é
nn o r i a f.
STELLINGEN.
TER VERKRIJGING VAN DKN GRAA.D VAN
lo^oii in het ^om^insdt ca S^lendaarjsch
AAN DE HOOGESCHOOL TE LEIDEN ,
OP GEZAG VAN DEN RECTOR MAGNIFICUS
HOOni.KKH A A K IN IJK FACULTKIT DËK LETTRKF.N EN \VI JSlt EGEKUTF.
VOOR DE FACULTEIT TE VERDEDIGEN, op Donderdag den 8,tcl1 November 1877, des namiddags te 2 uren ,
DOOR
GEBOREN TE
De woorden: „sive ox certo contractu peta-tur, sivo ex in eer toquot; in 1. 9. D. de reb. creditis (XII, 1.) worden niet voldoende toegelicht — noch door de verklaringen van de Glossatoren (Glossa, a. h. t.), van Cajacius (ad. 1. 74 D. de V. O), van Noodt (comm. a. Dig. opp. II, 275); noch door die van Gans (Rom. Obligationen-recht p. 127); noch door die van Huschke (in Richter's u. Schneider's kritische Jahr-bücher für deutsche Rechts wissenschaft, 1840. Mon. Jun, S. 483); maar alleen, wanneer men aan contracten denkt, die van den aanvang af of op een cer-tum, óf op een incertum zijn gericht.
8
II.
Inkwartiering is J. R. eon onus rei; docli do daarmee samenhangende verplichting tot verpleging en voeding treft den huurder.
III.
Artt. 66 en 69 B. W. zijn onvolledig.
IV.
Art. 83 B. W. is ten eenenmalo overbodig.
V.
Art. 207 B. W. is onvolledig
VI.
Do bepaling door W. v. Humboldt in zijne „Tdeën zu einem Versuch die Grenzen der quot;Wireksamkeit des Staats zu bestimmenquot;, pag. 26, van het huwelijk gegeven, als zijnde: „eine Verbindung von Personen beiderlei Geschlechts, welche sich gerade auf die Ge-schlechtsverschiedenheit gründetquot; — wordt ten onrechte door Mr. C. W. Opzoomer (Het burg. wetb. verkl. I. pag. 147, not. 1. als de beste geprezen.
9
VII.
Art. 322 B. W. behoort in het wetbeek van burger). Rechtsv. te huis.
De termijn van twee jaren, in art. 429 B. W. vastgesteld, behoorde tot één jaar te worden ingekort.
IX.
Do plaats, in art, 879, 2^ lid B. W. aan den langstlevenden echtgenoot toegekend, is eene miskenning van het wezen en den aard dos huwelijks en daarom uiterst onbillijk.
Do artt. 753—757 iacl. van het Italiaansche burg. wetb. verdienen bij eventuele herstelling dezer grief' allezins navolging.
Mr. A. de Pinto dwaalt, wanneer hij het voorname doel der oiograf. testamenten alleen ziet in het geheim van hun bestaan.
10
Elk onderscheid tusschen een olografiesch en een geheim testament verdient afkeuring.
De redenen door Mr. A. de Pinto ter verdediging der legitieme portie aangevoerd zijn alles behalve afdoende.
De art. 887 en 959 B. W. zijn tegenstrijdig.
XV.
Art. 1121, 3e lid behoort niet in het B. W.
XVI.
De praktijk hoeft het onhoudbare der bepaling van art G5, 2Ju lid . v. K. ton duidelijkste aangetoond.
XVII.
De in art. 705, 2ll(; lid W. v. K gebezigde woorden: „hoofdelijk voor het geheel verbondenquot; zijn overbodig.
11 XVIII.
Art. 813 W. v. K. veroorlooft, art. 814 ibidem verplicht den curator in een faillissement de Actio Pauliana in te stellen.
XIX.
Het gehomologeerd aceoord brengt eene novatio ne-cesamp;aria te weeg.
XX.
Het in art. 100 W. v. K. vereischte verschil van plaats verdient afkeuring.
XXI.
Van kostelooze procedure had art. 855 2^ lid W. v. 13. R V. alleen d i e vreemdelingen moeten uitsluiten , die hier te lande geene vaste woonplaats hebben.
XXII.
De woorden: „doch met gesloten deurenquot; in art. 823 W. v. B. R. V. zijn overbodig.
12
XXIII.
Wanneer men in de wetgeving aan de straf een overwegend publiek-rechtelijk karakter toekent, moet de private klacht op de vervolging van geen enkel misdrijf invloed hebben.
XXIV.
Volgens den C. P. moeten die verzwar. omstandigheden, die, ofschoon ze uit de persoonlijke hoedanigheid des daders voortvloeien, echter niet alleen diens toerekenvatbaarheid betreffen, maar ook in het begrip van het misdrijf vallen, buiten rekening blijven bij de bestraffing van den medeplichtige.
XXV.
Bjj verstek uitgesproken straffen kunnen nimmer door verjaring te niet gaan.
XXVI
Wanneer eene strafvordering is ingesteld, in strijd met het uitdrukkelijk beding in een verdrag van uitlevering: „dat de uitgeleverde in geen geval zal mogen
13
vervolgd en gestraft worden voor een ander misdrijf, dat vóór de uitlevering geschiedde, behalve voor die, waarvoor het verdrag uitlevering toelaatquot; — moet de Nederl. rechter de niet-ontvankelijkheid dier strafvordering uitspreken.
XXVIL
Art. 91, lstl-■ lid in tine Gr. W. strijdt tegen artt. 6 en 166 G. W.
XXYIII.
Het in de wet v. 21 Uec. 1850 (Sbl. nr. 75) voor brieven van naturalisatie vastgestelde recht is veel te hoog en daardoor onstaatkundig bepaald.
XXIX.
De Staten-Generaal zijn bij afkeuring van geloofsbrieven hunner eventuele medeleden onbevoegd eenen anderen persoon als wettig gekozen te proclameeren.
14
XXX.
Het beginsel der onontbindbaarheid des huwelijks is geene vinding der Kerk.
XXXI.
Do leer van Mr. S. van Houten over de ontbindbaarheid des huwelijks zou in hare toepassing niet tot verheffing, maar tot vernedering der vrouw moeten leiden.
XXXII.
Het schrappen der bepalingen, welke ten aanzien der rechten van kinderen onderscheid maken tusschen wettige, natuurlijke en in overspel verwekte kinderen, kan het huwelijk slechts schaden.
XXXIII.
Boven arbeid bij stukloon verdient arbeid bij dagloon de voorkeur.
15
XXXIV.
„Wie die Höhe des Lohnes. so muss sich audi die Lange der Aibeitszeit durch friedliche Transactionen zwischen Arbeiter und Arbeitgeber regain und diese Regelung wird schon eifolgen, wenn die Arbeitgeber nicht von vornherein jede Forderung ihrer Arbeiter fiir eine socialistische quot;Wühlerei ansehen und wenn fer-ner die Arbeiter sich nicht langer hetzen und am Phra-senseil führen lassen, sondern kühl und vereint, an der Hand der Vernimft nur das zu erreicher suchen, was zu erreichen ist, aber auch nicht mehr.quot;
(Dr. Fr. Menck, Arbeit u. Capital, 21.)
■ . ,' -, ■'. . ■■'■, -, .■ J:- '.' ,
, : i' - ■ -i-V -*'; v;:. -.:- ^!quot; '- ,'Viquot;
^ mw
•VVamp;V ^ V \ \^ v1vv5' t'
; ., „ . ;. , quot;' i' ■ ■_ quot;■