Over de Gezondheidsmaatregelen bij een Leger te velde.
NA AH HET FRAN SCH
DOOR
11. 0. F. L. AALBERSBEHG.
Ollicior vnn Gezondheid.
TE HAARLEM, BI.) DE EIWEN F. BOHN. 1870.
Medici.
Oct. n
u
1
Over de Gezondheidsmaatregelen bij een Leger te velde.
NAAR HET FBANSCH
DOOR
Onder do handelingen waardoor de menschelijke geest zijne verhevenheid hoven liet overige van de schepping doet kennen, mag do oorlog niet gerekend worden, al biedt hij ook do gelegenheid aan voor daden van moed en beleid. Des oorlogzuchtige volken bewijzen ten duidelijkste, dat zij geen vertrouwen stellen in do hulpmiddelen der menschelijke wijsheid, noch in de magt van deugd en regtvaardigheid, noch in het gezag tier welwillende en raonsehlievende gevoelens, die door do godsdienst en de wijsbegeerte in den inensch gelegd en levendig gehouden worden. De oorlog, waarin do magt van den sterkste de scheidsrechter is, heoft in geen enkel opzigt iets gemeen met wijsheid, deugd, regtvaardigheid, welwillendheid en menschlievondheid.
Maar is de oorlog eens verklaard en zijn de vijandelijkheden begonnen, dan hangen liet lot en do grootheid van hot vaderland af van don afloop der veldslagen, en wordt liet een ieders pligt, hoe hij ook over den oorlog en zijne afgrijselijkheden moge denken, om niet alleen te wenschen dat do nationale vlag met roem beladen worde, maar ook al wat in zijn vermogen is or aan toe te brengen; partijgeest en verschil
1*
van ineciiing moeten op zijde gezet worden. Deze beschouwingen lieb ik laten voorafgaan alvorens liet publiek de volgende opmerkingen voor te leggen, die naar mijne meening gelieel in overeenstemming met bet nationaal belang zijn. Kritische opmerkingen zullen bier en daar voorkomen, maar waarlijk, zij worden niet geboren uit gebrek aan vaderlandsliefde; integendeel, zij ontstaan uit een levendige belangstelling in liet lot van den soldaat, en uit de begeerte om liem in zijn volle kracht en edele werkzaamheid te behouden, door hem te vrijwaren voor die gevaren, die hij niet door bet lood of bot zwaard van den vijand ondergaat en waaraan in voorgaande oorlogen vele onzer soldaten bezweken zijn. Hoewel de beide volken, die elkander nu bevechten, tot de meest beschaafde natiën behooren, en door de verlichting van den geest, mcnschelijkheid, ontwikkeling van de rede en liefde tot regt en billijkheid beroemd zijn, onderwerpen zij zich toch aan eene proef, waarbij noch de billijkheid noch de rede in het spel komen, en waarbij de mcnschelijkheid geheel wordt ter zijde gesteld; want in den oorlog wordt de menschelijke geestkracht gebruikt om den evenmensch te vernietigen. Gelukkig staat tegenover al deze ellende, ton minste in de oorlogen der beschaafde nationquot;, het krachtig en aanhoudend streven van het menschelijk verstand, dat ook in den tegenwoordigen oorlog zich voorzeker schitterend zal doen kennen. Hierover wenschte ik te handelen; intusschen laat ik bet verstand in zijne toepassing op den oorlog ter zijde, boe groot het belang ook zij dat er van afhangt; ik zal niet uitweiden over do krijgstalenten die zich kunnen ontwikkelen, noch over het genie der chefs die belast zijn met de bewegingen der legerkorpsen en de leiding der veldslagen. Do groote veldheeren, wier tegenwoordigheid in een leger, volgens het oordeel van Wellington over Napoleon, gelijk staat met 40,000 soldaten, zijn steeds groote zeldzaamheden geweest, on men kan
lt;*
i)
ne tollen die in den loop der eeuwen zijn voorgekomen; liet zijn mannen, dio door de fortuin ton hoogste begunstigd zijn, eu de volken noemen kunne namen met selirik en bewondering. Zal een van die buitengewoon begaafde mannen ziek doen kennen in den strijd tusschen Frankrijk en Pruissen ? Zal er een Arminius of Germanieus gevonden worden? Niemand weet het of kan ket voorspellen. Beide volken kunnen niet beter doen dan kunne vurigste gebeden opzenden, dat er een van die buitengewoon begaafde stervelingen in kun leger opdago, evon als de Grieken die, toen het lot beslissen moest wie zich met lleetor zou meten, deze bede tot Jupiter zonden ://groote God! laat het de groote Ajax of de zoon van Tydeus of de Koning van Myeeae zijn.'' Als men ten aanzien van den tegenwoordigon oorlog de zaken met kalmte beschouwt, en elke voorkeur die men zou kunnen kobben ter zijde stelt, dan mag men veronderstellen dat wat betreft ket opperbevel en het strategisch beleid beide partijen vrij wel gelijk staan. Wat de legers zelf aangaat , zal men moeten toegeven dat het voordeel aan de zijde van Frankrijk is.') Het Fransehe leger toch is geoefend door de ondervinding, want sedert het den Afrikaansclien bodem betrad, heeft ket om zoo te zeggen den vrede niet gekend. De veldtogt van Solferino in 1859 mag door zijn korten duur als eene voorbijgaande gebeurtenis beschouwd worden, even als die van Sadowa in 1866, waardoor het Pruissisehe leger een zeer grooten dunk van zich zelf gekregen heeft, maaide langdurige oorlogen in de Krim en Mexico en de te weinig bekende oorlog dien wij in China voerden, hebben aan de Fransehe troepen eigenschappen gegeven die ken voor een tegenstander geduckt maken, en ket verblijf in Algiers, waar zij steeds te strijden hebben met het klimaat en eene slechts
') Wij laten natuurlijk clit oordeel voor rekening van den Franselicn schrijver.
(i
ten (leele onderworpen bevolking, is voor hou eeno voortdureiido oefenschool. In dezen oorlog maken liet oorlogsmatericel, de wapenen, werktuigen , en allo andere krachten die men in werking xal brengen eon onderwerp voor het verstand uit, maar in do gegeven omstandigheden zoude hot onbescheiden zijn hierover uit to weiden. Wanneer men het bloed dat vergoten wordt en do afgrijselijkheden die hij rondom zich verspreidt niet in rekening brengt, dan is de oorlog, even goed als eeno katoenspinnerij of eeno grofsmederij, een tak van nijverheid. Hij beschikt over tal van werktuigen, samengesteld uit de meest verschillende magtige en vernuftige elementen, dio hij bezigt om zijn dool te bereiken. Of dit doel afschuwelijk is of niet, doet er niet toe; van het oogenblik af dat een volk zich ten strijde rust, heeft het regt ze te gebruiken. Uit een zedelijk oogpunt is het verschil tusschen don oorlog en do nijverheid oneindig groot; deze stelt zich voor te schoppen en op te bouwen, gene om te dooden en to vernietigen; maar eenmaal in den staat van oorlog verkeereude wordt dit als doel beschouwd.
Om schitterende resultaten te verkrijgen tracht men zoowel voor den oorlog als voor do nijverheid, do menschelijke krachten zooveel mogelijk aan de verschillende middelen, ons door de natuur geschonken en door de wetenschap dienstbaar gemaakt, te paren. Gin den vijand op het slagveld te verzwakken en de hinderpalen, door versterkte plaatsen in den weg gelegd, op te ruimen, maakt men, even als bij de nijverheid, gebruik van al wat de wctfenschap ontdekt en de uitvinders bo-dacht hebben; uit den aard der zaak dus zijn nijverheid en oorlog aan elkander verbonden. Door alle tijden heen zijn de bewapening van den soldaat en do voortbrengselen der nijverheid onder den invloed van dezelfde oorzaken gewijzigd en veranderd. In bet steen-tijdvak waren de wapenen voor oorlog cn jagt
7
en do gcrecdschappou uit geslepen of gepunteii viiuvslcen vervaardigd; daarna leerden de mensclien de metalen bewerken en wol allereerst liet brons; toon waren wapenen en gereedschappen van brons; nog later kwam men tot de kennis om ijzererts te verwerken, en toen bewam men wapenen en ge-reedschappen van ij/,er (staal).
Toen in de middeneeuwen de aleliimisten met volhardenden ijver de wetenschappen beoefenden, ontdekte een Engelsche monnik, Roger Bacon, het kruid; de mijnwerkers bezigden het om het binnenste van de aarde te loeren kennen, terwijl de oorlog liet zich ten nutte, maakte voor kanon en vuurroer. Sedert in 1815 do algemeene vrede hersteld werd, maakte de nijverheid in liet bijzonder groote vorderingen; ook de bewapening der legers onderging veranderingen, maar zij bleef in den eersten tijd verre achter'bij do groote verboteringen die in de werktuigen der nijverheid werden gebragt; alle volken hadden nog zoo levendig de verschrikkelijkheden van den oorlog voor oogen, dat do vernuftige mannen zich met walging van de krijgstoerustingen als van een groot ongeluk afwendden. Tijdens de restauratie intusschcn verbeterde Frankrijk zijne artillerie te veldo, maakte haar gemakkelijker verplaatsbaar en stelde haar daardoor in staat dubbele dienst te bewijzen; do eer hiervan komt toe aan den generaal, sedert veldmaarschalk Valée; do kanonnen bleven echter van den zelfden vorm en van gladden loop voorzien. De uitrusting der soldaten onderging nuttige wijzigingen en vervolgens kreeg men het percussiegeweer in de plaats van liet vuursteengeweer. To gelijkertijd werden ook met het scheepsgeschut proeven genomen, waarbij bleek dat het belangrijke verbeteringen kon ondergaan, ten minste als de bouw der schepen dezelfde bleef; hot oorspronkelijke denkbeeld was om voor het scheepsgeschut in de plaats van massieve, holle ontplofbare kogels te bezigen; dit nieuwe
8
plan was rcctls kort na de gebeurtenissen van 1815 in liet leven geroepen, en men ging ijverig voort met proefnemingen, tot eindelijk een zeer verdienstelijk offieier, de kolonel, later luitenant-generaal Paixlians het in praktijk bragt.
Maar vooral in do laatste 13 a 13 jaren is de wetenschap met kracht en volharding op het krijgsraaterieel toegepast; en vooral door twee groote uitvindingen, de getrokken loop en het gepantserde schip, is in de bewapening eone zeer belangrijke verandering gekomen. De eerste dezer uitvindingen droeg tijdens den oorlog van 1859 in Italië zeer veel tot de nederlaag van Oostenrijk bij. Deze ongelukkige, door haar moed en vastberadenheid zoo achtenswaardige mogendheid had zeven jaren later door een anderen tegenstander, Pruissen, groote verliezen te lijden, waartoe wederom eene nieuwe uitvinding, namelijk het naaldgeweer, veel heeft bijgedragen. Frankrijk zeil heeft geen schade geleden door het naaldgeweer, maar ontving eene gevoelige les. Door eene onbegrijpelijke nalatigheid van hot ministerie van oorlog liet het Pruissen rustig zijn geweer belangrijk veranderen en verbeteren, zonder er iets van te bemerken, en toch heeft elke ambassade een of meer militaire attachés, die uitsluitend belast zijn met de taak, om alle veranderingen of wijzigingen op te merken, die de natiën in hare bewapening of legerorganisatie maken. Er zijn twee mogelijkheden: of onze gezanten en attachés hebben die veranderingen niet opgemerkt, of, zoo zij die opgemerkt en er melding van gemaakt hebben (ik zeg niet dat zij het niet gedaan hebben) is cr geen acht op geslagen. De sleur, die in Frankrijk maar al te dikwijls den boventoon voert, sprak haar veto uit en werd gehoorzaamd. Ik heb documenten gezien, waaruit duidelijk blijkt dat lang voor de gebeurtenissen van 18GC, de uitvinder zelf het naaldgeweer aan de regeering heeft aangeboden, inanr men beeft hem een afwijzend antwoord gegeven. Deze
!)
misslag is sedert in zooverre hersteld, dat liet leger door den generaal Nicl van een goed achtcrlaadgeweer is voorzien; de opvolger van den generaal Niel, de generaal, thans maarschalk Le lïoeuf heeft ook in dit opzigt even als in vele andere een loffelijken ijver betoond. Een dergelijke mistasting is eene waarsehuwing die een verstandig en vaderlandslievend bestuur nooit mag vergeten. De behoudsmannen hebben eene afgezaagde phrase bij de hand, waarmede m] den geest van voorzorg en ontwikkeling in slaap wiegen en verlammen ; zij is de volgende : omtrent alles wat voor vijftig of zestig jaren nieuw en bij uitstek goed was, maar liet nu niet meer is, doordien het krachteloos is geworden of onschadelijk gemaakt, zeggen zij; n Bur opa benijdt het ons!quot; Europa behoeft ons eigentlijk niets te benijden, want als wij eene goede instelling hebben, kunnen de natiiin, wanneer zij bekend wordt haar onderzoeken en toepassen, en bezitten haar dan even goed als wij. De welbegrepen nationale eigenwaarde is niet daarin gelegen dat wij ons in onzen ouden roem hullen als in een oogverblindenden mantel, of ons aan do wereld vertoonen als onnavolgbare voorbeelden, maar wol dat we nagaan bij onze naburen wat zij beter hebben dan wij, en er ons voordeel mede doen. Do schei-, natuur- en werktuigkundige wetenschappen worden tegenwoordig bijzonder met het doel om ze toe te passen beoefend; en men tracht er nut uit te trekken ton dienste van het individu of van den staat. Door deze toepassing gaat de nijverheid met reuzenschreden vooruit, door hare wijze van werken te veranderen, hare produkton te verbeteren en telkens nieuwe voort te brengen; ook de oorlog maakt evenals do vrede ruim van haar gebruik. Van daar die zuiver krijgskundige uitvindingen, waarvan velen onder het bereik van het publiek vallen, zooals de torpedos die men aan den ingang der zeehavens en der landingsplaatsen o]) don bodem dor zee laat zakken, als onzigtbare slagboomen
10
waarvoor do vijandelijke oorlogschepen mei schrik terugdeinzen; do elektrische toestullcn die op een zeer verren afstand ccne plotselinge ontbranding teweeg brengen, het/,ij in genoemde torpedos, hetzij in massa's kruid die in bastions, waarvoor men de vrees koestert dat zij door don vijand zouden kunnen genomen worden, verborgen zijn. Op deze wijze was liet bastion van den Malakof bij Sebastopol ondermijnd, en deze mijn bevatte de ontzettende hoeveelheid van 00 80,000 ponden kruid, die door een electrisehen stroom van het Russische hoofdkwartier uitgaande, zou hebben moeten ontploffen. Door een gelukkig toeval en door de voortdurende nasporingen van onze officieren werd de geleidingsdraad nog bij tijds doorgesneden; weinige oogenblikken later zouden al onze soldaten, die in en om het bastion waren opeengehoopt, in de lucht zijn gevlogen, en misschien was door deze ramp de oorlogskans gekeerd.
Andere moorddadige uitvindingen dan de reeds aan het publiek bekende, zullen in dezen oorlog aan het licht komen; voorzeker zijn beide partijen er van in bezit, maar ik kan er niets van vermelden, want ik bezit de hulpmiddelen niet om do geheimen van Pruissen te doorgronden, en mijn plicht gebiedt mij, om al mogt ik met de geheimen van Frankrijk bekend zijn, daarover te zwijgen, [ntnssehen wil ik van deze gelegenheid gebruik maken om eenige algemeene opmerkingen over dit onderwerp mede te deel en.
Al wat Pruissen op dit gebied kan bezitten is veel beter verborgen' gebonden dan bij ons; de verderfelijke begeerte om altijd maar wat te kunnen vertellen, of om de nationale ijdelheid te vleijen, maakt dat verschillende proefnemingen in onze arsenalen waarover zelfs in vredestijd niet moest worden gesproken, voor zooveel men ze maar kan te weten komen, worden bekend gemaakt. Hot lijdt geen twijfel dat de agenten inot deze proefnemingen belast, of zij door wier liandcn de rapporten daarover
11
inootcu gaan, cv voel schuld aan hclibcn dat verslagen daaromtrent iu de nieuwsbladen voorkomen; en waarlijk liet is toch niet moeijelijk te begrijpen dat men over die axken niet spreken moet, want door er ruehtbaarlioid aan te geven, verlip/,en «ij liet nut dat liet vaderland er van zoude kunnen trekken. Het is vreemd dat de ministers van oorlog en marine die mededee-liugen niet verboden, en dat onvoorzichtig gebabbel belet hebben.
Naast den grooteu vooruitgang in de kunst om meiiselien op het slagveld te vernietigen, staat een andere, die ook onder den invloed der wetenschap is tot stand gekomen, en tot doel heeft om de smarten der door het vuur en het zwaard gekwetste mauscliappen te lenigen. Tal van uitvindingen zijn ook op dit gebied door de wetenschap gedaan, en zonder twijfel zal zij er nog meer aan het licht brengen.
Om aan te toonen hoeveel goeds de leger-administratie zoude kunnen putten uit de ontdekkingen die in onzen tijd door de toegepaste wetenschap aan de nijverheid worden ge-schenken, diene liet volgende voorbeeld. IJs en ijsomslagen spelen tegenwoordig in de genees- en heelkunde eene groote rol. Bij de operaties en belangrijke verwondingen kan het van onberekenbaar nut zijn als voorbehoedmiddel tegen bijkomende omstandigheden die dikwijls allernoodlottigst kunnen worden; na belangrijke verbloedingen geeft eene teug friseh water den gekwetste niet alleen lafenis en versterking, maar zij werkt ook kalmerend op //ijn geheelc gestel. Zij die de ambulances bezocht hebben weten liet, dat de kreet ein water voortdurend wordt gehoord en dan oen glas koud water als een gave des hemels ontvangen wordt.
Wanneer in liet heetst van den zomer de ambulances en hospitalen met vele zieken gevuld zijn, zoonis na veldslagen plaats heeft, dan zal men daar wonderen kunnen verrichten als men goed van ijs \ oorzien is, maar hot is duidelijk dat er geen ijskelder
s
13
zijn die in eeuc zoo grootc behoefte zouden kuunoii voorzien. Ik weet van zeer bevoegde beoordeelaars dat eene ernstige verwonding 10 a 13 ponden ijs in vier-en-twintig unr zoude kunnen vereisclien, en dat het minimum van verbruik 2 a 4 pond is. Men zoude dus in den zomer voor vele duizende gekwetsten ijs willen hebben; welnu, het vraagstuk omtrent de kunstmatige ijsbereiding is opgelost, en zij is eeno der schranderste toepassingen der natuurkunde die men bedenken kan. Ferdinand Carré heeft op de tentoonstelling van 1SG7 te Parijs twee machines voor ijsbereiding ingezonden, waarvan de eene 35 pond ijs in het uur levert en do andere 300 pond; dit maakt per dag voor de eerste 000 en voor do tweede 4,800 ponden '); de werking van deze toestellen is zeer eenvoudig en gemakkelijk.
Voorzeker zouden duizende menschenlevens gered zijn, als na de gevechten van Solferino en Sadowa de ambulances en hospitalen waarin de gekwetsten waren opeengehoopt dergelijke toestellen bezeten hadden.
Zoowel de groote als de kleine toestel is verplaatsbaar. Men vraagt zich af waarom zij nog niet tot het materieel van het leger beliooren, en wel in die mate dat elke ambulance er van zou kunnen worden voorzien, en vooral do hospitalen die haar ook niet bezitten; op de groote oorlogschepen die allen met stoom-vermogen voorzien zijn, zouden zij nog veel gemakkelijker en bijna zonder kosten kunnen werken. Het dames-comité, dat zich tot het verleenen van hulp aan gekwetsten gevormd heeft, geeft in zijne circulaire onder de voorwerpen die het zich
') Volgens den catalogus Jcr tentoonstelling in 1SG7, kostte do machine van 25 pond in het uur 4,800 franken, en de groote van 200 pond 24,000 fr. In het tentoonstellings-gcbomv op het Champ do Mars is de grooto machine ccnige maanden in werking geweest.
voorstelt aan to schafl'on du ijsinachiuc o]); dit is een nucr navolgenswaardig voorbeeld.
De krijgskunst heeft reeds veel aan do toegepaste wetenschappen te danken, en men mag met reden van haar nog nieuwe voordooien verwaehten. Daarom is het natuurlijk, ook van ecu uitsluitend militair standpunt beschouwd, dat de regeering van oen grooten staat er veel belang bij hoeft de onderzoekingen, waardoor nieuwe methodes ontdekt, verbeterd en bruikbaar gemaakt worden, uit te lokken en te gemoet te komen, terwijl het algemeen belang daarbij op velerlei wijzen gebaat wordt. Als men dit in aanmerking neemt, dan is er in de laatste twintig jaren al zeer weinig voor het onderwijs gedaan. De voornaamste leden van de eerste klasse van het Instituut (de tegenwoordige Akademie van Wetenschappen) stonden op zeer goeden voet met de regeering en hun invloed werkte gunstig op het onderwijs terug, waarvoor in de stormachtige dagen van de eerste Republiek een schoon vooruitzigt geopend werd. Napoleon I ging voort met het aan te moedigen. Onder de restauratie verdaauwde dit edel streven en werden zelfs vele leden van de Akademie, die als een vijandig ligchaam beschouwd werd, vervolgd. In do Julijdagen bevorderde do Salvandy do beoefening der toegepaste wetenschappen. De nieuwe regeering van 1818 of 185:3 vond de zaken in dezen staat, en het liet zich aanzien dat van het oogeublik af aan waarin het Bestuur weder in handen van een Buonaparte kwam, aan de mathematische en physische wetenschappen wederom bijzondere zorg zoude worden besteed. Napoleon kent al het nut dat men uit de toepassing der wetenschappen trekken kan, daar hij begaafd is mot een navorschenden geest en lust heelt in alle soort van verbeteringen. Zelf heeft hij meer dan iemand anders bijgedragen om sommige van die verbeteringen tc verwezenlijken, want aan hem komt de eer toe van ;le invoering van het getrokken go-
sclinl on do gopautsordo schcpen, on dit is ook van iilge-moene bokcndhcid. Bovendien luioft liij uit zijn eigen fondsen menigeen die /ach tot hom wendde ondersteund , om nieuwe aan de wetenschap ontleende ontwerpen tc beproeven.
Onder zulke gegevens had men mogen verwachten dat het budget van openbaar onderwijs, onbekrompen middelen tor ontwikkeling aan de wetenschap verschaft, on /,00 niet allo, dan toch do voornaamste openbare scholen van ruime hulpbronnen voorzien zoude hebben, om de jeugd in de toepassing dor wetenschappon te oefenen , en zelfs door do leeraren en uitmuntende jongelieden de wetenschappelijke vraagstukken die zich voordoen, te doen onderzoeken, docii er is niets gedaan, liet hooger onderwijs wordt met beklagenswaardige spaarzaamheid van middelen voorzien. Wij, dio te voren de eersten waren in Europa, zijn thans bij schier alle volken ten achter. In do laatste jaren gaf Pruisson anderhalf millioen uit voor de oprigting van een scheikundig laboratorium to Berlijn, en meer dan een half millioen voor eene dorgolijko inrigting te Bonn. Te Weenen worden tegenwoordig mot grooto kosten een prachtig scheikundig en een physiologisch laboratorium gebouwd. Door don keizer van Rusland wordt te Petersburg een uitmuntend physiologisch laboratorium opgerigt. Te Leipzig hebben de chemie en physiologic eveneens deze steunpilaren der wetenschap gekregen, die honderdvoudige route afwerpen door den grooten vooruitgang in allo takken van nijverheid. Te Zürich aan de polytechnische school, te Heidelberg, Munchen, Giezsen, Giit-tingen cu iu andere akademiosteden van Duitschland zijn de chemische, physische en physiologischo laboratoria veel beter, dan al wat men van dien aard te Parijs bezit. Al deze daadzaken /,ijn aan de regeering bekend. Korten tijd geleden zond zij oen uitstekend man on bevoegd beoordeelaar op dit gebied, l)r. Wurtz, deken van de geneeskundige faculteit naar het
buitenland, met den last om aJ de wutensoliappclijko inrig-tingen van 011/,e mededingers op liet vaste land, en in liet bijzonder van Duitscliland ten naauwkeurigstc op te nomen. Zijn rapport, dat in druk is verschenen, is een overtuigend document. De bijzonderheden die hij vermeldt, de beschrijvingen en teekeningon, die hij don lezer voorlegt, bewijzen klaarblijkelijk onze minderheid. De lieer Wurtz uitte zich met do meeste gematigdheid, maar zijne woorden zijn des te krachtiger naarmate hij moor zolfbeheersching aan den dag legt. Hij span irt niemand dergenen, die schuld bobben aan den stilstand van het wetenschappelijk onderlijs, en na al wat in het buitenland gedaan is opgesomd te hebben, herinnert hij er aan , dat van de reeds sedert achttien jaren toegezegde vergrooting der Sorbonne, don zetel der wetenschappelijke faculteit te Parijs, niets gekomen is dan het leggen van den eersten steen in 1855, en dat de door hare methoden en zoor kundige professoren zoo beroemde geneeskundige school te Parijs een veel te beperkten omvang heeft en voor practische oefeningen gebrekkig is ingerigt. Vóór do zending van don heer Wurtz gaf do heer Duruij, die zeer goed bekend was met het stroven dor beschaafde nation, om door het verschaften van belangrijke middelen do proefnemingen en ontdekkingen der wetenschap te bevorderen, zich zeer veel moeite om de regeering te bewegen, in bet belang van Frankrijk en wegens het gewicht der zaak, grootcro sommen op het budget voor het hoogcr onderwijs uit te trekken, maar zijne pogingen leden schipbreuk.
Deze nalatigheid ten opzigte van het wetenschappelijk onder-rigt gedurende de laatste 20 jaren, zoude behalve door do overige nadeelige invloeden, ook uit oen strategisch oogpunt door het te kort schieten in militaire hulpmiddelen voor ons schadelijk kunnen worden; vooral tegenover een vijand die zich juist op dit gebied
V
16
bijzonder werkzaam lieeft betoond en al zijne krachten inspant om zijne krijgstoerustingen te volmaken. Het is niet onwaarschijnlijk dat hij in zijne bewapening eenige kleine verbeteringen heeft gebragt, waaraan wij niet gedacht hebben. Ik zeg kleine verbeteringen , omdat ik meen dat hier geen sprake kan zijn van jets dat een beslissenden invloed zoude kunnen uitoefenen, maar niettemin is het eene reden voor ons om in het vervolg naauw-lettender te zijn. De tegenwoordige minister van openbaar onderwijs Moge heeft in een onlangs uitgekomen circulaire in krachtige en waardige taal het plan kenbaar gemaakt, om het hooger onderwijs aan dezen staat van stilstand te onttrekken; wij zullen dus wachten, maar met billijk ongeduld.
Maar laat ons nu terugkeeren tot hetgeen meer den oorlog-in het bijzonder betreft. De wetenschap staat ook van eene andere zijde in verband met het krijgswezen, en biedt de middelen aan om terwijl men in den oorlog groote voordeden behaalt, daaraan het kleinst mogelijk getal manschappen op te offeren. Ik stel mij voor te handelen over de gezondheidsleer van het leger, de organisatie van de geneeskundige dienst, vooral zooals die in oorlogstijd behoort te zijn , do ambulances waar de gekwetsten na den slag verbondon worden, de inrigtingen waarin men voorloopig de in de kampementen ziek gewordene soldaten op neemt, de hospitalen die op vrij grooten afstand van het leger op eene veilige plaats gelegen zijn en waarheen alle zieken en gekwetsten worden opgezonden.
liet is eene moeijelijke taak om een leger goed zinnen te stellen en het verciseht vele zorgen, zooals afzonderlijke instructies voor elk korps, oefeningen voor de soldaten in kazernen, geretraneheerde kampen, praktische oefeningen in de krijgskunst voor het kader en sommige troepenafdeelingen. Er is eene groote hoeveelheid zeer verschillend materieel noodig dat in alle voorkomende omstandigheden moet voorzien; onafhan-
17
kelijk van do koniiis van het vak, do opgodano ondervinding on do bewapening, moot oen militaire goost, zelfvertrouwen, vertrouwen op hot leger en do ehofs en oen liooge dunk van liet vaderland bestaan, dio den moed op bet slagveld opwekken on eon onderpand tor overwinning zijn. Een goed gedisciplineerd en ton strijde toegerust leger, waarbij een ieder zijn vak kent en liefheeft, voorzien van al wat voor zijne werkzame bestemming noodig is, mag als oen merkwaardige schepping van het menschelijk verstand beschouwd worden.
Bij den togenwoordigon politieken toestand is zulk een leger liet bolwerk der onafhankelijkheid on nationale waardigheid en voor de natie on do regeering ecne reden van trots, vertrouwen cn veiligheid. Men moet toegeven en het is in Europa genoog bekend, dat Frankrijk tegenwoordig een leger bezit dat aan de gestelde eisehen beantwoordt. Maar het is voor eene groote mogendheid, die door haar standpunt is blootgesteld aan den oorlog, niet voldoende, om dit bewonderingswaardig en magtig werktuig, dit groot en kostbaar kapitaal — want dit mag in den waren zin des woords ecu leger heeten, waarbij elk een zoon, een broeder of een vriend heeft — tot in de kleinste doelen to hebben zamengesteld j om van liet logef de vruchten to plukken die men er van verwacht, moot men na het te hebben bijeengebragt, hot ook weten te sparen. Wanneer ik het woord „sparen11 bezig, bedoel ik daarmede niet, dat men het leger aan hot vuur en het zwaard zal onttrokken , want dit is een van den oorlog onafscheidelijk gevaar, waaraan elk leger, en vooral een dapper leger zooals het Eransche, zich onbeschroomd onderwerpt. Dit gevaar leidde vóór de uitvinding der nieuwe wapenen, waarvan men nog niet zoo heel veel ondervinding heeft, uitgenomen eenige zeer noodlottige veldslagen, voor een leger niet tot ontbinding of vernietiging. De verleden tijd leert ons dat een leger bij een ongelukkigen veldslag groote ver
]S
liezen kan lijden, en dat dit zcU's dikwijls bij behaalde overwinningen geschiedt, maai' dat het do'se door aijne organisatie en massa kan te boven komen. Do recruten vullen de gedunde gelederen aan, en toeh zal men dit korten tijd daarna niet meer opmerken, als bet bevel in goede handen , de kaders goed , de noodige zorgen in acht genomen zijn, cn men ruim van proviand voorzien is. De oorzaak ^vaardoor de legers vernietigd worden en soms als sneeuw voor de zon wegsmelten, is een veel grooter gevaar dan dat op hot slagveld gevonden wordt. liet is reeds lang opgemerkt dat legers die bij het begin van den veldtogt uitmuntend waren, met groote snelheid verminderden en om zoo te zeggen ineenstortten. Sedert de democratische denkbeelden, dat de regeering en do maatschappij voor liet welzijn van het volk moeten zorgen, algemeener geworden'zijn, is de roods oude opmerking, dat de verwoestingen in den oorlog door vuur en zwaard, hoe gruwelijk ook, slechts bijzaak zijn bij die door ziekten veroorzaakt, moer dan vroeger ter harte genomen. Er zijn nasporingen gedaan door mannen, met warmte voor do algemeenc verbeteringen bezield, c.n verscheidene staten, voornamelijk Frankrijk, hebben die pogingen begunstigd. iVadat men beknopte berigten had bijeenverzameld omtrent de oorlogen der llcpubliek, van het eerste Keizerrijk, en van de Jlussen tegen de Turken in 1838, kreeg men later geloofwaardige verslagen omtrent do oorlogen der laatste twintig jaren. Aan Dr. Chenu, die moedig zijn pligt als burger vervulde, komt vooral de oor toe, ons deze statistieke opgaven verschaft te hebben. Zijne verslagen zijn gunstig door bet publiek en dankbaar door de Akademio van Wetenschappen aangenomen. Grievende en onverschoonbare feiten zijn daardoor aan het licht gekomen. Onloochenbaar is het gebleken, dat tegen écn in den slag doodelijk gekwetstegt; er drie, vier, ja soms tien aan andere oorzaken bezwijken.
Deze hifitste oorzaken nu zijn door uitstekende mannen , name-
1!)
lijk door onzo hoofdofficieren van gezondheid, nadat zij de feiten hadden geconstateerd, in al hare bijzonderheden bekend gemaakt, en zij hebben de middelen, die er tegen aan te wenden zijn, bepaald opgegeven.
Voor de zorg der regeeringen en hare verpligtingen tegenover het volk, heeft zich aldus een nieuw en ruim veld ter bearbeiding geopend. Het behoort tot de mogelijkheden om de helft, ja misschien tweederden der door den oorlog geëischte slagtoffers te behouden, liet komt slechts op het willen aan, want de wetenschap geeft onbetwistbaar zekere middelen aan de hand. ])e Krimoorlog is de eerste der groote oorlogen van
de laatste twintig jaren. Deze krijg werd door de vijf volgende ê
mogendheden gevoerd: Frankrijk, Engeland, Turkije en Piemont aan de eene, en Eusland aan de andere zijde. Over Turkije zullen wij niet spreken, daar het nut van de statistiek nog niet tot dat rijk is doorgedrongen. Frankrijk heeft op 800,000 man 95,615 man verloren; daarvan zijn er 75,000 aan cholera, scheurbuik, hospitaal versterf en typhus gestorven, liet Picraon-teesche leger, sterk 12,000 man, heeft, daar de gelegenheid ontbrak, weinig aan de belegeringswerken deelgenomen, want volgens de opgave van Dr. Chenu had het slechts 12 man in het gevecht en 16 aan de gevolgen van wonden verloren, dus in het geheel 28; en toch heeft het een totaal verlies van minstens 2,200 man geleden. In het Russische leger zijn 30,000 man door hot vuur en het zwaard gedood, en ten gevolge van wonden on ziekten zijn er 000,000 gestorven; waarschijnlijk is een twintigste gedeelte hiervan, of laat ons stellen 50,000 man, aan de gevolgen van verwondingen bezweken. Er komen dus tegenover 80,000 door den eigenlijken oorlog omgekomenen, 550,000 man voor rekening van ziekten en vermoeijenissen, ten gevolge van uitputtende marsehen op slechte wegen in een slecht jaargetijde. Het engelsche leger heeft de minste verliezen geleden;
20
op 1)7,801 man verloor liet 22,182, waarvan 1/500 door het vuur en liet zwaard van den vijand. Hierbij moet worden opgemerkt dat do verliezen in do verseliillendo tijdperken van den oorlog zeer ongelijk geweest zijn. In liet eerste jaar was liet verlies zeer groot, maar, dank zij de verstandige zorgen die voor de soldaten genomen werden, nam het gaandeweg af. Door die zorgen kwamen de meest gevreesde plagen, als scheurbuik, hospitaalversterf en typhus, die elders zooveel verwoesting aanrigtten, in het engelsehe leger gedurende do winters van 1855 en 1850 bijna niet voor. Gedurende dien tijd ontvingen de fransehe hospitalen 12,800 lijders aan scheurbuik, waarvan er 90-1 stierven, en 19,00!3 typhuslijdors, waarvan er 10,278 bezweken. In denzelfden tijd had het engelsehe leger van beide ziekten te zamen een totaal van 240 lijders, waarvan slechts 17 overleden zijn. En hoovelen die deze booze ziekten overleefden hebben voor hunne overige levensdagen eene geknakte gezondheid behouden! — Korten tijd daarna, in 1859, brak de oorlog in Italië uit. Deze oorlog heeft slechts eenige weken geduurd en toch zijn er veel doodon gevallen, daar tussehen do beide dappere legers vele bloedige gevechten geleverd zijn. Te zamen schat men de dooden, gekwetsten en vermisten op ongeveer 03,000, waaronder 17,775 fran-schen, 0,575 Piemontezen en 38,650 Oostenrijkers zijn; het getal der hiervan overledenen kan niet naauwkeurig worden opgegeven. Hoewel men in een land was, dat in do onmidde-lijke nabijheid van Frankrijk gelegen is en in overvloed alle soorten van hulpmiddelen aanbiedt, hebben de ziekten gedurende dien oorlog en op den terugkeer vele slagtolfers onder de soldaten gemaakt. Dr. Larrcy, die chef van de geneeskundige dienst was, zegt dat wat ons leger betreft, bet getal der aan ziekten overledenen dat van de op het slagveld gedooden schijnt te hebben overtroffen. Veel langduriger en moorddadiger is de Amerikaan-
21
sclie oorlog gcwcust: vau April 1S61 tot April 18Ö5. liet Noorden lieeft acliteroenvolgcns meer dan twee eu een half millioen soldaten onder de wapenen gehad, maar nooit meer dan 600,000 tegelijk. liet Zuiden heeft achtereenvolgens 1,100,000 man gehad. De meest geloofswaardige berekeningen geven op dat het Noorden 9 7,000 man door het vuur en hot zwaard, en 181,000 door ziekten verloren heeft; van de Zuidelijken zijn 030,000 man buiten gevecht gesteld, waaronder 500,000 dooden voorkomen. Aan deze zijde is het getal zieken veel aanzienlijker geweest dan bij hot Noorden, omdat in het Zuiden de rcgecring to arm was, en dus aan de Zuidelijke troepen niet zooveel zorg als aan do Noordelijke werd besteed. In den veldtogt van 1SG0 tus-scheu Pruisseu en Oostenrijk, in liohemo, bedroeg het gotal dooden door de krijgsbedrijven bij het overwinnende leger 4,450, aan typhus en andere ziekten bezweken 0,427 man; voor een veldtogt van eenige dagen is dit ontzettend. Omtrent de verliezen van het Oostenrijksche leger zijn geene opgaven bekend, maar zij zullen zeker in alle opzigton veel aanzienlijker geweest zijn. Nadat do feiten uit den Krhuoorlog in frankrijk bekend geworden waren, wilde men de redenen weten waardoor zoovele onzer landgenooten buiten het gevocht omgekomen zijn, en eono uitvoerige medodeeling hieromtrent vindt men in de rapporten der geneeskundigen; wij zullen haar in korte trekken mededeelen.
1°. Men neemt, om aan do hoogc eischen der rekrutering te voldoen, vele individus als soldaat aan, die geen physieke kracht genoeg bezitien voor dit ruwe handwerk, zich viei-jendo met de hoop dat er goede soldaten uit zullen gemaakt worden, maar in de werkelijkheid heeft men er niets aan dan steunpilaren der infirmerien en hospitalen; hunne krachteloosheid belemmert hot leger, is hinderlijk bij dcszelfs bewegingen eu draagt niets tot de zedelijke waarde er van bij.
ilZ
De voeding van het fransche leger laat in vredestijd veel te wenschcn over; bovendien is /,ij zonder afwisseling, wat ook een oorzaak van uitputting en zwakheid kan worden.
3° De zindelijkheid, waarvan de engelsclm prediker Wesley gezegd heeft, dat '/ij meer dan eene hoedanigheid, eene deugd is, wordt in het fransche leger verwaarloosd. De physiologen nemen aan dat zij een der beste gezondheidsmaatregelen is bij eene groote opeenhooping van mensehen, en dat hare verwaar-loozing eene bepaalde oorzaak is van de verschijning van dien eugcl des verderfs dien wij typhus noemen.
4°. Het aantal geneesheeren was veel te klein; zij hebben zicli door hunnen ijver als vermenigvuldigd, en zich bovenmen-schelijke inspanning getroost. Maar juist door deze toewijding is hun aantal nog verminderd; 82 van de 450 zijn als niet erkende slagtoffers van hunne pligtsbetrachting bezweken.
5° Twee tier voornaamste hygiènischc wetten zijn met voeten getreden. Men heeft de overvulling der ambulances, infirmeriën en hospitalen niet vermeden, en geen zorg voor behoorlijke ventilatie gedragen, bovendien de ambulances niet van tijd tot tijd verplaatst, hoewel de naam zelf deze bestemming reeds aanduidt, en het tevens zeer noodig is, omdat zij door allerlei afval enz. besmetting rondom zich kunnen verspreiden. De chefs van de geneeskundige dienst hebben herhaaldelijk en dringend hunne klagten ingediend, maar te vergeefs; de een na den ander keerde naar liet vaderland terug, enkelen, zoo als Bandons en Scrive, om daar spoedig to bezwijken; andereu, zoo als Michel Levy, om met eene geknakte gezondheid hun verder loven te slijten, maar allen hebben zij in hunne correspondenties met de hoofdadministratie, door dringende waarschuwingen cn degelijke raadgevingen getoond, dat zij moed hadden om hun pligt te doen en voor hot algemeen welzijn op te treden. Men had mogen verwachten dat bij den eerst volgenden oorlog
alles door do regeering zou zijn in hot werk gesteld om deze vernietiging van inensclienlevens door andere oorzaken dan do kansen van het gcveelit, zoo veel in haar vermogen was te beletten, en niets was natuurlijker en gemakkelijker; zij behoefde daartoe sleehts de door do geneeskundige autoriteiten aangegeven middelen toe te passen. Tiet lag voor de hand dat ook het aantal geneeskundigen grooter moest zijn, en dat deze ruim van de noodigo hulpmiddelen en in overvloed vnn chirurgische instrumenten moesten voorzien worden, want het is toch waarlijk beter dat men wat meer chirurgische instrumenten dan menschenlevens verspilt. Tot ons diop leedwezen zijn wij verpligt openlijk te zeggen, dat bij den vcldtogt in Italic die drie jaren na don Krimoorlog plaats had, geen van deze zoo natuurlijke voorzorgen genomen is. In dezen oorlog waren 132 geneeshecren voor 160,000 man; dat is nog minder dan et'u op duizend. Het gebrek aan geneesheeren was na de veldslagen dan ook ongeloofclijk groot; een nietig getal geneeskundigen voor duizende gekwetsten die oogenblikkelijke hulp behoefden. Negen fransche officieren van gezondheid hadden to Milaan na den slag bij Solferino 8000 gekwetsten te verzorgen. Men had geen of weinig hospitaalsoldaten, zoodat men in hunne plaats ongeoefende muzikanten gebruikte; bima geen dekens, en zoo weinig linnen dat do geneesheeren in sommige gevallen bij do burgers om mos lieten vragen; gebrek aan geneesmiddelen, en wat nog erger is, gemis van sommige der meest onmisbare chirurgische instrumenten, ja het is gebeurd dat nergens instrumentenkistjes te vinden waren, terwijl men duizende gekwetsten te helpen had. Het gebrek was zoo groot, dat men to Novara overgelukkig was van een geneesheer uit den omtrek oen amputatiekist te kunnen leenen. Met een onkel woord kan men de ellende schetsen; to Solferino zijn er gekwetsten vijf dagen lang blijven liggen vóórdat ttij opgenomen werden, en volgens
de verklaring van een der geueesheeren moesten SUO gekwetsten door de nlgemeenc milddadigheid gevoed worden. Gelukkig werd de oorlog in Italië in een gunstig jaargetijde gevoerd en liad men niet met koude en vochtigheid te kampen, die de oorzaak van zooveel dooden in de Krim waren. Bovendien bood het rijke en bevolkte land waar de gevechten plaats hadden veel meer hnlp-middelen aan, dan de oude Chersonesus ; gelukkig ook duurde de veldtogt maar kort, hetgeen echter niet wegnam dat men bij de troepen, die bij Solferino en Magenta in het vuur geweest waren, reeds de kiem der gewone ziekten waarnam, die een gevolg zijn van verwaarloozing van de hygiene, voornamelijk van gebrek aan goed voedsel en gemis aan bedekking des nachts. Als de oorlog nog zes maanden geduurd had cn de zorgen voor liet leger in dit zoo bevoorregte land, waar men om zoo te zeggen slechts behoeft te bukken om wat men noodig heeft op te rapen, niet verbeterd waren, hetgeen ik voor zeer betwistbaar houd, dan zoude men het fransche leger waaraan de regeering besloten had gcene kosten te sparen, dc grootste verliezen hebben zien lijden door gebrek aan goed voedsel, ontbering van de meest onmisbare voorwerpen bij hot kamperen en verzuim van de hygiènische maatregelen, die door de ondervinding '/oo dringend worden aanbevolen. Sedert den Italiaanschen oorlog heeft de wereld in de Vereenigde Staten een der verbitterdste en bloedigste oorlogen zien plaats grijpen, die ooit gevoerd zijn , en waarvan dc herceniging dier Staten het gevolg geweest is. Zeer groote legers van deze natie hebben in omstandigheden verkeerd die de naauwlettendste zorgen vereischteu, want daar de oorlog zich heeft uitgestrekt van do brandend heete kusten van de golf van Mexico tot aan de vallei van den Ohio en Pensyl-vanië, cn van de delta van de Mississipi tot aan de Alleghani-sche bergpassen en viermaal de vier verschillende jaargetijden doorloopen heeft, had men met al do invloeden der verschillende klimaten te doen. Bij den aanvang waren het Noorden cn
35
Zuiden niet strijdvaardig. In verhouding lot de krachten die liet in het vuur moest brengen, was het Noorden nog minder toegerust dan liet Zuiden. Van eenige duizende niauschappcn moest liet leger op de sterkte vau 000,000 soldaten gebragt worden, want dit is liet getal dat men in de laatste jaren onder de wapenen gehad heeft. Tot in de kleinste bijzonderheden moest alles wat eene legerorganisatie betreft nog worden gevormd; ecne goede administratie had men niet; het korps ollicicren van gezondheid was zeer klein, en men bezat ter naauwernood een gering aantal kleine hospitalen. In de Vereenigde-Staten wordt echter het leven van den mensch zeer hoog geschat, en men trachtte de gekwetsten of zieken die naar de ambulances, welke om zoo te zeggen een deel van het slagveld uitmaken , of naar de op meerder of minder grooten afstand gelegen hospitalen vervoerd moesten worden, met krachtdadige zorg te helpen. Met kracht en volharding heeft men zich daarop toegelegd en in zeer korten tijd een schitterende uitkomst verkregen.
Nadat de oorlog geëindigd was, werden verscheidene Fransche officieren en in het bijzonder oen zeer verdienstelijk officier van administratie, de heer Vigo lloussillon, naar Amerika gezonden, belast met de taak om alle nuttige en belangrijke bescheiden bijeen te brengen. Het is toen ten duidelijkste gebleken en Eoussillon zet het uiteen in zijn werk over de Puissance militaire des Etats-Uuis, dat de Noordelijke Staten er zoo volkomen mogelijk in geslaagd zijn, om al de oorzaken, waardoor wij in de Krim zulke ontzettende verliezen geleden hebben, te leeren kennen en te overwinnen. Voor eene nominale sterkte van 800,000 man, die in werkelijkheid nooit grooter dan 600,000 geweest is, had men 0,150 geneesheereu, die de bevoegdheid hadden, om over alles wat voor de go-neeskundige dienst noodig was, omniddelijk en onbekrompen
Ie beschikken; bovcmlien waren er nog een duizendtal geiiuos-kundigen die nieli voor drie maanden bij contract verbonden hadden; dit contract kon door den geneesheer of door den Staat een maand tc voren worden opgezegd. En in de Krim hadden wij voor 300,000 man slechts 450 officieren van gezondheid. Door zulk een aantal met groote magt bekleede geneesheeren werd de ambulance-dienst dan ook met kracht en snelheid uitgevoerd, en in de dienst der hospitalen op zeer voldoende wijze voorzien. Het verdient zeer do aandacht, dat, terwijl de fransche geneesheer om de noodige zaken te erlangen geheel van de administratie afhangt, de geneeskundige dienst in Amerika op eigen gezag handelt en beschikt. —• Wanneer men de depêches der voornaamste geneeskundigen van het fransche leger in de Krim, de mededeelingen van don heer Chenu en van verscheidene andere militaire geneeskundigen, alsook de opstellen van wijlen don heer Baudens in de Revue van 1857 gelezen heeft, zal men er ten volle van overtuigd worden, dat er zeer veel tegen de ondergeschiktheid, waarin do goneos-kundige dienst in het fransche leger geplaatst is, te zeggen valt. Ik vlei mij, dat onze ministers van oorlog zeer ernstig over dit punt hebben nagedacht, en dat Frankrijk in den tegen-woordigen oorlog, in dit en in vele andere opzigten, de vruchten plukken zal van hunne naauwgezette nasporingen, l iet zou te bejammeren zijn, indien wij nog eenmaal zulke verschrikkelijke offers als in de Krim zouden moeten brengen aan een zoor slecht, en voorzeker verkeerd uitgevoerd stelsel. De huisvesting en het kamperen der troepen waren in Amerika op hot uitmun-tendst geregeld. Voor huisvesting van troepen die met hot oog op de instructie eene vaste standplaats hadden, waren kampen van houten barakken opgeslagen. Van deze barakken geeft de hoer Eoussillon oeno zeer naauwkeurigc beschrijving: ,/Dehelft
:11
vuil elke barak is voor cciie kompagnie bestemd; clko kompagirio beeft gelijkvloers ceno ruime keuken, octüaal en wasclikamer voor de manschappen, eene officierskamor en onderofficierskamers. Aan beide zijden van liet gebouw heeft men gelijkvloers overdekte ingangen. Op de eerste verdieping, die uit twee kamers bestaat, is eene groote slaapkamer voor eene gelieele kompagnie. De gemeenschappelijke schoorsteen voor beide keukens (één per kompagnie), staat midden in het gebouw. Do eetzaal is tegenover de keuken gelogen, waardoor men vermijdt dat de manschappen in do kamers eten, hetgeen bij ons aanleiding geeft tot onzindelijkheid en walgelijken stank. Voor verwarming en luchtverversching zijn in elke kamer twee gegoten kagchels aangebragt. Ue fransche officiereu die deze barakken bezocht hebben, verklaren er nooit die onaangename lucht te hebben waargenomen, die men des morgens in de kamers vau onze kazernen ontmoet; bovendien toont do geneeskundige statistiek aan dat zij zeer gezond zijn. f)ezo zoo voldoende uitkomst moet aan twee redenen worden toegeschreven; in de eerste plaats aan de gewone zindelijkheid van het Amerikaansche volk, en het voortdurend gebruik van do gelijkvloers gelegen waschka-mers, die van de noodige reinigingsmiddelen voorzien zijn; onze soldaten zouden er voorzeker voel bij winnen als men hen zulke goede gewoonten bijbrngt, die zij later naar hunne haardsteden konden overbrengen. Tn do tweede plaats aan de goede ventilatie waardoor deze inrigtingen zich onderscheiden. De hygiènischc hulpmiddelen, waarvan wij ons slechts voor onze nieuwste en beste hospitalen bedienen, hebben de Amerikanen voor hunne eenvoudigste kazernen gebezigd. De dago-lijksche uitwerpselen der manschappen, waarvoor groote kuilen (latrines) bestemd worden, zijn nadeelig voor de gezondheidstoestand in do kampementen. Iloussillou geeft de middelen aan de
;iS
liaml waardoor mcu dit nadeel kan voorkomen; hij zegt dat men door middel van die voorborgen den stank kan vermijden die in de nabijheid der Fransehe kampementen bij warme dagen wordt waargenomen, en men nooit to doen zal hebben met dergelijke miasmatisehe dampen, als uit de loopgraven bij Sebastopol opstegen. Omtrent de regiments-hospitalen die overeenkomen met onze Infirmeriën geelt hij zeer nuttige bijzonderheden op, en de voorzorgen die bij het kamperen in acht genomen moeten worden, vooral met betrekking tot hot verblijf in de teuten, zijn voor ons niet minder belangrijk en leerzaam, üe Amerikanen hebben zich met regt er bijzonder op toegelegd om de mansehappen voor de vochtigheid van den bodem te vrijwaren. In een land waar zoovele bossclien ontgonnen worden vindt men meestal zelfs op marsch planken genoog, maar niettegenstaande deze hulpmiddelen krijgt ieder Amerikaansch soldaat een caoutchouken kleed, dat hij altijd bij zich heeft en bestemd is om hem voor den invloed van het water, waarmede de grond waarop hij slapen moet doortrokken kan zijn, te beschutten ; het caoutchouken kleed logt hij onder zich, en dekt zich vervolgens met een wollen deken toe. Deze voorzorg heeft zeker evenzeer als het gebruik van wollen (baaijen) hemden en onderbroeken, (een maatregel die men niet genoeg kan aanbevelen), bijgedragen tot den bijzonder goeden gezondheidstoestand der legerkorpsen van het Noorden. De dikwijls weêrkeeronde noodzakelijkheid, om wanneer men op marsch is, des nachts op den vochtigen grond te slapen, is de hoofdoorzaak van ziekten bij onze soldaten; door het gebruik van een caoutchouken kleed zal men er volkomen in slagen dit gevaar te voorkomen. Om aan de onervarenheid van hunne officieren en manschappen to gemoet te komen, hebben de Amerikanen een onnoemelijk aantal exemplaron van de volgende voorschriften laton drukken
29
on uitdeden; 1° oen door liet Engolsclie leger aangenomen voorschrift over de wijze van kamperen, 3° hygicmsclve leefregels voor den soldaat, en 3° voorschriften van militaire gezondheidsleer. Weldra rigtte een ieder /,ich naar deze beginselen, en dit had ten gevolge dat men ten slotte voor 'weinig kosten zeer veel inensehenlevens gespaard en een flink leger gehad heeft, dat de weersinvloeden weerstond en epidemicn trotseerde.
Wij willen nu overgaan tot de beschouwing der voeding; daarvoor hebben do Amerikanen niets gespaard, en wel om de zeer goede reden, dat de eerste pligt van eene legeradmi-nistratie is, de soldaten gezond en krachtig te houden. Men kan als een belangrijk feit mededeelen, dat de Amerikaansche troepen zooveel mogelijk door groote kudden slagtvee gevolgd werden ; toen de Geconfedereerden Petersburg belegerden, maakten zij op een dag 4000 stuks vee van het Noordelijke leger buit. Ook de transportmiddelen had men zeer verbeterd. Ons expeditie-leger in Mexico heeft ziekenwagens naar Ameri-kaansch model met eenige daarbij aangebragte verbeteringen gebruikt en er zeer veel dienst van gehad. Ik wil hierover kort zijn, en overgaan tot de geneeskundige dienst. Eij het begin van den oorlog had het Noorden niet slechts een talrijk geneeskundig personeel zamen te stellen, maar ook militaire hospitalen te bouwen, die geschikt waren voor meer dan 100,000 zieken en gekwetsten; verblijfplaatsen voor herstellenden alsook voor invalieden in gereedheid te brengen, en magazijnen voor genees- en verband-middelen en voor ambulance-materieel op te rigten. Veertien maanden na het begin der vijandelijkheden, den 30 Junij 18G3, had men reeds 150 vaste hospitalen, en bij het einde van den oorlog waren er 233, die gezamenlijk ruimte hadden voor 137,000 zieken; zelden zijn er intusschen meer dan 100,000 te gelijk verpleegd.
:50
Doze gebouwen zijn allen uit hout zamcngcstekl, ton gevolge der algemeen ouder de Amorikaansehe hygiènisten lieorseliende meening, dat al is een hospitaal nog zoo goed ingcrigt,eii al wordt er do nicest mogelijke zorg voor gedragen, het, na vijf jaren gebruikt te zijn, zoodanig met doodelijke miasmata doortrokken is, dat hot afgebroken en door een nieuw vervangen moet worden. Al deze hospitalen bestaan uit een grooter of kleiner aantal barakken van weinig uitgebreidheid. Het grootste van allen, te Chesnuthill nabij Philadelphia, was zamengesteld uit 50 barakken, dio als de stralen van een cirkel uitgebouwd waren, en slechts uit éóne verdieping bestondenj zij kwamen allen in eene afgoslotene on overdekte galerij uit, die voor onderlinge gemeenschap en als wandelplaats voor de zieken gebezigd werd. Do cirkel was door oen vierkant omgeven, waarop spoorstaven aangebragt waren. In het gemeensehappelijk middelpunt van cirkel en vierkant waren do gebouwen voor do administratie, de waterbakken en do bibliotheek geplaatst. In dit hospitaal heeft men bij do 3000 ziokou te gelijk kunnen verplegen. Het getal is groot, maar door de verdooling in kleine on geheel afgescheiden gebouwen, de toepassing en strenge handhaving van goed begrepen hygionische maatregelen, heeft men van deze opeenhooping geen epidomiïin te betreuren gehad. In deze gebouwen zijn het hospitaal versterf, de typhus en de scheurbuik niet voorgekomen. Do zamenstelling van dit hospitaal was op zich zelf al een kunststuk, want in zeventig dagen werd hot door een aannemer gebouwd. De algemeene resultaten door het gezondheidssystema, dat men in Amerika gevolgd hooft, verkregen, verdienen ten volle bekend gemaakt en tot voorbeeld gesteld te worden. In do laatste acht jaren, die aan den oorlog voorafgingen, was de regelmatige jaarlijksche sterfte 24 man op do 1000 geweest. In 1859, een jaar van vrede
SI
voor Engeland, verloor het engelsclio leger slechts !) man op de 1000. In 1846 was de sterfte in het fransche leger, voor l'Vankrijk zelf 19, en voor Algiers man op do 1000. Dit laatste getal is veel hooger, dan dat van het leger in dcVer-eenigde Staten, hoewel dit dozelfVle dienstverrigtingcn had als ons leger in Algiers; later evenwel was Frankrijk vooruitgegaan, want in 1863 en 1863 heeft het fransche leger iu Frankrijk zolf 10, eu in Algiers 13 man op do 1000 verloren. Sedert het begin van den oorlog is de toestand in de Vereenigde Staten veranderd: in het eerste jaar was do sterfte 67 man op de 1000, waarvan er 17 aan wonden, eu 50 aan ziekten bezweken. Gedurende den Krimoorlog was de gemiddelde jaarlijksche sterfte in het Fransche leger, door de gevechten 34, door ziekten 121, te namen 155 man op 1000. Bij het Engelsehe leger in de Krim waren do overeenkomstige verhoudingen als volgt: door verwondingen 33, door ziekten 93, in het geheel 136 dooden. Nadat het eerste jaar van den oorlog voorbij was, verbeterde de gezondheidstoestand van het noordelijke leger spoedig. In liet tweedejaar bedroeg de totale sterfte slechts 39 man op 1000, en het volgende, jaar was deze nog aanzienlijk verminderd. Men heeft met geen enkele epidemie te doen gehad, en dit mag als het sprekendste bewijs van do uitstekende gezondheidstoestand van dit leger worden beschouwd. Bij den terugkeer uit den veldtogt van 1813 werd ons leger te Mentz vreesclijk door den typhus geteisterd, en in de Krim was hij weldra ook onze voornaamste vijand; in het leger van liet Noorden zijn typhus en hospitaalversterf niet voorgekomen. Sedert de bovengenoemde feiten aan het licht gekomen en openlijk bekend gemaakt zijn, is het de pligt der regeeringen die een groot leger bezitten, zulke maatregelen te nemen, dat zij diezelfde resultaten kunnen verwachten, in mogelijk voorkomende oorlogen.
Wij mocnen ii» liet belang van liet land te handelen, als wij aan de regeering vragen, tlians bekend te maken, welke voorzorgen van dezen aard er genomen zijn; welk nut zij getrokken heeft uit de kostbare ondervinding iu de Krim opgedaan, waar de kerkhoven van Sebastopol en Konstantinopel met do lijken onzer aan ziekten bezweken soldaten zijn bezaaid geworden; en welk gevolg zij gegeven heeft aan do raadgevingen, die haar met onvermoeiden ijver versehaft zijn door de uitmuntende en geleerde mannen, die aan het hoofd der geneeskundige dienst bij onze legers geplaatst waren, zoo als de hoeren Michel Levy, Bandons, Serive, en verscheidene hunner medebroeders , wier namen, allen onder hunne zoo sprekende klagten door Dr, Chenu vermeld zijn geworden. Verder mag men haar vragen hoe zij zich voorstelt, voor onze soldaten al datgeene in praktijk te brengen, wat door kundige officieren, die na afloop van den Amerikaanschcn oorlog naar het terrein van den strijd gezonden zijn, omtrent de geneeskundige dienst in de Vereenigde Staten is medegedeeld. Vele modellen der door de Amerikanen uitgevondene zeer mittigo toestellen zijn ons van zelf in handen gekomen. Op de tentoonstelling te Parijs in 1807 was een groot deel van liet materieel ingezonden dat door de gezondheidscommissie der Vereenigde Staten voor het vervoer en de verpleging van gekwetsten was aangeschaft, en Dr. Evans, die het ten toon stelde, beschrijft het zeer naauwkeurig in afzonderlijke mededeelingen; ook in het rapport van de Jury der tentoonstelling vindt men er beschrijvingen van, die echter minder volledig zijn. Onder andereu verdiende een ziekenwagen bijzonder de aandacht, die zoo was ingcrigt, dat men de gewonden in horizontale ligging en zonder schokken kon vervoeren. Dit is van groot belang, daar men tegenwoordig veel meer gekwetsten heeft dan eertijds, die uit den aard
liunner verwondingen geene andere houding dan cene horizontale ligging kunnen verdragen. Deze wagon is nog te Parijs.
De bovengestelde vragen mag men doen, omdat zij liet beschaafde publiek belang inboezemen, en in geen enkel opzigt onbescheiden zijn. Toen de heer Benier, lid van den senaat, in eene senaatsvergadering eene dergelijke vraag deed, werd hem geantwoord , — en de spreker die zich aldus uitdrukte was niemand anders dan de minister van oorlog ad interim; — dat zulke vragen er toe zouden leiden om het vertrouwen van bet leger te schokken. De zeer geachte generaal Dejean zal ons zeker veroorloven op te merken, dat do goede geest in het leger ver verheven is boven beschouwingen, die in een dergelijken redetwist kunnen voorkomen.
De vurige dappere jongelieden denken er niet aan, of men wel de zorgen aan hen besteedt die zij verdienen; neen, zij hebben slechts ccno gedachte: te strijden voor do eer en de waardigheid van Frankrijk. Veel meer dan de soldaat denken de burgers aan de noodzakelijkheid, om het leger met alle mogelijke behoeften te voorzien, opdat er niets wat met billijkheid geëischt kan worden ontbreke, en vooral niet datgene, wat voor zieken of gewonden, en in het bijzonder ter voorkoming van ziekten noodig is. Do regeering is niet alleen aan de burgers, maar ook aan het geheele rijk opheldering verschuldigd, hetgeen volstrekt niet moeijelijk of vernederend kan zijn, wanneer zij, hetgeen men regt heeft te verwachten, voorzien heeft in de behoeften die de tijdsomstandigheden vorderen. Er is geen sprake van, om een staatsgeheim te openbaren of het plan van den veldtogt bekend te maken; er moet eene billijke voldoening gegeven worden aan de innigste gevoelens, do liefde der ouders voor hunne kinderen, de gehechtheid en dankbaarheid van het vaderland aan de onversaagde mannen, die hun
bloed en leven voor het vaderland veil hebben. De burgers /lullen tevreden en gelukkig zijn, wanneer zij weten, dat de lessen der ondervinding, die na 1856 vergeten waren, ditmaal naar eisch worden toegepast; en dat men ter harte neemt alles, wat de Engelsehen in de laatste jaren van den Krimoorlog, de Amerikanen in den vierjarigen strijd voor hunne legers gedaan, en ouze geneeskundigen met zoo veel klem aanbevolen hebben; dat men de raadgevingen opvolgt die in zeer vele werken dienaangaande, en zelfs in de rapporten van regeeringsbeambten, onder anderen van den intendant Roussillon, voorkomen. De regceringsvorm, dien wij sedert het plebiscit van 8 Mei hebben, kenmerkt zich daardoor, dat de regeering onder het toezigt van het volk staat; zij, die thans het bestuur in handen hebben, behoeven met reden daarover niet ontevreden te zijn, want door het volkstoezigt deelen zij de verantwoordelijkheid dor gebeurtenissen met de groote menigte, in plaats van voor alles alleen op te treden. Onder het constitutioneele stelsel kennen wij niet meer een blind vertrouwen, maar een beredeneerd vertrouwen, dat mot de zaken bekend gemaakt wil worden, en dat geschokt wordt als men weigert rekenschap te geven. Laat men strikt het stilzwijgen bewaren over de krijgsplannen; niemand heeft het regt dit te verbreken; bovendien ontsnapt deze uitzondering, die in het belang der zaak (het succes) noodig is, toch niet aan de algemeene wet der verantwoordelijkheid; later doet zij zich met dubbele kracht gelden. Maar: de soldaten goed te voeden en te kleeden, hen te voorzien van de bekende caoutchouk kleedjes der Noord-Amerikanen die hen voor de vochtigheid van den bodem vrijwaren, — van een wollen deken, die, door in het bivouak de levenswarmte te onderhouden, een voorbehoedmiddel is tegen diarrhoea cn dysenterie; de voorzorg, om aan het leger vele geneesheeren,
35
on vele en tevens beter geoefende hospitaalsoldaten toe te voegen dan het kleine aantal, dat men in den Italiaanschen vekltogt van 1859 had; de zorg om zich ruimschoots van medicamen-, ten en transportmiddelen voor gekwetsten te voorzien en in overvloed de beste instrumenten voor heelkundige operatien te hebben; het in acht nemen der gezondheidsmaatregelen, bij do inrigting van kampementen, ambulances en hospitalen; — dit alles hoeft niets gemeen met politiek en legerbesturing, liet zijn maatregelen, waarover niet meer valt te redetwisten, die aan elkeen zoowel te Berlijn als te Parijs, die zich de moeite getroost heeft om te lezen en te onderzoeken, bekend zijn. liet zou van onzo zijde eene groote fout zijn, er ons niet voor ons zei ven van te bedienen, en hier hangt nu alles van de legeradministratio af. De Kamers hebben haar geen gold geweigerd, en zullen dit ook niet doen zoolang de strijd duurt. Geld is de nel van den oorlog, en nis die er is volgt het overige van zelf. Aannemende, dat er op dit oogenblik in dezen geest nog iets aan de voorbereidselen van den vekltogt ontbreekt, dan zou het nu nog tijd zijn do leemten aan te vullen. .De fnria francesc kan in korten tijd wonderen ver-rigten, en de regeering zoude door de vaderlandsliefde van alle standen geholpen worden. Deze laatste woorden leidon mij tot eene belangrijke zaak, namelijk de modewerking van het publiek in do zorgen, die aan zieken en gekwetsten moeten verleend worden. Door den verren afstand had de toewijding in dit opzigt gedurende don Krimoorlog met vele moeijelijkheden te kampen. Intusschen heeft Miss Nightingale toen ten behoeve van hot Engelsche leger eene met oordeel toegepaste liefdadigheid betoond, die haar den dank haror landgenooten en de bewondering der wereld waardig maakten.
Frankrijk had bij deze zelfde gelegenheid zusters van lief-
3*
dadigheid, ilic /ach zelve overtroffen, en dat «egt veel. Bij den tegenwoordigen oorlog, hebben wij in de commission sanitaire der Vereenigde Staten oen model voor oogen, dat nog met onuitwisehbare trekken in veler geheugen gegrift staat, en waarvan Dr. Evans een korte schets ten gebrnike der Eranschen uitgegeven heeft. Dit was eeno vereeniging, die gedurende den Amerikaansohen oorlog veel tot ondersteuning der zieken en gewonden van het noordelijk leger heeft bijgedragen, minder door inzending van geld of verbandmiddelen, hoewel van beiden in overvloed verschaft is, dan wol door persoonlijke hulp van een deel harer leden, mannen en vrouwen, jongen en ouden, geestelijken en leeken. Men kan berekenen, dat de totale uitgaven van de commission sanitaire en hare hulpeoin-mités niet minder dan 120 millioen francs bedragen hebben; maar de vernuftige pogingen, de uitvindingen, de door haar betoonde waakzaamheid en vooral de werkdadige hulp der door haar gezonden personen waren voor geen geld te koop. Zij had de beste ziekenwagens die bestaan; wagons en stoombooten voor zieken vervoer, die alleruitstekendst voor die bestemming waren ingerigt; zij verschafte geneesheeren en ziekenverplegers als het militair personeel niet toereikend was, en brave, ijverige vrouwen sloten zich in menigte bij haar aan. Nabij elk hospitaal van den staat had zij een depot van warme kleeding-stukken, linnen, dekens, kussens, benevens een groote hoeveelheid levensmiddelen, hetzij vleesch, bouillon, appelwijn, wijn of brandewijn, en waarbij ook goede boeken, die men als de geneesmiddelen der ziel beschouwen kan, niet vergeten waren. Voorts zorgde zij voor liefderijke, opbeurende toespraken en vriendelijk toezigt aan elk ziekbed, en was zij onuitputtelijk in welwillendheid. Dokter Evans toont aan hoeveel vertroosting deze vriendelijke hulp aan zieken en gekwetsten verschafte.
■•57
,/DiiJU' dc oppassers uit dezelfde streken kwamen, waartoe de volontairs behoorden, waren zij gemeenzaam met hen, en be-begrejjen veel beter luimie behoeften dan de militaire beambten, die de gewone sleur gevoelloos volgdenquot;. Zonder de Gommission sanitaire zoude het getal dooden veel aanzienlijker geweest zijn. De degelijke zaïnonstelling der Commission sanitaire van de Vereenigde Staten, en de uitgebreide diensten die zij bewezen heeft, zijn echte kenmerken waaraan men een waarlijk vrij volk herkent, dat niet alleen de theoretische vrijheid op gedenkstukken en in officiële documenten opgeteekend bezit, maar de ware op het leven toegepaste vrijheid. Daar Amerika bij het begin van den oorlog in de Vereenigde Staten het overdreven centralisatiestelsel niet kende en niet door wetsbepalingen gebonden was, die de pogingen van bijzondere personen of ver-eenigingeu belemmeren, was de Commission sanitaire in staat zich naar eisch te organiseren en krachtig op te treden. Vele verlichte en liefdadige menschen, zoowel mannen als vrouwen, trachten bij ons een of meer vereenigingen te vormen, om in denzelfden geest te werken als de Amerikaansche Commission sanitaire. De tijd zal de vruchten dezer pogingen, waarvan de goede uitslag, vooral wat de persoonlijke hulp aangaat, zeer wenschelijk is, aan het licht moeten brengen.
Evenzeer als vóór 1789 hebben de regeeringen, die elkander van 1793 tot heden in Frankrijk opgevolgd zijn, gemeend, dat het voor hun gezag gevaarlijk was aan do burgers toe to staan, vereenigingen op te rigten, en die met hun verstanden geld te stijven; ja, men vreesde zelfs voor ondernemingen van bijzondere personen, liet is ook nu niet onwaarschijnlijk, dat deze zoo edelmoedige, vaderlandslievende en christelijke opod'e-ringen tegenkanting zullen ondervinden van eenige instellingen van het administratieve raderwerk. Do kimselarijgeost hooft de
gewoonte aangonomeu voor alles üelf te zorgen j liet misliaagt liun wanneer de burgers die er tocli waarlijk wel liet regt toe hebben , /jicli bemoeijen met de belangen der groote fransehe natie, en liij beroept zieli hierbij op reglementen die voor een groot deel eigen werk zijn. Mogt dit geval zich op nieuw voordoen, dan rekenen wij weder op dezelfde magtige tusschcnkoinst, die in den winter van 1855 en 1856 ten behoeve van het Krim-leger, toen dit door ziekten vernield werd, de hinderpalen waarop de dringende vertoogen der geneeskundige autoriteiten schipbreuk leden, geheel opruimde, en aan hunne verstandige zorgen en edele toewijding vrij spel liet.
• .....
1 | |
.■.......... ■■ ......... .
tail.ikiiitittfcdiiiadiUwie. _ i a_ ______ . i 11___________^
■ .....
i'lgÉ ■ ' ' ' ' ''''
^ . ............. .......
........... ....... , . ..
-■i ill
.......
.
■ gt;-■■■■ ■
—..... ■ ■ ■ ■. ■ ■■
. L.,- , ■,■ ■ ■ - ' quot; ' - ' * 'V ' ' quot; ' ' '
■ '
V'
, .' .;, ... I .... ... ....... . , ■
... , . : •■: -■ . - :■■■
. ... • . •
... .......
.,:,... . . . . . ' ■ . : . ■ .- ^. ■ ' ' ■ '
• ■■ ■ • . ■ ■ - - ■ - -:■■■■■■■ ■ -..... - -■ ' ; : ' ■■ ■':'
. • ...... : ' ■ ' ' - ' ■ ^ '
.... ..... . • . . . . ■ ... . :......
■
• ■ ■- ^ - • ■■ - .....
• ......
■ ■' ■■ .....
. ■ ■ •
- ....... .
. . .. . ...... ■■-. -• : . ■ ' ' .■......:
■ ■■.......■ ■ ■■ ' ^
.....
..... ......
i^'r quot;■■
wmamp;m
'