HULPMIDDELEN
|
|||||||||
VOOR.
|
|||||||||
PAAR DEN,
OSSEN |
|||||||||
% M
|
|||||||||
KOEBEESTEN
|
|||||||||
-J^er^i/^2^?'l.. : ^r />c^
|
|||||||||
' r-ï^V^
|
||||||||||||||||||
CS-r
|
||||||||||||||||||
Toevlucht of Heilzame Hulpmiddelen
|
||||||||||||||||||
VOOR ALLERHANDE ,
ZIEKTENS en KWALEN,
DIE DE . Qm#£$3
P A A ROE N.
OSSEN ek$0 EB EEST E N
KUNrf&BT QtV-E^lprEN. ,
Byeeu vergacÉM in deiVtyd"- van 40 ja-refe,
PIETER A^IANüSvan CÖÜR,
|
||||||||||||||||||
% 'A.
|
||||||||||||||||||
Mr. Hoei
|
||||||||||||||||||
's, pra^enh^gOi
|
||||||||||||||||||
Deze Twaalfden ifcfM'va»■-fivteif-^êzuivirt, e»
«*<tf verjcheidene Iht^mïêMh'vermeerdert. ^""■■iin (■ i»<nr"-":"
|
||||||||||||||||||
7* A Af'ST E R D A M\
|
||||||||||||||||||
VOORBERIOT.
Het is eene waarheid, dat de wys-
heid Gods onnafpeurlyk en zyne rege- ring over alle fchepfelen onbegrypelyk ss. Echter heeft het Gode behaagd, dat het redelyk fchepfel, namentlyk den mensch, om door onderzoek w de na* tuur, daar door de ellenden en rampen dezes levens, waar aan dezehe onder- worpen zyn, te doen yerüchten, of weg te nemen. x * 3 0«-
|
||||
, .* ' ' -
/
vi VOORBERIGT.
Onder alle onredelooze fchepfelen,
die God door zyne zonderlinge liefde tot dienst des menfchen gefchapen heeft : zyn geene aangenamer, fchooner, fier- ker en nuttiger dieren,, dan de Paar- den, Osfen en Koebeesten, daar ze gedurig met de menfchen omgaan, hun wn groot en arbeid en moeiten ontlasten, en ook allerhande genoegens en vermaak toebrengen. Daar het nu den Betren behaagt
heeft, my, van myne vroeg(Ie jeugd af aan, in de gelegenheid te Jlellen, om met Paarden, Osfen en Koebeesten om te gaan, en daar door hunne aart en natuur te leer en kennen, en allerhande ziektens en kwalen die hun zouden kun- |
|||||
nen
|
|||||
VOORBERIGT. vu
, - iteit overkomen i ndauwkeurig te onder*,
zoeketf; en daar ik ook met groeU moeite en^ naarfligheid in verfcheidene landen en koningryken*, alsmede in ty~ den van Oorlogen,'*êy verfcheidene Mo- gendheden ■> de middelen daartoe heb leer en kennen, en naderhand nóg den tyd van veertig jaren in $e pra&yk als Meester te 's Gravenhage heb uit-. 1
poef ent, zoodat ik in dien tyd veel
tiitflekende hulpmiddelen heb uitgevonden, die by wéinige meesters, zoo als by my, ondervonden en bekent zyn; ja , die ik ook zelfs aan ontelbare Paarden, Osfen en Koebeesten heb goed bevonden. De* " wyl ik nu, (Gode zy dank} tot eem hoogen ouderdom van in de zestig jaren gekomen ben, en overdenkende de kort- • 4. Jlott' |
||||
vim VOORBERIGT.
ftondigheid mn myn leven, en dewyl
ik gent kinderen heb tot myn beroep be* Uw aam i zoo heb ik op verzoek mn ver- fcheidene lieden en lief'hebber'S, bejloten, myne kunde en wetenschap op het een' youdigfte aan het publiek mede te deelen* waarin den naauwkeurigen lezer geen geleerde ftyl zal vinden: (waar mm in deze dagen zoo kiesch op is) maar de eenvoudige waarheid zal kunnen be- keuren. Ik vertrouw <> dat nooit beter Werk daar over is in het licht gebragt. Wenfchende den genen die het noodig
heeft hiermede zyn voordeel te doen, daar ik geenzins aan twyfeh P. A. van COUR.
IN-
|
||||
I N HO U D.
";I. HOOFDDEEL.
De gefteltenis van het ligchaara dei- Paarden. . . lladz. t II. HOOFDDEEL.
Van de oorzaak der ziektens. 4
III. HOOFDDEEL,
Van de Droes, of de ïroes. (,
IV. HOOFDDEEL.
Het onderfcheid der ziektens dêar de Paarden" vgel aan onderworpen zyn. 16
V. HOOFDDEEL.' Over de Vyver. . . ''Ja VI. HOOFDDEEL.
Vin verfcheidene Klifteringe. aa VIL HOOFDDEEL.
Van de Pleuris." .\ . . ^ VIII. HOOFDDEEL.
Als een Paard niet pisfen kan. «7 IX. HOOFDDEEL.
Voor het Koliek of Buikpyn. aS
X. HOOFDDEEL.
Voor de Wonden' in de Maag. 3»
*XI. HOOFDDEEL,
Voor het Vervangen der Paarden. 34
XII. HOOFDDEEL.
Van de Accidenten aan de Oogen. "41
* 5.
|
||||
x INHOUD.
XIII. HOOFDDEEL.
Van het Aderlaten. * ■ Bladz. 48
XIV. HOOFDDEEL.
Pillen, voor velerhande ongezondheid. 50 XV. HOOFDDEEL.
Voor dampige Paarden. ' . '. 51 XVI. HOOFDDEEL.
Voor de Hoest der Paarden. . 5*7
XVII. HOOFDDEEL.
Om.spagerc Paarden te doen groeijen. 61 <*** XVIII. HOOFDDEEL.
Voorde Schurft. . \ ~ . 64 XIX. HOOFDDEEL.
Om de Vliegen te verdryven. / 68 XX.,HOOFDDEEL,
Dranken voor allerhande ziektens. 69 |
||||||||||
XXI. HOOFDDEEL.
|
4*
|
|||||||||
Het Poejer Diapente. . 74
XXII. HOOFDDEEL.
Nog een ander Poejer genaamt la Duc. 75: XXIII. HOOFDDEEL,
's Gravenpoejer van Oldenburg. . ibid. XXIV. HOOFDDEEL.
Van de uitwendige Worm. . "76 xxv. Hoofddeel.
Voor het Longvuur. . . . 79
XXVI. HOOFDDEEL.
De manier van het uitnemen van de
'Zool uirdc Voet. . . 84 |
||||||||||
f
|
||||||||||
1 N H Ö Ü D. xi
XXVII. HOOFDDEEL.
Voor het Vernagelen. . Bladz-.8f
XXVIII. HOOFDDEEL.
Voor velerhanden -Wonden, het zy ge-
fchooten, geftoken of anderzins. 87 . XXIX. HOOFDDEEL.
. Om Bafilieum Zalf te maken. . 96
XXX. HOOFDDEEL*
Om jEgyptiacum te maken. .; ibidk
XXXÏ. HOOFDDEEL.
Een'grocne Wondzalf. . 97
XXXII. HOOFDDEEL.
Om Hipericum-Oly te maken. 98
XXXIII. HOOFDDEEL.
Zalf voor diepe Wonden. . 99
XXXIV. HOOFDDEEL..
Een openbrekende Zalf voor harde Knub- bels. - " . * . . . iox
XXXV. HOOFDDEEL.
Voor verrekte Zenuwen. t . 103
: XXXVI. HOOFDDEEL.
Voor een verdraaiden of verrekten Hals. 104 .... XXXVII. HOOFDDEEL.
Voor een vérftuiten Koot. . 106 XXXVIII. HOOFDDEEL.
Wanneer een Paatd op de Kroon van de*i Voet getreden is. 108 XXXIX. HOOFDDEEL.
Over de Hoorn-kloof. . , 109
|
||||
m iNHöü d.
XL. HOOFDDEEL.
Over den Overhoef. . Bladz. in XLI. HOOFDDEEL.
Voor een Breuk der Paarden, 115 XLII. HOOFDDEEL.
Tcekenen om de gefchèurde of de ge*
borften partyen Van binnen te kennen* 117 XLIII. HOOFDDEEL. Een Drank voor inwendige Rwetfuren. 11? XLIV. HOOFDDEEL.
Voor de Klem* . 119 XLV. HOOFDDEEL.
#m Drachten of Fontenellen té zetten. 124 ' XLVI. HOOFDDEEL.
Voor eene drooge Long. . 129 XL VIL HOOFDDEEL.
Voox de Mokvoet. . . 130 XLVIII. HOOFDDEEL.
Als een Paard het ligchaam te veel pur- , " .geert.. *<'•>.*' • • iM XLIX. HOOFDDEEL.
Voor de Louterftal. . , 13I L. HOOFDDEEL.
Wanneef het vet in het lyf gefmolten is. 139
LI. HOOFDDEEL.
Wanneer een Paard Veeren of Gift ge-
geten heeft. . . 14* , LIL HOOFDDEEL.
E«8 Zwam of Legen te verdryven. 143-
|
||||||
y
|
||||||
INH0U8. xm
LUI. HOOFDDEEL,
©m dikke Hakken te verdryven. Blad?. 144
LIV. HOOFDDEEL. ;
Voor dollen Knollen. 146
LV. HOOFDDEEL,
Voor Kramp in de Beenen, 14S LVI. HOOFDDEEL.
Voor gezwollen Beenen, of anderzins. 151 LVII. HOOFDDEEL.
Voor gedrukte Paarden, door Zadel of ander Tuig, . . . 154 LVIII. HOOFDDEEL,
Kreupel in de Borst, , 159 «***
LIX. HOOFDDEEL,
Voor Steengallen in.de voeten, 164 LX. HOOFDDEEL.
Nög voor de Steengallen. i6g LXI. HOOFDDEEL.
Voor Spykers of Nagelen in de Voeten
getreden. . . 166 LXII. HOOFDDEEL,
Voor de Leest. iéf
LXIII. HOOFDDEEL.
Voor Raspen aan de Beenen. ijjid* LXIV. HOOFDDEEL.
Vqor Bloedpisfen. . iyi LXV. HOOFDDEEL.
Om het Bloed te doen ilempen door
het ^aten, of door kwetfaren, , 174 |
||||
iiv LN II O U D.
LXVl. 'HOOFDDEEL.
Kwetfuren in 'de Mond. Bladz. 174
LXVII. HOOFDDEEL.
Engelfche voeten. • / . 175 LXVIII. HOOFDDJBEL.
Hoorn-zalf. . . .N '176 LXIX. HOOFDDEEL.
Om LüJzen te verdryven. . ibid. LXX. HOOFDDEEL.
Van den Ouderdom. .'. . 177 LXXI. HOOFDDEEL,
Voor de Varent, . , 17$
LXXIf. HOOFDDEEL.
^Hulpmiddel voor Spatten aan de Bee-
-jr nen der Paarden. " . :, . . iSa LXXIH. HOOFDDEEL.
jp. Voor geborften Zenuwen. . 189
LXXIV. HOOFDDEEL.
-Waarfchuwing. . . . ïp©
LXXV. HOOFDDEEL.
Om Wratten te -verdryven. . ipj
LXXVI. HOOFDDEEL.
Voor Kanker !*j de'Voeten. . 104
|
||||
-I ' ■ -
INHOUD. xv
HULPMIDDELEN
VOOR
OSSEN en KOEBEESTEN.
I. HOOFDDEEL. \
Voor zieken en kranken Osfen en
Koebeesten. . . Bladz. 197 II. HOOFDDEEL.
Voor een Beest dat hét L'yf zwelt. 199
III. HOOFDDEEL.
Voor een Beest dat veel kugcht en hoest. ibid.
IV.' HOOFDDEEL. Voor gezwoUeneEller, of Kloven in
de Speenen. .,'.., ..,' ,..■' «ei .Vr HOOFDDEEL. Waarfchuwing. , . '/.+ ■ . . «03 VI. HOOFDDEEL.
Voor het Longvuür, J . , $04. VIL HOOFDDEEL.
Voor Koeijen die,op Kalven ftaan. sotf VIII. HOOFDDEEL.
Nog een Hulpmiddel yoor Osfen en
Koebeesten. . ... 2.07 IX. HOOFDDEEL.
£tfpg eenige middelen' voor Osfen en
Iioebeeste# in het byzonder, eo| |
||||
xvi ,. INI10Ü ö,
X. HOOFDDEEL.
Voor Blynen aan de tong en verhe-
melte des monds, lippen, enz. waar- door de Osfen en Koebeesten dik- wyls het grazen belet wordt. Bladz. tio XI. HOOFDDEEL.
Een goed middel voor de Schurft. sn
XII. HOOFDDEEL.
Verfeheidene Koortsmiddelen zoo voor
Paarden \ Osfen als Koebeesten, ara XIII. HOOFDDEEL.
Tegens ontfteeking der O ogen. 314
XIV. HOOFDDEEL.
Een plyfter, om diktens die doorftoo-
ten of fchoppen veroorzaakt zyn, te verdi-yven, zoo van Paarden, Os- fen als Koebeesten. . . 217 XV. HOOFDDEEL.
Een Lavement voor Paarden, Osfen en
Koebeesten. . . . 42*
$ XVI. HOOFDDEEL.
Ke» Pap, om een gezwel van een Paard
Os «>£ KoöbSelt te doen ryp warden, 5*5 tr* ' \ .-.. ■ -\ r.- -■■ '" rn ' " •■"•■■"".
• ~ .\iaiïUfl20ö:i .in*/ . •
|
|||||||
~é*
|
|||||||
TOE-
|
|||||||
TOEVLUCHT
O F
HEILZAME
HULPMIDDELEN,
VOOR ALL ER H A N D E
ZIEKTENSen KWALEN
1
DIE DE
PAARDEN
* KUNNEN OVERKOMEN.
|
||||||||||
I. HOOFDDEEL.
De gefieltenis van het llgchaam der
Paarden» |
||||||||||
is • iia|fppBiM3Wlttmi de neriei
begrepen mét hare vliezen; het twee- de de borst, Waarin befloten is het hart, de long, enz.; het derde de buik, waarin zich bevat de lever, A milt, |
||||||||||
.. ...-„_, -
|
|||||
2 Toevlucht of Heilzame
milt, nieren, maag, darmea en de
waterblaas, en nog vele andere dee- len, die daarin en onder begrepen zyn, zoude men wel kunnen noemen; maar alzoo ik dit maar wil aanroeren om eene aanwyzing te doen in voorval- lende kwetzuren van gefchoten, ge- ftokcn, of ook om andere natuurlyke voorkomende ziektens te beter te ken- nen, diend zulks maar kortelyk tot ons oogmerk. Deze drie holligheden zyn van eik-
anderen afgezonderd, gelyk de herfe- ïien van het pannebeen door het dikke en dunne moedervlies: de borst door de ribben van buiten en van binnen door hét ribbevlies ontfteken zynde, veroorzaakt de pleuris, en brengt al- daar een fteekte te weeg, aangezet door het heet en fcherp bloed, het- welk uit de takjes van da borstade- ren , tusfehën de borstfpieren en het voorfz. ribbe vlies loopt, hetwelk een fchrikkelyke pyn komt te veroorza- ken , die ten eerften diend geholpen te worden, of ze is anders dodelyk. Ten derden» is de buik zelve niet
met
|
|||||
Hulpmiddelen voor Paarden. 3
met ribben bewaart, en van binnen
met het iniddelfchotafgezondert, waar- in de lever bewaard werd. Daar nu de - lever een zwaarwigtig deel is , zoo werd ze, om niet-neder te zakken, door drie banden uit' het buikvlies ipruitende, vast gebonden. De lever is aan verftöptheid zeer onderworpen, en daar is geen ingewand dat van de- zelve zoo gekweld werd, omdat de poortader haar met zeer dunne takjes door dezelve verfpreid; zoodat dege verftöptheid des levers niet gering is te achten, daar zy vele ziektens voort- brengt. De lever geeft het geheele ligehaam voedfel; het hart, het leven en den geest; de herfenen, het ge- voelen door de zenuwen. Elk lid heeft zyne werking en die-
nen eïkanderen. In de maag kookt de fpys, de darmen verdeelen die; de milt, nieren en de waterblnas, maken het ligehaam fchoon; alle de deelen van het hoofd dienen de herfenen: en de deelen van de borst dienen het hart, zoodat elk deel zyn byzondere werking heeft; en wanneer iets daar A 2. aan |
||||
4 Toeylucht of Heilzame
aan ontbreekt, zoo is het geheele
ligchaam ontlteld, gelyk als dat van den mensen. |
|||||||
II. HOOFDDEEL.
% Wétö de oorzaak der ziektens. Dat de Paarden aan veel meer ac-
cidenten onderworpen zyn als I andere dieren, beftaat wel het voor- j naamfte hierin, dat een Paard geen gal- l blaas heefc aan de lever: gelyk alle 4 andere dieren; want de galblaas is het eenigfte werktuig, waardoor het bloed zich moet zuiveren; daarom is de lever zoo dikwils ontfteld, en met verftoptheid gekweld, omdat het gal- achtig bloed in de groote ader van de lever zich vermengd; welke ader het bloed in alle anderen deelen door het geheele ligchaam heene zend, 1 waaruit dan fpruiten verfcheidene uit- en inwendige zware ziektens en toevallen, omdat het bloed door de
|
|||||||
.
|
|||||||
Hulpmiddelen f oor paarden. $
de gal is vermengt en bedorven.
Maar indien dit kwaad zich uitwen- dig vertoond, is het nog eenigzints gelukkig, het zy dan door de worm, j fchürft, droes, gezwellen, of andere vurige knubbels; maar zoo wanneer dit kwaad, of deze kwaadaardigheid zich naar binnen tot eenige accidenten komt te begeven, veroorzaakt het nog veel grooter en zwaarder ziek- tens; fomtyds aan de. long, fomtyds aan de lever, nieren, of milt, als- mede groote verftoptheden en opdro- ginge van alle inwendige partyen, en verwekt op zoodanigen manier een zware pleuris; zoodat dit het grootfte kwaad is van alle, en daar zeer zorg- vuldig diend op gelet te worden, om zulks voor te komen, eer dat het zich zoo diep in het bloed'inwor- teld, waartoe ik veelvuldige onder- vonden middelen hebbe: fommige met purgeeren, andere met laten, dran- ken onder het voeren in te geven, gelyk zulks dan op zyn ryd zal moe- * ten gedaan worden. A 3 M'
|
||||
6 Toevlucht of Heilzame
li
III. HOOFDDEEL.
Van de Droes, of de Troes.
Dit is eene ziekten die alle Paarden
■onderworpen zyn, gelyk de menfchen en kinderen het pokken en niafelen; waardoor de natuur zich zelve zoekt te zuiveren, en te ontlas- ten van haar eerfte wulpze en onzui- vere humeuren: hetwelk gemenelyk door het uitwerpen van de neus, of eenige gezwellen §an de 'keel, of daar onder, en ook fomtyds aan beide zy- de van het hoofd, komt uit en door te breken: en wanneer het gebéurde * dat de natuur werd belet door een onmatige manier van leven-, of flegte fpyzen, dat die zuivering of ontlas- ting die het ligchaam daar door ge- niet, niet kwam te gefchieden, zoo zoude die tot een grooter kwaad en van llegte gevolgen kunnen zyn. De hulpmiddelen hier voor zyn
deze; zoo wanneer het zich zelven door
|
||||
Hulpmiddelen yoor Paarden. 7
door de neus komt te losfen, en dat
de natuur haar volle krachten heeft, zoo laat de natuur geworden; maar in- dien het Paard door eenige flappigheid van de natuur het niet wel kan kwyt worden , zoo kan men hetzelve een weinig helpen met een half once oly van olyven; met twee doren van ver- fche hoendereijeren, onder eikanderen geklopt, en daar van alle dagen in- ieder neusgat een eetlepel vol ingego- ten , het hoofd eerst opgetrokken, dat het ter deeg kan inloopen, twee.of- drie dagen lang, of meerder, na dat het van nooden is. Indien het komt te zwellen onder aan de keel, zoo moet men hetzelve warm fmeeren met dealthea, óf by ontbering van dien, zoo neemt oude yarkensreuzel, alle dagen tweemaal warm daar mede ge- fmeert, en met een wolle lap of lams- vel dubbelt daar over gebonden, en houden het zo warm als het mogelyk is; het.is ook goed een fpint gerfte, gekookt met bier, en dat in een Zak gedaan, en het hoofd van het Paard daarin geftoken, en aan het einde van A 4 de- |
||||
8 Toevlucht of Heilzame
dezelve toegehoüden, opdat de rook
in het hoofd kan optrekken. Zoo het gebeure mogt dat de genezing nog niet wilde gelukken, zoo zaï men nemen een vierdepart van een bol- letje look, fchoon gefchilt, en klein gefneden, met een half lood zeven* boom, gefneden, of geftooten, met een kopje zoetemelk ingegeven; of anders, neemt een half lood metridaat, een half dragraa zaferaan, met een half pintje bier, te zamen warm ge- maakt, en ingegeven. De ziekten na deze middelen niet
willende luisteren, zoo neehit zoo veel deeg van roggemeel, als een rog- gebrood , mengt daar onder geftooten zoet hout een lood, zuikercandy een lood, en een half lood hellebori albi, of'witte meswortel, te zamen onder het deeg gemengd en gekneed; dit in een tobben met water gelegt, en laat het Paard daar van drinken. Water daar ïtaal in geblust is, en dit gedronken, ik ook zeer goed. Dit is 't, hetwelk gemenelyk alle
jonge Paarden onderworpen zyn, maar het
|
||||
Hulpmiddelen yoor Paarden. p
het gebeurt nogtans dikwils dat fom-
rnige Paarden niet alleen in hare jonk- heid, maar ook in hare ouderdom, verfcheidene jaren daarna weder tot droezen komen. De twtede Droes of Troes,
Deze werd dikmaals veroorzaakt
door koude en ongemak: want een Paard door heet en louter bezweet zynde, en dan in de koude lucht ongedekt blyvende ftaan, of fchie- ïyk water drinkende, veroorzaakt eene verftopping in de zweetgaten: terwyl door de koude lucht de uit- wafeming verhinderd werd. Men be- fpeurt dit wel allermeest in de neus- gaten en in de keel, omdat zy de koude luchtdeelen zeer fchielyk inade- men , en die koude deelen telkens in de ontflotene, verhitte en verwy- derde klieren zich als opfluit, waar- door vooreerst een ftremming en ver* ders een bederving in de vochten komt te ontftaan, die van tyd tot tyd erger werd. De overgroote hitte doet hen A * ook |
||||
io Toevlucht of Heilzame
ook het vet als in het ligchaam fmel-
ten, welke zich eerst als tot eene foort van water en daarna tot etterftof zet, en dan alzo'o uitgeworpen werd: deze nebben geen klieren nog knubbelen onder aan de keel, de etterftof is ge- heel anders van kleur, en heeft ook gene zoodanige vettigheid of ftank by zich als de kwade Droes; het gebeurt wel dat het fomtyds geel is, hetwelk fommige oordeelen zeer kwaad te zyn, doch dit is een misflag, het is daarom niet kwader, maar het is een teeken dat hetzelve van tyd tot tyd opge- gaard is. * Een andere foort werd nog ver*
oorzaakt uit een overtollige vochtig- heid, die fomtyds van de herfeneri haren oorfprong heeft; fomtyds w rd zy van onderen daar gezonden, en nemen dikmaals haren oorfprong uit de onderfte deelen: gelyk de möagi lever en de long, die in de zenu- wen en aderen van de herfencn daar verdikt werden, makende daar door de oorzaak. Dit moet ryp gemaakt worden ,
door
|
||||
Hulpmiddelen mor Paarden, u
door déze of andere bekwamen mid-
delen, gelyk de voorgaande: zoo het den tyd van het jaar medebrengt, zoö laat het by goed weer in de weide gaan, en by ongunftig weer, gras op de ftal voeren: neemt tlan een lood oly wn olywn, met een on?e wynazyn, een dragma fyne gefloten peper, een lepel fyn gemale mostaartzaad, mengt dit onder eikanderen, en fpuit het eenmaal daags in de neus. Een Ander.
Plukt de toppen van alzem af, tot
gy drie handen vol hebt; hier by vyf lood calmuswortel, en een lood ge- malen, zoet hout, Choe groener hoe be- ter,) kookt dit in een tamelyke ruimte water, zygt het door een doek, en bewaart het tot gebruik. Als men dit gebruiken wil, maakt men zoo veel noodig is warm, én mengt daar onder een vingerhoed vol zout van hartshoorn, hetwelk te zamen in de neusgaten gefpuit, zeer goed is. Men kan het ook met eene ingedoopte |
||||
12 Toevlucht of Heilzame
fpons voor de neusgaten binden, en
met voordeel gebruiken: acht of tien -lood gekamferde brandewyn, en daar by een derde deel zap van uijen-, in- dien het te fterk is, kan men het met gemeene brandewyn verzachten. Nog iets mor Droezige Paarden.
Neemt en brand beenderen van een
Paard, en floot die tot eenen poe- jer, en mengt daar onder zevenboom, klein gefneden of gehakt; hier van het Paard. wat onder de haver te eten gegeven , driemaal des daags, zoo lang als men wilj en onder de keel zal men de klieren fmeeren met oly van bei/en, en branden het met eene kaars een tyd lang alle dagen. De derde en laatfte Droes is een
geheel andere en veel kwaadaardiger en befmettelyker ziekte, als de voor- gaande kenteekenen. Men zal deze ziekten daar aan
kennen: vooreerst, zoo hebben de Paarden gemenelyk ,eenige klieren of knubbelen onder aan de keel, veeltyds aan
|
||||
ïHlpmiddelen voor Paarden. 13
aan delene zyde, omtrent tegen het
kakebeen aan; alsdan werd de Droes of vuiligheid uitgeworpen daar de klie- ren liggen; fomtyds hebben zy ook wel klieren of knubbels aan beide zyden van het kakebeen, alsdan zoo werd door beide de neusgaten de Droes uitgefchoten. Deze kwaadaar- digheid of verharde kwaadaardige klie- ren komen nooit uitwendig tot uit- breken met etterltof, maar hare kwaad- aardigheid, ontfteekt binnen de partye daar omtrent gelegen, en komt haar kwaad daar te verfpreiden: Dit zyn zoo veel als de voornaamfte kentee- kens; de gemeene kenteekens zaleen ieder van eenig oordeel wel kunnen onderfcheiden uit de voorgaande. Deze befmettelyke en gevaarlyke
ziekte , heeft nog nooit iemand in de wereld uitgevonden om te ge- nezen, maar echter moet men niet wanhoopen: alsof er geene hulp- middelen daar toe in de wereld wa- ren; neen, dit is de meening niet, want de jonkheid van een Paard, en deszelfs kracht, en de natuur, en |
||||
14 Toevlucht of Heilzams
hetzelve wel waar jte nemen fnevens
het gebruik van goede geneesmidde- len , doet dikmaals wonderen in dus- , danigen' gevallen, en wel door de naarftigheid van den meester, de- wyl alle hulpmiddelen niet te gelyk zyn beproeft. De Genezing.
Wanneer men dusdanige Paarden
mogt onderhanden krygen, zoo zal men evenwel het uiterfle daar toe doen; voornamelyk wanneer die nog Jong zyn, en zulks niet langgeduurt heeft; want het lang geduurt hebben* de, en de Paarden oud en door arbeid afgeflooft zynde, zoo heeft men daar van zoo veel hoop niet te wachten. Vooreerst zal men het Paard laten
purgeeren roet dit navolgende, of met andere medicamenten hiertoe dien- flig, als: Neemt agaricus, zeneblaan, colo-
quint, aloë, van elks een half once, rhaharber een half lood, dit onder élkanderen geftooten tot eene fyne poeijer, mengt die met een half pont ho-
|
||||
Hulpmiddelen mor Paarden, 15
boter tot pillen; ds groote van een
klein hoenderei, deze ingegeven, en laat het dan doorfpoelen. Of geeft het Paard op hetzelfde in, een half muddetje oly van olyven, en een haif muddetje wyn. Wanneer dan het purgeeren gedaan is, moet men het Paard laten bloeden. Het Paard nu gepurgeert en gela-
ten zynde, en na verloop van 4 è 5 dagen weder in zyn krachten komende, zoo gebruikt deze navolgende poeijer: Neemt lignum zanclum, of pokhout', fasfefras,falfeparMe, wit mostertzaad, van elks vier once, floot dit heel fyn tot poeijer, verdeeld hetzelve in 16 deelen, geeft van hetzelfde twee- maal des daags een zestiende part on- der half zemelen en half haver, wel verftaande een korfje haver $ en wan- neer dit op is, of verbruikt, zoo moet men weder ander gebruiken en zulks tweemaal daags doen, een geheele \ maand lang, onder de haver. De Knubbelen,
Die als vooren gezegd is, nooit tot
fu-
|
||||
16 Toevlucht of Heilzame
fuperatie of zweeringe komen, moet
men met alle omzigtigheid zoeken te verdry ven, hiertoe, Neemt oly van beijen een once,
zwart pek een half on^e, lynzaad oly> olium petere Qfleen oly,') van elks een once, fmelt dit, heel heet gebruikt, en met een kwasje daar dan ziedende heet aan gefmeert, dit doet deze ver- harde klieren en hare kwaadaardigheid verdrogen en yerteeren. NB. Men kan het nooit te heet
gebruiken. |
||||||
IV. HOOFDDEEL.
Het onderfcheid der ziektens daar de
Paarden veel aan onderworpen zyn. Deze zyn, voornamelyk de Pleu-
ris, wormen in de maag, ko- lyk, vervangen en de Vyver. En al- zoo in deze ziektens veel misbruiken by fommige meesters begaan worden, hetwelk geen wonder is, en deze zich niet altoos op een en dezelve ma- nier openbaren of vertoonen, alzoo is
|
||||||
HulpimdcUlen voor Paarden. C7
is het noodig dé onkundige hier Van on-
derrigting te geven, oin deze ziektens van den Vyver te kunnen onderfcheiden. By voorbeeld, een Paard heeft ee- nige bytinge van wormen in de maag, gelyk veeltyds gebeurt; dan, zoo hebben de Paarden gröotepyn, zelfs datze nedervallen en met moeiten we- der opryzen! ja zweten van angst en benaauwdheid, hetwelk door onkun- dige meesters gehouden word voor de Vyver, nogtans deze bytinge van wormen heeft andere geneesmiddelen van, nooden als de Vyver. Ten twee- de, de Pleuris heeft Ook andere hulp- middelen van nooden als de Vyver, en zoo voorts al de andere, elk een ziekten is byzonder, een ieder heeft 'daartoe byzondere hulpmiddelen van nooden; want het is belagchelyk, dat. fommige niet veel anders doen voor de Vyver, als aan de hals, beneden de ooren, met een vlymtjen een wei- ' nig uitbreken, en fommige üit de • ooren! daar nogtans vèrfcheidene van deze gebreken zoo -groot zyn, dat die een geheel andere behandeling van* B noo-
|
||||
i8 Toevlucht of Heilzame
nooden hebben, gelyk wy hierna elk
byzonder zullen aantoonen; want de- ze bovenftaande zyn alle gevaarlyke en wel doodelyke kwalen; derhalven moet men deze bovenftaande kwalen wel onderzoeken; om die zoo mauw uit te vinden als het mogelyk is. Wat de Vyver aanbelangt, die is eveneens gelyk de koorts aan de menfchen; want de koortze hebben verfcbeidene oorzaken waar die uit voortkomen j de eene uit koude, de andere uit hit- te, fommige uit een vervuilde maag, andere ujt galachtig «bloed; alzoo moei: de Vyver mede aangemerkt worden aan de Paarden, daarom is het voor- naamste werk, de oorzaak van de Vy- ver te weten, waar dat zy uit voort* komt, dewyl de Paarden ftomme die- ren zyn, deze dikwyls boven de na- tuur overtreden, en dan haar water niet kunnen losfen als het van nooden is? veroorzaakt een grobte pyn en ontfteltenis. |
||||||
V. HOOFD-
|
||||||
/ •
|
||||||
Hulpmiddelen voor Paarden, tg
|
|||||
V. HOODDEEL.
\ Over de Vyver.
De Vyver i? een ziekte die veel-
tyds komt door een groote ver- hittiiig, en daarop volgende fchielyke koudwording: dat wanneer een Paard in koude mist, regen of koude wind, heet gereden zyn, daar in ongedekt blyft ftaan, kan een groote verkoud- heid door pntftaan, en verfchik niet veel van het geene hier te vooren van de Droes gezegd is; doch met dit onderfcheid, dat de Vyver veel gevaarlyker is. H& te uoodzakelyk dat het Paard ten eerften in de mond gelaten werd, en wel eerst onder de tong, dan boven in de mond* en wat peper en zout in de neusgaten geblazen: fommige breken de Vyver door aan de hals, en is niet alleen onnoodig, maar daar komen fomtyds * groote zweeringe en zwellinge van, en men heeft gezien dat er verfchei- dene ftyve halzen hun leyen lang, daar van hebben gehouden. B 2 Wan-
|
|||||
\
|
|||||
fiö Toevlucht of Heilzame
Wanneer het gebeurt dat het met
het eerde, gelyk hier vooren gezegt is, niet wil overgaan, zoo zal men dezelve een lood driakel, voor twee iiuivers fafferaan,met een muddetje brandewyn ingeven r en dan een wei- nig laten wandelen. Nog een ander voor de Vyver.
Neemt drie dfforen van hoender eije-
ren, versch geklopt, onder een half pint brandewyn, en dit voor een groot llerk Paard; maar zoo het een klein teeder Paard is, wat minder brande- wyn : maar wat gy ook mogt komen in te geven, de Paarden moeten altyd gelaten worden, gelyk hier vooren ge- zegt is, en zoo het niet genoeg bloed in de mond,dan mag men het wel aan beide zyden van de buik doen laten. Nog voor de Vyver.
Neemt een half lood kaneel, een
nootcmuscaat, dat met een half pintje warm bier ingegeven $ als de Vyver met eenig koliek of buikpyn mogte vermengt zyn, en de buikpyn niet |
|||||
Hulpmiddelen yoor Paarden., ai
wilde verminderen, zoo zoude het niet
kwaad wezen dat men het Paard van achteren klisteerde. Nog voor de Pyyer.
Neemt alantswortel een lood, gen-
tiane een lood, zevenboom een lood, angeüea.tQn lood, métrïdaat een lood, gekookt in bier, eh dan een halve kaa daarvan ingegeven. Nog een ander dat zeer goed is.
De kakebeenen van het Paard flerk
gewreeven hebbende,t zal men het doen bloeden, beneden de ooren; indien er hardigheid is,'hetwelk zich als dé meeuw die in lengte leid ver- toont, zoo opent dat met een vlym; "trekt er dit vleesch uit, en ftrykt het met zout om het te zuiveren; legt er vervolgens deze pap op: neemt gar- flenmeel zes lood , harst drie lood , kookt dit tot een pap"in rode wyn en verbind de wond met wieken, in wa- ter, olie en wat zout, natgemaakt. B 3 VI. frOOFD-
|
||||
5$ V' Toevlucht of Heilzame /
VI. HOOFDDEEL.
Van yerfcheidene Klisteringe.
Neemt een muddetje raap cly,
een halfje o/y y#» olynn, met eèn muddetjen »>^r met een iood zout, en een lood f alpeter, met een halfvierendeel pont Ao»ig'9 dit alles onder eikanderen gemengt, en van achteren ingefpuit. Nog een ander Klifteer.
Keemt een half pint zoetemelk, een
vierendeel honig, een lood falprunelk (zout van gezwavelde falpeter) tin feën onge oly van olyven, warm ge- bruikt; , als boven. Nog een Klifteer.
Neemt falpeter een lood, vier dos*
ren yan eijeren, een once oly van oly- yen, met een half pint laauw water onder eikanderen gemengt; of met «en muddetjen raap oly, een halfje oly van olyyen, een onee honig, een dragma aloë tot poeijer, dit onder eikanderen, en daarmede warm gefpuit. Een
|
||||
Hulpmiddelen voor Paarden. 23
Een pynflillend Klif!eer. Neemt droogc vygen een pond, de-
ze klein gefneden, en een half uur gekookt in drie pond regenwater 1 doet daar by twee matelyke handen vol wynruit, klein gefneden, en te zamen nog een vierendeel uurs: ge- kookt, dit kookfel doorgezeigd, en daar van twee pond, met by voeging van een half pond oly f oly, warm in- gefpuit, is zeer goed bevonden. Een ander windbreekend Klifleer.
. Kookt vyf a zes handen vol falie, in
drie pond roden wyn; die op eèn derden- deel verkookt, doet er een half pond yer- fche boter by, en matig warm gebruikt. Een Klifteer voor allerlei hoofdgebreken.
Kookt rozemaryn, falie en wyn-
ruit, van elks vier handen vol in een genoegzame ruimte water: neemt van dat doorzeigfel anderhalf pmt, en mengt er een half pond oly van zoete amandelen by, waarin anderhalf lood camfer week gemaakt'is, dit warm ge- bruikt , is goed. B 4 VII. HOQFD-
|
||||
24 Toevlucht of Heilmme
|
|||||
VII. HOOFDDEEL.
Van de Pleuris.
De Pleuris is zoodanig een ziekte
die tusfchen die, en de Vyver weinig onderfcheid is, uitgenomen die de Pleuris hebben zullen zoo veel nies gaan liggen en dan weer opftaan, want de Pleuris is een ontfteking van het ribbevfies, met gr-oote pyn, veroor- zaakt door aanfteeking van heat, fcherp, en galachtig bloed, hetwelk uit de borstaders takken valt, tusfchen de fpieren van de borst, en het ribbe- vlies , vergezelfchapt met een groote benaauwde pyn, en zoo gevaarlyk als er een ongemak zoude kunnen we- zen : derhalven moet men in dit geval veel bloed aftappen, tot twee a drie- maal toe, dewyl deze ziekte haar oor- fprong neemt uit een overtolligheid van verhit en galachtig bloed; daarna dan ingegeven als volgt: Neemt (als men het kan bekomen)
groene aMgelka, wynruif, everuit, la- vas 9 van e&s twee once, die in een vy-
|
|||||
Hulpmiddelen voor Paarden, 35
vyzel gedaan, en dan gefloten, daar-
na, opgegoten een half pint bier, laat het daar een weinig opftaan, dan door elkander gemengt, en door'een doek gedaan, het nat daar van in- gegeven , en daar op een weinig zag- tjejs laten wandelen. 'Nog een ander voor de Pleuris.
Deze ziekte kan niet wel fcherpe
of flerke medicamenten verdragen, waar door menig fchoon Paard bedor- ven wordyalzoo deze ziekten uit de Vyver en de buikpyn kwalyk te on- derfcheiden zyn, als alleen zy lleenen en klagen zeer veel, maar gaan niet veel liggen, maar men kan het hier wel meest aan kennen, dat die geene zoo lang als zy met» die pyne bevan- gen zyn, zoo hebben zy een drooge mond; daarom is het goed, zoodra als zy gelaten zyn, dat men de mond wast met azyn .en water, met zout, kok, peper, en cremortartarie. Tegen de Pleuris.
Neemt een lood drop van zotthout,
B 5 voor |
||||
ö5 Toevlucht of Heilzame
voor drie ftuivers yemetfche driakel,
drie ftuivers faferaan, en een Hui- ver oly van rozen, met een half pint ntsch bier ingegeven. \faor de Pleuris.
Neemt hoolwortel een lood, rha-
barber een half lood, veneetfehe driakel een' lood, ofy van olyvèn, iüet een halve kan bier warm gemaakt en Ingegeven. Nog een ander.
Neemt twee kannen zoet bier, peper
geftooteh en fyn gezift anderhalf lood, vier dooren van eijeren, daar onder anderhalf lood f af eraan geklopt: die in twee ryzen ingegeven, is meermalen goed bevonden. Men moet de pepet mede eerst onder de eijerdooren klop- pen , en dan te zamén als het bier kookt, roerende onder elkander mengen. Nog eens.
Neemt anderhalf lood camfer, na-
gel- en anysoly, elk een derderdeel loods, opium een twaalfde deel loods; neemt van de olpen van elks even- veel, |
||||
Hulpmiddelen voor Paarden» 27
veel* zoo veel er toe noodig is» om
er de fiamfer mede week te maken: doet er dan de opium onder, en roert er voorts zes lood brandewyn by« Geeft dit te gelyk in$ dan op een warme ftal en wel toegedekt* is goed bevonden. .-...' ■......s i I I .iftf M'- ti-nï) Uit T r t -n n ■
VIII. HOOFDDEEL.
Als een Paard niet pisfen kan.
^leemt een lood zevenbom, een looi
V van de bast van vlier hout, van de middelfte bast een lood; geraspt en gelcookrmet klein bier, en ingegeven. tfog een ander.
Neemt twee fpaanfche vliegen, heel
fyn geftoten, m*t eên lood rhabarber, met een half pint klein bier ingegeven, dit dryft fterk af van binnen , en dan genomen een weinig cuphorbium, heel fyn geftoten, en geftreken met een Veertje in zyn fcftacht, of is het een Merrie» dan in de klinlfe, met een weinig zeep; dit kan gebruikt worden in |
||||
28 Toevlucht of Heilzame
alle ziektens, als een Paard niet pis-
fen kan; en of het fomtyds «gebeur- de dat een Paard zyn mist niet ma- ken kon, gelyk in deze voorfchre- vene ziektens veeltyds gebeurt, en dat "men de klifleringe niet konde be- komen, zoo zal men nemen geftoó- ten peper, en mengen die mét zwarts zeep, en fteken die in het fondament, en dan een weinig gewandelt, is heel goed; is mede goed om te doen pis- fen, als men met een veer, daar zeep en\peper aangeftreken is, in de fchacht fteekt. " Voor Paarden die haar verpisfep.
Wanneer dit de Paarden over komt,
zoo neemt alleenlyk potaard onder laauw water gemengt: ook kan men wel kruit onder het water mengen. IX. HOOFDDEEL.
Foor het Koliek of Buikpyn. Dewyl deze ziekten zeer kwalyk
te kennen en te onderfcheiden • is,
|
|||
Hulpmiddelen mor Paarden. . 29
is, nogtans als men het wel opfer-
veert, en daarop let, zoo zal men kunnen bemerken, doordien in deze ziekte de Paarden veel gaan liggen en weder opllaan, en dikwyls omzien naar den buik daar zy de pyn hebben, zoo moet men ze ingeven/een lood or> wtaan, met een half pint warme wyn. Voor hetzelve Kéieh
Neemt zemnhoom geltoten, met eeri
muddetje genemrwater ingegeven.' Nog mor het Koliek. j
Neemt" een half pint hrandewyn^
met drie dooren van eijeren, onder ei- kanderen geklopt en ingegeven: maar gy moet evenwel het Paard in. de mond doen laten. ,' Een ander mor het Koliek.
Neemt een once driakel, met een
muddetje brandewyn, té zaaien, ge- mengt en ingegeven. Een zeer goede drank mor hetzelfde.
Neemt anys, yenkei en komynzaad,
van
|
||||
30 Twvlucht of Heilzame
van elks een vierde van één pond:
ftoot hier twee lood nagelgruis onder tot alles fyn is; neemt dan hart geroost brood, en raspt daar van een half pond by: giet hier dan vyf è zes kannen zoet bier, kokent heet op, en laat deze kruiden wei uittrekken: geeft dan dat uittrekfel, warm, in twee.reizen in. "'■"-■-- * ■ ■ _ .*
X HOOFDPEEL.
Foor de wormen in de maag.
Neemt kreeftsöogen een lood, me~
tridaat een lood, zoo veel knop- kruit klein gefloten, als een vinger- hoed vol en met bier ingegeven,, en almede doen laten in de mond, en laat het bloed op eten, en dan de neus en tnond met zout gewreven. Nog voor wormen in de maag,
Peze wormen kan men zoo ligt
niet verdry ven, zoo lang de Paarden in de pyn liggen, is alleen om de pyn te doen (lillen; maar wanneer het Paard weer op zyn rust is herfteld, zoo
|
|||
Hulpmiddelen voor Porden, gj
zoo kan men, krachtiger en meerder
medicamenten ingeven, want deze wormen zyn vry zwaar om te ver- dryven; en het zyn geen dunne en lange wormen * maar zy zyn kort en dik, en zyn femtyds by honderde, ja by duizende. Ik heb verfcheidene malen gezien; nadat de Paarden ge- ftorven zynde, geopent werden, én dat zy de magen hadden doorgege- ten: want zy zitten altyd met het, hoofd in de kanten, rondom in de maag, zoodat daar door de Paarden niet kunnen groeijen nog bloeijen • daarom als men ziet dat de Paarden niet wel groeijen willen, en niet vlezig worden, zoo is dit best gera* den, vooreerst het ligchaam te zui- veren , en vooral, dé maag, want zoo lang de maag niet goed is, zoo is daar geen groeizaamheid te hopen, al geeft en voert men de Paarden nog zoo wel. Hier voor zullen wy deze volgende hulpmiddelen gebrui- ken. |
|||||
Foor
|
|||||
32 Toevlucht of Heilzame
Voor wormen in de maag.
Neemt een lood zeneblaan, een
lood aloë, een lood agaricus, met een lood coloquint, te zamen gefloten tot poeijer, dan gemengt. met een once honig; een half pond boter, dit on- der eikanderen gemengd tot een deeg, daar van pillen gemaakt als kleine hoendereijeren, en die ingegeven in de hals, de mond opengetrokken, en de tong met de eene hand voor- uit gehouden, en met de andere hand de pillen een- voor een in de hals geftoken: djkwyls als men er een heeft ingeftoken, moet men de tong los laten, opdat ze die des te beter kunnen doorflikken. Een poeijer voor wormen.
Neemt zeverzaad, alzem, coloquint,
antimony, bakelaar, zevenboom, zwa- vel, te zalmen onder eikanderen ge- floten tot een poeijer, van elks een once, en daar van onder de • haver of zemelen gegeven, drie- maal des daags, elke reis een eetle- pel vol; en indien zy dat niet wil- den |
||||
Hulpmiddelen mor Paarden. 33
den eten om de bitterheid * zoo doet
er wat poeijer van zoethout by. Tegen de wormen in de maag.
Neemt Smits hamer/lag, en Smits
water, met zout ingegeven. Tegen hetzelfde.
Neemt gebranden eijerfchakn een
lood , gefloten peper een lood, met een half pint laauwe azyn ingegeven. Tegen hetzelfde.
Neemt een appel coloquint, laat hem
een nacht weken in een pint bier; geeft het des morgens in, en dat om den anderen dag, of ten ware dat het Paard daarvan begon te purgeeren, zoo moet men ophouden. Dit doet de wormen fterven. Tegen hetzelfde.
Neemt mrmkruit, gefloten , vier
lood, de toppen van alzem twee lood, coloquint anderhalf lood. Giet hier zes pond lekwyn op 9 en laat het in warm zand twee a drie etmaal uittrekken; |
||||
34 Toevlucht of Heilzame
daar van eenige morgens achter eik-
anderen een half pond van ingege- ven. Nog eens tegen de wonnen in de maag.
Neemt kalmus en peperwortel met
een ftamper gekneust, van elks derde- half lood; wormkruit en aloë elks drie lood, hier twee pond brandewyn op- gegoten, en twee etmaal in heet zand laten trekken,' en vervolgens in vier reizen ingegeven. |
||||||
% XI. HOOFDDEEL.
Voor het Vervangen der Vaarden*
De Vervangentheid is driederlei;
het eerfte is als een Paard heet gereeden is, en drinkt water; ten tweede, als een Paard heet gewerkt of gereden is en blyft in de wind ftaan, zoo valt de hitte van boven en zinkt in de voeten; ten derde, wanneer een Paard los breekt of rookt, en
|
||||||
Hulpmiddelen voor F aarden. 35
t
en gulzig haver of andere fpyzen eet, waardoor hy het ligchaam als over-
laad, en hetzelve begint op te zwel- len, dat het bloed komt te gesten, Ien jaagt alzoo de hitte en brand na '{ beneden tot in de beenen en voeten: derhalven moet men weten dat deze ziekte zeer fpoedig hulp van nooden heeft, en dat men bytyds dit kwaad moet trachten voor te komen, op- dat het niet zyn plaats in de voeten zal nemen. Daarom zoodra als men dit begint te bemerken, zoo zal men ten eerften bloed doen laten aan bei- de zyden van de borst; ook welaan beide zyden van de buik, en al bloe- dende, het bloed zoo warm aan de borst ftryken: maar wat veel bloed af- laten. Gelaten zynde, zoo gebeurt het fomtyds wel dat de aders het bloed niet wel willen laten ftempen, door dien de Paarden zoo verhit zyn, en het bloed te veel ongefteld is; als dit gebeurt, zoo zal men nemen een naald of een Ipeld, en fteken die door het vel, en winden daar een draad om, of een paardenhaar van de Ca ma- |
||||
36 Toevlucht of Heilzame
*
raane of de ftaart, en laten dit zitten
tot den anderen dag, dan is het ge- ftremt; en dan na de lating, zoo zal men deze navolgende medicamenten ingeven, en boven en rondom aan de kroone van de voet met vlymflagen Haan, opdat de zucht onder en boven de hoornen kan uitkomen. Dit is het hulpmiddel.
Neemt bakelaar, gentiana, (kruis-
wortel) hoohyortel, lange peper, ange- lica, drooge bever, geel of castorium, (beverzynj zevenboom, zetteryzaad en montany, deze alle te zamen klein ge- floten , van elks twee once, neemt dan nog voor zes ftuivers fajferaan: dit onder eikanderen in een lederen zakje gedaan, en digt toegebonder; dit kan men zoo bewaren jaar en dag. Als men het van nooden heeft, zoo zal men daar van nemen een once met een halve kan wyn of bier, warm gemaakt en.ingegeven zynde, zal men nemen een beddelaken, en fteken het in koud pompwater, en lig- gen het zoo nat op het lyf van het ■ * Paard,
|
||||
Hulpmiddelen voor Paarden. 37
Paard, meteen wollen deken daar op,
en zoo ras het weer droog Is gewor- den, zoo moet men het weer nat ma- ken , tot driemaal toe; dit gedaan zyn- de, zoo zal men nemen wat houtasfche en koken die met azyn, en daar- mede de borst en voorbeenen geftre- kéfe, heet of Warm, en dan een pap gekookt van een pond roggemeel of zemelen , kamilsbloemen, lynzaadkoe- ken, gefloten, van elks een pond; met een pond roodfel, onder elkander gekookt, en heel warm en onder de voeten gebonden. Een ander i>oor hetzelfde.
Het was niet van nooden zoo ve-
lerhande hulpmiddelen voor de Ver- vangentbeid te befchryven: devvyl . het zeer dikwyls gebeurt dat men op reis of elders is, en dat men juist niet by der hand heeft, hetgene men wel zoude wenfchen ; daarom zoo wordt hier van verfcheidene foorten melding gemaakt, opdat men dan kan gebruiken dat men dan het bist kry- gen kan; maar nogtans het zy dat C 3 men / |
||||
38 Toevlucht of Heilzame
men gebruikt wat men kan of wil,
het aderlaten is altyd het eerst nood- zakelykst, en ook rondom de kroon van vlymflagen gefliigen, dat geeft mede groote verlichting. Het is me- nigmaal gebeurt in eene veldflag, dat ik geen medicamenten had: nogtans zyn meenige Paarden door my gene- zen : te weten, door eerst doen la- ten , gelyk hier vooren gezegd is, en dan genomen, als men het konde kry* gen,, azyn, zoo nam ik een half pint met één deel menjchendrek, en dat ingegeven, en het is menigvuldige malen gebeurt dat ik geen azyn kon bekomen; zoo nam ik in plaats van dit, een halve kan mannen pis , met de menfchendrek onder elkander, warm ingegeven. Voor hetzelfde. \
Neemt raauwe ongeprepareerde atf
timomum een lood, bakelaar een once, alantswortel een once, te zamen ge- floten tot poeijer, en met een pint warme wyn ingegeven, en doen ader- laten, als vooren. Zen
|
||||
Hulpmiddelen voor 'Paarden. 39
Een ander nor hetzelfde.
Neemt hoolwortel en hakeUar, van ■
elk een on9e gefloten, met een kan hier gekookt, en eea on$Qmetridaat9 dit warm ingegeven, is zeer goed. Nog een ander nor hetzelfde.
Neemt twee on^e cremortartarie,
dit gekookt met een kan wyn en in- gegeven; en nadat het ingegeven is, doen laten, dan gewandelt tot het warm word. En als Bet gebeuren mogt dat des anderen daags na de genezing de voorfte beenen nog wat itram waren, zoodat men eenige fto- ving van nooden had, zoo neemt en Hooft dit naarvolgende: Neemt kaasjens Haderen, boeltjem~
kruit, kamille, alzem meliloten, van elks twee handen vol, met een pond oude boter, gekookt in twee emme- ren water, (maar het is beter in bier,) en dat zoo lang dat het de derdepart verkookt is, bet het dan daar mede drie h viermaal daags. C 4 Nog
|
||||
4o Toevlucht of Heilzame
Nog voor het Vervangen der f aar den.
Dewyl het dikwyls gebeurt dat
de Paarden die ziektens overkomen, en men juist niet altyd zich kan bedienen van alle deze voorgefchre- vene middelen die men noodzakelyk van nooden heeft; zoo zal ik nog twee middelen voorfchry ven: vooreerst, Neemt bakelaar, as fa fedita, of
duiyelsdrek', van elks een on^e, dit met een pint warme wyn ingegeven, en dan wel doen laten in de borst en in de buik. * Het tweede middel is.
Neemt een lood gefloten peper en
een pond gefmolten boter, dit met een kan warme wyn ingegeven, maar gy moet eerst het Paard doen laten, gelyk te vooren gezegd is. Indien deze kwaal voorkomt, dat
men op verre tochten niet in de ge- legenheid is het Paard op zyn ge- wone tyd te kunnen voeren en daar door flaauw en magteloos werd, fchoon men ze haver of brood voor* |
||||
Hulpmiddelen voor Paarden. 41
zet, zy het niet eten willen, en daar
door ongefteld worden, zoo neemt zout van hamhoorn, een achtfte deel van een lood, en twee lood geest van f al armoniak, houd dit onder de neusgaten, zoo zal de reuk hun doen verkwikken; en indien men het in de neus fpuiten wil, zoo neemt mede of franfche wyn, en druipt er twintig a vyf en twintig druppelen by: dit zal zelden misfen ©f het Paard zal aan het eten gaan. ■ 1 1 1—— 11
XII. HOOFDDEEL.
Van de Accidenten aan de Oogen.
De accidenten aan Paarden zyn
van onderfcheidene foorten; het eene werd fomtyds geftoten of geflagen, andere zyn zinkinge of groote ontftekingen die ,daar op- en invallen, brengende door haar fcherpe humeuren een kwade gefteldheid by; andere droogen - door haar heet en fcherp bloed den appel; fommige zyn maanöogen; fommige flarblind, bloed- êxop9 gezwpllene oogen, gekwetste C 5 ap- |
||||
42, . Toevlucht of Heilzame
appelen, vlekken op de oogen; zoo
dat hier wel op gelet moet wórden, of het door een gekwetstheid komt, of door eene ontfteking of zinkiugs. Want wanneer het door een uiter- lyke kwetszuur gewond is, zoo moe- ten daar geen fterke of fcherpe me- dicamenten toe gebruikt worden, al- zoo het oog of de vliezen geen fcher- pe medicamenten kunnen lyden, want het oog daar door zoude verergeren; maar die door menige toevloed van humeuren of zinkingen komen te ont- ftaan, die kunnen fterker medicamen- ten verdragen: deze moeten ook door dranken, dragten, kotten van aderen, of door doen laten geholpen worden. Van fa gekwetste Oogen.
Neemt een half lood ganzevet,
zagjes gefmolten, dit op koud water gegoten, dit diend om zand of eeni- ge andere vuiligheid daar uit te doen krygen; neemt ook rczenhmig, een half lood, en ftrykt dit in het oog met een veertje van een. fchryfpen. Nog
|
||||
Hulpmiddelen voor Paarden, 43
Nog een ander middel. *
Wanneer hét gebeuren mogt dat
de oogen bovenmaten zeer gekwetst waren, en men bevond dat het bo- venftaande te fcherp was, zoo neemt dit navolgende: Oude boter, fmelt die, en op wa-
ter gegoten, mengt daar onder wat rozenhonig, maakt dit onder elkander tot eene zalf; en Wanneer de oogen uitwendig ge-
zwollen zyn, en veel etterftof daar uit komt, zoo neemt wit van eijeren, honig en rozewater, dit onder eikan- deren/geklopt, en met plukfel daarop geleid; of neemt wyn'dzyn, met pomp- water, maakt daar een fpons in nat, en legt die daar op. Nog iets voor zwelling of ontjleking
der Oogen. Dewyl de gebreken der oogen on-
derfcheiden zyn, zoo gebeurt het fom- tyds dat de zinkings eenmaal ver- dreven zynde, wel weder te voor- fchyn komen; zoo is het van belang dat men dan de han uitfpuit, zynde ■ een |
||||
44 Toevlucht of Heilzame
een klei» beentje aan het binnenfte
vlies van binnen in den boek van het oog; neemt dan een naald en draad, en onderfchept het beentje, zonder het vliesje te kwetsfen; fnydt het zagtjes af, en doet daar een ftukje ongezouten boter in, en wascht het alle dagen drie è viermaal met wyn, honig en rozenwater, ^ Wanneer een Paard met een zweep
in de oogen geflagen, of den appel dóorgeflagen, en min of meer gekwetst ïs, waardoor het zoude' kunnen ge- beuren , dat door groote brand of zinkings een vlies of witte vlekken op de oogen zoude kunnen komen; zoo neemt dan [mout van glas, heel fyn geraspt, en dóet daar poeijervan in de oogen. , Nog iets anders.
Neemt [al armoniak, heel fyn ge-
raspt , gemengt met honig en zap van fchelkrmt, tot een zalf, en dat in de <^ögen gedaan» |
|||||
Nog
|
|||||
Hulpmiddelen mor Paarden, 45
Nog een ander hulpmiddel voor aller-
hande accidenten der Oogen, bchal-, yen degeene die in den appel van de Oogen gekwetst mogte zyn. Dit hulpmiddel zou oppervlakkig
befchouwd, te fcherp zyn,maar echter is het in alle andere accidenten zeer goed, en werd genoemt lapis admi- rabilis, en werd alzoo toebereid: Neemt wit koper rood, twee pond,
aluin, litergerareum twee once, te za- men tot poeijer geftoten; doet dit in esne verglaasden pot, met drie pinten water, laat heV koken op een klein vuur, zonder vlam, totdat het water geheel verkookt is; men moet het vuur wat egaal en gelyk om de pot liggen: laat het dan zoo op het vuur ftaan, totdat het hard werd; deze fteen kan lang bewaard worden; en wanneer men het benoodigd heeft, neemt dan daar van één lood, legt het in vier onfe water, doet daar alle dagen tweemaal wa't van in de oogen. Nog een goed Oogenwater.
Neemt blaauwe vitrioel en camfer,
en
|
||||
46 Toevlucht of Heilzame
en legt het in rozenwater, en dat in
de oogen gedaan , tweemaal daags, en tusfchen beide gewasfchen met koud pompwater. Wanneer een Paard maanöogig is,
dat kan men leeren kennen, wanneer men neemt het onder- en bovenlid, en doet het Oog wyd open, zoo zult gy zien een donker plekje aan de onderfte kant van den appel., en de oogen die tranen gedurig brandig wa- ter uit. Hier voor is goed dat men beide de
aderen aan de zyde van het hoofd kort: neemt dan witte peper, heel fyn gefloten, en daar van alle dagen4wat in de oogen gedaan, en dikwils de oogen met koud pompwater gewasfchen. Een ander voor Zinkinge en Mamöogen.
Brand het Paard aan beide zyden
in de flaap van het hoofd: gelyk men de fpatten en de galle braad; bind daar pek met gefloten zwavel en werk op. Dit doet de zinkings 'ophouden: maar het moet daar heel heet op ge- daan worden. Mg
|
||||
Hulpmiddelen voor Paarden. 47
Nog een ander. Neemt een m honig, met een
half lood zap van fchelkruit, of che- hdomum genaamt, met een half lood rozenwater; dit is voor velerhande ac- cidenten der oogen goed: het geneest en zuivert den appel van de oopen: maar men moet fomtyds de ooeen we! wasfchen met koud water, en het Paard doen laten aan de hals, of aan de buik; is zeer goed. Nog een ander.
Neemt brandewyn, en maakt daar
een doek in nat, en legt het zoo nat op de oogen; en als de doek we- derom droog is, zoo moet die al we- derom nat gemaakt worden. Dit hulpmiddel is niet veel van aanzien, SJVï ??nder S°ed om den brand
uit te trekken. Nog eens.
Indien het door uiterlyke koude of
door innerlyke oorzaak komt dat de
oogen opzwellen, zoo neemt yyf
etjerdoren, kruim van wittebrood, een
half
|
||||
48 Toeylucht - of Heilzame
half pond goed gedroogde fafferaan ,
een vierendeel loods fyn gefloten, roerd de eijerdoren in een fchotel en ftrooit er eerst de fafferaan in en dan het kruim van wittebrood: legt dit warm op de oogen en doet by ieder een opleg een vierendeel loods cam- f er, welke met oly van zoete aman- delen week gemaakt is. Het volgende is ook goed.
Neemt vier handen vol kaasjesbla*
deren, en twee Jianden vol wynruit, ïlampt en kookt het in anderhalf pond oude meede, doet er dan zoo veel meel van lynkoek en kruim van witte- brood by, als tot de dikte van een pap noodig is; indien op ieder verband een weinig geest van zout van armo- niak gefprenkelt werd, zal het des te beter £yn. XIII. HOOFDDEEL.
Van het Aderlaten. In alle gevallen mag men doen laten
in tydvan nood; dat is:nadat men kan
|
||||
Hulpmiddelen voor Paarden. 49
kan oordeelen welke ziektens de Paar-
den mogen hebben; men mag dan zonder eenig gevaar voorzichtig doen laten, fomtyds in de mond boven in de derde tak, of onder de tong; achter de ooren aan het hoofd; onder de pogen; aan den hals, aan beiden zyde; ook aan beiden zydè in de borst; aan beide zyden in de buik; in alle de vier beenen en in de Haart, of elders daar men het anders mogt goedvinden, na- dat de kwaal of de ziekten het mogt vereifchen. Al fchoon men weet dat daar maar één ader in het geheele lig- chaam is, die zyn begin neemt in de lever, Wane daar is de eerfle oorfprong van alle aderen, welke ader zich uit- ftrekt en verdeelt met kleine afipruit- fels, fommige groot, andere kleiner, dewelke loopen door het geheele lig- chaam, en in alle de vier beenderen, en nemen haar einde in de vier voeten; nogtans is het raadzaam zoo naby aan de party te doen laten daar het gebrek is, om het kwaad te kunnen ontlas- ten, of de toevloed daar van af te lyden. Ö XIV. HOOFD-
|
||||
50 Toevlucht of Heilzame
|
|||||
XIV. HOOFDDEEL.
Pillen, voor velerhande ongezondheid.
Neemt rhabarber, een half lood,
aloë een onee, een half lood agaricm, een half lood coloquint, een half lood gentiana en een half lood duivelsdrek , te zamen geftoten , en dan gemengt met een vierendeel honig en een half pond boter, te zamen tot pillen gemaakt, deeld elk een derde part hier van, eiken reis met een half pintje wyn, en een half ipintje oly van olyven ingegeven, drie dagen na eikan- deren, of ten ware dat het Paard den derden dag veel te fterk purgeerde, dan moet men zoo lang ophouden tot het purgeeren gedaan is. Deze pillen zyn mede goed voor dampigheid. Pillen.
Deze onderftaande pillen zyn goed
voor afgeredene Paarden; het zy op de groote jacht, of op groote reizen, en zyn ook niet fterk purgeerende, maar
|
|||||
Hulpmiddelen yoor Taarden. 51
maar hebben een Buitengewone kracht
om te verffcerken de alle verlorene krachten, zoo in- als uitwendig. Neemt gemalen methout een once,
zuiker een once, klein gefloten, met een dragma Jafferaan, een lood me~ tridaat, een once honig, en een bod kaneel fyn geftoten, met een weinig tarwemeel, en zoo veel boter tot dat het tot pillen kan gemaakt worden; en dan de pillen gerolt in een weinig zuiker, om datze daar door fmake- lyker worden, en als deze pillen in- genomen zyn, moet men die door- ipoelen met een half pintje bier of wyn. XV. HOOFDDEEL.
Voor dampige Paarden*
De Dampigheid is een buitenge-
woon kwaad accident, en heeft verfeheidene oorzaken, waaruit het- zelve voorkomt; fommige krygen het om datze veeltyds buitengemeen hart en uit den adem gereden worden, of Da te- |
||||
52 Toevlucht of Heilzame
tegen de natuur overdraaft; anderen
krygen het fomtyds datze veel gere- den worden door zware zandwegen, en het flof daarvan in het ligchaara krygen en worden zoo verftopt op borst- en longpypen, dat zy dampig worden. Het gebeurt ook wel dat fommige met deze ziekte befinet wor- den , door datze veel ftoffig of ver- muft hooi eten, en flegte verftikte ha- ver, of andere flegte voeren gebrui- ken, en fommige ook wel door eeni- ge inwendige ziekten, die daar door eene groote hitte of brand, de long van binnen in het lyf zoodanig komen te befchadigen, dat de longpypen verftoppen, of dat de long zelfs haar natuurlyke beweging niet heeft; der- halven zyn deze ziektens zeer zwaar om te genezen, voornamelyk van ou- de Paarden, maar indien het jonge Paarden zyn, is het ligtelyker te ge- nezen. Ten eerften, als men begint te on-
dernemen om deze ziekte te gene- zen, zoo zal men vooral de Paarden die befoiet zyn, eerst wat in de neus- |
||||
Hulpmiddelen voor Paarden. 53
gaten fpuiten, gelyk men óie Paar-
den doet die met eenige droes befmet zyn, om de longpypen des te beter te openen; dit dan zoo eenige dagen ge- daan zynde, en daar door zoo veel geopent hebbende als het inogelyk is, zal men het een purgatte ingeven, gelyk in het XX. Hoofddeel befcbre- ven ftaat, en nadat deze purgatie wel gewerkt heeft, zoo zal men op den vierden dag, na de purgatie aan den hals doen laten: men moet mede zoo lang als deze purgatie werkt het Paard geen haver, maar natte zemelen met een weinig honig daar onder gemengt, laten gebruiken, en geduriglyk laten drinken water met roggemeel, het zy dan dat men medicynen geeft of Riet. Na het purgeren en doen laten, zal men het vyf achtereenvolgende dagen het poeijer diapentè, (waar- van de toebereiding in het XX. Hoofddeel te vinden is) op de vol- gende wyze ingeven. Neemt alle die vier dagen, ieder dag een once dia- pent, met een onze honig, en een karme bier, alle morgen laauw of effen D 3 war^n |
||||
54 Toevlucht of Heilzame
warm gemaakt, ingegeven, en een
uur laten vasten; deze vier dagen om zynde, alsdan wederom gepur- geert, en alzoo gecontinueert, gelyk als vooren. Qp déze wyze zyn er vele genezen, ja fommige met niet meer als met dit bovenflaande, en dat dan één acht dagen gecontinueert,: fommigen moeten het wel veertien dagen, andere een maand gebruiken, want deze ziektens zyn zeer onder- fcheiden, daarom zoo moet men veel- tyds verfcheidene medicamenten ge- bruiken, nadat het kwaad of onge* mak zich uitflrekt. Nog voor de Vampigheid.
Neemt aWè een once, zeneblaan een
lood, agaricus een lood, een lood van het ppeijer diapente* met nog een lood van het poeijer van oldmburg; dit alles wel gefloten, en gemengt met een half pond boter, en daar pik ien van gemaakt en ingegeven, en zoodra die pillen ingegeven zyn, zoo moet men dgar een half pint oly yan slpm, met een half pint -wyn of bkr daar-
|
||||
Hulpmiddelen mor fiaarden. 55
daarop in den hals gieten, om door
te (poelen; ook is het- noodig niet veel hooi te geven om te eten, maar de meeste tyd wat ftroo, men moet ook wel fomtyds doen laten, voorna- melyk aan den hals, en als men de Paarden wel laat bloeden, dan zal men nemen het afgelatene bloed en geven het hun onder de zemelen, om te zien of ze het eten willen; dit is mede zeer goed, maar men moet ge- durig wat in de neus fpuiten, om de longpypen open te houden, en gedu- riglyk, natte zemelen te eten geven. Een ander mor Dampigheid.
Neemt een pond canaryzuiker, met
anderhalf pond raauw verkemfpek, met een half pint boomöly, met nog zoo veel roggemeel dat men pillen daar van kan maken, dit alles in een vyzel goed door eikanderen gefloten, en dan de pillen ingegeven, daarna als de pillen zyn ingenomen, zal men een half pint bier of wyn* met een once oly van olyyen ingeven, om de pillen door te fpoelen. P 4 Ee
|
||||
56 Tm'lucht of Heilzame
Een Ander, Neemt een lood didgridium, met
een lood aloë, een weinig gekookt met een halve kanne bier, en als het ge- kookt is, daar onder gedaan een once honig) -en dan te zaaien warm ingege- ven, dit alle drie dagen eens,zop lang als gy het goed vind, 'JEöi ander■■voor Dampigheid.
Neemt cardemon een on5e, as/a ƒ<?*>
dita een lood, aristolochia een lood,, alantswortel een lood , gentiamwortel een once, gemalen zoethoud vier once, anyszaad vier once, lavaszaad een on9e, carrewy een' enge, zevenboom een once, dit alles onder elkander gefloten tot poeijer, en als men dit gebruiken wil, zoo zal men nemen een eetlepel vol in een glas bier of wyn, warm gemaakt en ingegeven, eenmaal daags. |
|||||
XVI. HOOFD-
|
|||||
Hulpmiddelen mor Paarden. $/
——«———o——
XVI, HOOFDDEEL.
Foor de Hoest der Paarden.
De hoest is wel veeltyds een een-
voudig gebrek daar men in het eerst weinig acht op flaat, maar daar kan veel kwaad uit voortfpsiiiten; het komt fomtyds uit een kleine oorzaak, wanneer als een Paard verhit en daar- op verkoud is, hetwelk dan eenige raan wigheid in de keel veroorzaakt; andere krygen eenige verflopping of verdroging -in de long, dat alsdan kug- chen ert noesten verwekt, waar door ze zich zoodanig van binnen kunnen forceeren, j datze daar door barstinge van„ eenige aderen of fcheuring aan de long of longpypen bekomen, gelyk wy dikwyls bevonden hebben; daar- om is het vooral noodzakelyk zulks voor te komen, zoodra als het moge- lyk is. Ten eerflen, zoo is het zeer goed het Paard te doen laten, en het bloed op te vangen, en daar wat ze- melen onder gemengt, en laten het op eten, en daarna de diapente gebruikt, |
||||
53 Toeylucht of Heilzame
gelyk voorzegt is, of eenige van de
andere poeijers. Een ander mor de Hpest.
, Néémt een kan rode wyn9 een once
v methout, een lood anyszaad9 een vier- dedeel vygen, een lood gryny dit te zamen gekookt met een kan wyn en een pint water tot op de helft, en dan door een doek gedaan en ingegeven, en de vygen mede in de mond gedaan en laten flikken, en dan een uurtje daarna gereden of gewandeld» Men ander voor de Hoest.
Neemt drop van zoethout, in water
gelegd, en laat het fmelten, en dan wat water genomen en een vierdedeel rozynen daarin gekookt, en dan door een doek gezygt; nog warm zynde, daarby gedaan een half lood venee- fche driakel, dan ingegeven, en warm toegedekt, dit zoo gedaan^ wordende , verfcheidene dagen des morgens, is zeer goed bevonden. |
||||||
Een ander mor de Hoest.
Neemt hondsdraf en longekruii', dat |
||||||
Hulpmiddelen voor Paarden, 59
aan de eikenboomen wast, zeyenboom en
lavas, deze kruiden te zamen gehakt en onder het voeder te eten gegeven > is mede zeer goed. Een ander voor de Hoest.
Neemt look en ttijen met zoetemelk
gekookt, een bolletjen met een groote uijen, gekookt met twee kanne melk, daar van driemaal des daags een klein hoorntjen vol ingegeven, maar men moet elke reis niet veel te gelyk ge- ven, de Paarden zouden anders daar van ziek kunnen worden. Een ander voor de Hoest.
Wanneer liet gebeurde dat de Hoest
niet wilde overgaan, zoo neemt een half pond boter, een vierendeel rozen- honig, een on§e aloë, een onjë zene* bladen, twee dragma rhabarber, twee dragma lauwrierbesfen, een dragma faf~ f eraan, alles wel gefloten, met nog een once metridaat, en daar pillen van gemaakt en ingegeven. Dit is een bui- tengewoon goed hulpmiddel, want het purgeert en verwarmt. Indien het Paard klein, teeder of zeer zwak is, zoo
|
||||
<5o Toevlucht of Heilzame
zoo kan men het wat verminderen,
en maar de helft of een derde geven, na dat men verftandiglyk oordeelen moet het beest te kunnen verdragen. Want dit is de maat van een groot en fterk Paard; en is er nog iets meer van Jiooden, zoo kan men de poeijers ook ^gebruiken, hier vooren gezegt, als de diapente en andere. Een ander voor de Hoest.
Neemt twee pond honig, twee on?e
van het poeijer diapente, een on9e ze- venboom, klein gefloten, met twee bollen look, heelfchoon gefchilt, en heel fyn gefneden, en onder elkander gemengt, en hier van alle dagen twee eetlepels vol met een halve kan bier ingegeven, en warm gemaakt, dit moet des morgens ingegeven worden eer zy gedronken hebben, en dan een uur of twee laten vasten. Nog een ander voor hetzelfde.
Neemt een half pond rozynen, met
een onc,e drop van zoethout, gekookt met een vierendeel lynzaad, of lyn- > zaad'
|
||||
Hulpmiddelen voor Paarden. 61
zaadmeel, met een kanne bier en dat
ingegeven, alle twee dagen eens, zoo lange als gy het g9ed vind. Nog een ander mor de Hoest.
Neemt hondsdraf, fchelkruit,peper-
mrtel,vm elks een lood, met een kanne bier gekookt, en warm inge- geven. |
||||||
XVII. HOOFDDEEL.
Om magere Paarden te doen groeijen.
Het gebeurt dikwyls dat de Paar-
den niet willen groeijen of toe- nemen , niettegenftaande zy toch wél behandeld worden, zoo moet dan de oorzaak daar van opgefpoort worden, fchoon men die niet wel vinden kan, nogtans moeten daar eenige redenen zyn waarom die beesten niet groeijen kunnen; het zy dan door een bedor- ven maag of bedorven bloed, als- mede foratyds door een grooten bran4 of vurigheid. Vooreerst zal men de groots- zenuwen, achter tot onder den |
||||||
6*2 ■' Toevlucht of Heilzame
buik lostrekken, die daar gemenelyk
zyn aangeflagen, op dat de buik des te beter zal kunnen uitzetten, en dan het Paard een purgatie ingeven, twee- maal in de tyd van acht dagen, en tweemaal bloed doen laten, en zulks gedaan zynde, moet men dit navol- gende medicament ingeven: Nadat dan het Paard aan beide
zy4en los is getrokken, en verfcheï- denè dagen wel gefmeert, daar het als getrokken is, met popelioenzalve en dealthcüj en dan tot tweemaal toe in acht of tien dagen wel gepurgeert, en twee of driemaal doen laten, en dan ingegeven als volgt: Neemt een half pint mout, met
twee pint zemelen, onder elkander in een ketel of pot gedaan, met zoo veel jyaper'ds daartoe van nooden is om te koken, laat het hart koken, en als het gekookt is, geeft het daar van warm in, en laat het heet op eten, zoo veel als het wil;én daar- na van het nat drinken, en dan in plaats van haver te geven, zoo zal men rogge ongemalen gekookt, doch |
||||
Hulpmiddelen vóór Paarden. 63
niet lang, als alleen maar opgeweld,
gebruiken; dit bovenfhande nu, zoo lang gegeven, dat men oordeelen kan dat het bloed verkoelt, en de maag gezuivert is; en dan zyn gewone voer weer geven: maar nogtans gedurig de rogge een weinig "opgekookt, en elke reis wat onder de haver gedaan. Dit is dikwils beproeft, en altyd goed bevonden; hier door zyn de Paarden in korten tyd weder aan de groei gebragt. Van gelyke gemale garfte en gemale honenmeel, elke reis onder de haver gegeven, en tpet hier, her- nemelk of zure wi9 gedurig nat ge- maakt, doet mede ook wel groeijen. Nog een ander voor heizelfde.
Wanneer de Paarden tweemaal ge-
purgeert hebben, hetwelk eerst nood- zakélyk moet gedaan worden, om alle. kwade ongemakken Uit het lig- chaam te verdryven , en tweemaal doen laten om het bloed wat te ver- minderen, omdat het overige bloed zichzelven dan beter kan zuiveren; dit |
||||
64 Toevlucht of Heilzame
gedaan zynde, zal men beginnen met
zagte middelen te voeren, eer£t een half vbertje hayer met wat roggemeel; dus eenige dagen gevoert hebbende, dan laten malen gerst., henen en hen- nipzaad, endaar van gegeven, na het gewonelyk voer heeft gegeten, een korfjen van dit voorzeide meel nat gemaakt met water; en indien men wat rogge eerst onder de haver geeft, is het zoo veel te beter; en tusfchen beide fömtyds nog wat van dev voor- zeide poeijers gegeven, gelyk hier vooren gezegd is, want die dienen voor alle ongezondheid. XVIII. HOOFDDEEL.
Voor de Schurft.
Deze ziekten is zeer befmettelyk
en van een groot kwaad, als het zich onder de Paarden verfpreid: gaan- de van den een op den anderen over, tot zoo vele als.er zyn, indienze niet bytyds geholpen worden. De oorzaak, waar deze ziekte uit voorkomt, is deze: door
|
||||
Hulpmiddelen voor Paarden. 6$
door koude en ongemakken, Wanneer
men de Paarden te lang in het najaar in de weide laat bly ven, en ook door flegte fpyzen, hetwelk veroorzaakt kwaad bloed. Als dit nu de Paarden overkomt* kan men die wel in korten tyd genezen met wasfchen en fmee* ren; maar zoo dit kwaad te fchïelyk werd genezen, zoo zou het naaf binnen kunnen flaan en van flegter ge* volgen kunnen zyn; derhalven is het noodzakelykj dat men eerst eenige medicamenten geeft * in- en dan uit- wendig, waartoe bekwaam zyn de poeijers hier vooren gemeld, of eeni- ge pufgatiën ert doen laten, om zoo wel van binnen als van buiten te zui- veren. Remedie nor dë Schurft. ■
Neemt en maakt eerst loog i>an as~
fche, en wascht hun daarmede fchoon af tot de grond toe* en laat het dan droogen, en droog gemaakt zynde* neemt een pond reuzel óf yerkensvet9 met een lood opriment^ een once eu* forbiuwy een lood fpaanfche yliegen} E të
|
||||
65 Toevlucht of Heilzame
te zamen fyn gefloten, een ones
zwavel, ook fyn gefloten, en alles onder elkander gemengd tot een zalf, -fmeert daarmede heel dunnetjes, een weinig waf ra ingedroogt, en laat het dan zoo vier a vyf dagen zonder iets meer te doen; fmeert het dan alleen met warme gefmolten reuzel om de rooven los te maken, en daarna als het afgevallen is, zoo wascht het met azyn en water af; of brandewyn en ander water dat bekwaam is om won- den te 'genezen; en dit gedaan zynde, zoo is de Schurft dood. Nog een ander voor hetzelfde.
Neemt een pond yerkensvet, gefmol-
ten , en laat het koud worden, neemt dan een lood zwavel heel fyn tot poeijer gefloten, neemt dan zes lood kwikzilver, en dit kwikzilver zoo lang gebroken of gewreven, dat het geheel verminderd is: en daarby gedaan een lood euphoribium, met anderhalf lood cantarides, (Tpaanfehe vliegen) en fineert daarmede tweemaal in de acht dagen, en als de fchilvers beginnen los
|
||||
Hulpmiddelen voor Paarden, 6j
los te laten én af te vallen, wascht
het d9n tusfchen beide met zeepwater om weer fchoon te worden. Nog een ander voor de Schurft.
Neemt een muddetje, of drie half-
jes oly van hennipzaad, met een once Jpaanfche vliegen, fyn gefloten, onder elkander gekookt, en heet daarmede gefmeert, maar eerst moet het met loog géwasfchen worden, en wederom droog zynde, dan gefmeert worden. Een ander voor de Schurft.
Neemt een half vierendeel wit m-
triool, en dat gekookt met een pint wynazyn, en daarmede géwasfchen. Nog voor de Schurft.
Neemt een once boter, met drie
once cantarides of fpaanfche vliegen, heel fyn gefloten, de boter eens op- gekookt tot een zalf, en daarmede gefmeert, en laat het daarby blyven tot dat alles van zelf afvalt, en daar- na met boter alleen genezen. E & Nog
|
||||
68 , Toevlucht of Heilzame'
. Nog voor de Schurft,
+ Neemt fpaanfche vliegen en witte
precipitaat, van elks een half lood, goed fyn geftoten; mengt dit onder /e/w*zalf, en doet er een weinig nagel-oly by om de fmeerfel des te beter te krygen. NB. Deza fmeerfel kan niet te fterk
gewreven worden in den huid. |
||||||
XIX. HOOFDDEEL,
Om de Wiegen te ver dryyen.
Wanneer het gebeurt dat de Paar-
den gekwetst zyn of eenige wonden hebben, of eenigzints ziek zyn in den zomer, datze fchrikkelyk vajm de vliegen gekweld worden; daar voor zal men nemen: oly van bei/en en oly van olyyen, van elks evenveel, dat gekookt met appel coloquint, en daarmede gefmeert rondom de won- den , met een fpons. Het is ook goed voor de Paarden al hebben ze geen ongemakken, maar men moet het ge- heele lyf overfmeeren. XX. HOOFD-
|
||||||
Hulpmiddelen ygor Paarden. 69
XX. HOOFDDEEL.
Dranken voor allerhande %iektens. .
Het is waar dat men alleziektens
behoorden te kennen, eer dat men er toe over ging om hulpmid- delen voor te dienen, en nogtans ge- beurt het wel onder de beste en ver- ftandigfte, dat men niet te regt de ziektens kan onderfcheiden, en dat men met de gewone middelen niet vorderd; daarom zoo hebbe ik dan deze buitengewone doordringende me* dicamenten, die men moet gebruiken om eene groote uitwerking te doen, omdat men ziet dat de ligchamen zoo hard aangetast worden, dat men daarom krachtige medicynen noodig heeft. Maar alle ziektens die zeer fchielyk opkomen, daar kan men niet altyd deze pargeerende medicamenten toe gebruiken, en dat om tweederlei oorzaken, te weten: vooreerst, om- dat deze dranken , daar wy van fpre? ken, des anderen daags hunne uit» werking eerst kunnen hebben» het- E 3 welk |
||||
jo Toevlucht of Heilzame
welk zoodanige ziektens die fchielyk
aankomen geenzins kunnen of mogen lyden. Ten tweede, zoo is het ook zoodanig wanneer men hun eenige purgeerende middelen in gaf, dan zou die groote vliegende brand uit alle deelen van het ligchaam naar binnen kunnen flaan, en het ligchaam met kracht overweldigen, zoo dat die in de tyd van heeten of pestilentieufe ziektens niet kunnen gebruikt wor- den, maar wel in vela andere, als verouderde of ftilftaande ziektens, om alle ongezondheid uit het ligchaam weg te doen en te verdryven. Dit ziet voornamelyk op oude ziektens, maar niet in eenige fchielyke over- vallende, gelyk de Vyver, Kolyk, Pleuris of zoodanige die haastig aan- komen , maar wel voor andere ziek- tens of krankheden die een Paard onderhevig zyn :* het zy dan- verftop- ping van de long, de milt, lever, of vervuilde maag, en veel andere om het bloed te zuiveren, zoodat het van belang is, een Paard in vol- komene gezondheid te herftellen. *Pur-
|
|||||
)
|
|||||
Hulpmiddelen mor Vaarden» ji
Par gat Ie.
Neemt coloquinteen once, agaricus
een lood, zeeneblaan een lood, aloë een on^e, rhabarber anderhalf lood, ze<venboom anderhalf lood; dit alles onder elkander geftoten tot poeijer, en dan gemengt met een half pond fe^r en een half vierendeel pond honig; dit té zamen onder elkander gekneed gelyk een deeg, en dan tot pillen gemaakt zoo groot als kleine hoendereijeren. Men geeft deze in met het Paard de kop omhoog te trekken, en de tong met de eene hand een weinig uitgehaald, en dan de pil- len zoo diep met de hand in de keel geftoken als mogeJyk is, en zoodra als de pillen ingeftoken zyn, zoo moet men de tong los laten, opdat het de pillen zoo met een doorilikt. Dit moet zoo by het infteken van iederen pil gedaan worden» De pillen alle door zynde, neemt dan «en pint raap'oly, of oly van olyven, meteen glaasje wyn of bier onder elkander daarop in den hals gegoten, om zoo de pillen wel door te fpoelen, en dit E 4 dan |
||||
78 Toevlucht of Heilzame
dan gedaan zynde, zoo geeft hun in
twee dagen geen haver; maar in plaats van dien» zoo geeft hun een korfje zemelen, nat gemaakt, zoo zsl het des anderen daags purgeeren, en in* dien het twee of drie dagen zee? #erk purgeert» geeft hem dan wat drooge zemelen, of wat tarwenmeel te eten, om weder te floppen: maar als het niet al te flerk purgeert, zoo is het niet noodig, Nog een ander middel dat iets minder
is, maar ook heel goed. Neemt een pond raauw f pek, legt
het één nacht in het water om te weken, en dan fchoon afwasfchen; floot het in een vyzel tot poeijer, doet daar onder een once alo'è, met een lood rhabarber, en daar pillen van gemaakt en zoo ingegeven, ge^ lyk te vooren gezegd is; en daarop gegoten een pint oly, en een glas pier, als vooren. Nog een ander,
Neemt een kan oly, met een halve
kan zoetemelk, met zoo veel look als een
|
||||
Hulpmiddelen vmr Paarden. 73
/ een bol heeft, en zoo veel zevenboom
gefloten als in een fchel van een hoen- derei kan, de hok klein gefneden, en te zamen ingegeven. Poeijer Royale.
Deze poeijer is van groote deugd en voor velerhande ongemakken en ziektens, ook tegen de Wormen, de 3churft, Droessen voor Wormen inde maag, Bereid deze poeijer op de voe- gende wyze. Neemt baccarum-laury, ariftoiochi rotunei, zemen zillery, mon- tam*, radix cardo patia, enula cam- pana, gentiana, lange peper, zulphe- rie ctirini, van elks drie onee; eik- hor i albi é? nigri, van elk een onee; twee dragma fafferaan, dit alles onder elkander gefloten, en bewaard in een Jeedere zakje, totdat men het van fiooden heeft, en wanneer men het dan gebruiken moet, neemt dan hier- van elke keer een on§e onder een glas warm bier gedaan en ingegeven, of onder wat zemelen met haver, dit jaagt veel ongezondheid uit het lig- chaam, en is een buitengemeen goed middel, E 5 XXI. HOOFD-
|
||||
74 Toevlucht of Heilzame^
|
||||||
XXL HOOFDDEEL.
Het Poeijer Diapente.
De poeijer diapente is een vermaarde
poeijer van groote deugdzaam- heid, en geneest a]Ie ziektens; om dezelve poeijer te bereiden, zoo zal men nemen: gentiam, lorbesfen, mir- rhe, yyoor geraspt, arifiehchi rotun- da, van elks vier once, fafferaan twee dragma, dit onder elkander gefloten tot poeijer, en gemengt met twee pond honig, en van die conzerf dan genomen elke reis een of twee eet- lepels vol; met een half pintje warm her ingegeven; het is een buitenge- meen goed middel. Het kan ook be- waard worden, en het blyft altyd goed jaar en dag; men kan het ook wel droog bewaren, en mengen het aan als men het gebruiken wil. Dit middel kan gegeven worden in aller- hande ziektens, en is ook mede om een goede adem te maken, en fnel te kunnen Joopen. |
||||||
XXII. HOOFD-
|
||||||
'ddelen voor Paarden, 75
|
|||||
XXU HOOFDDEEL.
Nog een ander Poeijer genaamt la Duc*
Dit poeijer is mede buitengemeen
goed voor allerhande ziektens. Neemt drop van zoethont, cardebene- dictus, hifop, zanegriek, van elks zes once; genemrbesfen, ennufla , campana- wortel, yreas, van elks vyf once; cardemon, gentiana, aristohchi, longa enrotunda, van elks drie once; ko- myn, kaneel, nootenmuscaat, van elks een once; dit alles wel fyn gefloten en doorgezift, en bewaart tot de tyd wanneer men het noodig heeft; daar van ten hoogften twee once van in- gegeven met bier of wyn. ■
XXIIT. HOOFDDEEL.
's Grayenpoeijer van Olderihurg.
Deze poeijer is om eene goede
adem te maken, tegen de Vy- ver, de Droes, de Hoest, en voor velerhande ziektens. Neemt tardelium een pond, as/a
fedita- een vierendeel pond» boontjes hooU
|
|||||
Toevlucht of Hdmme
hodworkl twee once, alantswoVtel twee
once, gentiana twee once, zoethout een once, anyszaad een vierendeel pond, lavaszaad twee once, carrewy een once; dit onder elkander gefloten tot een poeijer; dit ltan lang bewaart worden, en daar van een eetlepel vol met bier of wyn ingegeven , is van een. groote kracht, en doet veel goed aan de Paarden, XXIV. HOOFDDEEL.
Van de uitwendige Worm. De Worm is eene befmettelyke
ziekten, en komt fomtyds voort uit kwaad vergalt bloed, of ook wel, dat de Paarden op befmette Hallen ftaan en ongezonde ipyzen gebruiken. De oorzake daarvan zyn menigvuldig, en daarom zal ik ook verfcheidene hulpmiddelen opgeven, om dezelve te% genezen; derhalven zoo neemt een once gaüga gefloten, en een nacht la- ten weken in een pint wyn, en des morgens ingegeven, en des anderen daags doen laten aan den hals, en den
|
|||
HwpmMekn voor Paarden. 27
den dag daar aan weer hetzelfde, tot
drie dagen toe, en elke reis den dag daaraan doen laten, mede drie dagen; deze zes dagen gepasfeert zynde, te vweten, drie dagen, gelyk gezegd is, deze galiga alle dagen een on$e inge- geven, en dan elke reis een dag tus- fchen beiden bloed doen laren, tot driemaal toe, en hiermede zal men dan ophouden . drie of vier dagen; dit dan gepasfeert zynde, zoo zal men eene purgatie ingeven , opdat al de brand en vuiligheid die nog in het lig- chaam mogt wezen, des te beter af- zet. Dit is een hulpmiddel dat zeker doorgaat, en zoo daar nog iets was, dat alsdan nog niet genezen is, dat verdwynt van zelf. v Nog een ander voor de Worm.
Neemt raauwe of ongeprepareerde
antimonium vier once, metseen lood eliboris, te zamen klein gefloten, en hier van alle dagen des morgens een lood onder de haver met een weinig roggemeel gemengt en te eten gege- ven; maar men moet de haver een wei-
|
||||
78 * Toevlucht of Heikamsk
.- \
wéinig nat maken, of anders zoo konde de poeijer daaruit vallen op de
grond van de kribbe, en -alle drie
dagen het Paard doen laten; als nu
deze voorzegde medicamenten zoo ge-^
bruikt zyn, dan zal men een purgatie
ingeven, om alle kwade ongemakken
die in het ligchaam mogten zyn, nog
uit te dryven, opdat de Paarden des
te gezonder mogen worden en bly-
ven.
Een ander voor de WortH.
De Worm word ook menigmaal ge-
nezen zonder iets in te geven: alleen maar met te fmeeren. Neemt een pond terpentyn* met een vyfdedeel teer,- en\een muddetje traan; dit on- der elkander gemengt, en dan kokend heet gemaakt, en zoo al kokende met een kwastje daarop geftreken, drie dagen na elkander, ert laten het dan zoo eenige dagen ftil ffcaan, daar- na de wonden te genezen, met een weinig kalk daarop geftreken, of an- ders alleen met kout water gewas- fchen, dan geneest het van zelf. |
||||
Hvflpmiddekn nor Paar dm. 79
E&n ander voor de Worm.
Neemt asfa fedita een lood, ange-
Ucawortel een lood, met een bolletje kok; deze onder elkander gefloten, en in een linnendoekje op het mond- ftuk van de toom gebonden, en het Paard in de mond gedaan, én laten het zoo ftaan vier en twintig uren, zonder eten of drinken; hiermede zyn er vele genezen, zonder iets meer daar aan te doen. XXV. HOOFDDEEL.
Voor het Longyuur.
Het Longvuur is een zeer kwade
en befmettelyke ziekten, waar door zeer vele Paarden en andere beesten fterven; daarom is het van belang bytyds, zoo veel als het mogelyk is met de navolgende hulp- middelen te werk te gaan, waarmede veel honderden geholpen zyn; maar dit moet men weten, dat deze ziek- te , het Longvuur, ten tninften drie- derlei is: te weten, het eerfte is een heet pestilent droogvüur; het twee- de |
||||
80 Toevlucht of Heikatk\,
j• • i if■- * ■■■'
de is een vogtige en waterachtige ver-
rotting die van binnen leid, rondom | het hart, of in de borst; het derde is een galachtige, zoodat dit wel on-
derzogt moet werden, met welke van deze drie foorten de beesten befinet zyn; want elk accident moet ook by- zondere medicamenten hebben. Be- halven dat deze drie ziektens zeer befraettelyk zyn, voornamelyk het eerfte, als pestiléntiaal of beünettelyk is; daarna ten tweede, het galachti- ge, dat ook zeer gevaarlyk is, ter- wyl het wel ria de geelzucht gêlykt, omdat het bloed zich heeft Vermengt met de gal, en de gal de overhand ^ genomen hebbende, daar door het geheele! ligchaam bederft. Hetgene dat men pestiléntiaal noemt, komt voort uit groote hitte en vefbranding van het bloed, waar door hetzelve komt te koken en te gesten in het ligchaam. Om zulks nu te kennen of te onderfcheiden, en de kenteekens zoo veel te weten als mogelyk is, . zoo heb ik bevonden , als men er naauwkeurig op let, dat die ziektens in
|
|||
Hulpmiddelen voor Paarden. Sr
in de oogen te onderfcheppen zyn.
Ten tweeden, wanneer nu een Paard of ander beest befmet is met het natte of verrotte vuur: dit kan men ont- dekken , wanneer men hun de oogen open doet en binnen in ziet, zoo zal het overal vochtig en bleek zyn, en de adertjes en vliesjes met een biee- ken ftof of waterachtigheid vervult zyn: hier tegen zult ge aan de gal- achtige hetzelve vocht geelachtig zien; want zoo de ziekte van binnen is, zoo zal die zich ook in de oogen vertoonen. Ten derde zult gy kun- nen bemerken, dewyl dat de groote hitte, die het verbrande bloed geverft heeft, zulks klaar aantoond: want dan zyn de oogen wederom veel don- kerder, en de kleine adertjes heel rood of bruinachtig en zeer brandïg, zoodat deze drie altyd zoo veel on- derfcheid hebben, dat het wel is te kennen. Dit dan zoo kennende, zoo heeft elk zyn byzondere hulpmidde- len noodig; derhalven is het van te meer belang voor de vochtige ziek- tens, zoodanige middelen te geven die F - op- |
||||
82 Toevlucht of Heilzame
opdrogend zyn; daar dezs ziekten
de allerkwaadfte van deze drie is, om- , dat deze phlegmatique vochtige ver- rotting er langzamerhand by gekomen is, en hetzelve binnen het midden- fchot huisvest, zynde buiten maag of darmen, daar de medicamenten kwa- lyk kunnen .by gebragt worden, waar- door het komt, dat er ook weinige van geholpen worden, of men moet daaf al bytyds by zyn. Voor de galach- tige geitellen is nog beter raad toe als voor de vorige, alzoo het gal- achtig bloed ten déele kan afgetapt worden, en met drachten of koppen nevens de dranken verbeterd worden. De pestilentiale verhitting en groote brand werd mede al veel geholpen door drachten, koppen, doen laten en dranken te geven, gelyk ik elk byzonder zal aantoonen. Remedie voor het natte Longyuur.
Ten eerften, zal men het Paard
doen laten, en dan kroppen, dat is te zeggen, met het vierkruit achter aan de billen en voor aan de borst, en deze drank dan ingeven: Neemt
|
||||
Hulpmiddelen vóór Paarden. 83
Neemt pokhout dat gemalen is, en >
lange peper, van elks een lood, lau~ f ierbesfen en zevenboom een once, ga- Uca een lood, te Zamen klein gefto- ten* en gekookt met een kan Mer9 en ingegeven, en des anderen daags weer zoo veel, tot drie dagen naar elkander. ) Nog een ander voor het natte Longvuuf.
Neemt voor zes duivers veneetfche
driaktl,. voor drie duivers oly van olyven, met een half pint brandewyny te zamen ingegeven, daarmede heb ik er dikwils veel genezen. Ik heb ver- fcheidene Paarden gehad die ik dit 7 zelfde heb ingegeven * en daar by doen laten, en het vierkruit geftekt, en laauw water altyd laten drinken, ook fommige koud water, maar met honig en roggenmeel daar onder. Nog een ander voor hetzelfde.
Neemt galiga een once, met lange
peper een half lood, geftoten tot poeijer, en met een halve kan zoete- melk ingegeven» drie dagen lang na eikanderen, alle dagen eens ? en om Fa den |
||||
84 Toevlucht:of Heilzame
\den anderen dag eens doen,laten, en
gekropt. Een ander.
Neemt asfa fedita een half lood,
look een bolletjen, Ichoon gefchiltj met wat angelica in een doekje ge* bonden op het mondftuk. Nog een andere drank voor het Longvuuf.
Neemt boontjes hoolwortel een on§e,
bakelaar een onfe, rhabarber een on- fe, coloquint een onfe, eleboris albi, of wit vierkruit een half lood, yeneet- fche driakel, voor drie fluivers, dat te zamen gekookt, met dirie kanne bier op de derdepart laten verkoken, en in drie reizen ingegeven. —»»»■"—.——■ XXVI. HOOFDDEEL.
De manier van het uitnemen der
Zool uit de Voet. Wat aangaat de Zool uit de voe-
ten te nemen, is ligt te doen; eerst moet men de kanten rondom los maken tot het leven toe, en dan aan de punt of teen van de voet ook een
|
||||
Hulpmiddelen mor Paarden, 85
een weinig los maken, tot zoo verre.
. dat men een nyptang daar onder kan krygen om te kunnen vatten, en dan de Zool langzamerhand uitbreken. Als nu fomtyds eenige kleine accidenten in de voet zyn, dat men niet ge- noodzaakt is de Zool lang op te hou- den, zoo kan men die in korten tyd heelen met deze middelen: neemt fteenkalk, gemengt met wyndzyn, met een weinig roet uit de ischoorfteen, maar zeer wéinig roet, of anders is het tè heet, en de compofitie zoo dik gemaakt, als metfelkalk; en dat alle dagen eens daar dan op gedaan, is goed; of ten ware dat er eenige andere accidenten of kwetzuren in de voeten waren, zoo behoeft men da Zool zoo. fpoedig niet te genezen, zoo,is 't best te nemen de terpentyn, dat geneest wel, maar langzamer, opdat de wonden weder by komen, en ^lan de wonden met de Zool te gelyk aanwasfchen, daarom zoo is het dan beter dat men terpentyn neemt, die geneest zagt en langzaam. Ook geneest zeer wel, zwarte- zeep met F 3 wat |
||||
86 Toevlucht of Heilzame
Wat kalk gemengt: of men neemt ook
agypfiacum met Jpaamch groen; men moet aityd zien hoe dat het met het accident gaat, maar de meeste tyd» heb ik altoos de eerfïe, te weten azyn , kalk, met een weinig roet, zeer goed bevonden, en het is een van de peste hulpmiddelen; maar men moet het niet te dun maken; hoe dikker hoe beter, of anders is het te fcherp; een weinig roet, en meest kalk, heel dik, dat alle dagen eens daar op gedaan, geneest zeer krachtig, F en ander.
Neemt zwarte zeep, met drooge Jfeenkalk, onder elkander gemengt, is mede zeer goed om op te droogen, XXVIT. HOOFDDEEL.
Voor het Vernagelen.
Als een Paard vernagelt is, van
welk eene aart ook, is zelden zoo kwaad, of het kan genezen wor- den i zonder de Zool pit te nemen, fomtyds met kleine 'hulpmiddelen; vooreerst moet er ' wel onderzogt • ; wor- |
||||
-*■ Hulpmiddelen voor Paarden. 87
worden, waar de nagel die te hoog
geflagen, in het leven is, of waar hec gedrukt word; dan moet die plaats wel geopend worden, tot het bloed tóe, en dan genomen een weinig ter* pentyn, een weinig was, een weinig ongel, en een wefnig raapöly, onder elkander zachtjes gefmolten,niet heet, maar laauw warm daarin gegooten, en met werk toegedekt, is zeer goed; of anders neemt van de kleine bran~ deneteh, 'geflamt en daarin gelegd of Hechts ongel f met raapöly daarin ge- goten ; helpt veeltyds zonder er meer aan te doen; of neemt terpentyn al- leen, zachtjes gefmolten en daarin ge- goten, en een weinig werk daarop ge- legd, geneest het; en indien de voe- ten heet of brandig worden, zoo moet men daar koemist om binden. XXVÏIL HOOFDDEEL.
Voor velerhande Wonden, het zy ge-
fchooten, gejhken of ander zins. De wonden aan de Paarden of an-
dere beesten, kunnen komen op F 4 ver- |
||||
38 Toevlucht of Heilzame
verfcheidene manieren; ten eerflen
van diegeene die gefchoten zyn: zoo wanneer men bevind door het end- yzer dat de wond diep ingaat, en de kogel daar -nog in is, zoo moet men trachten met een lang dun endyzer de kogel te zoeken, met alle fubtiel- heid, totdat tnen komen kan om de kogel te voelen, en als men die dan gevonden heeft, zoo- moet men door een inflrument, een lepeltjen aan het einde daar men de kogel mede kan onderfcheppen, dezelve uithalen, zoo het* mogelyk is, en de wonden voor aan daar het ingegaan is, openen, zoo wyd als het doenelyk is; want hoe wyder dat de wonden van vooren zyn, des te beter en met meer gemak kan men eenige wieken of zalven er inbrengen, en veel ligter genezen, en zoo by aldien men het niet opent, zoo zuigen de wonden voort toe, en verflikken dezelven, en kunnen van onderen wyd uitdragen; men diend ook mede in acht te nemen, zoo het gebeuren mogt dat een fchot of een fteek aan den hals, of aan de beenen, of
|
||||
Hulpmiddelen voor Paarden. 89
of op eenige andere plaatfen was, dat
men de wonden aan de andere ,zyde koude uitbrengen, dat het door en door konde gebragt worden, en dan aan beide zyden geopent zyn, gelyk te vooren gezegd is, zoo moet men daar een koord doortrekken, dat ge- vlogten moet worden van haar uit de ftaart of manen, met een weinig vlas, en moet tweemaal zoo lang als de wond zyn; dat daar door getrokken zynde, en de koorde vet gefmeert met bafilkum of met yerkensreuzel, en laten dat twee dagen tot aan den der- den dag ftil zitten; om dat de wond aan -het dragen is, zoo moet men alle dagen eens de koorden fmeeren met bafilicum en omtrekken; ^ls het gebeu- ren mogt dat het accident begon te zwellen, eer het aan het dragen is; zoo moet men zagte pappen (te we- ten, neemt een kop roggenmeel, met zoo veel gefloten lynzaadkoeken, met een onee róbóhs, en een pond reuzel, laat dit te zamen met bier tot een pap kooken; of neemt wynmoer met boter en rêbêlus- gekookt, is mede goed F 5 voor |
||||
po Toevlucht of Heilzame
voor het gezwel) daarop appliceerën
om den brand daar uit te houden, en zoo ras de wonden beginnen te dragen, zoo gaan de gezwellen weg. Ten ware dat het in de zomertyd was, zoo is ook zeer goed, en .het heelt krachtig het fap van fchelkruit of che- ledonia genaamt, nagtfchade of dolbai» jen, te zamen in een vyzel gefloten en door een doek gedaan, daarmede gewasichen of ingefpuit, en wanneer de wonden aan het genezen beginnen te komen, zoo wil het vleesch fom- tyds wel al te weeldrig wasfchen, en dan is de zalve bafüicum wat te zagt, daarom zoo moet men gebruikers eegypfiacum, die is meer opdrogende, of een andere groene wondzalf, of zoodanige zalven als men dan zal be- kwaam vinden. Nog mor Wonden.
Nademaal aan het herftellen der
wonden zoo veel aangelegen, en veel- tyds zoo gevaarlyk is, dat zelfs de dood er op volgt, zoo is het dan noodzakelyk dat men daar fcherpelyk op
|
||||
Hulpmiddelen, mor Vaarden. 91
op behoort te letten, te weten: om
te zien of de wonden in het begin ook wel goede etterftof beginnen voort te brengen, en of het niet in plaats van etterftof eenig fenuwwater uit de wonden geeft, alzöo veeltyds by de onkundige, het fenuwwater voor goe- de dragt of goede etterftof gehouden wordt, omdat die eikander niet zeer ongelyk zyn, maar het is geheel con» trary; want als het fenuwwater zyn zelven eerst in de wond vertoond, of voor den dag komt,, zoo ,is het heel dun water, zeer heet en fcherp, dat alle wonden bederft en zeer ont* fteld, en word dan in de wond dik, gelyk of het goede dikke etterftof was; waar door vele mede worden bedrogen, die dat niet wel onderfchei- den, want het is dik, en zoo wat lilachtig, zoodat het wel kan onder- fcheiden worden als daar opgelet word, En indien het zich dan ver- toond, dit voorfz. fenuw of leewa- ter, of ook fomtyds als de wonden zyn onrfteld, het zy dan door op- zwellen of uitpuilen van het vleesch, dat
|
||||
93 Toeylucht of Heilzame
dat de wonden weer toegezogen of
toegezwollen zyn, hetwelk uit de aderen of andere ontfteltenis wordt voortgebragt, dat dan de wonden zoo- danig ontftelt, gelyk het zenuwwater hier vooren gezegd, zouden kunnen doen; zoo is dan de beste raad* het zy dan dat de ontfteltenis van de wond komt, of van het voorzegde fenuwwa- ter of van het toezwellen van degeftel- tenisfen, of waar van het zoude mo- gen zyn, neemt dan en tracht met . fubtielheid de wond vol terpentyn te fteken, zoo veel als men daarin kry- gen kan, en dat tot de grond toe,* en dan deze voorfz. terpentyn daarin gedaan hebbende, neemt dan een yzer dat de groote of de dikte van de wond heeft, en fteekt het zoo heet in de wond dat het fnerkt, dan daar uit genomen en wederom vol terpen- tyn gedaan, en dan het heete yzer daar weder ingeftoken, gelyk te voo- ren , en dan een ligt wiekje met ter- pentyn daarin gedaan ; en als men ziet dat het de eerfte reis niet wel was geflemptj zoo zal men het des an-
|
||||
Hulpmiddektêvoor Paarden. 93
anderen daags tró| eens 'doen op de-
zelve manier, maar indien het niet heel noodzakelyk is, zoo zal men het nog wat aanzien, tot des anderen daags. Dit is een hulpmiddel daar men alle wonden mede kan meester worden, als men dat met verftand gebruikt; het is meer als honderdmaal gebeurt, dat ik veel zware accidenten van zoodanige natuur heb geholpen, van andere die by myn zyn gekomen, die zonder dit middel niemand had kunnen genezen, want dit is een van de grootfle wetenfcbappen die in de- ze Cure beftaat. Want alle wonden zyn gemakkelyk te genezen, als óie zoo verre gebragt zyn, dat die niet meer oppoferen; daarom is het aller- best, dat men de eerfte reis wat bard brand, hoe harder hoe beter, en hoe eerder ook genezen. De yeneetfche terpentyn is een van de besten zalve die men kan gebruiken, maar men moet die eerst in koud water £00 lang wryven dat die heeï wit en zui- ver worti, om al die vette vuiligheid daar uit te zuiveren, deze is bekwaam in
|
||||
94 Toevlucht eflHeilzame
in alle k\vade Wonden; en indien
dan eenige oude Wonden wat lang ftaan en niet wel willen genezen, zoo neemt een lood bafiikum zalf, en daar onder gemengt een dragma precipitaat, en wel door eikanderen geroert, en daar op of in gelegd , neemt alle oude verrottinge weg en het doet de wonden zuiveren, en geneest. Een'andere wyze dh zeer goed is. ,
Wanneer de wond door een fchot »
houw, of fteek, of door de kunst wyd genoeg gemaakt is, en alles wat de genezing hinderen kan uit de weg is geruimd, zoo gebruikt de volgen- de zalf: verkensreuzel en tcrpentyn, even veel, ftrooit hier wanneer dit kokent heet is, zoo veel aloë en mirrhe onder tot het een bekwaam zalfje word: verbind de wond hier zoo lang mede tot het aan het dragen komt, als wanneer gy de, verkensreu- zel verminderen en de terpentyn ver- meerderen moet: of om de verande- ring kan men het volgende zoo lang |
||||
Hulpmiddelen voor Paarden. 95
gebruiken als noodig is. Harsck en
wasch van elks twee, en terpentyn an- derhalf lood, fchapenöngel een lood, en aloë en mirrhe een half lpod: en op een zagt vuurtje onder eikanderen gefmolten, is zeer goed. Wanneer het dragen begint te ver-
minderen zoo kunt gy uw heelmiddel weer veranderen, namelyk twee dee* len terpentyn, een deel gummi elmini; wit van gebrande mosfelfcnielpen wel fyn geftampt en gezift, de helft min- der als het minfte deel van het voo- rige: hiermede zult gy haast tot een volkome genezing komen. Nog een ander.
Dit is een uitermaten fchoonewond-
balzem: neemt vier lood terpentynr, drie lood witte honig, twee lood gummi elmini, en kamfer, die in bron» dewyn ontdaan isy een lood: als men dit toemaakt, moet de kamfer eerst week gemaakt zynde, daar onder ge- roerd worden ,# wanneer het andere begint koud te# worden. XXIX. HOOFD-
|
||||
96 Toevlucht of Heilzame
ii i XXIX. HOOFDDEEL.
Om Bafilkum Zalf te maken. Neemt een vierendeel pond fchapen- ,
ongele osfenöngel, vet van een hergyarken , fpiegelhars , zwart pek, wasck, honig, boter enterpentyn, van elks een vierendeel pond, met een halfvierendeel pond paardenyet, een half vierendeel boomöly, elk apart ge- fraolten en onder elkander gedaan in eeu pot, tot dat alles gefmolten is, en dan te zamen op het vuur gezet, en laten het nog wat met elkander opkoken^ op een klein vuur, en dan al roerende laten koud worden; dit is de beste foort van die er gemaakt kan worden, en de zagtfte zalf die in alle gevaarlyke wonden kan gebruikt worden. XXX. HOOFDDEEL.
Om JEgyptwcum te maken.
Neemt een half vierendeel fpaamch
groen, fyn gefloten, een 0115e, yi-
|
||||
Hulpmiddelen yoor 'Paarden. - g?
■vitriool, ge (loten, met een dragma
mercurium fublimatum, met twee pond honig-, en een half pint wynazyn; die onder elkander wat langzaam gekookt, en laten het roerende koud worden; deze m goed' in oude of vuile won- den t' en als men die nog wat fterker begeert -te hebben * zoo moet men daar wat arzenkum onder roeren, zoo veel men goed vind, na dat men, het - fterk wil hebben. |
||||||
XXXf. HOOFDDEEL.
"-. Een groene PP'ondzalf.
Neemt terpentyn, een pond, fpk*
gelhars een onee* wasch een once, oly van oiyven een muddetjen» fpaansch groen een once, fyn geftqten, en te zamen langzaam gekookt. Een ander.
Neemt veneetfche terpentyn, en die
geweekt in fchoon pompwater, zoo lang dat die wit word als hagel, ge- lyk men boter in het water fchoon maakt; dan daar onder gemengt een G wei- |
||||||
98 ^Toevlucht of Heilzams ■
weinig heel fyn gefloten fpaansch groen,
maar niet meer dan dat men een .wei- nig de groene kleur krygt, is eene buitengewone goede zalf voor alle' wonden, indien men 't in het begin voor eenig kwetzuur wil gebruiken > zoo moet men de eerfte twee of drie dagen het fpaansch groen daas nit la- ten. |
||||||
XXXII. HOOFDDEEL.
Om Hipericum - Oly te maken. Deze hipericum - oly, is een voor-
treffelyken oly, en buitenge- woon goed in alle foorten van won- den, het geneest zeer fpoedig, voor- namelyk in diep ingaande wonden; ze overtreft alle andere zalven. Om dezelve te maken, zoo neemt een pond van de bloemen van hipericum, de fteelen er afgeplukt, met een kan oly <van olyyen, met een onee terpen- tyn9 te zamen in een wynflesch ge- daan, en laten het; zoo drie maanden in de zon ftaan, digtgekurkt, en dan |
||||||
, BitlpmidMen nor Vaat den. £p
is het goed; hoe ouder het Werd»
V hoe beter het is. XXXIII. HOOFDDEEL.
Zalf voor diepe toonden.
Neemt terpentyn 'een pond , mee
een vierendeel pond oïy van olyvetir met een lood fpaansch groen, heel fyn gefloten , en onder elkander gedaan, en een weinig laten opkoken, en dan al roerende laten koud wor- den. Dit fchynt een e geringe zalf, maar is evenwel zeer goed voor alle wonden. Daar zyn verfcheidene krui- den die ook wel genezen, als men het zap daar* uit perst en in de wonden doet, maar het dient met verfland ge- daan te worden: want als de wonden dikwils zoo flaan * dat alles wat men daar in doet, opwaards daar weer uit komt, zoo zyn alsdan de zappen van kruiden daar niet toe bekwaam, om dat de vochtigheden naar beneden zak- ken, en het opdrogen verhinderen, daarom zoo moet men met een ma- G a ger |
||||
ioo Toevlucht of Heilzame
ger zalfje dat van binnen zoeken te
hulp te komen, en zoo weinig voch- tigheid als het mogelyk is, want hoe droger dat zulke wonden kunnen ge- houden worden, hoe eerder zy ge- nezen. Een andere goede Zalf,
• Neemt cheledonie of fchelkruit, nagt-
fchade, hondsdraf*, kamilsbloemen, hi- pericon-rozen, deze alle onder eikan- deren, van elks een hand vol, maar eerst klein gemeden, en dan geflo- ten, en klein gefiampt, in een mor- tier: voorts in een verglaasden pot gedaan, en dan genomen een pond terpentyn, en een pond oly van oly~ yen daarop gegoten, en wel onder elkander geroert, dit te zamen in een flesch gedaan, en laat het twee maan- den in de zon Haan, dan afgenomen en uitgeperst, en daar onder gemengt een half pond verkensreuzel 9 met een vierendeel wasch, te zamen onder elkander laten opkoken, én al roe- rende laten koud worden. |
|||||
XXXIV. HOOFD-
|
|||||
Hulpmiddelen mor Paarden, tor
|
|||||
XXXIV. HOOFDDEEL.
Een openbrekende Zalf op harde
Knubbeh. Néémt oly van beijen, oly vanlyn*
zaad, popelioen, dealthea,s en een weinig terpentyn - oly, niet meer als een vierdepart van de andere oly. jen, men kan van de anderen van elks evenveel nemen, nadat men veel of weinig maken wil. Een ander.
Neemt de zalf of plyfter, genaamt:
ranis cum mercurio, twee lood, mengt daar onder een vierendeel lood arze- nicum, en een half lood amalgama mercuri, fineert hier een plyfter van op rood leer, dit is veekydsgoed be- vonden. Dit volgende is mede een krachtig middel.
Neemt een half lood camfer, en
een achtftendeel lood witte precipi- taat; dit met. amandel -oly- tot een zalfje gemaakt; zeer dik op de knub- bels gefineert, en met een heet gc- G 3 maakt |
|||||
io3 Toevlucht of HeUzamz
maakt plat yzer, maar niet al te digt
opgehouden, totdat de kamfer verteerd is; dit twee a driemaal daags gedaan, - zal de knubbels doen verdwynen. "Een ander voor hetzelfde.
Neemt oly van richelen, oly philozo*
pfarum, olium peter, onder elkander, is een zeer doordringende zalf om te fmeeren, op alle beleedigde plaatfen, en voornamelyk aan de beenen. Nog een ander voor hetzelfde.
Neemt popeliöen-zalf 9 oly van hcijen
en dealthea, van ieder een once, en dit te zamen onder elkander gekookt, met een muddetje brandtwyn, is voor vele gebreken bekwaam, inzonderheid voor verrekte fenuwen. Wanneer de Paarden onder het kaauwen zich zel- ven binnen 's monds byten, dat er een vervuiling door ontftaat, en zelfs tot zweeren komen, zoo neemt vooreerst honig van rozen, twee deelen, en een deel hrandewyn; ftrykt dit alle dagen vier a vyfmalen met een kwastje aan de wond; vordert gy hier niet mede, zoo neemt honig van rozen, geest van Ie» |
||||
Hulpmiddelen voor Paarden. 10$
pelbladen en gekamferde brandewyn,
van elks een half lood, dit onder elkander «gemengt en op de voorige wyze gebruikt.*" XXXV. HOOFDDEEL.
Voor verrekte Zenuwen.
Het gebeurt veeltyds dat de Paar-
den hunne zenuwen verrekken; fomtyds gebeurt het ook wel in de trayailles, als een Paard de achtervoet is opgenomen, en laten hun dan eenigzints zakken, zoo kan dat ligte- lyk gebeuren; het gebeurt ook wel als ze in een floot gevallen zyn, en daar met groote moeiten uit willen fpringeii; datze daardoor geheel lam Tcunnen worden. Dan moet\ men de zenuwen eerst met ttrpentyn- en fpeköly beflryken, opdat dezelve flerk kunnen beginnen te zwellen, want hoe meer dat het zwelt, hoe lpoediger het genezen word; daarom moet men deze heeten olyjen nog met een heet yzer goed warm indrogen, en als dit G 4 nu |
||||
io4 Toevlucht of Heilzame
nu een dag of acht is gedaan, moet
men wat ophouden, en ftoven voorz. party weer geheel af, opdat het been weer ontzwohetf, of het gezwel dat door het fuieeren veroorzaakt was, flinkt. Hervat dan wederom het Traceren met de voorz. zalf, een dag of acht, en dan eenige dagen met moer van wyn gebet, zeer warm, en dan daarna met hrandewyn gewreeven » tot; dat het volkomen genezen is. Het geneest al- tyd, hoewel langzaam en met groote moeiten, maar men moet altyd aan de binnezyde meest fmeeren. Nog een Zalf om te fmeeren.
Neemt oly van laurierbesfen-, deaU
thea, popelioen zalf, en oly van kamiU Ie, van elks een on§e, onder elkander gefmolten j en daarmede gefmeert. |
||||||
XXXVI. HOOFDDEEL.
Voor een verdraaiden of verrekten Hals»
Het gebeurt fomtyds dat een Paard
valt op zyn hals, zoodat de wervelbèènderen in dezelveh zich met • ge-
|
||||||
Hulpmiddelen nor "Paarden* 105
geweld verbuigen, verwringen en van
hunne plaats gaan; dus zoude dan het Paard met een ftyven hals gajin. Het kan ook gebeuren door dat de Paar- den in het draven, tegen eenige palen komen aan te loopen, of in het op- ftaan aan zich elders te ftooten. Om dit te herftellen zoo brengt het Paard in de travaülk of noodftal, en bind het met een halïler, die zeer ftrak is, hoog boven aan met een blokje on- der de beide voorfte voeten, wel een voet hoog; en als het daar dan op Haat en gebonden is, zoo moet men daf blok onder zyn voeten weg trek- ken , en laten het zoo met een ruk hangen, zoo dat de wervelbeendereti infchieten; en zoo men konde bemer- ken dat den hals na de eene of an- dere zyden iets uitgeweken was, of aan de eene zyden een knubbel had, en aan de andere zyden eenige hol- ligheid of leegte, zoo moet men eerst, eer men het in de trayaillie ophangt, op de zyden neerliggen, en dan een zwaar gewigt daarop leg- gen , of wryvende zoo hart na bene- G 5 den |
||||
io6 Toevlucht of fieilzams
den als men kan, en het hoofd op-
beuren , om het zoo met kracht weer naar den anderen weg door te drin- gen ; brengt het dan daarna met het hoofd omhoog, en rukt het dan zoo in de lengte, en voort gefmeert en geftooft, gelyk hier vooren befchre- ven is van de verrekten zenuwen. * 1 MWHHMHBHMiMMMMM MMMW1MHMMHHM
XXXVII., HOOFDDEEL.
Voor een Ver fluiten Koot.
Wanneer een Paard de koóten,
het zy aan de voorften of aan I de achterften voeten, door vallen of fpringen verftüiten, zoo, dat de fpie- ren en zenuwen hunne veerkracht ver- looren hebben, zoo zal men nemen en zetten het Paard in de noodflal of travaittie, en nemen het been op, dat niet verfluit is, en laten het op het kwade been ftaan, en treden dan met geweld boven op den voet daar het verftüit is. Of anders neemt de kwaden voet op, in het midden van het been, en een touw aan de voet met een hout; dan zoo achterwaarts ©ver-
|
||||
Hulpmiddelen mor Paarden. 107
overgebogen; maar wanneer het ge-
beurt dat men het op deze twee ma- nieren niet konde te regt krygen, zoo zal men nemen jonge eiken-heester of boomtjes, dat ftaat en wast met het topëinde om laag, en binden daar een groot touw aan, en het andere einde aan de voet, en leiden dan het Paard zoo voort, dat het dan komt te ruk- ken en begint te vallen, is hét een- maal niet genoeg, men kan het nog twee of driemaal herhalen, en dan met popelioen zalf fméeren. Men kan ook * nemen oly van bei/en, popelioen en deal' thea, van elks evenveel, met brande- wyn daar onder gedaan, en te zameu gekookt, en daarmede gefmeert; men l\ kan ook tusfchen beide warme pappen appliceeren,en daar dik op gebonden, en dan de voorz. fmeering; en zoo het noodig is, kan men het blaasje ook mede uitfnyden, als het te lang mogt duren, maar niet ten eer/ten, want zy genezen meest alle zonder dat die uitihyding noodig is. |
||||||
Men
|
||||||
I
|
||||||
io8 Towlücht of Heilzame
■ 'Een andere manier om in te zetten.
Neemt een rad van een wagen, bind
een touw met het eene einde daar aan, èn rok het rad dan met een har- den ruk, om het in het lid te krygen; voorts dan gefmeert met die zenuwen- zalf, hierna befchreven, en dan ge- zwagtelt. »
XXXVIII. HOOFDDEEL.
Wanneer een Paard op de Kroon van -
den Voet getreden is.n Deze kwetzuren, het zy getreden,
gefloten of gekwetst, daar door kunnen vele accidenten uit voortko- men ; zoo moet men dan hetzelve met zagte middelen eerst verbinden, als: met bafilicums en dan met zagte pappen daarover gebonden, en met koemesf de voeten onder wel gekoelt, en onder dezelve gebonden; maar als het gebeurde dat het gat al te veel "wil had om toe' te groeijen, zoo moet men daar een weinig mercurium fublimaat in doen, opdat de wond be- / hoor-
|
|||||
i
|
|||||
■ • ■ -
Hulpmiddelen voor Paarden. 109
hoorlyk open blyft, en als de wond
begint te fluiten, dan moet men ne- men koperrood in azyn gekookt, met - , wat werk daarin nat gemaakt, en daar
op gelegd, dan droogt het des tebe- , ter. Dit kan zoodanig voorgekomen
worden; maar ik heb veeltyds groote accidenten daar van gezien; en dat men dikwils de zolen heeft moeten uitnemen om de drachten van onderen te doen laten uitgaan. XXXIX. HOOFDDEEL.
Over de Hoom-klvof. De Hoorn-kloof werd door fom-
mige genaamt, valfche kwartie- ren aan de voeten; dezelve komen zelden voor aan de achter, maar ge- menelyk aan de voorde voeten, en al degeene die deze kloven hebben, moeten kreupel gaan: daarom moet het noodzakelyk gehulpen worden, en kunnen ook wel genezen worden op de volgende wyze: Wanneer de kloof van boven aan de krpon tot aan hee yzer nederwaarts gaat, en by iedere tre-
|
||||
iio Toevlucht of Heilzame
trede die eenPaard doet, bloed opgeeft,
zoo moet men omtrent anderhalf duim- breed, beneden de kroon, de hoorn glad weg nemen, tot op het raauwe vleesch toe,, te weten midden op de kloof, en dan beginnen aan het haar van de kroon, een duim of ander- half in het vierkant, en die uitgeno- men zynde, zoo moet men gebran- den aluin* gefloten tot poeijer, met een compres daarop binden, en dik van werk-, met een lood plaatje, om het vleesch het weelig groeijen te beletten, want het wil aïtyd wél hoog opwasfchen; der halven zoo kan men het met deze gebranden aluin een dag vyf of zes onderhouden, tot dat het droog is. De fcheur, die dan nog beneden blyft, zal men elke reis afs men het boven verbind, nat maken, met het gekookten koperrood en azyn, om het van binnen te doen droogen, en zoo doende kan men dit in korten tyd genezen. Maar men moet wel in acht nemen, als de voeten beflagen worden, dat de yzers vlak liggen, en overal gelyk dragen, zoowel op de hie*
|
||||
Hulpmiddelen ,voo-r Vaarden, m
hielen als anders, opdat het friet wag-
gelt, of anders zou het weer kunnen berften. Het is ook zeer goed, kalk met wit van hoendereijeren gemengt, en als de wond genezen is, dit bovenge- noemde achtervolgd, maakt de hoorn wederom flrak; maar vooral moet men letten op het beflaan van de voet, dat het yzer overal gelyk draagt. Som- migen willen dat men de yzers aan dat . zy van het kartyn niet hard moet la- ten dragen, maar dat is een grooten misflag, want de yzers moeten overal egaal en gelyk liggen, zoo wel op de plaats daar het kwaad is, als over de geheele voet. |
||||||
XL. HOOFDDEEL.
Over den Over hoef. Het Overhoeven is een bultigheid
of knubbel, boven op de kroon van de voet, door beweging van de- zelven veroorzaakt, dit komt te flee- ken tegen de kroon van den hoorn, en maakt de Paarden kreupel. Zy kry-
|
||||||
na Toevlucht- of Heilzame
krygen het meest door horten-'en Ito-
ten, of trappen óp bruggen en plan- ken , ook door kwetzing; fommige krygen dit ook uit de natuur, alzoo ik dikwils de Veulens van acht dageii oud gezien ' heb, die zulks hadden. Hiertoe zyn vetfcheidene hulpmidde* len, en.vele daar ook mede genezen, maar daar k een groot onderfcheid * want fommige liggen hooger, andere lager, ja fommige zoo laag, dat een gedeelte onder de hoorn komt, daar- om zoo kunnen die, welke laag lig* gën zoo goed niet genezen worden, als diegeéne die hööger liggen, nog- tans is het noodzakelyk de genezing te ondernemen , op hoop van her- Helling. Vooreerst, zal'men de licht- fte manier aanwyzen, welke er vele geholpen heeft; dat'is, neemt een onc,e cantarides, een onc,e euforbium, dit fyn gefloten tot poeijer, en dan gemengt met twee once oïy van heijefi, eert lood maagdenwasch, een lood honig en een lood harst; dit alles onder el* kander gefmolten, en als het te zamen gefmolten is, moet men het poeijer van
|
||||
Hulpmiddelen voor Paarden. 113
vaneuforbium en het cantarides daar on-
der roeren, en laten het zoo al roerende koud worden; als men het gebruiken wil, moet men op die plaats het haar, eerst kaal affcheer-en, en fmeeren dan van dezen zalf daarop, -zoo dik als het daarop zitten wil blyven, maar men moet het eerst een weinig warm maken, niet al te warm, maar dat het alleen een weinig ïmelt, om des te beter met de yzeren fpatel te kun- nen fmeeren. Neemt dan een warm yzer en houd het daar tegen, dat het op de voet warm word; dit een dag/vyf of zes gefmeert hebbende, moet men ophouden, en laten het eenige dagen berusten, totdat de roven er afvallen, en alles weer klaar is; dan weer op nieuw, gelyk te voo- ren, en dat tot driemaal toe. Indien men het wat wil verzachten, zoö neemt brandewyn en oly van olyven, onder elkander gedaan , en daarmede ge- fmeert; doch als het dan niet gene- zen is, zoo moet men het een maand of twee aanzien, en daarna moet men dan nog verder er mede voortvaren. H Als
|
||||
114 'toevlucht of Heihamê
Als de Overhoeven met deze voor-
gaande hulpmiddelen niet willen gene- zen j, zoo neemt een groen hout, zoo dik als een hamerfteel, en klopt de Overhoef zoo hard en ftyf, tot dat de plaats heel week wordt, en dan vlymflagen daarin geflagen, en laten het een weinig uitblöeden, en als het Begint op te houden, neemt dan oly yan bei jen, èn laat die al ziedent heet worden, en dan met een wollig kwas- tje daarop geftreken, al ziedent heet, twee of drie dagen lang, en met werk daar dik op gelegd, en dan wat pek gefmolten , en daarvan een pleifter gefmeert, en met werk daarop ge- legd, en laat het zoo lang leggen* totdat het van zelfs afvalt,; dan voorts gefmeert met kalk en zeep , totdat het weer toe is; en dan eenige da- gen gewasfchen met brandewyn. Op deze manier zyn er een menigte gene- zen. Doch zoo het daar niet mede genezen wil, hetwelk gebeurt, zoo' is daar niet meer aan te doen, als nog wat te fmeeren met de oly die men voor fpatten en gallen gebruikt, ge« |
||||
Hulpmiddelen nor Paarden. 115
lyk hier vooren gezegd is* of anders
hard geklopt en gebrand, gelylc de ipatten , en daar eene heete pek' pleifter op gelegd, en die daarop laten leggen, tot- dat ze van zelfs afvalt, dit is ook zeer goed. |
||||||
XLI. HOOFDDEEL.
Voor een Breuk der Paarden.
Wanneer een Paard, aan de buik
een fcheurfel mogt krygen, het zy in de buik of liezen, zoo zal men het Paard nederliggen op zyn rug, met de beenen omhoog, op- 1 dat daardoor de darmen weder kun- nen inzakken. De plaats geopend zoo groot als het fcheurzel is, moet men eerst van binnen de band van de buik met een dubbelde zyden draad wel vast en goed toenaaijen; dan met wat boter van binnen gefmeert, en daar* op het vel van buiten mede toenaai- jen, en met popelioen zalf en boter ge- fmeert; maakt dan een loode plaat aan een compres, of drie a vier dub- belde drukdoek» of een houte plaat, Hj - die |
||||||
116 Toevlucht of Heilzame
die daarop past, en het fcheurfel kan
inhouden, met twee of drie doeken daar dubbéld over gelegd, en dat wel voorzien zynde, zal men van buü ten ftooven met gekookte byvoet, haasjesblaan en heidens-wonderkruit, in hier gekookt, en wat oude boter en rcuzal daar onder gedaan. Óm van binnen ook iets te doen, zal men tus- fchen beide het volgende ingeven: neemt een once fpekworteU met een handvol faly, in goed bier gekookt, en dat ingegeven om de vier of vyf dagen eens. Vooral moet de compres wel bezorgd worden, dat het matig- lyk ftevig aangedrongen word, en van buiten gefmeert met popeli&en zalf en boter, onder elkander gefmolten; het geneest indien er wel op gelet word. Wanneer men het Paard omhoog kan binden, dat het in- acht dagen, alwaar het langer, niet liggen kan, is des te beter; maar wanneer de breuk in de balzak is,zoo moet het gemeden wor- den door den Lubber en alzoo gene- zen worden. |
|||||
XLII. HOOFD-
|
|||||
Hulpmiddelen voor Paarden, ny
|
||||||
XLII. HOOFDDEEL.
Teekenen om de gefcheurde of gelorften
partyen <van binnen te kennen. Wanneer er eenige gefcheurdheid
is binnen aan de long, zoo komt er eenig bloed uit de neus- gaten; is daar iets gefcheurt of ge« borften aan de lever, zoo komt daar dadelyk een gezwel onderaan de buik, en het gemagt zwelt op; zoo daar iets aan de milt is geborften of be- fchadigt, zoo kfygen zy een hardig- heid in de zyde, en zwelt op, laten dadelyk het eten, en zoo men hen laat gaan, fteenen ze gedurig door de pyn. Wanneer iets aan de nieren befchadigt is, zoo pisfen zy bloed. Wanneer men eenige van deze bo- venftaande gebreken ontdekt , zoo zal men verfcheidene dagen ingeven dit navolgende. Neemt een muddetje óly van olyven, een muddetje bran~ dewyn, met een half once driakel9 en dat onder elkander gemengt, en ingegeven» en dan genomen een hand H 3 vol |
||||||
™—i^
|
||||||
iV8 Toeylucht of Heilzame
vol fpekwortel of wortel van confolida ,
en die gekookt met een emmer wa- ter , en laten het daar van drinken in plaats van andere drank, verfcheidene dagen; dit is dikwïls goed bevonden. |
||||||
XLIII, HOOFDDEEL.
Een drank voor inwendige KwetfureH*
Neemt een hand vol faly , een
hand vol rezemaryn, een hand vol wortel van confolida, een hand vol zuring, een hand vol lawas en fyne majolén, dit zamen gekookt in drie kanne bier, en dan door een doek gedaan, en daar onder een vierendeel ely van olyven, en een vierendeel oude boter, en hier van tweemaal daags elke reis een half pint ingegeven, en laauw warm gemaakt. Een ander voor hetzelfde.
Neemt poeijer diapente een oncé»
met een half vierendeel honig, en een halve kan klein bier, en dat onder elkander warm gemaakt en ingegeven, $lle twee dagen eens, is zeer goed. |
||||||
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
«••
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
XLIV. HOOFDDEEL.
Foor de Klein.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
H
|
et is een van* de allergrootste en
gevaarlykfte ziektens boven alle |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
andere; om diens wil, dat men niet
kan ingeven zoodanige medicamenten, als men wel zoude oordeelen daartoe bekwaam te zyn. Daar zyn verfchil- lende gedachten over, waaruit dezelve zoude mogen fpruiten, maar wat my aangaat, ik heb by ondervinding ge- leerd , en myn oogen hebben het ge- zien , meer dan honderd, of ze had- de elke reis een accident, en pyn, waaruit dat deze klem zyn oorzaak had. Ik heb Paarden gezien die ge- fchoten waren, en het accident kon niet tot dragen 'gebragt worden, bleef zeer vurig ftaan, door de pvn kregen H4 die |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
m i « r rr 't
I2Q Tomucnt of Heilzame
die de Klem; andere die gelloken wa-
ren , op dezelfde manier; nog andere die aan den hals gelaten waren; an^ deren die de ftaart afgehakt waren; ook fommige die gelubt waren; an- deren die geholt hadden, fommige met een wagen, andere met koetfen, ook mede die los geloopen hadden tegen hoornen, fommige tegen palen, zoo datze in het algemeen eerst een accident hadden, dat daar de oorzaak van was.^.Men heeft et ook gezien daar men uitwendig niets aan kon bemerken, maar dood zynde, bevon- den datze in het hoofd en in de herfenen waren gekwetst; zoo dat wy daar uit moeten befluiten en onder- zoeken of daar ook iets uitwendig gevonden word, wat de oorzaak mogt zyn; en indien daar iets wierd ge- vonden, zoo moet noodzakelyk de oorzaak weggenomen worden, en dan de behoorlykë middelen gebruikt wor- den. Maar indien het gebeuren mogt, gelyk ik er vele gezien heb, daar men uitwendig niets aan könde zien, zoo zal men deze hulpmiddelen ge^ brui-
|
||||
Hulpmiddelen voor Paarden, iöi
bruiken. Eerst, zoodra gy het komt
te bemerken, zoo moet men zoo veel bloed doen aflaten, als het mogelyk is, Wel driemaal op éenen dag, en dan nog drachten zetten aan de beide billen: of in plaats van drach- ten, gekropt, of het vierkruit gefto- ken, en zoo het mogelyk waar, ona iets door de mond in te geven, zoo zoude zeer noodzakelyk een purgatie dienen; maar om dat de mond als dan ten eerilen zoo vast gefloten is, dat men door dezelve niets kan ingeven, zoo kan dit niet gefchieden. Wanneer men iets door de neusgaten wilde ingeven dat kan ook niet ge- fchieden, want door de benaauwdheid, zoo openen zy de klap van de adem- pyp, en laten het in de nobele party op het hart loopen, en dat zoude alleen oorzaak kunnen geven om ze te doen fterven, daarom zoo is het ge- brek, dat men niet veel kan ingeven, maar door het doen laten en drachten zetten, worden vele geholpen; ja, ik heb fomtyds driemaal op eenen dag zoo veel bloed doen aflaten» dat men H 5 het |
||||
■%%% , Toevlucht bf Heilzame
het niet zoude kunnen geloven. Ik
heb ook wel vyf drachten gelyk ge- zet, en bevonden, indien de Paarden zoo lang leefden, dat de drachten be- gonnen te dragen, zoo zyn zy ge- menelyk genezen; en als ze drinken willen, zoo is het best roggenmeel, honig en water; men fineert ook fom- tyds aan de kakebeenen wel eenige verzagtende olye, als oly van kamille, van eonfolida, van rozen, van leliën, en het hoofd warm toegedekt. Men tnoet, en het is noodzakelyk,
warme pappen gebruiken, als van ka~ mille, meukte bloemen, kaasjensblade- ren met lynzaadmeel gemengd, en in klein bier gekookt; op het laatst daar by gedaan oly van witte lelïén, dit om den bals gebonden , maar den bals en de kakebeenen eerst gefmeert met oly van kamille en leliën. ■ Deze klem is zoo gevaarlyk, dat, het zy men al de middelen gebruikt, die men kan en weet te bedenken, alles niet helpt, nogtans is het ader* laten het voörnaamfte, doch het moet in geen kleine kwantiteit, maar zoo- |
||||
Hulpmiddelen voor Paarden. 123
danig gefchiede, als het de krachten
kuianen toelaten; en zulks moet dan gefchieden, en gedaan worden in de borst, achter aan de beenen, in de fpatader, aan de beide zyden in de buik, aan den hals, doch niet alles op eens. Ik ben gewoon de eerfte maal te doen laten aan den hals, en aan beide zyden van den buik in de fpatader, en dat zoo veel als het mo- gelyk is, en.als het Paard verdragen kan; wacht dan een uur, twee of drie, opdat het bloed zich weder tot alle partye kan verdeelen, laat dan weer achter aan de fpatader, zoo veel als het kan verdragen, en mogt het gebeuren dat het achter zoo veel niet bloede, als men wilden, zoo moet raèn weder doen laten aan den hals, zoo %veel als het kan verdragen; laat het dan weder twee uren daarna in de borst, zoo veel als het misfen kan; door dit middel zyn er veel de dood ontkomen. Het zetten van drachten moet echter gefchieden, daarom is dit mede niet kwaad; en buiten dien, zoo heb ik onderfcheidene hulpmiddelen zien
|
||||
124 Toevlucht of Heilzame
zien gebruiken. Maar vooral houde
ik dit niet goed; namelyk te laten zwemmen, of van hooge bruggen te werpen, den mond op te fchróeven, te doen zweeten door heete fteenen en azyn daarop te gieten, of het brood, zoo heet als het uit den oven komt en aan ieder zyden van het hoofd een heet brood gebonden, en dan met de allerheetfte oly geftreken, dit alles heb ik van geene waarde bevonden; maar doen laten en drach- ten te dóen zetten, is het beste. Hunne drank moet zyn water en roggemneel met honig, zoo dik en dun als het kan gebruikt worden. |
||||||
XLV. HOOFDDEEL.
Om Drachten of Fontenelkn te zetten.
Daar men veeltyds genoodzaakt is
om eenige drachten of fonte- nellen te zetten aan de Paarden om verscheidene redenen, namelyk, als wanneer een Paard zich zelven heeft geforceert, het zy in de borst of fchoudersj dat men dan het Bouch- lain
|
||||||
Hulpmiddelen mor Paarden, 125
lam noemt, of op andere plaatfen waar
het zoude mogen wezen, al fchoon men met de, allerbeste zalven, pf eenige goede oly-balzem, het een langen tyd geftadig fineert, en dit doch niet helpen wil, der halven daar dan drachten of fontenellen moeten 'gezei'. worden. Dezen nemen weg en trekken na zich,al het geforceer- de of geronnen bloed, hetwelk door de zalven niet heeft kunnen vermurwt worden, hier in doet hetzelve veel goed;. ten tweeden, zoo is het zeer noodzakelyk in andere heete ziektens, die door langdurigheid van tyd zich zei ven door het galachtige bloed en door overvloedige kwade ; vochten zich hebben verfpreid.- Jn deze ge- vallen doen de drachten goeden dien- ilen, want al fchoon men door eenige goede dranken of andere medicamen- ten de gezondheid der Paarden wel kan helpen, maar omdat men dezelve niet al te zeer met zware en fterke dranken zoude forceeren, als men die al eenige tyd gebruikt heeft; daarom is dit iömtyds dienftig: als mede ook |
|||||
!"
|
|||||
ii6 Toevlucht óf EteilÈame
in eert fehielyken overval van eenige
zïektens die heel fubiet aankomen , daar men als dan mogte vrezen, dat men geen tyd genoeg zoude hebben om andere medicynen in hét werk te ftellen, om Zoodanige ziektens te over- winnen. Wanneer men dit wil in het werk ftellen, moet men vooreerst wel onderzoeken en naauwkeurig op let- ten, anders konde daar verfcheidene ongelukken door komen. By voor- beeld : alle drachten of fontenellen worden gezet om alle kwade onge* fteldheden uit te trekken; zoo gebeurt het fomtyds dat daar zoo veel ftoffe. toekomt vloeïjen* dat het een afgrys- felyk gezwel maakt, ja meer als de drachten kan verzwelgen : terwyl alles Zoo fpoedig niet tot etterftof kan gebragt worden; daarom is het altyd hoog noodig, dat men die plaats al- tyd wel gedekt houd, met een lin- nen kleed of doek, en met zagte plyfters op de wonden; want de lucht is daar fchadelyk by, zoo wel de hitte als de koude, daarom met goede zorgen kan men dikwils vele gevaren voor-
|
||||
Hulpmiddelen voor Paarden» iaj
voorkomen, die men anders moet ver-
wachten; want die groote gezwellen die daarop volgen, trekken anders in het ligchaam, of na het hart, en ver- oorzaken de dood. Om deze drachten of fontenellen dan te zetten, zoo gaat men op onderfcheidene wyzendaarme* de te werk: vooreerst, om een dracht te maken: neemt van de dunne zwarte eleboris of nieswortcl, die bewonde» met vlas of werk, dat het bedekt is, zoo dik als een duim, opdat de wor- tel niet aan het vleesch geraakt; dit poppetje rondom vet gefmeert mee yerkensreuzel, en dan eene opening gemaakt, daar gy oordeeld dat het van aooden is,en zoo groot dat het propje daarin kan door het vel; voorts vol gepropt met reuzel; laat verders de huid losgemaakt; omtrent twee duim in het vierkant, en het propje daarin geftoken, en het dan zoo ftil laten zitten, maar wel gedekt, gelyk ge- zegd is. Nog een andere manier: neemt en vlecht koord, omtrent .zoo dik-als een vinger, uit de ftaart of de manen van het paard, en de andere helft van |
||||
128 Toevlucht of Heilzame
plas otwerk, zoo langhals gy zelverr
wilt: dan met een plat yzer-een ope- ning gemaakt, en fteekt dan van bo- ven af aan de bours, of waar net zou- de mogen zyn, tusfehen vel envleesch, zoo lang als gy wilt; maar die opening die tusfehen vel en vleesch gemaakt word, moet wel eens zoo wyd zyn als -de koord dik is, anders zou de etter- ftof niet genoeg kunnen fpelen of uit- zakken. Ten derden, zoo kan men er ook infïeken een hruiswortel, een <vyf- yitiger kruiswortel, of een ekborhworteU tje, ieder apart; maar die twee eerde drachten zyn de beste, of ten ware dat het in een haastige ziekten was, gelyk het Longvuur is, of een ander pesrilential^ en fchielykoipverval, ge- lyk de Klem of andere dadelyke ziek- tens, die men dan zoo fpoedig niet kan helpen, met doen jaten of dran- ken in te geven, zoo zyn dan drach- ten of fontenellen noodig en dienftig voor alle ziektens en accidenten, als die goed gelegen.zyn; en op zooda- nige plaatfen zyn gezet daar ze goede werking kunnen doen. XLVI.liOÖFD-
|
||||
Hulpmiddelen voor Paarden. 129
XLVI. HOOFDDEEL.
Daar .is eene ziekten die de Fran-
fchen noemen corbatur, de Hoog-^ duitfchen noemen die hersthlaehtig * maar in de ^Nederduitfehe taal heeft die geen andqre naam, als: eene droogt Long. De kenteekens daar van zyn een drooge hoest en een korte ademha- ling; het is bykans als de dampigheid; de oorzaak daar van is». dat de Paar* den fomtyds uit den adem werden ge* rederij overwerkt, of in jloffige we- gen gereden zyn. Het hulpmiddel hier voor is, eerst purgeren, en dart doen laten;en de drank.die Ze drinken moet zyn water, en daarin gelegd een once drop van zoethout, met eert pond geftampte lynzaadkoek,, als het Paard hier van gedronken heeft, kan men er altyd weer wat by doen; maar onder de hawr moet men geven wat zemelen i en elke reis een a twee handen vol van de .gefloten lynzaadkoek; het is ook goed de diapente te gehrui- ï ken; |
||||
i3,o Toevlucht of Heilzame
ken; men zal nemen een once dia-
pent e, en koken het met een halve kan bier, en dat- ingegeven. Men moet weten dat deze ziekten zooda- nig is, dat ze niet dadelyk kan genezen worden, al gebruikte men de beste hulpmiddelen, maar dezelve moet met zoetigheid verdreven worden, en de middelen die men gebruikt, moeten dikwils gegeven werden, en ook het poeijer roijaal een tyd lang onder de haver gegeven, is mede goed;, en al te met eens doen laten en purgeren, zoo word het eindelyk verdreven «n overwonnen. «
XLV1I. HOOFDDEEL.
Voor, de Mokvoet.
|
|||||||||
D
|
e Mok is zeer different, daarom
moet er zeer fcherp op gelet |
||||||||
worden, om dezelve te kunnen on-
derfcheiden ,• de eene kan zalven ver- draaien en de andere niet. Sommige Mokken komen door eenige ziek- tens, die onder in de uitlokken val- len, en door die brand, zoo komen daar
|
|||||||||
:■*'• ..■:*
|
|||||
Hulpmiddelen- voor Paarden. 131
daar gaten in te vallen, hetwelk de
Fraófchen noemen, blanmal; deze kan geene de minfte fcherpte van zalven verdragen, maar die moeten met zag- te pappen gehanteerd worden; deze pappen kan mert koken van roggen- 'tncel, reuzel, bier en een weinig ge- ftampte lynmadkoek, dat daarop ge- bonden, en met de zalf baftticutn voor eerst gefmeert, zoo lang tot dat men ziet dat den brand daar uit is, en dan voorts' genezen met de sgypfia» cum. Er is nog een andere foort van Mok, daar ook niets uitvalt, maar nogtans zoo zyn het ook zeer fcherpe en heete humeuren, die daarin kun- nen vallen; hoewel men dezelve wel kan genezen met de bereiding van deze zalf: neemt agypfiacum en mengt daar .onder fpaansch groen, en gerande aluin, men móet het zoo ftrak maken dat het daarmede opdroogt, en indien dit niet genoeg wil opdrogen, zoo neemt ivitte vitriool, twee onfe, met een half pint wynazyn, dit te zamen gekookt, en alle dagen eens mede gewasfchen; het purgeren en doen la- I 2 ten |
|||||
132 Toevlucht of Heilzame
ten is daarby ook goed, want dit ver-
zet de humeuren, en de módrkafloen- ten kunnen des te beter hunnen wer- king doen. De derde foort van Mok is die,
welke Hinkende voeten hebben, daar water met fchuim uitkomt; deze heb- ben fomtyds knubbels aan de beenen, maar als zy die hebben dan moet men dezelven affnyden en gelyk maken, en dan deze zalf gemaakt: neemt ge- brand koperrood, gebrande aluin en fpaansch groen, van elks , een onc,e, dit klein geltoten, met een onge rattekruit, een half lood kwikzilver, en een half ppnd reutel gefmol- ten, dit onder elkander gekookt, en al roerende laten koud worden, en dan alle dagen daarmede gefmeert. Mok-zalf om op te droogen.
Neemt goudgelid een onge, twee
on§e fpaansch groen, een onc,e vitriool, en een on§e gebrande aluin; dit te zamen klein gefloten, en met een pond honig laten koken, en als het goed doorgekookt heeft, moet men he$
|
||||
Hulpmiddelen voor Paarden. 133
het zoo lang roeren dat het geheel
koud is. Maar indien dtt nog niet genoeg wilde opdrogen, zoo neemt en roert daar nog rattèkruit onder, zoo weinig of zoo veel gy oordeelt genoeg te zyn. < ' No$ een zalf voor de Moh
Neemt een pond honig gekookt,met
vier once Jpaansch groen. Nog een ander.
Neemt een pint w'ynazyn, met vier
once witte vitriool gekookt, en daar alle dagen eens mede gewasfchen , droogt fterk, en is meest altyd goed bevonden. Een ander.
Neemt agypfiacum, en daar onder
geroert zoo veel fpaansch groen en zoo veel rattekruid als men denkt noodzakelyk te zyn, want daarmede kan men het zoo fterk maken als men wil, na dat de gefteldheid der acci* 4enten zyn. Nog een ander?
Neemt zwarte zeep, gemengt met
cngehluschfe kalk; dit tot een zalf ge-
1 3 maakt
|
||||
134 Toevlucht of Heilzame
maakt en daarmede gefmeert, droogt
ook zeer goed, Neetnt hperrood, witte vitriool §
aluin en lange peper, van ieder twee once, fpaansch groen een once, en een weinig mercurium fublimaat, dat te zamen geftampt, en in een nieuwe pot gedaan, met derdehalve kan re» genwater gekookt, en daar alle dagen mede gewasfchen; maar om dat de Mok-heenen zoo different zyn, zoo moet men proberen of- het mét de eene of andere remedie genezen wil. Nog een ander water voor de Mok.
Neemt een pint wynazyn, een vie-
rendeel koperr00$ i een lood aluin , een lood zwavel, een once galnooten, * te zamen gefloten en opgekookt, en digt toegedekt, is ook goed. 1
XLVIII. HOOFDDEEL.
Als een Paard het Ugchaam te veel purgeert.
Neemt een pint roode of witte wyn,
twee once olyf-oly, een lood terpentyn, een eetlepel poeijer diapen- te, |
|||
t Hulpmiddelen voor Paarden, 135
e, en een once metridaat, te zamen ingegeven, en als men het te drinken geeft, zoo zal men geven laauw wa- ter met tarwenmeel daarin gedaan, Zoo dikwfls als ze bet drinken willen. .' Een ander. ■
Neemt een emmer water, en een
groot ftuk ftaal heet gemaakt, en in het water geftoken om uit te blus- fchen, dit kan men niet te veel doen» Een ander*
Neemt een ftuk ftaal, driemaal heet gemaakt en in twee pinten zoetemelk driemaal ingelegd, dan een maatje bloem van tarwe' daar onder gemengt, en het Paard daar van ingegeven, zoo veel als men goed vind. Een. ander.
Neemt vier verfche hoenderei'j'eren,
een half pintje roode of witte wyn, en één nootenmuscaat daar onder ge- klest, en dan ingegeven. Een ander.
Neemt twee dragma rhabarber, een half lood alantswortel, en een half I 4 lood |
||||
136 Toevlucht of Heilzame
lood nootenmuscaat, dit met een half
pint roode of witte wyn ingegeven. Een ander.
Neemt een pint witte wyn, een
pond oly van olyven, een half onfe terpentyn <yan <vemtien, een once me** tridaat, een halfje amandelmelk, en een klein weinigje yerruis; dit te za- men onder elkander gemengt, en in een pot een weinig warm gemaakt, etf ingegeven, en heel warm gehou- den. Indien het een klein, of zeer tenger Paard is, zoo moet men de derdepart minder geven. ^'xlixTh^ofddee'lI
Voor de Lwterflal.
De Louterftal is een koude pis, of
een brandend water; en fpruit vèeltyds voort door verandering van water te drinken, en voornamelyk als het brak is, ook wel van vermufte haver of ftinkend hoon Wanneer ze deze ziekte hebben, zullen ze alle 00- genbü'kken willen drinken, en kort daarop pisfen; dit water veroorzaakt een
|
||||
Hulpmiddelen voor Paarden. 137
êch grooten brand in het ligchaam, dat
de Paarden daar door ziek worden. De hulpmiddelen ter herftelling daar voor zyn: neemt vyf of zes róoden gebakken fteenen, hoe ouder hoe be- ter, legt die in het .vuur, en laat die geheel doorbranden; legt dezelve dan heet in een tobbe met water, en als het koud geworden is, zoo laat het paard daar van'drinken; dit gedronken hebbende, al weer op nieuw de ftee- nen gebrand en daarin gelegd. Het is ook niet kwaad eens doen laten, en bladeren van zwarte aalbesfenboomen fyn gemaakt en onder de haver . te eten gegeven. Een ander.
Als men in de gelegenheid is, dat
men de gebrande klei van de vormen daar men de kanonftukken ingiet, kry- gen kan, zoo zal men van deze fpe- tie een genoegzame kwantiteit in een tobbe water doen, en laten het Paard daar van drinken. Anders kan men zich ook bedienen van gebrande leem, of klei van een ouden kalk-oven; dit 1 5 «*
|
||||
13 8 Toevlucht of Heilzame
in het water gelegd als boven; en als
hetzelve er afgedronken is, zoo moet men al weer water daarop gieten, en er gedurig van laten drinken* Een ander.
Neemt wit' kryt, en dat gefloten
tot poeijer, in het water gelegd, en laat het daar van drinken. ■Een ander.
Neemt gefloten akers in het water
gelegd, en daar van gedronken. Een ander.
Neemt een pond ongekookte ftyf-
zei, met een half pond robêlus, heel fyn gefloten en in het water gedaan met tarwenmeel, zoodat het dikach- tig word. ; Het is noodig velerhan- de recepten te fchryven, maar daar men alles niet kan krygen, of by de hand heeft, dat men wel zou wen- fchen, zoo kan men dan het best kie- zen, en zich behelpen met hetgeen men het eerst bekomen kan; en ziet men dat het met het eerfle hulpmiddel niet wil helpen, zoo moet men hét doen
|
||||||
Hulpmiddelen voor Paarden. 139.
doen laten, en onder het bloed men-
gen een korfje zemelen of roggenmeel, en laten het dan Haan drie uren zon- I der eten, en geven het dat dan te drinken of te eten, zoo het best wil, met het een of het ander, het zy een weinig haver daar onder gedaan, of in een eramer met water te drinken ge- geven; en verder zoo zyn de poeijers van düpente of het poeijer roijaal, (die tusfchen beide gegeven,) mede goed om te gebruiken. Nog een ander voor hetzelfde.
Neemt alantsmrtel, getttiana, car* . debewdiiïus en alzem, van elks een lood, dit te zamen gefloten en ge- kookt met een kan wyn, en in twee ryzen ingegeven, en eenmaal aan de buik doen laten, is zeer goed. \ L. HOOFDDEEL.
Wanneer het vet in het lyf ge/molt en is.
Wanneer een Paard zoodanig ver-
hit is, dat het vet in zyn lyf fmelt, dat is zeer gevaarlyk; want door den brand word het ligchaam van r bft» |
||||
140 Toeylucht of Heilzame
binnen overal geheel raauw; want het
vet friielt overal, zoo wel in de dar- men als daar buiten; de vliezen van binnen verbranden, en zoo komt het dan aan de long of aan de lever, en dat nog het allergevaarlykfle is, is het middelfchot, of het net; en zoo dat eenigzints verbrand, zoo moet het Paard fterven. Hierom moet daar met groote naarftigheid op gelet worden; men moet ze ten eerden doen laten, en veel bloed aftappen, om de inwen- dige brand te benemen; en dat met zagte middelen van binnen zoeken te verkoelen. Vooreerst, neemt oly yan ■ cotizolifla, oly van olyyen en raap oly9 van ieder een halfje, met een mudde- tje brandewyn ingegeven, en geeft het Paard te drinken water met roggenmeel en wat honig of mout daar onder, is mede zeer goed. Een ander middel. ,
Neemt een muddetje oly van olyyen,
met een muddetje brandewyn^ en drie dooren yan eijeren, onder elkander ge- klopt $ tot een drankje, en ingege- ven |
||||
Hulpmiddelen mot Paarden. 14.1
ven tweemaal daags; dit heeft er vele
geholpen. Nóg een ander.
Neemt een muddetje raapöly; en
voor twee ftuivers fajferaan, met een halve kan goed en 'versch bier: dit in- gegeven, en een van de verkoelende klifteringen geappliceerd. Een ander voor hetzelfde.
Neemt een half pint oly van olyven
met een muddetje brandewyn, en een lood vemetfche driakel, wel onder elk- ander gemengc en ingegeven, drie dagen'na elkander, dit heeft er vele geholpen. Maar men moet hun aan- houdend roggen- of garftenmeel met honig in water laten drinken: of anders goed bier met roggenbrood onder elk- ander, en laat dit zoo op eten, is mede zeer goed. , j Een ander.
Neemt een once fchamonie, met een
glas warm bier ingegeven, en des anderen daags een half rood rhabar- ber, ook met bier, en een weinig oly van amandelen, is zeer goed, en dik- maals
|
||||
142 Toevlucht of Heilzame
maals beproeft; maar men moet altyd
voeren met roggenbrood en bier, om te verkoelen. LI. HOOFDDEEL.
Wanneer een Paard Veeren of Gift
gegeten heeft. Neemt dan een once oryitaan, met
een pint wyn ingegeven , en warm toegedekt, en laten het drie tiren zonder drinken. Een ander.
Neemt een halve hand vol wynruti,
een halve hand vol kwas^ met een muddetje azyn, en een muddetje lyn- zaad oly, dit tot een drank gemaakt, maar de kruiden moeten klein gehakt ivoi;den en dan ingegeven. Nog een ander.
Neemt een hand vol/i/y, een half
pint zoetemelk; dit te zamen gekookt zynde, zoo moet daar in gedaan wor- den een half vierendeel boter 9 en la- ten het daarin fmelten; dan een lood miker> en een half once zevenhom^ fyn
|
||||
Hulpmiddelen voor Paarden. 143
fyn gefloten, en dit te zamen inge-
geven. Een ander.
Neemt een once yeneetfche driakel,
met een half pint oly van olyven, én een halfje brandewyn, onder elkander gemengt, en dan ingegeven. LH. HOOFDDEEL.
Een Zwam of Legen te verdrymn.
Deze Zwammen komen aan de
voorbeenen, boven aan de we- zels; deze moeten geopent worden, en dan gebrand met een dik knoop* yzer, zoo lang dat de dikke Zwam van binnen geheel verbrand is, hoe harder gebrand, hoe eerder genezen; eerst met boter, tot dat de wond klaar is, alsdan met andere heelzal* ven genezen, gelyk andere wonden. Deze Zwammen komen door het lig- gen op de hoefyzers, of ook we! door "het liggen op de fteenen. |
||||
LUI. HOOFD-
|
||||
144 Toevlucht of Heilzame
——
LUI. HOOFDDEEL.
Om dikke Hakken te yerdryien.
De dikke hakken die men gemene*
lyk Schythakken noemt, komen door dat de Paarden gemenelyk zich ftooten of door achter uit te flaan, zoo dat de zenuwen van binnen beginnen te lekken en dezelve vol water ko- men ; maar zoo lang daar niets anders meer by komt, kauf het alleen met fmeeren geholpen worden, maar het moet ten eerften gefchieden, of an- ders zoo wast daar "zwammig hart of wild vleesch in; als dat daarin gewas- fchen mogt wezen, zoo kan het fmee- ren niet helpen. Men moet dan tot het brandyzer overgaan, en maken dan eerst een klein gaatje in de onderfte kant, achter aan, zoo groot dat men daar een vinger kan infteeken; neemt dan een heet yzer, daar aan het einde een zeer dikken knop asn is, dat byna in het gat kan, en brand het van bin- nen redelyk hard; het yzer moet drie- of viermaal heet gemaakt worden. Sorntyds komt daar iets uit, gelyk de kuit
|
||||||
, k TMpmuldekn voor Paar Jen. 145
kuit van eene Haring $ dan moet het
maar matelyk gebrand worden, en niet zoo hard als of dit niet te voorfchyn kwam. Als het byna genezen is en rog niet dun genoeg word, zoo moet het nog eens gebrand worden; maar zorgt, dat de buitenfte zyde van delfuid niet te veel brand, om geen kalen plek te houden. De opening dus met branden gemaakt zynde, zoo moet men de wond eerst met boter eenige dagen vol floppen, tot den brand er uitgehaald is, en dan de wond geheeld met agypfiacum, of met zap van nagU fchade daar in gefpuit, of met een veertje daarin geftoken ; en als het begint toe te gaan, dan wat poeijer daar op, omdat het vleesch niet te hoog zal wasfchen. *Men kan ook in alle gevallen eet
men tot de branding wil overgaan $ de dikke Hakken eerst fmeeren. Neemt dan oly petere, oly van lateribus, en oly van nardus, deze drie olyjen on- der elkander gedaan, en daar alle da- gen mede gefmeert: maar als het met dit fmeerfel niet wilden genezen, K zoo
|
||||
%4-6 Toevlucht of Heilzame
zoo is men genoodzaakt tot de bran-
ding over te moeten gaan, waardoor er vele geholpen zyn. LIV. HOOFDDEEL.
Voor dollen Knollen.
Deze ziekten is een groote verftop-
ping in de lierfenen, waardoor dezelven zoo zyn bedwelmt, dat de Paarden zuffelen ofze dronken waren, ja vallen of tuimelen neder, en liggen fomtyds zoodanig ofze dood waren. Het is een zware ziekten, die door groote brand ontftaat, welke uit het ligchaam na het hoofd vliegt, en de herfenen verbrand;, maar als men daar goed mede te werk gaat, is het ge- neeslyk. Het is noodzakelyk dat men ten eerfte het Paard doet laten, en zoo men de gelegenheid heeft, en de tyd het toelaat, is het noodig het jn de weide te brengen, voorname- lyk des nachts, door dien ze geen bedomptheid van de ftallen, kunnen verdragen; want hét is my menig- maal gebeurt, dat het ons onmogelyk was
■v ■ .
|
||||
ïhlpmiddekn <vw Paarden, 147
was ze in de weide te krygen» daar de-
zelve byna dood fchenen te zyn. De zoodanigen hebben wy menigmaal op hordens gelegd, en na de weide ge- bragt, en aldaar een paal in de grond geflagen, en het Paard daaraan vast gelegt, en dan in de neusgaten ge- fpüit, een halfje wynazyn, met een half halfje oly van olyven, en een dragma fyn geftoten peper, met een klein weinig gemalen mostaart; dit in twee reizen, 's morgens en 's avonds. Als het begint by zich zelven te ko men, en op te ftaan, dan moet men dit navolgende ingeven. Neemt een tnuddetje a-zyn, met een halfje oly van olyyen, en een eetlepel vol zui- ker> en des anderendaags nog eens dezelfde drank. Als men fomtyds ziet dat het noodig is eenigen drach- ten te maken, zoo kan men wel aan den hals of achter' de ooren, een worteltje van yyfyingerkruit fteken, hetgeen een goede dracht maakt'; ik heb er menige genezen zonder drach- ten, maar men moet altyd trachten dit buitens huis te krygen, want de Ka lucht
|
||||
148 Toevlucht of Heilzame
lucht helpt veel; is het zomerdag,
dat het des daags.heet is, zoo moet men die over dag op ftal en des nachts buiten brengen. Is er nog meer van nooden, zoo nejmt de dia- pent, is ook goed ingegeven, maar eerst gekookt met bier, en dat dik- wils in de neusgaten gefpuit, gelyk hier vooren gezegd is, en laat het water met roggenmecl en honig drinken, ———o—i i ■ i i ■■• mmmmmmmmm^Êmmmmmmm
LV. HOOFDDEEL.
Voor Kramp 'm de Beenen.
Het gebeurt veeltyds dat de Paar-
de kramp in de beenen kry* gen, voornamentlyk in de ach ternee- nen , zoo, dat de Paarden flyf blyven ïtaan, en het hun onmogelyk is voort te kunnen loopen; men moet wanneer dit gebeurt, de geringde middelen eerst beproeven, hetwelk veeltyds gelukt; neemt twee fterke kerels, aan eiken zy van het hoofd één, en zet het Paard met een groote kracht ach- terwaarts, ilaat het met een bollepees of met een ftok voor het hoofd , of voor
|
||||
Hulpmiddelen nor Paarden. 149
voor de borst, of voor de beenen,
en door deze geweldige achterwaarts dringende kracht, is het dikwils los geraakt. Zoo dat niet gelukken wilde, (hetwelk zelden gebeurt;) zoo mpet het in de noodftal gebragt worden' en het krampbeen met een touw van vooren opgenomen, en hetzelve over het lyf vast gemaakt; en laten het dan zoo met groote force fpringen, zoomoet de kramp er uitgaan, en dan het been gefmeert met terpentyn oly, om dé veerkracht te bevorderen, en dan wat gewandeld. Men kan het nog op een andere wyze beproeven. Wanneer men Op een hooge of bergachtige plaats is,' zoo moet men het Paard met geweld dwingen om achterwaarts te gaan; dit is wel een van de beste middelen om de kramp er uit te kry- gen, alzoo het door de kracht ge- dwongen werd, dat de peezen weder veerkracht krygen. Balzem:, tegen gekrompene of opge-
trokken Peezen en Zenuwen. Neemt in de voorzomer de uitfpruit-
K 3 fels |
||||
i5o Toevlucht of Heilzam
fels van geneyët 'boomptjes , twee a
drie pond, floot die in een mortier Z,oo week als pap, mengt hieronder twee pond verfche boter, zet. het in een pan op het vuur, en laat het om- trent een vierde van een uur fterk opkoken, zet het dan af, en omtrent koud geworden zynde, zoo wringt het door een dpek. Zet dan deze doorgewrongene boter (die nu groen moet zien) weder op het vuur, en doet er op nieuws twee pond van d§ genoemde geftampte fpruitjes in, ea nog een vierde van een uur opgekookt en doorgewrongen; dit is een uitne- mende balzem voor deze kwaal. Het gebruik is, dat ge eerst met een droo- ge hand de beleedigde plaats zoo lang ftrykt en wryft tot ze goed warm is, neemt dan een ftukje van deze bal- zem in de hand, en Wryft het zeer fterk in: dit twee è driemaal daags, en veertien dagen achter eikande- ren gedaan, zal zekerlyk beterfchap geven» |
|||||
LVL HOOFD-
|
|||||
Hulpmiddelen nor Paarden. 151
|
|||||
LVI. HOOFDDEEL.
Voor gezwollen Beenen^ of anderzints.
Het gebeurt veeityds dat een Paard
geflagen of geltoten word, en dat daar eem'ge gezwellen van komen die niet wel weer .-willen'weg'gaan, zoo neemt dan ütargerium aureum, ro- holus en vitriool, van eSks even veel, en dan klein geltoten, dit gemengd met honig en brandewyn, en daarme- de gefmeert, Voor gezwellen die oud en hard zyn.
Neemt kw'ikzilyer, gemengd en ge-
dood met terpentyn, doet daar onder fyne gefloten Ütargerium en robêlus, laat dit daar vyf of zes dagen op zit- ten ; wanneer het dan daar af is, zoo moet men het nog wat fmeeren met reuzel en kwikzilver, onder elkander gemengd tot een zalf, want dit doet verwyderen en verzachten alle verou- derde en verharde gezwellen. Nog een ander.
Neemt wynmoer, het jky roode of
K4 ; wit-
|
|||||
153 Toevlucht of Heilzame
witte, Cdodi de roode is wel de bes-
te, wanneer men die krygen kan,) twee kannen, kat dit zoetjes koken, en doet al roerende daar onder een pond tarwenmeeU met een pond honig en een pond bruine zeep; laat dit al roerende koken, totdat het bekwaam is, gebruikt het zoo warm als het ly- den kan, maar men moet toezien dat het niet aanbrand. Foor, hetzelfde.
Neemt een half pond [pacwfchezeep>
fchraÉS die heel fyn in een muddetje brandew^n, klopt dit onder eikanderen in een pot, dan is het een goede zalf. • ; Nog voor hetzelfde.
Neemt koemest met oude boter en
hrandèwyn, onder eikanderen gemengd en warm gemaakt, en daarop gelegd. 'Voor Gezwellen die oud en hard zyn.
Neemt gefloten lynzaadkoeken 9 een
pond, roggenmeel twee pond3 bloemen van kamille fyn gefloten, venegriek een lood gefloten, robêlus een lood, en een muddetje lynzaadöly, kookt dis
|
||||
Hulpmiddelen voor Paarden. 153
dit tot een dikke pap, met half klein
bier en een half wynazyn;; en wel ge- kookt zynde, ligt hét daar warm op. Foor gezwollen Beenen.
Neemt klei aarde, zout en wyn~
azyn<i onder elkander gemengd tot een pap; jdan de beenen rondom daar- mede beftreken, zoo dik als het er op kan, en dat dikwyls ververscht, trekt krachtig uit. Nog voor gezwollen Beenen,
Dewyl de gezwellen zeer onder-
fcheiden zyn, en dat men fommige met kleine hulpmiddelen dikwils zou- de kunnen helpen, magr. aan fommige Paarden wil men djkraaals" niet veel kosten doen, dewyl men ook wel op plaatfen is daar men alles naar zyn genoegen niet kan hebben: derhalven zyn hiertoe velerhande medicamenten die zeer goed zyn: neemt twee pond tarwenmeel, mengt daar onder wyn of water in een pot, tot een pap, en doet er dan nog by: een half pond Hlus, een pond honig, een half pond zwarte pek, een half pond terpentyn, K 5 twee |
||||
154 Toevlucht of Heilzame
twee on§e komyn , twee ©nee oly
qan beijen, 'twee-once dealthea, een onge drakenbloed, twee once lauritr- besfen, twee onge wnegriek, twee on- 9e lynzaadmeel, meteen onc£ fpeköly; laat dit alles goed onder eikanderen zagtjes koken, maar men moet daar zoo veel wyn of water bydoen, dat het zyn behoörlyke dikte houd. Dit als een fchorze daarop gefmeert; deze medicamenten zyn wat kleefachtig; wanneer er dit dan eenige dagen op gelegen, en zyn werking meest ge- daan heeft, zoo neemt wat lampöly en maakt die warm, fmeert het dan daarmede, zoo weekt het wederom los, en wast het dan met pis. LVII. HOOFDDEEL.
Voor gedrukte Paarden, door Zadel
of ander Tuig. Het gebeurt veeltyds dat de Paar-
den gedrukt worden met de za- del of andere tuigen, komende veel- tyds door onvoorzigtigheid, want als Iemand! op reis gaat, zoo dient vooral zorg
|
||||
Bülpniddelen wir Paarden. 155
yore gedragen te worden, dat de zadel
wel op het Paard past, het zy die oud of-nieuw is; het voornaamfte is, dat de zadel voor op de fchoft niet kan inzakken, dewyl een Paard aldaar 0p het allerminfte geen drukking ly- den kan, omdat aldaar de beweging gedurig gaan moet» en die plaatlen met weinig vleesch bedekt zyn; ter- wvl dit geitel met het gebeente, en veel zenuwen en aderen te zamenisaan eikanderen verbonden, zoo datze op die plaats zeer weinig dekzel hebben- de, de alderminfte kwetzing niet kun. nen verdragen. Zoo het dan gebeurt dat het op de fchoft word gedrukt, is het veel gevaarlyker als op andere plaatfen, die dan meer vleeschwonden genoemt worden en kunnen met veel minder moeite genezen worden als die gene daar wy eerst van hebben gefpro- ken Ik rade dus een ieder aan, wel acht op de zadel te geven; by voorbeeld als men eerst op reis gaat, dan is het Paard dik en rond, de zadel is wel opgevuld, maar de Paarden worden dunner en verminderen, het kus-
|
||||
!5& " Toevlucht of Heilzame
kusfen of het opvuldfel van de zadel
pakt op eikanderen, en zoo gaat als dan de zadel inzakken: derhalve moet men gedurig daarop letten en • daar naar zien: wanneer men begint te bemerken dat het begint te zakken, zoo moet men daar dadelyk hulp toe zoeken; fomtyds is het op den weg, of op de reis, dat men geen Zadel- maker kan bekomen, zoo moet men met hooi, gras, of ftroo tusfchen de zadelboom en het kusfen opvullen, zoo veel als men oordeeld noodig te zyn, en zoo doende kan men ver- fcheidene tdergelyke accidenten voor- komen , waardoor meenige Paarden be- waard worden, zoodat den Ryder zyn reize met plaifier doen kan;dit heb ik nu alleen gezegd om zulks voor te ko- men. Maar wanneer men het acci- dent gewaar word, zoo moet het evenwel herfteld worden, doch daar is een groot onderfcheid tusfchen de wonden op den rug, op de ribben , of op de fchoft, gelyk hier vooren is verhaalt. |
|||||
Vw
|
|||||
Hulpmiddelen voor Paarden. 157
Foor gedrukt op de Schoft.
Wanneer een Paard voor op de
fchoft gedrukt en gezwollen is, en men nog niet regt kan bemerken of het dienftig is geopent te worden, zoo zal men vooreerst daarop liggen dit.vol- gende: neemt brandewyn en oly <van olyven-, van elks de helft, met een weinig rêbolus, dit goed door eikan- deren geroert, en daarvan zoo veel ge- nomen als men noodig heeft, nadat het gezwel groot of klein is, neemt dan w.erk en maakt hetzelve daarin doornat, én legt het daar dan zeer dik op, en een goed verband er om, dan zal men des anderendaags kunnen ontdekken, of het gezwel geopent moet worden, ja, dan neen. Zoo gy bemerkt dat het zal moeten worden geopent, zoo moet zulks door de kunst gefchieden ; geopent zynde, is hec noodig te onderfcheppen of er ook ka- nalen zyn, en dan kruiswys geopent, zoo ver het vel gaat, fhyd dan de vier hoeken heel glat af, zoo ver het los is, opdat gy een vlakke wond kunt krygen, want de wonden die op den rug
|
||||
158 Toevlucht of Heilzame
rug eenige kanalen hebben, die zyn
gevaarlyk, maar vlakke wonden die genezen eerder. Neemt dan zooda- nige zalven als hier vooren wegens de wonden befchreven zyn; eerst van de zachte, en dan van die wat meer op. drogeiader zyn. Nu aangaande van de andere druk-
fels op de ribbep, zoo die ook mede groote gezwellen mögten hebben, ge- lyk het dikwils gebeurt; die kunnen verdreven worden zonder fnyden, met eenige pappen of zalven. Het fe ook goed te gebruiken pappen van koemxt, hrandewyn en boter in een pot heet ge- maakt, en op de gezwellen gelegd; doch indien dezelve moeten geopent worden, dan moet men zorg dragen dat de wonden vlak en er geen kana- len meer zyn; dit gedaan en onder- zogt hebbende, zoo kan men de ge- nezing bevorderen met zalven of poe- jers, en met het uitwasfchen van zap- pen van groene kruiden: als naraent- lyk: nagtfchade en fchelkruit, geftampt in een vyzel, en door een doek ge- daan, dit gebruikt, is zeer goed. |
||||
^Hulpmiddelen voor Paarden, 159
*
Nog een ander.
Neemt fleenkalk met honig, ge-
mengd tot een deeg, en dan in den oven gelegd by het brood, laat het hard bakken, en dan fyn gefloten, is ook zeer goed. Nog wort hetzelfde.
Waaneer de plaatfen niet veel door.
gebroken zytt, zoo neemt kamfer een achtftendeel lood, feruis en bolus van elks een vierde lood, witte precipitaat ee*i zestiende lood, en zoo veel oly ya olyven er by gedaan om er een fmeerzame zalf van te kunnen maken: en daarmede tweemaal daags gefmeert. |
||||||
LVIII. HOOFDDEEL.
Kreupel in de Borst.
De kreupelheid in de borst word
genoemt by fommige Bouchlam, andere Bmchzwinde; deze kreupelheid kan voorkomen, door dat een Paard loopt of gereden word tegen een paal of boom, waardoor zy van binnen ber leedigt worden en eenjgzints van zyn plaats
|
||||||
ïóo Toevlucht of Heilzame
plaats gezet en gekneust worden, en
daardoor kreupel werd. Andere kry- gen het dat fomtyds de zadelbomen van de zadel affchieten, of te veel na vooren van het Paard glyden, als dan zoo komt het gewricht van het fchpuderblad heel hart tegen den boom van de zadel, en word door het lang ryden zoo geforceert en verhit, dat de zenuwen opdrogen en opkrimpen. Andere kunnen het krygen met over floten te fpringen^ ook die door andere Paarden gellagen worden: deze alle fchynen wel eenèrlei accidenten te hebben, doch daar is veel onderfcheid in, alzoo fommige een opdrooging aan de fchouderbladeren krygen, altemets aan eene zyde» fomtyds aan beide zy- den, zoo zal men dit op eene andere manier behandelen, als wel de anderen, daar men de uitwerking niet zien kan waaruit dat-hetzelve fpruit. Ten eerften dan, voor die geene
daar men de verkrimping of verdroo» ging bemerkt, zal men nemen een groot gewigt, of een grooten fteen, en het Paard op de eene zyde neder- ge-
|
||||
t\
|
|||||||||
r Paarden. 161
|
|||||||||
Hulpmiddelen
|
|||||||||
gelegd, maar met de kwade zyde bo-
ven; dan moet men zoo hard wry- •ven als het mogelyk is, en flaan de plaats vol met vlymflagen; fmeert het daarna eenige dagen achter een met de zalf, gemaakt van dealt hea, popelioen en oly van bei/en, onder elk- andèren geünolten, en warm daarop gefmeert., Wanneer het een tyd lang gebruikt zynde» niet verandert, of men geen beterfchap befpeurt, zoo zal men nemen een haïf pond boter, met een once fpaanfche vliegen, ge- kookt , en het Paard het beste voorheen^ opgenomen, en de voet of knie vastgebonden met een touw, en laat het dan op het kwade been zoo lang fpringen en loopen in de ton te» totdat het zweet , hetwelk men noemt droog zwemmen, en als het Paard dan zoo warm gefprongen is, dan in de borst doen laten, en met de zalf van boter en fpaanfche vlie- gen heet en warm gefineert; dit zal zeer hard trekken en beginnen te zwel- len, doch dit moet zoo lang gedaan worden totdat de vochtigheid die van L de |
|||||||||
!
|
|||||||||
16*2 Toevlucht df Heilzame
de zalf komt, begint op te houden, dan
afgewreven, en weder op nieuw ge- fineert, gelyk te vooren, maar men moet eenige dagen nog floven. Nog nor Kreupel in de Bont.
AIzoo de kreupelheid in de borst
zeer wonderlyk en veeltyds onbegry- pelyk en het gebrek in de zenu- wen van binnen of van buiten is; maar indien het in de onderlte in- wendige deelen is, zoo is het niet mo- gelyk dat de allerbeste zalven zooda- nig zoude kunnen penetreren tot de grond toe; derhalven moet men daar- toe gebruiken de beste behandeling. Terwyl nu dit gebrek en deszelfs oor- zaak zoo verfchillend is, en daar men niet zeker weten kan hoe ze zulks gekregen hebben, zoo is het niet kwaad dat men de drank in- geeft die voor de Vervangen Paarden hier vooren befchreven flaac in het XI. Hoofddeel, en dan in den borst doen laten, en aan die zyde daar het^ kreupel is moet men midden in de borst door het vel een klein gaatje ma-
. v
|
||||
Hulpmiddelen voor Paarden. 163
maken, en fteken daar een tabaks-
pypje in, en blazen de geheele borst op ,* die opgeblazen zynde, moet men daarin gieten warme oly van kamille, oly van rozen en van conzolida; als men dat zoo eenige dagen heeft ge- daan, zoo moet men aan deonderfte kant een opening maken, opdat de etterftof er kan uitloopen, anders zoo trekt men ook wel twee haren zelen daar door, alwaar men oordeelt dat het van nooden is, en laten dan de etterftof acht of veertien dagen uit- * lozen en afdrogen. Om de voeten te, verkoelen, zal men dezelve alle da- gen met koemest omflaan. Nog een zalf voor het Bouchlam.
Neemt oly van pieren, oly van bei-
jen, lynzaad-oly, fpek-oly, terpen- tyn oly, popelioen en oly van kamille, hiermede acht dagen gefmeert en daa daarna nog acht dagen geftooft met gekookte ftoof kruiden; het is ook zeer goed, dat men neemt gebrande houtasfche, en die in wynazyn gekookt, en daarmede gewasfchen. L 2 Nog
|
||||
164 Toevlucht of Heilzame
Nog een ander.
, De bouchader geopend zynde, Iaat
men het redelyk bloeden; daarna de berst gefmeert met bar oly, peter oly, terpentyn oly, lorbren oly, van elks even veel: indien het wat te fterk is, kan men het verzachten met een weinig boom oly. Hier goed warm mede gefmeert, en met een heet yzer ingedroogt, opdat de kracht der olyen des te beter kan indringen. LIX. HOOFDDEEL.
Voor Steengallen in de voeten.
Het gebeurd veeltyds dat de Paar-
den kreupel zyn van de fteengal- len, al hebben dezelve goede voe- ten, nogtans zyn die daar in verbor- gen , gelyk ik onderfcheidene malen gezien heb; niettegenffoande andere oordeelden, dat dit gebrek zich in de borst opdoet. De oorzaak waar- uit die fpruiten is zeer onderfcheiden; fommige door de zware drukking van de yzers, andere uit de natuur; Éaarora is het noodig als de Paar-
den |
||||
Hulpmiddelen voor. Paarden. 165
den kreupel zyn, dat men naai%
ftig onderzoekt waar die te vinden zyn, en zoo men dezelve ontdekt, moet men die tot de grond toe uit- werken , en gemakkelyk doen bellaan: neemt dan bruine zuiker kandy, legt die daarop, en met een yzer twee a driemaal in gebrand, en dan weer verzacht met terpentyn- en raap oly, ■i———M» ........I.............HWWIPWI
LX. HOOFDDEEL.
jVög voor de Steengalkn.
Als de Steengalien wel uitgewerkt
worden, tot de grond toe, moe- ten die verfcheidene dagen* met ter- pentyn oly gefmeert worden, hetwelk zeer goed is om te verdoven-i. dit zoo eenige dagen achtervolgd hebben- de, zoo fmeert daar; gefmoken groene wasch op,, en laten het daarop zitten. Het gebeurt veeltyds dat de Steen- galien door fëïiyn of do^r andere kwaadaardigheid komen te zweeren, het zy van onderen of vanboven: dan is de beste laad ten eerlten dé zool uit te nemen, opdat dé voet L 3 luchs |
||||
i66 Toevlucht of Heilzame
lucht kan krygen, en dan Tan boven
daar eenige opening gemaakt hebben- de , dan de zalf agypfiacum met werk daarop gelegd, en zoo het niet genoeg wilde drogen, zoo doet daar wat ge- brande aluin op. Nog voor de Steengatten,
Men moet de voeren wel dun uit-
fnydeh op de Steengallen, en dan bruine zuikcr kandy met eea heet yzer daarop gebrand, een reis of drie als het beflagen word , dan verdwynen dezdven. lx^hoo "dde'el."
Voor de Spykers of Nagelen in
de Voeten getreden. Hét gebeurt veeltyds dat de Paar-
i den eenige fpykers of nagels in de boeten krygen, hetwelk fom- tyds van weinig belang is, maar ook veeltyds?:groote en gevaarlyke -acci- denten veroorzaken; want als de kwet- zuur tot in het vleesch, hetwelk het kootbeen of andere bedekt, en de eindens der zenuwen befchermt, komt door
|
||||
Hulpmiddelen voor Paarden, 167
door te gaan, veroorzaakt veel-
tyds eene ontlekking %van het zenuw- water , en maakt een onlydelyke pyn. Het gereedfte middel is, de zool uit te nemen, en indien de wond wat te veel komt in de voet toe. te zwellen, gelyk gemeenlyk gebeurt, zoo moet men ten eerften een klein (tukje mer- curium fublimatum daarin^, fteken en eene opening maken, om daar wat in te kunnen gieten: en zoodra als gy een opening hebt, neemt dan oly van rozen met weinig wasch, onder eikanderen gefmoken, en daarin ge- goten, en een plyfter met. bafiücum daar over heen gelegd, en voorts de zool overal met terpentyn belegd1, Om den brand uit te trekken, moet de voet dik met koemest ombonden wor- den; en zoo de wond dan niet beter word, en het zenuwen of ledenwa- ter niet wilde ophouden, zoo is er nog een ander hulpmiddel. Neemt een weinig katoen, maakt daar een wiekje van, en gedoopt in terpentyn oly, fteekt het van boven tot beneden in de wond, legt dan nog een natten wiek boven op L 4 de |
||||
ió8 Toevlucht of Heilzame
de wond, fteekt het dan in de brand,
en laat het zoo in de wond braden; giet daar dan wat lamp oly in en bo- ven op, het zal ftempen; en' wan- neer de wond genegen was van bo- ven toe te gaan, zoo moet men daar weer wat mercurium op doen. Ben andere fchoonb Wondplyfter.
Smelt een pond geele wasch , en
acht lood terp'entyn; mengt daar by twee lood oly van olyven, en twee lood fyn gewreven finaber of fermi- lioen, dit koud geworden zynde, kan men daar rollen of koekjes van ma- ken en tot het gebruik bewaren: het blyft jaren goed. Als men het ge- bruiken wil, fmelt men een weinig in een eetlepel en giet het zoo warm in de wond; om hetzelve wat vlug- ger te maken, en tot zuivering der ' wond, kan men er by het gebruik eenïge droppelen geest v<an lepelbladen by doen. |
|||||
LXII. HOOFD.
|
|||||
Hulpmiddelen voer f aarden, i6p
LXIL HOOFDDEEL.
Voor de Leest. De Leest is ëen accident, komen-
de in de achterbeenen van de Paarden, onder de hakke, achter op de fchenkel, zynde een dikte, een weinig bolachtig, maar niet heel zacht, hetwelk de Paarden doen hin- ken; deze móeten op dezelfde manier geholpen worden, gelyk hier vooren van de' O ver hoeven befchreven ftaat» eerst met te flaan, en dan met heete oly van beijrn al kokende daar wafi vïymflagen in doen > gelyk als er van de Overhoeven befchreven ftaat, want het is een vochtigheid die zich wit de zenuwen daar plaatst, en door de tyd Ihard werd; ze kunnen alle verdreven
worden, en genezen op dezelfde ma- nier $ gelyk de Overhoeven, r<—«—■———mm»|—— LXIII. HOOFDDEEL. Voor Raspen aan de JBeenen. T^\eze Raspen kQmen uit zich zel- XJ ven, en is een vochtigheid ge- L s lyk |
||||
170 Tewlucht of Heilzame
lyk de douw, dewelke uit de ge-
wrichten te voorfchyn komt, zoo wel voot als achter aan de beenen; deze vochtigheid maakt harde ro- ven, en men kan ze met deze zalf genezen: Neemt oud [pek, fmelt dit in een pan op het vuur, giet het dan, óp koud water, laat het koud worden, en het water daar fchoon afgedaan; neemt dan een pond van • hetzelfde, e» een half pond hts* kruit, met een ones fpaansch groen, fyn gefloten, roert dit te zamen on- der elkander tot een zalf, (hoe ou- der deze zalf is, zoo is ze des te beter) en als men het daarmede fineert zoo moet men het vier of vyf da- gen zoo laten, zonder iets daar aan te doen, dan vallen de roven af, en als het weer droog word, nog eens; men zal zulks geen driemaal doen, of het is genezen. Voor hetzelfde.
Neemt een onee ely van olyven,
met een half once bloem wn zwavel, ©ader eikanderen gemaakt tot een zalf-
|
||||
Hulpmiddelen voor Paarden, iji
zalfje, en om de twee dagen daar eens
mede gefmeert, tot dat het genezen is. Nog voor hetzelfde.
Neemt een pond yerkensreuzel t
fmelt die, en dan vier leod kwik- zilver, eerst wel gebroken, met fpeek- zel in een klein flesje, en dan ge- mengd onder elkander tot een zalfje; men moetAekwikzilver met het fpeek- zel wel breken, en dan goed onder elkander met de reuzel mengen; dit is een goed hulpmiddel. «—»» II ■ I I II———— -. I
LXIV. HOOFDDEEL.
Voor Bloedpisfen.
Wanneer een Paard bloed fpuuwt
of bloed pist, hetwelk veel- tyds komt door volbloedigheid, of dat het komt door overhaastig loo- pen of ryden; het zy dan gekomen door wat oorzaak het mag zyn, het moet wederom hedleld worden; zoo moet men dan ten eerften doen laten in de fpoorader aan de buik, en dan ingegeven als volgt: Neemt een lood mr-
|
||||
ïyk Toevlucht of Heilzame
narduszaad, of by gebrek van dien,
neemt zaad van zellery en lawaszaad, van ieder een half lood, een mud- detje dy van olyyen, en een mudde- t]&wyn, onder eikanderen gemengt, en koud ingegeven, dan des anderendaags nog eens doen laten aan den hals of aan de borst; kooktdanwathoendermest met bier, geeft dit het Paard in, het geneest; of anders, fpekmrtel mvtbier ingegeven. Nog iets om te geven als het noodig is.
Neemt cremortartarie een on^e,
en een onee oly .van olyyen, dit met een half pint bier ingegeven. LXV. HOOFDDEEL.
Om het Bloed te doenfternpen door het
laten, of door kw et zuren. Wanneer het bloed niet ftempen
wil door het doen laten, het zy aan de borst, aan de hals, aan de buik, of anders waar het mag zyn, fteekt dan een naald of Ipelt dwars door de huid daar het gelaten is* om-
|
||||
Halpmiddelm mor Paarden. 173
omwind het met een zyde draad, of
met een 'paardenhaar rondom , laat het zitten tot den anderen dag, maakt het dan los. Wanneer het komt van kwetzuren, het zy gehouwen of ge- floken, of hoe het zoude mogen we- zen, zoo neemt bomst of anders op- gedroogt duiyelsbrood ^ en dat in de wond gedaan, met een goed compres daarop gebonden, het ftempt; of an- ders zoo neemt tarwenmeel, en dat in de wond geflopt,zoo dik men kan, en dan met een goed compres, en fterk windfel er om heen gedaan, is zeer goed; of neemt brandemtelen ge* hakt en in de wonden gelégd, ftempt dadelyk; robêlus in den wond gedaan, en dan met werk daarop vastgebon- den, is ook zeer goed; maar als het zonder bolus gefchieden kan, is het beter; want bolus maakt de wond brandig, zoo dat men wel een dag of twee noodig heeft, eer dat men de wond weder herftellen kan, want na het gebruik van de bolus, wil de wond niet wel opdrogen. LXVI. HOOFD-
|
||||
Toevlucht of Heilzame
|
|||||
LXVI. HOOFDDEEL.
Kwetzuren in de Mond. .
Het gebeurt veeltyds dat de Paar-
den eenige kwetzuren in de mond krygen; fommige door kwets- ten, andere van groote venynigheid, en andere weder door de waterkan- ker; deze bovengenoemde accidenten zyn alle nog geneeslyk; ten eerften voor kwetzuren, wascht de wonden met een weinig zout water, droogt dezelve dan wel af; neemt daarna honig •> met een weinig azyn gemengt t en daarop gefmeert, geneest alle won- den in de mond; maar als het komt door eenige kwade verrotting, hetwelk men de waterkanker noemt, zoo moet men die plaatfen eerst hart doen wry- ven met een poeijer gemaakt van wit- te gebrande vitriool en gebrande aluin onder elkander, en daarna de mond weder uitgewasfchen met azyn en wat geftampte knoflook daar onder, en dat dan met een poppetje aan een ftokje, of met een doekje in de mond fchoon uit-
|
|||||
Hulpmiddelen voor Paarden, 175
uitwasfchen, en de mond met honig
gefraeert om te verzachten; dit eeni- ge dagen gedaan zynde, geneest. LXVII. HOOFDDEEL.
Engelfche voeten.
Dat zyn die geene, die zoo ftruf-
fig over einde ftaan, en altyd zoo rappig en mokkig zyn; neemt ten eerften en bind daarop vetfchei- dene dagen wat menfchendrek, dit gedaan zynde, zoo bind daar eenige dagen wat fpek op, en alle dagen met loog tot de grond toe fchoon afgewas- fchen, en daarna met de groene wond- zalf voorts genezen, welke hier voo- ren is gemeld. Zoo dit niet genoeg- zaam mogt helpen, zoo neemt een 0115e cantarides of fpaanfche vliegen, met een vierendeel boter gekookt, en daarmede driemaal gefmeert, laat het dan zoo eenige dagen berusten, tot dat de roven van zelfs afvallen: en dan voorts met de voorfchrevene groene zalf genezen. |
|||||
LXVIII. HOOFD-
|
|||||
I7'5- Toevlucht of Heilzame
LXVIII. HOOFDDEEL.
Hoorn - zalf.
Daar worden verfcheidene foorten
van hoornzalven gemaakt, maar deze worden geroemt door vele men» fchen. Neemt hars, wasch, terpentyn en pk, met lynzaadöly gekookt tot een. zalf. Een ander.
Neemt vernis, fchapenongel, terpen*
tyn, teer en boomöly, van ieder een vierendeel pond, dit onder elkander gefmolten, is ook een goede zalf. Nog een ander.
, Neemt honig, teer, lynzaadöly en
wasch, onder eikander gefmolten tot een zalf, is ook zeer goed. v LXIX. HOOFDDEEL.
Om Luizen te yerdryven.
Tyieemt tabak, kookt het in water,
\<\ en nadat het gekookt is, doet het door een doek, en daar wat arze- nicum onder, en wascht het daarmede. Voor
|
||||
Hulpmiddelen fow Paarden, ij?
Voor hetzelfde*
Neemt rattekruit een 0119e* ge-
kookt' met twee kannen water, en daarmede gekamt. Nog nor hetzelfde.
Neemt fpek - -oly en fineert ze daar-
iüede; of neemt precipitaai, een-half* lood, zwavel en vitriool van ieder twee once, dit tot een zalf gemaakt. rmmmmmmmi
LXX. HOOFDDEEL.
Van den Ouderdom.
De ouderdom te kennen, is a'dtls:
wanneer een Paard twee en een half jaar oud is, zoo beginnen de vier tanden in het midden te wisfeleiij twee ouder en twee boven voor in. den mond , zoodat die vier tanden op zyn drie jaren al gefchoten en jonge tanden in de plaats heeft; dan op zyn vierden jaar wederom vier, te weten aan elke zy van de nieuwe een onder en een boven; dan op zyn vyfde jaar nog een, en de vier laat- fte aan beide de hoeken, aan elke M zy
|
||||
178 Toeylacht of Heilzame
zy een onder en boven, zoo zyn dat
dan de laatfte die voor üit de mond zyn; en op zyn zesde jaar dan zyn alle tanden volwasfchen, maar de hoe- ken nog wat heel; op het zevende jaar alle gelyk, maar op de hoektan- den een klein zwart plekje; op zyn achtfle jaar zyn ze alle wit op de ein* ( de, zoodat dan de zekerheid gedaan is, en dan verder moet men zich re- guleren aan- de krostanden en andere particulariteiten naar elk zyn goed- dunken. j
LXXI. HOOFDDEEL.
Voor de Varmt.
De Varent is een zeer kwaad ac*
cident der Paarden, 'en komt op het hoofd, regt midden op, tus- fchen de beide ooren óf aan beide zyde achter de ooren, ook aan beide zyde op de fchoft, het werpt zich zelven op, met dikke gezwellen, zeer fponfieus; dit zich zoo eenige tyd vertoond hebbende, breekt fom- tyds van zelf door, doch moet ook */■$, ■ wel |
||||
Hulpmiddelen vóór Paarden, ifp
Wel eens geopent worden, en is dan
vol etterftof, hetwelk blyft dragen, gelyk een fistel* of pypzweer. Die accident komt uit een overtollige vochtigheid, en fpruit uit de zenu« wen, en blyft aldaar op dezelven han- gen, makende een groote vertooning in de zenuwen; deor het fcherpe brandige water. DeWyl nu de zenu* Wen van taaije en Herken aart zya, zoo kan het bedorvene van het gezon- de niet gefcheiden worden; daar dit ongemak de Varent altyd niet op eenendezelfde manier genezen, word, Want het is eett geheel andere zaak als men in tyds daarin voorziet, eer het kwaadaardige alreeds tot in de ze- nuwen is doorgedrongen: of dat men van te vooren dit kwaad komt te ftuiten <i eer dat het zoo verre komt; derhalven Zoo zyn de hulpmiddelen different ; want zoo lang het zich zelve nög in de zenuwen niet heeft ingewikkelt',. zoo kan het nog gehol- pen worden, met poeijers en dran- ken, om die opgezwollen heiligheid en vochtigheid wederom in te dro- Ma gen, |
||||
I -1 ■ , ■ . '.
' , ,■ '. '/
i8o Toevlucht of Heilzame
»
gen, gelyk wy hier zullen aantonen;
maar wanneer het zoo verre gekomen is, gelyk wy hier boven gezegd heb* ben, zoo kan het met dit eerften niet geholpen worden, al had men de bes- te hulpmiddelen van ds wereld; hier- door komt dat er menig een bedro- gen word, dat zy zeggen gekent te hebben,"die alle deze gebreken kon- de genezen met dranken, zonder met de hand daar aan te "werken; maar zy zyn bedrogen. Sommige zyn ge-' neesbaar, maar niet alle, want ik heb- be daar vele voorbeelden van gezien. Het eerfte hulpmiddel hier voor is, bloed te doen laten, en dan geno- men witte vitriool, twee on$e, elebori ' albi 0. negri, of zwarte en witte nieswortel, met twee 005e zsethout; dit te zamen in een linnen zakje ge- naait, en in een tobbe met water gelegd, en daar van laten drinken tien dagen lang, en als het water er afgedronken is, wederom ander daar- op gegoten.. Nog voor de Varent.^
Na dat dit voorfchjevene alzoo ge- t, daan |
|||
Hulpmiddelen voor Paarden. 181
daan is, en nogtans geen verandering
-te zien is, zal men dezen drank in- geven : neemt gemalen pokhoitt, zewn- boom en kreeftsöogen, van ieder een on£e, dit te zamen gekookt, met twee kannen klein hier, dit in drie deelen verdeelt zynde, en dat drie* dagen na den anderen ingegeven; maar wanneer men dan ziet, dat alle deze hulpmiddelen niet helpen, zoo moet men befluiten dat er eenige ha- pering aan de zenuwen moet wezen. MeiK moet dan op een andere wyze na de oorzaak der kwaal zoeken, het zy dan door karozynen, fnyden of branden, en dan zoo verre ko- mende, dat men de regte grond en oorzaak komt te ontdekken, hetwelk gemeenlyk in de zenuwen, of fom- tyds wel in het been komt te ge- beuren , zoo naoet men anders te werk gaan; is het dan in de zenu- wen, zoo moet men het doode van het levende affnyden, en die plaats daar gy wpt zoeken met een inftru- ment, het zy met een lancet of kor- rozyf, neemt dan mercurium füblimaat, M 3 de |
||||
i8a Toevlucht of Heilzame
de groots als een knikker, en (leekt
het zoo. diep er in als gy denkt te moeten wezen, laat het daar twee a drie dagen in zitten, totdat het van zelfs los word, is het dan nog niet groot of diep genoeg, doet het zoo lang totdat gy opening genoeg hebt; en daarna als gy op de grond klaar zyt, dan de wond genezen met wie-- ken; eerst van bafilicum, en daarna met agypfiacum , of andere goede • heelzalven, ofpoeijers, gelyk men in andere wonden gewoon is té doen. Men neemt dan ook wel een lood witte vitriool, met een half pint wyn, laat het daarin fmclten, en b&t het daarmede, en dan. Urwenmteil 'm de Wond geftrooit. Op deze manier zyn er vele geho'pen. LXXH. HOOFDDEEL.
Hulpmiddelen voor Spatten aan de
Beenen der Paarden. Wat aangaat de fpatten aan de
beenen der Paarden zyn twee- derlei : het eene word genaamt Beett- fpqt, of zoo fommige zeggen Kos- fpiy
|
||||
Hulpmiddelen voor Paarden, 183
fpat, dewelke zyn hard en droog,
gelyk een been. Hier over zyn ver- schillende gedachten, hoe en uit wat 'oorzaak die aan de beenen komen: ik kan hier geen andere reden van geven, dan ik by ondervindhsg be- vonden heb; terwyl zelfs Veulens of jonge Paarden die de moeders nog zoogen, hier reeds mede behebt wa- ren ; fommige aan een, en andere aan beide de beenen. Ik heb er ge- zien die het gekregen hebben met groote force, met loopen of fprin- gen, zoo dat de accidenten zoo wel uit de natuur als uit groote force komen; daarom moet men wel zorg dragen als men jonge Paarden wil aanlokken, dat men toeziet dat de ouden daar niet mede befmet zyn, want het erft over, en het is een accident dat alle Paarden die het heb- ben veel minder waard doet Z5m, al fchoon die nog hinken ,of kreupel gaan, en zelden gebeurt het, of dat kwaad volgt achter aan. De andere foorten van fpatten zyn
zacht en weekachtig, en worden ge-
M 4 naarat
|
||||
*84 Toevlucht of Heilzame
naamt Bloed fpatten: de oorzaak van
deze is almede veeltyds uit de natuur,< want ai de Paarden die zoo bolach* tig ran beenen zyn, hebben de mees- te nood daarvan; fomtyds door hard loopen of fpringen, en door groote force kan het ook gebeuren dat de ze- nuwen daarvan barften, en uitpuiling ' maken; geiyk mede de boden in de knieën of ellebogen, achter aan de . beenen, die gemeenelyk op dezelve wyze veroorzaakt worden, als de zachte fpatten. De gallen die ge; meenlyk onder aan de beenen ko- men , zoo wel achter als voor, wer- den uit dezelve oorzaak voortgebragt: nanielyk fomtyds door grooten arbeid en geweldige force, .zoodat .deze ac» cidenten omtrent van eenerlei natuur zyn met de voorgaande. Derhalven al hetgene voor de zachte fpatten goed is, is ook bekwaam voor de zachte bosfen en gallen, tts ook voor de dikke hakken aan de achtêr- beenën, die men fchythakken noemt, kan gebruikt worden, |
|||||
Hulp-
|
|||||
Hulpmiddelen voor Paarden. 185
Hulpmiddel votr harde Spatten.
Neemt euforhium, cantarides, van
ieder een on?e, oly <van laurieren, een lood maagdemvasch-, met een lood hars, dit onder eikanderen gefmolten tot een zalf, en daarop geftreken met een warm mes of met een plat fpaan- tje, en dan een heet yzer daar tegen gebonden, dat het heet word, eri laten het daarop zitten; des anderen daags wederom hetzelfde, tot vier a vyf dagen lang, maar men moet eerst . het haar glad affnyden, opdat het daar des te beter op kan blyven zit- ten. Dit dan vier è vyf dagen ge- daan zynde, moet men het alle dagen wasfchen met brandewyn^ totdat het wederom van buiten genezen is, en dan nog acht dagen gefmeert met traan. Als het dan gebeurt dat het hinken nog niet wilde overgaan, zoo is het laatfte hulpmiddel die met een plat yzertje op zyn kant gebrand, en gebrand zynde, pek gefmolten , en kokent heet daarop gedaan, én met een weinig werk daar boven over; laat dit daar 200 lang op liggen tot M 5 het |
||||||
i$f Titvlucht of Heilzame
het van zelf afvalt. Deze voorzeide
hulpmiddelen zyn mede goed voor Overhoeven, en kunnen daarmede ge- nezen worden. Vsor zachte Spatten, Bosfen, Gallen
en Schythakken. Deze accidenten zyn van een en
dezelfde natuur, en is een vochtigheid die hunne oorlprong heeft uk de ze- nuwen. Om deze dan te genezen, gelyk ik honderden gedaan heb, zoo kan men dan vooreerst gebruiken de Iigtfte of beste hulpmiddelen die goed genezen, en niets befchadigen; maar om diens Wille dat deze acciden- . ten fomtyds wat oud zyn, af da^t de Paarden die lang gehad hebben, zoo willen fommigeri wel eerder weg gaan als de andere; zoodat men fomtyds wat langer moet aanhouden, en hulp- middelen met goed oordeel gebruiken, de eene wat beter als den andere, al naar goeddunken, en nadat de zaak vereischt. Neemt traan van een walmsch, vier
onge» pp de hand vet gefmeert,.en flerk
|
||||
Hulpmiddelen voor Paarden. 187
fterk ingewreven, tot dat de hand
heet wordt; dan een heet yzer daar tegengehouden, en laten het geheel warm indrogen en uitbranden; dit een tyd lang gedaan zynde, helpt gemeen- lyk. Doch zoo het niet wil beteren, zoo zal men het volgende kunnen ne- men, daar er hier wel tien van herftel- ïen, eer men er een contrary vind. Nog een ander voor hetzelfde. Neemt oïy petere, oly van tigchelen
of oly van aarden, van elks een onee, oly van nardus en [pek oly, van elks ook een lood; deze olyen onder elk- ander gemengt, en daarmede alle da- gen heel heet gewreven, is zeer goed, \ maar het is altyd goed de fpatader ge- kort of uitgehaalt, opdat de vloeijing j| van boven in de beenen vallen kan. |
||||||||||
Nog voor hetzelfde.
Neemt een once Jpaanfche vliegen,
|
||||||||||
heel fyn gefloten, met een half vie-
rendeel boter gekookt, en daarmede verfcheidene dagen gefrneert, het zy dat het gallen, bosfen, o£ fpatten £yn, is zeer gosd voor alle drie. Maar zyn
|
||||||||||
188 Toevlucht of Heilzame
zyn de accidenten van eenen anderen
aard , en dat al de voorfchrevene hulpmiddelen niet baten wilden, het- geen zelden gebeurt, zoo moet men de voorfchrevene hulpmiddelen ge- bruiken , die voor de drooge fpatten gefchikt zyn; of ten ware dat men die nog wilde branden, hetwelk fom- tyds nog eenigzins goed is, maar het is, niet zeer aangenaam, om dat het «enige lidteekens nalaat; daarom moet men de andere hulpmiddelen gebrui- • ' ken, want die maken de beenen niet mismaakt, en het zal van de tien of twintig geen twee mankeeren, zon- der branden, met fmeeren van de . olyen om te genezen. Wat aangaat de fcheithakken, ge-
lyk ik boven gezegd heb, genezen dikmaals met frneeren, maar ik heb ook gezien dat iie hakken van binnen door eenige forceering zoo sgekneust waren, dat ik die moest openen, en daar dikwils groote Hukken dood vleesch uitgehaald heb; ja fomtyds als kuit van de haring; wanneer dit nu gebeurt, zoo is het onmogelyk h«t met
|
||||
Hulpmiddelen mor Paarden. i8£ •
met fmeeren te verdfyven. Maar men
moet dan eene kleine opening maken aan de onderfte kant, opdat als dan het lid minder kan gezien worden; en het is zeer dienftig als het geopent is,"dat men een heet yzer, met een knopje er aan in brengt, om van binnen dood te branden, des te beter zal het dun worden en fpoediger ge-, nezen. |
||||||
LXXIII. HOOFDDEEL.
Voor gehrfte Zenuwen. '
Daar is byna geen onderfcheid tus*
fchen de fpatten en de geborfte zenuwen, en daar is geen accident daar een Paard zoo aan onderhevig is als deze, voornainelyk de geene die eenige groote fatigen moeten doen; dezelven komen meest aan de voor- beenen; het is «een dikte boven op^de voet; deze kanenen genezen als volgt: Neemt oly wn heijen en zwart pek, van ieder vier once, lynzaad oly en petere, van elks twee once, dit on- der elkander in een pot heet gemaakt ea
|
||||||
' ipo Toevlucht of Heiïzmnt
en met een kwastje op alle beide
zyde van de zenuwen daarop geftre- ken, drie of vier dagen na elkander, en dan eenige dagen opgehouden; neemt dan wat gefinolten boter, met oly van olyven, en fineert het daar- mede , dm ét de roven af te krygen: of anders kan men het ook met zeep- water afwasfchen. Dan wederom drie dagen achter elkander gefmèert, en dan weer gewasfchen. Dit hulpmid- del is ook goed voor fpatten en gallen die veroudert of verwydert zyn. » i i i
LXXIV. HOOFDDEEL.
Wa&rfchuwing.
Nademaal dat alle Paarden niet even
jong, even oud, even groot, nog even klein zyn, alsmede eenige die zeer teer zyn, gelyk fommige Barbarifche, Engelfche en Spaanfche Paarden, zoo moet men weten dat de jonge, of heele kleine, zeer delicate én teerén Paarden, de medikamenten na proportie moeten toegediend wor- den ; want alle deze medikamenten die ia dit boek befchreven Haan, zyn ge- fchikt
|
||||
Hulpmiddelen voor Paarden, ipr
fchikt voor Paarden van middelbare
groote, fterkte, of van een bekwa- men ouderdom; maar wanneer men heeft zeer jonge, zeer kleine, of zeer oude Paarden, zoo moet men een wei- nig minder geven, naar goeddunken. LXXV. HOOFDDEEL.
Om , Wratten te mr dr pen.
Daar zyn vele Paarden die wratten
hebben, fommige aan het hoofd, anderen aan de buik, of ook wel aan de beenen; als het wratten zyn die verheven flaan boven de opperhuid, zoo kan men eene fterk gewasten zy- de draad nemen en binden die om dezelve heen, en dagelyks wat aan- halen , totdat de wratten afvallen. Maar, wanneer de wratten (zoo als dikraaals gebeurt) plat en breed zyn, dan is er niet beter als dat men neemt vitriool! oly, en daar zoo veel van opgedaan als men deakt noodig te zyn, en alle dagen dezelve affhyden, totdat de wratten genezen zyn; maar men moet er voorzichtig mede te werk
|
||||
toi Toevlucht of Heilzame
• werk gaan, dat men er niet te veel
vitriool oly op eens op doet. Men kan ook fterkwater gebruiken, maar de vitriool oly is wel het beste hulp- middel om de wratten weg te krygen. NB. Op dezelfde manier kan men ook de wratten en puisten van de mok of ftinkbeenen verdryven. *
LXXVI. HOOFDDEEL.
Voor Kanker in de Voeten.
Dit is een van de grootfte acciden-
ten die een Paard kan overko- men en die ook by alle meesters voor ongeneeslyk gehouden word; doch ik heb voor weinig tyd geleden, een krach- tig hulpmiddel daar voor uitgevonden, waarmede ik er veel genezen heb. Vooreerst moet men aan de voeten
de oude hoorn fchoon uitfnyden, tot het leven toe, en de kankerachtige plaats tot de grond toe fchoon maken; dit gedaan zynde, neemt dan vitriool oly met een weinig fieenkalk daar onder gemengt, en dat dunnetjes daarop ge- ftreken, dan werk daarop, en een keare lap
|
||||
Hulpmiddelen wor Paarden. 193
lap onder het yzer gelegd, en dat
zoo gecontinueert» tot men -ziet dat het genezen is. Men moet het-met omzichtigheid gebruiken en weten hoe veel kalk men daar onder moet doen,' dit kan men ;;an het accident ge- waar worden; fomtyds wat minder en fomtyds wat meerder kalk, naar goed- dunken. Dit is een onfeilbaar hulp- middel , hetwelk ik onlangs uitgevon- den en met goed gevolg gebruikt heb- Om een Paard een wit teiken of een
Kol voor het hoofd te maken. Neemt één eetlepel vo\fteenkalk,en
zes eetlepels met regenwater gernengt, maakt, de plaats daar men het teeken wil hebben nat, neemt dan een eist, fleekt" het door de huid van het Paard zyn voorhoofd, in de midden daar het teeken wezen moét, pas in en weer uit; dit dan doorgefloken zynde, trekt de, eist er uit, en fleekt dan een yzer priernptje in dezelfde plaats: dit ge- daan zynde, neemt dan een vast ge- draaide draad, zoo dik als een pek- draad, twee vaam lang, en die tot N ' het |
||||
194 Toevlucht of Heilzame ■
het einde daarom gewonden, zoo
vast als men kan, en zoo breed be- winden als men het teeken hebben wil , en laten het dan zoo voor het hoofd zitten. ' Dit gedaan zyn- de, laat dan het Paard ryden tot het zweet, dan op ftal gezet, en laten hetzelve vier en twintig uren Haan, dan wederom afgedaan, en de priem daar uit getrokken, en de plaats met den platten hand neergedrukt, en daarna zeer vet met verkensreuzel ge- fmeert, zonder daar iets meer aan te doen; dan valt er door den tyd eene roof af, en dan is de plaats voorzien met wit haar; maar men moet wel acht geven als men het daarop gedaan heeft, dat het niet afgefchuurd, of daar af geftooten word. LXXVII. HOOFDDEEL.
Teekenen van een welgemaakt en
deugdzaam Paard. Een welgemaakt Paard voegt best
een klein en mager hoofd, en moet voorzien zyn van groote oogen, en iterk
|
|||
Hulpmiddelen voor Paarden. 195
fterk van gezigt. Kleine fterke ooren.
Lange manen. Een groote mond en dunne lippen. Boven de oogen voi. Groote neusgaten. Een lange dikke fterke hals. Wel befneden van ka- ken. Een fterke borst. Hoog van voorbeenen en kort van achteren. Hoog van fchoft, Regt van rug. Groote platten ribben. Breed van kruis en wel geklooft. Dik van buik en wel gezonken. Vol van heupen. Wet aan geribt. Breed en dik van billen, en wel gebroekt. De ftaart van achteren vastgefloten. Platte fchen- kels. Glad en effen op de fpatten. Een lange ftaart. Zwarte hoeven, en kort befneden van koten. Menige regels, welke een beminnaar van
Paarden wilden geobferyeert liebben. Eerflelyk, moet een Paard op zyn
-gewone tyd met behoorlyk voeder, zqo van haver als hooi; (dat wel ge- wonnen is,) verzorgt worden. Ten tweeden, hetzelve zuiver en
klaar water op behoorlyke tyd tot , drank te verfchaffen. Kf ■' N 2. , Ten
|
||||
ioó" Toevlucht of'Heilzame, enz.
Ten derden, hetzelve op ftal met
rosfen , kammen, afwasfchcn, enz. goed te reinigen en fchoon te houden. Ten vierden, hetzelve in het ry-
den dikmaals te laten wateren, en flyf te gorden, voornamentlyk als het hard bereden, moet worden. Ten vyf den, wel te ilrooijen als
het op ftal komt, en het zweet van de beenen af te wryven. • TM, zesden, hetzelve in het voor- en najaar een weinigje bloed te laten aftappen. Ten zevenden, 's morgens eens te
laten ryden. r Vervolgens zegt hy ten laatften, als
er iets aan een Paard moet gedaan worden, als aderlaten , purgeeren, beflaan der hoeven, en dergelyke* dat het moet gefchieden met het was- fchen van de maan, en zich dan ver- volgens van de middelen bedienen , waarvan wy reeds een goed gedeelte gemeld hebben. ■■*
i . .' VIR-
|
||||
VERSCHEIDENE
HULPMIDDELEN
VOOR
O S S E N
EN
KOEBEESTEN.
I. HOOFDDEEL.
Voor zieken en kranken Osfeti en '>
Koebeesten. Als een Koebeest zeer ziek is, zoo
zal men nemen alzem, mater, meipe en jufvrwwmark, van elks een hand vol, met drie worteltjes van zwarte nieswortel of yierkruit, te za- men klein gehakt, met wat zout, en een half pond boter; dit onder elkan- der gemengt en er pillen van gemaakt, eri" die ingegeven met een half pint wyn, en indien het des anderen daags niet verandert, zoo moet men doen aderlaten en kroppen. ' N 3 Een
|
||||
198 Toevlucht of Heilzame
Foor hetzelfde.
Neemt huislook, ftoot dat met zout
en anderhalf bierglas zap van het kruit yan nagtfchade, een glas vol azytt, en twee verfche hoender-eij er en, dit te zamen ingegeven. Een ander.
Neemt kalmus- en peperwortel, van
elks vier lood, klein gemeden, mengt daar een lood gengber by; giet er een mengelen hrandewyn op, en laat dat te zamen vier dagen in warm zand trek- ken. Giet hier dan nog by een kan vol oud bier, hetwelk te vooren op lepelbladen en faly is overgehaald of afgetrokken. Geeft hier de zieken beesten 's morgens en 's avonds tel- kens zes lood van in: gy zult zeker- lyk hulp vinden, ais het drie a vier- maal gebruikt is. V Als de Beesten niet eten willen.
Zoo moet men bier koken met
roggenmeel, en wat boter daarin'ge- daan, en dat ingegeven om te ver- fterken. Foor
|
||||
Hulpmiddelen vóorOsfen enKoekesten. 199
•Voor hetzelfde.
Neemt kalmuswortel klein gefneden of gekneust, en toppen van alzem., van elks zes lood, knoflook vier lood: kookt dit in een genoegzame kwantiteit wa- ter, en laat de Koe hier van drinken; doch zoo zy zulks om de bitterheid niet drinken wilde moet men het hun in den hals gieten. ■
II. HOOFDDEEL.
Voor een Beest dat het lyf zwelt,.
Neemt een lood narduszaad, met
een lood foelie, een half lood nootenmuscaat, dit zarrien gekookt met een kan goed bier, en als het gekookt is, twee verfche eijeren daarin gedaan, en dan ingegeven. Maar Koeijen die een kalf dragen, zouden het niet wel kunnen verdragen zonder aan het jong fchade te doen. III. HOOFDDEEL.
Voor een Beest dat veel kugcht en hoest.
Neemt een handvol hondsdraf, met
een half lood narduszaad, en N 4 een |
||||
3oq • Toevlucht' of Heilzame
een hand vol byy&et9 heel klein geflo-
ten , te zaunen met een hand vol zout gekookt, en een 'kan oud bier of wyn in twee reizen ingegeven. i Nog een ander nor de Kugcht of Hoest.
Neemt hondsdraf en peterwortel, van elks een lood, dat gekookt met een kan bier en* ingegeven. Een ander voor de Hoest.
Neemt harden paardenkeutekn drie
deelen, Tuitte honden klatnei een deel ,' witte honig vyf deelen, en vyf dee- len water, kookt dit zoo lang tot het water omtrent verkookt is , wringt het dan door een doek, en geeft daar alle dagen iets van in. , Nog een ander.
Neemt een once drop van zoethout,
een half vierendeel rozynen» en een half vierendeel vygen, dit te zamen • gekookt met twee kannen bier; als het. gekookt is, daar onder gedaan een muddetje oly Nan olyven, met een once oude boter, dit in drieën verdeeld, en dan drie dagen na eikanderen ingege- ven, en eens doen laten. JV. HOOFD-
|
||||
Hulpmiddelen voorOsfen enKoebeesten.iot
|
|||||
IV.. HOOFDDEEL.
Voor gezwollene Eller, of Kloven
in de Speenen. Indien er een hart gezwel is aan de
Eller, zoo zal men het eerst {mee- ren, om ryp te maken, met een zalf- je, gemaakt van reuzel, dealthea en popelioen, dit te zamen gefmolten, en als men ziet dat het eenigzins ryp word, dan zal men het openen; en indien het weder roogt genezen, en niet zagt wilde worden, dan zal men het fmeeren met dit navolgende zalfje: neemt oly van bcijen, met popelioen, en oly wn kamille, oly van rozen, een weinig kamfer, een weinig [pek oly, en een weinig oly yan lynzaad, met wasch, dit onder elkander gefmolten, en daarmede tweemaal daags gefmeert, en alle vier óf vyf dagen eens met zeep gefmeert, en laten het daar een nacht op zitten, en des morgens weder af- gewasfehen, daarna droog zynde, al weer gefmeert,alzoo vergaat het lang- zamerhand. ^ . N s w Een
|
|||||
20* . Toevlucht of Heilzame
Een ander.
Neemt .amandel - »ly, zoo veel gy
wilt, en goudgelit, zoo veel als ge- noeg is om een zalfje te maken: en hiermede geiïreken. Nog eens., f':-
Neemt verkensreuzel en kamfer,van
elks evenveel, dit gemaakt tot een zalfje, is, zeer goed bevonden Een ander dat zonder weerga is.
Neemt blaauwzel, een half Jood,
pot'dsy een lood, fpaansch groen, een vierdendeel lood, kamfer, een derden- éeel lood , wit kruit, twee lood. Wryftr óit in een vyzel tot een poe- jer, zift het door fyn gaas of doek, mengt het dan onder dikke room, tot het bekwaam is om mede te fmeeren. Men kan op dit poejer ook brande-
wyn gieten, en als het er eenige dagen op geftaan heeft, dan door een doek doen: en de kloven van de uijers zag- tjes er mede gebet, en dadeJyk met •Ie zalf gefmeert. |
|||||
Voor
|
|||||
Hulpmiddelen yeorOsfen enKoebeesten.%03
Voor gezwollene Uijers.
Neemt koeflront twee parten, ka- mille en Nlierbloemen, van elks twee handen vol: kookt dit in twee pon- den water, wryft er dan zoo veel fyn gefloten 4ynkoek onder, dat het wil mengen en aan elkander hangen: fineert dit op een doek, befprengt het met brandewyn, maakt het warm, en legt het om de Uijers vast. |
|||||
V. HOOFDDEEL.
Waarschuwing.
Daar is niets noodzakelyker dan
het laten, en dit moet ten min- ften tweemaal in het jaar gefchieden, want door de overvloed van bloed, komen veel gebreken; men kan dit ligteïyk aflyden, want wy weten dat wy menfchen aan verfcheidene onge- makken zyn blootgefteld; en door zwaren arbeid dikwils zweten, of de natuur verwarmen, waardoor zy de- , zelve te hulp komen, en het bloed zich zelve komt te zuiveren, en door dien de beesten door goed of kwaad eten - ;J
|
|||||
204 Toevlucht of Heilzame
eten zichzelve zoodanig .voeden; is de
voeragie goed, zoo vergaren die een groote hoeveelheid van goed bloed, Hetwelk hun door de groote overvloed fchadelyk is, als ook het kwaad voer, dat hun kwalyk bekomt, daarom zoo -is het noodzakélyk dikwerf te doen la- ten, waarmede men veel ongevallen èn ziektens kan voorkomen, zoodat hét die geene zoo noodzakélyk is die goed bloed hebben, als de andere. |
||||||
VI. HOOFDDEEL.
Voor het Longvuur.
Neemt loontjes hoolwortel, bakelaar,
rhabarher, kolokwint, van elks een once, eloboris alhi of witte nies- wortel, een half lood, yeneetfche dri- akely een 0119e, gentiane, een lood, dit te zamen gekookt met vier kanne lier, wel toegedekt, en laten het zoo lang koken tot dat de derde part ver- kookt is; dit in drie reizen ingege- ven , te weten, de eerfte reis des mor- gens, het tweede des avonds, en het der-
|
||||||
Hulpmiddelen voor Osfen eiiKoebeesten, 205 -
derde des anderendaags des morgens,
en dan gelaten en gekropt. Een ander voor het Longvuur.
Neemt een half pint oly van olyven,
met een rauddetje brandewyn, een lood metridaat, en een lood veneetfche dria- , kei, dat ingegeven, alsmede dan doen laten en kroppen. Nog voor hetzelfde.
Neemt narduszaad een 0119e, zeven-
boom twee once, onder elkander geflo- ten tot poejer, en gekookt met twee kanneneer, totdat de derdepart ver- , kookt is, dan daar nog onder gedaan een half lood boksbloed, met drie ftüi- ^ vers fajferaan, en dat ingegeven. Nog eens voor het Longyuur.
Neemt wyndzyn een muddetje,
een half pint raap oly, een lood fchel- kruit, een lood wynruit, ekboris een kokosnoot-fchelp vol, dit te zamen ge- floten met een bolletje knoflook, en een half pond honig; dit onder eikanderen geroerï, en ingegeven drie dagen na elkander, of ten ware dat de beesten I , al |
|||
«loö"' Toevlucht of Heilzame
al te flap en krank mogten zyn,
kan men wel een dag overflaah. |
|||||
VII. HOOFDDEEL.
Voor Koeijen die op het Kalven ft aan.
Het gebeurt veeltyds dat Koeijen die
zeer naby op het Kalven Haan, dat hunne Ellers komen te zwellen, zoo door zucht of beginfel van melk, zoodanig als of zy gekalft hadden, al is het nogtans verfcheidene dagen van te vooren; zelden werd hier veel acht op gegeven, omdat vele men- fchen oordeelen dat het niet noodig is voor dat ze gekalft hebben; maar nog- tans zoo komen daar veeltyds groote ongelukken door, want door ontfte- king vandeEller, die zeer groot is, trekt door het geheele ligchaam, en maakt zoodanige ontfteltenis, dat daar de beesten aan komen te fterven,daar- om, om dit voor te komen, zoo moet men die beesten aUen dagen melken, even of ze al gekalft hadden, om ?e van de zucht en de pyn te ontlas- ïasten , en zoo doende komt men |
|||||
Hulpmiddelen worOsfen enKwbeesten.io 7
veel zwarigheid voor, d*e anders daar
uit zouden kunnen voortkomen. VIII. HOOFDDEEL.
Nog een Hulpmiddel voor Os/en en
Koebeesten. Alzoo er onderfcheidene ziektens
onder de beesten zyn, zoo zyn er nogtans maar twee, die alle beesten zeer onderworpen zyn, namelyk, de overvloed van bloed, en ten ande- ren overvloed van gal, welke beide fterk in de beesten huisvest: der- halven zoo is dit navolgende hulp- middel zeer goed om het bloed te temperen, en de overvloed van gal ,te doen verminderen. Neemt daartoe caliaga-, genttana en mirrhe, van elks een half onoe, dit te zamen klein gefloten, en met een kan bier op- gekookt, en dan door een doek ge- daan zynde, neemt dan twee dragma falprtmel, met een half lood cremor- tartarii twee dragma bitterheilig, en voor eene ftuiver fafferaan; dit dan alles onder elkander gemengt, en de |
||||
208 Toevlucht of Heilzame
helft daar van laauw ingegeven, en
de andere helft des avonds daarna, of des anderendaags 's morgens, en ten eerften moet men doen laten aan beide zyde van de huik, 4n de mond gewasfchen met zout en water. IX. HOOFDDüEL.
Nog eenige middelen voor Osfen en
Koebeesten in het byzonder. Jk Is het zeer natte zomers zyn,
,jt\. zoo heeft de ondervinding my geleer t, dat de Koebeesten en Scha- pen met zeer ongezonde levers en ook wel met milten geplaagt worden, ja men heeft er wel levende dieren in gevonden die de bekende Bot, niet zeer ongelyk waren. Het eerfte middel dat in dit geval
kan gedaan worden, is, om zoodanig een beest aanftonds voor eenige we- ken op ftal te nemen, en geven hem hooi, en boonen er onder gemengt, te eten, en alle morgen een pil van terpentyn, zoo groot als een kokos- noot , en daar omtrent een vierendeel lood poejer van brmwfleen onder ge- mengt, |
||||
Hulpmiddelen voorOsftn enKoebeesten. 109
, .1
mengt, en ook fomtyds wat anys
en genever oly, voor een drank, om daags tweemaal in te geven; tot dien einde, neemt toppen Nan alzem, ander- half lood, gentiaanwortel, drie lood, fasfefras hout, vier loöd; laat dit vier en twintig uren Haan weken in een warme plaats, of liever op heet zand, en koken het dan omtrent drie vierde deelen van een uur; in een genoeg- zame menigte water, en geven er alle morgen omtrent ander half pond van in, eri dan er een klein teugje klaar water op drenken; als men hier eeni- ge ftukken kaneel by doet, zal het des te beter 'zyn. ' Een zweetmïddèl voor Osfen en •
. • Koebeesten, Neemt honds- en hoender drek die Wit
is» van elks een derdehalf lood, kam- fer', een half lood, maakt daar een balletje van, en propt hetzelve door de keel van het Koebeest. O X. HOOFD-
' ' 1
|
|||
210 Toevlucht of Heilzame
X. HOOFDDEEL.
Voor Blynen aan de tong en yerhemlU,
des mondsy lippen, enz. waardoor
de Osjen en Koebeesten dikwyls
het grazen bekt wordt-
Dit is een foort van ongemak aam
de beesten, die veel overeen* komst heeft met de zoogenaamde •Spruw, dewelke de menfehen meer- malen in ziekterjs overkomt; om de- zelve te verdry ven, moet men ziek bedienen van eene foort van tong- fchraper, die ieder na zyn oordeel moet maken of laten maken, nadat hem dezelfde het bekwaamst fchynt te wezen, en fchrapen met dezelve het flym en de blyntjes van de tong der Osfen en, Koebeesten, z#o veel als.doenlyk is; maar vele ontziqn zicht niet dit gedaan, zynde, de; tong met fyn gefloten Peper te bewryven ? wat het verhemelte, lippen, enz. aangaat^ maar wascht dezelve met dit volgende vier è vyfmaal daags: Neemt tegyp- ciacum, twee lood, geest ym yitriool, |
||||
HulpmiddelenyoórOsfen ènKoeUesten.21 r
een achtften deel loods, lepelbladen,
derdehalf lood, ea hrmiewyn^ vier lood; neemt dan een kwastje van werk I of uitgefraast doek, en ftrykt het daarna met een weinigje roos- of m- triooUflroop. XI. HOOFDDEEL.
Een goed hulpmiddel mor de Schurft.
De Schurft wordt dikwyls met
weinig goed gevolg op ohder- ftheidene Wyze behandeld. Eetl rëgt- fehapen Boer moet my groocelyks dank Weten dat ik hem dit middel zoo openhartig ter hand Hellen; waar door een ongemeen getal zoo fchurfde Koebeësten als Schapen mede geholpen zyn. Tot dien einde dan, neemt; td- baksfteétth êeti genoegzame meem'gte, en. pec&t daar omtrent acht lood vogt uit. Op dusdanige Wyze: men legt de fteelen egaal op elkander, hier wind rBëri een tameïyK'dik touw om; als dit omwonden 'is,, tiêeiint men een fyner tötiw, eri zoo 6t nog geen zap. uit- lekt? ,4 alweer- eferi fyner, op dezèiftlè O 2 wy- |
||||
212 Toevlucht of Heilzame
wyze als het Scheepsvolk hun pik-ta-
bak toeftellen. Neemt dan levende kalk, anderhalf lood, witte precipitaat9 een vierendeel lood, fpaanfche vliegen, een half lood, bolus,, twee lood, kamfer, een lood; maakt alles zoo fyn, dat het kan gezift worden, en wryft het wel ter degen onder een, laat daar druppelsgewys de fap van ftabaksftee- len by loopen, en gedurig wryven, in een niet'al te ruimen vyzel, liier door zal men een zalfje bekomen dat bekwaam zal wezen om te fmeeren. Dat wel toegelbten in flesjes met een kurk en blaas voorzien. Als men het noodig heeft, moet de belee- digde plaats alle vier uren dunnetjes er mede gefmeert worden.: De gebruiker zal bevinden dat hy zyne moeite niet te vergeefs in het werk gefield heeft. XII. HOOFDDEEL.
Verfcheidene Koortsmiddelen, zoo por
Paarden, Osfen als Koebeesten. De Franfchen zeggen dat er voor
de koorts,geen beter hulpmid- del |
||||
Hulpmiddelen yoorOsfen en Koebeesten. 213
del is, als in het begin de bloedaf-
tapping van twee tot vier ponden, en dan deze klifteer. Neemt gersten- water, drie pond falie, rozemaryn, yioolbladm en parestaria, te zamen een hand vol; fyn gefneden zynde, kookt het te zamen omtrent een kwar- tier uur, daar onder gedaan een klein handje vol zout, zet het If en giet het door, by welk doorgietzel men doet, oly van rozen en zoete amande- len, van,-elks zes lood, en gebruikt het warm voor een klifteer. , Een hulpmiddel voor hoofdpyn der
Paarden, Os/en en Koebeesten. ■ Zoo er de minfte blyk is dat een
Paard j Os of Koebeesc met hoofdpyn bevangen is, namentlyk nog haver of hooi willende eten, en behaiven dat ze loom en traag er uitzien, kan men zich van het. volgende middel bedie- nen: Neemt gebrande aluin? fyn ge- floten glas, van elks twee lood, ge- raspte nootenmuscaat, een lood, zuiker~ kandy, vier lood, dit in een pint nyn- gedaan, en het beest ingegeven twee O 3 uren ■ |
||||
£ 14 Toevlucht of Heilzame
uren van te vooFen eer hy wat te
eten krygt. Schoon dat de hoofdpyn juist geen
oorzaak v,m de onlustigheid der Paar- den, Osfen of Koebeesten is, zoo is dit middel nogtans zeer bekwaam om de flym óp de maag te doen ver- dwynen, en dezelve goede eetlust te doen krygen; zoo men ten eené- maal verzekert is dat het hoofdpyn is; laat het beest twee a derdehalf pond bloed aftappen, zonder onder- fcheid van ader, en gy zult bevin- den niet kwalyk gedaan te hebben. «■——
XIII. HOOFDDEEL.
• Tegens ontfteeking der Oogen.
Als de oogen der Paarden, Osfen
of Koebeesten ontftoken 'en op- gezwollen zyn, zoo neemt de volgen- de pap: kruim van tarmnbrood, zoo veel als men denkt dat genoeg is, vermengt hetzelve met brandewyn, en dit tot een deeg gemaakt, doet er dan by een lood kamfer en het wit van twee qf drie hoendmijerw, legt dit een
|
||||
Hulpmiddelen votrOsfen enKoeheesten. 215
een hand breed rondom de oögen,
des 's morgens en des avonds, en ge- bruikt dan dit onderftaande oogenwa- ter: Neemt een vers geloutert ei, kookt het hard, fnydt de door aan twee flukken, legt er omtrent de groote van een itoot zuiver koperrood in de plaats, en doet de twee helften weer te zamen,. zoodat in plaats van het door het koperrood blyft: om* wind het met een fyn doekje, en legt het te weken in een glas met rozen- water , gedurende de tyd yan zes uren. Doét van dit water tien a* twaalf druppels in de oogen, vyf è. zes malen, in de tyd van vier en twintig uren. NB. Dit water móet alle drie of vier
dagen vers gemaakt worden; Avant zoo het langer blyft ftaan, word het al te fcherp. No* een byzmder oogenwater nor
Paarden, Os/en en Koebeesten. Neemt chelidon, of hedera terrest,
die in de fchaduwachtige plaatfeu
groeit, vier a vyf handen vol, ftoot
O 4 ze
|
||||
2i<5 • Toevlucht of Heilzame
ze wel in een marmeren mortier, ter-
wyl dat gy zes eijeren laat hard ko- ken, en ftoten dan het witten met bovengemelde chelidon, of hederae, doet £r by een half pint zeer klaren mttê wyn , de helft minder rozenwater, candy-zuiker en wit koper rood, van elks drie lood. Nog eettige Oogmiddekn voor Paarden,
Os/en en Koebeesten. Voor ligte kwalen en óie in haar
begin zyn, moet men dadelyk by de hand zyn; tot dien einde dan heb ik zoo veel ligte, en eenvoudige mid- delen aangeraden, als die geene welke duur en moeijelyk te bereiden zyn, zoodat een man van oordeel zich aan- ftonds na vereisen van zaken zal kun- nen hedienen, voor koude en dikke/ oogen door zïnkings veroorzaakt, dat men zich dan bedienen kan van de volgende voorfchriften: Neemt vlier- bloemen, vier handen vol, befprengfi dezelve met rozenwater, en ftampt het onder kruim van wittebrood, kookt het dan met melk, en kokend heet af-
|
||||
.Hulpmiddelen voorOsfen enKoefoesien.11 j
afgezet zynde, doet het door een doek
en legt het zoo warm op de oogen, 's morgens en 's avonds ververfchen; of laat een korst tarwenbrood op een rooster braden» dan in brandewyn wel ter degen doorweken, en leggen het op de oogen 's morgens en 's avonds; ver- verfchende; of, zoo fommige willen, laten een padde drogen, en gedroogd zynde op de oogen leggen; my is van iemand gezegd die zulks zoude gepro- beert hebben, dat het van goed ge- volg geweest is, zoo de Padde (na dat ze gedroogd is,) in brandewyn (daar een klein flukje yitriool ufli in gelegd heeft,) den tyd van een half uur, en dan op nieuw weder nat werde gemaakt. XIV. HOOFDDEEL.
Eenplyfler, om diktens die door ftoóten
of fchoppen, veroorzaakt zyn, te
yerdryvm, zoo van Vaar den ■>
Osfen en Koebeesten.
Neemt vier pinten moer van roode
wyn-i doet dezelve koken op O 5 een |
||||
2i§.v Toevlucht of 'Hëkanté
een zeer langzaam vuur en gedurig
oïnroeren, tot dat dezelve begint dik te worden, doet er dan by fyn tar- wenmeel en honig, van eïks twee pond, Zwarte zeep, een pond, dit er onder geroerd, en zoo lang laten koken, tot een bekwame zalf, en dat op de belee- digde plaats van uw Paard, Os of Koebeest kan geapplkeert worden. Behalven voor ftooten of fchoppen,
is dezelve ook goed tegen allerhande foort van ontftekingen, en te beter, als er een half vierendeel kamfer on- der gedaan word. Iets anders tot hetzelfde einde.
Neemt paarden- of koepis, een pond, bloem van zwavel, een lood, aluin, vierdehalf lood; laat het tot een zes- de deel verkeken, en wascht er eeni- ge malen des daags mede. Nog een andere remedie.
Neemt een goede menigte wortel
van molva, of van bismaha, kneust ze, en laat ze in bier koken tot ze week worden, doet er dan zoo veel van dezelfde bladen by; laat alles op nieuw
|
||||
Hulpmiddelen worOsfsn enKoehesten.219
nieuw koken, tot zoo lang dat het
zeer week is; ftoot ze te zamen in een vyzel, en doet er onder wat var- kensreuzel, of oud fineer, enz.; de compofitie wyders verdikkende, met een genoegzame kwantiteit lynkoeken* weel; om nu hetzelve te appiiceeren, moet men de beleedigde plaats eerst beftryken met be&te honig, en dan van deze compofitie, zoo heet als moge- Jyk is gefmeert op een (tuk oud doek, en vervolgens met een windfel om- zwachtelen; gaat hier zoo mede voort, des morgens en 's avonds, zeven of acht dagen achter een, zoo zult gy bevinden dat de dikte of zwelling van de ledematen der Paarden, Osfen of Koebeesten verdryven zullen. Een ander, dat met goed gevolg gepro-
heert is, en om tot een zonderling
befchermmiddel word aangeprezen.
Neemt het wit van zes eijeren, en
een groot ftuk aluin in eene fteenen fchotel, roert het zoo lang dat het een dik fchuim word, dit kan binnen «te tyd van een kwartier uur gefchie- den,
|
||||
£>uo.. ;. Toevlucht' of Heilzame
den, doet er dan by een glas beste
brandewyn, roert dit vooral goed on- der uw gemaakte fchuira; neemt dan nog een half, pond beste honig, mengt er dit ook onder, en legt het er dan in behoorlyke orde op. Nog een ander.
Neemt koeflront, zoo veel als gy
oordeelt genoeg te zyn, kookt dit in water, en daar onder gedaan wat fyn lynkoekenmeel, dat het naar een pap gelyktj dit er dan heet om gedaan, en hetzelve vernieuwen als het koud word, dit is goed tegen dikke beenen, met weinig omflag en minder kostbaar. XV. HOOFDDEEL.
Een' lavement voor Paarden, Os/en
en Koebeesten.
Neemt malva of bismalva , van
elks een hand vol, plantag, twee handen vol, chicor, laclucce en partu- lac, van elks een hand vol; maakt dit te zamen onder eikanderen. tot een kookzel, met twee pinten water en
|
||||
JMpmiddeieHyoprOsfetienKoebëesten.22t
en doet er dan by twee lood pulvis
polier e/la,, of fulpher, preparate hem- een vierendeel pond boter, die versch is, tnet ackt lood verzachtende boom- oly, dit is een zeer verkoelend Jave- ment, dat in bloedfpuwingen zeer geroemt wordt.. ,. t • ró . Nog eenpoejer tot hetzelfde einde.
Neemt w'ynruit, lactuca fen partif- lac, van elks twee handen vqlvdröoge dezelve en maakt ze tot een fyiie pöê^ jer, neemt dan galnooten, en maakc die ook fyn, tót de halve kwantiteit, neemt dan een gelyke hoeveelheid poejer van alumen, fitriool, enz. eti mengt het hiermede; geeft dit haat maten in geval van bloedfpuwen in, en het zal van goed gevolg zyn.' Een mndbrekende oly, om te Hifl&eren>
in geval van buikwee der Paarden, - , psfen of Koebeesten. Deze oly is.van zoo veel belang,
dat ik dezelve alle liefhebbers van Paarden, Osfen en Koebeesten kan aan recommandeeren. De wyze van bereiding is deze. Neemt.de • - . ; vol- |
||||
?*—■>—t— -— i |'H"'HHMMBIBij^-------r " "--------i------
222 Toevktcht of Iieihame
volgende kruiden in de fchadiiw
gedroogt: wynruit, calant, origan én ptdegiumr van elks'een hand Vol, zaad van witte peen, cumin, fenkul, en bèij'en van laurieren, van elks twee lood, oly van oly ven, twee pond, en witte wyn, een pond. Stoot deze za^en tot poejer, en de kruiden ge- kneust; doet dan alles te, Zamen in eene verglaasde aarden pot, doet er dan een ^tekzel op dat goed fluit * dat ^r geêne 'de minfté wafem kan uït- k'Qrqen,, en op een .langzaam vuur la- t£», koken, totdat "hét. op de helft vejrkookt is*, la^t het dan half koud Wórden» en doet. er dan dé, oly door m$ acht .lood tnérg van kolokwint, dan <ïë' pot weder digt gedaan* en op een matig vuur laten ftaan de tyd van 2#trren, en dan twee uretf goed la- ken «doorkoken;, verders half koud la- ten worden; giet ze dan af en perst ze mx. Deze oly kan zeer lang, zon- der te. bederven goed tóyven* Men neemüiirdinaifizes a acht lood
vöörveen lavement; het isi.oofc wind* |
||||||||
brekend
|
en oratie flym te verdryven»
|
|||||||
XVI. HOOFD-
|
||||||||
^K
|
||||||
Hulpmiddelen voor Osfen enKoebeesteiu 223
I
XVI. HOOFDDEEL.
, Mm Pap om een gezwel van een
Paard,, Os of Koebeest, te , doen ryp worden. [■öecnt "komyn en lynkoehnmeel, van
Mfiè zoo veel als gy wilt, ' laat Immeik koken, doet er dan ge- ^roogJ^en fyn gefloten koendermest by, legt ér die op, het zal de zweer doen: ryp worden, en depyn weg nemen. Een ander. Neemt gekneusde wortels van bis. * mak><e,x*$H lood > en v^n deszelfs bladen , twee handen vol, brandenetels ook zoo veel; als gy dezelwe wel fyrt gefneden hebt,, kookt ze dan in een genoegzame menigte a^r, en doet er by verfche boter en oly van olyyen, >. van elks twee pond, f ar. fenugrec, zoo veel als gy denkt dat genoeg is; dit moet heel heet op het gezwel ge- legd worden. — En nu nog ten laaiden |
||||||
Een •
|
||||||
224 /^Tmludit of Heilzame
Een poejer om te verdrogen, m vleesch
te doen groeijm 'in de zweef en van
gaarden, Os/en en Koéeesten.
Neemt levende Mik, Csoed gezift,}
en honig, van elks één pond, mengt dit onder elkander toe een deeg, en doet het dan in een pot, en zet het op een redelyk vuur,, en roe^ljj^t geftadig oÉ tot dat het dik vKoyp eti dan koud laten worden; het jf goed om er poejer van te maken, * en die te ftrooijen in de wonden, en dan met ëene zachte wiek er over heen «'dekken; doet er dan nog by terpen- tyn en' honig, van elks vier lood, ^ yier doomt <van cijeren, wirrhe, een lood, en aloë, twee lood; dit alles te zamen goed onder elkander gemerigt', of liever gewreven , doet dezelven lpoedig genezen. |
||||||
m
|
||||||
{ r:r.. -t
|
||||||