-ocr page 1-
-ocr page 2-
-ocr page 3-

Fa. URBANDS VAN DEN AKKER.

JËtillS «m LIEFDE.

op. MrêanusW, ó. tfiRiïar,

®. óf. cM.

-ocr page 4-
-ocr page 5-

ills ©lie

1STIETJ-W

OMMÜNIEBOEKJE

VOOR

GODMINNENDE ZIELEN

H. J, IDE JOHSTG)-, Pastoor te Delden.

JHhet kerkelijke cfoedkeuri,Tiy.

Vijfde veel vermeerderde Uitgave.

Bit EDA, EDUARD VAN WEES,

-ocr page 6-
-ocr page 7-

VOOKBEKICHT.

Neemt het geloof onder de Katholieken van Nederland met eiken dag op eene in 't oog loopende wijze toe: krijgt het aanhoudend nieuwen gloed, nieuw leven, dat zich in de edelste offers, niet slechts van geld en goed, maar van bloed en leven zelfs voor de belangen der Kerk en van het Pausschap openbaart; ziet men overal in ons vaderland de heerlijkste kerkgebouwen verrijzen en daarbinnen de indrukwekkendste geheimen van onze heilige Godsdienst vieren met eene plechtigheid en luister niet alleen, maar ook met een eerbied en stichting, die weldoen aan het Katholieke hart, die luide getuigen van het geloof, waaruit zij ontspruiten; zien wij overal inzonderheid het veelvuldig gebruik der H. Sacramenten, het geloof, de liefde en godsvrucht tot Jesns in het aanbiddelijk Altaarsacrament, dat Geheim zijner liefde, het middenpunt van geheel onze H. Godsdienst met eiken dag nog toenemen; geen wonder dan, dat het vrome hart telkens nieuw voedsel, nieuwe opwekking vraagt voor die godsvrucht tot Jesus in dit aanbiddelijk Geheim. Dit nu : niemv voedsel voor hen, die Jesus in het H. Altaarsacrament vurig wenschen lief te hebben, te eeren en te aanbidden , heeft de bewerker door dit Niemv Communie-hoebje aan Neerlands vrome Katholieken willen aanbrengen. Ik zeg nieuw voedsel, omdat men de gebeden hierin voorkomende, behoudens misschien enkele uitzonderingen , te vergeefs in andere Nederlandschie Gebeden- en Communie boeken zal zoeken. Behalve uit de schriften van den H. Franciscus van Sales en andere geestelijke schrijvers, zijn dezeffebeden voorliet grootste gedeelte getrokken uit een Hoogduitsch werkje van G. Ott, dat in Duitschland in betrekkelijk korten tijd tot negen malen herdrukt werd en waarvan een Duitsch llecensent zegt: 7 Wij begroeten de verschijning van dit Communieboekje a met vreugde; want het leert ons in den geest op eene 7 nuttige en heilige wijze met Jesus verkeeren en in 't , algemeen den Communiedag goed doorbrengen. De

-ocr page 8-

VOORBEMCHT.

„ gebeden en gevoelens komen uit het hart van een vroom „ priester, en zullen daarom ook gemakkelijk weer den „ weg tot het hart vinden. quot; — Moge dus ook dit boekje onder ons iets medewerken tot vermeerdering van het geloof, de liefde en godsvrucht jegens Hem, die, eeuwig God, in dit aanbiddelijk Geheim van liefde de spijze onzer zielen zijn wil, dan mag ik mijn vurigsten wensch en hartelijkste bede vervuld zien.

BERICHT BIJ DK VIKRDK UITGAVE.

Bij de verschijning van deze vierde uitgave acht de schrijver zich verplicht, een woord van hartelijken dank te brengen aan de vrome lezers en lezeressen, die binnen zoo korten tijd de derde uitgave, waarvan verscheidene duizenden exemplaren gedrukt waren, gretig wegnamen en eene vierde noodzakelijk maakten,Maar tevens moest die dankbaarheid het mij ten plicht stellen, om het boekje zoo geschikt mogelijk te maken, het te verbeteren en met verscheidene nieuwe oefeningen te verrijken. Immers hoe dikwerf hoort men vrome zielen klagen, over koudheid en ongevoeligheid bij de H. Communie; over de weinige vruchten, die men daaruit wegdraagt. Laat daarom , godvruchtige zielen , de H. Communie niet achter, maar verlevendigt veeleer uwen ijver, en overweegt daarbij de verschillende titels, waaronder Jesus zich in de H. Communie aan u wegschenkt. Die overwegingen worden u in deze vierde uitgave aangboden.

Die overweging zal uw geloof opwekken, uw vertrouwen verlevendigen, uwe liefde meer ontsteken, u inniger met Christus vereenigen en ruimer vruchten van de H. Communie doen wegdragen. Mocht ik in deze oefeningen daartoe iets bijbrengen , dan zij de nederige bede niet te vergeels tot u gericht om een enkel wees ge-groetje voor het zielenheil van den Schrijver.

Delden , H. Sacramentsdag 1879.

Godddelijk Hart van Jesus, mogen wij U meer en meer beminueu.

VI

-ocr page 9-

OVER DE WONDERVOLLE UITWERKSELEN

VA.N HET Aanbiddelijk Altaar - Sacrament.

De H. Communie ot'het werkelijk nuttigen van het allerheiligste Lichaam en Bloed des Heeren brengt in eene wel voorbereide ziel de wondervolste uitwerkselen voort. — Met weinige woorden wil iku, vrome ziel, mededeelen , wat de H. Kerkvaders en godvruchtige schrijvers daarover zeggen, opdat gij de oneindige liefde van uw goddelijken Verlosser en de genaden, die Hij bij 't naderen tot zijne H. Tafel u wil mededeelen, wel moogt erkennen.

Het eerste uitwerksel der H. Communie is, dat zij u het leven geeft. Jesus zegt dit zelf: JFie mijn rleesch eet en mijn bloed drinlt, heeft het eeuwig leven. Het brood, dat Ik u geven zal, is mijn vleesch roor het leven der wereld. Zoo als de levende Fader Mij gezonden heeft en Ik door den Vader leef, zoo zal ook hij, die Mij eet, door Mij leven. (Joan. VI.) Hij ontneemt ons het leven, dat wij van Adam hebben geërfd, het leven van hoogmoed, van eerzucht, van gehechtheid en liefde voor de geschapene dingen, van zelfzucht en booze lust, kortom liet leven van alle hartstochten, die in 's menschen hart wonen, en deelt ons zijn leven mede, een leven van zachtmoedigheid, ootmoed, geduld,heilige liefdeen zelfverloochening; kortom een leven van alle deugden en g:oede werken. In de Heiligen is dit wonderbaar uitwerksel der H. Communie duidelijk zichtbaar. Hun heeft Jesus door de H, Communie zijn heilig leven ingestort.

-ocr page 10-

de volheid zijner deugden meegedeeld, zoodat zij zijn levendig afbeeldsel geworden zijn.

Het tweede uitwerksel der II. Communie is, dat zij ons op de innigste wijze met Jesus vereenigt. Wie mijn vleesch eet en mijn hloed drinkt, blijft in Mij en 11c In hem. (Joan. VI.) Deze wondervolle vereeniging omvat lichaam en ziel. Het vleesch des Heeren wordt één met uw vleesch, zijn heilig bloed vermengt zich met uw bloed. Zijne ziel trekt de uwe aan zich; gij wordt een geest met Hem en komt in gemeenschap met de goddelijke natuur. (II. Petr. 1. 4.) Geene menschelijke tong is in staat om deze vereeniging te schetsen. Zooals het voedsel, dat gij neemt, door uwe ziel bezield wordt, leven krijgt, evenzoo begint ook de geest van Christus u te bezielen, zoodra gij door de H. Communie zijn lidmaat wordt. Jesus wordt dan de ziel van uwe ziel, het leven van uw leven ; Hij denkt, spreekt, bemint, handelt in u, zoodat gij zeggen kunt: Christus is de mijne, en ik beu de zijne, Christus leeft in mij!

Het derde uitwerksel is, dat zij uwe ziel reinigt van dagelijksche zonden en voor doodzonde bewaart. Zij is, zegt de H. Kerkvergadering van Trente, een tegengift, waardoor wij van dagelijksche zonden gezuiverd en voor doodzonde bewaard worden, weshalve ook de H. Ambro-sius zegt : Ik moet dagelijks het bloed des Heeren ontvangen , opdat ik dagelijks vergiffenis krijge van mijne zonden : wijl ik dagelijks zondig, moet ik ook dagelijks het geneesmiddel tegen de zonde gebruiken.

Het vierde uitwerksel is, dat zij de hooze neigingen en de drift der hartstochten in ons verzwakt en meer uitdooft. Jesus, de heiligheid zelve, duldt geene bezoedeling naast zich. Het vuur drijft alle vochtigheid uit het hout en zet het eindelijk zelf ook in vlammen, zoo ook drijft Jesus de booze neigingen uit ons bedorven vleesch. Hij verstompt den prikkel der zonde, die in ons is en bestrijdt en matigt het vuur onzer hartstochten en driften. „Zoo iemand van u,quot; zegt de H, Bernardus tot zijne Ordebroeders, „ niet zoo erg meer wordt aangevallen door toorn, nijd, wellust en andere zonden, dan

-ocr page 11-

9

heeft hij dit aan 't vleesch en bloed van onzen Heer en Meester te danken.quot;

Het vijfde uitwerksel is, dat zij de ziel versterkt en veredelt. Zij geeft u kracht, ijver en moed, om alles wat God behaagt te volbrengen. Daarom wordt ook het allerheiligste Altaar-Sacrament het brood der sterken, de tarwe der uitverkorenen genoemd. Alle vrome en heilige zielen schrijven de verhevene en heldhaftige deugden, die zij beoefenden en de H. Martelaren hunne heerlijke zegepraal over de woede der dwingelanden aan de II. Communie toe. De H. Communie veredelt ook de ziel, vermeerdert in u de heiligmakende genade. „ Het goddelijk bloed, zegt de H. Joannes Chrysostomus, geeft der ziele schoonheid en adel,en belet door zijne voedingskracht, dat zij in afmatting vervalt. Dit bloed is haar heil, het heiligt en veredelt haar, het ontvlamt haar en maakt haar helderder, dan goud en vuur.quot;

flet zesde uitwerksel is, dat zij in uw lichaam de kiem legt der onstertlijkheid en er het onderpand eener heerlijke verrijzenis aan geeft. „ Zij, die deze spijs en dezen drank nuttigen, zegt de II. Augustinus, worden onsterflijk en onbedertlijk.quot; Jesus zelf getuigt dit , als Hij zegt : Wie mijn vleesch eet en mijn bloed drinkt, heeft het eeuwig leven, ïk zal hem opwekken ten jong-sten dage.quot; (Joan. VI.) Zoo is dus waarlijk, volgens de uitspraak der H. Kerkvergadering van Trente, de H. Communie een onderpand onzer toekomstige heerlijkheid en eeuwige zaligheid. Ziedaar, vrome ziel, de voornaamste uitwerkselen, welke de H. Communie in een welvoorbereid hart te weeg brengt. Nader dus zoo dikwerf mogelijk — maar altijd met verlof van uw biechtvader, — tot Jesus in dit Geheim zijner liefde; want Jesus zelf wil het, de H. Kerk verlangt het, het heil uwer ziel vordert het ten dringendste; laat u dus door alle ijdele en dwaze voorwendselen van de H. Communie nimmer terughouden; maar nader immer met een brandend verlangen, met een levendig geloof, met eene kinderlijke liefde, immer met steedsgrooterafkeer

-ocr page 12-

10

van de zonde en vaster voornemen om in de dengd, in de liefde van God toe te nemen; in één woord, nader steeds met de vereischte voorbereiding en wijl van die voorbereiding de meerdere of mindere vrucht der H. Communie afhangt, daarom hier nog een enkel woord over de

VOOHBEREIDING TOT DE H. COMMUNIE.

In het boek der Navolging van Christus spreekt de Heer tot zijnen dienaar : ó Ik ben de minnaar der zui-

verheid en de gever van alle heiligheid. Tk zoek een „ rein hart, daar is de plaats mijner ruste... Wilt gij , „dat Ik tot u kome en bij u blijve, verwijder dan liet „oude zuurdeeg en reinig de woning uws harten....; „ want al wie bemint, bereidt voor zijn geliefden vriend ,, de beste en schoonste plaats, wijl men daaruit de „ liefde van dengene, die zijnen vriend ontvangt, leert v kennen.quot;

Het hoofdvereischte der voorbereiding tot de II. Communie is een zuiver geweten. Op het oogenblik, waarop men het aanbiddelijk lichaam des Heercn ontvangt, moet onze ziel zuiver zijn van doodzonde. Zelfs moet men trachten, zooveel in ons is, alle kleinere zonden, welke de ziel bezoedelen, uit te wisschen. Het zou een allersnoodst vergrijp en afschuwelijk verraad zijn jegens uw goddelijken Heiland, wanneer gij het zoudt durven wagen, het allerzuiverst lichaam des Heeren in eene met zware zonde besmeurde ziel te ontvangen. Dan zoudt gij in uw hart een kruis oprichten, om er den Heiland op nieuw aan te klinken. En vreesclijk zouden daarvan de gevolgen zijn. Gij waart dan aan 's Heeren oordeel vervallen. Door eene geheime toe ating van God zou eene verschrikkelijke verlatenheid, eene doodelijke onverschilligheid voor al wat heilig is voor uw eigen zieleheil uw lot wezen ; uw hart zou meer en meer verharden en uw einde aan de wanhoop en het verderf

-ocr page 13-

11

van Judas gelijk zijn : maar neen, godminnende ziel aan zulk vergrijp zult gij u niet schuldig maken; dat ware al te afgrijselijk.

Echter bestaat er nog eene andere reinheid des harten, vaardoor men quot;uit eerbied voor de heiligheid Gods zijne ziel van de geringste zonde reinigt, de gehechtheid aan de zonde in zich bestrijdt en de booze neigingen en hartstochten tracht te onderdrukken en in te toornen. Wij moeten het stof ook van de voeten wisschen, even als de Zaligmaker vuór het Avondmaal zijnen leerlingen deed. Het allerheiligste Sacrament toch is het brood der Engelen : daarom moet gij u beijveren met Engelen reinheid ter H. Communie te naderen. Tk zeg : u beijveren, ernstisr er u op toeleggen, om door Gods genade gesteund, uwe gewone fouten te verbeteren en naar iiooger volmaaktheid te streven, want op eene volmaakt waardige wijze de H. Communie te ontvangen, is voor den zwakken mensch onmogelijk.

Wilt gij dus, godminnende ziel, die reini»eid erlangen, maak u dan de laatste dagen vóór de H. Communie ten nutte en bereid u daarop voor, zooals de H. Aloysius dit immer gedaan heeft. Wees in die dagen aandachtiger in het gebed, trouwer en ijveriger in de vervulling der plichten van uwen staat. Wees waakzamer en oplettender op u-zelve. Maak 's morgens bij uw morgengebed een bepaald voornemen , om uw hoofdgebrek te verbeteren, de zonde, waarin gij telkens hervalt, te vermijden en vernieuw dit voornemen op den dag. Denk meermalen aan den dag der H. Communie en zeg dan :o mijne ziel, uw Jesus noodigt u uit, weldra komt Hij tot u. Ach, Heer! ik beloof het U, dat ik niet meer zoo dikwerf in mijne oude fouten zal hervallen. Hoe vurig wenschte ik in 't geheel niet meer te zondigen, maar Heer, ik ben zoo zwak; lieve Jesus, help en versterk mij!

Komt nu de dag der H. Communie, beijver u dan, om zooveel mogelijk met de gewenschte voorbereiding, in de heiligste gemoedsstemmin? tot de tafel des Heeren te naderen. Tracht daarom gevoelens van het levendigste

-ocr page 14-

I1?

geloof, van den diepsten ootmoed en eerlied, van de vurigste liefde en het grootste vertrouwen en van een brandend verlangen naar dit hemelsch brood in u op te wekken.

Wat hetylt;?(foö/betreft, bedenk dat Jesus, de eeuwige waarheid, gezegd heeft, dat Hij zijn vleesch en bloed tot spijs en drank uwer ziel zou geven en dat zij zonder die spijze niet zou kunnen levend Stel u levendig voor, Jesus vóór u te zien, terwijl Hij u zegt ; Kom, o ziel, onder den last der kwelling neergedrukt. Ik zal u verkwikken; ol' wel, stel u Jesus voor, alsof Hij zelf u zijn allerheiligst lichaam toereikte. Zeg met den Apostel Petrus : Heer! tot wien zullen wij gaan ? Gij hebt de woorden des eeuwigen levens; ik geloof alles, wat Gij ons geopenbaard hebt en uwe heilige Kerk ons leert.

Ootmoed en eerbied zult gij in u opwekken door te overwegen, dat Hij, die tot u komt, is de Heer, de Almachtige God, die alleen door zijn wil Hemel en aarde in het aanzijn riep, onderhoudt en bestiert en in 't niet kan doen terugzinken; dezelfde, voor wien de Engelen des Hemels uit eerbied hun aangezicht bedekken en op wiens wenk de zuilen des hemels sidderen en beven. Sla daarbij dan tevens de oogen op u-zelve, om uwe geringheid, uwe nietigheid, al uwe fouten en ellende te erkennen en nader zóó tot de H. Tafel des Heeren met de gevoelens van den tollenaar, die 's Hee-ren altaar niet waagde tc naderen, maar van verre staan bleet, op de borst sloeg en uitriep : God ! wees mij, armen zondaar, genadig; of met de woorden van den verloren zoon : Vader! ik heb gezondigd tegen den Hemel en tegen u; of wel besproei met Magdalena Jesus' voeten met uwe tranen en roep met de H. Elisabeth uit : Vanwaar komt mij dat geluk , dat demoeder des Heeren, — de Heer zelf — to: mij komt ?

Om liefde en vertrouwen in u op quot;e wekken, moet gij u de oneindige barmhartigheid er. liefde des Heeren voor oogen stellen, die vooral in dit allerheiligst Sacrament uitschitteren. Want wie zou Hem niet lief-

-ocr page 15-

13

hebben, die ons zoo zeer heeft liefgehad? Wie op Hem niet vertrouwen, die ons; zooveel goeds bewees? Welk herder voedt zijn schapen met zijn eigen vleesch? Ja, welke moeder geeft haar eigen bloed te drinken aan haar kind, om het te voeden en te versterken? Dat de Zoon Gods, om den mensch te verlossen, de men-schelijke natuur aannam, was een wondervol werk van liefde, maar grooter nog, wondervoller is zijne liefde in de H, Communie, waar Hij zelf spijs en drank wordt onzer ziel, Eu als alleen de aanraking van zijn kleed de vrouw van 't Evangelie van'eene zware ziekte genas, moet gij dan niet veel meer hopen en vertrouwen, dat Hij al uwe zielekwalen zal genezen, als Hij zelf bezit wil nemen van uw hart ?

Eindelijk moet men tot de 11. Communie naderen meteen curiy cerlangen. Overweeg, om dat verlangen in u op te wekken, van de eene /.ijde uw grooten nood , uwe ellende, uwe gebrekei , de behoefte aan de goddelijke hulp, uwe zwakheid, onstandvastigheid, verblindheid en zondigheid, en van den anderen kant de wonderbare uitwerkselen van dit 11. Sacrament, de groote liefde, waarmede Jesus bereid is u te zuiveren, te versterken, te verlichten en te genezen.

Die overweging zal ongetwijfeld een vurig verlangen in u opwekken om tot Jesus te naderen, zooals een dorstige naar de waterbron, een hongerige naar spijs, een zieke naar den geneesheer verlangt. En wanneer gij dat brandend verlangen, dien honger en dorst naar Jesus in u niet gewaar wordt, o verlang dan ten minste vurig om het te hebben, en Jisus zal met uwen goeden wil tevreden zijn, zooals Hij aan deH.Mech-tildis leerde; Wanneer gij tot de 11. Communie nadert, verlang dan tot mijne eer al de begeerte en liefde te hebben, waarvan liet gloeiendste hart ooit naar mij is ontstoken geweest , en op deze wijze moogt gij tot Mij komen; want Ik zal mijne oogen op die liefde slaan cn haar aannemen, nadat gij verlangt, om ze ook zelve te bezitten. Daarom zou het eene goede voorbereiding zijn, vóór de H. Communie recht hartelijk te

-ocr page 16-

14

verzuchten. „ O zoetste Jesus! met geheel mijne ziel „ verlang en begeer ik met dien geestelijken honger, , dat brandend verlangen tot uwe H. Tafel te naderen, ,, waarmede uwe Heiligen U steeds naderden en van , die heilige liefde te gloeien, waarvan het hart uwer 7 allerheiligste Moeder en van uwe H, Apostelen steeds , brandde.quot;

Ook zou het eene nuttige wijze van voorbereiding zijn vóór de H. Communie, wanneer gij , volgens den raad van den H. Bonaventura, telkens eene plaats uit de levens- of lijdensgeschiedenis des Heeren over-woogt.

Immers, de H. Comnuinie is ook een gedenkteeken van 's Heeren bitter lijden. De H. Chrysostomus zegt: Wie te communie gaat, zal, zoo dikwert bij communiceert, zich voorstellen als legde hij den mond op de kostbare wonde van Jesus zijde, om daar zijn lieilig bloed te drinken en zich deelachtig te maken aan alles, wat Jesus daarmede voor ons verdiend heeft. Eindelijk raad ik (J aan, om vóór de H. Communie, u eenige oogenblikken met de overweging der volgende punten bezig te houden : 1°. Wie lomt tof mij F 2°. Tof trien lomf Hij ? 3°. Waarom Tromt Hij ? welke aan elke communie-oefening voorafgaan, die gij niet slechts lezen, maar overwegen, ontwikkelen en op n-zelve zult toepassen; en die, als gij God daarbij vurig om ware godsvrucht bidt, ongetwijfeld voor u van het grootste nut zijn zullen.

-ocr page 17-

OVKRWHGINGEN M (JËBKDEN

TKR VOOREKKEIDING

VOOR DE H- COMMUNIE.

1. OVERWEGING. *

VOOIIBKREIUINGSGEBSID VOOll IEDERE OVEinVECUNO.

O goedertieren .Icsus, die op aarde zijt g'c-komen, om alle mcusclien te verlichten , open de oogeu van mijne ziel en laat mij de oneindige liefde erkennen , waarmede gij het allerheiligst Sacrament des Altaars hebt ingesteld ; laat mij de onbegrijpelijke goedheid en gnnst inzien, ivaannede Gij tot ons hebt willen afdalen, om bij ons, arme menseheukin-deren, uw intrek te nemen, ons met nw allerzuiverst vleesch te spijzen en met uw allerheiligst bloed te drenken ; maar laat mij ook mijne armoede, mijne nietswaardigheid en zondigheid inzien en erkennen, hoe rein en

* Deze overwegingen kan men op den vooravond ot' ook 's morgens op den Communie-dag verrichten.

-ocr page 18-

16

heilig mijne ziel moet wezen, om U, den heiligen God , te ontvangen, opdat ik alle zorg bestede, om door eeue waardige voorbereiding IJ welgevallig en de groote genade deelaehtig te worden van mij met U te vereenigen, met ü , mijn goddelijken Heiland JesusChristus, die met den Vaderen den H. Geest leeft en heerscht in alle eeuwigheid. Amen.

I. ) TViu koud tut mij? Christus, dc Zoon van den levenden God , de beminde Zoon, in wicn de Hemelsche Vader zijn welbehagen genomen heeft; Christus komt tot mij, het Woord, waardoor God alles gemaakt heeft, wat er gemaakt is. — Christus, de eeniggebo-ren Zoon Gods, de afglans zijner heerlijkheid en zijn zelfstandig evenbeeld, die één van wezen met den Vader en den H. Geest, in alles aan l\cn gelijk is, — Christus de Zoon Gods, wiens rijk geen einde heeft, wiens troon de Hemel, eu wiens voetbank deaarde is en voor wien de gansche wereld is als een druppeltje aan den wateremmer, die gewaardigtzieh tot mij te komen. — Christus, de Zoon Gods, voor wiens ontzachlijke Majesteit de Cherubs en Seraphs hull aangezicht in diepen eerbied bedekken , wien tallooze koren van Engelen dienen eu lofzingen ; Christus, de eeuwige God, de Heer der Heerscharen komt tot mij en gewaardigt zich mij te komen bezoeken.—

-ocr page 19-

17

ei- 2.) Tot men komt Hij 1 Tot mij, nietig

rg sterveling, door zijne Land uit liet stol' der

ng aarde gemaakt en gevormd. — Tot mij, arm

;ig menschenkind, dat naakt, hulpeloos, van alles

et ontbloot, met zonde bevlekt ter wereld kwam,

s, dat vanmij-zelven niets heb en niets kan, dan

;n — zondigen ! — Bij mij wil de Zoon des Allerhoogste n zijn intrek nemen, die een afgrond van ellende, misschien van boosheid ben!...

m Tot mij wil de Zoon Gods, de afglans des

n eeuwigen Vaders komen , tot mij, die van alle

iii kanten van de melaatsehheid der zonde over-

'A dekt, bezoedeld ben van den moederschoot af

, aan! — O, onbeschrijfelijke vernedering van

i- mijn God en Heer! De almachtige Schepper

d wil zijn arm schepsel, de Heer des Hemels en

ii der aarde een armen bedelaar bezoeken !...

s

, 3.) Waarom komt Hij? Om dien armen

3 ^ bedelaar uit het stof op te heffen en deu behoeftige uit het slijk te beuren, (ps. 113.) Om mij, het armzaligst menschenkind , met de schatten zijner liefde te verrijken. Om mij, arm schepsel, van zijn goddelijk leven, van zijue volmaaktheid mede tedeelen, opdat ik , o wonderbare, onuitsprekelijke genade, aan zijne goddelijke natuur zou deelachtig worden! — Gods Zoon wordt de spijze mijner ziel; mijne ziel wordt door God met zijn vleesch en bloed gevoed! O verbazingwek-

I

-ocr page 20-

18

kende, onbegrijpelijke gunst van mijn God en Heer! O ziel 1 wat geeft gij Hem voor zoo oneindige liefde en goedheid weder?...

Br dn. O Zoon van den levenden God 1 hoe is 't mogelijk, dat Gij zoo diep wilt afdalen, om mij, verachtelijke aardworm, te bezoeken? — Mag ik gelooven, dat uwe eeuwige godheid, welke de Hemelen niet kunnen omvatten, mijn hart tot woonstede wil uitverkiezen? O ja, dat geloof ik, wijl Gij zelf het gezegd hebt, maar begrijpen kan ik het niet. Te groot is de afstand tusschen U en mij; te diep lig ik in het slijk dei-zonde neêr, zoodat ik het zelfs niet wagen durf, mijne oogen tot uwe ontzachlijke Majesteit op te heften!... Maar Gij zijt God en een God van eeuwige liefde! De liefde, die geene palen kent, sterkt mijn geloof en wekt mijn vertrouwen op. O kom dan, lieve Jesus! en kom spoedig; mijne ziel verlaagt, smacht naar uwe komst; zonder U verkwijnt zg, zonder U kan zij uiet leven. O kom dan, lieve Jesus, cn toef niet langer!

II. OVERWEGING.

VUOIIBEIUJDINGSGI BKl) (als 1)1. 15.)

1.) W'n- komt tot mij? Jesus, Ie Zoon Gods, iKr zich ook een Zoon Davids,een menschen-

-ocr page 21-

19

zoon noemt.. . Jesus komt tot mij, die in den schoot der onbevlekte Moedermaagd de menschehjke natuur heeft aangenomen, om de menschen, door de zcnde van God gescheiden , weer met God te kunnen vereenigen, — diezelfde Jesus, dien de allerzaligste Maagd onder haar hart, in hare armen droeg,... die aan Maria en Joseph tijdens zijn verborgen leven in alles gehoorzaamde,... die drie en dertig jaren in armoede, ellende en verachting op aarde wandelde, om allen goed te doen, allen te redden , om op te zoeken en zalig te maken wat verloren was. Jesus komt tot mij, die om mijnentwil de gedaante van een dienstknecht heeft aangenomen en gehoorzaam was aan zijn hemelschen Vader tot aan den dood des k raises!... Diezelfde Jesus komt mot godheid en menschheid tot mij!

2.) Tot reien kond Hij ' Tot mij, arm men-schenkind , die reeds bij mijne ontvangenis en bij mijne geboorte met de erfzonde besmet, een voorwerp was van gramschap en afschuw voor den driewerf heiligen God !... Tot mij, die door het bloed van Jesus in de wateren des Doopsels gereinigd en tot kind van God gemaakt, echter dat kleed der onschuld weder bezoedeld en mij onwaardig gemaakt heb, om een kind van God te heeten en te zijn !... Tot mij, een mensch , die den adel

-ocr page 22-

30

der mcnsckelijkc natuur dikwerf zoo weinig

geacht, mijn lichaam zoo vaak onteerd en aan zinnelijk genot heb overgegeven !... Tot mjj, die dikwerf als een arme knecht mijne hartstochten gediend en mij tot slaaf vernederd heb van mijne lagere driften!....

3.) Waarom komt Hij ? Om mijne mensch-heid door tien adel zijner verheerlijkte mensch-heid te verheffen; om in mij te bewerken, wat Hij gezegd heeft: „ zoo gij niet wordt als kinderen, zult gij het rflk der Hemelen niet ingaan !... om mij vromen kinderzin, kinderlijken eenvoud, kinderlijken ootmoed , kinderlijke zachtmoedigheid, reinheid en onschuld , kinderlijke liefde te leeren !... Om in mij de lage driften te onderdrukken, van mij de gezindheid van een dienstknecht weg te nemen, mij vrij te maken van de banden mijner booze neigingen en mij de vrijheid der kinderen Gods te schenken!... Om het kleed der onschuld mijner ziel te reinigen, dat ik door de zonde bezoedeld heb , en het schoon en heerlijk te maken in zijn heilig bloed !...

Bedt:. O , mijn Jesus! schoonste onder de menschenkinderen, reinste, heiligste Zoon der altijd onbevlekte, heilige Maagd Maria! Gij wilt tot mij komen, 'een meusch reeds in

-ocr page 23-

21

zonde ontvangen, cn die van de dagen mijner geboorte af onder het juk van booze neigingen en driften verzuchtte. Gij wilt tot mij komen, mijn hart wilt Gij tot uwe woonstede uitkiezen , mijn hart, dat door zoovele zonden bevlekt, U nog zoo weinig bemint! Is het mogelijk, dat uwe liefde zoo ver gaat ? En toch hebt Gij gezegd : Zoo gij mijn vleesch niet zult eten en mijn Hoed niet zult drinken, zult gy het leven in u niet hehien. Ja, ik wil leven, leven voor U, leven volgens uw wil en voorbeeld. Zoo kom dan, o Jesus! neem bij mij uw intrek en deel mij uw hemelsch leven mede. Help mij, dat ik in ootmoed en zachtmoedigheid, in reinheid , barmhartigheid en gehoorzaamheid U navolge en zoo uwhemelsoheu Vader behage en zalig worde. Amen.

Hl. OVERWEGING.

VOOTIBEBEIDINGSGEBED. (als bl. 15.)

1.) Wie komt tot m/?- Jesus, die in de hooge Hemelen heerscht, wien alle macht gegeven is in den Hemel en op aarde. Jesus, de Koning, np wiens schouderen de heerschappij rusten op wiens hl eed staat geschreven: koning

DER KONINGEN, HEER DER HEERSCHAREN.

Jesus , die gebied voert op aarde, aan wien

-ocr page 24-

22

lt;lc hemelsclie Vader pezesjd heelt : Verlang van mij, en ik zal U de Heidenen tot erfdeel geven en tot uw eigendom de uiteinden der aarde. Jesus, in wiens naam alle knieën zich buigen in den Hemel, op en onder de aarde ; Jesus, die ook door zijne wrekende gerechtigheid in de hel heerscht, voor wiens naam de hellegeesten beven; de Koning der koningen komt tot mij!....

2.) Tot wien komt Hij? Tot mij , zijn arm schepsel, dat Hij uit stof heeft gevormd ! — Tot mij, zijn armzaligen onderdaan komt de Koning van Hemelen aarde! — Mijn Heer en Koning gewaardigt zich mij te komen bezoeken! Is 't mogelijk, dat een koning zich zoo diep vernedert, om bij een armen, zieken bedelaar zijn intrek te nemen, wiens hut niets dan nood, armoede en ellende vertoont ! En als die arme bedelaar nu dien koning niet geëerd, niet gehoorzaamd , maar integendeel zijne geboden onbeschaamd overtreden , zelfs veracht heeft, als hij tegen hem opgestaan, met zijne vijanden saamgespannen en hem meermalen zwaar en schamper belee-digd heeft, en die koning komt dan toch tot hem vol medelijden, vol liefde, vol erbarming en geeft hem, opdat hij in zijne ellende en nood niet omkome , niet goud of zilver, maar zijn eigen vleesch en bloed ; is er dan

-ocr page 25-

wel eene grootore afdaling en vernedering, grootere liefde, genads en goedheid denkbaar?!— En toch, zoc is 't: tot mij, dien ellendigen,behoeftigen , zondigen en ondankbaren bedelaar wil Jesns, mijn God en Heer naderen ; mij wil Hij met zijn allerheiligst vleesch en bloed spijzen , genezen en versterken ten eeuwigen leven 1....

3.) Waarom komt Hij? Niet om dien ellendigen , ontrouwen en boozen knecht te straffen, niet om hem te binden en in den kerker te werpen , totdat hij den laatsten penning zijner schuld betaald heelt, daarmede toch zon die arme bedelaar al zijne schuld knnnen afdoen ? Christus, mijn Heer en Koning, geeft mij zijn allerheiligst vleesoh en kostbaarst bloed als offer voor mijne zonden , opdat ik daardoor de goddelijke gerechtigheid bevredige en mijne schuld bij God betale. — Christus komt tot mij, om mijne ziel uit de macht van Satan te bevrijden , haar als met een muur tegen zijne aanvallen te omgeven, om haar te versterken en over al hare booze neigingen te doen zegevieren. Christus komt, om mij uit te noodigen. Hem op den koninklijken weg des kruises te volgen , en voortaan de zonde af te sterven en alleen voor Hem te leven!. ..

-ocr page 26-

34

Tiode. Acli! mijn Jesus, mijn Heer en Koning! lioe groot is toeli uwe liefde ongenade, daar gij een armen, trouwloozenknecht, die zoo diep in het slijk der zonde verzonken ligt, wel wilt bezoeken! Met den H. Petrus moest ik uitrooepen : „ Ga weg van mij, Heer ! wantik ben een zondig mensch.quot; Ik benzoo veel goedheid, liefde en erbarming niet waardig! — Aeh, hoeveel wanorde heerseht er niet in mijne ziel, die nog zoo bezoedeld, zoo weinig los is van de wereld en de schepselen ! Hoe toch kunt Gij, allerschoonste en beminnelijkste Heer, welgevallen in haar hebben en haar met uwe zoete tegenwoordigheid verblijden? Maar neen ,— mijn Jesus ! uwe eindelooze liefde versmaadt ook een armen en ellendigen bedelaar niet. Zonder TJ toch zou hij nooit vrij worden van de banden der zonde en hartstochten, die zijne ziel nog geboeid houden; zonder U zou hij nimmer zijne schuld kunnen betalen. O, kom dan , goedertieren Heer en Koning! Wil mijne groote boosheid, waarmede ik U beleedigde, vergeten, om slechts te denken aan de groote behoefte, die ik heb, aan uwe goddelijke hulp. Kom, o Jesus! neem bezit van uw eigendom , heerseh en regeer over mij , geleid en bestier mij , opdat ik den weg bewandele, waarop Gij mij zijt voorgegaan, den weg des kruises, die voert tot eeuwige vreugde. Amen.

-ocr page 27-

25

IV. O VEEWEGING.

VOOKBRTIEI DINGS GEBED ( als bl. 15.)

1.) Wieleomttotinij? Jesus, de hemelsche Leermeester, wiens woord 2;een tnenscVien-woord, maar het woord Gods is; die slechts waarheid leert en nimmer kan dwalen, wijl Hij de waarheid zelve is; — Jesus, de goddelijke Meester, die in alle scoed onderricht, tot wien Petrus gesproken heeft : /, Gij helt de ivoorden des eeHicigen levens.quot; — Jesus, de Meester, die alleen mij den rechten weg aanwijst en mij geleidt; dis mij niet slechts leert, wat ik doen moet om zalig te worden , maar die mij ook door zijn heilig voorbeeld voorgaat en mij liefdevol uitnoodigt, om Hem na te volgen; — Jesus, de goddelijke Meester, die elke deugd, welke Hij leert, eerst zelf beoefend heeft; die mij gebiedt barmhartig, zachtmoedig , gehoorzaam, kuisch en rein te zijn en het zelf geweest is. —Jesus komt tot mij, die niets van mij verlangt, wat boven mijne krachten is , die mijne zwakheid kent, en mij gaarne kraeht en genade wil geven, om datgene, wat Hij mij gebiedt, te volbrengen ! ....

2.) Tot wien komt Hij? Tot een onwetenden

2

-ocr page 28-

2G

menscli, die niet kent, wat licm lol vrede strekt; tot een blinde, die zonder freleider den rechten weg nimmer vinden kan ; tot mij komt die goddelijke Meester, zonder wiens genade ik niet eens in staat ben, om zelfs eene enkele goede gedachte te vormen ; tot mij, die nog zoo traag ben , om naar zijne goddelijke leer te luisteren en die zoo spoedig weer vergeet, wat ik gehoord heb; tot mij die nog zoo gaarne aan de vleitaal der wereld, de stem der hartstochten, de inblazingen van Satan gehoor geef, in plaats van acht te slaan op de leer des Hemels, die alleen waarheid is en zalig maakt! Tot mij komt de goddelijke Meester, wiens heilige woorden uit den mond des priesters zoo vaak aan mijne ooren en aan mijn hart klonken, zonder dat ik ze daarin opnam en vrnchten liet dragen! —Tot mij komt die goddelijke Meester, wiens leer ik dikwerf zelfs veracht en aan de valsclie grondbeginselen eener bedorven wereld heb achtergesteld !

3.) WaaroDi komt Hij 2 — Om als een minnend vriend tot mijn hart te spreken ; om mij te zeggen , hoe verkeerd ik geleefd heb; cm mij voor de bekoorlijke stem der verleiding te waarsehmven; om mij 'Ie dwaalwegen te laten zien, waaropzij geraken, dienaar zijne stem en die zijner dienaren niet luis-

-ocr page 29-

27

toroii! Om mij te zeggen , wat ik te doen hel), om volmaakt te worden en zijn liemel-selien Vader te behagen ! — Om aan mijne zwakheid te hulp te komen en mij te bemoedigen, om den weg te bewandelen, dien Hij mij heeft aangetoond en waarop Hij mij is voorgegaan. — Om mij de schoonheid en beminnelijkheid dier hemelsehe deugden te too-nen , die Hij geleerd en beoefend heeft en om mij aan te sporen, Hem daarin na te volgen. — Om mij te bewegen voortaan mijne oogen alleen te slaan op Hem : den oorsprong en voltooier van mijn geloof—, opdat ik onder het getal van diegenen behoore, van wie Hij sprak : Zalif/ zijn zij, die het woord Gods aanhooren en het onderhouden. (Lue. xi.)

Bede. O Jesns , mijn Heer en Meester! Zoo dikwerf reeds hebt Gij tot mijn hart gesproken en uw licht mij laten verlichten; maar, helaas! tot hiertoe nog zoo vruchteloos! Hoe komt het, dat Gij in weerwil daarvan U toch gewaardigt tot mij te komen en mijne ziel te bezoeken? Gij vindt in mij slechts onwetendheid, blindheiden duisternis, en toch komt Gij tot mij, om mij te onderrichten en uwe wegen te leeren, die ten Hemel voeren! Tk erken mijne blindheid, waarmede ik tot hiertoe uw heilig woord niet behartigd en nageleefd heb, waarmede

-ocr page 30-

38

ik mijne ooren voor mvo liemelsche woorden gesloten, on voor de bedriegelijko stom der wereld en van liet, bedorven vleescli geopend heb, en bid U uit den grond mijns harten, gelieve mij mijne boosheid te vergeven.— Kom, o Jesns! mijn hart is bereid, om U te ontvangen; spreek tot mij, Heer! uw dienaar (dienares) hoort. Zeg mij, wat ik doen moet, om het eeuwig leven te bezitten! ik zal mijne ooren neigen naar uwe stem; zwijg niet Heer! maar spreek, spreek luid tot mijne ziel; uw woord is waarheid, uw woord is leven! Ach , hoe ongelukkig zou ik zijn , als Gij uwe stem niet meer liet hooren ! Wel had ik dit verdiend, maar ach ! waarheen zou ik gaan; want Gij alleen hebt woorden des eeuwigen levens! Amen.

V. O VEE WEG ING.

VOOTIBETIEIMNGSGEBED (als 1)1. 15.)

1.) Wie komt tot mij?—Jesus, de liemelsche Geneesheer, die gezegd heeft, de gezonden hehhen den geneesheer niet noodir/, maaricel de ziel-en.— Jesus, de barmhartige Samaritaan , die de olie zijner genade en den wijn zijner liefde uitstort in de wonden van hem, die in de handen van roovers gevallen is, om ze daardoor te genezen ! — Jesns, de goddelijke Geneesheer, die onze krankheden

-ocr page 31-

39

en wonden kent en ze genezen wil en kan! — Jesus, dio liefdevolle Geneesheer, die van ons niets verlangt, dan dat wij Hem onze wonden vertrouwvol openbaren en Hem ootmoedig bidden, dat Hij ze geneze! — Jesus, die zijn allerheiligst bloed tot red- en geneesmiddel gaf voor onze zondenen die door zijne wonden de wonden onzer zielen geneest: die Jesus, die door zijn almachtig woord alle soorten van ziekten genas eu door de aanraking alleen van zijn kleed aan die ongelukkige vrouw de gezondheid wedergaf; deze alvermogende, liefdevolle G ^neesheer ge waar-digt zich tot mij te komea !

3.) Tot wien komt Hij 1 Tor, mij, die helaas! zoo ziek, zoo zwak, zoo wankelmoedig en ellendig ben, wijl mijne ziel met de me-laatsehheid der zonde geslagen is ! Tot mij, die door mijne eigenliefde, mijn eergevoel, mijne opgeblazenheid en lichtzinnigheid, door mijne onbestendigheid en wankelmoedigheid, mijne ziel zoo dikwerf vreesdijk verwond heb; tot mij komt die hemelsche geneesheer, wiens voorschriften ik veracht, wiens geneesmiddelen ik versmaad heb. — Tot mij, wiens ziel door zwakheid geslagen, neergedrukt ligt onder hare booze neigingen, die haar zoo machteloos maken om te doen, wat God van haar verlangt.— Tot mij, wiens ziel door de

-ocr page 32-

30

slechte voorbeelden der bedorven wereld aangestoken, reeds walgelijk was door de zje]

zonden. Tot mij komt Jesus, tot mij, armen,

zieken , machteloozen bedelaar, die de grootheid mijner kwalen, de menigte mijner won- j)i:i den, het gevaarlijke van mijne krankheid z-e nog niet eens ken !

3) Waarom homl Hij? Hij komt tot mij, die liefdevolle geneesheer, om aan mijne en

kranke ziel het allerbeste geneesmiddel, zijn jc,

allerheiligst vleesch en bloed toe te reiken! qj

Hij kent al mijne gebreken, al mijne wonden, ee

Hij kent mijne kwaal geheel en al en kan die z-

genezen. Toen Hij eertijds zich het kruis liet eI

op de schouderen leggen, toen heeft Hij al ^

onze krankheden op zich genomen en daarvoor in zijn bloed het geneesmiddel bereid. — Hij ^

komt met eindelooze liefde en hartelijk mede- y

lijden, om in zijn eigen bloed mijne ziel te zuiveren van de melaatschheid der zonde en j;

haar nieuwe levenskracht in te storten , op- r

dat zij niet bederve. — Hij komt in zijne ^

goddelijke kracht, om mijne zwakheid weg n

te nemen, opdat ik opsta en moedig voortaan ^

den weg zijner goddelijke geboden bewandele. Hij komt, om mijne ziel te reinigen en met |

het kleed der heiligmakende genade te versieren ! — Hij komt, om haar voor 't bederf te bewaren cn haar een verweermiddel te geven tegen al hare vijanden; ja, de goddelijke ge-

-ocr page 33-

31

neesheer, Jesus, mijn Verlosser, wil de redding, de genezing, liet heil mijner arme ziel zijn! —

Bede. O mijn Jesus! Gij hebt gezegd; „Ik hen uw heil! (ps. 34.), zie toch hoe zwak en ziek ik ben, verwond en met melaatsohheid overdekt! Wie kan mij genezen, mij gezond maken, wie mij uit mijne zwakheid opbeuren en mij kracht geven, om den weg, die ten leven leidt, te bewandelen; wie anders, dan-Gij, mijn God! Gij zijt de geneesheer, die het eenig afdoend middel weet en bezit om mijne ziel te genezen ; Gij kent al hare gebreken en kunt ze verhelpen. Gij zijt het leven zelf; hoe zou hij dus kunnen sterven, die U ontvangt, die met uw levengevend vleeseli en bloed gevoed wordt! — O kom dan, lieve Jesus, mij bezoeken. Wel is waar, ik bi:n dat geluk niet waardig, wijl ik zelf door mijne lichtzinnigheid en overmoed mij verwond en mij, zonder op mijne zwakheid te letten, aan het gevaar van zonde heb blootgesteld. Maar goedertieren Heiland, hoe zal ik van al mijne kwalen verlost worden, tenzij Gij, in Uwe barmhartigheid, in uw medelijden, mij ter huipe snelt? O kom dan, zoete Jesus! mijne ziel smacht van verlangen naar uwe komst; kom, o Jesus ! haar genezen, haar reinigen, haar versterken, kom haar gezond en schoon,

-ocr page 34-

32

vlekkeloos en zuiver maken; opdat zij weder welbehagelijk worde voor de cogeii uws Vaders, die in deu Hemel is. Amen.

VI. OVERWEGING.

VOOKBEKB1D1NGSGEBJED (als 1)1. 15.)

1.) Wie komt tot mij ? Jesus, de Bruidegom der godminnende zielen, die door den Profeet heeft gesproken : „ Ik verloof Mij aan u voor eeuwig, en verloof Mij aanu door gerechtigheid, door genade en erbarming, Ik verloof Mij aan u door trouw; en (jij zult erkennen, dat ik de Heer beu.quot; (Oseë, II, 19, 20.) Jesus, die mij ten einde toe bemind heeft, en niet ophoudt mij lief te hebben, —-Jesus, die op zoo bloedige wijze mijn Bruidegom geworden is, wijl Hij voor mij aan 't kruis stierf en al zijn bloed vergoot, — Jesus, die ter liefde van mij zijn heilig hart liet doorboren, opdat ik daarin een toevluchtsoord zou vinden, — Jesus komt tot mij, Hij wiens hart geheel ontstoken is van liefde tot mij. Hij komt en staat aan de deur van mijn hart en klopt en roept: „ Doe open, mijne geliefde, mijne vriendin, mijne bruid.quot; Jesus, de schoonste der meuschen-kinderen , wiens verinaak hel is met de kinderen der memchen te zijn, komt zelf tot mij! —

-ocr page 35-

33

3.) Tot men komt Hij? Hij komt tot mij, die het verhoud van liefde ontrouw, dat Hij in het H. doopsel met mij gesloten lieeCt, zoo dikwerf verbroken, zijne trouw zoo dikwerf geschonden heb ; — tot mij, ontrouwe ziel, die geen woord gehouden, Hem nooit waarachtig bemind heb; — Hij komt tot mij, die mijn hart aan duizend ijdele dingen gehecht, mijne liefde aan vergankelijke schepselen geschonken , mijn vermaak in zondige genietingen gezocht heb! — Hij komt tot mij zoo liefdevol, nederig, vrieiidclijk en goedig, en wil mij bezoeken, die Hum dikwerf ontvlucht, Hem den rug gekeerd en metzijue vijanden geheuld heb! — Hij komt tot mij , die het bruiloftskleed gescheurd en bezoedeld heb; tot mij, die niets aan mij heb, wat Hem behagen of welgevallig zijn kan, die Hem niets heb aan te bieden, dan een zwak, bezoedeld harte!

3.) Waarom, l-onil Hij? — Niet, om mij te veroordeelen, om die tromvlooze ziel te betraffen; niet, om mij zijne trouw op te zeggen, zijne belofte bij hetH. Doopsel gedaan terug te nemen ; neen, zijne onbegrensde liefde, zijne eindelooze barmhartigheid wil mij mijne ontrouw vergeven; zijne liefde is niet verkoeld; nog klopt zijn Hart voor mij, nog heeft Hij zieh niet van mij verwijderd,

2*

-ocr page 36-

34

Hij wil mijn koud hart op nieuw in liefde ontsteken en aan zicli verbinden, mijne ziel op nieuw bekloeden met hot bruiloftskleed der liefde en met do schatten zijnor genade verrijken, haar mot de stralen van zijn goddelijk licht verlichten, om haar hare armoede, hare ellenden en hure zondevlekken te doen erkennen, haar te doen zien wat het is, Hem, de bron der reinste vreugde te verlaten, om do bedriegelijko hersenschimmen der wereld na te jagen. Jesus, mijn heilige Bruidegom komt. O mijne /Jol! zijt gij bereid? is uwe lamp gevuld mot de olie van goede werken? of ledig, als die der dwaze maagden, tot wie do Bruidegom sprak : « Ik ken u nietquot;?____

Bede.—Ach ja! mijn Jesus, beminnenswaardige Heiland, ook ik heb verdiend uit uw mond te hooren : „ Ik ken u niet.quot; Ook ik hel) harde verwijten, het strengste oordeel over mijne ontrouw verdiend. Hoe heb ik U toch kunnen vergeten, uwe zoo groote liefde met koudheid kunnen beantwoorden en ü, het schoonste, aanbiddenswaardigste wezen, kunnen achterstellen achter de armzaligste schepselen? Voor uwe voeten in 't stof neêr-geknield erken enbelijdeik, o.Tesus! mijne ontrouw, mijne liefdeloosheid, mijne ondankbaarheid, en bid U uit het diepste mijns harten, wil mij om uwe oneindige liefde nog

-ocr page 37-

35

vergiffenis schenken en niet weigefen, my te bezoeken. O Jesus! zonder U ga ik ten gronde, zonder U versmaelit en verdort mijne ziel. Gij zijt haar leven, haar voedsel, haar steun en haar staf, haar heil, hare vreugde, haar alles. O kom dan, lieve Jesus! reik mij uwe hand , trek mij tot U, want U wil ik toebehooren, mij nooit meer van (J afwenden, U breng ik mijn hart ten offer; neem het aan en trek het zoo sterk Lot U, dat het in eeuwigheid van U niet meer gescheiden worde. Amen.

VIL OVERWEGING.

VOORBEllEIDINGSORIiED (als bl. 15.)

1.) Wie komt tot vt-ij? Jesus , dn man mm smarten, die weet wat lijden is, die al onze zwakheden en gebreken op zich genomen, den kelk van bitter lijden tot den laatsten druppel geledigd heeft!—Jesus, do man van smarten, die van den dag zijner geboorte af het kruis immer voor oogen had en geheel zijn aardsch leven geen enkel uur zonder smarte was, die van zijne kindsheid af bittere armoede en ellende, honger en dorst, koude

en hitte verdragen heeft;.....de Zoon Gods,

die met al onze zonden en ongerechtigheden beladen, eenen melaatsche geleek, door de hand van God geslagen en vernederd. —-

-ocr page 38-

36

Jesus, de man van smarten, die smaad en verachting tot zijn deel liecl't verkozen, die zich als een misdadiger ter dood liet veroor-dcelen, die het kruis zelt' op zijne schouderen nam, aan 't kruis zijn bloed vergoot en stierf; diezelfde Jesus wil mijne arme ziel komen bezockuii!

2.) Tot roien kond Hij 1 Helaas! tot eene wekelijke, zinnelijke zied, die van geene boetvaardigheid, versterving en zelfvcrloo-chenüig wil hooren 1 Tot eene ziel, die voor kruis en lijden terug schrikt, die van geen vasten en waken, van geene kruisiging des vlcesches, van geene versterving der zinnen weten wil; — die geene wederwaardigheden , geene kwelling of smart kan verdragen; die geene vernedering, geene achterstelling, geene verachting 0f smaad wil dulden , die bij de geringste tegenspraak verbitterd wordt. — Tot eene ziel Jie liet vlecsch niet kastijden, goede dagen hebben en met Jesus uit den lijdensbeker niet drinken wil; die zich met rozen omkranst, terwijl de lieer met doornen gekroond is, op den breeden weg wandelt, terwijl haar Meester met het kruis op de schouderen den Calvarie-berg bestijgt; die naar vreugde en genoegens haakt, terwijl haar Heiland aan 't kruis yan dorst versmacht!

-ocr page 39-

87

3.) Waarorn komt Hij? Hij komt, om mij te bewegen, mijn roem e i mijne eer slcelits in zijn kruis te stellen ; om mij te toonen, hoe liet der ware liefde eigen is, voor den geliefde te lijden!.... om mij uit te noodi-gen, liet kruis met Hem te dragen, om eens met Hem verheerlijkt te worden! — Hij komt, om mij op te wekken, voor mijne zonden te boeten, en der wereld, die niets is dan ijdelheid en bedrog, af te sterven; om mijne zwakheid te ondersteunen, en mij lust en moed en kracht voor de versterving in te storten; om mij vriendelijk uit te noo-digen, zijne voetstappen te drukken, en den weg des kruises, die alleen ten Hemel voert, te bewandelen ! — Hij komt, om mij in den strijd tegen het vleesch bij te staan en de zegepraal gemakkelijk te maken; om mij aan te moedigen, het mij tot eene eer te rekenen, als ik miskend en veracht word; ja Hij komt mij aankondigen, dat ik nimmer zal deelen in zijne heerlijkheid, zoo ik op aarde niet geleden, verdragen en ten bloede toe gestreden heb.

Bede. — O goede Jesus, Koning met doornen gekroond, die eenmaal het kruis tot troon, een rietstok tot rijkstaf, een spotmantel tot koninklijk gewaad, smaad en verachting tot spijze, gal en azijn tot drank hadt,

-ocr page 40-

38

die niet zooveel hadt, dat Gij er uw hoofd op kondet nederleggen! Gij wilt tot mij komen , nietig en zwak menseh, die afschrik heb van kruis en lijden, die (1c zinnelijkheid toegegeven en mijne lusten zoo weinig ver-storven het), — tot mij, die haak naar zoetigheden en troost, maar den kelk van lijden verafsehuw, — tot mij, armen zondaar, die gerechte straften verdiend heb, en er toch niet voor boeten wil. Ach! thans zie ik het in, hoe verkeerd ik gehandeld, hoe weinig ik U bemind heb. Volgaarne wil ik mijn leven verbeteren, en den weg bewandelen, waarop Gij mij zijt vooi'gegaan, en uwe lieve Moeder en alle Heiligen CJ gevolgd zijn, — den koninklijken weg des kruises!... Ja, ik volg U, o Jesus! kom en sterk mij, geef mij moed en kracht, opdat ik het ook vermoge.; want zoo groot is mijne zwakheid, dat ik zonder U mijn kruis niet dragen, der wereld niet afgestorven zijn kan. O, kom dan, lieve Jesus! versterk mijn goeden wil en stort mij een brandend verlangen in, om voor U te lijden, voor U to strijden, voor en met U te sterven. Amen.

VUL OVERWEGING.

VOORBKIIEIDINGSGEBED (als bl. 15.)

1.) Wie komt tot mij? Jesus, het voorbeeld aller deugden, de heiligheid en reinheid zelve.

-ocr page 41-

39

Jesus, die gezegd heeft: wie van u kan Mij van zonde overtuigen ?quot; Leert van Mij, dat ik zachtmoedig en ootmoedig van harte ben,quot;— het geduldig Lam , dat zwijgend ter slaeht-bank ging; Jesus, in wiens hart slechts liefde woont, die aan al zijne vijanden vergiffenis schonk en voor hen aan het kruis nog bad!... die gehoorzaam was tot aan den dood, ja, tot den dood des kruises! — Jesus, die aan allen weldeed en alle eer en lof verachtte en ontvluchtte! —■ Jesus, de barmhartige, wiens hart van medelijden bewogen was bij den aanblik van armen en zieken ! — Jesus, do vredevorst, die den vrede bemint en gaarne vertoeft, waar vrede woont! — Jesus, die in den hof van Olijven bad: „Vader, niet miju, maar nw wil geschiede!quot; — die voor de zondaren stierf, wijl zijn hemelsche Vader het zoo wilde !

3.) Tut wieii hond Hij? Tot een mensch , door God wel is waar naar zijn evenbeeld geschapen , maar die dat beeld in zich bezoedeld heeft! — Tot eene ziel, die zoo weinig goeds en schoons in zich ontdekken kan, die aan een hof gelijkt, waarin slechts onkruid en distelen groeien! — die zoo weinig gelijkvormigheid , zoo weinige gelijkenis heeft met haar goddelijk toonbeeld Jesus Christus, niet zuiver, niet zaehtmoedia', niet ootmoedig van

-ocr page 42-

40

harte is, maar dikwerf vol hoogmoud en op-geblazcnhciit. — Tot eene ziel, die niet gehoorzaam, niet geduldig is, die voor elk lijden terugschrikt en bij elk kruisje, bij elke wederwaardigheid in moedeloosheid vervalt. — Tot cene ziel, die altijd liefde in den mond heeft en haar weinig beoefent, die weinig goed doet en traag is in werken van barmhartigheid! — Tot eene ziel, die allen haat en nijd en afgunst nog niet overwonnen heeft en haar eigen wil nog zoo dikwerf boven den wil van God stelt! —Ja, Jesus, dat toonbeeld van alle deugden, komt tot eene ziel, waarin zijn oog schier niets dan zoude ontdekken kan!

3.) Waarom komt Hij ? Hij komt, om dat evenbeeld, dat ik in mij misvormd, bezoedeld had, te reinigen en te herstellen! — Hij komt, om de trekken van zijn heilig voor-beeld in mijn hart te drukken, om mij de schoonheid eu glans der deugden, die Hij beoefend heeft, voor te stellen en mij uit te noodigen eu op te wekken, om die na te volgen. Hij komt om mij te zeggen, dat ik aan liem gelijkvormig moet worden, zal de He-melsclie Vader mij als zijn kind aannemen en mij het erfrecht met zijn eeniggeboren Zoon geven. — Jcsus komt, om mij te versterken, opdat ik die schoone deugden ook moge beoefenen en er mijn hart mede versieren, opdat

-ocr page 43-

41

Hij daarin gaarne verwijlt;, in één woord, om mij aan liem gelijkvormig te maken! —

*

Bede. O Jesns! Gij wilt dan uw intrek nemen in mijn arm, ellendig, onrein hart, en toeli weet Gij, dat in dit liart geen bloempje eener schoone deugd bloeit, geene vruelit van eenig goed werk te vinden is. Helaas! mijn liart is zoo woest en ledig; zoo gaarne zou ik liet U aanbieden; zoo gaarne zou ik uitroepen: ach ! lieve Jesus, kom! kom en blijf bij mij! maar mag ik liet wel wagen, U, de lieiliglieid zelve, bij mij te noodigeur— Maar, goede Jesus! lioe ellendig en arm ik ook ben aan deugden en goede werken, toch wil ik niet moedeloos worden. De liefde, waarmede Gij bij arme zondaren uw intrek genomen, waarmede G ij arme zondaren U hebt aangetrokken, doet mij kinderlijk vertrouwen, dat Gij ook mijn arm en ellendig hart niet zult versmaden. Ach! wat ben , wat vermag ik zonder U ? Maar met de hulp uwer goddelijke genade ben ik bereid uw voorbeeld na te streven , de deugden, die Gij ons geleerd hebt, te beoefenen. Kom dan, lieve Jesus, en help mij, opdat ik dit voornemen ook werkelijk in beoefening brenge, dat ik aan U gelijkvormig en zóó ecu waar kind van uwen hemelschen Vader en eens deelgenoot worde van uw rijk van glorie. Amen.

-ocr page 44-

IMMiaiMSlBSlDM»

Het heilig Sacrament der Biecht, godminnende ziel, is een kostbaar genadegeschenk der oneindige liefde van Christus. — Jesus , de Zoon Gods, stierf aan 't kruis, om voor de zonden van alle menschen te boeten, en zijn allerheiligst en kostbaarst bloed stelde Hij als 't ware in de handen zijner priesters, opdat zij allen, die in ware vermorzeling des harten tot hen komen, hun do melaatschheid hunner zonden openbaren, dat is, die hunne zonden oprecht en rouwmoedig belijden, met dit allerheiligst bloed zouden afwasschen, reinigen en hunne ziel weer schoon en aangenaam maken voor Gods oogen. — Echter is 't niet genoeg, godminnende ziel, uwe zonden hartelijk te betreuren en oprecht te belijden, maar gij moot ook den ernstigen en vasten wil hebben, om liet booze in u, vooral uw hoofdgebrek, uwe zonde van gewoonte, mot wortel en al uit te rooien en Jesus Christus waarlijk na te volgen. Juist aan dien goeden, vasten en ernstigen wil ontbreekt het dikwerf bij de biecht, en zoo komt het, dat men altijd weder in de oude zonden terugvalt. Maar ook de wil alleen is nog niet genoeg; gij moet ook inderdaad do handen aan het werk slaan, reeds vóór de biecht en nog meer na de biecht alls middelen ge-bruikon, om over uwe booze neigingen te zegevieren, zeer waakzaam zijn, ijverig bidden, u zelve verstorven en Jesus, uw voorbeeld, geen enkel oogenblik uit het oog verliezen. Dan zal elke biecht u nuttig en heilzaam zijn, dan wordt gij met elke biecht reiner, schooner en meer welgevallig aan God, dan worden al uwe communiën ook rijker in vruchten en zult gij met Jesus

-ocr page 45-

43

altijd inniger vereenigd worden. — Toch kan het gebeuren , dat gij in weerwil van de zorgvuldigste en oprechtste biecht en liet beste voornemen nog weer valt. Wordt daarom volstrekt niet moedeloos, maar vertrouw op Gods goedheid en barmhartigheid, verootmoedig u en verdubbel uwen ijver. Door meermalen goed te Hechten, wordt de genade Gods in u vermeerderd, ontvangt gij meer licht en kracht en zal het u van lieverlede gelukken, om uwe lonten uit te roeien en altijd volmaakter te worden. Stel u, zoo dikwijls gij te biechten gaat, voor alsof het de laatste biecht uws levens ware, en bereid u dus zoo goed mogelijk, maar zonder angst of schroomvalligheid. Heb slechts een goeden wil, en Jesus zal met u tevreden zijn.

GEBED TOT DEN H. GEEST OM ZIJNE ZONDEN WEL TE LEEREN KENNEN.

O goddelijke , heilige Geest! bron van licht, van alle kennis en waarheid ; onmogelijk is hot mij, zonder nwen bijstand, zonder uwe goddelijke verlichting alle vlekken, die mijne ziel bezoedelen, te erkennen, alle zonden, die mijn hart misvormen, in te zien en den grond, de wortelen op te sporen, waaruit het onkruid der zonde voortspruit ; o, zend daarom een straal van uw hemelsch licht in het diepste mijns harten af, opdat ik alles erkenne, wat aan de oogen van mijnen Jesus, die bij mij zijn intrek wil nemen, mishaagt en wat zijn hemelsche Vader verafschuwt!—O, laat mij alle zelfs

-ocr page 46-

44

mijne verborgenste gebreken, al mijne zondige gedachten, woorden en werken, elk verzuim mijner plichten, elke ergernis, die ik misschien gegeven heb, duidelijk inzien en erkennen. ïjaat niet toe, dat ik mijzelven bedriege, dat de eigenliefde mij verblinde ol' de hoogmoed mij misleide, zooals hij den Pharisee in den Tempel misleid heeft. Open mijne oogen, toon mij al mijne overtredingen en hare schuld; ontdek mij elke wonde, die ik mijner ziele geslagen heb en doe mij tevens de boosheid van elke zonde inzien , opdat ik ze verafschuwe en van harte betreure. — Allerheiligste Maagd Maria, Moeder van genade en kennis! bid voor mij den H. Geest, die u zoo bij uitstek gezegend heeft, dat Hij ook voor mij zijn licht late schijnen, opdat mij niets ontga bij het nauwkeurig onderzoek mijner zonden, die ik gaarne alle oprecht wil biechten, om daarvan gereinigd in het bloed van Christus, mijnen Heer en (iod weer welgevallig te worden. Amen.

ONDERZOEK DES GEWETENS.

Zonder twijfel verlangt gij, godminnende ziel, eene zeer oprechte en volledige belijdenis te doen uwer zonden. Onderzoek daarom zoo nauwkeurig mogelijk nw geweten, d. i. denk ernstig en bedaard na over nwe zonden, het getal eti de omstandigheden, wijl de vol-

-ocr page 47-

45

ledijrlieid en de creldipfheid der bieclii daarvan afhancren. Zeker zal de II. Geest u in deze ffevviehtiffe zaak verlichten, maar Hij wil ook, dat ^ij zelve liet daarhij niet aan ijver laat ontbreken. Wilt crij dns uw /.ieletoe-stand, de zonden , gebreken , fouten, nalatijrlieden en booze neiorinsen uwer ziel sroed leeren kennen en tot op den wortel uwer zonden doordringen, onderzoek dan dagclijls, alvorens u ter ruste te begeven, uw geweten. Het dagelijhch onderzoek des gewetens bebben de TTeilifren iivericr beoefend en dringend aanbevolen nis het krachtigste middel, niet alleen om de zonden te leeren kennen, maar ook om ze uit te roeien. Dat da-eelijkseh gewetensonderzoek is of algemeen of hijzonrfrr. Het algemeen arewetensonderzoek doet men dasrelijks en bijzonder vóór de Biecht over alle fouten, die men door sedachten, woorden, werken en verzuim besaan heeft. Het hijzonder onderzoek, ;lat men daarmede verbindt, araat meer over eene bepralde zonde, vooral over die zonde, waarin men het meeste en Eremakke-lijkste vervalt, die daarom onze hoofdfout, ons hoofd-ïrebrek genoemd wordt. Op die hoofdfout moet men bij het dasrelijkscb gewetens-onderzoek bijzonder letten, dat srebrek vooral trachten te verbeteren en zich daarover in den biechtstoel bijzonder aanklagen.

Wanneer gij dus, .godminnende ziel, uw geweten onderzoekt, stel u dan levendig voorden se est, alsof gij op uw sterfbed laagt voor het aanschijn van den alwetenden Rechter; onderzoek dan, wat crij verkeerd en zondig gedacht, gesproken en gedaan hebt, en vraag u zelve ook af, waarom , v:nar, mei vnen, hoe dikwerf gij iets srezondiïrd hebt. Doorloop oplettend de tien geboden Gods, de vijf geboden der H. Kerk, de zeven hoofdzonden, de negen vreemde zonden en de plichten van uwen staat.

-ocr page 48-

46

GEWETENSONDERZOEK

VOO It IIKN, DIK. DIKWRIIF BTIClfTKN EN COM M li NTC K R It EN.

(NAAR LODE WIJK VAN GllENADA.)

Velen van lien, die zich ernstig op de godsvrucht toeleggen en gewoon zijn dikwerf te biechten, worden meermalen door gewetensangsten gekweld, wijl het hun niet zelden gebeurt, dat zij, na een nauwkeurig onderzoek des crewetens, nog niets weten te biechten. Daar zij nu van den eenen kant meenen en ook in gemoede zich verzekerd houden, dat zij niet geheel vrij zijn van zonden, en toch van den anderen kant geene zonden of overtredingen in hun geweten vinden, worden zij beangst en ontsteld en meenen, dat zij misschien nooit eene goede biecht doen.

Twee gronden kan men hiervoor aangeven : de eerste is, dat de mensch zich niet gemakkelijk leert kennen; want niet te vergeefs zegt de profeet: „ Wie erkent zijne overtredingen? Reinig mij. Heer, van mijne verborgene zonden.quot;Ps. 18. De tweede oorzaak is, dat de zonden der rechtvaardigen dikwerf niet zoo zeer zonden met de daad als wel zonden van verzuim zijn , die men dikwerf zeer moeielijk kan leeren kennen. Eene waarlijk godminnende ziel, die ernstig naar de volmaaktheid, naar nauwere vereeniging met haar Jesus streeft, zal zich lichtelijk wachten, om vrijwillig en met bewustzijn eene booze daad te bedrijven; maar daarentes-en zal het haar meermalen overkomen, dat zij verzuimt hare plichten te vervullen, of een goed werk, eene deugd te beoefenen. Juist deze zonden van verzuim ziet men niet zoo gemakkelijk in; vandaar dat zulke personen hij het biechten dikwerf verward en beangst zijn, wijl zij niet weten, waarover zij zich Te beschuldigen heli-ben. Voor dezen kan het volgend onderzoek dienen , waarin vooral zonden van verzuim vermeld worden.

-ocr page 49-

47

Vóór alles zullen zullen zij zich afvragen :

Heb ik mij voor de biecht behoorlijk voorbereid? JTeb ik grooten ijverbesfeed in heidagel jkscli onderzoek mijns gewetens? [Tcb ik werkelijk getn.oht, een hartelijk berouw over mijne zonden te verwekken ? Was mijn voorne-men vast en oprecht? Ben ik met de meest mogelijke godsvrucht ter II. Communie gegaan ? Heb ik voorde 11. Communie de oefeningen van geloof, hoop en liefde, van ootmoed en verlangen met hartelijke godsvrucht verricht? Heb ik sedertmijne laatste biecht werkelijk getracht mijne goede voornemens in beoefening te brengen? Heb ik mijzelve moeite gegeven, om mij te beteren, om mijn hoofdgebrek te bestrijden?

Onderzoek u vervolgens over uwe plichten : 1. jegens God, 2. jegens u zeiven, 3. jegen? uwe naasten.

Jegens God zijn wij verplicht de drie goddelijke deugden van geloof, lioop en liefde met allen ijver te beoefenen. Vraag u dus :

1. In betrekking tot de liefde. Hel) ik Rod van gansclier harte, nit geheel mijne ziel bemind, of misschien de schepselen , de ijdelheden der wereld, ijdele eer, mijn eigen zin meer bemind, hooger geschat en de voorkeur gegeven ? Heb ik alles ter liefde Gods gedaan en verdragen !

2. Tn hetreleMng tol het aeloof. Heb ik nit menschelijk opzicht mij in niets voor het geloof, voor de deugd en godsvrucht geschaamd? die, waar het te pas kwam, on-

-ocr page 50-

48

verschrokken verdedigd? Heb ik mij in alles naiir den gocst der Kerk gericht, voor haar heil gebeden, cn naar en uit het geloof ook geleefd? Heb ik mijn hart bij God gehad of bij andere ijdele, dikwerf gevaarlijke en zondige dingen? Heb ik mijn hart dikwerf tot God verheven, vooral in gevaren en bekoringen en in vrome liefdezuchten en gebeden mij tot Hem gewend ?

3. In hetrekldng tot da hoop. Heb ik in voorkomende kwellingen en angsten mijne toevlucht tot God genomen of mij aan kleinmoedigheid overgegeven? Heb ik in wederwaardigheden en lijden troost gezocht bij de mensehen, in plaats van ze te zoeken bij God? Heb ik bij kwelling en vervolging mij niet al te zeer aan droefgeestigheid overgegeven? Heb ik wel berust in den heiligen wil Gods ?

4. In hetrnJcJdng tot de cjoede meening. Heb ik eiken arbeid, elk werk met eene zuivere meening, alleen ter liefde Gods gedaan? Of heb ik mijne werken slechts uit gewoonte, of wijl het mij beviel, oi' om gezien cn geprezen te worden, verricht ? Of heb ik daarbij mischien alleen tijdelijk voordeel beoogd ?

-ocr page 51-

49

;s Hel) ik ook aan de inspraken der god-

iT delijke genade gelioor gegeven, en die op-

if gevolgd ? Of misschien slecats mijn eigen

id wil gevolgd en de stem der eigenliefde ge-

L- hoor gegeven ? Heb ik de goede werken ,

rt waartoe de H. Geest mij aandreef, misschien

3- uit vadzigheid, traagheid en gemakzucht ver-

i- znimd? Heb ik de wenken en vermaningen mijns biechtvaders stiptelijk opgevolgd? Heb ik zijn raad behartigd, of misschien zijn wil

n wederstreeld? Was ik dankbaar voor dc wel-

lc daden en genadegaven Gods? Heb ik daar-

n uit aanleiding genomen, om God nog ijve-

n riger en trouwer te dienen?

^ Heb ik allen tegenspoed tevreden van Gods

n hand aangenomen en gediddig verdragen?

o- Heb ik God voor die kruisjes bedankt ? Heb

r. ik mijne gebeden en overwegingen met eer-

bied en aandacht verricht? Hoe heb ik mij bij morgen- eu avondgebed, bij het H. Misoffer, bij de godsdienstoefeningen en 't aan-I hooren van Gods woord gedragen, daarbij

anderen gesticht ?

■e quot;

)f

)f Jegens u zelven zijt gij verplicht uwe

3- zintuigen, uwe zielskrachten en neigingen,

k naar den wil Gods te gebruiken en te re-

el gelen en uw vleeseh onderworpen te maken

aan den geest. Vraag u dus af :

3

-ocr page 52-

50

Heb ik mijn lichaamniet behoorlijkestreug-lieid en boetvaardigheid behandeld? Heb ik mij zeiven in het eten en drinken, in het slapen en dergelijke zaken eenige afbreuk gedaan? Heb ik mijne oogen, mijne tong, mijne ooren wel beteugeld? Heb ik mijne verbeeldingskracht den vrijen loop gelaten? Zweefde ik misschien met mijne gedachten in allerlei ijdele, gevaarlijke dingen rond? Heb ik wel oogenblikkelijk weerstand geboden aan mijne booze neigingen en begeerten ? Of misschien de bewegingen van het vleesch toegegeven? Heb ik mij in ootmoed en zachtmoedigheid, in gehoorzaamheid en stilzwijgen en in geduld geoefend? Was ik niet eigenzinnig, norsch , wederspannig, stijl-hoofdigen twistziek ? Was ik toegeeilijk , vredelievend, goedaardig en barmhartig? Was ik niet afgunstig, achterdochtig? Had ik geen geheim genoegen in het leed van een ander?

Was ik in het gebed niet koud en onverschillig: in den arbeid niet traag en slordig en nalatig? Heb ik alle bevelen mijner oversten gewillig en trouw volbracht? Was ik dienstvaardig?

.1 kg kns dkk naaste is de Christen verplicht, hem lief te hebben als zicli zeiven. Vraag u dus af:

-ocr page 53-

51

Heb ik mijn eveumensch, wie hij ook ware, van gansoher harte bemind? Was ik van hem niet afkeerig? Heb ik hem misschien ook haat of' kwaden wil toegedragen ? Hem ik hem alle goed toegewenscht en ge-gund ? Of'hem misschien benijd? Heb ik hem in nood gaarne, met liefde geholpen? Heb ik deelgenomen in zijn lijden en kwellingen en medelijden met hem gehad? Heb ik zieken bezocht, getroost, verpleegd en verkwikt? Heb ik voor mijn evenmensch ook gebeden? Zijne misstappen en zonden betreurd en gebeden voor zijne bekeering? Heb ik aan de armen gaarne iets medegedeeld? Ging ik gaarne met de armen en geringen om? Is mijne vriendschap oprecht, niet zinnelijk of zondig of baatzuchtig? Meen ik het van harte goed met alle menschen? Heb ik mijn evenmensch op zijne fouten oplettend gemaakt, of daarbij uit mensche-lijk opzicht gezwegen ? Heb ik een goed voorbeeld of misschien ergernis gegeven? Hel) ik mijn naaste tot het goede opgewekt ? Met hem geeneijdele, gevaarlijke gesprekken gevoerd? Heb ik zijne eer en goeden naam niet aangetast, maar verdedigd? Heb ik zijne fouten en gebreken bekend gemaakt, ongunstig en liefdeloos over hem geoordeeld, en over zijne gebreken misschien gesproken?

-ocr page 54-

52

Hel) ik alle plichten van mijnen staat, getrouw vervuld?

jSTa het onder/.ock des gewetens tracht men een levendig berouw in zich op te wekken : dit moet uit het hart voortkomen, uit do liefde tot God ontspringen en met haat eu afkeer tegen de zonde verhonden zijn. Een waar herouw, eene ware vermorzeling des harten wegens de zonden is echter in de eerste plaats eene gave Gods, even ala de liefde, waaruit het voortspruit; daarom moet gij, godminnende ziel, den goeden God ijverig en vurig smeeken , om de genade van een hartelijk en innig berouw.

GEBED OM EEN WAAR. BEROUW.

Mijn God en Vader! zie. met zonden beladen werp ik mij voor uw goddelijk aanschijn op de knieën neder, om uwe eindelooze barm-hartigheid in te roepen en uit den diepsten grond mijns harten om vergiffenis voor mijne fouten, gehreken en misdaden te smeeken. Maar zal uwe barmhartigheid tot. mij nog afdalen , mag ik nog hopen op vergiffenis? Ach! zoo dikwerf reeds heb ik uwe heilige geboden overtreden , zoo dikwerf reeds uwe liefde en goedheid misbruikt, zoo dikwerf reeds uw heiligen wil wederstreefd en veracht! — Met den grootsten oudank heb ik uwe goedheid vergolden. Nauwelijks had ik die troostvolle

-ocr page 55-

53

woorden gehoord; „ ga heen, uwe zonden zijn u vergeven,quot; of ik dacht niet meer aan die liefdevolle barmhartigheid en heb andermaal gezondigd en uwe eeuwige goedheid beleedigd. Neen, zoo innig, zoo hartelijk heb ik mijne zonden en misdaden niet betreurd en verfoeid, als uwe gerechtigheid dit vorderde. Ik was niet doordrongen van leedgevoel en smart over mijne lichtzinnigheid en boosheid, waarmede ik zonde op zonde stapelde; ik was niet vaste-lijk besloten voor immer met de zonde te breken en U alleen, mijn hoogste goed, van ganscher harte te beminnen. Helaas! ook nu is mijn hart nog kouden gcvoeloos! Ik erken wel, dat ik gezondigd, dikwerf en veel gezondigd , dat ik ü, de hoogste en beminlijkste Majesteit, veracht, bedroefd, vertoornd hel); ik erken wel, dat ik verdiend heb van U ver-stooten te worden, en toch is mijn hart nog niet verteedsrd, niet gevoelig getroffen, niet met smart en bitterheid en droefheid vervuld. Ach, besteder Vaderen! ontferm U dus mijner, heb medelijden mot de ellende van uw zwak en ellendig kind, verteeder en vermorzel mijn ongevoelig hart, om het van innig leedgevoel, van waarachtig berouw over mijne zonden te doordringen. Verleen mij die smart, die droefheid des harten, die aan uwe goddelijke liefde ontspruit, welke gij weleer aan Petrus, aan Magdalena, aan den ontmoedigen tollenaar iü

-ocr page 56-

54

den Tempel verleend hebt. Van U toch, barmhartige Vader! komen alle goede gaven, en Gij weigert die aan niemand, die er ootmoedig, vertromvvol om vraagt. O verteeder dus mijn hart, laat het van waarachtig berouw, van bittere droefheid over zijne misdaden wegsmelten , van haat en afschuw tegen de zonde en van de teederste liefde jegens U ontstoken worden, opdat ik de vergiffenis , die Gij aan alle rouwmoedige zondaren beloofd hebt, door warme liefdetranen waardig worde. Amen.

OEFENING VAN BEBOUW.

DOOK OVERWEGING VAN 'SHEEKEN LIJDEN.

Ach, mijn Jesus, Koning der Koningen en Heer der heerscharen! als een misdadiger staat Gij geboeid voor een heidensch landvoogd en laat Gy U vonnissen. Gij, de reinste en onschuldigste voor de schuldigen!! Ik moest uwe plaats innemen, ik geboeid voor de rechtbank staan, want ik heb gezondigd, ik heb uwe heilige geboden overtreden, ik was oproerig tegen uwe opperste Majesteit, ik hel) den dood verdiendJ! Ach, mijn Jesus! hoever heeft uwe liefde voor mij U vervoerd! Ik moest veroordeeld worden, en Gij naamt mijne schuld en mijn vonnis op U. Ontferm

-ocr page 57-

55

U mijner en vergeef mij al mijne misdaden. Uit het diepste mijner ziel grieft het mij, innig doet het mij leed, uw hemelschen Vader 7.00 dikwerf, zoo bitter bedroefd te hebben.

Lieve Jesus! een zwaar kruis legt men U op de schouderen, en met dat kruis neemt Gij den ontzettend zwaren last der zonden van de gansche wereld, ook mijue zonden op U. Met touwen gebonden, als een goddeloos boosdoener sleept men (J naar de strafplaats. Als een lam, dat men ter slachtbank voert, legt Gij dien smartvollen weg af; Gij wankelt en siddert en valt eindelijk onder het kruishout plat ter aarde neder. Hi laas! het zijn mijne zonden, mijne vele en zware overtredingen, die U ten gronde werpen. En Gij valt, mijn Jesus! Gij lijdt die verschrikkelijke pijn, om mij van deu val op te herten ; ach ! vergiffenis en ontferming over mijne zoo dikwert herhaalde zouden. Helaas! hoe dikwert heb ik ze reeds gebiecht, hoe dikwerf ze reeds betreurd en telkens ben ik weder hervallen. Zóó groot was mijne ouvergeellijke lichtzinnigheid , zóó spoedig vergat ik de heiligste voornemens, de plechtigste beloften ! Wat straffen zouden over mij reeds gekomen zijn , zoo Gij in uwe eindelooze barmhartigheid U over mij niet ontfermd luidt! Ach! vergeef mij dan mijne onbegrijpelijke lichtzinnigheid, versterk mij in den strijd; met berouwen

-ocr page 58-

56

leedwezen werp ik mij voor uwe voeten neder en bid U vurig;, help mij om van den val op tc staan, U na te volgen en mij nimmermeer van U te scheiden. Ach, mijn Jesus! hoe vreeselijk verscheurd , met stof' en bloed bedekt zijt Gij op den Calvarieberg aangekomen! Zelfs de gedaante van een mensch hebt Gij verloren, en nog laten die beulsknechten U niet met rust. Zij scheuren U de kleederen van het lichaam, rukken al uwe wonden weer open, werpen U op het kruis neder, om U daaraan te nagelen. Als een lam, zacht en zwijgend duldt Gij die marteling. Zelf strekt Gij uwe handen en voeten uit, om U voor mij te offeren. Ach ! daar slaan zij die wreede nagels door uwe teedere handen en voeten. O, afgrijselijke foltering, ontzettend martelaarschap! En toch klaagt Gij niet, neen, Gij bidt en bidt voor mij, armen zondaar! Helaas , mijn .Jesus! ik ongelukkige! ik zelf heb U aan dat kruis gehecht. Mijne zonden waren de nagelen, die uwe heilige handen en voeten doorboorden. O, vergeef mij toch mijne verregaande boosheid. Met diepe droefheid betreur ik mijne zonden. Ach ! om die teedere liefde, waarmede Gij de smarten der kruisiging voor mij verdragen hebt, vergeef mij mijne zonden, die ik beween, die ik verfoei en verafschuw en nimmermeer wil bedrijven.

Allerbeminnelijkste Jesus! ik zie U pijnlijk

-ocr page 59-

57

uitgestrekt aan het kruis hangen. Wat bloeden uwe smartelijke wonden! Wat is uw aangezicht verbleekt, geheel uw lichaam verscheurd, wat zijt Gij een man van smarten, verzonken in eene zee van lijden 1 En al die pijn en al dat lijden heb ik door mijne misdaden veroorzaakt.... Ach, vergeef mij, lieve Jesus! zooals Gij den goeden moordenaar vergeven hebt, zooals Gij de boetvaardige Mag-dalena weer in genade hebt aangenomen. O, ter liefde uwer bedroefde Moeder, die van lijden en smart doorboord onder uw kruis staat en die Gij zoo teeder lief hebt, delg al mijne misdaden uit, verzoen mij met uw hemelschen Vader en geef mij de genade, dat ik mij weder zijn kind mag noemen , en zijn kind mag zijn en blijven in eeuwigheid. Amen.

OEFENING VAN BEROUW Ulï WARE LIEFDE.

O goedertieren en barmhartige Vader in den Hemel! hoconuitspreeklijk groot is uwe liefde jegens mij, nietig schepsel! In weerwil van alle lichtzinnigheid, waarmede ik uwe goedheid en liefde heb uit het oog verloren ; in weerwil van alle boosheid , waarmede ik uwe zoo nuttige en heilige geboden heb overtreden ; in weerwil van alle verachting, waarmede ik uwe genaden verkwist heb, hebt Gij

3 *

-ocr page 60-

58

tocli niet opgehouden mij Hel'te hebben en mij met alle soorten van weldaden te overladen ! Aan U, o Alwetende, is het bekend, hoe dikwerf ik U reeds beleedigde door mijne zonden, ontelbaar misschien als de zandkorrels aan den oever der zee. O ! hoe menigmaal heb ik U reeds beloofd, niet meer te zullen zondigen en nw heiligen wil naanwgezet te vervullen, en zie, na weinige dagen bedreef ik al weder de oude zonden. Hoe dikwerf heb ik in den biechtstoel mijne gebreken en zonden rouwmoedig beleden, met den vasten wil van ze niet meer te bedrijven ; maar hoe kort duurde het, of onachtzaam en lichtzinnig vergat- ik weder mijne voornemens en uwe barmhartigheid , waarmede Gij mij zoo liefdevol hadt vergeven. — De verloren zoon verliet zijn vader niet meer, de arme tollenaar bleef na zijne bekeering getrouw, de zondares Magdalena volhardde in uwe genade; maar ik , ik heb U weer vergeten, mijn woord weer gebroken, uw heiligen wil weêr versmaad en aan dc verleiding der wereld en van mijiic booze neigingen weêr gehoor gegeven ! Ach! wien zal ik van deze boosheid de schuld geven ? Wien anders dan mij zeiven , mijne lichtzinnigheid, onachtzaamheid, lauwheid en hoogmoed! O, mijn God en Heer! treed met mij niet in 't gerecht; hoe zou ik dan voor U kunnen bestaan ? Zie, met de grootste

-ocr page 61-

schaamte, met het diepste leedwezen over mijneomlankbaarheiden boosheid werp ik mij voor uwe voeten neder enbelijdcmijne soluild. Ja, uit het diepste mijner ziel betreur ik al mijne zonden, niet uit vrees voor uwe gerechte straffen, maar alleen uit liefde, zuivere liefde tot U, mijn God, die het hoogste, het opperste goed , die alleen alle liefde waardig zijt. Ach, lieve Vader ! vergeef mij dan, ter liefde van Jesus, uwen Zoon , al mijne zouden en mijne ondankbaarheid, en schenk mij uwe liefde en genade weder, ik beloof U met mond en hart, U van nu af getro.iw te dienen, zorgvuldig over mij zei ven en mijne zinnen te waken, elke gelegenheid, elke aanleiding tot zonde te vluchten, mijne booze neigingen te onderdrukken en de zonde als bet grootste kwaad te verfoeien en te vermijden. — Geef mij sleehts, lieve Vader, uwe genade om dit te vermogen, sta mij bij in den strijd en voer en leid mij op uwe wegen. Ik ben zwak, hulpeloos en ellendig; zonder uwe alvermogende hulp zou ik weder vallen. Verlaat mij dus niet, steun en geleid mij met uwe machtige, hand, opdat ik in uwe liefde en genade tot het einde toe volharde. Amen.

Wanneer gij u na r den biechtstoel begeeft, stel u dan in den geest voor, alsof gij n met de boetvaardige Magdalen a voor Jesus voeten nederwierpt. om uwe zonden, oven als zij, te beweenen en te belijden : of wel , alsof gij als een melaatselicvour Jesus stondt, ilcmsmuekendr

-ocr page 62-

60

om u te reinigen, of wel verbeeld u met den verloren zoon voor de voeten zijns vaders te knielen of met Magdalena den voet van liet kruis te omvatten, opdat het bloed des TTeilands op u nederdruppele, en verzucht dan gedurende die korte overweging:

O Jesus, Davids Zoon, ontferm U mijner!

Jesup 1 reinig mijne ziel van de mclaatsoli-lieid dor zonde. O Jesus! laat slechts een enkel druppeltje van uw allerheiligst bloed ncêrvallon op mijne ziel, en zij zal van alle zondesmei gezuiverd worden. Lieve Vader! ik heb gezondigd^tegen den Hemel en tegen U! ach, vergeel'mij al mijne zonden! O Jesus! laat mij die troostvolle woorden lioo-ren : „Ik wil, word gereinigd!quot; — „Ga heen, uwe zonden zijn u vergeven ! quot; —

GHBEÜES NA DM BIECHT.

DANKZEGGING VOOll DE VERGIFFENIS DER ZONDEN.

O God en Heer! hoe goed zijl (iij, hoe groot is uwe barmhartigheid, hoe grenzeloos uwe liefde,! Wegens de lichtzinnigheid, waarmede ik uwe heilige geboden overtrad, had ik verdiend van U verstooten te worden, en (lij neemt mij weder op als uw kind. Ik had verdiend in de banden der zonden, waarin ik mij vrijwillig verstrikt had, te blijven liggen , en vol goedheid en medelijden hebt Gij

-ocr page 63-

61

diebiiuclen verbroken, [khail verdiend ,als die trouwlooze knecht, wegens mijne overgrooto schuld in den kerker geworpen te worden, en Gij scheldt mij die schuld kwijt. Ik heb mijne ziel bezoedeld , het kleed der heiligma-kende genade besmeurd, en Gij wascht en reinigt haar in het bloed uws goddelijken Zoons. — O! wat zijt Gij eindeloos goed, onbegrijpelijk barmhartig jegens dearme zondaren! Wat wondervolle genade hebt Gij mij weder bewezen! Hoe kan, hoe zal ik TT danken cn loven voor zoo grootc ontferming en medelijdende liefde! Met do w oorden van den boetvaardigen David roep ik uit: loof, mijne ziel, den Heer, en alles wat in mij is, loof zijn heiligen Naam. Loof, mijne ziel. den Heer, en vergeet al zijne weldaden niet, want Hij heeft al uwe zwakheden genezen. Hij heeft uw leven van den ondergang gered en u met genade en barmhartigheid gekroond. Hij heeft u niet behandeld naar uwe zonden

b en u niet vergolden naar uwe misdaden!

s Looft den Heer, al zijne Engelen, looft Hem

al zijne machten, looft hem al zijne werken ; 1 opalle plaatsen zijn er heerschappij, loof, mijne

i ziel, den Heer! — Ja, ik wil niet ophouden

i ü te loven, o mijn God! nooit zal het ge-

i voel van dankbaarheid verflauwen in mijne

ziel voor alle genaden , welke Gij in het ij ' H. Sacrament der Biecht mij hebt bewezen.

m

-ocr page 64-

62

O Maria, mijne allerliefste en gezegende Moeder! zeg gij voor mij den goeden God dank voor zijne groote barmhartigheid , waarmede Hij mij weer in liefde en genade heeft aangenomen. Mijn heilige Engelbewaarder, mijne heilige Patronen eu alle Heiligen des Hemels : looft en prijst den Heer en zijne eindelooze liefde in alle eeuwigheid. Amen.

GEBED VOOR, HET VOLBIIENGEN L)ER BOETE.

Met onbegrijpelijke liefde hebt Gij, o lieve, .lesns! mijne ziel in nvv allerheiligst bloed weer afgewassehen en uwe oneindige verdiensten in de weegschaal der goddelijke gereeh-tigheid gelegd en de sehuld en de eeuwige straf mij kwijtgescholden, die ik voor mijne zonden reeds lang heb verdiend. .Ia, ik gevoel het in het binnenste mijner ziel, mijne zonden zijn mij vergeven; ik mag mij weder een kind van God noemen. Maar ook weet ik, flat ik, zooveel ik vermag, boeten moet voor mijne misstappen , dat ik der goddelijke gerechtigheid voldoening moet geven voor mijne zonden; want ik heb straffen verdiend voor mijneboosheid en ondankbaarheid. Maar hoe kan , hoe zal ik alboeten, wat ik misdreven heb ; wat zal ik doen , om eenigermate de schuld te betalen , die ik op mijne ziel heb geladen, om weer goed te maken , wat ik dei-goddelijke liefde heb aangedaan? Ach, lieve

-ocr page 65-

63

Jesus! ik tien zwak, ollendiir rn nrm , ik kan niet volledig afboeten wat ik misdaan heb. Gaarne wil ik de boete volbrengen, welke de priester in den naam der H. Kerk mij heeft opgelegd ; maar ik lieb veel grooter straffen verdiend. Vergoed Gij dus, goedertieren .Testis! wat mijne zwakheid niet vermag. Gedoog, dat ik al de kostbare, oneindige verdiensten, die Gij door uw leven, lijden en sterven verworven liebt, en alle verdiensten van uwe allerheiligste Moeder en van alle Heiligen, al de boetwerken van alle heilige boetelingen, van Adam af tot nu toe, aan uw liemelsehen Vader opoffere tot voldoening voor mijne zonden. In vereeniging met deze oneindige voldoening enmet alle goede werken, die ooit in uwe H. Kerk verricht zijn , wil ik nu met vermorzeld harte mijne boete volbrengen en zooveel ik vermag niet nalaten, de zonden in mij te straffen. Nee™, o .lesus! dit verlangen mijns harten genadig aan, en verleen mij de genade om immer in den geest van boetvaardigheid te leven tot aan mijnen dood. Amen.

Volbreng nu nauwkeurig en aandaclitig de opgelegde boete en verzuim niet,zoo de priester u dagelijks eenige boete mocht hebben voorgeschreven, die getrouw te vervullen.

VERNIEUWING VAN II KT GOED F VOORNEMEN.

O, mjjn Heer en mijn God! zoo dikwerf

-ocr page 66-

reeds heb ik beloofd niet meer te zondigen , zoo dikwerf reeds liet voornemen gemaakt, om liever te sterven, dan U ooit iveêr te belee-digen; zoo dikwerf reeds mij vastelijk voorgenomen , om mij tot de volgende biecht geheel zuiver te houden van elke vrijwillige zonde. Maar nog altijd heb ik mij door mijne kwade neigingen en de gelegenheden laten medeslepen en ben weder in de oude zonden hervallen. Toch wil ik nu, o mijn God! U weer oprecht en vastelijk beloven, U, met onwrikbare trouw te dienen , uwe liefde niet meer te vergeten en elke overtreding van uwe heilige geboden zorgvuldig te vermijden. In uwe heilige tegenwoordigheid maak ik het vaste besluit, om liever te sterven dan met opzet eene enkele zonde te bedrijven. Ik wil elke aanleiding totzonde, elke gelegenheid, die mij tot hiertoe tot zonde bracht, zorgvuldig vermijden , met allen ijver over mijne zinnen en neigingen waken en vurig bidden, om in de bekoring niet te bezwijken. — Maar, mijn God en Heer! ik weet hoe zwak en onstandvastig ik beu, daarom vrees ik, dat ik weer vallen zal, zoo Gij, algoede God, U over mij niet ontfermt en mij door uwe genade voor den val niet bewaart. Daarom bid ik U, teedere liefdevolle Vader! met al den gloed mijns harten , kom mij met uwe goddelijke genade te hulp cn sta mij bij in het uur der bekoring.

-ocr page 67-

65

i, Bestraal mij met inv goddelijk licht, opdat m ik de aanlokselen van satan erkenne; ver-B- sterk mij, wanneer zwakheid en moedeloos-e- heid mij overvallen, beur my op, wanneer ik el struikel; geef mij een levendigen haat en e. afkeer van elke zonde en ontsteek in mij het le vuur uwer goddelijke liefde, opdat ik ijverig e- aan mijne verbetering arbeide en niet op-.1- houde vóór dat ik met uwe genade de volar ledige zegepraal verworven heb. k- O allerliefste, gezegende Moeder Maria ! er ook tot u wendt zieh uw arm en zwak kind d- en smeekt u vurig om uwe voorbede en hulp. re i Gij zijt immers mijne lieve Moeder en kunt te toeh niet toelaten, dat ik weêr het ongeluk et zou hebben van in zonden te vallen en uw ce goddelijken Zoon op nieuw te kruisigen, ij O, verberg mij dus onder den mantel uwer r- moederlijke bescherming en bewaar mij voor ;n het grootste kwaad, de zonde. Ik zal niet [e nalaten bij elke bekoring tot u mijne toe-el vlucht te nemen, zoo als een kind bij elk g gevaar zijne moeder te hulpe roept. Verleen u mij dus uwe moederlijke bescherming en ;t sta mij bij in den strijd. — O, Heiligen n ■ Gods, gij vooral mijne Beschermheiligen en ■e mijn Engelbewaarder : bidt voor mij om de genade van trouw en volharding ten einde e toe, opdat ik eenmaal in uw gezelschap wonen en met u in den Piemel, ver van

-ocr page 68-

66

alle zonde, Gods heerlijke Majesteit aan- vi

sehonwen, loven en prijzen moge in alle G

eeuwigheid, Amen. t,e

Z(

VERNIEL'WING DER DOOPBELOFTEK. m

ve

Goddelijke Heiland, Jesus Christus! de D

liefde, waarmede Gij mij, armen zondaar, pjt

weder in genade hebt aangenomen , geeft zc

mij den moed, om liet verbond weder te w

vernieuwen, hetwelk Gij met mij en ik met zi

U bij het H. Doopsel gesloten, maar dat ik za

helaas ! zoo dikwerf gesehonden en verbro- gi

ken heb. Gij liebt, o God, uwe belofte trouw is

vervuld. Gij hebt mij altijd bemind, mij ge- ai

roepen, als ik mij vau U verwijderde, aan zi

mijn hart geklopt, als ik het wilde sluiten w

voor uwe goddelijke genade, en mij nimmer dlt;

verlaten. Maar hoe trouwloos heb ik on- st

dankbare met ü gehandeld! Ik ben over- ti;

geloopen naar uw vijand en tegen U in op- al stand gekomen, en toch hebt Gij U van mij niet afgekeerd en mij in den afgrond , dien de zonde voor mij opende, niet laten val

len. Nu zie ik mijne boosheid, mijne ondankbaarheid eu mijne trouwloosheid in en erken ik de ellende, waarin ik verviel, toen ik mij van U verwijderde. En in deze erkenning ijl ik tot U terug, tot U , bij wien alleen ware vrede, ware rust en zaligheid te

-ocr page 69-

67

vinden is. — Yastelijk geloof ik alles, wat Gij geopenbaard hebt en uwe H. Kerk mij te gelooven voorstelt. Ik geloot, dat Gij, Zoon van den levenden God., in den tijd zijt menseb geworden en aan bet kruis gestorven, om mij te verlossen en zalig te maken. Ik geloof eene beilige Katholieke Kerk , gemeensebap der Heiligen. vergiffenis der zonden, verrijzenis des vleesebes en bet eeuwig leven. Ik verzaak den duivel met al zijne werken en al zijne boovaardij. Ik verzaak de wereld met al bare ijdelbeid en vergankelijke lust. Ik verzaak alles, wat zonde is en tot zonde voert. Ik olïer U op en wijd aan U toe, o mijn God, m]jn licbaam en ziel, vrijheid en wil, alles wat ik ben en wat ik heb. Ik zweer U trouw tot aan den dood. Geef mij dus, lieve Jesns, krachten sterkte, om mijne belofte te houden en in tijd en eeuwigheid van uwe liefde niet meer af te wijken. Amen.

-ocr page 70-

OEFENINGEN OP DEN DAG DER H. COMMUNIE.

VOORBEREIDING.

Indien men noodzakelijk bekennen moet, zegt de H. Kerkvergadering vanTrente, dat er op aarde geen heiliger , geen goddelijker werk geschiedt, dan het H. Misoffer

— en voor den leek dus, dan de H. Communie, waardoor hij op de innigste wijze aan dat H. Oiler deel neemt,

— dan volgt daaruit middagklaar, dat men al de zorg en al den ijver, waartoe men in staat is , moet aanwenden om die handeling met de grootste zuiverheid des harten en met de volmaaktste zoowel in- als uitwendige godsvrucht , die maar mogelijk is, te verrichten. Genoeg ten bewijze, dat hier eene ernstige voorbereiding allernoodzakelijkst is, en geene voorbereiding is beter dan die , waarvan Jesus zelf ons het voorbeeld gaf. Geheel het leven toch van onzen goddelijken Zaligmaker was slechts eene onaigebrokene voorbereiding voor zijn H. Olfer. Daarmede hield zijn geest en zijn hart zich zonder ophouden bezig. Desiderio desïderavi hoe pascha manduca-rc mbïscum, brandend heb ik verlangd dit paaschlam met u te eten. Geheel ons leven, onze gebeden, ons gewetensonderzoek , onze goede werken, vasten, aalmoezen, liefdediensten, alles moeten wij in betrekking brengen, alles doen dienen tot voorbereiding voor de H. Communie,

lleeds daags te voren moeten wij vol zijn van liet geluk , dat ons den volgenden dag wacht; reeds daags te voren inslapen met die zoete gedachte : Morgen weer zal ik aanzitten aan de tafel van den gr ooien Koning 1) — 's morgens terstond bij ons ontwaken moeten wij elke

1) Cras etiam cum rege pransurus sum. Eath. 5. 12.

-ocr page 71-

gedachte j die vreemd is aan de H. Coitimunievan ons ver-wijderen , om met den psalmist uit beroepen: O Gud, wijn God! voor TT vmal il; hij hei eerste daglichi; 1) en vervolgens een vurig verlancren naar vereeni,8:ing met Jesus den geliefde onzes harten in ons opwekken. — De dag der H. Communie moet ons een feestdagon/.er zielen zijn. Jesus, de hooeste Koning wil liaar bezoeken en met den rijkdom zijner liefde begunstigen. Wijden wij Hem daarom de eerste sevoelens van ons harttoe -.roepen wij met don profeet uit: it Dit is de dag, diev de JTeer gemaald heeftde dag, waarop mijne ziel bruiloft viert met het Lam Gods. — Kleeden wij ons in de grootste zedigheid, om ons vervolgens op de knieiin neer te werpen, ons voorstellende, als lagen wij voor het JT. Tabernakel, om met ootmoed en liefde ons morgengebed te bidden.

MOEGENGEBEIX

O mijn Heer en mijn God I mijn lielit en mijn heil! met liet eerste daglicht waak ik voor U! — Naar U dorst mijne ziel: naar TT, o, eeuwisre schoonheid en goedheid, verlangt mijn hart. Stijve, dierbare Verlosser! van den vroegen morden mijn orebod tot IJ op. Lof, dank, zc^en en verheerlijking: zij IJ, zoete Jesus! toegebracht voor de o-roote liefde, waarmede Gij mij dezen nacht zoo goedgnnsfis; bewaard en beschermd hebt. Thans is do zalige da^ voor mij aangebroken , waarop mij de hoogste genade zal den deel vallen , waarop mijn Kon in 2: en Heer, mijn Bedder en Verlosser bij mij zijn intrek nemen, waarop Hij

1) Deus, Deus meus, ad te de luee vigilo. Ps. 6, 2.

-ocr page 72-

70

mijne arme ziel met zijn allerheiligst vleeseb en bloed spijzen wil ten eeuwigen leven. O zoetste Jesns! welk een gelukkigen, welk een zaligen dag laat Gij lieden voor mij aanbreken ; boe kan ik U voor deze gave genoegzaam danken, boe ü daarvoor loven en prijzen ? Acb! boe gaarne zou ik U, mijn Heer en mijn God, daarvoor eenig ofter tot teeken mijner dankbaarheid en liefde aanbieden ; maar wat heb ik, dat ik van U niet beb ontvangen ? Zie, al wat ik ben en wat ik beb is bet uwe. Mijn lichaam, mijn leven, mijne ziel is uw werk ; iedere ademtocht komt van U. G ij hebt mij geschapen, Gij onderhoudt mij , Gij hebt mij voor den duren prijs van uw kostbaar bloed vrijgekocht: ik beu uw eigendom. Wat zal ik U dan aanbieden ?

Maar Gij hebt mij een hart gegeven, dat U kan liefhebben; dat hart is eene gave van TJ; dat hart verlangt Gij van mij. Zie, dat wijd ik U ten offer. Neem het aan tot uw voortdurend eigendom, en ontvlam het door het vuur uwer liefde, opdat het niets anders meer beminne danU alleen, nergens anders meer vreugde en rust in zoeke dan in U alleen , en naar niets anders meer hake en ver-lange, dan naar TJalleen. Elke klopping van dat hart, elke beweging en aandoening zij U gewijd. O trek dit hart geheel tot J, maak het één met uw allerheiligst Hart en deel het

-ocr page 73-

71

al die geraden mede, die het noodig heeft, om die deugden te beoefen.ïn en die goede werken te verrichten, welke aan uw hemel-schen Vader zoo welbeha^elijk zijn !

Dezen blijden en gelukkigen dag, waarop Gij in onuitsprekelijke goedheid tot mij ,arm schepsel, wilt afdalen, om mij te bezoeken, dien zaligen dag wijd ik geheel aan uwe verheerlijking. Met mijn hart otter ik U al mijne gedachten, woordenen werken, al mijne gebeden en godsvruchtoefeningen; ik neem mij vastelijk voor, om elke neiging tot zonde te onderdrukken, aan elke bekoring tot kwaad te wederstaan, en ieder oogenol ik van dezen dag door de herinnering aan TJ, mijn Jesus! en aan uwe liefde te heiligen. —

Verleen mij slechts eene hartelijke, vurige godsvrucht bij al mijne gebeden en overwegingen ; bewaar mij voor elke verstrooiing en laat niet toe, dat ik U door de geringste zonde bedroeve. Geef mij een levendig geloof aan U en uw heilig woord, een innig vertrouwen op uwen bijstand, eene teedere innige, kinderlijke liefde. Ja, zoo Gij, goedertieren Jesus! mij deze genade verleent, dan hoop ik, dat de dag van heden de gelukkigste Fmijns levens en eenmaal mijne vreugde en mijn troost op mijn sterfbed zijn zal. Amen.

-ocr page 74-

72

AANROEPING DER AI.LERIIF.Il.lGSTI!

MAAGD MARIA.

Wees op den dag van heden gegroet, duizendmaal gegroet, o allerreinste Maagd en Moeder Gods Maria. Van n toeli heeft Hij, die het heil mijner ziel is, het menschelijk vleeseh aangenomen en deze mv goddelijke, inniggeliefde Zoon wil met zijn allerheiligst vleeseh en bloed heden mijne ziel spijzen ten eeuwigen leven. O wees duizendmaal geloofd on geprezen voor het woord, dat gij gesproken hebt, toen de Engel u de boodschap bracht, dat gij den Zoon Gods van den H. Geest zoudt ontvangen. O mocht ik ook een zoo zuiver, rein en onbevlekt hart hebben als gij, om uw allerheiligsten Zoon daarin zoo waardig op te nemen, als gij er Hem in ontvangen hebt. Helaas! ik voel mij zeiven zoo vol ellende en vlekken en niet waardig, om uw goddelijken Zoon in zijn H. Tabernakel te groeten , veel minder om zelf heden eene woning voor Hem te worden. O allerheiligste Moeder! ik bid unit het binnenste mijns harten , smeek voor mij bij uw goddelijken Zoon , dat Hij niet lette op mijne onwaardigheid , maar op zijne eigene grenzelooze liefde, die Hem beweegt bij een arm men-schenkind zijn intrek te nemen. Deel mij, liefdevolle Moeder iets mede van de liefde

-ocr page 75-

73

van nwlieiligliart, en bidvoormij dien geest van godsvrnelit, van vermorzeling en ootmoed af, waarmede Gods lieve Heiligen tot de tafel li- nws goddelijken Zoons naderen, om Hem in ;n tunne harten te ontvangen. O allergezegend-

j) ; ste Moeder ! neem mij dezen gelieelen dag, jk onder nwe bijzondere bescherming, opdat ik

Bl de groote en kostbare genade, die mij heden st 7.al ten deele vallen, onverlet beware , uw gt;n goddelijken Zoon, mijn lieven Jesnsdoor geene fd enkele zonde bedroeve, maar in liefde met n- Hem vereenigd blijve in eeuwigheid. Amen.

'P

1. GEBETgt; TOT ONZEN BESCHERMHEILIGE EN

311 ONZEN ENGPJ.BEW.VAKDER.

in

in O mijn heilige Patroon (N.), die door dien

in goeden Vader in den Hemel mij tot een voor-

■n beeld en bijzondere Besehermer gegeven zijt;

r5 ik zal dan heden naderen tot dien hemelschen

r- maaltijd, waaraan ook gij gedurende uw

■n ' aardsche leven zoo dikwerf met innige liefde

r- : hebt aangezeten, waar ook gij de krachten ge-

Le put hebt, om de werelden de zonde te over-

e- winnen en een Heilige des Hemels te worden,

i- O smeek dan voor mij bij den troon Gods om

!q de genade, dat ik met de vurigste liefde, met

i- de innigste godsvrucht, met den diepsten oot-

j J moed en het hartelijkst vertrouwen tot de

le tafel des Heeren nadere en waardig Dengene

4

i

-ocr page 76-

74

ontvauge, dien mijne ziel liefheeft. Bewaar mij, door uwe voorbede, voor alle verstrooiing en lauwheid bij de 11. Communie en help mij, om dezen dag Gode zeer welbeliagelijk door te brengen.— Mijn heilige Engelbewaarder! gij aanschouwt in den Hemel met de ontelbare schare van Hemelgeesten het aanschijn van Hem, die heden tot mij wil komen en zijne woonstede bij mij nemen. Smeek voor mij de genade af, dat ik zonder eenigen twijfel onwrikbaar geloove, wat gij in den Hemel het geluk hebt te zien en help mij, dat geene bekoring van den boozen vijand mij schade , dat mijne ziel zuiver en rein blijve van alle zondesmetten, opdat Jesus er zijn welbehagen in vinde, wanneer Hij haar komt bezoeken en met zijn heilig vleesch en bloed komt spijzen ten eeuwigen leven. Amen.

LIEFDE VERZUCHT IN GEN op den weg naar de kerk.

Geloofd, gezegend en verheerlijkt zij nu en altijd en in de eeuwen der eeuwen het allerheiligst Sacrament des Altaars !

O Jesus! hoe onuitsprekelijk groot is uwe liefde en hoe weinis bemin ik U nog!

O Jesus! zonder U kan ik niet leven; ik ijl tot ü, bron des levens, als een dorstige naar de waterbron.

-ocr page 77-

75

Jesus, mijn JesusI ach, ik verlangU van ganseher harte lief te hebben; o, ik verlang IJ te beminnen met den liefdegloed der Engelen.

O, mijn God, mijn lieve Jesus! welk eene groote genade wilt Gij mij heden bewijzen, en hoe weinig ben ik die waard! Gij wilt mij heden komen bezoeken, Gij, de Heer van hemel en aarde; wie had het kunnen gelooven ?

Zie j ik ben niets ; ik ben arm en ellendig ; maar toch kan ik ü beminnen, en beminnen wil ik U; ja, ik bemin U, ik bemin U uit geheel mijne ziel; mijne ziel verlangt naarU !

Mijne ziel, het uur is daar, waarop uw Bruidegom komt, om zich met 17 te veree-nigen. Sta op, ijl hem te gemoet op de vleugelen der liefde.

O .Tesusl mijn hart is zoo koud, ontvlam het door het vuur uwer goddelijke liefde.

O .Tesus! mijn hart is woest en ledig, vervul en versier het met uwe hemelsche deugden.

O Jesus! Gij roept ons toe : Komt tot mij, die belasten beladen zijt; zie ik kom, om verkwikking en rust bij U te vinden.

O mijne ziel, verheug u en jubel van vreugde! zie, uw koning komt tot u vol zachtmoedigheid, vol liefde, rijk aan alle genaden, en Hij wil de uwe worden; hoe gelukkig, hoe zalig zult gij dan zijn!

Mijn geliefde Jesus! mijn hart verlangt één

-ocr page 78-

7R

met U te worden. Buiten TJ is er geen troost; Gij zijt de zoetste lafenis mijner ziel; hoe getroost en gelukkig zal ik zijn, als ik IJ heb ontvangen ! Reeds nu omhels ik U met de armen der liefde en druk ik U aan mijn hart. Wees duizendmaal gegroet!

O mijn H. Engelbewaarder! gij gaat mij ter zijde en treedt met mij binnen in het huis des Heeren; o lielp mij Jesus, dien gij aanschouwt, recht teeder liefhebben ; help mij als ik bid , opdat ik de oneindige liefde mijus Verlossers, zijne goedheid, zijne erbarming, zijne vernedering en goedgunstigheid jegens mij in eerbiedige stilte, maar met gloeiende godsvrucht overwege, bewon-dere en prijze. Amen.

BIJ HET BINNENTREDEN DEll KERK.

Ziedaar de woning van den Heer der heerscharen; hoe lieflijk. Heer! is uwe woning , waar Gij op een troon van liefde zetelt, waar Gij, lieve Jesus! met godheid en mensch-heid, met vleesch en bloed wezenlijk, waarlijk en zelfstandig tegenwoordig zijt!

O God I wat zijt Gij goed, wat zijt Gij zoet I Gij wijst niemand van ü uf, zelfs den armen zondaar, zelfs mij niet.

Maar, mijn God! beu ik dau waardig voor ü te verschijnen? De heilige Engelen zweven knieleud om uw H. Tabernakel en bedekken

-ocr page 79-

77

)st; uit eerbied voor uwe Majesteit hun aange-hoe zicht, en ik, wat zal ik doen? Mij veroot-U moedigen, ncderknielen, bewonderen, aan-net bidden en beminnen.

lijn Zie, ik sta hier als de arme tollenaar in

den Tempel; ik durf' mijne oogen tot U niet mij opheffen. Ach, ontferm U mijner en wees mij het genadig.

gij Ach, mijn Heer en God! in den diepsten

elp ootmoed aanbid ik U; ja, lieve Jesus! Gij fde zijt mijn Heer en mijn God , O ij zijt mij alles, er- Voor uw aanschijn, innig Geliefde, moeten

:ig- Hemel en aarde, en al hunne pracht en aar heerlijkheid zwijgen; want wat i;ij ook schoons on- en lieliijks bezitten, dal komt van IJ, en haalt niet bij de heerlijkheid van uwen Naam. Gij zijt de bron der schoonheid, Gij zijt de bron der waarheid , dor goedheid en der ier- barmhartigheid. Gij wiens wijsheid zonder ig , lal en wiens heerlijkheid en zaligheid zon-It, der maat is!

eh-

ar- «EBEDEN OOEK DE H. MISSE,

f}jj TKll VOORBEREIDING VOOR DE H. COMMUNIE.

lel1 Stel u voor, godminnende ziel, alsof de goddelijke

Heiland met zijn van liefde vlammend harte voor u stond en met u sprak. Smeek Hem vurig, ora oplettend naar Hem te mogen luistereti en verder om alle gena-den, welke gij bij deze heilige hande ing noodig hebt. :en Gedurende het H. Misoffer stroomt de bron deroneindige

-ocr page 80-

78

verdiensten van Jesus Christus, den Heiland der wereld, in rijken overvloed. Alles kunt gij door Jesus verkrijgen, zoo uw geloof maar levendig, uw vertrouwen groot, uwe liefde gloeiend, uw gebed ootmoedig en overgegeven is.

VOORBEREIDING.

Christus. Mijn zoon, (mijne dochter!)Groot, oneindig groot was en is nog altijd mijne liefde tot u. Voor de zaligheid van alle men-schen, ook voor u, heb Ik den schoot mijns Vaders verlaten, ben Ik op aarde neergedaald, ben Ik mensch, een klein kind geworden. Om uwentwille heb Ik van kindsbeen af in armoede geleefd , om uwentwille smaad en vervolging en eindelijk den bitteren dood des kruises geleden, ü wilde Ik redden uit de banden der zonde en des doods; u wilde Ik den Hemel openen en den weg daarheen door leer en voorbeeld aanwijzen. Voor u heb Ik het werk der verlossing volbracht, maar nog niet voleind. Wat Ik eenmaal op aarde in leven en sterven verworven heb, mijne oneindige verdiensten zullen uw eigendom worden , door Mij zult gij vereenigd worden met den Vader in den Hemel. Aau 't kruis heb Ik mijn bloed voor u vergoten; hier, in de H. Misse wordt het in uwe handen gesteld, opdat gij u zoudt wasschen en reinigen ; aan het kruis hel) Ik door mijn dood het losgeld verdiend, waarmede gij uwe schuld kunt afdoen ; aan het kruis heb Ik u het recht, de

-ocr page 81-

79

aanspraak verworven, om een kind te worden van mijn hemelschen Vader; in de H. Misse wil Ik door middel der H. Communie mij met u vereenigen, opdat gij door Mij één wordet met mijn Vader, die in den Hemel is. Daarom daal Ik dagelijks van den Hemel af op liet H. Altaar, en noodig Ik u heden uit, om de oneindige schatten van genade, die Ik voor u verworven heb, in ontvangst te nemen. — Waarmede toch zult gij anders uwe schulden betalen, dan door Mij ? Hoe zult gij vergiffenis erlangen , dan door Mij ? Hoe zult gij Hem genoegzaam loven, prijzen, aanbidden , dan door Mij ? Slechts door Mij komt gij tot den Vader, slechts door Mij kunt gij één met Hem worden. — O, erken dan toch de hooge gunst, die u te beurt valt, van mijn allerheiligst Offer te mogen bijwonen en Mij door de H. Communie in uw hart te kunnen opnemen! Zie, het Altaar is de Calvarieberg, waar Ik op onbloedige wijze vernieuw, wat daar op bloedige wijze geschied is. Begeef u in den geest naar dien berg, plaats u daar met mijne geliefde Moeder Maria onder het kruis en offer u zeiven met Mij aan mijn hemelschen Vader op.—

De leerling. O mijn Jesus , mijn Heer en mijn God! hoe zou ik de grenzelooze liefde niet erkennen, waarmede Gij mij , arm schepsel, wilt redden en heiligen! Vol medelijden

-ocr page 82-

80

en erbarmiiig licht Gij voor mij wel willen sterven, en nu vernieuwt Clij voor mijne oogeii uw offerdood aan 't kruis en noodigt Gij mij met onuitsprekelijke goedheid uit, om dat offer bij te wonen en in de genaderijke vruchten daarvan te deelen. Van gan-schcr harte zeg ik U dank voor die groote genade. Geef mij slechts een levendig geloof enden geest van ware godsvrucht, van oprecht berouw en heilige liefde, opdat de rijke zcgeu , welke uit dit heilig Offer over de gansche wereld uitstroomt, ook mijne arme ziel tot heil verstrekke. — Door dit heilig Offer wil ik de allerheiligste Drievuldigheid op de volmaaktste wijze aanbidden; door U den hemelscheii Vader op waardige wijze dank zeggen voor alle gaven, die Hij in zijne goddelijke barmhartigheid aan de gansche wereld en aan mij in 't bijzonder bewezen heeft. Gij, o goddelijk Lam! wilt thans op het Altaar het slachtoffer zijn voor de schuld mijner zonden; duld dus, dat ik, arme zondaar , de verdiensten van uw geheimziniiigen offerdood aan de goddelijke gerechtigheid tot verzoening en uitdelging mijner groote schuld aanbiede. — Al mijn bidden en smeeken en roepen om genade en barmhartigheid is niet waard verhoord te worden, zoo Gij mijn voorspreker niet zijt bij den hemelsehen Vader. 0 allerliefste Jcsus! Gij kent het ver-

-ocr page 83-

81

langen en de verzuchtingen mijns harten. Tk hel) geene andere begeerte, dan zuiver te zijn van allezondesmet, uwen hemelschen Vader te behagen, en eeuwig met Hem vereenigd te worden. O laat dan toe, goedertieren Jesus! dat ik alle wenschen van mijn arm hart op het Altaar legge, om ze door uwe handen aan den hemelschen Vader op te dragen , opdat zij in genade worden aangenomen eu verhooring vinden. Amen.

DE PRIESTER VERSCHIJNT AAN HET ALTAAR.

Christus. Ziet gij mijn plaatsbekleeder, den priester, in mijnen Naam het Altaar naderen met het kruis op zijn gewaad, om het allerheiligst Offer te beginnen? Zóó ben Ik eenmaal zuchtende onder den zwaren last des kruises, beladen met de zondeschuld der gan-sche wereld den Calvarieberg opgestegen. Ook uwe zonden droeg Ik op het kruis, ook uwe misdaden drukten loodzwaar op mijne ziel. Ach! hoe smartelijk was voor Mij die weg, hoe dikwerf ben ik onder den last des kruises en der zonden bezweken ! De liefde alleen gaf Mij de kracht, om van pijn en smart niet te sterven, vóór dat men Mij aan het kruis klonk. — O ziel, erken toch de grootheid mijner liefde en herinner u , vvat uwe zonden mij berokkend hebben. Ik hel) uiet opgehouden

-ocr page 84-

82

u lief te hebben, mijn priester bidt in mijnen Naam voor u om vergiffenis, en die zult gij van mijn hemelsehen Vader verkrijgen, zoo gij maar in ootmoed en leedwezen uwe schuld erkent en vermorzeld van harte zijt.

Be leerling. Ach, goedertieren Jesus! hoe groot toch is uw medelijden met mij, armen zondaar ! Gij naamt den last mijner zonden op U en gingt voor mij ter dood, opdat ik niet zou verloren gaan, en stelt mij heden uw bitteren kruisweg voor oogen, opdat ik niet zou vergeten, wat uwe liefde voor mij gedaan heeft. O allerliefste Jesus ! hoe bitter heb ik misdaan toen ik zondigde en hoe groot was mijne boosheid, toen ik uwe liefde met zoo zwarte ondankbaarheid vergolden hel). O druk uw heilig kruis diep in mijn hart en laat mij ten minste iets voelen van de smart, die Gij voor mijne zonden geleden hebt. Laat mij de misstappen en zonden , die ik van mijne kindsheid af bedreven heb, erkennen, de grootheid van mijne schuld begrijpen en geef mij tranen van het hartelijkste en volmaaktste berouw, opdat ik ze heel mijn leven lang beweene. Amen.

DE PRIESTER AAN DEN VOET DES ALTAARS.

Christus. Beschouw mijn dienaar, hoe hij zich diep ter aarde nederbuigten rouwmoedig

-ocr page 85-

83

op de borst slaande openlijk zijne schuld belijdt. Zoo lag Ik, de waarachtige Hoogepries-ter, in het hotje van Olijven plat ter aarde; angst en smart over uwe zonden persten Mij het bloedig zweet uit de aderen en in heldere druppels stroomde mijn bloed op den grond. — De handen wringend, in onuitsprekelijk hartzeer, bad Ik mijn hemelschen Vader, dat Hij den kelk, dien de menschen door den gruwel der zonde Mij tot den rand toe gevuld hadden, zou laten voorbijgaan; maar het was de wil des Vaders, dat Ik dien bitteren kelk zou drinken, en Ik deed het uit liefde, ook ter liefde van u. — Erken dus, hoezeer Ik u beminde! — Men bond Mij met koorden, als een boosdoener sleepte men Mij voor het gerecht. I k verdroeg dien smaad, opdat gij zoudt verlost, worden. — Zóó groot was mijn medelijden met u!—'En dat medelijden heb Ik nog; mijn Vader in den Hemel weet het; om den bitteren doodsangst, dien Ik in het holje heb doorgestaan, zal Hij u niet verstoeten, wanneer gij uwe schuld bekent en Hem rouwmoedig te voeten valt.

Be leerling. Vader in den Hemel! ik heb gezondigd tegen den Hemel en tegen U; ik ben niet meer waardig uw kind te heeten. I)e angst en de doodssmarten van uw geliefden Zoon drukken zwaar op mijne ziel, want om mijne misdaden heeft Hij zich vrijwillig aan-

-ocr page 86-

84

geboden, om rlen kelk des lijdens te drinken, dien uwe goddelijke gerechtigheid Hem lieeft toegereikt. Ter wille van mijne arme ziel heeft Hij zich vernederd tot het stof en zich door verachtelijke touwen laten binden. O, zijne vernedering, zijne smart en zijn angst toonen mij de geheele grootheid van mijne schuld. — Ach, lieve Vader! mocht mijn hart van droefheid over mijne zonden barsten! Ach! om de pijnen en kwellingen van uw goddelijken Zoon, die Hij in het botje heeft moeten verduren, smeek ik U uit de diepte mijns harten, ontferm ü mijner, vergeet mij mijne schuld en verwerp mij niet voor uw aanschijn. Neen, nooit meer zal ik zondigen, neen, nooit meer ! O Maria, geze-gendste Moeder mijns Heeren ! ach , bid voor mij om genade en barmhartigheid, dat ik vergiffenis mijner zonden verkrijge. Amen.

GEBEDEN DER KE11K, UITSTEL EN EVANGELIE.

C/iristns. Drie zaken zijn voor liet ware zieleleven noodzakelijk, zonder welke de ziel verkwijnt cn bederft: mijn woord, do genade, en mijn vleesch en bloed. — Mijn woord moet frij aanhooren, in uw hart opnemen en vruchten laten voortbrengen , en om de genade moet gij bidden. Mijn woord verkondigt u mijne H. Kerk ; aan haar hei) ik het zuiver

-ocr page 87-

85

en onvervalscht touvertroiiwd; hare stem is mijne stem; in iedere H. Misse wordt het in de Lessen en Evangelien voorgedragen. Luister naar dat woord en volg het op en gij zult leven. — Maar gij moet ook- bidden om genade. Uit u-zelven zijt gij te zwak, te ellendig, om dien weg te bewandelen, door mijn woord u afgebakend en waarop ik u ben voorgegaan , zoo de genade n daarin niet ondersteunt en helpt en leidt en naar hetge-wenschte doel voert. Zie, alle dagen verzucht mijne H, Kerk door den mond des priesters om deze genade tot den hemelschen Vader.— Haar gebed in mijnen Naam dringt door tot voor den troon mijns Vaders en vindt altijd verhooring. Vereenig uwe gebeden en verzuchtingen met hare gebeden, en ook gij zult verhoord worden.

Ut: leerling. Mijn Heer en Meester! Gij hebt de woorden des eeuwigen levens; gaarne wil ik ze hooren. O, spreek tot mijne ziel en zeg mij, wat ik doen moet, om het eeuwig leven te verwerven. Zoo dikwerf hebt Gij door den mond der H. Kerk tot mijn hart gesproken, maar helaas! hoe dikwerf heb ik naar die woorden niet geluisterd, ze in mijn hart niet opgenomen en er mijn leven niet naar ingericht. Ach I vergeef mij mijne lichtzinnigheid en zwijg niet. Heer! Want zoo Gij zweegt en tot mijn hart niet meer

-ocr page 88-

86

spraakt, dan was ik de ongelukkigste der menschen. O neen, zwijg niet, maar spreek; ik zal U hooren. Maar kom ook mijne zwakheid te hulp, wanneer ik uw heilig woord wil iu beoefening brengen. Ik heb behoefte aan de goddelijke genade als aan het dage-lijksch brood; mij zeiven kan ik niet helpen. Ik zou zoo gaarne U navolgen, den weg bewandelen , waarop Gij mij zijt voorgegaan, maar ach! ik bezwijk, ik sterf op den weg, zoo Gij mij niet ondersteunt en bijstaat. Hoor den mond der H. Kerk roep ik met een kinderlijk hart tot U, deel mij uit uw god-kelijk Hart die genade mede, welke ik noo-dig heb eu die Gij zoo overvloedig voor alle menschen hebt verdiend. Vooral smeek ik U, verleen mij de genade, dat ik U nimmermeer door eenige zonde beleedige, nimmermeer van U geseheiden worde, opdat ik eens moge ingaan in het rijk uws Vaders. Amen.

c 11 e d o.

Christus. Keeds op den eersten dag, dat gij hel levenslicht aanschouwdet, heb Ik u, mijn zoon (mijne dochter), zonder uwe verdiensten eene hooge, onschatbare genade bewezen. Op den dag van uw H. Doopsel heb Ik u in mijne H. Kerk opgenomen en u het ware, katholieke

-ocr page 89-

87

geloof geschonken. Waardeert gij die genade van Katholiek te zijn, kind te zijn van die H. Kerk, die Ik tot mijne bruid heb uitverkoren, waaraan ik al de schatten mijner genade en verdiensten hel) toevertrouwd, buiten welke geene zaligheid te vinden is? Gij wilt mijn allerheiligst vleesch en bloed ontvangen tot voedsel uwer /.iele. Slechts in de H. Katholieke Kerk vindt gij deze spijze des Hemels, in haar alleen dit allerheiligst Sacrament; slechts hare priesters hebben de macht, om het brood en dei wijn' in mijn lichaam en bloed te veranderen. O hoevole duizenden door den geest der leugen bedrogen, tasten buiten mijne Kerk in de duisternissen van ongeloot en dwaling rond. U heb ik in genade in mijne H. Kerk opgenomen, waar gij mijne leer, mijne Sacramenten , licht voor uw verstand , troost voor uw hart, redding voor uwe ziele vindt. En gij , zoudt gij niet dankbaar zijn voor die groote genade; dat heilig geloot', dat de Kerk u leert, met geheel uwe ziel niet aanhangen; dat licht op uw levensweg door den nacht van dwaling niet volgen; zoudt gij geheel uw leven volgens dat heilig geloot' niet inrichten en zelfs bereid zijn, zoo noodig , er uw leven voor te geven ? —

Be leerling. Ja, mijn Jesus! ik erken deze genade als de grootste mijns levens. Wat toch

-ocr page 90-

88

zon ik zijn zonder dat licilig- Katholiek geloot ? Als een kind van dwaling en duisternis, zou ik in den blinde rondtasten en versmachten op den weg , die ten leven voert en dien ik zonder het lieht, dat in uwe H. Kerk straalt, niet zou vinden. Te vergeefs zou ik verlangen naar de spijze des Hemels, die Gij ons bereid hebt, om mijne ziel te verkwikken en te versterken. — Eeuwigen dank zij U daarom gebracht, dat Gij mij terstond na mijne geboorte in uwe H. Kerk hebt opgenomen en mij de onschatbare genade des geloofs verleend hebt. Wat uw priester op dit oogen-blik aan het H. Altaar luide in naam der Kerk bidt, dat bid ik ook, met hart en mond uitroepende : Credo , l)omine! Ja, Heer! ik geloof; met onwrikbare en innige overtuiging neem ik alles aan, wat Gij, mijn God, die de waarheid zelve zijt, geopenbaard hebt en uwe H. Kerk mij te gelooven voorstelt. En naar dit heilig geloof wil ik ook mijn leven inrichten. Wat toch zou mij mijn geloof baten, zoo ik het door de werken weêr verloochende? Geef mij daarom, lieve Jesus, met de gave des geloofs ook de genade, om altijd volgens dat heilig geloof te leven, daarin immer trouw te volharden, het overal onverschrokken te belijden en liever te sterven, dan er ooit in 't minste ontrouw aan te worden. Amen.

-ocr page 91-

89

OPOFFERING.

Christus. Mijn zoon! (mijne dochter!) Alles zijl ji'ij aan den Heer, uw God verschuldigd. Mijn Vader heeft u geschapen; Ik heb u verlost en door mijn bloed vrijgekocht; de li. Geest heeft n in het Doopsel geheiligd en lot zijn tempel gemaakt. Alles, wat gij voor het leven uws lichaams noodig hebt, hebt gij van uw God en Heer ontvangen en talloos zijn de gaven, door Hem u geschonken. Wat gij dus hebt en wat gij zijt is zijn eigendom. En wat verlangt Hij nu van u? Niets anders dan uw hart, uwe liefde en uw wil. Allo neigingen van uw hart zult Gij Hem dus ten offer brengen, Hem toewijden, Hem alleen in trouw en volledige overgeving aanhangen. — Daar aan het altaar staat mijn dienaar met de offergaven van brood eu wijn in de handen, die Ik weldra door mijne almacht in mijn vleeschen bloed zal veranderen, om ze u tot eene goddelijke spijze in de H. Communie aan te bieden. — Leg uw hart bij deze offergaven, breng u zeiven daarbij aan de goddelijke Majesteit volledig ten offer; want zoo gij in woord en daad u zeiven geheel aan den Heer uwen God overgeeft en toewijdt, o dan zal hij zich zeker door u in vrijgevigheid en mildheid niet laten overwinnen, dan zal Hij u met schatten van

-ocr page 92-

90

genade verrijken en eens zelfs uw overgroot loon zijn.

De leerling. O mijn Jesus! gaarne en met vreugde wil ik uw woord opvolgen, want diep voel ik er de waarheid van. Ik erken, dat ik verdiend had, als een slachtoffer voor't aanschijn der goddelijke Majesteit te sterven. Maar Gij, o God! verlangt mijn dood niet; Gij wilt slechts , dat ik de wereld en mijne booze neigingen afsterve en voor U leve. Zie, met de offergave des priesters wijd ik U toe en offer ik alle gevoelens en bewegingen, alle neigingen en wenscheu en al de liefde mijns harten aan U op. Ik leg in de handen van uwen dienaar aan het Altaar mijne vrijheid en mijn wil, alle krachten en vermogens mijner ziel, de zintuigen en ledematen mijns liehaams, en breng U dit alles ten offer met de heiligste belofte, dat ik ze alleen tot verheerlijkingen welbehagen der goddelijke Majesteit zal gebruiken.— Gij, mijn Jesus, wilt heden U zeiven voor mij ten offer brengen ; en zou ik dan niet alles , wat ik hel) en wat ik ben aan U opdragen? Gij wilt heden in de H. Communie U zelveu geheel aan mij geven; eu zou ik dan mij zeiven niet geheel aan U toewijden ? Neen, geen enkelen dag zal ik verzuimen, dit mijn offer plechtig te vernieuwen. Eiken dag zal ik op nieuw de booze neigingen en driften mijns harten beteugelen en verster-

-ocr page 93-

91

ren, eiken dag mijn weerbarstigen wil met alle kracht naar uw goddelijk welbehagen richten, eiken dag door een nieuw offer van versterving mijner eigenliefde U toewijden. Zegen, o God! mijn voornemen en versterk mijn goeden wil door uwe krachtige genade. Lieve Moeder Maria! gij die ouder het kruis van uw goddelijken Zoon het grootste, reinste en heiligste offer, het leven van uw goddelijken lieveling aan den hemelselien Vader hebt opgedragen ; o verwerf mij door uwe machtige voorbede, dat ook ik een vol.naakt offer van liefde worde, opdat ik eens aan het einde mijner dagen zal kunnen zeggen: ik heb gedaan , wat ik beloofd heb ; mijn offer is volbracht. Amen.

P li, M F A T I e.

Christus. Mijn zoon !( mijne dochter!) hoort gij, hoe de priester aan het altaar roept ; sursümcorda! heft uk harten omhoog! heft dan ook uw hart omhoog naar den Hemel, die ook voor u bestemd is. Laat nu alle gedachten aan de aarde met al haar streven en drijven varen , om slechts te deuken aan hetgeen hier plaats heeft, de lofprijzing en dank der heilige, zegevierende en strijdende Kerk. Hef uwe blikken ten hemel en beschouw daar die scharen van zalige geesten, die vóór

-ocr page 94-

93

deu troon van Gods ontzacldijke Majesteit eerbiedig nederknielen en liet driewerf hkilig , dal eeuwig in liet hemclscli Jerusalem weerklinkt, in blijde akkoorden herlialen. — Met dezen lofzang der hemelselie geesten vereenigt de Kerk op aarde hare stem, terwijl de priester aan liet altaar luide liet driewerf heilig uitroept. O, stem dus ook in met dit blijde dank-en loflied des Hemels, tot gij het eens met de Engelen daarboven eeuwig herhalen moogt. Vergeet niet, dat gij hier zijt, om de goddelijke Majesteit te verheerlijken; vergeet dit niet vooral in deze oogeublikken, waarop ik op het punt sta op dit altaar af te dalen , om Mij voor de glorie mijns Yaders en ter verzoening voor u op te dragen. Toen Ik in het stalletje te Bethlehem als klein kind ter wereld kwam, zongen de Engelen des Hemels hun ; Gloria zij God in den hoogen ; toen ik op Palmzondag zegepralend Jerusalem binnentrok, om als offerlam voor het heil der wereld wéldra mijn bloed te storten, toen zong het volk: Hosanna, en nu, nu ik op het altaar wil nederdalen, om mijn offer voor het heil der wereld, ook voor u, te vernieuwen, nu weerklinkt in deu Hemel en op aarde het driewerf Heilig; en zoudt gij u dan met dat verheven dank- en loflied tot verheerlijking van uwen God niet vereenigen?

Be leerling. O mijn Heer en Godl hoe zal

-ocr page 95-

9S

ik, — een menscli met. onreine lippen, — U waardia:prijzen, U volkomen danken ; prijzen uwe boven alles verhevene goddelijke Majesteit, danken nwe oneindige liefde en goedheid? Hoe kan ik in deze oogenblikken aan iets anders denken dan aan het verheven, heilig Offer, dat Gij voor mij wilt opdragen en waarvan ik de vrnehten zal gaan deelachtig worden. O, volgaarne wil ik met hart en mond instemmen inden lofzang der Engelen , in het glorievol danklied der H. Kerk en met den Priester juichend uitroepen : Heilic/, heilig, Jieilif/ is de lieer, de God der heemcJ/a-ren; Hemel en aarde zijn vol van de Majesteit zijner glorie ! Maar, mijn God! dit smeek ik U met aandrang en liefde ; laat. niet toe dat ik ooit aan dat. ondankbare volk gelijke, dat op Palmzondag uitriep ; Hosanna den Zoon Davids, en na weinige, dagen het : Kruisig Hem in blinde verwoedheid 'litbraakte. O , laat niet toe, dat ik U ooit op nieuw krni-sige door mijne zonden. Neen , dat nooit, meer, immer wil ik U loven , U prijzen , U danken en verheerlijken, altijd en eeuwig ; voor U, voor uwe eer en glorie wil ik leven, wil ik sterven. Amen.

VÓÓR DE CONSECRATIE.

Christus. Bemerk mijn zoon! (mijne dochter!) hoe mijn dienaar in feestelijke, eerbie-

-ocr page 96-

94

(lige stilte aan het Altaar bidt. Hij staat daar dooreen heiligquot; ontzag aangegrepen voor het aangezicht van den Drieëenigen God. Heilig, hoogheilig is 't, wat hij spreekt, wat hij verricht. Op geheimvolle wijze vernieuwt hij ^uj11 lijden en dood. —• Plaats n nu in den geest op Calvarie's kruin onder mijn kruis; dring met geloof' en liefde in het groote geheim van het Offer, dat Ik weldra voor geheel het menschelijk geslacht, voor mijne H. Kerk en voor u ga opdragen. Weldra ga Ik afdalen op het AUaar, en in mijne almacht door mijn heilig woord het brood in mijn lichaam en den wijn in mijn bloed veranderen en mij zeiven voor uw heil aan den hemelschen Vader als een offerlam opdragen. Nu nadert het oogenblik, waarop gij door Mij alles kunt verkrijgen, waar gij om bidt. O, bid dan voor het heil uwer ziel, leg uwe wenschen en verlangens op het Altaar neêr, bid voor alle geloovigen, voor rechtvaardigen en zondaren, voor rijken en armen, voor lijdenden en bedroefden, voor levenden en overledenen. Ik zal uwe beden opvoeren voor den troon mijns Vaders.

Z)ftZ«?-Z(W(7.0mijnHeerenmijnGod! Ontzag en vreeze grijpt mij aan, wanneer ik bedenk , welk een hoogheilig werk thans op he;, Altaar voltrokken wordt. Ja, zooals weleer in de eerste tijden der Kerk zou ik thans met de boe-

-ocr page 97-

95

telingen daar buiten do deur der kerk in rouw en boete, weenend en klagend moeten nederliggen. Neen, ik ben niet waard, dit allerheiligst Offer bij te wonen. Maar Gij ziet niet op mijne onwaardigheid, (lij hebt medelijden met mijne ellende, en daarom staat Gij mij toe in nw huis te verwijlen, om aan het heiligste geheim uwer liefde deel te nemen. Ach, lieve Jesus! hoe gaarne zou ik in dit oogenblik met een levendig geloof, met een hartelijk vertrouwen , met den diepsten ootmoed, met waarachtig berouw, vurige godsvrucht en gloeiende liefde willen bidden en verzuchten! En toch is mijn hart nog koud. Ach, Heer! trek mijn hart tot U, verruim het, maak het los van al het aardsche en geef mij de genade, dat ik, als uweH. Engelen, ü met een vurigen gloed vau godsvrucht begroete, aanbidde, loveen prijze, wTanneerGij dit heilig geheim voltrekt. Neem ook het gebed genadig aan, dat ik door U tot den liemelschen Vader opzend; verhef en verheerlijk uwe Kerk, breid haar uit over de gansehe aarde en wil hare vijanden vernederen en bekeeren. Vervul de harten uwer ge-loovigeu door het vuur uwer goddelijke liefde, sterk hen in het geloof, bevestig hen in de hoop en geef hun uwen vrede. Verlicht de ongeloovigen, breng de harten der afgedwaal-den tot Ü terug, en verteoder de verharde

-ocr page 98-

zo)u1;ivpii. quot;Rostunr en peloid don Pans, do hisschoppon on priostersop don woedes hoils, troost de ontroostbaren, help do armon en noodlijdenden , verkwik de arme zielen in liet vagevnur met hemelsche vertroosting on bevrijd ze van liare pijnen. Geef ons allen deel aan uwe oneindige verdiensten, verzoen ons met den Vaderen vereenig ons met Hem door U, mijn Jesns! die op narde gekomen zijt, om te zoeken en zalig te maken wat verloren was, en die thans weder op dit Altaar afdaalt, om den Hemel met de aarde te verzoenen. Amen.

NA DE CONSECRATIE.

Christus. Nu ziet gij Mij met de oogon des golooi's op dit Altaar. Hoe diep lieb Tk mij vernederd ter liefde van n. Den glans mijner goddelijke Majesteit liet) Ik afgelegd; onder de nederige gedaanten van brood en wijn ben Ik waarlijk, wezenlijk en zelfstandig tegenwoordig op dit heilig Altaar, üw lieha-melijk oog ziet Mij niet en kan Mij niet zien , maar het geloof erkent Mij en do liefde voelt mijne tegenwoordigheid. Voor u heb Ik Mijzelven als vernietigd, voor n heb Ik Mij ten offer gebraeht; erken dns de grootheid mijner liefde. Opdat gij zult leven, vernieuw Ik op geheimzinnige wijze mijnen dood; opdat aan n genade en barmhartigheid, vergiffenis en verzoen in 2: ten deel vallen

-ocr page 99-

97

lea; Ik al mijne verdiensten aan de voeten mijns Vaders neder. Opdat .gij u met Mij zondt kunnen vereenigen, veranderde Ik brood en wijn in mijn vleeseh en bloed tot spijs uwer ziele; erken dus de grootheid mijner liefde. — Ja, ik wil Mij over u ontfermen, uwe zaak bepleiten bij mijn liemelsehen Vader; Ik leg al mijne verdiensten in uwe handen , tor voldoening voor hetgeen gij sehuldig zijt. Door Mij kunt gij alles voor het heil uwer ziel verwerven. Heb slechts geloof en vertrouwen , en in uw nood zal voorzien worden. Zelf heb Ik u de beste wijze van bidden geleerd ; wanneer gij in mijnen Naam en met mijne woorden bidt, hoe zou mijn Vader n clan niet verhooren ?

De leerling. O hoe onuitsprekelijk groot, o Heer! is uwe vernedering en goedheid , hoe grenzeloos uwe liefde jegens ons, arme zondaren ! Te recht staan Hemel en aarde verbaasd over de wonderen van liefde, die Gij dagelijks in uwe H. Kerk verricht. Thans zijt Gij op dit Altaar tegenwoordig; dit geloof ik zoo vast en zeker, als wanneer ik met den Apostel Thomas U met mijne oogen zien en met mijne handen mocht aanraken. Geheel doordrongen van dit geloof breng ik U , o Godmensch JesusChristus!mijne eerbiedigste hulde; ik aanbid U, ik loof en zegen U met alle Engelen en Heiligen. Van harte dank ik TJ

5

-ocr page 100-

98

vonr do oneindige liefde, die ü weer in de banden des priesters heeft doen nederdalen, om ons offer en onze zielespijzc te zijn. Ik vereeuifr tlians mijn gebed met dat der H. Kerk en bid U, dat Gij een gunstig voorspreker voor mij bij uw hemelschen Vader gelievet te zijn. Door U toch kan ik alles verkrijgen ; met U heeft de hemeïsche Vader mij alles geschonken. Maar vóór alles bid ik U, gelieve mij genadig'de vergiffenis van al mijne zonden en de genade te verwerven van een zuiver leven te leiden in gerechtigheid en heiligheid. T)eel mij uit uw van liefde vlammend Hart slechts eenige vonken mede van die oneindige liefde, waarvan uw allerheiligst Hart geheel ontstoken is. — Gij weet, Heer! dat ik met brandend verlangen naar het genot van uw allerheiligst lichaam en bloed haak. Ik kniel hier neder, als een arme, hongerige bedelaar en verzucht naar U, het brood des levens. Ach ! hoe zou het U mishagen, zoo ik zonder liefde tot U kwam en U ontving! Geef mij dus liefde, groote liefde, vurige liefde; laat mij één worden in liefde met U. Gij zijt de geliefde mijner ziel, hare vreugde, haar leven , haar vrede, hare rust, haar troost, hare verkwikking. hare zaligheid! — O! hoezeer verheug ik mij reeds in het oogenblik, waarop ik tot uwe heilige Tafel zal mogen naderen en met U het liefdemaal zal mosen houden, waar

-ocr page 101-

99

ik U bezitten , areliecl ruijn hart voor U uitstorten en m et U als een vriend tot zijn vriend zal mogen spreken. — Neem reeds vooruit, lieve .Tesus! mijn liart ten offer aan , ruk het gelieel los van alle banden , die het nog aan de wereld geboeid honden ; ik wil U alleen liefhebben, U alleen dienen, de uwe zijn in tijd en eeuwigheid. Amen.

AGNUS DEI EN COMMUNIE,

Christus. K\amp; een zaehtmosdiglam , dat men ter slachtbank voert, heb ik Mij zwijgend op het kruis laten uitstrekken en met nagelen daaraan laten vastklinken, ben Ik geduldig daaraan gestorven. Dat deed Tk ook om uwe zonden , die Ik op mij had genomen en die Tk doormijn bloed van nwe ziel wildeafwas-sedien.— Hoort gij mijn dienaar aan het Altaar niet roepen : Ecce Agvvs Bei! ziedaar het Lam Gods! Ziet gij niet, hoe hij rouwmoedig op de borst slaat? Ja! Ik wil Mij over n ontfermen en al nwe zonden wegnemen , wanneer gij ze ootmoedig belijdt en betreurt. — Zie, Ik ben bereid u den kus des vredes te o-oven en u tot bewijs daarvan met mijn vleesch en bloed te spijzigen. Ik heb het arezegd, dat het mijn vermaak is, met de hinderen der menschen te zijn. Ik wil ook bij i, met u en in u zijn. Uwe ziel wil Ik tot

-ocr page 102-

100

mijne woninj; nomen; zorg dus, dat zij bereid zij, gereinigd en met deugden versierd, wanneer Ik, uw Koning en Heer, met de volheid mijner genaden tot u kom. Neem Mij in ootmoed des harten op, want een ootmoedig hart versmaad Ik niet. Zijt gij ook ellendig en arm , ziek en zwak, vrees daarom niet; want juist daarom wil Ik tot u komen , om in uwe armoede te voorzien , om n te genezen en te versterken. Erken sleehts, dat gij zonder Mij niets doen kunt, dat mijn arm n moet staande houden, mijne hand n geleiden, mijn licht u verlichten en mijn vleesch en bloed u voeden moet ten eeuwigen leven. Is die vrouw van het Evangelie door het aanraken van mijn kleed reeds gezond geworden, wat zal dan uwe ziel niet ten deel vallen , wanneer Ik haar kom bezoeken en hare spijs zal worden ! Bedenk dit wel en bereid u voor op mijne komst.

T)c leerling. O mgn Jesus ! waar vind ik woorden genoeg, om te zeggen, wat mijn hart thans gevoelt? Wanneer ik mij voorstel, dat Gij als een offerlam op het kruis ligt, de handen uitgestrekt, om genade en erbarming ten Hemel roepend , o, dan grijpt mij de bitterste smart aan over mijne zonden , want zij waren het, die U zoo bitter hebben doen lijden. — En wanneer ik U op het Altaar zie in de handen des priesters, onder

-ocr page 103-

101

de gedaante van brood verborgen, en U daar op geheimzinnige wijze zie vernieuwen, wat Gij eenmaal aan het kruis volbracht hebt, dan zou ik met luider stemme willen uitroepen : mijn Jesus ! Gij zijt geheel liefde! Maar wat zal ik dan zeggen, wanneer ik bedenk, dat uwe liefde nog veel verder gaat, dat Gij /.elf het voedsel en de lafenis mijner ziele wilt wezen en mijn hart tot uwe woning wilt maken? Ja, dat is waarlijk eene overmaat van liefde ; zóó kan een God, zoo kunt slechts Gij, mijn Jesus, beminnen, zóó ver kan slechts uwe liefde gaar ! — En wat zal ik U vooral die liefde wedergeven? Ach, ik heb niets dan een arm hart, en dat behoort U reeds, dat heb ik U reeds toegewijd. Wat heb ik nog meer? Niets dan het verlangen om mij zóó nauw, zóó innig met U te vcr-eenigen, dat ik niet den Apostel kan uitroepen : leef niet meer, maar Christus leeft in i/iij! — Maar wie ben ik, dat ik zso hooge genade durf verlangen? Gij zijt de hoogste Heer, de ontzachlijke Majesteit, mijn Schepper en Verlosser, en ik ben een arm schepsel ,stof en asch! Gij zijt de Koning der koningen , de Heer der heerscharen, en ik uw dienstknecht (uwe dienstmaagd)! Gij zijt de Allerheiligste en Allerreinste, en ik een arme zondaar! Gij zijt de goedheid , dc liefde zelve, cn ik een ondankbaar mensch, die uwe goedheid

-ocr page 104-

102

zoo dikwerf misbruikt, uwe liefde zoo vaak versmaad heb! O! hoe durf ik het da» wagen tot TJ te naderen? — Maar Gij zelf', mijn Josus, noemt ü het Lam Gods, dat de zonden der wereld wegneemt, en Gij hebt immers ook gezegd, dat Gij niet voor de rechtvaardigen maar voor de zondaren op aarde zijt gekomen. O, keer U dan van mij niet af, mijn Jesus, wanneer ik aan uwe uitnoodi-ging voldoe en toetrede tot uwe heilige Tafel, lleeds lang verlangt mijne ziel naar die spijze des Hemels, die alle zoetigheid in zich bevat. Ik kan het oogenblik schier niet afwachten, waarop ik U, mijn Jesus, wezenlijk in mijn hart zal ontvangen. O! uw priester geniet reeds uw allerheiligst lichaam, uw allerheiligst bloed. O kom intusschen reeds gees-telijkerwijze in mijne ziel, reinig en heilig haar, opdat ik waardig zij, U weldra werkelijk met vleesch en bloed, met godheid en menschheid te ontvangen, mij met U te vereenigen en in deze vereeniging te leven en te sterven. Amen.

ZEGEN EN LAATSTE EVANGEL]Ë.

Christus. Mijn onbloedig offer heb I k volbracht, weer he!) ik Ü een bewijs mijner liefde gegeven. De verheerlijking van den Drieeenigen God, uw heil, de redding uwer onsterf-

-ocr page 105-

103

lijke ziel en liare vereeniging met Mij en met mijn hemelsclien Vader is liet doel van alle werken, die Ik verricht. Groote genaden werden u reeds aangeboden, nog grootere zullen u ten deel vallen. Ik wil aan het verlangen uws harten voldoen; Ik wil komen en zelf ii bezoeken en den maaltijd met u houden. Maar vergeet nooit, wie Ik ben en wie gij zijt. Niet zonder beteekenis leest mijn dienaar aan liet heilig Allaar het Evangelie van mijn Apostel Joannes. Ik ben het Woord Gods, God zelf, het Woord des Vaders, dat in den beginne, van eeuwigheid bij Hem was. Door Mij is alles gemaakt, wat er gemaakt is; ook gij zijt liet werk mijner handen. Ik ben het ware licht, en ben gekomen om allemenschen te verlichten. Ik ben liet leven ; niemand kan waarlijk leven, tenzij door Mij en in Mij. Allen, die Mij in liefde aannemen, geef Ik dc macht om kinderen Gods te worden. Ook ii wil Ik tot kind mijns Vaders verheffen , wanneer gij Mij met een geheel toegewijd, ootmoedig, rein hart aanneemt. Wees getrouw aan de belofte, die gij gedurende het heilig Offer gedaan hebt, en ik zal volbrengen, wat Ik beloofd heb. Dezegen, dien de priester in mijnen Naam uitspreekt, kome niet zijn gan-selie volheid over u , hij heilige en wijde uwe ziel en uw lichaam, en make u waardig om mijne woonstede te zijn ; wantik herhaal hot;

-ocr page 106-

104

Ik mnet tot u komen en u bezoeken, want zonder Mij kunt gij niet leven, zonder Mij zult gij niet glorievol verrijzen, zonder Mij zult gij niet ingaan in het rijk mijns Vaders, die in den Hemel is.

De. leerling. Mijn God en mijn alles! duizendmaal zij U dank gebracht voor de hooge genade, dat Gij mij uw heilig Offer hebt laten bijwonen en voorde onschatbare genadegaven, die daarbij aan mijne ziel ten deel werden. Gij wordt niet moede, mij met velerhande gaven te overladen, mij uwe oneindige liefde te toonen en ik?... ach! ik maak mij die gaven zoo weinig ten nutte en erken zoo weinig uwe grenzelooze liefde. Ach! wanneer zal ilc toch eens beginnen, U van ganscher harte lief te hebben en met onwrikbare trouw te dienen, U eeuwig nieuwe schoonheid, en bronwel van alle barmhartigheid en genade ! Zie, van daag, nu ik op het punt sta tot uwe heilige Tatelte naderen; van daag, nu Gij mij veroorlooft mijne ziel met uw allerheiligst vleesch en bloed te spijzigen; van daag nu ik U in mijn hart wil ontvangen, U het brood der Engelen, U de vreugde en lust der uitverkorenen , U den Zoon van den levenden God; van daag, nu Gij, de Koning der koningen, in grenzelooze goedheid, U vernedert, om mij armen zondaar te komen bezoeken ; van daag maak ik het heiligs te en

-ocr page 107-

I-

105

vaste voornemen, doe ik U de pleclitigste

belofte, om mij geheel aan uwe dienst toe te wijden en mij voor eenwig in liefde en trouw geheel en al aan Ü over te geven.

' O, let niet op mijne onwaardigheid, op de vele gebreken, die aan mijne ziel kleven; let niet op mijne armoede en mijn volslagen gemis aan deugden en goede werken; maar (lenk aan uw bloed, dat fiij voor mij vergoten, waarmede Gij mij verlost en vrijge-kocht hebt. Kom ter wille van dat heiligbloed mijne ziel bezoeken en haar het leven iler genade mededeelen. Hier aan den voet van Uw Altaar, waar Gij in het heilig Tabernakel rust, betuig en verzeker ik U nog eens, dat al mijne zonden mij leed doen uit geheel mijne ziel; dat ik ze allen verfoei en veralschtiw en voor niets ter wereld ooit uwe heilige geboden meer wil overtreden. Zegen, o God! deze mijne plechtige belofte, en help mij door uwe genade, dat ik daaraan getrouw blijve tot aan mijnen dood. Amen.

4

| i:c[

5*

-ocr page 108-

DE H. COMMUNIE.

De 11. F rancisca Romana, die van liefde gloeiende bruid van den goddelijkcn Heiland, had eens^ zoo ver-haaltons hare levensgeschiedenis, na de H. Communie liet volgende hemelsche gezicht. Zij zag de H. Engelen een kostbaar altaar bereiden, waarop Jesus Christus in Kngelengedaante nederdaalde. Uit alle wonden, die de liefde en de gehoorzaamheid Hem geslagen had, stroomde eene kostbare vloeistof. De H. Petrus, in priesterlijk gewaad gehuld, deelde van deze vloeistof onder de aanwezigen uit. Ook Francisca kreeg er van mede. — Daarop hoorde zij Jesus Christus tot haar spreken : „ Ik ben het vuur, dat ontsteekt, maar zonder de harten, die mij beminnen, te verbranden. Ik daal af van mijn troon, om mij met de ziel, die Mij lief heeft, te vcreenigen; maar zij moet rein zijn, want

mijne goedheid kan in een onrein oord niet wonen____

Ik zoek. Ik verliet'. Ik spijs en versterk de zielen in de H. Communie; de vereischten van ware en reine liefde zijn : de ootmoed, het vertrouwen en de gehoorzaamheid. quot; — Op H. Sacramentsdag knielde Francisca in geestvervoering aan den voet van den troon der allerheiligste Drievuldigheid neder. De troon rustte op eene reine vuurvlam, en daarvoor stond eene rijke tafel, waarop zich brood en wijn bevond. Zij zag, dat beide in liet lichaam en het bloed des Meeren veranderd werden, maar het geheim kon zij niet begrijpen, llondom de tafel, bevonden zich ontelbare scharen van Engelen, die zich gcestelijkerwijze aan die goddelijke spijze verzadigden. Maria, de Koningin des Hemels, zag Francisca vol liefde aan en sprak : „ Francisca, neem deel aan den maaltijd, waarop mijn Zoon zich onder de gedaanten van spijs en drank aan het men-schelijk geslacht mededeelt, om het in alle volheid te verzadigen. Voor deze verhevene gave verlangt mijn

-ocr page 109-

107

Zoon slechts — liefde, bewaar Hem eene sclioone en reine ziel, wees sterk en ootmoedig, bescheiden en vast in liet geloof..,. Verneder u voor God met berouw, met geloof, hoop en liefde.quot;

Zie, godminnende ziel, wat deze Heilige in den I geest zag en hoorde, dat gaat u ook aan. Brood en wijn

; is in het lichaam en bloed van Jesus Christus, uw

goddelijken Heiland, veranderd. Het hemelsche gastmaal is bereid. Ook u noodigt Maria, de Koningin des Hemels, tot die kostbare Tafel uit, opdat gij in alle volheid verzadigd wordet. Maar zuiver, zegt Jesus, moet uw hart zijn; oprechten ootmoed, een vast geloof, onwrikbaar vertrouwen, vurige liefde vordert Hij van u; dan zal Hij uwe ziel verheiren, spijzen en versterken met het brood des Hemels, dat alle zoetigheid in zich bevat. O, verwek dan nu in u de goddelijke deugden van geloof, hoop en liefde, een hartelijk en innig berouw; verneder u zoo die}) mogelijk voor God, en nader dan tot de 11, Tafel met een kinderlijk vertrouwen en een brandend verlangen, en gij zult die gave des Hemels tot uw eeuwig heil ontvangen.

KORTE OEFENINGEN EN SCHIETGEBEDEN VOOR DE H. COMMUNIE.

Ocfeniny van geloof. — O Jesus, mijn God en Heer! Ik geloof zonder eenigen twijfel al i wat Gij ons geopenbaard hebt en door uwe 11. Kerk ons te gelooven voorstelt; inzon-derlieid geloof ik, dat Gij in liet allerheiligste Sacrament des Altaars waarlijk, wezenlijk en zelfstandig tegenwoordig zijt tot eene geestelijke spijs onzer ziel, dat Gij in uwe onbegrijpelijke, allesovertreffende liefde

è

-ocr page 110-

108

hier een gedenkteeken van al moe wonderen hebt opgericht, U zeiven lot spijs gevende aan diegenen, die U vreezen. (I's. J 10 ; 4.) Dil ire-lool'ik vastclijk, o God! want uw woord is onhedricgelijk, uw woord is waarheid. Tu dit heilig geloof wil ik kveu en sterven.

Oefening van hoop. — O liefdevolle Verlosser ! uwe barmhartigheid is zonder greu -zen, uwe waarachtigheid is onveranderlijk en eenig, uwe belofte onverbrekelijk, (jij wilt mij zalig maken, en daarom wilt Oij heden tot mij komen, uwe woonstede oprichten in mijne ziel, om haar tu zuiveren, tc heiligen en voor een eeuwig zalig leven te bekwamen. Ik nader dus, lieve .lesns! met het kinderlijkat vertrouwen in uwe goddelijke barmhartigheid , in uwe onbegrijpelijke goedheid. Wasch mij meer en meer van alle zonden, zuiver mijn hart, vervul het met uwe goddelijke genade, opdat het minder onwaardig worde, U, o God van Majesteit en liefde, in zich op te nemen.

Oefening van liefde. — O God van liefde, dierbare Heiland .lesus Christus! (jij hebt alles, zelfs uw laatsten druppel bloed voor mij gegeven; vandaag wilt Gij U zei ven tot voedsel mijner ziel aan mij wegschet.ken. lioe zal ik ooit uwe onbegrijpelijke liefde kunnen vergelden? Acli! mocht ik U toch beminnen, zooals Gij het verdient, zooals Gij het ver-

-ocr page 111-

109

langt! Mocht ik U tooli liefliebbcn met den liefdegloed, waarmede uwe glorierijke Moeder, al uwe Engelen en Heiligen U beminnen! Ja, lieve Jesus! Ik bemin Ü , ik bemin U uit ge-beel mijne ziel : maar ik bemin U nog te weinig; vuriger wenseli ik U lief te hebben. Ontsteek in mijn hart bet vuur uwer goddelijke liefde, want in uwe liefde wil ik leveu en sterven.

Oefening van berouw. — Ach, mijn God en Heer! hoe smart het mij op dit oogenblik, hoe bitter doet het mij leed, dat ik uwe liefde zoo dikwerf veracht , uwe goedheid zoo dikwerf beleedigd en bedroefd heb. O , kou ik met mijn bloed de zoudesmetten afwasschen van mijne ziel, kon ik met mijne tranen de laatste sporen mijner zonden uitwissehen! Ja, ik verzaak en verfoei ze van ganseher harte uit liefde tot U, en vernieuw hier plechtig mijne belofte, dut ik voortaan U alleen dienen en uw heiligen wil altijd en overal volbrengen wil.

Oefening van ootmoed. — VV ie ben ik, o God! dat ik tot (J durf naderen, ik arme, ellendige, nietige zondaar, tot U , bron van heiligheid en rciuheiil.ontzaehlijke Majesteit INeeu, ik ben niet waardig, U in mijn hart te ontvangen. Maar Gij kent mijne armoede en mijne ellende , en toch noodigt Gij mij uit. O! spreek dan slechts één woord, en mijn ziel zal gezond worden.

-ocr page 112-

i

110

Oi'feningvan aanbidding. — OJesns,Koning van onsterflijke o-lorie! In vereeniging met alle Engelen en Zaligen in den Hemel, met alle vrome en godminnende zielen op aarde aanbid ik U in het gelicim uwer liefde, in het allerheiligste Sacrament des Altaars. Eer en lot' en dank, zegen en aanbidding zij U in alle eeuwigheid! Ik aanbid U als mijn Hoeren God, mijn Schepper en Verlosser, mijn hoogste goed. In alles onderwerp ik mij steeds aan uw heiligen wil.

Oefening van opoffering. — O goddelijke Heiland! Gij hebt het grootste, het volmaaktste , maar ook het smartelijkste olïer voor mij gebracht: zie, thans breng ik mij zeiven, al wat ik heb, en wat ik ben, volledig aan U ten offer, leder druppel van mijn bloed, elke klopping van mijn hart, elk oogenblik van mijn leven zij aan ü gewijd. Ik beu de uwe voor tijd en eeuwigheid.

Oefening van verlangen.— O, kom dan, o Jesus! kom en bezoek mijne ziel. O, die ziel, zij verlangt, zij smacht naar U , zij kau zonder U niet leven. Toef niet langer, o God, neem bezit van mijn hart; het zal aan U slechts toebehooren. Waar zal dat harte troost eu rust en sterkte en zaligheid vinden buiten U ? O , kom clan , mijn Jesus! maak mij één met U. Gij zijt mijn leven. Gij het licht en dc vreugde mijner ziel. Gij zijt

-ocr page 113-

Ill

mijn God en mijn alles O, kom dan en toef niet langer. Amen.

LIEFDE-VERZUCHTINGEN TOT ,IESDS.

ALS I)E rilIESTEK HEI TABERNAKEL OPENT.

O oneindig selioone, oneindig goede, oneindig heilige God! allcrlioogste goed, eeuigste goed, waarachtige goed mijner ziel! Ik aanbid ü ; geloofd en gezegend zijt Gij in alle eeuwigheid!

O mijn Jesus! zend nu een liefdestraal van uw van liefde gloeiend Hart in mijn hart en ontsteek en ontvlam het, opdat ik niets anders meer beminne dan U alleen.

O mijn God, levensvolle vreugde eener reine ziele 1 zie mij aan met de oogeu uwer barmhartigheid en verwond mijn hurt met de pijlen uwer heilige en goddelijke liefde. 0 liefde! gij brandt zonder ooit uit te gaan; ach! ontsteek ook mij, God vau liefde!

O , kostbare vreugde mijner ziel, onder de gedaante van brood verborgen ; leven van mijne ziel, leven aller zielen, leven van het leven! Gij, volheid en onuitputtelijke bron eener hemelsche en onvergankelijke gelukzaligheid! o kom, kom tot mij en sla voor immer uwe woning in mij op. O eeuwige schoonheid! vleesehelijke oogen zien U niet, maar de oogeu des geestes en een zuiver hart.

-ocr page 114-

112

O, wanneer toch zal de dag aanbreken, waarop ik U van aanschijn lotaanschijn aanschouwen en uwcgrenzelooze liefde volkomen begrijpen zal? Gij, o Jesus ! zijt bet licht van mijnen geest, de spijze van mijn hart, de steun mijns levens! Hoe zou ik U niet liefhebben, U mijn leven, U, de bronwel van alle goedheid, van alle vreugde en zaligheid ! Beziel en ontvlam mij, o God! opdat ik U opzoeke en vinde, opdat ik met al den gloed mijner liefde U omhelze. I k ken geene andere zaligheid, o God, dan U toe te behooren!

O Maria! onbevlekte Maagden allerreinste en zaligste Moeder! Uw Jesus, uw Zoon wil tot mij komen en in mijn hart zijn intrek nemen. O, stem iieiti gunstig voor mij, opdat Hij mijne armzaligheid niet versmade, maar bid Hem, «Lil Hij mijne arme ziel reinige, heilige eu volmake !

vjskzucutingen onder 't heengaan naak

de tafel des uee11en.

O Jesus! is't mogelijk, dat ik,stof en asch, nadere tot U, den Koning van onsterflijke glorie?! Maar Gij roept. Gij uoodigtmij uit: Komt tot mij, die heiast en beladen zijt. Zie, ik kom, gedrukt onder het juk mijner booze neigingen , zuchtende onder den last mijner zonden.

-ocr page 115-

113

O Jesus! woes mij een Jesus, Redderen Zaligmaker; neem mij genadig aan. Keer U niet at' van een elleudigen bedelaar, van een armen dienstknecht, (van eene arme dienstmaagd.)

O Heilige Engelen , inzonderlieid gij, mijn Engelbewaarder, alle Zaligen des Hemels! lielpt mij door uwe gebeden, staat mij ter zijde en begeleidt mij naar de Tafel des Heeren.

O, Heer! ik ben niet waardig, dat Gij onder mijn dak komt; maar spreek slechts één woord en mijne ziel zal gezond worden.

HEILIGE GEVOELENS EU OEFEMNGEJl

NA DE H. COMMUNIE.

Zijt gij zoo gelukkig, godminnende ziel, het allerhel-ligst lichaam des Heeren ontvangen te hebben,begeef u dan in godvruchtigen ernst naar uwe plaats, werp n daar op de knieën en sluit oogen en ooren en al uwe /.intuigen. — Weg van hier alle gedachten aan het aardsche! Sluit u in den geest met uw zoo minnenswaardigen, liefdevollen Jesus in de kamer van uw iiart op, om zijne zalige vreugdevolle tegenwoordigheid te genieten. Stel uvoor, alsof uw hart zijn troon is, werp u daar aan zijne voeten, druk ze aan uw hart, en kus ze met de hartelijkste teeder-heid, als de H. Magdalena. O, de tijd, waarop Jesus in uw hart is, is de kostbaarste, de rijkste aan genade van geheel uw leven; zorg dus, dien tijd wel te besteden. Spreek met Jesus als een kind tot zijn vader, als een vriend tot zijn vriend. Aanbid Hem, bewonder zijne almacht, zijne goedheid, zijne liefde; loof en prijs en dank Hem, en vraag Hem dan alles, wat gij noodig hebt

-ocr page 116-

114

voor U, voor de uweu, voor de Kerk, voor rechtvaardigen en zondaren, voor levenden en overledenen.

Oefening van geloof. — Zno heb ik dan U, mijn Jesus! dien mijne ziel liet' heeft, in mijn hart! Ja, ik wist het wel, mijn God, dat Gij werkelijk met lichaam en ziel in dit goddelijk Sacrament tegenwoordig waart. De vreugde, de zalige blijdschap , die mijne ziel doortintelt , geeft mij de stellige zekerheid, dat Gij in uwe goddelijke goedheid uw intrek in mij genomen hebt. Ja, Heer! ik geloof, dat Gij met lichaam en ziel in mijn hart zijt, dat uw lichaam het schoonste van die der mensehen-kinderen, dat uwe heilige ziel en uwe aan-biddenswaardige godheid in deze oogenblik-ken in mij wonen en op de innigste wijze met mij vereenigd zijn.

Oefening van bewondering. — O goddelijke Heiland en Meester! Wie zou het hebben durven denken, wie het hebben kunnen ge-looven, dat Gij tot mij zondt komen, zoo Gij, God van eeuwige waarheid, het niet ten stelligste hadt verzekerd I Hoe is 't mogelijk, dat Gij, allerhoogste Koning van glorie, mijn Schepper en Verlosser, liet geringste uwer schepselen met een bezoek wilt vereeren en in uwe ontzachlijke oneindige Majesteit tot mij, nietig, zondig aardworm wilt afdalen! In dendiepsten ootmoed aanbiddenU Cherubs en Seraplis en verhullen, verbaasd van uwe

-ocr page 117-

115

ontzacliwekkende heerlijkheid, hunne aangezichten , en ü ij komt tot mij ? Hoe is 't mogelijk, hoogste , onbegrijpelijke Majesteit, dat Gij in mij woont, dat ik U in mijn arm hart aanschouw! Gij hebt het grootst mogelijke wonder van liefde gewerkt, —een gedenk-teeken van al uwe wonderdaden opgericht, — om in mijn hart te komen wonen. Ja, God van liefde, zoo is het. — Eeue heilige siddering grijpt mij aan. — god in mij!!

O God ! wie 'oen ik en wie zijt Gij ? ! Liefde, eeuwige liefde! ik kau U slechts bewonderen en aanbidden.

Oefening van aanbidding. — O! had ik nu de stem aller Heiligen eu Engelen, om U , allerhoogste Majesteit, waardig te kunnen loven en prijzen ! In vereeniging met de ge-heele zegevierende, strijdende en lijdende Kerk aanbid ik U ; ik geloof U, ik prijs U, ik verheerlijk U. Gij alleen zijt heilig. Gij alleen zijt groot. Gij alleen zijt de Heer. Alleluja! — alle schepselen der aarde noo-dig ik uit, dat zij met mij, U , almachtig God, loven en verheerlijken, die alle aanbidding, alle eer en lof waardig zijt. O Maria, Koningin des Hemels ! ik bid u, gelieve met geheel uw hemelsch hof' mijn god-delijken Jesus, dien gij Sebaard hebt, te loven eu te prijzen. Liefdevolle Heilan! ! neem mijne diepste hulde en aanbidding

-ocr page 118-

116

genadig aan. [k zal niet ophouden, U met grooten eerbied en diepen ootmoed te vereeren en te zegenen.

Oefeniuy van dankzegging. — O mijn goede, mijn oneindig liefdevolle Heer en Meester ! hoe zal ik U naar waarde danken voor de onschatbare genade, die Gij mij bewezen hebt? Neem voor mij, o God, alle dankgebeden genadig aan, die van het begin der wereld tot op dit oogenblik tot uw troon zijn opgezonden; alle dankgebeden der Heiligen en Engelen; alle dankzeggingen, die aan U, o God! bij alle H. Misoffers, bij al de H. Communiën zijn opgedragen. Neem geheel mijn wezen., al mijne handelingen , al mijn lijden en kwellingen als een dankoffer aan. Nooit zal ik ophouden uwe goedheid te danken, ja, geheel mijn leven zal een voortdurend dankgebed zijn.

Bede. — O mijn God en Heer, die gezegd hebt: „ op den tijd der genade zal Ik u verhoor en, en op den dag des heils zal Ik u helpen.quot; (Isaï; 49 ); nu is 't voor mij de dag des heils, nu is 't de tijd van genade voor mijne ziel. Met den rijkdom uwer goddelijke genadeschatten zijl, Gij thans bij mij, zijt Gij thans bereid, om al mijne verzuchtingen, al mijne beden te verhooren. Zelf hebt Gij gezegd: Bidt en gij zult verkrijgen. En hoeveel, ofiod heb ik U niet te vragen? Vóór alles bid ik U , met al

-ocr page 119-

117

rten aamlran^ mijner zie), wil mij nl zonden , waarmede ik D van mijne jeugd af be-leedio-de , genadig' vergeven , mij reinigen van elke zondesmet en mijne ziel bewaren in het vlekkelooze kleed der heiligmakende genade. Met het kinderlijkst vertrouwen smeek ik U, trek mijn hart met al zijne neigingen zoo sterk tot U, bind het zoo vast aan U, dat het nooit meer het geringste verlangen koestere naar iets, watU mishagelijk is. Mocht ik de zonden zoo haten en verafschuwen,' als Gij, o heilige God! ze zelf haat en verafschuwt! Geef mij verder, dit bid ik TT uit den diep-sten grond mijns harten, eene waarlijk innige, bestendige liefde tot TT. Zelf immers hebt Gij gezegd ; Ik hen gehomen om het vuur op aarde te hrengen , en wat wil Ik anders, dan dat het ontbrande? Ontsteek dan, ontvlam mijn koud hart door het vuur uwer eindelooze liefde. Doof daarin alle aardsche liefde en elke andere liefde , die met de uwe in strijd is, uit, en wees Gij, o God! voor eeuwighet eenig voorwerp van mijne liefde en teederheid. O.Tesns, rijkste bron der zuivere, heilige liefde! schenk mij toch uwe goddelijke liefde. O, zoo de liefde tot TT mijn hart geheel vervulde, hoe gelukkig, hoe zalig zou ik dan niet zijn ! Dan zou ik TT niet meer kunnen beleedigen. Want dat alleen vrees ik, o mijn God ! dat ik U nog ooit weêr zou kunnen bedroeven. Daarom bid

-ocr page 120-

1

118

ik U , lieve .Testis, sieef mij de genade van 1 volharding. Zelf zegt Gij: zonder Mij kunt gij niets doen. Hoe zon ik dan nit mij zeiven in de liefde tot U volharden , hoe alle bekoringen knmien wederstaan , die mijne arme

ziel np nieuw zullen bedreigen ? Gij kent mijne a

zwakheid en mijne onstandvastigheid, maar 1: Gij kent ook mijn goeden wil. Steun mij dus , • t

lieve .Tesus ! sterke, heilige, almachtige God ! t

houd mij met uw machtigen arm vast, opdat \

ik niet valle; geleid en bestier mij. Gij, hel- t

der eeuwigstralend licht, opdat ik niet afdwale; lt;

bescherm mij, Gij leeuw van Juda, opdat de t

vijanden mij niet overwinnen, en help mij , 5

opdat ik de eeuwige trouw, die ik U thans 1

op nieuw zweer, ongeschonden beware, dat 1

ik U trouw blijve tot in den dood. i

Nog eene bede heb ik, lieve Jesus! op het harte. Gij hebt gezegd, dat het een kenteeken is, dat wij uwe leerlingen zijn, als wij onze naasten hartelijk liefhebben. O, leer mij beminnen , zooals Gij 't ons bevolen hebt, zooals Gij zelf hebt liefgehad. Allen naderen wij tot dezelfde heilige Tafel, allen nuttiger, wij van diehemelsche spijze, allen noemen wij Ü onzen God en Vader ; de band van liefde omsluit ons allen. Geef mij dus een hart, dat allen waarachtig liefheeft, zooals Gij hebt liefgehad; neem alle afgekeerdheid, alle vijandige gezindheid jegens mijn evenmensch uit mijn

-ocr page 121-

119

liiirt wea: on stovt, daarin die hiirrnharf.i^e, werkdadige liefde, waarvan mv heiliar Hart vervuld was. Volgaarne wil ik al 't onaangename van de liand mijner medeinenschen aannemen en elkebeleediging, mij aangedaan vergeven en vergeten. O! laat uw heerlijk voorbeeld mij altijd voor oogen zweven, en zoodra toorn of misnoegen in mijn liart opwelt, laat dan uwe bede aan 't kruis in mijne noren klinken : Vader! vergeef het hun, want zij meten niet, wat zij doen. Verder bid ik U uit den grond mijns liarten, gelieve allen, die mij ooit wel gedaan hebben, met uw rijksten zegen te vergelden. Zegen mijne ouders en bloedverwanten , zegen de Kerk, haar dierbaar Opperhoofd den Paus; zegen mijn biechtvader en alle priesters ; bewaar hen, die in onschuld wandelen ; versterk de braven en bekeer de arme zondaren. Troost de zieken, help de weduwen en weezen en allen, die zich in mijne gebeden hebben aanbevolen en voor wie ik beloofd heb of verplicht ben te bidden , en verkwik, vertroost en verlos de arme zielen in het vagevuur. Help alle menschen in hunnen nood, en leid hunne harten tot U, de bron van allen vrede en zaligheid. Amen.

Or.FKNINR VAN OXDERWIRTING EN OPOTTERING.

Neen, lieve Jesus! niet genoeg was 't voor uwe liefde, dat Gij ü, voor ons, arme zonda-

-ocr page 122-

120

ren, als oen lam ter slachtbank Het voeren en uw dierbaar leven prijs a:aat't, om ons van den eeuwigen dood te redden: uwe onbegrijpe-lijke liefde ging nog verder. Tot het einde toe, zoo als Gij zelf zegt, helt Gij ons liefgehad, daar Gij ons Ü zeiven, uw allerheiligst vleeschen bloed tot spijs en drank liebt nagelaten. Heden hebt Gij mij alles gegeven; uwe liefde, uw leven , uwe oneindige verdiensten , al 1 es wat Gij hebt en wat Gij zijt. Gij woont thans in mijn hart : ik bezit U geheel en al. O oneindige liefde , o overmaat van liefde , o grenzelooze goedheid en genade! — En wat zal, wat kan ik U geven voor zooveel liefde ? Ach! nu eerst erken en gevoel ik de gansehe grootte van mijne armoede en van mijn niets. Aeh! wat kan een arme bedelaar U geven? Maar Gij, goedertieren Heer, troost mij met de woorden : mijn zoon, (mijne dochter,) geup mij uw ha ut. Mijn h.'irt alleen verlangt Gij; met mijn hart zijt Gij tevreden. Zie, met vreugde offer ik het aan U op, wijd ik het U geheel toe; o neem het genadig aan, aanvaard het als uw eigendom en handel er mede naar uw welbehagen. Ik oifer het U op met al zijne gevoelens en neigingen, met al zijne liefde. O hecht het aan U, of liever sluit het in uw goddelijk hart op en laat het U nooit meer ontnemen. O! mocht toch mijn hart zoo innig, zoo onafscheidelijk met het

-ocr page 123-

121

ii uwe vcrncnigd zijn en blijven, dat liet zicli

n nimmermeer van U kon verwijderen! Zie, o Jesus! ik leg mijn liart tot een volkomen

gt;, brandoffer voor uwe voeten, verander het

ir geheel en al, en bewerk dat het slechts

n van liefde tot U brande. Maar niet alleen

n mijn hart wijd ik U toe, maar ook mijne

v ziel met al hare vermogens, mijn verstand,

it mijn geheugen , mijn vrijen wil, mijn lichaam

s met al zijne ledematen; ik wil geheel U

D toebehooren, geheel de uwe zijn , voor U

o slechts leven en sterven. O! kon ik als de

it H. Martelaren voorü mijn bloed vergieten,

? dan ging ik gaarne voor U in den dood.

o Maar wijl ik dit niet kan, wil ik een mar-telaar van liefde worden. Ik wil mij zelven

? en der wereld afsterven, mij alle genoegens

;t en vreugde der wereld ontzeggen, aan mijne

F zinnen en neigingen niets toestaan, wat mij

i; van U zou kunnen aftrekken. Ik wil al mijne

;t hartstochten voortaan bestrijden en slechts

;t U, mijn Jesus, met liefde volgen op don

i- weg des kruises, met uwe allerheiligste Moe-

Ie der en al uwe lieve Heiligen. — Zegen, o Heer! mijn offer, zegen mijne goede voor-

ie nemens, en help mij, dat ook ik eens op

it mijn sterfbed getroost moge uitroepen : het

[T is volbracht !

n

5t

6

-ocr page 124-

122

TOE-WIJDING AAN DE GODDELIJKE LIEFDE.

Liefde, die in mij do beeltnis Uwer godheid hebt gedrukt,; Liefde, die mij zoo goedgunstig Acin de zonde hebt ontrukt; Liefde, steeds blijf 'k U gewijd, Zonder paal of perk van tijd.

Liefde, die als mensch geboren

Ons gelijk seheent op deze aard; Liefde, die mij hebt verkoren,

Eer ik 't leven had aanvaard; Liefde, steeds blijf 'k U gewijd. Zonder paal of perk van tijd.

Liefde, die hebt willen strijden

Tegen Satans hellemacht.

Liefde, die door strijd mij 't leven, Zaligheid hebt aangebracht;

Liefde, steeds blijf 'k U gewijd. Zonder paal of perk van tijd.

Liefde, die mij altoos Hefhebt,

Tlnstloos voor mijn ziele strijdt, Liefde, die door dood en lijden Van het kwaad mij hebt bevrijd; Liefde, steeds blijf 'k U gewijd, Zonder paal of perk van tijd.

-ocr page 125-

123

Liefde, die mij liebt gebonden Aan uw juk, dien vreugdetroon;

Liefde, din mijn nietig harte Hebt verkoren tot uw woon;

Liefde, steeds blijf 'k U gewijd, Zonder paal of perk van tijd.

Liefde, die U zelv' tot spijze

Wegschenkt op mijn pelgrimsbaan;

Liefde, die aan 't eind der reize Me opvoert, waar uw Englen staan; Liefde, steeds blijf 'k U gewijd. Zonder paal of perk van tijd.

Liefde , die mij eens onsterflijk Doet verrijzen uit liet graf;

Liefde, liefde, doe mij erven 't Kijk, dat U de Vader gaf; Liefde, steeds blijf 'k U gewijd. Zonder paal of perk van tijd.

Toewijding aan Maria.

O Maria , onbevlekte Maagd en gezegende Moeder mijns Heeren! Zie, ik hel) Hem, dien gij van den H. Geest ontvangen, dien gij onder uw hart gedragen, dien gij gebaard, gekoesterd, aan uw hart gedrukt en gevoed hebt, thans in mijn binnenste ontvangen.Hij is mijn gast, de spijze, het leven , de vreugde en zaligheid mijner ziel. Uit u, zuiverste der

-ocr page 126-

12,4

maagden, liecft Hij vleescli en bloed aangenomen , opdat Hij mij zou kunnen verlossen en de spijze worden mijner ziel. En zou ik n dan niet danken voor uwe toestemming in liet geheim der menseliwording van mijn godde-lijken Heiland , en zou ik u niet loven als de Moeder mijns Heeren, die mij heden zoo bij uitstek begunstigd en met zijne zoete tegenwoordigheid vertroost en vereerd heeft. O allerliefste Moeder van mijnen Jesus en ook mijne Moeder! verheug u met mij over het onmetelijk geluk, dat mij heden ten deel viel, en help mij met geheel uw hemelsch hof uwen en mijnen Jesus loven en prijzen, die mij zoo groote barmhartigheid heeft bewezen. O allerzoetste Moeder! gij kent het verlangen mijns harten, om mij geheel en al aan de dienst van uw goddelijken Zoon toe te wijden. O]) nieuw heb ik Hem onschendbare trouw gezworen, en ik wil voor Hem leven en sterven, Maar ach ! ik ben zwak en ellendig, arm en onvermogend ; zonder hulp, zonder krach-tigen bijstand zal ik mijne belofte niet kunnen gestand doen. Daarom kom ik met kinderlijk vertrouwen tot n, en bid u met aandrang en liefde, mij onder inve moederlijke bescherming te nemen en mijne lieve Moeder te willen zijn en blijven. O, vergun mij naast het lieve kindje Jesus een plaatsje aan uw liefderijk moederhart, en sta mij toe, dat ik mijne eenige,

-ocr page 127-

125

mijne onsterflijke ziel in uwe handen stelle en mijn arm liart aan u overgeve. 0, hoe goed ben ik bewaard, wanneer ik in uwe armen rust; hoe veilig wandel ik voorwaarts onder uwe bescherming. O, toon dan, dat gij mijne moeder zijt; ik vil uw kind zijn en blijven, u beminnen en dienen mijn leven lang. Werp eenen liefderijken blik op mij als ik wankel, houd mij vast als ik vallen mocht, geleid en bestier mij als ik mocht afwijken, bescherm mij als de bekoorder nadert, en versterk mij in alle gevaren jnijner ziel. Gij hebt uw göddelijken Zoon to'. aan zijn dood aan 't kruis niet verlaten, verlaat ook mij, uw kind , niet tot aan mijnen dood, opdat ik de genade verwerve eenmaal u met uw lieven Zoon Jesus in den hemel te aanschouwen , te loven en te prijzen in eeuwiglieid. Amen.

BEDB TOT JBStTS.

jTer uitroriing van het hoofdgebrek.

Ook gij, godminnende ziel, hebt zonder twijfel liet een of ander gebrek, waarin gij iu weerwil van uwe goede voornemens, zoo dikwerf terugvalt; eene hoofdfout, een hoofdgebrek, waarvan gij zoo gaarne zoudt willen bevrijd zijn. Leg die fout in oprechtheid des harten aan uwen göddelijken Heiland bloot, toou Hem de. geheime wonde uwer ziel, en Jesus zal u genezen, wanneer gij Hem vol vertrouwen smeekt.

O mijn .lesus! goddelijke Geneesheer, die alle, ook de zwaarste wouden kan genezen :

-ocr page 128-

126

zie, de ziel, welke Gij lief hebt, is ziek, zij ligt daar overdekt met wonden, die liaar afmatten en onbekwaam maken, om ziet geheel met U te vera enigen. Gij kent de fouten , waarin ik zoo dikwerf verval; gij kent die ongeregelde neigingen, waaraan ik zoo dikwerf toegeef. O, hoe dikwijls lieb ik ze reeds betreurd , hoe vaak mij reeds voorgenomen ze voortaan te zullen vermijden, en nog altijd bega ik ze op nieuw. Acli! wat ben ik toeii zwak; hoe groot is het verderf, dat in mij heerscht; hoe zwaar is de strijd! Ik ben arm en ellendig, o Heer, help mij! — Ja, mijn Heer en mijn God, help mij, opdat ik overwin ne. Uit den diepsten grond mijns harten vvensch ik zuiver van elke zondevlek voor uw aangezicht te wandelen;hartelijk verlang ik elke fout te vermijden, die aan uw zuiver oog mishaagt; maar ik vermag dat niet, zoo Gij mij niet krachtig bijstaat. O Jesus, Almachtige God! Gij zjjt thans in mijn hart. Ik laat U van mij niet weggaan, vóórdat Gij mij zegent en mij de genade geeft, om mijn hoofdgebrek {noem het kier h. v. mijne liefdeloosheid, afgunst, eigenliefde) te overwinnen. Met uwe genade kan ik alles; zonder U vermag ik niets. Ik zal niet ophouden over mijn hart en zijne neiginge i te waken, mijne zintuigen, inzonderheid mijueoogen en mijne tong te beteugelen; ik zal alles, wat

-ocr page 129-

1

127

zij mij aanleiding tot zonde geven kan, ont-

if. vluchten; maar Gij, lieve Jesus, verlaat mij

3el niet, sta mij bij in den strijd en help mij

n gt; tot uwe glorie de zege behalen. Amen.

lie

BEDE TOT JESDS OM VEUGIFFBNIS

ds voor Je fouten bij de beilige Communie begaan.

ze

j([ O mijn liefdevolle Jesus1 Gij hebt groote

g), dingen aan mij gedaan, heilig God! ja, een

nj wonder van liefde hebt Gij aan mij voltrok-

jj', ken door uw genadevol Lezoek. Heden is

ju mijner ziele het grootste heil wedervaren. Gij,

.r. de Koning der koningen, hebt U heden ge-

en waardigd tot haar af te dalen en haar met

or uwe zoete tegenwoordigheid te verblijden,

j.r O, hoe onbegrijpelijk groot is uwe liefde!

Maar hoe heb ik U deze liefde vergolden ?

ou welke ontvangst heb ik U in mijn hart be-

j. reid? Helaas! met groote droefheid en diepeu ootmoed moest ik mijzelven zoo menige nala-ligheid verwijten, waaraan ik mij bij uw

nl genadevol bezoek schuldig maakte. Zoo lauw

He en koud was mijn hart, zoo gering mijne

.r. godsvrucht, zoo verstrooid mijn geest. Ik

er had U met de vurigste hartelijkheid moeten

3M omhelzen en in de overweging van uwe on-

n uitsprekelijke goedgunstigheid jegens mij ge-

■ ^ heel verzonken moeten zijn, en ik was daar-

at entegen zoo onverschillig e;i mijn hart ont-

-ocr page 130-

128

stak niet in helle liefdevlammen en bleef ongeroerd en|koud. Ach, Jesus! lieve Jesus! beschouw mijne ongevoeligheid en mijn ondank niet met de oogen uwer gerechtigheid, maar hel) veeleer medelijden met mijne zwakheid. Vergeef mij genadig de fouten, die ik bij het nuttigen van uw allerheiligst lichaam begaan heb , eu herstel en maak door uwe liefdevolle erbarming en door uwe oneindige verdiensten weer goed, wat ik heb misdreven. Vergeef mij den smaad U aangedaan, door U in een hart, dat nog zoo vol was van gebreken, te ontvangen en verleen mij de genade, dat ik in de toekomst met betere voorbereiding en vuriger godsvrucht nadere tot uwe heilige Tafel , om mij met U te vereenigen, die met den Vader en den heiligen Geest geloofd en geprezen zij in alle eeuwigheid, Amen.

MISGEBEDEN NA DE H. COMMUNIE.

VOORBEREIÜINGS-GEBED.

Almachtige, eeuwige God ! in diepen ootmoed werp ik mij voor uwe goddelijke Majesteit neder, om U met den verschuldigden eerbied te aanbidden en het onbloedig Offer bij te wonen , dat nw eeniggeboreu Zdoh eenmaal op eene bloedige wijze op den Calvarie-

-ocr page 131-

129

berg ten lieilc der ganscliu menschlieid en ook voor mij aan uwe slrengc en heilige gerechtiglieid heeft opgedragen.

O goede Vader in den Hemel ! Zoozeer hebt Gij de, wereld bemind, dat Gij nw eenig-geboren Zoon voor ons zondaren hebt overgeleverd, en uw veelgeliefde, goddelijke Zoon heeft ons, arme menschenkinderen, zoo lief gehad, dat Hij vrijwillig onze schuld op zieh nam, den troon zijner heerlijkheid verliet en zich met on w: menschelijke natuur bekleedde, om voor ons het bitterste lijden en den smar-telijksten dood te ondergaan en onze schuld uitte delgen. O goedertieren God en Vader! wat kan ik ü voor zoo groote liefde en genade wedergeven ? welken clank zal ik U brengen? Zie, dat groote werk van eindelooze liefde, dat in dit H.Offer tot uwe eer en tot voortdurend aandenken aan Jesus Christus, uw Zoon en onzen Verlosser, vernieuwd wordt, dat offer ik U als een waardig dankoffer op voor alle mij verleende genaden en weldaden, inzonderheid voor de allergrootste genade, dat ik heden het allerheiligst vleesch en bloed van uw goddelijken Zoon, die mij zoo liefdevol is komen bezoeken , heb mogen ontvangen. Neem dit dankoffer uit de handen van uw eeniggeboren Zoon, in wieu Gij uw welbehagen hebt, goedgunstig aan en verleen mij de genade, dat ik zijn allerheiligst Offer tot

6 *

-ocr page 132-

130

heil mijner ziel met de hartelijkste en vu-rigste godsvrucht moge bijwonen. Amen.

VAN HET BEGIN TOT AAN UE OKPEUANDE.

Ach, barmhartige Vader! het bewustzijn mijnerschuld en de laat mijner ellende drukt zwaar op mijne ziel; nauwlijks durl' ik het wagen van verre de oogen naar uw heiligdom op te heffen ; daarom sla ik met den tollenaar rouwmoedig op de borst en roep met hem uit; Heer God, mies mij arme zondaar genadiy ! Jesus, uw goddelijke Zoon offert zich voor mij op. Hij, het Offer en de Hoogepriester zeil'bidt voor mij, zooals Hij eenmaal aan 't kruis voor zijne moordenaars en voor alle zondaren gebeden heeft. LaatU daarom, he-melsche Vader, verzoenen en oordeel mij niet volgens mijne werken ; geef mij den geest van boetvaardigheid, en delg ter wille vau uw Naam eu van dit heilig Offer al mijne misdaden uit. Verheerlijk aan mij uweeindelooze barmhartigheid, en laat hetü, wijl ik volstrekt geene verdienste heb, wegens uwe grenzelooze goedheid welbehagelijk zijn , dat ik U de verdiensten van uw geliefden Zoon Jesus, die voor mij aan 't kruis zijn bloed vergoot, voor mij opdraag.

Goddelijke Heiland Jesus Christus! onze Middelaar bij den hemelschen Vader , onze

-ocr page 133-

131

leermeester, onze geneesheer en herder ; Gij hebt gezegd ; Ik hen gekomen urn te zoeken wat verloren was, om die vermorzeld van harte zijn, le genezen. Ja, uwe goedheid is nog altijd dezelfde, als toen Gij op aarde rondwandel-det. Goddelijke Geneesheer! genees mijne zieke ziel; genees haar van hare droefheid, opdatzij uw woord moge hooren en begrijpen; genees hare blindheid, opdat zij erkenne, wat haar tot vrede strekt. O goede Herder Jesus Christus! onvermoeid hebt Gij mij na-geloopen , mij bezocht en met uw eigen bloed gevoed, aeh ! ik bid U, laat mij immer uw getrouw schaapje blijven; laat mij nimmer aan uwe handen ontrukken ei. een roof worden mijner vijanden. Weid mij met uwe genade , voer en geleid mij met uw herderstaf , spijs eu voed mij met uw heinelsch brood. O eeuwig trouwe Herder mijner ziel! hoeveel heeft het U gekost, om mii van liet eeuwig verderf te redden, en wat doet Gij uog altijd, om mij uiet verloren te laten gaan? Innig bedank ik U voor alle genade en liefde, die Gij mij bewezen hebt.

O Jesus, eeuwig licht der waarheid! hoe helder licht Gij mij voor door uw woord en voorbeeld! Ach, had ik U, het ware licht, immer gevolgd! O, vergeef mij mijne licht-ziunigheid, waarmede ik de duisternis der wereld meer bemind heb dan het licht, dat

-ocr page 134-

132

van U uitgaat en in de H. Kerk altijd schijnt. Geel', dat ik voortaan dat heilig licht immer getrouw volge.

O Jesus, goede Heet en Meester, Heer vol liefdeen erbarming, rijke en machtige Heer! zie, uw arme knecht (uwe arme dienstmaagd) ligt vol eerbied voor uwe voeten neder en stemt blijde in met het lof- en danklied, dat de Engelen en Heiligen in den Hemel en de strijdende Kerk op aarde aanheffen en voortdurend in den Hemelen op aarde laten weergalmen. Ja, U zij eer en dank en lof en aanbiddingen krachten macht en heerlijkheid in alle eeuwigheid ! O, mochten toch alle men-schen U als hun Koning en Heer erkennen , huldigen en vereeren! Ja Jesus, Gij zijtmijn Heer; ik reken het mij tot de hoogste eer en gunst en tot het grootste geluk uw dienstknecht (uwe dienstmaagd) te zijn. ü wil ik dienen, altijd ; U alleen, U olfer ik mijn wil, mijne vrijheid, alles, wat ik benen wat ik heb. O, wees eeuwig geloofd en geprezen, dat Gij mij tot uw dienst hebt willen roepen ; want een heer zoo goed , zoo liefderijk, zoo barmhartig als Gij, lieve Jesus , is nergens te vinden. Waar is een heer, die voor zijn trouwloozen knecht den veraehtelijksten en smartelijksten dood sterft; waa- is een heer, die zijn knecht met zijn eigen vleesch en bloed spijst, zooals Gij, mijn Jesus, mijn

-ocr page 135-

133

Heer en mijn God ! — O duizendmaal dank voor zooveel genade , voor zooveel liefde en goedheid, waarvan ik niets verdiend had!

O mijn Jesus! laat mij toch nooit uw dienst vaarwel zeggen; laat toch nooit toe , dat ik de trouw verbrcke, die ik U in het H. Doopsel beloofd heb. Onder uw kruisvaan , waarbij ik gezworen heb, wil ik strijden tot den dood, en door U hoop ik ook te zegevieren en de kroon te ontvangen, die Gij aan uwe trouwe dienaren beloofd hebt. Amen.

VAN DE OFFERANDE TOT AAN HET S ANCTUS.

Heer, almachtige God! zie met een genadig oog van uw verheven troon op dit zuiver Offer neer, dat de priester ü thans opdraagt, Met deze offergave van brood en wijn vereenig ik alles wat ik ben, wat ik heb, vooral mijn hart. In ootmoed en berouw leg ik het op het Altaar neder. Helaas, het is nietswaardig , met zonden bevlekt; Gij kunt er geen waar welbehagen iii vinden. Daarom wil ik het in den kelk des hcils indompelen, opdat het gereinigd worde door de kracht der goddelijke liefdebron van het bloed mijns Verlossers, dat tot vergiffenis der zonde is vergoten.

O Jesus! wat is het offer van mij zelven,

-ocr page 136-

134

wat is liet leven , wat zijn de gaven aller menscheii tegen liet Oller, (lat Gij aan liet kruis volbracht hebt, en nog dagelijks op het Altaar vernieuwt! Gij zijt God eu mensch te gelijk; uw Otter is van oneindige waarde, het zuiverste en heiligste eu reinste aan genade. O wat zou ik, wat zou de gansche wereld zijn zonder dat Otter? Daarom dank, o God, eeuwige dank , dat Gij U voor ons aan het kruis zoo liefdevol hebt opgeofferd en dit Otter van liefde tot aan het einde der dagen in de H. Mis voortzet, fk mag dus nu hopen, dat uw hemelsche Vader om uwentwille ook het olfer van mijn hart niet versmaadt ; ik mag nu hopen , dat mijn zuehten en smeeken om genade en bami hartigheid, om vergilfenis en verzoening niet te vergeefs zijn zal. Dat alles klimt door U tot den Vader op ; Gij zijt mijn alvermogende voorspreker bij zijnen troon; Gij toont Hem de heilige wonden, die Gij voor ons heil hebt ontvangen, en uw hemelsche Vader laat daarop dat troostvolle woord hooren ; vergilfenis!

O Jesns! welk een troost ligt in dit geloof aan uw middelaarschap opgesloten! Ach! zoo ik U niet had , zoo Gij mijn Jesns niet waart, hoe ellendig en vol jammer zou ik dan niet zijn! Ja waarlijk, met U heeft de hemelsche Vader ons alles geschonken; genade op genade, en door ü, door uwe handen neemt Ilij oolc

-ocr page 137-

135

alles, zelfs het kleinste offer met welgevallen aan. Maar, lieve Jesus! Iielp mij dan ook, dut mijn leven voortdurend een leven van opoffering zij, dat ik elk uur van mijn leven in het geloof aan U en in de. liefde tot U, als een offer aan den hemelsehen Vader op-drage, dat ik niet moede worde, mijne verkeerde neigingen, mijne gehechtheid aan de wereld, de uitspattingen mijner zinnen en de begeerlijkheid van mijn hart te versterven cn afbreuk te doen. Help mij, dat ik mijn vleesch met zijne booze lusten kruisige, dat er geen dag voorbijga, waarop ik niet zeggen kan : ik heb mijn God en Heer een offer gebracht. — Dezen mijn oprechten wil, om mij volkomen aan uw hemelschen Vader ten offer te brengen, leg ik thans op het H. Altaar in de handen des priesters neder, die hier uwe plaats bekleedt , cn ik smeek U zoo vurig en hartelijk mogelijk, dat Gij uw hemelschen Vader gelievet te bewegen, om mijn goeden wil in genade aan te nemen. Amen.

VAN HET SANCTUS TOT AAN UK 0 O N S E C R A T I E.

Almachtige, eeuwige, barmhartige God! ik ellendig en nietig schepsel werp mij zwijgend voor uwe voeten neder; ik aanbid ü in diepen eerbied met de menigte uwer H. Kngelen.

-ocr page 138-

136

en breng uwe oneindige Majesteit, de hulde mijns liarten eu mijn innigsteu dank voor alia genaden , die Gij mij van mijne kindsheid af', maar bijzonder heden iu de H. Communie hebt bewezen. Met uwe H. Kerk roep ik luide: ja, het is billijk eu heilzaam U dank te zeggen voor alles, wat Gij in eindelooze goedheid mij geschonken hebt. Helaas! ik kan geene woorden vinden, om U naar waarde te danken, ea had ik ook duizend tongen, dan nog zou ik U, heilige, almachtige , eeuwige God! niet genoeg kunnen loven en prijzen. Maar hoe arm mijne taal ook is, toch wil ik instemmen met den lofzang der H. Engelen en uit den diepsten grond mijns harten roepen :

Geprezen zijt Gij Heer, God , onze Vader ! U zij lof en glorie in eeuwigheid!

En geprezen de naam uwer heerlijkheid , die heilig is en waaraan lof toekomt in eeuwigheid !

Geprezen zijt Gij in den heiligen tempel uwer Majesteit! U komt lof en glorie toe in eeuwigheid!

Geprezen zijt Gij op den heiligen troou van u w rijk! IT komt lof en glorie toe in eeuwigheid!

Geprezen zijt Gij in de bnrchto des Hemels! TJ komt lof en glorie toe in eeuwigheid!

Dat al uwe Engelen en Heiligen U prijzen;

-ocr page 139-

137

dat zij U loven en verheerlijken in eeuwigheid!

Dat de Hemel, de aarde , de zee en alles wat er in is, TJ prijze en U love en verheer-lijke in eeuwigheid!

Heilig, Heilig , Heilig is- de Heer, God der heerscharen ; Hemel en aarde zijn vol van zijne heerlijkheid !

O ziel, verheug u en jubel; zie, Gods heerlijkheid openbaart zich. De Hemelen openen zich en de Gezegende, die komt in den naam des Heeren, daalt op het Altaar neder. Hij daalt neder van ziju troon, de Eeniggeborene des Vaders, vol van genade en waarheid, om het Otïer van liefde voor u te voltrekken. Hosanna den Koning der koningen, den Koning van heerlijkheid; Hosanna het Lam, dat van den beginne geslacht werd voor de zonden der wereld. Lof en dank en eer en glorie voor zijne liefde in alle eeuwigheid !

ONDER, DB H. CONSECRATIE.

O mijn .Tesus! hoe groot is uwe liefde en goedheid! Welk verstand kan haar begrijpen, welk hart haar gevoelen? Gij, de eeuwig heilige, almachtige God , Gij verandert het brood in uw allerheiligst lichaam cn den wijn in uw allerheiligst, bloed; Gij legt al uwe goddelijke schoonheid en heerlijkheid af en offert U voor mij onder de gedaanten van brood en wijn op.

-ocr page 140-

138

O liefde, onbegrijpelijke liefde van mijnen God, wat zijt gij onuitsprekelijk groot!

O Jesus, waarachtig God en menscli, die aan lat kruis zijt opgeheven : ik geloof in U , ik aanbid U als mijn God en Heiland, waarachtig tegenwoordig in het allerheiligste Sacrament des Altaars!

O Jesus! voor ü leef ik, voor U sterf ik ; in docd en leven ben ik de uwe.

O allerheiligst bloed mijns Verlossers, dat eenmaal van den stam des kruises voor alle zondaren gestroomd heeft: o, ik aanbid ü en smeek U met vermorzeld harte, waseh en reinig mijne ziel van alle zouden !

O Je sus! voor U leef ik ; o Jesus! voor U sterf ik ; o Jesus ! in dood en leven ben ik de uwe!

NA DE CONSECRATIE TOT AAN DE COJIMONIE.

O Geliefde mijns harten, Jesus, goddelijke Bruidegom mijner ziel! Gij zijt dus wezenlijk, waarlijk en zelfstandig tegenwoordig op dit H. Altaar onder de gedaanten van brood en wijn. Met de oogen des geloofs zie ik U op onbloedige wijze het geheimvolle Olfer voltrekken ; ik zie U als Offerlam op het Altaar en hoor U ten Hemel roepen om genade, ver-gillenis en verzoening. Het bloed van den rechtvaardigen Abel riepom wraak ten Hemel; maar u wal Ier heiligst bloed roept om erbarming

-ocr page 141-

139

tot den hemelsclien Vader, O, hoe oneindig groottochis uwe liefde! — Maar,lieve Jesus! Gij zijt niet alleen een verzoeningsoffer, maar ook een dankoffer op dit Altaar. O troostvolle waarheid! Ach ! hoe zou ik toch uw hemelsclien Vader op eene waardige wijze kunnen dankzeggen voor al de ontelbare genadegaven, die Hij van het eerste oogenblik mijns levens tot op dit uur mij bewezen heelt? Zijne oneindige goedheid heeft mij steeds omgeven , mij op de handen gedragen en mij geen oogenblik verlaten. Maar de allergrootste genade, het rijkste geschenk zijner goddelijke almacht en liefde heeft Hij mij in U , mijn Jesus! zeiven geschonken. Hij heeft L' op aarde gezonden , heeft U mensch laten worden en U, zijn teer geliefden Zoon, aan den sinartelijksten dood overgegeven , en dat alles deed Hij voor mij! Maar zijne liefde ging nog verder. Hij wilde mijne ziel met Hem vereenigen; zij zou ééu niet Hem worden, zooals Gij met Hem cén zijt. En om dit wondervolle geheim te voltrekken, wilde Hij, dat uw allerheiligst vleesch en bloed de spijze mijner ziel zou worden. O oneindige goedheid, o genade boven alle genade!— Heden , lieve Jesus! hebt Gij uw intrek bij mij genomen; heden heeft uw hemel-sche Vader U geheel aan mij geschonken ; heden heeft Hij mij met uw allerheiligst vleesch en bloed gespijzigd! O, hot troostvol is het

-ocr page 142-

uo

nu voor mij, dat ik uw liemelschen Vader door U, o Jesus! het volmaaktste dankoffer kan opdragen, dat de dank van mijn onwaardig hart door U tot den troon mijns Vaders kan opstijgen.

O! zie dan, goedertieren Vader, genadig neder op het Offer van uw eeniggeboren Zoon, en gewaardig U, in vereeniging met de dankzeggingen , die Hij U op dit Altaar opdraagt, mijn geringen en onvvaardigen dank goedgunstig aan te nemen. Ik gevoel, dat ik alles, wat ik ben en wat ik heb, aan U ben verschuldigd ; dat wanneer ik ook duizend levens had, ik ze aan U zou moeten ten offer brengen. Maar ik weet, dat het leven van uw eeniggeboren Zoon alleen een volmaakt toereikend offer is, om uwe goddelijke gerechtigheid te bevredigen, en dat Gij ter wille van dit heilig Offer uvvs goddelijken Zoons ook mijn goeden wil niet versmaadt. O ! geef' mij daii, hemel-sehe Vader, om Jesus uws Zoons wille, de genade van ü altijd boven alles te beminnen, alles uit liefde voor Ü te doen en te lijden en iu deze liefde te leven en te sterven. Amen.

VAN DB COMMUNIE TOT AAN HET EINDE DEll U. MIS.

O goedertieren, liefderijke Jesus! Vol van genade en goedheid hebt (jij bezit genomen

-ocr page 143-

141

van het hart des priesters en hem gespijsd ten eeuwigen leven. Ook aan mij hebt Gij heden diezelfde hooge genade bewezen, ook mij hebt Gij heden willen bezoeken. Ik kan niet ophouden U voor die liefdevolle zelfver-nedering te danken, U daarvoor te loven en te prijzen. Ik weet niet, hoe ik het gevoel der innigste dankbaarheid, dat mijn hart thans bezielt, zal uitdrukken, hoe ik U mijn opreoh-ten dank zal bewijzen. Maar toch, mijn Jesus, dit weet ik, dat ik IJ geen aangenamer dank kan betoonen, dan door dan wil uws hemel-sehen Vaders in alles te volbrengen, TJ getrouw te dienen en uw heilig voorbeeld na te volgen. En dat wil ik doen , lieve Jesus, daartoe ben ik gaarne bereid. Van nu af wil ik uwe heilige voetstappen drukken, al die heerlijke deugden, die Gij op aarde beoefend hebt, wil ik naar mijne zwakke krachten ook in beoefening brengen. Ik wil in ootmoed wandelen voor uw aansehijn; ik wil zachtmoedig en vredelievend zijn jegens alle mensohen; elk leed, elke wederwaardigheid geduldig verdragen , alle mensehen zonder uitzondering liefhebben en barmhartigheid bewijzen , waar ik slechts kan. Gij, lieve Jesus, zult mij voorlichten ; welaan, ik volg U. Bij al mijne gedachten, woorden en werken wil ik mij zeiven afvragen : zou mijn Jesus dit denken, zou Hij zóó spreken, zou Hij zóó handelen ?

-ocr page 144-

142

Uwe heilige inspraken wil ik dus bereidvaardig opvolfren en 7,66 uw heiligen wil volbrengen.— Maar Gij, mijn .Tesns, kent mijne zwakheid, mijne onstandvastigheid en mijne lichtzinnigheid. O kom mij dus met uwe krachtige genade te hulp. Zegen mijne goede voornemens, die ik bij de H. Communie reeds gemaakt heb en thans nog plechtig vernieuw , en help mij, om ze tot uwe eer en mijne zaligheid nauwgezet te volbrengen. Amen.

KTA.MIIDIDA.ca-OBFBI^IJSrca-BNquot;

OP DE COMMUNIXDAGEN.

Gij moet u, godminnende ziel, niet tevreden stellen met terstond na de H. Communie uw ^oddelijken Heiland behoorlijk dank gebracht en de verschuldigde aanbidding en verheerlijking bewezen te hebben; maar de liefde moet u ook dringen, om nog na den middag uw lieven Jesus in het Allerheiligste Sacrament te gaan bezoeken en Hem uwe liefde, hulde en vereering te bren-tren. O, de Heiligen Gods verwijlden zoo gaarne vóór het H. Tabernakel; hoe velen van hen brachten daar niet ïansche nachten door, om hun hart in de vurigste liefdebetuigingen voor Jesus uitte storten! Dringend wekt de H. Alplionsus de Lisruorio daartoe op, als hij zegt: 7 Weet, dat de tijd, dien gij in godsvruchtoefeningen voor het H. Sacrament doorbrengt, nooit beter kan 7 besteed worden en u in het stervensuur, ja de uansche 7 eeuwigheid door, het meeste zal vertroosten.quot;—Verzuim dus niet deze devotie, die God zoo aangenaam is, ijverig te behartieren; bezoek uw Jesus in zijn H. Tabernakel en smaal' en zie, hoe zoet de Heer is! — Kunt gij nnar de kerk niet gaan, vereenigu dan te huis in den geest met alle Heiligen en vrome zielen; trek u in eene stille plaats een weinig terug en houd u, met

-ocr page 145-

143

het gezicht naar de kerk gekeerd, eenige oogenblikken in aanbidding van uw lieven Verlosser, in bewondering en liefde, in gebed en overweging bezig. Verricht deze oefening van aanbidding ook meermalen daags op andere dagen van de week, door vrome liefdeverzuchtingen en scliietgebeden, of ook des nachts zoo gij ontwaakt, en verbind daarmede immer eene geestelijke communie.

De geestelijke Communie bestaat, volgens de leer van den U. Thomas van Aquinen, in een brandend verlangen, om Jesus in het allerheiligst Sacrament des Altaars te ontvangen en in eene liefdevolle vereeniging met Hem, alsof men Hem werkelijk had ontvangen.— Deze godvruchtige oefening der geestelijh; Communie wordt door alle leeraars van het geestelijk leven en door de H. Kerkvergadering van Trente bijzonder aanbevolen. Zij deelt ons schier gelijksoortige genade mede als de werkelijke Communie en is een zeer goed middel, om ons daartoe voor te bereiden. Vandaar dat heilige zielen haar altijd vlijtig beoefend en er vele en groote genaden door verworven hebben. De H. Catha-rina van Siena — zoo lezen wij in hare levensbeschrijving— kon eens wegens ziekte niet coramuniceeren; maar door brandend verlangen vervoerd woonde zij het IL Misoffer van haren biechtvader llaymundus bij, zonder dat deze zulks wist. Toen deze nu communiceerde, bemerkte hij, dat eene kleine partikel der H. Hostie verdween. Te vergeefs zocht hij daarnaar en werd daarover zeer ontsteld. Tn een gesprek nu, dat hij kort hierop niet de TI. Catharina voerde, bekende deze hem, dat Christus haar verlangen naar de TT. Communie bevredigd en zelf haar de heilige partikel had toegereikt. — Leer hieruit, godvruchtige ziel, hoe welgevallig aan Jesus het verlangen is naar de TI. Communie. Volg dus den raad van den TT. Alphonsus, die wil, dat men bij ieder bezoek aan het allerheiligst Sacrament, alsook bij iedere H. Misse, en ten minste eenmaal daags geestelijkerwijze zal communiceeren. De H. Teresia zegt : lt;, de geestelijke Communie is zeer

-ocr page 146-

144

» voordeelig; verzuim die niet, want daaruit leert de if Heer kennen, hoezeer gij Hem lief hebt.quot;

GEBEDEN EN TJITSTORTINGEN DES HARTEN

TOT JESUS IN HET ALLERHEILIGSTE SACRAMENT.

Eciivvifï geloofd, gedankt en geprezen zij Jesus in het allerheiligste Sacrament des Altaars!

EERSTE UITSTORTING DES HARTEN VOOR JESUS.

Dat alle vleesch zwijge voor het aanschijn des Heeren, want Hij is opgestaan van zijne heilige woonstede.

Zach. II ; 12.

Voor U, almachtige God ! in het stof neergebogen en van den diepsten eerbied doordrongen, aanbid ik U en ik smeek U, H. Geest Gods, mijn hart te willen reinigen en heiligen, en mij de gaven van godsvrucht, van liefde en vreeze te verleenen. Wees geprezen, Vader van onzen Heer Jesus Christus, dat Gij mij dezen dag hebt laten beleven, waarop in uw goddelijk liefdemaal aan mijne arme ziel zoo groote dingen zijn te beurt gevallen. O bevrijd mij in deze oogenblikken van godsvrucht van alle aard-

-ocr page 147-

145

sche geheclitheden, opdat mijn geest ongehinderd naar U opzweve; gebied aan al mijne gedachten en aan mijne verbeelding rust en stilte, opdat ik in vereeniging met alle zalige Geesten U met ingetogen hart love en verheerlijke. Wees geprezen, liefderijke Verlosser Jesus Christus, in het allerheiligste Sacrament des Altaars! Zegen mij bij den aanvang van mijn gebed *en laat de uitstorting van mijn hart, dat U bemint en U boven alles wensoht lief te hebben, U welgevallig zijn. — O, Gij, troost en laitste einde mijner pelgrimstocht op aarde, die zoo vol is van kwellingen en lijden; ach , mijn hart verlangt naar U, zonder U is de wereld eene woestenij. Verre verwijderd van mijn waarachtig vaderland, wandel ik rond in een oord van ballingschap voor elke ziel, die U, o Heer, lief heeft. Zonder U, o Jesus! levend brood des Hemels, moet ik versmachten op den weg, die voert naar het vaderland, waar Gij in eeuwigen luister en heerlijkheid troont. — O, hoezeer dorst mijne ziel naar U, o God! ach, wanneer toch zal zij eens voor eeuwig met ü veree-nigd zijn? — O Jesus, Koning des Hemels! zie, ik klop vol vertrouwen aan de deur van uw liefdevol Hart, dat van medelijden en erbarming overvloeit. Gij hebt ons immers beloofd , dat al wie klopt zal worden opengedaan. Gij bemindet mij immers reeds vóór ik gebo-

7 1

-ocr page 148-

14«

reu was. Gij licpt mij in het leven en hebt mij tot hiertoe aan uwe genaderijke vaderhand geleid. Als eoii barmhartig Herder daaldet Gij af van den Hemel, om mij, liet verloren schaapje, op te zoeken en op goede weide tc voeren. En de spijze, die Gij mij schenkt, is uw allerheiligstvleesch; de drank, waarmede Gij mij laaft, is uw allerheiligst bloed. Eu opdat ik altijd van deze hemelspijze eten eu van dezen hemeldrank zou kunnen drinken, verwijlt Gij dag en nacht in het H. Tabernakel en uoodigt Gij mij uit, om tot U te komen en het liefdemaal met U te houden. — O liefde van mijnen God, wees eeuwig geprezen ! Met de H. Engelen, die U hier in het H. Sacrament onzichtbaar omzweven en wier eeuwige vreugde Gij zijt, breng ik U, God van eeuwige ontferming, mijne diepste hulde en vereering. O, geef tranen aan mijne oogen, om, als zoovele vrome zielen , van berouw en liefde, van aandoening en heilige vreugde over uwe heilige tegenwoordigheid te wee-nen. Geef mij, als aan haar, vleugelen der reinste godsvrucht en der vurigste liefde, om al het aardsche te vergeten en naar U, de eeuwige, eenige liefde op te zweven.

Ach , mijn Jesus ! mijne ziel is voor U als eene dorre aarde, die door geen water besproeid wordt. Ik zucht onder den last mijner menigvuldige gebreken, die mijn zwakken wil

-ocr page 149-

147

niet laten werken volgens uw heiligen wil. Tallooze gedaoiiteu, ongeregelde neigingen en dril'ten wellen uit den grond mijns liarten op en verdooven en verwarren mijne ziel, zoodat zij uwe stem niet kan hooren. O mijn Verlosser! sta op van uw li. Tabernakelen kom uw arm schepsel te hulp. Spreek slechts één woord en er zal stilte heerschen, mijn vleesch en mijne lusten zullen zwijgen, eu de kwalen, die mij omgeven, zullen verdwijnen. O, zuiver de oogen mijns harten, opdat zij zien en smaken, hoe zoet en aangenaam Gij zijt, mijn God en Heiland! Want daaiom verwijlt Gij, mijn God en mijn Al, in dii H. Sacrament, om het verlangen en zuchten der zielen, die totU, haar goddelijken Heiland, hare toevlucht nemen, te verhooren, om ze te troosten , op te beuren, te versterken en te gene-.zen, om ze met een heilig verlangen naar hare waarachtige bestemming, — de vereeni-ging met U en met uwen Vader en den H. Geest in den Hemel, — te vervullen en ze met uw licht voor te lichten , opdat zij den weg mogen vinden door het duistere tranendal dezes levens naar het licht uwer heerlijkheid en uwer zalige aanschouwing in het hemelsch vaderland.

Zie, liefste Jesus! in diepen ootmoed en hartelijke liefde kniel ik voor U neder en bid U , neem mijne hulde en mijn zuchten genadig

-ocr page 150-

148

op in uw heilig en goddelijk Hart en laat mij zonder een woord van troost van U niet weggaan. O levendige afglans en zelfstandig evenbeeld des eeuwigen Vaders! verliclit de oogen van mijnen geest, opdat ik U moge kennen, U liefhebben en U naar waarde moge danken. O eeuwige liefdegloed van mijnen Jesns! tref en verwond mijn hart, verteer daarin alle aardsohe liefde, en maak, dat alles wat van deze wereld is, mij walge. Naar U alleen verlang ik,o Jesns, naarU, den al-lerschoonsten, den beminnelijksten Heer, de zoetste vreugde van vrome en goede harten ; U begeer ik, naar ü verzueht ik, tot dat ik eenmaal onafscheidelijk met U vereenigd worde en blijve in eeuwige liefde. Amen.

TWEEDE UITSTOUTING DES HARTEN VOOl! JESTJS.

Zie, Ik ben met u alle dagen tot aan de voleinding der wereld.

Matth. 28 : 20.

Met eerbiedvolle verbazing zie ik aanbiddend tot u op , allerheiligst Sacrament, de kroon van Gods grootste wonderdaden. Verbazingwekkende wonderen heeft uwe almacht o God! weleer uitgewerkt, om uw goddelijk wezen aan de menschen te openbaren. Maar door een nog veel grooter wonder verbergt Gij hier onder den sluier van de diepste geheimenis uwe godheid en mi nschheid,om

-ocr page 151-

149

de verdiensten van ons geloof te vermeerderen, om ons alle vrees voor uwe ontzaclüijke grootheid te ontnemen en onze harten met heilige liefde en kinderlijk vertrouwen te vervullen.— Wie toch zou toi U, o Heer! durven naderen, wanneer Gij op dit H. Altaar in de volheid uwer goddelijke Majesteit, in al den glans uwer heerlijkheid zichtbaar waart? Wie zou dan uwe aanschouwing kunnen verdragen? wie zou van vrees voor uwe oneindige glorie niet vergaan? wie zou het durven wagen met kinderlijk vertrouwen tot U te komen ? Daarom hebt Gij , onze zwakheid kennende, de schitterende Majesteit uwer godheid afgelegd en verblijft Gij onder ons in het H. Tabernakel onder.de geringe gedaante van brood, opdat geene enkele ziel voor U vreeze , maar allen, groot en klein, arm en rijk, met kinderlijk vertrouwen tot U zouden komen, om U hun nood te klagen, hunne liefde te betuigen en hunne hulde en aanbidding te bewijzen.

O liefdevolle Verlosser! op hoevelerlci wijze openbaart zich uwe liefde, en hoe kan men deze oneindige liefde overwegen , zonder buiten zich zeiven te geraken van verbazing en bewondering en van de warmste wederliefde jegens li ontstoken te worden? Wat zoekt fiij dan tocli, mijn God! in dit tranendal, waar de ondankbare menschen U bij uwe geboorte ecu ellendigen stal en eenc krib met stroo

-ocr page 152-

150

tot verblijf aanboden, waar Gij veracht, ver- Jes volgd, beschimpt, geboeid , gegeeseld en ge- de ( kruist werd en tusschen twee moordenaars hoe aan een schandhout hangende den laatsten de adem moest uitblazen? Hoe kunt Gij, nu Gij roe eenmaal in uwe heerlijkheid zijt ingegaan, bel nog onder zondaren verblijven, die U dag hoi en nacht beleedigen ? Hoe kunt Gij onder ver- en blinden verwijlen, die uwe weldaden niet be: willen erkennen, en die geen verlangen hebben, ge om de wonderen uwer liefde te zien; onder dr dooven, die hunne ooren sluiten voor uwe aa stem en uw heilig woord verachten; onder aa trage en laffe knechten , die U meer bedroeven lilt; en beleedigen, dan zij U dienen? Gij kent G onzen ondank, onze liefdeloosheid, onze ver- w hardheid en boosheid, onze zonden zonder ir tal, onze armoede en gebrekkelijkheid, en toch ti verblijft Gij naeht en dag onder ons; en juist k onze ellende, onze zwakheid en zondigheid ti dringt uwe liefde, om ten einde toe bij ons s te blijven, opdat toch hier of daar eene enkele 1 ziel zich tot U bekeere, en door hare liefde i en hare tranen U eenigc vergoeding g'eve voor i zooveel hoon en smaad, die ü door de zon- c daren, welke uwe liefde ontkennen en lasteren, zoo kwistig wordt aangedaan. O god- i (lelijke, alles overtreffende lisfde, wat kan met U ooit in vergelijking komen!

O nadert dan, gij alle door het bloed van

-ocr page 153-

151

vef- Jesus zoo duur gekochte zielen, en overweegt

11 ge- de onuitputtelijke liefde van uwen God. Hoort,

wars hoe Hij, de oneindig goede, de barmliartige,

tsten de almachtige vol teederheid en liel'de u toe-

I Gij roept: „ Komt allen tot Mij, die belast en aan, beladen zijt en Ik zal u verkwikken.quot; Hoort, dag lioe de goddelijke wijsheid spreekt: „Komt ver- en eet van het levengevend brood, dat ik u niet bereid en drinkt van den wijn, dien Ik u

gemengd heb.quot; Ziet, hoe de eeuwige liel'de ider dringt en roept en het eeuwige leven belooft lquot;re aan allen, die aan haren goddelijken maaltijd 'dei' aanzitten ! O hoe diep doordrong die lieftal-ven üge stem de harten uwer Heiligen , o mijn ent God! Zooals een dorstig hert naar de frissehe er- waterbron , zoo ijlden zij naar uw heilig gasteer maal. — Maar wat beklaag ik nog anderen , 'pli terwijl ik zelf zoo traag en onverschillig, zoo ist koud ben jegens uwe liefde, o mijn Jesus! ïid terwijl ik zelf nu en dan aarzel of ik uwe ins stem wel zal gehoorzamen. — Gij roept zoo -Ie luide, o Heer! Gij klopt aau mijn hart en Je noodigt mij uit, om IJ te bezoeken en ge-or nade op genade uit uwe hand te ontvangen, li- en ik aarzel nog te komen. Een uur is mij in squot; ; uwe lieflijke tegenwoordigheid reeds te lang, 1quot; en op dit oogenblik is mijne liefde reeds uit-

II geput, mijne godsvrucht al vervlogen. Ach,

hoe armzalig is toch het mensehenliart!

11 f Omijn Heeren mijn God! ontferm U mijner

-ocr page 154-

152

en kom mijnen nood te hulp. Verander mijne zwakheid in sterkte, mijne lauwheid in heiligen ijver, mijne onversehilligheid in vurige liefde. O tref mijn hart door de pijlen uwer liefde, zooals gij eenmaal het hart van uwe heilige dienares Theresia getroffen hebt, opdat het voor U slechts gloeïe, naar U alleen verzuchte en ik in levendige, vurige godsvrucht mij aan U volkomen toewijde en over-geve. Amen.

DERDE TJITSTOKTING DES HAKTEN VOOR JESUS.

Zie, mijn geliefde staat achter den wand, Hij ziet door de vensters en schouwt door de traliën.

Hoogl. II : 9.

Wondervol, o mijn Jesus! zijn de wegen van barmhartigheid, waarop Gij zoo rijk aan zegeningen tot onze harten wilt doordringen, die tot U trekken, aan ü verbinden en ze met de gaven uwer liefde verrijken en tot het hoogste geluk wilt opvoeren. Bij den troon uws hemelschen Vaders zijt Gij de machtigste voorspreker en middelaar voor ons; maar daar in den Hemel zijt Gij voor uwe liefde te ver van ons verwijderd, die hier op aarde in jammer en nood en in allerlei ellende ronddwalen. Daarom daalt Gij in oneindige liefde eiken dag, ja op elk uur van den dag en den nacht op onze altaren af, om ons

-ocr page 155-

153

nabij tc zijn en om het offer van verzoening, van aanbidding, liet dank- en smeekoffer voor ons te wezen. Maar ook deze grenzelooze zelfvernedering is voor uwe liefde niet genoeg. Gij wilt voortdurend, elk oogenblik bij ons zijn, midden onder ons wonen, als een vader onder zijne kinderen, als een vriend onder zijne vrienden. Gij wilt, dat wij U geheel znllen bezitten, met godheid en menschheid, metziel en lichaam, mot al uwe verdiensten, met den ganschen rijkdom uwer liefde, met al de schatten uwer genade, in het allerheiligst Sacrament des Altaars. Als een gevangene in de banden der liefde gekluisterd, verwijlt Gij in het H. Tabernakel. Terwijl de Bruid van het Hooglied, uwe H. Kerk, U daar ziet, roept zij in verbazing uit: „zie, mijn geliefde staat achter den wand, Hij ziet door de vensters en schouwt door de traliën.quot; Wat anders is deze wand , waarachter Gij schuilt, lieve Jesus! dan het H. Tabernakel, het moge dan van hout, of van goud of zilver zijn, en wat is dat venster, wat zijn die traliën, waardoor Gij ziet, dan de gedaante des broods, waaronder Gij uwe godheid en menschheid verbergt en op ons nederziet? Uwe oogjjn -laan nauwkeurig gade of ik U liefheb, met hoeveel trouw ik U zoek en voor U wandel. Gij ziet tot in den diepsten grond mijns harten en kent al mijne neigingen. Maar ik

7 *

-ocr page 156-

154

zie ü niet, uwe lieflijke schoonheid is voor me

mijne oogen verborgen, de gedaante des en

broods hond t haar voor mij ne oogen om sluierd. Go

Maar ofschoon ik U ook met mijne liehame- Ta

lijke oogen niet zie, leert mij toch het geloof, no

dat Gij daar i« het Tabernakel rnst; ik ge- no

voel uwe tegenwoordigheid. Gij zijt daar zoo te

rustig; heilige stilte heerscht in de plaats sti

uwer woning; Gij schijnt daar als dood te nil

zijn, mijn Jesus ! Gij beweegt en verroert U is

niet, en toch zijt Gij het leven en stroomt m

alle leven van U uit, en zonder U leeft er zo niets en beweegt zich niets. In U leven

wij, bewegen wij ons en zijn wij. lu

Midden onder de kinderen der menschen r\

verblijvende hoort Gij onze gesprekken, zijt st

Gij getuige van onzen wandel, van onzen ar- al

beid, onze zorgen en kommernis, van ons lij- v

den en onze kwellingen, van onzen strijd en g

onze bekoringen. Gij ziet, hoe dezen met a

innige godsvrucht bidden en genen U laste- v ren ; hoe sommigen alles ter u wer eer doen en ; f

anderen IJ geheel vergeten; hoe dc eenen U ( danken voor elke genade en de anderen met

onverschilligheid uwe gaven gebruiken en 1

dikwerfzelfsmisbruiken,omU tebeleedigen. ; Gij ziet, hoe sommigen in dc kerk komen en tot uwe heilige Tafel naderen met eene heilige vurigheid en geestdrift, anderen met lauwheid en een zekeren weerzin, on weer anderen

-ocr page 157-

*

If,5

'oor met een bezoedeld geweten en met zonden

des en schulden beladen. En Gij, o wondervolle

erd. God! woont in lieilisje rust en stilte in het

me- Tabernakel en geeft door geen enkel teeken

X)f, noch uw welbehagen in de liefde van dezen,

ge- noch uw mishagen in den ondank van genen

zoo te kennen. Niets vermag den vrede en de

lats stilte van uw Heiligdom te storen. De liefde,

te alléén de liefde houdt U gevangen, de liefde

U is het, die U, levengevend leven, als dood

'mt maakt, tot een slachtoffer voor ons, arme

er zondaren!

/•en O wondervolle God , lt;gt; eeuwige wijsheid!

luide roept uw stilzwijgen , uwe onbewegelijke

en rust, mijne ziel toe, dat zij van U moet leeren

iijt sterven. .Fa, sterven moet ik aan de wereld;

ir- als een doode moet ik worden, onverschillig

ij- voor de vreugden, voor de vergankelijke

en goederen der aarde, voor alle eer en lof,

et afkeuring en verwijt van de kinderen der

-e- wereld. Hoe meer ik U in de H. Communie ïn : ontvange, des te meer zal datheilig afsterven,

U die verstorvenheid toenemen. — Slechts voor

et U moet ik leven, zooals (lij slechts voor mij

sn leeft in het Tabernakel, om het leven mijner

11. ziel te zijn. Mijne oogen moeten gesloten

n zijn voor alle pracht en aanlokselen der

e wereld; ik moet doof worden voor de verleidelijke stem der zinnelijkheid cn wellust;

n gtom voor nuttelooze,liefdolooze en zedelooze

-ocr page 158-

156

taal, voor vleitaal en leugen ; onbewegelijk voor alle zinnelijke aantrekkelijkheid en allo ijdelheid; sterven moet ik voor de zonde, dei-zonde afsterven en dood zijn voor alles, wat tot zonde voert, en voor U alleen sleclits leven, U dienen, U liefhebben, mij aan U geheel overgeven met al de kracht mijner ziel, aan U, den zoetsten Meester, den al-lerschoonsten God, het allerhoogste goed , de bronwel aller zaligheid !

Dit leert mij uw verborgen leven in dit H. Sacrament. Ik zieU daar den diepsten ootmoed, de grootste zachtmoedigheid, het on-overwinnelijkst geduld, de stiptste gehoorzaamheid , de liefderijkste barmhartigheid, de gloeiendsteliefde beoefenen,zonder nochtans een enkel woord te spreken. Maar uw zwijgen spreekt luider dan de helklinkendste leerrede. — O eeuwig Woord des Vaders! geef mij kracht, om te volbrengen, wat uw zwijgen mij toeroept; geef mij kracht, om te doen, wat uw voorbeeld mij leert. Want helaas! nog leeft in mij de zondige mensch; nog verheft hij zich tegen den geest en stoort hij door voort-durenden strijd mijn inwendigen vrede. Versterk mij daarom, o Brood ( es levens; verlicht mij , bronwel van alle licht; ontsteek en ontvlam mij, schitterend vuir der liefde, en geleid mij, hemelsche wegwijzer, opdat ik een hemelsch leven leide endoor mij meer»

-ocr page 159-

167

T

elijk malen met U in het H. Sacrament te ver-

alle eenigen, eindelijk een nieuwe menscli worde,

der die naar uw welgevallen geschapen is. Amen.

GEESTELIJKE COMMUNIE.

chts

i ü Mijn Jesus, Zoon van den levenden God! jner ik geloof vast en zonder eenigen twijfel, dat

al- Gij hier in het allerheiligste Sacrament waar-

ed , lijk, wezenlijk en zelfstandig tegenwoordig

zijt. Dit leert mij de H. Kerk volgens uw

dit goddelijk en onbedriegelijk woord, waaraan

lot- ik met verstand en hart vasthoud, terwijl ik

on- in en voor dit heilig go'.oof immer wil leven

or- en sterven. O mijn goddelijke Heiland, eenige

de hoop mijner ziel! op uwe barmhartigheid,

ms goedheid en liefde stel ik al mijn vertrouwen

•en en hoop vastelijk van U al die genaden te

le. verkrijgen, welke ik noodig heb, om heilig

lij te leven en zalig te sterven. Mijn God en

lij mijn vVUes in dit heilig geheim van liefde!

;w | ik bemin U, maar ik bemin ü niet genoeg:

ift $ ik wensch IJ veel meer, veel hartelijker en

ij I vuriger lief te hebben, ja U eindeloos, eeuwig

t- H te beminnen. Gij, o God! zult het eenig voor-

r- y werp mijner liefde en van mijti verlangen zijn.

j Uit liefde tot U betreur ik al mijne zonden,

n waardoor ik IJ ooit bedroefd heb. Zij zijn

ii mij leed, hartelijk leed, o mijn God! omdat i zij U, mijn grootsten weldoener, mijn besten

Vader, mijn hoogste goed beleedigden. Ik

-ocr page 160-

158

wen sell te ze met mijne tranen, ja, met mijn bloed te kunnen nitwisschen. Liever sterven wil ik, ajoede Jesns! dan U ooit weer met eene enkele zonde vergrammen!

Mijne ziel, o Jesus [ hongert en dorst naar ü. O kom dan, neem bij mij uw intrek, kom en neem bezit van mijn hart; o kom dan en spijs mijne arme ziel met hot brood des levens en drenk haar met den wijn, die maagden kweekt, die bron van levende wateren, die vloeit ten eeuwigen leven. Kom, o Jesns, kom geestelijkerwijze in mijn hart, kom met uwe liefde, met uwe goddelijke genade en blijf bij mij, trek mij tot U, maak mij één met U! — Zonder U, o Jesus! kan mijne ziel niet leven ! — O kom dan en beziel mij; kom en red mij van den dood; kom en maak mij zalig.

Vraag hier uw lieven Jesus alles wat uwliartverlangt, wat ïij voor u zeiven of iiuderen, naar ziel of lichaam noodis; hebt, en vrautr dit met het hartelijkst en kin-derlijkst vertrouwen.

LTTANIR VAN HET ALLERHEILIGSTE SACRAMENT.

Heer, onUerm U onzer.

Christus, ontferm U onzer.

Heer, ontferm U onzer.

Christus, hoor ons.

Christus, verhoor ons.

God, hemelsche Vader, ontl'em U onzer.

-ocr page 161-

169

God Zoon, Verlosser tier wereld, ontf. U onzer. God, Heilige Geest,

Heilige Drievuldigheid , één God,

Levend brood, uit den Hemel nedergedaald, Verborgen God , onder zichtbare gedaanten schuilende.

Tarwe der uitverkorenen,

Wijn , die maagden kweekt,

Voortreffeliik brood en wellust der koniu-

gen;

Gedurig offer,

Heine spijsofferande , O

Onbevlekt Lam, 5;

Allerreinste Tafel, 3

Eugclenspijze,

Verborgen Manna, ^

Gedenkteekeu van Gods woudereu, g Bovennatuurlijk brood, g

Vleeschgeworden Woord, onder ons wo- ~

ueude,

Heilig offer,

Kelk der zegening,

Troostvolle verborgenheid van ons geloof. Hoogwaardig (Mi uitinuuteud Sacrament, Allerheiligste Offerande,

Zoenoffer voor levenden en dooden, Hetnelsch behoedmiddel tegen de zonde, Wonder van Gods wonderen,

Allerheiligste gedachtenis van het lijden des Heeren,

-ocr page 162-

160

Geschdiik, dat alle volheid te boven j^aat, Voortre(lelijk gedenkteeken der goddeliikê

liefde, J

Overvloeiende bron van Gods milddadigheid, Doorluelitig en hoogheilig geheim , Krachtige spijs ter onsterfelijkheid, Levendmakend, aanbiddelijk Sacrament, O Brood, dat door do almacht des Woords ^

zijt vleesch geworden ,

Onbloedig Offer des nieuwen Verbonds, ^ Spijs en gastheer, c!

Allerzoetste maaltijd, waarbij de Engelen o tegenwoordig zijn en dienen, ' | Toeken van genade, P

Band van liefde ,

Hoogepriester, die zelf het Offer zijt. Geestelijke zoetheid en verkwikking dei-

heilige zielen,

Teerspijze dergenen, die in den Heer sterven,

Onderpand der toekomstige glorie,

Wees genadig, spaar ons. Heer!

Wees genadig, verhoor ons. Heer!

Van het onwaardig nuttigen uws lichaams lt;lt; en bloeds, verlos ons. Heer! jL

Van de begeerlijkheid dos vleesches, ° Van de begeerlijkheid der oogen 2

Van de hoovaardij des levens,

Van alle gelegenheid tot zonde,

Door de groote begeerte, die Gij hadt, £?

-ocr page 163-

161

otn dit Pascha met uwe leerlingen te eten, verlos ons , Heer!

Door den diepen ootmoed, waarmede Gij lt;lt; de voeten uwer leerlingen gewasschen ^ liebt, S

Door de onuitsprekelijke liefde, waarmede o Gij dit lioogheilig Sacrament liebt in- 3 gesteld, quot;

Door uw dierbaar bloed, dat Gij voor

ons op het altaar hebt nagelaten, S Door de vijf wonden, die Gij voor ons in uw allerheiligst lichaam hebt ontvangen, Wij zondaren, wij bidden U, verhoor ons. Dat het U beliage, het geloof, den eerbied en de godsvrucht jegens dit wonderbaar Sacrament in ons te onderhou-den en te vermeerderen,

Dat het U behage, ons door eene oprechte belijdenis onzer zonden tot het dikwijls £ nuttigen dezer geestelijke spijze voor = te bereiden, d

Dat Gij ons van alle ketterij, ongeloo-vigheid en verblindheid des harten re wilt bevrijden, gquot;

Dat het ü behage, de onschatbare hemel- ^ sche vruchten van dit allerheiligst Sacra- o ment in ons overvloedig uit te storten , S Dat het ü behage, ons in het uur des doods met deze hemelspijze voor de reis naar de eeuwigheid te versterken,

-ocr page 164-

162

Zoon Gods , wij bidden U , verhoor ons. Lam Gods, dat wegneemt de zonden der

wereld, spaar ons, Heer.

Lam Gods, dat wegneemt de zonden der

wereld, verhoor ons, Heer!

Lam Gods, dat wegneemt de zonden der

wereld, ontferm U onzer,

Heer, ontferm U onzer.

Christus, ontferm U onzer.

Heer, ontferm U onzer.

V. Heer ! verhoor mijn gebed.

TL En mijn geroep kome tot U.

LAAT ONS BIDDEN.

O God, die ons in dit wonderbaar Sacrament de godaehtenis van uw lijden hebt nagelaten : geef, bidden wij U , dat wij de heilige geheimenissen van uw lichaam en bloed zoo godvruchtig vereeren, dat wij de heilzame vruchten uwer verlossing onophoudelijk in ons mogen ontwaren. Gij, die met God den Vader in de eenheid des H. Geestes leeft eu heersclit, God in alle eeuwen der eeuwen. Amen.

O Jesus! het nuttigen van uw allerheiligst lichaam en bloed is een voorsmaak der eeuwige, allerzaligste vereeniging met U in deu Hemel; geef mij dus, dat ook ik door een herhaald eu heilig gebruik van deze goddelijke spijze eenmaal tot die blijde en zoete

-ocr page 165-

163

veruenigiug gerake en IJ, dieuik thans, onder

de gedaante van brood schuilende, in hetTaber-nakel aanschouw, eenmaal van aanschijn tot aanschijn in den schoonen Hemel aanschouwen, bezitten en genieten moge. Amen.

GEBED ÏOT DE ALLERHEILIGSTE EN ONBEVLEKTE MOEDERMAAGD, IN BETREKKING TOT HET ALLERHEILIGSTE SACRAMENT.

Wees gegroet, o glorierijke Maagd en Moeder des Allerhoogsten, die van eeuwigheid zijt uitverkoren , om onzen Heer Jesus Christus , het brood der Engelen en der menschen, het Offerlam voor de zaligheid der wereld, den Koning des Hemels en der aarde eu overwinnaar van dood en hel in uwen schoot te ontvangen en te baren. Wie kan u, uitverkorene Maagd en maagdelijke Moeder des Heeren, waardig loven en prijzen ? Groote dingen heelt God aan u gedaan. Hij heeft u onbevlekt bewaard voor alle erfsmet, opdat Gij eene waardige Moeder zoudt worden van zijn eenig-geboren Zoon , dien ik hier met alle Engelen onder de gedaante van brood aanbid. Met heiligen eerbied en liefde vereer ik u, machtige Koningin des Hemels, die eenmaal, als eene nederige dienstmaagd des Ileercn, zijne teederste kindsheid verzorgdet en als de reinste Maagd en gelukkigste Moeder in ootmoed,

-ocr page 166-

164

armoede en vurige liefde Hem diendet. Geheel uw leven was een zuiver hemelsch lof-licd, een geurige wierook voor den Heer, die de volheid zijner genade in uw hart uitstortte. Den grootsten schat van zijn vaderlijk hart heeft Hij u toevertrouwd. O help mij dus, lieve Moeder, dat ook mijn leven voor het aanschijn uws goddelijken Zoons een welriekende wierook en mijn hart Hem altoos eene waardige woning zij, wanneer Hij in het allerheiligst Sacrament mij komt bezoeken.

O Maria! hulp der Christenen, trouwe voorspraak uwer geloovige kinderen, die uw Zoon met uw kostbaar bloed heeft vrijgekocht, troostvolle toevlucht der rouwmoedige zondaren! Zie neer op mijne diepe armoede en verkrijg voor mij bij uwen Zoon de gave der liefde, die uw hart, dat geheel aan God was toegewijd, vervulde en al uwe handelingen bezielde ; vraag voor mij, dat ook ik, even als gij, door volmaakte gehoorzaamheid den wil Gods moge volbrengen en eens de kroon des eeuwigen levens verwerven. O Moeder van mijnen J esus! gij aanschouwt met uwe: zuivere oogen het lieflijkst aanschijn van uw goddelijken Zoon; gij zijt in eeuwigheid met Hem ver-eenigd en bezit en geniet Hem in de zaligste liefde. Ik zie Hem nog slechts, schuilende onder de gedaante van brood in hot H. Tabernakel, en mag Hem slechts nu en dan in

-ocr page 167-

Ifi5

mijn liart ontvangen on zijne goddelijke legen-woordiglieid genieten; o help mij dan, lieve Moeder, door uwe machtige voorbede, dat ook mij eenmaal het hocgste geluk, de grootste genade te beurt valle, van uw glorierijken Zoon met u in den Hemel te aansehouwen en voor eeuwig met Hem vereenigd te worden. Amen.

VOLMAAKTE TOEWIJDING AAN GOD

In maag-delijke zuiverheid.

'k Wijd U, God, mijn hart en zinnen Hoor, ach, hoor mijn kinderbeên; Voor den tijd en eeuwigheen God, mijn God! wil 'k TJ beminnen, ü beminnen, ü alleen.

'k Wil U dienen al mijn dagen,

Heer! wat wilt Gij dat ik doe?

Is het mooglijk? staat Gij 't toe? God, mijn God! 'k wil U behagen : Leer mij, Heere, leer mij, hoe?

God, mijn God! ik wil TJ loven. Altijd loven, altijd aan,

Van mijn sombre levensbaan Stijg' voor ü mijn geest naar boven 5 Blijv' voor U mijn harte slaan.

-ocr page 168-

! 66

Hocl, mijn God! 'k wil voor U lijden, Smarten lijden zwaar en fel.

Zoo 't uw wil is, is '(, mij wei. God, mijn God! '1c wil moedig strijden Tegen wereld, vleesch en hel.

Lieve God! 'k wil alles derven, Om steeds maagd en rein te zijn; Zend mij armoe, smaad of pijn,

Laat mij leven, laat mij sterven ,

Maar bewaar mij maagdelij□.

'k Wil mijn Jesns, TJ behooren, TJ behooren, niet aan mij;

Tot ik van het aardsche vrij Staan zal in uw Hcmelkoren.

Amen! amen! dat 't zoo zij !

GEBEDEN TOT HET ALLERHEILIGSTE ALTAARSACRAMENT EN HET GODDELIJK HART VAN JESUS.

Waaraan aflaten verbonden zijn.

OOTMOEDIG SMEEKGEBED VÓÓR HET H. SACRAMENT.

Met den diepsten eerbied, dien het geloof mij inboezemt, o mijn God en Heiland Jesns Christus, waarlijk God en waarlijk mensch, aanbid ik U en ik bemin TJ van ganscher harte hier in het hoogwaardigste Sacrament

-ocr page 169-

Ifi7

des Altaars, om ecuigermatc, tc herstellen al die oneerbietli^lieilen, outeeriug eu ontlieiü-waaraan ik my tot mijn ongeluk ooit heb schuldig gemaakt, ol'die ik nog op dit oogen-blik mocht begaan of in de toekomst— wat Gij, o mijn God , verhoede, — mocht kunnen begaan. Ik aanbid U dus, o mijn God! wc! is waar, niet zooals Gij dit waardig zijt ol'ik dit zou moeten doen, maar ten minste zooveel ik vermag; en ik wenschte het met die volmaaktheid te kunnen, waartoe alle met rede begaafde schepselen slechts in staat zijn. In-tusschen wil ik U aanbidden nu en altijd, niet slechts voor die Katholieken , die U niet aanbidden en beminnen, maar ook tot vergoeding en ter bekeering van alle d walenden, atvalligen. Godslasteraars, Mahomedanen, Joden en Heidenen. Ach ja, mijn Jcsus! mogen allen U kennen , aanbidden en elk oogenblik in het allerheiligste Sacrament met dankbaarheid beminnen, loven en prijzen. Amen.

Paus Pius Vil verleende den 31 Jan. 1815 een aflaat van 200 dagen, die ook aan de geloovige zielen in het vagevuur kan worden toegevoegd, aan elk, die met berouw over zijne zonden, bovenstaand ootmoedig smeekgebed vóór het allerheiligste Sacrament zou bidden.

GF.REI) TOT HF.T ALLERHEILTGSTF. SACRAMENT EN HET H. HART VAN .TESUS.

Zie, o mijn beminnelijke Jesus, hoe ver-

-ocr page 170-

]R8

dn overmaat uwev liefde voor mij gegaan is. Om U geheel aai) mij te schenken , hebt Gij mij uit uw heilig vleeseh en bloed eene, srod-delijke tafel bereid. Wat heeft U toch tot zulk een overmaat van liefde voor mij kunnen vervoeren ? Zeker niets anders dan uw liefdevol, goddelijk Hart. O aanbiddenswaardig Hart van mijnen Jesus, gloeiende oven dei-goddelijke liefde! neem mijne ziel in uwe heilige wonde op, opdat ik in die school van liefde leere, dien God lief te hebben en te beminnen , die mij zoo bewonderenswaardige bewijzen zijner liefde gegeven heeft. Amen.

Paus Pius VI verleende den 7 Nov. 1787 een aflaat van 100 dag:en, die ook aan de geloovige zielen in het vagevuur kan worden toegevoegd, aan elk, die bovenstaand gebed godvruchtig zou bidden.

OPDllACHÏ VAN HET KOSTBAAR BLOED VAN JESUS OM GODS ZEGEN.

Eeuwige Vader! wij offeren U het allerkostbaarst bloed van onzen Heer Jesus Christus op, dat Hij met zooveel liefde zoo smartelijk lijdende uit de wonde zijner rechterhand vergoten heeft, en door de kracht en de verdiensten van dit kostbaar bloed smeeken wij ootmoedigst uwe goddelijke Majesteit, ons uwe heilige vaderzegen te willen verleenen , opdat wij daardoor tegen onze vijanden be-

-ocr page 171-

US

schermd i;n van alle kwalen mogen bevrijd worden.

Dat de zegen van den almachtigen God des Vaders f dos Zoons f en des Heiligen Gees-tes t over ons afdale en altijd bij ons blijve. Amen.

Paus Leo XII verleende den 25 Oct. 1825 voor altijd een aflaat van 100 dagen aan alle geloovigen, die bo-venstaand gebed tol den eeuwigen Vader ter verkrijging van zijn hemelsellen zegen met bijvoeging van éen O/ize Vader en één Wees gegroet met Glorie zij den Vader, enz. tot de Allerheiligste Drievuldigheid, godvruchtig zouden bidden tot dankzegging voor alle ontvangene weldaden. Aan hen, die dit gebed eeue maand lang dagelijks verrichten, verleent hij een vollen aflaat op een dag naar verkiezing, na gebiecht en gecommuniceerd en volgens de meening des H. Vaders gebeden te hebben, welke atlaten ook aan de geloovige zielen kunnen worden toegevoegd.

VERZUCHTINGEN TOT JESUS IN HET H. SACRAMENT.

Ik aanbid U, mijn Heiland Jesus Christus,

Die het ware brood des levens zijt.

O Hart van mijn Jesus en van Maria,

O zegen de smart, het berouw mijner ziel.

Ik schenk U mijn hart, o Jesus Ohristus!

U, die, heilig God, mijn Heiland zijt.

Moge de Heiland Jesus Christus in het grootste geheim zijner liefde doorallen erkend en gedankt en zonder einde aanbeden worden. Amen.

8

-ocr page 172-

170

Paus Leo Xll verleent 100 dagen ailaat, die ook aan de ^eloovige zielen kan worden toegevoegd, aan allen, die bovenstaande verzuchtingen met een rouwmoedig hart uitspreken.

OPDRACHT AAN HET H. HART VAN JRSUS.

O mijn beminnenswaardige Jesns! ik N. N. schenk U mijn hart, om U mijne dankbaarheid te tonnen en mijn ontrouw te herstellen; ik wijd mij geheel aan U toe, en neem mij voor met uwe hulp niet meer te zondigen.

Paus Pins VII verleent aan alle geloovigen, die bovenstaand gebed dagelijks voor een beeld van hetH. Hart van Jesns bidden, een vollen ajlaaf eens in de maand , als zij waardig biechten en coramuniceeren, en een aflaat van 100 dagen, zoo dikwerf zij het godvruchtig bidden.

SCHIETGEBED.

O allerzoetst Hart van Jesns! geef dat ik U altijd meer en meer beminne.

Onze Vader. Wee* gegroet. Ik geloof in God den Vader.

Aan elk, die dit schietgebed dagelijks bidt, heeft Z. H. Pins VII vergund :

1°. vollen aflaat op den eersten Vrijdag van de maand, of den daaropvolgenden Zondag, op de gewone voorwaarden.

2o. vollen aflaat op het feest van het 11. Hart, of den daaropvolgenden Zondag.

3o. zeven jaren en zeven quadragenen op de vier Zondagen , die het feest van het H. Eart voorafgaan.

-ocr page 173-

r

Ml

4°. zestig dagen voor ttlk jroed werk, ter vereering van het H. Hart verricht.

5°. vollen aflaat in het uur des doods, mits men rouwmoedig, althans met het hart, den zoeten Naam van Jesus aanroepe.

G EBED VOOll HET ALLERHEILIGSTE SACllAMENT.

Zie neder, o Heer! van uit uw heiligdom, aanschouw van de hoogte uwer heraelsehe woning deze aanbiddelijke offerande, die U onze Hoogepriester, uw heilige ZoonJesus, voor de zouden zijner broeders opdraagt, en laat U daardoor bevredigen ondanks onze menigvuldige boosheid. Zie., de smeekstem van het bloed van Jesus onzen broeder roept van het kruis tot U. Verhoor dan, o Heer! Laat o Heer, U verbidden ; aanhoor en geef; om uwentwil, o mijn God! stel niet uit; want uw Naam is aangeroepen over deze stad en over uw volk, en handel met ons naar uwe barmhartigheid. Amen.

Pius VI heeft vollen aflaat verleend aan de geloo-vigeu , die na waardig gebiecht en gecommuniceerd te hebben, op deu eersten Donderdag van elke maand, dit gebed op de knieën zullen bidden voorliet allerheiligste Sacrament. — Verder onder dezelfde voorwaarden zeven jaren en zeven quadragenen op al de andere Donderdagen. — Eindelijk 100 dagen op al de andere dagen van het jaar. Deze aflaten kunnen ook aan de zielen in het vagevuur worden toegevoegd. (17 Oct. 1796.)

ï,

-ocr page 174-

173

TEEURRE VERZUCHTINGEN TOT .IKSUS.

Ziel van Christus, heilig mij.

Lichaam van Christus, maak mij zali»'. Bloed van Christus, maak mij dronken. Water der zijde van Christus, wasch mij. Lijden van Christus, versterk mij.

Jn uwe heilio'e wonden, verberg mij.

Laat niet toe, dat ik van U gescheiden worde.

(Dit verzucht men driemaal met eene vurige liefde.)

Tegen den boezen vijand beschcrm mij. In het uur van mijnen dood roep mij. En laat mij tot U komen.

Opdat ik met uwe Heiligen U love In de eeuwen der eeuwen. Amen.

-ocr page 175-

TWEEDE COMMUNIE-OEFENING

Onder aanroeping van het H Hart van Jesus.

rde. OEFENING VAN GELOOF.

In de onmetelijke liefde vim uw goddelijk Hart, zijt Gij , lieve Jesns, zoo diep tot mij afgedaald, dat ik de grootheid uwer goddelijke Majesteit bijna vergeten zou. Hoe is het mogelijk , dat Gij onder de gedaante van brood en wijn tot ons wilt komen! Immers toen Gij als een arme dienstknecht op aarde rondwandeldet, werdt Gij in weerwil van den glans uwer wonderen door de meesten veracht en bespot. En nu, in het allerheiligst Sacrament vernedert Gij U nog dieper, dan bij uwe menschwording! Ach, fleer, zal onze oneerbiedigheid dan nog toenemen, naarmate Gij in uwe eindelooze ontferming meer tot ons afdaalt? Helaas! hoe dikwerf vergeet ik , wat ik aan uwe goddelijke Majesteit verschuldigd ben en nader ik tot U met eene koude onverschilligheid! Ik klop, wel is waar, op mijne borst en zeg met den Hoofdman : Heer, ik beu niet waardiy; maar ik

1.

mij.

-ocr page 176-

174

*

gevoel mijne onwaardigheid niet en heb een ik ke

gering besef van de groote gunst, die Gij mij ik on

bewijst. ik be

Goede Jesus! verlevendig mijn geloof, zoove

toon mij uwe ontziichlijke Majesteit, opdat uadei

ik met den Apostel Thomas uitroepe: Mijn teloo:

Heer en mijn God ! Dan zal ik mijn hoofd naanr

voor U buigen en nog dieper mijn geest; ik spral

zal uit de diepte mijns harten erkennen, dat kind

ik niet waardig ben om tot U te spreken, ding

veel minder om U te ontvangen. gen ,

Ik geloof, lieve Jesus, dat Gij hier in het blee'

allerheiligste Sacrament tegenwoordig zijt; ik n

ofschoon mijne oogen U niet aanschouwen, ijlde

aanbid ik U in de volste overtuiging van O a

mijn geloof. Ik verheug mij, dat ik aan uwe ontf

oneindige Majesteit dit offer van mijn geloof hart

kan aanbieden; vervul aan mij het woord, sctu

dat Gij eens gesproken hebt: Zalig zij , die ellei niet gezien en toch geloofd hebben.

OEFENING VAN NEDERIGHEID.

\

Ik belijd van ganseher harte, dat ikon- har

waardig ben U te ontvangen , omdat Gij mijn teli

Schepper zijt en ik een nietig onwaardig On

schepsel, meer nog, oen ondankbare zondaar dei

ben. Ja, ondankbaar, meer dan anderen, die O .

U niet beminnen, wijl zij U niel kennen; aa

maar ik kende het volle licht der waarheid; ge

-ocr page 177-

175

f

i een ik kende de liefde van uw goddelijk Hart; j mij ik ontving uwe kostbaarste gaven , en toch ik beminde U niet, ik dankte U niet voor loof, zooveel Heide, voor zoovele weldaden; ik pdat naderde tot uwe H. Tafel met eene sohaarn-VIijii telooze onverschilligheid, waaraan ik geen oofd naam weet te geven. Nog dezen morgen ; ik sprak mijn Engelbewaarder : verheug u, mijn dat kind, want ik verkondig u eene blijde tijden, ding; heden zult gij den Verlosser ontvangen , die Christus de Hoer is. En mijn hart het bleef nog koud, nog onverschillig, nog hield lijt; ik mij met aardsche beuzelingen bezig, cn en, ijlde ik niet vol vreugde naar uw Heiligdom, van O allerzoetst Hart van Jesus 1 neem uwe nve ontferming van mij niet weg; blijf in barm-oof hartigheid nederzien op uw zwak en krank rd, schepsel on beur mij op uit het slijk mijner die ellende.

OEFENING VAN TERTKOUWKN.

Vanwaar komt het, lieve Jesus! dat mijn

)ii- hart zich verruimt, wanneer ik U de afzich-

iju telijkheid mijner zielewondeu bloot leg ?

lig Omdat Gij, barmhartige Samaritaan, daarin

ar den olie en wijn uwer ontfermingen giet.

ie i O, hoe zoet is het, zijne schuld te belijden

i; aan uw goddelijk Hart! Ik zal mij verheu-

I; gen in den Heer en mij verblijden in God,

-ocr page 178-

17«

mijn Jesus, want zijne barmhartigheid kent geene grenzen. Hij wil al onze wonden genezen, al onze misstappen vergeven. Ja, hoe goed, hoe ontfermend zijt Gij voor mij, daar Gij niet een Engel zendt, maar zelf' komt, om mij to versterken, te heiligen, te volmaken door uw heilig vleeseh en bloed.

Toen de grijze Simeon U op zijne armen droeg, riep hij in-heilige vervoering uit: Laat nu, Heer, uw dienaar in vrede gaan , want mijne oogen hebben uw heil aan-sehouwd. Wat zou die vrome grijsaard wel gezegd hebben, als hij die gunst had ontvangen, die Gij mij dezen morgen bereidt? O, laat mijn hart zich dan verruimen, mijne ziel branden van verlangen, dorsten naar uwe komst. Kom, lieve Jesus, vereenig U met mij, opdat ik in eeuwigheid de ontferming prijze van uw goddelijk Hart.

OEFENING VAN LIEFDE.

Gij toont mij, lieve Jesus, uw minnend Hart en vraagt : bemint gij Mij ? Heer! als ik de onmetelijke liefde van uw goddelijk Hart beschouw, durf ik U niet antwoorden , want mijne liefde is nog zoo gering, zoo koud. Maar toch, ik verlang U te beminnen; ik bid U door den liefdegloed van uw goddelijk Hart, ontsteek in mij het vuur uwer

-ocr page 179-

177

kent goddelijke liefde. Geef, goede Jesus, dat ik

ii ge- voortaan in U alleen mij verlieuge, dat ik

Ja, in niets anders roeme, dan in de glorie, de

mij, majesteit, de volmaaktheid en ontferming

zelf vau mijnen God. Dat niets mijne ziel meer

i, te boeïe, niets mij smakt buiten U. Dat ik oed. niets begeere, dan U te behagen, met blijd-men schap al mijne lotgevallen in uwe handen uit : stelle en nauwgezet mijne plichten vervulle. lan, Dat ik geen ander verlangen koestere, dan gt;an- in uwe liefde te arbeiden en te lijden , te wel leven en te sterven. O, Jesus! Gij zijt de 'an- God mijns harten , mijne liefde in eeuwig-

O, heid!

ijne

aar OEFENING VAN BEROUW.

;U In ootmoed voorlJ neergeknield belijd ik,

nt- lieve Jesus, andermaal mijne zonden en misstappen. Wel hoop ik door de liefde van uw goddelijk Hart er reeds in het H. Sacrament der Biecht de vergilfenis vau bekomen te hebben. Maar nu ik U, God van heiligheid, zal nd gaan ontvangen, moet ik op nieuw mijue üs zonden betreuren, die tallooze fouten en ge-jk breken, waardoor ik uw liefdevol Hart zoo

ii, vaak , zoo bitter bedroefd heb. Ja, ik verfoei so mijne boosheid en smeek U, waseh mij meer i; en meer van mijne ongerechtigheden en zui-e- ver mij van mijue zonden. Ach! koude ik tot ■r U naderen in dat kleed der onschuld, dat Gij

8 ♦

-ocr page 180-

178

mij in het H. Doopsel geschonken hebt. cy

Helaas! ik kan het bedrevene niet ongedaan maken ; maar Gij, Heer, kunt mij volkomen zuiveren, neem alles weg, wat in mij aan uw goddelijk Hart mishaagt; door uwe genade gesterkt zal ik een geheel ander leven gaan leiden. Ik ken mij zeiven nog niet, ^'a maar zeg mij, lieve Jesus, waarin ik te kort 'in'. schoot; mijn hart is bereid, om voortaan ''jquot;1 alles te doen, wat U behaagt. Neeu, niet meer zondigen , geen zoude meer, lieve Jesus! neen, geen zonde meer! d(;

ziji

OEFENING VA.N VERLANGEN.

Kom dan, dierbare Verlosser, kom, Wel eri

beminde mijner ziel, kom, neem bezit van pe

mijn hart. Ontsteek dat hart door het vuur in

uwer goddelijke liefde. Mijn hart verlangt wi

naar U, hot brandt van verlangen naar uwe m

komst; met U vereenigd, door den gloed van w

uw goddelijk Hart ontstoken , zal het voor- u

taan voorUslechts kloppen, niets wenschcn, p

niets verlangen, niets beminnen op aarde n

buiten U. O, kom dan, lieve Jesus, kom dan 1 z

en toef niet langer. Amen. ! c

Als de Priester de H. Hostie toont, zeggende : zie het Lam Gods, dat de zonden der wereld wegneemt,

vestig dan de oogen uwer ziel op het goddelijk Hart,

betuig nogmaals uwe onwaardigheid, en ga dan tot Jesus met een onbeperkt vertrouwen en een bnndend verlangen.

A

-ocr page 181-

179

GEBEDEN NA DE H. COMMUNIE.

OEFENING VAN AANBIDDING.

Wat zal ik zeggen tot U , lieve Jesus, die tlimis in mijn binnenste woont? Hoe zal ik, arm schepsel, U mijne hulde bieden ? Mler-zaligste Maagd Maria, alle Engelen en Heiligen ! ziet wat gvoote dingen de Heer aan mij heelt gedaan; vereenigt U met mij om de ontferming van mijn .lesvis te prijzen en zijne oneindige Majesteit te verheerlijken.

O Jesus ! (Jij zijt mijn God ! met biijdsehap erken ik uwe heersohappij over al het geschapene en mijne algeheele afhankelijkheid. Met innige onderwerping zal ik steeds naar uw woord luisteren en mij verheugen, dat ik mijn verstand aan uwe uitspraak mag onderwerpen; spreek, Heer, uw dienaar luistert naar elk woord , dat van uwe goddelijke lippen vloeit. Ik erken al de macht, die Gij over mij hebt, en ik zal uw gezag eerbiedigen , zoo dikwijls de H. Kerk, die in uwen naam onderwijst en bestuurt, tot mij zal spreken.

Op U stel ik al mijn vertrouwen. Laat de wereld op hare ijdelheden roemen, ik zal mij verblijden in U en in de ontferming van uw goddelijk Hart. Gij zijt het licht mijner ziel, de sterkte mijns harten, de troost in mijn

-ocr page 182-

180

lijden; met U ben ik rijker dan de vorsten verf

der aarde. gav

U bemin ik boven al; moelit ik steeds zoo iV

innig met U vereenigd zijn, aan U altijd kun- bei

nen denken , met U zonder ophouden kunnen gee

spreken, altijd met U en voor U alleen kun- loc

nen bezig zijn! Maar ik leef'te midden van ba£

aardsehe zorgen en verstrooiende bezigheden. gef

Geel' toch, dat ik daarom U niet uit het oog gc1

verlieze, dat ik zoo dikwijls mogelijk aan mi

U denke, tot U verzuchte, dat ik steeds mijn Gi

arbeid verrichte ter liefde van U en ter ver- ge heerlijking van uw goddelijk Harte.

ik

OEFENING VAN DANKBAARHEID. lit

u

In dit plechtige oogenblik gevoel ik, lieve b

Jesus, op eene geheel bijzondere wijze mijne v

volslagene onmacht. Ik zoek of ik niets kan li

vinden, om U met een dankbaar hart aan te t

bieden; maar ik zoek te vergeefs. Alles wat a

ik ben, alles wat ik heb behoort reeds lang u aan U. Gij hebt mij geschapen, en hebt dus • t mijne toestemming niet noodig,om over mij

en het mijne naar welgevallen te kunnen 1 beschikken; Gij hebt mij daarenboven vrij- Ê lt;

gekocht; ik behoor U dus geheel en al toe. i En welk nut is er ook voor U in mijne dienst en in mijne dankbare liefde gelegen ? Ik kan uwe glorie niet vermeerderen, noch uw geluk

-ocr page 183-

181

vergrooten ; Gij zijt mijn God cu hebt, mijne gaven niet noodig.

Maur ook hier ondervird ik weder de goedheid van uw goddelijk Hart. Ofschoon Gij geen behoefte aan mij hebt, wilt Gij mij toch de verdiensten en de vreugde der dankbaarheid schenken. Waar ik niets kan vinden, geeft Gij mij uwe goederen, opdat ik ze terug geve met een dankbaar hart. Ofschoon Gij mij niet noodig hebt, vraagt Gij toch , alsof Gij mij noodig hadt, en zegt; mijn kind, geef Mij uw liart.

Lieve Jesus! gaarne en met vreugde schenk ik het ü, het is mijn vurigste wensch, dat het alleen voor U moge kloppen en dat het U nooit ontrouw worde. Gij kent al de zwakheid en onbestendigheid van dit hart; bevestig liet in uwe. liefde , herinner mij dagelijks aan de ontferming van uw goddelijk Hart over mij, opdat ik nooit ophoude uit al dc krachten mijner ziel U te danken en uwe onuitputtelijke liefde met wederliefde te vergelden.

O Maria, lieve Moeder! Engelen en Heiligen des Hemels ! vereenigt U met mij, om den Heer te danken, want zijne liefde kent geen grenzen, zijne barmhartigheid is zonder maat.

-ocr page 184-

183

HERNIEUWING DER GOEDE VOORNEMENS.

Scliaamto overdekt mij, als ik er aan denk, hoe dikwerf ik reods mijne goede voornemens hernieuwd heb, en ze, helaas, even dikwerf weer hel) verbroken. Nogtans vertrouwende op de goedheid van uw goddelijk Hart waag ik hel op nieuw, om mijne voornemens aan uwe voeten neêr te leggen. Heer! mocht Gij vooruit zien, dat ik Ü ooit grootelijks zou vergrammen, neem mij liever uit deze wereld weg. Is het voor mij noodig, dat tegenspoeden , lijden, armoede . ziekte en verlatenheid mij treffen, laat ze. Heer, over mij komen , zend ze mij toe in uwe oneindige barmhartigheid ; maar laat nooit toe, dat ik van U gescheiden worde.

Tk stel mij geheel in uwe handen; alles wat mij overkomt zal ik beschouwen als een geschenk uwer ontfermende liefde. Door uwe genade geholpen, zal ik met ijver waken en bidden. Dikwijls hebt Gij mij gewezen op mijne gebreken; ik zal ze bestrijden. Inzonderheid neem ik mij vastelijk voor, lieve Jesus, om mijn hoofdgebrek te bestrijden, om deze

bepaalde zonde____ niet meer te bedrijven.

lederen morgen zal ik dit voornemen hernieuwen en iéderen avond zal ik onderzoeken of ik daaraan ben getrouw gebleven.

-ocr page 185-

183

Zegen, lieve Jesus, door de goedheid van uw allerheiligst Hart, deze hoilige voornemens , versterk ze door uwe goddelijke genade, geef dat ik daaraan getrouw blijve alle dagen tot aan het einde van mijn leven.

SMEEKGEBET).

Maar de liefde vordert, dat ik ook bidde voor anderen. Wie zou dat kunnen vergeten in deze kostbare oogenblikken ? Zegen daarom , lieve Jesus, mijne dierbare ouders, zegen hen voor al het goede mij bewezen, beloon hen met de eeuwige zaligheid; zegen mijne broeders en zusters, mijne naastbestaanden, vrienden en weldoeners; zegen allen, die zich in mijne gebeden hebben aanbevolen, allen, aan wie ik beloofd heb en voor wie ik verplicht ben te bidden.

Bewaar de onschuldigen, bevestig en -ver-sterk de rechtvaardigen, bekeer de ongeloo-vigen , dwalenden en zondaren.

Ontferm U over de zielen in het vagevuur , inzonderheid smeek ik U voor de meest verlatene en voor N. N.

Zegen onzen H. Vader den Paus, ondersteun hem in den zwaren strijd, dien hij in onze dagen van ongeloof tegen de vijanden der H. Kerk te voeren heeft, en voer hem met de hem toevertrouwde kudde tot de

-ocr page 186-

184

eeuwige zaligheid. Zegen den Opperherder van dit, bisdom en alle zielenherders, opdat zij met ijver arbeiden aan do zaligheid der zielen. Zegen, lieve Jesus, de gansohe heilige Kerk; neem de dwalingen, ergernissen en scheuringen weg, verbreid haar meer en meer over de gansche aarde, en verhaast door de liefde van uw goddelijk Hart het oogenblik, waarop zij over al hare vijanden zal zegevieren, bloeien en rijke vruchten dragen in alle deden der aarde.

Bid vervolgens de Litanie van het allerheiligst Hart van Jcsm en de gebeden om den ailaat te verdienen.

-ocr page 187-

DERDE COMMUNIE-OEFENING.

Als mcu de U. Mi«sc «iet kan bijwoneu.

OVERWEGINGEN EN GEBEDEN VÓÓll l)E H. COMMUNIE.

EERSTE OVERWEGING EN GEBED. — Wie zijt Gij, mijn Heiland Jesus Christus! dien ik heden in de H. Communie zal mogen ontvangen? O mijn God! Gij zijt de eeuwige , de eeniggeboren Zoon dos V aders, de afglans zijner heerlijkheid en zijn zelfstandig evenbeeld. Gij zijt almachtig, eeuwig, heilig, oneindig goed en rechtvaardig, als de Vader. Ofschoon Hemel en aarde U niet bevatten kunnen, was het nogtans voor uwe liefde niet genoeg onze menschelijke natuur aan te nemen, om het werk onzer verlossing te kunnen volbrengen; maar Gij wildet U zei ven nog veel dieper vernederen, door middel van dit allerheiligst Sacrament in ons hart uw intrek nemen en daar uwe woonstede oprichten. Het was niet genoeg voor uwe liefde, drie en dertig jaren op aarde te verblijven, om voor ons te lijden en te sterven, maar Gij wildet nog den troon uwer genade zichtbaar op onze Altaren opslaan, om voortdurend onder ons te wonen,

-ocr page 188-

186

opdat wij ten allen tijde daarheen onze toevlucht nemen, daar hu!]) en troost, raad

en bijstand zouden vinden.....

O eeuwig Woord des Vaders! Wat heeft U bewogen, om uwe oneindige glorie te verlaten , om onder de nederige gedaante van brood op onze altaren at' te dalen? Wat heeft U, Koning van glorie, die hoog boven alle Hemelen in oneindige Majesteit zetelt, wat heeft U bewogen, om ook op aarde op een zoo uederigen troon in het Tabernakel uwe woonstede te vestigen ? Wat drijft U aan , mij nietig aardworm te bezoeken en de spijze mijner ziel te willen zijn? O, uwe liefde, uwe oneindige liefde heeft U tot die diepe zelfvernedering gebracht. Zoo diep wilt Gij U vernederen, om mij tot LT te kunnen opheffen. Door zo',! groote liefde wilt Gij mij bewegen , om U mijne wederliefde te toonen. O, mocht ik U kunnen beminnen, zoo als Gij mij bemint! Mocht ik U kunnen eereu en verheerlijken, zooals Gij het verdient! Mocht ik U zoo waardig kunnen ontvangen, als uwe oneindige heiligheid en grootheid zulks zou vorderen ! Maar helaas! hoe bezoedeld, hoe ellendig, ja, afschuwelijk is nog mijn hart , waarin Gij uw intrek wilt nemen! Ach goedertieren, genaderijke Verlosser! wil zelf mijn arm hart waardig voorbereiden, opdat het U welbehagelijk worde. Zie, ik betreur mijne zonden, zij zijn

-ocr page 189-

187

mij van gansclier harte leed, ik wensch ze met de vurigste liefdetranen uit te vvissehen en U nimmermeer te bedroeven. O, mijn liart verlangt naar U. Tot U moetik naderen, U moetik ontvangen, zoo ik waarachtig leven en hulp vinden wil in mijnen nood. O, gewaar-dig ü dan , liefste Jesus ! door een enkel woord mijne ziel te zuiveren en mijn hart te bereiden volgens uw goddelijk welbehagen. Amen.

TWEEDE OVERWEGING EN GEBED. — O mijn Jesus! minnaar en vriend der zuivere zielen, hebt Gij negen maanden ïang onder het hart van Maria gerust en hare ziel met de heerlijkste genadegaven versierd,.... hebt Gij bij de komst uwer Moeder in het huis van Zacha-rias, den H. Joannes den Dooper geheiligd en moederen kind met don li. Geest vervuld, zult Gij dan, daar uwe macht en goedheid nog altijd dezelfde is, bij uwe komst in mijn hart, ook mijne ziel niet met de grootste genadegaven verrijken ? Eu toen Gij laterals hulpeloos kindje in de kribbe laagt en door herders en wijzen aanbeden werdt, hoe rijk hebt Gij toen die dienst van godsvrucht beloond, en zult Gij dan ook mij , zoo ik U met eeu levendig geloot' in dit 11. Sacrament aanbid, uwe rijke gaven niet schenken? In uw openbaar leven hebt Gij al weldoende Judea's velden doorwandeld en in steden en dorpen

-ocr page 190-

188

aan allen wel gedaan, de zieken genezen en dooden zelfs ten leven opgewekt, en zoudt Gij mij dan in mijne diepe ellende laten versmachten, mijne ziel niet genezen, niet opwekken tot het leven der liefde en genade? Zijt Gij, om mij te verlossen, gevangen genomen , gebonden, gegeeseld, metdoornen gekroond , bespot en aan het kruis genageld; hebt Gij aan het kruis voor uwe vijanden gebeden, den moordenaar vergiffenis geschonken en hem met ongehoorde goedgunstigheid het Paradijs beloofd; zult Gij dan , wanneer Gij mij komt bezoeken, ook mij mijne zonden niet vergeven, ook mij niet met gunsten overladen en aan de verdiensten van uw lijden en sterven deelachtig maken? En hier in dit H. Sacrament zijt Gij nog altijd dezelfde, die Gij op aarde waart, dezelfde, die aan het kruis de hel overwonnen hebt, die glorievol van den dood opstondt, ten hemel voert en daaraan de rechterhand des Vaders troont, van waar Gij eens zult wederkomen om levenden en dooden te oordè'elen. Dezelfde bediening als Hoo-gepriesteraan het kruis, als verzoeaervan onze zonden , als middelaar bij den hemolschen Vader, als rechter over de gansche wereld blijft U ook in het allerheiligste Sacrament bij. En Gij verlangt van ons, lieve Jesus ! dat wij met hetzelfde geloof en met hetzelfde vertrouwen tot U zullen naderen, als wanneer wij

-ocr page 191-

189

ü met onze eigene oogen zagen; ü, o verborgen God , onder de gedaante van brood schuilende!....

Ja, mijn Jesnsl ik geloof', dat Gij in het allerheiligste Sacrament des Altaars waarlijk en wezenlijk tegenwoordig zijt. Neen, niets ter wereld zal mij ooit in dit heilig geloof doen wankelen, terwijl ik kinderlijk vertrouw van U al die genade te verkrijgen, welke ik bij zoo heilige handeling dringend noodig heb. Ik aanbid, ik loof en prijs U als mijn Heer en God, en val in den geest met de H. Magdalena voor uwe voeten neder, om U ontferming en vergiffenis voor al mijne zonden af te smeeken. Met die zieke vrouw raak ik den boord van uw kleed aan , opdat Gij mijne ziele moogt genezen ; met den H. Thomas leg ik mijne hand in uwe heilige wonden , opdat Gij mijn verstand moogt verlichten , mijn geloof versterken, mijne liefde ontvlammen, opdat ik uit het diepste mijns harten U kunne toeroepen; mijn Hiïeu en mijn God! Amen.

derde overweging en gebed. — Met hoeveel liefde en verlangen zijt Gij, mijn Jesus! niet opgetrokken naar de zaal van het laatste Avondmaal te Jerusalem, om daar het paasch-lam met uwe leerlingen te eten en vervolgens het allerheiligste Sacrament des Altaars in te stellen! Hoe ernstig, plechtig en liefdevol

-ocr page 192-

190

zeidet Gij toen aan uwe Apostelen; vurig heb Ik verlangd, dit paaschlam met u te eten voor dat Ik Ujdc. O ! met datzelfde verlangen, met diezelfde liefde, wilt Gij nog lieden dien god-delijken maaltijd metmij houden, zelf'noghet paasclilam zijn , waarvan ik mag eten.—Maar hoe groot was niet uw ootmoed, o mijn Jesus ! toen Gij, alvorens dit Geheim van liefde in te stellen, in onbegrijpelijke zelfvernederingvoor uwe Apostelen nederknieldet, om hun de voeten te wasschen , hen te reinigen en te zuiveren. Die zuiverheid des harten, die reinheid der ziele vordert Gij ook van ons, lieve Jesus! om aan dien goddelijken disch te mogen aanzitten ; maar ook ons wilt Gij reinigen, onze zielen van alle zondesmetten afwasschen, wanneer wij maar in ootmoed en met waarachtig berouw U om vergiftenis bidden van onze zonden , en ze van ganseher harte betreuren.

Eindelijk naderde dan dit heilig oogenblik. Met heiligen en pleehtigen ernst naamt Gij het brood in uwe heilige en eerbiedwaardige handen, en uw hemelsehen Vader dankende zaagt Gij op ten Hemel, en nadat Gij het gezegend en gebroken hadt, gaaft Gij het aan uwe leerlingen, zeggende : Neemt en eet, dit is mijn lichaam. Insgelijks naamt Gij den kelk, en dank zeggende zegendet Gij hem en gaaft hem over aan uwe leerlingen zeggende: Neemt en drinkt allen daaruit, want dit is mijn bloed. —

-ocr page 193-

191

Evenzoo, lieve Jesus! wilt ttij lieden onder de gedaante van brood waarlijk tot mij komen , indringen in mijne ziel en daar met mij het heilig liefdemaal vieren. Geef toch, goede God, dat ik met den diepsten ootmoed, meteen brandend verlangen, met vurige liefde tot U nadere. Hoe is 't toch mogelijk, mijn God, dat Gij verlangen kunt eene zoo innige vereeniging aan te gaan met eene ziel zoo arm, zoo ellendig als de mijne. Weet Gij dan niet, alwetend God ! dat ik ?oo vol ben van onreinheden en zonden ? En toch hebt Gij mij geleerd, hoe zuiver en rein ik wezen moet om U te ontvangen, toen Gij zelf de voeten uwer leerlingen gewasschen hebt! Ach! ik sidder en beet, om tot U te naderen, als ik aan uwe ontzaehelijke Majesteit en aan mijne ellende en zonde denk. Maar juist de liefde, waarmede Gij uwen leerlingen de voeten gewasschen hebt, wekt in mij het vertrouwen op, dat Gij ook mijne ziel van al hare zon-devlekken zult zuiveren, heiligen eu versieren. Met waarachtige vermorzeling des harten werp ik mij voor uwe voeten neder, en bid U, Heer! ook tot mij die troostvolle woorden te willen spreken : II- wil, ivordgereinigd; ja Heer, spreek slechts één woord en mijne ziel zal gezond worden.

Maar wanneer Gij mijn Jesns, vurig verlangt dit goddelijk Liefdemaal met mij te

-ocr page 194-

192

houden, met welk innig en vnrig vcvlangen, met welke brandende begeerte moot dan mijne /.iel niet vervuld zijn, om zich met U te vereenigen! Als een dorstige naar de frissche waterbron, als een hongerige naar eene welvoorziene tafel, zoo moet ik haken naar U, mijn Heer en mijn God! Zie, met dat heilig, dat brandend verlangen van zoovele vrome en rechtvaardige zielen wensehte ook ik heden tot uwe H. Tafel te naderen, verlangt thans mijne ziel naar U, o mijn God, de bron der levende wateren. — Met de hartelijkste liefde gaaftGij U zeiven in het H. Avondmaal uwen leerlingen tot spijs; met de hartelijkste liefde wilt Gij U ook heden op de innigste wijze met mij vereenigen, het geestelijk voedsel worden mijner ziel. Ach, mijn Jesus! hoe kan mijn hart dan nog zoo koud, zoo onverschillig , zoo gevoelloos zijn voor uwe onbegrijpelijke liefde? Ach, mijn Jesus! ontsteek Gij dan mijn hart door het vuur uwer goddelijke liefde, en geef, dat ik met dat liefdevuur, waarmede zoovele Heiligen U in de H, Communie hebben ontvangen, ook heden tot U moge naderen. O! kom dan, lieve Jesus ! en toef niet langer; kom ueem bezit van mijn hart; 't behoort aan U, het zal voor U slechts kloppen; kom en vereenig U met mij op de innigste wijze ; kom , mijn hoogste Goed, mijn God en mijn Al! Amen.

-ocr page 195-

193

VBKZUCHTINGEN VÓÓR DE H. COMMUNIE.

Van den U. Frauciscus van Sales.

O mijn Jcsus! mijne liefde , mijne ware eu volmaakte liefde! wat onbegrijpelijke goedheid , dat Gij tot mij ellendige wilt komen ! O! kom dan, ja, kom, verlangen mijns harten , mijne ziel verzucht naar U. — Ik draag U, mijn God, deze H. Communie op, om te voldoen aan uw verlangen , om tot mij te komen en mij metU te vereenigen , met U, mijn God en mijn Al. — O wonder! om mijnentwille wil een God uit den Hemel dalen en zijne Majesteit onder don nietigen sluier van brood en wijn verbergen. Hoe waar is 't, dat Gij, mijn Jesusl de uwen bemind, ja, tot het einde toe bemind hebt door de instelling van dit goddelijk Sacrament!

O mijn God I Gij zijt de goedheid, de liefde zelve; hoe is 't dus mogelijk, dat ik iets anders zou kunnen beminnen dan U? Ach, Heer! trek mij meer en meer tot U, verberg mij in het diepste nws harten. Aan uwe liefde, aan uwe goedheid geef ik de voorkeur boven alles, wat er in de wereld is. Gij zijt het eenig voorwerp mijner liefde en van al mijne verlangens. Ik wil alles verlaten, om U te beminnen. Geef mij uwe genade om dit ten uitvoer te brengen, want zonder TJ kan ik niets.

9

-ocr page 196-

194

Acli, mijn Geliefde! daar Gij wilt, dat ik TI nitnmermefr vorlieze, bewaar mij dan vnor U on trok mij door uwe genade sterk tot U. Ik ben niets, ik kan niets. uit mijzelven ben ik tot niets in staat; maar laat mij intnsschen niet ondankbaar zijn voor zoovele genaden, die Rij mü roods liebt gelieven te bewijzen. Ik bied mij aan , om ter liefde van U quot;elieel beroofd to zijn van alle soort van ajevoelis^e vertroostingen . en alle kwellingen te lijden , welke liet U mocht behagen mij over te zenden. Ik ben en zal geheel de nwe zijn, en ik brand van verlangen om niet sleehts nwe araven , maar ook ü zeiven af te smoeken. Ik verlang TJ te ontvangen, om mij meer met U te vereenigen.

O eeuwige Vader! ik draag U het lijden van uwen Zoon op tot mijne zaligheid en die der gansche wereld. Zie niet op mijne zonden , maar op de liefde van uw beminden Zoon jegens ons, waardoor Hij zich in dit H. Sacrament heeft tegenwoordig gesteld. Om deze liefde bid ik U, o mijn God, modelijden met mij te hebben.

Ik ben overtuigd , lieve Jesus , dat ik al-leronwaardigst ben om tot U te naderen en U te ontvangen, zoowel wegens de menigte mijner zonden als wegens de onreinheid mijns harten ; daarom roep ik tot U : ach, Heer! ik ben niet waardig, dat Gij onder mijn dak

-ocr page 197-

195

komt. En had ik ook al de liefde der Serafijnen, no}? zon ik onwaardig zijn om U te ontvangen ; daarom herhaal ik het: Heer! ik ben niet waardig. Maar kom Juist daarom, God van liefde, beminnelijke God, en bewerk in mijn hart datgene wat Gij van mij verlangt! Ik ben een ellendige; maar uwe aroedheid slaat geen acht op mijne ellende. Kom in mijne ziel en reinig, heilig en versier haar met deugden; neem bezit van mijn hart en ontruk daaruit alles wat U mishaagt; neem bezit van mijn lichaam en bewaar het voor U, en laat mij nimmer van uwe liefde meer scheiden.

O verslindend vuur! verbrand en verteer alles in mij, wat uwer goddelijke tegenwoordigheid onwaardig is en wat een beletsel zou kunnen zijn voor uwe liefde en genade.

O Moeder van mijn Verlosser! heb medelijden met mij, armen zondaar; bid voor mij, opdat ik met eene volmaakte liefde uwen Zoon ontvange, en een hart, eene ziel worde naar zijn hart. Amen.

DANKZEGGING EN BEDE.

Na de H. Commniiie.

Zoo mag ik dan eindelijk mijn Jesus, den Geliefde mijner ziel, mijn God en mijn Heer, aan mijn hart drukken! Zoo zijt Gij dan in

-ocr page 198-

196

mij , liefdevolle Verlosser! en woont Gij werkelijk in mijn liart!.... Vanwaar komt mij die genade, dat mijn Goden mijn Heiland mij bezoekt! Omogen de Engelen en Aartsengelen, de Cherubs en Serafs U met mij en voor mij aanbidden, loven en prijzen en danken, dat Gij U gewaardigd hebt bij een zondaar uw intrek te nemen en zijn gast te worden! ja, mogen alle Machten des Hemels U prijzen en hun lofgezang aanheffen: Heilig!, heilig, heilig is de Heer, God der heerscharen! Met David wil ik uitroepen : Loof den Heer, mijne ziel, en al wat in mij is, loof zijn heiligen Naam ! — O Maria, machtige Koningin des Hemels! help mij met de reien der maagden uwen en mijnen Jesns loven en danken. — O , gij heilige Aartsvaders en Profeten, roemwaardige Apostelen en Martelaren ! looft den Heer, die zich gewaardigd heeft mij, arm schepsel, te bezoeken. O! hoe gelukkig ben ik thans ; de allergrootste genade is mij heden te beurt gevallen. Gij, mijn Jesns, de Koning van onsterflijke glorie woont thans in mijn hart. O Hemelen , staat verbaasd! Hij, die de hoogste van allen is, heeft zieh met den geringste van allen vereenigd, t e Schepper zijn arm schepsel bezocht! — Ach, mijn Heer en mijn God ! hoe gaarne zou ik U nu alle mogelijke eer bewijzen; maar ik ben zoo arm en ellendig. Welke hulde zal ik U aanbieden.

-ocr page 199-

197

wat zal ik U geven ? Gij hebt alles; Hemel

en aarde is liet uwe; de Engelen dienenU, de elementen gehoorzamen U en verkondigen de heerlijkheid van nwen Naam. Ik heb niets dan woorden, om U mijne dankbaarheid en liefde, mijne aanbidding, huideen vereering te bewijzen ; niets dan een arm hart, om dit geheel nan uwe liefde , aan uwe dienst toe te wijden. O neem dat hart, bind en keten het geheel aan U vast, opdat het nooit meer van U, het hoogste goed, verwijderd worde; neem het aan als een offer van dank voor alle genaden, die Gij mij bewezen hebt, en laat nimmer toe, dat er ooit eene andere liefde in wone dan de liefde tot U, mijn besten en zoeten Heer en Meester.

O, laat ik U toch beminnen, beminnen met geheel mijne ziel, beminnen boven alles! Uwe liefde is het leven der ziel; zonder liefde blijf ik in den dood. Maar die liefde, die ware, heilige liefde komt slechts van U , die de bron van alle liefde zijt. — O, geef mij dus liefde, goede Jesus! verwond mijn hart met de pijlen uwer liefde, zooals Gij het hart uwer heilige dienares Teresia verwond hebt. Laat het verslindend vuur van uw van liefde vlammend Hart mijn hart ontsteken en het geheel in liefdegloed verteeren. Ja, lieve Jesus! ik bemin U, U alleen ; in deze liefde wil ik leven en sterven. — Maar nog andere gena-

-ocr page 200-

198

den heb ik noodig voor mijne arme ziel. Gij zijt immers thans bij mij met al de schatten uwer genade, om mij in alles te verrijken. Gij kent mijne armoede, mijne behoefte, mijnen nood. Gij weet, hoe zwak ik ben, hoe vele goede voornemens ik reeds gemaakt, hoo-vele plechtige beloften ik U dikwerf gedaan en helaas ! zoo spoedig weer verbroken heb. Meermalen was eene kleine bekoring, ecne nietige aanleiding genoeg, om mij weêr ontrouw te maken. O , almachtige God! geef mij dus kracht en sterkte om te overwinnen; help mij, om mijne oogen en mijne tong te beteugelen; sta mij bij, om toch niets toe te stemmen wat U mishaagt. Geef mij een goeden wil en kracht om dien te volbrengen.

O, mocht ik U altijd bij mij hebben, lieve Jesus! wat zou mijne ziel dan nog kunnen schaden ? O blijf dus bij mij en verlaat mij niet. Help mij, om geen enkelen dag te verzuimen, uw heerlijk voorbeeld na te streven. Leermij zachtmoedig en ootmoedig van harte zijn. Sta mij bij, om in alles te gehoorzamen, om de engelachtige deugd van zuiverheid nooit in 't geringste te kwetsen. Stort in mijn hart eene werkdadige liefde tot den evenmcnsch en bestier al mijne gedachten, woordenen werken zoodanig, dat zij slechts tot uwe eer en tot mijne zaligheid verstrekicen. Amen.

-ocr page 201-

199

LIEFDEZUCHTEN NA DE H, COMMUNIE.

VAM DEN H. FRAHCIBOUS VAN SALES.

O overmaat van liefde ! allerheiligste Hostie! ik aanbid U in mijn binnenste. Mijn Jcsus! één liart is te weinig, om U te beminnen, ééne tong niet voldoende, oia uwe goedheid te loven. Wat ben ik, o mijn Verlosser ! U niet verschuldigd, dat Gij mij, arm schepsel, hebt willen bezoeken? Tot dankbaarheid voor eene zoo groote weldaad, offer ik mij geheel aan U op.

Neen, ik leef voortaan niet voor mij zel-veu; Jesus alleen zal in mij leven. Hij is do mijne, ik ben de zijne in eeuwigheid. — O liefde, liefde, neen, geene zonden meer! Nimmer zal ik de goedheid en barmhartigheid van Jesus, mijn Verlosser en mijn gast, verbeten. Ja, mijn God! ik geloot zonder eeui-genDtwijfel, dat Gij met ziel en lichaam iu mijn binnenste zijt. Met godheid en menseh-heid zijt Gij op dit oogenblik in mij en met mij op 't innigste vereenigd.

Mijn zoete Zaligmaker! met een verteederd hart, zeg ik TJ dank voor deze groote weldaad. Wees daarvoor duizendmaal gezegend ; geef, mijn God, dat ik II dankbaar zij zooveel Gij het verdient, ten minste zooveel ik vermaa. Mogen uwe allerheiligste Moeder en

-ocr page 202-

200

alle Engelen en Heiligen des Hemels U voor mij danken, loven en prijzen ! Al den lof en dank, welke U ooit door alle schepselen bewezen zijn of nog bewezen zullen worden, draag ik U voor mij op.

O mijn God! Gij komt om U met mij te vereenigen, om de verdiensten van uw lijden overvloedig op mij toe te passen en mij te heiligen. Bewerk dus in mij al hetgeen waarom Gij komt! Alwijze, almachtige God ! laat de vrucht van uwe komst voor mij niet verloren zijn. Vereenig U met mij en mij met U door eene onafscheidelijke vercenigiug en eene volmaakte liefde, en maak dat ik een geheel goddelijk leven leide.

O mijn Jesus! Gij weet wat mij ontbreekt; Gij kent mijne zwakheid; Gij weet dat ik zonder U tot niets in staat ben. Heb dan medelijden met mij; geef mij nederigheid, zuiverheid des harten , liefde en overeenstemming met uw heiligen wil, sterkte tegen de kwade gewoonte, vergiffenis mijner zonden en de genade om er niet meer te bedrijven; geef mij eene volledige verachting van alle goederen dezer wereld, opdat ik niets anders beminne dan U. Geel' mij geduld, om uit liefde tot U alles te lijden, wa~, mij zal overkomen. Ik hoop alles van uwe goddelijke goedheid en liefde. O allerheiligste Maagd, mijne lieve Moeder! bid uwen Zoon, om de liefde,

-ocr page 203-

201

die Hij u toedraagt, dat Hij mij datgene geve, waarom ik Hem vraag.

O mijn God, mijn eenig goed! ik verheug mij over uwe oneindige volmaaktheden, meer dan dat ze dc mijne waren; en ik verheug mij, dat niets ter wereld ze U kan ontnemen of verminderen. Kom dan op dit gelukkig uur, lieve Jesus, die altijd volmaakt en oneindig zijt; mijne liefde en mijn God, kom , om mij geheel den uwe te maken.

O God mijner ziel, die boven alle schepselen verdient bemind te worden : ik verklaar, dat Gij het eenig voorwerp van mijne verlangens, van al mijne neigingen zijt, dat ik aan U de voorkeur geef boven alle goederen dezer wereld en boven mij zeiven. Ik wil U getrouw zijn en nimmermeer van U gescheiden worden.

Ik verlaat mij geheel op U, ik berust geheel in uw goddelijk welbehagen, door met allen eerbied en liefde al wat Gij over mij zult willen besluiten volgaarne te omhelzen. En ik bid U, dat alles vervuld worde, wat Gij in tijd en eeuwigheid over mij beschikt hebt; maar ik hoop eenmaal uw goddelijk aanschijn en uwe oneindige schoonheid te aanschouwen. O God! trek mij tot U opdat ik U bemiune, opdat ik braude van liefde tot U; welke liefde ik wensch, dat mij geheel moge verteeren. Verberg mij geheel in U ,

-ocr page 204-

202

opdat de schepselen mij voortaan niet meer vinden kunnen.

O eeuwige Vader! vervul uit liefde tot uwen Zoon mijn geheugen met heilige gedachten , die het noodzaken, om steeds aan U en aan uwen Zoon te denken. Maak, dat ik altijd wete en doe, wat Gij van mij verlangt. En Gij, Heilige Geest! vervul mijn wil met heilige begeerten en neigingen, en laat die vruchten van genade en liefde voortbrengen.

Mijn God en mijn Al! ik wil niets meer zoeken buiten U, omdat ik alles in IT kan vinden. O beminnelijkste Vader! maak dat ik de grootste zorg hebbe voor uwe heilige dienst, zooals Gij die hebt voor mijne volmaaktheid. Ik wenschte, dat al mijne gedachten zich daarheen richtten, om verschillende wijzen uit te denken, om U te behagen, en mij zeiven voor zonde te bewaren, opdat ik U toch nooit meer bedroeve.

O vleesch geworden Woord! maak, dat ik U beminne en niets anders beminne dan U. Verwijder van mij alle gelegenheden, die mij van uwe liefde zouden kunnen scheiden. Neem mijn hart geheel in bezit, dat Gij door uw bloed hebt vrijgekocht; zie neer op mijne behoeften, verlicht en ontvlam mij en maak mij geheel bereid, om in alles uw heiligen wil te volbrengen.

Almachtige Jesus ! neem alles van mij weg,

-ocr page 205-

20S

wat in mij eon beletsel zou kunnen zijn, om uwe almacht eu goedheid in mij te doen werken. Ik wijd TJ geheel mijne vrijheid toe. Heb medelijden met mij wegens het misbruik, dat ik er van gemaakt heb, cn genees mij van allo onzuiverheden en ongetrouwheden, en vervul mij weder met uwe genade en wijsheid. Ik verlaat mij geheel op U, o mijn Josus! ik wil geheel de uwe zijn; ik wil met ijver arbeiden ter uwer verheerlijking on met geduld alle kwellingen lijdon; geef dat ik mij alleen bozig honde met datgene, wat U tot genoegen kan verstrekken.

Mijn God! geef dat ik U zien moge door een levendig geloof, om U te loeren kennen en beminnen; dat ik uw wil zie en orkonne, om dien ten uitvoer te brengen; dat ik mij zolven zie, om te erkennen, hoo mismaakt ik bon, om oen afschuw van mij zolven te krijgen en mij diep te vernederon, on dat ik eindelijk in de eeuwigheid uw heerlijk ann-sehijn moge aanschouwen. — Heer! ik heb, als de verloren zoon, mijn goed verkwist, maar uwe barmhartigheid heb ik gelukkig niet kunnen verspillen. VorgifTonis dus en genade, o miju God ! en geef, dat ik voortaan uw wil tot eenig richtsnoer van mijn leven nemo, en niet mijne zinnen of het mensche-lijk opzicht. Schrijf in mijn hart de wet uwer liefde, opdat ik daarvan nimmermeer afwijke.

-ocr page 206-

204

Neen, Heer! geef mij nooit over aan de maeht mijner vijanden, aan do kracht mijner k

ondeugden; vergeet niet, dat ik het werk a;

uwer handen ben; laat niet toe, dat ik de n

prooi der duivelen worde. Ik ben een zon- e

daar, ja, maar ik ben door uw goddelijk b

bloed vrijgekocht. Eeuwige Vader! beschouw t

het lijden van uwen Zoon, wiens verdiensten c

voor mij om genade en barmhart igheid roepen. ^

Die verdiensten offer ik ü op, en uit kracht i

daarvan bid ik U, onthecht mij aan al het gt;

aardsohe , ontsteek in mij het vuur uwer '

goddelijke liefde, geef dat ik leve cn stervo in volledige overgeving aan uw goddelijken wil met een levendig geloof, eene vaste hoop en eene volmaakte liefde.

O mijn Jesus! geef, door de eeuwige liefde ,

die Gij mij steeds hebt toegedragen, dat ik U voortdurend en hartelijk beminne al den tijd,

die mij op aarde nog te leven overblijft, opdat ik U eens eeuwig kunne beminnen in den Hemel. O God van liefde! maak dat ik alleen voor ü leve. Wanneer zal ik toch eens geheel aan U toebehooreu, zooals Gij geheel de mijne zijt? Wanneer zal ik mij zelven eens geheel afsterven , om geheel voor uwe liefde te loven? Ik kan mij niet geheel aan U geven, zooals ik het zou moeten doen; neem mij daarom zelf, o mijn God,

en maak dat ik geheel de uwe zij.

ff

-ocr page 207-

205

Miju God! ik wil het gezicht niet gebruiken, dan om U en uwe heerlijke werken te aanschouwen en te bewonderen ; mijne tong niet, dan om van U te spreken , U te loven en te prijzen; mijn hart niet, dan om ü te beminnen; mijn lichaam niet, dan om het U ten offer op te dragen; mijn leven niet, dan om het TJ toe te wijden. O God van liefde! geei mij uwe liefde. Oneindige almacht! kom mijne zwakheid te hulp. Eeuwige wijsheid! verlicht de duisternis van mijnen geest. Onmetelijke goedheid, vergeef mij mijne boosheid. O altijd oude , en immer nieuwe schoonheid ! te laat heb ik U gekend, te laat heb ik U bemind. Doe nu met mij wat U behaagt, ik wil niets anders dan wat Gij wilt.

Ö heilige maagd en teedere Moeder! ik verheug mij met n, dat gij genade gevonden hebt bij God, dat gij het hart van uwen God gewonnen hebt; o, vereenig mij geheel met uwen Zoon, bid Hem voor mij en maak , dat Hij mij de genade geve, om datgene te volbrengen , wat Hij mij zal gelieven in te geven. Leer mij die deugden beoefenen, welke gij op aarde zoo heerlijk beoefend hebt; onthecht mij door uwe krachtige voorbede aan alles buiten God, opdat ik met al de krachten mijner ziel Hem aanhalige. Hem diene. Hem liefhebbe in tijd en eeuwigheid. Amen.

-ocr page 208-

200

TOEWIJDING AAN MARIA.

O allerheiligste Maagd en Moeder Gods Maria, mijne lieve Moeder en groote Koningin! Zie hier voor uw troon een ondankbaar kind, dat gij altijd hebt lief gehad, ofschoon ik het niet verdiende, daar ik uw lieven Zoon menigmaal door vele en zware zonden beleedigd heb. Maar gij hebt voor mij gebeden, omdat gij mij bemindet; gij hebt mij in den staat van zonde niet laten sterven, maar bij uw lieven Zoon genade, barmhartigheid en ver-giffenis voor mij verworven, Aeb, Moeder! zie dan met een oog van medelijden op uw arm en zwak kind neder. Ik kan u niets geven uwer waardig, maar al wat ik geven kan, dat sehenk ik u van daag : geheel mij zeiven , met al mijne vermogens en krachten, met al mijne neigingen en verlangens. Ik offer ii mijn lichaam, door de H. Communie geheiligd, om u in kinderlijke liefde en trouw te dienen. Ik oiferu mijneoogen, opdat zij niets dan u en uw goddelijken Zoon aanschouwen. Ik olfer u mijne ooren, opdat zij immer naar Jesus woorden luisteren. Ik olfer u mijne tong, om steeds uw zoeten naam en dien van Jesus met liefde uit te spreken, Ik offer u mijne handen, opdat zij voortaan slechts werken van deugd en liefde verrichten. Ik offer ii mijne voeten, opdat zij immer den weg

-ocr page 209-

207

dergereclitiglieid bewandelen. Ik offer u mijne ziel, mijne wenschen en verlangens, geheel mijzelven tot uwe lieilige dienst; ik beloof u eeuwige liefde en trouw.... En om deze mijne pleclitige belofte te vervullen, geef ik u mijn hart en smeek u het in mijn Hart van Jesus te verbergen en mij uwen zegen te schenken. Ik stel mij van daag geheel onder uwe moederlijke bescherming. Onder die heilige hoede wil ik leven en sterven, en stervende wil ik nog uw zoeten naam, met dien van uw goddclijken Zoon en van uw heiligen Bruidegom veroenigd , in kinderlijke liefde aanroepen ; Leve Jesus! leve Maria! leve Joseph! — Jesus! Maria! Joseph! ik geef u mijn hart en mijne ziel, in tijd en eeuwigheid. Amen.

-ocr page 210-

VIERDE COMMUNIE-OEFENING

OP DE VEESTKN UEB H. MAAGD MAKIA.

GEBEDEN voóu DE H. COMMUNIE.

1. Op het feest van Maria's onbevlekte ontvangenis.

O mijne glorierijke Koningin en gezegende Moeder ! hoezeer verheugt het mij, heden met de lolzaugeu der gansehe Kerk te mogen instemmen, die aan het verheven geheim uwer onbevlekte ontvangenis gewijd zijn. Met de gansehe H. Kerk geloot' en belijd ik, dat gij van het eerste oogenblik uwer ontvangenis vooralleerf'smetgevrijwaard, geheel rein en zuiver, zonder de geringste zondesmet geweest zijt; dat de erfzonde uwe reinste ziel nooit in 't geringste bezoedeld heeft en gij aan de schuld van den zondigen Adam nooit het minste deel gehad, nooit een enkel oogenblik onder Satans macht verzucht hebt. O verhevene Maagd en Koningin! hoe is het toch mogelijk, dat iemand, lie u als de heiligste Moeder des Verlossers erkent, denkeu kan, dat de vlek der erfzonde ooit een enkel oogenblik aan uwe reine ziel zou hebben kunnen kleven? Neen, uwe waardigheid

-ocr page 211-

2fi9

als Mooder Gods laat die gedachte niet toe. — .Tesus , de Zoon Gods , die uit u zijne menschelijke natuur aannemen, die van uw vleeseh en uw bloed zijn vleesch en zijn bloed ontvangen zou, kon en mocht niet dulden, dat aan u ooit de geringste smet van zonde of schuld gekleefd had. Eeiner, heiliger, onschuldiger , vlekkoloozcr dan de Engelen voor den troon Gods moest gij, zijne hoog gezegende Moeder, wezen. In niet te malen schoonheid, in onuitsprekelijke zuiverheid, in stralenden glans der hoogste onschuld staat gij heden voor mijne oogen, oallerzaligste, allerreinste Maagd ! en ik kan de vreugde niet uitdrukken, die thans mijn hart gevoelt, eene zoo geheel sehoone, onbevlekte, smettclooze Moeder en Meesteres in den Hemel te bezitten en mij haar kind te mogen noemen. Maar hoezeer het mij ook verheugt, dat gij zoo rein en vlekkeloos zijt van den geringsten adem der zonde , wordt nogtans deze vreugde in mij gestoord door de gedachte, dat ik, uw kind, van die vlekkclooze reinheid zooverre verwijderd ben; dat ik op u, mijne allerzuiverste Moeder, zoo weinig gelijk. Teen uw goddelijke Zoon menschwerden in uw schoot, onder uw hart rustte en van u zijn vleesch en bloed aannam, toeu vond Hij geeneschaduw van zonde in u, toen vond Hij alles zoo schoon, zoo geregeld, zoo rein en schul-

-ocr page 212-

210

dcloos, dat Hij van vreugde uitriep ; gij zijt yehcd acUoun , mijne vriendin, en er is (jeene vlek in u. Maar ach! hoe ziet het er met mij uit ? Mij zal heden de onuitsprekelijke gunst en genade te beurt vallen, uw godde-lijken Zoon in de H. Communie te ontvangen. Hij wil bij mij zijn intrek nemen en mij spijzen met' zijn allerheiligst vleesch en bloed. De Allerheiligste, voor wien de Engelen niet zonder vlekken zijn, wil mij heden bezoeken, en ik, helaas! nog zoo onrein, zoo vol smetten en gebreken, zoo beladen met schuld, nog zoo bezoedeld !,.. O onbevlekte, reinste Moeder! mag ik het wagen tot de H. Tafel van uw goddelijken Zoon te naderen? Omu te vereeren, liefdevolle Moeder, wenschte ik heden de H. Communie te ontvangen, om zoo goed mij slechts mogelijk is het feest uwer onbevlekte Ontvangenis te vieren. O , wanneer ik zoo zuiver, zoo vlekkeloos was als gij, dan zou ik met vreugde, zonder vreeze tot de H. Tai'el naderen ; maar nu.... wat zal ik doen? Ik weet, wat ik doen zal; ik neem tot u , liefste en zuiverste Moeder, mijne toevlucht en bid u met al den gloed mijns harten , mijne voorspreekster te willen zijn bij uwen goddelijken Zoon. Van daag, nu Hij aan u de groote genade der onbevlekte ontvangenis bewezen heeft, mi Hij ii door zijne oneindige verdiensten voor

-ocr page 213-

211

de erfsmet heeft gevrijwaard, van daag weigert Jesus, uw lieve Zoon, u geene enkele bede. Niets smart mij meer, dan dat ik ooit zoo ongelukkig geweest ben, dien goeden Jesus door mijne zonden te bodroeven; o smeek Hem dus, dat Hij mijne ziel van alle zondevlekkeu reinige, dat Hij alles uit mijne ziel wegneme , wat Hem mishaagt en mijn hart tot eene Hem waardige woonstede bereide. Het kost Hem immers slechts één woord, en mijne ziel zal gezuiverd worden. Eén druppeltje van zijn kostbaar bloed is voldoende, om aller zondesmetten af te was-schen. — Maar uw goddelijke Zoon verlangt niet slechts een zuiver hart, maar ook eeu hart, dat Hem innig lief lieeft en met sehooiic deugden versierd is. O Maria, Moeder der sohooue liefde ! deel mij, door uwe machtige voorbede, van die liefde mede, waarvan uw heilig hart immer geheel ontstoken is. Ik verlang toch uw lieven Jesus boven alles te beminnen : o kom dus mijn verlangen te hulp en sta mij bij, om metde vurigste hartelijkheid tot de Tafel des Heeren te naderen en met de teederstc liefde zij n allerheiligst vleesch en bloed te nuttigen. Verkrijg voor mij die hetnelsche deugden, welke mijne ziel bij de komst vau liaren goddelijken Bruidegom moeten versieren; bid, dat ik aan alle vruchten eener waardige H. Communie deelachtig

-ocr page 214-

213

worde en daaruit kracht en sterkte putte om lieilig te leven en zalig te sterven. Amen.

2. Op het feest van Maria-zuivering.

OalleilieiligsteMaagden gezegende Moeder mijns Hcereu! ik zie u lieden met de bereid-willigète gehoorzaamheid den tempel te Jerusalem binnentreden en daar de wet der zuivering in diepen ootmoed vervullen. Gij waart geheel zuiver en onsehuldig, geheel onbevlekt onder allen van uw geslacht, en toch vertoondet gij u in den tempel voor den priester, om eene wet, die u niet kon verplichten , tc volbrengen en u voor zuiver te laten verklaren. Alleen ootmoed en gehoorzaamheid kon u hiertoe aandrijven. Ach, mijne liefdevolle Moeder! mocht ik zoo onschuldig, zoo zuiver, maar ook zoo ootmoedig, zoo gehoorzaam zijn als gij! Ik ben heden in den Tempel des Heeren verschenen, om uw goddelijken Zoon niet alleen te aanbidden en te vereeren , maar ook , om aan dien goddelijken maaltijd, dien Hij voor allen, welke naar Hem verlangen, bereid heeft, deel te nemen en mijne ziel met zijn vlecschen bloed te spijzen. Uw lieve Zoon zelf noodigt mij daartoe uit; maar ik weet, dat Hij slechts met de kleinen, met die waarlijk ootmoedig van harte zijn, gemeenschap wil hebben. Hij

-ocr page 215-

213

a zelf zegt, : zoo iemand Mein ü , dat hij tof Mij

i. home. Miiar lioezeer ontbreekt tnij nog die schoone deugd van ootmoed, van kinderlijke eenvoudiglioid en zelfvernedering. Nog altijd heerschen in mij hoogmoed tn trotselilieid,

;r eerzucht, eigenliefde en eigenzinnigheid. Ik

l- moest mij zeiven verachten , en veracht aude-fi ren; ik moest mij zeiven veroordeelen , en

:r veroordeel anderen; ik moest mij zeiven ver

ij f: achter anderen stellen, en wil voor anderen

A worden voorgetrokken. Ach, liefste Moeder

n 3 en leermeesteresse der nederigheid ! leer mij

n l' toch die schoone deugd, welke aan uw godde-

r- lijken Zoon zoo welbehagelijk is. Toén op den

te | dag van heden de grijze Simeon het goddelijk

r- Kind uit uwe handen ontving, riep hij in

., :j geestverrukking uit, dat dit Kind een licht

i- zou zijn tot verlichting der Heidenen. Zelf'

5, noemt zich Jesus het licht der wereld, dat

n alle menschen verlicht. O bid dan, goeder-

n tieren Maagd, dat Jesus mij verlichte, mij

n ;i de oogen opene en mij mijne ellende, mijne

1- zondigheid, mijne onreinheid duidelijk moge

;e leeren inzien. Ja, bid Hem, dat Hij een

;e straal van zijn hemelsch licht moge afzenden

d j in mijn hart, opdat ik de fouten, gebreken en

ij vlekken inzie , die mij nog aankleven; dat ik

;t daardoor mij zeiven diep leere vernederen en

n verachten, en in het gevoel mijner armoede

ij en ellende tot Hem nadere, die de bron van

-ocr page 216-

214

ülle si'iia'Ii1 !'s- Gij. 0 vlekkelooze Maagd, Iiadt gccne rciiiigiiilt;lt; noodifir, maar ik zooveel te meer. O bid dus, lieve Moeder, uw god-delijken Zoon, dat Hij ook, als weleer tot den melaatsolie, tot mijne ziel zegge ; Ik wil, word gereinigd! dan zal ook mijne ziel gezuiverd worden; want uwe bede slaat Hij niet af, u hoort en verhoort Hij immer, u , goedertieren Maagd en Moeder Maria! Amen.

3. Op het feest van Marici-hóodschwp.

O zalige dag, waarop de hemelsche Vader u, o glorierijke Maagd ! tot Moeder van zijn eeniggeboren Zoon verheven heeft; waarop de H. Geest het onbegrijpelijk geheim der menschwording van Gods Zoon in u heeft voltrokken; waarop Jesus, de Zoon van den levenden God, in u het menschelijk vleesch heeft aangenomen! — Welke hemelsche vreugde, welke onuitsprekelijke zaligheid moet uw hart, o woudervolle Moeder! op die oogenblik-ken niet doorstroomd hebben, toen datgene geschiedde, wat u door den Aartsengel Gabriël werd aangekondigd, en gij van den H. Geest uw goddelijken Zoon hebt ontvangen. —Hoe groot was toch uw verlangen naar de komst des Verlossers; hoe vurig hebt gij Hem van den Hemel afgebeden, opdat Hij het arme menschengeslacht uit de banden der zonde en des verderfs zou komen bevrijden! In uw

-ocr page 217-

215

l, (liepen ootmoed dacht gij er niet aan, dat gij

el zelve die uitverkorene maagd zoudt wezen,

:1- uit wie de afgebeden Heiland moest geboren

•)t worden. En zie. de Heer heeft neergezien

l, t op u , nederige dienstmaagd des T-Teeren : zijn heilige Engel brengt u de groet des Aller-

ij I hoogsten en kondigt u aan , dat gij die uit-

. , | verkorene , die hooggezegende maagd zijt.

n. 1 Maar gij ontstelt, gij acht u zelve die hooge genade niet waardig. Eerst nadat de Engel u gerust gesteld en u verzekerd heeft, dat

er ! het geheim der menschwording van Gods

jn Zoon zonder kwetsing uwer maagdelijkheid in

)p u zal voltrokken worden , durft gij uw mond

er t: tot toestemming openen ; mij geschiede naar

il- t mo woord! — O Maria, hooggezegende Moe-

n- 1 der! hoe zal ik uw diepen ootmoed, uwe

ift maagdelijke zedigheid en bescheidenheid ,

e , maar ook de hooge genade, die God u heeft

w bewezen , de hooge waardigheid, waartoe Hij

k- u verheven heeft, naar waarde loven , prijzen

ne en verheerlijken ? De Engel noemt u vol van

ël f/enade; gij heht genade gevonden bij GW, zegt

ist hij, en die genade vindt gij nog altijd bij

oe Hem. O laat dan toe, dat ik uwe genadevolle

ist voorbede voor mij afsmeeke. Zie, goede Moe-

an der, ik wensch heden uw goddelij ken Zoon, die

ne nit u het vleesch heeft aangenomen, in mijn

en hart te ontvangen en mijne arme ziel met zijn

lw allerheiligst vleesch en bloed te spijzigen.

-ocr page 218-

1^-*

216

Zonder die spijze des Hemels kan mijne ziel niet levim- Maar ik ben, helaas, die onuitsprekelijke genade niet waardia:. Zoo gij n niet waardig achttet, de Moeder te worden van den Zoon Gods, hoe zal ik dan waardig zijn, den Allerhoogste in mijn hart te ontvangen? Met siddering en vreeze nader ik tot de H. Tafel des Heeren. Maar gij, lieve Moeder, hebt genade gevonden bij God. Verwerf mij dus door uwe machtige voorbede, dat God mij reinige, zuivere en heilige, opdat ik Hem in het Geheim zijner liefde niet geheel onwaardig ont-vange. Deel mij iets mede van die sehoone deugden, die gij in al hare volheid bezeten hebt, om daarmede mijne arme ziel te versieren. Deel mij iets mede van uw levendig geloof, uw kinderlijk en vast vertrouwen, uwe brandende liefde en uw vurig verlangen naar den Heiland der wereld; iets van uw diepen ootmoed , uwe eerbiedige vreeze en innige godsvrucht, opdat uw goddelijke Zoon om uwentwille mij niet versmade, maar tot mij kome, mij met zijne overvloedige genade verrijke en mijne ziel met zijn allerheiligst vleesch en bloed spijze ten eeuwigen leven. Amen.

4. Op het feest van de ten Hemel opneming van Maria.

m

O roemwaardige Maagd en \ erhevene Koningin ! hoezeer moet gij u niet verheugd hebben

-ocr page 219-

?1 7

tel toen het oogenblik naderde , waarop gij.

■e- voor eeuwig met uw teerareliefden Zoon zoudt

iet p vereenigd worden, om in eeuwige liefde de

eu onuitsprekelijke zaligheid des Hemels met

en Hem te deelen. Hoe heerlijk, hoe zoet en

;ct lieflijk was uw dood, hoe glorievol en sehit-

fel terend uw zegepralende intoelit in den He-

re. mei! O wie is in staat de heerlijkheid te

,or beschrijven , waarmede de allerheiligste Drie-

(;i ëenlieid u gekroond heeft, toen gij daar

;e. plaats naamt op dien troon van glorie, dien

jt- uw goddelijke Zoon voor u bereid had, en

ne de Engelen en Heiligen u als hunne Ko-

Rn ningin huldigden! O, duld, dat ik heden

ie. mede instemme in den jubel der geheele H.

0f Kerk en u mijne hulde en vereeringaanbiede.

m- Wees geloofd, geprezen en verheerlijkt, hoog-

ell verhevene Vrouwe en Koninginne des He-

0|-. mels, mijne Meesteresse en Moeder! Ik ben

|s. uw dienstknecht, (uwe dienstmaagd). Ikre-

uj. ken het mij tot eene groote eer, tot een

le groot geluk, u te mogen dienen, mij uw

en dienstknecht, (\iwe dienstmaagd) te mogen

(.jj noemen. Maar zie, ik ben arm, behoeftig en ellendig, genaderijke Vrouwe! Van daagvoor-al, op het feest uwer plechtige opneming ten

''quot;'J Hemel, voel ik dubbel mijne armoede en ellende. Zie, mij zal heden de onbegrijpelijke

in- hooge genade te beurtvallen , uw goddelijken

icn Zoon in de H. Communie te ontvangen; ik

10

-ocr page 220-

21?

zal wij mol Hem , met wien srij lieden voor eeuwig vereenigfl werclt, in lietGclieim zijner liefde mogen vereenigen; maar mijne machtige Kouingin en lieve Moeder! hoezeer hen ik die hooge genade nog onwaardig; hoe durf' ik het wagen, den allerlioogslen Koning van Hemel en aarde in mijn ellendig, gebrekkig en onrein hart te ontvangen ? Ach ! ik vertrouw op uwe machtige voorbede; uw goddelijke Zoon verhoort lieden zonder twijfel al uwe beden. Daarom bid ik u met een heiligen aandrang, o Koningin des Hemels, gelieve uw allerliefsten Zoon voor mij te bidden , dat Hij om uwentwille mijn hart zuivere, heilige en door het vuur zijner goddelijke liefde, ontsteke, en daaruit alles wegneme wat Hem nog misliaagt. Tot uwe eer, allersclioon-ste en machtige Vrouwe, wenscli ik heden deze H. Communie met de heiligste gesteltenis te ontvangen. O bereid dns mijne ziel, versier haar met die deugden, die u zoo welgevallig maakten aau God; bewaar mij voor alle verstrooiing en lauwheid en help rnjj, dat ik met een brandend verlangen , met eene vurige liefde en met diepen ootmoed nadere tot de H. Tafel des Heeren, en mij op de innigste wijze vereenige met Hem, bij wien gij thans voor eauwig troont in den Hemel. Amen.

-ocr page 221-

219

fgt; Op het fcc-it nan Maria's yehuorte.

O allorlieiligstc en verhevene Maagd! uwe heilige geboorte heeft der gansche wereld den zoetsten troost, de grootste vreugde aan-gebraeht. Want even als het morgenrood de komst der zon, den helderen dag aankondigt, zoo heeft nwe geboorte aan de in de duisternis van zonde en ongeloof liggende mensch-heid de naderende komst van de Zon der gerechtigheid , den Verlosser der wereld aangekondigd. Bij uwe heilige geboorte, o allerzoetste Maagd! hebben de Engelen des Hemels gejuicht, die in u reeds bij voorbaat hunne glorievolle Koningin begroetten. Naar uwe geboorte hebben demenschen vurig verlangd, want zij zouden in u eene lieve Moeder en machtige Voorspreekster bezitten. Bij uwe geboorte heeft de hel gesidderd , want door u zou hare macht verbroken door uw godde-lijken Zoon zou satan verwonnen en de wereld aan zijne slavernij ontrukt worden. Met recht noemt u daarom de H. Kerk : oorzaak onzer hlijdschap; want nu kan ieder, die op u vertrouwt, die tot u zijne toevlucht neemt en volhardend uwe voorbede inroept, troost in lijden, bescherming in gevaar, redding in nood, verlossing uit de zondebanden , en de eeuwige vreugde des Hemels verwerven. Daarom, lieve Moeder, gevoel ik mij heden

-ocr page 222-

220

ook zoo verheugd en gelukkig en meen ik mijne vreugde en dankbaarheid aan God voor uwe genaderijke geboorte niet, beter te kunnen toonen dan door mij in de H. Communie op de innigste wijze met uw godde-lijken Zoon te vereenigen. Maar, liefderijke Moeder, ik voel mij zeiven die hooge genade zoo geheel onwaardig: mijne ziel verlangt wel naar die spijze des Hemels, ja, uw lieve Jesus noodigt mij zelf uit; maar hoe zal ik, nog altijd zoo vol van gebreken en fouten, voor zijn goddelijk aanschijn durven naderen ? hoe zal ik, die in mij zeiven niets dan onreinheid vind, den Allerheiligste in mijn hart durven ontvangen? Ach, lieve Moeder! kom mij te hulp, help mij in mijnen nood en mijne ellende en bid uw goddelijken Zoon , dat Hij barmhartig neerzie op mijne onwaardigheid , en diegenen , die het meest belast en beladen zijn, gelieve te verkwikken, te troosten, te bemoedigen en te versterken. Slechts in vertrouwen op uwe machtige voorspraak zal ik dus tot de H. Tafel des Heeren naderen. Sta mij dan bij en verkrijg voor mij, dat ik met vurige liefde en innige godsvrucht dit aanbiddelijk Sacrament ontvange en deelachtig worde aan alle genaden, welke Jesus, uw geliefde Zoon, aan diegenen beloofd heeft, die met vertrouwen en liefde tot Hem naderen en zich dooide H. Communie met Hem vereenigen. Amen.

-ocr page 223-

231

Na een van deïe gebsden verwekke men de volgende oefeningen van geloof, ootmoed, berouw, liefde en verlangen.

geloof.— O, ziedaar dan dien goddelijken Verlosser, die voor mij nog altijd brandt van hetzelfde liefdevuur, waarvan Hij eenmaal op liet kruis ontstoken was; voor mij daalde Hij van den Hemel op aarde af; voor mij verbergt Hij zich nog altijd onder de uitwendige tcekenen van het H. Sacrament; Hij heeft op dit oogenblik, waarop ik mij voorbereid, om Hem in mijn hart te ontvangen , zijne goddelijke blikken op mij gevestigd , en slaat nauwkeurig gade, wat ik bemin, wat ik verlang, welk offer ik Hem zal aanbieden. O mijne ziel! bereid u dus, om dien grooten, edelmoedigen God waardig te ontvangen, en zeg Hera met de gevoelens van het leveiuligst geloof ; o mijn Welbeminde! van daag nog , binnen weinige oogenblikken wilt Gij tot mij komen ! O verborgen God , door zoo vele menschen zoo schandelijk miskend, ik geloof, dat Gij hier wezenlijk tegenwoordig zijt, ik aanbid U als mijn Heer en mijn God, en voor de verdediging van deze waarheid zou ik al mijn bloed willen vergieten. Vermeerder mijn geloof, dierbare Verlosser, en geef dat ik tot mijn laatsten snik daarin volharde.

ootmoed—O mijn God! ik zal dan nade-

-ocr page 224-

222

ren tot uwe H. Tafel. Is liet mogelijk, dat Gij, opperste Majesteit, de heiligheid zelve, wel wilt binnen gaan in eene zoo oudank-bare ziel! Ter oorzake Tan mijne onwaardigheid, moest ik, o Jesus! mij veeleer van U verwijderen; maar tot wien zal ik gaan, zoo ik mij van U, die mijn leven zijt, verwijder, eu wat zal dan mijn lot inde toekomst zijn ? Neen, neen! ik wil, ik mag mij van U niet verwijderen; integendeel, in weerwil van mijne onwaardigheid wil ik mij des te nauwer aan U aansluiten, wijl Gij er roem iu stelt, om mij uit mijne geringheid en nietigheid op te heffen en alles wat aan mij ontbreekt, aan te vullen, ik kom dan tot U, u mijn Jesus! geheel beschaamd en vernederd over mijne gebreken, maar vol van vertrouwen op uwe oneindige barmhartigheid. Ik weet en ik beken, dat ik de onuitsprekelijke genade, die Gij mij bereidt, niet verdien; maar Gij zult, hoop ik , medelijden hebben met eene ziel, die hare ellende kent en er over zucht.

beküuw, — O mijn God ! wat smart het mij, wat doet het mij innig leed, dat ik U niet altijd bemind, dat ik U daarenboven doormijue zonden zoo dikwerf zelfs vergramd heb ! Zou ik zonder bitterheid des harten mij zoo vele ondankbaarheden kunnen herinneren ? O neen, Heer! en daarom, wijl ze

-ocr page 225-

333

mij heden levend voor den geest staan en ik ze uit geheel mijn hart verfoei, daarom zou ik duizend levens willen geven, om ze uit te wissehen en te herstellen. Daar G\j toch het Lam Gods zijt, dat de zonden der wereld wegneemt, o delg dus al de mijnen uit en maak dat ik ze verfoei en betreur tot mijnen laatster levenssnik. Engelen des Hemels, die onzichtbaar dit Altaar omgeeft en die weet, welke gevoelens van berouw en liefde diegenen bezielen moeten, die het H. Tabernakel naderen : verwerft voor mij de genade, waarmede weleer de profeet Isaïas begunstigd werd ; reinigt en zuivert door eene vurige kool mijne lippen , die weldra Dengene , (He gij slechts bevende aanschouwt, moeten aanraken, en maakt, dat ik ook gloeien moge van een vuur zoo levendig en brandend als datgene, waarvan gij immer ontstoken zijt.

liefde. — O mijn beminnelijke Verlosser! wat kondet Gij meer doen, otn door mij bemind te worden? Was het niet genoeg, datGij mij, in weerwil van mijne onverschil-liquot;heiden ondankbaarheid, voortdurend niet uwe genadegaven begunstigdet ? Moet Gij de overmaat uwer liefde nog zoo ver drijven , dat Gij mij heden aan uw hemeisch gastmaal toelaat, om mij met uw goddelijk vleeseh en bloed te voeden? ü onmetelijke, onbegrijpe-

1 ■,

-ocr page 226-

224

lijke liefde! Ja, ik zou de ondankbaarste der schepselen zijn en al uw toom verdienen, zoo ik U na zoo vele en zoo treffende bewijzen uwer goedheid niet beminde. Ja, Heer ! ik bemin U, ik bemin U uit geheel mijn hart, ik bemin U boven alles, ik wil U voortaan beminnen tot aan mijnen dood; niets dunkt mij, zal mij voortaan van uwe liefde kunnen scheiden, want zonder U te beminnen zou ik voortaan niet meer kunnen leven.

verlangen. — O, het gelukkig oogenblik , waarop Gij mij tot uwe H. Tafel roept, is gekomen. God mijner ziel en mijn grootste weldoener! Kom dan, goede Meester, aanbiddelijke Zaligmaker! Kom in mijne ziel, die naar U haakt en verlangt, als een dorstig hert naar de frlssche waterbron. Kom, o mijn Jesua ! en stel mijn geluk niet langer uit. Ik zou ü met al dat liefdevuur willen ontvangen, dat de heiligste en vurigste zielen aan den voet uwer Altaren verteert; maar zoo ik al die gevoelens, die U zoo aangenaam zijn, niet heb. Gij weet ten minste, hoe gaarne ik ze zou willen hebben. O mijn God ! laten mijne onvolmaaktheden U dan niet weerhouden ; ik verlang naar U , ik ben ongeduldig om U te ontvangen, ik haak naar uwe komst! o kom toch, Jesusl lieve Jesus! kom toch en toef niet langer. Amen.

-ocr page 227-

GEBEDEN NA DE H. COMMUNIE,

O Jesus, eeniggcboreu Zoon des Allerlioog-sten, Koning der Koningen ! hoe liebt Gij U toch zoo diep kunnen vernederen, om bij een arm schepsel, als ik ben, ;iw intrek te nemen en mijn (Jast en spijze tevens te worden. Groot was het wonder uwer liefde, toen Gij van den Hemel nederdaaldet en in het heiligste en zuiverste hart uwer gezegende Moeder van haar vleesch en bloed uw allerheiligst lichaam gevormd hebt. Toen hebt Gij in Maria de onbevlekte Maagd, de schoonste en reinste ziel, het vlekkelooste met alle deugden versierde hart gevonden. Met de gloeiendste liefde, met heilige geestvervoering, met onbeschrijflijken ootmoed en eerbied heeft Maria U opgenomen er. zich geheel aan U toegewijd, — maar uu komt Gij in de H. Communie tot mij met godheid eu menschheid, met zielen lichaam; en wat vindt Gij in mij, o hemelsche Gast en Koning van glorie? Ach! nietb dan eene arme van deugden ontbloote ziel, een hart tot liet kwade geneigd, lauw en koud, zonder liefde, onrein eu nog te gehecht aan tie wereld.

10 »

-ocr page 228-

226

Helaas! Gij vindt daarin niets, wat U zou kunneu behagen. — En toeli weigert Gij niet, dit hart te bezoeken, die arme ziel door uwe zoete tegenwoordigheid gelukkig te maken en haar uw» genade mede te dee-len. — In diepen ootmoed, lieve Jesus, werp ik mij voor U nader; ik aanbid U, ik loof en prijs U met alle Engelen en Heiligen. O ! zoo gaarne zou ik U het een of ander geschenk ten teeken mijner innigste liefde en van mijn diepsten eerbied aanbieden; maar Gij weet, goede Jesus! dat ik niets heb, wat U niet reeds toebehoort. O laat dan uwe allerheiligste Moeder, die ook mijne goede Moeder is, voor mij goedmaken, wat ik niet vermag. Ik offer U al hare liefde op, die zij U toedroeg, toen Gij onder haar hart of op hare armen rusttet en zij U als klein kind voedde en verpleegde. Ik offer U alle aanbidding en dankzegging van haar liefderijk hart op, hare zorgen en bekommeringen om uwentwege, hare trouw, waarmede zij U diende , hare goede werken, die zij in overvloed beoefende, haar lijden , dat zij onder uw kruis doorstond, hare overgeving aan uw heiligen wil en de liefde , waarmede zij U thans eeuwig in den Hemel geniet. Ik offer U al hare verdiensten op, die zij zich hier op aarde verworven heeft, (ju ui hare beden, al hare tranen, al haar

-ocr page 229-

227

vuris; verzuchten voor hrt heil tier menschen en ook voor mij, armen zondaar.

O goedertieren Jesus,die thans in mijn arm hart verblijft en geneigd zijt, om mijne smeekingen te verhoeren en mij uwe genade mede te deelen ; zie, ik bid U niet om aardsoh goed, niet om rijkdom of eer, niet om gezondheid of een lang leven , neen, maar hartelijk smeek ik U, geef mij eene zon gloeiende liefde , als die, welke Maria's harte verteerde; geef mij de genade, dat ik zoo ootmoedig, zoo zachtmoedig, zoo geduldig, zoo gehoorzaam, zoo rein en vlekkeloos voor U wan-dele als zij; geef mij dat ik, als zij, in onverbreekbare trouw U aanhange, en verleen mij zulk een ijver voor uwe eer en voor alles wat II behaagt, als het hart uwer gezegende Moeder immer jegens U koesterde. Trek mijn hart, lieve Jesus! tot U, stort mij een vurig verlangen in naar de hemelsehe goederen en help mij, opdat ik , even als Maria , de ijdel-lieid der wereld inzie en verachte. — Maar bijzonder bid ik II, lieve .lesus! geef mij een onverwinlijken afschuw van elke zonde; versterk mij, om mijne booze neigingen te overwinnen ; help mij, om in de bekoringen niet te bezwijken en sta mij bij, om die schoone deugden te beoefenen, die in uwe heilige Moeder uitschitterden. — Ach! mijn .lesus, U wil ik toebehooreu , IJ alleen, geheel en al,

-ocr page 230-

228

o verlaat mij dan niet, vóór dat Gij het offer mijns harten aangenomen en gezegend eu mijne smeekingen verhoord hebt.

O lieve Moeder Maria ! wegens mijne herhaalde ontrouw vrees ik nog altijd, dat mijne, beden uiet zullen verhoord worden; maar gij vindt altijd verhooring; onmogelijk kan uw sjeliefde Zoon u eene bede weigeren. O, bid Hem dan, beste Moeder, voor uw kind, om de genaden, die ik zoo even reeds gevraagd heb en om alles , wat gij weet, dat tot mijn heil en tot eer van uweu goddelijkeu Zoon verstrekt. Mijn nood is u bekend, vol vertrouwen leg ik al mijne verlangens in uwe handen, terwijl ik vastelijk hoop alles door li te zullen verkrijgen. Amen.

anueiie oefeningen na ue h. communie.

dankzegging. — Ik heb dan eindelijk het geluk, o God mijner ziel, U in mijn binnenste te bezitten I Wat zal ik (J, lieve Jesus! voor eene zoo onschatbare gunst wedergeven ? Helaas! wat kan ik, zwak en onvermogend schepsel, voor U doen, dan U zegenen , U bedanken , uwe goedheden verkondigen eu uwe barmhartigheden lofzingen? Zegen dus, o mijne ziel, deti Heer, en dat alles wat in mij is, zijn heiligen Naam prijze! Zogen t Hem, zalige Geesten des Hemels, dal Let gansche

-ocr page 231-

2aamp;

huelal weergcilme van zijn lof; ja liever sterf ik, dan ooit eene zoc groote weldaad te vergeten!

liefde. — Hoe zou het mogelijk zijn, dat ik een God zoo vol goedheid idet beminde, die mij eene zoo teedere, vurige en edelmoedige liefde komt bewijzen ? Ja, God van goedheid, God van barmhartigheid! ik bemin U, ik bemin U uit geheel mijn hart, uit al de krachten mijner ziel, uit lt; 1 het vermogen vau geheel mijn wezen. Ach ! waarom heb ik geen duizend en nogmaals duizend harten brandende van het volmaaktste liefdevuur , om U volgens al de uitgestrektheid mijner begeerten te kunnen beminnen !

üvkkgevingen toewijding. — O mijn tee-dere Vader 1 (jij hebt ü geheel aan mij gegeven ; ik geef mij ook geheel aan U; ik wijd U mijn lichaam, mijne ziel, al mijne krachten en vermogens, mijn leven , mijne gedachten , mijne begeerten , alles wat ik heb en wat ik ben geheel en al toe, om het uitsluitend voor uwe glorie te gebruiken. Beschik daarover volgens uw goddelijk welbehagen; Gij zijt er volstrekt Heer en meester van; ik stel mij geheel in uwe handen, ik geef mij geheel aan (J over. Bewerk in mij wat Gij goedvindt! breng iu mij uwe heilige raadsbesluiten ten uitvoer, en volg iu alles met mij uw aanbiddelijkeu wil.

-ocr page 232-

230

bede. — O mijn goddelijke Verlosser! wat kunt Gij mij weigeren, na U zeiven geheel aan mij te hebben weggeschonken? Zeker niets van alles , wat tot uwe glorie en mijne zaligheid kan bijdragen. Meteen grenzeloos vertrouwen smeek ik U dus om de genade van TJ lief te hebben en in uwe liefde te volharden ten einde toe. Maar wijl ik in deze zoo gelukkige en trootvolle oogenblikken niemand wil vergeten, vraag ik U ook met het grootste vertrouwen de bekeering der ongelukkige zondaren, en in het bijzonder alle tijdelijke en geestelijke weldaden voor mijne ouders , bloedverwanten en vrienden, de volharding voor de rechtvaardigen, de verlossing der zielen in het Vagevuur en de verheffing van onze Moeder, de H. Kerk. Al deze genaden vraag ik U door de kracht van het kostbaar bloed , dat Gij voor alle menschen vergoten hebt, en waarmede Gij heden mijne ziel hebt willen voeden. Ik vraag het U door al uwe verdiensten en die van uwe heilige Moeder cn van alle Heiligen : door de liefde, welke Gij uw hemelscheu Vader toedraagt en die Gij ook voor mij koestert. Ja, ik hoop zelf, dat Gij mij nog meer zult geven, dan ik U vraag, wijl ik weet, dat Gij oneindig goed zijt en dat Gij al onze behoeften veel beter kent, dan ik ze zelf kan kennen. Daarom vertrouw ik , lieve Jesus! van uwe goedhe^ eu bann-

-ocr page 233-

331

hartigheid, dat Gij ons waarachtig gelukkig zult maken voor tijd en eeuwigheid. Amen.

LIEFDEVERZUCHTINGEN KA BE H. COMMUNIE.

VAN DEN U. IKAKCISCOS VAN SAIES.

O mijn Jesus ! daar Gij nu tot mij zijt gekomen , Gij, die het waarachtige leven zijt, geef nu ook , dat ik der wereld afsterve, o;n alleen voor U te leven. Verteer, o mijn Verlosser , door de vlammen uwer liefde, alles, wat U in mij nog mishaagt, en geel' mij een vurig verlangen om U in alles te behagen.

Geef mij eene ware nederigheid; leer mij de verachting en versmading van mij zelveu. beminnen , en neem van mij elke zucht weg, om iets te willen schijnen. Geef mij den geest van versterving, opdat ik mij alles ontzegge wat tot uwe eer niet kan strekken en alles gaarne aanneme, wat aan de eigenliefde en de zinnen misvalt.

Geef mij eene volmaakte overgeving aan uw heiligen wil, door de pijnen cn zwakheden , het verlies van goederen ol' bloedverwanten .mistroostigheden, vervolgingen alles gelaten en tevreden aan te nemen, wat mij uit uwe handen zal overkomen, ik oller mij zelvt'.n geheel en al aan U op, opdat Gij naar uw welbehagen over mij inoogt beschikken. Verleen mij du genade, om dat volle-

-ocr page 234-

232

dig offer van mij zeiven altijd te vernieuwen , vooral op het oogenblik van mijnen dood; geef, dat ik U alsdan mijn leven met al mijne neigingen opotfere, in vereeniging met het offer van uw leven, dat Gij voor mij den hemelschen Vader hebt opgedragen. O mijn Jesus ! verlicht mij, opdat ik uwe goedheid leere kenneu en de verplichting, die ik heb, om U lief' te hebben, vooral wegens de onbegrijpelijke liefde, die Gij mij bewezen hebt, door voor mij te sterven en ü zeiven in het allerheiligste Sacrament tot spijze mijner ziel achter tc laten.

O verlicht ook, bid ik U, die groote menigte van ongeloovigen, die U niet kennen , van afgedwaalden, die buiten de H. Kerk en van zondaren, die van uwe genade beroofd voortleven. Ook beveel ik U al de zielen in het Vagevuur, voornamelijk N. N. Verlicht de pijnen, die zij lijden en verkort den tijd harer ballingschap, waarin zij verstoken zijn van uwe volzalii?.; aanschouwing. Doe dit, lieve Jesus, door uwe verdiensten en die der allerheiligste Maagd Maria en van alle andere Heiligen.

O mijn God! ontsteek mij geheel van uwe heilige liefde, opdat ik niet anders zoeke, dan U te behagen, en verwijder uit mijn hart alles, wat U niet aangenaam is. Geef dat ik altijd met ceu oprccht hart moge zeggen :

-ocr page 235-

233

mijn God, miju God! ik wil U alleen en niets meer. 0 Jesus! geef mij eene groote liefde voor uw keilig lijden, opdat uwe smarten en uw dood mij zonder ophouden voor oogen zweven, om de liefde tot U in mijn hart te ontsteken en mij tot dankbaarheid voor zooveel liefde op te wekken. Geef mij daarenboven eene groote liefde voor het allerheiligste Sacrament des Altaars, waarin Gij uwe groote liefde jegens ons ten toon spreidt. Gelieve mij verder eene teedere godsvrucht jegens uwe allerheiligste Moeder in te storten; geef mij de genade, dat ik haar altijd beminneen diene, altijd mijne toevlucht neme tot hare machtige voorspraak en ook andereu aanspore haar te vereeren en te beminnen. Geef aan mij en allen steeds een groot vertrouwen in de verdiensten van uw lijden en in de voorbede van uwe lieve Moeder.

Eindelijk smeek ik U, dat Gij mij een zaligen dood gelievet te verleenen , dat ik U dan met eene groote liefde in de H. Teerspijze moge ontvangen, opdat ik in uwe armen gekneld, brandende van heilig liefdevuur en met een groot verlangen om U te zien, uit dit leven scheide, om uwe voeten te omhelzen, wanneer ik het eerst het geluk zal hebben van U te aanschouwen. O mijn Koning! kom en heersch Gij alleen in mijne ziel; neem geheel bezit van haar, opdat zij

-ocr page 236-

234

niets anders diene en gehoorzame dan uwe liefde.

O Lam Gods, dat, op liet kruis geslacht zijt : vergeet niet, dat ik eene dier zielen ben, die Gij met zooveel kommer en zoo hevige smarten hebt vrijgekocht. Gij hebt U geheel aan mij gegeven; geet', dat ik U nimmer verlieze, dat ik geheel aan U zij en geen ander verlangen hebbe, dan U te behagen. Ik bemin l', oneindig goed, om U genoegen te geven; ik bemin U , omdat Gij het verdient. Mijne grootste straf is te zien, dat ik zoo langen tijd in de wereld geweest ben, zonder U te beminnen.

ü mijn lieve Verlossev! maak inij aan de smarten deelachtig, die Gij om mijne zouden in het hofje van Gethsemane geleden hebt. Ach, miju Jesus! ware ik dau maar vroeger gestorven, of hadde ik U ten minste uooit belcedigd ! O liefde van Jesus ! Gij zijt mijne liefdeen mijne hoop, mijn vertrouwen ik wil veel liever mijn leven, ja duizend levens verliezen, dan uwe genade.

Mijn God! was ik gestorven, toen ik in zonde leefde, dan zou ik U niet meer kunnen beminnen. Ik bedank IJ, dat Gij mij nog tijd geeft en mij roept om U lief te hebben. En nu ik kan, wil ik (J ook beminnen uit geheel mijne ziel. Daarom hebt (jij zoolang geduld met mij gehad , opdat ik U

-ocr page 237-

235

nog zou beminnen. Ja, mijn God, ik wil U beminnen. Acli! om liet bloed, dat Gij voor mij vergoten licbt, bid ik U, duld niet dat ik U nog ooit weer verrade. Op U, o Heer! lieb ik gehoopt eu in eeuwigheid zal ik niet beschaamd worden. Wat wereld! Wat rijkdommen! Wat goederen! Wat eerl Neen, God, God alleen wil ik. Mijn God! Gij alleen zijt mij genoeg; Gij, die het oneindige goed zijt.

O mijn Jesus! bind mij gebeel aan uwe liefde en trek al mijne neigingen tot U, opdat ik niets anders dan U beminne. Maak dat ik geheel aan U toebehoore vóór dat ik sterf.

Ach, mijn God! Zoolang ik leef ben ik in gevaar van U te verliezen. Ach! wanneer zal het oogenblik aanbreken, waarop ik tot U zal kunnen zeggen ; mijn Jesus! ik kan U niet meer verliezen.

O eeuwige Vader! om de liefde van Jesus bid ik U, verstoot mij niet, neem mij aan, opdat ik U liefhebbe, geel mij uwe liefde. Ik wil U veel beminnen in dit leven, om U ook veel te beminnen in het andere.

O oneindig goed! ik bemin U, maar leer mij het groote goed, dat ik bemin , kennen , en geef mij zulk eene liefde als Gij van mij vordert. Maak dat ik alles ovenviune, om U genoegen te geven.

Ö Maria! gij die zoo vurig verlangt uw

-ocr page 238-

236

Zoon bemind te zien, zie hier de gunst, die ik van u vraag ; maak dat ik Hem bemiuue, zoo lang mij nog leven overblijft en ik verlang niets meer. O Koningin, mijne Moeder! ik hoop op u, gij verkrijgt alles wat gij van God vraagt, gij bidt voor allen, die ii genegen zijji; bid Hem dan ook voor mij, nu en in het. uur van mijnen dood. Amen.

GEBED TOT DE ONBEVLEKTE MAAGD MARIA NA DE H. COMMUNIE.

O mijne goedertierene Moeder Maria! uw goddelijke Zoon heeft zich heden zoo oneindig goedgunstig vernederd en mij met zijne zoete tegenwoordigheid bezocht. Hij, de hemelsehe Gast, is tot mij gekomen, om mij zeer vele en groote genaden mede te deelen. Ik hel) Hem ook om vele en velerhande genaden gebeden; maar, ofschoon Hij zelf gezegd heeft ; die bidt, zal verkrijgen, vrees ik nog tans wegens mijne onwaardigheid geene verhooring te zullen vinden, want ik beu een arme zondaar, ik heb reeds zoo veel kwaad gedaan, mijn hart eu mijne tong meermalen bezoedeld. Maar gij zijt mijne Moeder, u kan Hij niets weigeren. Gij verlangt zoo vurig naar ons geluk en hebt innig medelijden met onze ellende. Daarom wend ik mij vertrouwvol tot u en

-ocr page 239-

237

smeek u, gelieve nw allerliefsten Zoon voor mij te bidden, dat Hij mij voor alles nene innige, vurige liefde tot Hem in liet hart storte. Gij heet de moedor der schoone liefde. Wil die sehoone, zuivere, heilige liefde voor mij afsmeeken. Gij heet de moeder der vreeze. Die heilige vrees voor de zonde, voor elke beleediging het hoogste Goed aangedaan, o, vraag die voor mij van mv lieven Jesus. Men noemt n ook machtige Maagd. Smeek dus voor mij kracht en sterkte af, om in de bekoringen niet te bezwijken en over al mijne verkeerde neigingen te zegevieren. Ook spiegel der gerecMigheid heet men n. Alle deugden van uw goddelijken Zoon spiegelden zich in u met den heldersten glans af. Smeek dus voor mij de genade af, dat ik die sehoone deugden van uwen Te-sus, vooral zijn ootmoed, zachtmoedigheid, gehoorzaamheid, geduld en medelijdende liefde jegens alle mensehen met ijver na-volge. O lieve Moeder! gij weet, hoezeer ik verlang Hem te dienen en te beminnen. Help mij dus, om Hem getrouw te blijven tot aan mijn dood, opdat ik mij eens in die zaligheid, welke gij thans reeds bij Hem geniet, eeuwig moge verheugen. Amen.

-ocr page 240-

23H

GEBED TOT URT UAIIT VAN MARIA.

O Hart van Maria, Moeder van God en lt;

onze Moeder, minnelijkst Hart, voorwerp van het, welbehagen der aanbiddelijke Drie-eenheid , waardig van de Tingelen en men-seher geëerd en bemind te worden! Hart het meest gelijkvormig aan dat van Jesus,

waarvan gij het volmaaktste afbeeldsel zijt!

Hart vol goedheid en zoo medelijdend met onze ellenden: ge waardig n onze koude harten te verwarmen; bewerk dat zij alleen met het Hart van hnn goddelijken Zaligmaker zich bezig honden; stort daarin de liefde uwer deugden, ontsteek ze door dat zalig vuur, waardoor het uwe onophonde- I

lijk gebrand heeft. Waak over de H. Kerk , 1

verdedig haar, wees hare toevlucht en bescherming tegen alle aanvallen harer vijanden. Wees onze weg, om tot Jesns te gaan ,

als de bronader, waardoor wij al de genaden, die ter zaligheid noodig zijn, moeten ontvangen. Wees onze bijstand in onze noodwendigheden, onze steun in onze kwellingen, onze sterkte in de bekoringen, onze toevlucht in de vervolgingen, onze hulp in al de gevaren , maar bijzonder in den laatsten strijd onzes levens, het uur oes doods, als de gansche hel, als ontketend, onze zielen

-ocr page 241-

239

zal trachten te rooven, dat vreeselijk oosten-blik, waarvan onze eeuwigheid atUaugt! Ach! laat ons dan, o oedelijdunde Maagd, de goedheid van uw moederlijk hart en de kracht van uw vermogen op liet Hart van Jesus gewaar worden, met ons in de bron van barrahartigliuid eene heilige reddingsplaats te'openen, opdat wij tot Hem mogen komen en Hem met u in den Hemel zegenen in alle eeuwen der eeuwen. Amen.

Gekend, geloofd, bemind, geëerd en verheerlijkt zij altijd en overal het goddelijk Hart vau Jesus en het onbevlekt Hart van Maria. Amen.

Piua VIT heeft bij rescript van 18 Aug, 1807 en 1 Feljr. 1818 verleend 100 dngen aflaat eenmaal (laags aan hen, die dit gebed godvrnchtig iullen bidden; toepasselijk aan de geloovige zielen iu het Vagevuur.

-ocr page 242-

VIJFDE COMMUNIE-OEFENING.

OM EENE BIJZONDERE GUNST VAN GOD TE VERKRIJGEN GEBEDEN VOOR DE H. COMMUNIE.

O milddadige Ilfor on Verlosser .Tesus Christus ! Gij noodigt alle ellendigeji, alle door kruis en lijden, door kwelling en bekoringen bezochten zoo liefdevol uit, om tot TT te komen, dat ik uwe liefde en goedheid werkelijk zon beleedigen , zno ik aan uwe zoo liefdevolle nitnoodiging geen gehoor gaf. -— En al riept Gij mij ook niet, zou ik immers toch tot U moeten komen; want er is ons geen andere naam gegeven, waarin wij kunnen zalig worden dan de uwe ; er is immers in den Hemel en op aarde niemand, die ons beter helpen kan, dan Gij, goddelijke Helper in allen nood, dan fiij. Verlosser uit alle gevaar en kwelling! — Gij zijt de allerbeste vriend, de zoetste vertrooster, de zekerste geneesheer ; Gij zijt het licht voor de blinden , de sterkte voor de zwakken, het heil voor de zieken, de weg voor de afgedwaalden , het brood des levens, de deur des Hemels, de rijkste gast, de reis-spijze voor den afgematten wandelaar, het

-ocr page 243-

241

onderpand der verrijzenis, het erfdeel der uitverkorenen, de bron aller genaden. Met den H. Petrus moet ik uitroepen : Heer! totwien zal iJc gaan, Gij hebt de woorden des eeuwigen levens. Slechts één woord uit mvallerheiligsten mond en ik ben geholpen. Wel ben ik niet waardig om tot U te naderen, want Gij zijt de Allerheiligste, de Koning van glorie, de Rechter van levenden en dooden, en ik ben een arm zondig metischenkind, stof en asch , behoeftig en ellendig, naar ziel en lichaam vol gebreken; maar nwe oneindige liefde, waarmede Gij het allerheiligste Sacrament voorde arme, zwakke en ellendige menschen-kinderen hebt ingesteld, geeft mij moed , om tot nwe heilige Tafel te naderen en U in de H. Communie te ontvangen.

Ik geloof, dat Gij in het allerheiligste Sacrament waarachtig tegenwoordig zijt; ik geloof, dat Gij mijn God, mijn Heiland en Verlosser, het licht en het leven mijner ziel zijt.

Ik hoop van uwe almacht en oneindige goedheid al die genaden, die mijne ziel noodig heeft, om het rijk der Hemelen te verwerven ; ik hoop door U ook zekere hnlp in mijnen nood te erlangen en die bepaalde gunst, waarvoor ik deze H. Communie bijzonder opdraag, van U te verkrijgen; want Gij hebt gezegd : Die bidt, zal verkrijgen, en Gij zijt getrouw in uwe belofte.

-ocr page 244-

242

Ik bomin U, o mijn beminnenswaardige God en Heer! Ik bemin U uit geheel mijne ziel boven alles, omdat Gij in U zei ven liet hoogste, oneindig volmaakte goed zijt. O, kon ik U toch liefhebben met den liefdegloed uwer allerheiligste Moeder en van alle Engelen en Heiligen! O, laat toch mijn verlangen, om U van ganscher harte, boven alles lief te hebben, U welbehagelijk zijn!

Mijne ziel verlangt, dorst naar U, zoetste Jesus, als een hert naar de waterbron. Gij hebt gezegd: Open uwen mond, en ik zal dien vervullen. O, bevredig dus mijn vurig verlangen, kom toch en neem geheel mijn hart in bezit.

Maar ach! hoe durf ik het wagen , U, den allerschoonsten en besten gast, in mijn ellendig en gebrekkig hart te ontvangen; hoe durft een arm aardwormpje het wagen zijn Schepper en Heer uitte noodigen, om tot hem te komen ? Maar Gij hebt U immers gewaardigd de arme bedelaars tot uw gastmaal te roepen, ja, zelfs gedrongen om te komen en aan uw goddelijk liefdemaal deel te nemen. Ik nader dus met vertrouwen op uw woord. Neen, Gij zult dus ook mij, terwijl ik vrijwillig met vurig verlangen tot U kom, niet afwijzen, maar mij van de volheid uwer genaden, die Gij deu armen van geest beloofd hebt, rijkelijk naededeelen. Amen.

-ocr page 245-

243

ANDERE OEFENINGEN VÓÓR DE H. COMMUNIE, Oefening van Geloof.

Ik geloof, o mijn God, dat Gij wezenlijk en zelfstandig tegenwoordig zijt onder de Sacramenteele gedaanten. Ik aanbid U, o verborgen God, uit geheel mijn liart. Mijne zintuigen en mijne rede begrijpen dit aanbiddelijk gelieim niet; maar't is genoeg, dat Gij, o eeuwige waarheid, gesproken hebt. Mijn verstand onderwerpt zich geheel en al aan uw waaraehtig woord.

Aan het kruis verborgt Gij alleen uwe godheid ; hier verbergt Gij ons ook uwe mensch-heid; ik geloof ze beide tegenwoordig in dit H. Sacrament; geef mij de genade, dat ik ze eenmaal in den Hemel aanschouwe.

Ik vraag U niet, als de H. Thomas, om uwe wonden te zien en aan te raken. Ik geloof, ook zonder te zien , dat Gij Jesus Christus , waarlijk God en waarlijk mensch zijt. Wanneer, o mijn Verlosser! zal ik U ontvangen? Wanneer zal ik U in mijn hart beiitten; wanneer uwe zoete tegenwoordigheid genieten ?

Het oogenblik nadert, o mijn God ! ik verlang er naar en ik vrees. Ik verlang, want met Ukomen alle genaden over diegenen, die IJ beminnen; ik vrees , want die U onwaardig durven ontvangen, eten en drinken hunno

-ocr page 246-

244

veroordecling. Wie zijn wij, o almachtige God! dat Gij U gewaardigt in ons te komen wonen ? De Hemel en de Hemelen der Hemelen kunnen U niet omvatten, en tocli komt Gij tot ons.

Wees dus eeuwig geprezen over uwe einde-looze goedheid; bereid U in mijn hart eene U aangename woonstede; zuiver mijn hart door een levendig geloof, eene vurige liefde en een oprecht berouw. Ja, Heer! ik geloof. Kom mijne ongeloovigheid te hulp, versterk mij, zoo ik mocht wankelen, en help mij, om volgens mijn geloof televen. Kom, Heer Jesus! kom, mijn hart verlangt naar ü ; kom en overlaad mij met uwe weldaden.

Oefening van Hoop.

Mijn God en Heer! Op U zal ik hopen , en ik zal niet beschaamd worden. Eens zal ik U zien, U bezitten in den Hemel; met de zaligste vreugde zult Gij mij vervullen door 't zien van uw goddelijk aanschijn ; in U zal ik alle goed zien en genieten in eeuwigheid. Dit is mijne hoop , mijn troost en mijn leven.

O God! welk onderpand hebt Gij mij gegeven , om mij van uwe goedheid en van mijn eeuwig geluk te verzekeren? Uw woord, uwe belofte, uwe waarheid. Maar hier is nog een ander onderpand : uw lichaam en bloed

-ocr page 247-

24B

o, Heer Jesus Christus! Hoe zou ik er aan kun-iien twijfelen, dierbare Verlosser, of Gij U in den Hemel aan mij wilt gsven, daar ik U reeds op de aarde bezit? O mijne ziel! zegen den Heer, en dat al, wat in mij is, zijn Lieiligen Naam love. Gij behoort aan mij, lieve Jesus ! want Gij geeft U geheel en al in dit H. Sacrament , uw lichaam , uw bloed, uwe heilige ziel, uwe eeuwige godheid, geheel uw aan-biddelijken persoon; Gij geeft mij alles, alles is het mijne.

Maar Heer! zoo ik Ü in dit ballingsoord verborgen bezit, in den Hemel zal ik U ongesluierd bezitten. Kom dan, Heer Jesus! kom. Vervul mij geheel en al. Laat mij reeds bij voorbaat de zoetigheden van dat hemelsch gastmaal smaken, waar Gij het eeuwig voedsel der menschen en der Engelen zijn zult.

Wat hebben wij hier op aarde toch te hopen? Alles gaat voorbij; alles verdwijnt, niets blijft; onze dagen zijn als eene schaduw op aarde, onze ijdele vermaken snellen henen en onze glorie vervliegt in een eukel oogenblik. O mijne ziel! kom dan met Jesus eene betere hoop smaken. Ja, Heer! eens zal ik met U leven en heerschen; mijne ziel zal gelukkig zijn , want zij zal uw licht aanschouwen ; mijn lichaam zal verheerlijkt en vol leven wezen, want uw lichaam, dat ik zal ontvangen, zal zijne kracht op mij uitoefenen. Die U eet,

-ocr page 248-

346

sterft niest eeuwig; maar Gij zult Hem opwekken ten jongsten dage. En wanneer eenmaal do dood nadert, zult Gij zelf, lieve Jesus 1 mijne zoete reisspijze zijn ; dan zal ik te midden der doodscliaduwen zeiven niet vree-zen, wijl Gij met mij zijn zult. Mijn vleeseh zal in vrede rusten, het bederf zal mij niet terughouden, Gij zult mij den weg des Hemels wijzen, mij door uw heerlijk aanschijn met vreugde vervullen, en ik zal eeuwig overladen zijn van hemelsehe geueuchten.

Oefening van Liefde.

Kom, Heer Jesus! kom, de langverwachte der volkeren, het licht der wereld, de vreugde des eeuwigen Vaders en het voorwerp van zijn goddelijk welbehagen. Gij wilt, dat wij bij het vieren uwer heilige geheimen aan U zullen denken. Ja, mijn God! wie zou aan ü niet denken, wie zou uwe weldaden en de onmetelijke liefde, die Gij ons toedraagt, kunnen vergeten? Neen, nooit zal ik het vergeten, dat Gij ter liefde van ons den schoot uvvs Vaders verlaten en het men-schelijk vleeseh hebt aangenomen; dat Gij ter liefde van ons L' zeiven aan het kruis hebt opgeofferd en in het aanbiddelijk Sacrament D nog geheel aan ons geeft; en die wegschenking van U zelveu ia een zeker onderpand, dat Gij U ook in de eeuwige glorie

-ocr page 249-

247

aan ous zult geven, om ons iu alle eeuwigheid gelukkig te maken. O miin God! al die kostbare bewijzen uwer liefde zullen nooit uit mijn geheugen gewisoht worden; ik zal ze mij steeds herinneren en mijne ziel zal bij het herdenken van zooveel goedheid verteederd en van wederliefde ontstoken worden.

Ja, ik bemin U, lieve Jesus! die mijne sterkte, mijne hoop, mijn hoogste goed en mijn leven, mijn steun en mijne kroon zijt. Welzalig zij die in uwe woning verblijven; zij zullen U prijzen in de eeuwen der eeuwen. Gij vergeeft mij al mijne zonden; Gij geneest al mijne kwalen; Gij bevrijdt mij van den dood; Gij kroont mij door uwe eeuwige barmhartigheid, en zidt mij eindelijk op den dag der opstanding vernieuwen en eene eeuwige jeugd hergeven. Mijue ziel! zegen den Heer en vergeet nimmer zijne eindelooze barmhartigheid.

Ach, mijn God! Waarom heb ik al den ijver, al het liefdevuur niet, waarvan alle Engelen en zalige zielen voor U ontstoken zijn? Ja, wanneer ook alle levende en onbezielde wezens in liefde veranderden, zoudt (jij nog niet zoo veel bemind worden als Gij goed en beminnelijk zijt.

Ach, mijn God! zou ik U nog ooit weer kunnen beleedigen, U nog ooit weer kunnen

-ocr page 250-

248

bedroeven na deze H. Communie? Neen, dan liever sterven, mijn Jesus! dan liever sterven!

Acli, mijn God! zou ik zoo bedorven van smaak zijn, dat ik na ü gesmaakt te hebben, nog' smaak en genoegen vond in andere zaken? O mijn Jesus! geef mij dan de genade, dat ik, na de zoetigheden van deze hemelsche spijze geproefd te hebben, door geene andere zoetheid ooit weêr bedrogen worde. O, kom dan en trek mij tot U; laat ik U beminnen , o mijn God! en dat allen, die mij dierbaar zijn, U beminnen; dat de geheele wereld U liefhebbe en dat ik U geheel en al toebehoore en liever sterve, dan U ooit te mishagen.

GEBEDEN ONMIDDELLIJK VÓÓR DE H. COMMUNIE.

Heer! ik ben niet waardig, dat Gij onder mijn dak komt; maar spreek slechts één woord en mijne ziel zal gezond worden.

Kom, Heer Jesus, kom.

Heer, ik ben niet waardig! Kom, Heer Jesus, kom; ik ben niet waardig, wantik ben slechts een zondaar, een nietig aardworm; maar kom. Heer Jesus, kom; want Gij zijt gekomen, om de zondaren op te zoeken en zalig te maken. Gij zijt de eenige steun mijner zwakheid, het eenige geneesmiddel voor mijne kwalen; Gij zijt het brood en het voedsel, dat mijne uitgeputte kraciteu herstelt;

-ocr page 251-

21-9

Gij zijt mijn leven en mijne hoop; Gij zijt eindelijk mijn eenig, mijn hoogste goed in dit leven en in het andere.

O Heer, ik ben niet waardig! Kom, Heer Jesns, kom. Wie ben ik, Heer! Wie zijt Gij? Wat, mijn God eu Heer! Gij wilt tot mij komen? O kom. Heer Jesns, kom.

O Heer! zon ik nog ooit zoo ongelnkldg, zoo ondankbaar zijn, van U nog weer te beleedigen? liever dood dan, mijn God! liever dood!

O lieve Jesus! Gij zijt dan eindelijk de mijne, Gij schenkt ü geheel aan mij.O Jesns ! ik geef mij geheel aan U. Ik wil geheel en onverdeeld de uwe zijn. (Bossnet.)

GEBEDEN NA DE H. COMMUNIE.

Zie, mijne ziel! de Heer en bestierder van alles, uw God en Koning is met al den rijkdom zijner genadeschatten tot u gekomen. Gezegend, ja duizendmaal gezegend zij Hij , die komt in den naam des Heeren, die reeds in mijn harte woont. O wees gegroet, wees gezegend. Gij, zon van gerechtigheid en genade, schoonste, beste en heiligste gast! Laat het vuur uwer liefde mij ontsteken, het licht uwer genade mij verlichten, de stralen uwer liefde mij verwarmen en in mij alles , wat U mishaagt, verteren. Vanwaar komt

ii *

-ocr page 252-

360

K.ij tocli de genade, dat niet de Moeder des Heeren , maar de Heer zelf, mijn Seliepper, mijn Verlosser en miju God tot mij komt! i)e Hemelen der Hemelen kunnen U niet omvatten, veel minder het liuis mijner ziel ea van mijn lichaam.— Zoo hebt Gij dan, o Heer! uw woord gehouden en mij, belaste en beladene, mij armen bedelaar aan uwe heilige Tafel laten aanzitten. Ja, zoo diep hebt Gij U vernederd, dat Gij zelf tot mij gekomen en in het diepste mijns harten zijt afgedaald, om mij met uw allerheiligst vleesoh en bloed te spijzen! Gij hebt mijne armoede, mijnen nood, mijn behoeftigen en gebrekke-lijken toestand niet versmaad en hebt in de armzalige hut mijns harten uw intrek genomen. O wees dan duizendmaal gegroet; heb dank, duizendmaal dank voor uwe zoo diepe vernedering en overgroote goedgunstigheid! Nu kan ik met uwen heiligen dienaar Franeis-cus in waarheid uitroepen o mijn bod en wijn alles ! Gij hebt U in mijne macht gegeven, milddadige Jesus.! ik bezit ü in mijn hart, ik kau en zal U niet loslaten, vóór dat Gij mijne beden verhoord hebt. Gij hebt toch gezegd, dat Gij de armen altijd verhoort. Thans is het kostbare oogenbl k aangebroken, waarop ik met U mag spreker. , mijn zuchten en verlangen voor U mag bloot leggen. — Gij kent mijne behoeften, Gij weet. Heer!

-ocr page 253-

251

wat mij ontbreekt, Gij kent mijnen nood, no^ vóór ik dien openbaar. O Helper in allen nood, o Vader van troost, o beste Vriend, Jesus! help mij en verboor mijne dringende bede. (Noem hier de gunst, welke gij vooral verlangt.') U toch is alle macht gegeven in den Hemel en op de aarde; Gij kunt mij helpen, voor U is alles mogelijk! — Maar toch, goede Jesus! niet mijn, maar uw wil geschiede! Moet ik den kelk des Hjdens drinken, mijn krnis nog langer dragen, uw wil geschiede! Gij weet het beste, wat mij tot vrede, tot heil verstrekt. Slechts eene zaak vraag ik LT, en deze zult Gij mij niet weigeren, red toch mijne arme ziel. — Deze bede kunt Gij niet afslaan, want viw bloed, uw kruis, uw dood en oneindige verdiensten zijn mij tot borg, dat Gij mij zult verhooren. Het moge mij dan gaan, zoo het wil , als Gij mijne ziel maar niet laat verloren gaan. Leid mij dus, Heer! opdat zij niet verloren ga, op den rechten weg, die Gij zelf zijt; ondersteun mij , versterk mij, drijf mij aan en breng mij tot het ge-wenschte einde. — O, laat mijne ziel nooit meer door eene enkele zonde gewond of bezoedeld worden ; trek en bind en hecht mijn hart geheel aan U vast; maak mij los van al het aardsche en richt mijn verlangen naar den Hemel, waar Gij in luister en zalig-

-ocr page 254-

25^

hcid troont en den armen wandelaar, die het ware doel bereikt heeft, met eeuwige vreugde en zaligheid vervult. Amen.

DANKZEGGING NA DE H. COMMUNIE.

Wie zal mij een hart geven, om uwe eiu-delonze barmhartigheid te gevoelen, en een a mond, om haar naar waarde te loven en te prijzen ? O heilig Geheim, waar de liefde zich verbergt, om zuiverder gezocht te worden! O wonderbaar Geheim der liefde van mijn God ! Wat heb ik toch gedaan, om LT te verdienen ? Brood der Engelen! Gij geelt U aan hen, die de grootste zondaren waren; wat zal ik doen, om mij geheel aan U te geven? Alles ontbreekt mij, om zooveel genade dankbaar te erkennen. Ik belijd mijne onmacht en mijne onwaardigheid; mij ontbreken de gevoelens voor een zoo beminnelijk geheim. Maar, o liefde! Gij hebt er behagen in, om in ons slijk te schitteren; laat dan uwe wonderen in dit bedorven hart uitblinken; bemin ü zelve in mij en dompel uw schepsel, om het te vernieuwen, in de liefdevlammen des H. Geestes! O God, o liefde! ik verneder mij voor U, ik dank U, ik bemin U.

-ocr page 255-

263

GEVOBLKNS VAN LIEFDE.

0 God mijns harten ! O God, mijn erfdeel in eeuwigheid! Wie kan U kennen, zonder U lief te kebben , U, die in schoonheid, in deugd, in grootheid, in macht, in goedheid, iu milddadigheid, in heerlijkheid, in alle soorten van volmaaktheden en wat mij van meer nabij aangaat, in liefde voor mij alles overtreft, wat de geschapene geesten kunnen begrijpen? De eerbied en de ongelijkheid tusschen ü en mij moesten, naar het schijnt, mij terughouden; maar Gij veroorloolt mij, wat zeg ik. Gij beveelt mij, U te beminnen. O God! ik ken mij zeiven, ik bezit mij zeiven niet meer.

0 heilige liefdel kom mij ten spoedigste geuezen ; kom de wond, die Gij mij geslagen hebt, nog dieper en levendiger maken; ontruk mij aan idle schepselen; zij hinderen mij en zijn mij lastig; Gij alleen zijt mij voldoende en ik wil niets meer dan U.

Wat! de dwaze minnaars der wereld zouden hunne dwaze hartstochten tot de uiterste gevoeligheid drijven, en men zou U maar tot een zekere hoogte, met zekere lauwheid beminnen ! Neen, neen, mijn God! de liefde der wereld mag het van de liefde tot God idet winnen.

Toon dus wat Gij vermoogt op een hart.

-ocr page 256-

254

dat aan U geheel toebehoort; de toegang is voor U geopend, de weg daarheen is U bekend; Gij weet, wat de genade in staat is daarin op te wekken en uit te werken. Gij wacht slechts op mijne toestemming , op de toetreding van mijn vrijen wil. Een en ander geef ik U duizend en duizendmaal. Neem alles , handel als God; ontvlam mij , verteer mij, zwak en onmachtig schepsel als ik ben; ik kan U niets geven dan mijne liefde. Vermeerder die, Heer! en maak die Uwer meer waardig.

O, ware ik toch in staat, om groote dingen voor U te doen! O, kon ik toch veel voor U opofferen! Maar alles, wat ik kan, is niets. Naar U verzuchten, kwijnen van verlangen naar U, U beminnen en sterven, om U meer te beminnen , dat is alles wat ik voortaan wil, dat is mijn eenigst .verlangen.

GEJÏKD VAN KENE ZIEL, DIE ZICH ZONDEK VOOE-

BtHOUD AAN GOO WENSOHT TOK TE WIJDEN.

Mijn God! ik wil mij aan U toewijden; geef mij daartoe den moed, versterk mijn zwakken wil, die naar U toeueigt; ik reik ü de hand toe; wil die aannemen. Zoo ik geene kracht genoeg heb, om mij aan U weg te schenken, trek mij dan tot U door de zoetigheden uwer genade; sleep mij dan mede aan de banden

-ocr page 257-

255

uwer liefde. Heer! aan wien zal ik toch toe-behooren, zoo ik de uwe niet ben? Wat harde slavernij, aan zicb zeiven en aan zijne harts-tocliten te zijn prijs gegeven! O ware vrijheid der kinderen Gods, m^n kent u niet. Gelukkig degene, die ontdekt heeft waar zij te vinden is, en die haar niet meer zoekt, waar zij niet is!

Duizendwerf gelukkig hij, die in alles van God afhangt, om voortaan van Hem alleen afhankelijk te zijn.

Maar hoe komt het dan , dat men nog bevreesd is, om zijne ketenen te verbreken? Zijn dan de vluchtige ijdelheden meer waard, dan uwe eeuwige waarheid, dan Gij zelf? Kan men nog vreezen, zich aan IJ over te geven ? O monsterachtige dwaasheid! men zou dan bevreesd zijn om gelukkig te worden; men zou vreezen Egypte te verlaten, om het beloofde land in te gaan; morren in de woestijn en walging hebben van het Manna bij de gedachte aan de vleeschpotten van Egypte!

En eigenlijk ben ik het niet, die mij aan U geef, maar Gij , o mijne liefde, Gij geeft U geheel aan mij; ik aarzel dan ook niet langer U mijn hart te schenken. Welk geluk, aan U toe te behooren en niets meer te hoo-ren en te zeggen, wat ijdel en nietig is, om naar TJ slechts te luisteren! O oneindige wijsheid! Zult Gij mij niet over betere zaken

-ocr page 258-

asd

spreken , dan die ijdele mensehen ? Gij, o mijn God! zult U met mij onderhouden ; Gij zult mij onderrichten, mij de ijdelheid eu het bedrog doen vluchten , mij voeden met U zeiven en in mij alle ijdele nieuwsgierigheid tegenhouden. Heer! wanneer ik uw juk beschouw, dan schijnt het mij zelfs te zoet toe , al moet ik U dan ook alle dagen van mijn leven uw kruis nadragen. Behoef ik geen bitterder kelk van lijden tot den bodem toe te ledigen ? Is dat al de boete, die ik voor mijne zonden verdiend heb? O liefde! Gij doet niets dan beminnen, Gij slaat niet, (iij spaart mijne zwakheid. Zal ik na dat alles nog aarzelen, om tot U te naderen ? Zouden de kruisen mij kunnen afschrikken? Alleen die, welke de wereld oplegt, moeten ons schrik aanjagen; hoe dwaas is 't niet, die niet te vreezen !

O eindelooze ellende, die slechts door uwe barmhartigheid kon overtroffen worden! Hoe minder licht en moed ik had, des te meer was ik uw medelijden waardig. O God! ik heb mij uwer onwaardig gemaakt; maar ik kan een wonder uwer genade worden. Geef mij alles wat mij ontbreekt, eu alles , wat in mij is, zal uwe gaven verheffen en uw heiligen naam loven en prijzen. Amen.

-ocr page 259-

ZESDE COMMUNIE-OEFENING.

OEFENING VÓÓR BE H. COMMUNIE.

Gebed om eene waardige voorbereiding.

VAN DEN H. ANSELMUS.

Mijn God, aan wiens goddelijk liefdemaal ik heden zal nanzitten ; ontferm Li over mijne ellende, verwerp mij niet om mijne stoutheid, waarmede ik het waag, U den al machtigen en ontzaglijken God, zonder genoegziiam. berouw en boetvaardigheid te loven en te aanbidden. Wanneer de Engelen des Hemels voor ü sidderen , hoe zal ik, zondaar, U dan naderen, zonder van schrik te ontstellen en tranen van berouw te weenen? Maar ach, mijn God! dit kan ik niet. Wat beu ik toch ellendig en armzalig, dat mijne ziel nog niet eens bewogen wordt, als zij voor God staat en tot Hem zal naderen; wat ben ik toch ellendig, dat mijn hart nog zoo koud, mijn oog nog zoo droog blijft, terwijl ik mij met mijn God ga vereenigen, het schepsel

-ocr page 260-

258

met den Schepper, liet stof met de eeuwige almacht!

Zie, Heer! ik stel mij hier voor uw goddelijk aanschijn en wil inijne geheimste gedachten over mij-zelven voor U niet verbergen. Gij ziit rijk in erbarming en goedertieren en milddadig ; schenk mij uwe genadegaven, opdat ik daarmede uitgerust, U oprecht diene. Vervid mij met uwe vreeze en verblijd mijn hart in uwen Naam. Geef mij, o gever van alle goed! reinheid des harten en opgeruimdheid des gemoeds, opdat ik met waardigen lof en in volmaakte liefde U ontvangen en ondervinden moge, hoe zoet Gij zijt, o Heer! Geef mij de zoetheid der hoop, opdat ik mij in U verblijde; laat mij al mijn vertrouwen stellen op U, opdat ik in dit tranendal bij U hulp vinde. Schenk mij een knisch hart, opdat ik de zaligheid der zuiveren verwerve en eens in uwe hemelsche woning U eeuwig love. Amen.

GELOOF, HOOP EN LIEFDE.

VAN DEN H. AUGUST] NUS.

Heer Jesus Christus! ik bid U, door het vergieten van uw kostbaar bloed, waardoor wij verlost zijn, schenk mij een hartelijk berouw en tranen van boetvaardigheid, iuzon-

-ocr page 261-

369

derheid wanneer ik U mijne gebeden opdraag, wanneer ik uw lot' zing of verkondig, wanneer ik de lieilige Geheimen, schitterende bewijzen uwer liefde, jij woon, en wanneer ik uw altaar nader met een vurig verlangen om dit goddelijk geheim van liefde met allen eerbied en godsvrucht te ontvangen, dat Gij, onze Heer, ter herinnering aan uw lijden en sterven, tot ons heil en ter verbetering onzer dagelijksche zwakheden hebt ingesteld. Laat mijne ziel zich sterken door uwe tegenwoordigheid in dit H. Sacrament; laat zij uwe aanwezigheid gevoelen en zich in U verheugen. O Jesus! eeuwig onveranderlijk licht, vuur, dat immer brandt; licht, dat altijd schijnt; brood des levens, dat ons voedt en in zich nimmer afneemt; dat dagelijks genoten en nimmer verteerd wordt; verlicht, ontsteek, ontvlam en heilig mij; verlos mij van het kwaad, vervul mij met uwe genade, opdat ik thans tot heil mijner ziel uw allerheiligst lichaam geniete, en door dit genot voor U leve, tot TJ kome en eeuwig in U ruste. Amen.

Mijn Jesus! ik geloof en belijd met den mond, dat de Eeuwige Vader, die in zich Kei ven hoogst zalig, machtig, volmaakt is en aan niemand behoefte heeft, ons nogtans volgens zijne eindelooze barmhartigheid zoozeer beminde, dat Hij U , zijn eeniggeboren

-ocr page 262-

360

Zoon, ons tot Verlosser gaf; ik geloof ook, dat Gij-zelf, in alles aan den Vader gelijk, door uwu onbegrensde liefde van den schoot nws Vaders in den schoot der Allerheiligste Maagd zijt neergedaald en mensch geworden; dat Gij uit liefde tot ons dit heilig Sacrament in het laatste Avondmaal ingesteld, en daarin uw waarachtig vleesch en bloed ons tot spijs liebt nagelaten, en dat Gij eindelijk, aan uw hemelschen Vader gehoorzaam tot den dood, U-zelven aan 't kruis voor ons hebt opgeofferd.

Daarom, o Heer! stel ik op U al mijne hoop eu kom ik met het grootste vertrouwen tot ü, die om mijnentwil zoo groot een wonder hebt willen verrichten, en zoo bitter hebt willen lijden. Eu zoudt Gij mij wel iets kunnen weigeren , nu Gij U-zelven uit liefde voor mij hebt weggeschonken?

Ik bemin U ook, zoete Jesus ! met de ge-heele liefde mijns harten, eu wil U ook immer en eeuwig met uwe genade liefhebben. Wat zal ik U echter geven, o Heer! voor alles, wat Gij mij gegeven hebt? Zie, ik geef mij-zelven met lichaam en ziel aan de leiding va;; uw heiligen wil over; en hebt Gij eenmnal mijn hart in bezh; genomen , o heersch daarin dan als de eenige heer en meester; beschouw mij als uwen dienaar, en laat niet toe, dat ik andere Gouen nevens U

-ocr page 263-

Jfil

stelle; want ü-alleen wil ik dienen; voor U-alleen leven en sterven. Amen.

OPDRACHT.

VAN DEN H. MANCISOUS TAN SALES,

Mijn Heer en mijn God, één in wezen, drievuldig in personen! ik breng U eeuwigen dank voor de instelling van het aanbiddelijk Altaarsacrament, voor het lijden en sterven, voor de glorievolle Verrijzenis van onzen Heer en Verlosser Jesus Christus, voor liet volbrachte Verlossingswerk, voor onze bevrijding uit de slavernij van Satan, en voor de veilige en zekere hoop van ons hersteld heil. Evenzoo, eeuwige Vader, zeg ik U dank voor de onuitsprekelijke vreugde, waarmede Hij, gedurende veertig dagen, door zijne herhaalde verschijningen, zijne allerheiligste Moeder, zijne Apostelen en leerlingen, de H. Maria Magdaleua en anderen vervulde. Dit alles draag ik U op, om de genade te verkrijgen eener waardige heilige Communie; ik loof en prijs U in eeuwigheid en bid U, door het geheim der heilige Verrijzenis , mij te helpen om den ouden mensch met al zijne kwade begeerlijkheden af te sterven en tot een nieuw, vroom en heilig leven te verrijzen.

Met dezelfde meening dank ik U voor do

-ocr page 264-

26S

wonderbare Hemelvaart van onzen godde-lijken Heiland; voor de eer eu glorie, waarmede Gij Hem aan uwe rechterzijde geplaatst bebt; voor de hoogste macht, die Gij Hem verleend hebt, om alle schepselen in den Hemel, op en onder de aarde te oordeelen, en eindelijk voor de zending van den H. Geest over de Apostelen. Voor dit alles dank en prijs ik U in alle eeuwigheid en bid ik U om de genade, om aan al het aardsohe te verzaken en met geheel mijn hart naar het eeuwige te streven, opdat ik eene waardige woning worde van den H. Geest en zijne gaven tot mijn eeuwig heil steeds aanwende. Amen.

VERLANGEN NAAR JESUS.

NAAR DEN H. AUGUSTIJTOS.

Jesus, mijn Verlosser! Gij, die mijn hart doorschouwt, laat ook ik U leeren kennen; toon U aan mij, mijn Vertrooster, opdat ik U, het licht mijner oogen, zie. Kom, vreugde mijner ziel, verkwikking mijns harten, dat ik U beminne, Gij leven van mijnen geest. Verschijn toch aan mij, mijn grootste genoegen, mijn zoetste troost, mijn leven, mijn God en mijn Heer! Laat mij U vinden. Gij verlangen mijns harten, en mij aan U vasthouden , Gij, leven mijner ziel! U omhels ik ,

-ocr page 265-

2fi3

mijn lipmelsche Bruidegom en mijn alles ; U wil ik in mijn hart bezitten , Gij, zalig leven, hoogste vreugde, mijner ziel! IJ wil ik liefhebben, o Heer! wees mijne kracht, mijne sterkte , mijne toevlucht en mijn Verlosser , mijn helper , een sterke toren en de zoetste hoop in eiken nood. Mijn hoogste goed, zonder 't welk niets goed is: open mijn oor voor uw woord, dat scherper is dan een zwaard, opdat ik uwe stem hoore; verlicht mijn oog, opdat het zich niet naar de wereld en het aardsche keere. O eeuwig licht! verhelder mijn blik , opdat ik U-alleen zien moge; geef mij dien geestelijken reuk, dat ik alleen naar den geur uwer zalvingen hake, en dien smaak, waardoor ik proeve en er-kenne, hoe zoet Gij zijt, o Heer! voor diegenen , die U liefhebben. Geef mij een hart, dat voor U klopt, eene ziel, die ü bemint, een zin, die U vereert, een verstand, dat II erkent, een wil, die naar U verlangt. O leven, dat mij doet leven , zonder 't welk ik sterf, waar toeft gij? Waar vind ik U, dat ik voor mij-zelven sterve, om slechts voor U te leven? O kom, vervul mijn hart en mijne ziel; ik bemin U en zal U eeuwig beminnen ! Trek mij tot U , mijne vreugde , mijn hart springt op, als ik aan U denk. Voed en versterk mij als de spijs mijner ziel, geleid mij als mijn leidsman, wees mijn licht.

-ocr page 266-

2fi4

mijne vreugde, mijne verzadiging. Kom in mijne ziel, opdat ik in U ruste, ü erkenne en beminne. Verdrijf de duisternissen van mijnen geest, opdat ik mij-zelven vergete en U liefhebbe, mij-zelven verlate en slechts in U mij zalig voele.

Heer, God des Hemels en der aarde. Koning der eeuwigheid! neig uw oor naar mijne smeekingen en vergeef mij, wat ik als mensch door zwakheid misdreven heb. Verhoor, o Heer, dat hart, dat rouwmoedig U aanroept, zie niet op mijne zonden, maar op de smart mijner ziel. Verlos mij van mijne booze werken en vergeld mij niet naar mijne daden. Ik werp mij voor uwe goddelijke milddadigheid neder; erbarm U over mij, zuchtende onder den last mijner boosheid; bevrijd mij van hare banden en genees mijne verborgene wonden, die U-alleen bekend zijn, aan U, die traag zijt in het straffen, maar gereed tot erbarming. Reik mij uwe weldadige hand en trek mij uit het slijk der zonden , Gij, die het ongeluk der menschen niet wilt en niemand verwerpt, die tot U zijne toevlucht neemt. Verhoor, oHeer! mijn smeeken tot U, verlicht mij door uwe komst in mijn hart, verander mijne angsten in vreugden, verscheur het kleed mijner droefheid. stort uw geluk en uwe zaligheid in mij uit, opdat ik, met U vereend, alles bezitte, en U met den Vader

-ocr page 267-

265

en den lieiligen Geest eeuwig love en prijze. Amen.

GEBED

tot lgt;E allerheiligste maagd, om den

HE Kil WAAllDIG TE ONTVANGEN.

Van den H. Ildeplioimis.

Ik werp mij voor uwe voeten neder, o allerzaligste Maagd en Moeder Gods Maria! gij die zoo voortreffelijk liebt medegewerkt met de meoschwording van .Tesus, opdat gij mjj de vergiffenis mijner zonden, de bevrijding van al mijne boosheden en een vast vertrouwen op uwe maolit verwervet. Leer mij, hoe zoet uw goddelijke Zoon is en bewaar in mij het onwrikbaar geloof aan Heir. Verkrijg voor mij, dat ik aan Hem en aan u steeds onderworpen zij, dat ik Hem en u steeds getrouw diene; Hem als mijn Schepper , n als zijne Moeder; Hem als mijn God, u als de Moeder Gods; Hem als mijn Verlosser, u als zijne medewerksterder verlossing, wijl zijne menschelijke natnuruit u genomen is. Ik smeek u dus, heilige Maagd, help mij nu, om uw goddelijken Zoon met dien geest te ontvangen, waarmede ook gij waardig waart Hem te ontvangen. Verwerf mij de genade, dat mijne ziel Hem met dien

-ocr page 268-

266

geest opneme , waarmede uw allerzuiverste schoot Hem ontving, en dat, zooals gij Jesus erkend, ontvangen en gebaard hebt, ik ook Hem in liefde erkennen, in dit Sacrament Hem waardig ontvangen en in eeuwige trouw immer met Hem vereenigd blijven moge. Amen.

OEFENINGEN

NA DE H. COMMUNIE.

GEBED OM DE ZALIGE UITWERKSELEN DEll H. COMMUNIE TE ERLANGEN.

Vau den H. Thomas van Aquinen.

Lof en eer en dank zij U, lieilige Heer, almaclitige Vader, eeuwige God! dat Gij mij, armen zondaar, uw onwaardigen dienaar, zonder eenige verdiensten van mijnen kant, alleen door de overmaat uwer barmhartigheid , met het kostbaar Lichaam en Bloed van uwen Zoon, onzen Heer, Jesus Christus hebt willen voeden.

Ik bid ü , laat deze heilige Communie mij geene oorzaak van straf, maar een heilzaam middel ter vergiffenis zijn. Laat zij mij strekken tot een wapen des geloofs, tot een schild van goeden wil; tot uitroeiirg mijner gebre-

-ocr page 269-

267

ken, tot onderdrukking mijner kwade lusten en begeerten, tot vermeerdering van liefde en geduld, van ootmoed en gehoorzaamheid en van alle deugden , tot eene sterke bescherming tegen alle hinderlagen mijner zichtbare en onzichtbare vijanden, tot volmaakte rust van al mijne vleeschelijke en lichamelijke bewegingen, tot onwrikbare trouw aan U, den eenen en waren God, en tot een gelukkig en zalig uiteinde mijns levens. Verder smeek ik U, dat Gij mij, zondaar, eenmaal daarboven tot dien onuit-sprekelijken maaltijd gslievet toe te laten, waar Gij, met uw Zoon en den H. Geest, voor uwe Heiligen het ware licht, de volledige bevrediging, de eeuwige vreugde, het voltooide geluk en de volmaakte zaligheid zijt. Door denzelfden Ciiristus onzen Heer. Amen.

OPDRACHT VAN JESÜS' VERDIRNSTRN AAN DEN HEMELSCHEN VADEU.

Van ilt'u H. Augustjinis.

Almachtige God en Vader! zie, nu heb ik uw geliefden Zoon ontvangen; Hem draag ik U als het dierbaarste en kostbaarste offer op. Niets behoud ik mij zeiven voor, wat ik aan uwe eeuwige Majesteit niet opdraag;

-ocr page 270-

368

niets heb ik (laar nog bij te voegen, want Hij is mijn Al. Neem uw goddehjken /.oon als mijn Voorspreker bij TJ aan; Hem stel ik als Middelaar tusschen U cn mij; ik neem Hem tot voorspraak, door wien ik hoop fvp de vergiffenis mijner zonden en herinner L daarom aan zijn allersmartelijkst lijden , dat Hij voor mij heeft doorgestaan. Ik ge'quot;quot;' gt; dat uw goddelijke Zoon onze menschelijke natuur heeft aangenomen, waarin Hij voor geene slagen en boeien , hoon en bespotting, kruis en nagelen is teruggedeinsd. Peze menschelijke natuur, waarin Hij als kind weende, in windselen lag, in arbeid zweette, zich door vasten verstierf, door waken boete deed, op reis zich vermoeide, door geesel-slagen ontvleeschd werd, aan 't krnis stierf en heerlijk weer verrees, — die mensohelijkc natuur heeft Hij in de vreugde des Hemels binnengevoerd en aan de rechterhand uwer heerlijkheid ten troon verheven. Zie dus. Heer! welk een Zoon Gij voortgebracht en welk een dienstknecht Gij verlost hebt. Sla uwe oogen op den Schepper en veracht het schepsel niet. Omhels den Herder en zie het schaapjen genadig aan, dat Hij op zijne schouderen draagt. Zie, mijn Heer en mijn God , de goede Herder brengt U terug, wat Gij Hem hebt toevertrouwd. Door TI werd Hij gezonden , om mij te verlossen; nu geeft

-ocr page 271-

2(59

vant Hij mij gereinigd aan U terug; Hij brengt 5oon tot (ieu schaapstal weder, wat de roovers stel daarvan ontvreemd hadden. Door Hem kom eem ik tot U terug, nadat .;k door de zoude van ) op U was weggevlucht, en heb ik al straffen r U verdiend, zoo hoop ik door Hem op genade dat en vergiffenis. Van mij-zelveu, o Vader, kon oof, ik Ü wel beleedigeu, maar mij met U niet 'ijke verzoenen; daarom is uw lieve Zoon mijn mor helper geworden en heelt Hij mijne uatuur [no. aangenomen, om mijne zwakheid te gene-leze zen. Wat dus bij mij de oorzaak is, dat ik :ind ^ beleedigde, is voor Hem reden, om mij tfg met U te verzoenen. Moet Gij mij al ver-Qetè werpen wegens mijne zonden, wees mij dan gR|_ genadig wegens de liefde uws Zoons. Zie ierf ueêr op den Zoon eu geef deu knecht ver-giffenis; zoo dikwerf de wonden uws Zoons jelg blinken, verdwijnen ook mijne misstappen.; lver zoo dikwerf het bloed van zijn hart stroomt, „g worden mijne zouden uitgevvischt. Daar mijn er[ vleesch U tot toorn opwekte, laat zijn Sla vleesch U om erbarming smeeken, opdat, het wijl iiiij:t vleesch mij bracht tot schuld, zijn z;e vleesch mij brenge tot genade. Veel heb ik j]le door mijne boosheid verdiend, maar nog Ijj,, veel meer wordt door de liefde mijns Vervat lossers vergeven. O, vergeef mij dus om p.r(l uws Zoons wille; ik verberg mijne koudheid

■eft in zijne liefde, mijne trouwloosheid in zijne

,

-ocr page 272-

270

trouw; mijne drift in zijne zachtmoedigheid. Verbeter door zijn ootmoed mijne trotsch-heid, door zijne goedheid mijne hardvochtigheid, door zijn vrede mijne onrust, door zijne zachtheid en vredelievendheid mijne afgekeerdheid en haat. O, laat mij mijnen Verlosser gelijkvormig worden , Hem liefhebben, zooals Hij mij liefheeft, en van nu af immer zijn leerling zijn en blijven. Amen.

GEBED OM EENE BRANDENDE LIEFDE TOT JESUS.

Van den H. Bonaventura

Doorgloei, o allerzoetste Heer Jesus, het binnenste mijner ziel met het vuur uwer tecderste en heilzaamste toegenegenheid en met eene ware, oprechte en krachtdadig heilige liefde tot U , opdat mijne ziel alleen uit smacht verlangen naar U als verteere en van bovennatuurlijke begeerten ontvlamd, in uwe voorhoven als wegkwijne van verlangen om ontbonden te worden en met U te, zijn. (ieef, dat mijne ziel slechts hongere naar U, die het brood der Engelen, de verkwikking der heilige zielen, ons dagelijksch geestelijk brood zijt, dat alle zoetheid van genr en smaak en alle lieflijkheid iu zich bevat; dat mijn hart steeds naar U hake en U, wien

-ocr page 273-

271

de Engelen zoo vurig wenschen te aanschouwen, geniete en mijn binnenste door uw zoeten geur vervuld worde; laat mijne ziel steeds dorsten naar U , de bron des levens , de bron van wijsheid en wetenschap, de bron van 't eeuwig licht, den stroom van het hemelsch genot, den overvloed van het huis Gods; laat zij naar U steeds verlangen , U zoeken, U vintien, naar U streven , tot U komen, aan U denken, van U spreken en alles verrichten tot lof en glorie van uwen Naam, met ootmoed en bescheidenheid, met liefde en behagen, met opgeruimdheid eu ijver, met volharding ten einde toe, en wees (iij eu Gij-alleen altijd mijne hoop, mijn heil en mijn vertrouwen , mijn rijkdom, mijn genot, miju vermaak, mijne vreugde, mijne kalmte en rust, mijn vrede, mijne zoetheid, mijn behagen, mijne spijze, mijne verkwikking, mijne toevlucht, mijne hulp, mijne wijsheid, mijn erfdeel, mijne bezitting eu mijn schat, waarin mijn hart en mijne ziel immer vast en onwrikbaar geworteld cu bevestigd blijven. Amen.

I

-ocr page 274-

273

UITSTORTING DEK. VURIGSTE LIEFDE VOOR DEN GEKRUISTEN GODMENSCH.

Van den H. Frauciscus Xaverius.

O God ! ik min U teeder;

quot;Dit niet zoozeer, opdat Gij mij zoudt zaligen, Of niet, omdat Gij hen, die Ü niet minnen, In 't. eeuwig hei-vuur straft;

Maar Gij, mijn Jesus, hebt aan 't kruis Mij heel en al omvat;

Gij hebt de nagels en de lans En allen smaad en schande En peilloos leed en zweet en angst, Den dood zelfs aangenomen ,

En dat om mij, en voor mij, armen zondaar. Waarom dan zou ik U niet minnen, O allerliefste Jesus, uit heel mijn hart en

[ zinnen ?

Juist niet, opdat Gij me eens ten Hemel [ op doet varen , Of niet, opdat Ge mij voor't hellevuur zult

[ sparen,

Of niet op hoop van eenig loou;

Maar zóó Gij-zelf mij hebt bemind , Zóó min ik Ü en wil ik U steeds minnen : Alléén wijl Gij mijn Konimj zijt,

En wijl Gij God — mij alles — zijt.

-ocr page 275-

273

GEBED TOT JJli ALLEIUIKILIGSÏE MAAGD.

Van den zaligen Petrus Canisius.

Allcrlieiliijste en verlievene Maagd Maria, die, ra den Schepper en Heer van alles, dien ik zoo even mocht nuttigen , in mv maag-delijken schoot ontvangen en gebaard te hebben, uwe dankbaarheid inde heerlijkste geestvervoering hebt uitgestort, en die daarna nog zuiverder in de oogen der mensehen, nog heiliger en behagelijker zijt geworden aan God : o, bewerk toch, dat ik , door de kracht van Hem, die zich aan mij geschonken heeft, mij-zelven geheel mijn leven lang van alle vlek van doodzonde beware', eu dat ik, wel verre van mij ondankbaar te toonen jegens een zoo milddadig Verlosser, mij voortaan hierop alleen toelegge, om Hem in alles mijne onwrikbare trouw te bewijzen. Amen.

-ocr page 276-

272

UITSTORTING DER VURIGSTE LIEFDE VOOK DÉN GEKUUISTEN GODMENSCH.

Van den H. Frauciscns Xaverius.

O God ! ik min U teeder;

Dit nietzoozeer, opdat Gij mij zoudt zaligen, Of niet, omdat Gij hen, die U niet minnen, In 't. eeuwig hei-vuur straft;

Maar Gij, mijn Jesus, hebt aan 't kruis Mij heel en al omvat;

Gij hebt de nagels en de lans En allen smaad en schande En peilloos leed en zweet en angst, Den dood zelfs aangenomen,

En dat om mij, en voor mij, armen zondaar. Waarom dan zou ik U niet minnen, O allerliefste Jesus, uit heel mijn hart en

[ zinnen ?

Juist niet, opdat Gij me eens ten Hemel [ op doet varen , Of niet, opdat Ge mij voor't hellevuur zult

[ sparen,

Of niet op hoop van eenig loon;

Maar zóó Gij-zelf mij hebt bemind , Zóó min ik U en wil ik U steeds minnen : Alléén wijl Gij mijn Koniny zijt,

En wijl Gij God — mij alles — zijt.

-ocr page 277-

373

GEUUD TOT UK ALLEIU1K1L1GSTE MAAGD.

Van den zaligen Petrus Canisius.

Allerheiligste en vertevene Maagd Maria, ilie, ra den Scliepjier en Heer van alles, dien ik zoo even mocht nuttigen , in uw maag-«lelijken schoot ontvangen en gebaard te hebben, uwe dankbaarheid inde heerlijkste geestvervoering hebt uitgestort, en die daarna nog zuiverder in de oogen der menschen, nog heiliger en behagelijker zijt geworden aan God : o, bewerk toch, dat ik , door de kracht van Hem, die zich aan mij geschonken heeft, mij-zelven geheel mijn leven lang van alle vlek van doodzonde beware', en dat ik, wel verre van mij ondankbaar te toonen jegens een zoo milddadig Verlosser, mij voortaan hierop alleen toelegge, om Hem in alles mijne onwrikbare trouw te bewijzen. Amen.

13*

-ocr page 278-

ZEVENDE COMMUNIE OEFENING.

JESUS, M IJ N VADER.

I. Hij bemint mij. 2. Hij is oneindig beminnenswaardig. 3. Wordt Hij door mij bemind ?

GEMOEDSAANDOENINGEN.

Mijn Vader! o zoete naam! wie voelt niet met een zalig genoegen dien zoeten naam op zijne lippen komen?— Wat herinnert hij mij al niet? Zeg ik : mijn God , dan voel ik mij van ontzag en eerbied vervuld. Zeg ik ; mijn Schepper, dan dunkt mij, dat die oneindige Almacht, die mij uit het niet getrokken heeft, mij ook om mijne zonden zou kunnen verpletteren en vernietigen. Maar zeg ik ; mijn Vader, hoor ik dien Hod, dien Schepper tot mij zeggen : mijn kind ! Aeh, Vader ! wat heb ik dan nog te vreezen? Dan werp ik mij aan zijne voeten neder, niet met siddering en vreeze, maar met een kinderlijk vertrouwen. O liefdevolle Vader! heb medelijden met mijne ellenden... Ik ben een kind, helaas', z'jo schuldig, zoo

-ocr page 279-

276

onstandvastig, zoo ontrouw; maar eeu vader vergeeft.... Ik vraag dus vóór alles, dat Gij mij mijne ondankbaarheid wilt vergeven, mijne ontrouw vergeten. Ach! waarom kan ik ze niet door mijn bloed uitwisselien!... Gij doordringt mijn hart... Is liet oprecht? Ik moet bekennen, dat ik er zelf aan twijfel. Inderdaad, hoevele beloften zonder daden , hoeveel koudheid, onverschilligheid, hoeveel ontrouw aan mijne ernstig gemaakte voornemens! Nogtans werp ik mij vol vertrouwen in uwe vaderlijke armeu. Zou een zoo goede vader mij afwijzen, mij verstooten? Neen, dat kan ik niet geloov'en. Zie mij dus aan met een liefdevol vaderoog; laat mij in uwe blikken lezen, dat Gij mij ver-

gift'enis schenkt____ Geef aan mijne ziel de

vreugde des geestes weder, die alléén van U komt en het aandeel is van uwe welbeminde kinder, i. Maar zoo Gij voor mij zulk een goede /ader zijt, waarom ben ik niet een kind Uwer waardig?... Een kind bemint... Hoe bemin ik U?... Een kind gehoorzaamt. .. Hoe gehoorzaam ik U? ... Een kind hoopt en verwacht alles van zijn vader... Wat hoop, wat verwacht ik van U, o mijn God? Heeft een kind wel angst voor zijn vader?... Beu ik een kind vol liefde, vol vertrouwen op U, mijn God en Vader?

Ach! zoo ik ten minste te midden der

-ocr page 280-

37fi

verstrooidheden, waarmede ik mijne werken verricht, nu en dan uwe blikken mocht ontmoeten , wat zou mij dat een troost en verkwikking; zijn bij mijn arbeid! Hoe komt het, dat ik mij zoo vaak van U verwijderd gevoel? Ach! laat dit toch geen gevolg zijn van uw weerzin, van uwe ongenade. Heb medelijden met een schuldig kind, welks hart is vermorzeld... Toon mij, dat Gij uog mijn Vader zijn wilt; kom uwe woning in mij vestigen. Kom door de H. Communie in mijn hart.

O, mocht ik den heilzamen invloed uwer goddelijke tegenwoordigheid gevoelen ; mocht ik weten of ik genade bij ü gevonden heb; mocht mijne Communie waarachtig tot Uwe eer, tot mijn geluk verstrekken! Ach! waarom is het mij niet gegeven in de H. Communie de zoetheid uwer bekoorlijkheden te smaken? Wat zijn niet de gevoelens van liefde, waarvan de godvruchtige zielen, die U ontvangen, als verteerd worden! Wat gaat er om tusschen U en haar, o mijn God !... O mijn Jesns! Hoe ver hen ik daarvan nog verwijderd? Is dit eene beproeving?... Ik aanbid uwe goddelijke inzichten. Is het eene straf? Ach, ik onderwerp mij daaraan; want ik verdien nog meer gestraft te worden. Door welke tranen zal ik U kunnen bewegen ?... O, ik beroep mij op uw vaderhart.

-ocr page 281-

377

Neon, mijn God! Gij wijst mij niet af; Gij zult mijn hart binnenbaan, om mij den vredekus te geven. Is koester dit zoete vertrouwen... Maria, toevlnelit der zondaren! toon, dat gij mijne Moeder zijt. Ik offer aan mijn God al uwe verdiensten, en uw allerheiligst Hart tot voldoening voor mijne zonden op.

OPDllACHT UEH II. COMMUNIE.

Doe telkens ais gij tot de H. Communie nadert lie volgende npdracht.

Heere Jesus I Ik draag U deze II. Communie op met het oogmerk om uwe liefde te behagen. Ik offer mij alzoo met ü vereeuigd aan uw liemelschen Vader op, vol verlangen om Hem te eeren, zooals Hij door ü vereerd wordt. Zoo zullen wij, ons slachtofferende, aan God in ons ceu dankoffer , een zoenoffer, een offer van kinderlijke verkleefdheid. .. . aanbieden.

Ik offer U deze H. Communie op in veree-niging met die der Heiligen, die U in dit H. Geheim het meest bemind hebben, vooral met die der allerheiligste Maagd Maria. Ik offer ü hunne gesteltenis, hunne liefde en godsvrucht op, om mijne ellende en armoede te vergoeden. Ik verlang deze H. Communie te verrichten, om al de genaden, die Gij daaraan verbonden hebt, te ontvangen.

-ocr page 282-

278

Geef, o God, dat zij niet alleen voor mij, maar ook voor geheel de H. Kerk nuttig zij: voor onzen H. Vader den Paus, voor onze Bisschoppen en priesters, vooralmijne Oversten , zoo geestelijke als wereldlijke. Moge zij ook den zegen aftrekken over alle leden mijner familie, over al diegenen, die aan mijne zorgen zijn toevertrouwd, en aan wie ik beloofd heb, of voor wie ik verplicht ben te bidden. Mogen ook de arme zielen in het vagevuur daardoor geholpen worden, terwijl ik U bid om den aflaat, dien ik wensch te verdieueu, aan haar te willen toevoegen. Geef, o mijn God, dat dit heden de vrucht van deze H. Communie zij....

Bepaal hier de deugd, die gij weuscht te beoefenen , de ondeugd , die gij verlangt te vermijden, de bijzondere gunst, die gij door deze Communie wenscbt te verkrijgen.

VÓÓR 1JE H. COMMUNIE.

Mijn God, mijn Vader!... Gelukkig oogen-blik, dat mij met Hem zal vereenigen! Zoete Naam , die mij met vertrouwen bezielt! Mijn God komt in mijn hart en Hij noemt zich mijn Vader! O Jesus , opperste Goed! wat is er meer noodig, om mijn hart te treffen? Ik gevoel dat het ruimer wordt, blijder klopt bij dien zoeten naam van Vader! Ja, ik geloof, o mijn God, dat Gij, als een teedere Vader,

-ocr page 283-

279

U met mij wilt vereenigen... Gij uoodigt mij uit, Gij roept cn dringt mij om tot ü te naderen... Ik ga dan tot de H. Tafel, beschaamd over mijne ellende, maar tevens vol genegenheid voor uwe oneindige liefde.... O teerhartige en liefdevolle Vader! het oogenblik is daar, om mij als uw kind te behandelen.... En wijl Gij in mijn hart wilt binnengaan, versier het volgens uw goddelijk welbehagen, stort er de diepste nederigheid in uil eu ver-eenig met het leveudigst berouw het kinderlij kst vertrouwen eu de vurigste liefde. O beminnenswaardige Vader! kom, laat mij U omhelzen, nadat ik mij aan uwe voeten heb geworpen, om vergiffenis van al mijne zonden te verkrijgen. Kom die schandelijke vlekken door uw kostbaar bloed uitwisschen. Dat goddelijk bloed geeft mij immers tevens de verzekering, dat Gij mij op nieuw als uw kind wilt aanzien. Wat zou mij dan nog kunnen afschrikken, nu ik U mijn Vader mag noemen? O heilige vereeniging, die dooide H. Communie in mij bewerkt wordt. Nog weinige oogenblikken eu geheel de Hemel zal in mijne ziel zijn.... Naar U verzucht ik, ik verlang naar U, mijn opperste Goed! O zalig oogenblik, mijn hart opent zich voor den gloed der liefde. Wat reden heb ik niet, om mij te verheugen ! Welk geluk kan aan het mijne nabij komen! Deze dag moet geheel

-ocr page 284-

2 SO

aan de liefde zijn toegewijd.... Ik zal den vrede in het luirte hebben, omdat mijn Vader daarin woont.... Wat behoef ik nog te vreezen?., wat kwaad zou mij nog kunnen treffen ? Wat zal mij lastig vallen in de levende tegenwoordigheid van den teederste der Vaders? Ach! toef niet, o mijn Heer en mijn God! Gij zijt geheel mijn troost in dit tranendal. O kom, mijn God! mijn Vader, lieve Jesus, kom!

Mijn God! ik geloof.... versterk mij...

Ik hoop... vertroost mij...

[k bemin TJ... vermeerder mijne liefde...

Ik verzucht naar ü... bevredig mijn ver-langeu...

Ik vrees en gevoel schaamte... ondersteun en versterk mij...

Ik betreur mijne zonden... heb medelijden met mij en vergeef mij...

Ik ben koud... verwarm mij...

Ik neem tot U mijne toevlucht... neem mij aan in liefde en genade...

Mijn God! hier ben ik, kom binnen in mijn hart.

H. Moeder Gods, mij n H. Engelbewaarder, mij ne 11. Patronen, alle Heiligen des Hemels! vergezelt mij, om mijnGod te gemoette gaan; aanbidt Hem, prijst en looft en zegent Hem voor mij. ü God! ik offer U hunne deugden en hunne liefde, om mijne onwaardigheid

-ocr page 285-

381

en mijne ellende te vergoeden... Kom dan, mijne liefde, kom, o mijn God! komen toef niet langer.

NA DE H. COMMUNIE.

Lieve Jesns, mijn God en Vader! Ik bezit U dan in mijn binnenste, Gij zijt geheel de mijne... Ik aanbid U , ik omhels U, ik bemin U van ganseher harte. Lieve Vader! bewerk in mij datgene, waartoe Gij gekomen zijt. Ontvlam mijn hart, verteer het door uw goddelijk liefdevuur, wil het geheel en al reinigen en zuiveren... O liefde, mijn God, mijn Vader! waarlijk 't is te veel.... ik druk U aan mijn hart. Neen, nooit zal ik U meer loslaten.

Gij, mijn God, dien ik aanbid, dien ik bemin,... Gij woont in mijn hart! Dat al wat in mij is zieli voor ü vernedere en vernietige! Niets heeft U belet mij te bezoeken , ach! dat dan ook nu niets ü af'schrikke.... Gij wist, o Heer, in welken staat uw kiud zich bevond.... Gij zijt gekomen... Welnu, zie mij thans als een verloren zoon aan uwe voeten.

1 k heb gezondigd tegen deu Hemel en tegen U, ik ben niet waardig uw kind genoemd te worden., behandel mij slechts als dengeringste uwer dienstknechten; zoo ik maar aan uw hart mag rusten, zal dit mijne hoogste verwachting nog verre te boven gaan.

-ocr page 286-

282

Maar ueen, mijn God , Gij hebt meer gedaan , Gij hebt mij eene tafel bereiden Udaar geheel en al aan mij geschonken... Aan deze tafel kwam ik aanzitten, ik heb mij met uw

vleesch en bloed gevoed..... O geheim van

liefde! Nu mag ik met de uitstorting der teederste genegenheid in waarheid zeggen :

O mijn Vader, die in mijn hart zijt, verblijf et immer... Uw aanbiddelijke naam zij er gezegend, geheiligd, geëerd door al de krachten mijner ziel, heden en in alle eeuwigheid... Heerseh in mijn hart en moge ik weldra het hemelsch TUjk, waartoe Gij al uwe kinderen roept, binnengaan. Maar zoo Gij mijn geluk nog wilt uitstellen, uw heilige wil geschiede, o mijn God! voor alles en in alles wil ik mij daaraan onderwerpen.... Waarom kan ik niet alle mensehen bewegen, om uw heiligen wil te volbrengen en U in alles te zoeken; want wie voor alles uw rijk en uw wil zoekt, hem zal al het overige worden toegegeven.... Gij, die do vogelen des Hemels spijst, die de leliöu der velden kleedt. Gij zult voorzeker, o mijn God, uwe kinderen niet vergeten. Gij bemint ons voortdurend, niettegenstaande wij U met ondankbaarheid beloonen. Gij schenkt ons vergiffenis, zoo wij ook van harte vergeven. Ja, van harte, o Heer, vergeef ik aan allen, die mij door woorden of daden belcedigd hebben... Wees hun barmhartig, o mijn God, en

-ocr page 287-

.283

mij zeiven genadig, door voortaan alle üonden en bekoringen van mij af te weren; ziedaar het eenige kwaad, waarvan ik TJ smeek mij te willen bevrijden, heden en alle dagen mijns levens.

Zegen, o Heer, al diegenen, die mij dierbaar zijn en stort uwe genade over hen uit, over mijne familie, mijne vrienden, mijne weldoeners en al diegenen, die zich in mijne gebeden hebben aanbevolen. Ik bid U, sta onzen H. Vader den Paus, onzen Bisschop, onzen Herder in allo omstandigheden door uwe krachtige hulp ter zijde. Geleid al diegenen, die Gij met gezag bekleed hebt, op den weg der rechtvaardigheid , opdat zij hunne macht slechts tot uwe meerdere eer gebruiken. Help de armen, de gevangenen, de bedrukten, de reizenden, de zieken en stervenden ; geef de volharding aan de rechtvaardigen, de bekee-ring aan de zondaars, de ongeloovigen en dwalenden, en zegen de pogingen van hen, die aan hunne bekeering arbeiden. Heb ook medelijden met de arme zielen in het vagevuur, vooral met degenen, aan wie ik de grootste verplichting heb of met wie ik het nauwste ben verbonden. Ook degenen, die het vurigst verlangen U te zien, en die het meest verlaten zijn worden U ten zeerste aanbevolen. Troost haar, mijn God, en geef ze de eeuwige rust, en dat het eeuwig licht haar verlichte. Am.

-ocr page 288-

284

ZEGEN NA DE H. COMMUNIE.

Gij s;aat mij dan weêr verlaten, o mijne

liefde!— Nauwlijks ben ik in nwbezit.....

Waar zijn ze gebleven , die kostbare oogen-blikken? Wat zal ik Unog meer zeggen? Nog één woord... nog één verlangen.... nog ééne liefdezucht... Tot wanneer, o mijn God, tot wanneer?.... Ach! waarom kan ik U niet we-derhouden.... U zeggen, TJ herhalen mijne smart, mijne liefde.... O mijn God! uw wil geschiede heden en immer.... laat ik mij altijd naar dien heiligen wil regelen. Dat uwe genade al mijne werken heilige, opdat ze steeds tot uwe meerdere glorie, alleen uit liefde tot U verricht worden. Zegen ze allen... o mijn oneindig Goed! verlaat mij dus niet... waarom kan ik U niet immer in mijn hart bewaren.... maar daar dit niet kan, verlaat mij niet vóórdat Gij mij gezegend hebt... Zegen mij en bewaar mij voor alle ontrouw. Zegen mij, opdat ik Ü niets weigere van hetgeen Gij van mij verlangt.,.. Zegen mij, opdat ik mijne heilige voornemens standvastig nakome... Zegen mij, opdat ik al diegenen, die met mij omgaan, moge stichten en tot U brengen.... Eoep mij dikwerf gedurende dezen dag in het heiligdom van mijn hart terug.... Want ik ben uw tempel, o verborgen God! Maak,

-ocr page 289-

385

dat ik steeds in uwe tegenwoordigheid wan-dele, naar uwe stem luistere, uwe raadgevingen volge.... Het doet mij leed, dat ik U nog zoo weinig bemin; maar het troost mij, dat ik U geheel eu al bezit, om ü zeiven aan den hemelschen Vader te kunnen opofferen en daardoor te vergoeden, al wat aan mij ontbreekt. Gij hebt uit liefde voor mij zooveel gedaan, dat ik mij geheel aan U geve voor den tijd en voor de eeuwigheid. Amen.

-ocr page 290-

ACHTSTE COMMUNIEOEFENING.

JESUS, MIJN BRUIDEGOM.

I. Hij wil voor mij leven. 2. met mij leven 3. in mij leven.

GEMOEDSAANDOENINGEN.

O Jesus, mijn God! U , maar ook U alleen heeft mijn hart uitverkoren... Geen ander maghet ooit bezitten... Gij zijt onder duizend uitgekozen. O zalige vereeniging! o liefde! o Jesus! in^n Bruidegom, wat zoetigheden vervullen geheel mijne ziel, welke teeder-heid, welke verrukkelijke blikken , wat verrukking in mijn hart! O Jesus! hoe zorgvuldig bewaart Gij de geheimen der heilige liefde met U alzoo in het heil tg tabernakel op te sluiten ! Elk uur van den dag, elke stonde van den nacht zelfs zijt Gij daar te vinden.... Hoe vertrouwelijk mag ik hier met U ver-keeren; hoe zoet is hier uwe tegenwoordigheid, wanneer hart aan hart mag rusten , het eene in het andere opgesloten... O mijn Bruidegom, ik behoor ü geheel en al.... wees Gij ook geheel de mijne....

-ocr page 291-

387

De vereeniging om opreclit te zijn moet wederkeerig en onafgebroken wezen. Moge de onze zoo zijn!... Wat ontbreekt U, o vurige Minnaar onzer zielen? Ach! mag ik het zeggen?... Gij toondet U niet aan de oogen mijns lichaams maar aan die mijner ziel.... Moge het mij heden gegeven zijn in de H. Communie de tegenwoordigheid van

mijn Bruidegom te gevoelen.....Hem aan mijn

hart te drukken.... Ü toch, mijn God, bemint men altijd te weinig... Er is geen' grens aan de liefde van een oneindig beminnelijken en oneindig beminnenswaardigen Bruidegom.... Nooit te groote teederheid... Nooit te veel blijken van liefde.... Ik verlang ook niets anders, dan mij met U, hemelsche Bruidegom , te vereenigen. Maar mag ik het wagen ? beu ik van uwe liefde verzekerd ? Ja . .. maar ben ik genoeg overtuigd, dat ik U lief heb, dat ik U behaag?... Droevige onzekerheid door den dood eerst te beslissen. O, mijn Bruidegom! ziedaar mijne eenige kwelling. Zal ik bij het verlaten vau dit ballingsoord ter bruiloft binnengaan? Zal ik U dan zien, U bezitten, U genieten?.... Ach! hoe gaarne zou ik mijn leven in tranen en boetvaardigheid willen doorbrengen, om dit verwezenlijkt te zien!... Zoo het noodig is. Heer, snijd, kerf, brand, verbrijzel, verneder, beproef, handel naar uw welbehagen, spaar

-ocr page 292-

288

mij niet... zoo ik U in eeuwigheid mnar mag bezitten. Hier beneden omgeven mij duisternissen en angsten... Maar, lioe verzacht de H. Communie deze pijnen niet! O Jesus, zoete Bruidegom! hoe spoedig vergeet men bij IJ het bittere des levens, vooral indien Gij uwe stem laat hooren.... één woord slechts is voldoende. Dit woord nogtans wordt dikwijls met ongeduld afgewacht. Men is verstrooid geweest, erger nog, vaak heeft men den hemelschen Bruidegom bedroefd. Ziedaar, lieve Jesus, hoe het dikwijls met mij gesteld is... Ja, ik beken het, dikwijls ben ik, helaas! schuldig, en den naam, dien Gij mij geven wilt, onwaardig. Hoe menigmaal misschien waart Gij op het punt om mij te verstooten I... Maar, daar Gij mij bewaart in het leven , mij toelaat heden tot U te naderen, is dit bewijs genoeg, dat Gij tot hiertoe barmhartig jegens mij wilt zijn... Doch, zult Gij in de toekomst hetzelfde geduld nog hebben, o mijn God ? Ach! zoo ik U nog ooit weêr ontrouw werd!... ja, liever zou ik op dit oogen-blik willen sterven. Hoe! zou ik zulk een be-mimielijken, goeden, oneindigen, alle liefde waardigen Bruidegom nog ooit weêr durven bedroeven?.... Duld het n'et,o mijn God! Wees immer mijn Bruidegom ; dat alles in mij zich bevlijtige, om U te behagen; dat al mijne handelingen naar U alleen gericht

-ocr page 293-

289

zijn... Wees Gij mijne eenige liefde op aarde.

Maria, Moeder van Jesns en mijne Moeder! leer mij aan uw gnddelijken Bruidegom behagen, bid voor mij en verwerf mij de genade van liever te sterven dan Hem nog ooit weer ontrouw te worden. Amen.

Opdracht der H. Communie , blz. 277.

VOOR DE H. COMMUNIE.

O God van liefde! Heden komt Gij als Bruidegom in mijn hart. Welke teederheid ! Waarom kan ik in mijne ziel geen liefdevuur ontsteken ! Hoe, een God imemt zich , en met recht, den Bruidegom mijner ziel. Ja, ik geloof, lieve Jesus, dat Gij geheel en al tegenwoordig zijt onder de gedaante van brood en wijn. Bruidegom mijns harten, wat heb ik van zulk eene vereeniging niet te wachten ! Gij, mijne vreugde en mijne hoop, mijn eenig geluk, mijn hart is geheel voor U... Neem bezit van uw eigendom... Gij zult er Heer en Meester van zijn, want ondanks mijne onwaardigheid wilt Gij er de Bruidegom van wezen... De overgroote liefde , die Gij mij in dit wonderbaar Sacrament bewijst, schijnt mij te zeggen, dat Gij mijne onwaardigheid vergeet... maar ben ik daarom wel minder onwaardig, minder ellendig?... Een God van liefde... ziedaar de reden, waarom Tlij geene

'3

-ocr page 294-

290

palen stelt aan nn/.e vereeniging.... O liefde! Mi waartoe zult Gij noa; overgaan ? : mij O Jesus! uwe liefde, uwe teederheid is te wai

groot.... Wat zal ik voor ü doen?.... wat U ual; aanbieden?.... wat U zeggen?.... Ik ben niet lt;jij

in staat te beseffen al wat Gij voor mij doet, kei

vooral in dit aanbiddelijk Saerament, den Ho

korten inhoud van al uwe wonderwerken. Gij aan

bemint mij met eene goddelijke en oneindige slij

liefde .. en ik weet Uwe liefde niet door waar- mij

aehtige wederliefde te beantwoorden. Wegens ren

mijne ongevoeligheid zou ik uit eerbied uwe o n

tegenwoordigheid willen ontvluchten; maar mij

mag ik mij aan uwe beminnelijke uitnoodi- Hef

gingen onttrekken? O neen, uwe liefde roept het

mij, om met vertrouwen tot TJ te naderen... soh Ik kom dan tot U, o mijn God, die mijn (

Bruidegom wilt worden... Gij zijt mijne lief- har

de... O kostbaar oogenblik, waarin ik hoop en lt;

Hem te bezitten, laat U niet langer wachten.... ziel

O mijn oneindig Goed.... mijn Heer en mijn zon

God ! Gij zijt waarlijk mijn Bruidegom ; Gij

maak dat ik geheel liefde zij.... mii

Mijn God, ik geloof, enz. tl. 280. ^

lem

NA DE H. COMMUNIE. mij

ziet

O mijn hemelsche Bruidegom! Waarom te g

brand ik niet van liefde voor U! Hoe, Gij van

zijt in mijn hart.... Ik bezit ü geheel en al.... dru

-ocr page 295-

291

Mijn zoete Jesus , dien ik boven alles bemin... Gij zijt nu in mijn hart!... Gij, mijn waarachtig goed... mi;ne eenige liefde!... O zalige genoegens der H. Communie, wat zijt gij weinig bekend!... Kortstondige oogenhlik-ken, waarom blijft gij niet langer voortduren I Hoe spoedig zal ik mij moeten losscheuren aan uwe omhelzingen en mij mengen met het slijk der aarde?... Ach, mijn God ! Gij vraagt mij een offer, en zou ik het U kunnen weigeren? Zal ik ooit genoeg voor U kunnen doen, o mijn goddelijke Meeseer, die zooveel voor mij gedaan hebt? Hoe zou mijn hart aan uwe liefde kunnen wederstaan? Maar hoe kan ik het wonder, dat in mij plaats heeft, aanschouwen , zonder van liefde te verkwijnen!...

O Jesus ! ik aanbid U uit den grond mijns harten.... Gij zijt de God van hemel en aarde, en Gij neemt mijne ziel tot uwe bruid.... eene ziel zonder deugden,... zonder verdiensten,... zonder bekoorlijkheden. — Waarom ? Omdat Gij, o mijn God, slechts liefde zijt... Gij bemint mij enkel, om mij te beminnen... Gij let niet op mijne zonden , noch op mijne ellende; noch op mijne onwetendheid , noch op mijne verachtelijkheid.... Gij bemint mij, en ziedaar, wat U beweegt om mijne ziel binnen te gaan... Werp nu dan ook op mij een blik van medelijden , zie wat ellenden mij ter neerdrukken, wat zonden mij beschamen! O al-

-ocr page 296-

292

maclitigft Bruidegom! verlaat mij heden niet alvorens mij de uitwerkselen uwer beminnelijke almacht te doen gevoelen... Ik vraag U nocli rijkdommen , noch eerbetuigingen , noch genoegens ; integendeel, ik zou mij gelukkig achten,zoo ik, o mijn Jesus, de armoede, de vernederingen en de smarten, die Gij ter liefde van mij gedurende uw sterfelijk leven hebt geleden, zou kunnen navolgen... O, hoe gaarne zou ik U willen gelijken! Nog-tans deze gunst zou ik U niet durven vragen ; zij behoort slechts aan de uitverkorene zielen ; en wie weet of Gij mijne vermetelheid niet zoudt bestraffen.... Maar, wat zeg ik? het is uw uitdrukkelijke wil, dat wij aan U gelijkvormig worden. O, maak dat ik uit liefde tot U wegkwijne.... Gij zijt mijn welbeminde Bruidegom.... Gij zijt mijne eeuige vreugde.....mijn eeuige rijkdom, mijn waarachtig geluk.... Met U bezit ik alles.... Van U verhoop ik alles... Ach! waarom heb ik riet al de harten der Heiligen om U te beminnen ? Maar Gij vraagt mij slechts één hart, en wel het hart, waarin Gij U thans bevindt.... O, ik schenk het TT.... ik draag het U op... ik wijd het U toe... beschik er over, woon en heersch daarin in alle eeuwigheid.

Zegen, o lieer, enz. hl. 28o

-ocr page 297-

NEGENDE COMMUNIE-OEFENING.

JESUS MIJNE VREUGDE.

1. Jesus, Je ware vreugde. 2. Mijne waarachtige vrciigile. I). Mijue eeuwige vreugde.

GEMOEDSAANDOENINGEN.

O Jesus, vreugde der Engelen! lioe zoudt (iij niet de mijne wezen? Uwe schoonheid verheugt aï de Heiligen. .Gij overstelpt hunne harten vim vreugde... O, wanneer zal ik daarin deelen? Maar wanneer zal ik die vreugde verdienen? Over wien heb ik te klagen, zoo niet over mij zeiven?... Wanneer mijn hart met droefheid vervuld is , wanneer een vloed van bitterheid mijne ziel sehij nt te overstelpen, ach, ik weet het, dan moet ik het alleen aan mijne ondankbaarheid toeschrijven. Wat vreugde kan ik genieten, na U , mijne vreugde, door mijne zonden te hebben beleedigd?... Heer! maak een einde aan mijne misstappen; dit zijn mijne eenige, mijne ware smarten... Vergeef mij mijne ontelbare zonden en ongetrouw-heden en bewaar mij voor 't ongeluk van U op nieuw te beleedigen. Al hot overige zal mij

-ocr page 298-

394

niet bedroeven; ik zal mij gelukkig achten liefc

door de wereld vergeten , veracht, verlaten te uwe

worden. Gij alleen kuntmijnezielmet vreugde sme

vervullen; Gij alleen mijne tranen afdroogen, wan

want in weerwil van mij zeiven zullen zij mijne liai'l

oogen ontschieten... Een enkel woord aan uwe niiji

lippen ontschoten zal mij een onuitsprekelijk ster

genoegen veroorzaken... Neen, ik verlang zoo

geen wereldsch vermaak, geene voldoening voo

mijner zinnen en lusten... Verre van mij , o mij

mijn God! al wat mij tot lichtzinnigheid en uur

verstrooidheid zou kunnen voeren... Moge ik dan

mijn naaste overal stichten door hem de deugd spa;

in al haar beminnelijkheid voor te stellen.... nee:

Geef mij, o Heer, de vreugde uwer kinderen, o m

die U in alles zoeken te behagen door uw lijd

heiligen wil immer te volbrengen. Geef, dat voo

ik mij verheuge, wanneer ik zoo gelukkig 5

ben U in iets te gelijken, o Jesus, in uwe ar- een

moede,... in uwe vernederingen,... in uw lij- Jes

den ,... in uwe verguizingen,... in de vergetel- vre

heid, waarin Gij geleefd hebt, o mijn Zalig- hoe

maker, en waarin Gij U nog bevindt in (lit een

Sacrament van liefde.... Ik verzaak aan allo 0 andere vreugde en offer ü al mijne genoegens op.... Ik verzaak aan elke geoorloofde voldoening; ik wilgeen ander gtluk, geene andere

vreugde dan (J alleen, o n ijn God! Mij aan .!

uwe voeten te bevinden,... Ü te aanbidden in sus

het H. Tabernakel, waar Gij dag eu nacht ter in

-ocr page 299-

295

liefde van mij verblijft,.. U lof te zingen,... uwen zegen over mij en alle mensehen af te

smeeken..... uwe woorden aan te liooren ,

wanneer ik door de H. Communie U in mijn hart bezit dat zij mijne eenige vreugde, mijn eenig vermaak gedurende mijn kortstondig, aardscli leven!... En wanneer het zoo lang verbeide oogenblik, waarop ik U voor eeuwig zal bezitten en beminnen, voor mij zal aanbreken wanneer mijn laatste uur hier beneden zal geslagen zijn, wees dan, lieve Jesus, mijne vreugde... Intusschen spaar mij niet,.... zoo het noodig is, ontneem mij alle troost, maar verlaat mij niet, o mijn God, en geef mij de kracht om te lijden op eene wijze die Uwer waardig en voor mij heilzaam is.

Maria, mijne goede Moeder, gij die nooit eene andere vreugde hebt gehad dan uwen Jesus : bid voor mij, opdat Hij alleen mijne vreugde zij. Aan Jesus eu Maria toe te be-hooren, dat zij immer mijne grootste, mijne eenige vreugde ! Amen.

Opdracht der li. Communie, bl/..277.

VO(5ll DE H. COMMUNIE.

Jesus, mijne vreugde! O liefhebbende Jesus ! onder welke benaming komt Gij heden in miju hart?... Is dat hart bereid U in

-ocr page 300-

29 R

deze hoedanigheid, zoo rijk aan bekoorlijkheden, te ontvangen ?... Ohemelsche vreugde vol van zoetigheid! de wereld kent U niet.... O mijne vreugde , o Jesns! wie zal mij een hart ruim genoeg, wie mij cene onbegrensde liefde geven ?... altijd aan Jesus toebehoo-ren.... immer ter zijner beschikking zijn.... O mijne vreugde ! reeds maakt Gij U bereid, om mijn hart binnen te gaan,... welke gevoelens moeten mij thans bezielen, welke verzuchtingen moet mijn hart thans slaken?.... Ach! zij moeten zacht geweldig zijn, zonder uitstorting naar buiten. Maar hoe zal ik ze in de enge ruimte van mijn boezem houden opgesloten, o mijn God?...

Hü, die het geluk der Engelen en der Heiligen uitmaakt in mijn hart! O vreugde, o zaligheid, hoe dit te begrijpen? of liever, hoe te leven, zonder zich verteerd te gevoelen ? O mijne vreugde, o mijn Jesus I Gij komt,... nog eenige oogenblikken... Ja, ik geloof... Gij zult mij de vreugde uws geestes schenken, die mij met berouw, liefde en dankbaarheid zal vervullen.... Daar is Hij.... Hij nadert tot zijn onwaardig en toch zoo bevoorrecht, zoo bemind schepsel. Ik geloof het, o Heer; ik geloof, dat Gij het zijt.... Ja, ik hoor Hem.... Hij roept mij.... Welke liefdel Zie, hier ben ik, o mijn God! ik gevoel hoezeer ik U noodig heb. Kom mijne

-ocr page 301-

397

ipn

verlangens voldoen... Kom, Gij alleen kuut mij gelukkig maken .. Ik wil geen ander... Maar zijt Gij mijne vreugde, dan moet ik ook de uwe zijn , dan moet ik zorgen , U nooit in iets te mishagen... O Jesus ! zou ik U na zoo veel liefde nog iets kunnen weigeren ? Neen , mijn God , kom mijne getrouwheid en mijn geluk verzekeren ,... o Jesus, o mijne vreugde! kom.... ziedaar mijne ziel....

Mijn God! ik geloof, enz. bladz. 280.

NA DE II. COMMUNIE.

Mijn God! Gij zijt mijne vreugde; hoe zou 't anders kunnen zijn ? Zijt Gij niet alles, wijl Gij mijn God zijt? O, ik bezit U, ik omhels U... In waarheid mag ik zeggen , dat Gij mijne eenigc liefde zijt en ik U boven alles de voorkeur geef. Gij zijt mijn eenig geluk ; zonder U wil ik geen ander genieten... O mijn God, mijne vreugde! Gij daalt af tot mij !... O oneindige Majesteit! ik aanbid U, voor U zink ik in mijne nietigheid terug... Wees gezegend, geprezen door al wat leeft!... Mijne stem heffe een nieuwen lofzang aan in dit oogenblik van vreugde en reine wellust!... De God van hemel en aarde is in mijn hart! o zalige

-ocr page 302-

398

stonde, gelukkig oogenblik!... o Jesus, ver

mijne liefdel te : O God, dien ik met liefde aanbid; wees ! voe

immer mijne vreugde; ik geloof, dat Gij iu i

thans in mijn hart zijt... Iklioop, dat Gij mo

over mij de gaven van uwen Geest zult uit- ver

storten, die een geest is van liefde, vreugde, hei

vrede, geduld, goedertierenheid, goedheid. Gij

langmoedigheid, zaelitheid, getrouwheid, ik

zedigheid, onthouding en zuiverheid. all

Bewerk in mij, o Heer! deze heilzame ne:

vruchten; geef dat ik medewerke met uwe bei

genade, om ze in mijne ziel te doen werken. U

Wanneer ik mij weer aan mijne bezigheden all overgeef, maak dan, o mijne vreugde, dat

ik niet meer toegankelijk zij voor eenige de

andere vreugde of voor verstrooidheid. O Ja

mijn Jesus! waarom kan ik mij niet, ten in

minste van tijd tot tijd, tot U wenden, o oo

mijne liefde, mijne vreugde, mijn heil! Moge wi

ik mij den geheelen dag herinneren, dat ik hc

mijn God in mijn hart draag.... Waar zou ve

mijne dankbaarheid blijven , zoo ik vergat m

U meermalen te aanbidden, U ten minste A

een enkel woord te zeggen, U te verzeke- w

ren, dat Gij, mijae liefde, het eenig voor- v(

werp mijner liefde zijt. Jesus is vol liefde en ee goedheid jegens mij... O mijn Goil! wees gezegend om uwe overgroote teederheid... Gij zegt mij, dat het uw vermaak is bij ons te

-ocr page 303-

399

verblijven. O liet is ook mijn geluk bij U te zijn... O mijn opperste goed! welke gevoelens moet zulk een overmaat van liefde in mijne ziel niet opwekken? Wat vervoering moet mij niet bezielen? Mijn God! waarom verkwijn ik niet van liefde en dankbaarheid ? Neen, dat wilt Gij niet. Maar verlangt Gij dus, dat ik leve en niet sterve, dan wil ik leven uit dankbaarheid en liefde. Ik zal alles als uit uwe hand voortkomende aannemen , dus in vrede cn met vreugde. Alles beschikt Gij tot welzi, n van diegenen, die U liefhebben; ik moet mij dus ook over alles verheugen.

Wat kan ik nog verlangen, o Heer, na de eer, die (3ij mij heden hebt aangedaan? Ja, nog iets, mijn Jesus! blijf mijne vreugde in alle eeuwigheid , zooals Gij het op dit oogenblik zijt,... mijne eeuwige vreugde, wanneer ik voor uw aanschijn mij zal verheugen zonder vrees van ü ooit weer te verliezen. Maar in dien tusschentijd verlaat mij niet, want ik ben zwak en bevreesd. Ach! ik bidU, verlaat mij geen oogenblik, want zonder U zou ik vergaan... Wees alles voor mij, o Jesus, in dit leven en in de eeuwen der eeuwen. Amen.

Zegen, o Heer! enz. blz. 383,

-ocr page 304-

TIENDE COMMUNIE-OEFENING.

JESUS, MIJN VRIEND.

I. Jesus, een ware vriend. 2. een getrouwe vriend.

3. een standvastige vriend

GEMOEDSAANDOENINGEN.

Welke titels zult Gij nog aannemen , o Jesus, om onze harten te winnen? O lietde ! Gij verlangt niet alleen, dat wij uwe kinderen, maar ook uwe vrienden genoemd worden. Maar vrienden , o Heer, moeten elkander gelijken... en welke gelijkenis heb ik met U , o mijn God? Gg zijt de heiligheid zelve, en ik.... mag ik zeggen, dat ik waarlijk aan mijne heiligwording arbeid?... Nogtans in weerwil van dit verschil zijt Gij nog altijd vol liefde. Men zou zeggen, omijn God, dat niets in mij U afschrikt; ja hei; schijnt zelfs, dat Gij mijne vriendschap meer en meer zoekt, wijl Gij U op nieuw met mij, arm, ellendig schepsel, wilt vereenigen. Een bewijs, dat Gij niet alleen in naam maar in waarheid de vriend mijner ziel zijt.... Bij de geringste

-ocr page 305-

301

smart, die mij kwelt, lioortGij mijne klaeliten, lenigt Gij mijne droefheid, deelt Gij mijne pijnen... Hoe verblind zou ik zijn, zoo ik tot U niet het eerst mijne toevlneht nam, o tee-dere vriend mijns harten ! Gij beijvert Ü meer om mij te helpen, dan ik om uwe hulp in te roepen... O, hoe zoet h't niet, zulk een vriend te bezitten, een vriend wonende onder hetzelfde dak, een vriend altijd toegankelijk, en wat alle verbeelding te boven gaat, een vriend, die in de ziel van zijn vriend wil binnengaan !.. een vriend, die leeft in zijn vriend , die sleehts één hart met hem uitmaakt,... o

, o liefde, o zaligheid ! Waar zal men zulk eene :1e ! ! vereeniging vinden; waar woorden vinden, om

de- het innige dier vereeniging uit te drukken?...

or- Hart aan hart, saamgesmolten als was.... o

ier Jesus, mijn eenige vriend! zou ik bij zulk

\J, eene overmaat van liefde U niet boven alles

en beminnen? Geef dit, o mijn God, mijn op-

an perste goed! En Gij, die in weerwil van mijne

in ontrouw altijd getrouw blijft, wanneer zal

rol mijne trouw aan de uwe gelijken? O mijue

3ts liefde! hecht mijn hart aan het uwe door

lat zulke sterke ketenen, dat niets ter wereld in

:t, staat zij om die te verbreken.... Wees immer

ig mijn eenige vriend .. Laat immer het H. Ta-

at bernakel en de H. Communie de plaatsen

id onzer bijeenkomst zijn. Laat ik U daar immer

ite blootleggen al wat er in mijn hart omgaat :

-ocr page 306-

303

mijn verdriet, mijne ellende, mijne bekommernissen , mijne verlangens , mijne voorne-mena... mijn eenig verlangen, om U te beminnen zonder vrees van Ü ooit weer te verliezen. O mijn Jesus ! waarom blijf ik liier-omtrent nog altijd in het onzekere?.:. Wanneer zal ik kunnen zeggen : mijn God, Gij behoort geheel en al aan mij, en ik behoor ook geheel en al aan U, voortaan zal ik U niet meer beleedigen.... Ik bezit U , nooit wil ik meer van ü scheiden.... o mijn hoogste goed ! Heb medelijden met mij en laat nimmer toe, dat zooveel liefde voor uw arm schepsel ooit verloren ga. Waartoe zou al uwe teeder-heid mij dienen, indien ik ü niet gedurende alle eeuwigheid liefde voor liefde kon wedergeven? O mijn God, verwijder dus van mij .■dies wat die liefde, die ik U verschuldigd ben , en U in eeuwigheid verlang te bewijzen, zou kunnen verhinderen. Liefdevolle vriend! spreek tot mijn hart; zeg, wat Gij van mij begeert; laat mij uwe ingevingen nauwkeurig opvolgen; laat mij steeds getrouw blijven aau mijne goede voornemens; laat mij altijd, overal, in alles aan U aangenaam zijn.

O Maria, trouwe Maagd! bid voor mij, opdat ik, na Jesus hier op aarde bemind te hebben, eens waardig worde Hem te zien, tc beminnen in alle eeuwigheid. Amen.

Opdracht der H. Communie, bil. 379.

-ocr page 307-

303

VOOK. DE H. COMMUNIE.

De ziel. Wien zal ik heden in mijn hart ontvangen ?

Christus. Mij-zelven; Tk beu immers de vriend nws liarten.

De zid. Hoe, groote God, Gij wilt mijn vriend zijn, Gij de Almachtige, de Schepper van hemel en aarde, de Koning der koningen?____

Christus. Vergeet voor een oogenblik deze grootheid, welke ik voor U verborgen houd, om slechts te denken aan de liefde, waarmede ik in uw hart wil binnen gaan.

De zid. Maar Heer, zoo Gij als Koning lot mij kwaamt, was dan uwe vernedering al niet diep genoeg ?... maar als vriend.... Wat is er in mij, dat eenige overeenkomst heeft met U? Welke zijn uwe gevoelens?... Welke de mijne?

Christus, 't Is genoeg, dat Gij mijne uitverkorene zijt.

De zid. Ik... o mijn God! ik beu die liefde niet waardig....

Christus. Eu zoo gij die waardig waart, zou dat mijne glorie verhoogen ?

Be ziel. O- God vau liefdel Wat kau ik bij zulke blijken van teederheid antwoorden?

Hoe grooter schaamte en berouw mijn hart

\m

-ocr page 308-

304

vervult, des te a;rootev is de liefde, waarmede Gij mij bejegent... Ik gevoel mij dat gastmaal der Engelen geheel en al onwaardig.

Christus. Beantwoord aan mijne liefde, baminde ziel, open uw liart tot vreugde en vertrouwen, kom u met mij vereenigen....

T)r ziel. Vergeef mij dan, o Heer, vooraf al mijne zonden, die ik van harte betreur.

Christus. Ik heb al uwe zonden op mij genomen....

Bt ziel. Enzoovele driften... zoovele kwade neigingen, die aanhoudend in mijn hart opwellen.... zijn dit geene redenen gewichtig genoeg, o Heer, om mij van de heilige Tafel verwijderd te houden?...

Christus. Ja, misschien zoudt Gij u van mij verwijderen, zoo Ik Mij in mijne glorie en Majesteit vertoonde ; Maar Ik noodig u uit ais vriend... Wat liebt gij van een vriend te vreezen?

De ziel. Heer! Gij hebt mijn hart gewonnen. Ik wedersta niet langer aan zooveel liefde...

Christus. Kom mij dan als een teederen vriend onthalen; ik tel de oogenblikken, die mij van u scheiden, om in uw hart binnen te gaan.

Be ziet. O God! wijl uwe lijfde zoo groot is, waag ik het uwe liefdevolle uitnoodiging aan te nemen... Kom, Gij die de liefde zelve

-ocr page 309-

305

zijt, kom mij met liefde vervullen, opdat ik op mijne beurt alleen liefde worde.

Christus. Deze moeten uwe gevoelens zijn... Nader thans tot uw vriend... Ik ben het...

Mijn God! ik geloof, enz. blz. 380.

NA DE E. COMMUNIE.

De ziel. O fiod van liefde ! ik werp mij aan uwe voeten... ik aanbid U... ik prijs U... ik dank U voor de uitstekende eer, welke Gij mij komt te bewijzen.

Christus. Als vriend ben ik gekomen , ziedaar het uur der liefde..

De ziel. Hoe! mijn Heer en God... Aan mij is 't, dat Gij zooveel teederheid bewijst ?...

Christus. Ja, aan u, en Ik beu gekomen, om geheel uw hart te bezitten.

Tgt;e ziel. Hoe gelukkig voel ik mij, o mijn God! Niet alleen verstoot Gij mij niet, maar Gij vraagt zelfs mijn hart.

Christus. Wat heb Ik voor ukunnen doen, dat Ik niet gedaan heb?... Op mijne beurt vraag Ik slechts uw hart.

De ziel. Ach ! Gij hebt tc veel gedaan voor ellendige en ondankbare schepselen, en voor zooveel goedheid vraagt Gij slechts een nietig hart...

Christus. Ik stel er mij mede tevreden , eu nogtans hoevele zielen, die het mij weigeren I

-ocr page 310-

306

Be ziel. O die verblinden! Gij tocli alleen , o Heer, kunt ze gelukkig maken.

Christus. Met recht zegt gij : die verblinden. Maar juist daarom verdienen zij nog verontschuldiging. Wat mij echter bijzonder leed doet, is, dat er zielen gevonden worden , door het licht der waarheid verlicht, met genaden overladen, zoo dikwerf door mijn vleesch en bloed gespijsd, wier hart verdeeld is onder duizend nietigheden, die zij zich schamen te bekennen...

Beziel. O mijn Jesus! verwijder zulk onheil van mij... Ik geef U geheel mijn hart, ik bied het U aan, ik wijd het geheel aan U toe, om het voor U te slachtofferen.... Vestig er uwe woning in , en verlaat het nooit weer.

Christus. Ik ben de getrouwste vriend der harten, die Mij geheel zijn toegewijd....

Be ziel. Ach! ben ik wel geheel en al aan U gehecht? Rekent Gij mij onder het getal dier uitverkorene zielen?

Christus. Uw hart moet n hierop antwoorden... Het is Mij toegewijd, zoo het niet verdeeld is.

De ziel. Verre van mij, o mijn God! een hart dat reeds zoo klein is, nog te willen verdcelen... Ik acht mij tc gelukkig, dat Gij het wilt aannemen, lloe zai ik uwe over-groote liefde genoegzaam erkennen? Waar-

-ocr page 311-

307

om lieb ik niet duizend harten om U te beminnen, duizend monden om U te loven?... Ik wil U geheel toebehooren.... handel met mij naar uw welbehagen,... zoo ik U maar nooit meer bodroeve, o God ! i

Christus. Ik zal uwe sterkte zijn.... Ik zal bij u blijven.... bliji' gij ook bij Mij.... Gij weet, 'tis mijn vermaak met de kinderen der menschen te ziju.

De ziel. O God! wat geef ik U voor zooveel liefde weder? Helaas! waarom kan ik niet dag en nacht de onverschilligheid be-weenen, waarmede wij U behandelen? Gij zijt geheel liefde, wij daarentegen koudheid... Gij slechts goedheid, wij ondankbaarheid... Ach! zóó kan ik niet langer leven, door U aanhoudend met genaden overladen, en U toch telkens weer ontrouw worden. Waarlijk, ik verdiende wegens mijne ondankbaarheid niet langer te leven; hoe menig ander verdient veel meer dan ik de plaats in te nemen , die ik zoo nutteloos bekleed ! Maar zoo Gij wilt dat ik leve, verzeker dan mijne getrouwheid... laat mij U vurig beminnen... ü' nooit meer beleedigen... Bewaak mijn hart zoo zorgvuldig, dat het U nooit meer ontrouw worde, liefdevolle Meester! Hoe! dit hart, waarin Gij uwe woonplaats vestigt, dat Gij zoo dikwerf uitgenoodigd, zoo edelmoedig bemind en met genaden overladen

-ocr page 312-

SOS

hebt,... mocht dit hart cór vernietigd worden , voor dat het U nog ooit weer zou verlaten, of uwe liei'dc en weldaden vergeten!... Ik behoor U toe, goede (iod, ik ben de uwe, tot aan den dood wil ik niet anders trachten dan U in alles te behagen... O, dan zullen mijne aardsche banden verbroken worden, maar de hand , die mij aan IJ hecht, o Heer, zal nog nauwer worden toegehaald, en het toppunt van mijn geluk zal wezen, Dengene te zien, te bezitten, te genieten, die mij zoo teeder bemind heeft... In dit zoete vertrouwen rust en leef ik.

Zegen, o Heer! enz. blz. 283.

-ocr page 313-

ELFDE COMMUNIE-OEFENING.

JESUS, M IJ N BROEDER.

1. Jcsus is mijn broeder door natuur. 2. door aanneming. S. door overeenkomst.

GEMOEDSAANDOENINGEN.

O Jesus! ja, Gij zijt, mijn broeder. Uw he-melsclie Vader is mijn Vader... Gij zelf liebt liet gezegd. Van U, beminde Leermeester, lieb ik geleerd te zeggen : Onze Vader, die in de Hemelen zijt. Ik ben dus de broeder van Jesus Christus... Kan uwe vernedering, o mijn God, nog verder gaan? Waarlijk , lieve Jesus, te groot is uwe liefde. Overvloedig bewijst Gij mij, dat Gij in mijn hart geen vrees, vooral die slafeiijke en ontmoedigende vrees niet verlangt, welke mij te zeer beangstigt voor de toekomst. O, Gij die slechts liefde zijt, en mij in 't bijzonder zoovele blijken uwer liefde geeft, zult Gij mij in mijn laatste uur verwerpen?... Zou uw hart alsdan voor mij gesloten zijn? Zal ik in U slcelits een selmkverwekkenden God moeten

-ocr page 314-

310

zien, wiens majesteit en rechtvaardigheid den grootsten angst inboezemen, nadat Gij als liet ware nwe liefde licht uitgeput, en zulke zoete namen van vader, bruidegom, vriend en broeder hebt aangenomen! O mijn Jesus, die dit alles voor mij zijt : wek mijn vertrouwen op... Rij hebt voor mij geleefd en altijd de grootste barmlinrtigheid voor rouwmoedige zondaren getoond... Gij hebt U aan mij gelijk gemaakt... U met hetzelfde vleeseh bekleed, opdat ik in U een broeder zou zien; en om mij dit nog duidelijker te maken , hebt Gij de gedaante van een kind aangenomen... Gij liet U door Maria in de armen nemen, op haren schoot zetten. die Gij tot uwe moeder hebt uitverkoren. O kleine Jesus! Gij zijt het kind van Maria, maar ik immers ook.... Teedere moeder! kom uw goddelijk Kind in mijn hart plaatsen... Kom geef mij miju kleinen broeder, Ik wil aan Hem gelijken. Ik wil beminnen, wat Hij bemind hoeft... Ik wil zoeken, wat Hij gezocht heeft. Ik wil altijd met Hem vereenigd zijn, slechts één met Hem uitmaken... O heilige Communie, waarmiin opperste Goed zich op eene zoo liefdevolle wijze aan mij geeft: o Jesus, o mijn Broeder! weldra, ja, weldra komt Gij mijne ziel vervullen... Ach I stel niet nit... spreek tot mijn hart. Laat uit het H. Tabernakel deze zoete taal aan

-ocr page 315-

311

mijne ziel hooren : (mijn broeder) mijne zuster. O Jesns, vreugde der zielen ! Gij deelt alles met mij... uw Vader, uwe Moeder, uw erfdeel, uwe verdiensten... Neen, nooit zal het mistrouwen ingang vinden in mijn hart. Maar, Heer, van uwe zijde vrees ik niets, maar wel van de mijne. Ach, zou ik ooit zoo ongelukkig kunnen zijn, U nogmaals met ondankbaarheid te behandelen, ach. laat mij dan liever op dit togenblik sterven.... O Jesus! al wat Gij nu reeds voor mij zijt.is mij nog niet genoeg... Wees eeuwig voor mij, wat Gij immer gedurende uw sterfelijk leven geweest zijt... Mijne arme ziel zij uwe zuster, Maria zij immer mijne moeder, gelijk zij de uwe geweest is op de aarde en de uwe blijft in den Hemel.

Moeder van Jesus! wees immer mijne moeder , en moge ik door een gedrag, dat u en uw goddelijken Zoon waardig is , immer uw kind genoemd worden.

Opdrncht der H. Communie, bl. 377.

VOOR DE H. COMMUNIE.

O mijne ziel! verban alle vrees; uw Jesus komt heden als een teederj broeder in u wonen...

O Maria, beminde Moeder van Jesus en mijne moeder! ik werp mij aan uwe voeten en

-ocr page 316-

312

smeek u mij te willen voorbereiden, om Jesus vuici

in mijn hart te ontvangen. O mijne goede en \

Moeder! hoe zal ik mijn broeder onthalen? in i

O ij, die Hem zoo zeer bemint, leer mij Hem en !

beminnen. O mijn God! ik geloof, dat ik U mae

zeiven zal ontvangen, U, o Jesus, die door is 0

de monsehelijke natuur aan te nemen, aan Ro(!

ons hebt willen gelijk worden... U, o Jesus, tee( die meer dan drie en dertig jaren onder ons j Kot

hebt gewoond en om bij ons te blijven bet J^el]

wondervolste der geheimen hebt uitgevonden. Koi God zijn! inenseh worden... God zijn, en de

spijs worden onzer zielen... 't is onbegrij- ziel

pelijk; toch geloof ik het, o Heer, op uw tee(

woord ; ik aanbid U, ik dank U, en hoe los;

onwaardig ik ook zij, durf ik er bijvoegen : der

ik bemin U, want Gij wilt door mij bemind ]en worden. Nu zal ik in mijn hart uwe heilige

menschheid ontvangen; wat zeg ik? üwe ji Godheid, geheel U zeiven, o mijn God!...

Maar wie ben ik, om zulk een gast te ontvangen ? Ik gevoel mijne onwaardigheid zoo zeer, dat ik er over beschaamd ben... Nog-

tans, wanneer ik overweeg, dat Gij mijn ^al

broeder zijt, dan herleeft mijn vertrouwen, f;r

dan gevoel ik mij verlicht en ik begrijp , af'

dat G;] van mij de innigste, de hartelijkste val

liefde verlangt... Een God wordt mijn broeder! r0(

en ik zou niet kinderlijk vertrouwen. Hem te niet uit geheel mijne ziel beminnen?... Ver-

-ocr page 317-

ol3

vuld met de levendigste gevoelens van liefde en vertrouwen roep ik uit: lieve Jesus! Gij in mijne ziel, Gij zijt gelieel mijne liefde en geheel mijn verlangen! Zoo ik met U maar in tijd en eeuwigheid vereenigd ben, is al het overige mij onverschillig.... Mijn God bezitten.... met Hem leven als met een teederen broeder... wat geluk, wat zaligheid ! Kom, mijn God en mijn broeder, komen help mij op de glibberige paden des levens. Kom mij zeggen, wat Gij voor mij zijt... wat ik voor U wezen moet.... Kom mijne ziel omhelzen , zoodat zij uit de innigste en teederste vereeniging met U niet meer worde losgerukt; kom, wij zullen voortaan elkanders gedachten, gevoelens en verlangens dee-len... O mijne ziel, nader tot Jesus; Hij is uw broeder, gij zijt zijne zuster.

Mijn God, ik geloof, enz. bl. 280.

NA DE H. COMMUNIE.

Lieve Jesus ! als een broeder zijt Gij in mijn hart gekomen, welke vernedering! Wat doet Gij al niet, o mijn God! om tot den mensch af te dalen ? Een afgrond houdt U waarlijk van mij gescheiden , o Heer, maar uwe liefde roept uwe almacht te hulp, om dien afgrond fe vullen.... en terwijl zij alleen luistert naar uwe oneindige teederheid , dringt zij door de

14

-ocr page 318-

314

uitgestrekte hemelen , om in mijn Imrt te komen wonen... Ja, in mijn hart, een hart, helaas! dat U zoo ondankbaar is geweest... Neen, nooit zal ik uwe goedheid vergeten, en hoemeer liefde Gij mij bewijst, des te dieper smart het mij, U te hebben beleedigd... Maar, ziedaar voor mijne ziel het oogenblik van liefde,... het imr der innigste mededee-lingen... .Tesns en mijne ziel... Broeder en zuster... hart aan hart.

O Jesus! wees eeuwig gezegend voor deze overmaat van goedheid... Ik aanbid U als mijn God... Ik zegen U als mijn weldoener en bemin U tevens als mijn broeder... ja als mijn teerbeminden broeder.... Ach! maak, dat mijne ziel uwe waardige zuster zij... Gij hebt reeds zooveel voor haar gedaan!...

O mijn beminde Verlosser! alles, wat Gij bezit, wilt Gij met mij deelen... Zelfs nw Vader en uwe Moeder hebt Gij mij geschonken... er blijft slechts over , mij uwe gaven waardig te maken en ze te bewaren... Ik smeek U, maak mij oplettend en gehoorzaam aan uwe ingevingen... nederig en overgegeven aan alle lie-schikkingen uwer goddelijke Voorzienigheid. Gij bemint mij... Gij bewaakt mij... Niets overkomt mij zonder uw goddelijken wil of toelating... O , hoe gelukkig voel ik mij onder uw geleide, dat louter goedheid en liefde is. Laat uwe heerschappij over mij geen einde

-ocr page 319-

aiB

nemen... Wees immer mijn Jesus... mijn eeni-ge schat... mijne eenige liefde... Gij kent mijne innigste gedachten , mijne geheimste verlangens... Voor wiea zal ik mijn hart ontsluiten, zoo niet voorU, o welbeminde mijner ziel... voor U, wien ik lief heb... voor U, die met mij vereenigd zijt... voor U, die in mijn hart woont... Ja, ik bezit U... blijf immer bij mij... Laat ons voortaan onafscheidelijk met elkander vereenigd zijn en laat weldra voor mij den dag aanbreken, waarop ik U zonder sluier mag aanschouwen... O mijn Jesus! zal die dag zich nog lang laten wachten ? O God! U te bezitten in de H. Communie, o, 't is veel, onbegrijpelijk veel... maar U té bezitten in den Hemel, mij in uwe goddelijke aanschouwing te verlustigen, o God ! wanneer? wanneer?... Ik onderwerp mij aan uwe goddelijke besluiten... Ik leef te midden van gevaren,... neem mij weg, bid ik U, uit deze wereld, vóór dat ik bezwijke... Mijne zwakheid is U bekend,... heb medelijden met mij, geleid en ondersteun mij... svant Gij zijt mijne toevlucht; mijn Jesus, van U moet mij hulpe komen... Noen , laat het nooit gezegd kunnen worden, dat ik te vergeefs op U heb gehoopt... neen , neen , uw woord is onfeilbaar, dat is mijn troost: wie op U hoopt, zal in eeuwigheid niet beschaamd worden.

-ocr page 320-

316

Gij zijt immers mijn beminde broeder; alles verwacht ik van U,... vol liefde, vol goed beid zijt Gij jegens mij... ik vrees dus niets alles, alles hoop ik van U, mijn God!

Zegen, o Heer, en^. bi. 283,

-ocr page 321-

GEBED

TER, VERNIEUWING VAN ONZE GOEUE VOORNEMENS.

Dn tcedero liefde, waarmede Gij mij immer hebt bejegend, o mijn God, de ontelbare genaden, welke Gij zoo ruimselioots over mij hebt uitgestort; de teederheid, waarmede Gij mij tot uw heiligen dienst hebt geroepen , de goedheid, welke ik van U zoo onverdiend ondervonden heb de langmoedigheid, waarmede Gij mij verdragen, de edelmoedigheid, waarmede Gij mij zoo vaak vergiffenis geschonken hebt; dat alles boezemt mij, ik weet niet welke schaamte, maar ook tevens welk vertrouwen in... Wat kan mij weerhouden tot U weder te keeren, o Heer! wijl Gij bereid zijt, mij met het grootste geduld, de meeste liefdein uwe vriendschap op te nemen? Immers is mijne boosheid groot, uwe barmhartigheid is toch oneindig grooter.

Ach! mijn God! ik heb gezondigd... ja, ik beken het uit den grond mijns harten, ik heb gezondigd... legen den Hemel en tegen U,... tegen U, die mij van alle eeuwigheid bemind hebt, tegen U, die mij met zooveel teederheid

-ocr page 322-

318

behandeld, tegen U, die mij zoovele liefdeblijken gegeven hebt... Ik heb gezondigd ondanks mijne beloften, mijnezoo dikwerf vernieuwde voornemens... Was't noodig mij zooveel genade te schenken, om die toch telkens te misbruiken ?... moest Gij mij zoovele goede voornemens inboezemen, om die toch zoo slecht te volbrengen?... moest ik U zoo dikwerf de verzekering mijner liefde herinneren, om toch zoo ondankbaar te blijven?... Ach , ik belijd mijne schuld... mijn hart is vermorzeld en ontsteld... nu dunkt mij , dat mijn berouw toch oprecht is... En heeft de profeet niet gezegd, dat Gij een vermorzeld en vernederd hart niet zult verstoeten ?... Zoudt Gij mij dan verstooten, o mijn God! Neen, wel ben ik ontrouw, ondankbaar, maar toch, ik wanhoop niet,., ik ben een afgrond van ellende, maar Gij,., van barmhartigheid. Daarom smeek ikü nogmaals om vergiffenis en schenk mij tevens de genade, om U in de toekomst nooit meer te beleedigeu... Ik hernieuw aan uwe voeten, o Heer, de heilige voornemens, die Gij U gewaardigd hebt mij te willen ingeven... (Hier herhaalt men zijne voornemens, vooral die, welke men tot hiertoe niet volbracht heeft, om zich oprecht te verbeteren.) Ik erken, o Heer, dat ik zonder U die voornemens niet kon maken,... dat ik ze ook zonder uwe hulp niet kan volbrengen. Gij weet, dat ik niets ben dan onstandvastig-

-ocr page 323-

319

lieid, zwakheid en elleude....ik; hah dit,helaas maar al te dikwerf ondervonden. Maar zal ik daarom wanhopen ?....Gij weet immers, Heer, uit welk slijk ik gevormd ben.... Heb medelijden met mij, en door deze eindelooze barmhartigheid, welke ik eeuwig hoop te loven en te prijzen, maak mij getrouw aan al mijne goede voornemens, aan al de plichten van mijn staat... O Jesus! o Maria! in uwe harten wil ik die getrouwheid putten en door de barmhartige liefde dier heilige harten hoop ik te volharden tot den dood toe. H. Engelbewaarder, die zoo getrouw zijt aan God, zoo getrouw ook jegeus mij, verwerf mij de genade, om aan Hem en aan u ook immer getrouw te blijven. Amen.

GEBED TOT DEN EEUWIGEN VADEIl NA DE H. COMMUNIE.

Eeuwige Vader! werp uwe blikken op uw welbeminden Zoon, het voorwerp van uw welbehagen. Voor mij draagtHij Uzijn bloed, zijn leven , zijn hart ten offer op... Beschouw dat Hart, dat U zoo zeer bemind, dat zooveel geleden heeft... Op nieuw biedt Hij het U aan, offert Hij het U op als een zoenoffer voor de zonden der mensehen, vooral voor de mijne... Ontvang dit Hart, U zoo waardig, o eeuwige Vader! maar neem ook mij aan , om-

-ocr page 324-

320

dat ik zoo innig met Hem verbonden beu. Mijn hart is 'net zijne... Zijn hart is het mijne... Terwijl Gij het eene aanneemt, krijgt Gij het andere van zelf... Nooit zult Gij het Hart van Jesns afstooten; maar daarom ook het mijne niet. Ik heb wel is waar geen recht op uwe barmhartigheid, o mijn God, maar Jesus, mijn Verlosser, heeft mijn hart wel willen aannemen. Hij heeft er zijn heiligdom, zijn Tabernakel in gevestigd; Hij heeft U voor mij om vergiifenis gevraagd; Hij heeft U zijne tranen , zijne zuchten, zijne werken en verdiensten toegewijd ; heb daarom medelijden met zoovele ongelukkigen, die u niet beminnen, terwijl Gij nogtans alle liefde en lof waardig zijt. Wees bemind door al wat leeft; wees geloofd en gezegend, wees verheerlijkt op de aarde en in den Hemel, in den tijd en in alle eeuwigheid. Amen.

GEBED TOT DEN H. ENGELBEWAARDEK, NA DE H. COMMUNIE.

O mijn beminde Engel, die mij immer ter zijde staat: wat zult gij u gelukkig gevoelen, nu ik uw God en mijn God in mijn hart bezit ! Gij aanschouwt Hem , gij aanbidt Hem dan voor mij, en uwe vurigheid vergoedt dan mijne koelheid.

Ik zeg er u dank voor, evenals voor al de zor-

-ocr page 325-

321

gen , die gij voor mij steeds koestert. Wanneer ik bid, vereenigt gij u met mij; wanneer ik werk. draagt gij mijn werk aan God op ; wanneer ik slaap , waakt gij over mij... O mijn Engelbewaarder! ga voort mij nwe liefdevolle hulp te verleenen, bewaak mijn lichaam en mijne ziel; verwijder van mij al wat mij tot nadeel zou kunnen strekken. Verlicht mij door uwe ingevingen tegen de valstrikken van Satan... Sta mij bij in twijfel door uw goeden raadhelp mij in mijne werken, ondersteun mij in mijne vermoeienissen, stel mij genist in vrees, troost mij in smarten, help mij in de ure des doods, en wanneer ik den laatsten snik zal gegeven hebben, moge ik u dan zien , o mijn Engelbewaarder, eu op uwe vleugelen gedragen worden tot voor den troon des Aller-hoogsten in den sehoonen Hemel, waar ik hoop met u den Heer te danken en te prijzen in de eeuwen der eeuwen. Amen.

VOORBEREIDING TOT DEN DOOD.

Niets is in staat een dieperen indruk op 's raenschen hart te maken , dan de gedachte aan den dood... Maar helaas, die indruk is vaak zoo kort van duur. De vijand onzer ziel tracht dien zoo spoedig mog.dijk weg te nemen. Hoe toch zou eene ziel, die een weinig geloof bezit, in zonde kunnen voortleven, zoo zij dikwerf aan den dood dacht? Zou zij dan de

«4 *

-ocr page 326-

[323

plichten van haren staat verwaarloozen? Moet (lc gedachte aan den dood ons niet met verachting doen neerzien op de vermaken dezer wereld , en ons onthechten aan de goederen der aarde ? Ja: deze gedachte zal ons tot eene heilzame onverschilligheid voor al hetaardsche stemmen , ons met den H. Aloysius doen uitroepen : Quid hoc ad aterndatem ! Wat baat dit of dat mij voor de eeuwigheid ?

De gedachte aan den dood moet ons dage-lijksch voedsel zijn. Zoo vaak wij tot God zeggen : ons toekome uw rijk, moesten wij eene acte van verlangen doen naar den dood, die ons het rijk des hemels moet binnen leiden. Alvorens ons ter ruste te begeven, moesten wij steeds aan onzen dood denken, waarvan de slaap het sprekende afbeeldsel is, en ons afvragen : zoo deze nacht voor mij de laatste is, ben ik dan bereid met een gerust hart voor mijn Schepper te verschijnen?... Wij moaten nooit inslapen zonder een oprecht berouw te hebben verricht met het vaste voarnemen van beterschap.

Wat de dood verschrikkelijk niiakt, d it is de onzekerheid vau het oogenblik, waarop hij ons zal verrassen. Zal ik in staat van genade zijn?..., in goede stemming?.... voorzi;n van de H. Sacramenten?... of zal de dooi mij oa-vorwachts overvalljn, op straat, aan tafel, in spel of vermaak?.... te midden onzer bloed-

-ocr page 327-

s-?s

verwanten en vrienden, gesteund door de gebeden der Kerk? ... of te midden van bekoringen, van grievende smarten, beroofd van alle kennis?... Ziedaar zoovele vragen, ernstige, verschrikkelijke vragen, die alseveii zoovele raadselen voor mij onopgelost blijven. Deze onzekerheid verpliclat mij om alle mogelijke voorzorgen te nemen, om niet onverhoeds te worden overvallen. Gelukkig de knecht, vvien zijn meester wakend vindt! En wat is die waakzaamheid anders, dan eene herhaalde ernstige overweging van den dood?

De dood is de stral der zonde, moet dus smartelijk zijn; als eene welverdiende boete moeten wij (lien dus in den geest van boetvaardigheid aannemen. Ja, mijn God! van dit oogenblik al', neem ik den dood bereidwillig uit uwe band aan als eene straf, die ik duizendmaal verdiend heb... Maar met één keer stelt Gij U tevreden, wees daarvoor gezegend, o God, mits ik sterve den dood der rechtvaardigen....

Wonder is 't, dat de dood zoo belangrijk, zoo gewichtig is, en toch zoo weinig overwogen wordt. Men leert alles, men oefeot zich in alles, behalve in een zaligen dood te sterven ; men denkt er niet ernstig over na. O mijn God! ik verbeeld mij, daar uitgestrekt te liggen op mijn sterfbed, bedrukt, uitgeput van krachten, vol van smarten, omgeven van treurende

-ocr page 328-

324

vrienden, terwijl de wereld mij gaat ontzinken en de eeuwigheid voor mij begint. Wat zal dan mijnespijt, wat mijn verlangen zijn? Van alle eigenlietde ontdaan, zal ik dan mij zeiven leeren kennen, uwe weldaden, o God! begrijpen, mijne verplichtingen inzien en eindelijk erkennen, wat ik gedaan heb, en wat ik had moeten doen.... Waarom zie ik dit thans niet in? Verlicht mij, o mijn Godl opdat ik mij betere, en datgene allegge, wat ik op mijn sterfbed zou moeten betreuren. Laat ik U zóó beminnen, dat ik verlang te sterven, om buiten gevaar te zijn van U nog ooit weer te bedroeven , om voor eeuwig met U ver-ee'nigd te zijn.

Wat is de dood voor den waren Christen ? üe slag van 't zwaard, die het slachtoffer eindelijk uit zijn lijden verlost. Wat is de dood? De verlossing van den gevangene uit zijne kerker van lijden, rampen en ellende.... Wat is de dood? Het weerzien van den balling van zijn dierbaar vaderland, het weêrkeeren vuu een kind tot zijn vader, de ineenstorting vau een uit slijk gevormd lichaam, de blijde ontmoeting van hen, die men in zijn leven heeft bemind, het begin der zuivere liefde tot God... O dood, wat zijtgijdan wenschelijk! Waarom verlangen wij niet naar u met alle krachten onzer ziel? Waarom sterven wij niet van spijt, dat wij dit aardsche nog met het hemelsche

-ocr page 329-

325

leven niet kunnen verwisselen? Zoo wij nog vreezen, nog i)even eu angst gevoelen voor den dood, dan is de natuur in ons nog te levendig, liet geloof nog te zwak, het vertrouwen op God nog te gering. Verstorvene zielen, die haar vleesch met zijne begeerlijkheden hehben gekruisigd, verschrikken niet bij de gedachte aan wormen en bederf, die haar deel zullen worden. Zij, die de gevaren der wereld kennen, verlangen nYar den dood, om uit die gevaren verlost te worden , om («od niet meel te kunnen beleedigen. Zij, die God voor hun erfdeel gekozen hebben, verheugen zich bij de gedachte aan den dood, omdat deze voor hen het begin is der volmaakte liefde... Zoo gij dus den dood nog vreest, onderzoek dan hier of uwe vrees voortkomt uit uwe gehechtheid aan de gemakken van dit leven ot uit uwe lietde voor een lichaam, dat gij in alles zocht te koesteren en te streelen. Zie toe of uw hart nog verkleefd is aan de schatten der aarde, misschien aan nietigheden.... Zijt gij wel bereid offers te brengen aan God?.... Laffe ziel! gij voedt de beulen, die u zullen pijnigen bij uwen dood, die van nu af uwe levensdagen reeds verbitteren en vergiftigen. Bid; het gebed alleen kan u de oogen openen; God alleen kan uw hart bewegen en u den moed schenken, om al de ijdclhcdeu van dit leven te verachten.

-ocr page 330-

Men zegt doorgaans : zoo het leven is, zoo is de dood. De dood is de echo des levens. De rechtvaardige bekroont door een goeden dood het heilig^ leven, dat hij leidde. Ziedaar hoogst gewichtige lessen, die moeten onderrichten, terwijl het nog tijd is. Een dag zal aanbreken, waarop ik rekenschap moet af-leggen; die rekenschap vreezen alle zielen. Mijn God! zeggen zij : wat zal er dan van ons geworden? Wilt gij het weten? Vraag dan ii zeiven : zoo ik op dit oogenblik, op de plaats, waar ik mij bevind, uit het leven moest scheiden, wat zou ik den goddelij-ken Rechter antwoorden , als Hij mij vroeg, hoe ik mijne kindsheid, mijne jeugd, mijne jongelingsjaren had doorgebracht?.... Elke leeftijd bracht andere plichten mede, maar ook de genade, om die te vervullen; welk voordeel hebt gij daaruit getrokken? Zonder twijfel zoudt gij antwoorden : ik heb mijne misstappen beleden, ik heb ze betreurd en het verlangen gekoesterd om ze te verbeteren; ik heb mijn vertrouwen gesteld op de kracht van uw goddelijk bloed voor mij vergoten, en uw bedienaar heeft mij gerust gesteld. Goed, maar zoo Jesus dit oordeel voortzette en u vroeg : hoe is 't op dit oogenblik met uwe geestelijke oefeningen gesteld? hoe en in welken geest kwijt gij er u van?... Welke zijn uwe gevoelens jegens uw

-ocr page 331-

327

naaste?.,. Zondert gij niemand van uwe liefde uit?.... Strekken al uwe werken, gelieel uw wedragtot stichting van uw evenmenseli..... ^ Wat uwe oversten betreft, laat gij lien vrii, om u kunne bevelen en verlangens op te leggen, zonder uwe gesteltenis te moeten raadplegen? Zijn gelioorzaamlieid en eerbied de twee armen, die gij steeds tot hen houdt

uitgestrekt? , v

En uwe ondergeschikten, bejegent gij die steeds zoo, als gij dit voor u zeiven zoudt verlangen ? Kwijt gij u van uwe plichten jegens hen met al den ijver en zorg, waartoe gii in staat zijt? .

En wat u zeiven betreft, ontzegt gij u niet alleen elke nadeelige, maar ook nu en dan eene onschadelijke voldoening? jSTeemt gij de werkzaamheden, de kruisen, de vermoeienissen van eiken dag in den geest van boetvaardigheid aan? Welk is uwe meening, uw doel bifal uwe werken? welk gebruik maakt gij van uw tijd, van uwe goederen, van uwe talenten, van de goddelijke inspraken ?...

Welk is de gesteltenis van uwe ziel omtrent de nederigheid? Zijt gij bereid u minder dan elk ander ts achten bij de herinnering aan uwe ellende ea zonde, bij de onzekerheid uwer toekomst? Njemtgij de yeraederingen . die zich voordoen, bereidwillig aan? Dankt gij er God voor, in plaats van te klagen, te

-ocr page 332-

328

morren , u te verdrieten en te ontmoedigen?... Waar koestert uw hart de meeste liefde voor? Waaraan is uwe ziel liet meest verkleefd? Bezit gij niets onnoodigs, niets overvloedigs? Is er niemand uwer omgeving, die eene te groote plaats in uw hart inneemt?... Kunt gij in waar-lieid zeggen : dat alles mij verlate, alles voor mij sterve; ik verlies niets en kan niets verliezen, omdat mijn hart aan God alleen geheeht is?...

Welke vruchten trekt gij uit de H. Sacramenten? Zijt gij bij de biecht meer bezorgd, om iu uwe ziel een oprecht berouw en een vast voornemen van beterschap op te wekken , dan u aan haarkloverij bij het onderzoek en de belijdenis over te geven ? Nadert gij waarlijk in den geest des geloofs , stelt gij den mensch ter zijde, om alleen te denken aan (iod, voor wien gij schuldig zijt en van wieu gij vergiffenis moet erlangen?

Zoekt gij in de H. Communie de vertroostingen van God, of den God van alle vertroosting? Neemt gij van de heilige Tafel eene bijzondere vrucht mede voor uw persoonlijk gedrag? Is uw hart ledig genoeg, om er de genade in hare volheid in te bewaren? Is uw leven eene ziel waardig, die dikwerf haren God in de H. Communie ontvangt? Verspreidt gij overal den goeden geur dei-deugden van Jesus' goddelijk Hart, waarmede uw hart zich zoo menigmaal vereenigt?

-ocr page 333-

329

Hoe denkt gij over uwen Schepper? Tracht gij dagelijks in de kennis en liefde van God te vorderen? Dit zijn de twee voeten, die ons met vertrouwen den dood te gemoet voeren.

Zijt gij dan wel onderwezen over uwe plichten , oordeel dan n zeiven en gij zidt uiet veroordeeld worden; veroordeel uw evenmensch niet, zoo gij zelf niet wilt veroordeeld worden. Hieruit moet gij besluiten, hoe gewichtig het voor u is, de oogen altijd op u zei ven gevestigd te houden en u zeiven niets te vergeven, opdat God u alles vergeve, en aan anderen alles te vergeven, opdat gij zelf barmhartigheid verwervet... Bedenk, dat God geen twee malen dezelfde zonde zal wreken. Voldoe dus reeds hier op aarde al hetgeen gij aan de goddelijke rechtvaardigheid verschuldigd zijt, en herinner u dan dat troostend woord van een grooten Heilige : hoop weinig, en gij zult weinig verkrijgen; hoop veel, en veel zal u geworden; hoop alles, en alles zal u ten deel vallen.

Geen kunst kan zonder oefening geleerd worden. Wilt gij dan de kunst leeren om goed te sterven, oefen er u dan in , zoo vaak het uwe bezigheden toelaten; laat ten minste geene maand voorbijgaan, zonder uw gedrag te onderzoeken , iiwe zaken in' orde te brengen, opdat ile dood u niet onverwachts overvalle. Begeef u daartoe in volstrekte eenzaamheid,

-ocr page 334-

330

ga dan uw levenswandel nauwkeurig na, en onderzoek of gij uwe besluiten en goede voornemens getrouw volbracht hebt; stel u ten slotte voor, dat ge op uw sterfbed ligt uitgestrekt, en lees dan langzaam, aandachtig en eerbiedig de sehoone gebeden der Kerk voor de stervenden.

AANNEMING VAN DEN DOOD.

O God , die mij geschapen hebt! werp van uit den hoogen hemel een barmhartigen blik op mij. In de onzekerheid omtrent mijn stervensuur, waarin ik verkeer, wil ik thans zoo volmaakt mogelijk de oefeningen doen, die ik in dat gewichtig oogeublik zoo gaarne zou wenschen te verrichten. Ik aanbid, o mijn God ,.uwe besluiten aangaande den tijd en de wijze van mijn sterven. Van dit oogenblik af neem ik den dood aan, zooals Gij dien voor mij hebt bestemd, terwijl ik mij in alles schik naar uw allerheiligsteu wil en uw goddelijk welbehagen. Ik stel in uwe handen mijne ziel, mijn lichaam , mijne gezondheid en mijn leven; mijne ziel met verstard, geheugen en vrijen wil, waarmede Gij haar hebt uitgerust; miju lichaam met mijne zintuigen, die mij als zoovele werktuigên dienen cm het goede te doen; mijne gezondheid, waarbij ik mij nu reeds bereidvaardig onderwerp aan alle ziek-

-ocr page 335-

331

ten, lijden en smarten, die Gij zult goedvinden mij over te zenden; mijn leven metal wat liet zoet en aangenaams bezit. Ik offer U geheel mijn wezen op, o God en Heer! Gij hebt het mij geschonken , het is dus billijk , dat ik het U geheel wedergeve, opdat Gij er volgens uw heiligen wil in vrijheid over moogt beschikken.

Ik neem den dooc. aan tot straf voor mijne ontelbare zonden en ongetrouwheden, en ik vereenig dien met den dood van Jesus Christus, mijn Verlosser, die mijne zonden op zich genomen endoor zijn lijden heeft afgeboet. O kostbaar bloed van mijn zoeten Jesus. U offer ik op aan den eeuwigen Vader tot uitdelging van alle zonden en misstappen mijns levens.

Ik neem den dood aan tot voldoening voor het misbruik, dat ik van het leven gemaakt lieb, tot voldoening voor de nalatigheid en de onverschilligheid in het vervullen van mijne plichten jegens U, o mijn God! Ik neem al het schrikwekkende van het graf aan, de wormen, de verrotting, om de uitspattingen mijns levens en het slechte gebruik, (lat ik van mijne ledematen en van mijne geestvermogens gemaakt heb , uit te boeten.

Ik neem den dood aan, in vereeniging met den dood van den li. Joseph , die tot overmaat van geluk in de armen van Jesus en Maria mocht sterven.

-ocr page 336-

332

0 Jesus! o Maria! o Joseph! laat ik in

uw heilig gezelschap in vrede sterven. Begeleidt mij met miju heiligen Engel-bewaarder voor den troon van den Opperrechter , opdat zijn vonnis mij genadig zij. Ik stel in tl al mijn vertrouwen. Ach! verlaat mij niet in dat gewichtig oogenblik. Laat het nooit kunnen gezegd worden, dat ik te vergeefs op U gehoopt heb!.......

Ik neem den dood aan, niet alleen om mij naar uw heiligen wil te schikken, o mijn God; niet alleen om mijne zonden af te boeten, maar ook omdat de dood alleen mij het geluk kan aanbrengen van U te zien en IJ onvoorwaardelijk zonder einde te beminnen. Zoo de dood mij met U vereenigt, o mijn opperste Goed! moet hij dan niet het eenigst voorwerp wezen van al mijne verlangens? Kan dat uur voor mij te vroeg aanbreken? Geef o (ïod van goedheid, dat ik, terwijl ik dit tranendal verlaat, het gelukkige vaderland moge binnengaan, waarvoor Gij ons hebt geschapen. En moet ik dan ook door het zui-vcringsvuur gelouterd worden, uw heilige wil geschiede, o Heer! Daar immers blijft men U beminnen, o miju opperste Goed, daar loopt men geen gevaar meer van Uwe opperste Majesteit nog te beleedigen.' Zoo hoop ik dat de dood voor mij eene winst zal wezen.... Amen.

-ocr page 337-

333

EENIGE MINUTEN bij het allerheiligste Sacrament doorgebracht.

Mijn kind, om mij te behagen is het niet noodig veel te weten, het is genoeg mij veel te beminnen.

Spreek eenvoudig met mij, zooals gij met uw besten vriend zoudt spreken.

Hebt gij niemand aan te bevelen ? — Noem mij uwe ouders, uwe broeders, uwe zusters, uwe vrienden; voeg achter ieder van die namen, wat gij verlangt, dat

ik voor die personen doen zal....... Vraag veel, zeer

veel; ik houd van edelmoedige harten , van harten, die zich zeiven vergeten, om voor anderen te vragen. Spreek mij over de armen, die gij zoudt willen ondersteunen, — over de zieken, wier lijden u getrotFen heeft, — over de zondaars, wier bekeering gij wenacht, — over de personen, die met u in onmin zijn, en wier genegenheid gij gaarne terug zoudet bekomen. T)id vurig voor die allen. Herinner mij , dat ik beloofd heb elk gebed, dat uit het hart opstijgt, te zullen verhooren, en zeker bidt het hart, als men gebeden stort voor hen, die men bemint en door wie men bemind wordt.

Hebt gij mij geene genaden te vragen voor u zeiven? Schrijf, als ge wilt al de behoeften uwer ziel op, maak er eene groote lijst van en kom mij die voorlezen met vertrouwen, met liefde.

Zeg mij eenvoudi?, hoe zinnelijk gij nog zijt, hoe dikwerf ge u nog schuldig: maakt aan hoogmoed, lichtgeraaktheid, baatzucht, lafhartigheid en traagheid, aan onvoorzichtigheid in woorden en werken en vraag mij om te hulp te komen, om de pogingen te ondersteunen, die gij ter uwer verbetering aanwendt.

Arm kind ! bloos niet; er zijn in den hemel een aantal uitverkorenen, die uwe gebreken hadden; — zij hebben tot mij hunne toevlucht genomen en langzamerhand hebben zij zich verbeterd.

Vraag mij ook gerust tijdelijke zaken; — gaven voor het lichaam, voor den geest; gezondheid, een goed ge-

-ocr page 338-

334

heugen, het welslagen uwer ondernemingen.... Ik kan alles geven, en ik geef altijd, wanneer datgen e, wat men mij vraagt, strekken kan, om de zielen heiliger te miken. Wat wilt gij, dat ik u van daag zal geven, mijn kind? — Wist gij eens, hoezeer ik verlang u wel te doen! Vormt ge geene plannen ? Vertel mij, wat ge

bij u zeiven overlegt, in al zijne bijzonderheden.....

waarmede houden zich uwe gedachten bezig ? Wat wenscht ge? Zoudt ge gaarne eenig genoegen verschaffen aan een broeder, aan eene zuster, aan een vriend of vriendin, aan diegenen, onder wie gij staat? Wat wilt gc voor hen doen ?

Zijt ge er ook niet op bedacht, om iets te doen uit ijver voor mijne eer, voor den luister der godsdienst? Wilt gij niet een weinig het zielenheil bevorderen van uwe vrienden , van diegenen, die gij bemint en die mij wellicht vergeten ?

Zeg mij, in wie gij belang stelt, welke beweegreden

u aandrijft, welke middelen gij wilt gebruiken?.....

Vertel mij, waarin gij niet geslaagd zijt, en ik zal er u de rorzaak van aanwijzen. Wiens medewerking wilt gij inroepen ?

Ik ben de meester aller harten, en ik voer ze zachtjes daarheen, waar ik ze hebben wil.,., ik zal u de medehelpers geven, die u noodig zijn; wees gerust, verlaat u op mij.

Hebt gij geene moeielijkheden ? O, mijn kind, vertel mij die moeielijkheden in haar geheelen omvang; — wie heeft u leed veroorzaakt? wie u gehinderd? wie heeft u minachting getoond ?

Zeg mij alles, en voeg er ten slotte bij, dat gij vergeeft , dat gij vergeven zult.....en dan zal ik u zegenen.

Vreest gij iets onaangenaams? Zijt gij ook bezield met eene ongegronde vrees, met eene vrees , die wel onredelijk is, maar die toch de ziel kan kwellen? Vertrouw ten volle op mijne Voorzienigheid. Ik ben bij u, ik zie alles en zal u niet verlaten.

Zijn er om u heen harten, die u niet meer zoo genegen schijnen als vroeger, die u door hunne onver-

-ocr page 339-

335

schilligheid bedroeven, zonder dat gij u bewust zijt, daartoe aanleiding te hebben gegeven, bid voor hen, en ik zal ze beter stemmen jegens u , als u dit ter zaligheid voordeelig is.

Is er niets, waarover gij u verheugt? Waarom Inat gij mij niet deelen in uw geluk ? Vertel mij alles, wat u sedert gisteren vertroosting, blijdschap , vreugde verschaft heeft. Was het een onverwacht bezoek , dat u goed deed, — eene vrees, die eensklaps verdween,— een blijk van welwillendheid, dat ge ontvingt,— eene beproeving, waarin ge sterker waart, dan ge verondersteld hadt.

Dat alles had ik voor u beschikt; waarom zendt ge er u niet dankbaar voor toonen, waarom niet nog eens hartelijk herhalen: ik danc U, mijn God!

De dankbaarheid verkrijgt nieuwe gunsten; een weldoener heeft gaarne, dat men hem zijne weldaden herinnert.....

Hebt Gij mij niets te beloven? Ik doorgrond, gij weet het, de geheimen des harten, men kan de men-schen bedriegen, doch God niet, wees dus oprecht.

Hebt Gij besloten, u niet meer aan die gelegenheid tot zondigen bloot te stellen ? — u te ontdoen van dat voorwerp, wat u tot zonde brengt, — dat boek niet meer te lezen , hetwelk op uwe verbeelding een verkeerden indrukt maakt, die vriendschap te verbreken, die u den vrede der ziel ontrooft, dat gezelschap te vermijden, wat voor u zoo nadeelig is?

Zult gij u voortaan aanstonds minzaam, voorkomend gedragen jegens degenen, die u gehinderd mochten hebben?

Dan is het goed,... ga nu, ga uw dagelij ksch werk hervatten, bemin de stilzwijgendheid, wees zedig, ondergeschikt , liefderijk , tevreden met de beschikkingen mijner Voorzienigheid; bemin van ganscher harte de H. Maagd, mijne Moeder; beveel u dagelijks aan den H. Joseph. En kom dan morgen tot mij met een hart nog meer vervuld van ijver en liefde.

Morgen zal ik u ook nieuwe genaden , nieuwe gunsten schenken.

-ocr page 340-

836

LITANIE

VAN

HET H. HAET VAN JESÜS,

Heer, ontferm U onzer.

Christus, ontferm Uonzer.

Heer, ontferm ü onzer.

Christus, hoor ons.

Christus, verhoor ons.

God, hemelsche Vader, ontferm U onzer. God Zoon, Verlosser der wereld, ontferm U onzer.

God, Heilige Geest, ontferm U onzer. H. Drievuldigheid, één God, ontferm U onzer.

Hart van Jesus, met het woord Gods zelfstandig vereenigd, ontferm U onzer. Heiligdom der Godheid,

2 Tempel der Drieëenheid ,

| Afgrond van wijsheid, s

^ Oceaan van goedheid, §=

g Troon van barmhartigheid, 3

gt; Nooit uitgeputte schat,

Wiens overvloed ons allen verrijkt, ^ Onze vrede en onze verzoening, g Toonbeeld van alle deugden, £2

Oneindig beminnend en oneindig beminnenswaardig ,

Springader des eeuwigen levens.

-ocr page 341-

237

Waarin de Vader zijn behagen schept, Verzoeningsaltaar voor onze zonden , Voor ons met bitterheid gelaafd, In Gethsemane tot stervens toe benauwd ,

Met verguizingen verzadigd,

Van liefde gewond,

Dat al uw bloed aan het kruis vergoot. Verbrijzeld om onze snoodheden, ~ Dat nog dagelijks in het geheim uwer q S liefde door de ondankbaarheid der g. 1-5 zondaren getroffen wordt, 5quot;

ö Toevlucht der zondaren , 3

gt; Sterkte der zwakken , ,-1

■g Troost der bedrukten, 0

Volharding der rechtvaardigen , g Heilbron van die op U vertrouwen , ■? Plechtanker voor die in U sterven, Troostvolle bescherming voor uwe

vereerders,

Zaligheid van alle Heiligen ,

Onze hulp in overstelpenden nood. Lam Gods, dat wegneemt de zonden der

wereld, spaar ons, Jesus.

Lam Gods, dat wegneemt de zonden der

wereld, verhoor ons, Jesus.

Lam Gods, dat wegneemt de zonden der

wereld, ontferm U onzer, Jesus. Christus, hoor ons.

Christus, verhoor ons.

'5

-ocr page 342-

33 S

Hart van .Tesus, brandende van liefde voor ons, Ontvlam in ons hart eene brandende liefde voor U.

IAAT ONS BIDDEN.

Alraaolitige God ! wij bidden U, verleen ons, dat wij, die in het allerheiligst Hart uws geliefden Zoons al onzen roem stellen en daaraan de voornaamste weldaden van zijne liefde dank weten, ook iu de werking en vruehten daarvan ons mogen verblijden. Door denzelfden Christus, onzen Heer. Amen.

TOEWIJDING AAN HET H. HART VAN JESÜS.

O aanbiddelijk Hart van mijn Jesus ! het teederste,hetbemiiinelijksteen edelmoedigste van alle harten; doordrongen van dankbaarheid bij de overdenking uwer weldaden , kom ik mij geheel en voor altijd aan U toewijden. Ik wil al mijne krachten inspannen, om uwe vereering uit te breiden en om, zoo zulks mogelijk is, alle liarteu voor U te winnen. O .Tesus! ontvang heden mijn hart, of liever neem Gij het zelf, verander het, zuiver het, om het Uwer meer er. meer waardig te doen worden , en maak mijn hart gelijk aan het uwe, ootmoedig, zachtzinnig, geduldig, vol van heilige, van edelmoedige liefde. Verberg iiüjn hart met al de harten, dis U beminnen ,

-ocr page 343-

3;i9

in liet uwe, en laat nimmer toe, dat ik het teru^neme. Ja, ik wil liever sterven, dan ooit uw aanbiddelijk Hart bedroeven. Hart van Jesus! liet verlangen mijns harten is, U altijd te beminnen, U altijd te eeren , U altijd te dienen, U altijd toe te behooren en in het leven en in den dood en in alle eeuwigheid. Amen.

O Hart van Jesus, naamloos zoet,

Voor mij een ware liefdegloed.

Geef dat mijn hart ook gloeie als Gij, Voor U als vuur van liefde zij!

ACTE VAN EERHE ilSTELLING.

Goddelijke Jesus, Verlosser van alle mensehen ! ziehier eenige ondankbaren ootmoedig voor U neergeknield , doordrongen van de bitterste droefheid bij het herdenken der vreeselijke beleedigingen, welke U aangedaan zijn en nog dagelijks aangedaan worden. Gedoog, dat wij, door de oprechtheid onzer hulde, al die ondankbaarheid, waaraan \wij ons sehuldig erkennen, zooveel mogelijk vergoeden. — Hart van Jesus, het heiligste, het teederste, het beminnelijkste aller harten : wat hebt Gij niet gedaan , om van ons bemind te worden? Voor ons, o goddelijke Verlosser! hebt Gij U van den

-ocr page 344-

340

glans uwer o-oddelijlce Majesteit ontdaan ; voor ons zijt Gij mensch, zijt Gij een klein kind geworden; voor ons hebt Gij alles verlaten , alles ten offer gebracht; voor ons hebt Gij U met geesels laten verscheuren , met doornen laten kroonen; voor ons hebt Gij U laten nagelen aan het kruis , om daar, te midden van de onbogrijpelijkste smarten , ons ter zaligheid den laatsten druppel van uw bloed te vergieten. En dit was nog weinig voor uwe liefde. Door eens krachtige poging uwer almacht, en door eene onbegrijpelijke uitvinding uwer goedheid hebt Gij een middel gevonden om, ofschoon tot uwen Vader teruggekeerd, tot de voleinding der eeuwen in ons midden te wonen , om ons in deze woestijn des levens tot troost, tot beschutting, tot lichtbaak , tot voedsel te verstrekken. Mijn God! kon uwe almacht meer voor ons doen, dan Gij gedaan hebt? — En wij, wat hebben wij gedaan , om aan zooveel liefde te beantwoorden? Engelen des Hemels! staat verbaasd.... en gij, Machten des Hemels ! siddert van verontwaardiging. In plaats van liefde met wederliefde te vergelden, houden wij niet op Hem te vergrammen. Jegens elk ander weldoener willen wij dankbaar zijn, doch wanneer het U geldt, o aanbiddelijke Heiland, dan is het, alsof men het zich tot eer rekent, om ondankbaar te

-ocr page 345-

341

wezen, om de grootste weldaden met den grootsten ondank te vergelden. —Vergiffenis dan, o Jesus, vergiffenis! Vergiffenis, o vrijmachtig Heer der wereld! Vergiffenis voor al de beleedigingen uwer opperste Majesteit aangedaan! Vergiffenis, o onsterfelijke Koning! voor al de verguizingen, waaraan zoo vele goddelooze wereldslaven zicli jegens U seliuldig maken. Vergiffenis voor de ver-metelen, die U zelfs aan den voet van inv heiligen troon durven trotseeren. Vergiffenis, o God van lieiliglieid! vergiffenis voor zoo vele lieiligsolienuissen, voor zoovele onwaardige Communiën. Vergiffenis, o goedertieren Herder, die niets kent dan beminnen en lijden. O, vergiffenis ook voor ons, ver-giffenis voor de bitterheid, waarmede wij ook uw heilig Hart laven; vergiffenis voor onze onverscliilligheid jegens U, voor onze koele en lauwe Communiën, voor onze oneerbiedigheid in de kerk, voor het verzuim der li. Missen; vergiffenis voor ons zinnelijk, onverstorven en wereldseh leven.

Getrouwe zielen, die over de ongetrouwheden van Israël zucht, véreenigt u met mij; komt, werpen wij ons neder voor den troon der oneindige barmhartigheid, verzuchten wij samen over de wonden aan het heilig en liefdevol Hart van Jesus toegebracht; betreuren wij het, dat wij een zoo

-ocr page 346-

343

teeder en beminnelijk Hart hebben bedroefd.

O Jesns, Lam Gods! dat de zouden der wereld wegneemt, vergeet al onze ondankbaarheid, al onze misdaden, al onze snoodheid. O laat nog eens uw heilig bloed ter gunste van ons spreken , het zal luider roepen dan al onïe boosheden.

Mocht de rechtvaardigheid van uw hemel-schen Vader voldoening vorderen; wij, die hier voor uwe voeten liggen, zijn bereid die te geven. O, konden wij met onze harten de harten van alle menschen vereenigen en iu het bijzonder al de harten van de bewoners van dit huis, van deze plaats, van dit rijk, om die allen op het altaar der liefde ten offer te brengen.

Liefderijke Jesus! het gelukke ons hierdoor de straffen , die wij zoozeer verdiend hebben , van ons af te wenden, en verzoend met uwen Vader, eenmaal waardig geacht te worden, om met U in den Hemel gelukkig te leven. Amen.

GKBEU MET VüLLF.f* AFLAAT.

Al wie , na gebiecht en gecommuniceerd te hebben, liet volgende gebed godvruchtig voor eenig beeld van den gekruiste leest en daarenboven eenigen tijd naar de meening van Z. H. den Paus bidt, verdient een vollen a1laa.t, welke ook f.an de zielen in het Vagevuur kan worden toegevoegd. (Door Paus Pius IX bekrachtigd, 31 Juli 1858.)

-ocr page 347-

Zie, o goede en allerzoetste Jesus! ik werp mij voor uw aangezicht op mijne knieën neder en bid en smeek U met al den gloed mijner ziel, dat Gij levendige gevoelens van geloof, lioop en liefde, een waar berouw over mijne zonden en een vasten wil, om zo te verbeteren, in mijn hart wilt drukken ; terwijl ik met groote aandoening en smart uwe vijl'wonden bij mij zeiven overdenk en in den geest beschouw, voor oogen hebbende, wat reeds de pro feet David, van U, o goede Jesus, in den mond nam : Zij hebben mijne handen en mijne voeten doorboord, zij hebben al mijne beenderen geteld. (Ps. XXI, 17—18.)

-ocr page 348-

AFLAAT-GEBEDEN.

VOORBEREIDEND GEBED.

Almachtige en eeuwige God! ik betrouw dat mijne zonden mij in liet Sacrament van boetvaardigheid zijn vergeven, wat de schuld en de eeuwige straffen betreft. Maar daar ik aan uwe rechtvaardigheid wellicht nog door tijdelij ke straffen voldoening moet geven, neem ik mijne toevlucht tot den schat der overvloedige voldoeningen van onzen Heer Jesus Christus , de H. Maagd en de Heiligen. Uwe Kerk, die daarvan de uitdeelster is, veroorlooft mij heden uit die onuitputtelijke bron te genieten, om aan te vullen, wat aan mijne werken ontbreekt. Laat mij deelen, o barmhartige God, in dien kostbaren aflaat, welken ik afsmeek. Ik verfoei op nieuw mijne zonden, en ik neem mij vast voor, met de hulp uwer genade, daarin niet meer te hervallen.

GEBED TOT GOD DEN VADER.

VOOB DU VEF HEFFING DES H. KEEK.

Gedenk, o eeuwige Vader, uwe Kerk, welke Gij van den beginne hebt bezeten. Ver-

-ocr page 349-

345

heerlijk haar als de Bruid van Jesus Christus, uw eenigen Zoon, die al zijn bloed voor haar gestort heeft. Wil, bid ik U , haar verheften , met zulk een glans van heiligheid doen schitteren en met zulk een overvloed van genade vervullen, dat zij in haar strijden en lijden steeds overwinne en meer en meer haren goddelijken Bruidegom gelijkvormig worde. Geer, dat al hare kinderen U door een levendig geloof kennen, U met een vast betrouwen aanroepen en met altijd toenemende liefde beminnen.

Onze Vader; Wees gegroet; Glorie zij den Vader.

OBBEU TOT GOD DEN ZOON.

\OOR DE UITROEIING OEB KETTERIJgN.

O Jesus, waarachtig licht dat allen mensch, die in deze wereld komt, verlicht: ik smeek U de duisternis, de dwaling eu de scheuring te doen verdwijnen. Geef, dat allen het licht der waarheid volgen en zich haasten, in den schoot der Kerk terug te keeren. O goede Herder! breng de verdwaalde schapen tot den schaapstal terug, opdat cr maar ééne kudde en één Herder zij.

Onze Vader; Wees gegroet; Glorie zi] den Vader.

iS*

-ocr page 350-

342

teeder en beminnelijk Hart liebben bedroefd.

O Jesus, Lam Gods! dat de zouden der wereld wegneemt, vergeet al onze ondank-liaarheid, al onze misdaden, al onze snoodheid. O laat nog eens uw heilig bloed ter gunste van ons spreken , het zal luider roepen dan al ome boosheden.

Mocht de rechtvaardigheid van uw hemel-schen Vader voldoening vorderen; wij, die hier voor uwe voeten liggen , zijn bereid die te geven. O, konden wij met onze harten dc harten van alle menschen vereenigen en iu het bijzonder al de harten van de bewoners van dit huis, van deze plaats, van dit rijk, om die allen op het altaar der liefde ten offer te brengen.

Liefderijke Jesus! het gelukke ons hierdoor de straften , die wij zoozeer verdiend hebben , van ons af te wenden, en verzoend met uwen Vader, eenmaal waardig geacht te worden, om met Ü in den Hemel gelukkig te leven. Amen.

GF.BEL) MET VULLEfl AFLAAT.

Al wie , na gebiectit en gecommnnieeerd te liebben, het volgende gebed godvruchtig voon eenig beeld van uen gekruiste ieest en daarenboven eenigen tijd naar de meening van Z. H. den l'aus bidt, verdient een vollen aela4t, welke ook uan de zielen in het Vagevuur kan worden toegevoegd, (Door l'aus l'ius IX bekrachtigd, 31 Juli 1858.)

-ocr page 351-

Zie, o goede en allerzoetste Jesus! ik werp mij voor uw aangezicht op mijne knieën neder en bid en smeek U met al den gloed mijner ziel, dat Gij levendige gevoelens van ga-loof, hoop en liefde, een waar berouw over mijne zonden en een vasten wil, om ze te verbeteren, in mijn hart wilt drukken ^er-wijl ik met groote aandoening en smart uwe vijf wonden bij mij zei ven overdenk en in den geest beschouw, voor oogen hebbende, wat reeds de profeet David, van U, o goede .Tesus, in den mond nam : Zij hebben mijne handen en mijne voeten doorboord, zij hebben al mijne beenderen geteld. (Ps. XXI, 17—18.)

-ocr page 352-

AFLAAT-GEBEDEN.

VOORBEREIDEND GEBED.

Almachtige en eeuwige God! ik betrouw dat mijne zonden mij in het Sacrament van boetvaardigheid zijn vergeven, wat de schuld eu de eeuwige straften betreft. Maar daar ik aan uwe rechtvaardigheid wellicht nog door tijdelijke straffen voldoening moet geven, neem ik mijne toevlucht tot den schat der overvloedige voldoeningen van onzen Heer Jesus Christus , de H. Maagd en de Heiligen. Uwe Kerk, die daarvan de uitdeelster is, veroorlooft mij heden uit die onuitputtelijke bron te genieten, om aan te vullen, wat aan mijne werken ontbreekt. Laat mij deelen, o barmhartige God, in dien kostbaren aflaat, welken ik afsmeek. Ik verfoei op nieuw mijne zonden, eu ik neem mij vast voor, met de hulp uwer genade, daarin niet meer te hervallen.

GEBED TOT GOD DEN VADER.

VOOR DE VEBHEFFING DtR H. KERK.

Gedenk, o eeuwige Vader, uwe Kerk, welke Gij van den beginne hebt bezeten. Ver-

-ocr page 353-

345

heerlijk haar als de Bruid van Jesus Christus, uw eenigen Zoon, die al zijn bloed voor haar gestort heeft. Wil, bid ik U, haar verheffen , met zulk een glans van heiligheid doen schitteren en met zulk een overvloed van genade vervullen, dat zij in haar strijden en lijden steeds overwinne en meer en meer haren goddelijken Bruidegom gelijkvormig worde. Geei, dat al hare kinderen ü door een levendig geloof kennen, U met eeu vast betrouwen aanroepen en met altijd toenemende liefde beminnen.

Onza Vader; Wees gegroet; Glorie zij den Vader.

GEBED TOT GOD DEN ZOON.

VOOR DE UITBOKIÏNQ DER KETTERIJEN.

O Jesus, waarachtig licht dat allen mensch, die in deze wereld komt, verlicht: ik smeek U de duisternis, de dwaling en de scheuring te doen verdwijnen. Geef, dat allen het licht der waarheid volgen en zich haasten, in den schoot der Kerk terug te keeren. O goede Herder! breng de verdwaalde schapen tot den schaapstal terug, opdat er maar eene kudde en één Herder zij.

Onze Vader; Wees gegroet; Glorie zij den Vader.

-ocr page 354-

346

GEBED TOT DEN H. GEEST.

VOOR DEN VREDE TUSSCHEN DE CHRISTEN VORSTEN.

O goddelijke Geest, Geest van liefde en vrede, die zoo vele volken in de eenheid des geloofs hebt vereenigd : stort de volheid uwer axmade nit over de vorsten en hunne dienaren. Vervul hunne harten met dien geest van liefde, welken Gij op deze aarde gebracht hebt. Geef, dat zij zich nooit door eenigen hartstocht laten vervoeren ; dat zij nimmer iets ondernemen tegen uwe glorie en de eensgezindheid uwer Kerk, maar zich integendeel beijveren, om de volken , die Gij hun hebt toevertrouwd, naar de vreugde des eeuwigen levens te geleiden.

Onze Vader; Wees gegroet; Glorie zij den Vader.

GEBED TOT DE H. DRIEVULDIGHEID.

VOOR DE VERBREIDING DES GELOOFS.

H. Drievuldigheid, Vader, Zoon en H. Geestó gedenk , dat de zielen der ongeloovi-gen het werk uwer handen zijn en Gij ze naar uw beeld hebt geschapen. Dat uwe rechtvaardige toorn bevredigd worde door de gebeden der godvruchtige zielen en der H. Kerk. Maak een einde aan hunne blindheid, zend tot de heidensche volken apostolische mannen, die

-ocr page 355-

S-J-7

zich in uwe liefdfi beijveren, om liet geloof ouder hen te verbreiden, U te doen aanbidden en beminnen.

Onze Vader; Wees gegroet; Glorie zij den Vader.

GEBED VOO 11 ONZEN H. VADEU DEN PAUS.

O God, Herder en Bestuurder van alle ge-loovigen! zie op uwen dienaar N, dien Gij tot Herder uwer Kerk hebt willen aanstellen, genadig neder; geef hem,bidden wij U, dengenen over wien Hij gesneld is, door woord en voorbeeld tot heil te verstrekken, opdat Hij samen met de hem toevertrouwde kudde tot het eeuwig leven moge geraken. Door onzen Heer, Jesus Christus, uwen Zoon.

Onze Vader; IVees gegroet; Glorie zij den Vader.

-ocr page 356-

848

OËBED TE ROME IS GEBRUIK

TOT INTENTIE VAN Z. U. DEN FAUS, OM DEN VOLLEN AFLAAT ÏB VERWfillVEN.

O Jeans, mijn Heer en mijn God! door-drongen van liet levendigst berouw over mijne zonden, draag ik U deze zwakke en ootmoedige gebeden op voor uwe eer en verheerlijking en voor het welzijn der Kerk. Heilig dit gebed, geef dat liet door uwe genade eenige waarde erlange.

Ik verlang mij in algeheeleovereenstemming te brengen met de inziehten van Zijne Heiligheid den Paus, die dezen aflaat voor liet heil der geloovigen heeft toegestaan. Op uwe oneindige goedheid mij beroepende, durf ik U smeeken, dat Gij de ketterijen van de aarde gelieft weg te nemen, een duurzamen vrede en ware eendracht tusschen de Christen vorsten te onderhouden, opdat én vorst én volk U dienen in zuiverheid des harten, in onderlinge liefde en heilige eensgezim heid.

Vervul Z. H. den Paus met uwen geest, wend van hem alle lagen en listen af, bewaar hem lange jaren.

Gewaardig U, minnelijke Heiland, door de verdiensten der allerheiligste Maagd Maria en van alle Heiligen des Hemels, mij deel te

-ocr page 357-

geven in den schat, waarmede Gij uwe Kerk verrijkt hebt, door voor kaar uw dierbaar bloed te vergieten; verleen mij heden de vrucht van dezen heiligen ailaat.

Geef, o mijn God, dat de straffen , die ik voor mijne zonden verdiend heb en in dit of' in het andere leven moet boeten, mij door uwe eindelooze barmhartigheid worden kwijtgescholden. Ik maak een vast voornemen , om van dit oogenblik af', met de hulp uwer genade, een boetvaardig en verstorven leven te leiden. Ik neem het besluit, om, zooveel in mijn vermogen ligt, aan uwe rechtvaardigheid te voldoen, de zonde met afschrik te vermijden en boven alles als de grootste aller rampen te verafschuwen, daar zij een God belecdigt, die oneindig beminnelijk is en dien ik nu ook hartelijk lief heb en immer hoven alles zal beminnen. Amen.

-ocr page 358-

AVOPMBKD OP DFJ COMMUNIEDAG.

Vergeet toch niet alvorens u ter rust te begeven , den lieven Jesus voor al het goede, maar bijzonder voor de genade, u in de H. Communie verleend, hartelijk te bedanken. Onderzoek ook uw geweten over de fouten van dezen dag en doe zulks verder dagelijks. Verwek een oprecht en hartelijk berouw over uwe zonden; beveel uwe ziel en uw lichanm in het allerheiligste Hart van Jesus aan; stel u onder de bescherming der allerzaligste Maagd Maria en bid ook nog in uw bed, totdat gij inslaapt.

Werp u dus 's avonds op de knieën neder, verplaats u in den geest voor het H. Tabernakel, waar Jesus woont en doe het volgende gebed.

Mijn God en Heer, zoetste Jesus ! de da^ zon rijk aan genade spoedt ten einde, de feestdag mijner ziel is voorbij, dc naclit breekt aan. Hoe zal ik U op het einde van dezen dag, waarop Gij mij met de grootste genaden hebt overladen, naar waarde danken? Hoe zon ik ooit kunnen vergeten de oneindige liefde, waarmede Gij mij tot uwe H. Tafel genoodigd, de buitengewone barmhartigheid, waarmede Gij mij bezocht, de o-mitsprekelijke goedheid, waarmede Gij mijne ziel met het brood des levens gespijsd hebv! Ik val U te voeten, o Jesus! en zeg U in den diepsten ootmoed den hartelijksten dank quot;oor uwe onbegrijpelijke vernedering, uwe goedheid en

-ocr page 359-

351

genade. Wat ik U lieden beloofd lieb, wil ik met oSlciiciidbare trouw volbrengen. Al mijne goede voornemens vernieuw ik nog eens en ik bid U, verleen mij ook de genade om ze te volbrengen. ]k beloof ü nog eens, dat ik den ouden, zondigen mensch wil afleggen, om den nieuwen mensch naar uw voorbeeld aan ts trekken. Zegen dit mijn voornemen door uwe goddelijke genadekracht. Ik offer U mijn hart op; zoo dikwerf het dezen nacht zal kloppen, zal iedere klopping eene acte van liefde, van dank en verheerlijking zijn jegüus U, o allerhoogste Majesteit!

Vergeef mij, barmhartige God en Heer, do zonden, gebreken en nalatigheden, waaraan ik mij heb schuldig gemaakt. Helaas! geen dag gaat er voorbij, zonder dat ik in eene of andere zaak overtrede. Ik beken U in diepen ootmoed mijne zwakheid en ellende en ik gevoel, o üod, dat ik zonder U, zonder den bijstand uwer genade , onmogelijk mij zeiven overwinnen en geheel aan de zonde ontrukken kan. Ach! wanneer zal toch eens de dag aanbreken, waarop ik U met volko-mene trouw zal dienen P Lieve God en Heer ï met het innigst en levendigst berouw betreur ik al mijne zonden, die ik ooit heb bedreven, inzonderheid alles, wat ik heden weer door gedachten, woorden en werken misdaan heb en ik bid U, wil het mij om de

-ocr page 360-

352

oueiudige verdiensten van Jesus Christus goedgunstig vergeven. O bewaar mij dezen nacht voor alles wat U kan mishagen, eu iaat mij onder uwe bescherming veilig rus-len tot tien dag van morgen, of zoo deze nacht de laatste mijns levens mocht zijn, o laat mijne arme ziel dan een genadig oor-deel bij U vinden en verwerp mij niet van uw goddelijk aanschijn. Laat mij ingaan in de eeuwige rust uwer Heiligen, en met hen hij U eene stoorlooze zaligheid genieten in alle eeuwigheid. Amen.

DANK EN BEDE TOT MA UIA.

Ik'kan mij niet ter ruste begeven, o gezegende Moeder des Heeren, zonder ook u voor alle weldaden eu genadegaven te bedanken , die ik door uwe tusachenkomst ontvangen heb. O hoeveel heb ik aan uwe machtige voorbede te danken, hoe dikwerf hebt Gij mij m strijd en bekoring bijgestaan en voor den val bewaard, en mij heden tot de Tafel des Heeren geleid, om mij op de innigste wijze met uw lieven Jesus te vereenigen. Hel) dank dan, liefste Moeder, hartelijk dank! Neem mij ook dezen nacht onder uwe moederlijke bescherming, en bid voor mij uw teergeliefden Zoon, dat Hij mij in zijne liefde gelieve te bewaren ten einde toe, Amen.

-ocr page 361-

353

Dat de zalige Maagd Maria met haar zoetste Kindje mij gelieve te zegenen. Amen.

GEBED TOT JJEN H. JOSEPH.

O beminnelijke, heilige Joseph, Voedstervader van onzen Heer Jesus Christus en knisehe Bruidegom der onbevlekte Maagd Maria! gij hebt van God de bijzondere genade verworven van de geloovigen in hun stervensuur bij te staan; wil ook mij, wanneer mijn laatste uur slaat, te hulp komen, en bid voor mij, dat ik ook, even als gij, in de armen van Jesus en Maria moge sterven. Amen.

Jesus, Maria, Joseph! ik geel' U mijn hart en mijne ziel.

Jesus, Maria, Joseph! staat mij bij in den doodstrijd.

Jesus, Maria, Joseph! laat mij met (J in vrede sterven. Amen.

Al wie deze drie schietgebedeu godvruchtig Mdt, verdient 100 dagen aflaat.

GEBED TOT DEN H. ENGELBEWAAKDER.

O Engel Gods, die mijn bewaarder zijt, aan wiens zorg ik door de opperste goedheid ben toevertrouwd : gewaardig u mij dezen naeht te verlichten, te bewaren, te beschermen en te bestieren. Amen.

-ocr page 362-

354

Pius VIT (15 Mei 1820) verleent 100 dagen aflaat telkens, en een vollen ailaat onder de frewone voorwaarden , als men dit gebed tot den H. Engelbewaarder eene maand lang dagelijks godvruchtig bidt. .Die dit gebed dikwerf verricht heeft, verkrijgt een vollen aflaat in het sterfuur. thes. meuLG.

GODVRVCHTIGE VERZUCHTINGEN.

Bij liet slapen gaan.

O Jesus ! Gij hadt in deze wereld niets, waarop Gij uw gezegend hoofd koudot neder-leggen, en ik arme zondaar mag in een goed bed rusten. — O Jesns! laat den tijd van den slaap voor mij niet verloren gaan ; ik offer U daarom elk oogenblik van den nacht op. O Jesus ! laat mij bij U op het kruis, laat mij bij U in het H. Tabernakel rusten. O Jesus en Maria! ik verberg mij in uwe heilige Harten , dan slaap ik veilig, rein eu kuiseh.

Het kruis f van Christus zij mijn schild tegen alle zichtbare en onzichtbare vijanden !

GELOOFD EN- GEZEGEND ZIJ IN ALLE EEUWIGHEID HET ALLERHEILIGSTE SACRAMENT DES ALTAARS A MEN.

EINDE.

-ocr page 363-

INHOUD. •

Bh.

Voorbericht...........I

Over de wondervolle uitwerkselen van het

aanbiddelijk Altaarsacrament.....7

Over de voorbereiding tot de H. Commnuie. 10 Acht overwegingen en gebeden ter voorbereiding voor de H. Communie.....15

BIECHTGEBEDEN ....................42

Gewetensonderzoek voor hen, die dikwerf

biechten en communiceeren.....46

Gebed om een waar berouw......52

Oefening van berouw door overweging van

's Heeren lijden.........54

Oefening van berouw uit ware liefde . . 57

GEBEDEN NA DE BIECHT ....... 60

Vernieuwing der doopbeloften.....66

OEFENINGEN OP DEN DAG DER H. COMMUNIE. 68

Morgengebed...........69

Gebeden onder de H. Misse ter voorbereiding

voor de H. Communie.......77

Korte oefeningen voor de H. Communie. . 107 Heilige gevoelens en oefeningen na de H.

Communie...........113

-ocr page 364-

INHOUD-

Blz.

Toewijding aau de goddelijke liefde . . . 122

Toewijding aan Maria........123

Bede tot Jesus, tot uitroeiing van het hoofdgebrek ............125

Bede tot Jesus , om vergiffenis voor de fouten bij de H. Communie begaan. . . . 127 misgëbeden na de H. Communie . . . .128 NAMID-DAG-OKPENINGEN op de Communie-da-

gen.............142

Gebeden en uitstortingen des harten voor Jesus in het allerheiligste Sacrament eu geestelijke Communie.........144

Litanie van het allerheiligste Sacrament. . 158 Gebed tot de allerheiligste en onbevlekte Moedermaagd ...........163

Volmaakte toewijding aan God in maagdelijke

zuiverheid...........165

Gebeden tot het allerheiligste Altaarsacrament en het goddelijk Hart van Jesus, waaraan

aflaten verbonden zijn.......166

ïWEEDfi COMMUNIE-Ojfij-'ENING, onder aanroeping van het H. Hart van Jesus . . .173

Gebeden na de H. Communie.....179

Hernieuwing der goede voornemens . . ,182 ükude GOMMUNiE-OEEENrNG, als men de H.

Misse niet kan bijwonen......185

Verzuchtingen vóór de H. Communie, van den

H. Franciscus van Sales......193

Dankzegging en bede na de H. Communie. 195 Verzuchtingen na de H. Communie, van den

H. Franciscus van Sales......199

Toewijding aan Maria........206

-ocr page 365-

INHOUD.

Blz.

vierde communie-oefening, op de feesten

der H. Maagd Maria.......208

Op het feest van Maria's onbevlekte ontvangenis ...........208

Op het feest van Maria-zuiverine . . . .212 Op het feest van Maria-boodschap. . . .214 Op het feest der ten Hemel opneming van

Maria............216

Op het feest van Maria's geboorte. . . .219 Oefeningen van geloof, ootmoed, berouw,

liefde en verlangen voor de H. Communie . 221 gebeden na de h. communie op genoemde

feesten............225

Oefeningen van dankzesgine:, liefde , overgeving en toewijding en bede na de H. Communie ............228

Liefdeverzuchtingen na de H. Communie, van

den H. Frauciscus van Sales.....231

Gebed tot de onbevlekte Maagd Maria, na

de H. Communie........236

Gebed tot het H. Hart van Maria . . . 288 vijfde communie-oefening, om een bijzondere gunst van God te verkrijgen . . . 240 Oefeningen van geloof, hoop en liefde . . 243

Gebeden na de H. Communie.....249

Dankzegging na de H. Communie .... 252

Gevoelens van liefde........253

Gebed van eene ziel, die zich zonder voorbehoud aan God wenscht toe te wijden . 254 zesde communie-oefening. Gebed om eene waardige voorbereiding. Van den H. An-selmua............257

-ocr page 366-

INHOUD.

Biz.

Geloof, Hoop en Liefde. Van den H. Augua-.• ... 3o8 tinus.......... •

Opdracht. Van den H. Franciscns van Sales . M)l Verlangen naar Jesus. Naar den H. Augus-.. ... 303 tinus...........

Gebed tot de allerheiligste Maagd, om den Heer waardig te ontvangen. Van den H.

Ildephonsns..........2fi5

oefeningkn na de h. communie. Gebed ohl

de zalige uitwerkselen der H. Communie te erlangen. Van den H. Thomas van

Aquinen ...........266

Opdracht van Jesus verdiensten aan den he-

melschen Vader. Van den H. Augustinua. 267 Gebed om eene brandende liefde tot Jesus.-

Van den H. Bonaventura......270

Uitstorting der vurigste liefde voor den ge-kruisten Godmensch. Van den H. Francia-

cus Xaveriua..........

Gebed tot de allerheiligaTe Maaad. Van den zaligen Petrus Caniaius......• 273

zevende COMMUNIE-oefening. JeSUS, mijn

vader. Gemoedsaandoeningen.....274

Opdracht der H. Communie......377

Vóór de H. Communie.......378

Na de H. Communie........281

Zegen na de H. Communie...... 384

achtste communie-oefening. Jeaus, mijn Bruidegom. Gemoedaaandoeuingen . . 280

Vóór de H. Communie.......389

Na de H. Communie........ 390

negende communie-oefening. Jeaua, mij-

-ocr page 367-

INHOUD.

Blz.

ne vreugde, rremoedaaandoeningen . . 293

Voor de H. Communie.......295

Na de H. Communie........297

tiende communie-oefening. Je8US, mijn

vriend. Gemoedsaandoeningen. . . . 300

Voor de H. Communie.......303

Na de H. Communie........305

ELFDE COMMUNIt-OEFENING. JeSUS, mij U

broeder. Gemoedsaandoeningen . . . 309

Vóór de H. Communie.......311

Na de H. Communie........313

Gebed ter vernieuwing van onze goede voornemens............317

Gebed tot den eeuwigen Vader, na de H.

Communie...........319

Gebed tot den H. Engelbewaarder, na de H.

Communie...........320

Voorbereiding tot den dood......321

Aanneming van den dood..... 330

Eenige minuten bij het allerheiligste Sacrament doorgebracht ........ 333

Litanie van het H. Hart van Jesus . . . 336 Toewijding aan het H. Hart van Jesus . . 338

Acte van eerherstelling.......339

Gebed met vollen aflaat.......342

Aflaatgebeden..........344

Gebed te Rome in gebruik tot intentie van Z. H. den Paus, om den vollen aflaat te

verdienen...........348

avondgebed op den Communiedag . . . 350

-ocr page 368-

IMPRIMATUR.

raalte, 0 1gt;ab'

15 October 1879. ^ C e n s-

-ocr page 369-
-ocr page 370-