-ocr page 1-
-ocr page 2-
-ocr page 3-
-ocr page 4-

lt;?, ir\ Y

-ocr page 5-
-ocr page 6-
-ocr page 7-
-ocr page 8-

is'.

-ocr page 9-

EU CHAKISTISCH

i / é'i? GEBEDENBOEK

r 9 i

voou / '

vrome en g0diy11nnende 2ie1.en ,

bijzond£b ter verspreiding en bevordering der aandacht tot het allerheiligste sakbament des altaars.

e in t o t

de moeder «ods mariai^ f-

C -r- ®

vijfde d r ij k. s? (j £ ^ 'jü o

^ ï

« quot;b

Hiet CaucdkciiriiiK. ^ ^

03

c

c

0 E

tjl vemlüo. bij de wed. h. honiamrs. i:

t |

ë k 3 lt; gt;

-ocr page 10-
-ocr page 11-

VOORWOORD.

Dit gebedenboek — zegt de Eerwaardige duitsche Schrijver — lificft, zoo als do titel reeds; aanduidt, bij zijue gewone bestemming 5 nog Let bijzondere dool, om bij te dragen tot de verdere verspreiding en bevordering eener degelijke aandacht tot het allorhei- [ ligsto Sakrament des Altaars en van do allerzaligste Moeder Gods Maria. Mot dit inzigt moet het vooreerst eeue blijvende liefelijke herinnering zijn aan onzen in het allerheiligste Sakra-

-ocr page 12-

ment verborgen God en Heiland; dan moet het deze herinnering niet slechts opwekken en levendis

1 O

maken, maar trachten te doen behouden, enalzoo eene schadelijke vergetenheid in dit opzigt, welke ongelukkiglijk bij velen opgemerkt wordt, tegengaan. Daarom gaven wij ons boekje den titel van Eucharistisch Vergeet-m ij-niet. „Vergeet niet, Christen,quot; wil het daarmede zeggen, „ vergeet niet uw beminden Heiland en Heer in het allerheiligste Sakrament, maar gedenk Hem in liefde, alle de dagen uws levens!quot;

Om nu echter den vromen Chris-ten ook een geschikt middel te bezorgen, zich dagelijks met vruch t

-ocr page 13-

in de berinnering aan het goddelijk Sakrament te versterken, en deze herinnering aan den verborgen God en Heiland zich voortdurend ten nutte te maken, biedt dit boek, in een tweede afzonderlijk gedeelte, eene wezenlijk heilige eu heilzame oefening aan. Dit; s eene oefening vol zegen en genade, nanielijk de voor eiken dag der maand ingerigteschoone, liefelijke en hartelijke Bezoeken van het allerheiligste Sakrament, en van de i Moeder Gods Maria, welke de heilige Alphonsus Maria deLiguori, in het jaar 1747, in de Italiaan-sche taal uitgaf.

Deze Bezoekingen vonden dadelijk zulk een grooten bijval, dat zij

-ocr page 14-

niet alleen herhaaldelijk op nieuw gedrukt, maar zolfs bij het leven desheiligen Schrijvers in de meeste talen overgezet, en in zekeren zin wereldberoemd werden.

De in dit book gevolgde vertaling dier Bezoeken is geheel nieuw, en verdient wegens hare eigenaardige bewerking niet slechts opmerking, maar mag zich ook wel eenige oorspronkelijkheid toeëigenen. Over hare innerlijke waarde moge de christelijke kritiek oordoelen.

Ontelbare zielen zijn door deze Bezoeken totcene van liefde gloei-jende aandacht voor het allerheiligste Sakramcnt en voor de maagdelijke Moeder Maria gewonnen; bij deze aandachts-oefeningen. —

-ocr page 15-

voorgelicht door liet licht der eeuwige genadezon. — hebben zij het verderf der wereld leereu inzien , en zich dos te eerder volkomen Gode toegewijd. In deze toewijding hebben zij den waren vrede des j harten, het schoonste geluk des i levens, het heil hunner onsterfelijke zielen en de eeuwige gelukzaligheid des hemels gevonden. Zulk een lot zal u. Christen, ook ten deel vallen, als gij u aan eene innige vereering van uwen, in het allerheiligste Sakrament verborgen | God eu Heiland , en vau zijne hoogstgezegende Moeder toewijdt, en deze vereering niet volhardenden ijver trouw beoefent.

Gelukkig, wanneer dit boekje

-ocr page 16-

u daartoe moge opwekken en er een hulpmiddel toe zij ! God , de Heer, geve liet, op de voorbede zijner allerzaligste Moeder! Keulen, op Kersmisdag. 1860.

J. K,

Velen zullen er echter zijn, wien het onmogelijk is dagelijks ten bezoek vau het allerheiligste Sakrament naar de kerk te gaan. Aan hen mogen wij den wensch te kennen geven, zich daarom niet aan deze aandaclits-oefening zelve te onttrekken; trouwens, zij kunnen ze ook, naar keuze en beschikking van lijd, in huis verrigten, en zich in gedachten tot een Bezoek in de kerk verplaatsen. De goddelijke Heiland zal ons ook op die wijze de zoetigheid zijner sacramentele tegenwoordigheid laten smaken, en zijne genade, even vrijgevig als de zon hare stralen, over ons uitstorten. Voorzeker, men kan het gewigt. het nuttige, heilige en heilzame van deze Eucha- i ristische aandachts-oefeningen niet genoeg ;

__l

-ocr page 17-

aanbevelen. „ Een enkel kwartier uurs.quot; — zegt de H. Liguori — „ doorgebragt in het bezoek des heiligen Sakraraents, is geschikt om ons veel verder te brengen op den weg der godzaligheid, dan geheele dagen in andere godvruchtige oefeningen.quot; — Eene enkele gedachte vol liefde voor het allerheiligste Sakrament, vervult het hart dikwijls met onuitsprekelijken vrede en troost.

Verzuim daarom niet, geliefde Christen, u aan deze vereering toe te wijden. Bid vurig, gelijk dit op bladz. 41 en 43 is voorgeschreven, den liefdevollen Heiland, datfc hij dit heilig Vergeet-miJ-niet met onuitwischbare letters in uw hart schrijve, opdat gij u veel en hartelijk in liefde aan Hem moogt herinneren en Hem nooit vergeten.

-ocr page 18-

V

r

-ocr page 19-

Morgenge beden.

=-lt;jy-

Korto Verheffingen des harten, 'smorgens bij het ontwaken,

l.

God, mijn God! Bij het vroege morgenlicht ontwaak ik voor ü ; mijne ziel dorst naar U, den levenden God, en mijn ligehaam smacht van verlangen naar ü.

2,

Open, o God, mijne oogen om uwe wouderen te aanschouwen; open mijn mond om uwen lof te verkondigen,

3.

Heilig, heilig, heilig zijt Gij, God, Heer der heerscharen ! Hemel en aarde zijn vol van uwe magt en heerlijkheid I

-ocr page 20-

—. 12 ~~

Eere zij dea f V r, en den f Zoon, en den f heiliffen eest; gelijk in den beginne, en nu e- altijd , en in alle eeuwigheid. Amen. (100 dagen aflaat.)

4.

Geloofd en aangebeden zij ten allen tijde het allerheiligste en goddelijk Sa-krament! (100 dagen aflaat.)

5.

Geloofd en gezegend zij altijd de zoete naam van onzen Heer, Jesus Christus, en denaam van zijne Moeder, de allerzaligste maagd Maria ! ( 3 jaren aflaat)

6.

Heilige God! heilige almagtige God ! Heilige onsterfelijke God ! ontferm U mijner !

7.

In den naam van mijnen Meer en Heiland, Jesus Christus, sta ik op en be-

gquot;

he

vo m dt

-ocr page 21-

gin ik dezen dag. JT''j die voor mij aan het kruis stierf en it liefde voor mij voortdurend in het « 'erheiligst Sakra-ment vertoeft, gewaardige zich mij heden en altijd te geleiden, te besturen, en beschermend op den weg des heils te voeren tot het eeuwige leven. Amen.

8.

Looft den Heer, alle volken ! Prijst Hem, alle natiën! want Hij is onze Heerscher, en zijne waarheid duurt eeuwiglijk!

9.

Lof zij God! nog leef ik heden.

Heel mijn aanzijn, mijne leden Hebt ge, o Vader', dezen nacht. Weer uw hoede waard' geacht!

Bank, mijn ziel! o buig u neder : God, mijn God, isliefdrijk, teeder. Vol erbarming, dag en nacht; Op, mijn ziel! Hem dank gebrugt! |

a

-ocr page 22-

MORGENGEBED.

ó God, Vader, Schepper en Onderhouder ! In den geest van ootmoed en kinderlijken eerbied verschijn ik dezen morgen voor U, en ze.^ ü, in den naam | van mijnen Heer en Heiland, Jesus j Christus, hartelijk dank, dat Gij mij den ! verleden nachtzoo genadiglijkbescherm-j det en dezen dag in barmhartigheid j hebt laten beleven. Voor heden en voor j altijd geef ik mij geheel over in uwe liefdevolle handen, ten einde Gij, als met uw eigendom, met mij moget handelen naar uw goedvinden. Aan U, mijn Heer en mijn God , breng ik mijn hart, mijn ligchaam en ziel, met al hunne krachten, begaafdheden en aandoeningen ten offer. Voor U alléén wil ik leven; U alléén wil ik liefhebben, en U alléén dienen; U die mij ter uwer eere en tot mijne zaligheid hebt geschapen.

-ocr page 23-

En nu, goedertieren God en Vader ! Gij die mij dezen nieuwen dag hebt ge-sehonken , schenk mij nu ook naar uwe wijze goedheid datgene, wat ik dezen dag naar ligchaam en ziel zal noodig hebben. Help mij a!!es doen en vervullen, waartoe uw wil en mijne beroeps-pligtenmij verbinden. Laat met het licht van dezen nieuwen dag ook het licht uwer genade mij omstralen, ten einde ik als een kind des lichts eerzaam en godzalig voor U wandele, en niet deel neme aan de werken der duisternis. Dat men mij steeds naar waarheid be-vinde in mijne woorden, regtvaardig in mijne werken, en zuiver en opregt in mijne gedachten en begeerten.

Aan U, o God, zijn al mijne zwakheden en gebreken, mijne in- en uitwendige behoeften , alles wat mij bekommert en ter harte gaat bekend ; verlaat mij daarbij niet, maar schenk my in alles uwen zegenenden bijstand ,

-ocr page 24-

— 16 —

uwe hartverkwikkende genade en uwe vaderlijke hulp. Neem mij geheel onder uwe hoede, en laat mij onder uwe goddelijke bescherming dezen dag heiliglijk beleven : gehoorzaam aan U, mijn Heer en God; opregt, welwillend en liefderijk jegens mijne medemenschen ; dankbaar en ootmoedig in geluk; geduldig en tevreden in tegenspoed; regtschapen in handel en wandel, en trouw eu naauw-gezet in alles.

O, hoe gelukkig zal ik zijn, als ik dezen dag en alle overige levensdagen op die wijze godvruchtig volbreng! Dan zal ik steeds een genadige God over mij, en een gerust geweten in mij hebben, en om mij heen vrede en zegen genieten. Verleen mij dit alles, o Heer, mijn God! door Jesus Christus, uwen Zoon, onzen Heer.

Ook voor mijne geliefde medemenschen, in het bijzonder voor mijne naasten, bloedverwanten, vrienden en be-

-ocr page 25-

17 -

kenden bid ik uwe barmhartigbeid af, o God, en beveel hen in uwe vaderlijke voorzienigheid. Gij kent hunnen nood, hunne behoeften en hartewenschen. Geef hen, wat hun dienstig en goed, en verwijder van hen, alles wat kwaad en schadelijk voor hun is, en eindelijk, bewaar hen in uwe vreeze en liefde. Neem allen, o God, in genade aan; behoud de regtvaardigen in de deugd; bekeer de zondaren tot boetvaardigheid ; bcseherm hen die aan bekoringen bloot staan, en breng de dwalenden terug op den regten weg; — troost de bedroefden, verzorg de noodlijdenden, help de ongelukkigen; — versterk de zieken, begenadig de stervenden, en verleen den overledenen de eeuwige rust!

o Liefdevolle God en Vader! Zie, in den geest omvat ik in mijn gebed geheel de hulpbehoevende menschheid, en sluit allen met kinderlijk vertrouwen in bet gebed, hetwelk uw geliefde Zoon zelf

-ocr page 26-

_ 18 —

ons geleerd heeft, aandachtiglijk herhalende ;

w Onze Vader, die in de hemelen zijt! Geheiligd zij uw naam; ons toekome uw rijk; uw wil geschiede op aarde als in den hemel. — Geef ons heden ons da-gelijksch brood ; vergeef ons onze schulden, gelijk wij vergeven onzen schuldenaren ; en leid ons niet in bekoring, maar verlos ons van den kwade. Amen. quot; n Wees gegroet, Maria! vol van genade. Üe Heer is met U; gezegend zijt gij boven alle vrouwen , en gezegend is de vrucht uws ligchaams, Jesus! — Heilige Maria, Moeder Gods! bid voor ons, zondaars, nu en in de ure onzes doods. Amen. quot;

Als men tijd te kort komt, kan men het volgende gebed overslaan, en dadelijk besluiten met het Gebed en den zegen, op blad/.. 22.

Aan Jesus.

Goddelijke Heiland, Jesus Christus!

i

-ocr page 27-

die uitliefde tot mij mensch geworden en aan het kruis gestorven zijt: sta mij met uwe hulp bij, opdat ik heden en altijd slechts voor Ü leve; dat alles wat ik denken , zeggen, doen cn lijden moge, eenig en alleen diene ter verheerlijking van uwen heiligen naam.

Zie, liefdevolle Verlosser! uit innige dankbaarheid voor alle uwe ontfermingen en liefdeblijken, en tevens tot herstelling van mijne vroegere ontrouw, schenk ik ü thans mijn hart als eerste morgenoffer, cn neem mij vastelijk voor uw liefderijk vaderhart nooit meer door eeni-ge zonde te bedroeven, maar mij ernstig te zullen toeleggen in gedachten, woorden en werken steeds een zuiver, vlekkeloos leven te voeren. In het bijzonder wil ik mij heden in acht nemen voor deze zonde (men noemt die zonde of zondige gewoonte, waaraan men zich schuldig kent) waartoe ik zoo ligt genegen ben en waardoor ik

-ocr page 28-

U zoo dikwijls belecctigd lieb. Scheuk mij, o goede Jesus, bij de genade van dit ernstig voornemen, ook die van een gelukkig volbrengen, en van den bijstand der genade des heiligen Geestes. Amen.

Tot den heiligen Geest,

Kom, o God, heilige Geest! en vervul mijn hart met uwe gaven. Laat mij heden wandelen in uwe kracht, opdat ik al mijne beroepspligten naauwgezet vervul-le, regt en regtvaardigheid beoefene, de liefde tot den naaste niet kwetse, niemand beleedige, maar integendeel ontvangen e beleedigingen van harte vergeve; dat ik zoo veel mogelijk het goede beoefene en in alle opzigten als een regt-schapen Christen handele en wandele. Sta mij bij, o heilige Geest, in alle omstandigheden cn voorvallen des levens ; verlicht en help mij in onwetendheid , geef mij raad in twijfelingen, versterk mij in mijne zwakheid, bescherm mij

-ocr page 29-

21 ^

in de bekoringen, troost mij in droefheid, en help mij in allen nood en behoeften. Verhoor mij, o heilige Geest, en verlicht mijn verstand, opdat ik het goede kenne, en versterk mijnen wil, opdat ik het getrouwelijk beoefene. Am.

Tot Maria.

Fleilige Maagd Maria, mijne liefderijke Vrouwe, mijne Koningin en Moeder! zie, ik wend mij tot uw van barmhartigheid zoo overvloediglijk vervuld hart, en stel mij voorheden en altijd onder uwe moederlijke bescherming en geheel bijzondere voorspraak. Vertrouwende op uwe barmhartigheid, stel ik al mijne wen-schen, al mijne hoop, mijne bekommeringen en geheel mijn leven, bijzonder de laatste uren, in uwe gezegende handen. Verwerf mij, lieve Moeder, door uwe magtige voorspraak en glorievolle verdiensten, bij uwen lieven Zoon, alle die genaden welke ik behoef, om over-

-ocr page 30-

— 22 —

eenkomstig Gods welbehagen te leven, zijn wil te volbrengen, mijn heil te bewerken en de eeuwige zaligheid te ver-krijgen.

ó Heilige Moeder en Maagd! zoo rein, Laat mij n steeds bevolen zijn!

Wees Moeder mij in allen nood;

Help mij in leven en in dood!

Zegen.

Almagtige, eeuwige God! Heer van leven en dood, in wiens hand wij staan, hetzij wij leven of sterven : zie, op mijne knieën neergevallen verhef ik hart en handen tot U, smeekende om uwen heiligen zegen.

Alzoo zegene, beware, bescherme mij de almagtige en barmhartige God : f Vader, f Zoon, en f heilige Geest.

De liefde van God den hemelschen Vader, — de vrede van Jesus Christus, den eeniggeboren Zoon, — de troost en

-ocr page 31-

33 —

genade van den lieiligen Geest, — de moederliefde der allerzaligste, altijd reine en onbevlekte maagd Maria, — de bescherming, der heilige Engelen, en de voorbeden en verdiensten van alle Gods lieve Heiligen, mogen nu en altijd met mij zijn en blijven. Eu de zielen der afgestorvenen mogen rusten in eeuwigen vrede! Amen.

DAGEL 1JKSCHE OEFENINGEN.

T.

liet (!(Miig noodzakelijkft.

(Ter gedurige overweging.)

«Slechts ee'n is noodzake-1 ij k.quot; (Luc. X. 42.) — Behartig deze godspraak van Jesns wel, mijn Christen, en bedenk :

1. Gij hebt slechts ééne ziel. Gaat zij verloren, dan is alles verloren.

-ocr page 32-

u

2. Slechts eenmaal is de tijd dei-genade daar; maakt gij er niet trouw gebruik van, dan valt gij in ongenade.

3. Gij hebt slechts één God. Als gij Hem niet dient, dan dient gij de zonde, en zijt als een dienstknecht van den Booze.

4. Gij hebt slechts één eeuwige Regter, en van Hem kunt gij u niet tot cén hoogeren wenden.

5. Aan één oordeel slechts hebt gij u te onderwerpen. Dit zal zijn : « komt, gezegende!quot; — of wel : «gaat weg van mij, vervloekte!quot;

6. Er is slechts één hemel. Wordt gij daarvan uitgesloten, dan is de hel voor eeuwig uw lot.

7. Alzoo hebt gij slechts écne zaak te kiezen, ü, mogtet gij toch de regte, het één noodzakelijke, het heil uwer arme onsterfelijke ziel kiezen, en dit al de dagen uws levens met ijver bewerken.

Wat baat het den mensch, al zou hij

-ocr page 33-

^ 25 —

ook de geheele wereld kunne.i winnen, terwijl zijne ziel verloren en voor eeuwig te gronde moest gaan!

Wat zou liij er bij winnen rijk te zijn, prachtig en in fijn gewaad gekleed te gaan, dagelijks de kostelijkste maaltijden te genieten, en — na eenen korten tijd, even als de rijke vrek — in de kei begraven te worden 1

Waarlijk, slechts één is noodzakelijk: zijn eeuwig heil te verzekeren ! Zonder dit is al het andere ijdelheid en verderf.

Eén is noodig ; 't vrome leven;

Dit volijvrig na te streven ,

Zij de hoogste zorg voor mij!

Al mijn pligts- en werk-betrachten,

Al mijn' eedle zielekrachten.

Dat 't U, o God, geheiligd zij!

ir.

Opoffering en goede meening,

ó Heer mijn God, Koning des hemels en opperste Bestuurder der gan-

r-»

*

-ocr page 34-

26 —

sche wereld! Zie, ik, uw arme dienaar en nietig schepsel, waag het tot V te komen, om uwer opperste majesteit voor heden en alle mijne levensdagen, in ootmoed des harten, alles in het algemeen en in het bijzonder op te offeren, wat ik denken, doen of lijden moge; alzoo al mijne werken, beroeps- en andere bezigheden, mijn gaan en staan, mijne gedachten, mijne woorden en mijn zwijgen; mijne genietingen , toelatingen en ontberingen; mijne vermoeidheden en uitspanningen; mijn waken en bidden; mijne voor- en tegenspoeden, in één woord : alles wat ik doen of laten moge; wat van mij, door of tegen mij geschiede; alle bewegingen van mijn lig-chaam , de gewaarword ingen mijner ziel; alle werkzaamheden van mijn' geest en alle aandoeningen mijns harten.

Dit alles draag ik U op, mijn Heer en mijn God 1 met het doel om hierdoor uw heilige wil te vervullen en naai uw

-ocr page 35-

27 —

goddelijk welbehagen te handelen ; alles wat zondig en U onaangenaam is van mij te verwijderen, mijn heil te bewerken, mijne toekomstige zaligheid te verzekeren, en tevens, om het heil en de zaligheid mijner medemensetien, in 't bijzonder voor mijne naastbestaanden , daardoor te bevorderen.

En ten einde dit doel en deze meening des te eerder en meer volkomen moge ! bereikt worden, verbind en vereenig ik aan en met dit offer, de oneindige ver-[ diensten van Jesus Christus, uwenZoon; i al zijne goddelijke deugden en volmaaktheden, alles wat Hij ter wille van mijn eeuwig geluk en ter uwer verheerlijking, o God, gedaeht, gesproken, gedaan en geleden heeft; ik vereenig ze verder met de deugden, voorregten en verdiensten van Maria, de allerzaligste maagd, van alle Engelen en Heiligen, en met al het goede wat ooit ter wereld gedaan is , met alle heilige Misoffers, Communiën eu

-ocr page 36-

zegeningen , met alle gedachten , goede werken en vrome oefeningen, — al liet-gene waardoor Gij, eeuwige cn allerheiligste God , in den hemel en op de aarde geëerd en verheerlijkt wordt.

Ik offer U dit alles op, o mijn God en Heer, tot dankzegging voor alle ont-vangene genaden en weldaden, tot verzoening van alle zonden en beleedigin-gen tegen uwe allerhoogste majesteit, ter verkrijging van alle goed naar lig-chaam en ziel, tot vermeerdering der christelijke regtvaardigheid en heiligheid, tot bekeering der zondaren , tot vermindering der goddeloosheid en boosheden, tot welvaart van geheel de hei-i lige Kerk, tot redding van alle meu-j schen, tot heil van de levenden en tot ! troost der overledenen.

Neem, o God, dit offer en deze goede ; meening ia genade aan, en verhoor mijne smeekingen : door Jesus Christus, uwen Zoon, onzen Heer, Amen.

-ocr page 37-

— 29 —

UI.

Kortere goede meening.

Alles geschiede tot raeerdere eer van God; alles met Hem, onder de bescherming der allerzaligste maagd Maria.

Al wat ik blijf ondernemen,

Wat ik lijd en wat ik doe ,

Zij, o God, ter uwer eere.

Uwen zegen belpe er toe '

IV.

De drie goddelijke deugden. (1)

G E T, O O F.

o Mijn Heer en mijn God! Gij zijt de opperste en onfeilbare waarheid;

(1) Aan het aandachtig en rouwmoedig verwekken dezer drie goddelijke dengden, met het voornemen de heilige Sakramenten in gezonde dagen niet te verzuimen, is telken male een aflaat van 7 jaren verbonden.

3

i,.

-ocr page 38-

zegeniogen , met alle gedachten, goede werken en vrome oefeningen, — al liet-gene waardoor Gij, eeuwige en allerheiligste God , in den hemel en op de aarde geëerd en verheerlijkt wordt.

Ik offer U dit alles op, o mijn God en Heer, tot dankzegging voor alle ont-vangene genaden en weldaden, tot verzoening van alle zonden en beleedigin-gen tegen uwe allerhoogste majesteit, ter verkrijging van alle goed naar lig-ehaam en ziel, tot vermeerdering der christelijke regtvaardigheid en heiligheid, tot hekeering der zondaren, tot vermindering der goddeloosheid en boosheden, tot welvaart van geheel de hei-I lige Kerk, tot redding van alle men-schen, tot heil van de levenden en tot ; troost der overledenen.

! Neem, o God, dit offer en deze goede meening in genade aan, en verhoor mijne smeekingen : door Jesus Christus, j uwen Zoon, onzen Heer. Amen.

-ocr page 39-

III.

Kortere goede meening.

Alles geschiede tot meerdere eer van God; alles met Hem, onder de bescherming der allerzaligste maagd Maria.

Al wat ik blijf ondernemen,

Wat ik lijd en wat ik doe,

Zij, o God, ter uwer eere,

Uwen zegen helpe er toe !

IV.

De drie goddelijke deugden, (l)

GELOOT.

ó Mijn Heer en mijn Godl Gij zijt de opperste en onfeilbare waarheid;

(1) Aan het aandachtig en rouwmoedig verwekken dezer drie goddelijke deugden, met hot voornemen de heilige Sakramenten in gezonde dagen niet te verzuimen, is telken male een aflaat van 7 jaren verbonden.

3

-ocr page 40-

daarom glt;Ioof ik alios wat Gij ons geopenbaard, en Jesu3 Christus, uw eenig-geboren Zoon , met zijn eigen mond ons geleerd heeft, wat de Apostelen verkondigd hebben, en de heilige katho-lijke Kerk, die ik als de grondzuil en het beginsel der waarheid vereer, onder den voortdurenden bijstand des heiligen Geestes, te gelooven voorhoudt.

In dit geloof erken en belijd ik U, als den eenigen waren God, één in wezen en drievoudig in personen : God de Vader en Schepper, — God de Zoon en Verlosser, — en God de heilige Geest, onze Vertrooster en Heiligmaker.

Doet men liet dagelijks gedurende eene maand, dan kan men een vollen aflaat verdienen, mits men met deze meening ook waardig bieehte en communicere, en voor de welvaart der Kerk bidde. Deze allaten kunnen evenzeer op de lijdende zielen in het vagevuur toegepast worden.

-ocr page 41-

Tn dit creloof aanbid ik ü, heilige, drie-eenige God, als het hoogste en volmaaktste wezen; als de opperste Heer, Gebieder en legeerder der gansehe wereld ; als de vrijgevige Belooner van het goede en regtvaardige Straffer van het kwade.

Ingevolge dit geloof erken en hond ik voor waar, o God, dat de raensch, om zijne eeuwige bestemming te erkennen en zijn heil te bewerken, uwe genade en den bijstand des heiligen Geestes noodig heeft; evenzoo, dat zijne ziel onsterfelijk is en na dit leven voor uw oordeel moet verschijnen, om onherroepelijk geregt te worden. Alsdan zal zij eenwiggelukkigof voor eeuwig ongelukkig zijn, naarmate van hare verdiensten.

Verder geloof ik, dat ten jongsten dage de ligehamen van alle afgestorvenen tot een nieuw leven zullen opstaan, voor het algemeen oordeel verschijnen, en diensvolgens voor eeuwig het

-ocr page 42-

— 32

lot hunner geoordeelde zielen zullen deelachtig worden.

Eindelijk geloof en, belijd ik plegtig, dat de katholieke Kerk in hare geloofs-cn zedelecr volstrekt waar en onfeilhanr is; dat Jesus Christus haar voor alle i tijden gesticht , en aan haar alleen zijne leer, genademiddelen en goddelijke geheimen ter verkondiging en uitdeeling heeft toevertrouwd. — Slechts in den schoot dier Kerk is het goed leve-n en zalig sterven.

Versterk mij, o mijn Fleer en mijn God, in dit geloof, en help mij, dat ik door trouwe en ijverige vervulling van zijne voorschriften mijne eeuwige bestemming bereike, en tot de zalige werkelijkheid kome.

HOOP.

6 God, Vader des lichts en Gever van alle goede gaven! Vertrouwende op uwe oneindige barmhartigheid en op de

-ocr page 43-

— 33 —

verdiensten van Jesus Christus, mijnen Heer cn Heiland, lioop ik, dat Gij xuij alles zult geven, wat mij naar ziel en ligchaam noodig, waarlijk goed en heilzaam is. Ik hoop, onder opregte boetvaardigheid, op eene volkomene vergiffenis mijner zonden, op de genade lot een vroom en deugdzaam leven, en eindelijk op de eeuwige zaligheid in den hemel, in het aanschouwen van U, die al mijne hoop zijt. Gij hebt mij dit alles beloofd, door Jesus Christus uwen Zoon, en zult het door Hem ook in mij vervullen, als ik er slechts het mijne toe bijdraag en de voorgeschrevene genademiddelen waardiglijk gebruik. Gewaar-dig U, o God, mij hiertoe door den alvermogenden bijstand uwer genade te versterken.

Ook voor mijne tijdelijke behoeften is mijne hoop gevestigd op U, algoede Voorzienigheid en liefderijk zorgende God! Op U, die de bloemen des velds

-ocr page 44-

— 34 —

zoo heerlijk bekleedt en de vogelen der lucht overvloediglijiv voedt! Gij zult, als ik vroom leef, en vlijtig en arbeidzaam ben, het ook mij niet aan het noodige laten ontbreken, maar altijd mijn Helper en Verzorger zijn. Getroost stel ik derhalve mijn lot in uwe handen, overtuigd dat Gij zoowel vreugd als lijden, voor- als tegenspoed, tot mijn waarachtig heil zult beschikken. — O God! op U is al mijne hoop gevestigd ; Gij zult ze mij in eeuwigheid niet te schande maken. Amen.

LIEFDE.

o God mijns harten en mijn aandeel in eeuwigheid! Ik heb Ü boven alles lief, uit den grond mijns harten, omdat Gij het hoogste, schoonste en bemin-nenwaardigste Goed zijt. Ik bemin U ook daarom, wijl Gij mij steeds zoo vele bewijzen uwer oneindige liefde geschonken hebt en ze mij nog dagelijks schenk t.

-ocr page 45-

— 35 —

O, dat ik IJ zóó konde liefhebben, als Gij verdient boven alles bemind te worden! Intussdien kan ik U mijne liefde door niets beter toonen, dan door ijverig naar de vervulling van uwen wil te streven en uwe goddelijke geboden getrouw na te leven. Want, die U liefheeft, onderhoudt ook uwe geboden. — O God en eeuwige Oorsprong der liefde! stort alzoo, door de genade van den heiligen Geest, uwe liefde in mijn hart, opdat ik met vreugde den weg uwer geboden bewandele, en met eiken dag in uwe liefde en genade toeneme.

Ook mijne medemenschen, en zelfs mijne vijanden bemin ik om uwentwille, o God! Ik wil mijn best doen zóó lief te hebben als Gij het geboden hebt. Ik wil hen niet alleen alle goeds toe-wenschen, maar het ook naar vermogen trachten te bewerken. Met den lijdende wil ik mede lijden, met den zwakke geduld hebben, en den dwalende

-ocr page 46-

met toegevendheid behandelen. Ja, ik wil zelfs degenen die mij haten mijne liefde niet onthouden; ik wil hen goed doen die mij beleedigen; hen zegenen die mij vloeken, en bidden voor hen die mij lasteren en verloochenen : om alzoo een waar Christen en een kind Gods te worden, een kind van den hemelschen Vader, die zijne zon laat opgaan over goeden eu kwaden, en zijn regen geeft aan regtvaardigen en zondaren.

Bekrachtig, o Heer mijn God, deze opregte gevoelens van liefde met uwe genade, en geef dat de geest van Jesus Christus, die de geest van liefde is, mijn en aller menschen harten moge vervullen, opdat wij allen één hart en ééne ziel worden in de liefde van Jesus Christus, onzen Heer. Amen.

b e k o u w.

ó Heiligste God, Heer, Gebieder,

-ocr page 47-

— 37 —

Koning en regtvaardige Kegter over mijn leven! Met innig leedwezen en in ootmoed des harten erken en belijd ik, dat ik mij tot hiertoe dikwijls, zwaar en hij herhaling, tegen uwe goddelijke Majesteit verzondigd en ontelbare malen de heilige liefde gekwetst heb, welke ik U, mijn God, en mijnen medemen-schen verschuldigd ben. Maar zie, berouw vervult mijne ziel en schaamte bedekt mijn aangezigt, bij het terugblikken op zoo vele en zoo groote zonden, en ik ben bereid opregtelijk boete te doen en al het misdrevene zoo veel en goed mogelijk weer te herstellen. Daarom wend ik mij tot uwe onuitsprekelijke barmhartigheid en smeek ootmoedig , door de verdiensten en het bloed mijns Verlossers Jesus Christus, om genade en toegevende erbarming, en zelfs om ontbinding en vergiffenis mijner zonden, gelijk ik hier voor het aanschijn uwer goddelijke majesteit en voor

I

?

-ocr page 48-

— 38 —

den hemel, allen en een iegelijk volkomen vergeef, die mij mogten belee-digd hebben.

Zie, o mijn Heer en mijn God! ik beloof i n opregtheid des harten, en maak met goeden wil het vaste besluit, V voortaan nooit meer tebelecdigen, mijne naasten niet meer te krenken, niet meer te bedroeven en te benadeelen, maar getrouwelijk uwe zoo heilzame geboden te zullen onderhouden; IJ ijverig te dienen, U van harte en boven alles en mijne medemenschen als mij zeiven lief te hebben; alsmede dat ik alle kwade gewoonten moedig zal bestrijden, en alle gelegenheden en aanleidingen zal vermijden , die mij zoo dikwijls tot zonde gebragt hebben. Dit is mijn ernstige wil, mijn vast voornemen en heilig besluit.

Maar, o God, wat zeg ik! — Ik gevoel mijne zwakheid en zal voorzeker, bij al mijne goede voornemens, des-

-ocr page 49-

niet te min weer menigmaal struikelen en vallen, gelijk ik reeds zoo dikwijls na de beste voornemens evenwel hervallen ben. Trouwens, als de regtvaardige zevenmaal daags valt, hoe zou ik dan, arm, zondig schepsel, zonder teilen blijven? Daarom, o goedertieren en barmhartige God, verlaat mij niet; en als ik op nieuw weer liet ongeluk mogt hebben te struikelen, of zelfs diep te vallen, laat mij dan niet moedeloos worden en het vertrouwen op uwe barmhartigheid mij niet verlaten, maar versterk en bemoedig mij, ten einde ik dadelijk na mijn vallen wederom opsta, om rouwmoedig terug ie keeren lot U, mijn beleedigde Vader, die onze zwakheid kent en weet, dat wij stof en asch zijn; die altijd bereid zijt een rouwmoedig zondaar aan te nemen en hem zoo gaarne wilt vergeven.

ó Goedertieren God en liefdevolle Vader ! In het gevoel mijner onmagt

-ocr page 50-

en zwakheid, sluit ik mij vast bij U aan, en vertrouw op den almagtigen bijstand uwer genade. Gij zijt mijne sterkte, mijne kracht en mijn heil, mijn beschermer en mijn redder, mijn God en mijn ontfermer. Hiervoor erken en belijd ik U; hiervoor verheerlijk en aanbid ik U, met mijnen Heer en Heiland Jesus Christus, en den heiligen Geest, in alle eeuwigheid Amen.

V.

Eeuige oiitboezeiiiingeii des harten tol j Jesus.

Dagelijks meermalen te verwekken, om het aandenken aan Jesus en aan zijne groote liefde steeds levendig te houden. (1)

I.

Goddelijke Heiland, die eens uit

1

l)cze ontboezemingen des harten kunnen evenzeer voor huisselijke aan-

-ocr page 51-

liefde tot mij aan het kruis gestorven, en met dezelfde liefde steeds levendig in het allerheiligste Sakrament tegenwoordig zijt ; geel dat ik alleen voor ü leve en uwe oneindige liefde met al de liefde van mijn hart trachte te vergelden. De wereld zij mij een kruis, en ik der wereld gekruisigd; opdat ik, vrij van alle banden der verleiding, U met een onverdeeld hart aanhange en U dikwijls in de eenzaamheid volge, waar Gij woorden des levens en van troost tot mij wilt spreken.

6 Jesus, mijne gekruisigde liefde! stort, door de genade des heiligen Gees-tes, uwe liefde in mijn hart, opdat ik, alzoo versterkt, voortdurend uwe liefde met heilige wederliefde beantwoorde, en in waarheid met den Apostel moge

dachtsoefeningen dienen, ais zij ook bij het bezoeken van het allerheiligste Sakrament kunnen gebruikt worden.

-ocr page 52-

zeggen : n ik weet dat geluk noch tegenspoed, vreugde oo( h leed , aanzien noch vernedering, gezondheid noch ziekte, leven noch dood, noch eenig mensche-lijk geweld, mij van de liefde mijns Herren en Heilands, van Jesus kan aftrekken. Amen.

2.

ó Zoetste Jesus! schrijf dit heilige Vergeet-raij niet met onuitwisch-bare trekken in mijn hart; opdat ik mij U en uwer liefde altoos herinnere, mij uwe weldaden bestendig voorstelle, en nooit vcrgete de tallooze bezwaren i en het verschrikkelijke lijden, wat Gij om den wil van mijn eeuwig heil op U genomen en verduurd hebt.

Mogtet Gij , o Jesus, steeds het voorwerp zijn van al mijne gedachten, woorden en werken, het doel mijner wen-schen en bemoeijingen en van al mijn streven, het brandpunt van alle geest-

-ocr page 53-

vennogeos en neigingen mijns gemoeds, het middenpunt van alie gewaarwordingen en driften mijns harten!

Wees Gij, o Jcsus, als ik arbeid mijn doel, als ik rust mijne genieting, als ik waak mijn oogmerk, als ik slaap mijn droom. Nooit verwijdere zich de zoete herinnering aan Vj uit mijne ziel; nooit verdwijne uw oeeld uit mijn hart!

3.

ü eeren, Jesus: welk een vreugd! U minnen, welkeen hemeldeugd! Mij is zoo zoet uw godlijk beeld. Wanneer 't mijn hart zich mededeelt.

Neen, schooner klinkt geen lofgezang. Dan Jesus woord, mijn leven lang; Geen lofspraak geeft ooit zaalger loon, Dan die van Jesus, Godes Zoon.

Geen mond of tong, geen menschen woord,

Brengt immer eed Ier schild'ring voort,

-ocr page 54-

44 •=gt;

Dan vreugde, welke Jesns geeft Aan 't hart, dat voor Hem aamt en leeft.

ó Geef mij uwe liefde op aard';

Mijn Jesus! voer mij hemelwaarts; Verbind mijn hart aan U zoo vast. Dat nooit een scheiding mij verrast.

Amen.

4.

Voor den regtgeaarden Christen bestaat er geen grooter geluk, noch groo-tere vreugde, dan ü, o Jesus, te beminnen en met U in liefde vereenigd te zijn. Wie U bemint en met U door de liefde vereenigd leeft, die heeft niets te vreezen; hij is gelukkig en geniet het hoogste goed des levens ; want waar Gij zijt, daar is vrede en vreugd, genade en zegen, heil en zaligheid. Daarom bid ik U, o Jesus! laat niets mij lief en aangenaam zijn zonder U.

-ocr page 55-

~ 45 -=

Alles wat zich niet met uwe liefde en welgevallen laat vert enigen , worde door mij vermeden en gehaat; wat U echter aangenaam is en uwe liefde in mij kan vermeerderen en volmaken, worde door mij bemind en met allen ijver nagestreefd.

Gansch mijn leven, dat zijt Gij ; Zonder U is alles dood.

Gansch mijn voedsel, dat zijt Gij; Zonder U is alles nood.

Mijne vreugde, damp;t zijt Gij ; Zonder U slechts leed en smart.

Mijne vrede, dat zijt Gij ,

Zonder TJ geen rust in 't hart.

Alles, Jesus, zijt Gij mij;

..Dank en lof mijn offer zij !

Waai' mijn schat is, daar moet ook mijn hart zijn. Mijn schat nu zijt Gij , •beminnenswaardigsteJesus, inde plaats 4

-ocr page 56-

4C

waar Gij voortdurend onder ons tegenwoordig zijt, in het allerheiligste Sa-krament. Daur kan ik U altoos vinden; daar mij met T3 verheugen, daar uwe beminnenswaardigheid naar hartelust genieten. O, trek mij dikwijls daarheen , door het zachte geweld uwer genade, opdat ik U navolge en de zoete geuren i uwer liefde inademe. Kan ik ook niet altoos ligchamelijk daar bij U zijn, o Jesus 1 laat dan toch mijn hart met al deszelfs liefde voortdurend bij U rusten. Ja, de rustplaats mijns harten zij in het allerheiligste Sakrament. Die plaats heb ik mij uitverkoren; daar wil ik zijn en blijven met al mijne gedachten, wenschen en begeerten, nu en alle dagen mijns levens.

G.

Wees mijn helper, goddelijke Heiland 1 dat ik altijd en overal mijne | levendige blikken op U gevestigd houde,

-ocr page 57-

— 47 —

en steeds met het oog op U handele en wandele ; dat ik mij alzoo beijvere in gedachten , woorden en werken een zuiver, zondenvrij en vlekkeloos leven te voeren. Verwijder alles van mij, wat uw geest en uwe liefde zoude tegenstreven : hoogmoed en ij delheid , onmatigheid, wellust en onkuisehheid , gierigheid en hebzucht, toorn, haat, nijd en vijandschap. Schenk mij daarentegen ootmoedigheid, bescheidenheid, zedelijk gevoel, matigheid, kuischheid , zachtmoedigheid, tevredenheid, welwillendheid, goedhartigheid, vredelievendheid en alle deugden der naastenliefde.

Geef mij een medelijdend en tot weldoen genegen en bereidvaardig hart, opdat ik mij den verdrukte gaarne aan-trekke, den arme en noodlijdende onder-steune en geen ongelukkige mijne hulp ontzegge, als ik helpen kan. Laat mij steeds goed doen waar en zooveel ik kan, mijne naasten liefhebben zoo als

-ocr page 58-

48 —

het behoort, en mij overal als een getrouw en regtgeaard Christen kenmerken. Ja, help mij, o Jesus! opdat ik door een waarachtig christelijke levenswandel U welbehagelijk worde en mijne medemenschen stichte, mijne roeping op aarde vervulle, cn de eeuwige gelukzaligheid des hemels mijn deel worde. Amen.

7.

ó Jesus ! Gij waarachtige levenszon voor allen die het licht zoeken en de duisternis schuwen : laat de levenwekkende stralen uwer genade zich altijd over mij uitspreiden, en geef dat mijn hart, even als de zonnebloem , zich steeds naar uw licht keere en de weldadige werking uwer genade en liefde in zich opneme. Nu reeds vervult uw hemclsch genadelicht mijne ziel met vreugden : o welk eene wellust zal haar eens doorstroomen, als het licht uwer hemelsche klaarheid zich aan haar zal

-ocr page 59-

4U

mededcclen , en zij in het eeuwig licht den glans van uw liefelijk aanwezen zal mogen aanschouwen !

8.

Heer Jesus Christus! Gij ziet en weet alles, en niets is U verborgen; Gij ziet ook in mijn hart en weet hoezeer het naar uwe liefde verlangt. Om mij deze uwe liefde echter eenigzins waardig te maken, verzaak ik hiermede alle liefde voor de wereld, voor hare verleidende en schitterende vermaken, hare zondige verlustigingen, hare verblindende pracht en opschik. Daarentegen verkies ik U als het eenige voorwerp van al mijn geluk, van al mijne vreugde en geheel mijne liefde, ü bezittende, bezit ik alles, en niets kan mij ontbreken; trouwens wat zou, buiten U, in staat zijn mijn hart te bevredigen, hetwelk door ü, en alleen voor U geschapen is en slechts in U rust kan vinden.

*

-ocr page 60-

1 Wat ware aardsch geluk en hperlijkheid, Minde mij mijn Jesus niet ?

Zonder Hem, is 'tzonlicht duisterheid , Zonder Hem, mijn ooggeen vreugde ziet! Denk ik aan Hem, dan benik blij te moe ; Min ik Hem, dan smaak ik zaligheid; Zijn bezit maakt mij onmeetlijk ryk , En geen Koning is aan mij gelijk.

Amen.

9.

In lijilen en wederwaardigheden.

6 Jesus! mijne hoop, mijn troost en mijn leven! Zie, hier in de stille eenzaamheid, waar niemand mij ziet als Gij, terwijl niemand zich over mijn lijden boosaardig verheugen, noch mijne tranen bespotten kan; hier kniel ik neder tot een ootmoedig gebed , om mijn bedroefd hart voor U uit te storten.

Zie, zachtmoedigste Heiland! mijne ziel is bedroefd j want lijden is over haar gekomen en droefheid cmgeefthaar.

-ocr page 61-

^ 51 -«

U klaag ik mijne smart, zoo als een kind aan zijn' vader, gelijk een vriend aan zijn vriend, gelijk een arm, hulpeloos schepsel aan zijnen almagtigen Schepper en gocderlierensten Heer 1 ó Gij, liefderijke Verkwikker van hen die vermoeid en beladen zijn! ontferm U mijner. Verhef mijn ter neer geslagen hart voor ü, en bemoedig mijne bedroefde ziel door uwen verkwik-kenden troost.

Jesos, mijn Heiland en Verlosser! help en verlos mij uit dit ongeval, als het ü tereere en mij tot heil verstrekt; anders, versterk mij met geduld, opdat ik met ware christelijke overgeving lijde en met hartelijke liefde den kelk drinke, welke uwe liefde mij tot deelneming aan uw lijden heeft toegeschikt. Laat mij nu met U lijden, o Jesus, opdat ik eens ook met ü verheerlijkt worde.

ó Jesus, Trooster der bedroefden! ontferm U mijner. Door uwe bittere

-ocr page 62-

doodsangst aan den Olijfberg, vertroost mijn arm en bedroefd hart.

ó Jesus, sterkte der zwakken ! ontferm U mijner. Door de zware last des kruises, welke Gij om mijnentwille gedragen hebt, versterk mij in mijn kruis, opdat ik er niet onder bezwijke.

6 Jesus, beschermer van hen die vervolging lijden! ontferm TJ mijner. Door den bitteren vloed van spotternijen en hoon, welke Gij in geheel uw lijden, maar bijzonder aan het kruis, van uwe vijanden verduurd hebt; bescherm mij tegen het geweld van hen die mij willen schaden en mijne dagen met kommer vermengen.

ó Jesus, redder der ongelukkigen ! ontferm ü mijner. Door uwe glorievolle verrijzenis van den dood en uwe niet minder glorierijke hemelvaart smeek ik ü, red mij uit alle gevaar, en voer mij midden door dit lijden tot ie vreugden uws heils.

-ocr page 63-

— 53 —

Laat mij, o Jesus, niet boven mijne zwakke krachten beproefd worden, maar beschik mijn lijden zoodanig, dat ik het verdragen en gelukkig te boven komen kan. Laat, als de nood tot het hoogste stijgt, uwe hulp ook het naaste bij zijn.

Verhoor mij, o Jesus, Gij die mijne hoop, mijn troost ea mijn helper zijt in eeuwigheid. Ameu.

Tot Maria, i-i lijden.

ó Zoete Moeder mijns Verlossers! heiligste maagd Maria, die zoo diep bedroefd en met het zwaard der smarte in uwe borst onder het kruis van uwen Zoon gestaan en al zijn lijden in uw moederhart mede gevoeld hebt : sta mij in dit droevig lijdensuur met uwe vertroosting bij, en help mij, opdat ik met geduld, overgeving en kloekmoedigheid lijde, en alzoo bevestigd worde

-ocr page 64-

—• 34 —«

ia de beproeving, welke de Heer over mij heeft laten komen.

Dikwijls wil ik mijne blikken op het kruis werpen, o heilige Moeder! en niet vergeten, dat het juist onder het kruis was, waar uw goddelijke Zoon u aan ons tot moeder gaf, waar'gij ons als uwe kinderen aangenomen en in de pijnen en smarten des kruises als herboren hebt. Wij zijn alzoo kinderen des kruises, en het adelijk wapen onzer christelijke gebocrte is het kruis, waardoor wij der wereld, en de wereld ons gekruisigd moet zijn.

Niemand kan trouwens Christus toe-behooren en uw kind zijn, o heilige Moeder, die niet door het kruis gekenmerkt is; want // wie mij wil toebe-hooren—— zegt Jesus— die verloochene zich zelve, neme zijn kruis op en volge mij !quot; Daarom zegt het spreekwoord te regt : w zonder kruis geen Christen 1quot;

-ocr page 65-

Help mij, lieve Moeder, dat ik deze waarheid goed ter harte neme en mij in het kruis verheuge een Christen te zijn, en dat ik er tevens ernstig naar streve, in alle lijden den adel eener christelijkegezindheidte bewaren, welke zoo heerlijk in uw lijden heeft uitgeblonken , en zich steeds door waar geduld en tevredenheid, door kinderlijke onderwerping en een vast vertrouwen op God openbaart. De Heer zal mij niet boven mijne krachten beproeven , maar wanneer ik mij getrouw betoon, mijn lijden ter goeder ure eene gunstige uitkomst geven.

Gij echter, lieve Moeder, zult voor mij bidden en mijn lijden met uwe zoete vertroosting vermengen. Ja, ook ditmaal zult Gij mij weder doen ondervinden, dat Gij niemand verlaat die in zijnen nood met kinderlijk vertrouwen zijne toevlugt tot u neemt en uwe voorspraak inroept. Dit is nog nooit ge-

-ocr page 66-

—gt; 5(5 —

hoord en zal ook oooit gehoord worden. Alzoo ben ik getroost en bemoedigd, en daarop vertrouw en bonw ik. Amen.

VERTROUWEN.

Op u, Maria, wil ik vast vertrouwen , Gij zijt des Christens hoop en zielsvriendin ;

In alle nood zal ik op uw liefde bouwen, O Zeester, voorwerp mijner reinste min !

ü zal ik al mijn leed en lijden klagen, U die 'l gewonde hart zoo zacht verkwikt ;

Gij schept in 't vast vertrouwen uw behagen,

Wat angst mijn arme ziel ook beeft verwrikt.

-ocr page 67-

Want gij, o Moeder, droogt zoo gaarn de tranen Die de arme mensch zoo vaak door kommer stort;

Gij wilt zoo gaarn én troost én uitkomst banen,

Voor liem, die door de smart ontmoedigd wordt.

ü , hij alleen moog uwen lol' verzwijgen , Die hier vergeefs zijn toevlugt tot u nam;

Den vrome zult Gij steeds uw ooren neigen —

Dit blijft waar, sinds de aard' 't bestaan bekwam.

En juist zoo lang deez' aarde rond zal zweven,

Wordt u, o Moeder der barmliar-tigheid ,

Door alle vromen lol' en eer gegeven, Als troostbron, die geluk en heil bereidt.

-ocr page 68-

— 58 —

Bede om de bescherming van Maria,

ó Mijne Meesteres en mijne Moeder ! Ik draag mij geheel aan u opj en om mij volkomen aan u onderworpen te betoonen, wijd ik mijne oogen, mijne ooren, mijn hart en mond, en alles wat ik ben, geheel aan u. Vermits ik u alzoo toebehoor, o goede Moeder, zoo bewaar en beaeherm mij als uw kind en eigendom. Amen. (1)

I

1

Wie dit kleine gebed 's morgens en 'savonds na den Angelus aandachtig bidt, verdient dagelijks 100 dagen aflaat.

-ocr page 69-

— 59 —

AVONDGEBEDEN.

Loof den Heer, mijne ziel, en alles wat in mij is, verheer]ijke zijnen heiligen naam.

Loof den Heer, mijne ziel, en vergeet niet wat Hij u goeds heeft gedaan.

Met lof en dank kom ik tot U

o God! kniel voor U neder,

Want Gij betoond't U heden mij Als goeddoend Vader weder;

Veel meer dan ik vermelden kan, Deedt Gij mij goed, 'k ontroer er van : Ver hoven bidden, bovendenken. Wil uw3 vaderliefde me schenken.

AVONDGEBED.

ó God, hemelsche Vader! In ootmoed des harten verschijn ik, nw arm

-ocr page 70-

— 60 —

schepsel, aan den avond van dezen dag voor IJ, om in den naam mijns Heeren Jesns Christus, U van eanscher harte te danken voor alle genaden en weldaden , die ik gedurende geheel mijn leven , maar bijzonderlijk heden van uwe mildegoedheid ontvangonheb. Gezegend zij uwe onuitsprekelijke barmhartigheid, die nooit ophoudt ons boven alle smee-kingen en verwachtingen goed te doen.

En nu , algoede Ood en Hemelvader ! schenk mij uw licht en uwe waarheid , opdat ik erkenne hoe ik mij heden in al mijn doen en laten gedragen heb : of ik op den weg der heiliging voorwaarts of terug gegaan ben. Verleen , o God, aan mijne ledematen geen rust, enquot; mijne oogen geen slaap, alvorens ik erkend hcbbe waarin ik misdaan , en beweend hebbe, wat ik zondigs bedreven heb. De genade des heiligen Geestes verlichte mij. Amen.

-ocr page 71-

Overdruk nu, Christen, den af^eloopen dag, en zie toe, of gij steeds als enn regt-schfipen Christen gedacht, gesproken en ge-handeld hebt; of gij al/.oo zuiver, opregt, zonder hedrog noch valschheid in uwe gedachten en bedoelingen,—, waarheidslie-vend, godvrcezend en stichtend in uwe gesprekken,— regtvaardig, ijverig en pligt-matig in uwe werken; — of gij nederig en zachtmoedig, vreedzarm en dienstvaardig, liefderijk en welwillend in den omgang met uwemedcraenschen;— geduldig, tevreden en overgeven in tegenspoed, ontberingen en wederwaardigheden geweest zijt;— of gij niemand beleedigd, benadeeld of verkeerd bejegend hebt; — of gij niet verzuimdet of zelfs liefdeloos weigerdet goed te doen en barmhartigheid te oefenen, waar srij kon-det en christenpligt dit vorderde, enz. enz.

Doorloop de tien geboden Gods en de geboden der H. Kerk, en zie, of en op welke wijze gij u tegen dezclven verzondigd hebt.

Christen! beproef u ernstig en opregt, en let voornamelijk op uwe booze neigingen, harlstogten en verkeerde gewoonten, opdat deze u niet ten verderve mogen strekken, 5

-ocr page 72-

Tracht eon volmaakt leedgevoel des harten I te verwekken, en, zoo noodig, tot eene spoedige biecht te besluiten.

Hebt gij dit gedaan, wend n dan met vertrouwen tot God, hem biddende:

ó Barmhartige God en Vader ! uwe oogen hebben mijne onvolmaaktheden gezien, en mijne zonden zijn uwer al- j wetendheid niet verborgen gebleven. Tk | erken mijne schuld, en gevoel, uit zuivere liefde tot U, een hartelijk leedwezen over alle mijne zonden en gebreken. Het bedrevcne kwaad wil ik naar vermogen herstellen, en het verzuimde goed trachten in te halen. — Vergeef mij ook ditmaal, o mijn Heer en mijn God, en verwerp mrn rouwmoedig en vermorzeld harte niet. Hier-i om bid ik U, door Jesus Christus, uwen I Zoon, onzen Heer, die voor mijne en voor alle zonden der wereld overvloedig voldaan heeft.

In vertrouwen op zijn alk-rheiligst

-ocr page 73-

— S3 —

ver/oeningshloed en op uwe oneindige barmhartigheid, Iet* ik mij ter ruste. Neem mij, o God, in uwe bescherming, en laat mij niet anders inslapen , dan in de overtuiging van uwe vriendschap niet te hebben verbeurd, of op den weg van leedwezen en berouw U te hebben j terug gevonden. Ontierm U ook, lief-i derijkste Vader, over mijne naastbe-staanden, ouders, breeders en zusters, over mijne vrienden en bekenden, en over hen die mij weldoen, alsmede over mijne vijanden. Ontferm U over de gan-sche christenheid, en allen die uwe hulp het meeste behoeven. Versterk en bemoedig de regtvaardigen, bescherm de onschuld, red de dwalenden en misleiden , troost de lijdenden, help hen die bekoord worden, verkwik de zieken, begenadig de stervenden, en geef den afgestorvenen de eeuwige rust. Amen.

Heer Jesus Christus, Zoon van den levenden God! ontferm U mijner, en

-ocr page 74-

vergeef mij alles wat ik in sedaehten ' gezondigd heb.

Rij, die aan de regterhand des Vaders zit! ontferm Ü mijner, en vergeef | mij alle bedreven kwaad cn verzuim van ■ goede werken.

Neig Ü tot mij, Heere Jesus Chris- i tus ! en kom mij te hulp. Red mij om uws heiligen naams wille.

Besproei mij met hysop , en ik zal gezuiverd worden; wasch mij in uw bloed, en ik zal witter worden dan sneeuw.

Sehep in mij een zuiver hart, en vernieuw in mijn binnenste den geest van regtvaardigheid.

Schenk mij de vreugde uws heils, en bevestig mij door den geest uwer sterkte.

Heer ! ontferm U mijner. Christus 1 ontferm U mijner. Heer ! ontferm Ü mijner.

Onze Vader, enz. Wees gegroet, enz.

-ocr page 75-

. 65 —

G E 3 E D.

Wij bidden U, o Heer, bezoek in genade deze zoning, zegen haar en verwijder van ons alle bekoringen van den boozen vijand. Laat uwe heilige engelen onze legerstede omgeven, ons in vrede bewaren, en beschermen tegen alle kwaad naar ziel en iigchaam. Amen.

Bij gebreke van tijd, kan men hiermede eindigen: anders kan men er bijvoegen het gebed tot Maria , en de daaropvolgende zegenbede, bladz. 21 en 23.

VÓÓR ËN BIJ HET SLAPEN GAAN.

Kom, Heer Jesus, en bereid mij ter ruste. Keer met uwe genade in mijne ziel, opdat ik in uwen vrede inslape en morgen in uwe genade weder ont-wake. Laat mij aan uw liefdevol hart rustenen daaruit mijnen adem scheppen.

Heer Jesus! in uwe handen beveel ik mijn geest. — Jesus! voor U waak

I

,

-ocr page 76-

— 66 —

ik; — Jesus! in U slaap ik; — Jesus ! in U leef en sterf ik. Amen.

Goddelijke Heiland! terwijl ik mij nu nederleg om te slapen, houden ontelbare vrome Christenen de wacht bij uw allerheiligste Sakrament en verheerlijken U, verborgen God en Heiland, met aanbiddingen, lofprijzingen, gebeden en dankzeggingen. O , hoe overvloedig verspreiden zich daardoor de zegeningen en genaden over de zondige menschheid, en hoe vele en groote kwaden worden door dit eeuwigdurend gebed niet van ons afgekeerd! In den geest mij vereenigende met alle deze vrome vereerders van het allerheiligste Sakrament, wensch ik, dat in dezen nacht, al mijne ademtochten, pols- en harteslagen jubelend mogen herhalen ;

w Hoog geloofd, geprezen en gedankt zij te allen tijde het allerheiligste en goddelijke Sakrament! Amen.

(100 dagen aflaat.)

-ocr page 77-

— 67 —

DE H. MISOFFERANDE.

Van den opgang der zon tot haren onderlaag is mijn naam groot onder de volken— zegt de Heer der heerscharen , — „en cp alle plaatsen wordt mijn naam een zuiver ofTer gebragt. quot; (Malach. 1. 11.)

IETS TER BEHAETIiilNG.

Er is geen handeling in onze heilige godsdienst, die zooveel schatten van genade, zegeningen cn weldaden in zich bevat, als het heilig misoffer.

Tn dit offer wordt dagelijks, op geheimvolle wij/e, het lijden en sterven van onzen goddelijken Verlosser vernieuwd. Hierdoor wordt dagelijks, op ontelbare altaren , de onmetelijke genadeschat der oneiudige verdiensten van Je^us Christus ontsloten, en voor-

-ocr page 78-
-ocr page 79-

y

quot;' /Zt-Ï- 'S f-t

,/

S ' t* s s

s

-S,

\-' ■? St-'^S* * 'fs s* 1 -

,4 S? Si S* 's } S f 'S's? s- , s-,

'S

? - S' ? S ** SsSS' Ss, S? S'S

/ y

S/s y s's-r's tsss- s'. -, . ^^ —7 quot;/^s ssi sa - - •

■fi^Pt.St S Ï quot;s-s-y, /S. SS y'*rs yésïs'. sïr* S ^ '

y y ^ /%

^vl , Vv-

s S sSs' ' 'S-'z ■

^ y ss^ gt;

' /O. S Ss'y /Sr'/ f ■ S-

s. ^sz/. ' S ''S*.

■* tr tr

V/

'^' ' y ^* s /^slt; ■ ^ ^ ^ « 'S s-* yCs ï-

r

-ocr page 80-
-ocr page 81-
-ocr page 82-

namelijk den vromen geloovigen, die in aandacht en rouwmoedige stemming daarbij tegenwoordig zijn, als liet ware ter heilige beschikking gesteld.

Daarom noemt de heilige Franciscus van Sales de heilige mis ook: de zou van alle aandachts-oefeniugen, het middenpunt. der christelijke godsdienst, het hart der gebeden, de ziel van alle vroomheid. De heilige mis, — zegt hij — is een onbegrijpelijk, onuitsprekelijk geheim, hetweikden afgrond der goddelijke liefde en barmhartigheid in zich bevat, omdat Jesus Christus, de God der liefde, hierin zelve haudelten den rijkdomzijner genaden en zegeningen, even als de zon hare stralen , op de vrijgevigste wijze over allen ^.n naar alle zijden uitspreidt.

quot;Waarlijk, geen touif is in staat het kostbare des heiligen Misoffers uit te spreken; geen pen vermag het te beschrijven, welke rijke vruchten van genade, welk eenen overvloed van gaven en welda-

-ocr page 83-

— 69 —

den daardoor kari verkregen worden.

Gelijk de zon alle andere planeten in glans en kracht overtreft, en der aarde meer baat dan alle sterren te zauien, evenzoo overtreft de viering van liet heilig misoffer in verhevenheid en waarde voor God, in voordeel en nut voor den mensch, alle andere godvruchtige werken en zelfs het gebed.

Ja, de katholijke Kerk, zoo mogen wij met Marchantius zeggen, vermag, met al hare overige genademiddelen en heilige geheimen te zamen, geen werk te ver-rigten, zoo goed en heilig, der goddelijke majesteit zoo waardig en aangenaam, Jesus zoo welgevallig, Maria, den Heiligen en Engelen zoo liefelijk, den regt-vaardigen en zondaren zoo heilzaam, en den arme zielen in het vagevuur zoo vertroostend en helpend, als het 11. Misoffer.

Daarom zegt dan ook de heilige kerkvergadering van Trenthe : n wij houden ons verpligt te verklaren, dat geen

s

-ocr page 84-

— 70 —

ander zoo lieilig en Gode welgevallig werk door de christelijke geloovigen kan verrigt worden, als de viering van liet vereeringswaardig en eerbiedwekkend geheim, waardoor het levenwekkend Slagtoffer, door hetwelk wij met God den Vader verzoend worden, dagelijks op het altaar wordt geofferd. quot;

Christelijke ziel! wilt gij alzoo dikwijls een wezenlijk eu krachtig gebed , een boven alles goed werk verrigten ; wilt gij u Gods zegeningen in de hoogste mate verwerven; wilt gij uwe familie-welvaart voorspoedig bevorderen, gelukkigen vooruitgang in uw bedrijf en ondernemingen, licht en verlichting in moeijelijkc zaken, spoedige hulp in nood en ongevallen, verkwikkende troost in lijden, bescherming ingevaren, redding inhet ongeluk , bovennatuurlijke kracht tot verduring van onvermijdelijke bezwaren en beproevingen verkrijgen; wilt gij de beste en rijkste voldoening

-ocr page 85-

voor uwe zonden geven, uw heil krachtdadig bewerken en u de eeuwige zaligheid op h-.ït krachtigste verzekeren; nog meer : wilt gij dit alles uwen mede-menschen en naastbestaanden toevoegen ; wilt gij hen en u zeiven alle denkbare genadegnven van God op het gemakkelijkste en zekerste verkrijgen, woon dan ijverig en met aandacht, zoo i dikwijls gij kunt—en dit kan men als men slechts wil en er zijne zaken des te beter door weet te regelen — het heilig misoffer bij. Laat, zoomogelijk, geen dag voorbijgaan, zonder u bij de altaren van Jesus Christus te bevinden, om met den priester des Hee-ren der goddelijke Majesteit het ver-heveuste, heiligste en heilzaamste offer des nieuwen Verbonds op te dragen. Tracht daarbij altoos tijdig genoeg te verschijnen, om u waardig en door eene goede meening des te beter te kunnen voorbereiden. Alzoo geschiede het!

-ocr page 86-

GEBEDEN BIJ HET HEILIG OFFER DER MIS.

Voorbereiding en goede meening.

( VÓÓR DE H. MIS )

1.

Goddelijke Heiland, Jesus Christus ! uit oneindige liefde voor ons 3 ellendige menschen , zijt Gij eens van den hemel gedaald, hebt uit Maria, de allerzaligste maagd, de menschelijke natuur aangenomen, uwe onsterfelijke Godheid met «het vleesch onzer sterfelijkheid omkleed; en op die wijze als God-mensch, voor ons het bitterste lijden en den gruwzaamsten dood ondergaan, ten einde ons van den eeuwigen dood der zonde te redden en tot de ver-

-ocr page 87-

lorene vreugde des hemels terug te voeren.

Deze daad van. onuitsprekelijke liefde en barmhartigheid moest nooit vergeten worden; —daarom steldet Gij op den vooravond van uw lijden het onbloedig offer des nieuwen Verbonds in, in hetwelk Gij uw allerheiligste Lig-chaam, dat aan het kruis genageld, en uw kostbaar Bloed, dat tot vergeving onzer zonden vergoten werd, aan God , i uwen hemelschen Vader, door de han-! den der priesters opdraagt, onder de | geheimvolle gedaanten van brood en wijn , ten einde het ais een rein offer ; der geregtigheid en als eene voorldu-! rende verzoening voor onze zouden tot i den troon der eeuwige Godheid zoude i opstijgen, en tegelijk lot een voortdurend levendig aandenken aan uwe liefde, en ons ten spijze der eeuwige onsterfelijkheid zou zijn.

O liefdevolle Verlosser! wij bidden

-ocr page 88-

— 74 —

U, verwek in ons, die hier tot het 1 bijwonen van dit offer verzameld zijn , | zulke voorneincDS en gevoelens van aan-j dacht, dankbaarheid en liefde, als bij I zulke verhevene geheimen behooren , en beschik ons ook nu weder, door de vernieuwing van dit kostbaar offer, op nieuw de zalige vruchten van de rijke genadeschatten uwer verlossing; Gij, die leeft en heerscht, met den Vader, in eenheid met dch heiligen Geest, God van eeuwigheid tot eeuwigheid. Amen.

2.

Barmhartige God en Vader! zie genadig neder op ons, uwe kinderen, die hier het altaar omgeven, om het offer des Ligchaaras en Bloeds van Jesus Christus , uwen Zoon, bij te wonen. Wij verernigen ons in ware ootmoed met de meening en het doel, welke Hij had bij de instelling van dit allerheiligste offer, en bieden het uwer goddelijke

-ocr page 89-

Majesteit rnet den diepstcn eerbied aan :

1. Als cene verschuldigde aanbidding en verheerlijking van uwen allerheiligsten noam.

2. Als cene plegtige erkenning van

! uwe onwrikbare regtvaardigheid cn heiligheid , alsook van uwe onuitspreke-I lijke barmhartigheid en liefde, die zelfs zijn renigen Zoon niet spaarde, maar j Hem overgaf tot onze redding en verlossing.

8. Tot eene dankbare herinnering aan het lijden en den dood van dezen uwen Zoon, onzebarrahartige Heer en Heiland.

4. Tot verzoening en voldoening voor onze menigvuldige en groote zonden.

5. Tot dankzegging voor alle barmhartigheid en liefde, die Gij ons tct op deze ure bewezen hebt.

6. Tot verkrijging van alle verder benoodigde genaden en weldaden, en van uwe goddelijke hulp in alle onze aangelegenheden en nood.

-ocr page 90-

— 76 —

7. Tot vermeerdering der glorie en heerlijkheid van de allerzaligste maagd Maria, de Moeder van onzen Verlosser, alsmede ter eere van alle Heiligen, in het bijzonder van diegene, wier gedachtenis heden door de Kerk gevierd wordt.

8. Tot ligchamelijke en geestelijke welvaart van mijne, naastbestaanden, bloedverwanten, vrienden en weldoeners, en ook van mijne vijanden.

9. Ten nutte der heilige Kerk en van alle hulpbehoevende menschen; tot heil en redding der levenden, en tot lafenis en troost van hen, die in den Heer zijn afgestorven.

Neem, o God en Vader! neem deze goede meeninii* met wrlge^illen aan, en laat ons door de kracht van dit heilig offer met al uwe goddelijke genadegaven rijkelijk gezegend worden : door Jesns Christus, onzen Heer. Amen.

De volgende Misgebeden zijn voor den duur van een halt' uur berekend; — hetzij

-ocr page 91-

de mis uu niet zoo lang dure of men zelve niet vaardig genoeg lezen kan, dan kunnen dennet * aangeduide gebeden achterwege blijven.

BIJ BIET BEGIN DER H. MIS.

In den naam Gods: — f des Vaders, j f en des Zoons, f en des .heiligen ■ Geestes. Amen.

i

Ik wil opgaan tot Oods altaar, tot Hem, die van mijne jeugd af mijn ontfermer is.

Loven wil ik den Heer van ganscher harte, en mijnen God danken in de vereeniging zijner vromen.

De Heer heeft een aandenken zijner wonderen ingesteld, onze genadige en barmhartige Heer; spijs heeft Hij gc-gewn aan die Hem vreezen.

Hij heeft zijn volk verlost en er een eevivng genadeverbond mede gesloten. H{ crjijk en hoog verheven zij zijn naam.

-ocr page 92-

— 78 —

Ecre zij God : — f den Vader, f en den Zoon, f en den heiligen Geest; gelijk in den beginne, nu en altijd, en in alle eeuwigheid. Amen.

Ik wil opgaan tot Gods altaar, tot Hem , die van mijne jeugd af mijn onl-fermer is.

Goedertieren en zachtmoedig is de Heer; daarom ontfermt Hij zich over den zondaar en geleidt hem op den weg der boete.

Ik wil mijne ongeregtigheden voor den Heer belijden en mijne zonden niet verzwijgen.

Ik belijd voor den almagtigen God, voor Maria, de heilige en altijd onbevlekte maagd, voor den heiligen aartsengel Michaël, den 11. Joannes den doo-per, de heilige apostelen Petrus en Pau-Ins, en voor alle Heiligen, in het aanzijn dezer christelijke Gemeente, dat ik | dikwijls en veel gezondigd heb, door | gedachten, woorden en werken, liet is

-ocr page 93-

— 79 —

d

mijne schuld, mijne eigene en allergrootste schuld! Daarom bid ik de heilige maagd Maria, den heiligen aartsengel Michaël, den heiligen Joannes I den dooper, de heilige apostelen Petrus ' en Faulus en alle Heiligen, gelijk ook den Priester aan het altaar en deze verzamelde christelijke Gemeente, den j Hp'r, onzen God, voor mij om ont-terming, genade en barmhartigheid te willen bidden.

De almagtige God ontferme zich over mij. Hij vergeve mij alle mijne zonden, en geleide mij ten eeuwigen leven! Amen.

Kwijtschelding, ontslag en vergiffenis van alle zonden gelieve mij en alle hier verzamelden genadiglijk te verleenen, de almagtige en barmhartige God: — Vader, Zoon, en heilige Geest. Amen.

*Heer! ueig ü tot ons en verlevendig ons; opdat uw volk zich in ü J -'rheuge.

-ocr page 94-

— 80 —

* Toon ons, Heer, uwe oneindige en onuitsprekelijke barmhartigheid, en laat ons uw heil genieten.

* Heer! verhoor ons gebed, en laat onze smeekingen tot U komen.

* De Heer zij met ons, en met den geest des priesters, aan het altaar.

* Ontsla ous, o Heer! wij smeeken het U, van onze zonden, opdat wij bekwaam worden dit heilig olfer met een zuiver hart mede te vieren : door Jesus Christus, onzen Heer. Amen.

* INGANG.

De priester gaat naar het Misboek en leest de

Int rolt us.

Looft deu Heer, alle werelden : dient God met vreugde.

Looft den Heer : want Hij is goedertieren, en zijne barmhartigheid duurt eeuwiglijk.

-ocr page 95-

fiere zij God ; — f den Vader, — f den Zoon, —f en den heiligen Geest; gelijk in den beginne, zoo nu en altijd, en in alle eeuwigheid. Amen.

Depriester gnat naar liet midden des altaars, en bidt het

Kyrie Eleison,

Heer! ontferm ü onzer. Heer! ontferm L1 onzer. Heer! ontferm U onzer.

Christus! ontferm U onzer. Christus! ontferm U onzer. Christus! ontferm U onzer.

Heer ! ontferm ü onzer. Heer! ontferm U onzer. Heer! ontferm Ü onzer.

* Gloria

(wordt niet altoos gebeden.}

Eere zij God in de hoogste, en vrede op aarde den mensehen van goeden wille.

Wij loven U, o Heer, God, Koning des hemels, almagtige Vader!

Wij prijzen U en verheerlijken U.

-ocr page 96-

quot;Wij danken U en verkondigen met vrengde uwe groote heerlijkheid.

O Heer, eeniggeboren Zoon, Jesus Christus, Lam Gods, Zoon des Vaders!

Gij, die wegneemt de zonden der wereld : ontferm L' onzer. Gij, die wegneemt de zonden der wereld : ontvang ons ootmoedig gebed.

Gij, die zit aan de regterhand des Vaders! ontferm U onzer. Gij-alleen zijt de Heilige; Gij-alleen zijt de Heer; Gij-aileen zijt de Allerhoogste, Jesus Christus, met den heiligen Geest, in de heerlijkheid des Vaders! Amen.

De priester gaat naar het misboek en bidt do

Collecten (het kerkgebed.)

GEBED.

Almagtigc, eeuwige God! uit de diepte mijner ziel smeek ik U : laat het ootmoedig gebed uwer heilige Kerk tot den

-ocr page 97-

troon uwer barmhartigheid doordringen

eu genadiglijk verhoord worden. Met de gebeden des priesters aan het aitaar, vereenig ik de wensehen en beden mijns harten. Gij, Alwetende, weet en kent al mijne behoeften en wenschen, en zijt magtig en goedertieren genoeg om er in te voorzien. Bewillig dan, o goe-dertierenste God, naar uwe wijze goedheid, de stille wenschen mijns harten, en verleen mij genadiglijk alles wat mij noodig en nuttig is naar ziel en lig-chaam. Ontferm U over mg en allen die uw naam vreezen; laat allen ondervinden dal Gij altoos een genadige God en Helper zijt. Droog de tranen der bedroefden, verligt den nood der be-hoeftigen, verzaeht het lijden der zieken, en zie verzoenend neder op de rouwmoedige en boetvaardige zondaren; opdat allen uwe gunst en milddadigheid prijzen, en eens in onverhulde aanschouwing ü ecuwig verheerlijken ; door

-ocr page 98-

34

Jesus Christus, uwen Zoon, onzen Heer. Amen.

Epistel.

(Uit het derde hoofdstuk van den tweeden brief aan Timotheus.)

Weet, mijne geliefden ! in de laatste dagen zullen er gevaarlijke tijden komen. De menschen zullen zijn voleigen-liefde, heb- en pronkzucht, hoovaardij en laster; zij zullen hunne ouders en overheden weerstreven; zij zullen ondankbaar, eerroovend, liefdeloos, oproerig, leugenachtig, onmatig, gruwzaam, hardnekkig, verraderlijk, moedwillig en opgeblazen zijn en hunne lusten meer beminnende dan God.... Ja, de booze menschen en verleiders zullen voortdurend slechter worden; want zij dwalen en slepen bovendien anderen mede in het verderf.

Daarom, mijne geliefden! weest op uwe hoede, en blijft getrouw aan hetgene

T

-ocr page 99-

gij (ia het christelijk onderwijs) geleerd | hebt en u werd toevertrouwd. Want | gij weet immers van wien gij geleerd hebt, en hoe gij van uwe kindsheid af onderwezen zijt tot de zaligheid, door het geloof aan Jesus Chribtus : de hooggeprezene in eeuwigheidI Amen.

Nadat het misboek naar de linkerzijde is overgedragen, leest de priester daar het

E v a n g e 1 i e.

(Uit het zevende hoofdstuk van het Evangelie van Matthens.)

In dien tijde sprak Jesus tot zijne Leerlingen : //Tracht (voor alles) door de enge poort lot het leven in te gaan; want wijd is de deur en breed de weg die ten verderve leidt, en velen zijn er, welke dezen weg bewandelen. Daarentegen eng is de poort en smal de weg die tot liet leven leidt, en weinigen worden daarop gevonden. Hoedt u voor de valsche profeten!..,. Aan hunne

-ocr page 100-

vruchten (hunne werken) zult gij ze kennen. Elke goede boom brengt goede vruchten, en elke kwade boom slechte vruchten voort.... Eike boom echter die geen goede vruchten voortbrengt, zal afgekapt en in het vuur geworpen wordeu. (Elke Christen die voor God geene goede werken kan aantoonen, gaat ten verderve.) Want niet ieder die zegt; » Heere! Meerei quot; zal het hemelrijk ingaan, maar slechts die deu wil mijns Vaders doet, zal binnengaan in het rijk der hemelen.

Geloofd zij Jesus Christus 1

Mogen, door de woorden des Evangelies, onze zonden uitgewischt en ons leven verbeterd worden 1

* Credo

(wordt niet altoos gebeden.)

Ik geloof in God den Vader, den almagtigen Schepper van hemel en aarde. En in Jesus Christus, zijnen

-ocr page 101-

eeniggeboren Zoon, onzen Heer : die ontvangen is van ien heiligen Geest, geboren uit de maagd Maria; die geleden heeft onder Pontius Piiatus, is gekruist ; gestorven en begraven; die nedergedaald • is ter helle en ten derden dage weder verrezen van den dood; die opge-| klommen is ten hemel, waar Hij zit | aan de regterhaod Gods zijns Vaders, j en van waar Hij zal komen om te oor-i deelen de levenden en de dooden. Ik geloof in den heiligen Geest, eene, heilige, katholijke en apostelijke Kerk, gemeenschap der heiligen, vergiffenis der zondeu, verrijzenis des vleesches, en een eenwig leven, Amen.

0 ft er tor iu ui. | ( OpolTering van het brood en den wiju.)

Opoffering van de Hostie.

k

-ocr page 102-

hostie aau, welke ik, uw c.nwaardigste dienaar, ü, den levenden cn waaracli-iigen God, door de handen des priesters aanbied, tot verzoening voor mijne menigvuldige zonden, beleedigingcn cn verzuimenissen ; alsook voor alle tegen-woordigen, en alle ander ehristen-ge-loovigen, zoowel de afgestorvenen als j die nog leven : opdat dit oiier hun en mij tot heil verstrekke ten eeuwigen leven. Amen.

* Opoffering van (ien Kelk.

Wij dragen TJ, o Heer, dezen kelk des heils op, en sraeeken uwir goedertierenheid, dat dit offer tot ons heil en dat der gcheele wereld, in liefelijke geuren voor het aanschijn uwer goddelijke majesteit moge opstijgen. Amen.

* van zich zelven.

Ootmoedig vaa geest en met een vermorzeld hart naderen wij tot U,

-ocr page 103-

o Heer! Gelief ons in genade aan te nemen, opdat onze opdragt voor uw aangezigt aangenaam zij, aan U, onzen Heer en God. Amen.

Zegening van de OHerande.

Kom, Heiligmaker, almagtige eeuwige God! zegen deze offerande, welke wij bereiden ter eere van uwen heiligen naam. De aangename geur van dit offer stijge tot U omhoog, en uwe barmhartigheid dale over ons neder ; door JesusChristus, uwen Zoon, onzen Heer-Amen.

* Bij de handwasscliing des Priesters.

6 God! wasch mij gedurig meer van mijne ongeregtigheid, en reinig mij van mijne zonden.

Schep in mij een zuiver hart, cn vernieuw in mijn binnenste den geest der geregtigheid.

T'evrijd mijne ziel van alle vlekken,

-ocr page 104-

o God, jyij God mijns beilsl dan zal ' mijne tonsc quot;we barmhartigheid prijzen.

Open mijne lippen, o Heer! en laat mijn mond uwen lof verkondigen,

Eere zij God : — den Vader, en den Zoon, en den heiligen Geest: gelijk in den beginne, zoo nu en altijd, en in eeuwigheid. Amen.

SLOïÖEBifil) VAN HLT OFFERTORIUM.

Neem, o heilige, drie-eenige God, in de volheid uwer genade dit offer aan, hetwelk wij ü opdragen tot gedachtenis van het lijden, de verrijzenis en hemelvaart van Jesus Christus, onzen Heer : — tot aandenken aan de altijd zuivere maagd Maria, aan den heiligen Joannes den dooper, de heilige apostelen Petrus en Pan lus en van alle Heiligen; opdat het hun tot eere en ons tot heil ver-strekke, en zij in den hemel voor onsquot; mogen bidden, terwijl wij hier op aarc'e huun. gedachtenis vieren. Door Jesus 'i

-ocr page 105-

— 109 —

en genaden — een heerlijk aanbiddingsoffer, zoo ala liet U, den levenden en waarachtij?en God, toekomt, — en een krachtig smeekoffer ter bskoming van al datgene, wat wij, arme menschen, naar ligchaam en ziel noodig hebben.

Uwe goddelijke Majesteit worde door dit allerheilieste offer verheerlijkt; de zegevierende Kerk in den hemelhierdoor verrukt; de lijdende zielen in het vage-i vuur verkwikt, en de strijdende Kerk hier op aarde met alle zegeningen en geestelijke en stoffelijke goederen vervuld, — door denzelfdeu Jesus Christus , uwen Zoou, onzen Heer. Amen.

!•

Zoenoffer.

(Van liet be?in der Mis tut aau de Opoffering.

, Hebben wij gezondigd, dan bezitten wij j een middelaar bij den Vader, -Jesus Chris-I tus, de Regtvaardige; en deze is de verzoe-

8

-ocr page 106-

ning voor onze zonden; maar niet alleen voor de onze, maar ook voor de zonden der gansche wereld.quot; (I. Joan. 11. 1 — 2.)

O eeuwige en rcgtvaardige God! als ik de heiligheid uwer wetten en de plig-ten3 welke ik dienovereenkomstig te vervullen heb, met mijnen levenswandel vergelijk, dan vind ik afwijkingen en zonden in menigte; trouwens, elke dag doe ik veel wat ik vermijden, en verzuim ik veel wal ik doen moest.

Waarlijk, ik ben een zondaar en mis diegeregtigheid, welke ik voor ü diende te hebben. Daarom klop ik rouwmoedig op mijne borst en beken voor U, Almagtige, en voor het gansche hemelkoor, dat ik dikwijls en veelvuldig gezondigd heb, in gedachten, woorden en werken, alsmede door een gedurig verzuim van het goede, hetwelk ik had kunnen en moeten doen. Het is mijne schuld, o God! — mijne allerpToof^te schuld

-ocr page 107-

ó Regtvaardige en heiligste God! Als Gij de zonden gedenken en met mij handelen wilt naar regt en geregtigheid, hoe zal ik dan voor ü bestaan? Van de duizendmaal mag ik V nie.t één beantwoorden • Daarom smeek ik met üarid : //Heer! treed niet in het ge regt met mij, want voor V znj geen enkel sterfelijk wezen zonder zonden bevonden worden!quot; Van den troon uwer gercgtigheid beroep ik mij reeds | vooraf op den troon uwer onbegrensde barmhartigheid, en neem mijne toevlngt tot de opene wonden van Jesus Chris-! tus, mijnen eenigen Middelaar en voorspreker. Hij is het Lam, dat wegneemt de zonden der gansehe wereld. Hij is de onschuld, die onze schulden gedragen en ze afgeboet heeft aan het schandhout deskru'ses. In zijn bloed bezitten wij den prijs onzer verzoening, en in het heilig Sakiament van boetvaardigheid vloeit de onuilputteJijke genade-

-ocr page 108-

I bron, welke aan het krnis voor ons ! 1 ontsprong. Tot deze bron wil ik mij dikwijls begeven, om mijne ziel in het bloed des Lams af te wassehen. Daar wil ik mijne zonden belijden en mijne misdaden niet verheelen. «quot;Want, indien wij onze zonden belijden, — zegt de heilige Schrift, — dan ia God getrouw in zijne beloften , dat Hij ze ons vergeeft en ons van alle ongeregtigheid zuivert.quot; (1. Joan. I. 9.)

Ontferm U dan mijner, o God! en laat mij genade vinden voor uw aanschijn. Ik draag U op en offer in deze heilige Mis Jesus Christus, den eenigen Regtvaardige, die de verzoening is geworden voor onze zonden, en niet alleen voor de onze, maar voor de zonden ' der gansche wereld.

Hoe bovenmate gelukkig, gezegend i I en begenadigd zijn wij, o God, ontfermende Vader, dat wij dit verheven, • | heilig en goddelijk zoenoffer bezitten , i

-ocr page 109-

^ m

en dagelijks, op ontelliare altarcu, aan uwe eeuwige Majesteit kunnen opdragen. Hoe vele kwellingen, kwaad en ! straffen worden ter wille van deze of-I ferande dagelijks van ons afgewend; j hoe veel bedorvenheid uitgeroeid, hoe vele zielen aan de hel ontnomen en ten ; hemel terug gevoerd! — Wee echter die ongelukkige tijd, als de goddeloosheid de overhand neemt, en het rijk van den Antichrist zich met geweld zal uitbreiden ; dan zal de gruwel der verwoesting als een stormvloed losbreken , en de zondige wereld met reuzenschreden hare verschrikkelijke verdelging te gemoet gaan.

ó Gaat dan voort, gij vrome priesters ! des Heeren, gaat voort met dagelijks, ja onophoudelijk der belecdigdc Majesteit Gods dit heiligste zoenoffer op te dragen, en daardoor het oordeel af te wenden, dat wij om onze dagelijkache en menigvuldige zonden verdienen.

-ocr page 110-

— 114

Neem integendeel, o regtvaardige ! maar barmhartige God! neem dit U zoo welgevallig offer in genade aan tot onze verzoening. Gedenk het kostbaar bloed uws Zoons, hetwelk tot vergeving der zonden vloeide, en niet geüjk het bloed van Abel om wraak, maar als j het bloed des Verlossers, om vergiffenis ■ en ontferming van onze altaren tot Ü in den hemel roept. Vergeef mij alzoo Vader! vergeef mij en der geheele zondige menschheid. Sla uwen blik op het onbevlekte Lam, hetwelk, zonder zijnen mond tot een' klaagtoon te openen, zieh voor ons naar de bloedige slagt-bank liet voeren. Aanschouw Hem die geen zonde beging, onze zonden op zich nam en er oneindige voldoening voor gaf.

Laat, o God! laat het olfer en gebed van dezen onzen goddelijken Middelaar, met de voorspraak van alle Heiligen, en bijzonderlijk van de altijd reine

-ocr page 111-

— 115 —

en onbevlekte maagd Maria, tot den troon uwer barmhartigheden opklimmen, en ons allen genade en barmhartigheid bewerken in dit leven en in den dood.

Zie, o God ! met dit heiligste zoenoffer, draag ik U tegelijk mijn rouwmoedig en vermorzeld harte, en met dit hart ook het vaste voornemen op, ü nooit weder door eene vrijwillige zonde te beleedigen, maar voorlaan in onwankelbare trouw den weg uwer geboden te wandelen, en U van gan-seher harte lief te liebben tot in den dood.

Heer! wees mij en alle arme zondaars genadig. Amen.

En nu, christen-ziel, zoo gij waarlijk verzoening van God wilt verkrijgen, dan moét gij zelve ook verzoenendzijn, en ieder die u beleedigd heeft

-ocr page 112-

van harte vergeven. Geen vijandscl afgunst, haat of afgekeerdheid te iemand mag uw hart bevlekken, ak aan de dierbare vruchten van dit o wilt deel hebben. Want Jesus Christ de eeuwige verzoening, zegt :

o Als gij voor het altaar staat I uwe gaven te offeren, en gij he nert u, dat uw broeder iets tege: heeft, ga u dan eerst met hem ver: nen, en kom dan terug om uwe ga te offeren.quot; (Math. V. 23.)

Bij de Opoffering.

ü. Vader, zweer ik nieuwe troiv En nieuwe vlijt in 't Christendc Opdat ik offrend U behouwe,

U leev' ten eeuwig eigendom. Door uwen goeden geest geleid. Zoek ik naar heil voor de eeuwigb

Met ieder wil ik vreedzaam leven En wandelen op het liefde pad

-ocr page 113-

Van harte gaarne hem vergeven Dien ik eens ten vijand had. Verzoening blijft mij waar genot; Vergeef ook Gij mij, goede God!

Bestuur, o Jesus, heel mijn leven. Maak mijn hart van zonden vrij; Geef dat het gansch aan ü gegeven

En naar uw hart gelijkend zij.

Geef die genade. God, uw kind : En dat ik , stervend, eens U vind !

ii.

Dankoffer.

(Van de Opoffering tot aan de Consecratie.)

„ Dankt altijd voor alles God den Vader, in den naam van onzen Heer Jesus Christus.quot; (Ephes. V. 20.)

O Heer, mijn God! Gij grootste weldoener mijns levens! Diepgetroffen over de vele bewijzen van barmhartigheid en liefde jegens mij, kniel ik voor ü neder en bied Ü, met het offer uws altaars,

-ocr page 114-

lis —

tegelijk mijn hartelijk dankgebed aan voor alle genaden en weldaden, waarmede Gij mij tot deze ure zoo mild-dadiglijk hebt begiftigd.

Gij hebt mij het aanzijn als menseh gegeven, en mij (iienstvolgens ver boven de meeste uwer andere schepselen ver-i heven. Gij liet mij uit ehristelijke ouders geboren worden, en naamtmij, reeds bij mijne intrede in de wereld, in l den schoot uwer heilige Kerk op. Ik heb dus aandeel aan alle genaden en zege-I ningen van Christus' verlossingwerk, i en geniet niet slechts het onschatbare j geluk mij hier op aarde in uwe vader-1 lijke liefde en zorg te mogen verheugen, maar heb bovendien de vreugdevolle hoop, eenmaal in den hemel eene zaligheid te verwerven, welke geen oog gezien, geen oor gehoord heeft, en nooit in het hart eens sterfelijken menschen ondervonden is.

ó God! hoe zal ik U behoorlijk

-ocr page 115-

— ii9 —

voor utj^e eerste ca voorti eilolijkste aller genaden danken ? en hoe zal ik vergelden de andere ontelbare weldaden, waarmede uwe vrijgevige hand mij dagelijks, ja elk oogenblik mijns levens begiftigt?

Elke ademtogt mijns levens, elke i polsslag van mijn hart, elke opwekking en beweging mijner ledematen is een geschenk van uwe liefde, en wel zoo belangrijk, dat mijn lev n zoude ophouden te bestaan, zoodra Gij een enkel oogenblik ophieldt mijne levenskrachten te bewaren.

Van ü, o Vader des lichts en milde Gever van alle gaven, komt de spijze die mij voedt, de drank die mij verkwikt, de kleeding die mij bedekt, het dak waaronder i^ rustig kan wonen.

Gij zijt he-, Algoede, die mijn verstand verlicht, mijn hart deugdiievende gezindheid inboezemt, en tot beoefening van het goede mij het willen en volbrengen geeft.

-ocr page 116-

Gij zijt het die iriijnen arbeid zegent, I mijne goede ondernemingen bevordert, en mij steeds de middelen geeft en den { weg bereidt tot een redelijk leveoson-! derhond.

Gij verheugt mijn leven door zoo menige vreugde, geeft troost in lijden, hulp in nood, bescherming tegen gevaren en vervolgingen van zigtbare en onzigtbare vijanden.

Ja, gelijk een vader zich ontfermt over zijn kind, zoo ontfermt Gij U over mij, o Godl en bekroont mijn leven met tallooze bewijzen van uw milde goedheid.

Wilde ik alle genaden en weldaden optellen, die mij voortdurend van uwe Voorzienigheid toevloeijen, — waar, mijn Heer en mijn God, zoude ik aanvangen en waar een einde vinden ? Zij zijn even talloos, als de oogen-blikken mijns levens, en velen, misschien de voornaamsten, zijn mij zelfs nog verborgen.

-ocr page 117-

— 121 —

O, waarlijk, uwe goedheid en ontferming jegens mij is oneindig; — van oneindige waarde moet daarom ook het offer zijn, wat ik U hier tot dank wil opdragen. Het is Jesus Christus, uw geliefde Zoon , die zich op dit altaar ter uwer verheerlijking opoffert. Het zijn zijne oneindige verdiensten, welke Hij U opdraagt, en waarmede Hij U overvloediglijk vergeldt, wat Gij zoo rijkelijk aan ons, arme menschen uitdeelt.

Neem alzo o dit liefdevol dankoffer aan, 1 o God! aanvaard dezen uwen geliefden Zoon. met aide ontboezemingen van kinderlijke liefde en dankbaarheid, waarvan zijn allerheiligst hart gedurende zijne omwandeling op aarde voor tf overvloeide. Boven alles echter gelieve deze heilige, eerwaardige en beteekenisvolle akte van dankhetniging te aanvaarden , welke Hij U opdroeg, toen Hij, bij het laatste avondmaal, op den vooravond van ziin lijden , dit heilieste offer en

-ocr page 118-

Sakrament des Altaars instelde. Toen nam Hij brood in zijne heilige handen, verhief zijne oogen tol U, zijn Vader in den hemel,

dankte U,

zegende en brak het brood, en gaf het zijnen Leerli». ren, zeggende:

// Neemt en eet, want dit is mijn Ligchaam ! quot;

Zaligen des hemels, gij allen, heilige kooren der zalige gee- ten ! daalt neder en omzweeft dit heilig geheim. Helpt ons de eeuwige liefde danken, die bij alle genaden en weldaden Zich-zelven nog aan ons ten beste geeft. Looft den Heer, want hij is algoedig, en zijne barmhartigheid is zonder einde.

Onder de Opheffing dor H. Hontie.

U, Meer, wil ik een danklied zingen, U, wien het weldoen blijdschap is, U loven met de stervelingen, U, Vader van hehonderns.

-ocr page 119-

Hoe veel hebt Gij voor mij gedaan ; ! | Neem, God, mijn dankend offer aan.

Evenzoo nam mijn goddelijke Ver-■ losser, bij hetlaatsteavondmaal, ookden i 1 kelk in zijne heilige handen, dankte ! i weder om, zegende den kelk, en reikte hem aan zijne Leerlingen, zeg-^ende : i Neemt, en drink allen daaruit; want dit is mijn Bloed, des nieuwen Verbonds, wat voor velen zal ' vergoten worden tot vergeving der zonden. Duet dit ter mijner ge- i dachtenis. quot;

Onder de Opheffing van der H- Kelk

O heilig Bloed ! voor mij vergoten, Zegenbron, aan het kruis ontvloten 1 Hoe dank ik best uw almagt. Heer 1 Gij hebt geheel uw dierbaar leven Voor mij ten offer eens gegeven; — Neem 't mijne nu, uw naam ter eer; Uit reine liefde en dankbaarheid.

Zij 't U, Heer, gansch U toegewijd.

-ocr page 120-

— 134 —

Jcsus! voor U leef ik.

Jesus! voor U sterf ik.

Jesus! uw genade is groot,

Tk blijf uw kind tot in den dood.

Amen.

III.

Aanbiddingsoffer;

(Van de Opheffing tot aan de Corumunie.)

„ Heilig, heilig, heilig is God, de Heer der heerscharen! Hemel en aarde zijn vol van zijne glorie en heerlijkheid!quot;

(Is. VI. 3.) Almagtige God en Heer, wiens heerlijkheid de hemelen vervult en wiens roem de aarde verkondigt; neergeknield aan den voet des altaars, waarop zich Jesns Christus, uw geliefde Zoon, ter uwer aanbidt ;ng cn verheerlijking opoffert, wenschte ik arm schepsel, U waardiglijk te kunnen aanbidden, en IJ I die eer te kunnen bewijzen, welke ik U, I mijn Schepper , Herren Gebieder, schnl-1

-ocr page 121-

dig ben. Maar, o mijn God eu lieer^ hoe zal ik dat kunnen? Ik erken mijne onmagt, en gevoel mij niet in staat, deze verschuldigde dienst der aanbidding op waardige wijze te verrigten.

Daarom neem ik nogmaals mijne toe-vlugt tot liet oiler van Jesus Christua , waarin wij alles bezitten en alles vermogen, waarmede wij ü behooren te dienen. Middelerwijl hij ons voldoenend zoen- en liefelijk dankoffer is , hebben wij ook in Hem het waardigste offer van aanbidding uwer goddelijke Majesteit. Want, door JrJcm aanbidden de engelen uwe Majesteit; door Hem loven ü de cherubijnen; door Hem prijzen Ü de seraphijnen; door Hem verheerlijken ü alle kooren der zalige geesten in den hemel. Door Hem zijn ook hier op aarde de afgodische altaren des hei-dendoms vernietigd, met al hunne booze gruwelen, terwijl op hunne overblijfselen zich de liefelijke altaren des Chns-0

-ocr page 122-

126 _

tendoms verheffen, waar Hij, de alleen ware God, in geest en waarheid aangebeden wordt. Ja, door en in Jesus Christus zijn hemel en aarde vereenigd ter uwer verheerlijking, o God! en als in ucn-eenig koor, dragen zij U hare aanbidding op, terwijl wij vol eerbied en vreugdegevoel uitroepen :

n Heilig, heilig, heilig is God, de Heer der heerscharen! Hemel en aarde zijn vol van uwe glorie en heerlijkheid ! quot;

O almugtige, eeuwige God! Zie dan met welbehagen neder op dit altaar, op uwen Gezalfden, op Jesus Christus onzen Heer. Hij is immers uw welbeminde Zoon, in wien Gij uw eeuwig welbehagen hebt. H ij is het volkomen evenbeeld van uw goddelijk wezen , de glans van uwe eeuwige heerlijkheid. Hij is het, die zich quot;er uwer verheerlijking tot het knechtschap ver-

-ocr page 123-

127 —

nederde; die om uwe eer onder de volken weder te herstellen en ons den hemel te heropenen, de schande des kruises op zich nam, U het bloedig offer opdroeg, en nu nog dagelijks datzelfde offer, op onbloedige wijze, op de ontelbare altaren des ganschen aardbodems vernieuwt; hierdoor vervullende wat Gij, o God, door den mond der profeten vooraf liet verkondigen, met de woorden :

// Van den opgang der zon tot haren ondergang, is mijn naam groot onder de volken, en op alle plaatsen wordt mijn naam een rein offer opgedragen; want groot is mijn naam onder de volken. quot; (Mal. T, 11.)

Zoo stijge dan dit offer, o God, in de liefelijkheid zijner aangename geuren, tot den troon uwer heerlijkheid omhoog ; het worde IJ, op uw hemelsch

-ocr page 124-

128 —

hoogaltaar, voor het aanschijn uwer goddelijke Majesteit, door uwe engelen aangeboden, opdat zijne liefelijkheid uw vaderhart verheuge, en wij , allen die aan deze offerande deel nemen, met uwe genade en alle hemelsche zegeningen vervuld mogen worden, — door denzelfden Christus, onzen Heer. Door, en met, en in Hem zij U, almagtige God en Vader, alle eer, aanbidding en verheerlijking, van eeuwigheid tot eeuwigheid. Amen.

Alsuu bidde men aandachtig het Onze Vader en Wees gegroet, en daarna oefene men de geestelijke Communie op de volgende wijze.

Geestelijke Communie-

Onwaardig ben ik. Heer,

IJ heden hier te ontvangen ;

En toch, ik wensch die eer Met innig zielsverlangen.

-ocr page 125-

— 12« —

Mijn ziel moog' U omarmen ; Betoon mij uw erbarmen.

Woon in mijn zuclitend hart , Heel, God, mijn zielesmart !

In li heb ik hot leven,

In U ties harten vreugd ,

'JcAA'il U mij overgeven.

Voor tijd en eeuwigheid :

Niets zal mij van XI scheiden.

Kom , Jesus, kom tot mij ; ]n vreugde en heilzaam lijden }k steeds de uwe zij !

Wek een levendig verlangen in u om de H. Communie te ontvangen, en zeg ;

Het ligchaam mijns Heeren Jesus Christus beware mijne ziel ten eeuwigen leven. Zijn bloed zuivere mij van alle zondenvlekken, en het vuur zijner heilige liefde verteere in mij alles wat boos en Gode onaangenaam is. Amen.

-ocr page 126-

— 130 —

IV.

Smeekoffer.

i/ Voorwaar, voorwaar, ik zeg het u, — spreekt Jesus — als gij den Vader in mijnen naam om iets vraagt, dan zal Hij het u geven,quot;

( Joan. XVI, 23.)

ó God ! Vader der ontfermingen, en Gever van alle gaven ! Neem in genade aan en verhoor naar uwe wijze goedertierenheid de wenschen en smeekingen, welke ik, vertrouwend op de beloften uws Zoons, en op de alvermogende kracht van zijn heilig offer, U voor mij en voor de gansche menschheid voordraag.

Ontferm U over allen die Gij naar uw evenbeeld hebt geschapen, en voor wie uw Zoon zijn dierbaar bloed vergoten heeft. Heilig allen door de waarheid van uw heilig Evangelie, en help hen , ü, en dien Gij gezonden hebt, Chris-

-ocr page 127-

131 —

tus onzen Heer, erkennen. Verlicht de oageloovigen, breng de d.walenden te-regt, bekeer de zondaren, en vermeerder en behoud de regtvaardigen.

Zegen, o God, onze moeder de heilige Kerk, en laat haar steeds zich meer uitbreiden over de gansche wereld, en als ds eenige ware weg des lieils erkend ' worden. Stort de volheid uwer genade uit over liaar Opperhoofd, onzen beminden heiligen Vader, alsmede over alle Aarts-bisschoppen , Bisschoppen , prelaten en bestuurders, en over geheel de Geestelijkheid. Versterk,bemoedigen spoor hen krachtig aan, dat zij de hun toevertrouwde kudde gelukkiglijk weiden , ea voor haar, zoo wel als voor zich zelven, rijke vruchten van zaligheid moge voorbrengen : door hun vurig gebed , dooi het waardig opdragen des heiligen miscffers, door getrouwe uit deeling dei-heilige Sakramenten, door zurgvuldige bewiring uwer heilige leer, door ijverige

-ocr page 128-

verkondiging van het goddelijk woord , door de menigte van goede werken , es bovenal door het schitterend voorbeeli van eenen heiligen levenswandel.

Zegen, o God en Koning des hemels, de vorsten der aarde. Geef hen vaderlijke zorg voor hunne onderdaren , liefde voor den vrede, eerbied voor uwe heilige Kerk en gehoorzaamheid aan uwe heiligste geboden.

Sla uwe ontfermende blikken , o God , op den nood en de verdrukking van zoo vele bedroefde en ellendige Christenen. Verzorg de armen, vertroost de treurenden, red de bekommerdea, bescherm hen die vervolging lijden, verkwik de zieken, begenadig de stervenden , en schenk aan allen die in uwe genade afgestorven zijn de eeuwige gelukzalige rust.

Beteugel dan ook, o God, en bedwing de boosheid en verdorvenheid van onzen tijd. Sluit den mond der las-

-ocr page 129-

— 133 —

teraars en boosaardige bespotters der godsdienst; laat hen overal de welverdiende verachting ontmoeten, en breng hen langs den wrg der vernedering tot het ware geloot' terug. Aanschouw den ijver, de godsvrucht,en de deugden der regtvaardigen, die nog onder oiis leven; wend om den wille van hunne gebeden en goede werken de welverdiende straffen van ons af, en laat ons spoedig , onder uwe bescherming, wederom vreedzame en gelukkige dagen beleven.

Ontferm U eindelijk, o God, nog bijzonderlijk over ons, die hier in aandacht voor uw altaar nederknielen. Geef dat wij, die dikwijls aan dit heilig offer deel nemen, ook heilig leven en eerbaar wandelen in deze booze wereld ; niet in gulzigheid en brasserij, in wellust en ontucht, niet in heidensche feesten, dans en spel, maar in christelijke ingetogenheid , matigheid, zedigheid en kuischheid, in den vrede en in de

4

-ocr page 130-

— 134 —

zuivere vreugde des heiligen Geestes.

ó God van zegening en geuade ! Strek uwe zegenende hand over ons uit en geef ons uwen zegen. Zegen ons allen overvloedig in geestelijk opzigt, en voeg er alles wat wij van het stoffelijke noodig hebben, volgens de gunstige belofte uvvs Zoons, als eene milddadige toegift bij. Ik sluit nu alle mijne harte-wensehen, in het bijzonder die omtrent (hier zegtmendie bijzondere wensehen) in de onuitputbare genadebron van dit allerheiligste offer, en verwacht vol kinderlijk vertrouwen, met den zogen des priesters, ook in alles uwe zegenende hulp.

Zegen.

De Heer, onze God, ontferme zich over ons allen. Hij late ziju heilig aanschijn in zachtheid over ons lichten , en geve ons zijnen zegen.

Ons zegene de almagtige en barm-

-ocr page 131-

— 135 —

hartige God — f de Vuder, f de Zoon, cn f de heilige Geest. Amen.

De liefde van God, des hemelschen Vaders, — de genade en vrede van onzen Heer en Heiland Jesus Christus , — en de troost van den heiligen Geest zij met mij en ons allen, nu en altijd, tot in eeuwigheid. Amen.

NA DE HEILIGE MIS.

Gebed om bescherming van Maria.

Onder uwe bescherming nemen wij onze toevlugt, heilige Maagd en Moeder Gods Maria! Versmaad onze smeekingen niet in onzen nood, maar verlos ons altijd van alle gevaren. O roemwaardigste cn gezegende Maagd, onze moeder, onze middelaarster en voorspreekster. Verzoen ons met uwen Zoon, beveel ons aan uwen Zoon, vertoon ons aan uwen Zoon.

v. Bid voor ons , o heilige moeder Gods 1

-ocr page 132-

H. Opdat wij der beloften van Christus mogen waardig worden.

G IS li E D.

Almagtige, eeuwige God, die dooide allerheiligste maagd Maria het men-schelijk geslacht eeuwig heil bereid en aangeboden hebt : verleen genadiglijk , dat wij, die onze toevlugt tot haar nemen, in al onzen nood en wensehen de kracht harcr moederlijke voorspraak mogen ondervinden, en genadiglijk hulp verkrijgen naar ziel en ligchaam •, door Jesus Christusj uwen Zoon, ouzen lieer. Amen.

v. Bid voor ons, o heilige Joseph !

K. Opdat wij der beloften van Christus mogen waardig worden.

GEBED.

ij bidden U, o Heer Jesus Christus! laat de verdiensten van den Bruidegom uwer heiligste Moeder ons te

-ocr page 133-

hulp komen, opdat wij door de kracht zijner voorspraak datgene mo^en ont-vanfren, wat wij uit eigene zwakheid niet vermogen te verkrijgen. Gij , die leeft en heerscht, met den Vader, in eenheid met den heiligen Geest, God van eeuwigheid tot eeuwigheid. Amen.

Tot don Besclicrmengel.

(Telkenmale als men dit bidt 100 dagen aflaat.)

ó Engel Gods, die mijn bewaarder zijt, en nan wien ik door Gods goedheid ben toevertrouwd : verlicht, leid, bescherm en bestuur mij, nu en altijd, Amen.

-ocr page 134-

BIEGHT-OEFENLMG.

--Hrfr-

' Als gij gezondigd hebt, verzuim dan niet u tot den Heer te bekeeren, en stel niet uit van den eenen dag tot den andere; want zijn toorn komt plotseling, en ten dage der wraak gaat gij te gronde.quot; (Sir. V. 8 — 9.)

IETS TER BEHARTfGING.

Christen! als gij het ongeluk gehad hebt in eenige bedenkelijke zonde te vervallen, wees dan bezorgd ze zoodra mogelijk door eene rouwmoedige biecht uit te wisschen en de besmeurde zuiverheid uws harten weder te herstellen. Wacht u deze zuivering van den eenen tot den anderen dag uit te stellen, en zoo een geruimen tijd onbehagelijk te zijn in Gods reinste oogen.

Onze ligchamelijke oogen mogen zelfs

-ocr page 135-

139 —

het geringste vlekje niet zien op een fraai kleed, en wij hebben er zorg over het aanstonds als wij het ontdekken te verwijderen. En voor de reiniging en het zuiver houden van het hemelseh kleed der heiligmakende genade onzer zielen zouden wij minder bezorgd zijn, terwijl zij die het bezien, geen men-schen zijn, maar God-zelf en Gods engelen! — O, eene ziel die God bemint, kan zoo iets niet langer aan zich dulden !

Is het bovendien maar al te zeker, dat de bedrevene zonde eene doodzonde zij , dan is de nadering tot het Sakra-ment der boete des te dringender, en uitstellen met onbeschrijfelijke schade en verschrikkelijk gevaar verbonden. Trouwens , eene enkele doodzonde doet den mensch 1) Gods genade en vriendschap verliezen; — 2) hij verliest daardoor den inwendigen vrede, benevens alle verdiensten van zijne vroegere goede werken; —

-ocr page 136-

— uo —

(1) 3) kan hij, zoo lang die zonde hem aankleeft, zich geen verdiensten voor den hemel bewerken; — 4) is hij van het oogenhlik der begane zonde uitgesloten van den hemel en van het eeuwig gelukzalig leven; — en heeft 5) in dien toestand slechts een ongelukkigen dood en de eeuwige verdoeming te verwachten.

Waarlijk, een treurige toestand, en een verschrikkelijk lot! Wie zou, dit beseffende, ook slechts een enkele dag zoo kunnen leven, en niet liever met den meesten spoed tot die gemakkelijke heilmiddelen zijne toevlugt nemen, welke Gods oneindige ontferming ons in het Sakrament van boetvaardigheid heeft bereid?

1

Met eene rouwmoedige biecht en boetvaardigheid, scheukt God den rouw-moedigen oneindige barmhartigheid, en bij de vergiüenis der zonden, tevens ook de verlorene vruchten zijner vroegere goede werken terug.

-ocr page 137-

Ui

Daarom, Christen, als gij gezondigd hebt, verzuim dan niet, gelijk de heilige Schrift waarschuwt , u tot den Heer tebekeeren; stel niet uit van den eenen dag tot den andere ; want zie, het konde juist om dit strafwaardig verzuim ligt gebeuren , dat Gods toorn over u losbrak en u ten dage der wraak voor zijn schrikbaar oordeel deed verschijnen.

In zondigen toestand zweeft ons heil, gelijk wij erkennen, in grootgevaar, en de H. Schrift zegt: n wie het gevaar bemint i erin voortleeft) die zal er iu omkomen.quot;

Haast ii dus zonder uitstel te biechten en boete te doen ; opdat sdj vergeving en tevens Gods genade en vriendschap weder terug moogt erlangen. Amen.

gübi'-d vóón de biecht.

o Allerheiligste, regtvaardigste en barmhartigste God! die dour de zoude beleedigd, door de boetvaardigheid weder verzoend wordt, en altijd bereid zijt 10

-ocr page 138-

— 142 —

om den zondaar wederom in genade aantenemen, zoodra hij zich rouwmoedig: tot U bekeert ; zie ontfermend op mij neder, terwijl ik bij U troost en peraststelline: zoek voor mijn door zonden beanestipd hart. Gij, die den dood des zondaars niet wilt, maar dat hij zich bekeere en leve , en die eezeerd hebt, dat ten daee als de zondaar zich rouwmoedig tot U wendt. Gij ü ook wederom tot hem zult keeren en zijne zonden niet meer gedenken — wend U dan ook genadiglijk weder tot mij. Barmhartige God en Vader! neem mij in genade aan, en laat mij door ware boetvaardigheid metTJ verzoend worden. Verlicht mijn verstand door het licht van uwen heiligen Geest, opdat ik mijne zonden cr-kenne; tref mijn hart, dat het dezelve waarlijk berouwe, en bestuur mijne tong, dat ik ze opregtelijk belijde, in den geest van ootmoed en met een bereidvaardig, volgzaam hart. Trouwens,

-ocr page 139-

— 143 —

als wij onze zonden zoodanig belijden, dan zijt Gij getrouw in uwe beloften dat Gij ze ons vergeeft en ons zuivert van alle ondeugden. Door Jesus Christus onzen Heer. Amen.

TOT DEN HEILIGEN GEEST.

o Heilige Geest! Gij die de harten der menschen doorgrondt en ook mijn binnenste doorziet en alle vergrijpen kent naar getal, grootte en omstandigheden, alsmede naar de mate der schulden, welke ik daardoor op mij geladen heb : verlicht door uw heilig licht mijn verstand, opdat ik erkenne hoe zwaar ik gezondigd, en beweene wat ik misdaan heb. Ontsluit mijn hart, en toon mij den toestand mijner ziel zoo klaar, als die voor uw alziend oog open ligt. Laat mij erkennen hoe dikwijls en hoe zwaar ik mij verzondigd hel) door gedachten, woorden, werken, en door verzuim van hetgeen ik verpligt was

-ocr page 140-

— 144 —

te doen. Laat mij nu even zoo klaar verlicht zijn ter mijner verzoening met God, als ik vooraf blind was met Hem te beleedigen en te vergrammen. Help mij, o heilige Geest, getrouw alles vervullen, wat van een boetvaardige zondaar gevorderd wordt; opdat aan mijne boete niets ontbreke wat tot verkrijging der vergiffenis van mijne zonden en tot verbetering mijns levens noodig is. Door Jesus Christus, onzen Heer. Amen.

Gewetens-onderzoek.

Christen! bedenk dat gij voor God uwen alwetenden Rcgter staat, eu dat Hij uw zondig hart doorgrondt en getuige is, met welke gezindheid gij nu uw geweten onderzoeken eu uw levenswandel beproeven zult! Hoed u daarom voor alle arglistigheid eu onopregtheid, waardoor gij het heilig Sa-krameut vau boetvaardigheid ontheiligen, eu in plaats van vergeving, slechts nieuwe en zwaarder schuld op u laden zoudt.

In levendig aandenken aan Gods alziend oog, onderzoek uw geweten alzoo naauw-

-ocr page 141-

—- 145 —-

gezet, met zorg en opregthmd, naar aanleiding van de geboden Gods en der heilige Kerk, en doe dit op de volgende wijze ;

Vraag n vooreerst met opzigt tot uwe laatste biecht;

Hoe was mijne laatste biecht? Was mijn gewetensonderzoek naanwkenrig, mijn berouw opregt, mijn voornemen ernstig? — Heb ik geene zonde in de biecht verzwegen, verkleind, de verzwarende omstandigheden niet verheeld? — Heb ik de voorschriften des biechtvaders getrouw opgevolgd, zijne middelen tot verbetering aangewend, de opgelegde boete volbragt, en de verschuldigde voldoening gegeven? — Wat men hiervan in gebreke is gebleven, dient vooreerst opgemerkt te worden.

Vraag u dan verder.

Ten opzigtevan he teerste gebod. Heb ik in geloofszaken niet getwijfeld ? Welke zijn de twijfelingen 9 Heb ik mij niet geschaamd mijn geloof te bekennen en mij openlijk als katholiek te toonen? Heb ik niet verzuimd de akten van geloof, hoop en liefde te verwekken, om mij in deze goddelijke deugden te bevestigen ? Heb ik geene

-ocr page 142-

gezelschappen bezocht, ouuootlige omgang gehad met personen, wier gesprekken en handelwijze strijdig zijn met het ware gelootquot;? Heb ik geen voor het geloof en de zeden gevaarlijke boeken gelezen? (Hiertoe behoort verreweg het grootste gedeelte der romanlectuur.) Ben ik niet onverschillig, traag en nalatig geweest in de godsdienst? Ben ik niet nalatig geweest in het gebed, bijzonderdes morgens en 'savonds, in de overdenking en behartiging der genadevolle waarheden, in de goede meening, alles ter liefde Gods te doen, te laten of te lijden? — Heb ik mij niet verzondigd door wantrouwen op God, op zijne goedheid, barmhartigheid en liefde? Heb ik in kruis of lijden niet tegen God gemorden mij aan kleinmoedigheid overgegeven? — Heb ik ten opzigte der zondenvergeving niet aan Gods barmhartigheid getwijfeld en daarom de biecht en bekeering verwaarloosd? Of heb ik integendeel vermetel mij op Gods oneindige barm-hartigheid verlaten en daarom zonde op zonde gehoopt? — (Beide gevallen zijn zware zonden, en moeten derhalve voornamelijk berouwd en beleden worden ) — Het ik mijn

-ocr page 143-

— 147 —'

liart uiet gesloteu gehouden voor de heilzame vermaningen en teregt wijzingen, of ze misschien zelfs kwaadwillig van de hand gewezen P Heb ik niet halsstarrig in het booze blijven volharden, de erkende waarheid weerstreefd of mijn hart verstokt? — Hang ik Gode wel boven alles aan met geheel mijn hart, of is het misschien meer voor eenig schepsel genegen? Uien ik de wereld en hare lusten niet meer dan God? — Heb ik mij niet ingelaten met bijgeloovige zaken, sijmpatie, kaartenleg-gen of waarzeggerij, enz ?

Ten opzigte van het quot;weede gebod. Heb ik niet de kwade gewoonte, Gods naam, of die van Jesus Christus, Maria, te dikwijls ijdelijk, ligtvaardig of oneerbiedig uit te spreken? Heb ik het heilige niet dikwijls zeer onheilig in den mond? Heb ik geeue vloeken, godslasteriugen of ver-wenscliingen uitgesproken, valschelijk gezworen ot andere vermetele gesprekken gevoerd?— Heü ik niet ligtvaardiglijk belof-teu gemaakt en ze even ligtvaardig geschonden? iieb ik anderen geeue aanieiüing tot vloeken of verwenschingen gegeven, enz.

-ocr page 144-

148 —

Ten opzigte van hot derde ge- I bod. Heb ik op zon- en feestdagen de heilige mis, Gods woord, de predikatien of andere verpligte godsdienstoefeningen niet verzuimd of daarin nalatig geweest ? Heb ik anderen niet van het vervuilen dier pligten afgehouden?Ileb ik mij niet oneerbiedig en zonder aandacht gedragen bij de godsdienstoefeningen in de kerk? Heb ik op zon- ol' feestdagen ook slafelijk werk verrigt of door ondergeschikten laten doen? Heb ik deze dagen niet door brasserij, dans of spel ontheiligd?

Ten opzigte van liet vierde gebod. Heb ik mij niet verzondigd door ongehoorzaamheid, oneerbiedigheid of verzet tegen mijne ouders, meesters of andere overheden? hen misschien gehaat, veracht of verkleind? Heb ik niet geweigerd mijne ouders in hunnen nood te ondersteunen en kinderlijk te verzorgen, voor zooverre ik dit konde? — Heb ik mijne naastbe-staanden en mededienstboden ook op eeui-gerlei wijze liefdeloos behandeld?

Heb ik, als vader ol'moeder, het mijnen kinderen niet aan eene behoorlijke opvoe-

-ocr page 145-

149 —

ding en verzorging laten cntbreken? Heb ik regtsehapen voor hun zielenheil gezorgd , en ben ik hen steeds niet een goed voorbeeld voorgegaan ? Heb ik steeds een waakzaam oog op hen gehad en hen van booze wegen, verkeerden omgang, onzuivere personen , zondige zamenkomsten enz. atVe-honden en getracht te bewaren ? Heb ik mij ook pligtmatig om hun tijdelijk voortkomen bekommerd? Heb ik geen mijner kinderen onbillijk in eenige handeling, in genegenheid oiquot; verzorging voorgetrokken?

Heb ik, als hnisoverste, niet verzuimd, naast de gewone verpligtingen, ook voor het godsdienstig heil mijner dienstboden te zorgen ?

Heb ik geene overheidspersonen, geestelijken, bejaarden of andere eerwaardige personen met minachting bejegend, of hen veracht, of hen de verschuldigde eerbied vrijwillig onthouden of geweigerd?

Ben ik niet liefdeloos geweest jegens armen of hulpbehoevenden ? Bedenk ik wel, dat mijne handelwijze aan hen, eene handeling aan Jesus Christus zeiven is, en dat ook hiervan mijn eeuwig heil of

-ocr page 146-

mijne eeuwige verwerping kan afhangen?

Ten opzigte van het vijfde gebod. Heb ik niemand aan zijne gezondheid of ligchaam benadeeld, door mishandeling, krenking, te zware inspanning bijtende scherts of spotternijen, verkeerde handelwijze enz.? Heb ik niemand het leven getracht te verkorten? lieb ik mijn eigen ligchaam of een anders leven ook aan onnoodig gevaar blootgesteld ? Heb ik niemand een doodelijken haat of nijd toegedragen? Ben ik overigens niet wraak-zuchug, vijandig, nijdig of anders boosaardig gezind? Heb ik de pligtmatige zorg voor mijne eigene gezondheid gedragen, en ze niet benadeeld door onmatig eten of drinken, door te groote inspanning, door schandelijke genietingen of ongebondene vermaken?

Heb ik niemand naar de ziel benadeeld, door verleidingen, aansporing tot zonden, j doorslechte voorbeelden, door aanleiding | te geven tot laster, of ook, dat ik het zondige, onregtvaardige enbooze gedrag van anüeren goedkeurde of billijkte, en hen alzoo, in plaats van er hen af te houden

-ocr page 147-

daarin versterkte? — Heb ik niemand kwaad gemaakt of tot driften opgewonden, tot vijandschap bewogen, tot haat jegens mij oi'anderen aangezet, o1' door mijn gedrag evenzeer tot zonde gebrast?

Ten opzigtc van het zesde en negende gebod. Heb ik niet tegen de zedigheid en eerbaarheid gezondigdV Heb ik mij niet in onzuivere gedaeluen, voorstellingen en begeerten opgehouden en mij daarin verlustigd? Heb ikgeene onzuivere, dubbelzinnige gesprekken gevoerd, ze gewillig aangehoord, er behagen in gevonden? Heb ik geen te vrijen omgang met personen van liet andere geslacht ? Heb ik geene vuile, onzedige boeken gelezen, onkuische albeeldingen ol'voorstellingen aanschouwd V Ben ik niet onzedig m mijne blikktu geweest? Heb ik mij niet verzondigd door ergerlijke kleeding? Heb ik de gevaren dei-wellust en verleiding, in plaats van ze te ontwijken, niet veeleer upgczocht en bemind? Ben ik er met in omgekomen?

Heb ik in niets tegen de zuiverheid overeenkomstig mijn staat gezondigd? — Christen-ziel! beproeiquot; u met heiligen ernst over

-ocr page 148-

(lezepunten, en hoed u, uit vabche schaamte, ieta in de biecht te willen verzwijgen.

Ten opzigte van het zevende en tiende gebod. Heb ik niemand schade toegebragt door ontvreemding, ontrouw, bedrog, vervalsching in waaren, arbeid, maten en gewigten, in schuldbekeu-tenissen, kwitantiën euz., ofwel door aankoop of verheden van gestolen goederen, door terughouden van gevondene zaken, niet teruggave van wat op eenige wijze aan geld, maat of gcwigt te veel ontvangen is? Hel) ik niet door traagheid, onverschilligheid en onachtzaamheid mijne meesters of die mij werk verschalten benadeeld? Heb ik niemand onbillijk afgetrokken of vaU zijn loon onthouden? Heb ik den armen handwerksman en daglooner onbillijkerwijze te lang op zijn verdiend loon laten wachten? Heb ik mij niet ten nadeele van anderen, in handel, spel of verdeelingen bevoordeeld? — Heb ik geen woeker bedreven of ongeoorloofde intresten genomen? Heb ik op geenerlei wijze van den nood van anderen voordeel trachten te winnen ? Heb ik aan den eigendom van anderen ook boos-

-ocr page 149-

153

aardijflijk iets beschadigd of bedorven? Heb ik niemand uit zijne betrekking , ambt, bezitting j woning enz., trachten te verdringen?— Heb ik, als familie-en huisvader, mij ook schuldig gemaakt aan brasserijen, spel, lediggang, en daardoor vrouw en kinderen in nood en bekommering gebrast? — Heb ik, als huismoeder, niet door ijdel-heid, verkwisting en pronkzucht, uitgaan, verwaarlozing der huishouding en dergelijke, de welvaart der familie ook beua-dceldP — Heb ik ook schulden gemaakt, zonder het vermogen of den wil ze te betalen? Ts mijn hart overigens door geene onregtvaardigheid bezoedeld ?

Ten opzigte van het achtste gebod. Heb ik geene valsche getuigenis gegeven? geen valsche berigten verzonnen, noch valschelijk gezworen P Heb ik anderen niet tot zulke ongeregtigheden verleid of aangezet ? Heb ik niet gelogen en door leugens anderen ook soms benadeeld? Heb ik geen booze daad geloochend om de verdenking op anderen over te brengen ? Heb ik niemands eer ontroofd, belasterd of kwaad gesproken ? Heb ik lasteraars en cerroovers

-ocr page 150-

151

craarne aanpehoord, en hunne lasteringen oolc zondpr onderyoek «anfrenomen 0 TTel* ik niet verzuimd -/nlko pprrnovers lieboorliik terPQ't Ie wijzen en linn lipt sehnnrlpliike daarvan voor tp honden? TTeb ik^dp. £re-kwetste ppr mijns naasten ook in heschpr-min? een om en 0 TTeb ik niemand zonder crrond verdaehf pn liem daarom misschien rppds lirfdploos behandeld0 TTeb ik de verdiensten . dpiiffdpn en oroodp piirenscliannpn mijns naasfpn nip.t verminderd of in twijfel sretrokken ? Heb ik niet sreweitrerd van ipmandde vprdipndp iroede ffetuierenis te «reven . en is bpm dnardoor «?ppn nadeel berokkend ?— TTeb ik de crebreken van anderen niet zonder noodzakelijkheid ontdekt ? Heb ik seene aan mij toevertrouwde ceheimpn, voor zoovpr zij greenerlei kwaad of ander nadeel inhielden , openbaar sremaakt? Heb ik integendeel niet zulke ffeheimen verzwegen , welke we'rens bare ffevaarliike eevol-cren moesten ontdekt worden0 Heb ik mij niet aan huiehelarij en schijnheiligheid schuldig gemaakt? — Heb ik niemand gevleid of hem deugden en verdiensten toegekend , welke hij niet bezat, of misschien

O

-ocr page 151-

— 155 —

zelfs zijne ondeugden tot deugden gaan verheffen? — Heb ik overigens niets gedaan of erezegd, wat met de opresrtheid . waarheid en regtschapenheid strijdig is?

Heb ik aan geen booze neigingen toegegeven : bijv. nan trotschheid en hoogmoed , eerffieriorheidenroerazncht, praal-on pronkzucht, zelfverheffingen gerintrschattinsr van anderen? — quot;Ben ik niet giem en hebzuchtig, en m'et altijd slechts bedacht op eisren voordeel? quot;Verwaarloos ik niet menig goed werk uit gierigheid? Ben ik niet hardvochtiquot; en onbarmhartig voor den nood des naasten 0 Bedenk ik ook, dat ik van alle mijneaard-schegoederen en rijkdommen, voormijn heil in de eeuwigheid niets kan medenemeu . als die goede werken , welke ik door middel van dezelve had kunnen bewerken of bevorderen ? — Ben ik niet twistziek en wraakgierig, nijdig en af^nnstier? niet leu?en-achtiff en eerroovend? Ben ik niet overtresre-ven ot heb ik mij ook schuldig gemaakt aan dronkenschap, wellust ot' zwelgerij? — Verbras ik niet sommen gelds, waarmede den nood van menigen arme had kunnen gelenigd worden ? Ben ik niet traag in de

-ocr page 152-

— 156

irodsdieiist eu in de beoefening mijner gods-dienstpli,srfen, voornamelijk in het ontvangen der H. Sakramenten? — Tracht ik niet uit traagheid, gemak, of tegenzin mij te onttrekken aan dienstbetooningen, ter bevordering der godsdienst en tot ligehamelijk welzijn mijner arme medechristenen: diensten welke ik toch zoo gemakkelijk had kunnen op mij nemen ? , Wie onder u goeds kan doen, en het niet doet, begaat zonde zegt de heilige Schrift. (Jac. IV. 17.)

Neem ik de geboden der heilige Kerk ook behoorlijk in acht, en bijzonder die omtrent het vasten en de onthoudinsr, het behoorlijk bijwonen der heilige Mis? enz.

Christen ! beproef u ernstiglijk en redelijk, — Hef is onmogelijk in dit gewetensonderzoek alle zonden eu zondige verzuimen van het goede, waaraan men zich kan schuldig maken, voor te houden ; wie het intus-schen redelijk meent, zal met Gods genade weldra zijne zondige vlekken vinden. — Ga met het onderzoek van uw geweten voorzigtig, naauwlettend en met opregt-heid te werk; dan zult gij genade eu barmhartigheid verkrijgen. Amen.

i

-ocr page 153-

Na het Gewetensonderzoek.

Berouw en gosd VoomenieD.

Alwetende God, voor wiens oog niets verborgen maar alles open en bloot ligt! Voor uw alziend oog ben ik nu met mij zei ven in het geregt gegaan', en bevind mij, helans! weder aan menige overtreding uwer geboden en beleedi-ginlt;ren tegen uwe beminnenswaardige majesteit schuldig. Wee mij, ondankbare! — Terwijl Gij, o God 1 niet ophoudt mij te zegenen en met weldaden te verheugen, houd ik, helaas, niet op uw liefdevol vaderhart telkens door zonden te bedroeven 1

Maar zie, o God! het doet mij van ganscher harte leed , dat ik U, het hoogste en beminnenswaardigste goed — U mijn grootste weldoener, mijn God en mijn alles, beleedigd en uwe ontelbare weldaden met ondank vergolden heb.

Goedertierenste God en Vader ! van 11

-ocr page 154-

dit üogcnbl.k al' wil ik uwe heilige geboden niet meer overtreden, niet meer in eenige zonde bewilligen. Alle verleidingen en gelegenheden tot zonde wil ik zorgvuldig ontwijken, en mij vooral voor die fouten trachten te bewaren, waaraan ik mij heden en zoo dikwijls heb schuldig gemaakt. Ik wil mij geweld aandoen en alles aanwenden, om mijne hartstogten te beteugelen, en door goede gewoonten mijne kwade gewoonten trachten te verdringen. Niets zal mij meer ter harte gaan dan het vervullen van uwen allerheiligsten wil, en al mijn streven zal zijn, Ü, o God, van harte en boven alles lief te hebben, en li voortaan door even zoo vele goede handelingen te verheugen, ais ik tot nu toe door zondige werken ü bedroefde. Dit beloof ik hier voor U, Alwetende, en voor geheel het hemelkoor der Zaligen. Gij, lieve Heiligen God», zijl getuigen van deze myne

-ocr page 155-

— 159 —

belofte! Smeekt Gods overvloedige genade over mij af, opdat ik ze getrouwelijk vervul] e.

En nu, o mijn Heer en mijn God ! smeek ik ü uit het binnenste mijner ziel : wees mij, arme zondaar, genadig ! Ontferm U mijner, naar de grootte uwer barmhartigheid, en verdelg alle mijne boosheden naar de menigte en volheid uwer ontfermingen. Vergeef mij alles waarover mijn geweten mij voor U, o eeuwige Regter, aanklaagt. Ook mijne onbekende zonden gelieve mij te vergeven, om den wille van JesusChristus, uwen Zoon, die voor mijne zonden en die van de gansche wereld oneindig voldaan heeft.

Ja, Heere Jesus Christus! Gij hebt voor mijne en der geheele wereld zonden overvloediglijk voldaan, en ons met uw hartebloed genade en vergeving verworven j en teneinde wij ons hierin, bij opregteboetvaardigheid en berouw, volkomen zouden kunnen gerust stellen,

-ocr page 156-

— 160 —

hebt Gij het heilig Sakrament van boetvaardigheid ingesteld, en den priester uwer Kerk de magt verleend, alle rouw-moedigen in uwen naam ontbinding en vergill'enis van alle zonden medetedeelen. Verleen, genadige Verlosser! dat ik nu in den geest van ware boetvaardigheid dit heilig Sakrament ontvange , en alzoo op nieuw door U geregtvaardigd en begenadigd worde. Schenk mij uwen goddelijken bijstand, opdat ik eene rouwmoedige belijdenis mijner zonden spreke, mij bereidvaardig en ootmoedig aan 'spriesters vaderlijke leiding overgeve, mijn volgzaam hart voor zijne welgemeende vermaningen opene, en dan uit zijnen mond uw woord van begenadiging verneme : // wees getroost, uw zonden zijn u vergeven ; ga heen in vrede ! quot; Amen.

O heilige Maria, Moeder Gods! en gij alle, Gods lieve Heiligen ! bidt voor mij j arme zondaar. gt;— nu, terwijl ik

-ocr page 157-

— 161 —

den regterstoel van barmhartigheid binnentreed , en eenmaal in mijn doodsuur, als ik voor den troon der eeuwige gereg-tigheid verschijnen moet. Mogedan mijne tegenwoordige biecht mij niet doen ver-oordeelen, maar, overeenkomstig Gods heilige bedoelingen, ter volledige begenadiging en zaligheid verstrekken. Am.

Onmiddelijk nadat men zijne zonden in den biechtstoel beleden heeft, kan men nog eenmaal kortelijk de volgende akte van berouw verwekken.

I ó God! uit de diepte mijner :iiel j betreur ik hier nogmaals, uit zuivere 1 liefde tot U, alle zouden mijns levens, | in het bijzonder die ik nu gebiecht heb. Ik heb vastelijk besloten behoorlijk boete te doen en mijn leven geheel te verbeteren. Ontferm U dan mijner, o God! en laat mij door den mond uws priesters genadige vergiffenis vernemen. Door Jesus Christus, uwen Zoon, onzen Heer. Amen.

-ocr page 158-

— 163 —

Onder de Absolutie.

Door de oneindige verdiensten van Jesus Christus, — door de kracht van zijn bitter lijden en sterven. — alsmede door de verdiensten en voorspraak van Maria en alle lieve Heiligen, gewaardige zich mij van alle zonden te ontslaan : de almagtige en barmhartige God— f Vader, f Zoon en f heilige Geest. Amen.

Na de Biecht.

Eeuwige Ontfermer, God en Vader ! Ik zeg l' van ganscber harte dank, dat Gij mij. arme zondaar, niet van uw aanschijn verstooten, maar wederom in genade aangenomen eu met barmhartigheid bekroond hebt. Trouwens, hiermede getroost ik mij met een vol-komea vertrouwen, door hut ontvangen van het heilig Sakrament der boete , krachtens hetwelk ik nu vrijspreking van mijne zonden ontving, vermits ik

-ocr page 159-

— 168 —

het bewustzijn heb, met alle opregt-heid en redelijkheid mijn geweten onderzocht en alzoo gebiecht te hebben, en mijn vaste voornemen is, voortaan onder den bijstand uwer genade mij voor alle zonden te wachten, en godvruchtig en regtschapen voor ü te wandelen.

Neem, algoedeVader, voorloopig de zwakke dank mijns getroffen harte in genade aan, tot dat mijn volgende godsdienstige wandel U toone, dat ik geheel van uwe goedheid doordrongen ben. Trouwens, niet te vergeefs zult Gij mij heden wederom barmhartigheid bewezen hebben; neen, zij zal nu een blijvenden indruk in mijn gemoed achterlaten, mijne neigingen beheerschen 1 en geheel mijn doen en laten naar uw welgevallen besturen.

Zegen alzoo , liefdevolle God en Vader, het ontvangen van dit heilig Sakrament zóó aan mijne ziel, dat ik mij krachtdadig aangedreven gevoele, hart en zin

-ocr page 160-

— Ib4 —

overal en altijd voor de zonde te sluiten, en mij met allen ijver in de deugd te bevlijtigen. Laat uwe genade kraeht-dadig in mij werkzaam zijn, teneinde ik nakome, wat ik U iu dit genaderijk uur zoo plegtig beloofd heb : dat ik Ü nooit meer door eenige zonde be-droeve, maar U van ganselier harte en boven ailes bemiune. Help mij, o God , den goeden strijd strijden , mijn geloof en de zuiverheid des gewetens in alle trouw bewaren, door onvermoeid goed te doen, mij verdiensten voor den hemel te verzamelen en alzoo mijn aard-sche loopbaan regt christelijk te voleinden, om vervolgens in den hemel bij U te worden opgenomen, en de kroon des levens te ontvangen, welke Gij, goedertieren God, aan allen hebt beloofd die U beminnen. Verhoor mij , hemelsche Vader: door Jesus Christus , uwen Zoon, onzen Heer. Amen. IS.B. Vergeet de u opgelegde boete niet.

-ocr page 161-

— 165 —

COMMUNIE-OEFENING.

„ Zalig, die geroepen zijn tot liet gastmaal des Lams! quot; (Openb. XIX. 9.)

IETS TL'11 BtHAKTIGING.

Het hartelijkste , voortreffelijkste , heiligste en tevens genaderijkste werk, wat de Christen hier in deze wereld kan verrigten, is de heilige Communie.

Onze lieve lieer en Heiland heeft, — gelijk de kerkvergadering van Trenihe zegt, — de rijkdommen zijner liefde in dit geheim volkomen doen overvlocijen. Geen pen is dan ook in staat te beschrijven, al het heil en de zaligheid, welke in eene enkele waardige Communie besloten is.

Als in het geloovig en aandachtig

-ocr page 162-

— 166 —

I uitspreken van Jesus zoete Naam reeds I alle kwaad wijkt, en de zoetheid van | dezen naam, gelijk eene balsemende ; olie, de lijdende harten verkwikt; als | reeds het enkele- teeken zijns kruises ! sterker is, dan alle magten der hel; i en wanneer alleen door de aanraking van den zoom zijns kleeds. onherstelbare ziekten in hetzelfde ojgenblik genezen werden; o welk heil moet dan niet het heilig Sakrament zijns Lig-ehaams en Bloeds bewerken, in hen, die het waardig ontvangen ; vermits Jesus Christus zich zeiven daarin aan ons scheukt, met alle zijne goddelijke eigenschappen en volmaaktheden, met geheel zijne magt en heerlijkheid, met zijne liefde en zoetheid, zijne aanbid-denswaardige fiodheid en menschheid ! — Voorwaar, met het volste regt zeide de H. Theresia : » eene enkele heilige Communie is toereikend om van een zondaar een volmaakte heilige te vormen!quot;

-ocr page 163-

— 167 —

quot;Waar de heilige Communie iü eere gehouden en dikwijls waardig gebruikt wordt, daar heeft de boosheid hare heerschappij verloren en bloeijen de heerlijkste deugden; daar is het kind onschuldig en gehoorzaam, de jongeling eerbaar en godvreezend, de jonge dochter kuisch en vroom, het echtelijk leven rein en onbevlekt, handel en wandel onbesproken.

Door de heilige Communie wordt de vijandschap verdrongen, de vrede gegrondvest, de haat verbannen, de liefde weder ingevoerd , het geluk der familieu bevestigd, en geheel de maatschappij der menschheid verbroederd en veredeld.

De heilige Communie maakt uit zondaren heiligen, uit zwakke schepselen helden der deugd, uit menschen engelen. Zij geeft kracht in de bekoring , troost in lijden, licht en raad in moei-jelijke omstandigheden , hulp in nood ,

-ocr page 164-

— 168 —

tevredenheid iu liet leveu, geruststelling in liet sterfuur, en de eeuwige zaligheid na den dood.

Alzoo, de overvloeijende genade der heilige Communie is onuitsprekelijk, en hare waarde hoven alle schatting verheven. Zij is heerlijker dan de eeuwige heerlijkheid zelve, kostbaarder dan alle schatten der aarde, waardiger dan de hemel met al zijne schoonheid j en pracht; — want zij is God zelve, ! de Schepper van hemel en aarde; zij is Christus, de koning der heerlijkheid, zonder wien er geene verdiensten des levens, noch eeuige glorie des hemels, noch waar geluk op aarde bestaan kan.

Zalig alzoo, die beroepen zijn tot het gastmaal des Lams! Dubbel zalig , die waardig bij dezen liefdemaaltijd verschijnen ! — O mijn geliefde Christen 1 wees er op bedacht, dikwijls en waardig de heilige Communie te vieren;

-ocr page 165-

— 169

daa zal geiuk en tevredenheid hier op aarde, en eenmaal onuitsprekelijke zaligheid uw eeuwig aandeel in den hemel zijn. Amen.

GEBtDtS UOGR DE H. C0MK1UNIE,

I.

Voorbereidend gebed.

Almagtige God, liefdevolle, hemelsche Vader 1 Gij hebt mij een hoogst belangrijk uur laten beleven, een uur, dat ik met bijzondere aandacht en liefde het aandenken aan het lijden en sterven van Jesus Christus, uwen Zoon , vieren, aan het gedaehtenismaal zijner onbegrensde liefde deel nemen, en Hem zeiven als het levend brood, dat van den hemel gekomen is en der wereld het leven geeft, ontvangen en genieten zal.

6 God van zegening en genade, die mijne groote armoede aan deugd ,

-ocr page 166-

=~ iro ~

Diijnc onvolmaaktlicid en onwaardigheid kent, en weet, hoe weinig ik uit eigene kracht vermag tot ecne betamelijke ontvangst van uwen goddelijkea Zoon ; kom , ik hid U nit den grond mijner ziel, kom mijne onmagt te hulp met de rijke zegeningen uwer vaderlijke goedheid, en bereid Gij-zelven mijn hart tot eene waardige woonplaats van Hem, in wien Gij uw eeuwig welgevallen hebt. Verlicht, o God van genade! mijn geestelijk oog met den scherpen blik des geloofs; verhef mijne ziel tot de vreugdevolle hoop, en vervul mijn hart met aandacht en liefde. Verwek in mij een ware honger, een levendig verlangen naar het levend hemelbrood, het allerheiligst Sakrament van het Llgchaam en Bloed van Jesus Christus, opdat ik er naar smachte en verlange, gelijk een dorstend hert naar de frissche waterbron.

Zie-, o Vader der barmhartigheid I Ik kom als de verloren zoon ^ 1 '

-ocr page 167-

lijken disch uwer genade, arm en naakt naar alle goeds. Ontferm U daarom over mij , en ontsluit de rijke schatten uwer vaderlijke goedheid. Draag aan uwe heilige engelen, in 't bijzonder aan mijn' engelbewaarder op, dat zij mijne ziel met een nieuw bruiloftskleed omklre-den; dat zij mijn' vinger versieren met den gouden ring uwer genade, en mijne voeten op nieuw sehoeijen tot een getrouwe wandel in uwe heilifïe geboden. Ja, liefdevolle Vader! toon mij de volle grootte uwer vaderlijke liefde, en laat het beste lam uwer kudde voorbrengen, het Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld en dat voor ons geslagtofferd is aan bet kruis; opdat mij alzoo een waarachtig genademaal bereid worde en ik heden eene Communie viere, waarover de Heiligen en Zaligen in den hemel zich verblijden en verheugen met U, mijn lieve God en Vader ! Amen.

-ocr page 168-

GELOOF.

Goddelijke Heiland, Jesus Christus, waarachtig en wezenlijk tegenwoordig in het allerheiligste Sakrament! Ik geloof en beken vastelijk dit ondoorgrondelijk geheim, en geef gaarne en gewillig mijn verstand gevangen ten dienste van het geloof. Van IT en van de heilige Apostelen heeft de heilige Kerk dit geloof ontvangen, en het met onwrikbare standvastigheid en trouw vastgehouden tot op onze tijden. Als een regtgeaard kind dezer Kerk geloof ik alzoo, dat Gij, o Jesus, onder de saeramenteele gedaante van het geconsacreerde brood, met uwe godheid en menschheid, met ligchaam en ziel, geheel en onverdeeld , waarachtig en wezenlijk tegenwoordig zijt, desgelijks met de geheele magt uwer glorie, met de overvloedige volheid uwer genade en den onmetelijken rijkdom uwer verdiensten en Schatten des heils.

-ocr page 169-

— 173 —

ó Allerheiligste Sakrament, waarin de Oorsprong van alle heil, van alle geluk en alle zegeningen tegenwoordig is! Tn U heeft de genadige Heer waarlijk een gedeakteeken van de wonderen zijner liefde gesticht, en de onmetelijke rijkdom zijner eeuwige genadeschatten uitgegoten ! Gij zijt het hoogste bewijs zijner goddelijke vrijgevigheid, hetzegel zijner onbegrensde liefde en het zekerste i onderpand der zalige onsterfelijkheid. Gij zijt de ware boom des levens, geplant te midden der heilige katholieke Kerk, wiens vrucht allen, die haar waardiglijk genieten, het eeuwig gelukzalige leven geeft.

ó Goddelijke Heiland, die ik in dit Sakrament tegenwoordig geloof en ah i mijn Heer en God in diepen ootmoed en eerbied aanbid ; versterk mijn geloof en help mij, dat ik door het dikwijls waardig ontvangen van dit Sakrament waardig worde, ü eenmaal in den 12

-ocr page 170-

— 174 —

I hemel eeuwig te mogen aanschouwen,

| niet zoo als ik U hier onder het sa-

j kramenteele hulsel des broods geloovig

| aanbid en geniet, als spijze der onster-

j felijkheid, maar onverholen, van aan-

j schijn tot aanschijn. Amen.

HOOP.

ó Jesus, Heiland der wereld! Gij die van den hemel in dit tranendal zijt | neergedaald, om te zoeken en zalig te I maken wat verloren was : Gij hebt het | allerheiligste Alt aai geheim ingesteld, als de onuitputtelijke bron van alle genaden en ontfermingen, en van hier uit laat Gij de zegeningen uwer liefde vloeijen over allen, die uw allerheiligst Sakrament met aandacht, en geloof en vertrouwen naderen en U, de bron van alle heil, in hetzelve ontvangen.

Zie, barmhartige Heiland! met vele gebreken, kwade gewoonten en harts-togten besmeurd tot U komende, gevoel

-ocr page 171-

— 175 —

ik mijne zwakheid tegen de voortdurend zondige neigingenen bekoringen. Daarom laat ik heden getroost het anker mijner hoop in het allerheiligste Sa-krament vallen, en verwacht hiervan hulp en kracht, ter overwinning van alle kwaad en ter naarstige beoefening j van het goede.

Het leven des Christen heeft hier in ; dit oord van ballingschap dikwijls met menige tegenspoed , droefheid en plagen | te kampen; dit zal mij echter niet ont- ! moedigen, maar vol vertrouwen neem ik mijne toevlugt tot U in het allerheiligst Sakrament, waarheen Gij allen die belast en beladen zijn, ter verkwikking uitnoodigt, om hunne troost en hnlpete zijn in alle droefheid en nood.

ó Jesus! Gij zijt waarlijk het heil Her wereld; Gij zijt de hoop der zondaren, de sterkte der zwakken, het geneesmiddel voor de zieken , het leven der stervenden, de zaligheid van alle

-ocr page 172-

— 176

vrome afgestorvenen. Bij ü vindt men troost in tranen, bescherming in gevaren, redd'ng van liet verderf, hulp in ongelukken. Gelijk een helderglan-send licht, schittert uw heilige naam door de duisternissen dezer sterfelijkheid, en vertoont zich als de veilige lichttoren aan allen. die op de stormachtige zee dezes aardschen levens zich daarheen wenden. Hierom verhef ik heden vol blijde hoop mijne oogen tot quot;U in het allerheiligste Sakrament, en zeg met den psalmist: n mijne hulp staat in den naam des Heeren, die hemel en aarde gemaakt heeft!quot;

o Jesus! o]) U heb ik geheel mijn vertrouwen gesteld; Clij zult mij in eeuwigheid niet te schande laten worden. Amen.

v, 1 L F J) K.

6 Zoetste Heer Jesus, mijne liefde in het allerheiligste Sakrament! Gij zijt

-ocr page 173-

- m

waarlijk geheel iiet'de, geheel oatter-ming, geheel goedheid, genade en barmhartigheid voor mij. Van eeuwigheid at' hebt Gij mij bemind, eu om mij te redden van het verderf, waartoe ik met het gansche raenschen-geslacht vervallen was, hebt Gij, loen de tijd vervuld was, U voor mij overgegeven en geheel opgeofferd. — Uit liefde voor mij verliet Gij den schoot uws hemelsehen Vaders, werdtmenseh, leedt armoede, gebrek en allerlei ellenden; hebt een moeijeiijk en miskend, en aan zelfverloochening en onthouding toegewijd leven gevoerd, om daardoor voor mijn ijdelen , ligtzinnigen en genotzoekenden levenswandel te boeten, en mij tevens het smalle pad te toonen en te banen, dat tot het eeuwige leven voert. Uit liefde tot mij ondergingt Gij het smartelijkste lijden, gaaft Ge U over in de handen der beulen, liet U valschelijk beschuldigen, onregtvaardig veroordee-

-ocr page 174-

178 —

lea, het ligchaiiiu met ^eeseis ontvlee-schen, met doornen kroonen, met smaad overladen en met grove nagelen aan het kruis vasthechten. Daar, eeuwig ontfermende liefde ! hebt Gij, om mij van de verdiende eeuwige straften te redden, den hitteraten en smartvolst en dood geleden, en uit tallooze wonden uw onschuldig bloed tot den laatsten druppel toe vergoten, ter vergeving van mijne en der gansche wereld zouden!

En ten einde ik dit alles nooit vergeten, maar steeds in dankbare en trouwe wederliefde mij hieraan herinneren zoude, hebt Gij , allerzoetste Heiland 1 ais een gedenkteeken uwer lief-debewijzen, dit allerheiligste Sakrament ingesteld, en schenkt daarin, om al uwe liefde tot mij de kroon op te zetten , U zeiven met den geheelen rijkdom uwer liefde, verdiensten, genade en zegeningen aan mij. Daar zijt Gij mijne spijze, mijne verkwikking, mijne

-ocr page 175-

— 179 —

kracht, mijne verlichting, mijne vreugde en mijn' vrede. Dtuir zijt Gij het middenpunt, het beginsel en begrip van mijn geloof, de grondzuil mijner hoop, de levendige getuigenis uwer liefde, het zegel mijner verlossing, de bron mijns heils, en het zekerste onderpand van mijne toekomstige eeuwige zaligheid.

Ja waarlijk, Gij zijt de God van liefde, en U weder te beminnen is de heiligste en zoetste pligt der menschen! Daarom bemin ik U zooveel als in mijn vermogen is, en wensch ik ü altoos ijveriger te beminnen. Dit is mijn op-regt, innig verlangen, en daarheen strekken zich alle wenschen en verzuchtingen mijns harten.

A Jesus! ontsteek door deze heilige Communie mijn arm harte met het vuur uwer liefde, en geef dat ik U getrouw, kloekmoedig en bestendig lief hebbe; dat niets in staat zij mij van uw liefde te scheiden; dat ik in

-ocr page 176-

180 —

uwe liefde leve, sterve en eeuwig volharde. Amen.

Gebed tot nadere voorbereiding voor dè H. Communie,

Goddelijke Heiland, Jesus Christus! Zie, met vurig verlangen en innige begeerte maak ik mij gereed uw allerheiligst Sakrament te ontvangen, en het eeuwig liefdeverbond met U te ver- i nieuwen. O, moge het op behoorlijke wijze geschieden ! moge ik toch als een waardige gast aan uwe heilige Tafel verschijnen, en onder tranen van innige liefde uw hemelsch maal genieten!

o Jesus! Gij doorgrondt geheel mijn binnenste; mijn verlangen ligt vooi* ü open en mijne wenschen zijn Ü niet verborgen. Ik wensch U thans in mijn hart op te nemen, en met al die aandacht en heilige gemoedstemming te ontvangen, waarmede zoo vele gods-vruchtigen ü in de heilige Communie

-ocr page 177-

— 181 —

ontvangen, die, door de zuiverheid hunner harten en heiligheid van hunnen levenswandel, U bijzonderlijk welgevallig zijn. O konde ik U, mijn Heer en Heiland! niet die innerlijke, vurige aandacht, met die gloeijende liefde, met die teedere overgeving, eerbied en aanbidding ontvangen, waarmede Maria, uwe maagdelijke Moeder, 13 eens bij uwe heiligemenschwording en later zoo dikwijls door de Communie, in haar reinste en boven alles onbevlekt harte heeft opgenomen ! Hoezeer ik nu onwaardig l:en deze heiligste gewaarwordingen in mijn onheilig harte volkomen te deelen , zoo draag ik ü mijne gevoelens toch op zulk eene wijze op, al?of i.c de geheele rijkdom van hare aandacht, liefde en eerbied bezate. Alles wat verder eenig vroom Christen, bij de heilige Communie, door uwe genade, tot uw welgevallen denken en gevoelen kan, offer ik U naar vermogen en

-ocr page 178-

132 —

krachten op , biddende , dat Gij U ver-waardiget dit alles genadig aan te nemen ter aanvulling van hetgene aan inijne Heide en aandacht ontbreekt.

Zie dan, goedertiereuste Heiland! erbarmend op mij neer en neem mij in genade aan, wijl ik in ootmoed des harten tot ü kom. Ik nader ü als een zieke tot den geneesheer zijns heils, als een onreine tot de bron van hemel-sche zuivering, als een blinde tot het licht der eeuwige klaarheid, als een arme en behoeftige tut den rijken Heer van hemel en aarde, als een naakte tot Dengene, die de leliën des velds bekleedt en de geheele natuur met onzeggelijke schoonheden versiert.

Toon, gocdertierenste Heer! uwe bovenal groote goedheid aan mij, en keer uw aanschijn van mij, arme, niet al', hoewel ik noch die brandende liefde, noch die zuiverheid des harten bezit, welke ik voor U diende te hebben. O

-ocr page 179-

goddelijke Ontfermer I omkleed mijne naaktheid met het prachtgewaad uwer oneindige verdiensten, en wasch mijne ' onreinheid ai'in uw bloed, hetwelk Gij vergoten hebt tot uitwissehing van alle I zonden der wereld.

Glt; lijk Mozes zich eens vooraf van ; zijn schoeisel ontdeedt, eer hij den hei-i ligtn berg besteeg, zoo wil ik, alvorens de heilige Tafel te naderen, alle booze neigingenen begeerten, alle eigenliefde, eigenwaan en eigenzinnigheid afleggen, in één woord, alles wat hinderlijk zo a kunnen zijn, om volkomen met ü ver-ecnigd te worden. Daarom hernieuw ik hier aan den voet des altaars mijne doopbelolten, en verzaak, ten aan-schouwe van hemel en aarde, den duivel met al zijne magt en pracht, met aile ijdelheden en vermaken dei-zondige wereld, met alle lusten des vleesches en allen hoogmoed des levens. Alles wat ik onder den invloed dezer

-ocr page 180-

IU

magtcn der duisternis gedurende mijn leven kwaad gedaan en tegen (J, mijn Heer en mijn God, gezondigd heb, herroep, verzaak, vervloek en veraf- i scliuw ik uit geheel mijne ziel. Ik wil U goedertierenste Jesus! niet meer beleedigen, nooit meer het verbond van trouw verbreken, hetwelk lt;7ij reeds zoo dikwijls uit groote barmhartigheid mei mij vernieuwd hebt. Maar bijzonderlijk wil ik heden deze zonden. N. N., waarin ik zoo dikwijls hervallen ben, aizweren. Laat, liefderijkste Heiland! ailes wat ik zondigs begaan heb, vergeven en vergeten zijn, en verdelg tot zelfs het geringste spoor van kwaad uit mijne ziel, alvorens ik U, allerheiligste en zuiverste God, daarin opneme.

Zie, o Jesus! ik ben nu gereed tot de tafel uwer genade te naderen, en wenseh uw allerheiligste Sakramentmet die meening en intentie te ontvangen,

-ocr page 181-

— 185 —

waarmede Gij het op den vooravond j uws lijdens insteldet en eigenhandig 1 aan uwe Apostelen toebedeeld hebt.

Door deze heilige Communie wil ik | vooreerst en boven alles, God, uwen i hemelsehen Vader, verheerlijken, en | Hem naar behooren danken voor de groote liefde, waarmede Hij U , zijn i Eeniggeboren, heeft o.p^eoffurd, opdat wij niet zouden verloren gaan, maar het eeuwige leven zouden verkrijgen.

Dan wensch ik door deze heilige Communie met dankbare liefde de gedachtenis van uw bitier lijden en sterven te vieren, en die onuitspre-lijke liefde ter harte te nemen, waarmede Gij, om den wille van mijn heil, i uw allerheiligste ligchaam aan de gruwe-1 lijkste pijnigingen overgegeven en uw i kostbaar bloed onder de akeligste smarten vergoten hebt, tot vergeving mijner zonden.

| Door deze heilige Communie wensch i_______

*

-ocr page 182-

186 «

ik tevens op eene jreheel bijzondere wijze ime maagdelijke Moeder te vereeren, en hare ma^tigje voorspraak in al mijne aangelegenheden af te hidden; j zij wier maagdelijke schoot TI , Gods j Zoon, frrdragen en wier reine borst U «yevocd heeft.

Eiudclijk wenseh ik dezeheilijre Com-{ munie te ontvantren tot troost en heil mijner z'el. als het hoogste bewijs uwer liefde jegens mij . en als het onderpand mijner zalige onsterfelijkheid.

Deze heilige Communie verst^rke mij in het treloof, bevestige mijne hoop, en bekraehtige mijne liefde. Zij geve : mij troost in mijn lijden, matiging in vreugde, en hulp in al mijnen nood en moeijelijke aangelegenheden, bijzonderlijk in deze....

De/e heilige Communie verleene mij kracht tegen de bekoringen, lust en moed tot de deugd, standvastigheid in alle goeds, uwe genade in dit, en de

-ocr page 183-

— 187 —

eeuwige zaligheid in het toekomende leven. Amen.

Tot Maria en de Heiligen.

En nu wend ik mij tot IJ, o Heilige Maria! genadevolle Maagd en Moeder mijns Heeren Jesus Christus, die ik nu gereed sla door de heilige Communie in mijn hart op te nemen ! O zoete Moeder! neem mij thans zoo geheel in uwe moederlijke liefde aan, en bewerk mij ern genadige toelt;?ang tot uwen geliefden Zoon, opdat Hij , die door u mij ten hril werd gegeven, mij ook heden in de heilige Communie, door u, tot mijn heil in genade aan-neme. Neem mij. zoetste Moeder, ontfermend aan uwe hand en er el ei d mij tot uwen god del ijken Zoon ; he veel mij aan uw' Zoon, vertoon mij aan uw' Zoon; bid Hem met al uwe moederlijke liefde, dat Hij met zijne volle genade

-ocr page 184-

188 —

en heiliging tot mij Tcome, en mij in rnime mate aan de zepeninsen van zijn allerbeilnrst Sakrament deelachtig make.

quot;Verhoor mij, o zoete, heilige maagd Maria! Amen.

ó, Oij glorierijke Heiligen en alle erkende vrienden van Ood , die geheel uw geluk. uw heil en zaligheid gevonden hebt in de heilige Communie : bidt met vereenigde liefde in dit hoogst ge-wigtig ooeenblik voor mij, arme pelgrim in dit vreemdelingsoovd, opdat het ontvnmren des heilicren Sakraments ook voor mij worde eene bron des hells, die overvloeit tot het eeuwige leven.

En gij, lieve Engelen Gods, en bijzonder gij mijn beschermengel, die zoo gaarne dit geheim der liefde bijwoont: komt en wecst mij een coed geleider lot den goddelijken genadedisch mijns lieven Heilands en Heer! Amen.

-ocr page 185-

— 189 —

Bij de naderin.2:.

,, Heer! ik ben niet waardig. quot; ( Matth. VIII. 8.)

Onwaardig ben ik, arme.

Uw disch nabij te treen;

Maar Jesua, mijn Erbarmer ,

Neem m'aan , uit liefde alleen ! Ik juieh in uwe woorden :

w Ontvang mijn vleesch en bloed! quot; En open staat de poorte,

Tot 't allerhoogste goed.

ü wil 'k me overgeven !

Kom tot mij; neem mij aan' Aan Ü behoort mijn leven ,

Geheel mijn aardseh besta n ; Niets zal mij van U scheiden,

Noch zonde, smart noch dood , Noch vreugd, noch droevig lijden. Noch leven, noch de dood.

13

-ocr page 186-

— 190 —

Onder de nu-ttiging.

Het ligcbaam mijns Hceren Jesus Christus beware mijne ziel ten eeuwigen leven ! Amen.

NA DE HEILIGE COMMUNIE.

I.

Verheug u, mijne ziel! zie, uw God heeft u bezocht; uw Heiland heeft bij u zijn intrek genomen en van u zijne woontente gemaakt. Heden is aan het huis uwer ziel groot heil wedervaren 1 Alleluja! Gezegend zij Hij, die gekomen is in den naam des He er en ! Geprezen zij de God van oneindige liefde, die er zijn vermaak in vindt bij ons irme menschenkinderen te zijn !

Wees gegroet, zoetste lieer Jesus ! mijn God en mijne liefde! mijn hoogste en opperste, eenig ware Goed! wees gegroet, geloofd en bemind, en ontvang de kus mijuer liefde! Ik aanbid ü in

-ocr page 187-

— 191 «

den diepstcn eerbied en omhels U met de armc-n des geloofs en der liefde. O, dat mijn hart de liefdevlammen der Cherubijacn en Seraphijnen bezate, om U, mijn Heer en God, op waardige wijze te aanbidden en te beminnen !

2.

Ik geloof aan U en uwe tegenwoordigheid, o onfeilbare waarheid!

Op U hoop en vertrouw ik, o eeuwige barmhartigheid !

ü heb ik van ganseher harte, boven alles lief, o oneindig beminnenswaardige bod !

in het stof mijner nietigheid aanbid ik ü, o onbegrijpelijke grootheid en almagtige Godheid !

Alles wat onrein en zondig in mij is , doet mij van harte leed en verafschuw ik voor ü, o onbevlekte heiligheid 1

Voor alle genaden en weldaden dank ik U, o onuitputtelijke goedheid !

-ocr page 188-

192 —

A! hefgeeo ik naar ziel cd ligchanm noodi^r heb, verwacht ik van U, o ocmetelijke railddadigheid !

Getroost leg ik al mijne zorgen, bekommeringen en aangelegeoheden in uw schoot, o al wijze Voorzienigheid !

Mij geheel aan U overgevende, i wc nsch ik oo voor eeuwig met U ver- i honden te zijn; o loon en kroon der j eeuwige zaligheid !

3.

Alleluja! Ik he') Hem gevonden, die mijne ziel oemint; ik wi! Hem vasthouden en niet meer loslaten! Ja, mijn Jesus! ik heb en bezit U thans in het binnenste mijns harten, en met ü heb en bezit ik alles, wat inderdaad wen-schenswaardig is in den hemel en op de aarde. O, r?ij zijt mijn geliefde, uitverkoren uit duizenden, waarmede mijne ziil haar geheele leven wenscht vereenigd te zijn. Gij zijt mijn vrede-

-ocr page 189-

— 193 —

vorst j want slechts in U kan mijn hart ware vrede en heilige vreugde vin de a ; buiten U is het niets dan verwarring, ellende en moeijelijkheden zonder einde, j (jij zijt de God mijns harten , en daarin nu wezenlijk tegenwoordig. Ik aan id U daar en huldig IJ uit geheel mijne ziel. O , sluit ü als een zegelmerk op dit hart, en bezegel al zijne krachten ten dienste van uw heilig welgevallen. Verbind mijn hart aan uw allerheiligst hart door den band van onoplosbare liefde; want ik wil niemand zoo zeer toebehooren als U, die mijn God, mijne iiefde en geheel mijne zaligheid zijt.

ó Liefde van mijn hart en vreugde mijner ziel, Jt-sus Christus ! voleindig nu het werk wat uwe genade in mij i begonnen heeft. Laat de genadestroom van uw heilig Sakrament in mijn bin-j nenste vloeijen, en vervul geheel mijn ! hart met den gloed van uw heilig, diep | ingrijpend en hoogst levendig liefdevuur.

-ocr page 190-

— 194 —

opdat het hierin gelouterd, gezuiverd, geheiligd en verlicht worde. Amen.

4.

Zie, o Jesus! nu rust mijn arm hart aan uw goddelijk harte, waarin geen valschheid, noch arglist, of bedrog is, zoo als in de harten der meeste men-schen.

ó3 Trek en sluit het daarom gedurig naauwer en vaster aan U , opdat het nooit en nergens anders troost, rust en vrede zoeke dan in en bij TJ. Laat mij mijzelven nu verlaten, opdat Gij nu volkomen bij mij kunt ingaan. Laat mijn hart van alle aardsche dingen ontledigd worden; opdat Gij het met hemelsche gaven moget vervullen. Ja , mijn Jesus! verwijder uit mijn hart alles wat U mishaagt, en vervul en versier het met al datgene, wat C wezenlijk aangenaam is : met uwe deugden, met uwe verdiensten, met uwe hemel-

-ocr page 191-

— 195 —

sche en goddelijke genadegaven. Wees Gij deeenige die mijn hart bezit, mijnen wil beheerscht, mijne neigingen bestuurt, mijne wenschen veredelt, mijne bedoelingen leidt, en al mijne gezindheden zuivert en heiligt. Wees Gij mij alles in allen. Ben ik arm , wees Gij dan mijn rijkdom ; ben ik in nood, wees Gij dan mijn helper; word ik versmaad, wees Gij dan mijn verdediger; word ik vervolgd, wees Gij dan mijn beschermer. In droefhek', wees mijn troost, in zwakheid mijne kracht, in duisternis mijn licht, in gezondheid mijne vreugde, in ziekte mijn geneesmiddel, gedurende geheel mijn levtn mijn heil en geluk, in het sterfuur mijn leven, en in de eeuwig-! heid mijne zaligheid.

5.

ó Liefdevolste Heiland ! Gij hebt U nu met al uwe liefde en ontferming

-ocr page 192-

— 196 —

aan mij gesehonkeu. O, laat mij de zegeningen uwer heilige tegenwoordigheid i diep gevoelen en het zoete uwer goddelijke liefde genieten Laat deze heilige Communie mij ten voile tot zegen en heil verstrekken naar ligchaam en ziel. Schenk rnij, o God mijns harten, een reglschapen, jegens alle mensehen liefderijk en in uw' naam blijmoedig hart, en laat mij het voorbeeld uwer heilige liefde steeds voor oogen houden; opdat ik beminne, gelijk Gij l-emind hebt; : handele, gelijk Gij gehandeld helt; j wandele zoo als Gij wandeldet : vol liefde voor God , en vol goedheid, vriendelijkheid en welwillendheid jegens mijne medemenschen. Vervul mij geheel, o Jesus, met uwen heiligen Geest; opdat Hij al mijne gedachten en werken heilige en mij in een' nieuwen mensch hervorme, die naar uw evenbeeld geschapen is, in geregtigheid en wezenlijke heiligheid. Amen.

-ocr page 193-

— 197 —

6.

ó Goddelijke Verlosser 1 zoetste Heer Jcsus! Gij zijt vol genade en ontTerming tot mij gekomen, en wilt voorzeker uwe goedheid en liefde aan mij niet werkeloos laten Zie, Gij kent alle behoeften mijns levens, en alle gewaarwordingen en wensehen mijn- harten, en Gij zijt magtig en goed genoeg om mij in alles te helpen. Aan uwe oneindige liefde laat ik de beschikking, over alles wat mijn hart wenscht en begeert, wat het hoopt of vreest, wat het drukt of bekommert, wat het noodig heeft en behoeft. Open, weldadigste Jesus, de schatten uwer genade, en verzorg mij met alles naar ügehaam eu ziel; schenk mij vooral uwe zegenende hulp in deze aangelegenheid N. N., welke ik bijzonder aan uwe ontfermingsgezind harte aanbeveel.

Maar ook voor mijne medemenschen

-ocr page 194-

— 198 —

xvensch ik te hidden, o goedertierenste Heiland! voornamelijk voor hen, met wie ik door de uaauwere banden van bloed-verwantschap verbonden ben : voor mijne ouders, voor mijne kinderen, broeders en zusters, voor verdere naaslbestaan-den, bekenden , vrienden en weldoeners; desgelijks ook voor mijne vijanden. Zegen, begenadig, verlicht, troost en verkwili lien allen; laat hen in al luinnen nood en in alle aangelegenheden nwe al-magtigehulp ondervinden, en bekroon hen met genade en barmhartigheid. Ontferm U, o Jesus, over allen die tot uwe heilige Kerk behooren, en over alle mensehen op de gan:^che wereld. Schenk allen uwe genade en ontferming, voor wien Gij U gewaardigd hebt te lijden en te sterven. .Laat geene ziel ongetroost, niemand zonder uwe genade, geen die gij niet redt en zalig maakt, voor wien uw dierbaar bloed gevloeid heeft. Schenk alle levenden

-ocr page 195-

— 199 —

uwe onuitsprekelijke groote bariniiar-tigheid, en de zielen der overledenen de eeuwige rust. Amen

Tot God den Vader.

ó Goedertierenste God en Vader! zie nu met welgevallen neder op mijn hart; want uw geliefde Zoon roept uit hetzelve tot ü. Hij heeft zich aan mij geschonken en zich zoodanig met irij vereenigd, dat Hij in mij, en ik in Hem hlijf. Daarom, mijne ziel, loof den Heer, en alles wat in mij is verheer-lijke zijnen heiligen nan in!

Ja, geloofd en geprezen zij ^od, de Vader van onzen Heer Jesus Christus, die mij heden weder door het gcnade-. «'schenk zijns geliefden Zoon? met alle geestelijke zegeningen , met onuitsprekelijke genaden en hemelsche gaven zoo overvloediglijk heeft gezegend, in Jesus Christus, onzen Heer!

ö, Barmhartige God en Vader! Gij

-ocr page 196-

— 200 —

hebt mij uwen geliefden Zoon gesehon-ken; zie, ik schenk Hem aan U terug, en draag Hem met al zijne goddelijke deugden, verdienstenen volmaaktheden aan l op, als het voortreffelijkste dank- en prijsoffer ter verheerlijking van uwe Majesteit; — als het volko-i menste dankoffer voor alle genaden en I weldaden, waarmede Gij mij gedurende geheel mijn leven gezegend hebt; — als liet volledigste zoenoffer voor alle j mijne zonden en verzuim van goede ; werken 3 — en als het krachtigste i smeek offer ter verkrijging van uwe god-j delijke genadehulp in al mijne behoeften, nood en aangelegenheden, bij-j /onderlijk in deze N. N.

Algoede God en Vader! zie in genade neder op dezen uwen innig geliefden Zoon, die ik U hier op het altaar mijns harten ten offer aanbied. Door het eeuwige welgevallen van uw vaderlijk hart in Hem, smeek ik U,

-ocr page 197-

-M) i

vergeef mij alles, waardoor ik, gedurende geheel mijn leven U mishagelijk ben geweest, en laat voor eeuwig vergeven en vergeten zijn, wat ik ooit zondigs bedreven heb. Help mij en sehenk mij uwen bijstr.nd, opdat ik door geenerlei ontrouw de heilige liefdeband der Communie weder verscheure, waardoor ik nu met uwen Zoon, en door Hem, met U zoo naauw verbonden ben. Eeuwig verre zij het, dat deze Communie ooit mijn oordeel ver-zware, maar overeenkomstig uwe vaderlijke inzigten, worde zij mij tot eene ware genadebron, welke overvloeit in het eeuwige leven.

Laat alzoo, lieve Vader, mijne huidige heilige Communie waarlijk gezegend zijn. Laat haar niet alleen gezegend ziju voor mij, maar ook voor alle mijne aangehoorigen, voor mijne bloedverwanten en naastbestaanden, voor bekenden, vrienden en weldoeners, en

-ocr page 198-

— 202 —

niet minder voor mijne vijanJeu. Laat haar gezegend zijn voor allen, die door dit heilige Sakrament met mij in een en hetzelfde geloof verbonden '/ijn, en die heilige, broederlijke gemeenschap vormen , waarvan Christus hit hoofd is. Laat, beste Vader, deze heilige Communie nog in het bijzonder zegenrijke vruchten dragen voor hen, voor wie Gij zei ven hebt gewild dat ik hot eerste bidden zou , hetzij zij nog hier beneden leven, of reeds in uwen vrede ontslapen zijn. Aanschouw, o algoede Vader, het aanschijn uws welbeminden Zoons, en schenk, om zijnentwille, ons allen uwe vaderlijke ontferming;. Door JrJem, met Hem en in Hem, zegen mij en allen met uwen hcmdschen zegen en genade, uwe gaven en goederen des heils. Vrede, troost, heil en zegen zij ons deel hier op aarde^ en de eeuwige zaligheid in den hemel.

Maria, onze hemelsche Moeder en

-ocr page 199-

— 2o3 —

Koningin, bewerke ons dit alles bij haren goddelijken Zoon, door hare glorievolle verdiensten en magtige voorbede; en alle lieve Heiligen gelieveo ons rijkelijk af te smeekcn den zegen van God f den Vader, f den Zoon, en den f heiligen Geest. Amen.

Wanneer op den Communiedag een bijzondere aflaat te verdienen is, b.dde men met de meeste aandacht 5 maal het Onze Vader en Wees gegroet , ter eere der heilige vijf wonden onzes Heeren Jesus Christus; namelijk ter vervulling van het doel en de intentie, waarvoor de Paus, die den aflaat verleend heeft, wil dat wij bidden. Bij genoegzameu tijd en neiging kan men daar nog bijvoegen : de Litanie van den zoeten Xaam Jesus, ot' eenig ander gebed, tot hetzelfde doel.

SLOT-BEM i: UK IK G.

Gedurende den dag der Communie traehte men den geest van aandacht en vrome onderhouding met den goddelijken Verlosser zooveel mogelijk opgewekt en levendig te

-ocr page 200-

204 -=»

houden, en bediene zich hiertoe van de „ Verheffingen des harten tot Jesusquot; op bladz. 40, alsmede van de in het tweede deel van dit boek voorkomende schoone i, Bezoekingen tot het allerh. Sakrament.quot;

Alles, onverschillig in tijdelijke of geestelijke zaken, wat gij wenscht of begeert, Christen, kunt gij op dezen dag met het volste vertrouwen aan het ontfermings-volle hart van uwen Heiland aanbevelen; wees verzekerd dat u niets zal geweigerd worden, wat tol uw waarachtig heil kan bevorderlijk zijn.

Van dezen dag geldt het voornamelijk, dat men zich groote genaden kan belooven, en dat de Heiland bereid is met ruime mate mede te deelen, als men er slechts met aandacht en volharding om bidt. „ Bidt — zegt de Heer — en u zal gegeven worden. quot;

Ongelukkig vindt men ze echter bij duizenden , die op dezen zoo genaderijken dag ledig uitgaan; alleen daarom, wijl zij juist hart noch mond hebben om zich genaden af te bidden, en zich liever met allerlei dwaze en ijdele dingen beraocijen, dan met ernst zich op een heilig onderhoud met

-ocr page 201-

— 205 —

hunnen goddolijken Verlosser toe te leggen. Zij ontvangen niet, wijl zij niet bidden. — Wees gij, Christen, verstandiger en beter!

Wend u op dezen dag ook met bijzonderen ijver tot Maria, en roep haar met kinderlijk vertrouwen om hare moederlijke voorspraak aan. Als zij voor u bidt, o, dan zeker vloeit de stroom der genaden regt overvloedig, en misschien zal n dan heden toegestaan worden, wat u tot hiertoe onthouden werd. Bezoek, zoo mogelijk, hare altaren en beelden, en bedien u daarbij van de volgende aaudachtsoefeningen.

1.

Groete en toewijding aan Maria,

Wees gegroet in den glans uwer onbevlekte ontvangenis, o heilige Maagd Maria, Moeder Gods, Koningin der engelen, hulp en voorspraak der men-schen! Zie, aan de voeten uwer beeld-tenis buig ik mij neder, om u mijnen eerbied te betoonen , en met vertrouwen en ijver mij aan uwe heilige dienst toe te wijden.

14

-ocr page 202-

— 206 —

ó Koningin des hemels, wie alle scharen der engelen vol opgetogenheid dienen , en wier lof over den geheelen aardbodem , van het eene tot het andere einde verspreid wordt : sla uwe blikken op mijn in kinderlijke liefde aan u overgegeven hart, en laat mij behooren tot het getal dier waarlijk getrouwe dienaren, die u liefhebben en zich beijveren uwe schoone deugden na te volgen.

Zie, zoete Koningin! heden geef ik mij op nieuw weder ter uwer beschikking, met allen die mij toebeho ren, met alles wat ik heb en bezit. Ik wil u dienen met m:jne krachten, met mijne bekwaamheden en vermogens, en wil daardoor uwe eer trachten te bevorderen , waar en zooveel ik slechts immer vermag.

ó Genadige Vrouw en Koningin! erken in mij uw eigendom , en handel met mij naar uw moederlijk welbehagen.

-ocr page 203-

— 207 —

srelijk het tof verbeerlijldng van uwen goddelijk en Zoon , tot uwe eer en mijne /al^heid kan strekken.

Spreid, liefderijkeKon'-ngin , den man- i tel uwer moederlijke beschernnng over i mij en de mijnen uit, en bewaar ons voor elke zonde, voor alle gevaar, voor alle ongeluk naar ligcbaam en ziel. Wees mijn raad in twijfel , m^jn troost in lijden, mijne hulp in nood, mijne ' bescherming in leven en dood.

Al mijne aangelegenbeden, tijdel ;ke : zoowel als eeuwige, met het grootste vertrouwen in uwe gezegende moederbanden stellende, bid ik u, mij bij-

j zonderlijk in deze..... N. N aange-

i legenbeid, uwe magtige hulp te wil'en j betoonen; mij te helpen om stteds i mijnen wil aan den wijzen en goeden ; wil van ^od, volkomen eo met de 1 innigste overgeving te ond* rwerpen.

ó Magtige Maagd! door de dienst | welke ik mij beijver, u voortdurend te

-ocr page 204-

— 208 —

bewijzen, bid ik u, laat mij in alles uwen bijstand ontwaren, en toon dat gij ook mijne moeder zijt. Verhoor mij, o zoete heilige maagd Maria! I ó Maria, ontvangen zonder zonde! i bid voor ons, die onze toevlugt tot u nemen. Amen.

Lofspreuk.

Geprezen zij de onbevlekte ontvan-Lrenis der allerzaligste maagd Maria!

(Telkenmale dat men deze lofspreuk aandachtig zegt, 100 dagen aflaat.)

VIJF GEBEDEN TOT MARIA.

voIjbds 3e eersle letters van tan heiligen Haam. Eerste gebed.

17)et den engel Gabriël, die u de blijde boodschap bragt, nader ik tot u, o heilige Maagd, en zeg eerbiedig en met aandacht.

Ave Maria! Gij zijt vol van genade.

-ocr page 205-

— 209 —

de Heer is met u, en gezegend zijt gij hoven alle vrouwen!

Roemvolle Maagd! Wie kan de uitgestrektheid uwer waarde beseffen, daar gij de .Moeder zijt van Hem, wiens Vader de Almagtige God is 1

iu uwen kuischen lelieschoot is het eeuwige Woord des Vaders vleuseh geworden , en heeft zich met onze meuschheid bekleed, om ons in ziju sterfelijk vieesch de schal ten des onsterfelijken levens te verwerven.

Alle geslachten moeten u daarom zalig prijzen , Genadevolle I en roemen zullen zij de groote dingen, welke de Almagtige, wiens naam heilig is, aan u, en door u aan geheel het menschelijk geslacht, gedaan heeft.

Wees gegroet, Maria! enz.

Eere zij den Vader, en den Zoon , en den heiligen Geest, — en blijde lof weêrgalme ter eere der allerzaligste

-ocr page 206-

Moeder-maagil, aau wie ^roote dingen heeft gedaan de Almagtige, wiens naam heilig is. Amen.

Tweede gebed,

IVjoeder der barmhartigheid, ons leven, onze hoop en zoetigheid ! wees gegroet !

Als verbannen kinderen van Eva smee ken wij u, uit de diepte dezes ellen-digen levens op aarde; en zuchtende ' en treurende storten wij ons beklemd hart in uwen moederlijken schoot uit Redster en hulp der Christenheid! AVcad uwe blikken van barmhartigheid op ons, en aanzie onze ellende en onzen nood In U herleeft ons vertrouwen weder; i op u is onze hoop gevestigd ; gij zult ons vertrouwen niet beschamen. A(h, zoete Moeder der Christenen! ; giet de olie uwer barmhartigheid in

-ocr page 207-

211

elk verwond harte, en toon ons, na het treurige van dezen tijd, Jesus, de gezegende vrucht uwa ligehaams, O goedertierene, o teedere, o zoete maagd Maria!

Wees gegroet, Maria! enz.

Eere zij den Vader, en den Zoon, en den heiligen Geest, — en blijde lof weêrgalme ter eere der alierzaligste Maagd, aan wie groote dingen heeft gedaan de Almagtige, wiens naam heilig is. Amen.

Derde gebed.

JVjet hart en mond prijs ik u, glorievolle Maagd en Moeder des heils; u die ter regterhand uws Zoons gezeten, bij Hem onze Middelares en voorspraak zijt.

Ave Maria 1 Naar uwe milde handen zijn de oogen gerigt van alle god-vreezenden, als op de handen hunner liefdevolle koningin ; want met moe-

-ocr page 208-

m

derlijkc vrijgevigheid bedeelt gij hen met de zoetste gaven der zaligheid-Rijk en arm vinden bij u de schatten des heils en de goederen des hemels; niemand gaat met ledige handen van u weg, die met aandacht en liefde uwen troon nadert.

Immer zijt gij bereid de uwen te helpen, en hij alleen kan uwen lofver-zwijgen, die in zijnen nood met goed vertrouwen tot u riep en geen hulp zou ontvangen hebben.

Als kostbare olie is uw gezegende naam, heilige Maria! en een heilzame balsem voor elk verwond harte. Want gij zijt de toevlugt der zondaren, de troost der bedroefden en genezing der zieken; de beschermster en helpster van al uwe getrouwen in leven en dcod.

Wees gegroet, Maria! enz.

Eere zij den Vader, en den Zoon, eu

-ocr page 209-

213 —

deu heiligen quot;eest, — en blijde lof weêr-galmc ter eere der allerzaligste Maagd, aan wie groote dingen heeft gedaan de Almagtige, wiens naam heilig is. Amen.

Vierde gebed.

IViagtige Maagd, die uw troon in den hemel lieU en de aarde met den rijkdom uwer goedheden vervult : gij verdient inderdaad inagtig genoemd te worden; want magtig zijt gij in uwe voorbede bij God, die u niets weigeren kan; magtig in uwe hulp voor ons menschen, wien gij niets weigeren kunt; en magtig tegenover de vijandige magten van hel en wereld, die li niet kunnen wederstaan.

Allen die iu verdrukking en gevaren met een opregt halt hunne toevlugt tot u namen, roemen de kracht uwer hulp en de werking uwer magt.

Rijk zijt gij in alle genaden, en over-

-ocr page 210-

vioeijende van goedheid en barmhartigheid.

|n alJe eeuwen was uw naam een vasle burgt, waar, in 's Jevens nood en stormen, de hulpeloozen reddingen bescherming vonden.

Ach, ontferm U dan ook mijner, o magtige hulp der Christenen! wees ook mijne beschermster, mijn troost, mijne hulp in leven en dood.

Wees gegroet, Maria, enz.

Et-re zij den Vader, en den Zoon, en den heiligen Geest, —en biijde lolquot; weêr-galme ter eere der allerzaligste Maagd, aan wie groote dingen heeft gedaan de Almagtige, wiens naam heilig is. Amen.

Vijlde gebed-

IVjoeder des Heeren! laat mijne vereering u aangenaam zijn, en neem in genade den lof aan y dien mijn hart en lippen n toewijden

-ocr page 211-

*215

Alle volken der aarde bewijzen u aan- !

dacht en liefde, en zegenrijk weer | galmt de roepstem uwer inagt, tot

aan de uiterste grenzen der wereld. '

Roem en eere behooren n, niet slechts i wegens uwe hooge waardigheid als Moeder van onzen Verlosser, maar ook wegens uwen heiligen wandel voor bod.

jn alle deugden hebt gij u, verhevene i Maagd, verheerlijkt; en in geheel uw leven schitlerdet gij boven allen j als het heerlijkste voorbeeld.

/\lle dagen wil ik u daarom loven, o heilige Maria! alle dagen mij uwe schoone deugden herinneren, en uit ai mijne krachten er naar streven, de voetstappen van uwen heiligen wandel te volgen.

Wees gegroet, Maria 1 enz.

fiere zij den Vader, en den Zoon, en

den heiligen Geest, — en blijde lof weer-

-ocr page 212-

216 —

gal me ter eere der allerzaligste Maagd, aan wie groote dingen Keeft gedaan de Alraagtige, wiens naam heilig is. Amen.

4.

Gebed van ecue berouwhebbende ziel tot Maria-

Onderden druk van lijden eu schuldgevoel.

ó Maria, Koningin en Moeder der barmhartigheid! die waarlijk met ko ninkiijke grootmoedigheid genaden en weldaden mldeelt, aau allen die zich met vertrouwen tot u wenden en uwe goedheid aanroepen : zie, ik ellendige zondaar, arm aan deugd en verdiensten, maar beladen met ontelbare misslagen, nader den troon uwer erbarming, en smeek uwe moederlijke vrijgevigheid mij genade en erbarming te verwerven.

ó Gij, die de sleutels der oneindige ontfermingen Godsiii uwe goedertierene handen draagt: keer u niet af van mijne

-ocr page 213-

217 —

ellende en verlaat mij niet in mijne armzaligheid. Oij toont u immers altijd zoo vrijgevig jegens de behoefteen die u aanroepen en zijt gewend meer te geven, dan arme zondaren van u durven vra-ren.

Welaan, handel dan ook met mij naar die gewoonte, o Koningin , o Heer-scheres. o Moeder! N^em mij onder uwe moederlijke bescherming, dan ben ik geborgen en volkomen gerust. Voorzeker, als sij mij beschermt, o zoete en magtige Konimrin , dan heb ik niets te vreezen : noch de meniffte mijner zonden , want gij verkrijgt rijkelijk vergeving; noch de hel met al hare verschrikkingen , want zij beeft terug voor uwe magt; noch eenige menschelijke ellende, want crij weet te troosten, te raden en te helpen. Ja, onder uwe bescherming vrees ik zelfs den toorn des eeuwigen Regters niet; want één woord slechts uit uw moederlijke mond

-ocr page 214-

— 218

bevredigt ontniridelijk den Zoon uws harten. Tn één woord, indien idj mij beschermt, o Koningin der b.irmhar-tisheid, dan hoop en verwacht ik met ' volle vertrouwen alles tot mijnen troost I en geluk; want cdj vermoogt alles door i uwe voorspraak l»ij Hem, die uit u | geboren is en door u werd opgevoed i en tot in den dood bemind.

6 Moeder der barmhartigheid! Tk weet dat gij er uw vermaak in schept en uwen roem stelt, in u over den ellendige te ontfermen co de hulpbe-h'.evenden te helpen Zie, ik ben waarlijk ellendig, want ik ben een zondaar en heb mij zoowel aan tijdelijke als eeuwige straffen schuldig gemaakt. Ontferm u daarom over my en toon mi] uwe moederlijke barmhartigheid. Tk beloof, ja ik verklaar het plegtig voor hemel en aarde, mijn leven geheel te zullen beteren, volledig met de zonde te breken en naar deugd en volmaakt-

-ocr page 215-

— 219 —

held te zullen streven ; hiertoe moet pij mij echter helpen en mij uwe liefhebbende moederhand reiken.

Zie, o moi;tie:e Vrouw en liefderijke Moeder! ik heb groot vertrouwen in uwe moederlijke liefde, en stel mij vol troostende hoop onder de bescherming uwer barmhartigheid. Versloot mij niet, neen verstoot mij niet van uw aange-zigt, maar bescherm, red en help mij, en eel ei d mij op den wee: des heils gelukkig door alle gevaren, lijden en wederwaardigheden des levens . tot het doel mijner heilige besfemming. Verhoor mij, o heilige'Maria, mijne raadgeefster, mijne troosteres, mijne toevlugt, mijne hoop, mijne beschermster en hulp in leven en dood, Amen.

Dat bij deze aandachtsoefeningen tot Maria de Rozenkrans niet kan ontbreken, behoeft wel niet opgemerkt te worden. Dit is trouwens het schoonste en voortreffelijkste van alle gebeden, welke men aan Maria kan

-ocr page 216-

— 220 —

opdragen. Tn den Eozenkrans worden alle jre-lieiraen herdacht, welke met de hemelsehe Moeder, on liarcn Zoon, tot onze verlossing en ons heil, hebben plaats gegrepen; en hem dio dit gebed mot ware aandacht verrigt, wordt daardoor een schat van onbegrijpelijke genaden geopend. — Overigens gewenne men zich, het bidden van don heiligen rozenkrans telkenmale met het doel en de meening der heilige Kerk te vereenigen, en dezelve zoowol voor algemeene belangen als voor zijn eigene aan God op te dragen.

GEBEDEN VOOR DEN H. ROZENKRANS.

I.

SALVE R E GIH A.

Wees gegroet, Koningin , Moeder des barmhartigheid ! ons leven , onze zoetigheid en onze hoop , wees gegroet!

Tot u roepen wij, verbannen kinderen van Eva; tot n roepen wij zuchtend en weenende in dit tranendal.

Wend, o zoete voorspreekster, uwe

-ocr page 217-

— 221 —

barmhartige Mikken tot ons; bescherm ons hij de zoo menigvuldige gevaren in dit aardsche leven , en toon ons na hetzelve, Jesus, de gezegende vrucht uws ligchaams. O goedertierene , o tee-dere, o zoete maagd Maria! v. In alle droefheid en angst, r. Kom ons te hulp, o idler zaligste maagd Maria!

G È B E D.

Aimagtige, eeuwige God, die het lig-chaam en de ziel der heilige maagd Maria, door de kracht van den he:ligen Geest, tot eene waardige woonplaats voor uwen Zoon hebt bereid; geef dat wij, die hare gedachtenis vieren, door hare goedertierene voorspraak, van alle tegenwoordig kwaad bevrijd en van den eeuwigen dood gespaard mogen worden; door denzelfden Jesus Christus, uwen Zoon, onzen Heer, Amen.

15

-ocr page 218-

2.

MEMORARE.

Gedenk, o goedertierene maagd Maria, dat bet nooit is gehoord, dat iemand die lot u zijne toevlugt nam, u om uwe hulp bad of om uwe voorspraak smeekte, van u is verlaten geworden.

Hierdoor bemoedigd in mijn vertrouwen, neem ik mijne toevlugt tot u, o Moeder en Maagd aller maagden. Ik kom tot u ; zie mij, zondaar, in tranen voor uwe voeten neergeknield!

ó Koningin des hemels, die het eeuwig Woord, vol genade en waarheid, in uw' kuischen schoot gedragen en ter wereld gebragt hebt; versmaad het smeekend woord mijns monds niet, maar aanhoor genadig en verhoor mij armzalige, die uit dit tranendal van ellende tot u roep.

Troost mij in mijne bekommeringen,

-ocr page 219-

— 223 —

wees mijn bijstand in alle verJatenheid, en help mij in mijnen nood. Wees mijne middelares en goedertierene voorspreekster bij uwen geliefden Zoon, nu en altijd, en bijzonder in het uur mijns doods. Amen.

v. Bid voor ons, o Maria, koningin van den heiligen Rozenkrans!

r. Opdat wij bij God genade vinden en hulp verkrijgen mogen in alle nood en aangelegenheden.

3.

TNTKNTIE.

o God! ik wil nu met alle aandaeht den heiligen Rozenkrans bidden, volgens de bedoelingen en de meening der heilige Kerk, ter verheerlijking van uwen hei-ligsten Naam, ter liefde van Jesus, en ter eere van Maria; alsmede voor de belangen van geheel de ehristenheid in het algemeen, en voor de mijne in het bijzoader. Sehenk mij, o God, hiertoe

-ocr page 220-

— 224 —

uwen bijstand, en breng mij de heilige geheimen , welke in dit gebed herinnerd worden, regt levendig voor den ^eest; opdat ik, door eene godvruchtige behartiging derzelve, aan hunne zegenrijke vruchten moge deelachtig worden : door Jesus Christus, uwen Zoon, onzen Heer. Amen.

ALnu bidde men den Rozenkrans, (zie de oefeningen voor deu Zaturdag, bl. 507.)

Na den heiligen Rozenkrans, LITANIE

DER ALLEUH. MAAGD EN MOEDER GODS VAN LORETÏO. (1)

Heer, ontferm U onzer.

Christus, ontferm U onzer.

1

Zoo dikwijls men deze Litanie god-vruchtiglijk bidt, kan men daarmede 200 dagen atlaat verdienen.

-ocr page 221-

— 225 —

Heer, ontferm U onzer.

Christus, hoor ons.

Christus, verhoor ons.

God, Vader in den hemel, ontferm U onzer.

God Zoon, Verlosser der wereld, ontferm ü onzer.

God, heilige Geest, ontferm U onzer. Heilige Drievuldiirheid, één God, ontferm U onzer.

Heilige Maria, bid voor ons.

Heilige Moeder Gods,

Heilige Maagd der maagden,

Moeder van Christus, Ü?.

Pj

Moeder der goddelijke genade, ^ Allerzuiverste moeder, ©

Allerkuisehte moeder, 0

Ongeschonden moeder, »

Onbevlekte moeder.

Minnelijke moeder.

Wonderbare moeder.

Moeder des Scheppers,

Moeder des Zaligmakers,

-ocr page 222-

— 226 —

Allervoorzigtigste maagd, bid voor ons. Eerwaardige maagd.

Loffelijke maagd,

| Magtige maagd,

| Goedertierene maagd,

i Getrouwe maagd,

| Spiegel der regtvaardiglieid,

! Zetel der wijsheid,

| Oorzaak onzer blijdschap, 1 Geestelijk vat, Cc

Eerbiedwaardig vat.

Uitstekend vat van godvruchtigheid, i Geheimzinnige roos.

Toren van David , S

Ivoren toren.

Gulden huis.

Ark des verbonds.

Deur des hemels ,

Morgenster,

Behoudenis der kranken,

Toevlugt der zondaren,

Troosteres der bedrukten.

Bijstand der Christenen,

-ocr page 223-

— 227 —

Koningin der engelen.

Koningin der oud vaders,

Koningin der profeten, g

Koningin der apostelen, lt;

Koningin der martelaren, o

Koningin der belijders, C)

Koningin der maagden, f-

Koningin van alle Heiligen, Lam Gods, dat wegneemt de zouden

der wereld, spaar ons. Heer. Lam Gods, dat wegneemt de zonden

der wereld, verhoor ons. Heer. Lam Gods, dat wegneemt de zonden

der wereld, ontferm U onzer. Christus, hoor ons Christus, verhoor ons.

Heer, ontferm U onzer.

Christus, ontferm U onzer.

Heer, ontferm U onzer.

Onze Vader, enz.

Onder uwe bescherming nemen wij onze toevlugt, heilige Moeder Gods; verstoot onze gebeden oiet in onze

-ocr page 224-

— 228 —

noodwendigheden, maar bevrijd ons altijd van alle gevaren. O glorierijke en gezegende Maagd, onze vrouw, onze middelares, onze voorspreekster; verzoen ons met uwen Zoog , beveel ons aan ! uwen Zoon, vertoon ons aan uwen Zoon. v. Bid voor ons, heilige Moeder Gods 1 u. Opdat wij der beloften van Christus waardig worden.

g e b e i).

Stort, bidden wij. Heer, uwe genade in onze harten, opdat wij, die door de boodschap des engels de menseh-wording van Christus, uwen Zoon, gekend hebben, door zijn lijden en kruis tot de glorie der verrijzenis ge-bragt mogen worden; door denzelfden Christus, onzen Heer. Amen.

v. Bid voor ons, o heilige Josef! e. Opdat wij der beloften van Christus waardig worden.

-ocr page 225-

— 229 —

GEBED.

Wij bidden U, o Heer. dat, door de verdiensteri des Bruidegoms uwer allerheiligste Moeder ondersteund, zijne voorbidding ons moge doen verwerven, wat wij door eigene krachr, niet zouden kunnen erlangen : Gij die leeft en regeert, God van eeuwigheid tot eeuwigheid. Amen.

TKN BESLUIT.

Kinderlijk wijd ik u heden,

Moeder! mijn verzuchting toe;

Neig tot mij uwe hulde en goedheid , Maak mijn ziel nu blij te moe.

Stort uw zegen op mijn wegen; En als eens mijn oog zich sluit,

Blijf mij bij. en mij genegen,

'k Zie in 't sterfuur naar u uit. i

-ocr page 226-

— 280 —

MIDMGS-OEFEIiNGEN

VOOR ZON- EN FEESTDAGEN.

liij de Vespers of'Completen.

Gebe^ 10! voorbereiding.

Groute, almagtige, heilige God , voor wiens trooa zoo vele duizeadea U in vurige aandacht aanbidden en in onophoudelijke lofzangen uwen allerheilig-sten naam verheerlijken ; hoezeer verheug ik mij, U eens met deze zalige geesten te kunnen aanbidden en met hunne lofzangen te zullen instemmen! Maar ook nu reeds wenseh ik II, Heer der heerscharen, met alle mogelijke aandacht te aanbidden; ook nu reeds wensch ik U van ganscher harte te

-ocr page 227-

— 231 —

danken en in heilige psalmen uwen lof te verkondigen.

Daarom bid ik U om den geest van ware aandacht en van een vurig gebed. Wijd mijn' mond tot uwen lof en stem alle krachten mijner ziel tot verheerlijking van uwen naam. Bewaar mijn geest voor verstrooijing, en verhef mijn hart in heilige gemoedsstemunng opwaarts in de gemeenschap uwer Heiligen, opdat ik, met hen, in geest en waarheid, uwe boven alles verhevene Majesteit aanbidden en uwen lof op '■ waardige wijze verkondigen moge. Door ; Jesus Christus, uwen Zoon, onzen Heer. Amen.

In den naam van mijnen Heer en Heiland Jesus Christus, en mij ver-I eenigende met de aanbidding van alle zalige geesten in den hemel, gelijk als ook van alle godvruchtigcn op aarde, voornamelijk van hen die zich in dit uur met ons in het gebed vereenigen,

-ocr page 228-

— 232 —

begin ik mijne tegenwoordige aan-! Jachisoefening en zeg :

v. Open, o Heer, inijoe lippen; r. En mijn mond zal nwen lof verkondigen.

v. ö God! geef acht op mijne hulp. r. Heer! haast U om mij te helpen. 1 v. Mijne hulp staat in den naam des Heeren.

r. Die hemel en aarde gemaakt heeft

Eere zij God den Vader, en den Zoon, en den heiligen Geest; gelijk in den beginne, zoo ook nu, en altijd, en in eeuwigheid. Amen.

i

1

ekhste psalm.

Zingt Godes lof, geheel de wereld; 1 dient Hem met vreugde; komt met ; blijmoedigheid voor zijn aanschijn. | Ja, komt; iaat ons juichen in den Heer, en den God onzes heils ten lof zingen.

-ocr page 229-

— 233 —

De Heer is een groote God en de magtigste Koning.

liij is onze Cod, en wij zijn zijn volk; Hij heeft ons geschapen, en ons leven en aanzijn gegeven.

Komt en laat ons daarom neder-knielen voor den Heer, die onze Schepper en Levenwekker is.

Laat ons met dank voor zijn aanschijn komen, en Hem toejuichen met heilige psalmen.

Eerezij den Vader, enden Zoon, enden heiligen Geest; —gelijk in den beginne, zoo nu, en altijd, en in eeuwigheid. Am.

Antiphoou.

Zingt Godes lof, geheel de wereld; dient Hem met vreugde; komt intt blijmoedigheid voor zijn aanschijn.

TWEEDE PSALM.

Groot is de Heer, en hoog geprezen in alle wereld.

-ocr page 230-

Alles wat Hij wilde, lieeft Hij ge- { schapen in den hemel, op aarde en in alle diepten.

Geweldig is zijn arm, sterk is zijne hand, en ten hoogste verheven zijn zijne regten.

Regtvaardigheid cnregt zijn de grondvesten van zijnen troon; genade en waarheid schitteren van zijn aangezigt. De Heer is groot en bovenal lofwaardig; zijne heerlijkheid is onuitsprekelijk.

Goedertieren is de Heer ook jegens ieder, en Hij ontfermt zich over al j zijne werken.

De Heer is genadig en barmhartig, langmoedig en van groote goedertierenheid.

Hij handelt niet met ons naar onze zonden, en vergeldt ons niet naar onze boosheden.

Gelijk een vader zich ontfermt over zijn kind, zoo ontfermt, de Heer zich over allen die Hem vreezen.

-ocr page 231-

—■ 235 —'

Zijne goedheid reikt zoo ver de hemelen zijn, en zijne genade strekt zieh uit boven de wolken.

De oogen des Heeren zijn gerigt lot de godvreezen den, en zijne ooren hooien hunne smeekingen.

Als de godvruchtige om hulp roept , dan verhoort de Heer, en Hij redt hem uit alle bekommernis.

Ja, de Heer helpt de godvruchtigen; Hij is hun redder in den nood, hun verzorger in de behoeften.

Hij beschermt en waakt over hen; Hij voorziet hen van alles, en Iaat hun niets ontbreken aan het goede.

Zij worden niet te schande in moei-jelijke tijden, en bij duurte lijden zij geen gebrek.

De Heer kent de dagen der god-vreezenden; en hun geluk bloeit in eeuwigheid.

Eere zij den Vader, en den Zoon, en den heiligen Geest; — gelijk in den

-ocr page 232-

— 236 —

beginne, zoo nu, en altijd, en in eeuwigheid. Amen.

Antiphoon-

De Heer is groot en boven alle mnte van lof verheven; zijne heerlijkheid is onuitsprekelijk.

Goedertieren is de Heer ook jegens ieder, en Hij ontfermt zich over al zijne werken.

DKRDE PSALM.

Loofden lieer, mijne ziel, en alles wat in mij is verheerlijke zijoen heiligen naam.

Loof den Heer, mijne ziel, en vergeet het goede niet wat Hij aan u heeft gedaan.

Ja, ik wil den Heer loven , gehee!. mijn leven lang, en mijnen God prijzen, zoo lang ik besta.

Den Heer wil ik altijd roemen, en zijn lof zal in mijnen mond nooit ophouden.

-ocr page 233-

— jm —

Ik wil den naam des Heeren loven met psalmen, en mijnen Heer hoog verheffen met dankbetuigingen.

Ja, ü wil ik verheffen, mijn God i eu mijn Koning! en uw naam nu en in eeuwigheid prijzen.

Dagelijks zal ik God loven en zijnen j roem overal verkondigen.

Ik wil ü danken, o God, in uwe heilige gemeenschap, en U verheerlijken onder vele volken.

In uwen tempel wil ik U aanbidden, j eu U danken voor uwe goedheid en | trouw.

Blijmoedig wil ik ü mijn lof aanbieden; want Gij zijt mijn Beschermer en genadige God.

Van mijne jeugd af hebt Gij mij liefderijk behouden; daarom verkondig ik dankbaar uwe goedheid.

Geloofd zij de Heer, en de God mijns j heils zij hoog verheven , in alle eeuwig-I heid!

I £

-ocr page 234-

— 238 —

Eere zij den Vader, en den Zoon, en den heiligen Geest; — gelijk in den beginne, zoo nu en altijd, en in alle eeuwigheid. Amen.

Antiphoon.

Den Heer wil ik altijd roemen, en 1 zijn lof zal in mijnen mond nooit ophouden.

VIEROE PSALM.

Zingt jubelend tot den Heer, gij werelden ; zingt, prijst en looft God!

Looft den Heer, j.;ij zijne enrrelen, sterke helden die zijne bevelen volbrengt.

Looft den Heer, gij zijne dienaars, die voor zijnen troon staat; verheft : uwe handen tot het heiligdom en prijst God.

Looft den Heer, Gij allen die in den hemel woont; looft Hem in het

! allerheiligste.

i

Ook gij, mensclienk'ndcren op aarde,

-ocr page 235-

— 289 —

zingt dea Heer uwen lof; zingt den lof van God, onzen Heerschcren Koning.

Zingt Gods lof met hoog gestemde vreugde; roemt zijnen heiligen naam; maakt zijnen lof heerlijk.

Verheft den Heer der heerscharen, aanbidt den God der eeuwigheid.

Juicht, alle volken, en verheerlijkt God met jubelzangen.

Looft den Heer, want Hij is goedertieren; zingt den lof van zijnen naam , want Hij is vol liefde.

Verblijdt U in den Heer, gij allen die godvreezend zijt; dankt Hem en j roemt zijne goedheid.

Ja, laat ons den Heer danken; want Hij is goedertieren en zijne barmhartigheid duurt eeuwiglijk.

Alles, wat ademt, looft den Heer!

Eere zij den Vader, en den Zoon, en den heiligen Geest; — gelijk in den beginne, zoo nu, en altijd, en in eeuwigheid. Amen.

-ocr page 236-

Antiphoon.

; Zinjit jubelend tot den Heer, alle | werelden; ziugit, prijst en looft Cod !

ViJFUE PSALM.

(Lofzang van den H. Ambrosias.)

U, o God, loven wij; ü, o Heer, prijzen wij.

U, eeuwige Vader, vereert geheel | de aarde.

U loven alle engelen , U prijzen de hemelen en alle krachten.

Alle seraphijnen en cherubijnen roepen U onophoudelijk toe :

Heilig, heilig, heilig is God, de Heer der heerscharen! Hemel en aarde zijn vol van de heerlijkheid uwer Majesteit !

U roemt het glorievolle koor dei-heilige Apostelen.

U prijst het lofwaardig getal der heilige Profeten.

-ocr page 237-

ü looft ile acliittereüde schare der heilige Martelaren.

Geheel de heilige Kerk aanbidt 1 op den ganschen aardbodem.

ü, o Vader der onmetelijke lieer lijkheid;

Gelijk ook uwen eenigen, waren en aanbiddenswaardigen Zoon;

Alsmede ook den Vertrooster, den heiligen Geest.

Gij, Christus, zijt de Koning der heerlijkheid.

Gij zijt de eeuwige Zoon des eeuwigen Vaders.

Om ons mensdien te verlossen, hebt Gij U niet ontzien, in den schoot der Maagd ü met ons sterfelijk vleesch te beklceden.

Gij hebt den prikkel des doods overwonnen, en hen die in U gelooven, het hemelrijk geopend.

Wij gelooven dat Gij zult wederkomen om ons te oordeelen.

-ocr page 238-

— 242 —

iDaarom bidden wij, kom uwen dienaren te hulp, die Gij met uw dierbaar bloed vt'i'lost hebt.

Schaar ons onder het getal uwer heiligen in de eeuwige heerlijkheid.

Maak uw volk zalig, o Heer, en zegen uwe erfgenamen.

Bestuur en leid htm tot in de eeuwigheid.

Aile dagen willen wij U prijzen en uw( n heiligen naam eeuwig loven, ja eeuwig en altijd.

Heer! bewaar ons heden en altijd voor elke zonde.

Ontferm U onzer, o Heer! ontferm U onzer.

Uwe barmhartigheid kome over ons, gelijk wij op ü onze hoop gevestigd hebben.

Op U, o Heer, is mijn vertrouwen gegrondvest, en in eeuwigheid zal ik met te schande worden. Amen.

1

-ocr page 239-

243 —

Autiphoon.

Laat ons dea Heer prijzen, onzen God : den Vader, den Zoon, en den heiligen Geest!

En dat onze lofen aanbidding van den drie-eenigen God dure totin eeuwigheid.

H IJ M N E.

Zing Christen, zing verheugd tot God, | Der menschen lof is zijn gebod; Zingdeeer van Hem, wienhemeliiigen Het eeuwig driemaal heilig zingen. Uw lof en dank stijg' tot zijn troon, En ook tot Jesus, üodes Zoon! Ja Christen, klink uw danklied weder. Kniel diep ootmoedig voor Hem neder. En bid Hem aan!

God is de liefde; wij zijn 't kroost. Die zijne liefde helpt en troost; Hoe eindloos groot zijn zijne werken, Gij, magtig God, wil ons versterken !

-ocr page 240-

U is 't Heelal, der schepslen rij; Erbarmer, in U leven wij!

ü prijzen engelen eu troonen, En wij, die op aarde wonen, Wy stemmen bij.

Zing, ('Kristen, zing verheugd tot God, Want Hij erbarmt zich om ons lot; Hij is ons Vader van genade.

Zijn bijstand komt ons steeds te stade In 's aardschen levens korten tijd, En is des hemels heerlijkheid.

Hij geeft ons dikwijls zielsverblijden; Doch overzendt ons soms ock lijden i Tot ons geluk.

Prijs, dank en eere zingen wij Drie-eenige, hoofd der englenrij!

ü looft en aarde, lucht en zee, ü prijzen Seraphijnen mee.

Al wat bestaat, wat hier mag leven. Moet eeuwig dank en lof L geven. Hoe zalig, hoe gelukkig leeft Elk volk, dat U tot Vader heeft.

-ocr page 241-

Jehova! heilig zij uw name! ü, eeuwig lof en eere ! Amen. Amen.

G F, B K Tgt;.

Almagtige, eeuwige («odl Neem in genade aan den lot' van mijnen mond en de aandacht mijns harten. Dat mijn gebed tot IJ omhoog stijge, en uwe genade en ontlerming op ous nederdaJe. Vervul mijn hart meer en meer met ijver voor uwe eer, met liefde voor uwe heilige godsdienst, met trouw in de vervulling mijner stand- en beroeps-piigten, met broederlijke welwillendheid jegens mijne medemensehen, vrienden en vijanden.

treei mij sterkte, o God! opdat ik naar krachten tot verspreiding van uw rijk op aarde bijdrage, dat ik door deugd en regtsehapenheid een goed voorbeeld geve, en voornamelijk in den

-ocr page 242-

»— 24G —

kring mijner naastbestaanden veel goeds stichte door woord en daad.

Bewaar mij, o God, voor alle harde beproevingen en ongelukkige toevallen, voor de vervolging van boosgezinde mtnschen, voor de lasteringen van booze | tongen, voor langdurige ziekten, voor armoede, ellende en verlatenheid. Mogt j Gij mij echter met een dezer kwalen I als eene vaderlijke tuchtiging en beproeving bezoeken, gcel'mij dan geduld, moed en op Ü vertrouwende liefde, opdat ik alles met kinderlijke overgeving van uwe vaderhand aanneme en sterk bevonden worde in de beproeving.

Wees, o God, in voorspoed mijne leidster; in tegenspoed de ster mijner hoop; mijn troost in droefheid, mijne kracht in zwakheid; mijne bescherming in gevaren, mijn bezorger in behoef-ten, mijne hulp in den nood, mijn redder in het ongeluk. Wees geheel mijn heil hier in dit aardsche leven,

-ocr page 243-

247 —

en ginds in de eeuwigheid mijn on- | verstoorbaar geluk.

Echter niet alleen voor mij, maar ook voor mijne medemenschec wil ik mijn gebed aan uwe vaderlijke goedertierenheid opdragen. O, leer hen alien ü erkennen, Ü beminnen en in U zalig worden. Ontferm U over alle onwetenden en onderwijs hen; over alle zondaren, door hen tot U te hekeerea; over de dwalende», door hen teregt i te brengen ; over de zwakken, door hen i sterkte te vcrleenen.

Vertroost de bedroefden, bescherm de zwakken, versterk de lijdenden; genees de zieken en begenadig de stervenden. Trek TI de miskende en vervolgde onschuld aan, en verschaf regt aan hen die onregt verduren. Versterk ^ bet vertrouwen der armen en toon Ü als hunnen Vader en verzorger. Ontferm ü over alle menschen, en wees hun troost, bescherming en hulp. Geef

-ocr page 244-

24S

iedereen wat liij in dit leven behoeft 1

en hem voor het toekomende heilzaam !

is; door Jesns Christus uwen Zoon j onzen Heer. Amen.

Hier kan men laten volgen het Salve Reg in a, bladz. 220, of de Antiphoon van Maria, „onder uwe bescherming.quot; enz. bladz. 227.

Drie lofprijzingen op het allerheiligste Sakrament,

lerwijl liet ler aaubidiliDg is nitgeslelii.

(Van de II. Gertrudis.)

1.

Geloofd en geprezen zij het allerheiligste en hoogwaardigste Sakrament des Altaars, zoo dikwijls en zoo veelmaal als er sterren aan den hemel, vonken in het vuur, druppels in de zee, zandkorrels op de aarde, bloemen I in de lente, vruchten in den zomer', bladeren in den herfst, sneeuwvlokken 1

-ocr page 245-

— 249 —

in den winter en geschapene wezens in alle deelen der onmetelijke schepping voorkomen! Want Gij zijt alle lof waardig, zoetste Heer Jesus, Zoon van den levenden God , waarachtig en persoonlijk tegenwoordig onder den sluijer dezer sakramenteele gedaante!

Eere zij God : den Vader, en deu Zoon, en den heiligen Geest. En blijde lol' weergalme ter eere van het allerheiligste Sakrament, in alle eeuwigheid, Amen.

2,

Gelooid en geprezen zij het allerhei-heiligste en hoogwaardigste Sakrament des Altaars, zoo dikwijls en veelmalen uoit in den geest gedacht, met het hart verlangd, met woorden gezegd, in werken volbragt, van de menschen ge-wenscht, en van alle kooren der zalige geesten door geheel de eeuwigheid kan geoefend worden. Want eeuwig lof zijt

-ocr page 246-

— 250

Gij waardig. Heer, Jesus Christus, onze Heer en God, die ons spijst met uw heilig vleesch en drenkt met uw heilig bloed.

Eere zij God : den Vader, en den Zoon; en den heiligen Geest. En blijde lof weer gal me ter eere van het allerheiligste Sakrament, in alle eeuwigheid. Amen.

3

Geloofd en geprezen zij het allerheiligste en hoogwaardigste Sakrament des Altaars, zoo hoog en veelvoudig als de allerheiligste Drievuldigheid methare almagt werken, met hare wijsheid erkennen en met hare liefde bededen kan ; en wel op alle wijzen, op alle I plaatsen, en in alle tijden, tot in de eeuwigheid ! Want onmetelijk groot is | de lof di'-n Gij waardig zijt , Gij, Heer Jesus Christus, Zoon van God, Koning der eeuwige heerlijkheid! Gij, die uwe

-ocr page 247-

— 251 —

vreugde vindt, om onder ons meDsohen te wonen en ons met de zegeningen uwer liefde te verheugen, alle dagen tot aan het einde der wereld.

Eere zij God: den Vader, en den Zoon , en den heiligen Geest. En blijde lof weergalme ter eere van het allerheiligste Sakrament, in alle eeuwigheid. Amen.

LOFSPREUK.

Geloofd en met dankzegging zij voortdurend geprezen het goddelijke Sakrament !

(Door het aandachtig zeggen van dezen lofsprenk, verdient men telkenmale een aflaat van 100 dagen.)

Nog eenije aaDdachtsoBfeainjeQ vóórheller aanbitócg uitgestelde hoogwaardigste Sakrament.

Wie voorliet uitgestelde Hoogwaardigste een tijd lang nederknielt en met aandacht bidt, verdient 200 dagen aflaat.

-ocr page 248-

1

Groepiis van de II. Gcrtrudis.

Wees gegroet, hoogst edel eu kostbaar Vleesch eu Bloed van mijnen Heer, Jesus Christus; hier waarlijk ouder de gedaante vau brood tegenwoordig! Tk aanbid ü in vereeniging met de vereering eu aandacht, waarmede de negeu kooreu der engelen U aanbidden eo vereeren. In den geest van ootmoed kniel ik hier neder, met het vaste geloof, dat Gij, mijn God en Heer, hier waarlijk iu het allerheiligste Sakrament besloten zijt.

Wees gegroet, hoogwaardigste Lig-chaain van Jesus Christus, mijn Verlosser, Gij waarachtige en levendige hostie, die werd opgeofferd aau het heilig kruishout! Ik aanbid U in vereeniging met die aanbidding, welke uw heiligste menschhe d voortdurend vau

-ocr page 249-

— 253 —

uwe Godheid bewijst, en dank ü in den naam van alle schepselen voor de onuitsprekelijke liefde, welke ü, de God van oneindige majesteit, hier in de nederige gedaante van brood tot ons heil doet verborgen houden.

Weesgegroet, o goedertierenste Jesun! Woord des Vaders, evenbeeld van zijn Wezen, en weerglans van zijne heerlijkheid ! Bron van eeuwige ontferming en liefde, heil der wereld. Lam Gods, levend brood, dat van den hemel gedaald, hemel en aarde met elkander verbindt!

Weesgegroet, o eeuwig Woord, dat vleesch geworden is en onder ons woont I Gij , koning der heerlijkheid, wezenlijke godheid, hoogstgezegende vrucht der maagdelijkheid, brood der engelen, verkwikking der godminnende zielen , onderpand der eeuwige zaligheid !

Wees gegroet, hoogwaardigste Godheid en menschheid van Jesus Christus, waarachtig, wezenlijk en levende, tot 17

-ocr page 250-

— 254 —

onzen troost aanwezig onder den sluijer van dit Sakrament! ü Joof, bemin en verheerlijk ik met alle krachten mijner ziel, en TJ wensch ik te beminnen, te loven en te verheerlijken in alle eeuwigheid.

Ik geloof vast en zonder eenigen twijfel, dat Gij, mijn Jesus ! hier tegenwoordig zijt, van uit dit Sakrament op mij nederziet en geheel mijn binnenste doorgrondt. Ik geloof, dat onder het sakramentele hulsel niet alleen uw Ligchaam en Bloed , maar ook uwe Godheid en Menschheid wezenlijk verborgen zijn. Zoo onbegrijpelijk dit aan mijne zwakke zintuigen moge voorkomen, desniettemin geloof ik het zoo vast, alsof ik U met mijne ligchamelijke oogen voor mij zag, met mijne ooren U hoorde , cn alsof ik mijne vingeren in uwe wonden kon de leggen.

ó Jesus, mijne eenige, ware hoop; zekerste toevlugt mijner ziel! Vol ootmoed aanbid ik U hier met dankbare

-ocr page 251-

liefde , en smeek ü, ontferm U mijner, die zoo vol zonden, zwakheden en gebreken ben. Offer U hier op het altaar aan uwen hemelschen Vader ter vergeving mijner zondenschulden op, gelijk Gij U aan het kruis tot vergeving van de zonden der gansche wereld hebt opgeofferd, en gelijk daar voor uwe vijanden, bid zoo hier voor mij om vergiffenis en ontferming.

Voor U, o allerheiligste Sakrament 1 kniel ik met den diepsten eerbied in het stof neder, en zeg met alle engelen en aartsengelen, met alle heerschappijen en vorsten, met alle mag-ten en troonen, met alle Cherubijnen en Seraphijnen : «Heilig, heilig, heilig is God, de Heer der heerscharen ! Hemel en aarde zijn vol van zijne glorie en heerlijkheid ! quot;

Geloofd zij zonder einde, veel duizendmaal, het allerheiligste en goddelijke Sakrament! Amen.

-ocr page 252-

— 256 —

2. OntboBzeminjj van den H. Tlionias van Apinen.

Verborgen Godheid, onder schijn van

spijs en drank Waarachtig schuilende op de Altaren;

neem den dank,

De hulde en eerbied van een hart, in U

verslonden,

Dat U in 't stof aanbidt, maar vruchtloos

zou doorgronden :

Gezigt, gevoel en smaak, 't schiet alles

toch te kort :

Alleen 't gehoor, dat door het woord getroffen wordt.

Strekt veilig hier 't geloof ten gids. Dat

woord des Heeren Gedoogt geen twijfel, maar eischt nederig

zielsverneêren.

'k Geloof uw Godheid dan, die eenmaal

zich alléén Op 't kruis verborg, terwijl de Mensch-

heid hier meteen Omhuld is; ik breng beiden 't loflied,

maar, rouwmoedig Roep ook ik, als aan 't kruis de moorder, overvloedig

-ocr page 253-

— 257 —

Genade in; en ofschoon ik niet als Thomas deed,

Wiens oog de wond moest zien, aleer

hij U beleed,

Zoo breng ik toch hier hulde aan Goden Menschheid beiden,

Met bede, dat Geloof en Liefde en Hoop

nooit scheiden In mijn vermorzeld hart; gevoed door 't

hemelbrood,

Dat levend teeken van des Heeren offerdood, ó Moog mijn ziel, barmhartig Pelicaan ,

U smaken ,

Wiens bloed met éénen drup een wereld

rein kon maken.

Die onder zondeschuld gebukt ging ! —

Jesus, Heer!

Hier voor mijn oog bedekt, o, schouw

genadig neêr,

En geef, dat ik, na zooveel smachtend

zielsverlangen,

Door uw verdienste, 't heilig licht eens

moog ontvangen,

Dat van uw aanschijn straalt, dadr, waar

gij, onverhuld,

De heemlen met onstoorbre zaligheid vervult

-ocr page 254-

— 258 —

3.

Gewaarwordingen van liefde voor het allerheiligste Sakraiuent.

Goddelijke Heiland, Jesus Christus, waarlijk tegenwoordig in dit aanbiddelijk Sakrament! Algoede, die mij zoo onuitsprekelijk lief hebt! Zie, doordrongen van innige wederliefde, kniel ik voor dit kostbaarste der geheimen neder en aanbid uwe goddelijke Majesteit met een geloovig, dankbaar en blijmoedig hart.

ó Mijn God, mijn leven en mijne zaligheid ! niets is mij zoo zoet en weldadig, niets verheugt mij zouzeer, als hier, in stille aandacht verzonken, voor U neder te knielen, mijn hart in liefdezuchten voor U uit te storten, met U te spreken, en vol dankbaarheid uwe overvloeijende barmhartigheid en goed-| heid te prijzen, welke Gij ons zoo j wonderbaar in dit Sakrament bewijst !

-ocr page 255-

— 259 —

ó Hoe liefelijk is uw geest, Heer van goedheid en ontferming! Om ons deze liefelijkheid in hare verborgene bronnen te doen smaken, hebt Gij dit allerheiligst geheim ingesteld en ons daarin U zeiven, als het waarachtig manna des hemels, hetwelk alle geestelijke zoetigheden in haren eigen oorsprong bevat, te smaken gegeven. O , wees daarom geprezen, goddelijke Heiland, troost onzes levens en bron van alle zaligheid, welke vloeit in de harten van diegenen, die met geloof en liefde tot U naderen en op waardige wijze U in dit heiligst Sakrament ontvangen.

Bevende van heilige, kinderlijke liefde en vreugde, verhef ik mijne blikken totÜ, verborgen God en Heiland, en geheel mijn wezen is doordrongen van liefde, dank en gelukzaligheid. O wonderbaar en boven alles liefelijk Sakrament! welke heilige gewaarwordingen verwekt gij in de harten van hen die

-ocr page 256-

— 260 —

u waarlijk lief hebben, en hoe juicht de begenadigde ziel, ab zij ü, haar heil en haar leven, haar geluk en gan-sche zaligheid, in dit hemelsch geheim uwer liefde aanschouwt!

o Goedertierenate Jesus! ook ik gevoel welk eene zaligheid het is, in uwe goddelijke tegenwoordigheid te toeven, en onder de zegenende schaduw van dit liefelijk Sakrament uit te rusten. Behoud en vermeerder dit heilig en zaligende gevoel in mij. Laat mijn hart niet in liefde voor ü verflaauwen, maar houd het levendig en ontsteek het voortdurend met uw geestelijk vuur, opdat het U altoos aanhange in liefde en trouw, in innige, zalige verrukking voor ü, mijn beminde Heer en God. Wees Gij voortdurend mijne hoogste wellust, mijne vreugd, het voorwerp van al mijne wenschen, hoop en streven. Laat mij liever alles, ja zelfs mijn leven verliezen, dan van ü en uwe liefde

-ocr page 257-

— 261 —

gescheiden te worden. Help en versterk mij, opdat ik getrouw tot in den dood volliarde in de dienst uwer liefde, en laat mij dan daar aankomen, waar ik uw gezegend aanschijn onverhuld mag aanschouwen, en uwen lof met alle zaligen verkondigen kan, in alle eeuwigheid. Amen.

Tot uitbreiding van deze aandachts-oefe-ningen zijn ook zeer geschikt de «verheffingen des hartenquot; op bladz. 26,

4.

LITANIE

TAN HET ALLEEH. SAKEAMENT.

Heer, ontferm ü onzer.

Christus, ontferm U onzer.

Heer, ontferm U onzer.

Christus, hoor ons.

Christus, verhoor ons.

God, hemelache Vader, ontferm U onzer.

-ocr page 258-

— 262 —

j

God Zoon, Verlosser der wereld, ontferm U onzer.

God, heilige Geest,

Heilige Drievuldigheid, één God,

Levend Brood, dat uit den hemel

gedaald zijt.

Verborgen God en Zaligmaker ,

Tarwe der uitverkorenen,

Wijn, die maagden kweekt.

Voedzaam brood en lust der ko-

ningen, §

AUijtldarende offerande, 5?

Zuivere opdragt, B

Lam zonder vlekken, C

Allerzuiverste maaltijd, g

Spijs der engelen, S

Verborgen hemelsch brood ,

Gedachtenis van Gods wonderheden, Bovennatuurlijk brood.

Woord, dat, vleesch geworden,

onder ons woont,

Gezegende drinkbeker,

Geheim des geloofs ,

-ocr page 259-

— 203 —

■ Verheven en hoogwaardig Sacrament,

ontferm U onzer.

i Allerheiligste offerande,

Zoenoffer voor levenden en dooden, Hemelsch behoedmiddel tegen de

zonden,

quot;Wonder boven alle anderen , Allerheiligste gedachtenis van het

lijden des Heeren,

Gave, die alle volheid te bovengaat, O Voortreffelijkgedenkteeken dt-rgod- g: delijke liefde, §

Overvloeijende bron van Gods mild- cj dadigheid, 2

| Overheilig en wonderbaar geheim, ^ 1 Geneesmiddel ter onsterfelijkheid, i Aanbiddelijk en levendmakend Sa-krament,

Brood, dat door de almogendheid des Wo or ds vlees ch zij t geworden , Onbloedige offerande,

Spijs en medegast,

Allerzoetste maaltijd , waarbij de

-ocr page 260-

— 264 —

engelen tegenwoordig zijn en dienen, ontferm U onzer.

Merkteeken van genade.

Band van liefde. O

Offeraar en offerande, g;

Geestelijke zoetheid, die in haren § eigen oorsprong gesmaakt wordt, G Verkwikking der heilige zielen, g Versterking dergenen, die in den §

Heer sterven,

Pand der toekomende glorie.

Wees genadig, spaar ons. Heer.

Wees genadig, verhoor ons. Heer. Van het onwaardig nuttigen uwa Lig-chaams en Bloeds, verlos ons. Heer. Van de begeerlijkheid des vleesehes. Van de begeerlijkheid der oogen, ^ Van de hoovaardij des levens, Squot; Van alle gevaren der zonde, o

Door de groote begeerte , welke Gij J» gehad hebt, om dit paasehlam K met uwe Leerlingen te eten, £5 Door de diepe ootmoedigheid, waar-

-ocr page 261-

— 265 —

mede Gij de voeten uwer leerlingen gewasschen hebt, verlos ons, Heer. Door de onschatbare liefde, waarmede Gij dit heilig Sakrament hebt ingesteld, verlos ons. Heer.

Door uw dierbaar Bloed, hetwelk Gij ons op het altaar hebt nagelaten, verlos ons. Heer.

Door de vijf wonden, welke Gij in uw allerheiligst Ligchaam voor ons ontvangen hebt, verlos ons. Heer. Wij zondaren, wij bidden TJ, verhoorons. Dat het U behage het geloof, den eerbied en de begeerte tot dit ^ wonderbaar Sakrament in ons te cr vermeerderen en te bewaren, S Dat het U behage, ons door eene ^ ware belijdenis onzer zonden tot -het dikwijls nuttigen dezer gees- « telijke spijs voor te bereiden, oquot; Dat Gij ons van alle ketterij, onge- 2 loovigheid en verblindheid des S harten wilt bevrijden.

-ocr page 262-

— ?66 —

Dat liet U behage, ons aan de kostelijke en hemelsche vruchten van dit heilig Sakrament deelachtig te maken, wij bidden Ü, verhoor ons. Dat het U behage, ons in de ure des doods met deze hemelsche spijs te versterken en te beschermen, wij j bidden ü, verhoor ons.

Zoon Gods, wij bidden U , verhoor ons. Lam Gods, dat wegneemt de zonden

der wereld, spaar ons. Heer. Lam Gods, dat wegneemt de zonden

der wereld, verhoor ons. Heer. Lam Gods, dat wegneemt de zondeij

der wereld , ontferm U onzer.

Jesus Christus, hoor ods.

Jesus Christus , verhoor ons.

Heer, ontferm U onzer.

Christus, ontferm ü onzer.

Onze Vader, enz. Wees gegroet, enz. v. De barmhartige en genadige Heer heeft een gedenkteeken zijner wonderen ingesteld.

-ocr page 263-

— 267 —

R. Spijze heeft Hij gegeven aan hen , die Hem vreezen.

v. Ziet, dit is het brood van God, hetwelk van den hemel gekomen is en der wereld het leven geeft.

r. Wie van dit brood eet, zal leven in eeuwigheid.

v. Heerl verhoor mijn gebed, r. En mijn geroep kome tot U.

GEBED.

ó Verborgen God en Heiland, Jesus Christus I die ons in dit wonderbaar Sakrament een voortdurend gedenktee-ken van uw lijden en sterven hebt nagelaten: wij bidden U, verleen ons de genade, dat wij het heilig geheim van uw Ligchaam en Bloed opeene waardige wijze vereeren en genieten, opdat wij ons alzoo in de gezegende vruchten uwer verlossing kunnen vertroosten ; Gij die leeft en heerscht, met den Vader en den

r

-ocr page 264-

— 268 —

lieiligen Geest, God van eeuwigheid tot eeuwigheid. Amen.

LOFSPREUK.

Geloofd en bemind zij Jesus Christus in het hoogheilig Sakrament des Altaars; en de allerheiligste harten van Jesus en Maria, welke voor ons, arme zondaren, zoo smartelijk verwond zijn. Amen.

Zoo dikwijls men deze lofspreuk met ware godsvrucht uitspreekt, verdient men 100 dagen aflaat.

LITANIE

VAN DEN ZOETEN NAAM JESUS.

Heer, ontferm U onzer.

Christus, ontferm U onzer.

Jesus, hoor ons.

Jesus, verhoor ons.

God, hemelsche Vader, ontferm ü onzer.

God Zoon, Verlosser der wereld, ontferm ü onzer.

-ocr page 265-

— 269 —

God, heilige Geest, ontferm U onzer. Heilige Drievuldigheid, één God, Jesus, Zoon van den levenden God, Jesus, glans des Vaders,

Jesus, luister van het eeuwige licht, Jesus, koning der glorie,

Jesus, zon der geregtigheid,

Jesus, zoon van de maagd Maria, Beminnelijke Jesus,

Wonderlijke Jesus, ^

Jesus, sterke God, ^

j Jesus, vader van het toekomstig § leven, cj

Jesus, verkondiger van Gods raads- o

D

besluiten, ^

Allermagtigste Jesus,

Allerverduldigste Jesus, Allergehoorzaamste Jesus,

Jesus, zachtmoedig en ootmoedig

van harte,

Jesus, beminnaar der zuiverheid, Jesus, onze beminnaar,

Jesus, God des vredes,

18

-ocr page 266-

270 —

Jesus, bron des levens, ontferm U onzer.

Jesus, voorbeeld van alle deugden, Jesus, ijveraar voor de zielen,

Jesus, onze God,

Jesus, onze toevlugt,

Jesus, vader der armen,

Jesus, schat der geloovigen,

Jesus, goede herder,

Jesus, waarachtig licht, O

Jesus, eeuwige wijsheid, g;

Jesus, oneindige goedheid, g

Jesus, onze weg en ons leven, cj Jesus, vreugd der Engelen, |

Jesus, koning der Aartsvaders, 5 Jesus, meester der Apostelen,

Jesus, leeraar der Evangelisten, Jesus, sterkte der Martelaren ,

Jesus, licht der Belijders,

Jesus, zuiverheid der Maagden, Jes'is, kroon van alle Heiligen,

Wees genadig, spaar ons, Jesus Wees genadig, verhoor ons, Jesius.

-ocr page 267-

— 271 —

Van alle kwaad, verlos ons, Jeaus. Van alle zonden.

Van nwen toorn.

Van de lagen des duivels.

Van den geest der onkuischheid. Van den eeuwigen dood.

Van het verwaarloozen uwer ingevingen ,

Door het geheim uwer heilige

menschwording, ^

Door uwe geboorte,

Door uwe kindschheid,

O

Door uw allergoddelijksi leven, g Door uwen arbeid.

Door uwen doodstrijd en uw lijden, | Door uw kruis en uwe verlatenheid, ï® Door uwe smarten ,

Door uwen dood en uwe begrafenis ,

Door uwe verrijzenis.

Door uwe hemelvaart.

Door uwe vreugden,

Door uwe glorie.

-ocr page 268-

— 272 —

Lam Gods, dat wegneemt de zonden

der wereld, spaar ons, Jesus. Lam Gods. dat wegneemt de zonden

der wereld, verhoor ons, Jesns. Lam Gods, dat wegneemt de zonden

der wereld, ontferm U onzer. Jesus, hoor ons.

Jesus, verhoor ons.

LAAT ONS BIDDEN.

ó Heere Jesus, die gezegd hebt : vraagt en gij zult ontvangen, zoekt en gij zult vinden, klopt en u zal geopend worden: stort, wij bidden er U om, uwer allergoddelijkste liefde in ons gemoed, opdat wij U steeds, van ganscher harte, met woord en daad beminnen en nooit ophouden U te loven.

Geef, o Heer, dat wij altijd uwen heiligen naam vreezen en beminnen , want Gij verlaat dengene niet, dien Gij bevestigt in uwe liefde.

-ocr page 269-

273 —

Opoffering aan Jesus.

Jesus, die mij hebt verkoren Ed bemind van eeuwigheid;

Jesus, die als mensch geboren. Voor mij leeft ten allen tijd;

Jesus, 'k wijd geheel ü mij :

Dat ik eeuwig de uwe zij 1

Jesus, die voor mij geleden Hebt, voor mij gestorven zijt;

Jesus, die hier hebt gestreden. Mij eeuwge vreugden heil bereid;

Jesus, aan U geelquot; ik mij,

Dat ik U gevallig zij!

Jesus, Gij, die licht en leven, Ons den weg ten hemel zijt;

Jesus, die mij hebt gegeven Wat ten heil mij noodig is ;

Jesus, maak mij waarlijk rijk,

fk Blijf U minnen eeuwiglijk.

-ocr page 270-

i— 274 —

Jesus, die in 't rijk van vreugde,

Mij een oord van heil bereidt. Dat na mijne aardsche loopbaan.

Blijft bestaan in eeuwigheid; Jesus, 'k geef geheel U mij, Dat ik eeuwig zalig zijl

Jesus! voor ü leef ik ;

Jesus! voor U sterf ik;

Jesus 1 de uwe ben ik,

Tn leven en in dood!

Amen.

-ocr page 271-

— 275 —

BEZOEKINGEN

VAN HET

ALLERBEllIGSTE SACRAMENT

EN VAN DE

ALLERZALIGSTE MAAGD

MARIA,

VOOR ELKKN DAG DEK MAAND.

Van den H. Alptasas Maria de Liguori. -V-

Op nieuw vertaald.

-ocr page 272-

— 276

Jesus spreekt:

. Ziet, ik ben bij u alle dagen, tot aan het einde der wereld!quot;

(Matth. XXVriT. 29.)

, Wie dorst heeft (naar heil en zaligheid) kome tot mij!quot; (Joan VII. 37.)

„ Komt allen tot mij, die belast en beladen zijt, en ik zal u verkwikken.quot;

(Matth. XI. 38.)

-ocr page 273-

~ 377 —

INLEIDING.

Het gewigtige der Bezoekingen van het allerheiligst Sakraraent.

Jesus Christus is, zoo als het ware en duidelijke woord Gods, alsmede het geloof der onfeilbare Kerk ons waarborgt, zoo waarachtig, werkelijk en wezenlijk in het allerheiligst Sakrament tegenwoordig, als hij ginds , in den hemel, terregterhand zijns Vaders op den troon zit. En gelijk Hij daar bij den Vader in onverhulde heerlijkheid het voortdurend middelaarschap voor geheel de verloste mensehheid vervult, zoo is Hij hier op onze altaren, onder den schijn van brood, op geheimvolle wijze, onophoudelijk werkzaam en bereid, ieder die in geloof en liefde tot hem nadert, geheelde volheid zijner bijzondere genaden, zegeningen en weldaden toe te voegen.

Daarom hebben te allen tijde godvruchtige, ijverige zielen zich er op toegelegd, dikwijls voor het heilig Tabernakel te ver-

-ocr page 274-

— 278 —

schijnen, hunnen daar verborgen God en Heiland te bezoeken en in heilige liefde met hem te verkeeren. Tot Hem namen zij daar hunne toevlugt in al hunne aangelegenheden, behoeften en nood, in hunne angsten, bekoringen, tegenspoed en lijden. Zij legden hunne zorgen, hoop en wen-schen, gebeden en smeekingen voor zijnen sacramentelen genadetroon neder, en verheugden zich allen in zijne hulp en troost. Het Tabernakel was hun een liefelijke haven der rust, een zeker toevlugtsoord des heils, een zoete voorsmaak van hemelsche genietingen, zegeningen en vertroostingen ; de schatkamer van alle genaden, het paradijs hunner vreugden en hun hemel op aarde. Eenige voorbeelden mogen het gezegde bevestigen.

I.

De vrome priester Aloysius la Nuza, een Jesuit en beroemd missionaris in Siciliën, was sedert zijne eerste jeugd reeds bezield met eene vurige aandacht en liefde voor het heilig Sakrament. Als hij voor het Tabernakel knielde, gevoelde hij niei; zelden zulk een zoeten troost, dat het hem. uiterst

-ocr page 275-

— 279 —

moeijelijk viel, als hij zich van 'leze meest geliefkoosde plaats moest verwijderen. Om evenwel den overmagtigen gloed van aandacht eenigzins te temperen, legde zijn biechtvader hem, onder verpligting van gehoorzaamheid op, nooit langer dan een uur voor het Allerheiligste te vertoeven. Als dit uur voorbij was , dan kon men zien, welk een geweld en smart het hem kostte, zich te verwijderen. Het was hem, alsof hij uit het paradijs, waarin hij zich meende verplaatst te zien, wederom op de met vloek beladene aarde terug gestooten werd. Het smartgevoel zijns harten, zich te moeten scheiden van het hart zijns geliefden Hei-lands, geleek aan het smartgevoel des zui-gelings, die, pas begonnen zich met alle begeerte aan de moederborst te laven, daarvan met geweld wordt weggenomen.

2.

Evenzoo was het gesteld met den heiligen Aloysius van Gonzaga. Ook hij was door de vurigste liefde aan het heilig Sakrament gehecht, en hem werd ook, uit gelijke oorzaak, den tijd beperkt, dien hij voor zijn Verborgen God en Heiland mogt door-

-ocr page 276-

«- 280

brengen. Als hij zich nu verwijderen moest, dan gevoelde hij zich dikwijls zoo aangetrokken van liefde, dat hij niet konde heeugaan. Daarom verzuchtte iiij dan met teedere liefde : „ ontsla mij, o lieer, ontsla uwen dienaar; want zie, de gehoorzaamheid roept mij!quot;

3.

De H. Franciscus Xaverius vond , als hij zich des avonds van de boven matige krachtsinspanningen in zijnen apostoli-schea arbeid vermceid gevoelde, de zoetste rust, verkwikking en krachten bij het allerheiligste Sakrament, voor hetwelk hij gewoonlijk het grootste gedeelte van den nacht doorbragt. Des anderen morgens gevoelde hij zich telkenmale op hemelsche wijze genoegzaam versterkt, om met blijden moed zijne zegenrijke loopbaan weder te kunnen vervolgen.

4.

Ook de II. Franciscus Regis was gewend, na de lasten van zijn dagwerk, des avonds sterkte en vertroosting bij het allerheiligste Sakrament te zoeken. Vond hij de kerk- |

-ocr page 277-

— 281 —

deur gesloten, dan knielde hij ootmoedig-op de straat voor de kerk neder, en dan kon zelfs ,^een onweder hem beletten, zijne van liefde eloeijende aandacht tot het Allerheiligste te ontboezemen.

5.

Een bijzonder opmerkenswaardig voor- i beeld van heilicre aandacht voor het heilig Sakrament, biedt ons het leven van konincr quot;Wenceslaus van Bohemen aan. Het was de liefde van dezen heiliiren vorst niet genoeg, dikwijls credurende den das; het Allerheiligste te bezoeken, maar ook des nachts ging hij dikwijls ter kerke. Zelfs in den guren wintertijd kon men hem van deze bezoeken niet afhouden, en daarbij werd zijne ziel i door zulk een gloed van aandacht vervuld . j dat sneeuw noch ijs indruk op hem maak- ! ten. Toen hij nu eens 's nachts op weg naar de kerk, met zijn kamerdienaar, diep door de sneeuw moest waden, en de kamerdienaar zich over de bijna te sterke koude beklaagde, voegde hij hem medelijdend toe : „ mijn waarde! volg mij moedig na en j tr^ed in mijne voetstappen!quot; De dienaar volgde, en gevoelde zich reeds bij den eer-

-ocr page 278-

— 282 —

sten stap naar ligchaam en ziel verwarmd.

In de volgende Bezoeken zijn nog eenige voorbeelden van buitengewone aandacht en liefde tot het allerheiligste Sakra-raent opgeteekend, allen het bewijs leverende, hoe gelukzalig waarlijk vrome zielen zich telkenmale in het bezoek van het allerheiligste Sakrament bevonden hebben.

Mogten, Christen, al die vrome zielen, welke dikwijls tot het allerheiligste Sakrament hunne toevlugt nemen, en liefdevol met hunnen goddelijken Heiland ver-keeren; — mogten zij voor ons staan en ons de heilige gewaarwordingen kunnen afschilderen, door welke hunne harten overstroomd worden. Konden zij ons zeggen, den troost en het licht, de vrede en vreugde, met één woord welke schatten van genade hun daar ten deel worden — waarlijk dan zou onze laauwheid bij het bezoeken van het allerheiligste Liefdegeheim wegsmelten, gelijk de sneeuw voor de verkwikkende stralen der zon!

Daarom vindt men thans zoo vele ellende en ontevredenheid, mismoedigheid en vertwijfeling in de wereld, omdat er zoo wei-

-ocr page 279-

— 283 —

nigen gevonden worden, die tot de bron aller zegeningen hunnetoevlugt nemen, endoor een dikwijls herhaald bezoek aan liet Allerheiligste , zich waardig maken, door onzen beminden Heer en Heiland gezegend te worden met de schatten zijner genade.

„ Komt allen tot mij quot; zegt de Heiland vol goedheid en liefde; maar slechts weinigen geven gehoor aan die roepstem; en zoo wordt dan ook hier bewaarheid, wat zijn goddelijke mond eens sprak : ,, velen zijn geroepen, maar weinigen uitverkoren! quot;

Christen! Tracht tot die weinige uitverkorenen te behooren, en zoek voornamelijk uw heil daar, waar zoo vele vrome en heilige zielen het gevonden hebben; bij Jesus in het allerheiligste Sakrament.

Het is waar, dat de Heer beloofd heeft, overal onze gebeden te zullen verhooren en ons zijne genade mede te deelen; maar nergens zullen wij gemakkelijker verhoord, nergens zoo rijk met genade gezegend worden als hier, waar Hij-zelf met bijzondere goedheid zich een uitverkoren troon heeft opgerigt, en waar Hij tot ons heil dag en nacht persoonlijk tegenwoordig is. „ Deze

-ocr page 280-

— 284 —

plaats heb ik mij verkoren en geheiligdquot; — zegt de Heer — „ opdat mijn naam daar voortdure, en mijne oogen en mijn hart daar verblijven alle dagen. Mijne oogen zullen te dezer plaatse geopend zijn, en mijne ooien de smeekingen dergenen aan-hooren, die hier mij komen aanbidden.quot; (2 Cor. VIL 15 — 16.)

Zie Christen, deze belofte, welke de Heer in het Oude verbond gegeven heeft, vervult hij in het Nieuwe, op de meest vol-komene wijze. Altijd zijn zijne oogen daar in het allerheiligste Sakrament geopend, om vol goedheid en liefde te rusten op hen, die hem hier in aandacht en liefde komen bezoeken. Altoos neigt hij hier zijn oor vol teedere erbarming naar het gebed dergenen, die hem in al hunnen nood en aangelegenheden met vertrouwen aanroepen. Altoos zijn zijne handen hier gevuld met genaden en goederen des heils, om ze rijkelijk weg te schenken aan hen, die met begearige harten komen om ze te ontvangen.

Wilt gij derhalve, Christen, stellige verhooring uwer gebeden vinden en in alle goed rijkelijk gezegend worden, verzuim dan niet,

-ocr page 281-

— 285 —

dikwijls uwe toevlngt te nemen tot den ge-nadetroon des allerheiligsten Sakraments. Ja tracht, zoo mogelijk, uwe zaken zoodanig te regelen, dat gij dagelijks eenige oogenblikken voor een liefdebezoek aan uwen Heiland kunt afzonderen. Kunt gij echter niet iederen dag de kerk bezoeken J tracht dan, voor die dagen dat gij verhinderd zijt, deze a!«ndachtsoefening in huis bij te houden en een der navolgende Bezoekingen te bidden. Aanhouden en volharden zijn ook voor deze aandacht eigenschappen , waaraan de Heer bijzonder welgevallen heeft. Trouwens, niet zelden houdt hij daarom geruimen tijd zijne kostbaarste genadeschatten terug, om zijne bezoekers van het allerheiligste Sakrament in de volharding te beproeven; dan echter schenkt hij ze zoo veel te overvloediger, naarmate hij hen getrouwer bevonden heeft.

Welaan, Christen! tracht de godsvrucht tot het allerheiligste Sakrament lief te krijgen en met volhardende trouw te beoefenen. Hare overvloeijende zegeningen zullen niet terugblijven, en de ondervinding zal u beter dan alle redenering overtuigen, hoe 19

-ocr page 282-

— 286 —

heilzaam ea troostelijk, hoe begeuadigeud eu zalig zij is voor tijd en eeuwigheid !

Iets over de Bezoeken tot Maria.

Met de bezoeken aan het allerheiligste Sakrament hebben, sedert de oudste tijden, vrome en godminnende zielen de bezoekingen tot de allerheiligste Maagd voor hare beeldtenissen en altaren verbonden; en te regt: want alle genaden die de Zoon ons wil schenken, laat hij ons, volgens het gevoelen van den H. Beruardus, door de handen zijner gezegende Moeder toekomen, terwijl hij ons tevens door eene inwendige stem tot haar verwijst, met de woorden : „ ziedaar uwe moeder!quot;

Zeer vele beelden en altaren, toegewijd aan de Moeder Gods. zijn in de Katholijke Christenheid beroemd geworden, door de menigte van gunsten en overvloed van genaden en weldaden, waarmede de arme menseh-heid voor dezelven gezegend werd! Niet weinigen derzelven zijn zelfs door vele wonderen , welke daar plaats hadden, geheiligd en beroemd geworden, zoodanig dat niet slechts de stille vereeriug en lol' van ontelbare begenadigde zielen, maar ookduizende

getuii der JV lijk h in li^ vlugt liefdlt; beelt

zege Schi dag wacl pel i liet

Bij vloe en schj I ver: Sak der bee te 1 vei

-ocr page 283-

— 287 —

van gedenkteekenen voortdureud plegtig getuigenis geven van de magt en goedheid der Moeder Gods, die zich altoos zoo heerlijk heeft doen kennen aan diegenen, welke in ligchaams- en zielshehoeften hunne toe-vlugt tot haar namen, en met kinderlijke liefde en vast vertrouwen haar voor hare beeldtenissen vereerden en aanriepen.

„ Zalig derhalve quot; — zoo spreekt de gezegende Moeder, door de woorden der 11. Schrift, — „ zalig de mensch, die dag aan dag voor mijne deuren en beeldtenissen de wacht houdt, en altijd wacht op den drempel mijner poorte. Wie mij vindt, die vindt het leven en schept het heil des Heeren. Bij mij is rijkdom en eerc; bij mij overvloed aan alle goederen, opdat ik begunstige en rijk make die mij beminnen, en hunne schatten volmake.quot; (Spreuk Salom. VIIl.)

Behartig, Christen, deze wenken, en verzuim niet, als gij het allerheiligste Sakrament gaat bezoeken, tevens uwe liefderijke moeder Maria voor een harer beeldtenissen uw kinderlijk liefdebezoek te brengen. Indien gij dit met volhardend vertrouwen doet, dan kunt gij groote

-ocr page 284-

288 —

dingen van deze liefdevolle Moeder en barmhartige Koningin verwachten , die , gelijk de heilige Andreas van Creto zegt, de kleinste liefdedienst met de grootste gunsten beloont.

Over de geestelijke Communie.

Baar bij elke der navolgende Bezoekingen naar eene oefening der zoogenaamde geestelijke Communie wordt verwezen, schijnt het niet ongepast hier eenige opmerkingen over het geestelijkerwijze communiceren te laten voorafgaan.

De Christenen der eerste eeuwen waren gewoon, in den regel dagelijks de heilige Communie te ontvangen, en op deze wijze in eene voortdurende levende vereeniging met Christus, hun Opperhoofd en Heer, te leven. Het leven der Christenen is sedert die tijden zeer verflaauwd, zoodanig dat het een voorregt van weinigen is geworden, dagelijks te communiceren. Opdat nu ecliter waarlijk heilbegeerige zielen, bij de onmogelijkheid van een dagelijks ontvangen des heiligen Sakraments, eiken dag toch aandeel aan de levende uitwerkingen van hetzelve zouden kunnen hebben, heeft de

-ocr page 285-

289 —

heilige Kerk de oefening der geestelijke Communie (het geestelijkerwij ze communiceren) aangeraden en bij elke gelegenheid ten sterkste aanbevolen.

Deze geestelijke Communie nu wordt ver-rigt, door eene brandende begeerte, door een levendig verlangen naar vereeniging met onzen goddelijken Heiland, en wel naar eene zoo innige vereeniging, als anders docr het allerheiligste Sakrament wordt verkregen. Op zulk een verlangen, als het gepaard gaat met opregt berouw over onze zonden en besef van onze onwaardigheid, ziet de genadige Heiland met ontferming neder , en hij komt dan gaarne tot ons, om ons verlangen op eene geestelijke wijze te vervullen en ons met zijne genaden te zegenen.

„ Heer! ik ben niet waardig dat Gij ingaat onder mijn dak, maar spreek slechts één woord, en mijn knecht zal gezond zijn ! quot; zoo sprak, in ootmoedig en geloovig vertrouwen, eenheidensch hoofdman; en Jesus prees zijn geloof en maakte, zonder zijn huis te betreden, zijn' knecht gezond.

Evenzoo handelt de goddelijke Heiland ook telkenmale met ons, als wij een geloo-

-ocr page 286-

— 290 —

vig, levendig, ootmoedig en rouwmoedig verlangen naar hem en zijn heil hebben, maar hem niet werkelijk in ons hart kunnen ontvangen. Hij spijst de hongerende ziel met het verborgen Manna, en vervult het naar hem verlangende hart met de rijke goederen zijner genade. ■/ Wie tot mij komt, — zegt de Heer — die zal niet hongeren; en wie aan mij gelooft, zal niet verdorsten.quot; (Joan. VI. 35.)

Door de geestelijke Communie kunnen wij bijgevolg liet geestelijke Brood des levens , het allerheiligste Sakrament, in zekeren zin tot ons ,, dagelijksch broodquot; maken, on alzoo met eiken dag in de liefde, genade en vriendschap vauJesus, onzen Heilanden Heer, krachtdadig groeijen en toenemen.

Tracht u alzoo, christen ziel, aan de oefening der geestelijke Communie te gewennen en haar meermalen te herhalen , bijzonder echter telkenmale als gij het heilig Misoffer bijwoont en bij uwe bezoeken aan het allerheiligst Sakrament. Deze oefening is zeer gemakkelijk, en laat zich op de volgende wijze zeer passend verrigten.

-ocr page 287-

— *291 —

GEESTELIJKE COMMUNIE.

OPWEKKING TOT BEROUW.

TT, Jesus, mint geheel mijn hart;

En zie, het is mijn grootste smart,

Dat ik zoo veel gezondigd heb.

Tk bid U dit in rouwe af:

Ach Jesus ! wees mij zondaar genadig en barmhartig !

2.

Ooimoedig gevoel vao onwaardigheid.

Heer! ik ben niet waardig dat Gij ingaat in mijn hart; maar spreek slechts één woord, en mijne ziel zal gezond worden. (Driemaal.)

Mijn Jesus! ik geloot' dat Gij in het allerheiligst Sakrament tegenwoordig zijt; ik bemin U hoven alles, en wensch U in mijn hart te Ijezitten. Vermits ik U heden echter niet wezenlijk kan ont-

-ocr page 288-

— 292 —

vangen, zoo kom op eene geestelijke wijze in mijn hart! Ik vereenig mij met U, alsof Gij inderdaad in mijn hart gekomen waart. Laat niet toe dat ik van U gescheiden worde.

3.

Ja, Heer, ik ben niet waardig! — maar zie in mijn hart, hoe het van verlangen naar U smacht. Ach, treed met uwe zaligheden bij mij binnen ! Ik geloof aan U, en vol vertrouwen zie ik tot U op. O liefste Jesus ! ik bemin ü uit geheel mijn hart; ik geef mij geheel aan U over; kom bij mij en bezit mij tot in eeuwigheid.

Verbeeld u nu werkelijk dat gij communiceert en zeg :

Het ligchaam mijns Heeren , Jesus Christus, beware mijne ziel ten eeuwigen leven ! Amen.

-ocr page 289-

— 293

Jesus ! voor U leef ik ;

Jesus! in U sterf ik;

Jesus! U behoor ik geheel,

In leven en in den dood.

Amen,

Eene andere manier, ter oefening van de geestelijke Communie, vindt men in de eerste misoefening, bladz. 101, en kan tot afwisseling dienen.

NA DE GEESTELIJKE COMMUNIE kan men zoowel de belangen van geheel de Kerk als zijne eigene aangelegenheden , aan het hart des goddelijken Verlossers aanbevelen en zeggen :

ó Goedertierenste en zoetste Hart van Jesus, bron van alle genaden en weldaden : met het grootste vertrouwen mijns harten beveel ik U alle belangen der heilige moederkerk aan. In uwe handen leg ik ook mijne belangen neder, en beveel U bijzonder deze aangelegenheid N. N.

ó Boven alles teederlievend Hart van

-ocr page 290-

— 294 —

mijnen Heiland : open de sehatten uwer eindelooze ontfermingen, en laat mij met alle hulpbehoevende harten genade, vertroosting en hulp verwerven.

Erbarmingsvol Hart ! verleen ons uwe onuitsprekelijke barmhartigheid en toon ons uw heil. Amen.

BESLUIT.

De genade en kracht, en de levendige werking van het allerheiligste Sa-kramen t zij en blijve met mij en allen , en door hetzelve zegene ons God : de Almagtige en Barmhartige— f Vader , f Zoon, en f heilige Geest. Amen.

DE BEZOEKINGEN.

Grebed tot inleidiiag.

(Voor elke Bezoeking uit te spreken.)

„Geloofd en aangebeden zij zonderend', het li oogheiligsteen goddelijk Sakrament! quot;

-ocr page 291-

„ Waarlijk, de Heer is te dezer plaatse ! Hier is niet anders als het huis Gods en de poort des hemels! quot; (Genes. XXVIII.)

i, Heilig, heilig, heilig is God, de Heer der heerscharen! Hemel en aarde zijn vol van zijne heerlijkheid!quot;

Eere zij den Vader, en den Zoon , en den H. Geest; gelijk in den beginne, zoo nu en altijd, en in alle eeuwigheid. Amen. quot;

ó Jesus Christus, mijn Verlosser, die uit liefde voor ons menschen hier dag en nucht in het heilig Sakrament tegenwoordig zijt, en allen die U hier komen bezoeken vol genade en barmhartigheid afwacht, roept en goedertieren aanneemt : in het vaste geloot' aan uwe wezenlijke en waarachtige tegenwoordigheid, kniel ik, in het gevoel mijner nietswaardigheid neder, om U met den diepsten eerbied te aanbidden en te danken voor alle aan mij be-wezene weldaden en genaden , en bijzonderlijk dat Gij U, in dit heilig ge-

-ocr page 292-

— 296

heim, aan mij geeft, en mij bovendien uwe heilige Moeder tot voorspreekster en middelares geschonken hebt.

Ik groet dan heden uw minzaam hart, o Jesus, vooreerst om U te danken voor de genade U hier te mogen bezoeken; dan om U alle oneer, welke .TJ van uwe vijanden in dit Sakrament wordt aangedaan, zoo veel in mij is te vergoeden, en eindelijk, om door dit bezoek de U verschuldigde aanbidding aan te vullen, voor die plaatsen waar Gij in het allerheiligste Sakrament zoo weinig vereerd, of zelfs geheel verlaten zijt.

Goddelijke Heiland ! ik bemin ü . van ganscher harte, en het doet mij uit het binnenste mijner ziel leed, uwe beminnenswaardigste Majesteit tot hiertoe door mijne zonden zoo zeer vergramd te hebben. Ontferm U mijner en vergeef mij mijne schulden, bijzonder deze zonde N., waarir. ik sedert

-ocr page 293-

~ 297 —

mijn laatste bezoek aan 13 het ongeluk had te vallen. In vertrouwen op den bijstand uwer genade, maak ik op nieuw het vaste voornemen U voortaan niet meer te heleedigen.

ó Jesus! mijn Heer en mijn God! Hoe ellendig en armzalig ik zijn moge , zoo geef ik mij toch gehee. aan ü; ik onderwerp U mijn eigen wil, mijne wen-schen en neigingen, en alles wat ik heb en bezit. Alles stel ik ter uwer beschikking, en bid U, handel met mij en wat mij betreft naar uw heilig welgevallen. Ik zoek, wensch en verlang niets anders dan uwe liefde, vol-komene vervulling van uwen heiligen wil, en trouwe volharding tot aan het einde toe.

ó Jesus ! in uwe liefde beveel ik aan , geheel de hulpbehoevende mensch-heid, bepaaldelijk alle zondaren; opdat Gij U over hen gelieft te ontfermen , en hen wilt redden. Ook de lijdende

-ocr page 294-

— 298 —

zielen in liet vagevuur wensch ik U aan te bevelen , voornamelijk diegenen , welke met bijzondere godsvrucht uw heilig Sakrament en uwe gezegende Moeder vereerden.

Zie, goddelijke Heiland! alles wat mijn hart wenscht, bidt en begeert, vereenig ik met de wenschen en begeerten van uw liefdevol hart, en zoo vereenigd, draag ik ze uwen hcmel-sehen Vader op, hem in uw' naam biddende, mijne smeekingen ter liefde van U te willen verhooren. Amen.

Wie dit gebed bij het bezoeken van het Allerheiligste aandachtig verrgt, verdient telkenmale een aflaat van 300 dagen.

EERSTE BEZOEK, inleidingsgebed van bladz. 294.

„ Wie dorst heeft, kome tot mij ! quot; ( Joan. VU. 37.)

Met deze woorden noodigt onsjesus

-ocr page 295-

— 299 —

in het allerh. Sakrament, ais de bron van alle goed onheil, tot zich uit, om onzen dorst oaar geluk en heil te stillen.

ó Welk eene volheid van genade hebben de Heiligen van alle tijden uit deze bron van liefde geschept, door welke onze goddelijke Heiland ons al de verdiensten van zijn leven, lijden en sterven laat toevloeijen ! Lang te voren heeft de Profeet op deze bron opmerkzaam gemaakt en voorzegd : „ gij zult met vreugde scheppen uit de bron des Verlossers! quot; (Iss. XII. 3.)

Zoo hebben dan ook van de vroegste tijden af, alle godvruchtige en godminnende zielen genade om genade uit deze bron van liefde geschept, en de zoetigheid, welke de liefdevolle Heer hnn daar te smaken gaf, was niet zelden van dien aard, dat zij er de gansche wereld om vergaten, en zich bewogen gevoelden alle aardsche genoegens vaarwel te zeggen.

-ocr page 296-

— 300 —

Zulk eene godvruchtige ziel was ook de gravin van Feria. Onder de leiding des eerwaardigen paters Joannes van Avila tot eenen hoogeren trap van godsvrucht geraakt, was haar hart doordrongen van vurige liefde tot het allerheiligste Sakrament. Toen zij op 24 jarigen leeftijd weduwe werd, deed zij afstand van de wereld, en nam het kleed van de orde der Clarissen aan , om zich geheel aan 's Heeren dienst toe te wijden. Van toen af vond men haar gedurig in gebede verzonken voor het Tabernakel geknield. Wegens hare uitnemende liefde voor dit hoogheilig Geheim werd zij „de Bruid van het allerheiligst Sakramentquot; genoemd. Eens vroeg men haar : „ hoe zij toch altoos zoo geruimen tijd aan het altaar konde doorbrengen ? en wat zij daar gedurende zoovele uren deed ? quot; — „ Mijn God ! quot; — antwoordde zij — men vraagt hoe ik

-ocr page 297-

— 301 —

daar zoo langen tijd kan toebrengen? Eene eeuwigheid konde ik daar vertoeven ! Is Hij dan niet wezenlijk en waarachtig tegenwoordig, die het leven en geluk is der zaligen in den hemel? Men vraagt mij, wat ik daar uitvoere? O hoe veel is daar te doen! Tk bemin, ik loof, ik dank, ik bid! Wat doet een arme bij eeu rijke ? Wat een dorstige bij eene verkwikkende bron - Wat de hongerige bij een rijkelijk maal?quot;

O beminnenswaardigste, zoetste en dierbaarste Jesus! Leven, hoop, schat en eenige liefde mijner ziel! Moe veel heeft het U gekost bij ons in dit Sakrament te kunnen zijn. Gij, onbevlekt Lam, moest eerst geslagtofferd worden , om voor ons de levensspijze te worden in dit heilig geheim. Gij moest U blootstellen aan de bitterste bespottingen, miskenning en verachting, en aan voortdurende ondankbaarheid der goddeloo-zen, om hier uwe oneindige liefde tot 30

-ocr page 298-

— 302 —

het laatste toe te bewijzen aan slechts weinigen die U getrouw blijven. Zoo bragt Gij alles ten offer aan den drang uws liefdevollen harte, om ons uwe groote liefde te openbaren en daardoor eindelijk onze wederliefde te trekken.

Zoo kom dan, o Jesus! neem bezit van mijn hart, en sluit het voor elk ander gevoel. Geen schepsel hebbe deel aan eene liefde, die U alleen toekomt en ik Ü geheel wil schenken. Heersch Gij alleen over mij, o mijn dierbare Verlosser! Bezit Gij mijn hart geheel en onverdeeld; en zoo ik U somtijds niet volkomen gehoorzaam ben, straf mij dan met gestrengheid , opdat ik opmerkzamer en stiptelijk volbrenge wat U behaagt. Laat mij niets zoeken buiten U; en mijne eenige vreugde zij U te verheugen en te beminnen, TJ dikwijls in het Geheim uwer liefde te bezoeken, mij met U te onderhouden, en door de heilige Communie U dik-

-ocr page 299-

— 303 —

wij Is in mijn hart te ontvangen. Laat anderen zoeken wat zij willen ; ik zoek wensch en bemin niets dan uwe liefde alleen. Dit is de eenige gunst, welke ik hier aan den voet des altaars van Ü afsmeek. Geef dat ik mij zeiven geheel om U vergete en slechts aan uwe liefde denke.

Zalige Serafijnen, die van liefde brandt! mogt ik u iets bcn;jden, dan ware het niet uwe zaligheid, maar wel ' uwe liefde tot uwen en mijnen God en Heer. Leer mij wat ik doen moet om tot deze liefde te komen.

Verzuchting Mijn Jesus! U al- ! leen wil ik beminnen ; aan U alleen wil ik trachten te behagen!

Hier late men volgen de geestelijke | Communie, op bladz. 391.

Bezoek aan Maria.

Eene andere bron van genade voor ons is Maria: eene bron die, volgens den

-ocr page 300-

— 304 —

H. Bernardus, „ zoo rijk is aan goederen en genaden, dat er geen mensch op aarde gevonden wordt, die daaraan geen deel heeft:quot; — „ uit hare volheid hebben wij alles ontvangen. quot; — God heeft Maria met de volheid zijner genaden bedeeld; daarom werd zij door den engel ook vol van genade genoemd. De H. Petrus Chryso-logus voegt daaraan toe : „ dat zij de volheid van genaden niet voor zich alléén ontving, maar ook om er hare dienaren van mede te deelen : niet alleen voor haar, maar om de zaligheid aan de wereld te geven, ontving zij die genade.quot;

Verzuchting. Moeder der goddelijke genade! bid voor ons.

Gebed tot Maria, om hare moederlijke bescherming af te smeekea.

(Bij elke Bezoeking te bidden.) (1)

ó Onbevlekte maagd, heiligste moe-

1

Zoo dikwijls men dit gebed bij de bezoekingen bidt, verdient men een aflaat van 300 dagen.

-ocr page 301-

305 —=

der Maria! Tot u, Moeder mijns Hee-ren, koningen der wereld, voorspreekster, hoop en toevlugt der zondaren! tot ii neem ook ik, arme zondaar en i welligt de ellendigste van allen, heden j weder mijne toevlugt. Aan uwe voeten i werp ik mij neder, o groote Koningin, | en zeg u dank voor alle genaden , welke | gij mij tot hiertoe bewezen hebt, bij-j zonder echter, dat gij mij zoo dikwijls van de gevaren der hil, waaraan ik mij door mijne zonden blootgesteld had, bevrijd hebt.

Ik bemin u, beminnenswaardigste Vrouw en Koningin! en beloof voor hemel en aarde, u altijd te zullen beminnen en in liefde te dienen, en tevens anderen, zooveel ik vermag, tot uwe liefde en vereering te bewegen.

Op li. Moeder der barmhartigheid, stel ik al mijn vertrouwen ; ik hoop op u, die magtig zijt en alles bij God vermoogt. Bevrijd mij, magtige Vrouw,

-ocr page 302-

306

van bet gebeld der weuigvuldige bekoringen, of verwerf mij toereikende krachten, overal over te zegevieren en Oode getrouw te blijven tot in den dood.

Door n, Moeder der schoone liefde, hoop ik ook de ware liefde tot Jesus te verwerven, alsook de genade dei-zalige voleinding.

ó Lieve Moeder! door uwe groote liefde voor God, smeek ik u, sta mij altijd bij met uwe beschermende hulp, maar vooral in mijne laatste levensuren. Verlaat mij niet, tot dat gij mij in de zekerheid des hemels ziet, waar ik u dan danken, en lofzingend uwe barmhartigheid verkondigen zal, in alle eeuwigheid. Amen.

Meerdere aandachts-oefeningen bij bezoekingen voor het beeld der heilige Maagd, zie bladz. 205 — 228.

Besluit.

ó Heilige Maria! in uw teeder hart

-ocr page 303-

— 307 —

en in den schoot uwer moederlijke barmhartigheid, leg ik ten slotte met het grootste vertrouwen al mijne aan-gelegene belangen voor tijd en eeuwigheid neder , bijzonderlijk deze N.N. — Draag ze allen aan uwen goddelijken Zoon voor, en verwerf mij door uwe magtige voorspraak het beste en heilzaamste.

Wees gegroet, Maria! enz.

Zie, lieve Moeder! Dotmoedig buig ik mijn zondig hoofd voor u neder, en bid om uwen moederlijken zegen. Zegen mij in de liefde van uw zoet harte, in den naam van God — f den Vader, en den f Zoon, en den f heiligen Geest. Amen.

TWEEDE BEZOEK.

Inleidingsgebed, zie bladz. 294.

„ Ik ben het levende, brood des levens, hetwelk van den hemel gedaald is. quot; ( Joan. VI. 41.)

-ocr page 304-

— 308 —

De godvnichtige pater Nieremberg , een Jesuit, zegt : Daar het brood een voedingsmiddel is, wat men even goed kan bewaren als nuttigen, zoo heeft onze beminde Heer en Heiland Jesus Christus zich onder dc gedaante van brood aan ons geschonken , om niet slechts den godvruchtige zielen tot spijze te dienen, maar ook, om — in het Tabernakel bewaard — wezenlijk en waarachtig onder ons te verblijven en ons ten voortdurend aandenken zijner liefde te zijn.

De H. Paulus, van de diepe vernedering gewagende, waaraan Gods Zoon uit liefde tot ons zich heeft willen onderwerpen, door in mensclielijke gedaante op aarde te verschijnen, roept bewonderend uit: n Hij heeft zich zeiven vernederd en de gedaante eens dienstknechts aangenomen.quot; (Phil. I. 7.) — Maar wat moeten wij dan wel van hem zeggen, als wij de algoede Heer,

-ocr page 305-

—. 309 —

uit liefde tot ons zoo diep vernederd zien, dat hij in de nietige gedaante van brood onder ons verschijnt?

„ Geen taal, — zegt de H. Petrus van Alcantara , — is in staat de liefde uit ie drukken , welke Jesus die zielen toedraagt, die hij met zijn kostbaar bloed verlost en door zijne genade geheiligd heeft. Om ons deze liefde overgetelijk te maken en levendig voor oogen te stellen, heeft hij, de barmhartige Heer, alvorens hij voor ons stierf, een wonderbaar gedenkteeken zijner liefde gesticht, cn zich zeiven aan ons tot onderpand gegeven in het allerheiligste Sakrament. Geen levenloos teeken zou ons aan hem, de Liefderijke, herinneren en ons krachtig genoeg zeggen, hoe zeer hij ons heeft lief gehad; daarcm wilde Hij-zelf, gehuld in den sluijer des Sakraments, het levendig en voortdurend bewijs zijner eeuwige liefde tot ons zijn.

-ocr page 306-

310 —

ó Jesusl Gij die alzoo, verborgen in het Tabernakel, hier waarlijk tegenwoordig en altijd bereid zijt, de zegen-wenschen te vernemen van arme, ellendige schepselen , die hier komen om van U verhoord en begenadigd te worden : aanhoor ook heden de bede van een inderdaad armzalig zondaar, die zich hier rouwmoedig aan uwe voeten nederwerpt en om vergiffenis smeekt voor zijne veelvuldige ontrouw. Zie, ik erken het bedrevene onregt en de ondankbaarheid, waaraan ik mij jegens U heb schuldig gemaakt. Vergeef, o Heer ! vergeef mij om den wille van uwe liefde eu ontferming.

En nu, o mijn Jesus, heb ik nog eene andere bede. Zie, ik erken uwe groote liefde tot mij, en besef hoezeer Gij mijne wederliefde verdient. Daarom verlang ik zoo zeer oaar uwe liefde, en wensch U waarlijk boven alles te beminnen en te behagen; maar de krach-

-ocr page 307-

— 311 —

ten ontbreken mij om aan dat verlangen gevolg te geven, tenzij Gij mij met uwe genade te hulp komt.

ó Almagtige Hoer, God der liefde! toon hier voor alle uwe Heiliger) in den hemel uwe magt en goedheid jegens mij, armzalige; hersehep mij van een trouwloos zondaar, als ik tot heden toe was, in een getrouwe dienaar uwer goddelijke Majesteit, wiens hart voor-tann van liefde tot U vlamme. Gij kunt het. Heer Jesus! doe het dan ook, en vervul mijn verlangen naar uwe liefde. — O Jesus! ik bemin ü, ik wenseh Ü boven alles, ik wensch ü meer dan mijn leven te beminnen!

Verzuchting. O Jesus, mijn God en mijn alles!

(Geestelijke Communie, zie bladz. 291.)

Bezoek aan Maria.

De H. Paulus zegt : „ Laat ons met vertrouwen tot den troon der genade

-ocr page 308-

— 312

naderen, opdat wij genade en barmhartigheid vinden als wij ze noodig hebben. quot; (Hebr. IV. 16.) De H. Antonins verstaat onder dezen genadetroon, dc allerzaligste Maagd, die vol genade is en ligtelijk genade vindt bij ITem, die haar tot uitdeelster zijner genade gesteld heeft.

u Beminnenswaardigste Koningin, Maria! Gij zijt altijd bereid zondaars te helpen, en wenscht niets vuriger dan hen te redden. Zie, bier knielt een dier ongeluk-kigen voor uwe beeldt en is. Kom mij te hulp. Haast u om mij te helpen.

Verzuchting. O Maria, toevlugt der der zondaren! bid voor mij.

Gebed tot Maria, zie bladz. 304.

DERDE BEZOEK.

Inleidingsgebed, zie bladz. 294.

a Het is mijne vreugde, bij de kinderen der meDsehen te zijn.quot; (Spr. VT1I. 31.)

Het was der liefde van Jesas niet genoeg voor ons te lijden en te ster-

-ocr page 309-

— 313 —

ven; Hij wilde ook, vermits hij door lijden in zijne heerlijkheid gin», evenwel bij ons op aarde verblijven, en verklaarde dat het zijne vrengde was, bij de kinderen der menschen te wonen.

;/ ó Menschen! — roept de heilige Theresia uitquot; — hoe is het mogelijk • dat gij eenen God niet bemint, maar veeleer beleedigt, die u zoo zeer lief heeft, en die er zijne vreugde in vindt onder u tewoncn?:' — Jesus verblijdt zich bij ons te zijn,. ... en wij zouden niet gaarne bij Hom zijn?

Hoe gelukkig en vereerd achten zich dn hovelingen, aan wien de koning vergunt, naar verkiezing in zijne woonkamer te komen en vc rtrouwelijk met hem te mogen omgaan! En zijn onze kerken dan niet de woningen van onzen hemelschen Koning? en is het Tabernakel niet, om zoo te spreken, het geheim kabinet zijner liefde, waar wij altijd vertrouwelijk met hem kunnen

-ocr page 310-

— 314 —

spreken? — O, laat ons dit hooge en onverdiende voorregt erkennen 3 en nit een vertrouwelijke omgang met Jesus al dat nut trekken, wat Hij ons naar zijne goddelijke bedoelingen wil laten toekomen.

Zoo dan, mijn Jesus! zie mij hier voor uw Tabernakel, waar Gij ter liefde van ons dag en nacht vertoeft, Deder-knielen, om IJ mijne hulde te bewijzen en uwe barmhartigheid in te roe- i pen. Gij zijt de bron van alle goed, het geneesmiddel van alle kwaad, de onuitputtelijke rijkdom voor alle armoe-! de; en ik — ik ben een ellendige zondaar, ontbloot van alle goed, vervuld van boosheid, en arm aan verdiensten ! Zie erbarmend op mij neder en betoon mij uwe groote barmhartigheid. In mijne ' ellende kan ik echter niet moedeloos en wantrouwend worden, als mijne blikken zich vestigen op het allerheiligste Sakrament, en als ik bedenk, hoe

-ocr page 311-

Gij, Heer Jesus, v.in den hemel zijt nedergedaald, enkel en alleen om mij uwe onuitsprekelijke goedheid en liefde te bewijzen. Daarom zeg ik U dank en lof, en als Gij, algoede Heiland, getroffen door mijne armzaligheid, mij toestaat U om eene genade te bidden ; aanhoor dan deze mijne bede : help, dat ik U niet meer door eenige zware zonde beleedige, maar verlicht en ondersteund door uwe genade, U waarlijk en getrouw beminne, en in alles, uit liefde tot ü, uwen heiligen wil ver-vulle. Geef dat ik nu en altijd, tot in eeuwigheid, met volkomen waarheid kunne zeggen : Heer. mijn God! ik bemin Ü van ganscher harte, uit geheel mijn ziel, uit al mijne krachten.

Heilige maagd Maria, mijne moeder en goedertierenste voorspreekster ! heilige Engelen , mijn uitverkoren Patroon, en gij allen. Zaligen des hemels! helpt mij mijnen Heer en God beminnen, die

-ocr page 312-

— 316 —

gelijk gij weet, alle liefde waardig is.

Verzuchting.

Goede Herder! Levenspijze !

Jesus! sterk mij op mijn reize Naar liet eeuwig vaderland.

Voed mij door uw heilig woord ,

Roep mij ginds in 't hoogtijds-oord. Stel mij aan uw regterhand!

Geestelijke Communie, zie bladz. 291.

Bezoek aan Maria.

De godvruchtig Pellasto noemt de aandacht tot Maria : „ een band, welke ons aan God en aan den hemel verbindt,quot; en van zulke banden heet het in de H. Schrift ; v hare handen zijn banden van zaligheid.quot; (Eccl. VI. 31.) Bidden Wij daarom Onze Lieve Vrouw, dat zij ons steeds inniger aan haar verbinde, door de banden van liefde en vertrouwen op hare magtige voorspraak en moederlijke bescherming.

Verzuchting. O genadige, o zachte, o zoete maagd Maria!

Gebed tot Maria, zie bladz. 304.

-ocr page 313-

— 817 —

VTETIDE BEZOEK.

Inleidingsgebed, zie bladz. 294.

„ Uw omgang heeft niets bitters, en uw gezelschap niets afkeerigs, maar vreugde engenoe^en.quot; (Wijsh. VITI. 1 6.)

Wanneer zelfs de vrienden dezer wereld, wien het in 't algemeen toch aan ware opi|egtheid des harten ontbreekt, niet te min «dikwijls onder elkander zoo veel genoegen vinden, dat zij geheele dagen te zamen kunnen doorbrengen ; welk ecne vreugde en genoegen moet dan eene vrome ziel vinden in den omgang met Jcsus en Maria. Voorzeker , hun omgang heeft niets bitters, en hun gezelschap niets afkeerigs, maar vele zuivere vreugden en genoegens.

Slechts hij die Jcsus niet kent, hem niet bemint , en die zin noch gevoel heeft voorliet verhevene en goddelijke, 21

-ocr page 314-

— 818 —

kan bij hem verveling vinden. De Heiligen vonden bij zijn allerheiligst Sakrament. in den omgang met hem, reeds hunnen hemel op aarde. „ Wij die in den hemel, en gij die op de aarde zijt, — zeide de H. Theresia tot eene kloosterzuster, aan wie zij na haren dood verscheen, — wij moeten één zijn in de zuiverheid der liefde. Want hetzelfde goddelijke Lam, dat in den hemel onze zaligheid uitmaakt, is onder het hulsel des heiligen Sakraments uw troost op aarde. quot;... Onze troost en onze hemel hier beneden is alzoo , het goddelijk Sakrament.

ó Onbevlekt Lam Gods, dat voor ons geslagtofferd werd! geef dat ik U geheel in liefde toebehoore ; want ook ik ben een van die zielen, welke Gij vrijgekocht hebt met uw kostbaar bloed. Daar Gij U geheel aan mij schenkt, en dit geschenk dagelijks op het altaar in het heilig misoffer vernieuwt, laat

-ocr page 315-

— 319 —

alzoo niet toe dat ik ooit van U gescheiden worde, maar altijd de uwe blijve.

Zie, o Jesus! ik geef mij hier op nieuw geheel aan U over, en bid ü , handel met mij naar uw goddelijk welbehagen. Bevestig met de banden van een eeuwig liefdeverbond mijn hart aan uw goddelijk harte, en verbind mijn wil, die ik volkomen aau IJ onderwerp, onafscheidbaar met den uwen , opdat dezelve in alles aan U ondergeschikt zij. Ik wil niet meer leven om mijne verkeerde wenschen en begeerten te bevredigen, maar alleen, om aan uw goddelijk welbehagen te voldoen. Verwijder daarom voor eeuwig van mij , alles wat U mishaagt, en schenk mij de genade, slechts bedacht te zijn en te streven naar hetgene ü behaagt. Ik wil en verlang niets anders, o mijn Heer en God, dan wat Gij wilt en verlangt.

Ik bemin U, o Jesus, omdat Gij

ren één ant ien o lints iost )0 ,

oor

: U I ook

Gij

)ed. kt, j taar laat

-ocr page 316-

S20 —

oneindig beminnenswaardig zijt. Het doet mij leed dat ik U niet zoo bemin , als Gij het verdient. O, konde ik uit liefde voor U sterven! Zegen, o Jesus, mijn verlangen, en help mij, dat ik, TJ beminnende, U geheel toebehoor in leven en in dood. Dit wensch en hoop ik. Amen.

Verzuehting. ó Zoetste liefde en heiligste welbehagen van mijnen God ! ik geef mij geheel aan U over. —- Jeaus ! voor TJ leef ik. Jesxis 1 voor U sterf ik. Jesus I U behoor ik toe, inleven en in dood. Amen.

Hierna de geestelijke Communie, blz. 291.

Bezoek aan Maria.

„ Ik ben de moeder der scboone liefde!quot; (Sir. XXIV. 24.) Met deze woorden wordt ons aangeduid, dat Maria de moeder is van Hem, die de reinste en heiligste liefde zelve is, en wiens liefde der mensehen ziel de heerlijkste seboonbeid ver-

-ocr page 317-

-I 321 —

leent. De heilige Maria Magdalena van Pazzis zag Maria eens een zoeten halsera nitdeelen;eene inwendige stem zeide haar, dat het de kern, het wezen der goddelijke liefde moest verbeelden. Maria is de kortste weg tot de goddelijke liefde; zij geeft en schenkt ze ons gelijktijdig.

Verzuchting, ó Maria, moeder der schoone liefde! help mij, dat ik Jesns waarlijk beminne, en hem in liefde geheel toebehoore.

Gebed tot Maria, bladz. 804.

VrJPDE BKZOEK.

Inleidingsgebed, bladz. 294.

„ De musch vindt een huis, de tortelduif een nest wat haar beschermt; ik echter heb uwe altaren, o God, mijn Heer en Koning ! quot;

(Pa. LXXXIII. 4.)

Onze Heer cn Heiland heeft onze altaren als zijne woonplaats verkozen, opdat elke godvruchtige ziel steeds een toevlugtsoord tegen alle vijandige ver-

-ocr page 318-

— 322 —

volging bij hem zou kunnen vinden, en zeker en rustig onder zijne bescherming zou kunnen vertoeven, — gelijk de musch en tortelduif in hare nesten.

Waarlijk, o Heer mijn God! Gij bemint ons arme menschen al te zeer, en hebt alles gedaan wat uwer oneindige liefde mogelijk was, om onze wederliefde te verwerven. O, bewerk dan ook , beminnenswaardige Jesus, het eenig noodige in ons, namelijk : dat wij geheel van liefde tot U ontvlammen ; trouwens, het is onbillijk en ondankbaar, dat wij dien God laauw enkoud zouden beminnen, die ons de teederste en vurigste liefde bewijst. T/ek daarom door het zoete geweld en de onweerstaanbare aantrekkingskracht uwer liefde onze harten tot U, en geef dat wij steeds beter erkennen, hoe billijk en regtmatig het is, U boven alles en van ganscher harte lief te hebben.

ó Oneindig beminnenswaardige Ma-

-ocr page 319-

— 323 —

jesteit ! eeuwige Liefde en oneindige Goedheid! hoe weinig wordt Gij nog erkend en bemind van de menschen , wien ter liefde Gij alles gedaan en gegeven hebt, wat Gij doen en geven kondet! Wat mij betreft, ik wil niet meer zoo koud en ondankbaar jegens U zijn, en heb besloten TJ uit al mijne krachten lief te hebben en niets meer te beminnen buiten U, maar alles slechts in en om U. Gij verdient het en beveelt het mij zelfs dringend ; welaan, ik ben bereid uwe wenschen en verlangen te vervullen ; maar help mij door den bijstand uwer genade , opdat ik het volkomen doe. Hierom bid ik ü, door uw bitter lijden en sterven; terwijl ik de hoop koester, dat Gij mijn gebed zult verhooren. Geef de goederen dezer wereld aan hen die ze wenschen ; ik wensch en begeer niets anders dan het goed uwer liefde. O mijn Jesus, eeuwige liefde ! ik bemin ü. Gij

-ocr page 320-

— 324 —

zijt mijn schat, mijn geluk en geheel mijne liefde !

Verzuchting, ó Mijn Jesus! ik

geef mij aan Ü, gelijk Gij U aan mij, geheel in liefde over.

Geestelijke Communie, zie bladz. 391.

Bezoek aan Maria.

De H. Bemardus zegt : „ dat Maria door hare schoonheid en beminnenswaardigheid zich tevens de harten der men-schen toeeigent.quot; o Mijne Koningin en Moeder! eigen u ook het mijne toe, wat ik u evenwel zoo gaarne wil geven. Zie , ik breng het u hier ten offer; neem het en geef het aan uwen Zoon.

Verzuchting, ó Minnelijke Moeder! bid voor ons.

Gebed' tot Maria, zie bladz. 80é.

ZESDE UEZOEK.

Inleidingsgebed, zie bladz. 294.

„ Waar uw schat is, daar zal ook uw hart zijn. quot; (Luc. XII. 34.)

-ocr page 321-

- 325 —

Waar het voorwerp uwer liefde is, — wil de Heiland met deze woorden zeggen— daar zal ook steeds uw hart zijn , met al zijne gedachten en neigingen. De Heiligen kenden geen andere schat hunner liefde dan Jesus^ en daar zij evenzeer vast geloofden aan zijn tegenwoordigheid in het allerheiligste Sakra-ment, zoo hing geheel hun hart met al deszelfs liefde aan dit dierbare Geheim.

ó Beminnenswaardige Heiland, die uit liefde voor mij dag en nacht in het Tabernakel besloten vertoeft: onthecht mijn hart van de bedriegeiijke goederen en genoegens der wereld, en verbind het door de banden van eeuwige liefde aan U, opdat het voortaan niets anders denke, zoeke, wensche en begeere, dan U en uwe liefde. Verleen mij deze genade om den wille van uw lijden en sterven : o Jesus, eenige schat mijns harten !

Liefdevolle Verlosser! goddelijke

-ocr page 322-

— 826 —

Vriend mijner ziel! hoe liefelijk en feeder zijn de gewaarwordingen uwer liefde, waarmede Gij uw best doet de onze te verwerven! Eerst verschijnt Gij met dit doel als een liefelijk kind in de kribbe; dan als een arm handwerksman in de werkplaats te Nazareth; vervolgens als slagtoffer voor onze zonden aan het kruis, om daarna als spijsoffer en voedsel onzer zielen te dienen op het altaar! Waarlijk, eeuwig Woord des Vaders ! het was uwer liefde niet genoeg, voor ons mensch te worden, te lijden en te sterven^ maar diezelfde liefde drong U, al hare grenzen te overschrijden , en U zelven aan ons te geven, als het levend onderpand uwer liefde en als het Brood des eeuwigen levens !

Zeg mij , o God der liefde 1 kon uwe liefde wel meer doen en uitvinden, om de wederliefde v£.n ons, arme ellendige menschen, ie trekken en ons daardoor

-ocr page 323-

— 327 —

voor eeuwig geiukkig te maken ? — O, wanneer zal ik toch eens beginnen zulk eene groote en teedere liefde met mijne geringe wederliefde te beantwoorden ? — Mijn Heer en mijn God! ik mag eigenlijk niet langer leven, zonder U innig en getrouw te beminnen, quot;Waartoe zou een langer leven ook dienen, zoo het niet gehee! aan uwe liefde en welgevallen wierde toe-geheiligd ? O, wie zou ik anders wel kunnen beminnen, als juist U, die vol schoonheid, vol zoetigheid, geheel goedertieren en boven alles beminnenswaardig zijt ? — Dat mijne ziel voortaan slechts liefde ademe tot U ; dat mijn hart vcrteedere en van heilige aandoening getrolfen worde, bij de gedachtenis aan uwe liefde ; en dat bij de herinnering aan uwe kribbe, kruis en Sakr am en t, heilige liefde mij aangrijpe en ontvlamme, om evenzeer voor 13 te leven en te lijden ,

-ocr page 324-

— 328 —

als Gij met onuitsprekelijke liefde voor mij gedaan en geleden liebt.

Verzuchting, o Jesus ! laat mij voordat ik sterf li degelijke en groote bewijzen van wederliefde geven. Hierna de geestelijke Coinmuuie, blz. 291.

Bezoek aan Maria.

„ Ik ben gelijk een schoone olijfboom op het veld.quot; (Sir. XXIV. 19.) — Door deze woorden wordt Maria vergeleken bij een boom. waaraan wij de kostbaarste olie te danken hebben : en deze olie is bet zinnebeeld der barmhartigheid, wijl zij, bij verwondingen gebruikt, verzachtend en genezend werkt. De boom groeit op het vrije veld; en hierdoor wordt aangeduid, dat iedereen vrije toegang heelt tot Maria en deel kan hebben aan hare moederlijke barmhartigheid. Wenden wij ons derhalve dikwijls met de woorden des H. Auguslinus tot haar, zeggende: „ Gedenk, o goedertierene maagd Maria, da: het nooit is gehoord, dat iemand die tot u zijne toevlugt nam, van u is verlaten geworden.quot; Hierop vertrouwen-

-ocr page 325-

- 829 —

de, zal ik toch wel niet de eeuijye zijn, wien gij uwe barmhartigheid zoudt onthouden.

Ver zucht in?. Vergun mij, o goe-dertierene moeder Maria! dat ik altoos mijne toevlugt bij u zoeke.

Gebed tot Maria, zie bladz. 301'.

ZFA'ENDE BEZOEK.

// Ziet, ik ben bij u, tot aan het einde der wereld!quot; (Matth. XXVIII. 29.)

Jesus, die ons tot in den dood bemind heeft, wi de ook na don dood zich niet van ons scheiden, maar altijd bij ons blijven. Daarom ze^t hij : u ziet, ik ben en blijf bij u quot; Hier in het allerheiligste Sakrament kunt gij mij altijd vinden, en hulp en troost bekomen, zoo dikwijls gij ze behoeft; zoo lang gij op aarde leeft, ben ik in uw midden; ik wil u niet als weezen achterlaten , maar zal bij u blijven tot aan het einde uwer dagen.

// De goddelijke Bruidegomquot; — zegt

-ocr page 326-

— 330 —

de H. Petrus van Alcantara — wilde zijne bruid, de beminde ziel, niet zonder bescherming alléén achterlaten ; daarom stelde Hij dit Sakrament in, om voortdurend haar beschermer te zijn.quot;

Algoede Heer 1 beminnenswaardige Verlosser! ik bezoek U thans voor dit altaar : en Gij, vol van de teederste liefde, zijt altoos bereid, dit mijn bezoek met uw goddelijk tegenbezoek te beantwoorden en door de heilige Communie in mijn hart te komen. Dan zijt Gij niet slechts bij, maar in mij, en op het naauwste met mij vereenigd. Gij schenkt U aan mij met al de schatten uwer liefde en verdiensten, zoodat ik in waarheid kan zeggen : « Gij, o Jesus, zijt geheel de mijne!quot; Maar, o mijn Jesus! daar Gij altoos bereid zijt U geheel aan mij te schenken, moest ik dan ook niet bereid zijn, mij op nieuw aan U weder te geven ? En welk eene ruil! Ik, een nietige aardworm, geef

-ocr page 327-

— 331 —

mij aan ü; en Gij , de onmetelijlce God , geeft en schenkt U aan mij! — ó God der liefde ! Heiland mijner ziel ! Wanneer zal ik toch in volle waarheid kunnen zeggen : « ik ben geheel de uwe! quot; Dit kunt Gij-alleen bewerken door uwe genade ; doe het om den wille van uw kostbaar voor mij vergoten bloed. Vernieuw en vermeerder in mij het vertrouwen op uwe al-magt en goedheid, en laat mij niet van hier scheiden, tenzij ik U volkomen in liefde toebehoore.

Mijn God! Gij zijt bereid elke vrome bede te verhooren; o verhoor dan ook hier het gebed eener ziel, die waarlijk verlangt U te beminnen. Ik wensch Ü uit al mijne krachten te beminnen; ik wil alles uit liefde voor Ü doen, zonder op voordeel, vertroosting noch be-looning te zien. Ik wil ü met zuivere liefde dienen, en slechts alléén om U welgevallig te zijn en uw liefdevol hart

-ocr page 328-

te bevredigen, dat mij zoo onuitsprekelijk bemint en naar mijne wederliefde verlangt; omdat ik zonder uwe liefde niet gelukkig kan zijn. Beminnen wil ik ü, en het loon mijner liefde zij ; U steeds meer te beminnen.

ó Geliefde Zoon des eeuwigen Vaders, die ü geheel voor mij opgeofferd hebt; ik wensch niet verder meer te leven , tenzij ik mij geheel aan U hebbe overgegeven. Aanvaard mijne vrijheid, mijn wil, en alles wat mij aangaat. Neem mij tot ü, en geef Gij U aan mij.

Verzuchting, ó Jesus ! geef dat ik geheel de uwe zij, gelijk Gij mij geheel toebehoort.

Hierna de geestelijke Communie, bl. 291.

Bezoek aan Maria.

Geheel de H. Kerk noemt en groet u als hare hoop: „Spes nostra, salve!quot; — „onze hoop, weesgegroet!quot; Wijl gij dan, beminnenswaardige Koningin, aller

-ocr page 329-

333 —

hoop zijt, zoo wees ook mijne hoop. De H. Bernardus noemt u : c'.e grondslag zijner hoop, en voegt er dan bij : op u, Maria, moet zelfs hij vertrouwen, die anders alle oorzaak zou hebben te moeten wanhopen. quot; Dewijl alzoo de wanhopige nog op u moet vertrouwen, zoo wil ik, hopende , nooit aan uwe goedheid twijfelen.

Verzuchting, ó Maria, mijne hoop! bid voor mij.

Gebed tot Maria, bladz. 304-.

ACHTSTK BEZOKK. ïnleidingsgebed, bladz. 294.

„ Sta op, kom en haast u, mijne vriendin, mijne duive, mijne schoone! kom!quot; (Hoogl. 11. 10.)

Met deze woorden noodigt Jesus Christus elke godvreezende ziel uit, zich van alle traagheid te ontdoen, de gemakken cn geriefelijkheden des levens, en de verleidingen en aanlokse-len der wereld te ontvlugten, om naar zijne altaren te gaan, en hem daar te bezoeken. Hij noemt zulkecnc ziel: zijne 22

-ocr page 330-

— 334 —

vriendin, wijl hij haar, en zij hem bemint; hij noemt haar zijne duive, om hare zedigheid, eenvoudigheid en onschuld j hij noemt haar zijne s c h o o-n e, wijl zijne genade haar de ware schoonheid verleent.

Verwijder dan alles, christelijke ziel, wat u zou kunnen hinderen, uwen Heiland in het allerheiligste Sakrament te bezoeken. Vrees niet hem te naderen; want hij is er tegenwoordig, niet om zijne geregtigheid, maar om zijne liefde en barmhartigheid te openbaren.

;/ Om ons alle vrees te benemen en I ons integendeel moed en vertrouwen in te boezemen, — zegt de heilige Theresia — heeft onze beminde Koning en Heer, in het heilig Altaargeheim, de glans zijner majesteit geheel afgelegd en zich in den geheimzinnigen slaijer des broods voiborgen. Laat ons diensvolgens met quot;jetrouwen tot hem naderen, hem geheel ons hart bloot-

-ocr page 331-

leggen, en altijd nieuwe genaden uit deze onuitputtelijke bron van goedheid afsmeeken. quot;

ó Eeuwig Woord, vleesch geworden en onder ons wonende in het allerheiligste Sakrament : hoe groot moest niet mijne vreugde zijn, dat Gij mij vergunt tot U te komen, en met betrouwen te mogen naderen totü, die mijn God, en bovendien niet slechts de Heer der heerlijkheid, maar ook do eeuwige liefde, de oneindige erbarming en goedheid zelve zijtl

ó, Gij allen, die in den hemel en op aarde God lief hebt, voornamelijk gij, dierbaarste moeder Maria 1 komt en geleidt mij bij mijnen beminden Heer en God, opdat ik hem zoo waardig als het zijn kan nadere, en hem een liefdevol en dankbaar hart kunne aanbieden. Gij echter, liefdevolle Heiland! neem in genade mijn offer aan, en wees het voorwerp van al mijne liefde

-ocr page 332-

— 336 —

en genegenheid; wees Heer en meester over mijnen wil en gansche bestaan.

Ik geef IJ mijn verstand over, opdat ik altijd met mijne gedachten bij U moge zijn; mijn ligchaam, opdat het een offer uws welbehagens worde; mijn hart, ten einde Gij het met uw allerheiligst hart moogt vereenigen. O Beminde mijner ziel! mogten toch alle menschen uwe groote en teedere liefde erkennen, zoodat zij voortaan slechts leefden om U te bemiunen, te eeren en aangenaam te zijn, gelijk Gij het verlangt en verdient; mogt ik ten minste er voortaan naar streven, inderdaad in liefde voor ü te leven, en mij altijd uwe liefde en beminnenswaardigheid herinneren. Ik heb mij voorgenomen hiervoor alles te doen wat in mijn vermogen staat. Ik verzaak en ontzeg mij alles wat U zou kunnen mishagen, al ware het mij zoo dierbaar als mijne oogen, mijne hand of voet,

-ocr page 333-

— 337 —

zelfs als mijn leven Zalig hij , die alles verliest en U, Let hoogste , opperste, schoonste en beminnenswaardigste goed, wint!

Verzuchting, ó Jesus, mijne liefde! Als ik slechts U bezit, dan vraag ik naar geen hemel en aarde! Hierna de geestelijke Communie, blz. 291.

Bezoek aan Maria.

„ Indien iemand klein is, dat hij tot mij komequot; (Spreuk. XI, 4.) Met deze woorden noodigt Maria alle ootmoedige -zielen uit tot haar te komen, gelijk kinderen tot hare moeders, vol liefde en vertrouwen. „ De liefde van alle moeders te zaïnen, is slechts eene schaduw van de liefde, welke Maria voor ieder van ons heeft.quot; ó Maria! toon dat gij mijne moeder zijt! Gij bemint mij zoo teeder; ik wil u evenzeer liefhebbeu!

Verzuchting. Geef, lieve Moeder, dat ik u steeds meer beminne en uwer altijd gedenke.

Gebed tot Maria, bladz. 304«.

-ocr page 334-

— 338 —

\-

NEGENDE BEZOEK.

Tnleidiiigsgebed, bladz. 294.

;/ Te midden der zeven gouden kandelaren, zag ik iemand, die op den Zoon des menschen geleek; gekleed in een lang gewaad, en de borst omgord meteen' gouden gordel.quot; (Openb. 1.13.)

Deze verschijning van den Zoon des menschen tusschen zeven gouden luchters , kan zeer goed toegepast worden op de tegenwoordigheid van Jesus Christus in het allerheiligste Sakra-ment, waar hij dikwijls, omgeven van een krans van glansrijke luchters en brandende lichten, als het licht der wereld op onze altaren troont. De gouden gordel om zijne lendenen wijst op de velerlei kostbare genaden, waarmede zijn hart vervuld is voor allen, die hem in liefde en vreeze naderen. Gelijk eene zogende moeder hare borst

-ocr page 335-

339 —

aan haren beminden zuigeling reikt, evenzoo biedt Jeans hen zijn liefderijk hart vol genade en ontferming, en mogen zij, gelijk Joannes, aan zijne borst rusten. — » Aan de borsten zal men u dragen en op den schoot liefkozen,quot; heeft de Profeet voorzegd. (Isaias LXVI. 12.)

Men verhaalt, dat de H. Catharina van Siena, zoo dikwijls zij ter Communie ging, met zu.:c eune inwendige begeerte het heilig Sakrament op bare lippen ontving, als een dorstend zuigeling begeerig is naar de voedende borst der moeder. Hoe grooter ons verlangen naar het heilig Sakrament is, des te grootere genaden schenkt ons Jesus. De eerwaardige pater Alvarez zag den beminden Heer in het allerheiligste Sakrament, hoe hij zijne handen gevuld had met genaden, en verlangend uitzag, of niet een begeerige ziel zou komen om ze te ontvangen.

-ocr page 336-

— 336 —

en genegenheid; wees Heer en meester over mijnen wil en gansche bestaan.

Ik geef U mijn verstand over, opdat ik altijd met mijne gedachten bij U moge zijn; mijn ligchaam, opdat het een offer uws welbehagens worde; mijn hart, ten einde Gij het met uw allerheiligst hart moogt vereenigen. O Beminde mijner ziel 1 mogten toch alle menschen uwe groote en teedere liefde erkennen, zoodat zij voortaan slechts leefden om XJ te beminnen, te eeren en aangenaam te zijn, gelijk Gij het verlangt en verdient; mogt ik ten minste er voortaan naar streven, inderdaad in liefde voor t) te leven, en mij altijd uwe liefde en beminnenswaardigheid herinneren. Ik heb mij voorgenomen hiervoor alles te doen wat in mijn vermogen staat. Ik verzaak en ontzeg mij alles wat U zou kunnen mishagen, al ware het mij zoo dierbaar als mijne oogen, mijne hand of voet.

-ocr page 337-

— m —

zelfs als mijn leven. Zalig hij , die alles verliest en U, Let hoogste, opperste, schoonste en beminnenswaardigste goed, wint!

Verzuchting, ó Jesus, mijne liefde! Als ik slechts U bezit, dan vraag ik naar geen hemel en aarde! Hierna de geestelijke Communie, blz. 391.

Bezoek aan llaria.

„ Indien iemand klein is, dat hij tot mij komequot; (Spreuk. XI, 4.) Met deze woorden noodigt Maria alle ootmoedige -zielen uit tot haar te komen, gelijk kinderen tot hare moeders, vol liefde en vertrouwen. „ De liefde van alle moeders te zamen, is slechts eene schaduw van de liefde, welke Maria voor ieder van ons heeft.quot; o Maria! toon dat gij mijne moeder zijt! Gij bemint mij zoo teeder; ik wil u evenzeer liefhebben!

Verzuchting. Geef, lieve Moeder, dat ik u steeds meer beminue en uwer altijd gedenke.

Gebed tot Maria, bladz. bU4.

-ocr page 338-

— 338 —

NEGENDE BEZOEK.

Tnleidiugsgebed, bladz. 294.

« Te midden der zeven gouden kandelaren, zag ik iemand, die op den Zoon des raenschen geleek; gekleed in een lang gewaad, en de borst omgord meteen' gouden gordel.quot; (Openb. 1.13.)

Deze verschijning van den Zoon des mensc.hen tussehen zeven gouden luchters, kan zeer goed toegepast worden op de tegenwoordigheid van Jesus Christus in het allerheiligste Sakra-ment, waar hij dikwijls, omgeven van een krans van glansrijke luchters en brandende lichten, als het licht der wereld op onze altaren troont. De gouden gordel om zijne lendenen wijst op de velerlei kostbare genaden, waarmede zijn hart vervuld is voor allen, die hem in liefde en vreeze naderen. Gelijk eene zogende moeder hare borst

-ocr page 339-

— 339 —

aan haren beminctau zuigeling reikt, evenzoo biedt Jesus hen zijn liefderijk hart vol genade en ontferming, en mogen zij, gelijk Joannes, aan zijne borst rusten. — // Aan de borsten zal men u dragen en op den schoot liefkozen,quot; heeft de Profeet voorzegd. (Isaias LXVI. 12.)

Men verhaalt, dat de H. Catharina van Siena, zoo dikwijls zij ter Communie ging, met zulk eenc inwendige begeerte het heilig Sakrament op hare lippen ontving, als een dorstend zuigeling begeerig is naar de voedende borst der moeder. Hoe grooter ous verlangen naar het heilig Sakrament is, des te grootere genaden schenkt ons Jesus. De eerwaardige pater Alvarez zag den beminden Heer in het allerheiligste Sakrament, hoe hij zijne handen gevuld had met genaden, en verlangend uitzag, of niet een begeerige ziel zou komen om ze te ontvangen.

-ocr page 340-

— 340 —

ó Jesus , Zoon van God en van de allerzaligste maagd Maria 1 Gij zijt inderdaad waardig door allen boven alles bemind te worden; zie, ik wensch U al mijne liefde te schenken. Mogte ik U toch zoo beminnen, als Gij het verdient, of ten minste zoo veel als dit aan 's menschen harte mogelijk is. Wel is waar heb ik mij zulke voorregten, door zoo menige trouweloosheid, onwaardig gemaakt, en ben ik bovendien toch niet waardig voor U te verschijnen ; maar ik weet ook dat Gij mijne liefde verlangt, vermits Gij zegt : » Zoon (dochter) geef mij uw hart! quot; en zelfs gebiedt : « den Heer uwen God van ganscher harte lief te hebbeni quot; Ja, daarom spaardet Gij immers mijn leven en hebt mij, in weerwil van al mijne zonden, van dei afgrond der hel gevrijwaard, opdat ik, uwer langmoe-digheid en goedheid eindelijk erkennende, eenmaal zoude beginnen U op-

-ocr page 341-

— 341 —

regtelijk te beminnen. Daar Gij alzoo wilt dat ik U beminne, zoo geef ik mij geheel in liefde aan U over. Gij verlangt mijn hart; welaan, ik geef het ü. Neem het in bezit, bestuur en heersch er over naar uw heilig welgevallen. Het is koud : welnu, doe het van liefde gloeijen; het is bevlekt en onrein ; spreek slechts één woord, en het zal gezuiverd zijn. Herschep het naar uw goddelijk welbehagen. Help mij, dat ik voortaan door vermeerderde liefde en dankbaarheid alle ontrouw en ondankbaarheid trachte te vergoeden, waaraan ik mij vroeger tegen uwe beminnenswaardigheid zoo dikwijls heb schuldig gemaakt.

Verzuchting, ó God, mijne liefde! ik wil ü beminnen; ik wensch TJ altijd te beminnen; eeuwig wil ik U liefhebben.

Hierna de geestelijke Communie, blz. 291.

-ocr page 342-

— 340 —

ó Jesus , Zoon van Ood en van de allerzaligste maagd Maria I Gij zijt inderdaad waardig door allen boven alles bemind te worden; zie, ik wensch U al mijne liefde te schenken. Mogte ik U toch zoo beminnen, als Gij het verdient, of ten minste zoo veel als dit aan 's menschen harte mogelijk is. Wel is waar heb ik mij zulke voorregten, door zoo menige trouweloosheid, onwaardig gemaakt, en ben ik bovendien toch niet waardig voor U te verschijnen ; maar ik weet ook dat Gij mijne liefde verlangt, vermits Gij zegt : h Zoon (dochter) geef mij uw hart! quot; en zelfs gebiedt: « den Heer uwen God van ganscher harte lief te hebben. quot; Ja, daarom spaardet Gij immers mijn leven en hebt mij, in weerwil van al mijne zonden, van den afgrond der hel gevrijwaard, opdat ik, uwer langmoe-digheid en goedheid eindelijk erkennende, eenmaal zoude beginnen U op-

-ocr page 343-

— 341 —

regtelijk te beminnen. Daar Gij alzoo wilt dat ik U beminne, zoo geef ik mij geheel in liefde aan U over. Gij verlangt mijn hart; welaan, ik geef het U. Neem het in bezit, bestuur en heersch er over naar uw heilig welgevallen. Het is koud : welnu, doe het van liefde gloeijen; het is bevlekt 3n onrein : spreek slechts één woord, en het zal gezuiverd zijn. Herschep Let naar uw goddelijk welbehagen. Hel o mij, dat ik voortaan door vermeerderde liefde en dankbaarheid alle ontrouw en ondankbaarheid trachte te vergoeden, waaraan ik mij vroeger legen uwe beminnenswaardigheid zoo dikwijls heb schuldig gemaakt.

Verzuchting, ó God, mijne liefde! ik wil ü beminnen; ik wensch Ü altijd te beminnen; eeuwig wil ik U liefhebben.

Hierna de geestelijke Communie, blz. 291.

-ocr page 344-

342

Bezoek aan Maria.

De heilige Bemardinus van Bustis zegt : i; Maria wenselit veel meer ons goed te doen en genaden mode te doelen, dan wij van ze te ontvangen. quot; Hierin gelijkt zij , even als in alles, haren goddelijken Zoon. Als moeder der barmhartigheid is het haar grootste vreugde, zich te ontfermen over de ellendigen en hen troost en hulp te verschaffen.

Verzuchting, ó Maria, moedor der barmhartigheid! erbarm u mijner.

Gebed tot Maria, bladz. 304-.

TIENDE BEZOEK.

Inleidingsgebed, bladz. 294-.

Heer! Tot wicn zouden wij gaan?quot; (Joan. VI, 69. )

w Waar gaat hij henen?quot; roept de H. Angustinus de ongelukkige wereldkinderen toe. //Waar gaat gij heen, om bevrediging nwer harten te zoeken? — Komt tot Jesna, en gij zult rust en vrede vinden voor uwe zielen. quot;

-ocr page 345-

343 —

ó Mijne ziel! laat u niet langer verblinden , uw geluk en heil in de goederen dezer wereld te zoeken. Zoek alleen dat goed, wat alle goed in zich bevat, namelijk God. En wilt gij hem spoedig vinden, ga dan tor, het heilig Sakrament. Hier is uw God nabij, en altijd gereed uwe wenschen te vernemen, en u te geven, wat uw hnrt bevredigen eu u waarlijk gelukkig maken kan.

De H. Theresia zegt : n het wordt iedereen niet veroorloofd met een' koning te spreken ; reeds is het eene hooge gunst, hem. door tusschenkomat van andere personen uwe belangen te mogen rardedeelen.quot; Met Jesus, den Koning der koningen, kunt gij echter vrij spreken; allen die zulks begeeren en hem iets te vragen hebben, mogen hem naderen; wij behoeven daarvoor niemands tusschenkomst. — In het heilig Sakrament tegenwoordig , kan

-ocr page 346-

— 344 —

men hem altoos vinden, en hij is steeds bereid ons te aanhooren. — De vorsten dezer wereld staan slechts zelden een bijzonder gehoor toe, en het kost veel moeite bij hen toegelaten te worden. Tot Jesus heeft men altoos toegang; dag en nacht kunnen wij hem onze smeekingen en belangen voordragen.

ó Sakrament der liefde en goedertierenheid ! hoe magtig trekt gij door het zoet geweld uwer liefde de harten aan, zoodanig dat zij, door U aangetrokken en ontstoken, U onophoudelijk gedenken en steeds meer naar U verlangen. Ontsteek ook mijn hart en trek het tot U; want het verlangt een bestendig brandoffer uwer liefde te zijn. Zie, al mijne aangelegenheden en belangen, mijne hoop en wenschen, mijn ligchaam en ziel, have en goed, draag ik aan U op , ten einde Gij er over gelie-vet te beschikken naar uw heilig wel-

-ocr page 347-

345 —

behagen. Ik zal mij niet meer beklagen over de beschikkingen uwer Voorzienigheid; trouwens, zij komen allen van uw teederlievend hart en kunnen slechts mijn waar geluk beoogen. Handel al-zoo naar uw welgevallen; gelijk Gij het wilt, geschiede het. Ik vereenig mijn wil geheel met den uwen, die zekerlijk heilig, goed, liefderijk en beminnenswaardig is. O godilelijke wil der Voorzienigheid ! wees altijd van mij aangebeden. Met u vereenigd, wensch ik te leven en te sterven.

Mijn God ! help mij dat ik voortaan slechts leve om uwen wil te volbrengen; dat ik slechts wille, wat ü aangenaam is, en beminne wat Gij wilt. Ik betreur en herroep alle oogenblik-ken in mijn leven , dat ik de verkeerde aandriften van mijn eigen wil ben gevolgd, tegen mijn heil heb gehandeld , en ü, mijn God, beleedigde. O heilige wil van God! gij zijt mij boven alles

-ocr page 348-

— 346 —

dierbaar als God-zelf, met wien gij een zijt. Ik bemin u en onderwerp mij ganscheJijk aan u.

Verzuchting. 6 Heer, mijn God! dat uw wil geschiede!

Hierna de Geestelijke Communie, hlz. 291.

Bezoek aan Maria.

„ Bij mij is rijkdom en eer, bij mij is overvloed van alle goederen, opdat ik ze uitreike aan allen, die mij lief hebben. quot; (Spr. VIII.) — Met deze woorden wordt ons aangeduid, dat bij en door Maria alle schatten der goddelijke genaden voor ons open staan. De godvruchtige Idiota noemt haar daarom : „ de scliatbewaarster van alle genaden.quot; — Gelukkig alzoo diegenen, welke altijd hunne toevlugt nemen tot deze Moeder der genade !

Verzuchting, o Maria, mijne Moeder ! gij kunt ons gelukkig en rijk, gij kunt ons zalig maken. Ik bid u, doe het; ik durf het hopen van uwe magt en goedheid.

Gebed tot Maria, bladz. 304.

-ocr page 349-

— 347 --

ELFDE BEZOEK.

Inleidingsgebed, zie bladz. 294.

„ Ik ben de goede Herder.quot; (Joun. X. 11.)

„ Laat ons — zegt de H. Theresia —— gebeel onze levens- en handelwijze zoo inrigten, dat wij ons nooit van Jesus verwijderen . en hem, onze goede Herder, nooit uit het oog verliezen. Immers, die schapen, welke zich altijd gaarne in de nabijheid huns herders ophouden, worden in den regel bijzonder van hem geliefkoosd , en ontvangen niet zelden de laatste brokkelen broods uit zijnen mond. Als de herder soms inslaapt, dan blijft het trouwe schaap toch aan zijne zijde, tot dat hij ontwaakt; of het wekt hem zelfs, terwijl het om hem heen snuffelt, en ontvangt alsdan op nieuw zijne liefkozingen. quot;

-ocr page 350-

—. 348 —

ó Mijn beminde, hier in het heilig Sakrament verborgen Ood en Heiland ! getrouwe Herder mijner ziel! ik bevind mij thans in uwe zoete en onmiddellijke nabijheid; als Gij mij eene bijzondere gunst wilt bewijzen, schenk mij dan voor alles wasdom en volharding in uwe liefde.

ó, Hoeveel dank ben ik u schuldig , heilig katholijk Geloof, door hetwelk ik onderwezen en verzekerd ben , dat in dit Sakrament niet meer het wezen van brood, maar in plaats daarvan, mijn Heer en Heiland , in zijne Godheid en menschheid, geheimvol tegenwoordig i^ , en dat wel om aan mij zijne liefde te bewijzen , en mijn troost en j leven te zijn 1

Ja; Ik belijd in deze kleine heilige hostie den grooten Reer en Heerscher van hemel en aarde tegenwoordig; en hoewel ik hem niet met mijne ligcha-melijke oogen kan zien, erken ik hem 1

-ocr page 351-

— 849 —

toch in het licht des geloofs, en breng hem, als mijnen God en Heiland, de schatting mijner eerbiedfgste hulde en aanbidding.

ó Zoetste Jesus! Gij zijt mijne hoop , mijn heil, mijne sterkte en mijn troost, en zult ofik het voorwerp mijner hoogste liefde zijn. Daarom smee t ik Ü, rigt al mijne gedachten, neigingen en wen-schen slechts op U, zoo dat Gij het zalige middelpunt zijt van al mijn deuken, willen , leven en sterven. De zaligheid, welke Gij in U-zelven bezit, moest mij meer verheugen, dan alle goederen dezer of der toekomstige wereld. In het bewustzijn van uwe onuitsprekelijke zaligheid, zsl al mijn geluk en vreugde gelegen zijn. Heersch en regeer, o mijn God, over mijn hart en ziel, welke ik hier volkomen aan Ü overgeef : mijn verstand, mijn wil, mijne zinnen en al mijne bekwaamheden zullen aan uwe liefde dienstbaar blijven, 23

-ocr page 352-

en daardoor slechts dienen om U te j verheerlijken en uw allerheiligst wel- i behagen te volbrengen.

Zoo leefdetgij, o Maria! gij de hoogst j beminde en uitverkorene Moeder mijns Verlossers! O help mij, en verwerf mij | de onschatbare genade, even als gij, Gode welgevaliig le leven, en geen ander geluk le zoeken, dan Hem vol- j komen in liefde toe te behooren.

Verzuchting, O Jesus I wees Gij geheel de mijne , zoo als ik geheel de uwe ben.

Hierna de geestelijke Communie, blz. 391. Bezoek aan Maria.

„ Gelukkig de mensoh die op mij let, eu dagelijks aan mijne poorten waakt; die mij wacht op den drempel mijns huizes ! quot; (Spreuk. VHI. 34.) Ja waarlijk, gelukkig zijn die vrome vereerders van Maria, die eeen dag laten voorbijgaan, zonder aan den voet harer altaren of beeldtenissen deze hemelsche Koningin te begroeten, om van

-ocr page 353-

— 351 —

haar met de rijkste genaden bedeeld te worden ! Dubbel echter gelukkig diegenen , die niet slechts om weldaden bidden, maar voor alles bijstand en sterlte vragen, om de schoone deugden hunner beminnenswaardige Koningin te kunnen navolgen. bijzonderlijk hare nederigheid en vlekkelooze zuiverheid !

Verzuchting. O Maria, mijne hoop en mijne hulp! sta mij bij.

Gebed tot Maria, bladz. 304.

twaalfde bezoek.

Inleidingsgebed van bladz. 294.

„ God is de liefde, en wie in de liefde blijft, blijft in God, en God in hem.quot; (Joan. IV. 16.)

Wie Jesus bemint, die leeft ver-eenigd met Jesus, en Jesus met hem door de heilige liefde.

Toen aan den H. Philippus Nerius het allerheiligste Sakrament tot laatste teerspijze werd overgebragt, riep hij juichend: „ Zie, daar komt mijne liefde !

-ocr page 354-

— 352 —

zie, daar komt mijne liefde!quot; Zoo moest oolc ieder van ons op liet zien van het allerheiligste Salïrament telkenmale juichend uitroepen : zie, daar is mijne liefde! zie, daar is het voorwerp van geheel mijn verlangen, van al mijne wenschen voor tijd en eeuwigheid !

6 Jesus! Gij hebt eenmaal gezegd , en ons deze woorden in het heilig Evangelie nagelaten : „ Indieü iemand Mij bemint, die zal ook door mijnen Vader bemind worden, en Ik en de Vader zullen tot hem komen en onzen intrek bij hem nemen.quot; (Joann. XIV. 23 ) Zie, liefdevolle Heiland! ik bemin U , en zelfs meer dan alle goederen der aarde; uwe liefde is mij dierbaarder dan alle schatten der wereld! Kom al-zoo en neem uw intrek ia mijne ziel; vereenig U dermate in liefde met haar, dat Gij haar nooit meer verlaat, of liever, dat ik U nooit meer aanleiding geve haar te verlaten; trouwens, Gij

V

-ocr page 355-

— 853 —

verlaat nimmer eene ziel, tenzij hare ontrouw ü daartoe noodzake. Ongelukkig is dit met mij dikwijls li^t geval geweest, en mijne onstandvastigheid zou mij, zonder de bijzondere hulp uwer genade, voor het vervolg evenmin zekerheid geven. Schenk mij daarom die bijzondere genade, en Jaat niet toe dat de booze wereld ooit getuige worde v;in zulk eene inoode ondankbaarheid en ontrouw, dat ik XJ wederom uit mijn hart zou verdrijven, nadat Gij het met uwe liefde ingenomen en met uwe genade en barmhartigheid gekroond hadt. Nogtans, het zou kunnen gebeuren; en daarom bid ik li, mij nu liever vereenigd met U te laten sterven, dan ooit verwijderd van U televen.

Zie , Heer Jesus ! dit is mijn opregte wensch, mijn innig verlangen; en ik koester de hoop, dat Gij het vervullen zult. Ik omhels U en ga niet van U af, maar begeer voor eeuwig met F

-ocr page 356-

— 354 —

in liefde vereenigd te blijven. Ja, mijn Jesus! ik wil ü zonder ophouden liefhebben en van U voortdurend bemind worden. Tijd noch eeuwigheid mogen mij van uwe liefde acheiden, o Jesus, mijn God, eenige vreugde en heil mijner ziel !

Verzuchting. O Jesus! ik wil Ü altijd beminnen, om van 13 weder bemind te worden.

Hierna de geestelijke Commuuie, blz. 391.

Bezoek aan Maria.

„ Wie in mij zijn werk doet, zondigt | niet, en die mij in het licht plaatsen, ver-j krijgen het eeuwige leven.quot; ( Sir. XXIV. i 30 — 31.) Met deze woorden wordt aan-| geduid: dat, wie in al zijne ondernemingen j en werkzaamheden de bescherming en hulp van Maria aanroept, en steeds met het oog op haar wandelt en handelt, van alle zware | zonden en alle verderf zal bewaard worden ; j en dat, wie zich bemoeit, ook aan anderen i de gcoote magten liefde van onze hemelsche

-ocr page 357-

— 355 —

, Moeder bekend en duidelijk te maken, daar- | in het merkteeken zijner eeuwige bevoor-regtingzal bezitten. — Tracht alzoo, Christen , niet alleen zelve een croed en vroom kindvnn Maria te zijn, maar ook bij elke passende gelegenheid, hetzij openlijk ui' in stilte , de aandacht en vereering der gezegende Moeder-maagd onder uwe mede-menschen te bevorderen en uit te breiden.

Verzuchting. Gewaardig dat ik u love, heilige Maagd ! en geef mij sterkte tegen uwe vijanden.

Gebed tot Maria, bladz. 3(H.

DERTIENDE BEZOEK.

Inleidingsgebed, zie bladz, 294.

„ Mijne oogen en mijn hart zullen eeuwig daar zijn.quot; (3. Kon. IX. 3.)

Deze schoone en vertroostende belofte, welke God in het Oude Verbond aan zijn uitverkoren volk gaf : « altijd met zijne tegenwoordigheid in hunne tempels te zullen zijn, quot; vervult Jesus Christus, de Zoon van den levenden

-ocr page 358-

— 356 —

God, in wien alle beloften heilig zijn, op de vollcomenste wijze, in het Nieuwe Verbond, terwijl hij in alle katholieke kerken dag ca nacht, wérkelijk en persoonlijk, tegenwoordig is in het allerheiligste Sakrament des Altaars, om de smeekingen van hen die daar tot j hem komen in genade aan tehooren, en voor zooverre ze tot hun waar } ■ achtig geluk en heil dienen , ook te i verhooren.

Maar, mijn lieve Jesns! was het i niet genoeg enkel over dag op de altaren bij ons te blijven, wij! slechts dan alleen de menschcu U komen aanbidden of U hunne beden en belangen voordragen ? Waarom wilt Gij daar ook nog des nachts vertoeven , als in den re.^el de kerken gesloten worden, niemand U komt bezoeken en men IJ alleen laat ? j Maar, ik begrijp U. De liefde houdt U ook des nachts daar geboeid , om, gelijk de goede herder, uwe kudde te .

-ocr page 359-

beschermen, liet heil der zieken eo de teerspijze der stervenden te zijn. Daar waakt en bidt Gij voor ons, even als in den Olijfhof, en bezorgd gedurende onzen slaap ons heil 1

O goddelijke Heiland ! Hoezeer moest | dit bewijs uwer groote liefde niet alle j Christenen aansporen, zoo dikwijls en lang voor uw tabernakel te vertoeven, als tijd en omstandigheden hun toelieten ; en zelfs dan, als zij zich van daar ; ! moeten verwijderen, dan moesten zij j ten minste nog hun hart en geest bij j ü achterlaten, om U voortdurend te | beminnen en te danken, die zonder j ophouden hier bereid zijt hen met ce i j eeuwige schatten uwer genade en liefde j te zegenen.

i quot;Welaan, mijn Jesus 1 ik wil liefde j met wederliefde beaniwoorden. Ik geef 1 U mijn hart, mijn wil en al mijne geestvermogens over; dit alles zal het uwe zijn, en bij U in mijne liefdedienst

-ocr page 360-

I voorzien, zoo-dikwijls ik mij ligcha-j mei ijk van ü moet ver wijd «.'ren. j Maar, niet slechts om voortdurend ! bij en met ons Ui zijn, vertoeft Gij, | | o Jesus, dag en nacht in het allerheiligste Sakramentj uw hoofddoel is, Ü ook dikwijls in de Communie met ons te vereenigen , opdat wij in U en Gij in ons zoudt vereenigd zijn, door den band der innigste liefde. Hoe zou ik het echter durven wagen , o Heer, dikwij is tot deze vereeaiginLrs-Comm unie I tc naderen, terwijl ik blijf voortzon-j digen en naar d ziele krank ben? ! Evenwel mag ik toch niet terugblijven, daar Gij het eenige heil zijt, en mij voor verder hervallen in de zonde kunt bewaren.

Kom dan, mijn Jesus, en bereid U eene woning in mij. Kom en wees de God mijner ziel, de Bezitter mijns harten, de Heer over mijn wil. Alles wat in en aan mij is, alles wat ik ben,

-ocr page 361-

— 359 —

1 bezit en heb, zal aan uwe liefde ge-| ofterd en toegeheiligd zijn. Heersch en 1 bestuur, en maak alles aan L' onder-I worpen. Verwijder en vernietig alles in mijn hart, wat aan mijne eigenliefde en niet aan uwe liefde zoude toebehoo-ren. En wanneer Gij dan door de Communie in mijn hart zijt gekomen, en ik geheel de uwe, en gij geheel de mijne zijt, o laat dan niet toe, aat dit door Gods Majesteit en van zijnen Verlosser vervulde hart, zich ooit weder met zijne ; liefde aan ellendige schepselen zoude ! heehten. — Ik bemin U, mijn God! ik wensch ü steeds meer en volmaakter te beminnen, en wil ü geheel en onverdeeld toebehooren, voor tijd en eeuwigheid 1

Verzuchting. O Jesus 1 trek mij geheel tot U, door de sterke band uwer heilige liefde.

Hierna de geestelijke Communie, blz. 291.

-ocr page 362-

— 360 —

Bezoek aan Maria.

„ Laat ons de genade zoeken, — zegt de H.Bernardus — maar laat ons haar zoeken door Maria.quot; De H. Petrus Darnianus zegt: „ Maria bezit al de goddelijke genade-schalten. Zij kan en wil ons rijk maken in ! genaden; zij noodigt er ons toe uit met de woorden der heilige Schrift : Bij mij is alle rijkdom, opdat ik hen bedeele, die lüij beminnen.quot; (Spr. VIII )

Ü beminnenswaardigste, verhevenste en ; genadigsle Koningin! ontferm u mijner, j en help een zondaar, die arm is aan alle i deugden en verdiensten, maar zijn voile vertrouwen in u heeft gesteld.

Verzuchting. Tot uwe bescher- ■ ming en hulp nemen wij on^e toevlugt, o heilige Moeder Gods.

Gebed tot Maria, zie bladz. 804.

VüEltTIENDE BEZOEK, Inlüidlngsgebed van bladz. 294-.

d Dit is mijne rustplaats iu eeuwigheid ; hier wil ik wonen; want ik heb

-ocr page 363-

— SGI —

mij deze plaats uitverkoren.quot; (Psalm CXXXI. 14.)

Met deze woorden verklaart onze Heer en Heiland, dat hij zijne woning in het allerheiligste Sakrament onder ons heeft verkoren, en daar, op de altaren, voortdurend wil rusten.

Indien onze algocde Heer uit liefde tot ons daar alzoo voortdurend wil verblijven, hoezeer moesten ^ij daarentegen niet trachten, ook altijd in liefde bij hem te zijn, er ten minste het hartelijk verlangen naar hebben en niets liever bedoelen en wenschen !

Wel gelukkig zijn die vrome en Godminnende zielen, die .geen andere rust in deze wereld willen en zoeken, dan om aan de voeten huns geliefden Heilands voor het allerheiligst Sakrament neder te knielen en hem hunne liefde en aanbidding te bewijzen.

ó , Hoe gelukkig zoude ik zijn, mijn Jesus, als ik geen aangenamer rust

-ocr page 364-

— 362 —

kende, dnn iu uwe geheiligde tegen-woordiglieid te vertoeven, en U steeds in liefde te gedenken, die zonder ophouden in het heilig Sakrament op mijn geluk en welzijn bedacht zijt!

Ach, goederticrenste Heer! hoe is bet mogelijk dat ik zoolang heb kunnen wachten met V te beminnen ! dat ik zoo veel tijd liet verloren gaan, zonder U te beminnen ! Ongelukzalige tijd ! dat een eeuwige nacht u bedekke ! Gij echter, mijn Jesus, wees in alle eeuwigheid fjdool'd en gedankt voor de langmoedigheid en het geduid, waarmede Gij mijne afdwalingen verdragen, en afgewacht hebt, tot ik, getroffen en overwonnen door uwe liefde en ontferming, eindelijk als 't ware mij gedwongen voelde tot U terug te keeren, en mij aan uwe liefde over te geven. Mijn Jesus! ik kan noch wil het zoete geweld uwer liefde ooit meer weerstand bieden. Niets is billijker, dan dat ik mij

-ocr page 365-

— 363 —

geliecl aan ü overgeve cd voortann slechts voor uwe liefde leve. Ik hoop dat Gij inij daartoe uwen genadigen bijstand wilt schenken. Gij hebt mij reeds zoo vele en groote gunsten bewezen, toen ik van ü cn uwe liefde verwijderd leerde; hoeveel meer mag ik dan nu op uwe genadige hulp rekenen. daar ik steeds met mijne liefde bij U wil zijn.

God, waardig om oneindig bemind te worden ! trek mij in liefde tot U. Dikwijls heb ik het reeds herhaald, maar kan het niet genoeg betuigen, hoezeer ik U uit geheel mijn hart lief heb; ik bemin U boyen alles; ik bemin ü meer dan mijn eigen leven. Met diepe smart grieft het mij, eeuwige Goedheid, U zoo dikwijls en veel belec-digd te hebben. Vergeef mij cn vermeerder mijne liefde tot U. Help mij, dat ik U van dit oogenblik af, nu in volhardende trouw beminnc tot den

-ocr page 366-

— 364 —

dood toe, eu alsdan mijne liefde in

|

i be\

volmaaktheid voortdure in alle eeuwig

j bec

heid.

alz

Almagtige God! verheerlijk aan mij

1 vai

uwe magt, en toon aan de wereld het

vri lie

zep tot

wonder, dat eene ziel die weleer on

dankbaar was, en l? niet beminde,

van nu af steeds in de grootste dank

wc

baarheid en liefde tot U ontgloeid is.

aai

Dit is mijne begeerte, dit is mijn wensch

dei

en vurig verlangen. Verhoor mij, o

aa

Jesus, om den wille der verdiensten

tro

van uw lijden en sterven. Gij hebt mij

het verlangen en den wil gegeven ; geef

mij nu ook het gelukkig volbrengen.

Verzuehting. O.Tesus! schenk mij

groote en bestendige liefde tot U.

Hierna de geestelijke Communie, bi. 291.

itek aaD Maria.

te

als

De H. Gerraauus past deze woorden op

Maria toe : niemand wordt gered , tenzij

Ht

j door u; niemand van het eenige kwaad

ne

-ocr page 367-

— 365 —

i bevrijd, als door u; niemand met genaden i j bedeeld, als door u.quot; — O Maria! sta mij alzoo bij en wees mij behulpzaam, opdat ik van alle gevaren gered, van alle kwaad bevrijd worde en tot de eeuwige gelukzaligheid gerake. „Nooit is het gehoord, — zeggen de Heiligen — dat iemand die tot u zijne toevlugt nam is verlaten geworden.quot; Hierdoor tot vertrouwen op u aangemoedigd, kom ik tot u, o Maagd der maagden! Zie mij, zondaar, biddende aau uwe voeten.

Verzuchting. Maria is mijn vertrouwen : Maria is mijne hoop!

Gebed tot Maria, bladz. 304'.

VIJFTIENDE BEZOEK.

Inleidingsgebed, zie bladz. 294.

„ Ik beu gekomen om vuur op de aarde te brengen ; eu wat verlang ik anders, als dat het brande. quot; (Luc. XII. 49.)

Het vuur waarvan onze Heer en Heiland hier spreekt, is het vuur zij ner goddelijke liefde.

24 i

-ocr page 368-

— 3G6 —

o Niets is er echter op aarde, —-zegt de eerwaardige Pater Franciscua Olympius — waardoor Let vuar der heilige liefde meer ontbrandt en verspreid wordt, dan door het allerheiligste Sakrament des Altaars. quot; Daarom openbaardo zich de Heer eens aan de II. Catharina van Siena, in het allerheiligste Sakrament, in den vorm eens grooten vuurovens, waaruit de stroomen van het goddelijk liefdevuur zich | over de gansche aarde verspreidden. De Heilige was daarbij niet zoo zeer verbaasd over den gloed, welke zij i voor zich zag, als wel dat zoo veler meuschen harten er niet door ontstoken werden.

ó Jesus, eeuwige liefde 1 Ik zie hoe de liefde tot mij U dagelijks op het altaar ten slagtoft'er maakt, cn hoe het vuur dezer liefde ü tevens onophoudelijk op nieuw verteert. Hoe billijk is het derhalve, dat ook ik dagelijks

-ocr page 369-

— 367 —

mij op nieuw aan U ten offer der liefde brenge en mijn leven zich ge. heel in, uwe liefde oplosse.

Welaan dan, mijn God en hoogste Gebieder! ik bied U lliany mijn lig-chaam en ziel, mijn verstand en hart, mija wil en gansche bestaan, en zelfs mijn leven aan tot een levendig Jiefde-offer. Ik vereenig, o eeuwige Vader, dit geringe offer met het oneindige offer van Jesus Christus uwen Zoon, hetwelk hij eens bloedig aan het kruis volbragt, | ! en nog dagelijks onbloedig op ontelbare I ; altaren hernieuwt. Neenit dit mijn offer i i genadig aan, o goedertieren Vader, en schenk mij om den wille van uws Zoons oneindige verdiensten de genade, dat ik het ook dagelijks hernieuwe. Laat mij als een brandoffer leven en ster-vim. Ja, mijn God! gaarne wilde ik, i gelijk zoo vele martelaren, mijn leven j uit liefde voor U opofferen; daar ik echter deze genade niet waardig ben,

-ocr page 370-

— 368 —

zoo geef dat ik enkel en alleen uit liefde tot IJ leve, en eenmaal ook met volle overgeving en liefde dien dood sterve, welken Gij mij vooraf beschikt hebt. Ja, ik wil leven, slechts om U te beminnen, en verlang te sterven, slechts om aan U behagelijk te zijn en uwen wil te volbrengen. Nu reeds neem ik bereidwillig van uwe hand aan den tijd en de wijze van mijnen dood, irilijk die voor mij bestemd is, en breng U met vreugde mijn leven als offer der liefde.

Verzuchting. Leef ik, dan leef ik in den Heer; sterf ik, dan sterf ik in den Heer. Hetzij ik leve of sterve, ben ik des Heeren.

Hierna de geestelijke Communie, blz. 291.

Bezoek aan Maria.

Heilige Maria! vergun dat ik met den H. Bernardus u toeroepe : „ Zoetste Koningin! gij zijt oorzaak vaa al mijne hoop!quot;

-ocr page 371-

— 369 —

en met den H. Joannes vau Damascus : ii al mijne hoop heb ik op u gesteld!quot; — Indien gij, Maria, mij wilt redden, dan word ik zeker gered; en gij redt allen die u opregtelijk toegedaan zijn en vereeren, en u om uwe heilige voorspraak aanroepen. Verzuchting. O Maria, heil der zieken en zwakken! sta mij bij en bid voor mij.

Gebed tot Maria, zie bladz. 304.

ZESTIENDE BEZOEK.

Inleidingsgebed, zie bladz. 294. rgt; Is er dan geen balsem meer in Galaad, en is er geen geneesheer meer te vinden?quot; (Jerem. VIII. 22.)

Galaad is een berg in Arabic, die zeer rijk is aan balsem en welriekende, geurige planten, voor allerlei wonden en kwalen; daarom ziet de eerwaardige Bede er een zinnebeeld in van de heilige Eucharistie, dewijl Jesus in dit Sakrament zoowel de geneesheer als het geneesmiddel voor alle kwalen is.

-ocr page 372-

370

' O, mogtcn toch alle menschen erken- ! nen en waardeeren, en in hunne menig- \ vuldige zwakheden en gebreken hulp en genezing zoeken bij het allerheilig- i ste Sakrament, voorzeker, het zou er ■ spoedig beter in de wereld uilzien, en men zou niet zooveel over onheilen en verderf te klagen hebben.

ti Waarom is er nog zoo veel kwaads onder het menschdom? Is er dan geen balsem meer? quot; zoo mag men zich met de woorden van den Profeet afvragen , a is er dan geen balsem meer in | Galaad, geen heil in het allerheiligste Sakrament; en is er geen geneesheer meer? quot; — Maar, hooren wij het antwoord van Jesus Christus, die van onze altaren tot ons spreek : „ komt allen ( tot mij, die belast eo beladen zijt, en ik zal u verkwikken!quot; (Maith. XI, 28.)

Alzoo kom ook ik tot U, o Jesus, belast met vele zonden, behebt met

-ocr page 373-

— 371 —

allerlei gebrelcen cn zwakheden, en zuchten de en treurende over zoo velerlei kwalen. » Heer! indien Gij wilt, dan kunt Gij mij helpen.quot; —• /; Ontferm Ü mijner, want ik ben zwak; genees mij, want ik ben vol kwalen naar ligchaam en ziell

Maar niet slechts om hulp en genezing voor mijue boosheden bid ik Ü, o Jesusj maar ook om liefde, en voortgang in de liefde. Ik weet, o mijn Jesus, dat mijne liefde voor U, wegens mijne menigvuldige zonden, nooit dio zuivere en verblijdende kan worden, welke Maria, uwe maagdelijke Moeder, U toedroeg; maar met de hulp uwer genade wil ik trachten haar de rouwmoedige en trouwe liefde eener Magdalena te doen zijn.

ó Mijn Jesus! ik verlang cn begeer niets zoo zeer als uwe liefde; deze schat is oneindig hooger dan alle schatten en rijkdommen der wereld. Bezat

-ocr page 374-

— 872 —

ik ze allcD, of was ik er volkomen meester over, dan zou ik ze aan uwe | voeten willen nederleggen en afstaan, om U daartegen om de eenige schat ; uwer liefde te bidden. Heer! uit liefde | tot U ontzeg ik mijn hart alles wat ik | ben, bezit en heb; ik zeg vaarwel aan | al mijne neigingen, wenschen en ge- ! negenheden; aan alle gemakken en vreugden des levens, ja zelfs aan alle vertroosting : ik verzaak mijn wil en geheele vrijheid. Dit alles geef ik in liefde aan U over, en stel het ter uwer heilige beschikking. Gelijk Gij het daarmede wilt maken, ben ik er mee tevreden. Ik bemin ü, o oneindige 1 Goedheid! Ik bemin ü meer dan mij zeiven, en verlang Ü in alle eeuwigheid te beminnen.

Verzuchting. Mijn Jesus! ik geef mij geheel aan U; neem en bezit mij | voor eeuwig.

Hierna de geestelijke Communie bl. 291. ;

-ocr page 375-

— 373 —

Bezoek aan Maria.

j

• De allerzaligste maagd Maria openbaarde aan de ET. Brigitta , o. a.: Hoe menigvuldig ' en zwaar de mensoh ook moge gezondigd hebben, indien hij slechts met een opregt j verlangen om zich te beteren tot mij komt, i dan ben ik dadelijk bereid hem op te nemen | en te helpen. Alsdan zie ik niet op de | menigte en grootte zijner zonden , maar op ! de geaardheid van zijnen goeden wil. ik | i versmaad het niet om zijne wonden te i verbinden en te genezen, want ik ben ; waarlijk de moeder der barmartigheid. j O heilige Maria! zie, ik ongelukkige zondaar kom ook tot u; toon mij nu uwe barmhartigheid.

j Verzuchting. Moeder der barmhar- j | tigheid! ontferm u mijner.

Gebed tot Maria, zie bladz. 304.

ZEVENTiEKDE BhZOEK. inleidingsgebed van bladz. 294-.

w Een dag in uw voorhof, o Heer,

-ocr page 376-

— 374

is beter, dan duizend andere.quot; (Ps. LXXXIII. 3.)

Diegene, welke elkander beminnen, i zijn gaarne te zamen en bezoeken zich dikwijls. Als wij Jesus alzoo wezenlijk liefhebben, dan moeten wij ons gaarne daar bevinden waar hij is. En zie, hij is immers altijd in bet allerheiligste Sukrament. Daar kunnen wij htm elk oogonblik bezoeken , daar altijd met hem spreken, daar ons met hem verheugen. En voorwaar, één dag, één uur moest ons daar veel liever zijn, dan duizend andere in den omgang met de wereld. Sleebts bij Hem moesten wij onzen troost zoeken, bij Hem ons aangenaamste onderhoud vinden, bij Hem ons verheugen wegens zijne greote heerlijkheid in den hemel, wegens de onuitsprekelijke barmhartigheid die hij ons h'er op aarde bewijst, en wegens de liefde, welke zoo vele vrome en godvruchtige zielen Hem toedragen. In

-ocr page 377-

- 37S -

een woord : ai onze neigingen moesten zich eigenlijk daarheen wenden, al onze liefde en begeerten daiir rusten, waar het voorwerp is onzer liefde : — bij Jesus in het allerheiligste Sakrament.

Pater Silesins, een Jesuit, voelde zich getroost in aile lijden en ondervond de levendigste vreugde, zoodra hij maar kon spreken van Let allerheiligste Sakrament. Hij werd ui'üt moede hetzelve trouw te bezoeken; t/ing hij naar de kloosterpoort, keerde hij weer terug naar zijne cel, of had hij overigens iets in huis te doen, altoos rigtte hij het zoo in, dat hij eenige oogen-blikken bij het heilig 8akraraent konde vertoeven, al ware het soms ook slechts om zijn beminden Heer en Heiland ten minste een liefdegroet te kunnen geven. Men bemerkte zelfs dat hij geen uur kon laten voorbij gaan, zonder zijnen Jesus een bezoek gebragt te hebben. Zijne groote liefde voor het allerhei-

-ocr page 378-

— 376 —

ligste Sakrament heeft hem dan ook het voorregt waardig gemaakt, voor des-: zelfs verdediging te sterven.

o Ware mij dat geluk ook welgelegd, op gelijke wijze mijn leven te kunnen opolFeren! konde ook ik, gelijk hij, sterven voor de waarheid van een geheim , waarin Gij, o Jesus, ons de volle uitgestrektheid uwer liefde hebt 1 geopenbaard!

Liefdevolle Heer! Gij hebt door dit j ! H. Sakrament reeds zoo veel wonderen | gewrocht, bewerk ook nog dit eene j ten mijnen gunste, dat ik door dit kost-j baar onderpand, door deze band van i ' liefde onafscheidbaar met U verbonden j

worde. Gij wilt dat ik mij in liefde | geheel aan U overgeve : welnu, Heer, | mijn hart is bereid! Help door uwe | genade deze overgeving aan Ü volmaken. Geef de genoegens en goederen ^ dezer wereld aan wie Gij wilt, ik be-i geer en wil niets anders dan uwe liefde.

-ocr page 379-

— 377 —

Dit zoelv en daarnaar verlang en streef ik. Geef mij, o Jesus, dit eene, en ik heb voor alles genoeg.

Verzuchting, ó Jesus ! wanneer zal toch het oogenblik daar zijn, dat ik U waarlijk, van harte en boven alles jminne !

Hierna de geestelijke Communie, bl. 291. Bezoek aan Maria.

„Mater amabilis, beminnelijke Moeder!quot; zoo noemt u, heilige Maria, geheel de Kerk, en te regt; want God heeft u zoo schoon en beminnelijk gemaakt, dat hij-zelf zich aangetrokken voelde, zich met al zijne liefde aan u te verbinden.

„ Uw naam, o Maria, — zegt de heilige Bonaventura — is zoo zoet en liefelijk, dat hij niet zonder aandoening van liefde genoemd, noch gedacht kan worden, zonder de harten van hen die n lief hebben te verrukken.

Alzoo betaamt het ook dat ik u liefhebbe, o beminnenswaardige Moeder! Eene gewone liefde kan mij nu echter niet meer

-ocr page 380-

— 378 —

bevredigen, maar ik wensch thans hier op aarde en eenmaal in den hemel u met eene liefde te beminnen, welke, behalve de hoogste liefde die ik aan mijnen God schuldig ben, alle andere ovcrtreiTe.Tseem, beminnenswaardige Mueder, deze wensch in genade aan, en, ten teeken dat gij ze aangenomen hebt, bewerk mij, door God, zulk cene liefde tot u als ik wensch, en aan mijnen beminden God-zelf zoo welgevallig is.

V erzuchting. Beminnenswaardige | Moeder! help, opdat ik u wezenlijk lief j hebbe.

Gebed tot Maria, zie bladz. 30i.

ACHTTIENDE BEZOEK.

Inleidingsgebed, zie bladz. 294. v Ziedaar Gods woonstede onder d«' mcnschcn! quot; (Openb. XXI. 3.) i Jesus, die in den hemel ter regter-• hand zijns Vaders, in groote magt en i heerlijkheid troont, en eenmaal, om-| geven van alle liemelsche magten en

-ocr page 381-

— 379 —

heerscharen, iuzijne Yollcmajesteit, als Regter overlevenden en dooden zal verschijnen , heeft evenwel hier op aarc'e in het allerheiligst Salcrament zich eene woonstede en troon zijner liefde opgerigt, om als menschen zoon en mcnschen-vriend onder ons arme zondaren te j wonen. » Ziedaar de woonstede Gods ' I onder de menschen 1 quot; — Hij wilbijhen I ! wonen, en zij zullen zijn volk zijn!quot;

Indien nu een koning, om aan een' armen herder een bewijs zijner bijzondere liefde te geren, zich vernederde een geringe hut in diens dorp te he- i trekken, opdat de herder hem gedurig I en zelfs dikwijls zoude kunnen komen | bezoeken en zijne gunsten vragen; zou het dan geen teeken van groote onverschilligheid, grove ondank, ja zelfs geen strafwaardige minachting zijn, als die herder zich dan van zijnen koning verwijderd hield, zich weinig of in het geheel niet om hem bekreunde, het

-ocr page 382-

— 380 —

naauwelijks der moeite waardig achtte j tot iiem te gaan en zich een gunst van | hem te verzoeken?

ó Mijn Jesus! ik begrijp deze gelijkenis. Uit liefde tot mij heht Gij hier op het altaar een geringe hut, het Tabernakel, betrokken, en verblijft daar ia het allerheiligste Sakrament, als op den troon der liefde, dag en nacht, om voortdurend gereed te staan mij genaden en weldaden te schenken , zoo dikwijls ik tot U kom. Wanneer nu zelfs de hemelsche geesten met ü nederdalen en vol bewondering het Geheim uwer liefde aanschouwen, waarmede Gij echter niet hen, maar ons arme men-schenkinderen, gelukkig maakt, hoezeer moesten wij ons dan niet beijveren, o God, Heer en Koning des hemels! zeer dikwijls voor ü te verschijnen, om TJ voor die groote eer en alle weldaden te danken, om uwe barmhartigheid te [ prijzen en uwe onuitsprekelijke liefde

-ocr page 383-

— 881 —

met onze armzalige wederliefde te beantwoorden !

Ja Heer! in het aanschijn uwer heilige engelen, die hier uw stille liefdetroon omgeven, wil ik uwen lof verkondigen, U aanbidden in uwen heiligen tempel, en uw naam prijzen wegens uwe barmhartigheid en waarheid; want boven alles groot hebt Gij uw' heilige naam gemaakt. (Ps. CXXXVII. 1.)

ó Mijn in het heilig Sakrament verborgen Goden Heiland! Brood der engelen! Goddelijke spijze! ik loof, aanbid en bemin U. Maar gering, zeer gering is nog altijd de liefde welke ik ü bewijs, en Gij noch ik kunnen daarmede tevreden zijn. Daarom smeek ik U, geef dat ik meer en meer uwe schoonheid , goedheid, menschlievendheid en beminnenswaardigheid erkenne, opdat uwe liefde in mij vermeerdere en alle aard-i sche liefde uit mij verdringe.

Om mij gedurig op nieuw uwegroote ! ' ' 25

-ocr page 384-

liefde ie nppnigt;nren . daalt Gij te»kon dage op het altaar neder, en viert onbioe-digerwijze dat onuitsprekelijke liefde-offer, hetwelk Gij eens op bloedige wijze op Kalvarie volbragt hebt. Billijkerwijze moet ik alzoo ook dagelijks, hier voor het altaar, uujne liefde tot L trachten te vernieuwen, en mij beijveren U steedsmeer lief te hebben, U vuriger te aanbidden en volkomen aangenaam te worden.

Verzuchtingquot;. 6 Jesus, mijne liefde ! geef dat ik dagelijks in liefde voor U toeneme.

Hierna de geestelijke Communie, blz. 291.

Bezoek aan Maria.

Gelijk zulke zieken, die, wegens hunne akelige wonden en gebroken van de men-sehen verlaten wordende, uit barmhartigheid in de openbare ziekenhuizen opname en verzorging vinden, zoo zijn het ook voorna-melijk de ellendigste en van de mensehen meestal verachte zondaars, die in dé bescherming van Maria voornamelijk hulp en toe-

-ocr page 385-

vIutI genioto). Pr.fironi zogtdo TT. En si I nis: ,i God heeft üen zondaren in de barmhartigheid van Maria een algemeen toevlugts-oord en algemeen ziekenhuis geopend. (Apparuit Deus peccatoribus publicum Valet udin ar i iim.) Do mensch moge alzoo groote zonden en aisclnuvelijke misdaden bedreven hebben; zijne medemensehen mogen hem deswege wel ligt overal vermijden en schuwen a's de pest; hij worde daarom niet moedeloos, indien hij genezing en heil wenscht te vinden, maar wende zich rouwmoedig en met vertrouwen tot Maria : zij zal hem fjoedcrunstifj ouder de bescherming harer barmhartigheid opnemen, en met eigene moederhand zijne genezing en geluk bewerken.

Indien nu alle, en zelfs de grootste zondaren en misdadigers, bij u eene genadige aanneming vinden, o heilige Maria, dan zult gij ook mijne bede niet versmaden, maar ook aan mij uwe moederlijke barmhartigheid betoouen.

Verzuchting. O Maria , toevlugt der zondaren ! bid voor mij.

Gebed tot Maria, bladz: 304.

-ocr page 386-

— 331. —

NEGENTIEgt;.DK BEZOEK.

Inleidingsgebed, zie bladz. 294.

» Gij zyt mijne vriendin, als gij doet wat ik ugebiedel (Joan. XV, 14.)

Het ia een wezenlijke troost voor het harte, eeu trouwe en hulpvaardige vriend te bezitten, aan wien men alle aangelegenheden kan toevertrouwen, en er met hem over te raadplegen. Eozie, zulk een vriend hebben wij aan Jesus Christus in het allerheiligste Sakrament, en wel de beste, getrouwste, magtigste en goed-hartigste die men ooit hebben kan ! Hoe- , zeer moeten wij dan niet naar den omgang met hem zoeken en ons gelukkig achten, te aller ure toegang tot hem te hebben ! Uitliefde tot ons heeft hij zijne woontenteop het altaar opgeslagen, om i altijd bij en onder ons te zijn ! Daar ■ kunnen wij hem te aller ure vinden ; daar ons met hem onderhouden, met

-ocr page 387-

— 885 —

hem spreken en raadplegen, zoo dikwijls en zoo lang als wij slechts willen ; daar kunnen wij hem ons hart en alle onze aangelegenheden blootleggen,hem onze behoeften voordragen en om vele en groote genaden bidden.

De Egyptische Josef voelde zich bovenmate gelukkig in de gevangenis, toen God met zijne genade nederdaalde om hem te troosten. Hoeveel gelukkiger zijn wij echter, daar Jesus Christus, de uit liefde tot ons menschgeworden Zoon Gods, zich zoo diep vernederd heeft, dat hij in deze ellendige wereld, dit oord van balling- en kerkerschap , bij voortduring onze trooster, helper, medegezel en vriend is !

Gevoelt een arme gevangene zich vereerd en vertroost, als een edelmoedig en waarlijk deelnemend vriend hem komt bezoeken, en op alle mogelijke wijze zijn lot tracht te verzachten, hoe moeten wij ons dan niet boven alles ver-

-ocr page 388-

— 386 —

troost en vereerd gevoelen, daar wij in deze ellendige pelgrimschap, Jesus, onzen goddelijken mensehenvriend, altoos bij ons hebben, onvermoeid bezig om de bezwaren en lasten dezes levens te verzachten, en in liefde, ons oog en hart ! altijd heen te wijzen op het geluk hier-namaals, waarheen lüj-zelt'onze leidsman en gids wil zijn. w Ik zal u niet als weezen achterlaten !quot; zoo heeft trouwens zijn eigen mond eenmaal gezegd, j ó Mijn Heer en mijn God ! on be- i grijpelijke, alles overtreffende liefde, i die alzoo uit ontferming zoo ver gegaan zijt, U een vast verblijf onder ons te | nemen; zie, daarom neem ik mij vast ! voor, U dikwijls te bezoeken en zooveel mogelijk in dat goddelijk verkeer te deelen, waarin de heiligen en gelukzaligen hun hemel en zaligheid vinden. O, konde ik steeds bij U zijn, om voortdurend akten van aanbidding en liefde tot U tr ver wekken !

-ocr page 389-

— 387 —

VerhefU, o Heer, en wek mijne ziel op, zoo dikwijls traagheid o!' overdreven zorgen voor het tijdelijke mij zouden aftrekken of hinderen om U een liefdebezoek te brengen. Ontsteek mij met het vuur uwer liefde en ijver voor het dierbaar Sakrament uwer liefde. Ach, hadde ik het toch altijd bemind en door ware hoogschatting uw liefderijk harte verheugd ! Ik voel mij echter getroost, dat Gij mij nog tijd verleent, om mijne vroegere koelheid door verdubbelde liefde te kunnen vervangen. Ja, beminde Heer! ik wil trachten goed te maken wat ik nog kan; ik wil U in waarheid lief hebben. O Jesus, mijn hoogste Goed ! mijne liefde, mijn schat, mijn vriend en mijn alles! Ik wil U met al mijne krachten beminnen.

Verzuchting. 6 Jesus 1 versterk en bevestig mij in uwe liefde.

r

-ocr page 390-

— S88 —

Bezoek aan Maria.

„ Zondaar, word niet mismoedig, — zegt de godvruchtige Bernardinus van Bustie — ( wanhoop niet, maar neem vol betrouwen uwe toevlugt tot deze magtige Koningin, tot Maria. Hare handen zijn steeds gevuld met de gaven van goedheid en barmhartigheid; en weet — voegt hij er bij — dat haar verlangen om u goed te doen, grooter is dan het uwe om het te ontvangen.quot;

O Maria! ik zal God zonder ophouden danken, dat Hij mij de genade schonk u te erkennen en te vereeren. Hoe ellendig zou ik zijn zonder u, en hoe veel slechter zou het er dan met mijne zaligheid uitzien! Ik prijs en bemin u, zoetste Moeder, en stel met het volste vertrouwen geheel mijn geluk in uwe handen.

Verzuchting. O Maria! gelukkig hij, die u erkent; zalig, die u bemint en op u vertrouwt.

Gebed tot Maria, bladz, 304.

-ocr page 391-

— 389 —

TWINTIGSTE BEZOEK.

Inleidingsgebed, bladz. 294. n Op denzelfden dag zal zich eene bron openen voor het huis Davids , en voor de inwoners van Jeruzalem, tot af-wasschingder zonden. quot; (Zach. XIII. 1.)

Deze door den Profeetaangekondigde bron is het allerheiligste Sakrament, waarin, gelijk de Kerkvergadering van Trenthe zegt, onze goedertieren Heer en Heiland alle schatten zijner genade en gelukzaligheid heeft uitgegoten. De wateren of zegeningen van deze bron hebben eene uitmuntend zuiverende, heiligende en versterkende kracht; zij reinigen ons steeds van het zondige, heiligen onze gezindheden, neigingen en begeerten , en verleenen ons kracht om de bekoringen en aanlokselen tot het booze te wederstaan , en om alle moeijelijkheden uit liefde voor onzen Heer en Heiland te verdragen.

-ocr page 392-

— 390 —

Mogten toch alle Christenen de voor-j treffelijke goddelijke gaven erkennen, ! die hen in dit allerheiligste Sakrament I worden aangeboden, en ook, wiehetis, j die hier tot hunne harten wil spreken ;

hoezeer zouden zij zich aangetrokken | voelen, dikwijls aan deze genadebron te verschijnen en uit dezelve het heil des Heerente scheppen! De heilige engod-vruchtige dienaren van Christus waardeerden dit groote voorregt en geluk ; daarom haastten zij zich het eerste naar het allerheiligste Sakrauient, en konden cr bijna niet van scheiden.

De godvruchtige Maria Diaz, die ten tijde van de H. Theresia leefde, was zoo zeer in heilige liefde aan het allerheiligst Sakrament gehecht, dat haar het leven j verwijderd van het heilig Sakrament moeijelijk viel. Zij verkreeg daarom van den Bisschop van Avila de bijzondere vergunninu, het koorkamertje ecner kerkte mogen bewonen, om alzoo steeds

-ocr page 393-

— 391 —

digt bij bet Allerheiligste 'e zijn, hetwelk zij gew oonlijk huren nabuur plagt te noemen. Onophoudelijk zette zij hier hare aandachts-oefeningen voort, en verliet het eerst dan, als andere behoeften en pligten des levens haar daartoe noodzaakten.

Niet mindergroot was de genegenheid en teedere liefde voor het allerheiligst Sakramenl, welke de vrome kloosterbroeder Franeiscus van het Kind Jesu.s, ! een karmeliet, in zijn godvruchtig harte | koesterde. Hij kon geen kerk voorbij , gaan , waarin het Allerheiligste bewaard j | werd, zonder binnen te treden; trou- | • wens het betaamt niet, zeide hij ge- j woonlijk, dat een vriend het huis eens i vriends voorbij gaat, zonder hem ten j minste even te begroeten of aan te ; spreken. Zijne bezoeken duurden echter niet zelden uren lang.

ó Goederticrene Jesus ! zie, hier ben ik weder voor uw allerheiligst Sakra-

-ocr page 394-

— 392 —

ment, de bron van alle heil! Zie genadig op mij neder, en laat mij aan de zegeningen dezer bron deelachtig worden. Wasch de fouten en gebreken af, waaraan ik mij sedert mijn laatste bezoek heb schuldig gemaakt; want zij doen mij leed , en ik verafschuw ze uit den grond mijns harten, omdat zij U, mijn Heer en Heiland, zoozeer mishagen. Versterk mij door uwe genade tegen het hervallen, en vermeerder in mij het vermogen en de kracht uwer liefde.

Gij zijt hier echter niet alleen tegenwoordig, goddelijke Heiland, om mij steeds bewijzen van uwe liet'de te geven, maar ook om bewijzen van mijne wederliefde te ontvangen. Gij hebt mij immers een hart gegeven, evenzeer geschikt om ! lief tehebben, als om bemind te worden, i Waarom echter bemi n ik ü dan zoo wei-I nig, zoo flaauw en onstandvastig? Ach 1 ik moet het erkennen : omdat de dingen dezer wereld, de schepselen , de goede-

-ocr page 395-

— 393 —

ren en ellendige genoegens des levens mij nog te zeer aankleven.

ó Mijn beminnenswaardigste Goed ! ontheclit mij tocli van alles wat mij aan eene volkomene liefde tot U mogte hinderlijkzijn; trouwens het betaamt waarlijk niet, dat ik hem met minder liefde beminne, die mij zulk een oneindige en onuitsprekelijke liefde bewijst. Indien ik uit liefde voor U alles, zelfs mijn leven mogte opofferen, hoe nietig zou dit zijn, in vergelijking met hetgene Gij uit liefde tot mij hebt weggegeven ! Ik ben een ellendige aardworm, en Gij, de God van hemel en aarde, hebt de heerlijkheid des hemels om den wille van mijne gelukzaligheid verlaten, hebt het knechtschap aangenomen, uw leven voor mij aan het kruis geofferd, en vernieuwt nog dagelijks dit offer op geheimzinnige wijze op ontelbare altaren, om mij voortdurend nieuw en trouw uwe groote liefde te bewijzen.

-ocr page 396-

i

Wi

o Heer, mijn (rofl, mijTi liefde ! Thans gevoel ik het, hoezeer ik II mijne wederliefde verpligt ben ! Van l nu af wil ik aan dezen pligt volkomen trachten te voldoen ; help mij daartoe, en ; geef dat ik TJ zoo geheel in liefde ! toebchoore, gelijk Gij mij toebehoort.

Verzuchting. Mijn geliefde be-■ hoort mij, en ik ben de zijne.

j Hierna de geestelijke Communie, blz. 201. Bezoek aan Maria.

De H. Bernard ns zegt: „ Maria ziet niet op de verdiensten, maar op de hulpeloosheid van hen die haar aanroepen; zij is bereid allen te helpen.quot; — Alzoo zult gij, o zoete Moeder, ook mij uwe hulp niet ontzeggen , I terwijl ik in ootmoed tot u kom en u met vertrouwen aanroep. Zie, ik ben een arme zondaar, en verdien niet anders dan de hel-sche straffen ; maar ik iieb mij vastelijk voorgenomen mijn leven te beteren , en voortaan mijn God oneindig meer te beminnen , dan ik hem vroeger beleedigd heb. Met al mijne

-ocr page 397-

zwnklioflen oi- zoo annzpliT nis ik mij er-i voel, geef iK mij evenwel geheel aau u over, en wil ik u volkomen toebehooren. Bescherm , bewaar en „help mij tot dr eeuwige zaligheid, o lieve Moeder !

Verzuehting. O Maria! zie hier uwen dienaar; kom mij te hulpe!

Gebed tot Maria, bladz. 304.

KEN- FN- TWINTIGSTE BEZOEK.

Inleidingsgebed, bladz. 294.

„ Waar immer bet ligehaam iè, daar verzamelen zich de arenden.quot; (Luc. XVIT. 37.)

Het heilige, glorievolle en levendige I verheerlijkte ligehaam van Jesus Chris-| tus is in het allerheiligste Sakrament des Altaars tegenwoordig; en waar immer dit Sakrament zich bevindt, daar verzamelen zich de arenden , dat wril zeggen : die verhevene en vrome zielen, die met hunne gezindheden, wenschen ; en neigingen niet aan deze ellendige

I____

-ocr page 398-

— 396

aarde hechten, maar dikwijls hunne geestelijke vlugt hemelwaarts verheffen en, met het oog op de hemelsche goederen, de nietigheid der aardsche leeren erkennen en gering schatten.

Gelijk de arend in de lucht zijne vlugt onmiddelijk weer naar de aarde keert, zoodra hij ergens een dood lig-chaam ontwaart, om er zich aan te vergasten , zoo dalen die vrome zielen van de hoogte hunner hemelwaarts gerigte betrachtingen en wenschen onmiddelijk weer omlaag, zoodra de gedachte aan het heilig Sakrament hen slechts voor den geest komt, alsof zij de plaats zien, waar het goddelijk Ligchaam, hunne spijze, hun leven en hunne liefde, bewaard wordt.

Zoo bijv. voelde pater Balthazar Alvarez , van de orde der Jesuiten, zich dikwijls midden uit zijne hemelsche beschouwingen en overdenkingen gstrokken , en in den geest daarheen overgevoerd,

-ocr page 399-

— 397

waar zich het Allerheiligste bevond. Niet zelden liet hij dan alles liggen en apoed-de zich, als op vleugelen gedragen, naaide plaats zijner liefde en van zijn verlangen. Niet slechts dat hij meermalen daags het allerheiligst Sakrament bezocht, maar hij bragt er dikwijls gansche nachten bij door. Tranen van weemoed ontwelden aan zijne oogen, als hij zag hoe de paleizen en woningen van de groeten dezer wereld steeds vervuld waren van inenschen, die zich beijverden door allerlei eerbe wijzingen en diensten eenige ellendige gunst van een sterfelijken inensch te verkrijgen, terwijl de woonplaatsen van Jesus Christus hier op aarde, de kerken, dikwijls ledig zijn, en slechts zeer weinigen zich de moeite geven den onsterFelijken Hemelkoning in het Tabernakel, voor zijnen genadetroon, te gaan huldigen en met eeuwige genadeschatten van Hem gezegend te worden!

Goederticrenc Jesus ! mijn Heer, mijn 2ü

-ocr page 400-

— 898 —

God en mijn Koning! hoewel ik vroeger behoorde tot die ondankbaren, die U of in 't geheel niet of zeer weinig erkenden, zochten en beminden, toch zijt Gij nog altijd gereed mij zoo liefderijk en ontfermend aan te nemen, als ik tot U kom. Zie, nederig, met verlangen en vol vertrouwen nader ik uwen genadetroon; wilt Gij mij nu in weerwil mijner onwaardigheid evenwel begenadigen, neem dan mijn hart, hervorm het naar uw welbehagen ; ontdoe het van alle onreine liefde en verkeerde gehechtheid, van alle wenschen, neigingen en begeerten die U mishagen, en van elke gedachte die niet op U betrekking heeft. quot;Wees Gij mijn eenige en mijn alles; ik begeer niemand anders te behagen dan U; Gij-alleen verdient het voorwerp te zijn van geheel mijne liefde, en ik ben bereid ze ü geheel en onverdeeld te bewijzen. Onthecht mijn hart van al het geschapene, en ver- j bind het in heilige liefde zoo vast aan ü, i

-ocr page 401-

— 899 —

dat aanzien noch vernedering, leven nocL dood, tijd noch eeuwigheid my van ü kunnen scheiden.

Verzuchting. Heer Jesus! ik ben geheel liefde in U; laat mij dit in eeuwigheid zijn.

Hierna de geestelijke Communie, blz. 291.

Bezoek aan Maria.

Dyonisius, de Karthuizer, noemde Maria, „ de advocate en voorspreekster van alle zondaren, die hunne toevlugt tot haar nemen. quot;

Neemt gij alzoo alle zondaren aan, die tot u komen, o heilige Moeder-maagd, dan zult ge ook mij niet afwijzen, die met volkomen vertrouwen den troon uwer barmhartigheid nader, en met de woorden van den ïï. Villanova het smeekgebed herhaal: u Welaan, onze voorspreekster! zie met ontferming op mij neder, en wees ook voor mij eene genadige voorspreekster.quot;

Verzuchting, üeilige Maria, moeder Gods! bid voor ons zondaren, nu en in de ure onzes doods. Amen.

Gebed tot Maria, bladz. 304.

-ocr page 402-

400 —

TWEE- EN TWINTIGSTE liLZOEK.

Inleidingsgebed, Lladz. 2Ü4.

// Ik wil opstaan eu ia de stad de straten en stegen doorloopen, om te zoeken, die mijne ziel bemint.quot; (Hoogl. III. 3.)

Zoo sprak de bruid van liet Hooglied, de vrome en heilige ziel, die in het Oude j Verbond zoo zeer naar haren welbemin- j den, den goddeiijken bruidegom Jesus Christus verlangde. Hij was nog niet j op aarde verschenen; desniettemin zocht

i zij hem met het grootste verlangen, met j

vele gebeden en vurige wenschen. Hem le vinden, was haar grootste geluk; hem 'ief te hebben, hare grootste zaligheid. Wjj kunnen nu zeer gemakkelijk tot die zaligheid geraken. Wij behoeven, om den ; goddeiijken Bruidegom te vinden, geen 1 menigte van straten en steden af te loo-; pen; de kerk, waar Hij in het allerheiligst i Sakrament woont en troont, is meestal

-ocr page 403-

— 401 —

zeer nabij ons. Hoezeer moest het ons alzoo verheugen, hem dikwijls in liefde te bezoeken, die onze zielen zoo volkomen bemint, als geen bruidegom zijne i bruid beminnen kan.

6 Mijn Jesus! Hoe onbegrijpelijk is : uwe liefde voor ons armzalige menschen ! i Zij bewoog U een boven alles verheven wonder te wrochten, en daardoor op i eene geheimvolle wijze voortdurend uwegod-menschelijke tegenwoordigheid ' evenzeer tot in het oneindige te verveelvoudigen , opdat wij U overal persoonlijk, onder een bepaald teeken, zouden kunnen terug vinden, U kunnen liefheb- j ben en door U weder bemind zouden kunnen worden. Ja, om ons uwe liefde op I het volkomenste te bewijzen, hebt Gij U ! j tot het diepste vernederd en de gedaante i ! van brood aangenomen, opdat wij door i | deszelfs nuttiging op het innigste met TJ „zouden vereenigd worden.

o Eeuwige liefde, o Jesus Christus!

-ocr page 404-

402 —

uwe groütc liefde bedenkende, is het mij onmogelyk langer te leven zonder den wensch, U meer en volmaakter te beminnen. Ontsteek in mij alzoo steeds meer het vuur van heilige wederliefde; boei en verbind mij door een levendig verlangen van liefde aan U, opdat ik mij aangetrokken voele gedurig en lang bij ü voor het allerheiligste Sakrament te vertoeven, dikwijls dit hemelbrood te genieten, en alzoo in voortdurende ver-eeniging en gemeenschap met U te leven. Laat mij niet koud en ondankbaar zijn voor zulke wonderbare scheppingen uwer almagt en liefde, maar ze immer hooger schatten en ijveriger leeren benuttigen. Verwijder steeds van mij, wat mij zou trachten af te houden van U; want Gij-alleen zult het voorwerp zijn van al mijne liefde en van al mijne begeerten. Ik zoek niets anders meer dan uwe liefde, en wensch niets anders, dan wat ü behagelijk is.

-ocr page 405-

— 403 —

Aanschouw, Heer, de verlangens mijns harten, en help mij, dat ik, die maar al te zeer en veel te lang aan de wereld en hare verderflijkheden hechtte, voortaan slechts U in liefde toebehoore en in alles uw goddelijk welbehagen volbrenge.

Verzuchting, ó Mijn Jesus, hoogste goed! ik bemin U meer dan alle aardsche goederen.

I Hierna de Geestelijke Communie. blz. 291.

Bezoek aan Maria.

De zalige Thomas h. Kempis zei Je: „ Wilt gij in alle moeijelijkheden, bezwaren, be-_ koringeu en gevaren, troost, hulp en bijstand verwerven, neem dan uwe toevlugt tot Maria. Roep Maria aan, vereer haar en beveel u altijd in hare bescherming. Verheug, ween en wandel met Maria. Zoek Jesus, met en bij en door haar, en hebt gij hem gevonden, maak en vernieuw dan dikwijls het besluit, vereenigd met Jesus en Maria te willen leven eu sterven. Indien gij zoo handelt, dan zult gij steeds meer in

-ocr page 406-

— 404 ~-

■' heil, freluk on zrsren toeneraen; Maria zal j voor u bidden, en de Zoon zal zijne Moe-i der zeker gaarne verhooren.quot;

Verzuchting, ó Maria! ik wil altijd mijne toevlugt tot n nemen; wees dan ook steeds mijne beschermster, mijne voorspraak en hulp.

Gebed tot Maria, zie bladz. 304.

DRIE- EN TWINTFGSTE BEZOEK. Inleidingsgebed, zie bladz. ^94.

w Tk bemin, o Heer, de sieraden van uw huis en de plaats waar uwe heerlijkheid. woont.quot; (Ps. XXV. 8.)

Er zijn vele Christenen die zich verre reizen, gvoote moeijelijkheden en zei I's gevaren getroosten, om het heilige land, waar onze beminde God en Heiland geboren werd, waar hij leed en stierf, te bezoeken. Wij kunnen echter met veel minder moeite oneindig meer bereiken, als wij ons ten bezoek van het allerheiligste Sakrament naar eene kerk begeven,

-ocr page 407-

m

en praarne ter plaatfR zijn, waar Gofla heerlijkheid woont.

De eerwaardige pater Aviïa was gewoon te zeggen : dat hij geen grooter heiligdom, geen genaderijker oord kende dan eene kerk, waarin het allerheiligste Sakrament bewaard wordt.

Wanneer nn zulke pelgrims, — zegt de H. Panlinns — de moeijelijkheden en bezwaren eener verre reis niet ontzien, om de heilige plaatsen te bezoeken, en het als iets belangrijks achten, eene relikwie, ware het ook slechts een weinig aarde, van daar tc kunnen meebrengen, hoe moeten wij ons dan niet schamen, indien het ons te veel moeite ware een kort eind weegs, dikwijls slechts weinige voetstappen te gaan, om onzen beminden Heer en Heiland-zelf, in zijn onbegrijpelijk liefdege-heim, te bezoeken , en ons de zegeningen zijner onschatbare genaden toete eigenen.

Zeker vrome kloosterzuster, aan wie

-ocr page 408-

— 406 —

God eene buitengewone liefde tot het allerheiligste Sakrament, en bovendien een diep inzigt in die rijke bron van genaden verleend had, welke aan de ware aandacht tot dit heilig Geheim verbonden is, schrijft hierover het volgende : „ Door de genade Gods heb ik mij geheel aan mijnen in het allerheiligste Sakrament verborgen God en Heiland overgegeven, en ben door ondervinding tot de erkentenis gekomen, dat allegoeds uit dit verheven Geheim voortvloeit. Ik zie echter klaar en duidelijk in, dat die overvloed van genade en zegeningen aan de menschheid niet zoo geheel toevloeit, omdat velen zelfs dit allerheiligst Sakrament verwaarloozen, en den beminden Heer daarin niet de verschuldigde eer bewijzen. O verheven goddelijk Geheim van onuitsprekelijke liefde! heiligste Hostie! waar is in geheel de wereld iets, waardoor God de grootheid en almagt zijner liefde heerlijker openbaarde, dan

-ocr page 409-

— 407 —

door u ? In U vinden wij alles vereenigd, wat het heil der menachen op aarde, en ; het geluk der zaligen in den hemel uitmaakt ! Ja , waarlijk, wij hebben geen reden de Heiligen in den hemel te benijden; want wij bezitten hier op aarde evenzeer onzen God als zij, en bovendien nog onder grootere wonderen van zijne liefde. O, dat allen die hiertoe gelegenheid en roeping hebben, zorgen , dat de liefde en vereering tot het allerheiligste Sakrament zich uitbreide. Wat mij betreft, ik zou er altoos over wenschen te spreken, en aaa geheel de wereld willen toeroepen, hoezeer dit allerheiligste Sakrament onze gansche liefde en eerbied vordert!

Wees alzoo geprezen, geloofd, aangebeden en verheerlijkt van allen en op alle plaatsen, o onuitsprekelijk eeuwig aanbiddenswaardig Sakrament 1

Heilige Seraphijnen, die hier in brandende liefde uwen en mijnen God

-ocr page 410-

— 408 —

omzweeft. en niet verrakk'ng het wonder der goddelijke ontferming aanschouwt, dat hier niet om uwen maar om mijnentwille geschiedt; komt en help mij dezen algoeden en ontfermingsvollen God verheerlijken en prijzen.

Gij echter, mijn Jcsns! geef dat ik de grootheid uwer liefde ten volle waar-deerc, opdat ik geheel van wederliefde ontgloeije, en aangemoedigd worde overal voor de eer van het allerheiligste Sa-j krament te ijveren, en óp die wijze uw heilig welbehagen tracht te vermeerderen. Ik heb U lief uit het binnenste i mijner ziel, o beminnenswaardige Hei- ' land 1 en wensch ü steeds meer te beminnen, om U daardoor ook steeds wel-gevalliger te worden.

V e r z u c h t in g. o Jesus! ik geloof : aan l), ik hoop op U, en bemin U van ganscher harte.

Hierna de geestelijke Comm.iuie,bIz.291.

-ocr page 411-

— 409 —

Bezoek aan Maria.

De H. Bonaventura noemt Maria: cene Moeder der weezen, quot; en de H. Ephrein : i. de beschermster der weezen.quot; Onder deze ! benaming van weezen worden echter alle i arme hulpbehoevende zondaren verstaan, i bijgevolg ook ik en gij, mijn Christen. ! Trouwens, wij hebben God, onzen Vader, ; I door onze zonden zoo dikwijls verloren en j ons zoo menigmaal aan zijne genade onttrok- j ken! Gelukkig, dat wij in zulke gevallen ! i Maria nog altijd tot moeder hebben, die, j als wij onze toevlugt tot haar nemen, voor i ons heil waakt en ons wederom terugvoert j j naar het verloren geluk der kinderlijke er- I i tenis Gods. Niemand gaat verloren, die | : zich met een opregt gemoed en kinderlijk vertrouwen tot deze goede moeder wendt.quot; ; Dit is de leer en het gevoelen der uit-stekendste heilige leeraars en kerkvaderen j onzer moederkerk.

V e r z u c h t i n g. Heilige moeder-maagd Maria! schenk mij een groot vertrouwen | op u.

Gebed tot Maria, bladz. o04.

-ocr page 412-

— 410 —

VIER- EN- TWINTIGSTE BEZOEK.

In leidingsgebed , bladz. 294.

« Voorwaar, Gij zijt een verborgen God, Gij God en Heiland van Israël!quot; (Is. XLV. 15.)

Deze woorden van den Profeet laten zich nergens meer passend en volkomen waar aanwenden, dan op het allerh. Sakramcnt. Zoo waarachtig, werkelijk, wezenlijk en persoonlijk Jesus, onze God en Heiland, hierin tegenwoordig is; even zoo diep is Hij voor onze zintuigen verborgen , en geen sterfelijk oog vermag den sluijer der ligte broodsgedaante te doordringen, welke zijne allerheiligste tegenwoordigheid verbergt. Bij de menschwor-ding van dezen onzen goddelijken Heiland was trouwens ook de Godheid verborgen , maar zijne menschheid verscheen voor allen zigtbaar. Hier, in dit ondoorgrondelijk Geheim daarentegen, verbergt zich zoowel de Godheid als de

-ocr page 413-

— 411 —

menschheid, en niets is ons van onzen Heiland openbaar als zijne groote liefde.

ó Verborgen God en Heiland! Bij de betrachting van dit ondoorgrondelijk Geheim uwer liefde,, raakt hetmenschelijk verstand in verwarring, en het is alleen het Geloof, dat het voor a f d waling bewaart. Uit liefde tot ons men-schen verhult Gij in dit Sakramenv, uwe waarachtige tegenwoordigheid, vernedert Gij uwe goddelijke Majesteit, verduistert Gij uwe glorie, verlaat Gij schijnbaar uw overal werkzaam leven, en schijnt hier geene andere bezigheid meer te hebben, dan in 't verborgen de menschen te beminnen. En welke dankbaarheid bewijzen zij U hiervoor? Ach, ik zie het, en Gij , Alwetende, hebt het vooruit gezien : velen willen U in dit Sakrament evenmin aanbidden, noch als dengene erkennen, die Gij wezenlijk zijt. Met Thomas zeggen zij : n zoo lang ik hem niet levend voor mij zie en mijne

-ocr page 414-

vingeren niet in zijne wonden leggen kan, geloof ik niet!quot; Daarom hebben zij zoo dikwijls in de woede huns onge-loots de grootste heiligschennis tegen dit Sakrament bedreven, wierp men de geconsacreerde hostie op den grond, vertrapte haar onder de voeten, en wierp haar in water of in vuur! En Gij, eeuwige Liefde! Gij hebt bij al deze gruwelen van heiligschennis gezwegen, zooals Gij ook het stilzwijgen bewaardet, toen uwe vijanden U aan het kruis ont-vleeschden, U bespotteden, versmaadden en lasterend riepen : u indien Gij Gods Zone zijt, kom dan af van het kruis en wij willen in U gelooven!quot;

Ach, mijn Heiland! ware hei mij toch gegeven met mijne tranen, eu zelfs met mijn bloed, al die onzalige plaatsen te zuiveren, waar uw liefdevol hart zulke verschrikkelijke versmadingen heeft willen verduren, Daar mij deze genade echter niet toeoebchikt is , zoo maak ik no^-

-ocr page 415-

— 413 —

tans het vaste voornemen ü hier ten minsteregt dikwijlsin dit Altaargeheim te bezoeken, IJ lief te hebben, te aanbidden en op alle mogelijke wijzen te verheerlijken, om hierdoor, zooveel in mijn vermogen is, de oneer te herstellen, waaraan Gij ook nu nog in dit ge-denkteeken uwer liefde blootgesteld zijt.

Verwaardig U, hemclsche Vader, dit geringe offer mijner liefde goedgunstig aan te nemen. Ik vereenig het met het groote zoenoffer , hetwelk dezi-n uwen welbeminden Zoon U aan het kruis opdroeg, en nog dagelijks op duizende altaren vernieuwt.

ó Mijn Jesus 1 ware het mij toch beschikt een apostel van uw allerheiligste Sakrament te zijn, en alle mensehen te kunnen opwekken tot eene brandende liefde voor dit onuitputtelijk liefdegeheim !

Verzuchting. O Jesus ! bewerk Gij-zelve, door de alvermogende kracht

27

-ocr page 416-

— 414

uwer genade, dat alle menschen U in dit heilig Geheim erkennen en beminnen. Hierna de geestelijke Communie, blz. 291.

Bezoek aan Maria.

De heilige Joannes van Damascus noemt Maria eene: « zee van genaden;quot; de heilige Bontiventura eene : zamenvloeijing van alle genaden; quot; de H. Ephrem : „ een bronwel van alle genaden en vertroostingen ; quot; en de H. Bernardus : „ de volheid van alle goed.quot; — Hoe groot mag dus niet mijn vertrouwen zijn op u, o heilige Maria! en met welk eene hoop raag ik u alzoo om gunsten bidden, te meer als de H. Bona-ventura zegt: „ dat degene u beleedigt, die u niet om gunsten bidt. quot;

O Maria! verkrijg mij dan van uwen beminden Zoon al die gunsten en genaden, welke gij tot mijn heil nuttig en noodzakelijk acht.

Verzuchting. Moeder der goddelijke i fenade! bid voor mij.

Gebed tot Maria, bladz. 304.

-ocr page 417-

41S —

VIJF-EN-TWINTIGSTE BEZOFK.

Inleidingsgebed van bladz. 294-.

« Hij heeft geene stem (geluid) en doet zijnen mond niet open.quot; ( Apost. VUL 32.)

j De onbeschrijflijke gehoorzaamheid , welke onze Heer en Heiland in zijn leven i en lijden bewezen heeft overdenkende, j deed den apostel Paulus met bewon-| dering uitroepen : „ Hij is gehoorzaam i geweest tot in den dood! quot;Deze gehoorzaamheid heeft echter niet slechts tot in den dood voortgeduurd, maar ook nu nog behaagt het den barmhartigen Heiland, uit liefde tot ons, haar op eene nog meer bewonderenswaardige wijze voort-tezetten in het allerheiligste Sakrament, ! en wel tot aan het einde der tijden. ;

Dagelijks daalt Hij, de Koning der i eeuwige heerlijkheid, op het woord eens sterfelijken menschen, van den priester, j

-ocr page 418-

— 416 —

}

I op het altaar neder, en schijnt er dan | slechts te verwijlen, om aan de men-| schen te gehoorzamen Hij volgt den ! wil der priesters, waarheen zij Hem ook geleiden en brengen.

Trouwens, het eene oogenblik laat hij i zich openlijk in den Remonstrans uitstel-j len, het andere oogenblik in het Taber-i nakel opsluiten. Hij laat zich door stra-; ten en stegen dragen, in hutten en paleizen voeren, tot armen en rijken, naar regtvaardigen en zondaars brengen. Hij laat zich in de Communie aan elkeen uitreiken die komt, hij moge een trouwe navolger of verrader zijn. „ Hij heeft bij alles gecne stem, en doet zijnen mond niet open. quot;

Toen Hij eenmaal op dit ondermaan-sche leefde, was Hij, zooals de H. Lucas : opmerkt, zijner Moeder en den heiligen Josef gehoorzaam; nu echter, terwijl ! Hij onzigtbaar in het allerheiligst Sakra-j ment bij ons is, gehoorzaamt Hij aan

-ocr page 419-

zoo velen als er priesters zijn die consacreren , en menschen die communiceren. Hij volgt allen, zonder tegenspraak ; » Hij heeft bij alles geene stem , en doet zijnen mond niet open. quot; ó Liefderijk hart van mijnen Jesus , : van wien alle heil en ook dit allerheiligst Sakrament is voortgekomen : prent uwe deugden in mijn harte, voornamelijk die van gehoorzaamheid en liefde. Zie, ik wensch U daardoor zoodanig te vereeren, te beminnen en te verheerlijken , als dit voortdurend door U jegens uwen hemelschen Vader geschiedt. O verlicht en versterk mij tot alle goeds, zooals ook diegenen, welke U nog niet erkennen; opdat ook zij komen tot het besef en de erkentenis uwer groote liefde en erbarming, en zij trachten U van gan-scher harte weder te beminnen.

Ik vereenig mij met allen die IJ thans in den hemel en op aarde met gehoorzaamheid en liefde aanbidden; ik gedenk

-ocr page 420-

— 418 —

tevens de zielen in het vagevuur , die evenzeer uwe beminde bruiden zijn, en ' besterad, om, metaUe heiligen en zaligen, IJ eeuwig teaanbidüen en te verheerlijken. O, verminder door uwe goeder-tierene ontferming haar zuiveringstijd , en laat hen weldra tot het gelukzalig doel harer eeuwige bestemming geraken.

ó Allerzuiverst hart van Jesus! aanschouw erbarmend mijn door zonden besmeurd harte. Zuiver het en maak het los van alle ongeoorloofde gehechtheid aan de dingen dezer wereld ; verbind het daarentegen door onverbreekbare banden in heilige liefde met U , zoodanig dat ik met uwen Apostel in waarheid kunne zeggen : „ ik ben zeker, dat leven noch dood mij kunnen scheiden van Jesus' liefde. quot;

ó Allerzoetste hart van Jesus 1 grif met onuitwischbare trekken het aandenken van uw lijden en sterven in mijn hart, opdat ik, uw lijden bestendig voor oogen

-ocr page 421-

hebbende, mij altoos verbeuge, zoo dikwijls ik waardig ben met U te lijden.

ó Allerootmoedigst bart van Jesus ! maak mij zoo ootmoedig als gij zijt; zachtmoedigst hart ! maak mij gelijkvormig in zachtmoedigheid aan het uwe. Ontdoe mijn hart van alle verbittering, haat, vijandschap, onvriemlejijkheid , van alle stuitende hoovaardige gezindheid ; van alles wat ü mishaagt, wat mij-zelven benadeelt en zoo dikwijls de liefde tot den naaste kwetst.

ó Allerheiligst hart van Jesus! heilig mijn hart volkomen; bewerk dat ik slechts leve om ü te beminnen; slechts sterve om U te gehoorzamen en ü in alles welbehageiijk te zijn. Ik erken dat ikü oneindige liefde verschuldigd ben , omdat Gij mij met eindelooze liefde bemint, en mij onophoudelijk bewijzen uwer liefde geeft. Voorzeker, het is slechts van geringe waarde, wanneer ik my-zeiven, met alles wat ik bezit en heb,

-ocr page 422-

— 420 —

uit liefde tot U overgeef en opoffer; maar, mijn Jesus! het is alles wat ik vermag. Aanvaard mijn goeden wil en opregte meening.

Verzuchting. O liefhebbend harte van Jesus ! Wees gij het eenige voorwerp mijner hartelijke liefde !

Hierna de geestelijke Communie, blz. 391.

Bezoek aan Maria.

De H. Bernardus zegt : „ Maria is die hemelselie arke, waarin wij, als wij ten bekwamen tijde tot haar vlugten , van den ondergang gered worden. Koaehs arke heeft slechts weinige menschen en dieren kunnen redden;— maar Maria redt allen, die onder haren mantel bescherming zoeken.quot;— O hoe gelukki? zijn wij, Maria als moeder en beschermster te hebben ! Slechts daarom gaan nos? ::oo velen verloren, wijl zoo velen Maria verwaarloo-zen, en zoo weinigen haar willen erkennen en vol liefde en vertrouwen hunne toevlugt tot haar nemen.

Gebed tot Maria, bladz. 30i.

-ocr page 423-

— 421 —

ZES- EN- TWINTIGSTE BEZOEK.

Inleidingagebed, zie bladz. 294.

v Juich en verheug u, o Siou ! want Israëls Heilige is in uw midden. quot; (Is. XII. 6.)

ó Welk eene heilige vreugde moet ons doorstroomen, welke hoopvolle verwachtingen moeten onze ziel vervullen , en welk eene liefde ons harte -ioen ont-gloeijen, bij de bloote gedachte, dat in onze nabijheid, in onze stad, in onze straat, nabij onze huizen, zich de kerk bevindt, waarin het Allerheiligste bewaard wordt, en alzoo Jesus Christus, de Heilige der heiligen , onze Heer en God, waarlijk en persoonlijk woont; Hij wiens tegenwoordigheid het geluk der zaligen in den hemel uitmaakt. Het allerheiligste Sakrament is — en dit kan niet te dikwijls gezegd en behartigd worden — niet slechts een genademiddel , maar het is de goddelijke genade-

-ocr page 424-

— 422 —

gever-zelf j het is de God der liefde, die, wegens zijne oneindige, eeuwige en onmetelijke liefde tot ons sehepselen, de liefde-zeJve genoemd wordt : „ God is de liefde!quot; (1. Joan. IV. 16 )

ó Eeuwige liefde, Jesus Christus! uit liefde zijt Gij op aarde gekomen om on- | der ons verblijf te nemen en ons met de ! zegeningen uwer genade te vervullen ; | maar, helaas! hoe velen erkennen IJ i niet! Dagelijks komt Gij opnieuw in uw eigendom, maar de meesten, zelfs zij die uw naam dragen, nemen U niet aan ! i Ik-zelve was vroeger onverschillig omtrent uwe voortdurende tegenwoordigheid in het allerheiligste Sakrament, bezocht Ü zelden, en ontving ü nog zeldzamer in mijn hart door de heilige Communie. O Jesus! mijne strafwaardige ligtz:nnigheid erkennende, wil ik nu alles doen, en in het vervolg zooveel doenlijk weer goed maken , wat ik in het verledene verzuimd heb. Geef,

-ocr page 425-

—- .403 —

i ■ j allerzoetste Heiland, geef dat ik mijn

! voornemen getrouw volbrenge, en dat ik

j door ijver en een goed vooriieeld ook

anderen tot uwe liefde en het bezoeken

van uw allerheiligst Sakrament bewege.

; ó Jesusl God, uw liemelsche Vader ,

heeft zijn eeuwig welbehagen in U; en

ik, armzalige rnensch, zou geen wel-

i behagen in U vinden j zelfs icisnoegen

| in uwe goddelijke tegenwoordigheid

ondervinden?— O eeuwig liefdevuur ! i

kom en verteer in mijn hart alle liefde j

{ tot en gehechtheid aan de schepselen en |

genoegens dezes levens, die mij zoo dik- j

wijis in den omgang t n het bezoeken van i

uw allerheiligst Sakrament hinderen. |

Ach, welk eene verblindheid ! De liefde 1

tot zondige schepselen of ellendige nie- ^

tigheden, welke gelijk eene schaduw {

voorbijgaan, verwijderen en hinderen j

mij in de liefde tot mijnen Heer en

God, van het eenige gelukzalige goed

der eeuwigheid i

-ocr page 426-

— 424 —

ó Jesus, Zoon Gods 1 erbarm U mijner, en bevrijd mij van deze verschrik-kelijkc verblinding. Gij hebt reeds zoo veel voor mij gedaan; doe ook nog dit éene , dat ik de nietigheid cn het ijdele der aardsche dingen inzie, en uwe t hoogste beminnenswaardigheid erken-I ne; dat ik, U erkennende, ook van | ganscher harte U beminne, en uwe ! oneindige liefde boven alle andere lief-1 de verhefie en de voorkeur geve.

Ziehier, o mijn Jesus ! ik geef mij zonder eenig voorbehoud aan IJ over; mijne overige levensdagen zullen bij voorkeur aan uwe liefde in het allerheiligste Sakramcnt zijn toegewijd. Dit kostbaar zoete Geheim zij mijne troost, mijn geluk, mijne vreugde, zoo lang ik leef; en wanneer ik sterf, dan moge het mijne teerspijze en dierbaar onderpand mijner eeuwige zaligheid zijn !

Jesus! ü leef ik. Jesus! U sterf ik. Jesus! U behoor ik in leven en dood !

-ocr page 427-

Hierna de geestelijke Communie, blz. 291.

Bezoek aan Maria.

Bij Maria vinden wij verkwikking en hei-! liging in onze kwalen, sterkte en kracht in I onze zwakheden en gebreken; daarom noemt | de H. Bernardus haar : „ de kracht in i onze zwakheid.quot; De H. Laurentius Justini-anns begroet haar: „ als onze troost in i deze treurige vreemdelingschap.Mh Ver-j lies den moed niet, o mensch en zondaar ! | — roept de H. Basilius uit — maar wend u in al uwen nood aan Maria ; want het is Gods wil, dat zij u in alles helpe.quot;

Verzuchting. O Maria! sta mij altijd bij en help mij trouw.

Oebed tot Maria, zie bladz 30é.

ZEVEN- EN- TWINTIGSTE BEZOEK.

Inleidingsgebed, zie bladz. 294.

„ Er is geen ander volk zoo groot t dat zijne goden zoo nabij heeft, gelijk onze God ons nabij ia bij al onze gebeden.5 Moz. IV. 7.)

-ocr page 428-

— 426 —

Met deze woorden geeft de H. Kerk in hare priesterlijke daggetijden van het allerheilligsteSakrament, dehooge voorrang te kennen, waarmede wij Katholij-I ken , boven alle volken en godsdienstge-| zindheden op den ganschen aardbodem, uitverkoren zijn, doordien rïod,onze Heer en Heiland, in de heilige Eucharistie met zijne persoonlijke tegenwoordigheid ons zoo nabij is, dat wij van mond tot mond met hem kunnen spreken, ons hart in zijn hart uitstorten, onze belangen en beden bem ten naauw-ste aanbevelen en zoo vertrouwelijk mededeelen kunnen, als een kind ze aan het hart zijns goeden vaders, de | vriend aan den brezem zijns vriends : gewoon is uit te storten.

| Geen wonder dus, dat toen de Heide-i nen zulke trekken van Gods liefde van i de Christenen vernamen, zij verwonderd ' uitriepen : O, welk een goede i God is die God de:: Christe- ;

-ocr page 429-

- 42?

n e n ! Zij hadden zich-zelvea hunne godheden naar al hunne wensehen, neigingen en verbeelding uitgedacht en getracht daar te stellen ; maar hoe veelomvattend en vindingrijk hunne verbeelding ook was , toch zijn zij met geheel hun godendom (hetwelk hen boven alles ter harte ging) niet zoo ver gekomen, zich een God van zoo uitnemecde liefde voor te stellen, wiens genoegen het is, bij de menschen-kinderen te zijn, en die er zelfseen alles overtreffend wonder voor wrochte, om altoos als hun medegezel en trouwe leidsman, zelfs als hun geestelijk voedsel en leven, bij hen te blijven.

Wat nu echter de menschelijke verbeeldingskracht nooit beeft kunnen bedenken noch uitvinden, dat heeft de liefde Gods ten onzen gunste bewerkt. quot; Voorwaar, — zoo mogen wij met het oog op het allerheiligste Sakrament met den Profeet uitroepen — een sedenk-teeken zijner liefde heeft de genadige en

-ocr page 430-

— 428 —

barmhartige Heer gesticht; spijze heeft hij gegeven aan hen die hem vreezen! quot; (Ps. CX. 4.)

Ja, goddelijke Heiland ! Gij hebt het grootste van alle uwe wonderen gewrocht, met het doel om altijd bij ons te kunnen zijn, U op het innigste met ons te kannen vereenigen en nooit van i ons gescheiden te worden. „ Zie, Ik ben j bij U alle dagen, tot aan het einde der wereld. quot; Ach ! waarom willen dan de mcnschen zoo weinig bij U zijn ? Waarom vermijden zij uwe goddelijke tegenwoordigheid ende vereenigingmet ü ? Is het niet omdat zij de ijdelheid meer beminnen dan de waarheid ; en in hunne harten meer aan ellendige schepselen hechten, dan aan God hunnen Schepper? Gansche dagen met nietigheden door te brengen, schijnt niet te veel, maar een half uurtje met iern, hun Heer en Heiland te zijn, veroorzaakt hun | verveling en mishagen.

-ocr page 431-

ó God, oneindig in liefde gelijk in ! andere volmaaktheden; sta niet toe dat • ik voortaan nog onder het getal dier ver- 1 blinden en ondankbaren behoore, maar schenk mij eene liefde, welke uwer liefde waardig is, en die mij aanspoort alle heilige verpligtingen jegens U behoorlijk na te komen. Helaas! er was een tijd, dat ook ik uwe goddelijke tegenwoordigheid vermeed, wijl ik ü met beminde, of omdat mijne liefde voor U veel te : gering en te koud was-, dank zij uwer ontferming, is die tijd echter voorbij, ! en nu wensch ik U ten minste met zoo | hartelijke en vurige liefde te beminnen, 1 dat het mijne grootste vreugde zal zijne ; dag en nacht voor het allerheiligste ! Sakrament bij U te vertoeven.

ó E-euwige Vader i Ik offer Ü hier uwen geliefden Zoon, eu smeek U, bij i het eeuwig welbehagen wat Gij in Hem ' gevonden hebt: schenk mij ook een har- ; telijk welgevallen in Hem , en zulk eene 1

-ocr page 432-

— 430 —

{ teedere liefde tot zijne zoete tegenwoordigheid in het allerheiligste Sakrament, dat ik mij gedurig in den geest naar de naastbij gelegene kerk wende, waarin het Allerheiligste bewaard wordt. Laatmijne gedachten, wenschen en begeerten bestendig daarheen gerigt zijn, en dat ik steeds innig verlange naar het oogen-blik, dat ik het dierbaar Gehe'tn bezoeken en mij met mijaen beminden Heer en Heiland onderhouden kan.

Verzuchting. Mijn God en VaderI | om den wille van de liefde uws Zoons, j geef mij eene groote liefde tot het allerheiligste Sakrament.

Hierna de geestelijke Communie, blz. 291.

Bezoek aan Maria.

Maria wordt, om de veelvermogende bescherming, welke zij aan hare dienaren verleent, met die toren Davids vergeleken, waarvan de heilige Schrift zegt: dat hij met duizende schilden en bolwerken omgeven,

i

-ocr page 433-

— 431 —

I en met alle wapeusoorten voorzien was tot verdediging van hen, die bij vijandelijke ! aanvallen zich daarin verborgen. — Gelukkig alzoo, wie zich in alle bekoringen, gevaren en droefheid onder de bescherming stelt van deze magt:ge en goedertierene | Moeder! Haar naam alleen is reeds een j schrik voor de magten der duisternis, en ' tevens het zoetste signaal van hulp en ze-j kere hoop, voor allen die haar aanroepen.

| Verzuchting. O Maria! uw naam is mijn schild, en uw bijstand mijne kracht.

Gebed tot Maria, zie bladz. 301-.

ACHT- EK- TWINTIGSTE BEZOEK.

Inleidingsgebed, bladz. 294?. „ Die voor ons zijn eeniggeboren Zoon overgaf, zou Hij met Hem ons oolc niet alles geschonken hebben?quot; (Rom. VJTT. 32.)

God, onze algoede hcim'lsche Vader, bemint ons armzalige mcnschcn zoozeer, dat hij zijn eeniggeboren Zoon niet

-ocr page 434-

— 432 —

spaarde, maar hem aan ons overgaf; en met dezen zijnen Zoon heeft hij ons : alles gegeven, wat ons op dit onder-maansche waarlijk gelukkig, en ginds 1 bovenin den hemel, eeuwig zalig maken kan. „ In alles zijn wij rijk geworden door Hem, — zegt de Apostel — zoo dat het ons aan geene genade ontbreekt !quot; (I. Cor. 1. 5.)

o Liat ons deze liefde Gods, des hemelschen Vaders, toch regt ter harte nemen, en zijne milde goedheid en er-! harming altoos danken, die ons met alle I goederen en schatten der genade verrijkt ' heeft in Jesus Christus, onzen Heer. En dezen onzen Heer en Heiland zij altijd lof en dank voor de onuitsprekelijke hulde en liefde, waarmede hij zich, met al zijne verdiensten en eeuwige genadeschalten, in het allerheiligste Sakrament aan ons ten beste , geeft en wegschenkt 1

Heiland der wereld ! Woord dat vleesch i

-ocr page 435-

— 433 —

geworden, onder ons woont! Gij geeft ' en schenkt U in dit Sakrament zoo vol- j komen aan mij, als ik het slechts wen-schen kan : met den ganschen rijkdom ' uwer verdiensten, goederen en genaden ; en ik zou mij dan niet evenzeer, gelijk 1 Gij het verlangt, weggeven en schenken, met alles wat ik ben , bezit en heb ? Dit zij verre! Vroeger heb ik dit aan U verschuldigde offer Ü wel onthouden, nu wil ik er echter met des te meer vreugde aan voldoen. Zie! ik schenk mij i thans geheel aan ü; ik draag U mijn ligchaam en mijne ziel, mijn verstand en mijn wil, mijn hart en mijne goederen, mijne vreugde en, leed, al mijn doen en laten, mijn tijd en eeuwigheid op. Geheel behoor ik ü toe. Geen schepsel zal voortaan meer in Je liefde deelen, welke ik ü schuldig ben en volkomen voldoen wil. Neem, o Jesus, dit mijn offer ge-j nadig aan; beschik er over naar uwen heiligen wil; want het is mijn innigste

-ocr page 436-

— iU —

weuBch als een otfer mijner liefde te leven en te sterven.

U echter, goedertierenste hemelsche Vader, offer ik het hart van uwen welbeminden Zoon, met al zijne he-melsche gevoelens, deugden, liefde-i acten en neigingen : ontvang ze allen i teo mijnen gunste, benevens den gan-schen rijkdom zijner verdiensten, welke Hij voor mij verworven en aan mij ge-| schonken heeft. Dit kostbaar geschenk en offer bied ik ü aan, tot dankbare i erkentenis voor alle ontferming en lief-I de, welke (gt;ij aan mij besteed hebt, en ; ter verzoening van alle zonden, welke I ik tegen uwe goddelijke Majesteit bedreven hel). Om den wille van dit offer hoop ik van ü te verkrijgen, alle be-noodigde genaden en weldaden , bepaal-; delijk volkomene vergiffenis , getrouwe volharding in uwe genade, en eindelijk de eeuwige zaligheid. Verleen mij dit ; alles goedertierenste Vader en Heiland!

-ocr page 437-

— 4,85 -o

en schenk mij voor alles de kostbaarste uwer genaden ; de genade van vol-komene liefde tot U.

Ik weet, o God, dat Gij mij niet slechts het gewenschte, maar zelfs meer geven wilt dan ik bidden en beseffen kan, indien ik door mijoe gedragingen slechts geen hinderpaa.! aan uwe vrijgevigheid stel : „ alles wat gij den Vader in mijnen naam zult vragen, zal hij u geven. quot;

Vader! om den wille van de belofte uws Zoons, verleen mij waar ik U om bid. Ik verlang niets and«rs dan wat U i behaagt, en wensch voor alles uwe hei-j lige liefde, met hetgene haar in mij kan i vermeerderen en volmaken. Ik heb ü i lief en wensch U steeds meer te bemin-j nen. Ik bemin U, o mijn God! ik bemin ü uit den grond mijns harten. Ik bemin, o oneindige Goedheid, ik bemin U uit het binnenste mijner ziel. Ik bemin ü, eeuwige Liefdel want Gij zijt

-ocr page 438-

— l*(5 —

mijn beminnenswaardigste, mijn verlangen, mijn leven, mijn geluk, mijne zaligheid en mijn alles!

Verzuchting. O God, myne liefde, mijn eenige en mijn alles!

Hierna de geestelijke Communie, blz. 291. Bezoek aan Maria.

De H.Ephremnoemt Maria: •gt; eenehaven j der bedrukten;quot; de H. Bonaventura ; „ een i bevrijdster van onzen treurigen toestand, | en een troost der bedroefden;quot; en de H. Bernard us duidt haar aan als degene die aan onze tranen een einde maakt.quot;

6 Maria! wees alzoo ook mijne veilige haven in het noodlot, mijne geleidster ter verbetering van. mijne gebreken en ter | beoefening van de deugd, mijne hulp in ' j wederwaardigheden, mijn troost in droefheid en tranen.

Verzuchting. O Maria, troosteres | der bedroefden en hulp der Christenen! j bid voor mij.

Gebed tot Maria, bladz. 30é.

-ocr page 439-

m

NEGEN-EN- TWINTIGSTE BEZOEK.

Inleiding-sgebed, zie bladz. 294.

» Trek mij tot U, dan zal ik ü nakomen, en dé geur vin uwen balsem (uwe liefde) volgen.quot; (Hoogl. I. 3.)

Jesus Christus, de goede Herder , heeft zich toen nog niet, nadat hij het leven voor zijne kudde gelaten had, van haar willen scheiden, maar hij is en blijft voortdurend bij haar in het allerheiligste Sakrament des Altaars. O hoe gelukkig zou ik zijn, als ik de waarde dezer voortdurende sacrarnenteele tegenwoordigheid goed wist op prijs te stellen, en mij zoo veel mogelijk in zijne nabijheid ophield, zoo dat ik met de bruid des iïooglieds konde zeggen ; w ik zit onder zijne schaduw, en zijne vruchten verkwikken mij!quot; (Hoogl. II, 3.)

ó Beminnenswaardige Heiland! als ik U beminde gelijk ik moest, dan zou het

-ocr page 440-

438 —

mijn innigste wensch zijn, gedurig aan den voet des Altaars, onder de zegenende schaduw van uw heilig Sakrarnen te rasten, en mij aan de zalige vruchten uwer genaden te verkwikken , welke hier onophoudelijk van uwe liefde voortkomen. Wie echter, goddelijke Heiland, kan mij zoodanig geluk bezorgen, teozij het van U kwame ? Gelijk de magneet het ijzer, zoo kan uw van liefde gloeijend goddelijk harte het koude menschenhart tot zich trekken , en in liefde doen gloeijen, even als het vuur het ijzer. O, trek mij dan tot ü door de almagt uwer liefde; „ trek mij tot U, dan zal ik U nakomen, en de geur uwer liefde volgen. quot;

ó, Welke heerlijke vrachten van deugd, mijn Jesus, brengen die godvruchtige zieleu voort, die zeer dikwijls vol aandacht en liefde voor het Tabernakel knielen en gelijk jonge olijfboomen uw heilig Sakrament omgeven 1 Hoezeer moet ik mij daarentegen schamen, nog

-ocr page 441-

— 43Ö —

altijd zoo arm en ontbloot van deugden voor ü te verschijnen , te meer omdat ik weet, dat niemand met ledige handen voor U verschijnen mag. // Hij zal niet ledig voor mijn aangezigt verschijnen !quot; beveelt Gij in de wet van Mozes. (Eiod. XXIII. 15.) ,

Wat moet ik nu doen ? o Heer mijn God! Moet ik uw goddelijic aauschijn ontwijken , en voortaan uwe heilige tegenwoordigheid in het Sakrament vermijden? Dat zij verre! Ik zal veeleer dikwijlder tot ü komen en ü vuriger om die gaven en deugden bidden, waarmede ik voor uw heilig aanschijn moet komen. Gij noudigt immers bij voorkeur de armen en hulpbehoevenden tot U uit, en wilt hen zoo gaarne met de schatten uws heils verrijken! O, bezin dan heden op nieuw weer met mij. Zie, aan den voet des altaars neergeknield, aanbid ik Ü, Koning mijns hartenen Beminde mijner ziel! Ik nader LJ, goede Herder, die ü

-ocr page 442-

niet van uwe kudde verwijdert, en bied U mijn arm zondig harte aan. O, vervul i het met uwe genade en maak het rijk aan liefde voor U. Bevestig het met de banden van eeuwige liefdetrouw aan uw hart, zoo dat ik met uwen Apostel kunne zeggen ; n ik ben een ge-. vangene van Jesus Christus, en draag | zijne banden aan mij. (Ephes. III. 1.) ' Ja, dierbaarste Jesus! vereenig mij j ganschmet Ü, en geef dat ik, als't ware i verzonken in liefde, met mijne liefde | nergens anders zijn kan dan bij Ü. Ik bemin ü, o mijn in het Sakrament | verborgen God ! ik verbind mij heden aan U, en wensch in eeuwige liefde aan U verbonden te blijven.

Verzuchting. Tk verlang niets dan ü en uwe liefde.

Hierna de geestelijke CorciLunie. bi. 291

Sezoak aaa Maria.

De H. Bernardus noemt Maria : „ een

-ocr page 443-

— 441 —

j voortreffelijke weg tot den Zaligmaker, ! j en ter eeuwize zaligheid; — en zegt: | ,, dat zij onze zielen daarheen voert. quot; — Indien dit wezenlijk zoo is, o heilige bloeder', laat mij dan niet afdwalen, maar geleid mij langs den kortsten en besten ! weg en wijze tot uwen Zoon, en op die wijze tot het doei mijner eeuwige bestemming. Zorg dat mijne ziel, die van God uitgegaan is, ook lot God terug koine, en waardig worde met u en alle Heiligen in de eeuwige zaligheid te deelen.

Verzuchting, ü Maria! bezorg mijn heil en help mij, opdat ik zalig worde. , Gebed tot Maria, zie bladz. ^04.

DEKT1QSTK ÜJiZOJ-.K. Inleidingsgebed van bladz. 294.

„ Waarom verbergt Gij, o God, uw ; aangezigt?quot; (Job. XIII. IS.;

De vrome Job verschrok, toen hij ontwraarde dat God zijn aangezigt voor hem verborg. Wij echter hebben geen oorzaak te schrikken, als wij zien dat Jesus zijne goddelijke majesteit in het

-ocr page 444-

— 44.S

allerheiligste Sakrament roor ons verbergt; trouwens, hij doet dit niet om ons vrees of angst in te boezemen, maar integendeel, om ons alle vrees of angst voor zijne goddelijke tegenwoordigheid te benemen, en ons met moed en vertrouwen te vervuilen. Wie zou durven ! wagen tot hem te naderen, en met hem j te spreken als een Icind tot zijnen vader, | en een vriend tot zijnen vriend, als hij in al den glans zijner heerlijkheid op onze altaren verseheen? Daarom wist hij onze | zwakheid te voorkomen , en verhulde de j glorie zijner majesteit in de nederige | broodsgedaante van het allerheiligste I Sakrament. » Hoe meer alzoo de goe-i dertierene God hier zijn aangezigt voor ons verbergt, — zegt Novarin — zooveel te meer openbaart hij ons zijne overgroote liefde. quot;

ó Mijn Jesusl hoe zoet en (eeder is alzoo de vindingskracht uwer liefde, waardoor Gij U onder het liefelijk hulsel

-ocr page 445-

— —

des allerheiligsten Sakraments verbergt, opdat niemand voor uwe majesteit afgeschrikt worde, maar allen rol vertrouwen mogen naderen en hunne harten voor U kunnen uitstorten ! Te regt verlangt daarom de Profeet, die dit wonder der goddelijke liefde in den geest zag, dat het openlijk der wereld zoude verkondigd worden. « Prijst den Heer — roept hij uit — en verkondigt den volkeren zijne vindingrijke liefdewerken 1 Looft den Heer; want hij heeft heerlijke dingen gedaan; verkondigt het der gansehe aardelquot; (Is XII, 4 — 5.)

6 Allcrbeminnenswaardigste hart van Jesus, inderdaad waardig alle harten in liefde te bezitten ! O hart, vol en over- ' vloeijende van de zuiverste, heiligste en zoetste liefde! O verteerend vuur! kom en verteer al het oude in mij . en geef mij een n:euw hart, een nieuwe geest, een nieuw leven, vol liefde en genade. Verbind u zoo vast aan mij, dat eene

-ocr page 446-

Bcheiding van 11 voortaan onmogelijk zij.

ó Allerheiligst hart, uit liefde ge- ! opend, opdat allen toegang tot u zou- : den hebben; omvat mij en neem mij geheel in u op. O hart, aan het kruis door smart gebroken voor mijne zonden : vermurw mijn hart en vervul het met diepe rouwmoedige smart.

ó Jesus, mijne liefde! ik weet dat Gij hier in het allerheiligste Sakrament i van dezelfde liefderijke gevoelens voor ; mij doordrongen zijl, waarvan aan het kruis uw allerzoetste harte vervuld was, en dat Gij met smachtend verlangen naar ons heil dorst! Hoe zou ik langer kunnen aarzelen, quot;U geheel mijn hart in liefde over te geven?

Ach ! om den wille van uw lijden en bterven, mijn allerzoetste Jesus, smeek ik Ü : verwond mijn harte met de pijlen uwer liefde; verbind, vereenig en bevestig het in eeuwige liefde met uw har- gt; i te. Onder den bijstand uwer genade ■

-ocr page 447-

— 44S —

I muuk ik iiec vaste ijesiuit, voortaan ü !

alleen te beminnen, slechts naar uw i : welgevallen to leven, en alles wat mij i hierin zon kunnen hinderen, alle men-I schelijkc opzigt en aarfsehe liefde, | alle zucht naar wereldsche vermaken , i alle gemakken en weelde, als met | voeten te treden en als stjf en ver-j gankelijke nietigheid te beschouwen.

Verleen, o Heer, dat hetgeen ik X} hier beloof en vast besluit, door mij ook met alle trouw worde nagekomen. Ik zeg vaarwel aan alle ijdele liefde, en smeek en bezweer TJ, mij geheel met uwe heilige liefde te vervullen.

6 Maria, mijne hoop ! door uwe voorspraak vermoogt gij alles bij God; verkrijg mij heden de eenige genade, dat ik uwen en mijnen Jesus trouwhartiglijk liefhebbe tot in^den dood. Dit is mijn wensch, mijne hoop, mijn innigste verlangen. Help mij hiertoe, o Maria, mijne hoop I Amen.

-ocr page 448-

446 —

V c r z u c h l i ii0. Wk zal my van de liefde van Jeaua Christus scheiden? Hierna de geestelijke Communie, blz. 291.

Bezoek aan Maria.

De H. Bernardus zegt : y dat de liefde der allerzaligste Moeder-maagd even magtig als mild is, en dat het haar noch aan het vermogen om ons te helpen, noch aan medelijden om zich over ons te erbarmen ontbreekt ; beide eigenschappen staan zich ge-i lijk. — Dewijl ik dit nu weet, o Maria, i zie, zoo wil ik niet verzuimen mijne toe-1 vlugt tot u te nemen. In alle bekoringen, wederwaardigheden, gevaren en raadplegingen, wil ik mij onverwijld tot u wenden , en met geheel dn TI. Kerk u smeeken:

V e r z u c h ti n g. In alle angst en wederwaardigheid, kom ons te hulp, o allerzaligste Moeder-maagd Maria.

Gebed tot Maria, bladz. 304.

KKN- EN- DERTIGSTE BEZOEK.

In leidingsgebed, bladz. 294*. „ Jesus, vermoeid van de reis, was

-ocr page 449-

— 447 —

^ezclcu atiix dc I run. ^ Juan. IV. Ö.)

WeJk eeu liefelijk gezigt moet het geweest zijn, onzen beminnenswaardigsten Verlosser, vermoeid van de reis, aan ; Jacobs bron te zien zitfeu . zich onderhoudende met eeue arme zondares, die hy door zijne zachtmoedigheid en vriendelijkheid geheel terug gewonnen had. „ O, erkendet gij toch de goddelijke genade, — zeide de Zaligmaker tot haar — en wie Degene is, die hier i met u spreekt!quot; Eu zij ontweek dat licht der genade niet, maar erkende in hem den Heiland der wereld, en werd gered en voor eeuwig gezaligd.

ó, Mogten toch ook nu nog zoo velen, die tot hun verderf in dwaling en zonde voortleven en geestelijkerwyze versmachten, inzien en willen erkennen, j welk eene onuitputtelijke bron van genade, heil en zaligheid voor hen vloeitin het allerheiligste Sakrament, en wie Degene is die hier spreekt: » wie dorst

-ocr page 450-

_ 448 —

lieel't, kometotmij 1 ' hoezouacnzij Zidi haasten daarheen te gaan en den beminden Heer bidden, dat hij hen te drinken gave van het levende water, dat alleen alle verlangen van 's menscben hart bevredigen, hem de ware rust en vrede geven, en in zich-zelven eene bron kan worden van de reinste zaligheid, die overvloeit tot het eeuwige leven. — Maar helaas! dit geluk is alzoo voor de j oogen der meeste menscben verborgen, omdat zij de duisternis meer beminnen dan het licht : zij ontvlugten die bron des heils, des levens en van alle zaligheid : het allerheiligste Sakrament, en meenen hunnen dorst te kunnen les-schen daar, waar slechts onheil, dood en verderf gevonden wordt: — in de nietige goederen, vergankelijke genoegens en vuile lusten dezer wereld.

ó. Verborgen God en Heiland, eenig heil en geluk der zielen 1 met weemoed en droefheid des harten aanschouw ik de

-ocr page 451-

— 449 -

vreeselijke verhiinding van zoo vele dwalenden, wier oog verborgen is, wat hen tot waren vrede kon dienen. Om hen te redden en zalig te maken, komt Gij, o eeuwige ontferming, telken dage nog op | nieuw in de wereld, en daalr.op ontelbare altaren neder, om even zoo vele genadebronnen te zijn in het allerheiligste Sa-kramentj zij geven er geen acht op, en gaan onverschillig en zelfs spottend voorbij. Gij wilt door heilige ingevingen tot hunne harten spreken, maarzij willen ü niet aanhooren. Gij biedt hen onophoudelijk geluk, heil en zaligheid aan; zij weren uwe liefderijke hand van zich af en wijzen uwe goddelijke uitnoodigingen van de hand. Gij overlaadt hen onophoudelijk met weldaden en alle goeds; terwijl zij U met ondankbaarheid en minachting vergelden. Gij houdt niet op hen te beminnen; en zij gaan onophoudelijk voort U te beleedigen. Gij wilt hen ter zaligheid en hun waar geluk geleiden ;

-ocr page 452-

— 410 —

maar rij haasten zich blindelings het geluk en hun eeuwig verderf te ge-moet te loopen I

Ach, allerzoetste Heiland 1 Ook ik heb eenmaal tot die ongelukkigen behoord , en ook voor mijn oog wasde onuitputte-lijkegenadebron des heiligen Sakraments verborgen. Maar eenwigzij daarvoor uwe oneindige barmhartigheid geprezen; zij heeft mij vaa de verblindheid des har-| ten genezen, en door den magtigen trek | uwer genade mij zoo ver gebragt, dat ik U, mijn beminden Heer en Heiland , in | dit liefdegeheim niet slechts als de oorsprong van alle heil erken, maar ook als mijn hoogste Goed waardeer en bemin, en dagelijks naar meer volmaakte erkentenis en liefde van uwe goddelijke majesteit dorst.

Zie, o mijn Jesus! uit dankbare i erkentelijkheid zou ik nu daarvoor wen- | schen, al die arme zielen te kunnen red- i den, die verwijderd van ü, de bron de» i

-ocr page 453-

— 451 —

levens, in de goederen en vermaken dezer wereld hun heil zoeken, maar niets dan verderf vinden. Ach, ontferm U 1 over hen, liefdevolle Verlosser! Laat het licht uwer genade hen krachtig osn- | stralen, opdat/ij hunne dwaling inzien i en erkennen; beweeg en versterk hun' zwakken wil, opdat zij zich kloekmoedig van het verderf der wereld losrukken en U als hun heil volgen. Haast Ü, o goede Herder, al deze afgedwaalde schapen op te zoeken, en hen met geweld terug te voeren naar uwe uitverkorene kudde, welke Gij op de hemelsche weide van uw allerheiligst Sakrament weidt; drenk allen uit deze welbron des levens, met vrede, heil en zaligheid.

Hoor, o Jesus, mijn vurig smeekgebed ; het betreft uwe eer en de zaligheid van zoo veler zielen, waarvoor uw kost-1 baar bloed gevloeid heeft. Gij kunt hen verlichten; Gij kunt hen reddenenzalig mnJrPT» : f'nr hrf om wille nwer

-ocr page 454-

— 452 —

oneindige barmhartigheid en liefde; doe het op de voorspraak uwer maagdelijke Moeder, die Gij tot voorspreekster ^ en redding der zondaren gesteld hebt.

Verzuehting. O Jesus! ontferm | l] over mij en over alle afgedwaalde en verleide zielen.

Hierna de geest elijke Cominuaie, blz. 291.

Bezoek aan Maria.

De godzalige Amadeus zegt ; dat Maria, onze glorievolle koningin, voortdurend het ambt van voorspreekster voor ons vervult, terwijl zij hare gebeden voor i ons, zonder ophouden, voor Gods troon herhaalt.quot; „Trouwens, — voegt hij er | hij — zij ziet onze ellenden en de vele i gevaren, waaraan wij voortdurend bloot i staan; daardoor is haar reeder moederhart bewogen, en is zij altoos bereid ons te hulp te komen.

6, Zoete Moeder der barmhartigheid! Alzoo gij zonder ophouden met moeder- 1 lijke erbarming op onze armzaligheid ne- i derziet. let dan ook op de groote ellende j

-ocr page 455-

— quot;tsx _

v8tt zoo velen, die, verwijderd van uwen goddeiijken Zoon, de wegen des verderfs bewandelen en hunnen eeuwigen ondergang te gemoet snellen. O, erbarm u over hen! en help dat zij gered worden; opdat de prijs van Jesus kostbaar bloed, hetwelk dezen uwen beminden Zoon voor allen vergoten heeft, niet verloren ga. Versmaad, lieve •Moeder, mijn gebed niet, maar verlos mij en hen van alle gevaren.

Verzuchting. 6, Glorievolle en gezegende Moeder-maagd, onze vrouw, onze middelares en voorspreekster! bid voor ons.

Gebed tot Maria, zie bladz. 304.

Einde der Bezoeken.

-ocr page 456-

— 454 —

DE HEILIGE WEEK.

O F

bijzondere aandaohts-ocfeningen voor elkeu dag der week,

1.

VOOK UiN ZONDAG,

tsr eere der allerheiligste DrievaHigW.

l.

De akten van Geloof, Hoop, Liefde en Berouw, lie bladz. 39. — 40, drama .

2.

Aanbidding, ó, Alierheiligste Drievuldigheid, één ! eenige Godl God, één in wezen, drie-; voiidig iu de personen des Vaders, des Zoons, en des heiligen Geestes 1 Neêr-(reknield in het utof der nariep, waaruit

-ocr page 457-

— 465 —

awe wijsheid , almagt en goedheid mij te voorschijn riep, aanbid ik ü ootmoedig eu met den diepsten eerbied, en geef, ten opzigte van uw ondoorgrondelijk Wezen, met volkomen onderwerping , mijn gering en zwak verstand gevangen ten dienste van het geloof.

Allerheiligste, driev uldige God ! open mij, die eerbiedig mijne handen tot IT uitstrek, de poorte uwer oneindige barmhartigheid; opdat ik in den geest met mijn gebed tot U moge doordringen , en met de zuivere geesten des hemels l' moge aanbidden en verheerlijken.

Heilig, heilig, heiligzijtGij, God der heerkrachten ! Hemel en aarde zijn vol van uwe glorie en heerlijkheid! Wonderbaar, magtig en vreeselijk zijt Gij, maar ook oneindig en onmetelijk in liefde, ontferming en goedheid!

U, verhevene en magtige God, aanbidden alle heerschappijen en troonenj voor U sidderen de mntrticrrn . rri

-ocr page 458-

— 456 —

hemelsche krachten beven voor uw goddelijk yangezigt. Maar, eene onuitsprekelijke zaligheid en blijdschap straalt ook uit uw Wezen en vervult de hemelen met duizendvoudige zalige verrukkiugen.

Doop mijoe ziel met vuur, Allerhoogste ! en zuiver mijn hart en lippen, gelijk die van den profeet Isaias, met eene gloeijende kool, opdat ik bereid worde Ü in geest en waarheid te aanbidden en uwen lof op passende wijze te verkondigen.

Ik aanbid, loof en bemin U, almag- ! tige, eeuwige, ongeschapen Vader, I oorsprong en oorzaak, Heer en Gebieder | der gansche schepping! I), die hemel ! en aarde, met alles wat er zich in bevindt, uit den afgrond des Niets in zoo schitterend aanzijn geroepen en ons menschen naar uw goddelijk evenbeeld geschapen hebt; die alles doet ; voortduren en bestuurt, en alle schep- j gel voedt, onderhoudt en verzorgt.

-ocr page 459-

Ik aanuid prijs en bemin o, Heer Je sus Christus; U, volkomen gelijke Zoon des eeuwigen Vaders, getrouw evenbeeld van zijn Wezen, weerglans van diens oorspronkelijke heerlijkheid en heiligheid; eeuwige, ongeschapen God, gelijk de Vader; licht der wereld, Verlosser derinenschen, stichter en voleinder van ons heilig geloof, oorsprong vau alle heil, oorzaak van ons aller zaligheid ! Ik aanbid U, die eens uit oneindige liefde voor ons den zetel uwer heerlijkheid verliet, mensch werdt, voor ons leefdet, leedt en stierft, en nu ter regterhand uws Vaders op den troon gezeten, bij Hem onze middelaar, verzoener en voorspreker zijt!

Ik aanbid, loof en bemin U, God, heilige Geest, zoete baud der eeuwige liefde van de allerheiligste Drievuldigheid ! Geest der geesten, licht van alle lichten, eeuwig onverwinbare bron van heiliging, troost en sterke ! [k aan-

-ocr page 460-

— 448 —

bid r uüocscliüpcii God, gelijk am den Vader en den Zoon, van beiden voortgekomen uit den schoot der eeuwigheid 1 U , die het licht der Profeten waart, die de Apostelen I eerdet, de Martelaren ver-aterktot, en thans als de beloofde Vertrooster en Geest der waarheid onafgebroken voortgaat de heilige katholieke Kerk te leiden, te bestaren en te beschermen ; die haar voor dwaling bewaart en ala een onwrikbare zuil en grondveste der waarheid behoedt, tot heil van alle volkeren en geslachten!

O allerheiligste Drievuldigheid , eeuwige Godheid! aan wie ik mijn aanzijn, mijne verlossing en heiliging te danken heb : zie genadig neder op mij, uw arm en behoeftig schepsel, dat in het stofge-knield U aanbidt en U zoo gaarne op eene waardiger wijze wenamp;chte te vereeren. Neem, onbegrijpelijke, onmeetbare God en eeuwige Ontfermer, neem dit stille offer mijner aanbidding , van mijnen lof

-ocr page 461-

fü liefde met welgevaJIcn a^n ,

en verleen mij de genade, hier 7,00 vroom, rein en goed voor ü te ieven, dat ik eens waardig moge bevonden worden , met alle Engelen en Heiligen in den hemel, uwe goddelijke Majesteit te aanschouwen , en door deze aanschouwing gezaligd, uw lof niet hen te mogen verkondigen in eeuwigheid. Amen.

Tot uitbereiding dezer aandacht kan men hierna de Rozenkrans bidden en vervolgens de :

S.

litanie

TOT DK AIJIJEEH. DSIEVUtDlOHElu,

Heer, ontferm ü onzer.

Christus, ontferm U onzer.

Heer, ontferm IJ onzer.

Vader, in wien alles is, ontferm ü

onzer.

Zoon. door wien alles is, ontf. ü onzer.

-ocr page 462-

— 460 —

heilige Geest, uit wieu aiies ia. unt

ferm U onzer.

Heilige en onverdeelde Drievuldigheid , één-eenig God, Onbegrijpelijke majesteit, Onveranderlijke niagt,

! Oneindige wijsheid, I Onuitputtelijke goedheid, \ Albeheerschende kracht, i quot;Wetgevende Godheid,

1 Eeuwige waarheid.

Koning, almagtige God,.

Gij, die eenig en alleen God /.ijt, Tn wien wij leven, ons bewegen en zijn ,

| Wiens majesteit geheel de aarde j vervult,

1 Wien alleen roem en eere toekomt, | Gij, die ons troost in onzen tegenspoed,

Gij, die wonderbaar lijt in uwe werken ,

Gij, die zijt, waa-t en wezen zult.

-ocr page 463-

— 461 —

Regtvaardig en vreeselijk in 't geregt,

ontferm ü onzer.

Glorierijk en wondervol in de heerschappij , O Ongeboren Vader, ^ Eengeboren Zoon, a Heilige Geest, var. den Vader en c3 den Zoon uitgaande. § O allerheiligste Drievuldigheid, één- ^

eenig God,

Wees ons genadig, spaar ons, Heer. Wees ons genadig, verhoor ons, Heer. Van alle kwaad, verlos ons, Heer. Van alle zonde.

Van alle trouweloosheid.

Van de overtreding uwer geboden , lt; Van de veronachtzaming uwer hei- 5-lige dienst, ^

Van den eeuwigen dood, g

Door de sterkte uwer airaagt.

Door uwe eeuwige wijsheid, g*

Door uwe oneindige goedheid,

Door uwe eroote barmhartigheid,

30

-ocr page 464-

— 462 —

Door uw geduld eu langraoedigheid , ! verlos ons, Heer.

: Wij zondaren, wij bidden U, verhoor ons.

Dat wij U, den waarachtigen God, steeds en op alle plaatsen belijden mogen, ^ Dat wij U, den éénen God, in de Drievuldigheid vereeren, en de £ Drienildigheid in de eenheid aan- £ bidden mogen ,

Dat wij U van ganseher harte mogen ^

beminnen,

Dat Gij het uwen heiligen naam % gewijde volk behouden en zalig 0 maken moogt, S

Dat Gij den dwalenden, om op het pad der geregtigheid terug te keeren, licht verleenen wilt, Dat Gij aan de geloovige zielen de eeuwige rust gelieft te schenken, Dat Gij ons moogt verhooren, O allerh. Drievuldigheid, verlos ons.

-ocr page 465-

— 4-63 —

O allcrli. Drievuldigheid, red ons. O allerh. Drievuldigheid, beziel ons. Heer, ontferm U onzer.

Christus, ontferm U onzer.

Heer, ontferm IJ onzer.

Onze Vader, enz.

v. Laat ons den Heer, onzen God prijzen : den Vader, den Zoon en 'den heiligen Geest!

k. Laat ons Hem hoog verheffen en i

loven in eeuwigheid!

v. Heilig, heilig, heilig is God, de

Heer der heerscharen!

k. Hemel en aarde zijn vol van zijne glorie en heerlijkheid !

Q E B E 1).

Almagtige, eeuwige God! die ons, uwen dienaren, verleend hebt, in de belijdenis van het ware geloof, de glorie dei-eeuwige Drievuldigheid te erkennen , en in haar wezen en majesteit de éénheid te aanbidden : verleen ons, dat wij door

-ocr page 466-

— 462 —

Door uw geduld eu langmoedigheid ,

verlos ons. Heer.

Wij zondaren , wij bidden U, verhoor ons.

Dat wij U, den waarachtigen God, steeds en op alle plaatsen belijden mogen, ^ Dat wij U, den eénen God, in de ' Drievuldigheid vereeren} en de HL' Drievuldigheid in de eenheid aan- 5quot; bidden mogen, c* Dat wij U van ganscher harte mogen ^ beminnen,

; Dat Gij liet uwen heiligen naam § gewijde volk behouden en zalig ^ maken moogt, S

Dat Gij den dwalenden, om op het pad der geregtigheid terug te keeren, licht verleenen wilt. Dat Gij aan de geloovige zielen de j . eeuwige rust gelieft te schenken, j Dat Gij ons moogt verhooren,

O allcrh. Drievuldigheid, verlos ons.

-ocr page 467-

— 463 —

j O allerli. Drievuldigheid, red ons. O allerh. Drievuldigheid, beziel ons. Heer, ontferm U onzer.

Christus, ontferm U onzer.

Heer, ontferm Ü onzer.

Onze Vader, enz.

t. Laat ons den Heer, onzen God i prijzen : den Vader, den Zoon en | den heiligen Geest!

r. Laat ons Hem hoog verheffen en j

loven in eeuwigheid !

t. Heilig, heilig, heilig is God, de

Heer der heerscharen!

k. Memel en aarde zijn vol van zijne glorie en heerlijkheid !

Q E B K D.

Almagtige, eeuwige God! die ons, uwen dienaren, verleend hebt, in de belijdenis vanhet waregeloof, de glorie der eeuwige Drievuldigheid te erkennen, en in haar wezen en majesteit de éénheid te aanbidden : verleen ons, dat wij door

-ocr page 468-

— 462 —

Door uw geduld en laugmoedigheid ,

verlos ons, Heer.

quot;Wij zondaren, wij bidden U, verhoor ons.

Dat wij U, den waaraehtigen God,

steeds en op alle plaatsen belijden mogen, ^ Dat wij U, den éenen God, in de *2.' i Drievuldigheid vereeren, en de Ei Drievuldigheid in de eenheid aan- [T bidden mogeu ,

Dat wij U van ganscher harte mogen ^

beminnen,

Dat Gij het uwen heiligen naam % gewijde volk behouden en zalig 0 maken moogt, S

Dat Gij den dwalenden, om op het pad der geregtigheid terug te keeren, licht verleenen wilt,

Dat Gij aan de geloovige zielen de eeuwige rust gelieft te schenken, Dat Gij ons moogt verhooren,

O allerh. Drievuldigheid, verlos ons.

1

-ocr page 469-

— 463 —

O allerli. Drievuldigheid, red ons. O allerh. Drievuldigheid, beziel ons. Heer, ontferm U onzer.

Christus, ontferm U onzer.

Heer, ontferm Ü onzer.

Onze Vader, enz.

v. Laat ons den Heer, onzen God prijzen : den Vader, den Zoon en 'den heiligen Geest!

K. Laat ons Hem hoog verheffen en

loven in eeuwigheid !

t. Heilig, heilig, heilig is God, de

Heer der heerscharen!

K. Hemel en aarde zijn vol van zijne glorie en heerlijkheid !

G E B E 1).

Almagtige, eeuwige God! die ons, uwen dienaren, verleend hebt, in de belijdenis van het ware geloof, de glorie der eeuwige Drievuldigheid te erkennen , en in haar wezen en majesteit de éénheid te aanbidden : verleen ons, dat wij door

-ocr page 470-

— 464

standvastige troim in dit geloof, van alle wederwaardigheden en gevaren des beils mogen verschoond blijven. Gij die leeft en heerscht, God van eeuwigheid tot eeuwigheid. Amen.

ZEGENBEDE.

Heilige God! heilige almagtige God! ! heilige onsterfelijke God! erbarm U i mijner en verleen mij uwen zegen.

Onszegene, beware en bescherme, de almagtige en barmhartige God — f Vader , f Zoon en f heilige Geest. Amen.

De liefde Gods, des hemelschen Va-i ders; —- de genade van Jesus Christus, den eeniggeboren Zoon, — de troost en bijstand van den heiligen Geest, zij met mij, nu en altijd, en in alle eeuwigheid. Amen.

Dat de zielen van allen die in den Heer ontslapen zijn, in eeuwigen vrede mogen rusten Amen.

-ocr page 471-

465 —

li.

VOOB DEN MAANDAG.

AacdacMs-osfeniDjEa lot im lieiliseu Gjssi i.

S e q u e l z,

(Veni, sancte Spiritua.

1. Kom, heilige Geest! laat de glaaa uws heiligen lichts van den hemel nederdalen. — Kom, vader der armen, uit-deeler der gaven, licht onzer harten!

2. Kom, hemelsche vertrooster, zoetste verkwikker, goedertierene gast der zielen! — Kom, rust in onzen arbeid, verkoeling in onze hitte , troost in droefheid en lijden.

3. Kom, zalig licht! en vervul de harten van allen , die geloovig naar U verlangen. — Zonder V vermogen wij niets; zonder ü zijn wij slechU ellende en ^cnde.

-ocr page 472-

=— 4ö6 —

4. Kom, zuiver het onreine; genees het verwonde; wek het verstijfde op ten leven; verwarm het koude; breng de dwalend en teregt, en buig hen die U weerstand bieden.

5. Kom, en vervul met uwe zeven heilige gaven, allen die op U hopen. — Kom, en help ons de deugd beoefenen , de laster ontvlugten, verdiensten voor den hemel verzamelen, vroom leven, zalig sterven en de vreugden des hemels beërven. Amen.

Wie deze Lofzang aandachtig bidt, verdient telkenmale een aflaat van 100 Jagen, (onder het Octaaf van Pinksteren 300 dagen.) Wie ze gedurende eene maand dadelijks bidt, en vervolgens de heilige Sakramenten waardig ontvangt, wordt deelachtig aan een' vollen aflaat; alle welke aflaten | evenzeer aan de gelooWge zielen in I het vagevuur kunnen toegepast wor- ■ den.

-ocr page 473-

— 4.87 —

2,

(iebed tot den lioiligen (iccst.

6 Heilige Geest, zoete vertrooste!' der vrome zielen , almagtige geneesheer der verwonde harten, sterke hulp iu allen nood , en zekere gids door alle gevaren dezes sterfelrjken aardsohen levens! Kom, kom in mijn hart, en stort er de onuitsprekelijke zoetigheid uwer gaven in uit.

Kom, geest der wijsh eid ! geef mij wijsheid ter zaligheid. Bewaar mij voor de duisternissen en dwaasheden der wereld. Schenk mij de wijsheid die aan uw troon staat, opdat zij mij bijhlijve en in mij werke. Leer mij wijs denken, wijs spreken en wijs handelen; opdat al mijne gedachten , woorden en werken het kenmerk dragen van hemelsche wijsheid en Gode welgevallig te zijn.

Kom, geest des verstands! verlicht mijne kennis met uw goddelijk

-ocr page 474-

— 468 —

licht, en geef mij hetregte verataad uwer goddelyke waarheden. Laat mij in uwe voorlichting het licht aanschouwen, en tot de ware erkentenis komen van God en van zijnen heiligen wil.

Kom, geest van goeden raad! sta mij in alle moeijelijkc en twijfelachtige gevallensteeds ter zijde. Wend mijne zwakke zinnen van al wat schadelijk is af, en neig ze ten goede, en voor wat nuttig en heilzaam is. Help mij het ' booze vermijden, het goede erkennen en volgen, het volmaakte beminnen en er met allen ijver naar streven.

Kom, geest, van sterkte! en voorzie mij van uwe kracht; opdat ik in alle bekoringen standvastig in het goede moge volharden, mij door geene aan-lokselen late medeslepen, noch voor bedreigingen vreezen, maar bij alle mogelijke voorkomende gevallen vaat sta voor Gods eer en het heil mijner arme ziel, gegrondves': in het geloof,

-ocr page 475-

— 469 —

liuvcsti^ii door de lioo^, ca bekrachtigd door de heilige liefde.

Kom , geest der wetenschap! en schenk mij de ware wetenschap der heiligen; die wetenschap welke er haren roem in atelt, niets te weten dan | Jesns, namelijk Jesus den gekruiste, i Hij-alleen is ons gegeven ter wijsheid, j geregtigheid, heiliging en verlossing.

! Kom, o geest van godsvrucht! en

i vervul mijn hart met ware aandacht, j Schenk mij lust en liefde voor het gebed i eneenegedurigeouderhoudingmet God. j Verbind gij, 7,oete band der allerheüig-i ste Brievuldigheid, mijn hart hier op | aarde reeds bestendig aan die zalige gemeenschap, waarin ik eenmaal in den hemel eeuwig in God hoop te leven.

Kom, o geest der vreeze dea He eren! en leer mij God waarlijk vreezen , zijne eeuwige regtvaardigheid altijd voor oogen houden, en mij zorgvuldig ia acht te nemen voor alle

-ocr page 476-

— 4?0

ligtvaardige overtreding zijner heilige geboden. Laat die vreeze echter steeds vermengd en vergezeld zijn van heilige liefde, en wel zoodanig, dat de liefde meer dan de vrees voor God mij bewege het goede te doen , het booze te vlugten, en Hem in standvastige trouw te dienen; ten einde ik op die wijze, onder uwen bijstand, gelukkig mijne eeuwige bestemming en doel bereike in den hemel bij God — den Vader, en den Zoon, en bij U, o heilige Geest. Amen.

3.

LITANIE

VAN DEN HbILlGEN GEKST.

Heer, ontferm U onzer.

Christus, ontferm U onzer.

Heer, ontferm U onzer.

Heilige Geest, die van :len Vader en van den Zoon voortkomt, ontferm U onzer.

-ocr page 477-

471 —

Geest des Heeren, God van Israël,

ontferm IJ onzer.

Heilige Geest, die heerschappij

voert over het menschdom,

Heilige Geest, die de geheeJe aarde

vervult,

Die alle krachten bezit.

Die alle goeds werkt, en alles voorziet ,

Geest der waarheid, die alle waar- ^ ^

O

heid leert en alle ^aven uitdeelt, ^

O 'n

Geest van wijsheid en verstand, g Geest van raad, sterkte, weten- ^

schap en godvruchtigheid ,

Geest van de vreeze des Heeren, g

en van voorzigligheid,

Heilige Geest, door wiens ingeving de heilige mannen Gods gesproken hebben,

Heilige Geest, die de toekomende

dingen verkondigt,

Heilige Geest, gave eu belofte des Vaders,

-ocr page 478-

— 472 —

Heilige Geest, vertrooster, die de we-vrereld overtuigt, ontferm U onzer. Heilige Geest, door wien de duivelen worden uitgedreven,

Heilige Geest, uit wien wij herhoren worden,

j Heilige Geest, door wien de liefde Gods in onze harten is uitgestort. Geest der aanneming tot kindereu j Gods, p

Geest van genade en barmhartig- y heid, 3

j Geest, die ons in onze zwakheid ^ te hulp komt, en aan onzen geest o getuigt, dat wij kinderen Gods 3 zijn,

! Heilige Geest, onderpand onzer erfenis , die ons op den regteu weg leidt,

Oppergeest, die levend maakt eu

versterkt,

Geest van zaligheid, oordeel ea blijdschap,

-ocr page 479-

— 473 —

Geest van geloof, vau ijver en vrede,

ontferm U onzer.

Geest van ootmoedigheid, liefde ,

en eerbaarheid.

Geest van goedertierenheid , goedheid en Jangmoedigheid, O Geest van zachtmoedigheid, waar- g» heid, eenheid en vertroosting, 5 Geest van vermorzeling des harten, van belofte, van vernieuwingen 0 heiligmaking, g ! Geest van leven, geduld, onthou- •'

ding en zedigheid,

Geest van alle genade.

Wees genadig, spaar ons. H. Geest. Wees genadig, verhoor ons, H. Geest. Van den geest der dwaling, verlos

ons, H. Geest.

Van den geest der onkuisehheid, verlos ons, H. Geest.

Van den geest der godslastering, verlos ons, H. Geest.

Van alle verhardheid in het kwaad ,

1

-ocr page 480-

— 474 —

cn van vertwijfeling, verlo» ons, H. Geest,

Van alle vermetelheid en tegenspraak der bekende waarheid. Van alle boosaardigheid en kwade

gewoonte,

Van het benijden der broederlijke liefde,

| Van onboetvaardigheid in ons sterf- ^ 1 uur, g-

Door uwe eeuwige voortkomst van

c

den Vader en den Zoon , g

Door uwe onzietbare zalving ,

Door de volheid der genade, waar- • ' mede Gij de heilige maagd Maria ï? hebt begunstigd,

Door dien invloed van heiligheid, waarmede Gij de Moeder des Heeren, in de ontvangenis des Woords, als deedt overstroomen , Door uwe heilige verschijning bij

den doop van Christus,

Door uwe heerlijke neder daling over

-ocr page 481-

— 475 —

de Apostelen, verlos ong, H. Geest-Door de onuitsprekelijke goedheid, waarmede Gij de Kerk bestuurt, de opperhoofden vereenigt, de martelaars versterkt, de leeraars verlicht, en de geestelijke orden instelt, verlos ons, H. Geest.

Wij zondaars, bidden U, verhoor ons. Dat wij naar den geest mogen wandelen , en de begeerlijkheden van het vleesch niet involgen, ^

Dat wij ü nimmer bedroeven, ^ Dat Gij alle kerkelijke overheden in E-' de heilige godsdienst , en in den g waren geest wilt bewaren,

Dat Gij aan alle Christenen maar een ^ hart en éene ziel wilt geven, ^ Dat Gij ons standvastigheid en § volmaking in de deugd wilt ver- ^ leenen, S

Dat Gij ons gebed wilt verhooren, Geest Gods,

Lam Gods, dat wegneemt de zonden

-ocr page 482-

— 47fi —

der wereld , stort uwen heiligen Geest over ons.

Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld, zend over ons den beloofden Geest des Vaders.

Lam Gods, dat wegneemt de zonden !

der wereld, geef ons den goeden Geest. Heilige Geest, hoor ons.

Heilige Geest, Trooster, verhoor ons. Heer, ontferm ü onzer.

Christus, ontferm U onzer.

Onze Vader, enz. Wees gegroet, euz. v. Zend, o God, uwen Geest af, en

alles zal herschapen worden. R. En het aanschijn der aarde zal zich vernieuwen.

GEBED.

6 God, die de harten uwer geloovigen door de verlichting van den heiligen Geest hebt geleerd: verleen ons, dat wij in denzelfden Geest het goede en ware altijd erkennen . en door tronwn vrrrr»!-

-ocr page 483-

— 477 —

ling van hetgene U beliagelijk is, ons in zijne vertroosting verheugen mogen. Door Jesus Christus , uwen Zoon, onzen Heer. Amen.

Eer, lof, glorie en dank zij U, o allerzoetste, goedertierenste en liefderijkste heilige Geest, nu en altijd, en in alle eeuwigheid! Amen.

Zegenbede

O heilige Geest, die op den Pinksterdag de Apostelen en Leerlingen met uwe gaven vervuld en hen rijkelijk gezegend hebt: ik bid U, wil ook over mij en de mijnen uwen goddelijken zegen uitstorten , en met uwe genadegaven bij ons blijven, tot dat wij na dit leven ingaan in de eeuwige vreugde, en met alle hemelsche goederen gezegend worden, voor alle eeuwigheid. Amen.

Het genadelicht des hemelscheu Vertroosters verlichte mijn hart, mijne zinnen en gedachten, en in de kracht des 31

-ocr page 484-

— 478 —

heiligen Geestes zegenn mij dealmagtige en barmhartige God — f Vader, f Zoon en f heilige Geest. Amen.

De zielen van allen die in den Heer ontslapen zijn, mogen, door Gods ont-lerming, rusten in vrede. Amen.

III.

VOOR DEN DTNGSDAO.

1.

Aaoduchts-oefenintjen voer den zoeten hm km.

Litanie van den zoeten Naam Jesns. Bladz. 2G8.

2.

Gebed tot den zoeten Naam Jesus.

Wees gegroet, o zoetste Naam Jesus! in de almagt des Vaders, die u zijnen eeniggeboren Zoon gegeven heeft; wees gegroet, in de wijsheid des Zoons, dieu aangenomen heeft; wees gegroet, in de zoetigheid des heiligen Geestes, die utot troost van allegeloovigen op aarde en tot

-ocr page 485-

479 —

onuitsprekelijke vreugde van alle zaligen ia den hemel verheven heeft!

ó. Hoogwaardigste Naam Jesus! van ganscher harte bemin, eer en groet ik u, en dank der allerheiligste Drievuldigheid, dat zij u zoo hoog verheven, zoo lofwaardig en magtig gemaakt heeft, dat geen andere naam in den hemel of op aarde gevonden wordt, waarin de mensch kan zalig worden, als in u, o zoetste en heiligste Naam Jesus!

o. Wees geloofd en gezegend, aangebeden en verheerlijkt in eeuwigheid, zaligste, magtigste en zoetste Naam Jesus, voor welken de booze geesten vlugten en alle knieën zich vol eerbied moeten buigen, In diepen ootmoed en aanbidding buig ook ik mijne knieën voor u, met allen die in den hemel, op en onder de aarde zijn.

o Jesus ! wees mij waarlijk datgene, wat uw zoete Naam beteekent: helper, redder, trooster en verlosser. Laat mij

*

-ocr page 486-

— 47ft —

der wereld , stort nwen heiligen Geest over ons.

Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld, zend over ons den beloofden Geest des Vaders.

Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld, geef ons den goeden Geest. Heilige Geest, hoor ons.

Heilige Geest, Trooster, verhoor ons. Heer, ontferm TJ onzer.

Christus, ontferm U onzer.

Onze Vader, enz. Wees gegroet, euz. ! v. Zend, o God, uwen Geest af, en

alles zal herschapen worden. r. En het aanschijn der aarde zal zich vernieuwen.

g e b e jï.

ó God, die de harten uwer geloovigen i door de verlichting van den heiligen Geest hebt geleerd: verleen ods , dat wij i in denzelfden Geest het goede en ware altijd erkennen , en door trouwe vfrrul-

-ocr page 487-

— 477 —

ling van hetgene U behagelijk is, ons in zijne vertroosting verheugen mogen. Door Jesus Christus , uwen Zoon, onzen Heer. Amen.

Eer, lof, glorie en dank zij U, o allerzoetste, goedertierenste en liefderijkste heilige Geest, nu en altijd, en in alle eeuwigheid! Amen.

Zegenbede

O heilige Geest, die op den Pinksterdag de Apostelen en Leerlingen met uwe gaven vervuld en hen rijkelijk gezegend hebt: ik bid U, wil ook over mij en de mijnen uwen goddelijken zegen uitstorten , en met uwe genadegaven bij ons blijven, tot dat wij na dit leven ingaan in de eeuwige vreugde, en met alle hemelsche goederen gezegend worden, voor alle eeuwigheid. Amen.

Het genadelicht des hemelschen Vertroosters verlichte mijn hart, mijne zinnen en gedachten, en in de kracht des 31

-ocr page 488-

« 478 —

heiligen Geestos zegeno mij dealmagtige cu barmhartige Ootl — f Vader, f Zoon en f heilige Geest. Amen.

De zielen van allen die in den Heer ontslapen zijn, mogen, door Gods ont-l'erming, rusten in vrede. Amen.

III.

VOOR DEN quot;DTNOSDAG.

I.

taaachls-oefeniiigen voer den zoeten Naam Jesns. Litanie van den zoeten Naam Jesns.

Bladz. 2GS.

2

Gebed tot den zoeten Naam Jesus.

Wees gegroet, o zoetste Naam Jesus! in de almagt des Vaders, die u zijnen eeniggeboren Zoon gegeven heeft; wees gegroet, in de wijsheid des Zoons, dieu aangenomen heeft; wees gegroet, in de zoetigheid des heiligen Geestes, die utot troost van alle geloovigen op aarde en tot

-ocr page 489-

479

onuitsprekelijke vreugde van alle zaligen ia den hemel verheven heeft!

ó. Hoogwaardigste Naam Jesus! van ganscher harte bemin, eer en groet ik u, en dank der allerheiligste Drievuldigheid, dat zij u zoo hoog verheven, zoo lofwaardig en magtig gemaakt heeft, dat geen andere naam in den hemel of op aarde gevonden wordt, waarin de mensch kan zalig worden, als in n, o zoetste en heiligste Naam Jesus!

u. Wees geloofd en gezegend, aangebeden en verheerlijkt in eeuwigheid, zaligste, magtigste en zoetste Naam Jesus , voor welken de booze geesten vlugten en alle knieën zich vol eerbied moeten buigen. In diepen ootmoed en aanbidding buig ook ik mijne knieën voor u met allen die in den hemel, op en onder de aarde zijn.

ó Jesus ! wees mij waarlijk datgene, wat uw zoete Naam beteekent: helper, redder, trooster en verlosser. Laat mij

-ocr page 490-

— 480 —

I den troost, de kracht eu wonderbare | zoetigheid van dezen Naam diep in mijn ! hart gevoelen, en door denzelven alle ! behoeften mijns levens geregeld, gewijd en geheiligd worden. Tn dezen Naam wil ik alles beginnen , voortzetten en voleindigen; in dezen Naam wil ik bidden, werken en uitmunten; in dezen Naam wil ik lijden en mij verheugen, verdragen, strijden, genieten en ontberen, leven en sterven. Uw Naam, o Jesus, zij mijn schild en mijne bescherming, mijn troost en mijne verkwikking, mijne hulp en sterkte, mijn heil in leven, mijn vertrouwen en toeverlaat in den dood, mijne zaligheid in de eeuwigheid! Amen.

ó Zoete Naam ! in u is alle zoetigheid; Tn u is alle heil, in u is alle vreugd! U, Jesus, leef ik; U, Jesus, wil ik sterven;

Zoo kan ik, noch in nood, noch in den dood bederven!

-ocr page 491-

_ 481 —

Tot uitbreiding dezer aandacht kan men zeer toepassend van de korte Verheffingen des harten, op bladz. 40, gebruik maken , alsmede van de :

Litanie van den zoeten Naam Jesus, op bladz. 268.

IV.

VOOlt DEN WOENSDAG.

AaDtehls-osfeniDgsn lot den kiligea Josef.

i.

I

Gebed tot den H. Josef

Heilige Josef! kuische bniidegom dei-allerzaligste moeder maagd Maria, en trouwe voedatervader van Jesus Christus, mijnen Heer! Met heilige vreugde verhef ik mijn hart tot u, en overweeg in stille aandacht de schoone deugden welke u versierden, en de verhevene roeping, waartoe God u verkoos boven ; alle aartsvaders des ouden Verbonds. Toen gij nog op deze aarde rondwandel-

-ocr page 492-

— 482 —

det, waart gij zoo vroom en goed, zoo regtvaardig en edel, zoo kuischen rein , zoo nederig en zachtmoedig, zoo getrouw en Gode gewijd, zoo vlijtig werkzaam, dat gij ons ten toonbeeld strekt in al deze schoone deugden. Daarom verkoos de Heer U ook tot zijnen plaatsvervanger op aarde, en vertrouwde uwer zorgvuldigheid de twee edelste schatten, Jesus en Maria toe. Vele genaden hebt gij van God ontvangen, menige vreugde in den omgang met Jeaus en Maria gesmaakt, maar ook velerlei beproevingen, lijden en wederwaardigheden in vereeniging met hen verduurd. In alle omstandigheden bleeft gij steeds de vrome en regtvaardige man, wien niets kon afschrikken, maar die zoowel in goede als slechte dagen zijn steunpunt had in God, den almagtigen en wijzen beschikker van alle men-schelijke lotswisselingen.

Ja, waarlijk! ook gij, o U. Josef,

-ocr page 493-

— 483 —

hebt de tegenspoeden en wederwaardigheden dezes aardschen levens in ruime mate ondervonden, en vele ongemakken met stille gelatenheid en overgeving aan God verdragen; daarom verheugt gij u thans ook eeuwig in den hemel, en geniet oneindig de onsterfelijke vreugden der eeuwige zaligheid. Gelijk gij hier op aarde uwen beminden Jesus, de lieer en Heiland der wereld, steeds ter zijde waart in diens vernedering, armoede en behoeften, zoo zijt ge hem nu ook nabij op zijnen troon der heerlijkheid, en onuitputtelijke schatten van tijdelijke en eeuwige goederen heeft Hij ter heilige beschikking gesteld van uwe vaderlijke voorspraak; zoodat allen, die u opregt vereeren en u in hunnen nood aanroepen, rijkelijk met gunsten cn vertroostingen gezegend wordeu. . ó, Wil dan ook mij, heilige Josef, in uwe glorievolle voorbede insluiten; neem ook mij, even als zoovele anderen, iu

-ocr page 494-

— 484 —

uwe gezegende bescherming, en wees ook mijn vader en raadsman, mijn troost en hulp in de rampen en gevaren dezes levens, gelijk gij het altijd zijt geweest voor allen, die n bijzonderlijk vereerd hebben. Verkrijg mij voor alles, eerwaardig Patriarch, kracht en genade om uwe schoone deugden na te volgen, voornamelijk die van ootmoed, kuischheid en geregtigheid, godsvrucht, arbeidzaamheid en overgeving in Gods wil, en om, gelijk gij, met onwrikbare trouw de wegen dei heils, van God, te bewandelen , zoowel in goede als in slechte dagen.

Ik stel al mijne belangen en aangelegenheden in uwe handen, zoowel tijdelijke als eeuwige, en bijzonderlijk deze

N. N----Beveel gij, heilige Josef, ze

uwen goddelijken Pleegzoon aan, en smeek in alles het heilzaamste en beste voor mij af. Ja, heilige Josef! uit het binnenste mijns harten bid ik u, wees mijn goede, vaderlijke vriend, mijn

-ocr page 495-

— 485 —

trooster en helper in dit leven, en mijn krachtdadige beschermer in het sterfuur. Verkrijg mij de onschatbare genade, dat ik eens, onder uwen bijstand , in de zoete tegenwoordigheid van Jesus en Maria mijnen geest teruggeve , en door hen en u beschermd, zalig ontslape in het eeuwige leven. Amen.

2.

Verzuchtingen.

waaraan een aflaat van 300 dagen verbonden is, welke ook aan de afgestorvenen kan toegevoegd worden.

Jesus, Maria, Josef! u schenk ik mijn hart en mijne ziel.

Jesus, Maria, Josef! staat mij bij in mijne laatste doodsangsten.

Jesus, Maria, Josef! laat mij in vrede leven cn sterven met u. Amen.

'

-ocr page 496-

— 48fi —

LITANIE

VAN UtN IIKILIGEN JOStF.

Heer, ontferm U onzer,

Christus, ontferm U onzer.

Heer, ontferm U onzer.

Christus, hoor ons,

Christus, verhoor ons.

God, hemelsehe Vader, ontferm Uonzer. God Zoon, Verlosser der wereld, ontferm U onzer.

God, heilige Geest, ontferm U onzer. Heilige Drievuldigheid, een God, ontferm U onzer.

li. Maria, Josef's bruid, bid voor ons. H. Josef, Maria's bruidsgom, bid voor ons.

Besuhermer en voedstervader van S Jesus ,

Man naar Gods hart, §

Getrouwe en vrome dienaar, c

Bewaarder der zuivere maagd Maria, ?

-ocr page 497-

— 487 —

Geleider en troost van Maria, bid

voor ons.

Allerzuiverste in maagdelijkheid, Allerdiepste in ootmoedigheid , Allervurigste in liefde, Allerverhevenste in besehouwing. Die door de getuigenis van den heiligen Geest-zelf als een regt-vaardig man zijt bevestigd,

Die in de heilige geheimen boven ^ alle anderen zijt ingewijd geweest, ^ Die over het heilig geheim der o mensehwording uit den hemel zijt o ingelicht, ?

Die met Maria, uwe getrouwe bruid, toen zij bevrucht was, naar Bethlehem zijt heengereisd , Die, geene plaats in de herberg vindende, in een' stal zijt gaan vernachten.

Die bij Christus geweest zijt, als

hij in de kribbe werd gelegd. Die Christus, bij zijne besnijdenis.

-ocr page 498-

— 488 —

met den naam Jesus hebt genoemd, bid voor ons.

Die, met Maria, in den tempel, het Kind Jesus den Heer hebt opgeofferd,

Die door den engel vermaaud, Jesus genomen hebbende, met zijne Moeder naar Egypte zijtgevlugt. Die, oa Herodes dood, met het Kiud en zijne Moeder naar het 5= land van Israel zijt wedergekeerd, ^ Die, toen het Kind Jesus in Jeru- o zalem gebleven was, het met o Maria, zijne moeder, in droef- iquot; heid hebt gezocht,

Die hem na drie dagen, zittende in het midden der leeraren , met blijdschap hebt teruggevonden, Wien de lieer der Heeren hier op

aarde onderdanig is geweest,

Wiens loftitel in het Evangtlie deze is: de echtgenoot van Maria, uit welke Jesus werd geboren ,

-ocr page 499-

— 4S9 —

Onze voorspreliei, Lour ouó, II. Josef. Onze besclicrmer, verhoor ons, H. Josef. In alle onze bekommeringen, help ons, H. Josef,

Tn alle onze wederwaardigheden, K Tn het uur van onzen dood, ^ Dcor uwe vaderlijke zorg en trouw, § Door uwen allerzuiversten echt.

Door uwen arbeid en door uw zweet. Door alle uwe deugden, o

Door uwe hoogste eer en eeuwige r»

gelukzaligheid,

Door uwe meewarige tusschenkomst. Wij, uwe beschermelingen, wij bidden

u, verhoor ons.

Dat gij uwen beminden Voedsterzoon Jesus om vergiffenis onzer zonden gelievet te bidden, wij bidden u, verhoor ons.

Dat gij ons altijd uwen goddelijken Pleegzoon en uwer allerliefste Bruid gelieft aan te bevelen, wij bidden u, verhoor ons.

-ocr page 500-

490

Dat gij alle maagden en gehuwden de hunnen staat betamende zuiverheid wilt verwerven, wij hidden u, verhoor ons.

Dat gij alle gemeenten eene volmaakte liefde en eendragt wilt doen erlangen,

Dat gij alle vorsten en overheden in het bestuur hunner onderhoo-rigen wilt bijstaan, ^

Dat gij alle huisvaders in het christelijk opvoeden hunner kin- pJ deren wilt behulpzaam wezen, g Dat gij allen, die zich op uwe be- p scherming verlaten, gelieft te behoeden, 5-

Dat gij alle vereenigingen . die uwe o dienst zijn toegedaan, gelieft © gunstig te wezen,

Dat gij, met Jesus en Maria, in de ure van onzen dood, ons bijstand en hulpe gelieft te verleenen. Dat gij alle geloovige zielen door

-ocr page 501-

« 491 —

uw gebed van voorspraak wilt helpen , wij bidden u, verhoor ons.

Eerbare Bruidegom van Maria, wij bidden u, verhoor ona.

Getrouwe Voedstervader van Jesus, wij bidden u, verhoor ons..

H. Josef, wij bidden u, verhoor ons

Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld, spaar ons. Heer.

Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld, verhoor ons, Heer.

Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld, ontferm ü onzer.

Christus, hoor ons.

Christus, verhoor ons.

Heer, ontferm U onzer.

Christus, ontferm U onzer.

Heer, ontferm U onzer.

Onze Vader, enz.

v. Ziet, dat is de goede en getrouwe huisvader,

K. Wien de Heer over zijne familie heeft gesteld.

-ocr page 502-

— 492 —

v. Bid voor ons, o heilige Josef! r. Opdat wij der beloften van Christus mogen waardig worden.

GEBED.

ó God, die in uwe eeuwige en alwijze voorzienigheid de heilige Josef tot bruidegom der allerzaligste maagd Maria en tot pleegvader uws eeniggeboren Zoons hadt uitverkoren : verleen genadiglijk, dat, terwijl wij hem hier op aarde vereeren en als onzen beschermer aanroepen , wij waardig mogen worden hem waarlijk bij U in den hemel tot voorspreker te hebben. Door Jesus Christus, uwen Zoon, onzen Heer. Amen.

Bede om den Zegen.

o. Heilige vader Josef, die hier op aarde Jesus, uw goddelijk pleegkind, zoo dikwijls liefkozend op uwe armen genomen en onder de vurigste heilwensehen gezegend hebt; — nt echter daar-

-ocr page 503-

— 493 —

voor bij hem in den hemel de rijkste zegeningen geniet: — zie genadiglijk op mij, uw besehermeling neder , en schenk mij, uit kracht uwergroote waardigheid cn van uw hoog aanzien bij Jcsus , uwen vaderlijken zegen, in den naam van God — f des Vaders, f d(5s Zoons, en f des heiligen Geestes. Amen.

Geloofd zij Jesua Christus, en zijne maagdelijke moeder Maria, alsmede de 11. Josef, in eeuwigheid ! Amen.

VOOR DEN DONDERDAG.

Aaiidaohts-oÉniDg voor hel aM. Sakraimt. '

Hiervoor kaa men gebruik maken van de aandachts-oeleuingeu op blad/,. 348 tot 275, ot' ook van eene of andere Bezoeking op bladz. 277, en vervolgens.

-ocr page 504-

— 494 —

VI.

VOOR DEN VKUÜAG.

Aandaclits-oefeDing lol dsn lijdendan Heiland. 1.

Laf; en dankverheifiug.

Gij, belaan met bloed en wonden.

Die voor ons aan 't kruishout stierft , En ons de allerzaligste stonden ,

Door uw midlaars dood verwierft; Die ons heil en hemelzegen.

Zelfs voor eeuwig, hebt verleend. En den zondaar, — hoogst genegen.

Met U eens geheel vercent!

Eeuwig zal ik, God, U prijzen,

Jesus Christus! dat Ge ook mij Uwe ontferming woudt bewijzen.

Door uw kruis mij maaktet vrij ! Voor U leven, met V sterven Wil ik, eenige Middelaar!

Door 't geloof, het heii verwerven. Mij bereid op 't zoenaltaar.

-ocr page 505-

— 495 —

Neem, o Jesus, uit erbarmen.

Mijn belofte gunstig aan ;

Sell enk mij, door uwe liefde, ontfermen :

Doe mij zalig voorwaarts gaan I Geef mij krachten in het strijden

Met der zonde's overmagt.

Tot ik eens U 't woord kan wijdcu : Heer, mijn God, het h volbragt! Dan ja, heb ik hoop, daar boven ,

Met geheel der heilgen rij , Ecuwiglijk U daar te loven ,

Van alle aardsche banden vrij; Dan zal 'k uwen glans aanschouwen

God ! voor uwen hemeltroon : Gij zult me uw genade ontvouwen, O mijn Schepper, Go des Zooq !

2.

L \ ï A N I K

van het bitter lijden kn stehven des heeren jesus christus.

Onze Heer en Zaligmaker , Jesus Christus, heeft zieh-zelven verootmoe-

-ocr page 506-

—. 496 —

digd, cn is gclioorzaam geworden lol den dood, ja, tot den dood des kruises: cu daarom ook heeft God hem verheven, en hem eenen naam gegeven, die boven alle namen is, opdat in den name Jesus zich buigen zouden de knieën van allen , •lie in den hemel, op en onder de aarde zijn ; en alle tongen zouden belijden , dat onze Heer, .lesus ('bristiis, in de heerlijkheid is van Cod den Vader.

Heer, ontferm li onzer.

Christus, ontferm U onzer.

Heer, ontferm IJ onzer.

Christus, hoor ons.

Christus, verhoor ons.

ttod, hemelsehe Vader, ontferm U onzer. God Zoon, Verlosser der wereld , ontferm U onzer.

God, heilige Geest, ontferm H onzer. Heilige Drievuldigheid, eéu God, ontferm U onzer.

die on^ rnon^rhen tol dm ♦•inde

-ocr page 507-

— 407 —

toe iielgt;t liefgehad , ootferm IJ onzer.

Jeans, die tot teeken nweriiefde en

tot gedaeb tenia van nvv bitter lijdcn

ons iiw Vleeaeh en Bloed tot spijs

en drank gegeven hebt,

Jesus, die U voor de voeten uwer

Leerlingen hebt neergebogen,

Jesus, die in uwen doodsangst, met

bloedig zweet overdekt, door een

engel versterkt werdt,

h ^ » p

.leans, die door den trouwloozen ^ Judasmeteen kus werdt verraden, g Jesus, die door e^n bende huurlin- ^ gen gebonden werdt, ©

Jesus, die door uwe Leerlingen ^

werdt verlaten,

Jesus, die als een misdadiger voor Annasen Caïphaa gebragt werdt. Jeans, die door een dienaar dea hoogepriesters in het aangezigt werdt geslagen,

Jesus, die door valaehe getuigen werdt aangeklaagd,

-ocr page 508-

498 —

Jesus, tlie dus ilooda schuldig werdt

verklaard, ontferm U onzer.

.1 esus, die bespot wordt, bespuwd,

gesmaad en gehoond,

Jesus, die door Petrus driemaal

werdt verloochend,

Jesus, die gebonden aan Pilatns

werdt overgeleverd,

Jesus, die, ineen wit kleed, door

Herodes bespot werdt,

Jesus, die achter Barrabas den O moordenaar gesteld werdt, gi

Jesus, die wreedaardig gegeeseld § werdt, ei

Jesus, die, ter bespotting, met een § purperen mantel werdt omhangen, ^ Jesrs, die tot smaad met doornen

wevdt gekroond,

Jesus , wien men verguizend een riet

lt;ot schepter in de hand gaf,

Jesus, wiens kruisdood onder een razend geschreeuw door de Joden geëiseht werdt,

-ocr page 509-

— 499 —

Jesus, tot den smaadvollen kruisdood

veroordeeld, ontferm U onzer. Jesu, onder den zwaren last des

kruises gebukt,

Jesus, als een lam ter slagtbank geleid,

Jesus, die meermalen onder de

kruisvraeht bezweken zijt,

Jesus, met nagelen aan het kruis

geklonken, ^

Jesus, die van uwe kleederen ont- §■ bloot werdt, g

Jesus, die nog aan het kruis door de d Joden werdt gelasterd en bespot, p Jesus, die uwen Vader voor uwe S

vijanden hebt gebeden,

Jesus, die den goeden moordenaar

het Paradijs hebt beloofd,

Jesus, die uwe moeder den heiligen

Joannes hebt aanbevolen ,

Jesus, die, aan het kruis hangende, in de bitterste droefheid geroepen hebt: m ij n G o d 1 m ij n

-ocr page 510-

•jOO —

God! w a a r o m hebt G ij m ij verlaten? ontferm ü onzer. Jesus, die in uwen dorst met gal

en edik gedrenkt werdt,

Jesus, die betuigd hebt: het is

volbragt!

Jesus, die, stervende, uwen geest O in de handen uws hemelschen J Vaders hebt aanbevolen, 3

Jesus, die tot den dood des kruises c gehoorzaam zijt geweest, g

Jesus, wiens zijde met eene speer S

doorstoken werdt,

Jesns, die onze verzoening zijt

geworden,

Jesus, door wiens dood ons de poorten des eeuwigen levens geopend zijn, Wees genadig, spaar ons, Jesus.

Wees genadig, verhoor ons, Jesus. Van alle kwaad, verlos ons, Jesus. Van alle zonden, verlos ons, Jesus. Ven toorn , haat en allen kwaden wil, verlos ons, Jesus.

-ocr page 511-

501 —

Van pest, hongersnood en oorlog,

verlos ons, Jesus.

Van alle ziels-en ligchaamsgevaren, Van den eeuwigen dood,

Van de listen des duivels.

Door uwen doodstrijd en bloedig zweet.

Door uwe gevangenneming en het.

verlaten uwer Leerlingen, £

Door uwe gruwelijke geeseling,

Door uwe smaadvolle en smartelijke o doornekrooning, 5

Door uwe verplettende kruistor-

sching, «

Door uwe zielverseheurende krui- ?' siging,

Door uwe vijf heilige wonden.

Door uw overvloedig vergoten heilig bloed,

Door uwen dorst, door uwe tranen

en naaktheid.

Door uwen bitteren dood,

In de ure van ons scheiden,

-ocr page 512-

502 —

Op den dag des oordeels, verlos ons, Jesus.

Wij arme zondaars, wij bidden U,

verhoor ons.

Dat Gij ons door uw bitter lijden en

sterven wilt verschoonen.

Dat wij, in de overweging van uwe ^ smarten en folteringen, alle leed ^ en pijnen geduldig dragen mogen, £ Dat wij in treurigheid, angst en nood g niet bezwijken ol' ü vergrammen, cj Dat wij alle smaad, bespotting, ar- ^ moede en wederwaardigheden uit ^ uwe hand gelaten aannemen, § Dat wij vabche beschuldiging en 0* onregtvaardige oordeelvellingen, S naar uw voorbeeld, stilzwijgend verdragen,

Dat Gij ons tot ware en bestendige voorstanders des kruises gelieft te maken.

Dat Gij ons deel moogt geven aan de vruchten van uw biv.ter lijden

-ocr page 513-

en dood , wij bidden U, verhoor ons Dat Gij, hoog aan het kruis verheven, ons van de aarde tot Ü gelieft op te heften.

Dat wij , door de kracht van uw kruis, den duivel, de wereld en het vleeseh overwinnen mogen,

T)at wij in uw heilig bloed van alle ^ j zonden gezuiverd worden.

Dat Gij ons krachten schenkt, om ! ... ' p-ons kruis dagelijks op te nemen g

en ü bereidwillig na te dragen, cl

Dat wij, U ter liefde, der wereld ^

en de wereld onzer, gekruist g,

mogen zijn, o

Dat Gij ons vleeseh, onze driften 0

en begeerlijkheden gelieft te krui- w

sigen.

Dat Gij ons, door uw kruis en door uwen bitteren dood, in ons sterfuur wilt versterken en beschutten. Dat Gij ons door uw kruis uwe heerlijkheid moogt binnen leiden.

-ocr page 514-

Lam Gods, dat wegneemt de zonden

der wereld, spaar ons, Jesus.

Lain Gods, dat wegneemt de zonden

der wereld, verhoor ons, Jesus. Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld, ontferm U onzer, Jesus. Heer, ontferm U onzer.

Christus, ontferm U onzer.

Heer, ontferm ü onzer.

Onze Vader enz.

GEBED.

O Heere Jesus Christus, die uit uws Vaders schoot van den hemel op aarde zijt neergedaald, en uw kostbaar bloed tot vergeving onzer zonden vergoten hebt; wij bidden XI ootmoedig, wil ons ten dage uws oordeels te uwer regterzijde de woorden laten hoeren : komt, gij gezegenden ! — Die leeft en ] regeert, met God, den Vader en den i heiligen Geest, in eeuwigheid. Amen.

-ocr page 515-

— 505 —

VII.

VOOR i)£N ZATURDAG.

Aandachts-oefeoiQoen tot de allerzaligste Maa3'1 eo Moeder Gods Marie.

DE HEILIGE ROZENKRANS.

lu den naam des Vaders, enz.

Ik geloof in God, den Vader, enz.

Glorie zij den Vader, enz.

Onze Vader , enz.

Lk groet u. Dochter van God den Vader, wees gegroet, enz.

Ik groet u, Moeder van God den Zoon, wees gegroet, enz.

Ik groet u, Bruid van God den heiligen Geest, wees gegroet, enz.

Glorie zij den Vader,

-ocr page 516-

— 506 —

DE ViJF BLIJDE GEHEIMEN.

I. DE BOODSCHAP VAN DEN ENGEL. |

De namen van Jesus en Maria moeten zijn gebenedijd, van nu af tot in eeuwigheid. Onze Vader, enz.

1. De heilige Drievuldigheid heeft toegestemd in de menschwording van Christus, wees gegroeti enz.

2 Maria is tot Moeder van Chris tus verkoren,

3. De engel Gahriël bragt Maria de blijde boodschap ,

4. Maria was in de eenzaamheid ^ in haar gebed, ^

5. De engel zeide : wees gegroet, ^ j vol van sratie: de Heer is met u, ^

6. Maria was verbaasd als zij den 3quot; engel hoorde, ^

7. De engel zeide : Maria, wil niet •quot; vreezen, want gij zult ontvangen door den heiligen Geest,

H. Maria zeide : zie de dienstmaagd

-ocr page 517-

— 507 —

des Hecren; mij geschiede naar uw woord, wees gegroet, enz.

9. Maria is van den heiligen Geest overlommerd geworden, wees gegr. enz.

10. En het Woord is vleesch geworden , en het heeft onder ons gewoond, wees gegroet, enz.

Glorie zij den Vader, enz,

11. HET BEZOEK VAN MA EIA AAN HARE

NICHT ELISABETH.

De namen van Jesus en Maria moeten zijn gebenedijd, enz. Onze Vader, enz.

1. Maria ging uit ootmoedigheid hare nicht Elisabeth bezoeken, wees gegroet, enz.

2. Maria werd bestuurd door den heiligen Geest,

3. Maria, in aller ijl opstaande, ^ ging over het gebergte ,

4. Maria werd met veel liefde van ^ hare nicht Elisabeth ontvangen ,

5. Joannes is gezuiverd en van § blijdschap opgesprongen in zijns '

-ocr page 518-

— 508 —

moeders schoot, wees gegroet, enz.

6. Elisabeth zeide : gebenedijd is de vrucht uws ligchaams,

7. Maria lieeft uitgeroepen : mijne ^ ziel maakt groot den Heer ! £

8. Elisabeth zeide : wat geluk ge-sehiedt mij, dat de Moeder des ^ Heeren tot mij komt, ^

9. Het huis van Zacharias is door ^ de komst van Jesus en Maria gezegend ,

10. Maria heeft hare nicht drie maanden met veel liefde gediend,

Glorie zij den Vader, enz,

III. DE GEBOORTE VAN CHRISTUS.

De namen van Jesus en Maria moeten zijn gebenedijd, enz. Onze Vader, enz.

1. Maria heeft gebaard, en zij is maagd gebleven, wees gegroet, enz.

2. Maria heeft Jesus in eenen stal gebaard en in doeken gewonden, wees gegroet, enz. »

-ocr page 519-

3. Maria heeft Jesus met liefde en verwondering aanschouwd, wees ge-groet, e7iz.

4. Maria heeft Jesus omhelsd en aan haar hart gedrukt,

5. Maria heeft Jesus met hare heilige borsten gevoed,

6. Maria heeft Jesus in eeae krib gelegd, ^

7. Jesus lag op hooi en stroo , tus- ^ achen os en ezel, ^

8. Be engelen hebben gezongen : Glorie zij God in den hoogste, § en op aarde vrede den men- ^ schen, die van goeden wille zijn ,

9. De herders hebben het Kind komen bezoeken,

10. De drie koningen hebben het Kind komen aanbidden en hunne giften geofferd,

Glorie zij den Vader, enz.

-ocr page 520-

510 —

IV. BE OPDRAGT VAN CHRISTUS IN DEN TEMPEL.

De namen van Jesns en Maria moeten zija gebenedijd, enz. Onze Vader, enz.

1. Maria ging om haar heilig Kind te offeren, wees gegroet, enz.

2. Jesus en Maria onderwierpen zich aan de wet van Mozes,

3. Maria ging door moeijelijke wegen naar Jeruzalem , ^

4. Maria heeft Jesns op hare armen ^ gedragen , lt;§

5. Maria vervolgde al biddende ^ haren weg,

fi. Maria heeft Jesns in den tempel ^ geofferd ,

7. Maria heeft aan r.e wet voldaan met de offergift eter arme men-schen,

S. Anna, de profetesse, loofde God voor de verlossing van Tsraël,

9. De onde Simeon heeft Jesus om-

-ocr page 521-

— 511 —

helsd en op zijne armen genomen,

wees gegroet i enz.

10. Simeon zeide : Heer, laat uwen dienaar gaan in vrede naar uw woord, wees gegroet, enz.

Glorie zij den Vader, enz.

V, DE VI*DING VAN HET VERLOREN KIND JESUS.

Pe naiiien van Jesus en Maria moeten zijn gebenedijd, enz. Onze Vader, enz.

1. Maria heeft haar lief Kind verloren, wees gegroet, enz.

2. Maria heeft haren schat gemist,

3. Maria heeft hem met veel droef-heid gezocht, ^

4. Maria heeft Jesus langs alle ^ wegen en straten gaan zoeken,

5. Maria heeft Jesns na drie dagen gevonden, ^

6. Maria vond Jesus in den tempel,

7. Jesus, twaalf jaren oud, onderwees de leeraren,

-ocr page 522-

512 —

8. Maria zeide ; Zoon, waarom hebt gij

ons bedroefd? wees gegroet, enz. 9 Jesus is met hen medegegaan, en was hun onderdanig, wees gegr. enz. 10. Maria bewaarde in haar hart al de woorden, die Jesus tot haar sprak. wees gegroet, enz.

Glorie zij den Vader, enz.

LAAT ONS BIDDEN.

o Maria, allergoedertierenste Moeder! verkrijg mijn hart droefheid, en mijne oogen tranen van berouw, om te be-weenen, dat ik Jesus door de zonden zoo dikwijls hebt verloren: gun mij hem wederom te vinden en altijd te behouden.

DE VIJF DROEViSE GEHEIMEN.

I. DE BENAAUWÜHEID VAN CHRISTUS IN GETHSEMANI.

De namen van Jesus en Maria moeten zijn gebenedijd, van nu af tot in eeuwigheid. Onze Vader, enz.

-ocr page 523-

1. Jesus ging naar den Olijfhof, wees gegroet, enz.

2. Jesus viel plat ter aarde neder,

3. Jesus volhardde in het gebed,

■i. Jesus was bedroefd tot den dood

toe,

5. Jeus zweette water en bloed,

6. Jesus stelde zijnen wil ie den wil van zijnen hemelschen Vader, S

7. Jesus vermaande zijne Leerlingen, ^ om te waken en te bidden, o

8. Jesus werd van zijnen Apostel vTquot; door eenen kus geleverd, «

9. Jesus werd van zijn bemind volk gevangen,

10. Jesus werd vreeselijk gebonden en gesleurd van den eenen regter tot den anderen.

Zoo lief heeft God den menseh gehad, dat Hij zijnen eenigen Zoon niet gespaard, maar hem geleverd heeft ter dood, ja, tot den dood des kruises.

-ocr page 524-

— 514 —

II, UK GEK8ÈL1NU VAN CllKlSTUS.

De ameu van Jesus eu Maria moeteu zijii ! gebenedijd, enz. Onze Vader, enz.

1. Jesus werd van de Joden aan de Heidenen overgeleverd, wees gegroet, enz.

2. Jesus werd bij Pilalus valschelijk beschuldigd,

8. Jesus werd van zijn volk achter Barrabas gesteld, ^

4. Jesus, alhoewel onschuldig ver- | klaard, werd geleverd om ge- ^ geeseld te worden.

O I

5. Jesus kleederen werden uitgerukt, • | 6. Jesus stond daar naakt en bloot, i j 7. Jesus aan eene kolom gebonden , ! 8. Jesus werd wreedelijk gegeeseld,

9. Jesus bloed vloeide langs de aarde,

10. Jesus gewond om onze zonden , Zoo lieiquot; heelt God, enz,

III. DE KROON ING VAN CHRISTUS.

De namen van Jesus en Maria moeten zijn i gebenedijd, enz. Onze Vader, enz. i

-ocr page 525-

1. De soldaten heben Jesua eene door ucn kroon bereid, wees gegroet, enz,

'2. Zij hebben de doornen kroon in Jesus hoofd gedrukt,

3. Jesus hoofd langs alle kanten doorwond,

4. Jesushoofdzijpende van hot bloed,

5. Jesus werd met een purpermantel bespot, ^

6. Zij hebben Jesus een net voor ^ sehepter in de hand gegeven, ^

7. Zij hebben met het riet op Jesus ^ gekroond hoofd geslagen,

8. Zij hebben Jesus heilig aange- ^ zigt bespogen,

9. Jesus werd met smaadheden overladen,

10. Pilatus heeft Jesus aan het volk vertoond, zeggende : aanziet den mensch,

Zoo lief heeft God, enz.

-ocr page 526-

— 516 —

IV. DE KRUISDRAGING VAN CHRISTUS.

Oe namen van Jesus en 31aria moeten zijn gebenedijd, enz. Onze Vader, enz.

1. Jesus werd veroordeeld, om gekruist te worden, wees gegroet, enz,

2. Jesus heeft zijn kruis met liefde omhelsd,

•3. Jesus heeft zijn kruis op zijne doorwonde schouderen gedragen,

4. Jesus werd tusschen twee moordenaren opgeleid,

5. Jesus bezweek onder het kruis ^ om onze zonden, ^

6. Jesus, beladen met zijn kruis, ^ ontmoette zijne bedroefde Moeder, ^ !

| 7. Jesus werd door de godvruchtige i vrouwen van Jeruzalem beweend,

8. Jesus zeide tot haar : handelt men zoo met het groene hout, wat zal dan aan het dorre geschieden ,

9. Niemand wilde Jesus zijn kruis helpen dragen,

-ocr page 527-

10. Jesus beklom voor ons den Cal- | varieberg, wees gegroet, enz.

Zoo lief heeft God, enz.

V. DE KRUISIGING VAN CHRISTUS.

De namen van Jesus en Maria moeten zijn gebenedijd, enz. Onze Vader, enz.

1. Jesus werd wreedelijk op het kruis | uitgerekt, wees gegroet, enz. j 2. Jesus handen en voeten werden i doornageld,

; 3. Jesus werd aan het kruis opge-

rigt, en zijne wonden vloeiden ^2 van bloed, S

4. Jesus bad voor zijne vijanden, ^

5. Jesus beloofde den moordenaar ^ het Paradijs, ^

6. Jesus beval den H. Joannes aan 5 zijne Moeder,

7. Jesus, dorst hebbende, werd met gal en edik gelaafd,

8. Jesus heeft uitgeroepen :miju God, waarom hebt Gij mij verlaten!

-ocr page 528-

— 518 —

9. Jesus zeidc : het is al volbragt, wees gegroet, enz.

10. Jesus heeft zijnen geest gegeven, i en zijn hart voor ons laten openen, wees gegroet) enz.

Zoo lief heeft God, enz.

LAAT ONS BIDDEN.

ó Jesus! ik bid U, door al uwe smarten en bitteren dood, door uwe door-nagelde handen , doorboorde voeten, doorstoken zijde, en al uwe gezegende wonden : ontferm U mijner, en druk uw heilig lijden zoo in mijn hart, dat mij niets anders behage dan Gij, mijn Jesus, die voor mij gekruist zijt. Amen.

DE VIJF GLORIERIJKIf GEHEIMEN. j

I. DK VERRIJZENIS VAN CHRISTUS.

De namen van Jesus en Maiia moeten zijn gebenedijd, van nu af tot in eeuwigheid. Onze Vader, enz.

1. Jesus is ten derden dage roemrijk i verrezen, wees gegroet, enz.

-ocr page 529-

— 519 —

2. Jesus heeft dood en hel overwonnen,

wees gegroet, enz.

3. Jesus heefi de oudvaders getroost en verlost,

4. Jesus verblijdde zijne heilige Moeder,

5. Jesus verscheen als een hovenier aan Maria Magdalena,

ö. Jesus vertoonde zich aan Petrus,

7. De Leerlingen van Emaüs zeiden : ^ waren onze harten niet van lielde S brandende , als Hij tot ons sprak, ^

8. Jesus slond in het midden van ^ zijne Leerlingen, en wensehte hun allen den vrede, ^

ü. Jesus toonde zijne glorierijke wonden aan den H. Thomas,

10. Thomas riep uit : o mijn Heer en mijn God !

GelooM en gedankt zij ten allen tijde het allerheiligste en goddelijk Sa-krament.

-ocr page 530-

—. 520 —•

H. DE HEMELVAART VAN CHRISTUS.

De namen van Jesus en Maria moeten zijn gebenedijd, enz. Onze Vader, enz.

1. Jesus voer roemrijk ten hemel, wees gegroet, enz.

2. Jesus klom op door zijne eigene magt,

3. Jesus scheidde van zijne lieve vrienden,

4. Jesus beloofde met hun te blijven tot het einde der wereld, gt;5

5. Jesus beloofde hun den li. Geest, ^

6. üe Leerlingen hebben Jesus ^ aanschouwd, en hij heeft hen ^ allen gezegend,

7. Jesus heeft voor ons den hemel ^

, 55

geopend, .lgt;

8. Jesus zit aan de regterhand van zijnen hemelschen Vader,

(.). Jesus toonde zijne heilige wouden voor ons aan zijnen hemelschen Vader,

-ocr page 531-

r_

— 521 —

10. Jesus is onze middelaar in den hemel, wees gegroet, enz.

Geloofd en gedankt, enz.

ITT. DE ZENDTNG VAN DEN H. GEEST.

De namen van Jesus en Maria moeten zijn gebenedijd, enz. On;:e Vader, enz.

1. Jesus heeft den heiligen Geest gezonden, wees gegroet^ enz

2. Jesus heeft den Trooster gezonden ,

3. Jesus heeft het heilig vuur op

de wereld gezonden, ^

4. De heilige Geest heeft de harten § met liefde ontstoken, ^

5. De heilige Geest heeft de ver- ^ standen verlicht,

G. De heilige Geest heeft de harten ^ versterkt,

7. De heilige Geest heeft verscheidene talen doen spreken,

8. De heilige Geest heeft zijne gaven uitgedeeld.

-ocr page 532-

— 522 —

9. Kom, heilige Geest, bezoek de harten van uwe geloovigen , wees gegr. enz.

10. Kom, heilige Geest, ontsteek in ons het vuur uwer liefde, wees gegr. enz.

Geloofd en gedankt, enz.

IV. DE HEMELVAART VAN MARIA.

De namen van Jesus en Maria moeten i zijn gebenedijd, enz. Onze Vader, enz.

I 1. Maria is opgenomen ten hemel,

wees gegroet, enz. \ 2. T)e hemelsche Vader ontving

zijne beminde Dochter,

■ 3. Jesus omhelsde zijne lieve Moeder, ^

4. De heilige Geest verwelkomde i zijne lieve Bruid, ^

5. De seraphijnen groeten Maria, ^

6. De engelen dienen Maria, J*-j 7. Heel de hemel is verblijd door ^

Maria, ï*

i 8. Maria zit het naaste bij Jesus, | 9. Maria is onze Moeder en middelares in den hemel.

-ocr page 533-

— 523 —

10. Maria is onze voorspraak bij haren lieven Zoon, wets gegroet, enz.

Geloofd en gedankt, enz.

V. DE KKOONING VAN MARTA.

üe namen van Jesus en Maria moeten zijn gebenedijd, enz. Onze Vader, enz.

1. Maria is met glorie gekroond in den hemel, wees gegroet, enz.

2. Maria is gekroond om hare sera-phijnsehe liefde,

3. Maria is gekroond om hare engelachtige zuiverheid, ^

4. Maria is gekroond om hare groote 5 ootmoedigheid, ^

5. Maria is gekroond om hare vol- ^ maakte gehoorzaamheid, ^

6. Maria is gekroond om hare heilige voorzigtigheid, ^

7. Maria is gekroond om hare groote verduldigheid,

8. Maria is gekroond om hare ijverige dankbaarheid.

-ocr page 534-

— 524 —

9. Maria is gekroond om hare volharding in alle gt; wees gegr, enz,

10. Maria is boven alle Engelen en Heiligen in den hemel gekroond, gelijk het der Moeder van God toekomt, wees gegroet, enz.

Geloofd en gedaokt, enz.

Ik offer u, allerzuiverste Maagd, allerroerawaardigste Moeder-Gods, Maria, in de vereeniging van al uwe deugden, verdiensten en volmaaktheden , deze geestelijke kroon van gebeden en groetenissen : gewaardig u haar te ontvangen met al de lofzangen, die op de aarde en in den hemel gedaan worden, en verwerf mij en al degenen, voor welke ik gehouden ben te bidden, van uwen lieven Zoon genade, om wel te leven en zalig te sterven. Amen.

Een Onze Vader) tot dankbaarheid, dat God ons de gunst verleend heeft van den Rozenkrans te lezen. Onze Vader. enz.

-ocr page 535-

526 —

Ben Wees gegroet, opdat Maria ons verstand opdrage aan den hemelschen Vader, en wij in eeuwigheid zijne barm-' hartigheid mogen gedenken. Wees ge-j groet, enz.

'■ Een Wees gegroet) opdat Maria ona geheugen opoffere aan haren -Zoon , en i wij gedurig zijn leven en bitter lijden indachtig mogen wezen.

i Een Wees gegroet, oj)dat Maria onzen ! i wil toeëigene aan len heiligen Geest, • en dat hij gedurig in ons van liefde

moge branden. Wees gegroet, enz. ! Het Geloof zullen wij bidden, op- ; ! dat ons gebed aan God aangenaam zij, j 1 en dat het moge strekken tot zijne j j meerdere eer en glorie, tot welzijn van de heilige Kerk, tot bekeering der j zondaren en afgevallen Christenen, eu tot heil der gemeenten. Ik geloof in | God den Vader, enz.

De almogendheid des Vaders beware i ons.

31

-ocr page 536-

De wijsheid des Zoons ouderwijze o ns. De liefde des heiligen Geestes ont-steke ons hart.

Tn den naam des Vaders, enz.

DE HEILIGE KRUISWEG.

Voor iedere Statie bidde men:

v. Wij aanbidden U, o Jesus, en loven U. a. Omdat Gij door uw heilig kruis de wereld verlost hebt.

TsTa iedere Statie, v. 6 Jesus! voor ons aan het kruis

gestorven.

a. Ontferm ü onzer.

I. STATIE.

Jesus Wordt ter dood veroordeeld.

ó Jesus! ik bid U, door hei onregt-yaardig oordeel, dat ik door mijne zouden zoo menigmaal heb onderschreven.

-ocr page 537-

— 527 —

bevrijd mij van het eeuwige doodvonnis, dat ik zoo dikwijls verdiend heb.

Onze Vader. Wees gegroet.

II. STATIE.

Jesus neemt zijn kruis op zijne schouder.r,.

6 Jesus! ik bid U, door de liefde waarmede Gij het kruis opnaamt, dat ik door mijne zonden zoo zeer verzwaard heb : doe mij de boosheid der zonde erkennen, en geel' c at ik het kwaad, dat i k bedreven heb, mijn leven lang beweene !

Onze Vader. Wees gegroet.

III. STATIE.

Jesus valt ten eersten male onder zijn kruis.

De zware last mijner zonden deed U o Jesus, onder uw kruis bezwijken. Ik beween en verfoei mijne zonden ; vergeef mij, o Heer, en versterk mij door uwe genade, opdat ik nooit meer in dezelve, hervalle.

Onze Vader. Wees gegroet.

-ocr page 538-

— 528 —

IV. STATIE.

Jesus ontmoet zijne smartvolle Moedei'.

6 Allerdroevigste Jesus ! smartvolle Moeder Maria! tot heden toe ben ik steeds een voorwerp van nieuwe droefheid voor U geweest, doch van nu af zal ik U beminnen. Door uwen bij-atand ondersteund, zal ik U dienen, en getrouw tot den dood toe in uwe dienst volharden

Onze Vader. Wees gegroet.

V. STATIE.

Simon van Cyrene helpt Jesus zijn ! kruis dragen.

Welk geluk voor Simon, TJ het kruis te helpen dragen, o Jesus! Hoe gelukkig zoude ik ook zijn, wanneer ik voortaan door geduld en liefde mij be-I ijverde dagelijks het kruis te dragen, dat Gij mij hebt opgelegd. O Heer! geef mij daartoe uwe genade.

Onze Vader. Wees gegroet.

-ocr page 539-

- 529 —

VI. STATIE.

! Jesus drukt zijn aanschijn in den doek van Veronica.

i ó Jesus ! Gij hebt U gewaardigd uw i heilig aangezigt in den doek van Vev-! onica te drukken ; ik bid U, druk het aandenken uws heiligen lijdens en ster-vena onuitwischbaar in mijne ziel.

Onze Vader. Wees gegroet.

VIT. STAT T E.

Jesus valt ten tweede?/, taaie onder het kruis.

o Jesus! Gij valt ten tweeden male 1 onder uw kruis, omdat ik zoo dikwijls j in mijne zelfde zonden terugval. Help j mij, opdat ik alle middelen aanwende, die mij voor hervallen kunnen bewaren. Onze Vader. IVees gegroet.

VUT. STATIE.

Jesus troost de vrouwen van Jeruzalem. ó Jesus! Gij hebt de vrouwen ge-

-ocr page 540-

— 530

troost, die uw lijden beweenden. Verleen ook mijne ziel den troost uwer barmhartigheid , op welke ik betrouw, en aan welke ik hoop deelachtig te worden.

Onze Vader. Wees gegroet.

IX. STATIE.

Jesus valt ten derden male onder het kruis.

ó Jesus! zoo zeer zijt Gij door uw lijden afgemat, dat Gij ten derden male onder uw kruis bezwijkt. O mogt ik niet meer in mijne oude zouden terug vallen! O Jesus! ja liever sterven, dan nogmaals te zondigen.

Onze Vader. Wees gegroet.

X. STATIE.

Jesus wordt van zijne kleederen heroof d, en met azijn en gal gelaafd.

o Jesus! Gij wordt van uwe kleede- | ren beroofd, en met azijn en gal gelaafd; | zuiver mijn hart van alle begeerte naar •

-ocr page 541-

tijdelijke goederen, en geef dat ik ver-foeije, alles wat voor de wereld i3 of tot zonde voert.

Onze Vader. Wees gegroet.

XI. STAT! E.

Jesus wordt aan het kruis genageld.

Doo:* de vreeselijke smarten welke Gij gevoeldet, o Jesii:}, toen men uwe handen ea voeten met nagelen wreedelijk doorboorde , bid ik U : geef dat ik mijn vleesch altijd door eene christelijke versterving kruisige.

Onze Vader. Wees gegroet.

XTT. STATIE.

Jesus sterft aan het kruis.

u Jesus, die na een smart vollen doodstrijd van drie uren den geest hebt gegeven ; laat mij veeleer sterven , dan in de minste zonde te vallen. Laat mij enkel leven om U te beminnen en te dienen.

Onze Vader. Wees gegroet.

-ocr page 542-

XTII. STATIE.

Maria ontvangt den gestorven Jisns in hare armen.

ó Smarvolle Moeder! welk een zwaard van droefheid doorboorde uw hart, toen gij uwen Jesus, mishandeld en ontzield , in uwe armen ontvangen hebt. ó Maria I verwerf mij de genade , mijne zonden als de oorzaak van Jesus dood en vr.n uwe smartte beweenen, boetvaardig te leven, en heilig in uwe armen te sterven.

Onze Vader. Wees gegroet.

XTV. STATTE.

i Jesus wordt in het graf gelegd.

\

Alles, o Jesus, wil ik afsterven! i Voor U alleen zal ik leven. Zoo lang ik op aarde zal leven, zal ik in IJ en met U leven, om eens eeuwig met IJ in den hemel te leven en de vruchten van uw lijden en sterven te genieten. Onze Vader. JVees gegroet.

-ocr page 543-

— 533 —

DE ZEVEN BOET-PSALMEN.

-V-

T. TiOET-PSALM.

Ps. VT. Ootmoedig gebed eens zondaars y | die Gods oordeel vreest.

HeerI straf mij niet in uwen toorn, en kastijd mij niet in uwe gramschap.

Ontferm U mijner, o Meer, want i zie, ik ben zwak en ellendig; genees | ! mij. Heer, want mijne gebeenten zijn | ! vermorzeld.

En mijne ziel is vol angst over mijne i | zonden; maar, Heere, hoe lang vertoeft Gij met uwe genade en hulp?

Keer U weder tot mij, o Heer, en red mijne ziel; red en bewaar mij om den wille uwer barmhartigheid. Want zij, die als in den dood zijn, denken er

-ocr page 544-

niet aan, om U te prijzen; en wie zal in de hel U loven?

Ik ben vermoeid van al mijne zuchten; ik wasch alle nachten mijn bed en besproei mijne legerstede met tranen.

Mijn oog is ontsteld van het weenen over uwe ongenade; en ik word oud van den kommer, dien mijne vijanden mij tot straf voor mijne zonden berokkenen.

Wijkt weg van mij, gij allen die boosheid pleegt; want de Heer heeft de stem van mijn weenen verhoord.

Ja, de Heer heeft mijne smeeking verhoord; de Heer heeft mijn gebed gunstig aangenomen.

Mogen dan al mijne vijanden zich schamen en met schrik vervuld wor-] den; mogen zij zich haastig bekeeren , en zich over hun onregt schamen.

Eere zij den Vader, enz.

-ocr page 545-

— 535 —

II. BOETPSALM.

Ps. XXXI. Zalig lot des boetvaardige» , rampzaligheid van den verstokten zondaar.

Zalig zijn zij, wier misdaden ver-I geveu en wier zonden bedekt zijn. i i Zalig de mensch, wien de Heer geene j zonde meer toerekent, en in wiens ; | geest geen bedrog schuilt.

i Maar wee mij : omdat ik vele van j mijne misdaden heb verzwegen, daarom zijn mijne gebeenten verouderd, terwijl i ik den geheelen dag tot IJ riep.

Want uwe hand drukte zwaar op mij, en heeft mij dag en nacht getuchtigd : | in mijnen diepen kommer, die mijn j hart als een doorn doorstak, heb ik mij weder tot U bekeerd.

Ik heb IJ nu mijn misdrijf beleden , en mijne onregtvaardigheid niet langer verborgen gehouden,

Want ik zeide tot mij-zelven : ik zal

-ocr page 546-

mijne ongeregtigheid aan den Heer belijden; en nu hebt Gij mij ook de boosheid mijner zonden vergeven.

o. Voor deze goedheid zullen U alle Heiligen prijzen, ten tijde als zij het vernemen.

Maar tenzij Gods straffen zoo schielijk ! als een zondvloed losbreken, zoo zullen { de zondaars niet tot God naderen. Gij zijt intusschen mijne toevlugt, o Heer, in den ellendigen staat, waarin 1 ik mij bevind. Gij, mijne vreugde, red mij van alle kwaad, dat mij omringt. \ Ik zal u verstand en kennis geven, : zegt Gij, en u den weg aanwijzen, dien ! gij moet bewandelen, en mijne oogen ' zullen steeds op u gevestigd zijn.

Wilt u toch niet gedragen, o men- i schen, gelijk een paard en muilezel, | die geen verstand hebben.

o Heer ! breidel ben met gebit en i i toom, die niet gewillig tot TI willen i komen.

-ocr page 547-

— 537 —

Ja, den zondaar zijn geesels in menigte bereid; maar wie boetvaardig op i den Heer vertrouwt, die zal barmhartigheid erlangen.

Verheugt u in deu Heer, en juicht, gij allen die opregt van harte zijt.

Eere zij den Vader, enz,

nr. BOETPSALM.

Ps. XXXVII. Lijden des zondaars en rouwmoedige onderwerpimj.

Heerl straf mij niet in uwen toorn, | en kastijd mij niet in uwe gramschap. '

Uwe schichten steken reeds in mij, en Gij hebt uwe hand zwaar over mij uitgestrekt. Ach, er is niets gezonds aan mijn vleesch, uithoofde van uwe gramschap ; er is geen vrede in mijn gebeente, uithoofde van mijne zonden, i

Want ik ben tot over mijn hoofd in misdaden verzonken, en zij hebben mij als een zware laat ter neder gedrukt, i

-ocr page 548-

— 538 —

De wonden mijner ziel zijn gevaarlijk en bijna ongeneesbaar geworden, uithoofde van de onzinnigheid, waarmede ik ze veroorzaakte.

Ik ben ellendig geworden en diep ter aarde neergebogen; ik ga den ge-heelen dag rond en treur.

Want verachting is mijn deel, en in mijn vleesch is niets gezonds.

Ik word gekweld en zeer diep vernederd, en schrei dikwijls van louter weemoedigheid des harten.

Ach Heer! al mijn verlangen is immers aan U bekend, en mijne zuchten zijn U niet verborgen.

Mijn hart is zonder rust en verward; al mijne kra-;ht heeft mij verlaten; en zelfs het licht mijner oogen is uitge-bluseht.

Mijne vrienden en naastbestaanden hebben zich tegen mij vcreenigd, en zij staan tegen mij op.

En zij, die mij voorhsen omringden.

staan

zoekc

En voegi en d gerij M dooi ston

r

hoo /.ijl

ik; ver

! !

i

01' vo ho

fe; ■za

-ocr page 549-

— 539 —

staan nu van verre; en die mijne ziel zoeken, bezigen geweld.

En die mij kwaad trachten toe te voegen, spreken onzinnige dingen, en denken den geheelen dag bedriegerijen uit.

Maar bij dit alles ben ik ais een doove, die niet hoort, en als een stomme, die zijnen mond niet opent.

Ik ben gelijk een mensch die niet hoort, en die geene wederspraak in zijnen mond heeft.

Want op U-alleen, o Heer, hoop ik; Gij, mijn God en Heer, zult mij verhooren.

Ja, mijne vijanden zullen niet meer over mij juichen : want, toen mijne voeten struikelden, hebben zij zich hoog beroemd over mij.

Maar nu ben ik bereid tot alle straf-| fen, en het berouw over mijne zonden j zal steeds voor mij zweven.

Want ik zal mijne misdaden beken-

-ocr page 550-

nen, eu steeds aau mijne zonden denken.

Maar niijue vijanden mogen leven, en tegen mij hunne magt toonen : zij mogen in aantal vermeerderen, die mij met onregt haten.

Die mij kwaad voor goed vergelden en met mij den spot drijven, dewijl ik nu het goede volge.

ó Heer, mijn God! verlaat Gij mij toeh niet, en wijk Gij niet van mij.

Denk op mijne hulp, Heer, Gij God mijns heils.

Eere zij den Vader, enz.

IY. BOETPSALM. Ps. L. Ootmoedige lede des hoe tv aar-dig en zondaars, om vergeving en geestelijke wedergeboorte.

Ontferm U mijner, o God, volgens uwe barmhartigheid.

En naar de menigte van uwe ontfermingen, delg mijne misdaad.

Wasch mij meer en meer van mijne

-ocr page 551-

— 541 —

ongeregtigheid , en zuiver mij van mijne j zonden.

Want ik erken mijne misdaden, en j mijne zonden zweven mij altijd voor j i oogen.

Togen ü-n]leen heb ik gezondigd , en kwaad voor U gedaan; vergeef het mij, | Heer, opdat gij geregtvaardigd moogt worden in uwe beloften, en zij, die V beoordeelcn, besebaamd staan.

Want zie, ik werd in ongeregtigheid geboren, en mijne moeder ontving mij in zonden.

Doeb Oij bemint eene waarachtige belijdenis, en Gij hebt mij de verborgen geheimen uwer wijsheid geopenbaard.

Besproei mij met hysop, en mijne.

ziel zal gezuiverd worden; wasch mij» | en ik zal witter worden dan sneeuw.

Laat mij de stem der vreugde en des troostes booren, en mijne vernederde beenderen zullen jniehen.

Keer uw aamjezigt af van mijne zon-35

-ocr page 552-

— 542 —

den, o Heer, en delg uit al mijne, misdaden.

Schep in mij een zuiver hart, o God , en vernieuw in mijn binnenste den geest der opregtheid.

Verwerp mij niet van uw aangezigt, en neem uwen geest van mij niet weg.

Geef mij weder de vreugde uws heils, en bevestig in mij den geest der vol- j maaktheid.

Dan zal ik do onregtvaardigen uwe wegen Jeeren, en de goddeloozen zullen zich tot U bekeeren.

Verlos mij van mijne bloedschulden, o God! Gij, God mijns heils! dan zal mijne tong uwe regtvaardige barmhartigheid prijzen.

Heerl open mijne lippen, en mijn mond zal uwen lof verkondigen.

Haddet Gij voor mijne overtredingen een zoenoft'er gewild, ik zou het ü gaarne gebragt hebben; maar Gij hebt geen welbehagen aan brandoffers.

-ocr page 553-

—. 5 4 8 —«

Hot offer, dat U aangenaam is, is een boetvaardige en vernederde geest; een vermorzeld en ootmoedig hart zult Gij, o Heer. niet versmaden.

Zie gunstig neder, o Heer , op Sion ; bevestig haar, gelijk uwe stad Jeruzalem, met muren.

Dan zult gij een heerlijk offer van geregtigheid, dankzegging en liefde ontvangen ; dan zullen zij slagtoffers aanbrengen op uw altaar.

Eere zij den Vader, enz,

V. BOETPSALM.

Ps. Cl. Bede om afwending der straffen voor zonden.

Heer! verhoor mijn gebed, en laat mijn geroep tot Ü komen.

Keer uw aangezigt van my niet af; als ik in nood beu , neig uw oor tot mij.

En wanneer ik U aanroep, ach, wil mij dan haastig verhooren.

Want mijne levensdagen verdwijnen

-ocr page 554-

— 544

als de rook, en mijn gebeente verdort als liet brandhout.

Ik ben verslagen als hooi, on mijn binnenste is verdroogd, wijl ik van smart het eten heb vergeten.

Van het gestadig zuchten en klagen hangt mijn gebeente aan mijne huid.

Ik ben geworden als een pelikaan in de eenzaamheid, en als een nachtuil, die zich verschuilt.

Ik bragt de nachten met waken door, en ben gelijk geworden aan eene musch, die eenzaam op het dak zit.

Mijne vijanden beschimpen mij den geheelen dag; cn die mij voorheen prezen, spreken nu niets dan vloek tegen mij uit.

Omdat ik asch voor brood eet, cn mijnen drank met tranen vermeng.

Door het gestadig weenen, uithoofde van uwe gramschap en ongenade; gij, die mij hoog hadt verheven, en nu om mijne zonden hebt ter neder geworpen.

TrT

-ocr page 555-

Mijne dagen zijii als eenc achaduwe voorbijgegaan, en ik ben verdord als hooi.

Maar Gij, o Heer, blijft eeuwig, en uw aandenken duurt van geslacht tot geslacht.

Gij zult U verheffen en IJ over Sion ontfermen, wijl het nog tijd is om er IJ over te erbarmen, en deze tijd isgekomen.

Want uwe dienaars hebben welbehagen aan uw gebouw op Sion, en zullen het zich aantrekken.

En dan zullen de volkeren uwen naam vreezen, o Heer, en alle koningen der aarde uwe heerlijkheid.

Want de Heer heeft Sion opgebouwd, en zich vertoond in zijne heerlijkheid.

Hij heeft het gebed der ootmoedigen gunstig gade geslagen, en hunne smeeking niet verworpen.

Moge dit aan de volgende geslachten overgeleverd worden, dan zullen toekomende volkeren den Heer prijzen.

-ocr page 556-

— 546 —

Want hij ziet van zijnen heiligen troon neder; de Heer ziet van den hemel op zijne aarde.

Hij hoort naar de zuchten der gevangenen ; hij zal de kinderen der verslagenen redden.

Dan zullen ze in Sion zijnen naam verkondigen, en zijnen lof in Jeruzalem.

De volkeren zullen zich vereenigen tot zijne vereering, en de koningen zullen den Heer dienen.

De mensch, die op den weg der deugd wandelt, zucht tot U : leer mij toch het klein getal mijner dagen kennen.

Neem mij toch niet weg in het midden mijner dagen; uwe jaren, o Heer, duren van geslachte tot geslacht.

Jn het begin des tijds hebt Gij, o Heer, het aardrijk gegrondvest, en de hemelen zijn de werken uwer handen.

Zij zullen vergaan, maa.- Gij zuil blijven ; zij zullen veranderen, als een kleed.

Gij zult ze veranderen. als een ge-

-ocr page 557-

— 547 —

waad, en zij zullen veranderd worden ; maar Gij zijt altoos dezelfde, en uwe i jaren nemen niet af.

Al uwe dienaren cn hunne kinderen zuilen bij U wonen, en hunne nako- i melingen, eeuwig iu uw rijk.

Eere zij den Vader, enz.

I

VI. BOETPSALM-Ps. CXXIX. Bede om vergiffenis der zonden.

Uit de diepte mijner ellende roep ik totU,o Heer! Heer! verhoor mijne stem.

Luister met uwe ons toegenegene goedheid naar de stem mijner smeeking.

Zoo Gij onze zonden wilt gedenken , Heer, wie zal dan voor U bestaan?

Maar bij U is ontferming, en om uwe, ons in uwe wet beloofde, genade, verlaat ik mij op U, o Heer.

Mijne ziel verlaat zich op zijn woord, mijne ziel hoopt op den Heer.

Van den ochtendstond tot aan den nacht zal Israël op den Heer hopen.

-ocr page 558-

— 5tS —

quot;Want bij den Heer is barmhartigheid en overvloedige verlossing.

En hij zal Israël verlossen van al zijne zonden.

Eere zij den Vader, enz.

Vil. BOETPSALM.

Ps. CXLII. Ernstig verlangen, om van het pad der zonden terug te heer en.

Heer! verhoor mijn gebed, verneem mijne smeeking volgens uwe waarachtige belofte; ja, verhoor mij volgens uwe regtvaardige goedheid.

ïïn treed niet in het geregt met uwen dienaar; want geen levend mensch zal voor uw aanschijn geregtvaardigd bevonden worden.

Sta mij bij; want., zie, de vijand vervolgt mijne ziel, hij heeft mijn leven diep vernederd.

Hij heeft mij gedwongen in het duister te wonen, gelijk de dooden der aarde; mijn geest is in grooten angst.

-ocr page 559-

en mija hart ia mij vol verwarring.

Ik lieb mij de oude dagen herinnerd, en al uwe werken overwogen; ik heb alles overwogen, wat uwe hand gemaakt heeft.

Ik heb mijne handen naar IJ uitgestrekt; mijne ziel verlangt naar U, gelijk de dorre akker naar water.

Verhoor mij toch draa o Heer, mijne levensgeesten zijn afgenomen.

Keer uw aangezigt van mij niet at': opdat ik niet worde gelijk degenen, die in het graf dalen.

Laat mij toch vroeg uwe barmhartigheid ondervinden; want ik hoop op U zonder ophouden.

Leer mij den weg kennen, waarop ik wandelen moet; want tot U heb ik i mijne ziel verheven.

| Ked mij van mijne vijanden. Heer, I mijne toevlugt. Leer mij uwen wil volbrengen, want Gij zijt mijn God.

Uw heilige Geest geleide mij op den

-ocr page 560-

— 550 —

regten weg; maak mij zalig, om uws naams wil, o Heer, naar uwe goedheid.

Red mijne ziel uit hare verdrukking, j en, volgens uwe barmhartigheid, verijdel de aanslagen mijner vijanden.

Tuchtig al degenen, die mijne ziel kwellen; want ik ben uw dienaar.

Eere zij den Vader, enz.

-v-

ONDERSCHEIDEN GEBEDEN.

1 Gebed tot den H. Engel-bewaarder.

ó Dierbare beschermer mijns levens, heilige engel, van God geschonken tot mijne bescherming op de gevaarvolle wegen dezer aardsche pelgrimschap; uit de volheid mijns harten zeg ik u dank | voor alle zorg en liefde, welke gij mij sedert het begin mijns aanwezens tot op deze ure bewezen hebv., en bid ik u, voortaan over mij te blijven waken ,

-ocr page 561-

— 551 —

u mijner tcoutfermen en u mijne belangen en eenwig heil aan te trekken. Trouwens, ik heb zoo groote behoefte aan uwe beschermende leiding, vermits ik zwak en onstandvastig in het goede en, helaas, meer genegen tot het kwade ben. Blootgesteld aan duizenderlei gevaren, en van alle zijden door vijanden omgeven, smeek ik u, heilige engel ; help mij met sterke hand over alle bekoringen zegevieren, alle aanlokselen en opwekkingen tot het booze te ontvlugten ; ten einde daardoor Gods eere bevorderd, uwe vreugde verhoogd, en mijn heil voor eeuwig verzekerd worde. Ja, dierbare Engelbewaarder ! wees en blijf mijn beste vriend en getrouwe leidsman in dit leven, en zet eens, bij mijnen dood, de kroon der voleinding op alle deze werken. Neem dan mijne scheidende ziel in ontvangst, en leid haar door de schaduwen des doods naar de woningen des lichts, — tot uwen en mijnen God , in wiens aanschouwing

-ocr page 562-

ik alsdan, vol dank voor u, onuitsprekelijk zalig zal zijn, met u en alle uitverkorenen, in alle eeuwigheid. Amen.

2, Gebed tot den H. Naam-patroon.

ó. Glorierijke heilige N. mijn Naam-patroon ! ik groet en vereer u met een opgewekt en liefhebbend harte. Bij den heiligen doop werd mij uw naam gegeven, cn thans bezit ik in u een uitverkoren vriend in den hemel en een schoon voorbeeld op aarde. Indien ik u navolg, zal ik heilig worden, gelijk gij heilig geworden zijt.Ikzalmij de godsvrucht en deugden, welke uwen naam versieren, ook in mijn leven trachten eigen te maken, en alzoo mijn zielenheil met u!.len ijver en zorg bewerken. Alzoo verlangt God het, cn aan de bron des doopsels heb ik het hem ook plegtig beloofd. Van de vervulling dezer belofte hangt mijn geluk en mijne eeuwige zaligheid af. Laarom wil ik hier mijne doopbeloften vernieuwen, en ver-

-ocr page 563-

— 558 —

zaak op nieuw den tiuivel en ai zijne werken, de wereld en al hare pracht, hare ijdelheden en vermaken, en ben vastbesloten mij ;ian God en zijne heilige dienst van ganscher harte toe te wijden. Zijn allerheiligste wil zal de rigtsnoer van mijnen handel en wandel, van mijn streven en leven zijn. Ik zal gaarne bidden, vlijtig werken, regtsehapenhandelen en ijverig al het goede trachten te bewerken , waartoe ik gelegenheid heb; zoo zal ik God op waardige wijze dienen, u, mijn Naam-patroon, navolgen, en eens komen waar gij zijt, — in de eeuwige zaligheid. Fliertoe verleene mij God, op uwe voorspraak, rijkelijk genade : door Jesus Christus, onzen Heer. Amen.

3. Tot alle Heiligen-

Wees gegroet, gij Heil'gen allen, Die bij mijnen Jesus troont;

Heil is u ten deel gevallen.

Waar gij eeuwig zalig woont!

-ocr page 564-

— 554 —-

Daar heerscht gij, aan 's Meesters zijde; Smaakt ge een vreugd, die de aarde ontbeert,

Boven werelden en zonnen,

Met het eerekleed vereerd.

Gij, aan Jesus leer verbonden,

Volgdet 't. voorbeeld dat hij gaf;

Daarop bleeft ge uw wandel gronden : 't Was uw steun en pelgrimstaf.

Door woord en daden bleeft ge toonen De hooge waarde uwer deugd,

Die in der menschen hart moet wonen, Die grijsaards siert en prille jeugd.

Dat voorbeeld zal mij heilig wezen , Vereeren zal ik 't te allen tijd :

Zoo wordt gij best door mij geprezen, Die onzen lofzang waardig zijt.

Ik wil de zaalge leer des Heeren, Beoefenen, door een vroom gedrag.

En, waar ik kan, het heil vermeeren Mijns naasten, iedren levensdag.

De deugd wordt dikwijls hier veracht, Of schaamteloos miskend,

Waar men naar IJdelheden tracht, Aan nietigheen zich wendt.

-ocr page 565-

Zie op luijii ziel! der heiligen schaar

Wijst u op 't zaligst loon ;

Hun deel, door hunnen Middelaar,

Door Jesus, 'sHoogsten Zoon!

Ja, met vreugdevolle blikken zie ik opwaarts ten hemel, waar gij, glorierijke Heiligen, gij uitverkoren vrienden Gods, in eeuwige juichtoonen verzameld zijt en nu met onvergankelijke vreugde oogst, wat gij hier beneden met geringe moeiten en zonder bezwaren gezaaid hebt! Vervuld van den innigsten dank jegens God, die u zoo hoogverheven en onuitsprekelijk gezaligd heeft, vereer ik u als mijn getrouwe voorgangers in het geloof, als toonbeelden van alle deugden, en als mijne beminde voorsprekers bij Jesus, de Heer en Koning van alle Heiligen.

Gij leert mij dat ik vroom en deugdzaam, regtvaardig en heilig leven moet, als ik eens, gelijk gij, zalig wil worden; en uw voorbeeld overtuigt mij dat ik zoo

-ocr page 566-

— 556 —

leven kan, indien het slechts mijn ernstige wil is.

Door ware vroomheid en getrouwe nakoming van Gods geboden , door ge-regtigheid en ware broederliefde jegens uwe medemensrhen, door vlijt en werkzaamheid in uwen staat en beroepsplig-ten , door gehoorzaamheid, ootmoed en geduld , gelijk ook door ware christelijke onderwerping in kruis en lijden , moest gij den hemel verdienen, — en op geen andere wijze zal ik dien ook bekomen.

Veel zal het mij alzoo nog kosten ; nog menige strijd, menige overwinning, vele werken en menige zuchten tranen, eer ik daur komen kan, waar gij zijt! Evenwel zal mij dit niet afschrikken noch moedeloos maken ; de hemel is meer, — hij is alles waard. Ik moet mij dan waardig maken gelijk gij. Ik moet bidden, werken , lijden en strijden , gelijk gij gebeden en gestreden, geleden en gewerkt hebt; en daarin zal God mij ondersteunen

-ocr page 567-

— 557 — --j

en door zijne genade sterken , gelijk hij u ondersteund en versterkt heeft.

Alzoo maak ik dan op nieuw het besluit, uw voorbeeld, lieve Heiligen, na te volgen.

Vroom en christelijk wil ik leven, en mij op het zorgvuldigste wachten voor elke afwijking van den weg van Gods geboden en der deugd.

Dit is mijn ernstige wil en vaste voor- ! nemen : en dit voornemen te volbrengen, is de ware vereering der Heiligen.

Versterk en zegen mij hiertoe, o God ; van heiligheid !

Gij echter, lieve Heiligen Gods! laat mij uwer voorspraak en bescherming aanbevolen zijn, opdat ik nu hier op aarde uw getrouwe navolger, en eenmaal uw zalige deelgenoot in den hemel worde. Amen.

36

-ocr page 568-

— 558 —

4 Zos korte gebeden voor de Overledenen.

!. U God jen hk.

ó Lieve Vader in den hemel! Vader der barmhartigheid eu God van allen troost, die gewoon zijt te ontfermen en Ie sparen ; zie met genadigen blik neder op de jammeren der arme zielen in de smartelijke vlammen van het zuiverings-vuur. Ach! zij hebben nog zoo veel aan uwe geyegtigheid te voldoen, en moeten nu zwaar lijden , omdat zij hier op aarde verzuimden hunne laatste boete te voleindigen. Maar zie, wij bieden U voor hunne voldoening het offer uws Zoons aan, de rijke schat zijner verdiensten, de deugden uwer Heiligen, de smeekingen uwer Kerk en onze gebeden , aalmoezen en tranen. OntfermU overheu, o Vader! ontferm IJ over hen, bijzonder over mijne bloedverwanten en nabestaanden. Ont-

-ocr page 569-

sla hen van hunne nog ovci-ige schuld, vervul hun vurig verlangen naar U , en neem hen uit de plaats van lijden en pijnen op in de eeuwige vreugden.

Onze Vader, enz.

Heer, geef hun de eeuwige rust, en dat het eeuwige licht hen verlichte, met uwe uitverkorenen , in eeuwigheid. Am. quot;

2. Tot Güd dea Zoon.

o Jesus , Heiland der wereld en liefderijke Verlosser der arme zielen ! ontferm U overhen, die in de plaats der zuivering lijden, bijzonder over mijne vrienden en weldoeners. Gij hebt voor hen geleden en onder onuitsprekelijke smarten uw kostbaar bloed vergoten. Laat de verdiensten van uw lijden en bloed hen te stade komen, cn neem hen op in uwe eeuwige heeriijkheid, welke Gij bereid hebt voor allen die U lief hebben.

Onze Vader, enz.

Heer! geef hun de eeuwige rust, en

-ocr page 570-

4

— 560 —

I het eeuwige licht verlichte heu, met uwe

I .

J uitverkorenen , in eeuwigheid. Amen.

3. Tot God den H. Geest.

o Heilige Geest, zoete Verkwikker der ! versmachtenden en teedere Trooster der 1 lijdenden 1 ontferm ü over de arme in ! het vagevuur lijdende zielen , voor welke I ik bijzonderlijk verpligt ben te bidden. Verkwik hen in hunne pijnen, troost hen in hun lijden , en voer hen weldra tot den stroom der zaligheid, waargeene tranen meer vloeijen, en alle geween verandert in juich- en jubeltoonen.

Onze Vader , enz.

Heer! geel'hun de eeuwige rust, en het eeuwige licht verlichte hen, met uwe uitverkorenen, in eeuwigheid. Amen.

i Tot Maria.

ó Heilige Maria, troosteres der be-droefden en hulp der Christenen ! ontferm u over de lijdende, in smarten

-ocr page 571-

— 561 —

droefheid diep verzonken .delen iu het vagevuur, bijzonder over diegenen, waaraan het minste gedacht wordt. Aanschouw hunne smart en hunnen nood, en erbarm u over hunne ellende. Verzoen hen met uwen Zoon , vertoon hen aan uwen Zoon, beveel hen aan uwen Zoon. Bid voor hen , o Moeder der barmhartigheid; opdat zij welhaast de eeuwige zaligheid erlangen.

Onze Vader, enz.

Heer 1 geef hun de eeuwige rust, en het eeuwige licht vcrlichtehen, met uwe ! uitverkorenen, in eeuwigheid. Amen.

o. Tot ie talige Enjelsn.

o, Lieve Engelen en Beschermheiligen, | die zoo groote zorg draagt voor het heil en de zaligheid der onsterfelijke zielen die in bet vagevuur lijden , bijzonder voor hen , welke gedurende hun leven aan uwe bescherming toevertrouwd waren ; wendt u allen tot ftods onuitspre-

-ocr page 572-

— 562 -~

kelijke barmhartigheid, en verwerf hun vrijstelling van alle nog overgeblevene straffen. Smeek zonder ophouden den ; algoeden Ontfermer, dat hij u zende om i hen de duistere kerker hunner verbanning te openen en hen te leiden tot de klaarheid des eeuwigen lichts. Amen.

Onze Vader, enz.

Heer ! geef hun de eeuwige rust, en i het eeuwige lirht verlichte hen, met uwe uitverkorenen, in eeuwigheid. Amen.

6. Tot de Heiligen.

o Gij, lieve Heiligen cn uitverkorenen Gods in den hemel! gij die gelukkiglijk door alle tijdelijk lijden nu in de vreedzame haven der zalige onsterfelijkheid zijt aangekomen : ontfermt u over de zielen uwer lijdende medebroeders, die nog verwijderd van dehemelsehe vreugde, in de plaats van onuitsprekelijk lijden zuchten, en zonder ophouden in vurig verlangen naar het oogenblik uitzien,

-ocr page 573-

— 563 —

dat zij in uw zegen vierend gezelschap mogen opsrenomen worden; lorit licn, die missoliicn om mijnentwilio daar lijden en zunhten, n bijzonder door mij aanbevolen zijn. Smeek met al nwe liefde voor hun hij God om hunne verlossing, opdat hot getal lijdende kleiner en de schare der zegevierenden steeds grooter worde.

Onze Vader, enz.

Heer! geel'hun de eeuwige rust, en het eeuwige licht verlichte hen , mot nwe uitverkorenen, in eeuwigheid. Amen.

Bede.

Vader! zie mij voor uw voeten Rmeekcn om genade, o God!

Voor dc zielen, die nog hoeten Hunne schuld door't smartlijkst lot!

Schenk haar allen mededoogen: Schenk'' uw goddelijk alvermogen

Haar de schuld der zonden kwijt, Daar Ge ook haar ten Vader zijt.

-ocr page 574-

564 —»

Jesus! ook voor haar gestorven,

quot;Die door uw geheiligd bloed, 't Eeuwig leven hebt verworven

En liet allerhoogste goed:

Schenk, Ontfermer,. aan die vromen

üw genade, uw erbarmen!

Geef dat in uw heerlijkheid,

U haar lof zij toebereid!

Heilige Geest! gij troost der zielen!

Hoor haar bittre klagten aan. Doe haar, die van deugd vervielen,

De eeuwige ruste niet ontgaan! Voer haar naar der zaalgen sferen ,

Dat zij TJ dienen en vereeren ! Haar verlangen word' verhoord. Door erkentnis aangespoord!

Smeek bij uwen Zoon , o Moeder,

Moeder der barmhartigheid. Dat hij, als haar Albehoeder,

Al die armen heil bereid'!

Dat zij bij de reine vromen.

Door hem worden opgenomen, En zij loven haren God ,

Voor 't verworven hoogst genot.

Amen.

-ocr page 575-

Z EG EN-WEN SCH.

Zoo rust dan in vrede, dierbare afgestorvenen 1 De oneindige verdiensten van Jesus Christus, zijn bloedig kruisoffer en zijn onbloedig offer der Mis mogen u helpen, en u welc'.ra ontslaan van alle straf en zoudensebuld!

De onuitputtelijke ontferraingen van den Hemelvader, de vrede en genade des eengeboren Zoons, en de vertroosting van den heiligen Geest zij met u allen !

Uwe stoffelijke overblijfselen rusten thans in den seboot der aarde; datzelfde lot slaat ook mij te wachten.

De algoede God ontferme zich over u en mij! Hij roepe u tot zich, en neme ook mij eens uit barmhartigheid op in de. woningen des vredes, van vreugde en onnitsprekelijke zaligheid , Amen.

-O'

-ocr page 576-

-r

Mo

Da A\ T)(

G T B C S

(

-ocr page 577-

B L A D W IJ Z E R.

EKRSTE ATDEELIXG.

De gewone aantóts-oefenincen.

B1 ad 7. t

Morgen-oelcningen on geboden. Korlo verheflingen dos harten , 's morgens ■gt;

hij het ontwaken......11

Üagelijksche oefeningen.....23

Avond-oefeningen on geboden ... 59 Do. heilige Mis-offerando. (Tots tor

behartiging.)........07

Geboden onder de heilige Mis... 72

Tweede Mis-oofening......108

Bioeht-oefening........138

(yommnnie-oefening......105

Aandaehts-oefeningen tot Maria . . 205 Namiddags-oefeningen voor 7.011- on

loestdagen.........230

Gebeden en lofprijzingen, terwijl het allerheiligste Sakrament tor aanbidding is uitgesteld......248

-ocr page 578-

-- 568 —

TWT.EPS AFDEELCfO.

XXXI. Bezoekingen van het allerheiligste Sak ram ent, en van de allerzaligste maagd Maria; voor eiken dag der maand. Van den heiligen Alphonsns Maria de Liguorie . . 27«t

quot;DEKDE ATDEELIKG.

De heilige V/eek, o' bijzondere aaadacMs-osfeningen voor elkeo daj der weet

I. Voor den zondag: ter eere der allerheiligste Drievuldigheid. . . 454

II. Voor den maandag; aandachts-oefeniugen tot den heiligen Geest . 4fi5

ITT. Voor den dings dag; aan-daehts-oefeningen voor den zoeten Naam Jesus........480

IV. Voor den woensdag ; aandachtsoefeningen tot den heiligen tlosef. 483

V. Voor den donderdag: aan-dachts-oct'eningen voor het allerheiligste Sakrament......498

VI. Voor den vrijdag; aandachts-oefeningen tot den lijdenden Heiland. 494

-ocr page 579-

— 56Ü

VII. Voor dea zaturdag; aan-daohts-oeieningen ter ecre der allerzaligste Maagd Maria..... 505 !

Bijzondere gebeden,

De heilige liozeukrans..... 505 ;

De heilige Kruisweg......52-8

De zeven Boet-psalraen.....548

Geheden tot den Engel-bewaarder. . 558 Gebeden tot den Naam-patroon. . . 560 Gebeden tot alle Heiligen .... 562 Gebeden voor de Overledenen . . . 566

Litaiiien.

1. Van de allerheiligste Drievuldigheid ...........495

2. Van den heiligen Geest .... 470

3. Van den zoeten Naam Jesus . . 266

4. Van den heiligen Josef .... 486

5. Van het allerheiligste Sakrament. 259

6. Van het bitter lijden eu sterven

des Heeren Jesus Christus . . . 495 j 7. Van de allerheiligste maagd eu

Moeder Gods, Maria .... 222

-ocr page 580-

— 570 —

IT t i 1 i t e r i in p r i m i potest, P. Caaoy, Can. tlieol. ad Iloc deput; Hurcmuudie, hae 30 Julij 18Ö3.

Mi?,

SS9

-ocr page 581-

. ...............J.

-ocr page 582-
-ocr page 583-
-ocr page 584-