VERHANDELINGEN ;
VAN ALLERLEI ZIEKTENS fy^
V A N 'T , ^ *
RUNDVEE,
SCHAPEN, VARKENS &c.
Alsmede van de waare Zitplaats van de
DROES der PAARDEN,
en middelen om daar in te voorzien &c.
WAAR BY NOG KOMT
BEDENKINGEN en RAAD
NOPENS DE
STERFTE van het RUN-M.EE,
die in't Jaar 1713. &c. bief en eldert gegrqfeert
heeft, mtt de Middelen' daar tegen , en
tomende overeen met dftegtnwQqhtïge in Umg-
duurige Ziek/e onder dfaehte*: *y,\
DOOREEN, - ,
ZEER BER(f«MD;E ARTIS,
by eigen ondervindinï4«ni die ttcL]( befcjinevea.
Kunnende dienekTtot een èèniolg. op COUR REMEDffik Aer . PAARDEN,
BEESTÈ^.&jj^ I N 'iR A G E,
ByOTTHO van THOL, JU. &CC, LXll. |
||||
TRACTAAT
O F
VERHANDELING
Van allerlei Ziektens en Kwalen
DER
BEESTEN.
I. HOOFDSTUK.
Remedie voor Koeyen, Paarden,
Schapen, Varkens en diergelykt Beeften, die met eenige Kixalert gekweld zyn. i.
WAnneer men ziet* of gewaatf
word, dat eenig Beeft Ziek of Krank is, zonder dat men weet wat het zelve Beeft fchceld, moet inen nemen 200 veel Tberiakel als A d«f |
||||||
2 Remedie voor
de groote van een Ockernoot en daar
by doen twee Lepels vol Honing, twee Bollen Knuflook, twee verfche Rferm, een hand \o\Zout, en een hand vol Alfem, het zy groen het zydor, naar gelegenheid van den tyd. Is het in den tyd dat men Groene Kruiden heeft, dan doet men daar by reine Mater, Mark, Terpentyn, Goudsbloemen, tVynruit, Èobarber,' Tzerhart, onzer Vrou- wen-diflel, Groënjaat en Wrang- kruid; dit moet men alles dooreen hakken, dan koken in Bier of Melk, en vervolgens fleken in den Keel der Beeften, te gelyk met het Nat daar het in gekookt is. Wanneer die Kruiden niet gekookt zyn, moet men ze ingeven met Bier of Melk. Deze Remedie is zeer goed voor de Beelben aisze Krank zyn, om het fier ven voor te komen en de gezond- heid te bevorderen. |
|||||
_fii^k.
|
|||||
élerïey Beeften. 3
2.
Wanneer 'er onder de Beeften
eene algemeene Plaag is, moet men de voorzegde Medicynen niet al- leen aan de Zieken, maar ook aan de gezonde Beeften ingeven, te we- ten : na den eeten twee Kommen vol van de gekookte Medicynen. Wanneer men de voornoemde
Kruiden niet kan bekomen, moet men drie, vier, of (op zyn hoogft) vyf verfche Eyeren neemen , met: gout, Honing) Alferntw Thenakel^ dat moet men den Beeften ingeven, en fleken hen dan ïVranghruid o£ Kropkruid, men moet ze ook ten eerften doenLaatenj want als dat verzuimd word, kunnen de Krui- den niet helpen. Aa 4.
|
||||
4 Remedie voor^
4*
, De voornoemde Medicynen moet
men niet geven aan Koeyen die Kalven dragen, want zy zyn haar fchadelyk, maar wel aan andere. |
|||||||||
IL HOOFDSTUK..,
Eene andere fchoope Remedie en Me-
dicyn tegen de Krankheid der
Beejlen.
|
|||||||||
WAnneereen Beeft Krank word,
zonder dat men weet welke de Ziekte is, moet men Huislook nemen , het zelve met Zout ftoo- tenenmet^sy;; mengen: hier by. moet men doen twee verfche Eye- ren, en dat zoo in den keel gieten. |
|||||||||
«•
|
|||||||||
allerïey Beeft en. 5
é .
6.
De Alfem is voor de Beeften goed.
Men mag ze in alle Medicynen ge- bruyken. Men moet den Alfem winnen tuffchen Maria Hemelvaart en Maria Geboorte. •; 7. . ;:; •
In de Maart moet men een Ton
met Mannen Pis vergaderen: want zoo een Beeft Krank word, en men de voornoemde Kruiden niet kan krygen, moet men neemen een Kroes vol Mans Pis, een Hand vol Zout f drie Kyerert», en een Lepel Theriakel, dat te ïaamen kloppen met Melk en de Beeften ingeeven: dit is goed om het Sterven voor te koomen, en de gezondheid te be- vorderen. : 8.
Wanneer 'er een Beeft fterft, en
< , ■' A 3 men |
||||
<5 Remedie voor
men voor anderen ook bcgind te
vreezen, neemd men den Kop van het Doode Beeft en verbrand het tot Pulver, dan doet men daar by Wyngaardbladen, Kervel, Hisbena ConJUii en onzer Vrouwen Diftel. Men kookt dat alles te famen met de Pulver van dien Kop, en £eeft al de Beeften van dat Sap te drin- ken, zoo zullen zy het Leeven be- houden», - 9-
Als men verneemt dat een Beeft
Krank word, moe,t men aanftonds alle de anderen La aten : want het Laatenisvoor de Beeften zeer goed, voor alle Kwaaien die hen mogten overkomen. io.
Als de Kuch onder de Beeften
Is, of als men daar voor vreesd, is het zeer goed, dat men ze alle Op het Oor Laat, en op het Oor vryft»
|
||||
allerley Beeften. 7
vryfi:, tot dat het Bloed. Ook zal
men ze laaten aan den hals, den hals met een Touw woelen, den zei ven buigen over hun Knie, en de Ader zoeken aan de luchter zyde vanden hals beneden den ftrot, en fteken hen dat Wrangkruid tuflchen vel en vleefch, zoo worden zy gezond. Het Wrangkruid moet men fteken met een Elft, en zoo diep met een Boor boren dat 'er Bloed komt, een hand breed van den Kop; voorts moet men het gat, dat men voor het Wrangkruidgeftoken heeft, met Myrrhe vullen, en met Wafch tos- kleven. 11.
Wanneer een Beeft bladders
heeft, worden de Wynkbraauwen even dik, zy zwellen hoog op, de Lippen werden breed, en de blad* ders vertoonen zich zoo groot als een Wind-Ei fommigen hebben ze A 4 al- |
||||
■$| Remediewet**
alleen onder den Staart, andren
•onder den Staart en Tong. Men moet deeze Bladders doorfteken, en met Zout vryven. Dit geneeft hen. -'.''■•■■'*■■■ '■. t ■ ÏÏ - -- . '
12.
Als een Beeft de Wolf heeft,
word hen de Staart van ondren week. Men moet dan clen Staart opflippen, zoo verre als hy week is, Voorts moet men nemen Boter, Brood en Zóut> van elks evenveel, -en dat daar op binden, zoo zal het genezen. . Als een Beeft gebrek heeft aan
4e Kegeltanden, zoo dat dezelve zwellen , dan kan het Beeft niet eten. Want zy worden hem dan groot, en gaan tufTchen de Tan- den., |
||||
aïïerley Beeflen. *$
den, zoo dat het Beeft niet byteri
kan. Want het byt op de Kegel- tanden. Men moet dan den bek openen, en, met een fchaar, de Kegel tanden die gezwollen zyn, afïcheeren en met Zout beftryken. £00 gaat het gebrek over. .'.-... ......
14.
Wanneer een Beeft ftyf word,
tn het trippeld , maar niet voort kan, moet men de achterfte Klaai*- wen van het zelve korten. tot dat zy tamelyk Bloeden. Dan moet men het ook aan den Hals laaten, en twee dagen daar na zal men het zelve, zoo aan de Klaauwen als aan den Hals weder doen. Dit is zeer goed ter genezing. , "1
Wanneer een Beeft Bloed, Pift,
A 5 moet |
||||||
fo 'Remedie voor
moet men drie Kikvorfchen (zoo
menzekrygenkan, levendig: Want dat is beft) het zelve in de Keel werpen, en laten verflinden; doch, wanneer men geen Kikvorfchen kan krygen, moet men Schoenen-zwart- sel nemen en dat in de Keel wer- pen. Het zal beteren. 16.
Wanneer een Beeft eene Bloed-
zwellirsg heeft, hetLyfdun, en de Buik, zoo veel als de Huit nauwe- Jyks'kan dragen, dik word, moet men in het Oor fnyden, en dat wryven tot het Bloed. Indien het niet Bloeden wil, moet men den Staart opheffen, en eenvingerbreed van het Lyf daar in fnyden; men geeft het ook Theriakel in, of het Vergif in hadde. Dit is zeer goed. |
|||||
i7-
|
|||||
I
allerky Beeflen. tx
17.
Als een Beeft in den Navel z weid,
by den Schacht, moet men het on- der den Voet halen, en het 'Hair fchoon uitplukken, zoo ver als men kan. Dan moet men Mans Pis ne- men, en als men den Drek daar fchoon uitgehaald heeft, moet men het met een wollen Doek, fchoon uitwaffchen, enden Doek zoo ver als men kan, in den Navel fteken, en wallenen het daar fchoon uit, dan moet men daar geftooten Kool- wortel in doen, en dit alle dag, eens des daags herhalen, tot dat het beterd. 'T
Indien een Beeft aan Lyf of Bee-
nen gezwellen heeft, moet men di« met een fcharp Mes, als ze Ryp zyn, doorvlymen, en toezien dat men niet Kwetze, zonderling aan den
i
|
||||
m "Remedie voor
den Buik, of in het Week van het
Lyf, op dat men het niet prame of de Zenuwen raken. Dan moet men het eens des daags met Mans Piffe waflöhen, tot het genezen is, 10.
Wanneer de Pooten van een Beeft
zwellen, zonder dat men weet wat het fcheéld; maar dat men vreeft voor Fenyn, dan moet men boven de Zwelling Tberiakel fmeeren, zoo loopt de Zwelling niet naar boven, 20,
Wanneer een Beeft eenig gebrek
inde Oogen heeft,zonder dat men weet, wat, moet men Honing en Aluin > kleyn geftooten, in het Oog doen, en zoo men denkt, dat 'er Stof of Kaf in het Oog is, moet men een zacht kleen Linnen Doek- je om den Vinger doen, en zoeken |
||||
allerky Beejïen\ £j»
het zoo goed men kan. Wanneer
men meend, dat het 'er uit is, moet men daar in doen, als boven ge- zegt is. 21.
Men moet ook zien of dat Beeft
den Houw in het Oog heeft. Die wafcht van beneden op het zwart, en maakt het Blind. Men neemd dan een Naaide met een Draad, of een fyn Yzer Haakje , men haald het daar meede uit het Oog, fnyd het af, en doet met den Vinger wat Honing in het Oog. ■ ■ ■ i ■■*■'.■
22* 'V
,''■■' ''■
Wanneer een Beeft een Gezwel
heeft in het Oog, of onnatuurlyk Vleefch aan de Wynkbraauwen, of in den Mond, dat is de Kanker. Dat Beeft zal men ten eerften Doo- den. 't Is ongeneesiyk , en moet daar aan toch fterven. 23,
|
||||
i4 Memedie voor
23.
Als een Beeft het Buikbit, dat is
Pyn in het Lyf heeft, dan gaat het leggen, ftaat weder op, en krabt met de Pooten. Men neemt dan Dunnebier en flaat daar een hand- vol Zout in, tot dat het fchuimd; het Schuim moet men daar af doen en gieten het tot drie maaien toe in de keel van het Beeft. 24.
Als een Beeft veel Hoeft, dan
fteekt hem de Long. Men Laat hem dan, en geeft het Longekruid. Men moet dat hakken, en driemaal met Water ingeeven. 25.
Als een Beeft onnatuurlyk Heet is,
200
|
||||
aUerley Beeften. t$
zoo neemt men Nachtfchade en (leekt
ze het Beeft in de Keel tot dat het die kaauwt en op-eet, , -
26.
Men moet verfche ongezouten
Steur nemen , en die gaar koken, dan neemt men die daar uit, en laat dat water ftaan klaar worden. Men doet het in eene fchoone Kan, en flopt het digt toe. Men neemd daar van een hand vol, en geeft het den Beeften in, dit is goed voor de Beeften in alle Ziektens , en' ook zonder Kruiden mag men het hen geven. Het kan twee Jaren duren, en maakt de Zieke beeter gezond. 27. ; - j
Wanneer een Beeft tulïchen de
Klaauwen Schurft is, of Zeer heeft: aan de Voeten, moet men daar ge- fmol-
|
||||
\6 Remedie vobt
fmolten Schapen-Ongel op doen/
zoo warm als het Beeft het lyden kan, en daar een Lap om Naayen. Men moet het ook eens of tweemaal des daags met Mans Pis waflchen, na dat het Gat groot is, en dat met Teer befmeeren, om het tegen de Vliegen te bewaren* 28.
Als een Beeft of Paardt ruidig
is, moet men het waffchen met Ou- de Pis t voorts moet Roode Boter en Teer, van elks even veel, en een goed gedeelte Ruitzwavel te famen mengen, en als het na het waflchen weder droog is, zal men het daaf mede fmeeren. Sommigen nemen daar toe Spaanfch Groen. |
|||||
III. HOOFD-
|
|||||
alledey Beeftmm i f
|
||||||
_
|
||||||
III. HOOFDSTUK.
Tegen een Beeft dat Luizig is*
29. NEem Roggemeel, Zout, Ofy
en Azyn te. famen gekneedj en leg dat daar op. Het zal hee- len. 30. •"-'. ? ' • - ••
Als de Beeften Luizig zyn, zal men
ze waflchen met 0«die Piffe, en laa- ten het droogen o ver-al, waar Lui- zen zyn, zal men drie dagen lang* Roof-Oiy fmeeren,en zy zullen ver; gaan. t Aan een Beeft, dat Gallig is,;
moet men Syppel-look geven. Dat yerteerd de Gal. B pi
|
||||||
f8 tR*mdk wbY
Als ëëïi Bêéft z6b Ziek is, dat
het niet Eet, moet men hem" Bier en Broed niet Boter gekookt inge- ven, en daar mede Laven tot dat het Beter word. 2 ■ ~- 33^. - • *: ,
•c Als eeni&jein't Gras w& Kalven j
en vier of vyf dagen te voren Ziek word, en de Uyer te ftyf, moet men het Beeft op Stal zetten, en eens ées daags Melken^ even of het had$é Gekalfd, ter tyd toe.dat Met Kiaiftj anders zou het ligt fter- yen., * i ' ■■'■.. < >
m ■ s ■' ': ' ' ■ ■ "-■■} ■' " :- * i.
34
Als een Koe gekalfd heeft en
^r /f% icr^r/k word, en takken kregel, het We#ei>Katf genoemd, moet men door handige Vrouwen * ':- ii wel- |
|||
%> alïerky Èeejleri* 19
welke haar des verftaande TaelpBn
laten aftrekken, met het geen daar na vqlgd, en toezien, dat %y het Bceitaan het Lyf niet Kwgtzen. 35'
Als een Beeft de Schoot heeft,
vind men tuffchen de Korte Rib- bens, riu aan deze, dafl aan gene zyde, tuffchen Vel en Vleêfch, een holte, waar-in meneenljy kan leg- gen :" Men moet dan nemen Schaad* Kruidt f Biet e, Kervel, Aljem, en and re tamme Kruiden, een hand- vol goutfp m wat Rogge-l£ruit?}gn: Deze Kruiden ,&al men klein hac- ken, ,en ben met Water in fce£ Lyjf gieten. |
||||||
Als Kuchachtige Beeften Zeve-
fingen of Krimpingen hebben, en
niet Eten,geeft men hen twee malen,
B 2 ydre
|
||||||
20 Remedie voor^-
ydre réis een Mengelen uit de HeU
melykheid. daar na zal men Pis ne- men, met een hand-vol Wit Zand famen gemengd, en dat hen inge- * ven; daar na zal men hen ook an- dere Kruiden geven, als Tydvleefch, Mikeloqf enz. ■*' * ƒ
i
IV., HOOFDSTUK.
Tegen een gezwollen Hots.
"S * ?'■''' ■ - ' -',
l ■ '•'•>. „ .■•'■'.
37-
Neemt Popuien, Byvoet, Dille-
raat, en Aljem, wryft het te fa- men. Kookt het met Honing K en legt het zoo warm als een Pleifter om den Hals, het zal in het kort genezen. |
||||
- . V. HOOFD-
|
||||
allerkf Beeftm. 21
|
|||||
V. HOOFDSTUK.
Eene Beproefde Remedie tegen het
Longevier. 38.
Neemt een Loot Bakelaar, een en
een half Loot Boontjes Koolwortel, Gedroogde Mater , Knoppen van Vlier, en een Pint JVyn-Azyn, geef ydre Koe drie Glaasjes, de drie een Kan. Dezen Drank op den eerden Dag. Den tweeden Dag ouden Men-
Jcbedrek, die twaalf uuren in Kaar* nemelk heeft gemengd geftaan. Den derden dag ydre Koe een Loodt Menfche-Ket, met Bier gemengd, en op eenderde part verkookt, ook ydre Koe drie Glaasjes. ; Den vierden dag moet men ze Laaten op de Neus en onder de |
|||||
Ét ^Remédié Mèr^
Eetiv andre Remedie tegen het
t,:-.;tv/j: >:■ ■ 39/ •. v
Neemt een Mengelen Dunne-Bier,
een £o/> ifo«, een Hal f Pint Lyn- Oly, een Vierendeel 0«*/<? Boter, een Tórtnètje Kèe-ïhefiakel» en een Loot Peper: Mengd dat ön- Öer maitoder * en kookt het ate een ZMè-Vifëh. 't Is &eer goed frevo&êëfr. |
||||||
Vï. HOOFDSTUK.
Nog eefi Remedie voor Koeijen,
die Ziek zyn.y tn die men niet weet Wat haar Jfchoft. 40.
Men mdèt dam nemeh een ïialf
l^orïnetje Kae-Thërïdkèl, een pint bier, een Vierendeel oude bofer-> voor
|
||||||
alferley Beeften, 23
voor twee blanken Gember, een ftui-
ver Bqel\e? drie ftuiver§ Épuid van Allen, onder een gekookt. 41.
Als de Koeijen niet Kalven kun-
g^j,, .^eqcnc^ men {jffakartféffl Qly, £» iflmetei^. daar de H^d nj^de, ^;s;2^ergQed. |
|||||||
VIL HOQFDSTUK. ~
j^sg #7? Remedie voor dje §chft?fi.
4.?.-
Neemt voor een of tvy^e Jfcuiyjess
Koper-Groen, mengt het mexVleejch- pekel, wryft het-ipt dat het geheel gefmolten is, en wafcht de Beeften daar twee of driemaal mede. Het •zal genezen.' » a b 4 vin.
|
|||||||
ï
|
|||||||
34 Remedie wor^
VIII. HOOFDSTUK.
Tegen een Paardt, dat Droeft.
43-
Neemt drie Eijeren legt ze drie
«dagen in een Pot met IVyn-Azyn9 giet dan de drie Eijeren, en den u4zyn te_.gelyk in het Lyf. Het zal genezen. I | . - ir - ■• -
44-
Zo kunt gy ook nemen Zes ver-
fche Eijeren , in Zoete Melk ge- weekt neemt den eenen dag de eene helft, en den anderen dag de wederhelft. 45,
Of ook wel een handvol Brem-
fêapperszaat i n Wyn-Azyn geweekt, gn doet telkens als gy hen Eten geeft.
|
||||
aïïerley Beefierï. k$
geeft, een Vingerhoed vol in den
Haver. ;: |
||||||
Als een Paardt zyn been ver-
flikt heeft, zoo neemt Menfche- drek, en bindt het daarop.' 47-
Als een Paardt een Spat krygd»
zoo neemt voor een ftuyver Ter- pentyn, en voor een ftuyver Ter- pentyn- Oly , en fineert het. daar mede. 't Is zeer goed. Als een Paardt de Worm krygd,
zoo neemd Pis en Pekel, en fchrobt het daar mede twee-maal des daags. Neemt dan klein geklopt Boskruid, Boom-Oly, Vuil-Vet, Roet uit de Schoorfteen, en een weinig Jzyn, B 5 kookt |
||||||
fc£ ^Êemedie voor
kookt dat zoo onder een tot een
Zalfje. Is zeer goed. —■■—■
/
- IX. HOOFDSTUK.
Rermdk mor fa £wynWf
. Ms een Zwyn %smk jê ,. kalt
dan, in den Afbtheek» Kfwd, <k& Qvwwort heet, siaakt. hef tot Poe- der met Pfpmmel» doet het i© den Bek van de Zwanen,, en Ja#£ het hen met hun Drank opdrinken. Zoo worden zy gezond. f, *50.
..-■■•, ;" \
. Wanneer een Beeft het Hoofd
wryft, en men niet weet, wat h§t Cohort, moet men de Ader, boven <hef Oftr, ©penen , en -wel laten ^Bloeden, zoo word het beter. l
|
||||
aikrley Beeften. 2f
Zoo een Paard of eenig andec
Beeft razende wierd, zal men Wil*. de Karden nemen, ftooten die met Water, en hen die in den Hals ftooteo. ; > Dit mag men ook aan Menfchen
doen, -en hen ingeven. Het is--ge* beurde dat, een Ridder eens kwam ryden-, en een razende Koe^ag. -" Die Koe ftiet een Schaap, dat
razende werd, als mede eenè Vrouw, die ook raasde, men ftootj te die Wilde Karden met Water% en gaf ze hen allen in. Het werd beter, en de razerny verging.
■ ■■'t
■ ■■ * - *- - ■ - ..... - - ■ ■>
Zoo 'men aïle >deze Kruiden iè
voren genoemd, om -den Winte* niet wel'bekomen kon, moet mea in Maart of April, de Wortels van die Kruiden inwinnen: Want gflan c. is |
||||
$8 Memedie voor
is de kracht van die Kruiden nog
in de Wortelen, en Droogen die dan, op dat men ze by de hand moge hebben, of men op een Tyd, dat men ze niet bekomen kan, mog- te noodig krygen. Dus kan men dan de Beeften helpen zonder verzuim. . .. * _ »„,-,„* ., ... ' '
I ' < - ■ ' ■ b ' * ;
x. hoofdstuk:.
jE^w Waarachtige, Natuurlyke,
i?« sm* noodige Raad tegen de Razer-
ny, *w« Menfcben en Beeften, voor-
fcbeydemaai'beproeft',en goedgevonden.
Abrotonum, of Averuit, pok A-
veron, Wynruit, Smaal-Zalf, Smaal- betonie, Wilde Karden, eer zy fchieten. Maar Roode Myrrhe in jflaatze van Karden, is nog beter. . Deze Kruiden moet men des Zo^
mers
|
||||
.___
|
||||
allerley Bceflen. ü$
mers groen plucken , en gebrui-
ken, als volgcL En op dat men dezelve, of het
noodig was, des Winters ook heb- ben mogen , moet men ze in den Zomer tuffchen Maria Geboorte, en Maria Hemelvaart plucken, dan in de Zon of in de Lucht droogen, en in een Zakje bewaren. Voorts moet. men die aldus ge-
bruiken. Neemt van yder der voorfz. Krui-
den een handvol. Wafcht dezelve rein , hakt ze onder elkandren. Mengt en flootze in een Vyfel of Mortier/leen wel door een, met een half kwart Stroom water , en een Pint Wyn-Azyn, giet het zes of achtmaal door een reine Doek , doet dat Sop in een reine. Kan, en bewaart het wel, om te gebruiken; als.volgd. Wan-
|
|||||
_ i
|
|||||
'go Memedie voor
Wanneer iemand van eenig ra-
zend Beeft gebeten word, moet men de wonde met een vierkantig fcherp houtje openen, en zoo iang wryven, tot zy Bloed, dan moet men een Lepel vol van dat Nat nemen, een frhoon doekje daar in doppen, en daar mede de Wonde wel reinigen, en een weinig van dat Water, met de doorgegotene Kruiden op dezel- ve leggen, en de Wonde wel met een doekje toebinden. Ook moet men dat Water wel
omroeren , en een Romer vol, Bloed lauw warm gemaakt, en den Patiënt, des Morgens, Middags des Avonds ingeven. Tot op den vierden Dag toe,
moet mende Wonde desJVlorgens, Middags en des Avonds openen, reinigen en verbinden, als boven ftaatj maar den voorfe. ïka.nk zoo lang
|
||||
aïkrley Beeft en. 31
lang als hy duurd, dagelyks g&
bruiken |éh uk-drinken. Men moet zich wel wachten voor
Zever of Bloed van den gebetenen, ook moet men na het verbinden > de Handen wel met *£out of E and waffchem Dè Kleeren> waar door heen te-
mand gebeten is, moet men met heet water zeer wel waffchen : orn dat het geheel zorgelyk is. |
||||||
XI. HOOFDSTUK.
'Êoe 'mengeheeten Êeëften zal hel-
pen, en 'die Kruiden ingeven. »
i lAÏllefieeften, -zoo gebeten zynde,
moet men een ftuk van een Oor en van den Staart füyden> dat zy Bloe-
|
||||||
32 Remedie voor
Bloeden, en dan terftond zes of*
acht malen door goed Stroomwa- ter doen Zwemmen. Dan moet men ze op den Stal binden * tot aan den vierden dag. Men moet yder Beeft alle Morgen, Middag en A- vond tot op den vierden dag telkens een kleine handvol in-geven. Zoo men den Beeftên.de Krui-
den wil ingeven, moet men die be- reiden als gezegd is > maar niet door-gieten. Paarden en Schapen moet men
het, in het Koren gemengd, inge- ven. Voor de Honden en Haze- Winden moet men het Sop broe- ken , of met ander Vet, zoo men beft kan ingeven. Voor Hoorn- Beeften, als Oflen, Koeijen, en Kalveren, moet men die Kruiden in een Koolsblad flaan, en bewin- den, en dat in de keel fteken, dat zy
|
||||
allerley Beeflên. 33
zy ze herkaauwén mogen; maar
men moet voor-al de Handen wa£ fen. Aan de Zwynen moet men het
met hun Beflag of Drank in geeven, en naar dat de Beeften veel zyn,zal men de Kruiden vermeerderen, en telkens zoo toe-bereiden. |
||||||
XII. HOOFDSTUK.
Nog eenige Aanmerkingen omtrent de
Befmettelyke Stekte der Runderen, , en middelen ter Genejing van dien
foo als dezelve aan veele een feer geluckig gevolg gehad hebben &c. t
DE Befmettelyke en Doodelyke
ziekte der Runderen , word by ons tweefins aangemerkt, in op- figt van de eigentlyke of Oorfpron- kelyke ziekte, en van de toevallende quaalen en ongemakken. C I.De
|
||||||
34 A$m&tfcw>&r
I. Defisjgentlyfee of-oorfpföhke-
fyke Ziekte, wórd by ons begreep pen te beftaan, in quaadaardige Koortfen of Peft-Koortfen, deefe Ziekte fai wel-over^al ,en in alleBeef- ten defelyé <fyn, *maaf op de eene plaa,föy vén-op deeene tyd, vüüri-* ger en. heviger als op de andere, en in het eene Beeft, minder als in de andere, ja in fommige feer ligt. II. De toevallige Quaïen en oi>
gemackea,i worden by ons aange- merkt tweefins of minder voor ons teniyk of tixtgsz voor ons talyk i 4e toevffige, Qualen , die -meelt voor ons ménfcben kenlyk fyn, fyn, (r) eenyqualyk gefteltheid in 't Maag- §^ftej,5waai? door 't Jaerkauwen ont-
reekende 't ontfangen voeder, niet natyurlyker wyze kan verteeren maar na een onnatuurlyke famen- packing: en verbardinge , verderft en vecdérÜyk-e -gevolge» geeft, 'fyn- de dit een ^orfjpitfng^van veele oa- gemacken, eae^ji middel/ ©itf de |
||||
aïïëtfey Üëèpk 3$,
éigehttyke zïéktë de* Peft-Koöftfe,
te meer force by te fettëfij dééfë quaal die eensdeels mööglyk dolt tot de oorfpronkelyke ziekte mede betrecken, anderdeels toevallig ge- nomen moet worden, is meer of minder in alle ziek-wordende Bee£ ten, maar tot de toevallige behoort verder (2) opftoppinge iri 't don- gen, die eerft natuürïyk gevolg Ts: Van 't vorige, en veel-tyds meerder of minder daar mede gepaart gaat én veëltyds daar na veranderd, in éèn vüurige en feer befchadigèndë döriglobp, (3) een ppftopping var* 't water, (4) een ópftopping van de winden (5) 't lende Bioed'fó) ver- floppingé in de Longen, ëftdikwitë daarop volgende-veriweeriiige ïridê Longen, (7) de Spreuw'óf'béféÊ- ijTng van de Keeljdikwilsmetblaart- jes op de tönge, dit zyn dë rneêuY kénnelyke ongemakken. Hier uit volgt dan, dat vërëifcltt
word een naauwkeufige waarriee*
C 2 minge
|
||||
36 fiemedievüor ^
minge en geduurig agt geeven op.
deBeeften, en haare toeftand met alle oplettentheid, van 't allereer- fle begin tot aan 't einde der ziekte. In'/ Byfonder.
' Dienen deefe volgende faaken met
naauwkeurigheid waargenomen, en gebruikt te worden. 1. Zoo ras als de ziekte eenig-
zints aan 't Beeft befpeurd word, al is 't nog maar in twyfelinge, foo moet haar alle Hooy onthouden worden en dat tot aan 't einde der ' Ziekte, ja tot datze al een dag twee a drie wederom herkauwd hebben, en dan nog in 't begin maar weinig hooy, als men fiet dat 't herkau- wen wel continueerd, moetende haar in die tuffen tyd, alleen ftroo tot voeder gegeven worden, en wel beft fuik ftroo, dat ligt verteerd en wel eens een of twee wortels tot verftffling; maar geen brood dat te fwaar
|
||||
aller'ky Beeft en. 37
fwaar is,yder begrypt ligtelyk, dat
't hooy by 't begin der 2iekte dik- Wils veel gegeeten , of naderhand genomen, dat fonder herkauwen plyft, feer verderflyk is. 2. Van 't begin tot na 't einde
der ziekte, moet 't Beeft warm ge- houden en foo veel mooglyk is van van alle koude bewaard worden,en wel 't befte met een warm deckleed toegedekt. 3. Van 't begin der ziekte moet
't Beeft daags drie- a vier-maal wat warm water geprefenteerd worden. 4. Soo ras als de ziekte gezien
word moet yder Beeft worden in- gegeeven een half loot befte Rha- barber (te weeten voor een Koe; maar voor een Kalf, maar een vie- rendeels loot) fnydt het half loot Rhabarber aan dunne fcheifjes, en kookt 't in een kleine kop vol water een quartier uurs, en daar af gegoo- ten, en iaauw geworden zynde, C 3 foo
|
||||
f
|
|||||
3$ Hmedie <üöpr.
fqo, geeft 't Beeft deefe Khararbet
vogt 'm. Dit moet de tweede dag, en de
derde dag wederom gedaan wor- den , of ook wel eens tweemaal op, een dag, als de ziekte fterk aanfet. 5. Met de eerfle, tweede en derv
de dag moet eensenandermaaiwQri den ingegeeven een kop vol raauwe Raap-Olie, een weinig iaauwg©- maakt, befonder als zy eenigönts verftoptr zyn in 't Dongen , maar ook wel buiten dien. 6. Met de derde dag moet 't Beeft
worden ingegeeven, een kojp. vol Wytit Olie en Honing; te fèamen een hatfquaróer uurs gekookt, en daar-na laauw geworden, beftaajids twee derde.-parten uit Wyn en ejp derde-part uit Olie en Honwgxójit moet twee a drie morgens, na mik kanüeren gedaan worden, yderrei§ even. foo, veel, befonder als..ïy ggtf kunnen wateren. ■- ', . >■ •-, fc '-- ,, 7-Is
|
|||||
r ............•-
allerley Beejlen. 39
7. Is goed eenige dagen na mal-
kanderen 't Beeft, een a twee kop vol gekookt warm Bier, met twee a drie leepelsvol Honing daar in te geeven, 8. V^anneer 't Beeft tuffen bey-
den aan de Dong-loopt komt, moet wederom, eens of tweemaal', na ver- eifch van toeftand Rbafyarber gege- ven worden. ,~ > 9. Moet voor de Sprayw, meer-
malen een, kluitje verfe Booter met wat Suikpr in de-Keel, geftooken worden, of de Tonge met blaad- jes be{^ zynde, dezelve geopent, en met Wyn-Azyn,geznivert wor- den,,, «, 10. Voor't Lende-Bloed moet de
Rugge van '■%Bee^-met warme Kar* nemelk en, wat Zsudt. geVreeven worden j, meermalen: en de rugge van-'t Éee$ met duim en vingers wat geknepen worden. 11. Moet fomtyt de Snuit, met
wat Wyn - Azyn nat,gemaakt, worr C 4 den,
|
||||
ijo Remedie voor
den, tot verfrifïïnge en voorhoofd*
pyn. 12. Voor de opftoppinge van
Winden, is feer goed, een aange- ftooken pyp met Tabak van een hand breed a twee, ter lengte van groote twee vingeren breed 't Beeft in 't fondament te fteeken, wanneer fy de rook door de fteel ingetrok- ken hebbende, wederom met Win- den laten uitvliegen. 13. Als de Keel feer fwaar befet
word, kan fulks met warme Koe- dong verdreven worden, alle uuren warm gemaakt, en om de keel ge- flagen, na de continuatie van onge- macken , of herhalinge van dien, moeten fommige van deeze midde- len wederom gebruikt worden. DeRbabarber dient totfuivering,
natuurlyke afgang , befonder ook om de vuurige Dongloop te mati- gen , en andere faaken meer &c. De Raaxxwe Raap- Olie, dient tot
afdryving, en niet minder befcha- diging
|
||||
f alkrky Beeften. . 4?
diging van de ingewanden te doen
ontladen. De Olie, Wyn en Honing dient
tot verfagting, opening van deBqrft, fuivering en afdryvinge der fchade- lyke ftoffen, bylander ook tot af- dry ving Van 't dikwils opgeftopte water, waar ontrent 't effed fchie- Iyk gezien word. NB. Als de Beeften beeter wor-
den en niet aan 't herkauwen kun- nen koomen , moet men een bos Alfem neemen en fteeken dat de Beeften agter de kiefen, dog de fta- ken van den Alfem in de band vaft houden, foo fullenfy daar op be- ginnen te kauwen en herkauwen. Weegens de grooteverfchillend-
heid der ongemacken* kunnen een en defelve middelen niet in 't alge- meen doorgaan, en dan fbude ook de plage, geen plage meer fyn. E Y N D E. I
BLAD-
|
|||
r\ BLADWYZE8
DER
HOOFDSTUKKEN.
I. Remedie voor Koeyen, Paarden, Scba*
pen.Varkens en diergelyke Beejten. Pag. i
II, Een andere Jcboone Remedie tegen de
Krankheid der Becjien. ° 4
III. Voor een Beeft dat Luizig is. 17
IV. Tegen een gezwollen Hals. 20
V. Een beproefde Remedie tegen het Longe- vuur. 21
VI. Nog een Remedie voor Koeyen, die Ziek
zyn, en die men niet meet wat haar
jchort. 22
Vil, Een Remedie voor de Schurft. 23
VIII. Foor een Paardt dat de Droes heeft. 24
JX. Remedie voor de Varkens. 27
X. Een waarachtige, Natuurlyke en zeer
noodige Raadt tegen de Razerny aan
Menfchen en Beejten , verfchydemaal
beproeft, en goed gevonden. 28
XI, Hoe men geheet en Beejten zal belpen ,
en die Kruiden ingeven. 31
XII. Nog eenige Aanmerkingen omtrent de
Befmettelyke ziekte der Runderen, en
Middelen ter Genejing van dien, f00 als
dejelve aan veele een feer geluckig ge?
volg gehad hebben &c. 33
|
|||||