-ocr page 1-
I
HUISMANS
WEGWYZER,
Waar in aangetoond word het behandelen
zo van Zieke als Gezonde Beeflen, als van
.Paarden, Ossen, Koeijen,
Schapen en Vauiéens, &c. Be-
nevens derzelvbr Oorjaak^eaGe-
neezinee; wegenrcfa I%$i£ZlEb>
ten onder^RÖKp-VW.
Door het
NOSCE
Waar agter nog,gfeV3egt is Kif..5cw«f«fiOndej^*f
vindèlyke Gens^s^ge, \ia$^ejï,iegenpoor-^
dige P E s T Z \:w§ tent\sBtoor ei
MEDEChïfE
TE AMSTERDAM,
By BERNARDUS MOURIK,
Boekverkoopcr in de Nes.
-ocr page 2-
VOORREDEN
iüO
AAN DEN
JLj jd XI x_i Ju, Xx«
demaal den Leezer bekend
is 5 dat 'er tegenswoordig
een zwaare en Befmettelyke
Pejl-Ziekten onder
7 Rund-
Veebeer/ebt,
zo hebben wy goed ge-
vonden , om (nadien wy lang ge-
dreigt hadden deze verzameling van
wel beproefde Middelen, tot het Ge-
neezen van Paarden, OJJen, Koeijen,
Schapen en Varkens, &c.
Beneffens
derzelver Aart, Oorfprong, Voort-
teeling,Ziektens en Accidenten, hoe
ook genaamt, in 't Licht te bren-
gen ,j het zelve nu te doen, doordien
* 2
                  wy
-ocr page 3-
VOO RREDEN
wy denken en hopen de H u 1 s-Li E-
den groote dienfthier mede te doen.
Ik zeg de Huis-Lieden, want die
deze zaken het principaaifte betreft,
om die Reden ook genaamt Huis-
mans Wegwyzer, omtrent het
behandelen van haar Zieke ah Gezonde
Beeften ;
waar agter gevoegt is een
Traólaat raakende dé Oorzaak der
tegenwoordige Graffeerende Fe/l-
Ziekten
, waar in duideiyk (zo wy
denken) werd aangetoont niet alleen
de Oorzaak, maar opk liet Behande-
len en Geneezen der zei ver Ziekten,
heel anders (edog by ondervinding)
dan tot noch toe gedaan is, gevende
heele goede Remedien (en teffens.
onkoftbaare) aan de hand": daar,
zyn eenige die door liet BerooUen
van de Stallen
;, willen Geneezen de
Grasfeerende Fejl- Ziekten , (gelyk
'er hedendaags Rook- Middelen by de
Boekverkooper Mourik die dit.
Werk gedrukt heeft te bekomen,
zvn,ieder Pakje 12 Huivers, met een
Be-'
-ocr page 4-
AA*rbEN:LEEZER.
Ber igt hoe- te gebruiken,) < wy" oor-
deelen ook dat het goed is, -Gm de
StaUen daar dcrór te zuiveren-* en de
kwaade Lucht en Dampen die van bui-
ten inkomen te beletten , en dé kwaade
Befmettinge van de Gezonde Beeften
te weeren, maar om de Ziekten der
Beeften te Geneezen, en die, voor de
Dood te bewaren is niet dóendelyk;
elk dóet het geene hem dunkt dat het
beften foulaas zal geven aanzie Bee-
ften.' Wy zullen ons hier niet verder
over uitlaaten, maar den Leezer aan-
maanen, dat hy dit Boek gelieft te
leezen eens en andermaal, byzonder
Jonge-.Boeren ,;:.ako-dit een Goud-
Myn is, waar uit een fchat voor den
Huisman is te haaien; want het is
door lange jaarigé vlyt 7 mf ékë en
onkoften by een verzamelt; en wat
de Styl en Redeneering van Schry-
ven betreft , die is niet opgeQiert
door een deftige ftyl 5 of fraaije fpreek
manier; neen eenvoudig , en zo als
«te Boeren gewoon zyn te fpreeken
en
-ocr page 5-
VOOR RED E N
en de Beeften te behandelen. Dat
hebben "Wy het gevoegelykft geoor-
deeld om den Huis ma n in deze te
hulp te komen , daarom ook geringe
en onkoftbaare Remedien aan de
hand gegeeven die by ondervinding
goedsyn;                 ,: ,                          :
_........ «-> , ', ,. ■
Leeft het dierhalven zonder Haat efNytt
En gebruik het verder tot
«w Profyt.
En Wy wenfchen UE: Vaarwel,
Onder ons Konfi Genoodfchap
' NOSCE TE IPSüM.
* ■»
i . "/.                     i
AWus gegeeven den
22 December.
Waar
-ocr page 6-
AAN DEN LEEZER.
Waar agter is by Gedrukt nog een
Korte en Klaare Geneezings-wys,
om de Ziekte der Beeften te Genee-
zen, en de Gezonden voor Smet te
bewaaren; waar in hegreepen is hoe
dat de Gezonde Beeften moeten be-
handeld worden, in 't Rooken van
de Stallen en verder Prefèrvatie,door
een MED: DOCTOR,
Gegeeven dehiy
December*
-...■/.»;
, vv                                       f - 'fe
'
!1t
7
ï r
-
r «•(
"
rfi
..
4                   OP
-ocr page 7-
Op de tegenwoordige}* ,. •
r.y REGEERÉNÖE PÈST-ZIEKTE
':iiOhderhet
RUND-VEE.
v'~'; :                .. _; i '                  IOV/ .. .
.-...',"                                                              "' ■ '' ■ ■ ■' .'■■.■■■■ :
K Lift K-D TCÈT.
WAnneer een Menfch altoos gewoon in
vreugd te Leven,
En Voorfpoed. Tegenfpoed geniet in 's
werels deel,
Zo is hy onverg'noegt, en dénkt wat had
ik veel,
Doch nu wil Vrouw Fortuin my heel en al
begeven.
Nu werd myn yd'le Hoop, als met de wind
gedreeven,
Nu raak ik quyt dien fchat, die ik wel eer
zo eél
Vergaart heb en bewaart, ó Werelds Treur-
Toneel,
Hoe kan Fortunaas-Rad nu meê dan tegen
ftreeven,
ll •)                    * •                 Denk
-ocr page 8-
Denk Sterveling, denk eens wie dat 't uw
alles gaf,
Herdenk, en zeg met Job, God gaf en nam
't weer af,         - - , -           ». « -,-
Kerd doch uw Schepper , draag uw Kruis
geheel geduldig,
Gy Landman die door tyd en vlyt heb goedT
vergaart                                       i
En Vee, al fterft het nu, zyt daarom niet
bezwaart;
Denk 't is Gods Hand, en zeg ik ben 'tmyn
Gever fchuldig.
. :■.                 i r.u ,-'t)l:i              ',. ; •'; t'.H
,\r                  J. VERHAAGH, r
.•                   • - . •               i tal
i
i
or
-ocr page 9-
OP DE r
HUISMANS WEGWYZER,
IS ooit een Schat op Jlard te zoeken^ v .
Die voor den Menfche nuttig is,
DU is een Boek, .waar by geen Boekeu
Schier komen in gelykenis. i
Leeft dit gy die gewoon te werken
Zyt, op den Akker of op't Land»
Hier zult gy alles uit bemerken,
Hief vind g' gqti flllerdierbaarft Pand;
Dit is een Goud-Myn voor de Boeren,
En Lieden die tot haar pleizier
Een party fchoone Beeften voeren.
Hier leert gy uit, hoe elk een Dier
Byzonder Voeder heeft van noden,
En opgekweekt word na zyn aard:
Hoe dat een Ziekte word ontvloden,
Of fchoon al Ziek, in 't Leven fpaart.
Leeft dan dit Boek met groote yver,
En zegt met my dat nooit geen lof,
Genoeg kan zyn aan elk een Schryver
Gegeeven, voor dees dierb're «of.
'k Zeg leeft dit Boek dog niet als Blinden,
En zoekt na deez' roemwaarde Schat;
Herleeft het weer zo zult gy vinden,
Dat gy nooit nutter Boek meer had.
D. T. E. V.
*.0
LOF-
-ocr page 10-
l o $*<n i e n r ::
O F DE
huismans wegwyzer;
71' ' V-
IS ooit een Boek fomtrent dees ftof| ge-
maakt met oordeel,
't Is waarlyk dit Boek,-nee welk heel klaar
aanwyft,
Hoe dat men Dieren kweekt na d'aarrf dièV
elk vereifcht,
              •"•'>'• '-■ '..
Gebruikt het Huisman tot uw nut, zo geeft
het voordeel.
Doorbladerd deze blailn , en wil het Werk
befchouwen,
Gy zult daar zien een fchatnietopgepronkt
met reen,
Maar zakelyk en kort, gebruikt het dan
alleen,
Als iets dat heilzaam is, waar op men kan
betrouwen.
Hier hebtg' een Artzeny voor ieder kwaal te
vinden,
Die ooit een Beeft mankeert; te weten zo
een Beeft,
Dat op Vier Voeten loopt en nuttig is,
doorleeft
Het een en andermaal hou 't als uw befte
Vrinden.
Se-
-ocr page 11-
Bewaart het als een Schat, doch fluit het ia
Geen kiften,
Dewyl nooit eenig Boek (als dat men 't
leeft) iets fpreekt,
Maar prent het in uw Zin , als iets daar
nut in fteekt,
Zo hebt gy wil voor't geld, het geen gyaars
,A verkwiiten.
Zogy dees raad opvolgt die ik u kom te geven.
Zo zult gy wis met my der Schry veren Lof
en Eer
Uitgalmen met vermaak , en wenfchen
keer op keer,
                r
Dat zulke Liên niet één, maar honderd Jaar
nog Leven.
'■ v : , Viill V,'J 3üJ ■ ; • ' i'i 3-il - ■
Mx Tempore.
-ocr page 12-
HUISMANS WEGWYZER
IN 'T BEHANDELEN
VAN HAARE
ZIEKE-BEESTEN.
Traftaat van de Viervoetige Dieren, als Paar-
den , Ojjen
, AToe^« , Schaf en, G/yfcn,
Verkens, ÖV.
EERST VAN DE PAARDEN.
ÜÜJHGHEwyl ieraant op het Land zich
*$ D Q* geneerende, van Vee moet voor-
f^^tsi zien zyn , daar hy zich mede
J®**?"a' geneeren moet,en ook tot onder-
houd en vermaak hebben; heb ik eerft van
de Paarden willen beginnen , het welk
een hoogmoedig enarbeitzaam dier is, na
men het zelve gewent, wiens gebruik
zeer nootzaaklyk is, en daar de oude
Scribenten veel van geroemt hebben, om
veelderlei werkingen , en nootzakelyke
dienften derzelver; ja dat meer is, men
kan dezelve , tot vermaak alle fraiheic
leeren; daarom zodanige gedierten wel,
behoorden onderhouden te worden.
De Romein fche tuchtmeefters namen
A
                        een
-ocr page 13-
9          HUISMANS
een byzonder oog op hare Ridders, dat
ze hare Paarden wel net en vet hielden,
en wanneer het zelve niet wel onderhou-
den wiert, kregenze daar ftraf over. En
wanneer het zelve na vermaning t'eene-
maal verzuimt wierd, wierdenze daar na
wel t'eenemaal van hare Ridderlyke waar-
digheid berooft.
De Grieken hebben daar ook veel van
gehouden, zo dat daar Auteurs zyn ge-
weeft, welke van de opvoeding der Paer-
den gefchreven hebben. Ook zyn de
Ridders, welke Paarden gehouden heb-
ben , altyd voor de voornaamfte onder
haarlieden gehouden geweeft. In voor-
fyden is het paardryden in Perfien zoo in
groter eer geweeft, dat het voor fchant
gerekent wierd , indien iemant te voet
diende r want de zelve wierden (gelyk
het by onze Ruiters en blaas-kaken ook
in de gewoonte gekomen is) niet anders
als met een fchimpigen naam, voetpryen
genoemt.
In zomma by alle Natiën worden de
Ridders, Ruiters, of Paarde-ryders voor
de eerlykfte gehouden, het zy in of bui-
ten den Oorlog; want men zegt voor
een fpreekwoort, hy houd een Hengft
op ftahgemeene Perzoonen hebben daar
'geen geit toe.                                Na-
-ocr page 14-
W E G W Y Z Ê R. s
Mademaal dan de Ridders zelfs ©ofc
door de Paaïdfen Vermaant worden., zöq»
is het vreemt, dat Potentaten van dïïf
heerlyk Dier gehouden hebben: als zyfl-
de het edelfte en rnoedigfte onder allé
viervoetige Dieren: welke een grote hö-
vaardy by zich heeft, en dat men hen
alle ding leeren kan.
Het Paart van Jlexander Magnus, Su-
cephalus
genaamt, wou van niemant be-
redenwezen, als van den Koning zelfs,
wanneer het opgepronkt was met het Kö-
ninglyk cieraat en deken: anders liet het
toe,dat het Van de Stalmeefter en ande-
re bereden wièrd. Het zelve heeft ook
zulken verftant gebruikt, als het in eeit
Slag dodelyk gequetft was, dat het zynett
Heer eerft uit den Slag bragt, en daar
na dood henen viel, waarom het de Ko-
ning ook een Graf doen maken heeft, en
een Scad na deszelfs naam doen timme-
ren.
Des Keyzers Augufti Paart wou ook
van niemant bereden zyn, als van zynea
Heer.
Het Paart van F'alias, (de zoon van
Evander) Mthon genoemt, ging ook by
het doode Lyk van zynen Heer, na dat
hy van Turnus verflagen was, weende,
Aa                      en
-ocr page 15-
#           HUISMANS
en (chreide tranen als dobbelfleenen.
Zelden heeft men gezien dat de Paar-
den , welke in den rouw gekleet zynde, en
het doode Lyk van haren Meefter tot aan
bet Graf volgende (gelyk de manier van
onze Ruyters plagt te wezen, als 'er
ïemant onder haar begraven wiert) daar
m vrolyk waren, of goeden deeg had-
den.
Op dat men het verftant der Paarden
pordeelen kan, blykt hier uit, dat een
zeker Koningvan Scyten een wilde Mer-
rie gekregen heeft, dewelke hy liet be-
dekken , daar een fchonen Hengft van
quam, den Koning gaarne van dien aart
meer Paarden wilde hebben, liet dezelve
Merrie met een kleet dekken, en'van het
Veulen deszelfs bedekken; het welk ge-
fchiet zynde, en het kleet van de Merrie
afgenomen, heeft het Veulen (zyn Moe-
der kennende) zich zelven van een hoge
plaats afgefmeten: Andere zeggen, dat
dien zelven Hengft, zyn Moeder ken-
bende na het afleggen des dekens, zo fu-
rieufelyk op den Stalmeefter aangevallen
is, dat hy hem vernielt heeft om d3t hy
van hem bedrogen was, in 't vermora-
van zyn Moeder.
fan
-ocr page 16-
WEGWYZER.
5
Fan welke Paarden men men ahyt meefi ge-
houden heeft
, en van haar natuur en
eigenfchap.
Indien men vraagt na de befte Paar-
den, moet men de zelve na den aart des
Lands kennen. De Ouden hebben veel
gehouden van de Paarden weikin Thracia
en TheJJalia gevallen waren. Epirus plag
de befte loop-Paarden voort te brengen.
De Tirrenifch , Feneetfche, Sicilifche Paar-
den zyn ook in ouden tyden vermaarc
geweeft; als ook die van Cappadocia. Nu
geven onze landen zulke goede Paarden
tot den Oorlog als anderen Landen.
Deenfche Paarden zyn duurachtig op
den loop, in het ryden en trekken. Men
gebruiktze ook in Koetzen, Poft-Ioopen,
en anders: ja tien of twaalf mylen kon-
jien de zelve des daags loopen: en wan-
neer men dezelve niet gebruikt kan men
haar goed koop houden : en in het ge-
bruiken moet men haar wat beter trac-
teren: want zy haar haver dan wei ver-
dienen,
Spaanfche Paarden zyn hoog te achten
om haar fchoonheit en fnelheid, zyn fraï
van Jyf en kop: men oordeelt datze om
A 3                   haare
-ocr page 17-
' |5           H U I S M A N S
haare fnelheit van den wind geboren zou-
den zyn.
Tartarifche Paarden zyn van wilden
aart, dezelve arbeiden wel, en zyn duur-
achtig , loopen fnel, en zyn meer tot het
loopen genegen, als tot het gaan.
ïurkfche Paarden zyn zeer fchuuw,
en laten haar niet wel op de toom ge-
wennen.
Napelfche Paarden zyn ftadig, en
heerlyk in gebaarden , cierlyk in den
gang, wel geproportioneert van lyf, maar
zy willen ook hebben dat men wel op
haar paft.
De Poolfche Paarden zyn frifch en
rang, ja duurachtig , trekken en loopen
wel, ook goede Ry-Paarden , dun van
beenen: maar willen wel gewacht zyn.
De Hongarifche zyn by na van den
zelven aart , maar wat duurachtiger,
ilouter en fterker.
De Pomerfche Paarden zyn wat traag
'en langzaam , maar duurachtig , en be-
'jioeven zulken naauwen oppaffing niet,
als de Poolfche, maar zyn met ruig voe-
der, te vreden: en ook tamelyk grof van
fchinkels: waarom de Poolen haar liever
Rebben.
tyïaar in het gemein heeft men 'er nog
een*-
-ocr page 18-
WEGWYZER.          7
eenige tekens by, waar aan men een goed
Paard zal kennen ; namelyk deze vier:
eerflelyk aan de uitterlyke geftalte, wan-
neer het een flerk dik hard lyf heefc, en
een gelykmatige hoogte, welk met de
proportie van het lyf overeenkomt, ta-
melyke lange zyden , breed van achte-
ren , breet en fterk van borft , hard
vleefch, een mufculeus ligchaam, gelyk
de groote muis aderen aan eens menfche
ligchaam, drooge voeten, goede dichte
uitgeholde hoeven met zwarten hoorn;
want wit hoorn is zoo duurabel niet.
Ten tweede ziet men de fchoonheid,
wanneer men de Leden aanmerkt: als
wanneer een Paard een dor hoofd heeft,
dat hem gelyk de huid geheel aan de
Hoofd-beenen hangt, dat is gelyk vel en
been, ffaaije korte fpitzige ooren, groo-
te oogen , wyde of breede neusgaten,
een dikken hals, en fraai den kop voor
draagt, hard dik hair, een dikken buik,
byzonder wanneer het ook jong is, dor^
re magere beenen , en een fraaijen dik-
ken {taart.
Ten derden moet men de uitterlyke
gebaarden aanzien , als wanneer een
Paard moedig en Hout is, fnuift dat hem
gelyk; een rook uit de .Neusgaten gaat»
A 4                  wak-
-ocr page 19-
8            HUISMAN S!
wakker en vaardig met de fchinkels, en
van blydfchap gaerne met de Leden zit-
tert, niet gaerne fHl ftaat, maar altyd
met de voeten ftampt, en wanneer men
het opgetoomt heeft, fnel en plotzig aan
het loopen raakt. Dit zyn rechte fraaije
duurachtige Paarden, welk men in toom
houden moet.
Yrland geeft veel Paarden welk geheel
zacht gaan, en daar op paffen dat zy met
haren gang haren Meefter niet befchadi-
gen, en haar zelfs ook : (daar behalven
is 'er een vruchtbare Weide voor ander
Vee; en daar worden geen fenynige Die-
ren gevoed:) alle fraaije Engelfche Tel-
gangers worden daar opgekweekt, en
daar na in Italië, Vrankryk, Duitsland en
Holland gebracht. De zelve Paarden zyn
niet wel zoo hoog en groot als wy te
vooren gezeid hebben , maar fchoon en
yrolyk.
Ten vierden moet men ook op 't hair
zien, want daar door word ook de goed-
heid van een Paard gekend. De zwarte
rappen zyn wakker , moedig en ftout,
en konnen zwaren arbeid doen. De gry-
ze, met veel wit gemengt zyn ook goed
en vrolyk, maar wanneer de zelve in het
Veld fchrikken zynze geheel ontrouw.
Zwart»
i
-ocr page 20-
WEGWYZER.          p
Zwart, greis en veel wits daar onder ge-
mengt, zyn ook wel ontrouw, maar bei-
ten en flaan , willen ook wel loopen en
arbeiden : van der Paarden Natuur kan
men verder bericht vinden by Virgilio,
in zyn tweede Boek, Georg. alwaar hy
begint:
Nee non £f peeori ejl idem dekftus equino,
Tumodo, &c.
Daar word ook gefchreven dat Paar-
welk in het drinken de Neus diep in het
water fteken, wel totdenKryg goed zou-
den zyn : maar hier van genoeg , wie
hier verder lufl: in heeft, lezen Virgilius,
daar wy hem hier boven aangeroerd
hebben.
Van F aarden te hopen, hoe men een
Paard bezichtigen en hopen zal.
Die geneegen is om Paarden te koo-
pen, moet jonge Paarden koopen, en zich
met oude Paarden niet bemoeijen: want
oude Paarden , oude OfTen, oude Koei-
jen, oude Schapen, oude Geiten, oude
Verkens, en in zomma , alle het Vee
welk te oud geworden is , zal men niet
koo-
-ocr page 21-
io          H Ü t S M A ji S
koopen; maar het gene men in huis heeft*
zal men verkopen , of meften en flaeh-
ten : want daar niet als fchade van te
verwachten is; dewyl de voordeelen in
de Jongheid daar al uitgehaalt zyn.
Daarom zal een goed Huisvader alcyd
na jong Vee trachten, en daar beneffens-
jong en oud opvoeden , om dat hy aan
geen Vee tot arbeid en flachten gebrek
heeft: maar op dat hy het zelve doen
kan, moet hy wel weten hoe lang eenig
Vee duuren kan , en hoe hy het zelve
voeden moet.
Daarom heb ik ook gezeid dat men
jonge Paarden koopen moet, en als men
dezelve gekocht heeft, moet men zelfs,
of ander goed voik hebben , welk daar
Wel mede weten om te gaan : want als
men de jonge. Beeften met Voeder over-
laat, krygen zy eenige zwarigheid datze
daar na krengen bly ven.
Die nu een goed Paard koopen wil,
moet eerft het uitterlyke geftake des zelfs
aanmerken » als voren gezeid is; daar na
moet hy het zelve een reis drie, vier,
Vyf of zes laten zien bereiden , of het
gaau of lam van Beenen is , en of hy
ook Gallen en Spatten heeft: men ziet of
het zelve een Pas, Draf, Tel, of anders
gaat
ï
-ocr page 22-
WÉGWYZEÜ.         ir
gaat daar het opgeleert is, én alles be-
proeven.: Men beziet de heupen, tong
of dezelve ook fnottig is, of hy ook eten
wil, wel kan loopen, &c. Men meet
de hoogte van vooren , of hy ook met
andere fraaije Paarden gelyke hoogte
heeft.
Wanneer men een Paard beryden Iaat,
let men op de gang , of het overflaat of
niet: dat is of het zelve met den achter-
een voet in den voorffcen voet treed, of
daarverre overtreed of ook te kort treed-
Want daar aan weten verftandige Paar-
den Kopers of de zelve goed of kwaad
van natuur zyn , of zy wel loopen kon-
nen of niet, wanneer een Paard recht
met de achterfte beenen gaat, dan is hy
geneigt te ipringen , en loopt terftonü
wanneer het maar geprikkelt word.
Men moet ook op de vettigheid der
Paarden wel letten: want dezelve is niet
altyd goed: want zommige Paarde Ver-
kopers wetenze tegens de Markten wac
op te pronken met zeker voeder, en zoo
haar het eigen gemak niet volgen mag
gaan de Paarden af.
Om daar een flaaltjen van te verha-
len , ben ik gedwongen, dewyl ik my te-
genwoordig eenLeer-meefter vertoon, te
be-
-ocr page 23-
12           HÜISMANS
betoonen, hoe de Rofch-tuyffchers fom-
wylen de koopers bedriegen. Het is in
Silefien gefchiedt, dat daar een fchoon»
vet Paard op de markt quam , daar veel
koopers geld na boden, maar het was een
Poolfch Paard. Dit zelve Paard was met
Geerft: een week of twee gevoederd. Als
den kooper met het zelve Paard een week
drie of vier gehandeld had, ging het af,
wierd mager en ftorf. Daar na vernam
hv de oorzaak , om te weten , hoe zulk
een Schoon, Vet, Glad Paard zoo afnam.
Doe wierd hem tot antwoort gegeven
dat men met twee of drie Schepel Geerft
een Paard vet kan maaken , maar wan-
neer men het zelve de eigen voeder ont-
houd , verdwynen zy , en varen in den
hond.
Men moet de Paarden in den gurgel
vatten, daar vind men twee huiden over
malkander, zo de onderfte huid nu zeer
dun is, word het zelve niet vet, maar
ïs zeer arbeid-agtig.
Wanneer een Paard veel hair op den
kop heeft , en het zelve hair tamelyk
hard ïs, word het wel vet.
Indien een Paard wyd van bek is , is
het zelve gemeenlyk Steeg, dat is be-
zwaarlyk met den toom te bedwingen.
* -«                                                                      Zo
-ocr page 24-
W E G W Y Z E R.         13
- Zo het kort onder de oogen veel hairs
heeft, laat het zelve hem niet gaarne hou-
den.
1 Indien het zelve fcherpe beenen tuf-
fchen de ooren onder de huid heeft,
loopt het gewoonlyk haaft , maar duurt
niet lang.
, Zo een Paard lange hangende breede
ooren heeft, is het zelve zeer traag.
Wanneer het diepe invallende oogen
heeft , is het ook niet wakker. Want
groote oogen, groote neus-gaten, en
fteile ooren zyn zekere tekens van wak-
kerheid. Gelyk men de couragie van een
Leeuw aan den ftaart kent, kent men de
wakkerheid des Paards uit de ooren.
■ Paarden welke een dikken langen hals
hebben, loopen gaarne.
• Wanneer een Paard zeer in-zakt als
men daar op klimt, en het vleefch naar
agter'zakt , als men daar op ryd, dac
word niet vet, maar is van een quade
natuur.
Wanneer een Paart in het ffcroo met
de agterfte voeten voor flaat, gelyk of
het agter overvallen woude , dat zelve
loopt gaarne.
                                   '\
Wanneer een Paard ruig van beenen
is,en lange vlokken over de voeten heeft
••'.■■ /                                   B                                     ha*-
-ocr page 25-
i4           HUISMANS
hangen , gelyk Vriefche Hengften ple-
gen te doen, zo is het zelve arbeidzaam,
maar onbequaam tot den loop.
Wanneer een Paard vaft blyft ftaan,
en flerk tegen houd wanneer men het
zelve by de ftaart vat, zo is het zelve
goed, maar nietfnel.
Indien een Paard lange heupen heeft,
en in dunnigheid wyd is, en agter hoger
als voor, dat zelve loopt wel, en lang,
en heeft goeden adem , maar is geneigt
tot fpringen.
Indien een Paard den agterften voet
voor zet, en daar niet hard op treed, zo
is het zelve aangedreven , en niet veel
waard.
Magere Paarden moet men niet die-
per , dan aan den buik toe, in het water
ryden, want zo den buik verkouwt, kon-
nenfe niet aannemen ; want fchoon of
op warme dagen de leden wel ftaan, kon-
nenfe niet bedyen. Maar vette Paarden
mag men heel in het water beryden, tot
over den rug, om datze beletten dat de
leden niet te vafl blyven, en een fraai
geheel lyf behouden.
Wanneer een Paard diepe oogen , en
groote kaken heeft, en een korten hals,
dat is hard. om te beryden.
Wan-
-ocr page 26-
WEGWYZEfo t#
i Wanneer de oude Duitfchen een ken-
teken van een goed Paard willen' betêke*
nen, zo nemen zy de zelve van andere
Dieren , en zoeken de zelve aan een
Paard. Eerftelyk willen zy dat een Paard
drie dingen van een Wolf heeft. Drie
dingen van een Vos, en drie van een
Vrouw ; Narnentlyk van een WoEF de
oogen. 2. Het eten, 3. de opheffing des
hoofds. Van een Vos. 1. korte ooren, 2«'
den langen ftaart. 3. dien gelyken tred
of gang. Van een Vrouw. 1. een brede
borft. 2. hovaardie. 3.hair, voor het hair
zetten , eenige , dat het gaarn laat op-
zitten.
Andere oordelen dat een Paard twee
deugden van een Haas hebben moet, te
weten behendigheid , en gehoor. Twee
van den Vos, goede oogen , en een dik-
ken ftaart welk dun van hair is. Twee
van den Wolf, den hang en het eten-
Twee van den Ezel, fterke heupen en
hard hair, of gelyk eenige willen, goede
heupen, twee van het wyf, als hovaar-
die en onderdanigheit.
Andere willen dat een Paard fnellig-
heit en behendigheit hebben zal, ook
een vratigheit, fcherp gezigt, en dat hec
zig in een cirkel rondom kan laten men*
B 2                     nen
-ocr page 27-
ie huism a ns '
nen, een breede borft, grof dik hair aaa
den hals, gladheit en een zagten tred.
Den genen welk een huis koopen wil,
let óp den grpnd, fondament, bouwing,
èn alle hét gene daar aan dependeerd.
Die dan een Paard koopen wil moet het
zelve na.de voeten zien; want een Paard
moet goede fterke voeten hebben , die
wel gelyk zyn , niet zeer hoog , maar
welk zy. gelyk op de Aarde zetten, op
dat zy daar te fterker op ftaan en gaan
konnen; het nafte been over den heup,
en onder de knorre aan den voet, zal
niet lang zyn , want het paft niet wel,
en kan daar ligtelyk fchade aan krygen^
De fcheen-beeneri zullen van pas fterk,
vaft en dik zyn , niet van Aderen en
Vlees, maar van knoken:De knien moe-
ten fraai gebogen zyn, en zig in den gang
wel beweegen ; het buitenfte deel, de
dikte' des ichenkels tot de knie toe, zal
Iraai dik zyn , dat is een teeken van
Aerkte , en een welftand aan een Paard,
gelyk ook een fraaje breede borft, welk
©pk wyde fchreden geeft, byzonder wan-
neer een Paard , agter niet eng, maar
*ryd gaat. Het zal een fraajen dikken,
krommen hals , een klein hooft , kleine
kaken, en kleine fpitzige ooren nebben,
i" %
                     .. ..                     Wan-
-ocr page 28-
WEGWYZER. i7
wanneer een Paard een uit-geftrekten
hals , en hooft heeft, zo datze boven
gelyk weg (trekken , is gaarne wild en
woefl. Gngelyke kaken zyn gemeenlyk
hard-bekkig. Diepe oogen ftaan niet wel,
want zy moeten groot zyn en voor in
den kop ftaan , dat een Paard wyd en
zyd om zien kan: Wyde neus-gaten ge-
ven een moedig Paard te kennen: Het
rug-graad zal een weinig over de heu-
pen gaan, dat men daar wel fitten kan,
het onder-lyf zal fraai vol van hard vlees
zyn. De zyden zullen een weinig inge-
togen zyn, en de buik een weinig dik,
dat men des te gevoeglyker zitten kan,
want zulke Paarden hebben fterkte, en
voederen zig wel, hoe breeder en korter
de lendenen zyn,hoe een Paard de voor
fte fchenkel te ligter opbeuren kan, en
met de agterfte fchenkels des te beter vol-
gen. De heupen zullen breet en vleesag-
tig zyn , datfe met de borft en zyden o-
ver een flemmen. Alle leden zullen fraai
op malkander accorderen , want het zel-
ve maakt dat een Paard tot den loop en
alle dingen te begeeriger en gefchikter
rs, het binnenfte deel tuflchen de twee
agterfte fchenkels onder de ftaart zal een
fraie wyde linie hebben, daar door word
B 3
                          te
-ocr page 29-
ig           HÜISMAN.S
te kennen gegeven dac het Paard een
frajen wyden gang heeft, en zig wel laat
ryden. De Ballen moeten niet te groot
zyn , maar dat kan men aan een jong
Paard zo naauw niet nemen.
In hetkoopenvan een Paard moet men
ook wel letten op beide zyden des hals,
en op de maat der ooren, of daar gene
littekens zyn , daar uit men kan mer-
ken , of het Paard de feifel gehad heeft
of niet. Indien men aan de ooren Lit-
tekens of narven ziet, moet men het
zelve Paard niet koopen. Deze onder^
vinding heeft my wel veelRyksdaalders,-
gekofl, daarom heb ik van de zelve wil-,
Jen vermanen.
Ik zoude wel willen raden dat men een
Paard van bekende luiden kogt; daarom
moet iemand , welk een Paard koopen
wil, en hem daar riiet op verftaat, een
kender by hem nemen ; want paarde
vleefch is duur vleefch; en zoo men een
quaad Paard koopt, moet men het zelve
behouden : Men behoorde een Paard 14
dagen van te vooren te Probeeren, eer men
het zelve kogt, en dan de koop toeflaan,
al zou het een Ryksdaalder of twee bui-
ten de fchreef gaan.
Als de oude Romeinen, Oflèn, Scha-»
-ocr page 30-
WEGWYZER. X9
pen, Verkens, Honden, en ander Vee
kogten,moefl den verkooper uitdrukke-
lyk zeggen wat mangel daar aan was:
want zoo hy eenig mangel verzwegen
had, welk zig daar na openbaarde, moft
hy alle fchade vergoeden.
Het is ook gebruikelyk by de Rostuif-
fers, dat zy der vafl voor flaan, dat het
Paard niet Ruidig ,Rappig, Gefloten, of
met eenige fchadelyke ziekte befmet is;
want zy houden zomwylen bedriegers en
boeven die 't volk wat wys maken.
Den ouderdom der Paarden kan men
uit de tanden bekennen, de Paarden ple-
gen haar tanden te whTelen , en hoeze
ouder zyn hoeze witter tanden hebben,
dit is een vaften regel, en aan 't verlie-
zen der tanden kan men weten hoe oud
een Paard is tot aan de zeven jaren, maar
daar na kan men 't zelve niet eigentlyk
merken, hoewel Rostuiflèrs meenden dat
men't tot aan de 10 jaren toe zien kan.
Men zegt dat''er twee tanden zyn, d'een
op de regter en d'ander op de flinker zy-
de van de onderfte en bovenfle kinne-
bakken ; maar men zal geen Paarden ko-
pen welke van den tand zyn.
Theophraftus fpreekt hier van dat een •
jong Paard alle jaar twee tanden weg
B 4
                  werpt,
-ocr page 31-
so         HUISMANS
werpt, zoo dat men tot de zeven jaren
zyn ouderdom kan weten , het jonge
Paard krygt 14 tanden , genaamd Veu-
lens-tanden, welke voor in de Bek flaan,
en wat vierkant en geelachtig zyn , en
als 'er alle jaar twee van uitvallen , zyn-
ze na zeven jaar altemaal weg , daar na
krygen zy weder andere. Alzoo dat een
Paards ouderdom na zeven jaren niet te
kennen is, wanneer een Paard de tanden
alzoo weg gebeten heeft,datze zeer kort
en breet zyn, dan is't zeer oud.
Eenige zeggen van kronkels in de
Haart, maar dat is fabuleus: Want eert
Veulen van een jaar kan wel drie of vier
kronkels hebben. Van de kerven aan
de hoornen der OfTen is 't waar. De Ou-
den kenden den ouderdom der Paarden
aan de huyd voor aan 't fchouder blad ,
of voor aan dè fchénkel, als dezelve mee
der hand te zamen getogen was , en de
rimpels langzaam los gingen , was het
Paard zeer oud.
Ariftoteles oordeeld het zelve van de
wangen der Paardert, dat als men de huyd
op dezelve te zamen trekt , én de huyd
langzaam van malkander gaat, het zelve
een teken van ouderdom is.
-':2V7                                                           Aan
-ocr page 32-
WEGWYZER. 21
Aan de tanden moet men de ouderdom van
een Paard kennen.
i. Wanneer een Paard in 't derde jaar
gaat, verwiffelt het de vier middel-tan-
den , als twee boven , en twee onder,
dat is, verwept de Veulens tanden , en
krygt andere.
2. Wanneer het in't vierde jaar gaat,
verwiffelt het de andere vier tanden on-
der en boven tot aan de hoek-tanden.
3-Wanneer het in't vyfde jaar gaat,ver->
willek het de vier hoek-tanden, en krygc
op elke zyde weder een hollen hoek-tand,
welk tot het zefte jaar toe behouden wor-
den, en komt met takken.
4.  Wanneer het zelve in 't zevende
jaar gaat, zyn de takken nog fcherp, maar
de hoek-tanden zyn zoo hol, dat men
daar een half winter koorn in leggen
kan.
5.  Wanneer het in 't achtfte jaar gaat,
is de eigen holligheid daar nog.
6.  Wanneer het in het negende jaar
gaat, zyn de hoek-tanden geheel ge-ef-
fent, dat men de wortelen van de kern
nog kennen kan.
7.  Wanneer het zelve in het tiende jaar
gaat,
-ocr page 33-
te HUISMANS
gaat, is'er geen teeken van kerne meer,
indien den tand week is, maar daar een
harden tand is , daar kan men nog een
weinig de wortel van de kern onder-
fcheiden.
8. Wanneer het m zyn elfde jaar gaat,
is de kern van beide de tanden weg.
Andere willen nog andere kentekens
geven, maar houde dezelve zo zeker niet,
als van de tanden, waarom ik die voor-
by ga.
Die wilde Paarden of Moeder Paarden
opkweken wil, koop zoodanige welk van
goeden aard zyn , en een gelyke verw
hebben , en alreets een Veulen gehad
hebben: Want eenige krygen geheel
geen Veulens, of verwerpenfe , ofzuy*
gen niet gaarne, en trekken de Veulens
ook niet wel op.
Die dan goede Paarden hebben wil,
moeten dezelve opkweken , en daar toe
Merrien houden , zoo wetenze van wat
aard de Veulens zyn, ook moet men een
fchoonen Hengft of twee hebben zoa
gaat men vaft.
De Veulens nemen der Hengften na-
tuur aan. De jonge Veulens hebben ge-
meenlyk haars Vaders verwe , groote en
aard.
Men
-ocr page 34-
WEGWYZ E R. 25
Men zegt dat een Merie ook wel een
Veulen van andere kouleur krygt, wan-
neer men haar op den tyd van 't dekken
zoodanigen kouleur voor oogen houd,
als men hebben wil dat het Veulen van
't kouleur wezen zal.
                           i
Men moet de jonge Veulens met de
andere Paarden des Winters in ftal wel
voederen , het welk in de Somer onno-
dig is : want dan moeten zy haar met
de andere Paarden in de weide behelpen.
Een Paard word twintig jaar out, en föm-
wylen wel dertig.
Hoe oud een iekr Dier morden kan.
Dit diend een Huysvader ook te we-
ten , in 't opkweken van jongen eer hy
de ouden weg doet. Wanneer een
Hengft drie jaren oud is , kan hy jon-
gen maken tot op zyn twintigfte jaar: en
een Merrie kan nog op haar vyfentwin-
tigfte jaar jongen krygen.
Men moet met de oude Paarden me-
delyden hebben , en zoo niet mennen
als de jongen : want zy in hare jong-
heid haar beurt te roer gedaan hebben.
Ook moet men zwakke Paarden geen
groote laft opleggen. By de Atheniers
en
-ocr page 35-
H HUISMAN'S
en andere ouden is het een gebruyk ge-
weeft , dat men de oude Paarden voor
haare dienft des jongheids , zonder ar-
beiden tot aan het einde hares Jevens de
Icoft gaf , het welk ook nog huydens-
daags by veelen geobferveert word.
Simon van Athenen , gelyk Plutarchus
verhaalt, heeft zyn Paard benevens zyn'
eigen graf doen begraven , om dat hem
't zelve driemaal het Renfpel indeOlym-
pifche fpeelen had doen winnen. Den wy-
zenCaco liet zyn Paard in Spanjen;alshy
van wegen de Roomfche regering in Span-
jen oorloogden, voorwendende, dat hy
de Romynen met zyn Paard niet bezwa-
ren wou: maar het zelve is hem tot on-
dankbaarheid toegerekent, en men fprak
qualyk van hem agter zyn rug.
Als een Os veertien of vyftien jaren
oud is, word hy voor oud gehouden, ins-
gelyks een Koe: etlyke werden wel twin-
tig jaar oud. Een Kat leeft zes jaar, ook
wel tien , een Haas tien , een Geyt agt,
een Ezel dertig , een Schaap tien, een
Bok agt, een Stier vyftien, een Paau vyf-
en-twintig. Albertus zeid , dat men Paar-
den van vyftig jaar gevonden heeft. De,
Duiven werden zeven jaar oud, gelyk
ook de Tortel-duiven,eenKor-hoen vyf-
en-twintig jaar.
                               Vit-
-ocr page 36-
WEGWYZER. sj
Virgilius en Hefiedus, fehry veneen Mens,
o 6" jaren ouderdom* toe , een .Kraai 164*
een Hert, 345Ó, een Raven 10360, dea
Vogel Phenix: 93312. dog zommige, zyo
van, gedagte. da*; de Wereld niet lang
over de 6000. jaren (laan zaK Maar daar
laten wy andere over. difputecen 5 afs
zynde buitens onzen propooft.:'::
• ... Van den Jongen Feukn. '
, Men laat een Veulen een half jaar zaii
gen, tot aan Md-sg/z'jyof drie o£ vier, da±
gen daar na, of na dat her zelve? wat Jast
geworpen is f tot Martini^ 'daar na I moe»
men het zelve een ftal alleen geven voor
Veertien dagen:tot dat tiy weder bedaart:
want een Veulen is gelyk een jortg.»Kind
dat gefpeént ;word.. Daar na geeft' mett
het zelve een; weinig.'haver onder hét
hakzel, ea goet hoy, wanneermen' hwj
zelve daar na wel op paft, word het ee'a
goed Paard% men moet het' zelve- een
weinig.-,meer deugs doen, als de andere
Paarden^'maac men moet het geenjklaf8
Haver? geven, i anders\word'; hy .fpek4iai»
zig.
                                               .;,v
Arme Boeren geven de Veulens maar
hooy en ftroy, en jagenfe op het Veld,
- «
                      C                      maar
-ocr page 37-
26           HUIS MANS
.maar daar worden zy niet groot nog
fterk van , maar blyven klein, verkrim*
pen en verhongeren, en worden nimmer-
meer goede paarden. De eerfte twee ja-
ren moet men haar vol op teeten geven,
en haar haver , hakzel en anders geven.
Alfle nu drie jaren oud zyn, moet men
haar mede infpannen en laten trekken.
Op het vierde, vyfde, en zesde jaar ziet
men wat uit haar worden wil. Jonge
paarden moeten in ftal met de voorfte
beenen hooger ftaan dan met de agter-
fte, zo ftrekken zy haar uit. Themijtocks
plag te zeggen , dat de wiltfte Veulens
de befte Paarden worden, alfle maar wel
opgetogen worden.
' Wanneer een Veulen fraaje , lange of
hooge fcheenen heeft, als het geworpen
is, iffèr hoop , dat daar een fraai, fterk
Paard van groejen zal. Want lange fcheen-
beenen zyn een goed teken aan een jong
Paard»
Eenige geven de Veulen Erwit ftroi te
eten, zo datze daar toe gewoon werden:
en zy eten het zelve nog daar na zonder
fchade: maar krygen daar quade buiken
van.
Fm
-ocr page 38-
W E G W <Y :Z" EIR. ^7
'Van het lubben van een jong Paard,
De Grieken (gelyk men uit Homeras
zien kan) hebben haar wilde Paarden ook
gefneden, en daar na in den koets-wagen
gebruikt , waar mede zy een verre reis
op een dag deden. Ook hebben zy.zulke
gelubde Paarden tot ryden gebruikt, veel
liever als een hëngft,en dat om deze-re-
denen , om dat een merrie in het loopeh
zyn water ook van agteren kan laten lo-
pen , het welk van een Hengft niet kan
gedaan worden zonder vertoeving, óf
ftil-ftaan.
De Paarden welk men in de Weide ^
of tot dienfl hebben wil, en met andere
Paarden om laten gaan , moeten Gelubt
worden: het zelfde gefchiet op het vier-
de of vyfde jaar, of ook daar na, als men
wil: maar het is nog beter , dewyl zy
nog jong zyn, om de fmert welk zy ly-
den: want men moetfe veertien dagen
na het Lubben ftil houden, tot datze ge-
nezen zyn, en haar ook wel wagten,, op
datze haar fmert vergeten. Men zeid dac
de Poolen haar de Tefikuü zouden laten
toedrukken, wanneer zy nog zuigen, en
dat daarom haar de tanden niet uit zou-
C z
                     den
-ocr page 39-
tg          H U I S M A N S;
den vallen , nog zy van de vergadering
der quader vogtigheden niet krank wor-
den. Na de Lubbing moet geen Verken
in de ftal der Paarden komen, eri byzbn-
der geen Beer-verken.
Zommigé beelden zig in dat een Hengft
met het Snyden de Couragie zeer zou ver-
liezen •■: zommige daar en tegen weder,
wanneer de zelve in. de nieuwe maan Ge-
lubt worden , dat het niet een haar aan
de couragie fchaden zou. Het Lubben is
in de Lente of Herfft alderbeft , hoewel
ik wei Paarden in de Karsmis-week heb
zien Lubben. . ; .. ;. i ,
Het paarden Snyden of Lubben gaat alzo
in zyn werk: men bind den Hengft de
vier voeten fcy malkander, zo dat hy ne*-
der va'llenmoet: Daar na waft men hem
de Scrotum, met warm water, welk men
met de flinker hand vaft aan de buik
boud dat deFmtres na vooren komen,en
Voor bloot zyn. Daar na fnyd men een
föede over lang aan de een zyde van den
Scrotum en drukt den eenen Teftkulus daar
wit. Dan heeft men een klove i daar na
neemt men den ader daar de Teftkulus aan
hangt,r de zelve met een gloeyend fcherp
yzer aan twee fnydende. Ten laatften
fnyt men den anderen Tefticutus eok alzo
weg
-ocr page 40-
WECW Y Z E R. 29
weg als den voorgaanden. Ten laatften
neemt men vet, en giet het in den opge-
fneden buidel , en najende dezelve dan
weder toe. Daar na geeft men het Paard
haver, en laat het zelve alzo 14 dagen
flaan, zonder dat daar Verkens by mo-
gen komen, gelyk gezeit is: als 't Paard
drie dagen ftil geftaan heeft, moet men
't zelve met gemak diep in het water ry-
den, op dat de aderen van 't ftil ftaan
niet krimpen , en 't zweeren mag afge-
fpoelt worden.
Van het voederen der Paarden.
Indien eenig dier in de Werelt is, dat
vlytig met voederen wil opgepaft heb-
ben, zo is het een Paard. Daarom moet
een fleer zyne knegts de Paarden niet
alleen vertrouwen, maar zelfs dikwils in
den ftal komen , om te zien hoe men op
de Paarden paft. Den Koning Porus ge-
vraagt zynde wat een Paard beft vet
maakte ? antwoorde , het oog des MeeÊ
ters. Ik heb ook van groote Heeren ge-
zien , dat zo haaft zy des morgens op-
ftonden, en haar gebed gedaan hadden,
%y voort in de ftal gingen, om te bezig-
*jgen, hoe men op de Paarden pafte,
C 3
                      en
-ocr page 41-
3o          HUISMANS
en hos het met de zelve ging. Dit exem-
pel behoorden alle liefhebbers van Paar-
den na te volgen.
.Als men van oppaflen der Paarden ver-
halen wil, moet men eerft haren natuur
onderfcheiden : eenige zyn Paarden ten
Oorlog, andere Koets-paarden, andere
fraajeRyd- paarden , andere Trek-paar-
den gelyk de voer-luiden gebruiken , an-
dere Akker-paarden , om tot het bouw-
.w^rJk gebruikt te worden. (Na dat nu 't
werk én edelheit der Paarden is, daar na
moet men op haar pafTen.
Van de arme Bouw-paarden wort ge-
zeit: De Paarden , welk de meefle haver
verdienen krygenfe op het alderminfte,
en dat is waar. Maar een Paard mag zo
flegt wezen als het wil, niet te nain moet
daar op gepaft worden. Paarden welk
jarbeiden , moeten zo wel op haar tyd
eten , als Maagden en Knegts. Want
indien men dat verzuimt, zal men daar
geinig y oordeels af trekken.
Den Grieken deeien de Paarden io
twee deeien, eenige welk Vry in de .wek*
de hsnjfaajs en derwaars gaan eten* ge-
lyk 4e jKpeyen, van welke zoorte Jlppit*
)yts
:zeit > dat 4e Korjingen in Perzien al-
tyd ;hoi}dert en vyftig duizent gehouden
heb-
-ocr page 42-
W E G W Y Z E R. Sr
hebben. Eenige houd men alcyd in huys
op ftroo. Eenige deelenze ook in Poft-
paarden , daar mede men van de eene
plaats na de ander jaagt; anderen weder
Oorlogs-paarden, ook Wed-paarden en
Jaagt-paarden.
Elk Paard moet nu opgepaft worden;
maar het een beter als het ander; een
Paard van een Keyzer, Koning, Hertog,
Grave, &c. krygt ander op-paffing als
een ander mans Paard: De Boeren moe-
ten hare Paarden ook wel voederen en
gemak doen. De voerluiden moeten hare
Paarden middaags en des avonds wel voe-
deren : ook des nagts goet ftroo geven om
te ruften, op datze daags daar na weder
aan den arbeid mogen komen , om hare
weg te vervolgen.
Ik derf het naauwelyks zeggen, (hoe-
wel het waar is) om dat ik vreeze dat
men my hier voor verdagt houden zou.
Wanneer een Mofcoviter een halve dag
met zyn Paard eenige mylen gereden
beeft, neemt hy alle de bagagie daar af,
en Iaat het zelve wat wentelen , en zich
drie of viermaal omwerpen, dan gaat hy
weder opzitten en ryd zoo verre na den*
middag als hy voor den middag gerede»
heeft. Pat is haar Paarden een verquik*
C 4
                     wnc
-ocr page 43-
3?           H U I S M A N S
king en hare zalf; maar onze Paarden
zyn daar niet mede te vreden , dezelve
moeten des morgens , des middags en
des avonds haar portie hebben: want in-
dien daar aan ontbreekt, zoo ontbreekt
ook aan haren dienft.
Dit is nu zoo veel aangaat de voede-
ring en opkweeking der Paarden , ook
hoe men de zelve 'na haren arbeid zal op
pailen: nu volgt de Ziekten en Genezin?
gen derzelver.
Grof Poeder voor Paarden, om allerly
wonden te genezen.
Neemt een pond Koperrood, en | pond
Spaans Groen , mengt het te zamen en
ftrooit daar van zo veel als nodig is in
de Wonden het geneeft.
Als een Paard niet Eeten of Drinken
kan
, en ook niet Ziek is.
Men moet de Mond open doen , en
zien op de Schulpen van boven onder de
bovenfte Tanden of die ook te hoog zyn,
en hooger als de bovenfte Tanden, of hy
©ok fpitze Tanden heeft, die men Wolfs-
Tanden noemt, en bekyken hem ook
on?
-ocr page 44-
W E G W YZEH 33
onder de Tonge", daar zult gy zien leg-
gen twee kleine Boontjes t- dewelke doen
dat het Paard niet drinken kan. Zëagf
dat alles gewaar werd ^ zult gy doen all,
hier volgt:
Gy zahr de Schulpen boven onder de
bovenfte Tanden doen branden met een
glbeijende Yzer, de Wolfs-Tanden af~
breken, en alle fpitze Tanden achter itt
de Mond^doenafvylen, de Boontjes ori*
derde Tonge niet een fchaar aFknipperij*
als dit zoo gedaan is zult gy nemen eerf
pint Azyn , voor twee ftuivers gefloten
Peper, een hand vol Zout, 2 of 3 bol-
letjes Look wel klein gemeden , en den
Mond des Paards daar mede drie of vier
dagen gewafien, zal genezen zynV
Foor de Ftvres.
Deze kwellinge zult gy kennen als des
Paards Ooren zeer koud zyn, de huid of
vel aan den Hals zeer fbram is, zoo dat
gy de huid niet met u handen vatten
kond, het Paard legt henv neder en ftaar
weden.op", voor deze Ziekte moet date-
lyk hulp voor gedaan Worden, of binnen
de tyd van een uur is het Paard dood.
Men moet nemen een Els als de Schoen-
makers
-ocr page 45-
3*         II U I S M A N S
makers gebruiken , en lleken het Paard
daar mede door beide de Neusgaten dat
hy Bloeden kan, en neemt een Nyptan-
ge, en zoekt met u handen aan den Hals,
waar den knobbel (dat men de Vivres
noemt) gelopen is, en als gy die gevon-
den hebt, met de Nyptang getrokken,
en daar op met een flok geflagen zal de
Vivres weder aan zyn plaats lopen, die
gedaan zynde zult gy het Paard geven
een tinne Lepel van den Auteur Cordiaal-
Poeijer met een Pint warm Bier, en ter-
ftond zal hy genezen.
Voor den Droes.
Dit is een Ziekte die alle Paarden fub-
jeftzyn, gelyk de Menfchen en Kinde-
ren het Pokken en Mazelen, waar door
de Natuur haar zelve zoekt te zuiveren
en te ontladen van haar eerfce wulpfche
én onzuivere humeuren, het welke ge-
meenlyk door het uitwerpen der Neuze
of eenige gezwellen aan de Keele of daar
daar onder, en ook zomtyds beide zyde
van 't Hoofd komt op te zwellen en deur
te breeken , en het gebeurd dat de Na-
tuur wierde belet door een kwade ma-
nier van leeven > of kwade fourage zoo
. ,:.
                                              zou-
-ocr page 46-
W Ë G W Y Z E R. 33
Xoude het konnen gebeuren dat die zui->
veringe of ontlaftinge die het Lichaam
daar door geniet, daar van wierde belet,
dat het veeltyds tot een grooter kwaad
kwaam uit te breeken.
Zoo wanneer het zich zelven door de
Neus komt te loflen , en dat de Natuur
haar vollen krachten heefc, zoo laat de
Natuur geworden. Maar indien het zel-
ve Paard door eenige flappigheid van de
Natuur, het niet wel kan kwyt werden,
zoo kan men het zelve helpen met een
half once Wyn Azyn , een half once
Boom Olie met twee dooirenvan varfche
Hoender Eijeren onder malkander ge-
klopt , en daar van alle dagen in ieder
Neusgat een tinne Lepel vol ingegoten,
het Hoofd eerft opgetrokken , dat het
ter deeg daar kan inïoopen,twee of drie
dagen of meerder wanneer het zoude van
noden zyn. Indien het komt te zwellen
aan de Keele, zoo moet men Althéa ne-
men , en het zelve warm daar mee fmee-
ren , of by manquement van dien zoo
neemt oude Verkens Reuzel, alle dagen
tweemaal mede gefmeert , wel warm en
met een Wollen lap dubbeld daar over
gebonden of een Lams Vel, en houden
het zoo warm als het mooglyk is j het is
-ocr page 47-
3(5          II U I S M A N S
ook goed een Spint Gerfte gekookt met
Bier, en dat in een zak gedaan, en-het
Hoofd van 't Paard daar in gedaan, en
4an het Hoofd toegebonden y laat de
rook in 't Paards Hoofd trekken, of nee*
men twee penne fcbagten met de plui-
men daar op, en beftreiken die met Ho-
ning en met geftooten Peper, en in dé
Neus van 't Paard gedaan; en of het ge-
beurde dat de geneezinge zoo nog niet
en wilde gelukken, zoo zal men neemeri
een bolletje Look , fchoon gefchüd eR
klein gefneeden , met een half loot Zet
venboom gefneden of geftooten met een
halve tinne Lepel vol van des Auteur*
Cordiaal - Poeijer met een kopje zoete
Melk , en dat ingegeeven vier of vyf-
maal agter een; of anders neemt een half
loot Metridaat, een half dragma Saffraan
en een halve tinne Lepel van des Auteurs
Poeijer met een half pintje Bier, t'zamen
warm gemaakt en ingegeeven ; zoo het
gebeurde dat het met de voorfchr^even
middelen niet wilden overgaan , «oa
neemt deeg. van Roggenbrood *:men-
ge daar een Lepel van de Cordiaal-Poeijer
in, een loot Zoethout, geftooten Suiker
Kandy een lpot,Witte , Nieswortel een
èalf loot,, t'zamen onder het deeg ge-t
mengt
-ocr page 48-
W E G W Y Z E R. 37
mengt en gekneed, dat in een tobbe mee
water geleit, en laat het Paard daar van
drinken.
Dit is het welk gemeenlyk alle Jonge
Paarden fubjecl zyn , maar het gebeurd
nochtans dikwyls dat zommige Paarden
niet alleen in haar jonkheid , maar nog
daar naar in haar ouderdom , en in ver-
fcheide jaaren wederom komen te Droe-
zen.
Den tweeden Droes.                *
Die dikmaals door koude en ongemak
daar komt te vergaderen , en zomtyds
door heet te zyn gewerkt, en dan nog
warm zynde koud water drinken , ook
door kwaade fourage en door kwaad Hin-
kend water te drinken, nog om datze op
kwaade en ongezonde plaatze (laan, ook
door overtollige arbeid of groote verhit-
tinge dat het vet fmelt inwendig in 't lig-
chaam, binnen in de Nobbele partie, dat
het zyn zelve eerft tot water, daar naar
tot materie zet, en dan alzoo uitgewor-
pen werd ; en deze hebben geen Klieren
nog Knobbelen onder de Keel, de mate-
rie is heel anders van couleur, heeft me-
de geen zoodanige vettigheid of ftank
D
                       by
-ocr page 49-
33          H U I S M A N 3
by haar als de kwaade Droes heeft; het
gebeurd dat het zomtyds geel is, 't v/elk
zommige oordeelen heel kwaad te zyn,
maar dit is groot abuis , het is daarom
niet te kwaader, maar het is een teeken
van een lange en oude vergaderinge, die
langzaam en met 'er tyd is by gekomen.
Wat de ftofFe belangt die is een over-
tollige vochtigheid , die zomtyds van de
Herifenen haaren oorfprong heeft, zom-
wylen werd ze van onderen daar gezon-
den , en trekken dikmaals haaren oor-
fprong uit de onderfte deelen, gelyk de
Maag, Lever ea Longe die in de Zenu-
wen en Aderen van de Herffenen daar
werden verdikt , makende daar de oor-
zaake. Dit moet ryp gemaakt werden
door deze of andere bekwaame middelen
gelyk de voorgaande ; zoo het den tyd
van 't Jaar mede brengt, zoo laat het by
goed weer in de Weide gaan , en by
kwaad weer Gras op de Stal eeten, neemt
een Lepel vul Poeijer Cordiaal, een loot
Boom-Olie, een once Wyn Azyn, een
dragma geftooten Peper , een Lepel vol
gemalen Moftaard , mengt alle deze te
zaamen en geeft het Paard alle dagen
eenmaal.
4*
-ocr page 50-
W E G W Y Z E ft. .-59
Anders.
Neemt een Lepel vol Poejer Cordiaal,
ènde brand beenderen van een dood Paard,
en floot die tot een poejer en mengt daar
onder Zevenboom , klein gefneden of
gehakt, hier van het Paard wat onder de
Haver te eten gegeven driemaal des daags,
zo lange als men wil, en onder de keel
zal men de klieren fmeren met olie van
Bayen , en branden met een kaars een
tyd lang alle dagen.
Den derden en hatften Droes is een geheel an~
der e
, een veel kwaadaardiger en befmettely-
ker ziekte als de voorgaande kentekenen.
Men zal deze ziekten daaraan kennen,
voor eerfr. zo hebben die Paarden ordina-,
ris eenige klieren of knobbels onder da
keel , en ook veeltyds aan d'eene zyde.
omtrent tegen het kakebeen aan, alsdan
werd den Droes ofte vuiligheid uit de
neusgaten aan dezelfde zy uitgeworpen,
daar de klieren leggen, zomtyds hebben
zy mede wel klieren of kuobbels aan bei-
de zyden van het kakebeen, alsdan zoo
Werd mede door beide de neusgaten dea
D 2
                 Droes
-ocr page 51-
4e           HUISMANS
Droes uitgefchoten. Deze kwaadaardig-
heid ofte verharde kwaadaardige klieren»
komen noit uitwendig tot fuperatie ofte
materie, maar haar kwaadaardigheid ont-
itaat binnen de partie daar omtrent gele-
gen, en komt haar kwaad daar te ver-
fpryderdit zyn zoo veel als de principale
kentekens, c!e gemene kentekens zal een
ieder van eenig oordeel wel konnen on-
derfcheiden uit de voorgaande. Deze be-
fmettelyke en periculeuze ziekte heeft
noit iemant in de waereld uitgevonden
zeker te genezen , maar dog egter zoo
moet men niet wanhopen zodanig als of
'er geen Remedien daar toe in de waereld
waren, neen, dit is de mening niet, want
de jongheid van een Paard en deszelfs
kragt en natuur, en het zelve wel te ob-
zerveren en waar te nemen, nevens het
gebruik van goede Remedien, doen dik-
maals wonderen in dusdanige gevallen in
de waereld, en dat door de naerftigheid
van denMeefter, dewyl alle Reraediea
niet gelyk zyn uitgevonden.
\                             De Cure.
j
- Zo wanneer men dusdanige Paarden
mogten onder handen krygen ; zoo zal
men
-ocr page 52-
WEGWYZER. 4I
men evenwel het uiterfte daar toe doen
principalykzoo wanneer zy nog jong zyn
en zulks niet lang geduurt hebbende, en
die Paarden oud en door arbeid afgefloofc
zynde, zo heefc men daar van zo veel
hoop niet te verwagten.
Eerft zoo zal men het Paard laate Purge-
ren met dit navo!gende,en hier na befchre-
ven , Agarie , Senebladen , Coloquint,
Aloës, van elk een half once , Robarber
een half loot, Pillen hier van gemaakt
met een half pond Boter en ingegeven,
en laat het deurfpoelen , of geeft het Paard
op het zelfde een half muddetje Boom-
Olie, daar na vyf a zes dagen Gelaten;
ten laatften zult gy nemen Lignum Sanftwn,
of Pokhout, Saflêfras, Salfepareille, wie
Moftertzaad , van elks vier oneen, ge-
deelt in zeftien deelen, tweemaal daags
gegeven , elkmaal een zeftiende deel;
ten laatften zult gy nog acht dagen ge-
ven van den Auteurs Cordiaal Poejer, el-
ken dag een lepel vol, met warm Bier en
Boter.
De Knobbels moet gy fmeren met deze
navolgende , met een Varkens kwaft,
maar het moet kokend heet zyn, Olie
van Bacelaar een once , zwart pek een
half, Lynfaadolie, olie van Petree, een
once van elks.
             D 3              Nog
-ocr page 53-
H U I S M A N S
42
Nog iets Raars voor den Droes.
Neemt zevenboom en witte zuiker te
zamen gefloten en op 't vuur geflroit
het Paard met de kop daar boven gezet, en
een wolle Deken omhangen , zo zullen
'er heele ftukken uit de neus vallen, en
als dan is het geneezen.
Voor. een Paard dat bet Wegende vuur heeft.
Zyn de kenmerken; doet het Paard zyn
mond open ende ziet of de tonge blaauw
is, zo heeft hy het vliegende Vuur, dan
moet gy hem terflont aan den hals doen
Aderlaten , en noch moet gy Laten de
Spoor-ader, daar na moet dat Paard ge-
geven worden drie dagen achter een, el-
ke dag een once Cordiaal Poejer mee wat
Bier.
....-■-                                                                                                                                                                                                                                                              ,
Foor kmade Oogett.
Zo gy ziet dat u Paard kwade ogen'
krygt, zult gy nemen een hand vol zout,
met een half pint azy.n en zo veel regen-
of fonteinwater, waft het Paart daar me-
de 's-morgens en 's avonds.
-ocr page 54-
W E G W Y Z E R.         43
Anders.
Neemt wynfteen en zuiker van elks
even veel maakt dit zeer klein en blaas
dit in het Paards oogen. De zappe van
fcheelkruit is ook zeer goet, het Paards
oogen daar mede gewaflen.
Als een Paart Overvreten is.
Neemt het ingewand van een varfche
Schelvis , doet het onder het Voeder,
geeft het alzo te eten, het geneeft.
Voor een Paard dat vel op zyn Oogen beeft.
Neemt aluyn ,.wierook, zout, arme-
liiac, wit koperood,van elks even veel,
floot deze zeer fyn en blaas deze met een
penne het Paard in zyn oogen 's avonds
en 's morgens.
Als een Paard eencn Gezwollen Hals beeft, dat
by niet eeten kan.
Neemt een bollepees gefmeert met
Honig en fteek die het Paart in de hal*
zq lange tot dat het gefwel doorgeftoken
D 4                       is*
-ocr page 55-
4*          H U I S M A N S.
is, daarna neemt azyn, zout, en twea
eyeren mengt deze met een weinig Ho-
nig, doet deze op een doekjen gebonden
op den bollepees waar mede gy van bin-
nen dat Paards hals zult fmeren 's mor?
gens en 's avonds.
Voor Vervangen Paarden.
Deze ziekte of kwelling komt een Paard
over op verfcheide manieren , dat een
Paard te veel Koorn of Graan eet, dat
men hem drinken geeft, wanseer hy heet
of warm is, de kentekenen zyn deze, dat
een Paard ftyf werd op alle vier zyn bee-
nen zoo wanneer men hem te rug wil
bloten kan hy niet te rug of achterwaarts
komen , maar ftaat gelyk of hy vallen
zoude.
Neemt het hemt van een vrouwe die
baar ftonden heeft en laat het weken in
•water een tyd lang, drukt het water wel
uit het hemt, en doet in het water een
Ralf once Coloquint, met een lepel vol
van den Auteurs Cordiaal poeijer, en geeft
dit het Paard te drinken, doet het Paard
Wten aan alle vier de Spat-aderen.
-•. * % ■ ■- ■                          : ........e
*V]                     -;                      Anders
-ocr page 56-
WEGWYZEL
45
Anders.
Gy moet het Paard doen Laten op alle
vier beenen en nemen een grote hand
vol Menfchendrek, ende mengelen dat
in een pint Wyn-azyn, geeft het Paard
dat in, en dekt hem wel toe.
Voor een Paard die Buikpyn heeft.
Deze ziekte of quelling komt een
Paard over, als het te warm gedronken
heeft; het teken dat een Paard doet in
deze toeval is deze, hy kikt en trekt de
buik, legt hem neder en flaat weder op,
de ooren zyn zeer warm en het hert flaat
overmatig en is zeer onruftig.
Neemt een half pint Brandewyn of Ge-
never of een pint Wy n, doet daar in twee
lepels vol poeijerCordiaal en laat dat Paard
een halfuur zagt ryden, zo zal het over
gaan*.
Zoo een Paard bet Vuur of Brand heeft.
Deze quellinge zult gy kennen dat gy
ïo weinig gy aan de Maan of Steert trekt
vallen de hairen uit, zo wel ook op hec
heele lyf.
                                        Het
-ocr page 57-
4é hüismans
Jrlet Paard moét aan de hals gelaten1
Worden, en fteken het vuurkruit onder
aan de fleert, en hem geven alle dagen
tweemaal Van den Auteurs Cordiaal poei-
i'ër toe, zo lang tot dat gy ziet dat de
iairen wederom Vafl worden, gy moet
hem ook niet anders geven te eeten als
Tarwezemel en Gerflemeel nat gemaakf
met wat water en hem doen drinken wa-
ter daar Seirtel in is.
Zoo een Paard niet Piffhri kafi.
Deze quellingen kan men kennen, daé
éen Paard zeer dik werd, hy fchrapt mee
2yn voeten in der aarde en kykt nu eri
dan onder zyn buik.
Neemt een lepel vol olie van Ambef
by de Apotekers genaamt OliumSuccini:
met een half pint witte Wyn geeft hec
Paard dat in, ftrykt dat Paard onder den
Buik rriet een bezemfteel een halfkwaï-'
tier uurs en datelyk zal hy Piffen.
          j
0\ ■ *                           **. '                                                                                                    .--.■'■■■■<
Anders.
Neemt twee lood Sevenboom , een
jood Kreefcsoogen een lepeltje Fenegrik
«n i lepels Soethout floot deze te zamen
én
-ocr page 58-
W E G W Y Z E R. 4f
én rhengek het met een handvol Tarwen-
hiecl, doet dit in warm water en geefc
dit de Paarden te drinken.
Zoo een PaardfFormen in deMaag of Buik heeft.
Dit kund gy zien dat een Paard altyd
zyn neus tegen dèkrebbe of aarde wryft,
zo neemt van den poeijer Cordiaal vier1
lepels vol, zes of zeven eyef fchatën een
goede hand vol hamerflag klein gefloten,
met twee fluivers gefloten Peper, doec
dit alles in een pint Azynen een half pirie
Brandewyn in driemaal het Paard warm
ingegeven.
Voor den [Vorm of Fdrcin Wanneer die uit-
wendig in het Fel komt.
Deze kwaal beftaat in het vefdorvene
bloed, en dan moet gy het Paafd doen
Aderlaten driemaal in de tyd van drie
weken, ende fnyd een gat in het vel onj
der den Maan en doet daar in, tufTchen
vel en vleefch Wortelen van Vyfvingers-
kruit en naait lange fleken daar voor;het
Paard moet in de drie weken niet anders
aflsTarweSemel eeten, en alle dagen een
lepel volCordiaalpoeijer metBier gegeven*
Foor
-ocr page 59-
48           HUISMANS
Voor een Paard dat dangewaffèhen is. .
De ziekte of quellinge zult gy daar uit
kennen , want ak een Paard Aangewak
fchen is , ftaat hy met by de achterfte
beenen onder de buik vaftaan de voorfte
beenen, ook is hem het dunne van 't lyf
opgekroopen.
Neem een pint Karnemelk en fneitwat
Huislook zeer klein daar in, giet hem
dat in de neusgaten, d'andere dag moet
gy nemen een half kop Gerfte en kook
dat in water, legt hem de Gerfte in een
zak op 't lyf,ook laat hem dat water drin*
ken daar de Gerfte in gekookt is, daar na
neemt een once Popuhon, een once Olie
van Bay,een oneen Olie van Althéa men-
gelt en fmelt deze tezamen, en fmeert
het Paard daarmede, nevens zyn Kloo-
ien ; en trekt het met de hand af daar'
't'AangewafTchen is, dit moet zo gedaan
worden 2 of 3 dagen lang.
Een Paard die Vtietgallen aan zyn beenen
heeft,
Die moet gy branden meteen gloei jend
yzer dq^ op wat Honig, daar, na neemt
Rog-
-ocr page 60-
W E G W V Z E R. 49
Hoggenbrood en zout, doet dat daar op
20 warm als het uit den Oven komt ,laac
dit leggen een nacht, daar na kan mea
hetgenezea met den Auteurs groene zalf.
Zoo een Paard Gallen heeft in zyn Knien.
De allerbefte Remedie hier voor i$+
dat men die Paarden korf ayeren bovea
en onder de Knien.
                  *
,£«» Paard dat Schurft of Kraute heeft, al is
I het van 't Hooft af, tot aan de Staart tse.
Het Paard moet men wel doen Ader-
laten, daar naar zultgy nemen Raag Olie,
LynTaadOtie, Olie van Bay van elks even
rveel twee pond Ley, twee lood Zwavel
of Zulpher, twee pond Baccalaar alle de-
ze fyn gefloten ende met de Oliegemengt»
het Paard daar mede twee of drie maal wel
warm gefineerd, zal genezen. Nota. ïn de
.Zomer moet men het Paard in de Sonne
laten ftaan, dat het in drogen kan, en ia
de Winter moet men het doen indrogen
met een warme aflchoppe»
Een Paard dat Mook aan de Voeten heeft,
dat de Beenen daar af Dik worden*
Gyraoec het hair zeer wefRondom af
-.U
                     E                   ... {nj.
-ocr page 61-
50 HU I'S MA NS
fnyden met een Schaar, daar naar moet
gy de plaatfe daar de Mook is zeer wel
waffchen met Seep. Neemd dan een pint
Wyn Azyn , en een half pond Buskruit
mengd deeze te zaamen en fmeerd het
Paard daar meede, zoo lang tot dat het
geneezen is.
Voor de Loop of Scheytereye.
Neemt geroofl Haver-meel en Aluyn,
mengt het met Azyn, maakt het lauw en
geeft het in, het helpt voort.
Ah een Paard vermoeid of jlyf is.
Neemt Brandewyn, wit van Eyeren en
Potaarde, mengt het wel onder een, ftrykt
het om dé Beene van 't Paard, vryft het
wel in 't haar en maakt dan 't volgende
met koemeft wit van Eyeren en goeden A-
zyn, ftrykt het Paard daar mede onder
in de hoeven het geneeft.
Zo een Paard ofeenige andere Beejlen
Raazende 'werden.
Men zal neemen Karden enilampenfe
met water en geven de Razende Beeften
dat in.
                                          Deze
-ocr page 62-
WEGWTZE'RI sp
4
Deze Remedie helpt ook deMeflfchea
zo haaft als zy dit in krygen, vergaat de
Rafernye.
' Dit zyn de daagelykfche queïïingen, dït
een Paard over komt.
'BgSf nlSfF HsSsfllp 'SISU' *83jlF *$5§V *ïl 15» *ïl £t3» *?a S1? I'S'
VAN DE OSSEN*
DE Oflen zyn naaft <Je Paarden de
Huisluiden zeer nootzakelyk , ja
nootzakelyker als een Paard j want hy
zeer veel goeds doet met zynen fterken
arbeit, en geniet flegt voeder, hy eet
maar 't flroo , en geeft ons 'c kooren,
ook is zyn Vleefch goet om te Eeten
wanneer men hem te Vetten jaagt; zyn
Huid kleed ons de voeten en 't lyf, zyn
.Meft dient om 't land vrugtbaar te ma-
ken en den Wynberg. Een Paard verflint
ten naaften by weder wat het wint; maar
een Os is zuinig , in zomma den Os is
zyn Heer zeer profytelyk.
Varro fchryft , dat de Romeynen dit
Dier om zyn nuttigheid in grooter eeren.
gehouden nebben, datze den genen zeer
zware ftraf op-leiden , die met een Os
ongenadig omging , om dat daar zuiken
E 2
                  voor-
-ocr page 63-
pi HüISMAlNS
troordeel van getrokken wort, en tot zo
teel dingen van gemaakt te worden be*
quaam was, als hy zyn vleefch ten befte*
gegeven had, aan den Menfch om te eeten.
Van Menigerley ÖJfen.
Eenige ÖfTen zyn tam,en eenige wild.
De tammen gaan in onzen arbeid, en wei-
den : de wilden loopen in de boflchen
gelyk de Buffelen. In PruifTen heeft men
sAwer-OfTen, veel grooter als d'andere
Offen , hebbende twee groote breede
hoornen, en van onder een baard: Hy
Ss een vyand van de roode verwe, waar-
om de jongens met roode kleederen op
«3e Jagt gaan, dan loopt hy op haar zy,
«gaan agter een boom flaan, daar hy dan
Snet fefheit op floot. Onder dit doen
ipringen zy agtervandebomen,en door»
ïleken hem.
Daar zyn wel veel verfcheiden Oflè»,
s«He tot ploeg en anders dienen. Maar de
Deenfche Oflën wórden by ons maar ge-
ftruiktrot de flagting, om haar goet vlees
Welk zy hebben wanneerfe vet zyn.
Daarom een Huis-heer jaarlyks zo een
Vogel of twee in zyn kuyp moet hebben,
als ook ander vee om te verkopen, en
«elf te flagten.
                               Hoe
-ocr page 64-
W E G W Y Z E R. 53
Hoe men eenen Goeden Os kennen zal.
Wanneer een Os lange wammen of
onder-kin heeft, die hem op de kniè'n
hangen , dat is een goeden Os, hoewel
in Syria OfTen zyn die geen wammen
hebben, maar alleenlyk een bult op den
rug. Item , OfTen , welk fraaje breede
zwartagtige hoornen hebben, een gro-
ten kop , een breed voor-hooft, groote
oogen, zwarte harige ruige ooren, groo-
te opftaande neus-gaten, een neus, welk
een weinig ingebogen is, lippen welk een
weinig na het zwart flrekken , een fier-
ken dikken hals , breede fchpuderen ,
breede rug , een dik groot lyf, groote
ribben , en korte flerke fchinkels , de-
welke agter met de fchinkels tegen mal-
kanderen flaan: maar welke evenwel niet
kruifTen. Swarte OfTen met kleine hoor-
nen zyn niet goed tot den arbeid, hoe-
wel aan de verw weinig gelegen is. Eenï-
ge houden van geen witte OfTen, om dat
zy haar in-beelden datze week zyn, ligt'
]yk ziek worden, en tegens grooten ar-
beid niet konnen.
Goede OfTen plegen ook een langen
ftaart te hebben, welk onder met veel
E 3                  nsr
-ocr page 65-
54           HUISMANS
hairen bezet is : men kent hem daar ook
uit dat hy dik van lichaam is, en kort
zagt hair heeft.
Zommige plegen de Offen na hare
deugd te betalen, andere zien na gelyke
Oflen welk zy in den ploeg willen fpan-
nen , aan de verw is niet gelegen , zy
snoeten even groot, fterk en hoognood-
dig zyn tot trekken, want dit dier boven
alle andere zynen makker zeer lief heeft*
en aan welk het eens gewoon is, zal men
niet ligtelyk van zyne zyde krygen, want
zy verzuimen haar tyd om na den zelven
te zien, 't welk men uit haar fpeuren kan:
want als den eenen den anderen mift, ziet
"Jiy wyd om en begint te brullen, tot dat
den anderen by hem komt, of dat het hem
na langen tyd vergeet.
Wanneer men Oflen gekogt heeft, welk
in een ander zoete lugt gewend zyn, en
op een fchraler plaats komen, die mag
men op 't eerffc niet hard dry ven, maar
een week twee of drie zagt handelen, of
laten fpeelen gaan, op dat zy haar voori-
ge weelderige plaats vergeten.
, Jok-Oflen moeten niet wild,ongetemt
of fchuw zyn , byzonder wanneer zy aan
Jkuggen of Rivieren komen , maar regt
doorgaande,en hang voor de zweep zyn;
ook
-ocr page 66-
WEGWYZER. 5$
ook niet gulzig in 'c eten maar langzaam
kauwen, op dat haar 't eten te beter be-
komt.
Als men d'Oflèn koopt, moet den ver-
kooper belooven dat den Os gezont, en
van goeden aard is, maar wanneer men
dezelve de flagters plag te verkoopen,
deed men die belofte niet, om dat dezel-
ve de OfTen tot haren dienft beter oor-
deelen konden.
ffoe men jonge Ojjen Op - queeken , Gewennen §
en wanneer men de zelve Snyden zal.
De geene welk Oflén Op-queeken wil,
zalze van groote flerke Koeyen , welk
veel melk geven, Opqueeken, op datze
genoeg te zuigen hebben , en metter
Kaafl fraaje, groote, gelyke, gezonde
beenen en groote fchenkelskrygen: waar-
om het zelfde om tot den arbeid te ge»
bruiken, vyf of zes weeken moet zuigen.
Men moet de zelfde ook 8 of 14 dagen
te vooren wiken , linfen,en klein hoy,
ook zomwylen een haver-garf voorwer*
pen, en kortfel geven, op datze in tyds
leeren eten , en alfle dan af-gezet wor>
den, zynze het voeder gewoon, en heb-
ben eten geleert. Daarna komt daar fterfc
E 4               Vee
-ocr page 67-
56           HUIS MANS
Vee uit,gelyk ik van de Kalveren zeggen
zal. Men fnydze in hec tweede of derde
jaar; of ook wel wanneer zy nog zuigen,
zo wordenfe groot en fterk.
Als men haar nu in 't vierde jaar tot 't
trekken gebruiken wil, bind men haar een
itrik om de hoornen, dog dat de zelve
voor een weinig neder hangt, men laat
haar den ftrik nagt en dag om tot een
vierendeel jaars toe, des nagts leid hy
ook aan een ftrik, men leid hem ook
jïomwylen by de hoornen om 't huis zo
word hy makker; en zo gewent men hem
allengskens, om by de Oflèn in 't jok te
ijpannen.
'Van de Voedering en OppaJJen der Oflen.
• ' .. .' ., r .. .             ': '             "\
Men geeft hem eenige drooge Garft j
Haxel;en Hooi, maar dat is te flegt wan-
neer zy veel arbeiden moeten,men moet
haar Meel met Semel gemengt te eeteri
geven; want alsze op drooge Garft drin-
ken , zwelt dezelve én.zy fterven, en als
ze Rog gegeeten hebben , dryft men ze
een weinig zonder drinken , zoo zal 't
haar niet fchaden*
              ,i ■ ' • i
-Daar zyn eenige OfTen die wel aanne-
men als zommige Paarden ; rjaen moet
f. i S                           niet
-ocr page 68-
W E G W Y Z E R. Sf
niet vergeeten Zout óver het Voeder der
Beeften te ftrooijen. De Varkens en Hoen-
ders zal men van het eten der Beeften hou-
den, op dat zy het zelve niet befmetten.'
Men zal de Oflèn gewennen een ftuk
Brood uit de hand te nemen , zoo kan
men haar by ongelegentheid een ftukjen
geven , maar als men ze eens gewent
moet men 't zelve voort onderhouden,
dan groeijen zy te beter.
Maar wanneer zy niet zwaar arbeiden,
fnyd men haar des Winters Garften en
Rogge Stroo door malkander. Deze hak-
zel geeft men haar des Avonds en 's Mor-
gens met wat Water befprengt , maar
^wanneerze te veel drinken , krygen zy
groote buiken. Des middags geeft men
haar Hooi en Rogge-Stroo, 's avonds
wederom Hakzel, en te negen uuren des
avonds weder Stroo, daar konnen zy haaf
des Winters wel mede behelpen.
Des Zomers moeten de Oflen alleen
weiden , en van de Koeijen en Paarden
afgezonderd worden. .De Paarden eeten
de weide niet daar Oflên op gegaan heb-
ben , ook eeten de Koeijen de weide te
kaal.
De arme Boeren jagen de Oflen in den
Her fft, naar 't afbelden maar in de Wei-
de,
-ocr page 69-
58           HUISMAN S
de. Is 'er geen Gras, zoo gevenze Hooi
en Rogge-Stroo. Ook mengt men de
öflen wel Draf van 't Bier onder 'c Hak-
zei, dat is niet quaad.
                          ,
Van Aanbannen, Gebruiken en *t
Dryven der OJfen.
Een Os trekt fterker als een Paard,
wanneer hy wel gewacht word. Ook is
hy zeer goed in den Ploeg. Maar in de
Wagen verderft hy licht met rukken, als
hy onervaren Meefters heeft.
Men moet den Os na zyn arbeid geen
eeten of drinken geven , maar eerft een
halfuur laten ruften dan eeten zy liever.
Ook moet hy niet trekken in groote
Wind of groote Regen , dan word den
Hals raauw , welk men met oude Boter
of Wagen-Teer fmeeren moet.
Des Winters is een Ös onbequaam om
te trekken, om dat hy glift en valt.
- r
Van den Ouderdom der Offen.
Deze oordeeld men uit de kerven aan
de Hoornen, want alle Jaar krygen zy een
kerf, dit is 't gemeen oordeel. Men kent-
ze ook aan den groote Kop, en ingeval-
len hooge Lendenen.
                       Hot
-ocr page 70-
WEGWYZER. 0
Hoe men OJJen tnefien zal.
Men kan de Oflen met Hakzel, welk
zeer klein gefneden is, goed Hooi en
Spoeling onder het Hakzel geraengt, ook
met Draf vet maken.
Men geeft haar ook we] Rapen met
het loof daar aan, ook geele Wortelen,
maar niet te veel op dat zy niet Vervan-
gen worden ; en ook niet te weinig dat*
ze toenemen en meften mogen. Men
moet des morgens, middags en 's avonds
wel oppaflen om haar te voederen.
Men geeftze des morgens ook wel ge-
icherfde Kool-bladeren , daar Haver of
Hakzel onder gemengt is , daar na des
middags en 's avonds goede rype Eike-
Jen. dezelve zyn geel en zoet; maar zy
moeten daar niet op drinken, anders wor-
denze Vervangen.
Des avonds omtrent ten acht uuren
werpt men haar een bofch Hooi voor,
op den middag ten tien uuren geeft men
haar fchoon Water te drinken, en voorts
op. den dag niet meer.
Men moet 'er wel op letten datze niet
Vervangen worden , het welk men daar
aan merkea kan, wanneer zy niet eeten
-ocr page 71-
<fo           HÜISMANS
willen ; dan moet men haar de Neusga-
ten met Zout wryven.
De Oflen en 't ander Vee hebben haar
tyd om Vet te worden, gelyk ook 't ander
Wild: wanneer de Schapen, Varkens,
en Ganzen op de ftoppelen gaan mogen,
zynze op haar befte. Eenige gaan de ge-
heele Zomer door in het Gras. Oude Of-
fen en Koeijen zyn goed te meften, wan-
neer zy maar niet al te oud zyn,zy iadea
wel Vet en krygen goet Vleefch.
Een Os welk men meften wil, moet
men kort binden, zoo dat hy zyn zelven
niet lekken kan: want hy heeft een fcher-
pe Tong, daar mede hy 't hair weg lekc
en mager word: men moet hem niet On-
■derftrooijen,ook niet veel te drinken ge-
ven of niet dikwils , byzonder wanneer
men hem met witte Kool meft ; en wan-
neer hy ftaat dat is hem goed , daarom
binden hem eenige aan beiden zyden dat
hy niet leggen kan. Men bind hem ook
aan elke zyde van den Hals een bord dat
hy zich zelven niet likken kan.
Van de Blader, hier volgt nu de Ziekte. '
der OJJbn, en de Remedie derzeher.
De Bladej is een Ziekte wélk-de Oiè»
en
-ocr page 72-
W E G W Y Z E R.         6,t
«9 Koeijen : wanneer zy de Ziekte hebr
ben, leggen zy terftond neder, ilaand^
pet. dfe veeren gelyk of zy ftervea wou-
den, en, ve^ftikken ten- laatften indient
me* ha^r niet te hulp komt- Byt haas
een ftuk van de Tong, (dat plegen de
Mannen of Vrouwen te doen , die hec
zelve doen konaen) wenteld haar rond-
om by de voeten van de eene zyde tot
de ander , datze: op den, rug. wentelen,
neem* daa^ na een ïiem van 't Lyf, &%
4aatze drie of viermaal zoo gaat het ter-
ftondover. Item, zy verkeeren de Qa-
gen, dan blaatt men haar maar Zout in
de Qogen.
Hoe men weten zal dat een Os of Koe iets Gé'
brek heeft
, %tptyl;ej,liyg de Staart zucht.
Wanaeetze niet- eeten of groeijen ml-
lea» vat men haar by de Staare, indien
dezelve week is, datze in de hand on**,
draait, zoo is het de Ziekte, welk d§,
Boeren de Staart-zucht noemen : neemt
een mes en fnyd haar in de Staart, ^a
legt een Garften Koorptjen in de wonde,
(zy voelen het niet, want de Staart is
gelyk dood) bind het zelve met een roo-
de wollen lapken of roode zyde toe, 1ÉJ
i&n
                       F                       laat
-ocr page 73-
4i Ii Ü I S M A N S
laat het daar negen dagen om bly ven, en
fnyd het dan weder los.
Wanneer zy deze Ziekte lang hebben,
Haat haar dezelve in de beenen, zy wer-
den dun buikig, en 't lyf valt haar aan de
zyden geheel in.
Van het Hinken der Ojfen.
Wanneer een Os of Koe een nagel i»
zyn voet gefteeken heeft of wat anders,
fteekt daar Spek in, en bind het toe:
daags daar na neemt Oyevaars-fneb, het
welk een gemeen kruid is* kookt het en
wafcht de voeten daar mede, zoo zal hec
met Gods hulpe wel haaft geneezen.
Ah ten Os Ziek inord*
Neemt levendige Zwavel, wilde Knof-
look en een hard gekookt Ei, geeft hem
dit onder malkander in eenige drank te
drinken.
Wanneer een Os of Koe een Ader Verrukt
heeft, of Vervangen is.
Wafcht hem de Ader wel met warm-
bier en vet, daar na maakter een doek
nat
-ocr page 74-
W E G W Y Z-E-R. fe
jöat irt , 'legt,dezelve daar zoo warm op
tot dat gy merkt dat 't beter is. Als een
Os , Koe of Kalf de Dun-fchyt heeft,
neemt de wortel van Tormehtil en Taf-
fen-kruid , kookt het met malkander, en
fteekt daar een gloeijend Yzer in', erj
geeft haar te genieten.
Wanneer een Os Vervangen is, Her-
kaut hy niet,; en heeft koude Öoren en
een koude Muil: mert fnyd maar in het
Oor dat het bloed, en men wryft hem de
Tong met Zout.
Van de Bulkn of Varren.
De Bul is een toornig Dier, en zal dik-
wils wel om de Koeijen ftryden, mén laat
dezelve fnyden , om datze te makker in
den Ploeg zouden gaan, en te beter vet
worden. Men kan de toornigheid der
Bullen merken, alsze met dé voorfte Voe-
ten in de aarde krabben, en 't zelve öni
hoog werpen , en zomwylen ook met dé
hoornen tegens de Aarde ftooten.
Des Winters houd men dezelve met
goed Voeder, op datze in de Zomer fter-
ker zyn om by de Koeijen gelaten te wor-
den : alsze een Jaar en agt Maanden oud
zyn, mag menze tot de Koeijen in laten,
F 2
                    maar
-ocr page 75-
64 HÜiSMAttS
taait wacht men langer 't elf zal niét all
te" beter wezeiï.
AlS dit gediepte tê wild wofd* en dé
ittëhfcfteri begint' te ftóótëö Wo*d hél gé-
lubt, want zoö haaft alszë gëlübt ztn
Wörflêrtzé tarn , zoo datië haai1 tan dëa
Menfch laten dwirigèh èn hahterëh , en
töb ttiak Wördèh als Laröntërën; Wafit zo
Snaait dé fealtéti Wég zyri, beelden 2y zlcï
ïh dat allé haat krachten én lêvên weg is;
Want eër* btig-êHifedën Os is veel fterkeir
als een gefneden.
Den Bul word met Strooi en Hakzel
gevoedert gëlyk de féöëijëh , maar men
doet hem zomwylen wel wat goeds en
friyd hem een Gerftert óf Roggen-gerf.
Als de Köëijen in dè Zomer te Velde
gaan, geeft rhén den Bal alle daag orïi
Jtérkheids Wil, des morgens ert middags
wat Hater , of Dïaf met Hakzel gé-
jfiehgt.
iVIén zal Bullen verkiezen van goed
Vee , maar hienzal geène Witte, doch
zwarte ofrööde Bullen hébben , om dat
3é witte Öflèh of Kóeijén niet Wel duu-
rën, (Öëii Havik vervolgt ook de Witte
Duiven.) Een Bul Word 15Jaarénotid,
maar een Gelubde 20 jaareh , men laat
den Bul by dë itoeijen tan den heeteh
Zo-
-ocr page 76-
WEGWYZER. <55
Zomer tot Martini, dan wordenze by-
zonder opgezet, en worden dan in de
Vatten op L. Vrouwendag weder by de
Koeijen gezet.
Van de Koeijen.
De Koeijen zyn de Wyfkens der Bul-
len, en beginnen na eenjaar Tuchtig te
worden , maar acht Maanden daar na
worden zy bereeden , het is niet goed
dat menze vroeg toelaat op datze fterker
worden.
Wanneer de Koeijen Speulens zyn,
worden de beenen boven wat dikker als
te vooren, Balken, en Springen op de
Koeijen en Oflèn, lopen de Bullen na, -.•"
en blyven omtrent haar, De Boeren ne-
men acht op den Bul, wanneer hy aan de
rechter zyde van den Koei afvalt, zal 't
een Ver-Kalf zyn , maar van de flinker
zyde, dan zal 't een Vaers-Kalf wezen.
De Grieken fchryven , dat wanneer
men een Bul zyn flinker kloot toebond,
zoo zou een jong Osken voor den dag ka-
men. Een Bul word gehouden twaalf,
dertien , veertien of vyftien Koeijen te
tonnen gerieven.
Wanneer de Koeijen tot de Var gaaq,
F 3                moe-
-ocr page 77-
■66           HUIS MA NS
moéten zy nieree vetzyn, anders ont-
langen zy 'friet lithtlyk. 'Daarom pleeg
ïfiiéh haar tegefts dien tyd 't Voeder wat
hoger te leggen, om datze meerder moei-
te deeden, minder eeten kregen, en al-
zoo te magerder wierden.
Het is ook wonder aan deKoeijen,na-
'tiemaal k mannelyk gefkcht der Dieren
«Je grdffte ftemme heeft, dat de Koeijeh
sterker ftem hebben als de Bullen , ook
-hebbenz-e langer en grooter'hoornen, en
%annèer een Os of Kote eenig mangel aan
de voeten of klaauwen krygt, en ttff-
*fthèn He hoornen met Oly ten Pek door
^malkander geroert,géfmeert word, word
'hy weder gezoht.
' De Koeijen drinken ook niet gaerrie
ohreih water , en hebben zulken fchrik
voor de Horzefs, datze lopen ofze uitzin-
nig waren om dezelve te ontkomen.
Van de Profyten van de Kóèijen.
■ '                                                                     • ■'                                                                      ..
De Koeyén zyn voor een Huisvader
een zeer pröfytelyk ding , van we-
<gen de opqueekingder jonger *Kahre»,
#fefk, Boter,Kaas, Huk, Vtees/Mefl:
want als men dezelve • heeft, kan meh
<liiet aHfcen *yn'familie'fpyzen, maar ook
l -                            een
I
I
l
-ocr page 78-
WEGWÏZER. 67
een'arm Menfch wat mede deelen: daar
hoort al veel toe dat men Oflen, Koeyen
en Paarden hout: want om dezelve te
-voeden moet men Bouland , Weylaöd,
Hoven en anders hebben, op dat men
•haar voor het Profyt welk zy aanbregen,
■weder voeden en onderhouden kan: daar
-na moet men zaaijen en maaijen , dat
men dezelve des Somers en Winters voe-
den kan.
Als men Koeyen koopt, moet men
jongen Koopen, dat zyn Koeijen van 2
-of 3 Kalvers: want hoewel oude Koeijen
-meefte Melk geven, zo komen nochtans
de jonge Koeije aan, daar men het zelve
van te verwachten heeft, en de ouden
gaan-af: men moet alle Jaar monftering
ihouden, en de Koejjen welk niet meer
Tuchtig zyn, of geen Melk meer geven»
uitmonfteren de zelve te vetten zetten
en flachten.
De goede Koeijen worden daar aan ge-
kent dat dezelve hoog en lang zyn, een
groten buik , wyde brede voorhoofden
hebben , fraje gladde hoornen , grote
-Melkvaten: en dralen der Mammen-;
•,want zommige geven maar Melkmet een
.zommige met twee, zommige met 3 ftra-
étÉi Daarom moet men een Koeije (welk
■*&
                      F 4- ... ■' ;»eo
-ocr page 79-
W          H U I S M A N S
men kopen wil) te voren tweemaal laten
melken , te weten des morgens en des
^vonts, na den tyd is: want als dezelve
in den winter niet geheel wel gevoedert
■worden, zullenze zo veel melk niet ge-
ven, als des zomers; want alsze fchoone
weyde hebben, gevenze meer melks. De
Koeijen geven na twaalf Jaren geen pro-
fyt meer, hoewel eenige langer leven.
Ik heb twee Koeijen gezien, welk om ha-
re deugd achtentwintig jaar gehouden
wierden: daarvan den eenen van Ouder-
dom florf, en de ander wiert vet ge-
maakt en geflagt: maar door de bank le-
venze niet half zoo lang. In zomma,een
koei moet wel en veel etens hebben zalze
veel melk geven: want 't is een zak daar
men de melk in fteken moet, en dan kan
een mingelen Melk vier Pond wegen.
Wanneer men een Koei by de Var brengen zal.
Eenige willen dat het zelve midden in
de Lente gefchieden zal, dat is de ge-
meene tyd, want zy dan met grote ho-
pen in de weyde gaan. Andere willen
menze in July zal laten trekken, zo kry-
genze in May kalvers: want een Vrouw
én Koe reyen gelyk toe, gelykmen zegt,
en Kalvers die te vroeg komen blyven
geiden in't leven* *
                      Aö-.
-ocr page 80-
W E' G W Y Z E R. 6$
~ Jmdere willen liever, dat het gefehiec
ifc Juny na het Saljlitium, op dat mem in
Maart of April Halver» heeft. Andere
nemen geen acht op die tyd, maar doen
bét 2elve wanneer zy merken datze tuch-
tig zyn: maar myns bedunkens is het niet
goet datze des winters Kalven, wanneer
zy op het ftroi ftaan om de melk: want
itt de wfeyde nemen zy dagelyks met melk.
aan. Alsze gekalfc hebben moet men haar
mtü. wachten. Ook moet men wel op
Koeijen paflen welk bloot zyn, datze ha-
re Kalven niet verwerpen: waar toe men
haar venkel met Honig en brood in geeft*
Wanneer een Koei in het Kalven den
Mtftdarm uitgaat, moet men dezelve
weder ia laten fleken. Item, men zal
Höizaat, Haver en Hop met malkander
kooken > en daar mede nat maken, en de
koei een vette Boterham geven.
*- Het gebeurt ook dat 'er misgeboorten
fcyn, welk de Boeren Maandkalver noe-
men , wanneer dezelve komen gaanze
lichtelyk uit: welk men fchoon af waft,
én zo weder in fteekt, alsze uitgekomen
zyn, en naait het achterlyf, of Pudend*
toet zydé ëen weinig toe, dat het niet té
ruim is. Zo datze niet Hallen kennen»
doe dit maar met een hecht drie of vier,
en
-ocr page 81-
jó Huis mans
en laat het alzoo drie dagen ftaan, daaf
na fnyd alle daag een hecht los, zo ver^
rot het maantkalf by haar, en gaat ge-
maklyk met de materie door. Maar men
moet de Koeijen wel waehten j want dat
zelfde gebeurt haar dikwils, als ook de
Varkens.
Hoe men een Koei na het Kalven wagten moet:
Na het Kalven konnen de Koeijen veel
gebreeken over komen : welk men hel-
pen moet. Eenige leggen het Kalf voor
de Koe, en beflroijent met zout, om ge-
lekt te worden, dan geven zy dezelve een
hant vol hoi \ daar na geven zy haar een
goeden drank, want zy melken dezelve
terftont, in welk zy zout en warm water
fmyten , en latenze dat zelve drinken.
Andere geven de Koeijen terftont een
hand vol zout» en een weinig daar na
hakfel, daar lynkoeken onder gebrokt
zyn , het welk haar voordeel is , ook
word'er wel een ftruik Alfem of twee
onder het Hakzel gefcherft, dat zeer
goet is.
Daar na moet men de Koeijen wel wag-
ten , en haar des daags een bos Hoi ge-
ven , Zoo zal het te beter met de Kalvers
gaan
-ocr page 82-
WEGWYZER. 7t
gaan : want hoe men de Koeijen beter
wacht, hoe het te beter met de Kalve-*
ren gaat.
Van de Kalveren.
Wanneer een Kalf vier weekeri oud*
is,is het oud genoeg om geflacht te wor-
den : maar indien men het zelve opque-
ken wil, laat men het zelve vyf of zes
weeken zuigen; hoewel het onnodig is:
Indien iemant Vette Kalvers wilflachten,
of goede Kalvers Opqueken , moet
de Koeijen wel goet doen, haar wel mee
voeder en drank oppaflen, zoo worden
de Kalvers Vet en Sterk: wanneer een Kalf
vier weeken oud is, begint het mede te
eten. Neemt het dan ter zyden af, helpt
het zelve een weinig, hoewel het langer
zuigt.
f Eer de Kalvers gefpeent worden, moec-
menze acht of veertien dagen te vooren
Wieken, Linzen, klein Hoi, ook zom-
wylèn een Havergerf, en klein Hakfel*
met klyen gemengt, geven, zo leerenze
bytyds mede eten, en zyn 't Voeder ge*
woon wanneer men haar Speenen wil zy
hebben eten geleert, en daar komt goet
fterk Vee uit» Want wanneer zy eerft
zullen
-ocr page 83-
72-          H U I S M A N S
zullen leeren eten altze gefpeent war*,
den, Bladeren zy zo zeer datze afgaan en
mager worden, eer zy 't Voeder.gewoon;
zyn, want zy tot geen rechte flerkte ko-
men.
Wanneer zy nu Gefpeent zyn , geefc
men haar dikwils te eten, maar weinig
teffens , op datze 't geen mee luil op-
eten» dat rnen haar voorftrooit, gelyk-
Wieken, Linfen , en klein jong Hoi,
ook zomwylen een Havergerf, Desgely
ken tegens den morgen en avond Haver^
kaf met Hakzel en klyen geatengt. Eer--
fkelyk fayc men 't Hoi en WickenffcroO)
onder malkander, en geeft 't haar te eten,
daar groeijenze wel van. De Katvers, 't>
zy de zelve groot of klyn zyn, moet zat
gehouden worden, en daarom moet men
haar dikwils t' eten geven.
In Deenmarken llacht men geen Kak
Vers, of zeer zelden, maar worden alle
opgetrokken, daarom komt het dat Deen-
marken zo veel Ofièn uitlevert. Om de
Wol der Schapen is in Engeland ook by-
na diergelyken manier met de Lamme-
ren, dat men dezelve niet voor Paasfchen
eten mag, want zo zulks niet verboden
was, zouden de Engelfchen, welk zeer'
begeerig na vleefch zyn, alle de jonge
Lam-
-ocr page 84-
WEGWYZER. 73
Lammeren vernielen, zoo dat'er ten laat-
ften Schapen om te fcheeren gebrek zou-
den wezen.
De Kalvers, welk men optrekken wil,
moeten groote breede koppen , en een
breeden buik hebben, van lange en groo-
te Koeijen gevallen zyn: Men laat dezel-
ve in een geheel jaar niet uitbrengen ,
maar men houdze in huis en bewaartze
op het vlytigfte.
In de Wolfsmaant zal men geen Kal-
vers afzetten, want zy fterven lichtelyk.
Ook zal men van oude Koeijen geen Kal-
veren fpeenen , of optrekken: want zy
krygen weeke tanden, welke lichtelyk af-
breeken, daar na willen zy niet al te wet
voort. Éenige houden het voor goet dat
men Kalvers in den Herffl of voor de
Winter heeft, om dat dezelve een groot
Voordeel tot het wasfen hebben. Want
wat zoo laat voortkomt, dan is het gras
zoo goet niet, als de geene welk in de
Winter gevordert zyn, en krachten be-
komen hebben : ook konnen de jonge
Kalvers om de vliegen en muggen des
Zomers in de weyde zoo wel niet voort*
komen.
Kalvers welke zwarte tanden hebben,.
dienen ook niet tot het opkweekenjwant
G                         zy
-ocr page 85-
74          HUI8MANS
zy fierven in het zelve jaar daarze ia'
voortgekomen zyn.
De Kalvers welk tuflchen Martini en.
Kersmis geworpen worden, worden wel
groot,maaF geen Melk-koeijen: maar de
gene welk drie of vier weeken na Kers-
mis geworpen worden,om Vrouw-Licht-
mis of Vaftenavont, worden goede Melk-
koeijes, de zelve zal men aanvocken»
zommige houden meer van Kalvenmelk
Midvalten jong zyn , om dat dan de
roeefte koude over is, en begint de Zo-
mer dat met zyn levendmakende warmte
voor te komen, en word het eten niec
weder uit het lyf gevroozen gelyk men
in de Winter in groote koude ziet ge-
fchieden.
De afgezette Kalveren moet men alzo
voeden, men geeft haar eerft zeer klyni
gefneden flroo , met een wynig haver
daar onder, of Rogge-klyen, met een
wynig wate? bevocht: Eenige doen daar
zout en brood onder, dan legt men haar
fchoon hoi of groente voor , op datze
wel opkomen , dat geeft men haar daags
driemaal, in den Winter een uur voor
dag, des middags en des avonds : men
moet haar geen quaat hoi of groent ge-
ven., anders fterven zy daar van. In het
dria*
-ocr page 86-
ÏÏEGWYZ E R. 75
drinken ftroit men een weinig zout,
zomwylen een weinig klyen , ook mag
men haar wel fteenzout voorzetten: om-
trent Philippien Jacobi dry ft men haar in
de weide, en men voedertze niet meer
in huis: men geeft haar goede Weidej
daar geen ftruiken in zyn, op datze vry
van de muggen zyn. Wanneer zy een
jaar oud zyn, doet men haar op de ander
Winter te beter,op datze te beter groei-
jen mogen.
De Vee*moeder of Kaas- en Boter-
maakfter zal door de heele Winter 't ha*
verkaf vlytig by malkander vergaderen ,
en tot den Zomer voor de Kalvers be-
waren. De Kalvers, welk noch zeer
klyn zyn, wort een emmer water voor*
gezet, op datze drinken konnen.
De oude Kalveren, als de anderhalf-
jarige en jarige, geeft men den Zomer
en Winter door haverftroo, hoi, wikken^
ook zomwylen klyn roggeflroo, daar me-
de zy haar wat vernieuwen. Desgelykea
des morgens wat hakzel met kaf en klyen
gemengt, namiddaags , wanneer zy de»
namiddaags van 't drinken komen, droo-
ge haverkaf met hakzel gemengt.
Men Iaat de jonge Kalvers de geheele
Zomer en Herfft door in de ftaaken, en
G a              . wer-
-ocr page 87-
7(5          HUISMAN'S
werden gevoederc als vooren, ook nietf
uitgedreven , dan datze zomwylen eens
om 't huis loopen, om haar wat te ver-
maken. De groote Kalvers blyven Zo-
mers ook in de (lallen, en werden daar
ïn Gevoedert, tweemaal des daags, en
werden ook tot drinken gebracht, en-
vorderen niet, totdat dehaverftoppelen
uitkomen, zoo dryft menze eerft in de
haverfïoppelen. Doch haar word alle
morgen eerze uitgaan , hakzel en kaf,
ook klyen daar onder gemengt, voorge-
zet,
, Als de Zomer begint op te houden,
gelyk omtrent Alderheiligen, beginnen
de Kalvers Hecht te worden , daarom
moet men haar meer klyn voeder uit de
Schuer geven, als men dorfcht. De mid-
delmatige Kalvers ftaan by malkander in
de Stal byzonder afgefchoten , de ge-
fpeende ook, als van gelyken de Sog-
kalveren, die nagt en dag in haar plaats
zyn , en werden des avonts en 's mor-
gens door de Boer na de Koe gedre-
ven , op dat zy zuigen mogen; dan wor-
den zy wederom na haar hok gebracht,
anders zoudenze deKoeijen nacht en dag
moeijelyk wezen.
! > . ..:....... ■•■ 1 -■ ' ■ *
-;■                                        fi                                                Ilül
-ocr page 88-
W E G W Y Z E R.
77
jF/oe men 't Gufte-Fee Trafteert.
Opdat hetMelkgevend Vee,als Koei-
jen en Schapen te beter voedzel krygen,
jaagt men 't Gufte-goet op fchraalder
Weiden, en op de Bergen, zoo dat zy
in de Heggen en Struiken haren noot-
druft fcherp krygen: want daar 't meefte
voordeel van te verwachten ftaat daar
moet Men de befte zorg voor dragen, en
ook de meefte onkoften aanleggen.
Zoo men niet veel ftroo op de Hoffte-
de heeft,fluit men 't gufte Vee over Zo-
mer des Nachts in een hord, daar men
planken in leit, op dat zy meft mogen
vergaderen, om 't Land vet te maken.
Wanneer men veel Hoenderen in de
Koeftal heeft, zalmen de zelve aan een
byzondere plaats gewennen, op dat ha-
re meft niet op de Koeijen en Kalveren
valt, want die zouden 'er rappig van wor-
den.
De ftal zal men alle acht of veertien
dagen zuiveren, en de meft buiten op de
vaalt dragen, de welk men daar heeft om
'c Land te beftroijen.
Men zal de ftallen de heele winter door
wel dicht houden, allevenfters, gaten,
G 3                  en
-ocr page 89-
78           HUISMANS
en fpleten wel toeftoppen, op dat de kou-
de buiten mag geweert worden , en de
beeften warm ftaan,befonder wanneer daar
een Ziekte onder het Vee is en de Stallen
moeten Berookt worden.
Jan wat plaatzen dat men 't Vee
Zomers houden zal
De Koeijen worden den geheelen Zo-
mer door in 't gras gehouden , maar daar
weinig gras is, en 't Land Bofch- en Berg-
achtig , daar gaanze in de Weide en op
de Heide, en 's namiddags op de Bergen
en 't Hout. Maar wanneer Jacobi voor"
by is , willen de Koeijen 't Gras en 't
Hout niet langer eeten, waarom dezelve
dan op de Rog- en Gerft-floppelen ge-
jaagt worden. Daar men de Koeijen des
Zomers denkt te houden ', zal men de
Schapen niet dryven , want de Koeijen
haare eigen Weide houden moeten , de
Schapen byten de Weide zoo kort af,
dat de Koeijen daar niet op vinden kon-
nen en zy afgaan.
Men moet verzorgen dat het Vee met
genoegzame Weide voorzien is, en zoo
men die niet hebben kan , zal men zich
jjoo veel kwyt maken, dat 't ander ge-
noeg heeft.
-ocr page 90-
W E G W Y Z E R. 79
Dewyl 't Vee in 't Veld is, zal 'tHuis-
gezin zoo veel Gras rapen, dat 't Vee
daar des avonds van leven kan.
Van Michaelis tot Martini geeft men
hen des morgens eerze uitgaan Rogge-
Scroo; maar alsze op Stal komen, en niet
meer in de Weide gaan , word hen van
die tyd aan tot op Kers nagt Roggen- en
Winter-Garft-Stroo , en ook een hand
vol Hooi geven. Men laatze in de Stal
ftaan, of zoo 't mooi weder is, jaagt men
ze buiten , en geeftze daar ftroo en ook
te drinken. Men laat haar op elk voede-
ren een weinig vaften en ruften. Men
geeftze ook Hakzel daar Draf onder ge^.
roert, en Raap Koeken ingebrokt, welk
met laauw water befprengt zyn.
Maar deKoeijen welkGekalft hebben,
moeten wat beters hebben, die geeft men
wel Kleijen onder haar Hakzel en Kaf.
Van Kersmis tot drie weken na Licht-
mis geeft men de Koeijen Rogge-Siroo.
Drie weken naar Lichtmis begint men de
Koeijen Zomer Garften-Stroo en Haver-
Stroo te geven.
Hoe men 't Vee Wagten en Ifosden zal.
Ik heb gezeid dat men wel op de Paar-
den papen moet,en haar genoeg te eeten
'v.j
                          G 4                    ge-
-ocr page 91-
83         HUISMANS
geven, alzoo moet men Offen, Koeijen,
Schapen, en diergelyk Vee op haar tyd
voeden; men moet ook wel toezien dat'
ze met te veel eeten en drinken niet be-
vangen worden, byzonder moet men wel
op de dragende Koeijen paffen. Eenige
Boeren zyn zoo curieus , datze 't Vee
zo glad fchrabben gelyk als men de Paar-
den doet.
Wanneer men in de Lente merkt dat
de Koeijen van 't ongediert gequelt word-
den, zal men haar na middernacht uitja-
gen , op dat zy haare bekomft hebben,
en 's middags in de Stal mogen zyn, eer
dat 't ongediert op zyn kracht komt. Na-
middag dryft men ze weder in de Bof-
fchen totdat het donker werd, dan dryfc
men ze weder in. De Boeren plegen de
Paarden en Offen met eenig kruid te wif-
fen, op dat 't ongediert van de Beeftea
blyven zoude.
In zommïge Landen nemen zy Bitter-
Jing, 't welk de Geleerden Perficaria noe-
men , dezelve is tweederlei, te wetea
Perficaria maculofa en Piper Aqmticum, dit
fëhrimpt den Mond toe wanneer men \
zelve daar in neemt. Maar de Boeren
wetenze niet te onderfcheiden , zy ne-
men 't een zoo licht als 't ander, maar
-ocr page 92-
WEGWIf^Ëi.         8J
de Perficaria macuhfa helpt niet: daarom
moet men de Water-Peper of Piper dqm-
tkum
nemen, of Cèntaurea, welk Fel Ter-
ra
genoemt word. Dat men zulk kruid
kookte , en de Beeften met 't zelve wa-
ter beftreek , dat zou beter helpen na
myn gevoelen.
Cèntaurea is recht fchoon kruid , heb-
bende fchoone lyf-verwige Bloemkens.
Fumus Terra heeft donkere roode Bloem-
kens.
Eenige willen zeggen,dat als de Koei-
jen op haar eigen meft ftaan, zy wel ge-
deyen, maar myns bedunkens leggen zy
te kwaalyk, byzonder de dragende Koei-
jèn, daarom zal men de Stal alle acht of
tien dagen roeften gelyk gezeid is.
Van het Voederen des Vees in de Winter.
Hoewel ik te vooren wat van het Voe-
der gezeid heb, moet ik om nootzakely-
ke redenen het zelve wat nader uitflrek-'
ken. In de Winter fnyd men haar Rog-
gen-Stroo, Erwetten, en Garften Wei-
ten of Haver-Stroo onder malkander:
hoewel Gerften-Stroo beter voor de Paar-
den gehouden word , wanneerze in de
Vaften
en Zomer veel arbeiden moeten;
zoo-
-ocr page 93-
zoodanig gemengt Hakzel is v'oot de
Koeijen enÓiTen de geheele Winter door
goed Voedzel , byzonder wanneer men
haar geen Hooi te geven heeft.
In Ocïober en November is het voort
de Koeijen beter en gezonder * dat zy
nog zomwylen te Veld gaan konnen,dan
datze t'huis blyven* hoewel het Gras de
Zomerfché kracht niet heeft, want de
Winter is een kwaad verteerend en ge-
flrenge Heer , welk zomwylen noch een
lange regeering in de Lente hebben kan,
zoo dat men meet op het Voeder der
Beeften als op het Voeder der Menfchen
gade moet flaan.
Men moet niet nalaten * het Vee als
het wel gevoedert is, zomwylen een Bos
Stroo voor te werpen , het zy Weiten,
Haver , Garft , Rog, of wat men dan
heeft; op dat zy des avonds haar genoe-
gen daar uitkaauwen , en onder haar
fchrobben dat haar niet dient t om warm
op te leggen.
Zommige pleegen voor de Winter de
Hop ranken in het Hakzel te fnyden, en
de Koeijen te geven met barm of draf
van de Bier- of Brandewyn - Brouwers,
het welk de Koeijen en Oflèn fchoon uit
likken zullen ; ook geeft men haar de
kool-
-ocr page 94-
WEGWYZER. 83
kool bladeren alzoo gehakt.
Men moet de Roeijen en Varkens des
Winters wat warms en gebroeits Voeder
geven. Eenige doen 't zelve in kopere
ketels, daar het Huisgezin in kookt, hec
wdk pyn in het Hoofd veroorzaakt: men
moeft de Beeften haar eigen ketel by
haar Stal ingemeczelt behouden; zoo kan
men haar koft warmen , en zy genieten
ook warmte in haare Stallen^
Als het nu geheele koude Winters zyn*
moeten de Beeften gelyk de Menfchen
meer eeten , om dat de hitte door dé
koude na binnen gedreven word ; maat
in de Vaften wil het'Vee het Stroo zoo
gaern niet eeten als in de koude. Daai^
om moet men haar het zelve geven , als
het haar te pas komt, en voordeel doen
kan.
Ook moet een Huisweert niet verge*
ten, zelf ook by avond en op andere ty-
den in de Stal te gaan , en de beeften al
te met een graf voor te fmyten.
Op dat de Beeften te beter des Win*
ters tegen de koude konnen,. hebben zom-
mige Huis-lieden altyd een grooten poe
of ketel by den Haart-ftede ftaan, die by
na altyd warm Water heeft, daar in wor-
den gehakte Knollen en Wortelen - Lof r
-ocr page 95-
84          HüISMANS
ook Beet, Kools-bladen en ander groen
by 't Hakzel, Draf en Kleijen gefmeten,
wel omgeroertenmatelykwarm gemaakt,
'c welk deBeeften in de koude zo gezond
is als een Medecyn.
Als 'er Slangen in de Stal komen welk
de Beeflen zuigen , zoo zwellen haar de
Euren zeer en geven geen Melk, maar
anders niet als Bloed , als men haar de
Euren met Boter fineert vergaat het we->
der.
Neemt maar Wagen-fmeer in een pot-
je of fcherf, en zet het in den Stal, zoo
komen 'er geen Slangen in, en de geene
welke daar in zyn, moeten daar uitlopenj
Want zy 't zelve niet ruiken mogen.
Wanneer de Koeijen Luizig worden,
neemt men Quik-Zilver , daar men alle
zoorten mede verdryft. Item, Kletzen
met fcherpen Wyn Edik gezoden, en de
zelve daar mede gewaffchen. Item, 'c
zelve gefchied ook wanneer men haar
met Knof-Look beftrykt. Wyn-Ruit mee
Boom-Oly gefloten en door gedrukt, ver-
dryft de Luizen. Item, Ruiten-Zap doet
het ook.
...                         i
<- j                                                       "* Van
-ocr page 96-
WEGWYZER. 85
Van 't Gujle Vee, dat is, mik noch Rol-
ver, noch Melk voortbrengen.
Dit zelve is nu tweederlei, te weten
Oud en Jong : men weet daar niet betet
mede om te gaan als gemeft, gëflagen,
gezouten en in den rook gehangen, om
de Familie door de geheele Somer daar*
mede te fpyzen: al wat men aan de zelve
van Voeder doet, is niet te vergeefs:
want zy leveren het zelve aan vleefch en
Vet weder uit. Daarom is 'er aan de
Mefting niet verlooren, wanneer men
daar Voeder voor hebben kan ; ook kan
evenwel de Mefting niet verlooren ën
ydel wezen.
Ik heb voor eenïge jaaren gezien, dat
iemand een Koe had * welk maar een Kalf
gehad had, en het jaar daar na Guft bleef.
Als daar na een andere Koe Gekalft had,
en het zelve Kalf ook aan de Gufte-Koe
begon te zuigen, begon zy daar na Melk
te geven ; en fchoon genomen de zelve
op het eerfte zoo veel niet geven, zoo
komen zy zomwylen met 'er tyd al we-
der tot haare behoorlykheid om Melk te
geven.
Ik zoude hier nog vernaaien konnen
H
                      het
-ocr page 97-
het. Betoveren der. Beeften,, (gelyk men
zegt) en hoewel" ik w.qhdèrlyke dingen
met myne eigen oogën gezien hebbe,wil
ik het zelve niet aanroeren gelyk de fleg-
te ongeleerde Boeren dóen; dewyl ik weet
dat de kinderen der Ongeloovigen zich
zulks inbeelden,en dat dan de Duivels Kon-
ftenaars haar Përfoonagie daar onder fpee-
lefi: maar die in zulke flegte dingen geen
geloof ftelfen, hebben daar geen nood van:
ik heb nooit gezien dat men in Steeden
groote Përfoonagie Betovert heeft; maar
altyd als de zaak tot bewys komt dan
fchuild die by flegte ongeleerde Lieden ,
rftaar niét by Geleerde of by die geene
die niet bang zyn voor het zoo genaamde
[Betoveren, ofSpooken.
' AU een Koe de Tande'waggelen, of dn*
dcre Accidenten heeft.
' Neemt een Wet-Steen, en Wet haar
daar de Tanden mede , en wryftze met
Zout, en geeft het haar te likken, zoo
zal het wel haaft anders gaan: ik heb by
degerrieeriè Boeren veel Recepten bevon-
den , die ik heb zien probeererr en voor
goed moeten kennen; maar alzoo my dage
Bet éelve op geen fondamenten te be-
ftaan,
t
-ocr page 98-
ftaah, houd ik- daar evenwel nie.tf vaii.
" De onnozele Mënfchen zeggen wanneer*
de Koeijen het Stroo eeten j daar eerit
Menfèh opgeftorven is, zöo vallen haaf"
de Tanden uit', en daarom moet merr
haar Vet maken en fiaehtem "■"■.
" Genomen dat het zoo gebeurde, (het'
welk ik toeftaan wil,) zoo moet ik even-
wel myne redenen daar van geven: in^
dien zodanig Stroo, daar een Menfch op
geftorven is , en twee of drie jaar in
de Bedftede gelegen heeft, een Beeft ge-:
geeven word, dunkt het my niet vreemd
dat het daar kwade Tanden van krygt,
( maar niet zoo \tet Stroo varfch is:) ge-
lyk de Bootsgezellen naar Ooft-Indiën eit
anders varende, van verlegen oude kofï
het Scorbutum krygen,'t welk zy niet van
heet Witte-brood,WarmeBollen en varfch
Rotterdams Bier krygen Zullen.
Wanneer nu een Os of KoedeLong"en,
Lever verrot, fterven zy haaftig, welk
den Keur-Meefter oordeeld in het aftrek-
ken der Huid wat een Beeft voor quaad
gehad heeft. Geeftze voor een halveftuii
ver Ever-Wortel, en voor zo veel Lon-
ge Kruid onder 't Hakzel: maar indien"
Zy dat Voeder niet eeten willen , moet
men haar dit navolgende geven.
H z                  Men
-ocr page 99-
88           HUISMANS
Men zal haar Spiritum Terebintbinthi off
Okum Terehinthini, in Zemel-Water ge-
klopt te drinken geven. Maar indien zy
het niet drinken willen, zal men haar 'e
zelve met gewelt ingieten.
Deze Ziekte bekomen zy des Zomers
van drinken , wanneer zy in de Honds-
dagen by vuil water komen , daar zy te
veel van innemen.
Als een Paard , Os of Koe een quade
Tong heeft, en daar in gewond is, neemt
men Kreefts-wortel, die kookt menj en
beftrykt den Tong daar mede.
Wanneer een Beeft nieteeten wil maar
geheel zwelt, pleeg het eenige zwarte
Bladeren onder de Tong te hebben, welk
opryzen en zoo zeer zwellen , dat men
by de Aders niet komen kan. Dan trekt
men het zelve maar de Tong uit, en fnyd
daar een ftukjen van.
Als de Beeften van dolle Honden ge-
beten zyn neemt men Zwaluwen-wortel,
Venkel-wortel, of 't kruid van alle beide,
itampt het, en drukt de Saus daar uit,
doet daar goeden Driakel in , en geeft
het zelve het Vee te drinken: en wafcht
de wonde met het zelve Sap fchoon uit,
tot dat het geneeft; indien men hetzelve
kruid niet groen hebben kan, neemt het
-ocr page 100-
WEGW,YZE~R. c-89
zelve--droog, kookt het met Bier „en geeft
het deBeeften warm te drinken,.en men
wafchc de wond daar mede.
■ Of men zal een Noot-kern,, welk een
nachteren Menfchgekaauwc heeft en met
SpeqkzeJ nat gemaakt daar overleggen.
Van Bloed Melken of Bloei Pijfen
der Ojjhu en Koeijen.
Wanneer de Koeijen of Oflen een ge-
zwel onder de Gorgel of aan de. Kinne-
bakken by den Hals krygen-, en, Bloed
lJiflen , dat is een zeer kwaade ziektej
welk haar grooüe, fmert veroorzaakt, het
kan wel eens weg,gaan, maar zy krygen
't in,'t zelve Jaar op den Herfil weder,
en fterven daar van. Daarom zal men
haar haaflig Meiten, eerflelyk met klein
gefneden Knollen, daar na met Saxel ea
een weinig Kleijen, en omtrent Martini
flachten. Mqn, dqet 'er zonderling, geeo
xaat toe, zotnmige gevenze in de HetXÏt
Hennip-kaf met Zout. Daarom flacht
menze en hangtze in den rook .als men 'x
zelve merkt.
men Bloed kruid, 't zelve heeft een roo-
■de Steel, en ftaaa zeven Bladen aan mal-
':.;•„'..
                     H 3              kander
-ocr page 101-
po          HUIS MANS
kander, en wafcht ruim anderhalf fpanne
hoog, geeft dit kruid de Oflèn en Koei-
jen in haar Voeder 't zal helpen.
Of neemt 5 Tormentil - wortelen , 7
Slangen-wortelen , een goede hand vol
Baldriaan , anderhalve goede hand vol
Zout, dit zal men alle klein floten, en
goede zuuren Edik daar by doen , wel
door malkander roeren , en 't zelve de
Beeften te drinken geven. Maar vergaat
het niet met een of twee reizen , zo zal
men 't zo lang doen tot dat 't helpt.
Deze Ziekte is gevaarlyk voor de Of-
fen en Koeijen, men moet daarbytyds
raat toe doen , anders ftervenze: men
heeft ook Menfchen die daar op 't begin-
zel raad toe weten, déze moet men hier
in gebruiken.
Zommige kooken Joannes - kruid in
Bier, breeken de Beeften den Muil open,
en gieten 'er het zelve in. Dit Kruid
heeft een geele Bloem, en de Bladen vol
kleine gaatjes. Als deze quaal al ver-
gaat , is 't beft dat men de Beeften Meft
en Slacht.
Voor alle onbekende Krankheden der Koeijen.
Doet onder het Voeder zout en Walt-
rneef.
-ocr page 102-
W E G W Y Z E R. pi
meefter wortel klyn geftooten, dit is van
meer kragt als men denken zal.
Veor alle Haajlige Krankheden aan 't Rundvee.'
Neemt Longekruid, en witte Marru-
bium kookt het in water, mengt 'er dan
onder Roggemeel geeft het aldus te drin-
ken, zo zal het gezont worden.
Als 't Rundvee begint Ziek te worden» ■■
Neemt Wynruit, Longekruit, Zo-
merkooren, kookt het in water, doet daar
by Roggemeel, en geeft het te drinken,
geeft het daar na een fnede Brood mee
zout en witte Moflerc te vreten, 't zal
genezen.
Koeijen die den Droppel ofte Quaaljler hebben,
en dat de Aders bard en gefmollen zyn.
Neemt Pis van een nuchter Man dat
hy des morgens eerft pift, neemt daar
by een hand vol Roet uit de Schoorfteen;
braad het wel rood op een aflchop, een,
hand vol Sout, mengeld dit al t'zamen
met een verfch Hoender Ey doet daar
by een halve Lepel vol van den Cordiaal
H 4
                Poeijer
-ocr page 103-
92 .HUISMAN?'
Poeijer geeft dat de Koe in, en ie zal
goede Melk geven, de Ader.zult gy fme?
ren drie of vier maal met den Auteurs
«RoodeSalve.
Voor Koeijen die de Hoeft hebben.
Neemt Swavel of Solpher een half pond,
Fene Gricq een vierendeel pond en een
vierendeel pond van den Cordiaal Poei-
jer, mengelt deze t'zamen en geeft 's mor-
gejis en favonts een goede Lepel vol met
Bier en continueert tot dat het Beeft ge-
nezen is.
,;, -:: -::;'                            i ■■
Een Beeft die de Wolf heeft.
fes i ,                                                                      . i : ■ ■ ..
Het kenteken is dat de Steert beneden
week werd, alsdan zal men den Steert
van onder optaften zoo verre als by week
is,-en zetten den Vinger op, dat harde
been, en fnyden van het harde been ne-
flerwaarts daar het week is, omtrent twee
©ff drie vingers ten hoogden dan zal men
hemen Zeep en Zout, dit doende op een
floekjén en binden alzo vaft, en laten het
paq gebonden vier of vy f dagen leggen.
IflsibïoOi ,\ , ■                    "':. .            ':
i t vi                     i                      gen
-ocr page 104-
WBGWYZER.
93
Een Koe die Styf is.
Het teken is, dat een Beeft niet voore-
gaan en kan, maar gaat trippelende, zoo
zal men hem korten alle de achterfte kiau-
wen datze redelyk bloeden en aderlaten
aan den hals en over twee dagen zal men
de Klauwen weder open doen en ze bloe-
den laten.
Zoo een Koe niet Piffen en kan.
Deze quellinge kund gy kennen dat
een Koe zeer opzwelt en ze gaat leggen,
en ftaat weder op.
Neemt een Lepel vol Olie van Amber ge-
zeit by deApothekersSucciny met een pint
witte of Franfche Wyn , een uur daar
naar geeft haar een halfonce Zevenboom
fyn gefloten-of gehakt meteen pint warm
Bier, ftryktze onder den buik zomwyien
met een Stok, en zo zal zy genezen zon-
der faut.
Als een Koe een Swellinge van Bloed beeft*
Dit is het kenteeken, zoo word hem
het Lyf zeer dun, en byzonder den Buik
zoo
-ocr page 105-
94. flüïSM Altf S' ~
zoo dik, dat hy die fchier niet kan dra-
gen , dan zal men het Beeft haaftiglyk
fneiden in de Ooren en wry ven 't dat het
bloed, en wil het niet bloeden, zoo zal
men de Steert oplichten en fneiden daar
een Vinger of twee breed van het Lyf,
en men zal hem Driakel ingeven , of"
het binnen eenig fenyn hadde, en twee
of drie maal het Poeijer Cordiaal met
warm Bier.
                                         - >
Een Beeft dat in de NaaveJ Siüeld,.
Zal men nederleggen en plukken hem
de hairen rondfom deNavel fchoon uit,zoo
veel als men kan, en halen de vuiligheid
al fchoon daar uit,enwaflchen met Mans
pis met eenen Wollen doek, en Heken
den doek in de Navel zoo verre als men
kan , en waffchen het fchoon daar uit,
doen daar in gefloten Holwortel eens
daags zo lang tot dat het genezen is.
Voor een Koe die de Melk Opgejlagen is.
Neemt Venkelzaat 2 loot, Laurier-
beften 3 loot, Anys Oly 30 droppels in
Poeijer gefloten, geeft het zo in.
Als
-ocr page 106-
W E G W Y Z E R.         ctf
Als eenig Vee van Onrein Voer ofeenig
Vergift gefvoollen is.
Geeft het Agieikruid te vreten zo gaat
het weg , want dit kruid is Extra goec
tegen alle Vergiftige zaken j het zelve
doet ook het Vlooijekruid dat bruine
Bladeren heeft.
Zoo een Beefi een Zwellingen aan zyn Lyf of
Beenen heeft.
Zult gy zien of het ryp is, en zoo het
ryp is, zult gy het fubtilyk met eenfpits
Mes of Lancet doorfteken , en wagten
dat gy hem gene fchade doet aan zyn Buik
of in het week van zyn Lyf, en dat gy
riiet de Senuwen roerd, en waffchet het
alle dagen met Mans Pis tot dat het ge-
rreezen is.
Als een Beeft zyn Beenen zwellen. '.
Zoo de beenen van een Beeft zwellen,
en niet weet wat hem let, en men zorgt
voor Fenyn , zal men neemen Driakel
en ftneeren boven de zwellingen , zoo
loopt dat Fenyn niet verder op, en daar
na
-ocr page 107-
96           HUISMANS
na fmeren het gezwel met den Auteurs
Roode Zalve, zoo lang toe dat het gene-
zen is.
Ah een Beeft Bekt heeft in zyn Oogen.
Zoo haaft als gy ziet dat een Beft ge-
brek in zyn Oogen heeft , en niet weeë
wat hem let zal men nemen wit Koper-
rood en Aluyn evenveel van elk, en men-
geld dit met Honing, maar gy moet het
Koperrood en de Alayn fyn ftooten en
doed dit in de Oogen, zo gy meend dat
daar ftof of kaf in is, zult gy nemen een
klein linne doekje en zoeken 't zoo goed
als gy kund, tot dat gy meend dat gy het
gevonden hebt, daar na zult gy daar in
doen als te voren gezegd is.
Gy zult ook zien of hy niet de kup in
de Oogen heeft, die wait beneden op
het fward en maakt blind, dan zal men
neemen een naaide met een draad of met
een fubtilen eyferen haakje en halen dat
daar uyt, wafch het Ooge met Water en
Zout, daar na doed wat Honing daar in.
Voor een Beefi dat de Kanker heeft.
Dit is het kenteeken , als een Beeft
fwej-
-ocr page 108-
W E G W Y Z E R. 97
fwellinge heeft in de Ooge, on onnatuur-
Jyk Vleefch aan de Wynbrouwen, of in
den Mond , dat Beeft zal men met den
eerften dooden, want daar is geen hulp
voor.
             i
Als een Èeejl Buykpyn heeft.
Dit is het Kenteken , het Beeft gaat
leggen en ftaat weder op , fchrabt met
de Voeten in der Aarde.
Neemd een Noote Mufchaat fyn ge-
floten met een Leepel vol Cordiaal Poe-
yer, geeft dit het Beeft met warm Bier
in, met een hand vol Zout ,'dit doet men
drie ofte vier maal.
Foor Hoejlc die van de Longe komt. - <
Dit is de teken , als dat Beeft hoeft
heeft het zeer groote moeyte te hoeften,
en trekt fchrikkelyk in het hoeften na
zyn adem , dit Beeft zal men doen laten,
en neemen een half pond Zwavel , een
vierendeel Fenehic i dit wel geftooten
en t'zamen gemengeld met een vieren^-
deel ponds Cordiaal Poeyer , alle, dagen
een goede Lepel vol gegeven en conti-
nueren tot het Beeft genezen is.
I                         Als
-ocr page 109-
• Ais een(Beefl onnatuurlyk heet is, erï
daar van ziek word, zoo zal men nemen
Nachcfchade een half pond fyn gemeden
of geftooten, daar onder gemengd een
vierendeel ponds Cordiaal Poeyer mee
Bier in gegeven zoo lange tot dat het
beter word.' ■• '.< ■':. • n • v:
Ah een Beeft tujjchenèyn Klauwen* Schurft of
: Zeerighsid krygf aan zyn Voeten;
Zal men nemen gefmolten Schaapen
Roed, en gieten dat zo-warm als hy het
iyden kan en naayen daar een lap om,
men zal het ook-waffdien niet Mans pis
tweemaal daags , en-'befmeren het met
Teer op dat daar geen VÜegen in ko-
men*
Ah een Beeft Ruydtg &
Dit zal men wafleben met Oude Mans
pis, en nemen Spaans Groen , Swaavel,
Teer, en Botter van elks evenveel, en
mengd dit t'zamen , en als 't gewaflehen
is gedroogd, zal men het weerom fineren
tot dat bet. genezen is. >
i'A                                                 Een
-ocr page 110-
WEGWYZER. 99
. t P3 t .-.-rrv ;\-
Een-Beeft MZitkis ym diGoïïci.
■■-Ia <•.>:,- ,1Vj .'•:'! rnon/! ; > ,?
Dit is het teken, dat het Beeft ftaar
als of het fpuegen wil, en k>wyld>uy&: zyn
mond, daar voox moet gegeven worden
Ajuyn met dit Cordiaal t?zamens géqaeuf
geld met 2 leepens vol met Bier. .
Als een. Beeft Mek is, zoó Mby niet
Eten kan;
Deze zal men laven met Bieren Brood
en Botter t'zamen gekookt, zoo lang tot
het genezen is* \f-fAmo
             ' •
>i '• < > , < . fiüii-, 1;; v> ...■                     n ■■ -',.
Als een Beeft'zyn Tong vervuyüis.
, )'! briEfi n ■•) 1 12M - r I                  .■ ' • '/..
Neemt Peper ,Buskruyd, en< Dennen»
Harffc, vryft het daarmede.
Als een Koe in het Gras wil Kalveren*'
en datze vier of vyf dagen te voren zieki
werden , dat haar Euder of Eller ftyS
word,, zult gyze op de Stal zetten en
Melken alle dagen eens even als of ze
Gekalft hadden, en dat zoo lang tot
datze Kalverd, anders zoude ze daar vaa
fterven. Ir:
i Als een Koe gekalfd heeft, en daar na
I 2
                  ziek
-ocr page 111-
ioo HUIS MA NS
ziek word, en Takken krygd, dat heet
het Wederkalf , zoo zal men ze geven
Sevenboom met geftooten Baccalaar met
Warm Bier , en nemen fübtile Vrouwen
die zig daar op verftaan die ze de Tak-
ken aftrekken kan,met het gene daar na
volgd en toezien datze de Beeften geen
fchade doed aan den Lyve. .
'Zoo het Beefl Befchroetis.
Dit is het kenteken ,hy heeft tufiên de
korte Ribben (zomtyds aan de eene zyde,
en zomtyds aand'andere zyde,tuffen Vel
en Vleefch) een Kuyl alzoo groot dat
men daar een Ey in fteeken kan, zoo zal
men nemen Zaad-kruyd een hand vol,
Kervel een hand vol, Beet een hand vol,
Alfem een hand vol, alle deze kleyn ge-
ïheden of geftooten , daar by gedaan een
vierendeel ponds Cordiaal met Roggen
kruymen , op zesmaal met Bier ingege-
ven.
i Als Kuchachtige of Hoeftachtige Beef-
ten ftaan te feveren en krimpen, en niet
Eten , dan zal men hen geven tweemaal
op een reyfe een Mengelen uyt de hei-
melykheid, daar na, zal men nemen een
pint Mans pis met een hand vol Zand
. -;
                    l ' i                       t'za-
-ocr page 112-
W EGWYZE R.
t'zamen gemengd,en geven hen d|tinj,
daar na- zal men met Bier geven drie of
vier maal het Poeyer Cordiaal. f,;
?■•■ "          '"         'J$l ij*                     't" mT*(>'' "          ,r
Foor een Gezwollen Hals;
Neemd Cameel Bloemen , Millelot,
Vliender Bloemen, Byvoet, Dille Zaad
Alfem, alle deze wel fyn gewreven mep
Popeloen en Varkens Reufel t'zmen zie-
den met Honing, legd dit alles daar warm
op gelyk als een plaafter.
Als een Beefl de Voorvoeten Grof worden.
. -■■ - - •■ -■■ ...• . 7'ikio.i \>Ai
Dan zal men nemen een IVn.ne, ea
doen daar in Bier , Reufel, Brood, en
Semel, met een hand vol St, JansKruyd»
ende maakt daar van een Papveflbindet
dat met een lap daar op a. of 3 m»al.
Als men deze bovenftaande liwyden.
in de Winter niet bekomen en kan» zal
men zien dat men die Wortelen in de Zo-
mer by voorraad opdoed.
          u , ;
Tegen de Uytloop der Kalveren eW Koeijen.
Men zal gerookt Rund- vleefeh. pulve-
riferen, en zeer klein ryven y en dit d$
I 3                  Beeften
\
-ocr page 113-
io2 -HUISMAN S "
Beeften met Wyn-edik te drinken geven,
men zal ook pulverireerde Queevpeeren
daar in doen , dit moet men zo lang ni
malkander doen tot dat 't vergaat.
Of neemt gebakken Peeren, kooktfe
wel, en geeft hen de faufle te drinken.
- Als een Rund gewond is , flootmen
Pappelen, en men ftryktze over de won-
den , zo geneeft het weder.
•• Wat men de Koeijen geven zal -wanneer
zy Kalven willen.
Men neemt Ajuyn-fchellen, een goed
deelPoley, en heele Saffraan, dit zelve
word met Bier gezoden , en de Koeyen
warm te drinken gegeven. Indien 't op
een reys niet helpt, zal men 't zelve meer-
maals doen, zo zal't Kalf dood of leven-
dig van haar komen.
Wanneer de Koeyen dan gekalft heb-
ben, zal men nemen, (op datze daar na
goede Melk geven, ) geele Winter-bloe-
men , Quee-peeren , Venkel-Mat. of'c
Kruyt, Swarten Comyn, Dil-zaat, Lub-
beftökvVlierbefien, Pimpernel, heele
Saffraan, een Aalsvel, dit zal men klein
floten, en van elks even veel nemen,en
de Beeften 3. dagen na malkander in war?
.,
                  i ï                     me
-ocr page 114-
W E GW YZER. 10$
me fpyfe te drinken geven. Dit is de
Koeyen zeer goed , want zy geven daar
goede dikke Melk van. Men zal na 3.
of 4. dagen de Euers van de Koe mee
warm Bier en Kleije met een Wollen
Doek waflchen en wryven, en dat 3. of
4. dagen na malkander , als men 't Kalf
dan afneemt, krygt zy fchoone groote
Euers: Inzonderheid zal men dit de jon-
ge Vaarfen doen eerze kalven , en hier
na ook, al hebbenze fchoon gekalft.
Hoe men de Kelders en Melkpotten havenen zal.
Neemt Myrrhe , Wierook ,. Alflèm,
Joannis-kruyt, of Veld-fop, van de mid-
delfte Baft van de Eyken , eens zoo veel
als van't ander, floot het onder malkan-
der , en berookt de Melk-kamer of Kel-
der daar mede, en dit alle 8.dagen eens,
desgelyken de Stal daar de Beeften ia
ftaan, zo kan geen worm zich daar ont-
houden ; Men zal in de Stal en Melk-
kelder of Kamer altyd in een Sak jen
hebben Veld-hop , Seven-gety, Knof-
look, zo kan men de Melk of Vee geen
fchaden doen.
Men zal de Vaten daar men de Melk
in bewaren wil, van buyten en rondom
I 4                    boven
-ocr page 115-
104         H U I S M A "N 'S
boven aan de kant met knof-look be*
ftryken of wryven, op dat'er geen on-
gediert in de Melk komt.
Met de Vaten gaat men zo om , men
neemt Lubbeftok, Dil, Netelen, Veld-
komyn, groote Noten bladeren , dit zal
men fieden,en de Vaten daar warm me-
lde wryven en broeden. Daar na wafcht
men ze met fchoon water af,en droogt-
fe, en dan doet men de Melk daar in,
zo krygt men fraye Room.
Fan de Melk Boter en Kaas.
Melk , Boter en Kaas zyn altyd de
befte fpys by de Menfchen geweeft ;
Diarom ziet men in de Geeftelyke en
WereltlykeHiilorien, hoe de Ouden zig
met het Vee bekommert hebben , waar-
om ij de moeyten gedaan hebben van
andere Landen met haar Vee te befoe*
ken , om daar goede Weide voor dezel-
ve te vinden, op dat zy haar Huysgefin
en Volk, met Melk-fpys onderhouden
znogten.
Men moet wel op de Melker of Melk-
fters letten, daar een Vrouw toe moet zyn
<die op haar paft; Want zy zyn luy; en fla-
pen fomwyls onder de Koeyen * fcy ver*
derven
-ocr page 116-
\
WEGWYZER. ics
derven de Koeyen wanneerfe dezelve
niet fchoon uyt-melken. Zy ftorten hec
Melk en gieten daar weder Water in, of
wanneer zy met flapen te weinig Melk
uytgetogen hebben, makenfe op die ma-
nier datze hare quantiteit van Melk c'
huys brengen.
Men zal de Melker of Melkfter onder 'c
Melken laten zingen, op datze 't Vee mee
haar flapen niet verderven : Want de
Koeyen verdrogen alflèniet uytgemolken
worden, ditgefchied wel ü. of 9. weeken
voor't Kalven : Maar Koeyen die niec
getogen hebben , Melkt men 't geheele
Jaar door, of langer , of't ware datze
geen Melk meer geven wouden.
De Melk is een goed gefont fap, en
voed wel, maar blaaft de Maag en 't In-
gewant op , en maakt wind. Daar zyn
verfcheide Dieren , maar elkers Melk
heeft zyn byzondere natuur. Vrouwen-
melk is de zoetfte Melk die men vind,want
zy word in de Borften op 't alderbeft ge-
dirigeert en gekookt. Daar na is Gey-
ten-melkde befte : Want dezelve is ge-
zont in de mage en voed zeer wel. Daar-
om fchryven de Poëten dat Jupiter mee
Geyten-melk opgevoed is geweeft. Wan-
neer men dezelve met Zuyker gebruykt,
word
-ocr page 117-
.'«>* H Ü 1 S MA N S
word de verwonde mage geholpen, en
helpt tegens alle gebreken der Nieren en
Blafen: Want zy eten róeer Takkenvan
de Bomen , dan Kruyden des Velts.
Schapen-melk is zoete Melk, en voed wel,
maar dezelve is om hare vetheid de maag
fchadelyk.
:'De Kameelen hebben altyd Melk, tot
dat zy wederom dragende worden, 't
zelve Melk is warm, fubtyl , doordrin-
gende , en gefont tegens alle verftop-
pingen : wanneer een Menfch van ver-
ftoptheid een waterzucht krygt, kan hy
daar weder van geholpen worden, als hy
van de zelve Melk, drinkt.
De Ezelinnen krygen Melk alfle drag-
tig werden: maar de Koeyen niet eerder
dan wanneer zy Gekalft hebben: de E-
zelinnen-melk is de gene gefont, welk
benauwt van Borft, zyn , hoeften en be-
zWaarlyk haren adem halen , ook voor
die gene welk quade Nieren en Blafen
hebben.
Paarde-melk is bykans de Koeyen-
melk gelyk , en is de Vrouwen gefont,
welk een gefweer in de Moeder hebben,
en hare ftonden niet krygen» In deze
gebreken is deze Melk d'aüderbefle recept
die men vinden kan;
Men
-ocr page 118-
W Ë G W Y Z E ft. iêf
Men zal ook gade flaan dat gekookte
Melk altyt beter en gefonder is als d'on»
gekookte. Ook is de Meik in de Lente
waterachtig en dunner als in de Somer,
en de Melk van jonge Koeyen is beter
aJs de gene welke van oude Koeyen ge-
trokken word.
Het onderfcbeid des Melks komt van
wegen de verfcheidenheid des Spys zoo
Wel als van de verfcheidenheid der Die^
ten: want als de Koeyen in de Winter
alleen maar Stroo eeten en geen Hoy,
zo is de Melk en Boter onfmakelyk, en
men kan bezwaarlyk Boter van de Melk
krygen, als men dezelve kernt. Wan-
neer deKoeyen Gerften-ftoppelen,Hoy,
en ander droog Voeder eet , gevehze
wel-voedende Melk: maar wanneer zy
Gras en groene kruyden eeten, gevenze
een purgerend Melk.' Ook krygenze
goede Melk van Klaver-wey , en daar
fveel geele Bloemen op ftaan. Daar komt
ook belief en gezonder Melk van 't ge-
zonde jonge Vee, als van d'oude, Itrea-
pele zieke'Köeyen. Ook is de Melk niet
gezont, welke korts na 't kalven der
Koeyen van haar getrokken word,want
dezelve is dik en onrein , daarom giet
•men dezelve in 't eun der Koeyen zoo
haait
t "■---. •                                                                                      „.is.--.„:■'. . .
-ocr page 119-
lo8         HUISMAN S"
haaft men gemolken heeft, en laten het
Kalf twee of drie Weeken lang zuygen.
Van Boter en Kaas.
Van den Melk maakt men Boter en
Kaas, welk voor de Menfchen zeer nut
en gezont zyn. De Boter is behalven't
gebruik van eten tot duyzent qualen be-
quaam , ja is een van de belle Medicy-
nen die men gebruiken kan. Daarom
zal een goed Huys-houder zich van May-
fche Boter en Kaas voorzien , welke
daarom te gezonder is,om dat allekruy-
den, welk van Koeyen gegeten worden,
jong zyn, ende in hare krachten.
Om dat de geeligheid een cieraat aan
de Boter is, verwen zommige Huys-luy-
den de Boter in de Winter met Saffraan,
maar geeft een vieze fmaak.
Maar 't gene ik beter oordeel, verza-
melen zommige in Maart, April, en
May geele Koey-bloemen, en leggenze
't Vee voor als 't op Stal komt. Andere
drogenze en gevenze de Koeyen eerft in
de Winter.
De Kaas is ook gezont wanneerze jong
is, want dan heeftze een Melk-achtige
....... ver-
-ocr page 120-
WEGWY'ZER. 1031
Verdouwing by zich , dieze niet heeft
aifle oud is.
De Kaas met Boter op een ftuk Broods
gegeten, is niet ongezont.
Men zegt dat deKaasgraveligis,maar
dat konnen de Hollanders met Boter tem-
pereren , waarom zy de fleen zo niet on-
derworpen zyn als men in andere Landen
doet.
De Kaas kan men op navolgende ma-
nier van de worm bewaren. Men lege
Hypericon ofPerforata by of op de Kaas,
zo zal dezelve voor wormen bewaart zyn,
en genomen dat 'er al wormen in de Kaas
iwaren , zullenze van dit kruyt moeten
fterven, en uyt de Kaas vallen.
Ik zoude nu wel voorts ordere van
Melk, Boter en Kaas te maken geven ,
maar overmits het zelve een yder bekeni;
as, willen wy het hier op deze plaats voor-
by gaan.
VAN DE SCHAPEN.
Nu komen wy van het groot Vee toe
'het kleine, en eerfl verhalen wy wat van
het goedaardig profytelyk Dier, het wellc
een Schaap genoemt word,dat door zyn
■dood en leven zoo veel voordeels aan de
K
                   Menfcft
-ocr page 121-
lio UXJISMANS
Menfch doet. Men kan van de Schapen
wel alleen leven, als men daar zich mede
generen wil, en Gods zegen daar by
heeft: want dit gedierte een Menfch veel
voordeel brengen kan. Ja het Vleefch,
de Wol de Vacht, Melk, Boter en Kaas,
de Darmen, ja de Stront zyn alle goet,
en daar is niet aan of het kan gebruikt
worden. Galenus fchryft, indien ieroant
geflagen is dat hy ftriemen heeft, zai hy
daar maar de Vacht van een verfch ge-
itacht Schaap opleggen, gelyk de Tur-
ken doerr,zo zal het haaftelyk weder ge-
nezen.
Men kan met Schaapsgai den Wolf en
Kanker genezen. Daarom men plag te
zeggen, een Schaap heeft altyd een- gul-
den Vlies; want waar het zelve zyn voet
op zet, daar is Gods zegen'.
En wanneer een Huismen zyne Scha-
pen wel wil voorftaan, zoo heeft hy niec
te zorgen. Ik heb een Boer gekent welk
Wel met Schapen alleen gevaren was, zo
dat hy niet anders wenfchte te doen;
waarom hy de Schapen, naaft God1 alleen,
de eere van zyn welvaart toefchreef.
Of dit nu wel een groote luft by de
Vromen geeft, die daar wel mede geva-
ren zyn, om dat een Schaap niemant
quaat
-ocr page 122-
W EGWYZER.         ïti
tjuaat doet, kan ook wel een godloozen
daar door qualyk varen: Want de Oud-
vaders zyn daar mede wel gevaren j maar
Nabal niet, om zyn godloosheït.
Fan verfcbeiden Schapen,
Daar zyn groote en kleine Schapen,
lang en kortftaartige, zommige welk dés
Jaars tweemaal gefchoren Worden, zom-
mige eens: Öök de gene welk twee, drie,
vier Jongen op eenmaal hebben, zommt»
ge maat een: welke alle op hare eigen
gronden gevoed moeten worden , als
groote Schapen óp vette gronden, étt
kleine Schapen op de Hey en het Gé-
bergt, want zy daar de koft tot haren
nootdroft vinden konnen, maar de vette
groote Schapen niét.
ïrt Moleövia is eeti Dier welk een wild
Schaap t'eenemaal gelyk is, het heeft
witte vérWe, maar geen Wol ; wanneer
men het zelve vangen wil, flaat men op
de Trommel of Trompet, dart begint
het te danflen, en het danft zoo lang tot
dac het onder de voet valt, en dan ge-
vangen' word. In Arabia heeft men Scha-
pen die fteerteri van3 ellen lang hebbén:
Obk' andere Schapen Welk fteerteri van
K 2
                      een
-ocr page 123-
iis          HUI SM ANS
een el breet hebben, die haar gelyk ee«(
kuflèn voot het gat zitten, &c.
Hoe lang een Schaap Duwen kan ,
en voordeel doen.
Een Schaap kan wel tien Jaar'oud wor-
den : Het word een Lam genoemt op zyn
eerfte Jaar, daar na eenjarig of tweejarig
Schaap, het welk men aan de tanden ken-
hen kan; maar zelden krygt het het jon-
gen na acht Jaren, daarom is het dan al-,
derbefl gemeft, en geflacht. Een goet
Huisvader moet ook zien, welke Scha-
pen tuchtig zyn, en welke niet, op dat
hy weet welk hy over Winter houden zal.
Men heeft ook wel Schapen gevonden
die tot haar elfde jaar vruchtbaar geweeft
iyn: wanneer men haar wel opgepalt
had. Jn den Herfffc, wanneer de mon-
ftering der Schapen gefchiet, kan men
wel zien wat Schapen fterk of zwak zyn,
welk de Winterfche koude doorftaan kon-
hen of niet. Wanneer men dan een van
de uitgemonfterde in den Herffl flacht,
moet men terftont na de Lever zien, is
dezelve niet goet, maar met mangel,
moet men alle d'andere mefren ,en Dach-
ten , of verkopen: want indieo de Lever
-ocr page 124-
W E G W Y Z E R. 113
niet goet is, kan men de zelve zeer be-
fwaarlyk de Winter over houden.
Hoe men de Schapen Wachten en Voederen zal.
Voor alle ander Vee moet men wel
vlytig op de Schapen paffen, want het is
een zacht fubtiel Vee, dat lichtelyk aan-
ftoot krygt en fterft. Hare befte Weide
is op de Hoogte en Bergen: want alsze
op vette Weide komen, eten zy haar al
te zat, krygen verrotte Levers en fier-
ven lichtlyk.
Men behoorden om der Schapen wille
veel Erwitten en Wieken re zaaijep, wand
zy gaarne de Bladen daar van eten. Eeni-
ge welk geen Hooi hebben, voeden hare
Schapen met Erwitten en Wickenflroo,
fnyden dat zelve, en geven het haar. Irt
zommige Landen houwen zy groene Pap-
pelentakken af, welk zy droogen,en des
Winters de Schapen de Bladen met de
Takken voorleggen; de Schapen eten de
Bladen, en het Hout word verbrand.
Die Schapen houden wil, moet zo veel
klein lieflyk Hooi opdoen, dat hy dezel-
ve de Winter door, wanneer zy om de
Sneeu niet uit konnen komen, wel voe-
den kan.
Als men den Hof afgeplukt heeft,legt
K 3
                  men
-ocr page 125-
H4         HUJSMANS
men de Bladeren met de Ranken in de
Zon te droogen, daar na trekt men de
Bladen af, het welk ook een goet Voeder
voor de Schapen is.
Gefncrus zegt dat de Schapen in Arabia
meer van het Gezang, Snarenfpel, Fluit-
en anders, als van de Weide en Voede-
ring vet worden. Ook hooren de Scha-
pen gaarne in Italien op Inflrumenten
1'peelen. Onze Schaapharders bootzen
het zelve ook na, zelden zal menze vin-r:
den, of zy fpeelen op het een of het an^
der Inftrument. Myn gevoelen is hier
tegens Gefnerus, dat de Schapen niet van-
de Melodie der Inflrumenten vet wor-
den, maar datze daar na luifleren en ge-
duurig op een korte fpatie weiden, anders
loopenze herwaarts en derwaarts , ver-
zuimende de helft van haren tyd met lo-
pen, zoo datze zo veel niet in 't lyf kry-
gen als anders.
                                    ' f
Wanneer het zeer Reegent en de Sneeuw
fmelt, of Douwt, zullen de Schapen niet',
op de weyde of brak Land gaan; want
den Reegen makt het Gras erger; en wan-T
neer zy van het zelve Gras eten, krygen
zy het water en derven.
Men moet de Schapen ook keeren van
plaatfe daar veel fpits rooi; Gras is: want
«Uar van flerven^e..
                          In
-ocr page 126-
We g w 'ir zer. Ïi$
- In welke Jaren veel Muifen op het Land
zyn , en de Schapen daar op gedreven
worden ftervenze.
Men zegt dat de Schapen van de Mey-
Douw,want daar krygenze harde Levers
van, krank worden en fierven.
Het befte voeder daar de Schapen 't
vetfte van worden, is het jonge Gras,
welk op de Baak-Akkers wafcht : Daar-
om moet het Land omgekeert worden
voor de Schapen, welk ook wel op ftop-
pelen gedyen.
i De Schapen werden den geheelen win-
ter door te veld gedreven , als het de
groote fneeuw en koude niet belet, De
Schapen en Hameien werden by 't hout
gedreven, om daar van wegen de zoe-
tïgheit des luchts wat te vinden, maar
des avonts in een Boeren Schuur. De
dragende Schapen en Lammen, om de
Schaperyen op de ftoppelen , en in de
EikenbofTen. Veertien dagen voor Kars-
rfiisen drie weken na de Wincer,geeftmen
de dragende Schapen en Lammeren des
daags driemaal t'eten, als Erwitten, Bo-
nen en Roggeftroo: het een na het an-
der op dat zy niet èenderlei Voeder te-
gen s haren dank eten.
* Des morgens ten 6 uuren geeftmen
X 4
                    haar
-ocr page 127-
n6 HÜISMANS
haar het eerfte voeder, en des avonts om.
trent vier uuren: Doch werden zy alle
daag, daar na het weder is, twee of drie
pf vier uuren, door de Dorpen gehoed.
Als het nu omtrent Lichtmis is dat de
Schapen beginnen te Lammen, werden
de drachtige Schapen in een flal alleen
gedreven» alwaar men haar des morgens
en des avonts voedert,en zomwylenHoi
met Roggenflxoo daar onder geeft.
Om dat de Lammeren te beter deeg
hebben, moet den de zuigende Schapen
wat te goet doen, men geeftze des avonts
en 's morgens een hand vol Haver.
Maar de Schapen welk noch niet ge-
lamt hebben, geeft men des daags maar.
eens Hakzel en Haver; Men geeft haar
des daags tweemaal te drinken, om des
Melks wil. De jarige Lammen geeft men
dagelyks tweemaal Roggenftroo. Maar
als het te koud is, krygen zy alle daag
tweemaal voeder van Hoi.
Wanneer een Schaap fterft, zet men
het zelve Lam weder by een ander Schaap,
wanc één. Schaap kan wel twe Lammerea
suigen.
lnsgelyks als een Lam fterft , neemt
men weder een Lam van een ander Schaap
dat niet veel te zuigen heeft.
Het
-ocr page 128-
WEGWYZER.         117
• 'Het gebeurt dikwils dat de Schapen
kaar eigen Lammen niet zuigen willen»
dan fluit men haar met haar eigen Lam
jn een plaats, datze niet by andere Lam*
meren komen ; welk geheel zwak zyn,
moet men met melk door en hoorn voe-
den.
Als de Lammeren nu afgezet zyn, moet;
men haar brengen by lopend water daar
Kalveren ftaan, en het ander Vee daar
af gehouden worden: want als de Scha-
pen op Weiden gedreven worden daar
Varkens op gegaan hebben, verderven
de Lammen. Daar groot hart Gras is f
dryft men de Hamels henen : want zy
haar zei ven daar beter mede behelpen kon-
nen als de Lammeren. Als het Koorn nu
ingezamelt is, dryft men de Lammeren
eerft op de ftoppelen, daar na de Scha-
pen. De Lammeren zuigen acht, negen
of tien weeken; want hoeze langer zui-
gen , hoe dezelve beter gedyen. Doch
men laatze om des melks wil niet over
acht weeken zuigen.
Indien men Schapen koopen wil dat
moet men in Martio doen alsze uitge-
winter zyn.
Een goet Schaap moet groot wezen,
veel wol, en die fyn hebben met hoog
-.
                                                      er*
-ocr page 129-
lig HÜHMAïf^
én dik hair om hét gehèele ï^fs byZóhdef
om den hals en nek.
De Rammen zullen krömffie hoornen
hebben maar niet over malkander, ert
men moet wel achting Op hem nemen.
Want alsze merken datze fterke hoornen
hebben, flooten zy zeer en verfchorten
ook dikwils de Sehapert mét.
Een Ram moet hebben diepe Oogen*
breede Ooren, een breede Bom en Schoui-
deren , groote Teftieulos, een fraajea
langen breeden ftaart.
Wanneer een Ratns tong fwaff \ of
vlakkig is, maakt hy fwarteof vlakkige
Lammeren.
Indien men Schapen koópen Wil moeÉ
men jonge koopen, en liever van twee t
of van drie jaar, het welk men Wel uïi
de tanden zien kan.
Hoe veel Schapen men hebben en hotideW&ak
Die veel Schapen hebben wil, itfóW
zig bedenken wat hy voor Land' fteefty
en hoe veel hy daar op weiden kart: want
het is niet genoeg dat men dezelve Zo*
mers houden kan, men moetzé des Win-
ters ook verzorgen: want hóe eert Schaap
beter gevoedert word, hóe men daar1
meerder
-ocr page 130-
W E G W Y Z E R. ïï$
itieerder nuttigheid Van trekken zaï*
Daarom is het beter weinig te hebben,
en die wel te voederen, als veel die men
niet voederen kan.
Wanneer het voor de Winter en ter-*
ftont na het Winterzaat veel regent, en
het Winterkoorn niet voortkomen kan ,
en daar voort op vriefl:, en een harden
Winter volgt, dat is de Schapen zeer
fchadelyk , want zy dan dan het gezaaic
niet byten konnen , en hare nootdruft
daar van nemen. Daarom zal men haar
in de Stal in 't Huys zoo veel te beter
voeden.
Fan een Byzonder Voeder dat den Schapen
goed zyn zal.
Hebbende te vooren van een Boer ge-
zegt , welk zeer ryk met Schapen te
houden geworden was, ben ik dikwils by
hem gegaan om wat van hem te leeren.
Hoe wel dezen Man zyne kond zeerhei-
melyk hield , heb ik ten laatften op een
Dronken Avond van hem gehoort dat hy
in de Lente veel Beetakkers met de Ploeg;
liet omwerpen , en dezelve daar na weF
Eggen. Dan zaaide hy daar Knollen en
Wortelen in, welk hy in de Wjnter de
Scha-
-ocr page 131-
ja© HUIS MA N S -
Schapen gaf, in plaats van Hakzel kleici
gefneden. Dit zoude de Schapen wel-
varende maken , en goede Wol doen
hebben. Of dat nu zo is , heb ik nocrj
.niet bezocht. Ik verwacht daar een an-
ders oordeel over , die het zelve be-
zoekt.
Van de Vermeer deringe der Schapen.
Columeüa, raad] dat men de jonge
Schapen niet voor haar vier jaren tot den
Ram zal laten komen , en na acht jaren
zal men geen Lammer van de Schape^
zoeken te hebben : want onder de vier,
en boven de acht jaren zynze tot het
"feelen onbequaam: wantalfle acht jaren
oud zyn konnenze haar Lammer niet ge-
.noeg doen , zoo dat dan zulke afzetzels
iwakke Schapen blyven en onvrucht-
baar , daarom 't geraadzaamft is, dat men
de Schapen van acht jaren llacht en weg
'doet.
, Maar deze Les wort by ons niet onder-
houden , wy houdenze van 2 jaren , tot
negen jaren toe Vruchtbaar, ja zommi-
ge worden wel korts na 't eerfte jaar
Drachtig, maar is haar niet goed. Maar
'men zal zulke jonge Schapen van de Ram-
men
-ocr page 132-
W E G W Y Z E R. iix
|tjen affcheiden , haar tot gelegener tyd
atleenig Hoeden en Stallen, en niet by
de Ram laten komen. In onze Landen
laat men de oude en. jonge Schapen zon-
der onderfcheid by malkander loopen.
Zommige verftandiga Menfchen wil-
len dat den jongen Ram die tot de Tee-
ling opgebracht word een jaar of twee
-van de Schapen blyfc, en wel gevoederc
word, opniat hy te fterker word , daar
na zal men hem eerft tot de Schapen la-
•ten , en wanneer zy alle Drachtig wor-
dden , zal men hem weder daar af nemen,
,pp dat hy de Drachtige Schapen niet be»
lchadigt, een Ram kan wel by dartig,
of veertig Schapen gaan.
^Men laat de Schapen tot de Ram om-
trent Maryen-geboorte, veertien dagen
of drie weeken voor Michaelis.
fr De Hamels en Rammen worden om-
trent Paaflbhen opgeflooten, en twee of
drie weeken voor Michaelis weder onder
de Schapen laten loopen.
Dragtige Schapen zal men by malkander,
/wanneer het Dondert te zamen in 't velt
op een hoop dry ven, anders verwerpen
zy , de Schapen dragen vyf Maanden,
wat na dezen tyd gebooren word is fwak,
fcn deugt niet tot de voorteeling, G5-
*; *
                        L,                meenlyk
-ocr page 133-
i-2         H U I S M A N S
meenlyk heeft een Schaap maar één jong*
zomwylen twee ook wel drie, na datze
goede Weyde hebben. By de Menabytf
zyn de Schapen zeer vrugtbaar, alzoo
dat een Schaap vyf of zes jongen krygen
kan, maar zy jongen tweemaal in 't jaar.
De Schapen zyn een wieklyk Vee, en
byzonder wanneerze haaft Lammeren zult
jen, daarom moet een Herder daar zeef
goede zorge voor dragen, want men moet
'er fchier mede omgaan als met een ba-
rende Vrouw, want het baren valt haar
zuur. Daarom behoort een goet Schaap-
herder wat ervaren in meefleren te we-
zen.
Van de Geboorte der Lammeren, en hoeze
daar na Opgetogen worden.
Als een Schaap werpen zal, moet den
Herder daar by wezen , en 't barende
Schaap helpen , zoo veel 't van noode
heeft,dat hy 't Lam geheel of ftuksgewys
van haar krygt. Zoo haaft als 't Lam ge-
booren is, moet ment 't zelve fraai op-
rechten, en op de beenen opgerecht la-
ten ftaan, en 't oude Schaap d'eerfle melk
uitmelken , want de zelve is fchadelyk
voor 't Lam, daar na zal men 'c Lam aan
-ocr page 134-
f E G W Y Z E R. 123
fleü Euder houden, en hem melk in den
muil melken, op dat hy 't zelver leert uit-
zuigen.
Wanneer een Lam zyn Moeder ver-
Heft moet men 't zelve met een Hooren
laten drinken, en de melk ingieten. Men
moet eenige der zelver in de groote kou-
de in huis of ftoven nemen. Wanneer 't
zelve niet tot de Moeder gaan wil, moet
men het de muil met Boter of Varkens-
Fmout beftryken* op dat het de Euder
alzoo leert ruiken.
Als nu een Lam alzoo Gebooren is»
moet men 't zelve met Zyn Moeder van
d'andere Schapen afzetten, en alzoo be-
floten laten blyven, op dat 't Lam Zyn
Moeder leert kennen , en de Moeder
haar Lam aanhoud. Als de Lammeren
nu met haars gelyk beginnen te fpringen
en fpeelen, moet men toezien datze zoo
zeer niet fpringen datze daar mager van
worden.
Wanneer de jonge Zuigelingen t'huii
mogen blyven en zuigen, dan worden zy
veel vetter, dan ofze te velde gingen.
Want alsze in 't velt loopen, Ritfen zy
te zeer: Wanneer zy daer na weder met
de Moders op de ftoppelen loopen, wer-
den zy weder goet, op 't eerft moet menze
L z
                   naar-
-ocr page 135-
124 -HUIS MA NS
haarfüg opwachten, en kauwen, gelyk,
men de jonge kinderen doet, men moet
I haar zout en broot kauwen , én inflry-»
k,en, e^n haar Wyngaart-ranken of Hoppe-
fanken voorleggen, dat zy daar van nat-
ten en leeren eeten zullen.
De fwakken moeten ook van de fter-
Jcen weg genomen worden,op datze niet
t'onder gedrukt worden; als de Moeders
zat gegeten heeft, moet men 't Lam la-
pen zuigen eerze uitgaat, desgelyks ook
des avonds wanrieerze weder t'huis komt.
Als de Lammeren nu wat fterker gewor-
den zyn, moet men haar in haars Moe-
ders afwezen zachtjes tot eten gewennen,,
en .haar Klaverbladeren , en diergelyke
éachten aard van Kruiden voorleggen, of
klyen en meel te lekken geven, op datze
beginnen te natten.
Alsze noch wat fterker geworden zyn %
fhoet men haar des middags met de Moe-
ders wat naby huis in 't Velt jagen. On^
dertuffchen moet men d'oude Schapen
fiiet melken, op datze te beter Wol kry^
gen, en de jongen te beter goet gedaan
worden.
Wanneer ze nu om Joannes dag afgezet
worden, en de befte Melktyd is, moec
tóen op haar paffen datze door groot verr
- lang
-ocr page 136-
WEGWYZER. 125
lang na haar Moeder niet verfmachten,
of om komen. Daarom moet men haar
wel goede fpyze geven, haar voor koude
en hitte bevryden , en onder d'andere
Kudde dryven, op datze haar Moeders
vergeten, zommige latenze met de Moe-
der in de Wey lopen, en zo lang zuigen
tot dat de Moeders haar afweeren , en
niet langer willen Iyden. Men Speent
de Lammeren op Philippi en Jacobi dag.
Van de Hoeding der Schapen,
De befte Hoeding is daar veel goede
jonge Kruiden waflen wanneer men den
Akker voor de eerfte maal omgekeerc
heeft, daar na op droge Weyden, maar
niet op Moeraflige, of vogtige Landen.
Daar krygen zy 't Water van en fterven, zy
ontvlugten ook alle 't Gras, welk op zul*
ke Landen fpruit. De Boflchenen andere
drooge Plaatfen zyn ook niet zeer goet,
overmits de Wol aan 't klein Hout blyft
hangen, gelyk ook aan de Doorne-hey-
ningen. Men zal de Schapen na opregte
drooge vlakke Landen ftuwen. Item, daar
fuptiel fmal klyn Gras is: Want hoe fup-
tielder en fynder Gras, des te beter Voe*
dering is 'er voor de Schapeo. In zomma
L 3
                    daar
-ocr page 137-
126          HUISMAN S'
daar is nergens zoo goeden Land en Wei-T
de voor de Schapen , of zy worden de-
zelve in korten tyt moe, indien men haar
den geheelenZomer geen Zout en Stroi om
te likken geeft alsze t'huis komen,want 't:
zelve is haar gelyk een Specerye in hare
Kruiden, en daar door krygehze Juft tof.
eten en drinken: Want door 't drinken
worden de Schapen vet, gelyk Ariftote-
les
zegt, daarom zal men alle zes dageu,.
ieder ioo. Schapen een fchepel Zout ge-
ven , daar door wordenze in goede ge-
zontheit gehouden, worden Vet, en ge-
ven te meerder Melk.
Men zal de Schapen ook op de ftoppe-
len dryven, als 't Koorert afgemaait is,
en in de Schuüren gevoert, op dat zy
de agtergebleven Aïren lezen,de ftoppe*
3en nedertreeden, en den Akker bemes-
ten, op dat hy in toekomende vrugtbaar-
<ler zy , hoewel zommige 't niet vook
goet houden, dat de Schapen de drooge
Aïren oplezen. '
                             -          '*■*>
Van de Voedering der Schapen in de Winter.
Des Winters dryft men de Schapen
ook op de bezaaide en onbezaaide Lan-
den , wanneer zy bloot van Sneeuw zyn>
ij\"..V.
                   £, '-                   Maar,
-ocr page 138-
WEGWYZER. 122
Maar wanneer de Landen geheel mee
Sneeuw bedekt zyn houd men dezelve in
de Stal, en legt haar Voeder in de Kribbe:
voor, als de Takken van de Qlmbomen,
óf Pappeleh met de Bladeren , als ook
van EfTchenboomen. leem, ook't Gras,
welke men in September te zamen geraapt
heeft, want dat zelve eten de Schapen
liever, als 't gene welk in Auguflo ge-
maakt wordt. Men legt haar 't Loof ook.
Voor dat men van .de Wyngaarden hakt.
Item , Klaveren , en wat men meer te
geven heeft: Item, 't Stroo van d'uitge-
dorfte Erwitten , en uitgedorften Toe-
moes, als van Geerft, Wieken, Heyde-
koorn , en Boekweyt, Weytftroi en de
BloefTem, als ook van 't ander Zaat.
Wanneer 'c des Winters Vrieft en
Sneeuwt, dat de Schapen niet uitgaan
konnen , moet men byzonder op haar,
paffen, des nachts driemaal opftaan, en
haar Hoi of Voederftroi voorleggen: Zy
konnen niet wel over de twee dagen bin-
den blyven, om datze gaarne met de neus
in de Lucht zyn, als 't hart Vrieft en veel
S,neeuw valt, fterven de Schapen zeer,
byzonder wanneer't lange Nawinterszyiv
ftiet groote en langdurige Sneeuw, want
s?y konnen met hard voeten de Sneeuw?
ïu
                       L 4                     niet
-ocr page 139-
Ï2S         HUISMANS
niet weg fchrabben, datze 't Gras uit de
Aarde mogen krygen. Men voedertze in
huis, zoo naerftig als men wil, het zal
doch niet helpen.
Eenige willen dat men de Schapen des
Zomers 's morgens in den Dou zal uit-
dry ven, om dat 't bedoude Gras veel lief-
Jyker en zagter is , als op den middag
wanneer 't van de Zon verbrant is. Ais
de Zon opgegaan is, dryft menze een
weinig voort, datze weder lufl: tot eten
krygen. Des middags moet men haar na
de Schaduuw dryven, als de hitte weg is,
zal men de Schapen dryven datze met 'c
hooft van de Zonne weyden, want een
Schaap heeft een week en zwak hooft,
zoo da,t 't zelve de hitte niet verdragen
kanf
Na den ondergang des Zons drinken-
ze , en weiden nog een weinig tot dat
het zeer duider word, dan word 't kruid
weder lieflyk om te eeten, als dan dryft
menze weder na de Stal.
Andere willen dat men de Schapen in
de Hondsdagen alzoo. zal laten weiden,
datze 't Hoofd tegens 't Weften houden,
en nademiddag naar 't Ooften.
In de Winter en Lente moet men de
tyden veranderen ; want dan moet men
de
-ocr page 140-
WE GW Y ZER. zij
tfe Schapen eerft te Velde brengen als de
ryp van de Zon weg genomen is, en dart
moet men den geheele dag by haar in 'c*
"Veld blyven en haar hoeden, en 't is ge-
noeg datze maar eens op den middag of
op den dag drinken.
•   Maar ik hou het quaad dat de Schapen
weiden voor en na der Zonnen Op- en
Ondergang, want den Daau is haar fcha-'
delyk, als ook des Winters de ryp. . ;
Fan des Herders-Ampt en ds Schaaps Stal.
*  Een Herder moet zacht met de Scha- ,
pen omgaan , haar met geen flokken of,,
eênig inftrument fmyten , maar zomwy-
len kluit aarde voor by haar werpen, mee
zingen en fluiten dezelve vermaken, niet
by haar flapen, maar akyd wakker zyn,
op dat hy haar in alle voorvallende nood
helpt: ook zal hy een wakkeren Hond of
twee hebben, die hy met brood gewend,
datze altyd by hem zyn : daar men ge-
vaar voor de Wolven heeft, neemt men'
vyf of zes wakkere Honden. Ook moet
niemands vreemts by de Schapen komen.
De Schaap Stallen moeten niet hoog
gebouvvt worden , maar nederig en op"
plaatzen daarze vry van de Wind zyn, en
t. • ■ -                                                                               ook
-ocr page 141-
j£& fer.Ü i s u a Jr S'
bok meer tegen 't Ooften dan na 't dul-
den ftaan ^ eenige hebben een deure te-
gen 't Ooften en een tegens 't Wetten.
. Ook moet den grond daar de Stallen
op ftaan Wat overhangen , op dat de ti-
nne en vochtigheid af dryft , want de
Schaapsvoeten bederven daar van, waar
om de Herders droog kruid en iets anders
ilrooijen, om de Schapen zoo veel 't mo-
gelyk is droog te laten ftaan.
Als eetiig Schaap Onvoorziens Zeek word.
Opent het de Ader onder de Oogen»
en drukt dezelve, op dat zy wel Bloede»
daar door zal het weder gezond worden.
Van menigerki Ziekte der Schapen.
Zomwylen vallen de Schapen daar he-
nen , fterven en fmoren in haar eigeri
Bloed, hoewel zy niet krank zyn. Men
neemt daar toe Schel Kruid, dat een roo-
dèn Sap heeft, dat geeft men haar met
Zout te likken * zoo zal 't wel gaan.
Wanneer zy nu BloedPhTen* floot men
Komyn tot Pulver en mengt het onder
Zout, en geeft het haar te likken en te
eeten ,?oo vergaat de Ziekte haaft weder,
of men neemt Bloed-Kruid.
Men
-ocr page 142-
W E G W Y Z E R. t3ft
■' Men neentt ook 'c zaat van de roode
jonge Offen Tongen, en geefc 'c haar met
Zout, als de Schapea een gezwel aan de
Keel krygen, zynze vol Water, en 't komt
Van de Longe en de Lever , dezelve te
veel Water hebben en vervuilen.
Dit komt van veel Regens ett riatte
Weide , maar men moet de Gezwellen
met een Priem doorfteeken. Dit helpt
zommige en zommige niet.
Alsze met deDarm-Gicht gequelt zyn,
zal men haar drooge Ajuin en Haze-Garf
met Zout geven.
Neemt drooge Garft, afgeplukte ge-
droogde Alffem , uitgetreden Hennip-
ftokken en gefloten Vlier-Beziën met Zout
onder malkander gemengt, geeft dit de
Schapen tuffchen Mkhaelis en Martini,
als 'c fchoon weder is driemaal 's weeks,
en laat haar daar niet op drinken, dit is
goed voor alle Ziekten.
Wanneer een Schaap in den Herffl een
hwaade Lever heeft, en veel Hoeft.
Neemt drie of vier Levers na dat de
Schapen vet zyn , droogtze in een Bak-
oven, ftootze klein en ziftze. Neemt daar
fia een. half fchepel Mout, laat het zelve
-ocr page 143-
yga         HUISMANS
fyn malen; en neemt ook zoo veel Hol-
der-Bezien , drukt het zap daar uit in hei
Mout, en kneed het gelyk een Deeg;
maak daar Koekjes van ,, en ftootze tot
pulver, én geeft dat de Schapen in Zout
te eeten ofte likken. Men kan dezelve
kookagie een geheel jaar behouden; want
zy is ook zeer goed tegens den Hoeft.
Van Dolle Schapen.
', De Schapen wetden veeltyds Dol, welk
hier by te kennen zyn , om datze gelyk
in een ring rontorh gaan, en vallen daar
na neder. Daar is geen raad toe. Eenige
plegen haar den kop op te breken, zeg-
gende dat zy dan gezond zoude worden:
maar zo niet* moet menze voor de Honr
den werpen. Maar als men dezeive op
het begin flacht, het Hoofd met de Voe-
ten weg werpt, dan mag men het Vleefch
wel aan het Huisgezin te eeten geven,
dat zal haar niet fchaden.
Van Schabbigbeid en Schurftheid der Schapen.
Neemt gedroogde Garft, verdorde af»
geplukte Alflem, klaare Hennip-ftokken
fcn geftotene Vlier-Bezien , mengt daar
-ocr page 144-
W E G W Y Z E R. 133
Zout onder, en geef het de Schapen tuf
fchen Michaelis en Martini alle week op
den avond, al was het fchoon driemaal in
de week, maar laatze daar niet op drinken»
dit geneeft alle Ziekte van de Schapen.
Alffem is bykans een algemeen Medi-
cyn tegens alle Ziekten van Menfchen ert
Vee : want zy geeft den Maag verdou-
wen, verwent het Lyf, ftilt de pyn, dryfc
fenyn en gal uit, verdryft de Geel- en
Water-Zucht, en de vochtigheid uit de
Mild en Lever , fterkt de Maag en de
Lever, opent de verftopping van alle in-
wendige Leeden, beneemt alle Krankhe-
den en Gebreeken , die daar in veroor-
zaakt worden , als daar byzonder is de
Geel- en Water-zucht, gelyk ook de
Alffem-Wyn doet; die de Koortze lang
gehad heeft, gebruik dikwils Alffem-zap
met Suiker vermengt zoo vergaatze.
Het Water van Alffem in het einde van
de Mei maand gebrand , kan men voor
alderlei Koortzen drinken. Daarom ge-
ven de Schaap-Herders hare Schapen ook
de knopjes van den Alffem.
VAN DE GEYTEN.
t
Schapen en Geyten behooren by mal,
M                  kander,
-ocr page 145-
13+ 'HUISMaNS
karider,gelyk de oude Grieken deze twee*
zooften: akyd by malkander gehad heb-
bén. Daarom moet ik de Geyten hier
«ofc een weinig aanraken.
De Geytèn willen wel op hooge plaat*
zen Weiden; zy eeten de toppen van de
krulden én baften der Boomen , daarom
zy zoo hoog aan de Boomen klimmen als
2e konnen, om daar de baften van te kry-
gefi j zy zyn zeer Ichadeiyk voor jong
hout: want zy daar de toppen van byten,
aJzoó dat het zelve niet weder kan waf-
fchen*
Dit Vee is de Olyf-Boomen zeer fcha-
délyk; Want zoo ze daar maar aan likker*
worden dezelve verdorven , gefyk of de
feaften daar rondom afgebeten waren-.
Daarom heeft men dezelve eertyds aa»
eenige Goden niet durven op-offeren.
Eenige Heeren welke diergelyke Boomen
foebben , willen niet alleen zelfs zulke
Beeften houden, maar verbieden het ook
aan hare Önderdaanen.
Nochtans worden deze Beeflen van we*
gen hare profyten onderhouden : want
zommige zeggen dat drie Geyten zo veel
Melk geven als een Koe y en men kanze
met weinig Voeder onderhouden; en op
dórjne plaatzen weiden i zo heeft men van
-ocr page 146-
W E G W ?Z Ë R. 135
haar Kaas y Vellen, Meft en anders; de
-Hoornen en het Hair verdryft de Slan-
fen en *t Vergift; met de Geyten kan eenj
lenfch in plaats Van vuil verrot Vkefch^
weder goet vlees krygen. Item is goet
tegens alle Kankerachtige Wonden. De
Longe is goed tegen alle beeten van feny-
nige Dieren. Degalle fcherpt het GezkhtJ
De Lever gebraden en gegeten is goet
voor Lazarye. In zumma, dit Beeft is voor
veele qualen goet, deszelfs Vleefchisoofc
goet voordeMenfchen gegeten.
Fan bet Koepen der Geyten, en
Haare Ouderdom*
Men kan een Geyts Ouderdom aan de
Hoornen kennen , gelyk men Offen ea
Koeijen doet; een Geyt kan 10. of n.
jaar oud worden. De Bokken worden zo
oud niet, om der grooter ontucht welk
zy boven anderen Dieren hebben: want
na haar zeven maanden zynze bequaara
tot de Geyten gelaten te worden. Men.
zal de Geyten niet boven acht jaren oud
ïaten worden, wanneer zy van haar drie
jaren gevokt hebben ; want zy dan on-
vruchtbaar worden.
M z                Fm
-ocr page 147-
i3<5 HUISMA NS
Van de Geyt by den Bok te Leiden.
Wanneer de Geyten voor haar derde
jaar tuchtig worden is niet goet; en den
Heer niet profytelyk: want de oude ver-
zwakken , en de jongen blyven zwak.
De Geyten werden in November tuch-
tig, en Sikkelen in Maart of April, dra-
gende alzoo vyf Maanden gelyk de Scha-
pen , zy hebben gemeenlyk twee of drie
jongen,, wanneer men wel op den Bok
paft. Als ze twee Jongen hebben, mag
men het fterkfte daar van opkweeken en
het ander {lachten. Eenige krygen jon-
gen na datze een jaar oud zyn, maar men
zal geen jongen aan houden voor dat de
peyten drie of vier jaren oud zyn.
Hoe men de jonge Sikjes Optrekken
en Mefien zal.
Dit gefchied op de maniere der jonge
Lammeren: de Bokjens laat men fnyden
wanneer zy vier weken gezogen hebben,
en men laatze daar na noch een week of
twee zuigen , tot, datze geneezen zyn.
Men moet haar ook Haver , Brood en
wat anders leeren eeten: men neemt alle
*:•".
               ;■ c -.                       Jaar
-ocr page 148-
WE GWYZER, i37
jaar ten minften twee gefneede Bokjes
welk op goede Weide gezet worden, wan-
neer dezelve twee jaren oud zyn wordenze
viertandig, en zyn op haar beft teflach-
cen, en hebben zulk goet Vleefch al6 ee-
nigen Hamel; men Meftzeook met Brood,
Haver , Semel , Wortelen , Kool en
Knollen ; men mag ze om Mkbaelk
{lachten.
Stinkende Bokken zal men om Bartho-
hmm
flachten: want dan (linken zy niet
meer, en zyn vet. Twee of drie weeken
voor Michaelk Bokken zy , erj dan wor-
denze mager,.
j
Van 't Waden en Hoeden der Qeytm, en
wat haar Gezant en Qngewnt is, •>
De Geyten «eten Gras .en Kruiden ge-
lyk de Schapen, maarte Schapen byte»
de Kruiden tot aan de wortelen af, e»
lopen niet verre van haar plaats , maar
gaan al ftil voorts; maar de Geyten loo-
pen van den eenen plaats tot de ander,
en eten maar de bovenfte topjes der krui-
den ; als zy haar na den ©jjddag bewe-
gen , drinken zy meer dan andere. ;Zy
zyn gaerne by ds looiende waters in dé
Weide, en klimmen daar, zy zya gaecne
M 3
                     in
-ocr page 149-
138 H U I S M A N S
in de Boomgaarden daar zy veel quaats.
doen : want zy knaauwen de Baften van
de Boomen. Die ze houden wil moet
omtrent zyn Huis zomwylen een Wagen
vol groen hout brengen, daar zy de baften
affchellen en wel van groeijen.
Men houdze niet gaerne daar veel jong
Hout ftaat,of daar Boomgaarden zyn, of
men moetze wel verzorgen: want zy de
Boomen t'eenemaal vernielen.
Daar veel Hout is verbied de Overig'
heid de voeding derzelver , en wanneer
't gebod veracht word, zend men daar
Slagters, laatze alle dooden en men zend
een ieder de zyne t'huis.
Doch dit moet gefchieden naar Galli,
of drie weken na Michaelis , zoo kan de
Lieden 't Vleefch niet verderven.
Men zegt, 't welk vreemt is, dat de
Geyten niet door de Neus , maar door
den Mond adem halen.
Als de Geyten niet Eeten willen.
Als de Geyten niet Eeten willen, zoo
is 't een teken datze haare Keel verloren
hebben en niet Eeten konnen , want zy
geduurig herkauwen, als Oflën, Koeijea
en Schapen, - <
               
Men
-ocr page 150-
W E G W Y Z E R. 139
Men neemt goede acht op de Koeijen,
Schapen en Offen, wanneer die in 't leg-
gen de gekaaude Spys uitfpuuwen, neemt-
ze en houdze met de handen den Hals
toe, en gryptze by den Muil, neemt dae
gekaaude en fleek het de Siegen daar in,
dan zullen zy weder leeren Eeten,
1
Jn welke dingen de Schapen en Geyten ■
malkander gelyk zyn.
De reden is deoverftemmingvanzom-
mige dingen, datze by malkander gehou-
den worden, zy worden te gelyk bedekt,
dragen even lang, men geniet haar Melk,
Kaas, Huid en Hair, zy moeten ook ge-
lyke oppaffinge hebben, maar men hoed-
ze niet onder malkander.
Als een Geyt haar Melk verheft ,wan-
neerze geworpen heeft, moet men dezel-
ve al even wel Melken,en gedurig trek-
ken zo krygenze haar Melk weder.
fan de Ziekte der Geyten en Bokken.
Wanneerze de Peflilenti krygen, wer-
denze niet eerfl mager en dor , als an-
dere Beeflen , maar fierven op haar ge*
zontflc en vrolykfte. Dit komt haar zom-
M 4               wylen
-ocr page 151-
ld?         HUISMANS
wylen over van te veel goede Weide. Als
men ziet dat 'er een of twee iieenen val*
Jen, zal men de reft Aderlaten, niet uyt
laten gaan , maar den geheelen dag in
Statie houden.
Wanneer zy andere Ziekte hebben, en
gezont worden, maaktze vet, llachtze,
en rooktze of verkooptze, gelyk wy van
de Schapen gezeid hebben, en wil men ze
geneezen doet dat op de eigen maniere als
men de Schapen doet.
. AJflè Waterzuchtig zyn, fnyd haar on-
der de voorfte fchouder dehuyt een wei-
jiig en geheel gelykelyk af, laat het wa*
%ei uy tlopen, en pekt 't gat weer toe.
Van de Bakken.
De Bokken , gelyk gezeit is , begin-
nen van haar zevende Maand tot haar
vyf jaren bequaam tot generatie te wor-
den: xy zyn van een heete natuure, ea
daarom genegen tot Venus-fpel. Haar
Bloed &an eea Diamant week maken, het
welk Vuur noch Yzer niet doen kan.
Het Vleefch is zeer hart ensaiverdouwe-
lyk, byzonder als dezelve oud zyn, maas
de Haf t i& beter; wanseer ikzelve ge-
£ueden
-ocr page 152-
WEGWYZER. i4r
fneden worden, is het. Vleefch zachter,
gelyk men ook van de OiTen zegt.
Zy krygen groote, lange, fterke Hoorn-
nen, en ruyken fterk , wannear zy om,
hare Nieren te vet worden, fterven zy
lichtelyk.
Wanneer men in den Zomer een fwaf-
ten Bok neemt, als de Zon in Leo is t
(maar hy moft drie of vier jaar oud zyn)
en hem drie of vier weken opfluyt, en
niet anders als Hedera te eeten geeft, hem
daar na flacht, en het Bloet wacht, en
het zelve aan een plaats droogt daar de
Zon niet fchynt, en daar na gebruykt,
word den Steen in de Nieren en Blaas
gebroken : wanneer men Bokshoornen,
brant, worden de Slangen met den ftank
verjaagt, en men geneeft de Fiftelen van
den Kanker daar mede, en andere in*
etende quaad.
De Lever is goed tot den beet van dol-
le Honden: de Gal zuy vert het gezicht,
en wanneer men zyn Pis met Gal ver-
mengt , geneeft men de Lafarye daar
mede.
Als men een Bok tot teeling kooperj
wil, moet men zodanigen verkiezen welke
zacht en lang Hair heeft, een korten
Hals, een langen Gorgel, dikke Beenen»
en
-ocr page 153-
Ui ft t) r S MA N 8
en groote Ooreri * ook moet hy wel ge*
wacht worden, om zo veel te eerder be-
quaam te zyn.
Cornïlius Jgrïppa zeit, wanneer men met
Boksfmeer op een fteen fchryft, en de-
zelve in Edik legt, zullen de Letters ver-
heven ftaan, of zy ingefeit waren.
VAN DE VARKENS.
Ik moet ook een weinig van de Var-
kens fchryven, dewyl een Huysvaderde
zelve ook van noode heeft. Men moet
het Vleefch om te eeteo hebben , en de
Reufel tot het gebruyk der Paarden, Wa-
gens , Laarfens en anders , om te fmee*
ren: en des Zomers in den Oogft, moet
het Arbeidsvolk Wat harde koft hebben,
zo dat men de Varkens niet miffen kan.
Men moet Worften , Schinken, Zy-
den, Koppen, alle daag aan de Bafk heb-
ben hangen, dat men daar in tyd van
riood bykomen kan en byzonder in de Zo-
mer , wanneer de Oogft aangaat, op dar
het grage Arbeidsvolk van alles voorfierr
is, want op deze tyd is 't Volk het alder-
moetwilligfte x en willen de Heer en
Vrouwe bykans een Wet voorfchryven ,
Wat zy eten zullen: Daarom moet men
dan
-ocr page 154-
W E G W Y Z E R. Ï43
dan niet by de Slagtef s een varfch beec-
jen zoeken , maar wat hebben dat in de
maag duren kan , om dit Volk vol op te
geven.
Men kan niet veel Varkens houden,
daar men geen Eyken of Beuken BofTchen
heeft; of geen Spoeling van Brandewyn.
Daar dit ontbreekt moet men derzslver
weinig hebben ; en haar met Kool, Wor-
telen , Knollen, Ooft, Spoeling en an-
ders voeden.
Het valt de Luyden fwaar de Varkens
alleen met Koorn en anders op te quee-
ken. Daar Boffchen zyn kan zomwyls
een Boer dartig, veertig , vyftig , Var-
kens houwen. Een Huysvader kan van
wegen zyn Huyshouding de Varkens niet
wel ontbeeren , op dat hy den gaanden
en komenden Vriend wat heeft voor te
zetten. De oude Grieken hebben hier
groot werk van gemaakt om hare Bof-
fchen met dit Dier te vullen, en ook op
Schot te leggen. De gene welke groote
Tuynen , Moeshoven en Boomgaarder»
hebben , konnen de Varkens noch wel
opbrengen en meften, datze zo koftbaar
niet vallen.
Men moet by negen of tien Zwynen
een Beer hebben , deze zyn op haar zes
of
-ocr page 155-
i44         MUISMANS
of zeven Maand bekwaam tot de tucht}
en gaan op haar derde of vierde jaren
weder af.
Wanneer men een jong Swyn wil aan-
queeken; zal men't zelve van jongs wel
én veel t'eten geven , anders wort het
geen groot Varken. Wanneer'teen jaar
oud is, begint het tuchtig te worden;en
kan tot zyn vyftiende jaar jongen kry-
gen ; ook achtien of twintig jaaren le-
ven : De Biggen welk van een Swyn ko-
men , die maar acht Maanden oud was
doe hy tuchtig wierd , zyn niet goet;
want zy zwak bly ven: Daarom zal men
dezelve verkopen alfle nog zaygelingen.
zyn.
Men moet tot een Swyn verkiezen dae
van een grooten aart is , met lange zy-
den, hooge beenen, een wyden langen
buyk, een gekrulde fleert, breede nek,
en wel aanneemt* Dit zyn de befte Sog-
gen welk veel jongen hebben; en dezelve
alle wel opbrengen: Wanneer een jonge
Sogeen jaar oud is, kanze jongen voort
brengen; en men kan terflont op deeer-
fte worp zien, ofze goed of quaad tot aan-
houden wezen zal. Men moet terflont
na de worp goede achtinge flaan; datjde
Sog geen levendige noch doode Varkent-
-ocr page 156-
WEGWYZER. 145
jes eet; want dan zou zy daar na alle de
Varkentjes opeeten: dog zy verfchoonc
het eerftgeboorne. Op dat zy daar toe
niet vervallen ; moet men haar terftonc
genoeg t'eten geven. Zy hebben twee-
maal in't jaar jongen » en dragen vier
Maanden: een Sog kan wel 20. Varkens
op een tyt hebben ; maar niet alle op-
brengen. Men zeit dat 't Varken van
JEnaas dartig witte Varkens op eenmaal
geworpen heeft, maar dat heeft den Poëet
gezegt : Als de Soggen jongen hebben
worden zy mager; daarom moet men haar
wel wachten dat de jongen ook groejen,
Fan den Beer, of Manneken.
Den Beer is een Manneken van't Var-
ken , de welk aangehouden word tot de
voortteeling. Is ook fterker en bereidet
tot den ftryd dan een Sog: Want hy be-
trout op zyne tanden 4 daar hy zich in
tyd van nood mede wcerd, en den Menfch
groote fchaade doen kan. Wanneer hy
een halfjaar of acht Maanden oud is, is
hy bequaam tot generatie, men zegt dat
hy maar drie of vier jaar bequaam zy,
maar men kan hem langer gebruiken,
daar na iaat men hem fnyden , en lege
N
                      hen»
-ocr page 157-
146         H U I S M A N S
hem een jaar na't fnyden op Schot. Maar
zulken Beer moet wel gewacht worden *
dat hy fterk word, hoewel hy maken kan
dat hy geen kommer behoeft te lyden;
e"en Beer is genoeg voor tien Zoggen of
Varkens. Die zulke gezellen voeden wil,
moet zyne Tuynen , Boomgaard en an-
dere plaatfenwel affchutten: want zy met
hare Neufen alles doorgraven , de Deu-
ren uyt den haak lichten, op dat zy fcha-
dedöen konnen. Het is een onnut Ge-
diert, die geen flank verdragen mag,en
vuy ligheid zien, of moet daar by wezen*
Men moetze om geen vermaak opvoeden.
Hoe men de Jonge Varkens Optrekken zal
De jonge Varkens brengen terftont
Tanden met haar op de werelt; en-wie
Varkens opqueken wil, neemtze van de
gene welk drie of vier maal geworpen
hebben: want de jongen van oude Var-
kens zyn zoo goet niet: want hoe deSog-
gen ouder worden, hoe de zelve zwak-
ker jongen voortbrengen. De Varkens
welk omtrent Martini of Kersmis geboo-
Kti worden,duuren niet;want zy fterven
van de koude : ook hebben de Soggen
dan weinig melks; en byten de jongen:
*
                                                    men
-ocr page 158-
WEGWYZER. 147
ihen moet haar dan in warme ftallen hou-
den ; en veel Ströi geven, dat zy daar
in kruipen , en malkander verwarmen:
Zulke Varkentjes krygen ook lïgclyk
Wolfstanden; zoo datze niet eten kon-
nen , waarom men dezelve liever flach-
ten zal: maar Varkens welk in de Faficii,
PaaJJchen, of Zórher vallen; zyn vee! be-
ter om dat men dezelve beter opqueekea
kan..
Wanneef men de jonge Varkens ofzet-
ten wil; móet men haar na vier weekert
Meel en Se mei geven; en zomwylen Garft
voor ftroijen. byzonder eer zy op de flop-
pelen gejaagt worden; maar niet zoo hard
en ongekookt: want zy dezelve niet by-
ten konnen. Daarom moet men dezelve!
kooken. Of men gietze in een Trog en
laatze wieken ; en flroitze daar na de
Varkens voor; zoo leerenze met natte
IKoft onder het zuigen eten. Daarom men
het zelve doet, om haar by het leven te
houden: Wanneer daar een kouden Ree-
gen valt krimpen zy weg, en bly ven op
't Veld leggen.
Eenige nemenze op de 5. en 6. week
IVan de Moeder, en ftroijen haar dat Garft
Voor: en geven haar Water met Garften
Meel en Seniel* Dan moet menze wel
Na
                      be«
-ocr page 159-
j48         HUISMAN S
bewaren, datze niet mager worden, en
als men haar wel doet, wordenze fterk
en Vet.
Zommige werineri de Biggen met Broot:
Maar dit is (rnyns bedunkens) niet goet:
want hier toe gewoon zynde, zouden zy
de Kinderen haar Boterhammen ontruk-
ken , en zomWylen de Hand afbyten.
Waarom dezelve aan kant gejaagt moe-
ten worden. De Jongen moeten niet in
het water loopen,dewyl zy noch zuigen,
of anders loopenze perykel van fterven.
In Silefien fnyd men de Varkens in 'c
zuigen, op andere plaatfen na 3. 4» of 5.
Maanden; men geeft haar voor 't fnyden
niet t'eten, maar men houdfe nuchteren
ïn de Stal, en warm: en als zy gefneden
zyn geven zy haar gekookte Garft of Koof n
3 dagen na malkanderen, en niet te drin-
ken ; dan wordenze dik. Men plach de
fnede ook met Wagenfmeerte beftryken,
byzonder in dé Zomer, wanneer het warm
ïs, moet men haar een dag of vier in huis
houden , anders byten haar de andere
Varkens de naat weder open. Wanneer
een Varken een jaar oud is, als 't ge-
ineden wort, wort het ziek en kan van
de fmert fterven j Daarom is 't beter eri
zekerder 't zelve te doen wanneer 't noch
zuigt.
                                          Wan-
-ocr page 160-
W E G W Y Z E R. 149
Wanneer men de Varkens naar Paafr
fchen
fnyd , byzonder de grooten , en
da"ar een warmte op komt; zoo komen
daar de Vligen op, en zetten dan Wor-
men, Daarom befmeert men de wonde
met Lyn-oly;dat geneeft, en daar komen
geen Vliegen op; 't zelve gefchiet ook
met wagenfmeer; maarkrygenze wormen,
zoo fteekt of drukt men haar Nieswortel*
of ongelefchten Kalk in de wonde, zoo
moetende wormen daar uit, of verflik-
ken.
Zomwylen vinden de Varkenfnyders
de Matrix niet , of willen dezelve niet
vinden, wanneer zy met een Boer quaat
Zyn. Maar naaijenze weder toe , daar
men op letten moet: want als men de-
zelve daar na meften wil, en alles goets
daar aan doet; zoo zyn alle d'onkoften
verlooren ; want men meint alsze dik
worden , datze vet worden : maar men
is zomwylen bedrogen; want daar ko-
men jonge Varkens in de plaats.
Van de Varkens in 't Gemeen.
• ■ ,
De Varkens Gelieven malkander zeer
wel, gelyk eiken aart van Dieren mal*
kander beminnen: wantwanneer een onge-
N 3                   ' lyk
-ocr page 161-
ï5q H U I S M A N S
lyk gedaan word, en begint te gnorren^
dan lopen alle d'anderen met grooten
toornetoe, willende't zelve roet krach?
helpen, en 't ongelyk wreken. Ik heb
op myn Reizen gezien dat ons Hon,de-
ken, welke achter de Kar liep, onder een
iange ry Eiken Boomen, daar wel twee
a drie hondert Varkens by malkander wa
ren, een derzelver aanviel, en terftont
als dat zelve Varken begon te gnorren,
begonnen alle zyne medebroeders in ba-
talje te ftaan,, en met haar geheele Le*
ger dit Hondeken na te jagen met geknor;
en dit geduurde wel eenquartier uurs, tot
dat het Hondeken uit haar Jurifdi&ie was,
't welk zeer genpeglyk om te zien was;
want daar blééf niernant achter, elk was
een baas. Öok weet dit gefdiert des a-
vonts hare Herberg enHofftede vanzelf^
te vinden, 't welk de Schapen en Gey-
tèn niet doen konnen. 't Is ëen zeer ver-
nielent vretig Dier , 't welk by gebrek
van Spys de Kinderen wel éten zoude.
En byzonder den Beer, welk alles met
fcynen Snuit doorloopt, de deuren van
de Kamers op kan doen, zoekende wat
daar is, alles is zyn gading, gebraden,
gerookte viflchen, confituren, hy vree.t.
ganzen , If oen^ers, en wat hy krygen
-ocr page 162-
WEGWYZER. i5t
ka», ja ftoot de potten van 't vuur welke
zieden over de vloer, en eet de koft een
weinig kout geworden zynde, op. Dê
Beer en Sog zyn vernielende Dieren ,
welk by gebrek van Voeder haar eigen
Kinderen op-eten, jaa zomwylen wel van
hare gebuuren.
Men zegtdathet zevende der Spyze,het
welk de Varkens confumeeren,tot Vlees
en Bloed zou zetten: maar als men deze
moeiten en vuiligheid lyden wil, kan men
in twee jaaren Varkens maken,zoo goet
als 'er in de Werelt zyn.
De Varkens konnen ook geen dorftly-
den , byzonder in den heeten Zomer,
daarom zal men haar omtrent 't water
hoeden, datze haaft by 't water konnen
komen, en zich daar in wentelen.
Hoe men de Farkens Koopen en Wennen zal.
Men plag de Varkens om te meften of
tot 't voort-teelen te koopen, maar dac
koopen komt een Huisvader op het duur-
ftete ftaan,daarom zal hy van alle'c Vee
liever maken te verkopen , als te koo-
pen, en zelf op te queeken.
Maar als hy by fterft of ongeluk kapen.
moet; moet hy (als d'oude Romeinen de-
N 4                   den)
-ocr page 163-
-.«**.».«».. ■                 n..SM«
-ocr page 164-
< •
-ocr page 165-
,54         HUISMAN "fi-
jn de heete JZomerfche dagen.
By den meffc-hoop om te zoeken de
koornkens welk in 't gedorfte flroy ge-
bleven zyn.
Men moet eykelen af-kloppen, en haar
die altemet voor-fmuten, als ook Erwit-
ten en Boonen.
In de Somer moet menfe voor Sonne-
fchyn uitdryyen ? en 's middaags na een
koele plaats.
Men moet haar in de Lente watMedi-
cynen ingeven, op dat haar't onrype gras
en groene kruiden niet fchaden.
' Na middag zal men de grootfte hitte
laten voorby gaan, eer menfe uitdryft.
In de Herffr, en Winter zal men haar
niet uitjagen, eer dat de ryp en 't ys van
de Son weggenomen is.
In 't eten moet men de grootfte van
de kleinfte fcheiden,want degroote eten
't.ajtemaal op, en verdrukken de kleinen.
Men moet wel letten dat men met zyn
twee perfonen gaat om de Varkens te
voederen, op dat de Sogge één Menfca'
't eten niet uit de handt floot.
Ook moet men wel letten, dat de Varr
kens niet te heet gevoedert worden; want
dan verderven de darmen en mage, zoo
datfe ziek worden en flerven.
               .
Van
-ocr page 166-
f          WEGWYZP. 155.
Van de Toelating der Varkens.
Eenige laten de Zoggen en Beeren on-
der malkander loopen: maar ik houd hec
beter dat men de Beeren daar maar van
December tot in Martio by laat komen ;
zoo krygtrnen des Somers jongen: want
vier Maanden dragenfe; en in de vyfde
Maandt werpenfe. Eenige houden hec
voor beft dat dit in Januariq en Februa-
rio gefchiet, zoo vallen de jongen; wan-- •
neer d' Aarde eerft groen is: Ses of zeven
weken daar na komt den Oogft , dan
brengt men dezelve op de ftoppelen: En.
dan beginnen d'andere Spggen weder te
werpen.
Men zegt wanneer een Beer na de Coi~
tus
gefneden word, datdeSog dan treurt;
en hare jongen verwerp: Men moet de
Varkens in de Lent fnyden.
GrooteHeeren eten gaarne braadt Var-
kentjes met Speceryen gevult, maar de,
zelve behooren ten rainften vier of vyf
preken oudt te zyn.
fan de Mefting der Varkens.
Jiet is heejlyk wanneer men in eenf
Lande
-ocr page 167-
i$6 HUISMANS
Landt is, daar men de Varkens met Eyv
kelen, Beukenen, Caftanien voeden kan,
want met Kooren is 't te duur.
Meft-Varkens moeten drie , vier, vyf
jaren oudt zyn, die krygen fpek, maar
van i of 2 Jaren die krygen noch maar
viees.
De Varkens welk in de Boflchen gaan,
wordt zonderlings niet gegeven , maar
die op Schot leggen, moeten van alles
hebben; als 't vriefl geeft menfe draf en
klyen.
Sy gaan tot Nicolai in de meft , ook
Wel tot Kersmis, daar veel Eykels en
Beuken zyn.
De Varkens worden dagelyks van den
eenen Stal tot den anderen gevoert.
Men kan een Varken met Erwitten ook
wel vet maken, die men laat weiken in
koudt water.
Dan de Mefting gaat byzonder toe:
Sommige met Koolsblaaden, Rapen, Draf
en Roggen-femel.
Als de Varkens Boonen alleen eeten,
fmaakt 't Spek en Vlees bitter.
Als de Varkens in 'tMeften op de tan«
den knarflen, dat is een teken datze vin-
pig zyn, dan moet men haar wat Erwit-
f eh in den trog fchudden, of wat Peper-
koor-
-ocr page 168-
WEGWYZER. i57
koarnen in 't eten geven , en 't zal ver-
gaan.
't Is beter in de Somer Gemeft, als in
de Winter, want dan wordenfe 't vetfte.
Men zal geen ongefneden Varken Mef-
ten, want dan nemenfe niet toe.
Als de Bakkers Varkens te Meflen leg-
gen , breken zy haar zes weeken te voren
de grootfte en fwartfte Tanden uit, zoo
groeyen zy in 't Meflen beter, 14. dagen
gevenfe haar Draf en Semel om wyde
Darmen te krygen, daar na Roggemeel*
Van de Varkens • Stallen.
De Varkens-Stallen moeten van d'an-
dere Stallen afgezondert zyn, en elkeSog
moet met zyn jongen haar eigen Stal of
Kot hebben , anders verdrukkenfe mal-
kander: Ook moeten de dragendeSoggea
om gelyke oorzaken een Kot alleen heb»
ben.
Daarom als men Varkens Meften wif;
moet men dezelve van twee of drie jaren,
daar toe verkiefen, want daar toe zyn de
zelve bequaamit.
Van
-ocr page 169-
Ï58 HUISMANS
Van de Werpende Varkens.
Als een Sog werpt, moet de Herder'
daar by wefen , op datfe de jongen niet
opvreet.
Daar na moet hy gade op de twede
flaan , dat hyze weg neemt, want als
een Sog die opvreet , leertfe Varkens
•vreten.
Zo daar een doodt Varkentje is, dat moet
Weg genomen worden,want anders foudent
de Sog en andere opvreeten, ook zal men
geen krengen by 't huis laten leggen.
Als de Sog ftroy in den bek neemt*
wilfe werpen, en daar zy het draagt zal
inen een warm neft maaken.
Thien dagen na 't Werpen moet de
Sog by de jongen blyven, 't en zy datfe
buiten komt om te drinken. Daar na laat
men haar een weinig Weiden , en weder
tot haar jongen komen.
Alfle Wat gewaflchen zyn willenfe met
de Sog lopen, dan moet mehfe in huis
fluiten , of niet verre van 't huis hoeden*
De Herder moet gau opmerken , wat
joagen elk Sog heeft, op dat elk jong by
zyn Moeder komt, en elke Sog een ver-
fcheiden Stal heeft.
f
                                                      Om
-ocr page 170-
wegwHeR. t§#
Öm te iioeten hoe Dik Spek een Varken heeft.
Men fteekt de Varkens met een Priem
in den rug , 't wrelk-zy niec voelen in 't
Spek, maar wanneer men met den Prierrf
in 't Vleefch roert ^ fchreeuwenze, daaf
uit kan men weten hoe dik 't Spek is.
Ah men ie Varkens lang in 't Leven
wil houden*
Men maakt aan elke zyde van het Trog
een gat 4 duim diep, en een duim wyt,
vuld het zelve twee duim hoog met Quik*
zilver, doet het dan weder digt toe, dit
fchynd voor veel Menfchen een Fabel;
maar het zyn dom Ooren die de kragc
van de Quik niet kennen.
Foor Varkens die Gortig zyn.
Neemt een hand vol nieuwe geftooten
Antimonie (Spiesglas) doet het onder hec
Voeder, het geneert.
Van de Gebreeken der Varkens.
Als de Varkens met kromme Ruggen
flaan,
-ocr page 171-
jéo         HUIS M A N S
ïlaan , en de vier Voeten te zamen zet--,
ten en fidderen , fiiydtze een gat in 't
eene Oor , en fteekt in 't zelve gaatje
Chrift-Wortel, zoo word alle Vergift uit
*t Lyf na 't Oor getrokken , zoo 't Oor
zwelt, geneeffc 't Swyn, en 't Oor vale
daar na af.
Als de Varkens Wolfs-Tanden hebben»
geeft men haar gedroogde Garft, daar
bytenze dezelve op uit.
Alsze een groot gezweer aan den Hals
krygen, Aderlaten men haar onderdeTong.
Als de Varkens Vervangen zyn van
pvervreten, worden haar d'Ooren koud;
zy willen ook niet eeten. Dan fnyd men
haar in de Ooren, en geeft haar 't zelve
Bloed op Boter en Brood in.
Wilt gy dat de Varkens niet gortig
worden, neem Vlier-Beziën en witte Mof-
tert, geeft haar dat alle vier weken eens
te eeten , zy zullen daar geen nood van
krygen.
Als ;'er een fterfte onder de Varkens
komt, zoo geeftze des morgens een wei-
nig gefchaafde Swavel op Brood, zy zul-
len dan vry wezen.
Als de Varkens Krank zyn geeft men
haar wat Bier met Vlier-Beziën, en wac
Tyrme onder malkander gernengt , en
giet-
-ocr page 172-
WEGWYZER. i6t
gietze de Varkens in den Hals , dit Zal
Wel Purgeeren.
Als de Varkens Droezen en zich reini-
gen , neemt men vier deelen Swavel en
drie deelen Vlier-Bezien onder malkander
geftoten, en men geefc 't haar in.
Als de Varkens de Long-zucht hebben,
zal men haarLonge-kruid, of Chrift-wor-
tel door een Oor flooten.
Wanneer de Varkens Ziek zyn.
Neemt men gebrande As van Beuken-
hout, en mengtze de Zieken in haare
drank, en geef haar 't zelve te eeten.
Item , wanneer men elk Varken alla
morgen op Boter en Brood een weinig
Veneedfche Tyriac geeft; dat is een pre-
fervatyf tegens Vergift.
In de Mei plegen de Varkens Ziek te
Worden , en willen niet eeten; werdea
moede en zwak: daar tegens neemt men
Cardo Benediftus , kookende dezelve met
Saly en andere Kruiden, om de Varkens
in den Hals te gieten ; en dit zal nu ge-
noeg zyn van d'e Viervoetige Gedierten!,
Wy zullen nu verder tot de Hedendaag-
fche Ziektens overgaan.
O                      Üitt
-ocr page 173-
Yó2         H U I S.M'A NS
Hier volgt nu een TRACTA Af
aangattnSe de tegenstxoordigeRegeer ende
Peji-Ziekte onder 't RUND-VEE.
NAdémaal wy nu gehandeld hebben
orn'trent de viervoetige Dieren,
jhaar OörfpfÖng , Voortteelling en Op-
Icweeking, beneffens de Ziektens en On-
gemakken die dezelve onderhevig zyn;
en daar bygevoegt Genees- en Hulp-Mid-
delen, om dezelve quaalen te verhoeden,
Öf niet verhoed zynde , onfeilbaar en in
den grond te genezen. Maar fchoon raen
aanhaalt alle Ziektens reeds bekend , efo
daar voor hêilzaame Hulp-middelen ver-
féhaft, Zöo zend den Almachtigen zom-
teylen eens öm de Gelovigen te beproeven,
en de Godlooze "tydelyke ftraffe te doen
^vóélen, een Plage over dengantfche Aard-
bodem, gèlyk hy nu ten deze dagen ge-
'daan heeft., beftaande in een Ziekte on-
"dër 't Rund-Vee heerfchende, waar door
'yeffchëide Beeften geftorven , en ver-
Teheidë HuisLieden Arm geworden zyn.
Dewyl riu de Plage nieuw, en de Ziek-
te "ribg niét ter deeg bekend is, zoo móet
men ook op uieuw wederom zyn beft
doen, om Hulp-Middelen daar voor uit
te
-ocr page 174-
WEGWV2ER. 16-3
te vinden , die onder (den Almachtige^
daarom fmeekende) zyn Zegen de Ziekte
wegnemen ,en niet alleen de Ziekte, maar
zoo 't mogclyk is de oorzaak defzelv*.
Daar zyn tot dus verre al zeer veele
gevoelens over deze Befmettelyke Ziekte
geuit, en veele Hulp-Middelen (doch%
vruchteloos) aan de'hand gegeven$ ^ies-'**
•halven kunnen wy niet nalaten om ons
gevoelen te uitten , omtrent de oorzaak
en genezingsWyze derzelve V en als dan
eenige beproefde Middelen aan de hand
geven j die hier zullen volgen.
Voor eerft, is (volgens ons Concept)
principaal deoorzaak der Ziekte, dat (ge-
lyk ons bekend is) eenige tyd geleeden
een groot gedeelteMuizen(die-eerft me-
de als een bezoeking en piage voor den
Landman geheerfl: hebbende) geftorven
zyn.
Deze Muizen (rtietalleen byhaar heb-
bende Bloed en pis ,en wat meer tot haar
Levensloop is nodig geweeft) zyn onder de
Aarde verrot 't welk veroorzaakt Jieefc
quade Zappen en'Vogten,dezeV<>gten zig
met die des Aardbodems vermengt heb-
•bende , hebben ;geftrekt tot voedzel en
•voortkweking van 't Zaad. Dit Zaad
vrugtbaar gemaakt zynde s door toedoe-
O a                   ning .
-ocr page 175-
164         HUISMAN8'
ning van de warmte der Zon (en alzoo
broeisgewyze) heeft voortgebragt Gras-
fcheutkens , welke Grasfcheutkens ver-
ftrekt hebben tot Voedzel der Beeften.
Ten tweede, zo weten wy dat fchoon
„de Muizen uit Aarde voortgeteelt, \ve~
jderom tot Aarde gekeerd zyn, maar hec
' Haïr niet verteert, en gelyk de Liefheb-
bers van Paarden , en voornamentlyk in
Duitsland, daar zy heeleStoeteryen van
Paarden hebben bekend is, dat wanneer
!een Hoender-Veder onder het Voeder
komt, een Paard heel Ziek word": ja dat
meer is £ als het een Veder van een Hoen
is, dat geele Pooten heeft, is het by de
•dood af.
Dit brengen wy by, om dat wy onder-
ftellen dat het Muizen Haïr zich ook on-
der het Voeder verfpreid hebbende, ats
een Vergift in de Maag verftrekt heeft..
De Beeften hier uit haar Voedzel ge-
trokken hebbende,zoude (nadien men.haar
Melk en 't geen daar van bereid word,
(zullen waanwyze Menfchen onsï toewer-
pen) oorzaak geweeft zyn,dat niet alleen
zy , maar ook de Menfchen zelve daar
door quaade Ziektens gekregen hadden.
Wy zeggen neen, nadien ons bewuflt is,
dat het Rund-Vee haar Ziektens meeft
"ont-
-ocr page 176-
WEGWYZIR. 165
ontftaan uit de Longe , welke men nu
ook geopend hebbende , bevind (zo ons
bericht is) wanneer men hen aanraakt,
geheel in één en tot elkander valt, een
zeker teken zynde dat de Longe van bin-
nen gantfch verteert is. Zoo dat wy
daarom vaftftellen dat het quaad 't geen
in 't Voedzel geweeft is , zyn zitplaats
genomen heeft in en omtrent de Longe,
maar zullen onfe dat zelfde zoort van
Menfchen mogelyk vragen hoe het komt
dat die ziekte zich niet eer heeft geopen-
baart,wy antwoorden dat nademaal het Jaar
heeft Winter en Somer,enby het fcheiden
van dien het Weer zich ontdoende, dit
een werking op de Menfchelyke Ligcha-
men hebbende , het alzoo ook werkt op,
die der Beeften.
In de Zomer zoo lang het warm weer
is geweeft, heeft men niets aan de Beef»
ten befpeurt, maar 30 dra de koude des
Winters zig begon te vertoonen heeft zig
deze befméttelyke Ziekte geopenbaard,
het welk (dit geremerkeerd hebbende)
dan geen teken is dat ons Concept niet
waar zoude zyn.
Maar nog erger zal ons tegengewor-
pen worden. Namentlyk," hoe het komt
dat het zelfde quade vogc zig ook niet
O .3
                      on'
-ocr page 177-
ï66 HÜISMAN5
onder de deelén die tot vruchtbaarheïc^
van het nooit volprezene voedzel des
Menfehelyke lïghararns verfpreid hééft.
Hier in befchouwefi wy de Almagtig-
heid des Heeren , die het zelfde niee
heeft behaagt, daar by vaft ffellen'de dat
het geene zig daar onder vermengt had
door 't bemerken , het welk dat voedzel
eerft gedaan word, vernietigt of niet ten
eenmaal vernietigt zynde door het ande-
re voedzel dat men dagelyks daar by ge-
bruykt | (zynde veel Kruyden) verder
vernietigt word , daar in tegendeel de
Beeften geen ander voedzel genieten,
én het zo gebruyken als het de Aarde
voortbrengt: Ja dat meer is, nadien men
des Zomers veele dröogedagen heeft, en
door de heete ftraalen der Zon het wa-
ter zoodanig uyt de flooten uytdroogt,
moet het haar zomtyds niet alleen voor
fpys, maar ook vóór drank verftrekken,
het welk dan oorzaak is dat zy door de
droogte hater keele quade dampen en
humeuren inaaflemen , waar door hare
Long pypen en fyne adertjes verftopt
raken.
Dit is zoo ons dunkt gèrtoeg van de
oorzaak der Ziekte, en zullen daarom tot
die geneezings wyze overgaan , hec ver»
der
-ocr page 178-
W E G W YZ E R. ^6<>
der aan de Almagtigheid des Heeren toe-
fchry vende, h.ebbe nu (volgens ons Con-
cept) aangetoont de oorzaak der Ziekte,
en ftelle dieshalven de geneezingswyze
als volgt:
Ten eerden» ordineeren Wy dat de
Beeften geen Adergelaten moeten wor-
den , alzoo daar door het Bloed aan 't
beweegen raakt „ en het kwaad zich 't
gantfche Lighaam door verfpreid , maa-
kende dan een verdikking.
Ten tweeden, voor al aanftonds in 'f
werk te ftellen een Forfch.e Purgatie, kun-
nende daar door de Beeften niet te veel
verzwakken , alzoo wy de Ziekte aange-
merkt hebben in drie dagen 'er onder of
over. "
Tot deze Purgatie neemt men dan
(geen Aloë gelyk zommige fchryven, ak
zoo die te brandig is of diergelyke) maar
Rabarber 3 loot, kookt het in een min-
gelen fchoon Water, doet daar by om 'er
de kragt wel uit te trekken en te verkoe-
len 2 loot Salpeter , geeft dit dan door-
gegooten de Beeften te drinken.
Of neemt 2 loot witte lig te ^Agaricus,
en 2 loot Cremortar^, kookt het als voo-
ren, en geeft het te drinken.
Of neemt 2 loot gefloten Jalappe, een
O 4
                    loot
-ocr page 179-
168           HUISMANS
loot Sout van Wynfteen , en een pintje
Brandewyn , mengt het onder een , en
geeft het te drinken. Maar men gebruikt
geen Senebladeren , alzoo die te veel
krimping in de Beeften haar buik maken,
en oorzaak zoude geven dat zy aan Buik
Pyn (gelyk zy zulks heel licht doen)
fier ven.
Ten derden, men moet de Beeften wel
warm houden , doch vooral in een open
Vertrek , op dat zy door de benaauwt-
heid der Longe niet flikken.
Ten vierden , men moet voor al den
Buikloop niet opftoppen , alzoo dit een
zuivering en veeltyds een redding der
Natuure is.
Ten vyfden, men moet de Stallen of
Plaatzen daar zy ftaan , voor al dikwils
Schoon maken en Berooken, en zo fchie-
]yk als men kan , den Afgang daar uit-*
zuiveren, en de Beeften haar Fondament
wel fchoon houden.
. Ten zesden , men moet geen heete
Sweet Middelen gebruiken, als Wilde of
Koe Theriaac of diergelyke meer.
Ten zevende, men moet zo dra men
maar twyffeld of een Beeft wat fchort,
hem van de andere gezonde Beeften voort
afzetten , en zetten de Zieken ook zoo
wyd
-ocr page 180-
W E G W Y Z E R. ióp
wyd van een als mogelyk is, om geen be-
naauwtheid te veroorzaken.
Ten achtften , men moet dan (als 'er
een Beeft Ziek geworden is , het aan-
ftonds met een van de voorgemelde Pur-
gaties zuiveren , en de Beeften daar hec
bygeftaan heeft ieder met half zo veel,
en al doet men dit alle acht dagen, een
week of vier lang, (zelfs aan gezonde
Beeften,) men zal daar door veel kwaad
verhoeden.
NB. De Huislieden werden gewaar*
fchouwt haar niet te laten bedotten, en
de Rabarber heel duur aanrekenen alzo
men tegenswoordig tegen 6 a 7 of 8 Gul-
den een pont heele goede Rabarber kry-
gen kan.
Ten negende, zal men om de Beeften
verder te helpen, geven alle dagen Swavel,
Salpeter, Sout en Cremotart, van elks 4
lood in 3 mingelen Water gefmolten van
den eerften dag af, en als de Beeften in
't leven blyven agt dagen lang, en zoo
den Afgang weder ophoud , doec men
daar 4 loot Spaanfe Zeep by, hier door
zal men't Lighaam zuiveren en het quaat
na buiten uitjagen.
Ten tiende, Wat aanbelangt het han-^
delen der doode Beeften is zo ons dunk^
O 5                      oa-
-ocr page 181-
t7o          H U I S M A-N S
onnodig aan te haaien, atza onze Ove»
righeeden de Heer en Staaten van Hol-
land en fVefi'Friesland
in haar Placaac
gepubliceert het zelve genoeg gedaan
hebben.
'I'en i ide. Zo 't mogelyk is raade wy
ieder Huisman dat hy hoe eer hoe beter
de Aarde braaf laat omhalen, op dat al-
zo de quade Lugt en Vogten door de
Vorft daar uittrekken, en men daar door
oorzaak geeft (onder Gods zegen) dat
het zelfde toekomende Jaar niet weer ge-
fchied.
Tegens den Avond zal men de Beeften
geven, Blom van Soethout, Fenegriek-
Meel, en As van verbrand Hout, van
elks 2 loot, haar wel warm toedekkende,
dit alzo gebruikt, zal men bevinden dat
(niet gelyk tot nog toe) de Beeften die
Medicamenten gebruiken, daar van fier-
ven maar (by tyds gebruikt) in 't leven
blyven; nademaal dit voor de Huislieden
wat veel (dog by andere te rekenen) wy-
nig werk is, hebben wy eenige Recep-
ten, waar door men de Ziekte (onder
Gods zegen genezen kan , mede te ge-
deelt uit de voorgenoemde dingen be-
ftaande.
Neeras
-ocr page 182-
WEGWYZËR. 171
Neemt Salpeter, Swavel, Cremortart,
van elks 2 lood; Spaanfe Seep 3 lood;
Fenegriek-Meel z lood; Blom van Soet-
hout 2 lood ; Rabarber 3 lood: Kneed-
dit onder elkander met eenig Vogt, en
maakt daar van 8 ronde Pillen: geeft daar
van 2 's morgens en 2 's avonds , den
eerftendag, enden tweeden en derden
's morgens en 's avonds een, en zo gy
dat 4 dagen vervolgt zo zult gy u zelven,
veel profyt doen.
Of om dat men zig niet aan een Mid-
del hoeft te houden, zoo neemt Fene-
griek-Meel , Blom van Soethout, Keu-
ken-Zout, Cremortart van elks 2) lood;
Spaanfe Zeep, Geftooten Jalappen van
elks 3 lood : Maakt hier van met een
weinig Honing 8 ronde Pillen , en ge-
bruiktze als vooren.
Of neemt Fenegriek-Meel, Blom van
Soethout, Blom van Zwavel, Spaanfe
Zeep , Jalappe , Rabarber , Keuken-
Zout, Salpeter, van elks 2 lood, doec
'er mede als vooren.
Of neemt As van Hout , Zout van
Wynfteen, Spaanfe Zeep, van elks vier
lood; Rabarber 3 lood, Gutte-Gom 1
lood; doet als vooren.
Of neemt As van Hout, Cremortart,
Blom
-ocr page 183-
,7B         HUIS MANS
Blom van Swavel van elks 3 lood; Myr-
rhe geftooten 2 lood-; Fenegriek Meel,
3 lood; Jaiappe, Spaanfe Zeep, van elks
2ï lood; doet hier mede als vooren.
OF neemt Myrrhe , Zout van Wyn-
fteen , Blom van Swavel, van elks 3 lood.
Gutte Gom 1 lood; Spaanfe Zeep 6 lood;
doet hier mede als vooren.
En voor het laatfte is dit volgende,
't welk uit al 't voorige beftaat. Neemt
Salpeter, Cremortart, Myrrhe, Zout van
Wynfteen, Rabarber , Jaiappe , Gutte
Gom, van elks 1 lood, Spaanfe Zeep,
3 lood; As van Hout, Blom van Swar
vel, Blom van Soethout, Fenegriek-
Meel, Keuken-Zout, Honing, van elks
I lood: Maakt hier van 8 ronde Pillen,
als vooren, en gebruiktze op dezelve ma-
nier.
Daar hebt gy nu waarlyk al wat een
eenig Mens u kan mede deelen; neemt
het dan met zoo veel liefde aan als Wy
het gefchreven hebben, en gebruikt het
tot u voordeel, denkende dat wy bly ven
(in hope dat den Almagtigen Ü, Ons,
en dit ons Werk zullen zegenen) uwe ge-
trouwe Vrinden onder ons Konftgenoot*
fchap Nofce te Ipfum.
Aldus gegeven den 22 Dec. 1744...
NB.
-ocr page 184-
W E G W Y Z E R. ï?$
Noch een korte en klare Geneezin'gs-wys, om
de Ziekten der Bcejlen te Geneezen. Door
een Mei. Docïor gecommuniceert.
NAar dat dezen Befrnettelyke -Ziek-
ten der Beeften in ons Vaderland
geopenbaard heeft, en genoegzaam als
een Peft onder de Beeften moet aange-
merkt worden, waar meede God ons en
andere nabuurige Landen bezogt heeft,
'zo heeft zich niettegenftaande, de veele
zich opgedaane Schryvers , over dezen
Alverwoeftende Pelt-.Ziekten der Beeften,
als over deszelfs Oorzaken en Genees-
Middelen,zeer verfchillende gefchreven.
TMaar naar allen de zoodanige Werken
doorzocht hebbende , niets konnen vin-
tien dat van eenige Vrucht is geweeft,
"Veel minder de menigte van Medicamen-
ten, zoby Advertiflementen in de Cou-
Taiiten, dis Publieke Middelen , diejaan
ons gemeen gemaakt zyri , niets hebben
"konnen uitvoeren , zo als het ons tfoor
"veelvuldige Land Lieden tot haare fcha-
tlen is beveiligt geworden, dan alleenlyk
net 'Rook Middel.
Zo heb ik dan in alle deze omftandig-
heden,
-ocr page 185-
i74 H U I S M A N S
heden , alles zeer naaukeurig nagegaan
en gevonden, dat veele gemeen gemaak-
te Middelen, als ftrydig tegens malkan-
der zynde , ook volgens allert natuurly-
ke reden niet konrien uitvoeren, om dat
de meefte Schryveren,de Oorzaak dezer
verflindende Ziekte niet verftaan, maar
ook niet ééns zyn; maar dat daar en bo-
ven zommige ontblood zyn van de regte
kennis der Middelen in haar Eigen fchap-
pen en Werkingen , zonder welke Wee-
tenfchap men volflrekt niets kan uitvoe-
ren, dan de zulken haar beurs te vullen,
en dat daar door veroorzaakt word meer
nadeel dan voordeel.
Wat belangt de Oorzaak dezer Ziek-
ten , komt my voor te ontftaan uit al te
groote hitten, en daar door fchielyke be-
_dervingen; welke ons gevoelen meerder
beveiligt word zo uit Saxen als andere
Plaatzen, nevens den hier voorgaande
Auteur op pag. i66* kan nagelezen wor-
den , boven dien dat ik zelfs zulks aan de
befmette Beefteri bevonden hebbé.
Zo heb ik dan tot algemeen nut voor-
genomen , deze myne Gedagten en Ge-
jieezings wys aan het Gemeen mede te
deelen, en hier als een Aanhangzel by te
vpegen, zoude daar over wel breeder en
meer-
-ocr page 186-
W'EGWYZ ER. i7S
meerder van gefchreeven hebben, maar
verneemenden dat het voorfchreevene
Werk ter DrukPers was, zoo oordeelde
ik dezen myne korten Helling genoeg te
voldoen.
Wat nu de Geneezings wys aangaat,
die is, dat ik ondervindelyk bevonden
heb, dat Middelen welke over een {tem-
mende met de aard en eigenfchap der
Ziekten, en in zich niets daar tegene be-
vattende de beften waren.
Zo dient men dan zulke Middelen, in
't werk te ftellen, welke in ftaat zyn die
groote hitten tegen te ftaan,en de fchie-
lyke bedervinge voor te komen, en zich
wel in agt te nemen van geen verhitten-
de Alcalife, Loogzoutachtige , of heete
Specery Middelen te gebruiken.
Zo wanneer men nu eenig fmet aan
een Beeft gewaar word, zo zal men ter-
ftond de Zieke van de Gezonde Beeften
afzonderen , om geen oorzaak van be-
fraetting aan de andere te geven ; men
zal dan het Zieke Beeft , op een drooge
luchtige plaats ftellen , welke plaats rein
en zuiver moet gehouden worden, dan
zal men zo een Beeft, terftond een Pur-
gatie welke tegens ontfteeking dienftig
P
                     zyn,
-ocr page 187-
ï?ö HUIS MANS
zyn, gelyk by onze voorgaande Schry-
ver op pag. 167, te vinden zyn gebruiken.
Zo wanneer deze Purgatien geen fchie-
lyke Werking doen, zo zat men het Zie-
ke Beeft terftond in 't Fondament fpui-
ten mefr deze volgende Middelen.
Neemt 2loot Agaricus j kookt dezelve
met Water » tot dat 'er een Pint over-
blyft> mengt daar onder Salpeter,- Rinfe
Wynfteen vanlelkseen loot,Haning4toot,
en Azyn een en eenrhalf loot} na dat de
Purgatieöf Klifteering zyn werk volbragt
heeft, dan zal men het Middelen laateri
gebruiken> diede bederving tegen ftaan,
Neemt Salpeeter enRinfe-Wynfteen van
elks een loot, fmeltdat in laauw Water,
en laat het terftond gebruiken. Verders zal
men zo een Beeft met Azyn aan 't Fon-
dament ibefproeijen, het welk ons als iets
raars gecammuniceert is. Meenende.daar
genoeg mede te konnen voldoen. Maar
ik oordeel zo zulke Middelen uitterlyk
aan het Fondament gelegen dienfte doen;
dat men dan ook moet weten, dat zy dan
innerlyk niet fchadelyk zyn, die de Rin-
fe Wy nfteen in Water gefmolten proeft,
die zal roet de Azyn* weinig onderfcheid
vinden, en bebze daarpnv aangepreezen
niet
-ocr page 188-
«niet op eakeldegiffingenv 'maar op on*
dervinding t A\zx> ik: op-uiezen wys ver-
fcheide befaandéld hebbè: verdéri i zal
men de plaats daar zo een Beeft ftaat be-
rooken een reis of tweemaal daags, na
dat men heÉ eefft wél van alle onreinig-
heid gezuivert heeft.
Om de Befmetting in Gezonden Bee-
ften te verhoeden , moet men altyd de
Gezonde van 4e Zieke afzonderen, de
Gezonde Staïleri 30 wet zuiver houden,
als of zy Ziek waren pterftond wanneer
men drek'of vuiligheid van zo een Beeft
ziet wegroeijen , en 't Fondament van
buiten mét Azyn befpróeijen. Verders
de Stallen driemaal daags te Berooken,
waar door *aHe flank en vuiligheid word
geweerd , om op dezen wys de Beeften
voor Befmetting te bewaren , gelyk ons
beveftigt word van meer dan eenige hon-
derd Stallen, die door 't Rooken behou-
den zyn. Welke Rook-Poeder by de
Drukker dezer te bekomen is. Zo meen
ik nu genoeg voldaan te hebben. Wen-
fchende dat alle Huis-Lieden zich naar
dezen reguleeren , en zich beneerftigen
in het doorleezen, op dat het haar mogt
ftrekken tot nut van haare Beeften, om
P a
                   op
-ocr page 189-
178 HLTISMANS WEGWYZER.
op die wys door Gods Zegen en Byftand
eens mogen verloft worden van dezen
Land verderffdyke Ziekte haares Rund-
Vee.
          '; nas ox '.
• 1:; r •■ •               aii                        t            e * .
EINDE.
.:. -t ,;
•«■'f.
( 1:
11 '.3 e :
«.,%-S - fr*i
.-••: f o »$;
|j                          ■ *
2 ?#<>.
-ocr page 190-
NB. Dient tot Narigt dat de laatftge»
melde Compofide (voor die gene die de-
zelve niet maaken wil) te bekomen is, by
JAN VERHAAGH, woonende op
de Reguliersgraft , het eerfte Huis van
de Princegraft, na de UtregtfcheDwars-
ftraat: Voor de Somma van 16 Stuivers,
benevens het Cordiaal-Poeijer in dit Boek
verordineert, voor 4^ St. één Ons. Dé
RoodeSalve voor 1 Gl. ^St. één Pond j
en de Groene Salve 1 Gl. 8 St. één Pond.
Verder alle andere Medicamenten hier
in dit Boek befchreven en nog veel an-
dere Kurieusheden.
P. S. Dezelve zyn by niemant als my
even genoemt te bekomen.
NB. Patiënten die met de Koorts ge-
quelt zyn, en by hem willen komen, ge-
neeft hy zonder dat dezelve iets hoeven
te gebruiken.
NB
-ocr page 191-
NB. Een weergaloos Rook-Poeder om
de Stallen te Berooken, zo voor Zieken
als Gezonden Beeflen , dat in menigte
Stallen is .gebruikt; en is te bekomen by
den Drukker dezes. Het Pakje met het
Berigt koft 12 Stuivers.