, 194. Maashees, 216. Maastricht, 143, 144, 146, 147, 150, 152, 159, 244, 250, 261, 282, 422, 434. Maes, Thomas, 342. Maeseyck, 257. 430. Mansfelt , graal van- 116, 118, 119, 152. Karei van-li 2, 115, 120. Manslag, vergelijk wegens- ill. Marck, Adoll van der- bisschop van Luik, 392. Mardijk, 238. Mares, de- 118. Mauia-gaabd, klooster, 85, 86, 87, 88. |
- IX -
Maria-wee, klooster, 159,285, 418. Mariknwaard, 342. Marktschip, 100, van M.ieseyck op Luik, 450. Maroyen, Malhis, 127, 252. Masius, Ghisbertiis, 547. Maten, 258, 428. Matthias, Roonisch koning, 444. Maürits , prins van Oranje, 125, 289, Meei.molens, 458. Melaatschiieio, 444. Melart, Gnilielmns, reclor der school, 305, 427. Meuk, 413, 431. Merode, Willeir. van- 124. Merwick, Caspar van- 60, 191. Rorich van- 89. Metselaarsgild, 92. Metzuoeten, 97. Meurs, 149, 289. Meyebu, 210, 211, 345, 421. Middelaar, 179, huis, 5. Middelburg, 394. Mierlo, Ida van- 416. Malhys van- 103. ^ Minderbroeders le lloenn., 13, 521, 421, 459. Moederkerk , 87 , 92 , 115 , 406. Moeits, Willem, 363, 364. Moeitz, Peirns, 77. Moetzoen, 253. Molfter, 438. Momboiii van Geider, 6, 9. 10, |
21, 169, 199, 200, 207, 233. Monnikenland. 99. Mont, Jean du- 250, 251. Montfort, arabl, 26, 39, 41, 46, 66, 94, 115, 124, 126, 153, 155, 178, 212, 213, 250, 251, 276, 296, 405, 439 , huis , 30 , 160, 250, 328. Mock, 301, 304. Motte, de Ia- 127. Motterie, la- 36, 452, 453. Mit.genbroek , Gerard van-80. 81. Münsterklooster , 103 , 123, 168, 232, 245, 398, 438, 458. Munster,, S'. Cornelis- 152. Munt, 42, 152, 175, 190, 203, 215, 217, 270, 273, 295, 296, 297, 361, 429, 431 , 436. Koerinondsche-42 , 174, 278, 318, 319, 338, 348, 382, 414, 416, 422, 427, 435, 442—446, 449, 450. Muntpi.akkaten , 20 , 21 , 58, 62, 63, 175, 178, 183, 306, 316, 317, 325, 367, 388 , 417, 418, 422, 444. Muntregt van Roermond, 19, 20, 21, 22, 23. Muntmeester, 319. Murmellius, Johannes, 395. Mijnweg, 123, 431. |
N. Nederhoven , Jacob van- 442. Neuss, 289. Nieuwenaar , Willem , «raaf van- 247. Nieuwstad, 54. 338. Ni'nhem, Seih van- 36, 417. Nymegen, 113, 165,184,188, 194, 237, 242, 246, 272, 280, 298, 310, 344, 345, 352, 361, 393. Odiuënberg, 37, 84, 170. Üebenrode , Coll. kérk van sint- 348. Oeijen. heer van- 41. Offenbeek, van- 437. Offenbergh , Diederich van-225, 234. Oist, Dirk van- 89. Olbenzaal. 289. Olitiers, Gniliaume, 132, 134, 137, 144, 287, 3Ó0. Ommeren, Dirk van- 202. ünraadspenningen , 7, 8, 166, 213 , 217, 249, 348, 385. Owiemert, 206, 207. üpiioven, bij WSssenberg, 391, 393. Oranje, prins van- 129. Ostenüe, 139, 149, 156, 163, 263. O verkwartier, geschiede rt is V3n-65, 75. Overmaas, land van- 356. |
P. Paardenmarkt le Roerm. 111. Pai.lant, Caih.irina van- 189, 191. Panheei,, 248. Panthéon iiseraire, 234. Parejas, don flarcia de- 71. Parma , Alexander van- overleden, 118, 119, Marga-relha van- 97. Pastoors der parochiekerk, 83, 87, 90, 92, 248, 257. 303. Paulus UI, paus, 248. Pedro de Pas, 398. Pei.lionis, Henricus, 294. Pést, 265, 274, 279, 288. Pesthuis, 302. Pestmeester, 288. Peut, Manillas, 83. Piespordt, Dietcrich, 70. Placqüillios, 38, 53, 62, 66, 75, 170,310,412,417, 446, 460. Pol, 248. Polweiler, 101, 102, 439. pümpeo jüstimano , 13, 14, 310, 311, 412, 417. Predikanten, 237, Privilegie dc non evocando, 47. Puitlingk, Chrisloftel, 122,405. Ponder, kapitein, 28. Puteanus , Erycius , 65, 75, Mathis, 231. Piitheo, Theodericus de- 248. |
R. Raad van State, mei de regering belast, 100, 101. Ram, Francisca de- 4S7. Recollecten te Roerm. 221. Rekenkamer. 274. 287, 288. Religiezaken, 423. 425, 436. Remissie iu crimin. zaken, 53. Rengers, Jonker Willem, 32. Renooi, 342. Renten, redeinpiie der- 13. Revisie van vonnissen , 78 , 173, 177, 185—188, 202, 205, 430, Riiede, heer van- 117. Riciiardot, 110, 142, 150. Richardt, .1. 77. Richterich, 245. Ridderschap van helOverkw. 19. Rincelbdrcii , Quirinus, 148, 149, 152. Roermond , 25 , 26, 29, 35, 42, 48, 49, 179, 182, 201, 219, 230, 244, 247, 248, 250, 252-234, 258—263, 265, 266. 273, 277, 281, 283, 286, 287 , 289, 292, 294, 295, 300 , 305, 311, 314, 367, 371 , 372, 393, 394, 399, 422; — schepenen in 1307, 80; — forti-licalie werken van-94, 136, 151, 157 ; — hoogduitsch garnizoen te- 100 , 101 ; hospitaal tr- 392 ; — de |
magistraat in de kerk opgesloten , 100; — rosmolen te- 132 , 268 ; — heil het gemaal, 88; — kermis en jaarmarkt te- 254; — wordt voor den vijand gewaarschuwd , 259 , 299, 307 ; — Escadron in garnizoen te- 263, 264, 265, 267, 268 , 269, 272, 274, 275, 276, 344 , 345, 408, 410 ; — pest te- 265, 274, 278, 279; — stedelijke accijnsen van- 268 , 269 , 270 ; — heft havengeld 271 ; — maakt versieringen in de moederkerk, 336; — in geschil met Venlo over het stapelregt 393; — de magistraat door bisschop Cuyckius geinterdiceerd 420. Rossem, Joannes de- 88. Rubens teekent eene titelplaat voor de landregten van het Overkw., 176. Ruvss, Cornelis 154. Rhyssenborgh, Margaretha, 430. S. Sachament , broederschap van het H.- 87, 90. Salland, drost van- 160. Schaesberch , Johan Frederik van- 231. Schattingen, 4, 96. |
- XII -
Scheel, Engel, wed. Schencko. i Sciienck, fort, 272. Schenck. Hendrik, 3, 239, 240. Sciienck van Nydegcen, Arnold, d85; Arnl. 91 ; Arnold De-derik, 232; Christoffel, 60. 73, 194, 196, 351, 352, 35-i; Dederik , 232; Elizabeth , 91 ; Hendrik 91 ; Maarten , 108, 321; Otio, 3, 91 ; l'ieter 321. Schenkenschans, 144. Scherpen heuvel , 274 , 275. 280, 282. Scherpenzeel, Otio van- 247. Scherpbegter van 't Overkvr., 342, 408. ScHOLTisaanstelling van-231,233 School te Roermond, 96, 118, 128, 133, 137, 142, 158, 280, 282, 294, 302, 305, 403, 427, 432, 445. Schottüs, Andreas, 137. Schouwberg, graaf van- 91. Schueven , Hieronimus van der- 90. Schutten, (burgervendel) 105. Seminarie te Roerm. 418. Sepulchri, orde Squot;- 37. Seur, Johan de- 197. Sevenüm, kasteel, 136. Sittabd, 133, 433. Slinsius, Johannes, 122. Smalevelt, 301. Spee, Jo. Hathert, 320, 452; Nicolaas, 415. |
jpiNOLA , Ambrosius de 292 ; don Gaston de- 115; markies de- 43, 284, 285, 287, 288 , 289, 306, 369, 413, 421, 443. Stapelregt, 393. Steeniiuis , Willem van- 344, 345. Stepraedt, Jonker- 210, 216, 361. Stern, Hein in Gen- 95. Steïnhuyss, Engelbert, 94. Storm , kapitein , 312, 315, 317,318,320,415,420,421. Straatschenders , klagt over-315, 328, 405 , 419, 424. Straelen, Peter van- 77, 269. Stralen , 3, 4, 20, 24, 113, 139, 158, 160, 163, 179, 296 , 341 , 372 , 441 . ambt- 41. Surplus of Schipper steur, 128. 292, 406. Swalmen, 84, 141, 153, 179, 212, huisen heerlijkheid- 89. Syndicus der staten, 385. T. THEor.ALüus, klooster van Sint-418. Thorn, 99; Slicht, 134, 425. Tiel, 452. Tielerwaaro, 194, 201, 206, 208, 210, 211, 342. Tiende penning, 93. |
- XIII -
Timmerliedengild, 134. Titels, voeren van- öö, 68. Titius, rector der school, 118. Tobaschaij, Baron van- zie Lara. Toi.len , 23, 26, 91, 130, 131, 132, 143, 135, 183, 240, 264, 273, 295, 294, 332, 365, 432. Toi. ie Asseli, 396;Gel(lersche-le Venlo, 38, 33, 54; Lil-sche- 130, 131, 152, 247; te Roermond, 460. Tonsorius, rector der school, 155. Tooverij, 92, 402, 407, 411, 453, 441, 451 , 435, 436, 437, 460, 461, 462. Tyll , Mechiildis van- 90 ; Willem van- 89, 90. Twistede, 164. U. uden, 260. Unca, kapitein, 160. Urmonü , 244, 516 , tol te-516. Utrecht, 105, 416. Uwens, Hendrik, 46, 51, 52, 37, 64, 63, 74, 77, 79. V. Vaart, nieuwe- van den Rijn naar de Maas, 245. Valkenburg, 277. Vali.adolid, auditeur, 403. |
Varambon, markies van- 112, 402. Vasseur, MO. Vechtbrehkes, 97. Veecken, .1. van der- 202. Vegersheim, Rlasius van- 101. Velasco, don Louys de- 182, 297, 555. Venlo, 26 , 28, 56, 58, 35, 54, 103, 107, 108, 109, 112, 115, 114, 121, 126, 150, 135, 137, 139, 144— 147, 149 —151, 155, 155, 157, 158, 179, 182, 185, 201, 209, 214, 230. 247 , 234, 255, 262, 265, 292, 295, 296, 298, 505, 507, 508, 510 , 314, 541, 551, 560, 561, 567, 570, 372, 589, 594, 599, 418. Verdugo, 112, 115. Vereeringen aan stadhouders, enz. 529, 352,410,447,450. Vernich , Margaretha van- 92. Verreyken, 286 410. Vestingwerken, 115, 121,125. Viebsen, 45, 159, 259, lt;Jod-Iried van- 251. Viglio, i;raaf van- 152. Vlodrop , Adriaan Balthasar van- 547 ; Johan van- 424; Lucia van- 566, 424; Lutter van- 423 ; Margaretha van-424 ; Willem van- 88 , 247, 522. Vogels, Peregrinus, 516. |
— XIV
vdllersmoi.en, 106, 46^. Vorst, Andries van- 19(), '10i, 210, 333, 360. Vosterman, Reiuier, 509. Vrijhersum, Willem van- 9. Vucht, 149. W. Waag der aartslieri. 437, 447. Waaggeld der granen, 99. Waas, land van- 115, 127. Wachtendonk, 13o, 139, 149, 151, 154, 179, 248, 283, 284 , 286, 290, 296, 353, 417, 441 ; heerlijkheid van-3; land van- 4 ; Arnt van-91. Jo. Willem van- 66. Walbeek, 164. Wanckum, 32, 43. Wanlo, Hendrik van- 399. Wapens, voeren van- 63, 68. Warfcsé, {quot;raaf van- 229. Wabluzel , gouverneur , 105 , 106, 107, 250, 251, 399. Wassenberg, 431, 436. Weert, 51, 52, 53, 66: 99, 160 , 163, 165, 235, 236, 296, 307, 359, 437; land van- 109. Weisleben, 160. Well, 242. Werwolff, 420. Wesel, 41, 42, 43, 50, 121. Wesenhaghen, Denys van- 321. Wessem, 99, 254, 328. Wf.tten, parochiekerk van- 25. |
Wevert, Johan, 94. Wikraue , sloi , 86 ; Johan vap- 86. WmcKEL.Theodericusin den- 92. Winterswijk, 242. Witcleber, 261. Wittenhorst , Johan van- 26, 60 , 68 , 76 , 100 . 193, 194 , 199, 354. Walraven van- 193, 341, 409. Wol-('aen fverl van- 76. Wirich, Jonker, 424. Wvenhorst, Balthasar van- 94. nigt;gt;n3 van- 94 Hendrik van-90 , 94. Johan van- 90. Johan Ulrich van-220. Loeff van- 94. Wylyck, Ou van- 91. Y. Ysendoren de Blois , erf'gen. van Rtienne d'- 17. Ysendorn, Steven van-161,162. Z. Zaltbommel, 460. Zelfmoordenaar, 456. zlerikzee, 394. Zout, verbod van uitvoer vau-365. Zuchtelen, Dirk van- 92. Zutfen , 26, 188, 192, 194, 201, 224, 242 , 301, 393, 455 , kwartier van- 353, 354, 359. Zwol, 301. |
IN HET
--
BI. H |
rcji |
. 6 |
V. |
1). |
staat 1542 iecs |
1543. |
» H |
ii |
13 |
V. |
h. |
» ii stadhouderquot; » |
«gouverneur generaal.quot; |
» lij |
ii |
1 |
V. |
b. |
ii «vredestraktaatquot; » |
iipaeificatie van Gend.quot; |
» 1« |
n |
4 |
V. |
0. |
ii 1627 ii |
1607. |
» 58 |
li |
7 |
V. |
0. |
ii 1478 » |
1479. |
» (i7 |
u |
1 |
V. |
b. |
ii 1560 ii |
1556. |
» quot;(i |
li |
12 |
V. |
0. |
ii 1666 ii |
1566. |
» 85 |
li |
12 |
V. |
0. |
achter «zendtquot; te plaatsen «aan den mafdstraat van | |
Roermond.quot; | ||||||
» 8(i |
» |
14 |
V. |
0. |
» «deeltquot; « » |
«aan den magistraat van Roermond.quot; |
» 98 |
li |
7ciil2 |
V. |
0. |
staat 1572 lees |
1570. |
» lOi |
u |
9 |
V. |
b. |
ii 1575 « |
1573. |
» 125 |
H |
6 |
V. |
«. |
« bezwaarnis » |
bezwaar. |
» 12igt; |
11 |
9 |
V. |
h. |
bij te voegen: In margine is het antwoord van | |
den landvoogd. | ||||||
gt; 155 |
II |
5 |
V. |
b. |
ii ii » Het on |
ig. is in de Verhandrlin- |
gen van staat bl. 329. | ||||||
» 181 |
II |
13 |
V. |
0. |
staat 1602 lees |
1609. |
» 19« |
n |
2 |
V. |
b. |
ii ngeynre kunnequot; « |
«geijnrekunnc.'' |
» 304 |
li |
4 |
V. |
b. |
ii v sonderquot; « |
eronder.quot; |
» '201 |
» |
7 |
V. |
(i. |
« 1490 « |
1409. |
i'211 |
ii |
9 |
V. |
0. |
» iicrfgoedingquot; » |
«erffguedunge.quot; |
» 229 |
■ B |
14 |
V. |
b. |
achter »1586quot; te voegen |
»22 October.quot; |
» 233 |
li |
9 |
V. |
b. |
staat: hen |
lees hun. |
» 234 |
ii |
7 |
V. |
0. |
» renteniers |
ii renteheders. |
» 237 |
li |
6 |
V. |
0. |
ii terwy |
x terwijl. |
» i) |
li |
2 |
V. |
0. |
ii l.ouis |
ii Luis. |
» 240 |
» |
11 |
V. |
b. |
ii Louis |
« Luis. |
ii » |
tl |
12,13 |
V. |
b. |
» het bedrag |
» de opgave. |
- XVI -
Polweiler. Willem de-.
de Warluzel.
N» 22
Poilwiclcr Willem van-
Warluzel
BI. -245 » 247 » quot;249 » 232 » 234 » 238 » 260 » 264 » 549 ii 566
reg.
a
u »
»
»
» 582
N° 25
laatste reg. v. o. achter »magistraatquot; tc voegen »van Roermond, reg. 16 v. b. staat nveklarenquot; lees gt;,verklaren.quot;
a 11 v. o. » 1671 11 1371.
» 4 v. b. in plaats va» xdezequot; » »de krijgslieden, die
te Meurs in garnizoen liggen.quot; » 15 v. b. ii kapiteinquot; lees «gouverneur.quot;
9 v. o. achter het woord »vendelquot; moet staan: «hij is evenwel niet geslaagd, doch de magistraat behoeft geen vrees te koesterén,quot; bl. 401 reg. 6 v. o. staat: »Septemberquot;' lees «December.
lees »
iNi--