-ocr page 1-

EEN WOORD

AAN

DE HOUDERS YAN SPAANSCHE FONDSEN.

-ocr page 2-

I

mmmm

........ lif j

R ' - ' I

quot;ifti m^h - ■ ■

....... . 11 I

1 ^ ■ •■

j

' '

# '■

- # .ïj-ssgij-i#

-ocr page 3-

EEN WOORD

AAN

DE HOUDERS

VAN

SPAAÜSCHE FONDSEN,

DOOR

ZIEGELAAR amp; VAN DEN BERGH,

Commissionairs in Effecten te Amsterdam.

's GRAVENHAGE. DE ERVEN THIERRY amp; MENSING. 1873.

-ocr page 4-

-ocr page 5-

Hot zal wol goon bo loog behoeven, dat door do niet-botaling van don Jnli-Goupon dor Spaansche 3 % Buiten- on Binnonlandscbe Schuld, aan het Nederlandscho kapitaal, dat in do laatste jaren reeds zoo zwaar is beproefd, oen nieuwe, niet minder felle slag is toegebracht.

Stellers dezer bobben zich, omstreeks het tijdstip, waarop die voor de fondsenhouders zoo noodlottige gebeurtenis voorviel, voor oogon gesteld, hunne boste pogingen aan te wenden, om de gevolgen van dien schok, zooveel en zoo weinig als in hun vermogen lag, te helpen verlichten.

Een hunner beeft zich destijds naar Spanje begeven, ten einde zich persoonlijk omtrent don politieken en financie-ëlen toestand van dat Rijk te vergewissen, waartoe door hem tweemalen per rijtuig do reis door do Baskische Provinciën werd genomen, dwars door de streken, waar do Garlisten hunne droevige rol spelen.

Een oponthoud te Madrid, gedurende twee maanden in het voorjaar, en gedurende zes weken in den zomer, heeft hem in staat gesteld van nabij gade te slaan, wat in Spanje's hoofdstad op politiek gebied voorviel; gegevens te verzamelen, nopens de linanciëelo krachten des Rijks; denkbeelden van hooggeplaatste staatslieden en financiers, be-

-ocr page 6-

6

treffende do Staatsschuld te vernemen, on langs dien weg te trachten hot terrein, waarop Spanje's wetgevers en Spanje's crediteuren elkander zullen ontmoeten een weinig te effenen.

Wij mogen niet nalaten bij dezo oen woord van dank toe te brengen aan Zijner Majosteits Gezant te Madrid, baron van Ittersum, wiens bijzondere welwillendheid en minzaamheid ons van grooten dienst is geweest.

Wanneer men tegenwoordig van Spanje spreekt, ligt het woord Garlisten op de lippen van nagenoeg lederen toehoorder. En toch wachte men zich, aan dien guerilla-krijg eene al te groote betoekenis toe te kennen. Men sla de kaart van Spanje op en ga vooreerst eens na hoe groot de uitgestrektheid is van de bergachtige landstreek, waarin de vaan van don Carlos is ontplooid, overtuigo zich van de omstandigheid dat in die, aan groote steden overigens arme, streek geene enkele stad van eenige be-teekenis hare poorten voor de benden van den pretendent heeft geopend, en boude dan in het oog dat, zelfs in de dagen, waarin door de uitspattingen dor ultra-republi-keinsche partij (Intransigenten) in het Zuiden, de toestand van de Regeering het toppunt van moeielijkheid had bereikt, de oorlogskans den Garliston ongunstig is gebleven. Zoo ooit, dan voorzeker zou in die dagen voor de Garlisten oen coup te wagen zijn geweest; maar hunne zwakheid bewust, hebben zij geene ernstige poging ondernomen.

Wanneer men eene lijn trekt van Bilbao aan de Golf van Biscaije in oostelijke richting, tusschen Vitoria en Pampeluna doorgaande, en voorts nagenoeg evenwijdig

-ocr page 7-

7

aan de Pyroncën Lol, hol stadje Vieli, en vandaar in noordelijke richting tot aan de Fransche grenzen, dan heeft men tusschen die lijnen begrepen de geheele landstreek, die door do Garlistische benden onveilig wordt gemaakt, waar iedere boor en herbergier op een gegeven oogenblik zijne roode ol' witte muts op liet hoofd plaatst, om, bij do nadering van Spaanscho troepenafdeelingon, zijn bedrijf of handwerk te hervatten.

Dat dio toestand in een staat bedenkelijk is, zal wel nergens tegenspraak uitlokkon; maar hij is toch volstrekt niet van dien aard als men zou meenen, wanneer men geloof sloeg aan de sensatieberichten betreffende legers van tienduizondtallon met kavallerio, geschut en legertros. De kennis van den toestand van hot Spaanscho leger is voldoende om de overdrijving van die berichten te waardoeron; waren de Garlistische benden zoo sterk, dan zou do zaak van den Pretendent in de laatste maanden waarlijk eeno geheel andere wending hebben kunnen nomen.

Als een staaltje van dio overdrijving dieno het volgende:

Don 4den April jl. bevond oen dor ondorgotookenden, per rijtuig van St. Sebastian komende, zich te Zumaraga, van waar hij naar Vitoria verder reisde. Wol is waar ontmoette hij op dien weg oene kolonno gouvernemontstroe-pon, doch van strijd was in die stroken dien dag geen spoor te ontdekken. Nochtans las hij eenige dagen later in Spaanscho en Engelscho bladen hot bericht van oen gevecht, waarbij tal van doodon, gekwetsten en gevangenen werd opgegeven, en hetwelk dien dag bij Zumaraga zou zijn geleverd.

Commentaren ton doze mogen overbodig worden geacht.

-ocr page 8-

8

Zonder ons aan profetiën of politieke tinnegieterij te wagen durven wij echter wel als ons gevoelen te kennen te geven, dat do Garlistische opstand, hoezeer die geen bijval vindt buiten de Baskische Provinciën, echter in die streken nog geruimen tijd kan duren. Het terrein is bij uitstek geschikt tot een guerilla-oorlog, en levert aan do regeerings-troopen te midden van eene vijandiggezinde bevolking de grootste moeielijkheden bij de operation op.

De tegenwoordige Regeering, het kabinet Salmeron, heeft echter van het oogenblik barer optreding af eene energie betoond, waaraan men van de zijde der elkander opvolgende Spaansche Kabinetten in den laatsten tijd in het geheel niet gewoon was, en die gegronde hoop voor de toekomst oplevert. Met don val van hot Kabinet Pi y Margall zagen de Intransigonten zich hot roer uit de handen nomen on hun wrevel over deze nederlaag in de Cortes, waaraan de tegenwoordige Ministers van Oorlog en Financiën een groot aandeel hadden, gaf een krachtigen stoot aan de oproerige bewegingen in de steden Garthagena, Valencia en Murcia.

In het Noorden had de Regeering te kampen met de plattelandsbewoners, bij wie het ultra-conservatieve beginsel zijn grootsten steun vindt; in bot Zuiden mot eenigo zeesteden, alwaar de bevolking, ten allen tijde door hare ultra-revolutionnaire gezindheid heeft uitgeblonken. Zij wendde hare kracht in de eerste plaats tegen haren geduchtsten tegenstander: het oproer der steden. Doortastende maatregelen, te lang reeds verzuimd, als het fusilleeren van overtreders dor discipline, herstelden de orde in do leger-afdeelingen, die togen generaal Gontreras en zijne bond-genooten werden afgezonden ; de troepen vermeesterden de

-ocr page 9-

!)

eenc plaats na de andere eu op het oogenblik, waarin wij deze regelen schrijven, is de opstand reeds tot zijn laatste bolwerk, Garthagena, beperkt. Wij vertrouwen, dat ook deze stad weldra hare poorten voor de troepen van het gouvernement zal moeten openen. Daarna zal de Regeering hare militaire krachten tegen de noordelijke provinciën kunnen aanwenden en hoewel, gelijk wij hierboven reeds opmerkten, de locale gesteldheid eene totale onderdrukking van den Carlistischen opstand langen tijd in den weg kan staan, zal aan den Pretendent het verder doordringen worden belet. Chronische kwalen worden niet eensklaps uitgeroeid, maar geraken slechts langzamerhand tot genezing.

ïast die kwaal Spanje in den hartader aan en hangt daarvan de toestand der schatkist geheel of grootendeels af; ziedaar twee vragen, die wij meenen ontkennend te moeten beantwoorden. Hot terrein, waarvan wij hierboven de grenzen hebben aangegeven, beslaat niet meer dan één tiende gedeelte van het Spaansche grondgebied. Groote handelssteden vindt men er niet; de nijverheid staat er op een laag standpunt; en de inkomsten der schatkist uit die provinciën zijn dan ook gering in verhouding tot die der andere zooveel rijkere provinciën.

Voor het overige verkeert Spanje in denzelfden toestand, waarin dat rijk zich reeds sedert jaren bevindt. De Kabinetten bobben elkander tot dusverre mot ongekende snelheid opgevolgd •— welke verwisselingen gewoonlijk met eenig straatrumoer te Madrid gepaard gaan, dat ons echter toescheen nooit van eenige ernstige botoekenis te zijn; — maar het Ministerie is slechts het uitvoerend bewind. De wetgevende en souvereine macht berust bij de Gortes, aan wie

-ocr page 10-

10

de laatste honing zijn mandaat, hem. dour diezelfde Cortes verleend, heeft teruggegeven.

Zonder die Cortes zou men wellicht vun anarchie in Spanje kunnen spreken, gelijk men buiten Spanje somtijds hoort; met die Cortes is dat woord louter eene phrase.

Om kort te gaan, de politieke toestand van Spanje is, volgons onze bescheiden meening, niet van dien aard, dat men, om die redenen, geone pogingen zon kunnen aanwendon om met het Spaansche Gouvernement over de belangen der houders van Spaansche fondsen in overleg te treden, te minder omdat de tegenwoordige Minister van Financiën den goeden wil daartoe bezit; en het is ouzo overtuiging, dat de mogelijkheid van het ontbreken van dien goeden wil bij een volgenden titularis niet mag worden voorbijgezien.

Wij zouden ten bewijze daarvan enkele woorden kunnen aanhalen, die do vorige maand, in de Spaansche Cortes, ons alles behalve bemoedigend in do ooron klonken.

Senor Pi y Margall, de vorige Minister-President gat' o. a. als zijne moening te kennen, dat hij eene gelijkstelling van de Buitoni andscho mot de Binnenlandsche Schuld wenschelijk achtte, omdat het Gouvernement dan hot recht zou bobben de coupons van de geheele schuld jaarlijks aan zoo hooge belasting te onderwerpen als de schatkist zou vorderen.

Eon ander geacht lid der Cortes gaf den raad de rentebetaling te doen ophouden, en dan de, anders lot rentebetaling bestemde, fondsen aan te wonden tot aankoop en amortisatie var. rontegevende schuld tot lagen koers.

Het zal wel overbodig zijn deze redeneeringen aan eenige

-ocr page 11-

1

11

critiek te onderwerpen. Maar toch verlieze men niet uitliet oog, dat zij in 's lands Wetgevende Vergadering geen spoor van verontwaardiging hebben opgewekt. En waarom niet?

Wij zullen trachten met een enkel woord daarvan eene verklaring te geven.

Gedurende het bewind van Koningin Isabella heeft het beheer van 's lands Financiën veel te wenschen overgelaten, en het zij verre van ons te beweren, dat de Septcmber-omwenteling in 1868 ten deze eene verandering ten goede heeft aangebracht. Het feit, ons door den voorgaanden Minister van Financiën Senor Ladico medegedeeld, dat namelijk sedert zes jaren geene balans in de Cortes is overgelegd, schijnt met het voorgaande maar al te wel overeen te stemmen. Elke Minister van Financiën voorzag in den dringenden nood der schatkist door het creëren van vlottende schuld logen enorme rente, en wanneer het cijfer van die vlottende schuld zoodanige hoogte had bereikt, dat aan dien toestand een einde moest komen, werden met het Buitenland leeningen gesloten, waarvan het reële bedrag, dat in 's lands schatkist vloeide, laatstelijk zeker niet meer dan 26 pGt. van het nominale kapitaal beliep. Wij zullen ons niet verdiepen in beschouwingen, hoe de Binnenlandsche Schuld tot een cijfer van ruim zes milliard pesetas is aangegroeid; maar het bedrag dat daarvan in de werkelijkheid is ontvangen, zal in de laatste jaren, zeker verre beneden dat quantum zijn gebleven.

Zooals wij verder zullen zien beloopt thans de 3 pCt.

Binnenlandsche Schuld .................... 6.382.419.900 pesetas

Buitenlandsche Schuld .................... 2.939.404.166 «

Te zamen alzoo............ 9.321.824.066 »

-ocr page 12-

12

Tegon dat nominaal bedrag protesteert de Spanjaard. Men kan daartegen aanvoeren, dat die schuld wettig i; aangegaan; dat de koers der inschrijvingen natuurlijk in het nauwste verband stond tot hot toenmalige crediet van Spanje, en dat het repudiëeren van een gedeelte van die schuld gelijk staat mot een staatsbankroet — dat alles laat do Spanjaarden onverschillig, vooral nu zij over den eersten stap heen zijn om hunne aangegane verplichtingen niet na te komen. Zij beweeron dat zij die schuld niet kunnen dragon —• en daarin hebben zij geen ongelijk; zij willen zich voor een deel ontheffen van de verbindtenissen hun door de Monarchie opgelegd, en in de regoorings-kringen beschouwt men dan ook ecne reductie van het nominale kapitaal als de eenige grondslag, waarop van Spaansche zijde met de fondsenhouders in overleg kan worden getreden.

In verband daarmede kon liet ons niet sterk verwonderen dat het voorstel tot schuldregeling, hetwelk door ons aanvankelyk aan het Spaansche Gouvernement was inge-gediend, en dat door ons gelijktijdig aan de leden der Cortes word rondgedeeld, een ongunstig onthaal ten doel viel. Bij dat voorstel bleef namelijk het nominale hapitaal intact. Het luidde in zeer korte trekken aldus:

Voorstel tot reyelitKj en eonversir. van, de Spaansche ■gt; pCt.

Buitenlandsehe en Binnenlandschc Schuld.

Do Binnen- en Buitenlandsehe Schuld worden geconverteerd in eene 3 pCt. Werkelijke Schuld, waarvan de rentebetaling' zal geschieden voor do helft in geld en voor do andore helft in Uitgestelde Schuld.

-ocr page 13-

13

De Binncnlandsche Schuld wordt na do convorsie gelijk aan do Buitenlandscho; waartoe de liondors der Binnen-landscho luinno schuldbrieven kunnen inleveren mot hijbo-taling van 3 pCt. over hot nominale bedrag hetwelk den 31ston Maart jl. 4164,962,904 bedroeg.

Over het gezamenlijk bedrag der Binnen- en Buitenlandscho Schuld; posetas 7870,403,734 wordt ieder jaar op do Staatsbegrooting 11 pCt. of 137,732,065 uitgetrokken, waarvan li- pCt. strekt tot rentebetaling en | pCt. tot schulddelging bij uitloting tegen den koers van 50 pCt.

Van de Uitgestelde Schuld wordt gedurende 50 Jaar tV,- pGt. van het tegenwoordig bedrag der Schuld door uitloting in 3 pGt. Nieuwe Schuld overgebracht.

Do jaarlijksche rentelast van Spanje bedraagt volgens de laatste regeling der coupon-betaling

aan geld.................................... 175,500,000 pesetas

v rentegeveud Papier............ 87,750,000 »

Volgens dit voorstel zou de rente-betaling tot 158,553,551 pesetas worden teruggebracht.

Dit voorstel had voor het Spaansche Gouvernement hot voordeel. dat liet daardoor een niet onbelangrijk kapitaal renteloos zou ontvangen; dat de rentevoet der schuld zon worden verlaagd; dat het bedrag der schuld door amortisatie langzamerhand zou afnemen, en dat de Binnen- en Huitenlandsche Schuld onder ééne rubriek zouden worden gebracht. Dit laatste vooral schijnt, met het oog op do kolossale aangroeiing der Binnen]andsche Schuld godurondo de laatste jaren, ons in het belang der houders van Spaansche Schuldbrieven, zeer wenschelijk.

Wij stelden ons, na de verwerping van dit voorstel, in betrekking met den Heer Jameson, een Engelsch kapitalist.

-ocr page 14-

14

die zicli destijds, lol hel volbrengen van financieële operaliën mei hel Gouvernemenl, reeds zes maanden le Madrid bevond. (1)

Hel was ons ecliler gebleken, dal de cijfers in hel vorige projecl voorkomende, en die door ons waren ge-pul uit do balans, van wege het Departement van Financiën in de Gaccta de Madrid dd. 10 Mei jongsll. gepubliceerd , den toets van een ernstig onderzoek niet konden doorstaan, en dal wij in de eerste plaats moesten trachten, zoo na mogelijk, hel werkelijk bedrag der schuld te loeren kennen. Het resultaat onzer bevinding aan liet Departement van Financiën was dal de Builenlandsche Schuld minder, maar dc Binnenlandsche het aanzienlijk cyfcr van ruim 2217 millioen pesetas meer hedraayt dun in hoven-gemelde balans is opgegeven.

Diegenen onder ouze lezers, die met Spanje en Spaansche toestanden bekend zijn, zullen begrijpen dal vrij wal geduld en volharding hoofdvereischlen zijn, om, bij eene hitte van 112° Fahrenheit in de schaduw, zijn arbeid mol behulp van Spaansche werkkrachten, lot een gewonscht resultaat te doen leiden.

Na het verkrijgen van deze cijfers spoorden wij de bronnen op lot hel bekomen van een juist cijfer van uilgaven en inkomsten, van welke laatsten een groot deel l. w. de directe belastingen, waaronder de grondbelastingen, door de bank van Spanje worden gëind.

Daarna werd door ons aan don Minister van Financiën

(1) De heer Jameson als associé in het koopmans- en bankiershuis Gibbs amp; Co. te Londen, stond acht jaren aan het hoofd van do te Lima (Peru) gevestigde afdeeling van dat Huis.

-ocr page 15-

15

een voorstel gedaan in hoofdzaak op het volgende nederkomende:

Flan tot regeling en conversie van de Spuunsclie Binnen- en Buitenlundsche schuld.

Volgens het budget voor 1872/3 beloopt

het totale bedrag der uitgaven in pesetas..., 591,950,971 wanneer men hiervan aftrekt de rente op de Binnen- en Buitenlandsche Schuld ten

bedrage van pesetas................................................................................310,534,797

dan beloopen de overige uitgaven ................................281,416,174

Volgens hetzelfde budget bedragen de

inkomsten................................................................................................................537,540,589

trekt men hiervan af het bedrag der uitgaven behalve do renten, t. w..................................................281,4J(5,174

dan houdt men over een saldo van ........................256,130,415

Dit overschot kan op de volgende wijze tot rentebetaling en aflossing van schuld worden aangewend:

Het nominale bedrag der Buitenlandsche Schuld wordt tot een effectief bedrag van 40 pCt. en dat van de Bin-nenlandsche Schuld tot 30 pCt. teruggebracht.

De prijsverhouding van de Binnenlandsche en Buitenlandsche Schuld staat ongeveer als ;i : 4, alzoo als 30 ; 40. De Buitenlandsche Schuld bedraagt

pesetas 2,939,404,166 a 40 pCL = 1,175,761,666 De Binnenlandsche Schuld bedraagt

pesetas 6,382,419,900 a 30 pCt. = 1,914,725,970 Nieuwe Schuld — 3,090,487,636

Deze nieuwe Schuld zal 6 pCt. rente dragen, al/,00 ................................................ 185,429,258

-ocr page 16-

16

Amortisatiefonds. Aanvang nemende twee jaren na do conversie, te weten van December 1875 af, wordt jaarlijks 1 pGt. van het volle bedrag der nieuwe schuld tegen 100 pGt. geamortiseerd.

Garantie. Met het oog op do voordeden, die deze regeling voor den Staat afwerpt, wordt de nieuwe, schuld vrij van alle belasting verklaard en zal de lieg eer ing met de bank van Spanje eene overeenkomst treffen, daarin bestaande dat de bank van de belastingen, welke zij ontvangt, zooveel ml afzonderen als tot prompte betaling der halfjarige renten en tot amortisatie noodig is.

Wanneer de Spaansche Regeering mocht ophouden aan de verplichtingen te voldoen, die uit deze schuldregeling voor haar voortvloeien, treden do houders der Spaansche fondsen in de rechten, die zij voor de onderwerpelijke conversie, krachtens hunne toenmalige titels, bezaten.

Madrid, 15 Juli 1873. (tv. g.) H. R. F. JAMESON,

ZIEGELAAR amp; VAN DEN BERGH.

De coupons zijn betaalbaar 1 Januari en 1 Juli te Madrid, London, Parijs en Amsterdam tegen drie dagen zicht-wissel op de Bank van Spanje.

Bij het persoonlijk onderhoud hetwelk wij, in tegenwoordigheid van eenige aanzienlijke Spanjaarden, de eer hadden met den Minister van Financiën te hebben, gaf Z. Exc. nadat hij het ontwerp had gelezen, ons liet volgende antwoord:

Mijne Hoeren ! Het ontwerp kan op mijne ondersteuning staat maken, wanneer mij dit voorstel namens de houders in het buitenland wordt gedaan; ik zal het gaarne aan de Wetgevende

-ocr page 17-

17

Cortes voorleggen en 80 pGt. van den weg, dien wij in deze hebben uf te leggen, zal daarmede zijn volbracht. Geloof mij, mijne Hoeren, van onze zijde kunnen wij zoodanig voorstel aan het Buitenland niet doen; ik zal mij nooit daartoe leenen; dit voorstel moet door de buitenlandsche houders worden gedaan of het blijft achterwege.quot;

Wij veroorloofden ons den Minister op te merken, dat zoodanige regeling van het. Spaansche Gouvernement diondo uit te gaan.

Z. Exc. gaf ons daarop te verstaan, dat hij daartoe nooit het initiatief zou nemen en dat het liem toescheen, dat volgende Ministers van hetzelfde gevoelen zouden blijken te zijn.

Wij leidden daaruit af, dat de Minister geen Minister van een vrijwillig Staatsbankroet wilde zijn, maar dat eene honorabele aanbieding van het Buitenland op zijne medewerking zal kunnen rekenen.

Welke zijn nu de gevolgen van de hier voorgestelde regeling ?

Voor eene 3 pGt. Obligatie van zesduizend gulden Buitenland verkrijgt men eene 6 pGt. Obligatie nieuwe schuld groot/quot;2400. De jaarlijksche rente, die voorheen /quot;180 en volgens de betaling van Januari jl. /'152 bedroeg, wordt thans tot /144 teruggebracht. De primitieve rente wordt derhalve met / 36 verminderd. Die rente-reductie is waarlijk niet te groot te achten, wanneer men do overtuiging bezit dat Spanje onmachtig is op den tegenwoordigen voet aan zijne verplichtingen te voldoen. De Binnenlandsche Schuld, die tegen 30 pGt. der nominale waarde wordt geconverteerd in een 6 pGt. fonds, gelijkstaande met 60 pGt. 3 pGt. fonds en waarvan het bedrag dat der Buitenlandsche ruim tweemalen overtreft, wordt echter niet zoo gunstig in de conversie begre-

-ocr page 18-

18

pen; muur men vergeto niet dat de Binnenlandsche Schuld, zooals de titel luidt, in het binnenland met Spaansch kapitaal is gesloten, en dat derhalve de houders van Binnenlandsche Schuldbrieven in het buitenland, geheel andere rechten hebben dan de houders van buitenlandsche Schuldbrieven , waarvan de leeningen in het buitenland werden genegotiëerd.

Dat de buitenlandsche leeningen daarom in het voordeel moeten blijven is in confesso. De rentewinst voor het Gouvernement komt dus voor een groot deel uit de conversie der Binnenlanders, die zich voor een aanzienlijk cijfer in Spaansche handen bevinden.

Van eene Obligatie Binnenland groot 5000 Esc. (/'()250) bedroeg de jaarlijksche rente 1° Januari jl. /' 135 : na de onderwerpelijke conversie zou die /' 112.50 worden.

Gaat men nu den tegenwoordigen beursprijs van de Spaansche Schuldbrieven eens na, dan wordt de tegenwoordige waarde van oen Obligatie Buitenland groot /'6000, gerekend togen 18 pGt. ex-coupon Juli /' 1080: daarvan trekt men f 144 of ruim 13 pGt. rente; wanneer men aanneemt dat de tegenwoordige houders der Buitenlanders ongeveer een gemiddeld cijfer van 30 pGt. daarvoor hebben betaald, dan trekken zij na de conversie nog 8 pGt. van hun kapitaal.

Een maatstaf in diervoege voor de Binnenlanders is niet aan te geven, wegens de wijze waarop die fondsen tor markt zijn gebracht.

Maar er is meer. Die Buitenlandsche Schuldbrief groot f 6000 wordt binnen 35 jaren met f 2400 of 40 pGt. van do oude nominale waarde geamortiseerd. De schuldenlast wordt elk jaar minder en de waarborg voor rentebetaling

-ocr page 19-

19

dus grooter. Dio rentebetaling wordt zooveel mogelijk gegarandeerd. De opbrengst der directe belastingen, waaronder fle grondbelasting, bedraagt circa 350 miljoen en liet Spaansche Gouvernement gaat mot de Bank van Spanje een contract aan voor den tijd van 35 jaren, waarbij die Bank gemachtigd wordt eerst van dat bedrag 185 miljoen af Ie zonderen voor de rentebetaling, terwijl het Gouvernement over hot resteorende saldo beschikt.

Uit do voorgaande cijfers blijkt dat de uitgaven behalve

do rente dor Schuld ................ 281,416,174 pesetas

bedragen. Trekt men hierbij.... 185,429,258 » rente dan klimmen do uitgaven tot.... 406,895,432 pesetas.

Daar de eerste twee jaren met hot oog op den politie-kon toestand van Spanje geen aflossing plaats hooft, houdt hot Spaansche Gouvernement in stede van een tekort 537,546,589 minus 466,895,432 = 70,701,157 pesotas over. Zoodra de amortisatie aanvangt slinkt die som tot 70,701,157 minus 30,904,876 = 39,790,281 pesetas.

Spanje is dus in staat aan de verplichtingen te voldoen, welke hot bij deze conversie op zich neemt. Maar al zouden do bronnon van inkomst voortspruitende uit do tegenwoordige belastingen niet voldoende zijn, dan zijn in Spanje nog belastingen te schoppen, die met het grootste gemak kunnen worden opgebracht. Spanje is een rijk land, maar Spanje is jaren achtereen slecht bestuurd. Een Minister van Financiën, die de energie bezit om in den financiëelon Augias-stal orde to brengen, die boter gebruik weet te maken van de hulpbronnen, welke het rijke land en de rijke koloniën hem aanbieden, kan een zegen voor zijn land worden.

En de tegenwoordige Minister toont even als het goheele Kabinet meer, voel moor geestkracht dan de vorige Kabi-

-ocr page 20-

20

netten hebben aan don dag gelegd. Maar in de eerste plaats moet een einde komen aan hot ongelukkige stolsel om mot nieuwe leoningen oude gaten te stoppen. Do weg, waarop Spanje zich in do laatste jaren bevond moest tot een crisis leiden, de wijze waarop de laatste coupon is betaald, 3/8 geld en 1/3 papier, waardoor jaarlijks voor Jrijna 200 miljoen pesetas 8 pCt. schuld zon worden hinncn-gesmolilceld, moest iederen financier do oogon doen vestigen op hot hollende vlak, waarop do schatkist geraakt was. Niet ton onrechte worden dan ook do fouten, door vorige Regeoringon begaan, door do publieke opinie in Spanje gebrandmerkt. Mot het oog daarop kan het bij ons aan geen twijfel onderhevig zijn, dat het reeds lang tijd was om met de Spaansche financiën oenen anderen weg in te slaan. Dat die overtuiging overal in hot buitenland bestaat, bewijst hot feit, ons door den Minister in oeno dor conferentiën modogodoeld, dat hij, naauwelijks vier weken Minister zijnde, reeds meer dan vijftig projecten tot regeling dor Spaansche schuld had ontvangen. Ook in de Cortes zijn herhaaldelijk stemmen in dien geest gehoord; maar do voorstellen, door sommige lodon dor Cortes gedaan, waren voor do buitonlandscho fondsenhouders zoo onvoordeelig, dikwijls zoo ongerijmd, dat het to hopen blijft dat die voorstellen nooit in ernstige beraadslaging worden gebracht. Ook in verband daarmede is hot tijd dat er spoedig door het buitenland ernstige stappen worden gedaan, om die gevaren te voorkomen. Maar laat ons aan do fondsenhouders eons vragen of zij het tijd achten dat hunne pretontiën op het Spaansche Gouvernement worden voldaan? Hoe menig kapitalist en rentenier wiens kapitaal in don maalstroom

-ocr page 21-

21

der Amerikaansche Spoorweg-ondernemingen, waarmede onze beurs bij uitnemendheid werd vereerd, voor een groot deel te gronde ging, ziet tot onderhoud van zijn gezin naar eene hervatting van do couponbetaling dor Spaan-sche fondsen reikhalzend uit; hoovelen die thans, in stede van hun rente van hun kapitaal leven, zouden zoodanige regeling als de dageraad van een beteren tijd begroeten! Of zijn de blijken daarvan ons sedert onze bemoeiingen in Spanje niet welsprekend genoog gegeven? Wij spreken hier niet eens van liet herleven van den fondsenhandel, die zoo aanmerkelijk heeft geleden en die ook door deze regeling-zou worden gebaat; tvy brooi/cn het doel, het Nederlandsche particuliere kapitaal, dat door verschillende exploitatie-maatschappijen zoo roekeloos werd aangetast, uit gj/u kwijnenden, toestand op te heffen.

En thans, nu wij de overtuiging bezitten dat de tegenwoordige Minister van Financiën te Madrid het ernstig meent, eene voor beide partijen aannemelijke schuldregeling tot stand te brengen, zou men nu, omdat 1/10 van Spanje den gueriilakrijg tegen hot wettig Gouvernement blijft voortzetten, deze gelegenheid daartoe laten voorbijgaan, of wil men wachten tol deze schermutseling, die wellicht nog jaren kan aanhouden, een einde heeft genomen? Men ver-gete dan niet, dat de fondsenhouders hunne waarde door het renteverlies met ieder semester zien verminderen en dat de schuldregeling hoe langer verschoven, ook dos te moeielijkor wordt. De ondervinding heeft genoegzaam bewezen voor welk luttel bedrag de achterstallige coupons in de conversiën worden opgenomen. Wij wijzen hierbij op blz. 322 van hot uitmuntende werk van don Hoor J. Dinger: Ovcrzigl van alle tor beurzo van

-ocr page 22-

22

Amsterdam verhandelde effecten (1868) waar wij juist onder het hoofdstuk Spaansche fondsen het volgende aantreffen:

«In dezen bedenkelijken toestand, bleef de Spaansche nStaatsscliuld gedurende eene reeks van jaren bestaan, i. ondanks de aanhoudende en ernstige vertoogen der fonds-)gt;houders, vertegenwoordigd door do onderscheidene coinité's, «die zich zoo te Amsterdam als elders tot dat einde ge-jiconstilueerd hadden, terwijl de Spaansche regeering in-»middels van hare zijde voortging den schuldenlast door «voortdurende uitgifte van rentegevendegeconsolideerde 3 pGt. «Binnonlandsche Schuld, (zelfs lot zeer lage prijzen), aan-»merkelijk te vergrooten.

«Nadat alle onderhandelingen en de meest billijke voor-«stellen van de zijde der Fondsenhouders zonder eenig «gevolg bleven, heeft de Spaansche regeering toch eindelijk «begrepen, iets voor hare crediteuren te moeien doen, en «de conversie van primo Augustus 1851 heeft eene liqui-«datie van oude in nieuwe Schuld daargesteld, die voor «de houders der primitief in Holland gesloten negotiatiën «(le weten de 5i pGt. bij Hope amp; Go.) bij eene juiste «berekening met rente op rente, na aftrek van het af en «toe betaalde en in verband met den beursprijs die de «nieuwe schuld in 1851 mogl bedingen, op nog geen 5 pGt. «nederkwam, hetwelk voor de houders van uitgestelde «schuld anno 1831 nog beduidend minder was, welke «laatsten dan ook voor een groot gedeelte niet tot deze «conversie zijn toegetreden, terwijl do eersten zich den «maatregel hebben laten welgevallen, echter onder protest «legen de korting van de niet erkende helft, der versehe-«nen en onbetaald gebleven coupons.quot;

-ocr page 23-

23

Nog één punt blijft ons te bespreken over. Het Spaan-sche Gouvernement is tot dusverre slechts door de Veiv eenigde Staten van Noord-Amerika en door Zwitserland erkend. De overige Gouvernementen hebben eene afwachtende houding aangenomen. Maar kan dat oen reden zijn om eene schuldregeling uit te stellen? Wij moeten daarop volmondig «neenquot; antwoorden, want wilde men wachten tot de overige Europeesche regeeringen in hare politieke opvattingen een rogeeringsvorm erkennen, die sommige vorsten wellicht ongaarne zien, dan zou het geduld der fondsenhouders misschien jaren lang op eene harde proef worden gesteld. Doch of die regeering erkend zij of niet tvij, Spanje1 s crediteuren, hebben met dien regeoringst-om niet te maken. Spanje blijft onze debiteur, van wiens voor hot oogenblik insolvente massa wij zoo spoedig mogelijk redden moeten wat voor ons te redden valt. De Cortes hebben de schulden wettig aangegaan; de laatste koning gaf, zooals wij boven reeds opmerkten, zijn mandaat, hom door de Cortes verleend, aan diezelfde door het volk gekozen Cortes terug, en mot die Wetgevers hebben do buitenlandsche, zoowel als de binnenlandsche crediteuren, rekening te houden; de Ministers zijn slechts de tusschen-personen; de wetten door de Cortes gevoteerd, blijven kracht van wet houden.

Eene financieelo regeling, waardoor Spanje wordt gebaat — en dit is toch bij de hier voorgestelde hot geval, zal door elke volgende regoering, zelfs wanneer don Carlos op don troon mocht komen, worden gehandhaafd; hot geldt hier niet eene nieuwe leoning, maar een hervormen van ondo schuld.

Wanneer och tor eene volgende regeering deze

-ocr page 24-

24

voor het land voordeelige schikking ooit zou weigeren na te komen, zou zij zonder twijfel veeleer er toe overgaan het oorspronkelijke, hoogere nominale bedrag der schuld te repudiëeren.

En hiermede leggen wij voor het oogenblik de pen neder; wij drukken echter den fondsenhouders op het hart hetzelfde wat de President van den Council of foreign Bondholders (Raad van houders van vreemde fondsen) ons tijdens ons verblijf te Londen voorhield, nl. dat eendrachtig optreden en doortastend handelen het eenige middel is om tot eene zoo spoedige en voordeelige schikking te geraken, als waarvoor zich thans de gelegenheid aanbiedt.

Wij mochten dan ook reeds de voldoening smaken, dat een twintigtal geachte firma's, fondsenhandelaars te dezer stede, die wij het project mededeelden, van hunne instemming daarmede hebben doen blijken.

AMSTERDAM, 27 Augustus 1873.