ZAKBOEKJE
V O OR, A L L E
|
||||||||||||||
H A N D E &M^^m
|
||||||||||||||
C*J
|
||||||||||||||
KB i*?£ft!
|
||||||||||||||
LIEFHEB Bll i! $
|
||||||||||||||
¥
|
||||||||||||||
PAARDEN,
£ Van een Aantal hulpmiddelen voor dezelve. } Door een kundig KOOPER, na
VEEL JAABIGE ONDERVINDING
JBYEEN VERZAMELD;ENWAAR-
VAN DE MEESTE BY HEM,
MET GOED GEVOLG TER
UITVOER GEBRA.GT 2YN.
Te Alkmaar, Bij I. A. van HARENCARSPELr
|k>ekdrukker Boek en Papier Verkooper; in de-JUngeftraat, op de oofthoeK van deHouttik
|
||||||||||||||
/;/
|
||||||||||||||
V O O R B E R I G TW
Met genoegen vernam ik van den Drukker, dat hy binnen 6 weeken een veeltal Boekjes verkogt had* van het Gemaklyk Huisboekje voor den Landman, van 50 Geneesmiddelen voor Koeijen, en het was my zonderling aangenaam van myne Lanrgknoq-ten te vernemen, dat ik in myne begrippen over deeze koftelyke Beeflen niet gedoolt hebbe, alzoo -eele na die middelen te werk gegaan zyn, hunne Beeften daar meede herfteld hebben, , • a3 ;;;,;• ps
Dit moedigt my aan, om 00k eenige H^ulpmiic|de-len voor Paarden door den druk algemeen verkryir i>aar te maaken; met diezelfde oogmerken als die ray aanzette om het voorige de wareld in te zende, e® wie zal het wraaken, als hy begrypen wil, dat k4ynp geringe en eenvoudige middelen, dikwil^ ya$ vf$I nuttigheid en gezegende gevolgen zyn.
Dit Boekje heb ik op 10 ftuyvers gefteld, dm 8 ftuyvers minder als dat van de Koeyen* 't weft eeni-ge lieden nog te veel geld was, niet begryjen# 4a£ een Remedie hen meerder waard moet zynft en dat het Boekje voor haar leven dienen fean, deg jdeeze zyn niet minder, en nog maar weinige Boekjes over die om de waarde van de Remedien, 18 fcy'V: koften.
Dat de Paarden Handel wel nastik $& de* Kfl§q«* geplaatft mag worden, zal geen kundig Nede«}andjer in twyffel trekken; wyl veele onzerhiejr by hunij?§-ftaan vinden, en de jaartykfche markten in aanzie-nelyke fteeden en plaatzen van ©ns YajJstlaad» yol-dingen dit ftuk voor my YQlk.Qm&EU r. .
:; 'V .'pat
|
|||||
~
|
|||||
Dat hetbedrog grootmet of in deeze Nogotie ft*. valt niet te ontkennen, maar dat het misbruyk van een goede zaak, derzelver waarde niet doet verliezen is even zeker.
Voor uw jonge Liefhebbers van Paarden* is dit Zakboekjebelangryk; om kundigerte worden, en by tyds voor 't een of anderongemak herfteltezoeken* daar door fnyd gy alle kwanfelary af, en die fnaaken die by hoog en laag ( dikwils tegen beter weeten aan) uw op een flinkze wys Paard of geld onttroggelen, zo zultge uw voor deeze flroopers wagten kunnen, * Ik prys uw en elk Paarden Handelaar ten fterkfte aan, een voortref lyk Boek ten tytel voerende, De Kunft van het oordeelen over Paarden, met een Ver* handeling over het Beflaan, Befchreeven door den Heer Bourgelat, en dan hebt gy alles, dat uw in ftaat kan ftellen, om doorkundig te worden.
Zo kunt gy uw voor Parlevinkers wagten, en uyt uw eigen oogen zien, wy] haare woorden doorgaans veel mooyer zyn* als het Paard datze aan den man zpekeh tehelpen. -"
- -Ditis het al dadik te Berigten had,zo datik fluyt mee^deeze genegen en begeerlijke wensch, dat onze "Kdeifen en Paarden Handel Bloeijen en Groeijen, t)nze Zeevaart en alle de Bronnen van Neerlands Welvaart, zo zal het algemeene welzijn zigtbaar "Wordehy-en ieder zijn bijzonder belang bevordert -zieriy-op\ dat elk zig te regt mooge verblijden. -;b:: - D-e KOGPER.
JM geen Boekjes voor Egt Erkent, dan die «,. |door den Drukkerl. A. van Harenearspel, met. "iija Cachet tuer onder bezegeld zijn.
|
||||||
Z A K B O E K J E
I VOOR x
E N
... .. i
V A N .
F A A R D EN.
|
||||||||
Raad voor Vuurige Monden der Paarden.
Ate uw Paard. vuurig \n de mond is, dan moet, gy hem in de mond laaten, en dezelve 2 maal daags, met wyn azyn en wat zout wasfen, 't is extra goed.
Voor Zeere Tongen der Paarden. Wanneer uw Paards tong bezeert- is, zoo frneert dezelve 2 a 3 maal daags met boom oly en daar wat zuyker in gemengt, het is goed bevonden. - ; -
(Voor Speene in de Monden der Paarden. Zoo uw Paard fpeene in de Mond onder zyn tongi heeft, dan moet gy die met een fchaar afknippen, eij die plaats met zout vryveh, gbed bevtmden. Voor Takken in de Monden der Paarden.' E
A Indien
|
||||||||
C * )
Ihdien uw Paard Takken aan zyn kiesen kryg t, zoo dat hy niet kan eeten, gaat dan met hem na de fmit, en laat dezelve met een bycel afhakken, of met een rasp laaten afraspen, het is goed bevonden. Voor Oogen der Paarden.
Wanneer uw Paard vliezen in zyn ooge krygt, zo neemt fyn geftampte zeefchuym, neemt een veertje en maakt dat nat in uw mond, fleekt het vervolgens in de zeefchuym, en ftrykt daar meede 2 a 3 maal daags tusfchen de oogenleeden, goed bevonden. Voor Blinde Oogen der Paarden.
Als uw Paard blind word, het zy aan een of bey-de ooge, het zy dat de ooge wit werden, of dat daar ingeflaagenis, neemt dan als evengemeld is zeefchuim of witte bereide falpeeter die fyn gellooten is, blaaffc dit in de ooge met een rietje, of ftrykt het er in met een veertje, het is goed bevonden.
Voor Parels in de Oogen der Paarden.
Wanneer uw Paard parels in de ooge krygt, dan moet gy hem onder zyn ooge adertaaten, tusfchen de neus en 't oog; het is goed, maar wanneer uw Paard reeds parels in de ooge heeft zo maakt dit oogwater, een half loot nagelen, voor een ffcuyver wit koope-root, en eens zoo veel witte gedraayde ftokfuyker, ($oet dit in 2 pintjes Maarts fneeuw waater of in Sroom waater, hoe langer dit geftaan heeft hoe be-ter het oogwater zal worden, beftrykt hier meede a a 3 raaal daags de ooge, het is een goed middel.
Voor
|
||||
< 3 >
Voor de Han in de Ooge der Paardeft.'
Neemt dan zo als gezegd is voor de ooge, de voormelde fyn geftampte zeefchuym, of ook de wit-te bereide lalpeeter, blaafl of ftrykt het zelve in de ooge, het is goed bevonden.
Voor Afgefcheurde Ooge der Paarden.
Zoo uw Paard een lid of leeden zyn afgefcheurde of zo het lid daar by hangt, knipt het dan af, neemt wat boomoly en zuyker roert het onder elkander, beftrykt dat lid daar 2 a 3 maal daags meede, het zal wel een goed lid worden.
Voor Loopende Ooren der Paarden.
Daar is weinig raad voor, dan toefchroeyen met een heet yzer, maar het is gevaarlyk om weder nog langer in het oor op te breeken, en dan is het nog veel erger als te vooren, dog ik hebze hier meede wel geholpen ook, zo dat hier voor en tegen is. Voor de Vyver der Paarden.
Als uw Paard aan de vyver is, dan valt het nee-der en flaat verbaaft als of het uitzinnig is, dan ryfl het weder op en woelt zeer druk, als gy dit ziet zo grypt dan na zyn ooren en trekt dezelve neder-waards aan het end van dat oor daar de vyver onder dik is, en ftrak flaat, fnyd daar een gat in, en haalt daar eenige karrels kuit uyt, gelyk of het kuyt van een vischis, dit moet gy allerfpoedigfl in het werk flellen, dan kan uw beeft behouden worden, van eenallergevaarlykftongemak, waaraan veele fterven.
A 2 Voor
|
||||
C 4 ) , Voor Verrukte Eeders of Zeenen der Paarden. Zoo uw Paard eenige Eeders of Zeenen verrukt of verdraayt heeft, dan moet gy hem tvveemaa] daags fmeeren, met dit navolgend toe te makene goed, een half vierendeel popeljoene zalf en de altea te zamen, doet daar by een vmgerhoed vol oly van tarpentyn, en ook zo veel oly laterebus, mengt dat alles onder elkander, fmeert die plaats i maal daags en ftrykt ftijf toe, maar zo het in uw Paard zyn borfl is, moet gy hem eerft. in de borft aderlaaten, en daar na met de fmeering ftijf toeftrijkende befmeeren. . het is goed bevonden. Voor Schevel Beenen der Paarden. Als uw Beell fchevel beenen krijgt, dat zijn har-de beentjes, die komen aan de voorbeenen aan de binnezijde tusfen de koot en de kniebol aan, deze verwijken van zelvs wel, zo zij die jong zijnde krijgen, maar als uw Paard oud is en dezelve krijgt, zal hij die wel behouden en aan hinken, daar is niet aan te helpen, zo ver mij bekent is, het belle dat hier van is, dat zo zij jong zijnde die fchevel beenen krijgen, dezelve uit haar eigen weg gaan, maar oud zijnde nier, dan kunnenze voor trek fchuijten gebruijkt worden, en eindelijk gaan deeze ongeluk-kige beeften die 's werelds loon zijn voor de honden.
Voor Paarden die op ftal ftaan en van vooren Hinken. Als uw Paard aan de voor Voete des winters komt te hinken, zo gebeurt het wel dat de Paarden te
droog
|
||||
C 5 1 droog ftaan, dan moet gij de ijzers aftrekken, en zet hein in de varfe koemis, het is extra goed. Voor Paarden die Voorflraalen. Als uw Paard voorftraalt, of het zy agter of voor dan moet gij die oude ftraalen door een fmit laaten uitfteeken tot het leeven toe, neemt wat tarpentijn wat boomolij, een weinig zout, en zo veel fchapen-pis alleen als dit te zamen, kookt dit alles onder el-kander en laat het flerk zieden, giet het zo ziedende in de Voete, en verbind die om de 6 a 7 dagen eens, het zal de laatfte 3 dagen meerder heelen, als de 4 eerlle, het is goed bevonden.
Voor Bloet Gallen der Paarden.
Die komen de Beeften boven de koten aan, zo dat men die met zyn vinger en duym door en weder door kan nypen, neemt oly van tarpentyn en fmeert die op de bolle plaatze 2 maal daags en droogt het met een kool vuur in, of met een heet yzer, ik heb-ze dikwils hier mede doen verdwynen.
Voor Tasfen of Luypen der Paarden.
Die tasfen of luypen komen aan de voorboute der Paarden en wel aan de knokkel van de voorbout by de buyk aan, zy ontftaan meeft alle van de kalkoenen van de vooryzers als 't Paard gaat leggen, daar barfl dan een zeentje, dat veroorzaakt dan zomwyl groote buylen die men tasfen of luypen noemt, trekt dan het yzer af, of flaat de kalkoenen plat, neemt zout en zeep, fmeert de buylen daar 2 of 3 maal alle dage meede, zy gaan weg, 't is veelmaal goed bevonden.
A 3 Voor
|
||||
C * )
Voor Verdraayde Hakfeenen der Paarden.
Als uw Paard de agtterfle hakfeenen verdraayt zyn? zo dat hy geen beftuur heeft met dat been, maar dat het van agtere inbuigt als hy loopen moet, neemt dan oly van tarpentyn en oly van lateribus onder elkan-der en fmeert die zeene van het bil af tot de hak to« s a 3 maal daags, het is goed bevonden. Voor Gedrukte Ruggen der Paarden.
2*o uw Paard zyn rug gedrukt is van een zadel of van het broeyen, dat de rug heet fchynt en dik word, dan moet gy zyn rug maar dikwils met kout petwaa-ter betten, het is goed, ook met zeep zo als hier voo-ren gezegt is, en als de rug doorbroeyt is, fmeerthem dan met brecielicum, het is meede goed bevonden. - Voor Paarden die Bloet Buylen of Zwellen hebben.
Als uw Paard bloet buylen, groote of klyne zwel-len krygt, zo fneytze door, neemt dan tarpentyn, boomoly en een weinig zout, en ruym zo veel fchaa-penpis als deeze drie te zaam, ziet dit in elkander, en giet het dan ziedend in de wonden, of fpuyt het er in, zo als zulks maar het befte voegt, en dan om de 6 i 7 dagen verbinden, maar niet bedekken, het is goed bevonden.
Voor Varfe Wonden der Paarden.
Als uw Paard bezeert is, het zy hoedanig of op wat plaats het ook zoude moogen weezen, zo moet gy eeril als het bloed dat ftempe, met donders pof zo als men die noemt, houd dezelve ftyf in die ga-
ten
|
||||
C 7 )
ten, en als 't bloede over is, moet gy die wonden fchoon uitwasfen met fchapenpis, neemt dan wat tar-pentyn en wat boomoly en zout, maakt daar zo veet van toe als gy oordeelt nodig te hebben, kookt dit onder elkander, fpuyt het in de wonden of bet het met een fchoone linnen doek, of giet het anders met een lepel in de wonden, zo als maar het befle voegt, en als het ten eerfte niet beter is, moet gy het beeft om de 7 a 8 dagen weder verbinden, 'tis altyd goed bevonden.
Voor Bloed te Stempe, van de Paarden. Als uw Paard uyt de neus bloed of op anderen plaatsen, en gy het met geen pof donders ftuyten kunt, dan moet gy uw Paard met kout petswaater langs de rug zo lang begieten, tot dat hy fterk trilt, het bloede zal wel ophouden, 'tis goed bevonden.
Voor Vervangen Paarden. Als uw Paard vervangen is, dan is hy zeer ftyf-zo dat hy 't eene been niet voor 't andere kan zet-ten, en het hart zal tegen het linker been ilerk flaan, als gy daar fpoedig by zyt is uw beefl: gemaklyk te helpen, gy moet zyn 4 beenen van onderen tot haven aan toe met ftroo bebinden, en giet daar koudl petswater by in, neemt 3 paar dekken en 3 zakkea mede in petswater nat gemaakt, en legt die op 't Paard, en hier over weder een droog zyl of dee-ken, en laat hem zo drie uuren ftaany en dan: al weder by dat ftroo koud petswater ingegootefi e» de dekken en zakken nat gemaakt, moet gy hen* weder 3 uuren taten Itaan^ en dit 5 a-tfrnaaJ; c©n-
tinueeren
|
||||
( 8 ) tinueeren, dan is uw beeft geholpen, zonder eeni-ge kentekenen van ftyvigheid na te laten, het is goed bevonden.
Voor Paarden, die reeds 2 a 3 Dagen zyn Vervangen geweefl. Als uw Paard reeds 2 a 3 dagen vervangen geweefl: is, dan moet gy hem aderlaaten in beide de zyen van zyn borft en 00k in beide zyn fpat Eeders, neemt daar zo veel bloed af als hy ontbeeren kan, maakt dan deeze drank klaar, een pintje france brandewyn en by na een oorde kop vol fpecie uit uw fecreet, kookt dit onder elkander, maar niet langer als men een zootje vis kookt, dog de pot vooral digt hou-den, en daar na 'tdoor eenteemis gieten, geefthem dan die wyn in en dek hem digt toe, en houd hem zo een dag of 5, dog 2 maal daags moet gy hem reyden maar vooral warm houden, het is goed bevonden.
Voor Paarden die niet kunnen Wateren. . Zo uw Paard niet kan wateren, moet gy kleyn Mer nemen en 1 groote handen vol peterfelie en kerf die fyn, doet dezelve in het bier en kookt dit te zamen, 00k zo lang als een zootje vis; laat het -dan zo koud worden, dat gy het kunt doogen, en knypt dan de peterfelie uyt en giet hem dan het bier tot de mond in, dekt hem met 1 of 1 dek-ken wel'toe, hy zal in de t\d van 3 a 4 uuren wel wateren, des winters gebruikt men de'worte-len en zomers de loof van de peterfelie, maar gy moet de pot of ketel daar het in gekookt word
vooral
|
|||||
1
|
|||||
C 9 ) vooral toehouden, op dat er de kwalm inblyft, die de beite kragt aan de drank geeft, goed bevonden. Voor Buyk Pyn der Paarden. Zo uw Paard buyk pyn heeft, maakt 2 musjes an-nys warm, giet hem die in, en dek hem wel toe.
of Anders. Neemt een groote uyjen, fneid dezelve aan vieren,
|
|||||||||||
J
|
|||||||||||
doec die vier ftukken in zyn Emeldarm, zo yer uw
|
|||||||||||
arm lang is, ;,l:yd goed bevonden.
Voir Verftoptheid der Paarden. Als uwBeeft verftopt is, zo dat hy niets van hem kan doen, neemt dan een half pond raapoly met een half pond booter, maakt dat te zaam warm tot dat de booter gefmoiten is, laat het een weinjg koelen, giet of geeft hem dit in, het is goed bevonden. \ oor Bloed Ziekten der Paarden. Zo uw Paard aan het't bloed is, dan zal hem het hart aan de flinkerzy ilerk flaan tusfchen de Voor-bout en het lyf, als gy dat voelt dan moet gy hem terftond doen aderlaten, aan de flinkerzy van de hals, j dog zo gy daar geen bloed na genoegen krygen kunt, moet gy hem laaten daar 't dan maar het befte voegt; dan moet gy met eeten probeeren, en geeft het beefb dat hy" het "graagt'te luft, het is dikwils dus gedaan 1 en goed bevonden. .
Voor de Droes der Paarden. Wanneer uw Paard droesig is, geeft hem dan een I tinne lepei vol groene Erwten onder wat voer ha* f B ver
|
|||||||||||
C to y
ver te eeten, vervolgens twee lepels vol, al langss-mer meerder en dat tweemaal daags, dog boven de 5 lepels vol moet gy niet gaan, zo lang de droes daar aiet uyt is.
,: Weder voor de Droes der Paarden.
Daar is veelderlye droes der Paarden, er is die ont-ftaat van gefmolte fmeer, dat door al te fterk reiden Veroorzaakt word, dat word byna geele droes, dog is gemaklyk te herflellen, neemt voor 4 duyten aan moftert en voor 4 duyten aan geftooten peper in een musfie wyn azyn met wat boomoly, mengt dit te za-men onder elkander en maakt het laauw, giet dat't Paard in, zo hy niet te zwak is kan hy wel beteren* ik heb hier meede veele geholpen.
Voor Verhoolen Droes der Paarden.
Als uw Paard niet veel Eet, en ligt van buyk word, en veel komt te leggen, en dan op zyn eene been en dan op het ander gaat ftaan, moogt gy wel den-fcen dat hy de verhoolen droes heeft, dan moet gy uw beeft in de hals Aderlaaten, en ten eerfte twee groote ftukke vleesch uyt uw kuip^in een ketel vol water gaan kooken, neemt dan dat vleesch op met dat vet als 't nog warm is, waft dan het Paard zyn lyf daar meede en dek hem dan digt ioe, dog gy moet hem 2 a 3 dagen agter een wasfen, hetisaltyd goed bevondem
Voor Gemeene Droes der Paarden.
Deeze gemeene droes is een wit fnot, als gy die jtemerkt zo geeft uw beeft groene Erwten onder zyn
voer
|
||||
t " I
voer 70 aTs te vooren gezegd is, neemt claar by ecu haive Jepel vol wic moftert zaad, ook zo veej iyri griek en klisfebooms-zaad, voert die onder wat ha* Ver, doe ieder meel op zig zelve, het is goed. Voor de Droes in de Keel der Paarden.
Als uw Paard de keel toegaat en hy n?et zwelgett mag, en als hy gedronktn heeft, het water hem de-reus uitloopt; Neemt dan een Buller-ees en ftoot hero-3 maal daar mee in de keel, maakt dan een half mus-fie france wyn warm en giet hem dat in, geeft hear: vry 2 a 3 maal daags een half musfie, de keel zal wel ruym worden, en de droes beginnen te febieten, geeit hem vry een wyt.ig groene Erwten onder zyn Voer, het kan niet fchaaden, 't is goed bevonden. Voor Droes of Buylen der Paarden T
Als uw Beef! droesig is-, dat er buylen onder de keel komen; linelt of kookt wat booter in een pant*; je dog zo lang op 't vuur laten ftaan, dat dezeiver bruyn of zwart geworden is, fmeert die buylen daaf 2 a 3 maal dflags meede, tot datze doorbreeken, dan is uw Faard verligt, haalt vervolgens de droes daar: uytof duwt dezelve er uyt, houd daar een wieke in van fchoon linnen, maakt het zelve vet van de bruy-' re gefmolten booter 2 imal iedcf dag, anders willen die gaaten te vroeg digt gaan, 't is goed bevonden. : Voor Druyp Droes der Paarden.
«■ Van deeze druyp Droes zeg ik alleen dit tot
onderrigting, het is witfehuymdat uit de reus druypt
- <even als of hec lhot is, en doorgaans loopt die vosrg
|
||||
( 12 )
meeft uyt een neusgat, zy fnuyven daar wel aan; men kanze daar niet van geneezen, maar dat hier hetbes-te van is en dat ik ieder onder het oog wilde bren-gen,komt hier op uyt, deeze droes fpruyt niet aan andere Paarden over, daar en tegen alle andere droes allegaar overfpmyt; het zy op ftal of datze met andere! in de weide loopen, of voor ploegen ofwagens, ja al eet een gezond paard uyt de krep daar pas van te vooren zo een droesige uyt geeeten heeft, 't zal niet over fpruy ten. ik heb daar veel ondervinding van, waarom er dit van meede deel.
lets, van voorgen^W^ Droesen, dat die niet over zullen fpruyten aan uw Paard. Zo gv met een Paard by een droesig Paard moet ryden of mennen, op ftal of in de weide zyn, en gy wilt uw Paard voor droes bevryden, zo moet gy uw beeft wat haver voeren, en doen daar wat zeven-bpom onder zyn haver, maar niet meerder ieder meel dan een vingerhoet vol, en gy moet die zevenboom fyn k erven, als gy dit een dag of 2 van te vooren gedaan hebt eer hy by droesige Paarden komt, ja al at hy de droes van andere Paarden op, zal zulks niet overfpruyten, maar gy moet dit tweerraal daags on-derhouden, als uw Paard by zulke droesige verkeeren moet, ik heb veelmaal de haver met zevenboom myn Paard laaten eeten, als hy van de droes beihot en be-morft was, en goed bevonden.
Voor Gallen aan de Agtterile JBeene der Paarden.
Wanneer
|
||||
C 13 )
Wanneer uw Paard aan zyn hakken in de agtterfte beenen gallen krygc^clan moet gy hem des avonds en 's morgens in't wet of koud water reiden, tot de buyk toe, en laat hem daar een half uur ftil in flaan, maar in zee water is nog beeter; en»als 't dan nog niet be-ter word, zo moet gy de gallen 2 maal daags fmee-ren met oly van tarpentyn en droogen die oly ieder rys in als gy hem fmeert, 't is goed bevonden. Voor Dikke Hakken der Paarden.
Als uw Paard dikke hakken krygt, dan moet gy die tweemaal daags met zeep befmeeren, en die zeep, met het plat van uw hand vryven tot datze fchuimt, en alle 2 of 3 dagen de zeep met laauw waater af-wasfen, anders groeyen daar dikke korfte aan, en dan al Iweder fmeeren als gezegd is, de dikke hakken zullen wel weg gaan, het is goed bevonden. Voor de Eetworm der Paarden.
Zo uw Paard aan de Eetworm is, dan krygt hy veele klyne builtjes als of 't wormmoote der koey-en zyn, die komen veeltyds eerft aan 't hoofd, 00k wel aan de voorbeene, en op veele andere plaatzen van 't lighaam aan, ja ten laatltehet'geheele lyf over en dan zynze kwaad te helpen, hoe fpoediger daar by des te beter, Neemt zeep en oude pis die fterk is, kookt dit wel onder elkander, en fmeert de Eetworm daar 2 maal daags meede, het is goed. Voor Mok Beenen der Paarden.
Als uw Paard tusfen de hoef en de vitlok, of in de vitlok kornt te rotten, zo dat 't haar daar uitvalt
B 3 en
|
||||
fn e*r gafen inbreeken; waar aan zommiVe weT bin* ften, dan moet gy er her losfe ha;ir uittrekken, en de rooven er af vryven, waft dat dan met brandovvyn, en daar na met boskruyt bevryven, 'tis extra goed. Voo d2 ftlem der Paarden. A!s uw Paard de klem hceft, word hy heel ftvf* zo dat hy de becnen zeer w\d van elkander'zet, en is over t gehee'; ftyf, zo dat de mond naauwlyks op kan, en de ooge draayen 't wit. voor, maar zo de mond in het geheel r iet op kan, is uw beeft onber-iteibaar, dog ais ey er by tyds by zyt moet gy hem veel bloed aftappen, op al die plaatze daar gy bet maar t beft krysren kunt, maakt dan deeze drank £e-reed, twee kannen oud bier met een half pond boom oly en een ons f'enee se driea'kel, maakt dit te zaam Wirm, en giet het uw Paard in, dekt hem daar op we\ toe, Het is de befte raad die ik voor de llem Weer, aan dit ongemak fterven er meer dan die daar van herfteld worden.
Nog le s voor Vervanr^en Prarden, waar van reeds genie d is.
Zulk een Paard meet gy in de borft en in de lpat aderlaa'en, en gee t hem dan een kop vol bier met een tinnelepel vol feneetse driea'kel order tl-kander geroert in, dekt hem dan warm toe, dit Kb ik by ondevinding dat het zeer goed is maar rlrari-ce wyn en een fyn geraspie noote mu.chaat daar ©aUer is nog niet dan des te berer.
JDito van de Ecrdwonu der Paarden.
maakt
|
||||
C ts )
Maatct een drank klaar van onde manne water en groene zeep van elks evenveel, zet dit op een klyn vuurrie, en roerc het geduurig tot dat het wet onder een gemengt is, en als het koud is, fmeert de gaaten en bonkels daar meede, uw Paard zal wel geneezen, ik heb alle die geenen die dit ongemak hadden, hier meede geholpen.
Voor of van de Varent der Paarden.
Zo uw Paard varens krygt, die komen by de ooren of aan' de fchoft der Paarden, het worden hooge buylen, ik heb daar van eenige geneefen* dog daar is veel moeite en kofte aan, daar moe-ten groote gaaten ingefneeden worden, en dan met flerk trekkende fpecie laaten uittrekken, want het accident komt uit de long pypen voort, maar ik wil niemand fterk raaden daar aan te beginnen, zy zyn ook wel met goede heel zalf digt te kxy* gen maar zy brceken meefl al weder op> . • <;
E Y N JD E.
|
|||||
utA
|
|||||