75
VAN HET
DER GEMEENTE
5« STUK. lsu AFLEVERING.
Bijlage tot het verslag van den toestand der gemeente over het jaar 1874.
»Hk).nvv.i;i ü s [ Wofrden^i :j
ROERMOND,
SNELPERSDRIK VAN J. J. ROM RN.
V.
1G14, 27 Mei. De aartshertogen geven een bevel,
waarbij aan den momboir van het hof van Gelder verboden wordt voortaan iemand in regtcn aan te sproken
in crimineele of burgerlijke zaken, zonder voorafgaand
verlof of bevel van dat hof, en zulks op straffe van alle kosten, die daaruit ontstaan kunnen.
Afschrift, in omslag 21 N0 5.
1G15, 7 September. Rekening van do verteringen, die door den tresorier generaal de Robiano en den kommies üennetiers, door de aartshertogen naar Roermond gezonden, aldaar van den 22quot;on Augustus tot den 7Jcn September 1615 gemaakt werden; welke rekening, bedragende eene som van 302 gulden, door de staten van het kwartier ingevolge hunne resolutie vereffend werd.
Orig. in omslag 22 N0 55. Vergel. de kwarliersreccsscn, deel V, bladz. S3 en 59 v0.
1621 , 12 Julij. De Raad van State der Vereenigde Nederlanden verklaart de abdij van Thorn en de heerlijkheid Slevensweert neutraal en vrij van contributie, tot dat daaromtrent eene nadere beslissing zal genomen zijn.
Gelijkt, afschrift gedagl. uit 's Gravenhage en get. Maurs Uuygcns, in omslag 21 N0 6.
1622, 30 April. .lohan van Wiltenhorst, Gerard Creyarls en Hendrik van üarlh leggen aan de staten van het Overkwartier eene rekening over ten bedrage van 2856 gulden 6'/, stuiver wegens onkosten gemaakt op de reis, die zij den 16''1quot; November 1621 op bevel der staten naar Brussel ondernomen hebben, alsmede wegens verblijfkosten aldaar tot 24 Maart 1622. Aan het slot bevindt zich de goedkeuring der staten.
Orig. gel. Bossman, in omslag 20 N0 3; vergel. het tweede stuk van dezen inventaris bladz, 199 en 203.
1622, 2 Mei. Plakkaat en ordonnantie des konings, inhoudende de wijze hoe en het bedrag waarop voortaan te Roermond, Venlo en op 't fort te Arcen de licenten zullen geheven worden op koopwaren , die langs de rivier de Maas vervoerd worden.
Gedrukt exemplaar, in omslag 21 N0 33.
1624, 18 Januarij. De stadhouder van het Overkwartier geeft kwijting aan Ido Grammaye, raad en land-rentmeester generaal van dat kwartier, van de som van 2000 Carolus guldens tot 20 stuiver loopende Roermond-sche munt 't stuk , als zijnde gemelde som hem in 't jaar 1623 door ridderschap en steden toegelacht ende verehrl.
Orig. gedagt. uit Annendaal en get. Henrich graff zu den Bcrgh, in omslag 22 N0 37.
1624, 19 Februarij. De erfmaarschalk lloensbroeck meldt aan gedeputeerden der staten van het Overkwartier dat de stadhouder verleden zaturdag het kasteel van Bronkhorst ingenomen hebbende den IJssel is overgetrokken en vervolgens gelegert tot Middachten, ende van 'l leger van staten verslagen ongeveerltck twintich com-pagnien per den, diewelke aen Sijne Wolgemelte Exu° (so hel schintj den pas hebben versacht te verhinderen; hij
durft voor de waarheid van dit berigt niet instaan, altoos
is seer apparent dat S. Exu' d'Issel is gepasseert.
ürig. gedagt. uit het slot Haag en gel. A. Iloens-hroeck, in omslag 22 Nquot; 58.
1628, 2 Februarij. Huweüjksche voorwaarden tusschen Hans Bertram van Bernsaw, zoon van Willem van Bern-saw, heer van Hardenberg, en van Elisabeth van Heese, ten eenre, en Elisabeth van Eyll, dochter van Engelbert van Eyll te Gastendonk cn van Elisabeth Op den Bergh, ter andere zijde.
Orig. perk. in omslag 23 N0 9.
1629, 2 en 13 December. De erfmaarschalk A. Hoens-broeck verzoekt den gedeputeerden der staten van het Overkwartier voor de betaling te willen zorgen van hetgeen men aan den ontvanger Dirk van Ommeren, wegens door hem gedane ontvangsten van contributiën ten behoeve van dit kwartier verschuldigd is; hij meent zich te herinneren dat men den 25quot;en Maart 1628 met dien ontvanger daaromtrent een akkoord getroffen heeft, volgens hetwelk hem voor de 5 verloopen jaren 3000 gulden en voor het vervolg ieder jaar 1000 gulden zouden gegeven worden.
Twee orig. gedagl. uit Haag en geteekend A.Hoens-broeck, in omslag 22 N0 5S.
1629, 14 December. De koning berigt aan den stadhouder dat hij den graaf de Solre met eene bijzondere commissie naar de Nederlanden heeft gezonden en verzoekt hem bijstand te verleenen.
Afschrift, fr. in omslag 20 N0 13.
1629, 19 December. De koning schrijft aan de staten van het Overkwartier dat het steeds zijn innigste wensch
geweest is om zijne koningrijken en staten te zien bloei-jen en in zijne vaderlijke liefde te doen deelen, die zij zich door ijver en trouw hebben waardig gemaakt; daar de landen van herwaarts over gedurende zijne regering zich meermalen in zijnen dienst onderscheidden, terwijl ook de diensten aan zijne voorzaten bewezen en hunne oude gehoorzaamheid hun een zeker regt tot voorrang verschaften, zoo heeft hij In aanmerking van deze redenen zijne bijzondere zorgen op hun welzijn gerigt, opdat zij naar hunne verdiensten loon mogen genieten en aan zijne overige onderdanen een blijk gegeven worde van de achting, die de koning voor hunne trouw heeft. Om aan dit besluit te beter gevolg te kunnen geven was hij voornemens zoodra mogelijk naar de Nederlanden te komen; hij heeft echter wegens den ijver, dien hij in den graaf de Solre heeft waargenomen en voornamelijk wegens het groole nut voor zijne bovengenoemde staten, den graaf gekozen om zich derwaarts te begeven, ten einde de staten, ingevolge dit schrijven, hem geloof zullen schenken in al wat hij in zijnen naam zal voordragen. Het opschrift van dezen brief luidt : A reverend pere en Dieu, nobles, noz chers et feaulx, chers et bien amez, les Euesque de Ruremonde, nobles et villes de noz pays et duché de Gueldres et comté de Zutphen, représentans les états d'iceux pays, ou a leurs deputez.
Orig. fr. gedagt. uit Madrid en gel. Philippe, J. Gervart, in omslag 20 IN0 7.
1630, 4 Januarij. De ridderschap van het Rijnsche aartssticht Keulen schrijft aan de ridderschap van het vorstendom Gelder dat het domkapittel van Mentz in het jaar 1571 eene apostolische breve heeft weten te bekomen, ten gevolge waarvan de ridderschap der Keulsciie
Giiliksche, Gcldersche, Weslfaalsche en andere naburige vorstendommen en landen van de prebenden in dat domkapittel uitgesloten zijn geworden ; dat zij over dat uitsluiten zich beklaagd hebben met het gevolg dat de Roomsch keizer en de Paus Gregorius XIII hun regt hebben erkend en deze laatste in 1579 eene bul gegeven heeft, waardoor zij in dat regt hersteld zijn geworden; daar deze bul echter door het Mentzer kapittel niet opgevolgd is geworden en de bovengenoemde ridderschappen tot heden van die prebenden zijn verstoken gebleven heeft de ridderschap van Keulen zich tot den tegen-woordigen Paus Urbanus VIII gewend en van hem niet alleen de bevestiging der bul van Gregorius XIII maar ook de benoeming van personen verkregen, die met de uitvoering daarvan belast zijn. Daar dit tot vele kosten aanleiding heeft gegeven en nog meer kosten te verwachten zijn, rigten zij hel verzoek tot de ridderschap van Gelder ten einde daarin bij te dragen.
Orig. gedagl. uit Bonn en geteekend Joh. van der Höuelich Man, Peter von Bielern, L. Ib/nd, in omslag 22 N0 13.
1630, 8 Januarij. Ue stadhouder schrijft aan de gedeputeerden der staten van hel Overkvvartier dat Geurt Peters, inwoner der heerlijkheid Well, gedurende 8 maanden voor zijne gemeente te Nijmegen gevangen gehouden is geworden; hij meent dat de billijkheid vordert hem daarvoor eenige vergoeding toe te kennen, zoo als met de inwoners van Helden, Vierssen en anderen heeft plaats gehad, die ook daèr gevangen gehouden werden.
Orig. gedagt. uil Gelder en get. Henrich ijraff zu den Dergh, in omslag 23 N0 1.
1630, 20 Januarij. De aartshertogin geeft kennis aan de staten van het Overkwartier dat zij aan graaf Hendrik van den Bergh, stadhouder, en aan Hieronymus de Gaule, kanselier, den last heeft opgedragen lot het doen van een voorstel van harentwege op de eerstkomende vergadering der staten.
Orig. gedagt. uit Brussel en get. Isabel, Vcrrcykcn, met de minuten van beschrijving der vergadering, in omslag 22 N0 \i.
1G30, 27 Januarij. De magistraat van Stralen verontschuldigt zich dat hij niet op den kwartiersdag van 28 Januarij kan verschijnen, aangezien op dien dag volgens oude gewoonte de stedelijke rekening gedaan wordt en nieuwe burgemeesters worden gekozen.
Orig. in omslag 22 N0 lo.
1630, 29 Januarij. De scholtissen van Roermond en Venlo leggen aan het hof van Gelder een verzoekschrift over, betrekking hebbende op de belooningen , die hun in zake van justitie verschuldigd zijn.
Geauth. afsclirift, get. N. Maen, in omslag 22 N0 59.
1630, 10 Februurij. De stadhouder berigt aan de staten van het Overkwartier de ontvangst hunner resolutie aangaande het buitengewone subsidie; de hertog van Aerschot, als wesende hel hocff van de Staeten gnael van Brabant en Kinschot, tresorier generaal, hebben hem gezegd dat de onderdanen van zijn gouvernement het minste inwilligden, waarop hij hun antwoordde dat het Overkwartier niet met Brabant kon vergeleken worden en dat hel door de daegclicxe mine van de deurtochten van cr itchsvolck en de legers alsoock slarche ende swaere inquartirungen van guarnisoenen in de onmogelijkheid ver-
keert meer dan 25,000 gulden toe te staan; hij zal dit aan de aartshertogin te kennen geven en hoopt dat zij met dat bedrag genoegen zal nemen.
Orig. gedagl. uit Brussel en gel. Henrich graff iu dem Dcrgh, in omslag 22 N0 16.
1630, 18 Februarij. De magistraat van Erkelens schrijft aan gedeputeerden der staten van het Overkwartier dat de buitengewone subsidiën steeds gevorderd en toegestaan zijn geworden om daarmede de groote ondragelijke miti-larische pressuren te voorkomen en te doen ophouden, en dat ook bij de laatste inwilliging de uitdrukkelijke voorwaarde gesteld is van het betalen van dit subsidie ontslagen te zijn wanneer op de klagten wegens deze gruweldaden geene afdoende maatregelen genomen worden De magistraat heeft in den vorigen zomer en herfst veel oppressie, misslagen und verderbcn van de garnizoenen geleden ; hij heeft den M' de Camp Carolo Roma gedurende twee maanden voor 12 paarden van haver en stroo moeten voorzien, en daar hij zulks thans niet meer doen kan, zendt deze zijne onderhebbende soldaten naar de dorpen, die met geweld het stroo weg halen, zich daarenboven aldaar van kost en drank doen voorzien, und wen sie tooll gelcbl, mil der rest Hire seek fallen. De magistraat verzoekt de gedeputeerden naar luid der voorwaarden van de inwilliging der laatste bede deze handelwijze te doen ophouden, daar hij anders genoodzaakt is zelf het bedrag zijner quota aan te wenden om tot de afschaffing daarvan te geraken.
Orig. ia omslag 22 N0 17.
1030, 13 Maart. De gedeputeerden der staten van het Overkwartier schrijven aan Bruynlandt, hunnen agent te Brussel, uit een schrijven van den thesaurier generaal
aan den kanselier van Gelder vernomen te hebben dat de aartshertogin de buitengewone bede van 25,000 gulden aangenomen en op het bezwaarschrift der staten een gunstig besluit genomen heeft; de gedeputeerden verzoeken hem deze aanneming met het besluit der aartshertogin zoo spoedig mogelijk te willen overzenden.
Minute, in omslag 22 Nquot; 18.
1()30 , 16 Maart. De aartshertogin schrijft aan de staten van het Overkwartier dat de koning den graaf de Solre naar de staten der landen van herwaarts over gezonden heeft; daar deze echter niet tijdig genoeg naar het Over kwartier heeft kunnen komen om zijne missie In de laatste vergadering der staten van dat kwartier te kunnen openbaren , zal hij, om de kosten eener nieuwe vergadering te vermijden, den brief door den koning aan die staten gerigt overzenden en den stadhouder den last opdragen den staten van zijne missie kennis te geven.
Orig. fr. gedagl. uil Brussel en gel. Isabel, Verreyken, in omslag 20 N0 5.
1630, 16 Maart. De aartshertogin draagt aan den stadhouder den last op de staten van het Overkwartier met de missie van den graaf de Solre bekend te maken, aangezien deze niet naar dat kwartier zal komen.
Afschrift, fr. in omslag 20 N0 12.
1630, 16 Maart. De graaf de Solre schrijft aan de staten van het Overkwartier dat de aartshertogin wegens de redenen, die zij in haar schrijven van heden aan de staten kenbaar maakte, het niet doelmatig geacht lieeft hem in persoon zijne missie te laten volbrengen, maar hem bevolen heeft die in geschrift op te stellen; hij zendt dit schrijven nu t 's konings brief aan de staten
— II —
met het verzoek hem hun antwoord daarop zoo spoedig mogelijk mede te deelen, aangezien hij binnen weinige dagen nnar Spanje zal wrederkeeren.
Orig. fr. gedagt. uil Brussel eu gel. Ie comte dc Solre, in omslag 20 N0 10.
1Ö30, 16 Maart. De graaf de Solre schrijft aan de staten van het Overkwartier dat zij genoegiaam overtuigd zullen zijn van de liefde en genegenheid des konings voor het welzijn dezer provinciën en van de zorg, die hij aan haar behoud wijdt, waartoe hij voornamelijk bewogen wordt door den ijver en trouw , die deze pro-wnciën hem bij alle gelegenheden en hoofdzakelijk in de laatste jaren betoond hebben; het verlies der steden in den vorigen zomer heeft dat gevoel verdubbeld, zoodat hij op het eerste berigt van dat verlies besloot zelf naar de Nederlanden te komen ten einde de krachtigste middelen aan te wenden tot troost van zijne goede onderdanen en tot herstel der geleden rampen; alvorens daaraan gevolg te geven moeten verschillende zaken geregeld worden, waartoe tijd noodig is, weshalve hij hem gelast heeft zich onmiddelijk naar deze provinciën te begeven, ten einde aldaar het gevoelen des konings, zijne achting voor haren ijver en trouw, zoo als ook zijn ver langen tot haar behoud en het herstel van den vrede te kennen te geven. De koning hoopt dc rust en het welzijn der landen van herwaarts over door alle mogelijke middelen te herstellen en verzoekt den staten hem alles te willen mededeelen wat zij raadzaam achten zoo tot herstel der verwarringen en ongeregeldheden, die door den loop en de snoodheid der tijden zijn ingeslopen, als ook tot eene goede regeling van den handel en der correspondentie van de landen van herwaarts over met zijne overige koningrijken en staten, opdat hij daarna
- 12 -
alle middelen aanwende om tot het doel te geraken, dat hij zich zoo vast heeft voorgesteld.
Orig. fr. gcdagi. uit Brussel en get. Ie comte de Solrc, in omslag 20 N0 11.
1G30, 4 April. Gedeputeerden der staten van het Overkwartier berigten aan den magistraat van Roermond en aan dien van Venlo op 30 Maart 11. een schrijven van het hof te hebben ontvangen , inhoudende het bevel om te doen publiceeren dat */3 van de licenten der waeren gebrocht van den vijandt deur de Mase te Venlo moet betaald worden en het overblijvende l/3 te Roermond; daar dit echter strijdig is met de resolutie door ridderschap en steden mit groote kosten vuylgebrocht houden zij de publicatie op tot dat in eene algemeene vergadering der staten daaromtrent een nader besluit zal genomen zijn.
Minute met een geauthentiseerd afschrift, geteekend P. Bosman, in omslag 22 N0 41.
1630, 8 April. De gedeputeerden der staten van het graafschap Zutfen zenden aan gedeputeerden der staten van het Overkwartier afschrift van een beklag der gezamenlijke inwoners in dat graafschap over vorderingen van contributien, die onder bedreiging van executie door Gysbert van Ravensway, ontvanger van de contributien des konings van Spanje, gedaan worden. Aangezien gedeputeerden van dat graafschap zich naar Brussel begeven hebben, ten einde voor een jaar vrijstelling van die contributie te verzoeken, in aanmerking van den ouergroten ende omierwinlijeken schade, die de inwoners in den afgeloopen zomer geleden hebben door d'ouercompste ende langduyrige inlegeringe van de kegser- ende conmck-lijcke armees, niettegenstaande zij van de aartshertogin
- 13 —
brieven van sauvegarde hadden bekomen , rigten zij het verzoek tot de gedeputeerden van het Overkwartier om hun verzoek door hunne agenten te Brussel te doen ondersteunen.
Orig. get. P. Seis, met hel vermelde afschrift, in omslag 22 N0 42.
1630, 8 April. Staat van de schade door de onderdanen van het Zutfensche kwartier geleden in het jaar 1(329, door de komst en langdurige inlegering der keizerlijke en koninklijke legerkorpsen. Deze staat, uit de geregtelijke informaliën der officieren van het Zutfensche kwartier getrokken, loopt tot een totaal bedrag van 940298 gulden 1 ü stuiver.
Gelijklijdig afschrift, in omslag 22 Nquot; 45.
1630, 25 April. De gedeputeerden der staten van het Overkwartier rigten aan Bruynlandt, hunnen agent te Brussel, onder overzending van een afschrift van het schrijven der gedeputeerden van het Zutfensche kwartier dd. 8 April 11 , een verzoek tot ondersteuning van hetgeen die gedeputeerden te Brussel verzoeken; zij doen zulks te meer omdat zij weten dat kun aengheuen in redenen endc billickheit is ge fundeert, en omdat de rekenkamer te Roermond verklaard heeft zeer gunstig daarop te zullen adviseeren, voor het geval dat hun advies in deze zaak gevraagd wordt.
Minute, met het antwoord van den agent gctcekend Guill. Druynlandl, in omslag 22 Nquot; 44.
1630, 26 April. De gedeputeerden der staten van het Overkwartier schrijven aan den magistraat van Luik vernomen te hebben dat van de goederen, die van Luik naar dit kwartier gebragt worden, zoo als kalk, ijzer,
kolen, enz. in plaats van den 12'uquot; penning, zooals de schippers tot dusverre betaalden, thans tot aanmerkelijke verliooging van den prijs dier waren de 9'1'' penning gevorderd wordt, terwijl diezelfde waren, te Maastricht ontladen, geheel vrij zijn ; gedeputeerden kunnen dien maatregel niet begrijpen omdat het Overkwartier onder ei/nen coeninck en de prince geseten van ghein erger conditie en behoirde toe sijn als die van Maestricht; zij verlangen dus met laatstgemelde stad gelijk gesteld te worden, daar zij sons ten middelen voir die handt hebben om hun verhaal te zoeken op die gueder soe van hir naer Luyck geuoerl sullen werden, waartoe Z. M. stadhouder in dit gewest zijne hulp zal verleenen; zij zagen deze zaak echter om naebuijrlicke freuntschap endc correspondentie-Ie halden gaarne op eene andere wijze geregeld.
Minute , in omslag 22 N0 43.
1630, 20 April. De aartshertogin geeft kennis aan de staten van het Overkwartier dat zij aan den stadhouder en aan den kanselier den last heeft opgedragen om in hunne eerstkomende vergadering namens haar een voorstel te doen.
Orig. gedagt. uil Brussel en get, Isabel, Verreyken, in omslag 22 N0 S6.
1030, 29 April. De gedeputeerden der staten van het Nijmeegsche kwartier schrijven aan de gedeputeerden van het Overkwartier over het groote geweld, de straatschenderijen en plunderingen , die sedert verleden zomer door de soldaten uit het Overkwartier op de ingezetenen van het Rijk van Nijmegen, onder de sauvegarde der aartshertogin staande, bedreven werden; zij hebben meermalen daarover geklaagd zonder dat aan hunne klagten gevolg gegeven werd ; integendeel werd den 22s,cquot; dezer
— 15 -
door de soldaten van die zijde op eenige inwoners van Batenburg, Horssen, Borgharen en Apelleren, die op de weekmarkt van Nijmegen geweest waren , groote moetwil ende streuperije gepleegd; zij verzoeken dat de afgenomen goederen teruggegeven of vergoed en de raoedwilligen gestraft worden, daar zij bij gebreke daarvan genoodzaakt zijn op gelijke wijze te moeten handelen, daermjt niet anders als allen onheyl ende ver der ff van beydersyts arme onderdanen sonde te verwachten slaen, 't welk zij lieuer voorgebouwet sagen.
Orig. get. J. van Benthem, met andere stukken daarop betrekking hebbende, in omslag 22 N0 19.
1630, Mei. lie staten van het Overkwartier berigten aan den graaf de Solre de ontvangst zijner letteren van 10 Maart en van het daarbij gevoegde schrijven des konings; zij verzoeken hem Z. M. die generaele desolatie van dese landen te representeren die genochsam openbaer is en zonder twijfel door de overige provinciën zal te kennen gegeven zijn; ingevolge het schrijven des konings verzoeken zij insgelijks aan Zijne Majesteit onder het oog te willen brengen dat dit kwartier, als zijnde op de grenzen van den vijand gelegen, van het eene jaar in het andere met inlegeringen, doortogten en groote garnizoenen tenemael onder die voeten is commen, soedoch dient geconseruiert opdat den vijandt sijne flaegelen nijet en extendiert ende tgehele landt van Limhurgh, Lutzenborgh, Brabant ende andere landen in contributie stelle ende mil vilegeronghen molen tier e ende onder sich brenge. Voorts wenschen zij dat hij Z. Mquot; officieren in Spanje verzoekt geene nieuwigheden in te voeren en voortaan op brieven aan de staten gerigt den naam des bisschops weg te laten, want, ofschoon reeds vóór de oprigting der bis-
dommen prelaten in het land tan Gelder aanwezig waren, zoo hebben die prelaten evenwel nooit zitting of stem gehad als leden der staten, zoo als dan ook de bisschoppen dit tot heden toe niet gehad hebben; de staten (zoo vervolgen zij) zouden derhalven alles gem kielen in den slael den wij hebben gevonden.
Minute, in omslag 20 N0 14.
1630, Mei. üe staten van het Overkwartier schrijven aan den koning dat zij zijn schrijven hebben ontvangen en daaruit met blijdschap vernomen hebben de groote vaderlijke genegenheid, ijver en liefde, die de koning voor zijne Nederlanden koestert, en de groote begeerte, die hij heeft om die landen in rust en bloei te zien verkeeren; de staten zijn hem daarvoor dankbaar en wenschen hem eene langdurige regering lot welvaart zijner koningrijken en van deze Nederlanden; zij zullen ten allen tijde niet alleen zich als getrouwe onderdanen gedragen , maar insgelijks tot behoud der R. K. religie, den dienst des konings en de welvaart dezer landen goel ende bloei opselten ende zich nergens in spaeren, gelijck sij verhoopen dat Co. ma1, ende dessen voorsaelen suslangh miller duel genochsam gespuerl ende bevonden sullen hebben.
Minute, in omslag 20 N0 to.
1030, 8 Mei. De staten van het Overkwartier zenden aan den stadhouder een ontwerp der brieven, die zij met advies en goedkeuring van den kanselier ter verzending aan den konitig en aan den graaf van Solre hebben opgesteld; zij verzoeken hem dat te willen nalezen en hun zijn gevoelen daarover mede te deelen, waarnaar zij zich zullen regelen.
Minule, in omslag 22 N0 40.
— 17 —
1630, 11 Mei, De stadhouder antwoordt aan de staten van het Overkwartier dat hij de ontworpen brieven goedkeurt; hij verzoekt iiun die zoodra mogelijk te doen overschrijven en hem toe te zenden ten einde zij met zijn daarbij te voegen brief verzonden worden.
Orig. gedagt. uit Venlo en gel. Henrich graff zu den Bergh, in omslag 22 N0 47.
1630, 14 Mei. De gedeputeerden der staten van het Overkwartier berigten aan den stadhouder van den magistraat van Wesel een schrijven te hebben ontvangen, waarin gemeld wordt dat door zeven Veniosche soldaten uit een schip goederen voor eene waarde van duizend gulden ontvreemd zijn , toebehoarende aan eene burgerdochter van Wesel; aangezien deze goederen niel voir pryss en kunnen (jereeckend werden en gedeputeerden vreezen dat die van Wesel eenige repressalien mochten gebrmjcken, verzoeken zij den stadhouder hierin te willen voorzien np dat uilen onheil voirgebout magh toerden.
Miiiute, in omslag 22 N0 40.
1630, 9 Junij. Bernard van Welderen, raad in het hof van Gelder, burggraaf en regter van het rijk en de stad Nijmegen, klaagt aan de staten van het Overkwartier over de groote ongeregeldheden, die door de soldaten in dat kwartier aanwezig in den circnl van der O ij en bedreven worden in strijd met de brieven van sauvegarde, die de inwoners bezitten; hij verzoekt dat die soldaten gestraft worden en dat een yeder van sulcke cnde diergeltjcke insolentien moge verhoedet blijven.
Orig. gedagt. uit Nijmegen en get. Beman van
Welderen. in omslag 21 Nquot; 7.
1G30, 22 Junij- 12 Augustus. Briefwisseling tusschen gedeputeerden der staten van het Overkwartier en die van het kwartier van Nijmegen, over knevelarijen en plunderingen , die door de soldaten van weerszijden gepleegd zijn geworden.
Minuien en originelen, in omslag 22 N0 49.
1630, 14 Julij. De gedeputeerden der staten van het Overkwartier geven kennis aan G. Haghen en G. Bruyn-landt, hunne agenten te Brussel, dat eenige heeren van de rekenkamer zich op reis begeven hebben; zij vreezen dat deze heeren iels mochlen attentieren tot last van dit Ouerquartier; weshalve zij hun verzoeken heimelijk te vernemen wat hunne weruongh is. Dit arm kwartier wordt geheel verdrukt en aangevallen; de amunitiepaarden kosten veel, terwijl de soldaten en knechten, die ze verzorgen, de arme onderdanen ruynieren; de steden zijn gedrukt door belastingen; Roermond heeft tot garnizoen drie vendels te voet, acht a negen honderd man sterk, de kompagnie paarden van zijne excellentie en nog eene andere kompagnie; Venlo, Gelder, Erkelens en Stralen hebben insgelijks hunnen last, die zwaar genoeg is; Weert kan ook niets meer dragen en de tien kompagniën paarden die in het land van Kriekenbeek liggen, stellen hun selsaem aen.
Minute, in omslag 22 N0 20.
1630. 19 Julij. Guill. Bruynlandt antwoordt aan gedeputeerden der staten van het Overkwartier dat hij niets heeft kunnen vernemen van hetgeen de heeren van de rekenkamer te Brussel uitvoeren, maar hij zal het oor in den wint halden om te luysteren watter mochte ommegaen; tevens meldt hij dat hij in de naburige provinciën van geene verandering noch discrepantie (?) van de bede ge-
- 19 —
hoord heeft, dan icel eer alle daeghen verhoogingc van extraordinarisse accorden ende daerenboucn diuerse van penningen.
Orig. gedagl. uit Brussel en gel. Guill. Brw/nlandl, in omslag 22 Nn 21.
1630, 13 Augustus. De gedeputeerden der staten van het Overkwartier berigten aan den stadhouder dat de gezamenlijke kooplieden en schippers op den 10(ll-,n dezer maand te Luik het besluit genomen hebben niet meer met eenig schip of waren de Maas op te varen zoo lang de strooperij op die rivier voortduurt; daar hierdoor handel en nering geheel zullen te niet gaan, het Princen hanloer niets zal ontvangen en dientengevolge de garnizoenen onbetaald zullen blijven, verzoeken zij den stadhouder onverwijld maatregelen in deze zaak te nemen.
Minute, in omslag 22 N0 22.
1630, 23 Augustus. A. Hoensbroeck, erfmaarschalk van Gelder, berigt aan gedeputeerden der staten van het Overkwartier dal hij van den markies de Leganes een schrijven ontvangen heeft, waarin deze hem te kennen geeft uit Brussel de mededeeling ontvangen te hebben dal eenige gedeputeerden van het Overkwartier aldaar over hem zouden geklaagd en voorgegeven hebben als zoude hij aen dit qT hebben gesonnen vur sijne keucken ende or-dinarisse verterongen 200 gulden des daegs. l)c erfmaarschalk verzoekt den gedeputeerden hem onmiddellijk te willen mededeelen wat hiervan waar is.
Orig. gedagt. uit Gelder en get. A. Hoensbroeck, in omslag 22 N0 23.
1630, 24 Augustus. De gedeputeerden der staten van hel Overkwartier antwoorden op hel schrijven van den
erfmaarschalk dat zich thans van wege het kwartier niemand te Brussel bevindt, dat zij ook geen letter aangaande het medegedeelde geschreven hebben, zoo als uit de minuten zal blijken, noch aan iemand last gegeven hebben zulks te Brussel te kennen te geven ; wel hebben zij zich bij den kanselier beklaagd wegens die excessiue kosten ende ruyne van de amonilie peerden ende die strouper ien die ou er al geschien, sulex dat bijnae niemants te water oft te lande kan reysen.
Minulc, in omslag 22 N0 24.
1G30, 22 September, üe markies de l.eganes schrijft aan de staten van het Overkwarticr dat hij den ijver vernomen heeft, dien zij bij gelegenheid der inwilliging van de bede aan den dag gelegd hebben en die getuigt van de genegenheid, die de staten steeds voor de dienst des konings hebben, voornamelijk in den tegenvvoordigen toestand; hij bedankt hen dat zij op zijn voorgaand schrijven acht geslagen hebben, zullende bij voorkomende gevallen zijne genegenheid toonen en aan de aartshertogin verslag geven over dit kwartier, haar tevens de onkosten kenbaar makende, die het in den afgeloopen zomer heeft moeten dragen.
Orig. fr. gedagt. uit Gelder en get. Le marquis de Leganes, in omslag 22 N0 2S.
1630, 23 September. A. Hoensbroeck, erfmaarschalk van Gelder, schrijft aan gedeputeerden der staten van het Overkwartier dat de markies de Leganes hem verzekerd heeft dat hij de paarden aanstonds zal doen vertrekken; voorts meldt hij dat Graaf Jan (van Nassau) zelf schrijft dat syn rancoun is gemaeckt met hselsteyn op 12000 gulden ende dat hij ierst dags vermeint hyr thoe syn; Casal heeft gecapituliert ende die van binnen hcloefft
- 21 -
vuijl (hoe Irccken ingeuall dat sy vorden iersten 8l,r's niet en worden ontsatt; den marquis soli die stadl in heb ben ende het garnisoen soil syn geretiriert int kasteel.
Orig. gedagt. uit Gelder en get. A. Hocnsbrocck, in omslag 22 N0 26.
1630, 2G September. De erfmaarschalk schrijft aan de gedeputeerden der staten van het Overkwartier dat naar het schijnt de markies de Leganes bij het einde van de maand nog niet zal vertrekken ; hij verzoekt dit aan den stadhouder en aan do staten van het kwartier mede tc deelen en hem voorts te willen berigten hoe hij zich bij het einde van de maand met de levering van de four-ragiën zal te gedragen hebben ; men denkt dal de markies niet langer dan tot G October zal blijven, als naar men vermeent graaf Jan sal sijn gerelaxiert, maer ick bevregte seer (zegt hij) dat einc sulcke relaxatie sic/i well sol mogen vertrecken.
Orig. gedagt. uit Gelder en get. A. Iloensbroeck, in omslag 22 N° 27.
1030, 12 October. Guill. Druynlandt meldt aan gedeputeerden der staten van het Overkwartier dat er nog geene resolutie genomen is op het rekwest aangaande de munt; daar hij vernomen heeft dat het rapport gereed is denkt hij die resolutie binnen kort te ontvangen.
Orig. gedagt. uit Brussel en get. Guill. Druynlandt, in omslag 22 N0 28.
1630, 13 November. De staten van het Overkwartier stellen een rekwest op aan de aartshertogin, waarin zij de bezwaren tc kennen geven tegen het op nieuw afkondigen der muntplakkaten.
Minute, in omslag 22 N0 29. Vergel. de kwartiers-recessen , dee! Vilt bladz. 34 v0.
— •22-
1630, 29 November. Gedeputeerden der slaten van het Overkwartier klagen aan het hof van Gelder over den ontvanger der licenten, die zich veroorlooft van elke honderd pond zout, dat van hier stroomopwaarts vervoerd wordt, vijftien gulden meer te vorderen dan op de tollijst uitgedrukt staat; zij verzoeken het hof te willen gelasten dat restitutie van het te veel betaalde gegeven worde, daar dergelijke nieuwigheden oorzaak zijn dat de Luikenaars de opwaarts vervoerde goederen hoe langer hoe meer belasten.
Minute, in omslag 22 N0 50.
1630, 29 November. G. Haghen schrijft aan gedeputeerden der staten van het Overkwartier dat het ver-uolch van de dispensatie van 'tplaccaet van de munte secr traech is aangezien de raadsheer Steenhuysen , die daarmede belast is, door de reis van den raadsheer Roosen naar Spanje drukke zaken te behandelen heeft; hij heeft verschillende voorbeelden aangehaald van vroegere dispen-satiën en te kennen gegeven dat dezelfde redenen daartoe nu meer ende nyet minder en militeeren.
Orig. gedagt. uit Brussel en get. G. Ilaghcn, in omslag 22 N0 30.
1630, 3 December. Op een tweede verzoekschrift van wege den bisschop van Roermond aan het hof van Gelder overgegeven en betrekking hebbende op de jurisdictie van het geestelijk hof neemt het hof het besluit dit verzoekschrift aan de stalen van het Overkwartier tot advies te zenden, ten einde daarop ten spoedigste te res crib er en, oppene dat by faulte van dyen thoff euenwel sal aduiseren.
Orig. get. Ant, Cruysancker, in margine get. N. Maen, in omslag 21 IN0 16.
1630, 0—20 December. Verschillende stukken aangaande eene klagt van de staten van het Nijmeegsche kwartier aan het Overkwartier over het in beslag nemen op de heide vóór de stad Nijmegen van eenige paarden door de ruiters van den kapitein Jan üireksen in garnizoen te Bruggen, onder voorwendsel dat deze paarden gebruikt waren tot het vervoer van granen van Over-Asseit naar liet ambt van Maas en Waal.
Orig. en minuten, in omslag 22 N0 51.
1630 — 1631. Verschillende brieven inhoudende 1° waarschuwingen wegens het betalen van contributiën ten einde do executie te voorkomen; 2° klagten over te hooge vorderingen van Meenten en over den moedwil van soldaten.
Orig. en minuten , in omslag 23 N0 3.
1630 — 1632. Verschillende brieven van G. Bruynlandt, agent te Brussel, aan de gedeputeerden der staten van het Overkwartier, strekkende om die staten op de hoogte te houden van de pogingen, die hij aanwendt tegen de afkondiging der muntplakkaten in het Overkwartier.
Orig. gedagt. uit Brussel en get. Guill. Bruynlandt, in omslag 23 N0 8.
1630- 1633. Verschillende brieven door den magistraat van Roermond geschreven tot bijeenroeping der staten van het Overkwartier.
Minuten, in omslag 25 N° 6.
1630—1634. Verschillende brieven door Dirk van Ommeren, ontvanger der contributiën te 's Gravenwaard aan de gedeputeerden der staten van het Overkwartier geschreven over de invordering van contributiën.
Orig. gedagt. uit 's Gravenwaard en get. Dirrick van Ommeren, in omslag 22 Nquot; 34.
1631. Hriefwisscling tusschen de staten van hel Over-kwarlier en die der kwartieren van Nijmegen en Zulfen over relorsiën , die van weerszijden geschied zijn.
Minuien en originelen, in omslag 21 Nquot; 18.
1631 , Januari]—September. Vijf brieven van Dirk van Ommeren, ontvanger der contributiën te 's Graven-waard, over het innen van contributie en over de moeijelijkheden , die hij daarin ondervindt.
Ürig. gedagt. uil 's Gravenwaard en get. Dirrick van Ommeren, in omslag 21 Nquot; 21.
1631, 11 Januarij. Gedeputeerden der staten van het Overkwartier schrijven aan het iiof van Gelder over zeker plakkaat, dat aan de drosten gezonden werd en waarbij het vervoer van goederen te land (lanlvrachl) ten eenenrnale verboden wordt; zij protesteeren tegen de publicatie daarvan aangezien den soldaten daardoor eyne nieuwe straetschenderie in de handt gegeven wordt en de steden Gelder , Stralen , Wachtendonk en Erkelens, die niet aan rivieren gelegen zijn, sampl hel platte landt mil Iselue placcat den mondt lenemail sal teerden gesloeCen. Gedeputeerden verzoeken derhalve dat met de publicatie van dit plakkaat worde gewacht tot dal de interpretatie dairuan sal sein geschiet.
Minulc, in omslag 21 N0 19.
1631 , 14 Januarij. Gedeputeerden der staten van hel Overkwartier berigten aan hel hof van Gelder dat zij uit de ordonnantie van 11 Jan. aangaande de publicatie van hel plakkaat van de landtvrachle gezien hebben dal daarin alleen de handel met den vijand verboden wordt; zij verzoeken het hof insgelijks te willen verklaren dat versche zeevisschen, oesters en mosselen van 's Hertogen-
bosch hier nangebragt, mits daarvoor betaald worden de licenlcn, vrije ende franck zullen wezen, ouennils rteselue Ic water opcommende door langhwy lig heit des ti/dts mjet tc genyeten en syn.
Minute , in omslag 21 N0 20.
1Ö3I , 20 Januarij. De gedeputeerden der staten van hel Overkwartier geven bevel aan de steden en drosten van het kwartier tot afkondiging van het plakkaat op de „landvrachtenquot;; zij verzoeken daarbij insgelijks hun rekwest over deze aangelegenheid aan het hof van Gelder en de daarop gevolgde apostille te willen voorlezen.
Minute, in omslag 21 N0 22.
1631 , 20 Januarij. Gedeputeerden der staten van het Cherkwartier zenden aan den stadhouder brieven van de staten der kwartieren Nijmegen en Zutfen, waaruit men kan afleiden dat zij allen onheil ende wegen van retorsien gern verhuedt sagen; gedeputeerden verzoeken derhalve dat de stadhouder den soldaten niet veroorlooft lemanden van den nierkandt binnen sein ressort ennighe qucllongcn aen te doin , daar zij vreezen dat do onkosten daarvan ten deele op dit kwartier zullen vallen, dat met andere lasten reeds genoeg bezwaard is en dagelijks nog meer overladen wordt.
Minute, in omslag 21 N0 23.
1631 , 20 Januarij. De stadhouder berigt aan de staten van het Overkwartier, uit hun schrijven en een daarbij gevoegd afschrift van een brief der gedeputeerden van Nijmegen vernomen te hebben dat die gedeputeerden hun best doen zullen tot het vermijden van onheil en retorsie op het platte land van het Overkwartier; de stadhouder belooft dien ten gevolge er insgelijks voor te zullen waken, opdat uit het kwartier van Nijmegen
— 24 —
1631. Briefwisseling tusschen de staten van hel Over-kwarlier en die der kwartieren van Nijmegen en Zutfen over relorsiën , die van weerszijden geschied zijn.
Minuten en originelen, in omslag 21 N0 18.
1631 , Januarij—September. Vijf brieven van Dirk van Ommeren, ontvanger der contributiën te 's Graven-waard, over het innen van contributie en over dc moeijelijkheden , die hij daarin ondervindt.
Orig. gedagt. uil 's Gravenwaard ea get. Dirrick van Ommeren, in omslag 21 Nquot; 21.
1631 , tl Januarij. Gedeputeerden der staten van het Overkwartier schrijven aan het hof van Gelder over zeker plakkaat, dat aan de drosten gezonden werd en waarbij het vervoer van goederen te land flantvrachlj ten eenenmale verboden wordt; zij protesteeren tegen de publicatie daarvan aangezien den soldaten daardoor eyne nieuwe straetschenderie in de handt gegeven wordt en de steden Gelder. Stralen, Wachtendonk en Erkelens , die niet aan rivieren gelegen zijn, sampl hel platte landt mit ttelue placcat den mondt tenemail sal teerden gesloeten. Gedeputeerden verzoeken derhalve dat met dc publicatie van dit plakkaat worde gewacht tot dat de interpretatie dairuan sal sein geschiet.
Minute, in omslag 21 N0 19.
1631, 14 Januarij. Gedeputeerden der stalen van hel Overkwartier berigten aan hel hof van Gelder dat zij nit dc ordonnantie van 11 Jan. aangaande de publicatie van hel plakkaat van de landtvrachte gezien hebben dat daarin alleen de handel met den vijand verboden wordt; zij verzoeken hel hof insgelijks te willen verklaren dat versche zeevisschen, oesters en mosselen van 's Hertogen-
— '25 -
bosch hier aangebragt, mits daarvoor betaald worden de licenten, vrije ende franck zullen wezen, ouermüs deselue tc water opcommende door langhwyligheü des lydls nijet te genyeten en syn.
Minute , in omslag 21 N0 20.
1G31 , 20 Januarij. De gedeputeerden der staten van het Overkwartier geven bevel aan de sleden en drosten van het kwartier tot afkondiging van het plakkaat op de „landvrachtenquot;; zij verzoeken daarbij insgelijks hun rekwest over deze aangelegenheid aan het hof van Gelder en de daarop gevolgde apostille te willen voorlezen.
Minute, in omslag 21 N0 22.
1631, 20 Januarij. Gedeputeerden der staten van het Overkwartier zenden aan den stadhouder brieven van de staten der kwartieren Nijmegen en Zutfen, waaruit men kan afleiden dat zij allen onheil ende wegen van retorsien gern verbiedt sagen; gedeputeerden verzoeken derhalve dat de stadhouder den soldaten niet veroorlooft iemanden van den nierkandt binnen sein ressort ennighe quellongen aen te doin , daar zij vreezen dat de onkosten daarvan ten deele op dit kwartier zullen vallen, dal mei andere lasten reeds genoeg bezwaard is en dagelijks nog meer overladen wordt.
Minute, in omslag 21 !N° 23.
1631 , 20 Januarij. De stadhouder berigt aan de stalen van het Overkwartier, uit hun schrijven en een daarbij gevoegd afschrift van een brief der gedeputeerden van Nijmegen vernomen te hebben dat die gedeputeerden hun best doen zullen tot het vermijden van onheil en retorsie op het platte land van het Overkwartier; de stadhouder belooft dien ten gevolge er insgelijks voor te zullen waken, opdat uit het kwartier van Nijmegen
niemand in dit kwartier tegen regt en billijkheid in ongelegenheid gerake.
Orig. gedagt. uil Venlo en gel. Henrich gracflf zu den Bergh, in omslag 20 N0 4.
1631 , 23 Januarij. De gedeputeerden der staten van liet Overkwartier berigten aan het hof van Gelder de ontvangst van een plakkaat, verbiedende aan neutrale personen om zonder uitdrukkelijk verlof des konings de vijandelijke landen te bezoeken; daar dit eene nieuwigheid is, die veroorzaken zal dat de naburige hoeren en prinsen de arme onderdanen van dit kwartier op gelijke wijze zullen behandelen, moeten zij de publicatie van dal plakkaat weigeren ; zij verzoeken echter het hof by die hoighe oeuerïgheit voir die suppleanten toe intercedieren dat hun tselue niet in ongenaden opgenohmen worde.
Minute, in omslag 22 N° 52.
1631 , 24 Januarij. De magistraat van Venlo berigt aan gedeputeerden der staten van het Overkwartier dat zij een plakkaat ontvingen , waardoor aan neutrale personen verboden wordt zonder uitdrukkelijk verlof des konings naar de vijandelijke landen te gaan of van daar te komen ; aangezien dit plakkaat rijp dient overwogen te worden en de staten van het kwartier de publicatie van plakkatenzonder hunne goedkeuring verboden hebben , verwacht de magistraat antwoord alvorens tot de publicatie daarvan over te gaan.
Orig. get. Conr. Schenck, in omslag 22 N0 5i.
1631, Januarij - 1 Mei. Verschillende brieven van Adriaan van Hoensbroeck, erfmaarschalk van Gelder, aan de gedeputeerden der staten van het Overkwartier
- 27 -
voornamelijk over de in 't werk gestelde pogingen tot afschaffing van de retorsiën.
Orig. gedagl. op hel slot Haag en gel. A. Iloens-broeck, in omslag 21 N0 26.
1631, 8 Februarij. De gedeputeerden der staten van het Overkwartier zenden aan de steden, drosten en onderheeren van het kwartier, alsook aan Maeseyck, Horn, Heinsberg en Weert, afschrift van een schrijven der staten van het kwartier van Nijmegen, waarin gemeld wordt dat de Generale Staten tot de afdoeningh van die gedaene retorsie ende repressalien besloten hebben, van welk besluit zij de brieven hebben ontvangen, en alsoe deselue ordonanlie ende brieven syn t endier ende tot ontlas tinge van de foullien die hier int q nar tier ende inde benaebuyrde landen geschien.
Minule, in omslag 21 Nquot; 27.
1G3I , 22 Maart. De aartshertogin geeft bevel aan de staten van het Overkwartier tot het doen beschrijven eener vergadering op 28 Maart, ten einde alsdan het voorstel aan te hooren, dat namens haar door den stadhouder graaf Hendrik van den Bergh en door den kanselier Hieronimus de Gaule zal gedaan worden.
Orig. gedagl. uil Brussel en geleekend Isabel, Verreyeken, in omslag 21 N0 28.
1631, 31 Maart. Op het verzoekschrift van den bisschop van Roermond aangaande de jurisdictie van het geestelijke hof, den S'^Dec. II. tot advies aan de staten van het Overkwartier gezonden, nemen die staten het besluit om benevens den 1' Moeits ook den momboir van hel hof tot medewerking te verzoeken, ten einde daarop
- 28 -
te antwoorden ingevolge de vroegere resolutie der aartshertogen.
Kwarliersrecessen, deel VUl bladz. 69 v0.
1631, 5 Mei, De staten van het Overkvvartier schrijven aan de aartshertogin dat zij tot heden steeds alles, 7.elfs het onmogelijke, gedaan hebben om een bewijs van hunnen ijver en trouw in de dienst van den koning te geven en derhalve gehoopt hadden van den doortogt en het logeeren van krijgsvolk verschoond te blijven; het verdriet hun echter thans te ontwaren dat niettegenstaande hunne opregte trouw de aartshertogin haar me dedoogend oog van dit kwartier afwendt en het besluit schijnt genomen te hebben het geheel te gronde te rigten door het logeeren van 's keizers krijgslieden, die in het land van Kriekenbeek en in de voogdij Gelder ten getale van 5000 man aanwezig zijn en bij een verblijf van acht dagen aldaar alles verwoest zullen hebben; zij smeeken de aartshertogin daaromtrent een gunstig besluit te willen nemen opdat de arme en verlaten onderdanen eenige redenen mogen hebben hare nagedachtenis te zegenen en uit de wanhoop gered worden, waarin zij moeten geraken, indien niet onmiddellijk in den nood voorzien wordt.
Minute, fr. in kwarliersrecessen, deel VlU, bladz.
72 v0.
1631 , 15 September. De magistraat van Venlo zendt aan dien van Roermond afschrift van een schrijven van den stadhouder dd. 14 September; in dat schrijven be-rigt de stadhouder dat den volgenden dag het Italiaansche krijgsvolk naar Brabant vertrekken zal en hij goedgevonden heeft het lol vcrschoeninge des landts van Criecken-heeck in de heyde le logeren en jederen soldael le doen
- 29 —
geuen een halff pondl kees ende een wiltenbroet van eenen sluyuer, dwelck d'onderdaenen vant selue ampt voir vyff duysent man solden betaelen; hij berigt zulks opdat dit wittebrood op den bepaalden tijd klaar moge wezen en verzoekt aan den magistraat van Roermond insgelijks mededeeling te doen opdat deze zich van eene gelijke hoeveelheid voor den tweeden dag zou kunnen voorzien.
Orig. gel. Conr. Schenck. mei een geaulh. afschrifi van den brief des sladhouders insgelijks gel. Conr. Schenck, in omslag 21 N0 24.
1632, 13 Maart - 12 Mei. Briefwisseling tusschen gedeputeerden van het Nijmeegsche kwartier en die van het Overkwartier wegens ossen en paarden, die door soldaten van de kompagnie van den stadhouder uil het eerste kwartier gehaald zijn en waarvan restitutie of schadevergoeding gevorderd wordt.
Orig. en minuten in omslag 23 N0 4.
1632, 14 April. De magistraat van Venlo schrijft aan gedeputeerden der staten van hel Overkwartier dat hij een plakkaat des konings ontvangen heeft aangaande de vergunningen tol het bekomen van paspoorton van den vijand, hetwelk teenemael prejudiciahel voor de burgers is en dat, indien het ten uitvoer gelegd moet worden, die sleden geruineert zullen worden terwijl die fidele onder-saeten van den coninck teenemael hederuen ende verloopen sullen; de magistraat verzoekt derhalve dat daaromtrent een vertoog tiaar Brussel gezonden worde.
Orig. gel. Conr. Schenck, mei hel antwoord der gedeputeerden in omslag 22 N0 9.
1632, 2 Julij. De gedeputeerden der staten van hel Overkwartier schrijven aan den erfmaarschalk, aan de heeren van Hillenraad, Horst en Elmpt en aan Jo. Asselt
- 30 —
dat de kanselier van Arnhem den dag te voren met twee adellijke raden, eenen rekenmeester en den leengriffier te Roermond zijn aangekomen, ten einde alle papieren, processen, rekeningen , documenten , enz. ingevolge de capitulatie te bezigtigen en mede te nemen. Daar dit eene zaak van groot gewigt voor het kwartier is, beschrijven zij de gemelde heeren op eene vergadering te Roermond te houden op den G11quot; dezer, om over deze aangelegenheid te beraadslagen.
Minute, in omslag 22 N0 10.
1632, 2i Julij. G. Lintgens, ontvanger der contribu-tiën te Gelder, schrijft aan Johan van Wittenhorst, drost des lands van Kessel, dat sedert den laatsten Junij de tijd verstreken is waarop de eerste termijn der bede had behooren voldaan te zijn, ende dat ouermidls desc veranderinghe nog geene bede is ingewilligd; ondertusschen verloopt de tijd, zoodat de eene termijn na den anderen zal komen te vervallen en te zamen zouden moeten gekweten worden tot groot ongerief der goede onderdanen; daarom heeft de gouverneur van Gelder den eersten termijn tot een bedrag van 15000 gl. bb. doen uitschrijven, als zijnde naar evenredigheid der beden van vorige jaren; de ontvanger geeft den drost hiervan kennis met verzoek de quota van het land van Kessel tot een bedrag van 3999 gl. binnen acht dagen den landrentmeester te Gelder te doen toekomen.
Geauth. afschrift, get. J. van Ryckcnroy , in omslag 22 N0 11.
1632, 16 Augustus. G. de Rouwe en Charles de Cocquiel, gecommitteerde leden uit de rekenkamer des konings in Gelderland, geven bevel aan Jeronimus Horst, scholtis van het ambt Kriekenbeek iedereen, die te Venlo
- 31 -
van den vijand eenige tienden tnogt hebben gepacht, te verbieden den pachtprijs daarvan in handen van dien vijand te voldoen , op straffe nogmaals tot de betaling daarvan aan den koning gedwongen te worden.
Afschrift, in omslag 21 N0 13.
1632, Augustus. Het hof en de rekenkamer van Gelder, te Arnhem resideerende, schrijven aan Johan van Wittenhorst, drost van het land van Kessel, vernomen te hebben dat de officieren van den koning van Spanje zich aanmatigen 13000 gulden op de bede van het Overkwartier te doen invorderen, niettegenstaande de hoofd- en de andere steden (bij uitzondering van Gelder, synde Wachtendonck neutrael) onder de Vereenigde Staten gereduceerd zijn , hetgeen strijdt tegens alle olde obseruantie, gewoonte ende ondercomminge die notoir is ; het hof en de rekenkamer geven derhalve bevel aan den drost om dien officieren hiervan kennis te geven opdat zij die minste aenlellinge van de voorss. bede met en doen, op pene van dubbelde belaelinge
Geaulh. afschrift, gel. P. Bossman, in omslag 21 N0 25.
1632, Augustus. De rekenkamer van Gelder te Arnhem zendt aan de staten van het Overkwartier afschrift van het bevel der rekenmeesters G. de Rouwe en Ch. de Cocquiel dd. 16 Augustus II.; waaruit blijkt dat die rekenmeesters zich tot den dienst des konings laten gebruiken ; zij geeft bevel om op die personen te letten wanneer zij in Roermond mogten komen en haar op te geven of zij aldaar of elders in het Overkwartier goederen bezitten.
Afschrift, in omslag 21 N0 14.
3
- 32 -
1632, 25 Augustus De drost van het land van Kes-sel schrijft aan Bouwens van der Boijen, landrentmeester generaal te Gelder, dat hij de schepenen van dat land had duen gelasten hunne quota in de bede ten bedrage van 3999 gulden ten spoedigste te doen overstorten; dat echter eenigen tijd geleden een bevel van de rekenkamer te Arnhem ingekomen is houdende verbod tot die over-storting ; dien ten gevolge verzoekt hij deze zaak in beraad te willen houden en geene executiën te doen plaats hebben tot dat daaromtrent een nader besluit door den koning en de Staten Generaal der Vereenigde Provinciën zal genomen zijn.
Afschrift, in omslag 22 N0 12.
1632, 20 September. De aartshertogin schrijft aan de gouverneurs van Gelder en Rijnberk dat zij van de stalen van het Overkwartier klagten ontvangen heeft over het garnizoen van Rijnberk en andere krijgslieden van Z. M., die zich veroorloven om sedert het verlies der steden Venlo, Roermond en Stralen en gedurende de belegering van Maastricht de onderdanen van de vruchten van hun gewas te berooven die naar deze of andere vijandelijke sleden gevoerd worden; hierdoor wordt aan die onderdanen niet alleen groot nadeel berokkend maar 't wordt hun onmogelijk gemaakt hunne contributiën te voldoen ; de aartshertogin geeft derhalve bevel aan beide gouverneurs om deze handelingen te doen ophouden.
Gelijktijdig afschrift, in omslag 21 N0 15.
1632, 21 September. De gedeputeerden der stalen^ van het Overkwartier besluiten eene deputatie naar den prins van Oranje en de gecommitteerden der Staten Generaal van de Vereenigde Provinciën te zenden ten einde
- 33 —
het bezwaar te kennen te geven tegen eene nieuwe vuylschryuinge van 60000 gulden, die door den landren-tmeester te Gelder gedaan is ; zij benoemen daartoe van wege de ridderschap den heer van Hillenraad, van wege de stad Roermond den schepen Johannes ab Aquen en van wege de stad Venlo den burgemeester Hendrik Darth. Minute, in omslag 21 N0 38.
1632, 30 September. De staten van het Overkwartier geven eene instructie aan Johan Hendrik van Eimpt , heer van Elmpt, en aan Peter Bossman , burgemeester van Roermond, ten einde zich naar Brussel te begeven en aldaar te kennen te geven dat de gouverneur van Gelder don Juan de Verdugo eenen termijn heeft doen uitschrijven van de bede of contributie van 60000 gulden ende daer beneffens het platte landt mit rigeur van militaire executie heeft gecommineert. De staten geven hun tevens volmagt om met de aartshertogin of hare gecommitteerden eene overeenkomst te sluiten aangaande de contributiën , die voortaan door het kwartier zullen moeten opgebragt worden.
Minuten, in kwarliersrecessen, deel IX, bladz. 5 v0 — 8. Vergel. omslag 21 N0 4.
1632, September—December. Verschillende brieven bij de gedeputeerden der staten van het Overkwartier ingekomen of van hen uitgegaan, inhoudende: verzoek tot het bekomen van vrijstelling in de contributiën, klag-ten wegens vordering van onverschuldigde tolgelden, enz. Orig. en minuten in omslag 23 N0 5.
1632. 11 October. De arme ingezetenen van het platte land in het Overkwartier geven aan de aartshertogin den bedroefden toestand te kennen, waarin zij verkeeren, zooals ook de onmogelijkheid om hunne quota
- 34 —
in de bede te kunnen voldoen; een gedeelte hunner granen en vruchten werd In de maanden Junij en Julij door de troepen van den prins van Oranje geroofd, terwijl het overblijvende daarna door die van den generaal van Papenheim , die onder groote ongeregeldheden en verwoestingen van Maastricht naar Duitschland trokken, bedorven of medegenomen werd; voorts hebben zij gedurende de belegering van Maastricht allerhande diensten zoo in persoon als met hunne paarden moeten verrigten, voornamelijk om de schepen op te trekken, waarbij verschillende personen en paarden zijn omgekomen en daarenboven hebben zij vele wederwaardigheden moeten verduren, die hun door de garnizoenen van Gelder, Rijnberk, Orsoy, Gulik enz aangedaan werden. Niettegenstaande dit alles dreigt don Jan Yerdugo, gouverneur van Gelder, hen met militaire executie tot betaling eener bede van 60000 gulden, die zij niet kunnen voldoen; zij smeeken derhalve de aartshertogin bevel te geven om deze executie te doen ophouden tot dat hun aandeel in die bede op eene billijke wijze geregeld is, waartoe zij hunne afgevaardigden naar de aartshertogin hebben gezonden.
Minute, fr. in omslag 22 Nquot; 13.
1632, 17 October. Hendrik van Elmpt en Peter Bossman schrijven aan de staten van het Overkwartier over de moeijelijkheden, die zij in het volbrengen van den hun opgedragen last ondervinden ; zij hopen echter dat de voorgeworpene ongefundierte swaericheden sich watt sullen versoeten, daar zij spoedig naar Roermond wenschen terug te keeren soo veel te mehr omdat die schouwende siecte in dese sladt op verscheyden plaetsen grassirt. Voorts melden zij dat er spraak is van vrede en zenden een afschrift van de artikelen, die daartoe door de Staten Generaal der Vereenigde Provinciën werden
- 35 -
overgelegd. Inliggende het antwoord der staten van het Overkwarlier.
Orig. gedagt. uit Brussel en gel. Henrick v. Elmpl, Pet. Bossman, met bet orig. antwoord, get. J. van Rijckenroy, in omslag 21 N0 12.
1632, 23 November. Op het verzoek van de gedeputeerden der geestelijken, ridderschap, officieren en ambtenaren van justitie van het hertogdom Limburg en der landen van Valkenberg, Daalhem en 's Hertogen-rade , om de hun verleende sauvegarde brieven voor twee maanden, die thans verstreken zijn, te vernieuwen, geeft de aartshertogin aan de inwoners van de vermelde landen , eene verlenging dier brieven voor een nieuw tijdvak van twee maanden.
Gelijkt, afschrift, fr. in omslag 21 N0 2.
1632, 25 November. Op het verlangen der staten van het Overkwartier geeft de rekenkamer van Gelder eene verklaring af, waaruit blijkt dat ten gevolge der komst in dit kwartier, in de maand Junij II., van den prins van Oranje met het leger der Staten Generaal van de Vereenigde Provinciën en de daarop gevolgde belegering en verovering der sleden Venlo, Stralen en Roermond, de landen aan de beide Maasoevers gelegen geheel bedorven zijn ; dat ook de zomervruchten , door de aanhoudende doortogten van de convoyen, amunitie ende victualiën van Nijmegen naar het leger vóór Maastricht en naar dat van den generaal, graaf van Papenheim, insgelijks groote schade geleden hebben; dat ook de bewoners van het platte land niet alleen in den vorigen zomer onophoudelijk aan de vestingwerken der steden Roermond en Venlo hebben moeten werken, maar ook verpligt zijn geworden de vermelde aiqunitiën, enz., zoo
te land als te water, te vervoeren, zoodat zij zich thans in eenen armen en miserablen staet bevinden en in desen aenstaenden winter broet noodt sullen moeten lijden.
Minute, in omslag 21 N0 3.
1632, 1 December. De gedeputeerden der staten van het Overkwartier schrijven aan de heeren van Geleen, Horst, Brempt en Hillenraad dat er thans vele bezwaren zijn, vermits men groote contributiën en daarenboven het regt van licenten voldoen moet; dat bij de capitulatie der steden beloofd werd dat de inwoners zoo als die der steden Nijmegen , Arnhem en Zutfen zouden worden behandeld; doch 't is evenwel zeker dat men den effect van dyen tot noch toe nyet en heeft gemeten ; daar thans het leger opgebroken is hebben zij het noodzakelijk geacht eenige personen naar 's Gravenhage af te vaardigen en hebben zij daartoe een lid van den magistraat van Roermond en een van dien van Venlo aangewezen.
Minute, in omslag 21 N0 57.
1632, 9 December. De aartshertogin schrijft aan de gouverneurs van Gelder en Rijnberk dat 's konings krijgslieden de paspoorten door haar, voor den tijd van twee jaren, aan de inwoners van Roermond, Venlo, Stralen en Erkelens verleend, als nietig beschouwen omdat zij hare handteekening daarop niet had gesteld; de aartshertogin had hun deswegens reeds bij brief van 8 Julij haar verlangen te kennen gegeven om, niettegenstaande dat gebrek , die paspoorten te eerbiedigen, maar verneemt thans dat men de inwoners van Roermond en Venlo op nieuw tracht te verontrusten onder het voorwendsel van onderzoek te doen of zij het roomsch katholiek of een ander geloof belijden; zij schrijft daarom nogmaals, opdat uitdrukkelijk bevel aan de sol-
daten verstrekt worde om die inwoners niet meer te verontrusten en hen vrij hunne paspoorten te laten genieten.
Afschrift, fr. in omslag 20 N0 6.
1632, 12 December. De aartshertogin neemt, op verzoek der staten van het Overkwartier, de plattelands bewoners van dat kwartier met al hunne bezittingen gedurende twee maanden onder hare bescherming en sauvegarde, en geeft tevens de vergunning om hunne granen naar de plaatsen en steden zoowel van de eene als van de andere zijde te mogen brengen en aldaar te verkoopen; zij zullen echter gehouden zijn zich tot die van flnantiën te wenden over het daarvoor le betalen geld.
Orig. fr. gedagt. uit Brussel en get. Isabel, Dellafaille, in Doleanliën en orders deel VI, blad 3.
1632, 21 December. Johannes ab Aquen en Hendrik Darth schrijven aan gedeputeerden der staten van het Overkwartier dat verleden dingsdag de eerste bijeenkomst der afgevaardigden van beide zijden heeft plaats gehad, maar dat van hunne werkzaamheden niets uitlekt, hoop ende vreese hanght noch tusschen beyde; graaf Hendrik en Warfusé zijn nog niet in de vergadering verschenen maar de prins en de afgevaardigden van deze zijde bezoeken den graaf dagelijks; het schijnt dat in bedencken wordt genomen oft men 't volck van graeff Hendrick sal casseren ofte in staten dienst aennemen, den tijdt sal alles leeren.
Orig. gedagt. uit 's Gravenhagc en get. Johan ab Aquen, Darlh, in omslag 21 N0 59.
1633. Briefwisseling tusschen G. Haghen, agent der staten van het Overkwartier te Brussel en de gedepu-
- 38 -
teerden dier staten aangaande een verzoek om vrijstelling van contributiën.
Orig. en minuten, in omslag 22 N0 7.
1633, 3 Januarij. De gecommitteerde raden van de admiraliteit schrijven uit Botterdam aan den konvooi-meester en aan den controleur der konvooijen en licenten te Roermond vernomen te hebben dat in sommige veroverde steden eenige personen sich souden hebben opgeworpen totte collecte van de middelen der conuoyen ende licenten; zij geven bevel dezen personen door den gouverneur of door den magistraat van die steden te doen berigten dat zij verpligt zijn rekening en verantwoording van hunne ontvangsten aan het comptoir van die admiraliteit over te leggen.
Geauth. afschrift, get. J. van Ryckenroy, in omslag 21 N» 41.
1633, 10 Januarij—19 Maart. Briefwisseling van gedeputeerden der staten van het Overkwartier met den magistraat van Gelder over eenen bode van die stad, die door de soldaten van den gouverneur van Boermond werd gevangen genomen.
Orig. en minuten, in omslag 22 N0 8.
1633, 21 Januarij. De Staten Generaal der Vereenigde Nederlanden, in aanmerking nemende dat door het overlijden van D' Gysbert van Brienen het officie van advo-kaat fiskaal over de garnizoenen in het vorstendom Gelder en graafschap Zutfen is opengevallen en dat het ter onderhouding van de militaire justitie noodzakelijk is in die vakature te voorzien, benoemen Hendrik Schrassert, doctor in de regten, tot advokaat fiskaal in dat vorstendom en graafschap met d'aenleggende frontieren van den
Rhijn en der Maes; zij stellen tevens zijne instructie daarbij vast.
Geaulh. afschrift, waaronder staat: Allestor G. Cruyner secretarius Hattemensis, in omslag 20 N0 8.
1633, 27 Januarij. De Raad van State der Vereenigde Nederlanden schrijft aan de kommandanten in het Over-kwartier, vernomen te hebben dat de ingezetenen en geërfden van het platte land door de soldaten van hunne garniïoenen, op konvooi uitgaande, met fourrageringe ende oock met geltvoerderïngh beschadight ende belast worden, hetgeen met de plakkaten des lands strijdig is; de Raad van State geeft derhalve bevel dit te doen ophouden door de officieren, die de konvooijen vergezellen, verantwoordelijk te stellen voor hetgeen door de soldaten onder weg bedreven wordt; bij gebreke van dien zullen de kommandanten zeiven aansprakelijk zijn.
Afschrift, in omslag 22 Nquot; S7.
1633, 4 Februarij. Hendrik Darth, door het Over-kwartier naar 's Gravenhage gezonden, schrijft aan gedeputeerden der staten van het Overkwartier dal die van Weert Ie 's Gravenhage zijn aangekomen, alwaar zij roepen und dagen over den ondragelijken last van hun garnizoen, wesende van 't volk so men genoempl heefft gehadt graeff Benricx volck; men moet hier, zoo vervolgt hij, wonderbarliche propoosten van den gedreven handel hoeren; Warphusé ligt oock nog mil syn suyte alhier, vaert dagelicx langs die straeten mit synen koetzen; wat syn pretentie offt werck ys, weet ich nyet; eindelijk meldt hij dat een buitengewoon ambassadeur uit Frankrijk verwacht wordt: Godt geue dat geene goede saecken mogen verhindert worden.
Orig. gedagt. nit 's Gravenhage en get. Darth, in omslag 21 N0 40.
— 40 -
1633, 4 Februarij - 4 Junij. Verschillende stukken handelende over het surplus of schïppersteur, dat aan Roermond en Venlo verleend was en waarvan men die steden thans wil berooven. lt;gt;
Orig. eo minuten, in omslag 23 Nquot; 7.
1633, 5 Februarij. Arnold Huyn van Geleen schrijft uit Wachtendonk aan de gedeputeerden der staten van het Overkwartier dat die van Gelder dagelijks solcke onhehoyrlycke insolentien gebruycken met perden op de heyde vuyttespannen dat het aan de onderdanen van zijn ambt onmogelijk worden zal hunne contributiën te voldoen, wanneer daaraan niet ten spoedigste paal en perk gesteld wordt.
Orig. get. Arnoldt Huyn zu Geleen , in omslag 22 N0 1.
1633, 18 Februarij. De staten van het Overkwartier benoemen Peter Bossman, licentiaat in de regten , tot hunnen afgevaardigde te Arnhem, ten einde aldaar aan stadhouder, kanselier en raden te vertoonen den alden gebruycken, herkommen, usantien ende priuilegien in materie van justitie soo criminel als ciuil, en te verzoeken dat ingevolge de capitulatiën van Roermond en Venlo, die steden In hare privilegiën mogen gehandhaafd worden tot dat by generale conuentie van de s tasten deses fur sten- 'l
doms anders geuonden ende gestalueert sail moogen worden.
Minute , in omslag 21 N0 46 ; vergel. de kxcar-tiersrecessen, deel IX bladz. 14.
1633, 19 Februarij. De staten van het Overkwartier geven, op verlangen van Arnold Dederik Schenck van Nydeggen , heer te Hillenraad, eene verklaring af waaruit blijkt dat het hof van Gelder, vroeger te Roermond gevestigd , steeds de vonnissen als een souverein hof
1
gewezen en ter uitvoering gesteld heeft, zonder dat ooit revisie toegelaten of gepleegd is geworden ; wel is waar hebben sommige partijen alle vremde ende nieuwe middelen ende vonden inl werck gestell zoo bij de Infante als bq den secreten raad, maar die zijn steeds verijdeld geworden door de pogingen, die de staten van het kwartier aanwendden.
Afschrift, in omslag 22 N0 3.
1633, 19 Februarij. De gedeputeerden der staten van hel Overkwartier schrijven aan het hof te Arnhem dat allerhande rechtslrydicheyden vuyt desen quartier door derseUer onderdanen aldaer ingefuert en aangenomen worden in strijd met hunne privilegiën en de capilulatiën der steden Roermond en Venlo; zij verzoeken dat dit afgeschaft worde.
Minute, in omslag 22 N0 2.
1633, 20 Februarij. De gedeputeerden der staten van het Overkwartier schrijven aan den landrentmeester Bouwens van der Boijen dat het bureau van financiën aan het platte land van dit kwartier, wegens de groote schade in voorgaande tijden geleden , de som van 15000 gulden heeft kwijt gescholden; dat echter de rekenkamer, te Gelder resideerende , weigert deze kwijtschelding uit le voeren zoo lang zij de brieven daaromtrent uitgevaardigd niet gezien heeft; gedeputeerden verzoeken derhalve den landrentmeester een afschrift van die brieven aan de rekenkamer te willen mededeelen.
Minute, in omslag 21 N0 42.
1633, 24 Februarij. De gedeputeerden der staten van het Overkwartier berigten aan G. Haghen te Brussel dat de rekenkamer van Gelder weigert gevolg te geven aan de kwijtschelding, die op 12 November II. ten
behoeve van het platte land in het Overkwartier door de aartshertogin en het bureau van financiën verleend is; zij verzoeken hem op de spoedige uitvaardiging daarvan aan te dringen.
Minute, in omslag 21 Nquot; 43.
1633, 9 Maart. Hendrik, heer van Elmpt, schrijft aan de gedeputeerden der staten van het Overkwartier dat hij en de schepenen van Elmpt zich vereenigen met het voorstel om den prins van Oranje milt einer danck-bahrer recoignition in underihenigkeit zu gemuiht te kommen, waartoe zij volgens hunne geringe middelen gaarne willen bijdragen.
Orig. get. Henrich von Elmpt, in omslag 22 N0 i.
1633, 13 Maart. Hendrik Schrassert geeft kennis aan de staten van het Overkwartier van zijne benoeming tot advokaat fiskaal; hij verzoekt hem te willen melden wanneer de ingezetenen van dat kwartier, hetzij geestelijken of wereldlijken, klagten tegen de soldaten mogten inbrengen, in welk geval hg dadelijk zal over komen om daarop zoodanige orde te stellen dat de forties, extorsien ende exactien geredresseert ende verhindert, die bosen gestraft, die goeden voorgestaen worden en de staten tegens dinfracteurs van derselver capitularien, privilegien, vry ende andere gerechtigheden lot contentement gemaintineert moegen worden.
Orig. gedagt. uit Arnhem en gel. ffenr. Schrassert, in omslag 20 Nquot; 9.
1633, 12 April. De gedeputeerden der staten van het Overkwartier schrijven aan den kapitein Jege te Venlo van den heer en de inwoners van Elmpt klagten te hebben ontvangen over de groote hoeveelheid hout, die ten behoeve der fortificatiën van Venlo uit het
— 43 -
Elmpterbosch gehaald is, terwijl er bevel gegeven is daaruit nog eene groote hoeveelheid naar die stad te brengen ; dit is onder de regering van den koning nooit geschied en behoort ook thans geen plaats te hebben, te meer dewijl de staten der Vereenigde Provinciën alle fortificatiewerken aanbesteden en die niet op privaat kosten laten maken.
Minute, in omslag 2i N0 44.
1633, 7 Mei. Lijst van de inkomende regten, zoo als die in naam en van wege Wolfgang Willem, paltsgraaf van den Rijn, hertog van Beijeren. Gulik, Kleef, Berg, enz. te Bruggen geheven worden.
Gedrukt exemplaar, gedagt. uit Dusseldorp en get. Schloësser , in Doleanliën en orders, deel VI, blad 43—48
1633, 16 Mei. De gedeputeerden der stalen van het Overkwarlier schrijven aan het hof van Gelder te Arnhem dat het kwartier thans voor het grootste gedeelte wederom met de overige deelen van het vorstendom vereenigd is; dat de staten der Vereenigde Provinciën, alsmede de prins van Oranje, beloofd hebben dit kwartier in het genot zijner oude privilegiën te laten; dat hiermede insgelijks de privilegiën van ridderschap en steden bedoeld worden, die vroeger steeds op de alge-meene landdagen beschreven zijn geworden; aangezien zij nu vernomen hebben dat binnen korten tijd een landdag te Zutfen zal gehouden worden, verzoeken zij het hof maatregelen te willen nemen opdat het kwartier daarop vertegenwoordigd worde.
Minute, in omslag 22 IN0 5.
1633, 25 Mei. De magistraat van Roermond zendt een schrijven aan de leden der staten van het Overkwartier
ten einde op 27 Mei in het klooster genaamd 't Zand, bij Stralen, te vergaderen.
Bij een tweeden brief van den volgenden dag herroept de magistraat het bovenstaande schrijven, omdat het leger des konings zich reeds in de omstreken der stad Roermond vertoont ende, zoo vervolgt hij, wij villicht desen nacht den slach op den hals mochten cry gen, aangezien het casteel van Weert al vast beschoten wordt.
Twee minuien, in omslag 21 N0 d.
1633, 8 Augustus De raden der admiraliteit te Rotterdam schrijven aan de ambtenaren van de tollen en licenten te Roermond berigt ontvangen te hebben van de Staten Generaal dat uit de Vereenigde Provinciën naar Stevensweert, Weert, Maeseyck en Gelder vivres en munitie vervoerd worden tot groote versterking van den vijand en tot aanmerkelijk nadeel van dezen staat; dat zij derhalve het vervoer naar die plaatsen verbieden en uitdrukkelijk willen dat de goederen derwaerts gaende sullen wesen van goeden prinse, uytgesondert het gewas ende gewin ten platten lande omtrent de voorss. plaetsen vallende, hetwelck bij den huyslieden derwaerts soude moegen gebracht worden.
Geauth. afschrift, get. J. van Ryckenroy, in omslag 22 N0 32.
1633, 13 Augustus. De gedeputeerden der stalen van het Overkwartier schrijven aan het bureau van finantiën te Brussel dat zij , na het overgaan der steden Roermond, Venlo en Stralen, getracht hebben eenen zekeren maatstaf te bekomen, waarnaar het Overkwartier in de con-tributiën zoude bijdragen; tot dus verre slaagden zij niet; thans echter wordt het bedrag van 60,000 gulden, dat vroeger door het geheele kwartier werd bijgedragen,
— 45 -
alleen van het platte land gevorderd, hetgeen onmugelijk is; zij verzoeken dat ook thans van de onderdanen niet meer gevorderd wordt dan zij vroeger hebben bijgedragen.
Minule, met andere stukken daarop betrekking hebbende, in omslag 22 M0 59.
1633, September. De staten van het Overkwartier geven aan den prins van Oranje te kennen dat het verbod der Stalen Generaal van 8 Augustus II. aangaande het vervoer van koop- en eetwaren heeft te weeg ge-bragt dat men van de andere zijde allen toevoer hoegenaamd op de steden Maastricht, Roermond, Venlo en Stralen verboden heeft; dat onder het voorwendsel van dit laatste verbod de bewoners van het platte land dermaeten zijn getrauakerl, geuangen, ghespannen, geransonneerl, spolieert ende berooft, oock gedwongen tot onlijdelicke com ■gt; posüien, dattet onmoegehck is in cort te verhalen. Daar
nu de gouverneurs en kommandanten van Roermond, Venlo en Stralen bij wijze van retorsie beginnen te handelen en daardoor de inwoners van de middelen beroofd worden om hunne maandelijksche schattingen te voldoen, verzoeken zij den prins afdoende maatregelen in deze zaak te willen nemen.
Minute, in omslag 22 N0 33.
J 1633, 8 September. De gedeputeerden der staten van
het Overkwartier geven den last aan Arnold Dederik Schenck van Nydeggen om zich naar Gelder te begeven ten einde aldaar met den gouverneur en de rekenkamer rv in onderhandeling te treden over het genot van de kwijt
schelding, die den 12dquot; November 1632 door de aartshertogin en het bureau van financiën ten behoeve der onderdanen van dit kwartier tot een bedrag van 15000 gulden verleend werd.
Minute, in omslag 22 Nquot; 6.
1633, 14 December. De gedeputeerden der staten van het Overkwartier schrijven aan Nicolaas Verbolt, raad en rekenmeester der Staten Generaal van de Vereenigde Nederlanden dat de staten van het kwartier besloten hebben aan den prins van Oranje eene vereering aan te bieden ter waarde van 2000 rijksdaalders; zij weten echter niet wat hem het aangenaamste zoude kunnen zijn , en verzoeken derhalve Verbolt den prins heymelick t'enquesleren naer eene saecke die ter weerde als voorss. aen-genaemlick soude moogen aengedient worden.
Minute, in omslag 21 N0 45; vergel. de kwartiers-recessen , deel IX bladz. 27.
1633, 31 December. De staten van het Overkwartier geven eene instructie aan Johan van Wittenhorst, heer te Horst en drost van het land van Kessel, Franciscus Pollardt, schepen van Roermond en Hendrik Darth, schepen van Venlo, die zich naar 's Gravenhage zullen begeven ten einde aan den prins van Oranje eene vereering aan te bieden van 2000 rijksdaalders in gelde off in clenodien soo ende gelijck sy mit advijs des heeren Nicolaes Verbolt, raedt van sijne Ere'quot; sullen beuinden te wesen 't geraedtsaemst ende 't aengenaempst. Voorts dragen zij aan bovengenoemde heeren den last op om den prins van Oranje over den armen ende verdomen staet van dit Overkwartier te onderhouden en zijne bemiddeling te verzoeken om daarin te voorzien.
Minute met andere stukken tot deze zaak betrekking hebbende in omslag 22 N0 35; vergel. de kwar-liersrecessen, deel IX bladz. 28 v0.
1633—1635. Verschillende stukken handelende over verzochten vrijdom van het betalen van contributiën, van tollen, enz.
Minuten en orig., in omslag 22 N0 60.
— 47 —
1634, 2 Januarij. De staten van het Overkwartier hechten hunne goedkeuring aan eene rekening overgelegd door D. Aquen en Darth , inhoudende de kosten, ten bedrage van 2071 gulden 11 st, gemaakt op de reis, die zij in 1632 en 1633 naar Arnhem en 's Gravenhage op last der staten ondernomen hebben.
Orig. gedagt. uit Venio en get. Corlembach, erfaocht, Henrich van Elmpl , Dederich Schcnck, Pcler Bossman, Gossen van Arssen, in omslag 21 N0 17.
1634, 19 Februarij. Het hof van Gelder, te Arnhem resideerende, draagt in naam der staten van het vorstendom Gelder en graafschap Zutphen aan de raadsheeren Johan Kaldenbach, Johan Hackfort en Johan Glimmer den last op zich met den leengriffier Johan Dibbets naar het Overkwartier te begeven, ten einde aldaar te verrigten hetgeen hun bij eene bijzondere resolutie van de landschap is opgedragen.
Geauth. afschrift, get. J. van Ryckenroy, in omslag 21 N0 50.
1634, 9 Maart. De staten van het Overkwartier klagen aan den Raad van State der Vereenigde Nederlanden dat, niettegenstaande de plakkaten van 1629 en 1633 op de foxden ende logeringe van de soldalen ten platten lande, dagelijks en hoe langer hoe meer groote exactien plaats hebben door eenige crychsouerheyt, passerende ende repasserende garnisoenen, convoyen, enz., waardoor de arme onderdanen genootdrinckt sullen werden te verhopen; dat ook door de drie beneden kwartieren van Gelder onlangs te Zutfen eenige articulen off'le resolutien syn verval en aan het Overkwartier toegezonden, die strijdig zijn met de capilulatien by haer h. m. ende syn princelicke exc,u met de sleden van Ruermunt ende Venlo
i
- 48 -
ingegaen ende geaccordeert; dat de soldaten van het Overkwartier de bosschen, boomen en houtgewassen aan den heer van Elmpt en anderen loebehoorende afkappen en vernielen; dat de gewone wegen of toegangen tot de sleden in het kwartier, waarlangs de ingezetenen moeten passeeren voor hunnen handel of het bebouwen hunner landerijen , gesloten gehouden worden , en dat ook de kommandanten der sleden de bewoners van het platte land dwingen tot de levering van hout voor de fortificatiewerken en hen verpligten daaraan te arbeiden.
De stalen verzoeken dat hieraan een einde gemaakt worde.
In margine antwoordt de Raad van Slate een onderzoek daaromtrent te zullen instellen.
Orig. in margine gel. M. Iluygens, in Doleanliën en orders , deel VI blad 5.
1634, 17 Maart. De Staten Generaal der Vereenigde Nederlanden verbieden den invoer der dukalons van Brabant, alsmede van alle oorden of vijfde parten van Rycxdalers van Dantzig of Polen, Brandenburg en Hamburg.
Gedrukt plakkaat, in omslag 21 N0 52.
1634, 17 Maart. De raadsheeren Kaldenbach, Hacfort en Glummer met den leengriffler Dibbels geven in de vergadering der staten van het Overkwartier te kennen dat de stadhouder Frederik Hendrik, prins van Oranje, hen, na de reductie der staten van het kwartier onder de gehoorzaamheid van de Staten Generaal der Vereenigde Nederlanden, tot zijne gecommitteerden heeft benoemd; dat zij in die hoedanigheid de slaten hebben doen vergaderen en hun dank zeggen voor de trouwe opkomst; voorts geven zij den slaten te kennen dal het
— 49 -
vooral noodig is omme confusie ende onheyl te vermyden eene goede regering zamen te stellen daermede des alingen quartiers incompsten wel ende behoirlick yeadministreert ende bevordert worde; zij verzoeken daartoe een collegie van gedeputeerden uit de staten te verkiezen , waaraan de administratie zal worden toevertrouwd, en een instructie voor dat collegie te beraraeti, die zooveel mogelijk over-eenstemt met die der drie overige kwartieren ; levens verzoeken zij dat de staten over het onderhoud van predikanten, schoolmeesters, enz. in beraadslaging treden en eenen esgalen voet beramen ouer die verdeylinge van de grondtschattungen ende contribulien tusschen de grondt-heer en ende pachteren.
Afschrift, in kwarliersrccessen, deel IX bladz. 31 v°.
r-
1634, 19 Maart. De door Frederik Hendrik benoemde gecommitteerden zenden aan de staten van het Over-kwartier eene memorie, waarin zij verzoeken:
1° Dat in de steden Stralen, Erkelens en Wachtendonck aan die van de gereformeerde religie eene plaats aangewezen en ingeruimd worde, waarin zij haeren publicquen godtzdienst bequaemer konnen oeffenen.
2° Dat voor het geval in die steden geene geschikte kerk voor de gereformeerden gevonden wordt zij alsdan simultane mitte catolicquen in de respectieve parochiekerken worden toegelaten , des zondags van 10 tot 12 ure voormiddag en van 1 '/2 tot 3 ure namiddag, en op gelijke wijze nog tweemaal in de week of zoo dikwijls de kerkeraad of gemeente dat zal goedvinden.
3quot; Dat aan ieder predikant in deze steden eene jaarlijksche toelage gegeven worde van 500 gulden en aan iederen koster van 90 gulden.
4° Dat ook in de dorpen Vierssen, Greefraad, Hinsbeek en Cruchten predikanten zullen worden aangesteld op
- 80 —
eene jaarwedde van 400 gulden en kosters, die tevens bekwaam zijn omme die jeughl int lesen ende scryven te onderwijzen op eene jaarwedde van 120 gulden.
5° Dat insgelijks drie predikanten en kosters op gelijke jaarwedden in de dorpen Venray, Horst en Blilterswijk aangesteld worden.
6° Dat in de voornoemde steden en dorpen geschikte woningen voor de kerk- en schooldienaren worden aangewezen, alsmede te Roermond en Venlo voir elcx twee predicanten, neffens de schoeldieners.
Afschrift, in kicartiersrecessen, deel IX. blad?,. 33 v°.
1634, 20 Maart. De staten van het Overkwartier stellen eene instructie vast voor een collegie van gedeputeerden uit hun midden, en benoemen tot gedeputeerden den erfvoogd van Roermond, Johan Hendrik van Elmpt, den Heer van Hillenraad, einen van Ruremunde ende einen van Venloe.
Kicartiersrecessen, deel IX bladz. 34 v0. volgg.
163i, 30 Maart. De Baad van State der Vereenigde Nederlanden maakt eene verordening tegen de extorsien, vexatien, foulen ende overlast door het krijgsvolk ten plattenlande in het Overkwartier gepleegd.
Orig. gedagl. uil 's Gravenhage en get. Uenr. van der Capellen, v1., M. Huygens, in Doleantiën en orders, deel VI blad 7.
1634, 4 Junij. Op eene vergadering der ridderschap van het Overkwartier, te Kessel gehouden , wordt het voorstel der steden aangenomen strekkende om hare voorsteden in de contributiën, die op het platte land zullen geheven worden , te doen bijdragen.
Orig. ter ordonn. get. D. Schers, in omslag 24 N0 8.
1634, 10 Junij. De gedeputeerden der staten van het Overkwartier schrijven aan de heeren van Horst, Geleen en Hillenraad en aan de steden Venlo en Stralen gewaarschuwd te zijn dat, indien binnen korten tijd het aandeel der steden Roermond , Venlo en Stralen in de bedestuyren, die vroeger door die steden aan den koning betaald werden, niet binnen Gelder worden aangezuiverd, die van Gelre voors. met rigoureuse executie van vangen ende spannen legen deses quartiers onderdanen sullen vortfaeren; de gedeputeerden beschrijven derhalve de voornoemde heeren en steden op den 12dquot;quot; dezer, ten einde daarover te beraadslagen.
Minuten met andere stukken daarop belrekkiny hebbende, in omslag 21 N0 33,
5
1G34, Junij. Het hof van Gelder te Arnhem resideerende berigt aan gedeputeerden der staten van het Overkwartier het schrijven gezien te hebben , dat zij onder dagteekening van 10 Junij aan de steden van het kwartier gerigt hebben noopende bylaege te doen in des conincx van Spagnien bedesturen. Het hof geeft zijne bevreemding te kennen over dien eisch van de steden , die onder 't gezag der Vereenigde Staten gebragt en met bezetting voorzien zijn ; daar in deze steden volgens de ordonnantie en het gebruik van dit land geene contributie aan den vijand , veel min bylaege van bedestuyre geleden en wordt. Dientengevolge verzoekt het hof dergelijke zaken niet meer voor te stellen en alle invorderingen te doen ophouden.
Orig. gedagt. uit Arnhem en get. Sluysken, in omslag 21 N° 34.
1634, 2 September. De koning van Spanje neemt de ingezetenen van Ressen en Dorwijck in de Overbetuwe
- 52 -
gelegen, midlgaders allen der seinen fiuysen, honen, schuyren, stallen , bestialen , vruchten, graenen ende andere haere roerende ende onroerende goederen, onder zijne bijzondere bescherming en sauvegarde.
Afschrift, in Doleanticn en orders, deel VI blad 8.
1634, 4 September. De gedeputeerden der staten van het Overkwartier bepalen eene vergadering der staten te Roermond op 7 September , ten einde de rekening
der vereerte penningen aen syne Ex11quot; den heerc prince van Orangnien, met de daarop geloopen kosten taenhoo-ren ende helpen sluyten.
Minute, in omslag 22 N0 34.
1634, 20 November. De magistraat van Roermond geeft eene verklaring af, waaruit blijkt dat de inwoners van het Overkwartier ten allen tijde het privilegie gehad hebben om binnen het vorstendom Gelder regt en justitie te verzoeken en dat de groote revisie nooit bij den raad van Venlo in gebruik geweest is.
Afschrift, in omslag 21 N0 9,
1634, 12 December. Maximiliaan , graaf van Bronk-horst, vrijheer te Batenburg , Anholt en Stein, schrijft aan het hof van Gelder dat niet alleen de stad en het huis Batenburg gedurende deze onlusten zijn vernield, maar dat ook de kerk aldaar tot in den grant is bieder-geworpen; dat ook door den graaf van Mansfeit vier Batenburgsche klokken werden medegenomen , die door den bisschop van Roermond aengehouden ende noch binnen der zeiver stadt zijn. Daar thans met het herbouwen van die kerk een aanvang gemaakt is, wendt hij zich, op het verlangen der kerkmeesters tot het hof met het verzoek tot teruggave der vermelde klokken.
Orig. met daarbij behoorende stukken, in omslag 22 N0 36.
Ju
— 63 -
1635, 4 Junuarij. De gedeputeerden der staten van het Overkwartier geven eene verklaring af waaruit blijkt dat ingevolge hunne privilegiën en recessen niemand in het genot van adellijken vrijdom is dan alleen die personen , die op land- en kwartiersdagen beschreven worden en daarop verschijnen.
Minute, ia omslag 21 N0 36.
1635, 6 Junij. De staten van het Overkwartier schenken honderd gulden tot het maken van een glasvenster in de nieuwe kerk te 's Gravenweert of Schenkenschans.
Besluit in kwarliersrecessen, deel IX bladz. 56 v0.
1637, 15 September. De staten van het Overkwartier besluiten eene kwartiersvergadering te beleggen op 3 October aanstaande, daar het geheel kwartier thans onder de gehoorzaamheid van den koning leruggebragt is endc geduerende vyff jacrcn dismembrement desselfs soe tplatte landt als steden in allerhande extraordinaire swaerigheden, lasten ende schaeden is comen te vervallen, waer inne die ordinarisse gedeputeerden nyet en hebben weten te remedieren.
Kwarliersrecessen, deel IX bladz. 62 en 64.
1637, 3 October. De staten van het Overkwartier besluiten dat ieder lid uit hun midden op nieuw den eed de non revelando zal afleggen en dat, zoo iemand daartegen mogt handelen, hij van des quartiers conventien affgesneden sal sijn ende blijven, sonder dissimulatie off'te oogluyckinge van wat staet ende qualiteyt hij can sijn.
Besluit, met het formulier van dien eed, in kwarliersrecessen, deel IX bladz. 65.
1637, 3 October. De staten van het Overkwartier, overwegende dal door de binnenlandsche oorlogen het kwartier onder andere nadeelen ook verdeeld en ver-
^afik
I
scheurd werd en de vroegere unie en eensgezindheid tusschen de ridderschap en de steden gesloten verbroken is geworden, nemen het volgende besluit: de unie zal vernieuwd worden, terwijl elck een den anderen zal beloven alle rechten, gerechlicheden, ■privilegiën, indulten ende aide hercomen onder algemeene lasten en kosten te verdedigen en handhaven, zoodat ook alle kwartiersrecessen, ordonnantiën en actiën, die vóór de verovering der steden Roermond, Venlo, Erkelens en Stralen in het jaar 1632 gemaakt werden, thans hernieuwt, gerati-ficeert ende geconfirmeert worden.
Besluit in kwartiersrecessen, deel IX bladz. 65 v0.
1637, 3 October. De staten van het Overkwartier besluiten aan den landvoogd te kennen te geven dat gedurende het dismembrement des quartiers het drostambt van Montfort aan den kapitein Anthoni Olimart gegeven is; dat hij noch edelman noch in dit vorstendom geboren is en dus volgens de privilegiën niet bevoegd is dit ambt waar te nemen; weshalve zij verzoeken dat dit aan een riddermatig en daartoe bevoegd persoon toevertrouwd worde.
Besluit in kwartiersrecessen, deel IX bladz. 66.
1637, 6 November. De gedeputeerden der staten van het Overkwartier besluiten, onder nadere goedkeuring op eene algemeene vergadering, dat voortaan de leden der ridderschap en de afgevaardigden der steden, wanneer zij op kwartiersdagen verschijnen, voor maeltydl sullen genyeten eenen halffuen Ryxdaler ende gelijcken hal ff tien Ryxdaler aen wijn, maeckende des daechs twee Ryxdaler, voor eiken dienaar twee gulden per dag en voor elk paard eenen halven rijksdaalder.
Besluit in kwartiersrecessen, deel IX bladz. 71.
1637, 11 December De staten van het kwartier van Nijmegen klagen aan de staten van het Overkwartier over het garnizoen van Stralen, dat Ie Groesbeek drie paarden weggehaald heeft onder voorwendsel dat daarvan bij invoer geen licentregt voldaan is.
Orig. get. J. van Benlhoucn, mei andere stukken daartoe betrekking hebbende, in omslag 19 N0 10.
1638, 24 April. De staten van het Overkwartier schrijven aan het hof van Gelder te Arnhem dat de ontvanger Ommeren op bevel van de Staten Generaal der Vereenigde Nederlanden en op verzoek van den graaf Hendrik van den Bergh het hof van Gelder te Roermond gesommeerd heeft tot inruiming van het ambt Montfort aan dien graaf, in den staat zoo als hij dit vroeger heeft bezeten; dat die inruiming door den koning niet zal worden toegestaan aangezien hij hel huis Montfort met de steden van het Overkwartier militairement gerecupereerd heeft; dat ook de afstand van Montfort aan den graaf gedaan was toen hij in den dienst des konings was, maar dat hij door vonnis van den Grooten Raad van Mechelen dd. 13 Maart 1634 daarvan vervallen verklaard is geworden. De staten geven voorts te kennen dat indien door den graaf van den Bergh op militaire wijze iets tegen Montfort ondernomen wordt, bij wijze van retorsie gelijcke executie tegen het Arnhemsche kwartier zal geschieden. De stalen verzoeken derhalve maatregelen te nemen om dit te voorkomen.
Minute, in omslag 23 N0 10.
1639, 28 Februarij. De landvoogd Ferdinand, kardinaal infant van Spanje, berigt aan de staten van het Overkwartier dat hij aan den kanselier Hieronimus de Gaule den last heeft opgedragen in de eerstkomende ver-
gadering dier staten namens den koning een voorstel van bede uit te brengen.
Orig. gedagt. uit Brussel en get. El card} infante, Verreyken, in Doleantiën en orders, deel VI blad 20.
1639, 28 Februarij. De landvoogd Ferdinand geeft eene instructie aan den kanselier Hieronimus de Gaule om in de eerstkomende vergadering der staten van het Overkwartier een buitengewoon subsidie aan te vragen ten bedrage van 40000 gulden.
Geauth. afschrift, Ir. get. J. dc Gaule, in Doleantiën en orders, deel VI blad 22.
1639, 8 Maart. Het hof van Gelder de ambllieden van het kwartier op de kanselarij hebbende doen vergaderen geeft hun mededeeling van een brief des konings dd. 19 Februarij II ; daarin wordt de overlegging der lijst van de weerbare mannen des Overkwartiers gevorderd , ten einde daaruit 200 te nemen, die als recruten onder het regiment van den kolonel Brion zullen worden ingelijfd om gedurende de eerstkomende campaïgne ofte den li/dl van sesse maenden te dienen; tevens wordt daarin het Overkwartier aangewezen om deze soldaten gedurende hunnen diensttijd te betalen, midts gevende jeder op de handt ein croon lot loopgeldt ende vervolgenl-lich 's daghs vgff stuver. Het hof verlangt van de ambllieden te vernemen hoe men deze bevelen het best zal kunnen uitvoeren.
Ktvarliersrecessen, deel IX bladz. 83.
1639, 8 Maart. Het hof van Gelder maakt een verbaal op van het antwoord der staten van het Overkwartier op het voorstel vervat in den brief des konings van 19 Februarij II.; daaruit blijkt dat de ambtlieden met de afgevaardigden der steden geantwoord hebben bereet te
sijn lij ff ende goedt op te setten voor den dienst van Sijnc Ma1 voor soo veele tselue practicabel is, maar dal het platte land, zich onder contributie en sauvegarde van den vijand bevindende, geene soldaten mag leveren, terwijl de steden tot de werving alle mogelijke assistentie zullen verleenen maer geene borgers daartoe cunnen pressen; voorts komen de staten op tegen de beschrijving van die ambtlieden, en zeggen, dat wanneer de staten op de oude wijze beschreven worden, zoo als zulks honderden jaren plaats had, zij dan steeds bereid zullen zijn, voor soo vele moegelick is meer te doen als van hun versocht woirdi en hunne voorouders gedaen hebben.
Geautheoliseerd afschrift, gel. P. Bossman, in kwarliersrecessen, deel IX bladz. 85. Verg. Doleanticn en orders, deel VI blad 29.
1639, 29 Maart. De gedeputeerden der staten van hel Overkwartier schrijven aan het hof van Gelder vernomen te hebben dat de vorst van Gulik te Cruchten, in het ressort van dit kwartier, eenen ontvanger van eenen nieuwen Gulikschen tol benoemd heeft; daar dit niet toe-geslaan mag worden verzoeken zij hel hof daaromtrent maatregelen te willen nemen.
Inliggend een brief van den voogd van Cruchten, Wegberg en Brempt over dit onderwerp, van 10 Junij 1639.
Twee orig. het 1quot; get. Pet. Bossman, het Squot; get. Conr. Vogel, in Dolcantiën en orders, deel VI blad 49-51.
1639, April. De staten van het Overkwartier geven aan den landvoogd kennis dat zij in hunne vergadering van 21 Maart II., boven en behalve het gewone subsidie van 60000 gulden, dat zij sedert eenige jaren hebben
— 58 —
moeien opbrengen, een buitengewoon subsidie van 30000 gulden toestonden ; zij stellen tevens een klaagschrift op, vervat in 16 artikelen, en verzoeken den landvoogd daarop eene gunstige beslissing te willen nemen.
Orig. fr. iu Doleantiën en orders, deel VI blad 35—37.
1639, 16 April. De landvoogd Ferdinand geeft akte van aanneming van een buitengewoon subsidie, dat tot een bedrag \an 30000 gulden door de staten van het Overkwarlier toegestaan is, mits de gemelde som binnen drie maanden voldaan worde; aangaande de klagten der staten over de buitengewone schatting waarmede het ambt van Gelder bezwaard is, zoo als ook aengaende de geduericheyt van de magistraeten van de sleden van 'l voorss. quartier, zal de landvoogd informatiën inwinnen ten einde daarop zulke resolutiën te nemen als naer redene ende equiteyt bevonden sal worden te hehooren.
Orig. gedagt. uil Brussel en gel. El Car1 Infanlc, Verreyken, in Doleantiën en orders deel VI blad 33.
1639, 5 December. De staten van het Overkwarlier benoemen Jan Spee, schepen van Roermond, en Jacob van Bree, schepen van Venlo, tot hunne afgevaardigden naar Brussel; zij geven hun volmagt om aldaar naar goedvinden te handelen tot het bereiken van 't doel, dat hun bij afzonderlijke instructie is te kennen gegeven.
Orig. gel. Goss. Dulcken, mei hel opgeplakle zegel der slad Roermond (denwelcken wij in alle des quartiers saecken sijn gcbruyckende) in Doleantiën en orders, deel VI blad S3.
1639, 5 December. De staten van het Overkwarlier geven eene instructie aan hunne bovengemelde afgevaardigden, waarbij hun wordt voorgeschreven:
- 59 -
1quot; te solliciteeren dat de magistraat in Roermond en Venlo niet meer telken jare vernieuwd, maar zijne per-petuiteit terugbekome, zoo als zulks meer dan 300 jaren heeft plaats gehad; wordt dit niet toegestemd dan mag-tiging te verzoeken voor de staten om deze aangelegenheid voor den secreten raad te Brussel of voor den groo-ten raad te Mechelen in regten te brengen;
2° een vertoog uit te brengen tegen het invoeren van nieuwe tollen en iicenten in het land van Gulik;
3° er op aan te dringen dat de vaart op de rivier de Maas bevoordeeld en de „landvrachtenquot; verboden worden;
4° de groote ongeregeldheden te kennen te geven, die door de officieren der garnizoenen in het Overkwar-tier, voornamelijk door dat van Stralen , veroorzaakt worden; dewelcke niet alleen die huysluyden mil slaen ende sloolen van allerhande victualie spolieren maar hun ook groote sommen geld afpersen ;
5° te verzoeken om de onverdrachlijke exaclien, waaraan de schippers en kooplieden op de Maas blootgesteld zijn, te doen ophouden;
6° insgelijks te verzoeken dat de beden zoo als vroeger aan de staten voorgesteld worden en daarvoor hunne toestemming gevraagd wordt;
en 7° te kennen te geven dat 's konings onderdanen de tollen van Geervliet, Gorcum, Lith en Cuyck tweemaal voldoen moeten , als naementlijck eenmuel aen Sijne conquot; ma' tot Venlo, ende andcrmael aen des viandts sijde en daaromtrent maatregelen te verzoeken.
Orig. get. Goss. Dulcken , in Doleanliën en orders, deel VI blad S4—56.
1639, 6 December. De staten van het Overkwartier zenden een schrijven aan den landvoogd , waarin zij op
- 60 —
afdoening van de bezwaren aandringen, die zij hierboven in de instructie van 5 December vermeld hebben.
In margine bevindt zich het antwoord van den landvoogd.
Orig. Ir. in margine gedagl. uil Brussel op 8 February 1640 en gel. El card} Infante, par ordou-nanee de Son Alquot; get. E. Gollignies, in Dclcanlicn en orders, deel VI blad 59—62.
1040, 1 Januarij. Koning Filips benoemt Willem van Bette, markgraaf van Lede, lot stadhouder van Gelderland.
Afschrift, in kwarliersrecessen, iiee\ IX bladz. H2-.
11)40, 8 Februarij. De landvoogd zendt aan den stadhouder een extract uit het schrijven der staten van het Overkwartier dd. 6 December 1639 en geeft liet bevel om de afpersingen (extorsions), die onder de benaming van foygell ten nadeele van de kooplieden en schippers op de Maas geschieden, te doen ophouden omdat die afpersingen niet alleen tot groot nadeel strekken van de inwoners en het garnizoen wegens de duurte, die daardoor ontstaat, maar ook omdat zij eene merkelijke vermindering van opbrengst der licenten veroorzaken.
Orig. fr. gedagl. uil Brussel en gel. El Card' Infante, E. Gollignies, mei hel vermelde exlracl in Doleantiën en orders , deel VI blad 65—67.
1640, 21 Februarij. De landvoogd geeft bevel aan het hof van Gelder om ten spoedigste de staten van het Overkwartier te doen vergaderen.
5 Maart. Het hof zendt een afschrift van voorgaand schrijven aan den magistraat van Roermond ter beschrijving van die vergadering.
— 61 -
12 Maart. Het hof geeft afschrift aan den burgemeester van Roermond van zijne verklaring, inhoudende dat hij de twee vermelde stukken heeft ontvangen en dal het hof hem gelast heeft die vergadering op 14 Maart te beschrijven.
Geaulh. afscbriflen, de beide eersle get. N. Maen, en het derde get. Goss. Dulcken, in Doleanliën en orders, deel VI blad 69—H.
1640, 14 Maart. De stalen van het Overkwartier /.enden aan het hof van Geider een lijst van bezwaren , waarvan zij de afdoening verlangen alvorens een besluit te kunnen nemen op de aangevraagde bede en 't buitengewoon subsidie; daarin wordt verzocht: de opheffing van het verbod van in- en uitvoer van granen daar anders de onderdanen niet genoeg kunnen verdienen om hunne quota's te voldoen; voorts het vrije vervoer van die granen, zoodat de onderdanen onder voorwendsel dat dit vervoer naar vijandelijke plaatsen geschiedt , niet meer gespolieerd en gerantsoeneerd worden; de afschaffing der landvrachten ter bevoordeeling der vaart op de Maas; de handhaving der vroegere recessen van de stalen nopens het ligten van conlributiën en beden en voornamelijk van het reces, waarbij de heffing van 18 stuiver op het malder erffpachls ingevoerd is ; hel herstellen van de magistraten in hunne perpeluileit; en eindelijk het geven van schadevergoeding aan de personen, wier erven in de fortificatie werken getrokken werden, hetgeen door den magistraat van Gelder voor die stad alleen op 20000 gulden geschat wordt
In margine bevindt zich het antwoord van het bof.
Ong. in margine get. N. Maen, in Doleanliën en orders, deel VI blad 75—78.
1640, 19 Maart. Op het rekwest van J' Johan üederik van Ertzbach wordt hij tot de ridderschap toegelaten om voortaan op de vergaderingen der stalen beschreven te worden; dientengevolge legt hij den eed de non revelando af.
Kwarlicrsrecessen, deel IX bladz. 107.
1640, 19 Maart. Op het rekwest van Jr Johan Bertram van Berensauwe, waarbij hij zijne adellijke kwartieren overlegt en verzoekt tot de vergaderingen der stalen te worden toegelaten, verklaren de stalen die kwartieren te kennen en voor echt te houden , zoodat zij zijn regt erkennen en hem als riddermatig persoon toelaten, onder voorwaarde van binnen het jaar •t bewijs te leveren dal het huis üornberg gelegen in het ambt Kriekenbeek ein riddermesigh geseess is en zijne voorouders wegens dat huis beschreven zijn geworden. Dientengevolge legt hij den eed de non revelando af.
^Kwarlicrsrecessen, deel IX bladz, 108. Vergelijk aldaar, bladz. 128.
1640, 30 Junij. De landvoogd berigt aan de stalen van het Overkwarlier de ontvangst van hun schrijven dd. 17 Maart II. waarbij hem kennis gegeven wordt dal zij op het voorstel van een buitengewoon subsidie len bedrage van 40000 gulden de som van 25000 gulden hebben ingewilligd, in 4 termijnen te voldoen van drie tot drie maanden; in aanmerking van den legenwoordigen toestand van het quot;kwartier neemt hij dit bedrag aan onder voorwaarde dat de betaling binnen den termijn van zes maanden. iedere maand een zesde gedeelte, zal geschieden, aangezien dit bedrag moet strekken tot beladingn van de compagnien gelogeert in den landt van
Limburg. Aangaande het vervoer van granen en het afschaffen der landvrachten heeft hij den stadhouder opgedragen informaliën in te winnen , waarop hij dan eene nadere resolutie zal nemen.
Orig. gedagl. uit Rijssel en get. El Car1 Infante, ter ordIie get. Verreyken, in Doleanliën en orders, deel VI blad 79.
1641, '20 Januarij. De landvoogd berigt aan de staten van het Overkwartier dat hij aan den markies de Lede, stadhouder, en aan Hieronimus de Gaule, kanselier, den last opgedragen heeft om namens hem een voorstel te doen in de vergadering der staten, die hij op 29 dezer bepaald heeft.
Orig. fr. gedagt. uit Brussel en get. El Card1 Infante, Verreyken, in Doleanliën en orders, deel VI blad 81.
1641, 22 Januarij. De landvoogd geeft eene instructie aan den stadhouder en aan den kanselier tot het voorstellen van een buitengewoon subsidie van 40000 gulden in de vergadering der staten van het Overkwartier; hij heeft berigt ontvangen dat de vijand aan alle kanten groote toebereidselen maakt om hen onder een schandelijk en zwaar juk te brengen, zoodat hij voor God en de wereld laakbaar zoude zijn indien hij niet in tijds door zijne zorg en waakzaamheid dit trachtte te voorkomen; hij weet dat hij veel vraagt, maar hij rekent op den goeden wil en de trouw der staten, die het gevraagde bedrag niet zullen verminderen, aangezien dit noodzakelijk is ten einde hem in de mogelijkheid te stellen om met kracht tegen den vijand op te treden en alle ongeregeldheden te doen ophouden, die lol dusverre plaats grepen.
Afschrift, fr, ia Doleanliën en orders, deel VI blad 82—84.
1641, 18 Februarij. De staten van het Overkwartier schrijven aan het hof van Gelder dat zij eenige dagen geleden, ten dienste des konings en tot 's lands welvaart, eene bede van 60000 gulden en een buitengewoon subsidie van 40000 gulden hebben toegestaan; daar het echter onmogelijk is deze 100000 gulden vuylle erven van desen deinen quartier op te brengen, voornamelijk wij! een derde gedeelte der landerijen daarin thans onbebouwd ende voir vogelweide liggen blijft, zoo hebben de staten voor dit jaar eenen linderlicken taxi gesteld op de bieren, zoo als ook op de beesten ten platten lande; de staten verzoeken het hof hieraan zijne goedkeuring te willen hechten. In margine bevindt zich die goedkeuring onder dagteekening van 23 Februarij.
Orig. get. P. Boasman, in margine gel. iV. Macn, in Doleanliën en orders, deel VI blad 91.
1641 , 21 Februarij. In de vergadering der staten van het Overkwartier van 21 Februarij worden Johan Hendrik van Winckelhusen, wegens de heerlijkheid Mierlo, J' Gelis van Haften, wegens het huis Overen, en Johan Willem van Bocholt tot leden van de ridderschap aangenomen, mits zij volgens oude gewoonte hunne wapenen op perkament geschilderd overleggen.
'Kwarliersrecessen, deel IX bladz. 133 v0. Vergel. aldaar bladz. 153.
1641, 22 Februarij. De staten van het Overkwartier schrijven aan den koning dat zij bij de ontvangst van het voorstel van een buitengewoon subsidie in diepe conside-ratien den overgrooten verarmden en uytgeputlen staet deses quarliers overwoegen hebben; zij geven daarbij te kennen dat het met geene andere provincie mag vergeleken worden, aangezien het tusschen de landen en steden van
— 65 -
den vijand ingesloten en door aanhoudende doortogten van 's konings legers, van keizerlijke en vijandelijke troepen
gepilleerl ende geruynecrt is, zoodat huysen, gehuchten, jae geheele dorperen affgebroken ende gebrandt zijn geworden; de erven en landerijen blijven onbebouwd als vogelweide liggen; de steden zijn door zware garnizoenen en ondragelijk servies in verval ende door faute van traffycke ende interdictie van de uytvoeringe der graenen verarmbt ende bloot van gelde; den stroom van de Maese is door toelae-tinge van de landtvrachten bedoruen en de inwoners van het platte land door de gedurige diensten, zoo van personen als paarden, aan de fortificatiën der steden in de onmogelijkheid om hunnen akker te bebouwen. In weerwil van dezen benarden toestand hebben de staten, om de gewigtige redenen, die in de aanvraag gemeld worden, het aangevraagde bedrag van 40000 gulden buiten en behalve de gewone bede van 60000 gulden geheel toegestaan, onder voorwaarde dat beide sommen sullen worden bekeert tot betaelinge van de garnisoenen ende andere neces-sileylen van denseluen qu ar tiers ende nieuw er s anders ge-diuerteert.
Geaulh. afschrift, gel. Goss. Dulcken, in Doleanlün en orders, deel VI blad 93—93.
1641, 28 Februarij. De landvoogd geeft eene instructie aan den stadhouder en aan den kanselier tot het innen eener vrijwillige contributie in het Overkwartier; deze is noodzakelijk bevonden , doordien de oproerige provinciën toebereidselen gemaakt en buitengewone pogingen in het werk gesteld hebben om de hulp der Franschen te verkrijgen , waarmede zij dan ook hun verbond vernieuwd hebben ten einde door knevelarijen en ondragelijke geweldenarijen de gehoorzame provinciën tot verdeeldheid te brengen, hetgeen met kracht moet verhinderd worden.
De landvoogd verzoekt hun de ware en dringende redenen voor deze vrijwillige contributie in het kwartier bekend te maken en het hof en de rekenkamer tot bijdrage te bewegen, te weten; elk lid van het hof voor eene som van 800 gulden , de kanselier 1600 , en de rekenkamer voor een bedrag van 20000 gulden gezamenlijk; zij zullen voorts de ridderschap en de magistraten der steden aansporen op vrijgevige wijze hun pligt te doen, opdat door hun voorbeeld het volk bewogen worde milddadig van het zijne bij te dragen.
Afschrift, fr. in Doleanliën en orders, deel VI blad 97—iOO.
1641, 7 Mei. De landvoogd geeft aan de staten van het Overkwartier akte van aanneming van het buitengewoon subsidie van 40000 gulden; hij belooft de hem te kennen gegeven klagten der staten te onderzoeken en na informatiën daaromtrent te hebben ingewonnen, een besluit te nemen; hij vergunt tevens het vervoer der granen naar neutrale en andere landen onder des konings gehoorzaamheid, mits genoegzame provisie voorhanden blijve opdat de steden des noods een beleg zouden kunnen weerstaan.
Orig. gedagl. uit Brussel en get. El Card} Infant, ter ordonnantie get. \erreyken, in Doleanliën en orders, deel VI, blad 101, 102.
1642, 11 Februarij. De Raad van State der Veree-nigde Nederlanden schrijft aan den graaf van Guebriant en aan den graaf van Eberstein het berigt ontvangen te hebben hoe het Overkwartier , alsmede de landen van Overmaas, te weten de vier kwartieren van Limburg, Valkenburg Dalhem en s Hertogenrade door hun onder-hebbend krijgsvolk worden getractcerd ende dat hm oock contributten worden afgevorderl. De Raad geeft hun te
— 67 —
kennen dat alhoewel deze landen onder het gebied van den koning gelegen zijn, zij contributie aan de Vereenigde Provinciën betalen en dientengevolge niet dubbel mogen worden aangeslagen, terwijl ook de landen, die contributie aan den koning van Frankrijk betalen, van deze zijde daarvan zijn vrijgesteld; derhalve verlangt hij dat die landen met geene nieuwe contributiën bezwaard en soo veel doenltck van winter inquartieringe mogen worden verschoont.
Afschrift, in Doleanliën en orders, deel VI blad 104..
1642, 22 Februarij, De Raad van State der Vereenigde Nederlanden schrijft aan de graven van Guebriant en van Eberstein van de staten van het Overkwartier berigt te hebben ontvangen dat hunne onderhebbende soldaten de door dien Raad afgegeven paspoorten niet eerbiedigen en reeds ten laste van de schippers en kooplieden op de Maas en den Rijn, tegen den inhoud daarvan gehandeld hebben. De Raad verzoekt hun maatregelen te nemen opdat die schippers en kooplieden voortaan niet en worden ghekwelt.
Afschrift, in Doleanliën en orders, deel VI blad 106.
1642, 17 Maart. De landvoogd berigt aan de staten van het Overkwartier dat hij eene vergadering bepaald heeft op 27 Maart e. k. en aan den markies de Lede, stadhouder, en aan Hieronimus de Gaule, kanselier, den last opgedragen heeft daarin namens hem een voorstel te doen.
Orig. fr. gedagt. uit Brussel en gel. Don fr*0 de Mello, Verreyken, in Doleanliën en orders, deel VI blad 108.
1642, 17 Maart. De landvoogd geeft eene instructie aan den stadhouder en aan den kanselier tot het aan-
- 68 —
vragen van een subsidie van 40000 gulden in de vergadering der staten van 27 Maart e. k.
Zij zullen aan die staten te kennen geven dat, aangezien dit de eerste aanvraag is, die hij doet sedert zijne majesteit hem tot landvoogd benoemd heeft, hij welwillendheid en buitengewonen spoed hoopt te ondervinden, vermits hij niet vraagt voor zich zelf maar voor hun belang, want dit bedrag moet strekken tot hunne verdediging en behoud; dat hij daarmede de verderfelijke plannen van den vijand hoopt te verijdelen, want hij houdt de staten voor overtuigd dat de toebereidselen, die de oproerige provinciën en de Franschen overal gemaakt hebben , oneindig grooter zijn dan zulks in vorige jaren het geval was, en vermits zij de grondvesten van dezen staat niet hebben kunnen doen schudden, zoo als zij zich voorgesteld hadden, hebben zij zich dit jaar nog sterker uitgerust ten einde betere zaken te kunnen doen dan in het voorgaande; dat ook de troepen tusschen den Rijn en de Maas onder het bevel van den graaf van Guebriant in de landen van Keulen en Gulik buitengewone wreedheden bedreven hebben en dit insgelijks in de landen onder 's konings gehoorzaamheid zouden beproeven, indien daarin door hunne keizerlijke en koninklijke majesteiten niet voorzien werd; voorts zullen zij den staten alles onder het oog brengen wat zij noodig zullen achten en ten strengste aandringen op het spoedig en onvoorwaardelijk toestaan der gevraagde 40000 gulden, ten einde hij die som met de ondersteuning uit Spanje, onmiddellijk tot hun behoud en rust kan aanwenden.
Geaulli. afschrift, fr. gel. N. Macn, in Doleanliën en orders, deel VI blad 109—Hl.
1642, 1 April. De staten van het Overkwartier schrijven aan den landvoogd dat, alhoewel de armoede
- 69 -
in het kwartier dit jaar niet verminderde , veeleer door inkwartiering en doortogt der legers vermeerderde en eindelijk door den inval der Fransche, Weimarsche en Hessische troepen in extreme onsprekdijcke miserien ende allerhande sorlen calamiteylen gebragt werd, de staten nogtans, in aanmerking genomen het eerste verzoek van den landvoogd en geroert door die ijverige propositie van den stadhouder boven de bede van 60000 gulden ook het volle bedrag van het subsidie ad 40000 gulden ingewilligd hebben ; zij zullen dit bedrag echter op interest moeten ligten aangezien de bede van het vorige jaar nog niet geheel is ingevorderd kunnen worden ; zij geven de hoop te kennen dat deze penningen tot betaelinghe van nootsaeckelyckheijt van desen quartier sonder diversie bekeert sullen worden.
Minute, in Doleantiën en orders, deel VI blad H3, m.
1642, Mei. De gedeputeerden der staten van het Overkwartier geven aan de Staten Generaal der Veree-nigde Nederlanden te kennen dat de koning van Spanje in het jaar 1623 aan den graaf Hendrik van den Bergh bij wijze van gift in pandschap d'opcomsten ende vruchten van den Ample Mont fair t met de inkomsten van den tol te Stevensweert geschonken heeft; dat deze pandschap door den koning propter ingratiludinem gerevoceert en dientengevolge de erfgenamen bij vonnis van den grooten raad te Mechelen daarvan vervallen verklaard zijn ; dat deswegens door de prinses van Hohenzollern een proces voor het hof van Gelder aanhangig gemaakt is; niettegenstaande dit proces nog niet is afgeloopen, heeft graaf Herman van den Bergh de pachters der domeinen van dat ambt doen citeeren om binnen Maastricht die pachten te komen voldoen en heeft daarop ook ver-
scheidene pachters laten vangen ende spannen, terwijl een daarvan doodgeschoten is geworden ; de gedeputeerden verzoeken aan de Staten Generaal te willen zorgen dat graaf Herman van die onbehoorlijke procedure afziet en zoo hij eenig regt op de vermelde pandschap meent te bezitten dat hij zich dan in het proces van de prinses van Hohenzollern doet vertegenwoordigen of eene parli-culiere actie institueere, soo naer slants rechten ende coustumen zal behooren.
Minute, in Dolcantiën en orders, deel VI blad 121.
1642 , 3 Mei. De Raad van State schrijft op de vernieuwde klagten van de gedeputeerden der staten van het Overkwartier nogmaals aan de graven van Guebriant en van Eberstein in denzelfden zin als zijn schrijven van 22 February II.
Twee duplic. gedagt. uit 's Gravenhage en get. M. Huygens, in Doleanliën en orders, deel VI blad 117 en 122.
1642, 17 Mei. De landvoogd geeft akte van aanneming aan de staten van het Overkwartier van het subsidie van 40000 gulden dat die staten, buiten en behalve de bede van 60000 gulden , hebben ingewilligd; hij geeft zijne toestemming dat dit bedrag sonder eenighe diuersie tot betaling van de behoeften in dat kwartier zal aangewend worden en hij zal zorg dragen zooveel mogelijk het van logeringhe ende passagie van het volck van oorloghe vrij te houden , zoo als ook van de levering van fouragiën en andere dergelijke lasten.
Orig. gedagt. in 't leger bij de stadl van Basséc en get. Don frK de Mello, Verreyken, in Doleanliën cn orders, deel VI blad 125.
1642. 9 September. De ingezetenen van het eiland en heerlijkheid Stevensweert geven aan den Raad van State der Vereenigde Nederlanden te kennen dat de overledene graaf Hendrik van den Bergh op 12 Julij 1621 verkregen heeft dat gemelde heerlijkheid bij provisie vrij ende exempt sal gehouden werden van het betalen der contributiën tot dat daaromtrent nader zal besloten worden; dat in 1638 door den Raad van State evenwel bevel gegeven werd tot het innen van die contributie sedert het einde van den wapenstilstand ; dit is strijdig met boven vermelde akte van 12 Julij 1621 , weshalve zij verzoeken tot het jaar 1638 van die contributie verschoond te blijven.
In margine bevindt zich het besluit van den Raad van State, waarbij aan de rekwestranten te kennen gegeven wordt dat hetgeen zij sedert 1638 boven de loopende contributie betaald hebben, zal blijven, maar dat hetgeen nog ten achteren is van 1621 af hun geremitteerd wordt, gereserueert nieltemin d aclie van 'l landt op het Ouerquar-tier van Gelderlandt.
Geauth. afschrift, get. J. P. Timmers nol' pub. in Doleanliën en orders, deel VI blad 127.
1642, 22 November. De staten van het Overkvvartier geven aan den landvoogd te kennen dat de ijver, trouw en spoed, waarmede zij de buitengewone subsidiën sedert het terugbrengen der sleden Roermond en Venlo onder de gehoorzaamheid des konings niettegenstaande de rampen van het Overkwartier hebben ingewilligd, genoegzaam bekend zijn ; zij hadden derhalve gehoopt dat ook de gewone beden zoo als zulks vroeger geschiedde, wederom bij hen aangevraagd en aan hunne toestemming onderworpen zouden worden; daar zij van dit oud privilegie niet willen afzien gevoelen zij zich verpligt,
- 72 —
bij het eindigen der loopende bede , de volgende niet meer toe te staan dan alleen in geval zoo die als vroeger bij hen aangevraagd wordt.
De landvoogd, na den raad van Gnanciën te hebben gehoord, besluit dat de gewone bede van het Overkwartier voortaan op den ouden voet, bij wijze van voorstel in de vergadering van dat kwartier, van jaar tot jaar zal worden aangevraagd.
Orig. gedagl. uil Brussel en gel. Don frquot;0 de Mcllo, H. comte de Noyelle, /'. van Kinschol, B. Macs, J, v. Beken, in Doleantien en orders, deel VI blad 129 en 132.
1643, 18 Februarij. De landvoogd bepaalt eene verga-doring der staten van het Overkwartier op 29 Februarij e. k. en magtigt Hieniiiimus de Gaule, kanselier, tot het doen van een voorstel van zijnent wege.
Orig. fr. gedagl. «il Brussel en get. Don frquot; de Mello, Yerreyken, in Doleanlicn en orders, deel VI blad 135.
1643, 18 Februarij. De landvoogd geeft eene instructie aan den kanselier om in de vergadering der staten van het Overkwartier de voortzetting der bede van 60000 gulden en een buitengewoon subsidie van 50000 gulden aan te vragen. Hij zal den staten de noodzakelijkheid daarvan onder het oog brengen, daar dezelfde redenen in zijne voorgaande instructie ontwikkeld ook thans nog bestaan, en daar bijvoegen dat de toebereidselen die in Frankrijk en Holland gemaakt worden buitengemeen groot zijn, waaruit men moet afleiden dat de Franschen besloten hebben den vrede te weigeren en de gehecle Christenheid in onrust te willen houden om hunne snoode ondernemingen te doen gelukken; dat hij deze som noo-dig heeft ten einde deze landen te kunnen verdedigen
— 73 —
en den oorlog in Frankrijk te voeren; dat hij besloten heeft een derde leger op de been te brengen, dat met de overige legers of afzonderlijk, naar de omstandigheden zullen vereischen , zal handelen; dat de koning hem daartoe groote sommen ter hand gesteld en daarenboven zijne domeinen verpand heeft; de kanselier zal de staten zoo goed mogelijk trachten te overreden om in de tegenwoordige dringende omstandigheden de gevraagde sommen met denzelfden ijver in te willigen, waarvan zij steeds blijken gegeven hebben.
Geauth. afschrik, fr. get. P. Bossman, in Dolean-liën en orders, deel VI blad 136, 137.
1643, 21 Februarij. Het hof van Gelder berigt aan de stalen van het Overkwartier dat de landvoogd last gegeven heeft tot het doen vergaderen dier staten op 2 iMaart e. k. en geeft bevel daaraan te voldoen.
Orig. gel. N. Maen, in Doleanlicn en orders, deel VI blad \ 39.
164lt;l, 6 Maart, üe staten van het Overkwartier nemen het besluit om Johan Arnold van Wachtendonck wegens het huis Vlasraey tot de kwartiersvergaderingen toe te laten, waarop deze den gevorderden eed aflegt
Kwarlicrsrecessen, deel IX bladz. 162 vu.
1643, 30 Mei. De baron van Hoensbroek , maarschalk van het hertogdom, drost van de stad , voogdij en neder-ambt van Gelder en gedeputeerde der staten van het Overkwartier, legt aan den landvoogd eenige punten var» bezwaar over, waarop hij eene spoedige en gunstige resolutie hoopt te bekomen, opdat de staten daarna kunnen overgaan tol de behandeling der aangevraagde bede en van 't buitengewoon subsidie.
1° Daar de abt van Kamp in het Munster klooster te Roermond de keus voor eene nieuwe abdis, die door de kloosterlingen op Adama van Egeren uitgebragt is, niet heeft goedgekeurd en eene andere persoon daartoe heeft aangesteld , verzoekt hij dat de eerste keuze goedgekeurd worde.
2° Dat de moedwil der soldaten ten platten lande te keer gegaan worde , daar zij de onderdanen van hunne meubelen, fouragiën en granen berooven, hun hout afkappen en wegvoeren.
3° Dat de onderdanen ten platten lande vrijgesteld worden van den arbeid aan de fortificatiën der steden en forten.
4° Dat aan de magistraten van Roermond en Venlo hunne oude privilegiën en gewoonten worden teruggegeven.
5° Dat er maatregelen genomen worden om de klag-ten te doen ophouden tegen den hertog van Neubourg, die onlangs groote licentregten heeft ingevoerd op waren, die uit Duitschland gebragt worden.
6° Dat voortaan voor iedere inwilliging der staten, hetzij van eene gewone bede, hetzij van een buitengewoon subsidie, zoo als vroeger, akte van non prejuditie verleend worde.
In margine bevindt zich het antwoord van den landvoogd.
Orig. fr. in margine gcdagl. uit Condc en gel. Don frquot;0 de Mcllo, Vcrreyken, in Dolcanlicn en orders, deel VI blad 141 , 142.
1643, 30 Mei. De landvoogd schrijft aan den kanselier vernomen te hebben dat de staten van het Over-kwartier op zijne aanvraag tot een buitengewoon subsidie van 40000 gulden slechts 20000 gulden hebben
- 75 -
ingewilligd; hij gelast hem nogmaals bij die staten ernstig aan te dringen dat zij dit toegestane bedrag, zoo als de vorige jaren, op 40000 gulden brengen. De kanselier kan aan de staten melden dat de landvoogd hun in de zaak van het Munsterklooster volle bevrediging zal geveti en dat zij aangaande de overige punten zijne meening zullen vernemen in margine van hun bezwaarschrift, dat hierbij teruggezonden wordt.
Geaulh. afschrift, fr. gel. P. Bossman, in Dolean-tiën en orders, deel VI blad 143.
1643, Junij-December. Verschillende stukken strekkende om de gevraagde groote revisie van een vonnis in een proces tusschen de familie Schenck van Nydeggen te doen weigeren.
Orig. en afschrifien, in Doleanliën en orders, deel VI blad ISo—175.
1643, 18 Junij, Het hof van Gelder geeft bevel aan de staten van het Overkwartier om op 26 Junij nogmaals eene vergadering te houden, ten einde de kanselier daarin het voorstel zou kunnen doen tot verhooging van het subsidie, waartoe hij bevel van den landvoogd bekomen heeft.
Orig. get. N. Maen, in Doleanliën en orders, deel VI blad 143, 146.
1643, Augustus. De magistraat van Roermond schrijft aan den landvoogd dat de gouverneur en de auditeur van het kwartier op kosten der stad gehuisvest en van servies voorzien worden; aangezien hunne bedieningen zoowel ten voordeele van de overige steden als van het platte land strekken geeft de magistraat als zijne meening te kennen dat zij ook op kosten van het kwartier inwoning en servies moeten genieten; te meer daar de stad,
— 76 -
na hare overgave, door de veranderingen van garnizoen tot zulk verval geraakt is dat een vierde deel der huizen geheel vernield is, terwijl zich daarenboven daarin elf kloosters bevinden, die met het kapittel, het hof en de rekenkamer van inkwartiering vrij zijn.
Orig. fr. iq Dotentiénen orders, deel VI blad 150.
1043, 4 September. De landvoogd zendt aan het hof van Gelder een verzoekschrift, door den magistraat van Roermond aan hem gerigt, ten einde hem daarop te dienen van advies.
Orig. fr. gedagl. uil Namen en gel. Don fr'0 de ilello , Verreyken , in Doleanliën en orders, deel VI blad 149.
1644, 22 Maart. De landvoogd, onderzocht hebbende de rekwesten der abdij van het Munster te Roermond van 21 December 1642 en van 22 en 30 October 1643, zoo als ook dat van den secreten raad van 26 October 1643 en het rescript daarop door den abt van Kamp, zoo in zijn naam als in naam van Catharina d'Ortigoza overgelegd, geeft bevel tot het uitvaardigen van brieven, waardoor de Jonkvrouw Adama van Egeren in de waardigheid van abdis van dat klooster bevestigd worde; hij geeft tevens bevel dat de reformatie van dat klooster, vroeger door de aartshertogin in 't werk gesteld, uitdrukkelijk gevolgd en de kloostergeloften getrouw nageleefd moeien worden.
Geautb. afschrift, fr. gel. Goss. Üukken, in Doleanliën en orders, deel VI blad 177.
1644, 23 Maart. De landvo )gd berigt aan de staten van het Overkwartier dat hij aan den kanselier de (Jaule last gegeven heeft in de vergadering, die hij
— 77 —
op ö April bepaald heeft, namens hem een voorstel te doen.
Orig. fr. gedagt. uit Brussel en get. Don fr'0 de Mcllo, Verreyken, in Dolcantiën en orders, deel VI blad 179.
1644, 23 Maart. De landvoogd geeft eene instructie aan den kanselier tot het aanvragen in de vergadering der staten van het Overkvvartier dd. 5 April van eene bede ten bedrage van 60000 gulden en van een buitengewoon subsidie lot hetzelfde bedrag. Hij zal aan die staten te kennen geven dat rle tijd nooit dringender geweest is om de verderfelijke plannen der Franschen en Hollanders te beletten dan tegenwoordig , aangezien men van alle kanten verneemt dat zij zich naar de vergadering van Munster begeven om vrede te sluiten, maar daarbij de denkbeelden van oorlog geenszins laten varen en die zelfs nog meer dan vroeger koesteren , want het is zoo klaar als de dag dat zij den vrede door traktaten niet wenschen, maar dal zij dien door geweld willen opdringen; voorts zal hij den staten datgene voorhouden wat hij noodig oonleelen zal en zeggen dat het onnoodig is hun den tegenvvoordigen nood nader te ontwikkelen daar die genoeg blijkt, en dat men geen woorden maar daden behoeft, zoodat hij spoed verlangt daar tijd en omstandigheden dien vorderen.
Geauth. afschrift, fr. get. Goss. Dulcken, in Dolean-liën en orders, deel VI blad 180, 181.
1G44, 6 April. De stalen van het Overkwartier laten Arnold Wolfgang Huyn, heer te Geleen, en Arnold van Boickholt tol Boickholt als riddermatige personen toe om voortaan als zoodanig op de kwartiersdagen te worden
beschreven. Dientengevolge leggen beiden den gevorderden eed in handen der stalen af.
Ktoarliersrecessen, deel IX bladz. 18i vu.
1644, 7 April De staten van het Overkwartier nemen Johan Godfried Huyn, heer te Horst, tot riddermatig persoon aan, mits hij zijne wapens in behoorlijken vorm op perkament geschilderd inlevere en den gevorderden eed aflegge.
Besluit in kwarliersreccssen, deel IX bladz. 184.
1644, lt April. De landvoogd betoont aan de staten van het Overkwartier zijne groote tevredenheid over het goede besluit, dat zij aangaande de gevraagde bede met buitengewoon subsidie genomen hebben; daar hij een goed gedeelte, ten minste de helft daarvan, spoedig noodig heeft tot betaling en behoud der garnizoenen in het Overkwartier , verzoekt hij hun dat gedeelte op hun crediet te willen ligten, waartoe hij aan Albert Bouwens van der Boye, landrentmeester generaal, vergunt hun de behulpzame hand te bieden.
Orig. fr. gedagt. uit Antwerpen en get. Don fr'quot; de Mello, Verrei/ken, in Doleantiën en orders, deel VI blad 183.
1644, 16 April. De staten van het Overkwartier geven volmagt aan Albert Bouwens van der Boye, landrentmeester generaal van Gelder, om het ingewilligde subsidie ten bedrage van 60000 gulden in 't geheel of voor de helft te Antwerpen, Keulen of elders te ligten of daartoe een ander persoon te committeeren, belovende hetgeen door hem of door zijne gecommitteerden zal verrigt worden te zullen goedkeuren.
Orig. get. A. C°quot; de Hoensbroeck, Johan Wilhelm von Corlenbach erfvogt, Henr. Marsen, J. Pollart, in Doleanliën en orders, deel VI blad 185.
1644, t6 April. Ten gevolge van de voorgaande mag-tiging geeft Albert Bouwens tan der Boye eene verklaring af, waarbij hij belooft dat de interesten op het te ligten bedrag vallende ten laste zullen komen van den koning.
Orig. get. A. van der Boye, in Doleantiën en orders, deel VI blad 186.
1644, 16 April. De landvoogd geeft akte van aanneming aan de staten van het Overkwartier voor de toegestane bede van 60000 gulden en het buitengewoon subsidie tot hetzelfde bedrag; de staten tevens hoochhjck bedan-ckende van de goelwillicheyt cnde affectie die zij dienaen-gaende gethoonl hebben ten dienste van Z. M., denwelcken zijne Excquot;° metten iersten daeraf sal informeren. Hij verklaart voorts die penningen tot betaling der garnizoenen in het Overkwartier te zullen aanwenden en vertrouwt dat de staten al hun crediet zullen gebruiken om het bedrag of minstens de helft bij anticipatie te verschaffen.
Orig. gedagi. uil Antwerpen en get. Don fr'0 de Mello, Verreyken, in Doleantiën en orders, deel VI blad 189.
1644, 27 Junij. De landvoogd zendt aan het hof van Gelder afdrukken van een muntplakkaat, benevens eene evaluatie en eene particuliere instructie, waarnaar de magistraten der steden zich zullen gedragen gedurende de eerste 15 dagen na de publicatie om d'vuytroeyinge van het billon. Het hof zal bevel geven om dit plakkaat op den 29squot;,° Julij overal te doen afkondigen.
Geauih. afschrift, get. N, Maen, met een gedrukt exemplaar van de instructie en evaluatie, in Doleantiën en orders, deel VI blad 193—204'.
1644, 5 Julij. Het hof van Gelder zendt aan de gedeputeerden der stalen van het Overkwartier afschrift van
— 80 -
een schrijven van den landvoogd dd. 27 Junij II. met een gedrukt exemplaar van een muntplakkaat, met bevel dit op 29 Julij e k. te doen afkondigen.
Orig. get. N. Maen, in Doleanliën en orders, deel Vi blad 192.
1644, 21 Julij. De gedeputeerden der staten van het Overkwartier schrijven aan het hof van Gelder dat het hun onmogelijk is het plakkaat op de munt, hun onlangs toegezonden, op te volgen; zij verzoeken derhalve van de publicatie daarvan verschoond te blijven.
Minute, in Doleanliën en orders, deel VI blad 205.
1644, 23 November. Het hof van Gelder zendt aan de staten van het Overkwartier een translaat van een schrijven van den landvoogd, waarbij gevoegd is een gedrukt exemplaar van de declaratie des konings aangaande het muntplakkaat, met bevel beide stukken onmiddellijk te doen afkondigen. Door deze declaratie wordt de afkondiging en behoorlijke naleving van dat muntplakkaat bevolen.
Orig. get. N. Maen, met een geauth. afschrift van het translaat en een gedrukt exemplaar der declaratie in Doleanliën en orders, deel VI blad 210—212.
1644, 30 December. Het hof van Gelder schrijft aan den magistraat van Koermond dat de landvoogd verlangende te worden gein formeert exaetelick ende tot het minste toe van den staet ende gelegenlheyt van dit kwartier, aan het hof den last heeft opgedragen daarnaar informatiën in te stelten; het hof verzoekt den magistraat derhalve zoo spoedig mogelijk een staat te willen inleveren, die, door een beëedigd secretaris onderteekend, alle inkomsten en uitgaven zonder uitzondering bevat, welke gedurende dit jaar door die stad gedaan werden.
Orig. get. iV. Maen, in Doleanliën en orders, deel VI blad 215.
- 81 -
1645, 14 Januarij. De landvoogd berigt aan de staten van het Overkwartier dat hij op bevel des konings eene vergadering bepaald heeft op 24 Januarij, en aan Hiero-nimus de Gaule, kanselier, den last heeft opgedragen daarin een voorstel te doen.
Orig. gedagt. uit Brussel en get. Ie marquis de Caslel Rodrigo, Verreyken, in Dolcantiën en orders, deel VI blad 217.
1645, 14 Januarij. De landvoogd geeft eene instructie aan den kanselier lot het aanvragen in de vergadering der staten van het Overkwartier dd. 24 Januarij e. k. van een subsidie tot een bedrag van 200000 gulden; hij zal aan die staten te kennen geven dat van verschillende zijden het eensluidend berigt is ingekomen van de groote toebereidselen, die door 's konings vijanden ter bereiking van hunne verderfelijke plannen gemaakt worden; dat het ambt hem door den koning toevertrouwd hem noodzaakt waakzaam te zijn voor het behoud der gehoorzame provinciën en in tijds voor de middelen te zorgen, die tot verdediging en tot bekoming van het overwigt moeten dienen om het gewenschte doel, namelijk eenen duurzamen vrede, te verkrijgen; dat volgens ontvangen berigten over de goede gezindheid van Zijne Heiligheid om de Christenheid in rust en vrede te brengen en de groote diensten , die deze daartoe met de overige prinsen bemiddelaars bewijst, hem de hoop geveti binnen weinige maanden tot een gunstigen uitslag te komen; dat men deswegens echter den krijg niet moet opgeven maar door verdubbelde pogingen moet trachten niet alleen den vijand te wederstaan, maar ook een gedeelte der gedane verliezen terug te krijgen en hem op zijne beurt de ongemakken van don krijg moet doen gevoelen ; de kanselier zal voorts aan de staten zoodanige
- 82 -
redenen ontwikkelen als hij geschikt acht om hen tot een edelmoedig en waardig besluit te brengen, maar hij zal hun voornamelijk de schande, spijt en schaamte voor oogen stellen, die hun en hunne nakomelingen zullen aankleven, wanneer zij, in plaats van het bedroefde vaderland te hulp te komen, zich door zijne puinhoopen zullen laten overstelpen; dit toch is met hunne onschendbare liefde voor den koning onmogelijk overeen te brengen.
Geauth. afschrift, fr. get. Goss. Dulcken, in Dolean-liën en orders, deel VI blad 219, 220.
1645, 1 Februarij. De staten van het Overkwartier zenden aan het hof van Gelder een besluit, waarbij zij den aanslag op de beesten en het bier van het jaar 1641 tot een hooger bedrag opvoeren en uitbreiden , zoodat voortaan zal moeten betaald worden :
van eene melkgevende koe......1 gl. 8 st.
een rund..........„ „ 14 „
een schaap............ „ 05 „
een korf bijen.........„ „ 07 „
een ton bier .........1 „ „ „
een kan brandewijn of gebrand water „ „ 3 „
een aam Rijnsche wijn.....) ^
een okshoofd Fransche wijn . . . j quot; quot;
De stalen verzoeken daaromtrent de bevestiging van het hof, die in margine gegeven wordt.
Orig. gel. P. Bossman, in margine get. N. Maen, in Doleanliën en orders, deel VI blad 223 en 224. Vergel. de kwarliersreccsscn deel X bladz. 6.
1645, 3 Februarij. De staten van het Overkwartier berigten aan den koning dat krachtens eene instructie van den landvoogd dd. 14 Januarij 11. hun een subsidie van 200000 gulden werd voorgesteld tot ondersteuning
en bevordering van den oorlog tegen Z. M. vijanden en rebellen; de staten hebben dit voorstel in rijpe overweging genomen en geven aan den koning te kennen hoe zij in het afgeloopen jaar hunnen ijver getoond hebben daar zij de bede en het subsidie zonder korting inwilligden ; dat die ijver echter de magt en het vermogen van het kwartier te boven ging, aangezien de termijnen daarvan op verre na nog niet hebben kunnen voldaan worden; zij hebben evenwel uit pligt en gehoorzaamheid aan Z. M. en tot behoud der Kath. Religie eene som van 100000 gulden toegestaan en hopen dat daarmede de garnizoenen van het kwartier betaald zuilen worden, opdat de arme onderdanen eenmael van de msolentien, exactien, foullen ende vuytrovinge van de soldaten vertroost ende geanimeert mogen worden om in hunnen yver te continueren.
Minute, in Doleanliën en orders, deel VI blad 221, 222. Vergelijk de kwartiers recessen deel X bladz. 8 en 9.
1645, 5 Februarij. De staten van het Overkwartier benoemen Adriaan van Hoensbroeck, erfmaarschalk, Peter Bossman, licenciaat en schepen van Roermond, en Jacob van Bree, schepen van Venlo, tot hunne afgevaardigden naar Brussel ten einde aldaar bij den landvoogd den markies de Gastel Rodrigo goede ende favorable resolutie te verzoeken op de klagten, die de staten in geschrift vervat hebben en hun bij instructie zullen mededeelen.
Orig. get. Goss. Dulcken , in Doleanliën en orders, deel VI blad 227.
1645, 5 Februarij. De staten van het Overkwartier geven eene instructie aan hunne afgevaardigden naar
- 84 —
Brussel, waarbij hun den last wordt opgedragen aldaar te verzoeken :
lquot; Dat de magistraten in dit kwartier hunne perpetui-teit terug bekomen ;
2quot; Dat de opengevallen betrekking van raad In het hof van Gelder, zoo als ook voortaan alle andere bedieningen in het kwartier, aan inlanders gegeven worden.
3quot; Dat in het kwartier zoo spoedig mogelijk wederom een stadhouder aangesteld worde.
4° Dat aan alle officieren daarin aanwezig het uitoefenen der jagt verboden worde.
5° Dat de licenten door den hertog van Neuburg ingesteld afgeschaft worden.
6° Dat die van Stevensweert hunne quota's in de beden en subsidiën mogen collecteren volgende den stijll in desen quartier bruyckelyck, en den gouverneur aldaar verboden worde zulks te verhinderen. Voor het geval dat op de vermelde punten behoorlijke voldoening gegeven worde, magtigen de staten hunne afgevaardigden om boven en behalve de toegestane bede van 100000 gulden alnoch eene somme van 50000 gulden voor desen loopenden jaere tot dienst van sijne ma' in te willigen.
Orig. get. Goss, Dulcken, met het opgeplakte zegel ad causas der stad Roermond, in Doleanliën en orders, deel VI blad 228. Vergel. de kwartiersrecessen deel X bladz. 5 en 10.
1645, 3 April. De gedeputeerden der staten van het Overkwartier verzoeken den landvoogd maatregelen te willen nemen om de knevelarijen der soldaten in het kwartier te doen ophouden en daartoe aan den gouverneur Petro de ia Cottera en aan dien te Venlo, Stralen, en Roermond te willen bevelen hunne soldaten in toom te houden, opdat de landlieden en vreemdelingen zich
- 85 —
vrij kunnen bewegen en hunnen arbeid verrigten; 't zoude anders onmogelijk worden de beden en subsidiën op te brengen.
In margine geeft de landvoogd bevel aan alle gouverneurs en kommandanten van het kwartier om die knevelarijen te doen ophouden, het ontnomene te doen teruggeven en het bedrag daarvan van de soldij der officieren en soldaten, die daaraan schuldig bevonden worden, te doen afhouden.
Orig. fr. in margine gedagt. uit Brussel en gel. Ie marquis de Castel Rodrigo, Verreyken, in Doleantiën en orders, deel VI blad 231.
1645, 6 April. De landvoogd geeft aan de staten van het Overkvvartier akte van aanneming bij provisie van het toegestane subsidie ten bedrage van 100000 gulden; hij heeft de zaak betrekkelijk de perpetuiteit van de magistraten van Roermond en Venlo in deliberatie doen stellen bij den Raad van State ten einde eene resolutie daaromtrent te nemen ; het punt nopens hun privilegie de non evocando heeft hij in den secreten raad gebragt met ordre van haer daerop terstont te consulteren, terwijl hij in het verzoek nopens de licenten door den hertog van Ncuburg geligt, naar behooren zal voorzien.
Orig. gedagt. uit Brussel en get. Ie marquis de Caslel Rodrigo, Verreyken, in Doleantiën en orders, deel VI blad 233.
1645 , 20 April. De landvoogd berigt aan de staten van het Overkwartier dat hij den kanselier de Gaule last gegeven heeft tot het doen van een voorstel namens den koning in de vergadering dier staten, door hem bepaald op 3 Mei aanstaande.
Orig. fr. gedagt. uil Brussel en get. Ie marquis de Castel Rodrigo, Verreyken, in Doleantiën en orders, deel VI blad 235.
-
*
gt;
1645, 20 April. De landvoogd geeft eene instructie aan den kanselier ten einde in de vergadering der staten van het Overkwartier dd. 3 Mei aanstaande de voortzetting der bede tot een bedrag van 60000 gulden aan te vragen. Hij zal te dien einde de staten nopens den tegenwoordigen staat der zaken inlichten en hen met de groote behoefte aan ondersteuning bekend miiken die de koning op dit oogenbiik heeft, daar hij zich tegen een groot aantal vijanden , die zijne staten dreigen te overrompelen, moet verdedigen.
Geauth. afschrift, fr. get. P. Bossman, in Dolean-tiën en orders, deel VI blad 236.
1645, 12 Augustus. De landvoogd schrijft aan de staten van het Overkwartier dat hij aan den kanselier en het hof van Gelder den last opgedragen heeft hem de redenen te ontwikkelen , die hem bewogen hebben eene vrijwillige contributie te vorderen; hij hoopt dat zij al het mogelijke zullen aanwenden tot eene vrijzinnige bijdrage in het onderhoud van 's konings legers en andere krijgskosten; daarmede zal men trachten de pogingen der vijanden en rebellen te verijdelen opdat de gehoorzame provinciën niet onder eene zware en schandelijke verdrukking komen en beroofd worden van de dienst onzer religie, die de staten zoodanig verpligt zijn te beminnen en te beschermen, dat het geen blijk van een goed Christen noch goed onderdaan zijn zoude, wanneer *.
zij hunne bezittingen spaarden om haar te verlaten en prijs te geven. De vrijgevigheid der staten in vroegere tijden, toen de nood minder drukkend was dan thans ,
is hem bekend, zoodat hij ook ditmaal van hunne liefde
— 87 -
voor den vorst en het bedroefde vaderland de beste verwachtingen koestert.
Orig. fr. gedagl. uil Gent en gel. Ie marquis de Caslel Rodrigo, Verreyken, ia Doleanliën en orders, deel VI blad 239.
1645, 13 Augustus. De landvoogd berigt aan de staten van het Overkwartier de ontvangst van hun schrijven, waarin zij hem melden dat zij op de aanvraag van een buitengewoon subsidie van 200000 gulden aanvankelijk voor bede en subsidie een bedrag van 100000 gulden hadden ingewilligd, maar dat zij naderhand hunne afgevaardigden gemagtigd hadden dit bedrag met 50000 gulden te verhoogen voor het geval dat op hun bezwaarschrift eene gunstige beslissing zoude vallen; de landvoogd neemt deze verhooging aan en stemt bij provisie toe in de perpetuileit van de magistraten van Roermond en Venlo, op voorwaarde nogtans dat de fungeerende landvoogd telken jare de burgemeester dier twee sleden zal vernieuwen en dat wanneer eene nieuwe benoeming van schepenen wegens overlijden , vertrek of anderzins zal moeten plaats hebben , dit door hem, op hunne voordragt van drie personen zal geschieden ; hij zal de goedkeuring des konings voor deze regeling vragen en zoo die geweigerd wordt belooft hij den staten de som van 50000 gulden te doen restitueeren of hun die van de eerstvolgende bede te laten inhouden.
Orig. gedagl. uil Gend en gel. Ie marquis de Caslel Rodrigo, Verreyken, \n Doleanliën en orders, deel VI blad 241, 2-42. Zie ook daaromirenl hel volgende sink, blad 245.
1645, 15 September. De staten van het Overkwartier schrijven aan het hof van Gelder dal de stiegeronge
ende veranderinge van den koers der gouden en zilveren munten in de omliggende neutrale landen groot nadeel aan dit kwartier berokkenen, zoodat, wanneer daarin niet voorzien wordt, geen handel meer zal kunnen gedreven worden ; zij hebben derhalve een provisioneel reglement opgesteld, dat zij hierbij aan het hof ter bekrachtiging overzenden , met verzoek daarbij te bevelen dat een ieder zich daarnaar gedragen moet , sonder premditie van syne Co. Maquot; placcaten ende comptoiren in desen quartier gelegen. De staten verzoeken het hof tevens het bijliggende reglement op de belooning van de arbeidslieden te willen goedkeuren.
Minule mei gedrukte exemplaren der hierboven vermelde reglemenien, in Doleantiën en orders, deel VI blad 245, 253 en 255.
1645, 20 November. De landvoogd berigt aan de staten van het Overkvvartier dat hij den kanselier de Gaule gelast heeft een voorstel te doen in hunne vergadering door hem bepaald op 29 November e. k.
Orig. gedagl. uit Brussel en get. Ie marquis de Caslel Rodrigo, Verreyken, in Doleantiën en orders, deel VI blad 260.
1645, 20 November. De landvoogd geeft eene instructie aan den kanselier tot het aanvragen in de vergadering der staten van het Overkwartier dd. 29 November, van eene bede ten bedrage van 60000 gulden en in plaats van een buitengewoon subsidie te voorzien in het onderhoud van 976 man infanterie en van 325 paarden Hij zal den staten te kennen geven dat het Gode behaagd heeft hem door de slechte uitkomsten van dezen veldtogt op den proef te stellen, waardoor 's konings vijanden nog meer dan vroeger aangewakkerd werden tot het
weigeren der voorstellen van vrede of wapenstilstand ; dat hij met leedwezen , in plaats van de gehoorzame provinciën te ontlasten, zoo als hij gehoopt had, zich verpligt gevoelt de aanvraag te vergrooten in evenredigheid van het toenemen der behoeften , veroorzaakt door het dreigende gevaar waarin men zich thans bevindt om godsdienst, heerschappij, vermogen en rust der getrouwe onderdanen te verliezen, wanneer men niet door buitengewone pogingen weerstand aan den vijand tracht te bieden; de landvoogd houdt zich voor overtuigd dat zij liever hun vermogen en hun leven -opofferen zullen dan tot dit uiterste te vervallen en zich aan de verwijten der nakomelingschap bloot te stellen van geene maatregelen genomen te hebben toen het kwaad nog te voorkomen was.
Geauth. afschrift, fr. gel. Goss. Dulcken, in Dolean-liën en orders, deel VI blad 261. Vergelijk de fcicar-tiersrecessen, deel X bladz. 22.
1645 , 3 December. De staten van het Overkwartier nemen Adam Schellart van Obbendorp, heer te Geisteren, tot riddermatig persoon aan en geven bevel hem voortaan op de kwartiersdagen te beschrijven.
Besluit in kwarliersrecessen, deel X bladz. 26 v0.
1645, 3 December. De staten van het Overkwartier nemen het besluit voortaan niemand meer als riddermatig persoon toe te laten dan nadat zijne kwartieren door twee adellijke personen zullen zijn bezworen zoo als in
stifflen ende andere henahurle ridderlicke vergaderingen ge-woenlick ende gebruyckelick is.
Besluit in kwarliersrecessen, deel X bladz. 26 v0.
1645, 9 December. De staten van het Overkwartier benoemen Marcelis van Gelre, heer te Arcen en drost
— 90 —
van het land van Kessel, Frans van Pollart, schepen van Roermond, Peter Roemer , schepen van Venlo, en Goswinus Dulcken, secretaris van Roermond, tot hunne afgevaardigden naar Brussel, ten einde aldaar den landvoogd, den markies de Gastel Rodrigo, een vertoog aan te bieden tegen de inkwartiering der Lotharingsche soldalen in het Overkvvartier.
Orig. gel. P. Bossman, met het opgeplakte zegel ad causas der stad Roermond , in Doleanliën en orders, deel VI blad 264.
1645, 15 December. De afgevaardigden der staten van het Overkwartier geven aan den landvoogd te kennen dat op het berigt van de komst naar het Overkwartier van de vier regimenten Lotharingsche kavallerie, de arme inwoners, die gedurende de laatste 10 jaren zoo door de legers van hunne keiz. en koninklijke magistraten als door die hunner vijanden uit Frankrijk, Holland en Hessen geheel uitgeput zijn, in grooten getale de vlugt genomen hebben om hunne personen en bezittingen te redden; hierdoor is het onderwerp hunner commissie eenigzins gewijzigd, daar zij in last hadden den landvoogd het bKrlgt te brengen dat deze komst niet alleen de landlieden maar ook de inwoners der steden zoude noodzaken met hunne familiën en bezittingen hun heil in de vlugt te zoeken; aangezien dit thans reeds gedeeltelijk geschied is, op het berigt alleen van die komst, verzoeken zij den landvoogd die troepen niet in het kwartier te brengen, daar anders nog meer personen het land zullen verlaten en men in de onmogelijkheid zal geraken om de beden en subsidiën op te brengen.
Minute, fr. in Doleanliën en orders, deel VI blad 265.
1646, 17 Februarij. Filips, koning van Spanje benoemt Jan Conrard d'Ambremont, heer van Ribaucourt, ridder der orde van S' Jacques, lot stadhouder van het hertogdom Gelder en graafschap Zutfen.
Afschrift, in kwariiersrecessen, deel X bladz.
36 v° — 59.
1646, 27 Februarij. L)e landvoogd berigt aan de stalen van het Overkwartier de ontvangst van het schrijven, waarin zij hem te kennen geven dat zij op het voorstel van 20 November 1G4S eene bede van 60000 gulden met een subsidie van 40000 gulden hebben ingewilligd en daarenboven 20000 gulden voor de redemplie van de corweyen die bij de gouverneurs geheyschl worden tol laste van de inwoonderen voor de fortificatiën van de steden ; de landvoogd neemt deze sommen aan onder voorbehoud dat deze redemptie van den corweyen sal wesen voor den tijdt van een jaer; tevens belooft hij het kwartier niet te zullen lastig vallen met de troepen van den hertog van Lotharingen, van den baron de Lamboy en anderen, noch met het betalen van placquillios en de levering van fouragiën , uitgenomen hetgeen het garnizoen van iedere stad zal noodig hebben.
Orig. gedagt. uil Brussel en get. Ie marquis de Gastel Rodrigo , Verreyken, in Doleanliën en orders , deel VI blad 268.
1646, 27 Februarij. De landvoogd schrijft aan de kommandanten van de bezetting der steden Roermond , Venlo, Stralen en Karpen vernomen te hebben dat eenige officieren en soldaten zich op eene slinksche wijze door de arme inwoners der steden en van het platte land van het Overkwartier geschenken doen geven,
— 92 -
hij beveelt hun te waken dat zulks voortaan niet meer plaats grijpe.
Gelijktijdig afschrift, in Doleanliën en orders , deel VI blad 270.
1616, 27 Februarij. De landvoogd verbiedt aan de kommandanten van de bezetting der steden Roermond, Venlo, Stralen en Karpen het uitreiken van paspoorten aan officieren of soldaten van den vijand tot uitoefenitig van het jagtbedrijf; ook verbiedt hij hun dergelijke paspoorten bij den vijand te nemen of die door hunne kapiteinen, officieren en soldalen te laten nemen.
Gelijkt, afschrift, iu Doleanliën en orders, deel VI blad 272.
1646, 17 Maart. Plakkaat van de Staten Generaal der Vereenigde Nederlanden , waarbij alle paspoorten voor nietig verklaard worden, tenzij die door hen, door den prins van Oranje, door graaf Willem Frederik van Nassau of door den Raad van State zijn afgegeven.
Gedrukt exemplaar, in Doleanliën en orders, deel VI blad 274.
1646, 24 Maart. De gedeputeerden der staten van het Overkwartier schrijven aan het bureau van Z M. domeinen en financiën dat in de akte van aanneming der bede van dit jaar uitdrukkelijk beloofd werd het kwartier niet lastig te vallen met Lotharingsche en andere troepen; dat evenwel eene kompugnie ruiters van den baron van Lamboy te Stevensweert is ingekwartierd , die in het ambt Montfort zijn commen foura-gieren; dat andere kompagniën binnen Erkelens dit eveneens in de omstreken doen ; dat de kompagnie van Weert in het ambt Kessel kwam brandschatten en der goeden onderdanen in verschillende dorpen meer dan 300
1
- 93 —
paltacons heeft afgenomen; dat de kompagnie van Stralen het dorp Afferden bezocht en onder voorwendsel van daartoe door den landvoogd gemagtigd te zijn van daar meer dan 100 malder granen medegenomen heeft; de staten verzoeken dat dit alles ophoude of dat de waarde daarvan op de bede moge gekort worden.
Aan het slot van dit schrijven magtigt het bureau de staten om de verdeeling der fouragiën en placquillios aan de kavallerie te doen ingevolge het reglement, dat hun zal worden ter hand gesteld , en het bedrag daarvan op de toegestane bede te korten.
Orig. aan hel slot gedagt. uil Brussel en gel. Ie marquis de Castel Rodrigo, le conle disenburg, J. v. Kinschot, J. B. Maes, C. de Grysperre, in Dolcantiën en orders, deel VI blad 27o, 276.
1646, 3 Mei. Formulier van den eed door den nieuw benoemden stadhouder, Jan Conrard d'Ambremont, heer van Ribaucourt, in handen der staten van het Overkwartier afgelegd.
Kwartiersrecessen, deel X bladz. 55 v0.
1646, 7 Junij De landvoogd schrijft aan de staten van het Overkwartier dat de belanghebbenden, wier erven in de fortificatiewerken van de stad Gelder of in het nieuwe kanaal begrepen zijn. bij hem om schadevergoeding aanhouden; daar 's konings middelen reeds eene andere bestemming gekregen hebben kunnen deze arme lieden evenwel niet alleen lijden in het belang \an het geheele kwartier, zoo gelast hij den staten met de rekenkamer en den ontvanger van Gelder eene juiste rekening en schatting op te maken van het verlies met de interesten door vermelde belanghebbenden geleden, opdat
— 94 —
daarna schadevergoeding verleend worde, hetzij door afdoening van het kapitaal, of door betaling van de renten daarvan.
Orig. fr. gedagl. uil Brussel en get. Ie marquis de Castel Rodrigo, Verreyken, in Doleanliën en orders, deel VI blad 277.
1646, 3 September. De Ribaucourt, stadhouder van Gelder, schrijft aan Ravenhaupt, colonel en gouverneur van Nuis, dat de staten van het Overkwartier hem geklaagd hebben over eenige soldaten van de landgravin van Hessen , die onder geleide vamp;n den luitenanlkülonel Sprewitz in de dorpen Aldekerk en Nieuwkerk en in de omstreken van Erkelens zijn komen logeeren en aldaar verscheidene rooverijen, beleedigingen en knevelarijen tegen de inwoners gepleegd hebben. Daar deze handelingen met de neutraliteit en de goede nabuurschap, die tot heden tusschen de troepen van den koning en die van de landgravin van Hessen in acht genomen werd, strijdig zijn, heeft hij alvorens den landvoogd daarvan te onderrigten zich tot hem gewend met het verzoek daaromtrent een onderzoek in te stellen, schadevergoeding aan die dorpen te verleenen en maatregelen te nemen dat dergelijke ongeregeldheden in het vervolg niet meer plaats grijpen.
Gelijkt, afschrift, in Doleanliën en orders, deel VI blad 279.
1609, 15 September. De aartshertogen geven aan den magistraat van 's Hertogenbosch hunne tevredenheid te kennen over het besluit tot oprigting aldaar van een kollegie der societeit Jesu; dit is het beste middel om de katholieke religie te handhaven, den burgers hunne pligten te herinneren en de jeugd te onderwijzen. Zij sporen den magistraat aan zoo spoedig mogelijk dat besluit ten uitvoer te brengen , daar zij verzekerd zijn dat God het begunstigen en zijne hemelsche genade over de stad vermenigvuldigen zal.
Geauth. afschrift, fr. afgegeven door den openb. notaris Geding Ruys en get. G. Ruys , in omslag
29 N° 19.
1610, 15 Julij. Hendrik Menthen , schepen der stad Tongeren, doet voor stadhouder en leenmannen van den leenzaal van Curringen namens zijne echtgenoote Catha-rina Moersmans, weduwe van Mathijs van Hinnisdael) afstand van het vruchtgebruik der halve heerlijkheid van
— 96 —
Huern in het kwartier van de stad Borgloon , tusschen Hex en Vechtmaal gelegen, ten behoeve van Huibrecht van Hinnisdael, die vervolgens den eigendom met het vruchtgebruik vereenigd aan Jonker Dionys van Hinnisdael den jongen en FranQoise van Ryckel. zijne wettige huisvrouw, opdraagt.
Door een transfix dd. 1 October 1610 doet Karei Hacken als gevolmagtigde van Jonker Jan Baptiste Mu-sart voor stadhouder en leenmannen van denzelfden leen-zaal opdragt van de wederhelft der genoemde heerlijkheid ten behoeve van denzelfden Jonker Dionys van Hinnisdael.
Twee orig. op perkament, waaraan hangt het zegel van den leenzaal van Curringen in rood was , in doos S N0 40.
1614, 11 Januarij. Overeenkomst gesloten voor stadhouder en leenmannen van het graafschap Horn voor scholtis en schepenen van Swalmen en voor laten van den hof en heerlijkheid Asselt, waarbij Johan Schellart, vrijheer te Doorenweert, enz., VValraf Schellart, heer te Schinnen, enz. en Vincent Schellart, heer te Geisteren , enz den hof van Asselt met al zijne dependentiën afstaan ten behoeve van vrouwe Ursula de Merode, weduwe van Johan Schellart van Gurtzenich.
Orig. perk. get. Malhis van Cruchten, Schollus le Swalmen, Sleffcn Reuller als gerichlsschriuer des gerichts lol Swalmen, met twee zegels in groen was, in doos 5 N0 46.
1615. Verschillende stukken over een regtsgeding, aanhangig voor het schepengerigt van Roermond tusschen de kooplieden in hout van Dordrecht en het huurvaarders gild van Roermond over het loon , dat de huurvaarders zullen genieten.
Orig. in omslag 29 N0 42.
— 97 —
1615, 12 Februarij. De magistraat van Roermond maakt, daar er verschil ontstaan was tusschen het ge-wantmakersgild dier stad en Joost Scheyven, bezitter van den volmolen op de Roer over de geregtigheid van dezen molen, eene ordonnantie vervat in negen artikelen, waarnaar beide partijen zich voor het vervolg zullen moeten gedragen.
Afschrift in het Verdrachsboeck, bladz. 167.
1615, 13 Februarij. Jan van Kercken te Roermond geeft aan het hof van Gelder te kennen dat hij bij het gevangen nemen zijner huisvrouw wegens het feit van tooverij afwezig was om door arbeid den kost te verdienen ; dat bij die gelegenheid zijn huis door den scholtis gesloten werd en het hem tot dusverre niet vergund werd daarin te komen; dat hij ook niet weet of een inventaris is opgemaakt van de zich daarin bevindende goederen; mogt dit geschied zijn, dan wenscht hij dien te zien om tot eene deeling der roerende goederen te kunnen geraken ; tevens verzoekt hij dat huis te mogen bewonen, mits betalende hetgeen een ander daarvoor zoude willen geven , na aftrek der 25 gulden , die hij , zoo als ieder weet, er aan verbouwd heeft.
In margine geeft het hof bevel tot vertooning van den inventaris en, zoo die niet aanwezig is, tot de onmiddellijke zamenstelling daarvan.
Orig. in margine geteckend J. van Kerckhouen, in omslag 44 N0 9.
1615. Peter Leemkuyl, wiens huisvrouw Alidt Ruyters door het hoofdgericht van Roermond als tooveres schuldig verklaard en geëxecuteerd is geworden op 23 Dec. 1613, verzoekt het hof van Gelder de meubelen, die te zijnen huize in beslag genomen zijn, te mogen behouden. In margine bevindt zich de toestemming van het hof gedagteekend 16 Maart 1615.
- 98 -
Inliggend het advies van den scholtis en de inventaris der in beslag genomen meubelen.
Orig. in omslag 10 Nquot; 53.
1615, 22 April. De magistraal van Roermond geeft bevel tot het op nieuw afkondigen der verordening op de pest, aangezien die ziekte zich thans wederom heeft geopenbaard ; voorts geeft hij bevel aan de burgers, in wier huizen de ziekte mogt uitbreken , hunne deuren gesloten te houden en daarop een stuk blik mit den soeten mem Jesus te bevestigen.
Verdrachsboeck, bladz. d69.
1615, 11 Mei. De magistraat van Koermond sluit eene overeenkomst met meester Andries Craenheck tot het maken van een zangkoor foxaelj in de moederkerk alhier.
Verdrachsboeck, bladz. 170.
1615, 9 Junij. Filips Altendorff, waradijn generaal van den Nederlandschen en Westfaalschen kreits, stelt op een afschrift van eenen rentebrief dd. 1 April 1500, de volgende verklaring: „Wan verschrieben stehet in den jharen „1502, ein Martinus postulaet gulden, guit van sloff vnd „vprecht van munte vnd derselb ietzo 1615 belzalt soli „werden, so ist er an jetz lauETenden Colnischen paiement „werdt einen haiben gollgulden , fünff albus vier heller, „oder 52 albus 4 heller. Vrkundt dieses, so geben Colin „am 9,°n Junij 1615.quot;
(Gel.) Philips Altendorff des Niederlandischen Wcst-phalischen kreiss g ener all werdein, in omslag 22 N0 30.
1615, 5 October. De aartshertogen vergunnen den magistraat van Roermond ieder jaar, in weerwil van 't verbod van 16 December 1614, in Roermond veertig stuk-
— 99 -
ken engelsch laken in te voeren op voorwaarde dat die invoer langs Weert geschiede, die lakens aldaar verzegeld en het hcentregt daarvan voldaan worde.
Orig. (r. gedagl. uit Brussel en gel. Albert, N. de Montmorency. A. de Noyelle, ü. de Robiano, P, de Ayala, J. Desmetieres, H. van Elfen, in omslag 25 Nquot; 59.
1615, 5 October. Christoffel Braetz, schollis van Roermond, schrijft aan het hof van Gelder dat hij, vóór twee jaren, volgens bevel van het heufftgerichl van Roermond, op de beschuldiging van Eva Wennemeekers en andere wegens tooverij door het vuur geëxecuteerde personen, ook de dochter van deze Eva, Grietje genaamd, wegens hetzelfde feit gevangen genomen heeft; dat deze door het voornoemd gericht ondervraagd en met de torture bedreigd tot de volle bekentenis van hare schuld gekomen is; dat de schepenen evenwel weigeren in die zaak uitspraak te doen, niettegenstaande hij zulks meermalen heeft verzocht, zoodat de genoemde persoon bij voortduring, den prince tol schwaren exspensen in de gevangenis verblijft; hij verzoekt het hof hierin naar behooren te willen voorzien
In margine beveelt het hof aan het gericht onder eede te verklaren dat zij de zake nxjet wijs en zijn. (1)
Orig. geleekend Chrisloflfel Braetz, in margine ge-teekend J. van Kerckhoue, in omslag 14 N0 8.
1615, 6 November. De magistraat van Roermond schrijft aan dien van Nijmegen , Arnhem en Zutfen dat gedurende de onlusten . zoo als ook door grooten wind en onweder, de glasramen der moederkerk geheel vernield
(i) Nyel wijs en zijn : dat zij, om de twijfelachtigheid der zaak hunne gevoelens niet tot eenparigheid kuDoen brengen, en alzoo geene uitspraak kunnen doen, niet kunnen wijten
— 100 —
zijn en noodzakelijke vernieuwing behoeven; hij verzoekt dat elk der drie steden een venster , voorzien van haren naam en wapen, tot dat doel schenke.
Minute, in omslag 14 N0 S.
1615, 7 November. Op het verzoekschrift van den magistraat van Roermond wijzigt het bureau van financiën de toestemming tot het invoeren van veertig stukken engelsch laken en zooverre dat die invoer langs de IMaas, maar door geene andere dan door de kraanpoort zal mogen geschieden.
Orig. fr. gedagt, uit Brussel en get. A. de Noyelle, B, de Robiano , J. de Desmelieres , H. van Ellen, iu omslag 25 Nquot; 60.
1615, 8 November. Burgemeester, schepenen en raad der stad Nijmegen schenken een venster van geschilderd glas om in de moederkerk te Roermond geplaatst te worden.
Orig. in omslag 1 N0 37.
1615, 10 November. Burgemeester, schepenenen raad van Arnhem schenken een venster van geschilderd glas om in de moederkerk te Roermond geplaatst te worden.
Orig. in omslag \ N° 38.
1615, 12 November. Het bureau van financiën te Brussel bevestigt het octrooi in December 1579 aan de stad Roermond verleend, Inhoudende de opheffing van den opslag te Linne en in het land van Montfort.
Geauth. afschrift get. J. R. Poell, in Jura et privilegia II bl. 445. Zie het orig. van dit octrooi 4° stuk van dezen inventaris, b/adz. 243.
1618, 15 November. Burgemeester, schepenen en raad van Zulfen schenken een venster van geschilderd glas om in de moederkerk van Roermond geplaatst te worden.
Orig. inliggend kopie van het wapen van Zutfeu, in omslag 1 N0 39.
1615, 8 December. G. Haghen schrijft aan den magistraat van Roermond hoe hij nu eenige jaren in dienst van het kwartier werkzaam geweest is en daarin met alle getrouwicheyl, neerslicheyt ende goeden ijver wenscht voort te gaan ; daar dit hem echter zwaar valt voor zulk eene kleine belooning ad 90 gulden 's jaars, verzoekt hij den magistraat het rekwest, dat hij te dien einde aan de staten van het Overkwartier heeft gerigt, te willen ondersteunen.
Orig. gedagt. uit Brussel en geteekend G, Haghen, in omslag 25 N0 55.
1615, 13 December. De magistraat van Roermond schrijft aan den premier Verreycken vernomen te hebben dat hij te Venlo 'zoude bezig zijn met het verpachten der tollen van de benedenkwartieren van het vorstendom Gelder, die vroeger te Grave ontvangen werden; dat bij deze verpachting de vrijdom der stad Roermond gelimiteerd zoude worden bij hetgeen in die stad geconsumeerd wordt, terwijl Venlo zijnen ouden vrijdom zoude blijven genieten; de magistraat komt hiertegen op, vermits de stad Roermond het eerst dien vrijdom verkregen heeft en Venlo eerst later in hetzelfde regt, dat de stad Roermond genoot, getreden is; de magistraat verzoekt derhalve de verpachting uit te stellen tot dat zijne naar Brussel gezonden gedeputeerden, zullen teruggekeerd zijn.
Minute, in omslag 28 N0 4.
— 102 —
1616, 8 Januarij. Joris Peters zoon van Assenraed geeft aan het hof van Gelder te kennen dat zijne huisvrouw, die hij voor deugdzaam hield is erkand culpabel in veneficio ende voir alsulcke een is geexecuteerd alhier le Ruremunde; daar thans de scholtis de helft van zijne meubelen in beslag genomen heeft, verzoekt hij , daar hij oud en arm en niet meer in staat is zijn brood te winnen, die meubelen te mogen behouden.
Het hof, na het advies van den scholtis en van den momboir te hebben ingewonnen, stemt het verzoek toe.
Orig. ia omslag 18 N0 40.
1616, Maart- Julij. Briefwisseling tusschen den magistraat van Roermond en dien van Nijmegen betrekking heb bende op de onderhandelingen van beide zijden gevoerd over het afschaffen der licenten te ürrnond en te Gennep.
Minuten en orig. gel. J, de Beyer, in omslag 25 Nquot; 14.
1616, April. Bepaling door ridderschap en steden van het Overkwartier gemaakt tot welk bedrag de munten door geheel het kwartier moeten ontvangen worden.
Afschrift, in omslag 1 N0 61.
1616, 8 April. Accoord gemaakt door den magistraat van Roermond met Mr. Jan Roeloffs van Diepenbeek. Deze verbindt zich om binnen de 13 h 14 maanden in het O. L. Vr. koor van de moederkerk vier geschilderde glasvensters te maken en zulks voor den prijs van honderd en zes Phlen voor ieder venster.
Orig. in omslag 1 N0 40.
1616, 13 Mei. Instructie voor den waradijn en essayeur der munt van de stad Roermond.
Geautbenliseerd afschrift in omslag 1 N0 63.
- 103 —
1616, 30 Mei. De hoofdlieden van het brouwersgild der stad Roermond verklaren dat Johannes van Cueckhoven, rector van hel altaar van den H. Rumoldus in de parochie kerk , gemeld rectoraat waarvan zij de begevers en beschermers zijn vrijwillig in hunne handen heeft neder-gelegd, in tegenwoordigheid van Gerard Creyarts , licen-ciaat en schepen der stad, en Adolf van der Smitzen. Dientengevolge hebben zij Bernardus van Aeken lot rector van dat altaar benoemd , dien zij tevens aan den bisschop voordragen met verzoek die benoeming te willen bekrachtigen.
Minute, lal. in omslag 26 N0 i.
1616, 9 Junij. G. Haghen berigl aan den magistraat van Roermond dat de aartshertog geneigd is de licenten te Urmond af te schaffen gelijkelijk met die te Gennep, maar aangezien men den hertog van Neuburg voor den bezitter van deze laatste houdt, heeft men hem eerst daarover moeten schrijven.
Orig. gedagleekend uit Brussel en geteekend C. Haghen, in omslag 25 N0 57.
1616, 22 Junij. G. Haghen schrijft aan den magistraat van Roermond dat de resolutie op het stuk van de munt verzonden zal worden overeenkomstig de capttlularien ende conditiën van het origineel advies van den muntmeester generaal Harlebeke, dal aan den magistraat medegedeeld wordt; hij heeft geen middel gezien yet naerder te cunnen becomen en verzoekt den magistraat die conditiën te willen inzien ten einde hem mede le deelen wat verder in die zaak verrigt moet worden.
Orig. gedagt. uit Brussel en geteekend G. Haghen, in omslag 28 IN0 8.
- 104 -
1616, 13 Julij. Hendrik van Winarden, Willem Nielissen, Keinier Wagemans, Jan Wilms, Ruth Rulgens en Mathijs Gerarts, schepenen van Neer , verklaren dat zij op de klagt van Maria Cuecken , weduwe van Jan Beren, als zijnde door Nuel Cuslers weduwe van Willem Roy beschuldigd dat sij met touerije ende swarten conslen omginghe, deze laatste persoon voor hare schepenbank hebben doen verschijnen. De weduwe Roy verklaarde zulks gedaan en vermelde Maria Cuecken in haren goeden naam en faam geschaad te hebben; daar zij echter daarover haar leedwezen betuigde. en genegen was hare woorden te herroepen heeft zij dat neder op der aerden vallende datelijck gedaen, openllijck seggcnde van de clagersse anders niet dan er he , duecht ende vroe-micheit te weten ende wat sij ter contrarie gesproecken heeft onwarachtich te stjn.
De schepenbank veroordeelde haar slechts om op den spindach in den gerstmaent (1), ten bewijze van haar leedwezen in de kerk door de broedermeesters van O. L. Vr. twee malder rogge om Gods wil te laten uitdeelen, met openbare vermelding dat dit wegens de voorschreven herroeping geschiedde.
Orig. perk. waarop beneden geschreven slaat Andries Dresscn pastor lot Neer scripsü , en waaraan is hangende het beschadigd zegel der schepenbank , in doos 5 N0 34.
/
1616, 14 Julij. De magistraat van Roermond zendt aan G. Haghen te Brussel zijne aanmerkingen op de instructie door de generale muntmeesters ontworpen, aangaande het munten van zilveren geldstukken door de stad Roermond.
(1) lgt;. i. op den dag in de maand September, wanneer men brood aan de armen uitdeelt.
- 105 —
In margine bevindt zich de volgende nota ;
Memorie, le gcdincken dal op den ..braspenninck ende haluen het lieff' vrouken aen eene sijde muchl geslaegen werden.
Minute, in omslag 22 N0 8.
1617. Verzoekschrift van den magistraat der stad Roermond aan het hof van Gelder tot vergunning om te mogen munten zilveren penningen, zoo als stooters, halve stooters en mindere munten, ingevolge een privilegie hun door de vroegere hertogen van Gelre verleend.
Minute, in omslag i Nquot; d6.
1617, 29 Fehruarij. Burgemeester, schepenen en raad der rijksstad Aken berigten aan den magistraal van Roermond vernomen te hebben dat in het vorige jaar te Roermond eenige toovenaars zijn geëxecuteerd geworden; zij melden dat zij insgelijks voor dat feit zekere Maria Claessen gevangen genomen hebben en wenschen te weten of niemand der te Roermond geëxecuteerde personen in hunne confessie de genoemde Maria Claessen beschuldigd heeft.
Orig. in omslag \ N0 14.
1617, 28 Maart. De aartshertogen verpachten aan Christiaan Laurens van Ravenstein en aan Jan Baptiste Sterck het regt van licenten te Roermond, Venlo, Mook, Gennep, Rijnberk en het licentregt, dat in geheel Gelder te land geheven wordt, voor eenen termijn van vier jaren , tegen eenen jaarlijkschen pachtprijs van 281222 gulden 15 stuiver en op dezelfde voorwaarden als van de vroegere verpachting ; daarbij wordt bepaald dat wanneer de aartshertogen het licentregt te Grave moglen willen opheffen, de pachters alsdan de licenten te Roermond en Venlo tot hun geheel bedrag zullen mogen
- 106 -
ontvangen, op welke licenten zij volgens de beslaande voorwaarden thans een derde gedeelte moeten korten.
Geauih. afschrift, fr. geteekeud J. van Ryckenroy, in omslag 26 N0 4.
1617, '2 April. G. Haghen schrijft aan den magistraat van Roermond dat de afloop der zaak van den muntmeester niet zoo uitgevallen is dat hij binnen korten tijd vrij zal zijn , want bij vonnis is de versochte prouisionele relaxatie afgeslagen ende geseyt voorts len principaele le procederen bij ordre van rechten; hij is beducht dat zijne detentie nog lang zal duren ; zoude hij echter den weech van abolihe vervolghen, sonde carter moeghen gedaen hebben, maar hij is dit niet van zins te doen, daar hij in dit geval ook zoude moeten afzien om voortaan in de landen der aartshertogen te blijven en aldaar te munten.
Orig. gedagt. uil Brussel en geieekend G. Haghcii, in omslag 25 IN0 56.
1617, 8 April. Scholtis, burgemeester, schepenen en raad van Roermond getuigen dat Hans Jonkbloet, scherprechter van het vorstendom Gelre, die zich elders wil vestigen, gedurende 10 jaren te Roermond gewoond heeft en aldaar het ambt van scherprechter mil den smeerde, strop oft cor de, vi/yr ende raebraecken, oyck pijnigen, geexerceert ende gedaen heeft en dat hij zich daarvan steeds, zoo als het behoort, gekweten heeft.
Orig. op perkament in omslag 1 N0 23.
1617, 24 April. Statuten voor de oprigting eener schutterij onder het kraraersgild der slad Roermond.
Minute, in omslag \ N0 10.
1617, 8 Mei. Hendrik, graaf van den Bergh, schrijft aan den magistraat van Roermond dat hij, wegens eene
- 107 —
te ondernemen reis, niet aan zijne beloften kan voldoen otn tegenwoordig te zijn bij het vogelschieten te Roermond; tevens berigt hij dat zijn broeder Frederik daarbij zal verschijnen.
Orig. gel. Henrich graft zu den Bergh , in omslag 1 Nquot; 14.
1617, 26 Junij. Christoffel Schenck van Nydeggen , heer te Hillenraad , en Gerard Creyarts, burgemeester van Roermond , leggen , op last van de ridderschap en steden van het Overkwartier, den eersten steen van het klooster der Clarissen.
Jura el privilegia 1 , bladï. 111.
1617, 31 Augustus. Burgemeester, schepenen en raad van Roermond, als provisoren van het kollegie van den 11. Hieronimus te Keulen, overwegende dat zij verscheidene vruchtelooze pogingen hebben aangewend om van het doiokapiltel van Keulen betaling te bekomen van den achterstand aan dat kollegie verschuldigd, geven volmagt aan Theodoor Styns, licenciaat in de regten, om de goederen die dat kapittel in het Overkwartier bezit, voir alsulcke tachlerheit aen le spreken ende soe noedich het mils rechlsdwanck tot betalingc te cons Ir ing er en.
Minute, met andere stukken daarop betrekking hebbende, in omslag 25 N0 22. Vergelijk Dond. prat. I. bladz. 260 vs0.
1617, 25 November, üe bisschop van Roermond, Jacobus a Castro, wijdt drie altaren in de kerk der Jesuiten aldaar.
Orig, perkara, lal. met het uilliangend zegel van den bisschop , tussclien papier gedrukt , ia doos 5 IN». 6.
1618. Stukken betrekking hebbende op den vrijdom van den markttol Ie Nijmegen, die door de steden Roermond en Venlo gevorderd wordt.
Afschriften en extracten, in omslag 10 N0 2-4.
1618, 21 Februarij. De magistraat van Roermond besluit dat de burgers der stad, die gedurende twee jaren elders gevestigd zijn, hun burgerschap verloren hebben.
Afschrift in Jura el privilegia, l bladz. 48.
1618, Mei. Op verlangen van den magistraat van Roermond geven de meesters der ambten aldaar de namen der personen op, die van elk gild deel uitmaken; zoo als ook de wapenen , die zij dragen wanneer zij de processiën vergezellen.
Orig. in omslag 28 N0 27.
1618, 7 Junij. IJe magistraat van Roermond benoemt Hendrik Pijnappel tot muntgezel der stad, en zulks om • dat de stad tot het munten van eenige zilveren penningen privilegie bekomen heeft en er thans geen muntmeester en muntgezellen meer aanwezig zijn.
Minute, in omslag 21 N0 19.
1618, 4 September. Brief van den magistraat van Roermond aan de gravin van den Bergh, inhoudende rouwbeklag over den dood van haren echtgenoot den gouverneur, graaf Frederik van den Bergh, den 2quot;'n Sept. 1618 overleden.
Minute, in omslag 1 N0 18.
1618, 27 September. De magistraat van Roermond verleent vrijdom van accijns aan Jacob Canisius , pastoor te Montfort, voor het bier , dat hij tot zijn gebruik zal
— 109 -
noodig hebben en zulks uit dankbaarheid omdat genoemde pastoor tijdens hij in Roermond kapeiiaan was zich zoo getrouw in zijne dienst, en voornamelijk door het bezoeken der pestlijders, gedragen heeft.
Dond. prol. 1, bladz. 272 v0.
1618, 31 October. Arnold Schenck van Nijdeggen wordt door de schepenbank van Cruchten in het bezit gesteld van eenige goederen onder Brempt gelegen , die hem door Agnes van den Bijlant, gravin te Neyl, enz. bij wijze van gift onder de levenden, ingevolge daarvan opgemaakte akte dd. 30 October 1618, geschonken waren.
Orig. perk. mei een zegel in groen was, in doos 5 N° 42.
1619, 7 Februarij. De magistraat van Roermond vergunt aan den Cusler van de moderkcrcke om die graue in deselue kercke op en loe te maecken en daarvoor te nemen alsulcke mrs van murers nmpt als hem belieft en met hen van wege hunn arheitsloon te accorderen.
Minute, in omslag 26 N0 59.
1619, 10 Mei. Reglement van de aartshertogen voor den stadhouder en den raad van Gelderland.
Afschrift, in code des princ. traites, etc. bladz. 107.
1619, 18 Mei. Tollijst van Wassenberg, medegedeeld aan den magistraat van Roermond van wege den keurvorst Wolfgang Wilhelm.
Orig. gedagt. uit Dusseldorf en get. Orssheeck , in omslag 25 N0 58.
1619, 31 Julij. üe magistraat van Roermond geeft bevel aan de zes kapiteins en vaandrigs om hunne adel-
- 110 -
borsten te noodzaken in persoon de wachten te betrekken en dit niet aan andere personen op te dragen.
Orig. get. J. van Ryckenroy, in omslag 26 N0
1619, 12 Augustus. Johan Conincx en Jacob op de Haell, inwoners der vrijheerlijkheid Elsioo, leggen, op verlangen van den magistraal van Roermond, voor scholtis en schepenen te Herten en Ooi de verklaring af dat de
ingegoldene burgers als sie jair ende dach vuyr ende rock hebben laeten opgaen binnen de stat Ruremunde en de burgerlijke lasten zoo als de ingeborene burgers hebben helpen dragen, steeds tolvrij langs den tol te Herwarden en Meurs gevaren zijn.
Twee orig. gedagt. uil Roermond op vcrlenlher erden, met het opgeplakte zegel van den scholtis Nikolaas Spee van Vorst en dat van de schepenen van Henen en Ooi, in omslag 26 Nquot; 40.
1619, 28 Augustus. De magistraat van Roermond door de minderbroeders dezer stad gevraagd om te komen zien hoe bouwvallig hun klooster is en daarvan een bewijs af te geven, verklaren na onderzoek bevonden te hebben dat het dormitorium van ende vuyt ein anderen geweken, gescheurt, vervuylt ende dergestalt bouwfellig is , dat men zonder groot gevaar daarin niet meer verblijven kan en het hoe eerder hoe beter op nieuw moet worden opgetrokken. De magistraat verzoekt dat ieder daartoe haere charitaeten mildelick om Godes wille mit wil deylen aangezien de stad en hare burgers door de voorgaande krijgslasten en geringe nering zeer verarmd en niet in staat zijn de vertneMe restauratie te bekostigen.
Minute, in omslag 25 N° 25.
1619, October. De magistraat van Roermond schrijft aan Matthieu d'Honeux te Maastricht over gebreken, die
men heeft waargenomen aan de door hem nieuw gebouwde kerk der Clarissen te Roermond.
Inliggend twee brieven aan Matthieu d'Honeux tot antwoord aan den magistraat.
Minuten en orig. in omslag 28 N0 20.
1619, October. Ten gevolge van het muntplakkaat van 11 Mei 1618 maakt de magistraat van Roermond eene nieuwe ordonnantie op de belooning der daghuurders, amhachts- ende handwerckxluyden.
Minule, in omslag 28 Nquot; 12.
1620, 1 Maart. De magistraat van Zalt-Bommel klaagt aan dien van Roermond over onbehoorlijke vordering van tol te Asselt; in 1327 hebben de poorters van Zalt-Bommel van graaf Reinaid het privilegie bekomen om door het geheele graafschap tolvrij te mogen varen, uitgezonderd te Lobede en te Roermond; de magistraat verzoekt derhalve dat deze onregtmatige tol afgeschaft worde opdat hij niet genoodzaakt zij met gelycke middelen ende remedien tegen de burgers van Roermond te procedeeren.
Orig. get. P. van Enschede S' in Bo., in omslag 25 N0 63.
1620, 23 Maart. De magistraat van Roermond maakt een akkoord met Conrard Janssen, klokkengieter te Venlo, wegens het hergieten eener klok voor de moederkerk ; op deze klok zullen de volgende woorden gebragt worden: Jesus heit ick. Die doode roep ick. Die lenende vergaeder ick.
Verdrachsboeek, bladz. 215 v0.
8
- 112 -
1620, 9 Julrj. De magistraat van Roermond geeft aan Everard van Thorn , waradijn der munt. verlof om te gelijker trjd zijn ambt te Stevensweert te mogen uitoefenen, mits hij altijd gereed zij wanneer men zijne diensten in deze stad zal behoeven.
Besluit in Dond. prol. deel U bladz. 5.
1620, 20 Augustus. Op het verzoekschrift van de abdis en de conventualen van het Clarissen klooster te Roermond, geeft de magistraat haar de vergunning eene generaele bede te doen door de stad tot voltooijing van den bouw harer kerk en klooster.
Uond. prot. deel II bladz. 6 v0.
1620, 20 Augustus. Willem Moeits berigt aan den magistraat van Roermond tijding te hebben bekomen dat don Luis te Velasco den volgenden dag omtrent den middag te Weert zal aankomen. Bij brief van den volgenden dag berigt hij dat don Luis de Velasco omstreeks half acht uur des voormiddags te Weert is aangekomen, maar niet van zijn paard gestegen is ten einde dien avond nog te Venlo aan te komen.
Twee orig. gedagt. uit Weert en geteekend Wilhelm Moeits, ia omslag 2S Nquot; 64.
1620, 26 Augustus. De markies de Belvedere schrijft aan den magistraat van Roermond dat hij de schipbrug te Venlo niet meer noodig heeft en bevel gegeven heeft die naar Roermond terug te brengen.
Orig. fr. gedagt. uit Venlo en get El marq. de beluedere, in omslag 23 N0 62.
1621, 17 Maart. Het hof van Gelder schrijft aan den aartshertog dat, aangezien het bestand weldra eindigt en waarschijnlijk niet verlengd wordt, het met den magistraat
— 113 -
van Roermond de vestingwerken der stad heeft bezigtigd en de daaraan te verrigten herstellingen heeft opgenomen, ten einde niet door den vijand verrast te worden ; die vestingwerken zijn in zulk een slechten toestand dat de rekenkamer van Gelder reeds sedert geruimen tijd hare residentie van Roermond naar Maastricht heeft moeten overbrengen, opdat bij eene eventueele inneming der stad de onder haar berustende dokumenten niet zouden verloren gaan ; het hof verzoekt derhalve dat de stad in behoorlijken staat van tegenweer gebragt worde; dat daartoe een bekwaam bevelhebber benoemd en een garnizoen derwaarts gezonden worde, dat de landstaal verstaat en met de burgers de stad kan verdedigen; voorts dat het noodige buskruid en voornamelijk geld worde gezonden tot het herstellen der fortificatiewerken, aangezien de stad gans arm is en sonder eenige neeringe, ende geene middelen heeft om daertoe eenige penningen te weege te bringen.
Minute, in omslag 29 N° 8.
16'it, 29 Maart en 19 Augustus. Twee brieven van den magistraat van Roermond aan Cornelius van Dale te 's Hertogenbosch over de belooning , die hem verstrekt zal worden in geval hij zich te Roermond wil komen vestigen, ten einde aldaar met zijne huisvrouw onderrigt in de Fransche taal Ie geven.
Twee afschriften, in omslag 29 N0 35.
1621 , 21 Junij. G. Haghen te Brussel schrijft aan Gerard Creyarts, schepen le Roermond, dat daer twee twystich syn, moet den eenen den pegs maecken: van deze zijde schijnen echter meer toebereidselen tot den oorlog dan tot een wapenstilstand gemaakt te worden , terwijl hij gelooft dat die van de andere zijde genouch exterieur
— 114 -
thoonen sulten; dan de saecken van DuyIsland sullen de merckt stellen; men verneemt te Brussel dat aldaar binnen kort een of meer ambassadeurs uit Engeland zullen aankomen ; wat hunne brieven inhouden , zal men weldra hooren; de koning van Frankrijk heeft, zoo als men zegt, cleyn gehoor gegeven aen de affgesanlen van de Hollanlsche.
Orig. gel. G. Haghen, in omslag 29 N0 34.
1621 , 16 Julij. De stadhouder geeft kennis aan den magistraat van Roermond dat hij aan den kapitein Hernando Ninlfo te Venlo bevolen heeft alle schepen en ponten, waarmede men zoo te paard als te voet de Maas kan overvaren van Asselt tot Venlo naar deze laatste stad te doen brengen.
Orig. gcdagt. uil Slevensweerl en gel. Henrich graff zu den Bergh, in omslag 29 N0 7.
1621 , 24 Julij. De magistraat van Roermond maakt eene ordonnantie, waarbij aan de zes burgervendelen en aan de leden van den magistraat de plaatsen worden aangewezen waar zij zich in cas van alarme moeten bevinden.
Orig. in omslag 29 N0 40,
1621, 11 en 27 September, 27 October. Drie brieven van den magistraat van Venlo aan dien van Roermond over de verpachting der licenten.
Orig. ia omslag 29 N0 36.
1621 , 23 December. De stadhouder meldt aan den magistraat van Roermond dat de markies de Spinola hem berigt heeft Bentinck bevolen te hebben alleen met de soldaten van zijn vendel, die te Stralen gelegen hebben, naar Roermond te komen, en met geene anderen, aangezien die roorloopig te Venlo moeten blijven; ook
— 115 -
berigt de markies hem dal geduerende dese belegeringe f\) aldaer dry compaynien ruyters in garnisoen souden comen, en daar hij hoopt dat die belegering niet lang meer zal aanhouden, verzoekt hij dieselue nacr gelegenheyt onder te bringhen.
Orig. gedagt. uit Broich bij Gulik en gel. Henrich graff zu den Bergh, in omslag 29 N0 9.
1621, 26 December. Ambrosius de Spinola verzoekt den magistraat van Roermond in de tegenwoordige omstandigheden de drie kompagniën ruiters, die hij naar de stad gezonden heeft, te iogeeren en daarin te w illen berusten , gedurende het beleg van Gulik, dat niet lang meer zal duren.
Orig. fr. gedagt. uit Gladbach en gel. Ambroisc Sp1. in omslag 29 N0 i4.
1623 , 27 December. De stadhouder schrijft aan den magistraat van Roermond dat hij de stad gaarne van eene kompagnie ruiters verschoond zou hebben en het middel daartoe aan den markies de Spinola te kennen gaf, die echter goedgevonden heeft de drie kompagniën in Roermond te leggen; tevens meldt hij dat de sleutels der stad in handen van den commissaris generaal moeten gesteld worden , maar aangaande de woning van dezen commissaris kan hij niet toegeven dat zijn logement daartoe aangewezen wordt; het sonde quaelick voegen hem daerinne te laelen die wijt hij onder onsse charge staet.
Orig. gedagt, uil het leger bij Broich en geteekend Henrich graff zu den Bergh, in omslag 29 N0 10.
1622, 7 Februarij. De stadhouder berigt aan den magistraat van Roermond dat de commissaris generaal en
Hier wordt bsdoeld het belej van Gulik.
- 116 -
de kompagniën ruiters Roermond zullen verlaten, terwijl twee kompagniën Duitschers te voet van het regiment van den hertog van Aerschot, namelijk de kompagnie Coronelle en die van den heer van Frontenay, aldaar zullen komen.
Orig. gedagt. uil Overbach en gel Henrich graff zu den Bergh, in omslag 29 N0. 12.
1622, 9 Februarij. De stadhouder antwoordt op een schrijven van den magistraat van Roermond dd. 8 Februarij dat de 100 man van kapitein Rentinck , die te Roermond in garnizoen zijn , naar hun vendel te Venlo zullen vertrekken zoodra de twee kompagniën van het regiment van den hertog van Aerschot te Roermond zullen zijn aangekomen.
Orig. gedagt. uil Overbach en gel. Henrich graff zu den Bergh , in omslag 29 N0 H.
1622, 3 April. De aartshertogin Isabella schrijft aan den magistraat van Roermond dat pater Josse du Chas-tel, de vice-commissaris van het heilige land , den nood te kennen gegeven heeft, .waarin de Christenen aldaar zich bevinden, en hoe het te vreezen is dat deze heilige plaatsen niet meer zullen bezocht worden door hen, die dat gewoon waren, wanneer niet spoedig ondersteuning opdaagt ; zij spoort den magistraat aan om door gedeputeerden uit zijn midden eene collecte in Roermond te doen plaats hebben tot behoud van dat land en het bedrag daarvan in handen van dien vice-commissaris te stellen:
Orig. fr. gedagleekend uil Brussel, en geleekend Isabel, de la faille, in omslag 15 N0 67.
1622, 16 April. De stadhouder berigt aan den magis traat van Roermond vernomen te hebben dat sekeren Tamborin van Heusden met twee soldaten uit 's Herto-togenbosch te Roermond gekomen is, willende naer den
- 117 —
Palls rijden, om die bagasie van wijlen den heere van Tilborch afftehaelen, maar dat zij door den magistraat werden aangehouden als komende van buiten zijn gouvernement; hij dankt den magistraat voor zijn goed opzicht, maar verzoekt hen te laten gaan, aengesien sulx wel geoirlo/i ende meer gesien is.
Orig. gedagleekend uil Annendael en geteekend Henrich graff zu den Bergh, in omslag 29 N0 43.
1622, 28 April. De magistraat van Roermond sluit eene overeenkomst met Francois Raclé en Simon Brochar lot het hergieten der groote klok in de moederkerk soe onlangs geborsten is. Het loon wordt daarbij bepaald op zes gulden Roermondsche munt voor iedere honderd pond, terwijl voor dat hergieten 7762 ponden beschikbaar gesteld werden.
Verdrachsboeck. hl adz. 220.
1622, 26 Junij. De stadhouder schrijft aan den magistraat van Roermond dat in strijd met zijn bevel door de soldaten der garnizoenen in het Overkwartier dagelijks groote ongeregeldheden bedreven worden , doende , boven eten ende drincken, hun geit geven van den huys-luyden: hij verzoekt den magistraat overal te doen bekend maken dat wanneer zulks nog plaats heeft daarvan in de steden aangifte moet gedaan worden opdat de schuldigen gestraft worden.
Orig. gedagt. uil hel leger le Meerhem en gel. Henrich graff zu den Bergh, in omslag 29 N0 6.
1622, 19 Julij. De staten van Gelre en Zutfen te Nijmegen vergaderd stellen de Geldersche waterregten vast, vervat in 34 artikelen.
Afscbrifl, in Jura cl privilegia II, bladz. 455.
— 118 —
1622, 25 Julij. De magistraat van Venlo schrijft aan dien van Roermond den vorigen dag uit het vijandelijke leger aan den Rijn het berigt te hebben ontvangen dat men een aanslag op de eene of andere stad van het Overkwartier voor heeft, waartoe eene quantüeit ledderen und verscheidene bruggen gefalsioniert omme ouer graff'ten in de wallen le brengen, aldaer gereit. solden sijn; daar het niet bekend is wanneer en op welke stad deze aanslag zal ondernomen worden , geeft de magistraat hiervan berigt opdat ieder op zijne hoede zij.
Orig. in omslag 29 N0 S.
1622, 24 October. Aangezien de magistraat van Roermond de tijding bekomen heeft dat de bisschop van Hal-berstadt en de graaf van Mansfeit met hun leger te Gennep zijn aangekomen, heeft hij aan de minderbroeders alhier op hun verzoek, loegeschickt sesse dobbel haecken , daertoe noodigen poluer, looien ende lonten, om daermede van den thoren achter hun conuent defensie te doen.
Verdrachsboeck, bladz. 222 v0.
1623. De magistraat van Roermond onderwerpt aan de goedkeuring van de rekenkamer van Gelder eene door hem ontworpen lijst, waarnaar voortaan de licentgelden te Roermond en te Venlo zullen geheven worden op goederen, die langs de Maas worden vervoerd.
Orig. in omslag 29 N0 38.
1623, 16 Februarij Op een vertoog door het ge-wantmakersgild (lakenwevers) van Roermond aan den magistraat aldaar ingeleverd , neemt deze het besluit om voortaan aan vreemde gewantmakers op de te Roermond te houden jaarmarkten den verkoop van het laken per el te verbieden, op voorwaarde eveowel dat de lakenwevers van
- 119 -
Roermond beloven zullen dat sij hun int vercoopen in alle bülicheit sullen vinden laeten.
Orig. gel. P. Bossman , mei hel opgeplaklc zegel der slad benevens hel vermelde verloog , in omslag
29 N0 41.
1623, 29 April— 1625, 20 Januarij. Briefwisseling tusschen den magistraat van Roermond en den stadhouder, graaf Hendrik van den Bergh, over de betwistbare leenen in het Overkwarlier gelegen, waarover de momboir van het hof van Gelder een regtsgeding had ingesteld.
Orig. en minuten, in omslag 31 N0. 3.
1623, 8 Junij. Overeenkomst gesloten ten overstaan van den magistraat van Venlo tusschen het convent genaamd Begijnhofal daar, dat eenige huizen en erven nabij de H. Geest kerk gelegen, gekocht heeft om daarop een klooster te bouwen, en Michiel van den Heergraeff, burgemeester van Venlo, die naast deze huizen en erven eenen tuin bezit.
Orig. perk. gel. Conrard. Schenck, zegel verloren, in doos 5 N0 43.
1624, Januarij. De magistraat van Roermond schrijft aan den licentiaat Joannes Tossanum, rector van het kollegie genaamd het Roermondsche huis te Keulen, dat hij van den regent van het Laurentiaansch kollegie aldaar de uitnoodiging ontvangen heeft om bij het verwerven van den doctoralen graad in de regtsgeleerdheid van zijn broeder te willen tegenwoordig zijn; daar de wegen onveilig zijn verzoekt de magistraat den rector hem daarbij te vervangen en namens hem aan den gepromoveerde twintig rijksdaalders te vereeren.
Minule , mei bijbehoorende stukken , in omslag
30 N0 39.
— 120 -
1624, 16 Maart. Het hof van Gelder zendt aan den magistraat van Roermond een translaat uit de Fransche in de Nederduitsche taal eener missive van den koning dd. 23 Februarij 11, ter voorkoming van geschillen en zwarigheden , die tusschen de geestelijke en wereldlijke regters ontstaan met betrekking tot de geestelijke cen-suren en excommunicatiën.
Geaulh. afschrift, get. H. G. van Laer , in Jura el privilegia II bladz. 477.
1624, 26 April. Lijst, waarnaar voortaan de regten van uit- en doorvoer op allerhande waren in de beide vorstendommen Gulik en Berg zullen geheven worden.
Afschrift, in omslag 29 N0 39.
1625. Verschillende stukken betrekking hebbende op een proces, aanhangig voor het hof van Gelder, tusschen den magistraat van Roermond en Matthis Puteanus, die tegen den wil van den magistraat door de aartshertogin tot het scholtisambt van Roermond was benoemd geworden.
Orig. en minuten, in omslag 2S N0 17.
1625, 20 Januarij. De magistraat van Roermond be-zigtigt de vestingwerken en poorten der stad en neemt de herstellingen op, die daaraan moeten worden verrigt.
Minute, in omslag 22 N0 55.
1625, 24 April. Hel gild der schrijnwerkers te Roermond legt aan den magistraat aldaar een nieuw ontwerp van gildebrief over met verzoek dien te willen bekrachtigen.
Orig. in' omslag 29 N0 37.
1625, 22 Mei. De magistraat van Roermond klaagt aan den heer van Dalenbroek over eenige inwoners van
— 121 —
Maasniel, die den halfman van den armenhof le Muggen-broek verhinderd hebben turf te steken in het veen en hem den gestoken turf hebben afgenomen; de magistraat geeft te kennen dat de ingezetenen van Roermond evenveel regt in dat veen hebben als die van Maasniel, weshalve hij verzoekt den afgenomen turf te doen teruggeven en maatregelen te nemen dat dergelijke hamlelin-gen niet meer plaats grijpen.
Minute, in omslag 30 N0 18.
1626, 17 September. De magistraat van Gelder verzoekt dien van Roermond hem te willen inlichten aangaande de bediening van het scholtis ambt te Roermond , de zaken waarin de tegenwoordigheid van dien ambtenaar vereischt en de belooning , die hem daarvoor toegekend wordt.
Inliggend het antwoord van den magistraat van Roermond.
Orig. gel. J. Richardl en minute in omslag 30 N0 26.
1627, 29 Maart. Brief van den magistraat van Roermond aan den graaf Hendrik van den Bergh inhoudende een rouwbeklag over den dood van Margaretha van den Bergh, zijne echtgenoote, overleden den 27quot;'!n Maart 1627.
Minute, in omslag 1 Nquot; 21.
1627, 19 Junij. Peter Bossmnn, burgemeester en Peter Rossman, sscretaris van Roermond, schrijven uit Venlo aan den magistraat van Roermond dat de ridderschap van meening was de geheele onkosten der reis van de aartshertogin door de steden te doen dragen, maar dat zij thans , door toedoen van den stadhouder, uit de kwartiersmiddelen zullen bestreden worden; zij berigten voorts dat waarschijnlijk de aartshertogin op één dag van Gelder te Roermond zal komen en sporen den magistraat aan voor allerhande provisiën te willen
- 122 -
zorgen • zij hebben mü d'accommodatie ende logementen ehre ende danck behaelt; de burgerij van Venlo heeft groote ehre behalden, zoodat het noodig zal zijn de burgers van Roermond te vermanen, dat sij hun bereyden tegens die wedercompste, ende desgelicx doen, in soe verre het weder niet wederom contrarie valt.
Orig. gel. Pel. Bossman , P. Bossman , in omslag 31 N0 20.
1627, 19 Junij. Peter Bossman en Willem Moeits schrijven aan den magistraat van Roermond over de spoedige aankomst der aartshertogin in die stad en verzoeken nogmaals te willen zorgen voor hetgeen zij in hun voorgaand schrijven vroegen, voornamelijk voor allerhande provision ; zij zullen den dag van aankomst nader beriglen.
Orig. gedagl. uil Venlo en gel. Pel. Bossman, W. Moeils, in omslag 31 N0 2d.
1627, 20 Junij. Peter Bossman, secretaris der stad Roermond, berigt uit Gelder aan den magistraat van Roermond dat de aartshertogin dien dag van Rynberk te Gelder terugkwam; dat zij den volgenden dag te 2 uren te Venlo zijn zal en omstreeks 6 uren te Roermond zal aankomen; hij schrijft dat de stadhouder den magistraat laat verzoeken het geschut tegen dien tijd gereed te houden en de burgers met hun geweer in gelederen te plaatsen op de breyde sandtstraet bij de brouchhenne ende windtmoelen; voorts schrijft hij dat men ook voor de noodige provisie dient te zorgen en voornamelijk voor eenige levende zalmen, tien vette hamels minstens, zes of acht vette kalveren , anderhalff rintbeeste, houder, kieckens ende duyuen sonder getal, want der stadt ehre moet nu bewaert worden , ende can nu al gedaen worden sonder derseluer coste.
Orig. gel. P. Bossman, in omslag 31 N0 19.
- 123 —
1627, 29 October. De aartshertogin Isabella vergunt aan de twee burgemeesters van Roermond den vijand paspoorten te vragen, ten einde de dijken door hen aangelegd om den loop der Maas langs de stad te versterken in oogenschouw te nemen
Orig. Ir. gel. Isabel, in omslag 8 N° 28.
1628, 2 December. De schepenbank van Sevenum getuigt dat de provisoren van Pollarts-gasthuis te Roermond , het rolgeld, dat in de jaren 1615 en 1617 was uügerot, afgelost hebben.
Orig. perk. waaraan hel zegel van hel schependom Sevenum in groen was, in doos 3 Nquot; 2.
1628, 5 Januarij. De magistraat van Roermond overwegende dat onlangs door die van Elmpt inbreuk gemaakt is op het gebruik en het bezit van den Luisenkamp en het beweiden van het Maasnielder broek en veen, daar die eigendommen aan de stad Roermond en de inwoners van Maasniel toebehooren, neemt het besluit om die van Maasniel te helpen en gezamenlijk hunne regten te handhaven.
Verdrachsbueck, hladz. 258.
1628, 3 April. De schepenbank van Asselt en Svval-men verkoopt aan Jonker Hans Willem van Baecxen een oirt heyldens ghenoempt den Schllehorst voor Baecxenhocnen gelegen, ten einde uit de opbrengst van den verkoop zekere vordering ten laste van Asselt en Swalmen, die door Fijtt Nolten, burger van Venlo , was aangekocht, te be-schudden (1)
Orig. perk. get. Arnoldl Schenck van Ni/deken, zegel verloren, in doos 5 N0 44.
(1) Beschudden, d. i. door terugbetaling der hoofdsom liet daarvoor tc pand staande goed lossen, neder tot uch nemen.
- 124 -
1628, 7 April. De aartshertogin geeft aan den magistraat van Roermond vergunning bij de staten der oproerige provinciën sauvegarde brieven aan te vragen voor den tijd van zes maanden, opdat hij zich daarmede op het platte land begeve ten einde voor de dijken te zorgen, die noodzakelijk zijn tot keering der Maas en aan den linker Maasoever gelegen zijn
Orig. fr. gedagieekend uit Brussel en gel. Isabel, Verreyken, in omslag 29 N0 2.
1628, 11 Mei. De magistraat van Roermond magtigt den licentiaat en schepen Matthias Maroyen om als einen huider off leendraeger van de gruyte namens de stad aan Jonker Harthardt van Spee, drost en stadhouder der leenen in het land van Montfort, te presteren ende te vernieuwen den hehoerlicken eydl van yetrouwicheü.
Verdrachsboeck, bladz. 238 v0.
1628, 16 Augustus. Jacobus de Potter , biechtvader der arme Clarissen te Roermond , stelt een verloog op legen eene vernieuwde resolutie door den magistraat aan die Clarissen gezonden , waarbij haar verboden wordt zonder zijn uitdrukkelijk consent of voorwelen meer dan seuenthien persoonen , soo ingesloten als buytensusters , in haar klooster aan te nemen.
Orig. get. Jacobus de Poller, in omslag 22 N0 26.
1628, 9 November. Paus Urbanus VIII vergunt de ridderschap van Gelderland in het aartsbisschoppelijk kapittel van Maintz toe te laten.
Afschrift lat. in Code des principaux traités , etc. bladz. 101.
1628, 23 November. De magistraat van Roermond slelt na het overlijden van Leonard Olieslager tot wijn-
roeijer en landmeter der stad aan Mr Petrus lluedlmecher van Dulcken, bepaalt zijne belooning op een bedrag van 80 bb. guldens 's jaars en schrijft hem zijne instructio met het formuiier van zijnen af te leggen eed voor.
Orig. in omslag 30 N0 21.
1628, 29 December. Ue magistraal van Roermond beveelt alle stroodaken , die zich in de voorstad buiten de kraanpoort bevinden, af le breken en door leijen of pannen te vervangen.
Dond. prol. deel 11, bladz. 60.
1629, 30 Mei. Stukken betrekking hebben op een geschil tusschen de steden Roermond en Venlo over het stapelregt,
Orig. get. J. van Ryckenroy , en afschriften in omslag 29 Nquot; 31.
1629, Julij. De naar Brussel afgevaardigden van het Overkwartier stellen eene akte van protest op legen het stapelregt, dat die van Venlo beweren te bezitten en ten gevolge van welk regt de schippers verpligt zijn de goederen langs de iMaas aldaar aangebragt te ontladen.
Minute en afsolirift, gedagt. uil Brussel, in omslag 31 Nquot; 2.
1629, 3 Augustus. Verschillende personen leggen len overslaan van den deken en het kapittel van Roermond, en voorts van burgemeesters, schepenen en raad dier stad de verklaring af dat de inwoners van Nijmegen steeds le Asselt tol hebben betaald.
Afschrift, in omslag 30 N0 5.
1629, 4 Augustus. De stad Roermond bekent eene hoofdsom van 2000 gulden ten behoeve van Dirick
- 126 -
Puytlinck , welke som tot nut en profijt van de stad is aangewend, als; 1° tot inlossing of beschut eener jaarrente van 16 goudgulden en 2° tot betaling van het aandeel der stad in de ingewilligde bede en onraads-penningen dweil soo wel het korpus als die ijemeyne burgeren deser stadt duer hel verbodt van de coopmanschap mil die van Hollandt ende hunne geassocieerde dermaelen in schulden geraeden ende len achleren gecommen sijn dal el onmoegelijk is geweest die selve oplebrengen ende te belaelen. Afgelost 17 Aug. 1719.
Orig. perk. zegel verloren, in doos 4 N0 ü.
1629 , 3 September. De magistraat van Roermond, gelet hebbende op de goede, lange en getrouwe diensten door den secretaris Peter Bossman aan de stad bewezen, benoemt zijn zoon, ook Peter genaamd, tot secretaris.
Verdrachsboeck, bladz. 243.
1629, 6 September. De magistraat van Roermond geeft bevel aan den wachtmeester Peter van Staveren, als hebbende in itzïger coniuncluren den laste ende charge van de amonitie alhier, tot het leveren op het raadhuis van een ton buskruid en vier mandjes kogels.
Orig. get. J. van Ryckenroy, in omslag 30 N0 2.
1630. De magistraat van Arnhem verklaart dat bij de vergaderingen der staten van dat kwartier geene andere secretarissen dienst doen dan die van de hoofdstad; dat ook alle stukken van die staten of van hunne gedeputeerden uitgaande met de handteekening van een dier secretarissen voorzien en onder het zegel der hoofdstad worden afgegeven.
Orig. get. Dibbets, in omslag 30 N0 24.
— 127 -
1630, 29 Januarij. De magistraat van Nijmegen geeft eene verklaring af inhoudende dat een der stads secretarissen steeds op de vergaderingen der staten van het Nijmeegsche kwartier de functiën van secretaris waarneemt zonder dat het noodig is daartoe de toestemming dier staten te verzoeken , als zijnde een voorregt dat aan de stad als hoofdstad toekomt; de magistraat verklaart voorts dat aldaar een kollegie van gedeputeerden uit 6 personen, drie uit de ridderschap en drie uit de steden, bestaat waaraan het bestuur is opgedragen wanneer de staten niet bij elkander zijn , en dat die gedeputeerden door de staten worden benoemd en bezoldigd.
Orig. get. W. Klcrckse , met het opgeplakte zegel der stad Nijmegen, in omslag 30 N0 14.
1630, 12 Februarij. Overeenkomst tusschen den magistraat van Roermond en het Karlhuizer klooster aldaar aangaande de betaling der kosten van een proces, dat tusschen beiden gerezen was over de visscherij op de rivier de Roer en den 18'quot;° Julij 1629 door het hof van Gelder ten voordeele van het klooster was beslist geworden.
Orig. met het opgeplakte zegel ad causas der stad en dat van de Karthuizers en get. P. Bosman, F. Jacobus de Hollandre prior Carl''0 liuremundensis, in omslag 29 N0 17. Zie ook omslag 30 N0 17.
1630, 25 Februarij. De magistraal van Roermond vernomen hebbende dat de nieuwe pertkens, die te Stevensweert geslagen zijn, te Venlo, Gelder en elders niet hooger ontvangen worden dan voor vijf oorden, bepaalt dat die in Roermond insgelijks tegen dien koers zullen uitgegeven worden; voorts bepaalt hij dat de Stevenweerter goudgulden tot geen hooger bedrag mag
- 128 -
worden uitgegeven dan de Luiksche goudgulden , d. i tegen drie gulden, drie stuiver.
Dond. prot. deel 11, bladz. 67 v0.
1630, 4 April. Walraf Willem van Wittenhorst, vrijheer te Horst, krijgsraad en overste van duizend kurassiers in dienst van zijne keizerlijke majesteit , benoemt bij uitersten wil zijne echtgenoote vrouwe Agnes Wilhel-mina de Merode tot zgne universeele erfgename.
Orig. perk. get. Henr. Fabritius Nolarius, en voorzien van zijn notarieel merk , in doos 5 N0 4-3.
1630, 18 April. Agnes Gelis, weduwe van Gossen van Dulcken, doet voor schepenen van Roermond opdragt van een huis genaamd Mereelshuis gelegen in de leeghe heghstraete, daer legenwoirdelyck in is wohnende den Eerw. heere Jacobus a Castro bisschop van Ruremonde, ten behoeve van dezen bisschop.
Orig. perk. get. J. van Ryckenroy , waaraan nog hangt een zegel in groen was, in doos 5 N0 41.
1630, 3 September. De stadhouder schrijft aan den magistraat van Roermond dal hij nagelaten heeft eene vergadering der stalen van het Overkwartier te doen beschrijven tot dat men zoude kunnen weten in welke onkosten het land door de inkwartiering der artillerie, met hunne wagens, paarden, enz. vervallen was; daar thans een gedeelte daarvan vertrokken is en men die kosten zoude kunnen beramen, heeft de landvoogd hem gelast de staten op den ie4011 van die maand te doen vergaderen, waarvan hij den magistraat berigt geeft.
Orig. gedagt. uit Venlo en get. Henrich graff zu den Bergh, in omslag 31 Nquot; 12.
1631, 28 Februarij. De magistraat van Roermond verbiedt ernstig aan de ingezetenen der stad om op den
— 129 -
aanstaanden vastenavond door hunne dienstboden of kinderen eenige vhuyren op de straeten te doen maecken oft oick jemanden op de straeten ofte elders te vangen.
Dond. prot. deel II bladz. 75.
1631, 20 October. Bisschop Jacobus è Castro geeft aan scholtis, burgemeester en schepenen der stad Roermond zijne verwondering te kennen dat op hun bevel priesters zouden mishandeld zijn.
Orig. gel. Jacobus epus Ruremundensis , in omslag 1 N° 24.
1632, 11 Januarij. Bruynlandt schrijft aan den magistraat van Roermond vernomen te hebben dat de graaf van Warfusé den volgenden dag te Roermond zou komen; hij berigt dit opdat de noodige maatregelen voor zijn logement genomen worden.
Orig. gedagl. uit Veulo en gel. Bruynlandt, in omslag 31 N0 7.
1632 , Maart. De magistraat van Roermond rigt een schrijven aan broeder Augustinus Neaerius, generaal der orde van de kruisheeren, strekkende om den tegen-woordigen prior in het kruisheeren klooster te Roermond, Henricus ab Aken genaamd, als zoodanig niet te vervangen.
Inliggend het antwoord van den generaal, waaruit blijkt dat eene nieuwe verkiezing moet plaats hebben . maar dat hij, indien de tegenwoordige herkozen wordt, hem zal bevestigen.
Minule, lal. en orig. lat. gedagl. uit Huy en gel. Fr. Augustinus Neaerius generalis S. Crucis , in omslag 31 N0 14.
1632 , 14 April. Het hof van Gelder zendt aan den magistraat van Roermond een gedrukt exemplaar van
— 130 -
een plakkaat des konings dd. 16 Maart II. aangaande de vergunning tot het verkrijgen van paspoorten van den vijand.
Orig. get. JV. Maen, met hel vermelde exemplaar, in omslag 29 N0 16.
1632, Junij. Bestek tot reparatie van de kerk van Sl Joris te Roermond. Daarbij is gevoegd de opmeting van die kerk en die van het begijnhof door den landmeter Peter Hoedmachers.
In omslag 10 N0 21.
1632, 2 Junij. De magistraat van Roermond schrijft aan den baron de Ribaucourt, kolonel van een regiment Walen in garnizoen te Roermond , dat hij vermits de stad Venlo reeds door den vijand genomen is, den stadhouder van Gelder verzocht heeft 4 kompagniën Italianen te Erkelens in garnizoen naar Roermond te zenden; dat deze reeds op den l5tequot; Junij aangekomen en ingekwartierd zijn bij de geestelijkheid en de raden van de kanselarij en rekenkamer; daar echter eenigen van hen dit ingevolge hun privilegie weigeren en de magistraat van meening is dat die handeling noodzakelijk is dewijl de overige burgers genoeg inkwartiering hebben, verzoekt hij zijne hulp in deze zaak.
Orig. met het antwoord van den kolonel in margine, in omslag 1 N0 48.
1632, 4 Junij. burgemeesteren , schepenen en raad der stad Roermond, benevens de tienmannen, getuigen dat zij den ritsburgemeester Peter Bossman en den schepen Johan van Aecken gemagtigd hebben in conferentie te treden met graaf Ernst Casimir van Nassau aangaande de overgave der stad.
Orig. met het opgeplakte zegel ad causas der stad en get. J. van Ryckenroy, in omslag 1 N0 47.
— 131 —
1632. 5 Junij. Verdrag van overgave der stad Roermond aan den prins van Oranje.
Twee afschrifien, waarvan het eene geaulhentiseerd door den secretaris J. van Ryekenroy, in omslag 1 N0 36. Een derde afschrift in omslag 1 N0 71 en een vierde in Jura et privilegia II bladz. 530.
1632, 8 Junij. Afschrift van de order op het logeeren van het krijgsvolk en op de betaling van de serviesgelden, vastgesteld door den Raad van State te 's Gravenhage den 19d00 November 1595 en gezonden aan den magistraat van Roermond uit het leger omtrent Maeseyck.
In omslag 10 N0 22.
1632, 10 Junij. Schepenen en raad van Roermond geven eene verklaring af waaruit blijkt dat Petrus Ross-man , de tegenwoordige burgemeester, zich gedurende het beleg en de overgave der stad heeft gedragen ende gehalden gelijck eenen getrauwen, vigilanten ende manhaften burgemeister te doen loestaet en dat hij nacht en dag groote zorg voor hare verdediging heeft gedragen; voorts verklaren Adolf van der Smitsen, Jan van Reydt en Mathis Dencken dat genoemde burgemeester op vrijdag morgen den 4dcn Junij van de stadsvesten op de markt, nabij het raadhuis is gekomen, alwaar hij eene kompagnie burgers, die aldaar de nachtwacht gehouden en eenigzins uitgerust had, heeft aangetroffen ; dat hij die verzocht zich naar de bres tutschen de Nieler- en Zwartbroecker porten te begeven alwaar het statenleger starek appro-cheerde, ten einde de burgers , die aldaar den geheelen dag en nacht hun dapper hadden gewehrt, te ontzetten; dat, toen hij hen daartoe niet kon bewegen , gemelde burgemeester nehmende syn sloxken in de handt geseyt heeft: ick sail d'eersten syn en vlieden voorgaen, der des
— 132 —
heren hjeff heeft behoort hem te volgen, is alsoe hun voorgeloegen maer seer wenigh syn hem gevolcht; het is den magistraat ook kennelijk dat meergemelde burgemeester, toen de geestelijkheid met het hof van Gelder en de rekenkamer het besluit genomen hadden de stad bij capitulatie over te geven, daarin niet heeft willen toestemmen , alvorens de tienmannen , representerende 't corpus van de geheele gemeynte daarover gehoord was.
Minute, in omslag 31 N0 6.
1632. Julij. Formulier van den eed door de schepenen en raadsverwanten der stad Roermond in 1632 aan de Stalen Generaal der Vereenigde Nederlanden afgelegd.
Afschrift, in omslag 6 N0 19.
1632, Juiij. De magistraat van Roermond schrijft aan de rekenkamer van Zijne Majesteit in Gelre hoe de stad in Junij 11. door de Staten Generaal der Vereenigde Nederlanden onder aanvoering van den prins van Oranje onverwachts belegerd werd; dat het eene wuste ende eene stadt mn groot begrijp is, die destijds met weinig garnizoen bezet en niet van voldoende krijgsbehoeften voorzien was; dat de burgers evenwel hunnen pligt betracht hebben en om haar te verdedigen nyet alleen lonten, koegelen, reepen ofte louwen om die stucken te trecken, yzeren in plaetse van koegelen in stucken te houwen, maer oock menichte van ribben ende plancken, coruen ende manden, groote quantiteyt van loot, raeders totte stucken hebben moeten aankoopen, voor welken aankoop de slad zich heeft moeten verbinden tot een bedrag van 100 pattacons; daar de belofte gegeven werd dit bedrag te restitueeren uit 's konings middelen , verzoekt de magistraat dat hieraan gevolg moge gegeven worden.
Minute, in omslag 31 N0 11.
- 133 -
1(532, Julij. Jacobus a Castro, bisschop van Roermond, bedankt een lid van den magistraat aldaar voor de uitnemende gunst aan hem bewezen dat hij zijne kerk aan de gereformeerden heeft aanbevolen en voor zooveel hij vermogt hem vaa zijnen bisschoppelrjken zetel verdreven heeft; „de daad, (zoo vervolgt de bisschop) is passend „voor een katholiek magistraat, want hoe zou hij meer „het bewijs kunnen leveren hoezeer hij met geestdrift „bezield is, ik zeg niet, om de katholieke religie te verdrukken maar onv die geheel ter zijde Ie stellen , dan „door den zetel waar het hoofd van den godsdienst in „deze plaats gewoon is het oppertoezigt te hebben, in de „magt der ketters te brengen. De zaak staat goed „daar het ons klaarblijkelijk wordt wat in de harten van „dergelijke staatkundigen verborgen is en wat wij van „hunne schijnschoone woorden gelooven moeten. Op dezen „weg vooruitgaande zult gij binnen korten tijd , niet de „begunstigers maar de aanhangers van de gereformeerde „religie zijn , want die het hoofd van zich sloolen kunnen „het ligchaam niet langer aanhangen.quot;
Orig. lat. get. V es Ier quondam episcopm. Jacobus episcopus Ruraemundensis, in omslag 30 Nd 4.
1632, 12 Julij. De magistraat van Venlo schrijft aan dien van Roermond dat, op bevel van de gedeputeerden van dit vorstendom, plakkaten zijn uitgevaardigd aangaande de verpachting van 's lands middelen en imposten ; daar hij vermoedt dat dit insgelijks te Roermond geschied is, geeft hij den magistraat van die stad in bedenking of het niet goed ware daaromtrent in communicatie te treden ten einde te zien off men, mei will ende consent der gedeputeerden, eenigen anderen voet tot meerder vuerdeel des landts
— 134 -
cnrfe lot minder lesie der schemelcr onderdaenen zoude kunnen vinden.
Orig. get. Conr, Schenck, met het toestemmend antwoord van den mag. van Roermond, in omslag 29 N0 28.
1632, 21 Juiij. Brief van den bisschop Jacobus a Castro aan een burgemeester van Roermond. Dat hij den vorigen brief (zie bl. 133) aan één lid van 't collegie geschreven had geschiedde met opzet: hij meende dat niet het geheele collegie zich aan geringe belangstelling in den godsdienst schuldig maakte. Het overige had hij geschreven in toepassing op hen, die den godsdienst stellen beneden het belang van den staat. Dat hij onder-teekende vester quondam episcopus geschiedde uit droefheid over 't geen hij meende te zien: namelijk dat sommigen naar vrijheid hunkerden alsof zij van 't geestelijk gezag een walg hadden. Hij wil niemand in 't bijzonder bedoelen , maar verzoekt dat de leden van den magistraat bij zich zeiven onderzoeken in hoeverre zij bij het treurspel tegen den bisschoppelrjken stoel hebben medegewerkt.
Orig. lat. get. Vesler in Domino servus Jacobus episcopus Ruraemundensis, in omslag 31 Nquot; 22.
1632, 22 Julij. Jacob van Randwijk schrijft aan den magistraat van Roermond dat hij op last en met voorkennis van de Staten Generaal tot serviesmees ter van het garnizoen benoemd heeft Arnold Lus.
Orig. get. Jacob v. Randwijk, in omslag 1 N° 49.
1632, 3 Augustus. De magistraat van Roermond schrijft aan den agent Spenraedt te Brussel dat het den landvoogd behaagd heeft aan de ingezetenen van Roermond, na het overgaan dier stad, voor eenen tijd van twee jaren paspoorten te verleenen om zich daarmede
— 135 -
in de neutrale landen zoo als ook in de landen en steden onder 's konings gehoorzaamheid slaande vrij te mogen bewegen ; in weerwil daarvan worden die ingezetenen echter door 's konings garnizoen verhinderd hun koren en ander gewas in de stad te brengen, zoodat zij dieselvc saeckcn legem alle redenen en billicheit prijs maecken ende alsoe den schaemelen borgers den mondt sluyten. De magistraat verzoekt hem daaromtrent een verzoekschrift tot den landvoogd te rigten, opdat de burgers hun eigen coerengewass vrye ende ongemo les teer d mogen inbrengen om die hjftochte daervan te genyeten.
Minute, in omslag 31 N0 10.
1632, 27 Augustus. De magistraat van Roermond schrijft aan de schepenen Johannes ab Aquen en jonker Horpusch dat de tegenwoordige omstandigheden ver-eischen dat de magistraat einheilsaemlich bij den anderen moet sijn, zoo als dit onlangs in plcno consilio bij handtas tinge aengeloeft is worden ; hij verzoekt beide schepenen derhalve terstond binnen de stad terug te komen.
Minute, in omslag 31 N0 S.
1632, 8 September. Peter Bossman en Johannes ab Aquen schrijven uit Maastricht aan den magistraat van Roermond dat zij bij den prins van Oranje op vermindering van garnizoen hebben aangedrongen wegens de groote armoede der burgers , maar zij hebben vernomen dat bevel gegeven was een nog grooter getal soldaten binnen Roermond te brengen ; zij hebben daarop de onmogelijkheid te kennen gegeven om die soldaten van bedden te voorzien , waarop de prins ten antwoord heeft gegeven genoich te sijn dat sij onder daeck wahren ende in plaats van bedde stroe hadden. Voorts melden zij dat den avond te voren de stad Maastricht en het ouermaeten sterck
- 136 -
fori van Limborch gekommen is in de obedientie der staten van de Vereenigde Provinciën door het beleid van de heeren Staeckenbroeck en Pinssen.
Orig. gedagt. uit Maastricht en geleekend Pel. Bosman, Jo. ah Aquen, in omslag 29 Nquot; 21.
1632, 10 September. Het hof van Gelder geeft bevel aan den magistraat van Roermond tot het doen houden van dankgebeden en het luiden der klokken in alle kerken wegens de inneming van het sterek casteel cn stadl Limburg h.
Orig. gedagt. uit Arnhem en geteekend Dibbets, in omslag 50 N0 13.
1632, 20 September. De zaakgelastigde van den H. Stoel te Brussel schrijft aan den magistraat van Roermond vernomen te hebben dat, niettegenstaande het verdrag met den prins van Oranje bij de overgave der stad Roermond gesloten aangaande de vrije uitoefening van den katholieken godsdienst, de geestelijkheid aldaar bij de H. Mis en het verrigten van andere godsdienslplegtig-heden niet alleen door den moedwil der kettersche soldaten belemmerd, maar ook op onbetamelijke wijze bemoei-jelijkt wordt; hij verzoekt den magistraat bij den gouverneur der stad of, zoo hij zulks doelmatiger oordeelt, bij den prins van Oranje zeiven spoedig aan te dringen om de bi-palingen in het verdrag opgenomen naauwkeurig te doen naleven, opdat de geestelijken zonder bemoeijelijkt te worden, zonder kwelling en hindernis in vrijheid hunnen dienst kunnen verrigten; hij vertrouwt dat de magistraat deze zaak tot heil der zielen en tot bevordering van den godsdienst zooveel mogelijk zal ter harte nemen.
Orig. lat. gedagt. uit Brussel, geleekend Fs. Archiep.
Compt., (1) in omslag 30 Nquot; 29.
(1) 0. i. Fabius de lagonissa, aartsbisschop van Complan.
- 137 -
1632, 24 September. De Staten Generaal der Vcr-eenigde Nederlanden schrijven aan den magistraal van Roermond dat zij besloten hebben aldaar een comptoir der convoyen ende licenten op Ie rigten en tot het out vangen, de directie en het toezicht van dat middel eenige personen benoemd hebben, als: Willem ten Holter tot licent- en konvooimeester, Joachim Vlucht tot controleur, Jacques Godefroy en Adriaan Aerts Vosch tot cherchers. De staten verzoeken den magistraat deze personen in hunne respectieve hoedanigheden te erkennen en hun tot de uitoefening van hunne bedieningen de behulpzame hand te verleenen.
Orig. gedagt. uit 's Gravenhage cn get. Corn.
Musch, in omslag 30 Nc U.
1632. 28 September. De magistraat van Stralen geeft aan dien van Roermond te kennen dat hij niet op den kwartiersdag van heden vertegenwoordigd is, daar eenige leden naar Brussel vertrokken zijn ten einde over het groote bezwaar van het garnizoen te klagen . terwijl anderen door verschillende stedelijke aangelegenheden, zoo als de herstellingen aan het stadhuis, teruggehouden werden.
Orig. in omslag 29 N0 30.
1632, 2 October. De magistraat van Roermond zendt aan dien van Maastricht afschrift van de stukken, die omtrent 27 jaren geleden aangaande de afschaffing der licenten van ürmond en Gennep gewisseld zijn; hij verzoekt tevens den magistraat van Maastricht met zijne ijverige bemoeijingen in deze zaak te willen voortgaan en belooft van zijnen kant al het noodige ter bevordering van die afschaffing te verrigten.
Minute, in omslag 30 N0 12.
1632, 11 October. De magistraat van Grave schrijft aan dien van Roermond dat de burgers van Grave steeds op alle Geidersche tollen vrijdom genoten hebben , maar thans daarin op den tol te Roermond belemmerd worden.
De magistraat van Roermond antwoordt zich niet te kunnen herinneren dat de burgers van Grave ooit vrijdom op den Roermondschen of Hansummertol bezeten hebben; dat deze tol ook geen Geidersche is maar door de stad van het graafschap Horn in leen wordt gehouden.
Orig. en minule, in omslag 30 N0 6.
1632 — 1635. Twee staten houdende opgave van vereeringen, die van 1632 tot 1635 aan den heer van Rant-wijk, gouverneur van Roermond, gedaan werden.
In omslag 6 N0 S.
1632, 19 October. Don Johan Verdugo, gouverneur van Gelder . schrijft aan den magistraat van Roermond het berigt te hebben ontvangen dat aldaar eev\\% huijsracl ende mobilia toebehoorende aan den rekenmeester de Rouwe en aan den auditeur Cocquiel, uit kracht van zekere brieven van het hof van Gelder en de rekenkamer te Arnhem, zijn aangehouden geworden. Alhoewel het waar is dat genoemde rekenmeester en auditeur na hun vertrek uit Roermond te Gelder ghevaceert hebben in saec-ken van syne Ma\ zoo als zij dit verpligt waren aangezien de koning in die plaats te bevelen heeft, zoo vergunt toch de capitulatie van Roermond gedurende twee jaren de vrije beschikking over hunne goederen aan alle ingezetenen, die eenig ambt waargenomen hebbende de stad willen verlaten ; hij verzoekt derhalve dat gemelde meubels worden teruggegeven om de interruptie te verhoeden over het gebrwjck ende genieten der effect van de paspoorten.
- 139 -
die aan de ingezetenen van Roermond, uit hoofde van de vermelde capitulatie door den landvoogd verleend zijn.
Orig. gedagt. uit Gelder en get. Don Johan Ver-dugo, in omslag 31 N0 8.
1632, 21 October. De magistraat van Roermond verklaart dat de Staten Generaal der Vereenigde Provinciën in aanmerking nemende het geheel verderffvan desen jaere door de legers ende conuoyen ghecauseert, mü oock die groote miserie van 't artne ende desolaet Ouerqmrtier, twee maanden in den impost aan de stad Roermond geheel geschonken en dien van het volgende half jaar op de helft gehragt hebben, en zulks niettegenstaande in de capitulatie dier stad bepaald was dat zij op gelijken voet als de steden Nijmegen, Arnhem en Zutfen zoude bijdragen.
Minute, en een geauth. afschrift, get. P. Bnssman, in omslag 29 N0 29.
1632, 22 October. De magistraat van Roermond antwoordt op het schrijven van Don Johan Verdugo, gouverneur van Gelder , dat alhoewel het hem niet betaamt met den gouverneur van Roermond, van Rantwyk, te disputeren off die voorss. heeren yetwes te veel oft te weynich ergens innegedaen, oft sich tegens de capitulatie verloepen mochten hebben , zoo heeft hij nogtans eenige leden uit zijn midden naar dien gouverneur gezonden ten einde eenig berigt van hem te bekomen; die gouverneur heeft hun geantwoord geen interpres oft uytlegger van de capitulatie te zijn, dat dit aan den prins van Oranje voegt, en indien de rekenmeester en auditeur vermeenen zich te beklagen te hebben , zij zich tot den prins hebben te wenden, naar wiens bevelen hij zich zal gedragen.
Minute, in omslag 51 N0 9.
- 140 —
1632, 1 December. De magistraat van Roermond verklaart den schepen Johannes ab Aquen gemagligd te hebben benevens een gemagtigde van den magistraat van Veolo zich naar 's Gravenhage te begeven , ten einde aldaar de bezwaren der beide steden te kennen te geven, die hun bij instructie medegedeeld zijn.
Minute, met de vermelde instructie, in omslag 29 N0 22.
1633, 30 Januarij. Het hof van Gelder schrijft aan den magistraat van Roermond dat de dag nadert waarop men in Roermond gewoon is nieuwe leden van den magistraat te verkiezen; dat de magistraat onder de tegenwoordige tijdsomstandigheden goed zoude doen int kie-sen ende assumieren van eenige van de gereformierde religie die van eerbaer lenen, wandel ende vreedleuich synde, de stadt respect, eer ende welslandt reconcilieren; de magistraat zoude zich daarvoor tevens sonderling aennemelick ende recommandabel maken, niet alleen bij de Staten Generaal en den Prins van Oranje maar vooral bij de staten van dit vorstendom, waarvan Roermond de tweede hoofdstad is.
Orig. gedagt. uit Arnhem en get. Luysken, in omslag 30 Nquot; 9.
1633, 3 Febrnarij. De magistraat van Roermond klaagt aan den stadhouder graaf Hendrik van den Bergh over de soldaten in garnizoen op het huis Montfort, die op eenen pachthof genaamd Houberl onder Linne gelegen en toebe-hoorende aan den schepen Gerard Puytlinck meer dan 120 eikenboomen afgehouwen ende tol brandt gebruickl hebben.
Minute, in omslag 29 N0 27.
1G33, 14 Februarij. De magistraat van Roermond antwoordt op het schrijven van het hof van Gelder dd.
- 141 -
30 Januarij dat op den aenslaendm kheurdach slechts twee nieuwe burgemeesters zullen verkozen worden en dat op den hem medegedeelden raad om eenigen van de gereformeerde religie te verkiezen in eene vergadering van den magistraat regardt ende goede deliberatie sal genomen worden.
Minute, in onaslag 30 N0 10.
1633, 14 Februarij. Johannes ab Aquen meldt aan den magistraat van Roennond dat de hundelinge van den Treues noch een seer wilde saecke is en gelyckende steyt ongebonden bessemen. Hij verzoekt zijne medeleden van den magistraat over het ontstane geschil met den gouverneur wederom in vriendschap en correspondentie te treden, niet omdat men de vriendschap van dien gouverneur meer dan de stedelijke privilegiën achten moet. maar alleen omdat de stad in dezen tijd niet sterk genoeg is om de coorde soe sly ff te treek en als het recht wel is vereysschende ; de stad wordt te 's Gravenhage al genoeg zwart gemaakt; men gelooft daar ligt wat tegen haar wordt aangebragt daar zij voor katholiek en koningsgezind gehouden wordt; voorts geeft hij den raad bij het kiezen van nieuwe |leden voor den magistraat op de bekwaamste personen te letten.
Orig. gedagt. uit 's Gravenhage en get. Johan van Aquen, in omslag 29 N0 23.
1633, 20 Februarij tot 15 Maart. Verschillende brieven van Johannes ab Aquen en Hendrik Darth aan den magistraat van Roermond over het doel hunner zending
Orig. gedagt. uit 's Gravenhage, in omslag 29 Nquot; 24.
1633, 15 Maart. Johannes ab Aquen schrijft aan den magistraat van Roermond dat te 's Gravenhage vremde
- 142 —
discoursen gehouden worden, zoo over het weigeren van eenen serviesmeester als over het vermeerderen van den magistraat van Roermond, waarbij men die van de religie heeft voorbijgegaen; hij verdedigde echter de gedane keus en alle geert voor warachlich ende alle de werelt kennelijck de onbequaemheyt derselue die door den heer gouuerneur waren gepresenteert. Voorts meldt hij dat men goede hoop heeft op eenen wapenstilstand; alhoewel er de vorige en deze week geene vergadering heeft plaats gehad van beyder syden, sijn edoch dt staten generael ■dagelyckx opt stuck van den trefues besoingnerende.
Orig. gedagt. uit 's GraveDhage en get. Johan van Aquen, in omslag 29 N0 25.
1633, 30 Maart. Johannes ab Aquen en Hendrik Darth schrijven aan den magistraat van Roermond dat de hertog van Aerschot den 22'tc° van die maand naar Brabant vertrokken is; dat gedeputeerden van beide zijden evenwel vergaderingen gehouden hebben op den 24quot;quot;, 26,quot;quot;, en op heden voormiddag; men twijfelt niet aan eene goede uitkomst der onderhandelingen, maar het schijnt dat om de wichticheyt van de saecke en om een vast seecker werck voor te brengen alles nyet soo haest als men wel vermeynt heeft, gedaen wil sijn.
Orig. gedagt. uit 's Gravenhage en get. Johan van Aquen, Hendrik v. Darth, in omslag 29 N0 26.
1633, April. Augustus. Twee brieven ingekomen bij de stad Roermond van het hof van Gelder bepalende het houden van vast- en bededagen,
Orig. get. J. Sluysken, in omslag *10 N0 S-i.
1633, 2 Mei. De magistraat van Roermond sluit eene overeenkomst met den muntmeester Jan Vossincx om ingevolge de autorisatie van het hof van Gelder dd. 11
— 113 -
Maart II te munten sesse duisent marck doeyten op den voet van prouinlie van Hollandt, ieder mark tegen honderd zestien duiten gerekend en niet meer. De eene zijde van die duiten zal 't waepen van 't gemeyne landt, wesende twee dimmende leuwen, en de andere zijde het wapen der stad Roermond vertoonen.
Verdrachsboeck, bladz. 247 v0.
1633, 31 Mei. Het hof van Gelder zendt aan den magistraat van Roermond een plakkaat der Staten Generaal dd. 20 Mei 1633 tegen het transport der goederen over de veeren op de rivier de Maas.
Orig. gedagl. uit Arnhem en get. Sluysken, met een gedrukt exemplaar van het plakkaat, in omslag
1633, 19 Junij. Het hof van Gelder te Arnhem hecht zijne goedkeuring aan een verdrag en een reglement op het gebruik van het bosch gelegen in het ambt Wassen-berg en genaamd tnijnweg, die tusschen Geldersche en Guliksche afgevaardigden tot stand gekomen zijn.
Geautb. afschrift, get. A. G. van Laer, in Jura el privilegia II bladz. 501.
1633, 15 Augustus. De Raad van State der Vereenigde Nederlanden geeft een bevelschrift aan den ontvanger generaal Filips Doublet tot betaling aan den magistraat van Roermond eener som van 15168 pond en zes schellingen , 't pond tegen 40 grooten gerekend , wegens zes maanden logiesgeld van het garnizoen, van 1 Augustus 1632 tot 10 Februarij 1633.
Gelijkt, afschrift, in omslag 50 N° 16.
1633, 8 October. Het hof van Gelder zendt aan den magistraat van Roermond een plakkaat, uitgevaardigd op
10
— 144 —
verzoek van den heer, de schepenen en gezworenen van Elmpt, tegen het vernielen van 't bosch ende holl-houwen in 't Elmpterwalt. met bevel dit op de gewone plaatsen te doen afkondigen.
Orig. gedagt. uit Arnhem en get. Dibbels met het plakkaat insgelijks get. Dibbets, in omslag 30 N0 30.
1633, 11 December. De stadhouder Frederik Hendrik beveelt, aangezien het kwartier van Roermond wederom met het vorstendom Gelder vereenigd is, allen die leenen of gedeelten daarvan, aan dat vorstendom leenroerig, bezitten, deze binnen vier maanden te verhefifen en voor zooveel noodig den eed te vernieuwen.
Gedrukt exemplaar, in omslag 5 Nquot; 15.
1633- 1636. Verschillende stukken handelendcover de verpachting der generale middelen van de stüd Roermond over de jaren 1633 — 1636.
Orig. en minuten, in omslag 30 N0 31.
1634, 9 Februarij. De Raad van State der Vereenigde Nederlanden beveelt den magistraat van Roermond de burgers ernstig te vermanen om minstens voor zes maanden voorraad van meel en koren op te doen , ten einde dien te gebruiken in geval van belegering der stad.
Orig. in omslag 5 N0 9.
1634, 9 Maart. De Raad van State der Vereenigde 'Z Nederlanden schrijft aan den magistraat van Roermond vernomen te hebben dat de officieren , doortrekkende garnizoenen en konvooijen niet alleen met log cringe maer oock met affschattinge van gelde, uytcoop ende anderssints, de onderdanen van het platte land zeer benadeelen; weshalve hij het bevel geeft de plakkaten dienaangaande nogmaals te publiceeren, opdat de arme onderdanen
van sulcke foulen mogen blyven onbelast ende buy ten dachten geslelt.
Orig. gedagt. uit 's Gravenhage en geteekend F. vrijheer van Schwarlzenbergh, ter ord. M. Iluygens, in omslag 30 N0 22.
1634, 17 Maart. De gecommitteerden van stadhouder en raden van Gelderland en Zutfen verbieden aan alle conventen of societeiten van geestelijken te Roermond andere personen in hunne gestichten te onderhouden dan die er zich thans bevinden, of de stad te verlaten, zonder voorkennis of verlof van den gouverneur of magistraat der stad.
Orig get. Dibbets, in omslag 5 N0 0.
1634, 30 Maart. De magistraat van Roermond schrijft aan dien van Maeseyck dat hij, uit kracht van de capitulatie bij het overgaan der stad in 1632, onlangs aan gecommitteerden der Staten Generaal van de Vereenigde Nederlanden den eed heeft moeten afleggen ; dat hij daarover van veel nijdige ende affgunstige tongen gelasterd wordt en onder anderen door den gewezen scholtis Ma-this Puteanus, die zich thans te Maeseyck zoude bevinden ; deze persoon heeft naar Leuven en Brussel brieven geschreven, waarin hij den magistraat van Roermond soeckt te denigreren apparentelick om voer sijne calomnien een recompem te becomen , ende die borgeren deser stadt van hunne alnoch duyrende vrijheyt te doen priveren. De magistraat zendt afschriften van die brieven van Puteanus aan den magistraat van Maeseyck met verzoek hem daarover een verhoor te doen ondergaan en zijn antwoord te willen toezenden, aangezien liet den magistraat nootsaec-kelijk toestaet zijnen nahme ende fame van dusdanige loegenachtige calumnien te vindiceren.
Minute, in omslag 30 N0 1.
- 146 —
1634, 30 Maart. De magistraat van Roermond vaardigt op bevel van het hof van Gelder een verbod uit dat noch d'een noch d'andere van beyde religien waar het ook zijn ^
moge in tauernen ofte anders elkander zullen lasteren ,
schimpen ofte schelden oft eenige woorden vuytwerpen daermede eenich onheyl ofte crackeel solde moegen onlstaen.
Minute, in omslag 29 N0 20.
1634, 30 Maart. De Raad van State der Vereenigde Nederlanden , in aanmerking nemende dat niettegenstaande de bestaande plakkaten en voornamelijk dat van het jaar 1631 , die extorsien. vexatien, fouillen ende overlasten des criechsvolcx niet ophouden maar dagelijks meer en meer gepleegd worden, neemt ernstige maatregelen om die
ongeregeldheden te keer te gaan. I
Jp*
Geaulh. afschrift, get. Conr. Schenck, secretaris van Venlo, in omslag 31 Nquot; 18.
1634, 8 April. De Staten Generaal der Vereenigde Nederlanden verbieden bij plakkaat het ontvangen en uitgeven van andere duiten dan die in de verschillende provinciën geslagen en op dit plakkaat afgebeeld zijn.
i
Gedrukt exempt, in omslag 31 Nquot; 17. ^
1634, 27 April. De magistraat van Roermond geeft eene instructie aan den pater rector van het collegie der Jesuiten te Roermond om zich naar Rrussel te begeven en ten spoedigste, minstens voor één jaar , paspoorten te bezorgen aan den magistraat en inwoners van Roermond; de rector zal zorgen dat het woord rebellen aangaande de Staten-Generaal niet gebezigd worde;
* verder zal hij doen opmerken dat zonder die paspoorten de burgers geen voet uit de poort kunnen zetten of zij
beloopen den kans door 's konings krqgsvolk gevangen of doodgeslagen te worden.
Orig. get, ƒ. van Ryckenroy , in omslag 3 N0 34.
1634, 5 Mei. De magistraat van Roermond geeft, bij gelegenheid dat eenige burgers eene bedevaart naar O. L. Vrouw te Scherpenheuvel ondernemen willen ten einde de schouwelicke sieckte der peste waermede Godl almachtich de stadl heeft heymgesocht moge ophouden, eene verklaring af dat brj deze bedevaartgangers zich niemand bevindt die geïnfecteerd is of uit een der geïnfecteerde huysen afkomstig is.
Minute, in omslag 30 N0 45.
1634, 23 Mei. De magistraat van Roermond sluit eene overeenkomst met Jan Daemen en Jan Peelers van de Vorst tot het miiken van drie wolfskuilen aan de Muurkcns, Maasnieler en Zwartbroeker poorten der stad; zij zullen daartoe alle benoodigde materialen aanvoeren en die kuilen volgens bestek vervaardigen tegen eene vergoeding van 650 gulden Hollandsch geld voor iederen kuil.
Minute, in omslag 30 N0 19.
1634, 28 Mei. De magistraat van Roermond schrijft aan den paler rector van het collegie der Jesuiten te Roermond, die zich te Rrussel bevindt, dat hij alle mogelijke middelen heeft aangewend om den secretaris Rossman , die te Gelder gevangen gehouden wordt, op vrije voeten te doen stellen; ook heeft de pater gardiaan, die daarloe naar Gelder was afgevaardigd, niets kunnen gedaan krijgen maar aldaar vernomen dat tot die vrijstelling een uitdrukkelijk bevel van den markies d'Aylona noodig was; de magistraat verzoekt den rector dit bevel bij den markies aan te vragen en tevens te willen zorgen
dat de pasporten, waarvan dexpiratie vast voir de duere is, verlengd worden.
Minute, get. J. van Ryckenroy, in omslag 28 IN0 21^
1634, 5 Junij. De magistraat van Roermond schrijft aan den heer van Dalenbroek dat hij tot vermijdongh der schuwelicker sieckte die fGodt erbarmt) taemelick grassiert, alle de poelen heeft doen reinigen en rigt tevens het verzoek tot hem om de stad met een goed aantal karren en paarden te hulp te komen tot verwijdering van de uit die poelen gekomen aarde en mest, om de straeten teg ens kunftig en sondach wezende des er stadl ker misse soe-veel moegelijck schoen te crijgen.
Minute, in omslag 30 N0 8.
t634, 10 Junij. De magistraat van Roermond schrijft nogmaals aan den rector der Jesuiten, die zich te Brussel bevindt, over de verlenging der paspoorten; en in soe verre daer apparenlie waere, dat sulcx, doir middel van penningen te wege sol konnen gebracht worden magtigt de magistraat hem op naam der stad duizend gulden of duizend daalders optenemen , om de selve penningen te vereeren ende te verdeylen aen alsulcke heer en ende persoenen daert hem goet duncken sal.
Minute, get. J. van Ryckenroy, in omslag 28 Nquot; 22.
1634, 24 Julij. Franc, de Moncada, markies d'Aytona, luitenant gouverneur en kapitein generaal der Nederlanden, geeft een brief van sauvegarde aan de inwoners van Roermond , waarmede zij zich ongehinderd een half uur van de stad mogen verwijderen, ten einde hunne beesten te weiden en hunne granen en turf binnen te halen.
Orig. geleekend Marquis d'Aytona, par ordonnance Verreyken, in omslag 17 Nquot; 48.
- 149 -
1634, 2 Augustus. Antoine Olimart, kapitein en drust te Montfort, berigt aan den magistraat van Roermond de ontvangst van zijn schrijven waarbij de sauvegarde 'k brieven gevoegd waren , die door den markies d'Aytona
aan de stad verleend zijn; bij zal zijnen soldaten bevelen die brieven te eerbiedigen en den magistraat geene redenen tot klagen te geven.
Orig. fr. gedagl. uil Montfort en get. Anloine Olimart Capquot;c el drossarl, met andere brieven in eensluidenden «in van de bevelhebbers van Weert , Gulik, enz., in omslag 31 N0 13.
1634, 20 Augustus. De magistraat van Roermond geeft op het verlangen van Arnold Huyn, heer te Geleen, eene verklaring af, waaruit blijkt dat het volgende in het Over-■*quot; kwartier eene ongetwyfeite coustume is; wanneer van twee
,L echtelieden een komt te overlijden en kinderen uit zijn
huwelijk nalaat, blijft de langstlevende het vruchtgebruik van alle goederen zoo leen- ais allodiale erfgoederen genieten , maar mag ze niet verkoopen , verminderen of bezwaren. Minute, in omslag 30 N0 28.
1634 , 31 Augustus. De magistraat van Roermond protesteert tegen de besluiten die te Venlo den 10j00 Augustus 1634 door de aldaar aanwezige heeren van . de ridderschap genomen zijn.
Orig. get. J. van Ryckenroy, in omslag 6 N0 2.
1634, 14 October. Het hof van Gelder te Arnhem geeft, op verzoek van den magistraat van Roermond, Jm vergunning aan de paters Jesuiten aldaar tot het aannemen
van twee nieuwe paters, ter vervanging van een die overleden en van een ander, die door hoogen ouderdom ongeschikt geworden is.
Twee geauth. afschriften , get. P. Bossman , in omslag 29 N0 15.
1634, 10 November. Het hof van Gelder zendt aan den magistraat van Roermond een plakkaat tegen alle realen van Spanje, Mexico en Peru , als ook tegen de ducatons van Brabant en de oorden offte vyffdeparten van ricxdalers van Dansick off Poolen, Brandenburch ende Hamburch.
Orig. gedagt. uit Arnhem en get. Sluysken, met een incompleeten afdruk van 't plakkaat, in omslag 30 N0 32.
1634, 5 December. Het hof van Gelder verleent octrooi aan Anna Sophia van Boetbergh tot het verkoopen van het adellijk huis en goed Wankum onder Wetten gelegen aan haren neef, den ritmeester Gerard Adriaan van Boetbergh.
Geauth. afschrift, get. Jacob Holtappes, in omslag 30 N° 3.
1634, 18 December. Het hof van Gelder zendt aan den magistraat van Roermond een plakkaat tegen den uitvoer der paarden.
Orig. gedagt. uit Arnhem en get. Sluysken, met een gedrukt exemplaar van het vermelde plakkaat, in omslag 30 N° 44.
1635, 24 Januarij. Het hof van Gelder zendt aan den magistraat van Roermond een plakkaat betreffende het verheffen der leenen in het vorstendom Gelder of het vernieuwen van den daartoe betrekkelijken eed.
Orig. gedagt. uit Arnhem en get. Dibbels, met twee gedrukte exemplaren van het plakkaat in omslag 30 IS0 35.
1635, 23 Maart. Het hof van Gelder zendt aan den magistraat van Roermond een reglement door de Stalen
- lol —
Generaal vastgesteld, ingevolge waarvan het aan de ingezetenen der Vereenigde Nederlanden veroorloofd wordt
soul, tabacq, cot Co en ende allerhande waeren van coopman-schappen te haelen, vallende in seecker gedeelte van de hmtlen van 't Octroy der West Indische compagnie.
Orig. gedagt. uit Arnhem en get. Sluyskcn , met een gedrukt exemplaar van het reglement, in omslag 3d N0 1.
1635, 12 December. Het hof van Gelder zendt aan den magistraat van Roermond een plakkaat der Staten Generaal, waarbij de penningen van vier, twee, een, een halve stuiver als mede de oortgens, allen te Groningen geslagen, voor billioen verklaard worden.
Orig. gedagt. uit Arnhem en geteekend Sluyskcn , in omslag 30 N0 27.
lt)36. Briefwisseling tusschen U. Ingelbercht, ontvanger der contributiën te Gelder, en den magistraat van Roermond over de betaling van de verschuldigde contributiën der stad en buytelingen aldaer aan de Spaansche Nederlanden.
Orig. en minuten in omslag 30 N0 33.
1636, 4 Junij. De bisschop Jacobus a Castro schrijft aan den magistraat van Roermond vernomen te hebben dat Willem van Helden , vikaris van het altaar van den H. Joannes , gesticht in de H. Geestkerk, die op voordragt van den magistraat daartoe benoemd is geworden, het voornemen heeft die bediening neder te leggen; daar hij niet twijfelt of er zullen vele personen de voordragt van den magistraat zoeken te verwerven, beveelt hij zekeren Joannes Coppens aan, die alle vereischten daartoe
bezit en daarenboven eene krachtige stem heeft, zoodat het koor daardoor zeer versterkt zoude worden
Orig. lal. gel. Jacobus episcopus Rurmmundensis, in omslag 31 iN° 4.
1636 , 17 Junij. De gouverneur der stad Roermond rigt een verzoekschrift tot den Raad van State der Ver-eenigde Nederlanden, strekkende tot het bekomen van een nieuw subsidie ter betaling van den peslmeester en de noodige geneesmiddelen, aangezien de pest op nieuw onder de soldaten van het garnizoen is uitgebroken en het subsidie van het vorige jaar len bedrage van 1000 gulden geheel is uitgegeven.
De Raad van State antwoordt daarop dat de komman-dant van Randwijk den magistraat zal vermanen tot het betalen van den pestmeester en het leveren der geneesmiddelen , waartoe de Raad nogmaals een subsidie van 300 gulden verleent.
Geauth. afschrift gel. J. van Ryckcnroy, in omslag 30 N° 7.
1637, 20 Januarij. Het hof van Gelder te Arnhem zendt exemplaren van een plakkaat waarbij aan de ingezetenen van het Overkwartier verboden wordt voortaan bij de raden van den koning van Spanje te Gelder residerende eenig regtsgeding aanhangig te maken of voort Ie zetten, onder verbeurte van 1000 goudgulden voor iederen overtreder.
Orig. gel. Sluysken , in omslag 4 iN0 9 , met een gedrukt exemplaar in omslag 30 !N0 25 ; uitgegeven in het Groot Geld. placcaelboeck, deel 11 col. 279.
1637 , 23 Februarij. Het hof van Gelder zendt aan den magistraat van Roermond twee plakkaten van de
— 153 -
Sinten Generaal der Vereenigde Nederlanden , liet eerste tegen de Fransche, Engelsche en Schotsche soldaten, die uit den dienst dier staten wegloopende zich in den dienst der Westindische Compagnie op zee hebben begeven, en het tweede tegen het verkoopen en neder-leggen van krijgsofOciën.
Orig. gedagt. uil Araliem en get. Sluysken , mei een gedrukt exemplaar van het tweede plakkaat, in omslag 30 N0 57.
1637 , 4 Julij. Het hof van Gelder schrijft aan den magistraat van Roermond dat de Staten Generaal der Vereenigde Nederlanden besloten hebben , niet alleen lot voldoening van de vrienden en geallieerden maer princi-paehck tol steulinge van den grooten hoemoet ende openbaer gewelt van onsen onversoenlicken vijandl, een goed leger op de been te brengen . ten einde dat onder het wijs beleid van den prins van Oranje tol offensie van den vijandl ofte defensie van den staet te stellen ; dat de Stalen Generaal bevel gegeven hebben tot het houden van eenen dank- en bededag op 22 Julij, ten einde de onderdanen met een nederig gemoed God almagtig vurig bidden om den persoon van syne hoocheyt voor alle perickel ende gevaer te beschermen ende hem met den geest des wgshegts, voorsigticheijls ende cloeckmoedicheyts te begaeuen.
Orig. gedagt. uil Arnhem en gel. Engelen , in omslag 30 Nü 23.
1637, Augustus - September. Verhaal van het beleg en het stormenderhand innemen van Roermond door den kardinaal Ferdinand.
Orig, lai. 2 exemplaren elk van 12 bladzijden in omslag 11 IN0 5. Uitgegeven iu de Publications de la Soc. hisl. et arclieol. dans le duche du Limbourg, VIII bladz. 353.
1637, 3 September. Verdrag van overgave der stad Roermond aan den kardinaal infant van Spanje.
Afschrift, in omslag 1 N0 12 eu in Jura el privi-legia II bladz. 558.
1637, 7 November. Koning Filips (IV) vernieuwt, ten behoeve van de societeit Jesu te Roermond, het octrooi van koning Filips II van het jaar 1384 en dat van de aartshertogen van het jaar 1615, waardoor aan de collegiën van Jesuiten vergund wordt in plaatsen , waar geene universiteit bestaat, vaste goederen te bezitten tot een jaarlijksch inkomen van drie duizend gulden. Tevens bekrachtigt hij de gifte door Anna van Baerlo te hunnen behoeve gedaan, onder voorwaarde dat zij wegens die geschonken goederen de beden, contributiën , tienden en andere verschuldigde lasten voldoen op den voet zoo als zulks in het vorstendom Gelder van alle geestelijke goederen pleegt te geschieden.
Op den omgeslagen rand staat: Bij den Coninck. In zijnen Raede des forslendombs Gelre ende G r aeff schap s Zulphen, etc. mij present (get.) N. Maen
Orig. perk. zegel zeer beschadigd, in doos 5 IN0 59.
1637. De magistraat van Roermond, benoemd na de herovering der stad, geeft aan den stadhouder te kennen dat de afgedankte magistraat, gesteund door eenige leden van het hof van Gelder en van de rekenkamer over hunne personen en handelingen lasteringen verspreid heeft; daar zij hierdoor in hunnen goeden naam, eer en zelfs in hunnen afgelegden eed gekrenkt worden, zenden zij hem eene verdediging van hun gedrag ten einde die lasteringen daardoor te ontzenuwen.
Minule, in omslag 50 N0 56.
1637, 19 November. De kardinaal infant van Spanje maakt, ten gevolge van een klaagschrift van den magistraat van Roermond, een reglement op de huisvesting der krijgslieden.
Geaulh. afschrift get. A. G. van Laer , in Jura et privilegia II bladz. 545. Dit reglement wordt vernieuwd in 1642. Zie aldaar bl, 612.
1637, 10 December. Jan van Ryckenroy legt wegens hoogen ouderdom in handen van den magistraat van Roermond het ambt van secretaris neder, dat hij sedert het jaar 1604 bediend heeft; dientengevolge benoemt de magistraat den raadsverwant Gossen Dulcken tot secre taris. onder voorwaarde dat hij bovengenoemden van Ryckenroy, gedurende zijn leven de vaste belooning aan het ambt verbonden zal laten genieten.
Verdrachsboeck , bladz. 235.
1638. De magistraat van Roermond geeft aan den landvoogd te kennen dat gedurende het laatste beleg der stad, waardoor zij wederom onder de gehoorzaamheid des konings gebragt werd, hare muren en poorten zeer beschadigd en gedeeltelijk vernield zijn geworden, zoodat die niet alleen herstelling maar op sommige plaatsen ge-heele herbouwing vereischen ten einde de burgers tegen alle aanvallen te verdedigen ; daar echter dit herbouwen niet kan geschieden uit de inkomsten der stad, die gedurende deze onlusten te zware lasten heeft moeten dragen, verzoekt de magistraat dat de landvoogd. die hare armoede, ellende en vernieling gezien heeft, haar met eenige middelen tot gemeld herstel te hulp kome.
Minute, fr, in omslag 31 N0 15.
1638, 31 Maart. De magistraat van Roermond gebiedt aan de vrouwen, wier echtgenooten in vijandelijken dienst
zijn of geweest zijn sonder daervan geene b choir lick e abolilie vercregen te hebben, de stad binnen tweemaal 24 uren te verlaten, daar zij na het verstrijken van dien tijd van goeden pnjse sullen wesen.
Dond. prot. deel II , bladz. 134.
1638, 23 Junij. De magistraat van Roermond geeft bevel aan alle burgers, die eenig wapen van den vijand bij zijn vertrek uit deze stad gekocht of van hem in bewaring genomen hebben , dit binnen twee maal vier en twintig uren aan den magistraat over te leveren tegen teruggave van hunne daarvoor verschoten gelden.
Orig. get. P. Bossman, in omslag 50 N0 20.
1638, 22 September. De magistraat van Venlo klaagt aan dien van Roermond over eene knevelarij, die op den weg tusschen beide steden gepleegd is door eenige vijandelijke soldaten in garnizoen te Rreda, onder aanvoering van Herman Heyncamp. Hij verzoekt daarover aan den gouverneur van die stad te schrijven.
Ürig. gel. Amen, in omslag 30 N0 38.
1638, 30 December. Het hof van Gelder zendt aan den magistraat van Roermond een plakkaat dd. 24 November 1638, verbiedende dat de laijden van de doode handt, als cloosters, geestelicke, geene onraerende goederen mooghen acquireeren.
Geauth. afscliriften, get. A. G. van Laer, in Jura et privilegia II bladz, 550
1639, 14 Januarij. Ordonnantie van het hof en de rekenkamer van Gelder, houdende verlof aan de slad Roermond om koperen oortjens en duiten te munten tot eene hoeveelheid van 25 pond koper.
Afschrift, in omslag 1 N0 74.
- 157 -
1639, 2 Mei. Het hof van Gelder zendt een plakkaat van koning Filips dd. 30 Maart 1639, waarbij vergiffenis beloofd wordt aan veele van het landt van Luyck, die zich leghens die wetthen van de neutralueyt in vijnndelijken dienst begeven hebben, wanneer zij binnen eene maand na de dagteekening van dit plakkaat zullen weerkeeren.
Orig. get. N. Maen , mei een afdruk van het plakkaat , in omslag 6 N0 •14.
1639, 11 Mei. Het hof van Gelder zendt aan den magistraat van Roermond een plakkaat dd. 10 Maart 1639, inhoudende verbod tot invoer van Fransche en Luiksche wijnen.
Geauth. afschriften, get. A. G. van Laer, in Jura cl privilcgia II bladz. S55.
1639, 9 Jglij. Het bureau van financiën te Brussel verleent aan de steden Roermond en Venlo octrooi tot continuatie der ligting van het superplus.
Geauth. afsclirift , get. A. G. van Laer , in Jura el privilegia 11 bladz. 548.
1639, 31 Augustus. Ferdinand, infant van Spanje en landvoogd der Nederlanden , geeft bevel aan den magistraat van Roermond om Jacques Graus, dien hij tot sergeant majoor van de stad Roermond benoemd heeft, als zoodanig te erkennen en hem zijn ambt te laten uitoefenen.
Orig. fr. gedagt. uit Antwerpen en get. El Gard1 Infant, Verreyken, met andere stukken daarop betrekking hebbende , in omslag 29 N0 52.
1639, 14 December. Verzoekschrift van den magis-traat der slad Roermond aan het hof van Gelder om
— 158 -
vergunning te bekomen tot het munten van peerdtgens en stooters. Daarbij is gevoegil de autorisatie van het hof.
Afschrift iu omslag i N0 17.
1640, 15 Mei. Johan Hompes, rentmeester van het coliegie te Keulen genaamd het Roermondsche huis, legt aan provisoren van dat kollegie zijne rekening over van de ontvangsten en uitgaven door hem gedaan van 1 Mei 1637 tot 1 Mei 1640. Deze rekening, sluitende met een batig saldo van 724 gulden lö'/j stuiver, is door de provisoren goedgekeurd.
Orig. gel. Pelr. a Kueckhoven , deken, J. Pollart, Theodorus Coix, Boss man , A. Bossman , Dirrick van Hyllen, B. van Dyck, Johan Hompes , in omslag 29 N0 53.
1641 , 12 Julij. De magistraat van Roermond maakt een akkoord met mr. Jan Schade, orgelmaker te Aken, aangaande het onderhoud van het orgel in de parochiale kerk, voor eene jaarlijksche som van zes rijksdaalders, waarvan de eene helft door de stad en de andere helft door de kerk zal betaald worden; genoemde orgelmaker verbindt zich eenmaal in t jaar naar Roermond te komen om het orgel te onderzoeken en de gebreken daaraan te herstellen.
Dond. prot. deel II, bladz. 162 v0.
VAN HKT
DER GEMEENTE
3' S T U K. 2'le AFLEVERING.
Bijlage tot het verslag van den toestand der gemeente over het jaar 1875.
ROERMOND.
SNELPERSDRUK VAX J. J. ROMEN.
- --
1622, 2 Mei. Plakkaat en ordonnantie des konings inhoudende het bedrag der licenten op waren, die langs de rivier de Maas vervoerd wordende te Roermond, Venlo en op i fort te Arcen zullen ingevorderd worden, en ile wijze van invordering.
(iedrukt exemplaar, in omslag 25 Nquot; I,
1633, 20 Mei. De Stalen Generaal der Vereenigde Nederlanden maken eene provisioneele ordonnantie over de coniptoiren der convoy en ende licenten langs de Maze.
Gedrukt exemplaar in omslag 25 N» 2.
1646, 4 September. De landvoogd schrijft aan den stadhouder de Ribaucourt dat de dienst van Z. M., het behoud en de verdediging dezer landen het noodzakelijk maken om het leger, dal door dezen veldtogt zeer verminderd is, met 1800 man te versterken; hij geeft hem bevel om uit het hertogdom Gelder 100 man daartoe naar Dendermonde te zenden, die hij met 2 of' 3 uit ieder dorp kan ligten, ofquot; op zoodanige andere wijze bijeenbrengen als hij zal goedvinden.
— 160 —
Bijliggend een afschrift van het antwoord van den stadhouder, waarin hij meldt dat zulks ui het hertogdom niet doenlijk is.
Orig. t'r. gedagt. uit Brussel en get. Ie marquis de
Gastel Rodrigo, Verreyken, met het vermelde afschrift in Doleantiën en orders, deel VI blad 281 en 282.
1646, 20 November. De landvoogd stelt een reglement op naar 't welk de betaling der krijgslieden , zoo te voet als te paard, op het platte land ot in de steden logeerende, moet geschieden.
Geauth. afschrift, fr. get. Schouten, in Doleantiën en orders, deel VI blad 288.
1646. 10 December. De landvoogd schrijft aan den stadhouder onderrigt te zijn van hetgeen hij ondei daeteekening van 1 en 8 December 11., nopens het logeeren in het Overkwartier der troepen van den hertog van Lotharingen, aan den audiencier geschreven heeft; daar dit logeeren niet kan vermeden worden , moet de stadhouder zich zoo goed mogelijk behelpen om hiervoor te zorgen; hij zal aan de staten bevel geven om voor hun onderhoud te zorgen, volgens bijgevoegd reglement, terwijl zij alsdan het bedrag daarvan op de beden kunnen korten.
Geauth. afschrift, fr. zoo als ook van het vermelde reglement, get. ./. Schouten, in Doleantiën en orders. deel VI blad 287—289. Zie ook aldaar blad 293—301.
1647, T Januarij. De landvoogd zendt aan den stadhouder afschrift van een reglement, naar 't welk de regimenten , zoo infanterie als kavallerie, moeten betaald worden, en welk reglement de hertog van
— 164 —
Lotharingen insgelijks tot maatstaf voor de betaling zijner troepen heeft aangenomen.
Geauth. afschrift, fr. niet een geaulh. afschrift van het • vermelde reglement, fr. beiden get. Schouten, in Dolean-
tiën en orders, deel VI blad 299—301.
1647, 14 February. De staten van het Overkwar-tier besluiten den graaf van Isenborch eene. dankbetuiging te doen toekomen voor die eere , ajfectie ende gunst door hem aan dit kwartier bewezen, met verzoek daarmede te willen voortgaan; te dien einde zal van Schelbergen, agent der staten, hem eene som van 600 rijksdaalders vereeren o/f' voor een overyulde lampetl off sense peerden voor een en carosse.
Besluit in kwartiersrecessen, deel X bladz. 84-.
„ 1647, 7 Mei. De landvoogd berigt aan de staten
van het Overkwartier dat hij aan de Ribaucourt, stadhouder, en aan Hieronimus de Gaule, kanselier, den last opgedragen heeft om in hunne eerstkomende vergadering namens hem een voorstel te doen.
Orig. fr. gedagt. uit Brussel en get. Leopolde Guil-leaume, Vetreyken, in Doleantiën en orders, deel VI, blad 303.
1647, 7 Mei. De landvoogd geeft eene instructie aan den stadhouder en aan den kanselier tot het voorstellen in de eerstkomende vergadering dei- staten van het Overkwartier van een buitengewoon subsidie van % 100000 gulden en van eene bede van 60000 gulden;
zij zullen aan de staten kenbaar maken dat alhoewel de tijdsomstandigheden, waaronder hij het ambt hem door den koning toevertrouwd aanvaardt, zeer ongunstig zijn, zijne groote liefde voor deze provinciën hem heeft doen besluiten eene lastige reis te ondernemen
om haar hulp te vtsrleenen; dal hij zorgen noch waakzaamheid, bloed noch leven zal sparen om de ellenden en rampspoeden, die haar bedroeven, te doen ophouden en haar het zoete van den vrede te doen genieten; dat de Franschen c-chter, door voorspoed verblind, zich tegen den vrede blijven verzetten, zoodat hij geen middel weet om dien te bekomen dan door de wapenen, gesteund en versterkt door vrijwillige en buitengewone bijdragen der onderdanen , in evenredigheid met de liefde en genegenheid, die zij den koning en het vaderland toedragen. Eindelijk zullen de stadhouder en de kanselier al het mogelijke aanwenden om de staten tot de inwilliging van de gevraagde bedragen te bewegen, opdat den landvoogd de middelen niet ontbreken om de ongeregeldheden door eene gestrenge regtvaardigheid te doen ophouden en den vrede door eenen geduchten oorlog te bespoedigen.
Geauth. afschrift, fr. get. Goss. Dulcken, in Doleantiën en orders, deel VI blad 304, 305.
1647, 17 Julij. De landvoogd geeft akte van aanneming van de op zijne aanvraag door de staten van het Overkwartier toegestane geldsommen, als; 60000 gulden tot continuatie der gewone bede, 80000 gulden voor een buitengewoon subsidie en 20000 gulden tot redemptie van de convey en, die door de gouverneurs en kommandanten der steden in het kwartier ten laste der inwoners tot onderhoud van de fortificatiën dei-steden geeischt worden.
De landvoogd belooft aangaande de perpetuiteit der magistraten van Roermond en Venlo binnen kort een gunstig besluit te zullen nemen en op het verlangen der staten om hunne in het vorige jaar aan de
— 163 —
Lotharingsche troepen verschotene gelden van de bovenstaande bedragen te mogen inhouden verzoekt hij van die uitgaven eenen naauwkeurigen staat te ont-♦ vangen ten einde dan een besluit daaromtrent te
nemen.
Orig. gedagt. in het leger voor Landrescliies en get. Leopolde Guillaume , Verreyken, in Doleantièn en orders , deel VI blad 312.
1647 , 10 December. De landvoogd zendt aan de staten van het Overkwartier eene lijst der regimenten, die gedurende den winter in het Overkwartier verblijven zullen en geeft hun bevel om de benoodigde gelden tot het onderhoud van die soldaten op de toegestane of nog in te willigen subsidiën voor te schieten.
Volgens deze lijst moesten in het Overkwartier en in het land van Weert verblijven de regimenten infanterie der graven van Isembourg en Ritberg en der kolonels Arias, Wolf en Alemany , acht kompagniën kavallerie en de twee Lotharingsche regimenten kaval-lerie ; in hel land van Gulik drie kompagniën kavallerie.
Orig. fr. gedagt. uit Brussel en get. Leopolde Guillaume, Veireyken, in Doleantièn en orders, deel VI blad 307. Zie Kwartiersrecessen , deel X bladz. 72 v0 en 73.
1648 , 17 Maart. De staten van het Overkwartier' geven eene instructie aan Dederik Schenck van Nijdeg-
v gen , heer te Blijenbeek , AefFerden en Grubbenvorst
en aan Marsilius van Gelre, heer te Arcen en drost te Kessel, ten einde zich naar Brussel te begeven en aldaar aan den landvoogd te kennen te geven: dat den gemeynen landtroep valt en ook uit art. 52 van hei traktaat van Munster zoude voortvloeijen dat het
— 164 —
Overkwartier tegen een equivalent door de stalen der Vereenigde Provinciën aan den Koning te geven, mei de overige drie kwartieren van Gelderland zoude ver-eenigd worden; dat de staten daaraan geen geloof kunnen hechten, eerstens omdat de vroegere vorsten van Gelder door traktaten van 1423, 1493 en 1538 beloofd en bezworen hebben geene steden , landen , enz. te zullen ewech geven, verpanden, vercoopen of be-swaeren zonder het consent der staten; en vervolgens omdat de onderdanen van het kwartier zich steeds mier de intentie van Sijne Ma1 gereguleert ende noynt-maels opentlick off moetwillichlick tegens Sijne Ma1 ge-rebelleert hebben; en ook nu bij de zeventig jaren gedurende de bloedige oorlogen goet ende Moet hebben opgezet om onder de gehoorzaamheid des konings en in het genot der Roomsclie religie te kunnen blijven. Eindelijk zullen zij de bemiddeling van den landvoogd inroepen om van den koning te verkrijgen dat hij van desen armen verschulden ende vuytgeputten guar tier eenen genaedichsten protect eur en beschermer wil zijn en blijven.
Orig. get. (joss. Dulcken, met het opgeplakte zegel der stad Roermond, in Doleantiën en orders. deel VI blad 324.
1648, 17 Maart. De staten rigten een verzoekschrift tot den landvoogd in den zin van de instructie aan hunne afgevaardigden naar Brussel gegeven.
Aan den voel daarvan antwoordt de landvoogd dal de koning zal trachten het Overkwartier te behouden en de stalen door alle mogelijke middelen zal trachten te bevredigen; hij zal een afschrift van hun verzoekschrift naar 's konings gevolmagtigden le Munster zen-
— 165 —
den , om na hun advies daarop omvangen te hebben zijne majesteit daarover te raadplegen.
Orig. latijn, aan den voet gedagt. uit Brussel en get. Leopolde Guillaume, par ordcc get. Fint a . in Doleanlién en orders, deel VI blad 326, 327.
1648, 18 Maart. De staten van het Overkwartier vernomen hebbende dat Johan Hendrik van Elmpt, heer aldaar, onlangs door zijnen knecht vermoord is geworden en de allen vasal len ende onderdaenen van desen alin-yen quartier veel daaraan gelegen ligt dat alsulcken feyl niet en blijue ongestraft, beloven eene premie van 600 pond uit te keerén aan de personen, die den moordenaar aan het geregt zullen overleveren.
Besluit in kwartiersrecessen, deel X bladz. 44.
1648, 14 April. De landvoogd geeft eene instructie aan den stadhouder de Ribaucourt en aan den kanselier Hieronimus de Gaule om in de vergadering der staten van het Overkwartier, door hem bepaald op 9 Mei e. k., namens zijne majesteit de heffing in dat kwartier aan te vragen van het klein zegel zoo als die in de Provincie Brabant reeds ingevoerd is; deze hefiing moet dienen om daaruit de groote en buitengewone kosten te voldoen , die door de aanneming van hel vredestraktaat met de staten der Vereenigde Nederlanden ontslaan zijn, zoo als ook om de kosten te bestrijden van eenen veldtogt tegen de Franschen , voor hei geval dat zij aan dat traktaat hunne toetreding weigeren, na hun daartoe alle mogelijke offers en voorwaarden te hebben aangeboden.
Geauth. afschrift, fr. get. .V. Maeti, in Ihleantien en orders, deel VI. blad 315, 316.
— 166 —
i648, 14 April. De landvoogd schrijft aan de slaton van het Overkwartier dat zij met tevredenheid en alge-meene toejuiching den goeden uitslag zullen vernomen hebben, die ten opzigte van het sluiten van een vredestraktaat met de staten der Vereenigde Provinciën te Munster verkregen is; daar echter de uitvoering en het genot van dat traktaat van de vervulling der punten afhangt, die door geheime neventraktaten werden vastgesteld en waaraan niet dan door groote uitgaven kan voldaan worden , zoo als blijkt uit een vertoog hem door den staatsraad en plenipotentiaris Brun overhandigd , waarvan de stadhouder en de kanselier den inhoud aan de stalen zullen mededeelen; om deze middelen te bekomen heeft hij in de overige provinciën subsidiën aangevraagd , maar voor dit kwartier vraagt hij in plaats daarvan de heffing van het regt van zegel voor een tijdvak van vier jaren, zoo als dat in Brabant reeds ingevoerd is. De landvoogd twijfelt niet of de staten zullen door hunne toestemming tot de heffing van dat regt blijken geven van hunne ingenomenheid met dit traktaat ; als daarvan de uitvoering door gebrek aan middelen geschorst werden zou dit nadeelige gevolgen veroorzaken.
Orig. fr. gedagt. uit Brussel on get Leopoldc Guil-laume , Verreyken , in Doleanliën en orders , deel VI, blad 318 , 340 , met een afschrift van het vertoog van den staatsraad Brun, aldaar blad 320—323.
1648, 10 Mei. De staten van het Overkwartier, orezien de qualificatie ende waepenen van Adriaan van Holbergen te Wanckum, erkennen hem als riddermatig persoon en nemen hem dientengevolge den eed de non revelando at.
Besluit in kwartiersrecessen, deel X blad/., tifi.
— 167 —
1648, II Mei. De staten van het Overkwartier nemen Jo. Willem van Merwick te Kessel tot ridder-matig persoon aan in consideratie van de diensten bij sijnen overleden vader gedaen en geven bevel hem voortaan op de vergaderingen der staten te beschrijven.
Besluit in kwartiersrecessen, deel X. bladz. 60 v0.
1648. II Mei. De staten van het Overkwartier , beraadslagende over de aanvraag van subsidie voor liet loopende jaar, en over de ligting van een zegel-regt gedurende den tijd van vier jaren, geven, in aanmerking nemende dat de vrede lusschen Z. M. en de geuniëerde provintiën te Munster gesloten is en onkosten daaruit ontstaan zijn, terwijl het noodig is om die campaigne tegens die Francoisen te continueren, hunne inwilliging tot eene bede van 60000 gulden en een buitengewoon subsidie van 100000 gulden.
In betrekking tot de ligting van het klein zegel geven de staten te kennen dat zulks in het kwartier niet doenlijk is, wegens het kleine getal notarissen en het weinige gebruik dat van deze ambtenaren gemaakt wordt, zijnde van seer ouden hercommen altoos eene n san tie geweest dat partijen contrahenten hunne pacten set/I's beschrijven en door geloofwaardige getuigen doen onderteekenen ; zij verzoeken derhalve bij hunne oude regten te mogen blijven, die hun door keizer Karei V zijn verleend en door zijne opvolgers bezworen geworden om ten eeuwigen dage gehandhaafd te worden, in welken Roomschen rijck noytmaelen dusdanige segelrechten gepractiseert cunnen worden.
Kwartiersrecessen, deel X bladz. 07 volg£. Zie nok aldaar bladz. 70. 71.
— 168 —
1648, 29 Mei. De landvoogd geeft aan den stadhouder de Ribaucourt en aan den kanselier Hieronimus de Gaule eene instructie om zich uit zijn naam naar Gelder, Roermond en Venlo te begeven en aan de magistraten dier steden te kennen te geven dat e Franschen alle voorstellen tol vrede geweigerd hebben en zich gereed maken deze provinciën met eene buitengewone krijgsmagt aan te vallen , dat het^ tot krachtige verdediging noodzakelijk is nevens Gods hulp en het vertrouwen op de regtvaardigheid van s koningszaak ook tot uitbreiding der legers en tot het behoorlijk onderhoud daarvan alle mogelijke middelen in 't werk te stellen ; daartoe zullen zij aan de magistraten dier drie steden de ligting cn hel onderhoud op hunne gezamentlijke kosten aanvragen van twee kompagniën die, met de kompagniën dooi andere steden te ligten, een regiment zullen vormen, waarvan de landvoogd gedurende dezen veldtogt kolonel zijn zal.
Afschrift, iu Doleanliën en orden, deel VI blad. 3^9, 330,
1648, 12 Junij. De stadhouder de Ribaucourt vaardigt een plakkaat uit tegen verschillende soldaten van de 5 regimenten Duitschers, die op bevel van den aartshertog Leopold naar het leger in Vlaanderen gezonden werden, en zoo als hij verneemt hunne regimenten ende compagnièn int velt hebben verlaten eude dneivan verlopen sijn, zoodat zij thans hier en daar schuilen, ile gemeyne heerenstraeten infest eren, die goede luyden ende passanten affsetten ende spalieren. Hij geett aan die soldaten '1 bevel binnen acht dagen na de publicatie van dit plakkaat zich bij hem of bij den kolonel Ritot, koniman-dant van Roermond, aan te melden om naar hunne
— 169 —
regimenten te worden teruggezonden, daar zij anders voor deserteurs zullen gehouden worden.
Gedrukt exemplaar, in Dolmntiën en orders, deel VI blad 317.
1648, 18 Julij. Het bureau van linantiën te Brussel berigt aan de staten dat het buitengewoon subsidie van 100000 gulden aangenomen is, zoodat het verzoekt , aangezien de groote behoeften van het leger dit verei-schen, onmiddellijk den eersten termijn tot een bedrag van 25000 gulden te willen storten en den tweeden zoo spoedig mogelijk te laten volgen , ten einde daaruit de dringende betalingen te kunnen doen , die uil het aannemen van het vredestraktaat voortvloeijen ; het bureau belooft voor de vooruit betaalde termijnen eenen redelijken interest te zullen vergoeden.
Orig. fr. get. Coosmam, in Doleantim en orders, deel VI. blad 333.
1648, 26 Julij. Het bureau van financiën te Brussel schrijft aan de staten van het Overkwartier dat het van zeer groot belang voor den dienst des konings is hel traktaat met den prins van Oranje gesloten zoo spoedig mogelijk uit te voeren ; dewijl daartoe echter gereede penningen noodzakelijk zijn en de landvoogd op de onmiddellijke voldoening van den tweeden termijn van hel ingewilligde subsidie gerekend heeft , verzoekt hel bureau van financiën dringend dezen termijn tegen vergoeding der interesten zoodra mogelijk te storten en indien dil niel spoedig genoeg kan gedaan worden eene obligatie le geven om deze betaling in den kortst mogelijken tijd te doen plaats hebben.
Orig. fr. get. H. v. Croonendnel , in Doleantiën en orders, deel VI, blad 335.
1648, 27 Julij. De landvoogd geeft aan de staten van het Overkwartier akte van aanneming van eene ingewilligde bede van 60000 gulden en van een subsidie van 100000 gulden ; hij verklaart dat door deze inwilliging den hcysch oft instantie tutte lichtinghe oft impositie van den cleynen seghel sal cesseren.
Orig. gedagt. uit het leger bij Rijssel en get. Leopolde Guillaume. Verreyken, in Doleantiën en orden , deel VI blad 331.
1648, 28 Julij. Het bureau van financiën te Brussel schrijft aan de staten van het Overkwartier dat sedert zijn schrijven van 26 dezer de staatsraad Hovines aan den graaf van Noyelles geschreven heeft over de groote hinderpalen , die te verwachten zijn wanneer niet onmiddellijk gevolg aan zijn schrijven gegeven wordt; uit bijgevoegd afschrift van den brief van dien staatsraad kunnen de staten die hinderpalen vernemen om tot hun eigen welzijn en behoud daarin te voorzien. Het bureau verzoekt spoedig een besluit te nemen , dat geëven-redigd is en aan het voordeel, dat zij door den vrede bekomen hebben en aan de noodzakelijkheid om de voorwaarden en kosten te voldoen, die daardoor ontstaan zijn.
Orig. fr. get. E. de Bie, in Doleantiën en orders, deel VI blad 337, met het vermelde afschrift aldaar blad 338.
1648, 4 November. De landvoogd zendt aan de staten van het Overkwartier eene lijst van de regimenten soldaten, die gedurende den winter in het Overkwartier moeten onderhouden worden, en gelast hun dat onderhoud volgens bijgaande reglementen voor te schieten
en het bedrag van de toegestane of nog in te willigen beden te korten.
Orig. fr. gedagt. uit Brussel en get. Leopolde Guillauinr. met de vermelde lijst en reglementen , In Doleantiën en-orders, deel VI blad 341—345.
1648, 6 November. De staten van het Overkwartier geven eene instructie aan Marselius van Gelre, heer te Arcen en drost van het ambt Kessel, Godfried van Stee-nen , burgemeester van Roermond en Pieter Roomer , burgemeester van Venlo, ten einde zich naar Rrussel te begeven om aldaar informaiiën in te winnen aangaande de te logeeren troepen gedurende den winter ; voorts het onvermogen van het kwartier te kennen te geven en op de verwijdering der Lotharingsche troepen aan le dringen.
Minute, in kwartiersrecessen, deel X bladz. 74, afschrift in Doleantién en orders, deel VII blad 24.
1648, 19 November. De staten van het Overkwartier , in aanmerking nemende dat tengevolge van den vrede met de Staten-Generaal der Vereenigde Nederlanden gesloten de heffing van licenten op den Rijn en op de Schelde opgeheven is , besluiten op gemeene lands-kosten insgelijks de opheffing te verkrijgen der licenten, die in het land van Gulik en op de rivier de Maas geheven worden.
Besluit in kwartiersrecessen, deel X, bladz. 77.
1648, 14 December. De landvoogd rigt een schrijven aan den stadhouder over het onderhoud der regimenten in het Overkwartier ; van de twee regimenten van den hertog, die zich in het graafschap Horn gelegerd hebben, behoeft hij zich niets aan te trekken, maar wanneer de soldaten daartoe behoorende zich veroorloven 's konings
- 172 —
landen af te loopen en die te plunderen zal hij hen doen vatten en naar verdiensten doen straffen.
Afschrift, fr. in Doleantiën en orden, deel VI, blad 347.
1648, 20 December. De staten van het Overkwartier maken eene regeling met den graaf de Ligueville aangaande de fouragiën on placquillen, die zij ten behoeve van het regiment van den graaf zullen moeten leveren.
Geautli. afschrift, get. P. Bosman, in Doleantiën en orders, deel VI blad 351.
1648, 22 December. De staten van het Overkwartier nemen het besluit tot heffing van een algemeen hoofdgeld in het kwartier, ten einde daardoor niette minste lesie van de onderdaenen tot de middelen te geraken waarmede de fouragiën en placquillen voor de onverwachte en beswaerlijcke inquartieringe van de volkeren van sijne ma' ende andere van syne liooch' van Lorrainen noodich kunnen bestreden worden ; zij bepalen voorts hoeveel ieder persoon , hetzij geestelijk of wereldlijk , daaraan moet bijdragen.
Orig. get. Goss. Dulcken, in Doleantiën en orders, deel VI, blad 354.
1648, 22 December. De stalen van het Overkwartier, in aanmerking nemende de zware inlegering van krijgsvolk, waardoor het vuyterste verder/I' ende ruine soo van steden als van den platten lande niet en can verhoedet ofte voorgebouwet worden als met prompte middelen van gelde, besluiten tot de invordering van een hoofdgeld op het platte land van het kwartier.
Het bedrag van dit hoofdgeld zal zijn : voor iederen pastoor een rijksdaalder, voor de kapellaans een halve; de adellijke personen elk li/s rijksdaalder ; de officieren, schepenen, halfheden en andere huislieden , op hunne
— 173 —
eigene goederen wonende , eenen paltacon ; de kleine akkerlieden (koeleren), daghuurders, knechten en meiden, boven de tien pattacons in 't jaar verdienende, een halven pattacon ; alle vrouwen betalen gelijck hunne mans ende die weduwen gelijck de vrouwen ; de kinderen boven 12 jaren een halven pattacon, de jongeren zijn vrij.
Kwartiersrecessen, deel X bladz. 78—80.
1648, 26 December. De stalen van het Overkwartier geven aan het hof van Gelder te kennen dat zij, om hunnen ijver te toonen in het opbrengen der penningen benoodigd tot hel onderhoud der troepen , het besluit genomen hebben een algemeen hoofdgeld te heffen over de ingezetenen van het kwartier, waartoe zij 's hofs bekrachtiging verzoeken.
Orig. gel. Goss. Dulcken , in raargiiie get. N. Maen , in Doleantiën en orders, deel VI blad 353.
1648, 26 December. Het hof van Gelder , in aanmerking nemende de vuyterste ende hoochsie noodt, daer inne dit qmrtier ouermitz den overlast van sijne ma1quot; ende die Lorrainsche trouppen sich bevindt, verleent zijne goedkeuring aan het ontwerp op de invordering van een hoofdgeld , door de staten van het Overkwartier vastgesteld.
Afschrift in kwartiersrecessen, deel X hladz. 80.
1649, 7 Februarij. De staten van het Overkwartier in aanmerking nemende dat het algemeene hoofdgeld niet heeft opgebragt hetgeen men daarvan had verwacht, en daar de nood vereischt dat onmiddellijk nog een bedrag van 100000 gulden gevonden worde om in de kosten van de tegenwoordige inquartieringe van de Ldthringsche, Lamhoysche ende Coninrxsche soldaten te
— 174 —
voorzien , besluiten hel vermelde bedrag volgens de oude wijze over hel kwartier om te slaan.
In margine geert hel hof van Gelder daartoe zijne toestemming.
Orig. get. Goss. Didcken, in margine get. N. Muen, in Doleantiën en orders, deel VI blad 359 , 360. Zie ook kiuartiersrecessen, deel X bladz. 81—83.
-1649, 11 February. De landvoogd berigt aan de staten van het Overkwartier dal de dienst des konings vordert om de krijgslieden in het kwartier aanwezig onmiddelijk te doen oprukken en geeft bevel hen behalve hel verschuldigde voor eene maand vooruil van placquillen en fouragiën le voorzien; hij vertrouwt dat de staten aan zijn bevel zullen gehoorzamen , daar zulks lot hel welzijn en de rust der onderdanen moet strekken, vermits daaruit volgens alle waarschijnlijkheid binnen kort de vrede zal lol stand komen.
Orig. fr. gedagt. uit Brussel en gel, Leopolde Guillaume, Verreyken, in Doleantiën en orders, deel VI blad 363.
1649, Maart. Verschillende stukken betreffende een schrijven door den vicaris generaal en de geestelijkheid van het diocees van Roermond aan den landvoogd overhandigd, waarin geklaagd wordt over de ongelijke verdeeling der over het kwartier omgeslagene gewone en buitengewone lasten , en de schade , die de geestelijkheid daardoor beloopt.
Afschrift in Doleantiën en orders, deel VII blad 6—20.
1649, 14 Maart. De landvoogd geeft in naam des konings bevel aan den stadhouder de Ribaucourl om de officieren en soldalen van hel regiment van den kolonel Michiel van der Waerlen, die in de stad Gulik
— 175 —
gebleven zijn, zoo als ook de recruten, die zij achtereenvolgens zullen ontvangen, te voorzien van de noodzakelijke fouragiën uit het magazijn aldaar.
Orig. fr. gedagt. uit Valenciennes en get. Leopold? Guillaume, in Doleanliën en orders, deel VII blad 34.
1649, 16 Maart. De landvoogd schrijft aan de staten van het Overkwartier dat de personen, wier landerijen vroeger in de fortificatiën van Gelder en in het nieuwe kanaal gevallen zijn, tot dusverre geene schadeloosstelling hebben kunnen bekomen, aangezien daartoe geene middelen voorhanden waren ; daar echter met den tegen woo rdigen vrede een omkeer in de zaken zal plaats grijpen verzoekt hij de staten door eene verhooging der bede die schadeloosstelling mogelijk te maken.
Orig. fr. gedagt. uit Brussel en get. Leopolde Guillaume, De Die, in Doleanliën en orders, deel VII blad 30.
1649, 5 April. De landvoogd schrijft aan de staten van het Overkwartier door den hertog van Lotharingen onderrigt te zijn dal zijn bevel tot het onderhoud der troepen, die van dezen hertog nog in het kwartier gebleven zijn, tot dusverre niet opgevolgd is geworden; hij beveelt nogmaals in naam des konings aan de troepen, die zich nog in het land van Gelder bevinden, logies, placquillen en fouragiën te verstrekken en aan de overige, die reeds te velde getrokken zijn, de placquillen uit te betalen voor de maanden, die tot het winterkwartier gerekend worden ; hij verlangt dat dit alles zal geschieden tot volle tevredenheid van genoemden hertog.
Orig. fr. gedagt. uit het kamp van Vaudecourt en get. Leopolde Guillaume, Colhrandl, in Doleanliën en orders, deel VII blad 38.
— 176 —
1649, 21 Mei. De landvoogd schrijft aan de stalen van het Overkwartier dal zij tot dusverre de placquillen over de maanden Maart en April aan de troepen van den hertog van Lotharingen verschuldigd nog niet voldaan hebben en zij aan die troepen ook geene hulp verleenden gedurende hun verblijt in Frankrijk, waardoor die veel geleden hebben ; hij verzoekt daaraan alsnog gevolg te geven, en rnogten de staten moeijelijkheden daarin ondervinden alsdan ten minste het bedrag voor ééne maand te voldoen.
Orig. fr. gedagl. uit Brussel en get. Liopolde Guillaume, Verreyken, in Doleantién en orders, deel VII blad 61.
1649, 30 Julij. De landvoogd geeft eene instructie aan den stadhouder en aan den kanselier om in de versraderinc: der stalen van het Overkwartier dd. 16 Augustus het voorstel te doen van eene bede en een buitengewoon subsidie, elk tot een bedrag van 100000 gulden. Bij een schrijven van 9 Augustus daarna berigt de landvoogd aan bovengenoemde personen dal in zijn eerste schrijven aangaande de aan te vragen bedragen een abuis heeft plaats gegrepen, zoodat die brief moet gewijzigd worden en de bede lot een bedrag van 60000 en het subsidie lot een bedrag van 160000 gulden dient te worden aangevraagd.
Twee afschriften, fr. get. ./. de Gaule, in Doleantién en orders, deel VII blad 52.
1649, 30 Julij. De landvoogd geeft kennis aan de stalen van het Overkwartier dal hij den stadhouder en den kanselier den last heeft opgedragen om in de vergadering dier stalen, die hij op 16 Augustus bepaald heeft, eene bede aan te vragen.
Orig. fr. gedagt. uitBouehain, en get. Leopolde Guillaume. Verreyken, in Doleantién en orders, deel Vil blad 48.
1649, 18 Augustus. De staten van het Overkwartier geven hunne toestemming tot eene bede van 60000 gulden en een subsidie van 100000 gulden onder uitdrukkelijk voorbehoud dat, ingevolge belofte van den landvoogd bij zijne brieven van 10 December 1647 en 4 November 1648, deze bedragen zullen gebruikt worden lot terugbetaling der penningen, die door het kwartier werden voorgeschoten tot betaling van de placquillen en fouragiën der regimenten, die in het kwartier overwinterd hebben, en dat het overschot dier gelden tot gelycke betaelinge van den aen-staenden winlerquartieringe zal worden aangewend.
Besluit in kwartiersrecessen, deel X bladz. 90.
1649, '18 Augustus. De staten van het Overkwartier vernieuwen hun provisioneel reglement op den koers der munten van 20 Aug. 1645, ten einde daardoor woecker tot verdieringhe van allen coopman.schappen daer uyt spruytende te breken ende des ghemeynen mans heyme-lycke schaeden voor te komen.
Gedrukt exemplaar, ter oidie van de stalen get. Goss. Dulcken, in omslag 21 N0 31. Zie ook hierover in Doleantiën en orders, deel VII blad (54 en 65.
1649, 20 Augustus. De staten van het Overkwartier benoemen Adriaan van en tot Hoensbroek, erfmaarschalk van het vorstendom, drost der stad en ambt Gelder, Arnold van Boeckholt, Johan Spee, licentiaat in de regten en schepen van Roermond en Pieter Roomer, burgemeester en schepen van Venlo, om zich ten spoedigste naar Brussel, Doornik ol' elders, alwaar de landvoogd kan worden aangetroffen, te begeven, ten einde hem in kennis te stellen met de inwilliging eener bede van 60000 gulden en van een buitenge-
woon subsidie van 100000 gulden en op de aanneming dier sommen aan te dringen; voorts zullen zij hem te kennen geven het onvermogen en de f achterheyt van schulden, waarin het kwartier door de inlegering van regimenten zoo te voet als te paard in de jaren 1647 en 1648 geraakt is, zoo dat het onmoegelyck is om daerinne te continueeren ende indien daerinne geen vertroostinge en verlichtinge gewonnen kan worden, voor den aenstaenden winter d'arme ondersaeten van mismoet ende miserie verloopen ende huys ende hojf' veriaeten sullen moeten.
Minute, in kwartiersrecessen, deel X bladz. 93—98, afschrift in Doleantiën en orders, deel VII, blad 79.
1649, 7 October. Het hof van Gelder vaardigt een plakkaat uit, waarbij aan de bezitters van waarden, zanden of eilanden, die zich in de rivier de Maas in het vorstendom Gelder gevormd hebben, eenen laatsten termijn van 14 dagen gesteld wordt ten einde daarvan hunne titels of bescheiden van eigendom op de griffie van het hof te vertoonen ; als na afloop van dezen termijn aan dat vertoonen geen gevolg is gegeven zullen die waarden, enz. aan den koning vervallen.
Gedrukt exemplaar, ter ordonnantie van 't hof get. N. Maen en voorzien van het zegel, in Doleantiën en orders', deel VII blad 63.
1649, 13 November. De landvoogd zendt aan de staten van het Overkwartier eene lijst van het krijgsvolk door hem aangewezen om den winter in het kwartier door te brengen; hij beveelt tevens de penningen tot hun onderhoud voor te schieten en op de ingewilligde of nog toe te stane beden te korten.
Deze lijst bevat de vijf regimenten infanterie van den graaf van isembourg, van den graaf van Ritberg,
van de kolonels Doiiato AUemany, Oclavio Guasco en Pletlenberg, zoo als ook de vrije kompagniën, die gewoonlijk in het kwartier zijn ; voorts de vier regimenten kavallerie van den sergeant majoor Savary, van den kolonel Doucquel, de dragonders van den kolonel Andermont en het regiment van den kolonel Momael.
Orig. Ir. gedagt. uit Brussel en gel. Leopolde Guil-laurne , Verreyken , met een afschr. der vermelde lijst, in Doleanliën en orders, deel VII blad 57 en 58
1649, 15 November. De landvoogd geeft bevel aan de staten van het Overkwartier een voorschot van 10000 gulden in handen van den bode te stellen, die door den pagador generaal van 's konings leger naar het hertogdom Gelder zal worden gezonden ; deze som moet dienen tot het verschaffen van soldatenbrood aan de garnizoenen van dat hertogdom en de landvoogd zal die terugzenden zoodra de uit Spanje verwacht wordende gelden zullen zijn aangekomen.
Orig. IV. gedagl. uit Brussel en gel. Leopolde Guillaume, Verreyken, in Doleanliën en orders, deel \'II blad 67.
1()49, 19 November. De landvoogd rigt een tweeden brief tot de staten van het Overkwartier, waarin hij het verzoek tot het voorschieten eener som van 10000 gulden herhaalt en dringend vraagt daaraan onmiddellijk gevolg te geven.
Orig. fr. gedagl. uit Brussel en gel. Leopolde Guillaume, Verreyken, in Doleanliën en orders, deel VII blad 69.
1649, 29 November. Het hof van Gelder hecht zijne goedkeuring aan de invoering van een hoofdgeld, waartoe de staten van het Overkwartier besloten
— 180 —
hebben omdat de ingewilligde bede van 60000 gulden en het subsidie van 100000 gulden niet toereikend bevonden zijn geworden tot onderhoud van het thans in het kwartier zich bevindende krijgsvolk en dyemhalffen om mehrdere inconuenienten in de steden ende platten lande voor te commen.
Grig. get. P. Bossman, in margine get. iY. Maen, in Doleantién en orders, deel VII blad 71.
1649, 6 December. De landvoogd beveelt ingevolge een klaagschrift der staten van het Overkwartier aan den stadhouder de Ribaucourt te zorgen dat de oversten der kolonels der in het Overkwartier aanwezige krijgslieden maatregelen nemen om hunne officieren en soldaten te beletten zich uil hunne garnizoensplaatsen te verwijderen en den armen inwoners van het platte land overlast aan te doen; hij magtigt hem de overtreders in hunne bedieningen te schorsen.
Geauth. afschrift, fr. get. P. Bossman, in Doleantién en orders, deel VII blad 81 ; met een afschrift van hel vermelde klaagschrift, aldaar blad 83.
1650, 29 Januarij. De landvoogd neemt, ten gevolge van een klaagschrift hem door de staten van het Overkwartier toegezonden het volgende besluit: hij zal zorgen dat de privilegiën van het kwartier, voor zoo veel die tot dusverre in gebruik geweest zijn, gehandhaafd worden ; aangaande de perpeluiteit der magistraten van Roermond en Venlo kan hij nog geen besluit nemen maar verleent de magtiging aan de staten om deze zaak voor den geheimen raad te vervolgen ; hij schorst echter de verkiezing gedurende een jaar en behoudt zich voor om de burgemeesters en eerste schepenen in beide sleden te vernieuwen,
hetzij uit den magistraal of daarbuiten ; hij zal zorg dragen dat de opbrengst van de tollen en iicenlen in het kwartier zooveel mogelijk ten behoeve van dat kwartier worden aangewend ; het is zijn vaste wil dat de oude gewoonten en gebruiken van het hof worden nagekomen zonder nieuwigheden in te voeren en zal op het verlangen der staten en tot nader bevel het gouvernement van Stralen opheffen.
Orig. fr. gedagt. uit Brussel en gel. Leopolde Guillaume, Ie Comte, in Doleaniiën en orders, deel VII blad 87—91.
1650, 31 Maart. De landvoogd schrijft aan de staten van het Overkwartier dat het weldra tijd wordt om hel krijgsvolk zich in het kwartier bevindende Ie velde te doen trekken ; dal zulks echter niet zonder cenige ondersteuning kan geschieden , en hij derhalve den staten verzoekt onmiddellijk aan alle regimenten eene maand placquillen te doen uitbetalen opdat de dienst des konings geene vertraging ondervinde.
Orig. fr. gedagt. uil Brussel en gel. Leopolde Guillaume, Verreyken, in Doleantiën en orders, deel VII, blad 105.
1650, 5 April. De staten van hel Overkwartier schrijven aan den landvoogd dat in plaats van eene vermindering van lasten voor het arme kwartier te bekomen, thans nog gevraagd wordt eene maand placquillen aan alle regimenten uil te betalen ; de staten moeten met tranen in de oogen den landvoogd berigten dat deze vordering niet ten uitvoer gelegd kan worden en verzoeken hem iemand af te vaardigen,
C.' 7
die zich van de onmogelijkheid daarvan kan overtuigen; zij verzekeren tevens dat wanneer met dergelijke vorderingen voortgegaan wordt zij genoodzaakt zijn het
- 182 —
bestuur neder te leggen en de üaken der provincie tot de hoogste verwarring te laten komen.
Minute, fr. in Doleantièn en orders, Deel Vil blad 111.
1650, 19 Junij. De landvoogd berigt aan de stalen van het Overkwartier dat hij aan den heer de Ri-baucourt, stadhouder, en Hieronimus de Gaule, kanselier, den last heeft opgedragen om in de eerstkomende vergadering dier staten van zijnentwege een voorstel te doen.
De landvoogd vertrouwt dat de staten eene goede resolutie op dit voorstel zullen uitbrengen ; hij verwacht dit van hunnen bekenden ijver en liefde voor 's ko-nings belangen en is ook overtuigd dat zij met de tegenwoordige behoeften bekend zijn en weten dat dit voorstel tot hunne eigene welvaart en behoud geschiedt.
Orig. fr. gedagt. uit het leger te Valenciennes en gel. Leopolde Guillaume, Verreyken, in Doleantièn en orders, deel VH blad 147.
1650, 19 Junij. De landvoogd geeft eene instructie aan den stadhouder en aan den kanselier aangaande het voorstel dat zij namens hem in de vergadering der staten van het Overkwartier doen zullen. Ten gevolge van deze instructie zullen zij aan die staten de middelen voorstellen, die in eene bijliggende memorie vervat zijn, en hun melden dat zij door de aanneming daarvan eene gewigtige dienst aan den koning zullen bewijzen ; dat het in deze tijdsomstandigheden volstrekt noodzakelijk is alle mogelijke middelen op te sporen om zich geld te verschaffen ten einde het leger te onderhouden en den Franschen vijand niet alleen uit de plaatsen, die hij nog bezet
— 183 —
lioudt, te verdrijven maar ook verder in Frankrijk door te dringen en hem tot den vrede te noodzaken, die dooi' deze landstreken zoo vurig wordt gewensclit ; dat ook een gedeelte dezer middelen zal moeten aangewend worden lot het dekken der onkosten ontstaan door den vrede, die tusschen den koninff en de Republiek der Vereenigde Provinciën tot stand gekomen is, als ook om de verschillende personen genoegen te verschaffen, die bij dit vredestraktaat belang hebben.
in de bijliggende memorie werd voorgesteld dal de voornaamste steden hun krediet zouden verleenen tot het opnemen van eene som gelds, waartegen haaide volgende in te voeren middelen zouden verpand worden behalve de koninklijke domeinen en beden, elk in zijn district, zoude haar een octrooi verleend worden : tot het ontvangen van den 40s!en penning op alle erfenissen die aan de zijlinie vervallen en den SO5quot;quot;quot; penning op de schenkingen onder de levenden en de legaten aan personen, die niet in regte lijn afstammen; daarenboven zoude een octrooi verleend worden in de steden waar zulks nog niet is ingevoerd , tot de heffing van een zegelregt op het papier, enz.
Orig. fr. gedagteekend uit het leger te Valenciennes en geteekend Leopolds Guillaume, Verre ijken, in Doleantién en orders, deel VU blad 148. Zie de memorie aldaar, blad 159.
1650, 20 Junij. De stadhouder berigt aan de staten van het Overkwartier de ontvangst van hun schrijven van 18 Junij 11. en meldt dat hij den landvoogd kennis gegeven heeft van het gevangennemen van twee burgers door de Fransche troepen , in het land van Aken; hij weet geen beter middel om deze gevangenen spoedig terug te krijgen dan dat de staten eenige
— 184 —
partijgangers tegen de Franschen uitzenden ; de bewoners van het platte land hebben immers de wapenen in handen en kunnen zich daarmede tegen alle troepen verdedigen, die geen paspoort, van den landvoogd of van den stadhouder kunnen vertoonen ; zij zijn derhalve bij magte de voorbijtrekkende soldaten aan te vallen en gevangen te nemen. Hij berigt voorts dal de troepen van de Haccourt geld en bevel tot vertrek ontvangen hebben ; aangaande het vertrek der Duitsche troepen , die zich op hel platte land bevinden, heeft hij reeds twee malen aan den landvoogd geschreven en zal heden nogmaals daarop aandringen.
Orig. fr. gedagt. uit Brussel en gel. Ribauc.ourt, in Doleantiën en orders, deel VIT blad 151.
1G50, 27 Junij. De stadhouder schrijft aan de Haen, raad in het hof van Gelder, dal hij niet spoedig genoeg naar hel kwartier kan komen om zich van de hem opgedragen taak te kwijten ; hij zendt hem derhalve de stukken betreffende het voorstel aan de staten van het Overkwartier gedaan en verzoekt hem die aan den kanselier te overhandigen. Mogl de kanselier echter door zijnen gezondheidstoestand verhinderd zijn dit voorstel in persoon le doen, dan kan hij hem den last daartoe geven, zoo als de stadhouder dit reeds bij voorbaat doet.
Orig. gedagt. uit Brussel en get. Ribaucowi. in Doleantiën en orders, deel VII blad 153.
1650, 30 Junij. De magistraat van Roermond beschrijft np last van den landvoogd eene vergadering der staten van het Overkwartier op den öllequot; Julij e. k.
Minute in Doleantiën en orders, deel VII blad 157.
1650, 6 Julij. De staten van het Overkwartier zenden een bezwaarschrift aan den landvoogd tegen de voor-
gestelde belasting van den 40equot; en SOquot;quot; penning , even als legen die op het zegel , en verzoeken daarvan verschoond te mogen blijven.
Minute, in Doleantién en orders, deel VII blad 161.
16S0, 6 Julij. De staten van het Overkwartier zenden aan den stadhouder een afschrift van het voorgaande schrijven, geven hem te kennen dat de voorgestelde belastingen met den inhoud hunner privilegiën strijdig zijn en verzoeken zijne medewerking, opdat zij boven deses landts oude rechten en de gerechticheden met dusduniye impositiën niet besivaert worden.
Minute, in Doleantién en orders, deel VII blad 163.
1650, 7 Julij. De landvoogd schrijft aan den stadhouder dat het leger in de laatste dagen veel geleden heeft door gebrek aan levensmiddelen, waardoor hij belet werd in het vijandelijke land met hetzelfde gevolg binnen te dringen als hij begonnen was ; daar dit gebrek is toe te schrijven aan het kleine getal wagens, waarover hij beschikken kan, gelast hij den stadhouder bij de staten van het Overkwartier 35 wagens aan te vragen , die gedurende den veldtogt tot zijne beschikking zullen blijven. Hij hoopt dat de staten bij deze gelegenheid een nieuw bewijs van hunnen ijver zullen geven en hij kan hun de verzekering geven dat hij deze dienst zal beschouwen als de grootste, die zij aan Z. M. kunnen bewijzen.
Bij een schrijven onder dezelfde dagteekening geeft de landvoogd berigt aan de staten dat hij den stadhouder met hel, doen van dit voorstel belast heefl.
Afschrift, fr. en orig. fr. gedagt. uit Landreschies en get. Leopotde Guillaume, Colbrand, in Doleanlièn en orders. deel VII blad 165 en 171.
— 186 —
1650, 44 Julij. De stadhouder schrijft aan de staten van het Overkwartier vernomen te hebben dat een getal van 50 ü 60 kavalleristen van het regiment, van den kolonel Kinsky op weg naar het Overkwartier zijn en weldra door het overschot van dal regiment zullen gevolgd worden ; hij verzoekt hun die troepen in de vijf volgende landstreken te logeeren, als ; in de drostambten van Gelder, Kriekenbeek, Kessel en Montfort en op de «buitingenquot; van Weert, Nederweert en Wessem.
Deze last komt onverwacht en hij geeft derhalve den raad iemand naar den landvoogd af' te vaardigen ten einde daarvan verschoond te worden ; hij wil daartoe zijne ondersteuning schenken, want alleen mag hij geen pogingen daartoe in het werk stellen.
Grig. fr. geelagt. uit Brussel en get. Ribaneourt , in Doleantiën en orders, deel VII blarl 169.
1650, 17 Julij. De staten van het Overkwartier schrijven aan den landvoogd dat het gedane voorstel om 35 wagens naar het leger te zenden een al te grootc last voor het kwartier is, waaraan hel onmogelijk voldoen kan ; daar zij evenwel de noodzakelijkheid begrijpen om de vijandelijke magt te keer te gaan en zoo doende tot eenen bestendigen vrede te geraken , die voor deze landen zoo wenschelijk is, hebben zij om hunnen ijver tot de dienst van Z. M. te toonen, in plaats van die wagens een bedrag van 10500 gulden ingewilligd, waarmede zij hopen dat, met het oog op den verarmden toestand van het kwartier, genoegen zal genomen worden.
Minute, in Doleantiën en orders, deel VII blad 173.
1650, 5 October. Op het verzoek van Rei nier van Gelder om wegens zijn huis te Bree in het land van Kessel als riddermatig persoon te worden erkend, geven
— 187 —
de staten van het Overkwartiei' bevel hem in het ridderboek op te teekenen en voortaan tot de vergaderingen te beschrijven.
Besluit in kwartiersvecessen, deel X bladz. 125 v0,
1651. Eene menigte stukken inhoudende de opgave der magistraten van alle steden en plaatsen van het Overkwartier welke lasten iedere plaats afzonderlijk heeft moeten dragen ten gevolge van de inkwartiering van het krijgsvolk gedurende de winters van 1646 lol en met 1650.
Orig. in omslag 24.
1657, 30 Augustus. De gedeputeerden der steden van het Overkwartier protesteeren tegen een besluit van de ridderschap, waarbij een buitengewoon subsidie van 60000 gulden toegestaan wordt ten einde daardoor van den landvoogd te verkrijgen dat het ambt van kanselier steeds aan een lid van die ridderschap, wordt opgedragen.
Geauth. afschrift, get. M. Joris, in omslag 21 Nquot; 10.
1662. Beknopte staat der penningen, die sedert het jaar 1644 tot en met 1662 over het Overkwartier omgeslagen zijn geworden.
Grig. fr. in omslag 21 Nquot; II.
— I»-——
-=®c8Sico=--
1220. Anno Domini M. CC. XX. Engelbcrl, aartsbisschop van Keulen, verleent, bij gelegenlieid dal hij de kerk van het Gistercionser coiivont te Roermond inwijdt, eenen aflaat van 40 dagen aan alle personen , die uit andere parochiën deze kerk op het jaarfeest harer inwijding zullen bezoeken.
Afschr. lat. in Cartularium (1) I. Nquot; 3i.
1220. Actum Aquis anno dominice incarnalionis M. CC. XX. feliciter, amen. Sibodo, proost, Gerardus, deken, en het geheele kapittel der kerk van den H. Adal-bertus te Aken verkoopen aan het Munster klooster te Roermond 18 bunders akkerland gelegen te Herten mei drie huizen, onder voorwaarde dal het convent jaarlijks op het feest van den H. Martinus aan bovengenoemden proost en kerk zal voldoen twintig Luiksche schellingen,
(I) Hot Cartularium afkomstig van hel Cistercienser couvcnl van Itocrmond bestaat uit twee deelcn ; al de daarin voorkomende stukken zijn in dezen inventaris opgenomen en kortheidshalve hebben wij die ais zich bevindende in Cartularium 1 of II aangeduid.
drie malder haver, zes kapoenen en bij het overlijden van den man of de vrouw het beste paard, en indien dit niet aanwezig is de beste koe ; dit laatste voor het regt van keurmede; getuigen van dezen verkoop waren : Gisilbertus , prepositus de Heinsberg , Johannes de Linne , Sibodo Aquensis canonicus, Heidenricus de Tonebarg, Theo-dericus Rumbolo et alij quam plures.
Afschr. lat. in Cartularium I. N0 16.
1220, 10 December. Datum Laterani IIII ld us De-cembris pontificatus nostri anno quinto. Paus Honorius 111 neemt het Gistercienser klooster te Roermond met zijne bezittingen, in het bijzonder de kerk van Rode, in zijne bescherming.
Afschr. lat. in Cartularium I, N0 9.
1221, 9 February. Datum Laterani V Idus Februarij, pontificatus nostri anno quinto. Paus Honorius II! neemt het Gistercienser klooster te Roermond in zijne bescherming, in het bijzonder 40 aren aldaar met den hof te Herten en de eigendommen te Stevensweert en Detten-rode gelegen.
Afschr. lat. in Cartularium I N0 13.
1221, 2 April. Datum Laterani IIIIquot; Non is Aprilis , pontificatus nostri anno quinto. Paus Honorius 111 neemt het Gistercienser klooster te Roermond met zijne bezittingen , in het bijzonder het patronaatregt der kerken van Gelder(l) en Wetten, in zijne bescherming.
Afschr. lat. in Cartularium I, Nquot; 8.
1222, Maart. Actum anno dominice incarnationis Mquot; CC' vicesimo secundo , mense Mar tic. Pieter , abt van
(1) Hier en overal, waar van de kerken van Gelder gesproken wordt , moet men daaronder verstaan Meuwkerk en Aldekerk. 13
— 190 —
Sl Remigius te Reims, verkoopt voor eene som van ISO Keulsche marken aan Richardis , abdis, en het convent van O. L. Vr. te Roermond, den hof te Herten met alle zijne toebehooren, met uitzondering van de regten, die de voogd van dien hof daarop mogt bezitten.
Afschr. lat. in Cartularium I, N0 11.
1222, Maart. Actum anno incarnalionis dominice Mquot; CCquot; vicesimo secundo men se Martio. Dirk, heer van Heins-berg en voogd van Meerssen, bevestigt in zijne hoedanigheid van oppersten voogd van den hof te Herten den verkoop van den hof, zooals die door den abt van Reims aan de abdis en het convent van O. L. Vr. te Roermond gedaan werd.
Afschr. lat. in Cartularium I, N0 14.
1222, 31 October. Datum Laterani II KI. Nouembr. pontificatus nostri anno septimo. Paus Honorius 111 hecht zijne goedkeuring aan de overeenkomst, die tusschen het Cistercienser convent te Roermond en de rectoren der kerken van Gelder, Rode en Wetten over de inkomsten van die kerken tot stand gekomen is.
Afschr. lat. in Cartularium I, N0 10.
1222, 23 November. Datum Laterani VII KI. Decem-hris pontificatus nostri anno septimo. Paus Honorius III verleent aan de Cistercienser orde het privilegie dat de legaten van den apostolischen stoel van de kloosters van die orde geene geldelijke offers mogen vergen , en dal zij bij het bezoeken daarvan zonder vleesch te eten met de gewone spijzen genoegen moeten nemen.
Aisciir. lat. in Cartularium 1, INquot; 25.
1222, 25 November. Datum Laterani VII KI. Decembr. pontifiratus nostri anno VUquot;. Paus Honorius Hl verleent
aan de Cistercienser orde het privilegie dat de legaten, zonder zijnen uitdrukkelijken last, geene besluiten van excommunicatie op de kloosterlingen mogen uitspreken en geen interdict op do kloosters van die orde len uitvoer mogen leggen.
Afschr. lat. in Cartularium I, N0 26.
1222, 2o November. Datum Lalerani VII KI. Decembr. pontifiratus nostri anno VII. Paus Honorius lil geeft uitbreiding aan de privilegiën der kloosters van de Cistercienser orde in betrekking tot de tienden.
Afschr. lat. in Cartularium I, N0 27.
1222, 1 December. Datum Laterani KI. Decemb. pon-tificatus nostri anno septimo. Paus Honorius 111 spoort de aartsbisschoppen , bisschoppen en overige prelaten aan tot het onderhouden en handhaven der privilegiën, die aan de leden van de Cistercienser orde verleend werden.
Afschr. lat. in Cartularium I, N0 28.
1223. Facta sunt hec in Woldinkem anno M. CC. XX. III. Richardis, abdis van Roermond, verklaart dat Dirk van Altena zijn eigendom in den hof van Host, door Reinart van Hees in leen gehouden, aan het Cistercienser convent van Roermond heeft afgestaan. De abdis verklaart verder dat het convent voor de kleine tienden , waarvan het vrijdom bezit , jaarlijks aan de kapel van Maarhees eenen vierdonck zal voldoen.
Getuigen van deze verklaring waren Th., abt van Bern, Gerard, graaf van Gelre, Dirck, graaf \an Kleef en Tlo-rens, quot;raaf in Holland.
Afschrift lat. in Cartularium I, N0 20 ; een ld. in Cartularium II en eene vertaling aldaar in liet Nederd. bladz. y.
~ 492 —
1223, 23 Januarij. Datum Laterani X KL Febr. pon-li ficatus nostri anno septimo. Paus Honorius III gelast den aartsbisschop van Keulen en zijne suffraganen om van de onregtmatige bezitters van goederen van hel Munsterklooster te Roermond de leeken te excommuni-ceeren, de geestelijken in hunne bediening te schorsen en de villen waar die goederen zijn onder interdict te leggen.
Afschr. lal. in Cariularium I N0 29.
1223, 28 Januarij. Datum Laterani per manum Gui-donis capellani domini pape, V0 KI. Febr narij, indictione XII incarnationis dominice anno M. CC. XXIIl, pontifi-catus vero domini Honorij pape tercij, anno septimo. Paus Honorius 111 neemt het Munsterklooster te Roermond in zijne bescherming; bevestigt zijne bezittingen le Roermond , Herten , Duiken , Werden. Betenrode en Wetten; regelt het opnemen van conversen en het ontslag van professen, slaat loe stille dienst te vieren wanneer hel land onder interdict ligt ; maakt bepalingen omtrent de H. Olie , hel wijden van altaren , plaatsen en personen en verbiedt misdaden binnen de grenzen van hel klooster te bedrijven.
Afschr. lat. in Cariularium 1, N0 1.
1223, 27 Februarij. Datum in Heinsberg anno incarnationis dominice M. CC. XXIII, III KI. Martij. Dirk , heer van Heinsberg, staat zijne reglen op den hof van Herten aan de abdis Richardis en het convent van O. L. Vrouw le Roermond af.
Getuigen van dezen afstand waren ; Ablinus, pincerna et Lambertus de Lumbury el Reinardus Soerinus, milites, el Hisilbertus, prepositus.
Afschr. lat. in Cariularium !, Nquot; 15.
1224, 15 Mei. Datum apud Ruremunde XVIIIquot; KI. Junij, pontificatus domini Honorij pape III anno odauo. Konrad, bisschop van Porto en Rufina, pauselijk legaat, neemt het convent van de Cistercienser orde te Roermond met alle zijne bezittingen , in het bijzonder den hof te Herten, in zijne bescherming.
Afschr. lat. in Cartularium I, N0 12.
1224, 16 Junij. Datum Traiecti, anno Dominice in-carnationis millesimo ducentesimo vicesimo quarto, sexto decimo Kalendas Jut ij. Gerard, graaf van Gelre, bestemt met zijne vrouw Margaretha en zijn zoon Otto voor zijne moeder Richardis. die in de Cistercienser orde getreden was en in den vreemde wilde gaan, de kerk op zijn prsedium te Roermond tot een klooster van die orde en begiftigt het met onderscheiden goederen, waaronder het patronaat met de tienden en bosschen van Nieuw-kerk en Aldekerk te Gelder, van Wittem en Venraai.
Getuigen waren : Nobilis Henricus de Monte et Wal-therus de Eile, quoque Gerhardus de Barsdunc et Henricus frater suus et Arnoldus de Wachteldunc, Gerhardus de Rothem, Theadericus advocatus de Ruremunde et Ny-eolaus scriptor et alij quam plures.
Twee orig. lat. perk. in doos VII Nos \ en 2, met een afschrift in Cartularium I N0 2 ; meermalen uitgegeven, onlangs in het Oorkondenboek der graafschappen Gelre en Zutfen, door Mr L. A. J. W. baron Sloet, N0 475.
1224, 17 Junij. Datum Traiecti XV Kalend. Julij, pontificatus domini Honorij pape tercij, anno VIII0. Konrad, bisschop van Porto en Rufina , pauselijk legaat, bevestigt het klooster van de Cistercienser orde te Roermond in alle zijne bezittingen.
Afschr. lat. in Cartularium I, N0 6. ■
- 194 —
1224, 17 Junij. XV Kal. Jul. pontificatus domini Hv-norij pape III anno octuuo. Konrad, bisschop van Porto et Rufina, pauselijk legaat , bekrachtigt eene overeenkomst , die tusschen het klooster van de Cistercienser orde te Roermond ter eenre , en Theodericus , voogd , en Albertus, pastoor der parochiekerk aldaar, ter andere zijde tot stand gekomen is.
Afschr. lat. in Cartularium I N0 23.
1224, 21 Augustus. Datum Culonie anno domini M. CC. vicesimo quarto xijquot; KI. Septembr. Konrad, bisschop van Porto en Rufina , pauselijk legaat, verleent aflaat aan allen , die het klooster van de Cistercienser orde te Roermond bezoeken.
Afschr. lat. in Cartularium I, i\u 32.
1224, 29 Augustus. Datum apud Dusburg , anno Domini Mquot; CCquot; vicesimo quarto , quarto KI. Septembr. Konrad, bisschop van Porto en Rufina, pauselijk legaat» bevestigt het convent van de Cistercienser orde te Roermond in het regt van patronaat over de kerken van Gelder, Wetten en Rode.
Afschr. lat. in Cartularium I, N0 7.
1225, 17 Februarij. Anno M. CC. X\V opten seuen-thienden dach des maents Februarij. Johannes van Moers prior, Hendrik ïaetzen, rentmeester en Peter, kapellaan van het Cistercienser convent te Roermond, Engelbert Snellen, rentmeester van den heer van Altena, Jan Borckelman en Hein Uitten Broick, laten van den hof te Heugten, geven eene omschrijving van de grenzen van dien hof.
Afschr, in Cartularium II. [vóór de pagineering].
— 19o —
1228. Datum anno Domini Mquot; CCquot; XWIIIquot; Hendrik, aai'tsbisschop van Keulen, bevestigt het convent van de Cistercienser orde te Roermond in het patronaatregt over de kerken van Gelder en Wetten.
Afschr. lat. in Cartularium I, IS'0 4.
1228, 24 Mei. Datum Leodij anno Domini Mquot; CC. XXquot; Vlllquot;, ix KI. Junij. Hugo, bisschop van Luik, bevestigt het convent van de Cistercienser orde te Roermond in het patronaatregt over de kerk van Rode.
Afschr. lat. in Cartularium I, Nquot; 5.
1228, 30 Junij. Datum Perusij, ij 1:1. Julij, pontijica-tus nostri anno secundo. Paus Gregorius IX gelast allen aartsbisschoppen, bisschoppen, abten, priors, dekens, aartsdiakenen en anderen prelaten om van de onregt-matige bezitters van goederen van het Cistercienser klooster te Roermond de leeken te excommuniceeren, de geestelijken in hunne bediening te schorsen en daarenboven de villce, waar die goederen zijn, onder interdict te leggen.
Afschr. lat. in Cartularium I N0 30.
1229, 4 Julij. Acta sunt hec anno do mini ce incarnation i.s M. CC. XXIX, IIII Nonas Julij, in choro sancti Servatij in Traiecto, Leodiensis dyocesis. Aleidis van Altena , weduwe van Johannes in Potte en echtgenoote van Hendrik van Arkentel, verkoopt aan het convent van de Cistercienser orde te Roermond voor een bedrag van vijftien Keulsche marken (l) 15 bunders vruchtbaar
(I) In dit stuk slaaf uitdrukkelijk dal de verkoop geschied is voor een bedrag van 13 Keulsclie marken terwijl in de goedkeuring van dezen verkoop door den bisschop van Luik dd. 2 Januarij 1230, een bedrag van 3ö Keulsche marken wordt aangegeven. Zie de volgende bladz.
land, die gelegen zijn in de villa Hedel in bet diocees van Luik.
Getuigen waren: H. decanus, B. Cantor, Ar. Cellarius et Magister B.
Alschr. lat. in Cartularium I, N0 17.
1230, 2 Januarij. Datum Leodij anno dominice incar-nationis M. CC. XXIX, quarto Nonas Januarij. Johannes, bisschop van Luik, verklaart dat Aleidis van Altena aan het convent van de Cistercienser orde te Roermond verkocht heeft 15 bunders land gelegen in de villa genaamd Hedel in het diocees van Luik, voor een bedrag van 35 Keulsche marken.
Getuigen waren; Theodoricus, abbas beati Jacobi, Bal-dewinus, archidiaconus, Johannes, decanus, Amarricus, cantor maior, Henricus de Heamont, magister Petrus sum-gt;nus scolasticus, Johannes de Gorscenis, canonicus maioris ecclesie in Leod.
Afschr. lat. in Cartularium I, N® 18.
Zonder dagteekening, waarschijnlijk 1231. Otto, graaf van Gelre, bevestigt hel convent van de Cistercienser orde te Roermond in alle zijne bezittingen.
Getuigen waren; Henricus de Monte, Fridericus de Redene, Gozwinus de Stralen, Gerhardus, dapifer, Hugo sacerdos.
Afschr. lat. in Cartularium I, N0 3.
1231. Acta sunt hec anno dominice incarnationis M. CC. XXXJ. De abdis en het convent van Thorn verklaren dat Dirk Vegebosch en Wigerus van Eyck eenen akker gelegen op een eiland nabij Wessem aan het convent van de Cistercienser orde te Roermond verkocht hebben voor een bedrag van 10 marken; daarenboven
moet dit convent aan dat van Thorn jaarlijks op den dag van St. Remigius voldoen twee Luiksche schellingen , en nog twee Keulsche schellingen, wanneer de oudste persoon komt te overlijden , voor het regt van keurmede.
Afschrift, lat. in Cartularium I, N0 19.
1232, 24 September. Datum Anagnie, octauo KI. Octobris, ponhficatus nostri anno ijquot;. Paus Gregorius IX verleent een aflaat van 20 dagen aan hen, die jaarlijks op den dag van Maria geboorte het Cistercienser klooster te Roermond bezoeken.
Afschr. lat. in Cartularium I, N0 33.
1234, 13 Februarij. Datum Laterani decimo septimo Kalendas Martij pontificatus nostri anno septimo. Paus Gregorius IX vergunt aan het Cistercienser convent te Roermond de overledene stichters of andere geloovigen in hun klooster te begraven.
ATschr. lal. in Cartularium I, N0 52.
1234, 18 Maart. Datum Laterani xvquot; KI. Martij, pontificatus nostri anno septimo. Paus Gregorius IX staal aan het convent van de Cistercienser orde te Roermond toe stille dienst te vieren wanneer het land onder interdict ligt.
Afschr. lat, in Cartularium I, N0 31.
1234, 13 April. Actum anno incarnationis M. CC. XXXIIU, Idibus Aprilis , in JSassotve. Graaf Hendrik van Nassau en zijne gemalin Mechtildis schenken aan het convent van de Cistercienser orde te Roermond zekeren eigendom bij Coblents (iuxta Confluentiam) gelegen, dien zij van Rurchardus de Kurvurda gekocht hebben.
— 198 —
Getuigea waren; Rorichus senior et frater suns Enul-Iïis de Duzzenowe, Einilfus de Nassoiva suusque frater Sifridus de Saxo.
Afschr. lat. in Cartulanum I, N0 21.
1234, Julij. Acta sunt hec anno dominice incarnationis M. CC. XXXI1IJ, mense Julio. Dirk, voogd van Roermond , verkoopt aan het Cistercienser klooster aldaar voor een bedrag van 17 Keulsche marken de 20 Keul-sche schellingen, die dat klooster hem jaarlijks voor zijne kleine tienden betalen moet.
Getuigen waren : Gerardns , plebanns de Ruremunde , Cuno, Thomas, Jacobus, sacerdotes, Gerardns scoltetns. Gun ter us, Johannes, Cunradus, Lambertus, Henricus el lleiiricus liasilius el Gerardns , scabini de Ruremunde , Godefridus, Sipertus, Goswinus et Reiner us.
Afschr. lat. in Cartulanum I, Nquot; 22.
1236, Junij. Acta sunt hec apud Aquis in capilulo nostro, anno domini M. CC. XXX17 mense Junio. Sibo-dus deken en het geheele kapittel van O. L. Vrouw te Aken draagt den hof en de tienden te Hudel aan het Cistercienser convent te Roermond over. Dil is geschied voor eene som van 18 Keulsche marken, die het convent jaarlijks aan den cantor van vermeld kapittel te Aken zal moeten voldoen, te weten 10 marken op St. Andreas en 8 marken in de octaaf van Paschen; daarenboven moet het convent jaarlijks eene mark betalen in handen van Henricus de Widemortel en zijne erfgenamen, die dit bedrag van den cantor in leen bezitten.
Afschr. lat. in Carlularium I, Nquot; 35.
1237, 21 September. Datum apud Wassenberch anno gratie millesimo ducentesimo tricesimo septimo , ipso die
Mathei apostuli et euaiujeliste. Gerard , edelman van Wassenberg schenkt aan de bestierders der hoven en goederen van het Cistercienser convent te Roermond vrijdom van schatting en van tol, wanneer zij over dc landen komen, die tot zijn regtsgebied en heerschappij behooren.
Afschrift, lat. in Cartularhim 11, bladz. 7t) versu.
1238 , 25 Mei. Actum et datum apud Echte, anno domini M. CC. XXX octavo, sext a feria post trinitatem. Otto, graaf van Gelre , schenkt zijnen hof te Eil , in het land van Gelre gelegen, aan het Cistercienser convent van Roermond.
Getuigen waren: Wilhelmus, comes de Kessele, Wilhelmus de Home, Lodewicus de Randenrode, Goswimis de Milne, Florentius de Batenborch, Goswinus de Borne, Ruthyenis de Bremth, Thomas de Drile.
Afschr. lat. in Cartularhim I, Nquot; 44, eu in Cartula-rium II, bladz. 41.
1240, 1 Maart. Anno domini M. CC. quadragesimo, KI. Marty. Hendrik, heer van Ruik, verkoopt, met toestemming van zijn zoon Albertus en van zijne broeders, Rutgerus van Herpen, Godefridus, kanonik te Xanten en Theodericus , zijne groote en smalle tienden te Herten en Merum aan het Cistercienser convent van Roermond voor eene koopsom van 170 Keulsche marken.
Getuigen waren: Cuno, prior de Ruremunde, Thomas, Jacobus et Gerardus , sacerdotes , magister Fredericus de Knie, Theodericus de Altena, Wilhelmus de Hume, Jacobus de Miliar , Sibertus de Assele et Hermannus frater ejus, Johannes de Cruigten, Gun ter us, Theodericus, Lam-bertus, llenricus et Gerardus, scabini in Ruremunde.
Afschr. lat. in Cartularium I, N0 38.
— 200 —
1240, September. Anno domini M. CC. XL. mense Septembris. Godefridus van Schinnen verkoopt, met toestemming van Juliana, zijne echtgenoote, en van Theodericus en Winandus, zijne kinderen, aan het v
Cistercienser convent van Roermond, zijn voogdambt van den hof in Herten , (advocatiam curtis in Hertene)
voor eene koopsom van 35 Keulsche marken.
Getuigen waren; Cuno, prior de Ruremunde, Thomas et Jacobus, sacerdotes, Theodericus, advocatus de Ruremunde,
Godefridus de Limborg, Gunt her us et Gerkinus , scabini in Ruremunde, Walterus, quondam aduocatus in Hertene.
Afschr. lat. in Cartularium I, N0 37.
1240. Ada sunt hec anno domini M. CC. X XXX.
Dirk, heer van Valkenburg, geeft, na afstand van Godfried van Schinnen, het voogdambt (advocatiam) van Herten aan het Cistercienser klooster te Roermond.
Als medebezegelaar wordt Otto. graaf van Gelre,
genoemd.
Afsehr. lat. in Cartularium I, Nquot; 39.
1242, Junij. Acta sunt hec in ecclesia de Ruremunde, anno domini M. CC. quadragesimo secundo, mense Junio. De heer van Saffenberg schenkt aan het Cistercienser convent van Roermond de 12 malder opbrengst,
die Dirk van Niel van hem in leen houdt en zonder zijne toestemming aan dat convent verkocht had.
Getuigen waren: Oda, abbatissa, Cuno, prior et lotus convent us supradictus , Theodericus , aduocatus de Ruremunde et filitis ejus, Wilhelmus de Morshouen,
Henricus Tiutio.
Afschr. lat. in Cartularium I, N0 36.
1243. Datum Colonic anno Domini M. CC. XL1II.
Conrardus sancte Coloniensis ecclesie minister et Ytalie
— 201 —
arehicancellarius gelast aan H. Thesaurarius en V. Cano-nicus der heilige apostelen in Keulen, om van de on-regtmatige bezitters van goederen van het Cistercienser convent te Roermond de leeken ie excommuniceeren , de geestelijken in hunne bediening te schorsen en de villa, waar die goederen zijn, onder interdict te leggen.
Afschrift, lat. in Cartularium II bladz. 95 vquot;.
1244, Junij. Anno domini millesimo ducentesimu quadragesimo quarto mense Junij. Koenraad , aartsbisschop van Keulen, verleent een aflaat aan de bezoekers der kerk van het Cistercienser convent te Roermond op verschillende feestdagen gedurende het jaar.
Afschrift, lat. in Cartularium- 11, bladz. 91.
1244, 2 Junij, Acta sunt hec in capitulo nostra Hij Nonas Junij anno domini M. CC. quadragesimo quarto. O. proost, G. deken , en het geheel kapittel van den H. Servatius te Maastricht staan hunne bezittingen te Echt en te Stevensweert aan het Cistercienser convent te Roermond af tegen eene jaarlijksche rente van 44 Luiksche ponden.
Afschr. lat. in Cartularium I, N0 11 , een tweede afschrift, lat. in Cartul. II, bladz. 51, en eene oude verta-taling in het Nederd. aldaar, bladz. 51 vquot;.
124a. Datum anno Domini M. CC. \L. quinto. Het kapittel van den H. Servatius te Maastricht bevestigt den afstand van zijne bezittingen te Echt en te Stevens-weert aan het Cistercienser convent le Roei mond,
Afschr. lat. in Cartularium I , N0 ; een tweede afschr. in Cartul. II bladz. 51.
1245, 22 Februarij. Datum anno Domini millesimo ducentesimo quadragesimo quarto octauu Kalendas Martii.
— 202 —
Eduard , heer van Hora en voogd van Budel , hecht zijne goedkeuring aan de overdragt van het allodium en de tienden van Budel , die door den proost en het kapittel van Aken ten behoeve van het Cistercienser convent te Roermond gedaan werd.
Afschr. lal. in Cartularium II bladz. 14.
1243, 8 Maart. Datum Lugduni viij Idus Martij, pon-tificatus nostri anno secundo. Paus Innocentius IV vergunt aan het Cistercienser convent te Roermond de roerende en onroerende goederen der daarin opgenomene zusters te mogen ontvangen en te behouden.
Afschr. lat. in Cartularium I, N0 40 , en in Cartularium II bladz. 82.
1245, Junij. Datum Colonie anno domini millesimo ducentesimo quadragesimo quinto mense Junij. Koenraad, aartsbisschop van Keulen, wijdt de nieuwe altaren van Sl Andreas en S' Elisabeth in de kerk van hel Cistercienser convent te Roermond en verleent eenen aflaat ten haren behoeve.
Afschrift, in Cartularium II, bladz. 91.
1246. Ada sunt hec apud Heynsberg, in castro nostra anno Domini M. CC. XL. sexto. De heer van Heinsberquot;-bevestigt den verkoop van de tienden en van het patronaat der kerk van Venlo, die door Goswinus van Milieu voor de som van 120 Keulsche marken aan het Cistercienser convent te Roermond gedaan werd.
Getuigen waren : Henricus , prepusitus de Heynsberg, Cuno , prior de Ruremunde, Rutgerus de Wick erode , Godefridus de Wirst, Arnotdus de Milne , Gerardus de \V reien berg, Thomas de Were, Lambertus de Lunenbarch diet us Seller in us et Lambertus filius eins.
Afschr. lat. in Carhdarhim I, bladz. 43.
— 203 -
quot;1246. Ada sunt hec in Ruremunde , anno domini M. CC. XLVI. De heer van Kuik schenkt met toestemming van zijn zoon Albertus het patronaat der kerk van Herten aan het Gistercienser convent te Roermond.
Getuigen waren : Wilhelmus de Allena , Johannes de Husden et Robertas frater suits, Johannes de Bruchusen, Cuno prior de Ruremunde.
Afschr. lat. in Curtularium I, N0 47.
1^46. Anno Domini M. CC. quadragesimo sexto. De heer van Kuik staat zijne tienden te Herten voor eene som van 90 Keulsche marken aan het Gistercienser convent te Roermond af.
Afschr. lat. in Cartularium f, Nü 48.
1246, 21 April. Datum feria sexta p st Quasimodo. De abdis en het convent van de Gistercienser orde te Roermond brengen eene klagte in bij Gerardus de Bohanich, kanonik en officiaal van Luik, over Geldolfus en Gode-fridus , die hare smalle tienden van Stevensweert gedurende ö jaren hebben ingehouden en waarvoor zij «gezamenlijkquot; ieder jaar een vierijzer (ferth) Keulsche munt moesten betalen. De officiaal veroordeelt Geldolfus tot betaling van Ti/a Keulsche schelling en Godefridus tot 10 Keulsche schellingen en daarenboven in de kosten van hel regtsgeding.
Afschrift, lat. in Cartulariim II, bladz. 'ü.
1246, 26 October. Datum Luqduni decimo septimo K(d. Nouembris pontijicatus nostri anno quarto. Paus Innocentius IV vergunt aan de abdis en het convenl van het Gistercienser orde te Roermond de bezittingen of andere zoo roerende als onroerende goederen, met uitzondering echter van leengoederen, die aan
— 204 —
de zusters in het convent gevestigd het zij ingevolge erfenis of krachtens anderen wettigen titel ten deel vallen, eeuwig te mogen ontvangen en behouden.
Afschrift, in Cartularium II bladz. 82 v0.
Zonder dagteekening (omstreeks 1230). Beschrijving der grenzen van de voogdij van den hof te Herten.
Afschr. lat. in Cartularium I, N0 53.
1251, Maart. Acta sunt hec in castro de Heinsberg, anno domini M. CC. L. primo, mense Martio. Hendrik, heer van Heinsberg, en Agnes, zijne echtgenoote , stellen het Cistercienser klooster vrij van alle vorderingen, die men op het bosch genaamd Engenhoven, gelegen bij Stultheim, zoude kunnen maken.
Afschr. lat. in Cartularium I Nquot; 49.
1251, 28 September. Datum Colonie quarto KI. Octob. pontificatus domini Innocent ij pape quart i anno nono. Broeder Hugo, presbyter, kardinaal en pauselijk legaat, verleent een aflaat van 40 dagen aan allen , die de kerk van het Cistercienser convent te Roermond op den jaardag harer inwijding bezoeken.
Afschr. lat. in Cartularium I. Nquot; 45.
1251 , 28 September. Datum Colonic Hijquot; KI. Oct. pontificatus domini Innocentij pape quarti anno nono. Broeder Hugo, presbyter, kardinaal en pauselijk legaat, vergunt aan het Cistercienser convent te Roermond het houden van jaargetijden voor de patronen van liet convent.
Afschr. lat. in Cartularium I, N0 46.
1252, 24 Februarij. Datum Perusij vjquot; kl. Martij pontificatus nnstri anno nono. Paus Innocentius lil ver-
gunt aan het Cisterciensec convent te Roermond de tienden al te lossen, die in het bezit van leeken zijn in de parochiën , waarin het klooster het regt van patronaat bezit.
Afschr. in Carhilanum I, i\u 51.
I2Ö6, 17 Junij. Datum Anagnie XV Kal. Jul ij jwn-tiliculus mistri anno secundo. Paus Alexander (V onlslaai de abdis en het convent van de Cistercienser orde te Roermond van de betaling der tienden van hunne tuinen, houtgewassen, visscberijen en veevoeder.
Afschrift, lat. in Cartularium 11, bladz. 80 vu.
1238, Augustus. Datum anno domini MCCLVIII mense Auyusti. Koenraad, aartsbisschop van Keulen, in aanmerking nemende dal de kerk van het Cistercienser convent nog niet geheel voltooid is en de kloostergebouwen herstelling behoeven, verleent eenen aflaat aan lien, die de kerk op verschillende feestdagen van het jaar bezoeken en tot de voltooijing daarvan iels bijdragen.
Afschrift, in Cartularium II, bladz, 91 v0.
1259, 29 Junij. Datum in Echt anno domini millesimo ducentesimo quinquayesimo nono in die Petri et Pauli apostolorum. Hendrik, bisschop van Luik, verklaart dal er een geschil bestond tusschen het Cistercienser convent van Roermond ter eenre en het kerspel Echt ter andere zijde aangaande de klok van dat kerspel , die gebroken was; hij verklaart voorts dat ten einde dit geschil in der minne bijgelegd zou worden, de volgende scheidsreglers gekozen worden , als: van de zijde van het convent Hendrik , monnik van Camp , Ruthgerus , pastoor van Roermond en Daniel, pastoor van Herten ,
en van de andere zijde Arnoldus, pastoor van Echt, Arnoldus, bijgenaamd Graes en Engelbertus de Porta, ridders; en eindelijk dat deze scheidsregters de volgende overeenkomst tot stand hebben gebragt, namelijk; het convent zal steeds zijne klok van den toren mo-gen afnemen, herstellen of vernieuwen; bij vernieuwing echter moet zij hetzelfde gewigt blijven behouden; alle onkosten hierdoor veroorzaakt moeten door het convent bestreden worden , maar de kerspellieden zullen bij het uitnemen en weder ophangen der klok hunne medewerking kosteloos verleenen.
Afschrift, lat. in Cartularium II, bladz. GO, verso.
1259, 5 November. Datum Anaynie Nonis Novembr. puntificatus nostri anno quinto. Paus Alexander IV verleent , op verzoek der broeders van het hospitaal te Roermond , een aflaat van 40 dagen aan alle personen, die bijdragen tot voltrekking van het hospitaal , dat thans «opere sumptuosoquot; gebouwd wordt.
Orig. lat. perk. zegel verloren in doos VI, Xquot; I.
1259, 22 November. Datum Anagnie X Kal. Novcm-bris pontificatux nostri anno quinto. Paus Alexander IV schrijft aan de dekens der kerken van den H. Florinus en den H. Castor te Coblents in het diocees van Trier dat de abdis en het Gistercienser convent hem een verzoekschrift hebben overgegeven , waarin zij melden dat vroeger tusschen het convent ter eenre, en den rector ot' Theodericus , ridder, patroon der kerk van Roermond ter andere zijde, over zekere tienden en andere zaken een verschil was ontstaan, dat door eene overeenkomt werd afgedaan, waarbij het convent groot nadeel geleden heeft. De paus beveelt hun dc partijen op nieuw te hooren en daarna eene beslissing te nemen.
Al'schrirt, lal. in Cartidarium II, bladz. 81.
— 207 —
1262, '16 Januarij. Actum et datum in plena consis-torio Leodiensi feria tertia post octauam Epiphanie Domini anno eiusdem millesimo ducentesimo sexagesimo primo. Arnoldus de Gandano, Luiksch ofïiciaal, doet uitspraak in een geschil ontstaan tusschen de inwoners van Leend en de abdis en het Cistercienser convent van Roermond, aangaande den hof' te Heugten.
At'sohr. lat, in Cartularium II, bladz. 14- verso.
1262, 15 Mei. Datum Vi terbij Idibu.s Ma ij pontificatus nostri anno primo. Paus Urban us IV vergunt aan de abdis en het Cistercienser convent van Roermond vrij gebruik te mogen maken van de privilegiën en indulgentiën , die in het algemeen door den apostolischen stoel aan de Cistercienser orde geschonken zijn.
Ai'schrift, lat. in Cartularium II, bladz. 79 verso.
1263 , 27 September. Datum anno Domini millesimo ducentesimo sexagesimo tertio die sanctorum Cosine et Damiani martyrum. Hendrik , bisschop van Luik , bekrachtigt den verkoop van de groote en smalle tienden van Spralant, die door Gerard van Spralant aan liet Cistercienser klooster van Roermond gedaan is.
Afschr. lat. in Cartularium II, bladz. 21 vquot;, niet eeno onde vertaling in het Nederd. aldaar bladz. 22.
1263, 16 November. Actum et datum apud Kessel anno domini millesimo ducentesimo sexagesimo tercio, sexto decimo KI. Decembr. Otto, graaf van Gelre, bekrachtigt den verkoop van de groote en smalle tienden van Spralant, die door Gerard van Spralant aan het Cistercienser klooster te Roermond gedaan is.
Getuigen waren: Wilhelmus comes de Kessel, Wilhelmus de Huerne, Lodiwich de Randenraede, Goswynus de
— 208 —
My Ine, Florentius de Batenborch , Goeswinus de Borne , Theodericus, advocatus de Ruremunde, Thomaes de Dryel.
Afschrift, lat. in Carltilarium II , bladz. 22, met eene oude vertaling in het Nederd. aldaar bladz. 22 \quot;.
1264 , I Julij. Datum apud Ruremunde anno Domini MCCL\IV octaua beati Johannis Haptiste. Frater II. ordinis fratrum minorum, Kyomensi.t episcopus, vices geretis venerabilis domini llenrici Leodiensis episcopi in pontilica-libus, verleent eenen aflaat aan de bezoekers der kerk van hel Cistercienser convent te Roermond op verschillende feestdagen gedurende het jaar.
Afschrift, lat. in Cartularinm II, bladz. 92.
1264 , December. Actum 'anno Domini millesimo du-centesimo xexagesimo quarto mense Decembri. Hendrik , bisschop van Luik , hecht zijne goedkeuring aan den afstand , die door het kapitel van St. Servaas te Maastricht ten behoeve van het Cistercienser convent te Roermond gedaan werd, en regelt de inkomsten en de wijze van benoeming van den pastoor te Echt.
Ter bevestiging heelt ook de aartsdiaken Engelbert van Isenbruch, zijn zegel aan dit stuk gehecht.
Afschrift, lat. in Cartularium II, bladz. 52 vquot;.
1265, Mei. Anno Domini millesimo ducentesimo sexa-ijesimo quinto mense Maijo. Reynard, heer van Ercken-teel, verkoopt aan het Cistercienser convent te Roermond zijn allodium, te weten het eiland, genaamd Steynwerde, gelegen tusschen de parochie van Stevensweert en Rracht, voor de som van 681/2 Luiksche mark.
Getuigen van dezen verkoop waren: Gerardus de Kessenich, ranunicus Eyckensis, Arnoldus, inuestitus de Echte, Arnoldus, miles, dirtus Gram, Waltyherus, miles
— 209 —
de Weerde, Engelbertus, miles de Purla, Engelbertus de Salicibus, Godefridus de Monticulo, Juliannes dictus Gemte, Adumus el Johannes de Weerde, flennanmis de Cruchlen, Theodricus , Harpernus , Geraerdus , Arnoldus, scabini in Echte, Emundus llayen, Wuterus el alii iiimm plnres fide digni.
Afschrift, lat. in Cartularium II, bladz. 57 verso.
1265, 24 Augustus. Datum apud Ruremunde anno domini millesimo ducentesimo sexagesimo quinto in festo beati Bartholomei apostoli. Frater H. ordinis fralrum minorum, Kyomensis episcopus, vices gerens venerabilis domini llenrici Leodiensis episcopi in pontificaiibus, wijdt een altaar in de kerk van het Cistercienser convent te Roermond ter eere van de HH. Anna, Jacobus apostel, Mathias, Maria Magdalena, Ursula en hare gezellinnen, en schenkt eenen aflaat aan allen , die bijdragen ad consummationem operis (ecclesie) ibidem inchoati.
Afschrift, lat. in Cartularium II, bladz. 92 vquot;.
1266 , Julij. Actum et datum anno Domini millesimo ducentesimo sexagesimo sexto, mense Julio. Rutgerus , heer van Effelt, en zijne echtgenoote Hadewiga verkoo-pen aan het Cistercienser convent van Roermond zekeren grond onder Maasniel gelegen, dien hij van Willem van Horn in leen houdt.
Getuigen waren: Bernardus , prior de Ruremunde , magister Daniel inueslitiis de Herten, Jordanus, Heynricus, Theodricus, capellani de Ruremunde, Johannes, canonicus de Herghe , Heynricus , miles de Hudenraede, Giselbertus miles de Ophauen , Godefridus de Greefraede , Renerus , scultetus et scabini de Ruremunde, Wernerus, aduocatus de Berghe, Gerardus, scultetus de Nyele.
Afschr. lat. in Cartularium II, bladz. 1.
— 210 —
1207, 3 October. Datum Viterbij iij Nonas Odobris ponlificatus nostri anno tertio. Paus Clemens IV schrijft aan den deken van Luik vernomen te hebben dat de abdis en het convent van de Cistercienser orde te Roermond groote hindernissen en lasten uitstaan van sommige personen, die niet schromen den naam des heeren ijdei te gebruiken; hij beveelt hem die abdis met het convent onder zijne bescherming te nemen, niet toe te laten dat zij tegen de voorregten hun door den pauseiijken stoel geschonken in hunne bezittingen benadeeld worden en hen, die den hinder veroorzaken door kerkelijke censuur te straffen.
Afschrift, lat. in Cartularium II, bladz. 81.
1207, o October. Datum Viterbij iij Nonas Octobris pontificatus .nostri anno tertio. Paus Clemens IV , overwegende dat verschillende goederen, inkomsten, tienden, enz. aan het convent der Cistercienser orde te Roermond onttrokken zijn en aan sommige geestelijke of wereldlijke personen voor hun leven of voor zekeren tijd zijn gekomen, gelast den deken van Luik onderzoek daarnaar te doen, al wat onregtmatig verkregen is aan het convent terug te doen geven en met de kerkelijke censuur te straffen hen, die zich verzetten of uit vrees weigeren getuigenis te geven.
Afschrift, lat. in Cartularium II, bladz. 81 v0.
1207, November. Datum et actum apud Thoren anno domini millesimo ducentesimo sexagesimo septimo mense vero Nouembn. Willem van Horn bekrachtigt den verkoop van zekeren grond onder Maasniel in de buurt Asenraede, die door Rutgerus, heer van Effelt, ten behoeve van het Cistercienser convent te Roermond gedaan is.
Getuigeii waren ; Daniel, inuestitus de Herten , Theu-dericus, plebanus in Thuren, Conradus et Johannes, capel-lani ibidem, Heynricus sacerdos capellanus beate Marie in Rurenmnde , Wilhelmus , miles de Winarde , Gerlacus , villicns de Huerne, Marcel is de Thoren, dictus de Monte, Godefridus dictus Slaterbeek, frater Marcetius, frater Hermann us , cornier si in Ruremunde.
Afschr. lat. in Cartularium 11, bladz. quot;1.
1268, 9 April. Datum Rome ajmd sanctum Petrum l'quot; Ulus Aprilis }ionti[icatus nostri anno septimo. Paus Urbanus IV gelast den deken der kerk van den H. Paulas te Luik de goederen van het Cistercienser convent te Roermond, die zich op onregtmalige wijze in andere handen bevinden , aan den regtmatigen eigenaar terug te doen geven, de tegenstrevers met de geestelijke censuur te dwingen , maar de bekende getuigen , die uit vriendschap, haat of vrees zich weigerachtig betoonen, door de wereldlijke censuur (Censura seculari) tot het geven van een getuigenis der waarheid te noodzaken.
Afschrift, lat. in Cartularium II, bladz. 79 verso.
1268, 2 December. Dominica proxima post festum beati Andree apostoli. Hendrik, bisschop van Luik, bevestigt het Cistercienser convent te Roermond in het patronaatrcgt der parochiekerk aldaar, dat het van Otto, graaf van Geire, na afstand van ïheodericus, van diens vrouw en broeder verkregen heeft.
Afschrift, lat. in Cartularium 11, bladz. 97.
1269, Januarij. Actum et datum anno domini millesimo ducentesimo sexagesimo octavo, mense Januarij. Wilhelmus, abt, en het geheele convent van Averbode ter eenre, en de abdis en het convent van de Cistercienser orde te
— 242 —
Roermond ter andere zijde benoemen scheidslieden tol bijlegging van een geschil tusschen beide conventen ontstaan over zekere goederen genaamd Kemerken ; deze goederen zijn gelegen tusschen den hof van Stertsele , die aan het convent van Averbode , en den hof' van Heugten, die aan het convent van Roermond, toebehoort. De benoemde scheidslieden van het convent van Averbode waren : Heynrkus quondam decanus et Michael , canonicus ecclesie beate Marie Traiectensis; die van de andere zijde waren ; Ar noldus , inuestitus de Echt el magister Daniel, inuestitus de Herten.
Afschr. lat. in Cartularium 11, bladz. 9.
1269, 12 Februarij. Datum et actum Leodii anno domini millesimo ducentesimo sexagesimo octavo, feria seen n da post dominicam qua cantatur inuocauit. Engelbert, aartsdiaken van Luik , hecht zijne goedkeuring aan de overdragt van het patronaatregt der parochiekerk te Roermond ten behoeve van het Cistercienser convent aldaar ; welke overdragt door Otto graaf van Gelre na afstand van Theodericus , van diens vrouw en broeder gedaan, reeds de bevestiging van Hendrik, bisschop van Luik, verworven heeft.
Afschrift, lat. in Cartularium II, bladz. 97.
1269, Augustus. Actum et datum anno domini millesimo ducentesimo sexagesimo nono mense Augusti. Hendrik, deken, en Michiel, kanonik van 0. L. Vr. te Maastricht, als scheidslieden van het convent van Averbode ; Arnold, investitus van Echt, en Daniel, investitus van Herten , als scheidslieden van het convent van Roermond, doen uitspraak in het verschil tusschen beide conventen ontstaan met betrekking tot zekere goederen , Kemerken
— quot;213 —
genaamd, die tusschen den hof van Slertsele en dien van Heugten gelegen zijn.
Afschr. lat. in Cartularium II, blad/,. 10.
1:272, 27 Mei. Datum in Ruremunde anno miilesimo (lucenteshno septuagesimo secundo feria sexta ante Ascen-sionem Domini. Jan, heer van Kuik, verleent aan hel convent van de Cisterciensei' orde te Roermond, vrijdom van de smalle tienden op den hof te Herten en te Asen-raai, met uitzondering van de tienden op de novalia.
Medebezegelaars waren : lleynaldus comes Gelrie, (ju. abhas Campensis , Wilhelmus de Huerne et civil as de Ruremunde.
Afschr. lat. in Carlularium II, bladz. I.
*
1272 , 19 Augustus. Feria sexta post Assumptionem beate virginis. Engelbert van Ysenberch, aartsdiaken van Luik , schrijft aan Arnoldus , pastoor te Echt, dat de abdis en het convent van de Cisterciensei orde te Roermond, als het patronaatregt der Sl Christoffelkerk aldaar bezittende, Daniel, priester te Herten, hebben voorgesteld om tot pastoor van gemelde kerk te worden benoemd. Hij geeft bevel aan genoemden Arnoldus zich persoonlijk naar die kerk te begeven ten einde daarin op drie zon- en feestdagen afkondigingen te doen en de personen, die daarbij belang mogten hebben, op te roepen om daags na Sl Remaclus aanstaande in zijne woning te Luik te verschijnen , op welken dag hij lot de benoeming volgens het regt zal overgaan.
Afschrift, lal. in Cartularium II, bladz. 97 v».
1272, 3 September. In die beali Remudi. Arnoldus, pastoor te Echt, schrijft aan Engelbert van Ysenberch,
— 214 —
aaitsdiaken van Luik, dat liij volgens zijn veilangen de afkondigingen op drie feestdagen gehouden heeft.
Afschrift, lat. in üartidarnm 11, bladz. 98.
1273, 23 Jan ua rij. Datum Lug dun i X Kal. Februurij pontijicatus nustri anno secundu. Paus Gregorius X schrijft aan den deken van Keulen vernomen te hebben dal sommige snoode menschen de abdis en de kloosterlingen van O. L. Vr. Munster te Roermond bemoeijelijken in het bezit van hare goederen ; hij beveelt hem niet (oe te laten dat zij tegen hare privilegiën door sommigen in hare bezittingen worden gestoord en aangerand, maar dergelijke aanranders met kerkelijke censuur te straffen zonder eenig hooger beroep.
Afschrift, lat. in Cartularium 11, bladz. 80.
1274, / Mei. Datum Lugduni Nnnis Maij ponti/katus uostri anno tercio. Paus Gregorius X schrijft aan den abt van het klooster van den H. Martin us te Keulen onderligt te zijn door de abdis van het Gistercienser convent te Roermond dat zij en de kloosterlingen door sommige personen, die 't gebod van God niet vreezen, in hare bezittingen bemoeijelijkt worden ; hij beveelt de abl niet toe te laten dat haar in strijd met de voor-i'egten van den H. Stoel overlast wordt aangedaan en de bedrijvers daarvan door de geestelijke censuur tot rede te brengen.
Afschrift, lat. in Curlularium 11, bladz. 80.
1277, 2G Julij. In vigilia beati Panialeonis. Reynerus, deken van de kerk van den H. Gonibertus te Keulen , door den apostolischen stoel tot regter benoemd , doet uitspraak in een twistgeding ontslaan lusschen het convent van de Gistercienser orde te Roermond en Theo-
dei'icus, pastoor van Stevensvveert , over de tienden bij Stevensweert gelegen. Theodericus had zich die tienden toegeëigend en was reeds vroeger door Gerardus de Nass , aartsdiaken van Luik , op straf' van inbanning aangemaand zijne bevoegdheid niet te buiten te gaan ; daar echter Theodericus in zijne onregtmatige daden voortgaat schrijtl de deken aan de pastoors van Eyck en Wesheym hem kennis te geven dat de ban over hem zal worden uitgesproken , bijaldien bij met zijne onregtmatige handelingen niet eindigt.
Afschrift, lat. in Caiiularimn 11, liladz. 58.
1^81 , 21 September. In die beuti Mathie apuntoli. Emundus, episcopus Curonensis, verleent een aflaat aan hen die de kerk van het Cistercienser convent te Roermond op verschillende feestdagen van het jaar bezoeken.
Afschrift, lal. in Cartularium 11, blad/.. 98.
1283 , Maart. Datum anno Domini millesimo duceirle-simo odvyesimo tertio mense Martio. Herman, genaamd van Molenarke, verleent aan het Cistercienser klooster te Roermond, vrijdom van de smalle tienden op den hof te Asenraai onder Maasniel gelegen, met uitzondering van de tienden op de ontgonnen landen.
Medebezegelaars waren: Reinald , graaf'van Gel re , Dirk, heer van Heynsberg en de stad Roermond.
Afschr. lat. in Cartularium 11, bladz. 2 vH.
1283, 27 Julij. Feria tertio, proximu post festum bcali Jacobi apostoli. Godetridus , deken te Aken , en Theodericus, ridder te Roermond, gebroeders, Gerardus dictus scotto , schout, en schepenen van Roermond sluiten eene minnelijke overeenkomst in zeker verschil
ontstaan tusschen clc abdis, het convent van de Cistor-cienser orde te Roermond en Daniel , pastoor dei-parochiale kerk aldaar van de eene zijde, en Theodericus en Godetridus, gebroeders , zonen van wijlen vrouwe Sophia, zuster van eerstgenoemde Godefridus en Theodericus van de andere zijde. Ten gevolge van deze overeenkomst beloven de abdis, het convent en de pastoor Daniel schadevergoeding te geven aan de beide broeders, terwijl deze laatsten zich verbinden de zaak noch voor den geestelijken noch voor den wereldlijken regter te brengen en onder eede beloven voortaan het convent niet meer te benadeelen.
Afschrift, lat. in Cartularium 11, bladz. 98.
1287, 1 February. In viyiliu purificationis beate Marie rinjiuis. Reinald graaf van Gelre en hertog van Limburg schenken aan het Cistercienser convent te Roermond een privilegie, waardoor de hof te Rerkelaar in het kerspel van Echt gelegen en aan dat convent toebehoorende ten eeuwigen dage vrij verklaard wordt van schattingen, afpersingen, ongelden en diensten.
Afschrift, lal. in Cartularium 11, bladz. 53 verso ; niet eene oude vertaling in het Nederd. aldaar bladz. 54.
1288 , 22 Mei. Datum anno du mini millesimo du-cenlesimn octoyesinw octavo sabbato intra octauas pen-tecostis. Sifridus , aartsbisschop van Keulen , verleent een aflaat aan allen die de kerk van het Cistercienser convent te Roermond op de volgende feestdagen bezoeken , als: op de feesten van O. L. Vr. wanneer haar beeld in de processie wordt rondgedragen; op Chrisli geboorte; op St. Stephanus, Johannes en Allerkinderendag ; op Paschen en Pinksteren ; op de geboortedagen van St. Jan Baptist, en der apostelen
— 217 —
Petrus en Paulus; op de feestdagen van Maria iMag-dalena, Laurentius, Egidius, Ursula, Katharina, Nicolaus en Agnes.
Afschrift, lat. in Carttilarium II, biadz. 93 v0.
1289, 22 Mei. Actum et datum anno Domini mille-siniquot; ducentesimo Ixxx nono undecimo Kalendas Junij. Reynerus de Weerth inuestitus Eyckii consdy decanm, Theader icus de Ruremunde, sancte crue is Leodiensis canonicus, magister Heynricus cantor beate Mar te Tra-iectensts en Engelbertus, inuestitus ecclesie de Buanzele doen uitspraak als scheidsregters in een verschil tus-schen het Cistercienser convent van Roermond ter eenre en de inwoners van Maarhees ter andere zijde , over het gebruik van zekeren weg, door den hof van Heug-ten loopende , en waarover de inwoners van Maarhees vermeenen het regt te bezitten van hun vee te drijven.
Afsclir. lat. in Cartularium 11, bladz. 10 verso.
1290, December. Mense Uecembri. Schout en schepenen van Echt verklaren dat Theodericus genaamd llomnic van Nithusen aan het Cistercienser convent te Roermond in erfregt heeft overgegeven negen bunders akkerland, gelegen bij Opwijck nabij den hof' van dat convent, onder voorwaarde dat het convent aan voornoemden Theodericus, zijne echtgenooie Gertrudis of aan hunne erfgenamen jaarlijks op den dag van den H. Andries leveren zal drie malders rogge en eon
» malder haver, maat van Echt.
Afschrift, la(. in Cortidarhm II, lilarlz. ;i4 verso.
1291, 2 December. Dominica ante jestum beati Myco-iaij episcopi. Adam, zoon van Ada van Heyggen, verkoopt len overstaan der schepenbank van Echt aan de
4
— 218 —
broeders van Berkelaar, ten behoeve van de abdis en het Gistercienser convent te Roermond, zes bunders bouwland gelegen onder Echt ; de koopprijs bedraagt voor ieder bunder 3 marken brab. munt, welk totaal bedrag door de vermelde broeders aan Adam voldaan werd.
Afschrift, lat. in Cartularium II, hladz. 55 verso.
1292, 5 Januarij. Datum Rome apud sanclam Mariam maiurem Nonis Januarij pontificatus nostri anno quarto. Paus Nicolaas IV hecht zijne goedkeuring aan den afstand, die doorliet kapittel van Sint Servaas te Maastricht ten behoeve van het Gistercienser convent gedaan is.
Afschrift, lat. in Cartularium II, hladz. 53.
1292 , Augustus. Datum anno Domini millesimo du-centesimo nonagesimo secundo in mense Augusta. Johannes, abt, en het geheele convent van Averbode sluiten een vergelijk met de abdis en het Gistercienser convent van Roermond over zekere goederen , Kemerken genaamd , die tusschen beider bezitlineen ie Sterksel en te Heusr-
C ei
ten gelegen zijn.
Afschr. lat. in Cartularium II, hladz. II vquot;.
1293, 18 Februarij. Feria ter t ia post do mini cam In-uocauit. Lamhertus cappellanus comitisse Gel rens is, 77/-mannus , p leb anus none ecclesie in terra Gelrensi , Theodricus, inuestitus ecclesie de Wetten, Frater Thilmannus, prouisor noui claustri dicti vallis comitis, Godelridus de ('Asthe, Bernardus de Stegnhorst, milites, Hegnricus, ad-uocatus in Gelren , Gerardus Cocns , notarius ibidem , Wilhelmus de Virnhegm, Johannes de Stralen, Alexander de Muro, scabini oppidi Gelrensis, Rutgerus de Halte, Theodricus dictus Verdunck, Hegnricus super Hage, Rutgerus dictus Roggo, Godefridus de Puhrickc et Rutgerus
— 249 —
de St eg a, scabini terre Gelrensis verklaren dal Jurabus dictus de Curie voor hen verschenen is en afstand gedaan heeft van de tienden van Salhnsen ten behoeve van het Gistercienser convent van Roermond ; dat echter de abdis Elisabeth niet regtens maar als eene weldaad aan bovengenoemden Jacobus hel gebruik van die tienden voor een tijdvak van 3 achtereenvolgende jaren gelaten heeft, mits hij eenen jaarlijkschen pacht aan hel convent betaalde van twee malder rogge en zes malder even Geldersche maat. l)e schepenen van 't land van Gelder verklaren voorts dat Tïlmannus diet us de line insgelijks voor hen verschenen is en afstand heeft gedaan in handen van broeder Ludolphus, provisor van gemeld convent, van de tienden van Aldekerk, die hij in pacht had ; dat Ludolphus daarop den genoemden Tilmannus nog gedurende 2 jaren in het bezit dezer tienden zal laten mits tegen eenen jaarlijkschen pacht van een malder rogge en 2 malder even.
Afschrift, lal. in Cartularium II, bladz. 44 vquot;.
1293, 13 November, lu crastino beati Martini hye-maiis. Giselbert, abt, en Renerus, prior van het kloostei Gamp, Heynricus, pastoor van Luthe, (Leuth), deken van hel concilie van Stralen, Mathias, pastoor van Asselt en Svvalmen en Lodewicus de Golonia, genaamd de Molen-gassen , doctor decretorum , brengen eene minnelijke overeenkomst tot stand tusschen de abdis en het convent van de Gistercienser orde te Roermond ter eenre, en Theodericus pastoor of rector van Nieuwkerk ter andere zijde over hel regt tot het voorstellen van een vicaris of kapellaan in de kerk genaamd Aldekerk ol kapel van Gelder. (Ecclesiam die tarn veterem sine rapel-tani de Gelren.)
Afschrift, lat. in Cartularhim, If, bladz. 45.
— 220 —
1294, 21 Februarij. Datum dominica qua cantatur Judica anno Domini millesimo ducentesimo nonagesimo quarto. Broeder Giselbertus, abt van Gamp, en Johannes van Stralen, verklaren dat in een geschil tusschen het Cistercienser convent te Roermond van de eene zijde en Tilman Hasenragge en zijn zoon Gerard van de andere zijde over den eigendom van Ti/a morgen akkerland, in de parochie van Aldekerk onder Gelre gelegen, beide laatsten alle hun toekomende regten op dal land aan het Cistercienser convent hebben afgestaan.
Afschrift, lat. in Carlularnim II, lilariz. 45.
1295, 7 Augustus. Dominica post f'estum beati Petri ad vincula. De abdis Elisabeth en het convent van de Cistercienser orde te Roermond staan ten overstaan van schout en schepenen te Echt uit eigen beweging de tienden van Echt af ten behoeve van het kerkhof en de kerk aldaar.
Getuigen waren : Zizo de Kerre , Sibertus dapifer , Gerardus de Vlorop en Gerardus de Uytwick, ridders.
Afschrift, lat. in Carhdarirm II, hladz. 55 verso.
1296, lo Maart- Datum Rome apud sanctum Petrum, Idibus Marlij pontificatus iwstri anno secundo. Paus Bonifacius Vil! draagt aan den cantor der kerk van O. L. Vrouw te Maastricht op te zorgen dat de onwettig vervreemde goéderen van het Cistercienser convent te Roermond daaraan terug komen.
Afschrift, lat. in Cartidarium 11, liladz. 82.
1297, 29 November. In vigil ia beati Andree apostoli. Schout en schepenen van Odiliënberg (month Od I c, verklaren dat ter stichting en doteering van het altaar der H. Maria Magdalena aldaar do volgende schen-
— 221 —
kingen geschied zijn, als : Dirk van Lobbroc, vroeger investitus van Wessem, gal'bij uiterste wilsbeschikking zijne tienden bij Overlie (Overen ?) ; Catharina, weduwe van Gerard van Utwike, ridder, en hare kinderen Gode-fridus, Wimmarus, Gerardus, Theodericus en Mechtildis, geven, om aan den uitersten wil van hunnen overledenen echtgenoot en vader te voldoen , 4 malder rogge en -4 mal der haver erfpacht uit hunne goederen gelegen bij Odiliënberg (Berge) ter plaatse genaamd Vosloc; de kinderen van den overledenen Coinon van Berge, met name Henricus, Theodericus, Wilhelmus, Johannes en Gerardus, het testament van hunnen vader ten uitvoer leggende , schenken 2 malder rogge en 2 malder haver erfrente en twee schellingen erfcijns uit hunne goederen genaamd Vosloc oi' Corfgaet.
Bezegelaars waren : Capitulum Montis Odilie, Godefri-dus, decanus Aquensis, Gerardus de Kerreke , Theodericus aduocalus de Ruremunde, mllites.
Orig. lal. perk. waaraan vier zegels, twee in wit en twee in groen was ; het zegel van Gerardus van Kerreke alleen is ongeschonden. Daarbij een vidimus van hetzelfde charter gegeven in liet jaar 1375 door Gerard ran Teyelen en Johannes van Oederade, schepenen van Roermond, orig, lal. perk. zegels afgevallen, in doos Vi N0 3.
1297, 14 December. Actum el datum anno Domini millesini') ducenlesimo nonagesmo septimo in crastino beate Lucie virginis. Gerard van Spralant en Mechtildis, zijne echtgenoote, in twist geraakt zijnde mei het Cistercienser convent van Roermond over de novaliën, die sedert den dood huns vaders op het goed te Spralant , onder het kerspel van Venray, geheven worden, verklaren met dat convent eene overeenkomst te hebben gesloten, ten ge-
— 222 —
volge waarvan het voortaan de tienden van alle pas ontgonnen landerijen zal heffen ; zij verklaren voorts dat zulks geschied is voor eene som gelds, die zij van het convent ontvangen hebben.
Afschr., lat. in Carlularium II, bladz. 20 v0 met eene oude vertaling in het Nederd. aldaar bladz. 21.
1298, 29 Julij. Feria levtiu pust festum bead Jacobi apostoli. Godefridus de Nass , aartsdiaken van Luik , schrijft aan de pastoors van Nyele (Maasniel) en Herten dat hij, na vrij willigen afstand van Mathias, rector van de parochiekerk van Roermond, op voordragt van de abdis en het Cistercienser convent te Roermond Godefridus, deken der kerk van O. L. Vr. te Aken, tol pastoor in die kerk benoemd heeft ; hij beveelt beiden pastoors zich naar Roermond te begeven ten einde den nieuw benoemde te installeeren.
Afschrift, lat. in Cartularium II, bladz. 99.
1298, 3 Augustus. Die dominica post festum beati Petri. Theodericus, pastoor van Maasniel {de Nyele), en Heynricus, pastoor van Herten, schrijven aan Godefridus de Nass , aartsdiaken van Luik dat zij zich op zondag na het feest van Sint Petrus banden naar Roermond begeven hebben om het hun opgedragen mandaat ten uitvoer te leggen, hetgeen op dien dag , in de hoogmis na het Evangelie , met de gebruikelijke pleg-tigheden heeft plaats gehad, zonder dat iemand daartegen in verzet is gekomen.
Afschrift, lat. in Cartularium II. bladz. 99.
1299, 25 Augustus. In crastino festiuitatis beati Bar-tlwlomei Apostoli. Christianus de Wirst en zijne wettige huisvrouw Nesa staan aan de abdis en het convent van
— 223 —
de Cistercienser orde le Roermond het genot af van de tienden van een half bunder bouwland gelegen in de parochie van Stevensweert , ter plaatse genaamd Steyn-culen , welke tienden zij gedurende hun leven het regt hadden te ontvangen ; deze afstand is geschied onder voorwaarde dat Christianus en Nesa, zoolang zij beiden of een hunner leven niet meer aan dat convent behoeven te voldoen de tienden gevestigd op hunnen hol' gelegen bij Stevensweert tusschen de twee armen van de Maas, terwijl na beider overlijden de eerst gemelde tienden tot de wettige erfgenamen van Christianus en Nesa zullen wederkeeren en het convent wederom in het genot van zijne tienden op den vermelden hof zal treden.
Bezegelaar van dezen afstand was ; Godeschalk, pastoor van Echt.
Afschrift, lat. in Carlulariim ff, bladz. 80.
1300, 17 Julij. In die dedicationis beate Marie hi Aquis. Mathias, deken der kerk van den H. Petrus te Sittard, Godefridus, pastoor van Odiliënberg, en Marti-nus, pastoor van Roosteren, doen als scheidslieden uitspraak in ecu geschil ontstaan tusschen de abdis en het convent van de Cistercienser orde te Roermond ter eenre, en Johannes van Petersheim, heer van Stevensweert, en eenige andere parochianen aldaar, ter andere zijde over zekere regten , die voornoemde Johannes en de parochianen voorgaven te bezitten op de smalle tienden van die plaats , welke tienden de abdis en het convent gewoon waren aldaar te innen ; volgens deze uitspraak zal elk der partijen in het bezit blijven van die regten, die zij tot dusverre hadden en zal het voornoemde convent niet regtens, maar ten gevolge van deze uitspraak aan Johannes en de parochianen 3 sterlingsche marken
— 224 —
loopenden koers van Roermond geven , tot onderhoud der kerk of kapel van Stevensweert.
Afschrift, lat. in Cartularium 11, bladz. 50.
1303, 7 Julij. Dominica post octauas beatorum Petri el Pauli apostolorum. De deken en het kapittel van S1 Servaas te Maastricht verklaren dat Theodericus genaamd Homnich de Nythusen en zijne huisvrouw Gertru-dis ingevolge het testament van Gerard de Nythusen , aan dal kapittel verschuldigd zijn eene rente van drie Brabantsche marken, telkens op den I6quot; Januarij te Echt te voldoen ; aangaande deze rente zijn zij overeengekomen dat genoemde Theodericus haar met eene som van 30 marken ten allen tijde kan afkoopen, maar wanneer hij of zijne erfgenamen ooit in de betaling op den bepaalden dag mogten achterblijven , hetzij geheel of gedeeltelijk , dat dan in plaats van deze drie marken jaarlijks ten eeuwigen dage aan dat kapittel zal moeten geleverd worden drie mudden rogge; tot zekerheid van deze laatste levering geeft genoemde Theodericus in onderpand verschillende pachten, die in zijn bezit zijn.
Afschrift, lat. in Cartularium II, bladz. 54 vu.
1303, 31 Augustus. Datum anno Domini millesimo tricentesimo quinto in exitu mentis Augusti. Willem heer van Kranendonk en Elisabeth zijne echtgenoote verklaren dal zij en de inwoners van Maarhees met het Cister-cienser convent van Roermond eene overeenkomst gemaakt hebben aangaande hel gebruik van eenen weg, die dooiden hof van Heugten loopt, waarvan dat convent den eigendom bezit.
cgt;
Medebezegelaar was : Gerardus dominus cle Huerne et de Altena,
Afschr. lat. in Cartularium II, bladz. quot;12 vprsn.
— —
1307 , 14 Februarij. Feria Ier lui post dominicatn in-uocauit. tlel gerigt van Echt verklaart dat hel Gister-cienser convent te Roermond in het bezit is der tienden van acht bunders land , genaamd Lottellope , gelegen naast den nieuwen molen ; weik land het vermeld gerigt tot verhooging van den godsdienst aan het hospitaal van Echt geschonken heeft.
Afschrift, lat. in Cartularium II, bladz. 50.
1307, 5 Maart. In doniinica qua cantatur klare Jhe-rusalem. Frater Heynricus, episcopus Redestinensis, verleent aan de bezoekers der kerk van het Cistercienser convent te Roermond eenen aflaat op verscheidene feestdagen gedurende het jaar.
Afschrift, lat. in Cartularium 11, bladz. 94.
1308, 5 Februarij. In die beate Ayathe virginis el marly ris. Het convent van de Cistercienser orde te Roermond verpacht , ten overstaan van het gerigt van Echt aan Otto genaamd Homoet en Eva zijne echtgenoote een bunder akkerland gelegen ter plaatse genaamd den Bruele voor den pachtprijs van een malder rogge en een malder haver. Echter maat, die jaarlijks op Sl Andries-dag aan het vermelde convent moeten geleverd worden.
Afschrift, lat. in Cartularium II, bladz. 50.
1309, 18 Julij. Quinta die post festum Margaret he virgin s. Frater Guido , episcopus Helenensis , verleent aan de bezoekers der kerk van het Cistercienser convent te Roermond eenen aflaat op verscheidene feestdagen gedurende het jaar.
Afschrift, lat. in Cartularium 11, bladz. 94 vquot;.
1311, 21 Julij. Datum m Ruremunde anno Domini V/quot; CCCquot; XIquot;. duodecimo Kal. Augusti. Hendrik van Mun-
furth, proost va» Emmerik in het diocees van Keulen , en Godeschalk, deken van het concilie van Susleren in het diocees van Luik, deelen aan alle plebanen, pastoors, kapellanen en rectoren van kerken eene bul mede van paus Benedictus XI dd. 17 Februarij 1303 , regelende het regt der Minderbroeders om in de parochiën te mogen prediken, biecht hooren en begraven.
Orig. lat. perk. zegels verloren, in doos VI Nquot; 2, vermeld bij Habets , Geschiedenis van het bisdom Roermond I, bladz. 403.
1312, 3 November. In die Malachie episcopi. Frater Daniël, episcopus Arthanensis, verleent aan de bezoekers der kerk van het Cistercienser convent te Roermond eenen aflaat op verschillende feestdagen gedurende het jaar.
Afschrift, lat. in Cartularium II, bladz. 94 v0.
1313, 12 April. Feria sexta post cenatn Domini. Go-det'ridus de Nass , aartsdiaken van Luik , schrijft aan Adam , perpetuus vicarius der S' Christoffelkerk van Roermond , dat na het overlijden of den vrijwilligen afstand van Godefridus, laatsten pastoor dier kerk, het Cistercienser convent te Roermond Heynricus Ludolphi heeft voorgedragen om tot pastoor te worden benoemd. Aan een ieder zijn goed regt willende voorbehouden gelast hij aan genoemden Adam drie afkondigingen daarvan in die kerk te doen en wel de eerste op paaschmaandag , de tweede op woensdag en de derde op vrijdag daaraanvolgende , met vermelding dat belanghebbenden tegen deze benoeming hunne bezwaren zullen kunnen inbrengen, te Luik, in de woning van den aartsdiaken op den dag volgende op den zondag Quasimodo.
Afschrift, lat. in Cartularium 11, bladz. 99 v.
— 227 —
1313, 19 April. F er ia sexta post diem Pasche. Adam, perpetuus vicarius der kerk van den H. Christoffel te Roermond, schrijft aan G. de Nass, aartsdiaken van Luik, dat hij het hem verleende mandaat getrouw ten uitvoer gelegd, drie afkondigingen gedaan en de belanghebbenden ter verschijning voor den aartsdiaken gedaagd heeft,.
Afschrift, lat. in Cartularium II, bladz. 100.
1313, 20 April. Sabbalo post Pascha. Johannes de Schaephusen, kanonik van de 0. L. Vr. kerk te Maastricht en voorgedragen lol pastoor der parochiekerk van Roermond, schrijft aan Godefridus de Nass, aartsdiaken van Luik, dat hij in het geding door hem tegen Henricus Ludolphi, priester, vóór het aartsdiakonaat van Luik , aanhangig gemaakt of te maken tot zijne gevolmagtigden benoemd heeft Hildegerus genaamd Crovenboem van Keulen en Franco van Maastricht.
Afschrift, lat. in Cartularium II, bladz. tOO.
1314, 16 Maart. Datum et pronunciatum anno Domini MCCCquot; tercio decimo feria septima hora vesperarum post dominicam qua cantatur Oculi. Neapolio de filiis Orsi, aartsdiaken van Luik , doet uitspraak in een geschil ontstaan tusschen Henricus Ludolfl van Roermond en Johannes de Schaephusen , kanonik van 0. L. Vr. te Maastricht, die beiden tot het pastoorsambt van de parochiekerk van den H. Christoffel te Roermond waren voorgedragen, de eerste door het Cistercienser convent van Roermond de andere door Zozo van Reeck, schildknaap. De aartsdiaken , na beide personen gehoord te hebben, stelt Henricus Ludolfi tot pastoor der vermelde kerk aan, legt Johannes de Schaephusen het »stilzwijgenquot; op en veroordeelt hem in de kosten van het geding.
Afschrift, lat. in Cartularium 11, bladz. 101.
— m —
I o I (j, 6 Mei. In die heali Johannis upostoli el euun-geliste ante portam latinam. Hermannus , episcopus Heynensis, verleent aan de bezoekers dei- kerk van het Cistercienser convent te Roermond eenen aflaat op dezelfde feestdagen, waarop door vroegere prelaten aflaat verleend was geworden.
Afschrift, lat. in Cartularium II, bladz. 95.
1321, 27 October. In vigil ia Simonis et Jude apoxhi-lorum. De schepenbank van Echt verklaart dat door dc abdis en het convent van de Cistercienser orde te Roermond eene klagt ingeleverd werd tegen Otto genaamd Hoemoet en zijne Echtgenoote Eva ; deze laatsten hadden van het convent een bunder akkerland gelegen in den Bruele in pacht genomen voor eenen jaarlijkschen pachtprijs van een malder rogge en een malder haver en dat gepachte land tot stichting van een altaar ter eere van S1 Jan evangelist, enz. in de kerk van Echt geschonken; hierover klaagt het convent en verzoekt in zijnen eigendom gehandhaafd te worden ; na de verdediging van voormelde Otto en Eva wordt het betwiste bunder land wederom aan de abdis en het convent toegewezen.
Afschrift, lat. in Cartularium II, bladz. 56 v0.
1322, 6 April. Feria tertia post ramos pahnarum. Johannes en Margaretha, echtelieden, verkoopen, voor schepenen van Roermond, eenen jaarlijkschen cijns van 16 penningen Roermondsche munt op hunne kamer gelegen tegenover het huis der Beggarden aan Theode-ricus van Middelhoven, viceproost van Odiliënberg, ten einde daarvan een jaargetijde te houden voor wijlen
\ Hendrik, deken van Grave en kanonik van Odiliënberg. Hierin komen voor : Lambertus Otte, schout, Conrardus de Odenrade en Johannes Sprengintguet , schepenen.
Orig. lat. perk. zegel verloren in doos VI, N0 48.
13^3 , J2 Februai'ij. Sabatho post A gal he virginis. Wilhelmus Lupus en zijne echtgenoote Aleidis vestigen, len overslaan van schepenen van Roermond , eenen erfcijns van een mark en vier kapoenen op hun huis, dal eertijds aan Gerard de Cogunia loebelioorde, ten behoeve van Johannes, zoon van Druda. Hierin komen voor Slephanus van Elmpl, schout, Conrardus de Oden-denrade en Henricus, filius Drude, schepenen.
Orig. perk, lat. met een zegel in groen was, in dons M N» 00.
1323, 24 Maart. Dominica qua cantutiir Judica. Willem van Swalmen, door graaf Reinald van Gelretot scheids-regter benoemd in een geschil lusschen hel Cistercienser convent te Roermond en Karei van Hoenselaer aangaande zekere goederen of bouwlanden de kindehns genaamd, die vroeger aan Alexander, zoon van Thomas van Horst, toebehoorden, verklaart dit geschil thans bijgelegd; dientengevolge staan Karei van Hoenselaer, Agnes zijne echtgenoote en hunne erfgenamen de betwiste goederen, ten overstaan van schepenen van Wetten, aan voornoemd klooster af. Medebezegelaar was Reinald, zoon van den graaf van Gel re.
Afschrift, lat. in (jartulanum [1, biadz. 3i verso.
1338, 21 September. Ipso die benti Mathei aposluli et cnanyetiste. Tilman genaamd Bollick en zijne echtgenoote Katharina verkoopen aan het Cistercienser convent te Roermond verschillende landerijen in het kerspel van Wetten. Tot de rigtige nakoming van de voorwaarden van dezenverkoop stellen zich borg Karei van Hoenselaer en Genekinus, genaamd Bokevonderen.
Afschrift, lat. in Carlularium II, bladz. 30 verso.
— 230 —
1341, 23 April. Die beali Georgij. Gerardus Hreidelken, schout, Johannes Biderinc, Gerardus ile Volmulen et Johannes advocatus, schepenen van Swartbruch (1) verklaren dat Henricus Rubcator de kreupele [claudicans) aan Johannes de Craka verkocht heeft eenen cijns van twee marken gevestigd op twee bunders land, die vroeger aan het hospitaalklobster en aan Gertrudis van Arwinkel toebehoorden en op den Maasnielder weg gelegen zijn.
1372, 29 Augustus. Op sen te Johamdach hapt. decol-latio. Johan van Wessem draagt bovenstaanden cijns aan ons heren Gaets bruederscap van den heyhjen graue over, ten einde daardoor de twee marken op zijn huis gevestigd af te lossen.
Hierin komen voor: Lambrecht Gade, schout, Johan Sprengintguet en Dirk van den Grijnde, schepenen van Roermond.
Twee orig. perk. het eerste lat. niet nog twee zegels in groen was, in doos VI N0 45.
1341 , 14 November. Feria quarta post festum Martini episcopi hyemalis. Zuster Gertrudis, abdis van hel Cis-tercienser convent te Roermond, verklaart dat de kloosterzuster Fritzvvindis van Swalmen voor de som van 12 Brabantsche marken uit vreemde hand aangekocht heeft de helft van eenen hof, de helft van een huis en twee morgen akkerland, gelegen nabij den hof te Wetten; dat zij dit aangekochte ter beschikking van het convent heeft gesteld, waarvoor haar een jaarlijksch pensioen van drie malder rogge uit den hof te Wetten zal gegeven worden, terwijl na haar overlijden twee malder daarvan ten behoeve van haar jaargetijde en het derde
(i) Hel gcrigt van Zwartbroek* werd den April 1573 met het
gerigt van Roermond vereenigd.
X
— 231 —
malder lea behoeve van de sacristie zuilen aangewend worden.
Afschrift, lat. in Cartularium II, biadz. 33 verso.
1341, 14 November. Feria quarta punt feslum beatx Martini episcopi hyemalis. Zuster Gertrudis, abdis van het Cistercienser convent te Roermond, verklaart dat de conversbroeder Georgius voor de som van 12 Brabantsche marken uit vreemde hand heeft aangekocht de helft van eenen hof, de helft van een huis en twee morgen akkerland, gelegen bij den hof van Wetten; dat hij dit aangekochte ter beschikking van het convent heeft gesteld , waarvoor hem een jaarlijksch pensioen van drie malder rogge uit den hof te Wetten zal gegeven worden, terwijl na zijn overlijden twee malder daarvan tut hel houden van zijn jaargetijde en het derde malder len behoeve der sacristie zullen aangewend worden.
Afschr. lat. in Cartularium II, bladz. 33 verso.
1342, 7 Julij. Dominica post octauas beatorum Petri et Pauli apostolorum. Fritzwindis de Swalmen, abdis van het O. L. Vrouwen klooster te Roermond, en broeder Georgius, convers in 'tzelfde klooster, verklaren van Catharina van Wijden gekocht te hebben zeven bunders akkerland, die onder het dominium van Johannes van Petersheym gelegen zijn; zij verklaren voorts de kooppenningen in goede munt, ih het land van Echt gangbaar, te hebben voldaan en het akkerland met overgaaf van een wit ivooren hecht en van een groen twijgje te hebben ontvangen. Zij zijn tevens overeengekomen dat wanneer broeder Georgius het eerst komt te overlijden, gemeld land in het bezit van de abdis zal komen, terwijl het na beider overlijden aan het convent zal vervallen.
Afschrift, lat. in Cartularium II, bladz. 59 verso.
— 232 —
1350, 10 April. Decimo die memis Aprilis. Hendrik Wolf (Lupus) zoon van wijlen Willem Wolf, met toestemming van zijne moeder Aleidis, van zijne echt-genoote Jetia en van Johannes de Montefya, genaamd van Rodinghen, lombardier en koopman te Roermond, verkoopt ten overstaan van schepenen van Roermond eenen erfcijns van vier marken gevestigd op het huis dat hij bewoont, ten behoeve van Luskinus, zoon van Wolfram van Middelhoven en zijne echtgenoote Hilla, dochter van Johannes van Herkenbosch.
Door een transfix van het jaar 1392 worden deze vier marken ten behoeve van Gadert Op't Ort en door een tweede transfix van hel jaar 1414 ten behoeve van Ansem den pelser overgedragen.
Hierin komen voor: in ISoO, Johannes Averecht, schout, Goswinus van den Griende en Gerardus van der Porten, schepenen.
In 1392, Dederik Rake, schout, Johan van Wessem en Hendrik Man, schepenen.
en in 1414, Johan Wilde van Mersen, schout, Üo-derik Ilillen en Hendrik van Osen, schepenen.
Drie orig. perk. het eerste lat. niet vier zegels in groen was, in doos VI N0 08.
1353, 16 Mei. Des sesteenden Uaechs inden Meye. Reinier Rembaden zoon, over de brug, en zijne echtgenoote Nese, dochter van Dederik Gade, verkoopen eenen jaarlijkschen erfcijns van 34 scitlinge penninge ten behoeve van de broederschap van het H. Sacrament te Roermond.
Hierin komen voor: Johan Averecht, schout, Johan Heye en Jacob Licop, de jonge, schepenen van Roermond.
Orig. perk. zegels verloren in doos VI i\0 54.
— 233 —
1354, 10 Maart. Decima die mensis Marcij. Henricus genaamd Kecht en zijne echtgenooie Emmel verkoopen ten overstaan van schepenen van Roermond aan Johannes de Craka en zijne echtgenoote Elisabeth de Brede zes schellingen penningen gevestigd op een huis in de steeg (in StegaJ, dat na het overlijden van Meyelmans, grootvader van voornoemde Emmel, aan haar vervallen is.
Hierin komen voor: Johannes Averecht, schout, Win-ricus Verwer (Tinctor)en Goswinusde Griende,schepenen.
Orig. lat. perk. zegels verloren, in doos VI N» 4i.
1354, 28 April. Des neesten manendaechs nae sen te Georgius dage des nier tel eer s. Albrecht van Honslar en Nese zijne echtgenoote, verkoopen aan Otto van Buren , ridder en heer te Arcen, eeneu hof genaamd ter sceepdonck, gelegen in het kerspel van Wetten.
Ter nakoming der voorwaarden van den verkoop hadden zich borg gesteld: Loe/f van Honslaer, Dederick van Pell an t, Rutten Goetswijn van Honslaer, Peter sijn sou, Uwaert van Engelschem ende Johaii van Raede, knapen.
Afschrift van eenen brief gevidiraeerd in het jaar 1395 dour Dederik van den Griend en Johan van Wesseni, schepenen van Roermond, in Cartularhm II, bladz. ^(S.
1354, 8 Mei. Des donredachs nae inuentio Crucis. ütto van Bueren, heer van Arcen, verklaart den Ëlbrechts-ho/J' van Hoenslaer gelegen in hel kerspel van Wetten ten behoeve van zijne zuster Bela van Malborgh, abdis, en van het Cistercienser convent te Roermond ontvangen te hebben; voorts verklaart hij dien hof, tusschen de dagteekening van dezen brief en den dag van S' Jan Baptist eerstkomende, volgens de bepalingen van het landregt in handen van dat convent te zullen stellen.
Afschrift, in Cartidarivm 11. bladz. quot;27 verso.
— 234 —
1355, 24 Mei. Gegeuen int jair onss heren dusent drije hondert vijf/' ende vijftich op den heylghen pinxtdaghe. Godart van Heinsberg, heer van Dalenbroek, vergunt aan hel Cistercienser convent van Roermond op een stuk land nabij den hof van dat klooster te Asenraai onder Maasniel gelegen , eenen molen te bouwen en te onderhouden, mils dat convent hem jaarlijks en erfelijk op S' Stephanusdag 12 kapoenen zal leveren.
Afschr. in Cartularium II, bladz. 3.
1356, 10 Februarij. Des neesten dynsdaechs me sente Agathendach der heylghen Jonffrouwen. Otlo van Buren, ridder en heer van Arcen, en Marina, zijne echtgenoote, verklaren ten overstaan van schepenen van Weiten dal zij omme Gaedtswille ende in gerichter elmosen omme heil haerer zeelen den hof genaamd Sceepdunck, gelegen in liet kerspel van Wetten, aan het convent van de Cistercienser orde te Roermond gegeven hebben.
Afschrift van eenen brief gevidimeerd in het jaar 1305 door Dederik van den Griend en Johan van Wessem , schepenen van Roermond, in Cartularium II , bladz. 29.
1356, 25 Maart. Op onss vrouwen daghe annuntiationis. Eduard van Gelre veroorlooft aan de abdis ende den joujjrouwen van den Gaedtshuys te Roermond om in die stad op luieren eygenen erne eyne wintmolen te duen setten en te tymeren ende dairmede te malen er HU den ende die moeien te duen vertymeren.
Onder staat; Per dominos de Weerdenborch, Heynrirus de Krekenbeek siyilliferos, dominus Otto de Buren.
Afschrift, in Cartularium II, bladz. 82 v.
1356, 31 December. Op sunt Syluesters daghe. Gerard Vusken van Swalmen en Gude van Elmpt, zijne echt-
— 235 —
genooie, geven aan den armen van Ruremunde in dat (jasthusen drie morgen land gelegen bij Hullen Tyyel-maen hone, mei voorbehoud van de vyer pynninghe yell, die men hun van deze drie morgen betaalt.
Orig. perk. met het zegel van Giuie van Elmpt in wil was. Hierbij een vidimus van dezen brief, afgegeven in 1308 door Hendrik Sprengintguet en Didderik Man, schepenen van Roermond; orig. perk. zegels verloren, in doos VI N« 25.
1357 , 27 Februarij. Ipsa dominica qua canlatur exurye quare. Tilman genaamd Bollick van Wetten en Stina zijne echtgenoote verkoopen ten overstaan van rigler en schepenen van Wetten aan het Cistercienser convent te Roermond zeker land nabij den bof van Sceepdonck. gewoonlijk genaamd aen den tween dar en. [)it land wordt vrij en onbezwaard verkocht met uilzondering van twee ponden was. die jaarlijks op het feest van den H. Martinus aan de kerk Ie Wetten moeten worden geleverd.
Afschr. lal. in Cartularium II, bladz. 31.
1357, 27 Februarij. Des manendaechs na sen te Malhys day he aposloli. Dederik Bollick waarborgt voor hem en zijne erfgenamen gedurende een jaar en eenen dag hel goed door hem aan het Cistercienser convent te Roermond verkocht en stelt als borgen voor dien waarborg Johan Bollick priester en Herman zijn broeder.
Afschrift, lat. in Carlularhim II, bladz, 31 verso.
1357, 4 April. Des vierden daechs in den Aprille. Conrard van Bylyen zoen der boddenneersen en zijne huisvrouw Aleidis verkoopen, ten overstaan van schepenen van Roermond , een stuk land gelegen achter Didderi.r Halfs schuren aan Conrard van Muggen broek.
— 236 —
Hierin komen voor : Joh au Averecht, schout, Gerard van Tegelen en T lman van Gangelt, schepenen.
Orig. perk. met 2 beschadigde zegels in groen was in doos VI N0 71.
1357 , 30 September. Op sinte Geronimus day he. Lyse, weduwe van Dederik Joris zoon, en haar wettige voogd Herman van Hoenselaer verklaren voor de schepenbank van Wetten hoegenaamd geene vorderingen te hebben op eenig goed waarvan Ermgard van Korswyck en haar echtgenoot Henken thans in het bezit zijn of dat zij namaals verkrijgen mogten.
Afschrift, lat. in Carlularmm II, liladz. 32.
1358, 9 Januarij. Feria quint a post epiphaniam Domini. Johannes de Tillickhorst en Ermengard de Korffwyck , zijne vrouw , staan , voor schepenen van Wetten, alle hunne goederen, roerende en onroerende, tegenwoordige en toekomende af aan het Cistercienser convent van Roermond.
Alschrift, lat. in Cartularium 11, bladz. 32.
1358, 14 Januarij. Des saterdaechs na andayhe derteendachs. Elbrecht van Hoenselaer en zijne echtge-noote Nese verklaren ten overstaan van schepenen van Wetten dat het land gelegen te Wetten vur den tiveen duren , van ouds behoord heeft aan den hof van Sceepdonk, en zij dat land met dien hof aan het Cistercienser convent te Roermond verkocht hebben.
Afschrift, lat. in Cartularium II, bladz. 29 verso.
1360 , 23 April. Des drie ende twintichsten daechs in den Apr die. Godard genaamd Lewenbergh en zijne echtgenoote Christina van der Porten verkoopen, voor schepenen van Roermond, op hun huis gelegen inder
— 237 —
Stephen by den pulte 't gegen Noudenhnes van Elmpt, eene erfcijns van twe marcken penningen ten behoeve van de broederschap van het H. Sacrament te Roermond.
Hierin komen voor: Johan Averecht, schout, Dirk Gade en Gerard van Tegelen, schepenen van Roermond.
Orig. perk. zegels verloren, in doos VI N0 43.
1360, 25 Mei. Des vijf emle twintichsien daechs in den Meye. Gerard Rake, schepen van Roermond schenkt aan Gonrard Rake, priester, ten behoeve van liet altaar van den H. Geest en na overlijden van genoemden Gonrard aan den priester die dat altaar zal bedienen , eerten jaarlijkschen erfcijns van 15 schellingen en 9 penningen gevestigd op het huis van Johan van Rure, dat vroeger aan Gostius van S' Nicolaas toebehoorde.
Hierin komen voor: Johan Averecht, schout, Dederik Gade en Goswijn van den Grinde, schepenen van Roermond.
Orig. perk. zegels verloren, in doos VI N0 65.
1361, 5 Maart. Mensis Martij die quinta. Engelbert van der Marck, bisschop van Luik, geeft zijne toestemming tot het overbrengen van het kapittel van Odiliën-berg naar de kapel van den H. Geest te Roermond.
Orig. lat. perk. niet twee zegeltjes in geel en groen was, in doos VI N0 20.
1361, 17 Maart. Ipso d:e sancte Gertrudis virginis. Hertog Reinald hecht zijne goedkeuring aan dat overbrengen.
Orig. lat. perk. zegel verloren in doos VI, N0 21. Zie stuk I bladz. 48
1361, 3 April. Tertia die mensis Aprilis. Eduard van Gelre, broeder des hertogs, schenkt insgelijks zijne goedkeuring aan deze overbrenging.
Orig. lat. perk. met het zegel van Ednard in rood was, in doos VI N0 22. 16
— 238 —
1361, 8 April. Odaua (He mensis Apr His. De magistraat van Roermond geeft zijne toestemming tot die overbrenging.
Orig. lat. perk. zegels verloren, in doos VI Nu 23.
1361, 3 Mei. Des dinsdages nae sente Walburgen dage v'rginis. Emont van Wilderoide, knaap, Johan van Kes-sel en Willem van Elmpt , ridders , bekennen schuldig te zijn aan Guert Keeken, burger van Roermond , eene som van 42 goede zware guldens , die zij hem onder verband van leisting beloven terug te betalen op S' Re-raigiusdag e. k.
Orig. perk. met drie zegels in groen was, in doos VI N» 75.
1363, 22 September. Des vridaechs nae zente Lam-brechts dach martins. Aleidis genaamd van den Schore schenkt voor schepenen van Roermond haar huis gelegen op den driesge, dat vroeger aan Willem van Gevenich behoord had , aan het kapittel van den H. Geest te Roermond.
Hierin komen voor ; Johan van Oderade, schout, Jacob Licop en Lambrecht van der Craken, schepenen te Roermond.
Orig. perk. met nog een zegel in groen was, in doos VI N» 42.
1365, 1 April. Des gersten daghes in den prille. Rela van Malbergh , abdis van het Cistercienser convent te Roermond, verklaart aan de conversbroeders Reyner den oude en Hendrik Nabben de vergunning gegeven te hebben om gedurende hun leven tot hun onderhoud de rente van den door hen gekochten hof te Ven ray te mogen ontvangen, en zulks met versterf van den eenen
— 239 —
op den anderen , terwijl na beider overlijden die hof aan het klooster zal vervallen ende kome in (iheineyne orber ende mitheyt des ghemeynen conuenl ende anders neryen, to hulpen toe irren cleederen te beteren ende toe koepen.
Afschr. in GarUdariam II, bladz. 25.
1363, 11 Augustus. Des neesten dage na zente Lauren this dage. Willem van Daswylre en Didderik van Pardelaer verklaren op hunnen eed dal , van zoo lang zij zich herinneren kunnen, zij nooit gezien hebben dat iemand in den Roermondschen Weert schapen heeft gehouden of laten weiden dan alleen' de voogd van Roermond.
Orig. papier, waarop twee kleine zegels gedrukt waren in groen was , waarvan dat van Didderik van Pardelaer nog aanwezig is, het andere geschonden, in doos VI N» 24.
1366, 4 Februarij. Op sente Agaten auent der heylghen Jontfrouwen. Dirk van Pellant, ridder, en zijne echtge-noote Nese verklaren len overstaan van de schepenbank te Wetten dat zij het goed genaamd Bukenvonderen, mei alle zijne regten en toebehooren , zoo als het in het gerigt van Wetten gelegen is, verkocht hebben aan het Gistercienser convent van Roermond.
Afschrift, in Carlularium II, bladz. 32 verso.
1366 , 4 Februarij. Op sinte Agathen anomie der joncfrouwen. Dirk van Pellant en Nese zijne echtgenooie waarborgen onder verband van leisting aan het Gistercienser convent, het goed te Bukenvonderen, gelegen in het gerigt van Wetten, dat zij aan dat convent verkocht hebben.
Als borgen van slipte nakoming daarvan komen voor: Peter van Hoenselaer en Johan van Raide , die ook
— 240 —
zegelen voor bovengenoemden Dirk en zijne echtgenoote, daar deze verklaren geen zegel le bezitten.
Afschrift, in Cartularium II, bladz. 38.
1366, 24 Julij. Op sent Jacobs auent Apostoli. Zuster Bela van Malbergh, abdis van het Cisterciencer convent te Roermond , verklaart dat de helft van het goed genaamd Bukenvonderen, in het gerigt van Wetten gelegen, aangekocht werd van Dirk van Pellant door de twee gezusters Ermgardis en Catharina van Helden ; dat deze twee personen de opbrengst van dit goed gedurende haar leven met versterf van de eene op de andere zullen genieten, terwijl die opbrengst na beider overlijden aan het convent zal komen tot hulpen te konpen ende te krighen onser cleyder.
Afschrift, in Cartularium II, bladz. 33.
1368, 9 Februarij. Op andach onser vrouwen puriji-catio. Jacob van Merheym en Mette van Halen zijne echtgenoote , Johan Roders en Jutte zijne echtgenoote verklaren ten overstaan van schepenen van Roermond in erfpacht genomen te hebben van Johan van Wessem en Catharina zijne echtgenoote een huis gelegen tegien-over den H. Geest, vroeger aan Johan Quinkarts toebehoorende voor eenen jaarlijkschen erfcijns vati drie
zware guldens.
Hierin komen voor : Lambert Gade, schout, Dederik van den Grijnde en Gerard van Tegelen schepenen.
Orig. perk. zegels verloren, in doos VI Nquot; 04.
1370, 29 Junij. Op sinte Peelers en Pauwels dag, in onse stad tot Ruremonde Hertog Eduard geeft de tienden van Posterholt, in het kerspel van Vlodrop, aan do kapel genaamd Bethlehem te Roermond.
— 241 —
Getuigen waren : Walraven van Valckenborg , heer van Born en van Sittard , Johan van Wickerade en Sander van Rossum, ridder.
Afschrift, in omslag 31 iV0 24. Een iweede al'sciirift bevindt zich in de kronijk van het hert. Gelre door Nico-iaas Biesen, bladz. 106.
1371, 25 Mei. Op den heil gen Penxtdach. Maas van Erclentz verkoopt ten overstaan van schepenen van Roermond eenen erfcijns van twee gude gulden dubbel brabants mottune, gevestigd op zijn huis gelegen by des heilgen geists kirchoue ten behoeve van Herman Muels.
Hierin komen voor Lambrecht Gade , schout, Gerard van ïegelen en Johan van Oederade, schepenen.
Bij transfix van 14 Augustus 1381 verkoopt Hendrik Muels, zoon van Herman Muels , den bovengemelden erfcijns ten behoeve van Gerard van Muggenbroek. ka-nonik in den H. Geest en na diens overlijden aan de hem in zijne prebende opvolgende priesters.
Hierin komen voor Dederik Gade , schout , Johan Averecht en Dederik van den Grijnde, schepenen.
Twee orig. perk. niet 3 zegels in groen was, in doos VI N0 52.
1373—1399. Vier schepenbrieven van Roermond van weinig belang , waarin de volgende schepenen voorkomen, als:
in 1373, Lambrecht Gade , schout, Gerard Bake en Dederik Man, schepenen.
1381. Dederik Gade, schout, Johan Sprengentguet en Johan van Oederade, schepenen.
1392. Dederik Bake, schout, Johan van Oederade en Jacob Licop, schepenen.
242 —
1399. Dederik Bake, schout, Dederik van den Grijnde en Johan van Oederade, schepenen.
Vier orig. perk. met nog 3 zegels in groen was in doos VI N0 72.
1374, 25 Februarij. Op zente Walborgen dach. Hendrik Zeylman bekent voor schepenen van Roermond van Hendrik Sprengentguet en Godard van Hertten, meesters van de armen van het gasthuis van Roermond, in erf-cijns te hebben ontvangen , dat derdenl vant gasthues haue also alse dat gedeylt is die zide ter stat waert, voor eenen jaariijkschen erfpacht van een malder rogge.
Hierin komen voor : Lambrecht Gade, schout, Johan Sprengentguet en Dederik van den Grijnde, schepenen.
Orig. perk. met 3 zegels in groen was , in doos VI N0 53.
1375, 17 April. Des dinsdaechs na Palmdach. Daniel van Apelteren, ridder, verklaart afstand gedaan te hebben van zijne aanspraken op de tienden van Oesterem ten behoeve van de abdis en het convent van de Gistercien-ser orde te Roermond.
Afschr. in Cartularium II, bladz. 23.
1376, 12 Maart. Ipso die sancti Gregorij pape. Willem, hertog van Gulik en Gelre, verklaart dat Dirk van Liecke aan Johan van Oderade verkocht heeft twee-en-twintig malder rogge , Echter maat, gevestigd op de tienden van Echt, die hern Goswijns van Brume!en plach te wesen en merende is van der heerlicheit van Gel ren.
Orig. perk met het zegel van hertog Willem in geel was, in doos VI N0 31.
1376, 49 October. Des neesten daechs na zente Lucas dach, evangeliste. Johan Gloet van Muggenbroek en zijne
echtgenoote Cunigonda doen, ten overstaan van schepenen van Roermond , afstand van alle die erftale , recht ende guet dat Imen verstomen is van Conradus van Mug-genbroek en diens echtgenoote Gertrudis , ten behoeve van Gerard van Muggenbroek, priester.
Hierin komen voor ; Johan van Wessem, schout, Johan Averecht en Gerard van Tegelen, schepenen.
Orig. perk. met vier zegels in groen was , in doos VI N0 59.
1376, 6 November. Op zente Leonards dack confessor is. Johan Veken van Lewen en zijne echtgenoote Baetz Cloetz van Muggenbroek doen, ten overstaan van schepenen van Roermond , afstand van alle die erftale , recht ende guet dat Imen verstomen is eerst van Conradus van Muggenbroek en daarna van diens echtgenoote Gertrudis , ten behoeve van Gerard van Muggenbroek , priester.
Hierin komen voor : Johan van Wessem, schout, Johan Sprengentguet en Dederik van den Grijnde, schepenen.
Orig. perk. zegels verloren, in doos VI N051.
1376, 6 November. Op sente Leonards dach confessor is. Johan Veken van Lewen en zijne echtgenoote Baetsen Cloets verkoopen, ten overstaan van schepenen van Roermond, eenen jaarlijkschen erlcijns van twee oude gouden schilden, op hun huis in der beckerstralen, ten behoeve van Gerard van Muggenbroek, priester.
Hierin komen voor : Johan van Wessem schout, Johan Springentguet en Dederik van den Grijnde, schepenen.
Orig. perk. met 3 zegels in groen was, in doos VI N» 58.
'1377, 15 Julij. Mensis Julij die quinta decima. Gisel-bertus de Zyele, proost der kerk van den H. Geest te Roer-
— 244 —
mond , bevestigt de stichting eener kanoniks prebende in die kerk, die door Conrard van Muggenbroek, burger van Roermond, bij uiterste wilsbeschikking gedaan werd.
Orig. lat. perk. zegel verloren , met een vidimus afgegeven in 1391 door het kapittel van den H. Geest, orig. lat. perk. met een zegel in groen was, in doos VI Nquot; 70. Een afschrift bevindt zich in het Cartularivm van dat kapittel, bladz. 35.
1380, 19 Januarij. Des donresdaechs vur sente Peters dach ad Cathedram. De magistraat van Roermond staat aan het convent van de Cistercienser orde aldaar alle regten af, die hij bezit op der aider Roeren, van onsen dyck nederwaert van Hennen Gruyssen tune bis aen den voerwech van des Cloesters ham , onder voorbehoud dat het klooster eynen erfftuyn houden zal op den wal van onsen dyck, dat vurss. erue lanc opdat aan dien dijk geene schade kan te weeg gebragt worden.
Afschrift in Cartidarium II, bladz. 83.
1381 , 18 October. Op sente Lucasdach evangelisten. Christiaan Rreydel en Mette zijne huisvrouw verklaren voor schepenen van Maasniel dat zij in erfpacht genomen en ontvangen hebben van Tilman van Eilre, meester der armen van het gasthuis van Roermond, met toestemming van burgemeesteren , schepenen en raad der stad, 5-1/2 bunder 1 morgen en 7 roeden akkerland, gelegen onder het gerigt van Maasniel, voor eenen jaarlijkschen pacht van 5 paar koren min 2i/2 kop half rogge en half even.
Hierin komen voor; Johan van Gangelt en Hendrik Kellener , schouten , Dederik Robbelaert en Engel van der Porten, schepenen te Maasniel.
Orig. perk. met nog een zegel in groen was, in doos VI N0 67.
— 245 —
1382, 23 Junij. Op sent Johum auont baptisten. Gvselbreclit van Cromblant en zijne echtgenooie Marga-i'etha van Vlodrop schenken aan hunne nicht (enklmje) Margaretha Scutelkens doch ter van Blerick eenen erfpacht van drie malder rogge, maat van Vlodrop, jaarlijks te heffen op die bemde dy men het dat Kemerken.
Orig. perk. met twee zegels in groen was, in doos
VI 1\0 47.
1382, 25 Julij. Int jair der yebuert onss heren dat men scrieff' dusent dri hondert twee ende tachtentich op den vyff ende twentichsten dach van Julio. Ruiger Gerouts, Eggel van den Berghe, Rutger van der Linden, Willem van den Roemen, Johan van Halen, Hubert Knoups en Johan Lamen, schepenen des dorps van Weirt, houden een onderzoek door getuigen aangaande de verpligting van het Cistercienser convent te Roermond tot het bijdragen in den bouw en het onderhoud van de brug te Leyuerloe.
Afschrift, in Cartularium II, bladz. 10.
1382, 31 Julij. Op sen te Peters auont ad vincula. Gerard van Muggenbroek , priester , kanonik van den H. Geest te Roermond, schenkt met toestemming van zijn broeder Herman, insgelijks priester, eene erfrente van zestien oude gouden schilden, munt des keizers of des konings van Frankrijk, gevestigd op hun beider huis gelegen te Roermond inder Lombarder straten, ten behoeve van de kanoniks prebende, die genoemde Gerard van Muggenbroek thans bezit.
Hierin komen voor: Dederik Gade, schout, Johan Averecht en Dederik van den Grijnde schepenen van Roermond.
Orig. perk. met nog een zegel in groen was, in doos
VII N0 4.
— 246 —
1383, 9 Jaiiuarij. Des neesten donresdaechs naden keylighen derteendach. Henken Koenkens Proijens zoon verklaart voor schepenen van Maasniel in erfpacht te hebben ontvangen van Hendrik Sprengentguet, meester van de armen van het gasthuis te Roermond, twee bunder akkerland gelegen achter der Tegelrie te Nyel voor eenen jaarlijkschen pacht van twee malder rogge en een zester even.
Hierin komen voor: Johannes van Gangelt, schout, Gerard Krouwel, Kone Konen, zoon, en Hemken Kueth, schepenen van Maasniel.
Orig. perk. met het zegel van Johannes van Gangelt in groen was, in doos VI N0 55.
1383, 28 September. Op sent Michiels auont archangels. Loeff van Hoenselaer Kareis zoon en Karei, zijn zoon, verklaren, ten overstaan der schepenbank van Wetten, aan het Cistercienser convent van Roermond afgestaan te hebben de koren tienden van alle landerijen deel uitmakende van den hof genaamd op gher Horst, hetzij die thans bebouwd of naderhand in bouw genomen worden.
Afschrift, in Carlularium II, bladz. 34.
1384, 2 Maart. Des anderen daechs in den Meerte. Johan van Wessem verkoopt eenen erfcijns van twee zwuer gulden, gevestigd op het huis van Ruth van Halen en op dat van Gerard van Posterholt, beiden tegenover den H. Geest gelegen, ten behoeve van Gerard van Muggenbroek , kanonik in den H. Geest, en van de priesters, die hem in zijne prebende zullen opvolgen.
Hierin komen voor: Hendrik Hugel der bade richter, Johan Averecht en Dederik van den Grijnde, schepenen van Roermond.
Orig. perk. met een zegel in groen was, in doos VI, N» 50.
— 247 —
1384, 14 Julij. Crastiiio beate Maryarethe viryiuis gloriase. Frater Wilhelmus, abt, en het geheele convciil van het klooster Camp, in het Keulsche diocees gelegen, geven een vidimus van eene bul van paus Innocentius IV dd. 17 December 1249 , waarbij die paus aan alle kloosters van de Cistercienser orde vrijdom schenkt van de novaliën in die parochiën, waarin zij de oude tienden bezitten. ,
Afschrift, lat. in Cartulamm II, bladz. 83.
1386, 18 Mei. Duysent drij Iwnitert sens ende luck-tentich des achtteenden daechs in den Meye. Schepenen van Someren geven de vergunning aan het Cistercienser convent van Roermond om in het Latbroek gelegen bij Heugten over de Aa, naar den kant van Someren, hout te kappen en daarin het vee van den hof te Heugten te laten weiden. Deze vergunning werd geschonken opdat de abdis eenen bode naar Rome of elders zoude zenden al se van den interdicte van Zomeren «mme den sanck te krigen ende te wertien.
Afschrift, in Cartulamm II, bladz. 13.
1388, 27 Julij. Des neesten maendaechs na sent Jacobsdach apostoli. Weiter Waycklz verkoopt voor schepenen van Roermond drij quede gulden aide schilde munt des keizers van Rome of des konings van Frankrijk , gevestigd op zijn huis daer hij in wonachtig is gênant ter Bouarien ten behoeve van Gerard van Mug-genbroek, kanonik van den H. Geest te Roermond.
Hierin komen voor; Johan van Wessem, schout, Dederik van den Grijnde en Johan van Haversla, schepenen.
Orig. perk. zegels verloren, in doos VI, N0 50,
— 248 —
1389, 8 Augustus. Des neesten sondaecliz na sent Peters-dach ad vincula apostoli. Godard Konter bekent voor schepenen van Roermond dat hij van Gerard Geraerts zoon van Erclent tegen eenen jaarlijkschen erfcijns van een Gelderschen gulden ontvangen heeft eene hoefstal groot 1/2 staal gelegen op Ier JS uwer straten in Halonrecampe.
Hierin komen voor; Dederik Bake, schout, Johan van Wessem en Jacob Licop, schepenen.
Door 4 transfixen wordt deze erfcijns aan verschillende personen en ten laatste aan de broederschap van het H. Sacrament overgedragen; in deze transfixen komen voor:
lu 1390 Dederik Bake, schout, Johan van Oederaede en Hendrik Man, schepenen.
1426. Johan van Wijlre schout, Lambrecht van dei-Kraken en Dederik van Wessem, schepenen.
1435. Gerard van Oederaede, schout, Dederik Man en Vullink van Holtmoelen, schepenen.
1463. Johan Hillen, schout, Hendrik van Ynckenvort en Dederik de Wilde van Marsen, schepenen.
5 Orig. perk. met 10 zegels in groen was, in doos VI N» 57.
1390, 7 Maart. Des zeuenden daechs in den maende Meerts. Gerard van Muggenbroek , priester , sticht het altaar van den H. Michiel in de H. Geestkerk te Roermond en geefl daaraan door een transfix dd. 23 November 1391 verschillende renten en cijnsen.
Hierin komen voor: Dederik Bake, schout, Johan Averecht en Dederik van den Grijnde schepenen ;
in het transfix Dederik Bake, schout, Dederik van den Grijnde en Johan van Haversla, schepenen.
Twee orig. perk. met 5 zegels in groen was, in doos VI Nü 70.
— 249 —
1390, \ April. Feria sexta post festum crucificationis Domini. Margaretha van Elmpt, abdis van hei Cistercienser convent te Roermond, verklaart dat er een geschil ontstaan is tusschen het convent en Thomas Segnant de Cliuis, magister in artibus et sacra pagina bacularius, investitus van Echt, over de betaling van 43 Luiksche marken, oude penningen die genaamd waren Luytslnch, en zulks wegens verandering en veroudering dezer munt; zij verklaart voorts met dien investitus te zijn overeengekomen dat het convent hem, in plaats van die oude munt, jaarlijks 15 marken en 12 Keulsche witpenningen betalen zal.
Afschrift, lat. in Cartularium II, liladz. 53.
■1390, 28 October. Op sen te Symon et Juden dach der heilger apostelen. Herman van den Wingart en zijne huisvrouw Mechtildis verkoopen ten overstaan van schepenen van Roermond op hun huis gelegen in der Swalmer straten eene erfrente van eenen gueden alden galden schilt, munt des keizers van Rome of des konings van Frankrijk, ten behoeve van Gerard van Muggenbroek, priester en kanonik in den H. Geest te Roermond.
Hierin komen voor, als schout: Deric Bake, en als schepenen: Arnold van Osen en Johan tan Wessem.
Ürig. perk. zegels verloren, in doos VI, Nquot; 7.
1390, 17 November. Des donresdaechs tine sen te Martijns daghe des heil gen bisscops. Godard Guede verkoopt, voor schepenen van Roermond, eenen jaarlijk-schen erfcijns van 1° eyn haltie march geltz op het huis van Gerard Kotel gelegen bij den August'men hnesse, 2quot; eyn march geltz en vier Ruremuntsche Peter op hel huis van Gerard Kapen, en 3° een mark op Gehelen lm es van Panhedel gelegen in der Schomeker straten , ten
— 250 —
behoeve van Gerard Kotel en zijne huisvrouw Aleidis.
Hierin komen voor: Dederik van Bake, schout, Dederik van den Griende en Hendrik Sprengentguel, schepenen.
Bij transfix dd. 1 February 1409 worden twee der bovenstaande marken met de vier Roermondsche Peter verkocht aan Mathis Peuten, kanonik in den H. Geest te Pioermond, ten behoeve der presentien des capittels.
Hierin komen voor : Dederik de Wilde van Mersen, schout. Herman van der Netten en Hubrecht van Hushaven, schepenen.
Twee orig. perk. met vier zegels in groen was, in doos VI Nquot; 74.
1392, 27 December. Ipso die beuti Johannis apostoli et euangeliste. Wilhelmus Buzer kanonik te Maastricht en proost van den H. Geest te Roermond, bevestigt de stichting der kanoniks prebende, die door Conrard van Muggenbroek, burger van Roermond, gedaan werd.
Orig. lat. perk. met een zegel in groen was, in doos VI, N» 77.
1394, 8 December. Op onss vrouwenduch conceptionis. Gaetken Poelman verkoopt ten overstaan van schepenen van Roermond eenen Rijnschen gulden erfcijns op zijn huis gelegen inder Scomekerstraten aan Matheus Peuten van Echt, kanonik in den H. Geest, ten behoeve van het kapittel tot der presencien te geiten ende te deylen den canonyken ende capellanen uldaer, also alse qewoenlic is.
Hierin komen voor: Dederik Bake, schout, Johan van Haversla en Hendrik Man, schepenen.
Orig. perk. met een zegel in groen was, in doos VI, N» 69.
1395. Int jar onss heren M. CCC. XCV. De drosl
van iMontfort, Willem van Gruesbeck en Johan......
kanoniken van S1 Servaas ie Maastricht, houden een onderzoek door getuigen in een geschil tusschen het convent van de Cistersienser orde te Roermond en Jonker Johan van Petersheym, heer te Stevensweert, aangaande den eigendom der tienden te Stevensweert.
Afschrift, in Cartularium II, bladz. 59 verso.
1397, 25 Mei. Op sent Urbanus daeh pupe et martins. Peter van den Grave, Willem van Lochem, Matheus Peuten van Echt en Mathijs van der Craken, kanoniken en mannen iles praestz van den H. Geest te Roermond, verklaren dat Peter van Lierop en Conrard van Gol-kenrade, zijn zwager, den hof genaamd inghen Dale aan Hensen van Golkenrade verkocht hebben ; de verkoopers kunnen echter het regt van wederinkoop gedurende een jaar uitoefenen, mits betalende aan den kooper twe houdert alden keysers ojf Franckrix se hit den.
Orig. perk. met het beschadigde zegel van het kapittel van den H. Geest, in groen was, in doos VI, Nquot; 29.
1398, 17 Maart. Op sent Gertruden dach virginis. De schepenbank van Roermond verklaart dat Simon Hugelens zoon aan het kapittel van den H. Geest te Roermond verkocht heeft zijn huis, gelegen op der Monsterstraten aireneest der kir ken van den heilgen geist; dat vervolgens Pouwels Henken Schorren, son des vurss. Simons hroder, als naaste bloedverwant hel verkochte huis beschudt heeft en op die wijze eigenaar geworden is ; dat hij het daarna aan Matheus Peuten van Echt, kanonik, ten behoeve van het vermelde kapittel in eigendom heeft overgedragen.
— 252 —
Hierin komen voor: Dederik Bake, schout, Dederik van den Grijnde en Johan van Haversla, schepenen.
Orig. perk. zegels verloren, in doos VI, Nu 60.
1399 , 7 Junij. Op sent Yincentius dach martiris. Johan van Oederade, Johan van Wessem en Hendrik van Gangelt, schepenen van Roermond, Godarl Leuckynt, priester en rector der kerk van Odiliënberg, en Wolter van Pardelaer sluiten als gekozene scheidslieden eene minnelijke overeenkomst tusschen Mathijs van der Craken, kanonik in den H. Geest te Roermond, als momboir van Johan van Zeelstheden, rector van het altaar der H. Maria Magdalena te Odiliënberg, ter eenre, en Godard van Overen, ter andere zijde, in een geschil tusschen beide partijen ontslaan over de inkomsten van het vermelde altaar.
Orig. perk. zegels verloren, in rtoos VI, N0 73
1399, 20 Junij. Des nesten vrydaechs na sent Wyts dach martyr is. Dederik Bake verkoopt voor schepenen van Roermond aan het kapittel van den H. Geest aldaar ten einde onder die canoniek ende capellaenen gemeynlic ter presentien te dei ten al se dat gewoenlic is de volgende cijnsen en pachten, als: twee hollandsche guldens op het huis van Margaretha van Brede bi in ops porten gelegen; een holl. gulden op het halt' huis van Pieter Post opt Empsani gelegen; een ouden gelderschen gulden op het huis van Hein van Hoemberg op den Schoytenberg en elf vat rogge op een stuk akkerland op den Bonenberg gelegen.
Hierin komen voor ; Hendrik Huycliel der bade al se eyn richter, Dederik van den Grijnde en Hendrik van den Sellenorde, schepenen.
Orig. perk. zegels verloren, in doos Vlr N0 46.
'1400 , 24 Junij. Jn festo natiuitatis beati Johamis Baptiste. Het kapittel der kollegiale kerk van den H. Geest te Roermond verklaart dat , uit hoofde van de schending der kerk (propter violationem) van Odiliénberg, Johannes de Zeelsteden vergund heelt het altaar van de H. Maria Magdalena, door hem in die kerk gesticht, naaide kerk van den H. Geest te Roermond over te brengen.
Orig, lat. perk. met het beschadigde zegel van het kapittel in omslag VI Nquot; 86.
Zonder jaartal , (waarschijnlijk 1403), 13 Januarij. Geyeuen tol Randenraede in octaua Epiphanie Domini. Hertog Reinald schrijft aan het convent van de Cister-cienser orde dat de kerk van Wetten , die door zijne voorvaderen gesticht en met inkomsten voorzien werd , nv ledich gewoerden is ouermitz eynen wisse hel, die in den haue van Romen buten onsen en uwen consenten , willen ende luedoen geschiet is ; hij heeft met zijne raadsvrienden daarover beraadslaagd en besloten dat geene geestelijke leenen en beneficiën door zijne ouders en voorvaders geslicht ende gerintet in den haue van Romen getredet noch gebracht mogen worden van gemant; hij verzoekt derhalve aan Sibrecht van Kriekenbeek Arnoldszoon die kerk te willen gheven ende huem dair mede te versgen.
Afschrift, in Cartidarium 11, liladz. 3(i.
1403, 6 Julij. Des neesten vrgdaechs na onss vrouwen dach visilalionis. Johan van Oederade verkoopt aan Hendrik van Duiken, priester, lot behueff'derre prouanden derre die burgemeisteren , scepenen ende rnet der stat van Rui emunde eyn gichter sgn , die der bisscop van Ludiek gespleten heft uit het altaar, dat door Johan van Rodingen in den H. Geest gesticht is, de tienden te Pede, (Pey) in het land van Montfort bij Echt gelegen. n
— 254 —
Medebezegelaars waren : Dederik Bake, schout, Dederik van den Grvnde en Hendrik van den Sellenorde , schepenen van Roermond, Hendrik en Renier van Oederade, zoons van bovengemelden Jolian van Oederade, en Dederik Man als leenman.
Orig. perk. met 1 zegels in groen was, in doos VII N0 82.
1403, i September. Des neesten saterdaechs nae sent Johnns daghe decollationis. Johan van Hoenslaer bastaard zoon van Peter verklaart met het Cistercienser convent van Roermond eyne guede ganse vast stede zwone vur mij ende mijn huiper te hebben aangegaan over alsulcker lieden alse ich Jolian vurss. hebbe staende gehadt tue desen daghen tue datum dis brie U's.
Afschr. in Cartnlarium 11, bladz. 30.
1404, 16 Januarij. Op sen te Anthonis auent abbatis. Sibrecht van Kriekenbeek Arnolds zoon verklaait dat, aangezien de abdis en het convent van de Cistercienser orde te Roermond hem nu begaeft hebben mit haere kireken ende pastoerscapp van Wetten , hij verantwoordelijk zal blijven voor alle onkosten en hindernis, die dat convent wegens dezen afstand mogten overkomen hetzij van des stoels weghen van Romen o//' des haeffs weg hen van Cellen
ende van Ludinck.
Aangezien voornoemde Sibrecht geen zegel heelt, verzoekt hij Dirk Baecken en Johan van Osen , schepenen te Roermond, voor hem te zegelen.
Afschrift, in Cartularium II, bladz. 35.
1404, 31 October. In vigilia omnium sanctorum. Hendrik Vruynt en Anthonis van Werden, rectore des altaers der seystheen heylighen gel eg hen inder kireken sent Marien
— 255 —
greden to Keulen, verklaren dat zij, met toestemming van Tilman van Smalenberg , deken der vermelde kerk , stichter en begever van het genoemde altaar, van Mar-garetha van Elmpt , abdis , en van het convent van O. L. Vrouw te Roermond dat huyss ende ho/f gênant Ruremmde met de twee kleine huizen daarnaast, gelegen te Keulen op de S1 Maxeminusstraat, voor eenen jaar-lijkschen pacht van 24 marken goud in erfpacht genomen hebben ten einde tot eene vaste woning voor de tegenwoordige en toekomende rectoren van het genoemde altaar te verstrekken.
Aan het slot staat: Nota dat dese twee Ituyser syn verkocht bi tiden vrouwe Marien van Dryell ubdisse ons gaidshuys zeliger anno M. ccccquot; xxxiiij.
Afschrift, in Cartularium II, bladz. 86.
1403, 25 Mei. Geyeuen int ja r onss heren dusent vyer hondert ende vijf/' op sent Urbanus dach ppe. Ruth Kolcken en zijne huisvrouw verkoopen aan het Cister-cienser convent te Roermond vier morgen land achter Maasniel gelegen, ten overstaan van Michiel van Brode, regter, Ruth van Nuynheym en Coen Vegebosch, schepenen der dinckhanck van Nyell.
Afschr. in Cartularium, II, bladz. 3 vquot;.
1403 , 26 Julij. Op sent Johans ende Pouwels dach martirum. De magistraat van Roermond verklaart dat Dirk Drayffnoyde eijn gewis zeker bade is des gasthuys tot Ruremunde, elmosen om Gaels wdle te bidden aen allen yueden laden, ten behoeve der armen van dat gasthuis; hij verzoekt derhalve allen gueden luden, bij wie genoemde Dirk zal komen, hem in zijne pogingen de behulpzame hand te willen bieden en hunne aalmoezen mede te dee-
— 256 —
len, want dat inder armer hide be hue ff comen sal, ende
gewant sal werden.
Orig. perk. met het beschadigde zegel der stad in groen was, in doos VI N0 18.
1408, 9 April. Des negenden daechs in Aprille. Broeder Aelpaert van Amsterdam, prior van het karthuizer klooster te Roermond, verkoopt ten behoeve van het altaar van den H. Geest, in de kerk van dien naam, een cijns van veertien penningen, gevestigd op het huis van Reiner Kert's, gelegen opder hamstraten tegen der doester porten.
Deze verkoop geschiedde ten overstaan van : Dederik Wilde van Mersen, schout, Hendrik van den Sellenorde en Hendrik van den Grijndc , schepenen te Roermond.
Orig. perk. zegels verloren, in doos VI Nquot; 11.
1409 , 21 Junij. Des neesten vrijdaechs nae sente Vijtsdaghe martiris. De schepenbank van Echt getuigt dat Johan Well voor haar verscheen en de verklaring aflegde voor hem en zijne erfgenamen dat hij de vijf vregten land, gelegen te Berkelaar bij den hof van het Cistercienser convent en tot zijn laatgoed behoorende , van der laetscapp genslich quytgescholden heeft , zoodat hij afziet van alle regten en vorderingen , die hij tot
dusverre daarop gehad heelt.
Afschrift, in Cartularium II, hladz. 61.
1410, 24 Februarij. (I) Des manendaechz op sent Matthys dach des heilgen apostaten. Hertog Reinald bevestigt de regten en vrijheden der stad Roermond onder medebezegeling van Willem, zoon van Arkel, en Jan van Loen, heer te Heinsberg en Leeuwenberg.
m Ut/i tuquot; Ueinald bevestigde op dezen dag de vrijheden en regten van Niimegeu, Arnhem, Zullen, Groenlo en Venlo; al deze brieven stemmen quot;met den bovenvenmelden woordelijk overeen en zijn m Ijquot;quot;quot;quot;quot; . Gedenk-ZarZhedèn iH. Nos 316-520 vermeld; de bovenstaande echter .s hem onbekend gebleven.
— 257 —
(Op den omgeslagen rand staat ;)
Per dominum ducem, presentibus de consilio domino Johanne de Wijenhorst milite magistro curie, Theoderico domino de Wissche , Heymerico de Droeten senescalco Juliacensi, Arnoldo Pyecke, reddituario generali Gelrie, nee non Arnoldo de Alpen marscalco curie.
Orig. perk. waaraan nog hangen het zegel van hertog Reinald in rood was, en dat van Willem, zoon van Arkel, in groen was, in doos VI, Nquot; 5.
1410, 16 April. Des sesteemlen daechs in den Aprille. Hendrik Henselman van Venray, priester, draagt, voor schepenen van Oostrum, eenen jaarlijkschen erfpacht van vier malder rogge op ten behoeve van het Gister-cienser convent van Roermond.
Afschrift, in Carttdarium II, bladz. 23.
4410, 23 April. Datum Bononie sub anno a nativitate domini millesmo quadringentesimo decimo, die vicesima tertia mensis Apr ilia. Johannes, kardinaal met den titel van het heilig kruis in Jerusalem, Johannes, aartsbisschop van.....(?), Johannes, aartsbisschop van
Corinthe, Gentilis, bisschop van Neuichateau (Frankrijk), Alvarus , bisschop van Oviedo (Spanje) en Georgius , Vesprimiensis (?) episcopus, verleenen een aflaat aan alle personen, die door hunne aalmoezen bijdragen tot het voltrekken van den bouw der nieuwe parochiekerk van S' Ghristoffel te Roermond, waarmede men (magno decore) een aanvang gemaakt heelt.
Orig. lat. perk. zeer geschonden, zegels verloren, in doos VI N0 14.
1410, 14 December. Mensis Decembns die quarta decima. Johannes van Reijeren, bisschop van Luik be-
— 258 —
vestigt den aflaatbrief, die op 23 April 11. door Joannes, kardinaal met den titel van het heilig kruis in Jerusalem, enz. te Bononia ten behoeve der te bouwen parochiekerk te Roermond geschonken werd.
Orig. lat. perk. geschonden, zegel verloren In doos VI, N0 15.
1414, 11 Augustus. Des neesten daechz na sen te Lau-rentius claghe mar this. Emmel Jacops en hare dochter Emmel bekennen voor schepenen van Roermond aan Maria van Driel, abdis van het 0. L. Vr. klooster te Roermond en ten behoeve van dat klooster schuldig te zijn vijftig gulden, iederen gulden gerekend tegen dertien aide fleemschen.
Hierin komen voor; Herman van der Netten en Lambrecht van der Craken, schepenen.
Afschrift, in Cartularium II, bladz. 85.
1415, 3 December. Op sent Barbaren auent virginis. De magistraat van Roermond verklaart dat de abdis en het convent van O. L. Vr. aldaar uit sunderlinghe vrint-scapp hem toegelaten hadden om die eerde te graven ende te nemen aen haeren acker, die geheiten is der Molenberch, ten einde onsen dijck tusschen der Masen ende den Hamme dairmede te maken ende te hoghen. De magistraat verklaart tevens dat de plaats waar die aarde genomen is eigendom van het klooster blijft en hij voortaan, zonder voorafgaand verlof van dat klooster, aldaar geene aarde meer zal doen wegvoeren.
Afschrift, in Cartularium 11, bladz. 85 verso.
V
1416, 21 September. Op sent Matheus dach apostoli el euangeliste. Restuurderen van het kerspel Maasniel verklaren dat de bijdrage , die door het Cistercienser
— 259 —
convent verleend werd ter versterking van hunnen kerktoren die nedergaen wolde , alleen uit gunst en niet uit verpligting geschiedde.
Afschrift, in Cartularinm II, bladz. -4 verso.
1417, 17 Maart. Op sen te Gertruden darh der heyligher Jonlfrouwen. Johannes Well en zijne echtgenoote Hade-wich verklaren, ten overstaan der schepenbank van Echt, dat zij aan het Cistercienser convent te Roermond omme Gaedtswille ende in rechten elmissen gegeven hebben in orber ende in truest barer zelen eene jaarlijksche erfrente van twee kapoenen en twee aide vleemsche ende eyn cuermeyde te ajflijue, die gevestigd zijn op zes bunders land gelegen bij den hof te Opwyck op den roeden beeclie. Voorts verkoopen bovengenoemde Johannes en Hadewich aan het vermelde convent deze zes bunders land, die zij met het landregt veruolcht ende gewonnen hebben.
Afschrift, in Cartularium II, bladz. 61 verso.
1420, 13 December. Op sent Luciendach der heylghen Jonff'ronwen ende mertelersse. Heyn van Meersen verkoopt ten overstaan der schepenbank van Echt aan hel Cistercienser convent van Roermond vijf bunder aanwas gelegen bonen Cruchten op der Masen.
Afschrift, in Cartularium II, bladz. G1 verso.
1421, 25 Mei. Des neesten sonnendaechs nades heylgen sacramentsdaghe. Peter Ywaent en Catharina zijne echtgenoote verkoopen, ten overstaan der schepenbank van Echt, verschillende landerijen onder Echt gelegen ten behoeve van Maria van Driel, abdis, en van het Cistercienser convent te Roermond.
Afschr. in Carhdarhm II, bladz. 62.
— 260 —
1421, 16 Augustus. Op onss vrouwen dach assumptionis. Üe schepenbank van Echt verklaart dat de abdis en het Cistereienser convent van Roermond tot het voltooi-jen van den kerktoren te Echt eene zekere hoeveelheid hout geschonken hebben; aangezien de abdis en het convent daartoe van regtswege niet konden verpligt worden betuigt de schepenbank haren dank omdat sij ons dat holt tot onss tornstymmeringhe omme waeldaet wille cnde van rechter doechden ende van gonsten gegeuen hebben.
Afschrift, in Cartularium II, bladz. 62.
1421, 18 October. Op sen te Lucas dach des heiligen evangelisten. Willem van Ghoer geel't aan het Cistereienser klooster van Roermond eenige landerijen in het Wessemer veld gelegen en bekomt in ruiling van dal convent velschillende landerijen onder Hedel.
Afschrift, in Cartularium II, bladz. i07.
1421, 24 November. Op sent Kathrijnen auent der heyligen Jonffrouwen. Godaert van Assel, Goeswijn Spede en Godaert Roffaert, adellijke knapen , doen uitspraak in een geschil tusschen het Cistereienser convent te Roermond en de kerspellieden van Nieuwkerk over het onderhoud van het dak van het nieuwgebouwde koor der kerspelkerk van Nieuwkerk.
Afschrift, in Cartularium II, bladz. 46.
1422, 11 Mei. Die undecima mensis Maij. Antonius en Baldewinus de Montefya, gebroeders, stichten het altaar van den H. Joannes Baptista in de kerk van den H. Geest te Roermond.
Getuigen waren: iMatheus de Reppel, priester, en Johannes van Beeckhaven, schepen van Roermond.
Orig. lat. perk. ojigemaakt door den notaris Johannes genaamd Hont de Swestren en voorzien van zijn notarieel merk, in doos VI, N0 16.
1422, 20 Junij. Des saterdachs m sent Vytz dach mar this. Overeenkomst tusschen het kapittel van den H. Geest te Roermond en het kerspel Karken aangaande eene ton bier of hoppen en een zester broetz, die dat kapittel jaarlijks aan het kerspel geven moet wanneer dit laatste op Sint Servatius dag mit synen heilgen te Odiliënberg komt. Voorts komen zij overeen over de hoeveelheid bier jaarlijks door het kapittel te geven, wanneer dit zijne tienden, in het kerspel Karken gelegen, verpacht.
Twee orig. perk. het een door het kapittel en het ander door het kerspel afgegeven; zegels verloren, in doos VI N0 4.
1423, 14 September. Op des heylghen Cmytsdaglie exaltationis. Wolter van Paerdelaer verklaart dat Agnes van Meersen, kloosterdame in het O. L. Vr. klooster te Roermond, door hem beleend is met twee stukken beemd van aids geheyten die Roderbosche beende, die van hare ouders afkomstig achter Raethem in den beenden gelegen zijn en van het laatgoed van zijnen hof te Paerdelaer deel uitmaken. Hij verklaart voorts dat toen dit geschied was de genoemde kloosterdame beide stukken beemd puerlicken omme Got ende in heyl ende zeeiicheyt der zeel en haers selffs, haere aider en, bruederen ende zusteren ten behoeve van het bovengemelde klooster heeft opgedragen, zoodat Cornelis van Stramraede, donaatbroeder van dat klooster, als laat daarvan in bezit gesteld werd.
Afschrift, in Cartnlarhiw II, hladz. 83 verso.
Zonder dagteekening : (Na 1423;)
Sibert van Kriekenbeek, priester en pastoor der kerk van Wetten berigt aan Maria van Driel, abdis van het
— 262 —
Cistercienser convent te Roermond, dat de kerspellieden van Wetten eene nieuwe klok hebben doen gieten, die meere is dan die meyste clocke vur was, want die aide clocke nijet langer en docht ende te broeden was. Aangezien het kerspel de kosten dezer nieuwe klok zonder hulp van het convent niet kan bestrijden verzoekt de pastoor eene bijdrage daartoe; hij hoopt dat de abdis sich iujcr yntie also mag bewisen ende doen opdat Got ende die (ju ede sen te Peter onse patroen den gaedtshuyse vurss. das hyer naemaels lonen wille.
Afschrift, in Cartularium II, bladz. 35 verso.
Zonder jaartal (na 1423). Hertog Arnold schrijft aan de abdis van het Cistercienser convent te Roermond vernomen te hebben dat de Paus aan alle begevers van leenen vergund heeft de geestelijke lecnen, onder hunne begeving staande en in de maanden Maart, Junij, September en December openvallende, aan daartoe bekwame personen te mogen geven; hij verzoekt derhalve de abdis het eerste geestelijk leen dat in eene der vermelde maanden mogt komen open te vallen te willen geven aan Johan Raede van Caster, zijnen scriuer, want wi ha pen, zoo schrijft de hertog verder, dat hij denseluen leen nyet onnutte wesen en sail, dairomme en wilt ons des nyet weygeren mer ons yrster beden hyer ynne gehorich wesen.
Afschrift, in Cartularium II, bladz. 36 verso.
Zonder dagteekening, waarschijnlijk 1424. Drie stukken handelende over een geschil tusschen het convent van de Cistercienser orde te Roermond en de parochianen van Stevensweert, over het onderhoud van het schip en het koor der parochiekerk aldaar.
Drie afschriften, waarvan twee lat. in Cartularium II, bladz. 63—64 verso.
— 263 —
1424, tO December. Geschiet tot Ruremunde opden raethtiys int jair ons heren duysent oyer hondert vyer ende twentich des neesten sonnendaechs na onser wouwen dughe conceptionis. .lohan Schelaeit, drost le Montfort, als opperste scheidsregtei'; Karselis van Palant, Willem van Hommerden en Peter Jegher, als scheidsregters benoemd door Johan van Palant; Dederik Hillen, Mathijs van Gangelt en Johan van Baexen als scheidsregters benoemd door de abdis van het Cistercienser convent te Roermond, brengen een vergelijk tot stand tusschen de twee vermelde partijen, van den volgenden inhoud: aangaande het dekken van het dak des koors le Stevensweert zal elke partij twee pastoors uit het concilie van Susteren aanwijzen, die daaromtrent eene beslissing zullen nemen, maar wanneer zij niet overeenstemmen deze zaak aan meesiers in de reglen van Luik ot' Maastricht moeten onderwerpen; aangaande laete te setten van den lande ter wijden , denen sail dat doester setten, terwijl van de bede, die thans te Stevensweert op landerijen geheven wordt, het klooster vrijgesteld zal worden, beheltenis voertaen mallinck sijns yueden rechts.
Afschrift, in Cartularium 11, bladz. 65.
1428, 6 Januarij. Op den heihjhen derteendage. Üederik Pistor, priester, schenkt ten overstaan van schepenen van Roermond aan het kapittel van den H. Geest aldaar tot haren presentien hehueff eenen erfcijns van een halve mark , gevestigd op het huis van Dederik van Venlo , gelegen in de Munsterstraat naast der prediker huysse, en zulks opdat men vur die halue mercke geltz ewelick des jairs ter einre tijt in der kinken van den heilgen (jeist syn jairgetyde duen soil mil vigiliën, mil missen, mil commendacien ende mil gneden wercken , al se inder seiner kireken gewoenlick is geweest.
— 264 —
Hierin komen voor: Johan van Wylre, schout, Hendrik ïhys, en Arnold van Dorsdael, schepenen.
Orig. perk. zegels verloren, in doos VI Nquot; 85.
1428, 12 Julij. Op sente Margrieten aueni viryinis. Johan van Baexen, Dirk van Wessem, Mathijs van Gangelt en Arnold van Dorsdale , schepenen van Roermond en gekaeren seyshule , brengen een vergelijk lof stand tusschen het Gistercienser convent te Roermond en Reinard Smede , aangaande het aandeel door beide partijen te voldoen in eene keurmede, die op zeven bunders land gevestigd is.
Afschrift, in Cartularium II, hladz. 4.
1429, 6 Junij. Datum Rome apud sanctos apostolus viij idus Jun. pontificatus nostri anno duodecimo. Paus Martinus V schenkt aan Hendrik Gruter, leek uit het diocees van Luik, de vergunning tot het stichten van een altaar in de parochie kerk van Roermond.
Orig. lat. perk. zegels verloren, in doos VI, N0 19.
1430, 14 Mei. Bes neesten daeghs na sente Seruaes dag he episcopi. Arnold Neutken en zijn zoon Pieter verkoopen voor schepenen van Roermond aan Johan Essen, pastoor te Echt, een huis gelegen te Roermond achter der muyren opt oeuer hg heeren Weerners thorne.
Hierin komen voor: Johan van Wylre, schout,
Lambrecht van der Kraecken en Hendrik Thys, zoon, schepenen.
Orig. perk. zegels verloren, in doos VI, Nquot; 3.
1430, 27 Mei. Des neesten saterdaeghs na sente Urbanus daghe. Johan Schelart van Obbendorp, ridder, drost te Montfort, verklaart kwijtschelding gedaan te hebben ten behoeve van Antonis en Baldewijn van
— 265 —
Montetya , gebroeders , van tienen brieffuc den midi hertoge Reynolt, hertoye van Guylich ind van Gel re zaeiiyer gedacht gegeven heeft, spreeckende up der Lombarde huyss te Roermond.
Orig. perk. met een zegel in groen was, in doos VI Nu 30.
1431 , 5 April. Des donersdaechs nae den heylglien paeschdage. Johan van Broekhuysen, drost van het land van Kessel , schepenen en kerspellieden van Venray , Alart van Gruysdunck, pastoor te Lochem , Alaert Ludinck, Hendrik van Meerwick , Johann van Meersen en Willem Kelleneer , houden in de kerk van Venray op het koor een onderzoek door getuigen naai' den inhoud eener overeenkomst, die vóór twee en dertig jaren te Venlo gesloten weid tusschen den hertog van Gelder en het Cistereienser convent van Roermond in betrekking tot de tienden van Venray.
Afschr. in Cartularium II, bladz. 19 vu.
1431, G Mei. Des sonnendaeghs naties heiligen Cruyts-dage inuentionis. Arnold Neutken, wonende te Echt, en zijne huisvrouw Katharina verkoopen eenen erfcijns van eyn quartier van eijnen alden schilt , myn achdenhaluen penninck , gevestigd op het huis van Goeswijn van den Grijnde gelegen achter des heyligen Geistz choir aan Johan van Kessel , rentmeester van het kapittel van den H. Geest te Roermond in be hue If' der presentien derseluer kirden. Hierin komen voor; Johan van Wylre, schout, Arnold Hoefli en Arnold Neutken, schepenen van Roermond.
Orig. perk. met nog een zegel in groen was, in doos VI Nquot; 92.
1431 , 30 October. Des neesten dynxdaechs na sente Symon ende Judas dag he apostolorum. Willem van Ghoer en zijn zoon Arnold verklaren dat de hof op der Vys-scher Oe , door hen bij ruiling aan het klooster van 0. L. Vr. te Roermond afgestaan, een leen is van den graaf van Horn en zij bij deze ruiling den last op zich genomen hebben om , bij lt;1e meerderjarigheid van den jonker van Horn, het voornoemde klooster de beleening daarvan op hunne kosten te verschaffen. Zij verbinden zich nogmaals daartoe en wel onder verband van vur sich eynen eersamen knecht mit eynen peerde tot Ritre-m unde ynne die stat in eyne eersame herberghe in leystinghe te senden; zij stellen tot hunne borgen Johan, heer te Ghoer , Daniel van Ghoer en Willem van Vlodrop, erf-voogd van Roermond.
Afschrift, in Cartidarium II, bladz. 72.
1431, 4 December. Op sente Barbaren dach der hey-lighen Jou ffrouwen. Arnold van Huerne, heer te Kesse-nich, verklaart op den hof, op de Visscher Ohe gelegen en toebehoorende aan Willem van Ghoer, geene regten te bezitten, maar wel op den \isschers Weert; hij omschrijft die regten op de volgende wijze: wanneer Willem vurss. drij hosselen holts heeft , so sail ich twe hosselen hebben; wanneer hij drij rinder weyden sail , so sail ich twe rinder weyden ; ende wanneer dat hij van den Weerde vurss. dry penninghen beert ende heffet , so sail ich twe penninghen boeren ende heffen.
Afschrift, in Cartidarium II, bladz. 74.
Zonder datum, waarschijnl. 1432. Omschrijving der landerijen . beemden en grienden , die bij ruiling door Willem van Ghoer aan het Cistercienser klooster te Roermond werden afgestaan en op der Visscher 0e ge-
— 267 —
legen waren met eene omschrijving van den hof te Heel, die daarentegen aan genoemden Willem van Ghoer in eigendom overging.
Afschriften, in Cartularium II, bladz. 74 verso.
4432 , 17 Febmarij. Des neesten guedesdaechs naden sonnendayhe Circumdederunt me. Frederik, graaf van Meurs en Sarwerden, momber van het land van Horn , verklaart dat Willem van Ghoer en zijn zoon Arnold ten overstaan van mannen van leen van het graafschap Horn, afstand gedaan hebben van het leen op den hof gelegen op der Visscher Oe ten behoeve van de abdis en het Cistercienser convent van Roermond. De leenmannen hierbij tegenwoordig waren ; Johan van Ghoer, Willem van Vlodrop , erfvoogd van Roermond , Johan van Wylre en Godart van Holthuerne.
Afschrift, in Cartularium II, bladz. 73 verso.
1432, 24 Maart. Op onus tiener vrouwen auont an-nuntiationis. Maria van Driel , abdis , en het klooster van 0. L. Vr. te Roermond staan bij ruiling aan Willem van Ghoer en aan zijnen zoon Arnold af hunnen hof gelegen te Heijel (Heel) vur desseluen Willems huysse van Ghoer , waartegen deze laatste aan hel vermelde klooster zijnen hof gelegen op der Visscher Oe afstaat.
Getuigen van deze orfwisseling waren : Johan Sche-laert van Obbendorp, ridder, drost te Montfort, Johan, heer te Ghoer en Daniel van Ghoer , Johan van Oyst , Willem van Vlodrop , erfvoogd van Roermond , Johan van Brede en Gerard Haecke van ïhoer.
Twee afschriften, in Cartularium II , bladz. 70 verso en 71.
1433, 13 Jul ij. Op sente Margrieten dach der heiliger Jonffrouwen. Goessen Spede, Eyibert van Evil Eyl-
— 268 —
brechtszoon , Herman van Hoenselaer en Johan van Pellant, adellijke knapen, doen uitspraak aangaande het onderhoud van het nieuwgebouwde koor der kerspelkerk te Wetten ; over welk onderhoud tusschen het Cister-cienser convent te Roermond en de kerspellieden van Wetten verschil van gevoelen bestond.
Afschr. in Cartularhm II, bladz. 37.
1484, 28 Mei. Des vrydaeghz nae sent Urbanus day he ppc. Gadert Zirpesey van Ophaven bekent in voorgaande tijden aan Jonker Willem van Goer te hebben verkocht vier bunders land gelegen bi sinen haeff'ue vp filter Vissclter Oe, welk land en hof daarna aan het Gistei'cienser convent te Roermond zijn overgedragen; hij verklaart van alle aanspraken op dat land af te zien eu verbindt zich, op verzoek van dat convent, steeds overal waar het noodig is op te komen om des lantz luien te duen, des hu en na den lant recht daer eten noet were te geschien.
Getuigen en bezegelaars waren de mannen van wapen Johan van Daswylre ende Zegher'van Kessel.
Afschrift, in Carlttlarium II, bladz. 77.
1433, 24 Januarij. Op sente Pauwels au mt conuersio. Arnold van Huerne, heer te Kessenich , en Elisabeth van Heinsberg, zijne echtgenoote, verkoopen ten overslaan van leenmannen, schout en schepenen van Kessenich aan het Cistercienser convent van Roermond het hun toebehoorende gedeelte der grienden en aanwassen gelegen langs de Maas banen ende teghen ende heneden des sekten cloesiers haue up ghen Vysscher Oe; niets daarvan uitgezonderd dan alleen de hooge heerlijkheid, die hij voor zich en zijne erfgenamen heeft voorbehouden.
Afschrift, in Cavtidarium II, bladz. 75.
— 269 —
1435, 24 Januarij. Op sen te Pauwels auent conuersiu. Johan van Loen, heer van Heinsberg, bekrachtigt den verkoop van de grienden op de Visscher Ohe gelegen, die door Arnold van Huerne, heer van Kessenich en Elisabeth zijne echtgenoote, ten behoeve van liet Cis-tercienser convent van Roermond heeft plaats gehad.
Afschrift, in Cartularhm II, biadz. 7(5 verso.
143o , 25 Januarij. Op sen te Pauwels daghe corniersio. Johan van Loen , oudste zoon van Heinsberg, bekrachtigt den verkoop van de grienden op de Visscher Ohe, die door Arnold van Huerne , heer van Kessenich en Elisabeth zijne echtgenoote ten behoeve van het Cister-cienser convent van Roermond heeft plaats gehad.
Afschrill, in Cartnlarium II, bladz. 77.
1435, 24 Maart. Op onss lieu er vrouwen auent annun-tiationis. Frederik van Stockhem verkoopt voor schepenen van Roermond een huis aldaar gelegen genaamd die Lombardye, aan Arnold van Mersen.
1437, 16 Julij. Des dynxdaeghs nae sen te Maryreten dage virginis. Genoemde Arnold van Mersen verkoopt het vermelde huis aan Johannes van Loeven (de Lovanio.)
Hierin komen voor als schout : Gerard van Oederade, en als schepenen ; Hendrik Thijs, zoon , Johan van Wylre, Dederik Hillen en Hendrik van Loeven.
Twee orig. perk. met twee zegels in groen was, in doos VI, Nquot; 28.
1435, 17 Julij. Des zeventkienden daeghz in den Oestmaende. Jacob van Maen , priester, kanonik , en Gerard Haeck, meijer te Thorn, bekennen da( Gobbel
18
— 270 —
Leyken, leidekker te Thorn, voor hen verklaarde dat hij wel dertig jaren de herstellingen aan het koor te Stevensweert gedaan heeft; dat zulks echter nooit geschiedde op verzoek of bevel van het Cistercienser convent te Roermond, maar steeds op dat van de gemeente van Stevensweert, welke laatste hem ook voor zijne werkzaamheden beloond heeft.
Afschrift, in Cartularinm II, bladz. 66 verso.
1433, 24 Julij. Op Sent Jacops uuont a postal i. Dirk Pollaert, deken der kerk van den H. Geesten Hendrik Thys zoon , schepen , te Roermond , verklaren dien dag op het kerkhof te Stevensweert tegenwoordig geweest te zijn en aldaar Alart Ludinck , kanonik van den H. Geest te Roermond , namens het Cistercienser convent van die stad te hebben hooren voorlezen een consult van den Offieiael van Ludiek ende twe aduocaten in betrekking tot het dekken van het dak des koors te Stevensweert.
Afschrift, met een afschrift van het vermelde consult, lat. get. Johannes Boesmaer, Petrus de Mola, Judocus de Mar ka , in Cartularinm II, bladz. 65 verso.
1438. Godard Billen verkoopt ten overstaan van schepenen van Maasniel eenen erfpacht van twee malder rogge, gevestigd op twee bunders land gelegen oen der Zwalmer heggen onder het gerigt van Maasniel , aan Dederik Pollart, deken en kanonik van den H. Geest te Roermond. Rij transfix dd. 25 April 1440 vei koopt genoemde Dederik Pollart den bovengemelden erfpacht aan Hendrik ïiegelman , priester en rentmeester van het kapittel van den H. Geest, ten behoeve der presen-tiën om eyn er ff jairgetyt te doen vuir onsen lieuen gene-
digen heeren Johan van Lnen , keren tzo Hynsberch ende si/nen lieuen kinderen.
Twee orig. perk. met 2 zegels in groen was, in duos VI, Nquot; 90.
1439, 15 Maart, des saterdachs me half/' vasten. Johan Plucker verkoopt aan het Cistercienser convent van Roermond een bosch genaamd Inyhen alden raet, gelegen naast het bosch van dat convent in het Reutje onder Odiliënberg, voor eenen jaarlijkschen erfpacht van drie malder rogge. Deze verkoop is geschied ten overstaan van Reynar Scheelart van Obbendorp , richter , Willem Baerss ende Geril Strijder, scepen der dyngbanck van Berge.
Afschrift, in Cartularium II, bladz. 5.
1439, 7 Mei, Acta fuerunt hec Florencie sub anno Domini miltesmo quadrinyentesitno tricesimo nono , indic-tione secunda die vera mercurij septima mensis Maij. Johannes Tollner, kanonik van Spiers, een der uitvoerders van den uitersten wil van Johannes de Lovanio, ziel van zijn mandaat af, vermits hij zich buiten 's lands bevindt en de uitvoering door zijne afwezigheid niet wil vertragen.
Getuigen waren : Henricus Sanftleben et Emundus Pollart , litterarum apostolicarum scriptores , Franco Hal-pont et Hugo de Netten , in romana curia causarum pro-curatores.
Orig. lal. perk. opgemaakt door den notaris Willem Dulkens van Swalmen en voorzien van zijn notarieel merk, in doos VI, N0. 30.
1440, 14 Junij. Op sint Vytz auont. Rurgemeester, schepenen en gemeente des dorps van Echt verklaren met het Cistercienser convent van Roermond eene overeenkomst te hebben getroffen aangaande de klokkenspijs. die zij van dat convent gevorderd hebben en welke
— 272 —
vordering zij ook mit den gericht veruolghl ende gewonnen hebben. Tengevolge van deze overeenkomst heeft Maria van Driel, abdis van dat convent, vallest gonst ende Uffenis gegeven totter nger kloeken ende schelle, die de burgemeesteren van Echt , met toeslemming van de geheele gemeente gekocht hebben, zoodat die nieuwe klok in onss karchen off op onsen thorn hangen sail, dair mede te Inden, ind die clock die die ahdisse ende convent in onss karchen gewoenlicken sijn te halden, mede te verschoenen; voorts verklaren zij dat het convent in volgende tijden niet aansprakelijk zal zijn voor de onkosten, die door het herstellen of vernieuwen van deze klok zullen veroorzaakt worden.
Afschrift, in Cartularium 11, blartz. 66 verso.
1440, 8 Jülij. Up den aichten (lach deer muent van Julio int jair ons heren dusent cccc. ende veertich. Arnt Stamelaert van Uden. Hendrik Dycbyer, Johan Balyart, Holof Louys en ïoelman van Doeren, schepenen van 's llertogenbosch, houden door getuigen een onderzoek naar den eigendom van zeker erf genaamd dye Heymaet, dat door de inwoners van Budel aan het Cistercienser convent van Roermond betwist wordt.
Afschrift, in Carlularium II, bladz. 17.
1441, 3 Mei. Op des heyligen Cruyts dage innentio. Arnold van Raethem en Aleidis zijne echtgenoote verklaren voor schepenen van Melick en Herkenbosch van de gasthuismeesters van Roermond in erfpacht te hebben ontvangen verschillende landerijen in het gerigt van Melick en Herkenbosch gelegen, voor eene jaarlijk-sche pacht van vier en een half malder rogge en twee
malder even.
Orig. perk. /.egels verloren, in tlnos VI, Nquot; 90.
1442, 20 September. Op sen le Mat hees auuut apostels encle emngelists. De schepenbank van Maasniel verklaart dal zij in voorgaande tijden om orber ende noit des gautsen kierspels van Nyel eene gracht heeft doen graven komende vuyter dm broeck all bis in die lantwere; dat zij deze gracht steeds met groote kosten onderhouden heeft, maar die thans aan de Karthuizers van Roermond, tot hun gebruik heelt afgestaan, mits zij die gracht dermate onderhouden dattet nagebiiren lant viel en rer-dreucke, en op voorwaarde dat zij daarover eene schaep-brugge zullen leggen op de plaats waar die den minsten hinder aanbrengt.
Orig. perk. zegels verloren, in doos VII, Nu ü.
1443 , 26 Jimij. Ada juerunt Colonie anno miliesimo qnadringenlesimo quadragesimo tertio , die vicesima sext a mensis Junij. Christiaan van Erpel, doctor in de regten, en Johannes Pollart, licentiaat in de beide regten , proost van St. Walburge te Arnhem en kanonik van St. Andreas te Keulen , uitvoerders van den uitersten wil van Johannes de Lovanio, in leven proost der kollegiale kerk van Sl. Victor te Xanten, stichten het S'. Hieronimus kollegie te Keulen genaamd het Roei-mondsche huis.
Orig. lat. perk. opgemaakt door den notaris Tihnan van den Pesch en voorzien van zijn notarieel merk, in doos VI, i\u 40. Een afschrift bevindt zich in Jura et privilegia, 11 bladz. 8 en volgg.
1444, 11 Augustus. Ada fueriini hec in domo domim pastoris infra mnros opidi Ruremundensis, anno a nnlinitate domini miliesimo qnadringentesimo quadragesimo quarto , indidione septimo die vero lune undecima mensis Attgvsli. Dirk Beers , pastoor van S'. Christofïel te Roermond ,
hecht zijne goedkeuring aan de oprigting van hel Hieio-nimus klooster te Roermond, dat door Johannes de Lovanio gesticht was.
Orig. lat. perk. opgemaakt door den notaris Hugo de Netten en voorzien van zijn notarieel merk, in doos VI, N0 9.
l44o , ^2 Mei. Datum Rome apud Sanctum Petrum anno incarnationis dominice millesimo quadringentesimo quadragesimo quinto undedmo kl. Junij, pontifkatus nostri anno quinto decimo. Paus Eugenius IV hecht zijne goedkeuring aan de oprigting van een klooster van reguliere kanoniken te Roermond, dat door Johannes de Lovanio gesticht was ; tevens benoemt hij Pieter Vinck , deken van den H. Geest, met de uitvoering dezer bul.
Orig. lat. perk. zeer geschonden, zegels verloren, in doos VI, N012.
1446, 4 April. Datum et actum Leodij sub anno a natiuitate Domini millesimo quadringentesimo sexto indictione no na , mensis Aprilis, die quarta. Pieter Vinck , deken der stiftkerk van den H. Geest te Roermond , geelt uitvoering aan de bul van Paus Eugenius IV dd. 22 Mei 1445, waarbij de vergunning geschonken wordt tol oprigting van een klooster van reguliere kanoniken te Roermond.
Getuigen waren : Jordanus de Baest , kanonik van Luik, Petrus de Molendino, deken van S'. Paulus en Hugo Netten, kanonik van den H. Geest te Roermond.
Orig. lat. perk. opgemaakt door den notaris Jacobus de Aelst en voorzien van zijn notarieel merk , in doos VI, N0 10. De vermelde bul is hierin geheel opgenomen.
1446, 27 Augustus. Mensis Augusti die vicesima septima. Op verzoek van den prior en het convent van
Windesheim scheukt Jan van Heinsberg, bisschop van Luik , zijne goedkeuring tot de oprigting van een klooster van reguliere kanoniken te Roermond, genaamd S' Hieronimus klooster , dat door Johannes de Lovanio gesticht was.
ürig. lat. perk. zegel verloren, iii doos VI, iV' ti.
1447, 24 Junij. Op S' Johamiesdage Baptinte naliui-tutü. Johan van Loen, heer te Heinsberg, Leeuwenberg , Diest en Sichem , verkoopt aan hel Cistercienser convent te Roermond eene griend aan de Maas te Ooi gelegen.
De verkoop is geschied in tegenwoordigheid van Huigher Vosch van Berghe , scholtet. Remt Breydels ende Jacop Zeghers ende mit den gemeynen se epen en der ding-banck tot Hertten; mede bezegelaars waren : Willem van Vlodorp , drosset 'slants van Wassenbergh , erffvaicht tot Rureinunde , Gaedert van Vlodorp , here tot Lengte , Jolmi van Breede, drosset 'slants van Daetenbroick, Maes Holten , rintmeister dis vurss. lants van Daelenbroicl ende Willem Keilener burgemeister mier tijt der stat van Huremunde.
Afschr. in Carlnlarinm !!. bladz. tgt;.
1450, 14 Augustus. Op onss lieuer vrouwen avent assumpthmis. De meesters der huisarmen van Roermond verklaren voor schepenen aldaar in erfpacht genomen ie hebben van Peter Vinck, deken van den H. Geest, en Hendrik van Randenraede, priester , rector van het altaar van Sint Michiel in die kerk , een huis gelegen achter der Leuven , en zulks tegen eenen jaarlijkschen erfcijns van twee oude schilden min vier schellingen, die die kircke in Op dair op geldens heeft.
Hierin komen voor: Joesl de Wilde van Mersen , schout, Johan van den Grijnde en Hendrik van Yncken-voirt, schepenen.
Orig. perk. met twee zegels in groen was, in doos VI, N°. 78.
1451, 14 Februari]. Op sancte Valentym (lach mer-telers. Jacob , graaf van Huerne , heer van Altena en Montigis , beleent het Cistercienser convent van Roermond met den hof op de Visscher Oho, zoo als het vroeger door zijnen overleden vader Frederik , graaf van Meurs en Sarwerden, daarmede is beleend geworden.
Getuigen waren: Willem van Vlodorp , ridder, ert-voogd van Roermond, Hendrik van Raecksem , Gadert Hillen en Gerard Hermans , rentmeester van het land van Horn.
Afschrift, in Cartularium 11, bladz. 77 verso.
1452 , 25 Julij. Mensis Juli) die vicesima quinta. Petrus de Molendino, doctor in de regten , deken dei-kerk van den H. Paulus te Luik doet , als gekozen scheidsman, uitspraak in een geschil ontstaan tusschen Alardus Trippenmeecker . rector of vicarius perpetuus der parochiekerk van Venraai ter eenre en het Cistercienser convent van Roermond, vertegenwoordigd door zijnen gemagtigde Theodericus Coelmjin, priester uit het Keulsch diocees, ter andere zijde ; bij deze uitspraak worden de inkomsten door den vermelden rector te genieten omschreven.
Afschrift, lat. in Cartularium II, bladz. 103.
1452 , 27 Julij. Mensis Julij die vicesima septima. Jan van Heinsberg, bisschop van Luik, hecht zijne goedkeuring aan de uitspraak van Petrus de Molendino,
(ioclor in de regteii en deken der kerk van den H. Paulus te Luik, waarbij de inkomsten van den rector der parochiale kerk van Venraai geregeld worden.
Afschr. lat. in Cartularhm 11, bladz. 105 vquot;.
14o2, 28 Augustus. O;» 't simde Johans auonde decol-laliotiis. Margaretha Melters verkoopt ten overstaan der laatbank van Leeuwen aan Gadert Melters en Tuel zijne huisvrouw anderhalf bunder land gelegen op den Daal-akker. l!ij transfix dd. 14 October van 't zelfde jaar schenkt genoemde Tuel, weduwe van Gadert Melters het bovenvermelde land aan Maria van Driel, abdis, ten behoeve van het convent der Cistercienser orde te Roermond.
Afschriften, in Cartularium [|, bladz. 90.
1434, 7 September. O]) onser tiener vrouwen auenl nntiuitatis. Arnold Trippaertz verkoopt aan de abdis en het Cistercienser convent te Roermond den jaarlijkschen erfcijns van eynen alden groiten tornoyss, die dat convent hem verschuldigd was en op den hof op de Visscher Oe was gevestigd.
Afschrift, in Cartularium 11, bladz. I0G verso.
1456, 5 Januarij. Des mauendueghz na den heiligen jairsdage. Hendrik van Osen verkoopt ten overstaan van schepenen van Roermond eenen jaarlijkschen erfcijns van 2-1/2 overlandsche Rijnsche gulden op zijn huis, gelegen aan de markt tusschen der Stat huys en dat van Johan van der Rraecken, ten behoeve van Peter Lemmen van Raede, priester, en van zijne moeder Elisabeth. Rij dezen verkoop was tot voorwaarde gesteld dat Hendrik van Osen gemelden cijns mogt aflossen binnen den tijd van twee jaren met eene som van 50 over-
laiidsche Hijiische guldens, munt van de vier keurvorsten van den Rijn.
Hierin komen voor ; Johan van Osen, als schout, Johan van Zuchtelen en Dederik Hoeflft, als schepenen.
Orig. perk. met twee zegels in groen was, in doos VI, Nquot; 79.
I4o7, I Februarij. Prima mens is Februarij. Hermanus van den Damme, pastoor der parochiekerk te Roermond, geeft vergunning aan de broederschap van het H. Sacrament aldaar tot het stichten van een altaar in die kerk.
Orig. lat. perk. met het uithangende zegel van den pastoor in groen was, in doos VI N0 27. Vergelijk dezen inventaris 2e stuk, bladz. 87.
1457, 17 Februarij. Op donerdach me sen Ie \iileii-tijns (lach. Johan van Huerne, ridder, heer te Kessenich. verkoopt, met toestemming van Elisabeth van Heinsberg, zijne moeder, van Katharina, zijne zuster, en Johan Kollaerts, haai' echtgenoot, ten overstaan van schout en schepenen van Kessenich, aan het Cistercienser convent van Roermond, twee bunders land op de Visscher Ohe gelegen.
Afschrift, in Carlularium li, bladz. C9.
1458, 22 Maart. Op den guedensdach mest nae lieme sondage Judica. Jacob, graaf van Horn en heer te Altena, Montigis en Kranendonk, bevestigt den verkoop van vijf bunders land, in de Leeuwer Ohe gelegen, die door Peter Noutkens ten behoeve van het gasthuis van Roermond gedaan werd.
Getuigen hiervan zijn: Willem van Vlodrop, erfvoogd van Roermond, ridder Godard van Vlodrop, heer van Leut en Gadert Hillen.
Orig. perk. met hel goed geconserveerde zegel van den graaf van Horn in groen was, in doos VI, Nquot; 8.
14o8, 31 Julij. Op sent Peters auent ad vinculn. Meeuwis Otten en zijne huisvrouw Catharina, verkoopen ten overstaan van schepenen van Roermond, op hun huis gelegen by zivartbroecker porten (ten der stat moeren, schietende op der stal gratie geheyten M'yrix garden, eenen cijns van een Rijnschen gulden ten behoeve van Gadert Pelser.
Hierin komen voor: Johan van Osen, schout, Johan van der Kraecken en Hendrik van Ynckenvoert, schepenen.
Orig. perk. mei een zegel in groen was, in doos VI, iV 02.
1459, 14 Mei. Des manendaghs nae sent Servaes dage. Catharina, weduwe van Lemmen van Kieghde, doet ten overstaan van schepenen van Roermond opdragt van eenen jaarlijkschen erfcijns van vier marken gevestigd op het huis van Hendrik Kupenbynders op der Zwalmerstraten len behoeve van de broederschap van het H. Sacrament in Op.
Hierin komen voor: Johan van Osen, schout, Üederik de Wilde van Mersen en Gerard van Steghe, schepenen.
Orig. perk. mei twee zegels in groen was, in doos
VI, N0 95.
1459, 29 November. Op sent Andries auent. Johan van den Rirckhoff doel opdragt, ten overslaan van schepenen van Roermond, van eenen jaarlijkschen cijns van acht Rijnsche guldens gevestigd op zijn huis gelegen by der Nyelreporten, de helft ten behoeve des heyligen Sacraments bruederscap ind altair inden Op en de wederhelft ten behoeve van sent Jhorys bruederscap ende altair inden gasthuyse.
— 280 —
Hierin komen voor: Johan van Osen, schout, Gerard van Stege en Rabet van Dorsdaele, schepenen.
Orig. perk. met nog een zegel in groen was, in doos VJ, N» 81.
Ii60, 20 April. Op den belaecken paessche dage. Roeven Roeffs en zijne huisvrouw Catharina schenken ten overstaan van schepenen van Roermond aan Johannes Kedeil ten behoeve van de broederschap van het H. Sacrament in Op eenen erfcijns van een Rijnschen gulden, gevestigd op hun huis gelegen op den dryesche.
Hierin komen voor: Johan van Osen, schout, Hendrik van Ynckenvoert en Gadert Heesman, schepenen.
Orig. perk. met drie zegels in groen was, in «loos VI, N® 61.
1460, 12 Mei. Op Sl Servaes auent episcopi. Dederik van Oist verkoopt voor schepenen van Swalmen eenen jaarlijkschen erfcijns van 15 Rijnsche guldens gevestigd op zeven bunders land genaamd die Geystinge, gelegen op den weg van der Swalmer heggen, dair der wech doir geijt lot Hillenraede wart , en op vier bunders land genaamd die Lysse, gelegen boven Asselt, aan Johan Dryevenar, kanonik in den H. Geest te Roermond , ten behoeve van het kapittel.
Orig. perk. zegels verloren, in doos VI, N0 80.
1460, 19 November. Op sente Elyzabelhen dach vh-yinis. Hertog Arnold beleent Sybe Jordens van Roermond, na afstand van Gadert van Reeck, mei de tienden te Oirlo.
Orig. perk. beschadigd, zegel verloren, in doos VI, N0 32..
1461, 5 Januarij. Op den heyllighen drutzien auont. Vincent, graaf van Meurs en Sarwerden, verklaart dat
het Cistercienser convent te Roermond zijnen molen op de Roer, genaamd die nederste cloistersmoellen, dien het van hem voor eenen grondpacht van zes malder rogge en zes malder gerst in gebruik had , niet meer wil gebruiken vermits die dycken in darcken der moellen bij doirbrechen der cartuser steijllen zoe male verganghen , verder/ft ind zu braechen waren ind syn. Hij vermindert dien ten gevolge den pacht op vijf malder rogge en vijl' malder gerst en geeft kwijtschelding aan het convent van alle achterstanden , die het hem tot op de dagteekening dezer nieuwe verpachting verschuldigd was.
Afschrift, in Cartularium li, blad/. quot;8 verso.
1462 , 6 December. Willem van Elden , rentmeester en tijnsheer van Willem broeder lot Gel re-, heer van Egmond, Ysselstein en Baar , etc. verklaart dal Sween van Lyenen en hare kinderen Koenraad, Willem en Johan van Lyenen aan broeder Johan , procurator van het klooster en convent van Mariënborg , ten behoeve van dat klooster overgegeven en opgedragen hebben eene jaarlijksche lijfrente van acht oude Fransche schilden op een stuk land groot vier morgen gelegen in hel kerspel van Eist in den hollander broed in het ambt van Overbetuwe. Deze overdragt is geschiedt zoo lang Hilla en Gartsten van Lyenen leven , die zich in het genoemde convent gevestigd hebben.
Orig. perk. met drie beschadigde zegels in groen was, in doos VII, N 7.
1463, 1 Februarij. Datum Colonie anno Domini millesimo quadringentesimo sexagesimo tertio die primo mensis Februarij. Johannes Pollart, doctor in de beide regten, proost der kerk van S' Walburge te Arnhem,
aartsdiaken der kerk van Utrecht, officiaal van het aartsbisdom Keulen en patroon van het kollegie van S' Hieronimus te Keulen, verleent aan het kapittel van den H. Geest te Roermond het regt om de personen te benoemen tot hel genieten van twee in dat kollegie gestichte beurzen.
Orig. perk. lat. met liet ovale zegel van Johannes Pollart in groen was, in doos VI, N 38
1464, 10 Junij. Datum anno Domini millesimo qua-dringentesimo sexagesimo qmrto mensis Junij die decimn. Wilhelma van Kessel, abdis, en het convent van de Cistercienser orde te Roermond ter eenre, en de deken en het kapittel van de kollegiale kerk van de H. Katharina te Eindhoven van de andere zijde, maken een vergelijk aangaande de tienden der pas ontgonnen landerijen van tien liof te Heugtcn.
Alschr. lat. in Carlularium 11, hladz. 18 verso.
1469, li Januarij. Des gueden daiyhs nae dorteendach. Dirk Hoifft en Rabet van Dorsdale, schepenen van Roermond, getuigen dat Maes en Ruth Tymmerman onder eede getuigd en bevestigd hebben dat zij oeuer twintich jair neest vurleden off langher in de kerk van Vlodrop getimmerd hebben en het schip van die kerk hebben helpen maken, en dat zij due dertyt geynen sul re inder vurss. kir eken gemaickt en vonden, dan eyn cleyne geleympt kemerken gemaickt aen den doeken thoern dair men nyet ivail eyne kuwe ynne hedde mogen setien.
Orig. perk. zegels verloren, in doos VI, N0 8't.
1469, 12 Mei. Op sente Servais auont episcopi et confessor is. Johan van Huerne en Raidtz Roman, ambt-lieden van Philips van Huerne, hper (e Gaesbeek, etc.
in het land van Kessenich, verklaren dat de twee bunders land op de Visscher Ohe gelegen, die hel Cistercienser convent van Roermond in vroegere lijden van Johan de Wilde, ridder, heer van Kessenich, gekocht heeft, geen deel maken van de leenen der heerlijkheid Kessenich, zoodat genoemde Johan het vermelde land mogt verkoopen zonder voorkennis of toestemming van den lieer van Kessenich.
Afschrift, in Carlulavimn H, hladz. 70.
1470, 5 September. Des dinxdaighs ntte sint Remakels-dnch. Dirk Vosken verkoopt ten overstaan van laten der voogdij van Roermond buten in Op eene jaarlijksche erfrente van eenen postulaat gulden, gevestigd op een perceel land gelegen Inden der nwirckem porten, aan Arnold Neutkens en Peter Kedell, meesters van de 0. L. Vr. broederschap op der porten, ten behoeve van die broederschap.
Orig. perk. zegel verloren, in doos VI, Nquot; 88.
1470, 12 December. Op sente Lucyen auont. Lemiuen Danyels verkoopt, ten overstaan van laten der voogdij van Roermond buten in Op, eene jaarlijksche erfrente van twee Rijnsche guldens gevestigd op een stuk land gelegen buten der \nel re porten, ten behoeve van de broederschap van het H. Sacrament, in der moderUrden in Op.
Orig. perk. zegel verloren, in doos VI, N» 8VI.
1471 , 4 Junij. Des dinxdaigs na beloken Pinxten. Scepenen, kirckmeisteren ende gemeynre naeberen ende kerspelslude des kerspels van Lynne in het ambt van Mom fort verklaren met het kapittel van den II. Geest
— 284 —
te Roermond eene minnelijke overeenkomst te hebben gesloten in betrekking tot de lasten, waartoe dal kapittel gehouden is ten gevolge van de tienden , die het in dat kerspel bezit; deze lasten zullen zich voortaan bepalen tot het onderhoud van hel schip der kerk en van de groote klok.
Bezegelaars waren: Arnold Stails, pastoor van Linne, Willem van Vlodrop, ridder, erfvoogd van Roermond en drost te Montfort, Dederik Hoifft en Gerard van Parle, schepenen van Roermond, en .lohan Drabben.
ürig. perk. met nog 4 zegels waarvan drie eenigzins beschadigd in groen was, in doos VI, Nquot; 97.
1472, T April. Des dynxilaiyhs nae sent Anibrosius (lach episcopi et confessor is. Hein op 'tZant, Peter Dry venair en Hendrik Gelden, meesters van de huis-armen van Roermond, verklaren dat Mathijs van Reppel bij uitersten wil jaarlijks aan die huisarmen vermaakt heeft eene ton haring en twee malder rogge, waarvoor op eiken maandag in den vasten na afloop van de mis aan 13 armen, ieder een klein brood en zeven haringen zullen gegeven worden, terwijl de priester , die de mis zal lezen, het dubbele aantal zal bekomen.
1475, 23 February. Op sente Malhias auent apostoii. Jacobus Scrijver van Rayde schenkt bij het bovengenoemde voor elk der 13 armen, telkens wanneer zij dat brood en haring ontvangen zullen, drie kwarten bier, en voor den priester zes kwarten.
Twee orig. perk. met nog 5 zegels in groen was, in doos VI, Nquot; 17.
1472, 14 Augustus. Op onser lieuer Vrouwen auont assumptionis. Arnold, hertog van Gelre en van Gulik en graaf van Zutfen, erkent dat hel regt van patronaat
— 285 —
over de kerken van Nieuwkerk en Aldekerk aan het Cistercienser convent van Roermond toebehoort.
Afschrift, in Cartularium 11, bladz. 47.
1472, 14 September. Op des h. Cruysdach exalta-ciunis. Hertog Arnold geeft aan het Karthuizer klooster te Roermond, geheeten Bethlehem, twee stukken lands, gelegen in het gerigt van Echt, nevens 10 bunders aanwas op de Maas tegen over Wessem, in het land van Montfort gelegen , onder voorwaarde dat men binnen den vurg. onssen cloister alle jair op Sinte Jero-nimus dach festum candelarum halden und celebrerenn sail.
Afschrift, geauthentiseerd door den notaris Libertns Roemer, alias pictoris, in omslag 31 N0 23. (1)
1474, 17 Maart. Op sinte Ghertrud dach. Christina van Werrenberch , echtgenoote van Jan Werrenberch, slicht eene vrijdagsmis in der eeren sinte Pauwels op sinte AppoUoniën altaer ten bruederen van den derden regulen sinte Francisci tot sinte Ewauts; deze stichting is geschied met drie Rijnsche guldens jaarlijks, waarvoor in eens de som van 60 Rijnsche guldens aan de gemelde broeders betaald werd.
Grig. perk. met een beschadigd zegel in groen was, in doos VI N0 34.
1476, 7 April. Op den keyligen Pahnanont. Schepenen en gemeente van S' Odiliënberg verklaren eene minnelijke schikking getroffen te hebben met het klooster en convent der orden van den key lig hen graue onss lieuen heren Jhesu Christi van Jherusalem aldaar aangaande den
(1) Dit stuk werd door den heer Fr. Nettesheim te Gelder aan het archief geschonken. 19
— 286 —
eigendom van den berg, waarop dal klooster gebouwd is, en zijne naaste omgeving.
Orig. perk. met het zegel van Johan Drabben, scholtis van Sl Odiliënberg, in groen was, in doos VI, N0 98.
1476, 16 November. Des saterdaigs naesente Martyns dage episcopi. Willem van Broekhuizen , der wer It Heken rechten doctor , verkoopt, ten overstaan van schepenen van Vlodrop, eenen jaarlijkschen erfcijns van elf Rijnsche guldens, munt der vier keurvorsten op den Rijn, gevestigd op zijnen hof, genaamd tghen Try est. gelegen in het kerspel van Vlodrop, zoo als hij dien hol van zijne ouders en bij deeling met zijnen broeder ontvangen heeft, en zulks in orber ende 'oehoe ff' tweer er ff missen , die ten eeuwigen dage op het altaar van S' Silvestei , S1 Servaas , Sl Marlijn , Sl Severijn en van alle Heiligen, wekelijks in de kerk van den II. Geest te Roermond zullen moeten gedaan worden.
Orig. perk. met twee zegels in groen was, in doos VI, N» 87.
1477, 28 February. Indictione mdecima mens is Februarij die ultima pontificate sanctissimi in Christo putris et domini nostri Sixti, diuina prouidentia pape quarti anno sexto. Het gerigt van 's Herlogenbosch doet uitspraak fn een geschil tusschen het Cistercienser convent van Roermond en de inwoners van Maarhees over hel gebruik der goederen te Heugten.
Afschr. lat. in Cartularium 11, bladz. 8.
1477 , 25 Maart. Op onser lieuer vrouwen dach annun-tiat onis. Schollis , burgemeesteren , schepenen , kerkmeesters en gemeente van Echt verklaren de volgende
minnelijke schikking getroffen te hebben met het Cister-cienser convent te Roermond: zij hadden de parochiekerk nyewe doen maken ind decken mit drijen opgaenden dakken en meenden dat het convent de kosten van het middenschip voor zijne rekening moest nemen ; dit weigerde echter omdat de herstelling geschied was buyten orlo// ende sonder consent des vurss. gaetshuyss; bij deze overeenkomst echter verleent het convent een bijdrage van 68 gripen , waartegen de gemeente zich verpligt alle kosten te voldoen zonder verderen last voor het convent; voorts werd bepaald dat dit laatste voortaan het onderhoud van het middenschip alléén zal dragen, terwijl het onderhoud der beide andere schepen ten laste der gemeente zullen blijven ; even als ook het in stand houden der dakgoten, die aan weerszijden van dit middenschip gelegd zijn.
Afschrift, in Cartularium 11, bladz. 67 verso.
1478, 10 Maart. Des dinxdaghs post Judica me Deus. Burgemeesteren en schepenen des dorps van Echt schrijven aan Wilhelmina van Kessel, abdis van het Munster klooster te Roermond , dat zij twee nieuwe klokken hebben doen vervaardigen , die welde op saterdach neisl-commende as oplen palmanont ter eere Goidts gekerstent sullen werdén.
Aangezien deze klokken veel geld kosten verzoeken zij de abdis daertoe iets ute guede gunst te schicken opdat zij toe lichtelicker van den meyster scheiden moghen.
Aan den voet bevindt zich de volgende aanteekening: Hier omme heeft die eerwerden Vrouwe Willemine van Kessel, abdisse vurss., beyde dese doeken doen heffen ende kersten helpen doen mits fJeynen Bont hoefj'meister tot Berckeler onssen mededonaetbrueder, ende vutten seinen
— 288 —
Heynen doen offeren elcker doden eynen Philippus schilt, die galt elck XVIII stuuer.
Afschrift, in Cartularium II, bladz. 68 verso.
1479 , 22 November. Op sente Ceciliendach virginis. Hendrik Kollart van Lynden genaamd van Nuynhem en zijne echtgenoote Elisabeth van Erpe verkoopen, ten overstaan van schepenen van Halen , eenen jaarlijkschen ertcijns van zes goede overlandsche keurvorstelijke Rijnsche guldens gevestigd op eenen beemd groot twee bunders gelegen bij Mylenborgh aan Johan van Nymegen, deken van het kapittel van den H. Geest te Roermond, ten behoeve van dat kapittel.
Orig. perk. met het zegel der schepenbank van Halen in groen was, in doos VI, N0 100.
1480 , 24 Januarij. Op sente Pauwels auont conuer-sionis. Petrus van Nieuwkerken, priester, pater en minister, en broeder Gaedert van Kempen, procurator van het convent van Sl Theobaldus te Roermond, verklaren dat door Gerard van den Weghescheyden en zijne echtgenoote Emmel, in hunne kerk op het altaar van S' Apol-lonia eene zondagsche mis gesticht is , voor welke stichting zij aan het convent gegeven hebben acht stael lantz, gelegen buiten de Zwartbroeker poort op het Eemsel.
Orig. perk. zegel verloren, in doos VI, N0 37.
1480 , 16 Maart. Op sente Gertruden auont virginis. Dederik Hillen en Maria Hillen , zijne zuster , verkoopen ten overstaan van laten van Leeuwen eenen jaarlijkschen erfcijns van eenen enkelen Rijnschen gulden gevestigd op een stuk land gelegen te Leeuwen in die Rure oe, schietende met het eene eind op de Maas, ten behoeve
- 289 —
van Johan van Nymegen, deken in de H. Geest kerk te Roermond, in behueff der presentien in der seiner kinken.
Orig. perk, met vier zegels in groen was, in doos VI, N0. 83.
1480 , 27 Maart. Des manendaigz nae den heyligen palmdage. Gerard van Broekhuizen verkoopt voor schepenen van Vlodrop eenen cijns van 12 Rijnsche guldens gevestigd op de helft van den hof genaamd tghen Try est, gelegen in het kerspel van Vlodrop aan Winand Haecken, priester, ten behoeve van twee erfmissen op het altaar van Sint Silvester, enz. in de kerk van den H. Geest te Roermond.
Twee orig. perk. met nog een zegel in groen was, in doos VII, N» 16.
'1481, 1 Julij. Op onss lieuer vrouwen auont visilationis. Gerard van Reyde, burger van Roermond en Eisen, zijne echtgenoote , stichten twee wekelijksche missen op het altaar van S1 Katharina in de kerk van O. L. Vr. Munster te Roermond.
Drie orig. perk. met twee zegels in groen was, in doos VI, N0 41.
1481 , 10 November. Datum Rome apud sanctum Petrum anno incarnationis Dominice millesimo quadrin-yentesimo octuagesimo primo quarto idus Nouembr. Paus Sixtus IV vereenigt de inkomsten van het vicariaat dei-parochie van Odiliënberg met de tafel van het klooster der orde van het H. Graf aldaar, nadat Johannes Buien daarvan afstand gedaan heeft.
Orig. perk. lat. get L. de Fulgineo, met het loodeu zegel van den paus aan een zijden koord, in doos VII N0 5.
1482, 0 ^Septemberquot; ^ sente Gregorius dach pape.
Gerard van Broekhuizen verkoopt voor schepenen der dingbank van Vlodrop eenen cijns van zes Rijnsche
— 290 —
guldens gevestigd op de hem loebehoorende helft van den hof genaamd tgheen Try est onder Vlodrop gelegen , welke helft hij van zijn broeder Willem van Broekhuizen geërfd heeft en waarvan de wederhelft aan zijn broeder Johan toebehoort, aan Winand Haicken, priester, ten behoeve van het altaar van S' Silvester, Servaas, Martijn , Severijn en van alle Heiligen in de kerk van den H. Geest te Roermond, welk altaar door genoemden Winand Haicken gesticht en gedoteerd is.
Orig. perk. met twee zegels in groen was , met een geauthentiseerd afschrift, afgegeven door den notaris Johannes de Heza, in doos VII, N0 10.
1483, 23 Julij. Op sunte Margrieten dach in der maent Julij. Broeder Peter Heyser , genaamd van Nieuw-kerken, pater en minister, en broeder Goert van Kempen, procurator van het convent van den H. Theobaldus van den 3en regel van S1 Franciscus te Roermond, verklaren dat door Gertrudis van den Nieuwenhuis genaamd van Karrick eene mis geslicht werd op zaturdag van iedere week op het altaar van S1 Apollonia in de kerk van dat convent, op wekken altaer nu die wenmekerss hoen broederscap van sunte Pouwels jaerlicken begaen ende feeste haldende sijn.
Orig. perk. zegel verloren, in doos VI, N0 36.
1484, 4 April. Op sent Ambrosius dach des heilighen bisscops. De prior en het convent der reguliere kano-niken van het S' Hieronimusklooster te Roermond verklaren dat Dirk Clompenmekers aan hun convent eenen jaarlijkschen cijns van vijftien overlandsche Rijnsche guldens betalen moet, welke cijns gevestigd is op de hoeve van voornoemden Dirk, die in het gerigt van Swalmen gelegen is en vroeger toebehoord heeft aan wijlen
Goderl van dei' Masen; daar de termijn van aflossing sedert 30 November 11. verstreken was staat het convent toe dat deze termijn gedurende vijf jaren verlengd wordt, zoodat de aflossing daarin nog zal mogen geschieden, mits betalende in hoofdsom drie honderd overlandsche Rijnsche guldens.
Orig. perk. niet het zegel van het convent in groen was, in doos VI, N0 63.
1484, 4 Augustus. In Auguslo vier dughe. Arnold de Wilde, heer van Kessenich, verkoopt aan hel Cister-cienser convent te Roermond eene weide (driesch) gelegen naast den hof van dat convent op de Visscher Ohe.
Deze verkoop is geschied voor eene zekere som gelds, die bovengenoemde Arnold verklaart van het convent te hebben ontvangen ; dit laatste moet echter dulden dat een weg over den driesch loopt en jaarlijks aan den verkooper op Sint Stephanus dag leveren oenen kapoen ende eynen alden groten erffchijnss.
Afschrift, in Cartiilarium 11, blad/.. 43.
1485, 11 Augustus. Des neesten daighz nae sent Laurentius dach martiris. Burgemeister, scepenen, gemeyne burgeren ind ingeseten ind gansse gemeynte der stat van Wessem mit den onderbencken , dorperen , gemeynten ind ondersalen van Ophauen, Geystingen ind Beegde, bur ge-meisteren , scepenen, ondersaten ind gansse gemeynte der vrijheyden van Oeuerweerdt ende Nederweerl, scepenen ind gansse gemeynte ind ondersaten der dingebencke van Heyt-husen ind Roggel ind scepenen , gansse gemeynte ind ondersaten der dingebanck van Halen mitden onderbencken, dorpen ind ondersaten van Neer, Bugyenum ind IIneme verkoopen met toestemming van Jacob, graaf van Horn , Altena ,
Cortershem, Cranendonck, enz. eenen jaarlijkschen cijns van twaalf goede zware overlandsche Rijnsche guldens, munt der vier keurvorsten , aan Winand Haick, priester, ten behoeve der vier coralen die hij den capittel ind canoniken der kirden van den heyligen geist bennen Ruremunde gelegen geordiniert ind begichticht heeft.
Orig. perk. met het zegel van den graaf van Hom in rood was en de zegels der schepenbanken van Beegden, Overvveert, Nederweert, Roggel, Haelen en Neer in groen was, zijnde dat van Wessem afgevallen , in doos VII N0 12.
1485. Broeder Peter Heyser van Nieuwkerken, pater en minister , en broeder Goert van Kempen , procurator van het convent van den H. Theobaldus van den derden i'egel van Sl Franciscus te Roermond verklaren dat Jacob van Thoer en zijne huisvrouw Bela in hunne kerk op het altaar van de H. Apollonia , op wikke altaer Sinle Pauluss bruerscap opghehalden woirt van den wenmekerss ghylden, gesticht hebben eene mis op maandag van iedere week , waarvoor een bedrag van 75 Rijnsche guldens betaald is geworden.
Orig. perk. met het beschadigde zegel van het convent in groen was, in doos VI, N0 35.
1486, 1 September. Op sent Egidius dach abbatis. De schepenen gemeynlich kirckmeisteren ind gemeyne naberen der kerspels van liesel verklaren dat Johan van den Walssberch aan hunne kerk geschonken heeft eenen jaarlijkschen pacht van 4i/2 malder rogge, gevestigd op verschillende goederen onder het gerigt van Beesel gelegen , waarvoor zij de verpligting op zich genomen hebben tot heyll ind troist synre ind syner alderen ind vrunden zeelen alle weken eene mis en zes jaargetijden in die kerk te doen houden.
Orig. perk. zegel verloren, in doos VI, N0 94.
— 293 —
1486, 1 October. Op sunte Remeyssdach. Willem van Vlodrop , ridder en erfvoogd van Roermond , en zijne echtgenoote Cecilia van Hamell en Elderen verklaren dat
-r de voogden van Roermond ten alien tijde in den herfst aan
het begijnhof aldaar een varken geschonken hebben; zij bevestigen dit privilegie onder voorwaarde dat de pastoor van dat hof steeds alle zon- en feestdagen opten stoile der wairheid voor hem , zijne voorouders en nakomelingen het gewone gebed zal doen.
Orig. perk. zegels verloren, in doos VI, N0 13.
1486 , 27 December. Op sent Johansdach apostoli et euangeliste. Willem van Vlodrop, ridder en erfvoogd van Roermond , en zijne echtgenoote Cecilia van Elderen verklaren voor schepenen van Roermond aan het kapittel -'*■ van den H. Geest aldaar verkocht te hebben eenen jaar-
_ lijkschen cijns van 12 Rijnsche guldens, gevestigd op
zijnen hof te Asselt.
Hierin komen voor : Johan Hillen en Lambrecht Pijll, schepenen.
Orig. perk. met nog een zegel in groen was, in doos VII, No 11.
1487, 19 February. Die decima nona. Jan van Horn, bisschop van Luik, geeft zijne toestemming aan Herman Gruyter, deken van het concilie van Wassen-berg en priester in het diocees van Luik, tot de stichting van een altaar ter eere van het heilige kruis in de kollegiale kerk van den H. Geest te Roermond.
Orig. lat. perk. zegel verloren, in doos VII, Nu 18.
1487, 26 December. Op sent Stheffens dach prothu-martiris. De schepenbank van Vlodrop verklaart dat
i
— 294 —
Peter Grubosch van Eikelens , priester , in hoedanigheid van tijdelijken rector van het altaar van den H. Silvester , enz. in de kerk van den H. Geest te Roermond , voor haar verscheen en klaagde geene betaling te ontvangen 1quot; van den cijns van li enkele Rijnsche guldens, die door Willem van Broekhuizen op den hof' tyhene Tryest in het kerspel van Vlodrop gelegen gevestigd waren, en 2' van den cijns van 18 dergelijke guldens , die door Gerard van Broekhuizen op de helft van dien hot' verkocht waren; daar genoemde Peter Grubosch de vraag aan de schepenbank gesteld had hoe hij tot de vermelde betaling geraken kon heefl die bank geantwoord dat hij de vermelde cijnsen moest verhalen op de gereede goederen, die zich op den hof' bevonden en wanneer die niet toereikend waren dat hij dan den vurg. haluen hoff dar vur in die kircke sulde laten opgebieden sess weken ind drij daige en dat hij tevens de erfgenamen van den voorschreven halven hof ter guedertijt bennen den kirckengebott moest kondigen de verzochte betaling te doen of naar regten daartegen op te komen. Daar thans deze omschrevene regtsvormen door genoemden Peter Grubosch vervuld zijn , zonder dat de erfgenamen zijn verschenen, heeft de schepenbank hem in het bezit van de helft van den hof gesteld met overhandiging van eynen gruenen ryssch, eynen .silueren penninck ind eynen elpenheynen messhkht, zoo als zulks gebruikelijk is.
Orig. perk. zegel verloren, in doos VII, N0 15.
1488, 3 October. Des vridaechs nae synte Remeys-dach. Willem van Vlodrop, ridder, erfvoogd van Roermond, als stadhouder van wege den hertog van Gel re, verklaart dat Willem van Vlodrop, heer te Leuth en .Dalenbroek, voor hem en voor Hendrik van Kessel en
Lambrecht Pijll van Swalraen, als leenmaimeu, verschenen is en met toestemming zijner echtgenoote Alfrida van HerfF aan broeder Johan van Aabroick , prior van S1 Peters Berch ghcmail tut St. Odilienberch, ten behoeve van dat convent heeft opgedragen het vierde deel van den hof tgene ouwen gelegen in het kerspel van Odiliënberg; deze opdragt is geschied puyrlicke urn (jaetzwille voer hem, syn huysfrou voerss. ende beyder kynder ende alderen zelen tot grotyngen des Gotliken dienst.
Orig. perk. waaraan vier zegels gehangen hebben, waarvan echter nog slechts een in groen was aanwezig is, in doos VI, N0 21.
1490, 27 Januarij. Üie vero vicesima septimo, mensis Januarij. Johannes Dryvenner, kanonik der kerk van den H. Geest te Roermond, sticht en begiftigt in die kerk een altaar ter eere van de H.H. Mathias, Dionisius, Remigius en Margaretha.
Getuigen waren: Johannes Hokulum, kapelaan, Johannes Wenmeicker en Johannes Merrem, chorales iam dicte collegiate ecclesie.
Orig. lat. perk. opgemaakt door den notaris Herraanus Gruter en voorzien van zijn notarieel merk, in doos VI, N» 33.
1491, 9 Junij. Acta fuerunt hec Ruretnunde in sacristia ecclesie sancti spiritus anno a natiuitate M. CCCC. XCI, die nana mensis Junij. Herman Gruyter, deken van het concilie van Wassenberg en kanonik der kerk van den H. Geest te Roermond, sticht in deze laatste kerk een altaar ter eere van het H. Kruis.
Getuigen waren ; Godescalcus de Swalmen en Johannes Drivener, priesters.
Orig. hit. perk. opgemaakt door den notaris Petrus Grubosch van Erkelens en voorzien van zijn notarieel merk, in doos VII, N0 17.
— 296 —
1491, 9 Junij. Mensis Junij die nona. De deken en het kapittel der kollegiale kerk van den H. Geest te Roermond schenken hunne goedkeuring aan de stichting van een altaar in die kerk ter eere van het H. Kruis, welke stichting, ingevolge akte opgemaakt door den notaris Petrus Grubosch van Erkelens, door Herman Gruyter, deken van het concilie van Wassenberg en kanonik dier kollegiale kerk gedaan werd; zij beloven voorts de bepalingen in de vermelde akte vervat te zullen nakomen.
Orig. lat. perk. met het zegel van het kapittel in groen was, in doos VII, N0 19.
1491, 21 Junij. Die vicesima prima mensis Juni). Henricus Hynckenvoirt, genaamd Gelden, (1) schepen van Roermond, en zijne echtgenoote Christina stichten een altaar ter eere van de H. Ursula in de kerk van het Cistercienser convent te Roermond.
Orig. lat. perk. opgemaakt door den notaris Petrus Grubosch van Erkelens en voorzien van zijn notarieel merk, in doos VII, N0 9.
1491. Jan van Horn, bisschop van Luik, hecht zijne goedkeuring aan de stichting van het altaar ter eere van het H. Kruis in de H. Geestkerk te Roermond.
Orig. lat. perk. met het zegel van den bisschop in rood was, in doos VII, N0 20.
1492, 13 Junij. Mensis Junij die vero decima tertio,. Hubertus Macharij van Weert schenkt aan Sibertus Jordanus, prior van het convent der reguliere kanoniken van den H. Hieronimus te Roermond, ten behoeve van dat convent een huis, gelegen in de Lombardstraat
(1) In verschillende origineele brieven, waarin hij als schepen optreedt, word hij Henricus Geldoffs of Geldoflz genaamd.
tusschen het huis van Johannes Tyrtey, schepen van Roermond en dat convent benevens een stukje land achter dat huis gelegen.
Getuigen waren: Henricus Bloch, priester, en Johannes van Oetsenrade genaamd van Beckraede.
Orig. lat. perk. opgemaakt door den notaris Johannes Tiieodorus de Merssen , en voorzien van zijn notarieel merk, in doos VI, N0 93.
1493, 5 Augustus. Die lune quinta mensis Auyusti. Hendrik Plebis, kanonik der kerk van den H. Servaas te Maastricht staat de pastorij van het begijnhof genaamd den nieuwen hof te Roermond aan Johannes Portmans van Gangelt, pastoor van dien hof, af.
Getuigen waren: Egidius de Lapide, decanus sancte crucis Leodiensis , Johannes Tuleman sancti saluatoris ïraieclensis. Petrus Tuleman, Johannes Billiton maioris Leodiensis, Mathias Boers dicti sancti Seruatij canonici et Johannes de Hertten, capellanus eiusdem sancti Seruatij.
Orig. lat. perk. opgemaakt door den notaris Johannes Baers en voorzien van zijn notarieel merk , in doos VI, Nquot; 26.
1493, 15 Augustus. Op onser lieuer vrouwen doch assumptionis. De magistraat van Boermond verkoopt eene jaarlijksche erfrente van vijf bescheiden oeuerlentsche Rynssche Kurfurstelicke guldens aan Engelbrecht Goltsteyn, kanonik in den H. Geest en Kerstken van den Velde , vicaris in de moederkerk van Roermond, als uitvoerders van het testament van Herman Gruyter, in leven kanonik in den H. Geest ten behoeve eener erfmis, die genoemde Herman Gruyter opden oxael in den H. Geist vurss. op des heyligen Cruyts altair gesticht heeft.
Orig. perk. zegel afgevallen, in doos VII, N0 13.
— 298 —
1493, 18 Novembei'. Op sente Elisabetten avont vidue. De (jemeyne scepenen hul voirt gamse gemeynte, naburen ende ingeselen des kerspels ende dingebanck van Swalmen verklaren schuldig te zijn aan Wichiel van den Schoer-wech, burger van Roermond , wegens verrigten arbeid aan hunne kerk, eene hoofdsom van 28 bescheiden enckel oeuerlentsche Rijnssche gulden, waarvoor zij beioven aan vermelden Michiel eenen jaarlijkschen pacht van twee malder rogge te zullen voldoen.
Medebezegelaar was: Arnold Schenck van Nijdeggen, heer van Hillenraad.
Orig. perk. niet twee zegels in groen was, in doos VI, Nquot; 91.
1498. Heinrick van Vreden, pater. Eva van Strijthagen mntersse, ind voirt gemeyne susteren ind meeghden des conuentz van Gait zweert bennen Ruremunde , dat op den Eempsen te liggen plach , verklaren eene overeenkomst te hebben gesloten met Johan Poirtmans, pastoor, en de meestersen van het begijnhof gênant dess nyenhoeffz te Roermond, ten gevolge waarvan zij van het begijnhof alle brieven hebben terugbekomen van hunne daaraan verschuldigde renten, en daarom de verklaring afleggen aan dat hof nog te zullen schuldig blijven eene jaar-lijksche rente van 39 stuivers, munt van Roermond , den enkelen Rijnsgulden' gerekend tot 33, en eenen keulschen postulaatsgulden tot 20 dergelijke stuivers gerekend.
Orig. perk. zegels verloren, in doos VI, N0 90.
1302, 25 Januarij. Op sent Pouwels dach conuersionis. Jacob ingher Beke en zijne huisvrouw Emmel schenken, ten overstaan van schepenen van Roermond, aan het kapittel van den H. Geest aldaar eenen erfcijns van
— 299 —
eenen bescheiden golden enckel koirforster Rijnssche gulden, gevestigd op hun huis gelegen opder heggestraiten oirt. Het kapittel voornoemd zal voor dezen erfcijns in de genoemde kerk houden eene er ff memorie ende ja irgetijde voor Jacob en Emmel en voor hunne ouders en vrienden.
Hierin komen voor: Dederik van Kruchten, schout, Dederik Hillen en Dederik RofFart, schepenen.
Orig. perk. met 3 zegels in groen was, in doos VII, N» 22.
1515, 13 April. Des vrijdaichs nae den heilighen paes-dach. Egbert , Sibrecht en Otto van Holtmoelen dugr-werder des doirluchtigen vurslen hertoch Karle van Gel re , enz. en Alet Spee, conuentz jo/fer des eerwerdighen goets-huys to Keyserbosch, schenken tut groetgng ende vermeerryng des goetliken dienst ende deylachtich tc werden der werdigher loelfliker broderschap des heiligen graef/'s van Jherusalem aan den prior en |het convent van sunt Petersberch dat men noempt sunt Odilienberge eenen beemd, gelegen in het kerspel van Odiliënberg.
Orig. perk. zegels verloren, in doos. Vil, Nu li.
1517 , 27 April. Des manendaghs na sent Georgius dach mart gris. Johan van Hoickelom , priester, rector van het altaar van het H. Kruis in de H. Geest kerk te Roermond , schenkt eenen erfcijns van een besrlieiden enckelen Rynsgulden , gevestigd op zijn huis gelegen tegen des heilgen gheyslz clockenthoeren , aan Dederik Clumpenmeker, kanonik in den H. Geest, ten behoeve eyns schoilmeisterss ind den jongen in den heylgen gheyst om dair vur alle vrydaghs te eUeff uijren eyn responsorie »Tenehre facte suntquot; mil eynre collecte dair toe beboerende te singhen. Voorts schenkt hij nog eenen erfcijns van
— 300 —
vijf stuivers tot het houden eener memorie voor zijne en zijner ouders ziel.
Hierin komen voor: Dederik van Kruchten , schout, Rabet van Dorsdale en Peter van Bairle , schepenen.
Orig. perk. met een zegel in groen was, in doos VII, IS'» 23.
1330, 18 Maart. Des achtyenden daghs in den maendt Martiu. Hendrik van Meerhem , genaamd Kapyter, en Aleidis, zijne echtgenoote , schenken den halven moelen-huyskamp gelegen buiten de Zsvartbroeker poort op der Rueren, waarvan de wederhelft toebehoort aan den pastoor, vicaris en kapelaan der moederkerk te Roermond , aan Hubrecht van den Velde, priester, ten behoeve eener erfmis, die alle zaturdagen zal gezongen worden van den seuen principaell droeffnyssen der gebenedeeder moeder ind maigt Marie op den altair stainde inder kyrchen des H. Geistz onder Onser Lieuer Vrauwen byeldt in den zonnen , of op een ander altaar in dezelfde of in de moederkerk.
Hierin komen voor ; Dederik van Kruchten , schout, Johan van Lomme en Willem van der Laick , schepenen van Roermond.
Orig. perk. met nog een zegel in groen was, in doos VII, Nquot; 24.
VAN HET
DER GEMEENTE
3'« STUK. 3de AFLEVERING.
Bijlage tot het verslag van den toestand der gemeente over het Jaar 1876.
ROERMOND,
SNEU'ËRSDRl'K VAN J. KOMEN EN ZONEN.
--
1597, 24 Maart. De aartshertog Albert schrijtl aan de staten van het Overkwartier met leedwezen vernomen te hebben dat zij zwarigheden maken met de toestemming der bede van 4000 gl. per maand tot onderhoud van het krijgsvolk in dat kwartier; hij had gehoopt dat zij die toestemming onmiddellijk zouden gegeven hebben, aangezien de nood zulks vordert en deze bede tot hunne eygen besc.hermenisse ende conseruatie moet strekken, terwijl de belofte daartoe ook in de maanden Augustus en September 11. door den graal van den Bergh, den overste Bentinck en hunne verdere gedeputeerden gegeven werd. De aartshertog heeft thans bepaald dat eene schatting op het kwartier zal worden gelegd ; reeds heeft hij aan den ridder Cigoigne bevel gegeven om die over het kwartier uit te schrijven met die meeste ge-lyckheid ende ten minsten laste der onderdanen, terwijl die door den landrentmeester Ido Grammaye ingevorderd en tot onderhoud van het vermelde krijgsvolk aangewend zal worden.
Orig. gedagt. uit Brussel en get. Albert car1, Ver-reyken, in omslag 25 N0 4.
— 302 —
1644, 29 Februarij. Koning Filips IV belooft de in het Overkwartier gelegene dorpen Cruchten , Wegberg en Brempt, met de jurisdictiën daarvan, nimmer te zullen verpanden, verkoopen of van zijne domeinen te scheiden ; de koning geeft deze belofte aangezien hij tot den verkoop dezer dorpen bevel gegeven had ten einde uit de opbrengst de overgroote oosten ten oorsaecke van de swaere tegenwoirdige oorlog hen te dekken, maar dit bevel introk omdat de onderzaten van die dorpen aan den landvoogd hadden te kennen gegeven dat deze verkoop soude strecken tot hunne euwighe ruime en daarenboven strijdig was met de schriftelijke beloften, die zij den 205ll!quot; Augustus 1605 van den aartshertog Albert verkregen, toen zij uit eigen middelen voor een bedrag van 2350 gulden 10 stuivers de gemelde dorpen uit de pandschap van den heer van Reidt gelost hadden.
Geauth. afschrift, afgegeven den 23sten November 1654 door den secretaris der heerlijkheid Cruchten, enz. gel. F. Bijll, in Doleantiën en orders, deel X, blad 155.
1647, 16 Julij. De staten van het Overkwartier schrijven aan het bureau van financiën te Brussel dat op het einde van den vorigen zomer het leger des konings bij Roermond en dat van den vijand bij Venlo zijn geweest, waarna eenige regimenten van den hertog van Lotharingen ingekwartierd zijn geworden ; dat daardoor de onderdanen in alsulcke miserie ende armoede gevallen sijn dat het hun onmogelijk is de in den vorigen jare toegestemde beden en subsidiën te voldoen all is 't oock dat sij met vigeur ende militaire executie tot betaelinghe ghepraempt worden; ook het verbod van uitvoer van granen heeft veel bijgedragen om dien toestand te verergeren; dit verbod moge in vorige jaren gegrond ge-
— 303 —
weest zijn hetzij umme den vijandt te benauwen, hetzij dit quartier niet van eygen nootmeckelickheid bloot te maec-ken; daar echter beide redenen thans opgehouden hebben te bestaan verzoeken de staten dat de uitvoer van granen mag worden toegelaten om den koophandel nieuw leven te geven. Aan den voet van dit stuk wordt de gevraagde vergunning toegestaan.
Orig. (het antwoord fr.) gedagl. uit Brussel en get. Leopolde Guillaume, H. comle de Noyelle, F. van Kinschot, J. li. Maes, J. Codraerts, in Doleantiën en orders, deel IX blad 151.
1650, 12 September. De landvoogd geeft eene instructie aan de Ribaucourt, stadhouder , en aan Arnold de Haen, eersten raadsheer van het hof van Gelder, tot het voorstellen in de eerstkomende vergadering der staten van het O verkwartier van eene bede ten bedrage van 60000 gulden en van eene buitengewone subsidie van 160000 gulden. Zij zullen tevens den staten onder het oog brengen hoe de landvoogd alles heeft: aangewend om den oorlog binnen Frankrijk te beperken en de provinciën onder 's konings gehoorzaamheid staande daarvan te verschoonen, zoodat de opbrengst van den oogst in vrede heeft kunnen ingezameld worden ; tevens hoe alle zijne handelingen strekken om eenen goeden en duurzamen vrede te verkrijgen, maar dat het voeren van den strijd in een vreemd land groote koster» veroorzaakt, die hem dwingen zware offers te vergen : weshalve hij vertrouwt dat de staten uit ijver en genegenheid voor den koning het gevraagde zullen inwilligen.
Geauth. afschrift, fr. geteekend Goss. Dulcken, in Doleantiën en orders, deel VII blad 269.
— 304 —
1650, 12 September. De landvoogd berigt aan de staten van het Overkwartier dat hij den stadhouder en den eersten raadsheer van het hof van Gelder bevel gegeven heeft tot het voorstellen eener bede en van eene buitengewone subsidie ; hij hoopt dat de staten onder de tegenwoordige omstandigheden tot hun eigen welzijn en behoud al hunnen ijver tot de inwilliging van de gevraagde sommen zullen aan den dag leggen.
Orig. fr. gedagt. uit het kamp te Basoche en gat. Leo-polde Guillaume, Verreyken, in Doleantiën en orders, deel VII, blad 271.
1650, 13 December. De landvoogd geeft akte van aanneming wegens eene door de staten van het Overkwartier ingewilligde bede van 60000 en wegens eene subsidie van 100000 gulden. Hij verklaart tevens dat hij sal sim te ontlasten ende verlichten de provincie van Gelderlandt van logeringhe van den volcke van oorloghe soo seer alst mogelijck wesen sal en het reglement zal doen onderhouden, waarnaar dat volcke van oorloghe hun sullen hebben preciselick te regeer en.
Orig. gedagt. uit Brussel en get. Leopolde Guillaume , Verreyken, in Doleantiën en orders, deel VII blad 275.
1651, 2 Maart. De landvoogd verklaart dat de costu-miere raden, die gedurende een kwartaal in Roermond resideeren gedurende dat kwartaal kunnen en moeten bij den Raad tegenwoordig zijn en hunne bediening-uitoefenen volgens de patente brieven door hen verkregen, maar dat hunne tusschenkomst bij vonnissen gedurende hunne afwezigheid verboden is, terwijl zij zich steeds ffedraeen zullen volgens het decreet der aartshertogin dd. 29 Julij 1623.
Grig. fr. get. Leopolde Guillaume, R. Routart, in Doleantiën en orders, deel VIII, blad. 41.
— 30o —
1651 , 18 April. De gedeputeerden der staten van het Üverkwartier, het bevel van den landvoogd ontvangen hebbende tot het leveren der placquillios voor het regiment van den kolonel Manger , berigten aan den stadhouder de Ribaucourt dat het hun onmogelijk is aan dat bevel te voldoen ; het kwartier is reeds zoo hoog belast dat de staten geen raad weten om de benoodigde som bij elkander te krijgen voor de placquillios en toura-ges van de regimenten infanterie en kavallei ie, die reeds gedurende eenige jaren en thans nog in het kwartier aanwezig zijn. De staten verzoeken den stadhouder dit aan den landvoogd kenbaar te maken en vertrouwen dat deze hen niet van onwil zal beschuldigen, daar zij zich beroemen steeds aan alle vorderingen stipt voldaan te hebben ; maar thans zijn zij door de groote armoede van het kwartier verhinderd het bevolcne te doen.
Afschrift iit kwartiersrecessen, deel X, bladz. 87.
l6ol , 19 April. De staten van het Overkwartier nemen het besluit om door hunnen agent le Brussel bij den landvoogd te doen klagen over den grooien last, die het kwartier in den vorigen zomer te dragen had , tengevolge van de duitsche 'paarden, die uit het Room-sche rijk en uil de Overrijnsche landen door dit kwartier zijn gekomen, en door het daarop gevolgde winterkwartier ; hij zal tevens aan den landvoogd verzoeken het Overkwartier gedurende den aanstaanden zomer van deze doortogten te verschoonen, opdat de arme onderdanen eenigen tijd moegen gewinnen omme vuyt alle de miserien een weenich te respireren.
Besluit in kwartiersrecessen, deel X, bladz. 89.
1651 , 25 Mei. De landvoogd geeft eene instructie aan den stadhouder de Ribaucourt en aan den kanselier
— 306 —
Rauduiii van der Piel tol het aanvragen van eene bede van 60000 en van eene subsidie van 100000 gulden in de eerstvolgende vergadering der staten van het Overkwarlier ; zij zuilen tevens den staten bedanken voor den ijver, de toegenegenheid en den spoed, die zij steeds lot 's konings dienst aan den dag legden, en hun verzoeken ook thans van denzelfden ijver te doen blijken aangezien dit nu meer dan ooit noodig is om de plannen des vijands te verijdelen, eenige nog in zijn bezit zijnde plaatsen te herwinnen en eenen duurzamen vrede le bewerken.
Afschrift, fr. in Doleantiën en orders, deel VIII blad. 31.
1651 , 25 Mei. De landvoogd geeft kennis aan de slaten van het Overkwarlier dat hij aan den stadhouder de Ribaucourt en aan den kanselier Bauduin van der Piet den last heeft opgedragen in de eerstkomende vergadering der staten een voorstel te doen voor eene bede en voo r eene subsidie. Hij vertrouwt dat de staten hunnen gewonen ijver zullen aan den dag leggen en met spoed hel gevraagde zullen inwilligen.
Grig. fr. get. Leopolde Guillatime, Verreyken, in Doleantiën en orders, deel VIII , blad. 4-0.
1651 , 14 Junij. De staten van hel Overkwarlier geven hunne toeslemming tot eene bede van 60000 gulden en tol eene subsidie van 100000 gulden, om te slaan over het platte land van het kwartier namelijk een derden deel up de erffschappen ende twee derden deelen op de capitaelen, bestialen, gewin, gewerff ende diergelijcke; onder voorbehoud echter dal op deze bedragen zullen gekort worden de placquillios en foura-ges , die in hel vorige jaar betaald zijn of in dit jaar nog moeten betaald worden.
Besluit in kwartiersrecessen, deel X, bladz. 145. Vergel. het ingevoegde blad na bladz. 146.
— 307 -
1651 , 14 Junij. Ue stalen van het Üverkwartier hesluiten ChristofFel Schenck van Nydeggen als riddermatig persoon tot de vergaderingen toe te laten.
Besluit in kwartiersrecessen , deel X , bladz. 145 vquot;.
1651 , 15 Junij. De staten van liet Overkwarlier besluiten Johan van Cortembach als erfvoogd van Roermond voortaan op de vergaderingen der stalen toe te laten.
Besluit in kwartiersrecessen, deel X, bladz. 14-7,
J65'l , 15 Junij. De staten van het Overkwartier, een schrijven van den magistraat van Roermond ontvangen hebbende, waarin deze beweert dat de ridderschap en overige steden van het kwartier gehouden zijn in de kosten bij te dragen veroorzaakt door het verschaffen en onderhouden der woningen van den stadhouder, auditeur en verdere hooldofficieren in Roermond aanwezig, verklaren tot zulken last niet te zijn gehouden ; mogt de magistraat echter bij den landvoogd, den Raad van State ot' het bureau van finantiën om ondersteuning daartoe verzoeken , dan zullen de staten hunne medewerking verleenen edoch Imyten des alingen quartiers schaede off laste.
Besluit in kwartiersrecessen, deel X, bladz. 147.
1651 , 15 Junij. Op het verzoekschrift van den pastoor der moederkerk van Roermond verleenen de staten van het Overkwartier eene subsidie ten bedrage van honderd rijksdaalders tot versiering van het hoogaltaar in die kerk.
Besluit in kwartiersrecessen, deel X, bladz. 148.
1651 , 2 Julij. De landvoogd geeft akte van aanneming van eene bede van 60000 en van eene subsidie
— 308 —
van 100000 gulden ; aangaande het verlangen der staten om de voorgeschoten krijgslasten, fourages en placquillios op deze bede en subsidie te mogen korten, verklaart de landvoogd dat zij eenen staat van al deze uitgaven mogen overleggen, waarop dan een besluit zal genomen worden.
Orig. gedagt. uit Brussel en get. Leopolde Gtullaume , Veireyken, in Doleantièn en orders, deel VFII, blad 70.
löol , 3 November. Op een schrijven van de staten van het Overkwartier, waarin zij aan den landvoogd den grooten last bekend maken, waaronder het kwartier sedert eenige jaren door het voorschieten van placquillios en fourages aan de troepen, die den winter daarin doorbrengen, gebukt gaat, antwoordt de landvoogd bevel gegeven te hebben om het Overkwartier gedurende den aanstaanden winter zoo min mogelijk te belasten.
Orig. fr. gedagt. uit Doornik en gel-Leopolde Guillaume, Colbrant, in Doleantièn en orders, deel VIII, blad 65.
1651 , 28 November. Het hot' van Gelder schrijft aan de staten van hel Overkwartier over de onregelmatigheden in het ontvangen en uitgeven der muntspeciën en over de onmatige verhooging daarvan; het verzoekt den staten maatregelen te beramen om dien toestand te doen ophouden en te zorgen dat de munt overal in het kwartier even hoog ontvangen en uil-gegeven worde.
Orig. get. N. Maen, in Doleantièn en orders, deel VIII, blad 94.
1651 , 13 December. De staten van het Overkwartier zenden een klaagschrift aan den landvoogd over de voortdurende groote lasten, waaronder het kwartier
— 309 —
bezwijken moet wanneer het niet weldra daarvan ontheven wordt; behalve de beden, gewone en buitengewone subsidiën heeft het nog eene som van 064,000 gulden moeten opbrengen en daarenboven sedert 164G een bedrag van 600,000 gulden op interest moeten opnemen, zoodat het kwartier zich thans zonder middelen en wat nog meer zegt zonder crediet bevindt en het te vreezen staat dal de inwoners naar andere landen verloopen zullen. — De staten verzoeken den landvoogd dringend daarin verandering te brengen , ten einde het geheele verval eener provincie te voorkomen, die steeds zoo getrouw aan den koning geweest is.
De landvoogd antwoordt dat thans alle provinciën buitengewoon belast zijn en hij voor het oogenblik het Overkwartier niet kan ontlasten; hij belooft echter dit voor het volgende jaar, zoo niet geheel dan tocli zooveel hem mogelijk is, te zullen doen.
Orig. fr. het antwoord fr. gcdagt. uit Brussel en gel. Leopolde Guillaume, le conté d'Isenburg, Dennelieres, Ho-berti, le Roy, in Doleantiën en orders, deel VIII, blad 105.
1652, 22 April. De landvoogd schrijft aan den stadhouder de Ribaucourt nog niets te hebben vernomen van de vrijwillige contributie in hel Overkwartier, die lol de remonte der kavallerie moest strekken en waarmede hij hem had belast; de landvoogd beveelt hein op nieuw deze zaak le bevorderen en door zijnen invloed te trachten daaruit hel voordeel te halen, waarop hij gerekend heeft.
Afschrift, fr. in Doleantiën en orders, deel VIII, blad 164.
1652, 27 Junij. De landvoogd meldt aan de staten van het Overkwartier dal hij aan den kanselier Jacob Slalins en bij diens afwezigheid aan den eersten raad
— 310 —
in het hot van Gelder den last heeft opgedragen in de eerstkomende vergadering der staten van het Overkwar-tier namens den koning een voorstel te doen.
Orig. fr. gedagt. uit Brussel en get. Leopolde Guillaume, Verreyken, in Doleantién en orders, deel VIII, blad 197.
1632, 27 .lunij. De landvoogd draagt aan den kanselier Jacob Stalins en bij diens afwezigheid aan den eersten raad in het hot' van Gelder, de Haen, den last op in de eerstkomende vergadering der staten van het Overkwartier bekend te maken dat tusschen den koning en de Staten-Generaal der Vereenigde Provinciën overeengekomen is van weerzijden een gelijk aantal regters bij wijze van Chambre my partie aan te wijzen; tevens dat daartoe door iedere provincie eene jaarlijksche bijdrage moet geleverd worden, die voor het Overkwartier op een bedrag van 4000 gulden bepaald is. Zij zullen dit bedrag bij de staten aanvragen en hun te kennen geven dat de instelling dezer kamer tot het behoud van den vrede en in het belang van alle provinciën, maar voornamelijk van het Overkwartier, plaats heeft.
Geauth. afschrift, get. J. Stalins, in Doleantiën en orders. deel VIII, Wad 199,
1652, 17 Augustus. De landvoogd meldt aan de staten van het Overkwartier dat hij aan den kanselier Jacob Stalins den last opgedragen heeft om in hunne vergadering van den 31slcquot; Augustus e. k. namens den koning een voorstel te doen.
Orig. t'r. gedagteekend uit Valenciennes en gel Leopolde Guillaume, Verreyken, in Doleantién en orders, deel VIII, blad 209.
1652, 17 Augustus. De landvoogd geeft eene instructie aan den kanselier Jacob Stalins om in de vergade-
— 311 —
ring der staten van het Overkwartier dd. 31 Augustus e. k. namens den koning eene bede van 400000 en eene buitengewone subsidie van 200000 gulden aan te vragen. De kanselier zal den staten voor oogen stellen dal de landvoogd , verlangende aan deze landen door eenen zekeren vrede de rust terug te geven, zoo vroeg mogelijk den veldtogt heeft geopend, niet alleen om daardoor de kwade voornemens van den vijand te verijdelen, maar om eenige plaatsen , die hij nog in deze landen bezit, te hernemen; dat hij daarna het beleg geslagen heeft voor Grevelingen, welke belangrijke plaats zoo als zij weten binnen korten tijd met Gods hulp veroverd werd; dat het zijn voornemen was om dezen voorspoed te vervolgen en andere plaatsen te veroveren, maar dat de door zijn leger uitgestane ver-moeijenissen hem genoodzaakt hebben eenigen tijd te rusten; dat echter niets zijne plannen meer kan bevorderen, gedurende de oneenigheden, die thans in Frankrijk heerschen, en die hij ook op verlangen der verdrukte prinsen door het zenden van krijgslieden bevorderd heeft, dan eene groote som gelds, waaruit de buitengewone kosten kunnen bestreden worden, die het noodzakelijke gevolg van zijne ondernemingen zijn.
Geautli. afschrift, fr. get. J Stnlins, in Doleantiën en orders, deel VIII, blad 213.
1652, 4 September. Op het verzoekschrift van Jonker Isaak van Leeuwen om als riddermatig persoon tot de vergaderingen der staten van het Overkwartier toegelaten te worden, verleenen de staten die toelating, nadat van Leeuwen zijne kwartieren, door twee adellijke personen opgezworen, zal hebben overgelegd.
Besluit in kwartiersrecessen, deel X, bladz. 175.
— 312 —
1652, 6 September. Op het verzoekschrift van Hendrik Schenk van Nydeggen, kommandeur te Gruitrode, tot toelating als riddermatig persoon, geven de staten daartoe hunne inwilliging; daar echter vader, zoon en drie gebroeders te gelijk aan de ridderschap deelnemen, hetgeen strijdig is met de andere colleges, zoo wordt beslist dat zij in 't voteren sullen hebben alleen drije stemmen, dessen sij hun onderlinge sullen moegen vergelijcken.
„ Besluit in kwartiersrecessen , deel X , bladz 177 v0, zie ook aldaar bladz. 224 v0.
1652, 6 September. Op het verzoekschrift van Adolf van Ertsbach te Langendonk om als riddermatig persoon erkend en tot de, vergaderingen der staten toegelaten te worden besluiten de staten dat hij vooreerst zijne opgezworene kwartieren moet overleggen en tevens door eene wettige verklaring moet doen blijken dat zijn broeder het huis Langendonk aan hem heeft overgedragen.
Besluit in kwartiersrecessen, deel X. bladz. 177 vquot;.
1652, 6 September. De staten van het Overkwartieiv beraadslaagd hebbende over het verzoek tot inwilliging eener bede van 100000 gulden en van eene subsidie van 200000 gulden, beklagen zich bij den landvoogd over eenen zoo bovenmatigen eisch; nooit, zelfs niet in de tijden toen het kwartier niet belast was met het verstrekken van placquillios en fourages, waaraan het zoo aan Sijne Mau als aan auxiliaire volckeren meer nis acht mael honderd duysent guldens ge fur uier t heeft, is een zoo groote eisch gedaan geworden. De staten kunnen die sommen niet toestaan, wa.it als zij dit deden zou het toch blijken dat het volstrekt onmogelijk was die te kunnen bekomen; zij willen echter niet afwijken van hunnen gewonen ijver en genegenheid voor den koning en
— 313 —
zijne landvoogden en geven derhalve hunne toestemming tot eene bede van 60000 gulden; wat betreft de subsidie, hebben de landvoogden beloofd het vroeger boven de beden en subsidiën aan placquillios en foura-ges betaalde bedrag op de volgende beden en subsidiën te zullen korten, weshalve de staten over die zaak afgevaardigden naar Brussel zullen zenden.
Besluit in kwartiersrecessen deel X bladz. 180; afschrift aldaar bladz. 181 v0.
1652, 2 October. Het hof van Gelder, overwegende dat niettegenstaande zijn herhaald schrijven aan de drosten , ambtmannen , enz. van het kwartier tot het doen ophouden der strooptogten gepleegd door personen voorgevende te zijn in den dienst van de croone van Franckrijck, deze strooperijen hoe langer hoe erger worden; het hof geeft thans aan die drosten , enz. te kennen dat het aan een ieder zal vrijstaan alle die (jeene die sich vuytyeven van te sijn in den fransen dienst, ende op dijen naem d'ondersaeten van sijne Ma1 ende die passanten molesteren met vangen, spannen ende rooven, te vervolgen ende aen te tasten; hij die van sulck volck oft geselschap sail kunnen leveren levendich oft doodt, zal voor ieder hoofd 23 pattacons bekomen.
Aan het hoofd van dit stuk staat: Dit is geconci-pieert maer niet gepubliceert.
Afschrift, in Doleantiën en orders , deel VIII , blad 227.
16o2, 14 October. Koning Filips IV benoemt, na het overlijden van den heer de Ribaucourt, den prins graal van Isengien tot stadhouder generaal van het vorstendom Gelder en graafschap Zutlen.
Afschrift, in kwarliersrecessen deel X bladz. 182 v.
21
— 314 —
1652, 15 Octobei'. De landvoogd berigt den kanselier Jacob Stalins de ontvangst van zijn schrijven dd. II Oct., waarin te kennen gegeven wordt dat de staten van het Overkwartier zich aangaande de kosten der chumbre my partie naar de overige provinciën willen regelen, maar dat zij in betrekking lot de bede en subsidie hunne afgevaardigden naar Brussel zullen zenden ten einde den landvoogd eerst te verzoeken het kwartier in den aanstaanden winter van inlegering te verschoonen; daar dit verzoek niets met de bede en subsidie gemeen heeft gelast de landvoogd op nieuw den kanselier om het voorstel ingevolge zijne instructie in eene vergadering der staten te herhalen en hun te verzoeken onmiddelijk gevolg daaraan te geven, aangezien de nood zulks vordert; tevens belooft hij zoo spoedig mogelijk het kwartier van de buitengewone inlegeringen te zullen ontheffen.
Geauth afschrift, fr. get. J. Stalins, in Doleantiën en orders, deel VIII, blad 229, 231.
1652, 20 November. Filips Balthasar de Gent, prins en graaf van Isengien , legt als stadhouder generaal van 'het vorstendom Gelder en graafschap Zutfen den gewonen eed in handen der staten van het Overkwartier af.
Afschrift in kwartiersrecessen, deel X bladz. 18b v0.
1652, 21 November. De landvoogd berigt aan den kanselier Jacob Stalins uit zijn schrijven van 14 dezer te hebben vernomen dal de staten van het Overkwartiei slechts eene bede van 60000 gulden inwilligden en aangaande de subsidie geantwoord hebben dat hun beloofd werd hel in vorige jaren aan placquillios en fourages betaalde bedrag op de in te willigen subidie te mogen korten en zij derhalve eenen slaat ter goedkeu-
— 315 —
ring aan het bureau van financiën hebben ingezonden, die nog niet vast gesteld is geworden. De landvoogd verlangt dat de staten de gevraagde subsidie in haar geheel toestemmen; aangaande het te veel betaalde kunnen zij zich (ot die van financiën wenden ten einde restitutie te bekomen; de nood vordert thans dat men eenen spoedigen en buitengewonen onderstand bekome opdat het voornaamste doel des konings, namelijk het sluiten van eenen eervollen vrede, moge bereikt worden; de kanselier zal derhalve op nieuw zich in de vergadering der staten begeven en hun daarmede bekend maken.
Geauth afschrift, fr. get. J. Stalins, in Doleantiën en orders, deel VIII, blad 233, 235.
1652, 28 November. De landvoogd berigt aan de staten van het Overkwartier dat hij aan den stadhouder prins graaf d'lsengien den last opgedragen heeft in hunne eerstkomende vergadering namens den koning een voorstel te doen.
Orig. fr. gedagt. uil Brussel en get. Leojmlde Guil-laume, Verreyken, in Doleantiën en orders, deel VIII, blad. 237, met een afschrift van de opdragt aan den stadhouder, aldaar blad. 239.
1652, 28 November. De landvoogd geeft eene instructie aan den stadhouder, waarbij hem last gegeven wordt in de eerstvolgende vergadering der staten van het Overkwartier een bedrag van 60000 gulden aan te vragen ; hij zal daartoe den staten in herinnering brengen de groote kosten door den koning tot dusverre aangewend om zich tegen de vijanden, die het land hebben overvallen, te verdedigen ; voorts hun te kennen geven dat om het welslagen van het vredestraktaat, onlangs tus-schen den koning en de staten der Vereenigde Pro-
— 316 —
vinciën tot stand gekomen , te verzekeren Z M. door een afzonderlijk traktaat zich heeft verbonden eenige genoegdoening aan den prins en de prinses van Oranje te verschaffen; dat deze onder andere landgoederen dat van Zevenbergen verlangd hebben, toebehoorende aan den hertog van Aerschot; dat dit landgoed ten gevolge eener overeenkomst met den hei tog is afge staan geworden , namelijk op voorwaarde dat hij de steden, landen en heerlijkheden Hal, Braine, Bandour, Naste en anderen zou krijgen ; dat thans de hertog van Aerschot tot groot nadeel des konings deze landen verkoopen wil, zooals hij zegt, om zijne schulden at te lossen ; dat om dezen verkoop te voorkomen de staten van het Overkwartier noodzakelijk een bedrag van 60000 gulden moeten inwilligen èn tot voldoening van den prins van Oranje , èn tot verheffing van het landgoed Zevenbergen, waartoe de koning zich verpligt heeft.
Geauth. afschrift, fr. get. J. Stalins, in Doleantièn en orders, deef VIII, blad 241.
1652, December. Vrouwe Lucia van Vlodrop, erf-voogdes van Roermond, rigt een schrijven aan het hof van' Gelder, waarin zij te kennen geeft dat zij haar huis op den hoek der hegstraat tegen over het Munster kerkhof op 12 October 11. voor de som van 2250 rijksdaalders aan Z. M. rekenkamer verkocht heeft; dat dit bedrag binnen zes weken moest gekweten worden, waarvoor de raden en rekenmeesters Charles van der Meeren en Frederik Beijens zich borg gesteld hebben; aangezien thans onder allerlei voorwendselen tot dusverre de betaling niet plaats heeft gehad neemt zij hai e toevlugt tot het hof om voldoening te erlangen.
Ten gevolge van dit schrijven worden de beide genoemde rekenmeesters bij een schrijven van 17
— 317 —
December 1652 gedagvaard om ten hove te verschijnen.
Afsclir. en orig. get. N. Maen, in Doleantiën en orders, deel IX, blad 19 en 20.
1652, 4 December. Het hof van Gelder uitspraak doende in een geschil tusschen den magistraat van Roermond en de staten van het Overkwartier bepaalt dat de onkosten veroorzaakt door het logement en het servies van den stadhouder voortaan uit de generale middelen van het kwartier moeten bestreden worden, terwijl ook de stad Roermond voor de door haar sedert 17 April 1651 daaraan verschotene gelden moet worden schadeloos gesteld.
Geauth. afschrift, get. A. Polhui, in omslag 25 N0 3.
1652, 10 December. De stadhouder prins graaf d'Isen-gien berigt aan de staten van het Overkwartier dat hij in hunne eerstkomende vergadering niet aanwezig zijn kan , weshalve hij den van den landvoogd bekomen last aan den kanselier heeft overgedragen ; hij neemt deze gelegenheid waar om de staten met zijne goede bedoelingen jegens het kwartier bekend te maken zoo als hij die bij gelegenheid ook door daden zal bewijzen, hij denkt voor het oogenblik den staten meer van dienst te kunnen zijn te Brussel dan te Roermond ; mogten zij dus iets aan den koning hebben voor te dragen, dan zal hij, na eene instructie dienaangaande te hebben bekomen, met ijver de belangen van het kwartier waarnemen.
Orig. fr. gedagt. uit Roermond en get. Ie prince eomte d'Isengien, in Doleantiën en orders, deel VIII, blad 243.
1652, 12 December. De landvoogd schrijft aan de staten van het Overkwartier dat zij weten hoeveel de
— 318 —
koninklijke legers sedert het begin van dezen veldlogt verrigt en uitgestaan hebben, en hoezeer het voor den dienst des konings noodig is dat die legers bij het betrekken hunner garnizoenen goed verzorgd worden ; hij geeft derhalve bevel aan de staten zorg te dragen dat die troepen bij hunne aankomst in het kwartier met placquillios voor eene maand voorzien worden en dat men tevens de fourages voor de ka-valerie gereed houde, ten einde alle zwarigheden te voorkomen, die uit de niet tijdige levering daarvan zouden voortspruiten,
Orig. fr. gedagt. uit Brussel en get. Leopolde Guillaume, Verreyken, in Doleantiën en orders, deel VIII, blad 247.
-1652, 19 December. De staten van het Overkwar-tier , gelet hebbende op de aanvraag van eene bede van 100000 gulden en van eene subsidie van 200000 gulden door den kanselier in de vergadering van den 3dequot; September 11. gedaan en in die van den 16,kquot; December herhaald, en voor dit mael teruggestellende alle alsulcke notoire ende lantcundige swaericheden, arrnoet ende verderf!' van het kwartier ende alleen reflexie nemende, omme vnyten noodt van den franschen oorlog li ten langen lesten eenmaal tot den gewenschten vrede te geraken, geven hunne toestemming tot eene bede van 60000 en tot eene subsidie van 100000 gulden; deze toestemming is geschied onder voorwaarde dat deze sommen uitsluitend gebezigd zullen worden tot betaling der placquillios, fourages en andere lasten van doortogten en inkwartieringen.
Afschrift, in kwartiersrecessen, deel X, blad 202.
1652, 19 December. Op het verzoekschrift van Fre-derik Arnold vrijheer te Schaasberg om als ridder-
— 319 —
matig persoon op de vergaderingen der staten van het Overkwartier te worden beschreven geven de staten daartoe hunne toestemming, mits hij zijne kwartieren, door twee adellijke personen opgezworen, zal overleggen.
Besluit in kwartiersrecessen, deel X, blad 203.
1652, 19 December. De stalen van het Overkwartier, in deliberatie genomen hebbende het voorstel van den kanselier van 16 December 11., strekkende tot het inwilligen eener som van 60000 gulden in groulere entle meerdere sommen bij tractaet van peys aen den prince van Orange belooft, bevinden het kwartier thans zoodanig in schulden gedompeld dat, wanneer zij dit bedrag vuyt goeden yver ende affectie consenteerden ende beloonden, sij gelyckenwell deselve tot geene effectieve be-taelinge sonde konnen brengen. De staten verzoeken derhalve de landvoogden hunnen ijver en genegenheid voor de daet te prefereren ende hun van de bijlaege deser 60000 guldens ontschuldich te houden.
Afschrift in kwartiersrecessen, deel X blad 203 vquot;.
1652, 20 December. De staten van het Overkwartier, antwoordende op het schrijven van den stadhouder dd. 10 December 11., brengen hem dank voor den ijver en de genegenheid , die hij voor het kwartier aan den dag legt; zij verzoeken hem tevens te Brussel al zijnen invloed te doen gelden om te verkrijgen dat het arme land in betrekking tot de winterkwartieren matig en in evenredigheid met zijne krachten worde behandeld.
Minute, fr. in Doleantiën en orders, deel VIII, blad 244.
1653, 14 Januarij. De landvoogd geeft akte van aanneming van eene bede van 60000 gulden en van
— 320 —
eene subsidie van 100000 gulden, beiden door de staten van het Overkwartier ingewilligd; hij verklaart tevens aan het bureau van finantiën bevel te zullen geven tol de likwidatie der rekeningen van de fourages en plac-quillios door de staten in de verledene jaren voorgeschoten.
Grig, gedagt. uit Brussel en get. Leopolde Guillaume, Verreyken, in Doleanlièn en orders, deel IX, blad 22.
4653, 23 Januarij. De stadhouder schrijft aan de staten dat hij zich thans te Ostende bevindt om naar Spanje te vertrekken; hij verzekert hun zijne goede genegenheid en zijnen wensch om het kwartier vermindering van lasten te bezorgen; en tevens berigt hij aan alle plaatselijke gouverneurs en kommandanten instructiën te hebben achtergelaten tot de behoorlijke ontvangst der garnizoenen, die den winter in het kwartier moeten doorbrengen, terwijl hij de verdeeling der soldaten in iedere plaats aan de staten overlaat.
Orig. gedagt. uit Ostende en get. Ysinyien, 'm Doleanlièn en orders, deel IX, blad 32.
1653 24 Maart. De landvoogd berigt aan de staten van het Overkwartier dat hij aan den kanselier Jacob Stalins den last gegeven heeft in hunne vergadering van 3 April aanstaande namens den koning een voorstel te doen.
Orig. fr. gedagt. uit Brussel en get. Leopolde Guillaume Verreyken, in Doleantiën en orders, deel IX, blad 54, met een afschrift van de lastgeving aan den kanselier, get. J. Stalins, aldaar blad 55.
1653, 24 Maart. De landvoogd geeft eene instructie aan den kanselier Jacob Stalins tot het aanvragen in de
— 321 —
vergadering der staten van het Overkwartier van 3 April e. k. van eene buitengewone subsidie van 100000 gulden. Hij zal daartoe den staten mededeelen hoe de oorlog tegen de vijanden des konings overal heeft moeten gevoerd worden en hoe de landvoogd noch zijn persoon noch zijn leven gespaard heeft om die vijanden te noodzaken den vrede aan te nemen, dien zij echter tot dusverre niet willen niettegenstaande de billijke voorwaarden hun aangeboden; dat men thans verneemt dat zij voor den aanstaanden veldtogt groote toebereidselen maken en volk werven om 's konings landen le overvallen, waartegen de landvoogd geen beter middel weet dan hetzelfde te doen, vroegtijdig den veldtogt te beginnen en hen te voorkomen, door in hun land te dringen, daarin plaatsen te veroveren en zoo doende de inkomsten der vijanden te veiminderen en die des konings te vermeerderen.
Geauth. afschrift, fr. get. ./. Slalins, in Üoleantiën en orders, deel IX, blad 56.
1653 , 25 Maart. De stadhouder meldt aan de staten van het Overkwartier zijne aankomst te Madrid, waar hij gekomen is om toegang tot den koning te krijgen; hij zal de terugreis in de maand Mei aanvaarden daar hij niets zoo zeer verlangt dan in zijn gouvernement terug te wezen om met de staten tot hun welzijn en het verminderen van lasten te arbeiden; zijne afwezigheid verdriet hem, maar hij kon in deze tijdsomstandigheden niet anders handelen ; zijn eenigc troost bestaat in de verzekering van den ijver waarmede de staten steeds voor het welzijn van het land werkzaam zijn.
Orig. fr. gedagt. uit Madrid, en get. le prince comte d'Isenghien, in Doleantiën en orders, deel IX, blad 60.
1(353, 2(3 Maart. De landvoogd beiigt aan den kanselier uit zijn schrijven vernomen te hebben dat de staten van het Üverkwartier van de vergadering van 3 April e. k. en van het voorstel daarin te doen verschoond wenschen te blijven. Hij antwoordt hierop dat dit voorstel gedaan wordt om het kwartier van de krijgslieden te ontlasten, die daarin hun winterkwartier houden; derhalve moet de kanselier nader bij de staten daarop aandringen en hun verzoeken ten spoedigste van hunnen ijver voor de zaak des konings een bewijs tegeven.
Geauth. afschrift, fr. get. J. Stalins, in Doleantiën en orders, deel IX, blad 62.
1653, 4 April. De staten van het Overkwartier geven hunne toestemming tot eene buitengewone subsidie van 100000 gulden, onder voorwaarde dat de landvoogden gevolg geven aan de belofte, die namens hen bij het voorstellen van deze buitengewone subsidie gedaan werd, namelijk om uit dit bedrag drie maanden placquillios te betalen aan het krijgsvolk, dat in het kwartier aanwezig is en dit daarna vuyt desen quartier le doen fueren naar de campaigne off elders ende alsdan het onbetaelt overschot t te hekeeren lot alsulcke oor log sn ecessi teiten, als deselve sullen bevinden tot dienste van sijne Ma1 te behooren.
Besluit in kwartiersrecessen, deel X, bladz. 213 v0.
1653, 4 April. Het hot van Gelder zendt aan de staten van het Overkwartier een ontwerp, waarbij voorgeschreven wordt dat alle ambten en officiën in het vorstendom in persoon bediend moeten worden door hen, waaraan zij zijn opgedragen en dat deze personen in de plaatsen van hun ambt moeten wonen. Het hof verzoekt het advies der staten op dit ontwerp.
Orig. get. N. Maen, met een afschrift van liet ontwerp in Doleantiën en orders, deel IX, blad 64 en 65.
1658, 6 April. De staten van hel Oveikwarliei , delibereerende over de aangevraagde buitengewone subsidie van ■! 00000 gulden , willen voor Gudt ende hare ma1 betuygt hebben hoe leet hun is dat sy niet en konnen continueren in alsukke alairiteyt ende promptitude als zij in vorige jaren door het inwilligen van beden en subsidiën hebben aan den dag gelegd. Thans is het kwartier zoodanig uitgeput en bezwaard dat het naauwelijks de renten der opgenomene kapitalen kan opbrengen, waardoor clan ook het crediet geheel is verloren gegaan ; de staten willen echter toonen dat hun ijver en genegenheid voor 's konings dienst grooter zijn dan hunne krachten en middelen, weshalve zij voor ditmaal twee maanden fourages en drie maanden placquillios voor de krijgslieden in het kwartier aanwezig willen opbrengen, mits die krijgslieden daarna, volgens belofte van den landvoogd, naar het veld gebragt of elders gelegd worden.
Afschrift in Doleanliën en orders, deel IX , blad 7Ü.
1653, 7 April. De staten van het Overkwartier geven eene instructie aan Arnold van Boeckholt, adellijken raad in het hof van Gelder, en aan Peter Romer, schepen van Venlo, ten einde zich naar Brussel te begeven en aldaar vermindering van lasten voor het kwartier te verwerven ; tevens wordt hun opgedragen de afschaffing der licenten te verzoeken, die reeds in andere kwartieren heeft plaats gehad ; mogt deze afschaffing niet geheel te verkrijgen zijn, dan moeten zij aandringen op die der licenten te land, die zoo weinig opbrengen dat zij niet toereikende zijn om daaruit de officieren te bezoldigen, die met de ontvangst daarvan belast zijn.
Orig. get. Goss. Dulcken, met liet opgeplakte zegel ad causas der stad Roermond, in Doteantiën en orders, deel IX, blad 68.
1653, 29 Julij. De landvoogd berigt aan de staten van het Overkwartier dat hij aan den kanselier Jacob Stalins den last heeft opgedragen om in hunne eerstvolgende vergadering namens den koning een voorstel te doen.
Orig. fr. gedagt. uit Brussel en get. Leopolde Guil-laume, Verveyken, niet een afschrift der lastgeving aan den kanselier, get J. Stalins, in Doleantién en orders, deel IX, blad 94 en 100.
1633 , 29 Julij. De landvoogd geeft eene instructie aan den kanselier tot het aanvragen in de eerstkomende vergadering der staten van het Overkwartier van eene buitengewone subsidie van 60000 gulden. Hij zal daartoe den staten het groote voordeel te kennen geven, gesproten uit den vrede met de staten der ' Vereenigde Provinciën , en welke groote sommen tot het verkrijgen daarvan aangewend zijn geworden in het belang van alle provinciën maar voornamelijk van het Overkwartier, dat het meest aan de aanvallen van den vijand was blootgesteld en derhalve ook de meeste verplichting heeft om in de lasten bij te dragen. Hij zal voorts den staten melden dat de koning door het zenden van vele millioenen, door het verpanden van het grootste deel zijner inkomsten en domeinen, door den afstand der stad en van het land van Turnhout en van het land van Montfort zoo ruimschoots heeft bijgedragen tot de verdediging van den godsdienst en het behoud der landen van herwaarts over als ook tot het bekomen van eenen duurzamen vrede met de Vereenigde Provinciën ; dat uit oorzaak van dezen vrede men genoodzaakt was aan den prins van Oranje het land en de heerlijkheid Zevenbergen, toebehoorende aan den hertog van Aerschot, over te dragen; dat op
— 325 —
dit landgoed zoo in kapitaal als interesten een bedrag van 120000 gulden gevestigd is ; dat de hertog van Aerschot om het algemeene welzijn te bevorderen Zevenbergen heeft afgestaan, maar dat de billijkheid eene schadeloosstelling voor dien afstand vordert, welke op 1200000 gulden bepaald is; dal dit bedrag nog niet is kunnen voldaan worden en den hertog van Aerschot vergund werd de inkomsten der steden en
c?
landen van Hal, Braine le Comte en anderen te genieten; dat deze reeds een gedeelte van die steden en landen heeft geveild maar geene koopers daarvoor heelt gekregen, terwijl die verkoop dan ook op dit oogenblik nadeelig kan genoemd worden ; dat het huis van Oranje reeds dringend verzocht tot nakoming der vredesvoorwaarden en men tot dusverre niets dan woorden en beloften heeft kunnen aanbieden. Daar deze zaak eene spoedige afdoening vordert zal de kanselier den stalen verzoeken buitengewone pogingen in het werk te stellen tot hel bijdragen dei-gevraagde som van 60000 gulden, die tol het vermelde doel en tot niets anders zal worden aangewend.
Geauth. afschrift, fr. get. J. Statins, in Doleantiën eu orders , deel IX, blad 05.
1653, 7 Augustus. De landvoogd meldt aan de stalen van het Overkwartier dat het tot behoud van deze landen noodzakelijk is de strijdkrachten te vermeerderen ten einde den vijand weerstand te kunnen bieden en hem le dwingen tot den vrede ; om daartoe le geraken heeft hij in overeenstemming met den liaad van State en van finanliën de stad en het district van Erkelens voor eene som van 66000 paltacons aan den graaf van Lodron verpand, voor welke som hem tegen 6quot;/0 eene jaarlijksche rente van 3960 patacons
— 326 —
zal moeten voldaan worden, die bij gebrek aan andere domaniale inkomsten uit de quota's van het Overkwartier moet betaald worden tot dat het kapitale bedrag kan worden teruggegeven.
Orig. Ir. gedagl. uit Brussel en gei. Leopolde Guillaume, Verreyken, met een afschrift der verpandingsakte, fr. en Spaansch, in Doleanliéa en orders, deel IX, blad 10^ en 104.
-1653, iO Augustus. Op hel verzoekschrift van Arnold Adriaan vrijheer van Hoensbroek om als riddermatig persoon tol de vergaderingen der stalen van het Overkwartier te worden toegelaten geven do stalen hunne toestemming.
Besluit in Kwartiersrecessen, deel X, bladz. 218, vergelijk aldaar bladz. 3^0 v0.
1653, 23 Augustus. Cl. Bereux , nieuw benoemd lid in den Raad van State, rigl een brie! van dankbetuiging aan de staten van het Overkwartier voor een , bij die gelegenheid, aan hem geschonken stuk Rijnschen wijn.
ürig. fr. gedagt. uit Brussel en get. Cl. Bereux , in Doleanliën en orders, deel IX, blad 174.
1653, 29 Augustus. De landvoogd berigt aan de staten van hel Overkwartier dat hij aan den stadhouder prins graal d'Isengien en aan den kanselier Jacob Slalins last gegeven heeft om namens den koning in de eerstkomende vergadering dier staten een voorstel te doen.
Orig. fr. gedagt. uit Kamerijk en get. Leopolde Guillaume, Verreyken, in Doleantiën en orders, deel IX, blad 116, met een afschrift der lastgeving, fr. get. B. Lanr-quaert, aldaar blad 118.
1653, 29 Augustus. De landvoogd geeft eene instructie aan den stadhouder en aan den kanselier tot het aanvragen in de eerstkomende vergadering dei-stalen van het Overkvvartier van eene bede van 100000 en van eene buitengewone subsidie van IüOOOO gulden ; zij zullen den staten zijnen dank betuigen voor den ijver, waarmede zij tot dusverre de beden en subsi-diën hebben ingewilligd, en hun zijn vertrouwen te kennen geven dat zij ook ditmaal , in navolging dei' andere provinciën het gevraagde bedrag zullen toestaan, opdat de oorlog tegen de Franschen voortgezet worde en met eenen roemrijken vrede eindige.
Geauth. afschr. fr. gel. B. Lancqmert, in Doleanlién en orders, deel IX, blad 120.
1653, 24 September. De staten van hel Overkwar-lier, in aanmerking nemende dat men den stadhouder jaarlijks eene vereering gedaan heeft , bedragende in 1646 2000 gulden, in 1647 3000, in 1648 4000, in 1649, 1650 en 1651 telkens 6000 gulden, bepalen thans dat men voortaan boven vuur en licht jaarlijks aan den stadhouder 6000 gulden vereeren zal, tevens aen hel familie 80 gulden , aan de secretarissen 32 pattacons en aan den trompetter 12 pattacons.
Besluit in kwartienrecessen, deel X, blad 234.
1653 , 24 September. De staten van het Overkwar-tier, overwegende dat de bediening van het drostambt van Montfort tegen het oud gebruik en 's lands privilegiën door de prinses van Oranje aan eenen vreemden, ongequalificeerden ende nyet geërfden persoon werd opgedragen, besluiten dit aan den stadhouder en aan 'l hof van Gelder kenbaar te maken ten einde daarin naar behooren worde voorzien.
Besluit in kwartiersrecessen, deel X, blad/.. '231 v0
— 328 —
1653, 27 Septembei'. De staten van het Overkwav-tier benoemen Arnold van Boeckholt, adellijken raad in het hof van Gelder, en Francois Pollardt, burgemeester en schepen van Roermond, ten einde zich naar Brussel te begeven om den landvoogd en zijnen voornaamsten ministers te verzoeken dat hel kwartier in den aanstaanden winter van inkwartiering bevrijd blijve en ordonnantie van betaling gegeven worde van de in vorige jaren aan fourages en placquillios boven de beden en subsidiën voorgeschotene sommen.
Orig. get. Goss. Dtilcken, met het opgeplakte zegel ad causas der stad Roermond, in Doleantiën en orders, deel IX, blad 122, 124.
1633, 6 November. De landvoogd geeft akte van aanneming van eene bede van 60000 en van eene buitengewone subsidie van 95000 gulden , beiden door de staten van het Overkwartier ingewilligd ; aangaande de verschotene placquillios en fourages verklaart hij aan het bureau van finantiën de magtiging te zullen verstrekken om alles af te doen.
Orig. gedagt. uit Douai en get. Leopolde Guillaume, Verreyken, in Doleantién en orders, deel IX blad 172.
1653, 6 December. De landvoogd zendt aan de staten van het Overkwartier een reglement, inhoudende wat aan de hoofd- en andere officieren alsmede aan de soldaten per maand moet uitbetaald worden , met bevel aan die krijgslieden om zich daarmede tevreden te stellen en geene andere eischen te doen.
Afschrift, fr. in Doleantiën en orders, deel X, blad I.
1654, 16 Januarij. De landvoogd berigt aan de staten van het Overkwartier dat hij aan den stadhouder den prins graaf d'Isengien en aan den kanselier
— 329 —
Jacob Stalins last gegeven heeft lol hel doen van een voorslel in de volgende vergadering.
Orig. Ir. gedagl. uit Brussel ca get. Leopolde Guillaume, Verreyken, met een afschrift der lastgeving, fr. gel. Goss. Dulcken, in Doleauliën en orders, deel IX, blad 175, 176.
1054, 16 Januarij. De landvoogd geeft eene in-slruclie aan den stadhouder en aan don kanselier om in de volgende vergadering der stalen van hel Over-kwarlier eene buitengewone subsidie van Ö0000 gulden aan le vragen ; zij zullen den stalen beriglen, hetgeen zij trouwens genoegzaam zullen weten, hoe de koning steeds de rust en de onthefting der lasten zijner onderdanen heeft verlangd en alle mogelijke pogingen heeft aangewend om hen van dezen bloedigen krijg te verlossen ; welke pogingen steeds door de hardnekkigheid der vijanden verijdeld werden, daar zij vermeenden dat de veiligheid van hunnen staal door hel voortduren van den oorlog bevestigd werd. Alhoewel de koning den vrede van den hemel afsmeekt vindt hij zich evenwel lol zijn leedwezen genoodzaakt den vijand door oorlog le dwingen den vrede le vragen , die door de geheele Christenheid zoo vurig gewenschl wordt. De staten zullen begrijpen dat om hiertoe te kunnen geraken groole geldsommen vereischt worden ; hij twijfelt derhalve niet of zij zuilen het gevraagde bedrag zonder dralen inwilligen.
Geauth. afschrift, fr. get. Goss. nuleken. in Doleanlièn en orders, deel IX, blad 178.
1654, Felruarij. De maarschalk van Gelder schrijlt aan den raad van financiën dat de bovenmatige lasten , die hel kwartier heefl moeten dragen en thans
22
— 330 —
nog draagt, door het overwinteren van drie regimenten infanterie en 35 kompagniëa paarden, buiten alle evenredigheid met de andere provinciën zijn ; de armoede door dezen overlast ontstaan is oorzaak dat de staten de gevraagde buitengewone subsidie van Ö0000 gulden ditmaal niet kunnen inwilligen daar zij zonder geld en zonder krediet zijn. Indien de koning echter het krijgsvolk zoude willen verwijderen en hel kwartier van alle andere lasten zoude willen verschoonen tot na het einde van den aanstaanden veldtogt, dan zouden de staten alles beproeven om een bedrag van 40000 gulden te verkrijgen en in Mei beschikbaar te stellen. Afschrift, fr. in Doleantiën en orders, deel IX, blad 188.
1654, 4 Februarij. De staten van het Overkwartier staan een bedrag van 4000 gulden toe tot reparatie van het huis van den stadhouder.
Besluit in kwartiersrecessen , deel XI, biadz. 4 vquot;.
1654, 24 Februarij. De staten van het Overkwartier overwegende dat der heer en gedeputeerden earner opten rnedthuys yaer ende tenemaell is vervallen ende alsoo reumaticque dat de charters en papieren van hel kwartier beginnen te verrotten, verleenen eeoe som van 100 rijksdaalders tot reparatie dezer kamer.
Besluit in kwartiersrecessen, deel XI, bladz. ()
1054, 17 Maart. De staten van het Overkwartier maken een akkooid met den maesschipper Melchior Manay tol de levering van 75 mudden kalk en 100000 leijen voor den bon we van thoff des hecren stadhouders. [Voor een mud kalk zal betaald worden fl en voor 1000 leijen /' 6,50.]
Grig. get. Ar. zu Bocholtz. F. Pollart, Melchior Manay, in Doleantiën en orders, deel IX, blad 205.
1654, 26 Maart. De gedeputeerden der staten van het Overkwartier geven eene verklaring af, waaruit blijkt dat de landrentmeester de door die staten ingewilligde subsidiën, vervallen den laatsten Maart 1652 en 1653, telkens van 100000 gulden, op de door de landschap in vroegere jaren voorgeschotene placquiilios en fourages heeft laten korten.
Minute, in Doleantién en orders, deel IX, blad 21',).
1654, 17 April. De staten van het Overkwartier rigten tot den landvoogd een schrijven , waarin geklaagd wordt dat een steeds aangroeijend getal biddende en andere kloosterorden zich in dit kwartier komen vestigen en nieuwe kloosters bouwen tot nroute verminderinghe van de huyseren in de steden voor tijden tot wacht, tochte, seruitien van soldaeten ende andere publicque ende borg er lick e lasten gebruyckt; hierdoor wordt ook groot nadeel veroorzaakt aan de van ouds bestaande kloosters, die niet genoeg meer tot hun eigen onderhoud kunnen ophalen, te meer daar in andere provinciën die uitbreiding gelijken tred houdt en de leden van die kloosters het bidden om aalmoezen tot in deze provincie uitstrekken; aangezien in deze oorlochs conjcincture ende gemeene ai-moet, ende verseindt-heyt van den landtschap al soo groot ende hooeh geloopen is verzoeken de staten den landvoogd maatregelen tegen die uitbreiding der kloosterorden en tegen het bidden om aalmoezen in dit kwartier door leden van vreemde kloosters te willen nemen.
Hierbij een verzoekschrift der biddende kloosterorden van Roermond waarin hetzelfde gevraagd wordt.
Afschriften in Doleanlien en orden, deel IX. blad 82(1 en 322. Vergel. kwartiersrecessen deel XI, blad?.. II.
— 332 —
1654, IT April. De staten van het Overkwartier besluiten aan hel bureau van fmantiën een verzoekschrift te rigten, ten einde de vergunning te bekomen om in het Vluynbosch in de voogdij van Gelder gelegen de benoodigde eikenboomen te kappen tol de restauratie van liet huis van den stadhouder.
Besluit in kwartiersrecessen, deel XI, bladz. li vu.
1654, 18 April. De gedeputeerden der staten van het Overkwartier eene klagte ontvangen hebbende van die van Erkeiens en Stralen over d'excessive desordres die de milicie in de voorss. steden sijn plegende besluiten daarvan aan den stadhouder kennis te geven en hem ie verzoeken daerinne te best ende spoedigste te versien.
Besluit in kwartiersrecessen, deel XI, liladz. 11 v0.
1654, 7 Mei. De landvoogd berigt aan den magistraat van Roermond dat hij van de staten van liet „ Overkwartier en van de biddende kloosterorden te Roermond verzoekschriften ontvangen heeft strekkende om de al te groote uitbreiding van die kloosterorden te keer te gaan; hij geeft bevel aan den magistraat niet te gedoogen dat zich nieuwe orders of nieuwe kloosterlingen te Roermond ot op eenige andere plaats binnen het Overkwartier vestigen en zoo dit in strijd met de plakkaten reeds geschied mogt zijn deze te doen vertrekken naar de plaats van waar zij gekomen zijn ; de magistraat moet ook zorg dragen dat geene vreemde kloosterlingen in het kwartier om aalmoezen komen bidden en mogt hij eenige moeijelijkheid in de uitvoering dezer bevelen ondervinden, zoo zal hij den landvoogd onmiddellijk daarvan kennis geven.
Geauth. afschrift, get. Gons. Didrken, in Dnleantiën en orders, deel fX, blad 321.
16o4, 12 Mei. De staten van liet Overkwartier rig-ten een verzoekschrift tot den landvoogd strekkende om bij de bovenmatige belasting van het arme Overkwartier ontslagen te worden van de betaling der placquillios en fburages aan de kavalerie over den tijd, waarin die niet in het kwartier aanwezig was , of ten minste de verklaring te geven dat die kavalerie zich met twee maanden placquillios moet tevreden stellen; meer kan de provincie niet opbrengen ; er blijft niets meer over dan het bloed der onderdanen, dat zij van goeden harte voor den koning en den landvoogd willen geven.
Orig. fr.[in Doleantién en orders, deel IX, blad 254 en 280.
1654, 13 Mei. De landvoogd zendt het volgende edict aan de staten van het Overkwartier. Het hoofddoel des konings met de gevangenneming van hertog Karei van Lotharingen was om het huis van Lotharingen van eenen geheelen en onvermijdelijken ondergang te redden ; na het vonnis, waardoor hem de vrijheid ontnomen werd, is het beheer zijner goederen aan eene kommissie, bestaande uit twee bewindvoerders en een ontvanger generaal opgedragen geworden, die zich tol dusverre ijverig en in het belang van het Lotharingsche huis van haar taak gekweten heeft ; daar echter thans de hertog Nicolaas Frans van Lotharingen , de naaste erfgenaam van hertog Karei, is aangekomen en het nooit het voornemen zijner majesteit geweest is om zich de goederen van dat huis toe te eigenen of voordeel daaruit te trekken, werd de vermelde commissie ontbonden en hel beheer aan genoemden hertog Nicolaas Frans overgedragen , zoodat alle handelingen door deze in zake verrigt wettig en van kracht zijn zullen.
Gedrukt exempl. fr. in Doleantiè'n en orders, deel IX, blad 249. Zie over de gevangenneming van den hertog van LotharingenWagenaer, Vaderl.historie, deelXII, bladz. 379.
— 334 —
1Go4, 18 Mei. Üe landvoogd antwoordt op hel schrijven der staten van het Overkwartier dd. 12 Mei 11. dal zij zich naar zijn vroeger bevel aangaande hel leveren der placquillios en fourages, ook aan de kavalerie tijdens hare afwezigheid uil hel kwartier te verstrekken , te gedragen hebben.
Orig. fr. gedagt. uit Brussel en get. Leopolde Guillaume, Vemyken, in Doleantiën en orders, deel IX, blad 256.
1634, 23 Mei. De landvoogd schrijfl aan de staten van het Overkwartier dat de lijd tot het beginnen van den veldtogt reeds ver gevorderd is , zoodal de troepen die in het kwartier den winter doorbragten binnen korten tijd zullen oprukken ; hij meldt dit om aan die troepen bij hun vertrek eene maand placquillios en fourages te geven, waardoor de staten een grooten dienst aan den koning zullen bewijzen.
Orig. fr. gedagt. uit Brussel en get. Leopolde Guillaume, Verreyken , in Doleantiën en orders , deel IX , blad 258.
1654, 25 Mei. De landvoogd berigt aan den stadhouder dat de markies van Gastel Rodrigo in Duitsehland namens den koning en voor zijnen dienst 2000 duit-schers heeft aangeworven ; dat deze soldaten in zijn gouvernement moeten ontvangen en op de gewone wijze onderhouden worden totdat zij opgevorderd zullen worden.
Orig. fr. gedagt. uit Brussel en get. Leopolde Guillaume, Verreyken, in Doleantiën en orders , deel IX , blad 239.
-1654, 1 Junij. De gedeputeerden der stalen van het Overkwartier zenden een verzoekschrift aan den landvoogd, strekkende om lot de thans opengevallen betrekking van kanselier een inlander te willen aanstellen ; zij geven daarbij te kennen dat reeds drie uitlanders met dit ambt bekleed zijn geworden , niettegenstaande er
— ó'óo —
in het kwartier personen waren , die de geschiktheid daartoe bezaten en beter dan die vreemden met de wetten des lands en de gewoonten der ingezetenen bekend waren.
(Jeautli. afschrift, lalijn, in Doleanlién eii orders, deel IX, Mad 273.
1654, 8 Junij. Ue stadliouder schrijft aan de staten van het Overkwartier dat de markies van Gastel Rodrigo, 's konings ambassadeur in Duitschland, eenige infanterie aangeworven heeft , die binnen eenige dagen in het Overkwartier zal aankomen ; bij zijne afwezigheid geiast hij den staten om met den gouverneur Francois Bitot voor deze doortrekkende infanterie te zorgen en stelt hun voor om de soldaten van den prins van Condé, die weldra in het kwartier zullen aankomen, in het land van Kriekenbeek , en de gemelde infanterie in het land van Kessel te leggen.
Orig. fr. gedagt. uil Brussel en get. Y'singien, in Do-I eau tien en orders, deel IX , blad 278.
1654, 15 Junij. De stadhouder rigt een schrijven tot de staten van het Overkwartier, waarin hij meldt onderrigt te zijn van den treurigen staat, waarin het kwartier zich bevindt ; hij heeft dit aan den landvoogd kenbaar gemaakt, die met zijne gewone goedheid zijne deelneming in zoovele ellende betuigde maar geen middel wist om haar te doen eindigen, daar het in deze tijdsomstandigheden aan alles ontbreekt om zelfs de belangrijkste plannen ten uitvoer te brengen. Hij vermaant de staten lol geduld, daar alle andere provinciën evenzeer belast zijn en even groote offers moeten brengen.
Orig. fr. gedagt uit Brussel en get Vsingien, in üo-leantiën en orders, deel IX, blad 270.
— 336 -
1654, 17 Junij. De staten van het Üverkwartier schrijven aan den stadhouder zijdelings vernomen te hebben dat men het voornemen heeft andermaal een vreemdeling tot kanselier van het kwartier te benoemen ; zij verzoeken hem , zoo bij den landvoogd als bij de ministers en staatsraden, ijverige pogingen aan te wenden dat aan dit voornemen , tot groot nadeel van het souvereine hof van dit hertogdom , geen gevolg gegeven worde.
Minute, fr. get. Goss. Dulcken, in Doleantién en orders, deel IX, blad 272.
1654, 1 Julij. Voorwaarden, waarop den heere yuu-verneur Francois Bitot van de staten van het Overkwar-tier heeft aengenomen te volfueren den bouwe van deses landts huys, welck sijne excellentie mijnheere den prince (Isengien) bewoont.
Minute, in Doleantièn en orders, deel IX, blad 287. Vergelijk de kivartiersrer.esseii, deel XI, bladz. 19v0,
1654, 7 Julij. De landvoogd berigt aan de stalen van het Overkwartier dat hij met 's konings leger het beleg voor Arras geslagen heeft ; maar de omtrek dezer stad is zoo uitgebreid dat zijne infanterie niet toereikend is om alle posten te bezetten ; hij is daarom genoodzaakt aan alle provinciën ondersteuning van soldaten te verzoeken en volgens zijne verdeeling is hel Overkwartier daarbij voor 500 manschappen aangeslagen ; hij gelast den staten namens den koning dit getal zoo spoedig mogelijk te ligten en in kompagniën van 100 man aan hem op te zenden ; hij vertrouwt dat de staten hiertegen geene zwarigheden zullen opwerpen en daarin ook geene vertraging zullen brengen, aangezien dit eene
— 337 —
zaak van het hoogste belang voor liet welslagen der onderneming is.
Orig. tr. gedagt. vóór Arras en get. Leopolde Guilluume, Verreyken , in Doleanlicn en orders, deel IX, blad 280.
1654, lö Julij. De gedeputeerden der staten van het üverkvvartier delibereerende over de aanvraag van den landvoogd tot het zenden van 500 soldaten uit het kwartier naar Arras, besluiten om, in desen teyenwoerdigen fijt van den oost , generale ende particuliere verderuinge ende kenhaer iantsarmoet den stadhouder te verzoeken de onmogelijkheid tot het doen dier ligting aan den landvoogd kenbaar te maken. De stadhouder denzelt'den namiddag in de vergadering aanwezig verlangde dat de gedeputeerden het getal soldaten zouden bepalen , door ieder ambt van het kwartier te leveren, en vervolgens den drosten zouden aanschrijven om met hun contingent op den 21slcquot; Julij te Roermond te verschijnen ; daartoe werd besloten. Toen echter den 2lslequot; niemand verscheen en de drosten van Kessel , Gelder en Kriekenbeek den volgenden dag in de vergadering te kennen gaven al het mogelijke te hebben aangewend om hun contingent te kunnen werven maar daarin niet geslaagd waren bleven de gedeputeerden bij het eerste besluit volharden.
Kwartiersrecessen , deel XI, blad/.. 24.
I6Ö4, 16 Augustus. De Raad van State schrijft aan de staten van het Overkwartier dat het in de tegenwoordige tijdsomstandigheden meer dan ooit noodig is goede soldaten te bezitten om de groote plannen van den landvoogd te doen gelukken ; daarom wordt den staten verzocht eene dagelijksche bijdrage te leveren tot het onderhond der twee kompagniën van den kolonel de Herissem, die onlangs in het kwartier aan-
kwamen , ten einde daardoor te voorkomen dal deze soldaten verloopen tot groote ondienst van Z. M. en van den landvoogd.
De Raad van State rigt aan den stadhouder een schrijven vervat in denzelfden zin.
Orig. Cr. gedagt. uit Brussel en get. Finia, niet een afschrift van den brief aan den stadhouder, fr. in Dole-anliën en orders, deel IX, blad 292, 296.
1654, 26 Augustus. De staten van het Overkwartier antwoorden op het schrijven van den Raad van State dd. 16 dezer dat zij reeds drie kompagniën van het regiment van den kolonel de Herissem in het kwartier gelogeerd en daaraan onderstand gegeven hebben en dat deze daarop naar het leger vertrokken zijn; dat thans nog vier kompagniën van hetzelfde regiment aanwezig zijn , die insgelijks behoorlijken onderstand genieten, niettegenstaande hel land door de winterkvvar-tiering van 's konings krijgsvolk en door liet logeeren der troepen van den prins van Condé onder het bevel van den kolonel Marcousse , geheel uitgemergeld is ; de staten begrijpen echter dat het in deze tijdsomstandigheden noodzakelijk is de soldaten goed te verzorgen, opdat zij niet verloopen , weshalve zij aan hel verlangen in bovengemelden brief uitgedrukt zullen voldoen, echter met bijvoeging van het uitdrukkelijk verzoek om deze soldaten spoedig naar het leger te doen vertrekken.
Minute, fr. in Doleantién en orders, deel IX, blad 293, 294.
1054, 26 Augustus. De Raad van Slate schrijft aan de staten van het Overkwartier dat het Code behaagd heeft een gunstigen uitslag aan de wapenen der vijanden te verleenen, zoodal het konings leger op den
— 839 —
voorgaanden dag genoodzaakt werd het beleg voor Arras op te breken; de verwarring was , zoo als altijd liij dergelijke aangelegenheden het geval is, zeer groot, maar de Raad troost zich met het groote verlies dat de vijand leed ; de landvoogd is in goede gezondheid binnen Douai teruggetrokken , alwaar de graal' de Fuensaldana zich met drie duizend voetknechten en vele ruiters met hem vereenigd heeft en alwaar zij te zamen werken om dit ongeval te herstellen. De Raad van State verzoekt den staten door alle mogelijke middelen mede te werken om het leger op nieuw zamen te stellen.
ürig. gedagl. uit Brussel en gel. H. v. Croonendael. iu Doleantién en orders, deel IX, blad 304.
1654, 1 September. De landvoogd berigt aan de staten van het Overkwartier dat hij aan den stadhouder prins graal d'lsingien en aan den eersten raad van Kerckhove last gegeven heell om in hunne eerstvolgende vergadering namens den koning een voorstel te doen. Orig. fr. gedagl. uit Condé en get. Leopolde Guillaume, Verreyken, in Doleantiën en orders, deel IX, blad 306.
1654, 1 September. De landvoogd geeft last aan den stadhouder om de stalen- van het Overkwartier op 15 September te doen vergaderen ten einde den volgenden dag het voorstel aan te hooren, dal hun namens den koning zal gedaan worden.
Orig. fr. gedagl. uil Condé en gel. Leopolde Guillaume. Verreyken, in Doleantiën en orders, deel IX, blad 308.
1654, l September. De landvoogd geelt eene instructie aan den stadhouder en aan den eersten raad van het hof van Gelder strekkende tot het aanvragen
— 340 —
in de eerste vergadering der stalen van hel Over-kwartier van een bedrag van 200000 gulden, de helft vooruit en de andere held op eenen korten vervaldag te voldoen. Zij zullen daartoe den stalen onder het oog brengen dat aangezien het Gode alleen toekomt over hel geluk der legers te beschikken het onregl-vaardig zijn zoude andere oorzaken op te sporen van de nederlaag bij Arras ; dat de landvoogd alles gedaan hebbende wat de raenschelijke voorzichtigheid voorschrijft het aan de Voorzienigheid moest overlaten wie de overwinning zou behalen ; dat hij echter redenen heeft om te hopen dat, aangezien de vijanden deze overwinning duur gekocht hebben en het beste gedeelte van 's konings leger gespaard bleef, dit ongeluk geene andere gevolgen zal hebben ; dat hij na des hemels hulp te hebben afgesmeekt reeds van zijnen kant de hand op nieuw aan het werk geslagen heeft en thans de medewerking der staten verzoekt; hij vertrouwt dat zij uit hoofde van den dringenden nood en van den spoed, die deze zaak vordert, een gunstig antwoord op het voorstel zullen geven en het gevraagde bedrag toestaan.
Geauth. afschrift, fr. get. Goss. Dulcken, in Doleanlién en orders, deel IX, blad 344.
1654, 7 September. De stadhouder schrijft aan Pollart, burgemeester van Roermond, dat hij den last ontving om de stalen van hel Overkwartier op lo September te doen vergaderen ; daar echter door het hof van Gelder aan die van den raedt van Brabandt in den Haeghe dag bepaald werd op den I3',equot; dezer lot het houden eener conferentie met commissarissen van beide zijden over een verschil in betrekking tot den Peel, tusschen die van Venraai cum suis ter eenre en
— 341 —
die van Helmond , Rixtel en B/akel ter andere zijde, zoo moeten van deze zijde de eerste raad van Kerckhove en Arnold van Boeckholt, als commissarissen, en de heer van Arcen , als drost van het land van Kessel , benevens den momboir met den Syndicus Petrus Bossman daarbij tegenwoordig zijn; de stadhouder heeft derhalve die vergadering verdaagd tot den 24squot;!quot; dezer en verzoekt den burgemeester de staten op dien dag te beschrijven.
Urig. gedagt. uit Venlo ea gel. Ywifiien, in Doleaniiett en orders, deel IX, blad 312, 314.
1654 , 19 September. Het hof van Gelder doet uitspraak in een geschil tusschen Hendrik Dilsen, kanonik der kathedrale kerk van Roermond , Jan van Vucht en Geurt Quyten, handelende in naam der geërfden van het kerspel Swalmen en Asselt ter eenre, en de schepenen , yeswoorens encle regeerders van dat kerspel ter andere zijde aangaande den omslag en verdeeling der schattingen , die door de stalen van het Overkwartier over dit kerspel werden uitgeschreven.
Afschrift, in Doleantiën en orders, deel IX, blad 330.
1654, 30 September. De staten van het Overkwartier benoemen Adriaan van en tot Hoensbroek, erfmaarschalk, Arnold van Boecholt , adellijken raad in het hof van Gelder, Frans Pollart, burgemeester van Roermond en Peter Romer, burgemeester van Venlo tot hunne afgevaardigden naar Brussel ten einde den landvoogd te verzoeken om gedurende den aanstaanden winter van buitengewone winterkwartieren en van de levering van placqnil-- Hos en fourages vrij te wezen en tevens om aan te dringen op eene regeling en uitbetaling der voorschotten , die in vorige tijden door het kwartier gedaan werden.
Minute , get. Goss. Dulcken , in Ddleanliën en orders, ileel IX, blad 334—340.
— 342
1654 , 6 October. De prins van Condé verzoekt den stadhouder, aangezien hij op zijne kosten hel regiment van den kolonel Marcousse heeft geligt hein eene vergaderplaats in het Overkwartier voor die soldaten aan te wijzen voor den tijd van 8 dagen , waarna zij naar hel leger zullen vertrekken.
Afschrift, fr. in Doleanlién en orders, deel IX, blad 3iS.
1654, lo October. Gedeputeerden der staten van het Overkwartier van den stadhouder vernomen hebbende dat de Franschen eenen aanslag op de stad Gelder ondernemen willen, besluiten om de wachten, die zich uit de ambten Kessel, Gelder , Kriekenbeek en Stralen in die stad bevinden, te verdubbelen.
Besluit in kwarliersreeessen, deel XI, bladz. 33v0.
1634, 29 Octobei'. De staten van het Overkwartier schrijven aan den landvoogd dat door het overlijden van Arnold de Haen de betrekking van gewonen raad in het hof van Gelder is opengevallen ; dat de tegenwoordige momboir zoo als ook verschillende advokaten, in het kwartier geboren en daarin een aantal jaren bedieningen hebbende waargenomen naar deze betrekking dingen ; dat ingevolge de privilegiën voornamelijk van het traktaat van 1543 de inlanders tot de opengevallene betrekkingen de voorkeur boven vreemden moeten hebben ; de staten vertrouwen dus dat de landvoogd, tevens in aanmerking nemende dat de onderdanen van dit kwartier steeds tot dienst vim Z. M. het vuyterste bygesat hebben, tot de opengevallene betrekking een geschikt inlander zal benoemen.
Minute, in Doleanlién en orders, deel IX, blad 332.
1654 , 13 November. De landvoogd schrijtt aan de staten van het Overkwartier dat de troepen van den prins van Condé en van den hertog van Lotharingen in het kwartier overwinteren zullen tol een getal van drie regimenten infanterie en 40 kompagniën ruiterij ; van dit getal zullen door den prins van Condé 24 kompagniën ruiterij gezonden worden ; hij geeft bevel deze troepen van placquillios en fburages te voorzien , waarvan het bedrag op de beden en subsidiën zal gekort worden.
Urig. fr. gedagt. uit Brussel en get. Leopolde Guillaume, Verreyken, in Doleniiüèn en orders, deel IX, blad 354.
1054 , 13 November. De landvoogd schrijft aan de staten van het Overkwartier dat in het vredesverdrag tusschen Z. M. en de staten der Vereenigde Provinciën uitdrukkelijk, bepaald werd dal eene Chambre ini-partie zoude ingesteld worden, die van de verschillende geschilpunten uit dat traktaat ontstaande kennis zoude nemen en daarover beslissen. Daar deze kamer reeds langen tijd aan het werk is en groote sommen daaraan verschuldigd zijn, is de koning genoodzaakt geweest geld op interest te ligten, dat thans dient terug go-geven te worden ; dit kan echter zonder bijdrage der staten niet geschieden. De landvoogd heett derhalve eene kwijling van den ontvanger generaal aan de staten afgezonden, tot een bedrag van iOOO gulden, met verzoek de betaling daarvan onmiddellijk te doen plaats hebben, daar anders deze kamer, die zoo noodzakelijk is tot onderhoud van dat traktaat en lot de verdere nakoming daarvan, genoodzaakt zoude zijn uit elkander te gaan.
Orig. fr. gedagt. uit Brussel en get. Leopolde Guillaume.
- Verreyken, in Doleantiën en orders, deel IX, blad 35C.
— 344 —
1654, 20 November. De landvoogd geeft akte van aanneming eener bede van 60000 en van eene buitengewone subsidie van 90000 gulden en verklaart dat de bede zal strekken lol betaling van de gemeyne lasten gelyck het gedaen is hier vooren en de subsidie lot betaling der placquillios en tourages van hel krijgsvolk in het Overkwartier; hij belooft tevens dat men al liet mogelijke doen zal om den last. van hel kwartier te verminderen maar vreest dat dit jaer alle de provinciën seer belast sullen wesen.
Orlg. gedagt. uit Brussel en gei Leopolde Guillanme. Verreiken, in Dolcantièn en orders, deel IX, blad 358.
1654, 9 December. De landvoogd zendt aan de i stadhouder een reglement, waarnaar de officieren en krijgslieden in het Overkwartier aanwezig zullen betaald worden en geeft bevel om dit door het geheele kwartier te doen naleven.
Afschrift, fr. met een afschrift van het reglement fr. in Doleuntiën en orders, deel IX, blad 360, 3ü2.
1654 , 26 December. De burgers van Erkelens, ten getale van meer dan dertig te Roermond gekomen en in den voorzaal van het raadhuis verschenen, zijn voor die heeren gedeputeerden te voet gevallen , beclaegende hoe onlijdelick emle onchristelijck sij van de tegenwoordighe hunnen gar nisoen getradeert worden.
Nadat de gedeputeerden den stadhouder hiervan kennis gegeven hadden heeft deze onmiddellijk een trompetter gezonden met een schrijven gerigt tot den baron van Guldeleeuw, overste wachtmeester van het Nassauwsche regiment, om deze zaken te doen ophouden, daar hij anders genoodzaakt zal wezen den landvoogd daarvan te onderrigten.
Aanteekening in kwartiersrecessen, deel IX, bladz. 40.
— 348 —
1655, Januarij. De staten van het O verkwartier geven aan den landvoogd te kennen hoe ondragelijk de lasten zijn, waaronder het kwartier gebukt gaat door de winterkwartieren van zoo vele krijgslieden, die voor het grootste gedeelte uit vreemde troepen bestaande niet alleen niet gehoorzamen aan de bevelen hun van 's konings wege gegeven, maar ook allerlei baldadigheden plegen en thans verlangen het servies in geld te ontvangen, niettegenstaande zij dit in natura genieten. Daarom zijn uit Erkelens reeds meer dan 30 huisgezinnen gevlugt; wolk voorbeeld op het punt staat overal gevolgd te worden wanneer niet spoedig hulp komt opdagen. De staten verzoeken den landvoogd te dien einde zijne bevelen aan den stadhouder te zenden met de verklaring dat die krijgslieden zich met het servies in natura moeten tevreden stellen, aangezien het niet billijk is eene bedrukte provincie, die zoo getrouw aan den koning was, met twee roeden, d. i. het servies in geld en in natura, te gelijk te slaan.
Minute i'r. in üoleantiën en orders, deel X, blad 12.
1655, Januarij. De gedeputeerden der staten van het Overkwartier schrijven aan den landvoogd dat in weerwil van hunne ingebragte bezwaren het kwartier dezen winter zoo overbelast wordt dat de onderdanen zich het bloed uit de nagels moeten halen om de placquillios en fourages te kunnen leveren; dat daarenboven de officieren en*soldaten zich baldadigheden en geweld veroorloven, die in een land waar justitie bestaat niet gedoogd kunnen worden; zoo gebeurde het onlangs dat een sergeant majoor, genaamd Favage, van het regiment van den markies
23
de Rochefort, behoorende tot de troepen van den prins van Condé, met voorbedachten rade, ongestraft en zonder redenen te Venlo een arm burger gedood heeft, zoo als uit de informatiën blijkt, die zich in handen van den auditeur generaal Paxedes bevinden. Dergelijke zaken geven een slecht voorbeeld en hebben nog slechtere gevolgen, want het heeft weinig gescheeld of daaruit was te Venlo een groot oproer ontstaan ; derhalve verzoeken de gedeputeerden drngend tot het nemen van maatregelen om deze baldadigheden te keer te gaan en de bedrijvers te doen straffen, hetzij die tot 's konings leger of tot dat zijner bondgenooten behooren.
Minute en twee afschriften, fr. in Doleantïën en orders, , deel X, blad 8, 10 en 14.
-1655, 16 Januarij. De landvoogd schrijft aan den stadhouder dat de prins van Conde uit Duitschland vier kompagniën kavalerie zal doen komen en dat hij voorgesteld heeft vier andere kompagniën af te danken ten einde daarvoor plaats te maken; aangezien deze vergunning hem gegeven werd geeft hij bevel een dezer vier kompagniën in Erkelens te leggen en de kompagnie van kapitein Lamotte Brigantin aldaai in garnizoen met de overige drie te vereenigen.
Orig. fr. gedagt. uit Brussel en get. Leopolde Guil-laume, Verreyken, in Doleantién en orders, deel X, blad 23.
1655, 4 Februarij. Het hof van Gelder te Roermond maakt een reglement in betrekking tot de jagt in het
Overkwartier.
Gedrukt exemplaar, in Doleantién en orders, deel X, blad 27.
1650, 5 February. Ten gevolge van een schrijven van den vertegenwoordiger van den hertog van Neuburg, waarin geklaagd wordt over de baldadigheden der troepen in Gulik, onder voorwendsel dat zij geene piacquil-lios en fourages van de staten van het Overkwartier ontvangen, geeft de landvoogd bevel aan die staten tot onmiddellijke levering van placquillios en fourages aan die troepen.
Orig. fr. gedagt. uit Brussel en get. Leopolde Guillaime, Verreyken, met het vermelde schrijven, fr. in Doleantié'n en orders, deel X, blad 28, 29.
1655, 12 February. Op een schrijven der staten van het Overkwartier, waarin zij zich beklagen dat het krijgsvolk voortgaat met de fourages in geld te verlangen , geeft de landvoogd uitdrukkelijk bevel aan de officieren van dat krijgsvolk zich met de fourages in natura tevreden te stellen.
Orig. fr. gedagt. uit Brussel en get. Leopolde Guillaume, Verreyken, in Doleantiën en orders, deel X, blad 31.
1655, 5 Maart. Het bureau van financiën te Brussel verleent aan de staten van het Overkwartier vrijdom van licenten op de aangevoerde materialen bestemd tot reparatie van het huis van den stadhouder.
Orig. fr. gedagt. uit Brussel en get. Dennetieres, J. B. Maes, J. Cockaerts, in Doleantié'n en orders, deel X, blad 37.
1655, 15 Maart. De landvoogd schrijft aan den magistraat van Roermond dat hij hem onder dagtee-kening van 7 Mei 1654 aangaande de vestiging van nieuwe kloosters ol kloosterlingen het bevel gegeven heeft dit niet toe te laten en indien het geschied zoude zijn, deze kloosterlingen te doen vertrekken
— 348 —
naar de plaats van waar zij kwamen ; dat hij echter thans verneemt dat de magistraat niet alleen aan eenige dominikanen vergund heeft in de stad een huis te koopen met het doel zich daarin te vestigen, maar dat hij ook door het stellen eener apostille op een verzoekschrift van die dominikanen hun de hoop te kennen gegeven heeft dat de burgers naderhand hunne vestiging zouden goedkeuren. Dientengevolge geeft hij bevel aan den magistraat om die dominikanen te noodzaken Roermond te verlaten, het aangekochte huis te verkoopen en te zorgen dat zij in de stad op geene andere wijze aalmoezen komen vragen dan zij dit in de 10 laatste jaren gedaan hebben.
Afschrift, fr. in Doleantién en orders, deel X, blad 43.
4655, 17 Maart. Op een verzoekschrift der staten van het Overkwartier strekkende tot bekoming van vrijdom van licenten voor de in het kwartier gewassen granen , die naar neutrale landen worden uitgevoerd, verleent de landvoogd dien vrijdom, mits de granen door den oorspronkelijken eigenaar worden uitgevoerd en niet aan anderen verkocht zijn.
Geauth. afschrift, het antwoord fr. get. Goss. Dulckeu, in Doleantién en orders, deel X, blad 55.
1655, 27 Maart. De landvoogd berigt aan de staten van het Overkwartier dat hij den stadhouder prins graaf van Isingien en den kanselier Joost van Kerckhove gelast heeft in de eerstvolgende vergadering der staten, die hij op 12 April vaststelde, namens den koning een voorstel te doen.
Orig. fr. gedagt. uit Brussel en get. Leopolde Guil-laume, Verreyken, met een afschrift der lastgeving fr. in Doleantién en orders, deel X, blad 59 en 03.
— 349 -
1655, 27 Maart. De landvoogd geeft eene instructie aan den stadhouder en aan den kanselier om namens den koning in de vergadering der staten van het Overkwartier dd. 12 April e. k. eene bede van 100000 gulden en eene buitengewone subsidie van 150000 aan te vragen ; zij zullen bij die gelegenheid den staten te kennen geven dat bij de beletselen, die telkens aan het tot stand komen van eenen eervollen vrede door de Franschen in den weg gelegd worden, den koning niets meer ter harte gaat dan de groote ellende, die zijne onderdanen door dezen langdurigen en bloedigen oorlog achtereenvolgens geleden hebben; dat Z. M. van zijnen kant zoo door voorstellen als anderszins niets verwaarloosd heeft om tot dien vrede te geraken, die door de geheele christenheid zoo vurig verlangd wordt; deze voorstellen hadden ook de Y goedkeuring van andere mogendheden weggedragen en
werden ook door hen in Frankrijk, maar zonder vrucht gedaan; dat de koning derhalve met leedwezen genoodzaakt is den oorlog voort te zetten en ook besloten heeft niets te sparen om den vijand tot vrede te dwingen ; dat ook de landvoogd zijne zorgen, zijne nachtrust en zijn leven daarvoor veil heeft en derhalve niet twijfelt of de staten zullen hem even edelmoedig als vroeger de gevraagde medewerking en ondersteuning schenken.
Geauth. afschrift, fr. geteekend Goss. Duleken, in Do-leantiën en orders, deel X, blad 61.
1655, 30 Maart. De landvoogd berigt aan de staten van het Overkwartier dat hij aan den stadhouder bevel gegeven heeft om het regiment van den kolonel Dotialo Allemanny, wanneer dit door den prins van Ghimay, stadhouder van de stad en het land van Luxemburg, wordt opgevraagd, derwaarts te doen vertrekken. Hij
i
— 330 —
beveelt aan de staten met het verstrekken van placquillios en fourages aan dit regiment te blijven voortgaan,
alsof het in het kwartier aanwezig bleef.
Orig. fr. gedagt. uit Brussel en get. Leopolde Guillaume,
Verreyken, in Doleantiën en orders, deel X, blad 65.
1653, April. De graaf van Bocarmé, kolonel van een regiment kavallerie, geeft aan den landvoogd te kennen dat ingevolge zijn bevel drie kompagniën met den staf van zijn regiment zich te Boermond, Venlo en Gelder in garnizoen bevinden; dat deze kompagniën tot dusverre alleen huisvesting en eene maand placquillios en fourages genoten, zoodat de soldaten, allen Duit-schers en geen ander middel van bestaan hebbende dan hetgeen hun door den koning verstrekt wordt, sedert het oogenblik dat hem de middelen te hunner betaling ontbroken hebben hunne kleederen, wapenen en zelfs de zadels hunner paarden hebben moeten verpanden en L
daarna een stuk brood hebben moeten bedelen. Thans echter is de nood zoo hoog gestegen dal zij door wanhoop gedreven zich weldra troepsgewijze zullen vereeni- ^ gen, hetgeen zij reeds openlijk en algemeen te kennen geven. De kolonel smeekt derhalve den landvoogd onmiddellijk bevel te willen geven om aan zijne onderhebbende soldaten, even als aan de overigen, die in het kwartier aanwezig zijn, placquillios en fourrages te verschaffen.
Afschrift, fr. in Doleantiën en orders, deel X, blad 69.
1633, 14 April. De staten van het Overkwartier vereeren den onlangs benoemden kanselier Joost van Kerkhove 300 rijksdaalders voor een congratulation s ij nes staeths ende in 't regard sijne eerw. den eersten is,
die vuijt desen quartiere tut staal van cansellier deses for-stendoms tjeextolleert is.
Besluit in kwartiersrecessen, deel XI, bladz. 51 vquot;.
1655, 14 April. Jonker Langen wordt op zijn verzoek als riddermatig persoon tot de vergaderingen der staten van het Overkwartier toegelaten, mits hij zijne kwartieren zal laten opzweren.
Besluit in de kwartiersrecessen, deel XI, bladz 52.
1655, 14 April. Jonker Bernzauw verzoekt wegens zijn huis Padenbergh als riddermatig persoon tot de vergaderingen der staten van het Overkwartier toegelaten te worden. De staten geven daartoe hunne toestemming mits de vrijheeren van Schaesberg en van Wachtendonk beloofden zijne vaderlijke en moederlijke kwartieren op te zweren.
Besluit in kwartiersrecessen, deel XI, bladz. 52 en 53.
1655, 14 April. De staten van het Overkwartier besluiten, omme de groole steygeringe van goude ende zilvere munte, die daegehjcx meer ende meer opclimpt te voorkomen dat de gedeputeerden den rijksdaalder taxeren tot drije guldens, ende alle andere guide ende silvere munte naer advenant tot desselven prijs reduceren zullen en zulks naar den inhoud der reglementen van 1645 en 1649.
Besluit in kwartiersrecessen deel XI, bladz. 53 v0. Vergel.
Doleantiën en orders, deel X, blad 153.
1655, 16 April. De staten van het Overkwartier besluiten Jasper Schenck van Nydeggen als riddermatig persoon tol de vergaderingen toe te laten.
Besluit in kivartiersrecessen, deel X, bladz. 54 v0.
1655, 46 April. De landvoogd zendt aan de staten van het Overkwartier een afschrift van een door hem ontvangen schrijven van den graaf van Bocarmé, kolonel van een regiment kavalerie, waaruit hij den toestand vernam, waarin een gedeelte der soldaten van dat regiment zich bevindt; aangezien de middelen hem thans ontbreken om daarin te gemoet te komen beveelt hij den staten in naam des konings die soldaten zooveel mogelijk te hulp te komen, ten einde de ongeregeldheden te voorkomen, die uit dezen toestand ontstaan kunnen; hij verzekert hun dat het hem bijzonder welgevallig zijn zal als zij dezen dienst aan den koning en aan hem willen bewijzen.
Orig. fr. gedagt. uit Brussel en get. Leopolde Guillaume, Verreijken, in Doleantiën en orders, deel X, blad 68.
-1655, 20 April. De landvoogd schrijft aan den stadhouder vernomen te hebben dat hij zwarigheden maakt om de rekruten voor het regiment van den prins van Condé in zijn gouvernement te ontvangen, niettegenstaande de herhaalde bevelen, die hem daartoe van zijnentwege verstrekt werden; hij beveelt hem in naam des konings die rekruten, naar gelang zij zullen aankomen, onmiddellijk te ontvangen, te logeeren en hen even als de soldaten der overige regimenten te behandelen.
Orig. fr. gedagt. uit Brussel en get. Leopolde Guillaume, H. v. Croonendael, in Doleantiën en orders, deel X, blad 74.
1655, 21 April. De landvoogd meldt aan de staten van het Overkwartier vernomen te hebben dat de vijand zich haast om den veldtogt te openen, zoodat hij, daar
de gelden uit Spanje niet in tijds kunnen aankomen, zich genoodzaakt ziet andere middelen te zoeken; hij verzoekt den staten om bij wijze van leening 12 wagens te zijner beschikking te stellen voor den tijd van 6 maanden, aanvangende met 10 Mei aan staande; het bedrag der kosten kan op eene volgende bede gekort worden. De staten kunnen echter, zoo zij dal voordeeliger vinden, deze levering at koopen tegen 80 gulden per maand en per wagen; hij laat hun de keuze over, mits hij binnen acht dagen hunne beslissing ver neme.
Orig. gedagt. uit Brussel en get. Leopolds Guillaume, II. v. Croonendael , in Doleanlién en orders , deel X , blad 76.
1655, 28 April. De staten van het Üverkwartier verzoeken den landvoogd de levering van twaalf wagens tegen een bedrag van 4000 gulden at' te koopen.
Afschrift, in kwarliersrecessen, deel XI, bladz. 57.
1655, 29 April. De staten van het Overkwartier schrijven aan den landvoogd dat hij zijne belofte om bij den buitengewonen last gedurende dezen winter op het kwartier gelegd het regiment van den sergeant generaal baron van Guldenleeuw uit de koninklijke schatkist te betalen tot dusverre niet is nagekomen; dat het kwartier daarentegen nog meer belast is geworden door 4 kompagniën kavalerie, die door den prins van Condé in Duitschland zijn aangeworven en waartegen 4 andere kompagniën afgedankt zouden worden, hetgeen tot heden ook niet geschiedde, zoodat alle 8 kompagniën in het kwartier aanwezig bleven. De staten verzoeken den landvoogd hieromtrent stipte bevelen te geven.
— 354 —
opdat hel den onderdanen mogelijk blijve inel denzelt-den ijver, dien zij steeds voor 's konings dienst aan den dag gelegd hebben, te kunnen voortgaan, en zij niet genoodzaakt worden hel weinige, dat hun overblijft te moeten verlaten ten einde in een ander land hunne laatste dagen door te brengen.
Minute, fr. in Doleantiën en orders, deel X, blad 41.
1653, Mei. Lijst der personen, die in het Over-kwarlier jagtregt bezitten, opgemaakt naar aanleiding van het reglement van het hotquot; van Gelder dd. 4 February 1655.
Afschrift, in Doleantiën en orders, deel X, blad 106.
1655, 3 Mei. De stadhouder antwoordt op een schrijven der staten van het Overkwartier dd. 29 April dat hij den inhoud daarvan aan den landvoogd zal mede-deelen; hij erkent hunne gegronde redenen tol klagen en wenscht dat er meer op de tegenwoordige ellende der provincie gelet wordt; alle provinciën klagen daarover en het in stand komen van den vrede alleen is in staat hulp aan te brengen; hij zal zijne meening onbewimpeld aan den landvoogd zeggen, die grooten lasl heeft om zich uit de moeijelijkheden, hem door den prins van Gondé veroorzaakt, te redden; hij geeft toe dat het onvermogen, waarin de staten van het Overkwartier zich thans bevinden, zeer groot is, zoodat hel landsbestuur te Brussel maar geduld moet hebben.
Orig. gedagt. uit Brussel en get. Ysingien, in Doleantiën en orders, deel X, blad 78.
1655, 6 Mei. De landvoogd berigt de ontvangst van een schrijven der staten van het Overkwartier dd. 28 April 11., waarin zij ter afkoop van 12 gevorderde
wagens een bedrog van 4000 gulden aanbieden; daar geene vermindering op hel gevraagde bedrag en ook geen uitstel kan verleend worden, meldt de landvoogd dat hij den kommissaris Bernard du Mont naar Roermond gezonden heeft, en dat de staten met hem over deze zaak kunnen onderhandelen.
Orig. fr. gedagt. uit Brussel en get. Leopolde Guil-lamne, Colbrandt, in Doleantiëii en orders, deel X, blad 110. Yergel. aldaar blad 136.
1655, 8 Mei. De landvoogd geeft last aan den stadhouder om de rekruten van de in het Overkwartier aanwezige officieren van den prins van Condé ingevolge zijne vroegere bevelen te ontvangen en te logeeren, en zulks zonder verdere moeijelijkheid en wederantwoord.
Geauth. afschrift, fr. get. M. Joris, in Doleanliën en orders, deel X, blad 112.
1655, H Mei. De rekenkamer van Gelder te Roermond resideerende stelt een ontwerp op, inhoudende de voorwaarden waaronder de koning wil doen overgaan lot den verkoop der fwuge, middele etule leege jurisdictiën der volgende dorpen in het Overkwartier gelegen, als ; Viersen, Greefraad, Lobberich, Hinsbeek, Lculh, Wankum, en Heringen in het ambt van Kriekenbeek ; Pont, Veert, Capellen, Wetten en Kevelaar in het ne-derambt van Gelder; Sevenum, Helden, Kessel, Bree, Blerick, Swolgen, Broekhuizenvorst, Baarlo, Wanssum en Venray in het ambt Kessel.
Afschrift, in Doleantiön en orders, deel X, blad 80—85 v0.
1655, H Mei. De landvoogd berigt aan de staten van het Overkwartier dat hij den stadhouder en den
— 356 —
kanselier gelast heeft op nieuw bij hen aan te dringen op de inwilliging van de buitengewone subsidie van 150000 gulden, onlangs door hem aangevraagd; bij vertrouwt dat de staten hierop een kort en gunstig besluit zullen nemen.
Orig. fr. gedagt. uit Brussel en get. Leopolde Guillaume, Colbrandt, in Dolemlién en orders, deel X, blad 114, 125.
1655, 11 Mei. De landvoogd geeft akte van aanneming eener bede van 60000 gulden door de staten van het Overkwartier toegestaan; wat aangaat het verzoek der staten om van de aangevraagde subsidie van 150000 gulden verschoond te blijven tot dat zij zullen vernomen hebben in hoeverre het kwartier in den volgenden winter zal ghetracteert worden, antwoordt hij, na het advies van den Raad van State en van het bureau van finantiën te hebben ingewonnen, dit verzoek niet te kunnen inwilligen om de redenen die hun door eenen anderen wech sullen kenbaer gemaeckt worden.
Orig. gedagt. uit Brussel en get. Leopolde Guillaume, Golhrandt, in ü clean tién en orders, deel X, blad 121, 127.
1655, 11 Mei. De landvoogd schrijft aan den stadhouder dat hij de bede van 60000 gulden heeft aangenomen, maar dat hij met de aangebodene vermindering van de subsidie geen genoegen neemt en ook bet gevraagde uitstel niet kan inwilligen. De dringende nood, waarin de landvoogd zich bevindt, is oorzaak dat hij op het volle bedrag van 150000 gulden en op de spoedige betaling daarvan moet blijven aandringen, aangezien dit volstrekt noodig is om den veldtogt te
— 357 —
beginnen, den vijand te voorkomen, zijne plannen te verijdelen en tot den vrede te geraken, waarop nooit grootere hoop dan op dit oogenblik bestaan heeft.
Orig. fr. gedagteekend uit Brussel en get. Leopolde Guillaume, Colbrandt, in Doleantièn en orders, deel X, blad 120, 124.
I6S5, 12 Mei. Gedeputeerden der staten van het Overkwartier schrijven aan het bureau van linantiën vernomen te hebben dat de koning het voornemen heeft verschillende dorpen in de ambten Gelder, Kessel en Kriekenbeek te verkoopen, tot groot nadeel van het kwartier en zijne ingezetenen, die nu meer dan 80 jaren in de oorlogen tegen de Vereenigde Provinciën en tegen de Franschen goedt emle hloet opgesat hebben; gedurende dit tijdvak heeft het kwartier behalve de beden meer dan een millioen guldens moeten opbrengen, waarvan het grootste gedeelte op interest moest worden opgenomen en waarvoor alle plaatsen van het kwartier tot onderpand moesten strekken. De gedeputeerden brengen hunne bezwaren tegen dezen verkoop in, te meer daar de privilegiën, door de vorige vorsten geschonken, dezen verkoop zonder de toestemming der staten niet veroorloven.
Minute in Doleantièn en orders, deel X, blad 148.
1655, 13 Mei. De rekenkamer van Gelder te Roermond resideerende geeft op een verzoekschrift, namens de staten van het Overkwartier aan den Raad van finan-tiën gezonden, te kennen dat de staten het daarin aangehaalde privilegie van keizer Karei V bij geauthenti-seerd afschrift dienen over te leggen en tevens een schriftelijk bewijs te leveren dat in den voorgesteldon
— 358 —
verkoop van eenige dorpen in het Overkwartier meer ondienst als dienst voor sijne ma1 is gelegen.
Orig. get. Schouten, in Doleantién en orders, deel X, blad 80.
1635, 15 Mei. De landvoogd schrijft aan de staten van het Overkwartier vernomen te hebben dat de soldaten van de regimenten der kolonels Allemany en den graaf van Nassau, die hun kwartier in de provincie Gelder hebben maar sedert eenigen tijd de plaatsen van hel land van Luxemburg bezet hebben, wegens gebrek aan onderhoud verloopen; hij beveelt den staten aan die soldaten placquillios te verschaffen even als aan de overigen, die in het Overkwartier zijn gebleven, opdat het den kolonels mogelijk gemaakt worde hunne nog overblijvende soldaten te behouden en de anderen le doen wederkeeren.
Orig. fr. gedagt. uit Brussel en get. Leopolde Guillaume, Colbrandt, in Doleantiën en orders, deel X, blad 130.
4655, 23 Junij. Koning Filips IV geeft akte van een akkoord met de staten van het Overkwartier aangaande den verkoop Yan eenige dorpen in het Overkwartier. Ten gevolge van dit akkoord ziet de koning van dezen verkoop af, mits de staten eene som van 100000 gulden zullen geven, namelijk de helft onmiddellijk na de uitvaardiging dezer akte, 25000 gulden zes weken daarna en de overblijvende 25000 gulden nosr zes weken later.
Geauth. afschrift, fr. afgegeven den 26sten Julij 1655, in Doleantiën en orders, deel X, blad 210; een afschrift bevindt zich in de kwartiersrecessen, deel XI, bladz. 83.
— 359 —
1655, 26 Junij. Arnold van Bocholt, Arnold Adriaan vrijheer van en tot Hoensbroek en Johan Spee, burgemeester van Roermond, gedeputeerden der staten van het Overkwartier, geven bij akte opgemaakt door den openbaren notaris Jan Reps te Brussel volmagt aan Albert Bouwens van der Boye, heer van Neerijsche en Macken, commies van finantiën, tot het ligten op interest eener som van 100000 gulden, ten einde die namens de staten van het Overkwartier bij den landrent-meester generaal te storten, als zijnde het bedrag lot redemptie van den verkoop van eenige dorpen in het Overkwartier bedongen.
Afschrift in kwartiersrecessen, deel XI, biadz. 80 v0— 89 v°.
'1655, 1 Julij. Gedeputeerden der staten van het Overkwartier verzoeken den Raad van finantiën hel advies van don stadhouder en van de verschillende gouverneurs der steden te willen inwinnen ol hel lol de dienst des konings en tot het algemeen welzijn zal strekken wanneer men tusschen Meijel en Helden dooide moerassen van den Peel, die tot dusverre een natuurlijk bolwerk tegen de invallen der vijanden waren, eenen weg en eene nieuwe brug zoude aanleggen; de gedeputeerden moeten dit betwijfelen, te meer daar men door deze nieuwe brug het verkeer tusschen Antwerpen en Keulen naar die dorpen zou verleggen, welk verkeer steeds langs Roermond en Erkelens geschiedde; deze beide steden, die gedurende de onlusten zoo getrouw aan den koning zijn gebleven, zouden daardoor tot dorpen gemaakt en de vermelde dorpen tot steden verheven worden.
Onder dagteekening van 4 Julij zendt de Raad van
— 360 —
fmantiën dit verzoekschrift aan den stadhouder tot advies.
Geauth afschrift, fr. get. M. Joris, in Doleantièn en orders, deel X, blad 172.
1655, 42 Julij. De stadhouder zendt aan de staten van het Overkwartier een verzoekschrift door hunne gedeputeerden aan den Raad van fmantiën gerigt, met verzoek hem dit terug te zenden, en tevens hunne meening daaromtrent te kennen te geven, aangezien hij de zaak als nadeelig voor het land beschouwt. Hij meldt tevens dat de koningin van Zweden in den aanvang van September door het Overkwartier komt en te Roermond zal vertoeven; aangezien nu de koning wenscht dat zij overal op koninklijke wijze ontvangen worde, hoopt hij dat de staten deze ontvangst zeer luisterrijk zullen maken; hij verzoekt hun daaromtrent met den kolonel Ritot te raadplegen, wien hij insgelijks geschreven heeft.
Orig. fr. gedagt. uit Brussel en get. Ie prince comte d'Isengien, in Doleantièn en orders, deel X, blad 106.
1655, 15 Julij. De stadhouder schrijft twee brieven, één aan de staten van het Overkwartier en één aan den magistraat van Roermond ; hij geeft hun daarbij kennis dat hem in den nacht van den IS110quot; op den l^0quot; Julij een zoon geboren is.
Twee orig. fr. gedagt. uit Brussel, en get. Ie prince comte d'Isenghien, in Doleantièn en orders , deel X, blad 108, 169.
1655, 23 Julij. De landvoogd schrijft aan den stadhouder dat de staten van het Overkwartier tot dusverre nog geen besluit inzonden aangaande de buitengewone subsidie van 150000 gulden door hem in April aange-
— 361 —
vraagd en den Hd,:quot; Mei daarna vernieuwd. De landvoogd gelast hem nogmaals bij de staten op eene spoedige afdoening aan te dringen; de dienst des konings vordert dat men in deze moeijelijke tijdsomstandigheden ondersteuning verkrijgt, terwijl de noodzakelijkheid van den veldtogt zulk een lang uitstel niet gedoogt; de stadhouder moet dit den staten kenbaar maken en zóó lang bij hen aandringen tot zij een gunstig besluit genomen hebben.
Geauth. afschrift, fr. get. M. Joris, in Doleantiën en orders, deel X, blad 189.
1655, 23 Julij. De landvoogd schrijft aan de staten van het Overkwartier dat hij den stadhouder prins graaf d'Isengien en den kanselier Joost van Kerckhove last gegeven heeft nieuwe aanvragen te doen, waarop hij een kort en gunstig besluit verwacht.
Orig. fr. gedagt. uit het kamp te Bouchain en get. Leopolde Guillaume, Coïbrandt, in Doleantiën en orders, deel X, blad 180.
1655, 25 Julij. De Raad van finantiën schrijft aan de staten van het Overkwartier dat de landvoogd het voorstel der staten aangaande het intrekken van den verkoop der dorpen in het Overkwartier heeft aangenomen mits de 100000 gulden, die de staten daarvoor ingewilligd hebben, onmiddellijk ter beschikking gesteld worden, ten einde daarmede in den dringenden nood van den staat te voorzien.
Orig. fr. gedagt. uit Brussel en get. de Die, in Doleantiën en orders, deel X, blad 182.
1655, 31 Julij. De landvoogd schrijft aan de staten van het Overkwartier dat de koningin van Zweden bij
a
— 362 —
het verlaten dezer landen haren weg over het Overkwar-tier zou kunnen nemen; hij verzoekt den staten haar op de plaatsen, waar zij passeeren mogt, alle eer te bewijzen, zooals men bij dergelijke gelegenheden gewoon is dit den koning te doen.
Orig. fr. gedagt. uit het leger te Bouchain en get. Leopolde Guillaume , Colbrandt, in Dolcantiën en orders , deel X, blad 188.
16S5, \ Augustus. De staten van het Overkwartier, in aanmerking nemende dat de prins van Isengien on-derstaet ten laste van desen quartier de levée van eene compaignie peerden in 't werk te stellen ende deselve op den platten lande te ver dellen, zonder dat daartoe het bevel des konings vertoond ol de vergunning der staten verkregen werd, besluiten alsulcke levées om de groote con-sequentien niet aan te nemen; van dit besluit zal met alle beleeftheyt aan den prins kennis gegeven worden, ten eijnde syne beliefte sije van sulcke pre tens ien te desisteren.
Besluit in kwartiersrecessen, deel XI, bladz. 51 vquot;.
1655, 2 Augustus. De stadhouder schrijft aan do staten van hel Overkwartier dat zij in hunne vergaderingen achteraf geklaagd hebben over zijne handelingen ; daar deze voortkomen uit de naauwgezetheid, waarmede hij den koning dient, en met de opregtheid van zijn verleden strooken, verzoekt hij van hem niet achteraf te spreken maar op oud Geldersche wijze hunne klagten aan hem ol aan den landvoogd kenbaar te maken, aangezien hij vermeent zich steeds getrouw van zijne taak te hebben gekweten en niets te zijnen laste te hebben.
Orig. fr. gedagt. uit Brussel en get. Ie prince comte d'Isengien, in Doleantiën en orders, deel X blad 192
— 363 —
1655 , 5 Augustus. De stadhouder schrijft nogmaals aan de staten van het Overkwartier over de ontvangst der koningin van Zweden en berigt dat het bevel daartoe niet van hem maar van den landvoogd uitging; aangaande de klagt der drosten over het logeeren eener kompagnie paarden, verlangt hij te weten of de soldaten daarvoor meer vorderen dan het gewone onderhoud en de fourages, vermits hij anders daarvoor zal zorgen.
Orig. fr. gedagt, uit Brussel en get. Ie prince comte d'Isengien, in Doleantiën en orders, deel X, blad 194.
1655, 6 Augustus. Het bureau van finantiën schrijft aan de staten van het Overkwartier dat het ontwerp door de staten ingezonden, waarbij J00000 gulden aangeboden worden ter voorkoming van den verkoop der dorpen, eenigszins afwijkt van hetgeen daaromtrent met de gedeputeerden der staten was overeengekomen; het bureau heeft het evenwel zoo als het daar ligt aangenomen , en zal de patente brieven daarvan spoedig uitvaardigen; het bureau verzoekt voor de betaling der 25000 gulden van den tweeden termijn die reeds vervallen is, onmiddellijk te zorgen, zoo als ook voor den derden, waarvan de betaling geen uitstel kan lijden, aangezien de landvoogd dien voor de dringende behoeften van het leger wil gebruiken.
Orig. fr. gedagt. uit Brussel en get. E. de Die , in Doleantiën en orders, deel X, blad 201.
1655, 7 Augustus. De landvoogd berigt aan de staten van het Overkwartier een schrijven van den kolonel Allemany te hebben ontvangen, waarin geklaagd wordt dat zijn regiment, waaraan het Overkwartier tot verblijfplaats gedurende den winter werd aangewezen en dat eene maand voor het einde van den winter naar
— 364 -
Luxemburg vertrok, minder placquillios en fourages ontving dan de regimenten, die in het kwartier gebleven zijn; de landvoogd geeft last aan de staten dit regiment met de overige regimenten gelijk te stellen.
Orig. fr. gedagt. uit Mons en get. Leopolde Guillaume, Colbrandt, in Doleanliën en orders, deel X, blad 190.
'165o, 9 Augustus. Dennetieres, raad van finantiën, berigt aan de staten van hel Overkwartier dat hij op hun verzoek alles wat met zijne pligten overeen te brengen is in hun belang verrigt heeft, zooals zij nader zullen vernemen ook ten opzigte van het door de staten aangebodene bedrag ter voorkoming van den verkoop van eenige dorpen in hel Overkwartier.
Orig. fr. gedagt. uit Brussel en get. Dennetieres, in Doleanliën en orders, deel X, blad 200.
4655, 14 Augustus. De stalen van het Overkwartier besluiten op het schrijven van den landvoogd dd. 31 Julij 11. te antwoorden dat men de koningin van Zweden bij hare komst in het kwartier met alle demomtrantie van affectie sal onthaelen sonder dat men om de onver-moegentheyt eenige oncosten sal doen.
Besluit in de kwartiersrecessen, deel XI, bladz. 82 v0.
1655, 14 Augustus. De staten van het Overkwartier verklaren dal zij tot meerder nut ende ivelvaeren van den lande, conseruatie van den voorss. staet en ter verkrijging der 400000 gulden, die zij aan den koning beloofd hebben omdat deselve gelieft heeft de voorgenomene vercoopinge van de steden ende dorpen op te houden , volmagl gegeven hebben aan Albert Bouwens van der Boye, heer van Neerijssche en Macken, raad en land-rentmeester generaal van Z. M. in hel vorstendom
Gelder, tot het op interest opnemen van de bovengemelde som van 100000 gulden; hij mag daartoe het geheele Overkwartier verbinden , terwijl de staten beloven het door hem verrigte te zullen goedkeuren.
Afschrift, in Doleantiën en orders, deel X, blad 206.
1655, 48 Augustus. De staten van het Overkwartier berigten aan het bureau van finantiën de ontvangst van den brief van 6 Aug. 11. even als van de patente brieven, betrekking hebbende op den verkoop der dorpen in het Overkwartier ; zij melden tevens dat zij den 14tlcquot; dezer aan hunnen agent Schelbergen bevel hebben gegeven om naar aanleiding van deze patente brieven den eersten termijn ad 50000 gulden, tegen kwijting in handen van den ontvanger generaal te storten ; zij zullen alles aanwenden om den tweeden termijn, ingevolge deze brieven, d. i. zes weken na ontvangst daarvan, derhalve van 14 dezer af, over te maken en zoo vervolgens ook den 3equot; termijn. De staten geven hunnen spijt te kennen dat zij deze zaak, naar het verlangen van het bureau, niet spoediger kunnen afdoen, maar het bekende onvermogen van het kwartier gedoogt niet deze sommen in zulk eenen korten tijd over de onderdanen om te slaan, zoodat de staten hebben moeten besluiten die tegen interest op te nemen.
Afschrift, fr. in Doleantiën en orders, deel X, blad 208.
1655, 18 Augustus. De staten van het Overkwartier berigten aan den raad van finantiën Dennetieres de ontvangst van zijn schrijven van 9 dezer en geven hem hunnen warmen dank te kennen voor zijne ijverige bemoeijingen in het belang van dit kwartier; zij berigten hem tevens dat het bureau van finantiën aangedrongen heeft op eene spoedigere vereffening der
— 366 —
beide laatste termijnen dan zulks door de patente brieven wordt voorgeschreven en verzoeken hem nogmaals zijne medewerking te verleenen om tot de betaling dezer laatste termijnen vóór den bepaalden tijd niet lastig gevallen te worden, aangezien zij al hun best moeten doen om die op de vervaldagen te betalen, hetgeen zij ook aan het bureau te kennen gaven.
Afschrift, fr. in Doleantiën en orders, deel X, blad 209.
^ 1655, 18 Augustus. In antwoord op een schrijven van den griffier de Bie dd. 7 Augustus geven de staten hem hunnen dank te kennen voor zijne ijverige bemoeijingen in zake van den verkoop der dorpen in het Overkwartier; zij berigten levens aan hunnen agent te Brussel het bevel tot betaling van den eersten termijn ad 50000 gulden te hebben gegeven, terwijl zij al het mogelijke zullen aanwenden om de twee overige termijnen op de bestemde vervaldagen te vereffenen.
Afschrift, fr. met het vernielde schrijven van den griffier, fr. gedagt. uit Brussel en get. de Die, in Doleantiën en orders, deel X, blad 202 en 210.
1655, 23 Augustus. Het bureau van finantiën schrijft aan de staten van het Overkwartier dat zij den tijd van betaling van den 2'iequot; termijn te lang gesteld hebben, daar deze reeds vervallen is en de landvoogd voor de noodzakelijke behoeften van den oorlog daarop gerekend heeft; dat de patente brieven niet vroeger geligt werden is de schuld van den agent der staten, daar zij tegelijkertijd met het traktaat aangaande de intrekking van den verkoop zijn uitgevaardigd; het bureau dringt derhalve nogmaals op de onmiddellijke betaling van dezen tweeden termijn aan.
Orig. fr. gedagt. uit Brussel en get. de Die, in Dole-antién en orders, deel X, blad 214.
1655, 26 Augustus. De stalen van het Overkwartier antwoorden op de brieven van den landvoogd dd. 15 Mei en 7 Augustus 11. dat zij het regiment van den graaf van Nassau met de overige regimenten hebben gelijk gesteld, maar dat het regiment van den kolonel Allemany aangewezen werd om in het kwartier te overwinteren en zijn onderhoud uit eene andere provincie te trekken, zoodat zij van de betaling der placquillios en fourages aan dat regiment verschoond wenschen te blijven.
Minute, fr. in Doleantiën en orders, deel X, blad 197.
1655, 31 Augustus. De landvoogd meldt aan de staten van het Overkwartier dat hij aan den prins graaf d'Isengien en aan den kanselier Joost van Kerckhove gelast heeft andermaal aan te dringen op de inwilliging van de reeds vroeger gevraagde buitengewone subsidie van 150000 gulden; de staten zullen de overtuiging bekomen dat dit bedrag tot hun eigen welzijn en tot behoud dezer landen zal worden aangewend, zoodat de landvoogd vertrouwt dat zij dit thans zonder dralen zullen inwilligen.
Grig. fr. gedagt. uit Brussel en get. Leopolde Guillaume, Colhrandt, in Doleantiën en orders, deel X. blad 229.
1655, 31 Augustus. De landvoogd berigt aan den stadhouder de ontvangst van zijn schrijven dd. 16 dezer, vergezeld van de verontschuldiging der staten van het Overkwartier over het niet inwilligen van eene buitengewone subsidie van 150000 gulden, die voor de behoeften van den veldtogt was aangevraagd; de landvoogd kan deze verontschuldiging niet aannemen, te meer daar die behoeften nog toegenomen zijn door de buitengewone pogingen van den vijand om deze
— 368 —
landen te overweldigen, waartoe zijne onderdanen de benoodigde middelen verschaffen; het nageslacht zoude het eene laakbare daad achten wanneer 's konings onderdanen, door het weigeren van onderstand, in eene omstandigheid zoo als de tegenwoordige, de schuld waren van groote rampen en nadeelen, die zij door eene edelmoedige handelwijze hadden kunnen voorkomen. De landvoogd beveelt derhalve den stadhouder nogmaals en ten sterkste bij de staten aan te dringen de geheele subsidie of ten minste een bedrag in evenredigheid met den grooten nood in te willigen.
Orig. fr. gedagt. uit Brussel en gel. Leopolde Guillaume, Colbrandt, met een afschrift, in Doleanliën en orders, deel X, blad 225 en 227.
1655, 3 September. De staten van het Overkwartier brengen een gunstig advies uit op een verzoekschrift, dat door den magistraat van Erkelens aan het bureau van finantiën gezonden was, en de strekking had om wegens de overgroote lasten in het vorige jaar op die stad gelegd, eene quytscheldinghe in de bede te verkrijgen.
Afschrift, met een afschrift van het verzoekschrift en van andere stukken daarop betrekking hebbende, in Dokantiën en orders, deel X, blad 268—272.
—--
858, 2 Januarij. Data IV Nonas January, anno Chrislo propitio rcgni D. Lotharii (jloriosissimi regis tertio, imlictione sexta. Koning Lotharius schenkt aan de uit Utrecht door den inval der Noormannen gevlugte ka-noniken het klooster Bergh aan de Roer in de Maas-gau gelegen.
Afschrift, lat. in het Cartularhm van hef. kapittel van den H. Geest, 1° gedeelte, bladz. \ verso; meermalen uitgegeven, het laatst in Baron Sloet, Charterboek, enz. bladz. 49 N0 48.
1336, 3 Mei. Actum die inveniionis sanctae Crucis. Otto Silvis draagt, ten overstaan van schepenen van Roermond, op aan Johannes de Craka en zijne echtge-noote Katharina eenen jaarlijkschen erfcijns van een mark gevestigd op het huis van Hendrik Tinctor.
Hierin komen voor ; Gerardus Breidelken, schout. Dirk Averecht, Johannes de Amer en Gerardus Opt Ort, schepenen.
Bij transfix van het jaar 1366 wordt deze mark door Johan van Wessem opgedragen ten behoeve van de broederschap van den heilgen graue te Roermond.
— 370 —
Hierin komen voor : Lanibrecht Gade, schout, Juhaa Springeiitguet en Gaderl van Elmpt, schepenen.
Twee orig. perk, hel eerste lat. niet nog 2 zegeltjes in groen was, in doos VIII N0 39.
1343, 23 February. Dominica post beali Petri ml Cuthedram. Dirk Ursgelken verkoopt eenen erfcijns van 8 schellingen gevestigd op zijn huis gelegen in de steeg (in stecja) aan Jacobus Licop, schepen van Roermond.
Hierin komen voor: Gerardus Breydelken, schout, Johannes de Amer en Hendrik Tinctor, schepenen.
Bij transfix van het jaar 1426 wordt bovenvermelde cijns bij ruiling verkregen door het kapittel van den H. Geest te Roermond.
Hierin komen voor : Johan van Wylre, schout, Johan van Baexen en Hendrik Thys, zoon, schepenen.
1 wee afschriften, het eerste latijn, in het Cartularium van het kapittel van den H. Geest, eerste gedeelte, bladz. 59 v0.
1343, 31 October. In vigilia omnium sanctorum. Fre-derik Holtsnider verkoopt ten overstaan der schepenbank van Zwartbroek eenen jaarlijkschen erfcijns van vier kapoenen gevestigd op zijn huis gelegen te Zwartbroek aan en ten behoeve van Hendrik van Brede.
Hierin komen voor : Gerardus Breydelken , schout, Hendrik Symonis en Johannes advocatus, schepenen van Zwartbroek.
Door een transfix van het jaar 1378 verkoopt Marga-retha, weduwe van Hendrik van Brede, den bovenge-melden en andere erfcijnsen aan Gerard van Muggen-broek, priester en kanonik van den H. Geest.
Hierin komen voor : Johan van Wessem , schout ,
— 374 —
Johan Springintguet en Johan Averecht, schepenen van Roermond.
Twee afschriften, het eerste lat. in het Cartularium van het kapittel van den H. Geest, 1° gedeelte, blad?. 3quot; vquot;.
1344, 10 Maart. Decima die men,sis Marlij. Adolt' van der Marck, bisschop van Luik, verklaart dat de rectoren der parochiekerken van Odiliënberg, binnen de grenzen waarvan de stad Montfort en Linne zijn gelegen, en waaronder het slot Montfort met zijne ondor-hoorigheden behoort tot de stichting eener nieuwe parochiekerk (noua parochialis ecclesia seu quarta capella) hunne toestemming gegeven hebben ; dit is geschied onder voorwaarde dat de rector dezer nieuwe parochiekerk uit de vruchten en inkomsten hem en die kerk toekomende of in latere tijden te verkrijgen jaarlijks zal uhkeeren aan den pastoor van Odiliënberg zeven malder rogge en zeven malder haver; aan de kanoniken aldaar een malder rogge ; aan den koster drie malder rogge en drie malder haver ; aan de provisoren vijf gulden en aan de kerk van Linne acht malder rogge en zulks ter vergoeding der regten en voordeden, die genoemde pastoor, kanoniken, enz. vroeger in de stad Montfort, het slot en onderhoorigheden genoten hebben ; hij verklaart voorts dat de stad Montfort , het slot en onderhoorigheden voortaan van de vermelde parochiën zullen gescheiden zijn.
Afschrift, lat. in het Cartularium van het kapittel van den H. Geest, le gedeelte, bladz. 64 v0.
1349, 9 February. Men sis Februarij die noua. Johannes de Fernulla, officiar.l, Michael de Wanilhies, Johannes en Franco de Gcmblaco, advokaten te Luik, geven in een geschil tusschen het kapittel van Odiliënberg en
— 372 —
den rector der parochiekerk of quarta capella van Vlodrop als hunne meening te kennen dat de bezitters der tienden aldaar ook pondspondsgewijze tot het onderhouden, herstellen en uitbreiden der kerk van Vlodrop gehouden zijn.
Afschrift, lat. in het Cartularium van het kapittel van den H. Geest, 2C gedeelte, bladz. 17,
1349, 2 April. Jetta, dochter van wijlen Molen, verkoopt met toestemming van haren zoon Gunther ten overstaan van schepenen van Roermond, aan Metta, dochter van wijlen Winricus Verwer (Tinctor) eenen jaarhjkschen cijns van acht schellingen gevestigd op het huis dat zij bewoont nabij de Minderbroeders. Genoemde Metta schenkt daarop drie schellingen en zes grooten van dezen cijns aan de kerk van den H. Chris-toffel onder voorwaarde dal de «meesterquot; dier kerk jaarlijks daarvan zes grooten zal geven aan den pastoor (perpetuus vicarius) tot het houden van een jaargetijde op maandag na het feest van den H. Remigius voor de ouders van genoemde Metta ; de overige vier schellingen en zes grooten van den vermelden cijns schenkt zij aan het hospitaal van Roermond op voorwaarde dat de «meesterquot; van dit hospitaal insgelijks ieder jaar aan denzeltden pastoor geven zal zes grooten tot het houden van een tweede jaargetijde voor de gemelde ouders en voor haar zelve op vrijdag vóór het feest van den H. Remigius.
Hierin komen voor: Johannes Averecht, schout, Stephanus de Elmpt en Johannes Sprengintguet, schepenen.
Orig. lat. perk. met drie zegels in groen was, in doos Vil N0 8.
— 373 —
1349, 1 Junij. Primo die men.sis Junij. Hendrik van Grusten verkoopt ten overstaan van schepenen van Roermond aan Jacob, zoon van Andreas van Venlo genaamd Weeldich, eenen jaarlijkschen erfcijns van drie schellingen penningen, gevestigd op een huis in de beggardenstraat.
Hierin komen voor; Johannes Averecht, schout, Winricus ïinctor en Goswinus de Griende, schepenen.
Bij transllx van het jaar 1426 wordt deze erfcijns bij ruiling verkregen door Johan van Kessel, priester en rentmeester van het kapittel van den H. Geest, ten behoeve van dat kapittel.
Hierin komen voor : Johan van Wylre, schout, Johan van Baexen en Hendrik Thys, zoon, schepenen van Roermond.
Twee afschriften, het eerste latijn, in het Cartularium van hel kapittel van den H. Geest, le gedeelte, bladz. 59 V.
1350, 31 Augustus. Op andach sen te Harthulomeus. Johan Averecht, schepen van Roermond, verkoopt ten overstaan der schepenbank aldaar eenen jaarlijkschen erfcijns van zes schellingen penningen gevestigd op zijn huis van der liouerien gelegen op der Huren aan Arnold Pontsmey en zijne huisvrouw Baersen Stackes.
Bij transfix van het jaar 1388 wordt deze erfcijns verkocht aan Gerard van Muggenbroek, priester en ko-nonik in den H. Geest.
Hierin komen voor, in 1355 : Johan van Meersen, schout, Goswijn van den Griende en Jacob Licop, schepenen.
In 1388: Johan van Wessem, schout, Dederik van den Griende en Johan van Haversla, schepenen.
Twee afschriften in het Cartulaiium van hel kapitlel van den H. Geest, 4e gedeelte, bladz. 57 v0, 58.
— 374 -
1356, 2 Maart. Acta fuerunt hec in loco capitulari ecclesie noslre .sub anno currente a nativitate do mini M. CCC. LVI. mensis Martij die secunda. Johannes dictus de Endhoven, Bartoldus dictus de Traiecto, Rutgerus dictus de Wert, Johannes dictus de Heynsbergh, Gerardus dictus de Venle , Henricus dictus de Arewinckel en Stephanas dictus de Wassenberch, kanoniken van de kerk van Odi-liënberg (montis Odilie) stellen da statuten en ordonnantiën vast, waarnaar het kapittel zich voortaan zal te gedragen hebben.
Getuigen waren : Arnoldus, plebanus parochialis ecclesie montis Odilie, Udo, capellanus altaris beate Marie Magdalene, presbyteri, Gerardus de VVessem ac Rut-gherus de Wert, Clerici, nee non Godefridus dictus tycubes(?) de Hoerne, tabellio pubiicus.
Door transfix dd. 21 Maart 1356 hecht het kapittel van de kerk van Luik zijne goedkeuring aan deze statuten.
Bij een tweede transfix dd. 8 Julij van helzeltde jaar schenkt Nicholaus de Dordraco, proost der kerk van Odiliënberg, insgelijks daaraan zijne goedkeuring.
Drie orig. perk. lat. met een zegel in groen was, in doos VIII N0 7.
1356, 31 Julij. Op sen te Peters auent des heyligen apostels dat men heet ad vincula. Maas van Remers-beeck verklaart van de kanoniken en het kapittel van Odiliënberg het bedrag ontvangen te hebben, waarvoor hij hun de beemden verkocht heeft, die geheiten sijn dat Undart ende Kukarts beende en gelegen zijn achter den monster sente Peters tot Vdelenberghe.
Afschrift, in het Cartulmium van hel kapittel van den H. Geest, 1° gedeelte, bladz. 54.
— 375 —
1357, 22 Februarij. Op zente Pelersdach te zetele. Statze van Arwinkel, rigter en schepenen van Vilelenberye verklaren, dat Jonkvrouw Katharina van Nijlhuzen, dochter van Otten van Nijthuzen en weduwe van Reinoud van Utewijc, Godard van Utewijc, haar zoon, Aleydis, Katharina en Gertrudis, hare dochters, ten behoeve der kanoniken des gaelshues zente Peters van Udelenberge afstand gedaan hebben van alle hunne regten op de beemden die gênant sijii dat Undert ende Kukaerts haent, gelegen in het kerspel van Odiliënberg.
Orig. perk. zegels verloren, in doos VIII Nquot; 5; een afschrift bevindt zich in het Cartularium van het kapittel van den H. Geest, eerste gedeelte, bladz. 5i; uitgegeven in Alb. Wolters, De H. H. Wiro, Plechelmus en Otyerus, bladz. 101.
'1357, i Augustus. Op andach sente Jacobs Apostelen, Lambrecht van der Craken en Emont van Effelt, meesters en broeders der broederschap des guedea sente Jacobs tot Ruremunde, verklaren, ten overstaan der schepenbank van Roermond, eenen jaarlijkschen pacht van 8 malder rogge te zullen voldoen aan Coenraerde Baecken, priester kappellaen in des ileglgen Gegsts van Ruremunde en zulks zoo lang hij in leven zijn zal, waarna deze pacht aan de broederschap zal vervallen.
Hierin komen voor; Johan Averecht, schout , Johan Springinlguet , Johan van der Craken , Johan Heye en ïilman van Gangelt, schepenen van Roermond.
Afschrift, in het Cartularium van het kapittel van den H. Geest, 1° gedeelte, bladz. 05.
1358, 28 Januarij. Op den andach sent Ag neten. De kanoniken van Odiliënberg ter eenre, on Johan Schoeman en Willem Lunick, kerkmeesters van Odilièn-
— 376 —
berg, ter andere zijde, stellen vast, ten overstaan van Johan Kawe, priester en rentmeester van jonker Eduard van Gelie in het land van Montfort, en schepenen van Odiliënberg eene ruiling van twee stukken land onder dat kerspel gelegen.
Door een transfix dd. 11 April van hetzelfde jaar bevestigt Hendrik van Montfort deze ruiling.
Twee afschriften in het Cartulariuvn van het kapittel van den H. Geest, le gedeelte, bladz. 54 v0, 55.
1360. (1) De kanoniken van Odiliënberg leveren een klaagschrift in over den ondragelijken toestand, waarin zij gekomen zijn, en verzoeken het kapittel naar de kapel van den H. Geest te Roermond te mogen overbrengen.
Hieraan is toegevoegd een voorstel van die kanoniken ter regeling der bediening van de altaren te Odiliënberg na hun vertrek, zooals ook een getuigenverhoor gehouden door N... bedienaar der kerk van Odiliënberg, waardoor het vermelde klaagschrift der kanoniken bevestigd wordt.
Drie afschriften, lat. in het Cartularium van het kapittel van den H. Geest, \e gedeelte, bladz. 13 en 14.
4362, 23 Augustus. Bertoldus Pont, Ruthgerus van Weert, Gerardus van Venlo, Henricus van Arwinckel , Stephanus van Wassenbergh, Johannes genaamd Kauwe en Thomas van Ufeyo, kanoniken der kerk van den H. Geest te Roermond, stellen te boek de regten , die zij te Odiliënberg bezaten voor dat het kapittel naar Roermond werd overgebragt.
Afschrift, lat. in het Cartularium van het kapittel van den H. Geest, 1° gedeelte, bladz. 11.
(1) Het stuk draagt geenc dagteekening; vermoedelijk is het in 13G0 opgesteld en gerigt aan den aartsdiaken van Kempenland , onder wiens aartsdiakonaat Odiliënberg en Roermond behoorden.
— 377 —
'1364 , 1 Junij. Des yrsten daechs inden Bramaent. Dederik van den Griende en Arnold van Osen, regters van den heer van Heinsberg en van zijn broeder jonker Reynald van Valkenberg, benevens schepenen van Herten verklaren dat Conrardus Baecke, priester van Roermond, aan de broederschap van S1 Jacob Roermond ten behoeve van het altaar van St. Jacob in de kerk van den H. Geest geschonken heeft vier bunder akkerland gelegen in Hertenre Oe gênant Op den lake.
Afschrift in het Cartularium van het kapittel van den H. Geest, le gedeelte, biadz. 65 v0.
1364, 1 Junij. Des yrsten daechs inden Bramaent. Dederik van den Griende en Arnold van Osen, regters van den heer van Heinsberg en van zijn broeder jonker Reynald van Valkenberg, benevens schepenen van Herten verklaren dat voor hen verschenen zijn de meesters van de broederschap van St. Jacob te Roermond, welke laatsten aan het vermelde gerigt de mag-tiging gegeven hebben om bij gebreke van betaling van den pacht van 8 malder rogge, dien zij aan Gonrardus Baecke verschuldigd zijn , dezen pacht te verhalen op vier bunders akkerland, gelegen onder het gerigt van Herten en door genoemden Conrardus aan de broederschap geschonken.
Afschrift in het Cartularium van het kapittel van den H. Geest, 1° gedeelte, biadz. 65.
1365, 9 Januarij. Des neesten donresdage naden derteendaghe. Willem van Elmpt, drost in het land van Montfort, verklaart in het dorp Linne een getuigenverhoor te hebben gehouden, waaruit gebleken is dat de kano-niken van Odiliënberg steeds eenen jaarpacht genoten hebben van 6 malder koren gevestigd op den haue tot
23
— 378 —
Honthuysen, in het kerspel van Linne gelegen, en dat wanneer deze pacht niet voldaan wordt de schepenen van dat kerspel gehouden zijn dien uyt te doen penden op den hauen tol Honthuysen.
Afschrift in het Cariularitm van het kapittel van den H. Geest, le gedeelte, bladz. 57 v0
1374, 24 Mei. Op den heilgen pinxdach. Maas van Erclents der peher verkoopt ten overstaan van de schepenbank van Roermond eenen jaarlijkschen erfcijns van live guede gulden dobbel Bvabans mottune, gevestigd op zijn huis gelegen bij het kerkhof van den H. Geest aan Herman Muelts.
Door transfix van het jaar 1381 verkoopt Hendrik, zoon van Herman Muelts, bovengemelden erfcijns aan Gerard van Muggenbroek, priester en kanonik in den H. Geest.
Hierin komen voor, in 1371: Lambrecht Gade, schout, Gerard van Tiegelen en Johan van Oederade, schepenen , in 1381; Dederik Gade, schout, Johan Averecht en Dederik van den Griende, schepenen.
Twee afschriften in het Cartularium van het kapittel van den H. Geest, 1° gedeelte, bladz. 36 v», 37.
1372, 13 Mei. Op sente Seruatiusdach episcopi. Gerard van der Cuken verkoopt eenen jaarlijkschen cijns van 4 oude gouden schilden, gevestigd op zijn huis gelegen neven der Craken aireneest Galenpiecs hues, aan Gertrudis, weduwe van Conrard van Muggenbroek, ten behoeve van Gerard van Muggenbroek, kanonik en van de priesters die hem in de prebende zullen opvolgen, die door Conrard van Muggenbroek en zijne huisvrouw Gertrudis in de kerk van den H. Geest te Roermond gesticht is.
— 379 —
Hierin komen voor: Lambrecht Gade, schout, Lara-brecht van der Craken en Dederik van den Grijnde, schepenen van Roermond.
Bij transfix dd. 9 Junij 1564 stelt Goswijn Dulcken, bezitter van het bovengemelde huis, dat afgebrand is, een ander huis op den markt gelegen tot onderpand van den gemelden cijns.
Hierin komen voor; Johan van Cruchten, schout, Lambrecht van Cruchten en Johan Boegell, schepenen van Roermond.
Twee orig. perk. met 4 zegels in groen was, in doos VIII N0 30 ; een afschrift van het eerste bevindt zich in het Gartularium van het kapittel van den H. Geest, le gedeelte, bladz. 36 v0.
1381, 28 October. Op (lach der apostolen Symon ende Judas. Jacob Keyn verkoopt, ten overstaan van schepenen van Roermond, aan Gerard van Muggenbroek, priester en kanonik in den H. Geest, ten behoeve zijner prebende eenen jaarlijkschen erfcijns van twee oude gouden schilden, gevestigd op zijn steenen huis gelegen in de schoenmakerstraat naast Johans huys onder den bomen.
Hierin komen voor: Dederik Gade, schout, Dederik van den Giiende en Johan van Wessem, schepenen.
Afschrift in het Cartxdarium van het kapittel van den H. Geest, 1° gedeelte, bladz. 37.
1383—1532. 24 schepenbrieven van Roermond met transtlxen, van onbelangrijken inhoud, maar waarin de volgende schouten en schepenen voorkomen, als : 1383. Arnold Neutkens, schout, Hendrik Kellener en
Steven van Venraide, schepenen. 1394. Dederik Bake, schout, Jacob Licop en Hendrik Springentguet, schepenen.
— 380 —
1409. Dederik Wilde van Mersen, schout, Lambrecht van der Craken en Johan van Haversla, schepenen.
1411. Dederik Wilde van Mersen, schout, Hendrik van den Sellenorde en Hubrecht van Hushoven, schepenen,
1413. Dederik Wilde van Mersen, schout, Hendrik van den Gryende en Johan van Baexen , schepenen.
1414. Johan Wilde van Mersen, schout, Dederik Bake, Hendrik van den Sellenorde, Dederik Hille en Hendrik van Osen, schepenen.
1419. Johan van Wylre, schout, Lambrecht van der Kraken en Johan van Beechaven, schepenen.
1424. Johan van Wylre! schout, Johan van Baexen en Lambrecht van der Kraken, schepenen.
1428. Johan van Wylre, schout, Hendrik Thijs, zoon, en Johan van den Gryende, schepenen.
1429. Lambrecht van der Kraecken en Hendrik Thijs, zoon, schepenen.
1430. Johan van Wylre, schout, Hendrik Thijs, zoon, en Arnold Neutken, schepenen.
1434. Gerard van Oederade, schout, Hendrik Thijs, zoon, en Vullink van Holtmoelen, schepenen.
1440. Gerard van Oederade. schout, Johan van Baexen en Johan Pollaert, schepenen.
1446. Arnold de Wilde van Mersen, schout, Hendrik Thijs, zoon en Gadert Hillen, schepenen.
1447. Arnold de Wilde van Mersen, schout, Hendrik Thijs, zoon, en Johan van Suchlelen, schepenen.
1451. Joest die Wilde van Mersen, schout, Hendrik van Ynckenvoirt en Johan van Oederade, schepenen.
1457. Johan van Osen, schout, Dederik Hoefft, Johan van der Kraecken, Johan Knoupe, Dirk die
— 381 —
Wilde van Mersen, Hendrik van Ynckenvoirl en Gadert Hillen, schepenen.
1458. Johan van Osen, schout, Hendrik van Yncken-voert en Dederik de Wilde van Mersen, schepenen.
1459. Johan van Osen, schout, Gadert Heesman en Dederik Hoefft, schepenen.
1460. Johan Hillen, schout, Johan van Zuchtelen en Johan Knoups, schepenen.
1470. Johan Hillen, schout, Dederik Hoifl, en Thijs van den Grijnde, schepenen.
1472. Johan Hillen, schout, Hubrecht van Hushaven en Gerard Parle, schepenen.
1473. Dirk van Kruchten, schout, Thijs van den Grijnde en Johan Hillen, de jonge, schepenen.
1479. Arnold Neutkens, schout, Johan Hillen de jonge, en Steven van Venrayde, schepenen.
1481. Arnold Neutkens, schout, Hubrecht van Hushaven, Gerard van Reijde, de jonge, Hendrik Kdlener, Peter Drijvenair, schepenen.
1483. Hendrik Kellener en Thijs van den Grijnde, schepenen.
1490. Arnold Neutkens, schout, Steven van Venraide en Gerard van Reyde, schepenen.
1491. Arnold Neutkens, schout, Hendrik Kellener en Steven van Venraide, schepenen.
1492. Arnold Neütkens, schout, Johan Hillen en Lambrecht Pijll, schepenen.
1532, Dederik van Gruchten, schout, Rabet van Dursdael en Johan Mereel, schepenen.
24 orig. perk, met verschillende transfixen, waaraan nog hangen 29 zegels in groen was, in doos VIII, N° 60—63.
4385, 5 Januarij. Op ten heilgen derteen auont. Johan van der Craken, Dederikszoon, en Aleidis, zijne huisvrouw, verkoopen ten overstaan van schepenen van Roermond aan Zybrecht Herkenbosch en zijne huisvrouw Elisabeth eenen jaarlijkschen erfcijns van veertych scil-linge penynge, gevestigd als volgt: een mark op haeren gayem op de markt gelegen; twintig schellingen op Pauwels Hagens des vlyesgehouwers vleysgebancl mit den gronde, gelegen in het vleeschhuis en acht schellingen op dat hues te eyssrade in den hegstraten gelegen.
Hierin komen voor ; Johan van Wessem, schout, Mathys van Gangelt en Johan van Haversla, schepenen.
Orig. perk. zegels verloren, in doos VII, N0 41.
1388, 27 Julij. Des neesten manendaechs na sent Jacobs apostoli. Weiter Waeckers verkoopt eenen erfcijns van drie goede gouden oude schilden, munt van den keizer van Rome, gevestigd op zijn huis genaamd der Bouerien aan Gerard van Muggenbroek, priester en kanonik in den H. Geest te Roermond,
Hierin komen voor : Johan van Wessem, schout, Dederik van den Griende en Johan van Haversla, schepenen.
Afschrift in het Cartularium van het kapittel van den H. Geest, le gedeelte, hladz. 36.
1389, 7 April. Des seuenden daechs in den maende Aprillis. Alart van Lochem en zijne huisvrouw Nese verkoopen een oud schild, gevestigd op hun huis gelegen op der Zwalmer Straten, aan Marcelis van Wessem en zijne huisvrouw Heylwigis.
Hierin komen voor ; Dederik Rake, schout, Hendrik Man en Johan van Osen, schepenen van Roermond.
Afschrift' in het Cartularium van het kapittel van den H. Geest, le gedeelte, bladz. 59.
— 383 —
1389, 14 Julij. Mensis Julij die decima quarta. De aartsdiaken van Kempenland verklaart dat Johannes de Stralen, kanonik van Luik en investitus der parochiekerk van Roermond, zoo voor zich zelf als voor den magistraat en de inwoners van Roermond, hem verzocht heeft eene overeenkomst goed te keuren , die tusschen genoemden investitus en den magistraat werd vastgesteld en van den volgenden inhoud is; de magistraat verbindt zich om op de plaats waar de parochiekerk gestaan heeft, die uit vrees voor de belegering der Franschen (1) werd algebroken, binnen het jaar eene geschikte kapel te bouwen en die te berenten met een jaarlijksch inkomen van 20 gulden , waartegen de investitus zich verpligt eene dagelijksche mis in die kapel te lezen of te doen lezen. Ten gevolge van dit verzoek bekrachtigt de aartsdiaken deze overeenkomst.
Orig. lat. perk. zeer geschonden, met het beschadigde zegel van den aartsdiaken in groen was, in doos VIII, N0 43.
1389, 3 September. Op sent Remakehdach confessoris. De magistraat van Roermond verklaart schuldig te zijn en te blijven aan Gerard van Muggenbroek, priester en kanonik in den H. Geest, ten behoeve zijner prebende eenen jaarlijkschen erfcijns van twee goede oude gouden schilden. Deze twee schilden waren gevestigd op het huis van Baetsen Cloets gelegen inden beckerstraten dat wer (de magistraat) gekocht hebben ende affgebraken ende die haefstat daer aff gegeven hebben tot onss keerspelskircken die dair op te tymmeren.
Afschrift in het Cartularium van het kapittel van den H. Geest, lc gedeelte, bladz. 38 v0.
(1) Zie over deze belegering der Franschen het opstel in den Almanak van het arrondissement Roermond, jaargang 1873, bladz. 112, volgg.
— 384 —
1389, 28 December. Op der heiig hen kinderen dach martyrum. Henken Muelrepas, touwslager, verklaart, ten overstaan der schepenbank van Roermond , schuldig te zijn aan Gerard van Muggenbroek, priester en kanonik in den H. Geest te Roermond, eenen erfcijns van twee oude schilden, munt des keizers van Rome of des ko-nings van Frankrijk , gevestigd op zijn huis ende op twee ramen gelegen in der steghe.
Hierin komen voor : Dederik Baecke , schout, Johan van Haversla en Hendrik Man, schepenen van Roermond.
Afschrift in het Cartularium van het kapittel van den H. Geest, le gedeelte, bladz. 35 v0.
1399, 3 Februarij. Des derden daechs in den Spor-kelle. Goeswijn Loer verkoopt ten overstaan van schepenen van Roermond eyn earner met den haue aan Matheus Peuten van Echt, kanonik in den H. Geest.
Hierin komen voor ; Dederik Rake, schout, Johan van Wessem en Hendrik van den Sellenoerde, schepenen.
Afschrift in het Cartularium van het kapittel van den H. Geest, le gedeelte, bladz. 58 v0.
1402, 21 Junij. Des neesten guedensdaechs na sent Vyts dage. Dederik Man en zijne huisvrouw Gertrudis verkoopen aan Matheus Peuten van Echt, kanonik in den H. Geest te Roermond, een half huis gelegen achter des heylgengeysts choer.
Hierin komen voor : Dederik Bake, schout, Johan van Wessem en Hendrik van den Griende, schepenen van Roermond,
Afschrift met twee afschriften, kwijting inhoudende van den koopprijs, in het Cartularium van het kapittel van den H. Geest, 1° gedeelte, bladz. 59, 60.
— 385 —
1403, 5 April, Datum Rome apud sanctum Petrum, nonas Aprilis pontificatus nostri anno quinto. Paus Bo nifacius IX bekrachtigt op het verzoek van den magistraat van Roermond de stichting van twee altaren in de kerk van den H. Geest te Roermond, het ecne gesticht door Gerard van Muggenbroek, priester, ter eere van den H. Michaël, het andere gesticht door Johannes de Montefya, burger van Roermond, ter eere van de H. H. Maria, S. Joris, St. Jan Evangelisten St. Jan Baptist.
Afschrift, lat. in het Cartularium van het kapittel van den H. Geest, lc gedeelte, bladz. 41.
1404, 5 April. Op den helaecken paesche auent. Willem van Elmpt en zijne huisvrouw Elisabeth ver-koopen ten overstaan der schepenbank van Swalmen eenen jaarlijkschen erfcijns van 5 overlandsche Rijnsche guldens gevestigd op zijnen halven half geheiten der holt' Op graet, gelegen onder Swalmen, waarvan de wederhelft aan Willem van Ghoir toebehoort, aan Gerard van Swalmen, zijn zoon en zijne echtgenoote Bela.
Orig. perk. zegels verloren, in doos VII, N0 39.
1404, 8 December. Op onss vrouwen dach conceptio. Dederik Man, burger van Roermond, geeft de volgende verklaring: aangezien de helft van het leen genaamd anghen daele, dat door Hense van Golkenrade van den proost van den H. Geest te Roermond in leen gehouden wordt, geit ende gehoerende is in zijnen hof te Lierop en te Schoenle (Schundelen), zal hij of zijne erfgenamen, zoo dikwijls dit leen op nieuw ontvangen moet worden, aan genoemden van Golkenrade of zijne erfgenamen tuekeren ende verrichten die helfjt van alsulcke kost alse dat leen kosten solde te out fang hen.
Orig. perk. met het zegel van Dederik Man in groen was, in doos VIII, N0 4.
— 386 —
1404—1428. Vijf schepenbrieven van onbelangrijken inhoud, waarin de volgende schepenen van Roermond voorkomen, als ;
in 1404. Dederik Wilde van Mersen, schout, Hendrik van den Fellenoerde en Hubrecht van Hushaven, schepenen.
in 1427. Johan van Wylre, schout, Lambrecht van der Kraken en Arnold van Dursdael, schepenen.
in 1428. Johan van Wylre, schout, Dederik van Wessem en Arnold van Dursdael, schepenen.
Vijf afschriften in het Cartulurinm van het kapittel van den H. GeeU, 1° gedeelte, bladz. 55—57 vquot;.
1406, 4 October. Des yvsten daechs me sent Dyonisius dach martiris et suciorum suorum. Henken Tunken verklaart ten overstaan der schepenbank van Roermond van Hendrik Hugen, priester en kanonik in den H. Geest, in erfpacht genomen te hebben eyn huys inde rneysterie zoo als dat mil raemsteden geleyen is inghen steghen tegen der Moerkensporten.
Hierin komen voor; Dederik Wilde van Meersen, schout, Hendrik van den Fellenoerde en Hubrecht van Hushaven, schepenen.
Afschrift in het Cartularium van het kapittel van den H. Geest, 1° gedeelte, bladz. 35 v0.
1408, 28 September. Op sent Michiels auont ar-changeli. Johan van Leut verklaart ten overstaan van schepenen van Roermond in erfpacht genomen en ontvangen te hebben van Hendrik Hughen, priester en kanonik van den H. Geest, ten behoeve zijner prebende en van Hugo van der Netten, meester van de broederschap van den H. Geest, ten behoeve van die broederschap, eyn huefjstat gelegen buiten Zvvartbroek voor eenen jaarlijkschen pacht van negen goede Keulsche w tpenningen.
— 387 —
Hierin komen voor : Dederik Wilde van Mersen, schout, Hendrik van den Fellenoerde en Hubrecht van Hushaven, schepenen.
Afschrift in het Cartularium van het kapittel van den H. Geest, lc gedeelte, bladz. 38.
1411—1470. Zes schepenbrieven van Roermond van onbelangrijken inhoud, waarin de volgende schepenen voorkomen, als;
1411. Dederik Wilde van Mersen, schout, Herman van der Netten en Hubrecht van Hushaven. schepenen.
1423, Johan van Wylre, schout, Lambrecht van der Kraken en Johan van Beechoeven, schepenen.
1430. Johan van Wylre, schout, Lambrecht van der Kraken en Hendrik van Loeven, schepenen.
1458. Johan van Osen, schout, Hendrik van \ncken-voirt, Gadert Hillen, Johan Knoupe en Gerard van Steghe, schepenen.
1470. Gadert Hillen en Hubrecht van Hushaven, schepenen.
Zes orig. perk. met nog 5 zegels in groen was, in doos VIII, N0 41.
1415, 7 September. In profestu nativitatis beate Marie virginis gloriose. Riquivis van Brueck, rector van het altaar van O. L. Vrouw in de kerk van Melick, verklaart met toestemming van den aartsdiaken en van den pastoor van Melick aan Ruth Vos en zijne erfgenamen in eenen jaarlijkschen erfpacht van 4 paar koren, halt rogge en half even te hebben afgestaan alsulcken hoe[f gelegen in gheenen brueck.
Orig. perk. met twee zegels in groen was, in doos VII, N0 46. Een afschrift bevindt zich in het Cartularium van het kapittel van den H. Geest, eerste gedeelte, bladz. 8.
— 388 —
1416, 9 Maart. Op sent Anthonys auent des heyl-ghen confesforis. Riquivis van Broeck , rector van het altaar van 0. L. Vr. in de kerk van Melick, verklaart ten overstaan der schepenbank van Karken dat hij met toestemming van ïilman van Dalen, pastoor tot lleecle (1) en aartsdiaken van het concilie van Wassenberg, en van Hendrik Seckelen , pastoor van Melick , aan Arnold Peyckens en zijne huisvrouw Jutta voor eenen jaarlijk-schen pacht van 30 mark Heinsberger munt verpacht heeft eenen hot gelegen te Karken.
Afschrift in het Cartularium van het kapittel van den H. Geest, le gedeelte, bladz. 7.
1419, 14 Februarij. Op sente Valentinus dach mar-tiris. Leonardus Borchgreefve, rigter, Johan Portken en Johan Kroempvoet, laten van Johan van Oest, verklaren dat Wijn van den Bilsenhaeffve en zijne huisvrouw Ida van Johan van Roggell, Heyn Buckinck en hun beider huisvrouwen in eenen jaarlijkschen erfpacht ten bedrage van een half malder rogge genomen hebben een halt bunder land genaamd der Poelacker, gelegen naast het land van den voogd van Roermond en schietende aen Johans lant van Oest.
Orig. perk, met het zegel van Johan van Oest, in groen was, in doos VII, Nquot; 43.
1419, 13 Maart. Des andeien daechz na sente Gregorius dach pape. Theus van Asenraide en zijne huisvrouw Jutta verkoopen, ten overstaan der schepenbank van Maasniel (Nyel), eenen erfpacht van een malder rogge, gevestigd op drie bunders land gelegen te Asenrade, aan Kerstken en Maria Engelen.
— 389 —
Door 4 transflxen wordt deze erfpacht aan andere personen overgedragen ; door het laatste in het jaar 1501 aan Johan Portmans, pastoor op het begijnhof te Roermond, ten behoeve dier pastorij.
Vijf orig. perk. met nog twee zegels in groen was in doos VIII, N» 15.
1419, 15 October. Op sent Leonarlz dach abbatis. Cylle van Bergh verklaart van Johan van Loeven, proost te Wassenberg , en van zijn broeder Henssen van Loeven in erfpacht genomen en ontvangen te hebben den hof genaamd ingen Dale en gelegen onder Odiliën-berg (tot Berghe) voor eenen jaarlijkschen pacht van 5 malder rogge, Roermondsche maat.
Orig. perk. met een zegel in groen was, in doos VIII, N0 6.
1420, 15 Januarij. Die xv mensis January. Johannes de Arwilre, deken der kerk van Sl Joris te Keulen, verdediger van de regten en privilegiën der minderbroeders, enz. schrijft aan den plebaan van Roermond en verdere geestelijken , notarissen , enz. dat hij ter regeling der kosten ontstaan in een geschil tusschen het klooster der minderbroeders te Roermond ter eenre en Johannes Capsor alias Gravekamp, perpetuus vicarius der parochiekerk aldaar ter andere zijde, dezen laatste naar Keulen gedagvaard had ; dat hij , toen aan deze dagvaarding geen gevolg gegeven werd, bij verstek tot regeling dier kosten is overgegaan en den apostolischen notaris Wilhelmus Ducis benoemd heeft om eene schatting daarvan op te maken , die tot een bedrag van 15 Rijnsche guldens werd vastgesteld.
De deken veroordeelt derhalve den perpetuus vicarius om dit bedrag binnen zestig dagen na de publicatie van
— 390 —
deze veroordeeling aan het minderbroedersklooster, op straf van excommunicatie, te voldoen.
Orig. perk. lal. zeget verloren, in doos VIII, N0 59.
1424, 24 Junij. Op synte Johansdach Baptisten. Koen van Schabbendorp en zijne huisvrouw Jutta verkoopen, ten overstaan van Johan van Loen, heer te Guhk, Heins-berg en Lewenberg, en twee leenmannen, aan Johannes van Bacheym, dem ionghen, vier morgen beemd, gelegen
onder de dingbank van Kempen.
Door transfix van het jaar 1432 bekennen Johannes Bruwer en Metta zijne huisvrouw aan Johannes Aeben schuldig te zijn 20 Arnhemsche guldeus, dry merck Heyns-bergher peyen yerechent voor iederen gulden, en stellen daarvoor den boven vermelden beemd ten onderpand.
Twee orig. perk. met nog 3 zegels in groen was, in doos VIII, N° 18.
1425, 45 Februarij. Op ten vijftienden dach van den maent van Februarij. Dirk van den Hout en zijne huisvrouw Elisabeth stellen, ten overstaan der schepenbank van Oirlo, de voorwaarden vast, onder welke zij hunnen hof genaamd tgenen holt onder Oirlo gelegen en vroeger aan zijn vader Herman van den Hout toebehoo-rende in erfpacht willen uitgeven.
Orig. perk. zegels verloren, in doos VIII, N0 17.
1425, 20 Augustus. Datum Rome apud sanctos apostolos xiiij kl. Septembr. pontificatus noslri anno odauo. Paus Martinus V schrijft aan den prior van het klooster van St. Elisabeth, in het diocees van Luik gelegen, dat hij een verzoekschrift ontvangen heeft van Henricus de Lovanio, scholaster der kerk van den H. Geest te Roermond, waarin te kennen gegeven wordt dat de scholasterij van die kerk geene voldoende middelen tot
— 391 —
haar onderhoud bezit en verzocht wordt om het altaar der H. Maagd Maria in het dorp Melick gelegen en waarvan de bediening thans vacant is met die scholas-terij te vereenigen, te meer daar nooit een rector van het vermelde altaar in genoemd dorp zijne vaste woonplaats gehad heeft en daarin ook i;eene woning voor hem aanwezig is. Aangezien de paus geene zekere narigten omtrent dit voorgeven bezit gelast hij den prior de noodige informatiën daaromtrent in te winnen, en zoo die in overeenstemming bevonden worden magligt hij hem om de inkomsten en de bediening van dat altaar met de vermelde scho-lasterij te vereenigen.
Op den omgeslagen rand staat; Jo. de Nürsia.
Orig. lat. perk. waaraan zich bevindt de looden bul van paus Martinus V, in doos VIII, Nquot; 9.
1425, 10 December. Decima die mensis Decembris. Hilbrandus, prior van het klooster van St. Elisabeth, ordinis vallis Caulium, gevolg gevende aan de bul van paus Martinus V dd. 20 Augustus 1425, veree-nigt het altaar der H. Maagd Maria in het dorp Melick, met de scholasterij van het kapittel van den H. Geest te Roermond.
Getuigen waren : Ilenricus de Netten, priester, en Gerardus Duvel, beiden diocesanen van Luik.
Orig. perk. lat. opgemaakt door den notaris Johannes Nyn de Vucht en voorzien van zijn notarieel merk, zooals ook van het beschadigde zegel van den prior, in groen was, in doos VIII, N0 12. Een afschrift bevindt zich in het Cartulariim van hel kapittel van den II. Geest, eerste gedeelte, bladz. 5.
1429, 10 October. Des neesten manendachs na sent Dyonys dage. Dederik van Wessem schenkt, ten over-
— 392 —
staan van schepenen van Roermond, eenen ertcijns van eenen overlandschen Rijnschen gulden gevestigd op zijn huis gelegen aen den merckl achter vytgaende op die LombarderstraU , aan het kapittel van den H. Geest in har er presentiën behueff, onder de voorwaarde dat jaarlijks in de kerk van den H. Geest een jaargetijde voor hem zal gehouden worden met vigiliën , met missen ende mit gelucht alse in der kir-
cken gewoenlick is.
Hierin komen voor ; Johan van Wylre, schout, Arnold Hoeft en Hendrik van Loeven, schepenen.
Orig. perk. zegels verloren, in doos VIII, N0 14.
1430, 20 Mei. Die sabbati vicesima mensis Maij. Hillebrandus Sterck, prior van het klooster van St. Elisabeth, door paus Martinus V, gelast om de incorporatie der pastorijen van Vlodrop, Odiliënberg en Steinkirchen bij het kapittel van den H. Geest te Roermond tot stand te brengen, dagvaardt, op verzoek van Hendrik van Duiken, Rychwinus van Broek, Alardus Ludinck, Johannes Heyde, Emondus Greenl en de overige kanoniken van den H. Geest, alle personen die tegen die incorporatie iets mogten in te brengen hebben, om binnen zes dagen in de H. Geestkerk te verschijnen.
Afschrift, lat. in het Cartularium van het kapittel van den 11. Geest, eerste gedeelte, bladz. 28.
1430, 1 Junij. Die vero prima Junij. Hillebrandus Sterck, prior van het klooster St. Elisabeth in het diocees van Luik, geeft uitvoering aan eene bul van paus Martinus V dd. 18 Augustus 1429, strekkende tot de incorporatie der pastorijen van Vlodrop, Odiliënbeig en Steinkirchen bij het kapittel van den H. Geest te Roer-
mond tot onderhoud der nieuw gestichte decanie in dat kapittel.
Getuigen waren : Mathias Reppel en Hendrik Te-gelbecker, priesters, vicarissen der kerk van den H. Geest, Godfried Hillen, burger van Roermond en Gerardus Gruwel.
Orig. perk. lat. opgemaakt door den notaris Paulus Bart de Boeraell, voorzien van zijn notarieel merk en van het uithangende zegel van den prior van S' Elisabeth, in doos VIII, N0 31 ; een afschrift bevindt zich in het Car-tularium van hel kapittel van den H. Geest, 1° gedeelte, bladz. 25.
1430, 21 Junij. Des eyn encle zwentzich dage in deme maende Junius. Johan van Loen, heer te Heinsberg en Leeuwenberg, verklaart dat de kerk te Steinkirchen mit synen gueden wiste, willen ende consent mit allen ende yetlighen yren renten incorporiert is ende voerlaen bliuen sail aen die eerbaren heren dechen ende capittel zo deme heil yen g eis te te Roermond.
Afschrift, in het Carlulanitm van het kapittel van den H. Geest, 1° gedeelte, bladz. 31.
1430, 6 September. Mensis Septembrü die sexta. Jan van Heinsberg, bisschop van Luik, geeft zijne toestemming tot de incorporatie der pastorijen van Vlodrop, Odiliënberg eu Steinkirchen bij het kapittel van den H. Geest te Roermond.
Orig. perk. lat. met het zegel van den bisschop in rood was, in doos VIIIN0 32 ; een afschrift daarvan is in het Cartularium van het kapittel van den H. Geest, le gedeelte, bladz. 28 v0 en afgedrukt in Alb. Wolters , de H. H. Wiro, Plechelmus en Otgerus, bladz. 118.
26
— 394 —
1430, 9 September. Mensis Septembris die nana. Willem de Lyekerke, aartsdiaken van Kempenland, geeft insgelijks zijne toestemming tot de incorporatie der pastorijen van Vlodrop, Odiliënberg en Steinkirchen bij het kapittel van den H. Geest te Roermond.
Oiig. perk. lat. ryet het beschadigde zegel van den aartsdiaken in rood was, in doos VIII, N® 3quot;2 ; een afschrift in het Gartularium van het kapittel van den H. Geest, 'lst0 gedeelte, blad/.. 29 en afgedrukt bij Alb. Wolters, de H. li. Wiro, Plechehnus et Otgems, bladz. 123.
1430, 4 October. Mensis Octobris die vero quart a. Engelbertus Goltsteyii, decanus Christianitatis consilij Wassenbergensis, hecht zijne goedkeuring aan de incorporatie der pastorij van Vlodrop bij het kapittel van den H. Geest te Roermond, onder voorbehoud van zijn regt van admissie en institutie des rectors aldaai, die hem bij openvalling toekwam.
Getuigen waren ; Sibertus Herkenbosch, priester te Roermond, Winandus Habin van Montfort, pastoor te Asselt en Swalmen, en Walter Rroeckmans, pastoor te Maasniel.
Afschrift in het Carlularium van het kapittel van den H. Geest, le gedeelte, bladz. 30 v».
1430, 9 October. Datum et actum Ruremunde in cimiterio ecclesie sancti Spiritus sub anno a nativitate domini M.CC' C.XXX, die vero lune nana mensis octobris. Hubertus de Berghe, decanus christianitatis concilii Suste-r en sis, geeft zijne toestemming tot de meer vermelde incorporatie der pastorijen van Vlodrop, Odiliënberg en Steinkirchen bij het kapittel van den H. Geest te Roermond onder voorbehoud van zijn regt van admissie en insti-
— 393 —
tutie des rectors van St. Odiliënberg, die hem bij openvalling dezer plaats op zekere tijden des jaars toekwam.
Getuigen waren : Johannes de Kessel en Johannes genaamd Buelen, rectoren der H. Geestkerk en van St. Odiliënberg.
Orig. perk. lat. Opgemaakt door den notaris Paulus Bart de Boemell, voorzien van zijn notarieel merk en van het zegel van den deken in rood was, in doos VIII, N033 ; een afschrift vindt men in het Cartularium van hel kapittel van den H. Geest, eerste gedeelte, blailz. 20 v0 en vermeld bij Alb. Wolters, de H. H. Wiro, Plechelmus en Otgerm, bladz. 125.
'1-430. Formulier van den eed, die door de dekens van het kapittel van den II. Geest te Roermond moest worden afgelegd.
Afschrift in het Cartularium van het kapittel van den H. Geest, 1° gedeelte, bladz. 31.
'1430, 1 December. Datum Rome in ecclesia beate Marie anno a natiuitate domini M.CCCCXXX die vero veneris prima mensis Decembris. Ludovicus de Garsijs, decretorum doctor apostolice camere clericus canonicus Bononiensis judex el commissarius, doet uitspraak in een geschil tusschen het kapittel van den 11. Geest te Roermond en Nicolaas Paew, priester van Maastricht in betrekking tol de parochiekerk of quarta capella van Odiliënberg. Na alle daartoe betrekkelijke bescheiden behoorlijk onderzocht, overwogen en den raad van regtsgeleerden ingewonnen te hebben, verklaart hij dat de tegenkantingen, lasten, kwellingen en belemmeringen, die genoemde Nicolaas Paew in betrekking tot de kerk van Odiliënberg aan het vermelde kapittel heeft berokkend, roekeloos, onwettig en onregtvaardig zijn.
— 396 —
weshalve hij hèm het eeuwig stilzwijgen over die kerk oplegt en hem in de kosten veroordeelt.
Getuigen wkren ; Johannes de Huesden en Henricus Stoube, notarissen der apostolische kamer.
Orig. perk. lat. opgemaakt door den apost. notaris Johannes Cabebe de Werda, voorzien van zijn notarieel merk en van het eenlgszins beschadigde zegel van Ludo-vicus de Garsijs, in doos IX N0 4.
1431, l Junij. Mensis Junij die prima. De deken en het kapittel der kerk van den H. Geest te Roermond, vroeger te Odiliënberg gevestigd, stellen nieuwe statuten en ordonnantiën voor dit kapittel vast.
Orig. lat. perk. zegels verloren, in doos VIII, N0 8.
-1431, 22 December. Des nesten daghz na sente Thomasdag he des heilighen apostolen. Johannes Aiben en zijne huisvrouw Adolheidis verklaren, ten overstaan dei schepenbank van Kempen, van het kapittel van den H. Geest te Roermond in erfpacht genomen te hebben het erf en goed gelegen in het kerspel van Kempen en genaamd dat llursgius velt, voor eenen pacht van 3 malder even, die zij jaarlijks op St. Andries dag ten behoeve der scholasterij van dat kapittel zullen leveren.
Afschrift in het Cartularium van het kapittel van den H. Geest, lc gedeelte, bladz. 8 v.
1432, 44 Februarij. Op sent Valenlijns dach mart vis. Johan Wvlde van Merssen en Gertrudis, zijne huisvrouw, schenken ten overstaan van de schepenbank van Herten aan het gasthuis van Roermond eenen erfpacht van 3i/2 malder rogge, gevestigd op verschillende landerijen onder Herten gelegen, op voorwaarde dat jaarlijks ten eeuwigen dage in dat gasthuis voor hem en zijne
— 397 -
huisvrouw zullen gehouden worden twee jaargetijden mit vigiliën, mil seuen berneden kertsen, mil missen, mil ' commendacicii ende mil gueden golliken werken.
Orig. perk. met een zegel in groen was, in doos VII, N0 51.
1433, 30 September. Op sent Remeyss auonl. Sybrecht Herkenbosch, priester, zoon van Gadert, doet opdragt, ten overstaan der schepenbank van Roermond, van een huis en ert gelegen op der brugstraten oerde neest der porten aan het kapittel van den H. Geest ten behoeve eener prebende, die hij mier vurscr. kir eken stichten sail.
Hierin komen voor: Gerard van Oedenrade, schout, Hendrik van Loeven en Dederik Man, schepenen.
Afschrift in het Cartularium van het kapittel van den H. Geest, 1° gedeelte, bladz. 71 v0.
1433, 7 November. Datum Basilee die septima mensis Nouembris anno etc. Julianus, sancte Romme ecclesie sancti Angeli dyaconus cardinalis in Germania apostolice sedis legalus schrijft aan Bruno de Boechem, kanonik van Luik, dat hij een verzoekschrift ontvangen heeft van Sibertus de Herkenbosch, priester, waarin deze berigt in de kerk van den H. Geest te Roermond eene prebende voor een cantor te hebben gesticht en hem verzoekt deze stichting te bevestigen; hij noodigt bovengenoemden Bruno uit om te onderzoeken of de middelen tot deze stichting voldoende zijn en in dit geval de gevraagde goedkeuring te verleenen.
Orig. perk. lat. zegel verloren, in doos, VIII N0 13; een afschrift bevindt zich in het Cartularium van het kapittel van den H. Geest, eerste gedeelte, bladz. 67.
— 398 —
1434—4436. Drie schepenbrieven van Roermond van onbelangrijken inhoud, maar waarin de voigende schepenen voorkomen , als :
In 1434, Gerard van Oederade, schout, Dederik Hillen, Johan van Wylre, Johan van den Griende en Hendrik van Loeven, schepenen.
In 1436, Gerard van Oederade, schout, Dederik Man en Johan van der Kraken, schepenen.
Drie afschriften in het Cartularium van het kapittel van den H. Geest, 1° gedeelte, bladz. 63 en 64.
1436, 5 Julij. Des donresdaeghs nae onss lieuer vrouwen dage visit adonis. Dederik van Honthuysen bekent voor schepenen van Roermond schuldig te zijn aan het kapittel van den H. Geest te Roermond eenen erfcijns van twee overlandsche Rijnsche guldens.
Hierin komen voor: Gerard van Oderade, schout, Dederik Hillen en Arnold Neutken, schepenen van Roermond.
Afschrift in het Cartularium van het kapittel van den H. Geest, \e gedeelte, bladz. 48.
1436 , 13 December. Op sent Lucyen dach virginis. Johan Hillen en zijne echtgenoote Mechtildis verkoopen aan het kapittel van den H. Geest ten behoeve der prebende in verledene tijden door Gerard van Muggen-broek gesticht eenen jaarlijkschen erfcijns van 2'/. goede overlandsche Rijnsche guldens, gevestigd op eenen kamp ter grootte van zeven morgen gelegen onder de laatbank van Leeuwen aen den haue tg henen Wier.
Afschrift in het Cartularium van het kapittel van den H. Geest, le gedeelte, bladz. 47.
— 399 —
1436 , 19 December. Des guededayhz nue sente Lucien dage virginis. Johan Hillen en zijne echtgenoole Mech-tildis verkoopen aan Johan van Kessel, rentmeester van het kapittel van den H. Geest, ten behoeve der prebende, die in vorige tijden door Gerard van Muggenbroek gesticht werd 1° eene rente van 2'/, goede overlandsche Rijnsche guldens gevestigd op vijf morgen land gelegen in der Roere Oe; 2quot; twee marken gevestigd op het huis van Reinard Zartzen, wever, gelegen in der Pelserstraten, en 3° een mark gevestigd op een huis in der stegen en op eenen tuin buiten der Neilre porten.
Hierin komen voor : Gerard van Oederade , schout, Hendrik Tijs, zoon, en Johan van Wylre schepenen van Roermond.
Afschrift in het Cartularium van het kapittel van den H. Geest, 1G gedeelte, liladz. 47.
1437, 8 Junij. Op den achten dach Junij des maendts. Willem Smeet doet ten overstaan van schepenen van Roermond opdragt van eenen jaarlijkschen erfcijns van drie goede Geldersche guldens gevestigd op een huis in der neder straten, aan Johan van Kessel, rentmeester van het kapittel van den H. Geest, ten behoeve van het S1 Lucas altaar, dat door Sibrecht Herkenbosch gesticht is.
Hierin komen voor Gerard van Oederade, schout, Johan van den Grijnde en Hendrik van Loeven, schepenen.
Orig. perk. zege! verloren, in doos VIII, N0 37.
1437, 22 December. Des nceslen duechs na sent Ihurnaess dage des heiligen apostels. Johannes Aiben en zijne huisvrouw Adelheidis verklaren ten overstaan der schepenbank van Kempen van den deken en het kapittel van den H. Geest te Roermond in erfpacht genomen te hebben alsulgen erue ind guet gênant das Barsgius vele.
gelegen in het kerspel van Kempen, voor eenen jaar-lijkschen erfpacht van drie malder rogge en drie malder even, Heinsberger maat.
Orig. perk. met een zegel in groen was, in doos VII, N» 56.
1438 , 16 Maart. Op sent Gerlruden auont virginis. Michiel Pollaertz verklaart, ten overstaan der schepenbank van Herten, in erfjaarpacht genomen en ontvangen te hebben van het kapittel van den H. Geest te Roermond verschillende landerijen onder het kerspel Herten gelegen, voor eenen pachtprijs van vier malder rogge, vier malder even en vier paar kapoenen.
Afschrift in het Cartularium van het kapittel van den H. Geest, 1° gedeelte, bladz. 46 v0.
1438, 17 Maart. Op sent Gerlruden dach virginis. Theodericus Pollaert, deken, kanonik en vice-proost, Rycwinus van Broeck en Alart Ludinck, kanoniken ende geztoaeren mannen des praeslz van don H. Geest te Roermond, verklaren dat Hendrik van Loeven en zijne huisvrouw Ermgardis aan het kapittel van den H. Geest verkocht hebben ten behoeve der presentiën den hof genaamd Inghendael gelegen tot Vdelenberge; zij verklaren tevens dat genoemde Hendrik insgelijks aan het kapittel heeft afgestaan zijne tienden aldaar gelegen vur den haue tot Aueren te weten larnerleende ende ver-kenleende op den vurg. haue tot Aueren, ind kaerenleende, reyckende van der groten eycken lot Aueren waert opt korffgaet inde van derseluer groter eycke ter Rmjren waert, recht gaende op die woeste schuyre.
Drie orig. perk. met 12 zegels in groen was, in doos VII, N« 48.
— 401 —
1439, 1 Mei. Des inten dugs in den Meije. Willem van Vlodrop, erfvoogd van Roermond, drost van het land van Wassenberg en stadhouder van den jonkheer van Heinsberg van wegen den hertog van Brabant en Limburg, verklaart dat Gerard in der Milen as eyn ehch son Druden schrijvers voor hem en leenmannen van Wassenberg verschenen is en bekend heeft van Dederik Pollart, deken der kerk van den H. Geest te Roermond, als moraboir van Hendrik van Loeven, scholaster der gemelde kerk, in erfpacht genomen te hebben den hotquot; genaamd Franc ken hof in der Milen, zoo als die Lij der Milcnre Inreken gelegen is, voor eenen jaarlijk-schen pacht van 3 paar korens en 4 simmeren, half rogge en half even.
Orig. perk. met twee zegels in groen was, in doos MI, N0 50; een afschrift bevindt zich in het Cartularhim van den H. Geest, 1° gedeelte, bladz. 9.
1440 , 6 September. Des dijnxdaeghz nae senle Gre gorius dage py.e. Dederik van Thoer verkoopt ten overstaan van schepenen van Roermond eenen erfcijns van 1'/., overlandsche Rijnsche gulden gevestigd op anderhalve caemer gelegen bij het begijnhof en op een half huis gelegen in de Munsterstraat aan Dederik van Reesel. Bij transfix dd. 27 Sept. 1461 doet Dederik van Beesel opdragt van dezen cijns aan Johannes Kedel, ten behoeve van de broederschap van het H. Sacrament ende der gerwekameren in op.
Hierin komen voor :
In 1440. Gerard van Oederade, schout, Johan van Baexem en Johan van Wijlre, schepenen.
In 1461. Johan Hillen, schout, Hendrik van Yncken-voert en Johan Knoupe, schepenen.
2 orig. perk. met nog 4 zegels in groen was, in doos VII, N0 40.
— 402 —
1450, 11 Januarij. ües sonnendagks post c/iiphuniam domini. Sibrecht Herkenbosch en zijne echtgenoote Gertrudis verkoopen ten overstaan van regter en laten der voogdij van Roermond te Asselt vier bunders en een morgen land gelegen in het kerspel van Asselt ter plaatse genaamd Op ghen liaede, aan Stats Halbartz en zijne echtgenoote Aleidis.
Orig. perk. zegel verloren, in doos IX, N0 7.
1451, 2 Januarij. Des anderen daiijz me den heiligen jairs dage. Johan van Berge, burger van Roermond, en zijne huisvrouw Elisabeth verklaren, ten overstaan van schepenen van Odiiiënberg, dat zij het goed en erf genaamd dat Ondaert ende Kuyckartz beende gelegen onder de dingbank van Ulenberge tusschen der Uiteren ende dat ondaert voor eenen jaarlijkschen erfcijns van negen Rijnsche guldens en zes kapoenen van het kapittel van den H. Geest te Roermond in erfpacht genomen en ontvangen hebben.
cJ
Afschrilt, in het Cartularium van hel kapittel van den H. Geest, 2° gedeelte, bladz. 1 v0.
1451, 30 September. Datum in Traiecto sub nostra si gill o J.eodiensis diocesis die Jouis tricesima mensis Sep-tembris, anno a nativitale Domini etc. Nicolaus, sacrosancte Romane ecclesie presbiter cardinalis apostolice sedis per Alemani legatus schenkt eenen aflaat in de kerk van den H. Geest te Roermond, op verschillende feestdagen gedurende het jaar.
Orig. perk. lat. met een beschadigd zegel in rood was, hangende aan eene rood zijden koord, in doos VIII N0 2.
— 403 —
1453, 24 Februarij. Op sunt Mathijs (lach des heylyen apostels. Willem, heer van Elmpt, en zijne echlgenoole Elisabeth van Eupt genaamd van Elmpt verklaren, ten overstaan der schepenbank van Echt, aan Pieter Tym-merman, burger van Roermond, te hebben verkocht eenen jaarlijkschen erfcijns van vier overlandsche goede Rijnsche guldens, waarvoor hij als onderpand gesteld heeft verschillende inkomsten, die hij onder Echt bezit.
Bij transfix van het jaar 1470 wordt deze erfcijns aan Gerard Krenen overgedragen, die hem bij transfix van het jaar 1479 wederom overdraagt aan Johan ïruijdcn, priester, ten behoeve van den dienst en de missen, die door Wijnand Haeck in de kerk van den H. Geest te Roermond gesticht zijn.
Drie orig. perk. met het scliepenzegel van Edit in groen was, in doos VIII, N0 40.
1454, 2 Januarij. Bes neysten dneghs mie der hey-lighen jairsdach. Aleidis van Bommel, abdis van 0. L. Vrouw te Roermond, verklaart dat zij om verdere schade van hel klooster te voorkomen, aangezien aen onsser sloet-crecken by onsser moeiten in der Hour en onss die lioir trrffelicken ende grooten schande gedaen heeffl, eene som gelds opgenomen heeft van Hendrik Op Zandt, burger van Roermond; waarvoor zij aan hem en aan zijne echtgenoote gedurende hun beider leven of aan den langstlevende zal geven twaalf malder rogge Roermond-sche maat.
Orig. perk. zegel verloren, in doos VIII, N0 16.
1455, 24 Julij. Op smüe Jacops nvonl apostoli De deken en het kapittel van den H. Geest te Roermond verklaren dat Johan van den Berghe, kanonik in den H. Geest, zijn steynen hvys, gelegen in de schoenma-
— 404 —
kersti'aat aan dat kapittel geschonken heeft, waarvoor zij beloven voor genoemden Johan een eeuwigdurende jaargetijde te zullen houden mit spinden ende anderen gueden wereken zoo als zulks in hunne kerk gebruikelijk is.
Afschrift in het Carlnlarium van hel kapittel van den H. Geest, tweede gedeelte, bladz. 1.
1457, 14 Februarij. Op sent Valenlijns dach. Aleidis Tolleners doet opdragt, ten overstaan van schepenen van Roermond, omme Iroest ende heyle haerer zielen ende vur haeren brueder ende haeren aider zielen van het huis milder hameren en alle zijne regten en toebehooren zoo als het aan Willem Tolleners te sijn plach en gelegen is tegenover den H. Geest, aan Gadert Meiter, deken in den H. Geest, ten behoeve van het kapittel.
Hierin komen voor : Johan van Osen, schout, Sibrecht Herkenbosch en Johan van Oederade, schepenen.
Orig. perk. met nog twee zegels in groen was, in doos VII, Nquot; 35; een afschrift in het Carlnlarium van het kapittel va)' den ƒ/. Geest, 2e gedeelte, bladz. 4.
1457, 20 Julij. Op sijnt Margreten dach des heyligen jonckfr Maes Lewekens en zijne huisvrouw Johanna verklaren voor stadhouder en leenmannen van Wassen-berg dat zij van Lambrecht van der Kraiken, scholaster der kerk van den H. Geest te Roermond, in erfpacht genomen hebben den hof genaamd Francken hoeff in der Mylen, gelijk die bij de Mijlre k er eken gelegen is, voor eenen pacht van 3 paar koren, half rogge eu half even, Wassenberger maat.
Orig perk. niet nog twee zegels in groen was, in doos VII, N0 58.
— 405 —
1458, 22 Julij. Op sent Marien Maf/dalenen dach. De deken en hel kapittel van den H. Geest te Roermond verkoopen ten behoeve van den canonik ende canonix proevenden, die seligc her Sybrecht van Herkenbosch gesticht heeft, eene rente van 10 1/2 Arnoldus Arnhemsche guldens, voor eene hoofdsom van 213 van die guldens mynne twee jlemsche, die zij bekennen te hebben ontvangen en te hebben belacht in behoeff der kerk van den H. Geest, aen beenden Derick van Oest toegehoerende.
Orig. perk. zegel verloren, in doos VII, N0 40.
14G0 5 Februarij. Op sent A gat hen dach virginis. Gadert Meiter, deken, en het kapittel van den H. Geest te Roermond verkoopen eene jaarlijksche erfrente van 9 overlandsche Rijnsche guldens voor eene hoofdsom van 180 dergelijke guldens aan Winand Haecke, kanonik van S' Servaas te Maastricht; het kapittel heeft deze hoofdsom gebruikt tot het aankoopen van Iwee huizen, gelegen in de hegstraat achter hunne school, die tot woning voor kanoniken zullen strekken.
Orig. perk. met het zegel van het kapittel in groen was, in doos VII N0 47.
1460, 28 Junij. Op sent Peter ende Pouwels avent apostoliirnm. Gerard Vereken en zijne huisvrouw Ka-tharina verkoopen, ten overstaan van rigter en laten der voogdij van Roermond bagten in Op, eene rente van 20 bescheyden Arnoldus Arnemschc guldens gevestigd op zeven morgen akkerland, gelegen anden Palach, aan Dederik van Hushaven, priester en kanonik der canonix prouende, die selige her Sijbrecht Herkenbosch, priester, in de kerk van den H. Geest gesticht heeft ten behoeve van genoemden Dederik en de kanoniken, die hem zullen opvolgen.
— 406 —
Hierin komen voor : Leonard Knop, rigter, Johan Morien, zoon en Thys Schueben, laten der voogdij.
Orig. perk. zegels verloren, in doos VII, Nu 34.
1461, 5 Maart. Des vi/fden dnchz in den Meert des maendiz. Gadert van der Masen van Besel genaamd Gobbelinus verkoopt ten overstaan der schepenbank van Swalmen aan Johan van Zuchtelen en zijne huisvrouw Mechtildis eenen jaarlijkschen erfcijns van lo Rijnsche guldens gevestigd op den hof genaamd der hoff op geen hoeue, gelegen onder Swalmen.
Bij transfix van het jaar 1463 verkoopen Johan van Zuchtelen en zijne huisvrouw Mechtildis den vermelden cijns aan broeder Dionisius van Brede, procurator der reguliere kanoniken van het S1 Hieronimus klooster te Roermond, ten behoeve van dat klooster.
Bij een 2° transfix van het jaar 1490 verkoopt broeder Leonard van Zittert, procurator der reguliere kanonieken van het S' Hieronimus klooster, dezen cijns aan Herman Gruyter, deken van het concilie van Wassenberg en kanonik in den H. Geest te Roermond, ten behoeve van twee erfmissen, die jaarlijks in de kerk van den H. Geest moeten gelezen worden op het altaar onder den heijliyen Cruijts op der lihcrarijen.
Drie afschriften in het Cartularmm van het kapittel van den H. Geest, 2e gedeelte, bladz. 29—30 v0.
1461, 3 Julij. Des dins tags neist nae ons er lieven fr ouwen dach visitacionis. Willem van Nesselroide, ambtman en stadhouder, Emont van Barle en Willem Denen, leenmannen te Bandenraede, verklaren dat Martijn Nedzen voor hen verschenen is en bekend heeft aan Lambrecht van der Kraken, scholaster, ten behoeve der scholasterij in de kerk van den H. Geest
— 407 —
te Roermond schuldig te zijn eenen pacht van zes malder rogge, Roermondsche maat, gevestigd op gijnen ho/f ind goü zo GeijtsUippen, onder Vlodrop in hot ambt van Montfort gelegen.
Orig. perk. met drie zegels in groen was, in doos VII, N» 59.
'1462, 23 April. Op sent Marcus (lach evangelisle Dederik Pollart, kanonik van 0. L. Vrouw te Aken, verkoopt ten overstaan der schepenbank van Linne eenen jaarlijkschen erfpacht van acht paar koren, half rogge en half even, gevestigd op alle alsukken scepen (/net als hij liggende heeffl in den gericht van Lgnne, gehoerende in den alden hojf tot Osen, aan Johan Tilmans en zijne huisvrouw Gertrudis.
Orig. perk. met een zegel in groen was, in doos VII, N0 45.
1462 , 6 Junij. Op den sessden dach Junij des maendts. Wynand Haeck, kanonik van Sl Servaas te Maastricht, doet, ten overstaan van schepenen van Echt, opdragt van eenen erfcijns van twaalf overiandsche Rijnsche guldens aan Hendrik van der Kraken, ten behoeve van den rector der vier missen, die door bovenge-noemden Wynand Haeck in de kerk van den H. Geest gesticht zijn.
Tvvje orig. perk. met twee beschadigde zegels der schepenbank van Echt, in doos VIII, Nquot; 1.
1463 , 29 Januarij. Des neesten saterdaechs nae sent Puuwelsdach conuersionis. Claas Moesberch verklaart ten overstaan der schepenbank van Roermond , dat hij van Gadert Meiter, deken van den H. Geest te Roermond in erfpacht genomen heeft een huis en ert genaamd ter II uv er ij en gelegen achter der moeren voor eenen jaar-
— 408 —
lijkschea erfcijns van drie en een halve Rijnsche guldens, die hij telken jare op paaschdag aan het kapittel van den H. Geest zal voldoen.
Hierin komen voor: Jolian Hillen, schout, Gadert Hillen en Johan van Zuchtelen, schepenen.
Afschrift in het Car hilar ium, van het kapittel van den li. Geest, lc gedeelte, bladz. 33 v0.
1463 , 15 September. Op donrestach na des heilgen Cruytsdach exallationis, andach onss frawen iSatiuitalis. Koen van Rade , de jonge , doet opdragt ten overstaan der schepenbank van Melick en Herkenbosch, aan Sweder van Redychoven, voogd van Wassenberg, ten behoeve van den jonkheer Vincentius, graaf van Meurs en Sarwerden, van eenen hof gelegen onder Melick, genaamd Bekershoff'.
Bij transfix dd. 22 November 1463 doet bovengenoemde Sweder opdragt van dezen hof ten behoeve van Willem Gruyter en zijne erven.
Twee orig. perk. met twee zegels in groen was, in doos VII, N0 44.
1465 , 29 Junij. Op senle Peters cnde Pouwets dach aposlolorum. Dirk Pollart, genaamd Kraen, verkoopt ten overstaan der schepenbank van Roermond eenen jaarlijkschen erfcijns van 10'/, bescheiden Arnoldus Arnhemsche guldens gevestigd op zijn huis gelegen in der Monslerstraten aan Seger Kremer van Bruggen ; deze cijns mag ten alle tijde afgelost worden tegen betaling van 100 Rijnsche guldens.
Hierin komen voor; Johan Hillen, schout, bibrecht Herkenbosch en Dirk de Wilde van Mersen, schepenen.
Afschrift in het Gartularium van liet kapittel van den H. Geest, 2° gedeelte, bladz. 5 v0.
— 409 —
'1465, 14 September. Op der heiligen Cruytzdach exaltationis Willem, heer te Elmpt, verklaart dat Hein Clompe van Thomas Smeets, pastoor te Elmpt, en van zijne zuster Jutta den halven hof genaamd Rijerhoff onder Elmpt gelegen voor eenen jaarlijkschen pacht van 10'/2 malder koren in erfpacht genomen en ontvangen heeft. Bij transfix van het jaar 1467 draagt bovengemelde Jutta tot heil van hare ziel en van die harer broeders Gadert en Thomas, welke laatste kanonik was van den H. Geest te Roermond die dat in sijnen lesten heeff't begeert, 6'/. malder van den vermelden erfpacht op aan het kapittel van den H. Geest, mits daarvoor na haren dood alle weken op Sl Romboltz altaar eene mis gelezen worde.
cJ
Twee afschriften, in het Cariularmm van hel kapittel van den H. Geest, 2° gedeelte, bladz. 6 verso en 7.
'1467, 4 February. Op onse lieuer vrouwen auont purificationis. Nelys Olyslegher verkoopt eene erfrente van twee Rijnsche guldens, gevestigd op een stuk land gelegen buiten de Zwartbroecker poort ten behoeve van de broederschap van het H. Sacrament inder moder-kircken in Op.
Hierin komen voor: Johan Hillen, schout, Dederik HoifFt en Hendrik van den Grijnde, schepenen van Roermond.
Orig. perk met drie zegels in groen was, in doos VIF, N» 53.
1468, 47 Maart. Op sent Geertruden dage Virginia. De deken en het kapittel van den H. Geest verkoopen een huis aan Wynand Haeck, kanonik van S1 Servaas te Maastricht, ten behoeve van den rector des dienst ind
27
— 410 —
der tnyssen, die door genoemden Wynand in de kerk van den H. Geest gesticht zijn.
Orig. perk. zegel verloren, in doos VII, Nu 42.
1468, 28 Maart. Des manendaighz nae onss heuer vrouwen dach nnnuntiationis. Willem van Vlodrop, riddei en erfvoogd van Roermond, en zijne huisvrouw Cecilia van Elderen verkoopen eenen erfcijns van twaalf goede overlandsche Rijnsche guldens op hunnen hof te Asselt onder het gerigt van Swalmen gelegen aan Gaderl Meiter, deken in den H. Geest te Roermond, ten behoeve van hel kapittel aldaar.
Afschrift in het Cartularium van hel kapittel van den H. Geest, 2e gedeelte, bladz. 2.
1468, 29 Maart. Des dinxdags nae onss Heuer vrouwen dach annuntialionis. De deken en het kapittel van den H. Geest te Roermond vergunnen aan Willem van Vlodrop, ridder en erfvoogd van Roermond, en aan zijne huisvrouw Cecilia van Elderen om den aan het kapittel verschuldigden erfcijns van twaalf Rijnsche guldens, te kunnen aflossen wanneer zij zulks verkiezen, mits betalende eenc hoofdsom van twee honderd veertig Rijnsche guldens.
Bij een tweeden briel van 22 December 1483 verklaart het kapittel um sunderlinge gunsten ende vrintscappen wille dal Willem van Vlodrop en zijne echtgenoote Cecilia van Elderen dezen cijns legen een bedrag van twee honderd Rijnsche guldens kunnen lerugkoopen.
Twee afschriften in het Cartularium van het kapittel van den H. Geest, 2° gedeelte, bladz. 3.
1469, 27 December. Op sent Johans dach ewangeliste. Jacob Sparren verkoopt ten overstaan van schepenen van Roermond eenen cijns van zes Rijnsche guldens
— 411 —
aan Dederik Hoiffl, burgemeester van Roermond, ten behoeve eynre capellen ind allures, die door wijlen Johan van Montefya in de kerk van den H. Geest gesticht zijn.
Hierin komen voor : Johan Billen, schout, Hubrecht van Hushaven en Gerard van Parle, schepenen.
Twee orig. perk. met een zegel in groen was in doos VII, N° 55.
147 I , 19 Julij. Op sint Mar gar et hen auonl virgitlis. Gadert Meiter, deken in den H. Geest te Roermond, verkoopt len overstaan der laatbank van Leeuwen eenen jaarlijkschen erfpacht van 2'/, malder rogge gevestigd op een stuk akkerland genaamd dat dailacker en gelegen te Leeuwen aan Leonard, den baide van Linne, ten behoeve der kerk aldaar.
Door een transfix dd. 30 Januarij 1480 wordt tusschen het kapittel van den H. Geest en de kerk van Linne eene ruiling aangegaan, waarbij twee malder rogge van den vermelden erfpacht ten behoeve van het kapittel en het overblijvende malder ten behoeve der pre-sentiën worden afgestaan ; daarentegen verkrijgt de kerk van Linne in eigendom van dat kapittel twee stukken lands onder Linne gelegen.
Twee orig, perk. met zes zegels in groen was, in doos VII, N° 36.
1471, 19 Julij. Op senle HJ org ar eten auont Virginia. Gadert Meiter, deken, en het kapittel van den H. Geest te Roermond verkoopen, ten overstaan der laatbank van Leeuwen, eenen jaarlijkschen erfcijns van 2'/, malder rogge gevestigd op verschillende landerijen onder Leeuwen gelegen ten behoeve der kerk van Linne. Aangezien het kapittel sloile ende schelinge mil den van Lynne gehadt heeft omtne des gehaltswille van der kercken
— 412 —
in Lijnne, zoo is met den verkoop van bovengemelden cijns deze twist bijgelegd en zal het kapittel vooitaan tot niets anders gehouden zijn dan tot het onderhoud der groote klok en van het schip der kerk, gelyck dat inden capittelsboeck gescreuen steil.
Afschrift in het Cartidarium van het kapittel van den H. Geest, 2° gedeelte, bladz. 14 v0.
1472, 8 December. Op onss lieuer vrouwen dach conceptionis. Coen van Zwalmen en Renier Verwer, meesters der broederschap van Sl Jacob, verklaren voor schepenen van Roermond dat zij thans in de kerk van den H. Geest op S1 Jacobs altaar in de week vijf missen laten lezen ; dat wijlen Peter Scrijver aan die broederschap eene rente gegeven heeft van 2/ rijnschen gulden en 3 malder rogge jaarlijks, gevestigd op het steenen huis dat Heynrix van Osen te sijn plach, aen den merckt beneuen der slathuys gelegen, ten einde daaruit bij de vermelde vijf missen eene zingende mis op hetzelfde altaar te doen houden op iederen maandag der week naider metten. Genoemde meesters stellen deze rente tot onderpand in handen van Johan van Nijmegen, kanonik. Herman Rietmekers, priester en Jacobus Scrijver, als executeurs van vermelden Peter Scrijver, opdat daaruit de kosten dezer zingende mis kunnen
bestreden worden.
Hierin komen voor; Dirk van Kruchten, schout, Hendrik Kellener en Arnold Neutken, schepenen van Roermond.
Orig. perk. met drie zegels in groen was, indoosYIl, N» 33.
1473, 21 Januarij. Des neisten daighs nae sent Fabi-anus ind sent Sehastianus dach martyr is. Willem Reynkens en zijne huisvrouw Agatha verklaren ten overslaan dei
— 413 —
schepenbank van Odilienberg (Ulenberge), verschuldigd te zijn aan broeder Johan Abroicke, prior van sentc Petersberge dat men noempt Lllenbergc, in orber ind behueff des gemeynen conuenls eene som van zeshonderd Rijnsche guldens, waarvoor zij alh fiuen erue ende guel, gereit md ongereil onder de schepenbank van Odiliënberg gelegen ten onderpand stellen.
Bij transfix dd. 15 December 1473 wordt bovengenoemde prior door de schepenbank van Odiliënberg in het bezit gesteld der verpande goederen, vermits de vermelde som op den bepaalden vervaldag niet terugbetaald is geworden.
Twee orig. perk. met nog een zegel in groen was, in doos VIII, N° 3.
'1473 , 9 Julij. Des vrijdaighz nae onss lieuer vrouwen dach visitationis. Dirk van Kruchten, scholtis van Roermond, verklaart ten overstaan van Thijs van den Grijnde en Johan Hillen, schepenen van Roermond dat Johan Drivener, kanonik in den H. Geest aldaar, hem den jaarcijns heeft terugbetaald, die gevestigd was op het huis van Winand Haeck, dat vroeger aan dat kapittel heeft behoord.
Afschrift in het Cartularium van het kapittel van den H. Geest, 2° gedeelte, bladz. 6 v0.
1475 , 14 April. Op sent Lambrechlz dach episcopi. De magistraat van Roermond verkoopt eenen jaarcijns van zes overlandsche Rijnsche keurvorstelijke guldens aan Wijnand Haeck, pastoor te Wyswijlre ; drie gulden daarvan ten behoeve der vier coralvn, die derselue heer Wynanl in de kerk van den H. Geest gesticht heeft, en de drie overblijvende gulden ten behoeve der presentiën in dezelfde kerk.
Orig. perk. met het beschadigde groote zegel der stad, in doos VII, N0 37.
1477 , 16 April. Opten sestienden dage des maends April. De prior en het convent van Sl Hieronimus te Roermond verklaren dat zij met vergunning van Theo-dricus van den Grave, prior van het klooster van Windes-heim, aan de devote sus ter en des susterhuys van sent Augus-tinus regel gelegen binnen Coilen op sente Gereoens straisse geheisschen her Schelen conveni, eene jaarlijksche erfrente verkocht hebben ten bedrage van 40 overlandsche Kijnsche guldens, die zij jaarlijks op S1 Andriesdag aan het gemelde zusterhuis zullen voldoen en zulks wegens eene hoofdsom van 1000 overlandsche Rijnsche guldens, die zij bekennen ontvangen te hebben.
Orig. perk. met het zegel van het Hieronimus convent en het beschadigde zegel van den prior van Windesheira, beiden in groen was, in doos VIII, N0 27.
1479 , 17 Maart. Op sent Gertruden dach virginis. De magistraat van Roermond verklaart schuldig te zijn eene jaarlijksche erfrente van tien overlandsche Rijnsche guldens aan Rroeder Sibrecht Joirdens, prior van het convent van den H. Hieronimus te Roermond, in urber ind behueff des gaitzwijns ind gaitzbroitz tot den missen ind dijenst in dat convent.
Orig. perk. zeer beschadigd, zegel verloren, in doos VIII, Nquot; 55.
1479 , 22 November. Op sunte Cecilien dach virginis. Jonker Hendrik Kollart van Lynden genaamd van Nuyn-hem en zijne echtgenoote Elisabeth van Erpe verkoopen aan Johan van Nijmegen, deken van den H. Geest te Roermond, ten behoeve van het kapittel eenen jaarlijk-schen erfcijns van zes goede overlandsche keurvorste-lijke Rijnsche guldens, gevestigd op zijnen beemd, groot
— 415 —
twee bunder en gelegen beneuen den bacnde van Mylen-horch den heren van sente Elisubellen daile toebehorende
Afschrift in het Carlularinm van hel kapittel van den H. Geest, gedeelte, bladz. 10 vquot;.
1480 , 19 Februarij. Men sis February die decima nona. Jan van Horn, bisschop van Luik, verleent zijne toestemming aan Herman Gruyter, deken van het concilie van Wassenberg, tot het stichten van een draagbaar altaar ter eere van het H. Kruis op hel zangkoor der kerk van den H. Geest te Roermond.
Afschrift, lat. in liet Cartularium van het kapittel van den H. Geest, 2e gedeelte, bladz. 28.
1481 , 16 December. Opten sestiensien dach men sis Decembris. Merten, heer van Polham, ridder, stadhouder van den aartshertog van Oostenrijk, hertog van Bour-gondië, Brabant, Gelre, enz. stadhouder en gouverneur van Grave, van het land en de heerlijkheid Cuyck, verklaart dat voor hem verschenen is Johan, zoon van Zijben Joirdens, die in zijne handen afstand gedaan heeft van de hem toebehoorende tienden te Oirlo in het land van Kessel. Hij verklaart voorts met die tienden beleend te hebben Willem Robyns als momboir van het convent der reguliere kanoniken te Roermond genaamd het Hieronimus klooster.
Orig. perk. zeer beschadigd, zegel verloren, in doos VIII, N» 38.
1482 , 5 Februarij. Des dynxdaighs nae onser lieuer vrouwen dach purificationis. De magistraat van Roermond verkoopt eenen jaarlijkschen erfcijns van acht goede zware Rijnsche guldens en negen keulsche witpenningen aan hel kapittel van den H. Geesl te Roermond ten'
behoeve eyns besilters der canonix proitaden in dersehier kir ken der wir gichter sijn ind die der bisscop van Ludiek gespletten heeft vyten altair van Johan van Monteftja.
Afschrift, in het Cartularium van het kapittel van den H. Geest, 2° gedeelte, bladz. 13.
1482 , 6 Februarij. Des dynxdaighz nae onzer tiener vrouwen dach purificationis. De magistraat van Roermond verkoopt eenen jaarlijkschen erfcijns van acht goede zware Rijnsche guldens en negen Keulsche witpenningen aan Kerstken van der Velde, priester en vicaris in de moederkerk in Op, rector van het altaar van S1 Johannes en S' Joris in de kerk van den H. Geest te Roermond, welk altaar door wijlen Johan van Monteftja gesticht is.
Orig. perk. met het groote zegel der stad in groen was, in doos VII, N0 29.
1482 , 11 Mei. Die vera undecima mensis May. De deken en het kapittel van den H. Geest te Roermond verklaren onder zekere voorwaarden hunne toestemming te hebben gegeven aan Johannes de Stabroick, prior te Odiliënberg, tot de inlijving van het rectoraat der kerk of quarta capella van Odiliënberg bij het convent van de orde van Jerusalem aldaar, nadat Johannes Baelen , laatste rector dier kerk, afstand daarvan gedaan had.
Afschrift, lat. in het Cartularium van het kapittel van den H. Geest, 2e gedeelte, bladz. 16.
1483, 27 Maart. Des seuen ende twyntichsten dach in den maent van Meert. Burgemeesters, gezworenen, raad, onderzaten en inwoners van Bree, Beek, Gordingen en Reppel bi eyn gheboden in den vier kerspelen ende milter doeken vergadert tot Brede in den gewanthuys verkoopen eenen jaarlijkschen erfcijns van 30 bescheiden gouden Rijnsche guldens munt der vier keurvorsten van den
— 417
Rijn, gevestigd op Jan Kerslenshoff in den kerspel van Brede, Adam Symonshoiff in den kerspel van Beeck, Johun Coppenhoff' in den kerspel van Gerdingen , cnde Mathijs Rultenhoff in den kerspel van Reppel, aan Jolian Drivener, kanonik in den H. Geest te Roermond, ten behoeve van den rector van hel altaar dat hij dencht le fonderen ende te slichten off God wilt in de vermelde kerk van den H. Geest.
Afschrift in het Cartularium van het kapittel van den H. Geest, 2C gedeelte, bladz. 23.
1483, 20 Augustus. Die vero vicesima tnensis Angusli. Winandus Haeck, priester schenkt bij testament verschillende cijnsen en renten aan het kapittel van den H. Geest te Roermond en geeft tevens aanwijzing waaraan die moeten besteed worden.
Afschrift, lat. in het Cartularium van het kapittel van den H. Geest, 2e gedeelte, bladz. 18.
1486, 2 October. Des tweden dachs in Octobris. Rurgemeesters, gezworenen, raad, onderzaten en inwoners van Rree, Reek, Gerdingen en Reppel, bi eun i/hcbudai in den vier kerspelen ende milt er doeken vergadert tol Brede in den gewanthuys verkoopen eenen jaarlijkschcn erfcijns van 12 bescheiden gouden Rijnsche guldens munt der vier keurvorsten van den Rijn gevestigd op Willems tngheen Schoenhocff in den kerspel van Brede, Jan Clauwertzhoff in den kerspel van Beeck, Dryes Cliiytz-hoff in den kerspel van Gerdingen en Cleesken op die Uoeffhoff in den kerspel van Beppel. aan Johan Drivener, kanonik in den H. Geest te Roermond.
Afschrift in het Cartularium van het kapittel van den H. Geest, 2e gedeelte, bladz. 24.
— 418 —
1488, 10 Julij. Des theende daechs in Julio. Burgemeesters, gezworenen, raad, onderzalen en inwoners van Bree, by eyn geboeden tn den gewanlhuys meltev doeken vergadert, verkoopen eenen jaarlijkschen erfcijns van 9 bescheiden gouden Rijnsche guldens, munt dei-vier keurvorsten van den Rijn, gevestigd op Heynen Grestersho/f opgheen mujsen gelegeti aan Johan Drivener, kanonik in den H. Geest te Roermond, ten behoeve van den rector van het altaar dat hij dynckt te funderen oft te slichten offt Got wilt in de vermelde kerk van den H. Geest.
Afschrift in het Cartulanum van het kapittel van den H, Geest, 2« gedeelte, bladz. 25.
1488, 3 October. Des vrydaichs nae sente Remeyssdach. Hendrik van Kessel, als stadhouder van wege den hertog van Gelre, verklaart dat Willem van Vlodrop, erfvoogd van Roermond, met toestemming van zijne echlgenoote Cecilia van Hamell en van Elderen, aan broeder Johan van Abroick, prior van sint Petersberghe ghenant sunte Odilienbergln:, ten behoeve van het convent aldaar verkocht heeft het vierde deel van den hot 'l geen ouwen gelegen in het kerspel van Odiliënberg ; deze verkoop is geschied voor de twee honderd Rijnsche guldens, die vrouwe Elisabeth van Haifften, echtgenoote van wijlen Gerard van Vlodrop, van wege ende voir desselven heren Gerartz zyele aan dat convent gegeven had.
Orig. perk. met nog een beschadigd zegel in groen was, in doos VII, N0 25.
1488, 22 October. Des neesten duighz naeder el, dusent Meeyhden dach Johan van Baickhave bekent \üoi schepenen van Roermond schuldig te zijn aan INese en Billeken Frederix, gezusters, begijnen op den Nyenhoeue
— 419 —
te Roermond, eene rente van twee Rijnsche guldens gevestigd op de helft van een huis gelegen op de Zwalmer stralen.
Bij transfix dd. 9 February 1519 doel Hillekeii Frederix opdragt van deze rente aan Johan Portmans, pastoor, Nese van Pruymen en Leonarda van der Mazen, meestersen opten Nawenhoff'. namelijk een gulden vur eyne erff'lamp in der kircken des nuwenhoffz vurss. Ir lemen en den anderen gulden ten behoeve eener erfmis, die jaarlijks op S' Annadag mil eynen sermoen in vesperen gedaan zal worden.
Hierin komen voor :
In 1488. Arnold Neutkens , schout , Thijs van den Grijnde en Lambrecht Pijll, schepenen van Roermond.
In 1Ö19. Dederik van Kruchten , schout, Rabet van Dorsdale en Johan van Lomme, schepenen.
Twee orig. perk niet twee zegels in groen was, in doos VIII, N0 52.
1489, 1 October. Op sent liemeysdach confessoris. De magistraat van Roermond verkoopt eenen jaarlijkschen cijns van zes bescheiden oeverlenlsche Rijnssche koirfor-siehcke guldens aan Herman Gruyter , kanonik in den H. Geest te Roermond, ten behoeve als volgt: 4 /, Rijnschen gulden voor eynre erff'syngende missen alle vrydaighz op des heyligen cruyls allair in den heyligen geyst vurss. op der liberarijen gedaen te werden; Rijnschen gulden in behucff eyns scoilmeislers, die die misse sal helpen singen en de overblijvende Rijnsche gulden ten behoeve der presentiën.
Orig. perk. met het grnote zegel der stad in doos VII, N0 27 ; een afschrift bevindt zich in het Carlularhtm van het kapittel van den H. Geest, 2e gedeelte, bladz. 29 v0.
— 420 —
1490, 10 Juni). Men si* Jung die decima. De Luiker officiaal le Maastricht resideerende schrijft aan alle hem onderhoorige priesters, notarissen, enz. over een geschil tusschen den investitus der parochiekerk te Roermond en het kapittel van den H. Geest aldaar in betrekking tot de processie, die jaarlijks op den S'10quot; dag na Pinksteren gehouden wordt en over de ongeregeldheden, die door toedoen van den investitus daarbij zouden
zijn ontstaan.
Afschrift, in het Cartularium van hel kapittel van den
H. Geest, 2C godeelte, bladz. 16 vquot;.
1492 , 24 Maart. Op onser lieuer vrouwen aiionl annuntiatioms Marie. De deken en het kapittel der kerk van den H. Geest te Roermond verklaren aan Hendrik Block voor eenen jaarlijkschen erfcijns van zes oude Johannes braspenningen verpacht te hebben het regt, dat zij verkregen hebben aan Weiter vleyshouwersbanck in de vleeschhal, die onser kirken voer eynen jairtzyns
is blijven liggen
Bij brief van denzelfden dag verklaart Hendrik block
deze bank voor den vermelden cijns aan te nemen.
Twee afschriften in het Cartularium van het kapittel van den H. Geest, 2« gedeelte, bladz. 19.
1493, 14 Februarij. Op sent Valenlijns dach mar Uns. De magistraat van Roermond verkoopt eenen jaarlijkschen erfcijns van twee bescheiden oeuerlentsche Rgnsche koir-furstelicke gulden aan den deken en de kanomken van het kapittel in den H. Geest te Roermond ten behoeve van dat kapittel omme twee erffmemoricn dair van te halden in der kirden van den H Geist, zoo als Johan Drivener zulks in zijn testament bevolen heeft.
Orig. perk. met het groole zegel der slad, in doos VII, N0 38.
— 424 —
1493, 11 Mei. Des elfden daeghz in den Mey des maendls. Herman Gruter, deken van hel concilie van Wassenberg, bekent voor schepenen van Roermond schuldig te zijn aan Johan van Nijmegen , deken, Engelbrecht Goltsteyn, scholaster in den H. Geest, en Kerstken van den Velde, vicarius- van de S' Christoffels-kerk te Roermond , als uitvoerders van zijn testament eene som van 300 overlandsche Rijnsche guldens gevestigd op zijn huis gelegen in de hcggesiraeie en op eenen moeshof buiten de Moirkensporte.
Hierin komen voor; Hendrik van Leyverloe der hade rechter op deser tijt, Steven van Venray en Dirk Hillen, schepenen.
Afschrift in het Cartularium van het kapittel van den H. Geest, 2° gedeelte, bladz. 33 v0.
1493, 22 October. Den Izwcy ind zwensichsten dagh in den maynt Octohris nemligh sint Cordalendaqh. Johan van Myrlair , heer te Milendonk , en zijne echtgenoote Agnes van Odenkirchen verkoopen eene jaarlijksche erfrente van elf Keulsche guldens, iedere gulden gerekend tegen vier en twintig witpenningen, aan Hendrik Schümer, burger van Gladbach.
Orig. perk. zegels verloren, in doos VIII iN0
1494, 10 Augustus. Op sent Laurenlius dach martiris. De magistraat van Roermond verkoopt eenen jaarlijkschen cijns van vijf beschei/dcn oeverlentsche Rijnsche koirfurslel. guldens aan Engelbrecht Goltsteyn, kanonik in den H. Geest te Roermond, en Korstken van den Velde, vicaris der moederkerk aldaar, als uitvoerders van den laatsten wil van Herman Gruyter , in leven kanonik in den H. Geest , ten behoeve eener erfmis op het altsar van het 11. Kruis op den oxael in den 11. Gei/st.
Orig. perk. met het groote zegel der stad in doos VII, N0 2G.
— 422 —
1494, 11 November. Op sent Mertyns dach episcopi. De magistraat van Roermond verkoopt aan Joost Kremer eenen jaarlijkschen erfcijns van zes overlandsche Rijn-sche keurvorstelijke guldens.
Bij een transfix van het jaar 1495 schenkt Joost Kremer dezen cijns aan de huisarmen van Roermond ten behoeve eener er/fprouanden alle weken des rnanen-(tuighz in den gasthuyse te spynden.
Twee orig. perk. met twee zegels in groen was, in doos VIII, N» 42.
1493, 15 Mei. Op den vrijdaeghe na den heiligen sonnendach Jubilate. Willem van den Hoen, Johan van Orssoy, Johan Oppen Dijck en Dirk van Rijsswick brengen als vrienden en scheidslieden een vergelijk tot stand tusschen Rernt, Dirk en Guedken van den Hoen, kinderen van wijlen Johan van den Hoen, in betrekking tot de nalatenschap hunner ouders.
Orig. perk. met nog 2 zegels in groen was, in doos VIII, N» U.
1496, 2 Januarij. Des neesten daighz me den lieyii-ghen jairsdach. Gijs Knoeckz en zijne huisvrouw Catha-rina schenken aan Hendrik Schotten, rentmeester van het kapittel in den H. Geest, eene erfrente van \'/t keurv. Rijnschen gulden ten behoeve als volgt : een gulden voor den koster der H. Geest kerk var synen arbeyt van den doeken te luyden tot den vyff missen te singhen in die kerk de 1° des maandags op Sl Jacobs altaar, de 2e dingsdags op O. L. Vr. altaar, de S0 donderdags op S' Romotz altaar, de 4C des vrijdags op het H. Kruis altaar op den oxnel en de 5° des zalurdags insgelijks op O. L. Vr. altaar ; '/, gulden tot gehalt van den clockzeylen, wyequast ende hollknlen tot den vurscr. missen te gebruyeken.
— 423 —
Hierin komen voor Dederik van Kruchten, schout, Johan van Hukelhaven en Gerard Kremer, schepenen van Roermond.
Afschrift in het Cartularium van het kapittel van den H. Geest, 2C gedeelte, bladz. 34.
1496, 3 Februarij. Die vero mercurij tercia mensis Februari]. Leonardus de Pruineren, conservator jurium et privilegiorum universitatis Coloniensis , doet, als opperste scheidsregter, uitspraak in een geschil ontstaan tusschen ïheodricus de Hushoeven, legum baccalaureus en kanonik van den H. Geest te Roermond, ter eenre en de deken, vice-deken en kanoniken van den H. Geest ter andere zijde over de verdeeiing der presentiegelden van het kapittel.
Als scheidsregters komen voor: Tilmannus Slecht , decretorum doctor, proost der H. Apostelen kerk te Keulen , Johannes de Dalen, in decretis licentiatus, advo-catus, civis coloniensis et Henricus Hushoeven, legum baccalaureus.
En als getuigen : Johannes F abri de Buremunda , Petrus Gutzenraid, clericus Leodiensis et Hermanns Gra-venkamp, clericus Coloniensis diocesis.
Orig. perk. lat. opgemaakt door den notaris Gotfridus Tzevel de Floverich en voorzien van zijn notarieel merk in doos VIII, N0 11. Een afschrift bevindt zich in het Cartularium van h 't kaïiillel van' den 11. Geest, 2e gedeelte, bladz. 32 v0.
'1Ö03, 20 Mei. Dess dinxdags nae sent Servaes dach episcopi. Hertog Karei verleent aan de burgers van Roermond vrijdom van tol te Maas- en Zaltbommel , maakt bepalingen in hoeverre de doodslag als zelfverdediging moet beschouwd worden en verklaart dat in dat geval
_ 424 —
de doodslager niet meer dan sijn lylf ind syne halm erue ende guet dat hy hedde venvracht not lit verbrueckt sal hebben.
ürig. perk. get. Charles met het zegel van hertog Karei in rood was, In doos VIII, N0 10. Een afschrift bevindt zich in Jura el privilegia I, bladz. 178 en is in deel I, bl. 221, van dezen inventaris opgenomen.
1509, 14 Februari]. Op synt Valentyns daich des hil-gen mertelers. De prior en het convent van St. Hiero-nimus te Roermond verklaren schuldig te zijn aan de geystelicke mater ind gemeynen convent van synt Augus-tinus regel gelegen bynnen Colen op Sl Gereoens strate gehelten her Schelen convent, eene hoofdsom van 100 gulden die zij aan vervallene interesten schuldig bleven, dorch verloep ind schaden die zij vede halven eyn lange Hjt gehat ind geleden hebben; zij verklaren voorts dat gemeld convent van S1 Augustinus hun heeft vergund deze hoofdsom zonder jairrynt, bait ojj' hantgelt te mogen behouden tot dat zij de rente van 40 gulden, aan dat convent verschuldigd, zullen aflossen.
Orig. perk. met het zegel van het Hieronimusklooster in groen was, in doos VIII, N0 28.
1509, 4 Augustus. Des satersdaighz me sent Peters dach ad vincula. Gertrudis Scheepers bekent ten overslaan der schepenbank van Roermond aan het kapittel van den H. Geest schuldig te zijn en te blijven eene jaarlijksche erfrente van 25 stuivers Roermondsche munt, gevestigd op het huis gelegen op den Kaenle, dat zij van het kapittel gekocht heelt.
Hierin komen voor ; Dederik van Kruchten, schout, Hendrik van der Kraken en Rabet van Dorsdale, schepenen.
Orig. perk. met drie beschadigde zegels in groen was, in doos VIII, N» 58.
op het
DERDE STUK
van dezen
A. Abdissen van 0. L. Vr. Munster. Richardis, 190—193. Elisabeth, 219, 220. Oda, 200. Gertrudis, 230, 231. Fritz-windis DE SwALMEN , 231. Bela van Malborg , 233, 238, 240. Margaretha van Elmpt, 249, 255. Maria van Driel, 258, 259, 2G1, 267, 272, 277. Aleidis van Bommel, 403. Wilhelma van Kessel, 282, 287. Abli.nus, pincerna, 192. Abroick (van) Johan, 295, 413, 418. Adellijke vrijdom, 53. Admiraliteit, 38. Aelst (de) Jacobus, 274. Aerschot (hertog van), 8, 116, 142 , 316, 324. Afferden, 93. Aken, 105, 183, kapittel van — 188, 198, 202. Adalbertus-kerk te — 188. Johannes van- 33, 37, 130, 135, 140—142. Bernardus van — |
103. Henricus van — 129. Albertüs, pastoor van Roerm. 194. Aldekerk, 94, 189,190, 193, 194, 195, 219, 220, 285. alemannij,(Donato)kolonel, 163, 179, 349, 358, 363, 367. Alpen (van) Arnoldus, 257. Altaar van de H. H. Andreas en Elisabeth, 202; - van de H. Anna, 209 ; - van de H. Catha-rina, 289; - van den H. Geest, 256 ; - van de H. H. Johannes en Joris, 416; - van het H. Kruis, 293, 295—297; - van de H. Maria Magdalena, 253, 385; - van den H. Mathias, enz. 295 ; - van denH. Michiel 248, 385; - van den H. Ru-moldus, 103; - van het H. Sacrament 278 ; - van den H.Silvester, 289,290,294; -van de H. Ursula, 296. Altena, (van) Dirk 191, 199. Aleidis , 195 , 196. Wilhelmus , 203. Altendorff, Filips, 98. |
— II —
Andekmont, kolonel, 179. Apelteren, 15. Daniel van- 242. Arcen, (fort te-) 4, 159. Arias, kolonel, 163. Arkel (van) Willem, 256. Arkentel (van) Hendrik, 195. Arnhem, 36, 99, 100, 139 ; - kwartier 55. Arnold, hertog van Gelre, 262, 280, 284, 285. Arras, beleg van - 336, 337, 339. Arssen (van) Gossen, 47. Arwilre (de) Johannes, 389. Arwinkel (van) Gertrudis, 230, Henricus, 374 , 376 ; Statze 375. Asenraade, 210, 213, 215, 234. Theus van- 388. Asselt, 123, 125, 219, 341. hof te- 96, 402, 410. Jo. 29. Godart van- 260. Her-mannus de-199. Sibertus de-199. Averrode, abdij, 211, 212,218. B. Baarlo, 355. Bacheyn (van) Johannes, 390. Bake, Conrard, 237, 375, 377. Gerard, 237. Baest (de) Jordanus, 274. Baexen (van) Hans Willem, 123. Johan 263. Hendrik, 276. Balduinus, aartsdiaken, 196. Barle (van) Emont, 406. |
Barsdunc (de) Gerardus, 193. Henricus, 193. Bart de Boemell, Paulus, 393. Batenburg, 15, 52. Florentius de- 199, 208. Beckraede (van) Johannes, 297. Beeckhave (de) Johannes, 260, 418. Beegden, 291. Beek, 416, 417. Zozo van-227. Beesel, 292. Dederik van-401. Begijnhof te Roerm. 130,189, 293, 297. - te Venlo , 119. Belvedere (de) markies, 112. Bentinck, 114, 116. Berensauwe (van) Johan Bertram 5, 62. Willem, 5. Bereux, Cl. 326. Berg, vorstendom, 120. Bergh (van den) Frederik 107, 108. Hendrik, 8, 27, 69, 70, 71, 106, 119, 121, 122. (op den-) Elisabeth, 5. (van-) Cylle, 389. Berghe (de) Hubertus, 394. (van den) Johan, 403. (van) Coinon, 221. Gerardus, 221. Henricus, 221. Johannes, 221, 402. Wilhelmus 221. Berkelaar, hof te- 216, 218, 256. Bernardus , prior van Roermond, 51. Bette (van) Willem, 60, 63,67. Bettenrode, 189, 192. Beijens, Frederik, 316. Biderinc, Johannes, 230. |
Billiton, Johannes, 297. Bilsenhaeffe (van den) Wijn, 388. Bitot, Francois, 335, 336, 360. Blerik, 355. Blitterswijck, 50. Block, Hendrik, 420. Bobbelaert, Dederik, 244. Bocarmé , (graaf van-) 350 , 352. Bocholt (van) Arnold, 77, 177, 323, 328, 341, 359. Johan Willem, 64. Boechem (de) Bruno, 397. Boers, Mathias, 297. Boesmaer, Johannes, 270. Boetbergh (van) Adriaan, 166. Anna Sophia, 150. Gerard Adriaan, 150. Bohanich (de) Gerardus, 203. Bokevonderen, Genekinus, 229. Bollick, Dederik, 235. Herman, 235. Johan, 235. Tilman, 229, 235. Borckelmax, Jan, 194. Borgharen, 15. Borman, Raidz, 282. Borne (de) Goswinus, 199, 208. Bossman, Peter, 4, 31, 33, 34, 40, 47 , 57 , 82, 83, 119, 121, 126, 130, 131 , 135, 147, 172, 341. Bouwens van der Boije, 32, 41, 78, 79, 359, 364. Braetz, Christoffel, 99. Brakel, 341. Brede (van) Dionisius, 406. |
Elisabeth, 233. Hendrik, 370. Johan, 267, 275. Margaretha, 252. Bree, 355, 416, 417, 418. (van-) Jacob, 57, 83. Breidelken, Gerardus, 230. Brempt , 109, 302. Rutgerus de- 199. Brienen (van) Gijsbert, 38. Brion, kolonel, 56. Broeck (van) Riquivis , 387 , 388, 392, 400. Broekhuizen (van) Gerard, 289, 294. Johan, 203, 265,290. Willem, 286, 290, 294. Broekhuizenvorst, 355. Broeckmans, Walter, 394. Broederschap van 't heilig graf, 369. - van S' Jacob, 377, 412. - van het H. Sacrament 401. Brochar, Simon, 117. Bronckhorst, kasteel ingenomen 4. Maximiliaan van- 52. Brouwersgild, 103. Brumelen (van) Goswinus, 242. Bruijnlandt, 9, 13, 18, 21, 23, 129. Budel, 198, 202, 272. Buelen, Johannes, 395. Buggenum, 291. Buren (van) Otto, 233, 234. Burgerschap, 108. Buzer, Wilhelmus, 250. Bijlant (van den) Agnes, 109. Bull, F. 302. Bylyen (van) Conrard, 235. |
— IV —
Cabebe de Werda, Johannes, 396.
CANisrtjs, Jacob, 108.
Capellen, 355. (van der) Hen-ricus, 50.
Capsor (Johannes) alias Gra-\ekamp, 389.
Gastel Rodrigo , (markies van-) 335.
Gaster, (Johan Raede van-) 262.
Gastro (a) bisschop, 107, 128,
129, 133, 134, 151. Ghambre-mi-partie, 310, 314, 343.
Ghastel (du) Josse, 116.
Gisthe (de) Godefridus, 218. Glarissen klooster, 107, 111.
112, 124.
Goblents, 197.
Cocqüiel (de) Charles, 30, o , 138.
Gocus, Gerardus, 218.
Gogunia (de) Gerard, 229. Golonia (de) Lodewicus, 219. Gondé, (prins van-) 335, 338,
342,343,352,353,354,355.
Gonincx, Johan, 110.
Goppens, Johannes, 151. Gorfgaet, 221.
Goronelle, 116.
Gortenbach , 47. Johan van-
307.
Gottera (de la) Petro, 84. Graenheck, Andries, 98.
Craka (de) Johannes, 230, 233,
369, 382.
Craken (van der-) Hendrik, 407. Lambrecht, 375, 404, 406. Mathijs, 251, 252.
Greuarts, Gerard, 4, 103,
107, 113.
Gromblant (van) Gijselbrecht,
245.
Gruchten, 49 , 57, 109, 302. Mathias van- 96. Hennannus de- 209. Johannes de- 199. Cruijner, G. 39.
Gruijsancker, Ant. 22. Gueckhoven (van) Johannes , 103.
Guken (van der) Gerard, 378. Guno, prior van Roermond , 199, 200, 202, 203.
D.
Daalhem, land van- 35, 66. Dale (van) Cornelius 113. Dalen (van) Johannes , 423.
Tilraan, 388.
Darth (van) Hendrik, 4, 33,
37, 39, 46, 141, 142. Daswulré (van) Johan 268.
Willem, 239.
Dencken, Mathis, 131.
Denen, Willem, 406. Dennetières, 3, 364.
Dibbets, Johan, 47, 48. Dilsen, Hendrik, 341. Dircksen, Jan, kapitein, 23. Dominikanen, 348.
— V —
Dordraco (de) Nicolaas, 374. Dordrecht, 96. Dornberg, huis, 62. Dorwuck, 51. Doublet, Filips, 143. Doucquel, kolonel, 179. Dressen, Andries, 104. Drile (de) Thomas, 199, 208. Drivener, Johan, 280, 295, 413, 417, 418, 420. Droeten (van) Heymeric, 257. Dulcken, Goss. 58, 61, 84, 90,128, 155,174,177,323. Dulke.\ , 192. Hendrik van-253, 392. Duvel, Gerardus, 391. Duzze.nowe (de) Enulphus, 198. Rorlchus, 198. E. Ebersteln,graaf van-66,67, 70. Echt, 201, 205, 208, 216, 220, 225, 228, 242, 259, 260, 271, 272, 286, 287. Echt, pastoors. Arnoldus, 206, 208, 212 , 213. Thomas Segnant de Clivis, 249. Johan van Essen, 264. Eduard van Gelre 234, 237, (hertog,) 240. Effelt , (van) Emont, 375. Ruthgerus 209, 210. Egeren (van) Adama, 74, 76. Egmont (van) Willem, 281. Eil, 199. Eilre (van) Tilman 244. Eindhoven, 282. |
Elden (van) Willem, 281. Elderen, (van) Cecilia, 293, 410, 418. Elisabeth (klooster van S') 390- 392. Elmpt, 42, 123, 409. Gude van- 234. Hendrik van- 34, 42, 47. Johan Hendrik van-33, 50, 165. Willem van-238, 377, 385, 403, 409. Elmpterbosch, 43, 144. Endhoven (de) Johannes, 374. Engelbert, aartsb. van Keulen , 188. Engenhove.v, bosch. 204. Engelschem (van) IJwaert, 233. Enschede, (van) P. 111. Erkelens, 9, 18, 24, 36, 49, 54, 92, 94, 130, 325, 332» 344, 345, 346, 359, 368. Gerard van- 248. Maas van-241, 378. Erkenteel (van) Reinard, 208. Erpe (van) Elisabeth, 288, 414, Erpel (van) Christiaan, 273. Ertsbach (van) Adolf, 312. Johan Dederik, 62. Eupt (van) Elisabeth, 403. Eyck (van) Wigerus, 196. Eyll (van) Elisabeth 5. Engel-bert 5. Eylbert, 267. Wal-therus, 193. F. Ferdinand, landvoogd, 55, 56, 58, 153. |
— VI —
Fernulla (de) Johannes, 311. Gewantmakersgild, 97, 118. Fine (de) Tilraanus, 219. Ghoer (van) Arnold, 266, 267.
Florens, graaf in Holland, 191. Daniel, 266, 267. Johan, Frederik Hendrik, 48, 49. 266,267. Willem, 260, 266, Frontenay, heer van- 116. 267, 268, 385.
Fuen Saldana, graaf van-339. Gisilbertus, proost van Heins-
herg, 189.
Glasvensters, geschilderde, 99, Gandano (de) Arnoldus, 207. 100, 101, 102.
Gangelt (van) Johan , 244. Glimmer, Johan, 47, 48.
Mathijs, 263. Golkenrade (van) Conrard 251.
Garsijs (de) Ludovicus, 395. Heasen 251, 385.
Gasthuis, (Pollarts-) 123. Goltsteijn, Engelbrecht 421. Gaule (de) Hieronhnus, 8, 27, Graes of Graus, Arnoldus , 55, 56, 63, 67, 72, 76, 81, 206, 208, Jacques, 157. 85, 88, 161, 165, 168, 182. Grammave, Ido, 4.
Geestelijke Censuur, 120. j Ghave, 101,138. Peter van den-Geistingen, 291. ' 251. Theodricusvanden-414.
Gelder, stad, 18, 24, 31—34, Gravenweerd, 53.
38,40, 44, 61, 73, 93, 121, Greefraad, 49, 355. Gode-138, 147, 152, 175, 337, fridus de- 209.
342, 350. Voogdij 28, 73. Grevelingen, (verovering van-) Vorstendom, 38, 47, 101. 311.
Drostambt, 186, 355, 357. Grient, Eraondus, 392.
Reinier van- 186. Groesbeek, 55.
Geldoffz, Henricus, 296. Groningen, 151.
Gelre (van) Marcelis 89, 163, Grubosch, Peter, 294,295,296.
\1\_ Gruesbeek (van) Willem, 251.
Gemblaco (de) Franco, 371. Grusten (van) Hendrik, 373.
Johannes 371. Gruter, Hendrik, 264.
Gennep, 102,103,105,118,137. Gruwel, Gerardus, 393. Gerard, graaf van Gelre, 191, Gruijsdonck (van) Alart, 265.
193. Grlijter, Herman, 295, 296,
Gerarts, Mathijs, 104. 297 , 406, 415, 419, 421.
Gerdingen, 416. Willem, 408.
Gerste, Johannes dictus- 209. Grijnde (van den) Dederik , Gevenich (van) Willem, 238. 376, Goeswijn, 265.
^ ofóidiiV yaw --2^ - $
— VII —
Guasco, Octavio, kolonel, 179. Guebriant,graafvan-66,67, 70. Guldeleeuw, Baron van- 344, 353. Gülik, 34, 68,115,120, 347. H. Habin, Winandus, 394. Haccourt, (de) 184. Hacken, Karei, 96. Hackfort, Johan, 47, 48. Haecke, Gerard, 267, 269. Winand, 289, 290, 292, 405, 407, 409, 413, 417. Haell (op de) Jacob, 110. Haen (de) Arnold, 184, 303, 310, 342. Haften (van) Elisabeth, 418. Gelis, 64. Hage (super) Heinrlcus, 218. Haghen, G. 18, 22, 41, 101, 103, 106. Haelen, 291. Halen (van)Metta 240. Ruth. 246. Halle (de) Ruthgerus, 218. Halpont, Franco, 271. Handwerkslieden , dagloonen der- Hl. Hasenragge, Gerard, 220. Til-man, 220. Haven, Emundus, 209. Heel, 196, 267. Heergraeff (van den) Michiel, 119. Hees (van) Elisabeth, 5. Reinart, 191. |
Heinsberg, 27. Dirk van-190, 192, 215. Hendrik van- 204. Gedard van- 234. Elisabeth van- 268, 269, 278. Johannes de- 374. Heithuizen, 291. Helden, 7, 355, 359. Catha-rina van- 240. Ermgardis van- 240. Willem van- 151. Helmond, 341. Herff (van) Alfrida, 295. Heringen, 355. Herissem (de)kolonel, 337, 338. Herkenbosch, Hilla van- 232. Johannes van- 232. Sibrecht, 382, 394, 397, 402. Hermans, Gerard, 276. Herpen (van) Ruthgerus, 199. Herten, 188, 189, 190, 192, 193, 199, 200, 203—205, 209, 211, 212, 213, 222, 377, 400. Johannes de-297. Godard van- 242. Hertogenbosch ['s] 24, 95, 116, 272, 286. Hertogemude ('s) land van- 35, 66. Herwarden, 110. Heugten, 207, 212, 213, 217, 218, 224, 247, 282, 286. Heijde, Johannes, 392. Heyggen (van) Ada, 217. Adam, 217. Heza (de) Johannes, 290. Hieronimus klooster, 274, 275, 290, 296, 406, 414, 415, 424. |
— VIII —
Hillen, Dederik, 288. Godard, 270 , 276, 278. Godfried, 393. Johan, 398, 399. Maria, 288. Hinmsdael (van) Dionys, 96. Huibrecht, 96. Mathys, 95. Hinsbeek, 49, 355. Hoen (van den) Bernt, 422. Dirk, 422. Guedken, 422. Johan, 422. Willem, 422. Hoensbroeck, Adriaan, erfmaar-schalk, 4, 5, 19, 20, 26, 73, 83, 177, 341. Arnold Adriaan, 326, 359. Hoenseiaer (van) Albrecht, 233, 236. Herman, 236, 268. Johan, 254. Karei, 229, 246. Loeff, 233, 246. Peter, 233, 239. Rutten Goetswijn, 233. Hof van Gelder , 40, 84, 342, 346. Hohenzollern, prinses van- 69, 70. Hoickelom (van) Johan, 299. Hoifft, Dederik, 411. Holthuerne (van) Godard, 267. Holtmoelen (van) Egbert, 299. Otto, 299. Sibrecht, 299. Holtsnider, Frederik, 370. Hommerden, (van) Willem, 263. Homoet, Otto, 225, 228. Hompes, Johan, 158. Honeux (d') Mathieu, 111. Hont de Suestren, 260. Honthuijsen (van) Dederik , 398. |
Horn, 27, 291. Graafschap, 138, 171. Arnold van- 266, 268, 269. Eduard van-202. Gerard van- 224. Jacob van-276, 278, 291. Johan van-278, 282. Philips van- 282. Wilhelmus de- 199, 207, 209, 21Ö, 213. Horpusch, (Jonker-) 135. Horssen, 15. Horst, 50. Jeronimus-30. Alexander van- 229. Thomas van-229. Host, hof te- 191. Hout (van den) Dirk, 390. Herman, 390. Hudenraede, Henricus miles de-209. Huedtmecher, Petrus, 125,130. Huern, bij Borgloon, 96. Hughen, Hendrik, 386. Hüsden (de) Johannes, 203, 396. Robertus 203. Hushaven (van) Dederik, 405. Henricus 423. Theodricus, 423. Huvgens, Maur, 3, 48, 50. Huyn, Arnold, 40, 149. Arnold Wolfgang, 77. Johan Godfried, 77. Ingelbercht, H., 151. Isabella, aartshertogin, 121, 122. Isenberch, Isenborch of Isen-bruch, 161, 163, 178, 208, 212, 213. |
— IX —
IsENGiEN, stadhouder, 313, 314, 315, 317, 320, 321, 326, 328, 339, 348, 360, 361, 362, 367. J. Jagt, 84, 346, 354. Jege, kapitein, 42. Jegher, Peter, 263. Jesuieten, te 's Hertogenbosch, 95, te Roermond 107, 146, 147, 148, 149, 154. Joirdens, Johan, 415. Sibrecht, 414, 415. Joris, Dederik, 236. JORISKERK (Sl), 130. Jurisdictie van 't geestelijke hof. 22, 27. K. Kaldenbach, Johan, 47, 48. Kamp, abdij, 219, 247. Kapittel van den H. Geest, 237, 238, 244, 250, 252, 261, 263, 270, 282, 284, 292. 293, 296, 298, 370, 373, 376, 392, 395—399, 402, 403, 405, 408, 409, 4H, 414—417 , 420, 422, 424. Karel, hertog van Geire, 423. Karken, 261, 388. Karpen, 91, 92. Kawe, Johan, 376. Kecht, Henricus, 233. |
Kelleneh, Hendrik, 244. Willem, 265, 275. Kempen, 396, 399. Gadert van- 288, 290, 292. Kerckhove, (van) J 97, 339, 341, 348, 350, 361, 367. Kerre (de) Zizo, 220. Kerreke (de) Gerardus, 221. Kessel, 50. 167, 337, 355. Land van- 30, 31, 32, 92, 186, 335, 342, 355, 357. Hendrik van-294, 418. Johan van- 238, 265, 373, 395, 399. Wilhelmus de- 199, 207. Zeger van- 268. Kessentch, 266, 268. Gerardus de- 208. Keulen, 0, 107, 255, 424. Land van- 68. Domkapittel van- 107. Laurentiaansch kollegie te- 119. Kevelaar, 355. Kinschot, 8. Kirckhoff (van den) Johan, 279. Kleef (Dirk graaf van-) 191. Klokken in de moederkerk te Roermond, 111, 117. Klooster der karthuizers, 127, 240, 256, 273, 285. - der kruisheeren 129. - van St. Jquot;(\t. J? Jirn-ni,. Theobald/280, 290, 292. Godsweerd- 298. KoRFF\viJCK(van)Ermgard, 236. Kramersgild, 106. Kranendonk (van) Willem . 224. Kreghde (van) Lemmen, 279. |
Limburg (de) Godefridus, 200. Limburg, hertogdom, 35, 66.
Stad, 136.
LINNE, 100, 140, 283, 371, 377,378,407,411. Johannes de- 189.
Lintgens, 30.
Lobberich, 355.
Lobbroc (van) Dirk, 221. Ioghem, 265. Alard van- 382.
Willem van- 251.
Lodron, graaf van- 325.
Loen (van) Jan, 256, 269,
271, 275, 390, 393.
Loeven (van) of Lovanio, Hendrik, 390,400, 401. Henssen,
389. Johannes, 269, 271, 273, 274.
Lotharingen, hertog Karei van-333. Hertog Nicolaas Frans van- 333.
Lothartngsche soldaten, 90, 91, 92, 160, 161, 163, 171, 173, 175, 176, 302, 343. Lotharius, 369.
Ludinck, Alaert, 265, 270,
392, 400.
Luik, 13, 157. (Bisschoppen van-) Hugo de Pierrepont, 195. Johannes van Aps, 196. Hendrik van Gelder, 205, 207, 208, 209, 211. Adolf van der Mark, 371. Engel-bert van der Mark, 237. Jan van Beijeren, 257. Jan van Heinsberg, 276, 393. Jan van Hom, 293, 296, 415.
Kriekenbeek, 337, Land van-18, 28, 186, 335, 312, 355, 357. Arnold van-253, 254. Henricus de- 234. Si-brecht van- 253, 254, 261. Kuik, 415. Albertus van-199, 203. Hendrik van- 199, 203. Fredericus van-199. Jan van-213. .
KimvuRDA (de) Burchardus, 197. j
L.
L.\er (van) A. G. 157. Lagonissa (de) Fabius, 136. Lamboy (baron van), 91, 92. Lamotte Bhigantin, 346.
Land vracht, 24, 25, 59, 63. Langen (Jonker) 351. Langendonck, (huis), 312. Lapide (de) Egtdius, 297. Leend, 207.
Leenen in 't Overkwartier, 119,
144, 150.
Leeuwen, 398, 411. Isaak van-311.
Leganes, markies de- 19—21. Leuth, 355. Johan van- 386. Leverlo, 245.
Lewekens, Maes, 404. Lewenbergh, Godart, 236. Licenten, 4, 12, 22, 23, 38, 84, 85, 102, 103, 105, 118, 159, 171, 181, 348. Liecke (van) Dirk, 242. Lierop, 385. Peter van- 251. Ligueville, graaf de- 172.
Lüisenkamp, 123. Lumburg (de) Lambertus, 192. Lunenb.vrch (de) Lambertus, 202. Lupus, Hendrik, 232. Wilhelmus, 229. Lus, Arnold, 134. Lyekerke (de) Willem, 394. Lyenen (van) Garisten, 281. Hilla , 281. Johan , 281. Koenraad, 281. Sween, 281. Willem, 281. Lijnden (van) Hendrik Kollart, 288, 414. M. Maarhees, 191,217,224,286. Maasbracht, 208. Maasniel, 121, 123, 209, 210, 215, 222, 234, 244, 245, 258, 270, 273. Maastricht, 14, 32, 34, 35, 45, 135, 137. Kapittel van Sint Servaas te- 201, 208, 218, 224, 297, 409. Kapittel van O. L. Vr. te- 212. Kerk van O. L. Vr. te- 220. Maen, N. 22, 61, 82. Jacob van- 269. Maeseijgk, 27, 44, 131,145. Magistraat , perpetuiteit van den-59, 84,85,87,162,180. Manger, kolonel, 305. Mansfelt, graaf van- 52, 118. Marcousse, kolonel, 338, 342. Margaretha, gemalin van graaf Gerard,- 193. |
Mariönborg, klooster, 281. Marka (de) Judocus, 270. Maroyen, Mathijs, 124. Masen (van der) Gadert, 406. Leonarda, 419. Meeren (van der) Charles, 316. Meerhem (van) Hendrik, 300. Meerssen, 190. Agnes van-261. Arnold van- 269. Hein van- 259. Johan van- 265. Melick, 387, 388, 391. Melter , Gadert, 404, 405, 407, 410, 411. Menthen, Hendrik, 95. Mentz, 6, 124. Merheym (van) Jacobus, 240. Merode (de) Agnes Wilhelmina, 128. Ursula, 96. Merum, 199. Merwick (van) Hendrik, 265. Willem, 167. Meurs, HO. Frederik graaf van- 267, 276. Vincent graaf van- 280, 408. Meijel, 359. Middelhoven (van) Luskinus, 232. Theodorus, 228. Wolfram, 232. Mierlo, heerlijkheid, 64. Millen (de) Arnoldus , 202. Gosvvinus, 199, 202, 208. /y- Minderbroeders, 110, 118. Mirlar (de) Jacobus , 199. Johan 421. Moederkerk te Roermond, 99, 100—103, 109; 111, 117, 257,278,307,372,383,420. |
— XII —
(Pastoors inde-)Rutliger. ,205. Daniel, 213, 216. Mathias , 222. Godefridus, 222, 226. Adam, 226. Henricus Ludol-phi,226. Johannes de Stralen, 383. DirkBeers, 273. Herman van den Damme, 278. Patronaat der- 211, 212, 213. Orgel in de- 158. Moeits, 27, 112, 122. Moers (van) Johannes, 194. Mola (de) Petrus, 270. Molexarke (van) Herman, 215. Molendino (de) Petrus, 274, 276. Molengassen (de) Lodewicus, 219. Momael, kolonel, 179. Moncada (de) Francois, markies d'Aytona, 148. Mont (du) Bernard, 355. Mome (de) Henricus , 193, 196. Marcelis, 211. Montefya (de) Antonius, 260, 264. Balduinus, 260, 264. Johannes, 232, 416. Monticulo (de) Godefridus, 209. Montfort, 371. Huis te- 55, 140, 149, 371. Land van-54, 55, 69, 92, 100, 124, 186, 324, 376, 377. drostambt van- 327. Hendrik van-225, 376. Mook, 105. Morshoven (de-) Wilhelmus, 200. Müels, Hendrik, 241, 378. Herman 241, 378. |
Muggenbroek, 121. Baetz Cloet van- 243. Conrard van-235, 243, 244, 250, 378. Gerard van- 241, 243, 245—249, 370, 373, 378, 379, 383, 384. Herman van- 245. Johan Cloet van- 242. Munster, vrede van- 77, 163, 166, 169. Munt, Roermondsche-, 21, 102, 103, 104, 105, 106, 108, 142, 143, 156, 158. Koers der- 88, 102, 308, 351. Plakkaten aangaande de- 21, 23, 79, 80, 146, 150, 151. Reglement voor de- 88,102, 177. Instructie voor den essayeur der- 102. MuNTMEESTER,JanVossincx, 142. Muro (de) Alexander 218. Musart, Jan Baptist, 96. Mijnweg, 143. N. Napoleo de filijs Orsi, 227. Nassau, graaf van- 20, 21, 358, 367. Ernst Casimirvan-130. Hendrik graaf van-197. Godefridus de- 215 , 222 , 226, 227. Willem Frederik van- 92. Nassowa (de) Enulfus, 198. Neaerius, Augustinus, 129. Nederweert, 291. Neer, 291. NESSELROiDE(van) Willem, 406. |
— XIII —
Netten (van der) Henricus, 391. Hugo, 271, 274, 386. Neuburg (hertog van) 74, 84, 85, 103, 347. Neutken, Arnold, 264, 265. Pieter, 264. Niel (van) Dirk, 200. Nielissen, Willem, 104. Nieüwenhuis (van den) Gertru-dis, 290. Nieuwrerk , 94, 189, 190, 193, 194, 195, 219, 260, 285. Nieuwkerken (van) Petrus, 288, 290, 292. Ninffo , Hernando , kapitein , 114. Nithusen, (van) Homnic, 217, 224. Katharina, 375. Otto, 375. Nolten, Fijtt, 123. Nms, 94. Nursia (de) Jo., 391. Nuynhem (van) Hendrik , 288 , 414. Nijmegen, 17, 23, 35, 36, 99, 100, 102, 108, 117, 125, 127, 139. Kwartier van- 14, 18, 23, 24, 25, 27, 29, 55, 127. Johan van- 288, 289, 412, 414, 421. Odenkirchen (van) Agnes, 421. |
OoiLiëNBERG, 220, 221, 223, 252 , 253, 261, 271, 285, 289, 295, 299, 369, 371, 374-377, 389, 392, 393, 394, 395, 396, 400, 402, 412, 416, 418. Oederade (van) Hendrik 254. Johan 252, 253. Renier, 254. Oesterem. 242. Oetsenraede (van) Johannes, 297. oirlo, 280, 390, 415. Oist (van) Dederik, 280. Johan, 267, 388. üijen, 17. Oliesleger, Leonard, 124. Olimart, Anthoni, 54, 149. Ommeren (van) Dirk, 5, 23, 24, 55. ool, 275. Ophoven, 291. Giselbertus miles de- 209. Oppendijck, Johan, 422. Opwijck, 217. Oranje, prins van- 32, 34, 35, 42, 43, 45, 46, 48 , 52, 92, 139, 140, 153, 316, 319, 324. Orsou, 34. Johan van- 422. Ort, Op 't-, Gadert, 232. Ortigoza (d') Catharina, 76. Osen (van) Arnold, 377. Hendrik, 277. Otto, graaf van Gelre, 196, 199, 200, 207, 211, 212. Overen (huis-) 64,400. Godard van- 252. Overmaas (landen van-) 66. Oxaal, 98. |
— XIV —
p. Paew, Nicolaas, 395. Palant (\an) Johan, 263, 268. Karselis, 263. Papenheim (van) generaal, 34,35. Pardelaer (van) Dederik 239. Wolter, 252, 261. Parochiekerk Zie Moederkerk. Pausen, Honorius III, 189,190, 191, 192. GregoriusIX, 195, 197. Innocentius IV, 202, 203, 204. Alexander IV, 205, 206. Urbanus IV, 207 , 211. Clemens IV, 210. Gregorius X, 214. Nicolaas IV, 218. Bo-nifacius VIII, 220. Bonifacius IX, 385. Martinus V, 264, 390. Eugenius IV, 274. Sixtus IV, 289. Pei, onder Echt, 253. Pellant (van) Dederik, 233, 239, 240. Pesch (van den) Tilman, 273. Pest, 147, 148, 152. Verordening tegen de- 98. Peters, Geurt, 7. Petersheim (van) Johannes 223, 231, 251. Peuten, Mathis, kanonik, 250, 251, 384. Piet (van der) Bauduin, 306. Pistor, Dederik, 263. Plettenberg, kolonel, 179. PoELL, J. B. 100. Polham (van) Merten, 415. Pollaertz, Michiel, 400. |
Pollart, Dirk, 270, 400, 401, 407, 408. Emundus, 271. Franciscus, 46, 90, 328, 340, 341. Johannes, 273, 281. Pont, 355. Bertholdus, 376. Porta (de) Engelbert, 206, 209, 244. Porten (van der) Christina, 236. Port mans, Johan, 298, 389, 419. Pos'eriiolt, 240. Gerard van-246. Potte (in) Johannes, 195. Potter (de) Jacobus, 124. Predikanten, 49. Prumeren, (de)Leonardus, 423. Pruijmen (van) Nese, 419. Pulwicke (de) Godefridus, 218. Puteanüs, Mathis, 120, 145. Puytlinck, Dirk, 126. Gerard, 140. Pyecke, Arnold, 257. Pull, Lambrecht, 295. Pijnappel, Hendrik, 108. Qüinkarts, Johan, 240. B. Baad costumier, 304. Bacle', Francois, 117. Baede (van) Johan, 233, 239, 262. Koen, 408, Baethem (van) Arnold, 272. |
Ramdenraede (van) Hendrik, 275. Ludovicus, 199, 207. Rantwuck (van) Jacob, 134, 138, 139, 141, 152. Ravenhaupt, kolonel, 94. Ravenstein (van) Christiaan Laurens, 105. Ra yens way (van) Gijsbert, 12. Redene (de) Fredericus, 194. Redychoven (van) Sweder, 408. Reims, abdij, 190. Reinald, graaf van Gelre, 213, 215, 216, 229. Hertog, 237, 253, 256. Rekenkamer, 18, 35, 41, 138, 355. Religie, R. K. 16, 36, 83, 136. Gereformeerde- 49,140. Remersbeeck (van) Maas, 374. Reppel, 416, 417. Matheus de- 260, 284, 393. Reps, Jan, 359. Ressen, 51. Revisie (groote-) 52. Reyde (van) Gerard, 289. Jan, 131. Reynkens, Willem, 412. Ribaucourt (baron de-) 130. Stadhouder, 91,93,94,159, 161, 165, 168, 174, 180, 182, 303, 305, 306, 309, 313. Rietmekers, Herman, 412. Ritberg, graaf- 163, 178. Rixtel, 341. Robiano (de) 3. Rochefort (de) markies, 346. |
Rode, 189, 190, 194, 195. Roders, Johan, 240. Rodinghen (van)Johannes, 232, 253. Roeloffs van Diepenbeek, Mr. Jan, 102. Roemer (Peter) 90, 171, 177, 323, 341. Roermond. (Kollegie van-) te Keulen, 107, 119, 158, 273, 282. — voor een aanslag gewapend 118, 144. — wordtingenomen in 1632, 130,131. — wordt ingenomen in 1637, 153, 154, 155. Bevestiging der vrijheden van-256. Roffaert, Godard, 260. Roggel, 291. Johan van- 388. Roggo, Ruthgerus, 218. Roma (Garolo-) Mr. de Camp, 9. Roosen, 22. Roosteren, 223. Rossüm (van) Sander, 241. Rothem (de) Gerardus, 193. Rouwe (de) G. 30, 31, 138. Rubcator, Henricus, 230. Rumbolo (de) Theodericus, 189. Rure (van) Johan, 237. Rutgens, Ruth, 104. Ruys, Gerling, 95. Ryckel (van) Francoise 96. Ryckenroy , 30, 35, 38, 128, 147, 155. Rijnberk, 32, 34, 105. Rijsswick (van) Dirk, 422. |
— XVI —
Saffenberg (heer van-) 200. Salhusen, 219. Salicibus (de) Engelbertus 209. Sanftleben, Henricus, 271. Savary, 179. Saxo (de) Sifridus, 198. Schaasberg (vrijheer van-) Arnold, 318, 351. Schabbendorp (van) Koen, 390. Schade, Jan, 158. Schaephusen (de) Johannes , 227. Schêllart, Johan, 96, 263. Vincent, 96. Walraf, 96. — van Obbendorp, Adam, 89. Johan, 264, 267. Reinier, 271. Schepenen. Benoeming van- 87, 180. Namen van-Amer (de) Johannes, 370. Averecht, Dirk, 369. Johan, 241, 243, 246, 248 , 371, 373, 378. Baexen (van) Johan, 264, 370, 373, 380, 401. Bairle (van) Peter, 300. Bake, Dederik, 254, 380. Gerard, 237, 241. Beechaven (van) Johan, 380, 387. Boegell, Johan, 379. Craken (van der) Hendrik, 424.Johan, 279, 380, 398. Lambrecht, 238, 248, 258, 264, 379, 380, 386, 387. |
Gruchten (van) Lambrecht, 379. Dorsdael (van) Arnold, 264, 386. Rabet, 280, 282, 300, 381, 419, 424. Drivener, Peter, 381. Drude, Henricus filius- 229. Elmpt (van) Gadert, 370. Stephanas, 372. Gade, Dederik, 237. Gangelt (van) Hendrik, 252. Mathijs, 264, 382. Tilman, 236, 375. Grijnde (van den) Dirk, 230, 240—248, 250,252, 254, 373, 378, 379. Goswinus, 232,233, 237, 373. Hendrik, 256, 380, 384, 409. Johan, 276, 380, 398, 399. Thijs, 381,413,419. Haversla (van) Johan, 247, 248, 250, 252, 373, 380, 382, 384. Heesman, Gadert, 280, 381. Herkenbosch, Sibrecht, 404, 408. Heije, Johan, 232, 375. Hillen, Dederik, 232, 269, 299, 380, 398. Gadert, 380,381,387,408. Johan, 293, 381, 413. Hoefft, Arnold, 265, 392. Dederik, 278, 282, 284, 380, 381, 409. Holtmoelen (van) Vuliinck, 248, 380. hukelhaven(van)Johan, 423. |
— XVII —
Hushaven (van) Hubrecht, 250, 380 , 381 , 386, 387, 411. Kellener , Hendrik, 379, 381, 412. Knoups , Johan, 380, 381, 387, 401. Kremer, Gerard, 423. Laick (van der) Willem, 300. Licop , Jacob, 232, 238, 241, 248, 370, 373, 379. Loeven (van) Hendrik, 269, 387, 392, 397—399. Lomme (van) Johan, 300, 419. Man, Dederik 234,241, 248, 397, 398. Hendrik, 232, 248, 250, 382, 384. Mereel, Johan, 381. Mersen, Dederik de Wilde van- 248, 279, 381,408. Netten (van der) Herman, 250, 258, 387. Neutken, Arnold, 265, 380, 381, 398, 412. Oederade (van) Conrardus, 228,229. Johannes, 221, 241, 242, 248,252,378, 380, 404. Op 't Ort, Gerard, 369. Osen (van) Arnold, 249. Hendrik, 232, 380. Johan, 254, 382. Parle (van) Gerard, 284, 381, 411. Pollaert, Johan, 380. Porten (van der) Gerardns, 232. |
Pull, Lambrecht, 293, 381, 419. Reyde (van), Gerard, 381. Roffart, Dederik, 299. Sellenorde (van den) Hendrik, 252, 254, 256, 380, 384, 386, 387. Steghen (van) Gerard, 279, 280, 387. Sprengentgcet, Hendrik,234, 250, 379. Johannes, 228, 230,241—243,370—372, 375. ïegelen (van) Gerard, 221, 236, 237, 240,241,243, 378. Thijs, Hendrik, 264. —zoon Hendrik, 264, 269, 370, 373, 380. Tinctor, Hendrik, 370. Tyrtey, Johannes, 297. Venraide (van) Steven, 379, 381. Verwer , Winricus, 233, 373. Wessem (van) Dederik, 248, 264, 386. Johan, 232, 248, 249, 252, 379,384, Wijlre, (van) Johan, 269, 398, 401. Ynckenvort (van) Hendrik, 248, 276, 279, 280, 380, 381, 387, 401. Zuchtelen (van) Johan, 278, 380, 381, 408. Schenck, Conrard, 29, - lig, 134, 146. |
Schenck van Nydeggen, Arnold, 109, 123, 298. Arnold De-derik, 40, 45, 47. Christoffel, 107, 307. Dederlk, 163, Hendrik, 312. Jasper, 351. Schenkenschans, 53. Scherpenheuvel,bedevaart naar-147. Schers, D., 50. SCHEIJVEN, Joost, 97. Schinnen (van) Godef'ridus, 200. Theoderlcus, 200. Winan-dus, 200. Schore (van den) Aleldis, 238. Schout, ambt, 120, 121. Namen van Schouten; Averecht , Johannes, 232 , 233 , 236 , 237 , 372 , 373, 375. Bake, Dederlk 232, 241, 242, 248, 249, 250, 252, 254, 379, 31*2, 384. Breidelken, Gerardus, 369, 370. Cruchten (van) Dederlk, 229, 300 , 381 , 412 , 413 , 419 , 423 , 424. Johan, 379. Elmpt (van) Stephanus, 229. Gade, Dederlk, 241, 245, 379. Lambrecht , 230 , 240—242, 370, 378, 379. Hillen , Johan , 248, 381 , 401, 408, 409, 411. Kellener, Hendrik, 381. Mersen (Wilde van-) Arnold, 380. Dederlk, 250, |
256, 380, 386,387. Johan 232, 373, 380. Joost, 276, 380. Neutkess, Arnold, 379,381, 419. Oederade (van) Gerard , 248, 269, 380, 397,398, 399, 401. Johan, 238. Osen (van) Johan, 278—280, 380, 381, 387, 404. Otto, Lambertus, 228. Wessem (van) Johan, 243, 247, 370, 373, 382. Wijlre (van) Johan, 248, 264, 265, 370, 373, 380, 386, 387, 392. Schouten, J. 160. Schrassert, Hendrik, 38, 42. schrunwerkersgild, 120. schundelen, 385. Schutterij, 106. Schwartzenberg (vrijheer van-) F., 145. Scotto, Gerardus, 215. Scruver, Jacobus, 412. Peter, 412. Secretarissen, 126, 127,155. Sevenum, 355. Sibodo, proost te Aken, 188 189, 198. SiLvis, Otto, 369. SlTTARD, 223. Slaterbeek, Godefridus, 211. Slecht, Tilmannus, 423. Smitsen (van der) Adolf 103, 131. Snellen, Engelbert, 194. |
— XIX —
Soerinus, Reinardus, 192. Solre (graaf van-) 5, 6, 10, 11, 15, 16. Someren, 2-47. Spee ol' Spede, Aleidis, 2!)9. Goeswijn, 260, 267. Jan, 58, 177, 359. Harthart van- 124. Si'enraedt, 134. Spinola (markies de-) 114,115. Spbalant, 207, 221. Gerard van- 207, 221. Sprengentguet, Hendrik, 242. Sprewitz, luit-kolonel, 94. Stabroick (de) Johannes, 416. Stadhouder (huis van den-) 330, 336, 347. Stalins, Jacob, 309, 310, 314, 320, 324, 326, 329. Stamraede (van) Cornelis, 261. Stapelregt, 125. Staveren (van) Peter, 126. Steene.n (van) Godfried, 171. Steenhüyzen, 22. Stega (de) Ruthgerus, 219. Steinkirchen, 392, 393, 394. Sterck, Hillebrandus, 391, 392. Jan Baptist, 105. Sterksel, hof te-212, 213,218. Stevensweert, 3, 44, 71, 84, 92, 112, 127, 189, 201, 203, 208, 215, 223, 251, 262, 263, 270. munt van-127. Stevnhorst (de)Bernardus, 218. Stockhem (van) Frederik, 269. Stoube, Henricus, 396. |
Stralen, 8, 18, 24, 32, 35, 36, 44, 45, 49, 51, 54, 55, 59, 84, 91, 92, 93, 114, 137, 181, 332, 342. Goswinus de- 196. Johannes de- 218, 220, 383. Stroodaken, af te breken, 125. Stultheim, 204. Stuns, Theodoor, 107. Superplüs, 40, 157. Swalmen, 123, 219, 298, 341, 385, 406. Gerard Vusken van- 234. Gerard van- 385. Fritzwindis van-230, 231. Godescalcus de-295. Koen van- 412. Willem van- 229. Swolgen 355. T. Taetzen, Hendrik, 194. Tegelbecker, Hendrik, 393. Theodericl's, abt, 196. —advo-catus de Rureraunde, 193, 194, 198, 200, 206, 208, 211, 212, 221. Tiioer (van) Dederik, 401. Jacob, 292. Thoren (de) Marcelis, 211. Thorn, abdij, 3, 196, 197. Everard van- 112. Tiegelman, Hendrik, 270. Tillickhorst, (de) Johannes, 236. Tunio, Henricus, 200. Tol, — te Asselt 111, 125. Guliksche — 57, 59. Han- |
summer —138. — te Herwarden, HO. — te Maas- en Zaltbommel, 423. —teMeurs, 110. — te Wassenberg, 109. Tolleners, Aleidis, 404. Johannes, 271. Willem 404. Tonedurg (de) Heidenrlcus, 189. Tooverij, 97, 99, 104, 105. Tossanu.m, Joannes, 119. Traiecto (de) Bartoldus, 374. Trippenmecker, Alart, 276. Tuleman, Joannes, 297. Petrus, 297. Turnhout, 324. U. Ufeyo (van) Thomas, 376. üittenbroeck, Hein, 194. Urmond, 102, 103, 137. üytwick of ütewic (de) Aleidis, 375.Catharina, 375.Gerardus, 220, 221. Gertrudis, 375. Godefridus, 221, 375. Mech-tildis, 221. Reinoud, 375. Theodericus, 221. Wimmarus, 221. Ursgelken, Dirk, 370. V. Valkenberg, (van) Dirk, 200. Reinald, 377. Walraven, 241. Vast- en Bededagen, 142. Vastenavondsvuren verboden, 129. Veert, 355. Vegebosch, Dirk, 196. |
Veken, Johan, 243. Velasco (de) Luis, 112. Velde (van den) Hubrecht300. Kerstken, 416, 421. Venlo, 4, 8, 12, 18, 26, 28, 29, 30, 32, 33, 35, 36, 40, 41, 42, 44, 45, 47, 50, 51, 52, 54, 59, 74, 84, 85, 91, 92, 101, 105, 112, 114, 116, 118, 119, 122, 125, 130, 133, 149, 157, 159, 162, 180, 202, 265. Dederik van- 263. Gerardus de- 374, 376. Venraai, 50, 193, 221, 238, 265, 276, 277, 340, 355. Verrolt, Nicolaas, 46. Vercken, Gerard, 405. Verdugo (de) Don Juan, 33, 34, 138, 139. Verdunck, Theodricus, 218. Verwer, Reinier, 412. Vestingwerken, 120. Vierssen, 7, 49, 355. Vinck, Pieter, 274, 275. Virnheym (de) Wilhelmus, 218. Visscher 0. 266, 268, 269, 276, 277, 278, 283, 291. Vlasraey, huis te- 73. Vlodrop, 240, 282, 286, 289, 290, 294, 372, 392, 393, 394, 407. Gadert van- 275, 278. Gerardus de-220, 418. Lucia van- 316. Margaretha van- 245. Willem van- 266, 267, 275, 276, 278, 284, 293, 294, 401, 410, 418. |
— XXI —
Vogel, Conrard, 57. Volmolen, 97. Volmülen (de) Gerardus, 23U. Vosloc, 221. Vossincx, Jan, 142. Vruynt, Hendrik, 254. W. Wachtendonk, 24, 31, 40,49. Arnoldus de- 193. Johan Arnold, 73, 351. Waerten (van der) Michiel ,174. Wagemans, Reinier, 104. Walssberch (van den) Johan, 292. Wanilhies (de) Michael, 371. Wankum, 355. Ilnis te-150, 166. Wanssum, 355. Warfusé, 37 , 39, 129. Waterregten, Geldersche-117. Wassenberg, 109, 198, 199, 295. Gerard van- 199 Ste-phanus de- 374, 370. Weerde (de) Adamus, 209. Johannes, 209. Waltgherus miles de- 208. Weert, 18, 27, 39, 44, 92, 99, 112, 163, 291. kasteel te- 44. Ruthgerus van- 374, 376. Reinerus de- 217. Weerdenborch (de), 234. Wegberg, 302. Wegeschevden (vanden) Gerard, 288. Welderen (van) Bernard, 17. |
Werden, 192. Antonis van-254. Were (de) Thomas, 202. Werrenberch (van) Christina» 285. Jan, 285. Wesel, 17. Wessem, 196, 291. Dirk van-391. Johan van- 230, 240, 246, 369. Marcelis van- 382. Wetten, 189, 190, 192, 194, 195, 230, 231, 233, 234, 235, 236, 239, 240, 246, 253, 254, 261, 262, 268, 355. Wickerade (de) Johan, 241. Ruthgerus, 202. Widemortel (de)Henricus, 198. Wilde (de) Arnold, 291. Johan, 283, 396. Wilderoide (van) Emont, 238. Willem, hertog van Gelre 242. Wilms, Jan, 104. Winarden (van) Hendrik, 104. Wilhelmus miles de- 211. Windesheim, klooster te- 275, 414. Wingart (van den) Herman, 249. Winkelhusen (van) Johan Hendrik, 64. Wirst (de) Christianus 222. Godefridus, 202. Wissche (van) Dirk, 257. Wittem, 193. Wittenhorst (van) Johan, 4, 30, 31, 46. WalrafWillem, 128. |
— XXII —
Wolf, kolonel, 163. WnEL£NBERG(de)Gerardus, 202. Wijden (van) Catharina, 231. Wijenhorst (van) Johan, 257. Wulre (van) Johan, 267. Wijswijlre, 413. Z. Zandt (op) Hendrik, 403. Zeelstheden (van) Johan, 252, 253. Zegelbelasting, 165, 166,167, 170, 183, 185. |
Zevenbergen, landgoed, 316, 324. Zeylman, Hendrik, 242. Zirpesey, Gadert, 268. Zittert (van) Leonard, 406. Zuchtelen (van) Johan, 406. Zutfen, 36, 43, 47, 99, 101, 139. Graafschap-12, 13, 24, 25, 38, 47. Zwartbroek (gcrigt van-) 230. Zweden, koningin van- 360, 361, 363, 364. Zijele (de) Giselbertus, 243. |
-Wis--
BI. 368 reg. % v. o. staat 1561 lees 1591.
» 7 » 13 v. b. staat «de vriendelijke communicatie,quot; lees «eene
overeenkomstquot;
» 7 » i v. o. » «communicatiequot; lees «overlegquot; » 19 » 2 v. o. » »paatsquot; » «plaatsquot;
» 20 » 10 v. b. « «Haghen waarinquot; » «Haghen aan de gedeputeerden der staten van het Overkwartier, waarinquot; « 29 ii 7 v. o. staat »24 Meiquot; lees »2i Aprilquot; » 29 « 5 v. o. » »Meiquot; » «Aprilquot; » 36 « 12 v. o. » «volkquot; » «krijgsvolkquot; « 98 ii 12 v. b. ii nlandregtquot; » »'t landregtquot; » lOt « 7 v. b. voeg bij: Zie 1581 bladz. 217 van het 1' stuk. »112 ii 13 v. b. staat «Warambon,quot; lees «Varambonquot; ii 137 » 1 v. b. » 161 » 1601.
ii Ui » 7 v. b. » nkrijsbehoeftenquot;« «krijgsbehoeftenquot; » 207 ii 12 v. o. ii «de staten van het Overkwartierquot; lees
«de gedeputeerden der staten van het Overkwartier met de steden Roermond en Venloquot;
o 209 ii 8 v. b. » «de staten van het Overkwartier gevenquot;
lees »de magistraat van Roermond geertquot; ii 217 » 16enl8 v. b. » «Bussenquot; lees «Huissenquot;
ii 231 ii 9 v. b. » «Brunlandtquot; » «Bruijnlandtquot;
» 239 ii li v. o. » «verpanden,quot; » «verpanden)quot; ii 261 ii 11 v. b. » «berigt,quot; lees «berigt aan den magistraat
van Roermondquot;
ii 301 » 14 v. o. » nbevel,quot; lees «bevel aan den magistraat
van Roermondquot;
ii » » 12 v. o. » nOrig. fr.quot; lees nOrig. fr. gedagt. uit Venloquot; ii 310 » 1 v. b. « 28 April, voeg bij: (8 Mei nieuwe stijl). ii 310 » 5 v. b. ii dat. ... gesloten is; lees «die.... heeft
plaats gehad;quot;
ii 345 ii 5 v. o. ii iiaanteekeningquot; lees nopschrijving (annotation)quot;
» 391 laatste regel « «benevensquot; » «behalvequot;
» 399 ii » » «aartshertogquot; « «hertog van Parmaquot;
J»'-■ft