-ocr page 1-
-ocr page 2-
-ocr page 3-
-ocr page 4-

VAN

MEr

OVERWEI

)

Doctor

.

insg:

Uit

-ocr page 5-

i!M ^ r».

SAMENSPRAKEN

VAN DEN LIJDENDEN JESUS

MET DE GODVRUCHTIGE ZIEL,

OF

OVERWEGINGEN VOOR ELKEN DAG VAN DE VASTEN,

DOOK DEN

Eerw. Heer COURBON,

Doctor in de Godgeleetdheidf', Pastoor van Saint-Cyr,

w GEVOLGD VAN

MISGEBEDEN,

INSGELIJKS IN DEN VORM EENER SAMENSPRAAK,

A .9\ DOOE

Mgr. DE VIE, Bisschop van Belley.

Uit het Fransch vertaald en met eenlgre Over-wegringen vermeerderd DOOB

EEN R. K. PRIESTERj,.-

KERKELHK GOEDGEKEURD,

Amsterdam,

C. L. VAN LANGENHTJYSEN, 1875.

-ocr page 6-

IMPRIMATUR.

J. A. VAN DEN AKKER, Libr. Censor.

Harlemi, 25 Jan. 1875.

-ocr page 7-

Aan den lijdenden en stervenden Godmens ch , — Aan den Zaligmaker, die voor onze zaligheid zijn laaisien druppel Moed op Golgotha vergoot, — Aan den Man van Smarten, die onze zonden en ongerechtigheden op zijne schouderen heeft genomen en die door zijn smartvol lijden heeft uitgewischt; — Aan de Onbevlekte Moeder , die zoo innig deel nam in het lijden van haar Goddelijk Kind, — Aan de Ko-ninginne der Martelaren, die haar lijden

-ocr page 8-

met dat van Jesus wilde vereenigen, — Aan de Moeder van Smarten, die onder het kruis van Je sus ons gehaard heeft, en aan wier moederlijke zorg de stervende Verlosser in den persoon van den H Joannes ons allen heeft aanbevolen,

wordt de vertaling van dit werkje als een nederig blijk van eerbied en liefde opgedragen door

DEN VERTALER.

-ocr page 9-

Voorwoord van den Vertaler.

Onder den titel; De maand April, enz. werd het fransche werkje, waarvan wij hier eene hollandsche vertaling leveren, in het licht gegeven. Daar het ons voorkwam, dat het beter aan zijn doel zou beantwoorden, zoo wij voor eiken dag van de Vasten eene samenspraak van Jeaus met de godvruchtige ziel gaven, in plaats van met de oorspronkelijke uitgave slechts voor eiken dag der maand April er eene te geven, hebben wij enkele overwegingen daarbij gevoegd, die wij, zooveel mogelijk, in den geest der overige bewerkt en samengesteld hebben. Om die reden ook hebben wij den titel eenigzins gewijzigd en in overeenstemming gebracht met hetgeen thans het boekje is: een handboekje namelijk om in den geest der Kerk den Veertigdaagsche Vasten te heiligen door het dagelijks overwegen

-ocr page 10-

van het smartvol lijden van onzen god-delijken Zaligmaker.

Moge het boekje, onder Grods zegen en onder de bescherming der Allerheiligste Moedermaagd, de gewenschte vruchten voortbrengen, en moge het vooral strekken om de godsvrucht tot den lijdenden en stervenden Jesus onder de ge-loovigen levendig te houden en te doen aangroeien!

-ocr page 11-

Voorrede der oorspronkelijke Uitgave.

De eerwaarde schrijver van dit werk, de Eerw. Heer Courbon, die verschalende en meermalen herdrukte devotieboekjes in het licht heeft gegeven, heeft dit werk ondernomen met het doel, om de geloovigen het verlangen en het voornemen in te boezemen, van dagelijks een kwartier uurs te besteden aan de overweging van het Lijden Onzes Heeren J. C.

Zeer gemakkelijk laat het zich begrijpen, welk geestelijk voordeel uit deze gewoonte is te trekken; zelf geeft de schrijver een denkbeeld daarvan in het voorafgaand onderricht, dat wij hierna laten volgen.

'tls vooral de heilige tijd van de Vasten , die gewoonlijk met de maand April samenvalt, die uit zijnen aard meer dan elke andere tijd geschikt is, om te worden toegeheiligd aan samenspraken of

-ocr page 12-

vm

gesprekken van de ziel met Jesus op den Calvarieberg.

Wanneer men gedurende: al dien tijd zich de godvruchtige gewoonte eigen maakt van eiken dag een kwartier uurs lang het Lijden van den goddelijken Zaligmaker te overwegen, twijfelen wij er niet aan of de geloovigen, door de vruchten, die zij daarvan trekken zullen, getroffen, zullen volharden in die dage-lijksche godsvruchtoefening, die de wellust is der vrome zielen.

Wij hebben de gebeden en litaniëen des schrijvers behouden; maar wij hebben deze uitgave vermeerderd met Misgebe-een, eveneens in den vorm eener samenspraak of van een onderhoud der ziel met God opgesteld. Deze Misgebeden zijn afkomstig van een geacht bisschop van .Frankrijk, Mgr. Devie, bisschop van Belley. Wij zijn van meening, dat de geloovigen, die gaarne het Lijden Onzes Heeren overwegen,' met genoegen en met veel vrucht daarmede zullen kennis maken.

-ocr page 13-

VOORAFGAAND ONDEIUUCHT.

dat hem met moed en sterkte den weg der deugd doet bewandelen.

TWEEDE WAARHEID.

HET DAGELIJKS OVERWEGEN VAN HET LIJDEN ON-ZES HEEREN IS EEN ZEER HEILZAAM JIIDDEL 031 ONS VOOR HET HERVALLEN IN DE ZONDE TE BEWAREN.

Dit gevoelen drukt de 11. Augustlnus zoo krachtig uit in deze woorden: «Niets is ons zoo heilzaam, dan dat wij dagelijks bedenken, hoeveel hij, die God en mensch tezamen is, voor ons heeft geleden.quot; (Serm. 52.) En ten einde ons deze -waarheid overtuigend te bewijzen, bevestigt hij die door eigen ondervinding, doordat hij ons verklaart: -dat hij in al zijne noodwendigheden geen krachtdadiger middel heeft gevonden, dan zijne toevlucht te nemen tot de wonden van Jesus Christus.quot; Inderdaad, wij mogen Jesus aan liet kruis beschouwen als een goddelij-ken zeilsteen, die in staat is ook de meest verharde gemoederen tot zich te trekken, en tegelijk als een overwinbaar bolwerk tegen al de aanvallen, die onze vijanden tegen ons zouden kunnen richten. Hoe toch ware het mogelijk, dagelijks de zonde te beschouwen als de rampzalige oorzaak van al het

3

-ocr page 14-

VOORAFGAAND ONDERRICHT.

lijden van onzen goddelijken Zaligmaker, zonder met een uilersten afschrik daarvan bevangen te -worden, en zonder zich opgewekt te gevoelen om die niet de meeste zorg te vermijden; immers men mag zeggen, dat als wij Jesus te midden zijner smarten beschouwen, wij onze zonden met bloedige letters op geheel zijn lichaam zien geschreven.

DERDE WAARHEID.

HET DAGELIJKS OVERWEGEN VAN HET LIJDEN 0N-ZES IIEEREN IS EEN UITMUNTEND MIDDEL OM GROOTE VORDERINGEN TE MAKEN IN DE DEUGD.

Wanneer de ware volmaaktheid daarin bestaat, dat men zich voortdurend meer en meer onthecht aan de zonde, dat men zich voortdurend meer en meer van alle smetten reinigt en van alle wereldsche lielde zuivert, om zich uitsluitend met den geest en de liefde van Jesus Christus te vervullen, — dan is het, mijns inziens, een groot hulpmiddel om snellen voortgang te maken iu een werk van zoo groot gewicht, dat men zich dagelijks in den geest naar den Calvarieberg begeeft, om zijne ziel te wasschen in het bloed, dat Jesus aldaar heeft vergoten. Ik houd mij overtuigd, dat men, door dikwijls daaraan te denken, zich als het ware in die heilige

4

-ocr page 15-

VOORAFGAAND ONDERRICHT.

bron neerdompelt, en het uitwerksel ondervindt van de eigenschap, die zij bezit, om de volheid des levens mede te deelen. De Apostel bevestigt deze waarheid, door dat hij de christenen vergelijkt met wilde loten, die op Jesus Christus geënt zijn, en dan uit die gelijkenis de gevolgtrekking maakt, dat zij verplicht zijn vruchten voort te brengen, die aan dien goddelijken hoorn gelijkvormig zijn, en hem gelijk te worden in zijnen dood en in zijne verrijzenis, - - en dat, als men eens wil bevonden worden geënt te zijn in den verrezen Jesus, men moet geënt geweest zijn in den gekruisten Jesus; dat onze oude mensch tegelijk met Hem gekruisigd it, opdat het lichaam der zonde vernietigd worde en wij der zonde niet meer zouden dienen want die gestorven is, is van de zonde ontslagen. En zijn wij nu met Christus gestorven , wij gelooren dat wij eveneens ook met Christus zullen leven. (Rom. VI.)

Deze woorden van den grooten Apostel leeren ons, dat liet eigenlijk aan het kruis is, dat wij in Jesus Christus zijn geënt geworden , en dat al de vruchten , die wij moeten voortbrengen, vruchten van het kruis zijn moeten. Met dezen geheimzinnigen boom behoort men vereend te zijn, om zijne sappen te ontvangen, dat wil zeggen, de ine-dedeeling der genade, die de Zaligmaker

5

-ocr page 16-

VOORAFGAAND ONDERRICHT.

ons daaraan verdiend hoeft, en om liet leven deelachtig te worden, dat hij voor ons daaraan heeft geslachtofierd, ten einde wij niet lot het gelal dier onnutte en gebroken takken behoorcn, die, daar zij van den stam zijn gescheiden, tot niets meer dienstig zijn, dan om in het vuur geworpen te worden. Niemand kan er aan twijfelen, of het dagelijks overwegen van het Lijden Onzes Heeren is een uitmuntend middel om ons tot die hei- 1

liga vereeniging te doen geraken; omdat dagelijks onze geest daardoor tot in zijn aanbiddelijk Hart wordt heengeleid , om zijne goddelijke mededeelingcn te ontvangen, en omdat het ons dienen zal om ons onafscheidelijk aan hem gehecht te houden. I

VIERDE WAARHEID.

HET OVERWEGEN VAN HET LIJDEN ONZES HEEREN

IS EENE GODSVRUCHTOEFENING, DIE AAN JESUS CHRISTUS UITERST WELGEVALLIG IS.

Om ons daarvan te overtuigen ware het voldoende slechts eenige getuigenissen daaromtrent aan te halen, die Jesus zelf daarvan gegeven heeft in herhaalde verschijningen en door de buitengewone genaden, waarmede hij die Heiligen heeft willen begunstigen,

die er bijzonder werk van maakten om zeer

6

-ocr page 17-

VOOKAFGAAND ONDKPIUCHT.

J dikwijls aan zijne smarten te denken. Maar

daar een ieder deze kan zien inde boeken, die daarover handelen, zal ik hier slechts eene enkele bewijsreden aanvoeren, die mij zeer overtuigend voorkomt en die aan alle Christenen goed bekend is: de instelling namelijk van het allerheiligste Sacrament des Altaars. Gij weet, dat dit Sacrament dient tot gedachtenis van het Lijden des Heeren, ^ en dat onze Goddelijke Verlosser het voor

namelijk heeft ingesteld, om ons aan te sporen dikwijls daaraan te denken. Dit toch drukt hij zijnen Apostelen op het hart: Doet dit ter mij tier (jednchtenis \ want, zoo voegt hij er bij, zoo dikwijls gij dit brood zult eten ♦ en den kelk zult drinken, zult (jij den dood

des IJ eer en verkondigen, totdat hij komt. (I Cor. XI.) 't Is bijgevolg niet moeielijk om de overtuiging op te doen, dat het dagelijks overdenken van het Lijden Onzes Heeren eene godsvrucht oefening is, die hem zeer welgevallig zijn moet; daar hij zelf ons een zoo groot hulpmiddel heeft achtergelaten, om ons daartoe aan te zetten. Nog beter zullen wij die waarheid beseffen, wanneer wij die beschouwen met betrekking tot hetgeen dagelijks onder ons plaats heeft, liet valt niet te betwijfelen, dat men zeer ten genoegen van ecnen vriend handelt, wanneer men hem dikwijls de verzekering geeft, dat

-ocr page 18-

VOORAFGAAND ONDERRICHT.

men zijne weldaden indachtig is; en voorzeker niet zonder reden: immers, dour lier-liaaldelijk die lierinnering te vernieuwen geelt men Jiem de zekerheid, dat men dankbaarheid en liefde voor hem gevoelt, en dat men voortdurend de genegenheid heeft, om te beantwoorden aan de verplichtingen , die men jegens hem heeft. Het kan dan ook niet anders of Ou'/e Heer Jesus Christus, de grootste en de beste aller vrienden, die zijn eigen leven voor ons ten beste gaf, zal ook zijn behagen er in vinden, dat wij dagelijks eeuige oogenblikken besleden, om die uitstekende weldaad te overwegen.

VIJFDE WAARHEID.

HET DAGELIJKS OVERWEGEN VAN HET LIJDEN ONZES

11EEUEN IS EENE GODSVRUCIITOEFENING, DIE ZEER VERTROOSTEND IS VOOR ONS ZELVEN.

Men mag zeggen, dat de meesten derge-nen, die zich tot deze godsvruchtoefening begeven, in den regel daarvan in den beginne een verkeerd denkbeeld opvatten; van daar dat, hoezeer zij ook van het nut daarvan doordrongen zijn, zij slechts met eenige moeite daaraan kunnen beginnen. Men stelt zich het overwegen van de smarten ünzes lleeren voor als eene bron van voortdurende

8

-ocr page 19-

VOORAFGAAND ONDERRICHT.

l treurigheid en als eene soort van bitterheid,

die in slaat is liet versland en hel hart van deu christen van alle zoelheid teherooven: de christen toch, zoo beelden zij zich in, kan onmogelijk zoo dikwijls aan de smarten van zijn goddelijken Meester denken, zonder zich daardoor levendig getroflen te gevoelen. Aangenomen echter, dat dit werkelijk zoo ware, zou men kunnen antwoorden, dat het k niets meer dan billijk is, dat men dagelijks

in den geest, een kwartier uurs lang, de smarte lijdt, teweeggebracht door do beschouwing van het lijden van Hem, wien het niet te veel was voor ons, èn naar het lichaam èn naar de ziel te lijden, en wel zijn geheel f levenlang. Moge het evenwel waar zijn, dat de

gedachte aan een zoo gevoelig onderwerp ons hindert in ons geluk en ons stoort in onze vleeschelijke genoegens en onze valsche vermaken , nimmer toch ontneemt zij ons den vrede des harten, dien men veel beter smaakt onder de tranen, die men om Jesus' wille stort, dan te midden dier noodlottige genietingen, waarmede de wereld bare volgelingen dronken maakt en vergilligt. Mocht het ook, door eene bijzondere genade des tleeren, gebeuren, dat wij zóó levendig van het Lijden des Zaligmakers doordrongen werden , dat ons hart ongevoelig werd voor al de genoegens der wereld; zeker is het, dat

9

-ocr page 20-

10 VOORAFGAAND ONDERRICHT.

dit gemis ruimschoots zou vergoed worden, niet slechts in den hemel, maar reeds in dit leven, door den trooster, de gerustheid, en dikwijls zelfs door de blijdschap, die men zou genieten in de ziekten, in de wederwaardigheden en in alle andere kwellingen , die eene oorzaak van vertwijfeling en wanhoop zijn voor diegenen, die van niets willen hoeren dan van zingenot en vermaken. Kn hierin zien wij dagelijks de vervulling van de belofte des Heeren: Uwe droefheid zal in vreugde veranderen. Inderdaad, hoe meer wij gevoelig worden voor het lijden van .lesus, des te minder zijn wij het voor ons eigen lijden; dan toch, gelijk de Apostel zegt, leef ik niet meer, maar Jc.ïK.f Christus leeft in mij. Men moet nochtans welbedenken, dat de ondervinding alleen ons van deze groote waarheid kan overtuigen en die als het ware tastbaar kan doen worden; en deze ondervinding zal men niet opdoen, dan wanneer men een geruimen tijd lang deze gods-vruchtoeleninggetrouwonderhoudt; wantGod geeft in den regel deze genade niet dan aan hen, die werkzaam zijn en die hem met volharding dienen. Voeg daarbij, dat het in onze laatste stonde een groote troost zijn zal, dat men zich al de dagen zijns levens daartoe heeft voorbereid door het overwegen van het lijden en den dood van Hem, die alleen in

-ocr page 21-

VOORAFGAAND ONDERRICHT.

staat is dit verschrikkelijk oogenblik opbeurend voor ons en kostbaar in zijne oogen te doen worden.

ZESDE WAARHEID.

HET DAGELIJKS OVERWEGEN VAN HET LIJDEN ONZES I1EEREN IS EENE GODSVRUCHTOEFENIKG, DIE ALLE SOORTEN VAN PERSONEN MET GEMAK KUNNEN VERRICHTEN, MITS ZIJ DAARIN GOED ONDERWEZEN ZIJN.

Eene bekoring, waaraan bijna allen, die niet ernst aan hunne zaligheid beginnen te arbeiden, onderhevig zijn, is deze, dat zij zich in het eerst den weg der deugd veel moeielijker voorstellen, dan hij in werkelijkheid is. Dit is een gewone list van den duivel, om hen hunne goede voornemens te doen vaarwel zeggen. Gewoonlijk stelt hij de godsvrucht -voor onder het beeld van een zoo afgetrokken en streng gelaat, dat het wel niet anders kan, of het moet al diegenen afschrikken , die geen doorzicht genoeg hebben om die list te ontdekken, evenmin als zij verstand en moed genoeg hebben om eene proef te nemen, hoe zoet en licht het juk des Heeren is. Het valt daarom niet te betwijfelen, dat deze godsvruchtoefening voor velen schijnbaar veel moeielijkheid oplevert,

11

-ocr page 22-

VOORAFGAAN!) OXDEBRICHT.

en dat het de machtigste hinderpaal is, die hen zou kunnen beletten daaruit de ge-wenschte vrucht te trekken. tenzij zij er genoegen mede nemen te doen, wat hen in het belang hunner zaligheid gevraagd wordt, te weten: om geen oordeel daarover te vellen, dan nadat men ten minste eene maand lang daarvan eene proef genomen heeft: (justute ct videte; smaakt en ziet; en men heeft de overtuiging, dat, wanneer zij in deze oefening de volgende wenken onderhouden, zij geen ander oordeel daarover zullen vellen, dan dit: dat het eene allerheiligste , eene troostvolle en eene zeer gemakkelijke oefening is, wanneer zij zich althans eenige geringe moeite ter liefde van Jesus Christus willen getroosten.

Ziedaar de waarheden, die ons het nut kunnen doen beseffen van het dagelijks overwegen van het Lijden Onzes Heeren. Wanneer gij dan, mijn waarde lezer, overtuigd zijt, dat deze godsvruchtoefening geschikt is om u te onthechten aan de zonde, om u voor het hervallen te bewaren, om u vorderingen te doen maken in de deugd, om u welgevallig te doen worden aan Jesus Christus en om uw hart met ware vertroosting te vervullen, verzoek ik u met aandacht en oplettendheid de volgende regelen

12

-ocr page 23-

VOORAFGAAND ONDERIUCIIT.

13

te lezen; in de hoop, dat gij daarna met blijdschap de u voorgestelde godsvruchtoefe-ning zult ondernemen, en dat gij die ziiit aanzien als een uitmuntend hulpmiddel, dat de goddelijke Voorzienigheid u aan de hand geelt, om u behulpzaam te zijn om met meer kracht aan uwe zaligheid te arbeiden.

-ocr page 24-

Verschillende Regelen, die men nooilxakelijk te onderhouden lieeft in liet dagelijks overwegen van Itet liijden Onze» Heeren.

EERSTE REGEL.

In deze overwegingen heelt men zich niet aan de gewone manier gehouden, in de inee-ning, dat eene samenspraak van den lijdenden Zaligmaker met de ziel, die hein aanhidt en hem raadpleegt — daar deze uit haren aard meer geschikt is om op het gevoel te ■« erken -zekerder tot het voorgestelde doeleinde zou leiden, dat geen ander is dan het hart te verteederen, en het zoodoende voor den indruk der genade meer ontvankelijk te doen worden. Men is daarenboven van meening, dat deze wijze van mediteeren van zeer veel nut zal zijn , om de oefening van het inwendig gehed voor alle soorten van personen gemakkelijker te maken.

-ocr page 25-

VERSCHILLENDE REGELEN, ENZ. 15

TWEEDE REGEL.

't Is mogelijk, dat er sommigen zullen gevonden worden , die eene aanmerking te maken hebben op de uitgebreidheid dier samenspraken , omdat meu te voren heeft te kennen gegeven, dat er niet meer dan een kwartier uurs gevorderd werd, om die te volgen; 't valt evenwel licht om hen tot andere gedachten te brengen, als wij zeggen, dat het te vreezen zoude zijn, dat, door voortdurend hetzelfde te herhalen, het versland en het hart dit weldra zouden moede zijn. Daarom heeft men in deze samenspraken een zoo groot aantal gedachten neder-gelegd, dat men in staat is telkens nieuwe gevoelens daaruit te putten, 't Is dan ook in het geheel geen vereischte, eu zelfs niet eens raadzaam, om zich met al de beschouwingen, die men daarin vindt, bezig te houden ; 't is voldoende zich te houden aan die, welke de Geest Gods het meest van onzen smaak zal doen zijn en die ons onmiddellijk het meest treilen.

DERDE REGEL.

Wilt gij u begeven tot het dagelijks overwegen van het Lijden des Ileeren, dan moet gij te voren, eenige dagen lang, van God

-ocr page 26-

16 verschillende regelen, enz.

de genade afsmeeken om daarin te volharden , en eenig goed werk doen om u daartoe voor te bereiden. Dnarna moet men het besluit maken, om dagelijks daaraan een kwartier uurs te besleden. Dit besluit wordt ten zeerste vereischt, omdat men anders zeker tegenzin daarin zoude krijgen, I etzij dan door de bekoring des duivels, die de gezworen vijand van alle goed is, hetzij door de aangeboren lichtziiiniglieid van onzen geest, die niet kan dulden, dat men hein gevangen boude; maar men moet beidenmei moed bestrijden door de overtuiging, die men behoort te hebben, dat slaaf' te zijn van Jesus Christus veel wenschelijker is dan Koning te zijn van bet heelal: immers in die eerste en uitmuntende hoedanigheid hebben de U. Paulus en alle Apostelen sleeds hunnen roem gesteld.

VIERDE REGEL.

Vóór de meditatie denke men er aan, dat men zich in Gods heilige tegenwoordigheid bevindt: men stelle zich den Zaligmaker voor iu denzelfden toestand, waarin hij in de overweging van eiken dag wordt voorgesteld , en, na hem aanbeden en zich vernederd te hebben op het gezicht zijner zonden, smeeke men hem de genade al van dit

-ocr page 27-

VERSCHILLENDE REGELEN, ENZ. 17

heilige werk wel te mogen verrichten. Daarna leest men een gedeelte der overweging, men Mijlt eenige oogenblikken, naar gelang van den indruk, die in ons wordt teweeggebracht, daarop nadenken, en gaat .'ildus vervolgens voort met de andere gedeelten dier overweging, in dier voege nochtans, dat men zich hij het tweede gedeelte langer ophoudedan hij het eerste, en bij het derde langer dan bij het tweede: want hij het derde gedeelte moet men de voornemens maken, die de voornaamste vrucht zijn der meditatie.

VIJFDE REGEL.

Men behoort wel te begrijpen, dat men dóe beschouwingen en overdenkingen alleen moet aanzien als zaadkorrels, die men in zijn hart moet uitstrooien,om die daar te doen ontkiemen , te doen groeien en op hunnen tijd, zooals de Proleet zegt, vruchten te doen voortbrengen. Daarom dan ook moet men niet verwonderd zijn , wanneer niet terstond en onmiddellijk de ziel inwendiglijk tot Jesus en tot zich zelve spreekt, zooals het boek haar laat spreken; het is voldoende, dat men die gevoelens wenscht te hebben, zich voor God verootmoedigt en die dringend van God afsmeekt.

Zoo ook behoort men de voornemens te

beschouwen: men neemt die niet aan, om-

%

-ocr page 28-

18 verschillende regelen, enz.

dat men die in liet boek vindt, ngt;aaf men stelle een onderhoek in bij z;ch zeiven, of men ook den wil heeft, om die uil te voeren. Gevoelt men zich niet sterk genoeg daartoe, dan moet men liet besluit nemen om dikwijls den lieer te bidden, dat hij ons die sterkte verleene, cn zich beijveren oin die met behulp zijner genade te verkrijgen.

ZESDE REGEL

Men is niet gebonden om zich met de voorgestelde beschouwingen en overdenkingen al te lang bezig te honden, wanneer nen andere gedachten heeft over het onderwerp der meditatie: immers, wanneer de beschouwing alléén van den lijdenden Jesus onzen geest geheel vervulde en ons hart genoegzaam trof, dan zou men al die bijzon-dero overwegingen kunnen missen ; quot;want liet is zeker, dat men nooit beter mediteert, dan wanneer het verstand minder deel daarin heeft dan het hart. Niets zou dan vereischt worden, dan dat men die kostbare oogen-blikken wel benuttigde , om goede voornemens in zich op te wekken.

ZEVENDE REGEL.

Het dagelijks overwegen vaa het Lijden

-ocr page 29-

VERSCHILLENDE BEGELEN, ENZ. 19

Onzes Ileeren belet niet, dat men, om zich te voegen naar den geest der Kerk, zich ook bezig boude met de verschillende geheimen, die zij haren kinderen ter vereering voorstelt. Men kan daarom ook op de feestdagen dit onderwerp voorbijgaan., tenzij men wellicht des avonds nog eenige oogenblikken daaraan ■wilde besteden, boven en behalve de meditatie , die men reeds gedaan heeft.

ACHTSTE REGEL.

Men moet -wel overtuigd zijn, dat de voorbereiding tot de meditatie een der voornaamste gedeelten daarvan is en wel datgene, ■waarvan al het andere afhankelijk is. Men moet die vooral daarin doen bestaan, dat men in zich zeiven keere, dat men zijnen geest van al wat buiten ons is tot zich zeiven terug roepe , dat men hem alle schepselen doe vergeten , om enkel en alleen aan God te denken, en dat men zich onder de meditatie gedrage, alsof buiten God en ons niets op deze wereld bestond. Men behoort dan ook eenigen tijd daartoe te besteden; want onze geest is niet altijd in eene behoorlijke gesteltenis om zich met God bezig te houden; men behoort dien zachtjes tot rust te brengen en dien op eene behendige wijze van den omgang der schepselen los te

-ocr page 30-

VERSCHILLENDE BEGELEN, ENZ.

20

maken; men moet hein een diep stilzwijgen opleggen en hem het gebruik onzer zintuigen ontnemen; men moet het lichaam eene zedige houding geven en zooveel mogelijk de eenzaamheid zoeken; men moet zich voorstellen, hoe oneindig groot God is, met wien wij gaan spreken, zijne eigene onwaardigheid en ongeschiktheid tot dit zoo gewichtig werk overdenken, en zijne toevlucht tot God nemen om het behoorlijk te verrichten: in dien geest behoort men zich van de volgende manier van mediteeren te bedienen.

-ocr page 31-

Oemnkkelijke nanier voor eerst-lieH'innenden, om liet iiiwen» itlg- gebed fe verricliten.

GEBEDEN VOOR DE MEDITATIE.

OM ZICH IN DE TEGENWOORDIGHEID GODS TE STELLEN.

Mijn God! ik geloof vastelijk, dat gij hier tegenwoordig zijt; ik aanbid unit het diepst mijns harten, -waar gij u gewaardigt, als in een levenden tempel, tegenwoordig te zijn.

Houd hier eenige oogenhlikken stil en stel u eenvoudig met eerbied in Gods tegenwoordigheid, om in beoefening te brengen wat deze woorden beteekenen.

OM EEN WAAI» BEBOUW IN ZICH IE VERWEKKEN.

0 mijn God! hoezeer ben ik onwaardig om voor uwe goddelijke Majesteit te verschijnen , uithoofde der zoo menigvuldige zonden, die ik het ongeluk heb gehad te bedrijven;

-ocr page 32-

GEMAKKELIJKE MANIER ENZ.

uit liefde tot u zijn zij mij leed uit den grond rnijns liiirten, en ik vraag u allernederigst vergeving daarvan.

Werp u in den geest en door het geloof aan Jesus' voeten neder, en smeek hem, dat hij u gevoelens van oprecht leedwezen instortc.

OM DE SOOBIGE GENADEN' TE VERKRIJGEN, TEN EINDE DE MEDITATIE BEHOORLIJK TE VERRICHTEN.

Kom, Heilige Geest! bereid mijnen geest tot het gebed voor en doe mijne ziel in uwe heilige liefde ontvlammen. Heilige Maagd, verheven Moeder van alle christenen, ver--werf mij de genaden, die mij nuodig zijn, ten einde deze meditatie goed le verrichten.

Besteed eenige oogenblikken met inwendig naar den hij stand van den H. Geest te verzuchten. Breng u een of anderge hei muit het Lijden des Heer en voor den geest.

NUTTIGE WENKEN VOOR DEN OVERIGEN TIJD DER MEDITATIE.

Tracht uwen geest enkel en alleen bezig te houden met het beschouwen van den lijdenden Jesus; en om dit gemakkelijker

22

-ocr page 33-

GEMAKKELIJKE MASltR EXZ.

Ti

te kunnen doen, moet gij terstond uwe aandacht vestigen op het bijzonder onderwerp der meditatie, eii niets anders doen dan eenvoudig den Zaligmaker beschouwen in denzellden toestand, waarin iiij zich bevond op dat oogenblik zijns lijdens, dat u ter overweging wordt voorgesteld. Wanneer deze hloole beschouwing voldoende is om uwen geest tot. rust en ingetogenheid te brengen, kunt gij daarbij stilstaan, om u goed daarvan te doordringen: want hierin vooral is bet voordeel en bet nut der meditatie gelegen, dat wil zeggen: dat men zich wel doordringe van en geheel vervulle met de waarheden of geheimen, die men overweegt. Zeer dikwijls kan dit verkregen worden door de bloote voorstelling eener ernstige waarheid of van een geheim, wanneer onze geest zeer kalm en zeer bedaard is en wanneer men God alleen in het gebed zoekt. In geval de bloote beschouwing van een geheim niet voldoende is, om uw geloof op te wekken en u tot ingetogenheid te brengen, kunt gij de beschouwingen, die volgen, lezen, terwijl gij u bij elke daarvan eeuigen tijd ophoudt, om het gelezene goed te begrijpen, om het In beoelening te brengen, terwijl gij het leest, en om aan God tijd te geven om op u te werken en u de gevoelens in te storten, die het hem bebagtn

-ocr page 34-

CEMAKKELIJKE MANIER ENZ.

zal over elk bijzonder onderwerp in u op te wekken.

Mocht dit nog niet toereikend zijn om uwen geest iiandachtig te ooen zijn, dan kunt gij u de volgende -Haarlieden indachtig maken, die aan al de geheimen van het Lijden On/.es lleeren eigen zijn.

1. Wie is het, die deze pijnen lijdt? [Iet is een God; het is de onschuld zelve.

2. Hoe groot zijn niet die pijnen? — Zij zijn onbereikbaar voor ons versland.

3. Van wie lijdt hij die pijnen? — Van diegenen, voor w elke hij is mensch geworden ; van zijne eigene kinderen, die hij met ■weldaden heeft overladen.

4. Voor -wie en waarom lijdt hij die? —-Voor allen en om niets anders dan om de zonde.

5. Hoe groot is niet de lielde, waarmede hij die lijdt? — Zij is oneindig.

6. De voornaamste deugden, die hij in zijn lijden beoefent: zijne zacbtinoedigheid, zijne nederigheid, zijne verduldigheid , zijne sterkte en zijn zielenijver.

Met slechts een weinig stil te staan bij deze beschouwingen, zal men stof genoeg vinden om zich met vrucht bezig te houden.

Daarna moet men zich geheel overlaten aan de heilige gevoelens, waarmede God ons hart zal willen treffen, en met getrouwheid

24

-ocr page 35-

GEMAKKELIJKE MAMEll ENZ.

zich begeven tot de goede voornemens, die God ons zal gelieven in te storten.

Wanneer gij, na aldus al het mogelijke gedaan te hebben om u zeiven in eene behoorlijke gesteltenis tut de meditatie te brengen, uwen geest nog niet tot rust hebt kunnen doen geraken, en nog niet vele verstrooiingen te kampen hebt, laat u daardoor evenwel niet ontmoedigen, Gij behoeft dan niets meer te doen, dan van tijd tot lijd te zeggen: Mijn God, ik aanbid u, ik bemin u, ik dank u, of iets dergelijks. Verdraag met geduld en in den geest van zachtmoedigheid de kwelling, die gij gevoelt, door u in dien treurigen toestand te bevinden voor God, in vereeniging met het lijden desHeeren, en gij zult niettegenstaande dat alles groote vrucht trekken uit uwe overweging: God immers neemt er niet zelden behagen in, om ons van de overweging van zijn lijden te doen overgaan tot deelneming in zijn lijden , en dit wel gedurende den tijd der meditatie. Deze handelwijze heeft hij gebezigd ten opzichte der grootste Heiligen, die hij niet zelden in eene zeer groote dorheid liet en die hij als het ware inwendig met zich aan het kruis hechtte door de moeielijkheden. die hij hen in deze heilige oefening deed gevoelen.

25

-ocr page 36-

26 GEMAKKELIJKE MANIER ENZ.

GEBEDEN NA DE MEDITATIE.

Miju God! ik dank u van ganscher liarte voor de verlichting en voor de goede voornemens, die gij mij gedurende de meditatie hebt gelieven in te storten; ik offer u die op ter uwer verheerlijking, en allernederigst smeek ik u de genade af, dat ik ge-trouw moge zijn in die te volbrengen.

ÜEBEB OM ZICH IN DEN GEEST TE VEREENIGEN MET ALLEN. DIE HET LIJDEN VAN JESUS CHRISTUS OVERWEGEN , EN OM DEEL TE HEBBEN IN HUNNE GEBEDEN.

Eeuwige Vader! in vereeniging met alle godvruchtige zielen, die heden liet lijden van uwen lieven Zoon hebben overwogen of' nog zullen overwegen, offer ik u al net lijden op, dat hij voor onze zaligheid ter boeting onzer zonden heeft geleden. Allerdringendst smeek ik u voor hen en voor mij de genade af, dat -«ij altijd meer en meer met den gekruisten Jesus mogen ver-eenigd blijven. Amen.

Vereenigu we r kei ij km et den geest en met hethart metallen, dieheden het L ij den Onzes lleeren overwegen, door de begeerte in u op te wekken van slechts ééne ziel en één hart met hen uit te maken.

-ocr page 37-

GEMAKKELIJKE MANIER ENZ.

NA DE MEDITATIE.

Na de meditatie moet gij trachten uw hart zooveel mogelijk in ingetogenheid te bewaren , en niet te spoedig van uwen goddelij-ken Verlosser, met ■wie-i gij een onderhoud gehad hebt, afscheid nemen. Niet zelden gebeurt dit, zoodat men gedurende al het overige van dien dag niet meer aan hem denkt en den schijn als het ware aanneemt, alsof men genoeg gedaan had, met gedurende de meditatie eenen beleeldheidsplicht quot;jegens hem vervuld te hebben: alsof men alscheid van hem genomen had, om eerst den volgenden dag veder zijn bezoek te hervatten. En dit is dan ook de reden, waarom men zoo w einig voordeel doet met de meditatie.

Ziehier een zeer geschikt middel, dat u behulpzaam zal zijn om deze ongelegenheid te vermijden.

Op het einde der meditatie moet gij trachten u op het allerinnigst met uwen Verlosser te vereenigen, en liet voornemen maken den ganschen dag met hem vereen igd te blijven, in dier voege, dat gij met den Apostel kunt zeggen: ïfie zal mij van Jesus' liefde scheiden?

Vernieuw meermalen door den dag deze heilige vereeniging, waartoe niets anders noodig is, dan dat men nu en dan de ge-

27

-ocr page 38-

28 GEMAKKELIJKE MANIER ENZ.

daclite aan Jesus Clins^us in zicli zelven op-wekke met een heilig verlangen, om mei hem vereenigd te zijn.

Deze geringe en gemakkelijke oefening is een uitstekend middel om binnen korten tijd de ziel voortgang te doen maken in de godsvrucht: en de dagelijksche ondervinding leert, dat men het met den besten uitslag aanwendt, om de kunst van mediteeren volmaakt te leeren en zich die voor altijd eigen te maken. Immers, ■wanneer men dit getrouw onderhoudt, van meermalen namelijk aan Jezus' tegenwoordigheid te denken, wordt het ons zoo gemakkelijk en zoo eigen, dat wij geen beduidenden tijd meer kunneu laten voorbijgaan, zonder aan hem te denken. Het schijnt zelfs, dat die beminnelijke Zaligmaker, wanneer wij ons eenigen tijd moeite hebben willen geven om hem te zoeken , daarna ons de gunst bewijst, dal hij zelf ons komt opzoeken en ons zijne tegenwoordigheid doet indachtig zijn, ook dan, als wij er niet uit ons zelven aan denken. De H. Teresia verzekert, dal hij er zooveel behagen in neemt deze gunst aan de getrouwe zielen te bewijzen, dal hij als het ware haar overal vergezelt, en dal het haar niet meer mogelijk is zich van hem te verwijderen , zoozeer zijn zij met de gedachte aan zijne tegenwoordigheid begunstigd.

-ocr page 39-

OVERWEGING VOOR DEN EERSTEN DAG VAN DE VASTEN.

(Ook geschikt voor Wilte-Donderdag.)

JESUS STELT HET ALLERHEILIGST SAKRAMENT DES ALTAARS IX.

Jcsus spreekt tot de ziel.

Mijn vleescli is waarlijk spijs; liet is het hemelsch voedsel mijner kinderen.

Het is liet brood, dat uit den hemel is nedergedaald, waardoor men deelachtig wordt aan mijnen geest en aan mijn leven, aan mijne genade en aan mijne liefde, aan mijn licht en aan mijne sterkte.

Ik zeil, ik ben dit brood; het is mijn lichaam. het is mijn vleescli: Die van dit brood eet, zal leven in eeuwigheid. Die mijn vleescli eet, blijft in mij en ik in hem.

Ziedaar den schat, dien mijne liefde u heeft achtergelaten tot eene gedachtenis aan mijn lijden. I n welk voordeel doet gij met alles, wat ik voor de menschen gedaan heb?

-ocr page 40-

30 OVERWEGING VOOR DEN EERSTE!» DAG

Maakt gij er zelfs geen misbruik van ? En behoort gij niet tot bet getal dergenen, voor wie dit Sacrament van mijn vleesch en bloed eene oorzaak van vervloeking wordt, en die bet zich tot een schat van gramschap doen worden, doordat zij het op eene onwaardige wijze ontvangen.

Die ongelukkigen ontvangen mij, evenals de Joden mij ontvingen, om mij, zooveel althans in hen is, ter dood te brengen en mij opnieuw in hunne harten te kruisigen, en niet om mij daarin te doen leven en heerschen, gelijk ik verlang, daar ik alleen tot dit einde dit Sacrament heb ingesteld.

Zoo iemand honger of dorst heeft naar mijne rechtvaardigheid, zoo iemand eene vurige begeerte heeft naar mijne liefde eu mijne genaden, hij kome tot mij: ik ben hier tegenwoordig om hem te verzadigen; van den anderen kant echter beproeve hij zich zeiven: want ik ben het brood des levens en niet het brood der dooden. Die onwaardig mijn vleesch eet en mijn bloed drinkt, eet en drinkt zich een oordeel.

Mijn kind, geel mij uw hart, ik verlang dit tot mijne woonstede; daarin wil ik mijne rust nemen en ik zal het met mijnen vrede vervullen. Van uwen kant evenwel moet gij het zuiveren en de zonde daaruit verban-

-ocr page 41-

VAN DE VASTEN.

nen; want liij, die, zonder aldus voorbereid te zijn, vermetel genoeg is om mij te naderen en mij dwingt in zijn hart binnen te gaan, maakt misbruik van mijne zachtmoedigheid en van mijne iielde; liij doet mij als bet ware geweld aan, hij rukt mij van bet altaar af, om mij eene plaats binnen te brengen, die ik verafschuw, daar bij mij dwingt te huisvesten in een bedorven bart, in een hart. dat met zonden besmeurd is, dat in vijandschap is met mijnen Vader, en dat tot verblijf strekt aan de duivelen en een poel is van onzuiverheid.

In plaats Aan mij in zijn hart te doen heerschen, behandelt hij mij als een slaaf; bij drijft den spot met mij en hij treedt mijn bloed, mijne genaden en mijne liefde met voeten.

Eindelijk, wilt gij den smaad besefFen. dien eene onwaardige Communie mij aandoet, en welke smart deze mij zou veroorzaken, zoo ik nog konde lijden, verbeeld u dan het beklagenswaardig lot dier arme christenen, die eertijds door hunne vervolgers werden veroordeeld, om levend aaneen lijk, dat reeds in ontbinding verkeerde, te worden vastgebonden en daaraan zoolang vastgebonden te blijven, totdat zij den geest aven. Dezelfde behandeling onderga ik van en ongelukkigen zondaar, wanneer bij mij

31

-ocr page 42-

32 OVERWEGING VOOR DEN EERSTEN DAG

dwingt mijn verblijf te nemen in zijn hart, dat afschuwelijker is in mijne oogen, dan een lijk liet is voor een levende.

De ziel spreekt tot Jesus.

0 mijn aanbiddelijke Meester! Gij hebt, ik erken het gaarne, gedurende uw leven de menschen groolelijks liefgehad, eu naai deze blijken uwer lielde hebt gij daarenboven vooral op het einde uws levens, die overmaat uwer liefde door de instelling van dit hoogheilig Sacrament, dat zooveel goed in zich besluit, willen te kennen geven!

Ik weet het maar al te wel, o goddelijke Jesus! dat gij in dit hoogheilig Sacrament de ware schat mijns harten zijt, en dat ik in de ruimste mate aan uwe genaden en aan den overvloed uwer rijkdommen zou kunnen deelachtig worden, wanneer ik slechts getrouw met de noodige gesteltenis tot deze uwe heilige Tafel wdde naderen.

Wanneer ik het geluk heb u te ontvangen, dan bezit ik al hetgeen ik verlang, en mijn geluk is niets minder dan dat der Engelen en Heiligen in den hemel; mijn hart wordt als het ware een paradijs van hemelsche genoegens. Ik ben geheel aan u en gij zijt geheel aan mij; ik blijf in n en

-ocr page 43-

VAN D13 VASTEN.

gij blijft in mij; gij zijt mijn leven: ik leef in u, ik leef door u, ik leef voor u. ü onbegrijpelijke zaligheid! wat zijt gij weinig gekend en gezocht! hoezeer behoorden wij ons niet le beijveren om zooveel goed té genieten!!

Maar helaas! mijn Heer en mijn God! wanneer ik bedenk, dat al die groote voordeeien in strafl'en veranderen voor hen. die u in eene slechte gesteltenis ontvangen, dan sidder en beef ik over zoovele communiën, die ik met zoo weinig voorbereiding en zoo weinig godsvrucht ontving.

Wat zal ik doen om eene zoo groote fout eu een zoo groot verlies te herstellen? ik zal boetvaardigheid doen, ik zal met alle mogelijke zorg mijn geweten onderzoeken, ik zal mij beijveren om mijn hart behoorlijk te zuiveren, en ik zal trachten hel dagelijks met deugden te versieren en voor te bereiden , ten einde ik dikwijls bet geluk moge hebben dit allerheiligst Sacrament te ontvangen.

liet heeft den schijn, mijn beminnelijke Zaligmaker! alsof wij vergeten hebben, dat uw vleesch waarlijk onze spijze is, zoo lauw en traag zijn wij om tot u te naderen.

Wij zijn uitgehongerd, dorstig, verzwakt; en alsof wij uit niets anders bestonden dan uit vleesch en been, evenals ons lichaam,

33

-ocr page 44-

34 OVERWEGING VOOR DEN EERSTEN DAG

trachten wij naar geen ander voedsel dan naar de goederen dezer wereld en naar voorwerpen, die slechts geschikt zijn om ons verder van het doel ';e verwijderen, waartoe wij geschapen zijn.

De ziel spreekt lot zich zelve.

Welk een geluk is het niet verzadigd, vervuld, gevoed, gesterkt te worden met het vleeseh en hloed, met de ziel en de godheid van Jesus Christus!

Welk een voorrecht bezield te worden met zijnen geest, verlicht te worden door zijn goddelijk licht en overladen te worden met zijne genaden! al deze uitwerkselen toch brengt dit verheven Sacrament te weeg in diegenen, die het op eene waardige wijze ontvangen.

0 hoe gelukkig zoudt gij niet wezen, onsterfelijke ziel! wanneer gij tot dit getal he-hoordet! En toch het hangt alleen van u af, zoo gij slechts op eene behoorlijke wijze u daartoe wilt voorbereiden.

Maar hoe ongelukkig van den anderen kant zoudt gij wezen, indien gij dit verheven Sacrament in eene slechte gesteltenis durft ontvangen! Gij maakt daardoor een schandelijk misbruik van de grootste aller genaden; gij besmeurt u in de bron, die u

-ocr page 45-

VAN DE VASTER.

moest zuiveren: gij verhardt u door eene daad, die de versteendste zielen moest verteederen ; en gij maakt u aan de snoodste ondankbaarheid schuldig , op hetzelfde oogen-blik, dat een God u de grootste blijken zijner liefde en teederheid schenkt. Wal zult gij doen, ten einde een zoo groot ongeluk te vermijden? Ziehier de middelen daartoe:

Middelen.

1. Eiken dag ten minste eenige oogenblik-ken denken aan het lijden van Jesus.

2. Onvermoeid arbeiden aan de verbetering zijner fouten, en zijne ziel geheel trachten te zuiveren van de smetten der zonde, ten einde het geluk en den troost te hebben van meermalen daarin Jesus Christus door de heilige Communie te ontvangen.

3. Eiken dag het 11. MLsofier bijwonen en daaronder eene geestelijke Communie verrichten, door een allervurigst verlangen in zich zeiven op te -wekken, om tot dit allerheiligst Sacrament te naderen.

4. Meermalen Jesus bezoeken in onze kerken en hem in alle oprechtheid ons hart opdragen, als een levend tabernakel, door het gebed en door goede werken voor hem bereid, opdat hij spoedig daarin zijnen intrek neme.

35

-ocr page 46-

36 OVERWEGING VOOR DEN EERSTEN DAG

5. Telkens als men het geluk heeft de H Communie te ontvangen, met de oogen des gelools en met oplettendheid Jesus be-sdiouwen, alvorens tot de H. Tafel te naderen, en hem in dit hoogheilig sacrament aanzien, niet slechts als een koning, die in ons v il komen heerschen, en wiens tegenwoordigheid ons een diepen eeioied moet inboezemen eu ons met liefde en verti ouwen moet vervullen: maar ook als een vriend en broeder, die met ons wil komen wonen en in ons zijn welbehagen wil nemen;--als een vader, vol goedheid en teederbeid, die met zijn eigen vieesch eu bloed ons wil voeden; — als eene bruid, geheel ontvlamd in liefde en ijver voor onze zielen, en die in ons wil verblijven, om ons zijne eroote riikdommen mede te deelen en zich op het allerinnigst met ons te vereenigen.

OVERWEGING VOOR DEN TWEEDEN DAG VAN DE VASTEN.

JESUS VERLAAT DE ZAAL VAN HET H. AVONDMAAL, OM VOOR ONS TE GAAN STERVEN.

Jesus tot de ziel.

Veel zal de Zoon des menscheu te lijden

-ocr page 47-

VAN DE VASTEN.

hebben: hij moet door de oversten, door de hoogepriesters en de schriftgeleerden verworpen worden; hij moet ter dood gebracht worden. Dit is mijn vurigste wensch ter liefde van u.

Ik weet. Melke folteringen mij bereid zijn, en al wat ik zal te lijden hebben, zoowel naar de ziel als naar het lichaam, was steeds voor mijnen geest; en ik mag zeggen, dat ik reeds nu en bij voorbaat de overmaat en de hevigheid daarvan in mijn hart gevoel.

De vurige liefde, die mij voor de eer mijns hemelschen Vaders bezielt, het medelijden, dat ik op het gezicht der vreeselijke ellende, waarin de zonde u bracht, gevoel, dringen mij en sporen mij aan om dat schrikkelijk lijdensperk in te treden, zonder de beulen noch de martelingen te duchten.

0 hoe moeten zoovele lafhartige zondaars, die nog niets voor mijne eer ondernamen en die alles moeielijk vinden, wanneer het op mijnen dienst aankomt, hier zich vernederen en beschaamd worden! En gij, fÜ' g'j 00k niet van het getal dier ondankbaren ? En wat hebt gij gedaan sedert gij op deze wereld zijt?

De ziel tot Jesus,

Ik erken het, mijn goddelijke Meester! wij zijn aan de snoodste ondankbaarheid

37

-ocr page 48-

38 OVERWEGING VOOR DEN TWEEDEN DAG

schuldig: geef, dat wij die m uwe tegenwoordigheid met eene gevoelige droefheid en vol schaamte belijden; tref en verteeder, smeek ik a, mijn hart en wees mij genadig.

Wat doen wij voor uwe eer? Wat doen wij voor onze zaligheid? Wat lijden wij voor

onze zonden? ,

Dikwijls hebben wij, wel is waar goede voornemens, maar de minste moeielijkheid verwondert en verhindert ons.

Soms, na eene goede biecht gesproken te hebben, beginnen wij als goede christenen te leven, maar zoo lafhartig zijn wij, dat wij bij de eerste gelegenheid, die zich voordoet, in onze vroegere zonden hervallen.

Onze eigenliefde vergroot de moeielijkhe-den, die wij meenen aan te treilen in de uitvoering onzer ondernemingen, en verkleint daarentegen de verplichtingen, die op ons rusten en waaraan wij bijna nooit denken, zoomin als wij eenige acht Siaan op de voorbeelden, die gij ons gegeven hebt, en op de belooning, die gij bereid hebt voor die u beminnen en getrouw dienen.

De ziel tot zich zelve.

Ziehier een gemakkelijk middel, dat de hemel u aan de hand geeft, om ernstig te beginnen aan uwe zaligheid te arbeiden.

-ocr page 49-

VAN DE VAgTEN.

Het bestaat daarin, dat gij dagelijks een kwartier uurs lang liet lijden van uwen god-delijken Meester overweegt.

Zou het mogelijk zijn, dat uwe godsvrucht zoo gering was en dat gij lauw genoeg waart, om niet eens eene maand lang eene proef'te w illen nemen met eene zoo heilige oefening, die zoo heilzaam voor u en zoo welgevallig aan Jesus Christus zijn ton? Deze zoo beminnelijke Zaligmaker spoort u daartoe aan en verlangt zulks; kunt gij het hem weigeren ?

Zoozeer verlangt hij zulks, dat hij het waardigste van alle sacramenten heeft uitgekozen, om aan zijn lijden te doen denken:

Doet dit ter mijner gedachtenis, zoo spreekt hij, als hij handelt over het If. Misoffer. En hij voegt er bij: Want, zoo dikwijls gij dit brood zult eten en den kelk zult drinken, zult gij den dood des lleeren verkondigen.

Indien gij getrouw deze godvruchtige gewoonte onderhieldt van dagelijks te overwegen, hoeveel uwe zaligheid aan Jesus Christus gekost heeft, en welke vreeselijke smarten hij verduurd heeft, om den hemel voor u te verdienen; hoe waie het dan mogelijk, dat gij zoo lauw en zoo traag bleeft in den dienst van dien grootea God?

Het is noodig, dat de Zoon des Allerhoog, ten ongeboorden smaad en lijden onderga,quot;

39

-ocr page 50-

40 OVERWEGING VOOR DEN TWEEDEN DAG

om de vergeving uwer zonden te erlangen; dit is de wil zijns Vaders; hij weet het, j bereidt er zich toe voor, hij is er toe besloten, hij onderneemt dit gewichtig werk met eene onwankelbare standvastigheid, en dit alles uit liefde tol u. ,,

En gij, ongelukkig schepsel! gij weet maar

al te wel. dat dit gewichtig werlt onvolmaakt

zal blijven ten uwen opzichte, zoo g1.) aen moed niet hebt het overige van den kelk te drinken, die hem is aangeboden, cn zoogJ in u zelve niet aanvult, wat aan het tijden van Jesus ontbreekt, dat wil zeggen, zoo gij niet bereid zijt vrijwillig u zeUegcwe aan te doen en op zijn voorbeeld te Men. Gij zijt van deze groote waarheid overtuigd en nochtans wilt gij niets lijden. Gij moet vau gedrag veranderen en u bereid houden om te lijden, liever dan verloren te gaan.

Middelen.

1. Dikwijls bij zich zeiven denken; ik heb heden een groot werk te verrichten, van namelijk aan mijne zaligheid te arbeiden. Dit werk is van het uiterste gewicht, en geen tijd is daartoe te verliezen : ik wil dan ook van heden al' daaraan met allen ernst beginnen te arbeiden. Van zooveel belang is deze zaak, dat Jesus Christus zelf die tot

-ocr page 51-

VAN DE VASTEN.

zijne eigene zaak heeft -w illen maken: om der wille van deze zaak heeft hij zooveel gebeden. heeft liij zooveel gearbeid, heeft hij zooveel geleden. Niet alles heeft hij evenwel gedaan , iioezeer hij ook liet voornaimste gedaan heelt met zijn bloed ter liefde van mij te vergieten; want wanneer ik niet aan de inzichten zijns Vaders wegens mij beantwoord, zal al hetgeen hij voor mij gedaan heeft voor mij vruchteloos wezen en tot niets anders strekken dan tot mijne verdoemenis.

2. Met nederigheid aan God onze kwellingen, onzen arbeid, de smarten van dit leven opdragen in vereeniging met de kwellingen en het lijden des Zaligmakers.

3. Van lijd tot tijd zich eenig geweld aandoen en zich eenige versterving opleggen ; eiken dag een of ander goed werk trachten te verrichten, en zich menigwerf afvragen: Wat heb ik heden voor mijne zaligheid gedaan? Ik moest al het mogelijke daarvoor doen en ik heb nog niets gedaan !

41

-ocr page 52-

42 OVERWEGING VOOR DEN DERDEN DAG

OVERWEGING VOOR DEK DERDEN DAG VAN DE VASTEN.

JESUS BIDT IN DEN HOF DER OLIJVEN.

Jesus tot de ziel.

Leer van mij, -wanneer gij moet bidden, hoe gij moet bidden, en -waarom gij moet

bidden. • ■ , •

Waak en bid, opdat gy met m bekoring geraket, en vooral dan, -wanneer gij voornemens zijt iets groots te ondernemen.

Wanneer gij u in kwelling bevindt, wanneer gij lijdt, neem dan uwe toevlucht tot het gebed, het zal u troosten en opbeuren en uw lijden heiligen.

Ik was in mijn gebed bedroefd tot aan den dood, en vol moed en verlangen om den kelk des lijdens te gaan drinken ben ik daarvan opgestaan.

Bid met nederigheid, terwijl gij de menigte en de grootheid der fouten beschouw t, waaraan gij ii plichtig bevindt.

Ik bad met het aangezicht ter aarde gebogen, terwijl ik mij zeiven beschouwde als beladen met de menigte uwer zonden, die ik vrijwillig op mij had genomen.

Het bloote beschouwen van zooveel mis-

-ocr page 53-

VAN DE VASTEN.

daden verwekte in mij eene zoo hevige droefenis en eene zoo levendige smart, dat zij het -werk mijner beulen zouden voorkomen hebben, zoo mija verlangen om aan een kruis te sterven geringer geweest ware.

Bid vurig en met volharding. Mijn gebed duurde een geruimen tijd, en ik heb het tot driemalen toe herhaald om eene en dezelfde zaak te vragen.

Vraag niets anders dan hetgeen de wil mijns Vaders is, en gij kunt verzekerd zijn, dat hij u zal verhooren, te meer nog omdat het zijn wil is, dat gij zalig wordt.

Deze les heb ik u willen geven met mijn gebed, en ik heb het daarom besloten met deze woorden; Uw wil geschiede.

De ziel tot Jesus.

0 mijn goddelijke Meester! thans zie ik in, hoe onvolmaakt en gebrekkig mijne gebeden zijn.

Meerendeels bid ik uit gewoonte, zonder liefde en eerbied, en dikwijls zelis zonder bijna aan u te denken.

Wanneer zal ik zoo gelukkig wezen, o goddelijke Jesus! dal mijn hart u eeneofTer-ande van lof zal opdragen, die uwer waardig is, en dat mijne gebeden, als een kostbaar reukwerk, tot voor den troon uwer aanbiddelijke majesteit zullen opstijgen.

43

-ocr page 54-

44 OVERWEGING VOOR DEN DERDEN DAG

Dit zal geschieden, wanneer gij mijn hart met het vuur uwer liefde zult vervuld hebben.

Daar ik evenwel deze eroote gunst niet heb te verhopen dan door ïiet gebed, daarom smeek ik u, o mijn goddelijke Leeimeester! dat gij zelf reeds op dit oogenblik mij de behoorlijke achting en genegenheid voor het gebed gelievet in te storten. Gij zegt ons in uw Evangelie: De ure komt en is nu daar dat de ware aanbidders den Vader zullen aanbidden in geest en waarheid. Deze woorden leeren mij veel en doen mij beseffen, dat het gebed behoort te zijn het voornaamste werk van ons hart, de groote bezigheid eener christelijke ziel, de geest, die al onze handelingen moet bezielen, de gewichtigste dienst, dien wij u kunnen bewijzen en die het onderscheidend kenleeken is, waaraan men uwe getrouwe dienaren en uwe ware kinderen erkent.

Ik dank u. Heer, voor al de verlichtingen, die het uwe goedheid behaagt mij te schenken, en dat gij u gewaardigt inwendig tot mij te spreken en mij te onderrichten.

De ziel tot zich zelve.

Doe uw voordeel met dit onderricht en deze lessen, en prent voor altijd in uw geheugen:

-ocr page 55-

VAN DE VASTEN.

1. Dal gij den tijd, die u tot het gebed wordt geschonken, zeer op prijs moet stellen en dien moet beschouwen als den tijd, waarop men met God over de groote zaak zijner eeuwige zaligheid onderhandelt.

2. Dat gij bezorgd rnoet zijn een zoo kostbaren tijd niet te misbruiken, gelijk aan zoovele christenen overkomt, die hunne gebeden zonden doen worden, omdat zij die verrichten op eene wijze, die zoo belee-digend is voor God, zonder aandacht, zonder eerbied en zonder godsvrucht.

3. Wees indachtig, dat diegenen, welke ten tijde van hun gebed geene godsvrucht of vurigheid bezitten, in den regel die ook op andere tijden missen, en dat hun geloof meestal zwak en gering is; anders zouden zij meer liefde en eerbied aan den dag leggen voor de majesteit van God, tot wien zij spreken. Immers wanneer zullen dezulken gesteld zijn om zich tot God te verheffen en hem te naderen , wanneer dit ten tijde van het gebed het geval niet is. Om niet dit ongeluk te hebben, moet gij u gewoon maken om de volgende wenken getrouw te onderhouden.

Middelen.

1. Nooit zich tot het gebed begeven, zonder eerst zich in Gods tegenwoordigheid te

45

-ocr page 56-

46 OVERWEGING VOOR DEN DERDEN DAG

stellen, hem de genade te vragen om het gebed goed te kunnen verrichten, en dit alles met veel aandacht doen.

2. Het gebed aanzien als de bron der he-raelscbe zegeningen, -waaruit alle Heiligen zoovele genaden geput hebben.

3. Zijn gebed verrichten alsof men een zeer gewichtig -werk en een werk van strenge verplichting verrichtte; daarin eene schatting zien, die men aan God verschuldigd is, en het beschouwen als den wierook van het offer onzes harten, en niet als een beleefdheidsplicht en eene bloote plechtigheid.

4. Wanneer men gewaar wordt, dat men verstrooid is, een oogenblik ophouden om zijnen geest terug te roepen van hetgeen hem bezig houdt en zich opnieuw in Gods tegenwoordigheid stellen, waarvan men was afgeweken, door eenvoudig te zeggen: M ij n God, ontferm u mijner! of eenig ander kort gebed, dat geschikt is ons spoedig tot God terug te brengen.

5. Zich beijveren om meermalen door den dag zich aan Gods tegenwoordigheid te herinneren, en van tijd tot tijd eene of andere verzuchting of schietgebed bezigen, als de volgende: 0 mijn God, ik aanbid U! — ik verlang u te beminnen; -- ik draag u dit werk op; —- ontferm u m ij n e r. of dergelijke.

-ocr page 57-

VAN DE VASTEN.

G. Meermalen aan God vergeving vragen van de onvolmaaktheden en lonten, waaraan men zich in het gebed schuldig maakt; iedereen toch moet zich daaraan plichtig erkennen en die nederig belijden met een wezen, lijk verlangen om zich daarin te verbeteren

OVERWEGING VOOR DEN VIERDEN DAG VAN DE VASTEN.

JESÜS ZWEET WATER EN BLOED GEDURENDE ZIJN GEBED.

Jesus tot de ziel.

Zoolang heb ik in mijn gebed volhard, dal ik in een doodstrijd geraakte en mij door de hevigheid der smart, die mij overstelpte, een bloedig zweet uitbrak; ik bad toen met nog grooter vurigheid; en mijn Vader zond alsdan een Engel uit den hemel tot mij af, om mij te troosten.

Leer van mij, hoezeer de zonde mij mishaagt en hoezeer zij een gruwel is in de oogen mijns Vaders.

Voor het aanschijn zijner majesteit beschouwde ik den overmoed, dien zij in zich besluit: zoover toch gaat deze, dat de zondaar zich vermeet op te staan tegen zijn God.

47

-ocr page 58-

48 OVERWEGrSfi voor den vierden dag

Ik beschouwde de onverdragelijke straf, waaraan zij den mensch onderwerpt: zij werpt hem neder en veroordeelt hem tot in het diepste der helle.

Ik. beschouwde, hoeverre zij zich uitstrekt; zij verspreidt haar venijn en bare besmetting over geheel de aarde.

Ik beschouwde hare uitwerkselen en ik zag eenen God vertoornd, een schepsel in opstand, den mensch geheel veranderd, berooid van de heeriijke voorrechten van afbeeldsel, van dienaar, van vriend en kind van zijn God te zijn, en met vervloeking overladen.

Het afgrijselijk gezicht van dit alles, veroorzaakte mij een bloedig zweeten, en de bloeddroppelen, die mijn geheel lichaam overdekken, zijn als zoovele tranen, die ik stort. Deze bloedige tranen, die den afschuw te kennen geven, die mijn hart vervult, roepen tevens de barmhartigheid mijns Vaders in en bezweren hem, om van het hoofd der zondaars de vreeselijke straffen af te wenden, die hen om luinne zonden bedreigen.

Ziedaar het voorbeeld, dat ik u gegeven heb, van de smart, die gij behoordet te gevoelen op het gezicht uwer misdaden, en van den afschuw, dien gij voor de zonde behoort te gevoelen.

-ocr page 59-

VAN DE VASTEN.

De ziel tot Jesus.

Is het inogeiijk. lieve Jesus! dat wij zoo ongevoelig blijven voor de groote onheilen, dje ons door de zoude zijn geworden, lei -■wiji uwe smart en uw medelijden voor ons ongeluk zoo groot waren, dat gij daarvan bloed gezweet, hebt?

liet komt daarvan daan , omdat ik mij niet genoeg beijver een juist denkbeeld te verkrijgen van uwe grootheid en van uwe oneindige heiligheid, die zulk eenen afschuw voor de zonden in u doen geboren worden; en omdat ik nooit goed beb nagedacht over mijne verplichting, om mijn hart onschuldig en volkomen zuiver le bewaren, uithoolde van het rech:, dat gij daaiop bezit; immer» gij hebt het vei koren om uw heiligdom le wezen en om daar uwe woonplaats te ves-

t'g'-'n-

Ja, mijn aanbiddelijke Zaligmaker! het was mijn plicht, om mijne smart en mijnen al-schuw voor de zonde door een zoodanig bloedig zweet te kennen te geven; want, kan ik ooii tranen genoeg storten, om uwe rechtvaardigheid le bevredigen? En nochtans, vol schaamte belijd ik het, nimmer nog was ik met een levendig berouw over mijne zonden bezield.

01 hoe rechtmatig ware niet zulk een

4

49

-ocr page 60-

50 OVERWEGING VOOll DEN VIERDEN DAG

leedwezen! eu hoe heilzaam ware dit niet voor mij. mijn beminnelijke Verlosser! Ik smeek u daarom mijn hart daarvan te doordringen.

Maar helaas! hoe komt het, dat ik met zoo weinig leedwezen mijne misdrijven beschouw , dat ik die zoo gemakkelijk bedrijf en zoo dikwerf daarin herval ?

Ongetwijfeld komt het daarvandaan, omdat ik niet dan uiterst zelden en slechts oppervlakkig daaraan denk.

Mijne lielde voor u is te gering, ik slel te weinig prijs op mijne eeuwige zaligheid, en ik ben al te zeer gehecht aan dit ellendig leven.

Verleen mij de genade, o mijn goddelijke Zaligmaker! dat ik heter leere inzien, èn wat gij zijl, èn wat ik ben. Want dan zal ik beminnen al hetgeen gij bemint, en ik zal baten al hetgeen u mishaagt. En daar ik in mij zelve niets anders zal ontdekken dan ellende en zonde, zal ik nimmer zonder droefheid zijn.

De ziel tot zich zelve.

Behoort gij niet tot het getal dier ongelukkige zondaars, die zonder eenig naberouw insluimeren bij bet genot hunner vermaken . en die te midden hunner ongerech-

-ocr page 61-

VAN DE VASTEN.

tigheden rustig blijven, terwijl het bloote beschouwen daarvan uwen Verlosser een bloedig zweet veroorzaakt?

Denk dikwijls en ernstig aan al de misdrijven, waaraan gij schuldig zijt.

En, wanneer uw hart zoo versteend is, dat gij, ik spreek nog niet van bloed, het niet eens tot eenvoudige tranen kunt bewegen , wek dan tocli ten minste ware gevoelens van nederigheid en schaamte in u op bij het beschouwen uwer zonden, en neem bet vaste besluit van eiken dag aan God een oprecht berouw te vragen en de volgende hulpmiddelen ter verkrijging dier groote gunst te benuttigen.

Middelen.

1. Dagelijks des avonds zijn geweten onderzoeken, ten einde zich tot berouw op te wekken.

2. Zich eenige straf opleggen voor de zonden , die men gewoon is door den dag te bedrijven, bijvoorbeeld: een of ander gebed, eenige versterving, of eene aalmoes, als men daartoe in staat is.

3. Met liefde aan God ten offer brengen en met geduld verdragen , ter boeting onzer zonden. al de kwellingen des levens, en inzonderheid den tegenzin en de moeielijk-

51

-ocr page 62-

52 overweging voor dsn vierden dag

heden, die men soms in het gebed onder-

V14dtVooral echter meermalen de oneindige goedheid en Helde beschouwen van dien ■rrooten God, dien wij zoozeer beleed.gd heb • ben. die ons zoovele genaden bewezen heelt, en die, niettegenstaande onze ondankbaarheid en lafhartigheid, ons nog verdraagt. Hoezeer wij ook zijn herrallen, ja hoe dikwijls ook wij zijn hervallen, nog is hij bereid ons zijn paradijs te schenken en zich geheel en gansch aan ons te geven, zoo wq slechts in alle oprechtheid, door een waar berouw des harten, ons willen bekeeren.

5. Zich verbeelden, dat God dagelijks tot ons spreekt, daar hij ons den tijd tot boetvaardigheid geeft: Bekeer u tot mij en ik zal mij tot u keeren; en dat hij, evenals de vader van den verloren zoon, een heilig verlangen heeft om ons in zijne armen te ontvangen, zoo wij van onzen kant de zonde willen verlaten en ons zonder voorbehoud aan hem willen geven.

-ocr page 63-

VAN DE VASTEN.

OVERWEGING VOOR DEN VIJFDEN DAG VAN DE VASTEN.

JESUS DOOR EENEN Elf GEL GETROOST EN GESTERKT. Jesus tot de ziel.

De hemelsche Vader, door mijn aanhoudend en volhardend gebed bewogen , gewaar-digt zich eindelijk eenen Engel tot mij ai' te zenden. om mij in mijne overgroote droefheid te troosten en te sterken.

Leer hieruit van mij, hoe krachtdadig en heilzaam het gebed is : leer hieruit, hoe waar het is, -wat ik u in het Evangelie zoozeer op het hart gedrukt heb: Bidt, en gij zult verkrijgen; zoekt, engijzultvinden: klopt en u zal worden opengedaan.

Niet dadelijk, wel is waar, heelt de hemelsche Vader mij door een uitwendig tee-ken blijk gegeven, dat mijn gebed hem welgevallig was en door hem verhoord werd: eerst na eén herhaald en langdurig gebed. eerst na geruimen tijd daarin volhard te hebben, heeft hij den troostenden Engel gezonden , die mij opbeuring in mijne droefheid. verkwikking in mijnen doodstrijd en kracht en sterkte lot mijn toekomstig lijden aanbracht.

Ik bad: Vader, zoo het mogelijk is,

53

-ocr page 64-

54 OVERWEGING VOOR DEN VIJFDEN DAG

laat deze kelk vau mij voorbijgaan: nochtans niet mijn wil, maar uw wil geschiede.

Leer ook hieruit van mij, dat het u wel niet verboden is van God te vragen, dat hij u van eenig lijden verlosse, ot' eenige stollelijke voordeelen verleene, maar tevens, dat gij wereldsche zaken niet anders moet vragen, dan voor zooverre deze met uwe geestelijke belangen niet in strijd zijn.

Niet altijd toch weet gij zelve, wat u dienstig is: bid daarom steeds met volkomen overgeving aan Gods heiligen wil, en moge ook niet altijd onmiddellijk uw verzoek geheel worden ingewilligd, vertrouw nochtans ZBKer, dat nimmer uw gebed vruchteloos en vergeefsch zal geweest zijn.

Evenals de heinelsche Vader ook van mij den kelk des lijdens niet heeft weggenomen, omdat het zijn wil was, dat ik voor uwe zonden en voor die van alle menschen zou lijden, zoo zal hij ook wellicht niet altijd u van het kruis bevrijden, waaronder gij gebukt gaat; doch evenals hij door een gezant des hemels mij wilde troosten en sterken . zoo zal ook zijne genade u sterken, om dit te dragen; en voor de wereldsche en stoffelijke zaken, die hij wellicht u zal weigeren , zal hij u ruimschoots door geestelijke gunsten en zegeningen schadeloos stellen.

-ocr page 65-

VAN DE VASTENquot;.

De ziel tot Jesus.

Ik verheug er mij over, mijn aanhiddelijke Verlosser ! dat uw hemelsche Vader eindelijk u heeft -willeu troosten, opbeuren en versterken.

0! hoe oneindig groot moet wel niet de boosheid der zonde zijn, dal de beschouwing daarvan u zoozeer doet lijden, dat het noo-dig is, dat een afgezant des hemels tot u wordt afgezonden, om uwen moed te verlevendigen en uwe krachten tot den ophanden zijnden strijd te vernieuwen.

Hoezeer erken ik ook hieruit de groote kracht van het gebed en wel van het aanhoudend gebed.

Hoe weinig was ik tot hiertoe daarvan doordrongen! Hoe gering was tot hiertoe mijn vertrouwen daarop?

0 lieve Jesus ! voortaan wil ik daaraan niet meer twijfelen : op uw voorbeeld wil ik voortaan ook van het gebed alleen mijnen troost en mijne sterkte verwachten.

kn hoezeer ook behoef ik die niet! Hoe bitter is ook soms de lijdenskelk niet, die mij door uwen hemeischen Vader wordt aangeboden! Ik zal dan ook evenals gij, mijn (joddelijke Leermeester! mij in het stof vernederen en vol vertrouwen en ootmoed tot

55

-ocr page 66-

56 OVERWEGING VOOI1 UEM VIJFDEN' DAG

mijnen Vader naderen en hem zeggen; Vader' laat deze kelk des lij den s van mij weggaan: en ik zal er op uw voorbeeld bijvoegen: noc b tans n i e t m ij n wil, maar uw wil geschiede. , ■ - j

0 mochten deze uwe gevoelens ook altijd de mijne zijn en blijven ! Verleen gij mij deze genade: geef. dat ik niels audeis vei-lan^e, dan wat uw hemelsche Vader «ii , dal ik slechts tijdelijke zaken hegeere voor zooverre z:j mij tot mijne zaligheid dienstig zijn. en dat ik steeds in een vurig en volhardend gebed den troost en de sterkte moge vinden , om mijnen lijdenskelk met moed en blijdschap aan te nemen, en daardoor tot de eeuwige heerlijkheid to geraken.

De ziel tot, zich zelve.

Zult gij na dit alles nog lauw en traag zijn in het gebed? Moet uw vertrouwen op de kracht eii de uitwerkselen des gebeds daardoor niet verlevendigd worden eu toenemen ?

Waar hebt gij tot dusverre troost en sterkte gezocht in de kwellingen en het lijden. die onafscheidelijk zijn van dit aardsche leven? Was het niet soms in zondige ver-muken, in wereldsehe genoegens, in verboden genietingen, die, in plaats van u op te

-ocr page 67-

VAN DK VASTEN.

beuren en te verkwikken, integendeel u nog daarenboven mei een bitter naberouw vervulden en uw lijden vermeerderden?

0! hoe dwaas en uitzinnig was niet deze handelwijze 1

Zoek dan ook voortaan daar niet meer uwen troost en uwe sterkte: zoek die voortaan met .lesns in het gebed. Werp u met den aanbiddelijken Verlosser ter aarde neder, hef uwe smeekende handen op tot den Vader der harmhartigbeden. van wien ons alle t;oede gave toekomt, leg hem den nood en de ellende bloot, waaronder gij zuch' . en vraag van Hem alleen hulp en bijstand in uwe kwellingen.

Hij zal u gewis verhooren, zoo gij met ten kinderlijk vertrouwen tot hem nadert, en, zoo hij niet mocht goedvinden u van uw lijden te verlossen, hij zal « sterken om het zonder weerzin Ie verdragen, hij zal dit aardsche lijden voor u vruchtbaar en verdienstelijk doen worden voor de eeuwigheid.

Onderhoud dan ook steeds getrouw de volgende wenken en raadgevingen.

Middelen.

1. Zich vast overtuigd houden, dat ons gebed immer door God verhoord zal worden, en voor het gebed zich de woorden des lleé-

57

-ocr page 68-

58 OVERWEGING VOOlf DEN VIJFDEN DAG

ren herinneren: Zoo gij den Vader Jn mijnen naam iets zult vragen, Hij zal het u geven.

2. Om tijdelijke en wereldsche zaken in het gebed niet vragen, dan in zooverre zij ons niet van de eeuwige en hemelsei)e aftrekken en geen beletsel zijn voor onze zaligheid.

3. Wanneer men eenige kwelling of lijden gevoelt zich den Zaligmaker voorstellen in den hof van Gethsemani, en niet zijnen troost zoeken bij de menschen, die ons slechts zei-den kunnen bijstaan, veel minder nog in zinnelijke genietingen en verboden genoegens, die ons lijden slechts kunnen verzwaren , maar integendeel bij onzen hemelschen Vader, die nimmer zal toelaten , zoo wij met vertrouwen tot hem onze toevlucht nemen, dat wij boven onze krachten beproefd worden , maar die ons immer de noodige sterkte zal verleenen, om ons kruis te kunnen dragen.

4. Wanneer ons gebed niet zoo spoedig verhoord wordt, als wij ^vel zouden wen-schen, of wellicht in het geheel niet verhoord wordt, daarom evenwel niet meenen, dat het vruchteloos geweest is, maar overtuigd zijn, dat God beier dan wij weet, wat ons dienstig en nuttig is, en dat hij ter gelegener tijde of op eene andere wijze, dan wij verlangen en die zeker nuttiger voor

-ocr page 69-

VAN DE VASTEN.

ons is, ons zal helpen en bijstaan en onze volharding in het gebed zal beloonen.

5. Meermalen door den dag in vereeniging met .lesus het gebed herhalen, dat hij in den hof der Olijven gebeden heeft: Vader, niet mijn wil, maar uw -wil geschiede.

OVERWEGING VOOR DEN ZESDEN DAG VAN DE VASTEN.

JESUS DOOK JUDAS VERKOCHT EN VERRADEN.

Jesus tot de ziel.

Aan liet hoofd eener bende, die met stokken en zwaarden gewapend was, naderde .ludas lot mij en sprak mij toe: Wees gegroet. Meester! en hij gaf mij den kus van vriendschap.

Met dezen kus van vriendschap pleegde hij jegens mij het meest trouwelooze verraad , dat men zich kan uitdenken, daar hij mij daarmede aan mijne vijanden, die het op mijn leven gemunt hadden, bekend maakte.

Hoe afschuwelijk is niet deze euveldaad van .1 ndas!

Hij verkoopt mij voor dertig zilverlingen, den prijs, dien de oversten der Joden en de

59

-ocr page 70-

60 OVERWEGING VOOU DEN ZESDÉN DAG

hoogepriesters hem hadden geboden; welk eene onrechtvaardigheid, waaraan een mensch zich schuldig maakt, en welk eene vernedering, die men daardoor een God aandoet! Het is niet eens de waarde, die men gewoon is voor eenen slaaf te besteeden.

Hij volvoert zijn verraad, door mij den kus van vriendschap op het voorhoofd te drukken: is er groolere trouweloosheid denkbaar ?

't Is niet een tarizeër, dien ik wellicht meer dan eens beschaamd maakte voor hel volki — 'i is niet een tollenaar, wiens onrechtvaardigheden ik berispt heb, — t is niet een of ander boosdoener, zonder vrees of ontzag voor goddelijke of menschelijke gerechtigheid, die mij aldus verraadt.

Maar het is een mijner Apostelen, een diergenen, die ik had uitverkoren om de steunpilaren te zijn mijner Kerk, aan wie ik mijne geheimen toevertrouwde en die ik duizende weldaden bewezen had.

Ik bad hem aan mijne tafel doen aanzitten, ik had hem de gave van wonderen te doen geschonken, ik had hem de voeten ge-wasschen en hem zelfs met mijn eigen vleesch en bloed gespijsd.

En niettegenstaande dit alles moest ik door hem verraden worden, moest ik door zijn verraderlijken en trouweloozeu vriend-

-ocr page 71-

VAN DE VASTES.

schapskus in de handen mijner beulen worden overgeleverd.

Ongetwijfeld boezemt deze handelwijze van Judas u afgrijzen in, en zijt gij ten uiterste verontwaardigd over de snoode ondankbaarheid, waarmede hij mij, zijnen vriend en weldoener, zijnen heer en meesier, behandelt.

Bedenkt gij echter daarbij wel, dal er nog heden onder de Christenen zoovele Judassen worden gevonden, die mij nog dagelijks door eenen kus verraden; die mij verlaten, mij aan mijne vijanden overleveren, en die een gering tijdelijk voordeel hooger achten dan mijne genade?

Behoort ook gij niet lot die ongelukkigen ? Al diegenen, welke het ongeluk hebben eene onwaardige en heillgschendende Communie te doen, zij zijn gelijk aan Judas, zij verraden mij met eenen kus. Al diegenen, die in eene doodzonde hervallen, na mij in hun hart te hebben ontvangen , zij verlaten mij om hun eigen belang, zij leveren mij vol wreedheid over aan hunne hartstochten en kruisigen mij in hun eigen hart.

Bedenk hier nog, hoe eene enkele onbedwongen haristocht voor Judas de oorzaak van zijnen ondergang geweest is; nauwelijks toch was zijn hart aan de geldzucht verslaafd, of bij was tot alles in staat en hij ontzag niets, om die vervloekte hartstocht

61

-ocr page 72-

OVmiWEGING VOOR BEN ZESDEN DAG

te bevredigen. Zijt ook gij niet aan eene of' andere iiartstocht verslaald ? Onderzoek eens ernstig den grond uws barter, en vrees altijd van in den ongelukkigen toestand van Judas te vervallen.

De ziel tot Jesus.

Ik erken, o Jesus, bij het beschouw en van den vreeselijken val van dien ondankbaren leerling, dat ik den steun uwer genade behoef, en dat ik misschien, zoo deze mij ontbrak, uithoofde van de onstandvastigheid en versteendheid mijns harten, weldra deelgenoot zou wezen in zijne euveldaad en in zijn ongeluk. Ik hoop echter, o mijn beminnelijke Verlosser ! dat gij mij barmhartigheid zult bewijzen en mij voor dit vree-selijk onheil zult bewaren.

Ik zal steeds de gunslen en zegeningen indachtig zijn, die gij mij, niet minder dan aan Judas, hebt bewezen, en ik zal steeds mij beijveren, om mij nimmer aan eenige ondankbaarheid jegens u schuldig te maken.

Ik vraag u tevens vergiffenis, o mijn goddelijke Meester! voor al mijne trouweloosheden , voor al mijne ondankbaarheden, waaraan ik mij jegens u plichtig erken. Immers heb ik ook niet meermalen, evenals Judas, u door eenen kus verraden? Hoe dikwijls

62

-ocr page 73-

VAN DK VASTEN.

ben ik. misschien niet, onder den schijn van vriendschap, tot u en tot uwe H. Tafel genaderd, terwijl intusschcn mijn hart met zonde besmeurd -nas. zoodat ik, evenals Judas, u aan uwen wreedsten vijand, den duivel, die in mijn hart heerschte, over-leverde! Hoe dikwijls helaas! was een gering tijdelijk voordeel, een nietig vermaak, de zucht alleen om van de menschen geprezen en geëerd te worden, voldoende' om mij uwe vriendschap te doen verzaken!

0! geef, dat ik tocb niet langer de slaaf mijner hartstochten en verkeerde genegenheden zij; verleen mij de noodige kracht, om die te overw innen en van af bare geboorte te bestrijden.

Laat nimmer toe. o mijn goddelijke Meester! dat de geldzucht of eene andere hartstocht zich van mijn hart meester make, en geef door uwe barmhartigheid, dat ik liever sterve, dan dat ik ooit om eenig tijdelijk voordeel u verrade.

Dc ziel tot zich zelve..

Is er wel iets afschuwelijker dan aan Judas gelijk te zijn, en voortdurend Jesus aan zijne vijanden over te leveren?

Ln dit toch doet gij, zoo gij u aan eene onwaardige communie schuldig maakt, en

63

-ocr page 74-

64 OVERWEGING VOOR DEN ZESDEN DAG

zoo gij in eene doodzonde hervalt na de Communie.

Dan ook verkoopt gij op eene laaghartige wijze,en gij verraadtwreedelijk.5esusChristus, doorgaans zonder eenige andere beweegreden, dan om aan eene ol andere schandelijke hartstocht te voldoen; bijvoorbeeld; om u te wreken op een vijand, om eenig geldelijk voordeel te verkrijgen, ot' om eenig verboden zinnelijk genot, dat slechts een oogen-blik duurt, te' genieten.

Welk een afschuw behoordet gij niet van u zelve te gevoelen, hoezeer moest gij niet voor u zelve beschaamd zijn, welke bittere tranen van berouw en leedwezen moesten niet uwe oogen ontvloeien bij bel beschouwen uwer eigene zonden en trouweloosheden!

Zult gij die trouweloosheden nog vernieuwen? Zult gij voorïgaan met, evenals Judas, om een gering tijdelijk voordeel uwen god-delijken Meesier op de allersnoodste wijze te verraden?.....

Wat dan staat u te doen, om in het vervolg een zoo vreeselijk ongeluk te vermijden?

Middelen.

1 Men moet ook de kleinste gebreken, die men in zich zeiven bespreurt, vreezen en zich beijveren , om die te verbeteren.

-ocr page 75-

VOORAFGAAND ONDERRICHT.

Eeafiig't; asayïiecleaa 9 die Isc?! mitt wïasatïjusïaiïsa vsiss 5amp;$?t «iiïg'aii!sgilis

ovenvegeas VJSEI !cl*t Sgt;5|«ÏMH éÖEazcs EBet;a*«Ba,

EERSTE WAARHEID.

J'IEX DAGELIJKS OVERWEGENquot; VAN HET LI.IDEX OXZES IIEEItE.X IS EEK ZEER KlUClITMIUd MIDDEL OM ONS VAN DE ZONDE ÏE ONTHECHTEN.

Inderdaad, niels is heter in staat om ons de ovcrgi'oo!c boosheid dei' zonde en (ie groote straf, die zij verdient, te doen kennen, dan te zien, dat een God moet lijden, om daarvoor te hoeten. Niels zai ons meer aansporen om de oerhewijzingen en de ijdel-heden dezer wereld te verachten, dan de diepe vernedering, die Jesus onderging. Niels is meer geschikt om in ons de zucht en de

1

-ocr page 76-

VOORAFGAAND ONDERRICHT.

2

hartstochtelijke genegeuheid , die wij voorde valsclie genoegens van dit leven koesleren, te doen verdwijnen, dan het beschouwen van de buitengewone folteringen, die Jesusvooi ons wilde lijden. Niets eindelijk zal ons meer hoogachting inboezemen voor de heiligma-kende genade en voor de eeuwige belooning, dan het overdenken van den oneindig groo-ten prijs, waarvoor Jesus die gekocht daar zij hem tot zijnen laatsten druppel bloed en zijn leven gekost hebben. Al deze beweegredenen bezitten eei.e wonderbare kracht om ons onverwijld tot Ood te doen terugkeeren. Dit toch is de ware bekeering, en deze bekeering is het gelukkig uitwerksel, dat het da-gelijks overwegen van het Lijden Onzes llee-ren teweegbrengt. Inderdaad, de zondaai , die dagelijks, met behulp dezer heilige gewoonte, zich tot het kruis van .lesus opbelt om in zijn bloed het middel ter genezing zijner euveldaden te vinden, zal ongevoelig zich losmaken en afzonderen van alles, wat aan zijnen God kan mishagen; en, het voetspoor volgend van dit zijn goddelijk toonbeeld, bezit bij een zekeren gids, die hem len hemel voert. Immeis, 't is vooral op den Calvarieberg, dat Jesus de weg is, die den zondaar van zijnen dwaalweg doet terugkeemi; 'tis daar vooral, dat hij de waarheid is, die hem verlicht, het leven, dat heni bezielt en

-ocr page 77-

VAX DE VASTEN.

2. Dikwijls te l)iecliten gaan, met een vurig verlangen om zich van alle, ook de geringste smetten te zuiveren, en zoo dikwijls als dit geschieden kan met behoorlijke voorbereiding tot de 11. Talel naderen.

3. Het hervallen in de doodzonde aanzien ais het grootste onheil, dat ons kan overkomen, en als de snoodste ondankbaarheid, waaraan men zich kan schuldig maken.

4. Dagelijks God bidden, dat hij ons beware voor het ongeluk van onwaardig tot de Talel des Heeren te naderen.

OVERWEGING VOOR DEN ZEVENDEN DAG VAN DE VASTEN-

JESUS HEHAÏiDEt.T ZIJNEN VERRADER MET DE GROOTSTE MINZAAMHEID.

Jestis tot Je ziel.

Hoe grievend bet verraad van Judas voor mij was, hoezeer mijn hart als met een tweesnijdend zwaard werd doorstoken, toen hij door den kus van vriendschap, dien hij mij op het voorhoofd drukte, mij aan mijne vijanden overleverde, zal wel geen betoog behoeven.

G5

5

-ocr page 78-

66 OVERWEGING VOOK DEN ZEVENDEN DAG

Nochtans, niettegenstaande dit alles heb ik hem met de grootste minzaamheid behandeld ; ilc heb hein ontvangen op eene wijze, die ia staat zou geweest zijn het meest versteende hart te verteederen , om u te iee-ren, hoe ook. gij uwe vijanden moet behandelen, hoe onrechtvaardig en wreed zij ook ten uwen opzichte zijn mogen.

Ik heb hem omhelsd en aan mijn hart gedrukt, en wel verre van hem zijne trouweloosheid te verwijten of hem op het eigen oogenblikde rechtmatige straf zijner euveldaad te doen ondergaan, heb ik hem slechts deze woorden vol goedheid en minzaamheid toegevoegd : Vriend! waartoe zijt gij gekomen? Judas, verraadt gij den Zoon des menschen door eenen kus?

Meer vervuld met de gedachte aan het ongelukkig lot, dat hem wachtte, dan aan de beleediging, die hij mij aandeed, wilde ik door die woorden zijn hart vermurwen, hem tot inkeer brengen en hem den tijd geven om boetvaardigheid te doen over zijne zonden, en tevens wilde ik daardoor de harten verteederen van allen, die zóó verblind zijn, dat zij meenen hardvochtig te mogen zijn jegens hunne vijanden.

Mijne lieidevolle teederheid was echter uiet in staat dien ongelukkige te bewegen; zijn versteend hart was ongevoelig voor het

-ocr page 79-

VAN DE VASTEN.

antwoord vol minzaamheid en goedheid, dat ik hem gaf, hij versmaadde de genade, die hein nog geschonken werd, volhardde in zijne onhoetvaardigheid en slechts weinige uren later tot de uiterste wanhoop en vertwijfeling gedreven, maakte hij door eigen hand een einde aan zijn leven, terwijl zijn naam aan de algemeene verachting en versmading blijft prijs gegeven.

Leer hieruit de onuitputtelijke barmhartigheid Gods hoogachten en waardteren. Inderdaad, hoe zult gij kunnen wanhopen, wanneer gij ziet, dat ik zelfs een Judas, die mij verraden had, nog in vriendschap zou hebben aangenomen . zoo hij zich slechts aan mijne voeten had nedergeworpeu en vol berouw en leedwezen mij de vergeving zijner schanddaad had afgesmeekt?

Leer echter levens hieruit, dat gij geen misbruik moet maken van de genade, die God u aanbiedt: immers, wie weet of niet die genade, die thans u geschonken wordt, de laatste voor u zal wezen? Vrees daarom, dat het ongelukkig lot van Judas, zijne onboetvaardigheid en versteendheid, ook uw lot w el eens zou kunnen wezen , zoo gij de liefderijke roepstem des Heeren nog eenmaal durft versmaden en verachten.

67

-ocr page 80-

Gl} OVERWEGING VOOR DEN ZEVENDEN DAG

Dc ziel tot Jesus.

Zoo groot de afschuw is, mijn liefderijke Verlosser! die mij heziell voor de onwaardige daad van den ongelukkijjen Judas, zoo groot ook is de bewondering, die mijn hart vervult bij het beschouwen der onuitsprekelijke goedheid en barmhartigheid, die gij jegens dien snoodaurd doet blijken.

Welk eene vaderlijke teederheid en lang-inoedigheid, welk eene onbeschrijfelijke zachtmoedigheid ademen niet de woorden, die gij tot den verrader richt: Vriend, waartoe zijt gij gekomen' Hoe kunt gij dien ondankbare, dien trouwelooze, dien afvallige nog den liefelijken naam van vriend geven?

Hoezeer erken ik niet in deze uwe handelwijze jegens Judas de waarheid van hetgeen gij in uw H. Evangelie gezegd hebt: l)e Zoon des menschen is niet gekomen om zielen te verderven, maar om die zalig te maken, — en van hetgeen de H. Schrift nog elders zegt: De barmhartigheid des Heeren overtreft verre zijne rechtvaardigheid!

0 lieve Jesus,'barmhartige Verlosser! deze uwe goedheid en minzaamheid heb ook ik zoo menigmaal ondervonden; zoo dikwijls ik door de doodzonde u verraden heb. heb ik

-ocr page 81-

VAN DE VASTEN.

in mijn binnenste diezelfde liefderijke stem vernomen, die mij tot boetvaardigheid aanspoorde, maar belaas! was ik niet even versteend als Judas?

Gij hebt mij gezocht als een teedermin-nend vader, als eene liefdevolle moeder, en ik, ik versmaadde uwe goedheid, ik leefde voort in mijne zonden , ik hield niet op verraad op verraad te stapelen.

, Straf mij niet. Heer, zooals ik verdien; verleen mij de genade, dat ik eindelijk mijne boosheid leere inzien en dat ik mij moge bekeeren en leven.

Verleen mij ook, dat ik op uw voorbeeld alle beleedigingen, die mij worden aangedaan, zachtmoedig en zonder bitterheid beantwoorde en mijne vijanden nimmer met bardvochtigheid behandele.

De ziel tot zich zelve.

Zal het beschouwen der oneindige barmhartigheid van uwen Verlosser dan uw hart niet treffen en vermurwen?

Mogen ook uwe zonden ontelbaar 7ijn als de sterren des hemels, als de droppelen in den oceaan, als de aardkorrels over gelieel de aarde verspreid, Jesus nochtans is bereid umet opene armen te ontvangen, u aan zijn hart te drukken en als zijn vriend te behandelen.

69

-ocr page 82-

70 OVERWEGING VOOR DES ZEVENDEN DAG

O! wees niet doof voor zijne slem vol liefde en minzaamheid, waarmede hij uuit-noodigt om boetvaardiglieid te doen over uwe zonden.

Verstoot de genade niet, die u thans nog geboden wordt, opdat er niet een tijd voor u kome, dat zijne rechtvaardigheid zijne barmhartigheid zal vervangen, en geene boetvaardigheid meer mogelijk zijn zal.

Volg niet het voorbeeld, dat Judas u geeft, om u aan wanhoop eu vertwijfeling o\er te geven op het gezicht uwer gruwelen, maar volg het voorbeeld, dat Jesus u geeft, en wees ook gij minzaam, zachtmoedig en liefderijk jegens hen, die u eenig onrecht aandoen.

Ten einde meer en meer deze gevoelens in u op te wekken, kunt gij u de volgende wenken ten nutte maken.

Middelen.

1. Bij zich zeiven overwegen, hoe goed en barmhartig God ook ten onzen opzichte geweest is: hoe dikwijls wij niet reeds verdiend hadden in het diepst der hel begraven te worden; hoevelen wellicht daarin reeds zijn nedergeworpen, die minder dan wij misdreven hebben; en hem danken, dat hij zoo liefderijk jegens ons geweest is.

-ocr page 83-

VAN DE VASTEN.

2. Jegens onze vijanden zachtmoedig en vergevingsgezind zijn, hun nimmer hunne ondankbaarheid verwijten, maar bij hel ongelijk, dat ons wordt aangedaan, ons in het geheugen roepen, hoe Jesus ten opzichte van Judas gehandeld heelt.

3. Onze hoofddrift bestrijden, opdat wij niet daardoor tot onhoetvaardigheid en versteendheid des harten gebracht worden.

4. Meermalen door den dag tot Jesus verzuchten: Barmhartige Jesus, verleen mij de genade, dat ik niet in mijne zonden sterve.

OVERWEGING VOOR DEN ACHTSTEN DAG VAN DE VASTEN,

JESUS DOOR DE SOLDATEN VASTGEGREPEN EN GEBOEID.

Jesus tot de ziel.

Eene bende gewapende krijgslieden en gerechtsdienaren komt mij gevangen nemen , alsof ik een dief en een misdadiger ware.

Om evenwel hun te doen blijken, dat mijne macht grooler is dan die van andere menschen, heb ik hen ter aarde nederge-worpen met geen andere wapenen, dan met deze woorden: Wien zoekt gij?

71

-ocr page 84-

72 OVERWEGlMi VOOR DEN ACHTSTEN' I»AG

Ik deed dit om hen en al mijne kinderen te leeren, dat ik enkel en alleen uit eigen bewe-ging en met vrijen wil mij in hunne handen overlever en aan hunne wreedheden prijs geef.

Zij hebben mij met boeien en ketenen beladen; maar de vurige liefde, die ik u toedroeg, deed mij die boeien en ketenen dragen met geduld en zonder mij te beklagen: immers ik beschouwde mij zeiven als beladen met uwe zonden en als in uwe plaats aan de gerechtigheid mijns Vaders overgeleverd , om den dood en de smarten der gevangenschap, waartoe gij veroordeeld waart, te ondergaan.

Waar is de dankbaarheid, die gij mij daarvoor bewijst? ik wil u tot mij trekken door de zachte banden mijner geboden, en gij verwerpt die, alsof ik u tot eene ongelukkige slavernij wilde brengen.

Het meerendeel der menschen is slaaf van de wereld, van het vleesch en van den duivel; zij gehoorzamen met getrouwheid aan hunne wetten, en, ongelukkige verblinden als zij zijn, hebben zij eene zoo groote voorliefde voor hunne slavernij, dat zij er niet van willen hooien, om die te verlaten en zich aan mij te onderwerpen; zij zien niet in, dat ik wel als een misdadiger heb willen vastgehouden en geboeid worden, ten einde hen daarvan te verlossen.

-ocr page 85-

VAN DE VASTEN.

Zijt gij ook niet van liet getal dier zondaars, en hoe zijt gij dankbaar voor die overmaat van lieldeV

De ziel tot Jesus.

0 mijn beminnelijke Zaligmaker! -welk eene liefde, welk eene teederheid, welk eene erkentelijkheid ben ik u niet verschuldigd. -wanneer ik bedenk, dat gij op deze wereld zijt gekomen, om mijne boeien te verbreken en mij van de ongelukkige slavernij der zonde te verlossen: dat gij in mijne plaats slaaf zijt geworden en u met mijne ketenen hebt beladen , op dezelfde wijze, alsof een koningszoon van zijnen troon nederdaalde en zicb in slavernij begaf, om een zijner onderdanen te bevrijden van de slavernij, die hem wachtte!

Wat kan ik doen ter vergelding van zoo groot een gunstbewijs ? Geef mij te kennen , o mijn beminnelijke Zaligmaker! wat gij van mij erlangt.

Gij verlangt van mij, dat ik, ter vergelding van zulk eene liefde ophoude de slaaf te zijn uwer vijanden, om de uwe te worden, en dat ik hunne beginselen bestrijde, om aan uwe wetten mij te onderwerpen. Gij biedt uwen Vader uwe boeien aan. om voor mij de kostbare vrijheid zijner kinde-

73

-ocr page 86-

74 OVÉRWEGING VOOR DE» ACHTSTEN DAG

ren te verdienen, en gij wilt, dat ik hem de heilige voornemens, die ik maken moet, opdraag, als zoovele blinden, die mij aan hem moeien vasthechten. Zou ik niet ten uiterste verblind moeten wezen, indien ik weigerde u iets te geven, dat zoo gering is en dat mij tot zoo groot een geluk kan leiden? Welk een troost is het voor mij de verzekering te hebben, dat gij mij zulk eene groote gunst aanbiedt!

Ach! mijn God! gedoog niet, dal ik ongelukkig genoeg zijn moge, om misbruik daarvan te maken, en dal ik het gezag van zulk een goeden meester moede worde, om opnieuw mij zeiven tot een slaaf des duivels en der schepselen te maken.

Voor altijd, mijn goddelijke Verlosser! wil ik aan uwe wetten onderworpen blijven, en zoo vast wil ik mijn hart met den heiligen band uwer liefde ketenen , dat voorlaan niets meer in slaat zal wezen mij van u te scheiden.

De ziel tot zich zelve.

't Is evenwel niet voldoende dit besluit te nemen, gij moet door de heiligheid uwer werken toonen. dat het welgemeend is.

Hoe kunt gij zeggen, dal uw besluit ooit oprecht geweest is, terwijl gij dagelijks zoo gemakkelijk u in de rampzalige strikken dei-zonde laat vangen?

-ocr page 87-

VAN DE VASTEN.

Uwe hartstochten en uwe slechte gewoonten zijn als zoovele ketenen, die u aan de aarde vasthechten: welke pogingen stelt gij in het werk, om die te verbreken?

Maak daarom dikwijls goede voornemens, doch vooral, wees getrouw in die te volbrengen.

En maak nu in het bijzonder het voornemen om met ernst u zeiven te onderzoeken , ol' gij u nog niet bevindt in de slavernij der wereld, des vleesehes en des duivels, en geef u alle moeite om de heilige vrijheid der kinderen Gods te erlangen. Ziehier de middelen daartoe.

Middelen.

1. Dikwijls denken aan de geboden des Ileeren en meermalen bij zich zeiven overwegen, hoe men die onderhoudt en of men die met ijver en vurigheid nakomt.

2. Dikwijls en zooveel mogelijk de deugden beoefenen, die aan onze gewone ondeugden tegenovergesteld zijn, om onze slechte gewoonten uit te roeien , die de ongelukkige ketenen zijn, die ons aan de aarde vastgeketend houden.

3. Zorgvuldig de slechte gezelschappen vermijden en alle gelegenheden vluchten, die aanleiding geveu tol zonden, en die be-

75

-ocr page 88-

76 OVERWEGING VOOR DEN NEGENDEN DAG

schouwen als boeien, waarmede de duivel ons aan zijne slavernij vastketent.

4. Een geregeld leven leiden en aan zijnen zielbestierder raad vragen, hoe wij al de werken van den dag hebben te verrichten.

5. Meermalen door den dag de goede voornemens vernieuwen, die men in de meditatie heelt gemaakt.

OVERWEGING VOOR DEN NEGENDEN DAG VAN DE VASTEN.

JESUS WORDT VAN ZIJNE LEERLINGEN VERLATEN.

Jesus tot de ziel.

Ik heb leerlingen, die met mij de wereld, den duivel eu het vleesch moeten bestrijden , niet door hunne lichamelijke krachten, maar door de kracht van mijnen geest en van mijne genade.

Mijne wapenen zijn de liefde en het geduld ; met deze wapenen wil ik de macht mijner vijanden verdelgen , en men is verzekerd daarmede altijd overwinnaar te blijven.

Hierom gaf'ik aan Petrus het bevel, van zich niet meer van zijn zwaard te bedienen om mij te verdedigen, en hierom liet ik toe, dat mijne leerlingen de vlucht namen.

-ocr page 89-

VAN DE VASTEX.

Geheel alleen treed ik in het strijdperk, om den grooten strijd, dien ik zal te strijden hebben in mijn lijden, te ondernemen, en, zoo ik toelaat, dat niijue moeder en eenige andere personen mij volgen , dan doe ik dit niet, om mij tegen mijne vijanden te verdedigen, maar om hen te doen deelen in mijn lijden en om dit te vermeerderen door het gezicht hunner smarten.

De ziel tot Jesus.

Hoe leerrijk is niet uw voorbeeld voor mij, o lieve Jesus! om mij te onderrichten, hoe ik mij van de menschen moet los maken. en lioe waar het woord der 11. Schrift is, dat inen op een riet steunt, als men van hen zijnen steun verwacht.

Wanneer men u wil volgen en zicli oprecht aan u wil overgeven, zijn de macht, de rijkdommen en de hulp der menschen altijd onnut, zoo gij u daarvan niet bedient om ons tot u te trekken. Als men op u alleen vertrouwt, wordt men nimmer in zijne verwachting teleurgesteld; als men, zelis in de grootste noodwendigheden, van alle nien-scbelijke hulp verstoken is, dan is men inwendig verheugd, dat men geen anderen steun heelt dan u, en vol liefde werpt men zich in uwe armen, evenals een kind zich in de armen zijner moeder werpt.

-ocr page 90-

78 OVERWEGING VOOR DEN ACHTSTEN DAG

Zijn -wij dan niet zeer onrechtvaardig cn zeer ongelukkig, dat wij morren en klagen, zooals wij zoo dikwijls doen, omdat wij verlaten worden van de menschen? Immers juist dan, o mijn God! zijt gij meer dan ooit voor ons bezorgd!

De ziel tot zich zelve.

0! wat zijt gij toch uitzinnig, zoo gij in het vervolg uwen steun zoekt m mensche-lijke hulp!'Deze toch is, volgens het woord van een proleet, gelijk aan een gespleten riet, dat, wel verre van iemand te steunen, slechts geschikt is om de hand te doorboren van die onverstandig genoeg wezen zou, om het te bezigen lot een steun voor zijne zwakheid.

Gezondheid, verstandelijke vermogens, rijkdommen, machtige vrienden zijn voorwerpen, waarop de kinderen der wereld gewoonlijk al hunne ondernemingen bouwen. Nochtans eene enkele ziekte, een of ander ongeval, een geringe twist is in staat dit alles in één oogenblik te doen verdwijnen, zonder Jat wij nog den dood behoeven af te wachten, die ons alles voor altijd moet ontnemen. lieseft gij die groote waarheid wel? En behoort gij niet tot het getal dier verblinde kinderen dezer wereld?

-ocr page 91-

VAN DE VASTEN.

Gods voorzienigheid, zijne liefde en zijne barmhartigheid, in deze alleen kan een christen met vertrouwen zijnen steun zoeken.

Rekent gij daarop alléén, als gij een of ander werk onderneemt?

Mocht gij soms tot heden toe even ver-blind zijn geweest als de meeste menschen. die geen vertrouwen stellen op God en ai hunnen steun in de menschen zoeken, ziehier dan de middelen, om u uit die verblindheid le trekken.

Middelen.

t. In al uwe noodwendigheden moet gij onverwijld tot God uwe toevlucht nemen.

2. Met geduld en zelfs met dankbaarheid de kwellingen aannemen, die Gods hand u toezendt.

3. De goederen, die gij bezit, gebruiken, niet alsol deze de vruchten van uwen arbeid eu uwe werkzaamheid zijn , maar als zuivere gaven van de milddadigheid en de goedheid uws Scheppers.

4. Dikwijls er aan denken, dat alle men-schelijke hulp niets is , wanneer men door God verlaten wordt; en dat het integendeel zeer voordeelig voor ons is, wanneer wij om der wille van God door de mensciien worden verlaten, omdat wij de zekerheid bezit-

79

-ocr page 92-

80 OVEBWEGINC. VOOn DEN NEGENDEN DAG

ten. dat hij ons nimmer zal verlaten, zoo •wij slechts hem niet het eerst verlaten.

5. Dikwijls het voornemen maken van nooit den dienst van God te verlaten, er moge ons van den kant der inenschen overkomen wat wil, en zicli de woorden des Ueerenin het geheugen roepen: Vreest niet hen, die het lichaam dooden, de ziel echter niet kunnen dooden; vreest veeleer hem, die en lichaam en ziel kan verderven in de hel.

OVERWEGING VOOR DEN TIENDEN DAG VAN DE VASTEN.

JESUS ALS EEN GEVANGENE DOOR DË STRATEN VAN JERUSALEM GESLEURD.

liet is de liefde alleen, die mij het kruis heelt doen verkiezen, om daardoor de zaligheid der menschen te bewerken; hierom is mijn verlangen om op te gaan naar den Calvarieberg, grooter dan dat mijner vijanden om mij er been te leiden.

Voorzeker, uwe zaligheid gaat mij zeer ter harte, en gewis kan daarover geen twijfel meer voor u overblijven, na al hetgeen ik reeds sedert drie-en-dertig jaren voor u ge-

-ocr page 93-

VAN DE VASTEN.

daan heb. Nochtans, -wanneer deze drijfveer niet lirachlig genoeg vare om mij met verhaaste schreden naar de strafplaats te doen gaan, gelooft gij, dal de eer mijns Vaders niet eene voldoende beweegreden zou geveest zijn, om mij des noodig duizend doo-den te doen ondergaan?

Zoo is dan eindelijk voor mij hut gezegende tijdstip aangebroken, dat mijne vurige liefde zal bevredigen. Dit is het uur, vaarop ik zeggen kan, dat mijne vreugde volmaakt is.

Komt, mijne lieve kinderen, volgt mij, en laat mijne liefde u bewegen, om mij op mijnen kruis- en lijdens-weg te vergezellen. Geeft uw hart en uw lichaam over aan de smarten en de kwellingen, die bet mijn he-melschcn Vader behagen zal u voor zijne eer te doen lijden, en eens zult gij liet geluk hebben van met mij te heerschen.

De ziel tot Jesus.

Welk een geheim! Hoe wonderbaar en aanbiddelijk levens!

Terzelfder ure, mijn goddelijke Verlosser! dat de soldaten u wegvoeren, om u den kruisdood te doen ondergaan, sleept uwe liefde onze harten mede om die te doen heerschen.

81

-ocr page 94-

82 OVERWEGING VOOR DEX ÏIEXOEN DAG

Terwijl gij een voorwerp van verachting en haat zijt voor de nier.schen, die er hun genoegen in vinden u als een snooden boosdoener naar de strafplaats te leiden of' u in het openbaar daarheen te zien sleuren, wordt gij bewonderd en aanbeden door de Engelen, die u als een Koning, die als overwinnaar uit den strijd terugkeert, beschouwen en vergezellen.

Moge ik in uwe leerschool leeren, hoe wij het lijden behooren te beschouwen, dat het gewone middel is, dat gij bezigt om onslot u te trekken, wanneer wij ons door de zoetheid uwer genade niet genoegzaam bewogen gevoelen om tot u te komen.

De ziel tot zich zelve.

Verzet u dus niet meer tegen het lijden, en vermoei uwen geest niet langer met de middelen te zoeken, die u daarvan kunnen bevrijden, gelijk zoo dikwijls gebeurt.

Uw goddelijke Zaligmaker behoefde slechts ijnc Engelen te gebieden, om hem tegen zijne vijanden te komen verdedigen en uit hunne handen te verlossen. Had hij zelfs niet de macht om hen in een oogwenk te verdelgen of hen ter aarde neder te werpen , gelijk hij dit met een enkel woord te spreken in den hof der Olijven deed?

-ocr page 95-

VAK DE VASTEN.

ilij geeft zich vrijwillig aan hunne woede over, liij laat zich wegvoeren zonder een enkel woord te spreken; want hij weet, dat met zich zeiven aldus aan hunne wreedheden prijs te geven, hij zijnen Vader verheerlijkt en de zaligheid der inenschen bewerkt, daar hij voor onze zonden aan de gerechtigheid des Vaders voldoet.

Zijt gij eveneens gesteld in uwe kwellingen, in uwe ziektenen in uwe tegenheden? Onderwerpt gij u vrijwillig aan Gods wil?

Helaas! behoort gij niet tot het getal dier ongelukkigen, die zich door hunne hartstochten in den modderpoel der zonde laten medeslepen, terwijl Jesus, om hen daarvan te verlossen, zich van zijne beulen door de straten van Jerusalem laat sleuren?

Maak dan op dit oogenblik een vast voornemen , om een goed gebruik te maken van uwe tegenheden.

En om met kracht alles te bestrijden, wat u tot zonde zou kunnen brengen.

Middelen.

1. De tegenspoeden beschouwen als middelen in Gods hand, om ons van de aarde te onthechten en tot hem te trekken.

2. Dikwijls hei woord des Zaligmakers bij zich zeiven overwegen: Eng is de weg.

83

-ocr page 96-

84 OVERWEGING VOOR DEN TIENDEN DAG

die ten leven leidt,en weinigen zijn er, die hem vinden.

3. Zijne zonden beschouwen en zich wel overtuigd Londen, dat het een voorrecht is in dit leven gekastijd te worden voor de zonden, voor welke wij verdienden streng gestraft te worden in het andere leven, daalde kwellingen dezer wereld niets zijn in vergelijking met de pijnen der hel.

OVERWEGING VOOR DEN ELFDEN DAG VAN DE VASTEN.

JESUS VOOR CAIPHAS GEBRACHT ONTVANGT EENEN KAAKSLAG.

Jcsus tot de ziel.

Leert van mij, dat ik zachtmoedig en ootmoedig van harte ben. en gij zult rust vinden voor uwe zielen.

Zoo ooit dan zeker mag ik thans die woorden tot u richten , op het oogenblik, dal ik mij voor den hoogepriester Caiphas bevind, die mij over mijne leerlingen en mijne leer ondervraagt.

Daar toch moest ik, om te boelen voor uwe opvliegendheden en om u een voorbeeld

-ocr page 97-

VAN DE VASTEN.

van zachtmoedigheid te geven, de grofste en gevoeligste beleediging ondergaan.

Eendienaar des hoogepriesters vermeet zich zijne hand tegen mij op te hellen en mij, alsol ik aan den eerbied had te kort gedaan, dien ik den hoogepriester verschuldigd was, eenen kaakslag toe te brengen.

Wat zoudt gij in mijne plaats gedaan hebben? Zoudt gij evenals ik n tevredengesteld hebben hem met eenvoudige en zachtmoedige woorden zijn ongelijk onder het oog te brengen ? 01' zoudt gij niet veeleer vol bitterheid hem dien blocdigen hoon verweten hebben en eene gevoelige stral' over hem hebben afgeroepen ?

Zoo verschillend zijn mijne wegen van die dezer wereld: zoozeer zijn mijne beginselen in strijd met die. welke helaas! maar al te zeer door de menschen worden geprezen en in beoefening gebracht!

Wat zult gij na de overweging van dien schandelijken eu diepvernederenden hoon, mij in het huis van Caiphas aangedaan, en van de wijze, waarop ik dien beantwoordde, dan voorlaan doen?

Zult gij u nog scharen aan de zijde dier verblinden, die nimmer eenig ongelijk willen vergeven, die bij elke beleediging in toorn en gramschap ontsteken , die niet rusten vóórdat de smaad, die hun aangedaan

85

-ocr page 98-

86 OVERWEGING VOOR DEN ELFDEN DAG

werd, gewroken is, en die aldus den kaakslag vernieuwen mij door den dienaar des hoogeprieslers toegebrachl.

Of zal de liefde, die mij dien gruwelijken kaakslag om uwentwille deed ontvangen, in staat zijn uw hart te treffen en te bewegen, om ook, uit liefde tot mij, elk ongelijk, hoe groot het ook wezen moge, met zachtmoedigheid te verdragen?

De ziel tot Jesus.

Duld, lieve Jesus! dat ik u mijnen diep-gevoelden afschuw uitdrukke van de laaghartige en eerlooze daad van dien snooden dienaar des hoogepriesters.

0 hoe grievend, hoe vernederend, hoe bloedig was niet de beleediging, die gij hier uit liefde voor mij, ter boeting mijner zonden , hebt willen ondergaan!

Is dan uwe liefde nimmer verzadigd van vernederingen en smarten'' Is u dan niets te veel voor mij, wien helaas! zelfs het geringste te veel is, als het er op aan komt mijne liefde tot u te toonen?

Vol schaamte werp ik mij voor uwe voeten neder; ik durf het niet wagen mijne oogen tot u op te heffen, schuldig als ik ben aan zoovele oploopend heden, zooverre verwijderd van de lijdzaamheid en zachtmoe-

-ocr page 99-

VAX DE VASTEN.

diglieid , die gij van mij verlangt en waarvan gij mij hier een zoo schoon en treftend voorbeeld hebt gegeven.

Van ganscher harte, mijn zachtmoedigt; Verlosser! vraag ik u vergeving voor de verbitterdheid en de wraakzucht, die zoo vaak mijn hart jegens mijne vijanden vervulden: handel niet niet mij, gelijk ik maar al te wel verdiend heb: maar wees ook jegens mij een God vol goedheid en zachtmoedigheid; verleen mij de krachtdadige hulp uwer genade, opdat ik mijne bedorven natuur met goed gevolg moge bestrijden en steeds mijne ziel in lijdzaamheid moge bezitten , ten einde eens van u de belooning, die aan dezacht-moedigen is toegezegd, te erlangen.

De ziel tot zich zelve.

Welke gevoelens moet niet deze beschouwing van uwen liefderijken Verlosser in u opwekken ?

Vraag hier u zelve af: Wie is het, die dien bloedigen hoon ontvangt?... Waarom ontvangt hij dien?... En hoe wordt deze door Jesus beantwoord?

liet is de Zoon Gods, de eeuwige Koning der heerlijkheid, die, geheel onschuldig en zonder de minste reden , van een gering dienaar, in tegenwoordigheid vau eene aanzien-

87

-ocr page 100-

88 OVERWEGING VOOR DEN ELFDEN DAG

lijke schare, eenen kaakslag ontvangt: en hij beantwoordt dien diepsu en bloedigen hoon met de grootste zaclitinoedigheid.

Waar zult gij clan nog houdbare voorwendsels kunnen vinden, om uwen wraakzucht, uwe oploopendheid , uwen haat jegens hen, die u soms eenig gering ongelijk aandoen, te rechtvaardigen?

Een God, de heiligheid, de onschuld zelve, onlvangt oenen kaakslag, en wel verre van daarover in toorn of gramschap uit te barsten of zijnen vijand het eigen oogenblik le straffen, gelijk hij dit verdiend had, antwoordt hij hem vol zachtmoedigheid.

En gij, die u aan zoovele zonden moet schuldig erkennen , gij, die zoo dikwijls uwen hemelschen Vader hebt durven beleedigen, gij zoudt het recht meenen te hebben u gevoelig te toonen en uwe gramschap bot te vieren, zoo uw evennaaste soms zich aan eenig vergrijp tegen u schuldig maakt?

Maak dan van heden af hel vaste voornemen, om het voorbeeld van Jesus te volgen en, evenals hij, voortaan zachtmoedig te zijn ook jegens die u verongelijken. Ziehier eeuige middelen, die u dienstig kunnen zijn om u die deugd eigen te maken.

-ocr page 101-

VAN DE VASTEN.

Middelen.

1. Meermalen overwegen , hoe dikwijls wij God beleedigd en Jesus ais met kaakslagen verwond hebben, sn daaruit besluiten, dat het niet meer dan billijk is, zoo wij met geduld en lijdzaamheid een of ander ongelijk ver-(iragen , dat ons van den kant der menschen wordt aangedaan.

2. Dikwijls in het gebed dien geest van liefde en zachtmoedigheid vragen, die het ware kenteeken is van den christen.

S. Ons zeiven verbeelden , dat Jesus ook ons diezelfde woorden toespreekt, die hij tot den dienaar des hoogepriesters richtte: Waarom slaat gij mij? zoo dikwijls wij ons aan eenige zonde tegen de deugd van zachtmoedigheid schuldig gemaakt hebben.

OVERWEGING VOOR DEN TWAALFDEN DAG VAN DE VASTEN.

JESUS BIJ CA1PIIAS ALS EEN GODSLASTERAAR UITGEKRETEN.

Jesus iot de ziel.

De grootste euveldaad, waaraan de mensch

89

-ocr page 102-

90 OVERWEGING VOOR DEN TWAALFDEN DAG

zich kan schuldig maken, bestaat daarin, dat hij de plaats van God wil innemen en zich als God wil erkend zieu: van deze euveldaad word ik door mijne vijanden heschul-digd, daar zij mij een godslasteraarnoemen.

Ik ben op deze wereld gekomen, om aan de menscheu den waren God te leeren kennen, en zij beschouwen mij ais den vijand van God.

Adam had de logen aangenomen voor waarheid; en zijne kinderen, niet minder verblind dan iiij, zien de waarheid aan voor logen; zij geven den God van waarheid den schandelijken naam van godslasteraar; zij verwijten hem, dat hij zich ten onrechte de goddelijke natuur aanmatigt.

Welk eene smart was het niet voor mij, die op de wereld ben gekomen, om de weg te zijn, die ten hemel moet leiden, te moeten zien, dat ik door de boosheid der men-schen een steen des aanstoots en tol ergernis ben geworden!

Ook lieden ten dage zijn er nog tallooze christenen , die mijne vijanden en mijne beulen navolgen: door huune handelingen geven zij mij den naam van godslasteraar, hoezeer zij ook met woorden mij als den waren God erkennen.

Het zijn diegenen, die leven, alsol zij mij voor een blinden, een onrechtvaardigen God,

-ocr page 103-

VAN DE VASTEN.

in een woord, voor een valsciien God aanzien, en die alles doeu. niet alleen zonder liefde, maar zelfs zonder eenige vrees.

De ziel tot Jesus.

0 mijn beminnelijke Zaligmaker! de waarheid , die gij mij daar zoo even leert, moest mij met eene diepgevoelde smart vervullen, indien ik slechts eeuigennate gevoelig was voor uwe eer.

Helaas! hoeveel dergelijke godslasteraars zijn er onder de christenen! Uoevelen zijn er niet. die u door hun slecht levensgedrag honen en beleedigen!

Zij dragen uwen verheven naam en leiden nochtans een geheel heidensch leven, dat wil zeggen, een leven zonder vrees, zonder liefde, zonder deugd en zonder moed.

In deze gesteltenis treden zij onze tempelgebouwen binnen ; zij leven te midden uwer kinderen; zij stellen er hunne eer in met hen in gemeenschap te zijn en denzelfden naam te dragen; zij naderen zelfs tot uwe Sacramenten en onteeren zelfs het heiligste, door het misbruik, dat zij er van maken.

De ziel tul zich zelve.

Zijt gij ook niet zoo ongelukkig, dat gij

91

-ocr page 104-

92 OVERWEGING VOOR DEN TWAALFDEN DAG

tot dit getal belioort, en erkent gij u zelve niet pliclitig aan deze heiligschennis?

Is uw leven in overeenstemming met den naam, dien gij draagt, en met de woorden, die gij spreekt?

Gij zijt cliristen; hoe verheven is niet die naam? Gij meent, dat hij u in gemeenschap doet treden met Jesus Christus: hoe heerlijk is niet dit voorrecht! Gij verhoopt de gelukzaligheid , die is toegezegd aan diegenen , die leven op eene wijze, die dien doorluchtigen naam waardig is: zijt gij zoo gelukkig van hen na te volgen ?

Treed in u zelve en onderzoek u zelve nauwkeurig en zorgvuldig, en maak de volgende voornemens:

1. Dikwijls te denken aan het gedrag dei-goede christenen, om die na te volgen; en aan dat der slechte christenen, om hunne boosheid te vermijden.

2. De slechte gezelschappen te vermijden en met zorg de goede te zoeken.

3. Waarlijk christen te zijn, niet slechts met woorden, maar ook met daden . doordat men deze gelijkvormig doet wezen aan die van Jesus Christus.

Middelen.

1. Met veel geduld en zachtmoedigheid.

-ocr page 105-

VAX DE VASTEN.

op het voorbeeld van Jesus, de kwaadsprekerijen en de lastertaal verdragen, en zelf nimmer kwaad spreken van zijnen naaste.

2. Wanneer anderen in onze tegenwoordigheid zondigen, daarvan aan God vergeving vragen en alzoo eenigermate het ongelijk trachten te herstellen , dat God wordt aangedaan.

OVERWEGING VOOR DEN DERTIENDEN DAG VAN DE VASTEN.

JESUS, DEN GEHEELEN NACHT DOOR DE SOLDATEN MISHANDELD.

Jesus tot de ziel.

Ik bevind mij hier als een lam in het midden der wolven, onder eene bende krijgslieden , die men tegen mij heeft opgehitst en die in woede tegen mij zijn ontstoken.

Zij vinden er een helsch genoegen in mij te mishandelen, en zij ontzien niets om mij te folteren.

Eenigen hunner geven mij kaakslagen of spuwen mij in het aangezicht; anderen overladen mij met smaadwoorden en beschimpingen ; en zoo houdt dit den ganschen nacht aan.

93

-ocr page 106-

94 OVERWEGING VOOR DEN DERTIENUEN ilA(.

Om mij te bespotten hindt men mij eenen blinddoek, voor de oogen, men slaat mij , en om te -weten te komen, of ik een profeet ben. vraagt men mij , wie mij geslagen heeft; ik lijd dat alles, zonder eene enkele klaclit te uiten en zonder een enkel -woord ter mijner verdediging te spreken.

0 hoe gruwelijk, moet deze handelwijze der soldaten u niet toeschijnen, indien gij overweegt, dat ik uw Vader, uw Koningen uw God ben ! En hoe gevoelig moet gij daardoor niet getroffen worden. indien gij beseft, dat het de liefde is, die ik u toedraag, die mij daaraan heeft prijs gegeven!

Wie echter zou zich dui ven vrijsprekeu van rouw en droefheid over de zonden der menschen en van eene vurige begeerte om aan hunne bekeering te arbeiden, indien men ernstiglijk overwoog, dat dit alles de gelijkenis en het getrouwe afbeeldsel wedergeeft van den smaad, dien ik nog eiken dag te verduren heb van den kant van al de zondaars, die mijne wetten verachten , die mijne Sacramenten onteeren , die mijne leerlingen vervolgen , en die onbeschaamd genoeg zijn, om het heiligste, wat mijne Kerk bezit, te bespotten en te beschimpen.

Ik duld hen nochtans, die ondankbare kinderen, die trouwelooze en ongelukkige christenen ; en ik houd de rechtmatige straf,

-ocr page 107-

VAN DE VASTEN.

die zij verdienen, tegen, om hun den tijd te geven tot bekeering en ware boetvaardigheid.

Van den anderen kant evenwel, zoo zij daarvan geen ander gebruik maken, dan om hardnekkig te volharden in hunne boosheid en om het getal hunner mis laden te doen 4 toenemen, eens zal de dag mijner wrake aanbreken, op een oogenbïik, dat zij het minst daaraan denken . om den loop hunner ongerechtigheden en hunner misdaden te stuiten en om hen eeno eeuwigdurende en vreeselijke straf te doen ondergaan.

Hebt gij geene reden om te vreezen, dat dit ongeluk ook u zal overkomen? En welk gebruik maakt gij van den tijd, dien ik u schenk, om de fouten van uw voorgaand leven te herstellen en de vergeving uwer zonden te erlangen ?

De ziel tot Jesus.

0 mijn beminnelijke Verlosser! wat is uwe liefde tot ons onbegrijpelijk groot, daar zij u in den deerniswaardigen toestand heeft gebracht, waarin ik u thans beschouw!

Moest dan uw heilig aangezicht, dat door zijne schoonheid het geheele hemelsche hof verblijdt, aldus door die helsche monden bespuwd worden, om daardoor ons van die

95

-ocr page 108-

96 OVEKWEGING VOOR DEN DERTIENDEN DAG

eeuwige schande te verlossen , die wij maar al te zeer verdienden?

Gij duldt, o goddelijke Zaligmaker! dal ellendige soldaten meesier zijn over uw lichaam en dat zij het als eene speelpop gebruiken, terwijl de Engelen u de hulde hunner aanbidding aanbieden en u als hun Koning erkennen.

Gij duldt, dat zij aldus dit uw gezegend lichaam mishandelen, om voor de zonden van zoovele ongelukkige christenen te voldoen, die zich op eene schandelijke manier aan alle soorten van wellusten en verinaken overgeven.

Maar doet gij nog dagelijks niet hetzelfde, als gij toelaat, dat zoovele verblinde zondaars, zonder hun misdadig leven te verzaken, u door de heilige Communie in onze kerken ontvangen?

Gij geeft uw gezegend lichaam, uw aanbiddelijk bloed in hunne banden over, boe-zeer ook de bedorvenheid en de boosheid hunner harten u bekend zij.

Gij doorziet iiunne vreeselijke en geheime plannen, bun ongelukkig en diep in bet hart verborgen voornemen om aanstonds na hunne Communie die misdadige gewoonten te hernemen, die zij nooit oprecht wilden verlaten, hoe dikwijls ook zij u dit beloofd hadden.

-ocr page 109-

VAX DE VASTEN.

't Is u eveneens bekend, dat zij tot uwe heilige Tafel naderen, alléén om aan de men-schen te behagen ot'om niet den schijn van goddeloosheid op zich te laden; en nochtans, o onbegrijpelijke goedheid! geeft gij u zeiven aan hen door de handen der priesters , alsof zij uwe beste vrienden waren. en op niet minder liefdevoile wijze, dan gij eertijds u zeiven aan Judas en aan de andere Apostelen gaaft.

Wanneer ik overdenk, dat men u doet binnengaan in die goddelooze monden, die nog zoo kort te voren zoovele schandelijke eu verderfelijke gesprekken voerden, dan schijnt het mij toe, dat al de gruwelijke be-leedigingen en mishandelingen vernieuwd worden, die men u een gelieelen nacht lang deed verduren in het huis van Caiphas, waar gij door een opgewonden en opgehitsten troep soldaten werdt gehoond , beleedigd , bespuwd en geslagen. 0 mijn beminnelijke Zaligmaker! laat nimmer toe, dat ik mij aan eeue zoo schromelijke misdaad schuldig make!

Wanneer ik mij voorstel, dat eene tong, nog bezoedeld met zoovele verwenschingen, godslasteringen en kwaadsprekerijen, dit hoogheilig Sacrament ontvangt, om den God van alle zuiverheid binnen te brengen In een lichaam, besmeurd mat misdaden en vol scban-

97

-ocr page 110-

98 OVERWEGING VOOR DEN BERTIENDEN DAG

delijke genegenheden: o hoe goed begrijp ik dan, welk een vreeselijk misdi ijt eene onwaardige Communie is!

De ziel tot zich zelve.

Hoe waart gij lot dusverre bezorgd, om u behoorlijk tot de heilige Communie voor te bereiden? Hebt gij geen misbruik van dit II. Sacrament gemaakt; hetzij uit boosheid, als gij niet oprecht besloten waart uwe zonden te verlaten, hetzij uit nalatigheid, wanneer gij verzuimdet uw geweten door eene goede biecht van elke doodzonde te reinigen?

Welke was de beweegreden, die u dit II. Sacrament deed ontvangen? Was het niet uit gewoonte, uit nienschelijk opzicht en omdat gij voor opspraak bevreesd waart?

Welke vruchten hebt gij uit uwe Communiën getrokken? Zijt gij minder opvliegend eu meer geduldig in de kwellingen en te-genheden dezes levens?

Zijt gij minder gehecht aan wereldsche zaken? Verheit gij dikwijlder uwe gedachten en uwe begeerten naar den hemel?

Biedt gij krachtiger wederstand aan uwe hartstochten en aan de bekoringen van den helschen vijand ?

Is uwe eigenliefde verminderd? Is uwe liefde voor den naaste vermeerderd ?

-ocr page 111-

VAN DE VASTEN.

Zijt gij inniger vereenigd met Ji sus Christus? Is uwe godsvrucht vuriger? Eindelijk, is uwe liefde tot God vuriger en volmaakter?

Ziedaar de vruchten, die men uit dit hoogheilig Sacrament kan trekken, mits men het op eene waardige v ijze ontvange. Maak dan ook een vast voornemen om voortaan een beter gebruik daarvan te maken, dan gij tot dusverre deedt, en om liever duizendmaal te sterven, dan het door heiligsciiendende Communiën te onteeren.

Middelen.

1. Nooit tot de heilige Tafel naderen,dan met eene zuivere en oprechte meening om God te verheerlijken, ons zeiven te heiligen, op eene meer volmaakte wijze met Jesus vereenigd te worden, ons te onthechten van al hetgeen hem kan mishagen, ons te voeden en te versterken, ten einde met moed de vijanden onzer zaligheid te bestrijden.

2. Zijn hart beschouwen als het levend tabernakel, waarin de Koning des hemels wil komen rusten, en zich beijveren om het geheel en al van alle vlekken te zuiveren door eene nederige en oprechte belijdenis zijner zonden.

3. Zich blindelings aan dec biechtvader

99

-ocr page 112-

100 OVERWEGING VOOll DEN DERTIENDEN DAG

onderwerpen, hoe dikwijls en wanneer men tot de II. Tafel behoort te naderen.

Het zou ooit zeer goed wezen van tijd tot tijd deze overweging of die van den eersten dag van de Vasten te lezen, vooral op den dag vóórdat men de 11. Communie wil ontvangen , ten einde zich zeiven op te wekken, om die niet dan met veel liefde en eerbied te ontvangen.

OVERWEGING VOOR DEN VEERTIENDEN DAG VAN DE VASTEN.

JESUS DOOR PETRUS VERLOOCHEND.

Jetns tot de ziel.

Van alle kanten omringen mij smarten, vernederingen en lijden.

Niet alleen dat mijne dierbaarste vrienden mij aan mijn lot overlaten, maar zelfs schijnen zij het met mijne wreedste vijanden eens te zijn.

Een mijner Apostelen heeft mij verraden; mijne leerlingen hebben mij verlaten ; en hij, die hun hoofd zijn moet, komt mijn hart kruisigen, op hetzelfde oogenblik, dat men aanstalten maakt om mijn lichaam te kruisigen.

-ocr page 113-

VAN DE VASTEN.

Tot drie verschillende reizen toe verloochent hij mij schandelijk, en die drievoudige verloochening is als een drievoudig zwaard, dat mijn hart doorboort.

üe zucht voor de eer mijns Vaders, die mij bezielt, en de leedere liefde, die ik dezen mijnen leerling toedraag, zijn de oorzaak mijner smarten.

Ik zie mijnen Vader grootelijks beleedigd door den eersten mijner Apostelen; ik zie dezen beminden leerling door zijne onge-tronwheid zijn eigen vijand en ook de mijne worden; ik zie hem in één oogenblik de groote genaden, die hem geschonken zijn, prijs geven: welk eene reden van droefheid en smart is dit niet voor mij!

De ziel tot Jesus.

Hier, mijn goddelijke Meester! moeten wij leeren, waartoe onze zwakheid ons kan brengen, en dat wij alleen op u moeten vertrouwen.

Die Apostel, die u eene zoo teedere liefde toedroeg; hij, dien gij verkoren hadt om de grondsteen te zijn, waarop gij uwe Kerk wil-det bouwen; die met zoo grooten ijver zich aanbood om met u den dood te ondergaan; — hij wordt zoo zwak, dat hij zelfs de stem eener dienstmaagd niet wederstaat.

101

-ocr page 114-

102 OVERWEGING VOOR DEN VEERTIENDEN DAG

Dit schrikkelijk, voorbeeld doet ons zien, hoezeer wij de gelegenheden tot zonde moeten vrrezcn, en het leert ons, dat wij onverwijld tot u onze toevlucht behooren te nemen, wanneer wij ons daarin bevinden; en hieraan dacht deze Apostel niet.

Helaas! ongelukkigen als wij zijn! dagelijks volgen wij hem na in zijne zwakheid, zonder dat wij daarop acht geven,

Dagelijks beluigen wij u, in onze gebeden, dat wij bereid zijn liever duizendmaal te sterven, dan u te beleedigen, en voor een genoegen, dat slechts een oogenblik duurt, voor een gering voordeel, voor eenen niet, om aan een onwaardigen vriend te behagen, verbreiden wij al onze beloften; en wij zijn uitzinnig en verblind genoeg, om geheel in strijd met onze ware belangen te handelen en in de zonde toe te stemmen.

De ziel tot zich zelve.

Geeft de handelwijze der zondaren geen reden om te denken, dat ieder hunner m zijn hart zegt wat Petrus met den mond zegde: Ik ken dien mensch niet van wien gij spreekt; en leven zij niet als of zij Jesus Christus niet kenden ? Behoort ook gij niet tot dit getal?

Dikwerf volgt men dezen Apostel na: men

-ocr page 115-

VAN DE VASTEN.

ma kt vele goede voornemens; inaar zeer spoedig vergeet men die, en als liet er op aan komt, om die in beoefening te brengen, denkt men alleen aan zijn eigen belang. Zijt gij niet plichtig aan deze lai'hartigbeid?

Men volgt dezen Apostel nog na, doordien men er zelfs niet eens aan denkt, om onverwijld door het gebed zijne toevlucht tot God te nemen, op het oogenblik, dat men zich bekoord gevoelt: en dit is de reden, waarom men gewoonlijk eene droevige ondervinding van zijne zwakheid opdoet. Inderdaad, gebeurt u dit niet menigwerf? Meem daarom van af heden het vaste besluit de volgende middelen te onderhouden.

Middelen.

1. De gevaarlijke gelegenheden vluchten, en, zoo gij u daarin bevindt, terstond en met vurigheid Gods hulp afsmeeken, viens oogen altijd op u gevestigd zijn.

2. Getrouw zijn in het nakomen der voornemens, die het zijne barmhartigheid behaagt u voor uwe eigen zaligheid in te geven.

3. Grootelijks u zeiven mistrouwen en nimmer die kinderlijke en liefdevolle vrees verliezen, die hel volmaakte vertrouwen, dat men op God moet hebben, doet toenemen , en die uit ons hart elk vermetel vertiouwen verbant.

103

-ocr page 116-

104 OVERWEGING VOOR OEN VEERTIENDEN IMG

Ziedaar de eclite middelen. die ons altijd in de genade en liefde van Jesus Christus zullen staande houden, en die ons zullen beletten ooit tot het getal dier ongelukki-gen te behooren, van welke de li. Paulus spreekt, die met hunnen mond belijden, dat zij God kennen, maar die hem door hunne daden verloochenen.

OVERWEGING VOOR DEN VIJFTIENDEN DAG VAN DE VASTEN.

JESUS ZIET PETRUS AAN EN DOET HEM TOT INKEER KOMEN.

Jesus tot de ziel.

Twee mijner leerlingen, Judas en Petrus, hebben mij, hunnen heer en meester, hunnen vader en weldoener, op de schandelijkste wijze heleedigd: beiden heeft mijne onuitputtelijke barmhartigheid tot boetvaardigheid trachten te bewegen; niettegenstaande hunne trouweloosheid was ik bereid beiden in genade en vriendschap weder aan te nemen en aan mijn hart te drukken, evenals een teederminnend vader den ver-loreti zoon weder in zijne armen opneemt;

-ocr page 117-

VAN Dfi VASTEN.

doch, hoe verschillend is niet de wijze, waarop beiden aan mijne goedheid en lielde beantwoorden!

Judas, de ongelukkige Judas, geeft zich aan wanhoop en vertwijfeling over: hij brengt de zilverlingen terug, die hem als den prijs van zijn verraad waren toegeteld, en in plaats van zijne zonde te bewecnen en boetvaardigheid te doen, eindigt hij zijn leven door eenen zelfmoord. Welk een schrikkelijk uiteinde! Welk een allerbeklagenswaar-digst afsterven!

Petrus daarentegen, op wien ik een blik vol liefde en goedheid wierp, terwijl ik tevens door mijne krachtige genade zijn hart verteederde. Petrus komt tot inkeer; hij verlaat het slechte gezelschap, dathemeene gelegenheid tot zonde geweest was, bijstort bittere tranen over de misdaad, waartoe het inenschelijk opzicht zijne zwakheid had weten te verleiden, en zijn geheel leven lang houdt hij niet op boetvaardigheid te doen over zijn misdrijf, totdat hij door zijn bloed den smaad uitwischt, mij door zijne verloochening aangedaan. 0 gelukkige boetvaardigheid! 0 gezegende tranen van berouwen leedwezen! 0 zaligen marteldood!

Hebt ook gij niet beiden gevolgd in hunne zonde? Hebt ook gij met Judas mij niet verraden, met Petrus mij niet verloochend ?...

105

-ocr page 118-

lOG OVERWEGING VOOR DEN VIJFTIENDEN LAG

Wien van beiden echter zult gij tlians navolgen? Zult gij met Judas mij door uwe onboetvaardiglieid nog meer doen lijden, dan ik reeds door uwen val heb geleden? Of zult gij met Petrus aan mijne genade gehoor geven en mijn hart eenigzins ten minste schadeloos stellen voor de snoode ondankbaarheid van zoovelen onder de christenen, die ook thans nog den ongelukkigen Judas navolgen en mijn lijden voor hen vruchteloos doen blijven?

De ziel tot Jesus.

0 mijn liefdevolle Verlosser! hoezeer bewonder ik ook hier weder uwe teedere liefde voor de menschen , uwe onuitputtelijke barmhartigheid jegens de zondaren!

Evenals gij Judas met de uiterste minzaamheid hebt behandeld , zoo beantwoordt gij ook de drievoudige verloochening van Petrus slechts met een oogslag vol liefde en teederheid.

0 hoe leerrijk is dit alles niet voor mij! Hoezeer begrijp ik uit het lot dier twee Apostelen de waarheid van het woord, door u in het Evangelie gesproken: De een zal worden opgenomen, de ander zal worden achtergelaten! Judas eindigt zijn leven in wanhoop en versteendheid;

-ocr page 119-

VAN DE VASTEN.

Petrus daarentegen doet boete en zijn naam wordt met eere genoemd door al de eeuwen der Kerk heen, die hem als haren eersten opperherder huldigt.

0 mocht ook ik Petrus in zijne boetvaardigheid navolgen! Mocht ook ik bittere tranen van berouw eu leedwezen storten over de veelvuldige beleedigingen, die ik u aandeed! Mocht ook ik zoo gelukkig wezen van mijn bloed met het uwe te vereenigen, om de onboetvaardigheid uit te wisschen, waarin ik tol dusverre voortleefde, en om het ongelukkig lot van Judas te vermijden.

Werp ook op mij dien oogslag van liefde en goedheid, waarmede gij Petrus hebt aangezien; veiteeder door uwe almogende genade mijn zoo versteend hart, en laat niet toe, dat ik uit deze wereld schelde, voordat ik door tranen van berouw en leedwezen mijne al te menigvuldige ongerechtigheden zal hebben uitgewischt.

De ziel tot zich zelve.

Het voorbeeld, dat Petrus u hier geeft, moet u leeren, hoe ook gij aan Gods genade moet beantwoorden.

Petrus aarzelt nu niet langer, na den oogslag vol lielde, dien Jesus op hem vestigt, om zijn behoud in de vlucht te zoeken

107

-ocr page 120-

108 OVERWEGING VAN DEN VIJFTIENDEN DAG.

eti de gevaarlijke gelegenheid, die hem tot zonde bracht te verlaten; hij gaat naar buiten en weent bitterlijk.

Handelt ook gij aldus, als gij door de biecht tot God wilt terugkeeren en vergiffenis van uwe zonden wilt verwerven? Bereidt gij u daartoe voor met eerst die personen, die plaatsen, die voorwerpen te verlaten of van u te verwijderen, die u eene aanleiding tot zonde waren? Denkt gij er wel aan, dat uwe bekeering, uwe boetvaardigheid, uw berouw weinig of niets beteekenen, vau geene de minste waarde voor u zijn, wanneer zij niet vergezeld gaan van het vermijden der naaste gelegenheden?

Stel eens een onderzoek in, hoedanig uwe biechten tot dusverre geweest zijn, en zoo gij u daaromtrent geen geruststellend antwoord kunt geven, gebruik dan de noodige middelen, om uw geweten gerust te stellen.

Hliddelen.

1. Wel overtuigd zijn, dat een berouw of leedwezen, zoneter het vaste besluit van voortaan niet meer te zondigen, geen waar berouw is; en dat men niet zeggen kan. dit vaste besluit, van niet meer in de zonden toe te stemmen, te hebben, zoo men vrijwillig de naaste gelegenheden tot zonde blijft aanhouden.

-ocr page 121-

VAN DE VASTEK.

2. jüj zicli zelveu nagaan, als men in zonde hervallen is, vat daartoe aanleiding heeft gegeven, om dit voortaan, zooveel mogelijk, niet zorg te vluchten.

3. Niet tevreden zijn met zijne zonden te belijden en daarover een berouw te verwekken^ maar dagelijks, en vooral als men het H. Sacrament van boetvaardigheid ontvangt, aan God de vergiffenis vragen van al de zonden, die men in zijn voorgaand leven heeft bedreven.

4. Meermalen met den koninklijken profeet tot God verzuchten: Wasch mij, o Heer! meer en meer van mijne ongerechtigheid en reinig mij van mijne zoude.

OVERWEGING VOOR DEN ZESTIENDEN DAG VAN DE VASTEN.

JESUS VOOR PllATUS GEBRACHT EN BESCHULDIGD. Jcsus tot de ziel.

Ik ben gekomen om u tot. mij te trekken en tot mijnen Vader te geleiden; maar dewijl nie'.s, dat besmet is, voor zijne oogen mag verschijnen, wil ik mijn bloed voor u

109

-ocr page 122-

110 overwecing voor. den zestienden dag

vergieten, ten einde u van u-we smetten te zuiveien en aldus waardig te doen worden, om u in zijne tegemvoordlglieid te \ertoonen.

Daar ik mij vrijwillig Leb beladen met uwe zonden, daarom laat ik toe, dat men mij, als een ongelukkigen boosdoener, voor de rechtbank \an een heidensch, van een goddeloozen rechter brengt, om daar bet vonnis te ondergaan, dat gij verdiend hadt.

Mijne onschuld en mijne heiligheid beletten niet, dat men mij beschuldigt en veroordeelt. Het is een onrecht, dat mij wordt aangedaan, als ik bedenk wat ik ben; maar als ik in aanmerking neem in wiens plaats ik mij bevind, in uwe plaats namelijk, in de plaats van den zondaar, dan onderwerp ik mij aan de uitspraak van den rechter, voor wien ik gebracht word, alsof men naar recht en billijkheid met mij handelde.

De zonde kan niet ongestraft blijven en de rechtvaardigheid mijns Vaders moet bevredigd worden; zonder mij waait gij niet m staat dit te doen, en daarom ga ik het thans voor u doen.

De ziel tot Jesus.

Hoe meer ik uw lijden overweeg, o mijn Verlosser! des te meer ontwaar ik, hoe overgroot uwe liefde jegens mij is.

-ocr page 123-

T

VAN DE VASTEN.

Ik zonde gewis zeer ondankbaar en zeer ongevoelig moeten zijn. indien ik niet uit ■wederliei'de u geheel mijn liart schonk, vooral daar ik zie, dat gij u in dien treurigen toestand geplaatst hebt, om mijne plaats in te nemen en mij in de uwe te stellen.

Geboeid als een schuldige wordt gij weggevoerd; maar, mijn Verlosser! gij zijt aan geene enkele persoonlijke misdaad plichlig, gij hebt u slechts met de onze beladen.

Ach! is het mogelijk u naar behooren te beminnen en u in dien toestand, waarin ik u gebracht zie, te beschouwen, zonder eene levendige smart te gevoelen ! Ik hen de plich-tige, onschuldige Jesus! ik, ik verdiende, lt;'at de duivelen mij voor den rechterstoel van uwen Vader sleurden, om er het rechtvaardige vonnis te hooren uitspreken, dat mij tot de helscbe straiten moest veroor-deelen.

Helaas! ontzaglijke Rechter! nimmer zal ik dit vonnis ontwijken, zoo ik niet een goed gebruik maak van de kostbare genaden, die het uwe barmhartigheid behaagt mij te schenken, zoo ik niet ophoud de zonde te beminnen en slaaf te zijn mijner hartstochten, en zoo ik u niet dien met de getrouwheid, die gij van mij verlangt.

111

-ocr page 124-

112 OVERWEGING VOOR DEif ZESTIENDEN DAG

De ziel tot zich zelre.

Wat staat u te doen om niet in dit vree-selijk. ongeluk te -vallen? Gij moet een groo-ten en voortdurenden afschrik van de zonde hebben ; en als gij moet bekennen, dat gij ongelukkig genoeg -waart om daarin toe te stemmen, moet gij onverwijld uwe toevlucht nemen tot het Sacrament van boetvaardigheid; gij moet n beschouwen, terwijl gij u naar den biechtstoel begeeft, als een arm misdadiger, die voor zijn réchter gaat verschijnen, maar die geheel anders zal behandeld worden dan Jesus Christus in zijn lijden.

Jesus is onschuldig en hij wordt beschouwd als de grootste booswicht. Hij bracht zijn ganscbe leven door met wel te doen aan iedereen, en men beticht hem van de vreese-lijkste misdaden. Hij beeft niemand geoordeeld, ofschoon hij door zijnen Vader is aangesteld als rechter van levenden en doo-den, en hij wordt door de meest verwoede zondaars veroordeeld.

Wij daarentegen, wij naderen tot den heiligen rechterstoel der boetvaardigheid, niet om veroordeeld, maar om gerechtvaardigd te worden; niet om de rechtmatige straf onzer misdrijven te ontvangen, maar om vergille-nis daarvan te verkrijgen.

De zondaar bekent zijne fouten vol leed-

-ocr page 125-

VAN DE VASTEK.

■wezen eu belijdt die vol scliaamle, en dooiden priester, zijnen dienaar, schenkt (iod in zijne harailiartiglieid iiein vergifleuis en heiligt iiij hein door zijne genade.

Moesten de Helde en do inschikkelijkheid van dezen Vader der harinhartigheden gecne beweegredeuen zijn, om uw hart met berouw en leedwezen te vervullen, u met liefde tot hem te doen terugkeeren en u aan te sporen. om dikwijls lot het sacrament der boetvaardigheid te naderen , dat u zoo wonderbare voordeelen aanbiedt? Ziedaar liet eerste voornemen, dat gij behoort te maken. Het tweede is; het te ontvangen met ecne diepe nederigheid, met een waar berouw en met een volmaakt vertrouwen.

Ziehier de middelen daartoe:

Middelen.

1. Zeer bezorgd zijn van niet te biechten te gaan enkel en alleen uit gewoonte, of omdat een groote feestdag ophanden is, maar altijd met het inzicht om zich te beteren, beter te leven en den geest van ware boetvaardigheid te omhelzen.

2. Als men zich voor de voelen des priesters gaat nedeiHerpen. niet tevreden zijn met een oppervlakkig en vluchtig overzicht van de zonden, die men v.i! belijden; maar

8

113

-ocr page 126-

114 OVERWEGING VOOlt DEN ZESTIENDEN DAG

ineu iDoet ernstiglijk in zlcii zelveu keereu en in liet algemeen zijn oog laten gaan over het groote aantal zonden, die men gedurende zijn geheel leven heeft bedreven: ziedaar het middel om zien tot eenc diepe nederigheid op te wekken en een waar berouw Ie erlangen.

3. Geheel onderworpen en onderdanig luisteren naar de vermaningen en de raadgevingen , die de priester ons zal geven, en deze getrouw in beoefening brengen.

OVERWEGING VOOR DEN ZEVENTIENDEN DAG VAN DE VASTEN.

JESUS DUOK I1ERODES JiESCIIlJII'T EN BESPOT.

Jesus tot de ziel.

llerodes is verlangend mij te zien, niet om mij te erkennen en te vereeren als den waren Koning van Israël, maar om zijne nieuwsgierigheid te voldoen en mij een of ander wonder te zien verrichten.

In deze verwachting betuigt hij aan I'ila-tus zijne tevredenheid, dat deze hem de gelegenheid verschelt heeft om mij te zien; maar boe groot is zijne teleurstelling, nu

-ocr page 127-

VA.\ DE VASTEN.

hij ziet, dat ik geone enkele zijner Tiagen lieanlvoord.

Hij versmaadt mij, en mij als een zinne-looze beschouwende, omhangt hij mij met een wit kleed en zendt hij mij aldus terug, om mij aan de bespolting mijner vijanden prijs te geven.

Leer hieruit, dat gij soms uitzinnig moet schijnen voor de oogen der menschen, ten einde voor God als wijs beschouwd te worden, en dat gij dikwijls zwijgen moet, als men u iiet meest tot spreken dwingt.

liet was mij niet moeieüjk te antwoorden en een wonder te verrichten, om Uerodes tevreden te stellen; en luidde ik dit gedaan, wellicht zou hij mij geëerd hebben.

Ik sprak nochtans geen enkel woord ter mijner verdediging, noch om mij te doen eeren, en ik verdroeg met geduld den smaad, dien mijn stilzwijgen mij bezorgde. Ziedaar het voorbeeld, dat ik u gegeven heb: hoe volgt gij het na ?

De ziel tot Jesus.

0 mijn fjodl 't is juist in zulke omstandigheden, dat men uwe ware kinderen leert kennen, dat wil zeggen: wanneer het erop aan komt uwe belangen voor te staan met op-ollering zijner eer en zijner lijdelijke goederen

-ocr page 128-

11 ü OVERWEGING VOOR DEN ZEVENTIENDEN DAG

Zij iiebheu gecue woorden lor hunner verdediging, evenmiu als zij de noodige kracnlen igt;ezilten oiii liLiiiiie zaak te iiand-lia ven, maar gij zijt hun beschermer, als zij hunne eigene belangen vergeten om de uwe te behartigen.

O mijn goddelijke Meester! wat is het getal der getrouwe christenen, die uwen dienst, den godsd ienst en hunne zaligheid hooger achten dan alle andere belangen, gering en onbeduidend! Verleen mij de genade, goddelijke Jesus ! dat ik behoore tot het geringe gelal uwer ware en meest trouwe vrienden.

Hoevelen vindt men er niet, die de heiligste zaken bezigen om hunne hartstochten te voldoen en om aan de menschen te behagen! Mijn goddelijke Verlosser! laat niet toe, dat ik ooit in eene zoo treurige en sch n kkelijke verbiiudheid verval le.

Sciienk mij, mijn beminnelijke Zaligmaker! sterkte e:i moed, om de valsche wijsheid dezer -wereld oprecht te verachten en allijd mijne eer, mijn leven en ul wat ik bezit, des gevorderd, op te offeren voor uwe eer ca uwe belangen.

De ziel tot zich zelve.

Vv ij zijn dwazen om Christus' wii zegt de il. r'aulus; dit kunnen alle goede

-ocr page 129-

VAN BE VASTEN.

christenen zeggen, die de dwaasheid des krui-ses hebben omhelsd. Zijt gij zoo gelukkig van tot dit getal te behooren?

Onmogelijk is het aan Jesus Christus te behagen en aan de raenschen. Indien ik den menschen behaagde, spreekt de Apostel, zou ik geen leerling van Jesus Christus zijn. Wien zoekt gij te behagen in al wat gij verricht?

Is het niet veel verkieselijker uitzinnig te schijnen in het oog der verblinde en bedorven stervelingen, dan het werkelijk te zijn in het oog van God, van de Engelen en van alle Heiligen? Beseft gij deze gewichtige waarheid wel?

Behoort gij niet tol het getal dier ver-blinde christenen, die bet kruis en de deugd eene ware dwaasheid noemen en die alleen de valsche wijsheid dezer wereld liefhebben en hoogachten?

Hoe dikwijls hebt gij u niet onbehaaglijk gemaakt aan uwen God, om behaaglijk te zijn aan de menschen?

Keer dan ernstig in u zeiven en neem het vaste besluit, om nooit uw werk er van te maken van aan de menschen te behagen, als de eer van God daardoor wordt benadeeld , maar van Integendeel alleen aan God behaaglijk te ■willen zijn. Ziehier de middelen daartoe.

117

-ocr page 130-

118 OVERWEGING VOOR DEN ZEVENTIENDEN DA(i

Middelen.

1. Dikwijls denken aan den ongelukkigen toestand dergenen, die slechts aan de inen-schen zoeken te behagen. Zij kunnen geeue ■ware rust genieten, zoolang zij zoovele verschillende meesters dienen, die niet zelden met elkander zoozeer in strijd zijn, dat het niet mogelijk is deze te hehagen zonder tegelijkertijd gene te mishagen. Zij zijn slaaf van iedereen: elk oogenblik veranderen zij vau spreekwijze en van meening, om zich te voegen naar de verschillende neigingen van diegenen, aan welke zij zicii welgevallig wi lien maken. Met de kwaadsprekers zijn zii kwaadsprekers, met de wellustigen zijn zij wellustigen; en zoodoende zijn zij aan alle soorten van ondeugden en bedorvenheid prijs gegeven.

2. Men moet tegelijk het geluk overwegen van hen, die alleen aan liod zoeken te behagen; dezen toch genieten altoos den waren vrede des harten en niet zelden smaken zij in het midden dor kwellingen, die het hardst vallen aan de menschelijke natuur, meer zoetheid en troost, dan men in de genietingen de/.er wereld smaken kan.

3. Zich verbeelden, hoe groot in het uur des doods de teleurstelling en de schrik zullen zijn van hen, die in hun leven zoozeer

-ocr page 131-

VAN DE VASTEN.

bezorgd waren den mcnschcn Ic behagen; zij zullen zich alsdan genoodzaakt zien ben te verlaten en van hen verlaten te quot;worden, om voor de majesteit van eenen God te gaan verschijnen, die zij zoozeer versmaad hebben.

4. Overwegen, boe groot daarentegen bet vertrouwen, de blijdschap en de troost zijn zal der getrouwe zielen, als zij zien, dat het oogenblik voor ben aanbreekt, waarop zij van bun lichaam en van deze wereld, die zij zoo weinig liefde toedragen, gaan scheiden, om voor alle eeuwigheid in bet genot te zijn van God, wien zij alleen in al hunne werken welbehaaglijk zijn wilden.

OVERWEGING VOOR DEN ACHTTIENDEN DAG VAN DE VASTEN.

JESUS DOOIt PILATUS ONSCHULDIG VERKLAARD.

■Jesus tot de ziel.

Xa door lierodes en zijü liof met allerlei hoon en bescliiinping te zijn overladen . ga ik opnieuw voorden lariiarligen lieidensclien reel)Ier verschijnen, opdat niijne onschuld voor geheel het joodsche volk en voor al

119

-ocr page 132-

120 OVERWEGING VOOR DEN ACHTTIENDEN DAG

mijne vervolgers in het helderst lt;lagllcht zou gesteld worden.

Overweeg hier het groote geheim vnn 's menschen verlossing, het groote geheim van mijn smartvol lijden en dood, dat Pi-lalus hier aan do gansche wereld verkon-digt.

He incnsch had gezondigd; (ïods oneindige rechtvaardigheid, die door da zonde vras heleedigd, meest voldoening hehhen; de schuldige was niet in staat die voldoening aan Gods rechtvaardigheid te schenken , en hierom moest een onschuldige het zoenofFer zijn. dat zich met 's menschen schuld zou heiaden en aldus in zijne plaats de vereischte genoegdoening aan den he-melschen Vader zou schenken.

Overweeg iiier ook de goddeloosheid en de lafhartige zwakheid des rechters. Pilatus vindt zich gedwongen openlijk te erkennen, dat noch liij. noch llerodes mij aan eenig misdrijf schuldig kennen, en nochtans weigert hij mij in vrijheid te stellen, en is hij zwak genoeg om mij niet in bescherming te nemen en te vrijwaren tegen den haat en den nijd mijner verwoede vijanden.

Voorzeker, gij verfoeit, gij verooi deelt het gedrag van Pilatus, gij veracht zijne lage en wederrechtelijke handelwijze; maarzoudt ook gij wellicht niet eveneens gehandeld hehhen?

-ocr page 133-

VAN DE VASTEN.

Inderdaad, handelt gij ook thans niet even lafhartig, even trouweloos als Pilatus, zoo dikwijls uw gedrag in strijd is met uwe overtuiging? Gij komt er soms openlijk voor uit, dat gij mijn leerling zijt. gij legt soms de verklaring af, dat gij de rechtvaardigheid mijner wetten en geboden inziet en die hoog-aclit; en nochtans hoe dikwijls is uwe handelwijze geheel daarmede in strijd?

Leer ook hier de vermaning van den Apostel Petrus opvolgen; Wat roem toch is het, indien gij misdoet, en geslagen wordende dit verdraagt? .11 a a r als gij goed doende, dit geduldig verdraagt, dat is behagel ijk bij God.

De ziel tot Jesus.

0 mijn onschuldige Verlosser! hoe zal ik ooit ii die overmaat van liefde kunnen vergelden, die u, de onschuld, de heiligheid zelve, in mijne plaats heelt doen boeten!

Ik was de schuldige, ik erken en belijd het nogmaals: ik had den dood en erger dan den dood verdiend door mijne zonden; doch buiten staat als ik was om eene geëvenre-digde genoegdoening te schenken, hebt gij u aan den hemelsehen Vader aangeboden , om door uw onschuldig bloed mijne schuld uit te wisschen.

121

-ocr page 134-

122 OVERWEGING VOOR DEN ACHTTIENDEN DAG

O lieve Jesus! hoe meer ik deze liefde beschouw, des te meer gevoel ik mij met schaamte overdekt, wanneer ik daarna in mij zelven keer en mijn „gt; lafhartigheid, mijne zwakheid, mijne onrechtvaardigheid jegens u overweeg.

Helaas! in plaats van alles voor u op te ollcren, in plaats van mijn leven in overeenstemming te brengen met de groote waarheden des geloofs, die ik het geluk heb te kennen, is mijn gedrag niet zelden het tegenovergestelde daarvan.

Dagelijks betuig ik met den mond, dat ik geloof al hetgeen God ons veropenbaard heeft en de II. Kerk ons voorhoudt te gelooven, en dagelijks zijn mijne handelingen lijnrecht in tegenspraak met uwe leer.

Ik weet en erken, dat gij een God zijt van zuiverheid, van zaclitmoedigheid, van gehoorzaamheid, en ik ben overgegeven aan onzuiverheid, aan oploopendheid, aan we-derspannigheid tegen elk gezag, dat over mij gesteld is.

Geef, mijn goddelijke Zaligmaker! dat dit voortaan anders zij; verleen mij de hulp uwer genade, opdat ik nimmer meer zoo ongelukkig zij, mijne overtuiging geweld aan te doen en uwe heilige wetten en geboden te overtreden.

-ocr page 135-

VAN DE VASTEN.

/gt;c ziel tot zich zelve.

Terwijl gij hier Jesus voor de rechtbank van l'ilatus ))escliouw t, die hem onschuldig verklaart, verbeeld n tevens, hoe ook gij eens voor deu oppersten Rechter zult moeten verschijnen, en vraag dan u zelve af, of ook van u dezellde getuigenis zal kunnen gegeven worden.

Zal ook de strenge en alwetende Rechter, wiens oog door de dikste duisternis doordringt, die harten en nieren doorschouwt en zells de geheimste daden der inenschen als in hel helderst daglicht aanschouw t, geene schuld in u vinden?

Is het niet te vreezen, dat do beschuldigingen. die door uwen vijand, door dou duivel, tegen u zullen worden ingebracht, geldig zullen bevonden worden?

Werp u dan vol schaamte voor uwen on-schuldigeu Verlosser neder: stel niet uit u zelve te beschuldigen voor den dienaar zijner barmhartigheid, voor deu rechterstoel der boetvaardigheid, om eens voor het oordeel Gods niet schuldig bevonden te worden aan de eeuwige straffen.

Ziellier de middelen, die u daartoe behulpzaam ziju zullen.

123

-ocr page 136-

124 OVERWEGING VOOR DEN' ACHTTIENDEN DA(i Middelen.

1. Zich niet ter ruste begeven voor aleer men zich algovraagd liebbe: Wanneer ik eens onverwacht dezen nacht moest sterven en voor Gods oordeel verschijnen, hoedanig zou dan mijn lot zijn?

2. Eiken avond een oprecht leedwezen trachten te verwekken over onze zonden en het voornemen maken, om zonder uitstel ons geweten aan den biechtvader bloot te leggen en het door eene oprechte biecht te zuiveren van alle doodzonden.

3. Ter boeting onzer zouden met liefde alle kwellingen, alle vervolgingen, alle be-leedigiugen, die wij van den kant der rnen-schen hebben te verduren, aannemen, gedachtig aan Jesus, die onschuldig lijdt, terwijl wij nimmer genoeg kunnen iijdeu, ook algebeurt bet soms, dat wij gestraft worden, niettegenstaande wij ons onschuldig kennen aan de fout, waarvoor wij gestraft worden.

-ocr page 137-

VAX DE VASTEN.

OVERV/EGIKG VOOR DEN NEGENTIENDEN DAG VAN DE VASTEN.

JESUS DOOR HET VOLK ACHTER liARABIiAS GESTELD.

Jesus tot de ziel.

Püatijs ineenf een latmuntend middel te iiebheii gevonden, om mijne vrijlating te verkrijgen, zonder nochtans ziels zeiven aan eenig nadeel bloot te stellen.

Hij stelt mij op ééne Jijn met Barabbas, een oproerling en een moordenaar, en verzoek; , dat een van ons beiden bij gelegenheid van het Paaschleest in vrijheid zal gesteld worden; hij vindt zich evenwel zeer teleurgesteld, als hij ziet, da! de Joden aanstonds Barabbas vragen.

Door de knaging van zijn geweien gedrongen voegt i'ilatus er bij: En wat zal ik dan met Jesus doen? En zij antwoorden met luide stem: Weg, weg, kruisig hem!

Nog spreekt Pilatus tot hen: Maar wat kwaad heeft hij dan gedaan? En die ongelukkigen schreeuwen nog luider, zonder dat zij zelfs langer naar hem willen luisteren: Weg, weg, kruisig hem!

125

-ocr page 138-

126 OVERWEGING VOOR l)E\ NEGENTIENDEN DAG

Nu l'llalus eindelijk ziet, dat hij niets wint met zijne woorden, neemt hij eeue zinnebeeldige liandelini,' te Daat, om de Joden hunne -wreedheid te doen gevoelen. Hij neemt water, wascht ten aanzien van al liet volk zijne handen en spreekt tot hen: Ik hen onschuldig aan het bloed van dien rechtvaardige; gij moogt toezien.

Waar die arme verblinden worden nog meer verhard in hunne hoosheid, en zij nemen met vreugde de straf hunner euveldaad op zich, terwijl zij uitroepen: Zijn bloed koine over ons en over onze ki nderen.

De ziel tot Jesus.

Hier, mijn goddelijke Meester! wordt men duidelijk de rampzalige uitwerkselen der zonde gewaar; deze toch zijn: verblindheid des geestes, versteendheid des harten, boosheid en bedorvenheid van den wil.

Uwe vijanden zien geene schuld in u,en toch haten zij u en behandelen zij u, alsol' gij schuldiger waart dan liarahbas: welk eene verblindheid!

Men vraagt hun , waarom zij hunne keus op dlt; zen vestigen, en zij hebben geene andere beweegreden dan hunnen haal jegens u: w elk eene versteendheid !

-ocr page 139-

VAX I)E VASTEN.

Men verlangt van hen te-wetcu wal lunme veiflere plannen zijn: Wat zal ik dan met Jesus doen? zegt Piiatus. 't is oin ii den kruisdood te doen sterven, dat meu ii achter Barabbas stelt; -welk eene booslieid en -welk eene bedorvenheid, o mijn goddelijke Zaligmaker!

Ziedaar liet afbeeldsel van den schrikke-lijken omkeer, diende doodzonde nog dagelijks in ons hart veroorzaakt, als zij gerui-men tijd daarin rondwoelt. Zij verblindt ons, zij versteent ons, zij vervult ons met boosheid en bederlt ons hart; welk eenen alschuvr behoorde ik daarvan niet te hebben?

Nog ziet men onschuldigeu als misdadigers behandelen, nog ziet men aan eerloozen, als Barabbas, de voorkeur geven hoven rechtvaardige eu vare christenen. Uwe kinderen, die de grondregels Mm uw Evangelie villen opvolgen eu die der wereld willen bestrijden , worden gehaat en door een overgroot aan tai versteende zondaars des doods schuldig verklaard.

Liat evenwel niet toe, o mijn beminne-lijko Jcsus! dat ik ooit zoo diep ongelukkig worde.

De ziel tot zich zelve.

ü! hoe schrikkelijk is de doodzonde! daar

127

-ocr page 140-

128 OVERWEGING VOOR DEK NEGENTIENDEN DAG

men zich daaraan niet kan püchlig maken , zonder op eene schandelijke ivijze aan ï!a-rabbas de voorkeur te geven boven Jesus. Hebt gij nooit deze opmerking bij u zelve gemaakt?

Een-verlicht christen, die liet goed en de deugd kent. die achting heeft voor hen, die deze beoefenen, die ■weet, welke treurige gevolgen de zonde na zich sleept, en die niettegenstaande dit alles haar verkiest Loven de heiliginakende genade, maakt zich aan deze euveldaad schuldii; Ziit quot;ii daarin niet gevallen ?

Jesus vertoont zich aan uw hart, reeds geruimen lijd doet hij pogingen om daarbinnen te komen, en wanneer iüj eens zijnen intrek daarin genomen heeft, -wil hij er blijven; van den anderen kant echter verlangen de wereld, de hartstochten en de vermaken, dat hij slerve. Hebt gij dezen met moed en volharding wederstand geboden?

Uw geweten stelt u voor hoe schoon de deugd, hoe bekoorlijk de genade en hoe groot het geluk is van Jesus te bezitten; maar uwe hartstochten antwoorden daarop. Beter is het u zelven voldoening te geven en u te schikken naar de wereld.

En tocli, wanneer gij ongelukkig genoeg zijn mocht van naar deze te luisteren en hare verlangens in te willigen, dan verlaat

-ocr page 141-

VAN DE VASTEN.

gij op datzelfde oogenhük uw hem in nel ij ken Verlosser cn op eone allerschandelijksle wijze geeft gij de voorkeur aan Barabbas. Kent gij u niet scliuldlgaan zulk eene lafhartigheid?

Behoort gij zelfs niet tot het getal dier ongelukkige christenen, die verblind zijn door de valsche grondregels der wereld, wier hart door eene langdurige gewoonte van zondigen versteend is, en die de heiligheid van hun doopsel verzaakt hebben door een leven vol boosheid en bedorvenheid?

Mecht gij nog niet zoo diep gevallen zijn, verzuim evenwel niets om u daarvoor te behoeden. Zie hier de iniddelen daartoe, welke tevens de stof uwer voornemens moeten zijn.

Middelen.

1. Een grooten afschuw gevoelen voor de zonde, en dikwijls denken aan de schrikkelijke gevolgen, die zij overal teweegbrengt.

2. Zich levendig het groot geluk voorstellen, dat er in gelegen ir- Jesus te bezitten, en hoe voordeelig het is aan de valsche genoegens dezer wereld vaarwel te zeggen om de zoetheid zijner liefde te smaken.

3. Bij alle voorkomende gelegenheden aan al hetgeen Gods eer en onze zaligheid betreft zonder aarzelen de voorkeur geven boven

9

129

-ocr page 142-

130 OViaiVVEGlNG VOOR DUN NEGENTIENDEN DAG

allo wereldscho ])elaiigen en boven alles, wat ouzo zinnen zou kunnen voldoen.

OVERWEGING VOOR DEN TWINTIGSTEN DAG VAN DE VASTEN.

JESUS MET GEESELSLAGEN GEKASTIJD.

Jesus tot de ziel.

I'ilatus wil nog eens beproeven om de woede mijner vijanden te bedaren; bij bezigt daartoe ecluer een middel , dat zeer ounien-schelijk is eu dat u algrijzeu moet inboezemen.

i'ij beveelt, dat men mij van mijne kleederen beroove en dat men mij als een boosdoener aan den geeselpaal binde.

Hij doet mij de allerschandelijkste straf ondergaan, eene straf', die slechts uitgevonden was voor slaven, voor dieven en voor openbare boosdoeners.

Men slaat mij zoo onmenschelijk met gee-selroeden, dat van alle zijden van mijn lichaam mijn bloed afdruipt en dat mijn vleesch aan flarden gescheurd wordt.

Met recht voorzeker kan ik de getuigenis afleggen, dat ik bier eene openbare en bloedige boete onderga voor uwe zonden.

-ocr page 143-

VAN DE VASTEN.

't Is om ii van uwe ongereclitiglieden te bevrijden, dat ik aan deu geesulpaal ben gebonden; 't is om de slagen van Gods rechtvaardigheid tegen te houden, dat ik zoovele geeselslageu verduur.

Ik geel' aldus mijn lichaam aan de wreedheid der beulen over, en ik wil niet, dat de Engelen, die mij in dezen toestand omgeven en aanbidden, ook slechts voor een enkel oogenblik de wotde en de onmenschelijkheid dier ellendelingen tegenhouden.

De ziel tot Jesus.

0 mijn goddelijke Meester! welke straf zie ik u hier verduren! welke boete zie ik u hier ondergaan!

Het is mij thans meer dan duidelijk, dat gij met al onze zonden zijt beladen en dat dit de straf is, die zij verdiend hebben.

0! hoe vreeselijk komt mij de zoude voor, als ik u in dien toestand zie; immers zij is het, die u daarin gebracht heeft.

Is het echter billijk, dat gij alleen geheel de straf daarvan ondergaat , behooren ook wij in die straf niet te deelen?

Moet dan uw gezegend lichaam verscheurd worden om de wellusten, die de onze hebben genoten, zonder dat deze om hunne euveldaden gestraft worden?

131

-ocr page 144-

132 OVERWEGING VOOR DEN TWINTIGSTEN DAG

O mijn Heer en mijn God! hoe kan ik uw onschuldig lichaam beschouwen, doorwond als het is door de geeselslagen en geheel he-hlocd als liet is ten gevolge dier zoo oninen-schelijke foltering, en nog mijn ellendig lichaam met zooveel kicschlieid en teeder-heid behandelen! Moest ik niet vervuld Avor-den met schaamte en afschuw over mijne lafhartigheid en over mijne al te groote zwakheid ?

Niet alleen ben ik niet edelmoedig en vurig genoeg, om mijn lichaam met die gestrengheid te kastijden, die het zou verdienen wegens zoovele zonden, die het mij deed bedrijven, en die vereischt wordt, om het vleesch onderworpen te doen blijven aan den geest: maar integendeel zoo gevoelig ben ik voor het geringste lijden, dat ik terstond in klachten uitbarst en vol onrust, kommeren droefheid van God de onmiddellijke bevrijding daarvan afsmeek.

0 mijn God! heb medelijden met mijne ellende en mijne zwakheid; versterk mij, opdat ik ten minste eenige boetvaardigheid doe, om de menigvuldige ongerechtigheden uit te wisschen, waaraan ik mij plichtig erken.

De ziel lot zich zelve.

Wilt gij voordeel doen met Jesus' lijden,

-ocr page 145-

VAN DE VASTEN.

dan moet gij ook niet hem lijden: de Apostel zelf leert ons dit, als hij zegt: Wanneer wij deel hebben in het 1 ij den van Jesus Christus, zullen wij ook met hem heerschen.

Maak dan een begin met die schandelijke zucht in u tegen te gaan, om al uwe hartstochten te bevredigen en om in alles uw gemak te zoeken.

lloud u gereed om met liefde ziekten, tegenspoeden en alle kwellingen, die u mochten overkomen, te verduren.

Deze zijn de geeselroeden, die God voor u bestemt, als hij ziet, dat gij geen moed en geen ijver genoeg hebt om zelf u te kastijden.

Een zeker middel, om die altijd met liefde en zonder tegenzin te aanvaarden, hebt gij daarin, dat gij u eiken dag van uw leven daartoe voorbereidt, door zelf u eenigo boete op te leggen. Zoo toch leert men lijden.

Maak dan het voornemen u de volgende wenken ten nutte te maken.

Middelen.

1. Dagelijks eenig gebed verrichten of ons zeiven eenige boete opleggen, om de kwijtschelding onzer zouden te verkrijgen.

2. Dikwijls er aan denken, dat God van ons ten strengste vordert, dat wij boeten

133

-ocr page 146-

134 OVERWEGING VOOR DEN TWINTIGSTEN DAG

voor onze zonden, hetzij in dit leven, hetzij in het andere leven; en dat het in ons voordeel is, zoo wij ons van dien plicht kwijten in dit leven; immers het is zeker, dat men zeer groot gevaar loopt in de hel te vallen, wanneer men haast niets wil lijden; en dat men althans zeker de pijnen van hel vagevuur met kan ontvluchten, die o11vei gelijkelijk veel grooter en veel schrikkelij-ker zijn zullen dan de strengste boetedoening, die inen zich zeiven vrijwillig oplegt.

Zoo gij dagelijks een kwartier uurs besteedt, om het lijden onzes lleeren te overwegen, draag dit ook als eene boete aan God op? ongetwijfeld zal deze boete hem zeer welgevallig zijn.

OVERWEGING VOOR DEN EEN ER TWINTIGSTE DAG VAN DE VASTEN.

JESUS MET DOORNEN GEKROOND, MET EEN PURPEREN MANTEL OMHANGEN EN MET EENEN RIET-STOK IN DE HAND.

Jesn.ï tot de. ziel.

Ik ben waarlijk koning; maar uit lielde tot u ontdoe ik mij van mijne koninklijke macht

-ocr page 147-

VAN DE VASTEN.

en van al de eerbewijzingen, waartoe ilc recht heb.

Gij ziet aan mij niets anders dan de ken-teekenen van een tooneelkoning en van een ongelukkige, met-wien men den spot drijft. Ik draag eeno kroon, maar zij is van doornen gevlochten; ik houd eenen schepter in de hand, maar het is een rietstok; en beiden worden mij slechts geschonken, om mijne koninklijke waardigheid te verguizen en te beschimpen.

Zij , die de eersten onder mijne aanbidders behoorden te wezen, zijn mijne beulen geworden en bespotten mij op eene onbesehaamde wijze.

Om de hoovaardigheid van den mensch, die zich eene eer had willen aanmatigen, die hem niet toekwam, te beschamen en te vernietigen, heb ik mij beroofd van de mijne.

Ik deed het ook om te voldoen voor zoovele zondaars, die zich dagelijks door hunne zonden een nieuw koningrijk stichten in hun hart, terwijl zij zich aan mij niet, willen onderwerpen en aan mijne wetten niet willen gehoorzamen.

De ziel tof, Jesus.

0 mijn goddelijke Verlosser! hier erken ik de overmaat van liefde, die gij mij hebt

135

-ocr page 148-

13(5 OVERWEGING VOOlt LIEN EEN EN TWINTIGSTEN

toegedragen. Wat -was u dierbaarder dan uwe eer en uwe heerlijkheid, die heerlijkheid, die u krachtens zoovele titels toekwam en die niemand u kon ontrooven? En nochtans zie ik, dat uwe lielde u die geheel doet opofferen, om mij daarmede te verrijken.

Om ons waarlijk koning te maken, laat gij toe, dat men u als een tooneelkoning, als een spotkoning behandelt.

Die doornen kroon, die rieten schepter zullen voor mij het middel wezen, om de kroon der heerlijkheid te winnen, mits ik u als mijn waren Koning erkenne.

Maar, o mijn goddelijke Zaligmaker! 't is niet meer dan billijk, dat mijn hart met schaamte, met rouw en bitterheid vervuld worde, bij het bedenken, dat het mijne zonden zijn, die u die smaadvolle kroon op het hoofd drukten en u dien rietstok in de hand gaven.

baat niet toe, o goddelijke Jesus! dat ik ooit tot het getal dier ongelukkige zondaars behoore, die aan die verstokte krijgslieden gelijk zijn en eiken dag weigeren n als hun eenigen en waarachtigen Koning te erkennen. Zij komen in onze kerken en aan den voet onzer altaren, om u te aanbidden en u hunnen Koning te noemen; maar nauwelijks hebben zij zich van daar verwijderd en zich aan'hunne bezigheden begeven, of

-ocr page 149-

DAG VAN DE VASTEN.

hij do ceisle gelegenheid drijven zij den spot niet u en uw Koningschap, door de zonden, die zij zonder moeite bedrijven.

De ziel tot zich zelve.

Beseft gij dit schromelijk uitwerksel der zonde? Van een christen maakt zij ecu spotter en een huichelachtigen aanbidder van Jesus Christus.

Uit is het geval met allen, die eene doodzonde bedrijven: zij doen Jesus, dien zij in hunne harten hadden ontvangen om daarin te heerschen, in datzelfde hart den schandelijksten kruisdood ondergaan. Eu niet zelden gebeurt het, dat zij met Jesus Christus den spot drijven en hem alzoo schandelijk beleedigen, alléén omdat zij vreezen, dat jij zeiven door de menschen zullen bespot worden.

Zijt ook gij niet een dier zulken ? Mocht gij zoo ongelukkig zijn, overweeg dan, om lot inkeer te komen, met aandacht, hoe rampzalig uw lot zijn zal, daar gij voor alle eeuwigheid in de hel een voorwerp van bespotting zijn tuit, tot straf, omdat gij u niet hebt willen berooven van de valsciie eer-bewijzingen en van den valschen luister dezer wereld, die slechts een oogwenk duurden.

Van den anderen kant echter moet gij

137

-ocr page 150-

138 OVERWEGING VOOR DEN EEN EN TWINTIGSTEN

overwegen, zoo gij eenig deel hebt in de doornen kroon van uwen meester, dat het een groot geluk voor u is, hier een korten tijd met Jesus bespot te zijn geworden, daar gij eens voor alle eeuwigheid met hem zult heersehen.

Maak dan het voornemen van Jesus Christus te erkennen en getrouw te dienen als den eenigen en waarachtigen Koning uws halten, en van liever duizendmaal te sterven dan ooit in eene doodzonde toe te stemmen.

Middelen.

1. Zijne gebeden en al hetgeen tot de oefeningen van godsvrucht behoort met groote aandacht en oplettendheid, met een levendig geloof en met vurigheid verrichten, om tot het getal dier ware aanbidders te behooren, van welke de Zaligmaker spreekt, die zijnen Vader aan bidd en in geest en in waarheid, en niet alleen met den mond en schijnbaar.

2. Overal, waar en zooveel gij daartoe in de gelegenheid zijt, de groote verhevenheid van den gekruisten Jesus verkondigen, en nooit van hem spreken dan met veel liefde en eerbied.

3. Getrouw volharden in de gewoonte om al de eer van onze goede werken tot hem

-ocr page 151-

DAG VAN DE VASTEN.

terug te brengen en vurig verlangen, dat hij altijd in ons en door ons verlieerlijkt ■worde.

4. Verlangen en zelfs dikwijls aan Jcsus vragen, dat hij ons de noodige kracht ver-leene, ora veel voor zijne eer te lijden, ten einde aldus niet tot liet getal dier gemakzuchtige ledematen te behooren, die naar de uitdrukking van een kerkleeraar, zoo slecht voegen bij een hoofd, dat met doornen gekroond is.

OVERWEGING VOOR DEN TWEE EN TWINTIGSTEN DAG VAN DE VASTEN-

JESL'S BESCHIMPT EN GESLAGEN.

De ziel tot Jcsus.

Thans kan ik met het volste recht zeggen, dat ik de smaad der inenschen en de speelhal des volks ben, gelijk een mijner profeten voorspeld had.

Nimmer toch is de snoodste en de schul-digste onder de mensciien met zooveel verguizing en onmenschelijkheid behandeld.

Men ondervraagt mij alsof ik een schuldige ware; men legt mij de gruwelijkste

139

-ocr page 152-

140 OVERWEGING VOOR DEN TWEE EN TWINTIGSTEN

misdaden tea laste; men wil mij veroordeeld hebben als een verleider des volks, als een godslasteraar, als een toovenaar en een god-delooze.

Men spuwt mij in het aangezicht, men geelt mij kaakslagen, en mijne vijanden vinden hun vermaak en hun genoegen in al die onmensc'.ielijke mishandelingen.

Ik lijd dit alles niet alleen zonder morren, maar zelfs met blijdschap, om u te lee-ren, hoezeer ik u heb liefgehad en welk eene straf de zonde verdient.

Zult gij na dit alles het van n kunnen verkrijgen, om voor mijne eer ook zelfs den grootsten smaad niet te willen lijden? En zult gij nog durven uitstellen met uwen vijand, zoo gij er een hebt, vergiffenis te schenken?

0 mijn goddelijke Meester! hoezeer moet hier mijn hart niet van rouw en droefheid vervuld zijn, daar ik u in een zoo smaadvol-len en deerniswaardigen toestand beschouw!

Is het wel mogelijk, dat de onschuldigste, de heiligste der menschen, die God en mensch te zamen is, zoo wreed en zoo on-menschelijk mishandeld wordt?

Ik mag er uiet aan twijfelen, mijn beminnelijke Zaligmaker! nu ik dit uit. uw heilig Evangelie verneem.

Gij wordt beschuldigd, gij wordt onder-

-ocr page 153-

DAG VAN DE ViSTEN.

\Taag(l, uw goddelijk aangeziclil ■wordt niet vuistslagen verwond, gij wordt behandeld als een stoorder der openbare orde en als de afscbuwelijksle der stervelingen, gij, die de opperste onschuld zelve, de gerechtigheid in wezen, de heiligheid in persoon, gij. die onze Koning, onze Verlosser, onze Rechter en onze God zijt!

Hoe is het mogelijk, o mijn goddelijke Jesus! dat niet al uwe schepselen zich gewapend hebben tegen ben, die u al dien smaad en dien hoon aandeden, ware het niet, dat het vurig verlangen om le lijden, dat uwe Helde u ingaf', zich verzet had tegen hunne rechtmatige verontwaardiging!

üe ziel tot zich zelve.

Wat gevoelt gij bij bet beschouwen van een zoo verrassend en bedroevend schouwspel? Zult gij het thans nog van u kunnen verkrijgen, om niet uit het diepst van uw hart eu uit al uwe krachten dengene te beminnen, die zooveel voor u wilde lijden?

Gevoelt gij u bij dit treffend voorbeeld niet met schaamte overdekt, en is dit nog niet in slaat om uwe klachten te doen zwijgen, als gij versmaad en gehoond wordt, om uwen haat te verkoelen en alle verlangens naar wraak in u uit te blusschen? En

141

-ocr page 154-

142 OVERWEGING VOOR DEN TWEE EN IWXNÏIGSTEN

dit wel vooral, als gij bedenkt, dat gij in zoude zijt geboren en dat gij zoo menigmaal zelfs, sinds liet oogenblik, dat God u het leven schonk, hem heDt beleedigd.

Inderdaad, is het nietwaar, dat een lichtzinnig gezegde, en soms zells een oogslag, dien gij aanziet als een toeken van verachting en geringschatting jegens u, eene wonde aan uw hart toebrengt en u veel kommer veroorzaakt?

Kunt gij in waarheid, zoo gevoelig en zoo kieskeurig als gij zijt, u er op beroemen een lidmaat te zijn van een hoofd, dat door de beulen is verwond en verscheurd?

Maak dan heden een vast voornemen:

1. Van naar Jesus' voorbeeld en voor zijne eer allen smaad en allen hoon te verdragen, dien men u zal aandoen; — 2. Van nimmer met de gebreken van uwen evennaaste, hetzij geestelijke, hetzij lichamelijke, den spot te drijven of die bekend te maken, en tevens van niet te dnlden, zooveel ten minste in u is, dat anderen dit doen.

Middelen.

1. Dikwijls denken, dat de vernederingen en de smaud, dien de rechtvaardigen in deze wereld met geduld uit liefde voor Jesus Christus lijden, spoedig zullen voorbijgaan ;

-ocr page 155-

DAG VAN DE VASTEN.

maar dat de heerlijkheid, ■waarmede hij hen zal beloonen, nooit zal eindigen, en dat daarentegen de valsche eerbewijzingen en de valsclie heerlijkheid dezer wereld niets zijn dan een rook, die niet alleen in een oogwenk verdwijnt en vervliegt, maar die tevens door eene eeuwigdurende schande en vernedering zal worden opgevolgd.

2. Dikwijls in ons zeiven keeren, om onze ellenden en onzu gebreken te leeren kennen: want indien wij ons zeiven recht laten wedervaren en die beschouwen, zonder ons zeiven te vleien, zullen wij zooveel ongerechtigheid in ons hart gewaar worden eu zoovele redenen vinden om ons zeiven te verachten, dat wij noch de vermetelheid zullen hebben om de onvolmaaktheden van anderen gade te slaan, noch den moed om daarmede te spotten.

3. Wanneer anderen in onze tegenwoordigheid kwaad spreken ol' met iemand spotten, moeten wij, wel verre van daarin toe te stemmen, ons in den geest van lielde daartegen verzetten en ons ten opzichte van onzen evenmensch zoo gedragen, als wij zelveu zouden verlangen, dat hij in dergelijke omstandigheden ten onzen opzichte handelde.

143

-ocr page 156-

144 overweging voor den diue en twintigsten

OVERWEGING VOOR DEN DR1E EN TWINTIGSTEN DAG VAN DE VASlEli

jesus aan het volk vertoond.

Jesus tot de ziel»

Te vergeefs beproeft Pilalus de barteii mijner vijanden te vermurwen; hunne versteendheid is al te groot.

Hij brengt mij uit zijn paleis, nel d°°'

uen quot;ekroond en met een annoedigen pur

peren mantel omhangen, tervvij n.yn bchaa n

als ééne wonde xs en van alle z dm het bloed daarvan afdruipt; en terwijl hij n ij in dien deerniswaardigen toestand ^-noonl soreekt bii het volk. dat mijnen dood vei-LPngt toe en zegt hun: ^edaar den mensch: ik breng hem hier u ! u ten, ten einde gij zoudt weten, ik geen schuld in hem vind.

O zonderlinge versteendheid van hel men schelijk hart! dit alles dient lot ders dan om de woede mijner v j^en te verlevendigen, zoodat zij dan ook met nog meer aandrang roepen: Weg, weg,

S1|iijl'echter, die weet dat hel slechts uil

-ocr page 157-

DAG VAN DE VASTEN.

lielcle tot ii is, dat ik tot dien deerniswaardiger! toestand gebracht ben, zult gij daar-dcor niet getroffen worden en znit gij nimmer ophouden mij te beleedigeu?

Ziedaar den niensch, die u zoozeer, heeft liefgehad, en dien gij nochtans voortdurend beleedigt door uwe euveldaden !

Ziedaar den niensch, dio zooveel voor u gedaan en zooveel voor u geleden heeft, en voor wien gij nog niets gedaan en nog niets geleden hebt!

Ziedaar het toonbeeld, dat mijn hemel-sche Vader u gegeven heeft, en naar hetwelk gij in den oordeelsdag zult geoordeeld worden: welk eene gelijkenis zult gij daarmede hebben , zoo gij niet van leven verandert?

De ziel lot Jesus.

Ik hoor u, o mijn goddelijke Meester! ik ken uwe stem, o mijn beminnelijke Herder! en ik leer door al uwe wonden, als uit zooveel monden, hoeverre gij uwe liefde jegens mij hebt gedreven.

0 wat ben ik ondankbaar! want wat heb ik tot dusverre gedaan om u te bewijzen, dat ik u werkelijk en van ganscher harte liefheb?

0 mocht ik voor u gedaan hebben wat

10

145

-ocr page 158-

146 OVERWEGING VOUU UEN UKIE EN TWINTIGSTEN

gij voor mij gedaan liebt, eu mocht mijn lichaam overdekt zijn met wonden voor uwe eer, gelijk gij nllt;3t wonden overdekt waart voor mijne zaligheid;

liet is billijk tenminste, dat ik met liefde en geduld de kwellingen en de rampen van dit leven verdrage, om mij gelijkvormig te maken aan u, die uit lielde lot mij met zooveel geduld en lijdzaamheid geleden hebt voor mijne zaligheid.

De ziel tot zich zelve.

Ziedaar den man van smarten, ziedaar den goddelijken Herder, wiens schapen wij hel geluk hebben te zijn.

Ziedaar dengene, dien de heilige Kerk met recht een bruidegom van bloed mag noemen, daar hij al zijn blued heelt vergoten, om ons af te wasschen en aldus lot zijne brulden te maken.

Ziedaar uwen Heer en uwen God, die zich zeiven in dien toestand gebracht heeft, om uw hart te winnen en u tot hem te trekken.

Zie, hoe hij vol droefheid is, overladen met hoon, bedekt met wonden, overstelpt van smarten, en hoor hem deze liefdevolle woorden lot urichten: Geefmij uw hart.— Ach! kunt gij het hem wel weigeren? —

-ocr page 159-

UAG VAN DE VASTEN.

Beleedig mij voortaan niet meer. — Zult gij nog lafhartig genoeg zijn om in uwe vorige zonden le liervallen? — Schenk mij uwe liolLle en vergeet nimmer wat ik voor u gedaan heb. — Zoudt gij na dat alles nog in uwe versteendheid en uwe ondankbaarheid kunnen blijven volharden?____

Maak dan het voornemen om voortaan al uwe krachten in te spannen, ten einde een volmaakt christen te worden. Ziehier de middelen daartoe.

Middelen.

1. Dikwijls er aan denken, dat Jesus het toonbeeld is, naar hetwelk wij ons leven moeten inrichten, en dat zijn hemelsche Vader hein als dusdanig aan ons vertoont, terwijl hij ons toespreekt: Ziedaar het voorbeeld. dat gij te volgen hebt.

2. Voordat wij eenig werk aanvangen, bij ons zeiven overwegen, op welke wijze Jesus zich in zulke omstandigheden zou gedragen hebben, en niets ondernemen dan met een groot verlangen omzijn gedrag na te volgen en zich geheel en gansch naar zijne voorbeelden te richten.

3. Zijne zintuigen versterven door zedigheid en matigheid.

4. Veel medelijden en liefde gevoelen voor

147

-ocr page 160-

148 OVERWEGING VOUl! DEN VIEll EN TWINI1GSTEN

de armen eu lijdenden, en lot zich zeiven zeggen: Ziedaar liet afbeeldsel van den lijdenden Jesus.

OVERWEGING VOOR DEN VIER EN TWIN-TIGSTEN DAG VAN DE VASTEN.

JESUS TEIl DOOD VEïlOOUDEELD.

Jesus lot de ziel.

Drie soorten van personen veroordeelen mij ter dood, doch om zeer verschillende beweegredenen. Mijn Vader beveelt mij den bitleren kelk mijns lijdens te drinken, om zijne eer le herstellen ; zijne liefde voor zijne rechtvaardigheid en voor de zaligheid der menschen doet hem dat vonnis uitspreken.

Pilatus veroordeelt mij om aan het schandhout des kruises te sterven, zonder eenige andere reden, dan omdat hij vreest, dat men hem zal aanklagen en dat hij in ongenade zal komen, als iiij den nijd en de woede mijner vijanden niet bevredigt.

üe zondaars spreken insgelijks het doodvonnis over mij uit en doen mij dezelfde straf ondergaan , wanneer zij door eene onbegrijpelijke ondankbaarheid en lafhartig-

-ocr page 161-

DAG VAN DE VASTEN.

heid mij door hunne zonden liet leven benemen, dat ik in liunne zielen bezat; en hunne beweegreden is geene andere, dan de zucht om zich aan hunne vermaken over te geven en hunne hartstochten te voldoen.

liet derde en laatste vonnis verschilt echter aanmerkelijk van de twee andere: het eerste ontvang ik met den diepsten eerbied en ik onderwerp mij daaraan met liefde; ik duld, dat Pilatus een tweede doodvonnis uitspreekt, zonder mij tegen zijne onrechtvaardige handelwijze te verzetten, of zelfs een enkel woord ter mijner verdediging te spreken; liet derde echter, dat mij op eene wreede wijze scheidt van de zielen, die ik door het vergieten van mijn bloed had verworven, zal mij altoos zeer gevoelig zijn.

De ziel tot Jesus.

Ik besef het, lieer, dat gij niet onderwer-piüg en liefde het doodvonnis van uwen Vader aanneemt en dat gij gewillig en met liefde dat van Pilatus duidt, ten einde het werk onzer verlossing te volbrengen. Maar zoo gij thans nog in staat waart te lijden , hoe groot zou niet uwe smart wezen, als gij u veroordeeld ziet om te sterven in die ongelukkige harten, waarin gij slechts uwen intrek hadt genomen om daarin voor eeuwig

149

-ocr page 162-

150 OVERWEGING VOOR HEX VlIJl! EN TWINTIGSTEN

te leven en te heerschen, en voor welke gij een zoo wreeden dood hebt willen ondergaan.

Hoezeer ware liet billijk, o aanbiddelijke Jesus! dat wij eiken dag onzes levens onze fouten beweenden, ten einde door onze tranen bet noodlottige doodvonnis uit te wis-schen, dat wij tegen u hebben uitgesproken, zoo dikwijls wij eene doodzonde bedreven.

Wanneer ik bijgevolg ongelukkig genoeg ben van ooit mij aan eene doodzonde te bebben schuldig gemaakt, gelijk ik alle reden heb om te gelooven of althans te vreezen, moet ik dan niet overtuigd zijn, dat ik nooit zonder droefheid behoorde te wezen?

De ziel tot zich zelve.

Dat Jesus voor altijd leve in mijn hart! dal Jesus leve in de harten aller men-schen! Ziedaar het vonnis, dat gij voortaan behoort uit te spreken.

Wat zult gij doen, of liever wat moet gij niet beproeven, om hem overal te doen leven en heerschen?

Gij moet het doodvonnis uitspreken over uwe hartstochten, over uwe zondige gewoonten en in bet algemeen over alles, wat hem in u zou kunnen mishagen.

Gij moet voortdurend den zinnelijken en vleeschelijken mensch in u doen ster-

-ocr page 163-

HAG VAN DE VASTEN.

ven, indien gij wilt, dat Jesus voor altijd in u leve.

Sterven wij dan aan ons zelvcn, sterven wij aan do wereld, aan liet vleescli lt;'ii aan de zinnen: lioe echter zal dit gebeurend Ziellier de middelen daartoe.

Middelen.

1. Zich zooveel mogelijk borooven en onthechten van de vermaken en van alles wat ons aan de wereld heclit. Dit is de ware versterving dos harten.

2. Dikwijls aan den dood denken.

3. Dikwijls te biechten gaan om zich in de noodige gesteltenis te brengen , ten einde altijd met meer lielde en dikwijlder het allerheiligste Sacrament des Altaars te ontvangen: in dit allerheiligste Sacrament immers bezitten wij het voornaamste middel, om ons op eene volmaakte wijze met Jesus Christus te vereenigen en om ons van allo schepselen te onthechten.

151

-ocr page 164-

152 OVERWEGING VOOR DEN VIJF EN TWINTIGSTEN

OVERWEGING VOOR DEN VIJF EN TWINTIGSTEN DAG VAN DE VASTEN.

JESUS AAN DE BEULEN OVERGELEVERD.

Jesus tot de ziel.

Eindelijk geeft men mij over in de handen mijner beiden, die als zoovele hongerige ■wolven zijn, die niets anders zoeken dan mij te verslinden.

Niets zal in staat zijn hen tegen te houden om hunne wreedheid te verzadigen, want ik ben niets minder dan een slachtoffer, dat ter dood geleverd is, eu ik heb niets anders te wachten, dan dat ik voor uwe zaligheid zal geslachtofferd worden.

Zij zullen in mij niets dan zachlmoedig-heid gewaar worden, en ik zal noch van mijne onschuld, noch van eenig wonder gebruik maken, om mij uil hunne handen te verlossen.

liet is noodig, dat ik voor u sterveen het groole werk mijner liefde voltrekke.

Om zoovele arme verdoolde schapen terug te brengen ben ik zelf een lam geworden, en zal ik mij aan een kruis laten slacht-olfereu.

Maar ik weet maar al te wel, dat er nog

-ocr page 165-

DAG VAN DE VASTEN.

voortdurend vele dier arme verdwaalde schapen zullen wezen, die deze overmaat van liefde zicli niet ten nutte zullen willen maken en die niet eens naar mijne stem zullen willen luisteren, üehoort gij niet tot dit getal? llebt gij u zelve geheel en al aan mij geschonken cn erkent gij mij als uwen waren herder, gelijk ik inderdaad ben?

De ziel tot Je sus.

Ja, mijn goddelijke Zaligmaker! thans geett gij het ons duidelijk genoeg te kennen, dat gij onze liefdevolle Herderzijt. De goede herder, zoo spreekt gij, geelt zijn leven voor zijne schapen; dit doet gij thans met zooveel liefde, terwijl gij u zelven in de handen der beulen overgeeft.

Gij hebt uw leven, dat kostbaar leven, gegeven voor al die verdwaalde schapen. 0 hoe zeer ware het niet billijk, dat zij allen getrouw waren, om zich die groote genade ten nutte te maken door van hunnen dwaalweg terug te keeren!

liet is niettemin maar al te waar, dat de wereld vol is van die ongelukkige schapen, die noch uwe stem willen hooien, noch gebruik willen maken van de genade, die gij hun ten koste van uw bloed hebt verworven, eu die zoo verblind zijn, dat zij hunne ver-

153

-ocr page 166-

154 OVEKWEGIXfi VOOTl DEN VIJF EN TWINTIGSTEN

dwaaldheid en liuu ongeluk hartstochtelijk liefhebben.

Helaas, mijn beminnelijke lierder! behoor ook ik nog niet tot dit getal? Of heb ik daartoe niet behoord? Geef door uwe barmhartigheid, dat ik nimmer meer in mijne vroegere verdwaaldheden hervalle.

De ziel tot zich zelve.

Wat staat u te doen om een getrouw schaap te wezen van zulk een beminnelijken Herder? Zult gij uit liefde lot hem u aan de beulen moeten overleveren, evenals hij voor ii aan hen is geleverd geweest?

0 hoe verschillend is uw lot! 0 hoe wonderbaar is de lielde! Jesus wordt in onze plaats in de handen der beulen overgeleverd; wij hadden dit verdiend; thans echter, nu wij uit hunne wrecde handen verlost zijn, behooren wij onze harten in de handen van dienzellden Jesus over te geven.

Waarom stelt gij nog uit, ongelukkige die gij zijt! met u zeiven geheel en gansch aan dien beminnelijken Herder te schenken, ten einde hij door zijne genade u koine bevrijden van de woede uwer hartstochten, die als zoovele beulen zijn, die n tot den eeuwigen dood voeren?

Neem dan het besluit van met kracht deze

-ocr page 167-

DAG VAN DE VASTEN'.

of gene bartslocht te bestrijden, die u het ineesl doel vallen en die 11 zoo ongelukkiglijk van uwen goddelijken Verlosser ai'lrekt.

Middelen.

1. Dikwijls aan de hartstochten denken, die in ons lieerschen en, zoo dikwijls men daartoe in de gelegenheid is, zich in de tegenovergeslelde deugden oefenen.

2. Indachtig zijn, dat alleen diegenen, welke zich zeiven geweld aandoen, de overwinning zullen behalen en de eeuwige belooning in dien zoo gewichtigen strijd zullen verwerven.

3. Onze hartstochten vreezen als onze gevaarlijkste vijanden en die dikwijls beschouwen als de beulen, die ons aan den duivel overleveren.

4. Met aandrang God smeeken, dat hij nimmer moge toelaten5, dat wij ons aan de woede onzer hartstochten overgeven, maar dat hij ons veeleer de noodige kracht moge verlecnen, om die onder bedwang te houden en ons aan het zoete juk zijner goddelijke wet te onderwerpen.

155

-ocr page 168-

15G OVERWEGING VOOR DEN ZES EN TWINTIGSTEN

OVERWEGING VOOR DEN ZES EN TWINTIG-STEM DAG VAN DE VASTEN.

JE SUS ZIJN KRUIS DRAGEND.

Jc-nis tot de ziel.

Ik ben tot zulk eeu staat van uitputting en verzwakking gebraclit tengevolge van de schrikkelijke smarten, die ik eenen dag en eenen nacht lang heb geleden, en van het bloedverlies, dat ik onderging, dat het wel mogelijk ware, zoo mijne lielde mij niet ondersteunde, dat ik de doodstraf, die men mij toedenkt, ontging en mijn leven eindigde onder den zwaren last van den kruisbalk, waaraan men mij wil vastnagelen.

Zoo buitengewoon is de verwoedheid mijner vijanden, dat, niettegenstaande de kruisdood de pijnlijkste doodstrai' is, die men een booswicht kan doen lijden, zij nochtans van meening zijn, dat deze slrai' voor mij nog te gering is.

Zij beiaden mij met dien zwaren en schrik-kelijken kruisbalk en dwingen mij dien van uit Jerusalem tot op den Calvarieberg te dragen; en toch heelt men doorgaans medelijden zelfs met de snoodste booswichten, en men verbergt zooveel mogelijk het werktuig hunner straf aan hunne oogen.

-ocr page 169-

DAG VAN ]gt;E VASTEN.

Leer hieruit, dat het minder de last van liet kruishout is, die mij drukt, dan welde lasl uwer zonden,dien ik vrijwillig op mii nam.

Houd dan ook op mij te beleedigen, en wees indachtig, dat zoo iemand na mij wil komen; hij zich zeiven moet verloochenen, eiken dag zijn kruis moet dragen en mij moet volgen.

De ziel tot Jesus.

0 mijn goddelijke Meester! waarheen zouden wij gaan, zoo wij het geluk niet hadden den weg te bewandelen, dien gij gaat, en zoo wij ongelukkig genoeg waren, dat wij u niet wilden volgen.

S!.i quot;i'31 de weg, de waarheid en het leven? Een ieder bijgevolg, die zich van u verwijdert, vervalt terstond in verdooldheid, in dwaling en in den dood.

0 opperste waarheid, die alleen den weg aanwijst, die ten leven leidt, geef, dat iii u voortaan getrouw volge, waarheen ook het u believen zal mij te geleiden, maar overwin alvorens door de almogende kracht uwei-genade en uwer liefde mijne zwakheid en mijne lafhartigheid

Ik beken, o mijn God! dat ik niet zonder weerzin het kruis draag. Jat uwe goedheid mij op de schouderen heeft gelegd, hoe

157

-ocr page 170-

158 OVERWEGING VÜOU DEN ZES ÉN ÏWINTIGSTEN

licht dit ook zij, vergeleken bij liet zware kruis, dat gij zelf hebt gedragen; en dat ik zelfs dikwijls het in het geheel niet draag, maar het integendeel ontvlied , en dat, -wanneer ik het soms draag, ik niet spoedig genoeg mij daarvan kan ontlasten.

Wanneer zal de dag aanbreken, o lieve Jesus! dat mijn hart zoozeer zal ontvlamd zijn van het heilig vuur uwer Helde, die u zooveel moed en sterkte schonk om uw kruis, het werktuig van uw sinartvollen dood, te dragen, dat ik welgemoed het kruis aan-neine, dat gij mij zult aanbieden, dat ik het u achterna drage, dat ik mij gewillig daaraan doe vastnagelen, en dat niets meer in staat zij mij te doen verlangen om daarvan bevrijd te worden, maar integendeel dat ik er mijne eer en mijn geluk in stelle om daaraan te sterven.

De ziel tot zich zelve.

Uwe kruisen zijn de ziekten, de tegenspoeden, de kwellingen en de ellenden dezes levens: do tijdelijke zorgen voor uw gezin; de moeielijke bezigheden aan uwen staat verbonden: die lastige persoon, in wier dienst gij u bevindt oi die zich in uwen dienst bevindt; die misbedeeklheid van den kant der natuur; in een woord al de ongevallen.

-ocr page 171-

BAG VAN BE VASTEN.

waaraan gij dagelijks blootstaat. Al die zaken in het bijzonder ofte zamen genomen maken bel kruis uit, dat gij verplicht zijt te dragen.

Wees gedachtig, dat de boozen hun kruis hebben zoowel als de goeden; niemand toch is van alle lijden vrij ; en het verschillend gebruik, dat beiden er van maken, maakt het eenig verschil uit, dat er in hunne kruisen bestaat.

De duivel heeft zijne kruisdragers, gelijk Jesus Christus de zijne heeft. De kruisdragers van Jesus dragen hun kruis, niet alleen zonder morren, maar zelfs met blijdschap, omdat zij zich daardoor gelijkvormig zien ■worden aan hun goddelijken Zaligmaker en omdat zij zich gesterkt voelen door de gelukzaligheid, die zij daarvan verhopen. De kruisdragers des duivels daarentegen slepen hun kruis voort, zonder eenig voordeel daarvan te verhopen, en met de voortdurende vrees vervuld, dat zij nimmer daarvan zullen bevrijd worden, dan alleen om gebukt te moeten gaan onder een ander, dat eeuwig zal duren en in alle eeuwigheid hunne wanhoep zal uitmaken.

INeem dus het besluit om met moed en met liefde het kruis te dragen, dat Ood u op de schouderen gelegd heeit of dat hij daarop zal willen leggen. Ziehier eenige middelen «iaarloe.

159

-ocr page 172-

160 OVERWEGING VOOR DEN ZES EN TWINTIGSTEN

Middelen.

1. Zich blindelings in alles aan de beschikkingen der goddelijke Voorzienigheid onderwerpen.

2. Dik-wijls denken aan de groote boosheid onzer zonden en aan de overgroote straffen, die zij verdienen.

3. Niet zoo zeer de zwaarte van ons kruis en onze eigen zwakheid beschouwen, als w el de zoetheid, die Jesus daaraan heelt verbonden, en de veelvermogende kracht, die hij in zijne genade altijd mededeelt aan allen, die met eerbied zijn kruis aannemen en het met liefde wenschen te dragen.

4. Dikwijls denken aan de belofte, die hij ons doet door den mond van zijnen Apostel, dat, zoo wij deel hebben aan zijn lijden en aan zijn kruis, wij ook deel zullen hebben aan zijne vertrcos ting en aan zijne heerlijkheid.

-ocr page 173-

DAG VAN DE VASTEN.

OVERWEGING VOOR DEN ZEVEN EN TWINTIGSTEN DAG VAN DE VASTEN.

JESUS MET ZIJN KfiUlS liELAUEN ONTMOET ZIJNE MOEDER.

Jesus tot de ziel.

Op den smartvollen lijdensweg naar den Calvarieberg, daar behooren mijne ware vrienden mij le zoeken, en daar ook zullen zij mij met alle zekerheid vinden: ziedaar de les, die gij behoort te trekken uit het voorbeeld mijner moeder.

Terwijl zij mij zoekt op den weg, dienaar den Calvarieberg geleidt, kom ik haar beladen met mijn kruis tegemoet; vol smarten droefheid over den deerniswaardige!! toestand, waarin zij mij gebracht ziet, volgt zij mij , terwijl zij inwendig deu zwaren last gevoelt, die op mijne seliouderen drukt.

i)it leert u, dat mijne beste vrienden diegenen zijn. die liet meest deel hebben aan mijn kruis en die mij het meest nabij zijn op mijnen weg naar deu Calvarieberg.

Begrijp hieruit levens, hoeverre diegenen van mijne wegen zijn verwijderd, die op aarde niets anders zoeken, dan het bevredigen hunner zinnen, en die van niets anders

11

161

-ocr page 174-

162 OVERWEGING VUOR DEN ZEVEN EN

■willen hooren dan van vrede en van genoegens. Dezen bevinden zieli op een zeer gevaarlijken weg; immers in het oog van het meerendeel der menschen schijnt hij recht on zeker, hoewel hij lol het eeuwig onee-luk leidt. 0

Zoo iemand met mij wil deelen in de zege des kruises en mij in de plaats mijner heerlijkheid wil vinden, hij moet met getrouwheid mij zoeken op mijnen kruis en lijdensweg.

De ziel tot Jesus.

Ik besef zeer goed, mijn beminnelijke Zaligmaker! dat hel niet in de genoegens, in de ijdelheden of in de grootheden dezer wereld is, dat men u zal vinden, maar inliet midden der smarten, der vernederingen en der bitterheden dezes levens.

Helaas ! zoo ik van die gewichtige waarheid ten volle overtuigd was, zou mijn gedrag geheel anders zijn, wanneer ik verplicht ben te lijden.

Ik behoorde dan mijn hart lot u op te hellen en vol lielde uit te roepen: Ik heb Jesus ontmoet met zijn kruis beladen, gaarne wil ik het met hem dragen: zoo handelen al uwe ware kinderen.

-ocr page 175-

TWINTIGSTEN DAG VAN DE VASTEN. 163

De ziel tot zich zelve.

Ziet gij niet, hoevele goede christenen, die even zwak en teer zijn als gij, aldus handelen en met vreugde en liefde lijden ? Hebt gij dit niet herhaalde keeren bewonderd in het leven van zoovele martelaars, van zoovele heilige belijders en van zoovele onschuldige maagden, die zoo wreede folteringen leden en die zich zelven eene zoo strenge boete oplegden ?

Geruimen tijd bereidden zij zich daartoe voor door het bestrijden hunner liartstoch-ten, door het gebruik der sacramenten en door het gebed; ook gij moest u met getrouwheid van die hulpmiddelen bedienen.

Hoezeer verschilt uw gedrag niet van het hunne! Gij beklaagt u, gij mort en gij gevoelt de grootste smart om eene geringe kwelling, in plaats dat gij een goed gebruik daarvan maakt.

Het komt daarvandaan , dat gij niet het allerminst bezorgd zijt om u tot tegenspoed voor te bereiden, maar u gedraagt, alsofquot;gij daarmede niets te stellen hadt. Hoe groot, is evenwel uwe verblindheid? Weet gij dan niet, dat lijden en tegenspoed het deel is van alle menschen en vooral van de vrienden van Jesus ? Inderdaad , wanneer God soms de zondaars laat leven in rijkdommen, in

-ocr page 176-

164 OVEUWEGOG VOOR DEN ZEVEN EN

grootheid en in vermaken, dan gebeurt dit niet zelden om ben te straffen voor liunne ongeregeldheden, daar hij ben aldus overlaat aan hunne goddeloosheid, die zij anders wellicht zouden vaarwel gezegd hebben, indien hij hen in zijn lijden had doen deelen.

Altijd zal uw kruis u ondragelijk toeschijnen, -wanneer gij niet bezorgd zijt om uwe toevlucht te nemen tot Jesus en u met hem te vereenigen, ten einde kracht en sterkte te verkrijgen om het met vrucht te dragen.

Wees gedachtig, dat zonder Jesus de geringste kwelling in staat is u ter neder te slaan; maar gelijk de Apostel zegt, met zijne genade kunt gij allesdoor hem, die u versterkt.

Maak dus het voornemen: 1. Van dikwijls tot dien liefdevollen Zaligmaker uwe toevlucht te nemen in al de kwellingen, die gij ondervindt; dit is het beste middel om die te verzachten en die voor u voordeelig en heilzaam te doen zijn. — 2. Van u zooveel mogelijk te berooven van de ijdele genoegens dezes levens en van altijd de gelegenheid te zoeken, om iets voor Jesus te kunnen lijden, opdat gij in het ma-des doods u met hem op den weg naar den Calvarieberg moogt bevinden.

-ocr page 177-

TWIXTIGSTEN DAG VAN DE VASTEN. 165

Middelen.

1. Dikwijls aan Jesus denken, ten einde zicli de gelukkige gewoonte eigen te maken van onverwijld in al onze noodwendigheden tot hem onze toevlucht te nemen.

2. Wanneer men in de noodzakelijkheid is om aan eenig vermaak, hoe onschuldig het ook wezen moge, deel te nemen, zich ■wachten zijn hart daaraan te zeer te liechten.

3. Geenen dag laten voorbijgaan zonder zich zeiven eenig geweld aan te doen en eenige versterving te ondergaan, hetzij in zijne oogslagen, hetzij in zijne woorden, hetzij in zijne werken; aldus immers bevindt men zich voortdurend op den weg naar den Calvarieberg en kan men de hoop voeden, dat men Jesus in zijne kruisdraging zal ontmoeten.

-ocr page 178-

166 CIVEnWEGING VOOll DEN ACHT EN

OVERWEGING VOOR DEN ACHT EN TWINTIGSTEN DAG VAN DE VASTEN.

JESUS VAN ZIJNE KLEEDEHEN BEllOOFB EN OP HET KRUIS UITGESTREKT.

Jesus tot de ziel.

INu gaat het woord iu vervulling, dat ik door den mond van een mijner proleten had voorspeld; Ik ben een aardworm en geeu mensch; de smaad der men-schen en een voorwerp van verachting voor mijn volk.

Ik ben op deze wereld gekomen om voor allen geslachtolïerd te worden en om mij zeiven voor de zaligheid van alle menschen te slachtofferen.

Hierom laat ik toe, dat men mij losrukke van mijne bloedverwanten, van mijne leerlingen en van mijne vrienden, en dat men mij beroove van mijne goederen, van mijne eer en van mijne kleederen.

Niets blijft mij meer over dan mijn leven, dat men mij weldra zal ontnemen, en dat ik van ganscher bereid hen ten oller te brengen, om u van den dood te bevrijden.

Ik ga ol liever ik ijl met vreugde en vol vurigheid den dood te gemoet; hoe groot

-ocr page 179-

TWINTIGSTEN DAG VAN DÈ VASTEN. 167

evenwel mijne liefde ook zij, niet dan met den uitersten -weerzin laat ik toe, dat men mij van mijne kleederen berooft en mij ontkleed aan de blikken van iedereen blooistclt.

De vreeselijke schaamte, die ik daarover gevoel, pijnigt mij meer dan de wreedheid der beulen mij doet lijden, en treft mij meer dan het kruis, waaraan zij mij zullen vastnagelen.

Dc sief tot Jesus,

0 mijn goddelijke Zaligmaker! tot welk een deerniswaardigen toestand zie ik u thans gebracht? De Koning van hemel en aarde, de oorsprong aller goederen en de eenige meester daarvan, is van alles berooid en geheel ontkleed op een kruis uitgestrekt.

Ik besef, o Heer, dat het de zonde is, die dezen smartvollen toestand voor u heeft doen geboren worden, en dat deze nog dagelijks in ons dezelfde gevolgen teweegbrengt, die zij hier aan uw gezegend lichaam heeft veroorzaakt; immers zij brengt ook ons tot een staat van schandelijke naaktheid, die ons onwaardig maakt in uwe tegenwoordigheid te verschijnen; zij toch berooft ons van de heiligmakende genade, van uwe lielde, van de deugd en van alle wezenlijke goederen.

Deze uitwendige ontkleeding zou ons ge-

-ocr page 180-

168 OVERWEGING VOOR DEN ACHT EN

wis met de uiterste schaamte en smart overladen, o goddelijke .'esus! indien wij daartoe veroordeeld werden, evenals gij het geweest zijt; en nochtans is zij slechts eeno schaduw en eeu afbeeldsel van die outklee-ding en berooving, die onze ziel ondergaat dooi' de zonde, en aan welke wij ons zoo lichtvaardig blootstellen.

Helaas! mijn God, hoe groot is onze verblindheid niet! Indien eenig onvoorzien ongeval of eenig tijdelijk nadeel ons berooft van een klein gedeelte onzer bezittingen of onzen goeden naam eenigzins verkleint, zijn wij er zoo gevoelig over, dat wij zelfs ontroostbaar worden ; en indien de duivel ons den schat der heiligmakende genade ontrooft door ons tot zonde te brengen, zijn wij zoo ongevoelig over dit zwaar verlies, alsof het ons niet overkomen ware.

De ziel tot zich zelve.

Behoort gij niet tot het getal dier zielen, die ongevoelig zijn voor alles wat hunne zaligheid betreft, en die, ingewikkeld en begraven als zij zijn in de tijdelijke en aard-sche goederen, hunne gedachte in het geheel niet vestigen op de hemelsche en gees-lijke goederen, ten einde zich daarmede te varrijken ?

-ocr page 181-

TW1NGTIGSTEN DAG VAN DE VASTEN. 169

Die ongelukkige zielen bevinden zirii in de uiterste ellende en verdienen ten zeerste medelijden, niettegenstaande zij zich zeer rijk en zeer gelukkig -wanen in de valsehe en bedriegelijke rust, die zij zich door liet genot van de goederen dezer -wereld weten te verscbaffen. Zijt ook gij niet tot zulk eene verblindheid vervallen ?

De dood zal baar leeren, doch ongelukkiglijk als bet te laat is, dat al die goederen niet in staat waren de ziel te verrijken of haar gelukkig te maken, gelijk zij zich vleide te zijn; immers zij zullen zich in eene schandelijke en vreeselijke naaktheid voor God bevinden. Hebt gij geene reden om voor zulk eene ramp bevreesd te zijn?

De hoovaardigen zullen eveneens leeren begrijpen, maar tot hunne uiterste verbazing, dat zij met al hunne zorg, om bun lichaam met die prachtvolle kleeding op te schikken, ten bewijze bunner weelde en hunne ijdelheid, niets hebben gewonnen, dan dat zij hunne ziel met ongerechtigheden en vervloekingen hebben beladen. Zijt gij aan dat misdrijf' niet plichtig?

Wilt gij niet beboeren tot het getal dier ongelnkkigen, dan moet gij voortaan ernstig er aan denken, om u te onthechten aan al de goederen dezer aarde, en onophoudelijk uw werk er van maken, om u met een

-ocr page 182-

170 OVERWEGING voon DEN ACHT EN

schat van genade en deugden te ven ijken.

Ziedaar liet voornemen, dat gij hdiourt te maken, van eene groote lioogachting te koesteren voor de geestelijke goederen, van die met ijver te zoeken en u geheel los te makeu van de tijdelijke goederen. Ziehier de middelen daartoe.

Middelen.

1. De rijkdommen beschouwen als een kleed dat men eens, en wellicht spoedig, gedwongen zal zijn al te leggen; eiken avond vooral, als men zich ontkleedt, behoort men die gedachte in zich te verlevendigen.

2. Meer bezorgd zijn voor zijne ziel dan voor zijn lichaam, en in elk geval de geestelijke goederen verkiezen boven de tijdelijke.

3. Dikwijls aan het oordeel denken.

4. Dringend van God de genade afsmee-keu, dat hij onze ziel geheel en ai onthechte aan al de goederen dezer wereld.

.4

-ocr page 183-

TWÏNTIGSTEN DAG VAN DE VASTEN. 171

OVERWEGING VGGR DEN NEGEN EN TWINTIGSTEN DAG VAN DE VASTEN.

JlbSUS AAK HET KRUIS GENAGELD.

Jcsus tot de ziel.

De Calvarieberg is de plaats, die ik heb uitgekozen ter bestrijding uwer vijanden; •wreede nagelen en een afschuwelijk kruis, ziedaar de wapenen, die ik gebezigd heb om ben te overwinnen en u uit hunne gevangenschap te verlossen.

Tot zooverre heeft mijne liefde mij gebracht om de uwe te verwerven. Runt gij mij die na dat alles weigeren?

Ik heb dit kruis verkozen boven alle koningstronen; vurig heb ik daarnaar verlangd; met ongeduld heb ik het gezocht en met blijdschap omhelsd, in de hoop, dat, na mijn leven daaraan voor u te hebben geslachtofferd, gij niet zoudt weigeren u geheel voor mij te slachtofferen. Hoe beantwoordt gij daaraan?

Dit kruis is bet smartenleger, waarop ik alle christenen heb gebaard; het is de verheven leerstoel, van welken ik hun de leer des heils onderwijs; het is bet kostbaar erfgoed, dat ik hun achterlaat; het is als bet

-ocr page 184-

172 OVÉRWEGINja VOOR DEN NEGEN EN

gelieime spi'eekvertrek, waarin ik hun geheel mijn hart openleg; het is de heilige ladder, langs welke zij tot het verblijf der heerlijkheid kunnen opkiiniinen. Welke achting hebt gij daarvoor? Kn welke is de vrucht, die gij daarvan trekt? Denkt gij dikwijls aan mijne smarten? Beijvert gij u om die na te volgen ?

Bedenk, dat ik mijne handen en voeten heb laten doorboren, enkel en alleen opdat zij als zoovele bronnen van zegeningen en genaden voor u zouden worden. Waarom houdt gij er u dan van verwijderd door uwe zonden? Waarom toont gij niet de minste vurigheid om u aan den voet van mijn kruis te plaatsen, om uwe tranen met mijn bloed te vermengen, ten einde in dat bad u te reinigen ?

De ziel tot Jesus.

Op dezen troon, o mijn goddelijke Zaligmaker! erken ik u voor mijn waarachtigen en eenigen koning; daar hebt gij vol heerlijkheid uwe zegepraal bevochten en daar heerscht gij nog alle dagen.

Daarheen moet men opklimmen. om tot u te komen en tot uwe heerlijkheid verheven te worden: ja, mijn God! met dat heilig kruis hebt gij den weg afgebakend, die

-ocr page 185-

IWINTIGSTEN li AG VAN DE VASTEN. 173

ten leven leidt; maar lielaas! hoeverre ben ik van dien gelukkigen weg verwijderd, daar het geringste lijden mij met schrik vervult en mijne rust beneemt.

Dat kruis, dat gij zooveel zoetheid hebt ingestort door uw heilig bloed, waarmede gij bet besproeid hebt, schijnt mij nog een wreed strafwerktuig toe; van daar dat ik, wel verre van het aan te nemen en te omhelzen als het kostbaarst onderpand uwer liefde, als gij mij de gunst bewijst van het mij aan te bieden, het weiger en het ontvlucht, evenals een schuldige zijne straf'ontvlucht.

Ik erken, mijn Zaligmaker! en ten uiterste beschaamd belijd ik voor u mijne vreesachtigheid en mijne zwakheid; wees, smeek ik u, mijne sterkte; trek mij tot u door uwe genade, hecht mij door uwe liefde aan uw heilig kruis, opdat ik mij nooit daarvan moge losmaken, maar het geluk moge hebben daaraan met u te sterven.

De ziel tot zich zelve.

Open de oogen des geloofs om die op te heffen naar Jesus, dien de eeuwige Vader op den heiligen Calvarieberg aan alle christenen als hun toonbeeld gesteld heeft, dat gij bijgevolg getrouw behoort na te volgen, in-

-ocr page 186-

174 OVEliWEGlMf. VOOR DEN NEGEN EN

dien gij verlangt te behooren tol liet getal dier gelukzalige schepselen, die hij tot zijne heerlijkheid bestemt, zooals de Apostel uitdrukkelijk ze^t: liod heeft hen tevoren bestemd om gelijkvormig te worden aan het beeld van zijnen Zoon.

Er is geen andere -weg ten hemel dan liet kruis van Jesus Christus; zijt gij werkelijk gezind om het te omhelzen en het te bezigen als het eenig middel om uwe zaligheid te bewerken?

Met Jesus moet gij u daaraan vasthechten: het geloof, de hoop en de liefde zijn als het ware de geheimzinnige nagelen, die u voor altijd daaraan moeten vastnagelen.

Maak dus het voornemen van met alle kracht u te beijveren, om den weerzin te overwinnen, dien gij voor het kruis gevoelt. Ziehier de middelen daartoe.

Middelen.

1. Dikwijls God bidden, dat hij ons hart tot het lijden voorbereide en ons kracht en sterkte schenke, om een heilig gebruik daarvan te maken,

2. Denken, dat voor zondaars, als wij zijn, het lijden eene onvermijdelijke noodzakelijkheid is, en dal het veel verkieslijker is in dit leven te lijden dan wel in het andere.

-ocr page 187-

TWINTIGSTEN DAG VAN DE VASTEN. 175

3. Üns Jijden vergelijken met dat van onzen beminnel ij ken Verlosser.

i. üeu groolen loon overwegen, die bestemd is voor allen, die met iiefde lijden.

OVERWEGING VOOR DEN DERTIGSTEN DAG VAN DE VASTEN.

JESUS AAN HET KRUIS OPGEHEVEN.

Jesus tot de ziel.

O hoe verscliillend zijn mijne wegen van die der menschen! Mijne beulen richten mijn kruis op, om aan de gcheele wereld den smaad kenbaar te maken, waarmede zij mij hebben overladen; maar liet is juist daardoor, dat zij mijne ware heerlijkheid verkondigen, die ik daarin doe bestaan, dat ik de harten overwin door de overmaat mijner smarten.

Zij stellen mij aldus ten toon. ten einde mij aan den haat en aan de veraehting van alle menschen prijs te geven, en ik wachtte slechts totdat ik aan het kruis zou zijn opgeheven, om hen lol mij te trekken; want, evenals de arend van het Nieuwe Verbond, wil ik al mijne kinderen opheflen ten hemel.

-ocr page 188-

176 OVERWEGING VOOIt DEH UE11T1GSTEN

Weet dat liet de liefde is, veeleer dan de hand mijner beulen, die mij aan dit kruis heelt opgeheven, om geene andere reden dan om van daar a'le menschen uit te noo-digen, om tol mij te komen, en om aan zoo vele arme verdwaalde schapen mijne stem te doen hooren.

üp deze plaats leeren mijne leerlingen van mij, hoe weinig achting zij hehooren te hebben voor de grootheden en de heerlijkheden dezer wereld, en hoezeer zij moeten verlangen om aan die van mijn kruis deel te nemen.

't is door mijn kruis, dat ik op aarde heb willen heerschen; 't is door mijn kruis, dat ik mijne vijanden heb overwonnen; 't is door mijn kruis, dal ik de gramschap van mijnen Vader heb gestild; 't is eindelijk uit mijn kruis, dat ik mijne glorie put.

liet kruis is ook het deel van ai mijne beminde kinderen' 't is aan dit kruis en door dit kruis, dat zij altijd hunne vijanden zullen overwinnen en dat zij in waarheid zullen heerschen. Zijl gij zoo gelukkig van lot hun getal te behooren en verlangt gij naar geene andere verheffing dan naar die van mijn kruis ?

-ocr page 189-

DAG VAN DE VASIEX.

De ziel tot Ja sus.

Wel te recht, mijn beminnelijke Verlosser! mag ik ii in dezen toestand een godde-lijken zeilsteen noemen, die in staat is ook de meest versteende harten tot zich te trekken. Zal ik ougevoelig genoeg wezen om u ■weerstand te bieden?

liet hangt slechts van ons af u in deze uwe verheffing te volgen : gij verlangt zulks ; gij noodigt ons daartoe uit en gij zult ons de noodige kracht daartoe verleenen, indien wij het geluk hebben het te willen ondernemen. Waarom heb ik zoo lang gewacht met dit geluk te genieten?

Helaas! mijn goddelijke Meester! wanneer zal ik met uwen A postel kunnen spreken: Van mij toch zij het verre te roemen dan op het kruis van onzen lieer Jesus Christus.

Ik besef maar al te wel, dat wij schromelijk verblind zijn, wanneer wij al onze eer en al onze waardigheid doen bestaan in zoo nietige en zoo vergankelijke dingen als de ijdele eerbewijzingen der wereld zijn, terwijl wij ons geene moeite aandoen om aan uwe glorie, die nimmer zal eindigen, deel te hebben.

ïrek mij door uwe liefde tot u. Heer! onthecht mij door de kracht uwer genade

12

177

-ocr page 190-

178 OVEBWBOIKU VOO» DES UKitTKiSÏEX

aan alle schepselen, opdat ik met u aan uw kruis moge opgeheven worden.

De ziel tot zich zelve.

Gewis de eenige ware verheffing voor een christen hart bestaat daarin, dat men aan het kruis van Jesus Christus is vastgehecht.

Uoe meer gij aan verachting, aan armoede en lijden zult zijn prijs gegeven, des te hoo-ger zult gij bij God verheven worden.

0 hoe voordeelig is het u niet ondei de meuschen gering en vernederd te schijnen, om eens voor alle eeuwigheid groot en verheven te worden onder de Engelen m den

hemel! ,

ü hoe ij del is alle grootheid, zij moge nog zoo buitengewoon wezen, wanneer zij ons meer verachtelijk maakt voor l.od!

Zijt gij niet vol van zucht naar eigen v ei-heffing, en hebt gij geene overdreven vrees voor alles wat in staat is u te vernederen.'

liet is het onderscheidingsteeken van de kinderen dezer wereld, dat zij immer en altijd trachten naar de middelen, die hen kunnen verheffen en grooter doen worden in het oog der mensclien, zelfs al moesten zij daarvoor hunne zaligheid m de weeg-

schaal stellen. ,

Hel onderscheidingsteeken daarentegen van

-ocr page 191-

DAG VAN DE VASTEN.

de kinderen van Jesus Christus vindt men daarin, dat zij zicii in alle dingen vernederen en met zorg al die ijdele grootheden vernlijden.

De grondregels van Jesus zijn alzoo geheel en al verschillend van die der quot;wereld, en de leerlingen, die beiden vormen staan lijnrecht tegenover elkander. Wilt gij die grondregels van Jesus niet omhelzen en die met getrouwheid onderhouden tot aan het laatste oogenblik uws levens?

Maak dan het voorneinen: 1. Van altijd groote hoogachting te koesteren voor het lijden en de kruisen, die het God zal behagen u over te zenden om u tot hein op te hellen.

2. Van uw hart geheel en gansch te onthechten aan de ijdele eerbewijzingen der wereld.

r». Van niet meer zoo gevoelig te zijn voor smaad en verachting. Ziehier de middelen daartoe.

Middelen.

1. Zich de vreeselijke vernedering en de eeuwigdurende verwijten voorstellen, die de vei doemden zullen te lijden hebben als eene stral voor de ijdele eerbowijzingen, die slechts een oogenblik geduurd hebben.

2. Dikwijls denken aan de groote heerlijk-

179

-ocr page 192-

180 OVERWEGING VOOR DEN DERTIGSTEN

heid, die is weggelegd voor hen, die om der wille vau Jesus Cliristus smaad en verachting zullen geleden hebben.

3. Wel overtuigd zijn, dat niets meer in staat is ons van de schepselen te onthechten en ons op de innigste wijze met God te vereenigen, dan lijden en vernedering.

i. Vurig van God de genade afsmeeken, dat wij wel mogen overtuigd en doordrongen wezen van die gewichtige waarheid, die aan het meereudeel der meuschen haast onbekend is.

OVERWEGING VOOR DEN EEN EN DERTIGSTEN DAG VAN DE VASTEN.

JESUS AAN HET KRUIS DOOK VELEN NIET GEKEND.

Jesus tot de ziel.

De rechtvaardige sterft en niemand is er, die zijne gedachten daarop vestigt, zegt een mijner Proleten, om aan te duiden, hoe weinigen er gevonden worden, die met ernst aan mijn lijden en aan mijnen kruisdood denken.

Wanneer ik van af dit kruis, waaraan mijne Helde mij heeft vast genageld, mijne ge-

-ocr page 193-

DAG VAN DE VASTEN.

dachten laat gaan over het gedrag van verreweg do meeste christenen, dan mag ik met recht zeggen, dat zij gelijk zijn aan de Joden , voor wie mijn kruis een steen des aanstoots en eene ergernis is, en dat hunne werken bewijzen, dat zij niets beter zijn dan de heidenen, die het als eene dwaasheid beschouwen.

Hoevele christenen zijn er niet, die han-delen, evenals velen ten tijde mijner kruisiging handelden, die zich niet eens de moeite gaven om zich naar den Calvarieberg, de heilige piek, waar het grootste aller geheimen volbracht werd. te begeven !

_ Hoevele lafhartige Christenen vindt men met, die slechts voor hunne vermaken sciiij-nen te leven en die, welverre van dikwerf de oogen van hun verstand op mij en op mijn kruis te vestigen, niet eens zelfs daarvan willen hoeren, omdat zij bevreesd zijn te zullen moeten vaarwel zeggen aan hetgeen zij beminnen, om mijne armoede, mijn lijden en mijn kruis te omhelzen.

^ ' ^ anderen zijn er, die zicli zoozeer in de zorgen dezes levens en in de tijdelijke beslommeringen verdiepen, dat zij geenen tijd of geene gelegenheid kunnen vinden om aan mij te denken, dat zij mij schandelijk vergeten en het groote en eenig noodzakelijke weik hunner zaligheid verwaarloozen, om

181

-ocr page 194-

182 OVERWEGING vonil HEN DERTIfiSTEN

zicli met niets anders bezig te houden dan met de zaken van dit ellendig leven, dat zoo spoedig zat eindigen.

Nog anderen denken vel is waar nu en dan aan hel lijden . dat ik voor hen aan liet kruis heb ondergaan, maar zijdoen dit met zoo -weinig aandacht en volharding, dat zij slechts zeer weinig voordcel daarmede doen en zij in het geheel niet getrolïen worden door liet gezicht mijner smarten.

Alleen mijne ware kinderen bevinden zich met mijne 11. Moeder, met den H. Joannes en met de boetvaardige Jlagdalena onder mijn kruis, en alleen zij. die in waarheid mijne leerlingen zijn willen, zullen hun vermaak vinden in het beschouwen van de smarten, die ik hangend aan het kruis voor de zaligheid der wereld heb geleden. Zij alleen dan ook zijn zoo gelukkig van mij te kennen.

Wilt ook gij niet tot dit getal behooren? liet hangt slechts van u af, Is het u te veel dagelijks eenige oogenblikden van uwe bezigheden af te zonderen, om met ernst aan mijn kruis te denken. gedachtig als gij zijn moet. dat het mij niet 'e veel was uit liefde tot u den kelk mijns lijdens tot den bodem toe te ledigen?

-ocr page 195-

DAR VAX HE VASTEN.

Dc ziel tot Jrs us.

Ik heken. Heer. maar met schaamte en droefheid, dat ik behoor tot het getal diergenen , die ongelukkiglijk zoo schrikkelijk verblind zijn. dat zij haast niet aan U denken en als liet ware geheel en al schijnen vergeten te hebben. wat gij voor onze zaligheid heb geleden.

Voortaan echter, o mijn fiod! wil ik immer en altijd mij in den geest althans naaiden Calvarieberg begeven: ik wil met ge-trouwheid luisteren naar hetgeen gij mij van af dit kruis toespreekt: ik /.al het beschouwen als een heilig leergestoelte, dat uwe liefde u heeft doen beklimmen, en van af hetwelk gij aan alle menschen de lessen des heils verkondigt.

Daar. o mijn goddelijke Meester! leert men wat gij zijt en wat wij zijn; daar leert men de boosheid der zonde, hare schrikkelijke uitwerkselen, de waarde der genade, de grootheid der eeuwige heerlijkheid en de gestrengheid der goddelijke gerechtigheid kennen.

Uw kruis, o mijn Verlosser! is de ware leerschool van den christen en het geheimzinnige boek. dat in zich de geheele wetenschap des heils bevat.

Het is de troon der goddelijke liefde, de

183

-ocr page 196-

184 OVERWEGING VOOR DEN DERTIGSTEN

steun der zwakken, de troosl der bedrukten, het geneesmiddel der zondaars, de sterkte der rechtvaardigen en het middenpunt, waarheen de heilige zielen zich getrokken gevoelen.

De ziel tot zich zelve

Laat ons dan eiken dag eenige oogenblik-ken gaan doorbrengen aan de heilige voeten van Jesus Christus op den Calvarieberg; maar Iaat ons ook daarheen gaan met een hart vol liefde en teederheid: dit is liet zekerst middel om niet zonder vrucht van daar weg te gaan.

Maar wat zeg ik? Laat ons daarheen gaan, met ons hart aan dat van Jesus vastgehecht, ol ten minste laat ons daarvan niet terug-keeren, zonder bat voornemen gemaakt te hebben van in ons de kostbare merkteeke-nen van zijn lijden en kruis te dragen, als daar zijn: armoede, nederigheid, versterving en geduld.

Wanneer gij die getrouw bewaart, dat wil zeggen, wanneer gij getrouw al die groote waarheden in beoefening brengt, waarvan Jesus aan hei kruis u het voorbeeld geeft, dan ook zal bij niet weigeren zich geheel en al aan u te geven; dit toch is zijne vurigste begeerte en bet hoogst geluk, naar hetwelk gij moet en kunt trachten.

-ocr page 197-

])AG VAN DE VASTEN.

Maak dan ook een vast voornemen van dagelijks eenige oogenblikken af te zonderen en die aan de overweging van Jesus' lijden te besteden.

Middelen.

1. Ten einde meermalen aan Jesus te denken, gelijk hij voor onze zaligheid aan het kruis hangt, moeten wij zorg dragen steeds in óns slaap- en woonvertrek de beeltenis te hebben van den gekruisten Jesus.

2. Wanneer wij een kruisbeeld zien een of ander kort schietgebed verrichten tot Jesus.

3. Ons [iet voorbeeld van die getrouwe leerlingen van Jesus. die zich onder bet kruis bevonden, en vooral van de 11. Maagd voor oogen stellen en meermalen ook de smarten overwegen, die de gezegende Moeder des Heeren onder het kruis van haar goddelijk Kind heeft geleden.

185

-ocr page 198-

186 OVERWEGING VOOR DEN TWEE EN DED-

OVERWEGING VOOR DEN TWEE EN DERTIGSTEN DAG VAN DE VASTEN.

JESUS AAN HET KRUIS BESPOT EX GELASTERD.

Jesun tot de ziel.

Bij al de wonden . waarmede men mij overdekt heeft, en bij al liet lijden. dat ik moet verduren. voegt men nog smaad en hoon.

Men heeft mij gekruisigd tusschen twee misdadigers, en een van hen /.ells braakt godslasteringen tegen mij uit en is onbeschaamd genoeg om mij te zeggen: Indien gij de Christus zijt, red dan u zei ven en ook ons.

De soldaten en het volk verheugen zich er over, dat ik in dien toestand gebracht ben, en eenige voorbijgangers richten deze smaadvolle woorden tot mij: Gij, die den tempel Gods afbreekt en in drie dagen weder opbouwt, red u zeiven. Indien gij de Zoon Gods zijt. kom af van het kruis.

De oversten der priesters, de wetgeleerden en de ouderlingen beschimpen mij eveneens en zeggen tot elkander; Anderen heeft hij gered, zich zei ven kan hij niet redden; indien hij de koning

-ocr page 199-

TÏGSTEN DAG VAN DE VASTEN.

van Israël is, dat hij van het kruis afkorae. en wij zullen hem gelooven. Hij heeft op God vertrouwd dat die hem nu redde, indien hij in hem behagen heeft. Immers heeft hij gezegd: Ik hen de Zoon Gods.

Ziedaar den troost, die men mij schenkt te midden van zooveel hitterheid. Ik mag thans met recht getuigen, dat ik den kelk mijns lijdens ledig, dien kelk geheel gevuld met de hittere gal uwer zouden.

Wilt gij als een waar christen leven en iets ter eere van mijnen Vader doen, het zal u niet ontbreken aan tegenstrevers, aan inenschen, die uw gedrag zullen bevitten en den spot met u zullen drijven; wees in weerwil daarvan echter getrouw, en al die smaad zal geen indruk in u achterlaten en slechts dienen om uwe verdiensten te vermeerderen.

De ziel tot Jesus.

0 mijn goddelijke Meester! hoe is het mogelijk. dat menschelijke harten zoo versteend zijn!

Terwijl uwe heilige Moeder, de II. .loannes en anderen, die u volgden, uit medelijden met uwe smarten stroomen van tranen storten , zijn uwe beulen vol vreugde en drijven zij nog den spot met u.

187

-ocr page 200-

188 OVERWEGING VOOR DEN TWEE EN DER-

Er is evenwel iets, dal nog scbrikkelijker is, mijn beminnelijke Verlosser! te moeten zien namelijk, lioevele ongelukkige zondaars er gevonden worden, die er hun vermaak en al hun geluk in vinden, om voortdurend de noodlottige oorzaak uwer smarten te ver-nieuwen.

Hoe vele christenen zijn er niet, wier hart versteend en aan de zonde gehecht is, die ongevoelig zijn voor uwe genade, die reeds sinds geruiinen tijd in de ondeugd en in de ongerechtigheid voortleven, en die in weerwil van dat alles zich aan de vermaken en aan vroolijkheid overgeven en onbeschaamd genoeg zijn, om den spot te drijven met de ware geloovigen, die aan uw kruis zijn vastgehecht! 0 lieve Jesus! gedoog niet. dat jk ooit tot eene zoo schrikkelijke verblindheid kome.

De ziel tot zich zelve.

Zoo gij geen deel wilt uitmaken van die ongelukkigen, prent dan diep in uw hart die schoone woorden van het Evangelie: Zalig zijn zij, dieweenen. die vervolging lijden en die in dit leven in e t Jesus Christus z ij n gekruisigd; want het oogenblik is nabij, dat zij van hunne rampen zullen bevrijd

-ocr page 201-

TIGSTEN DAG VAN DE VASTEN.

worden, om eeue eeuwige belooning te ontvangen.

Wee daarentegen aan diegenen, die nu lachen en die hun leven doorbrengen in vermaken en genoegens; want zij zullen eene gansche eeuwigheid tranen storten.

Zoo spreekt onze goddelijke Verlosser; hoort gij die taal en begrijpt gij die? Zijt gij zoo gelukkig van het daarmede eens te zijn en uw leven daarnaar in te richten?

Geheel anders spreekt de wereld, die aan Jesus Christus vijandig is. Ongelukkig, zoo spreekt deze, zijn zij. die weenen, die arm zijn en wie het aan middelen ontbreekt oir; hunne zinnen te voldoen, hunne rust te nemen en vermaken te genieten hier beneden.

Zoo beschouwt en behandelt deze de leerlingen van Jesus, evenals hij zelf' is behandeld geworden en evenals hij hun voorspeld heeft, dat zij behandeld zouden worden, toen hij tot hen sprak: Zalig zult gij wezen, als de menschen H zullen hebben g e h a a t, e n u o m in ij n e n t wille zullen hebben uitgeworpen.

Maak dan heden het vaste voornemen:

1. Van u geheel en al te onthechten aan de aardsche genoegens en vertroostingen en de lielde tol het lijden eu de versterving in u aan te kweeken. — 2. Van altijd veel

189

-ocr page 202-

190 OVERWEGING VOOll DEN TWEE EN DEK-

doelneming en medelijden te betonnen aan lijdenden en bedrukten, hen met lielde te bezoeken, hen te troosten. en hen. -wanneer zij gebrek lijden, door aalmoezen te ondersteunen.

Middelen.

1. Dikwijls en met vurigheid (iod smee-ken, dat hij ons deze tweevoudige groote genade gelieve te verleeneu: van onthecht te zijn aan de vermaken en van veel medelijden te gevoelen met het lijden van onzen evenrnensch.

2. Dikwijls denken aan de armoede en aan het lijden van Jesus Christus en van zijne Heiligen.

3. Somtijds de rijkdommen dezer wereld vergelijken met die des hemels, en indachtig zijn. dat het leven van den mensch slechts van korten duur is.

i. Zich de verrassing cn de allerschrikke-lijkste teleurstelling voorstellen, die het deel zal zijn der grooten en rijken dezer wereld iti het uur van huiineii dood, als zij zich genoodzaakt zien zullen al die heerlijkheid en pracht te verlaten, waaraan zij zoozeer gehecht waren.

-ocr page 203-

Tl GST EN DAG VAN J)E VASTEN.

OVERWEGING VOOR DEN DRIE EN DERTIGSTEN DAG VAN DE VASTEN.

JESUS AAN HEI KBUIS BEVEELT ZIJNE MOEDER AAN DEN H. JOANNES EN DEN H. JOANNES AAN ZIJNE MOEDER.

Je .sus tot dc ziel.

Hoezeer ook door de meesteu niet gekend, door velen verlaten, door niet -weinigen be-scliimpt en bespot, zijn er nociitans enkele getrouwe zielen, die mij tot zelfs ouder mijn kruis volgen en daar in mijn lijden deelen,

In -weerwil van al de verguizingen en be-sclumpingen, in weerwil van de diepe vernedering en schande, waaraan ik beu prijs gegeven, is hunne liefde voor Jiiij niet ver-iniuderd, is hun geloof aan mijne (iodheid onwrikbaar gebleven. Verdient niet deze moed al uwe bewondering?

Waar vooral zal men eene moeder vinden, die heldhaftig genoeg is, om de doodstraf van haar eeuig geboren teeder geliefd kind bij te wonen? Waar eene moeder te vinden, die haar moederhart als het ware doet verdwijnen, om zelve baren veelgeliefden zoon aan de rechtvaardigheid des hemelschen Vaders ten offer te brengen?

191

-ocr page 204-

192 OVERWEGING VOOR DEN DRIE EN DER-

Dit schouwspel biedt u thans de Calvarieberg te aanschouwen.

O hoezeer moet bier uw bart niet met de ri-chtmatigste bewondering vervuld worden voor mijne gezegende Moeder! Was bel niet daar, dat liet woord van den grijzen Simeon In vervulling ging: dat bet zwaard van d r o e f b e i d haar li a r t zou doorboren!

Het is u evenwel niet genoeg bier de smarten en de overgroote droefheid mijner Moeder te overwegen, ik wil u tevens wijzen op het voor u zoo troostvolle en zoo heilzaam geheim , dat zich onder mijn kruis openbaart.

Daar namelijk, ouder bet kruis, waaraan ik stervend hing om uwe zaligheid te bewerken, daar is mijne Moeder, daar is Maria ook uwe Moeder geworden. Voor den éénen Zoon, dien zij daar heeft geofferd, heb ik llaar al mijne leerlingen, alle ware christenen tot kinderen geschonken; en't is onder de hevigste en gevoeligste smarten, die haar moederhart, aan den voet van mijn kruis op den Calvarieberg, hebben gefolterd, dat zij li en allen, die in mij zullen gelooven, gebaard heeft.

Ziedaar den diepen zin en de hooge he-teekenis dier schijnbaar eenvoudige woorden, die ik aan het kruis hangend heb gesproken ; Vrouw, zie uw zoon; — zoon, zie uwe Moeder.

-ocr page 205-

TIGSTEX DAG VAN DE VASTEN.

O mocht dat woord, dat mijn stervende mond voor uw welzijn sprak, steeds levendig in uw geheugen geprent zijn! ü mocht ook gij voor mijne en uwe moeder steeds een waar en rechtgeaard kind zijn en blijven, gelijk zij steeds voor u eene teedennin-nende, eene zorgvuldige, eene liefdevolle moeder geweest is en immer blijven zal!

De'ziel tot Jesus.

0 mijn beminnelijke Verlosser! hoe leerrijk en troostend tevens is niet, elk woord, dat gij mij van af het verheven leergestoelte van uw kruis doet hooren!

Gij bidt voor uwe beulen, zeggende: Vader, vergeef het hun, want zij weten niet wat zij doen, om ons uwe over-groote liefde voor de zondaars te doen blijken en tevens ons te leeren, hoe wij niet alleen ons niet over onze vijanden moeten wreken, maar hun tevens goed moeten doen en voor hen bidden.

Tot den goeden moordenaar zegt gij : H e-d e n zult g ij met m ij z ij n i n h e t P a r a-dijs, om ons te leeren. dat wij nimmer aan Gods barmhaitigheid moeten wanhopen en dat zelfs de grootste zondaar kan zalig worden, zoo hij slechts berouwvol tot u terugkeert.

193

13

-ocr page 206-

94 OVERWEGING VOOR DEN IIIHE EN UER-

Liefelijker evenwel en Iroostender nog is voor mij liet woord, dat gij lot uwe gezegende Moeder riebt: Vrouw, ziedaar uw Zoon, en dat gij tot den II. Joauues spreekt: Zoon, ziedaar u w e Moede r.

Ja, lieve Jesus! woorden ontbreken mij, om u mijnen verschuldigden dank uit te drukken voor de nimmer genoeg te waar-deeren gunst, die uwe liefde mij hier schenkt, 't Was u niet genoeg ons in u een Middelaar en Voorspreker te geven bij den liemel-schen Vader, gij wildet tevens uwe gezegende Moeder ons tot Moeder geven, ten einde zij bij u voor ons eeue Middelares, eene Voor-sprekcres zijn zoude, wanneer het gezicht onzer zonden ons soms met vrees zou bevangen , om lot u te naderen.

Dank, lieve Jesus! duizendmaal dank voor dat onverdiend en onovertrellelijk bewijs uwer onuitputtelijke liefde en goedheid! 0 moge ik mij dit greote voorrecht, van een kind te zijn uwer Moeder, nooit onwaardig toonen! Neen, gedoog niet, dat ik ooit dien eerenaam Terzake; verleen mij de hulp uwer genade, opdat ik nimmer de wreede smarten , waaronder Maria op den Calvarieberg mij heeft gebaard, en die haar moederhart zoo hevig folterden, vernieuwe, door mij aan de zonde over te geven, mijne ziel van de heiligmakende genade te berooven en aldus

-ocr page 207-

TIGSTEN UAO VAN DE VASTEN.

uw kostbaar bloed voor mij t(! doen verloren gaan.

De ziel lui zich zelve.

Hoe hebt gij altijd de groole genade, bet schitterend en kostbaar voor recti t gewaardeerd van een kind te zijn van Maria, die zoo goede Moeder?

liet 11. Evangelie zegt ons van den H. Joannes: Van dien stond af heeft de leerling haar tot zich genomen, dat wil zeggen: heeft hij jegens haar al de plichten vervuld, die een goed en rechtgeaard kind Jegens zijne moeder te vervullen heeft.

Kunt gij deze getuigenis ook van u zelve afleggen? Waar is de eerbied, dien gij jegens Maria aan den dag legt? Hoe gaat hare eer u ter harte? Overweegt gij ooit hare grootheid, hare verhevenheid?

Waar is uwe lielde jegens Maria ? Laat gij geen enkelen dag voorbij gaan zonder haar eenig blijk daarvan te geven ? Hoe viert gij hare feestdagen? Zijt gij lid van eene of andere vereeniging, ter barer eere opgericht?

Welk vertrouwen stelt gij op hare ince-derlijke liefde en hare overgroote macht bij God? Neemt gij steeds uwe toevlucht tot haar in al uwe noodwendigheden , gelijk alle Heiligen altijd gedaan hebben? Stelt gij u

195

-ocr page 208-

196 OVERWEGING VAN DEN DRIE EN DEIt-

dagelijks onder hare moederlijke bescherming?

Zijt gij haar gehoorzaam, gelijk het een goed kind betaamt? Overtreedt gij nimmer de wetten en geboden van haar goddelijk Kind, die ook de hare zijn?

Volgt gij hare deugden, haren heiligen levenswandel na? Zijt gij, evenals zij was, godvruchtig, arbeidzaam, zuiver, nederig en zachtmoedig ?

Onderzoek eens u zelve of uw gedrag jegens Maria niets te wenschen overlaat, en maak dan ook van beden af het voornemen, om uwe nalatigheid te herstellen en met ijver en liefde u van de plichten te kwijten, die gij als kind eener zoo liefdevolle moeder hebt te vervullen. Ziehier eenige wenken en raadgevingen, die gij vooral hebt te onderhouden.

Middelen.

1. Ons wel overtuigd houden, dat eene ware en teedere godsvrucht tot Maria, de Moeder van Jesus en ook onze Moeder, volgens de eenparige getuigenis van alle Heiligen, een zeker middel ter zaligheid is.

2. Onze godsvrucht tot Maria niet enkel laten bestaan in eenige gebeden ter barer eere te verrichten en lid te zijn van eene of andere vereeniging Ier barer eere opge-

-ocr page 209-

Ï1GSTEN DAG VAN DE VASTEN.

richt, maar ook en wel vooral in het navolgen harer deugden en van haren vlekkeloo-zen levenswandel.

3. Geen dag laten voorbijgaan, zonder op het voorbeeld van zoovele Heiligen aan Maria eenig bewijs van Helde en vereering te hebben gegeven.

i. Dikwijls hare smarten overwegen en wel vooral die, welke zij onder het kruis van haar goddelijk Kind heeft verduurd, waar zij onze moeder geworden is.

OVERWEGING VOOR DEN VIER EN DERTIGSTEN DAG VAN DE VASTEN.

JESUS MET GAL EN AZIJN GELAAFD.

Jesus tot de ziel.

De hevigheid en de lange duur mijner folteringen veroorzaken mij een grooten dorst en doen deze woorden mijnen mond ontvloeien: Sitio, Ik heb dorst. Deze gelegenheid willen mijne heulen niet onbenut-tigd laten om mijne pijnen te vermeerderen, en zij haasten zich daarom om mij met gal en azijn te laven.

Reeds hadden mijne oogen door het ge-

197

-ocr page 210-

198 OVERWEGING VOOR DEN VIER EN DER-

zicht vau niijn bloed, reeds hadden mijne ooren door het hooien van zooveel uodslas-teringen, i^eeds )iad mijn geheel lichaam door zoovele wonden, die het ontving, voor de zonden geboet, die gij door het gezicht, het gehoor en het gevoel hadt bedreven; maar ook mijne tong en mijn smaak moesten gestraft worden voor al de niisdrij ven, waaraan de inenschen door hunnen mond en door hunne zinnelijkheid zich hadden pllchtig gemaakt.

't Is ter boeting van zooveel overdaad in spijs en drank, van zooveel verwenschingen, vloeken en godslasteringen, van zooveel kwaadsprekerij en lastertaal, van zooveel ergerlijke en zedenkwetsende gesprekken, dat ik met gal en azijn word gelaafd.

Je,ms tot de ziel.

Is het mogelijk, mijn beminnelijke Zaligmaker! dat uwe gezegende tong, dat uw goddelijke mond, die zooveel godspraken had doen hooren en zooveel genaden en zegeningen om zich heen had verspreid, als gij dien opendet om tot ons te spreken, slechts weinige oogenblikken voor uwen dood met gal en azijn moet gelaafd worden!

Maar moet er ook thans nog een zoo groot aantal christenen gevonden worden, die deze smart vernieuwen ; moeten er ook thans nog

-ocr page 211-

T1GSTEN DA(i VAN DE VASTEN. lilO

zoo vele helsche tongen zijn, die uwen heiligen naam lasteren en die slechts logentaal en kwaadsprekerij doen hooren; zoovele christenen. die van hunnen buik eenen god maken en die zich niets ontzeggen, wat slechts hunnen smaak kan bevredigen!

Helaas! mijn goddelijke Meester! spreek ik hier niet mijn eigen vonnis uit ? Behoor ik zelf niet tol dit getal ?

De ziel tot zich zelve.

Wie is er, zegt de Wijze Man, die niet met zijne tong zondigt? l)c ondeugden der tong zijn de kwaadsprekend beid, de scheldwoorden , de verwenschingen, de onnutte gezegden en de logentaal. Zijt gij aan geen dezer fouten onderhevig?

Wilt gij thans niet met David zeggen, maar uit bet diepst uws harten: 0 mijn God! moge mijne tong liever aan mijn ge-bernelte vastkleven, dan dat ik die zou bezigen om u te vergrammen,

Vermijd zorgvuldig het gezelschap van kwaadsprekers, van vloekers en van al diegenen, die misbruik maken van hunne tong, indien gij de uwe voor zonde wilt bewaren. Dit is de raad, dien de IVol'eet u geeft.

Zeg nu met den Wijzen Man: 0 mijn God! ik heb wel de inacht om mijnen geest voor

-ocr page 212-

200 overweging voor den vier en der-

te bereiden door een goed voornemen van u niet meer te beleedigen; maar het is aan u om mijne tong te bestieren.

Hierom moet gij herhaalde malen bidden, ten einde het voornemen, dat gij tiians maken moet, ten uitvoer te brengen, van niet meer uwe tong te gebruiken om uwen God te vergrammen; maar om integendeel die te bezigen om hem, meer dan gij tot dusverre hebt gedaan, te loven en te verheerlijken. Ziehier de middelen daartoe.

Middelen.

1. Dikwijls zijn geweten onderzoeken, of men zich aan eenige zonde schuldig keut, die met de tong of' met het zintuig van den smaak wordt bedreven.

2. Nu en dan in zijne gesprekken zich het stilzwijgen van Jesus in zijn lijden herinneren, en onder zijne maaltijden er aan denkeu , dat Jesus ter boeting van onzen overdaad en onze zinnelijkheid met gal en azijn is gelaafd geworden.

3. Zich de gewoonte eigen maken om, als men alleen is, een of ander schietgebed, bijvoorbeeld: Leve Jesus! uit te spreken en dit te doen met eerbied.

-ocr page 213-

TIGSÏEX DAG VAN DE VASTEN.

OVERWEGING VOOR DEN VIJF EN DERTIGSTEN DAG VAN DE VASTEN.

JESUS VAN ZIJNEN VADER VERLATEN.

Jesus tot dc ziel.

Ik ben thans liet toppunt van mijn lijden genaderd: mijne beulen hebben hunne boosheid uitgeput en hunne wreedheid voldaan, en de aarde heeft niets meer om mijne smarten te vermeerderen; de strenge rechtvaardigheid evenwel van mijnen Vader werpt mij nog in een nieuwen afgrond van treurigheid en smart neder, door mij te beroo-ven van zijne goddelijke vertroostingen.

Mijn Vader heeft mij overgelaten in de handen van menschen, nog wreeder dan leeuwen, die met smaad en lijden mij verzadigd hebben.

Vraagt gij mij, waarom ik tot zulk een deerniswaardigen toestand gebracht ben, weet dan. dat dit geschied is, omdat ik uwe zonden, die zulk eene straf verdienden, op mij heb genomen.

Omdat gij mijnen Vader hadt verlaten en u door uwe euveldaden van hein hadt verwijderd, daarom word ik thans verlaten.

Opdat hij u niet voor eene gansche eeuwig-

201

-ocr page 214-

202 OVERWEGING VOOIi DEN VIJF EN DER-

heid in de hel zou verlaten, daarom laat ik toe, dat ik te midden der grootste folteringen van mijn lijden verlaten -word.

De ziel tot Je,sus.

0 mijn goddelijke Zaligmaker! thans zie ik in, dat de zonde iets zeer verschrikkelijks is, daar zij het noodig maakt, dat uw Vader u te midden van zooveel pijnen en folteringen verlaat, niettegenstaande gij steeds zijn welbeminde en het voorwerp van zijn welbehagen zijt.

Wat heb ik groot ongelijk, mijn beminnelijke Meester! dat ik mij beklaag en mor, als ik van de mensehen word verlaten en als gij mij aan eene oi' andere droefheid ter prooi laat.

Het is niets meer dan billijk, omijn God! dat ik soms eenige droefheid onderga voor mijne zonden en dat gij mij eiken troost ontzegt; ik geef mijn hart aan u over, mijn beminnelijke Vader! doe er mede wat u behaagt.

De ziel tot zich zelve.

Leer hieruit, dat het dikwijls een geluk is, verlaten te zijn in droefheid en smarten en voor een tijd berooid te ziju van den

-ocr page 215-

T1USTEN DAG VAN DE VASTEN.

troost, die de strengheid en de bitterheid er van verzacht; dit toch was het deel van Jesus en van alle Heiligen.

In den regel bezigt God deze soort van verlatenheid oia de zonden uit te wisschen, de zielen te zuiveren en die met kracht tot zich te trekken.

Wees daarom niet zoc eer bevreesd van voor eenigen tijd verlaten te worden, maar wees zeer bevreesd van door God voor eene gansche eeuwigheid verlaten te worden.

Wees gedachtig, dat, indien gij God verlaat. al is het slechts voor eene enkele doodzonde, hij u misschien voor altijd zal verlaten.

Neem dus een vast besluit:

1. Van u geheel aan God te onderwerpen in al uwe kwellingen en van niet meer met zulk eene angstige zorg de vertroostingen van dit leven na te jagen; — 2. Van liever van alle schepselen verlaten te willen zijn, dan zelve God te verlaten door eene doodzonde.

middelen.

1. Wel overtuigd zijn, dal die kwellingen, welke door geeoc enkele vertroosting verzoet worden, in Gods hand een uitstekend middel zijn om onze ziel van al hare onvolmaaktheden te zuiveren, en om haar in kor-

103

-ocr page 216-

204 OVERWEGING VOOR DEN VIJF EN DER

leu tijd snellen vooruitgang te doen maken in de ware deugd; welk middel (lod altijd heeft gebezigd ten opzichte zijner meest trouwe dienaren,

2. Bedenken, dat de troost, dien wij met zooveel vurigheid najagen, als wij in droefheid zijn, misschien slechts ten gevolge zal hebben, dat hij, door onze smarten te verzachten, onze verdiensten zal verminderen.

3. Wel overtuigd zijn, dat hoe meer men verlaten is van de menschen, des te meer men dikwijls door God vertroost en bezocht wordt.

OVERWEGING VOOR DEN ZES EN DERTIGSTEN DAG VAN DE VASTEN-

JESUS STERVENDE AAN HET KRUIS.

Jesu,i tot de ziel.

Staat hier stil, gij allen, die, door uw geloof en uwe liefde gedreven, de plaatsen voorbijgaat, die het tooneel waren van mijn smartvol lijden, en ziet, of er wel eene smart is, die aan de mijne gelijk is.

Beschouwt mijn hoofd, dat met doornen is gekroond en dat in al zijn lijden niets

-ocr page 217-

TIGSTEN DAG VAX DE VASTEN.

vindt, waarop liet kan rusten. Beschouwt mijne handen en voeten, die met nagelen doorboord zijn, mijn lichaam, dat geheel verscheurd en met hlued en wouden overdekt is, en uit de hevigheid van al die verschillende smarten zult gij leeren, hoe overmatig groot het lijden is, dat mijn doodstrijd mij veroorzaakt.

Wanneer de stonde, die de ziel van het lichaam scheidt en die den mensch als het .ware zoo mededoogenloos vaneenrijt, daar zij twee 200 innig met elkander verhonden deelen van elkander rukt, voor iedereen zoo wreed is. hoe wreed moet deze dan niet wezen voor mij, die sterf' te midden van zoovele folteringen.

Verbeeld u al de martelingen, die de Martelaars hebben ondergaan, en al hetgeen de wreedheid der dwingelanden en der beulen in staat is uit te vinden; en wees overtuigd niettemin, dat al wat gij u daarvan kunt voorstellen, slechts een Hauw afbeeldsel zijn zal van hetgeen ik lijd.

Gij zoudt moeten doordringen tot in bet diepst mijner ziel en tot in de geheimste plooien mijns harten, om de hevigheid daarvan te begrijpen,

Dc ziel lof, Jesu.i.

0 mijn goddelijke Zaligmaker! wanneer

205

-ocr page 218-

2()G OVERWEGING VOOU DEN ZES EN UER-

het niet mogelijk is, hoe weinig mensclielijk gevoel men ook liebbe, zonder medelijden en zondei' deelneming een boosdoener, zells den snoodsten aan cene yalg ol op een rad te zien sterven; welke gevoelens moeten dan thans mijn hart niet vervullen, nu. ik u, mijnen Vader, mijnen Koning en mijnen God. voor mij den geest zie geven op een kruis en een zoo schandelijken en wreeden dood zie ondergaan ?

Ik zie, o mijn goddelijke Verlosser! uw kruis van geheel verschillende personen omgeven; aan de eene zijde zie ik uwe heilige Moeder, uwen velbeminden leerling en enkele anderen, die u kennen en liet hebben, van diepe smart doordrongen; ik zie , hoe dezen, huiten staat als zij zich bevinden om u dat leven te behouden, dat de hevigheid der smarten u weldra zal ontnemen, bezorgd zijn om ten minste u dat kostbaar en goddelijk leven te bewaren, dat gij in hunne harten bezit.

Tegelijkertijd zie ik krijgsvolk, beulen en eene verblinde menigte, die, na u als een eerloos misdadiger aan een kruis te hebben doen sterven, wreed genoeg zijn om u te weigeren, dat gij in hun hart het leven hcrnemet, dat gij daarin hadt verbeurd.

De zou wordt verduisterd, de steenrotsen scheuren, de graven openen zich, de dooden

_1

-ocr page 219-

TI GST EN DAG VAN UE VASTEN.

staan op, on nochtans de harten dezer raen-schen blijven versteend en ongevoelig.

De ziel lot zich zelve.

De wereld is vol van die versteende harten, die met eene vreeselijke hardvochtigheid -weerstand bieden aan alle werkingen der genade, en die met de uiterste verachting alle middelen van zich afwijzen, die God bezigt om hen tot zich te trekken.

Behoort gij niet tot dit getal? Zijt gij getrouw om te beantwoorden aan Gods ingevingen en om uw voordeel te doen met den dood van uwen beminnelijken Verlosser?

Leeft hij nog door zijne genade in uw hart? En kunt gij de hoop koesteren, dat gij deel uitmaakt van die heilige zielen, die niet le-vreden zijn met hem in haar eigen hart te doen leven, maar die ook, zooveel in haar verinogen is, zich beijveren hem te doen leven in aller harten?

Gevoelt gij u niet levendig getroffen bij het gezicht van uwen Jesus, die uit liefde tot u in dfe hevigste smarten zijnen geest geeft? En hebt gij den wil om voortaan al hel overige van uw leven voor zijne eer te benuttigen en om u tot eenen goeden dood voor te bereiden? Dit is het besluit, dat gij nemen moet. Ziehier de middelen, die gij daartoe in het werk moet stellen.

207

-ocr page 220-

208 OVERWEGING VOOK DEK ZES EN DEH-

Middele».

1. Willen wij met Jesus a;in lid kruis sterven, dat wil zeggen, sterven als ware clmsteneu, dan behooren wij ook te leven als christenen. die waarlijk met Jesus gekruist zijn, en met den Apostel te zeggen: Ik ben aan het kruis van Jesus genageld door het onderhouden zijner geboden.

2. Dikwijls een punt van overweging er van maken, dat v\ij werkelijk eiken dag van ons leven sterven, daar wij eiken dag een gedeelte van dit tijdelijk en aardsche leven verliezen, en dat wij gelukkig zouden zijn, indien wij ook daarenboven eiken dag van ons leven inwendig aan ons zeiven en aan de wereld stierven, door ons te onthechten aan alle schepselen, ten einde alleen voor God te leven.

3. Dikwijls en vuriglijk God bidden, dat hij ons dezen geestelijken dood doe sterven en daartoe medewerken door de versterving onzer zintuigen.

-ocr page 221-

TIGSTEN UAtI VAN UE VASTEN. 209

OVERWEGING VOOR DEN ZEVEN EN DERTIGSTEN DAG VAN DE VASTEN.

JESUS' ZIJDE NA ZIJNEN DOOD Mlquot;!1 EENE LAKS DOORBOORD.

Jesus tol de ziel.

V;ai mijuen kant is alles volbracht; ik lieb gegeven al lietgeen ik bezat, mijn bloed, mijn leven, en mijn lichaam laat ik over.

De wreedheid mijner beulen is evenwel nog niet verzadigd; zij vervolgen mij nog na mijnen dood: zij openen mijne zijde om dea laatsten druppel bloed, die daarin nog overig is, te doen vloeien en dien met voeten te treden.

Alles is volbracht en thans is het oogen-blik daar, dat de rechtvaardigheid mijns Vaders voldaan is, dat zijn toorn is gestilden dat de menschen ten koste van mijn leven zijn vrijgekocht.

Komt, mijne lieve kinderen! komt dit bloed, dat ik na mijnen dood heb vergoten, opzamelen; het hangt slechts van u af om daarmede uw voordeel te doen; alleen dit zou aau mijn lijden ontbreken, zoo gij er geen voordeel mede deedt.

Druk uwen mond op deze doorboorde zijde,

14

-ocr page 222-

210 OVERWEGING VOOR DEK ZEVEN EN DER-

treed er binnen om daarin te blijven door mijne Sacramenten, die ook thans nog de vrucht en do verdiensten van mijn bloed inededeelen.

De ziel tot Jesus.

0 mijn goddelijke Zaligmaker! geef dat dit aanbiddelijk bloed over ons worde uitgestort, want van dit bloed alleen hebben wij onze zaligheid te verhopen.

In uwe heilige zijde wil ik mijne woonstede vestigen en mijne rust vinden. Gelukkig zij, die in dit toevluchtsoord zich verschuilen en het nimmer verlaten.

Dit is bet vereenigingspunt van alle rechtvaardigen en waarbeen alle harten zich behoorden te begeven.

Wat moet ik doen, goddelijke Jesus! om het geluk te verwerven van aldus met n ver-eenigd en onafscheidbaar vereenigd te blijven ?

Mij dunkt, gij zegt mij, dat ik u moet liefhebben , maar u liefhebbeu uit geheel mijn hart; dat ik mij geheel en gausch aan uwe lielde moet overgeven, en dat ik mij van alles, wat gij niet zijt, geheel behoor te onthechten.

Doorboor, mijn beminnelijke Zaligmaker! doorboor mijne zijde en mijn hart met de goddelijke lans uwer heilige liefde; gij zult daar binnen komen en den schat uwer ge-

-ocr page 223-

TIGSÏEiV DAG VAN DE VASTEN.

naden medebrengen; gij zult in mij blijven en ik zal in u blijven; zoo zult gij van mij ontvangen al wat gij mij vraagt, «n ik zal bezitten al wat ik begeer.

De ziel tot zich zelve.

Wanneer zult gij dit groot geluk in al zijne volmaaktheid genieten? Dan, wanneer gij aan uwen Verlosser een hart zult hebben aangeboden, dat vermorzeld en verootmoedigd is, een hart, dat gestorven is aan de wereld en doorstoken en doordrongen van eene levendige droefheid over uwe zonden.

Maar helaas! wat zult gij doen om tot eene zoo heilige gesteltenis te geraken? Gij moet eiken dag u moeite geven om die eigenliefde in u te doen sterven, die liefde tot de aardsche dingen, die gij tot dusverre voedsel gegeven heeft, met al hare bewegingen te volgen en u aan hare neigingen te onderwerpen.

Welke bijzondere middelen evenwel staan u ten dienste om hierin te slagen? Gij moet u voor altijd die vermaken ontzeggen, die zondig en verboden zijn, en soms zelfs, die geoorloofd zijn.

Gij moet u een heilig geweld aandoen en trachten u te gewennen aan en zells uw vermaak fce vinden in die zaken, die het

211

-ocr page 224-

212 OVERWEGING VOOR DEN ZEVEN EN DER-

meest legenstrijdig zijn aan de natuur, en nimmer u er op toeleggen om die te bevredigen.

Aldus sterft men ongevoelig aan de wereld; aldus bereikt men dit groote geluk van alleen te leven in Jesus en ter lielde van Jesus.

Maak dus thans hel voornemen om met kracht aan dit groote werk te arbeiden; eu ten einde dit met goed gevolg te doen , moet gij dikwijls aan deze groote waarheden deuken.

Middelen.

1. liet opperst geluk van een christen in dit leven is, van geheel gestorven te zijn aan de werelden aan zich zeiven; want dan eerst kan men met den Apostel zeggen: Ik ben gekruisigd met Jesus Christus, en ik leef niet meer, maar Jesus Christus leei't in mij.

2. Zeker is bet, dat men niet in één oogenblik dit groot geluk bereikt, maar men behoort standvastig te volharden in de beoefening der christelijke deugden en den verwoeden strijd volhouden, dien de wereld, het vleesch en de duivel onvermijdelijk ons zullen aandoen, zoodra wij met ernst begonnen hebben aan onze zaligheid le arbeiden.

-ocr page 225-

TIGSTEN DAG VAN DE VASTEN.

3. Niets is er nochtans, dat met de genade nioeielijk valt aan eene getrouwe ziel, die zich oprecht aan God schenkt, en de aanvallen harer vijanden die de oprechtheid harer liefde beproeven, dienen alleen om hare verdiensten te vermeerderen en hare kroon luisterrijker te doen worden.

OVERWEGING VOOR DEN ACHT EN DERTIGSTEN DAG VAN DE VASTEN.

JESUS IN HET GRAF GELEGD.

■fij.sus tol de ziel,

liet was aan mijne liefde niet genoeg geheel ontbloot van alles op een kruis testerven, ik heb daarenboven gewild, dat de armoede mij vergezelde tot in het graf, dat mij slechts ter leen en uit liefde is gegeven.

Alsof iiet voor de zonde nog niet genoeg was mij helleven te hebben benomen, heeft zij nog pogingen gedaan om mij als het ware te vernietigen, door mij aan het graf over te geven.

Ue zondaars hadden zich zeiven begraven in de ondeugd, en ten einde ben daaruit

213

-ocr page 226-

214 OVERWEGING VOOR DEN ACHT EN DER-

te trekken, laat ik toe, dat men mij ineen graf nederlegge.

Aldus veroordeel ik nog na mijnen dood u-.v zondig leven; uw hoogmoed had u het plan ingegeven om u tot aan den hemel te verheden, en ik, die uw Verlosser ben, ik laat toe, dat men mij opsluite in den schoot der aarde.

Omdat de mensch misbruik gemaakt had van al de zintuigen zijns lichaams, daarom is nu het mijne beroofd van elke levensverrichting. Het heeft oogen, maar zij zien niet; ooren, maar zij hooren niet; eenen mond, maar deze spreekt niet meer; handen , maar zij bewegen zich niet meer; voeten , rnaar zij dienen tot niets meer. 't Is alleen de liefde, die ik u toedraag, die er mij in doet toestemmen om mij aldus van alles te berooven,

De ziel tot Jesus.

Wanneer ik zie, mijn goddelijke Verlosser! dat eene enkele zonde den vorst der Engelen van uit het hoogst der hemelen in het diepst der helle nederwerpt, dan leer ik uit dien schrikkelijken val, hoe groot de boosheid der zoude is en hoezeer zij een schepsel vernedert, terwijl zij den schijn aanneemt het te verhellen.

-ocr page 227-

TIGSÏEN DAG VAN DE VASTEN.

Wanneer ik daarenboven zie, dat een God, menscli geworden voor mij, in liet graf nederdaalt, omdat hij onze zonden op zich heeft genomen, dan mag ik er niet langer aan twijfelen, dat hare boosheid oneindig is.

Ik ben er niet langer meer verwonderd over, o mijn God! als ik u in het verblijf der verrotting en der vernietiging beschouw, hoezeer ook uwe onschuld en heiligheid u daartegen vrijwaart, dat een uwer Profeten, die tot zonde was vervallen, door het licht uwer goddelijke genade verlicht, heeft gezegd; Ik was in het niet teruggezonken, en ik wist het niet.

Laat niet toe, o Heer! dat ik ooit het ongeluk hebbe van tot dien rampzaligen staat van vernietiging te vervallen, waartoe de zonde diegenen brengt, die zij van den verheven staat der heiligmakende genade doet nedervallen.

De ziel tot zich zelve.

0 hoe vernederend is de zonde! Hebt gij dit ooit genoeg beseft ? Omdat de Heiligen hel aldus begrepen, waren zij altijd, op het gezicht ook van hunne geringste fouten, als weggezonken en vernietigd voor God.

Hoezeer moest gij u dan ook vernederen,

215

-ocr page 228-

216 UVliRWEGI XG VOOK DEN ACHT M DER-

bij het beschouwen uwer zoo menigvuldige en schrikkelijke zonden?

Waar evenwel zult gij eene plek vinden, die gering en nederig genoeg voor u is, nu Jesus, die uwe zonden op zich heeft genomen, tot in den schoot der aarde zich heeft willen verlagen?

Daal dan in den geest neder tot in den afgrond der helle, als tot de plaats waar, zoo gij u zelve recht wilt laten wedervaren, uwe woonstede, gelijk gij weet, is bereid, tenzij uw Verlosser zich over u ontferme.

Eveneens dachten de Heiligen, dat hunne plaats was onder de duivelen en de verdoemden, als zij hun oog vestigden op hunne fouten.

Dat vonnis, dat zij tegen zich zeiven uitspraken, sloeg nochtans hun hart niet ter neder en maakte hen niet bevreesd; maar met het oog op de verdiensten, die Jesus Christus ons door zijnen dood en zijne verrijzenis heeft verworven, bleven zij vol vertrouwen hunne zaligheid van zijne barmhartigheid afwachten.

Maak daarom bet voornemen om deze diepe nederigheid na te volgen, en ten einde dit met goed gevolg te kunnen doen, vergeet nimmer, dat gij uit u zelve niets verdient dan de hel.

Schep evenwel weder moed door de hoop

-ocr page 229-

TIGSTEN DAG VAN DE VASTEN. 217

in ii op te wekken, dat Jesus medelijden met u zal hebben, dat hij vol liefde de band tot u zal uitstrekken, opdat gij niet in dien afgrond zoudt vallen, en dat hij u met hem tot den hemel zal opheffen, indien gij slechts besloten zijl hem te volgen en u er op toelegt om hein na te volgen. Ziehier de middelen daartoe.

Middelen.

1. Zich met Jesus Christus en in Jesus Christus begraven door eene oprechte en ware nederigheid en door de onthechting aan de ijdele eer dezer wereld.

2. Het verborgen leven beminnen en zijne zintuigen gebruiken, alsof' men daarvan beroofd was, dat wil zeggen, zonder gehechtheid aan de onschuldigste vermaken zelfs, die zij kunnen opleveren.

3. Dikwijls en met ernst aan den rampzaligen toestand denken, waartoe men in het graf'zal gebracht worden, en aan betgeen er van de ziel zal geworden , als zij eens van dit lichaam zal gescheiden wezen.

-ocr page 230-

218 OVERWEGING VOOR DEN NEGEN EN

OVERWEGING VOOR DEN NEGEN EN DERTIGSTEN DAG VAN DE VASTEN.

JESUS' LIJDEN EN KRUISDOOD ELKEN DAG DOOR DE ZONDAARS VERNIEUWD.

Jesus tot de ziel.

Na mijne verrijzenis ben ik niet langer onderhevig aan liet lijden en aan den dood; het ontbreekt mij evenwel niet aan beulen, noch aan liefde van mijnen kant.

Een overgroot aantal zondaars kruisigen mij nog dagelijks, zooveel in hunne macht is, en doen mij een wreeder en schandelijker dood ondergaan, dan de Joden mij in de dagen van mijn sterfelijk leven aangedaan hebben.

Ja, ook heden nog zijn er lafhartige leerlingen , die mij verlaten; ook heden nog zijn er Judassen, die mij verraden; ook heden nog zijn er Herodessen, die mij als een zmnelooze behandelen; ook heden nog zijn er beulen, die mijne pijneii vernieuwen; ook heden nog zijn er Pilatussen, die mij ter dood veroordeelen; ook heden nog zijn er goddeloozen, die mij met smaad en hoon bejegenen en godslasteringen tegen mij uitbraken.

-ocr page 231-

DERTIGSTEN DAG VAN DE VASTEN. 219

Die troivweloozen doen hun hart een nieuwen Calvarieberg ■worden; hunne ledematen, die zij dienstbaar maken aan hunne ongerechtigheden, zijn het schandelijke kruis, waaraan zij mij vastnagelen, en hunne hartstochten de wreede nagelen, waarmede zij mijne handen en voeten doorboren.

De ziel tot Jesus.

0 goddelijke Zaligmaker! Hoe weinig gekend en tevens hoe verschrikkelijk is deze waarheid! 0 welk een indruk zou zij niet maken, indien zij goed begrepen werd, met welk eene vrees zou zij diegenen niet doordringen, die u liefhebben, en met welk een ijver zou zij hen bezielen, om aan de bekeering der zondaren te arbeiden.

Wie is in staat te beseflen, o aanbiddelijke Jesus! hoe groot ook thans nog uwe smart zou wezen bij het beschouwen van zooveel euveldaden, zoo uw hart nog lijden kon!

Ongetwijfeld, nu gij de lieer der heerlijkheid zijt, zou deze nieuwe kruisdood veel gevoeliger en pijnlijker voor u wezen, dan dien gij eertijds hebt geleden.

Toen men u kruisigde in den lijd van uw sterfelijk leven, toen was het, omdat gij het aldus wildet en omdat het de wil uws Va-

-ocr page 232-

220 OVEUWEGINC voor, DEN NEGEN EX

ders was; en zoo iets in staat was u te bedroeven te raidden uwer pijnen en fblterin-ungen, dau was liet te moeten zien. hoe uwe beulen en allen, die eens uw bloed met voeten zouden vertreden, zich aan zonden schuldig maakten.

Nu echter, o mijn Godl is al uwe liefde met bij machte u in die nieuwe kruisiging te doen toestemmen.

Wel hoe! is het mogelijk, dat alles wat gij voor ons hebt gedaan, ons zoo weinig treft, dat het niet in staat is ons te weerhouden van uw lijden te vernieuwen, en door onze zonden u het leven te benemen dat de genade u in ons hart deed vinden!

De enkele gedachte aan de misdaad uwer eerste beulen bevangt ons met schrik en huivering. Zeker is bet nochtans, dat hunne blindheid de boosheid daarvan verminderde.

Zij wisten niet, dat gij de Messias en waarlijk God waart, üw Apostel geeft ons de verzekering, dat, als zij geweten hadden, dat gij het waart, zij nooit het ongeluk zouden gehad hebben dien zoo verfoeielijken Gods-moord te bedrijven.

Hierom bidt gij uwen Vader voor hen om vergeving, en gij smeekt zijne barmhartigheid af met te zeggen, dat zij niet weten wat zij doen.

Maar wanneer ik zie, hoe dikwijls en hoe

-ocr page 233-

DERTIGSTEN' I)A(i VAN DE VASTEN.

verschrikkelijk gij beleedigd wordt door christenen, die u erkennen als hun God, die ii aanbidden als hun Ivoning, die in uwe geheimen zijn onderwezen, die uwe Apostelen en dezer opvolgers tot leermeesters hadden, wier godsdienst geslaafd is door zooveel wonderen eu door het bloed van zooveel Martelaars, en die in weerwil van dit alles door hun ongeregeld leven misbruik maken van de verdiensten van uwen dood; dan zie ik in, dat zij onverschoonbaar zijn zuilen, dat hunne ondankbaarheid alle palen te buiten gaat, eu dat zij eene schrikbarende straf verdienen.

Eindelijk , mijn beminnelijke Verlosser! slechts eenmaal en op eene enkele plaats heeft men u lichamelijk gekruisigd; thans echt; r wordt gij door zoovele zondaars overal en voortdurend gekruisigd in hunne harten.

De ziel tot zich zelve.

0 hoezeer moest deze schrikkelijke waarheid u met smart vervullen en u afgrijzen voor de zonde inboezemen!

Is het u mogelijk overtuigd te zijn, dat .lesus nog eiken dag en herhaaldelijk wordt gekruisigd door uwe eigene broeders , door de christenen , die zijne dienaren, zijne vrienden, zijne kinderen zijn, zonder u daardoor

221

-ocr page 234-

222 OVERWEGING VOOR DES SEGEN EN

levendig ge trollen (e gevoelen en zonder een groot verlangen in n op te wekken om dit ongeluk, zooveel in u is, te voorkomen, door aan de bekecring der zondaars te arbeiden.

Ziedaar liet voornemen, dat gij behoort te maken.

Middelen.

1. Dikwijls en vuriglijk bidden voor de bekeering der zondaars.

2. Hen bezoeken en hun spreken over het groote belang hunner eeuwige zaligheid, over den dood, over den afschuw van de zonde, over de hel, over het paradijs en over de eeuwigheid; maar altijd met veel liefde en voorzichtigheid.

3. De vijanden verzoenen.

4. De ergernisgevers berispen en hen door goede voorbeelden tot God terugbrengen ; eindelijk, zich nooit geraakt toonen over de gebreken van zijnen evenmetisch, maar die verdragen met veel geduld en zachtmoedigheid.

-ocr page 235-

IIEIITICSTEN DAG VAN DE VASTEN. 223

OVERWEGING VOOR DEN VEERTIGSTEN DAG VAN DE VASTEN.

DE ZEGEPRAAL VAN JESUS' KRUIS IN HET HART DER RECHTVAARDIGEN.

Jesus tot de ziel.

Terwijl de werekllingen en de zondaars mij door hunne misdaden beleedigen en voortgaan met, zooveel in hen is, den smaad en de pijnen van mijn lijden en kruisdood te vernieuwen, bezit ik echter ook getrouwe leerlingen, kinderen volheide en dankbaarheid, die mij in hun hart doen leven en heerschen, en die er zich op toeleggen om vooitdürend mijne smarten te vereeren en na te volgen. Kunt gij vertrouwen tol hun getal te behooren?

Zij beschouwen mijn kruis als de bron van alle waar geluk, als den rijkdom en den schat hunner ziel; zij behandelen het met eerbied, zij aanbidden het, zij beminnen het en hebben een allervurigst verlangen om weldra daaraan te worden vastgehecht, door veel uil lielde tot mij te lijden. Bevindt gij u in deze heilige gesteltenis?

Itie getrouwe dienaren maken er onophoudelijk hun werk van om aan mij gelijk-

-ocr page 236-

224 OVERWEGING VOOR DEK VEERTIGSTEN

vonnig te worden. Zij bidden, waken, lijden en bestrijden met qetronwheid hunne hartstochten en de aanlokselen eener bedorven natuur. Zij zijn edelmoedig genoeg om zicli de genoegens van dit leven te ontzeggen ; zij verzaken geheel en al hunne eigene eer, om in alles niets dan de mijne te zoeken ; zij achten niets hooger dan vernederingen en lijden, en zij hebben niets dan verachting over voor eerbewijzingen en vermaken. Zijt ook gij met diezelfde gevoelens bezield?

Met kracht verzetten zij zich tegen de valsche grondregels der wereld, die slechts van ijdelheden en vermaken spreken, en zij leggen zich van ganscher harte toe op de beoefening eener altijddurende versterving en bezitten geene andere eerzucht, dan dat zij eens ware gekruisigden wenschen te zijn. Wat doet gij om tot dit geluk te geraken?

Wanneer deze ware leerlingen van mijn kruis bedenken, dat hun lijden de maatstaf -zal wezen der heerlijkheid, die ik voor hen bestem, dan zijn zij ten volle overtuigd, dat alles, wat zij in deze wereld kunnen lijden, niets is in vergelijking met eene zoo schitterende belooning.

Het beschouwen der groote waarheden , die zij door de overweging van mijn lijden leeren inzien, boezemt hun eene zoo groote begeerte in om uit liefde tot mij te lijden.

-ocr page 237-

DAG VAN DE VASTEN.

dat zij, wel verre van de gelegenheden daartoe te vluchten of'die te vreezen, veeleer blijde zijn die aan te treffen en dik-w ij Is hun best doen om die te doen voorkomen.

Zonder moeite vergeven zij aan die hen vervolgen; zij zijn altoos bereid om hen te omhelzen; en zij beschouwen hen niet anders dan als de dienaars mijner gerechtigheid of als de werktuigen, waarvan ik mij bedien om de oprechtheid hunner liefde te beproeven.

Te midden hunner kwellingen smaken zij een waren en diepen vrede, dien de wereld-lingen niet kunnen smaken noch begrijpen ; en mogen zij soms schijnbaar eenige onrust en kommer gevoelen, dan is dit slechts, omdat zij vreezen niet genoeg aan mij gehecht te zijn.

Ziedaar de afbeelding van hen, die mijn kruis in hun hart doen zegevieren. In die harten vind ik mijn welbehagen; in die harten leel' en heersch ik in waarheid. Niets vind ik daarin, dat mijnen wil wederstreeft; altoos zijn zij genegen mijne inspraken te volgen en nimmer houden zij op mij lief te hebben.

Wilt gij tot dit getal behooren? Wilt gij tot dit geluk geraken? Denk dan dikwijls aan mijne smarten; overweeg dikwijls mijn lijden en beijver u al de dagen uws levens om de voorbeelden te volgen, die ik u daarin heb gegeven.

225

-ocr page 238-

226 OVERWEGING VOOR DEN VEEBTIGSTEK

De ziel tot Jesus.

ü minnelijke Verlosser! ik. hen overtuigd, hoe waar hel is, dat gij door uw kruis hebt gezegevierd over uwe vijanden, en dat gij nog dagelijks door datzelfde kruis zegepraalt in de harten der rechtvaardigen.

Door de liefde, die zij uwe smarten toedragen. eu door hunne vurige begeerte om u in uw lijden na te volgen kruisigen zij zonder ophouden den aardschen en vleesche-lijken mensch, en gehoorzamen zij met getrouwheid aan al de ingevingen van den nieuwen en geestelijken mensch.

Gij, goddelijke Jesus! gij zijt die nieuwe mensch, die door de lietde heerscht in de harten der rechtvaardigen, en die hen met u doet heerschen, daar gij hen door de kracht uwer genade doet heerschen en zegevieren over hunne hartstochten.

Helaas! zal ik nimmer zoo gelukkig wezen van aldus met u te heerschen? Zal ik altijd de slaaf mijner hartstochten blijven? Zal ik altijd aan de slavernij der wereld onderhevig zijn? Zal ik nimmer geheel kunnen weèr-staati aan de bedorven neigingen van vleesch-en bloed, om alleen aan uwe goddelijke ingevingen gehoor te geven?

0 minnelijke Verlosser! hoeverre zie ik

-ocr page 239-

DAG VAN DE VASTEN.

mij verwijderd van de heilige gesteltenissen dier gelukkige harten, die het lijden beminnen; die slechts verachting koesteren voor de eerbewijzingen en de genoegens van dit leven; die de grondstellingen der wereld bestrijden; die aan niets anders denken, dan aan u te behagen, en die alleen voor u leven!

Wat zal ik doen om hun geluk deelachtig te worden? Welke is de bron, waaruit zij zooveel genaden putten? 't Is ongetwijfeld in het overwegen uwer smarten , dat zij dien schat van deugden vinden: 't is het beschouwen uwer armoede, dat hen aanspoort om zich van alles te berooven; 't is het beschouwen van uw geduld en van uw zachtmoedigheid , dat alle klachten en elk gemor tegenhoudt, die de natuur wellicht hun zou ontwringen te midden hunner kwellingen; 't is het beschouwen uwer nederigheid en uwer vernederingen, die gij in uw lijden hadt te ondergaan, dat hen de verplichting oplegt zich zoo diep te vernederen; 't is het beschouwen dier verbazende liefde, die gij in uw lijden doet blijken, dat hen dwingt alles te ondernemen en alles te doen, om uw kruis in hun hart te doen zegepralen.

Verleen mij de genade, goddelijke Zaligmaker! dat ik getrouw blijve om eiken dag van mijn leven mij te dompelen in die hei-

227

-ocr page 240-

228 OVERWEGING VOOR DEN VEERTIGSTEN

lige bron van uw bloed, door ernstig uwe smarten te overwegen.

De ziel tot zich zelve.

Is dit niet het voornemen, dat gij wilt maken, van uwe eer er in te stellen van tot het getal dier getrouwe aanbidders van den gekruisten Jesus te behooren, die eiken dag eenige oogenblikken besteden aan het overwegen zijner smarten ? Met benuip dezer oefening zult gij u volkomen kunnen overtuigen van de groote waarheden van het Evangelie, en zult gij een begin maken met ernstig aan uwe bekeering te arbeiden.

Zoo gij getrouw in deze oefening volhardt, zult gij spoedig overtuigd zijn , dat er voor u in dit leven geen grooter geluk mogelijk is, dan dat gij aan het kruis van Jesus Christus zijt vastgehecht.

Hoe gelukkig zoudt gij wezen , als gij in uw stervensuur met den Apostel kondel

oo — .

Christus! Ziehier rekruist met Jesus

zeggen: Ik ben


Middelen.

1, Vurig verlangen om aan alles te sterven , ten einde alleen in en voor Jesus

-ocr page 241-

¥

DAG VAN DE VASTEN. 229

Christus te leven , en dikwerf hem die groote genade afsraeeken.

2. Dagelijks zich beijveren om zich geheel en al aan eene of andere zaak in het bijzonder te onthechten en zich die te ontzeggen ter liefde van Jesus Christus.

3. Zich altijd meer en meer aan Jesus Christus hechten door eene groote getrouwheid in het onderhouden der oefeningen, die men naar den raad van zijnen biechtvader heeft gekozen om den dag christelijk door te brengen.

4. Dikwijls zijn hart tot den gekruisten Jesus opheffen en tot zich zeiven zeggen: Ziedaar het toonbeeld, waarnaar gij uw leven

! behoort in te richten, en tot Jesus zeggen:

Goddelijke Jesus! wanneer zal ik zoo gelukkig wezen van u te gelijken?

j lt;

|

1

-ocr page 242-

OTOVEGIEEN VOOR EE.\T KRUISBEELD.

TOT DEN ZONDAAR, BIJ HET AFBEELDSEL VAN DEN GEKRDISTEN JESÜS.

Beschouw, o zondaar! hier, uw God met bloed

en wonden

Bedekt, aan 't sehandlijk kruis, waaraan hij

stervend hing. Was 't Joodsche volk zijn beul?... Neen, 't

waren uwe zonden! 't Is door uw snoode hand, dat hij den dood

ontving!

O! kniel rouwmoedig neêr en kom uw tranen

mengen

Met 't kostbaar bloed, dat hij voor u ten

offer biedt;

Wasch met die tranen, die ge uit boete hier

komt plengen, De sporen af van 't bloed, dat ge op zijn

leden ziet!

Om des te beter u tot medelijden en deelneming op te wekken in liet lijden van uwen gekruisten Verlosser, moet gij met gevoel de volgende uitboezemingen tot hem

-ocr page 243-

OVERWEGINGEN VOOR EEN KRUISBEELD. 231

richten, terwijl gij eenige oogenblikken bij die plaatsen, die uwe godsvrucht u zal ingeven , moet ophouden met lezen, om alleen uw gevoel en uw medelijden te laten spreken.

VERZUCHTINGEN EN UITBOEZEMIXGEN BIJ HET AANSCHOUWEN VAN HET KRUISBEELD.

I. Zoo is dan mijn Jesus gestorven ? Hij is gestorven, die nimmer moest sterven ! is gestorven, wiens leven oneindig meer w aarde had dan het leven van alle andere menschen te zamen genomen ! 11 ij is gestorven, die aan de geheele wereld het leven schonk! Do Zoon Gods is gestorven voor de kinderen der menschen! Het lam is gestorven voor de wolven! De Heer voor den slaaf! De onschuldige voor de schuldigen!

H. 0 mijn Jesus! moet ik u dan stervende aan dit kruis zien uitgestrekt? Zijt gij het dan, o mijn Jesus? Gij. die niets dan liefde en goedheid voor alle schepselen ademt, dien ik van het leven beroofd zie ?... 0! hoe koud, gevoelloos en ontzield gij ook zijn moogt, ik bemin u nochtans, ik zegen en aanbid u uit geheel mijn hart.

11!. 0 aanbiddelijk hoofd! dat in den hemel door al de gelukzalige geesten wordt aanbeden; dat zoo menigmaal in uw leven op aarde niets had, waarop gij u kondet

-ocr page 244-

232 OVERWEGINGEN VOOR EEN KRUISBEELD.

nederletfgen; dat zoo dikwijls van den regen doorweekt en door den wind geteisterd werd, hoe zie ik thans u op alle plaatsen doorboord,. met bloed bedekt en voorover gebogen zonder ademtocht of gevoel! Ach! ik verneder mij voor u, nog meer met het hart dan met het lichaam, tot in den afgrond van mijnen niet, en in deze houding vereer ik u, zegen ik u en aanbid ik u uit geheel mijn hart.

IV. ü aanbiddelijk aangezicht! duizendmaal schooner dan de zon, dat de Engelen nimmer verzadigd zijn te aanschouwen, hoe zie ik u thans verontreinigd door afzichtelijke uitwerpselen, doorwond met slagen en geheel rood geverwd door de stroomeu bloeds, die uit de wonden van uw met doornen gekroond hoofd vloeien. Ik aanbid u met oogen vol mededoogen en eerbied en ik aanbid u uit geheel mijn 1-art.

V. 0 liefelijke oogen van mijnen Zaligmaker! die zooveel tranen voor ons gestort hebt, die uit liefde tot ons met vreugde uw kruis en uwe pijnen hebt aanschouwd, en die ook ons met zooveel deernis en medelijden hebt aangezien, lioe zie ik u thans vol bloed en onreinheid en zonder leven of beweging! Ach! mocht ik mijne oogen voortaan niet meer openen, dan alleen om de uwe te beschouwen, gelijk zij thans door den

-ocr page 245-

OVERWEGINGEN VOOR EEN KRUISBEELD. 233

dood zijn gesloten, en u uit geheel mijn hart aanbidden!

VI. 0 gezegende mond! die zoovele wonderen voor de menschen hebt verricht, die ons zoo schoone onderrichtingen hebt gege-ven, om wel te leven en om in den hemel te komen, hoe zie ik u thans in uw schrikke-lijken dorst met gal en azijn gelaafd! 0! ware het mij geoorloofd mijnen mond op u te drukken, ik zou die vermetelheid niet hebben, maar ten minste zegen ik u, loof ik u en aanbid ik u uit geheel mijn hart.

VIL 0 almogende handen! die hemel en aarde hebt geschapen, die zooveel wonderen hebt verricht, en die ook nu nog ons op den weg des levens ondersteunt, hoe zie ik u thans bewegeloos en aan het kruishout vastgenageld, omdat gij het zoo gewild hebt! 0 gezegende handen I goddelijke handen, die zoo milddadig en weldoend waart! ik kus en aanbid u uit geheel mijn hart.

VIU. 0 aanbiddelijke voeten! die zoovele voetstappen voor mij hebt gezet en zoovele reizen en tochten voor mij hebt ondernomen, hoe zie ik u thans aan het kruis gehecht en vastgenageld! Ik buig mijne knieën en werp mij voor u neder, en, zoo het mij vergund is, kus ik u en wensch ik u te kussen met hetzelfde hart en dezelfde liefde, als waarmede de H. Magdalena u gekust heeft.

-ocr page 246-

234 OVERWEGINGEN VOOR EEN KRUISBEELD.

IX. Eindelijk, o allerheiligst hart van mijnen Jesus! hetwelk alle schatten dei godheid in zich besluit en dat zooveel liefde voor mij gehad hebt. hoe zie ik u thans met eene lans doorstoken! Gij stort tot zells uwen laatsten druppel bloed voor mij; ik aanbid u met alle harten van den hemel, van deze aarde en van het vagevuur, die gij met uwe liefde hebt vervuld.

0 mijn Jesus! mocht door deze wonde uwer zijde uw hart in mij komen of het mijne tot u gaan, om geheel in u veranderd te worden |

0 allerheiligst hart! o aanbiddelijk hart! bronader van al de liefde, die zoovele^ harten heeft gereinigd en geheiligd, reinig en heilig ook het mijne, opdat ik geheel liefde voor u zij, gelijk gij dit geweest zijt, en gelijk gij nog geheel lietde voor mij zijt.

X. Maar, mijn Jesus! waarom en door wie zijt gij aldus behandeld geworden? Wie heeft u aan dit kruis gehecht?

Helaas! het waren niet de Turken of barbaren , het waren zelfs niet enkel de Joden. Wie dan, mijn Verlosser? Wie? Ach! welk een verschrikkelijk antwoord, maar dat niettemin waarheid in zich besluit! Ik ben het, o mijn God! Ja, ik zelf heb u in het aangezicht gespuwd, ik zelf heb met geeselsla-gen uw vleesch verscheurd, ik zelf heb u met doornen gekroond, ik zelf heb u, toen

-ocr page 247-

OVERWEGINGEN VOOR EEN KRUISBEELD. 235

gij door een vreeselijken dorst werdt gefolterd, gal en azijn aangeboden, ik zeil' heb uwe voeten, uwe handen en uwe zijde doorboord ; ik was uw moordenaar en uw beul: ik beken het, mijn Verlosser! ik belijd het ten aanhoore van hemel en aarde, tot uwe eer en tot mijne schande.

XI. Maar, o mijn Jesus! hoe zal ik ooit uwe liefde en goedheid naar waarde prijzen, daar gij, na al de wreede mishandelingen, die ik u aandeed , noch thans mij in het leven behoudt en nog uwe genaden aanbiedt! Ach ! ik neem die van gauscher harte aan, en ik betuig u, dat ik in het vervolg nimmer meer uw moordenaar of uw beul zal wezen, door mij aan nieuwe zonden plichtig te maken; ik leg thans de belofte af, dat ik nimmer meer voor u die harde en ongevoelige steenrots zijn zal, die ik geweest ben: want zelfs de rotsen scheurden bij uw verscheiden, om aldus u hare gevoeligheid te betuigen.

XII. Zal ik, van wien en voor wien gij zooveel hebt geleden, zal ik niets voor u doen? Ach! ik zou wenschen in mijn hart al de teederste gevoelens van medelijden te vereenigen, die ooit de harten vervuld hebben van allen, die hel meest voor u bezield waren van teedere liefde en mededoogen, ten einde die allen te bezigen om mijn medelijden met uwe smarten te betuigen.

-ocr page 248-

236 OVERWEGINGEN VOOR EEN KRUISBEELD.

H. Joannes, H. Magdalena, vurige minnaars en minnaressen van Jesus, maar gij vooral, o H. Maagd! die in den hemel, waar gij -woont, geene smart kent, stort in mijn hart al de smart over, die gij gevoeldet, toen gij uwen Zoon zaagt lijden en sterven, en toen gij hem eindelijk dood in uwe armen aanschouwdet. Ach! wanneer mijn Verlosser voor mij heeft geleden en gestorven is . laat ook mij dan sterven, ja, laat ook mij lijden en sterven voor hem!

XIII. Maar, o mijn Jesus! daar het uw verlangen is. dat ik nog blijve leven, werp ik mij aan uwe voeten neder, als uw moordenaar en nw beul, en ik vraag u vergeving van al mijne euveldaden , met al de schaamte, al het leedwezen en al de droefheid, waartoe ik in staat ben.

Ik wenschte, o mijn Jesus! bloedige tranen te kunnen storten om die te beweenen; ik wenschte, dat mijn hart vaneenscheurde en verbrijzeld werd door de hevigheid der smart, gelijk dit aan eenigen uwer dienaren is overkomen.

XIV. Maar, daar het uw verlangen niet is, dat het medelijden met uwe smarten of dat de droefheid over mijne zonden mij liet leven beneme, daarom durf ik u nederig smeeken mij de kwijtschelding mijner fouten teverleenen; ik ben deze niet waardig; neen,

-ocr page 249-

OVERWEGINGEN VOOR EEN KRUISBEELD. 237

ik verdien niets dan de hel, die ik duizend en duizendmaal heb verdiend; maar, o mijn Zaligmaker! de vergifl'enis, die gij aan zoo vele anderen hebt geschonken, doet mij vertrouwen, dat gij die ook mij niet zult wel-qeren; gij hebt vergiffenis geschonken aan Petrus, uwen Apostel, die na zoovele gunsten, die hij van uwe goedheid had ontvangen, u zoo lafhartig had verloochend; gij hebt vergiffenis beloofd en gesclionken aan den moordenaar, op hetzelfde oogenWik , dat hij n daarom bad; gij hebt gebeden voor uwe beulen, op het eigen oogenblik, dat zij u mishandelden en den spot met u dieven.

Uw gebed, o mijn Verlosser! betreft mij zoowel als hen, omdat ook ik een uwer beulen was; en , zoo ik u om vergeving daarvan vraag, dan is dit, omdat gij zelf mij aanspoort dit te doen. En de bede, die ik tot u richt, is een gevolg der bede, die gij voor mij verricht hebt, ongetwijfeld zet gij mij niet daartoe aan, om die en bijgevolg ook de uwe, te verwerpen en aldus nntteloos te doen zijn ; want evenmin als mijn gebed zou ook uw gebed verhoord worden, zoo ik geene vergiffenis mijner zonden erlangde.

XV. Daarenboven, mijn aanbiddelijke Zaligmaker ! die bede, die gij voor mij tot uwen Vader hebt gericht, hangt nu van u af, want hij heeft u al zijne macht in handen gege-

-ocr page 250-

238 OVERWEGINGEN VOOR EEN KRUISBEELD.

ven en u aangesteld als den opperrechter over levenden en dooden.

Verleen ons dan , smeek ik u, o mijn liefdevolle Verlosser! verleen ons de k-wijtschel-ding, die gij niet alle.en voor ons verlangd maar ook afgebeden hebt, en die thans van u afhangt.

XVI. Wij smeeken u daarom voor elkander, en voor allen, jegens wie wij de meeste verplichting hebben en in het bijzonder voor diegenen, die wij, op welke wijze dan ook, tot zonde gebracht hebben.

Wij smeeken u daarom door uwe heilige wonden, en door uw kostbaar bloed, door u in zeven verschillende omstandigheden vergoten: bij uwe besnijdenis, in uwen doodstrijd in den hol der Olijven, bij uwe wreede geeseling, bij uwe kroning met doornen, bij uwe ontkleeding, toen uwe kleederen, die aan uw lichaam door het bloed waren vastgekleeld, u werden afgerukt, bij uwe kruisiging, en toen men uwe zijde met eene lans doorstak.

Wij smeeken u daarom door dit bloed, dat niet alleen door ons, maar ook voor ons

is vergoten. ■ i j

Wij smeeken u daarom door dit bloed, dat roept, niet om wraak over ons, maar om genade voor ons.

Eindelijk, wij smeeken u daarom door dit

-ocr page 251-

OVERWEGINGEN VOOR EEN KRUISBEELD. 239

bloed, welks verdiensten al onze misdaden oneindig overtreffen.

Met dit bloed en door door dit bloed roepen wij tot u om barmhartigheid. Barmhartigheid! o lieve Jesus! barmhartigheid! Stort in elk onzer harten een enkelen druppel daarvan, om onze zonden uit te wis-schen.

XVII. De kwijtschelding evenwel, die wij van u verhopen, zal slecnts onze dankbaarheid en ons leedwezen doen toenemen , als wij zien, dat gij na zoo vele beleedigingen nog zoo goed voor ons zijt van ons te willen vergeven.

Ach! lieve Jesus! welk eene overmaat van wreedheid van onze zijde, en welk eene overmaat van goedheid van uwe zijde!

Ach! mijn Jesus! ik kan niet meer: het leedwezen over mijne zonden, de erkentelijkheid voor uwe goedheden jegens mij, het medelijden met uwe smarten en de overmaat uwer liefde ontnemen mij de spraak; zoo hevig is het zuchten en snikken van mijn hart, dat ik als verstik; mijn hart scheurt in mijn binnenste en de smart, die het aangrijpt, belet mij het spreken.

En daar ik niet meer in staat ben te spreken , o mijn aanbiddelijke Jesus! duld daarom, dat ik mij in de eenzaamheid afzondere en daar mij aan uwe voeten nederwerpe, om

-ocr page 252-

240 OVERWEGINGEN VOOR EEN KRUISBEELD.

mijn hart de gelegengeid te geven tot u te zeggen wat mijne tong niet bij machte is uil te spreken: 0 Jesus! 0 zonde! 0 wreed-heid 1 0 goedheid! 0 lielde! liefde! lieidc. liefde!

-ocr page 253-

lilTAMBE

VAN HET

LIJDEN ONZES HEEREN.

VOOR ELKEN VRIJDAG VAN HET JAAR EN OP HET EINDE VAN ELKE OVERWEGING.

Heer, ontferm U onzer.

Christus, ontferm Li onzer.

Jesus, hoor ons.

Jesus, verhoor ons.

God, hemelsche Vader, ontferm U onzer. God de Zoon, Verlosser der wereld.

God de Heilige Geest, 0

11. Drievuldigheid, één God, 3

Jesus, oneindig goede koning, die in Je- re2 rusalem uwen intocht deed, om daar 3 voor ons te gaan lijden,

Jesus, die U vol nederigheid voor uwe 0 Apostelen hebt nedergeworpen, om hun g de voeten te wasschen, !S

Jesus, vol leven, die op eene geestelijke wijze ons versterkt door de 11. Communie,

1G

-ocr page 254-

LITANIE VAN HET

Jesus, ware laafdrank onzer zielen en die

haar verkwikt, ontferm U onzer.

Jesus, die, nadat gij het Avondmaal met uwe Apostelen hadt gehouden, met groote vurigheid en onwrikharen moed zijt uitgegaan, om voor ons te sterven, Jesus, ter aarde nederliggend, terwijl gij

badt in den hof der Olijven,

Jesus, gedurende dat gebed tot den dood bedroefd,

Jesus, die in uwen doodstrijd met een

bloedig zweet overdekt waart,

Jesus, die in uwe droefheid door eenen o

Engel hebt willen vertroost worden, Jesus, die door Judas lafhartig zijt ver- £ raden door eenen kus, 0

Jesus, die uwen verrader met de grootste a minzaamheid hebt behandeld, g

Jesus, die hebt toegelaten, dat gij door n soldaten en gerechtsdienaren als een P misdadiger werdt geboeid,

Jesus, die door al uwe leerlingen werdt verlaten,

Jesus, die voor Annas en Caiplias werdt gebracht om voor hunne rechtbank op verschillende valsche beschuldigingen te antwoorden,

Jesus, die geheel onschuldig van eenen dienaar des hoogepriesters eenen kaakslag hebt ontvangen.

242

-ocr page 255-

LIJDÉN ONZES HEKREN.

Jesus, die tot driemalen toe, zelfs met eenen eed, werdt verloochend door Petrus, den eerste uwer Apostelen en dien gij tot zichtbaar opperhoold uw er Kerk hadt verkoren, ontferm U onzer.

Jesus, die vol minzaamheid dien trouwe-loozen Apostel hebt aangezien en tot boetvaardigheid bewogen,

Jesus, die geheel ten onrechte door val-

sche getuigen werdt beschuldigd,

Jesus, die door Herodes en geheel zijn

hoi' werdt versmaad,

Jesus, die met een wit kleed werdt omhangen, om u voor eenen zinnelooze 0 te doen doorgaan, S

Jesus, die aan eene kolom werdt vasL- SP gehecht, waai aan gij wreedelijk werdt g gegeeseld, G

Jesus, die door uwe wreede geeseling met 0 bloed en wonden waart overdekt, g

Jesus, die met eenen purperen spotman- B

tel werdt omhangen,

Jesus, wiens hoofd door de doornen kroon

werd verwond,

Jesus, wiens aangezicht op eene schandelijke wijze werd bespuwd,

Jesus, wien de soldaten eenen blinddoek voor 'de oogen bonden, om hun tot speelbal te dienen,

Jesus, die door ontelbare kaakslagen werdt

243

-ocr page 256-

LITANIE VAN HET

verwond, ontferm U onzer.

Jesus, die met eenen rietstok werdt geslagen ,

Jesus, die door allerlei mishandelingen tot zulk een deerniswaardiger! toestand ■werdt gebracht, dat gij onkenbaar waart geworden, en die in dieu toestand aan het volk werdt vertoond,

Jesus, die op eene lijn zijt gesteld geworden met Barabbas, eenen dief en moordenaar, wien men meer waardig oordeelde van den dood verlost te worden dan ii,

Jesus, die om onze zonden doorwond en

verscheurd werdt door slagen, Jesus.die door het joodsche volk met den meesten aandrang ter kruisiging werd gevraagd,

Jesus, die door uwen rechter zeiven onschuldig werdt verklaard en nochtans als een schuldige werdt behandeld, Jesus, die door den rechter Pdatus tot eenen schandelijken dood werdt veroordeeld ,

Jesus, die aan de willekeur en de wreed-

heid der Joden werdt overgelaten, Jesus, die onder het zwaar gewicht

van uw kruis gebukt gingt,

Jesus, die tot verschillende keeren toe onder den last van uw kruis zijt bezweken.

-ocr page 257-

LIJDEN ONZËS HEEREN.

Jesus, die bij het ontmoeten uwer allerliefste Moeder eene gevoelige smart hebt geleden, ontferm U onzer.

Jesus, die als een onschuldig lam ter

slachtbank werdt heengeleid,

Jesus, die op den Calvarieberg op eene-gruwzame wijze van uwe kleederen werdt beroofd, die vastgekleefd waren aan uw lichaam,

Jesus, die op eene onmenschelijke wijze aan het schandhout des kruises werdt vastgenageld,

Jesus, die voor onze zonden met won- 0 den overdekt waart, g.

Jesus, die onder de pijnlijkste schokken ra' aan uw kruis werdt opgeheven, g

Jesus, vol goedheid, die uwen Vader om c vergeving hebt gebeden voor uwe vij- 0 anden, g

Jesus, die tot de boosdoeners werdt ge- £ï rekend,

Jesus, die als het uitvaagsel en de schande van het menschdom werdt behandeld, Jesus, die aan uw kruis hangend het voorwerp der bespotting en verachting der voorbijgangers waart,

Jesus, die door de Joden werdt beschimpt, Jesus, die aan uw kruis hangend smaad en verguizing moest lijden van de soldaten ,

245

-ocr page 258-

LITANIE VAN HET

Jesus, die door eenen dief, welke aan uwe zijde was gekruisigd, met verwijtingen werdt overladen, ontferm U onzer.

Jesus, die met smaadwoorden werdt verzadigd .

Jesus, die aan den goeden moordenaar het paradijs hebt toegezegd, zoodra hij u erkend en berouw getoond had over zijne zonden,

Jesus, die door uwe oprechte kinderlijke liefde gedreven, uwe Moeder aan de zorgen van den H. Joannes hebt aanbevolen , 0 Jesus, die in den brandenden dorst, die a u kwelde, met gal en azijn werdt ge- y laafd, g Jesus, die, van uwen Vader verlaten en van allen troost beroofd, hem met lief- o devolle teederheid hebt aangeroepen, ö Jesus, die betuigd hebt, dat alles wat js van u was voorspeld geworden volbracht was,

Jesus, die uwen geest in de handen uws

Vaders hebt bevolen,

Jesus, die aan het kruis uwen geest hebt gegeven,

Houd hier een oogenhlik op en verneder u voor eenen God, die sterft.

Jesus, die gehoorzaam zijt geweest tot

246

-ocr page 259-

LIJDEN ONZES HEEREN.

den dood des kruises, ontferm U onzer. Jesus, wiens reclilerzijde na uwen dood

door eene lans werd doorboord.

Jesus, uit -wiens geopende zijde water en

bloed gevloeid is, 0

Jesus, wiens bloed en wonden al onze S kwalen hebben genezen, g5

Jesus, wiens lichaam van het kruis is af- a genomen geworden, t—

Jesus, die in het graf zijt nedergelegd 0 geworden , §

Jesus, die in het voorgeborchte zijt ne- £2 dergedaald, om de heilige oudvaders en de zielen dergenen, die in staat van genade uit dit leven waren gescheiden , daaruit te verlossen,

Lam Gods, dat de zonden der wereld wegneemt, spaar ons, Heer.

Lam Gods, dat de zonden der wereld wegneemt, verhoor ons. Heer.

Lam Gods, dat de zouden der wereld wegneemt , ontferm U onzer.

lieer, ontferm U onzer.

Jesus Christus, hoor ons.

Jesus Christus, verhoor ons.

ƒ. Onze lieer heeft zich zeiven diep vernederd.

En hij is gehoorzaam geweest tot aan den schandelijken dood des kruises.

247

-ocr page 260-

248 L1TAKIE VAN HET LIJDEN ONZES HEEREN.

LAAT ONS BIDDEN.

Wij smeekenu ootraoediglijk, oHeer, die uit den hemel op aarde zijt nedergedaald, om ter boeting onzer zonden tot uwen laat-sten druppel hloed te vergieten, dat gij ons den troost gelievet te verleenen, dien -wij van uwe grootmoediglieid verhopen, van eens, in den laatsten oordeelsdag deze zoete woorden uit uwen mond te mogen hooren: Komt, gezegenden mijns Vaders, Amen'

Onze Vader. — Wees gegroet. - Ik geloof in God den Vader enz.

-ocr page 261-

MISGEBEDEN

IN DEN VORM EENER SAMENSPRAAK MET DEN LIJDENDEN JESUS,

ook geschikt tot voorbereiding voor de H. Communie.

OVERWEGINGEN EN GEBEDEN VOOR DE H. MIS.

Jesus Christus spreekt tot degod-vruchtige ziel. — Op eene onbloedige wijze ga ik op het altaar het offer vernieuwen, dat ik van mij zeiven aan het kruis heb gebracht, om de rechtvaardigheid mijns Vaders , die tegen de zondaars vertoornd was, te bevredigen, om tot losprijs en zoenoffer te zijn voor geheel het menschdom; om voor alle menschen al die genaden te verwerven, die hun noodig zijn om zich te bekeeren en in de deugd te volharden. Verlevendig uwe godsvrncht, getrouwe ziel, en kom u vol liefde met mij slachtofferen.

De godvruchtige ziel. — Vurig ver-

-ocr page 262-

MISGEBEDEN.

lang ik, o raijn Verlosser! mij met u te vereenigen en den schat van genaden en zegeningen mij ten nutte te maken, die gij mij in dit verheven geheim bereidt, maar ■wat vermag ik, wanneer gij mij niet te hulp komt? Stort mij dan gevoelens van barmhartigheid, van dankbaarheid en van liefde in, opdat ik mij met u en evenals gij slachtoflere gedurende deze aanbiddelijke offerande. Ik wil umijn verstand toehelligen door het levendigst en nederigst geloof, mijn hart door de teederste en de vurigste liefde, mijn lichaam door de meest ingetogen en eerbiedigste houding; zeg mij wat ik nog meer doen moet.

Jesus Christus. — Teneinde beter te begrijpen, met welke gesteltenissen gij deze heilige oefening behoort bij te wonen, moet gij de smarten overwegen, die ik gedurende mijn lijden heb ondergaan, en waarvan het H. Misoffer eene gedachtenis is; en om u dit gemakkelijk te maken, zal ik u de voornaamste omstandigheden in het geheugen roepen, die deze uitstekendste uitwerking mijner liefde tot den mensch hebben vergezeld. Zuiver uwen geest en uw hart om mij op dezen lijdensweg beter te kunnen volgen, en verwek eene oefening van berouw.

De godvruchtige ziel. — Mijn Heer en mijn God, het is mij leed enz.

250

-ocr page 263-

MISGEBEDEN.

Jesus-Cliristus. — Ik had even te voren het grootste aller wonderen verricht, de instelling namelijk van het heilig Sacrament des Altaars. Meermalen had ik mijne Apostelen over dit kostbaar gunstbewijs onderhouden ; maar hun verstand was zoo weinig ontwikkeld, dat zij niet in staat waren mij te begrijpen. Dit Sacrament van liefde verlevendigde voor een oogenblik hunne vurigheid; spoedig nochtans vergalen zij deze

foddelijke en onuitsprekelijke liefdegave, loge hun voorbeeld u oplettender en waakzamer doen zijn, nu datzelfde gunstbewijs u zal geschonken worden.oddelijke en onuitsprekelijke liefdegave, loge hun voorbeeld u oplettender en waakzamer doen zijn, nu datzelfde gunstbewijs u zal geschonken worden.

De godvruchtige ziel. — Neen, ik zou niet kunnen begrijpen, hoe de Apostelen zoo lafhartig en zoo ontrouw waren, zonder de droevige ondervinding, die ik van mijne eigene zwakheid heb opgedaan. Ik vrees dus, maar ik hoop tevens. Ik vrees, omdat ikzwak, onstandvastig en te veelaan zinnelijke voorwerpen verslaafd ben. Ik hoop, omdat gij over mij waakt, omdat gij op het altaar gaat nederdalen om mij te strekken tot gids, tot voorbeeld, tot losprijs, tot slachtofter, tot voedsel en tot teerspijze. Ja, ik hoop, o mijn goddelijke Zaligmaker! en deze mijne hoop berust uitsluitend op uwe verdiensten en op uwe beloften.

251

-ocr page 264-

MISGEBEDEN.

BIJ HET BEGIN DER H. MIS.

De Priester gaat naar het altaar. — Jesus gaat naar den hof der Olijven.

Jesus Christus.— Toen ik de zaal van het Avondmaal verliet om den hof der Olijven in te gaan, sprak ik met mijne Apostelen over hetgeen mijne vijanden tegen mij beraamden. Ik wapende hen tegen de gevaren , -waaraan zij zouden worden blootgesteld, tegen de bekoringen, die zij te lijden zouden hebben. Ik spoorde hen aan om evenals ik en met mij te bidden, om van mijnen Vader al die genaden te verwerven, die men in dergelijke omstandigheden behoeft. Een weinig later evenwel gaven zij zich aan den slaap over!

De godvruchtige ziel. — Welk eene reden van schaamte voor ons, o mijn aanbiddelijk toonbeeld! dat wij ons zoo gemakkelijk door dit lichaam, dat van slijk gemaakt is, laten medeslepen! Helaas! ik wenschte wel het geneesmiddel te kennen ter genezing eener kwaal, die zoo veelvuldig voorkomt en zoo moeielijk te genezen is. 0 alvermogend geneesheer! genees mij en leer mij bidden.

252

-ocr page 265-

MISGEBEDEN.

BIJ HET INTROIBO.

Jesus' doodstrijd in Gethsemani.

Jesus Christus.-—Teneinde degroote noodzakelijkheid van hot gebed te beseffen en zijne aandacht onder het bidden levendig te houden, moet men bezield zijn met een levendig geloof en met den geest van boetvaardigheid en versterving zijner zinnen. Wanneer deze deugden ontbreken aan de christenen, voor welke mijn Vader eene bijzondere voorliefde bezit, dan zendt hij hun inwendige of uitwendige smarten over, die hen van de schepselen aftrekken en tot God opheffen. Ziedaar de gewichtige les, die ik u geef in den hof der Olijven. Nauwelijks toch was ik daar aangekomen, of mijne ziel werd bedroefd tot aan den dood. Ik geraakte in doodstrijd en een zoo overvloedig bloedig zweeten overviel mij . dat mijn bloed op den grond, waarop ik nederlag, afdroop.

De godvruchtige ziel. —- 0 Jesus! hee groot moet niet de droefheid geweest zijn, waarin uw hart als wegzonk ! VVelkeene wreede smart moest gij verduren! Welk eene schoone les van onderwerping en versterving geelt gij mij

Jesus Christus. — Behalve den geest van boetvaardigheid en versterving der zin-

253

-ocr page 266-

MISGEBEOËN.

nen, ■waarvan ik u het voorbeeld wilde geven . waren er drie zaken, die in mij die ongehoorde smart teweegbrachten: het gezicht der zonden van alle menschen; het gezicht der pijnen, die ik ging lijden; en de ondankbaarheid van een oneindig aantal zondaars, die deze vruchteloos zouden doen blijven.

De godvruchtige ziel. — Het was alzoo voor mij, beminnelijke Jesus! dat gij ter prooi waart aan dien smartvollen doodsangst. Helaas! wat ware er van mij geworden en wat zou er nog van mij worden, zoo gij geen medelijden met mij hadt.

BIJ HET CONFITEOR.

Jesus, het beeld van den berouw hebbend en zondaar.

Jesus Christus. -- Ik heb uwe ongerechtigheden en die van alle zondaars op mij genomen: ik heb de straf er van willen dragen. Beken uwe schuld en verwek m u een levendigen afschuw voor de zonde, die zooveel rampen over mij zal doen komen.

De godvruchtige ziel. — Ja, mijn God! ik ben schuldig, ten hoogste schuldig; ik beken mijne schuld. Het is door mijne schuld , alleen door mijne schuld, dat

254

-ocr page 267-

MISGEBEDO.

ik gezondigd heb.... 0 konde ik sterven van droefheid , dat ik een zoo goeden , een zoo beminnenswaardigen God heb vergramd! Schenk mij vergiffenis, Heer! ik smeek u daarom door de voorspraak der allerheiligste Maagd , der heilige Engelen en van alle Heiligen ; verleen mij de genade van niet in de zonde te hervallen. Amen.

De Priester klimt het altaar op en kust het.

Jesus door Judas verraden,

Jesus Christus. — Judas pleegde jegens mij bet schandelijkst verraad door mij eenen kus te geven. Te vergeefs spreek ik hem aan met den teederen naam van vriend, om heiu tot inkeer te brengen en aldus hem te Kunnen vergeven. Door de knaging van zijn geweten gefolterd, bekent hij zijne schuld; maar in plaats evenwel van zich te bekee-ren , beneemt hij zich uit wanhoop het leven. 0! welk eene diepe wond bracht hij mijn hart toe!

De godvruchtige ziel. — Helaas! Heer! heb ik uwen Apostel niet nagevolgd door in staat van doodzonde de li. Communie te ontvangen? Mijn goddelijke Meester! ik heb gezondigd, maar ik stel mijne hoop op u en ik zal altijd hopen , want mijne zouden zijn mij leed en gij zijt de God van barmhartigheid.

255

-ocr page 268-

MISGEBEDEN.

De Priester gaat naar den Epistelkant. — Jesus werpt de soldaten ter aarde neder en laat zich door hen boeien.

Jesus Christus. — Ik heb mij laten boeien als een misdadiger , omdat ik de meu-schen van de slavernij der zonde wilde verlossen en hen tot mij trekken door de banden der liefde.

De godvruchtige ziel. — 0 mochtik zoo gelukkig zijn, mijn allerbeminnelijkste ,

Zaligmaker! Verbreek de banden, die mij vastbinden aan de zonde, aan de ijdelheden der wereld en aan mij zelve. Geef, dat ik met u vereenigd zij door de zoete banden eener zuivere en onbeperkte liefde, dieniet i

toelaat, dat ik ooit van u scheide.

BIJ HET INTROÏTUS.

Jesus ontvangt een en kaal slag.

Jesus Christus. — Ik lijd het met geduld , dat men mij in tegenwoordigheid van eene gansche schare, die zich bij mijn verhoor voor de rechtbank bevond , eenen kaakslag geeft, om eene gevoelige les te geven aan zoovele Christenen , die geene beleedi-gingen kunnen verdragen en die steeds er op uit zijn om zich te wreken. En , terwijl

256

-ocr page 269-

MISUEBEDliN.

meii mij vau allerlei misdrijven belicht, bewaar ik eeu diep stilzwijgen.

De godvruchtige ziel. — Neen, mijn aanbiddelijke Meester! die lessen zullen voor mij niet verloren zijn. Gij vreest niet als een schuldige te worden beschouwd en behandeld, hoe zal ik dan voor onschuldig w illen doorgaan, ik, die mij zoo dikwerf aan de grootste misdaden heb schuldig gemaakt... ?

BIJ HET KYRIE.

Jesus voor den rechterstoel van Cdip lias.

Jesus Christus. —Ik antwoord aan Caï-pbas, dat ik do Zoon Gods beu, en hierom verscheurt hij zijne kleederen, noemt hij mij een godslasteraar en verklaart hij , dat ik des doods schuldig ben.

De godvruchtige ziel. — 0 bron des levens! Ontferm u mijner! Geel, dat ik zoo heilig moge.leven, dat gij mij volgens uwe barmhartigheid kunt oordeelen, als de dag uwer zegepraal en uw er heerlijkheid zal zijn aangebroken.

BIJ HET GLORIA IN EXCELSIS.

257

Jtsus verheerlijkt zijnen Vader door de vernederiiKjen, die hij ondcryaat.

Jesus Christus. -

Gedurende al den 17

-ocr page 270-

M1SGEBEDEN.

tijd, die er nog van don nacht overig was, werd mij een blinddoek voor de oogen gebonden, en geeft, raen mij kaakslagen, ter--vviji men zegl. Profeteer wie u geslagen lieeft. Men spuwt mij in het aangezicht; men doet mij allerlei mishandelingen ondergaan; ik ben in waarheid de smaad der menschen en de verachting van het volk.

De godvruchtige ziel. — Mijn lieve Zaligmaker! ik doe openbare eerboete tot herstel der beleedigingen, die u worden aangedaan; ik zal het als een wezenlijk geluk aanzien, dat ik vergeten, vernederd, belee-digd en versmaad word, want daardoor zal ik meer gelijkvormig aan u worden.

BIJ DE GEBEDEN VOOR DEN EPISTEL.

Jcsus door Petrus verloochend.

Jesus Christus.--Terwijl mijne vijanden mij met mishandelingen overladen, word ik door Petrus , den eerste, het hoofd mijner Apostelen, op de stem eener dienstmaagd verloochend; hij verklaart zelfs onder eede, dat hij mij niet kent. Ik werp een oogslag vol goedheid op hem; hij erkent zijne schuld, beweent die bitterlijk en vraagt mij om vergeving: en ik schenk hem die.

De godvruchtige ziel. - 0 mijn Za-

258

-ocr page 271-

iMISGEBEDEN.

liginaker! herhaalde malen hetuig ik, evenals de II. Petrus, dat ik u oprecht bemin, dat ik vast besloten ben liever alles op te offeren dan u te beleedigen; maar ik mag aldus niet spreken dan met huivering en met wantrouwen jegens mij zelve, wanneer ik den diepen val van het hoold uwer Apostelen beschouw. Ondersteun mij, lieer, door uwe goddelijke genade; alleen dan kan ik getrouw zijn aan mijne voornemens en aan mijne beloften, als ik voortdurend door u geholpen word.

BIJ DEN EPISTEL.

Jesus voor Pilatus.

Jesus Christus. — Pilatus begreep spoedig, dat het nijd en afgunst was, die mij vervolgde, en dat de voorgewende beschuldigingen, die men tegen mij inbracht, niets anders waren dan laster. Hij vernam uit mijnen mond, dat ik Koning was, maar dat mijn rijk niet van deze wereld was, in welke ik slechts gekomen ben om van de waarheid getuigenis te geven. -Wat is waarheid?quot; sprak Pilatus. Maar hij ging heen zonder mijn antwoord al' te wachten.

Ue godvruchtige ziel. — ü eeuwige

259

-ocr page 272-

M1SGEBEDEN.

waarheid! Ik wil Pilatus niet navolgen. Doe

mij de waarheid kennen, en verleen mij moed

om die in haar geheel te hooren en in beoefening te brengen, hoe bezwarend deze ook w ezen moge, welke offers zij ook verge,

BU HET EVANGELIE.

Jesus voor Herodes.

Jesus Christus. — Pilatus zendt mij naar Herodes om door hem geoordeeld te worden, llerodes en zijn iiof versmaden mij, omdat ik hunne ijdele nieuwsgierigheid niet wil bevredigen en geen wonder wil verlichten; ik word door hen als een zinnelooze beschouwd en behandeld; eveneens handelt de wereld ten opzichte van mijne getrouwe

leerlingen. . , ,

Degodvnichlige ziel. — 0 ongeschapen Wijsheid! Gij hebt de woorden des eeuwigen levens, en men behandelt u als een zinnelooze!... Van ganscber harte verzaak ik de toejuichingen der wereld oin de dwaasheid des kruises te volgen ... Geel mij de ware wijsheid, die is nedergelegd in uw Evangelie, dat ik voortaan tot richtsnoer wil nemen van mijn gedrag.

260

-ocr page 273-

MISGEBEDEN.

BIJ MET CREDO.

Jesus gelijk gesteld met Barahbas.

Je sus Christus. — Het volk verkiest liarabbïs en schreeuwt, dat men mij krui-slge. Zoo handelen ook thans nog de zondaars en vooral de slaven van het inensche-lijk opzicht; zij verwerpen mijne leer en kleven de grondbeginselen der -wereld aan in plaats van die des geloofs.

i)e godvruchtige ziel. — 0 opperste rechter der levenden en dooden, hoezeer ben ik schuldig? Hoe! de wereld heeft in mijn hart gezegepraald over u, dien ik met eene oneindige liefde behoorde te beminnen, zoo ik tot eene oneindige liefde in staat -was! God van goedheid! ik geloof vastelijk alles wat de katholieke Kerk mij van uwentwege leert. Laat u bewegen door dit mijn levendig geloof en vermeerder het nog.

Ik geloof in God den Vader, enz.

BIJ DE OFFERANDE.

De kelk wordt ontbloot. — Jesus wordt gegeeseld.

Jesus Christus. — Pilatns geeft last

261

-ocr page 274-

M1SGEBEDEN.

om mij te geeselen. Ik -wordt daarop terstond naar de plaats gebracht, die voor deze strafoefening bestemd is, en daar word ik van mijne kleedereu beroofd en aan den geeselpaul gebonden; en de beulen vieren clen vrijen teugel aan hunne woede jegens mij. Mijn lichaam was weldra zoozeer ver-scheuid, dat men al mijne beenderen kon

tellen____ Het was voor u, dat ik mij aldus

als slachtoiler heb aangeboden ; het is om uwe onverstorvenheid. uwe zinnelijkheid,

uwe ergerlijke onzedigheden te boeten----

Zult gij die nog niet verlaten? Zult gij nog niet een grooten alschuw daarvan gevoelen t Zult gij die ledematen, die gij dienstbaar hebt gemaakt aan de ondeugd, niettegenstaande zij mij waren toegeheiligd, nog niet tot boetvaardigheid veroordeelen ?

De godvruchtige ziel. — Lam zonder vlekken! Hoe! het zijn mijne zonden, die u in een zoo vreeselijken toestand gebracht hebben! 0 neen! ik zal voortaan dit lichaam van stof en zonde, en dat tot stol moet weder-keeren. niet meer zoo uitzinnig liefhebben. Dagelijks zal ik door versterving mijn zondig vleesch kastijden, voor hetwelk ik zoo dikwerf mijne ziel, die u zoo dierbaar is, heb ten ofïer gebracht. Spaar mij niet in dit leven om mij te sparen in het audere leven. Ik vereenig mijn offer met het uwe.

262

-ocr page 275-

MISGEBEDES.

en daar gij u voor mij ten offer liebt ge-braclit, daarom wil ik ook mij zelve met u en voor u ten offer brengen.

Ik offer u mijne ziel en mijn hart, mijn verstand, mijn geheugen en al de vermogens mijner ziel; ik heilig u toe mijn lichaam met al zijne ledematen, mijne oogcn. mijne ooren, mijnen mond, mijne handen, mijne voeten en al wat ik ben, ik offer u mijne goederen en al wat ik bezit. Ik wil voortaan niet meer aan mij zelve beboeren, maar alleen aan u, die u gelieel en al uit liefde voor mij hebt gesiaebtoflerd.

(Men kan hier ook de verschillende inten-tiën maken, voor welke men het II. Misoffer wil opdragen.)

BIJ HET GRATE FRATHES EU DE PREFATIE.

Jesus met doornen gekroond.

Jesus Christus. — Hef uw hart omhoog ver boven alle aardsche voorwerpen, om zoo des te beter de geheimen te begrijpen, die zullen plaats hebben. Ik word behandeld ais de laatste der menschen; opnieuw worden mij met geweld mijne kleederen van mijn bebloed en doorwond lichaam, waaraan zij vastgekleefd waren, afgerukt. Het heeft den schijn alsof ik met een kleed van bloed be-

263

-ocr page 276-

MISGEBEDEN.

kleed ben. Een versleten purperen mantel bedekt mijne schouders; raijn hoofd is gekroond met eene doornen kroon, welker scherpe punten tengevolge der herhaalde slagen daarin dringen en mijn bloed doen stroomen; men geelt mij voor schepter eenen rietstok in de hand; ziedaar den smaadvol-len toestand, waartoe ik gebracht ben. Om mij te bespotlen buigt men de knie voor mij en ik word met beleedigingen overladen. Aldus boet ik voor uwe hoogvaardigheid en voor uwe zondige gedachten____

De godvruchtige ziel. —Aanbiddelijk slachtoiFer! ik verkies u voor mijnen Koning en ik vereenig mij inet de hcmelsche geesten om u te aanbidden. Mijn God! ik blijf aan u voor altijd; heersch in mijn hart in eeuwigheid. Ik verzaak al de gruwelen, voor welke gij zoo schrikkelijke folteringen hebt geleden.

Zou ik nog langer een kleinzeerig en teergevoelig lidmaat kunnen zijn ouder een hoofd, dat met doornen gekroond is?

BIJ DEN CAKON.

■les/is aan het volk vertoond, dat zijnen dood eischt.

Je sus Christus. — In dezen toestand

264

-ocr page 277-

M1SCEBEDEN.

word ik door Pilatus aan het volk vertoond, terwijl liij tol hen spreekt: Ziet, de inensch! Dit schouwspel evenwel, hoe geschikt ook om deernis op te wekken, is niet in staat het hart van dit versteend volk te treilen; het hlijlt volharden in mijnen dood te eischen. Pilatus geeft dan ook toe, terwijl hij intusschen zijne handen wascht, alsof hij onschuldig was aan het doodvonnis, dat iiij tegen mij uitspreekt. Zoo groot was altijd, zoo groot zal ook altijd de verblindheid zijn der zondaars, die wederstand bieden aan de ingevingen van hun geweten.

De godvruchtige ziel. — 0 mijn goddelijke Zaligmaker! ik erken mij zelve maar al te duidelijk in de strafbare zwakheid van Pilatus en in de snoode ondankbaarheid der Joden. Hoe dikwijls heb ik niet gehoor gegeven aan het menschelijk opzicht en heb ik niet de inblazingen mijner hartstochten gevolgd in plaats van de stem mijns gewetens! Maar. daar gij uwe toestemming geeft om voor mij te sterven, hoop ik. dat gij medelijden met mij zult hebben, en deze mijne hoop is uitsluilend op de oneindige verdiensten van uwen dood gegrond. Uit liefde tot u verfoei ik al mijne zonden; ik wil liever sterven, dan opnieuw mij daaraan schuldig te maken , en ik wil mijn geheel leven lang daarover boetvaardigheid doen.

265

-ocr page 278-

MISGEBEDEN.

De Priester leyt de handen op den Kelk. — Jesus zijn kruis dragend.

Jesus Christus. — Nauwelijks is het doodvonnis uitgesproken, ofquot; aanstonds geeft men mij mijne eigene kleederen weder en legt men mij eenzwaren kruisbalk op de schouderen. Uitgeput door het groote bloedverlies, dat ik geleden heb, bezwijk ik onder dien last, dien uwe zonden nog drukkender doen zijn. Mijne beulen slaan mij zonder eenig mededoogen; ik richt mij op, doch ik val spoedig weder; en mijne moeder, mijne teederminnende moeder is getuige van mijne smarten!

De godvruchtige ziel. — 0 Jesus! ik wenschte bloedige tranen te kunnen storten om al de zonden en bet hervallen in de zonden, waaraan ik schuldig ben, uit te wisschen. Gedoog ten minste, dat ik mij bij Simon den Cyreneër voege om u in uw kruis dragen behulpzaam te zijn, en dat ikuver-gezelle tot op den Calvarieberg, waar ik met u en ter liefde van u zou wenschen te sterven. 0 Moeder van Jesus! 0 Maria! ik voeg mij bij u, om de bloedige voetstappen van uwen Zoon, mijnen en uwen God, te volgen.

266

-ocr page 279-

MISGEBEDEN.

BIJ DE CONSECRATIE.

Jcsus gekruist.

Jcsus Cii rist us. — Zoodra ik den top van den Calvarieberg heb bereikt, worden mij opnieuw mijne kieederen van mijn met wonden overdekt lichaam, waaraan zij vastgekleefd waren, afgerukt. Ik leg mij in eene uitgestrekte houding op liet kruishout neder; mijne handen en voeten worden niet grove nagelen doorboord; mijn bloed vloeit naar alle zijden heen en ik verduur ongehoorde pijnen____

i)e godvruchtige ziel. — 0 Ood van liefde, aan het kruishout vastgenageld! daar gij mijn hoofd zijten ik een uwer ledematen ben, moet ik met u aan het kruis zijn vastgehecht, en dit is ook mijn verlangen. Verleen mij de genade, dat ik daaraan mijne ongeregelde hartstochten en alles, wat u in mij mishaagt, moge vasthechten.

BIJ DE OPHEFFING DER H. HOSTIE.

Jcsus aan het kruis opgeheven.

Jesus Christus. — Welke pijnen heb ik niet uitgestaan, toen mijn kruis werd opgericht! Toch waren de folteringen, die mijn

2G7

-ocr page 280-

MISGEBEDEN.

hart had te lijden, nog levendiger en smartelijker. Hef uwe oogen omhoog en zie of er eene smart is, aan de mijne gelijk____

De godvruchtige ziel. — Ik durf mijne oogen niet tot u opheffen . o Jesus! 0 eeuwig Woord! ik vernietig mij liever voor u en ik aanbid u. die hier even wezenlijk tegenwoordig zijt als aan het kruis, ik aanliid dit goddelijk lichaam met wonden bedekt, die allen mij mijne ongerechtigheden verwijten; maar die allen ook voor mij bronnen van genade zijn , waaruit het cenige middel, dat in staat is om mijne wonden te genezen, voortkomt.

BIJ DE OPHEFFING VAN DEN KELK.

0 aanbiddelijk bloed! aan het kruis voor de zaligheid der menschen vergoten, vloei over mij om mij te reinigen; wischde vlekken uit, waarmede de zonde mijne ziel heeft besmeurd; verlos mij van de vijanden mijner zaligheid, evenals het bloed van het paasch-lam de Joden van den moordenden Engel verloste; geef mij sterkte tegen de wereld en tegen mijne hartstochten en smeek voor mij genade en barmhartigheid af.

268

-ocr page 281-

MlSliEBEUEN.

NA DE CONSECRATIE.

Jesits aan het kruis hanaend bidt voor alle menschen.

Jesus Christus. — Terwijl de Joden aan uiels anders dachten dan aan mij te be-leedigen en mijne smarten te vergrooten, hield ik inij aan het kruis hezig met den hemel met de aarde te verzoenen: ik oil'erde mijn lijden op om de beleediging te herstellen, die de zonde der Godheid aandoet; ik bad voor alle mensehen; ik had voor u in het bijzonder, en nog op ditzelfde oogen-blik verricht ik de/.ellde gebeden op het altaar, -waarop ik mij bevind in den staat van een slachtofler en van een smeekende, ten gunste diergenen, die het il. Misoffer bijwonen, op welke ik de verdiensten van mijn bloed met verkwisting als het ware doe nedervloeien.

De godvruchtige ziel. — 0 overmaat van goedheid! Ü overmaat van liefde! daar ik met uw bloed ben overdekt, gedoog dan ook, dat ik in vereeniging met u, o zoete tn minnelijke Zaligmaker! mij ten offer bi enge aan uwen Vader, die ookmijdever-gi.miing w il verleenen hem aldus te noemen, en dat ik hem met den Profeet zegge: gt;0 mijn God! o mijn Vader! aanschouw uwen

269

-ocr page 282-

MISGEBEDEN.

Gezalfde: ik ben niet waardig voor u la verschijnen uithoofde van mijnen niet en nog meer uithoofde van mijne zouden; maar ik bied u in mijne plaats eene zuivere, heilige, vlekkelooze en uwer waardige oiferande aan. Indien de offeranden van Abel, van Abraham en van Melcbisedech u welgevallig waren en uwe gerechtigheid hebben bevredigd, wat heb ik dan niet van uwe barmhartigheid te verhopen, terwijl ik u de verdiensten van Jesus Christus, uwen Zoon, die ook demijae zijn, aanbied. Ik smeek u dan, in vereeniging niet hem, dat gij mij van de eeuwige verdoemenis moget bevrijden, die ik door mijne zonden heb verdiend, en dat gij mij de overvloedigs te zegeningen moget verwerven, dat wil zeggen, al de genaden, die ik behoef om mij te bekeeren en in de deugd te volharden.

BIJ HET MEMENTO VOOR DE OVERLEDENEN.

In vereeniging met Jesus Christus, mijnen Zaligmaker, stervende aan het kruis en hier op het altaar tegenwoordig, durf ik u smee-ken, o heilige Vader! om lafenis en zelfs om bevrijding voor de zielen, die in het vagevuur lijden. Ik smeek a in het bijzonder daarom voor mijne ouders en bloedverwanten , voor allen, die mij dierbaar zijn,

270

-ocr page 283-

MISGEBEDEN.

voor allen, die door mijne schuld lijden, voor N. N. enz.

BIJ HET NOBIS QUOQUE PEOCATOMBÜS.

In vereeniging mei Jesus Christus, mijnen Zaligmaker, stervende aan liet kruis en hier op het altaar tegenwoordig, durf ik u nog smeeken om de bekeering van alle zondaars

en in het bijzonder van____, en van allen,

voor welke ik beloofd heb le bidden. Verleen ons een levendig geloof, een heldhaf-tigen moed om onze zondige gewoonten te verbreken, om het menschelijk opzicht te overwinnen, om met getrouwheid al uwe geboden en die uwer Kerk te onderhouden.

BIJ UET PATER NOSTEIl.

In vereeniging met Jesus Christus, mijnen Zaligmaker, stervende aan het kruis en hier op het altaar tegenwoordig, smeek ik u dringend de genade af van altijd uwen heiligen naam door mijne woorden en mijne voorbeelden te verheerlijken, van altijd het geluk des hemels voor oogen te hebben, ten einde werkzaam te zijn om het te verworven; van op aarde uwe geboden met zooveel ijver en getrouwheid te vervullen als de Engelen in den hemel; van altijd onderworpen te

271

-ocr page 284-

MlSGEIiEDEN.

ziju aau uweu lieiligeu wil in de kwellingen eu tegenheden, die mij overkomen; van mij geheel over te lateu aan de zorg der Voorzienigheid ten opzichte van al mijne lijdelijke belangen, zonder nochtans een enkel der middelen te verwaarloozen, dat mij ten dienste staat om daarin te vooriien.

Verleen mij inzonderheid de genade van te vergeven aan die mij vervolgen of die mij vernederingen ot moeielijkheden aandoen, op het voorbeeld van mijn goddelijk toonbeeld, dat aau zijn kruis u vergeving voor zijne beulen afsmeekte. Verlos mij vooral van den vreeselijken vijand, die het voortdurend er op aanlegt om ons ten ondergang te brengen door de aanlokselen der wereld en onzer hartstochten. Ziedaar mijne vurige bede, o mijn Verlosser! die ik tot u richt in vereeuiging met den priester, die het gebed uitspreekt, dal gij aan uwe leerlingen hebt geleerd.

iilj HET LlbEItA.

Jesus Christus. — Gij zult verhoord worden, zoo gij blijft bidden met nederigheid en volharding, in vereeniging met mij, door de voorbede der Heiligen eu vooral door die mijner U. Moeder, die ook uwe Moeder is geworden.

272

-ocr page 285-

MISGEBEDEN.

273

De godvruchtige zie!. — Wanneerik beschouw wat in onze kerken gedurende liet H. Misoffer plaats grijpt, dan is het mij al oi ik eene afbeelding zie van hetgeen op den Calvarieberg op liet oogcnblik van uwen dood gebeurde. Aan den voet van uw kruis, zoowel als a^n den voet uwer altaren, bevindt zich een gering getal vurj ' ' '' ' '

Opperheer en den

kennen; de overigen schijnen zich met niets anders bezig te houden dan met u te belee-digen. Ach! gedoog niet, dat ik tot deze laatsten behoore; ik wil mij voegen bij de Heiligen en bij uwe H. Moeder, die'ook mijne Moeder is. ik acht mij gelukkig, o H. Maagd! van tot uwe kinderen te behoo-ren; verwerf voor mij de genade van beter ai de onuitspiekeÜjke geheimen van het ofler der Nieuwe Wet te begrijpen en mijn voordeel te doen met de geestelijke goederen, die ons zoo overvloedig daarin worden geschonken.

BIJ HET BREKEN DER H. HOSTIE.

Jesus 'jceft zijin u geest.

Je sus Christus. — Na een smartvollen doodstrijd van drie uren aan hot kruis sprak ik: liet is volbracht. Ik buig mijn lioof'l

-ocr page 286-

MISUEBEUEN.

neder eu geef mijnen geest. Gij weet welke wonderen alsdan plaats hadden. De Joden •waren er over verbaasd; eenigen hunner bekeerden zich, zooals de honderdman, een dier rechtgeaarde zielen, die te goeder trouw de waarheid zoeken; anderen, en wel het grootste getal, bleven hardnekkig in hunne boosheid, en zijn aldus het al te getrouwe afbeeldsel van hetgeen nog dagelijks bij het 11. Misoffer plaats heeft, waarbij men niet dan met het lichaam tegenwoordig is, waarbij men slechts bidt met de lippen, waarbij men vergeet, dat ik werkelijk tegenwoordig ben.

De godvruchtige ziel. — Laat niet toe, o mijn aanbiddelijke Zaligmaker! dat ik ooit in eene zoo dikke duisternis vervalle: geef, dat ik altijd vastelijk geloove, dat gij werkelijk op onze altaren tegenwoordig zijt; wees mijn gid^, o eeuwig licht! en ga voort met mij te onderrichten en mij de diepe geheimen te leeren, die dienen moeten tot richtsnoer van mijn gedrag!

ALS DE PRIESTER EEN GEDEELTE DER H. HOSTIE IN DEN KELK LAAT VALLEN.

De ziel ran Jesus daalt neder ter helle.

Jesus Christus.- De dood is nietsdan een doortocht naar het andeie leven. Mijne

274

-ocr page 287-

MISGEKEDJJX.

ziel daalde neder ter helle, en ik vertroostte de rechtvaardigen, sedert het begin der wereld gestorven, die zich aldaar bevonden. Hoe groot was niet hunne blijdschap, toen zij mij in bun raidden zagen en toen ik hun de lijding bracht, dat hunne wenscben verhoord ■«aren, en dat zij mij weldra in tien hemel zouden volgen.

De godvruchtige ziel. — Hoe blind is onze geest, o Verlosser der wereld! hoe beperkt is onze kennis! Terwijl gij op aarde waart verlaten zelfs van uwe leerlingen, en terwijl alles verloren scheen, oelendct gij iu een ander leven die goddelijke macht uit, die u als opperrechter is geschonken. 0! laat mij deel hebben aan uwe zegepraal en de heerlijkheid en hel geluk beschouwen, die gij deelt met hen, die u waren voorgegaan in de beoefening der waarheid en üer gerechtigheid.

IIIJ DE COMMUNIE.

Je sus Christus. — Nog is voor u het oogenblik niet aangebroken om te genieten; nog is het voor u de tijd om te lijden en om in de nevelen des gelools te blijven leven. Volg de heilige vrouwen, volg Joseph van Arimathea en zoovele anderen na. 11e-reid mij een graf in uw eigen hart, balsem

275

-ocr page 288-

MISGEBEDEN.

dit door het beoefenen van alle deugden; maak het ongenaakbaar voor de ongewijde en schuldige oogen; bezegel het niet het zegel des gelools en der liefde: vrees niets van den kant der inenschen. ik heb de wereld overwonnen en voor u overwonnen; nader met vertrouwen tot de 11. Communie.

!Je godvruchtige ziel. — 0 mijn God en mijn Zaligmaker! ik zal u dan in mijn hart ontvangen, ten minste ik heb het verlangen daarloe; bereid gij zelf mij lot die groote gunst voor. Meer dan eens is mijn hart door de zonde besmeurd geworden; maar daar gij de macht bezit om aan de dooden het leven terug te geven, geef mij, bid ik li, dat leven van geloof, van heiligheid, van vurigheid, van dankbaarheid en liefde, dat ik behoef en waarnaar ik vurig verlang.

(Wanneer men hel geluk heeft het 11. Sacrament te ontvangen, moet men zich met Jesus onderhouden, zooals men dit doen zoude met den teedersten, den innigsten en den rijksten vriend).

liM HET DOMINUS VOIilSCÜJl.

Jesus verrezen.

Jesus Christus. - Uwe bede zal ver-

27G

-ocr page 289-

MISGEBEDEN.

hoord worden; ja, ik verlang dat mijn graf ) in u zal verheerlijkt -worden, evenals het dit

was op den Calvarieberg. Den derden dag hen ik verheerlijkt en zegepralend daaruit opgestaan, en in weerwil van al de pogingen mijner vijanden is mijne verrijzenis bevestigd geworden door de getuigenis dier-zelfden , die deze wilden in twijfel trekken.

De godvruchtige ziel. Ik geloof vastelijk, o God der krachten, o God, die den dood hebt overwonnen! dat gij zegepralend uit het graf zijl opgestaan; en deze uwe verrijzenis versterkt mijn geloof en mijne hoop. Ik zal ook uwe verrijzenis tot voorbeeld nemen, en met behulp uwer genade 1 zal ik licht om mij heen verspreiden door inijne goede voorbeelden; ik zal geestelijk worden door boetvaardigheid : onlijdelijk door lijdzaamheid ; onsterleiijk doordat ik mij niet meer aan dit tegenwoordig leven zal hechten, maar mijne verlangens en mijne gedachten zal richten op de eeuwigheid.

HU DE LAATSTE bEBEDEN.

Verschijningen van Jasus.

| Je sus Christus. — Na mijne verrijze

nis verscheen ik tot verschillende reizen aan mijne leerlingen, om hun allen den vrede

-ocr page 290-

M1SGEBEDEN.

aan te kondigen, dien zij behoefden. Ik onderrichtte hen en ik deelde hun de goddelijke macht mede, die ik ais tnensch had ontvangen. Ik beloofde hen te zullen bijstaan , met hen te zullen -werkzaam blijven tot aan de voleinding der eeuwen en hun den H. Geest den Vertrooster, den Geest van licht en sterkte te zullen zenden.

De godvruchtige ziel. — Nu begrijp ik, o mijn Verlosser! hoe het mogelijk was, dat de Kerk in zoo korten tijd zich heeft verspreid te midden van de hinderpalen van allerlei aard. Gij hebt beloofd van met haar te zullen blijven tot aan de voleinding der eeuwen; gij zijt het dus, die doopt door middel der priesters; gij zijt het, die de absolutie geeft in den rechterstoel der boetvaardigheid en die door den mond der priesters de woorden der Consecratie uitspreekt. Voleind uw werk, o goddelijke Zaligmaker! waak altijd over uwe Kerk en over al hare ledematen , die gij hebt uitverkoren om met u te heerschen.

BIJ DEN ZEGEN.

Jcsus klimt ten hemel op.

Jesus Christus. — Veertig dagen na mijne verrijzenis klom ik ten hemel op, na

278

-ocr page 291-

MISGEBEDEN.

mijnen zegen te hebben gegeven aan mijne leerlingen, die in grooten getale met elkander vergaderd -waren. Schej) moed; ik heb in mijn rijk eene plaats bereid voor allen , die met volharding de ■wereld, den duivel en hunne hartstochten zullen bestreden hebben; ook de uwe is daar in gereedheid gebracht en het hangt geheel en al van u af die te erlangen.

De godvruchtige ziel. — Neen, ik ben er niet over verwonderd, dat de Apostelen, in het beschouwen van zulk een schoon schouwspel verslonden. den moed niet hadden om hunne oogen benedenwaarts te richten , maar die voortdurend ten hemel hielden opgeheven. Daar gij ons aldaar eene plaats bereid hebt, o mijn Zaligmaker! verleen mij de genade om elk oogenblik van mijn leven werkzaam te zijn om die eens te kunnen bezitten. en dat die gedachte mij troost en opbeuring schenke te midden der gevaren , waaraan ik zal blootstaan, en der offers, die ik mij heden en alle dagen van mijn leven zal te getroosten hebben.

BIJ HET LAATSTE EVANGELIE.

Grootheid van Jesus.

Terwijl ik uwe vernederingen en uw lijden

279

-ocr page 292-

JIlSGEiiEDES.

80

mij voor den geest roep, o goddelijk Woord ! wil ik ook uwe heerlijkheid eu uwe grootheid mij voor den geest roepen, om mij zelve moed in te storten en niij waardig te maken om daaraan deel te hebben. Uw welbeminde Apostel leert mij, dat gij van alle eeuwigheid zijt voortgebracht; dat gij God zijt, in alles gelijk aan uwen Vader; dat zonder » niets gemaakt is; dat gij het ware licht zijt, op deze wereld gekomen om het te verlichten, maar dat de wereld, verblind als zij is door hare hartstochten en verzonken als zij is in duisternis, u niet had gekend; dat zij de vermaningen van uwen heiligen Voorlooper niet had begrepen; dat zij uwe onderrichtingen, uwe voorbeelden en uwe w onderen had verworpen. Wat mij aangaat, o lieer! ik aanbid ii ais mijnen God; ik dank u, dat gij onder ons hebt willen wonen en dat gij u gewaardigt ook thans nog opnieuw op onze altaren te willen geboren worden; verleen mij de genade van altijd levendig voor mij-

-ocr page 293-

•IIISGEBEDEN.

GEBED ONDER DEN ZEGEN MET HET ALLERHEILIGSTE.

Zoete Jesus, minnslijke Zaligmaker! die ons zoozeer hein lief gehad, dat gij in het allerheiligst Sacrament des Altaars onder ons hebt willen verblijven, ik erken u daar als mijn Opperheer en mijn God. ik aanbid u niet de gevoelens der diepste nederigheid. Ik dank u van ganscher barte voor de ein-delooze liefde, die gij ons daarin bewijst, in weerwil van de mishandelingen, die gij van ons in dit II. Sacrament hebt te verduren; en van smart doordrongen bij het beschouwen onzer ondankbaarlieid, kom ik, o God van majesteit! u openbare eerboete doen voor al de onteeringen, de heiligschennissen en de goddeloosheden, die ooit tegen dit aanbiddelijk Sacrament zijn bedreven of zouden kunnen bedreven worden. 0! ware ik in staat, o mijn God! u de droefheid te betuigen, die ik gevoel van zelf met zooveel oneerbiedigheid in uwe tegenwoordigheid te zijn verschenen en met zoo weinig liefde en vurigheid tot u te zijn genaderd.

Vergeet, o Heer! onze ongerechtigheden en wees slechts uwe barmhai tigheid indachtig. Neem de oprechte begeerte aan, die ik heb om u in het Sacrament uwer liefde te eeren en te doen eeren. Ja, van gan-

281

-ocr page 294-

M1SGEBEDEN.

scher harte verlang ik u te beminnen, te zegenen, te verheerlijken en te aanbidden, zooveel als de Heiligen en Engelen u beminnen, zegenen en aanbidden , en ik smeek u door dit aanbiddelijk lichaam en dit kostbaar bloed, voor hetwelk ik mij nederwerp, mij de genade te verleenen, dat ik voortaan met zooveel eerbied u in dit H. Sacrament aanbidde en zoo waardiglijk ontvange, dal ik eens na mijnen dood u met alle gelnk-zaiigeti voor alle eeuwigheid moge verheerlijken. Amen.

Gelooid en gedankt zij ten allen tijde het allerheiligst en allergoddelijkst Sacrament. (100 dagen Aflaat.)

fiEBED voon DE ZIELEN VAN HET VAGEVUUR.

0 God van alle vertroosting. bewerker van de zaligheid der zielen! Ontferm u over die zielen, die in het vagevuur lijden, verleen haar geheele kwijtschelding van hare straffen en de gelukzaligheid, die gij eertijds hebt beloofd aan uwen dienaar Abraham en aan zijn nageslacht. Laat u bewegen, O Heer! door het beschouwen der getrouwheid, waarmede zij u geheel haar leven gediend hebben: vergeet de fouten, die de zwakheid onzer menschelijke natuur haar eene enkele maal deed bedrijven. Verlos

382

-ocr page 295-

MISGEBEDEN.

haar uit die plaats van straf en duisternis, en laat haar opgaan tot de plaats van vrede en licht. Verhoor, o mijn God! de nederige bede, die ik tot u richt, en verleen deze genade aan de zielen, voor welke ik meer in het hijzonder verplicht ben te bidden. Ik smeek u daarom in naam en door de verdiensten van Dengene, die zich gewaardigcl heeft voor onze zonden te voldoen en die leeft en heerscht met u in de eeuwen der eeuwen. Amen.

HATER.

(100 Daijen Aflaat).

1.

Onder 't kruis, met weenende oogen, Stond de Moeder, diep bewogen Opziend naar beur eenig Kind: En 't voorspelde zwaard doorgriefde 't Moederbarte. zoo vol liefde.

Dat beur Zoon thans stervend vindt.

2.

0 Gezegende der vrouwen!

Wat een smart was 't u te aanschouwen Wat uw Welbeminde leed!

283

-ocr page 296-

STABAT MATER.

O lioo kromp u 't minnend harte Weg van grievend leed en smarte, Bij dit schouwspel, ach! te wreed!

3.

Ja, wie zou niet met haar weenen?! Wie zijn tranen niet vereenen

Met de tranen, die zij schreit?! Wie niet deelen in de smarte, Diepgevoeld door 't moei'erharle Zoo vol liefde en teederheid?!

4.

Ach! zij ziet om onze zonden Haren Zoon bedekt met v,ouden ,

't Hoofd met doornen wreed gekroon Ach! zij ziet aan :t kruis hem sterven. Eiken troost en laalnis derven.

En van elk verguisd, gehoond.

5:

Geef dan. Moeder, bron van JklÜe! Dat ik 't leed, dat u doorgriefde,

Met u deeie, met u lij'!

Geef, dat ik met hart en zinnen Vurig Christus moog beminnen En hem steeds behaaglijk zij!

6i

Druk, o Moeder! mij de wonden,

284

-ocr page 297-

STABAT MATER

Die uw Jesus door de zonden

Zijn geslagen, diep in 't hart!

Laat mij deelen in zijn lijden.

Dat mijn ziele moest bevrijden.

Laat mij deelen in zijn smart!

7.

Laat mij. Moeder! mei u weenen. Met zijn kruisdood mij vereenen

Tot de dood me aan de aard ontrukk'! Dat ik, Moeder, aan uw zijde Onder 't kruishout, met u jijde,

is mijn wensch, mijn hoogst geluk.

8.

Maagd der Maagden, nooit volprezen! Wil mij thans genadig wezen.

Deel met mij uw boezempijn !

Doe mij Jesus' lijden eeren,

Doe mij steeds voor 't kruis des Heeren En zijn dood gevoelig zijn!

9.

Doe zijn bloed mij steeds gedenken,

Laat zijn kruis mijn /.iele drenken.

Tot ze in liefde gansch ontbrand'! Wil die meer en meer ontsteken En voor mij ten beste spreken.

Als uw Zoon de vierschaar spant!

285

-ocr page 298-

STABAT MATER.

10.

Schenke mij zijn kruis beschenning, Sclienke mij zijn dood ontferming En 't verwinnen in den strijd!

En als eens mijn ziel zal sclielden ,

Moge uw hand lihar dan geleiden.

Waar zij eeuwig zich vei blijd'! Amen.

286

-ocr page 299-

GOEDKEURINGEN DER OORSPONKELIJKE UITGAVE.

Met zuoveel genoegen heli ik de Samenspraken vau den lijdenden Jesus met de ziel gelezen, dat ik overtuigd ben, dat niet alleen de sinds lang aan den gekruisten Jesus toegeheiligde zielen er krachtige beweegredenen in zullen vinden, om zich meer en meer in de beoelening der voornaamste deugden te versterken en bemoedigd te gevoelen ; maar ook zij , die het meest versteend schijnen , en ook in werkelijkheid het meest ongevoelig zijn, zullen daar een genot ondervinden, dal zij nog niet hebben kunnen smaken op eenen w eg, die hun zoo weinig bekend is. Dit werkje behelst niets, dat niet geheel en al strookt met het geloot' en de goede zeden.

Geteekend: S. BORNAÏ, Leeraar der Sorbonne.

Op verzoek van den Heer Ranselier heb ik gelezen het werkje getiteld: Samenspraken enz. en ik heb daar niets in gevonden, dan wat stichtend is en godsvrucht ademt.

Ge tee ken d: liE 11 THE.

-ocr page 300-
-ocr page 301-

i jsm o u D.

Blz.

Opdracht................m

Voorwoord van den Vertaler....... v

Voorrede der oorspronkelijke Uitgave . . . vu Voorafgaand Onderricht. — Eenige waarheden, die het nut aantoonen van het dagelijks overwegen van het Lijden Onzes

Heeren................1

Verschillende Regelen, die men noodzakelijk te onderhouden heeft in het dagelijks overwegen van het Lijden Onzes Heeren. . . 14 Gemakkelijke Manier voor eerstbeginnenden, om het inwendig gebed te verrichten . .21

Gebeden vóór de Meditatie........21

Na de Meditatie.............27

I. Jesus stelt liet Allerheiligst Sacrament

des Altaars in...........29

II. Jesus verlaat de zaal van het PI. Avondmaal, om voor ons te gaan sterven. . 36 III. Jesus bidt in den hof der Olijven . . 42

-ocr page 302-

INHOUD.

Biz.

IV. Jesus zweet water en bloed gedurende zijn gebed........47

V. Jesus door eenen Engel getroost en

gesterkt............53

VI. Jesus door Judas verkocht en verraden .............59

VII. Jesus behandelt zijnen verrader met

de grootste minzaamheid.....65

VIII. Jesus door de soldaten vastgegrepen

en geboeid...........71

IX. Jesus wordt van zijne leerlingen

verlaten............76

X. Jesus als een gevangene door de

straten van Jerusalem gesleurd . , 80 XI. Jesus, voor Caïphas gebracht, ontvangt eenen kaakslag......84

XII. Jesus bij Caiphas als eenen godslasteraar uitgekreten.......89

XIII. Jesus den geheelen nocht door de soldaten mishandeld.......93

XIV. Jesus door Petrus verloochend . .100

XV. Jesus ziet Petrus aan en doet hem

tot inkeer komen........104

XVI. Jesus voor Pilatus gebracht en beschuldigd............109

XVII. Jesus door Herodes beschimpt en

bespot.............114

XVIII. Jesus door Pilatus onschuldig verklaard .............119

XIX. Jesus door het volk achter Barab-

bas gesteld...........125

XX. Jesus met geeselslagen gekastijd. . 130

290

-ocr page 303-

INHOUD.

Biz.

XXI. Jesus met doornen gekroond, met een purperen mantel omhangen en met eenen rietstok

in de hand.........134

XXII. Jesus beschimpt eu geslagen. . 139

XXIII. Jesus aan het volk vertoond. . 144

XXIV. Jesus ter dood veroordeeld . . 148 XXV. eTesus aan de beulen overgeleverd 152

XXVI. Jesus zijn kruis dragend . . .156 XXVII. Jesus, met zijn kruis beladen,

ontmoet zijne Moeder.....161

XXVIII. Jesus van zijne kleederen beroofd en op het kruis uitgestrekt. 166 XXIX. Jesus aan het kruis genageld. . 171 XXX. Jesus aan het kruis opgeheven. 175 XXXI. Jesus aan het kruis door velen

niet gekend.........180

XXXII. Jesus aan het kruis bespot en

gelasterd..........186

XXXIII. Jesus aan het kruis beveelt zijne Moeder aan den H. Joannes en den II. Joannes aan zijne Moeder 191

XXXIV. Jesus met gal en azijn gelaafd. 197 XXXV. Jesus van zijnen Vader verlaten. 201

XXXVI. Jesus stervende aan liet kruis. 204 XXXVII. Jesus' zijde na zijnen dood met

eene lans doorboord.....209

XXXVIII. Jesus in het graf gelegd . . . 213

XXXIX. Jesus' lijden en kraisdood eiken

dag door de zondaars vernieuwd. 218 XL. De zegepraal van Jesus' kruis

in het hart der rechtvaardigen. 223

291

-ocr page 304-

V

292 inhoud.

Biz.

Overwegingen voor een Kruisbeeld .... 230 Litanie van het Lijden Onzes Heeren . . .241 Misgebeden in den vorm eener samenspraak met den lijdenden Jesns, ook geschikt ter voorbereiding voor de H. Communie . . 249 Gebed voor de zielen in het vagevuur. . . 282

Stabat Mater..............283

Goedkeuringen der oorspronkelijke uitgave. 287

Lads Jesd Marle Joseph.

^-slt;SAr --

-ocr page 305-
-ocr page 306-
-ocr page 307-
-ocr page 308-