-
.
ft§
■
Meckel en. H Dessain, uitgever.
Cor suum dabit ad consum inalionem operum.
(Eccli. öS. 51. Uefugium peccalorum, ora pro nobis.
(Lil. Laur.}
A.MSTEÜDAM. J ROÏTEHDAM.
liAARI.IiM.MEIl STRAAT, MO, i I.EEUWEXSTnAAT, liquot;.. '
«ver de li. iv. Keik. { over de li. K. luilgt;. '
Imprimatur.
Mechliniie 5 Junii 1875.
r
\
J. B. LALJWKRS. Vic.-Gf.n.
«De lijd zal komen, dat de menschen de gezonde i) leer onverdraaglijk zullen vinden, maar zich leera-»ren volgons hunnen zin in menigte zullen aan-» schaffen, en, hun gehoor van de waarheid afwen-»dende, zich tot fabelen keeren zullen (2 Tim. IV, »3,4)—» Dit zonderling en heweenlijk gedrag der menschen, door den II. Paulus hier beschreven, moest zich niet alleen in of' onmiddelijk na zijnen leeftijd veropenbaren: met de oogen eens profeets zag de Apostel lot in het vervolg der eeuwen en vooral np onze dagen die verbazende dwalingen te voorschijn komen. Deze voorzegging past zóó wel op hetgeen thans plaatsheeft, dat zij uitsluilelijk voor o.aze eeuw bestemd schijnt. Nooit heeft zich de dwaling zoo openlijk vertoond als heden; nooit heeft zij zich met zooveel vrijhaid en drift uilgelaten; nooit heelt zijzoo veel middelen van voortplanting en verderf tot haren dienst gehad, noch zooveel bijval onder de menigte gevonden; nooit eindelijk heeft zij zoo groote ge-volgeu in staalkunde en godsdienst Ie weeg gebracht... De hedendaagsche dwaling is de vereeni-ging, de volmaking van al de dwalingen , waardoor de menschen lot nu toe bestormd en bedrogen wierden; en, gelijk aan dien dienaar van den Prins der duisternissen, die alle slag van boosheid in zich beval, mag zij een legioen van dwalingen genoemd worden (1).
(1) Herilct lijke briof vau Zijne Iloogwaardigliehl dcu Bisschop de Montpellier, 0 Sopt. 1871.
II VOORWOORD.
Ook is de toestand bedenkelijk, en de rampen, die ons dreigend boven liet lionfd hangen, kunnen door geene te groote kracht bezworen worden. Waar die kracht gevonden? Bij God alleen. Bij God alleen is behoud; de stilteen de vrede komen alleen van hem, die aan stormen en winden gebiedt, en de harten van koningen en volken in zijne handen draagt. Ons staat er niets te doen, dan met een rouwhartig gemoed en met eene nooit verminderende vurigheid tot hem te roepen; «Heere, behoed ons; wij vergaan (Matth. VIII, 23).»
Ten einde ons tegen deze rampen te behoeden; ten einde insgelijks de versmadingen , die God, zijnen Christus en zijne Kerk aangedaan worden, te herstellen, en ons tevens eene nieuwe bron van gratie en sterkte te bezorgen, hadden reeds onze ijverige eerste Herders, onze hoogwaardige Bisschoppen, in alle parochiën en op denzelfden dag in alle kerken, de opdracht voorgeschreven van Katholiek België aan het heilig Hart van Jezus in het Sacrament zijner liefde. In het jaar 1808, onder het avondlof van den 8 De-cember, feest der Onbevlekte Ontvangenis van Maria, had deze plechtige opdracht plaats. Dien avond waren alle kerken vol; na het sermoon werd de akte van opdracht door den eerw. pastoor van den predikstoel afgelezen in den naam van het gansche geloovige volk, dat, op dien stond, vereenigd was met al deengelen en heiligen des hemels, ja en vooral met h:.'l onbevlekte Hart van Maria, de Koningin der engi len en der b 'iligen. — Evenals, bij een nakend onweder, de herder zijne kudde ter beveiliging in eene naburige grot drijft; zoo ook zochten onze Bisschoppen, tegen het dreigende gevaar, eene schuilplaats voor hunne schapen, en leidden die naar het openstaande Hart onzes Heeren Jezus-Christus. Dit Goddelijk Hart is de schuilspelonk, waar wij het behoud zullen vinden; de
vooRwooni).
'uilen l5„dH^neVVateren f,er ^oosUeid nooit gen en de groote opnfreni^en Png'quot;'
'iet H. Hart, te (Uu'sel on Jpp h., 0(sc!laps vau
tien zeer aciilbaren en onvcrmn VOOI'zltterscl'ap van
totstandgekomen risT/'quot; ,1,afen i,eer Ce,s. van Jezus onberekenbaar aaDg^röS enSr' Hart verspreid; elke parochie nil i ? quot;n' ovei'al kerk hare schild,of stundbS rf 'SC!'ap' e'ke prent van het H. Hart. ' u'sSez|i| '-'jne
Wij althans hebben gepoogd het n,i , .
lol de vermeerdering eencr devoid r ■ r l asen Sen aam en den mensch zoo uutl^/js Ï.T quot;T inninaars der HH. Harten een gehede, toe? L
''at vooral bestemd is on, h dé n. Vmaquot; dezer godsvrucht te vermen,Vvni , oefeningen makkelijken. uquot;quot;lt;-uwvu!d,gea en te verge-
Wij loochenen hel nmi • /».. i. .
1 vwHrea-lrike WUjoe,enquot;( Vt'''sclle'-
oefening11quot; p quot;Taling met de
heden , zelfs fr aif j' f belielzen ge-
Harl, maar geven nfefs fnll.61quot; Van ,lel ,lcilifer hoek moeten degeloovi^n ' oódv /quot; 6611 sebe(,en-van allerlei aard e vn quot; ,8 ' Ucllquot;°re oefeningen kunnen. ' ,00|,aquot;e ömstaadigheden vinden
schouiven^^^n^de^efe^Jjg0''1' i0161 a!,een de 1gt;e-ond,,, «»do, f,,S?T'' W,quot; enkele voorname devotie, in ^de KeW f 00 geequot;e achter te laten. Ue Kei^ aangenomen,
■ IV VOORWOORD.
Ons hiindlioek spreekt niet alleen van het H. Hart van Jezus; het H. Hart van Maria, Jezus' Moeder, liekloedt er eene gelijke plaats. Deze twee Harten waren immers zoo nauw vereenigd op aarde, zijn nog zoo innig vereenigd in den hemel, dat het ons onmogelijk voorkwam van het één te spreken en van het ander niet.
Werd Jezus' Hart uit Maria's Hart niet gevormd ? Is het Hart van Maria de weg niet om tot het Hart van Jezus te geraken? Bestaan heide broederschappen, èn van het H. Hart van Jezus, èn van het onbevlekt Hart van Maria, niet meestal gelijk in dezellde Kerk, gelijk dan ook de godsvrucht lot het een en het ander in alle godvruchtige harten woont? Moest er gevolgelijk ook geen handboek bestaan, dat de oefeningen dezer devotiën vereenigde?
Althans zoo hebben wij het gemeend, en den naam van ons Werk Handboek voor ile minnaars der heilige Harten van Jeztis en Maria, naar ons vermogen trachten te verrechtvaardigen.
Dil handboek heelt drie dealen.
Het eerste deel handelt over de leer en hot werk der godsvrucht, eerslens tot het H. Hart van Jezus, en vervolgens lol het H. Hart van Maria.
Het tireede deel spreekt van de devotiën, die in betrekking slaan met de verschillige mysteriën van den Godmensch en van zijne heilige Moeder.
Het derde deel leert ons de belangen der llll. Harten van Jezus en Maria kennen en voorslaan, waar die ook zijn, of' in den hemel, of op de aarde, of in het vagevuur.
Ziedaar ons werk. Wij stellen hel onder de bescherming derzelfde llll. Harten, voor welker eer en glorie het ondernomen wierd.
GEBED VAN OPDRACHT DKB KATHOLIEKE WERELD
Gociigekeiini door do Oongrcgatie der Korkgobruiken, dccrcet van den 22 April IST-'i.
O Jezus! mijn Verlosser en mijn God! Niellegen-staamle de groote liefde, die u voor de menschen al uw kostbaar bloed heelt doen vergieten, wordt gij van hen niet alleen weinig bemind, maar zelfs grooleüjks beleedigd eu versmaad, vooral door de godslasteringen en de ontheiligingen van zon- en feestdagen. Ach! mocht ik aan uw Goddelijk Hart eenige voldoening schenken! Mocht il. eene zoo groote ondankbaarheid en miskenning van wege de meeste menschen vergoeden! Mocht ik u kunnen toonen, hoezeer ik verlang, op mijne beurt, in het aanzien aller menschen, dat aanbiddelijk en zoo beminnend Hart eer en wederliefde te bewijzen en uwe glorie meer en meer te bevorderen!
Ik zou de bekeering der zondaren willen bekomen, en de onverschilligheid verdrijven van zoovele anderen, die, hot geluk hebbende tot uwe Kerk te behoo-ren, evenwel de belangen uwer glorie en uwer Bruid do Kerk niet ter harte nemen. Ik zou insgelijks die Katholieken willen te rechl wijzen, die, van den eenon kant, zich door uiterlijke liefdewerken onderscheiden, maar, van den anderen, te zeer aan hunne meeningen gehecht, zich aan de besluiten van den H. Stoel weigeren te onderwerpen, of gevoelens koesteren strijdig met zijne leer; ik zou hen willen overtuigen, dat wie naar de Kerk in alles niet luistert, niet luistert naar God, die met haar is.
Teneinde dan deze heilige uitwerkingen te bekomen, alsook de zegepraal en een duurzamen vrede voor do H. Kerk uwe onbevlekte Bruid, het welzijn en den voorspoed van uwen Stedehouder op aarde,
VI OPDRACHT AAN HET H, HART.
wiens inzichteii wij wenschen volbracht le zien; ten einfle al lt;le gceslelijklieid in heiligheid en volmaaktheid le zien toenemen; en om zoovele andere inzichten, welke gij, o mijn Jezus! met uwen Goddelijken wil weet overeenkomstig te zijn, en eeniger wijze dienen tot bekeering der zondaren en tol heiliging der rechtvaardigen; om het eeuwig heil onzer zielen te verzekeren, en uw allerminnelijkst Hart eene aangename hulde te bewijzen;—nedergeknield aan uwe voeten, in de tegenwoordigheid van de allerheiligste Maagd Maria en gansch het henielseh hof, erken ik piecïiliglijk, dat ik, naar alle gronden van recht en dankbaarheid, geheel en gansch, en alleen toebehoor aan u, mijnen Verlosser Jezus-Christus, eenige bron van alle goed voor ziel en lichaam; en, mij vereeni-gende met de meening Zijner Heiligheid, draag ik op aan uw allerheiligste Hart mij zeiven, en al wat mij toebehoort; uw Hart alleen wil ik mei gansch mijne ziel, uit geheel mijn hart en uit al mijne krachten beminnen en dienen, van uwen wil den mijnen makende, en mijne verlangens vervoegende met de uwe.
Als een openbaar lilijk dezer opdracht, verklaar ik u plechtiglijk, o mijn God! dat ik in't vervolg, ter cere van uw heilig Hart, de gebodene feestdagen, volgens de regelen der Kerk, wil onderhouden, en zorgen dal zij onderhouden worden door alle personen, over dewelke mij invloed of gezag gegeven is.
Met al deze heilige b-geerten en voornemens, die uwe gratie mij ingeeft, in uw beminnelijk Hart neder te leggen, betrouw ik u eenige vergoeding te schenken voor zoovele beleedigingen die gij van de ondankbare kinderen der meuschen ontvangt, en, voor mijne ziel en de zielen mijner nauslbcsUianden, hel geluk te vinden in dit en in hel ander li ven. Amen.
TOT DE OPDRACHT VANquot; HEN KATHOI.IKK LAND AAN BET H. HART VAN JEZUS IN HET ALLERHEIUCSTE SACRAMENT DES ALTAARS.
GEBED TOT DE ALLERHEILIGSTE MAAGD.
H. Moeder van God, onbevlekte Maagd Maria, wij verlangen, zooveel liet iu onze macht is, de beleedi-;;iiigen te herstellen, uwen Goddelijken Zoon aange-daan door zoovele verblinden, die zijne macht, er. door zoovele ondankbaren, die zijne weldaden miskennen. Wij vereenigen daarom, op den feestdag uwer onbevlekte Ontvangenis, aan den voet van het II. Tabernakel, onze harten met het uwe, en dragen die, aldus vereenigd, als een waardiger offer, aan onzen Heer Jezus-Ghristus op. Door al de liefde, welke gij toedraagt aan het Woord, in uwen kuischen school mensch geworden, bidden wij U, allerbarmhartigsle Moeder, ons de zuiverheid des gewetens en de andere gesteltenissen te bekomen, welke deze onze opdracht verdienstelijk en krachtig moeten maken, — opdracht van ons zeiven en van geheel ons vaderland aan het H. Hart van Jezus, altijd brandende van liefde voorde zielen in het allerheiligste Sacrament des Altaars.
Machtige en goede God ! God van majesteit en liefde! zie, wij knielen in uwe tegenwoordigheid neder, en smeeken u, dat gij ons niet zoudt behandelen vol
1
2 VOOUBEREIDING.
gens uwe rechtvaardigheid. Wel is waar, in dit land, sedert zoo vele eeuwen getrouw aan hot Geloof, worden heden ontelbare godslasteringen tegen u nitge-sproken; maar hier zijn ook menigvuldige /.iden, die u beminnen, en die u willen beminnen voor die u be-leedigen. Niets is u verborgen, o Heer! Zie dan van daag neder op dit godsdienstig volk, dat tot u roept en bidquot;. Op dit oogenhlik dragen, in al onze kerken, de harten uwer verzamelde kinderen u de buide op van hetzelfde Geloof, dezelfde Hoop, en dezelfde Liefde. Ja, wij gelooven, o Heer! dat gij Gods eeniggebaren Zoon zijt, het eeuwige Woord, door wien alles gemaakt is; wij gelooven, dat, niet tevreden met ons naar uwe gelijkenis te scheppen, gij onze natuur hebt willen aannemen, en mensch zijt geworden om ons te kunnen beminnen tot den dood, ja tot den dood des kruisos. O Schepper! die onze Zaligmaker, o Vader! die onze broeder geworden zijt, was dit geene liefde genoeg? — Neen, na door uwe meuschwording u gansch aan de menschen gegeven le hebben, iiebl ge u aan ieder van ons in het bijzonder willen geven in het H. Sacrament des Altaars, en gij hebt ons deze gift gedaan op eene wijze, die ons verrukten u vereert. Om ons voortdurend te herinneren, dat uw dood ons het leven heeft geschonken, hebt gij ten eeuwigen dage willen opgeofferd worden in het II. Saerilieie der Mis, waar een schijnbare dood, gescheiden gedaanten ons het vergieten van uw bloed verbeelden; maar oofc om ons te doen zien, dat gij zelf ons leven zijt, heb) gij u aan ons gegeven onder den schijn van een stoffe lijk voedsel, te gelijk lot onze oogen en ons hart zeggende : ik hen het levend brood, dat uit den hemel is gedaald. Ja, dal zijt gij,o Heer! en dat gevoelt ontwijfelbaar al, wie u waardig ontvangt; j.i, na op uw woord u geloofd le hebben, weten wij het door eenc onuitsprekelijke ondervinding. O H. Hart van Jezus'
VOORBEREIDING. 5
wij willen u liefde voor liefde geven. Tot hiertoe hebben wij u te weinig bomind, en te veel beleedigd. Voorlaan geven wij ons geheel aan u; wij willen u nit-sluitelijk toebehooren, aan uwe liefde niets weigeren, doen en lijden, hetgeen gij voor ons geluk wilt dat wij doen en lijden; wij willen vooru leven en sterven. Maar vermits wij u niet kunnen aanbidden, bedanken, beminnen en aanroepen, gelijk gij verdient aanbeden, bedankt, bemind en aangeroepen te worden, dragen wij u de aanbidding, de dankbaarheid, de liefde en het gebed op van het onbevlekt Hart vau Maria, uwe en onze Moeder. Verleen ons, wat zij voor ons vraagt, en vergun, wat zij u voor ons katholiek land verzoekt. Wees barmhartig voor ons Vaderland, ö Heer! dat deze akte van openbare herslelliug niet alleen ons bevrijde van uwe rechtvaardigheid, maar ook voor die uwe straffen over ons willen doen neerkomen, de gratie verwerve van hunne oogen te mogen ontsluiten voor uw licht, en hunne misdaden te beweenen bij het zien der wonderen uwer liefde. Amen.
(Gebeden voorgeschreven dooi1 du Bisschoppen van België voor de opdracht van den 8 December 18ÜS).
GODSVEUCHT TOT DE HH. HARTEN YAB JEZUS EN MARIA.
GODSVRUCHT TOT HET HEILIG HART TAN JEZÜS. VOORLOOPIGE BEMERKING
OVER DES OORSPRONG, DE VOORTRKFFEt.UKIIEID EK DEN BIJVAL DER GODSVRUCHT TOT HET HEILIG HART VAN JEZUS.
De godsvrucht tot hot heilig Hart van Jesus 'ïs een der bekwaamste middelen van zaligheid, welkeGnü, in deze laatste dagen, aan zijne Kerk verleend heeft. Deze heilige bruid, te allen tijde onberimpeld en onbevlekt, zal ook altijd kostoaar zijn in zijne oogen, dierbaar aan zijn hart, en zal onop-houaend nieuwe blijken zijner liefde ontvangen. God heeft zijne handen vol weldaden ; zijne voorzienigheid kiest den tijd om die uit te deelen.
J)e verborc/enJiBid, die van clc enuwen tn van de fjeslachlen her verborf/en \cas, is Ihans ontdekt aan zijne heiliyen, aan vie God den rijkdom van de heerlijkheid de-er verborgenheid heeft willen bekend maken fColoss. 1.26. 27;. In die woorden zien -wij de vervulling van de godspraak die eenen tijd aankondigde, waar God, in zijne barmhartigheid, een nieuw hart aan de menschen zou geven ; Ik zal u een nieuw hart neven CEzech. XXXVI). In verschillende tijden had God de menschen verschillende weldaden geschonken. Onder de Wet dor natuur, waren hun, met zijne gratie, al de wonderen zijner almacht gegund geworden : do wereld uit niet geschapen, het firmament met zijne glanzende sterren, de voortbrengsels der aarde, al de wonderen der
GODSVRUCHT TOT DE IIH HARTEN VAN JEZUS EN MARIA. 5
natuur. Onder de geschrevene Wet, had hij hun de tien geboden gegeven, zijne beloften, zijne profetieën, zijne godspraken, die tot grootore wonderwerken voorbereidden. In do volheid der tijden, zelf op aarde gekomen, heeft hij, in don loop zijns sterfelijken levens, hun zijne gratiën, sacramenten, mysteriën, deugden en voorbeelden nog overvloediger medegedeeld; en, op het einde zijner loopbaan, heeft hij hun zijn Hart gelaten, en met zijn ITart, zijne liefde, zijne genegenheid en vriendschap: want/we, ons zijn Hart gevende, heeft hij ons niet alles met hem geschonhen (Kom. VIH. 32).
Aan onzen tijd was het vocrbcwaard, de godvruchtigheid tot Jezus aanbiddelijk Hart, als eene bijzondere godvruchtigheid, te zien ontstaan. De stichter is Jezus-Christus zelf,die ze veropenbaard, aanbevolen, uitgelegd, en gezeid heeft, hoe en op welke wijze zij moest geoefend worden, en die beloofd heeft zijne overvloedige gratiën over de minnaars van zijn heilig Harl uit te storten. Deze instelling moeten wij in weinige woorden herinneren.
In het steedje Paray-le-Monial, bisdom van Autun in Frankrijk, bestond een klooster der Visitatie van O. L. V. Daar leefde verborgen en onbekend voor do wereld, maar in de grootste gemeenzaamheid met God, eene jonge maagd, met name Margareta Maria Alacoque, die zich, van haar twinstigsto jaar, aan Jezus-Christus had opgeofferd,-en die, in 1G90, veertig jaren oud zijnde, in geur van heiligheid gestorven is. Haar leven werd besteed aan do oefening der volmaaktste deugden; en Gods milde hand verrijkte haar met do kostbaarste gaven, de zeldzaamste gunsten.
Deze schuldelooze maagd werd door Jezus-Christus uitgekozen om de godvruchtigheid tot zijn heilig Hart te doen aanvang nemen. Hij begon met haar, onder het gebed en de begunstiging van een ingestort licht, de voortreffelijkheid, de grootheden, volmaaktheden, rijkdommen, deugden, en lijden van dit aanbiddelijk H. rt bekend te maken. Het buitengewoon licht, dat zij daarover ontving, verrukte haar tot bewondering, onstak in haar zoo levendig eene liefde, dat zij er door buiten zich zelve geraakte. Zij brandde onophoudend van het hevigste verlangen om dit Goddelijk Hart gekend, geëerd en verheerlijkt te zien. Inwondiglijk hield
6 GODSVRUCHT TOT PF. IIH. HARTEN
zij zich alleen met (lit geliefdkoosd en aanbiddelijk voorwerp onledig; zijne verheerlijking was haar eenigste wonscb, haar eenigst verlangen ; daaraan alleen dacht zij, daarover alleen zou zij hebben willen spreken. Toen zij aldus voorbereid was tot de gratie, welke God voor haar bestemde, verscheen haar Jezus-Ghristus; maar dit laten wij haar zelf vertellen.
« Op zekeren dag, zegt zij, vóór het heilig Sacrament zijnde, en wat meer tijd hebbende dan naar gewoonte, — want de bezigheden, welke men mij gaf, lieten mij bijna geenen tijd, — voelde ik mij gansch omringd van Gods tegenwoordigheid, zoodanig dat ik mij zelven en de plaats, waar ik was,vergat,en mij met dien GoddeUjken Geest liet modegaan, mijn hart aan de kracht zijner liefde overgevende. Mijn Goddelijke Sleester maakte mij de wonderen zijner liefde en de geheimen van zijn heilig Hart bekend, die hij mij tot dusverre verborgen had. Voor de eerste maal opende hij dat Goddelijk Hart op eene zoo wezenlijke, zoo gevoelige wijze, dat er mij geen twijfel kon overblijven nopens de waarheid dezer gra-
Ijp____— Jezus zeide mij: « Mijn Goddelijk ITart is zoo vol
van liefde voor de menschen, dat het de vlammen zijner » vurige liefde niet meer kan bevatten, en het goed gevonden » iieef', door uwe tussehenkomst, dat vuur te verspreiden, » en zich aan de menschen te openbaren om hen met zijne » schatten te verrijken. Ik maak u den prijs dezer schatten » bekend: zij behelzen de gratiën van heiliging en zaligheid, » die noodig zijn om hen uit den afgrond des bederfs te trek-» ken. Ik heb u, ondanks uwe onwaardigheid en uwe omve-»tendhei l, verkozen tot de uitvoering dezer groote onder-» neming, ten einde het beter blijke, dat alles door mij zal » gedaan worden. »
Toen de gelukzalige dienares Gods van de verbaasdheid, waarin haar deze woorden geworpen hadden, terugkwam, antwoordde zij: « Maar, Heere! tot wie spreekt gij? tot een zoo zwak sche|isel, tot eene zoo arme zondares, dat hare onwaardigheid bekwaam zou zijn de uitvoering uwer onderneming te beletten!... Hebt gij geene edelmoedige zielen genoeg, wien gij dergelijke taak kunt toevertrouwen?»—« Hoe! » wedernam de Goddelijke Jezus, weet gij dan nier, dat ik de b zwakste wezens gebruik om de sterkste te besehamen, en
va is' jrzus v.y maria. 7
» dat mijne macht op de kleinsten en armsten van geest met » den moesten glans uitschijnt, opdat zij niets aan zich zel-» ven toeschrijven?»
« Jezus Hart, spreekt zij op eene andere plaats, werd mij vertoond als op eenen troon van vuur en vlam, stralen schietende in allo richtingen, glansrijker dan de zon, en doorschijnend als kristal. De wonde, welke het op den Calvarieberg ontving, was er duidelijk te zien. Rond dit Heilig Hart was eene doornen kroon, en boven, een kruis, dat er in geplant scheen. Mijn Goddelijke Meester deed mij verstaan « dat deze werktuigen zijner Passie beteekenden, dat de onmetelijke liefde zijns Harten voor de menschen de bron van al zijne pijnen geweest was; » dat, van den eersten stond zijner menschwording, al deze folteringen hem tegenwoordig geweest waren, en dat, van dezen eersten stond af, het kruis, om zoo te spreken, in zijn Hart geplant werd; dat hij, van toen af, al de smarten en de vernederingen, welke hij als mensch, gedurende den loop zijns sterfolijken levens, moest lijden, aanvaardde, alsmede al de versmadingen, waaraan zijne liefde voor de menschen hem blootstelde tot het einde der eeuwen, met onder hen te verblijven in het heilig Sacrament.... Daarna liet hij mij weten, dat zijne groote begeerte, om van do menschen bemind te worden, hem het besluit had doen nemen van hun zijn Hart te toonen, en hun, in dozó laatste tijden, deze laatste poging zijner liefde te geven, met hun een voorwerp en een middel voor te stellen,'zoo bekwaam om hen tot eene oprechte liefde aan te sporen ; — dat hij hiermede hun al de schatten van liefde, genaden, barmhartigheid, heiligmaking en zaligheid, welke dit Hart behelst, opende, opdat zij, die hem alle mogelijke liefdeen eer zouden willen bewijzen en verschalTen daar milddadig mede verrijkt wierden. Hij heeft mij nog verzekerd, dat hij een zonderling welbehagen nam in de inwendige gevoelens zijns Harten en zijner liefde vereerd te zien onder de gedaante van dit vleeschelijk Hart, zooals het mij vertoond was geworden, wiens beeld hij wilde dat openbaar uitgesteld wierd, ten einde, ging hij voort, « het ongevoelig Hart der menschen te » raken. Hij beloofde mij, te gelijker tijd, dat hij op het hart » dergenen, die het zouden eeren, de schatten van gratiën, » die zijn Hart vervullen, overvioediglijk zou uitstorten, en
8 GODSVnUCIIT TOT DE III!. IIAKT.KX
» (lat (Üt beeld, overal, waar het openboarlijk zou vereerd » worden, alle slag van zegeningen zou trekken. »
a Op zekeren keer voó- het heilig Sacrament zijnde, eenen dag zijner octaaf, onlvins ik van God overgroote blijken zijner liefde. Toen hij mij gesteld gevoelde om hem eenige wederliefde te tooncn, sprak hij tot mij: « Gij kunt mij geene » grootere dankbaarheid bewijzen, dan met te doen, wat ik » u reeds zoo dikwijls gevraagd heb. » Dan mij zijn Hart ont-blootende, sprak hij: « Hier is dat Hart, welk de menschen igt; zoo zeer bemind heeft, dat hot niets gespaard heeft, dat het » zich heeft uitgeput en gestorven is om hun zijne liefde te » toonen ; en voor dat alles, ontvang ik van de meesten niets » dan ondankbaarheid, door hunne oneerbiedigheden en hei-i) ligschenderijen, door hunne koudheid en misachting voor » mij in dit Sacrament van liefde. Maar wat mij nog meer be-*. droeft, harten, die mij toegewijd zijn, handelen zoo: daar-» om vraag ik u, dat de Vrijdag na de octaaf van hot heilig » Sacrament bestemd worde tot een bijzonder feest om mijn » Hart te eeren ; dat gij op dien dag communiceeret, en hem » eene eerhersteitenis doet, om al de onwaardigheden te ver-» goeden, die het ontvangen heeft, sedert het op de altaren is » uitgesteld. Ik beloof u ook, dat mijn Hart zal opengaan, om » de weldaden zijner Goddelijke liefde overvloediglijk uit » te storten over, die hem deze eere betuigen en zorgen » zullen dat deze hem betuigd worde. »
« Jezus-Christus wil overal deze voortrelfe ijko godsvrucht instellen, en door haar een ontelbaar tal getrouwe dienaren, ware vrienden en oprecht dankbare kinderen werven. Daarom praamt hij mij dermate, om hem te beminnen en te doen beminnen, dat, moest ik daarvoor alles doen, lijden en uitstaan, dit voor mij een uiterst genoegen zoude zijn.... ik zou zelfs, als 't ware, de pijnen der hei aannemen, om hem te doen hcerschen, aangezien hij zulk verlangen toont om den schat zijner zaligende en heilzame gratiën op de zielen, die in zoo groot getal verloren gaan, overvloediglijk uit te storten. »
« Maar het was voor mij eene onzeggelijke pijn, toen dit Hart mij getoond werd, deze woorden te moeten hoeren; «Ik » heb eenen hevigen dorst, om van de menschen in het hei-gt; lig Sacrament geëerd te worden; en nogtans vind ik bijna
VAN JR/-US EN MARIA.
h niemand, die, naar mijn verlangen, mij met eenige weder-» liefde poogt te laven. Betuigden zij mij wederliefde, dan » zou al, wat ik gedaan heb, mij gering schijnen, maar zij zijn » koud te mijnen opzichte, en zij beantwoorden mijne bereid-» willigheid slechts door een hardvochtig afwijzen. Gij, al-» thans, geef mij den troost, om, zooveel gij kunt, hunne on-» dankbaarheid te vergoeden. »
« O: schreef zij aan haren zielbestierder, kon ik u verhalen al wat ik weet over deze beminnelijke godsvrucht tot het heilig Hart van Jezus, en aan de gansche aarde de schatten van gratiën ontdekken, welke Jezus-Christus in dit aanbiddelijk Hart verbergt, en welke nij in overvloed wil uitstorten over al degenen die het waardiglijk eeren. De schatten van zegeningen en gratiën van dit Hart zijn oneindig; geene andere godsvruchtoefening is, dat ik weet, meer geschikt om, in weinig tijds, eene ziel tot de hoogste volmaaktheid te verhellen, en haar de echte zoetheden te doen smaken, die men in den dienst van Jezus-Christus vindt; ja, ik ben er zeker van, indien men wist hoe aangenaam deze godsvrucht aan Jezus-Ghristüs is, elke christen mensch, als hij dezen bemin-nelijken Zaligmaker maar eenigszins liefhad, zou die boven alle andere stellen. Zorg vooral, dat de kloosterlingen haar omhelzen; want zij zullen er zooveel hulp uit trekken, dat er geen ander middel zou noodig zijn, om, in de minst geregelde gemeenten, de eerste vurigheid en de nauwkeurigste geregeldheid te herstellen, en om hen, die hunnen regel ten nauwste onderhouden, tot het toppunt der volmaaktheid te leiden. »
« Mijn (ioddelijke Zaligmaker heeft mij laten hooren, dat zij, die aan de zaligheid der zielen arbeiden, de gaaf zullen bezitten van de versteendste harten te raken, en op eene wonderbare wijze zullen gelukken, indien zij zelf eenetee-dere godvruchtigheid voeden tot zijn Goddelijk Hart. Wat do wereldlijke personen betreft, die zullen, bij middel dezer minzame godsvrucht, al vinden, wat voor hunnen staat noodig is, als vrede in hunne huisgezinnen, verzachting in hunnen arbeid, zegen des Hemels in hunne ondernemingen, troost in hunne ellende; en in dii heilig Hart eigenlijk zullen zij eene schuilplaats vinden gedurende hun leven, en vooral in het uur van hunnen dood. »
9
jO GODSVRUCHT TOT DK Fffl. HARTEN
Ziedaar den oorsprong dezer godsvrucht. Jezns-Christus zelf veropenbaart ze, verwekt eenen heiligen L.oosterling, Pater de la Colombière, uit het gezelschap van Jezus, om tot zielbestierder te strekken aan de nederige Margareta, om door haar met deze godsvrucht bekend te worden en die met zijne schriften in alle landen te verspreiden.
Indien onze Goddelijke Zaligmaker deze godsvrucht op dergelijke wijze voorstaat, moet men zich dan verwonderen, dat zij dien spoedigen, algemeenen en verbazenden bijval heeft gevonden? In den eersten leed zij tegenspraak, men maakte moeielijkheid, men werkte tegen, en vond hinderpalen; men verzon redeneeringen en opperde vragen zonder eind; het was eene nieuwigheid, iets vreemds, iets onnuttigs; goddeloozen, losbandigen, degansche hel kwam tegen haar op. Gods werken hebben dit eige. , dat zij vele beproevingen moeten doorstaan; maar wat1 jrmag al het geweld der hel tegen de raadsbesluiten van God? Weldra werden de duisternissen verstrooid, de waarheid kwam aan den dag, en de godsvrucht zelf verscheen in a! haren luister; de ge-loovigen namen ze gretig aan; de volkeren legden zich er op toe; steden, gewesten, gansche koningrijken zochten er hun betrouwen in; de geleerden gaven haar bereidwillig hunne goedkeuring; de bisschoppen bevestigden ze in hunne herderlijke brieven; de pausen zelf beveelden ze den geloovigen aan. Had m^n haar eerslens vele moeielijkheden in den weg geleid, later betuigde men haar des te meer bereidwilligheid en ijver.
Vandaar al die gedenkstukken tot hare eer opgericht; die altaren aan hare verheerlijking toegewijd; die broederschappen onder hare leiding ingesteld. Uit Frankrijk, waar zij ontsproot, gaat zij spoedig naar de naburige landen en de afge-legenste streken over; in min dan veertig jaren strekt zij zich uit over gansch Frankrijk, over T^elgie, Spanje, Italië, Duitschland, Polen, Bohemen, Lithuariö, ja. tot over de zee, in Syrië, Perzië,China zelf, tot de uiteinden der aarde; in dén woord, in alle gewesten der wereld. Doorloopen wij de namen dergenen die ze omhelsden, zoo zullen wij crooten en kleinen, rijken en armen, geleerden en ongeleerden, koning en onderdaan aantreffen. Allen willen deelachtig worden aan de kostbare voordeelen, die zij verschaft, zoodat, in-
GEESTELIJKE LEZINGEN. II
dien alle stemmen uit die menigvuldige landstreken opstegen om dit heilig mysterie te vieren, de wereld van lofliederen zou weergalmen, en die verschillige stemmen zouden, tot eer en roem van Jit aanbiddelijk Hart, op aarde een welluidend gezang vormen, waarbij zich de hemelsche geesten mot vreugde zouden voegen om hulde te bewijzen aan Hem, die, bij uitstek, de Koning is der engelen, de Koning der harten, de Koning der deugden en de Koning der eeuwen, wicn alle eer en luister toekomt :Z)en onsterfelijken Koning (lei-eeuwen, den eenUjen God, eer en glorie (I Tim. L. 17).
Laten wij zelf in deze zalige gevoelens deelen, om ook deel te hebben aan de overvloedige gratiën die er het gevolg en de belooning van zijn ; laten wij met hart en ziel dit goddelijk Hart liefhebben ; en zijn wij gelukkig genoeg er eene plaats in te bekomen, die zal voor ons het kostbare onderpand zijn derplaa.s, die wij in den hemel verwachten. Hierop komen de volgende lezingen neór ; daar zijn er twaalf, om tot oefening of overweging te dienen op eiken eersten Vrijdag der maand: men kan die insgelijks op eenen anderen tijd des jaars gebruiken, naar eenieders godvruchtigheid. Wij voegen er twee andere lezingen bij, waarvan de eerste als eene voorbereiding tot de biecht, en de tweede als eene voorbereiding tot de communie kan gebruikt worden.
/1ARD EN VOORWERP DER GODSVRUCHT TOT HET H. HART VAN JEZUS.
JEZUS GEEFT ONS ZIJN HART.
Om deze gewicliiige stof op vasle gronden te doen berusten, moeien wij b -ginncn, met a!s een geloofspunt aan te nemen, dat hel aanbiddelijk Hart van Jezus, wezenlijk en letterlijk het Hart van eenen God is, een gansch Goddelijk Marl; want, dewijl het Hart van Jezus-
12 GEESTELIJKE LEZESGEX.
Glirislus verepnigd is mot het menschgeworden Woord, «0f
met den persoon des Woords ; dewijl die verceniging tno
waarachtig en wozenüjk is, en genne louter zedelijke ®a'
vereenlging van gevoelens, gelijk tusschen twee vrien- Sef
den, noch eeno liguuHijke verceniging, die geene voc
wezenlijkheid zou hebben, noch eene voorbijgaande ne'
of kortstondige, maar eene echte, wezenlijke, zelf- ^
slandige en duurzame vereeniging ; zoo is hel ook ^'0I
waar te zeggen, in eenen echten en wezenlijken zin, Vl'i
dat het Hart van Jezus-Christus eenen God toel)ehoort, ,'quot;1 ilat het leeft van het leven van eenen God, dat het
waarlijk, wezenlijk en zelfstandiglijk hot llarl zelf 1'gt;S
van eenen God is ; en evenals wij, uit kracht der per- '
soonlijke vereeirging van de menschheid met de ',01
Godheid, in waarheid kunnen zeggen, van Jezus- slil;
Christus sprekende, de verdiensten van eenen God, wii
het lijden van eenen God, de dood van eenen God, quot;'e
voor dezelfde reden kunnen wij met waarheid zeg- ^1'1 gen, de ziel van eenen God, het lichaam van eenen
Gnd, het bloed vaneenen God, en, in liet punt dat ons 'V1 betreft, hel Hart van eenen God.
Nu gesteld, dat het Hart van Jezus-Christus het
Hart van eenen God is, hoedanig zijn, en zijnnoodza- ('e
kelijk, de volmaaktheden, de grootheid,de goedheid, vir de oneindige beniinnelijkheden van dit aanbiddelijk
Hart ? Grootste, heiligste, zuiverste Hart dat bestaan 011: heeft, dat bestaat en dat bestaan kan ; is d;t zelfs
genoeg gezegd ? Moet men er niet bijvoegen, dat het 'ia niet alleen heilig, maar de heiligheid zelve is ; niet
alleen zuiver, maar de zuiverheid; niet slechts recht- aquot;
vaardig, maar de rcchlvaardigheid zelve ? Aangezien s''1
het heilig is gelijk God, zuiver en n chtvaardig gelijk 'sl0 God; in aangezien zijn Hart, het Hart van eenen God zijnde, de gctnsche volheid der Godheid woont (Colloss.
Deze gronden eens gelegd, gaan wij over tot de 10
EEBSTK LEZING. 1 ö
Lli «odsvrucht zelf, tot het gronte voonvovp, dal zij ons
]g toont in het aanbiddelijk Hart van Jezus-Christus.
se Daar slaat, hot voor ons open ; onderzoeken wij de
u- gesteltenissen van dit Hart, boschouwen wij de se-
ie voelens en de wonderen, welke daar de leederste
je liefde te weeg brengt.
Ijquot;. 1quot; In dit Goddelijk Hart, in dit groot voorwerp van
jj; Gods welbehagen, werd het onuitsprekelijk werk der
n, verlossing voltrokken, het eeuwig verbond tusschen
•t. God en de mensehen gesloten; daar hebben de ree//1-
et raarilif/heid en de vrede elkander ontmoet en omhelsd
■If (Psal. LXXX1V).
r- In dit Hart, als op een levend altaar, draagt zich de Ie Goddelijke Zaligmaker, eenmaal aan zijnen Vader ge-s- slaehtoflerd, nog dagelijks voor ons op, met al de eerbeek wijzen, (li{gt; zijn hemelsche Vader verdient, en d e wij [j niet in slaat zijn hem te geven: als een hramlolfer, lot vereering zijner grootheid; als een zoenoffer, tol irt-'■n boeling onzer zonden; als een dankoffer, tot erkennng iS zijner weldaden; als een smeekoffer, om dagelijks
nieuwe gratiën te bi komen.
Pt In dit Hart, als in een levend heiligdom, omvangen de Sacramenten van het nieuw Verbond hun leven, en
^ vinden zij hunne deugd, hunne sterkle en kracht: deugd
jlc die ons beziell, sterkte die ons ondersleunl, kracht d e
iU ons reinigt, zaligt en in nieuwe mensehen herschept,
ts Uit dit Hart, als uit eene overvloedige en onu lput-
,■1 hare hron, vloeien ons alle gratiën toe, heilzame wate-
i.t ren die springen tot in het eeuwige leven; graiiën voor
[. alle personen, alle tijden, alle omsland gheden, alle
.n stalen; gratiën van verlichting in den twjlel, van
jj^ sterkte in de beproeving, van troost in het lijden, van
1(( zegepraal in den strijd. Van dit heilig Hart ontvang, n
s wij alles; aan dit aanbiddelijk Hart liclib 'li wij alles te danken; en hebben dit onze hartengeene duizend kee-
le ren ondervonden, wanneer wij aan den voel der altaren
li GEESTELIJKE LEZINGEN.
ueêrgekniold, oen bezoek aflegden aan Jezus-Oliristus en waarin Jezus-Christus tol onze liarlen sprak? Weike wonderbare uilwerksels en veranderingeul men was bedioeld, bedrukt, n.'èrslaehtig, toen men kwam: men is opgebeurd, versterkt, getroost, als men heengaat.
Waarom meer gezeid? Lalen wij de werken spreken. Moet het groote werk van de zaligheid der zielen voltrokken worden? liet Goddelijk Woord komt op aarde, neemt dit aanbiddelijk Hart aan, en verpandt ons al deszells gevoelens, verlangens, zuchten en liefdevlammen.
Is het noodig onder ons op aarde te leven? De Goddelijke Verlosser, zich door zijn Kart latende geleiden, vindt zijne vreugde in het verkeeren ouder de kinderen der menschen, verdmagl hunne gebreken, voorziet in hunne noodwendigheden, heeft deernis met hun lijden: die liefderijke geneesheer zalft do wonden onzer ziel; die teederhari'ge herder iorpi achter de verloren schapen, zonder andereu leidsman dan zijn Hart; en hoever j;aal zijne liefde niet ?
Komt het er eindelijk op aan, zijne loopbaan te eindigen? Daar wordt zijn lichaam gekneusd, vlt; ivchcurd, met bloed overdek!, op het kruis genageld; maar zijn Hart, op het kruis nog, geopend, om ons teonlvangen, en ons tol toevlucht en schuilplaats te dienen; d.t aanbiddelijk Harl, wiens laatste verzachtingen voor ons zijn, legt hij van het kruis op het altaar, waar het ons deel zal zijn tot het einde der eeuwen.
2° Onder de menschen vindt men wel harten, maar eilaas! weike hartmi en met welke gevoelens zijn die maar al le dikwijls bezield! O God! waar n kunnen zij vergeleken worden met uw aanbiddelijk Hart?
Harten der menschen, onverschid ge harten, die er niet eens op denken, zich onze belangens aan te Irekken en in onze smarten le doelen; de aandoeulijkste dingen
Eerste lezing. 15
laten hen in eene onverschilligheid, die bij hen alle gevoelen schijnt versmacht te hebben.
Baatzuchtige harten, die zich zeiven slechts liefheb-bon, aan zich zeiven slechts denken, en voor zich zeiven slechts schijnen op do wereld Ie zijn; zoolang zij van u iets le verwachten hebben, weten zij u wel op prijs te stellen; zoodra gij linn niet meer nuttig kunt zijn, trekken zij u niet meer aan.
Ondankbare harten; gij hebt ze met gunsten overladen, gij hebt u te hunnen voordeele in duizend gevallen vermoeid, uitgeput, opgeofferd, en in tijd van nood zult g:j bij hen slechts ondankbaarheid, verwijdering, verlatenheid vinden; niet tevreden met uwe weldaden te vergeten, zullei. zij die gebruiken om u le benadeeligen.
Onstandvastige harten, wier gevoelen draalt met ons fortuin; vandaag beloven zij ons alles, morgen bezien zij ons niet meer, alleen nog naar een eerlijk voorwendsel zoekende om ons in den tegenspoed te kunnen verlaten, terwijl nogtans het ongeluk onze een.gste misdaad is.
Geveinsde harten, op wie men niet kan tellen; van builen alle betuigingen van vriendschap, van binnen gansch andere gevoelens; altijd honig in den mond, en dikwijls bittere gal in de ziel; welken afschrik zouden zij ons niet inboezemen, bijaldien hunne eerlooze geveinsdheid niet eenigzins omsluierd ware voor onze oogen?
Verraderlijke harten, wier omhelzingen versmachten; trouwelooze hand, die ons schijnt ie ondersteunen, en die, onder onze voeten, eenen put graaft om ons te verdrinken.
Ontaarde, barbaarsche harten; ziet men, ondervindt men zulks niet al le dikwijls in de wereld? Spreekt, rcchizinnige vrienden, die uwe harten aan ware vrienden meendet te geven, en die op een zeker oogenblik
16 geestelijke lezingen.
in lien nii'ls dan ïafnards, die u verlieten, of vijanden, die u kwaad wilden gevonden hebt. Spreekt, bedrukte vaders, die u hebt uitgetrokken nm uwen zoon een eerbaar bestaan te bezorgen, en die in hem slechts een wanschepsel gevonden hebt, wiens ondankbaarheid alle natuurlijke gevoelens versmacht, in uwen ouden dagu weigert hij te staan, en misschien vindt dat gij te lang leeft. Spreekt, ontroostbare moeders, die, voor de vreugde mvs ouderdoms al uwe zorgen besteed heb-bende aan de opvoeding uwer dochter, slechts eene slang gevoed hebt, welke den schoot, die haar droeg, zoekt te verscheuren.
Zoo ondankbare, zoo onrechtvaardige harten treft men niet zelden in de wereld aan; en men blijft daaraan vast, en men maakt daar slaat op 1 O! Wat verdient men te recht, bedrogen te worden!
Maar het Hart, dat gij ons toont, o aanbiddelijke Za-ligm:fcer, is heel anders! In dit minzaam Hart binnen tredende, vind ik het Hart van eenen Koning, van eenen Vriend, eenen Bruidegom, eenen Vader, eenen God: liet Hart van eenei; Koning, die slechts door do lielde over mij wil heerschen; het Hart van eenen Vriend, den eenigsten die mij zeker niet zal bedriegen; het Hart van eenen Bruidegom, die mijne genegenheid alleen vraagt om mijn geluk te verzekeren; het Hart van eenen Vader, die nooit moede wordt mijne gebreken te verdragen, mijne noodwendigheden te verlichten, die in den zondaar zelf zijnen zoon wil erkennen; en, om alles in één woord te zeggen, het Hart van eenen God, die mij feeder bemind heeft, wien ik zooveel zuchten gekost heb, die mij met stroomen van zijn bloed overgoten heeft, en die mij aan zijn eigen geluk wil deelachtig maken.
Zoodanig is het voorwerp dezer godsvrucht; is er nooit een grooter , een heiliger , een verhevener, een Goddelijker voorwerp geweest; bij gevolg, een
EERSTE LEZING.
voorwerp, dat dp gevoelens onzer harten meer verdient?
Oefeningen.
Hel heilig Hart van Jezus aanbidden, als het heiligdom, waar de volheid der Godheid zelf in woont.
Zich vcreenigen met de engelen en de hemelsche geeslen, om hem op onze altaren don diepsten eerbied Ie hetu'gen.
Wensehen, dat zoo heilig een Hart door de gansche wereld geëerd en verheerlijkt worde.
Til al onze krachten meêwerken om zijnen roemrijken eerdienst in alle harlen te verspreiden.
Hem vragen, om deelachtig te worden aan de gratiën en verdiensten zijner ware aanbidders.
Heilig Hart van Jezus, tempel der Godheid,troon der barmhartigheid, heiligdom der gratie, eeuwig voorwerp van hel welbehagen des hemelschen Vaders, tot we Ik en staat zie ik u gebracht? Uw gansche luister schijnt verdonkerd, uw gansche grootheid verlaagd, uw gansche heerlijkheid als vernietigd; maar in dien slaat zelf van vernedering en vernietiging, verliest gij niets van uwe opperste grootheid; gij zijt de aanbidding onzer harten des te waardiger. Ik aanbid u dus met al den eerbied en al de gevoelens mijns harten; ik zou ii al den luister willen teruggeven, dien g!j u;l lielde lot mij verbergt; ik zou u al de hulde der enge. len in den hemel willen opdragen. O Goddelijk Hart! dal alle gelukzalige geesten, om u Ie eeren, zich rond uwe altaren vergaderen; dat gansch het hemelsch hof, dat alle uitverkorenen u bereidwillig hunnen eerbied betuigen; dat de gansche aarde hun antwoorde, en
hare hulde met hunne toejuichingen en opgetogenheid
■?
17
18 GKESTF.UJKE LEZINGEN.
doe gepaard gaan ! Heilig Hart, dat zoo waardig zijt aanbeden le worden, trek alle onze harten lot u, beziel ze met uwe gevoelens, maak dat zij u uil hart en geest aanbidden, en zich opófferen voor uwe glorie. Waarom is bel mij niet gegeven mijne dagen in uwen heiligen tempel door te brengen, om u zonder ophouden te zeggen: ik aanbid u, ik bemin u, ik behoor u Ine voor altijd! Oewaardig u, o heilig Hart, mijne zwakke eerbetuigingen te aanvaarden, alsmede mijn vurig verlangen om u meer le beminnen en meer voor u te doen.
Gij, o Ileere, onze God! zijt naarilig te ontvangen de heerlijkheid en de eer en de kracht (Apoc. IV, II).
Dat alle engelen Gods hem aanbidden (Hebr. I, 6).
Dit volk eert mij met de lippen, maar linn hurt is verre van mij (Math. XV, 8).
Stort uwe harten voor hem uit (Psal. LXI, 9).
EERSTE BEWEEGREDEN OM HET GODDELIJK HART VAS JEZf?
IX HET HEILIG SACRAMENT DES ALTAARS TE AANHIDDEX.
BE ONMETELIJKE LIEFDE WELKE HIJ ONS DAAR TOONT.
Jezus-Clirislns heeft ons bemind, gelijk een God beminnen kan; ware het mogelijk ons daar een duidelijker bewijs van te geven dan door ons zijn Hart te schenken met al de gevoelens die hel bezielen? Had bij ons enkel de kostbare sehatten zijner genaden, verdiensten, voorbeelden, pijnen en werken medegedeeld, nog ware bel van zijnentwege hel bewijs van eene onmetelijke liefde voor schepselen, welke die zoo wein:g verdienden; maar zijne liefde was daarbij niet voldaan;
T.VEKDE I.E/.ING,
na ons alles gegeven te hebben, moest hij ons nog zijn eigen Hirt geven.
Ken ik hier. vooreer' oogenblik, in d!t aanbiddelijk Hart hinnengaan, tot in lt;lit verborgen heiligdom doordringen, daar de heilige kenteekens dezer ganseh Goddelijke lieldo aanschouwen, bewonderen, aanbdden! Onuitsprekelijke liefde, en in haren aard en in hare omstandigheden tevens!
1° Teedere liefde, welke de gevoeligheid en al de uitstortingen zijns harten, eenigerwijze, voor ons uitput. Heeft wel ooit eene moeder hare kinderen zoo zeer bemind, als .le/us-Christus ons b mind heeft? En wat hebben wij gedaan om zulks te verdienen?
Rechtzinnige liefde; wanneer het hart spreekt en ingeeft, dan is alles waarheid, rechtzinn;glie;d, gevoel. In het Hart van Jezus, vindt men dit altijd; is men wel zeker het te vinden in de wereld?
Vurige liefde: hij is dit Goddelijk vuur op aarde komen ontsteken; hij verlangt slechtsdat zijne hemelsein' vlammen tot ons overgaan. Gelukkige harten, die bereid zijn om zich aan dezen gloed te verwarmen! Wee hem, die zich aan zijne liefderijke opzoekingen onttrekt !
Milddadige liefde; wat kan men grooters geven dan het hart, en, met het hart, al de goederen die er uit voortvloeien? God is gereed om zijne gunsten uit te deelen; openen wij onze harten voor het aanbiddelijk Hart van .lezus-Christus, hij zal er binnenkomen en ze met zijne gaven verrijken.
Onbaatzuchtige liefde: h:j is gelukkig in zich zeiven; wat kon hij van ons verwachten? en welke andere beweegreden, dan zijne liefde, heeft hem kunnen overhalen om ons zijne liefde te schenken? En heeft hij niel in zijn hart, in dien onuilpulbaren oceaan zijner goedheden, de redens gevonden, die hem aanzetten om ons, in weerwil onzer onvolmaaktheden, te beminnen.
li)
20 GEESTELIJKE LEZINGEN.
Werkende liefde: geene woorden, maar wonderen, ongehoorde daadzaken geven ons die te kennen. O aanbiddelijk Ihrt! wat werkt gij in het hart niet uit, waar gij ecnszijt hinnengelredrn! Edelmoedige liefde, bekwaam om alle hinderpalen te overwinnen, om z e.li allo opolferingen te getroosten, ja om te sterven voor onze zaFgheid.
Slandvnstige liefde: bijaldien wij hem eerst niet verlaten, moeten wij niet vreezen dal hij ons ooit verlnleii zal: hij had ons bemind in zijn leven, hij heeft ons bemind lol den dood; en do dood zelf, in plaals van zijne liefdevlammen Ie blusschen, heeft die nog meer onl-stoken: Na de zijnen geliefd te hebben, heeft hij hen ten uiterste liefgehad, (joann XIII, 1) .
Wanneer in do wereld de koningen, de groolen dolaarde komen te sterven, en hunnen ullerslen wil te kennen geven, laten zij hun hart ook; maar aan wie? aan die hun dierbaarst geweest zijn, die zij meest bemind hebben; alsof zij liun zeiden: het is ermede gedaan, ik ga u verlaten, mijn leven loopt op een einde; maar ik zal u niet geheel verlaten; ik laat u mijn hart, ik zal nog bij u leven, ik zal nog in uw midden verblijven; wij zijn vereenigd geweest in het leven, de dood is onbekwaam om ons te scheiden; g'j bezaai mijn hart, terwijl ik leefde; gij zult het nog bezitten na mijnen dood: ten uiterste heeft hij hen lief;/eliad. Ook met welken eerbied, met welke dankbnarheid aanvaardt men een zoo dierbaar onderpand 1 Men bewaart het zorgvuld glijk, men s'irl het in koslharc vaten, eeuwige gedenkslukkeii der vriendschap of der droefheid. Zoo handelt Jezus bij zijn afscheiden met ons: Ir; had ons liefgehad in zijn leven, hij bemint ons oot tol het einde, ons zijn hart gevende, toen hij stierf, als een laatste onderpand zijner liefde.
Daar is het, dat hart van onzen God, van lt;nzen Koning. onzen Vader, onzen Vriend, den hemelschen
TWEEDE LEZING. 21
leren, Bruidegom onzer zielen: een stervende vader spreekt
irn. O lot zijne bedroefde kinderen; waarde, teergeliefde kin-
■t uit, deren, ik ben in de wereld gekomen voor u, ik ga n
üefde, verlaten; ik keer tot mijnen Vader weder, maar ik zal
n z'eli u niet geheel verlaten, ik laat u mijn Hart, ik zal nog
i voor onder u verblijven; ik gi terug naar den schoot mijns Vaders om zijne heerlijidieid te genieten, maar mijn
gt;1 ver- hart zal nog met n op aarde verkeeren om uwe smar-
ihten ten te len'gen; gij hebt, terwijl ik leefde, den schat
is be- mijner genegenheden bezeten, gij zult na mijnen dood,
i zijne nog den schat mijns harten bezitten; welk ander, dier-
r ont- baarder en kostbaarder onderpand kon ik u geven van
J hen mijne liefde en innige verkleefdheid?
2° Onuitsprekelijk in zich zelve, is deze liefde het
n der nog te meer, als men acht geeft rp de omstandigheden,
wil te Welken tijd, inderdaad, hebt g:| gekozen, aanbidde-
wie? lijke Zaligmaker! om hel Sacrament in te stellen,
meest waarin gij ons uw Hart achterlaat? Ach! haddet gij het
mede ingesteld, toen gij, omringd van eeue ontelbare me-
) een nigte, die u op den berg volgde, hun de orakelen uwer
laat u wijsheid liet hooren; haddet gij het ingesteld, toen het
mid- volk, in scharen, uit Jerusalem u te gemoet trok om u
even, zegevierend te onthalen, terwijl het de lucht met blijde
ezaat zangen deed weergalmen; — dan nog ware het eene
tit ten oneindige gunst, eene onuitsprekelijke weldaad. Maar
^lini/. neen, dien tijd hebt gij niet gekozen om dit Sacrament
I a:\n- van liefde in te stellen; welken tijd dan? den iijd van
-vaar1. uw lijden, den vooravond van uwen dood, den nacht
aten. zelf, in denwelken gij moest verraden en gedood wor-
roef- den: in den nacht, waarin hij yelevenl iverd {ï Gor.
s: li;' XI, 23). O liefde! o Hart! o wonder! gansch Jerusa-
ook lem slaat in vlam, gansch het grauw is opgeruid, de
f, als harten zijn verbitterd, razend, uwen ondergang /.'.verende, en, als dorstige tijgers, alleen bedacht om in
i Ko- uw bloed hunnen dorst te koelen; en op dal oogenbl'k
chen zelf bereidt gij hun de grootste, de onuitsprekelijkste aller weldaden.
22 GBKSTKLUKK LK/.I.NGEN.
Dit wil zeggen, dat, tenvijl de menschen op uw leven uit zijn, de afgrijselijkste samenzweringen smeden, voedt gij slech(s gedaclilen van zaclilmoediglieid en vrede: dit wil zeggen, dat, terwijl men alleen bedacht is om een schandelijk kruis op te richten, waarop gij, als vioekelliig, aan den openbaren h;ial zult geslachtofferd worden,\lenkt gij slechts om een altaar op te richten, waarop gij, als zoenoffer, u zeiven dagelijks voor onze zaligheid will slachtolferen. Dit wil zeggen dat, terwijl men zich gereed maakt om uw bloed te vergieten en te onteeren, gij u gereed maakt, om ons, met dit bloed zelf, eenen drank van onsterfelijkheid te vervaardigen tot troost en heil onzer zielen. Zoo wildet gij uw leven eindigen, zoo wildet gij ons uwe liefde laten blijken.
O Goddelijke Zaligmaker! o aanbiddelijke Verlosser! zoo wij een hart hebben, en zoo dit hart voor eenig gevoelen en voor eenige liefde vatbaar is, wien moeten wij onze gevoelens, onze liefde, onze harten geven, dan aan u, die ons zoo dierbare panden, zoo onuitsprekelijke bewijzen uwer liefde gegeven hebt? Vorm gij zelf deze liefde in onze harten, trek ze allen tol u, ontsteek in hen dithemelsch vuur, verbrand ze in dien Godde-lijken gloed, zonder ze af van de wereld, van de aarde, van hen zeiven, om ze voor eeuwig aan u vast Ie maken door de onbreekbare banden uwer liefde; maak dat voortaan onze harten u alleen beminnen, u alleen zoeken, voor u alleen leven en ademen; voeg dit wonder nog'bij zoo veel andere wonderen; het geringste uwer mirakelen zal het niet zijn, te maken dal onze harlen u beminnen: maar ook dat zij u teeder, rechtzinnig, vurig, krachtdadig, standvastig beminnen in het Sacrament uwer liefde, om u eeuwig te beminnen in het rijk uwer heerlijUIioid. Amen.
■
TWEKUE LEZING.
Oefeningen.
De Goddelijke Helde vraagt vele opoireringen aan het harl; d.1 grootste is de opoffering van hol hart zelve.
Ons hart dikwijls tot God verhellen, in vereeniging van het aanbiddelijk Hart van Jezus-Christus.
Eene geheime overeenkomst maken met .Tezus-Ctir.s-lus, en hem ons verlangen te kennen geven, dal al de hi'wrgiügen onzes h::rleii zoovele aklen van liefde wezen lol hem. .lezns-Chrislus vuriglijk verzoeken, onze harlen, zoo kond, ongevoelig en ondankbaar jegens zijn harl, te willen bezielen en ontvlammen.
Hem onze harten opdragen als zoovele offers, om door de vlammen zijner heilige liefde verslonden te worden.
0 aanbiddelijke Zaligmaker ! uw Hart is vol van goedheid en liefde tot mij, en hel mijne is louter ongevoeligheid, onverschilligheid voorn. O vurige gloed! doe het ijs van dit hart smelten, en ontsteek er hel vuur nwer Goddelijke liefde. Waarom anders heb ik een harl, dan om u le beminnen? en indien ik n niet bemin, is dan mijn hart nog waardig te ademen en televen? Neen, mijn God; de vertroostingen en zoelheden uwer lirmelsehe liefde vraag ik niet, ik ben ze niet waardig; ik zon er le zeer aan gehecht zijn, zij zouden voor mijn harl hel voedsel worden zijner eigenliefde; wat ik u vraag, is eene liefde overeenkomstig met die, welke gij mij toedraagt; eene grondige liefde, die u alleen zoekt en begeert; eene zuivere liefde, die, u beminnende, geene andere belooning ver'angl, dan n altijd meer le mogen beminnen; eene edelmoedige liefde,lol de groot-sle opofferingen bekwaam; eene standvastige liefde, die nooit verslapt, die nooit verflauwt.
0! wanneer zal ik u met deze heilige liefde bemin»
23
2i GEESTELlJKt LL/.I.XÜil.N.
neu? Eilaas! ik heb u misschien tot hiertoe niet bemind; is het geen tijd om u mijn hart, gansch mijn hart onwe-derrnepelijk Ie schenken ? Ja, mijn God i het is gedaan, ik wil u beminnen, en ik zal die liefde in uw Harl gaan pjitlen. Viuchlliare bron, brandend fornuis, vlieg open voor de begeerten, voor do vervoeringen mijns harten; voor u alleen zal het voortaan leven en ademen; alle ander leven, alle ander geluk, alle ander goed is hem onverschillig en vreemd; het is rijk en gclukk'g genoeg, indien het u weet te heminnen, en u voor altijd lielde voor lielde wèer te geven.
Dat ik u heminne, o Ileere, die mijne sterkte zijt (Psal. XVII, 2)!
Verb) and mijne lenden en mijn hart door uwe liefde (Psal. XXV, 2).
Mijn welbeminde behoort mij, en ik behoor hem toe (Cant. XI, 16).
TWEEDE BEWEEGREDEN OJI HET GODDELIJK HAr.T VAN JEZl, IN HET HEILIG SACRAMENT DES ALTAARS TE AANBIDDEN.
DE BELEEDIGIKGEN DIE HIJ DAAR OSTVAKGT.
Na al wat Jezus-Chrislus gedaan en geleden had om ons zijne lielde te toonen; na ons zijn Hart, brandend van de vur'gste liefde, gegeven te hebben; na aan den smartelijksten dood overgeleverd te zijn om ons het leven te schenken, — wat mocht hij niet met recht van de menschen verwachten? is er wel één bewijs van liefde, dankbaarheid, ijveren bereidwilligheid, dat hij van hunnentwege niet moest ontvangen? Moeten alle harlen niet gloeien van liefde voor hen,, bereid om zich voor zijne eer te slachloll'eren? Maar neen, aanbidde-
UKHDE l.KZING. quot;20
lijke Zaligmaker! in plaats van die billijke vergelding van erkentenis, bereidwlligh.'id en ijver, zal uw hart, van wege de mensehen, niets Jan ondankbaarheid en versmadingen ontvangci,. In uw leven zuil gij gedood en geslachtolferd worden voor hen, en hun hart zal om uw lijden en uwe smarten weinig gelrolfen worden. Door uwen dood hebl g'j de sterren doen verduisteren, de graven doen op, ngaan, de rotsen doen scheuren, en het hait van den mensch, versieender dan de rotsen zelf, zal door uwe opollering en uwe liefde niet vermurwd worden.
Ach! Goddelijke Zaligmaker! met welke gevoelens moesl uw üart doordrongen zijn, opliet oogenblik, als gij dit aaub'ddel jk Sacrament insteldet; wanneer, uwe oogen naar de toekomst richtende, en do wolkeu der tijden doorbrekende, gij voorzaagt wat moest gebeuren, en wat oneer en smaad gij van wege de menselien zoudt uit te slaan hebben, in hel Sacrament zelf', waar gij hun de gevoeligste blijken gaaft van uwe liefde? Welk afgrijselijk schouwspel vertoonde zich toen voor uwe oogen, om uw Hart te bedroeven? Gij zaagt op dit oogenblik al den haat der kelters, al het afgrijzen der goddeloosheid, al de woede der hel, losbreken leg, n het Sacre,ment uwer liefde; gij zaagt de kerken afgebroken, de altaren onigeworpquot;n, de priesters vc rmoord en zwemmend in hun bloed, de heilige hosties zelfu't het iabernake! gehaald en met voeten vertreden.
O hemel 1 sla verbaasd, en gij, poorlen des hemels, weest verslagen op bet gezicht der versmadingen, die Jezus-Christus heeft ontvangen en alle dagen nog ontvangt van den kant der menschen, voor wie hij zijn leven en zijn bloed ten besle gegeven heeft: Verstomp o hemelen (imm. XI, 12)!
Hadden de ketters nog maar alleen z!ch verzet tegen hem; werkten ten minste de geloovigen, zijn volk, zijne kinderen, om hem door hunne verkleefdheid eeirge
26 GEESTIXUKE LEZINGEN.
vergelding te geven; maar eilaas! onlvangl hij, van hunnentwege zelfs niet de bloedigste versmadingen, den hoon die zijn Hart het meest doel lijden? en tot hoeverre drijven die christenen met den naam hunne ondankbaarheid en hunne buitensporigheden niet jegens het Hart van Jezus-Christus, in het aanbiddelijk Sacrament des Altaars?
Ondankbaarheid gaande tot de onverschilligheid: hoe kan zij eene plaats vinden in onze harten jegens Jezus-Christus? Hoe zijn wij zoo weinig erkentelijk jegens God, die ons zoo zeer bemind heeft, die door den slaat, waarin hij zich stelt, ons zijne liefde zoo duidelijk wil toonen? En is het geen wonder des duivels, zegt een groote heilige, wanneer des mensdien hart ijskoud blijft temidden van zoovele gloeiende kolen?
Ondankbaarheid gaande tot de vergetelheid, tot de verlating: Jezus-Christus woont in ons midden, en wij schijnen het niet te weten. Ik ga in onze kerken, en op zekere uren van den dag zijn het groote woestenijen, ware verlatene plaatsen. Ja, o mijn God, de menigte zal zich overal bevinden, op de markten, in de vergaderzalen, in de schouwburgen, bij de spelen en openbare vermaken; de eenzaamheid en verlatenheid zullen alleen voor u en uwen heiligen tempel zijn: de grooten en de koningen der aarde hebben een talrijk hof, en gij, d;1 Koning der Koningeiv, gij zult verlaten zijn; uren, dikwijls gansche dagen zullen voorbijgaan, zonder dat een enkel ware aanbidder u korae bezoeken en vereeren.
Ondankbaarheid gaande tot de oneerbiedigheid: welk schouwspel en welke ergernis geven de cliriste-nen, zoo grooten naam onwaardig, die enkel in onze kerken schijnen te komen om er uunne ijdelheid ten toon te spreiden, hunne pracht te vertoonen, en zielen tot val te brengen! Verstrooide geesten, verdwaalde oogen, bedorvene harten, tongen dermate onbeschei-
DERDE l,E7.IJiG. 27
den, dat 7.i.j hel sacrilicie storen, de zangen onderbreken, op zekere wijze spotten met de opperste Majesteit; dit wil zeggen, dat zij alleen in liet huis des Heeren komen om de maat der versmadingen te vullen, terwijl zij er zich met minder eerbiedigheid gedragen, dan zij zouden doen in een wereldseh of ongewijd huis.
quot;Wat zullen wij nog zeggen? Ondankbaarheid gaande tot het misbruik, tot de ontheiliging, de heiligsehen-ding, of sacrilege ; eene gruwzame misdaad, waarin, door eenen verraderlijken kus, men den aanslag van Judas vernieuwt; afgrijselijke misdaad, waarin de pliehtige mensch zijn oordeel eet en drinkl; misdaad boven alle misdaden en alle gruwzaamheden, waar men Jezus-Christus versmaadt, niet alleen in zijne wet, in zijne leering, in zijne gralic, in zijne voorbeelden, maar in hem zeiven, in zijn heilig Vleesch, in zijn kostbaar Bloed, in zijnen aanbiddelijken persoon. O gij, hemelsche geesten 1 daalt neêr om te weenen tussehen de voorplaats en het altaar, om uw deel te nemen van de oneer, waarmede men uwen God overlaadt! Aanbiddelijke Zaligmaker 1 gij hebt ons uw Hart gegeven. Eilaas! dit Hart werd met eene lans doorstoken; maar dat is de smartelijkste wonde .'voor u niet geweest: wat u het pijnlijkst wondt, zijn onze ondankbaarheden, onze oneerbiedigheden, onze ontheiligingen, onze buitensporigheden, welke den gruwel der verwoesting brengen in de heilige plaats, in het huis des Heeren.
Is het wel mogelijk, o Goddelijke Zaligmaker! dat, al deze ijselijkheden en buitensporigheden voorziende, uwe liefde lot de menschen u overgehaald hebbe,om u daaraan bloot te stellen? Maar :s het mogelijk dat de menschen, na zoovele blijken uwer liefde ontvangen te hebben, slechts door hunne versmadingen daaraan hebben beantwoord? God van goedheid, de liefde van uw
28 GEESTELIJKE LE/.l.NGEN.
Hart moet uitermate groot zijn om u zoo aan de ont-eeringen prijs te geven; maar ook de ondankbaarheid van 's menschen hart moet wandrochtclijk groot zijn, om tot zulke spoorloosheden over te gaan.
Aanbiddelijke Zaligmaker I gij zijt uit den hemel nedergedaald om do mensehen te zoeken en zalig le maken ; en die ondankbare menschen vluchten u, verlaten u, ontlrekken zich aan uwe liefderijke omhelzingen, (iij overlaadt hen met genaden en gunsten, en zij blijven er ongevoelig aan, zij misbruiken ze, en keeren ze om logen u, en, tot hunne veroordeeling, tegen zich zeiven. (lij zijt altijd bij hen, le midden van hen, en zij schijnen van uwe tegenwoordigheid niets le welen, of die alleen te kennen om ze te versmaden. Gij houdt uw Hart voor hen open, en zij weigeren er binnen le komen, of zij komen er slechts binnen, om het le bedroeven, le vergrammen, dagelijks duizend nieuwe en immer pijnlijkere wonden toe le brengen.
O Goddelijke Zaligmaker! gij zijl tbans op onze altaren, wat denkt gij van ons en onze buitensporigheden? Hoe kunt gij onze-misdaden en ongeregeldheden verdragen? Hoe sluit gij uw Hart niet, dat zoo versmaad wordt? hoe verloochent en verwerpt gij ons niet? Hoe neemt uw wrekende arm de wapenen niet op tegen de pliehtigen, om ze uit te roeien en le vernietigen? Ach! moest gij op aarde nederdalen, om zoo onwaardiglijk mishandeld le worden? Hadt gij u daarom aan ons gegeven? hadt gij u daarom op onze altaren geplaatst? Klim terug, o versmade God! klim terug naar den hemel; verlaat deze ondankbare harten, deze vervloekte aarde, dit ondankbaar en boosaardig volk.
Maar neen, goede God! wat zou van ons geworden, bijaldien de ark des verbonds zich van ons verwijderde, bijaldien het olfer der verzoening voor ons niet meer werd opgedragen, bijaldien liet bloed van het Lam op-
DERDE LEZlJiG. 29
hield te vloeien op on/.c: altaren, en ons aan de strengheid der hemelsche wraak prijs gaf.
Aanbiddelijk Hart! wees ons genadig, bekeer on/.e harten, wreek u als een God, slorl nieuwe gratiën over hen uit, raak die ongevoelige, vermurw die versteende, heilig die bedorvene, beziel die kwijnende, versterk die wankelende harten; trek tot u alle harten, opdat allen te gelijk hunne dwalingen beweenen, uwe gaven erkennen, uwe grootheden eerbiedigen, en zich uw Hart en uwe liefde waardig maken.
In deze gevoelens gaan wij u eene eerboete opdragen, len einde onze vrrsmadingen te herstellen, en u eindelijk liefde voor liefde te geven.
EEIUiOETE.
O heilig Hart van mijnen Zaligmaker, van mijnen God ! oolmoediglijk ik èrgoknield aan de voeten onzer heilige allareii, en doordrongen van het levendigste en b'liersle leedwezen, kom ik u vergifienis vragen voor alle zonden die legen n b 'dreven zijn en ooit zullen be-dreven worden in hel Sacrament, dat bij uitslek het Sacrament uwer liefde is.
Oneindig aanbiddelijk Hart! gij verdient al onzen eere.ied, al onze hulde, al de vereering der menschen. der engelen, aller schepselen die bestaan.
Oneindig beminnelijk Ilarl! gij verdient de genegenheid, de liefde, de hereidwllliglieid, de vurigheid van al de harten, die voor gevoel en liefde valbaarzijn.
En noglans, oneindig heilig, oneindig goed, oneindig weldadig Hart! in stede; van die gevoelens van eerbied, van liefde, van dankbaarheid, hebt gij dikwijls bij de menschen nielsdan ongevoeligheid, onverschilligheid, verlatenheid,ondankliaarheld, misachting, versmading, ja de onwaardigste en bloedigste versmadingen gevonden.
öfl GEERTELHKE LEZINGEN.
Moest gij dan, o Hart van mijnen God! zoo iets van de menschen verwachten,wien gij zoovele blijken uwer liefde gegeven hadt, die gij met zoo vele weldaden hadt overladen? Waart gij daarom uit den hemel gedaald, o Goddelijk Woord! Hadt gij daarom onze sterfelijkheid aangenomen? Waart gij daarom op een kruis gestorven ? Verblijft gij daarom nog dagelijks op onze altaren ? O! is het niet veeleer om onze hulde te ontvangen, om ons uwe liefde te betuigen, om daar, tot het einde dor eeuwen, onze schuilplaals, onze vertroosting, onze sterkte, onze hoop te zijn.
O aanbiddelijk Hart! waarom kan ik, bij liet zien van al deze versmadingen, geene zee van bitterheid in mijn liarl brengen, geenen vloed van tranen storten, zooveel gruwelen in de stroomen van mijn bloed niet afwas-schen ! Door wat al opofferingen zou ik u mijne droefheid willen doen zien!
Ten minste, wat van mij afhangt, omijn God! zal u gegeven worden : mijn hart verbrijzeld door de droefheid, zoo groot het is, en mijn vurigste verlangen om de onwaardige versmadingen, die gij hebt ontvangen, te herstellen, en de onmetelijke liefde te erkennen, die gij ons hebt toegedragen. Ja, mijn God, mijn aanbiddelijke Zaligmaker! al wat ik voortaan zal verrichten, zal ik doen in eenen geest van herstelling, van uitboeting, van vergoeding, en van gedurge opdracht aan uw versmaad Hart.
Ik zal u dikwijls komen bezoeken aan den voet uwer altaren, om de verlatenheid, de eenzaamheid uwer tempels te breken.
Ik zal nooit bij u komen dan met de d.epste ootmoedigheid, eerbiedigheid en vernedering, om de oninge-togenheid, de oneerbiedigheid te herstellen, waarmede men dikwijlsin uwe Goddelijke tegenwoordigheid verschijnt.
Goddelijke Zaligmaker! ik zal altijd t an den voet
nEnilK LEZING. öl
uwer heilige altaren blijven in al de gevoelens, die het geloof, de onlmoediglicid, de oeiiiied en eene heilige vrees mij ingeven, om dc verergeml^sen, de goddeloosheden, de liuitensporigheden le herslel.'en die, alle dagen, onder uwe oogen, in mv hnis plaats hel)l)cn.
Maar vooral, om, zoovee! ik Kan, d.'imjhniiken, de ontheiligingen, de gruwzame heiligscheiidii.gon te herstellen, die uw heilige mysteriën onteertn, d e uw aanbiddelijk bloed onder de voeten trappen, dhi op uw altaar u nogmaals kruisigen, en die van uwe tempels andere Calvariebergen maken, zal ik trachten, nooit andere dan iieilige, vurige communiën te doen, met het levendigste geloof, de diepste ootmoedigheid, de zuiverste liefde.
En, daar al wal ik kan doen, al wat ik u kan geven, aanbiddelijke Zaligmaker! n,els is bij hetgeen gij verdient, en wat ik u zou willen geven, noodig ik alleschep-selen der wereld, alle rechtvaardige zielen der aarde, alle hemelsche geesten der glorie uit, om zicli met mij te vervoegen, ten einde aan u, zoo zeer beleedigden God, zoo deerlijk versmaad Hart, waardige hulden van eerbied, dankbaarheid, vereering en liefde op te diagen. Ik zeg tot hen allen met hart en mond: Komt, laten wij aanbidden en weenen. Venile. adnrcmns. pionmus coram Oo»i/no(Psal.XCIV,G). Komt, rechtvaardige zielen; komt, dienaars van den levenden God; komt, engelen des hemels, laten wij te zamen aanbidden en weenen; aanbidden wij den heiligen, den sterken God, den God der krachten, op den troon zijner liefde, Ada-remus; maar geweend, gezucht, tranen gestort over de versmadingen, die hij ontvangt in het Sacrament zijner liefde; wezen wij ontroosbaar bij het zien, dat zijn aanbiddelijk Hart zoo menigmaal, zoo zwaar, zoo misdadig beleedigd wordl: l'lnremus coram Domino.
Waarom is liet mij niet verleend, o heilig Hart! u op dezen dag zooveel aklen van liefde op te dragen, als er
32 GEESTELIJKE LEZINGEN.
oogenblikken zullen zijn in ganscli mijn leven; zooveel Imkli'ii te l);'\vijzen, als er godslasteringen tegen u zullen uilgcbiaakt worden door de verdoemden in de liel; zooveel eer te geven op aarde, als er u gegeven zal worden door de gelukzaligen in den hemel! Waarom is hel mij eindelijk niet gegund, op dit oogenblik, van droefheid te sterven, voor al de versmadingen, waaraan ik zelf jegens u kan plichtig zijn 1
Ontvang, o God van goedheid, de gevoelens van mijn hart, en gewaardig u, die voor eeuwig in uw aanbiddelijk Hart te heiligen. Maak dat mijn hart zich van alies losrukke, om u alleen aan le kleven; dat het afzie van al do valsche vermaken dezer wereld, om de misdaden te beweenen, waarmede de wereld overdekt is ; eindelijk, dat hel slechts leve en adrnv, om u hier te loven, te verheerlijken, en alzoo te verdienen, u namaals te bezitten en eeuwig met u vereenigd le zijn. Amen.
IK DEZE GODSVRUCHT VRAAGT JEZUS ÜSS HART.
Hierin is de onuitsprekelijke goedheid van onzen Gnd-delijken Zaligmaker gelegen: door zich zei ven gelukkig zijnde, en alles vindende in denonmetelijken oceaan zijner aanbiddelijke volmaaktheden, vraagt hij nogtans ons hart, en schijnt prijs le hechten aan deszelfs bezitting, alsof deze in iets lol hel geluk van zijn Hart kon bijdragen.
Jezus-Christus vraagt ons hart, en mei hoeveel recht vraagt hij dit niet? Ons hart is zijn werk, hij heeft hel gemaakt met zijne handen, en heeft hel alleen voor zich kunnen scheppen.
Ons hart is zijn erfdeel, de Ilemelsche Vader heefl hst hem ten deel gegeven; de bezitting der gansche
VIi:RUK LEZIXS. 53
wcrnkl is liom niot zoo koslbaar, als de bezitting van een hart.
Ons hart is zijne verovering; hij heeft hel gekocht cn verworven ten koste van z'jn bloed; is het te verwonderen, dat hij een hart vraagt, welk hem zoo duur kwam te slaan, en waarop hij zooveel r. cht heelt?
Ons hart is zijn gebied, hij wil er in heerscben en zijn rijk in vestigen. De aardsclie koningen heerschen over steden en landen; Jezus-Christus wil lieerschen over harten en gevoelens.
Het schijnt mij op dit oogenhlik toe, dat het Hart van Jezus-Christus zijne stem laat hooren, en dal die stem, uit lt;le heilige tabernakelen, ons allen deze zoete en aandoenlijke woorden toestuurt: Mijn zoon, geef mij uw hart (Prov. XX1H, Wal moeten wij op deze teedere uituoodlging antwoorden?
Is het waar, o mijn God! dal gij mijn hart vraagt, cn dat uwe goedheid voor mij de ingewanden uwer barmhartigheid nog ontsluit?
Maar wat is er in dil hart, dat uwe oogen vermag te te trekken? is er veeleer niet alles in, om die van mij te doen alwenden? Maar b hoort dil hart u niet toe? en hoeveel recht hebt gij er niet op?
Gij vraagt mijn hart; g!j zijt er zelfs jaloersch op, en bedreigt mij met de grootste straiten, indien ik bet u niet geel'. Ei! mijn God, zou ik het u kunnen weigeren? Wien zou ik het geven, als ik hot u v.v ■rde? Wat heeft het builen u gevonden? en waf zal het ooit buiten u vinden, dan ijdelhe d, onrust en bitterheid?
Ik denk met spijl aan die dagen van m:sleiding, die tijden van duisternis, wanneer dil hart van u verwijderd, en op den doolweg geraak: was; tot welken staat was het gebracht? Waar was dal harl, toen, meegesleept door de verleidende wereld, het zich overgaf aan hare dwaze vreugden, en zich verlusligde in hare verderfe-iijke vermaken? Waar was hel, toen, misdadig ver-
5
31 GEESTELIJKE LEZINGEN.
kleefd aan do goederen der aarde, hel slechts dacht om vergankelijke schallen te verzamelen, en de hemelsche goederen uit hel oog verloor? Waar was hel, loen, over-heerschl door zijne strafbare drillen, hel zich overgaf aan hunne zondige begeerten, in zich zelve eenen afgod oprichtende, waaraan het zijne rust, zijne vrijheid, zijne eer, zijn geweten, zijnen godsdienst, ja zijnen God slachlofferde, aldus van het een naar het ander loopende, en vallende van afgrond lot afgrond?
Ook wal heeft hel in dien hetreurenswaardigen toe-stand gevonden, dan ellende, droelheid, verdriet en ongeluk? Want kan een zondige slaal anders zijn dan ongelukkig? Door welke ongerustheden Is het niet gedreven, door w al al verdriet niet opgekropt geworden, wanneer't door de begeerlijkheid ontvlamd, door de jaloerschheid geknaagd, door de wraak vervoerd werd; wanneer alle drillen, als zooveel razernijen, hem kwelden, b ■heerschlen, hem eene soort van hel deden onderslaan? het zag zijnen slaal, en was bang hem te verlaten; het zuchlleonder zijne ketenen, en kon die niel breken; hel verfoeide duizendmaal zijn lot, en bleef nietlemin slijfhoofdig in zijn ongeluk steken?
Wal ik in u hel meest bewonder, o mijn God! en in mij het meest I eklaag, is dat gij mijn harl, in dien slaal zelf van verdwallng en builcnsporigheid, niel opgehouden hebt lerug te roepen, nooil gerusl hebl gelaten in zijne ongeregeldheden; dat uwe gratie Immer aan de deur van dat hart slond, om hel te verzoeken van weer te komen, en daarbinnen geheime ongerustheden, heilzame knagingen, gedurige onlsteUenissen verwekte, die al zijne vermaken met bitterheit' mengden.
Welnu, zult gij dat hart, o mijn God ! ziende wat het geweest is, nog wel willen ontvangen, en zal ik het u nog durven aanbieden? Ja, groole God! zoo onu'lspre-kelijk is uwe goedheid; gij verlangt, gij vraagt dit hart
V.'ERDE LEZING. 3quot;)
nng; het uwe staat open om hel te ontvangen. Op dit oogenblik zelf hnnr ik uwe stem die mij zegl: Mijn zoon, geef mij uw hart. Indien gij hot mij nu rechlzin-nig geeft, ben ik gereed hel met alle liefde te omvangen- ware dit hart nog veel langer ongetrouw, ondankbaar, verdwaald geweest, ondanks ai zijne trouweloosheden, vergeet ik al zijne wederspannigheden, bon ik slechts mvjne aloude barmhnrt:gheden indachtig, om 't met nieuwe graliën te ovorladon.
Zooverre gaat uwe goedheid, o God der barmhartig-Iloden! zooverre uwe gonogonhedon tol mij, om mij aan Ie zeilen u mijn barl weder lo geven.
Welnu, mijn God! om u dit harl op te dragen, lig ik hier neêrgekniold voor uwe voelen, in hol gozichl van hemel en aarde, die ik toi getuigen neem mijner ver-bindtenis.
God van goedheid ! het hart, dal ik u thans opdraag, en dal gij nog gelieft Ie aanvaarden, is hel boosr.ard g-slo, het onwaardigste aller harten; hier ligt hel aan den voet van uw kruis, gansch overstroomd met uwe genaden, gansch l)esproeid met uwe tranen en uw bloed: ik heb maar spijl dat ik u een harl moei aanbieden, dat j dermate onwaardig is, bedekt mol talrijke wondon versleten in den dienst der wereld, onleerd door zoo monigvuUrgo driften.
Jk geef u mi jn harl, en ik geef het u, zoo groot als het is; ik draag u mijn hart op mot al zijne gevoelens
...... a' zijne neigingen, mot al zijne bogeorlen: Ie lang
roods heeft hot u logengewerkl en boleodigd; ik geef hel terug aan hom, die hel gemaakt heeft,voor wieii alleen hot altijd had moeten kloppen. Ik beken het lot mijne JChande en uwe oor; er is geen waar geluk, geen vaste M'ode dan in u; ik hol) die elders gezocht, on heb nooit dan bitterheid gevonden. Ik geef u mijn hart, zonder hel ooit wéér te eischen, zonder mij iels voor Ie behouden; en niet tevreden u mijn hart te geven, zou ik de
3C GEESTEl.UKE LEZIKCi:gt;.
liailen van al do monsdu'ii der aarde wenschen te be-zillcD, om ii die op le dragen. Wat heb ik al de liefde-vlaninirn, al de vervoer ngcn der engelen en hemelsclie g (nic!, (i;i u die aan te bieden? Ik hel) maar één liar!; ilil ten minste /.al u, en u alleen toebehonren; de wereld en de schepselen zullen er geen deel meer aan h. Iiben : te I ng hehben zij 'I verleid en op den doolweg g li iuden; gij alleen zuil mijn deel wezen, gij alleen mijn God, f/e God miji,s harten (Psal. LXXII, 20).
Kilaas! Iiaddi'l gij mij naar mijne verdiensten en volgens uwe streng!' reciilvaard:glieid behandeld, zou tegenwoordig dit hart voor eeuwig van u verwijderd, voor all ijd van u geseheiden zijn, met bitterheid en gal gelaaid worden, met volle leugen den kelk uwer vreeselijke wraaknemingen drinken; dan zou tegen-woord'g di! hart verslonden, verleerd worden doorliet vnnr der hel; —en gij will dat het nog blake van het hi'inelseh vnnr uwer lielde; gij wilt hel nog eene p!aals geven in uw Hart, en eene andere voorbewaren in uwe heerlijkheid.
OPDliACllT AAN HET AANHIRDELUK HART VAN JEZUS-CHRISTUS.
Ik geef mij van nu af voor altijd aan u, o heilig Hart Tan mijnen God! In u zal ik voorlaan mijn verblijf vestigen, mijne schuilplaals kiezen, eene veilige haven zoeken, besehul legen lie slonnen; gij zult mijne vreugde, mijne hoop, mijne zaligheid zijn; van u alleen wil ik die verwaehlen, in u alleen wil ik die vinden. Wanneer ik aan God mijne werken wil epdiagen, zal ik die opdragen in u, en zij zullen aanvaard worden; wanneer ik gunslen verzoek, zal ik die verzoeken door u; en ik zal allijd op het pad der gerechtigheid en der gerustheid wandelen: gij zult mijn licht zijn in mijnen
VIERTIE LEZING. 37
twijfel, mijn steun in mijne beproevingen,mijne sterkte in mijnen strijd, njiji troost in mijne pijnen; gij zult mijn al zijn in alles. Wanneer mijne vrienden mij zullen verlaten, zult gij mijn toeverlaat wezen; wanneer de bekoringen mij zullen verzwakken, zal ik op u mijnen steun stellen; wanneer mij alles zal ontbreken, zult gij alles zijn voor mij.
Ontvang aan dit liart, o mijn fiod! of veeleer, neem het zelf, herkneed het, en maak dat het u waardig zij. Herwerk mijn hart, en geef mij het uwe; geef mij een hart dat u mag aangeboden worden; een hart, dat uwe v.eididen indachtig zij, dat leedwezen en spijt hehhe over zijne zonden, een hart, getrouw aan uwe gratiën, overgegeven aan uwen i.anb'ddelijken wil, vervuld, lie-zield, brandend van uwe Goddelijke liefde; aanvaard het, dit quot;lijn hart; maar ook, als gij er eens bezit van suit genomen henben, houd, bewaar h t dan voor altijd, öikwijis reeds h;'b ik het u gegeven, dikwijls ook heb ik liet a ongelukkiglijk teruggenomen, of de wereld heellliet 11 ontroofd; houd het onwederroepelijk, verberg het in uw eigen Hart; het kenne van nu af, mijn gansch .even lang, op mijn sterfbed, de gansche eeuwigheid door, geene andere bestemming, geene andere bezig-iieid dan u zonder einde te loven, te prijzen, te verheerlijken, te beminnen; en mijn laatste zucht, als ik zal sterven, zij een zucht van sp.jt over mijne zonden, van dankbaarheid voor uwe weldaden, van l'efde tot uwe aanbiddelijke volmaaktheden: mocht ik aldus mijn leven eindigen in den lijd, en er een ander beginnen iu de etuw'yh/id ! —
GEESTEMJKE I.EZI.NGEN.
EEKSTE (IITWEIIKSFX DEZER GODSVnUCHT OP ONZE IIAHTEN * BE LIEFDE TOT DEK NAASTE,
NAAR HET VOORBEELD DER LIEFDE VAN JEZUs'HART.
O aanbiddelijk Hart van eenonGod! Welke zijn de uitstortingen uwer onuitsprekelijke liefde tot ons! en zullen onze harten ooit kunnen erkennen al, wat die Goddelijke deugd u aangezet heeft, te doen en te lijden voor ons?
1° Zij, o Goddelljge Zal'gmaker, heeft u op aarde doen nederdalen, om onze harten te komen opzoeken, die van u waren afgeweken, en die, hunnen schepper vergetende, zich geheel en gansch aan de schepselen hadden verbonden.
Zij, o menschgeworden God? heeft u met onze sterfelijkheid doen omkleeden, en, behalve de zonde, u volkomen aan ons doen gelijken, om aldus de banden der liefde tusschen u en den mensch nauwer toe te halen.
Zij, o liefdadige Geneesheer! heeft u een teedermedelijden met de wonden onzer ziel doen opvatten, en de heilzame middelen doen bereiden om ze te genezen.
Zij, o goede Herder! heeft u de verloren schapen doen naloopen, doordistelen en doornen, tot in de afgronden toe, waar zij den dood wilden zoeken; gij hebt ze teruggeroepen door de stem uwer liefde; gij heht ze op uwe schouderen geladen en tot den schaapsstal weêrgebraeht.
Zij, o Spiegel aller deugden! heeft u in de pijnen, de smarten , de vervolgingen, in eene gedurige marteling doen leven, om ons lot voorbeeld te strekken, in het leed, en het lijden te verzachten, dat, in dit tranendal, onafscheidbaar is van het leven.
38
VIJFDE LEZING. 39
Zij vooral, o heilig SlachloU'er, o sclmldeloos Lam! zij, dio oniiR'lelijUo lieWc van uw Hart, Ir'l'11 u op een kruis verheven, uw lleliaurn mei wonden overdekt, slroomeu van uw liloed geslort, eindelijk u doen sterven op dal kruis, als op een altaar, waar gij u zeiven, als een wezenlijk Iwandoll'er, om uwen hemelschen Vader te eeren, voor de zaligheid onzer zielen hebt opgedragen.
Zij, altijd die Goddelijke liefde, plaatst u, heden nog, op onze altaren, als op eenen troon van barnihartigheid en genade; zij ontsluit uw heilig Hart om ons te ontvangen; en met dit aanbiddelijk Hart opent zij ons tevens de schallen aller gratiën, om ons die, met volle handen, in alle noodwet d gheden mede te deelen; gratiën van verlichting in onzen twijfel, van sterkte in onze bekoringen, van troost in onze kwellingen, van zegepraal in onzen strijd: welke is de onuitsprekelijke bron al dier gratiën, dan uw gansch Goddelijk Hart?
Alle dagen nog, op onze altaren verheven, en door uwe liefde bezield, zijl gij onophoudend gereed, niet alleen om ons te ontvangen, maar om ons te aanhooren en met ons te spreken, altoos vaardig om onze gebeden te verbooren, onze wonden le genezen, onze zonden te vergeven, en ons in alle noodwendigheden liij te staan; in een woord, om ons uw üart le openen, en met hem de bron van alle goed.
Aanbiddelijke Zaligmaker! Hoe volmaakt een spiegel ?,ijt gij voor onsl en hoezeer veroordeelt uwe vur.go liefde onze genegenheden zoo tegenstrijdig met de uwe.
Gij hebt ons allen lief, en wij kunnen elkander niet liefliebben ; gij verdraagt ons, en wij kunnen elkander niet verdragen; gij overlaadt ons mei weldaden, en wij weigeren elkander alle diensten; wij geven elkander niets dan slechte voorbeelden en gelegenheden tot zonde, om ci'een d'ander te bederven eu ongelukkig te
GEESTELIJKE LEZINGEN.
makon, in plaats van olkantler lo helpen om, door onderlinge slichlintf, zalig te worden.
O Goddelijke liefde! zult gij niet meer heerschen over onze liai'ten , en geene schuilplaats meer vinden dan in het aanbiddelijk Hart van Jezus-Christus?
2» Mededoogende, weldadige liefde: dit zouden de heiïige !(t-:!tPi'.LPns onzer liefde moeten zijn, indien zij naar hel toonheeid van Jezus'IIart gevormd was; maar, eilaas! de gevoelens onzer harten zijn maar al tc dikwijls strijdig met zulke liefde.
Ai dia groole gevoeligheid, oploopendheid, onverdul-dighcid, die grillen en kuren tegen een ander; al die harsche, spijtige en harde woorden, die wij in zoo me-nigegelegenteden op de lippen hebben; al die onbeleefde en ruwe manieren, die aanstootelijkheden, die weigeringen en eigenzinnigheden, waarmede wij onze broeders bejegenen, hel ben niets gemeens met de liefde. O i wat gevoelige wonden brengen aan de liefde toe die aiieerigheid, die afgunst, die jaloersehheid, die verbittering, die wrevel, dal misnoegen, — rampzalige zuurdeesem des harten! — Komen die beleedigende vermoedens, die onrechtvaardige vooroordeelen, dal aïüzien van personen, welk zoozeer strijdt tegen den geest Gods, wel overeen me! den geest der liefde ? Zien wij niet, dat wij door dat zeggen en herzeggen, dat ïicht,;innig overdragen, die doodende vertrouwelijkheden, het Hart van Jezus-Christus kwetsten, terwijl zij het hart der anderen bedroeven?
Klets, v/at een ander aangaat, kunnen wij vergeven, verschoonen, verbergen; niets wordt door de vingeren gezien; men neemt, men oordeelt alles op hel strengste; men raadt eenanders gedachten, men legt zijne meeningen uit en verdraait ze, men z»gt waarom en tot wat einde hij handelt; zijne gebreken worden vergroot, zijne deugden verkleind; wordt dit alles uit liefde gedaan? — Is men tegen iemand ingenomen?
40
VIJFDE LEZING. tl
[loeft hij het ongeluk gehad ons le mishagen? Men is misnoegd, men vindt niets goeds meer in hem, men is kwaad dal het hem welgaat, men is verheugd over zijn ongeluk en tegenspoed; het is ons aangenaam kwaad \aii hem te hooren spieken, en men geelt er gaarne geit geilheid toe. Heeft ons iemand eeirg ongelijk gedaan? Dal ligt ons op het hart, dat vergeet men niet, dat verlangt men inwendig te wreken; en heelt de gelegenheid zich daarvoor aangeboden, o! dan wenseht men zich geluk, dan is men blijde hem zijn ongeluk te hehben doen gevoelen, hem vernederd te heb!)en,de voldoening, welke men daarover gevoelt, kan meu moeielijk verbergen.
Hieruit volgt dat getwist, dal krakeel, dat geschil, dat gekijf, dat gekibhel, die woordenslrijd, soms dat hevig uitvaren, dat lawijt, die ergernissen, waarde liefde deerlijk gekrookt, en hel hart doodelijk gewond wordt.
O liefde, hemelsche, Goddelijke deugd, zijl gij nog gekend onder de mensehen? En waar zult gij nogeene zekere schuilplaats vinden, als de harten der christenen zelf een vreemde grond voor u zijn? Iji gij, aanbiddelijke Zaligmaker! zult gij aan deze trekken uwe discipelen erkennen, discipelen naar uw Hart?
Ach! hadden wij vooreen ander de gevoelens dier meèdoogende liefde in ons hart, zoude /.ij ons niet aanzetten om zijne luimen te verdragen, zijne gebreken le verschoonen, toegevend te zijn jegens hem, onzen haat te versmachten, duizenden zaken door de vingeren te zien?
Dan, om rechtvaardig te zijn jegens den naaste, is het niet genoeg hem geen kwaad te doen; men moet hem ook goed doen ; eene liefde, die alleen mededoo-gend is, volstaat niet om liet gehod te volbrengen, zij moet ook weldadig zijn.
Aanbiddelijke Zaligmaker, geef die liefde aan onze
42 GEESTELIJKE LEZINGEN.
bai len, maak dat wij ze pulten in uw Harl. Christenen, discipelen, kinderen, erfgenamen van eenen God, die lijdt en sterft door overmaat van liefde lot ons, laten wij gaarne goed doen aan anderen, als wij kunnen; kunnen wij niet, lalen wij het hun toch wenschen, en verzuimen wij geene pogingen om hel hun te bezorgen: laten wij gaarne dienst bewijzen aan onze broeders, hen helpen in hunnen nood, hen troosten in hun leed, hunne verlangens voorkomen, voor hen achting, gedienstigheid, beleefdheid over hebben, hen stichten door onze goede voorbeelden; inzonderheid voor heu aan God den wierook en de hulde onzer gebeden opdragen, denken dat wi j de kinderen van één en denzelfden Vader aan dezelfde heilige lafel gezeten, met. dezelfde melk dor gratie gevoed, tot het bezit van hetzelfde geluk voorbestemd zijn; en eindeli jk, volgens den raad van Jezus-Cbrislus en bet verlangen van zijn Hart, lalen wij slechtsééne ziel en één hart uitmaken; zoo zullen wij de ware kinderen zijn des Allerboogsten, die laat regenen over de goeden en over de boozen, en zijne zon laat opgaan over de rechtvaardigen en over de zondaars. Zijne gratie wordl aan ons allen gegeven, om ons allen in zijn heilig Hart te ontvangen; de liefde beeft dal Hart voor ons geopend, de liefde moet er ons binnen leiden, om er ons voor eeuwig mede te vereenigen.
Voornemens.
Nooit iels zeggen wat den naaste kan spi jt doen.
Zoodra eenlge beweging tegen iemand In ons hart ontstaat, ze onmiddelijk bedwingen en versmachten.
Die onseenig leed hebben aangedaan, eerst aanspreken ; zonder verbittering, openhartig met heu uiu-gaan.
Uijzonderlijk Iwldrn voor hen, tegen wie men eenlge gestoordheid gewaar wordt.
VIJDE LEZING,
Denken dat, wamieei' wij liel harl van den naaste bedroeven, wij hel Hart vanJezus-Cliristus zelfbedroeven.
Onze Helde tot den naaste regelen op de liefde, welke het Hart van Jezus heeft voor ons.
GEItED.
Aanbiddelijk, teederlievend en medednogend Hart van mijnen Cod! ik zal trachten den naaste de liefde te bewijzen, welke gij mij betuigt. Uw aanbiddelijk Hart stort over mij zijne goedheid met volle handen uit; zoude ik mijnen naastede genegenheden mijns harten niet geven? Ondanks mijne ellenden en zonden, gewaardigt zicli uw Hart mij te verdragen met al mijne gebreken, mij te verlichten in niMien nood, mij te troosten in mijne pijnen, mij te overladen met gratiën in al do oogenblikken mijns levens; moet ik, op mijne beurt, ten opzichte mijner broeders, ook niet verdraagzaam, verduldig, troostend zijn in al de gelegenheden, waarin de liefde hel mij toteenen plicht zal maken? U zeiven moet ik in den naaste aanschouwen; moet hij derhalve niet eerbiedwaardig in mijne oogen, niet duurbaar aan mijn hart worden? Vorm dan in mij, o mijn God! die teedere, die oprechte, die inededongendo, die alomvattende, in één woord, die christelijke liefde, naar het voorbeeld der Goddelijke liefde van uw Hart. Eilaas! indien de naaste uit mijn hart gebannen wierd, nooit zou ik eene plaats vinden in liet uwe; de liefde alleen kan mij daar ingang leenon; open mij uw Hart, opdat ik era! de gevoelens van aanncme, dit is het eenigste middel om er de gunsten van te hopen.
Ileht elkander lief, gelijk ik u heb liefgehad (.loan. XV, 12).
De menigte dergeueu die geloofden was één hart en ééne ziel (Act. IV, öi).
Lnal de zon niet onderga m over uwe gramschap (Ephes. IV, 2üJ.
i3
GEESTELIJKE LEZINGEN,
rWEEDE UITWERKSEL DEZER GODSVRUCHT OP ONZE HARTEN! DE OOTMOEDIGHEID,
NAAR HET VOORBEELD DER OOTMOEDIGHEID VAN JEZUS-CHRISTUS.
Als men nauwkeurig en naar de letter wii spreken, kan men Jezus-Chrislus, in zijnen aanbiddelijken persoon beschouwd , niet ooimoedig, maar verootmoet-digd heeten; omdat de ooimoedigheid, de kennis en bekentenis onzer nietigheid zijnde, aan Jezus-Ciii-islus, die oneindig heilig, groot en volmaakt is, niet h 'efi, kunnen toekomen. Ook zegt die Goddelijke Zaligmaker niet enkel: Leert van mij dat ik ootmoediy b?n, maar bij voegt daarbij; ontmoedig van harte (Matlh. Ai, 29) om ons te doen begrijpen dat, hoe groot, hoe voimaakf bij in zich zeiven was, zijn hart ons bemind heeft, tol vernietiging toe, om onzen hoogmoed uit te boeten.
Maar boe minder de ootmoed gheid, in den streng-slen zin genomen, aan zijnen aanbiddelijken persoon pasle, des te dieper zijn de vernederingen geweest, waaraan bij zich voor ons vrijwillig onderworpen beeft.
Hij heeft uit arme ouders, in de grootste ellenden, willen geboren worden ; hij heeft het grootste; deel zijns levens, onbekend voor de wereld, in eene volkomene vergetelheid en veroolmoediging, doorgebracht; al den tijd van zijn werkdadig leven, is hij blootgesteld ge-' weest aan de vervolgingen, de verachlingen, de belee-d g ngeii en den Iaster; de duur van zij.i bitier lijden heeft de maat ziiner vernederingen gevald: beschuldigd, geoordeeld, gevonnisd, van recblbank tot rechtbank, dat is, van de eene versmading naar de andere gesleurd, verplicht den kelk van vernedering en bitter-
u
ZESDE LEZING.
heitl tot den droesem Ie loüi:,'.'!!; eindelijk lieefl tiij zijn leven, met de scliand gste en de meest ontecrende doodstraf, geeindigd, te weten met den dood des krtiises. Welk hart is ooit met eenen stroom van zoo diepe vernederingen gelaaid geworden, en in zoo uitgestrekt eene zee van schande en pijnen gedompeld?
O Hart van mijnen God! de wonde welke de hoovaar-digheid aan het menschelijk hart toegebracht had , moest wel groot zijn om /.nik een geneesmiddel te behoeven; maar heeft dit geneesmiddel de verfoeielijkc opgeblazenheid onzer harten wel genezen ? Laten wij in de diepte van's menschen hart treden, en de geheimenissen van boosheid onderzoeken, welke daar door den hoogmoed bewerkt, verbolgen en gevoed worden.
1« Wij weten dal de ootmoedigheid de kennis en de belijdenis onzer nietigheid is; ik zeg niet alleen onzer ellende, onzer zwakheid, onzer onwetendheid, maar onzer nietigheid; want iets anderszijn wij niet voor God; nietig volgens de natuur, dat is,onzen oorsprong; nietig volgens de gratie, en in deze laatste nietighe.d heeft ons de zonde ohgelukk:glijk teruggebracht; niet'g volgens de fortuin, wat is die zoogezegde menschelijke eer, waarmede wij ons laten verbijsteren ot veeleer verblinden? Wie van ons blijft bij zijn niet, wie oordeelt zich ge ijk hij verdient geoordeeld te worden? Wie integendeel, laat zich niet meêsleepen door zijne gedachten, niet opblazen door zijne ijdelheid, niet behecr-schen door zijnen hoogmoed?
Die hoogmoed straalt in ons door, te allen tijde, bij elke gelegenheid; heeft men gebreken, men verbergt, men bed kt ze; h eft men deugden, men spreidt ze met vreugde ten toon, men brengt ze volgaarne aan den dag; men zoekt de goedkeuring, de toejuichingen in alles; men duldt de tegenspraak, de bei'isp.ng in niets; men bestraft zich zeiven,om door anderen geprezen te worden; men prijst een ander om hem te doen
4(5 GEESTELIJKE LEZINGEN.
misprijzen; wordt cr van ons ecnig goed gezegd, wij vinden er behagen en smaak in; wordt er integendeel kwaad gesproken, dat maakt ons spijtig en alkeerig; wij willen dal men voor ons bezorgd en beleefd zij; is dat niet, zoo wordt onze hoogmoed getergd en verbitterd; wij willen boven zijn, uitstdien, in alles de kroon f pannen; de voorkeur, aan een ander gegeven, bedroel'l lt;11 kwetst ons; een steek, dien hij ontvangt, behaagt en verheugt ons. Hoever gaat onze hoovaardij niet? Wat dient haamlet tol voedsel? Eene vergankelijke schoonheid die vleit, eene geringe begaafdheid, waardoormen vermaard wordt, eene hoege p'aats, meer aan kir'perij dan verdienste te danken, rijkdommen, dikwijls meer door onreehlvaard'gheid dan door werkzaamheid verkregen, eerbelirgiiigen, meer aan de plaats dan aan Jen persoon toegestaan. Wij zijn niets, en wij roemen ons over alles, liet weinige goed zelf, dat wij doen, is van dit vergift niet vrij; oefent men eenige deugd, men is er hoog op, men draagt er roem op, en de hoovaardij komt er al do vruchten en verdiensten van wegnemen.
Wat zou 't geven, bijaldien men in onze gemoederen, in onze harten kon doordringen, al do gedachten, al de bewegingen d'e er ontstaan, ai de ontwerpen die er gemaakt worden, al de inbeeldingen waarin men zich verlustigt, al de droombeelden die men najaagt, kon zien? Neen, niemand is er, die niet verplicht ware over zich zeiven beschaamd te zijn, wanneer men al de ellenden, de laagheden, de zwakheden, die men bedrijft, gadesloeg: die ijdeiheid, die eigenliefde, dat gedurig spreken van zich zeiven, al die kleingeestigheid, al dat hartzeer dat ons kwelt; is er inderdaad wel iets anders noodig om ons te vernederen dan onze hoogmoed? Indien wij ons ^oed kenden, zouden wij het gezicht van ons zeiven kunnen u:Islaaii,en die eerlooze .iielaatsch-heid des hoogmoeds, die ons overdekt, durven bezien?
ZESDE LEZING. 47
Zomlat wij in ons niets vinden, dan eene betreurenswaardige ellende en nietigheid, en tevens eene veracli-telijke hnovaardij en ijdelhcid. O mijn God! met welko oogen moet gij ons aanzien? De Heilige Geest zcgl dat hij den hoovaardigen arme verloeit; is dat ons albeeld-sel niet? Wal liehhen wij toch, dat ons geenen afkeer, geene niisacliling van ons zeiven moei ingeven? En had de profeet geen gelijk, wanneer hij zeide, dat, om ons te verootmoedigen, wij slechts ons zeiven goed moesten kennen ; Uwe verootmoediging is in u zeiven (Mich. VI, 1-i).
Dil is noglans de algemeenste, de gewoonste ondeugd, eene ondeugd z io uitgestrekt als de wereld, zoo diep geworteld als des menschen hart, gedurg in tegenstand met de gratie, in alkeer bij Gud, die haar inimei' met zijnen haat zal vervolgen.
Heilige ootmoedigheid, waarde en kostbare deugd, kom, verlicht onze gemoederen, hervorm onze denkbeelden, verstrooi onze duisternissen, zend ons terug naar den school des niets, waaruil wij gesproten zijn, en waar wij om onzen hoogmoed zelf moeten in vergaan.
2quot; Daar is eene ootmoedigheid des geestes en eene ootmoedigheid des harten; de ootmoedigheid des geestes ligt gelegen in de kennis en de belijdenis voor God van onze nietigheid; in te weten, dat wij van ons zeiven niets hebhen, niets vermogen, niets zijn; in te hekennen dat er eigenlijk in ons niets is, dan ellende, onwetendheid, zwakheid en bedorvenheid; dat, indien wij iets goeds hebben, wij dat van God ontvingen en aan God moeten toeschrijven; in één woord, dat God alleen alles is, en w ij niets zijn; dat is de grond van den godsdienst en zijne Goddelijke waarheden! Overgroote ellende in den monsch, en overgroote barm-liartiglieid in God.
Maar dal is slechts de ootmoedigheid des geestes.
Cr.KSTKI-HKE LEZISOEX.
Waar wij liet moest mneten van maken, is van dennt-mnecliglield des liarlcn, als de nondigste, de linofdza-kelijksle, de verdienstelijkste, de volmaakstc, do ceuig-ste, nm zon te spreken, die den naam van deugd verdient. Zij beslaat niet alleen in onze ellende en nietiglieid voor God te erkennen, maar In onze nietigheid voor God te heminnen, daarin te willen blijven, die niet te willen verlaten, de vernederingen te aanvaarden, met de venvorpenbeid, waarin wij gebraeW worden, tevreden te zijn, den kelk van bitterheden, dien God ons aanbiedt, of toelaat dat ons aangeboden wordt, te drinken.
Daarin is bet wezen, de onontbeerlijke noodzakelijkheid dezer deugd gelegen. De volmaakte zielen gaan nog verder: zij verlangen de vernederingen, zoeken de verachtingen, beminnen de verworpenheid, en vinden er hunne vreugde en roem in; zij weten, dat al onze eer, al ons geluk, al onze volmaaktheid gelegen is in dü gelijkenis en de navolging van den Godmenscb, bij uil-stek, het hool'd, den spiegel der uitverkorenen; /.ij kunnen niets eerlijker voor bem, niets heilzamer voor zich zeiven verrichten, dan zich in alles gelijkvormig te maken met dit Goddelijk toonbeeld. Nu, daar zijn gansch leven in de vernederingen en verootmoedigin-gen is voorbijgegaan, daar g( heel zijne wet, zijn evangelie, ep tie ootmoedigheid alleen gegrond is, en slechts de ootmoedigheid verkondigt en vnoibnudl, hebben die volmaakte zielen geen ander verlangen, geen andere vreugde, geen anderen roem, dan de getrouwe navolgers te zijn van den (ïoddelijken Meester, en al de trekken dezer gelijkenis met bem in zich over te bren-gi n.
Dat is de deugd volgens zijn Hart, volgens zijne mee-nlng, zijne begeerte, die het voorwerp van zijn welbi -hagen geweest is, ep welke hij met welgevallen ncderziet, die in or.s zijnen geest en zijne gevoelens
ZESDE LEZING.
doet voorlleven, omdat z:j aan alles zijne plaats quot;eelt aan God wat God to(.|iom(, eer en roem. waar,^ hij
. eb' hoeft; en aan den menseh de laagheid, de nietig-hoiu, die zijn deel Uitmaakt. 0
Ooimoedigheid, in schijn lage en kruipende deugd maar in waarheid, voor de oogen des Geloofs, met gansch andere kenmerken bedeeld.
Ootmoedigheid, deugd van hooge waarde, die al onze genegenheid, al onze zorgen verdient.
Beminnelijke deugd; men vreest en vlucht ze voor /.ich zei ven, maar men ziet ze gaarne, men vereischt ze m een ander.
Verdienstelijke deugd; zij verheften luistert aide overige deugden op.
Verhevene deugd; zij strekt tot verwondering aan de engelen zelf in den hemel.
Volmaakte deugd; zij draagt aan God eene volko-mene olferande op, door de vernietiging van den mensen.
Eindelijk, deugd, van God en de mensehen bemind gaarne gezien in d.'n hemel, gevreesd in de hel
Als men wezenlijk ooi moed g van harte is,quot; dan is men m den grond godvrn dil g, dan mislrouwt men zich zeiven; men vermijdt de lofspraak, schoon men alles doet om ze te verd.enen; men spreekt van zieli zeiven met zedigheid en gemaligdheid, als men genoodzaakt is le spreken; men veraelit niemand, men spreekt met lol van iedereen ; men is blij, als men kan «vhoor-zamen, men heeft spijt, als men moet bevelen quot;even-men neemt de waarschuwingen en berispingen in d uik aan; men lijdt verduldig de beleedigingeii; men wordt die wel gewaar, doch men draagt ze op als een sacrificie, zonder dat samiicie te laten blijken.
Als men ooimoedig van harte is, kiest men de laatste plaj s, al verdiende men ook de eerste; men houdt zich aan de'aagstp bedieningen, al was men tol de hoogste
gquot;) aEESTKLUKK LEZINGEN.
beli\vaam; mrn gnat g iai'ne met de kleinen, de eenvou-digeu om,zonder naar do goedkeuringen den glans der grooten te dingen; in een woord, als men ootmoedig is in zijne eigene oogen, is men groot tot in de oogen vsn God zelf. Ook welke voordeelen belooft God niet aan die ootmoedig van harte zijn! Op beu ziet hij gunstig neer; ovei hen stort hij in overvloed den lu il/.a-men dauw zijner gratiën, met hen gaat hij gemeenzaam om, aan hen veropenbaart bij de geheimen zijns harten, geeft hij het liciil zijner wijsheid ; Met de eenvoudiger, it lijn gesprek (Prov. !!!, 32). Integendeel, God wederstaat den hoogmoedigen; hij veracht, bij haat, hij verfoeit hen; bij verplettert die trotsche heuvelen met den bliksem zijner hand.
God', heb ik wel ooit de noodzakelijkheid, de verdiensten, de vooriroSelijkheid. de grootheid dezer kostbare deugd gekend? Wanneer zal ik beginnen haar en hare werken Ie oefenen? .la, o mijn God! ik zal voortaan ootmoedig zijn, en ootmoedig van harle; dat zal bij ii mijn roem zijn; ik beken het, ik heb noeh deugden, noch begaafdheden, noch verdiensten, maar de oolmoedigheid za! in uwe oogen èn verdienste èn begaafdheid en deugd vervangen; zij zal al, wat rnij ontbreek', aanvullen.
Ik zal oolmoedig zijn, en ootmoedig in alles; ootmoedig in mijne gedachten, mij door geene valsche denkbeelden over mij zeiven latende misleiden ; ootmoedig in mijne woorden, van mij met de groo:sle omzicliti^heid sprekende, dat verachtolijke, verfoeilijke, hatelijke ik vermijdende; ootmoedig in mijne g oelens, die ik alle aan den voet van bel kruis zal gaan putten; ootmoedig in mijne werken, ze alle tot uwe e -r verrichtende; ootmoedig in mijn gedrag, het in alles met uwe Goddelijke waarheden doende overeenkomen ; maar vooral ootmoedig om uwe voorbeelden na le volgen, ootmoedig om uwe gratiën te bekomen,
ZESDE I.KZIXO. Til
ootmncdig om toegang te viiulen in uw Hart, om daar eeue plaats te venvc/ven en er eeuwig te verblijven.
Bedenkingen.
Laten wij de woorden van Jezus-Christus goed overwegen ; Leert van mij dat ik zachtmoedig en ootmoedig ven harte ben.
God wederstaat aan de hoovaardige, en liij stort zijne zonderlinge gratiën uit over de ootmoedige harten.
Ootmoedig zijn moest ons weiir'g kosten; de ellenden van ons iiarl geven er ons zoovele redenen toe.
Is onze lietde klein, dat onze ootmoedigheid groot zij; de ootmoedigheid vult de deugden aan.
De ootmoed gheid ties harten zal ons, in ééne maand, meer doen vooruitgaan, Jan alle andere oetëningen in vele jaren.
Helgt;l)en wij den moed niet om de vernederingen te zoeken, aanvaarden wij ten minste met onderwerping die, welke God ons toezendt.
Waar geene ootmoedigheid van harte is, daar is geene deugd.
CEEED.
Waarop zou ik groot kunnen zijn in uwe oogen, o mijn God! Aardworm, als ik hen, stof en assche, uit niet getrokken, en weldra in den schoot der aarde, waaruit ik gemaakt ben, moetende weèrkeeren; zou-ciaar, aan duizend misdaden pliehlig, die de hel, waarin
reeds duizend keeren moest geworpen zijn, verdiend hebben. Verre dus van hoovaaid'g te worden, welke redenen heb ik niet om ootmoedig te zijn! en wat is er noodig, om nietig te worden in mijne eigene oogen, dan in het diepsle naijns harten neder te dalen, enden afgrond zijner ellenden te overwegen? Hart, dat niet
S2 GEESTEI.UKE t.E/.IXfiEN.
geraakt wordt door de li(!fde van zijnen God; Iiarl, dat zijne weldaden niet gedenkt; hart, dat ontrouw is aan zijne gratiën; hart, dat lauw en kwijnend is in zijnen heiligen dienst! eilaas! hart, misschien misdadig en plichtig voor zijne oogen, zijne vriendschap onwaardig, zijne gramschap en zijne wraak verdienende! Hart van mijnen God, heb medelijden met mijn hart, en om het u aangenaam te maken, geef mij die oprechte, die grondige ootmoedigheid, alleen bekwaam om uwe oogslagen en uwe gratiën op mij te trekken. .Ia, mijn God! geef aan anderen de schitterende begaafdheden ; ik vraag slechts eene ware, eene oprechte ootmoedigheid, de ootmoedigheid des harten: ik zal ze gaan pullen in uw Hart, aan den voet van uw aanbiddelijk kruis, in het hitter aandenken mijner zonden. Indien gij mij deze Goddelijke deugd vergunt, zal ik haar hoo-ger achten dan alle schatten, omdat zij mij uwe vriendschap zal verwerven , eenigste goed , eenigste eer, eenigste grootheid, naar welke ik haak in deze wereld.
Leert van mij dat ik zachtmoedig ben en ootmoedig van harte (Matth. XI, 20).
vermorzeld en verootmoedigd hart zult gij niet verachten (Psal. L, 19).
Hij zal die ontmoedig van geest zijn zalig maken (Psal. XXXIII, 19).
zevende i.ezint..
derde EmVEBKSËL dezer godsvrucht op ox/,e harten: DE VERDULDIGHEID,
naar het voorbeeld der verduldigheid van
jezus'hart.
Bijaldien ons leven slechts uit stille en heldere dagen bestond, zouden wij geene verduldigheid noodig hebben ; maar onze dagen zijn zoo dikwijls betrokken niet zwarte wolken, zoo dikwijls ontroerd door hevige stormen, dal het voor ons eene noodzakelijkheid is naar de haven te vluchten, welke de verduldigheid ons aanbiedt om tot schudplaats voor onze harten te verstrekken tegen het dreigende onweder. Uw Hart, o aanbiddelijke Zaligmaker! zal voor ons die veilige haven zijn: gewaardig ze te openen voor onze harten.
De verduldigheid iseene deugd, die alle hoegenaam-de rampen des levens in vrede doet verdragen, als kwellingen, vervolgingen, beleedigingen, verlies van goederen, krankheden, ziekten, den dood zeiven.
Om ons in de oefening der christelijke verduldigheid degelijk te vestigen, laten wij deze drie groote beginsels stellen, die tot grondslag van ons gedrag moeten dienen in al de gebeurtenissen des levens.
Het eerste, dat er in de wereld niets gebeurt, of God, de Alwijze, wil het of laat het toe.
Het tweede, dat God, de Algoede, niets kan willen of toelaten, tenzij voor een goed.
Het derde, dat God, de Almachtige, het goed uit het kwaad zeil kan trekken, en tot ons welzijn doen kee-ren.
Op deze drie onwrikbare grondvesten, moet in onze
St GEESTKUJKK 1,!:ZIN6KS.
harten liet groot golrmw dor cbi'istclijke vordutdigheic. opgericht, en in deze deugd de vreedzaamheid onzer dagen, often minste de heiligheid onzes levens gehuisvest worden.
Aanbiddelijk Hart van eenen God, wees onze spiegel; onze steun, onze troost; in u alleen willen wij ze zoeken, en hopen wij ze te vinden.
Verscheiden droevige voorvallen hebben in den loop des levens pluals; onweders broeien, stormen ontstaan, ongelukken dreigen, kwalen vermenigvuldigeti; onlusten, ongerustheden, verdriet, ontsteltenlssen, vervolgingen, onheilen, zorg en kommer, mislukken van ondernemingen, afneming van fortuin ; ijverzuchtigen, nijdigaards, vijanden, alles spant samen, »lles scliijnt zich te wapenen tegen ons. Wat gedaan in die dagen van onweder en duisternis? Moet men ongerust, onverduldig worden, zijne tegenwoord:gheid van geest verliezen, zijn verstand laten ontstellen, zicli onbekwaan; maken, om aan de ramp ie denken en ze te verhelpen? Wat aangevangen, wat raad in die zorgelijke en gevaarvoile tijden ? Heb geduld; God wil hei. God laat 'net toe; zijne inzichten zijn ondoordringbaar: laten v. i.' ons hart onderwerpen en tot bedaren brengen, een heilig gebruik maken van onzen tegenspoed, en er voor God de verdienste niet van verliezen.
Daar verliezen wij op eens een dee! onzer goederen door een onrechtvaardig proces, een ander deel in eene mislukte onderneming; slechte jaargetijden nemcE alle hoop op den oogst weg: wat gedaan, wat aangevangen? geduld: blijven wij meester van ons zeiven: indien wij onze goederen verliezen, laten wij de gratie niet verliezen ; dit verlies zou veel grooter zijn.
Men is gedwongen te leven met iemand die zoo aar-d ge grillen, een zoo lastig karakter, zoo buitengewone manieren heeft, dat men een engel moes., zijn om dat te kumien nitstaan; elke dag geeft gel'genheid, elk
SETEXDS LEZ1XG. 33
oogciiblik leent slof lot nieuwe opofferingen; een zekeren lijd kan men (I:il wel uilslaan, maar ten langen laalste wordt lietonverdraa^ijk, men kan niet meer: wat zal er van mij geworden, o mijn God? Gij zult geduld hehlien, God heeft zooveel geduld met u; gij zu!l de gratie vragen, die gij zoo groot nood g hebt; gij zult verduldig zijn, cn !ieil:g worden. Het Hart van Jezus-Cliristus is u een zoo heilig voorbeeld; tracht het na te volgen.
Voortdurende krankheden verslappen dc gezondheid; eene sleepzieMe strekt u uit op een bed van smart; n, waar men nog alleen leei't om ie lijden sn te zuchten; welke staat, welk leven! Nogmaals geduld! verbitteren wij onze kwaal niet door onze ongerustheden; bij de krankheid des lichaams geene ongerustheid des gees-tes gevoegd ; wat zou die vwMpeu? Treden wij in het Hart van Jezus-Ghristus, om zijne gemoedsbewegingen aan te nemen; de onze r.ullen bedaren.
De (Jood, eilaas! heeft den persoon weggerukt, dien ik het meest beminde op aarde, welke een troost en de aangenaamlieid mijns levens uitmaakte; ik leef niet meer, mijne dagen gaan in droefheid en rouw voorbij: o dood! waarom hebt gij mij niet met hem doen sterven en in het graf geleid? geduld, maar geduld, God is meester over ons; wij ziji: geboren on te sterven, wij zullen sterven om te verrijzen: dat geliefkoosd nezen is niet voor altijd dood; indien God het in sijn Hart heeft ontvangen, bemint het a nog meer dan ooit, fcet bidt voor u, het wacht u om eens met u vereeaigd U; zijn in den schoot der Godheid; in alle gevai, uw gezucht en uw geween, nog minder uwe klachten en on-vcrduldigheden, zullen dien mensch niet in het '.even terugroepen; misschien zullen zij maken, d:)t gij er voor altijd van gescheiden blijft.
Men heeft inwendige pijnen, welke de r'.icl bedroeven ea het hart ontstellen; dag en nacht wordt m n ontrust
5G GEESTELIJKE LEZINGEN.
en geplaagd: des le gevoeliger pijnen, daar men ze aan niemand durft of mag zeggen, en men verplicht is zijn leed in stilte te verkroppen en een leven le leiden dat eene ware marteling gelijkt; verduldigheid, kom ter hulp; en gij, bedrukt hart, troost u hij God, vertrouw hem, beveel hem uwe zwarigheden aan; hij zal erdoor bewogen worden, hij zal er deel in nemen; uwe verduldigheid, uw betrouwen zullen zijn hart raken; bij zal het uwe ondersteunen, troosten, heiligen door uwe droefheid zeil'.
Zoo ligl het gelegen met een aantal andere zwarigheden, andere gebeurtenissen waarde verduldigheid de eenigste toeverlaat is; want wat zullen wij toch winnen met onverduld:g le worden? en wat pro lij t zullen wij daaruit trekken? Wij zullen God vergrammen, aan zijne gratie wederslaan, onze kwalen verergeren, de verdiensten van ons lijden verliezen, de hulp des hemels afwijzen, en ons in eenen afgrond storten van onlusten, ongeruslh.'den, ontslellenissen, klachten en gemor, in één woord, van misdaden en onheilen.
Zoodanige vruehlen van bitterheid en vermaledijding zullen onze onverdu!d:glieden vonrlbrrngen ; wat God als geneesmiddel gaf, zal ons een vergift worden.
Integendeel, wanneer wij in den schooLder verduldigheid en in het aanbiddelijk llarl van Jezus-Chris-lus, ons Goddelijk voorbeeld, eene schuilplaals zoeken, zullen wij God verheerlijken, zijne gratie volgen, onze zonden uilboeten, de hulp des hemels verdienen, bet gewicht onzer bezwaren verlichten, en schatten van verdiensten verzamelen voor de eeuwigheid: misschien zelfs zal God, om die onderwerping onzer harten, ons van de pijnen verlossen, of ten minste die voor onze zaligheid doen dienen. Zulke vruchten van genade en zaligheid zal het beloofde land, waarheen de verduldigheid ons zal geleid hei ben, voortbrengen.
Om ons dus tot de oefening der verduldigheid op te
ZEVENDE LEZING. 57
weliken en nan te wakkeren, overdenken wij dikwijls, welke verdiensten, welke kostbare voordeelen daar voor ons in gelegen zijn.
1° Door de verduldigheid leert men zich zei ven overwinnen , grootste en roemrijkste overwinning. Zich zeiven overwinnen is meer dan gansehe legers overwinnen ; zijn hart meester zijn is heldhaftiger dan de inneming van steden en keizerrijken: ook zegt de Heilige Geest dal de verduldige grooter is voor God dan de ver-overiKir (Prov. XVI, 52).
De verduldigheid verheft den mensch boven dean-dere menschen: hoever overtreft een hart, dat zich bezit, degene niet die hunne bewegingen niet meester zijn? gaan wij verder: de verduldigheid verheft den mensch boven alle machten der hel: de duivelen kunnen le gelijk dit hart aanvallen; maar met den schild der verduldigheid gewapend, zal het zegevieren over alle duivelen, en, hunne pogingen verijdelende, zal het hen beschaamd maken over de nutteloosheid hunner aanvallen.
3° De verduldigheid is als de bewaarster en de steun der overige deugden; want alle deugden hebben vijanden te vreezen en te bevechten; dit zijn de ongeregelde driften, die in de ziel ontstaan, die ons ontstellen in de tegenspoedige gebeurtenissen des levens. De oploopemie en grammoedige mensch laat zijn hart met den stroom mededrijven; de verduldige blijft in vrede, en bewaart ongestoord al de deugden, welke in zijn hart, het rijk Gods geworden, zetelen. Ook zegt ons de heilige apostel Jacobus, dat niet alleen de lijdzaamheid een middel tot de volmaaktheid, maar zelf de volmaaktheid is: de lijdzaamheid voltrekt het werk (,lac. I, 4).
4C Eindelijk kan men verzekeren, dal, wanneer men al de rampen, al de beproevingen, welke den loop des levens vervullen, geduldig verdraagt, deze als eene marteling kunnen aanschouwd worden, eene marteling
58 GEESTELIJKE LEZINGEN.
dos te verdienstelijker, daar zij langer duuvl. Zoo lioefl men zijn vagevuur in deze wereld, en bereidt men /. ch om, onmiddelijk na zijn verscheiden, de kroon der heerlijkheid te gaan ontvangen in den hemel.
Maar de groote reden onzer lijdzaamheid, is uw voorbeeld, o mijn God! hel voorbeeld van uw aanbiddelijk Hart.
Gij zijt altijd tegenwoordig op onze altaren; gij draagt er onvermoeibaar den last onzer ongedvruchligheid, onzer oneerbiedigheid, onzer achteloosheid, en toert onophnudeml voor allen dezellde zachlmoed:gheid, dezelfde goedheid, hetzelfde Hart. I)och wat mij betreft, o m jn God! welke lange reeks van verduldigheid lieht gij jegens mij geoefenJ in den loop mijns levens! Mij zoolang in mijne zonden verdragen Ie hebben, wanneer uwe rechtvaardigheid de eeuwige straf voor mij vroeg; zooveel weerstand, dien ik aan uwe gratie gesteld heb, overwonnen te h 'bben; met zooveel goedheid gewacht te hebben, tot ik eindelijk door uw geleide tot de boetvaardigheid overging. O oneindige lijdzaamheid van mijnen God! Hoe zoude het tegenwoordig met mij staan zonder u? Moet ik niet schaamrood worden over mijne onverduldigheden , mijne ongerustheden, hij hot zien van uwe onu tsprekelijke verduldigheid? Een woord, een ongemak, een licht hartzeer, een niet maakt mij onverduldig, werpt mij huiten mij zeiven, ontroert, ontstelt mij, zet mij in vlam en vuur. 0 allerverduld'gste God! Stil mijn hart. Iaat er den dauw uwer gratiën in nederzijgen, om er al do bewegingen van te matigen, te regelen, te heiligen.
Oafcningcn.
Ziehier waaraan men kan kennen of men waarlijk verduldig is, of ons hail de verduldigheid waarlijk bemint ;
ZEVENDE LEZING. 59
1° Niet zoo veel en zoo d kwijls met anderen over onze pijnen spreken, ze stilzwijgend verdragen; een verduldig mensch zoekl hij God alleen troost, en vertrouwt zijn leed aan hem alleen toe.
2° Nooit over iemai'd klagen; nog minder li a at dragen tegen degenen die ons doen lijden, maar lien aanschouwen als de werktuigen waarvan God zich hedient om ons ie slralFen en te beproeven.
3» Welk leed ons ook overkome, denken dat wij het verdiend h blion, en dat wij nog grooter straffen verdienen, dan die wij lijden.
4° Zoodra wij eenige gramschap gewaar worden, zo aanstonds bedwingen, tegenhouden; heeft de oplor-pendheid, de gramschap ons hart eens ontstoken, dan is men niet meer meeste- van zich zeiven, men vail u l in venvijten, men bedrijft eene meuigle zonden, waarover men later spijl heef'.
oquot; Als wij beleedigd worden, niet alleen onze ge-moedsbewig'ngen en gevoeligheid, maar zelfs onze woorden beteugelen: spreek geen woord, zwijg, tol do bedaardheid weêrgekomen zij; meent gij dan te moeten spreken, doe zulks met gematigdheid, liefde en zachtmoedigheid.
6° Moet gij iemand berispen, wacht u zulks te doen, terwijl uw hart ontroerd en ontsteld is, uit vreezedat uwe ontsteltenis toem me, en u ongepaste woorden ontvliegen; wend u inwend gtot God, en vraag de gratie om te zeggen wat betamelijk en nult'g is. Men geeft een zeer slecht voorbeeld, wanneer men iemand over eene fout bestraft, terwijl men zelf eene andere begaat.
7° Wanneer men met lastige, moeielijke mensehen moet omgaan, heeft men dikwijls gelegenheid om de verduld gheid te oefenen; dan h vft men van noode haar ter hulp te roepen, anders is het onmogelijk de liefde, dei1 vrede, de eendracht te bewaren; een huis,
ik4
(V) GEESTELIJKE LEZINGEN.
een gezin, oon harl zomler vei'duldiglieid of verdraagzaamheid, is het verblijf der onlusten, der verwarring, en wordt eene soort van hel.
GEDED.
De lijdzaamheid wordt doorgaans van de menschen .liet geprezen, maar zij wordt van u geliefkoosd, o mijn Gnd! de menschen aanschouwen haar hijna als eene lage en kru'pende deugd; maar in uwe ongen is het eene verhevene deugd, waarn gij uw welbehagen stelt, omdat, wanneer do verduld;gheid standvastig is, zij uit een oprecht christelijk hart voortkomt; en wanneer zij het in eenige bijzondere omstandigheden volhoudt, verraadt zij een grootmoedig hart, eene edelmoedige inborst. Zoo moet het wel zijn, o mijn God! aangezien gij haar niet alleen aanbeveelt, maar zelfs eene verhevene, eene volmaakte deugd verklaart; De lijdsanmheid voltooit het werk. Derhalve meen ik uw Hart te vereeren, met u een verduldig hart te vragen; ik begrijp hoezeer mij deze deugd noodzakelijk en heilzaam is, en ik zal trachten haar in alle gelegenheden te oefenen. Geduld in kommer en leed, iu tegenspraak en vervolging; geduld in vernederingen en verachtingen , in beleedingen en versmadingen ; geduld in krankheden en ziekten; geduld in beproevingen en dorheden; geduld in de verwijdering en de verlatenheid der schepselen.... geduld, in een woord, in alle dingen, op alle plaatsen, met alle personen.
Ik zal mijn hart aan alle kruisen, aan alle pijnigingen prijs geven: en als zij mij te zwaar zullen vallen, zal ik tot uw aanbiddelijk Hart mijne toevlucht nemen; uwe gratie, uw voorbeeld, uwe liefde zullen mij tot ouderstand, tot aanmoed'ging en vertroosting strekken. Ik hoop, datiia do verdukl:gheid volgens uw verlan-
ACHTSTE LEZING. (51
gpn gpoofrntl 1(gt; hclihrn, ik er het loon van zal vinden in uwe heci-lijklu-iil.
Heb geduld met mij, en ik zal alles belaleu Ola'ilj XVJII, 26). ' '
V1SKBE UITWERKSEL DEZES GOUSVRLXIIT OP ONZE HARTEN •
DE VOLSTREKTE OSTHECHTiKO.
OM AANGENAAM TE ZIJN AAN HET GODDELIJK HART
VAN JEZUS.
Wat is een hart te beklagen, o mijn OoJ! wanneer net aan iels anders verkleeld is dan aan u, often minste u daarin niet zoekt 1 Wal vindt men in die dingen welke men niet voor u aankleeft, dan onrust en verdriet? Wat is er doorgaans bij de schepselen te vinden, dan onverschilligheid, ondank, aarli. d, liclitvaardig-heid, veranderlijkheid, en somtijds zelfs trouweloosheid? Wat al gebreken treft men daar niet aan, w. 1 al dingen moet men al ve nzemle, n et door de vingeren zien, wat al stonden van ongemak moet men niet lijden. Hoe dikwijls heeft men over zijne dienstbaarheid niet gezucht? Hop dikwijls , terwijl men meende zoethedi n en voldoeningen te smaken, heeft men niets anders dan verveling en bitterheid ontmoet?
Is het mogelijk dat de droevige ondervinding van zoovele anderen ons niet te recht hebben gew zen ? Kilaas! beeft misschien onze eigene ondervinding ons niet genoeg geleerd, wat ons te verwachten stond ?
Wat vindt men nog in die verkleeldheden des harten, dan gelegenheden en gevaren van zonde? Zijn die verkleefdheden zelf altoos van zoude vrij? Aan wat al
62 CI.'KSTIOU.TKE LEZINGER.
misslagon ismen or niol blootfrcstekl? In hoeveel gelegenheden handelt men nVl tegen de ingeving /.ijns gewetens? Wat al on'romv'ghcden aan de gratie? Wat al wederstand aan de stom van Ivnnen? Wal r.i geheime cn veel te gegronde vonvijten? Laat God wel ooit in rust het hart, dat zijne genegenheden verdeelt of ontheiligt? Slaat hij niet onaigehroken aan de deur van dat hart, om liet terug te roepen, om het los te maken, om het eenige opoireringen Ie vragen? En als men die aan God weigert, gevoelt men dan geene wroeg:ng? En als die wroeging versmacht wordt, geschiedt dat /.onder strijd? O 1 wie zou kunnen uitdrukken wat alsdan in eene ziel omgaat, wat zij gevoelt, lijdt, insom-m:ge oogenbiikken tot zich zelve: zegt, wat zij voorziet en schrikt voorde toekomst.
O! wat hebben wij wel verdiend zoo bedrogen te worden! Wat konden wij verwachlrn met ons hart zoo weg te geven? Is het zelfs geene gratie van den kant van God, dat wij in de wereld geene voldoening vinden, dat onze verkleefdlieden zTcii omdraaien tegen ons, en voor ons eene bron van ongerustheid en verdriet worden, juist omdat zij eene bron van trouweloosheden en misslagen geworden zijn?
Zoodairg is nngians onze verblindheid en ons ongeluk, o mijn God! ons hart heeft eene natuurlijke neiging om zich aan alles te hechten en te geven; het loopt cnophoudend van liet een voorwerp naar L 't andere, o'at u il zeggen, van het een bedrog in liet andere, van den eenen misstap in den anderen: men kleeft vast aan alles, men is ingenomen voor alles; men zou zeggen dat liet hart de ledigte gevoelt, die In liem is, en dat liet overal rond zoekt om die te vullen; en waarmede, dikwijls? 7,:et men somtijds niet, dat zij, die de greotste d:ngeii der wereld vei /.aakt hebben, op hunnen weg terugkomen en z:ch heeliten aan bemeüngen, die hunne eerste opolfering gebrekkig maken? Z;j hebben
ACHTSTE LE7.iXG. 63
de sterkste koorden en de ijzeren ketenen gebroken, en zij laten zich tegenhouden en binden door lichte netten. Die zaken aanschouwt men als kleinigheden, en men denkt niet, men wil niet inzien, dat er weinig van noode is om den Heiligen Geest te bedroeven in de zielen, die hij zich bijzonderlijk heeft uitgekozen, en dat een verdeeld hart altoos een ongetrouw, en daardoor zeil', een ongelukkig hart zal zijn?
In aile geval, wat zal er eens overblijven van al die schepselen en menschelijke dingen waaraan men zoo verkleefdis? Waren die zoo zoet geweest, als zij nu bilter, zoo slil als zij rustloos zijn, toch zal men eens zijn afscheid moeten nemen en alles verialen; en wat zal men er dan over denken? Hel gedao'il zelf, dat men ze eens za! moeten verlaten en er van scheiden, moest genoeg zijn, om, van nu af aan, de hilleih 'id in de ziel le storten en al do vreugde te storen, welke eon hart zich beloofd had te smaken.
Gij zelf hebt ons hart gemaakt, o mijn God! en gij hebt het alleen voor u gemaakt; zoelaiv; bet zich van u zal verwijderen, zal h't zich venvijdi-ren van zi'n middenpunten zijne rustplaats; gij geelt u sleeliis aan ons, naarmate wij ons aan u geven; wie aan kts adders verkleefd is dan aan u of voor u, zal zijn leven in onrusten 'ini sleiteirs deorbrengeu en in ongenoegen en kuag'ng'. n e udigen.
Integendeel, welke gratie, welk geluk, zijn hart los en vrij te bewaren en aan God alleen le geven! in die volkomene en voistrekte, oi'ihecliting ligt een rijkdom, een overvloed van alle goedeivn! Welke vrijheid van harten geest, weike onseimld van leven cn gedrag'. Welk helrouwen op God, ais men aan In in alleen houdl, hem zijn gmiscb liarl g, elt en opdraag!Sloe gunsi'g is men dan gesteld om de aangeboden gratiën des hemels le onlvangen, en uit het toevertrouwde talent prolijt
64 GEESTELIJKE LEZINGRPT.
to trokken! Alles w nJl gemakkelijk voor een hart, dat van alles onlbloot is.
Moet men zich van zijne godsdienstoefeningen kwijten, welke getrouwheid, welke nauwkeurigheid! Moet men zich tol het gebed begeven, welke ingetogenheid, welke aandachl! Moet men tot de Sacramenten naderen, welke naarstigheid, welke heilige vurigheid! Dat zijn alle zoovele heilzame vruchten dier volstrekte ont-liecliling des harten; is daarin de ware en heilige vrijheid der kinderen Gods niet gelegen? Wordt dit hart dan het eigenlijk rijk van God niet, zijn troon, zijn verblijf, zijne verovering? Vindt God alsdan zijn behagen niet da irin te verblijven?
O! tot welken gelukkigen staat verheft ons deze onthechting des harten, met ons alleen aan God te doen kleven! Van dan af is de wereld voor ons niets meer, wij zijn niets meer voor de wereld; de voorvallen des levens laten ons den inwendigen vrede; de onlusten, de oproeren, de ongelukken, de wisselvalligheden der men schel ij ke zaken maken geenen indruk op ons, om-dal men aan niets vasl is. Men laai gaan, wat gaal; men vluclil naar de schuilplaals, welke het hart zich verkozen heeft: daar draagl men zijn leven en zijne genegenheden op aan den Oppersten Meesier, die ze aanvaardt en heiligt. En wanneer men eens uit deze wereld zal moeien vertrekken, deze aarde der ballingschap verlaten , welke overmaat van gerustheid en vrede in deze volkomene onlhechting des harlen ! Alle ketenen, alle banden zuilen g, broken zijn! alleopolfe-ringen g. reed of gedaan zijn, 11.1 hart moet niets meer doen, dan zich zelve in de handen van zijnen Schepper overgeven, en naar den hemel gaan, waarnaar het zoolang gesmacht heeft.
O mijn God, indien ik eens goed nadacht, dat de liefde, die mijn leven lang in mijn hart zal g heerscht hebben, bij mijn afsterven, daar voor de gansche ecu-
4CIITSÏK LEZING. 65
wigheid zal in voortleven, met welke zorg, met welke vrees zou ik mijn hart niet bewaken, uit gruwei dat het aan iets anders dan aan u verkleefd ware, iels anders dan u beminde; uit gruwel dat ik voor de gansche eeuwigheid verdrukt werde door de vergankelijke schepselen, wien ik mijn hart, tot nadeel mijner wezenlijke belangen, zou gegeven helihen. Moest ik, om eene voorbijgaande vreugde te genieten, mij aan mis-sehien eeuwigdurende knagingen blootstellen?
Daarom zal ik mij aan u alleen hechten, o Hart van mijnen God! ik zai maken dat mijn hart los en vrij van alle schepselen blijve, ori het gansch en geheel aan u te geven; gij alleen zult hel bezitten, dewijl gij het alleen voor eeuwig kunt gelukkig maken. Neem het zelf, dit mijn hart; maak het los van alle andere dingen; vervul al zijne verlangens, heilig al zijne aandoeningen, sluit het in uw eigen Hart, maak dat het daar nooit uitga, aangezien dit voor zijn ongeluk zoude zijn.
Grondwaarheden.
Onthecht zijn van de schepselen is de groote weg ora tnt de zuivere liefde Gods te geraken.
liet hart, dat van God het meest bemind wordt, is hel hart, dat zich zelve het minst bemint.
Al, wal wij van ons hart weggeven aan de schepselen, wordt ontstolen aan God.
Allo verkleefdheid des harten is een band, die onze vrijheid beneemt, en wordt eene onwaardige dionst-baai'hi'id.
's Menscben hart verbindt zich dikwijls alleen tot zijn, ongeluk.
Smeden wij geene ketenen, die wij later zullen moeten hreken.
De eigenliefde is in een hart de doodslag der zuivere liefde.
5
(50 liEESTEUIKE LEZIA'CES.
Ou/.e ziel is de bruid van Jezus-Giiristus; nu, het liart van zulke hruid moet deu hemelselica Bruidegom alleen toebehooren.
GEBED.
\ ;mi nu af aan, omijii God, lieb ik vast besloten mijn liaii voor altijd van alles los te rukken; en daarvoor heb ,k aile redens. Ik wil bet doen om de volkomene ont-iiccbting van uw Hart te eeren, om u alleen aan te kleven, en u alleen op aarde te beminiien; ik verlang bet, om mij te bereiden tot het heilig ontvangen uwer gra-ticii, en om met haar getrouwelijk mede te werken; om de fouten en de ongetrouwlieden te vermijden, waaraan de verkleeldheid mijn hart zoo dikwijls blootstell, alsmede de wroeg.'ngen, welke daar zoo dikwijls ep volgen ; om alle banden des levens los te maken; eindelijk om, hij mijn afsterven, niets meer te hebht n wat mij met de wereld verbindt, en u dan mijn hart alleen en de opoffering van mij zelven te geven te hebben.
Het is hoog tijd, o mijn God ! dat ik mijn hart voor u alleen beware; het is niet gemaakt voor geiebapi/ne dingen ; wat heelt het daarin meer gevonden dan bitterheid en naberouw? Dan, al d'.e vjonverpen, waaraan wij ons hart geven, zijn onnuttig: zij kunnen alleen dienen om ons te verstrooien; zij zijn gevaarlijk: welke gevaren, welke klippen liggen er niet in verborgen ? Zj zijn verdi-rfeliik, omdat zij dikw ijls strafbaar zijn, of het ongetwijfeld worden; eindelijk zij zullen niet duren, en wat zuilen zij achter'aien dan spijt en gejammer? Maar, als ik mijn hart aan u alleen zal geven, o mijn God ! zal ik onschuld vinden, vrede, gerustheid, vertrouwen en ge'alvnlieid in mijn leven, en, bij mijnen «leed, de zoete hoep van u te oeziüen, na alles ierialen te hrbben imi ii aan te kleven.
ft Kinderen der mensehen, hmlai:;/ uwe harten be-
Ïli zwaard, rcaarom de ijdelheid bemind (Psal. IV', 5)?
Wal is er in den hemel, wat heb ik verlangd op aarde builen u (Psal. LXXif, 9) ?
Xoekt wal boven, is, niet nat op aarde is (Coloss. Ill, 1).
ju
e'' NEGENDE LEZING.
it-
GE VOEL KNS VAN KEN UEDRUKï IIAUT, DAT ZIJNEN TROOST 'gt; ZOEKT IN quot;ET AANDIDDELIJi; HART VAN JEZLS-CIHIISTLS.
mi Ik ben brdi-oeltl, o mijn God! en ik kom u mijne
au clroellieicl iK.'lii'iul maken; ik kan ze u alleen foever-
ls- trouwen, en gij alleen kunt de wonde mijns hallen
genezen; het mensclielijk verstand, menschelijke be-ijk weegredenen zijn onhekwaam om mij sterkte le geven;
Hij dikwijls vermeerderen, verbitteren zij mijne pijuen in
en plaats van ze tquot; verzaehten; ik neem mijne toevlucht
tot u. Uw Hart heelt geleden, ja, is, uw leven lang, van ' u smarten overstelpt geweest; het is, bij uwen dood, met
ue eene lans doorstoken geworden; gij hebt deze smarte-
il- lijke opening toegelaten, om ons daar dooreene heilige
ii- schuilplaats te verzekeren, waar wij troost konden vin-
ai- den in onze pijnen.
k: Welnu, ik lijd, o mijn God! mijn leven is vervuld met
kruisen, mijne dagen met wee, mijn hart met bitter-iar held; mijne wegen staan vol doornen, elk oogenbiik
en mijns levens telt eenen zochl olquot; eenen traan; in die
'11 overmaat van droefheid, geelt mijn ontstelde geest zicli
l'1'- over aan zijne treurige gedachten, mijn neêrsiaehtig
gemoed zinkt dieper en dieper in zijne bitterheid; de '5 i ongerustheid, de neêrslachtigheid , het mistrouwen,
eilaas! eene soort van wanhoop, zal ik Iv'jkans zeggen, zou weldra mijne ziel overvallen; (I, V. ^r/.'en yir'iu
68 GEESTELIJKE LEZINGEN.
schijnt mij verlaten le hebben, het geloof wankeltin mijn hart, ik zelf lig in do diepte mijner bedenkingen verzonken, ik zit in eouon zwarten naclit; hoe meer ik er aan donk, des te moer verdwaal ik.
Dat is mijn toestand, o mijn God! aan wion kan 'k h l zeggen dan aan u? in wiens hart kan ik den vlood mijner tranen laten vallen dan in het uwe? Zult gij mij hulpeloos aan mijn lot overlaten? Noen, mijn God! gij zijt al to goed, al te medelijdend om op m j goeno barmhartige oogen neder te slaan; ik smeek or u om, ik hoop zuiks van uwe goedheid, en ik zal uwe tegen-genwoordigheid niet verlaten, eer gij mij verhoord hebt: zoudt gij willen dat, van mij weggaande, ik tot die afschuwelijke wanhoop overging, wier afgrond onder mijne voeten gaapt? God van goedheid gij zuit mij uw Hart openen, 't is het Hart van eenen vader ; gij zult getroffen wordendoor de zuchten van mijn hart, 't is het hart van een bedroefd kind: o! ik voel het, mijne gebeden zullen niet verworpen worden ; reeds biedt gij redenen aan, bekwaam om mijne pijnon niet alleen to verzachten, maar ook te heiligen; drukt ze diep in mijne ziel, zij zullen mij versterken, troosten, en voor altijd met u vereenigen.
TROOSTiiEDENEN.
De oorste reden die gij mij geeft, o mijn God! zijl gij zelf, is uw Hart. Uw gansch leven lang, is uw Hart een lijdend en bedrukt Hart geweest; niet alleen in uwe Passie is uwe ziel bedroefd geweest tot den dood; uw Hart is altijd met bitterheid overgoten geworden: moet ik verwonderd slaan, dat het mijnt lijdt en zucht? Zou ik hol aan tie vreugde willen overgeven, terwijl het uwe bedroefd is?
Neen, mijn God! dalmijn hart lijde, zuchle, zich voede met wee en droefheid; het weet maar al te wel.
NEGENDE LEZING. 69
waarom het moet li jden en hedroefd zijn; de liedrieglij-ke vermaken dezer wereld hadden het misleid en u ontroold; dal de rouwhartigheid en de tranen het u weergeven nm u altijd toe te behooren. Deze gratie alleen vraag ik u, dat mijne bedruktheid mijne sterkte nooit overtreffe; en gij kent mijne zwakheid. liet woord alleen van lijden en kruisen verwondert en verschrikt mij; zoo uwe gratie mij niet ondersteunl, hoe zal ik onder hun gewicht niet bezwijken ?
Eene tweede reden van troost voor mijn bedrukt hart, vind ik in mijne hoedanigheid van christen: nu de christen, als zoodanig, heelt do gratie des lljdens en der kruisen. Gij zijt ons hoofd, o aanbiddelijke Zaligmaker! en wij zijn uwe ledematen ; zou het betamen dat de ledematen met bloemen en hel hoofd mei doornen gekroond ware? Gij hebt ons allen cip den Calvarieberg, in uwe tranen en uw bloed,het leven geschonken; gij hebt ons allen aan den voet van uw kruis geplaatst, ten einde ons allen in uw Hart te plaatsen ; I.-l lijden alleen geeft ons recht om daar binnen te gaan, en wij zouden voor u vreemdelingen zijn, bijaldien wij zonder droefheid en lijden waren. Christenen! wezen wij de waarde kinderen van eenen gekruisigden Vader; nemen wij de erfenis aan, die zijn hart, toen hij stierf ons heeft achtergelaten, zijn kruis en zijne gratie; zij is voor ons verkieslijk l oven alle schatten der wereld.
Derde beweegreden om mij in mijn leed te troosten, ik ben zondaar, en mijne bedruktheid kan dienen om mijne zonden uit te boelen. Eilaas, Goddelijke Zaligmaker! de zonden hebben uw Harl bedroefd en doorstoken; welke diepe wonden hebl en de mijne aan dit aanbiddelijk Hart niet toegebrachl! Nu, over deze zonden moet ik boetvaardigheid doen, of in dit leven, of in het ander, of in de wereld of in de hel. En is hel geen geluk voor mij, mijne zonden in dit leven, door eene boetvaardigheid van eenige jaren, le kunnen uitboeten,
7(1 CEESTKLUKi: LEZIKGEX.
in plaats van er eenwig te moeten voor lijden in de vai
he! ? Is hel van uwentwege geene gratie, zoo kortston- ke tlige en zoo lichte voldoeningen te willen aanvaarden do voor zoo misdadige en zoo menigvuldige heleedigiugen? ge Eilaas, mijn God! hadt gij mij in zekere tijden uit de aa wereld weggenomen, hoe zou hel met mij thans uitzien! hoe ongelukkig zou ik zijn! ik zou de ga! uwer m wraak uit den beker uwer gramschap drinken; uw ver- w tooriid Hart zou voor mij eeuwig gesloten zijn, en het h; in'jne zou in eens eeuwige en wanhnp'ge bitterheid ei gedompeld liggen. O ! mijn hart is gansch anders ge- 111 steld! ik lijd, maar ik hoop; ik lijd, maar door mijn g1 lijden kan ik mijne zonden uitboeten. Zou mijn lijden, w aldus verstaan, een uitwerksel uwer gramschap of uwer i1 liefde zijn? n Vierde reden, zeer troostend voor mij die lijd; indien e ik mijn lijden met onderwerping aanvaard, kan ik den n hemel verdienen, eene plaais tusschen de uitverkore- 1 nen bekomen, in hunne heerlijkheid deel hebben, het '
g'.'uk genieten u later te zien, eeuwig te bezitten, en, om alles te zeggen, in uw aanbiddelijk Hart mijn verblijf te vestigen, er de onuitsprekelijke zoetheden van te smaken, en, na eenige dagen, eenige jaren lijdens en strijdens, in de eeuw'ge vreugden in te gaan. Ach! indien gij, van in deze wereld reeds, hel l 'jden, dat met eene christelijke ondenverp'ng aanvaard wordt, onder de zaligheden gesteld hebt, hoe zou het dan geen onderpand zijn der eeuwige zaligheid? Nu, welke reden van troost ligt er voor mijn bedrukt hart in deze zoete, deze levend quot;ge hoop !
Het is dan waar, o mijn God! d:'.l in sti de van te klagen, gelijk ik deed, over mijn lijden, hoelang, hoe gevoelig hel moge wezen; in slede van mijn hart aan de onrust, aan het geklaag en gemor over te geven, ik uwe barmhartigheid moet prijzen, dewijl zij uwen wraaknemenden arm heeft tegengehouden; —in stede
NEGENDE LEZING. Tl
van mijne pijnen te zwaar en te bitter te vinden, ik enkel mnet hedaclit zijn om ze verdienstelijk te maken dnor de wijze en de gevoelens, waarmede ik ze ontvangen zal; ik bezweer u, o mijn God! die gevoelens te aanvaarden; ik heb ze geput in uw aanbiddelijk Hart.
1° Ik draag u voortaan, en van dit oogenblik af, mijne p'jiien op, met een liart dal zieli gelaten onderwerpt aan de aanbiddelijke inzichten uwtT VoorzienIg-h gt;:d. Ik lijd, g j will het; dal uw heilige wil geschiede, en niet de mijne; ik onderwerp mij aan al, wat gij over mij zult gelieven te beschikken; ik zal mijn kruis dragen, gelijk gij het mij zult zenden, en zoolang als gij wilt; en zelfs wilde ik weerstand bieden, wilde ik vluchten, zon ik uwe slagen kunnen ontvlieden? Neen, o mijn God! handel met mij naar uw verlangen; gij zult een bedrukl, maar ook een gelalen hart vinden, dat, naar uw voorbeeld, nooit een ander gevoel zal hebben dan van eene volkomene overgeving aan uwen aanbid-delijken wil: Uw wil geschiede (Matth. VI, 10).
2° Ik draag u mijn lijden op, met een bedroefd en vernederd hart. Ik heb gezondigd, en slraf verdiend: door mijne zonden heb ik tegen mij uwe rechtvaardige wraak gewapend. Neem wraak in deze wereld, sla, kap, brand in dit leven, als gij mij maar barmhartig zijl in h t ander. Uwe hand zal den plichtlge treilen, maar uw Hart zal bewogen worden over den boetvaard ge; alhoewel bi'leed'gd, zal altoos uw Hart het Hart eens Vaders zijn , vol van medelijden voor den verloren zoon, die in zijne armen komt vallen en zijne goedertierenheid afsmeeken. O mijn God ! zoudl gij wel ooit de zuchten van een rouwig en vernederd hart kunnen verachlen ? Een vermorzeld en verootmoedigd hart zi.lt gij niet versmaden (Psal. L, 19).
ö» Ik draag u mijne pijnen op met een dankbaar en erkentelijk hart: ja, mijn God! ik beschouw met de oogen des Geloofs, mijne kwellingen veeleer als gra-
72 GEESTELIJKE LEZINGEK.
tiën dan als stralTon; ik ontvang ze met dankbaarheid als zoovele weldaden, ik ben er u ten zeerste dankbaar voor: uw vaderlijk hart verschaft mij daarmee middelen van zaligheid en boetvaardigheid; gij straft om zalig te maken, gij breekt af om wéér op te bouwen, gij kastijdt alleen om vergiffenis te schenken: dat uw heilige naam gezegend zij. Waarom is het mij niet mogelijk, dnor de levendigheid mijner erkentenis, do grootheid uwer weldaden te evenaren! Mijn leven lang, o mijn God! zal ik met den profeet in dankbaarheid uitroepen: Wat zal ik u weêrgeven, o Heere! voor al, wat gij mij bewezen hebt? Ik zal den kelk van zaligheid uil wwe hand aannemen, en uwen naam aanroepen (Psal. CXV, 15, 14).
4° Eindelijk ik offer u mijn lijden op, met een hart vol van betrouwen, ik zou bijna zeggen, met eenesoort van troost en blijdschap. Be natuur geeft mij dit gevoelen niet in; de natuur lijdt, werkt tegen, zucht; maar wanneer uwe gratie mij ondersteunt en versterkt, ia, mijn God! dan ontvang ik mijn lijden met eene soort van vreugde, in het troostend en heilzaam gedacht, dat ik, door mijn lijden, niet alleen den hemel kan verdienen, maar, iets troostender nog, aan u kan gelijk worden, aan u, die geleden hebt en gestorven zijt op een kruis, aan u die den kelk met al zijne bitterheid geled:gd hebt, aan u, man van smarte, en als zoodanig, opperhoofd en spiegel der uitverkorenen. Deze gelijkvormigheid kan ik alleen in het lijden vinden, en moet derhalve dit lijden, in plaats van mij neerslachtig en bedroefd te maken, niet kostbaar en troostelijk worden?
Aanbiddelijk Hart van Jezus-Christus, wees eeuwig gezegind: gij hel t mijn hart versterkt en getroost, ik heb iii uw Hart eene schuilplaats gevouden, die ik te vergeefs elders gezocht had; ik zal er mijne woonplaats vestigen voor hel overige mijns levens; welke droef-
NEGENDE LEZING. 75
'id heden, welke pijnen ü; nng heb uit te slaan, gij zult er
iar tie strengheid van verzachten, de bitterheid van mati-
'e- gen, er het lonn en het einde van zijn. Moet ik lijden in
a- den tijd, eene gansche eeuwigheid wacht mij om mij
?ij voor mijn lijden te loonen.
'i-
e- Gevoelens.
it-
0 Ons kruis dragen is niet voldoende, het moet op ons ld hart gedrukt staan.
1 Hoe bedrukt ons hart ook zij, nooit zal het zoo be
drukt zijn, als het Hart van Jezus-Christus geweest is.
Ais wij lijden, laten wij denken aan hetgeen wij verdiend hebben.
Zouden wij niets willet; hebben, om aan den voet des kruises te kunnen neêrleggen? Verschaffen wij ons tenminste een boetvaardig en gelaten hart.
Onze harten zijn niet in de wereld om gelukkig te zijn, maar om eens gelukkig te worden in den hemel.
Groote kruisen maken groote heiligen, maar zij vragen groote harten om ze te dragen.
GEBED.
Gij hebt onze harten lot zuchten, en onze oogen tot tranen veroordeeld, o mijn God! dit is ons deel, zoolang wij op aarde zullen leven. Wij, sterfelijke menschen, bewonen eene ballingschap; wij moeten den last en het leed daarvan dragen. Wij, christenen, op den Calvarieberg geboren, moeten aan den voet van het kruis leven. Wij, zondaars, aan zoovele misdaden plichtig, moeten onze zonden beweenen, daarover ontroostbaar zijn, en ons gelukkig achten, ze in deze wereld te kunnen uilboeten.
Maar te midden van ons gezucht en ons geween, hebben onze bedroefde harten een hulpmiddel noodig, (lal er de strengheden en bitterhedeu van verzachte.
IX GEESTELIJKE I.I'/IXGKN.
Hart van mijnon aanbiddelijkon Zaligmaker! gij staat slfciits open om ons eene schuilplaats aan te bieden; naar die heilige schuilplaats zal ik mijne toevlucht nemen, in de bekoringen, de beproevingen en de kwellingen des levens. Wat zal van mij geworden builen u? en als ik van u wegvlucht, zal ik in de schepselen ware vertroostingen vinden? doorgaans zijn die vertroostingen of zonder grond , — welke redenen hebben de schepselen bij de hand om ons moed te geven ? of niet oprecht,—zalmen in de wereld harten vinden, die oprecht deelnemen in onze smarten? of bezwarend — in plaats van te Icn'gen, vermeerderen zij onze/ampen, en vererger, n zij de wonden onzer harten, — of eindelijk neMbiil g, w anneer men, het hart willende verl eh-ten, het geweten kwetst, en van hel geneesmiddel een vergil! maakt.
Hart van mijnen God, bij u alleen zal ik dan zuivere, bondige en ware vertroostingen vinden; in uwe gewaarwordingen en uwe gunsten zal ik ze putten. Gij hebt geluk k g geheeten die treuren: Zalig zij'1 Z'J d'6 treuren (il.üüi. V, 5). Uit geluk is niet van deze wereld; uwe gratie alleen kan het ons doen smaken. Vergun mij dan deze gratie, die mij, te midden van mijne be-druktlicden, moed, sterkte en troost geve, in afwachting dat gi j mij in het verblijf der uitverkorenen opue-met, waar alle tran;'n gedroogd, alle rampen geëindigd, alle werken gekroond zullen worden, en die kroon voor eeuwig verzekerd.
Ik huilde, zoo bedrukt was mijn I art (Psal. XXXVII, 9).
De lieer is bij ken, wier hart bedroefd is (Psal. XXNIU, (J).
dij hehi de vreugde in mijn hart g^slort (Psal. VI,7).
T.KMH: LEZING. /D
HET HAKT VAN JEZUS IS EEN JAI.OERSCH HART.
God is niot tevreden met ons hart te vragen, hij zegt ons, dat hij er jaloersch op is, en er de bezitting' van (•'se:.*, bij uitsluiting van elk ander, die er aanspraak 7.011 durven op maken, en zijne rechten en belangen miskinnen.
1quot; Is h:H mogelijk, dat het oneindig volmaakt, oneindig groot Wezen, die niemand van noode heeft om gelukkig te zijn, die builen zich niets kan vinden, wat hij n:et reeds bij uitnemendheid in zich besluit, aldus kan gesteld zijn, en wel opzichtens zoo onvolmaakte» zoo ellendige, zoo gebrekkige harten als de onze?
Nogtans hij zelf verklaart het ons, en zegt ons uitdrukkelijk dat hij bij uitstek de jaloersche God is; de ijverzuchliye Heer (Exod. XX, 5). Dien naam geeft hij zich, zoo toont hij ons zijn Hart gesteld; en hoever gaat die jaloerschheid? Zoo ver, dat hij geene verdeoling in ons hart duldt, alle terughouding in onze genegenheden verfoeit, dat hij niet alleen ons hart eischt, maar geheel ons hart, geheel ons versland, geheel onze ziel en ai onze lu-achlen; d.-.t hij alle verdeeling aanschouwt a!s ecm n smaad aan zijne eer toegebracht, als eene onrechtvaardigheid opzichtens zijne heerschappij, als eenen diefstal, eene rooverij begaan ophetolï'er; ja dat hij als eene overspeelster houdt de ziel, welke haar hart verdeelt, en aan de schepselen eenige genegenheden geeft, welke niet voor hem, of tot hem niet zouden gei-'dit zijn. Hij doet neg meer; bij den minsten schijn dal men hrm eenen mededinger op ons hart wil geven, word! hij gram, stoort hij zich, dreigt hij heen te gaan, en zijn Hart, door deze omvchtvaardige verdeeling gekwetst, gansch van ons weg te nemen. Welk ongeluk
70 GEESTELIJKE LEZINGEN.
vonr die ziel, bijaldien lie! Hart van iiaron welbeminde werkelijk van haar wegging, om misscliien nooit meer terug te komen! Laat bem niet ver heengaan, o ziel; roep hem weêr; bij zal zelf den eersten stap doen, zoo zeer is bij gejaagd en jaloersch om uw liart te bezitten.
2° Niets zoo reebtvaardig, zoo heilig, zoo wettig als die jaloerschheid van Gods Hart op ons. Er ligt een oneindig verschil tussclien de jaloerschheid van God en die der menschen: de jaloerschheid der menscln n is eene onrechtvaardige aanspraak op iets, waartoe zij geen uitsluitend recht hebben; die vanGod is de uitoefeningzijner onheperkte meesterschap: die der menschen spruit voort uit eene eigenliefde, die bare voldoening zoekt; die van God heeft haren oorsprong in eene zuivere liefde, die alleen zijne eer beoogt. Onze harten bebooren bem toe, hij heeft recht op al hunne genegenbeden; hij beeft ze alleen voor zich gemaakt, en zij moeten alleen voor hem leven in deze wereld, om gelukkig te kunnen zijn in de andere. Eigenlijk gesproken dus, zoekt de jaloersche mensch zijn geluk en voldoening in eene onverdeelde vriendschap; God zoekt enkel ons geluk te verzekeren, en ons bekwaam te maken, om zijne gunsten teontvangen.Zooisdejaloerschheldinden mensch een laag en kruipend, een hatelijk en onrechtvaardig,een wreedaardig en dwingend gevoelen; inGod, integendeel, is zij een onvervreemdbaar recht, eene opperste reehtvaai'diglieid,eeiie eisehing van eigendom, waardoor hij, de belangen zijner heerlijkheid waarborgende, de gronden legt van ons geluk.
5° God is jaloersch op alle harten, over hel algemeen, en hij vraagt aller liefde zonder voorbehoud: doeh men mag zeggen dat er bevoorreehie zielen zijn, op wie God meer jaloersch is, of omdat zij meergralién ontvangen hebben, of omdal h'j meer bijzondere inzichten heeft over haar. Dit zijn zielen welke hij inzonderheid h ■-gunstigt, voor dewelke hij zich op eene zonderlinge
TIENDE LEZING. 77
wijze bnrmhnrtig toont, op dewelke liij mei meer mildheid zijne gratiën uitstort.
Maar ook, wat vraagt liij, daarom juist, van haar niet terug, en wal mag hi j niet verwachten ? Hij noodigtze, hij praamt ze, hij dringt onophoudend b'j hen aan, dat zij zich geheel en gansch aan hem geven, met zijne gratie medewerken, naar de inwendige stem die haar roept luisteren zouden; eene onschendbare getrouwheid, eene volkomene verknochtheid, eene vo'strekte onthechting, eene standvastige edelmoedigheid, eene grenzeulooze overgeving wil hij in haar hart vinden; hij praamt baar zoodanig, dat zij, somwijlen tol klagens toe, zouden kunnen zeggea dat (jod onverzaadbaar is, dat zijne gratie niet ophoudt haar te vervolgen. Zien dan die slecht verlichte zielen niet, dat die vervolging van God eene gratie voor haar is? dat God haar voor haar geluk alleen zoo aanwakkert? dal hij veel van haar vraagt, om haar meer Ie geven? Bezit hij, na al, wat hij voor baar gedaan heelt, bet recht niet om alles te eischen en zijn beklag te doen, indien men hem iets weigert?
De jaloerschbeid van Jezus' aanbiddelijk Hart heeft dus voor beweeggrond eene oneindige Helde, eene liefde van voorkeur en vooringenomenheid; in één woord, eene gansch Godde lijk,! liefde, die alles vraagt, omdat zij alles, ja zich zelve geeft; en wanneer God zich verontwaardigd loont tegen die zielen, voor de minste onachtzaamheid, de geringste ongetrouwheid, dit is, omdat hij zonder verdeeling wil bemind zijn van degenen, die hij zonder voorbehoud bemint ; hij eischl van ons hart eene volmaakte getrouwheid, omdat de liefde zijns Harten volmaakt is. —
Welke goedheid! welke onuitsprekelijke teederhar-tigheid in u, o mijn God! zoo zeer op onze harten te Willen uit zijn, inzonderheid, eilaas! op een zoo lauw, zoo ontrouw, zoo ellendig, u zoo onwaardig hart als
78 GEESTELIJKE LEZINGEX.
hel mijne! O! dit is ceno gansch Goddelijke jaloersch- s|ei
lieid; zij toont ons al uwe goedheid, al uwe liefde. De zea
nieiiscli kan zich tot u niet verbclFen, gij vernedert u i
(ot hem, gij zuivert zijn hart, opdat het uw tempel mo- ^ gewordmen ulol verblijf verstrekken; gij trekt u zijne
belangen aan, en laat hem de uwe over: gij geeft u vel gansch aan ons, opdat wij ons gansch aan u geven. Hei-
lige God, wat is uwe macht groot, uwe goedheid 011- lcn
Maar, terzelfder tijd, welke eer, welke gratie voor ziji
ons! Welke eer! dat een God zelf jaloersch wil zijn op len
onze harten, en met welgevallen op zwakke, uit niet ver
getrokken, schepselen, op harten, aan zoovele zwakhe- dei
den onderworpen, wil nederzlen. Heil'ge God! daarin /.qi
toont gij uwe macht en uwe grootheid; gij wordt alleen nei
klein om ons groot te maken, gij komt tot ons, om ons (ie!
tot u te trekken; gij geelt ons uw Hart, om het onze uit
te winnen; en, het winnende, herschept gij het, om zoo
te zeggen , met het in het uwe op Ie vangen; gM sm
neemt het zijne ellenden af, om het met uwe volmaakt- mr
heden te omkleeden; gij wascht zijne vlekken af, gquot;j te
versterkt zijne zwakheid, gij maakt liet levendig, wan- vei
neer het kwijnt, wakker, wanneer hel sluimert, sland- nei
vastig, wanneer het wankelt, onbeweeglijk, wanneer u (
het te gemakkelijk verandert, gij brengt hot weder, wan- ter
neer het afdwaalt, troost het, wanneer 't bedroefd is, vo*
ondersteunt het in zijne bedruktheid. J
nn.
Welk ander hart, dan het Hart van eenen God, heeft ^
zulke gevoelens? Welke andere hand, dan de hand van ft
eenen God, kan zulke wonderen veivichten? Zijn wij lt;|;g
zulke weldaden waardig? Mogen wij oas aan zulke hei
gunsten verwachten? Onze harten kunnen eene plaats da
vinden in hit Hart zelfvan God, van zijn leven, met tor
zijne gevoelens bezield worden, in zijne gesprekken gn
deelen, allergemecu/aamst niet hem omgaan, met hem in
TltVSUB LEZING. 79
slechls één hart en écuc ziel uitmaken; nog eens gc-
'e zestl, welk gelnk ! welke eer!
11 t
Maar ook, indien het Hart van dien jaloersclien God
in ons hart geene wederiielde, geene levendige dankbaarheid, geene onschendbare gel rouwheid, geene onverdeelde verknochtheid vond; indien, voor zoo wettige ! en welverdiende gevoelens, hel in ons en in onze har-
ten niets zag dan onverschilligheid, lauwheid, onachtzaamheid, wederspannigheid en ontrouw, o! zou dan )r zijn vergramd en jaloersch Hart hel op ons niet verha-
)p ii1!!? zou het voor ons wei epi-nblijven? zou het ons n -.-t
et versloolen, als onwaardig daarin eene plaats te bcklee-
den? En zouden wij daardoor niet vreenul worden aan in zi jn GoddH^k l iarl en aan c'eszeils gevoeieiib? Kn wat zou
'n net geven, zoo kinderen geene plaats meer vonden m
is (icj Hart eens vaders, zoo bruiden gebannen wierden
te uit het Hart eens bruidegoms?
w Neen, mijn God! heilige, jaloersche God! zulkeu
jij smaad zal ik uw Goddelijk Hart nooit aandoen; ik zal
i- mijn hart voor u openen, u verzoeken daar bez t van rj te nemen, u daar laten gebieden en h 'erschen zomfer
ii- verdeeldheid en zonder meded ngrr. Kom, o mijn God ! J- neem bezit van mijn hart! het behoort u toe, het zal er u eeuwig toebehooren; nooit zal ik uwe jaloerscliheid ii- tergen door onwaardige; verdeeldheid, onrechtvaardige is, voorkeur, straii)aar voorbehoud.
Ik vraag u vooral de gratie van zelf op den schat mijns harten te willen waken; gij kent zijne ellende, zijne zwakheid, lichtvaardigheid, onstandvast glieid; xn ik heb er zoo dikwijls over geweend in uwe legenwoor-
ViI digheid, en gevoel er tiians nog de levendigste droel-
'a' heid, de bitterste spijt ov« r : duld nief, dal ik ooilon-
dankbaar, ongetrouw g-.noeg worde, om opnieuw uwen 1 toorn le verdienen, maar maak m j standvastig in uwe
nl gratie en uwe Heide, om mij eens in uwe heerlijkheid
m in te laten; daui* znli' gij liet rsdn n zonder mededin-
80 CKESTKL14KK LE/.INGKN.
gei-; niets 7.;il in staal zijn u liet bezit onzer harten te betwisten, en niets /ai aan onze harten het bezit uwer heerlijkheid en geluk kunnen ontnemen.
De minste ongetrouwheid aan God meer vreezen, dan duizend keeren te sterven.
Moet het schepsel aan God de bezitting van een hart betwisten ?
Laten wij vreezen, dat, wanneer God eens ons hart verlaat, hij nooit met dezelfde liefde zal terugkomen.
Ongelukkig hart, dat aan God weigert wat hij vraagt 1 doch ongelukkiger nog het hart, wien God niets vraagt !
God alleen heeft ons hart gemaakt. God alleen wil het bezitten. God alleen kan het gelukkig maken.
Voor God is alle verdeeldheid eene versmading, elk uitstel eene soort van weigering.
GEBED.
Is het mogelijk, o mijn God! dat gij de bezitting mijns harten benijdt ? Ben ik niet al te gelukkig, wanneer gij het wilt verdragen en aanvaarden? Kilaas! de wereld, die het bedorven had, werd het ree ds moede, en gij zijtgoed genoeg, om het nog te willen ontvangen.
lli zie het, o mijn God! mijn liart ;s als een spiegel; de geringste ongetrouwheid maakt er eene onaangename vlek op; ook zal ik niets nalaten om u een zuiver en vlekkeloos hart on te dragen; ten minste zal ik alle vrijwillige fouten, alle voorbedachte ontrouwigheden, al wat de onschendbare zuiverheid uwer oogslagen, de rechtvaardige jaloerschheid uws Harten en uwer gevoelens kan kwetsen, zorgvuldig vermijden. Ik weet hoezeer alle verdeeldheid des harten onrechtvaardig, hate-
ELFDE LEZING. 81
lijk, strafbaar en rampzalig is. O! wnt zou mijn liarl gelukkig zijn, indien het nooit iemand anders dan u bezat! Neen, ik wil niemand meer toebeliooren dan u; al liet overige zal vreemd zijn aan mijn hart, zoodra mij dat van uw Hart zou kunnen verwijderen, en de ja-loerschheid uwer liefde opwekken. Gij zijt de hoogste Koning, de opperste Meester van mijn hart; heersch in dit hart, heersch daar zonder mededinger, heersch zonder verdeeldheid, heersch zonder ophouden: daarin ligt uwe eer, mijn geluk, en het eenig verlangen van mijn hart gelegen.
Wie de zuiverheid des harten liefheeft, zal den Ko-ning voor vriend hebben (Prov. XXII, 11).
Stel mij als een zegel op uw hart (Cant. VIII, 0).
HET HART BLUFT LEDIG ZONDER GOD.
TM is hnoïst te verwonderen, dat 's menschen hart, onophoudi'iul naar geluk snukkende, ook onophoudend een oneindig lal ijdelc en onrustwekkende voorwerpen najaagt, die, in plaats van het te bevredigen en te voldoen, slechts dienen om het te ontroeren en te kwellen; maar het is nog meer te verwonderen, dal ons hart, naar geluk snakkende, het altijd zoekt in schepselen, die het ons nooit zullen verschaffen, en het nooit zoekt in God bij wien alleen het te vinden is.
Ja, in de bezitting van God alleen kan het hart van den mensch de volheid en de verzading zijner verlangens vinden. Aanschouw de menschen die in de wereld leven; de eenen zijn verheven lot hooge waardigheden, de anderen zwemmen in den overvloed des rijkdoms, velen zitten tot over het hoofd in de wellusten en de vermaken des levens. Ondervraag hen, tracht te weten
ü
82 GEESTELIJKE LEZINGEN.
of zij voldaan en gelukkig, of hunne wenschen en hunne harten vervuld zijn; wat zullen zij antwoorden? wat die vermaarde veroveraar, meester van bijna gansch eene wereld, antwoordde: hij valt aan't wee-nen en aan 't tranen storten, wanneer hij verneemt dat er nog eene andere wereld bestaat, waarover hij niet meester is. Eilaas! na deze nieuwe wereld veroverd te hebben, zou hij nog tranen storten, omdat er nog verlangens in zijn hart zouden ontstaan. Wanneer iemand bezat al, wat er bestaat, alle goederen, alle eerambten, alle wellusten, dan zcu hij nog niet hebben al, wat zijn hart verlangt; te midden van al deze bezittingen,zou zijn liart nog ledig blijven, en zijne ziel met onaf-meetbare begeerten gekwollen worden.
Waarvandaan toch die onverzaadhare zucht, dat aanhoudend ledig- zijn van het menschelijk hart? Drie voorname redenen, drie onuitputbare bronnen, zijn er van aan te halen; overweeg die, en begrijp de nietigheid en de ijdelheid aller dingen.
De eerste is de onmeetbare vatbaarheid van 'smen-schen hart. God heelt in dat hart eenen zoo vurigen dorst, eene zoo levendige en zoo sterke neiging tot het goed ontstoken, dat het doorniets te vullen is; dit hart, brandend van dien dorst, begeert altoos, haakt altoos naar het goed, en geen geschapen goed is bekwaam zijne begeerten te stillen. De koning David is er een ontegensprekelijk bewijs van. Deze vorst, in zijne ongerustheid en ontsteltenis, draait zich naar alle zijden, blikt overal rond; na al dat zoeken, al dal rondzien, te midden \aii al zijne rijkdommen, en bezittingen, roept hij uit: Mijne ziel heeft dorst (Psal. XL1, 5). Een brandende dorst ontsteekt David's hart; laten wij naar wateren uitzien om het te verkoelen. Groote koning, wat verlangt gij toch? De sterkte en den moed om leeuwen en wilde dieren tedoodi n? Die hebt gij gehad. Verlangt gij de dapperheid om eenen ontzagge-
EI.Fnr LEZING. 83
lijkon reus, de scliande van Israël, te overwinnen en neèr te vellen? Die roemrijke overwinning hebt gij reeds behaald. — Verlangl gij de kroon Ie dragen, den schept er te zwaaien? gij heerscht over een volk dat u aanschouwt als zijnen God. Is uw dorst gelescht? Ik hoor nog immer David's stem, die verlangt en zucht met toenemende vurigheid: Mijne ziel heeft dorst. Maar hij voegt er bi j: naar God, dorst naar God. Want wat is er noodig om die ruimte, die vatbaarheid zijns harten te vullen? God; God alleen, dat eenigst opperste goed, kan het verzadigei : die bron van levendig water kau dien brandenden dorst verslaan: naar God, levendige bron (ibid.). Zoo onmetelijk is de uitgestrektheid, zoo oneindig de vatbaarheid van 's menschen hart; het zoekt, verlangt, zucht altijd: hoe meer liet heeft, des te meer wil het hebben ; God alleen is zijn einde; al het overige moet het daartoe brengen, en doet niet dan het er van alleiden.
De tweede reden van dit aanhoudend en overgroot verlangen des harten, is daarin gelegen, dat al de goederen dezer wereld door hem voor niets gerekend worden. En inderdaad, wat zijn al de goederen der aarde vooreene ziel, die voor God geschapen is?
Die goederen zijn in zich zeiven gering en van weinige waarde.
Die goederen zijn beperkt en van weinige ultge-strektheid.
Die goederen zijn vergankelijk, zonder vastheid en bestendigheid.
Die goederen zijn valsch, met den enkelen schijn van het goed.
Die goederen zijn bedrieglijk, en in plaats van voldoening, veroorzaken zij slechts onaangenaamheden.
Die goederen zijn gevaarlijk en dikwijls verderfelijk, vergiftige bronnen van vele ongelukken.
Kunnen, nu, zulke goederen het hart ooit bevredigen
Si CEF.STEI.UKC LEZINGES.
en de onmetelijke uifgestreklheid zijner begeerten vervullen? Hel hart zoekt wat groot, waar, vast, be-stend;g h, en het vindt in al de goederen der aarde slechts ijdelheid, valschheid, broosheid, schijn, ja nietigheid en loosheid. Welke voldoening zou het daarin viViden? en zal h (, in plaats van wezenlijke voldoening, er niet eerder eene voortdurende oorzaak van on rus! en hiUerheid in vinden, daar het zijne begeerten altijd verijdeld, zijne hoop altijd bedrogen ziet?
Erger nog; al die goederen, waren zij nng grooter, echter, uitgestrekter, zijn dan toch maar buiten don mensch, zij komen tot zijn hart niet; al die goederen zijn bij en rond hem, maar niet in hem; in hem is de vurige lts geerte, bet ledige dal hem verschrikt, het gevoelen dat in zijne ziel ontstaat, de dorst die zijn hart verslindt; do schaUeii steken in zijne kisten, niet in zijn hart; de eer is in het gedacht van den mensch, niet in zijn hart; de vermaken werken op zijne zinnen, niet op zijn har!. Te vergeefs zal iemand omringd, be-klei d, ov 'isir.Mimd zijn met deze uilerl.jke schijngoederen; è: z ■ goederen, ais vreemd aan zijn hart, komen niet tot den oorsprong van het kwaad, en zullen het hart allijd enverzaadhaar Uilen in z'jne begeerten, on-fterusl in zijne enisleltenissen, ongelukkig in zi.ine 'armoede; bezat hij tronen, schepiers, schatten, al de ; o 'deren der wereld, hij zou nog niels bezillen, omdat 'al deze goederen niet in zijn hart zijn, waar de begeerten wonen, die hem onophoudelijk zullen kwellen, ver-onlruslen, verslinden: voor al die vergankelijke goederen, die den mensch ontstellen, zoekt het hart het waarachtig goed, dal hem bevredig.'.
Maar de derde, nog hoofdzakelijker reden dier voortdurende onverzaadbaarheid van 'smenschen hart, te m'dden van al de goederen dezer wereld, komt daarvandaan, dat God den mensch geschapen heelt voor zich, voor den hemel, voor het opperste goed; dit is het
ELFDE LEZING. 8.Ï
einde, waartoe hij hem b 'steiml lieell, en hem leiden wil. Welnu, aangezien de dingen geene rusl kunnen vinden dan in hun einde, in hunne bestemming, zijn zij in eene gedurige onrust en kommer, en kunnen geenén vasten vrede vinden, zoolang zij lot dal einde niet geraken; en aangezien God zich zeiven tot laatste en eeuwig einde van den mensch heeft gemaakt, is het onmogelijk dat de mensch bullen God rust en tevredenheid des harten vinde. Dat riep de heilige Augustinus de gansche wereld toe, en dat had hij zelf' ondervonden; (jij hebt o/is voor u gemaakt, o lieerden ons hart is ongerust, tot hei zijne rust vinde in n. Al do goederen dezer wereld zullen het kunnen bezig houden, verzetten, bedriegen, misleiden, maar zullen het nooit voldoen, nooit bevredigen. Eene inwendige stem, een innig gevoelen zal het altijd tot u, zijn hoogste goed, terugroepen, en zal hem onophoudend het led;ge, het nietige van elk ander goed doen gevoelen. Met dezelfde drift, den zeifden spoed, ais het dorstige hert naar eene bron van levendig water loopt, als de steen gestadig naar zijn middenpunt getrokken wordt, ais de onstuimige vlam naarboven schiet, zoo zal ons hart, van aile aardsch goed walgend, zuchten naar u, eenigste en opperste goed onzer harten. En hoe zouden die broze, vergankelijke aardsche goederen de natuurlijke neiging, den onstuimigen loop naar dat hoogste goed kunnen tegenhouden, dat alleen het middenpunt en het einde van al zijne begeerten zijn moet?
Aanbiddelijk Hart van mijnen Zaligmaker! Tot u dan moet ik mijne begeerten richten, in u alleen Kan ik mijn geluk vinden. Vruchteloos zou ik 'net zoeken in de nietigheid van deze wereld en van al, wat zij in zxh beval; het ledige dat ik in mij gevoel, is afschuwelijk groot, ik kom heldoor de volheid van uw Hart aanvullen; of liever ik kom uw Hart bezweren, het mijne in zijne onmetelijkheid te willen opvangen, orn die af-
82 GEESTELIJKE LEZINGEN,
of' zij voldaan en gelukkig, of hunne wenschen en hunne liaiten vervuld zijn; wat zullen zij antwoorden? wat die vermaarde veroveraar, meester van bijna gansch eene wereld, antwoordde: hij valt aan 't wee-nen en aan 't tranen storten, wanneer hij verneemt dat er nog ecne andere wereld bestaat, waarover hij niet meester is. Eilaas I na deze nieuwe wereld veroverd te hebben, zou hij nog tranen storten, omdat er nog verlangens in zijn hart zouden ontstaan. Wanneer iemand be/.at al, wat er bestaat, alle goederen, alle eerambten, alle wellusten,dan zou hij nog niet hebben al, wat zijn hart verlangt; te midden van al deze bezittingen,zou zijn hart nog ledig blijven, en zijne ziel met onaf-meetbare begeerten gekwollen worden.
Waarvandaan toch die onverzaad bare zucht, dat aanhoudend ledig zijn van het menschelijk hart? Drie voorname redenen, drie onuitputbare bronnen, zijn er van aan te halen; overweeg die, en begrijp de nietigheid en de ijdelheid aller dingen.
De eerste is de onmeetbare vatbaarheid van 'smen-schen hart. God heeft in dat hart eenen zoo vurigen dorst, eene zoo levendige en zoo sterke neiging tol het goed ontstoken, dal het doorniets te vullen is; dit hart, brandend van dien dorst, begeert altoos, haakt altoos naar het goed, en geen geschapen goed is bekwaam zijne begeerten te stillen. De koning David is er een ontegensprekelijk bewijs van. Deze vorst, in zijne ongerustheid en ontsteltenis, draaiquot;, zich naar alle zijden, blikt overal rond; na al dal zoeken, al dal rondzien, te midden \an al zijne rijkdommen en bezittingen, roept hij uit: Mijne ziel heeft '/o''st iPsai. XLI, 5). Een brandende dorst ontsteekt David's hart; laten wij naar wateren uitzien om hel te verkoelen. Groote koning, wal verlangt gij toch? Do sterkte en den moed om leeuwen en wilde dieren te dooden? Die hebt gij gehad. Verlangt gij de dapperheid om eenen ontzagge-
ELFDE LEZING. 83
lijken reus, de scliande van Israël, te overwinnen en neer te vellen? Die roemrijke overwinning hebt gij reeds behaald. — Verlangt gij de kroon te dragen, den schepter te zwaaien? gij heerscht over een volk dat u aanschouwt als zijnen God. Is uw dorst gelescht? Ik hoor nog immer David's stem, die verlangt en zucht met toenemende vurigheid: Mijne ziel heeft dorst. Maar hij voegt er bij: naar God, dorst naar God. Want wat is er noodig om die ruimte, die vatbaarheid zijns harten te vullen? God; God alleen, dat eenigst opperste goed, kan het verzadigen ; die bron van levendig water kan dien brandenden dorst verslaan: naar God, levendige bron (ibid.). Zoo onmetelijk is de uitgestrektheid, zoo oneindig de vatbaarheid van 's menschen hart; het zoekt, verlangt, zucht altijd: hoe meer het heeft, des te meer wil bet hebben : God alleen is zijn einde; al het overige moet hot daartoe brengen, en doet niet dan het er van alleiden.
De tweede reden van dit aanhoudend en overgroot verlangen des harten, is daarin gelegen, dat al de goederen dezer wereld door hem voor niets gerekend worden. En inderdaad, wat zijn al de goederen der aarde voor eene ziel, die voor God geschapen is?
Die goederen zijn in zich zeiven gering en van weinige waarde.
Die goederen zijn beperkt en van w-einige uitge-strektheid.
Die goederen zijn vergankelijk, zonder vastheid en bestendigheid.
Die goederen zijn valsch, met den enkelen schijn van liet goed.
Die goederen zijn bedrieglijk, en in plaats van voldoening, veroorzaken zij slechts onaangenaamheden.
Die goederen zijn gevaarlijk en dikwijls verderfelijk, vergiftige bronnen van vele ongelukken.
Kunnen, nu, zulke goederen bet hart ooit bevredigen
R! CEKSTEI UKB LEZINGES.
rn do oiimrtelijkc uitseslreklheid zgner begeerten vervullen? Hei hart zoekt wal groot, waar, vast, besteling is, en het vindt in al de goederen der aarde sieehls ijdeilieid, valselilieid, broosheid, sehijn, ja uie-tigheid en loosheid. Welke voldoening zou het daarin vinden ? en za! het, in plaats van wezenlijke voldoening, er niet eerder eene voortdurende oorzaak van onrust on biiterheid in vinden, daar het zijne begeerten altijd verijdeld, zijne hoop altijd bedrogen ziet?
Erger nog; al die goederen, waren zij nng grooter, echter, uitgestrekter, zijn dan toch maar buite n den mensch, /.ij komen tot zijn hart niet; al die goederen zijn hij en rond hem, maar niet in hem; in hem is de vurigequot; In gverte, het ledige dat hem verschrikt, het gevoelen dat in zijne ziel ontstaat, de dorst die zijn hart verslindt; de schaliën steken in zijne kisten, niet in zijn hart; de eer is in het gedacht van den mensch, niet in zijn hart; de vermaken werken op zijne zinnen, niet op zijn hart. Te vergeefs zal iemand omringd, bekleed, overr.ii'oiimd zijn met deze uiterlijke schijngoederen; iti ze goederen, als vreemd aan zijn hart, komen niet tot den oor-prong van het kwaad, en zullen het hart altijd i nverzaadhaar laten inz'jne begeerten, ongerust iu zijne enlsteltenissen, ongelukkig in z.i.ine armoede; bezat hij tronen, schepters, schatten, al de goederen der wereld, hij zou nog niets bezitten, omdat al deze goederen niet in zijn hart zijn, waarde begeerten wonen, die liem onophoudelijk zullen kwellen, ver-ontrtisun, verslinden; voor al d:c vergankelijke goederen, die den mensch ontstellen, zoekt het hart het waarachtig goed, dat hem bevredigt.
Maar de derde, nog hoofdzakelijker reden dier voortdurende onverzaadbaarheid van 's nienschen hart, te m'dden van al de goederen dezer wereld, komt daarvandaan, dat God den mensch geschapen heeft voor zich, voor den hemel, voor het opperste goed; dit is het
ELFDE LEZING. iö
einde, waartoe hij hem bestemd heefi, en hem leiden tcn wil. Welnu, aangezien do dingen geene rust kunnen
,,equot; vinden dan in hun einde, in hunne bestemming, zijn
zij in eene gedurige onrust en kommer, en kunnen ''P- geenen vasten vrede vinden, zoolang zij tot dal einde
n'n niet geraken; en aangezien God zich zeiven tot laatste
oe- en eeuwig einde van den mensch heeft gemaakt, is het
van onmog'lijk dat de mensch buiten God rust en tevreden-
ierquot; heid des harten vinde. Dat riep de heilige Augustinus
degansehe wereld toe, en dat had hij zelf ondervon-iei'gt; don; (jij hebt ons voor u gemaakt, o Ueere! en ons
hart is ongerust, tot hel zijne rust vinde in n. Al de ren goederen dezer wereld zuilen hot kunnen bezig houden,
; de verzetten, bedriegen, misleiden, maar zullen liet nooit
»equot; voldoen, nooit bevredigen. Eene inwendige stem, een
iart innig gevoelen zal het altijd tot u, zijn hoogste goed,
1 'n terugroepen, en zal hem onophoudend het ledige, het
ïc'lgt; ui. iige van elk ander goed doen gevoelen. Met dezelfde
ien' drift, den zelfden spoed, als het dorstige hert naar eene
''cquot; bron van levendig water loopt, als de steen gestadig
naar zijn middenpunt getrokken wordt, ais de onstui-11(111 mige vlam naarboven schiet, zoo zal ons hart, van allo
het aardsch goed walgend, zuchten naar u, eenigste en
^11- opperste goed onzer harten. En hoe zouden die broze, vne vergankelijke aardsche goederen de natuurlijke nei-• ('R ging, den onstuimigen loop naar dat hoogste goed kun-
1('at nen tegenhouden, dat alleen het middenpunt en het
0OTquot; einde van al zijne begeerten zijn moet?
verquot; Aanbiddelijk Harl van mijnen Zaligmaker! Tot u dan
■f'Pquot; moet ik mijne begeerten richten, in u alleen kan ik
liet mijn geluk vinden. Vruchteloos zou ik liet zoeken in da
nietigheid van deze wereld en van al, wat in z'ch bevat; bot ledige dat ik in mij gevoel, is afschuwelijk 'art, grooi, ik kom het door de volheid van uw Hart aanvul-iaar- len; of liever ik kom uw Hart bezweren, het mijne in voor zijne onmetelijkheid te willen opvangen, om die af-i het
80 GEESTKUJKE LEÏINGEN.
schuwelijke Icdigte, die onvcr/.aadhare bogeerte te vullen, die mij onophoudelijk kwelt, en mij nooit bevredigt. Aanbiddelijk Hart, dat laat gij zoo toe, opdat onze harten, cenen walg, eenen afkeer voelende van alles, overal nietigheid, kommer, büterhoid vindende, zich komen rusten, verzadigen, laven in u, onuitputbare bron des levens, onuitdroogbare fontein der heilzame waters, die springen tot liet eeuwige leven. O! laten anderen dus bittere wateren gaan putten in mod-derachlige en vergiftigde poelen; ik voor mij,heilig, aanbiddelijk Hart, zal aan geene andere bi'on,dan in u,den brandenden dorst mijner begeerten komen blusschen en de onafmeetbare uilgestreklheid mijns barlen aanvullen ; voor u alleen is het gemaakt, en in u alleen zal het die zoete rust, dien Goddelijken vrede, die volheid van goederen vinden, welke de wereld belooft, welke zij nooit zal geven, en welke men slechts in de onveranderlijke bezitting van het opperste goed zal smaken. Stijg dan op, o mijne ziel, tot boven de geschapen dingen, leer de grootheid uwer bestemming, de onmet-t-bare vatbaarheid uwer verlangens kennen; en verlaag, onteer uw hart niet, met het over de aarde te laten kruipen, daar het voor de bozitting des hemels geschapen is.
Bemerkingen.
I'oe nrnder schepselen er in onze barton zuil; u wonen, des te liever zal er God zijn verblijf komen vesti-gen.
Wanneer ons hart de vergankelijke goederen ledig en nietig vindt, begrijpt bet de grootheid tot dewelke bet bestemd is.
Verlagen wij onzr barlen niet door de verkleefdheid aan vergankelijke goederen, dewijl zij voor eeuwige goederen geschapen zijn.
ï'LFDE LEZING. 87
10 Lalen wij in onze harten niets binnen, wat daar do
c- plaals van God zou innemen.
at
111 GttED.
Wat is dos menschen geest verblind, o mijn God! 1quot; wat is zijn hart verdwaald, indien hij meent ooit door
' ■ de schepsolen te kunnen bevredigd en voldaan worden!
d- Overvloedige goederen, aanlokkelijke vermaken, schit-ii- torende eerposten zullen wel rijken, grooten, machti-■ii gen maken, maar ook gelukkigen? Neen, mijn God! zoo
'ii hebl gij het vastgesteld, het hart van hem, die reeds ii- aardsche goederen bezit, zal altijd zuchten en haken
al naar andere goederen. lie bezitting, verre van zijne
id begeerten te bevredigen, zal die onophoudend vermeer-ke deren en ontvlammen.
r- Tot uw geluk en zaligheid, over de valsche goederen
n. dezer wereld beter onderrichl, wend u, oziel! naar
den kant van God, die alleen bekwaam is om u voldoe-ning te geven. Hoelang reeds staat die God van gned-b) beid aan de deur van uw harl? hoelang reeds roept u
i'ii zijne heilzame stem toe; ijdelheW der ijdclheden (Êecl.
ia- 1, 2)? Ondanks al uwe ongelrouwheden en wederspan-
nigheden, opent hij zijn Hart om het uwe te ontvangen en te bevredigen.
Kom dan eindelijk van uwe dwalingen terug, word wijzer, loop niet meer achter droombeelden van geluk, o- die u misleiden, valsche schemeringen van welvaart,
ti- die, wanneer gij meent ze te genieten, voor uwe oogen
verdwijnen, en uw hart in nieuwe bitlerbeden storten. '!o Hart van mijnen God, waarachtig, hoogste goed, vol-
ke beid van goederen, in u alleen zoek ik do rust mijns
harten, vestig ik mijne hoop op geluk. Eilaas! ik heb 'id de valsche goederen dezer wereld begeerd, gezocht,
ae bezeten; overal heb ik slechts ijdelheid des geestes en
droelheid des harten gevonden. Ik beken eindelijk
88 GEESTELIJKE LEZINGEN.
mijne dwaling, ik gpof'mij over aan u, en wil geen ander geluk meer kennen, dan u voor altijd loe tc behoo-ren.
Zoo de rijkdommen u toevloeien, geef er uw hart niet aan over (Psal. LXI, II).
Waar uw schat is, daar ook zal uw hart zijn (Matlh. VI, 21).
De ivet Gods slaat in zijn hart gedrukt (PsaL XXXVI, 51).
HET HART DAT EEN WALG HEEFT VOOR BIT LEVEN, EN YiJRIG SNAKT KAAR DEN HEMEL.
Wanneer ik mijn hart en geest ten hemel stuur, o mijn Gnd! wat schijnt dan de ballingschap, waartoe wij in deze wereld veroordeeld zijn, lang aan mijne oogen, en het leven, dat wij hier leiden, onverdraagbaar aan mijn hart!
Droevig en ellendig leven! verdriet, onrust, kommer ontspringen langs allo zijden, en omringen ons allerwegen; ziekten, krankheden, smarten kwellen ons lichaam; zorgen, moeilijkheden, bezwaren der tijdelijke zaken verontrusten onzen geest; hevige driften bestormen, mishandelen, verscheuren ons hart; en welk hart is tegen hare aanvallen beschut ? en welk hart kan ouder zulke aanvallen eenen vasten vrede genieten?
Lastig en onverdraagbaar leven; waar men niets ziet of hoort, dan bedroevende dingen, ('au verrassende gebeurtenissen, dreigende'en naastvolgende beroerten, tegenspoeden en rampen; de eenc dag voorspelt ze aan den anderen; de nacht, die eindigt, aan den nacht, die komt; geen oogenblik rust; het gansche leven is met
TWAALFDE LE/.l.VG. 89
bitterheid gemengd, allo weren met kruisen bezaaid. Wat heeft men al ivet uitgestaan in het verledene, wat beproeft men niet in het tegenwoord'ge, wat vreest men niet voor liet toekomende ! welke toestand! welke ellende! Hoe behagen gevonden in een tranendal? Hoe niet gezucht ineenedroevige ballingschap? Kan hel hart eenige zoetheid smaken in dien stroom van bitterheid?
Maar vooral,ongelukkig leven uit hoofde der gevaren, welke de zaligheid onophoudend loopt; zoovele gelegenheden tot zonde, zoovele aanloksels tot ondeugd, zoovele aanleidingen tot val en misleiding : slechte voorbeelden, kwade redevoeringen, alomverspreide ondeugende grondregelen; de misdaad, die haar gebied uitstrekt, de goddeloosheid, die dagelijks stouter wordt, de verergernis, de ongeregeldheid, alle buitensporigheden, die geenen toom meer kennen, welke vloed van boosheid over de wereld verspreid i Is de onschuld wel ergens beschut? is de ziel wel ergens veilig?
De gratie wordt verwaarloosd, het geloof wankelt, de liefde verkoelt, de ijver verslapt, de godvruehUgheid wordt verlaten; wat al redenen om te zuchten en te weenen! Is het wel mogelijk, hoe weinig religie en vreeze Gods men ook hehbe, niet bedroefd te zijn, niet te leven in gezucht en geween?
O bedroevend leven! o bedorvene wereld! verblijf van ellenden, oord van duisternissen, grond waargee-ne deugd op groeit! Eilaas! mag men hot wel leven heeten, aan zoovele naastvolgende rampen onderworpen te zijn? Mag het wel leven heeten, door zooveel verschillende driften bestormd te worden? De blijdschap maakt ons uitgelaten, en de droef heid benauwt ons; de arbeid drukt, en de werkeloosheid ontzenuwt; de voorspoed maakt ons opgeblazen, en de tegenspoed neêrslachlig; de behoeftigheid stort ons in de wanhoop, en de overvloed inde wulpschheid; de dood eindelijk
quot;
ÖO GEESTELIJKE LEZINGEN.
neemt ons mede; dat is'onsleven in deze wereld. Is liet niet veeleer een gedurige dood? En is zoo leven, niet aanhoudend sterven, niet eens, maarzoo dikwijls als er oogenblikken in ons leven zijn?
En dit verdient bewonderd en betreurd te worden ; zulk leven, hoe treurig, hoe rampzalig, hoe ongelukkig ook, bemint men, kleeft men ann; zijne bedrieglijke bevalligheden misleiden, zijne ijdele beloften bedriegen.
Gelukkig derhalve de harten, die van zijnr verbitterde zoetheden, van zijne kortstondige vreugden te-rugkomen! Gelukkiger nog, die eenen walg gevoelende voor het stervend leven dezer ballingschap, onophoudelijk hakennaar het waarachtig leven van het hemelsch Vaderland!
O hemelsch Jerusalem ! gelukzalige stad! wonderlijk huis Gods! heischitterend paleis! waar de Koning der koningen zijn verblijf houdl; onbeschrijfelijke woning der uitverkorenen, hoe begeert, hoe bemint u mijn hart 1 hoe wordt mijne ziel gedreven om uwe onuitsprekelijke schoonheden te aanschouwen ! ik verlang vnrglijk naar u, in deze plaats mijner droevige ballingschap; ik heb geenen troost dan in de blijde hoop van eens dit hemelsch paleis te bewonen: ik steun niet op eigen verdiensten om een deel Ie vragen in dat verblijf van wellusten; maar ik hoop het, uit kracht van het vlekkeloos Lam, dat heeft willen geslachtofferd worden, om ons dat gelukzalig leven te verdienen.
O leven der uitverkorenen! heilig leven, dat God bereid heeft voor die hem beminnen; stil en vreedzaam leven, hemelsch, heel en al Goddelijk leven, vrij van droefheid en smart, van kommer en onrust, van on-standvastigheid en verandering, van gevaar en vrees, maar inzonderheid van tot den schijn vamp;n kwaad en gevaar van zonde; leven wiens liefde volmaakt, wiens vreugde zuiver, wiens duur eeuwig is, waar de uitver-
TWAALFDE LEZING. 91
koronon dool hebben in het geluk van God zeiven, en waar de harten niets meer verlangen, maar alles bezitten.
Eilaas! wanneer zal die blijde, die gelukkige dag komen, waarop ik bij hen in de heilige lahernakelen zal mogen binnen gaan, den Hell'ge der heiligen aanschijn aan aanschijn zien, hem in den glans zijner heer-lijkhcid bezitten, zijne barmhartigheden loven, met de gelukzaligen het eeuwig lied zingen: Heilig, Heilig, Heilig is de Heer, de God der lieerl;raclilen ? Ach! gave die God van goedheid, dat ik op dit oogenblik, den kerker mijns llchaams verlaten hebbende, mocht opvliegen naar dat hemelfch verblijf, en ingaan in do vreugde des Hoeren! Gelukkig is do ziel, die, uit dezen sterl'elijken kerker verlost, ten hemel opklimt, om zich daar met hareu Schepper te vereenigen, de tegenwoordigheid van haren Welbeminde te genieten, hem met eene innige vreugde te aanschouwen, met eeue onuitsprekelijke liefde Ie beminnen, zonder dat aanschouwen en dat beminnen ooit moede te w irden, maar hem alloos meer te aanschouwen door die liefde, en hem altoos meer te beminnen door die aanschouwing van zijnen glansrijken luister, welken de loop der eeuwen niet kan deren, welken de eeuwigheid nooit zal zien eindigen, welken noch dood, nnch hel hem zullen ontnemen kunnen. Tot deze ziel zegt de hemelsche Bruidegom: Kom, mijne welbeminde; kom, na zooveel lijdens en werkens, bij mijne engelen en mijne uitverkorenen; treed in mijn hart, neem bezit van het rijk, dat n is bereid geworden van het b 'gin der wereld. Welk heil! welk geluk!
Maak, o gelulizal g leven! dat mijne oogen onophoudend naar u gericht zijn, dat mijn geest gedurig aan u denke, mijn hart u beminne; dat ik naar u mijn gan-schen handel en wandel reg 'le, dal van u te spreken en te hoeren spreken mijne eenigsle vreugde zij, dat de
92 CEKSTKIJJKE I.EZIXGKN.
gedachtenis mvcr selionnheden en grootheden mijne ziel ongevoelig make aan alle aardsehe en vergankelijke dingen. 0 hemelsch Jerusalem! Gods eeuwige woonplaats! wees mijne vreugde en mijn vermaak, dat uw aandenken mijne kwijning geneze, mijne lauw heid ont-vlamme, mijne zwakheid versterke, mij troost in mijne kwellingen, mij moed in den strijd geve.
Zou ik, inderdaad, o mijn God, aan het hemelsch Jerusalem kunnen denken, zonder mijn hart ontvlamd, mijne ziel boven het aardsehe verheven te gevoelen? Kan ik er aan denken, zonder een vast, rechtzinnig, krachtdadig voornemen te maken, van mijne zwakheid te overwinnen, mijnen ijver aan te liilsen, alles in te spannen om den weg, die mij nog overblijft, hoe lastig en moeielijk hij ook zijn moge, af te leggen, aangezien ik daardoor alleen tot hot gelukkig einde van het hoogste goed in het land der levenden kan geraken? Ja, mijn God! dit za! inliet vervolg mijn eenigste zorg, mijne eenigste bezigheid, mijn eenigst verlangen zijn; mijne vergelding zal groot grnneg zijn, wanneer ik, na al die zorgen, die werkzaamheden en beproevingen van dit sterfelijk leven, deel kan hebben in de vreugden der glorierijke onsterfelijkheid!
Maak, o God mijns harten, dat ik, in de hoop van daar te geraken, mij al de ongunslen van dit leven getrooste, al de valsche goederen dezer wereld verachte, mij onderwerpe aan al de opofferingen welke uwe gratie van mij kan vereischen; dat, hoelang ook mijne ballingschap moge duren, deze hoop van er eens uit te komen, mij aanzette om dankliederer. aan te heffen, tot eer van mijnen Verlosser, mijnen Zaligmaker, mijnen Koning, die mij den ingang der eeuwige poorten geopend heeft, om mij voor eeuwig in zijnen schoot ie omvangen. Niettemin zal ik dikwijls mijne vreugdezangen door mijne zuchten en mij no tranen ond'T-re-ken, omdat, hoenalrj oek het e'mk'mijn'Tbiiüing.- ehap
■nVA.U-FDK I.CZIXC. 93
moge zijn, de vurigheid en de opgelogonheid mijner liefde zullen het mij alti|d als zeer verwijdi rd doen voorkomen. Voor een weemoedig hart zijn de dagen jaren, de jaren eeuwen; deze laatste stond alleen is gelukkig.
De ellenden van dit leven, waaronder wij zuchten, moesten ons leeren dit leven niet te beminnen. Eilaas! ind en wij het beminnen met al zijne doornen, wat zouden wij niet doen, indien het ons bloemen aanbood?
1),' groote ellenden van e'il leven zijn onze kwellingen nieï, maar onze zonden; zij alleen verdienen onze tranen.
Wij benijden het geluk der heiligen in den hemel; volgen wij li mi na op aarde? Wij verlangen huu heil; oefenen wij hunne deugden?
Om ons te troosten over de bezwaren des levens, lal en wj denken üai bet leven een einde zal nemen, en dat het. geluk, welk het ons kan verdienen, geen c nde zal hebb
Ik zue'nt m het verbliji der dooden, maar ik hoop Jen Ui t mijnen flod te zien in het land der levenden.
r.KPED.
Wat ware ons lot te b-klagen, o nrjn God! indien, hquot;j al do n.oeili'khedee, en ellenden des levens, ons liait gi'ene and-ie toevluelit had dan dit leven zeil'! Wal zou er ons, te midden van al die kwellingen, in d ; n vloed van ramp n, overblijven dan vruchteloos onze ong 'n li1 laten weenen, onze harten te laienzuch-li'ii? Maar wanneer w ■, in d1 beproevingen d e ons drukken, denk n dat er een ander leven is, dat ons waehi, eene onsterlelijke toekomst, die ons voorbereid
Oi GEESTELIJKE LEZINGEN.
is,pn wanr ons goederen, zoelheden, eeuwige wellusten bewaard zijn, (ol loon van eenige voorbijgaande kwellingen, o! dan moeten onze bedroefde Ijarten troost en moed vinden in deze verwachling en hoop.
O nienscbelijk hart! lol de onveranderlijke bezitting van een God, van het hoogste, hel opperste goed bestemd, wek de vurigheid van uw verlangen op door de verhevenheid van uwe hoop; wees droef over geen ééne ramp ter wereld; wij moeten alleen spijt hebhen en droef zijn over onze zonden: kleef geen enkel goed der wereld aan; geen waar goed kunnen wij begeeren dan in God; verhef u hoven de wereld en al haren tegenspoed; klim op tot in hel land der levenden; dring mei uwe begeerten en wensehen in het verblijf der glorierijke onsterfelijkheid; en in die afwachting, lijd, ween, zucht. Uwe dagen gaan voorbij in de duistere wolken des tijds: een dag zal komen, die, de duisternis verdrijvende, den dageraad der gelukzalige eeuwigheid zal doen aanbreken. Gij lijdt, maar gij zult gel roost worden; gij zaait in tranen, maar zult in vreugde maaien, gij moet door vuur en vlam, maar gij zult de plaats van verversching hereiken.
Aanbiddelijk Hart van mijnen Zaligmaker! help mij de biUerheden van dit loven verdragen, vang mijne tranen op, heilig mijne zuchten. Hoe moeilijker dc weg is, dien wij bewandelen, des te troostender is het einde, waar gij ons roept; dit eindezijt gij zelf; zullen de kwellingen kunnen opwegen togen het geluk, dat wij hopen ?
Wanneer zal ik komen, en voor uw aanschijn verschijnen (Psal. XLI, 5)?
Wie zal mij van dit sterfelijk lichaam eerlossen (Rom. Vli, 24)?
Ik heb mij verheugd over hetgeen mij gezegd is: Wij zullen het huis des llceren binnengaan (Psal. CXX1, 1).
OEFENINGEN VAN GODSVRUCHT. 9ü
Die in tranen zaaien, zullen in vreugde maaien (Psal. CXXV, 5).
OEFENINGEN VAN GODSVRUCHT TOT HET H. HART VAN JEZUS.
VOORDE RICHT.
Dit deel hemt al de oefeninfien die van aard zijn de eer van het heilig Hart van Jezus te vercjrooten}als : missen, biecht, communie, litanieën, novenen, gebeden, getijden, verzuchtingen, enz.
Men heeft getracht deze oefeningen zoo kort, zoo gemakkelijk, zoo eenvoudig als mogelijk te manen, eerstens omdat zij voor iedereen moeten kunnen dienen, vervolgens omdat de waarde van een gebed niet afhangt van zijne lengte, maar icel van zijne vurigheid: de verstrooidheden zijn doorgaans grooter in een lang dan in een kort gebed.
Men drags vooral zorg, in deze oefeningen, zijne meening te zuiveren: God aanschouwt meer hel hart dan hel werk, het geringste werk is van eenen hoogen prijs in zijne oogen, wanneer ons hart door eene vurige liefde bezield is.
Al deze oefeningen, hoe verschillend ook, komen uit op dit hoofdeinde: de overgroote liefde van Jezus' aanbiddelijk Hart tot ons erkennen, en de versmadingen herstellen welke de men*, schen hem aandoen ; het eerste doet men door de opdracht, het laatste door de eerboete.
Wat de heus der oefeningen betreft, men neme die, ivelke ons het meest -bevallen, of het meest overeenkomen met de omstandigheden in welke wij bidden; geene andere orde heeft men daarin te volgen.
Tot onzen troost en meerdere vurigheid, moeien to ij om herinneren dat, ivanneer wij eenige dezer oefeningen onderhouden, tvij in den geest vereenigd zijn met al de rechtvaardige zielen, die Jezus' aanbiddelijk Hort zijn toegewijd, en dat wij, eene spreuk van den koninklijken Profeet uitbreidende, met recht
90 MORGENGEBEDEN.
kunnen ze.qqen: Aanhhldclijk Hart, ik word deelachtig aan al de gevoelens en vehdiessti-pi van die u vreezen, CJl TIOQ mCCV van die u beminnen Ps.il. CXVIII, G3)
Om eenige vreesachliije zielen r/erust te stellen, vinden wij gord hierbij te voegen, dat, in al deze oefeningen, geenc verplichting is op st raf van eenige zonde, zelfs niet voor die ingeschreven zijn in de Broederschap van het II. Harl.
DAGELIJKSCIIE OEFENING.
I-Dos morgens, in zijn gebed, zich aanbevelen aan het heilig ITart van Jezus, en hem de gralie vragen om den dag heiliglijk over te brengen, zeggende: Heilig Hart van mijnen God, ik aanbid u; ontvang en bewaar rTiij dezen ganschen dag in uwe Goddelijke liefde.
2° Door den dag, een of ander schietgebedeken tot liet hei-iig Hart van tijd tot tijd herhalen: hierachter kan men er vinden.
3° Eiken dag iets lijden, of zich in iets versterven ter eere van het heilig Hart.
4° Eens op den dag, zich met hart en geest vereenigen in dit aanbiddelijk Hart te gelijk met al die zijnen eerdienst beminnen. Do beste tijd daartoe is negen uren des morgens, en (iric uren des namiddags, oogenblik waarop Jezus zijnen geest gaf op het kruis.
5° éindelijk des avonds, in zijn gebed, zich nogmaals aanbevelen aan hut Hurt van Jezus en hem zeggen, dat men in hem alleen zijnen vrede en zijne rust wil zoekon.
Dagen, die zoo aan Jezus' Hart worden opgedragen, zijn voor ons dagen van zaligheid, van zegen en genaden.
Zoodra gij ontwaakt, maak het teeken des K.'uises, verhef uw hart lot God, en zeg het een of ander schietgebed zoo als b. v.
Aan don eouw'gen, onslerfelijken, onzichtbaren Ko-
. lt;■)/' rappeler /v 72n/nero a/i/v \
d einler ioid rvfarT) l)and (a repóriAe \ ---^
MOttGEN-CEUEDE». ^ 97
ning, aan God alleen zij oei' en glorie in alle eeuw.g-lieid!
Leve Jezus, mijne liefde!
Leve Mai'.'a, m'jne Moeder!
Verlaat het bed op het gesteld uur; vertoef geen enkel oogenblik, zoo gij aan God, die u dit eerste offer vraagt, geen ongelijk wilt aandoen, noch u aan do bekoringen des duivels blootstellen, die rond u zwerft.
Kleed u zediglijk aan, u herinnerende dot gij onder de alziende oogen zij t van God en van zijne heilige engelen, en neem vervolgens wijwater.
Z. 11. l'ius i.\, door Breve van 23 Maart ISfiO, verleert 100 dagen aflaat aan alle geloovigen, die, met wijwale'', het tceken des Kruise-i op zich maken onder ilo aanroeping der 11. Drievuldigheid, en vijfiig dagen aan alle geloovigen.elke maal dat zij met een leedwezig hart het teeken des Kruises maken, en te gelijk zeggen; in den naam des Vaders, enz.
In den naam des Vaders, en des Zoons, en des Hei-lirjen (leesles. Amen.
Stel u in de tegenwoordigheid van God en aanbid hem.
Allerheirgde (gt;11 alleraanbidclelijksle Drievuld'gheicl, één God in drie personen, ik gelooi'dat g j hier waarlijk ligenwoord g zijt. Met de diepste gevoelens van oolmoed gli d n;iiik:d ik u, en gvefn u i g/heel mijn hart de eerbewijzen, d e uwe Oppermajesteit verdient.
Loof en dank God.
O lieer, mijn God! gj zijt de Schepper van hemel en aaide; g j woont ineen licht, dat ontoegankelijk is; de dag is de uwe; de nacht is de uwe; gij hebt den dageraad geschapen, en laai uwe zon opgaan over gleden en kwaden. Ik loof en prijs u, dal g i mij u^t de dtrs-tern ssen lol hel l eid g roepen heltl; g j waart in den nacht m jn besch. rmei', en hebi m j in m'jne rust met de goederen uwer vaderlijke voorzorg vervuld
SJ.S MOKÜENGliHEDEII.
Tot u, mijn God! wnak ik van liet movgeniiclit af, om u te loven en tc aanb dilen. Met het kr eken van den dag heb ik mijne oogen uil mijn rustbed tol u, die iu den hemel woont, gekeerd. Aan u, ó Vader, wil ik met den vroegen morgenstond lof en dank geven, en u verheffen met al de kinderen Gods. Mijn hart verheugt zich, als ik u van 's morgens vroeg dit dankoll'er opdraag, en als mijn gebed gelijk een wierook voor u lot uwen troon opklimt. Heer mijn Godl ik wil u loven, en geheel mijne ziel zal u beden en in der eeuwigheid ge-bencdijden. Denaam des Mee ren zal van den opgang der zon tot haren ondergang toe geloofd worden; tot dat een laalsle dag voorthrengen zal dien gelukk'gen •lag, alwaar ik u aanzicht aan aanzicl.it eeuwig zien zal.
Opoffering van zich zolvon.
Gij, o Heer, mijn Koningen mijn God, gij zijl de Heer van alle schepsels. Alle dingen staan onder uwe macht. Gij zijt mijn God, en mijn lot is in uwe handen. Hierom wil ik u, o God! in de eenvoudigheid mijns harten alles met blijdschap opofferen. Alles wat ik doen zal met woorden of werken, wil ik doen in den naam mijns Hceren Jezus-Christus, tot zijne meerdere eer, en naar zijnen wil en welbelieven. Alles wat goed, rechlzinn g, betamelijk en rechtvaardig is, alles wal tot de ware glorie dient of strekt, alles wat deugdelijk en loffelijk is, zal ik altijd betrachten, en dit za.1 onophoudelijk mijne ecnige zorg wezen.
Gebed om aan Jezus' Hart al do werke.a van den dag op to dragen.
Al de dagen mijns levens behooren u toe, o mijn God! en al de werken, die ik in dit leven doe, moeten tot u gericht worden; van nu al' aan, draag ik ze uop ter eere van uw heilig Harf, en door deze opdracht wil ik
nOHULKGEBEDE!^. 9U
ze geheel en al voor uwe eer en glorie verrichten. Hoe zal ik daardoor niet aangezet worden, om al mijne werken op de heiligste, de volmaakste wijze te doen! Laat niet toe, o mijn God ! dat er eene beweegreden hijko-nie, die uw heilig Hart zou afkeuren; van heden af, verzaak ik alle natuurlijk inzicht, alle ijdelheid, alle eigenliefde, alle menschelijk opzicht, waardoor zij in waarde zouden verminderen. Maak, o mijn God! dat ik ze in uwe gratie voortzette en eindige, alleen om u te hehagen en te dienen. Gelief ze ie ontvangen en te aanvaarden in vereeniging met de verdiensten en gevoelens van uw aanbiddelijk Hart, dat er het begin en het einde moet van zijn, gelijk eens de kroon en do vergelding.
Gebed om Gods bescherming to bekomen.
Heer! gij zijt mijne sterkte, sta mij bij en bescherm mij; want ik ben arm en gebrekkelijk, en de vijanden mijner ziel zijn menigvuld g; beschut mij onder de vederen uwer vleugels; geleid mij op den rechten weg, dat ik niet wankele. Op u betrouw ik; want gij zijt mijn God van mijn moeders lichaam af. Sluur voor mij uwen heiligen Engel, die mij beware, en brenge tol d ! plaats, die gij voor mij bareid h.'ht.
O God, die alle dingen door uw woord geschapen hebl, en door uwe wijsheid bestuurt! zend mij uil uwen heiligen Hemel, van den troon uwer majesteit, uwe Goddelijke wijsheid, opdat ik wete wat aan uwe oogen behagelijk is, en dat ik onbevlekt wandele in uwe heilige geboden. Zend uwen heiligen Geest u t hst hoogste nederwaarts; en plant uwe vreugd in mijn hart, op-dal ik in der eeuwigheid van u niet afwijke.
Bevoel u aan de heilige Harten van Jezus en Maria.
Goddelijk Hart van Jezus, fornuis van liefde.! Ouuit-
ion MORGENGEBEDEN.
paibare iirou van gcuade! ik draag mij geheel en gausch aan u op on smeek u, door lii'l /.oot Hart van Maria, mijn hart te ontvlammen doorliet Goddelijk vuur uwer liefde, en die uitstekende gratiën over mij uit te storten, welke gij aan die u vereeren zouden, beloofd hebt. Mijne vorige ongelrouvviglieden maken mij die onwaardeerbare gunst onwnard'g; maar g'j zijt niet dan liefde voor de mensehen, niet dan liefde voor mij! Gewaardig u dan mijne vroegere misdaden te vergaven en in 't vervolg mij van nieuwe ondankbaarheden te bevrijden.
O glorierijke Moeder van God, en Koningin des hemels, heii ge Mangd Maria, mijne bijzondere patrones en tevens mijne Moeder 1 ik groet u door het allerzoetste Hart van uwen Goddelijker! Zoon, en beveel m'j heden en al de dagen mijns levens aan uwe moederlijke tee-derheid. Dut uw zoet Hart mij den weg wijze tot het aanbiddelijk Hart van Jezus, onze veilige schuilplaats; dat uw zoel Hart mij beware en beseherme in de gevaren, die ik zou kunnen ontmoeten, en mij geve in de Goddelijke liefde te leven en te sterven.
Slel u voor alle aflaten te verdienen, die (/ij kunt, en bid het Oszn Va rui:, hel Wees gegroet, de twaalf Artikelen bes Ge-loofs, met het voorgeschreven Schietgebed lot inlentie der Broederschap van hel aanbiddelijk Hart van Jezus.
Het Gebed des Heeren.
Onze Vader die in de hemelen zijt, geheiligd zij uw Naam; ons toekome uw rijk; uw wil geschiede op de aarde, als in den hemel. Geef ons heden ons dagelijksch brood; en vergeef ons onze schulden, gelijk wij vergeven onze schuldenaren; en leid ons niet in bekoring, maar verlos ons van den kwade. Amen.
De KngolseheGroetcnis.
Wees gegroet, Maria, vol van gratie, de lieer is met
Mor.r.KNcrnriirN. 101
u, gebonedijd zijt gij bovon allo vrouwen en gebenedijd is do vrucht uws lichaarns, Jezus. II. Maria, Moeder G;ids, h'd voor ons, arme zondaars, nu en in het unron-zcs doods. Amen.
De twaalf Artikelen des Geloofs.
Ik geloof in fiod, den Vader almachtig, Schepper des hemels en der aarde, en in Jezus-Chrslus zijnen eeni-gen Zoon, onzen Heer, die ontvangen is van den II. Geest, geboren uit de Maagd Maria, die geleden heeft onder Ponlias Pilatus, gekruist, gestorven is en begraven; die nedergedaald is l !!' helle, den derden dag verrezen is van den dood; d e opgeklommen is ten hemel, en zit ter rechter hand Sods zijns Vaders almachtig; van daar zal hij komen oordeelen de levenden en de dooden. Ik geloof in den heiligen Geest, de heilige katholieke Kerk, gi'meenschap der heiligen, verg ffeais iler zonden, verrijzenis des vleesches, en het eeuwig leven. Amen.
Zoet Hart van Jezus, onzen Heer!
Geef dat 'k u minne meer en meer.
Rid ren'olgewt wat, ile HroeJersrhap van hel heilig Hart ran Maria voorschrijft en driemaal hei \Vi:i.s cr.cuoET ier eere van de Onbei ume Onivangenis van Maria, om de deugd van zuiverheid te bekomen.
Do tien Geboden Gods.
1. Boven al bemint eenen God.
2. I.ldelijk en zweert, noch en spot.
ö. Viert de heiligdagen altegader.
i. Eert vader en moeder.
o. Met wil of met werk slaat niemand dood.
0. Doet geen overspel of onkuischheid ooit.
Wacht u van stelen en onrechtvaardig leven.
8. Gij zult geene getuigenis der valschheid geven.
Waar wij tiol mrrsl moeien van maken, is van denot-moedijjlieul des liai'len, als de nondigste, de lioofdz.a-kelijksle, de vei'dienslelijksie, de volmaakste, de eenlg-sle, om zoo Ie spreken, die den naam van deugd verdienl. Zij beslaal niel alleen in onze ellende en nieliglieid voor God Ie erkennen, maar in onze nietigheid voor God Ie beminnen, daarin le willen blijven, die niel le willen verlalen, de vernederingen le aanvaarden, met de verworpenheid, waarin wij gebracht worden, tevreden te zijn, den kelk van bitterheden, dien God ons aanbiedt, of toelaat dat ons aangeboden wordt, te drinken.
Daarin is hel wezen, de onontbeerlijke noodzakelijkheid dezer deugd gelegen. De volmaakte zielen gaan nog verder: zij verlangen de vernederingen, zoeken de verachlingen, beminnen de verworpenheid, en vinden er hunne vreugde en roem in; zij weten, dat al onze eer, al ons geluk, al onze volmaaktheid gelegen is in do gelijkenis en de navolging van den Godmenscli, bij uil-stek, hel hoofd, den spiegel der uitverkorenen; zij kunnen niels eerlijker voor hem, niets heilzamer voor zich zeiven verriehten, dan zich in alles gelijkvormig te maken met dit Goddelijk toonbeeld. Nu, daar zijn gansch leven in de vernederingen en verootmoedigingen is voorbijgegaan, daar geheel zijne wel, zijn evangelie, ep de oolmoed:gheid alleen gegrond is, en sleehls de ootmoedigheid verkondig! en voorhoudt, hebben die volmaakte z:elen geen ander verlangen, geen andere vreugde, geen anderen roem, dan de getrouwe navolgers le zijn van den Goddelijken Meester, en al de trekken dezer gelijkenis met hem in zich over te bren-gen.
Dal is de deugd volgens zijn ITart, volgens zijne mee-ning, zijne begeerte, die het voorwerp van zijn welbi -hagen geweest is, ep welke hij niet welgevallen ncderziet, die in or.s zijnen geest en zijne gevoelens
ZESDE LEZING.
doet voortleven, omdat /.:■ aan alles zijne plaatsteen aan God wat God toekomt, eer en roem, waaiop hij recht heeft; en aan den menschde laagheid, de nietig-heid, die zijn deel uitmaakt. 0
Ooimoedigheid, in schijn lage en kruipende deugd maar in waarheid, voor de oogen des Geloofs, met gansch andere kenmerken bedeeld.
O•)!moedigheid, deugd van hooge waarde, die al onze genegenheid, al onze zorgen verdient.
Beminnelijke deugd; men vreest en vlucht ze voor zich zeiven, maar men ziet ze gaarne, men vereischt ze in een ander.
Verdienstelijke deugd; zij verheften luistert aide overige deugden op.
Verhevene deugd; zij strekt tot verwondering aan de engelen zelf in den hemel.
Volmaakte deugd; zij draagt aan God eene volko-mene olferande op, door de vernietiging van den mensch.
Eindelijk, deugd, van God en de menschen bemind gaarne gezien in den hemel, gevreesd in de hel.
Als men wezenlijk oolmoed g van harte is, dan is men m den grond godvruehl g, dan mistrouwt men zich zeiven; men vermijdt de lofspraak, schoon men alles doet om ze te verd enen; men spreekt van zich zeiven met zedigheid en gematigdheid, als men genoodzaakt is Ie spreken; men veracht niemand, men spreekt met lof van iedereen ; men is blij, als men kan «vhoor-zamen, men heeft spijt, ak men moet bevelen geven-men neemt de waarschuwingen en berispingen in dank aan; men lijdt verduldig de beleedigingeu; men wordt die wel gewaar, doch nien draagt ze op als een sacriJi-cie, zonder dat sacrilicie te laten blijken.
Als men ootmoedig van harte is, kiest men de laatste plau s, al verdiende men ook de eersle; men houd! zich aan de'iagsle bedieningen, al was men tot de hoogste
JiïEflTKLIJKi; LEZINGEN.
bekwaam; mon gaat g iarno mot do kleinen, de eonvou-digen (im,zonder naar do goedkeuringen den glans der groeten te dingen: in écu woord, als men ootmoedig is in zijne eigotie oogen, is men groot tot in de oogen van GoJ zeil'. Ook welke voordeelen belooft God niet aan die ootmoedig van harte zijn! Op lien ziet hij gunstig neer; ovei hen stort hij in overvloed den lioiiza-men dauw zijner gratiën, met hen gaat hij gemeenzaam om, aan hen veropenbaart hij de gohoinien zijns harten, geelt hij het licht zijner wijsheid: Hel üe eenvoudiger. ü lijn gesprek (Prnv. lü, 3^). Integendeel, God wederstaat den hoogmoedigon; hij veracht, hij haat, hij verfoeit hen; hij verplettert die trotsche heuvelen met den bliksem zijner hand.
God! heb ik wel ooit de noodzakelijkheid, de verdiensten, de voortreiïelijkheid, de grootheid dezer kostbare deugd gekend? Wanneer zal ik beginnen haar en hare werken te oefenen? Ja, o mijn God! ik zal voortaan ootmoedig zijn, en ootmoedig van harte; dat zal bij u mijn roem zijn; ik beken het, ik heb noch deugden, noch begaafdheden, noch verdiensten, maaide ooi moedigheid zal in uwe oogen èn verdienste èn begaafdheid en deugd vervangen; zij zal al, wal mij ontbreekt, aanvullen.
Ik zal ootmoedig zijn, en ootmoedig iu alles; ootmoedig in mijne gedachten, mij door geene valsche denkbeelden over mij zeiven latende misleiden; ootmoedig in mijne woorden, van mij met de groo'.sie omzichtigheid sprekende, dat verachtelijke, verfoeilijke, hatelijke ik vermijdende; ootmoedig in mijne g, .oelens, die ik alle aan den voet van het kruis zal gaan putten; ootmoedig in mijue werken, ze alle tct uwe eer verriclitende; ootmoedig in m;ju gedrag, het in alles met uwe Goddelijke waarheden doende overeenkomen ; maar vooral ootmoedig om uwe voorbeelden na te volgen, ootmoedig om uwe gratiëa te bekomen,
ZESItE LE/ING. Til
oolmnedig om toegang lu viiulcn in uw Hart, om tiaar eeiie plaats te verworven en er eeuwig te verblijven.
Bedenking-en.
Laten wij de woorden van Jezus-Cliristus goed overwegen : Leert van mij Jat ik lachtmoed'i/ en ootmoedig van harte Oen.
God wederstaat aan de hoovaardige , en liij stort zijne zonderlinge gratiën uit over de ootmoedige harten.
Ootmoedig /.ijn moest ons weiir'g kosten; de ellenden van ons iiarl geven et ons zoovele redenen toe.
Is on/,e liefde klein, dat onze oolmoed'glieid groot zij; de ootmoedigheid vult de deugden aan.
De ootmoed.gheid ties harten zal ons, in ééne maand, meer doeu vooruilgaan, dan alle andere oeténingen iu vele jaren.
Hebben wij den moed niet om de vernederingen te r.oeken, aanvaarden wij ten miiiste met onderwerping die, welke God ons toezendt.
Waar geene ootmoedigheid van harte is , daar is geene deugd.
GEBED.
Waarop zou ik groot kunnen zijn in uwe oogen, o mijn God! Aardworm, als ik ben, stof en assche, uit niet getrokken, en weldra in den schoot der aarde, waaruit ik gemaakt ben, moetende weèrkeeren; zondaar, aan duizend misdaden pliehtig, die de hel, waarin Ki reeds duizend keeren moest geworpen zijn, verdiend hebben. Verre dus van hoovaarJ'g te worden, welke redenen heb ik niet om ooimoedig te zijn! en wat is er noodig, om nietig te worden in mijne eigene oogen, dan in het diepste mijns harten neder te dalen, en den afgrond zijner ellenden te overwegen? Hart, dat niet
f)2 GEESTFXUKE I.FZINT.m.
geraakt wordt door de lielde van z'jnen God; harl, dat zijne weldaden niet gedenkt; liarl, dat ontrouw is aan zijne gratiën; hart, dat lauw en kwijnend is in zijnen heiligen diensl! eilaas! hart, misschien misdadig en plichtig voor zijne oogen, zi jne vriendschap onwaardig, zijne gramschap en zijne wraak verdienende! Hart van mijnen God, heb medelijden met mi jn hart, en om het u aangenaam Ie maken, geef mij die oprechte, die grondige ootmoedigheid , alleen bekwaam om uwe oogslagen en uwe gratiën op mij te trekken. Ja, mijn God! geef aan anderen de schitterende begaafdheden ; ik vraag slechts eene ware, eene oprechte ootmoedigheid, de ootmoedigheid des harten: ik zal ze gaan putten in uw Hart, aan den voet van uw aanbiddelijk kruis, in het bitter aandenken mijner zonden. Indien gij mij deze Goddelijke deugd vergunt, zal ik haar hoo-ger achten dan alle schatten, omdat zij mij uwe vriendschap zal verwerven , eenigste goed , eenigste eer, eenigste grootheid, naar welke ik haak in deze wereld.
Leert van mij dal ik zachtmoedig ben en ootmoedig van harte (Matlh. XI, 20).
F.en vermorzeld en verootmoedigd hart zult gij niet verachten (Psal. L, 10).
Hij zal die ootmoedig van geest zijn zalig maliën (Psal. XXXI11,19).
ZEVENDC I.EZINfi.
DEliDE LITWEBKSEL 1)E2EK GODSVRUCHT OP O.N/E HARTEN: DE VERDULDIGHEID,
NAAR HET VOORBEELD DER VERDULDIGHEID VAN JEZUS'HART.
Bijaldien ons leven slechts uit stille en heldere dagen iK'slond, zouden wij geene verduldigheid noodig hebben ; maar onze dagen zijn zoo dikwijls betrokken met zwarte wolken, zoo d kwijls ontroerd door hevige stormen, dat hrt voor ons. eene noodzakelijkheid is naar de haven te vluchten, w^lke de verduldigheid ons aanbiedt om tot schuilplaats voor onze harten te verstrekken tcgrii het dreigende onweder. Uw Hart, o aanbiddelijke Zaligmaker! zal voor ons die veilige haven zijn: gewaardig ze te openen voor onze harten.
De verduldigheid is eene deugd, d;e alle hoegenaam-de rampen des levens in vrede doet verdragen, als kwellingen, vervolgingen, beleedigingen, verlies van goederen, krankheden, ziekten, den dood zeiven.
Om ons in de oelening der christelijke verduldigheid degelijk le vestigen, laten wij deze drie groote beginsels stellen, die tot grondslag van ons gedrag moeten dienen in al de gebeurtenissen des levens.
Het eerste, dat er in de wereld niets gebeurt, of God, de Alwijze, wil het of laat het toe.
Het tweede, dat God. de Algoede, niets kan willen of toelaten, tenzij voor een goed.
Het derde, dat God, de Almachtige, het goed uit het kwaad zeil kan trekken, en tot ons welzijn doen kee-ren.
Op deze drie onwrikbare grondvesten, moet in onze
SI GEESTELIJKE LKZIXGKJS.
harten het groot gebouw der christeli jke verduldigheic. opgericht, en in deze deugd de vreedzaamheid onzer dagen, of ten minste de heiligheid onzes levens gehuisvest worden.
Aanbiddelijk Hart van eenen God, wees onze spiegel, onze steun, onze troost; in u alleen willen wij zo zoeken, en hopen wij ze te vinden.
Verscheiden droevige voorvallen hebben in den loop des levens plaats; onweders broeien, stormen ontstaan, ongelukken dreigen, kwalen vermenigvuldigen; onlusten, ongerustheden, verdriet, ontsteltenissen, vervolgingen, onheilen, zorg en kommer, mislukken van ondernemingen, afneming van fortuin ; ijverzuchtigen, nijdigaards, vijanden, alles spant same-!, alles schijn! zich te wapenen tegen ons. Wat gedaan in die dagen van onweder en duisternis? Moet men ongerust, onverduldig worden, zijne tegen woord :gheid van geest verliezen, zijn verstand laten ontstellen, zich onbekwaam maken, om aan de ramp !e denken en ze te verhelpen? Wat aangevangen, wal raat! in die zorgelijke en gevaarvolle tijden? Heb geduld; God wil hei, God laat het toe; zijne inzichten zijn ondoordringbaar: latei! vrij ons hart onderwerpen en tot bedaren brengen, een heilig gebruik maken van onzen tegenspoed, en er voor God de verdienste niet van verliezen.
Daar verliezen wij op eens een deel onzer goederen door een onrechtvaardig proces, een ander deel in eene mislukte onderneming; slechte jaargetijden neme E alle hoop op den oogst weg; wat gedaan, wat aangeva-igen? geduld: blijven wij meester van ons zeiver.: indien w'j onze goederen verliezen, laten wij de gratie niet verliezen ; dit verlies zou veel grooter zijn.
Men is gedwongen te leven met iemand die zoo aardige grillen, een zoo lastig karakter, zoo buitengewone' manieren heeft, dat men een engel moest zijn om dat te kunnen uitslaan; elke dag geelt gelegenheid, elk
ZEVIiXDE LEZING. 33
oogeublik leent slof lot nieuwe opofferingen; een zekeren tijil kan men dat wei uitstaan, niaur ten langen laatste wordt het onverdr aa^ijk, men kun niet meer: wat zal er van mij geworden, o mijn God? Gij zult geduld hebhen. God ii'eft zooveel geduld met q ; gij zni!, de gralie vragen, die gij zoo groot nood'g hebt; gij zalt verduldig zijn, en heilig worden. Het Hart van iezus-Clu istus is u een zoo heilig voorbeeld; tracht het na te volgen.
Voortdurende krankheden verslappen do gezondheid; eene sleepzieMe strekt u uit op een bed van smarten, waar men nog alleen leeft om te lijden sn te znehten; welke staat, welk leven! Nogmaals geduld! verbitteren wij onze kwaal niel door onze ongerustheden: bij de krankheid des lichaams geene ongerustheid des gees-tes gevoegd; wat zou die verhelpen? Treden wij in het Hart van Jezus-Ghristus, om zijne gemoedsbewegingen aan te nemen; de onze zulten bedaren.
De dood, eilaas! heeft den persoon weggerukt, dien ik het meest beminde op sarde, vfelke den troost en de aangenaamheid mijns levens uitmaakte; ik leef niet meer, mijne dagen gaan in droefheid en rouw voorbij: o dood! waarom iieijt gij mij niet met hem doen sterven en in het graf geleid? geduld, maar geduld, God is meester over ons; wij zijn geboren oei te sterven, wij zullen sterven om te verrijzen: dat geliefkoosd wezen is niet voor altijd dood; indien God het in aijn Hart heeft ontvangen, bemint het u nog meer dan ooit, fcet bidt voor u, het wacht u om eens me' u vereeaigd to zijn in den schoot der Godheid; in alle geval, uw gezucht en uw geween, nog minder uwe klachten en on-verduldigheden, zullen dien mensch niet in het !even terugroepen; misschien zullen zij maken, dyt gij er voor altijd van gescheiden blijft.
Men hoeft inwendige pijnen, welke de xiel bedroeven en het hart outstelleu; dag en nacht wovdl m, n ontrust
56 GEESTELIJKE LEZINGEN.
en geplaagd; des te gevoeliger pijnen, daar men ze aan niemand durft of mug zeggen, en men verplicht is zijn leed in stille te verkroppen en een leven te leiden dat eene ware marteling gelijkt: verduldigheid, kom ter hulp; en gij, bedrukt hart, troost u bij God, vertrouw hem, beveel hem uwe zwarigheden aan; hij zal erdoor bewogen worden, hij zal er deel in nemen; uwe verduldigheid, uw betrouwen zullen zijn hart raken; hij zal het uwe ondersteunen, troosten, heiligen door uwe droefheid zeil'.
Zoo ligt liet gelegen met een aantal andere zwarigheden, andere gebeurtenissen waarde verduldigheid de eenigste toeverlaat is; want wat zullen wij toch winnen met onverduld g te worden? en wat prolijt zuilen wij daaruit trekken? Wij zullen God vergrammen, aan zijne gratie wederslaan, onze kwalen verergeren, de verdansten van ons lijden verliezen, de hulp des hemels afwijzen, en ous in eenen afgrond storten van onlusten, ongerusiheden, ontsteltenissen, klachten en gemor, in één woord, van misdaden en onheilen.
Zoodanige vruchten van bitterheid en vcrmaledijding zullen onze onverduid gliedcn voortbrengen; wat God als geneesmiddel gaf, zal ons een vergift worden.
Integendeel, wanneer wij in den school der verduldigheid en in het aanbiddelijk Hart van Jezus-Cliris-tus, ons Goddelijk voorbeeld, eene schu ilplaats zoeken, zullen wij God verheerlijken, zijne gratie volgen, onze zonden uitboeten, de hulp des hemels verdienen, het gewichl onzer bezwaren verlichten, en schatten van verdienslen verzamelen voorde eeuwigheid: misschien zelfs zal God, om die onderwerping onzer harten, ons van de pijnen verlossen, of' ten minste die voor onze zaligh'id doen dienen. Zulke vruchlen van genade en zaligheid zal het beloofde land, waarheen de verduldigheid ons zal geleid hel ben, voortbrengen.
Om ons dus tot de oefening der verduldigheid op te
ZEVENDE LEZING. 57
wekkenen aan te wakkeren, overdenken wij dikwijls, welke verdiensten , welke kostbare voordeelen daar voor ons i» gelegen zijn.
Iquot; Door de verduldigheid leert men zich zeiven overwinnen , grootste en roemrijkste overwinning. Zich zeiven overwinnen is meer dan gansche legers overwinnen; zijn hart meester zijn is heldhaltiger dan de inneming van sleden en keizerrijken; ook zegt de Heilige Geest diil de verduldige grooter is voor God dan de veroveraar (Prov. XVI, 33).
2° De verduldigheid verheft den mensch boven de andere menschen : hoever overtreft een hart, dat zich bezit, degene niet die hunne bewegingen niet meester zijn? gaan wij verder; de verduldigheid verheft den mensch boven alle machten der hel : dc duiveleu kunnen te gelijk (Kr, hart aanvallen; maar met den schild der verduldigheid gewapend, zal het zegevieren over alle duivelen, en, hunne pogingen verijdelende, zal het hen beschaamd maken over de nutteloosheid hunner aanvallen.
5° De verduldigheid is als de bewaarster en dc steun der overige deugden; want alle deugden hebben vijanden te vreezen en te bevechten; dit zijn de ongeregelde driften, die in de ziel ontstaan, die ons ontstellen In de tegenspoedige gebeurtenissen des levens. De oploopende en grammoedige mensch laat zijn hart met den stroom mededrijven; de verduldige blijft in vrede, en bewaart ongestoord al de deugden, welke in zijn hart, hel rijk Gods geworden, zetelen. Ook zegt ons de heilige apostel Jacobus, dat niet alleen de lijdzaamheid een middel tot de volinaaklheid, maar zelf de volmaaktheid is; da lijdzaamheid voltrekt het werk (Jac. I, 4).
i» Eindelijk kan men verzekeren, dal, wanneer men al de rampen, al de beproevingen, welke den loop des levens vervullen, geduldig verdraagt, deze als eene marteling kunnen aanschouwd worden, eene marteling
58 GEESTELIJKE LEZINGEN.
des te verdienstelijker, daar zij langer duurt. Zoo lieefl men zijn vagevuur in deze wereld, en bereidt men z ch om, onmiddelijk na zijn verscheiden, de kroon der heerlijkheid te gaan ontvangen in den hemel.
Maar de groote reden onzer lijdzaamheid, is uw voorbeeld, omijn God! het voorbeeld van uw aanbiddelijk Hart.
Gij zijt altijd tegenwoordig op onze altaren; gij draapt er onvermoeibaar den last onzer ongodvrueh'pheid, onzer oneerbiedigheid, onzer achteloosheid, en toort onophoudend voor allen dezelfde zachtmoed pheid, dezelfde goedheid, hetzelfde Hart. Doch wat m'j tie-treft, o nvjn God! welke lange reeks van verduldigheid hebt gij jegens mij geoefenl in den loep mijns levens! Mij zoolang in mijne zonden verdragen te heln ben, wanneer uwe ivc'iiva n ligh:*id de eeuw ge straf voor mij vroeg; zooveel weerstand, dien ik aan uwe gratie gesteld heb, overwonnen te hebben; met zooveel goedheid gewacht te hebben, lot ik eindelijk door uw geleide tol de h letvaardigheid overging. 0 oneind'ge lijdzaamheid van mijnen God! Hoe zoude het tegenwoordig met mij staan zonder u? Moet ik niet schaamrood worden over mijne onverduldigheden , mijne ongerustheden, hij het zien van uwe onu tsprekelijke verduldigheid'? Een woord, een ongemak, een licht hartzeer, ecu niet maakt mij onverduldig, werpt mij builen mij zeiven, ontroert, ontstelt mij, zet mij in vlam en vuur. O allerverduld'gste God! Stil mijn hart, laat er den dauw uwer gratiën in nederzijgen, om er al do bewegingen van te matigen, teregelen, te heiligen.
Ziehier waaraan men kan kennen of men waarlijk verduldig is, of ons hart de verduldigheid waarlijk bemint :
ZEVENDE LEZING. 59
1° Niet zoo vee! en zoo dikwijls met anderen over onze pijnen spreken, ze stilzwijgend verdragen: een verduldig mensch zoekt iiij God alleen troost, en vertrouwt zijn ieed aan hem alleen toe.
2° Nooit over ieriand klagen; nog minder haat dragen tegen degenen die ons doen lijden, maar hen aanschouwen als de werktuigen waarvan God zich bedient om ons ie stralFen en te beproeven.
3° V/elk leed ons onk overkome, denken dat wij het verdiend h bben, en dat wij nog grooter straffen verdienen, dan die wij lijden.
4° Zoodra wij eenige gramschap gewaar worden, ze aanstonds bedwingen, tegenhouden; heeft de oploe-pendheid, de gramsdiap ons hart eens ontstoken, dan is men niet meer meester van z:ch zeiven, men valt u t, in verwijten, men bedrijft eene menigte zonden, waarover men later spijt heeft.
öquot; Als wij beieedigd worden, niet alleen onze gr-moedsbewegingen en gevoeligheid, maar zelfs onze woorden beteugelen: spreek geen woord, zwijg, tol do bedaardheid weèrgekomen zij; meent gij da.i te moeten spreken, doe zulks met gematigdheid, liefde en zachi-moedgheid.
6° Moet gij iemand berispen, wacht u zulks te doen, terwijl uw hart ontroerd en ontsteld is, uit vreezedat uwe ontsleltenis toeneme, en u ongepaste woorden ontvliegen; wend u imvend gtot God, eu vraag de gratie om te zeggen wat betamelijk en nult:g is. Men geeft een zeer slecht voorbeeld, wanneer men iemand over eene fout bestraft, terwijl men zelf eene andere begaat.
7° Wanneer men met lastige, moeielijke mensehen moet omgaan, heeft men dikwijls gelegenheid om de verduld gheid te oefenen; dan heeft men van noode haar ter hulp te roepen, anders is het onmogelijk de lieide, den vrede, de eendracht te bewaren: een huis,
R!) GEESTELIJKE LEZINGEN.
een gezin, een hart zonder verduldigheid of verdraagzaamheid, is het verblijf der onlusten, der verwarring, en wordt eene soort van hel.
CKiir.n.
De lijdzaamheid wordt doorgaans van de menschen jiet geprezen, maar zij wordt van u geliefkoosd, o mijn God! de mensehen aanschouwen haar bijna als eene lage en kru-pende deugd; maar in uwe oogen is liet eene verhevene deugd, waarn gij uw welbehagen slelt, omdat, wanneer de verduld:gheid standvastig ?s, zij uit een oprechl christelijk hart voortkomt; en wanneer zij het in eenige bijzondere omstandigheden volhoudt, verraadt zij een grootmoedig hart, eene edelmoedige inborst. Zoo moet het wel zijn, o mijn God! aangezien gij haar niet alleen aanbeveelt, maar zelfs eene verhevene, eene volmaakte deugd verklaart: De lijdzaumheid voltooit het iverk. Derhalve meen ik uw Hart te vereeren, met u een verduldig hart te vragen; ik begrijp hoezeer mij deze deugd noodzakelijk en heilzaam is, en ik zal trachten haar in alle gelegenheden te oefenen. Geduld in kommer en leed, in tegenspraak en vervolging; geduld in vernederingen en verachtingen , in beleedingen en versmadingen ; geduld in krankheden en ziekten; geduld in beproevingen en dorheden; geduld in de Verwijdering en de verlatenheid der schepselen.... geduld, in één woord, in alle dingen, op alle plaatsen, met alle personen.
Ik zal mijn hart aan alle kruisen, aan allo pijnigingen prijs geven: en als zij mij te zwaar zullen vallen, zal ik tot uw aanbiddelijk Hart mijne toevlucht nemen; uwe gratie, uw vooibeeld, uwe liefde zullen mij tot onderstand, tut aanmoed ging en vertroosting strekken. Ilihoop, dat na de verduldigheid volgens uw verlan-
achtste lezing. g1
gen geoefend te IipIiIii'ii, ik er hel luonvanzal vinden in nwo heci'lijklieid.
Heb geduld met ,nij, en ik zal alles betalen (Ma'ib XVIII, 20).
vieköe uitwerksel deze» godsvulcut op onze harten •
DE VOLSTREKTE O-MHECHTIKG,
om aangenaam te zijn aan het goddelijk hakt
van jezls.
Wat is een hart te beklagen, o mijn God! wanneer fiet aan iets anders verkleeld is dan aan u, often minste u daarin niet zookl! Wal vindt men in die dingen, welke men niet voor u aankleeft, dan onrust en verdriet? Wat is er doorgaans bij de schepselen te vinden, dan onverschilligheid, ondanki aarhi :d, lichtvaardigheid, veranderlijkheid, en somtijds zelfs liouxveloos-heid? Wat al gebreken treft men daar niet aan, w..t al dingen moet men al ve nzende, n et door de vingeren zien, wat al stonden van ongemak moet men niet lijden. Hoe dikwijls heeft men over zijne dienstbaarheid niet gezucht? Hoe dikwijls , terwijl men meende zoetheden en voldoeningen te smaken, heeft men niets ander? dan verveling en bitterheid ontmoet?
Is het mogelijk dat de droevige ondervinding van zoovele anderen ons niet te recht hebben gew; zen ? Kilaas! beeft misschien onze eigene ondervinding ons niet genoeg geleerd, wat ons te verwachten slond?
Wat vindt men nog in die verkleefdheden des harten, dan gelegenheden en gevaren van zonde? Zijn die verkleefdheden zelf altoos van zonde vrij? Aan wal al
62 GEKSTELIJKE LEZINGEN.
misslagen is men er niet blootgesteld? In hoeveel gelegenheden handelt men n:el tegen de ingeving /.i'ins gewetens? Wat al on!rou\v;gheiien aan dlt;' gratie? Wat al wederstand aan do slem van li nnen ? Wal ti geheime en veel te gegronde verwijlen? Laat God wel ooit in rust het hart, dat zijne gt'negenheden verdeelt of ontheiligt? Slaat hij niet onaigehtoken aan de deur van dat hart, om het terug te roepen, om bet le.s te maken, om het eenige opofferingen Ie vragen? En als men die aan God weigert, gevoelt men dan geene wroeg:ng? Kn als die wroeging versmacht wordt, geschiedt dat /.onder strijd? 01 wie zou kunnen uitdrukken wat alsdan in eene ziel omgaat, wat zij gevoelt, li jdt, in som-nvge oogenbHkken lot zich zelve; zegt, wat zij voorziet en schrikt voorde toekomst.
O! wat hebben wij wel verdiend zoo bedrogen te worden! Wat konden wij verwachten met ons hart zoo weg te geven? Is het zelfs geene gratie van den kant van God, dat wij in de wereld geene voldoening vinden, dat onze verkleelillieden z ch omdraaien tegen ons, en voor ons eene bron van ongeruslheid en verdriet worden, juist omdat zij eene bron van trouweloosheden en misslagen geworden zijn?
Zoodanig is nogians onze verblindheid en ons ongeluk, o m.jn God! ons hart heelt eene natuurlijke neiging om zich aan alles te hechten en te geven; het loopt enophuudend van het een voorwerp naar het andere, (-.'al wil zeggen, van het een bedrog in bet andere, van den ecnen misstap in den anderen: men kleeft vast aan alles, men is ingenomen voor alles; men zou zeggen (lat het hart de ledigte gevoelt, die in hem is, en dat het overal rond zoekt om die te vullen; en waarmede, d'Uw'jls? Z et men somtijds niet, dat zij, die de grootste (Pngtm der wereld vi izaaM hebben, op humieii weg terugkomen en zich becliten aan bcu/.elingen, die hunne eerste opoffering gebrekkig maken? Zij hebben
ACHTSTE LEZING. 63
dc stiM'ksle koorden en de ijzeren keienen gebroken, en zij lalen zich tegenhouden en binden door lichte netten. Die zaken aanschouwt men als kleinigheden, en men denkt niet, men vv I niet inzien, dat er weinig van noode is om den Heiligen Geest te bedroeven in de zielen, die hij zich bijzonderlijk heeft uitgekozen, en dat een verdeeld hart altoos een ongetrouw, en daardoor zeil', een ongelukkig hart zal zijn?
In aile geval, wat zal er eens overblijven van al die schepselen en menschelijke dingen waaraan men zoo verkleefd is? Waren die zon zoet geweest, als zij nu bitter, zoo stil als zij mslloos z/jn, toch zal men eens zijn afscheid moeten nemen en alles verlaten; en wat zal men er dan over denken? Het gedacht zelf, dat mrn ze eens zal moeien quot;erlaten en er van scheiden, moesl genoeg zijn, om, van nu af aan, de liitlerh 'UI in de ziel le storten en al de vreugde te storen, welke een h;ut zich beloofd had te smaken.
Gij zelf hebt ons hart gemankt, o nrjn God! en gij hebt het alleen voor u gemaakt; zoolang het zich van u zal verwijderen, zal het zich venvëderen van zlju middenpunt en zijne rustplaats; gij geelt u slechts aan ons, naarmate wij ons aan u geven; wie aan kts adders verk.'eefd is dan aan u of voor u, zal zijn leven in onrusten om Eteltenls doorbrengen en in ongenoegen en knaging' n e ndigen.
Integendeel, welke gratie, welk geluk, zijn hart los en vrij te bewaren en aan God alleen te geven! Ia die volkomeiie en volstrekte. ogt;ihechting ligt een rijkdom, een overvloed van alle goederen! Welke vrijheid van harten geest, welke onsdiuld van leven en gedrag! Welk betrouwen op God, als men aan éi-m alleen houdt, hem zijn gausub hart geeft en opdraag! 1 Hoe gunstig Is men dan gesteld om de aangeboden gratiën des hemels te cn'vangen, en uit bel toevertrouwde talent profijt
64 GEESTELIJKE LEZIXGEIt.
te trekken! Alles ivenJl gemakkelijk vooreen liart, dat van alles oiitblool is.
Moet men zich van zijne godsdienstoefeningen kwijten, welke getrouwheid, welke nauwkeurigheid! Moet men zich tol hel gebed hegeven, welke ingetogenheid, welke aandacht! Moet men tol de Sacramenten naderen, welke naarstigheid, welke heilige vurigheid! Dat zijn alle zoovele heilzame vruchten dier volstrekte ont-hechling des harten; is daarin de ware en heilige vrijheid der kinderen Gods niet gelegen? Wordt dit hart dan het eigenlijk rijk van God niet, zijn troon, zijn verblijf, zijne verovering? Vindt God alsdan zijn behagen niet da irin te verblijven?
O! tot welken gelukkigen staat verheft ons deze onthechting des harten, met ons alleen aan God te doen kleven! Van dan af is de wereld voor ons niets meer, wij zijn niets meer voor de wereld; de voorvallen des levens lalen ons den inwendigen vrede; de onlusten, de oproeren, de ongelukken, de wisselvalligheden der menschelijke zaken maken geeiien indruk op ons, omdat men aan niets vast is. Men laat gaan, wat gaal; men vlucht naar de schuilplaats, welke het hart zich verkozen heeft: daar draagt men zijn leven en zijne genegenheden op aan den Oppersten Meester, die ze aanvaardt en heiligt. En wanneer men eens uit deze wereld zal moeten vertrekken, deze aarde der ballingschap verlaten , welke overmaat van gerustheid en vrede in deze volkomene onthechting des harten ! Alle ketenen, alle banden zuilen g broken zijn! alle opoll'e-ringen g reed of gedaan zijn. II. t hart moet niets meer doen, dan zich zelve in de handrn van zijnen Schepper overgeven, en naar den hemel gaan, waarnaar hel zoolang gesmacht heeft.
O mijn God, indien ik eens goed nadacht, dat de liefde, die mijn leven lang in mijn hart zal g heerscht hebben, bij mijn afsterven, daar voor de gansche ecu-
4CIITSTE LEZING. 6S
wiglioid zal in voorlleven, met woiko zorg, met welke vrees zou ik mijn hart niet bewaken, uitgruwei dat het aan iets anders Uau aan u verkleefd ware, iets anders dan u beminde; uit gruwel dat ik voor de gansche eeuwigheid verdrukt werde door de vergankelijke schepselen, wien ik mijn hart, lot nadeel mijner wezenlijke belangen, zou gegeven heMx n. Moest ik, om eene voorbijgaande vreugde te genieten, mij aan misschien eeuw igdurende knagingen blnotslellen?
Daarom zal ik mij aan u alleen hechten, o Hart van mijnen (lod! ik zal maken dat mijn hart los en vrij van alle schepselen blijve, om het ganseh en geheel aan u te geven; gij alleen zult het bezitten, dewijl gij het alleen voor eeuwig kunt gelukkig maken. Neem het zelf, dit mijn hart; maak het los van alle andere dingen; vervul al zijne verlangens, heilig al zijne aandoeningen, sluit het in uw eigen Hart, maak dat het daar nooit uitga, aangezien dit voor zijn ongeluk zoude zijn.
Grondwaarheden.
Onthecht zijn van de schepselen is de groote weg om tol de zuivere liefde Gods te geraken.
Het hart, dal van God het meest bemind wordt, is hel hart, dal zich zelve hel minst bemint.
Al, wal w ij van ons hart weggeven aan de schepselen, wordt ontstolen aan God.
Alle verkleefdheid des harten is een band, die onze vrijheid beneemt, en wordt eene onwaardige dienst-banrhi'id.
's Meusehen hart verbindt zich dikwijls alleen tot zijn ongeluk.
Smeden wij geene ketenen, die wij later zullen moeten lireken.
De eigenliefde is in een hart de doodslag der zuivere liefde.
cij (;!:!■ stlluke li:/.i.\gi:n.
On/.e ziel is de bruid van Jems-Cliristus; nu, liet liart van zulke bruid moet den hemclsclit n Bruidegom alleen toebehooreii.
gebed.
\ an nu af aan, o mijn God, heb ik vast besloten mijn hail voor altijd van alles los te rukken; en daarvoor beb ,k aile redens. Ik wil het doen om de volkamene onthechting van uw Hart te eeren, om u alleen aan te kle-vi n, en u alleen op aarde te bi minnen; ik verlang het, (iin mij te bereiden lot het heilig ontvangen uwer gratiën, en om niet haar getrouwelijk mede te werken; om de fouten en de ongetrouwheden te vermijden, waaraan de verkleeldheid niiju hart zoo dikwijls blootstelt, alsmede de wroegingen, welke daar zoo dikwijls op volgen; om alle banden des levens los te maken; eindelijk om, !gt;ij mijn afsterven, niets meer te heblicn wat mij met de wereld verbirult, en u dan mijn hart alleen en de opofi'ering van mij zelveu te geven te hebben.
Het is hoog tijd, o mijn God! dat ik mijn hart voor u alleen beware; het is niet gemaakt voor gesehapene dingen ; wat heei't het daarin meer gevonden dan bitterheid en naberouw? Dan, al d e voorwerpen, waaraan wij ons hart geven, zijn onnuttig : zij kunnen alleen dienen om ons te verstrooien; zij zijn gevaarlijk: welke gevaren, welke kl.'ppi 11 liggen er niet in verborgen ? Z j zijn verderfelijk, omdat zij dikwijls strafbaar •zijn, of het ongetwijfeld worden; vndelijk zij zullen niet duren, en wat zullen zij achterialen dan spijt i n geiammcr? Maar, als ik nrju hart aan u alleen zal geven, o mijn (iod ! zal ik onschald vinden, vrede, gerust-he'd, vertrouwen en ge'aieaheid in mijn leven, en, bij mijnen dood, de zoete hoep van u te bezitten, na alles leriaien te hebben on) u aan te kleven.
.v:;; :n!)e ixzisg. 07
Kinderen der mensehen, hnstanij uwe harten bs-zwaard, waarom, da ijdslheidbemind (Psa!. IV, 5)?
11 cit is er ut, den hemel, trut heb ik verlunyd up aarde buiten u (Psal. LXX1I, 9) ?
Zoekt wat boven is, niet Kat op aarde is (Coloss. Ill, 1).
GEVOELEKS VAN EES liEDRLKÏ luttt, DAT ZIJNEN TROOST
zoekt in het aaniuddelijk hart vax jezus-christus.
Ik ben bedroefd, o mijn God! en ik kom u mijne droeilieid hekend maken; ik kan ze u alleen toevér-trouwen, en gij alleen kunt de wonde mijns halten genezen; liet mensclielijk versland, mensclielijke beweegredenen zijn onbekwaam om mij sterkte te geven; dikwijls vermeerderen, verbitteren zij mijne pijnen in plaats van ze tquot; verzachten; ik neem mijne toevlucht tot u. Uw Hart heelt geleden, ja, is, uw leven lang, van smarten overstelpt geweest; het is, bij uwen dood, met eene lans doorstoken geworden; gij hebt deze smartelijke opening toegelaten, om ons daar c'ooreene heilige schuilplaats te verzekeren, waar wij troost konden vinden in onze pijnen.
Welnu, ik lijd, o mijn God! mijn leven is vervuld met kruisen, mijne dagen met wee, mijn hart met bitterheid; mijne wogen i-.laan vol doornen, elk oogenhlik mijns levens telt eeueu znehl ol'eenen Iraan; in die overmaat van droefheid, geelt mijn ontstelde geest zich over aan zijne treurige gedachten, mijn neèrslachtig gemoed zinkt dieper en dieper in zijne bitterheid; de ongerustheid, de neêrslachtigheid , het mistrouwen, eilaas! eene soort van wanhoop, zal ik bijkans zeggen, zou weldra mijne ziel overvallen; lt;1. Vei.i-z'eu'gheM
68 GEESTELIJKE LEZINGEN.
schijnt mij verlaten te hebben, het geloof wankelt in iiiijii hart, ik zelf lig in de diepte mijner bedenkingen verzonken, ik zit in cenen zwanen nacht; hoe meer ik er aan denk, des te meer verdwaal ik.
l)al is mijn toestand, omijn God! aan wien kan !k li t zeggen dan aan u? in wiens hart kan ik den vloed mijner tranen laten vallen dan in het uwe? Zult gij mij hulpeloos aan mijn lol overlaten? Neen, mijn God! gij zijl ai te goed, al le medelijdend om op m j geene barmhartige oogcn neder te slaan; ik smeek er u om, ik hoop zulks van uwe goedheid, en ik zal uwe tegen-genwoordigheid niet verlaten, eer gij mij verhoord hebt: zoudt gij willen dat, van mij weggaande, ik tot die afschuwelijke wanhoop overging, wier afgrond onder mijne voeten gaapt ? God van goedheid gij zult mij uw Hart openen, 't is het Hart van eenen vader ; gij zult getroffen worden door de zuchten van mijn hart, 't is het hart van een bedroefd kind; o 1 ik voel het, mijne gebeden zullen niet verworpen worden; reeds biedt gij redenen aan, bekwaam om mijne pijnen niet alleen te verzachten, maar ook te heiligen; drukt ze diep in mijne ziel, zij zullen mij versterken, troosten, en voor altijd met u vereenigen.
TROOSTREDENEN.
De eerste reden die gij mij geeft, o mijn God! zijl gij zelf, is uw Hart. Uw gansch leven lang, is uw Hart een lijdend en bedrukt Hart geweest; niet alleen in uwe Passie is uwe ziel bedroefd geweest tot den dood; uw Hart is altijd met bitterheid overgoten geworden: moet ik verwonderd staan, dat het mijne lijdt en zucht? Zou ik het aan de vreugde willen overgeven, terwijl het uwe bedroefd is?
Neen, mijn God! dat mijn hart lijde, zuchte, zich voede met wee en droefheid; het weet maar al te wel,
NEfiENDE LEZING. 69
waarom het moet lijden en bedroefd zijn; de bedrieglijke vermaken dezer wereld hadden het misleid en u ontroofd; dat de rouwhartigheid en de tranen het u weergeven om u altijd toe te belmoren. Deze gratie alleen vraag ik u, dat mijne bedruktheid mijne sterkte nooit overtreffe; en gij kent mijne zwakheid. Het woord alleen van lijden en kruisen verwondert en verschrikt mij; zoo uwe gratie mij niet ondersteunt, hoe zal ik onder hun gewicht niet bezwijken?
Eene tweede reden van troost voor mijn bedrukt hart, vind ik in mijne hoedanigheid van christen; nu de christen, als zoodanig, heeft de gratie des lijdons en der kruisen. Gij zijl ons hoofd, o aanbiddelijke Zaligmaker! en wij zijn uwe ledematen ; zou het betamen dat de ledematen met bloemen en het hoofd met doornen gekroond ware? Gij hebt ons allen op den Calvarieberg, in uwe tranen en uw bloed,het leven geschonken; gij hebt ons allen aan don voet van uw kruis geplaatst, ten einde ons allen in uw Hart to plaatsen; hot lijdon alleen geeft ons recht om daar binnen te gaan, en wij zouden voor u vreemdelingen zijn, bijaldien wij zonder droefheid en lijden waren. Christenen! wezen wij do waarde kinderen van eenen gekruisigden Vader; nomen wij de erfenis aan, die zijn hart, toen hij stierf ons heeft achtergelaten, zijn kruis on zijne gratie; zij is voor ons verkieslijk 1 oven alle schatten der wereld.
Derde beweegreden om mij in mijn leed te troosten, ik bon zondaar, en mijne bedruktheid kan dienen om mijne zonden uit te booten. Eilaas, Goddelijke Zaligmaker! de zonden hebben uw Hart bedroefd en doorstoken; welke diepe wonden heblen do mijne aan dit aanbiddelijk Hart niet toegebracht! Nu, over dozo zonden moot ik boetvaardigheid doen, of in dit leven, of in het ander, of in de wereld of in do hel. En is het geen geluk voor mij, mijne zonden in dit leven, door eene boetvaardigheid van eenige jaren, te kunnen uitboeten.
70 GEESTKLUKE EEZ1NGEX.
in plants van er eeuwig te moeien voor lijden in de liel ? Is hel van uwentwege geene gratie, zoo kortstondige en zoo iiclile voldoeningen te willen aanvaarden voor zoo misdadige en zoo menigvuldige beleedigingen? Eilaas, mijn God! liadt gij mij in zekere tijden uit de wereld weggenomen, hoe zou het met mij thans uitzien ! hoe ongelukkig zou ik zijn! ik zou de gal uwer wraak uit den beker uwer gramschap drinken; uw vertoornd Hart zou voor mij eeuwig gesloten zijn, en het mijne zou in eene eeuwige en wanhop'ge bitterheid gedompeld liggen. O! mijn hart is ganseh anders gesteld! ik lijd, maar ik hoop; ik lijd, maar door mijn lijdon kan ik mijne zonden uitboeten. Zou mijn lijden, aldus verstaan, een uitwerksel uwer gramschap of uwer liefde zijn?
Vierde reden, zeer troostend voor mij die lijd; indien ik mijn lijden met onderwerping aanvaard, kan ik den hemel verdienen, eene plaais tusschen de uitverkorenen bekomen, in hunne heerlijkheid deel hebben, hel g gt;luk genieten u later te zien, eeuwig te bezitten, en, om alles te zeggen, in uw aanbiddelijk Hart mijn ver-blijf te vestigen, er de onuitsprekelijke zoetheden van te smaken, en, na eenige dagen, eenige jaren üjdens en strijdens, in de eeuw'ge vreugden in te gaan. Ach! indien gij, van in deze wereld reeds, het lijden, dat met eene christelijke ouderwerp'ng aanvaard wordt, onder de zaligheden gesteld hebt, hoe zou het dan geen onderpand zijn der eeuwige zaligheid? Nu, welke reden van troost ligt er voor mijn bsdrul.i, hart in deze zoete, deze levend ge hoop!
Hel is dan waar, o mijn God! dat in strde van te klagen, gelijk ik deed, over mijn lijden, hoe lang, hoe gevoelig het moge wezen; in stede van mijn hart aan de onrust, aan het geklaag en gemor over te geven, ik uwe barmhartigheid moet prijzen, dewijl zij uwen wraaknemenden arm heeft tegengehouden; —in stede
NEGENDE I.EZI.NG. Tl
van mijne pijnen te zwaar en te bitter te vinden, ik en-
Uel mnet bedacht zijn om ze verdienstelijk te maken door de wijze en de gevoelens, waarmede ik ze omvangen zal; ik bezweer u, o mijn God! die gevoelens te aanvaarden; ik heb ze geput in uw aanbiddelijk Hart.
1° Ik draag u voortaan, en van dit oogenblik af, mijne p jnen op, met een hart dat zich gelaten onderwerpt aan de aanbiddelijke inzichten uwer Voorzienigheid. Ik lijd, g j wilt hel; dat uw heilige wil geschiede, en niet de mijne; ik onderwerp mij aan al, wat gij over mij znlt gelieven te beschikken; ik zal mijn kruis dragen, gelijk gij het mij zult zenden, en zoolang als gij wilt; en zelfs wilde ik weerstand bieden, wilde ik vluchten, zou ik uwe slagen kunnen ontvlieden? Neen, o mijn God! handel met mij naar uw verlangen; gij zult een bedrukt, maar ook een gelaten hart vinden, dat, naar uw voorbeeld, nooit een ander gevoel zal hebben dan van eene volkomene overgeving aan uwen aanbid-delijken wil: Uw wil geschiede (Matth. VI, lü).
2quot; Ik draag u mijn lijden op, met een bedroefd en vernederd hart. Ik heb gezondigd, en straf verdiend: door mijne zonden heb ik tegen mij uwe rechtvaardige wraak gewapend. Neem wraak in deze wereld, sla, kap, In-and in dit leven, als gij mij maar barmhartig zijt in het ander. Uwe hand zal den plichtige treilen, maar uw Hart zal bewogen worden over den boetvaard'ge; alhoewel b 'leedlgd, zal altoos uw Hart het Hart eens Vaders zijn , vol van medelijden voor den verloren zoon, die in zijne armen komt vallen en zijne goedertierenheid afsmeeken. O mijn God ! zoudt gij wel ooit de zuchten van een rouwig en vernederd hart kunnen verachten? Een vermorzeld en verootmoedigd harl zult gij niet versmaden (Psal. L, 19).
5quot; Ik draag u mijne pijnen op met een dankbaar en erkentelijk hart: ja, mijn God! ik beschouw met de oogen des Geloofs, mijne kwellingen veeleer als gra-
72 GEESTELIJKE LEZINGEN.
tien clan als straffen; ik ontvang ze met dankbaarheid als zoovele weldaden, ik ben er u ten zeerste dankbaar voor: uw vaderlijk hart verschaft mij daarmee middelen van zaligheid en boetvaardigheid; gij straft om zalig te maken, gij breekt af om weêr op te bouwen, gij kastijdt alleen om vergiffenis te schenken: dat uw hei-lige naam gezegend zij. Waarom is het mij niet mogelijk, door de levendigheid mijner erkentenis, de grootheid uwer weldaden te evenaren! Mijn leven lang, o mijn God! zal ik met den profeet in dankbaarheid uitroepen: Wat zal ik u weérgeven, oHeere! voor al, wal yij mij bewezen hebt? Ik zal den kelk van zaligheid uil uwe hand aannemen, en uwen naam aanroepen (Psal. CXV, 12, 14).
-i° Eindelijk ik offer u mijn lijden op, met een hart vol van betrouwen, ik zou bijna zeggen, met eenesoort van troost en blijdschap. T)e natuur geeft mij dit gevoelen niet in; de natuur lijdt, werkt tegen, zuclil; maar wanneer uwe gratie mij ondersteunt en versterkt, ja, mijn God! dan ontvang ik mijn lijden met eene soort van vreugde, in het troostend en heilzaam gedacht, dat ik, door mijn lijden, niet alleen den hemel kan verdienen, maar, iets troostender nog, aan u kan gelijk worden, aan u, die geleden hebt en gestorven zijt op een kruis, aan u die den kelk inet al zijne bitterheid geled:gd hebt, aan u, man van smarte, en als zoodanig, opperhoofd en spiegel der uitverkorenen. Deze gelijkvormigheid kan ik alleen in het lijden vinden, en moet derhalve dit lijden, in plaats van mij neêrslachtig en bedroefd te maken, niet kostbaar en troostelijk worden?
Aanbiddelijk Hart van Jezus-Christus, wees eeuwig gezeg( nd: gij hei t mijn hart versterkt en getroost, ik heb iii uw Hart eene schuilplaats gevonden, die ik te vergeefs elders gezocht bad; ik zal er mijne woonplaats vestigen voor het overige mijns levens; welke droef-
NEGENDE LEZING. 73
heden, welke pijnen ik nng heb uil te staan, gij /.uil er de strengheid van verzachten, de bitterheid van matigen, er het Innn en het einde van zijn. Moet ik lijden in den tijd, eene gansche eeuwigheid wacht mij om mij voor mijn lijden te ioonen.
Gevoelens.
Ons kruis dragen is niet voldoende, het moet op ons hart gedrukt slaan.
Hoe bedrukt ons hart ook zij, nooit zal het zoo bedrukt zijn, als het Hart van Jezus-Chrlstus geweest is.
Als wij lijden, laten wij denken aan hetgeen wij verdiend hebben.
Zouden wij niels willen hebben, om aan den voet des kruises te kunnen neerleggen? Verschaffen wij ons ten minste een boetvaardig en gelalen hart.
Onze harten zijn niet in de wereld om gelukkig le zijn, maar om eens gelukkig te worden in den hemel.
Groole kruisen maken groote heiligen, maar zij vragen groole harten om ze te dragen.
GKBED.
Gij hebt onze harten lot zuchten, en onze oogen lot tranen veroordeeld, o mijn God! dit is ons deel, zoolang wij op aarde zullen leven. Wij, sterfelijke menschen, bewonen eene ballingschap; wij moeten den last en het leed daarvan dragen. Wij, christenen, op den Calvarieberg geboren, moeten aan den voet van hel kruis leven. Wij, zondaars, aan zoovele misdaden plichllg, moeten onze zonden beweenen, daarover ontroostbaar zijn, en ons gelukkig achten, ze in deze wereld te kunnen uitboeten.
Ma: ir te midden van ons gezucht en ons geween, hebben onze bedroefde harten een hulpmiddel noodig, dat er de slrengheden en billerheden van verzachte.
71 GEESTELIJKE LEZINGEN.
Ilarl van mijnen aanbiddelijk™ Zaligmaker 1 gij slaat sleclits open om ons eeno schuilplaals aan te bieden; naar die heilige schuilplaats zal ik nr jne toevluchl nemen, in de bekoringen, de beproevingen en de kwellingen des levens. Waf zal van m'j geworden builen u? en als ik van u wegvlucht, zal ik in de schepselen ware vertroostingen vinden? doorgaans zijn die vertroostingen of zonder grond , — welke redenen hebben de schepselen bij de hand om ons moed te geven? ol' niet oprechl, — zalmen in da wereld harten vinden, die oprecht deelnemen in onze smarten? of bezwarend — in plaats van te leirgen, vermeerderen zij onze/ampen, en verergeren zij de wonden onzer harten, — of einde-lijk misdad g, wanneer men, hel hart willende verl ch-ten, het geweten kwetst, en van het geneesmiddel een vergift maakl.
Hart van mijnen God, bij u alleen zal ik dan zuivere, bondige en ware vertroostingen vinden; in uwe gewaarwordingen en uwe gunsten zal ik ze putten. Gij hebt gelnkk g geheeten die treuren: Zalig zijn zij die treuren (Mallh. V, 3). Dit geluk is niet van deze wereld; uwe grafie alleen kan het ons doen smaken. Vergun mij dan deze gratie, die mij, te midden van mijne be-druklheden, moed, sterkte en troost geve, in afwachting dat gij mij in het verblijf der uitverkorenen opne-mef, waar alle tranen gedroogd, alle rampen geëindigd, alle werken gekroond zullen worden, en die kroon voor eeuwig verzekerd.
Ik huilde, zoo bedrukt icas mijn hart (Psal. XXXYII,
9).
Ue lieer is bij hen, wier hwt bedroefd is (Psal. XXX111, ü).
Gij hebt de vreugde in mijn hart gestort (Psal. VI, 7).
TIKMJE LEZIKG.
HET HAHT VAN JEZUS IS EEN JALOERSCH HART.
God is niet tevreden met ons hart te vragen, hij zegt ons, dal hij er jaloersch op is, en er de bezitting van cfschi, bij uitsluiting van elk ander, die er aanspraak zou durven op maken, en zijne rechten en belangen miskennen.
1° Is het mogelijk, dat het oneindig volmaakt, oneindig groot Wezen, dieniemand van noode heeftom gelukkig te zijn, die buiten zich niets kan vinden, wat hij niet reeds bij ui neniendheid in zich besluit, altlus kan gesteld zijn, en wel opzichtens zoo onvolmaakte» zoo ellendige, zoo gebrekkige harten als de onze?
Noglans hij zelf verklaart het ons, en zegt ons uitdrukkelijk dat hij hij uitstek de jaloerschc God is: de ijverzuchtige lieer (lüxod. XX, o). Dien naam geeft hij zich, zoo loont hij ons zijn Hart gesteld; en hoever gaat die jaloerscliheid? Zoover, dat hij geene verdooling in ons hart duldt, alle terughouding in onze genegenheden verfoeit, dal hij niet alleen ons hart eischl, maar geheel ons hart, geheel ons verstand, geheel onze ziel en al onze, krachten; d,;i. hij alle verdeeling aanschouwt ais eenrn smaad aan zijne eer toegebracht, ais eeno onrechtvaardigheid opzichtens zijne heerschappij, als eenen diefstal, eeae rooverij begaan op hel offer; ja dat hij als eene overspeelster houdt do ziel, welke haar hart verdeelt, en aan do schepselen eenige genegenheden geeft, welke niet voor hem, of lot hem niet zouden ger'cht z/jn. Hij doet neg meer; bij den minsten schijn da! men hem eenen mededinger op ons hart wil geven, word! hij gram, stoort hij zich, dreigt hij heen te gaan, en zijn Hart, door deze onrechtvaardige verdeeling gekwetst, gansch van ons weg te nemen. Welk ongeluk
7')
70 GEESTELIJKE LEZINGEN.
voor die ziel, bijaldien liet Hart van liaren welbeminde werkelijk van haar wegging, om misschien nooit meer terug te komen! Laat hem niet ver heengaan, o ziel; roep hem weer; hij zal zelf den eersten stap doen, zoo zeer is hij gejaagd en jaloersch om uw hart te hezltten.
2° Niets zoo rechtvaardig, zoo heilig, zoo wettig als die jaloerschheid van Gods Hart op ons. Er ligt een oneindig verschil tussehen de jaloerschheid van (!od en die der mensehen: de jaloerschheid der menschen is eene onrechtvaardige aanspraak op iets, waartoe zij geen uitsluitend rechthebl)en;die vanGod is de uitoefening zijner onheperkte meesterschap; die der mensehen spruit voort uit eene eigenliefde, die hare voldoening zoekt; die van God heeft haren oorsprong in eene zu:-vere liefde, die alleen zijne eer beoogt. Onze harten behooren hem toe, hij heeft recht op al hunne genegenheden; hij heeft ze alleen voor zich gemaakt, en zij moeten alleen voor hem leven in deze wereld, om gelukkig te kunnen zijn in de andere. Eigenlijk gesproken dus, zoekt de jaloersche mensch zijn geluk en voldoening in eene onverdeelde vriendschap; God zoekt enkel ons geluk te verzekeren, en ons bekwaam te maken, om zijne gunsten teonl vangen.Zooisdejaloerschheid in den mensch een laag en kruipend, een hatelijk en onrechtvaardig,een wreedaardig en dwingend gevoelen; inGod, integendeel, is zij een onvervreemdbaar recht, eene opperste rechlvaardigheid,eene eisching van eigendom, waardoor hij, de belangen zijner heerlijkheid waarborgende, de gronden legt van ons geluk.
5° God is jaloersch op alle harten, over het algemeen, en hij vraagt aller liefde zonder voorbehoud: doeh men mag zeggen dat er bevoorrechte zielen zijn, op wie God meer jaloersch is, of omdat zij meer gratiën ontvangen hebben, of omdat hij meer bijzondere inzichten heeft over haar. Pit zijn zielen welke hij inzonderheid hquot;'-gunstigt, voor dewelke hi j zich op eene zonderlinge
TIENDE LEZING. 77
wijze bnrmliartig loonl, np dewelke hij mei meer mildheid zijne gratiën ■litslorl.
Maar ook, wat vraagt hij, daarom juist, van haar niet terug, en wat mag hij niet verwachten? Hij noodigt ze, hij praamt ze, hij dringt onophoudend h;j hen aan, dat zij zich geheel en gansch aan hem geven, met zijne gratie medewerken, naar de inwendige slem die haar roept luisteren zouden; eene onschendbare getrouwheid, eene volkomene verknochtheid, eene vo,strekte onthechting, eene standvastige edelmoedigheid, eene grenzenlooze overgeving wil hij iu haar hart vinden; hij praamt haar zoodanig, dal zij, somwijlen tot klagens toe, zouden kunnen zeggen dat God onverzaadhaar is, dat zijne gratie niet ophoudt haar te vervolgen. Zien dan die slecht verlichte zielen niet, dat die vervolging van God eene gratie voor haar is ? dat God haar voor haar geluk alleen zoo aanwakkert ? dat hij veel van haar vraagt, om haar meer te geven? liezit hij, na al, wat hij voor haar gedaan heeft, het recht niet om alles te eischen en zijn beklag te doen, indien men hem iets weigert?
De jaloerschheid van Jezus' aanbiddelijk Hart heeft dus voor beweeggrond eene oneindige liefde, eene liefde van voorkeur en vooringenomenheid; in één woord, eene gansch Goddelijke liefde, die alles vraagt, omdat zij alles, ja zich zelve geeft; en wanneer God zich verontwaardigd toont tegen die zielen, voor de minste onachtzaamheid, de geringste ongetrouwheid, dit is, omdat hij zonder verdceling wil bemind zijn van degenen, die hij zonder voorbehoud bemint; hij eischt van ons hart eene volmaakte getrouwheid, omdat de liefde zijns Harten volmaakt is. —
Welke goedheid! welke onuitsprekelijke teederhar-tigheid in u, o mijn God! zoo zeer op onze harten te willen uil zijn, inzonderheid, eilaas! op een zoo lauw, zoo ontrouw, zoo ellendig, u zoo onwaardig hart als
78 GEI-STKI.IJKE LEZINGEX.
hel mijne! O! ilil is eeiu: gansch Goddelijke jaloersch-heid; /.ij toont ons al uwe goedheid, al uwe liefde. De menseli kan zich lot u uiet verhelfen, gij vernedert u lol hem, gij zuivert zijn hart, opdat het uw tempel moge words nen utotverhiijl' verstrekken; gij trekt u zijne belangen aan, en laat hem de uwe over: gij geeft u gansch aau ons, opdat wij cms ganseh aan u geven. Heilige God, wat is uwe macht groot, uwe goedheid onuitsprekelijk !
Maar, terzelfder tijd, welke eer, welke gratie voor ons! Welke eer! dat een God zelf jaloersch wil zijn op onze harten, en met welgevallen op zwakke, uit niet getrokken, schepselen, op harten, aan zoovele zwakheden onderworpen, wil uederzien. Heilige God! daarin toont gij uwe macht en uwe grootheid; gij wordt alleen klein om ons groot te maken, gij komt tot ons, om ons tot u te trekken; gij geeft ons uw: Hart, om het onze te winnen; en, het winnende, herschep! gij het, om zoo le zeggen, met het in het uwe op te vangen; gij neemt het zijne ellenden af, om liet met uwe volmaaktheden te omkleeden; gij wascht zijne vlekken af, gij versterkt zijne zwakheid, gij maakt liet levendig, wanneer het kwijnt, wakker, wanneer het sluimert, sland-vastig, wanneer het wankelt, onbeweeglijk, wanneer het te gemakkelijk verandert, gij brengt hot weder, wanneer het afdwaalt, troost het, wanneer 't bedroefd is, ondersteunt het in zijne bedrukiheid.
Welk ander hart, dan het Har! van oenen God, heeft zulke gevoelens? Welke andere hand, dan de hand van eenen God, kan zulke wonderen verrichten? Zijn wij zulke weldaden waardig? Mogen wij oas aan zulke gunsten verwachten? Onze harten kunnen eene plaats vinden in het Hart zelfvan God, van zijn leven, met zijne gevoelens bezield worden, 'n zijne gesprekken deelon, allergemeenzaamst met hem omgaan, mei hem
tie.nim' lezixe. 79
slechts één liatt en ééne ziel uilmakcn; nog eens gc-zegtl, welk geluk ! welke eer!
Maar nok, indien het Hart van dien jaloerschen God in ons hart geene wederliefde, geene levend ge dankbaarheid, geene onschendbare geirouwlieid, geene 011-vcrdeeldc verknochtheid vond; indien, voor zoo wettige en welverdiende gevoelens, het in ons en in onze harten niets z.'ig dan onverschilligheid, lauwheid, onachtzaamheid, wederspaunigheid en ontrouw, o! zou dan zijn vergramd eu Jaloersch Hart het op ons niet verhalen? zou het voor ons wel openblijven? zou het ons n et verstooten, als onwairdig daarin eene plaats te beklee-den? En zouden wij daardoor niet vreenul worden aan /.iju Goddi'l'.'k Ilartei aan deszells gevo(;iens?En wat zou net geven, zoo kinderen geene plaats meer vonden ui Oei Hart eens vaders, zoo bruiden gebannen wierden uit het Hart eens bruidegoms?
Neen, mijn God! heilige, Jaloersche God! zulken smaad zal ik uw Goddelijk Hart nooit aandoen; ik zal mijn hart voor u openen, u verzoeken daar bez t van te nemen, u daar lalen gebieden en h ersenen zoinïer verdeeldheid en zonder mededinger. Ivein, o mi jn God ! neem bezit van mijn hart! het behoort u toe, het zal u eeuwig toebehooren; nooit zal ik uwe jaloerschiieid tergen door onwaardige verdeeldheid, onrechtvaardige voorkeur, slraibaar voorliehoud.
Ik vraag u vooral de gratie van zeil' op den schat mijns har!en te willen waken; gij kent zijne ellende, zijne zwakheid, lichtvaardigheid, onsiaudvasl'gheid; ik heb er zoo dikwijls over geweend in uwe tegenwoordigheid, en gevoel er Ihaiis noi? de ievciul.gste dzoelheid, de biltersle spijt ov.t : duid niei, dal ik ooiton-dankbaar, ongel rouw g-. iK)('g worde, om opnieuw uwen toom le verdieuL-n, maar maak m j slandvaslig in uwe ftralie en uwe iirulp, om mij cci.s in uwe iieerlijkheid h» te laten; daar /nil gij hecrselh u zonder medediu-
HO GEESTKLUKK LEZINGEN.
ger; nicls zul in sl.iat zijn u liet bezit onzer harten te bi'twislen, en niets zal aan onze harten het bezit uwer heerlijkheid en geluk kunnen ontnemen.
Gevoelens.
De minste ongetrouwheid aan God meer vreezen, dan duizend keeren te sterven.
Moet het schepsel aan God de bezitting van een hart betwisten ?
Laten wij vreezen, dat, wanneer God eens ons hart verlaat, hij nooit met dezelfde liefde zal terugkomen.
Ongelukkig hart, dal aan God weigert wat hij vraagt! doch ongelukkiger nog het hart, wien God niets vraagt !
God alleen heeft ons liarl gemaakt, God alleen wil het bezitten. God alleen kan het gelukkig maken.
Voor God is alle verdeeldheid eene versmading, elk uitstel eene soort van weigering.
GElïEn.
Is het mogelijk, o mijn God! dat gij do bezitting mijns harten benijdt ? Ben ik niet al te gelukkig, wanneer gij het wilt verdragen en aanvaarden? Eilaas! de wereld, die het bedorven had, werd het reeds moede, en gij zijtgoed genoeg, om het nog te willen ontvangen.
Ik zie het, o mijn God! mijn hart is als een spiegel; de geringste ongetrouwheid maakt er eene onaangename vlek op: ook zal ik niets nalaten om u een zuiver en vlekkeloos harl on te dragen; ten minste zal ik alle vrijwillige fouten, alle voorbedachte ontrouwigheden, al wat de onschendbare zuiverheid uwer oogslagen, de rechtvaardige jaloerschheid uws Harten en uwer gevoelens kan kwetsen, zorgvuldig veimijden. Ik weet hoezeer alle verdeeldheid des harten onrechtvaardig, bate-
ELFDE LEZING. 81
lijk, strafbaar en rampzalig is. O! wat zou mijn hart gelukkig zijn, indien liet nooit iemand anders dan u bezat! Neen, ik wil niemand meer toeliehooren dan u; al het overige zal vreemd zijn aan mijn hart, zoodra mij dat van uw Hart zou kunnen verwijderen, en de ja-loerscliheid uwer liefde opwekken. Gij zijt de hoogste Koning, de opperste Meester van mijn hart; heerscli in dit hart, heersch daar zonder mededinger, heersch zonder verdeeldheid, heersch zonder ophouden: daarin ligt uwe eer, mijn geluk, en het eenig verlangen van mijn hart gelegen.
Wie de zuiverheid des harten liefheeft, zal den Ko-ning voor vriend hebben (Prov. XXII, II).
Stel mij als een zer/el op uw hart (Cant. VIII, 6).
HET HART BLIJFT LEDIG ZONDER GOD.
Het is hoogst te verwonderen, dat 's menschpn hart, onnpliondcnd naar geluk sn ikkende, ook onophoudend een oneindig lal ijdele en onrustwekkende voorwerpen najaagt, die, in plaats van het te bevredigen en te voldoen, slechts dienen om het te ontroeren en te kwellen; maar het is nog meer te verwonderen, dal ons hart, naar geluk snakkende, het altijd zoekt in schepselen, d:e het ons nooit zullen verschaffen, en het nooit zoekt in God hij wien alleen het te vinden is.
Ja, in de bezitting van God alleen kan het hart van den mensch de volheid en de verzading zijner verlangens vinden. Aanschouw de menschen die in de wereld leven; de eenen zijn verheven lot hooge waardigheden, de anderen zwemmen in den overvloed des rijkdoms, velen zitten tot over hel hoofd in de wellusten en de vermaken des levens. Ondervraag hen, tracht to weten
(i
82 GEESTELIJKE LEZINGEN,
of zi j voldaan en gelukkig, of hunne wenschen en hunne hai ten vervuld zijn; wat zullen zij antwoorden? wat die vermaarde veroveraar, meester van bijna gansch eene wereld, antwoordde: hij valt aan't wee-nen en aan 't tranen storten, wanneer hij verneemt dat er nog eene andere wereld bestaat, waarover hij niet meester is. Eilaas! na deze nieuwe wereld veroverd te hebben, zou hij nog tranen storten, omdat er nog verlangens in zijn hart zouden ontstaan. Wanneer iemand bezat al, wat er bestaat, alle goederen, alle eerambten, alle wellusten, dan zcu bij nog niet hebben al, wat zijn hart verlangt; te midden van al deze bezittingen,zou zijn hart nog ledig blijven, en zijne ziel met onaf-meetbare begeerten gekwollen worden.
Waarvandaan toeb die on verzaad hare zucht, dal aanhoudend ledig zijn van het menschelijk hart? Drie voorname redenen, drie onuitputbare bronnen, zijn er van aan te balen; overweeg die, en begrijp de nietigheid en de ijdelbeid aller dingen.
De eerste is de onmeetbare vatbaarheid van 'smen-sehen hart. God heeft in dat hart eenen zoovurigen dorst, eene zoo levendige en zoo sterke neiging tot het goed ontstoken, dat bet doorniets te vullen is; dit hart, brandend van dien dorst, begeert altoos, haakt altoos naar het goed, en geen geschapen goed is bekwaam zijne begeerten te stillen. De koning David is er een ontegensprekelijk bewijs van. Deze vorst, in zijne ongerustheid en ontsteltenis, draait zich naar alle zijden, blikt overal rond; na al dat zoeken, al dal rondzien, te midden van al zijne rijkdommenen bezittingen, roept hij uit: Mijne ziel heeft dorst (Psal. XL1, 3). Een brandende dorst ontsteekt David's hart; laten wij naar wateren uitzien om hel te verkoelen. Groote koning, wat verlangt gij toch? De sterkte en den moed om leeuwen en wilde dieren te dooden? Die hebt gij gehad. Verlangt gij de dapperheid om eenen ontzagge-
^ ELFDE LEZING. 83
1 lijkon fous, dp scliando van Israël, fe overwinnen en
a neer te vellen? Die roemrijke overwinning hebt gij
gt; reeds behaald. — Verlangt gij de kroon te dragen, den
it schept er Ie zwaaien? gij heerseht over oen volk dat u
;t aanschouwt als zijnon God. Is uw dorst gelescht? Ik
e hoor nog immer David's stem, die verlangt en zucht
r- met toenemende vurigheid: Mijne ziel heeft dorst.
d Maar hij voegt er bi j; naar God, dorst naar God. Want
i, wat is er noodig om die ruimte, die vatbaarheid zijns
n harten te vullen? God; God alleen, dat eonigst opperste
u goed, kan het verzadigen ; die bron van levendig water
r_ kan dien brandenden dorst verslaan: naar God, leven
dige bron (ibid.). Zoo onmetelijk is de uitgestrektheid, zoo oneindig de vatbaarheid van 's menschen hart; het zoekt, verlangt, zucht altijd: hoe meer het heeft, des te n moer wil het hebben : God alleen is zijn einde; al het
(| overige moet hot daartoe brengen, en doet niet dan het
er van alleiden.
_ De tweede reden van dit aanhoudend en overgroot
verlangen des harten, is daarin gelegen, dat al de goe-deren dezer wereld door hem voor niets gerekend wor-don. En inderdaad, wat zijn al de goederen der aarde vooreene ziel, die voor God geschapen is?
Die goederen zijn in zich zelveu gering en van wei-nigo waarde.
Die goederen zijn beperkt en van weinige uitgestrektheid.
D e goederen zijn vergankelijk, zonder vastheid en j' bestendigheid.
Die goederen zijn valsch, met den enkelen schijn van jj het goed.
). Die goederen zijn bedrieglijk, en in plaats van vol-
j doening, veroorzaken zij slechts onaangenaamheden,
ij Die goederen zijn gevaarlijk en dikwijls verderfelijk,
vergiftige bronnen van vele ongelukken.
Kunnen, nu, zulke goederen het hart ooit bevredigen
*
8 i GEESTEI.WKE LEZINGEN.
en de onmpfelijke uitgestrektheid zijner begeerten vervullen? Hot hart zoekt wat groot, waar, vast, be-slend'g ;s, en het vindl in al de goederen der aarde slechts ijdelhcid, valschheid, broosheid, scliijn, ja uie-t.igheid en loosheid. Welke voldoening zou het daarin vinden? en zal hel, in plaats van wezenlijke voldoening, er niet eerder eene voortdurende oorzaak van onrusten bitterheid in vinden, daar het zijne begeerten altijd verijdeld, zijne hoop altijd bedrogen ziel?
Erger nog: aldie goederen, waren zij nog grooter, echter, uitgestrekter, zijn dan toch maar buiten den niensch, zij komen tot zijn hart niet; al die goederen zijn hij en rond hem, maar niet in hem; in hem is de vurige begeerte, hot ledige dal hem verschrikt, het gevoelen dat in zijne ziel ontslaat, de dorst die zijn hart verslindt; de schatten steken in zijne kisten, niet in zijn hart; de eer is in het gedacht van den mensch, niet in zijn hart; de vermaken werken op zijne zinnen, niet op zijn hart. Te vergeefs zal iemand omringd, bekleed, oversirmmd zijn mot deze uiterlijke schijngoederen; drzr- goederen, als vreemd aan zijn hart, komen niet tot den oorsprong van het, kwaad, en zullen het liarl altijd ! nverzaadbaar laten inz'jne begeerten, ongerust in zijne ontsteltenissen, ongelukkig in zijne armoede; bezat hij tronen, scheplers, schatten, al de goederen der wereld, hij zou nog niets bezitten, omdat ,il deze goederen niet in z:jn hart zijn, waar de begeer-len wonen, die hem onophoudelijk zullen kwellen, verontrusten, verslinden: voor al die vergankelijke goederen, die den mensch ontstellen, zoekt het hart het waarachtig goed, dat hem bevredigt.
Maar de derde, nog hoofdzakelijker reden diw voortdurende onverzaadbaarheid van 's menschen hart, te m dden van al do goederen dezer wereld, komt daarvandaan, dat God den mensch geschapen heeft voor zich, voor den hemel, voor het opperste goed; dit is het
ELFDE LEZING. Si!
einde, waartoe hij li 'ni bestemd heeft, en hem leiden wil. Welnu, aangezien de dingen geene rust kunnen vinden dan in hun einde, in hunne bestemming, zijn zij in eene gedurige onrust en kommer, en kunnen geen'en vasten vrede vinden, zoolang zij tot dal einde niet geraken; en aangezien God z'eii zeiven tot laatste en eeuwig einde van den mensch heeft gemaakt, is het onmogelijk dat de mensch buiten God rust en tevredenheid des harten vinde. Dat riep de heilige Augustinus d'gt;gansehe, wereld toe, en dat had hij zelf ondervoi:-don: gij hebt ons voor u gemaakt, o lieerden ons hart is ongerust, tol het zijne rust vinde in u. Al de goederen dezer wereld zullen het kunnen bezig houden, verzetten, bedriegen, misleiden, maar zullen iiet nooit voldoen, nooit bevredigen. Eene inwendige stem, een innig gevoelen zal het altijd tot u, zijn hoogste goed, terugroepen, en zal hem onophoudend het ledige, het nietige van e!k ander goed doen gevoelen. Met dezelfde drift, den zeilden spoed, ais het dorstige hert naar eene bron van levendig water loopt, als de steen gestadig naar zijn middenpunt getrokken wordt, als de onslui-mige vlam naarboven schiet, zoo zal ons hart, van aile aardsch goed walgend, zuchten naar u, eenigste en opperste goed onzer harten. En hoe zouden die broze, vergankelijke aardsche goederen de natuurlijke neiging, den onstuimigen loop naar dat hoogste goed kunnen tegenhouden, dat alleen het middenpunt en het einde van al zijne begeerten zijn moet?
Aanbiddelijk Hart van mijnen Zaligmaker! Tot u dan moet ik mijne begeerten richten, in u alleen kan ik mijn geluk vinden. Vruchteloos zou ik het zoeken in de nietigheid van deze wereld en van al, wat /.;j in z-ch bevat; het ledige dat ik in mij gevoel, is afschuwelijk groot, ik kom het door do volheid van uw Hart aanvullen; of liever ik kom uw Hart bezweren, het mijne in zijne onmetelijkheid te wiüeu opvangen, orn die af-
8(5 GEESTKUJKE LEZINGEN.
scliuwclijke ledigte , die onvorzaadbare begeerte te vullen, die mij onophoudelijk kwell, en mij nooit bevredigt. Aanbiddelijk Hart, dat laat gij zoo toe, opdat onze harten, eenen walg, eenen af keer voelende van alles, overal nietigheid, kommer, bitterheid vindende, zich komen rusten, verzadigen, laven in u, onuitput-
bare bron des levens, onuitdroogbare fontein der heil- \
zame waters, die springen tot het eeuwige leven. O! (
laten anderen dus bittere wateren gaan pullen in mod- (
deraehlige en vergiftigde poelen; ik voor mij,heilig, aan- i
biddelijk Hart, zal aan geene andere bron,dan in u,den i
biaudenden dorst mijner begeerten komen blusschen 1
en de onafmeetbare uitgestrektheid mijns harten aan- :
vullen; voor u alleen is het gemaakt, en in u alleen zal i
het die zoete rust, dien Goddelijken vrede, die volheid 1
van goederen vinden, welke de wereld belooft, weike i
zij nooit zal geven, en welke men slechts in de onveranderlijke bezitting van het opperste goed zal smaken. Stijg dan op, o mijne ziel, tot boven de geschapen dingen, leer dc grootheid uwer bestemming, de onmeetbare vatbaarheid uwer verlangens kennen; en verlaag, onteer uw hart niet, met het over de aarde te laten kruipen, daar het voorde bezitting des hemels geschapen is.
Hoe urnder sehrpselen er in onze harten zulk u wonen, des te liever zal er God zijn verblijf komen vestigen.
Wanneer ons hart de vergankelijke goederen ledig en nietig vindt, begrijpt het de grootheid tol dewelke het bestemd is.
Verlagen wij onze harten niet door de verkleefdheid aan vergankelijke goederen, dewijl zij voor eeuwige goederen geschapen zijn.
ELFDE LEZING. 87
Laten wij in onze harten niets binnen, wat daar de. plaats van God zou innemen.
GLEED.
Wat is dos menschen geest verblind, o mijn God! wat is zijn hart verdwaald, indien hij meent ooildoor de schepselen te kunnen bevredigd en voidaan worden! Overvloedige goederen, aanlokkelijke vermaken, schitterende eerposten zullen wel rijken, grooten, machtigen maken, maar ook gelukkigen ? Neen, mijn God! zoo hebt gij hel vastgesteld, hel hart van hem, die reeds aardsche goederen bezit, zal altijd zuchten en haken naar andere goederen. Die bezitting, verre van zijne begeerten te bevredigen, zal die onophoudend vermeerderen (gt;11 ontvlammen.
Tot uw geluk en zaligheid, over de valsehe goederen dezer wereld beter onderricht, wend u, oziel! naar den kant van God, die alleen bekwaam is om u voldoening te geven. Hoelang reeds staal die God van goedheid aan de deur van uw hart? hoelang reeds roept u zijne heilzame slem toe: ijdelltekl der ijdelheden (Eccl. ), 2)? Ondanks al uwe ongetrouwheden en wederspan-nigheden, opent hij zijn llarl om hel uwe te ontvangen en te bevredigen.
Kom dan eindelijk van uwe dwalingen terug, word wijzer, loop niet meer achter droombeelden van geluk, die u misleiden, valsehe schemeringen van welvaart, die, wanneer gij meenl ze te genieten, voor uwe oogen verdwijnen, en uw hart in nieuwe bitterheden stortc n.
Hart vanmijneu God, waarachtig, hoogste goed, volheid van goederen, in u alleen zoek ik de rust mijns harten, vestig ik mijne hoop op geluk. Eilaas! ik heb de valsehe goederen dezer wereld begeerd, gezocht, bezeten; overal heb ik sleclits ijdelheid des geestes en droelheid des harten gevonden. Ik beken eindelijk
88 GEESTELIJKE LEZINGEN.
mijne dwaling, il; gpofmij over aan u, onwil goen ander geluk meer kennen, dan u voor altijd loe te behoo-ren.
Zoo de rijkdommen u toevloeien, geef er uw hart niet aan oi,'fr(Psal. LX1, 11).
Waar uw schat is, daar oo/c zal uw hart zijn (Mallh. VI, 21).
De wet Gods slaat in zijn hart gedrukt (PsaL. XXXVJ, 51).
HET HAI\T DAT EEN WALQ HEEFT VOOR BIT LEVEN, EN ViJRIG SNAKT NAAH DEN HEMEL.
Wanneer ik mijn hart en geest ten hemel sluur, o mijn Gnd! wat schijnt dan de ballingschap, waartoe wij in deze wereld veroordeeld zijn, lang aan mijne ongen, en het leven, dat wij hier leiden, onverdraagbaar aan mijn hart!
Droevig en ellendig leven! verdriet, onrust, kommer ontspringen langs alle zijden, en omringen ons allerwegen; ziekten, krankheden, smarten kwellen ons lichaam; zorgen, moeilijkheden, bezwaren der tijdelijke zaken verontrusten onzen geest; hevige driften bestormen, mishandelen, verscheuren ons hart; en welk hart is tegen hare aanvallen beschut? en welk hart kan ouder zulke aanvallen eenen vasten Vrede genieten?
Lastig en onverdraagbaar leven; waar men niets ziet of hoort, dan bedroevende dingen, dan verrassende gebeurtenissen, dreigende Jen naasi volgende beroerten, tegenspoeden en rampen; de eene dag voorspelt ze aan den anderen; de nacht, die eind'gi, aan den nacht, die komt; geen oogenblik rust; het gunsche leven is met
TWAAi.FDF. LEZI.NG. 89
bitterheid gemengd, alle wegen met kruisen bezaaid. Wat heeft men al niet uitgestaan in het verledene, wat beproeft men niet in het tegen woord'ge, wat vreest men niet voor het toekomende ! welke toestand! welke ellende! Hoe behagen gevonden in een tranendal? Hne niet gezucht in eene droevige ballingschap? Kan het hart eenige zoetheid smaken in dien stroom van bitterheid?
Maar vooral,ongelukkig leven uit hoofde der gevaren, welke de zaligheid onophoudend loopt; zoovele gelegenheden tot zonde, zoovele aanloksels tot ondeugd, zoovele aanleidingen tot val en misleiding : slechte voorbeelden, kwade redevoeringen, alomverspreide ondeugende grondregelen; de misdaad, die haar gebied uitstrekt,de goddeloosheid, die dagelijks stouter wordt, de verergernis, de ongeregeldheid, alle buitensporigheden, die geenen toon meer kennen, welke vlood van boosheid over de wereld verspreid! Is de onschuld wel ergens beschut? is de ziel wel ergens veilig?
De gratie wordt verwaarloosd, liet geloof wankelt, de liefde verkoelt, de ijver verslapt, de godvruchtigheid wordt verlaten; wat al redenen om te zuchten en te weenen! Is het wel mogelijk, hoe weinig religie en vreeze Gods men ook hebbe, niet bedroefd te zijn, niet te leven in gezucht en geween?
O bedroevend leven! o bedorvene wereld! verblijf van ellenden, oord van duisternissen, grond waargee-ne deugd op groeit! Eilaas! mag men het wel leven heeten, aan zoovele naastvolgende rampen onderworpen te zijn? Mag het wel leven heeten, door zooveel verschillende driften bestormd te worden? De blijdschap maakt ons uitgelaten, en de droefheid benauwt ons; de arbeid drukt, en de werkeloosheid ontzenuwt; de voorspoed maakt ons opgeblazen, en de tegenspoed neerslachtig; de behoeftigheid stort ons in de wanhoop, en de overvloed inde wulpschheid; de dood eindelijk
90 GEESTELIJKE l-E/.INGEN'.
neemt ons mode: dat is ons leven in deze wereld. Is het niet veeleer een gedurige dood? En is zoo leven, niet aanhoudend sterven, niet eens, maarzoo dikwijls als ■ er oogenblikken in ons leven zijn?
En dit verdient bewonderd en betreurd te worden ; zulk leven, hoe treurig, hoe rampzalig, hoe ongelukkig ook, bemint men, kleeft men aan; zijne bedrieglijke bevalligheden misleiden, zijne ijdele beloften bedriegen.
Gelukkig derhalve de harten, die van zijne verbitterde zoetheden, van zijne kortstondige vreugden le-rugkomen! Gelukkiger nog, die eenen walg gevoelende voor het stervend leven dezer ballingschap, onophoudelijk haken naar het waaracht ig leven van het hemelsch Vaderland!
O hemelsch Jerusalem! gelukzalige stad! wonderlijk huis Gods! helschitterend paleis! waar de Koning der koningen zijn verblijf houdt; onbesehrijlelijke woning der uitverkorenen, hoe begeert, hoe bemint u mijn hart! hoe wordt mijne ziel gedreven om uwe on-uitsprekelijke schoonheden te aanschouwen ! ik verlang vurglijk naar u, in deze plaals mijner droevige ballingschap; ik heb geenen troost dan in de blijde hoop van eens dit hemelsch paleis te bewonen: ik steun niet op eigen verdiensten om een deel te vragen in dat verblijf van wellusten; maar ik hoop 'net, uit kracht van het vlekkeloos Lam, dat heeft willen geslachtofferd worden, om ons dat gelukzalig leven te verdienen.
O leven der uitverkorenen! heilig leven, dat God bereid heeft voor die hem beminnen; stil en vreedzaam leven, hemelsch, heel en al Goddelijk leven, vrij van droefheid en smart, van kommer en onrust, van on-standvastigheid en verandering, van gevaar en vrees, maar inzonderheid van tot den schijn van kwaad en gevaar van zonde; leven wiens iiefde volmaakt, wiens vreugde zuiver, wiens duur eeuwig is, waar de uitver-
■
TWAALFDE LEZING. 01
korenen deelhebben in het geluk van God zeiven, en waar de harten niets meer verlangen, maar alles bezitten.
Eilaas! wanneer zal die blijde, die gelukkige dag komen, waarop ik hij hen in de heilige tabernakelen zal mngen binnen gaan, den Heil'ge der heiligen aanschijn aan aanschijn zien, hem in den glans zijner heerlijkheid bezitten, zijne barmhartigheden loven, met de gelukzaligen hot eeuwig lied zingen: Heilig, Heilig, Heilig is ile Heer, de God der heerkrachten ? Ach! gave die God van goedheid, dat ik op dit oogenblik, den kerker mijns lichaams verlaten hebbende, mocht opvliegen naar dat hemelsch verblijf, en ingaan in do vreugde des Heeren! Gelukkig is de ziel, die, uit dezen sierlelijken kerker ver ost, ten hemel opklimt, om zich daar met haren Schepper Ie vereenigen, de tegenwoordigheid van haren Welbeminde te genieten, hem met eene innige vreugde te aanschouwen, met eene onuitsprekelijke liefde te beminnen, zonder dat aanschouwen en dal beminnen ooit moede te w gt;rdeu, maar hem alloos meer te aanschouwen door die liefde, en hem altoos meer te beminnon door die aanschouwing van zijnen glansrijken luister, welken de loop der eeuwen n:et kan deren, welken de eeuwigheid nooit zal zien eindigen, welken noch dood, nocli hel hem zullen ontnemen kunnen. Tot deze ziel zegl de hemelsche Drui-degom: Kom, mijne welbeminde; kom, na zooveel hjdens en werkens, bij mijne engelen en mijne uitverkorenen; treed in mijn hart, neem bezit van het rijk, dal u is bereid geworden van het b:'gin der wereld. Welk heil 1 welk geluk!
Maak, o gelukzal g leven ! dat mijne oogen onophoudend naar u ger.'clit zijn, dat mijngeest gedurig aan u denke, mijn hart u beminne; dat ik naar u mijn gan-schen handel en wandel reg/le, dat van u te spreken en te hooren spreken mijne eenigste vreugde zij, dat de
92 GEESTKUJKE I.EZISCKS.
gedachtenis uwer schoonhctlen en grootlicdcn mijne me ziel ongevoelig make aan alle aardsche en vergankelijke Hel dingen. O hemelsch Jerusalem! Gods eeuwige woon- vot plaats! wees mijne vreugde en mijn vermaak, dat uw jar aandenken mijne kwijn ng grneze, mijne lauwheid ont- lui vlamme, mijne zwakheid verstcrke, mij troost in mijne kwellingen, mij moed in den strijd geve.
Zou ik, inderdaad, o mijn God, aan het hemelsch Jerusalem kunnen denken, zonder mijn hart ontvlamd,
mijne ziel boven het aardsche verheven te gevoelen? w Kan ik er aan denken, zonder een vast, rechtzinnig, im kraclildad'g voornomen te maken, van mijne zwakheid te overwinnen, mijnen ijver aan te hilsen, alles in le spannen om d- n weg, die mij nog overblijft, hoe lastig fe'1' en moeielijk hij ook zijn moge, al'te leggen, aangezien ik daardoor alleen tot liet gelukkig einde van het hoogste goed in het land der levenden kan geraken? Ja, vp mijn God! dit zal in het vervolg mijn eenigsie zorg, op mijne eenigste bezigheid, mijn eenigst verlangen zijn;
mijne vergelding zal groot genoeg zijn, wanneer ik, na lquot;
al die zorgen, die werkzaamheden en beproevingen er
van dit sterfelijk leven, deel kan hebben in de vreug- lt;'
den der glorierijke onsterfelijkheid!
Maak, o God mijns harten, dat ik, in de hoop van U
daar te geraken, mij al de ongunston van dit leven getrooste, al de valsche goederen dezer wereld verachte, mij onderwerpe aan al de opofferingen welke uwe gratie van mij kan vereischen; dat, hoelang ook mijne ballingschap moge duren, deze hoop van er eens uit te 11
komen, mij aanzette om dankliederen aan te heffen, '•
tot eer van mijnen Verlosser, mijnen Zaligmaker, mij-nen Koning, die mij den ingang .Ier eeuwige poorten quot;
geopend beeft, om mij voor eenw'g in zijnen schoot te ontvangen. Niettemin zal ik dikwijls mijne vreugdezangen door mijne zuchien en mijne tranon onderlire-ken, omdat, hoe nabij ock het e'nd-? mijn. r balling, chap v
-
Tivui-FHK 93
ijne mngo zijn, de vurigheid en de opgetogenheid mijner
ijko liefde zuilen het mij altijd a's zeer verwijderd doen
on- voorkomen. Voor een weemoedig hart zijn do dagen
uw jaren, de jaren eeuwen; deze laatsie stond alleen is ge-
mi- iuiiklg.
jne
Je-
nd, Di' ellenden van dit leven, waaronder wij zuchten,
■n? moesten ons leeren dit leven niet te beminnen. Eilaas!
lig, inden wij het beminnen met al zijne doornen, wat
oid zouden wij niet doen, indien het ons Woenvn aanbood?
i te De groote ellenden van dit leven zijn onze kwellin-
:(ig gen niet, maar onze zonden; zij alleen verdienen onze
•on tranen.
v_ Wij benijden hel geluk der heiligen in den hemel;
ja vel;;: n wij Ivn na op aarde? Wij verlangen hun heil;
rg, oefenen wij hunne deugden?
ju; Om ons te troosten over de bezwaren des levens,
na la!, n wj denken da! bel leven een einde zal nemen,
;en en dat het geluk, welk het ons kan verdienen, geen
ig- e niie zal iedib ei.
Ik zueh! mi bet verblijf der dooden, maar ik hoop dei)
an 1Igt; 'r mijnen God te zien in het land der levenden.
iele fiKHEI).
•a-
ne Wat ware on1; lot te b klagen, o mijn Godl indien,
},. ti'i al de moeilijkheden en ellenden des levens, ons hart geene andere toevluclit had dan dit leven zelf!
Ij_ Wal zou er ons, te midden van al die kwellingen, in
en d ; n vlood van ramp M, overblijven dan vruchteloos
je onze oogen te laten weenen, onze harten te laten zuch-ti e? Maar wanneer w , in de h proeving, n die ons
e_ drukktn, d( nk n dat er een ander leven is, dat ons
ijl waelit, eene onstertelijke toekomst, die ons voorbereid
9i GEESTELIJKE LEZINGEN.
is,pn waar ons goederen, zoetheden, eeuwige wellusten bewaard zijn, lot loon van eenige voorbijgaande kwellingen, o! dan moeten onze bedroefde harten troost en moed vinden in deze verwachting en hoop.
O menscbelijk liart! tot de onveranderlijke bezitting van een God, van het hoogste, het opperste goed bestemd, wek de vurigheid van uw verlangen op door de verhevenheid van uwe hoop; wees droef over geen ééne ramp ter wereld; wij moeten alleen spijt hebben en droef zijn over onze zonden: kleef geen enkel goed der w ereld aan; geen waar goed kunnen wij begeeren dan in God; verhef u boven de wereld en ai haren tegenspoed; klim op tot in het land der levenden; dring met uwe begeerten en wenschen in het verblijf der glorierijke onsterfelijkheid; en in die afwachting, lijd, ween, zucht. Uwe dagen gaan voorbij in de duistere wolken des tijds: een dag zal komen, die, de duisternis verdrijvende, den dageraad der gelukzalige eeuwigheid zal doen aanbreken. Gij lijdt, maar gij zult getroost worden; gij zaait in tranen, maar zult in vreugde maaien, gij moet door vuur en vlam, maar gij zult de plaats van verversching bereiken.
Aanbiddelijk Hart van mijnen Zaligmaker! help mij de bitterheden van dit leven verdragen, vang mijne tranen op, heilig mijne zuchten. Hoe moeilijker de weg is, dien wij bewandelen, des te troostender is bot einde, waar gij ons roept: dit einde zijt gij zelf; zullen de kwellingen kunnen opwegen tegen bet geluk, dat wij hopen ?
II anneer zal ik komen, en voer uw aanschijn verschijnen (Psal. XL1, 5)?
II te zul mij van dit sterfelijk lichaam verlossen (Rom. VII, ii)?
Ik heb mij verheugd over hettjeen mij gezegd is: Wij zullen het huis des lleeren binnengaan (Psal. CXXI, 1).
quot;ü
OEFENINGEN VAN GODSVRUCHT. 05
Die in tranen zaaien, zullen in vreugde maaien (Psal. CXXV, 5).
OEFENINGEN VAN GODSVRUCHT TOT HET H. HART VAN JEZÜS.
VOORBERICHT.
Dit deel bevat al de oefeningen die van aard zijn de eer van hel heilig Hart van Jezus te vergroot en^als : missen, biecht, communie, litanieën, novenen, gebeden, getijden, verzuchtingen^ enz.
Men heeft getracht deze oefeningen zoo hort, zoo gemakkelijk, zoo eenvoudig als mogelijk te maken, eerstens omdat zij voor iedereen moeten kunnen dienen, vervolgens omdat de waarde van een gebed niet afhangt van zijne lengte, maar wel van zijne vurigheid: de verstrooidheden zijn doorgaans groot er in een lang dan in een kort gebed.
Men drage vooral zorg, in deze oefeningen, zijne meening te zuiveren: God aanschouwt meer hef hart dan hel werk, het geringste icerk is van eenen Imogen prijs in zijne oog en, wanneer ons har! door eene vurige liefde bezield is.
Al deze oefeningen, hoe verschillend ook, komen uit op dit hoofdeinde: de overgroote liefde van Jezus' aanbiddelijk Ifart tot ons erkennen, en de versmadingen herstellen welke de men^ schen hem aandoen ; het eerste doet men door de opdracht, het laatste door de eerboete.
Wat de heus der oefeningen betreft, men neme die. welke ons het meest ■bevallen, of het meest overeenkomen met de omstandigheden in welke wij bidden; geene andere orde heeft men daarin te volgen.
Tot onzen troost en meerdere vurigheid, moeten wij ons herinneren dat, wanneer wij eenige dezer oefeningen onderhouden, wij in den geest vereenigd zijn met al de rech'vaardige zielen, die Jezus aanbiddelijk Hart zijn toegewijd, en dat wij, eene spreuk van den koninklijken Profeet uitbreidende, met recht
90 MORGENGEBEDEN.
kunnen zeggen: Aanbiddelijk Hart, ik word deelachtig aan al
de gevoelens en verdiensten van die u vreezen, enilOQ meer
ran die u beminnen Psnl. CXVIII, G3)
Om eenige vreesarhlige zielen genist te stellen, vinden wij gord hierbij te voegen, dat, in al deze oefeningen, geenc verplichting is op straf van eenige zonde, zelfs niet voor die ingeschreven zijn in de Broederschap van het H. Hart.
DAGELIJKSCIIE OEFENING.
I-Des morgens, in zijn gebed, zich aanbevelen aan het heilig Hart van Jezus, en hem de gratie vragen om den dag heiliglijk over te brengen, zeggende: Heilig Hart van mijnen God, ik aanbid u; ontvang en bewaar 1T1 ij dezen ganschen dag in uwe Goddelijke liefde.
2° Door den dag, een of ander schietgebedeken tot het hei-iig Hart van tijd tot tijd herhalen: hierachter kan men er vinden.
3° Eiken dag iets lijden, of zich in iets versterven tereere van het heilig Hart.
4° Eens op den dag, zich met hart en geest vereonigen in dit aanbiddelijk Hart te gelijk met al die zijnen eerdienst beminnen. De beste tijd daartoe is negen uren des morgens, en drie uren des namiddags, oogenblik waarop Jezus zijnen geest gaf op het kruis.
üo Eindelijk des avonds, in zijn gebed, zich nogmaals aanbevelen aan het Hart van Jezus en hem zeggen, dat men in hem alleen zijnen vrede en zijne rust wil zoeken.
Dagen, die zoo aan Jezus' Hart worden opgedragen, zijn voor ons dagen van zaligheid, van zegen en genaden.
Zoodra gij ontwaakt, maak het teeken dos Kruises, verhef uw hart tot God, en zeg het een of ander schietgebed zoo als 1). v.
Aan don eeuwigon, onslerfclijken, onzichtbaren Ko-
iTt't'erf lt;)? rappelcrte 12iimeroa/ifiy\^ ^d'értler (out irlarl) danj (a i'eponóe.
mouge.ngeuede». 97
ning, aan God alleen zij eer en glorie in alie ceuwiir-heid! 0
Leve Jezus, itijiio liefde!
Leve Maria, nrjne Moeder!
Verlaat hoi bed o|} liet gesteld uur; vertoef geen enkel oogenblik, zoo gij aan God, die u dit eerste offer vraagt, geen ongelijk wilt aandoen, noch u aan do bekoringen dos duivels blootstellen, die rond u zwerft.
Kleed u zediglijk aan, u herinnerende dot gij onder de al-ziende oogen zijt van God en van zijne heilige engelen, en noem vervolgens wijwater.
Z. II. Plus LX, door Breve van 33 Maart 1SS0, verleert |00 dagen aflaat aan alle geloovigcn, die, mei tcijwaler, het leeken ('es KvuixEx op zich maken onderdo aanroeping der II. Drie-vuldigheid,cn vijfiig dagen aan alle geloovigcn, elke maal dat zij met een leedwezig hart het teeken des Kruises maken, en te gelijk zeggen; in dm mam des Vaders, enz.
hi den naam des Vaders, en des Zoons, en des Heiligen Gecstes. Amen.
Stel u in de tegenwoordigheid van God en aanbid hem.
Allorboirgdo en alleraanhidclfilijkste Drievuld'gheid, één God in dr.:e personen, ik geloof dat g j hier'waarlijk (egiMiwnord g zijl. Met de diepste gevoelens van oolmoed glii'.d aanbid ik u, en geef u u t gslieel mijn hart de ecrijew j/.eo. d e uwe Oppermajesteit verdient.
Loof en dank God.
O Ileor, mijn God! g j zijl de Sehepper van hemel en aarde; gj woont ineen llclil,dal ontoegankelijk is; de dag ;sde uwe; de nacht is do uwe; gij hebt den dageraad geschapen, en laat uwe zon opgaan over gleden en kwaden. Ik loof en prjs u, dal g j mij uit de du:s-tern ssen lol liet I obl g roepen heb!; g j waart in den nacht m jn beseb/rmer, en hebtinj in m jne rust met de goederen uwer vaderlijke voorzorg vervuld
98 5I0RGENÜEHEDEM.
Tot u, mijn God! waak ik van liet morgeniiclil aT, nm u te loven en te aaub iklen. Met het kr eken van den dagheli ik mijne oogen uil mijn rustbed tot u, die iu den hemel woont, gekeerd. Aan u, ó Vader, wil ik met den vroegen morgenstond lof en dank geven, en u verheffen met al de kinderen Gods. Mijn hart verheugt zich, als ik u van 's morgens vroeg dit dankoffer opdraag, en als mijn gebed gelijk een wierook voor u lot uwen troon opklimt. Heer mijn God 1 ik wil u loven, en geheel mijne zie! zal u lieden en in der eeuwigheid ge-benedijden. De naam des Heeren zal van den opgang der zon lot baren ondergang toe geloofd worden; tot dat een laatste dag voortbrengen zal dien gelukk'gen ■lag, alwaar ik u aanzicht aan aanzie),it eeuwig zieu zal.
Opoffering van zich zclven.
Gij, o Heer, mijn Koning en mijn God, gij zijl de Heer van alle schepsels. Alle dingen staan onder uwe macht. Gij zijt mijn God, en mijn lot is in uwe handen. Hierom wil ik u, o God! in de eenvoudigheid mijns harten alles met blijdschap opofferen. Alles wat ik doen zal met woorden of werken, wil ik doen in den naam mijns Heeren Jezus-Christus, tot zijne meerdere eer, en naar zijnen wil en welbelieven. Alles wat goed, rechlzinn g, betamelijk en rechtvaardig is, alles wat tot de ware glorie dient of strekt, alles wat deugdelijk en loffelijk is, zal ik altijd betrachten, en dit zal onophoudelijk mijne eenige zorg wezen.
Gebed om aan Jezus' Hart al de werken van den dag op te dragen.
Al de dagen mijns levens behooren u toe, o mijn God! en al de werken, die ik in dit leven doe, moeten tot u gericht worden; van nu af aan, draag ik ze uop ter eere van uw heilig Hart, en door deze opdracht wil ik
IIOKGENGEBEDEIS. 99
ze geheel cn al voor uwe eer en glorie verrichten. Hoe zal ik daardoor niet aangezet worden, om al mijne werken op de heiligste, de volmaakste wijze te doen! Laat niet loe, o mijn God ! dat er eene beweegreden bijko-me, die uw heilig Hart zou alkeuren; van heden af, verzaak ik alle natuurlijk inzicht, alle ijdelheid, alle eigenliefde, alle menschelijk opzicht, waardoor zij in waarde zouden verminderen. Maak, o mijn God! dat ik ze in uwo gratie voortzette en eindige , alleen om u te behagen cn te dienen. Gelief ze te ontvangen en te aanvaarden in vereeniging met de verdiensten en gevoelens van uw aanbiddelijk Hart, daler het begin en het einde moet van zijn, gelijk eens de kroon en de vergelding.
Gebed om Gods bescherming te bekomen.
Heer! gij zijt mijne sterkte, sta mij bij en bescherm mij; want ik ben arm en gebrekkelijk, en de vijanden mijner ziel zijn menigvuld g; beschut mij onder de vederen uwer vleugels; geleid mijopden rechten weg, dat ik niet wankele. Op u betrouw ik: want gij zijt mijn God van mijn moeders lichaam af. Sluur voor mij uwen heiligen Engel, die mij beware, en brenge tot d • plaats, die gij voor mij bsreid hebt.
O God, die alle dingen door uw woord geschapen hebt, en door uwe wijsheid bestuurt! zend mij uit uwen heiligen Hemel, van den troon uwer majesteit, uwe Goddelijke wijsheid, opdat ik wete wat aan uwe oogan behagelijk is, en dat ik onbevlekt wandele in uwe heilige geboden. Zend uwen heiligen Geest u't h t hoogste nederwaarts; en plant uwe vreugd in mijn hart, opdat ik in der eeuwigheid van u niet afwijke.
Beveel u aan de heilige Harten van Jezus en Maria.
Goddelijk Hart van Jezus, fornuis van liefde.! Onuit-
98 JIOISGENGISUEDEJI.
Tot u, mijn God! wnak ik van I11H ninvgeniiclit af, nm u te loven en te aanbdden. Met het kr eken van den dag heli ik mijne oogen uil mijn rustbed tot u, die iu den hemel woont, gekeerd. Aan n, ó Vader, wil ik niet den vroegen morgenstond lol'en dank geven, en u verheffen met al de kinderen Gods. Mijn hart verheugt zich, als ik u van 's morgens vroeg dit dankoffer opdraag, en als mijn gebed gelijk een wierook voor u tot uwen troon opklimt. Heer mijn God 1 ik wil 11 loven, en geheel mijne ziel zal u heden en in der eeuwigheid ge-benedijden. De naam des Heeren zal van den opgang der zon tot haren ondergang toe gelooid worden; tot dat een laalslo dag voortbrengen zal dien gelukk:gen iag, alwaar iku aanzicht aan aanzicjit eeuwig zien zal.
Opoffering van zich zclvon.
Gij, o Hoer, mijn Koning en mijn God, gij zijl de Heer van alle schepsels. Alle dingen staan onder uwe macht. Gij zijt mijn God, en mijn lot is in uwe handen. Hierom wil ik u, o God! in de eenvoudigheid mijns harten alles met blijdschap opofferen. Alles wat ik doen zal met woorden ol' werken, wil ik doen in den naam mijns Heeren Jezus-Christus, tot zijne meerdere eer, en naar zijnen wil en welbelieven. Alles wat goed, rechtzinnig, betamelijk en rechtvaardig is, alles wal tot de ware glorie dient ol' strekt, alles wal, deugdelijk en loffelijk is, zal ik altijd betrachten, en dit zal onophoudelijk mijne eenige zorg wezen.
Gebed om aan Jezus1 Hart al do werken van don dag op to dragen.
Al de dagen mijns levens bi hooren u toe, o mijn God! en al de werken, die ik in dit leven doe, moeten tot u gericht worden; van nu af aan, draag ik ze uop ter eere van uw heilig Ilarty en door deze opdracht wil ik
HOUGliXGEBEDEK. 99
ze geheel en al voor uwe eer en glorie verrichten. Hoe zal ik daartloor niet aangezet worden, om al mijne werken op de heiligste, de volmaakste wijze te doen! Laat niet toe, o mijn God ! dat er eene beweegreden bijko-nie, die uw heilig Hart zou alkeuren; van heden af, verzaak ik alle natuurlijk inzicht, alle ijdelheid, alle eigenliefde, alle menschelijk opzicht, waardoor zij in waarde zouden verminderen. Mank, o mijn God! dat ik ze in uwe gratie voortzette en eindige, alleen om u le behagen en te dienen. Gelief ze te ontvangen en le aanvaarden in vereeniging met de verdiensten en gevoelens van uw aanbiddelijk Hart, dat er het begin en het einde moet van zijn, gelijk eens de kroon en do vergelding.
Gebed om Gods bescherming te bekomen.
Heer! gij zijt mijne sterkte, sta mij bij en besclierm mij; want ik ben arm en gebrekkelijk, en de vijanden mijner ziel zijn menigvuld'g; beschut mij onder de vederen uwer vleugels; geleid mij op den rechten weg, dat ik niet wankele. Op u betrouw ik; want gij zijt mijn God van mijn moeders lichaam af. Stuur voor mij uwen heiligen Engel, dio mij beware, en brenge tol d ! plaats, die gij voor mij bareid hebt.
O God, die alle dingen door uw woord geschapen hebt, en door uwe wijsheid bestuurt! zend mij uit uwen heiligen Hemel, van den troon uwer majesteit, uwe Goddelijke wijsheid, opdat ik wete wat aan uwe oogeu hi.'hagelijk is, en dat ik onbevlekt wandele in uwe heilige geboden. Zend uwen heiligen Geest u;t h -t hoogste nederwaarts; en plant uwe vreugd in mijn hart, op-dal ik in der eeuwigheid van u niet afwijke.
Beveel u aan de heilige Harten van Je^us en Maria.
Goddelijk Hart van Jezus, fornuis van liefde, I Oiiuit-
inn HORGEXGEBEDEJI.
(Kiibare bron van genade! ik draag mij gt'l'eel en gansch is d{
aan u op cn smeek u, door liet zoet Hart van Maria, Gods
mijn har! te ontvlammen door het Goddelijk vuur uwer zes t Melde, en die uitstekende gratiën over mij uit te storten, welke gij aan die u vereeren zouden, beloofd hebt.
Mijne vorige ongelromvigheden maken mij die onwaardeerbare guns! oiiwaard'g; maar g j zijt niet dan lielde Ik voor de mensehen, niet dan lielde voor mij! Gewaardig hem u dan mijne vroegere misdaden le vergnven en in 't gi'i' vervolg mij van nieuwe ondankbaarheden te bevrij-den. quot; iquot;''1
O glorierijke Moeder van God, en Koningin des he- ven;
mels, heil'ge Mangd Maria, mijne bijzondere patrones verr
en tevens mijne Moeder 1 ik groet u door bet allerzoetste me'i
Hart van uwen Goddelijken Zoon, en beveel nrj beden l!!?'
en ai de dagen mijns levens aan uwe moederlijke tee- 1
derheid. D:it uw zoet Kart mij den weg wijze lo! het kath
aanbiddelijk Hart van Jezus, onze veilige schu;lp'aa!s; ,'lgt;r
da! uwzoe! Hart mij beware en beseherme in de geva- 'eve ren, die ik zou kunnen ontmoeten, en mij geve in de Goddelijke liefde te leven en te sterven.
Slel u voor alle aflaten Ie verdienen, die gij kunt, en bid hei jgt;t
Onze Vader, Itel Wees gegroet, de twaalf Artikelen des Ge- ^f, „
loots, met het voorgeschreven Schietgebed tot intentie der Uwe- f
derschap van het aanbiddelijk Hart ran Jezus. lerL
Het Gebed des Heeren.
Onze Vader die in de hemelen zijl, geheiligd zij uw )
Naam; ons toekome uw rijk; uw wil geschiede op de ^
aarde, als in den hemel. Geef ons heden ons dagelijkseh 5
brood; en vergeef ons onze schulden, gelijk wij verge- .4
ven onze schuldenaren; en leid ons niet in bekoring, jj
maar verlos ons van den kwade. Amen. (;
Wees gegroe!, Maria, vol van gratie, de lieer is met
MonGKSiiKr.EJirv. 101
u, gebenedijd zijt gij hoven alle vrouwen en gebenedijd quot; is de vrucht uws licbaams, Jezus. II. Maria, Moeder
Gnds, b'd voor ons, arme zondaars, nu 011 in het uur on-uwer zes doods. Amen.
slor-
liebt. Do twaalf Artikelen des Geloofs.
.aar-
ielde Illt; geloof in God, den Vader almachtig, Schepper des irdig hemels en der aarde, en in Jezus-Chr'slus zijnen eeui-in 't gen Zoon, onzen Heer, die ontvangen is van den H. vrij- Geest, geboren uit de Maagd Maria, die geleden heeft onder Pontius Pilatus, gekruist, gestorven is en begra-; he- ven; die nedergedaald is ter helle, den derden dag ■ones verrezen is van den dood; die opgeklommen is ten heetste mei, en zit ter rechter hand Gods zijns Vaders almach-eden tig» van daar zal liij komen oordeelen de levenden en (ee_ de dooden. !k geloof in den heiligen Geest, de heilige l liet katholieke Kerk, gemeenschap der heiligen, vergiffenis lals* der zonden, verrijzenis des vleesches, en het eeuwig eva- leven. Amen.
1 Zoet Hart van Jezus, onzen Heer!
Geel' dat quot;k u minne meer en meer.
//k/ vervolgen-s 'cat de ItroccJcrsrhap ran hel heilig Hart ran Maria voorschrijft en driemaal hel \Vkes gegroet iereerevan *'oc' Je Onhevlehle Ontvangenis van Maria, om de deugd van zuiverheid te bekomen.
Do tien Gobodon Gods.
U|V 1. Boven al bemint eenen God.
' 0 2. l.ldelijk en zweert, noch en spot.
' ö. Viert de heiligdagen altegader.
»e~ i. Eert vader en moeder.
I1JSgt; ö. Met wil of met werk slaat niemand dood.
0. Doet geen overspel of onkuiscliheid ooit.
7. Wacht u van stelen en onrechtvaardig leven.
8. Gij zult geene getuigenis der valschheid geven.
net
102 BORGEISGEÜEDEK.
9. Rpgeerl nieinands hrddrgennot.
10. Nceh iemamls goed, 'l u] klein of groot.
Do vijf geboden der H. Kerk.
1. De gebodenfi heil gdagen zult gij vieren.
2. En dan ook misse hoorjn met goede manierea. ö. Ge( iie gebndene vastendagen /.uil gij breken.
4. Gij zult uwen priester, ten minste eens's jaars, uwe
biecht spieken.
5. En nullen omtrent pascben het licliaam des lleeren. D.t gebiedt onze Moeder de li. Kerk te teren.
AKTEN VAN GELOOF, HOOP, LIEFDE EN EEr.OUV .
Als men (lagelijks de Ak!en van Goloof, IIoc p en Liefde bidt, kan men op do gewocno voorwaarden dor biecht, cnm-tr.unie, en liet bidden tot de intentie der Kerk, silo maanden een vollen aflaat verdienen, en een anderen in lt;!e ure des doods. Daarenboven 7 jaren en 7 quadragenon voor iederen keer dut men zo bidt (iiencd. XIV, 28 Jan. 1700).
Akte van Geloof.
Mijn Heer en mijn God! ik geloof vastelijk al wat gij veropenbaard hebt, en door de heii ge Kerk ons voorhoudt tegeiooven, omdat gij de opperste en oufaalbare waarheid zijt. In dit fjcloof teil ik leven enstirver...
Akle van Hoop.
Mijn Hoeren mijn God! ik hoop mot een vast betrouwen, door de verdiensten van Jezus-Christiis, van u te bekomen het eemrg leven en al wat mij daartoe helpen kan, omda! g joneind g goed zijt tot ons, almachtig en getrouw in uwe beloften. In deze hoop ivii ik leven en sterven.
Akte van Liefde.
Mijn lieer en mijn God ! ik bemin u bovenal uit
MORCENOEiiEllEJi. 103
golipel mijn Iinrt. uil g.'lieel mijne ziol en uit nl mijne kraeliton; omtiat ^ij in u /.elvon hel opperste goed zijt en liefde wnanlig. Mijnen nnasle bemin ik gelijk mij zelveu om U. In. deze liefde wil ik leven en sterven.
Akto van Berouw.
Mijn Heer en mijn God ! liet is mij leed uit den grond van mijn Iiarl.dat ik uwe Goddelijke majesteit en goedheid vergramd heb; ik haat en verzaak al mijne zonden uit liefde lot u; ik maak een vast voornemen van mijne zonden te biechlen en mijn leven te beleren; ik wil liever sterven dan u notj te vergrammen.
Eovcel u aan de allerheiligsto Maagd, aan uwen Beschermengel en aan de Heiligen.
Aiierlieiligsto Maagd en Moeder Gods Maria, heilige Joseph, neemt mij onder uwe bescherming.
Engel Gods, mijn bewaarder, aan wieu do Godde-lijke goédheid mij toevertrouwd heeft, verlicht mij bewaar mij, geleid mij, beslier mij. Amen. (10Ü dagen allaal).
Mijn heilige patroon, llll. NN. palroon van dit huis of dezer paroeliie, alb Gods lieve heiligen, slaat mij bij, bidt den Heer, dal hij mij van allo kwaad beware, en tol het eeuwig leven geleide. Amen.
Men sluit het Munjcnrjebed melde Litanie tan den aiterhei-ligstenNaam Jezus (Zio verder güdvr. oef. tot Jezus) en met bel bidden van den Angelus.
AVONDGEBEDEN.
Eindig den dag, zooals gij hem begonnen hebt, dit is te zeggen, door het gebed : er is geen oogenblik van uw leven, dut niet aan God toebehoort, eti wolk gij hem kunt onttrekken: wij zijn aan God zoowel de hulde van den avond, als die van den morgen, verschuldigd.
Stel het grootste belang in het onderzoek der misslagen gedurende den dag begaan; niets zal beter geschikt zijn om u van de slechte gewoonten en van do volharding in de zonde te behoeden. Zoo L-ij het ongeluk hebt gehad van in eene zware lout te vallen, begeef u dan bovenal niet ter rust, zonder getracht te hebben u, door Gods genade, tot een volmaakt berouw op te wekken ; denk, dat er velen zich in eene volkomene gezondheid ter rust hebben begeven en nogtans van den slaap in de eeuwigheid zijn overgegaan ; de dood komt als een dief in den nacht, op een oogenblik dat men aan hem niet denkt.
Elk christen huisgezin is eene kerk, en elke woning een huiselijk heiligdom, waarvan het hoofd der huisgenooten als de priester is. Daarom, in de schoone dagen van het geloof, riepen de vaders en do moeders hunne kinderen en huisbedienden zorgvuldig bijeen, om gezamenlijk met hen de godsdienstige oefening te verrichten, welke den dag van den chrisien moet eindigen. Het gevoelen der godsvrucht maakte de meesters eerbiedwaardiger, de dienaren onderdaniger, getrouwei zn eensgezinder. Moge dit heilzaam gebruik, dat nu nog aoodzakelijkcr geworden is dan weleer, herleven om de huisgezinnen tegen den rampzaligen voortgang der onverschilligheid en der godvergetenheid te beveiligen I
in den Naam des Vaders, en des Zoons, en des heiligen Geestes. Amen.
Stel u in tegenwoordigheid van God en aanbid hem.
ü mijn Heer en mijn God, dio het !ioe!a! mot mve tegenwoordigheid vervult, reinig mijn versland en
lOi
AVONDGEREDKN. 10')
mijn hart, opdat, geJuronde den lijd, welken ik aan het gebed ga toewijden, al mijne gepeinzen, al mijne genegenheden lot u, die mijn opperste Meester /.ijt, gen'chl wezen.
Ik aanbid u, o mijn God 1 met de onderwerping, welke de tegenwoordigheid uwer oneindige Majesteit mij ingeeft.
Ik geloof in u, omdat gij de waarheid zelve zijt.
Ik hoop in u, omdat gij oneindiglijk goed zijt en getrouw in uwe beloften.
Ik hemin u van ganscber harte, omdat gij boven alles beminnelijk zijl, en ik bemin mijnen naaste gelijk mij zeiven, uil liefde lol u. Amen.
Dank God voor zijne weldaden, en vraag hem de genade van uwe zonden te kennen en te beweenen.
Wat zal ik den Heer vergelden voor al de weldaden, die bij mij dezeu dag bewezen heelt?... Heer, ik loof en verhef uwen naam. (jij omlerboudl mij, uwseliep-sel, en gij spi st mij ten bekwamen lijde; gij leidl mij en bestiert mij; gij hebt daarem oven uwe engelen bevolen, dat zij mij op alle mijne wegen bewaren van zonden. Maar ik bib u in plaats an met goed. met kwaad beloond. Daarom verlicht mijne duisternis, dat ik zien moge, boe ellendig en boe blind ik ben, en mijne bedrevene fouten beweenen.
Uier gcschicdt het onderzoek der consciontie.
Verzucht daarna.
Eilaas! ik heb mijnen God, mijnen Schepper vergramd, ik ben van zijne geboden afgeweken.
Heer, almogende God ! wees mij genadig, en vergeef het mij, dewijl gij een barmbarlige God zijl: een vermorzeld en verootmoedigd hart zult gij, Heer! niet versmaden.
108 AVONDGEBEDEN.
Zie mij, o Heer, ganscli overladen met schande en doordrongen van droellicid op het aanschouwen mijner zonden. Ik verfoei die om u, meteen oprecht misnoegen van eenen God vergramd te hebben, die zoo goed is en zoovele liefde waardig. Van nu af verzaak ik de zonde en de gelegenheid lot zonde, voornamelijk van die waarin ik zoo gemakkelijk en zoo dikwijls gevallen ben. Ondersteund door uwe gratie, zal ik met getrouwheid mijne plichten trachten te volbrengen,en ondanks alle hinderpalen standvastig zijn in uwen dienst Amen
Wend u tot de heilige Harten van Jezus en Maria
O Goddelijk Hart van Jezus! wanneer zal ik eens ophouden u te beleedigen? Dezen morgen nog offerde ik mij aan u op met al mijne gedachten, woorden en werken, en dezen avond, welke ongetrouwheden, zonden misschien, heb ik niet Ie betreuren! Vergiffenis, mijn Jezus, vergiffenis! Met uwe genade, slel ik mij voor, in 't vervolg beier Ie doen. Gelief ze mij Ie geven, die kostbare genade, maar dat zij overvloedig, krachtdadig zij, opdat ik aan al liet geweld mijner menigvuldige vijanden moge wederstaau.
O Maria! met het aanbiddelijk Hart \an uwen God-delijken Zoon Ie beleedigen, bedroefde ik ook het uwe. U ook vraag ik vergiffenis en erharming, o mijne Moeder! Vergun mij uwe almachtige voorspraak bij Jezus om de genade le bekomen van voortaan niet meer in de zonde Ie vallen. Amen.
Vraog de gratie om den nacht godvruchtig door te brengen.
Heer, mijn God! gij zijl Scheppervan hemel en aarde. Gij,die aan uwe kinderen den slaap geefl, heilig deze bedstede met uwen zegen, opdat ik in vrede moge slapen en ruslen: maak, dat ziel en lichüam dezeu nacht onbevlekt blijven, opdal mijn lichaar.i een tem-
avum)Gi:i!i:des. 107
pel van den levenden God wezen mege, en dat uw heilige Geest in mij woone. Uwe Vaderlijke besclierai'ng zal mij met eenen schild omr ngen, opdat de macht der duisternis mij niel beschad'gen zoude.
Bewaar mij door uwe heiPge Engelen, en gij zelf, o Heer! bescherm mij gelijk den appel uws oogs. In uwe handen beveel ik mijnen geest, opdat ik altijd, hetzij slapende, hetzij wakende, met u te zamen leve; zelfs als ik met duisternissen zal omgeven zijn, zoo ben ik toch voor u niet verborgen; want uwe oogen zijn klaarder dan de zon, en gij ziet ook in het verholen en in de diepte des afgronds.
Ik wil dan slapen, o Heer! maar mijn hart zal tol u waken; en op u, o allerhoogste! en tot u zullen mijne eerste gedachten gestuurd en gevestigd worden. Des morgens zal ik wederom uwe barmhartigheid verkondigen, uwen heiligen naam verhellen, en u wederom met vreugde dienen. Geleid mij op de heilige plaatsi alwaar geen nacht meer is, alwaar ik u zal zien aangezicht aan aangezicht, eu mij in uwe heerlijkheid eeuwig verblijden.
U)ize Vader. Wees ge/jroet.
II; yeloof in God den Vader, enz.
Bid voor de levenden en voor do dooden.
Heer stort uwe zegeningen over mijne ouders, mijne oversten, zoo geestelijke als wereldlijke, mijne weldoeners en mijne huisgenooten. Gewaard g u, uwe Kerk te beschermen, stort gedurig de uitwerksels uwer goedheid op dit koninkrijk, op deze parochie en op het huis waarin wij verblijven, op elkeen van ons in 't bijzonder, en op al degenen voor wie ik verplicht ben te bidden.
Heer, heb ook medelijden met de zielen die in het vagevuur zijn, stel een einde aan hare smarten, en verleen haar de eeuwige rust. Amen.
quot;js avo.m)üi;!ii.u£:;.
Bid vervolgens de Litanie van O. L. V. (Tweede Deel: Oef tot Maria) en ze;/ di ienuml hel Wees ijeyroel Ier cere ran de Onierle-Ue On!ranrjenia van Maria om de deugd van zuiverheid le bekomen.
Stel u onder de bescherming van uwen Engelbewaarder.
Ensel Gods, mijn hewanrder, gij aan wien de god-deli kc goedheiil mij loeven rouwd iiecfl, vt'i-liclit mij, bewaar mii, geleid mij, beslier mij. Amen.
100 dagen allaat.
Beveling van zich zolf.
In uw liefderijk Hart, o Jezus ! verberg ik mij.
Onder uwe moederlijke bescherming, o Maria! begeef ik mij.
Om uwe waakzaamheid over mij, o heilige Engel! verneder ik mij.
Op uwe onophoudende zorgen, o heilige Joseph! berust ik mij.
Op uwe voorbidding, o alle heiligen Gods! verlaat ik mij.
I-n in uwe handen, o hemelsche Vader! beveel ik mij.
Hierop wil ik in vrede rusten. Amen.
liet. slapen gaan.
Ontkleed u zediglijlc, u herinucrende, dat gij u in Gods tegenwoordigheid bevindt; noem wijwater, ear gij u in het bed begeeft, en zeg deze drie volgende schietg bede-keus, waaraan Paus PiusVU, den 2S»quot; april ■1SU7, ;i00 dagen ullaut vergund hoeft.
Jezus, Maria en Joseph, ik oiler u mijn harten mijne ziel.
Jezus, Maria en Joseph, staat mij bij in mijnen laat-sten doodstrijd.
MAANDEUJKSCHE OEFÏ'NINO. 109
Jezus, Maria en Joseph, geeft dat mijne zie!, na mij-non dood, bij u in vrede ruste.
Er zijn 1 00 dagen aflaat vergund voor hen, die maar ééne dezer aanroepingen zouden zeggen. Deze aflaten kunnen toegevoegd worden aan de zielen in het vagevuur.
Tracht eindelijk meteen goed gepeins in te slapen, en zoo het gebeurt, dat gij des nachts ontwaakt, verhef dan aanstonds uwen geest en uw hart tot God, dooreenige teedera verzuchting Lot hem.
De eerste Vrijdag van e;ke maand is eon dag die hijzonder-lijk aan hot Hart van Jezus is toegewijd, en die hierom ook bijzonderlijk moet gevierd worden.
1° Op dien dag kan mon de opdracht en de eerboete stellen.
2° Tot zijne intentie do heilige mis opdragen, alsook do communie, indien do godvruchtigheid het ingeeit en de be-zigheden het toelaten. In de biecht kan men eenen oogslag op de verlodene maand werpen.
3° Eene heilige oefening zou het ook zijn, dien dag in eene soort van afzondering, ton minste in eene heilige ingekeerdheid door te brengen.
4° Do voorbereiding maken tot eenen zaligen dood, en dien vragen aan God door do voorspraak van dit aanbiddelijk Hart.
De overige Vrijdagen kunnen op gelijke wijze gevierd worden.
Deze godsvruchtoefeningen moeten ons niet beletten do gewone bezigheden van onzen staat te verrichten, als men maarzorg draagt ze getrouwelijk aan God op te dragen door het Hart van Jezus, met wien men altijd met hart en geest kan vereenigd zijn.
De viering van den Vrijdag over liet algemeen is Je/as zoo aangenaam, omdat dezen dag ons zijnen grooten strijd, zijne groote overwinning en zijn groot sacrilido herinnert: op eenen Vrijdag heeft hij voor ons zijne handen, zijne voeten en zijn hart laten doorsteken; op eenen Vrijdag hooit hij, ziel-
iiO JAAIILJJKSCHE OEFENING.
togondo op hot kruis, het niouvvo Verbond met zijn blood gezegeld, en ons Maria tot moeder gegeven; op oenen Vrijdag heelt hij gewild dat hel feest van zijn heiüg Hart gesteld werd, en opent hij het liefst de schatten zijner gunsten en weldaden. Maar onder alle Vrijdagen is de eerste Vrijdag der maand hem het aangenaamst, en aan diens viering heeft hij de voortrelTelijkste gratiën toegezeid. « In mijneovergrooto barmhartigheid beloof ik u,—zeide hij tot de gelukzalige Margareta-Maria, —dat de almachtige liefde mijns Harten, aan al die de eerste vrijdagen, negen naastvolgende maanden, zullen communiceercn, tie a ml ie der eindelij!.e boetvaardig' heid zal vergunnen, en dat dezen in mijne \ijandschap, of zonder de sacramenten te ontvangen, niet zullen sterven; mijn Hart zal hun eene verzekerde toevlucht zijn in dit laatste oogenblik. »
Vandaar, op den eersten Vrijdag, dat groot getal communiën in verscheidene steden, zelfs ia vele dorpen, waar dit vroeger onmogelijk scheen; vandaar, in verscheidene huisgezinnen, het godvruchtig gebruik van, op dien dag, het beeld van Jezus' Hart met bloemen te versieren en voor dat beeld het avondgebed te doen.
De feestdag van hot heilig Hart is de plechtigste dag van het jaar voor deze godvruchtigheid en voor die haar behartigen. Dit is een dag van bijzondere gratiën en zegeningen; het moet bij hen een dag zijn, besteed aan getrouwheid, liefde en vurigheid. Tot voorbereiding kan men eere of andere der voorafgaande lezingen gebruiken, of die we ke over de communie handelt (Zie hierachter).
1° Van den vooravond af, moet men zich bereiden om dien grooten dag waardiglijk te vieren, meteenig werk van god-vruchtigheid en boetvaardigheid te doen, en zoodra men des morgens wakker wordt, met den geest het Hart van Jezus aanbidden.
2° Mis hoeren en te communie gaan te zijner eer: deze communie moet des te vuriger zijn, daar men ze doet om al
OPDRACHT TOT HET H. HART VAN JEZUS. Mi
de communion to herst?llon, du; men met geenc vurigheid genoog zou gedaan hebben gedurende hel jaar.
Opdien dag is er volle allaat voor wie ingeschreven is in de Broederschap van het heilig Hart; om dien te verdienen, kan mnn vijf Onze Vaders cn vijf Wees gefiroe'.en i)idden.
3° De eerboeto en de opdracht aan het Hart van Jezus doen, metal de vurigheid en al de gevoelens van godvruchtigheid, waartoe wij bekwaam zijn.
4° Dien ganschen dag in eene diepe ingetogenheid en eene groote godvruchtigheid doorbrengen. De engelen vieren hem ongetwijfeld in den hemel: met hen voreenigen zich allo harten op aarde!
b® Zeer aangenaam zal het zijn aan het heilig ITort van Jezus, een uur in zijne tegenwoordigheid te bidden.
Eene andere, even heilige en voordeeiige oefening zou het zijn, den laatsten dag des jaars, de eerboete aan het heilig Hart van Jezus te doen, voor al de zonden, al de ongotrouw-heden,al de verzuimenissen van ons hart gedurende gansch hot jaar.
Insgelijks, op den eersten dag des jaars, zou men de opdracht aan het Hart van Jezus kunnen doen, om zich bij hem aan te bevolen voor liet begonnen jaar, en hom het otler van ons leven op te dragen, bijaldien dit jaar voor ons het laatst» ziju moest.
OPDRACHT AAN HET HEILIG HART VAN JEZUS.
AKTEN VAN OPDRACHT.
Eerste akte (Zie hierboven bladz. 5G).
Tweede akte van opdracht aan het heilig Hart van Jezus.
Aanbiddelijk Hart van mijnen beminnelijkcn Jezus', zetel aller deugden, onu lpulbare bron van genaden wie heelt u kunnen overhalen om u voor mij lot den dood over te leveren, olschoon gij voorzaagt, dat mijn harivoor u slechts hardvochtigheid en onverschilligheid
112 OPDIUCIIT AAfUtEt
/.du (ivcrlicliben? Dil oiilu'grijpi.'lijk bewijs uwer tee-(lere liefde l(i( mij, zolis toen ik u niet heni nile, Inat inij hopen, ilul g'j de blijken zuil aanvaarden, waarmede ik ii in liet vervolg wil toonen, dat ik u hem in. Aanvaard dus, o aanbiddelijke ZaJ'gmaker! mijn vur'g verlang n om mij geheel en gansch aan de eer en giorie v n uw heilig Hart toe te wijden. Aanvaard de gift, die ik u doe, van al wat ik ben. Ik geef' u mij /.elven, mijn leven, mijne gedachten, mijne werkrn, mijn lijden. Besehik over mij naar uwe beliefte. Ontvang bijzonderlijk het offer van mijn hart en van al mijne gent gunhedi n, die ik in alles en altijd wil gelijkvormig maken met de uwe. Zuiver, o Goddelijke Jezus! en versl nd mijne offerande door de heilige vlammen uwer liefde.
Nu ben ik dan ganseh aan u, o mijn God! 1111 behoor ik clan voor altijd ganseh en geheel aan uw Hart loc. God van majesteit, wat zijn uwe harmhart'gheden groot voor eene ondankbare en niisdad'ge ziel. Ei! wat ben ik, opdat het u believe bel offer aan te nemen van mijn hart, dat om zijne ongetrouwheden zoo wein'g verdient u opgedragen te worden! Welaan dan! dewijl gij mijne offerande niet verstoot, voortaan zal mijn hart u alleen toebehooren. De schepselen zullen er geen deel meer aan hebben; en welke aanspraak zouden zij er op maken? (iij zijl mijn bem'nn lijke Jezus, mijn Vader, mijn Vriend, mijn Meester, mijn God en mijn Al; ik moet dus en ik wil niet meer leven dan voor n.
t!od mijns harten, ontvang dil olfer, door het laagste der schepselen aan uw grool en Goddelijk Har! opge-diagcn, om mijne vor'ge ondankbaarheid en onrecht-va. rd'gheid te herstellen, waardoor ik mij aan uwe minzame liefde onttrokken heb. Wanneer ik u mijn hart geef, geef ik u zeer weinig, dat weet ik: maar ik
H. HART VAN JEZI S. 115
geef u toch al, wat ik u geven kan, en al, wat gij van mij verlangt.
Leermij dan nu, mijn Goddelijke Meester! mij zeiven geheel en al vergeten, opdat ik aan u alleen denke; en daar ik in het vervolg alles voor u zal doen, mnak dat al mijne werken u waardig wezen. Leer mij vooral de middelen kennen om lot uwe zuivere liefde te geraken, of liever geef mij die zuivere, teedere, vurge liefde tot u. Geef mij die diepe ootmoedigheid en die onveranderlijke liefde, zonder dewelke menu niet lielusgen kan; en beschik over mij, naar uwen heiligen wil, voor den tijd en voor de eeuwigheid. Amen.
AKTEN VAN EEncOETE.
Eerste akte (Zie hierboven bladz. 29).
Tweede akte.
O aanb'ddelijk Hart van mijnen Zaligmaker en mijnen God! het spijt mij ten bitterste, al de versmadingen te zien, die gij in het Sacrament uwer liefde ontvangen helit en nog dagelijks ontvang!; daarom kniel ik thans aan den voet van uw altaar neder, om u daarvoor deze eerboete op te dragen. Waarom kan ik doormijne hul-debewijzen en mijne eerbetuigingen, uwe eer, die zoo zeer veracht wordt, niet herstellen! waarom kan ik door mijne tranen en mijn bloed, al die oneerbied'g-heden, die ontheiligingen en heiligschendingen niet uitwisschen, die uwe oneind:ge majesteit zooveel smaad toebrengen! O ! wat zou mijn leven wel besteed zijn, indien ik het daarvoor geven kou! Vergun mij, o mijn God! de vergiffenis van al de ongetrouw heden, de ondankbaarheden, de onwaardigheden die ik zelfs tegen uwe opperste Majesteit bedreven heb. Gedenk, dat uw
8
'.I 1 lir/.OKKKN iAX IIKT Al I.tHII.
aanbiddelijk Hart, den last mijner zonden dragende, daarover hedrnefd geweest is tot d n dood toe. Duld niet, dat uw lijden en uw dood voor mij vruchteloos wezen; verniefg mijn misdad'g hart, en geef mij een hcrl, gelijk aan het uwe, een bedroefd en oolmoed'g, een zuiver en vlekkeloos hart, een hart, dal voortaan niets meer zij dan een slachtoffer, bestemd om tot uwe eer verniet gd, en door het heii g vuur uwer liefde verslonden te worden. Ik voor mij wil in het vervolg, door mijne zedij heid in de kerken, door mijne naar-sfgheid in u te bezoeken, door mijne vlijt en vur'g-heid in u te ontvangen, de oneerbied ghedm en heifg-sehi iulerijen herstellen, die ik in de bilterheid mijns harten beween. Maar om u mijne hulden en aanbiddingen des te aangenamer te maken, vereen'g ik die met de eerbewijzen der engelen en geiukzal'ge geesten, die onophoudend voor uwe heilige tabernakoli n neèrgeknield liggen. Verhoor de geiteden, o mijn God 1 en ontvang de liefdeblijken van een hart, dat tot u weérkomt, om u alleen te l em nneu, en om waar.I g te worden u te beminnen in de eeuwigheid. Ann n.
BEZOEKEN AAN HET ALLERHEILIGSTE MA UT VAN JEZUS.
De bezoeken, die men aan dit aanbiddelijk Hart, onophoudelijk op onze altaren verblijvende, doet, zijn eene dor heilzaamste en eigenaardigste oefeningen dezer godsvrucht; eene der oefeningen die het best de twee hoofdeinden bereiken, die wij ons daarin voorstellen, te weten, de overgroote liefde, die Jezus ons toedraagt, erkennen, en de versmadingen, die hij ontvangt, herstellen. Te dien einde:
1» Laten wij, voor zooveel het in ons is, deze bezoeken vermenigvuldigen. Daar gaat zooveel lijd verloren, die zoo nuttig, zoo heilig kon besteed worden met aan den voet van het altaar te komen nederknielen , waar Jezus' Hart ons wacht, en waar hij zoo dikwijls alleen is.
hart van .rr/.rs. i |;gt;
2° Laten wij vooral deze bezoeken vurigheid bijzetten: hoe kort zij mogen wezen, als zij om eene groote reden gedaan, en door eene groote vurigheid bezield worden, hebbon zij voor God de waarde van gansche uren, van gansche dagen.
3° I);in ook zullen wij daarin overvloedigen troost vinden, door de menigvuldige gratiën, welke Jezus' Hart, te dier gelegenheid, over ons z;.l uitstorlen, door de onuitsprekelijke zoelheden, welke hij ons zal doen smaken, door de wonderwerken, die hij in onze zielen zal \erriehtcn. Kn op wie zal hij den dauw der hemelsche gaven laten nederdalen, dan op de harten die hem zoo gaarne en zoo dikwijls hunne eer- en liefdebewijzen komen geven ?
gebed.
Hoe gelukkig is mijii li irt, o aanbiddelijke Zaligmaker! uu het zich me» u, hij u, om zoo te zeggdi, in uw heilig Hart bevindt! Welk geluk voor mij, ei n g( n tijd met u temogen spreken, umijn liart te openen, umijne gevoelens, mijne 1» zigheden, mijne hedrukihedcn, (ii al wat mijne ziel en zaligheid helrelt, hekend te maken! Hoe verlangde ik om n te komen gvzeh-ehap houden in uwe eenzaamh:iid! zijn deze gelukk:g gt; oogen-blikkinniet de zoelsle, de iroostelijksle mijns levens?
Aanbiddelijk Hart! gij zijl al mijnen eerbied, mijne achting, m'jne hulden waard'g. nem'vmeiijk I!:»»-! I gij zijl mijne vreugde, mijne rust e n mijn lrv( n; wanneer mi in hart van u is viM'wijderd, is het bu:len z ch /.elven: hij T, zou het de wereid en wal gesch:jpen is willen vergelen.
Goddelijk Hart! deel mij, ik smeek er u om, de zoele vruchten uwer legeiiwonrd'ghe.d mede; stort in m jn hart gevoelens, gelijk die hel uwe beziel» n: de helde, de zachlmoed gheid, de verduld gljeid, de oolsnolt; d'g-heid ; zeg g j mij zeil', wal ik moei zepgen, en wal uw Harl het meest bevalI ; doe mij aquot; de vreugde voelen die men bij u sma;:kl, en waarom men van u Jiiit wil weggaan.
lift BEZOEKO AAN HET ALLERH.
Eilaas! in do wereld wordt het als een zonderling voorrecht aanschouwd, (ot zijnen Koning te mogen n;i-deren, eenigermate diens gunst to winnen, met hem alleen le mogen spreken, en hem zijn hart te openen. Gij vergunt mij die uitstekende gunst, o Hart van mijnen God! ik hen hier bij u, gij houdt al de schatten uwer gratiën voor mij open.
Zegdan aan mijn hart a!, wat uwe eer, mijne zal'g-hoid, volgens de verlangens van uw Hart, et meest bevordert; verban uit mijn hart al, wat aan het uwe mishiigen kan, alle lauwheid, alle kwijning, alle ongetrouwheid aan uwe gratie, alle wederspanirgheid aan uwen wil; druk daarin alle gevoelens, alle genegenheden, alle deugden, die het kunnen in a ir/.ien doen winnen voor uweoogen: eene rechl/.inn'ge droefheid over zijne zonden, d:^ liefde, do vur'gh id, de vólkern ene verzaking van de wereld en van al hare vergankelijke goederen.
Kngelen des hemels, verheven geesten, d:e hot heilig altaar omr ngl, ik voreen g de zw akke gevoelens mijns harte n met dehooge verhevenheid der hulden en aanbiddingen, die gij hel heilig Hart van den Kon ng der heerlijkheid, den Kon ng der deugden, en den Koning der harten toestuurt, ik wilde dat mijne liefde zoo zuiver, zoo levendig, zoo vurig «are als de uwe; vult aan waf mij onlbreekt, treedt in m .ine plaats, en verkrijgt mij de gratiën, die mij noodig zijn voor dit oogenblik en voorgansch mijn leven.
Aanbiddelijk Harl, mijn hai t en mijne genegenheden laat ik hier; maar ik verlrek niet vooraleer uw. n heiligen zegen ontvangen le hebben. Ik ga de I ez'gheden van mijn. n sl:ia! hernemen; maak dat ik u overal me-dedraag, en wees in alles mijn steun, mijn troost ev mijne hoop.
HAUT VAN JEZUS. 117
Men kan hctTTart van Jezus nog om verscheidene andere redenen gaan bczock3n:
Nu om zijne grootheid, zijne volmaaktheid, zijne goedheid, en zijne oneindige beminlijkheden te aanbidden ;
Dan om zijne deugden, zijne liefde tot de menselien, zijne zachtmoedigheid, zijne verduldigheid te eeren en na te volgen;
Andermaal om verscheidene gratiën te vragen : de overwinning zijnor hartstochten, do sterkte in de bekoringen, do volkornene bekeering van ons hart;
Dan wéér om in zijne tegenwoordigheid over onze zonden, over onze ongetrouwheden, over onze lauwheden in zijnen dienst te zuchten;
Dikwijls om hem ons leed bekend te maken, voor dat Heilig Hart ons bedrukt hart te openen, en hem de gelatenheid en het betrouwen te vragen;
Vooral om hom de gratie van de volhardingen eenen zaligen dood af te smeeken.
Men kan zich nog bij de negen koren der engelen vervoegen, die hem op het altaar hunne hulden en aanbiddingen opdragen.
Hoeveel andere beweegredens nog kunnen ons tot het Hart van Jezus leiden, en ons aanzetten om hom dikwijls te gaan bezoeken, hetgeen ons steeds nieuwen troost en nieuwen bijstand zal verschaiïen !
Maar, om welke redenen ook wij tot Jezus gaan, vergeten wij nooit, dot de twee inzichten, die onze harten vooral moeten geleiden, zijn: zijne liefde erkennen, en de versmadingen, die hij ontvangt, herstellen. Deze twee groote beweegredenen zullen al de overige in zich bevatten, verlevendigen en heiligen.
DKFFMXn VOOR nii BIECHT.
OEFENING VOOR DE ÜIECI1T.
OVKH IirT OXDKRZOEK DES HARTEN, IN DE TEGENWOORDIGHEID VAN HET AANI1IDDEI.IJK HART VAN JEZUS-C11T1ISTUS,
ALS VOORBEREIDING TOT DE BIECHT.
Niels is de menscli zoo noodzakelijk als zich zelven te kennen, en niels is dikwijls den menscli zoo onbe-kend als zijn eigen hart: hij mangel aan deze kennis, hlijit men in gebreken, onvolmaakthed( n, ja gewoonten steken, zonder dat men het zelfs weet.
Laleii wij vandaag ons liart eens ernstig onderzoeken, en om zulks met meer vrucht Ie doen, onderzoeken wij ons in de tegenwoordigheid van liet aanbiddelijk Hart van Jezus-Christus; en dnar ons hart en onze gevoelens met zijn Hart en zijne gevoelens vergelijkende, leeren wij ons zelven kennen, oordeclen, veroordeelen, en vooral beteren.
Laat de helderheid van uw licht over mij neerdalen, o mijn God ! ik ^reed thans in de diepte van mijn hart, om er de geheimste plooien van te doorzoeken, en met de oprechte meening van daar uit te roeien al, wat u nr.iliaagt.
Daarom zeg ik inwendig tot m j zelven: in welken staal, in welke gesteltenis bevindt zich mijn hart in vergelijking met het aanbiddelijk Hart van .lezus-Gbris-tus, mijn Goddelijk voorbeeld? Aan welke i rekken kan hij erkennen, dat mijn hart aan bet zijm gelijkt, en om welke gelijkenis zal hij het mijne ontvangen?
Jezus' Hart is heilig: liet mijne ook? Tot welken trap van heiligheid is het gekomen?
Na ei/.c vraag, blijft me • ee : weinicj :til, om zich te leden' hen.
) 18
vgou de üiecht. 110
Jezus Hart is liefderijk; licersdit de iieldi', die koningin dor deugder, in m'jn harl?
Jezus' Hart is oolmord g; lioefl do ootmoedigheid in mijn linrl diepe \voi'.'eien gescholen?
Jezus' Hart is zuiver, ja de zuiverheid zelf; ben ik bezorgd geweest om deze koslbare deugd in mijn hart tel)e\v:ireu?
Jezus' Hart is verduld g; aan hoeveel onverdukl g-heden maak ik mij dagelijks niet pl chtig?
Jezus' Hart is mededoogend; is mijn hart insgelijks gevocKg aan de droelheid en het lijdrn van anderen?
Jezus' Hart is oiiha.alziichrg, aan niets verkleefd; toonl mijn hart die edelmoedige onlheehting, daar hot de goederc 11 der aarde zoo/.ei r verkleefd is, en er zoozeer op uil is zijne liez.Hingen te vergrooten?
Jezus' Hart blaakt van liefde lol God; is er wel de geringste vonk diet liefde in mijn hart?
Hier n, wat al redenen om ie weenen en Ie zuchten, ind en ons harl met de grootheid zijner rampen en ellenden wel 1); kend is!
O mijn God 1 met recht mogen wij ons vernederen, en wei non, omdat, wij ons zelveu tol nu toe zoo slecht gekend hebben, en onze harlen immer in strijd zijn g 'wcesl mei helllart van Jezus-Christus!
Oml'rzoekcu wij ons hart met nog meerder nauw-keui' gheid; omhel geneesmiddel te kunnen vinden, moeien wij tie wonden goed kennen. Wat al gebreken en onvolmaaklheden, wal al ondeugden eu hoosheden in li ■! diepste des harten verborgen I Die verl'oeielijke eigenliefde, dat gelie'm genoegen, dat gedur g sprt ken over z:ch zelvon, die oploopendheid, gevoeligheid, die inwendige aandoeningen des harlen, d:e kwijning, die lauwheid in den dienst van God, die lafharligiieitl, die nalatigheid in alle onze plichlen, die ongetrouwheden, die wederspamrgheden aan do gratie, zooveel knagingen, die wij versmachten, zooveel goede gedachten, die
120 OEFt.M.NG voon DE CllXlir.
wij bevechten, zooveel heilige ingevingen, die wij verzuimen !
Wat is, eilaas! mij» hart, o mijn God! Ik schaam er mij over, ik heb er zelf eenen afkeer van. Aanbiddelijk Hart van mijnen Zaligmaker! wat is er gemeens tussche» uw Hart en hel nrjiie? Ik moet mij in u spiegelen, en ik zie in mijn hart slechts gevoelens die strijd'g zijn met de gevoelens van het uwe. En dit is m'jn hart nrg nnar gelijk ik het zie. Wat zoude het z!.in, b jald'en g j het mij loonde!, gelijk gij zelf het ziel met uw aldnordr'ngond oog? Zou ik er 't gezicht van kunnen uilslaan ?
O grnole, o hell'ge God ! wat is dan het menschelijk hart? En hoe waar is het te zeggen dat 's menschen hart den mensch zeiven een onpcilhare : fgrond is, indien uwe genade mei hare h 'melsclie klaarle hem niet veii chl, om hem uit zijne dwaling Ie trekken, en hem zijn hart te toonen gelijk het is, van aard verborgen, geveinsd, valsch, trouweloos, bedorven, lot hot kwaad gene'gd, ingenomen voor zich zeiven, zich zoekende en bedoelende in alles, en het vergift dezer eigenliefde werpende tot op de deugden en het wein'ge goed, dat hij kan verrichten.
Eilaas! o mijn God! w anneer ik u zeg: Ik g^ef u mijn harl, welk hart bied ik u dan aan? Aangezien het zoo ellend g, zoo verachtelijk, zooplichlig is, zal ik het u wel durven aanbieden? .la, mijn God, ik zal het u geven, mei al zijne ellenden, met al zijne wonden; maar ik zal het u geven, opdat gij er medelijden mee heb-bel, het genezet, en verbeteret: hoe ellendiger het is, des te meer moet het uwe barmhartigheid en medelijden opwekken.
Bekeer dus mijn hart, o mijn God! dit gebed sluur Ik u loe met den Profeet: Bekeer ons, o God! Bekeer ons (Psal. LXXXIV, 5).
Maar als ik u deze gratie vraag, o God, o heihge God! '
OKFKMXG VOOll tir DIECIIT. 121
vraag ik u de bckeering des harten rneL de volgende kenieekens, opdat zij u en uw Hart waardg zij;
Eene spoediye bekeering; van dezen dag, van dit oogi'iibl'k af, wil ik dat mijn liart aan u zij; al dat uitstellen, al dat verse lurven, al dat w.ichlen lieei'l mijne gebreken, mijne driften en gewnnnlen slechls diepere wortelen doen scliiolen. Dikwijls heb ik beloofd, besloten, uitgesteld, en mijn hart is altijd hetzelfde; zou ik dan willen uitstellen, tot de dood mijverrasse?
Eene rechtzinnige bekeering, die uit den grond van dit hart komt: niet alleen mei den mond, maar met het harl moet ik u zeggen; ik wil u toebehooren. Neon, geene enkele woorden eu beloften, maar gevoelens en werken zuilen liet u zeggen. Dikwijls zegt men lafhar-tiglijk ; k zou willen ; maar men heelt de rt chlz imig-heid en edelmoedigheid niet te zeggen; ik wil. Dit zeg ik u van heden al, e mijn God! Li is de rechtzinnigheid mijner belolte bekend, want gij zelf hebt ze mijn hart ingi geven.
Eene volkoinene bekeeriug, die alles in dit hart her-vorml, reinigt eu heiligt, die zijne hoogten verlaagt, zijne traagheden aanspoort, z jne banden hreekt, zijne gem genheden heilgt; verre van mijn hart alle verdeeldheid , alle voorbehond ep/.iehtens mijnen God, zijn Hart werd er door vergramd, z jne gratie vetacht.
Eindel jk, bekeering idlerharte, niaai1 standvasiirje en volhardende bekeering. Mijn harl w I n et alleen aan u, en ganscli aan u zijn, o mijn God 1 maar aan u voor allljd ; dat al de jaren, al de dagen, al de orgenbl.kken mijns levens aan u zijn, lol den laalsten zucht van mijn harl; en dat de laatste zucht zelf van d l hart eene vernieuwing, eene bevesl gieg zij van de opdracht, die ik u vandaag doe, van mij zeiven en van al wal ik ben.
Hart van mijnen God! ik voel hoeveel ik te vreezen heb van wege de zw akheid en de broosheid mijns harten: al die veranderlijkheden en onstaudvast gheden
150 OEÏK.M.-VG VOOR Dli BlhXIlT.
wij bevechten, zooveel heilige ingevingen, die wij verzuimen !
■ Wat is, eilaas! mijn hart, o mijn God! Ik schaam er mij over, ik heb er zelf eenen afkeer van. Aanbiddelijk Hart van mijnen Zaligmaker! wat is er gemeens tussehen uw Hart en het m:|iie? Ik moet mij in u spiegelen, en ik zie in mijn hart slechls gevoelens die sfrijd'g zijn met de gevoelens van het uwe. En dit is m'jn hart nrg nriar gelijk ik hel zie. Wat zoude het Z'jn, b jald'en g'j het mij toondet, gelijk g;j zelf het ziet met uw aldnordrngend oog? Zou ik er 't gezicht van kunnen uilslaan?
O groote, o heil'ge God ! wat is dan het menschelijk hart? En hoe waar is het te zeggen dal 's menschen hart den mensch zeiven een onpeilbare afgrond is, indien uwe genade met hare h 'melsohe klaarle hem niet verl cht, om hem uit zijne dwaling te trekken, en hem zijn hart le toonen gelijk het is, van aard verborgen, geveinsd, valsch, trouweloos, bedorven, lol het kwaad gene'gd, ingenomen voor zich zeiven, zich zoekende en bedoelende in alles, en het vergift dezer eigenliefde werpende tol op de deugden en liet weiu'gegoed, dat hij kan verrichten.
Eilaas! o mijn God! wanneer ik u zeg: Ik g 'cf u mijn harl, welk hart bied ik u dan aan? Aangezien het zoo ellend'g, zoo verachlelijk, zooplichtig is, zal ik het u wel durven aanbieden? Ja, mijn Gnd, ik zal het u geven, met al zijne ellenden, met al zijne wonden; maar ik zal het u geven, opdat gij er medelijden mee hebbel, het genezet, en verbeteret: hoe ellendiger het is, des te meer moei het uwe barmhartigheid en medelijden opwekken.
Bekeer dus mijn hart, o mijn God! dit gebed sluur Ik u toe met den Profeet: Bekeer ons. o God! Bekeer ons (Psal. LXXX1V, 5).
Maar als iku deze gratie vraag, o God,o heihge God!
OEFKMNT, vnOli DE DIEC11T. 121
vraag ik u de bi'keei'.ng ties liarlen mei ile voigeiide kenieekens, opdat zi,i u en uw Hart waard g /.ij:
Eene spoeUiye bekeering; van dezen dag, van dit ocg 'iibl k al', wil ik dat mijn liart aan u zij; al dat uitstellen, al dat vorsclm'ven, al dat w ichten lieefl mijne gebreken, mijne driften en gewoonten sleclils diepere wortelen doen schieten. Dikwijls heb ik beloold, l'.eslo-ten, uitgesteld, en mijn hart is altijd helzellde: zou ik dan willen uitstellen, lol do dood mij verrasse?
Eene reclil:innige bekeering, die uit den grond van dit hart koml:niel alleen mei den mond, maar met het hart moet ik u zeggen: Ik wil u loebehooi'en. Neen, geene enkele woorden en beloften, maar gevoelens ca werken zuIleu hel u zeggen. Dikwijls zegl men lalhar-tiglijk: k zou willen ; maar men heelt de rriiiiz iinig-lieid en edelmoedigheid niet le zeggen: ik wil. Dit zeg ik u van heden af, c mijn God! Ü is Je rechtzinnigheid mijner belolle bekend, want gij zelf hebt zo mijn hart ingegeven.
Eene volkurnene i;ekeering, die alles in dit hart her-vorml, reinigt en heiligt, die zijne hoegten verlaagt, zijne traagheden aanspoorl, z jne banden hreckl, zijne gem genheden heilgt: verre van mijn liart alle ver-deeldln id , allo vooibehond cpzichtens mijnen God, zijn Hart werd erdoor vergramd, zjne gratie vciüchl.
Eindel jk, bekeering uilerharta, maar slaiidvasiige en volhardende bekeering. Mijn hart w I n et alleen aan u, en gansch aan n zijn, omijn God! maar aan u voor altijd; dat al de jaren, al de dagen, al de oegen blikken mijns levens aan u zijn, tot den laalsten zucht van mijn hart; en dal de laalste zueht zelf van dit hart eene vernieuwing, eene bevest'ging zij van de opdrachl, die ik u vandaag doe, van mij zeiven en van al wat ik ben.
Hart van mijnen God! ik voel hoeveel ik te vreezen heb van wege de zwakheid en de broosheid mijns harten: al die veranderlijkheden en onsl and vast'gheden
1-2 OEFENING VOO!) DE KIECHT.
van vroegere dagen moeien doen heven voor de lue-komst; maar ik venvaelil hulp van uwe gr tie, van m jne kraclilen niel; v;;n mijnen kant, zal ik alle m dde-len gehrn ken, die in mijn her.' k zijn: vluehl dergele-genheden, oplellendlieid cpmij zei ven, waakzaamheid op de hewegaigen van mijn harl, aaniioudend g.'hrd, naderen lol de heil ge Sacramenlen, inzondei he d vlt; r-eeniging van mijn harl mei u, o aanbiddelijk llarl! Van nu al is alles uw, o mijn God ! Itewaar voor all jd w al u toi behoort en voor eeuwig verpand is.
Ik zal Jerusalem doorzoeken met de toorts in de hand (Soph. I, li).
Slecht is hart des menschen, enondoorgrondbaar (Jerem. XVH, 9).
De meiisch ziet wat uilerlijk is, maar de Heer ziet het hart (1 Fx g. XV], 7).
GElïEn.
Aanlvddelijk Harl van mijnen Zal'gmaker! mijn hart moest alleen smaehlen om u te heminnen en u IO(! te behooren; en door mijne ontrouwigheden, hel) ik u gewond en versmaad. Ik he'u'g er u heden mijne l)il-l'ijke spijt over. Is het mogelijk dat, zoovele gratiën ontvangen hebbende, ik ongelukk:g genoeg hen g.-weest, mij van u te verwijderen?Eilaas! ik beken, dat ik voor ii niets over heb gehad, dan een harl, lauw in uwen dienst, ongetrouw aan uwe gratiën, vvederspan-nig aan uwen wil, ondankbaar voor uve weldaden, vervuld met zelfzuchl, en led g van uwe heilige liefde. Kon ik u ten minste nu een berouwhebbend en vernederd hart aanbieden.
0 heilig Hart van mijnen God ! verstoof mij niet, zooals ik hel verdien; word mijne toevlucln en de heilzame bron, waar ik in overvloed water zal vinden om mijne beleedigingen af te wasschen. Ja, heilig Hart, ik
OEFKMXG VOOR 1)!-; lUIXHT. H5
verfoei, uit ganseber harte, mijne lauwlieid, mijne traagheid, mijne ondankbaarheid, mijne ongelrouw-heid, al de zonden waar ik voor u aan plichlig ben. ïk ben uwe oogslagen ni?t waardig, maar wel uw medelijden; onlferm u nogmaalsovermij. Ismijne droefheid niet groot en sterk genoog, ontsteek gij zelf die in mij; laat iu mijn hart eeneii druppel van die heilzame bitterheid vallen, die het uwe overgoot. O! kon ik op dit oogenblik mijn hart van droefheid doen breken' Kon ik van spijt sterven in uwe tegenwoordigheid'. Ten minste met de hulp uwer gratie, die ik u ootmoedig vraag, beloof ik u op dit oogenblik en voorganseh mijn leven, liever te sterven dan u Ie vergrammen,dan ooit in mijn hart ingang te leenen, niet alleen aan (ie zonde, die uw hart zou versmanen, maar zelfs aan de minste ongetrouwheid, die u kon onaangenaam zijn. Ondersteun mijn hart, wiens zwakheid gij kent, en maak dat ik liever ophoud te ademen en te leven, dan aan u niet te zijn en u niet te beminnen. Amen.
Bij gebrek aan een naarstig onderzoek, aan een oprecht leedwezen en eer. vast voornemen, trekken wij dikwijls uit onze biechten al de vrucht niet, die wij er moesten uit trekken.
Iquot; Gij zult denken, dat gij nw hart gaat zuiveren, om het aongemimer te maken aan het aanbiddelijk Hürt \an Jezus-Cliristns.
'i° Gij zult hem verzoeken in uw hart eenen druppel van oio heilzame bitterheid te laten vallen, dio het zijne vervulde in den hof der Olijven en zijne gansclie passie door.
3° Gij zult met den geest in de wonde van dit heilig Hart gaan, om daar de gevoelens van leedwezen en rouwhartig-luid te putten, die u lot de gratie van het Sacrament moa-ten bereiden.
4» Gij zult in den biechtstoel gaan neêrknielen, alsof gij u op den Calvarieberg, aan den voet des kruises, bevondt.
ö0 Ais gij de absolutie ontvangt, houd u dan niet moer bezig met uwe zonden te overdenken, noch met te onderzoeken
12 I OEFEXIXG VOOR DE BIECHT.
of gij niets vergeten hebt; de droefheid over uwe ongetrouwheden en het voornemen v;in voorlaon getrouwer te zijn moeten alleen uw hart en geest vervullen.
GEDED.
Mquot;t droeflieid en schaamte overladen, onder liet ge-wieiit mijner ellenden en zonden bezwijkende, o mijn God 1 kom ik in uw aanbiddelijk Hart een geneesmiddel zoeken voor de wouden van mijn hart; verleen mij die heilige geslelteiiissen, waarin ik tot dit Sacrament moet naderen, om er al de heilzame uitwerksels van te ontvangen.
Eilaas! ik heb u slechts een misdadig en plichtig hart aan te bieden; maak ten minste, dat dit hart bedroefd en vernederd zij: ik heb u zoo dikwijls in mijne biechten b iool'd te veranderen, mij te beleren, en ik ben bijna aliijd dezelfde in uue oogen, ik heb mij altijd Ie beEchuldig enover dezelfde fouten, dezelfde verstrooidheden in mijne gebeden, dezelfde lauwheid in uwen dienst, dezelfde ongetrouwheden aan uwe gratiën, dezelfde ;lich!geraaktheid, dezelfde oploopendheid, dezelfde eigenliefde en zelfzucht.
Geef aan mijn harl,o mijn God ! dat ware leedwezen, dat zelf de oprechte boelvaardigen en de heiligen maakt; die inwendige droefheid, die uit liet hart komt, en er de dwalingen van betreurt; die bovennatuurlijke droefheid, die u en uwe gratie alleen voor oorsprong en einde heeft; die algemeene droelheid, die zich lot elke zonde uitstrekt, aangezien elke zonde u mishaagt; die opperste droefheid, die alle droslheid te boven gaat, gelijk de .zonde alle kwaad le boven gaal. Neen, o mijn God! ik vraag u geene gevoelige droelheid tot mijnen eigen troost en voldoening, maar cene gemeende droefheid, die het hart veranderl, hervormt, verbrijzelt, en die het bereid maakt om liever duizendmaal te sterven dan u te mishagen.
OEFENING VOOR DT. TOMMIMF. 125
Tn deze godvruchtige gesteltenissen zal ik tot de heilige recht bonk naderen, de ootmoedige belijdenis mijner fouten doen, over mijne ongetrouwh den zuchten, en er u verg lïenis ove?' vragen: ik hoop het van uwe oneindige barmhartigheid, uw aanbiddelijk bloed zal over nrjne ziel vloeien, en mijn hart, van zijne vlekken gezuiverd, zal beter in staat zijn, om ü vuriglijk te beminnen, getrouwlijk te dienen en zich inniger en onafscheidbaar met u te vereenigen.
VOORBEREIDING TOT DE COMMUNIE, TER EERE VAN HET HEILIG HART VAN JEZUS.
In de communie Komt Jezus-Christus slechts in ons, om ons ccn nieuw hart te geven en van ons nieuwe menschen te maken. Dit einde heeft lilj zich voorgesteld, toen hij zich op «leze wijze aan ons gaf; met dit inzicht opent hij ons zijn Hart, gewaardigt hij al onze harten in zijn eigen Hart teont-\angen, om ze eenigcr wijze in zich te hervormen, en met ons slechts één hart en ééne ziel te hebben.
Onze harten zijn doorgaans lauw en kwijnend; hij komt ( m ze te verlevendigen en te ontsteken met het heilig vuur zijner liefde. Onze harten zijn zwak en wankelbaar; hij komt om ze te versterken en met nieuwen moed, met nieuwe vurigheid te ven uilen. Onze harten zijn lichtzinnig en onstand-^stig; hij komt om ze in het goed te vestigen en hun betrouwen te geven in hunne goede voornemens. Onze harten zijn dikwijls aan de schepselen, aan de menschelijke zaken, aan de nietigheid d rzer wereld, te zeer volgens do natuur, ▼orkleefd; hij komt om ze daarvan los te maken, uit die dienstbaarheid te trekken, om hunne ketenen te breken, en ze inde heilige vrijheid der kinderen Gods te herstellen. In één woord, onze harten zijn vleeschelijk, aardsch en gansch
i-G OKFFM.xr. voon pk com^ime.
monscholijk; hij komt om cr hemelsche cn gansch Goddelijke
harten van te makon.
Do gron:l dozer waarheid, die Jezus-Ghristus zoo zeer vereer on onszoo zeer troost, ligt hierin, dat Jezns-Christus in on-7.0 harten komt om ons leven le zijn, om zelf in ons te zijn, om /elfin ons t'1 leven. Dit verzekert hij ons, wanneer hij zegt: //.• hen in dc-p we^ehl ae'omen, opdat i/e'-eucn die Ieren, niet voor rvh mrer Ie eu 11 Cor. v. 5), maar een f/ansrh yoddelijlc leren he'i1 en. dat ik hun zal me.'c .'eelen (Joan. X, 10).
Hierom kon de heilige Panlus zeggen, volgens de inzichten en gevoelens van zijnen Goddeüjken Meester: Lerend Iren ik nie' meer. maar in mij leeft Christus ;G;dat. II, 20). Hierom zegt de heilige Petrus, en dit moest ons doen verbaasd staan, indien wij niet verzekerd waren dat do Heilige Geest door hem sprak : dat tcij d eet acht ifi zijn (jeworden aan de (jod-detijLe natuur I. 4). Vooral in het gebruik der Sacramenten vinden deze orakelen hunne vervulling.
Zoo wonderbare uitwerksels, zoo onuitsprekelijke wonde-ren moel de communie in ons te weeg brengen ; zoo Goddelijke inzichten heeft Je/us-Christus, wanneer hij zich aan ons geeft: om ons in zich te herscheppen, en, eeniger wijze het le\en onzer zielen to worden. Hij is ons hoofd, en wij' zijne ledematen; nu, de ledematen moeten het leven ontvangen van het hoofd. Wij eten een hemelsch en Goddelijk voedsel : dit moet ons tot hemelsche en gansch Goddelijke menschen maken: tot zulken gelukkigen staat verheft ons de communie, — lot zulken trap van grootheid en eer laat zij ons klimmen, dat wij innig vereenigd worden met eenen God, dat wij leven van hot leven van eenen God, dat wij, volgens de edele uitdrukking van den II. Cyrillus, maar een zelfde lichaam en een zelfde bloed meer hebben met eenen God.
Hieruit trekken wij de drie zeer bondige en zeer heilzame gevolgen:
1° Hot is grootelijks te verwonderen, dat een God zóó tot ons wil komen, zich aan ons geven, zich onmidueiijk met ons vereenigen, mot ons, zwakke, sterfelijke, en zulke gunst onwaardige schepselen.
2° liet is grootelijks te verwonderen, dat een God, zóó tot ons komende, zich zoo dikwijls aan ons gevende, nogtans zoo
OCriM.NG VOO Pi DL' COM ML'Mi;. 1^7
weinig in ons uitwerkt, en dat wij zoo weinig de uitwerkse.'s dezer, zoo onuitsprekelijke, vereeniging gewaar worden.
,3° Wij moeten dan wel groote beletselen stellen aan de inzichten en oogmerken van Jezus-Christus, om die heilzame uitwerksels tegen te houden; want, vond hij in ons deze beletselen niet, welke groote dingen zoude hij in ons niet verrichten? Welke veranderingen, welke wonderen zoude hij in ons hart niet te weeg brengen?
Maar welke beletselen toch mogen onze trouwelooze harten dan stellen aan het bereidwillig Hart van Jezus-Ghristus, wanneer hij tot ons en in ons komt? Eilaas! hoe groot, hoe menig\ uldig zijn deze beletselen niet: hoe bekwaam om het Hart van Jezus-Chrisius te bedroeven, en onze harten met eenerechtvaardige droefheid te bevangen!
Die betreurenswaardige lauwheid, traagheid, nalatigheid en zorgeloosheid, waarmede wij tot de heilige Sacramenten naderen; die verstrooidheid en uitgelatenheii', welke hel gerucht en de beweging der wereld in ons \eroorzaken: die nog droeviger eigenliefde. Helde van ons zeiven, altijd zoo strijdend met do liefde Gods; zoovele dagelijksche zonden, vrijwillige ongetrouwheden aan de gratie; zoovele gansch natuurlijke verkleefdheden, die onze harten verdeolen en besmetten; zoovele menschelijke en aardsche beweegredenen, die in onze communiën insluipen; zoovele gebroken, die wij geene zorg dragen al te loeren, niettegenstaande de stem der gratie, die ze ons voorhoudt en verwijt.
Men gaat te communie, maar zonder \ urigheid, zonder gevoelen, omdat het gebruik of onze gewoon! j zoo is.
Men gaat te communie, zonder verwijderde voorbereiding, die den weg tot de godvruehli.dieid baant, en zonder naaste voorbereiding, die het hart voor de gratie opent.
Men gaat te communie met duizend onvolmaaktheden, waarin men blijft steken, volhardt en wegkwijnt.
Men gaat te communie, zich weinig gelegen latende aan zijne volmaaktheid, aan zijnen voortgang in het goed.
Men gaat te communie niet weinig geloof, meteen kwijnend, bijna stervend geloof, vonkje, tot uitdoovens toe, met assche overdekt!
Zeg mij, hoe kan, met zulke gesteltenissen, het Sacrament in onze harten die wonderdadige uitwerksels hebben, welke
128 ÜEFL'M.NG VOOR DE CÜMMl.ME,
het ontwijfelbaar zou veroorzaken, indien het beter voorbo-
reide harten vond?
Hoe kan Jezus-Christus in onze harten leven, als wij altijd willen leven voor ons zeiven.
Hoe kunnen onze harten de vlammen van dien Goddelijken brand ontvangen, wanneer die harten zich uit den stroom der menschclijke dingen niet weten te verheffen?
Tloe kan die Zon van rechtvaardigheid door de wolken breken, welke wij onophoudend tusschen ons en hare he-melsche stralen stellen? Was dit Sacrament nog Goddelijker, zijne gratiën nog overvloediger, zouden wij niet immer, — niettegenstaande den overvloed dezer gratiën, zoo bekwaam om ons te verlevendigen, te ontvlammen, tot den hemel toe te verheffen, —zouden wij niet immer kruipend blijven over de aarde, waaraan ons duizend banden der natuur gebonden en geboeid houden?
Wat valt ons dan te doen om ons naar de inzichten van Jezus over ons te gedragen en de uitwerksels van het Sacrament zijner liefde te ontvangen? Hier zijn de middelen, die zijn Hart zelf ons geeft, en die het met de hulp zijner gratie zal begunstigen.
1 o Vóór de communie goed doordrongen zijn van deze gedachte, van dit gevoelen : dat Jezus-Christus in ons komt en ons zijn Hart geeft, alleen om in ons nieuwe harten, nieuwe mcnschen te vormen, om ons een nieuw wezen, een nieuw leven te schenken, om zelf in ons te leven, om zelf het leven onzer zielen te zijn, en om iels meer te zeggen, dat hij komt om den ouden en aardschen mensch uit te schudden, ons met den nieuwen, den hemelschen mensch te omkleeden, om bezit onzer harten te nemen, en in onze ziel zijn rijk en heerschappij te vestigen; in één woord, om ons aan ons zeiven, aan ons leven, onze gedachten, onze gevoelens te onttrekken, opdat hij alleen voortaan in ons leve, denke en werke, en dat wij slechts dal Goddelijk leven genieten, welke Lij ons komt mededeelen, die bij uitstek, de weg, de waarheid en het leven is.
2° Wanneer het oogenblikder communie nadert, niet alleen de beletselen aun die groote inzichten wegnomen, maar zooveel het in onze macht is, in onze harten al die inwendige gesteltenissen verwekken, welke de waardigheid; de heilig-
oli-voou be co:»;:.!» .mi:. i ^.D
neid, de voortrc-nelijkhcid van liet Sacrarnonl. von ons vcrci-schen, als een levendig geloof, eene groote reinheid des harten, eene vurige begeerte om ons mot Jezus te vereenigen, eene groote onthechting van de wereld, van ons zelve-u en van alles ; eene groote 'iefde lot God, die al de overige gesteltenissen zal bevatten en volmaken ; in een woord, onze harten voorbereiden tot de komst van den Koning der koningen, van den hcmelschen Bruidegom, die in ons wil verblijven, en die onze ziel heeft uitgekozen, om er zijnen troon, zijnen tempel en zijn heiligdom van te maken.
3« Na de communie, om aan die onuitsprekelijke gratie, dio wij ontvai gon hebben, en aan de aanbiddelijke inzichten van Jezus' Hart over ons waardiglijk te beantwoorden, ons aanschouwen, ons gedragen a s waarlijk nieuwe menschen, met een nieuw leven bezield, als nieuwe gedachten, nieuwe gevoelens, de gedachten en de gevoelens van Jezus-Ghristus hebbende aangenomen; volgens zijne denkwijze handelen, volgens zijnen geest ons gedragen, oordeelen gelijk hij oordeelt, achten wat hij acht, verstoeten wat hij verstoot, beminnen wat hij bemint, vreezen wat hij veroordeelt; denken dat, nu Jezus-Christus bezit genomen heeft van ons hart wij ons niet meer, maar hem toebehooren ; dat, nu wij eenen God in onze harten hebben ontvangen, wij niet meer moeten leven dar ^oor God en voor God ; in één woord, ons gedurig die Goddelijke spreuk van den 11. Paulus herinneren, die alles zegt en alles bevat; en wat hij zeide, onophoudend zeggen tot ons zeiven: Levend ben ik niet meer, maar in mij leeft, ademt, denkt, handelt Jezus-Ghristus alleen, die mij heeft vrijgekocht ten prijze van zijn bloed, die zijnen zegel op mij gedrukt, mij in zijn Hart ontvangen heeft; donken dat gevolgeiijk de wereld voor ons niets meer is, dat wij niets mivr zijn voor de wereld; dat, zoo wij er nog in leven, zoo wij er nog in zijn uitnood, wij er niet meer moeten in zijn uit smaak; dat men er moet in zijn en leven, alsof men er niet in was of leefde, omdat wij voortaan niet meer leven dan uit God, die zelf in ons leeft.
O: wat zouden wij gelukkig, wat zouden wij heilig zijn, zoo (llt; rgclijke gevoelens ons bereidden, ons vergezelden, als wijde heilige Sücr.imenten g.ian ontvangen: Dan/.ouden Oi'.-'-c communiën vereerend 7iju voor '!en God, -ü. n wij aan-
9
löfl OEFKMNG VOOR DE COMMUNIE.
bidden, voor liet Sacrament, waartoe wij naderen, voor het Geloof, dat wij belijden, voor de gratiën, die wij ontvangen; meer nog, vereerend voor de inzichten welke Jezus heeft, wanneer hij zich gansch aan ons schenkt. Elke communia 'zou eene veTmeerdering zijn van gratiën en gunsten van den kant van God, en eene vermeerdering van verdiensten en volmaaktheden van onzen kant; wij zouden naar de heilige tafel gaan met de eenvoudigheid der duif; wij zouden zo verlaten met den moed en de drift der leeuwen, volgens de schoone gedachte van den 11. Chrysostomus: als leeuxcen die i unr ademen,
GEDED.
Hart van mijnen God! gij alleen kunt deze wonderen der gratie verrichten, en mijn hart zoo heiliglijk voorbereiden. Aanbiddelijk Hart, te uwer eer ga ik deze communie opdragen , met de opreclite begeerte van uwe inzichten bij te treden en mij, naar uwe verlangens, te mijnen opzichte, te voegen. Gewaardig u zelf mijn hart voor te bereiden, daarin u waardje gevoelens te doen ontstaan; geef mij dal levend'g geloof, die diepe ootmoedigheid, die vlekkelooze zuiverheid, die vurige liefde, die volkomene onthechting van alles. Zijn mijne deugden niet volmaakt in mijne voorbereiding tot de communie, zorg dat zij volmaakt worden door de cnmmuiile; de volmaaktheid zal er de vrucht van zijn. Wij communlceeren niet, omdat wij heilig zijn, maar omdat wij het ga irne zouden worden. Op onze verdiensten steunen wij niet, maar op de oneindige verdiensten van mv aanbiddelijk bloed.
Kom dan, Goddelijke Zaligmaker, zaligmakende God, kom in mij, leef in mij, verander mij In u, ontsteek in mij de gevoelens van uw Hart, laat mij leven van uw leven, en de gr tie, welke gij mij vergunt in het Sacrament, zij het onderpand van het geluk, dat gij mij voorbereidt in den hemel. Amen.
oe.VEXt.sa vuük de coaacxis.
1° Nooit eene communie achterlaten zonder wettige reden.
2» Alle zijne communiën doen, gelijk men ze zou willen gedaan hebben, als men gaat sterven.
3° Daags vóór de communie , eenige versterving opdragen aan het aanbiddelijk Hart van Jezus-Christus.
4« Den dag der communie in cene groote ingetogenheid van hart en geest doorbrengen.
0° Dikwijls aan God de gratie vragen van de heilige com-murne, als reispenning, te mogen ontvangen, eer wij sterven.
Dewijl de communie iets zoo verheven is en zoo bekwaam om het Han, van Je'/ns te vereeren, vraagt zij van ons, dat wij alle onze zorg besteden om ons daartoe heiliglijk voor te bereiden, ton einde de overvloedige gratiën te kunnen ontvangen, welke daar voor ons in opgesloten zijn.
1» Denk, van daags tevoren, aan het onuitsprekelijk geluk, dat gij 's anderendaags gaat genieten; des morgens als gij ontwaakt, herinner u deze troosten Jogedachte en draag uw hart aan het aanbiddelijk Hart van Jezus op.
2» Maak uwe meening, waarom gij te communie gaat, en denk aan de bijzondere gratie, die gij moot vragen.
3» Wat de gesteltenissen van uw hart aangaat, verwaarloos geene, waardoor gij uwe vurigheid kunt vermeerderen; de volraaaKislejs de liefde Gods.
4° Dring bij Jezus aan, dat zijn Goddelijk Hart dit heilig vuurontsteke in uw hart, dat zijn verblijf, zijn troon, zijn tempel, zijn heiligdom moet worden.
5« Draag deze communie vooral op, om al de lauwe, flauw-hortige communiën te herstellen, die gij uw leven lang kunt gedaan hebben.
Na de communie, aanbid ootmoediglijk Jezus-Christus, dien gij in uw hart draagt; wees ingetogen en veroenigd met hem ; wil niet altijd spreken, luister ook naar hem; wat heeft hij al niet te zeggen tot uw hart! bit is het oogenblik um hem uw hart op te dragen.
i3i
OEFENING VOOR DE COMMUNIE.
GEBED VOOR 1)E COMMUNIE.
Ik weet, o mijn God! dat, voor iemand die geloof li eelt, de comniunie de grootste gratie is, die gij ons in dil leven Wint vergunnen; dat zij hel beste werk is, welk een enkel schepsel u op aarde kan aanbieden: dat zij hel verhevenste, het onuitsprekelijkste geluk van 's inensehen hart uitmaakt; de engelen zeil verdienen liet niet.
Welnu, die gratie gelieft gij mij teverleenen; naar dit onuitsprekelijk geluk mag ik streven. Wat moet ik, in deze zoete afwachting, niet doen om mij te bereiden?
Moet ik hel heiligste geloof, den ootmoedigsten eerbied, de diepste ootmoedigheid, de vurigste liefde niet vereenigen om in mijne ziel eene woning te bereiden voor den Heilige der heil;gpn, den God der krachten?
Maar als gij in mijn hart zult zijn, wat zult gij mij zeggen, o mijn God? welke wonderen van gratiën zult gij daar verrichten ? Gij zult er bezit van nemen, daarin het rijk uwer gratie, de meesterschap uwer liefde vestigen. Gij zult het zuiveren van al zijne vlekken, al zijne genegenheden heiligen, zijne koudheid ontvlammen, zijne zwakheid versterken ; gij zult het onder-steunen in zijne bekoringen , het troosten in zijne pijnen, het losrukken van alle geschapene dingen, het tot u trekken en zeggen: wees aan mij zonder voor-li! houd, evenals ik mij aan u geef zonder verdeeldheid.
Mijn hart zal uwe stem honren, o mijn God! maar eilaas! g'j alleen kunt mij die gesteltenissen geven, waarin ik tot dit heilig Sacrament moet naderen. Ik vraag u die, voor uwe eer, voor de zaligheid mijner ziel; ik vraag u die door de oneindige goedhrid van uw
OEFEM.NG VOOR DE COMMI NIR. 133
aanbiddelijk Hart, lot wiens eer ik deze comnninie (?[)-draag, die ik wil doen, alsof zij de laatste ware vau mijn leven.
Eonige godvruchtige zielen hebben liever, wanneer zij tot de Sarramenton naderen, inwendig met God te spreken, dan zich van mondgebeden te bedienen. Voor hen wordt hier eene methode aangewezen, dienstig om hunne godvruchtigheid te helpen en te verlevendigen. Hier wordt slechts liet begin der akten en der gevoelens gegeven; men moet die voortzetten en er zich mede bezighouden, zoolang het hart daar smaak' in vindt, zoolang de gratie zo bijbrengt, en do aantrekkelijkheid duurt. Wanneer zij uitgeput schijnen, kan men zijne toevlucht nemen tot vreemde hulpmiddelen. De gevoelens, die in het hart geboren worden, zijn altijd Icnen-diger, vuriger, 011 daarom ook heilzamer en verdienstelijker, dan die welke men van elders ontleent en uit de boeken haalt.
Houd u dan met deze inwendige liefdeakten op; laat uw hart spreken ; luister naar de stem des Harten van Jezus-Christus die tot u spreekt: hij heeft de woorden des eeuwigen levens, en, indien hij zijne stem laat hooren, zid het zijn, wanneer hij totu komt, en in uw hart verblijft.
VÓÓR Igt;E COMMIME.
1° Hoe heilig is het werk, dat ik ga verrichten, hoe groot de gratie, d.'e God m.j voorbereidt! Ik ga Jezns-Chrislus, mijnen God, mijnen Zaligmaker, mijnen Verlosser, mijnen Goddelken Meester, den Heer des hemels en der aarde, den Opperrechter der levenden en dooden ontvangen. Dat geloof ik, en ik zou lot den laatsten druppel van mijn bloed geven om deze waarheid voor te staan.
Ik ga zijn Hart ontvangen, het heiligste, het reinste, het minzaamste, het volmaakste Hgt;rt, dat mijne aan-
134 OEFENING VUUR Uli COMMUNIE.
biddingen, mijnen eerbied, mijne liefde, al de gevoelens van mijn hart hel meest verdient.
Ik ga datzellde Hart ontvangen, dat uit Maria geboren is, dat op het kruis voor m;j gestorven is, en dat de vreugde der hei igen uitmaakt in den hemel.
Maar in welk een hart ga ik dat zoo heilig Hart ont-v ngen? Eilaas in het allerellendigste, allerverachte-lijkste, alleroii\vaavd:gste hart; in een lauw, kwijnend, ondankbaar, ongetrouw hart; in een hart, dat hem dikwijls genoeg uil lafheid verraden heeft, dat do wereld hem ontroofd, eu zoo langen tijd ongelukkiglijk misleid heeft.
O Hart van mijnen God ! hoe zult gij u gewaardigen in een hart te komen, dal zoo slecht gesteld, zoo weinig bereid is? Do paleizen der koningen zijn niet waardig u te ontvangen, en do engelen zelf zijn niet zuiver in uwe oogen; en hoe zoudt gij in eeu hart komen, dat zoo vol is van ellenden en gebreken? Ik verfoei alle mijne zonden, dit is de eenigste hulde, die ik u opdragen kan.
Heere, ik ben niet waardig uwen heiligen tempel binnen te gaan, en gij gewaardigt u in mijn hart te komen! Moe mij voorbereid tot eene zoo onschatbare weldaad? In welke gesteltenissen zal ik voor u kunnen verschijnen?
O goedheid van mijnen God! o heilig Hirt van mijnen Goddelijken Meester! waarom heb ik al de zuiverheid der engelen, al t1*; vurigheid, al de opgetogenheid der seralljnen niet, om u eeno woning aan te bieden, die u waardig zij!
2° Aanbiddelijk Hart van Jezus! daar het mij onmo-mogelijk is mijn hart zoo heiliglijk voor te bereiden, zal ik u ten minste het vurg verlangen van zulke voorbereiding aanbieden; en daar ik uwe oneindige goedheid ken, zal ik u zelfs de ellenden van dit hart opdragen: gij zult er door getrolten worden; gij zelf zult
OEFENING VOOR DE COMMUNIE. löd
het voorbereiden, en voorzien in al, wat mij ontbreekt.
Ik zal in uw Hart de gevoelens putten, die ik u zou wenschen op te dragen.... Na eiken zielenzucht blijft men eenige oogenblikken stil.
In dit heilig betrouwen, kom ik tot u: doet mijne onwaardigheid mij beven, uwe goedheid stelt mij gerust....
Mijn hart is arm, gij zult het met uwe hemelsche gaven verrijken; hot is lauw, gij zult het met uw Goddelijk vuur verwarmen....
Gij zult niet mijne verdiensten, maar mijne noodwendigheden ; niet mijne ellende, maar uwe barmhartigheid aanschouwen____
Gij zult als Zaligmaker tot mij komen, en uw Hart zal in het mijne gratiën van zaligheid en leven storten....
Gij zult komen als een tecderhartige herder, en uw Hart zal bet arme schaap, dat tot hem weêrkomt, ontvangen....
Gij zult komen als een liefdadige geneesheer, en uw Hart zal de wonden van het mijne genezen....
Gij zult komen als de Vader der barmhartigheden, en uw Hart zal zijne liefdadige ingewanden voor het mijne openen....
Gij zult komen als de God der krachten, en uw Hart zal mijne ziel, in alle voorvallen, kracht en sterkte bijzetten....
O mijn Gnd! mijne sterkte, mijne hoop, mijn troost, mijne blijdschap en mijn vrede, ik open mijn hart cm u te ontvangen; open mij het uwe om mij daartoe te bereiden; wek in dt hart dat levendig geloof op, die vaste hoop, die vurige liefde, die diepe ootmoedigheid, welke voor uw aanbiddelijk Hart den weg moeten banen....
föü OiCFEXING voon ui; communie.
3° Kom dan, aanbiddelijke Zaligmaker! mijn hart smacht naar liet geluk dat hem wordt voorbereid: gelijk het dorstige hert loopt naar bronnen van levendig water, gelijk de uitgedroogde grond snakt naar hc-melschen dauw, zoo zucht mijn hart naar u, o Levensbron!....
Kom, Hart van mijnen God! laat mijn hart niet langer wachten mar zijn geluk; kom, en breng den overvloed aller gratiën mede....
Goddelijke Zaligmaker! uw heilig Hart zal het mijne heiligen....
Uw rein Hart zal het mijne reinigen....
Uw gelaten Hart zal het mijne de gelatenheid lee-ren....
Uw ootmoedig en zachtmoedig Hart zal de deugden van ootmoedigheid en zachtmoedigheid aan het mijne geven____
Uw Hart, dat aan niets verkleefd is, zal de ketenen van het mijne breken....
Uw Hart, dat de zonde haat, zal er aan het mijne oenen heil geu afkeer van inboezemen....
Uw Hart, dat van liefde blaakt, zal in het mijne dit heilig vuur ontsteken....
Uw Hart, dat verheven en verheerlijkt is in den heme.!, zal al de genegenheden van het mijne derwaarts richten.
iquot; O mijn God! eertijds verscheen! g,:i op den berg Sinaï te mulden van donder en bi:kseni, om oen g!*-dachl te geven van de onzaglijkheid uwer majesteit; hier doet gij alleen uwe goedheid uitschijnen. Toen wildet gij vooral gevreesd, nu wilt gij vooral bemind worden....
Het oogenblik is eindelijk daar! Zie, o mijne ziel! de bruidegom l:oml {.Matt, XXV, i5).
OKFKMXG VOO» UE COMMUNIE. 1Ö7
Zie, uw koning komt tot u, zachtmoedig (Matth. XXI, 3).
Ik zal de feestzaal binnengaan mot de genoodigden tot het liomelsch gastmaal: 't is liet gastmaal van het Lam Gods, van het Lam zonder vlek: Ziedaar het Lain Gods (Joann. J, 29. 5ü).
Spreek de woorden uit, o mi jne ziel! neem de gevoelens aan, welke de Kerk zelve u ingeeft: Heere ik ben niet waardig, (Int gij onder mijn dak inkomt; doch zeg hel maar met een enkel xcoord en mijne ziel zal genezen worden (Matlh. VIII, H).
Ik geloof in n, o mijn God! vermeerder mijn geloof; ik hoop op u, hcziel mijne hoop; ik bemin u, ontsteek mijne liefde.
3° Woorden uit de heilige Schrift. — Mijne ziel heeft dorst naar den sterken en levcndigen God (Psal.XLl,3).
Wanneer zal ik komen en verschijnen voor het aanschijn Gods (Psal. XLI, 5).
Evenals het hert verlangt naar de waterbronnen, zoo verlangt mijne ziel naar u. o mijn God (Ibid.)!
Toon ons uw gelaat, en wij zullen behouden zijn (Psal. LXXIX, f).
Wat is de mensch, opdat gij hem indachtig zijt. en de zoon des menschen, opdat gij gelievet Item te bezoeken (Psal. VIII, 3)?
lleere, tot wien zullen wij gaan? Gij hebt de woorden des eeuwigen levens (Joan. VI, 69).
Verhoor mij spoedig, Heere I mijne ziel bezwijkt (Psal. CXL1I, 7).
Ik ben God indachtig geweest, en ik heb vreugde gevonden (Psal. LXXVI, 4).
Kom, Heere Jezus (Apoc. XXII, 20)!
Mijn God! verloefniet (Psal. XXXIX, 19).
Mijn hart en mijn vleesch zijn van vreugde den levenden God te gemoet gesprongen (Psal. LXXX1II, 5),
10« NA DE COMMUNIE.
Hoe liefelijk zijn uwe tabernakelen, o Heere der krachten! mijne ziel bezwijkt van verlangen naar uwe altaren (Ibid. 2).
O gratie! o heil! dat de engelen niet waard:g zijn. Kau het wel zijn dat ik liet Hart van mijnen God bezit, tlal m j'n God zich gewaardigd heelt lot mij te komen, eu mij zijn Hart te geven....
Ja, ik bezit hem; hij is bij mij, hij is in mij. Ik bon in ht'm; zijn Hart en mijn hart zijn maar één hart....
Ik aanb'd u, o Hart van mijnen God, van mijnen Zaligmaker, van mijnen Koning, dat nu in mijn hartver-blijll....
Alle engelen, alle gelukzalige geesten, het gansche hemelsche hol aanbidde, love, zegane u met mij!....
O liefde! o overmaat van liefde! o oneindig berain-nel jk, heil gen volmaakt Ilarl! ik bemin u, ja ik bemin ii uit gauscher harte! o! liadde ik al de harten der menschen, nin ze u op te dragen! hadde ik de vurige l el'dc van alle reelitvaardige zielen om ze u te geven !,...
Ik heb maar één hart, het zal u toebehooren, en gaiiseh toebehooren ; bet zal u beminnen, eu u alleen....
fiw Hart is gansch en geheel aan mij; mijn hart zal gf.nsch en geheel aan u zijn. Uwe liefde voor mij is omaelelijk; mijne liefde voor u zal zonder grenzen zijn....
O Hart van mijnen God! hoe hebt giju kunnen verlagen om (ol m j le komen? De hemelen zijn niet waar-d g u te bevatten, eu gij vreest niet u op te sluiten in
NA D.'i COMMUNIE. 159
de enge grenzen van mijn hart! Ik verdiende do minste uwer gratiën niet, en gij gelieft mij uw Hart te geven !....
2° Wanneer de Goddelijke ma gd Maria u in haren kuischen school ontving, achtte zij zich dergelijke gunst onwaardig; en gij slaat je mij toe, aan mij die uwe oogslagen onwaard'g beu!....
Hetgroote Lewijs van vriendschap, dat gij aan uwen welbeminden leerling gaaft, bestond in hem toe te laten op uwe aanbiddelijke borst te rusten, en gij zelf komt rusten in mijn hart....
M jn God! hoe wonderbaar zijt gij in grootheid en macht! maar hoe onuitsprekelijk in goedheid en b rm-harligheid!
O mijne ziel', prijs den lieer, geef u over aan uwe grenzenlooze vreugde, maar geef u ook over aan uwe onbepaalde dankbaarheid; Loof, o mijne ziel, den Heer- (Psal. CI1, 1, 2).
Ja, aanbiddelijk Hart van mijnen God! mijn hart zal u dankbaar zijn voor uwe onuilsprekelijke gunsten. Kooit, nooit zal ik vergeten noch den weldoener, noch de groolheid der weldaad, noch de laagheid en nietigheid van hem welke die zoo weinig verdiende.
Om in mijne machteloosheid te voorzien, zal ik hemel en aarde, alle schepselen uifnoodigen om uwe groolhcden te aanbidden, uwen lof te zingen, mij te helpen u mijnen billijken dank te betuigen....
5» O heilig Hart! nu gij in mij zijt, nu gij itezit genomen hebt van mijn hart, spreek tot dit hart, laat hem uwe Goddelijke stem hooren, zeg hem wat u tot eer, hem tot zaligheid verstrekt.
Maar houd u niet tevreden met tot mijn hart te spreken; werk daar, verricht daar de onuilsprekelijke wonderen uwer macht en uwer liefde; roei daar uit al wat u kan mishagen; sla niet toe, dat er iets in lilijve
NA DE COMMUME.
hetgeen onaangenaam zij voor uwe oogen en boleedi-gend voor uw Ilarl.
Maak liet ios van alles; doe mij de ijdelheid en de nietigheid van deze wereld en van al, wat er in is, zien.
O God van liefde! duld niet dat ik u flauwhartig be-minne: 01 Welke spijt van u zoo weinig homind en zoo slecht gediend te hebben! Zou ik voortaan mijn hart aan iels anders dan aan u kunnen geven? en zou dit hart ondankbaar genoeg zijn om u voor altijd te verlaten?....
Heilig Hart! aanbiddelijk Hart! ik mag mij niet bepalen met u te loven en te prijzen: gij geelt u geheel en gansch aan mij: moet mijn hart u door geene daden zijne vorkleel'dheid toonen?
Welnu! o mijn God! laat mij weten wat gij van mij vraagt, mijn hart is bereid, u dit te geven: mijn hart is bereid, o God.' mijn harl is bereid (Psal. LV1, 8). Ja, mijn God! ik wil uit dankbaarheid u niet alleen de gevoelens, maar nog al de verstervingen opdragen, waar mijn hart vatbaar voor is....
Uit liefde tol u, wil ik in dit hart al, wat met uwe Goddelijke liefde strijdig is, wegnemen en hervormen....
Uit liefde tot u, zal ik, in die en die gelegenheid, mij geweld aandoen, om de oploopendheid, de gevoeligheid van mijn hart te bedwingen....
Uit liefde tot u, zal ik u dit leed, dit kruis opdragen: hoe meer het mijn hart doet lijden, des te meer zal het uw Hart verheerlijken, als ik het u uit lieic'e opdraag...
Uit liefde tot u, zal ik, in die en die omstandigheid, verduldig zijn, waarde verduldigheid zoo dikwijls aan mijn hart ontbroken heeft....
Uit liefde tot u, zal ik het lastig karakter van dien persoon vordivigen met wren ik moet omgaan, en die
140
NA nr. COJIWI NIE. l il
mij zooveel redencu iot kiucliku en verdiensten genff....
4quot; Harl van mijn God! ik gevnpl, dat gij nog iets vraagt aan mijn hart; over lang weiger ik u eeneop-oll'ering, die uwe gratie klaarblijkelijk van mij eisclit. Welnu, mijn (iod! ik zie thans het ollrr; /.ouik het aan uw Hart, wiens overgroote goedheid het mij vraagt, nog kunnen weigeren? lien ik niet gelükk^g genoi'g, dat gij het wilt aannemen? Ja, mijn God! ik draag het u op, uit gansch mijn hart, welke moeite het mij koste. Ik zal het mij niet beklagen; uw Hart zou van mijnentwege vele andere opofferingen verdienen, na al de gratiën on vveldacen, die ik zoo overvloedig ontvangen heb....
In alles, in alles,o Goddelijk Hart! zal ik naar uwe stem luisteren, uwe raadgevingen volgen, uwe deugden naleven, naar uwe grondregels mij gedragen, van uw leven leven. Welk een geluk voor mij, met den Apostel, van dankbaarheid en Helde opgetogen, tquot; kunnen zeggen: Levend ben ik niet meer, maar in mij leeft 67iris(MS (Galat. 11, 20). Moeht gij, o heilig Hart! daar eeuwig leven, en mocht het nieuwe leven, het nieuwe hart, dat gij in mij gemaakt hebt, het onderpand zijn van het onsterfelijke leven, dat gij mij bereidt in uw Harl en uwe heerlijkheid.
GEDURENDE DEN DAG, WAADOr MEN TE COMMUNIE IS GEWEEST.
Mijn God ! de heiligen worden niet moede, u in den hemel te aanschouwen; mag ik moede worden, u te bezitten en met u te spreken in mijn hart?
Koning der koningen, nu gij in mijn hart gekomen zijt, heersch in alles.
M Igt;K COMML'XIÉ.
Heersch in mijn verslanil door de beschouwing uwer grootheid.
Heersch in mijn geheugen door de gedachtenis uwer weldaden.
Heersch in mijnen wil door de volkomene onderwerping aan dan uwen.
Heersch vooral in mijn hart, met al zijne genegenheden, al zijne verlangens en begeerten te heiligen; zijn eenig verlangen zij, u te behagen, zijne eenige vrees u lo vergrammen, zijn eenige troost, zijne eenige vreugde u toe te behooren en u te beminnen.
Sluit de deur van mijn hart voor al wat geschapen is. Nu gij in dit hart heerscht, en al zijne ellenden ziet, wees er over bewogen, genees het, heilig het, maak dat hetu waardig zij....
Laat de gevoelens van uw Hart mijn hart bezielen; de vlammen uwer liefde mijne liefde verslinden; de teederheid van uw Hart mijn hart vermurwen; de standvastigheid van uw Hart mijn hart bevestigen.
Ik vraag het u, en hoop het van uwe goedheid; nadat gij mij uw Hart gegeven h b , zult gij mij uwe gratiën kunnen weigeren? Doe er mijn hart van overvloeien, en maak dat het er getrouw aan zij....
2° Mijn God! gij hebt u aan mij gegeven onder den sluier des sacraments; maar wanneer zal ik u onverdeeld bezitten in den glans uwer heerlijkheid? Gij hebt mij het onderpand dier heerlijkheid gegeven, ik hoop ook haar eens te bezitten.
Wanneer zu't gij mij met u voor altijd vereenigen? Verkort den tijd mijner ballingschap, haal mij weg uit deze vallei van tranen, waar ik leef in een gedurig gezucht en geween, in het aanhoudend gevaar van u te mishagen en te vergrammen.
Ten minste, zoolang ik nog in deze wereld zal blijven, bewaar mijn hart in uwe gratie en liefde; onder-stcun. troost, vereenig mij immer nauwer met u.
142
5ïA DV COStMUME.
Zoolang ik zal leven, wensch ik da! mijn geest uwe oneindige grootheid aanbidde, dat mijn hart uwe onuitsprekelijke schoonheid beminne, dat mijne long uwe ontelbare weidaden verkond ge, dat al de krachten mijner ziel samenspannen om uwe barmhartigheden te prijzen; dat al de dagen, al de stonden mijns levens voorbijgaan in de afwachting dier gelukzalige eeuwigheid, waar alle harten, in uw aanb ddelijk Hart ver-eetrgd, u zonder ophouden zullen loven, aanbidden en liefliebben. Amen.
Spreuken der Heilige Schrift. — Ja, Hem! ik geloof dal (jij de Christus zijt, de zoon des levenden Gods (Joann. XI, 27).
Mijne sterkte en mijn mem is de Heer, die mijn verlosser is geworden (Isa. XII, 2).
Waarlijk gij zijt de verborgene Cod, de Koning van Israël, de Zaligmaker (Isa. XLV, lö).
Mijn Heer en mijn God (.loan. XX, 28).
Zeg tot mijne ziel: uwe zaligheid ben ik (Psal.
Spree];, There! uw dienaar luistert (1 Reg. Ill, 9).
Ik heb hem gevonden, dien mijne ziel liefheelt; ik heb hem ontvangen, en zal hem niet laten heengaan (Cant. Hl, 4).
Mijn welbeminde behoort mij, en ik hem toe.
Foor mij is het een geluk aan God verbonden te zijn (Psal. LXXII, 28).
Blijf bij ons, Ileere (Luc. XXIV, 29)!
Hier is mijne rust voor alle eeuwigheid (Psal. CXXXI, 11).
Wat is er voor mij in den hemel, en ivat kan ik verlangen op aarde, builen u, o mijn God (LXXII, 20)!
De God mijns harten is mijn deel in der eeuwigheid (Psal. LXX11, 2ö).
on:F.MN a I)EK II. MIS.
VOLKOMENE OPDRACHT VAN ONS ZELVEN, NA DE COMMUNIE.
Uit ganscher harte, o mijn God, schcnk ik u al wat ik bezit. Ik draag u mijn verstand op met al zijne gedachten, mijn geheugen met al zijne herinneringen, mijnen wil met al zijne genegenheden. Uit uwe milde hand heb ik alles ontvangen; in uwe handen geef ik. alles weer; gij kunt er over beschikken naar uwen oppersten wil. Vergun mij slechts uwe liefde en uwe heilige gratie; met die goederen bezit ik alle schatten, ik kan niets meer verlangen op aarde.
OM DE HEILIGE MIS TER EERE VAN HET HEILIG HART VAN JEZUS OP TE DRAGEN.
Do mis is het grooto sacrificie dor nieuwe Wet, ingesteld om aan God, aan hot Opperwezen, den verschuldigdon eere-dionst te bewijzen. Dit sacrificio, lor eere van Jozus'Iïart opgedragen, is voor ons hot middel om God oneindiglijk to eoron, vooral indien wij het voor ons nog trachten heilzamer en verdienstelijker te maken, door de manier met welke wij het bijwonen.
•1° Daar tegenwoordig zijn mot een levendig geloof, eenen diepen eerbied, eenogrooteaandachtigheid. Deengelen zelf, aan den voet des altaars neèrgekniold, wonen het bij met eeno heilige vrees.
2° Ons hart vereonigen met het aanbiddelijk Sacrificie dat Jezus'Hart aan zijnen hemelschen Vader opdraagt.
8° Denken, dat wij als op den Calvarieberg staan, en dat Jezus-Christus het sacrificie zijns lijdens daar vernieuwt, en nogmaals zijn Hart voor ons opent.
4n Hem verzoeken, ons do verdienste van dit sacrificie toe te passen, met in onze harten eeno groote lieldo voor zijn aanbiddelijk Hart te ontsteken.
ill
OSFSMXG DER H. iu:S. 1 lö
Men kan het sacrificie der mis tot verschillende 2;nden opdrogen; bij voorbeeld, alhoewel wij het opdragen ter eere van Jezus'IIart, kunnen wij het ook opdragen voor allen, lie ons dierbaar zijn, voor onze ouders, vrienden, iveldoenen vijanden: met een woorc, voor allen voor wie wij verplicht zijn to bidden.
Eindelijk kan men het opdragen voor de zielen die lijden in liet vagevuur: de mis is hetsacrificie der levenden en de,quot; dooden, en Jezus'IIart staat open voor allen.
GEBED.
A'machtige God! het sacrificie der mis, dat het sacrificie bij uitstek is, wordt opgedragen om de grootheid van uw wezen te eeren; doch, om het aangenaam ;e maken voor uwe oogen, draag ik 't u op, lot Je «r ?a mei de gevoelens van het aanbiddelijk Hart va;i uwea Goddelijken Zoon; hij zeifis de priester ea he.', siacai-offer, dewijl hij zich zeiven tot uwe eer opoffert op onze altaren. Ik volsta echter niet met u Je;1.ai on te .!ragen, ik moet mij zeiven nog opdragen met hem. in niet zijne offerande de offerande van mij zeiven ve re enigen : de offerande van mijnen geest, om ai zijne gedachten; de offerande van mijn hart, om al zijne gene-gi'i-h 'den te heiligen; de offerande mijner zinnen, om ze aan de boetvaardigheid te onderwerpen; Je offerande eindelijk mijns levens, om mijne ballingschap ie eindigen, wanneer het u zal believen.
Aanbiddelijk Hart! u zelf draag ik dit Goddelijk Sacrificie op, om u de eer te bewijzen Jie ik u schuldig ben; ik draag het u op, om uwe onuitsprekelijke volmaaktheden te vereeren; ik draag bet u op, om u ie bedanken voor al de gratiën, waarmede gij zoo dikwijls mijn hart overladen hebt; om u vergiffenis te vragen voor al de ongetrouwheden, de lauwheid, de traagheid van dit hart voor u; om vau u de uieuwe gratiën te
jlG OEFENING DER H. MIS.
vragen, die ik noodig heb, en vooral de gratie uwer heilige liefde.
Gelief dit sacrificie gunstig te ontvangen, mij er de verdienstenen vruchten van toe te passen, en het sa-crilicie van mijn hart, in vereeniging met het uwe, te aanvaarden.
ANDERE OEFENING
OM DE MIS TE HOOREN ALS BIJ OVERWEGING, TER EERE VAN flET H. HART VAN JEZUS.
Deze methode beva't meer aan die godvruchtige zielen, die liever overwegingen doen en eenen vrijen loop geven aan hare gevoelens, dan in kerkboeken te lezen en zich van mondgebeden te bedienen.
De mis wordt verdeeld in vier deelen: het eerste deel, van liet begin tot het evangelie; het tweede, tot de elevatie; het derde, tot de communie; het vierde, tot hot einde.
In het eerste deel, wordt hot Hart van Jezus beschouwd en vereerd als biddende en zuchtendo, van toen zijn lijdon naderde tot in don liof dor Olijven.
in het tweede, wordt het Hart van Jezus beschouwd en vereerd als verootmoedigd en vernederd voor de verschillende rechtbanken van Jerusalem tot aan zijne geoseling.
In het derde, wordt het Hart van Jezus beschouwd en vereerd als lijdende en den geest gevende op hot kruis.
In het vierde, wordt het Hart van Jezus beschouwd en vereerd als verborgen en begraven in het graf.
LIEFDERIJKE GEVOELENS OM ZICH ONLEDIG TE HOUDEN ONDER DE MIS.
Eerste Deel. — Van het begin tot het evangelie.
Het Hart van Jezus-Christus biddende en zuchtende. — Gij bidt, gij zucht, beste Zaligmaker ! uw Hart vloeit over van droefheid en smart: wat a.' redenen
OEFEXixr. m;n i:. mis. 147
van zucbicn hebt gij niet! Al, wat yij ziet, iiedrooltuw Hart, en stort het in eene zee van liitterheid.
De betreurenswaardige staaf, waarin de wereld ge-braciit is; de misduden, de buitensporigheden, waaraan de menschen zich overgeven; de vloed van boosheden, welke de aarde overstroomt; zoovele zielen, die dagelijks verloren gaan en in de hel vallen; de eer van uwen henielschen Vader versmaad; het naderen van uw bitter lijden; dejiulteloosheid uwer passie voor zoovele zondaars, die, ondanks al uw gestort bloed, niet te min zullen verloren gaan: dit alles is voor u eene bron van droefheid en gezucht.
Ik zelf', o mijn God ! ik zeil ben er eene nieuwe oorzaak van; gij zucht over mij, gij zie! den droevigen staat mijner ziel, mijne lauwheid, mijne nalatigheid, mijne ongetrouwheid en wederspannigheid, de afwezigheid van droefheid om die te beweenen, van zorg om mij te beteren, het gevaar waaraan ik mij blootstel om in dien elleudigen slaat te sterven; gij zucht er over, en ik trek het mij niet aan ; gij zijl liedroeld, en ik ben ongevoelig. Ik moest mijn leven in zuchten en tranen doorbrengen, en mijn hart geeft zich aan uilge-latene vreugde over.
Wat nog drooviger en strafbaarder is, in dien staat van ellende, komt mij, om er uit Ie geraken, niet eens het gedacht van mijne toevlm ht te nemen tot het gebed.
Hart van mijnen God! gij bidt, en ik kan niet bidden; ais ik bid, bid ik zoo slecht, met zoo weinig aandacht, met zon weinig gevoelen en vurigheid, dat mijn gebed niet verdient lol den troon uwer barmhartigheid op te kPmmen. Mijn God! leer mij bidden; dat ten minfte, in aanzien van het sacrilicie, dat ik u opdraag, mijn gebed aangenaam weze in uwe oogen. .Ia, mijn God! in dit heilig vertrouwen, bied ik de hulde van mijn gebed aan, voor de zaligheid
ifs oefkmng der h. mis.
mijnci' ziel, wier ellende gij ziet, ea wier uiterste nood u bekend is.
Ik draag u insgeli jks mijn gebed op voor wie ik gehouden ben te bidden; voor mijne bloedverwanten, maak dat wij meer door de banden der gratie dan door de banden des bloeds vereenigd zijn; voor mijne vrienden, wees gij zelf bet vereeniglngspunt en de band onzer vriendschap; voor mijne weldoeners,geef bun honderdvoudig weêr al het goed, dat ik van hen ontvangen heb; voor mijne vijanden, overlaad hen mei uwe gralien, ik verlang geene andere wraak.
Ik bid nog. o mijn God! en ik bid u inzonderheid voor de Kerk. mijne gelielkoosde moeder; voorden Pans van Home en alle zielenherders; voor den Koning van ons land, en voor al de vorsten die over volkeren en rijken zijn aangesteld. Stort over all.'n uwe overvloedige zegeningen uit; geef hun allen dezelfde gevoelens.
Hart van Jezus! dat bidt en zucht, ik aanbid u en bezweer u, de vereeniging mijner gebeden met uwe zuchten Ie aanvaarden.
Hart van Jezus! dat zucht en lijdt, ik aanbid u en bezweer u, dat heilig gezucht in mijn hart te doen outsiaan.
Hart van Jezus! dat uzelf als eene olferande aan uwen hemelsehen Vader opdraagt, ik aanbid u en bezweer u. mij met u op te dragen.
Tweede Deel. —Van het Evangelie tot de E'levatie.
Het If'irt van Jezus veroolmoedigtl en vernederd.— Wel welken stroom van bitterheid is uw Hart gelaafd geworden, zoete Zaligmaker! met welken vloed van vernederingen overgoten! Van rechtbank tot rechtbank, dat is, van versmading tot versmading voor alle
OEFENING DEK H. MIS. 149
j reclilprs, uwe vijanden geworden, geleid, ot liever ge
sleurd, a!s een slaaf cebonden en gekneveld; als een nrsdad'ge bescbuld gd ; als een booswicht, een volks-, verleider, een stoorder\an de openbare rust gevonni d
cu veroordeeld.
Bij Caïpbas, wordt gij aan de bespntlingen, do ver-smadingen overgegeven van eene bende soldaten, die u op het onwaardigste mishandelen; daarenboven ontvangt uwe wang dien onteerenden kaakslag, de bloedigste der versmadingen bij demensehen.
lüj Herodes, wordt u uit spot een wit kleed omgehangen, om u als een dwaas en uitzinnige te doen doorgaan voor ganseh zijn hoi'.
lüi PilaUis, in vergelijking gesteld met eenen eerloo-zen boosdoener, z'et gij met droefheid, dat deze boos-wicht, deze eerlooze de voorkeur heeft boven u.
D ior al de straten van Jerusalem gesleurd, hoort gij de beschimpingen, de versmad:ngen, de vermaledij-dingen van eene talrijke en woeste menigte.
O Koning der beerliikheid! welk een vloed van vernederingen voor uw Mart! maar ook welke wonderbare deugden spreidt gij hier ten toon! Welke zachtmoedigheid! welk geduid! welke liefde! gij bidt voor die u bedroeven en vervolgen.
D't sacrificie van uw Hart was er noodig, aanbiddelijke Zal'gmaker! het was nood'g om de eer van uwen versmaden Vader te herstellen, om den hoogmoed van ons verstand te vernederen, om de verfoeilijke opgeblazenheid onzer harten te beschamen, om ons de onschatbare waarde der vernederingen Ie doen begrijpen, om ons in uw lijden een treilend voorbeeld te geven, waar wij niets konden tegen inbrengen. lieden nog, in welken staat bevindt gij u op onze altaren, uitliefde tot ons ?
En wal te verwonderen en te betreuren is, o ni'jn God! in weerwil van een zoo trelfi nd, zoo aandoenlijk
);;0 OEFENING DEI'. H. MIS
MPorDcekl, b'ijl'l tie Ijouvaaid glitid slceds heeisclien iu ons; lioo veraclitelijk is niet onzt; ijdollioid, eigenliefde, gevoeligbeid en lichlgeranklheid in hel punt van eer. quot; Mijn Goddelijke Zaligmaker! wat heb ik mij hierin niet te verwijlen ! Ik zoek de achting en goedkeuring alleen der menschen, alsof de uwe mij niet voldoende ware. Ik kan voor n niets lijden, niets uitstaan, daar gij alles voor mij geleden heht; de minste vernedering maakt mij mistroostig en neerslachtig; mijn geest verzet zich, mijn har! wordt gram, mijne ziel is ontsteld; een lalharlig en onwaardig menschelijk opzicht doet mij mijnen pliehl en hoogste belangen verraden. Is dit uw leerling zijn, en u voor mijnen Meester en mijnen God erkennen? Zult gij dan alleen, o mijn Goddelijke Zaligmaker! den kelk der vernederingen moeten drinken! Neen, mijn aanbiddelijke Meester! ik zal hem met u drinken, hem uit uwe hand aannemen, en in uwe verootmoedigingen deelen ; ontbreekt mij de moeo om de vernederingen op te zoeken, ik zal len minste mei onderwerping aanvaarden wat gij mij zult overzenden; van nu af aan, offer ik u mijnen hoog-m'oed en mijne ijdellieid op, om mij met u in uwe vernederingen te vereenigen.
Mocht de natuur klagen, de eigenliefde zuchten, ik zal altijd uw voorbeeld voor oogen hebben. Ik zal uwe gratie a:smeekcn, en die Goddelijke gratie, in uw Hart geput, en in mijn hart overgegoten, zal mij den kelk uwei vernederingeii kostbaar, ja troostelijk maken; een drupp. l zijner hilierheid zal mij aangenamer zijn, dan al de bedrieglijke en zond'ge vermaken dezer blinde ei. bedorvene wereld: U'«( is hij schoon, de kelk dien ik drink (XXII, 5)!
O Hart van Jezus! met smaad verzadigd, laat mij ook uii uwen kelk drinken.
O Hart van Jezus! in eene zee van smarten verzonken, overstroom mijn hart met mijne tranen.
oi;fi:mgt;g ueii ii. mi?-. 1'jl
in o Hart van Jezus! iu eenen afgrond van vemede-
le, ringen gestort, roei mijne eigenliclcle en mijnen hoogmoed uil.
•in _
i'S
Je Dürde deti. — Van de Elevatie tot de Communie des
ar priesters.
ig
r- Het Ilarl van Jezus lijdend en stervend op het
I; kruis. — Hel was noodzakelijk, o mijn God, dat gij, na
■t uw Hart aan alle vernederingen prijs gegeven te heb-
it ben, ook uw lichaam aan alle l'olteringen prijs gaaft.
n Tol welken slaat zie ik u gehracht in uwe smartelijke
e geeselingl Men bindt u a::n eene kolom, slaat u zonder genade, de slagen regenen op uw maagdelijk lichaam;
ii gij slaat daar gekneusd, verscheurd, met wonden over-
i dekt; gij kru pt als een worm over den behloeden
3 grond, gij baadt in uw bloed; en ondertusschen houdt
i men niet op met slagen en met u te doen onderslaan
t al, waartoe de wreedheid, de woede eu de haal be
kwaam zijn.
Maar, terwijl uw lichaam zoo deerlijk gepijnigd wordt, o mijn God ! welke gevoelens bezielen uw Hart!
Gij lijdt met verduldigheid, gij onderwerpt u aan uwen hemelschen Vader, gij draagt hem uwe pijnen op, gij vraagt hem de vergiffenis onzer zonden, gij aanschouw t u als een slachtoffer voor onze zaligheid; gij ziet met gelatenheid, met troost, zelfs met blijdschap die slroomen bloeds vloeien, opdat onze misdaden daarin mogen gewassclten worden, en de stem van dit bloed ten hemel rijze, om voor ons genade enbarm-liartigheid te verwerven.
Gij lijdt alles voor mij, o aanbiddelijk Hart! en ik wil niets lijden; de minste pijn valt mij te zwaar; ik vrees lol den naam van pijn en lijden ; ik ben ten uiterste
\
OEFEM.\G DKB II. .MIS.
bezorgd voor mijn lichaam en diens gemak; ik ontzie het, zonder te denken dat het een zondig lichaam is, dat ik tot de strengste boetvaardigheid moest veroor-deelen. Ach, Ileere! zie ik dan niet, dat, naarmate ik mij verwijder van het lijden, ik uw lijden vergroot, daar ik hot onnuttig maak tot mijne zaligheid!
En dan, wat gij in uwe wreede geeseling lijdt, o mijn goede Zaligmaker! is slechts als het begin van uwe smarten; uw sacrificie moet voltrokken worden. Ik zie u, beladen met uw kruis, den Calvarieberg opklimmen: gedoog, Goddelijke Zaligmaker! dat ik u, met den geest, op uwe bloedige stappen volge. Wat zie ik, groote God! en welk verbazend tooneel schildert mij het geloof! Een God die lijdt, een God die sterft, een God die sterft uit eene overmaat van smart, een God die sterft uit liefde van hen, die hem doen sterven! Wat kan ik zeggen, bij zulk gezicht en kan mijn hart de gevoelens uitdrukken, die het vervullen?
Ach! met welke welsprekendheid houdt gij ons op dit kruis de groote waarheden des geloofs voor, die gij ons verkond gdet! Hoe treffend doet gij mij de grootheid der onverbiddelijke rechtvaardigheid Gods, de voortreffelijkheid en de waarde onzer zielen kennen, maar bovenal, de boosheid en de gruwelijkheid der zonde, de strengheid en de afgrijselijkheid der straffen, die haar in de eeuwigheid wachten ! En mijne zonden zijn het, o Hart van mijnen God, die gij op het kruis beweent en verfoeit; mijne zonden zijn het, die u daarop gebracht en genageld, die uw blosd vergoten, uwen dood veroorzaakt hebben.
En ik sterf niet van droefheid aan don voet van uw kruis! ik zal mijne zonden in mijne tranen en mijn bloed niet wasschen, ik zal zelfs mijn leven zonder weenen en zuchten doorbrengen, zonder mij ooit het ongeluk te verwijten van mijnen God vergramd, zijne smarten veroorzaakt, en mij voor zijn gestort
oefening der ii. his. iü3
t/je bloed en zijnen dood verantwoordelijk gemaakt te heb-
i is, ten.
or- Uw Hart staat nog voor mij open op het kruis, o mijt
, jjc God! uwe armen zijn uitgestrekt om mij met goedheid
ioi cn liefde te ontvangen, indien ik met rechtzinnigheid
en leedwezen tot u wederkom.
ijn Nog alle dagen vernieuwt gij op onze altaren, op
lve eene onlilocd go wijze, het bloedig saerilieie, dat gij
cje eenmaal op den Calvarieberg hebt opgedragen; dit sa-
a: crilicie juist draag ik uop, gelijk gij zelf het opdraagt
aan uwen hemelschen Vader; gedoog, d;it ik bij uwe offerande voege de offerande van mij zeiven, en inzon-iij derheid de offerande van een rouwig cn vernederd
hart: zulk hart vraag ik u, om het u op te dragon ; l(( bereid gij zelf de offerande, opdat zij waardig en ia
t staat zij u opgedragen te worden.
•t
vierde deel. — Van de communie dfs priesters tot het einde der mis.
I/el Hart van Jezus in het graf verlorgen en begraven.— Eindelijk, Goddelijke Zaligmaker! ligt uw li-cliaam in het graf; dit is de laatste der ellenden van het menselulom, die gij moest onderstaan in deze wereld; de vernederingen en de smarten moeten u vergezellen tol in het graf. Welke sla it! welke vernedering voor eenen God! Inde wereld zijn, alsof gij er niet waret, verborgen in don schoot der aarde, omgeven met de schaduwen des doods, tot de vergetelheid veroordeeld in het land der duisternissen, tot eene volkomene ontblooting van alles gebracht; het graf zelf, waarin hij rust, is het zijne niet, hij had het voor-zeid: de wilde dieren hebben hunne holen, en de Zoon des menschen heeft niets om zijn hoofd op te rusten. Maar in dit verblijf der dooden, heeft hij nog al zijne
!.ji OU l;.M\ü blill II. MiS.
deugden, zijne gelatenheid, zijne onderwerping aan zijns Vaders bevelen, zijne volslrekle verwijdering van de wereld, zijne volkomene overgeving aan de Voorzienigheid, zijne nauwe vereeniging met God.
Groot voorbeeld, dat hij ons ter navolging geeft! De heilige Panlus zegt dat wij gestorven zijn, en dal ons leven met Christus verborgen is in God (Coloss. Ill, ö). Ja, mijn Goddelijke Zaligmaker! in uw graf zelf, zal ik de gevoelens van uw aanbiddelijk Hart gaan putten, de onthechting van de wereld, het vergeten van de wereld, het slerven aan de wereld en aan mij zeiven, de niel'gheid der menschelijke dingen, de liefde tot de afzondering en de inwendige eenzaamheid, de nauwe vereeniging met God, die bij mij alles zal vervangen, wanneer ik, met hart en geest, voor u alles zal verlaten hebben.
)J:t zijn, omijn God! de gevoelens van mijn hart: ik vernieuw ze in deze mis, en draag zo u op, in vereeniging niet de uwe : gelief ze in mijne ziel te drukken en Ie bewaren, zoolang ik zal leven, en laat ze mij bijblijven lot in het graf.
Dan, o aanbiddelijk Hart van mijnen Zaligmaker! gij'zult niet allocs te midden der vernederingen, der pijnen en smarten zijn; na zoovele beproevingen en gevechten, w achlte ueen glorierijke staat in den hemel: verwinnaar uwer vijanden, zegevierende over de we-reld, den dood en al de machten der hel, zijt gij in den school der heerlijkheid ingetreden, welke gij door mve verdienslen verworven hadt: thans in den hemel verheven, aan de rechte hand uws hemelschen Vaders gezeten, ontvangt uw Hart het rechtvaardige loon zijner werken, het zwemt in eene zee van wellusten, en geniet het g.'luk dat God zelf geniet, llait van mijnen God! ik verheug mij in uwe heerlijkheid en zege; zou ik ooit eenig aandeel mogen hebben in uwe heerlijkheid en geluk ? Alleen door u en uwe verdiensten kau
OLFKMAG ru:u 11. .MIS. j.JD
ik zulks hopen en verdienen. Ik vraag hel u, door de kracht van het groot sacriücie dat ik u opdraag. Gij hebt u voor mij op uwe altaren geslachtofferd, leid mij eens uwe heilige tabernakelen binnen, om u daar met uwe uitverkorenen eeuwig te loven. Tot onderpand van dit geluk, gelief in den hemel den zegen te bekrachtigen, welken de priester op aarde geeft, in den naam des Vaders, des Zoons, enz.
Deze methode van mis hoeren heeft vier zeer kostbare voordeelen;
1° Men volgt den priester, re gansche mis door; dit is de heiligste en de verdienstelijks;e wijze om daar tegenwoordig te zijn.
2° Men vereert het Hart van Jezus in al de staten waarin hij zich bevonden heeft gedurende zijne passie.
gt; Men neemt de inwendige gevoelens van dit aanbiddelijk TTcirt aan, en men tracht er zich naar te voegen.
4° Op deze wijze, wordt de mis eene soort van overweging, van inwendig gebed, dat zeer nuttig en zeer heilzaam is.
Voegen wij hier hij, dat, bijaldien men in deze mis wil communiceeren, de gevoelens, dio men gewekt heeft, eene voortreiïelijke voorbereiding zullen zijn tot dit roemrijk Sacrament, en in de dankzegging kunnen voortgezet worden.
Daarom hebben wij het begin en den oorsprong dezer gevoelens slechts aangegeven, en aan eenieder de zorg overgelaten om ze volgens zijne godvruchtigheid voort te zetten eu te voltrekken.
0 K K s T !•: UJ K E COM lil LM E.
1° De geestelijke communie volledigt de werkelijke communie.
2° Zij kan eene bron van groote gratiën worden, wanneer de begeerte des harten groot is.
3° Vooraleer deze begeerte op te vatten, moet men eeno akte van berouw verwekken»
4° Men moet zich inwendig vereenigen met al degenen die
oefening nr.n n. mis.
wc-rkcliik comtmmicecrpn. Jczus-Chrislus zal het aangenaam
quot;ijke' Mmmui^e dasel'jks ; men kan ze zelfs meermaleP daags doen.
gebed.
Wat verlat?gl mijn liart vuriglijk, o mijn God ! u heden te ontvangen en tot r.we heilige tafel te naderen Wal kan ik anders verlangen in deze wereld, dan met u veroenwl lezijn, o Bron des levens! Alhoewel nnjne bezigheden en mijn stand zulks bnletlon, zij kunnen toch niet beletten dat ik zulks opreclitelijk en vui.gl.jk
Daar gii de opperste meester zijt der gratiën, die gij uitdeelt, vergunt gij ze in alle tijden, op alle wijzen: kom derhalve in mijn hart, dat zich opent om u ten minste geestelijker wijze le ontvangen. Gelukkig zij, die heden aan het Sacrament uwer liefde kunnen deelachtig zijn! Ik ben hun geluk niet waardig, maar ik verlang vurglijk deel te hebben, en in de gevoelens, die ze u opdragen, en in de gunsten, die gij hun toeslaat; mijn hart en geest zijn met hen vereemgd om u alle eer te geven, waartoe wij bekwaam zijn.
Kom dan in mijne ziel, om mijn troost, mijne sterk-to mijn steun le wezen in dit tranendal, waar ik zucht verre van u; elk oogenblik haak ik naar hel geluk van bij u le zijn, en van mijn harl, door oenen heiligen, Gmldelijken band, met het uwe vereenigd le zien; deze vereeniging zal de waarborg zijn der eeuwige vereeni-ging, waartoe alle harten geroepen zijn.
KOVENL TER EERE VAN JEZLS'llArf.
NOVENE TER EERE VAN JEZUS'HART.
WELKE MEENINGEN MEN KAN HEDBEN, ALS MEN DEZE NOVENE ONDERHOUDT.
Deze meeningen kunnen zeer verschillend zijn, doch moeten altoos voor doel hebben het heilig Hart te eeren.
Men kan eene novene onderhouden, 1° om Jezus' grootheden te eeren, met geen ander inzicht dan van hem aangenaam te zijn en zijne eer te bevorderen;
2° Om zijne deugden na te volgen, en inzonderheid die, welke iiij boven do overige heeft liefgehad, de ootmoedigheid, de zachtmoedigheid, enz.
3° Om voor zich zeiven eenige bijzondere gratie te bekomen: bij voorbeeld, de sterkte om eenen hartstocht te bevechten, de genade om eene bekoring te overwinnen, om eenen zaligen dood te sterven, enz.
4° Om eene bijzondere gunst uf te smeeken ten voordeelo van iemand die ons dierbaar is;
öo Om, in eenen tijd van beproeving en moeielijkheden, in eene groote droefheid, die ons overvallen is, de gratie te verkrijgen ten einde die te verdragen en in den zin van God aan te nemen.
Eindelijk eenieder kan ze opdragen naar gelang der omstandigheden en noodwendigheden, waarin hij zich kan bevinden.
WELKE GEBEDEN MEN ONDER DE NOVENE KAN BEZIGEN.
De meening eens quot;s astgesteld zijnde, kiest men de gebeden, die men stiptelijk onderhoudt.
Men kan alle dagen de litanie of de getijden van het heilig Hart lezen;
Mis hoeren, en zich zeiven als eene offerande aan dit Goddelijk Hart, dat zich voor ons heeft geslachtofferd, opdragen;
157
I.'i8 NOVENE TEH EERE
Het heilig Sarramont bezoeken, om zijne volmaaktUeden te aanbidden en zijne hulp te ■verzoeken;
Gedurende den dag, zijn hart door verzuchtingen, of schietgebeden , tot hem verheffen;
Zoo nog, negenmaal het Glorie zij den Vader herhalen ter oere van de heilige engelen, en zich vervoegen met de aanbiddingen en de eerbewijzen die zij het heilig Hart toebrengen.
Men zou ook, den eenen dag, de opdracht, en den anderen dag, de eerboete kunnen doen, welke de twee hoofdzakelijke oefeningen zijn dezer godsvrucht.
WELKE WERKEN VAN GODVRUCHTIGHEID HEN ONDER DE NOVENE MOET VERRICHTEN.
1« Beloven, vooral deze negen dagen, allen vrijwilligen tegenstand aan de gratie, allo voorbedachte ongetrouwheid te vermijden, welke dit heilig Hart zou kunnen bedroeven.
2° Lezen wat voor eiken dag aangewezen is.
3»Eenigander goed werk doen, als vasten, aalmoezen geven, zieken bezoeken, enz. en dat opdragen aan dit aanbiddelijk Hart.
4» Vooral, te zijner eere eomrauniceeren, en op de dagen, dat men de sacramenten niet kan ontvangen, ten minste de geestelijke communie doen.
Andere oefeningen staan op bet einde dezer novenen ; men kieze wat meest overeenstemt met onze bijzondere godvruchtigheid en noodwendigheden.
Het voornaamste is de navolging der deugden van dit aanbiddelijk Hart: hierdoor zal men liet best '/ijne eer bevorderen en zijne gunsten bekomen.
Kan men deze novene met verscheidene personen te zamen onderhouden, dan zal zij nog heilzamer wezen, de gebeden krachtdadiger, en de gratiën menigvuldiger.
Verscheidene personen, aldus in het heilig Hart van Jezus vereenigd, zullen als brandende kolen zijn, die elkander ontvlammen in de nabijheid van dezen Goddelijken gloed.
vas jezi s'hart.
gebed vóór de novene.
Aaolvdilclijk HartIk begin eene novene IJ ter eere; gelief ze mot gunstige oogen te aanschouwen, en uwe overvioedigste zegeningen er over uit te storten. Ik verlang ze te doen met al de gevoelens, die liet geloof, de godvruclitigheid, het betrouwen kunnen ingeven.
Bijaldien de gralie, die ik vraag, tot uwe eer en mijne zaligheid dienstig is, bezweer ik uwe onuitsprekelijke goedheid mij die loe te staan; maar voorziet gij in uwe oneindige wijsheid, dat eene andere gratie mij voor-deeliger moet wezen, zoo laat ik alles aan uwe Goddelijke Voorzienigheid over, die alles voor hare eer en mijne zaligheid ten besle zal beschikken. Ik stei al mijne belangen in uwe handen, o mijn God! en vooral in uw aanbiddelijk Hart; gij weet beier wat voor mijn grootste welzijn noodig is. Ik verlang niets dan in deze wereld uwe gratie, en in de andere mve heerlijkheid.
AARD DER GODSVRUCHT TOT JEZUS'llART, EN WAVRIN ZIJ BESTAAT.
Deze godsvrucht is eene oefening van godsdienstigheid, tot voorwerp hebbende hel heilig Hart van Jezus, en voor einde, hem de verschuldigde eer te bewijzen.
Vier bemerkingen zijn noodig, om een juist en nauwkeurig denkbeeld Ie geven van deze heilige gods-vrueht.
Eerslebemerhing. — In alle godsvrucht betrekkelijk de heilige menschheid van Jezus-Christus, zijn twee verschillende voorwerpen : één uitwendig en stofielijk, een inwendig en oiislollelijk. Zoo is, in de vereering
100 NOVENE TER EERË
win het Kruis, het stoffelijk voorwerp liet Kruis zelf, en 1
het onstoffelijk, de Verlossing door hel Kruis bewerkt;
in de godsvrucht lol de vijf wonden van Jezus-Christus, 7'0^
hel uitwendig voorwerp, de wonden zelf, hot inwendig, ^10
de pijnen, die zij Jezus veroorzaakt hebben. Evenzoo we
is hel gelegen met de godsvrucht waarvan bier spraak Sal
is: bet stoffelijk en uitwendig voorwerp is bet hei- ''''
lig Hart van Jezus, Hart, gelijk aan bet onze, en na- w0
tuurlijker wijze beschouwd; het onstoffelijk en inwendig lt;,n
voorwerp is de overgroole liefde, waarvan dit heilig sc'
Timede bemerking. —• In deze godsvrucht moet Je- 11
integendeel, bet moet altijd aanschouwd worden als •'
nauw vereenigd met de ziel, den persoon, de Godheid 7
van Jezus-Cbrislus; derhalve bepaalt zich de eer, welke '
dit aanbiddelijk Harl bewezen wordt, niet bij dit stof- '
lelijk Harl, maar zij strekt zich, terzelfder tijd en onverdeeld, uit lot de ziel, den persoon en de Godheid zelf van Jezus-Chrislus; het stoffelijk Hart is, wel is waar, het oorspronkelijk en onmiddelijU voorwerp van dezen eerdienst, maar deze eerdienst gaat verder, en belrefl al, wal Jezus-Chrislus loebehoorl, al wat met zijn Harl vereenigd is, en mei hem een onverdeelbaar en onafscheidbanr geheel uilmaakt. Deze opmerking is in deze slof van het grootste gewicht.
Derde bemerking. — Hieruit volgt, dat, wanneer men van dit Hart spreekt, men waarlijk, wezenlijk en letterlijk kan zoggen : Hart van eeneu Gcd, Goddelijk
V'
VAN JE/.I S' M UST. 161
' en Halt, Hart waarin de vnihsld dor Ooillioid verblijft;
rid- want, even als men in de andere godvruchtigheden
tus zogt; Kruis van oenen God, Wonden van eencn God,
(I jggt; Bloed van eonpn God, zoo moot men hier waarlijk,
izoo wezenlijk on letterlijk zeggen: Hart van oenen God,
aak ganscli Goddelijk Hart, dat bij gevolg den eerdionst,
lei- de aanbidding, do buide verdient, welke bewezen
na- wordt aan den persoon van Jezus Christus, aan do
dij. Godheid zelve, aangezien het onverdeelbaar en onaf-
ilil scheidbaar met hem vereenigd is.
eze Vierde bemerking. — Hieruit zal men gemakkelijk
lan het verschil opmaken tusschon deze godsvrucht en do
am godsvrucht lot het aanbiildolijk lichaam van Jezus
-a,! Christus in bet heilig Sacrament des altaars; bet ver-
ge schil immers bcUvlt te gelijk èn bet voorwerp èn de
le_ liewoegroden èn het einde dezer eerdiensten. 1quot; Hot Voorwerp is verschillend; de eerste godsvrucht eert
e- alleen het aanbiddelijk Hart van Jezus Christus, zonder
an eenige bijzondere betrekking tot do overige doelen zijns
s; lichaams; en de tweede eert het ganscho lichaam van
ils Je/.us-Christus onder de gedaanten van brood en wijn,
itl zonder eenigo bijzondere betrekking tot zijn Hart.
ie De beweegredenen verschillen: de beweegredenen om liot heilig Hart van Jezus te eeren, zijn de liefde, die
!_ liet den monschen toedraagt, ton einde daarvoor dank-baar te zijn, en de ondankbaarheid der monschen, die
js liet versmaden, ten einde die te herstellen; integen-
n deel, de beweegreden der godsvrucht tot bet heilig
n Sacrament, is de bongo waardigheid van dit aanbiddo-
it lijk vloeseb, dat, uit hoofde zijnor vereeniging met hot
r Woord, de aanbdding der engelen en dor menschen
,waardig is. Dit is zoo waar, dat deze godsvrucht, gansch en boel, zou bestaan blijven, wanneer zelfs Jezu--Christus nooit oenige versmading zou ontvangen hebben in dit verheven Sacrament, waar hij altijd do openbare blijken onzer eerbiedigheid ondankbaarheid
II
162 novi-.m: ter eere
voor zijne Goddelijke tegenwoordigheid in onsmidaeu
zou verdienen.
Om nu lol de toepassing over te gaan, besluiten wij uit het voorgaande, 1° hoe heilig, wel gegrond, voor-deel'g en Goddelijk do godsvrucht lot het heilig Hart is; en wat kan in den godsdienst grooter, heiliger, voor-deeliger. Goddelijker zijn, dan het Hart zelf van eenen God, en de gevoelens die ons aanzetten om het te eeren ?
2° Dientengevolge, wolken ijver, welke bereidwil-I gheid, wolke vurigheid moeten wij niet hebben om deze godsvrucht le omhelzen, ten einde deel te hebben inde gratiën en zegeningen, die zij in overvloed bevat \o( r al degenen, die haar bijzonder en oprecht ver-Me. ld zi.'n?
5° Welke troost voor ons, bij het verscheiden, onzen geest te mogen geven in het heilig Hart van Jezus, en welke reden om te hopen, dat die God van goedheid, ons gedurende ons leven eene plaats bespaard hebbende in zijn llarl, ons bij den dood ook nog eene plaats zal willen geven in zijn hemelsch rijk!
Oefeningen. —Aanbidden wij de inzichten Gods, die aan de menschen veropenbaard worden in de tijden en naar de wijze, in de geheimen zijner voorzienigheid bepaald.
2quot; Detoonen wij hem onzen dank voor al de gunsten welke hij ons,bij middel dezer genadenreke godsvrucht, heeft gegeven.
öquot; Wezen wij hem dankbaarvoor den ijver, waarmede wij haar zullen aannemen en verspreiden.
iquot; Verlangen wij uit ganseher harte deelachtig te nu gen worden aan de onuitsprekelijke weldaden, welke zij in de zielen le weeg brengt.
5° Sporen wij, zooveel liet in onze macht is, de anderen aan, om deze gevoelens aan te nemen, en om met ons deze zeo we' g gronde, zoo heirge en zalige godsvrucht te omhelzen.
■gt;
[ell VAN JKZÜS' HART. 103
wjj OKFEKING VAN AANBIDDING EN VAN LOFSPRAAK TOT
nr_ li KT HEILIG HART VAN JEZUS.
■or- Oolniociligli.jk voor uneergeknield, o Hart van mij
len nen God! kom ik u mijnen diepsten eerbied, mijne
ii ? Iioogaehl iiig, mijne aanbidding en al do gevoelens mijns
•il- harten belnigen; om hoevele redenen ben ik u die niet
mi verschuldigd?
ion Ik aanliid u, o heilig Hart! van alle eeuwigheid he
rat stemd om hot meesterstuk van Gods handen en liet
T- wonderwerk le wezen zijner almacht, zijnor wijsheid
en goedheid.
en Ik aanbid u, o heilig Hart! in de volheid dor lijden
rn met de heiligste, de volmaaktste, de God aaiigonaamslö
d, ziel vereenigd, die er geweest is, zijn zal, en zal kun-
:le non zijn.
al Ik aanbid u bovenal, o heilig Hart! persoonlijk ver
eenigd mot hot Woord Gods, en daarom zelfs met al ie ziine onuitsprekelijke volmaaktheden omkleed, welke,
■n door deze vereeniging, u in eigendom toebehooron,
e- dewijl de volheid der Godheid zelf in u verblijft.
ik aanbid n, o heilig Hart! juist om deze veroeni-n ging, hol waardigste voorwerp van Gods welbehagen,
t, alleen bekwaam om «ijne oogen le vestigen, zijne liefde
uit te lokken, en hem oenen echten aanbidder in goesl e en waarheid aan le bieden.
Ik aanbid u, o heilig Hart! in de Goddelijke werkin-e gen, voor dewelke gij geschapen wierdt, en die alleen
e bestaan in hol onophoudend branden van de zuiverste
en hevigste vlammen der Goddeli jke liefde, heilig vuur, j dat gij op aarde zijt komen ontsteken.
s Ik aanbid u, o heilig Hart! oneindiglijk boven alle
t geschapen wezens verheven, door de instorting van
alle hemelsche gaven op eene onuitsprekelijke wijze geheiligd, mot de zuiverste, verhevenste, volmaaktste
101 NOVENE TER EEKE
gevoelens bezield, vermits in u niets kon zijn, dat de \ci
majesteit vau het Opperwezen niet waardig ware. tui
ik aanbid u, o heilig Hart! die, op eiken stond , en zie
door de geringste uwer bewegingen, alleen meer hebt an
bijgedragen tot de eer van God, dan al de overige schep- ee;
selen samen zouden kunnen doen gedurende een mil- ec
lioon eeuwen, en door al de heiligste, de volmaaktste m,
werken die zij voor hem zouden kunnen verrichten. qj-
In u, o Goddelijk Hart! zijn alle hemelsche schalten
vereenigd; gij zijt de onuitputbare bron aller goederen, ]o
de oorsprong aller deugden, de verhevene troon van i,, Gods grootheden, de zetel der liefde bij uitstek; gij
alleen zijt voor de Goddelijke Rechtvaardigheid een ü waardig slachtoffer geweest, alleen bekwaam om haar
te verzoenen en te bevredigen; om al die redenen zijt 7
gij het waardigste voorwerp van den 'eerdienst, de ach- j
ting en de eeuwige aanbiddingen der menschen en der r
O Jezus, aanbiddelijke Zaligmaker! die voortreffelijkheid uws Harten, gedurende uw sterfelijk leven, moest van de menschen gekend zijn, maar zij was zoo duidelijk niet veropenbaard als heden , nu zij het voorwerp scner bijzondere godsvrucht is in uwe Kerk; deze gunst bespaardet gij voor deze laatste tijden, wanneer, door eene overmaat uwer oneindige liefde, het u behaagd heeft de onuitsprekelijke rijkdommen vau uw Goddelijk Hart op eene bijzondere wijze aan de menschen te doen kennen. Wees eeuwig geloofd en gebenedijd voor zulke barmhartigheid, en gelief mij daaraan deelachtig te maken, met mij toegang te verleenen in dit zoete heiligdom.
Gewaardig u, o heilig Hart van Jezus! mij, hoe onwaardig ook, onder het getal uwer getrouwe aanbidders aan te nemen. Ik kniel voor u neder met de diepste eerbiedigheid, waar mijn hart bekwaam voor is. Ik erken met vreugde en bewondering uwe waardigheid
VAN .IRZIIS HART.
en grootheid; ik zouu het opperste eerbewijs, dat gij ■verdient en u toekomt, willen geven: maar in de overtuiging, dat do vereeringen mijns harten niets, of, door zich zeiven, u onwaardig zijn, draag ik u op, om mijne armoede en mijne onmacht te hulp lo komen, al de eerbetuigingen, al de lofzangen, die gij ontvangt en eeuwig zult ontvangen van wege de heiligen en dc he-melsche geesten. Ik draag nog iets waardiger aan u op, de eerbewijzen van het Hart uwer Goddelijke Moeder, alleen bekwaam om u naar waarde te eeren en te loven, zooveel een enkel schepsel zulks verraag: op hare verdiensten steunende, draag ik mij geheel en gauscb aan u op; u ter cere zij al wat ik hen, al wat ik ben, van nu tot in der eeuwigheid.
Aan het heilig,- Goddelijk, aanbiddelijk Hart van Jezus, het heiligste, het beminnelijkste, het eenigst aanbiddelijke aller harten, zij eer, lof, dank betoond in de gansche wereld, op de volmaaktste wijze, met de vurigste gevoelens, door alle schepselen, gedurende alle eeuwen en allo eeuwigheid. Amen.
HOE ZEKR JKZCS' HART DE MENSCHEN REMIND HEEFT.
Om naar ons vermogen le begrijpen, hoezeer .lezus-Christus de menschen bemind heeft, hebben wij slechts dezen Goddolijken Zaligmaker in den loop zijns levens te volgen, en te zien waartoe hem zijne liefde voor ons gebracht hoeft.
Beschouwen wij zijn Hart in den schoot zijner Goddelijke Moeder, en wij zullen zien dat de liefde hem in dien staat van vernedering en vernietiging gebracht heeft; in de wereld zijnde, maar gansch onlxgt;kend, om
165
16G novene ter eere
ons de afzondering, do stilzwijgendheid, de vergctel- I
heid te leeren, in de wereld moetende leven, maarzoo op
onbekend, als onze staat zulks kan toelaten. om
Beschouwen wij zijn Hart in zijne geboorte, en wij diquot;
zullen begrijpen dat de liefde hem in de armoede, de g'-'
behoeftigheid, het gebrek aan alles heeft doen geboren U;
worden, om ons de onthechting der aardsche goederen, bi
het gevaar der rijkdommen en der lijdelijke schatten te v.
leeren, gewone bron van al de hartstochten en misda- pl
den, die onze harten van de liefde Gods eu het verlan- ^
gen naar de eeuwige goederen aftrekken. d
Beschouwen wij zijn Hart in gansch zijn werkdadig 1'
leven, en wij zullen erkennen, dat de liefde hem tot al r
die vermoeienissen, zorgen, werkzaamheden, gebeden, I
gezucht en gekerm heelt doen besluiten, alleen begaan '
zijnde met de zaligheid onzer zielen: als een teedere herder, loopende achter de verloren schapen; als een liefdadige geneesheer, de zieken genezende, de bedroefden bijstaande, de beschermer, de toeverlaat, de troost wordende van al wie ongelukkig was; in één woord, zich altijd en alom gansch en geheel opofferende om alle menschen voor God te winnen.
Beschouwen wij vooral zijn Hart in het Sacrament des altaars, en wij zullen de grootheid zijner liefde bewonderen, die hem heeft aangezet om dit aanbiddelijk Sacrament in te stellen. Na eenigen tijd onder de menschen verbleven te hebben, moest hij hen verlaten om tot zijnen Vader terug te koeren; maar zijne liefde wilde nooit van hen gescheiden zijn; hij iaat liuu dus zijn Hart in het eigenlijk Sacrament van liefde, om met hen te zijn, met hen te leven, zelfs na zijnen dood, alsof hij hun zeide: Mijne kinderen, ik ga tot mijnen Vader weêr, doch u verlaten zal ik niet; ik zal niet zichtbaar maar toch wezenlijk bij u zijn; ik laat u mijn Hart met al zijne gevoelens; bewaart het als het kostbaarste onderpand mijner liefde voor u.
VAN JEZÜS'HART. ffgt;'
!tel- Bijaldien wij eindelijk hel Hart van Jezus Christus
'^00 op den Kruisboom aanschouwen, zullen wij andermaal overtuigd worden, dat zijne geheiligde zijde minder
wij (i001. ju ]aiiSj dan wel door zijne liefde is doorstoken
de geworden. Hierdoor heeft hij ons eenen ingang tot zijn
ren Uarl willen verleenen, en ons verzekeren d it dit aan-
en, biddelijk Hart voor ons altijd zou openstaan, wanneer
1 te -wij ons tot hom zouden willen wenden, en eens sehuil-la- plaats zoeken in al da toestanden en gevaren des levens, in- waarin wij ons zouden kunnen bevinden. Aldus worden de woorden van d 'ii welbem'nden leerling lettcr-
lig lijk bewaarheid, die zegt d it Jezus-Christus de zijnen
al gedufende zijn leven, teederlijk bemind hebbende,
n, hen nog met meer liefde, met meer vurigheid beminde
in op h.'t oogenblik van zijnen dood (Joann. XIII, I).
re O menselien, die deze wonderwerken ziet en in uw
n midden bewaart 1 bedenkt, overweegt, besehouwt met
i- aandaehl, of er ooit eene liefde was gelijk aan de liefde,
e welke het Hart van Jezus-Christus u betoond heeft, en
n waarvan hij u nog op de altaren, tot het einde der eeu-
2 wen, het levend onderpand heeft achtergelaten.
Doch merken wij vooral op, dal, in deze verschillige staten, waar Jezus' Hart voor ons heeft willen gebracht worden, hij zich niet tevreden heeft gehouden met ons eene liefde van enkele genegenheid en van gevoel te betuigen, maar dat hij ons zijne liefde heeft getoond door de wezenlijkste, de werkelijkste bewijzen, zich zeiven overleverende en opofferende, ja stervende voor do belangen onzer zaligheid. Willen wij hem dus wederliefde betoonen, laten wij die niet enkel doen bestaan in woorden, in teedere en liefderijke gevoelens; maar om hem eene rechtzinnige liefde te bewijzen, moet men werken aan den dag brengen, en hem die toonen door daden. Dalen wij daarom in de diepte van ons eigen hart neder, want daar verblijft de liefde, en daar moet zij werken.
1C8 KOVENE TEU EEliE
1quot; Zuiveren wij ons liai't van allo zonde, en nemen slee
wij er volslrekl alles uit weg, wat dit aanbiddelijk en n,i.i
overlieilig Ilail zon kunnen m'sliagen. heb
2° Overwinnen wij onze driften, tlio een eeuwigdu- ''-el
rem) beletsel zouden zijn aan de Goddelijke liefde, en 1,1,0 een verderfelijk vergift, dat in ons alles zou ontsteken.
3quot; Beveeliteu wij onze kwade neigingen, als afkeer, vei'
opvliegendheid en liclilgeraakllieid, welke de natuur iu 1
ons verwekt; zoo lang die in ons leven, kwiint de God- tlat
■iquot; Redwingen wij vooral onze eigenliefde, dien ver- er
foeielijken afgod, die in ons hart altaar tegen altaar n'1
epi* ehl, en die de Goddelijke liefde door de liefde van s'u
.1quot;linkkon wij ons los van al wat geschapen, wat ver- i'1
gankeliik is, opdat de liefde Gods alleen in ons hart m
6» Achten wij ons gelukkig, voor God iets te mogen J'1
Jijden, c. ne opofïcWng te mogen doen : de ware liefde H;
wordl slechts door opofferingen gevoed. U
Zoo doende, zullen wij kunnen zeggen dal onze har- m
ten God benrnnen, of ten minste, dat wij hem recht- vi
z'nii]ghjk verlangen te beminnen; en gevoigelijk hopen zi
eene plaats te hebben in zijn aanbiddelijk Hart, h
h
AKTE.-V VAN LIEFDE E,\ ÜITSTOHTIJiGEN DES HARTEN TOT S
VAN JEZUS* HART. 169
slechts verdiende vernietigd te worden; want wat baat mij het leven, zoo ik niet leef voor u? N'ogtans hoelang heb ik niet met waarheid kunnen zeggen, dat ik niet leefde, omdat mijn hart u niet beminde? O! dat waren droevige dagen, toen ik u niet toebehoorde! O! gelukkig oogenblik, wanneer ik zal beginnen u aan te kleven, om van u nooit meer gescheiden te worden.
II. Ontvang, o aanbiddelijke Zaligmaker! een hart, dat tot u vveêrkomt, dat zich aan u wil geven en slechts voor u wil ademen. Gelief er bezit van te nemen, om er te heerschen, en heerschen niet zulk gezag, dat niets, wat geschapen is, u hetzelve kan ontnemen; sluit er den ingang van toe aan al, wie er anders dan met u en door 11 zou willen binnen komen. Ja, mijn Goddelijke Zaligmaker! zoo iemand mij vroeg om in mijn hart te mogen komen, zou ik hem antwoorden; Mijn hart behoort mij niet meer toe, het behoort aan Jezus-Christus alleen; ik heb het onverdeeld aan zijn Hart opgedragen, en ik zal 't hem nooil terugeischen. Het staat vast, o mijn God! ik vraag op aardeniets meer dan uwe liefde, en ik ben voornemens u die te vragen tol den laalsten snik mijns levens. Maar wat zeg ik? o God van goedheid! gij, ja gij zelf vraagt ons liart, alsof het voor ons nog geene eer genoeg ware, het u te mogen opdragen. Aeli! ik geef het u van dezen stond af, met al zijne gevoelens en voor gansch mijn leven.
Aanvaard dit hart dan, aangezien het u moet toebe-hooren; maar geef het mij nooit weer; ik moet het mistrouwen, als het in mijne handen is; maak gij liet vast, bind het aan u voor altijd, zuiver zijne genegenheden, verwarm zijne koudheid, beziel zijne traagheid, verlevendig al zijne gevoelens, of liever breng liet geheel en al in het uwe over, opdat het brande van dezelfde liefde, waarvan gij zelf brandt.
III. van mijnen tlod ! zelel (Ier zuiverste liefde,
170 NOVENE TER EERF.
heiligdom der gratie, bron des levens, levend fillaar van het waarachtig sacrificie, ik aanbid de heilige bewegingen die u onophoudend bezielen; wees eeuwiglijk bemind en aanbeden; dat al de schepselen, die op aarde zijn, u deze aanhoudende hulde van lof en van liefde bewijzen.
In u. Goddelijk Hart! hebben begonnen, en zijn ons bekend gemaakt geworden al de geheimen onzer verlossing; in u, weldadig Hart! gaan nog dagelijks alle harten de gevoelens putton, die God en zijne liefde waardig zijn; uit u, aanbiddelijk Hart! verspreidt zich de liefde, als eene hevige vlam, over alle harten, om ze door een heilig vuur te ontsteken; in u, barmhartig Hart! putten de zondaren de gratie der verzoening, de rechtvaardigen de kostbare gaaf der volharding, de godvruchtige zielen den voortgang in de wogen der rechtvaardigheid, de lauwen de vernieuwing hunner godsvrucht.
IV. O aanbiddelijk Hart! mocht mijn hart het Goddelijk vuur, dat u verslindt, gewaarworden! Eilaas' ik heb u niet bemind; misschien is er geen dag in mijn leven, waarop ik u bemind heb, zooals ik u moet beminnen; wanneer dan zal ik u beminnen, en u eenige .vergelding geven voor mijne verleden ongetrouwheid? Heilig Hart! wees het eeuwig voorwerp mijner liefde, do grondslag mijner hoop, het vereenigingspunt van al mijne genegenheden; dat ik voor u geslachtofferd worde, gelijk gij dagelijks voor mij geslachtofferd wordt in het verhevenste uwer mysteriën.
O Jezus! zuiver mijn hart, maak het waard'gom de gevoelens van het uwe aan te nemen; de liefde, die ik u toedraag, zij, voorgansch mijn leven, de allerreinste, de allervurigste, de onbaatzuchtgt;gi-te, de standvastigste; laat mij, stervende, het offei' mijns harten in vereeniging met het uwe voltrekken, en van dit aanbiddelijk, beminnelijk Hart het geluk verkrijgen
VAN JEZUS' HART. 171
van hot te beminnen, te aanbidden eu Ie loven gcdu-rende de ganscbf eeuwigheid. Amen.
DE VERSMADINGEN WAARAAN JEZUS ZICH BLOOTSTELT MET ONS ZIJN HART TE GEVEN.
Do Verlosser der wereld was uit den hemel op do aarde gedaald voor onze zaligheid; hij had zich met ons veroenigd: en, behalve de zonde, ganseh aan ons gelijk geworden, met onze sterfelijkheid omkleed, onze rampen gevoelende , aan ouze ellenden onderworpen , had hij gausch zijn leven docrgobracht in het leed, in het werk, in de pijn ; alvorens op een kruis te sterven, had hij ons het kostbaarste onderpand, het blijkbaarste bewijs zijnor liefde gegeven, mei het aanbiddelijk Sacrament des altaars in tc stellen, en ons in dit Sacrament zijn Hart achter te laten, om nog onder ons te verblijven, zelfs wanneer het niet moer leefde in deze wereld.
Na al, wat hij voor de monsehon gedaan engeleden had, waaraan kan hij zich van hunnentwege venvachten, zoo niet aan de levendigste dankbaarheid, den vu-rigsten ijver, de tooderste liefde? Maar neon, aanbiddelijke Zaligmaker! in stede van al die zoo billijke, zoo natuurlijke gevoelens, vindt uw Hart in de monsehon niets dan ganscli tegenstrijdige gevoelens, dat is, de zwartste ondankbaarheid, do pijnlijkste versmadingon.
Wat beeft, inderdaad, Jezus'Hart niet geleden in hot Sacrament zelf zijner liefde sedert diens instelling, en wat zal het daar, in het vervolg der eeuwen, nog niet lijden?
En eerstens kan men zonder verwondering, zonder afgrijzen, al de buitensporigheden herinneren, waaraan de ketters zicb togon dit Sacrament hebben overgeleverd? Zooveel kerken afgebroken, zooveel altaren
1 72 NOVENE TER EERE
omgeworpen, zooveel dienaren van den levenden Gcd vermoord; en wat nog afgrijselijker is, de heilige hosties zelf onwaardiglijk uit de tabernakelen gehaald en misdadiglijk onder de voeten getrapt; hebben die venijnige ketters overal geene droevige gedenkstukken gelaten hunner goddeloosheid en woede? Welke pijnlijke wonde voor het aanbiddelijk Hart van Jc/.us-Christus 1
Hebben ten minste de geloovigen, de Katholieken, door hunnen ijver, hunne godvruchtigheid, hunne vurigheid, hem al deze versmadingen trachten te vergoeden? Eilaas, o Heere! kunt gij aan ons zeiven dit al te billijk, maar pijnlijk verwijt niet doen, dat gij eertijds deedl door uwen profeet (Isa. I, 2); Indien mijne vijanden alleen tegen mij opgestaan waren, daar had ik mij kunnen aan verwachten ; maar hebt gij, mijne leerlingen, mijne kinderen, gij, die ik in mijn Hart droeg, hebt gij de maat mijner droefheden niet gevuld, met aan mijn Hart nieuwe versmadingen te doen lijden in het Sacrament zelf, waar het voor u verblijft?
Op hoevele manieren wordt, inderdaad, Jezus' Hart niet beleedigd in dit onuitsprekelijk Sacrament? Laten wij dit onderzoeken, om er voor God bitterlijk over te weenen.
Het wordt beleedigd, dit heilig Hart, door de koudheid en de onverschilligheid van zoovele christenen.
Vindt het Hart van Jezus vele harten, die zijne be-minnelijkheden waardeeren, door zijne liefde getrolfen worden, van dankbaarheid voor zijne weldaden doordrongen zijn, die dikwijls aan hem denken, zijne grootheden overwegen, zijne eer en roem ter harte nemen?
Het wordt beleedigd, dit aanbiddelijk llait, door de vergetelheid en do soort van verlatenheid, waarin het is in onze tempels: gaat men het dikwijls aanbidden, bezoeken, de verschuldigde eer bewijzen? Men bezoekt zijne vrienden, men viert zijne Ix'snlsermers, men
VAN JEZL'S' IIAItT. 175
kwijt zijne plichten opzichtens de grontcn dezer wereld: Jezus-Christus is, om zoo te zeggen, verlaten in zijnen tempel; uren, dikwijls gansche dagen gaan voorbij, zonder dat een enkele ware aanbidder zijn hart komt aanbieden aan het Hari van Jezus, altoos gereed om ons te ontvangen.
Het wordt beleedigd, dit Goddelijk Hart, door de oneerbiedigheden, de onzedigheden, de ongeschiktheden, waarmede men in zijne heilige tempels verschijnt; men komt daar binnen zonder geloof, zonder godvruchüg-heid, wat zeg ik? het is alsof men er slechts kwame, om dien God van majesteit, die er woont, nieuwe ver-smadingen aan te doen: verstrooide geesten, verdwaalde ongen, bedorvene harten, onbetamelijke gesprekken.
O mijn God! is het een wereldsch huis of liet huis des Allerhoogsten ? De engelen, de seralljnen bedekken er hun aangezicht met hunne vleugelen, uit eerbied voor n, en sterfelijke menschen durven er zich zoo on-waardiglijk gedragen!
Wat zullen wij nog meer zeggen, en zullen de menschen hunne ondankbaarheid jegens het Hart van Jezus-Christus nog verder drijven? Het wordt nog beleedigd, dit aanbiddelijk Hart, ja versmaad door de misbrniken, de ontheiligingen, de heiligschenderijen, die bedreven worden in zoovele onwaardige communiën, waar misd.idige zielen de euveldaad van den eer-loozen Judas vernieuwen, waar strafbare zielen het bloed van het Lam onteeren, Jezus-Christus in zijnen heiligen persoon versmaden, er. alzoo, volgens de uitdrukking van den Apostel, die er over ontrust was, hun oordeel eten en drinken (I Cor. XI, 59), dat is, eene oorzaak van doemenis en dood vinden in hetgeen eene bron van zaligheid en leven zijn moest.
O hemelen! staat verwonderd, en gij, hemelsche geesten, weent bilterlijk tusschen de voorzaal en het
1 ' 1 MIVLNE Tl; 11 KERK
altaar, bij hot zien der buitenspor'gheden, die den gruwel der verwoesting plegen tot in de heilige plaats. Hier komen geene woorden meer te pas, hier moesten o\er\loedige tranen, ja bloedige tranen gestort worden over zoovele gruwzaamheden.
ÜKFKMNG TKR HERSTELLING VAX DE VEHS-MADLNGKIS', AAN JEZUS* HEILIG HART TOEGEKRACHT.
Aanb'ildelljke Zaligmaker! gij toont ons hier dat Goddelijke Hart nog, geheel brandende van liefde tot ons, en overvloeiende van die edelmoedige goedheid en barmharfgheid, waaraan wij onze verlossing te danken hebben; dit zelfde Hart heeftonze ellenden zoo levendig gevoeld, is voor onze zonden zoo wreedelijk gepijnigdquot; en heeft zoovele begeerten gevormd voor ons geluk • dit Hart heeft zich voor ons aan zoo hevige droefheden overgegeven, heviger in uw inwendig lijden, dan in de uitwendige folteringen, waaraan uw lichaam onderworpen werd. In d;t Hart, als in haar middenpunt, hebben al de genegenheden dor ziel zich vereenigd. Al de doodelijko droefheid, die gij gevoeldet in den hof der Olijven, al hel verdriet, dat de verlatenheid uws hemel-schen Vaders u veroorzaakte op het kruis, al de wreedheid en afgrijselijkheid van uwen woêrgaloozen doodstrijd, dit alles was uitsluitelijk de kelk uws Harten; het lag verzonken in eene onmeetbare zee van bitterheid. O! wie ware bekwaam den toestand uws Harten, mei zoovele pijlen doorstoken, levendig genoeg af te schilderen? Welke Christen, boe versteend en ontaard, kon zijn roedel jden, zijn leedwezen, zijne droefheid wederhouden, dezen zoo droevigen, zoo drukkenden toestand aanschouwende?
Ellaasl indien men, zonder bewogen te worden, niet kan zien, boe uw gebenedijd lichaam in de passie ge-knsusd, verscheurd, met bloed en wouden overdekt;
VAN JEZUS' HAKT. 173
noch hoc uwe handen en voeten, uit liefde tot ons, mot nagelen doorboord worden; indien men niet moede kan worden die te aanbidden, en mét zijne tranen te bt-sproeicu, — hoe zou men dan, zonder getroffen en met de levendigste gevoelens van droefheid bevangen te zijn, kunnen zien dat uw aanbiddelijk Hart met zoo wrocde pijlen wordt doorboord en aan zoovele doode-lijke benauwdheden prijs gegeven ? Hadt gij het kunnen denken, aanbiddelijke Zaligmaker, dat de menschen ongevoelig zouden zijn aan het lijden van uw Hart, en dat deze strafbare menschen op onze altaren do versmadingen zouden vernieuwen, die gij op den Calvarieberg uitstondl, en dat, insteue van den verschuldïgdeu dank, gij b.j hen slechts ongevoeligheid en ondankbaarheid zoudt ontmoeten? Eilaas! zijt gij nog dagelijks aan geene belced'gingeu en misachtingen bloolg. steld? Van eenen kant, loochent een gedeelte der christene wereld, in de ketterij vervallen, uwe w ezenlijke tegenwoordigheid in dit hoogwaardig Sacrament, en brengt alzoo aan uw Goddelijk Hart den gevoeligsten hoon toe, dien men aan een beminnend hart toebrengen kan, daar men de bewezen weldaad weigert te erkennen; maar, dientengevolge, tot welke buitensporigheden hebben die menschen, door de dwaling verblind, in hunne versmading tegen uw heilig lichaam, zich niet laten vervoeren? Deze herinnering doel ons nog huiveren. Neen, nooit gaf de hol aan de joden zooveel haat, zooveel woede in tegen u, dan deze ketters tegen het Sacrament uwer liefde gepleegd hebben.
O Jezus 1 voor ons in het bijzonder hebt gij deze bloedige versmadingen geleden; gij voorzaagt zo, toon gij dit aanbiddelijk Sacrament instoldet; gij hebt cru vrijwillig aan blootgesteld: moest gij n dan, van onzen kant ton minste, aan geene wederliefde vorwaehton? Maar eilaas ! ontvangt gij van ons geene misschien bitterder mishandelingen? Neen, aanbiddelijke Zalig-
176 NOVKNK 'fi:i\ EKIIK
maker! door gocne ongeloovigen, joden en ketters alleen wordt uw Hart thans versmaad; de katholieken zoll', die uw volk en uwe kinderen willen genoemd word; n, schijnen zich met uwe vijanden te vereenigen, cm de maat hunner misdaden en uwer smarten te vullen ! Ach, Heere! hoe verslagen en verbaasd moet do geli'omveziel niet staan, wanneer zij overweegt al, wat gij Ie lijden hebt in dit Sacrament zelf, dat gij alleen insleidet, om ons uwe liefde te tonnen; maar hoe moet ik gesteld zijn, o mijn Gnd! wanneer ik nadenk, dat ik zelf ongelukkig genoeg ben geweest, uwe drool held le veroorzaken door de ondankbaarheid, de oneerbiedigheid, de vergetelheid, de verlatenheid, de heiligschen-dingen misschien, waaraan ik jegens u plichtig ben?
Minnelijke Zaligmaker! wiens Hart nog openstaat om mij te ontvangen, scheld mij de vergetelheid, waarin ik geleefd heb, van uwe goedheden kwijt, alsmede helmisbruik, dat ik gemaakt heb, van de onuitsprekelijks te uwer weldaden; vergeef mijn weinig geloof, mijne ongevoeligheid, mijne weinige vurigheid en ijver om uw aanbiddelijk vleesch en uw kostbaar bloed te nulten. Vergeef mij, dat ik, zoo slecht voorbereid, lot de Sacramenten ben genaderd; ontvang de rechtvaardige herstelling, die ik verlang le doen, voor al do misslagen, die ik begaan heb tegeneen S.xrament, waar gij mij niets dan gevoelens van liefde betoont. Ach! verga mijn hart, indien het ongevoelig moet blijven aan uwe liefde en aan het kostbare onderpand, dat gij er mij van geeft; maar neen, o Heere! het zal niet gezegd zijn, dat mijn hart altijd ondankbaar zij jegens uw aanbiddelijk liarl. Heilig Hart van mijnen Goddelijken Zaligmaker! mijn leven lang zal ik weenen over mijne ongetrouwheden; ik zal u bovenal beminnen met de hulp uwer gratie, ik zal u eeren uit alle mijne krachten, ik zal geen grooter verlangen hebben, in het oord mijner ballingschap, dan van mij
VAN JEZUS' HART. 177
dikwijls met u te vercenigen op aarde, om eeuwig mei u vereenigd te zijn in den hemel!
JEZUS* HART IS VOOR ONS DE 11 RON ALLER GENADEN.
Wal de heilige Paulus zeide van God den Vader, kunnen wij wel met recht /.e^g.'ii van Jezus-Christus: Hij, die zelfs zijn eigen Zoon niet heeft yespaard, maar hem voor ons allen heéfl overgeleverd; hoe heeft hij ons niet ooU alles met hem geschonken (Uom. VIII, 32)?
Zeggen wij dat ook van Jezus-Christus; Hij, die ons zijn Hart niet heelt geweigerd, maar het ons heelt gegeven zonder voorbehouding, hoe zou hij ons met zijn Hart ook niet alle gaven vergund hebben? en wat kan men weigeren, als men zijn li;.rt geelt? ligt hierin het zekere onderpand niet van al de overige gunsten?
Inderdaad, het Hart van Jezus is voor ons de zekere en altijd blijvende bron van alle grat:ën ; het is daar de oorsprong, de schat, de vervulling van; gratiën voor alle staten, vooralle omstandigheden, vooralle tijden; kunnen wij iets verlangen, dat in dit aanbiddelijk Hart niet te vinden is? en wat kan ons dit Goddelijk Hart weigeren, zoo wij het hem vragen met het heet verlangen van het te bekomen, en met de oprechte meening van er vrucht meê te doen?
Hel aanbiddelijk Hart van Jezus-Christus kan in den schoot der Kerk aanschouwd worden, nagenoeg als de zon in dit uitgestrekt heelal; de zon, overal hare slralen werpende en haren weldadigen invloed doende gevoelen, stort overal te gelijk den overvloed, volgens de gesteltenissen des gronds, dien zij door hare hitte verwarmt, de kruiden, de bloemen, de vruchten, al de poederen, waarmede de aarde bedekt is, voorlbren-
12
178 NOVENE TEn EE US
gcncle; evenzno ïïgt liet gelegen mat hoi aanbiddelijk Hart van Jezus-Cliristus: in den schoot der Kerk geplaatst, als de zon in de wereld, deelt het aan alle harten zijne gaven, zijne gunsten, zijne warmte uit, daar overvloedige vruchten van zaligheid en leven voortbrengende, wanneer zij gesteld zijn om zijnen Goddelijkcn invloed te ontvangen.
Deze bron van genaden is des tc vruchtbaarder en h 'ilzamer, daar zij voortdurend openstaat, en wij alle oogenblikken met vrijheid en betrouwen daar kunnen gaan pulten. Het Hart van Jezus-Chr.'stus is niet g 'lijk liet hart der grooten en machtigen dezer aarde; deze kan men niet altijd genaken; de wegen zijn niet altijd los, de tijden niet altijd gunstig, men moet de gelukk'ge oogenblikken afwachten, om toegelaten te worden; men moet binnengeleid worden, om gehoor te verkrijgen; en hoe dikwijls nog meldt men zich Ie vergeefs aan? Hij Jezus-Christus is hel heel wat anders; alle oog n-blikken zijn goed, alle tijden gunstig; zijn Hart slaat altijd voor ons open; zijne gratiën zijn altijd geroed; hij doet nog meer, hij verzoekt ons zelfs,hij praamt ons om tot hem tit komen, om zijne gratiën te aanvaarden, om ons met zijnen overvloed rijk te maken; hoe grou-ter onze noodwend gheden zijn, des te vuriger is zfn verlangen; hoe dieper onze ellenden, des te kostbaarder zijne gratiën; hij zoekt om zo te kunnen uitstorten, hij vraagt slechls bereidwillige harten, om zich a:.n hen te geven: Komt, Iconpt zomler geld wijn en melk (Isa.IV, 1). Dit had de profeet reeds aang kondigd, toen hij de gelukkige tijden voorzag, die voor ons zijn aangebroken: gij zult, zeide hij, met vreugde komen wateren putten aan de bronnen des Zaligmakers (Isa. XII, 5).
Deze gratiën zijn nng kostbaarder, door de omstandigheden, welke haar wrgezellen. Laten wij hierover de volgende heilzame overweging: n maken, d:e
VAN JEZtSquot; HAHT. 179
onze anndachl, onze dankbaarheid, on al de bewegingen van ons gemoed verdienen.
1° Wie vergunt die gratiën? Een oneindig groote, oneindig machtige, in zicli zeiven oneindig gelukkige God, die ons sleehis opzoekt uit eene overmaat vau liefde tol ons.
2quot; Aan wie vergunl hij die gratiën? aan harlen, die dikwi jls ver van zi jn Hart verwijderd zijn, die duizendmaal zijne gratiën misbruikt hebben, en die zich, alle dagen, zijne gaven onwaardiger maken.
5° In welke gevoelens en op welke manier vergunt hij die gratiën ? met welke goedheid, met welke Melde, welk vurig verlangen naar ons geluk !
Doch voegen wij hierbij; Wien hebben wij die gratiën le danken, dan dit aanbiddelijk Hart, heilzame bron, die steeds overvloeit van gunsten en weldaden? Hoe kunnen onze harten zieh weigerig toonen aan zooveel goedheid?
Wij zouden niet kunnen nalaten, dankbanrheid en genegenheid Ie toonen aan die ons weldoen en onze belangen beharllgen; de geringste bewijzen van goedheid, die wij van de grooten der wereld ontvangen, wekken onze dankbaarheid op; wij bekommeren ons mei al, wal hen aangaat; wij kunnen niet uitstaan, dat men ons van ondankbaarheid jegens den laatslen onzer weldoeners en vrienden verdacht boude; alleen de liefde van Jezus-Chrlstus, de gevoelens van zijn Hart, omdat zij nooit ophouden, omdat zij oneindig zijn, kunnen ons hart niet bewegen, onze liefde niet winnen'; men zou zeggen, dat er geene schande aan is, jegens Hem ondankbaar te zijn.
Welk wonder van goedheid! In weerwil onzer ondankbaarheid en onwaardige gevoelens, blijft zijn Hart steeds open voor ons, zljnegratlën steeds gereed, de uitstortingen zijner barmhartigheid onuitputbaar. Zullen wij zijno liefderijke ultnond'gingen nog langer afwijzen?
T
t
ISO NOVENE TER EERE
Welaan dan, Christenen! laten wij gaan pulten aan die bron; behoeftige harten, laten wij ons verrijken bij dien hemelschen schat; lauwe harten, laten wij vuur en vlam vatten aan dit altijd brandende fornuis; droge en dorre harten, laten wij onzen dorst Icsscben in die heilzame bron; zwakke en kwijnende harten, laten wij sterkte en nieuw leven gaan scheppen in die bron van leven.
Daar verblijft hot op onze altaren, dit aanbiddelijk Hart, dat ons roept, dat ons wacht, dat verlangt ons te ontvangen met geen ander inzicht, dan ons niet zijne gaven te verrijken.
Laten wij er toe naderen met eene diepe ootmoedigheid, bekennende, dat wij ellendig en behoeftig zijn; laten wij er toe naderen met een vast betrouwen, al onzen steun makende op de oneindige goedheid dos Har-Ion van dien üoddelljken Meester.
Laten wij er toe naderen met eene bittere droefheid van een zoo slecht gebruik zijner weldaden gemaakt te bobben.
Laten wij er toe naderen meteen vurig verlangen en conon oprechten wil van er in 't vervolg een heiliger gebruik van te maken.
AKTE VAN lUNKMAHHElO EN GETROUWHEID VOOR RE GRATIËN. DIE HET HEILIG IIAIiT VAN JEZUS ONS GEEFT.
Uw Hart, aanbiddolijko Zaligmaker! is niet alleen het vereeivgMigspunt aller grootheden en volmaaktheden ih zich zelve, het is nog voor ons de bron derovorvloo-digsto gratiën en zogeningon. Dit heilig Hurt was de zetel oa het werktuig van al uwe gevoelens, en vooral van uwe liefde !ol ons; van die edelmoedige liefde, die u al onze ellenden, buiten de zonde, heeft doonaanne-mon; van die vurige liefde, sterker dan de dood, die u allo hinderpalen doet overwinnen; van die teedcre en
VAN JEZUS' HAKT. 181
volstandige liefde, die u het Sacrament des altaars heeft doen instellen, om tot de voleinding der eeuwen met ons te blijven. Derha've is het hlijkhaar, dat aide gratiën, die ons door de kracht van dit onuitspreekbaar Sacrament gegeven worden, in dit aanbiddelijk Hart haren oorsprong nemen; u t dezen oorsprong van zaligheid en leven vloeien al de gratiën van uilboeting, van verzoening, van heiligmaking, waardoor do nieuwe mensch herboren, vergeestelijkt, als vergoddelijk! wordt in u. De Kerk, zij ook in deze hemelsche bron ontslaan, heeft den schat uwer gratiën ontvangen en deelt dien aan hare kinderen uit; SÜ hebt baai' in bet water en het bloed, met haar uit uw Kart gekomen, eene vruchtbaarheid gegeven, die zich tot het einde der eeuwen zal uitstrekken.
Daar zijn dus twee beginsels van leven uit uw aanbiddelijk Hart gekomen: het een wordt aan alle men-schen aangeboden in het Sacrament des Doopsels; het ander wacht aile zondaren in het Sacrament der Boetvaardigheid, of Biecht; in het een en in het ander ligt de overvloedigste bron aller goederen. Deze vinden wij aile in dit Harl, zoo begaan met onze noodwendigheden, zoo mededoogend met onze rampen, zoo ijverig voor onze belangens, zoo vruchtbaar in wonderwerken, zoo mild in gunsten en zegeningen; in dit Hart, dat voor allen openslaat, voor de zwakken, als verblijf, voorde zondaars, als toevlucht, voor de bedroefden, als schuilplaats; allijd gereed om ons binnen te laten, om ons in zijne wonde te beschuiten, om ons ineens, en de hemelsche vlammen, die in brand zetten, en de heilzame waters, die verkoelen, en al de goederen, die ons tot het bezit van het opperste goed voorbereiden, mede te deelen I
O onuitsprekelijke goedheid van eenenGod ! oonc'n-dige milddadigheid zijns Harten! welken dank zullen zij, die met uwe gaven verrijkt worden, u beluigen?
182 NOVENE TER EERE
hoe zuilen zij getrouw genoeg zijn aan uwe gratiën, hoe zullen zij daaraau naar waarde beantwoorden ? zal deze dankbaarheid, hoe levendig ook; deze getrouwheid, hoe groot zij moge wezen, ooit gjëvenrcd'gd zijn aau hel getal, aan de grootheid, aan den overvloed der goederen, waarmede zij, in dozen oceaan van barmhartigheid en genaden, overstroomd worden?
Maar, eilaas! wat zeg ik, o mijn God! vinden deze gratiën, in plaats van getrouwe en erkentelijke, in ons geene ondankbare, wederspannige, ongevoelig.! harten, welke de goederen, die hun met zooveel goedheid aangeboden worden, ten eenen male onwaardig zijn? Ach! Heere, wat hebben wij ons desaangaande niet te verwijten? en aan hoeveel zonden maken wij ons niet plich-tig, opziclitens uwe gratiën?
Wij werken ze tegen, verslonten, bestrijden ze; zell's schijnen wij ze te vermijden en te vreezen, uil gruwel dal zij onzen vrede kwamen storen en ons geweten verontrusten.
En als wij ze aanvaarden, dit geschiedt met lauwheid, lalhartigheid, onaehtzaaniheid; na duizendmaal hel goed, dal zij medebrengen, uitgesteld, verzonden, verschoven te hebben; morgen, morgen, en nooit vandaag, nooit op het tegenwoordig oogenbük, ofschoon wij wel weten, dat de gratie zich kan verwijderen en elders hare fakkel gaan dragen.
Eindelijk als wij ze aannemen, zijn wij daaraan slechts voor eenen korten tijd getrouw; weldra hervallen wij in onzen gewonen wederstand aan zijne Goddelijke stem.
Is het mogelijk, o mijn God! aan deze teekens mijne ongetrouwheden aan uwe gratie niet te erkennen ? Hoe strafbaar heb ik die niet misbruikt? Hoe dikwijls ben ik haar niet wederspannig geweest? Hoelang staat deze barmhartige gratie niet aan de deur van mijn hart, zonder daar binnengelaten te worden? Hoelang
VAN .1 K/.LS' li A UT. 183
praamt zij mij niet, do wereld te verlaten, zekere betrekking le breken, die gelegenheid te schuwen, eindelijk uil dat lauw en nalatig leven, waar ik verkwijn, op te slaan? inzonderheid die opoffering todoen, die ik gedurig weiger, en waaraan mijne zaligheid misschien verbonden is: en ik stel uit, en ik aarzel; en ik bied aanhoudenden wederstand en aan het licht dat mij bestraalt en aan de stem die mij roept.
Gratie van mijnen God! verwijder u niet, om mij in mijnen wederstand to laten stoken; gij zult eindelijk in mij een hart vindon, dat moer aandacht loont aan uwe stom, gevoeg/.amer is aan uwe uitnoodigingen, dankbaarder voor uwe given, edelmoediger om u do opofferingen te doen, welke gij van hem zult vragen; en, om dit zoo krachtdadig, als mij mogelijk is, te bevestigen, zie hier, o mijn Goddelijke Zaligmaker! do heilige voornemens die ik maak en die ik u opdraag, tor oore van uw aanbiddelijk Hart, in eenen geest van dankbaarheid en getrouwheid voor de gratiën, die ik or tan ontvangen heb:
1° Ik zal u dikwijls vergiffenis vragen ov r hot droevig misbruik dat ik van uwe gratiën gemaakt heb;
2quot; Ik zal ten uiterste vroezen, opzettelijk le wederstaal! aan de gratie en hare heilzame werkingen;
3° Ik zal bijzonderlijk acht nemen op zekere meer ongewone gratiën, die grootero gevolgen kunnen lieh-bon;
Ik zal u dikwijls verzoeken, mij do ontrouw'glie-den mijns levens in deze wereld te laten uitboeten, on daarvan de straf niet lof namaals uit te stellen;
5° Eindelijk zal ik iedere nieuwe gratie aannemen, als komende uil uw aanbiddelijk Hart; dit zal oono nieuwe reden zijn om daaraan ten eenen male te Iwaiii-woorden.
NOVENE TER EERE
JEZUS' HLRT IS VOOR ONS HET TOONIiEELD ALLER DEUGDEN.
Het spreekt van zeil', dat, bijaldien wij eene ware liefde lot God hebben, wij daardoor alleen de overige deugden hebben zullen, aangezien de liefde Gods het beginsel, de ziel, da volheid aller deugden is. Nu, welk zekerder toonbeeld der liefde Gods zullen wij kunnen vinden, dan het aanbiddelijk Hart van Jezus-Chrislus? Hij leeft van de liefde Gods, hij is alleen bezield dooide liefde Gods, hij ademt niets dan de zuiverste, de vurigste liefde lot God. Gods liefde brengt hem in dieu staat van vernieliging en opoffering; uit liefde tot God slachtoffert hij zich alle oogenblikken op onze altaren; aan de liefde Gods draagt hij al zijne genegenheden, al zijne verlangens en al zijne verrukkingen op; om deze liefde, die hem ontgloeit, in alle harten te ontsteken, is hij op aarde, gekomen, ten einde zij ook van dalzelfde vuur zouden branden: Ik beu gekomen om vuur op de aarde te werpen ; en wat wil ik anders, dan dat het onlstoken worde (Luc. XII, .19)? zoodat, bijaldien wij ons in de liefde Gods willen vestigen, wij ons moeten spiegelen aan de liefde van Jezus-Christus; en deze liefde bezittende, zullen wij alle deugden bezitten: de gelijkvormigheid aau zijnen wil, de getrouwheid aan zijne gratie, de verduldigheid in onze beproevingen, de onthechling der aardsehe dingen, het verlangen naar de hemelsche, de liefde lot den naaste: de liefde Gods bevat alles, en in liet Hart van Jezus vinden wij alles.
Zijn Hart zal voor ons een spiegel zijn niet alleen van alle deugden, maar ook van al de volmaaktheid, al de verhevenheid der deugden; wij behoeven slechts
184
VAN JEZUS' HART. 183
de gevoelens zijns Harten te betrachten, van clan af zullen wij volmaakt zijn en tot al de hoogste deugden opklimmen. Wat is er meer noodig om wezenlijk volmaakt te zijn, dan eene heilige gelijkvormigheid te hebben met het toonbeeld, het beginsel on de bron aller volmaaktheid, dat is, met het Hart zelf van eenen God?
Doch onder de deugden welke dit Goddelijk Hart ons leert, zijn er vooral twee die hij ons, meer dan al do andere, aanprijst: do zachtmoedigheid en de ooimoedigheid; dit is de eerste les, die hij, op de wereld komende, ons gegeven heeft, en die hi j ons heeft willen toonen in zijnen heiligen persoon; Leert van mij! zegt bij, uant ik ben zachtmoedig en nederig van harte (Matlh. XI, 20). Geef acht, merkt do heilige Augustinus op, die Goddelijke Zaligmaker zegt niet; Loert van mij wonderen verrichten, blinden doen zien, kranken genezen, dooden doen opstaan; maar leert zachtmoedig en nederig zijn; hierdoor zult gij mijne gratiën verdienen en mijne oogen op u trekken. Doch neem dit ook in aclil, de oefening dezer zachtmoedigheid en nederigheid aanbevelende, spreekt hij van eene zachtmoedigheid en eene ooimoedigheid des harten: ]Vant ik ben zachtmoedig en nederig van harte. Neen, men volstaat niet met eene schijnbare zachtmoedigheid, eene ootmoedigheid met den mond, in de manieren, in het gedrag, in wat gezien wordt; er wordt eene inwendige zachtmoedigheid vereischt, eene rechtzinnige nederigheid, die uit het hart komt, die in het hart verblijft, en die in het hart ontstaat, baren invloed over het gansche gedrag, over al de werken des levens verspreidt. Igt;ij God beslist het hart, geeft hol hart vooral prijs en waarde; is dit er niet bij, dan is het slechts een schijn, eene schaduw, eene inbeelding van deugd, maar deugd is het niel.
Eilaas! wat zijn wij, naar deze beginsels oordeelende, ver van het aanbiddelijk Hart van Jezus af! Hebben
IKO xovkNe ïeh eehe
wij in ons hart die inwendige, waarachtige, liondige deugden, die voikomene onthechting der menschelijke dingen, dat vurig verlangen naar de hemelsche goederen, die on breek liare trouw aan de gratie Gods, die volstrekte gelijkvormigheid aan zijnen heiligen wil; die onbeperkte verlatenheid op zijne Voorzienigheid, die volmaakte onderwerping in ons leed, in één woord, al de deugden waarvan Jezus' Hart ons het voorbeeld gegeven heelt?
Maar inzonderheid, slaan wij wel vast in die inwendige zachtmoedigheid die hem zoo lief is, in die ootmoedigheid des harten, welke hij zoo zeer aanprijst ? Toont al die opvliegendheid, die gevoeligheid, die onverduldigheid, die gramschap, diebitlere woorden, die barsche manieren, die scherpe antwoorden, die aandoeningen des harten, wel eene groote overeenkomst in ons met de onveranderlijke zachtmoedigheid van Jezus' Hart? en ten andere, zijn die ijdelheid, die eigenliefde, die genegenheid voor ons zeiven, die lichtgeraaktheid op het punt van eer, die behaag- en beval-zucht, die bezorgdheid voor do achting der menschen, die geheime lust om gezien te worden, om boven aan te staan, om boven anderen uit te steken, — in plaats van ons die heilige overeenstemming met het Hart van Jezus te geven, zijn die in ons geene teekens van een misdadig verschil met hem, en geene gedurige beletsels om deelachtig te worden aan zijne gratiën? Indien, tot zijn Hart ingaande, wij zijne volmaaktheden niet overwegen, zijne gevoelens niet aannemen, zijne deugden niet pogen na te volgen, zullen wij dan met recht op zijne goedheid en gratiën mogen hopen?
Aanbiddelijk Hart van mijnen God! ik meende eene of andere grondige deugd te bezitten, en ik zie met schaamte, dat ik er slechts den nutteloozen schijn van heb; ik zou eenige gelijkvormigheid met uw Hart willen hebben, en ik ben er zoo ver van af. God van
VAN .li-./.LS'IIAltr. I!j7
goedheid! te midden van al mijne ellenden, blijfl cr mij een heilig betrouwen in uwe haraihartigheid over, een vurig verlangen om in uw Hart le geraken, een oprechte wil om aan zijne teedere uilnoodigingen te buani-woordeu, zijne deugden na te volgen, mijn hart lot een waar afbeeldsel van het uwe te maken en in zijne trekken en in zijne heilige gesteltenissen.
Doe mij volharden in deze gevoelens; ik put ze in uw Hart, ik ontvang ze van uwe gratie, ik begeer ze te bewaren tot mijnen dood.
AKTE VAX NAVOLGING DEI! DEUGDEN VAN JEZL's' HEILIG HART.
Ik begrijp het, o mijn aanbiddelijke Zaligmaker! de godsvrucht lo! uw heilig llait beslaat niet geheel en al in leedere en liefderijke gevoelens, noch in enkel uitwendige oefeningen, maar voornamelijk in eene ernstige belrachling der inwendige geslellenissen van dit aanbiddelijk llarl, en in eene aanhoudende poging om, door de navolging zijner deugden, aan hem gelijk lo worden; zoodat wij ons in alles dit Goddelijk voorwerp als den waren spiegel van al onze werken en den be-stendigen regel van ons gedrag voorstellen, ons best doende om de verschillige trekken en slalen over le nemen, waarin het zich aan ons, met geen ander in-zichl, dan om ons lot voorbeeld le dienen, vertoond heefl; de hoofdzaak der ware en vaste godvruchtigheid ligt in de navolging van den God, dien wij eeren (St. August.).
Inderdaad, de trouwe navolging der deugden van uw heilig Hart is le gelijk de zekerste, de korlsle en de volmaaklsle weg, om lol de heiligheid, waarloe gij ons roept, te geraken.
De zekerste w:eg; want in het sink van godsvrucht, moet men niels zoo zeer vreezen, dan het bedrog en de strikken, welke de geest der duisternissen ons kan
188 NO VEN K TER EEliK
spannen, om ons in tiel vordorf te sloi'ten; maar mag meu vreezen zich ooil te bedriegen, wanneer nv.'ii in liet hoogwaardig heiligdom van uw aanbiddolijk Hart binnendringt, om daar te leeren, hoe men ware aanbidders van uwen hemelsehen Vader wordt, en om deelachtig te worden aan die volheid van genaden en heiligheid, welke daar te huis behoort?
De kortste weg; indien wij getrouw en standvastig zijn om die onuitsprekelijke trekken van uw Hart in ons over te brengen, om zijne gevoelens aan te nemen, door deze navolging alleen zullen wij meer vooruitgaan in de wegen der gerechtigheid, dan door eenig ander werk of oefening, hoe heilig, hoe aanbevelend die zou mogen wezen.
De volmaaktste.en verhevenste weg; wat is er heiliger, wat volmaakter, dan zich gelijkvormig te maken met het opperste voorbeeld aller heiligheid en volmaaktheid? Men neemt middelen, men zoekt oefeningen, men leest geboden; dat alles is groot, dat alles is heilig; maar grooter en heiliger zou het nog zijn, in het aanbiddelijk Hart van Jezus-Christus te gaan, er de gesteltenissen van waar te nemen; ach! wat zou men voortgang doen in de wegen der gratie en der volmaaktheid !
Doch wal nog voordeeliger en troostende!' is, deze oefening is niet ultsluitelijk voor eenige meer geestelijke, meer gevorderde zielen; alle geloovigen zijn er bekwaam toe en kunnen er aanspraak np maken, de onwetenden gelijk de geleerden, de eenvoucügsten gelijk de verstandigsten, omdat alles afhangt van de gesteltenis des harten en van het rechtzinnig verlangen om zich gansch en geheel aan u te geven. Wel I nn, d'e de proef willen maken van deze troostelljke waarheid ; zij zullen ondervinden bij zich zeiven, dat de navolging uwer deugden, de gelijkvormigheid met uwe gevoelens een zeer krachtdadig middel is om in weinig tljds tot
VAX JEZUS' HART. 189
dehoogslo volmaalilheid e n do uifslekendste heiligheid op te klimmen.
Derhalve dunkt mij, o wijn Goddelijke Verlosser! op dit ocgenblik deze aangename woorden uit uwen mond te hooren: /ie, en handel volgens het voorbeeld, dat u getoond is geworden (Exod. XXV, -iO). Aanschouw mijn dart, overweeg zijne iinvendige gesteltenissen, be-vlijtig u ten zeerste om al zijne trekken nauwkeurig na te teekenen, bemerk zijne vurige liefde tot God, zijne teedere mededoogemiheid voor de mensehen, zijne vol-komone gelatenheid in de beschikkingen der Voorzienigheid, zijn onverwinbaar geduld in de pijnen en de beproevingen, zijne onveranderlijke zachtmoedigheid jegens iedereen, zijne volstrekte onthechting van de aardsche zaken, zijne brandende zuchten naar den hemel.
Dal is het voorbeeld, dat gij moet navolgen; dat zijn de gesteltenissen, die gij moet aannemen, indien gij wilt aangenaam zijn aan God. Niets is grooter, niets heiliger, niets volmaakter, dan dit Goddelijk Hart, niets is, bij gevolg, uwe navolging en verlangens waardiger.
Ik versta uwe gezegende woorden, o mijn God! ik luister naar de orakelen uwer Goddelijke wijsheid. Eilaas! men maakt het zich tot eer, tot verdienste en plicht, de koningen, de grooten dezer aarde na te volgen, hunne manieren aan te loeren, hunne gevoelens zijn te maken, hunne neigingen na te loven; waarom schrijven wij ons te uwen opzigte dezelfde wet niet voor, o mijn zoete Zaligmaker? Droevige noodzakelijkheid, waarin men zich stolt, van de grooten dezer wereld na te volgen, aangezien zij ons dikwijls gebreken doet aannemen, waarvan dozen ons verderfelijke voor-beelden geven; maar van alle noodzakelijkheden is do zorg, om ons hart naar hot uwe te vormen, de voor-deollgsto, de heilzaamste, de zaligste, aangezien zij ons
190 NOVENE TER EERE
verplicht, ons hart van zijnp ondeugden en gebreken te zuiveren, zijne genegenheden te regelen, zijne gevoelens te volmaken, het tot een voorwerp te maken, waarop de oogen uws hemelschen Vaders met welgevallen nederkomen.
Welk eene ongetrouwheid in mij dus! Welk eene schande voor mij, op zoo groot een voorbeeld nagenoeg mijne oogen niet geworpen, of zoo weinig gevestigd Ie hebben! Welke reden van droefheid cn leedwezen, andere gevoelens, dan die van uw heilig Hart, geacht en gezocht Ie hebben, alsof' er andere gevoelens, dan de zijne, waarlijk groot konden zijn en onze achting waardig!
Ik beken mijne verblindheid, o mijn aanbiddelijke Zaligmaker! en ik word rood van schaamte, als ik zie, lm.- oneindig zuiver uw Hart is, dat eenen oneindigen alkeer heeft van de zonde; en het mijne, onophoudend lol kwaad geneigd, is met duizend ondeugden, duizend gebreken besmet. Uw Hart is zachtmoedig en verduldig, het mijne is driftig, onverduldig en grammoedig, opstuivende om de geringste reden ; uw Hart is vol van liefde tot de menschen, van medelijden met hunne droefheid en ellende, en het mijne is hardvochtig, ongevoelig, enkel met zijne eigene belangen bekommerd; uw Hart is ooimoedig, hoewel met al de volmaaktheden der Godheid zelve bedeeld, en het mijne, ofschoon ellendig en plichtig, is vervuld met ijdeliieid, eigenliefde op , duizenderlei manieren zich zelve wetende vooraan te zetten; uw Hart is vol van ijver voorde eer uws hemelschen Vaders, brandende van zijne heilige liefde, en het mijne is koud en onverschillig voor zijae belangen ; uw Hart is gehoorzaam geweest tot den dood, tot den dood des kruises, en het mijne is misdadig verkleefd aan het leven, en nog aan een zondig leven, waarvoor ik slechls moest ween an en zuchten.
Ach! Heere, het is tijd, dat mijn slecht, mijn mis«
VAN JE ZUS' HART. 191
inilip:, mijn strafbaar hart verandere; (ot uw Hart zelf wend ik mij nm die gratie te vragen en te hekomen.
Gebed. — 0 aanbiddelijk Hart van Jezus! geef mij oen Ijarl, dai niet u en uwe gevoelens overeenstemme; een ootmoedig hart, dat zijne nietigheid kenne en be-minne; een verduldig hart, dat meester zij van zich zelve en zijne onlsteltonissen bedwinge; een liefdadig hart, dal zieli eensanders ellenden aaiitrekke en met bereidwilligheid verlichte; een zuiver hart, dat voor rien schijn en de seliaduw zelf der zonde hang is; een hart, dat de valsche goederen der aarde misachte, en alleen rp de bli jvende goederen des hemels uit zij; eindelijk een hart gansch verslonden door de liefde Gods, waarin zijne bezigheid, zijn geluk en zijn eenigo schat in de wereld gelogen zijn.
JEZUS* IIAiiT IS VOOR ONS Igt;r TROOST I\ Al, ONZE BENU'WDHEDEX,
1» Haar zijn nmslandigheden in het leven, dat wij, tot welken stand wij ook belmoren, in vele benauwdheden, indruk en leed kunnen geraken; heilige en godvreezendo zielen zijn daar niet vrij van, zi jn daaraan zelf meer blootgesteld. Nu bevindt men zich in oenen staat van dorheid en b-proevingen in den dienst van God ; de ziel kwijnt en wordt tot eene neêrslachtigheid, oenen walg gebracht, waarin men niets moor vindt dat aanmoedigt en versterkt; alles, integendeel, valt lastig en pijnlijk; de krachten ontbreken, de aangenaamheden verdwijnen, de bron der inwendige vertroostingen * verdroogd, :iiies dient tot last Pijnlijke '.oesfand! de
192 NOVENE TER EERE
?,it'lpn, wclko hem doorstaan hebben, kennen daar al de
zwarigheid, al de bitterheid van.
Dan, in eenen nogdrocvigeren toestand, is men ten prooi aan eene menigte gevaarlijke bekoringen, dieeene ziel op het schrikkelijkste bevechten; door die verschil-llge bekoringen gedurig aangevallen, ziet zij overal gevaren en afgronden; allo oogenblikken vreest zij te bezwijken onder het geweld des gevechts en het niet te kunnen volhouden tegen de herhaalde aanvallen der vijanden barer zaligheid.
Dikwijls eindelijk kunnen rampen, ongelukken, verscheidene gebeurlenissen des levens onze harten in eenen zeer droevigon staat brengen, in eene zee van allerhevigste smarten storten; daar kunnen zooveel van die builcngowone voorvallen, van die rampspoedige legenhcden konion, dal er niomaml togen bosclmt is; en de gelukkigsten in do oogon dor wereld kunnen op eens van hol toppunt des voorspoeds in de diopie des tegenspoeds goworpon worden. Noemt men in dergelijke omstand'gliodon zijne toevlucht niet tot den gnds-dionst, dan wool mon goonon raad; dogodvruclilighoid en do gratie alleen kunnon sterkte geven.
2« Welnu, ik zog, dat wij voor die benauwde toestanden, in hot aanbiddelijk Hart van .lezus-Cliristus eenen zokoren, eenon vasten troost vinden, eenen troost b kwaani, om ons i]i al onze moeielijkliedon te ondersteunen.
1, In onze wa'glngon, beproevingen, dorheden, zul-lon wij tol dil h;'ilig Hart gaan, als tot onze schuilplaats; wij znllon h m zlt;'gg 'n met eene heilige vrijheid en een voikomon belrouwon; Hart van mijnen Goc', aanbid-dol jk Hart van .lo/.us, gij ziel hoe ellendig ik gesteld b n, zonder smaak, zonder kracht, zonder leven in uwen heiligen dienst; ik weet noch waar, noch wat ik ben; ik vai uil zwakheid, ik kwijn weg van luvohteloos-heid; h 'b m ■dolijden met mijne ziel, zei mijne ziel en
VAN JK/CS' HART. ICS
mijne gevoelens ievemligheid bij. Ik heb verdiend, dal weet ik, van uwe gaven en gunsten beroofd te worden; ik heb opgehouden u ge!rouw en dankbaar maar gij hebt niet opgehouden go ■(! en barmhartig Ie zijn; opi'ii mij uw Harl, en beziel weder h t mijne; de hulp, die ik u vraag, zal alleen gebruikt worden cm u beter te dienen; uwe goedffld zal mij die niet weigeren.
De slem onzer klachten en onzer droefheid zal ongetwijfeld het Hart van Jezus trelfen; hij za! bewogen worden over onzen staat; hij zal deel nemen in ons leed, hij zal ons te. hulp komen, en ons misschien nog meer zoellieden en vertroostingen doen smaken, dan wij bitterheden en walgingen geproefd hadden.
2. In de bekoringen, die om zullen overvallen, en in de verscheidene strijden, waarin wij zullen gebracht worden, zullen wij nogmaals tot dit aanbiddelijk Hart gaan, en zullen hem met hetzelfde vertrouwen zeggen: O gezegend en allerheiligsle Hart, vreugde der god-vruehtigen, sterkte en steun der zwakken, verlaat mij niet in den droevigen slaat, waarin ik gebracht ben, van alle kanten aangevallen, aan duizend verschillende stormen bloolgesteld, van de vijanden mijner zaligheid, die mijnen ondergang gezworen hebben, omringd! Eilaas! wat zal er van mij geworden, zoo gij mij aan mij zeiven en aan mijne droefheid overgeeft? Stel niet uit mij te hulp te komen, anders ben ik in gevaar van te verzinken.
Meenen wij, zulke gevoelens koesterende, dat Jezus-Christus, onze Verlosser, onze Vader, ons aan ons zeiven en onze bedruktheden zal overlaten? dat hij ons geklag en ons gezucht niet aanhooren, en voor ons zijn Hart sluiten zal, wanneer wij voor hem het onze komen openen? Ach! weldra zullen wij gewaar worden, hoe zoet, hoe heilzaam het voor bedroefde kinderen is, in het Hart van den teedersten der
15
fyi NOVENE TER EEIÏE
Vaders te vallen, de verlroosling aan hare bron te gaan putten.
3. Eindelijk in rampen, in tegenspoed, in verschillige ongelukken, die ons kunnen overkomen in een leven, dat eene loutere aaneenschakeling van ellenden is, zullen wij alweder tot onzen Goddelijken vertrooster gaan en hem zeggen, met zuchten en tranen meer dan met gesprokene woorden: Hart van mijnen God, van mijnen Zaligmaker, va» mijnen Vader! ik kom totu, mijn hart voor u openen; gij ziet hoe bedrukt, met welke droefheid het overgoten is; voor u alleen kan ik hot met vertrouwen uitstorten; neen, ik ga geene hulp of troost in de wereld, bij de menschen, bedelen; mijne smarten zijn te groot, om door menschelijke middelen verzacht te worden; bij u, in u kom ik die zoeken, en Uoop ik die te vinden. Zelf hebt gij lot de bedrukte harten gezegd: Komt tol mij, allen, die vermoeid en beladen zijt, en ik zal u verkwikken (Matth. XI, 28). Ik neem uwe zoete en teedere uitnoodiging aan, gewaar-ilig u, mij de uitwerksels van uw Goddelijk Woord Ie laten gevoelen; sta mij bij, o mijn God! ondersteun mij, versterk mij; zonder uwen hijstand gaan mijne rampen mijne krachten te boven; mijne vijanden vervolgen mij, mijne vrienden verlaten mij, mijne ondernemingen mislukken, mijn fortuin wankelt, mijne gezondheid gaat terug, alle ongelukken schijnen op mij te storten, alles draait mij tegen, alles wordt mij vijandig; in u alleen en uw Hart, o mijn God ! kan ik verzachting voor mijne pijnen vinden; ik verdien nog meer te lijden; maar help mij, dit alles u opdragen in eenen geest van boetvaardigheid, van gelatenheid, en in ver-eeniging met uwe eigene smarten; al te gelukkig, indien ik alzoo mijne zouden boelen en uwe Goddelijke rechtvaardigheid verzoenen mag. Gij wilt dal mijn hart bedroefd zij, maar gij wilt nog meer dal het onderworpen zij; ik draag het u op aan den voet van uw kruis;
VAX JEZUS' 11AHT. 193
(jeliel'hct in uw Har; tepiaatseu en mij te laten gevoelen, dat ik niet vruchteloos 'n u mijn vertrouwen stel.
Neen, bedrukte ziel! zeker zult gij niet te vergeefs uw vertrouwen op God gesteld hebben; reeds zijn uwe gebeden tol den troon zijner barmhartigheid opgeklommen ; reeds zijn uwe zuchten lot zijn Hart doorgedrongen, hebben u zijne gratiën verworven, en met haar den troost, dien gij in uw lijden noodig liadt.
Hoevele zielen hebben hunne toevlucht tol deze on-uitputbare bron aller weldaden genomen? Zij kwamen er bedrukt, mismoedig, in eene zee van bitterheid verzonken, naartoe; en zij gingèn heen, \ol van vertroosting en sterkte, gesteld om alle beproevingen en wederwaardigheden te verdragen. Dit zult gij zelf ondervinden, indien gij in het gebed en het vertrouwen volhardt.
AKTE VAN GELATENHEID IN ALLE PIJNEN EN DÜOEFIIEUEN HES
LEVENS, TER EERE VAN, F.N IX OVEtSEEXSTKMMISG MKT HET HEILIG HART VAN JEZUS.
Aanbiddelijke Zaligmaker en Verlosser onzer zielen, opperste Beslisser over ons lot, onbepeikte Meester onzer bestemming! ik kom u afstand doen van mij zeiven, van al wat ik heb, van al wat ik ben, mij aan alles onderwerpende wat mij ooitin deze wereld overkomen kan.
Ik verlangu deze onderwerping op te dragen ter eere van uw heilig Hart, en in vereeniging met zijne gevoelens.
Ik verlang, dat deze onderwerping ganseh en volkomen zij, zonder eenige uitzondering; maak dat zij standvastig, onwederroepelijk zij, en dat zij dure, zoolang als mijn 'even.
Ik vraag u vooral de gratie, deze te mojjen doen op
196 NOVENE TER EFRE
eene wijze die u vereert, en die maakt dat zij door uw
heilig Hart aanvaard wordt.
Hier is dan, o mijn goede Zaligmaker, de hulde die ik u wil opdragen met al de vurigheid mijns harten.
Ter eere en naar ;ianjeiding van uw heilig Hart, onderwerp ik mij aan de herooving en het verlies van al mijne goederen, gelijk gij u zelven onderworpen hebt a:in de armoede en de behoeftigheid, zelfs niets hebbende om uw hoofd op te rusten, alhoewel gij meester waart over al de goederen der wereld.
Ter eere en naar aanleiding van uw heilig Hart, onderwerp ik mij om verlaten, vergeten, gescheiden te worden van mijne verkleefdste vrienden, gelijk gij u onderworpen hebt, toen gij verlaten en gescheiden werdt van uwe teergeliefde discipelen.
Ter eere en naar aanleiding van uw heilig Hart, onderwerp ik mij aan het verraad, aan de trouwloosheid dergenen zelfs, die mij dierbaarst zijn op aarde, gelijk gij u onderworpen hebt aan het verraad van den trouw-loozen Judas, dien gij met zoovele gunsten overladen hadt.
Ter eere en naar aanleiding van uw heilig Hart, onderwerp ik mij aan de besehuldigingen, den achterklap, den laster, dien men tegen mij wil uitbrengen, gelijk gij u onderworpen hebt aan al de beschuldigingen en lasteringen die men tegen u verzonnen heeft.
Ter eere en naar aanleiding van uw heilig Hart, onderwerp ik mij aan de vernederingen, verachtingen, beleedigingen, mishandelingen, waaraan ik kan blootgesteld worden, gelijk gij u onderworpen hebt, — wat vernederingen, hoon en smaad men u, in den loop van uw lijden, ook aandede.
Ter eere en naar aanleiding van uw heilig Hart, onderwerp ik mij, om hel kruis te dragen, dat gij mij zult toezenden, gelijk gij u onderworpen hebt om uw kruis, hoe zwaar, boe drukkend ook, te dragen; mijne
VAN JEZUS' HART. 197
zonden hebben het zoo zwaar, zoo drukkend gemaakt; het is billijk, dat ik er de straf van onderga.
Ter eere en naar aanleiding van uw heilig Hart, onderwerp ik mij aan alle inwendige pijnen des harten, aan beproevingen, dorheden, walgingen, bitterheden dezes levens, gelijk gij u onderworpen hebt, toen gij schijnbaar van uwen hemelschen Vader vergeten en verlaten wierdt, te midden der pijnlijkste benauwdheden van uwen doodstrijd.
Eindelijk ter eere en naar aanieiding van uw heilig Hart, onderwerp ik mij aan de smarten, de schichten, de slagen des doods, gelijk gij u zeiven onderworpen hebt aan den dood, ja aan den dood des kruises, voor onze zaligheid en de boeting onzer zonden.
Dat zijn, o mijn God 1 de eerbetuigingen, die ik u opdraag, in al de oprechtheid van een onverdeeld hart.
En hoe zou ik niet verlangen, mij ganseh en geheel aan uwen wil te onderwerpen, daar ik verzekerd ben, o mijn God! dal, oneindig goed, wijs en machtig zijnde, gij slechls voor een goed iels kunt toelaten?
Hoe zou ik deze gevoelens niet willen aannemen, wanneer ik zie, dat zoodanig de gesteltenissen geweest zijn, waarin uw aanbiddelijk Hart zich bevonden heeft, in den ganschen loop zijns sterfelijken levens, en tot zijne laalsle ademhaling in deze wereld ?
Hoe zou ik deze heilige gesteltenissen van volkomene overgeving, van onliepcrklo gelatenheid niet betrachten, daar ik weet, dat zij de cenigste weg is, die ons ten hemel kan lelden, ons doende leven in eene heilige gelijkvormigheid met u, den man van smarten, en den spiegel der voorbeschikten?
Maar om u eene onderwerping op te dragen, die u en uw Hart waardig zij, en om daarin te volharden, o mijn God! heb ik de hulp der grootste gratiën noodig; die zal ik u gaan vragen aan den voet des kruises, ik vraag ze u door de goedheid zelf van uw heilig Hart, ik zal ze
r,
198 NOVENE TE li EERE
tracliten te putton in dal aanbidilolijk Ilavt, bron aller gratiën, spiegel aller deugden, oorsprong aller ware gevoelens, die u kunnen vereeren en van u kunnen aanvaard worden.
AKTE VAN VOLMAAKTE CELAÏEXÜ 1:11) TUSSCilEN GODS HANDEN EN I.\ /.IJN AANIIIDDKLIJK HART.
Na u de hulde eener zoo volkomen:1, zoo onbeperkte gelatenheid opgedragen te hebben, o mijn God! behoor ik mij niet meer, maaru en uw Hart, zonder voorbehoud en onherroepelijk toe; gewaardig u te bewaren, wat om allerlei redens uw is. Welke troost voor mijn hart, te denken dat ik werkelijk niet meer aan mij, maar aan Gnd toebehoor! te denken dat, welke ge-beurienis, welke ramp, welk ongeluk mij in deze wereld moge overkomen, ik zal kunnen zeggen: Ik ben tussclien de handen van God, schuilende in zijn Hart, overgegeven aan zijnen wil, ter beschikking zijner wijze voorzienigheid; dat zijn heilige wil geschiede; dat zijn naam gezegend, zijn Hart aanbeden, de in-ziciilcn zijner wijsheid over mij geheel en gansch vervuld worden voor den tijd en de eeuwigheid ; dit gevoelen alleen wil ik voortaan in mijn hart koesteren, o!' veeleer puiten in hel Hart van mijnen God, van zijne goedheid verwachtende daarin te mogen leven en sierven. Amen.
11E VEREEMOING ON'/.EIl HARTEN JIET HET AANRmnEMJK HART VAN JEZUS-CIIRISTLS.
Onze vereeniging met God, de vereeniging on/.er barlen met het aanl):ddelijk llarl van God is hel eenige
VAN JEZUS* HART. 199
waar en wezentijk geluk, dat wij in deze wereld kunnen verlangen. Welnu, deze zoo volmaakte vereeniging laai God ons toe; meer rog, hij biedt ze ons aan, liij noodigt er ons toe uit, hij zelf wil ze bewerken met ons en onze harten; en hoe ver wil hij dieniet brengen? Laten wij d larover nadenken, en trachten wij ons geluk te begrijpen.
Onuitsprekelijke veveeniging. Had men ooit gedacht, hadden wij ooit durven hopen, dat een zoo groole, zoo heilige, zoo volmaakte God zich wilde vereenigen met de harten van zwakke, onvolmaakte, gebrekkige schepselen, als wij zijn? Zullen de engelen zelf'ooit de overmaat van goedheid kunnen vatten, welke God ons in deze gunst beluigl ?
Nauwe vereeniging. Niets is zoo nauw vereenigd, als wat door het hart vereenigd is; allo vereeniging, waar het hart niet bij is, sch jnt de ziel vreemd; zoo is het zelfs onder de mensehen gelegen; wat dan gezegd van de vereeniging onzer harten met liet Hart van Jezus-Christus? Zoo nauwe vereeniging dat de neigingen, do genegenheden, de liefde, al de gevoelens gemeen worden, en van denzelfden oorsprong, van dit gansch Goddelijk Hart, uilgaan.
Heilige vereeniging! de gratie zelf bewerkt, bezielt, heiligt ze, en, de harten zóó met het Hart van hunnen God vereenigende, wordt zij voor hen een nieuwe bron van zaligheid.
Vruchtbare vereeniging. Zij strekt zich uit tot alles en Iaat overal haren Goddelijken invloed voelen: als wi j bidden, bidt Jezus' Hart met ons; afe wij zuchten, zucht het met ons; indien wij werken, werkt het met ons; als wij het beminnen, bemint het met ons, indien wij hel beminnen door de liefde zelf, waarmede hel ons be-mint.
Vereeniging onzer harten mot hel aanbiddelijk Hart van Jezus-Gliristus, zoetste en (rooslelijkste vereenjr
200 NOVENE TEIÏ EERE
ging. Wat is er aangenamer voor een hart, clan het Hart van zijnen God te bezitten, dan met het Hari van zijnen God vereenigd le zijn, dan alleen van de liefde van zijnen God te leven? Zou deze zoetheid, deze troost, indien men er gansch zeker van ware, van in deze wereld, geenen voorsmaak schijnen te geven van de hemelsche wellusten?
Wat zullen wij nog meer zoggen ? Vereeniging onzer harten met het Hart van Jezus, van zijnentwege, onbreekbaarste, standvastigste vereeniging. Laten wij niet vreezen, dat, bijaldien wij hem niet verlaten, hij ons ooit verlate. In de wereld en onder do menschan gebeurt het zoo dikwijls dat harten, eertijds vereenigd, de banden zagen breken van eene vriendschap, die men tegen allo wisselvalligheid en verandering bestand meende te zijn. Onze vereeniging met Jezus' aanbiddelijk Hart kan deze onstandvastigheden niet beproeven; indien wij willen, zal zij eeuwig zijn; indien onze harten hem getrouw blijven, is het zijne ons verzekerd; noch verandering, noch wisselvalligheid, noch onstandvastigheid zullen er ooit do zoete banden van breken; de dood zelfs kan die slechts nauwer toehalen.
Dat zijn de heilige kenteekens dezer zalige en gansch hemelsche vereeniging; zijn die hoedanigheden roemrijk voor ons, de uitwerksels zijn niet minder kostbaar. Goddelijke vereeniging! indien wij ze bewaren, indien wij ze voeden, zal zij ons niet alleen de onbekrompenheid, maar de volheid aller goederen verschaffen ; in haar zullen wij tevens eene volheid van gratiën vinden, dewijl zij er voor ons eene onuitputbare en steeds verzekerde bron van wezen zal.
Eene volheid van verdiensten. Door de vereeniging onzer harten met het Hart van Jezus, zullen al o'ize genegenheden, al onze gevoelens, al onze werken veredeld, geheiligd, eeniger wijze vergoddelijkt worden, en bij gevolg voor God eene straks oneindige verdienste hebben.
VAN JEZUS' HART. 201
Volheid van vrede. En n'ie zou er het bezit kunnen van storen, indien wij ons met dit aanbiddelijk Hart, waarvan alle vrede uitgaat, vereenigd houden?
Volheid van betrouwen. Hoe al ons betrouwen niet gesteld in het teedere, mededoogende, edelmoedigeHart van den rechtzinnigsten aller vrienden, van den tee-dersten aller vaders, van den liefsten aller bruidegom-men ?
AI deze goederen smaken wij, zelfs in dit leven; maar als wij gaan sterven, als wij gaan sterven bijzonderlijk, welke troost den laatsten adem onzer harten uit te blazen in de vereeniging met het aanbiddelijk Hart van onzen God! hem onze laatste gevoelens op te dragen onze loopbaan te eindigen, vereenigd met dit aanbiddelijk Hart, dat er de belooning en het einde van zijn moet! Gevolgelijk, die onuitsprekelijke vereeniging, na ons in dit leven de volheid der gratiën gegeven te hebben, zal nog voor ons het onderpand en begin worden eener volheid van glorie.
O mijn God! — kunnen wij, moeten wij met den profeet in billijke verrukking uitroepen, — uat is Inch hel hart des menschen, om zoo begunstigd te worden, dat gij uw Hart geeft, en hem toelaat zijn hart met het uwe te vereenigen (Job VII, 17)?
Het is dan waar, dat de vereeniging onzer harten met het aanbiddelijk Hart van Jezus-Ghristus ons de onnit-sprekelijkste goederen verschaft; maar eilaas ! zij kan in ons beletselen vinden, welke wi j ten uiterste moeten vreezen. Welke zijn dan wel die beletselen, die een zoo groot goed verhinderen en ontnemen kunnen? De volgende: laten wij ze kennen en vermijden, zij zouden een verderfelijken hinderpaal stellen aan ons geluk.
Eerste beletsel. — De zonde. En hoe zou eene ziel met haren God kunnen vereenigd worden, wanneer tussehen hen beiden er een scheidingsniuur bestaat, die
202 NOVENE TER EERfc
alle toenadering onmogelijk maakt, ol' hij moot omgeworpen worden!
Tweede beletsel. — De voorbedaclite fouten, de vrijwillige ongetrouwheden. Neen, neen, die volkomene vereeniging zal nooit ten eenen male vastslaan, dan wanneer de geringste voorbedachte fouten ons zoo groot zullen schijnen, dat wij ze meer vreezen dan den dood en alle pijnen.
Derde beletsel. — De uitwendige verstrooiing. De voorwerpen, die ons omringen, rukken de ziel als uit haar zelve, en, door den vreemden indruk, welken zijop haar maken, boeien hare aandachten hare gevoelens; 't zijn als zoovele wolken, die eene soort van duisternis veroorzaken tusschen God en de ziel.
Vierde beletsel. — De al te natuurlijke verkleefdheden. Alle verdeeldheid van ons hart mishaagt aan God en bedroeft den Heiligen Geest in onze zielen; onze God is een jaloersche God, die alles wil, en die om het geringste voorbehoud gestoord is. Willen wij God toe-behooren, laten wij dan al het overige varen; wat kunnen wij builen hem vinden, om ons het verlies te vergoeden dier nauwe vereeniging, die hij met ons wil aangaan?
Wat een geluk voor ons, indien geen dezer beletselen de nauwe vereeniging onzer harten met het Hart van onzen Goddelijken Meester ooit verhindert!
AKTE VAN VEREENIGING ONZER HARTEN MET HET AANBIDDELIJK HART VAN JEZUS-CIIRISTUH.
Hoe znu ik niet vuriglijk verlangen, mijn Goddelijke Zaligmaker! mijn hart op het nauwste met uw aanbiddelijk Hart te vereenigen ? Door het geloof weet ik, dal de vereeniging der harten hel einde en de volmaaktheid is der liefde: welk bewonderenswaardiger uitwerksel dus uwer goedheid tot ons, dan de nauwe vereeniging.
VAN JEZCS' IIAHT. 203
welke gij met ons hebt gelieven aan te gaan door al uwe gratiën, en welke gij zelfs met uw bloed bezegeld hebt in hot heilig Sacrament des Altaars! Daar bestaat geen grootere vereenigiiig dan die van de spijs met het lichaam, dat zij onderhoudt en wiens loven zij bewaart; gij hebt u aan ons gegeven onder de gedaanten van brood, om het leven niet onzer lichamen, maar onzer zielen te onderhouden; door eene onuitsprekelijke kracht wordt uw gezegend Vleesch, wanneer het zich met ons vereenigt, voor ons het beginsel van een gansch bovennaluurlijk en Goddelijk leven; zoodat wij dan kunnen zeggen, dat wij met u slechts één hart en ééne ziel hebben; dat wij uiel meer leven, m ar dat gij zeil' in ons leeft.
Wees eeuwiglijk gezegend. Goddelijke Zaligmaker! voor uwe onuitsprekelijke inzichten, toen gij voor ons dit wonder van barmhartigheid en gratie insteldet. Door deze heilige vereeniging hebt gij uwen ijver voor de eer uws Vaders doen uitschijnen; gij hebt, om zoo te zeggen, u willen in alle harten vermenigvuldigen en ver-toonen, om uwen hemelschen Vader een grooter getal waardige aanbidders te verschaffen; want uit kracht der nauwe vereeniging die wij met u hebben, kunnen wij aan God eenen hem waardigen eerdienst bewijzen, eenen eerdienst welke overeenkomstig is met zijne grootheid; omdat, aldus nauw vereenigd zijnde met u, onze huldebewijzen deelachtig worden aan de verdienste en de oneindige waarde uwer aanbiddingen.
Door deze vereeniging en met ons uw lichaam en uw Uloed zoo innig mede te deelen, hebt gij aan elkeen van ons in het bijzonder, het zekerste en het aandoenlijkste bewijs gegeven, dat gij voor ons de menschelijke natuur hebt aangenomen en geslachtofferd.
Door deze nauwe vereeniging, hebt gij ons uw rechtzinnig en vurig verlangen willen te verstaan geven, van ons eeiiwlglijk met n Ie vereenigen, en
20 t NOVENE TER F.Eniï
ons deelgenooten te maken van de heerlijkheid, die gij
in den hemel geniet.
Eindelijk, uw gansch Goddelijk inzicht is nog geweest, allo Christenen zoodanig onder elkander, door cene onderlinge liefde, waarvan gij de band zijt, te vcreenigen, dat deze vereeniging eenigermate het afbeeldsel ware der zelfstandige vereeniging die gij hebt mei uwen hemelschen Vader; eu is dit inderdaad de beteekenis niet van dat wonderbaar gebed, dat gij, on-middelijk na de instelling van het Allerheiligste Sacrament, lot uwen Vader sluurdet: Heilige Vader! dat zij allen één zijn, gelijk gij in mij, en ik in u (Joann. XVII, 21).
O! hoe groot, hoe onuitsprekelijk zijn deze inzichten! en hoe gelukkig zij, die door zulke vereeniging tot do volheid van den volmaakten mensch kunnen geraken!
Maar, o mijn beminnelijke Zaligmaker! om die nauwe en onuilsprekelijke vereeniging te begeeren en te bereiken, welke harten vraagt daartoe uw Hart niet? en welke harten inderdaad leidt gij dit Goddelijk heiligdom binnen, dan harten, van alles onthechl, en voor wie da wereld niets is? ootmoedige harlen, die zicli alleen op hunne vernederingen beroemen; zuivere harten, die in zich geene enkele vlek dulden; rechtzinnige harten, die langs geene twee wegen wandelen, maar slechts den weg des levens volgen; edelmoedige harten, die zich de grootste opofferingen getroosten, wanneer do gratie die vraagt; ijverige en vurige harten, die niet aarzelen, niet twijfelen, wanneer het er cp aankomt zich aan God te geven; onbaatzuchtige harlen, die, in den dienst van God, God alleen zoeken, en die, voor de liefde, welke zij hem toedragen, geene andere belooning eischen, dan van hem altoos meer en meer te beminnen; in één woord, harten, in alles gelijkvormig met uw aanbiddelijk Hart, dat hen inzonderheid voor zijiie glorie heeft uitgekozen.
VAN JEZUS1 HART. 20ü
Nogtans, o mijn goede Zaligmaker! gij wilt niet, dat dc nog onvolmaakte harten den moed en de hoop verliezen: neen, uw Hart is hun niet gesloten; dat zij ootmoedig worden, dat zij zuchten, hidden, zich eenig geweld aandoen, dat zij eindelijk beginnen den weg in te slaan, gij zult er hen geleiden, en, voet voor voet voorlgaande, zullen zij tot het einde dier nauwe en zoo wenschelijke vereeniging geraken, tot welke g'j hen roept, en waarin alleen zij een bestendig geluk en eenen waren vrede zullen smaken.
Gebed. —Ach, Heere! wie kon zich weigerig toonon voor die Goddelijke vereeniging met uw Hart? Kende men er de hemelsche wellusten van, met welken ijver, met welke bereidwilligheid en vurigheid zou men er niet naar haken? Welke opoffering viel te zwaar? welk beletsel werd niet uit den weg geruimd? indien men dacht, dat deze vereeniging, door de gratie bewerkt, het onderpand kan worden van de eeuwigdurende vereeniging, welke gij ons in de heerlijkheid voorbereidt. Daar eindelijk zal de vereeniging volmaakt en in God voltrokken wezen; en dan, innige vereeniging, wij zullen ons niet meer toebuhooren; volkomene vereeniging, alles zal in God zijn; vreedzame vereeniging,geen gevaar of vrees meer ; standvastige vereeniging, geene wisselvalligheid of verandering; altijd levende, altijd blijvende, altijd bestaande vereeniging. Welk lol! God toebehooren, met God vereenigd zijn, levende van het leven van God, gelukkig met het geluk van God zelf! En de menschen denken aan iets anders dan aan deze heilige vereeniging! en de harten voeden andere verlangens dan voor deze heilige vereen'ging! en deze vereeniging doet alle harten naar zich niet snakken !
Verlicht ons, God van het heelal! doe ons de onuitsprekelijke goederen kennen, waarnaar wij mogen zuchten, en vei'een'g onze harten zoodan'g met uw
206 NOVENE TER EEftE
Hart iu deze wereld, dat wij in slaat wezen u voor
eini'.v'g le verlieeriijkon in de andere. Amen.
GESPREK DER ZIEL MET JEZUS-CHRISÏUS OVER DES VREDE DES HARTEN.
Dc leerling. — Hoe mag het gebeuren, — gedoog, dat ik het u vrage, o mijn God! — dat mijn hart, na oogen-hlikken van den zoetsten vrede, zoo dikwijls gejaagd, onü'usf, gekweld wordt? Daar zijn tijden, dat ik weet niet welke onrust, welke ontsteltenis mijn hart bevangl, uit zijne diepe rust, zijnen langdurigen vrede trekt, en in eenen slaat brengt, waar het noch zich zelve noch u toebehoort; daar zijn tijden, dat ik niet meer ben wat ik was; ais jjansch verschillig met mij zeiven, schijnen er in mij twee verschillende personen te zijn, die elkander tegenwerken in gedachten en gevoelens.
Jczus-Christus. — Mijn zoon, die staat is droevig in zich zeiven, maar nog droeviger in zijne gevolgen en uitwerksels; indien gij ze kendet, hoe zoudt gij ze met reden vreezen!
De leerling. — Ach, Heere! ik begrijp hem, alle dagen beproef en gevoel ik hem; dan verval ik in de neêr-slaclitigheid, de moedeloosheid, den walg van mij zeiven en van alles; dan ben ik tot niets bekwaam, alles valt mij lastig, ik ben niet meer in slaat naar uwe stem te luisteren, of mot uwe gratie mede te werken, of mij door haren heilzamen invloed te lalen geleiden. De godvruchtigheid staat mij togon, hi't verlangen der volmaaktheid vergaat, de hoop zelf schijnt wankelend, zwarte wolken verduisteren mijne ziel; ik verlies moed en vertrouwen; ik verwaarloos de gelegenheden van verdienste en sacrificie, die zich opdoen, bijna iu b. -
VAN JEZUS' HAKT. S!U7
konng geraakt om alles Ie verlaten, van alles af te zien; zoo is mijn hart, de grond van mijn liarf, die Let middenpunt der rust, het rijk van den vrede moest zijn, slechts onrust, ontsteltenis en walg; het wordt als eene opgc-ru!de zee, aan het geweld der winden, aan de woede deiquot; stormen prijs gegeven. O vrede mijner ziel, o rust mijns harten, o bezitting van mij zeiven, wat is er van u gewerden? naar wolk vreemd laud zijt gij gevlucht? en in welken droevigen staat hebt gij mij laten zitten?
Maar waarvandaan mag toch zulke staat komen, o mi'iiGod! Gelief mij te verlichten en mij te doen verstaan, wat ik ben en wat ik zijn moot. ik begrijp, dat somtijds de natuuilijke gesteltenis des lichaams daar kan aan toebrengen; dat er tijden zijn, dat men zich zeiven niet gelijkt; dat dikwijls de kommer der zaken, hel verdriet, verscheidene gebeurtenissen des levens, het hart in deze ongerustheid en ontsteltenis kunnen storten; ik begrijp nog, dat die staat somtijds een staat van beproeving kan zijn van uwentwege, om ons de ellende en de nietigheid van ons zelven te doen kennen, met ons aan ons zelven en aan onze zwakheid over te laten.
Jezus-Christus. — Mijn zoon, de bron uwer ongerustheden en ontsteltenlssen ligt in u zelven: in uw hart moet gij die zoeken; wil dit begrijpen en zucht erover.
Z'j komen voort uit uwe hartstochten, die nog niet volkomen overwonnen zijn.
Zij komen voort uit uwe neigingen en uwe verkleefdheden, die slecht geregeld zijn.
Zij komen voort uit uwe onverstorvenheid, uit uwe gevoeligheid, die in u nog zoo levende is.
Zij komen voort uit uwe eigenliefde, die, gekwetst, getergd, zich in toorn en oproer zet tegen zich zelve.
Zij komen voort uit uwe verstrooiing, die uitgelatenheid, die u misleidt lt; n u aan de ongeregeldheid uwer gedachten en gevoelens overgeeft.
208 NOVENE TER EERR
Zij komen bovenal voort — het is droevig en lio-weenlijk om te zeggen — uit uwe ongetrouwheden aan de gratie, uit uwe wederspannigheden aan het licht, uit uwe lauwheid, uwe onachtzaamheid, uit zoo vele voorbedachte en vrijwillige fouten, waarin gij valt, en die gij tegen do getuigenis van uw geweten bedrijft. En daarom zijn zij een uitwerksel mijner rechtvaardigheid en de verdiende straf uwer fouten en zonden ; van daar wroegingen, droevige afwisselingen, hevige bevreesdheden, diepe afgrond waarin uwe ziel gestort wordt. En welk ongetrouw hart heeft ooit rust genoten? welk wederspannig hart heeft ooit de ware tevredenheid en den duurzamen vrede gesmaakt? Ziedaar, mijn zoon, de echte bron uwer stoornissen en kommernissen; uw hart moet gij ondervragen; aan uwe ongetrouwheden moet gij het wijten; erken die niet alleen, maar beween zc, en maak er een einde aan. Waart gij immer getrouw geweest, immer zoudt gij den vrede bezeten hebben, ten minste zou die vrede niet zoo droevig en zoo smartelijk gekrenkt zijn geworden.
De leerling. —■ Ach, Heeremot welk bolder licht bestraalt gij op eens mijnen geest! welke gevoelens slort gij daar in mijn hart! ja, ik heken het, en ik zucht er over in uwe tegenwoordigheid; ik zou grootelijks plich-tig, grootelijks vijand zijn aan mij zeiven en aan den vrede mijns harten, bijaldien ik, den oorsprong van het kwaad kennende, niet Irachllehet geneesmiddel te gebruiken; dit biedt gij mij aan, en uwe goedheid vooi mij is nog groot genoeg, om mij den weg aan te wijzen, waarlangs ik kan terugkomen.
Ziehier dan, o mijn God! wat ik met de hulp uwer gratie besloten heb te doen en u op te dragen, om dien vrede weer te bekomen, dien ik uit mijn haft gebannen heb, en die al de wellusten mijner ziel uitmaakte, toen zij u getrouw was.
Eerstens zal ik u mijn hart geven, en ik hoop, dat
van jEzrsquot; iiaht. 209
gij het nog eene schuilplaats zult verlce-iu-n in het uwe: maar, te gelijker tijd, om van mijnen kant te doen wat gij met recht van mij moogt eischen en ver.vaehlcn,
1° Zal ik met zorg over al de ])e\veg:ngen mijns harten waken; ik zal de gesteltenissen, w.iarn hel zich bevindt jegens u, wat het zich te verwijten heeft op-zielitens uwe gratie, onderzoeken, en ik zal trachten weg te nemen wat u kan mishagen.
2quot; Ik zal, nog met meer zorg, de vrijwillige fouten, de voorhedachtc ongetrouwheden vermijden; ik begrijp, hoezeer deze uw Hart moeten wonden en bedroeven, vooral in eene ziel, die gij met zooveel gr tx;n en gunsten verrijkt hebt.
3quot; Ik zal mijne hartstochten, mijne neigingen, mijne al te natuurlijke verkleefdheden versterven: moet ik, zoolang deze meester over mij zijl, mij vleien rust te genieten? Kan men, te midden van zooveel vijanden, den vrede wel hopen, indien men legen hen niet te velde trekt?
-Iquot; Inzonderheid, mijn hart zal ik in veiligheid steben in uw aanbiddelijk Hart; zoodra ik eenige ontroering in mijn hart gewaarword, zal ik die trachten te stillen ir.et naar uw Hart te vluchten.
5° Eindelijk, indien, ondanks al mijne zorgen en pogingen, gij toelaat, o mijn God 1 dat mijn hart voortdu-rrnd deze ontsteltenissen gewaar worde, zal ik mij on-derwiTpen aan uwen heiligen wil; ik zal u, in ecnen geest van boetvaardigheid, de pijnen opdragen, die ik maar al te wel verdiend heb; ik zal met betrouwen mijie toevlucht nemen tot uwe oneindige goedheid, ik zal uwe hulp afsmeeken, ik zal met verduld:gheid het oogenblik mijner verlossing en dm gelukkigen dag afw; cli!( n, waarop na de wolken, na de stormen, het licht eindelijk weêr voor mijne oogen zal verschijnen, en de vrede in mijn hart wederkomen.
Jezus-Christus, — Uwe voornemens zijn volgens mijn
NOVENE TER EERE
Harl, o mijn zoon, cn uw hart zal zijn geluk daarin vinden, indien gij getrouw en standvastig zijt om uwe be-loflen te vervullen. Verwacht echter niet hier in de wereld eenen bestendigen en onstoorbaren vrede te onlmoeten; dil geluk hoort niot tot deze aarde van ballingschap,'t is hel deel der bewoners van hethemelsch vaderland; zoolang gij in deze wereld zult verblijven, wees tevreden mei eenige heldere dagen, met eenige Stille oogenblikken; roep dien vrede terug, wanneer hij van u zal weggaan, doe niels, wat diens zoetheid kan bederven; in uwen strijd, Iroost u in de afwachting der eeuwige rust; zoo heb ik u gezegd dat gij uw hart in vrede zoudt bezitten; de onveranderlijke bezilting daarvan beloof ik u in den schoot mijner heerlijkheid.
GEBED OM DEN VREDE DES HARTEN TE BEKOMEN.
Na uwe gratie, o mijn God! is de vrede des harlen het eenigste goed, dat ik begeer op aarde: gij zijt bij uilnemendheid de God van den vrede; niemand anders dan gij kan mij d.et: geven. Ik vraag hem niet aan de wereld, die heeft slechts verwarring en verdeeldheid; in mij zeiven kan ik hem niet vinden, mijn hart is vol van onrust en onlsteltenis; hevige drillen, slechte nelgingen, rampzalige bewegingen, alles in mij bevecht dezen vrede, en zoekt mij dien te onlrooven: gij alleen, (gt;od van goedheid! kunt mij dien vergunnen, en do zoetheden daarvan verzekeren; ik vraag hem u door uwe oneindige goedheid, door dien heil/amen vrede, dien gij op de wereld zijl komen brengen, en meer neg, door dien onsloorbaren vrede, die in uw Hort heerscht; slicht hem ook in het mijne, verdrijf daaruit al wat hem kan sloren, drillen, zonden, onlrouwigheden aan uwe gratie, al, wat een beletsel is aan diens bez.illing. Ik vraag u vooral dien vrede, voor de laalsle stonden, die mijne loopbaan in dit leven moeten eindigen, opdat
210
VAN JEZl'S'HART. 211
de Kerk dan voor mij dit troostend gebed moge opdra^ g( n: Ueqniescat in pace, hij rusle in vrede. Amen.
IIF.T DK/OEK AAN IIF.T HEILIG HART VAN JEZUS.
Eene lioogst heilzame oefening om liel heilig Hart van .fezus te vereeren, ten zeerste geschikt om onze plichten jegens hem te kwijten, is hen. dikwijls te gaan bezoeken aan den voet des altaars en de hulde onzer gevoelens op te dragen. Drie groote beweegredenen moeten ons daartoe aanzetten: beweegreden van rechtvaardigheid, om zijne grootheden te aanbidden; beweegreden van erkentenis, tot dankzegging voor zijne weldaden; beweegreden van eigenbelang, te onzen voordeele. Laten wij deze beweegredenen afzonderlijk nagaan, zij verdienen al onze aandacht.
l°l)il bezoek zijn wij schuldig uit reclitvaard gheid : Jezus-Christus is onze God, onze Kening, onze Meester, de opperste Meesier van dit heelal: en alhoewel op onze altaren tot oenen staat van vergetelheid en vernedering gebracht, is hij nietlemin, gelijk in den hemel, dever-hevc nste majeslelt, dehoogste macht, de opperslegoed-held; de sluier zijner vernietiging kan voor de oogen des geloofs zijne grootheden niet verbergen, en, verre van hem voor onze oegen onkennelijk te maken, moet die inlegendcel hem duurbaarder, achlbaarder maken voor onze harten, en gevolge!,ik waardiger om onzen eerediensten onze eerbetirgingen te ontvangen.
Eilaas! in de wereld legt mi n zoovele bezoeken bij de grooten af uil baatzuchlighe d, uit menschelijk opzicht, uil ijdelheid en eigenliefde; zoovele misdadige bezoeken uit nog laakbaarder en pl'ciitiger beweegreden, en men
212 NOVKXE TEH EERE
komt niel oens op lict gecbclil, on mn hccfl den ti.;J niet, eenige bezoeken af le leggen bij Jezus-Clii'istus en diens Hart in zijnen heiligen tempel; do engelen, ja, de engelen zelf liggen onophoudelijk aan den voet zijner altaren, in den diepsten eerbied neêrgeknield; en men-sclien, vuige en sterfelijke schepselen, zullen hem de billijke plichten weigeren, welke de rede, de godsdienst, de godvruchtigheid, ja alle gevoelens hem moesten ingeven! Waar blijft ons geloof!
Verwek eene akte van aanbidding tot Jezns' Hart, en vraag hem vergifTenis over uwe voorgaande onverschilligheid en onaehtzaamheid.
2quot; Dit bezoek aan hel heilig Hart zijn wij schuldig uit dankbaarheid voor zijne weldaden. Hadden wij geen andere weldaad dan zijne wezenlijke tegenwoordigheid op onze altaren: altijd bij ons, onder ons, temidden van ons; hadden wij geene andere, dan zijne teedere liefde in dit Sacrament, zich aldus geheel en al, onafgebroken aan ons gevende; hadden wij geene andere, dan de vrijheid, het gemak van onnphondelijk bij hem te komen, altijd gereed om ons te ont vangen, om ons te aan-iiooren, om met ons le spreken; hadden wij dan reeds ^eene genoegzame reden om hem le bedanken? In de wereld is de toegang tot de grooten zoo lastig; men moet ingebracht, toegelaten worden, en dikwijls, na z'ch lang verdroten le hebben en moede gewacht te zijn, kan men nauwelijks bij hen geraken, en hun zijne smeekingen en wenschen toesturen.
Jezus' Hart integendeel staat altijd voor ons open; te allen tijde, te aller plaatse, in alle gelegenheid, wachl hij ons, noodigt hij ons, ontvangt hij ons met vriendschap, aanhoort h;j ons met goedheid: welke gunst, welke eer voor ons!
En hoevele andere gratiën, bijzondere en n tgelezene gratiën, hebben wij dit aanbiddelijk Hart niel te danken? In alle omslamligheden hebben wij in hem eene
■
Van je/xs'haiit. 213
toevlucht gevonden, die wij elders nulteloos zoeliten. Wat al gratiën, voornamelijk iu zoovele communiën, waar hij zich aan ons heelt gegeven, om lot spijs onzer zielen te dienen!
Hoe is het mogelijk, dat do dankbaarheid ons niet dikwijls lot hem geleidt?
Ach! wanneer wij anderen eenigen dienst bewezen, eenige gratiën vergund hebben, trekken wij het ons zoo zeer aan, indien men ons niet dankbaar is; wij klagen, wij misprijzen, wij eisehen tot erkentenis dat men onsbezoeke, dat men onsbedanke, ten minste dat men zich onze weldaden gedenke; en meenen wij dat Jezus' Hart ongevoelig zij, wanneer wij hem verlaten, ver-waarloozen en vergeten ?
Verwek eene akte van dankzegging tot liet Hart van Jezus, en vraag hem vergillenis over uwe ondankbaarheid jegens hem na zoovele weldaden.
S» Dit bezoek zijn wij hem nog schuldig voor ons zeiven, voor ons persoonlijk welzijn; want, al de gratiën, die wij reeds ontvangen hebben, niet medegerekend, hoeveel nieuwe gratiën hebben wij nog dagelijks niet noodigvan dit heilig Hart? Onze harten kwijnen, zij hebben van noode opgewekt te worden; onze harten zijn zwak, zij moeten versterkt worden; onze harten zijn onstandvastig, zij moeten in het goed gevestigd worden; onze harten zijn bedroefd, zij moeten getroost worden. Al deze gratiën hebben wij noodlg, en al deze gratiën zouden wij vinden in het aanbiddelijk Hart van Jezus-Christus, onuitputbare bron aller gratiën, en wij zouden verzekerd zijn die te bekomen, indien wij ze vroegen met het oprecht verlangen van er prolijtmeda te doen. Het Hart zelf van Jezus-Christus nood'gl er ons toe uit, biedt ons die aan; hij toont meer bereidwilligheid om ons die te geven, dan wij om ze te bekomen; dit Hart eenige koeren bezocht, eenige gebeden gestort aan den voet des altaars zijn voldoende om ze te winnen;
214 NOVENE TER El: li F,
en wij verwaarloozen ze, en wij berooven er ons van door onze onverschilligheid eu nalatigheid in Jezus te bezoeken.
Ach! bijaldien er in de wereld, om schatten te verzamelen,niets vereischt werd, dan demoeite van ze te vragen, van ze in hunne bron te gaan putten, met welke bereidwilligheid, met welke vurigheid zou men niette werk gaan! Het Hart van Jezus biedt ons veel verkieslijker schatten aan, en nauwelijks denken wij er aan, om ze te vragen. Beklagen wij dus ons zo 1 ven, zoo wij in behoeftigheid en ellende zuchten; wien kunnen wij boschuldigen dan ons zeiven en onze onverschilligheid voor ons eeuwig geluk?
Begeven wij ons derhalve tot dit weldadig Hart, om zijne gunsten af te smeeken, onze noodwendigheden bekend te maken, onze pijnen mede te deelen, en vergiffenis te vragen over onze zouden; gaan wij er naartoe met betrouwen. Hebben wij daar slechts eenige oogenblikken over te brengen, de vurigheid des gevoelens zal aanvullen wat aan don tijd ontbreekt, en ten minste onzen goeden wil toonen om onze aanbidding langer voort te zetten.
Draag Jezus de gevoelens van uw hart op, welke met de verlangens van zijn Hart moeten overeenkomen; en al de beweegredenen, welke u daartoe aanzetten, te zamen brengende, zeg hem;
Aanbiddelijk Hart! ik erken u ids hel Hart van mijnen God, en ik draag u, in vereeniging met de henielsche geesten, de eerbewijzen op, die het Opperwezen en de Godheid, die in u woont, toekomen.
Oneindig beminnelijk Hart! ik bi n u dankbaar voor uwe ontelbare weldaden; zij zijn des te gvooter, daar ik ze onwaardiger ben; wees er voor geloofd in eeuwigheid.
Oneindig weldadig Hart! u zijn de noodwendigheden mijner zlei, de gedurige gevaren mijner zaligheid be-
VAX JEZUS1 HART. ^15
kond; verleen mij nieuwe hulp, overvloedigenbijstand om staande te blijven in de gelegenheden, waar ik zonder u alles te vreezen zou hebben.
WIJZE OM HET BEZOEK AAN JEZUS' HART MET MEER VRUCHT TE DOEN.
Het heilig TIart van Jezus gaan bezoeken is dien Goddelij-ken Zaligmaker alleraangenaamst en voor ons allerheil-z.'umist: doen wij het dus dikwijls, doen wij het met vurigheid, en dit aanbiddelijk Hart zal er ons troost doen in vinden. Ziehier hoe men dit bezoek Jezus aangenaam kan doen maken:
1» De kerk binnentredende, denk, dat gij het huis Gods binnentreedt, en dat gij daar komt, om uwe hulde aan het Hart van uwen oppersten Meester te bewijzen.
•2° Kniel ootmoediglijk neór aan den voet zijner altaren, en we k, god urende een oogenblik, de gevoelens van geloof, eerbied en liefde in uw hart op.
3° Neem eene zedige houding, en leen eene eerbiedige aandacht, zonder u op te houden met te zien wie in of uit de k rk gaat. Hoe kan God u aanhooren, wanneer gij u met iets gansch anders, dan met hem, bezig houdt?
4° Vereenig u, uit geest en hart, met de engelen en he-melsche geesten, gedurig rond het altaar geschaard, om den oppersten Meester, die er verblijft, hunne hulde te brengen.
Lees daarna het volgende gebed met ai do gevoelens van geloof en godvruchtigheid, waartoe gij bekwaam zijt.
GEBED nu 1IET BEZOEK AAN JEZUS' HEILIG HART.
Aanbiddelijk Hart mijns Zaligmakers! ik kom om u de eer te bewijzen, die ik u schuldig ben, en ik begeer uil ganscher harte, zulks te doen op eene wijze die uwe grootheid waardig zij. Gel iel' gij zeilquot; mij in te geven, wat ik u zeggen moei, of heter nog, gelief gij zelf te spreken, en mij uwe stem te laten hooren: deze zal tot mijn hart spreken, en mijn hart zal ze ontvangen als een Goddelijkcn dauw, eene hemelsche gunst.
216 NOVENE TEli EEIiË
den bijzonderen en overvloedigen bi jstand uwer gratiën te vragen. I
Wal verlangde ik vuriglijk u gezgt;lschap te komen houden in uwe eenzaamheid! Aanbiddelijk Hart! gij zijl mijne vreugde, mijne rust en mijn leven-.verre van u, ben ik buiten mij zeiven; bij u, zou ik de wereld lt;'n al, wal geschapen is, willen vergelen. Maak mij, ik b ■zwoer u, deelachtig aan de zoele vruchten uwer tegenwoordigheid: geef mij een levendig geloof, eene vaste hoop, en vooral eene vurige liefde. Maak mijn harl los van alle vergankelijke voorwerpen, verban alle genegenheid, die u zou kunnen mishagen; eindelijk,
bind hel aan u met onbreekbare banden, en laai hel nooit moer van u weggaan; mijn hart is voor u alleen geschapen, maak, dal hel voor u alleen leve en ademe.
Eer ik scheide, vraag ik u, o mijn God! uwen heiligen zegen; geef mij dien zegen voor nu en voor mijn gansch leven. Amen.
Behalve de beweegredenen, die wij hierboven aangaven, kan men het bezoek aan Jezus' Hart ook doen voorverscheiden;' andere redenen, alle even roemrijk voor hem en even heilzaam voor ons;
Nu om zijne oneindige grootheden, volmaaktheden, beminnelijkheden te aanbidden;
Dan om zijne deugden, zijne liefde, zijne ooi moedigheid, zijne zachtmoedigheid, enz. fe eeren en na te volgen;
Dan weèr om verscheidene gratiën te vragen, de zege over zijne hartstochten, de sterkte tegen de bekoringen, de vólkern .ne bekeering van ons hart;
Ol' ook om vóór hem te zuchten over onze zonden, ongetrouwheden, luuwh 'ij hi /ijiK-ii heiligen dienst;
.1
VAN JE/.i:s' HART. 2J7
Dikwijls om onze moeiolijldieden op te offeren, voor dit noiiife'Kart ons bedroefd hart te ontsluiten, en hem de gelatenheid en het betrouwen tc vragen;
Vooral om hem de gratie oer volharding en eens zaligen doods te verzoeken.
lloevele voorvallen kunnen ons tot het Hart van Jezus doen gaan, en ons aanzetten om hem dikwijls te bezoeken 1 en bij hem zuüun wij altijd nieuwen troost en nieuwen bijstand vinden in ai onze noodwendigheden en al onze gevaren.
VKIUlEFFiXCKX DES HARTEN VOOIÏ ELKEN DAG DER NOVENE.
I. llarl van Jezus, volniaaklo aanbidder der Godheid! leer mij God met u en door u aanbidden.
II. llarl van Jezus, voor mij van liefde brandende! oiilslcek in mij de vlam uwer Goddelijke liefde.
III. llarl van Jezus, eenii?ste slachloll'er dat God waardig zij! draag mij met uop aan uwen hemelsehen Vader.
IV. Hart van Jezus, voor de zonden der mensehen met liitterheid overgoten! dat mijn liart breke van droefheid om mijne zonden.
V. Hart van Jezus, toonbeeld der ootmoedigheid! roei mijnen hoogmoed uil.
VI. Hart van Jezus, spiegel van zachtmoedigheid! maak dat mij die heilzame zaelitmoediglieid beziele.
VII. Hart van Jezus, oneindig zuiver en vlekkeloos! verleen mij eene onschendbare zuiverheid van lichaam, van hart en van geest.
VIII. Hart, van ijver voor de eer uws hemelsehen Vaders verslonden! beziel mijn hart met dien vurigen ijver voor uwe eer en mijne zaligheid.
IX. Hart van Jezus, heersch voor eeuwig in mijn hart, en vergun mij de gratie van eens met u te lieer-schen in den hemel.
218 NOVENE TER EERE VAN JEZIS' HART.
GEBED VOOR HET EINDE DER NOVENE.
Aanbiddelijk Hart van mijnen goeden Zaligmaker, dat met de vurigste liefde tot de menschen bezield zijt; Hart, vol van goedheid, allijd met onze ellende begaan, altijd gepraamd door bet verlangen om ons deelachtig temaken aan uwe onuitsprekelijke rijkdommen, en om u zeiven aan ons te geven; Goddelijk Hart! gij benrnl, en wordt niet bemind; gij zijt gansch verslonden van een bemelsch vuur, en gij vindt doorgaans in ons niets dan onverschilligheid en ongevoeligheid. Met het oprechtverlangen om, volgens mijn vermogen, deze strafbare onverschilligheid te herstellen, kom ik u mijn hart opdragen met al de gevoelens, waar het vatbaar voor is. Wel is waar, dit ontrouw ii rt is hoogst onwaardig u aangeboden Ie worden, maar gij kunt het zuiveren, heiligen, doen branden van uwe heilige liefde, en het u waardig maken. Gelijk het is, kom ik 't u voor eeuwig opdragen, en met mijn hart, al, wat ik op aarde bezit .Ikgeefu mijnen persoon en mijn leven, mijnege-dachteu en gevoelens, mijne werken, mijneondernemin-gen, mijne pijnen en moeielijkheden; ikbegeernietmeer te leven dan om u Ie dienen, u te beminnen, mij geheel en al aan uwe eer toe Ie wijden. Aanvaard, Goddelijke Jezus! en volmaak mijn offer door de vlammen uwer liefde; leer mij de volkomene vergetelheid van mij zeiven, de onvoorwaardelijke onlhechting van alles, opdat ik met u alleen moge bezig zijn; en dewijl ik voortaan niets meer zal doen dat niet ganseh vooru zij, maak, dat al, wat ik doen zal, u waardig zij. Leer mij vooral, wat mij le doen slaal om lot de zuiverheid uwer heilige liefde te geraken; ontsteek in mijn hart deze teedere, deze vurige, deze edelmoedige, deze onbaatzuchtige, deze standvastige, eindelijk, deze volmaakte liefde, welke de harten, die u in deze wereld oprecht verkleefd
ROZENHOEDJE VAN HET H. HART. 2J9
zijn, moot ten deel vallen, on hun tot onderpand strekken van het volmaakt geluk, dat gij hun in den hemel voorbehoud l.
KOZDINHOSDJE ¥ AN HET H. HART.
1« Dit rozenhoedje bestaat uit drie en dertig kleine korreltjes, ter eere van de drie en dertig jaren, welke Jezus op aarde geleefd heeft, en uit drie groote korreltjes, ter eere van de 11. Drievuldigheid.
2° Het heeft maar drie tientjes; deze hebben betrekking op de drie meest verschillende staten van het aanbiddelijk Hart van Jezus-Ghristus, geslachtofferd op het kruis, verblij-vendo op onze altaren, en verheerlijkt in den hemel.
Op de kleine korreltjes van het eerste tientje zegt men; Heilig Hart van Jezus, uit liefde voor cm op hel Kruis geslachtofferd, ik aanbid en bemin u uit geheel mijn hart.
4C Op die van het tweede, zegt men: Heilig Har! van Jezus, uit liefde voor ons voortdurend op de altaren verblijvende, ik aanbid en bemin u uil geheel mijn hart'.
5° Op die van het derde, zegt men: Heilig Hart van Jezus, verheerlijkt in den hemel, en ons tot u roepende, ik aanbid en bemin u uit geheel mijn hart.
0° Op de drie dikke korreltjes, zegt men: Glorie zij den Vader, den Zoon, en den Heiligen Geest, door hef aanbiddelijk Hart van Jezus
Die zich liever aan hetze?fde gebed houden, kunnen op al rie kleine korreltjes van elk tientje zeggen : Heilig Hart, van liefde voor ons brandende, ik aanbid en bemin u, ontsteek in mijn hart he' vuur uwer Goddelijke liefde.
Na het teeken des kruises gemaakt te hebben, vangt men aan met de drie kleine korreltjes, welke de drie tientjes voorai'gaan, om het getal drie en dertig vol te maken.
VERSCIilLLK.NDlC OKFlJ.NI.NGLN
VOOR DE GEDURIGE AAMUDDIAG VAN JEZLS' HARI
1° L)c gedurige aanbidding van het Allerheiligste Sacrament is cene voortdurende hulde, welke ijverige zielen Jezus-Chrislus verlangen te bewijzen op zijne altaren. Allerlei beweegredens zetten ons tot deze heilige oefening aan, de reehlvaanllghekl, de dankbaarheiden het voordeel; Jezus-Ghrislus verblijft onophoudend met ons, voor ons, te midden \aii ons; hij verdient onophoudend onzen eerediensten onze hulde.
•2° Dezelfde redens hebben godvruchtige zieien het gedacht gegeven der gedurige aanbidding van het Hart van Jezus, om zijne volmaaktheden te eeren, zijne liefde te erkennen, den smaad te herstellen, waaraan hij aanhoudend bloolgesteld is op zijne altaren; eindelijk, om hem gezelschap te houden, daar hij zoo dikwijls alleen gelaten wordt in zijne tempels.
3° Men kiest een uur elke maand, of meermaals, volgens zijne godvruchtigheid; men brengt het door in eenen geest van aanbidding, in de tegenwoordigheid van Jezus' Hart, zich aanschouwende als afgevaardigd, namens al de mede-genooten, om aan het Hart van Jezus eene gedurige hulde van aanbidding, eerbied, dankbaarheid en liefde optedragen.
Deze aanbidders kan men, eeniger wijze, vergelijken met de Serafijnen, die onophoudend voor den troon van God staan.
Deze oefening heeft eenige godvreezende zielen het gedacht gegeven lt;/e eereicacht van het H. Hart van Jezus in te stellen. Dit genootschap kwam lot stand te Boi.rg in 18öël in een klooster der orde, waaraan do Kerk do gelukzalige Margareta Maria te danken hefft. De hemel zegende dit werk zoodanig, dat Mgr. do bisschop van llolley het, den 9 Maart 1864, tot broederschap inrichtlo, en, na hom, verscholdon andere kerkvoogden het in hunne bisdommen verspreidden. Zijne Heiligheid Pius IX verrijkte het, den 7 Juni mot al de aflaten en gunsten, toegestaan aan de Aartsbroi derschap van het H. Hart van Jezus; /ijne Iloogwaardighoi 1 de bis-
t;::i cf.rk va.n je/xs' hart 251
schop van Luik rielUte hot, cion I J.inuan I8(j9 wctliglijk op in ilo kopol van hot lioilig Il.irt to Luik.
Voorwaarden: 1° zich laten inschrijven bij eonon of anderen ijvpraar; 2= de loden kiezen een uur, een uur dat hun best bevalt; met het begin van dit Vur van Eerewacht begeven zij zich in don geest voor het Tabernakel zonder iets te veranderen in hunne gewone bezigheden. Daar offeren zij aan Jezus hunne gedachten, woorden, werken, moeielijk-heden, cn bijzonderlijk do begeerte, die zij gevoelen, van zijn aanbiddelijk Hart te rerlroos'en door hunne liefde. Gedurende den loop van dit uur trachten de leden meer te denken op onzen Zaligmaker, verwekken ten minste eene aUe van liefde, en indien zij kunnen, doen eene lichte rer-sten-mg. Maar niets wordt voorgeschreven of vereiseht men vraagt niels dan den goeden wil, iedereen mogende volgen de genegenheid van zijn hart en van zijne godsvrucht, om dit uur van zegeningei wel overte brengen.
Indien de leden hun uur van Eerewacht kwamen te vergeten, worden zij verzocht hetzelve te hernemen, zoohaast zij dit indachtig worden
opdracht ms het uur van eerewacht.
Goddelijke Jezus, mijn allerzoetsle Zaligmaker, ik nfier n dit uur van EerexL-nchl, waarnmler in verccni-S'ing in el (noem de heilige besc/iermers van het uur ilquot;t (jij verlozen hehl) ik u op oene hlj/.oiidci'c wijze liejreei' te BEMliXMvN en te VEREEliKN, en vooral r\y AANBIDDELIJK IIAliT TE VEUTUOOSTEX, door mijne liefde en teedere genegenlieid. Aanvaanl met dil inzlclit mijne godaehlen, woorden, werken en moeielijklieden, ontvang vooral miin liarl, lielgeen ik ü geef zonder weflerhouding'. ti smeekentle hetzelve te ontsteken doorliet vuur uwer zuivere liefde.
I!quot;mind zij o- rr.d liel II. Harl van Jezus (100 dagen ujUuu).
Allerheiligsl Hart ran Jezus, wond mijn hart
'hor het steeds toenemend vuur der minnesmart,
222 VERSCHILLENDE OEFENINGEN
Leve het allerzoetste en allerminzaamste Hart van Jezus.
Zoete Jezus! Jezus liefde! (H. Catii. van Sen.)
Of beminnen, of sterven. (II. Franc, de Sales.)
O mijn Jezus! ik wensch U te kunnen vertroosten en beminnen voor al de harten die U bedroeven en die U niet beminnen!
Ons Lieve Vrouw van het H. Hart,
Bewaar onze eerewacht van drdk en smart.
men vereenigt zich onder dees uur:
Van 12 tot 1 : Mot do lï. Maagd Maria.
Van I » 2: Mot don II. Josoph en de Heiligen.
Van 2 » 3: Mot de Rechtvaardigen der aarde.
Van 3 » 4: Met de Serafijnen.
Van 4 » S; Met do Cherubienen.
Van ö » 6: Met de Tronen.
Van t! » 7: Met de Heerschappijen.
Van 7 » 8: Met do Machton.
Van 8 » 9: Mot do Krachten.
Van 0 » 10: Mot de Overheden.
Van 10 » H ; Met do Aartsengelen.
Van 11 » 12: Mot do Engelen.
AFLATEN. Do Eerewacht, verrijkt door Z. H. Pius IX mol al do aflaten verleend aan de aartsbroederschap van het Heilig Hart te Rome opgericht, is daarenboven nog begunstigd door een Apostolijken brief, gedagteekond don 7 April 18üö, die aan allo ingeschrevenen de volgende aflaten verleent:
1» Aflaat van zeven jaren en zeven quadragenen voor het uur der wacht van eiken dag.
2° Aflaat van 100 dagen voor al de andere uren, welke de ledon op dezelfde wijze tor voreering van het Hart van Jezus zullen toewijden.
3° Vollen aflaat eens per maand (dag volgens helioven en volgens do gewone voorwaarden) wanneer mor. godurondo de maand getrouw is geweest aan zijn wachtuur.
Deze aflaten zijn toevoeglijk aan de overledenen.
VAN JEZUS' MART. 223
Wat al zegeningen, wat al gratiën, wat al hemelsche gaven worden over de harten uitgestort, die zich getrouwelijk van deze oefening jegens het Hart van Jezus kwijten I
De gebeden, welke men onder dit uur van aanbidding kan lezen, wanneer men het in Je kerk doorbrengt, zijn bijna dezelfde, als die men leest onder de aanbidding voor het II. Sacrament; het gansche verschil bestaat hierin, dat men deze gebeden tot het Hart zelf van Jezus richt, en, met het bijzonder inzicht van het te eeren, opdraagt. Men kan zich ook bedienen van de verschillende verzuchtingen hierachter aangegeven (zie ook de Oefening voor de bezoeken aan hel II. Hart).
UITNOODIGIXG OM MET DEN GEEST ZICH IN HET H. HART VAN JEZUS TE RE GEVEN.
Men noodigt allo getrouwe aanbidders uit om zich mot den geest in het heilig Hart van Jezus r.e begeven tweemaal daags, des morgensom negen uren, en des avonds tusschen drie en vier; daar, in dat middenpunt en dien band dos harten, zullen zij zich vereenigen om tegelijk dit aanbiddelijk Hart te eeren, hem hunne hulde aan te bieden, en hem de gevoelens hunner harten op te dragen.
Daarvoor is het genoog te zeggen: Heilig Hart, wij aanbidden u; vereenig ons in u gedurende om leven en vooral inhei uur van onzen dood.
Door deze heilige oefening, zullen al deze harten maar een uitmaken in het aanbiddelijk Hart van Jezus-Ghristus, en iedereen zal deel hebben in de gevoelens en rijk worden dooide verdiensten der anderen.
VOOR AL DEGENEN, DIE IN HET II. HART VAN JEZUS VEREENIGD ZIJN.
10 De godsdienst verplicht ons voor elkander te bidden. 2° Men moot bijzonderlijk bidden voor degenen, mot welke men bijzonderlijk vereenigd is.
221 VERSCHILLrXDE OEFENINGEN
Squot; Men moet niet alleen bidden voor die vereenigd zijn, maar ook voor de vereeniging zelve, opdat God haar ir, allu harten beware, vermeerdere en beziele.
■i« Wanneer wij bidden voor anderen, worden deze geboden ons honderdvoudig weêrgegeven, omdat anderen ook bidden voor ons. Dit is gedeeltelijk, wat men do gemeenschap der Heiligen noemt, dat is, der geloovigen vereenigd in den schoot der Kerk, en vooral in het aanbiddelijk Hart van .lezns-Rhristus, haren Goddelijken Bruidegom.
Ik seniel iiol gpluk, o mijn (ïod ! met verscliddcno rechtvaardige zielen in uw Jl. Hart vereenigd te zi|n ; de liefde spoort hen aan om voor mij te hidden, de dankbaarheid moet mij aanzetten om mijn,: geheden voot haar op te dragen. Dit doe ik uit gansclter harte. De groole gratie, die ik u voor haar en voor mij vraag, is die uwer heilige liefde; en van, door de banden dezer heilige liefde, zoo nauw, zoo standvastig in uw aanbiddelijk Hart vereenigd le zijn, lt;lat niels er ons van scheide, noch in deze, noch in de andere wereld; dat wij elkander helpen en aanmoedigen in uw. n heiligen dienst, om beter in staat te zijn u te verheerlijken en te 1 eminnen.
Welk geluk voor mij, o mijn God! aldus vereenigd te zijn met zoovele godvrcezende zielen ! door de vurigheid harer gevoelens zuilen zij de zwakheid en de lauwheid der gevoelens van mijn hart te stade komen! want, eilaas! wat ben ik in uwe oogen, o mijn (ïod! en wat vermag ik dan zuchten, ziende dat ik zoo weinig doe voor deze heilige vereeniging? Gij zelf, o aanbiddelijk Hart! zult aanvullen wat van mijnen kant ontbreek! : de rijkdommen, die gij bevat, zijn onuitputbaar, en gij hebt ons de schatten daarvan toegezeid.
Maak, o mijn God! dat deze heilige vereeniging zich in alie harten verspreide, zich over de gansche wereld
■
VAN JEZUS' HART. 22S
uitstrekke, zich door alle eeuwen voortzette, in vurigheid en ijver toenème, en langer dan de tijden en de eeuwen voortdure. Aanbiddelijke Zaligmaker! gij zijt de band en liet middenpunt onzer vereeniging; wees daar ook het doel en het gelukzalig einde van, opdat wij, na den troost gesmaakt le hebben in uw Hart op deze aarde vereenigd te zijn, vooral het geluk mogen hebben, voor eeuwig vereenigd te worden in uwe heerlijkheid. Amen.
APOSTELSCHAP DES GEBEDS.
Dit is een heilige bond, ter eere van het IT. Hart, voor de zegepraal der Kerk en de zaligheid der zielen aangegaan, door den heiligen Stoel goedgekeurd en aanbevolen, door Pius IX met kostbare aflaten verrijkt en reeds over de gansche wereld uitgestrekt.
Om daar deel van te maken, moet men zich in het register eener parochie of geestelijke gemeente, welke daartoe bemachtigd is, laten inschrijven, en een inschrijvingsbriefken bekomen.
Do cenige voorwaarde, welke men moet vervullen om deelachtig te worden aan'de menigvuldige gunsten van het Apostelschap des gebeds, is: ten minste eens op den dag, zijne gebeden, zijne werken, zijne moeielijkheden van den dag opdragen in vereeniging met de inzichten, met welke Jezus zich onophoudend in de heilige mis opdraagt en siachtofiert* Hiertoe kan men zeggen: Jezus, ik draag u al mijne tvêrken op, en ik vereenig mijne inzichten met de inzichten van uw ƒƒ. Hart en ran het Apostelschap des gebeds.
Voordeden: 1o alle gunsten, op dezelfde voorwaarden, toegestaan aan de aartsbroederschap van het H. Hart. De voorwaarden zijn: dagelijks een Onze Vader, een Wees gegroet, een Ik geloof, met de aanroeping: O allerzoetste Jezus, maak dat ik meer en meer beminne,
2° Een deel in de gebeden en goede werken van nagenoeg zes millioenen godvruchtige zielen, en elf of twaalf duizend geestelijke gemeenten, met het Apostelschap verbonden.
3° Een bijzonder aandeel in de gebeden, boetvaardigheden,
15
226 VERSCHILLENDE OEFENINGEN
sacrificiën, communiën en goede werken van zestien groote geestelijke orden en congregatiën, welke deze gunst aan de ingeschrevenen van het Apostelschap hebben toegestaan.
'4» Een aflaat van 100 dagen voor elk goed werk, dat mon verricht in vereeniging met de inzichten van bet heilig Hart en van hot Apostelschap.
5° Een volle aflaat op den dag zijner inschrijving; op den feestdag van het H. Hart en van de Onbevlekte Ontvangenis j op cenen Vrijdag van elke maand en eenen anderen dag der maand naar keus: eindelijk, als feitelijk verbonden met de Aartshrooderschap, alle volle en gedeeltelijke aflaten, in het handboekje aangegeven.
OEFESIUG
VOOn DE WONDE VAN HET HEILIG HART VAN JE7.U3 TE AANRIDDEN.
1» Daar het kruis van Jezus-Christus aanbeden wordt, kan met des te meer reden de wonde zijns Harten aanbeden worden.
2° Men begrijpt, dat de aanbidding zijner wonde tot zijn Hart gericht wordt, als tot het voornaamste voorwerp der aanbidding.
Deze wonde eerende, kan men zijn aanbidding uitstrekken tot al de andere wonden: deze wordt inzonderheid ge-eerd, omdat de wonden des harten altijd de gevoeligste en da smartelijkste zijn.
GEBED.
Het was dus niet voldoende voor u, aanbiddelijke Zaligmaker! zoo groote smarten geleden te hebben, uw gebenedijd lichaam in uwe passie gekneusd, verscheurd en bebloed te zien; gij hebt nog gewild, dat uw Hart op uw kruis met eene lans doorstr.ken werd.
Maar uwe liefde tot ons, o beminnelijke Zaligmaker 1
VAN JE7,US HART.
nad u vooraf eeue gevoeliger eu smartelijker woudo toegebracht; gij hebt door deze wonde ons uw Hart willen openen en ons daar eene schuilplaats geven, om ons tot toevlucht te dienen.
Naar deze heilige schuilplaats zal ik inderdaad heen-vluchtcn, om daar hulp te vinden in al mijne rampen, troost in al mijne pijnen, onderstand togen de bekoringen, al do gratiën, die ik in de ellenden dezes (evens zal noodig hebben. Gcwaardig u, o aanbiddelijk Hart! mij ingang to verleenen in deze heilige wonde, om mij daar te beschutten legen allo gevaren, terwijl ik loef, en mij in den schoot uwer heerlijkheid te ontvangen, na mijnen dood.
Gedoog middelerwijl, dat ik uwe heilige wonde, en door haar uw aanbiddelijk Harl mijne hulde toebrenge.
Gezegende wonde! ik aanbid u, als het gevoelig toeken der liefde, welke Jezus-Christus voor ons gehad heeft.
Gezegende wonde! ik aanbid u, als de opening, die ons toegang leent lot zijn Hart.
Gezegende wonde! ik aanbid u, als de zoete schuiJ-plaals, die in onze bedruktheden voor ons openslaat.
Gezegende wonde! ik aanbid u, als eene bron, waaruil ons alle gratiën toevloeien.
Gezegende wonde! ik aanbid u, als eene inwendige et nzaamheid, waar onze harten de rust en don vrede vinden.
Gezegende wonde des Harten van mijnen God! ik aanbid u in vereeniging met al de harten, die u bijzonder verkleefd zijn ; maak, o mijn aanbiddelijke Zaligmaker! dat de wonde uws Harten in het mijne overgaat, dat zij er te gelijk én droefheid èn liefde verwekke, droelheid over zijne zouden, liefde voor uwe oneindige goedheden.
227
VERSCHILLENDE OEFENINGEN
OEFENING
VOOR DE NAVOLGING VAN JEZDS' nART.
Iquot; De navolging der deugden van Jezus' Hart moet eena dor voornaamste vruchten zijn dezer godsvrucht; deze oefening zal ten minste de roemrijkste zijn voor hem en de heilzaamste voor ons.
2» ITet gaat onze krachten niet tc boven, het ITart van Jezus te willen navolgeni hij zelf noodigter ons toe uit; wat zeg ik? hij legt ons zulks uitdrukkelijk op, en alzoo ook geeft hij ons daartoe de hulp zijner gratiën.
3° Waar wij hem vooral moeten in navolgen, is zijne vurige liefde voor zijnen hemelschen Vader, en zijne tecdere en mededoogende liefde voor ons.
4» Waarin voor ons het geluk, do voordeden dezer navolging zullen liggen, zal zijn van eene heilige overeenkomst met hem te hebben door de gratis, en gevolgolijk een bijna verzekerd onderpand onzer voorbeschikking tot zijne glorie.
GEDED.
tlcilig Hart! gij geeft u aan ons, om niet alleen hot voorwerp nn/.er aanbiddingen en eerbetuigingen, maar ook nog bet toonbeeld Ie zijn onzer deugden en gevoelens; welke gratie, welke eer voor ons, naar het geluk te mogen haken van gelijkvormig te worden aan hem, dien wij aanbidden! maar, eilaas! welke schande voor mij! welk ongeluk voor mijn laf, ondankbaar en trouwloos hart, bijna nog geen oog geworpen te hebben op een zoo groot, zoo volmaakt voorbeeld! Welke spijt, welke billijke reden van leedwezen, naar anderen roem, naar andere gevoelens gestaan te hebben, dan naar de gevoelens van het aanbiddelijk Hart van eenen God, alsof er andere waarlijk edele gevoelens, die navolging waard zijn, bestaan konden dan de zijne. Beschaamd,
228
VAN JEZUS' HART. 229
o mijn Goddelijke Zaligmaker! over mijne verblindheid en mijne trouwloosheid, zal ik voortaan mijn geluk cn mijnen ïoem doen bestaan, in eonen of anderen trek van gelijkvormigheid mot uw Hart aan het mijne te geven. Neen, mijn God! u na te volgen is niet boven mijne krachten: gij staat het ons toe, gij beveelt het ons; met de eene hand, toont gij ons uw Hart, als volmaakt voorbeeld, met de andere geeft gij ons de gratie, als zekere hulp. De deugden, welke ik vooral in u verlang na Ie volgen, zijn uwe onmetelijke liefde voor uwen hemel-schen Vader, de gelijkvormigheid aan zijnen wil, de volkomene onderwerping aan zijne voorzienigheid, do ootmoedigheid, de liefde tot den naaste, de algeheele onthechting der wereld; ondersteun mijne zwakke pogingen, o mijn zoete Zaligmaker! opdat, door de gelijkvormigheid mijns harten mot uw aanbiddelijk Hart, ik van het getal der uitverkorenen zijn moge ; want niemand zal uitverkoren zijn, dan door eene heilige gelijkvormigheid met u.
OPDRACHT AAN DE VOLMAAKTE LIEFDE, IN HET AANBIDDELIJK HART VAN JEZUS-CHRISTUS.
1° De volmaaktste hulde is de volmaakte liefde. Allo werken, alle gevoelens, alle deugden, alle oefeningen zijn hier bij uitstekendheid in opgesloten, cn 'smenschen han heeft God niets grooters aan te bieden, dan deze ganscli Goddelijke liefde.
2» Overtuigd, als gij zijt, door de dringendsta beweegredens van de verplichting, waarin gij u bevindt, van God uit geheel uw hart, uit geheel uwe ziel, uit al uwe krachten te beminnen, draag u, ais een slachtoffer, aan deze volmaakte liefde op; en om zulks te doen op eene wijze, die God meer behaagt, bied hem deze opdracht aan, door en in het aanbiddelijk Hart van Jezus-Christus.
3» Neem daartoe eenen plechtigen feestdag, en doe, na la communie geweest te zijn, deze opdracht uit ganscher harte,
VERSCHILLENDE OEFENINGEN
OEFENING-
VOOR DE NAVOLGING VAN JEZBS' IXART.
1quot; De navolging der deugden van Jezns' Hart moet eene der voornaamste vruchten zijn dezer godsvrucht; dezeoefe-nitig zal ten minste de roemrijkste zijn voor hem en de heilzaamste voor ons.
2» Het gaat onze krachten niet te boven, het Hart van Jezus te willen navolgen; hij zelf noodigt er ons toe uit; wat zeg ik? hij legt ons zulks uitdrukkelijk op, en alzoo ook geeft hij ons daartoe de hulp zijner gratiën.
3« Waar wij hem vooral moeten in navolgen, is zijne vurige liefde voor zijnen hemelscheu Vader, en zijne teedere en mededoogende liefde voor ons.
228
4« Waarin voor ons het geluk, de voordeeion dezer navolging zuiien liggen, zal zijn van eene heilige overeenkomst met hem te hebben door de gratie, en gevolgelijk een bijna verzekerd onderpand onzer voorbeschikking tot zijne glorie.
f
GEBED.
Heilig Hart! gij geeft u aan ons, om niet alleen hot voorwerp onzer aanbiddingen en eerbetuigingen, maar ook nog hot toonbeeld Ie zijn onzer deugden en gevoelens; welke gratie, welke oervoor ons, naar het geluk te mogen haken van gelijkvormig te worden aan hem, dien wij aanbidden! maar, eilaas! welke schande voor mij! welk ongeluk voor mijn laf, ondankbaar en trouwloos hart, bijna nog geen oog geworpen to hebben op een zoo groot, zoo volmaakt voorbeeld! Welke spijt, welke billijke reden van leedwezen, naar anderen roem, naar andere gevoelens gestaan te hebben, dan naar de gevoelens van het aanbiddelijk Hart van eenou God, alsof er andere waarlijk edele gevoelens, die navolging waard zijn, beslaan konden dan de zijne. Beschaamd,
VAN JEZUS' HART. 229
o mijn Goddelijke Zaligmaker! over mijne verblindheid en mijne trouwloosheid, zal ik voortaan mijn geluk en mijnen roem doen bestaan, in eenen of anderen trek van gelijkvormigheid met uw Hart aan het mijne te geven. Neen, mijn God! u na te volgen is niet boven mijne krachten; gij staat het ons toe, gij beveelt het ons; nvt de eene hand, toont gij ons uw Hart, als volmaakt voorbeeld, met de andere geeft gij ons de gratie, als zekere hulp. De deugden, welke ik vooral in u verlang na Ie volgen, zijn uwe onmetelijke liefde voor uwen hemel-schen Vader, de gelijkvormigheid aan zijnen wil, de volkomene onderwerping aan zijne voorzienigheid, de ootmoedigheid, de liefde lot den naaste, de algeheele onthechting der wereld: ondersteun mijne zwakke pogingen, o mijn zoete Zaligmaker! opdat, door de gelijkvormigheid mijns harten mst uw aanbiddelijk Hart, ik van bot gefal der uitverkorenen zijn mogs ; want niemand zal uitverkoren zijn, dan door eene heilige gelijkvormigheid met u.
OPDRACHT AAN DE VOLMAAKTE LIEFDE, IN HET AANBIDDELIJK HART VAN JEZÜS-CHRISTÜS.
1« De volmaaktste hulde is do volmaakte liefde. Allo werken, alle gevoelens, alle deugden, alle oefeningen zijn hier bij' uitstekendheid in opgesloten, en 'smenschen han heett God niets groeiers aan te bieden, dan deze ganscli Goddelijke liefde.
2« Overtuigd, als gij zijt, door de dringendsts beweegredens van de verplichting, waarin gij u bevindt, van God uit geheel uw hart, uit geheel uwe ziel, uit al uwe krachten te beminnen, draag u, als een slachtoffer, aan deze volmaakte liefde op; en om zulks te doen op eene wijze, die God meer behaagt, bied hem deze opdracht aan, door en in het aanbiddelijk Hart van Jezus-Ghristus.
3» Neem daartoe eenen plechtigen feestdag, en doe, na ta communie geweest te zijn, deze opdracht uit ganscber harte,
VEKSCHILLEME OEFE.MKGES
en met al do vurigheid uwer gevoelens. Later kunt gij ze til
van tijd tot tijd vernieuwen, vooral na de communie of onder j,e
de heilige mis.
1«
AKTE VAN OPDRACHT AAN DE VOLMAAKTE LIEFDE. b(
zi,
Heilige, goede, almachtige God, allergrootst, aller- o]
beminnelijkst en allervolmaakst Wezen, ik erken, dat vlt;
in de tegenwoordigheid van de roemrijke Maagd, uwe Goddelijke Moeder, van mijnen engelbewaarder, den
gelukzaligen heiligen Joseph en het gansch hemelsch hof, de hulde mijner volkomenste onderdanigheid te bewijzen; daarom geef en draag ik heden aan u op, mij zelvcn en mijn leven, het vaste besluit genomen hebbende van, voor liet overige mijner dagen, niet meet aau mij, maar gansch en geheel aan u te zijn en uit al mijne krachten te streven naar de volmaaktheid uwei liefde.
Ik bezweer u, o aanbiddelijk Hart van Jezus, eenige liefde! deze opdracht te aanvaarden, deze offerande van mij zeiven met uw heilig vuur te verbranden, en mij de gratie te verwerven, dat al de gevoelens van mijn hart, al de vermogens mijner ziel, al do zinnen mijns lichaams, al de gedachten, woorden en werken mijns levens, zooveel offers wezen, welke aanhoudend branden inde vlammen uwer liefde. Aanvaard mij, ik smeek er u om, o mijn Zaligmaker! draag mij met u en met al die u beminnen, aan uwen hemelschen Vader op; gedoog niet, dat mijne eigenliefde eenig beletsel stelle aan uwe inzichten en aan de eer, die gij van mij verwacht; maak integendeel dat ik er bekwaam toe worde door de gedurige oefening uwer liefde en de getrouwe navolging uwer deugden, vooral van uwe diepe ootmoedigheid, armoede, versterving on verach-
230
VAN JEZUS' HART. 231
ting der wereld. Ik hoop dit van uwe oneindige goedheid, gelijk al de gratiën, die mij noodig zijn om voortaan een gedurig slachtoffer uwer liefde te wezen.
Dat zijn de vurige begeerten van een hart, dat u toebehoort in den tijd en dat vereenigd en verbonden wil zijn met al die er roem op dragen, u te beminnen en op eene bijzondere manier u toe te behooren, om u nog volmaakter te beminnen in de eeuwigheid. Amen.
Bid voor al die tot eene volmaakte liefde zoeken te geraken.
VAN DEN GELUKZAKIGEN I.AN3PERGUS, KARTUIZER.
Ik raad u can, zeido hij, op de plaatsen, waar gij dikwijls voorbijgaat, een of ander godvruchtig beeldeken te liangen van het aanbiddelijk Hart van Jezus, opdat het gezicht daarvan u doe denken, om dikwijls uwe heilige oefeningen te zijner eere te vernieuwen. Gij zoudt zelfs, naar uwe inwendige neiging, dit beeld teederhartig kunnen kussen met dezelfde godvruchtigheid, als gij het Hart zelf van Jezus-Chris-tus kussen zoudt. Treed met den geest in dit vergoddelijkt Hart, prent daar met drift uw eigen hart in, uwe ganscha ziel daarin stortende, wenschende, dat zij daar verslonden worde, uw best doende, om, in uw hart, den geest, dia Jezus' Hart bezielt, over te brengen met zijne gratiën en zijne deugden, in één woord, al, wat er heilig, volmaakt en heilzaam is in dit gezegend Hart; want Jezus' Hart is eene vruchtbare bron van alle goed. Het is eene allergodvruchtig-Bte oefening met eene bijzondere vïijt dit heilig Hart te eeren, dat uwe schuilplaats en uw redmiddel in al uwe noodwendigheden zijn moet, om er den troost en de hulp, die gij behoeft, van te verkrijgen; want, al verlieten u ook alle men-schen, wees verzekerd, dat zijn getrouw Hart u niet zal verlaten.
VERSCHILLENDE OEFENINGEN
LIEFDERIJKE GEVOELENS BER HEILIGE GERTRUDIS TOT JEZUS» HEILIG HART, GETROKKEN UIT HAAR LEVEN.
O liefde! o mijn God! omijn Koning! o Jezus! eenig voorwerp mijner teederheid, ontvang mij van dezen stond af, onder de beminnelijke bescherming van uw heilig Hart, opdat ik er immer leve.
Neem mij en werp mij in die onmetelijke zee uwer oneindige liefde; ontvang mij in dit brandend forneis uwer liefde, om er geheel en al door zijne hemelsche vlammen verslonden te worden.
Troost mij daar, o mijn Zaligmaker! door uwe beminnelijke tegenwoordigheid; leer mij den prijs van het bloed, dat mij verlost heeft, naar waarde schatten; laat mij de zoete stem uwer heilige liefde hooren en roep mij tot u.
Trek mij daar, met al de zoetheid van uwen geest, bij u binnen, dompel mij in den afgrond uwer vol-maakte liefde: vergun mij eindelijk daar hel geluk van uwe tegenwoordigheid eeuwig te genieten, omdat mijn hart u alleen verlangt.
O liefde! gij zijt dat levendig water, waarnaar ik dorst heb; hier is mijn hart, dat naar u toesnelt me» eene drift die mij doet lijden. Zet den heilzamen ingang van uw Hart voor mij open: hier is het mijne; ik wil er voortaan niet meer over beschikken.
O Jezus, mijn zoete hoop; dat uw Hart, reeds uit liefde voor mij doorstoken, en voor alle zondaren gedurig openstaande, de eerste toevlucht zij voor mijne ziel bij haar scheiden van haar lichaam; en dat daar, in den oneindigen afgrond uwer liefde, al mijne zouden voor eeuwig inge/.wolgen en verslonden worden. Amen.
232
VAS JEZUS' HART.
VERZUCHTINGEN OF VERHEFFINGEN DES HARTEN TOT HET HEILIG HART VAN JEZUS.
Deze verzuchtingen zijn de gevoelens van een brandend hart, wiens genegenheden, als zoovele vlammende schichten, opstijgen naar het Hart van Jezus. Men moet hopen, dat dit heilig Hart daar zal op antwoorden met de genegenheden zijns IFarten en de uitstortingen zijner gratiën.
Verzuchtingen over de gevoelens en de deugden van Jezus' Hart.
Geloofd, geëerd en bemind zij te allen tijde, in alle harten, het heilig Hart van Jez js!
Verlangens en neigingen van Jezus' Hart, heerscht over mij.
Goddelijke vlammen van Jezus' Hart, verteert mij.
Zachtmoedigheid van Jezus' Hart, bevredig mij.
Verduldigheid van Jezus' Hart, verdraag mij.
Armoede van Jezus' Hart, onlhecht mij.
Pijnen van Jezus' Hart, vermurwt mij, en maakt mijn hart gevoelig aan al uwe smarten.
Vernederingen en versmadingen van Jezus' Hart, verbrijzelt mij en beschaamt den hoogmoed, die mijn hart overheerscht.
Slilzwijgendheid van Jezus' Hart, spreek tot mij, spreek tot mijn Hart, en dat alle schepsel in uwe tegenwoordigheid zwijge.
Verzuchtingen over de aanbiddelijke eertitels van Jezus' Hart.
Heilig H u t mijns Vaders, bestier mij.
Heilig Hart mijns Konings, bezit mij.
Heilig Hart mijns Meesters, onderricht mij.
Heilig Hart mijns Geleiders, wijs mij den weg.
Heilig Hart mijns Geneesheers, genees mij.
233
204 VERSCHILLENDE OEFENINGEN
Heilig Hart mijns Rechters, vergeef mij.
Heilig Hart mijns Verlossers, red mij.
Heilig Hart van mijnen God, wees gansch aan mij, en ik gansch aan u.
Verzuchtingen over de oneindige volmaaktheden van Jezus' Hart.
Heiligheid van Jezus' Hart, heilig mijn hart.
Voorzienigheid van Jezus' Harl, waak over mijn hart.
Onmetelijkheid van Jezus' Hart, vervul mijn hart.
Onveranderlijkheid van Jezus' Hart, bevestig mijn ' hart.
Zuiverheid van Jezus' Hart, reinig mijn hart.
Gehoorzaamheid van Jezus' Hart, onderwerp mijn hart.
beminnelijkheden van Jezus' Hart, vertoont u aan mijn Harl.
Goddelijke bevalligheden van Jezus' Hart, trekt mijn hart.
Rijkdommen van Jezus' Hart, voldoet mijn hart.
Stroomen van gratiën en zegeningen, die voortvloeit uit Jezus' Hart, overstroomt mijn hart.
O Hart van Jezus! wees mijne vreugde, mijn vrede, mijne rust, mijn al, hier en namaals.
Hart van Jezus! in den hemel aanbeden, np de aarde aanroppon, in de hel gevreesd, heersch over alle harten, heersch in alle eeuwen, heersch door de gratie, heersch voor altijd in de glorie. Amen.
GEBED OP WIJZE EENEIt LITANIE VAN HET HEILIG HART VAN JEZUS.
De litanie is eene opvolging van lofredenen, aanbiddingen,
huldebewijzen en gebeden.
VAX JEZUS' HART. 2ÖJ
Deze oefening is Ie allen tijde in gebruik geweest in de Kerk en door alle heiligen bestendig nagekomen.
Heer, ontferm u onzer.
Christus, ontferm u onzer.
Christus, hoor ons.
Christus, verhoor ons.
Hart van Jezus, zelfstandig vereenigd met het Woord Gods, Met de Goddelijke liefde, xi'aarvan gij brandt, ontvlam mijn hart.
Hart van Jezus, heiligdom der Godheid,
Hart van Jezus, tempel der Allerheiligste Drie-
Hart van Jezus, afgrond van wijsheid, quot;
Hart van Jezus, oceaan van goedheid, o
Hart van Jezus, troon van barmhartigheid, c.
Hart van Jezus, onuitputbare schat, S\
Hart van Jezus, uit wiens volheid wij allen ont- a vangen hebben, ^
Hart van Jezus, onze vrede en verzoening, S
Hart van Jezus, toonbeeld aller deugden, -
Allerheiligste Hart van Jezus, g
Allerzachl moedigste Hart van Jezus, S
Allerootmoedigste Hart van Jezus, %
Allerverduldigste Hart van Jezus, cg
Allerzuiverste Hart van Jezus, ^
Oneindig beminnend, oneindig beminnenswaar- 3
dig Hart van Jezus,
Allergehoorzaamsle Hart van Jezus, Allergoedertierenste llarl van Jezus, =
Harl van Jezus, bron van water, dat springt ten g-eeuwigen leven, 5
Hart van Jezus, waarin de Vader zijn welbehagen 3
gevonden heeft,
Hart van Jezus, verzoenoffer voor onze zonden, =■ Hart van Jezus, met versmadingen verzadigd, 3. Hart van Jezus, door de liefde gewond,
236 VERSCHILLENDE OEFENINGEN
Hart van Jezus, met oene lans doorsloken, Met de Goddelijke liefde, waarvan gij brandt, ontvlam mijn hart.
Hart van Jezus, in den hof bedroefd tot den dood toe. Met de Goddelijke liefde, enz.
Hart van Jezus, op het Kruis van bloed uilgepnl. Met de Goddelijke liefde, enz.
Hart van Jezus, toevlucht der zondaren. Met de Goddelijke liefde, enz.
Hart van Jezus, sterkte der zwakken. Met de Goddelijke liefde, enz.
Hart van Jezus, troost der bedrukten. Met de Goddelijke liefde, enz.
Hart van Jezus, volharding der rechtvaardigen. Met de Goddelijke liefde, enz.
Hart van Jezus, zaligheid van die op u hopen. Met de Goddelijke liefde, enz.
Hart van Jezus, hoop van die in u sterven. Met de Goddelijke liefde, enz.
Hart van Jezus, wellust aller heiligen. Met de Goddelijke liefde, euz.
GEBED.
O Heere Jezus-Christus, die, door eene nieuwe weldaad, voor uwe Kerk de onuitsprekelijke schatten uws Harten hebt gelieven te openen, vergun, dat wij aan de liefde van dit allerheiligste Hart beantwoorden, en, door waardige eerbetuigingen, de beleedigingen waardoor ondankbare menschen ditzelfde Han. bedroeven, vergelden kunnen: die leeft en heerscht in de eeuwen der eeuwen. Amen.
VAN JEZUS1 HART. 237
TER EERE VAN HET HEILIG HART VAN JEZUS.
Behalve de verschillende oefeningen, die wij aangehaald hebben, zijn er nog een groot getal andere, welke do eer van Jezus' heilig ITart kunnen bevorderen. Wij geven ze hier in het kort aan; daaruit kan iedereen kiezen volgens de gesteltenissen zijns harten en de neiging der gratie.
Eene medalie olwel den scapulier dragen van het H. Hart van Jezus.
Als men een der voornaamste bezigheden van don dag begint, kan men die bijzonderlijk opdragen aan het II. Hart van Jezus.
Door den dag, van tijd tot tijd zijl hart vereenigen met het aanbiddelijk Hart van Jezus-Christus.
Als men verdrieten leed heeft, 'ijn hart verheffen tot het Hart van Jezus; z.oo ook in do bekoringen en in de gevaren, zich aanbevelen en met den geest gaan schuilen bij het Hart van Jezus.
Bij elk uur dos dags, als de klok slaat, inwendig verzuchten naar dit H. Hart.
Des nachts, als men wakker wordt, het Hart van Jezus aar-bidden
Dikwijls het Hart van Jezus aanroepen voor de bekcering der zondaren.
De H. Maagd, de heilige engelen en onze heilige patronen verzoeken, ons hart en onze gevoelens aan het aanbiddelijk Hart van Jezus op te dragen.
Eenige versterving, eenige opofloring doen ter eere van dit H. Hart.
Met den geest in de heilige wonde gaan van Jezus' Hart. Wanneer men langs eene kerk voorbijgaat, het Hart van Jezus, dataldaarverblijft, met don geest aanbidden; en, bijaldien het onze bezigheden toelaten, daar een kortstondig, maar vurig bezoek afleggen.
In zijne kamer een beeld hebben van het H. Hart, zijne oogen en zijn hart daar dikwijls naar richten.
Boeken lezen, die over deze godswucht handelen.
■■
-I
23S VliRSCIIli-LENDK OEFENINGEN
Zicli laten inschrijven in de broederschappen, te zijner eer opgericht.
Medewerken in de goede werken, waar zijne eer in betrokken is, met, volgens onze middelen, hem onzen ijver, onze zorgen, onze rijkdommen op te dragen.
Deze godsvrucht bij anderen aanprijzen, en ze doen kennen aan die er den prijs en de voordeden van onbewust zijn.
Dikwijls de heilige engelen uitnoodigen, om dit heilig Hart te aanbidden, en, door hunne vurige liefde, de onverschilligheid en de ongevoeligheid van des menscheu hart te vergoeden.
in een christelijk gezin, kan men eeueu dag nemen, om, in naam van het gansehe huisgezin, de opdracht aan het II. Hart te doen. Dit is de zegeningen des hemels daarover af-smeeken.
Aflaten der Broederschap van het allerheiligste Hart van Jezus, toevoegelijk aan de zielen des vagevuurs, vergund aan al de leden door Z. H. den Paus Pius Vil, zaliger gedachtenis, en verscheidene andere aflaten door andere Pausen aan de vereerders van Jezus aanbiddelijk Hart toegestaan.
VAN JEZUS' HART. 239
V. Volle aflaat in het uur des doods voor die met een waar leedwezen over hunne zonden, den H. Naam van Jezus, zoo niet met den mond, ten minste met het hart zullen aanroepen (Verg. van 7 Maart 1801).
VI. Gedeeltelijke aflaat van zeven jaren en zevenmaal veertig dagen, als men tot de IIH. Sacramenten nadert de vier Zondagen, die onmiddelijk den feestdag van het II. Hart Noorgaan.
Vil. Eindelijk een gedeeltelijke aflaat van zestig dagen voor ieder godvruchtig werk binnen den dag door de ingeschrevenen verricht (Verg. van 7 Maart 1801).
Bovengemelde aflalen zijn door de ingeschrevenen te winnen, zonder dal zij verplicht zijn de kerk der HH. Joannes Baptist a en Joannes Evangelist, of eenig andere kerk te bezoeken, mits zij, volgens vergunning van HO Maart 1802, het volgende verrichten :
Alle dagen godvruchtiglijk bidden een Vader Ons, een Wees Gegroet, en het Geloof, ter eere van het H. Hart met deze aan~ roeping:
Zoet Hart van Jezus, onzen Heer!
Geef dat 'k u minne meer en meer.
Bemerking : Die de gewoon'.e hebben van deze gebeden 's mor* gens of 'savon ls te doen, kunnen dezelve eens voor altijd lot
voormelde intentie opdragen.
Bovendien, door Apostelijke vergunning van 2 April 1805, zijn aan de leden van de Broederschap toegestaan de volgende a/laten, eveneens altijddurend en toevoeglijk aan de zielen des Vagevuurs.
VIII. Al de leden, die, op de Statiedagen in het Roomsch missaal aangewezen, de kerk van hunne Broederschap zullen bezoeken en er bidden tot de intentie van Z. H. den Paus, verdienen dezelfde aflaten die aan de Statiën van Rome, door decreet van de H. Congregatie der aflaten den 8 Juli 1777, zijn toegestaan, te weten:
Op Witten Donderdag, volle Aflaat.
Op Paaschdag, id.
Op O. H. Hemelvaart, id.
Op Kerstdag» id.
#
VERSCHILLENDE OEFENINGEN.
30 jaren en 30 quadragenen, op de volgende dagen : Besnijdenis of nieuwjaarsdag — Drie Koningen — Zondogen van septuagesima, sexagesima en fjuinquagesima —goeden Vrijdag — Zaterdag der goede week — aile de dagen der octaaf van Paschen — Zondag van Quasimodo — St. Marcus — de drie kruisdagen — Pinksteren en alle de dagen der Octaaf —St. Stcplianus — St. Joannes Evangelist — Onnoozelkinderendag.
23 jaren en 25 quadragenen, op Palmzondag. — 15 jaren en lo quadragenen op Assche-Woensdag— 4lt;i«n Zondag van de vasten — 3'iquot; Zondag van den Advent — Kerstavond in den nacht van Kerstdag en in de mis van den dageraad.
10 jaren en 10 quadragenen, op al de andere Zondagen en alle de dagen van de vasten — Pinksteravond—2'1quot; en 4'iquot; Zondag van den Advent — Quatertemperdagen van December.
7 jaren en 7 quadragenen, vooral de ingeschrevenen, die eene voorbereidende novene tot den feestdag van het heilig Hart onderhouden, eiken dag der novene. Insgelijks voor die, welke drie dagen besteden om zich tot dien feestdag te bereiden, eiken dag van dien triduüm.
Dezelfde aflaat wordt toegestaan aan die to communie gaan op de feestdagen van O.-L.-V. en van de Apostelen, waarop er geen volle aflaat te verdienen is.
IX. Volle aflaat aan al deleden der Broedei'schap,volgens Apost. verg. van 2 April 1805, op de feestdagen van de Onbevlekte Ontvangenis — van Maria's geboorte — van de Boodschap van Maria, — van Lichtmis en de Hemelvaart der heilige Maagd; op den feestdag van Allerheiligen en Allerzielendag ; op de feestdagen van den heiligen Joseph, Bruidegom van Maria, — van deHH. Apostelen Petrus en Pau-lus, van den heiligen Joannes, Apostel en Evangelist, op voorwaarde dat zij, na gebiecht en gecommuniceerd te hebben, de kerk der Broederschap bezoeken.
De op N°' vin en IX gemelde a/toen, voor welke het bezoek dfir kerk vereischt wordt, kunnen, uil kracht van eene pauxp-
240
TER EERE VAN JEZUS' HART. 2il
lijke vergunning, verdiend worden door al de leden, die door ziekte of andere wettige reden belet zijn het voor geschrevene bezoek te doen, mits zij eenig ander godvruchtig werk volbrengen, dat de biechtvader hun zal opleggen.
X. Dezelfde paus, ten einde de godsvrucht tot het H. Hart van Jezus te vermeerderen, heeft zich gewaardigd, door vergunning van 4 Maart 1806, eenen altijddurenden vollen aflaat toe te staan op de zes, het feest van het H. Hart voorafgaande, Vrijdagen of Zondagen, aan al de vereerders van het aanbiddelijk Hart van Jezus, die te biechten en te communie geweest zijnde, op eiken der zes voormelde Vrijdagen of Zondagen, eene kerk of openbare bidplaats, waar dat feest op gestelden dag gevierd wordt, zullen bezoeken en er bidden tot de intentie van Zijne Heiligheid. Deze aflaten ziju toevoeglijk aan de geloovige zielen.
Voormelde aflaten, zoowel die der Novene als die der zes Vrijdagen of Zondagen, kunnen, volgens vergunning van den H. V., gewonnen xcorden door die uit wettig beletsel geenekerk of bidplaats kunnen bezoeken, op voorwaarde dat zij eenig godsdienstig werk verrichten, welk hun door hunnen biechtva-der opgelegd zal worden.
XI. Eindelijk, bij vergunning van 20 Juni 1834, heeft Z. H. Gregorius XVI, zaliger gedachtenis, zich gewaardigd al de aflaten, door zijne voorgangers aan het Broederschap van 'til. Hart van Jezus toegestaan, ten eeuwigen dage te bevestigen, en daarenboven aan al de leden nog eenen vollen aflaat te vergunnen op 12 Maart, feestdag van den H. Gregorius den Groote, mits biechten, communiceeren, de kerk des Broederschaps bezoeken en bidden tot intentie van Z. H.
BEMERKINGEN.
1* De leden die, uit hoofde eener wettige reden, de kerk des Broederschaps niet kunnen bezoeken, zullen in plaats van dit bezoek, wanneer het voorgeschreven wordt, een ander godvruchtig werk doen dat hun biechtvader hun oplegt.
2* Al de bovengemelde aflaten zijn toepasselijk aan de zielen des vagevuurs.
16
GODSVRUCHT TOT HET HEILIG
Akte van opdracht aan 't Hart van Jezm.
O mijn beminnelijke Jezus, om u mijne dankbaarheid te betoenen en mijne ongetrouwigheden te herstellen, geef ik N... u mijn hart, draag ik mij geheel aan u op, mij voorstellende u, met de hulp uwer gratie, nooit meer te beleedigen.
Aflaat ran 100 dagen, eens op den dag.
Volle aflaat, eens op de maand.
Hart van Jezus, brandende van liefde tot ons, ontvlam onze harten van liefde tot u.
11
' s
I
GODSVRUCHT TOT HET REUT O Iffl.BT MARIA.
VOORLOOPIGE BEMERKING.
Eene heilige gelijkvormigheid en eene icederzijdsche overeenstemming hebben te allen tijde de heilige Harten van Jezus en Maria vereenigd. Zoolang zij op aarde verkeerd hebben, waren zij verbonden door de teederste liefde, den milddadigsten ijver, door pijnen en smarten; nu in den hemel bestaat er tusschen hen eene vereeniging van geluk en heerlijkheid. Deze twee Harten, altoos in hunne gevoelens vereenigd geweest zijnde, moeten ook in onze harten en inden eerdienst, welken wij hun bewijzen, vereenigd zijn. Bijgevolg, na het heilig Hart van Jezus door onze aanbiddingen vereerd te hebben, betaamt het, dat wij ook aan het Hart van Maria onze hulde opdragen. Dit «s eene nieuwe bron, waar voor ons nieuwe gra'ién ie pullen zijn. Maria zelf opent die voor onze harten; zij heeft zelfs een grooter verlangen om ons have gunsten mede te deelen, dan wij om die te ontvangen.
Het hart eener moeder staat altoos open voor hare kinderen; vluchten wij derwaarts met betrouwen; en, zoo wij haar onzen eerbied en liefde betuigen, wezen wij verzekerd van hare teedere genegenheid en hare overvloedige zegeningen.
Eene billijke evenredigheid volgende, kan men ter eere van
242
HART VAN MARIA. 243
Maria's Hart dezelfde oefeningen onderhouden, als voor hel Hart van Jesus ; de heilige mis, de communie, de eerboete, de opdracht, den rozenkrans, de litanie, de getijden, in één ivoord, al wat onze godvruchtigheid meebrengt, nagenoeg dezelfde methode volgende als voor he' Hart van Jezus, de meening moet slechts veranderd worden, met hetgeen eigen is aan het een en het ander. Even als het Hart van Maria om tot het Hart van Jezus leidt, zoo ook geeft ons het Hart van Jezus ingang tot hel Hart van Maria; in 't een en 't ander zullen wij de goedheid, de liefde, de teerhartigheid, het medelijden en gansch Goddelijke gesteltenissen te onzen opzichte vinden.
Wij stellen voorop eene bij zond ore beschouwing over het heilig Hart van Maria; deze beschouwing zal hart en geest tot alle andere oefeningen voorbereiden. Wanneer de harten in eene heilige gesteltenis zijn, volgen de werken en de oefeningen van nabij de gedachten en de verzuchtingen.
Heilige, onvergelijkelijke Maagd, meesterstuk van Gods handen, waardig voorwerp zijns welbehagens, gelief de hulde te aanvaarden, die wij u gaan bewijzen. Wij dragen u die op in het Hart van uwen Goddelijke n Zoon; in hem hebben wij het Hart van den besteit der vaders gevonden; hij zal maken dat wij in u het Hart va)i de teederste der moeders vinden. Mochten wij u harten van waarde kinderen opdragen.
BESCHOUWING OVER HET HEILIG HART VAN MARIA.
Hot heilig Hart van Maria is wonderbaar onder vier opzichten, om welke het, voor de oogen des geloofs, onophoudend onzen eerbied, onze achting, ons vertrouwen en onze liefde verdient : 1° wonderbaar om de overvloedige gratiën, die het ontvangen heeft; 2° wonderbaar om de uitstekende deugden, die het geoefend heeft; 5° wonderbaar om de onmetelijke liefde, die het ous toedraagt; 4° wonderbaar om de onuitsprekeJijke
1
Si i GODSVRUCHT TOT HET HEILIG
hoerlijklieid, waartoe het in den hemel verheven is; verd
zoodat, na het aanbiddelijk Hart van Jezus-Christus, Mai-
het Hart van Maria het heiligste, het voIinaaUste, het O
Goddelijkste is, dat ooit hpstond en ooit bestaan zal. trou
10 Hart wonderbaar om de gratiën, die het ontvangen wel
hoef!! Wanneer God tot eene waardigheid verheft, geeft G
hij gcevenrodigde gratiën, ten einde aan die waardigheid out
al haren luister en roem te bewaren; voor eene gewone den
waardigheid, gewone gratiën; voor eene hoogere waar- C
digheid, overvloediger gratiën; voor eene onafmeet- has
bare waardigheid, onuitsprekelijke gratiën. Welke dei
moeten, naar dit grondbeginsel, de gratiën zijn, toe- l
geslaan aan een Hart, dat van alle eeuwigheid bestemd bli
was om het Hart der Moeder van eenen God, en gevol- hei
gelijk een bijna gansch Goddelijk Hart te zijn! Is het in scl dezen zin, om deze reden niet, dat de engel Maria
groet als vol van gratie: Wees gegroet, vol van gratie sli
(Luc. I, 28)? Ja, bet hart der andere heiligen zal kost- lia
bare gratiën ontvangen hebben, maar het Hart van g'i
Maria zal gratiën ontvangen hebben, die al hunne gra- '1(l tiën te boven gaan; de anderen zullen gratiën van ge-
trouwe dienaren, en Maria gratiën van eene gelief- 'ir koosde moeder ontvangen hebben; voor de anderen de onbekrompenheid, voor Maria de volheid en overmaat;
dit wil zeggen, dat de gratie in het hart der overige M
heiligen zal verspreid zijn geworden als e en zachte en u
weldadige dauw; maar in het Hart van Maria als een w
vloed, waarmede zij tot haar geluk overstroomd werd. li Eu mag men niet zeggen, dat, gelijk alle siroomen naar
de zee gaan eu daar nooit uilloopen, evenzoo alle gra- d
tiën in het Hart vau Maria ontvangen worden, zonder '■
hare waardigheid ooit te overtreffen? Aldus hadt gij het 1
besloten, o mijn God! in de aanbiddelijke raadsbeslui- 1
ten uwer voorzienigheid (en voordeele (lezer Goddelijke '
2° Maar ook welke moeien dan de deugden, de ■
i
HART VAN MAK1A. 2 io
verdiensten geweest zijn van hot heilig Hart van Maria?
Oordeelen wij daarover naar hare onschendbare ge-trouwheid om te beantwoorden aan al de gunsten, welke zij zoo ruimschoots ontving.
Getrouwheid zon groot, dat van al de gratiën, die zij ontving, geen enkele vruchteloos is ontvangen geworden.
Getrouwheid zoo groot, dat van al de talenten, die haar gegeven werden, geen een ot' zij heel t het honderdvoudig doen gelden.
Getrouwheid zoo groot, dat Maria's Hart op elk oogen-blik des levens meer verdiensten verwierf, dan al do heiligen samen ooit verworven hebben op hunnen gan-schen levensloop. Laten wij nog meer zeggen:
Getrouwheid zoo groot in Maria, dat alle deugden om strijd wedijverden, en gezamenlijk meewerkten om haar met hunne gaven te verri jken en met al hunnen glans te versieren: de ernstigheid lag op haar voorhoofd, de eerbaarheid rustte op hare wangen, de wijsheid sprak door haren mond, de zedigheid bestierde al hare oogslagen, de godvruchtigheid bezielde al hara gedachten; maar vooral de liefde, en wel de teederste liefde gaf leven aan haar Hart en al hare gevoelens. Maar hieruit, zeggen wij het met bewondering, welke uitgestrektheid, welke volheid, welke overvloed, welke wonderdadige hoeveelheid van gratiën, deugden, heiligheid en verdiensten!
5° En wat niet minder bewonderenswaardig is, Maria draagt ons eene bijna oneindige liefde toe: dit zoo heilig, zoo groot, zoo edel, zoo verheven Hart verlaagt zich niet alleen tot ons, maar heelt nog voor ons eene goedheid, eene teederheid, eene liefde, welke al onze woorden niet zouden kunnen uitdrukken, welke de engelen niet zouden kunnen begrijpen, welke het Hart van Maria alleen bekwaam is te vatten: deze onuitspreke-
i l'J GODSVRUCHT TOT HET IIEIL1G
lijkc goedheid maakt, dat zij met onze rampen modelijden heeft, onze noodwendiglieden verlicht, in allo gelegenheid voor ons ten beste spreekt, en ten uiterste bekommerd is met al wat ons, van verre of van nabij_ aangaat.
Waarvandaan mag toch die onuitsprekelijke goedheid en teederheid voor ons in het Hart van Mari: komen? Welk is daar de oorsprong, de oorzaak van? Die oorzaak vinden wij in het Hart van Maria zelf, onuitputbare bron der liefde. Ziehier op welke wijze.
Ten eerste, Maria is hot volmaakste schepsel, dal God ooit geschapen heeft, het waardigste voorwerp zijns welbehagens en zijner liefde. Nu, onder de volmaaktheden, was de goedheid altoos de voortreffelijkste en de verhevenste; moeten wij dan verwonderd zijn, dat hot Hart van Maria deze volmaaktheiJ, deze goedheid, in eenen zoo uitstekenden en hoogen graad, bezeten heeft?
Ten tweede, hot Hart van Maria is het gelijkvoraiig-ste, dat er ooit geweest is en zijn zal, met het aanbiddelijk Hartvan Jezus-Christus; en daar het Hart van Jezus-Christus voor ons nooit geweest is dan goedheid, liefde, zachtmoedigheid en teederheid, was het niet noodig, dat het Hart van Maria, dut in alles met hem zoo overeenkomstig was, dezelfde gesteltenissen tot ons aannam? Aan dezelfde bron puttende, kon het anders dan dezelfde gevoelens bezitten?
Ten derde (en deze reden is allerbelangrijkst voor ons en zeer troostend voor Maria), Maria is onze Moeder. Jezus-Christus zelf, en Jezus-Christus zieltogende op het Kruis, heeft ze ons voor Moeder gegeven, terwijl jij ons als kinderen aan haar gaf. Als zoodanig zijn wij aangenomen geworden in den persoon \an den heiligen Joannes aan den voet des kruises: Vrouw, ziedaar uwen /uou (Joann. XIX, 20). Welnu, moeten wij verwonderd zijn, dat Maria, die ons, van toea af, ouder
HAUT VAN Itl V11IA. 2i7
hare kinderen aannam, voor ons de gevoelens hebhe aj|0 eener moeder, en wel der teeuerste, der medodoogcnd-rSte ste, der bereidwilligste aller moeders, inzonderheid ibij voorbedrukte kinderen die lothaar hunne toevlucht
nemen, en die met betrouwen in den schoot harer ied- moederlijke liefde komen gevallen?
];o_ -l0 Wat /.uilen wij nu zeggen van do onuitsprekelijke
Dj,. heerlijkheid, waartoe dit heilig Hartin den hemel ver-uil- heven is? Andere reden om jegens haar onze eerbiedigheid, onze bewondering op te wekken, ons betrou-50tl wen en onze teederheid gaande te maken. Bijaldien de
ijns helooning en de heerlijkheid, zooals het Geloof ons
ila- leert, beantwoorden aan de deugden en verdiensten,
tot welken Imogen trap van grootheid, m.:clit en glorie jat moet dan het Hart van Maria ni ■! verheven zijn, om de
ij rechtvaardige vergelding, de waardige Kroon te wezen
,.n van zooveel verhevene deugden, die het geoefend, van
zooveel schatten van verdiensten, die het op aarde ver-g- zameld heeft! In welken stroom van wellusten moet
d_ dit Hart thans zwemmen, dat met het zwaard van zoo-
an veel weeën doorvlijmd werd! Tot welken trap van heer-
,1 lijkheid moet een Hart verheven zijn, dat zich aan al de
0, vernietigingen der ootmoedigheid had prijsgegeven!
m Welke overgroote rijkdommen moet een Hart bezitten,
ils dat eertijds van alles onthecht was, en dat op aarde
rs geene andere bezittingen heeft willen najagen, dan die
van zijnen God, van diens kruis, gratie en liefde!
)r
GEBrn.
Ie
jl Geniet, o heilig Hart van Maria! geniet in alle ceu-
u wigheid de eer, de macht, do grootheid, waartoe uwe
uitstekende deugden u verheven hebben; zwem in dien onafmeetbaren oceaan van wellusten; smaak al het j geluk, dat Gods kinderen is voorbereid geworden, en
r wiens volheid aan hel Hart der Moeder Gods beschoren
2-18 GODSVRUCHT TOT HET HEILIG
was. Maar in de bezitting van uwe heerlijkheid en geluk, zoudt gij, teedere Moeder, zoudt gij zwakke kinderen kunnen vergeten, die gij allen in uw moederlijk Hart draagt? Neen, heilige Maagd! nooit zult gij ze vergeten; zij zullen onophoudelijk het voorwerp zijn uwerteederste liefde; uw milddadig Hart spreekt er ons borg voor; al de weldaden, die wij er van ontvangen hebben, strekken ons tot allerkostbaarste onderpanden. Maar wij, zouden wij wel ooit kunnen vergeten, dat wij in den hemel eene teedere, eene machtige moeder hebben, en dat deze moeder voor ons het liefdadigste, het zachtmoedigste, het mededoogendste Hart heeft, dat bestond en bestaan zal; een Hart, dat slechts in de bezitting der vreugde, der eer, der macht en der grootheid van hethemelsch Vaderland zijn wil, om hare teergeliefde kinderen, wier harten in dit tranendal, in dit land van ballingschap nog zuchten, daarin te laten deelen.
OPDRACHT AAN HET HEILIG HART VAN MARIA.
O heilig Hart van Maria! tot u kom ik gevlucht met al het betrouwen en al de teederheid, waar mijn hart vatbaar voor is.
U zal ik voortdurend eerbiedigen en achten; en wie verdient meer de hulde mijns harten, dan het Hart der Moeder van mijnen God ?
U zal ik onophoudelijk beminnen; wie heeft meer recht op de genegenheden mijns harten, dan het Hart mijner teedere en Goddelijke Moeder?
In u zal ik immer al mijn betrouwen en mijne hoop stellen; op wie kan ik mot meer zekerheid steunen, dan op haar, die door de milddadigheid van haren God, de uitgestrektste macht in handen heeft, en die in haar Hart de liefderijkste gevoelens koestert?
In mijne bekoringen, zal ik u tot schuilplaats kiezen.
HART VAN MARIA. 249
om mij te beschutten tegen de gevaren; in mijn leed, zult gij de bron zijn, waar ik vertroostingen zal gaan putten; in mijnen strijd, zult gij mijn steun zijn, wiens hulp ik zal gaan afsmeeken; maar vooral in de oefening der deugden, zult gij mij tot voorbeeld verstrekken, dat ik zal trachten na te volgen; wanneer mijn hart in de lauwheid zal wegkwijnen, zal ik 't bij u gaan aanmoedigen en opbeuren; wanneer het in de nederslach-tigheid en krachteloosheid zal vervallen, zal ik het bij u gaan versterken ; wanneer heldoor stormen van angst en schrik ontsteld wordt, zal ik naar u komen om het den vrede weêrte geven.Zoo mijne vrienden mij verlaten, mijne vijanden mij vervolgen, het gewicht mijner zonden mij ontroert, de besmetting der wereld mij wil ontsteken, wanneer al de krachten der hel tegen mij zouden opkomen, dan zal ik met betrouwen tot uw Hart snellen, gelijk een zwak kind tot het hart eener teedere en machtige moeder; en in dit heilig Hart ben ik verzekerd, altijd baat te vinden voor al de rampen, die mij konden bestormen.
Zoo zal het gaan mijn gansch leven lang, maar bijzonderlijk in 't uur van mijnen dood. Heilig, teeder, mededoogend Hart van Maria, wees mijne toevlucht, wees mijne sterkte, wees mijn troost: als het oogenblik zal gekomen zijn, ontvang den laatsten zucht mijns harten; en wanneer ik deze aarde van ballingschap zal verlaten, bekom mij eene plaats ia het hemelsch verblijf, waar alle harten te zamen bet aanbiddelijk Hart des Zoons eeuwig zullen loven, en met hem en in hem het heilig Hart der Moeder. Amen.
LIEFDERIJKE GEVOELENS VAN EERDIED, IJVER, BETROUWEN EN VERKLEEFDHEID JEGENS HET HEILIG HART VAN MARIA.
O heilig Hart van Maria, allijd onbevlekte Maagd! het heiligste, het reinste, het edelste, het volmaakste Hart,
--
*
2S0 consvnucHT tot het heilig
dat de almachtige hand des Scheppers gemaakt heeft ga
na het Hart van Jezus; onuitputhare bron van goed- al
heid, zachtmoedigheid, harmhartigheid en liefde; m
spiegel aller voorlreffelijke en reinste deugden; vol- ki
maakt afbeeldsel van Jezus' aanbiddelijk Hart. di
H. Hart, dat altijd branddet van de vurigste liefde,
dat alleen God meer bemind hebt dan al de Serafijnen; g
dat, door de geringste uwer genegenheden. God meer h
eer hebt aangedaan, dan al de overige schepselen door n
Hart van de Moeder des Zaligmakers, zetel van den t
vrede, waarin de barmhartigheid en de rechtvaardig- 1
heid zich verstaan hebben. Hart, dat den menschen 1
de uitgestrektste en de teederste liefde hebt toegedra- 1
gen, dat onze ellenden zoo levendig gewaar zijt geworden, dat ons geluk zoo vurig betracht, en onzeglijke smarten voor onze zaligheid geleden hebt!
H. Hart, dat thans nog, zoo zeer als ooit, en zooveel het uw glorierijke staat toelaat, in al die wonderbare en minzame gesteltenissen zijt, en dat onder al deze opzichten, allen lof, alle achting, allen eerbied, alle vertrouwen, alle liefde van engelen en menschen verdient! — gewaardig u, mijne geringe diensten te aanvaarden.
Voor u nedergeknield, bewijs ik u al de hulde waar mijne ziel vatbaar voor is; ik bon u ten uiterste dankbaar voor de gevoelens van barmhartigheid en medelijden, waarvan gij zoo dikwijls aangedaan geweest zijt iilj het gezicht mijner ellenden; ik bedank u voor zoovele weldaden, die ik van u ontvangen heb, en die uit die onuitputbare goedheid, welke u eigen is, gesproten zijn.
O Hart,der Moeder van eenen Godmensch waardig! ik vereenig mij met al de zuivere zielen, die hare wellusten vinden in u te eeren, te loven en te beminnen; zij hebben van den Heiligen Geest, die haar leidt, geleerd, dat het noodig is door u tol Jezus-Christus te
•*
HART VAN MARIA. 231 heeft gaan, en zich te kwijten jegens dien Godmonsch van ;oed- al, wat wij hem verschuldigd zijn; dat wij door u hem ifde; moeten aanbidden, beminnen, loven, bedanken, smee-vol- ken, ons aan hem opdragen, en aldus door uwen rijkdom aanvullen, wat aan onze armoede te kort schiet, ïfde, Gij zult dus, o wonderlijk en zeer beminnelijk Hart! nen; gij zult voortaan het voorwerp zijn mijner eerbiedigneer beid en liefde; gij zult de weg zijn langs welken ik lot loor mijnen aanbiddelijken Zaligmaker zal geraken, en door u zal mij zijne barmhartigheid toekomen; gij zult mijne •Jen toevlucht wezen in mijnen nood, mijn troost in mijn dig- lijden, de spiegel, dien ik zal voor oogen hebben, de hen heilige school waar ik do lesson van mijnen Goddelij-ira- ken Meester zal gaan ontvangen.
or- Bij u zal ik met zijne Goddelijke leer bekend worden,
jko Van u zal ik de ootmoedigheid, de zuiverheid, de zacht-moedigheid, de verduldigheid, de verachting der we-
eel reld leeren, en inzonderheid de liefde tot Jezus. Ik zal
en die deugden vragen door uwe verdiensten, en ik hoop
'h- ze te bekomen door uwe voorspraak.
u-
— OPDRACHT VAN ONS HART AAN HET HEILIG HART VAN MARIA.
ar 0 Hart van Maria, dat de troon zijt van de liefde, de
li- barmharligheid en den vrede! ik ben stout genoeg om
e- u mijn hart, door zoovele zonden bezoedeld, door zoo-
st vele hartstochten ontroerd, op te dragen; hoe onwaar-
ir dig het ook zij, ik hoop d;it gij het niet zult verachten;
ie spreek voor hem ten beste, en dat uwe tusschenkomst
het reinige, heilige, los make van de schepselen, door-dringe met droefheid over zijne zonden, vervulle met liefde tot u en Jezus-Christus; ten slotte maak het gelijk aan u, opdat het moge vereenigd worden met u in den hemel, en met u God eeuwiglijk beminnen. Ge-waardig u, voor mij uw Hart te openen, en daar mij eene plaats in te besparen met uwe getrouwe dienaars;
laat mij de zoetheid smaken van dit heilig Hart, in-nn- jjjdi
ader van barmhartigheid en liefde, opdat, door do na- vers
volging zijner deugden, ik u moge loven in de eI11
eeuwigheid en Gods oneindige almacht zegenen, die u j1(lt
zoo groot, zoo heilig, zoo beminnelijk, zoo wonderbaar ]jjk(
gei
HERSTELLING AAN HET HEILIG HART VAN MARIA VOOR PE jel,
RELEEDIGINGEN, WELKE DE HEILIGE MAAGD ONTVANGEN ]an
HEEFT VAN WEGE DE KETTERS.
gei
O Maria, allerwaardigste Moeder mijns Scheppers en 'dit
Zaligmakers! die vóór alle eeuwen gekozen wierdt om o 1
liet hoofd der slang te verpletten, en aan wie de Kerk jei
hare zegepraal over de ketterijen hekent te danken te te
hebben; gij zijt daarmede de hoofdvijandin des duivels ni
geworden, het voorwerp van zijnen haat en zijne woede, nl
zoowel als de vi jandin der ketters, zijne kinderen, die, z(
met den geest huns vaders bezeten, sedert de stichting )a
der Kerk onafgebroken u den oorlog aandoen en u vervolgen ; zij hebben niets nagelaten om uwen roem te n vernietigen; zij hebben uwe voorrechten, uwe Godde- „ lijkeMoederschap, uwen maagdom bestreden; zij heb- v ben uwe macht, uw geluk, uw gezng bij God betwij- j feld; zij hebben u de eertitels, welke de Kerk u geeft, , geweigerd; zij hebben uwe bescherming veracht, uwen eerdienst willen afschaffen, verboden u te aanroepen,
en uwe beelden en uwen naam duizend versmadingen toegebracht.
O Goddelijke Moeder! o volmaaktste, beminnelijkste der schepselen! Hoe is er de hel kunnen in slagen, aan christenen zoo beleedigende gevoelens tegen u in te geven? Hoe zijn er harten kunnen gevonden worden, ondankltaar, ontaard genoeg om u aan te vallen, u te verachten en te haten, u, die den diepsteu eerbied, de teederste liefde van engelen en menschen waardig zijt.
HART VAN MARIA. 2'gt;3
O mijne hoogachtbare Koningin! voor uwe gebenedijde voeten neergeknield, verlang ik u, voor zooveel versmadingen, mijne rechtvaardige spijt te betoonen, en u daarvoor de volkomenstc herstelling te doen, die het mijne zwakheid mogelijk :'s; en dewijl uw Goddelijke Zoon gewild heeft, dat men aan zijn Hart, als zetel zijner liefde, de herstelling doen zou van de beleedigin-gon, die hij van do goddelooshoid en de ondankbaarheid der menschen geleden heeft, meen ik zijne en uwe verlangens te bevredigen, met aan uw moederlijk Hart deze mijne herstelling toe te sturen voor de beleedigin-gen, die gij zelf van do boosheid en ondankbaarheid dierzelfde menschen te lijden gehad hebt; ontvang dus, o heilig Hart, deze mijne akte van herstelling; ik neem jegens u al de gevoelens van eerbied, liefde en erkentenis aan, die u toekomen; ik draag u mijne hulde, mijne lofspraak, mijnen dienst, mijne droefheid en mijne spijt op. O ! ware ik waardig genoeg om, door zoo zwakke gevoelens, de verachting, den liaat en de lasteringen der kotters te herstellen!
Voor uwe eer, o Moeder van mijnen God! met eenon nieuwen ijver bezield bij het aandenken dezer beleedi-gingen, en die voor uw Hart op de geschiktste wijze willende herstellen, doe ik openlijke belijdenis lege-looven al, wat die goddeloozen geloochend hebben, en u toe te kennen al, wat zij u hebben willen ontnemen; ik geloof uwe Goddelijke Moederschap, uwen bestendigen maagdom, uwe onbevlekte zuiverheid, uwe verhef-ling boven alle loulere schepsels; ik geloof dat uwe macht, uwe goedheid, uwe barmhartigheid, al uwe volmaaktheden geevenredigd zijn met uwe onbegrijpelijke waardigheid van Moeder Gods, en met uwe hoedanigheid van Koningin der wereld. Ik aanschouw u met blijdschap, gelijk de Kerk zingl, als de moeder van barmhartigheid, de moeder der gralie, de toevlucht, de voorspreekster, de hoop der zondaren bij Jezus-Christus.
*
254 GODSVRUCHT TOI HET HEILIG
Ik aanschouw uwe beschcrmiug cu uwe voorspraak, als een onfaalbaar middel, om van de barmhartigheid uws Zoons al de weldaden, die ik er van verwacht, en voor dit en voor het ander leven, te bekomen; en aangezien de kotters gewerkt hebben om uwen eerdienst af te schaffen, zal het, mijn leven lang, eene eer voor mij zijn, dien voor te staan cn te bevorderen, u te eeron en te aanroepen, onder het getal uwer dienaren gerekend te worden, uwe belangen te verdedigen en uit allo mijne krachten te zorgen, dat gij overal geoord, bemind en gediend wordet.
TER EERE VAN HET HART VAN MARIA.
Dit rozenhoedje bestaat uit drie cn dertig kleine korreltjes, ter eere der drie en dertig jaren, die Maria met Jezus op aarde heeft doorgebracht, en uit zeven groote korreltjes, ter gedachtenis der zeven weeën dezer Goddelijke Moedor.
Op de kleine korroltjos bidt men het Wees gegroet, en op de groote het Salve, Heijina, of Glorie zij den Vader, enz.
i
OITNOODIGING OM ZICH MET DEN GEEST IN HET HEILIG HART TAN MARIA TE BEGEVEN.
Men noodigt al wie het Hart van Maria liefheeft uit, om zich in den geest te vereenigen, ten einde het heilig Hart hunner Goddelijke Moeder te eeren, des morgens, des middags en des avonds, wanneer het Atir/elus klept, niet zoo zeer met don mond, ais niet het hart zeggende: O kei.ig Hart van Maria! lüees mijn troost in de zwarigheden des lerens, en mijne toevlucht in het uur des doods, Amen,
'
HART VAN MARIA. 2b3
OEFENING OM DE DEUGD VAN ZUIVERHEID TE TRAGEN.
1» Do zuiverheid is de deugd, die Maria altijd het meest aan het Hart gelegen heeft, zoo zeer, dat zij die verkoos boven de eer van Moeder Gods te z:jn.
2° Deze deugd heeft Maria zoo aangenaam gemaakt in do oogen van God: Door haren mnar/rlom heeft zij behaagd; en deze zoo kostbare deugd, met eeno diepe ootmoedigheid go-paard, heeft haar waardig gemaakt om moeder van haren God te worden: Door hare ootmoedigheid heeft zij ontvangen (Ff. Bernardus).
3° Willen wij toegang hebben tot hot Hart van Maria, laten wij haar dan navolgen in deze Goddelijke deugd, en zij zal ons de gratiën voor al de overige deugden bezorgen.
GEBED TOT DE H. MAAGD.
O waardige Dochter des eeuwigen Vaders! o waardige Moeder des Zoons! o waardige Hruid des Heiligen Geestes! allerzuiverste Maagd! ik bid u, door uwen onuitsprekelijken maagdom, door uwe onbevlekte ontvangenis, en door uw allerheiligste Hart, mij eene groote zuiverheid van geest, van hart en van lichaam, eene groote zuiverheid van geweten te bekomen. In den naam des Vaders, en des Zoons, en des Heiligen Geestes. Amen.
—
Deze groote deugd, door de tussehenkomst van Maria vragende, zijn wij ook verplicht, van onzen kant, alles te vermijden, wat haar eenigszins kan schenden; laten wij spoedig en krachtdadig wederstand bieden aan elk gedacht, aan elk gevoelen, aan eiken oogslag die haar tegenstrijdt; laten wij over onze zinnen waken, onze neigingen, onze driften bevechten, alle gelegenheid, allo gemeenzaamheid,alle gevaar, waaraan zij kon blootgesteld zijn, vermijden; in één woord, laten wij altijd eene grouto achting, eene groote liefde opvat-
NOVENE TER EERE
ten voor eene zoo verheven deugd, die ons aangenaom maakt aan God, duurbaar aan de Moeder van God, en eenigermate gelijk aan de engelen van God.
TER EERE VAN MARIA'S HART.
Do ware godsvrucht tot Maria bestaat bijzonderlijk in hare grootheden te eeren en hare deugden na te volgen. Men eert hare grootheden met de verhevenheid harer voorrechten te boschouwen ; men volgt hare deugden na, met de gesteltenissen haars Harten gade te slaan. Dit heeft men voor doel in deze novene. Al, wie eene godvruchtige aandacht op deze twee hoofdzakelijke punten zal geven, zal eene ware, eene grondige godsvrucht tot Maria bezitten; de overige oefeningen zullen noodzakelijk uit deze beginselen volgen, gelijk do stroomen natuurlijk voortvloeien uit hunnen oorsprong.
Houden wij ons dan voornamelijk aan deze twee oefeningen, onze godvruchtigheid zoo waardig, indien wij onder het gelal der ware kinderen van Maria willen geteld worden eene plaats in haar Hart bekomen, en deelachtig worden aan de overvloedige gratiën welke zij hare lievelingen bezorgt.
MANIER OM DEZE NOVENE HEILIGLIJK TE ONDERHOUDEN.
Om deze novene met meer vrucht te doen, moet men:
1° De meening, waarom men ze begint, vaststellen, en de bijzondere gratie bepalen, die men wil verkrijgen;
2« Eiken dag des morgens eene lezing doen over een der voorrechten van de heilige Maagd;
3« Des namiddags eene of andere deugd haars Harten overwegen ;
4» Beurtelings den eenen dag de opdracht, en dan anderen de eerboete aan het heilig Hart van Maria doen;
5° Ten minste eens in de novene te biechten en te communie gaan ter eere van de heilige Maagd.
236
VAN MAIU.V'S HART. 2ST
Verschoidene andere gnheden en godvruchtige oefeningen kunnen de novene heilzaam en verdienstelijk maken.
Overigons kan deze novene ook tot een ander einde dienen, dan om het heilig Hart van Maria te eeren; men kan ze opdragen, bij voorbeeld:
1« Ten einde zich te bereiden om de feestdagen der heilige Maagd wel te vieren;
2° Om de octaven daarvan te heiligen, beginnende daags te voren, of eindigende daags na de octaaf.
3« Om eenige gratie van God te bekomen; om van die of die bekoring verlost te worden j om zekere zware beproeving verduldig te verdragen. In één woord, men kan deze novene onderhouden in alle gelegenheden en omstandigheden, waarin men zijne godsvrucht tot de heilige Maagd wil vernieuwen, en meer bijzonderlijk tot hare eer en haren dienst werken, vooral in bewolkte dagen, wanneer de godvruchtigheid der geloovigen tegen het geweld der ongodsdienstigheid en goddeloosheid noodig heeft ondersteund te worden.
DE ONTVANGENIS DER HEILIGE MAAGD.
Hel groote mysterie der onbevlekte ontvangenis van Maria verdient bijzonderlijk in aanmerking genomen le worden om liet onuitsprekelijk voorrecht der gratie Gods, waarin zij ontvangen werd; zonderlinge gratie, die in hare ziel heerscht, haar bevrijdende van alle zonde, zoo erfzonde als doodelijke en dagelijksche zonde.
Onuitsprekelijke gratie, die insgelijks heerscht in haar lichaam, dit volkomenlijk vrijsprekende van die misdadige neigingen, die maken dat het vleesch zich verzet tegen den geest en de geest tegen God.
Maria moet met het een en het ander dezer voorrechten verrijkt wezen om de waardige Moeder van eenet
NOVENE TER EERE God le worden, om eenen Zoon te ontvangen, dte de hïiligUeid zeil' is cn de zuiverheid bij uitstek. Het is dan noodig dat wij zelf krachtdadig werken om, zooveel hel in onze macht is, met de hulp der gratie, de zuiverheid van ziel en lichaam te hekomen, om de waarde kinderen van Maria te wezen, en Jezus in ons te ontvangen, wanneer hij ons toelaat, aan de heilige Sacra-im nten deelachtig te worden.
1° Ik zal trachten een groot gedacht op te vatten van deze hemelsche en gansch Goddelijke gratie, welke de H. Maagd boven alle kinderen der menschen verheft, en welke, van hot eerste ongenhlik harer ontvangenis, haar de bewondering der engelen, de liefderijke oogslagen van God en al de genegenheden der aanbiddelijke Drievuldigheid waardig maakt.
2'. Mijn versland veriicht zijnde, zal ik mijnen wil in heilige genegenheden ontsteken; ik zal Maria geluk wenschen over hel onschatbare voorrecht, dat haar te beurt valt.
Ik zal God dankzeggingen toesturen voor de onuitsprekelijke gunsten, haar toegestaan.
Ik zal alle engelen uilnoodigen om haar te eeren en als hunne Koningin te erkennen.
Ik zal haar, door den dag, meermaals groeten als reeds vol zijnde van gratie; en mijn hart inwendig lot God verheffende en in schietgeb.'dekens, overoenkom-siig met mijne gevoelens over hare onschendbare zuiverheid, uitstortende, zal ik haar dikwijlstoeroepen met de Kerk: Wees gegroet, vol van gratie (Luc. I, 28).
öquot; Mij herinnerende, dat ik kind ben van eene zoo tee-dere Moeder, dienaar van eene zoo waardige Vorslin, on vooral dat ik dengene, dien zij in har.'n kuischen schoot ontvangen heeft, tot mijne ziel moet inleiden, zal ik voornamelijk zorg dragen, alle neigingen tot Z'Mcie in mijn hart te bevechten en uit te roeien, alle wederspannigheid aan de gratie te vernieligen, alle
. VAN II Mil A's HAItf. io'J
I de
t is gelcgi'iihwlen te vermijden, waarin de zuiverheid, die veel m'j flu'zent'nia:l' duurbaarder moot zijn dan hel leven, ?er- het minste zou kunnen gekrenkt worden.
ipjlg Om deze gunste n le bekomen, zal ik de getijden der
uit- onbevlekte ontvangenis lezen, niet het inzicht van dit ;ra_ glorierijk voorrecht teeeren; of negenmaal hel H ees (jegroet bidden, in vereeniging met de negen koren der van engelen; ol' nog driemaal het Glorie zij den Vader, ter J]e cere van de allerheiligste Drievuldigheid, om in Maria (,n de drie voorrechten te vieren der zuiverheid, die in hare ziel vrij van alle zonde, heelt uitgeschenen : in r011 haar verstand door de heiligheid harer gedachten, in haren wil door de schuldeloosheid harer genegenheden; en in haar lichaam door de onderwerping harer zinnen.
Heilige Maagd 1 gelief mij die heilige deugd le ver-lllk gunnen, die mij zoo aangena im zal maken voor uwe • te oogen, die mij alle gratiën drs hemels zal verwerven, die mij aan de enkele geesten zelf zal doen geli'k zijn. i(_ Gebed. — Op dezen groolen dag, o onvergelijkelijke
Maagd ! ontvangt gij, van den eersten stond uws levens, ,,n de gratie der oorspronkelijke rechtvaardigheid; wij krijgen die slechts na eenigen ti,,d, en na de droevige ;llg en ongelukkige slaven der zonden geweest te zijn;
lot maak ten minste dat wij ze blijven bewaren, na ze in
ii_ ''et doopsel ontvangen, ofdoor de boetvaardigheid weêr-
ii- gevonden te h lilirn.
|(gt;t Gij krijgt de gratie in hare volheid, in haren over
vloed; wij krijgen die shelits in eene beperkte maal; i(gt; maak dat wij ten minste die, welke wij ontvangen, hei-
ii liglljk gebruiken; verzekerd als wij zijn, dat wij nooit
,,, gratiën zullen te kort hebben, verleen ons het geluk
n van nooit te kort te blijven aan de gr, tie.
(i[ Gij ontvangt bijzonderlijk eene onverlieshare gratie
l(! van volharding; eilaas! wij zijn dagelijks aan de gele-
le genheden en de gevaren van ze te verliezen blootge
steld; b:'koni mis de waakzaamheid over ons zeiven, de
2(i0 NOVENE TER EEltE
vlucht der gelegenheden; maak dat wij vrij blijven van die hevige bekoringen, waarin wij voor onze zaligheid alles zouden te vreezen hebben; tenslotte, verkrijg ons de gralie der eindelijke volharding, die ons loten ons geluk in de eeuwigheid moet verzekeren.
DE GEUOORTK.
Thans breekt de hemelsche dageraad aan, welke de aanslaande komst der zon van gerechtigheid voorspelt. Welken glans spreidt de heilige Maagd reeds ten toon, van het oogenblik zelf harer geboorte? Om gereed te zijn baar te ontvangen,
l0Zal ik de gevoelens aannemen, de voorbeelden navolgen der heilige patriarchen, die, 'smenschen ellenden en ongelukken in deze wereld grondig kennende, naar de komst der Moeder van bunnen Verlosser haakten, en, dooi' hunne verlangens en gebeden, deze zoo troostende en zoo heilzame komst zochlen te verhaasten. Naar hun voorbeeld, de persoonlijke ellenden en noodwendigheden mijner ziel kennende, alsmede de noodzakelijkheid van het geneesmiddel voor die ellenden, zal ik zuchten naar de geboorte van Maria, als naar de toevlucht der zondaren, den troost der bedrukten, en, na God, de Hoop der gansche wereld.
Ik zal denken, dat de engelen op hare geboorte wachten, als op de geboorte hunner Meesteres en Koningin; dat zij zich bereiden om baar in deze hoedanigheid te erkennen door bunnen eerbied,hunne onderwerping en de betuigingen eener volkomene gehoorzaamheid aan hare wetten. Zoo waarschuwen zij mij, door eene vurige begeerte en eene diepe ootmoedigheid, mij te bereiden, om voor deze Vorstin der wereld lo ver-schijuen.
VAN MMll.s's IUBT. 201
O' heiligs Dricvukiiglieid, die haar, ais oen wonder van gratie en een meesterstuk barer Goddelijke handen, dor wereld aanbiedt, wil, dat wij ons gereed houden, om, bij hare komst, haar op eeno waardige wijze te ontvangen.
De Vader, haar als zijne welbeminde dochter aanschouwende, versiert haar met al de gunsten der natuur en der gratie, haar een lichaam en eene ziel gevende, mot al do uitstekende gaven van een volmaakt schepsel verrijkt.
De Zoon, baar bestemd ziende om zijne teergeliefde moeder te worden, stort in baar verstand al de schatten zijner wijsheid, opdat zij hem in haren geest door bet geloof'met zooveel licht ontvange, als zij hem in haren kuiscben schoot met zuiverheid ontvangen moet.
De Heilige Geest, haar als zijne geliefkoosde bruid hoogachtende, deelt baar al de vurigheid der liefde mede, en ontsteekt reeds in baar Hart die hemelscbe vlam, die haar gansch leven lang, in haar moet branden.
Deze onuitsprekelijke inzichten der heilige Drievuldigheid over Maria zal ik loven en aanbidden.
Ik zal mij met haar verblijden over de zonderlinge gratiën, welke de hemel baai-, op het oogenblik barer geboorte, toestaat.
Ik zal baar bezweren, mij, van dezen stond af en voor gansch mijn leven, onder hare bijzondere bescherming te nemen.
5» Ik zal nog opmerken, dat Maria, ter wereld komende, ons alle gratiën, alle zegeningen des hemels aankondigt: wanneer de dageraad voor de oogen der inenschen verschijnt, voorspelt hij bun de komst dei-zon, en, met de zon, prachtig licht, weldoende warmte, verkwikkende lucht; zoo ligt het ook met Maria gelegen : luj bare intrede op de aarde, kondigt zij ons alle heinekchi' gunsten aan.
202 NOYKXE TKR EK RE
Met welken spoed moeien wij haar niet als te gemoet gaan en haar de hulde onzer gevoelens aanbieden; haar onzen eerbied beluigen als aan onze Koningin; haar onze harten opdragen als aan on/.e Moeder; haren lilisland afsmceken als zijnde onze Middelares en onze Voorspreekster?
Vooral moeten wij hare deugden navolgen, welke zij, geboren wordende, reeds doet uitschijnen : hare liefde tol God, hare verkleefdheid aan zijnen dienst, hare onderdanigheid aan zijne bevelen, hare overgeving aan zijne voorzienigheid; in één woord, al de deugden, welke zij lol de volmaaktheid zal brengen gedurende baar leven, waarvan zelfs de eerste oogenblikken heiligheid, geluk en roem verkondigen.
[iij de geboorte dezer Goddelijke Maagd, gaf men haar den naam van Maria, naam, die haar door den hemel bestemd werd; hij voorspelt hiiar reeds al hare grootheid, en zij zal er eens al de uitgestrektheid van vervullen.
Deze naam is een naam van grootheid en eer voor M ria, een naam van zaligheid en gratie voor ons.
Heilige naam, — roept Bernartlus uit, — onder wiens bescherming niemand moet wanhopen, en allen m;'l een heilig betrouwen vervuld zijn: Maria! o naam, onder welken niemand moet wanhopen ; Maria, Koningin der wereld, glansrijk licht, sterre der zee; want dal beteekenl die heilige naam. Koningin en opper-vorstin, na God tot den verhevensten troon bestemd; glansrijk lieht, dat eens zijne weldoende stralen over de gansche aarde moet verspreiden; sterre der zee, om tot leiding te dienen voor ben, die het droevig gevaar loopen scliipbreuk te lijden op de onstuimige zee dezer wereld; roem barer natie, wier zaligheid en verlossing zij moet bewerken, wier wenschen en verwachtingen zij moet vervullen.
Laten wij dezen Iviligen naam eeren, opda' hij ons immer gunslig en genadig zij.
van maria's hart. 2G3
Hij ligge dikwijls in onzen mond, moer nog in ons hart.
Hij worde nooit dan met eerbied en eene heilige h )Ogach(ing uitgesproken.
Hij worde aanroepen in al de gevaren, waaraan wij in het leven kunnen bloolgosteld zijn.
Vragen wij inzonderheid de gratie om den geest te niog n geven met de zoete namen Jezus en Maria op de lippen.
Gaan wij, gedurende deze heilige octaaf, dikwijls neerknielen voor de wieg van Maria, om haar onze billijke hulde te betoonen.
Erkennen wij haar als onze Vorstin en teedere Moeder.
Dragen wij ons aan haar en haren dienst op, voor het overige van ons leven.
Smeeken wij haar, ons onder het getal har.t kinderen te willen aannemen, en ons hunne gevoelens to schenken.
maria's opuraciit in den tempel.
Bij de Joden bestond eene tweevoudige opdracht in den tempel: de eene was verplichtend en door de wet voorgeschreven, zij werd gedaan door de vrouwen, op gestelde dagen na hare bevalling; — de andere werd gedaan door hen, die hunne kinderen toegezeid hadden aan den dienst des Heeren in don tempel; zoodanig was de opdracht van Anna, moeder van Samuël, en die van de heilige Anna, moeder der heilige Maagd.
De laatste opdracht geschiedde altijd met groote plechtigheid. Do ouders leidden hunne kinderen naar den tempel, in gezelschap van al hunne bloedverwanten. Do vader en de moeder, don priester het kind, op
26-t NOVENE TE!t EEtlF.
den voet dos a!!a?rs, aangeboden hebbende, maakten hem bekend niet de gelofte, die zij gedaan hadden, van hun kind aan den tempeldienst toe tc wijden; en, na eenige gebeden, nam de priester het plechtiglijk a:in, onder het getal dergenen, die zieli verbonden het huis Gods te helpc'ii verzorgen óf voor gansch hun leven, öf vooreenen bepaalden (ijd; en dit heette men den Heer een kind leenen; daarom heb ik hem den Heer geleend, z gt de schriftuur (I Reg. I, 38). Zoo deden ook de heilige Joachim en de heilige Anna bij de opdracht der heilige Maagd. Maar wal Maria zelf deed, had meer waarde voor God, uit hoofde der groote gevoelens, die haar bezielden.
1° Laten wij de uitmuntende hoedanigheden harer opolTering van zich zelve beschouwen. En eerslens met welke bereidwilligheid deed zi j hare opoffering aan den Heer? Daar zij, in den ouderdom van driejaren, meer kennis en wijsheid had, dan anderen in den ouderdom van vijftien, van dien zoo tengeren leeftijd af, zuchtte zij naar deze opdracht van zich zelve aan God* nauwelijks begon zij Ie ademen en te leven, of zij was er op bedacht, zich geheel en al voor haren Schepper Ie besteden; hare eerste gedachlen waren gansch heilige gedachten; hare eerste gevoelens werden haar door eene leedere godvruchügheid ingegeven; hare eerste voelslappen waren alle naar den hemel gericht; zoohaast zij bekwaam was om zicii zelve te kennen, was zij voornemens zich op te offeren, en geen oogenhlik stelde zij deze opoffering uil.
2U Hoe groot was niet de vurigheid harer opdracht aan den II,'er? Hoe zij zich naar hel huis des Heeren spoedt! met welke drift zij den tempel liinnenlreedt! mei welke verrukking zij zich zelve voor het altaar aanbiedt!
De andere jonge dochters, in hare kindsheid opge-drag.-n, haar volle versland nog niet hebbende, begre-
van maüia's makt. 20a
pen maar slecht de verhevenheid dezer ceremonie; doch Maria, uil een zonderling voorrech!, meteene vohnaakte rede begaal'U en door den Heiligen Geest zeiven onderricht, begreep al de heiligheid, al de verbindtenissen dier verhevene plechtigheid, en zij verrichtte die met alle gevoelens van godsdienst, g( dsvruclit en vurigheid, waardoor hare oiïerande de verdienstelijkste, de aangenaamste werd, die God ooit in den tempel «as opgedragen.
3° Hoever strekte zich hare opdracht niet uit? Zij •wist al, wat daarin besloten was, en al, wat God van haar vroeg. Ook wilde zij eene volkomene, eene onbeperkte en gansch onverdeelde offerande opdragen; met zich zelve op te offeren, offert zij alles; zij verzaakt alles zonder eenig voorbehoud; zij ziel af van hare goederen, geene andere, dan de eeuwige goederen, meer kennende.
Zij ziet al'van hare toekomst; al haie hoop is \oor don hemel en voor God.
Zij ziet al'van hare vrijheid, zich al te gelukkig achtende, de nederige dienslmaagd des Heeren le zijn.
Zij ziet af van haren wil, Gods wil alleen willende volgen.
Zij zou duizend werelden, duizend kronen, duizend harten willen te geven hebben; met vreugde zou zij die opdragen: zij heeft maar één hart; maar mei welke gevoelens, met welke verrukking, met welke edelmoedigheid wordt dil gegeven!
Ook hoe dient zij ons niet tot spiegel in eene zoo volmaakte opdracht! En misschien, hoe veroordeelt zij ons gedrag niet voor God !
Hebben wij eenigen spoed aangewend om ons zeiven als eene offerande, aan den Heer op te dragen?
Eilaas! hoevele jaren in ons leven verloren! hoe dikwijls hebben wij uilgesteld om ons aan God te geven! hoevele begeerten zonder werken, hoevele beloften
206 NOVENE TER EERK
zonder uitvoering, van dag lot dag onze opolFcriiig verschuivende, en ons in hel gevaar stellende van die nooit te doen 1
Hebben wij den Heer een edelmoedig en vurig offer opgedragen? Hoe lauw, hoe kwijnend, hoe lalliarlig, hoe nalatig zijn wij niet in zijnen heiligen dienst! Kan God ons de wijze, waarop wij hem dienen, wel aanrekenen? Zou men aldus de meesters in de wereld wel durven dienen?
Vooral is onze offerande volledig en onbeperkt geweest? of veeleer hebben wij ons daarvan, onwaardig genoeg, niets voorbehouden, ol'die niet onrechtvaardig verdeeld? Na duizendmaal beloofd le hebben alles op le dragen, op te offeren, is misschien onze opoffering nauwelijks half gedaan; en wanneer zal zij volledig worden?
Achl laten wij al onze trouwloosheden herstellen, en, naar het voorbeeld van Maria, aan üod eindelijk een offer opdragen dat hem waardig zij.
1° Dragen wij ons vandaag op aan de heilige Maagd; zij zal ons nog wel willen ontvangen.
2° Smeeken wij haar, dat zij zelf ons aan den Heer npdrage, ons offer, vcreenigd met het hare en door hare handen aangeboden, zal des le aangenamer wezen.
5quot; Achten wij ons gelukkig, ons le mngen opdragen aan onzen Schepper, die zich zelf voor onze zaligheid geslachtofferd heelt.
iquot; Offeren wij op alwat wij hebbi'n, alw.it wij zijn; offeren wij dit zonder uitstel, uit ganscher harte, en eens opgedragen, nemen wij, trekken wij het niet meer terug; maar door onze volharding in de heiligheid, maken wij ons waardig aan God aangeboden le worden, om zijne heerlijkheid binnen te gaan, en hem om zijne onuitsprekelijke barmhartigheid eeuwig te zegenen.
VIN mniA S HAKT.
DE REINIGING.
Toon dc Heer zijne wet gaf, legile hij twen verschil-lemle verpUehlingen op: volgens de eerste, moesten de vrouwen, di;? eenen zoon gebnard hadden, veertig dagen na de baring, naar den tempel komen om zich te reinigen van de vlekken, waarmede zij, volgens de wet, bezoedeld waren. Te dien einde moest de moeder een lam tot brandolFer opdragen, eene jonge duif of eene tortelduif tot zoenoffer voor de zonde; was zij arm, dan werd het lam door eene tweede jonge duif of eene tortelduif vervangen.
Volgens de tweede verplichting, moesten al de eersl-geborenen der kinderen Israëls, als den Heere toegewijd en opgedragen, aanschouwd worden, ter gedachtenis van de wonderdadige verlossing des Joodschen volks uit de slavernij van Egypte, w imeer, op eénen nacht, alle eerstgeborenen der Egyptenaren gedood, en die der Hebreërs gespaard wierden. Derhalve moesten de moeders haren eerstgeborene aan God in den tempel gaan opdragen, maar zij mochten hem terug-koopen, en de teruggekochte werd haar wcêrgegeven.
Het is zonneklaar, dat de eerste verplichting Maria niet raken kon, dewijl zij, door de bovennatuurlijke werking van den Heiligen Geest ontvangen hebbende, en moeder geworden zijnde zonder op te houden maagd te zijn, geene reiniging b h )efde. Noglans hrgeeft zij zich, op den dag door de Wet bepaald, naar den tempel; en om zich in alles naar den geest der wet te sclükken, offert zij twee jonge duiven, gelijk den armen zulks toegelaten was.
Deze heilige verordening volbrengende, deed de heilige Maagd dan te gelijk twee gronie opofferingen:
2(57
268 XOVKM' TKR EF.IiE
opcilfering van den luisler haars ninagclrmi?, met, als de
eene gewone vrouw, in den tempel Ie verschijnen, of- van
schoon allerlei redenen haar hoven de wet stelden; '
maar het is genoeg, dat zij daarin een werk van gods- ste
dienst en ootmoedigheid ziet, om zich daaraan niet Ie '
onttrekken, en om geen gebruik te willen maken van zij
het voorrecht, dat hare waardigheid haar zoo billijk zal toestond.
Zoodanig was de opoffering, die zij deed als maagd; de
maar als moeder deed zij er eene, die haar nnggevoe- vo
liger was, door de opdracht van haren Zoon. Bekend dl
met de geheimen eu inzichten des eeuwigen Vaders, de
wist Maria wel, dat wanneer zij haren Zoon aan God or
opdroeg, zij hem voor hel kruis bestemde; men mag 1quot; zeggen, dat zij hem slechts terugkoopt als een slachl-
oll'er, dat zij moet voeden om later gedood Ie worden. sl ISegri'pi'n wij, zoo het mogelijk is, hoe hard het de tee-
derste der moeders moest vallen, den waardigsten en a
leederslen aller zonen, om zoo te spreken, zelf voor e
den dood Ie bestemmen! Maar dit was Gods wil; Maria kende niets dan de gehoorzaamheid, hoe diepe wonde ook deze opoffering aan haar Hart toebracht. Deze wonde werd haar nog pijnlijker door de voorzegging van den achtbaren grijsaard Simeon, diewachtle, om deze wereld Ie verlaten, tot hij zijnen Zaligmaker gezien had. Om beter in den geest dezer geheimenis le treden,
1° Bewonderen wij de groole deugden, welke de heilige Maagd hier doet uilscliijnen;
Hare getrouwheid aan de gralie, zich voegende,
zich iu alles volkomen schikkende naar de inzichlen Gods;
Hare nauwgezetheid in het nakomen der wet; zoodra de bepaalde dag daar is, sielt zij geen oogenblik meer uit, om die naar de letter le vlt; n ullen.
Hare diepe ootmoedigheid, zich gelijk stellende niet
van haria's ihrt. 2g0
!, als de gewone vrouwen, welke reden zij ook had om zich
i, of- van haar te onderscheiden ;
den; Hare milddadigheid, zelf haren Zoon aan den wreed-
ods- sten der dooden opofferende;
et te Hare vurige liefde voor Gnd en de inenschen, a! wal
van zij duurbaarst en kostbaarst heeft tot zijne oor en hunne
'lijk zaligheid bestedende.
2° Daar nogtans de zuiverheid van Maria de bij/.on-
igd; dere deugd van dit groot mysterie is, laten wij haar na-
i'oe- volgen, zooveel onze macht het toelaat, met deze deugd,
end die haar zoo lief is, te oefenen; dat is, laten wij de
ers, deugc! van zuiverheid met do grootste zorg, de grootste
jod omzichtiglieid, overal en altijd, beminnen, oefenen en
nag bewaren;
hl- Zuiverheid van lichaam, alle misdadig werk, dal haar
en. strijdig ware, verfoeiende;
■e- Zuiverheid van geest, uit ons versland alle begrip,
en alle gedacht, alle denkbeeld bannende, dat haren glans
)or eenigszins mocht verminderen ;
[•ia Zuiverheid van hart, in ons gemoed alle neiging, alle
de verkleefdheid, alle vriendschap versmachtende, die ge
vaarlijk of verdacht ware;
Zuiverheid van geweien, nooit eene vrijwillige, voorbedachte fout, tegen de getuigenis van dat geweten, bedrijvende.
5° Deze groote geheimenis brengt nog voor onze oogen eene heilige plechtigheid, die onzf quot;'.ndacht verdient. De Kerk geeft den geloovigrn brandende kaarsen in de hand. Hare witheid beteekent de zorg, die wij moeten dragen voor de schuldeloosheid en de zuiverheid onzer ziel.
Haar licht verbeeldt de stichting des naasten en het goed voorbeeld, waarmede wij hem moeten voorgaan.
Deze kaarsen branden op, ter eere Gods; dit leert ons, dat wij moeien gereed zijn om ons af te matten,
i/O NÜVi:gt;K TER KEliE
uin te lijden en te sterven voor den dienst van üod, indien hij zulks van ons vereischte.
Over hel algemeen zijn alle kerkpleehligheden heilig en eerbiedwaardig; wij moeten ze eerliiedigon, en ons daarvoor boven alle menschelijk opzicht, boven de oordcelen der mensehen stellen.
Lalen wij niet na, bij voorbeeld, eene gewijde kaars in ons huis te hebben; dit heilig gebruik mag door god-vnichlige zielen niet daargelaten worden.
Uitmuntende Maagd! verkrijg ons die heilige zuiverheid, welke de roem uws levens geweest is en het schoonste sieraad onzer ziel wezen moet; wat zijn al de schatten der wereld in vergelijking met den kost! aren schat eener heilige zuiverheid, die men na het doopsel bewaard, of door de boetvaardigheid hersteld heelt?
DE BOODSCHAP.
Verdient één mysterie van den godsdienst, op eeue lijzondere wijze, onzen eerbied, onze achting, onze dankbaarheid en liefde, is het wel zeker hel mysterie der Boodschap.
Toen het oogenblik, van alle eeuwigheid bestemd voor de verlossing desmenschdoms, gekomen was, werd de engel Gabriël, — die, over meer dan vierhonderd jaren, aan Daniël de komst van den Messias voorzeid had, en die, zes maanden geleden, aan Zacharias de geboorte van den voorlooper des Goddelijkcn Zaligma-Ue.'S had verkondigd, — van God tot eene maagd gezonden, niet name Maria, uil den stam van Juda en uit het bloed van David; zij verbleef in het steedje Xa/.a-relh. D .ar verscheen haar de engel, terwijl Zïj vurige gebeden tot Cod slierde.
V
Moe
Gij
en
des
ove
1) Ml 1
rus ovc
OV(
do
lt;!U eei lie lij] bO' op dl
w di d( M 11 W 11 O 11 (
(: 1
VAN MAÜIA'S HART. 1
Wees gegroet, zeide hij hanr, gij vol van gratie! de Hoer is met u; gij zijt de ge/.cgoudste der vrouwen! (',ij zult in uwen schoot ontvangen en eencn zoon baron, lt;■11 zi n -n naam zuit gij Jezus hecten; hij zal de Zoon iles Allerhoogsten genoemd worden; hij zal heerschen over Jacobs huis en zijn koningrijk zal geen einde lieb-h 'ii.
Daar Maria ontroerd scheen, stelde haar de engel gerust. Vrees niet, zeide hij haar: de Heilige Geest zal over u komen, en de kracht des Allerhoogsten zal u overschaduwen, en gij zult mo. der worden, zonder dal de glans van uwen maagdom verduisterd worde.
Mij geschiede n ar uw Woord, antwoordde oolmoe-iliglijk Maria. En op dat oogenblik nam het Woord Gods een sterfelijk lichaam aan, werd, behalve de zoude, geheel en ganseh aan ons gelijk, en voegende de meusehe-lijke bij de Goddelijke natuur in eenen enkelen persoon : Enhct Woord is Vlecschgeworden (Joann. I, l i;; op hetzellde oogenblik aanbaden het alle engelen in de diepste colmoediyheid.
Wat al geheimenissen in eene enkele geheimenis! wat al deugden in een enkel voorbeeld! op den stond dier glorierijke inenschwording, werd in Je/.us-Chrislus de mensch tot God verheven, en God tot de gedaante \an eenen mensch gebracht: een God waarachlig mensch, en een mensch waarachtig God; door deze wezenlijke en zelfstandige vereeniging van het Woord met de menschheid, heeft het Woord Gods zich al de ellenden van den mensch eigen gemaakt, en is de mensch deelachllg geworden aan aide grootheden van God. Welke bron van zalige overwegingen en billijke gevoelens van aanbidding, bewondering, dankbaarheid en liefde in dit onuitsprekelijk mysterie san den God-mensch Jezus-Christus!
Doch zijn de vernederingen des Woords eene groote Oorzaak van bewondering, deovergroote verhefiirg van
272 NOVENE TER EERE
Maria tot de liooge waardigheid van Moeder Gods i)e-sluil geen geringer getal van wonderen. Eene Maagd, die in don tijd denzelfden Zoon ontvangt, welken de Vader, vóór alle eeuwen, in der eeuwigheid, heeft voortgehracht; eene Maagd, die, lot het toppunt der nilsiekendsle grootheid verheven, slechts gevoelens van de diepste ootmoedigheid laat blijken; die boven de waardigheid van Moeder Gods den kostbaren sohal van haren maagdom hadde verkozen, zoo deze in iets had moeten geschonden worden; die, tot Moeder Gods uitgeroepen, geenen anderen tilel aanneemt, dan van nederige dienslmaagd: ziehier de dienstmaagd des lie.e-ren (Luc. I, 08)! Nog eens gezeid, wat al wonderen, wal a! deugden, wat al voorbeelden in dit mysterie!
liet feest der Boodschap is te allen tijde zeer vermaard geweest in de Kerk; hot was reeds, ten tijde validen II. Augustinus, op den 25slcn Maart gesteld ; het tweede concilie van Toledo, in 633, noemt de plechtigheid van dezen dag het groote feest der heilige Maagd ; want, zeggen de Vaders van dit concilie, welk feest der Moeder Gods kan grooter zijn, dan het feest der Menschwording des Woords in de hoedanigheid van baren Goddelijken Zoon.
1° Laten wij eene groote gedachte opvatten over dit hoogwaardig mysterie, en het aanschouwen als het beginsel van al de overige mysteriën, den grondslag van onzen godsdienst, den steun van ons Geloof, het meesterstuk des Almachtigen, den eersten oorsprong van ons heil, en het mysterie, dat bij uitstek het mysterie der goedheid en liefde Gods tot de mensehen mag genoemd worden.
2» Dewijl Maria vandaag tot Moeder van God wordt uitgeroepen, laten wij haar de hulden bewijzen, die zij verdient; gaan wij, aan den voet der altaren haar opnieuw onze eerbiedige verkleefdheid betuigen; ver-eenigen wij ous met de heilige engelen, die haar als de
VA» MARIA'S HART. 273
Ije- Moeder van hunnen God erkennen, en als hunneVorstin
gd, vereeren.
'(jg 5° De gebeden, die vooral geschikt zijn om dit heilig
aeft mysterie te eeren, zijn eerstens het JVees gegroet, of de
der Engelsche Groetenis; de Heilige Geest heeft eigenlijk
rail dit gebed gemaakt; het bevat enkel de woorden, welke
tig de engel Gabriël tot Maria sprak, wanneer hij haar het
i ;iii mysterie der menschwording aankondigde, de woorden
der heilige Elisabeth, toen zij door de heilige Maagd „•(_ bezocht werd, en het gebed, welk de gansche Kerk, te
no- Ephesen vergaderd, maakte op den dag der groote ze-
ec- gepraal van de Moeder Gods. Het bevat, in 't kort,
,.n de groote wonderwerken, die God voor Maria ver
richt heeft, en bet verzekert ons al den bijstand, pc- dien wij van deze Moeder van barmhartigheid ver-
jde wachten.
U ; Een ander gebed, dat haar immer oneindiglijk aan-
genaam en voor ons altoos zegenrijk zal zijn, is het ljrR Angelus. Paus ürbanus II, in 4094, zelf deKerkverga-
glk dering van Cleimont voorzittende, beveelt, dat, de
est gansche christenc wereld door, driemaal daags, des
au morgens, des middags en des avonds, de klok driemaal
geklept worde, ten einde de geloovigen te verwittigen Jit het Angelus te bidden, om, gelijk, hot groot mysterie
)n_ van de menschwording des Woords en van Maria's
an Boodschap te eeren. Men noemt ook somtijds dit gebed
!s_ den nflnat, omdat men daardoor de aflaten verdient,
ins welke de pausen vergund hebben aan die het voortdu-
lcr rend en eerbiediglijk bidden.
n(j Welke onachtzaamheid, welk klein geloof in hen, die
het verwaarloozen! Hoevelen schijnen verlegen te zijn •Jt om deze oefening van godsdienst te vervullen! Laten
wij, van nu af, hot ons lot eenen plicht maken , daar ,p. nooit aan te kort te blijven ; maar wachten wij ons wel
r_ van het met onachtzaamheid te verrichten; bidden wij
ji; nooit het Angelus met overhaasting, mnar steeds met
IS
27-i NOVKNE TE!S EKRf.
den groot sten eerbied; en wezen wij nooit boschaamd of bevreesd van Christenen te zijn en te schijnen.
DE BEZOEKING.
Dit groot mysterie is, van don beginne der Kerk af, door de geloovigen gevierd geworden. Het plechtige feest is door paus Urbanus VI ingesteld, en door zijnen opvolger Bonifacius IX bekrachtigd geworden, om van God, door de tusschenkomst van Maria, het einde eener scheuring te bekomen, welke de Kerk verdeelde en de geioovigen bedroefde.
Om dit mysterie volmaakter te begrijpen, 1° vergezellen wij Maria op hare reis; 2° bewonderen wij do groote dingen, die zij in het huis van Elisabeth verrichtte ; ö» oefenen wij met ijver de liefde lot den naaste, waarvan Maria ons hier zoo schoon een voorbeeld geeft.
1» De engel, die aan Maria de menschwording van Gods Zoon had geboodschapt, had, terzelfder tijd, haar de wonderbare zwangerheid van Elisabeth, hare nicht, welke den voorlooper van den Messias ter wereld mnest brengen, bekend gemaakt; de innerlijke vreugde, welke zij daarover gevoelde, en het oprecht verlangen van haar te dienen, deed de heilige Maagd besluiten om haar te gaan bezoeken en gelukwenschen.
De reis was lang en lastig; van Nazareth lot Hebron, —priesterlijke stad, tien of twaalf mijlen zuidwaarts van Jerusalem, in de bergen gelegen, — was er een afstand van acht en derlig of veertig mijlen; welke rois voor de heilige Maagd, haar jeugdige leeftijd in aanmerking genomen!
Maar haar ijver, hare teederheid, hare liefue tol God deden haar alle moeielijkheden overwinnen, alle vermoeienissen overliet hoofd zien: de gratie praamde
van maria's hart. 275
haar, de liefde geleidde liaar, welk beletsel kon haar weerhouden?
2° Te Hebron aangekomen, ;?aat zij recht naar het Imis van Zacharias; loi n zij binnentreedt, ontmoet zij Elisabeth, die haar te gemoet kwam; Maria omhelst haar met vreugde, groet haar met teedere vriendschap, en nauwelijks heelt zij haren mond geopend, of het kind, dat Elisab 'Ui in haren schoot droeg, werd npequot;ns met een hemelsch licht bestraald; nog niet kunnende spreken, vereerde het Jezus en Maria, zooveel het kon, door een wonderdadig opspringen, teeken van zijne blijdschap en zijnen eerbied. Elisahelh werd zulks, op eene gevoelige wijze, gewaar, en het bovennatuurlijk licht, waardoor liet kind overgoten werd, kaatste terug op de moeder; zij begreep het groote mysterie der menschwording van het Goddelijk Woord, en dadelijk vervuld en verlicht van den H. Geest: o Maria, riep zij uit, o gelukkige moeder !Gy :ijt de gezegendste der vrouwen, en gezegend is de vrucht utvs lichaams; en van waar geschiedt mij het rjeluli, dat de Moeder des Ifeeren tot mij komt (Luc. I, i-2—ifi)? Het kind, dat ik draag, heeft reeds uwe tegenwoordigheid gevoeld, want toen uwe slem iu mijne ooren kwam, heeft het die gehoord, en is in vreugde opgesprongen. O wat zijt gij gelukkig, den engel, die u van Gods wege deze boodschap bracht, ootmoediglijk en zondereenigen twijfel geloofd te hebben! wat de almachtige God groots in u begonnen heelt, zal hij ook voltrekken volgens zijn woord en uwe hoop.
Maria, op hare beurt, nog meer verlicht en vervuld v..11 den H. Geest, sprak toen dien vermaarden en prach-tigen lofzang uit, den eersten van he! Nieuwe Verbond, en die al de oude lofzangen overtreft door den geest van godvruchtigheid, door de teederheid der gevoelens, de verhevenheid der uitdrukkingen, door de gansch Goddelijke verrukkingen, waarvan hij doordrongen is.
270 NOVi:XE TFIl EKKE
Mijne ziel verheft den Heer, zegt zij in hare opgetogenheid ; mijn geest verheugt zich over God, die mij zoo gelukkig maakl; hij heeft op mij gunstig neergezien, en van nederige dienslmaagd mij tot zijne moeder verheven. Alle geslachten zullen mij zalig noemen, en zijne harmharligheid zal van geslacht tot geslacht voort-durcn, enz. (Luc. I, 47—50).
Zoo gebeurde het, zegt de heilige Ambrosius, dat, iloor een dubbel mirakel, deze beide moeders profeteerden, omdal de kinderen, die zij in haren schoot droe-gen, van den H. Geest vervuld waren.
3quot; I)i' 11. Maagd verbleef omstreeks drie maanden bij hare nleh!, de heilige Elisabeth: wie zou de wonderen, die zij verriehlte, de deugden, die zij oefende, de treffende voorbeelden, die zij daar gaf, kunnen uitdrukken, kunnen begrijpen? Wat de teederste en vurigste liefde kan ingeven, legde zij aan den dag: Elisabeth met ij^er bijstaan, met bereidwilligheid dienen, h tren wil, hare verlangens voorkomen, haar alle diensten, waartoe zij in staat was, bewijzen; zij springt overal bij, wil alles zeil doen, en al hare zorg en arbeid is onbekwaam de gevoelens barer liefde tot hare bloedverwante, ik zeg niet, uit te putten, maar eenigermate te krenken.
Ook schijnen met haar alle zegeningen des hemels dit heilig huis te zijn binnengetreden: Elisabeth wordt verlicht, Zacharias getroost, Joannes Baptista geheiligd in den schooi zijner moeder, de hemelsche dauw onbekrompen over allen uilgeslort.
Laten wij, naar het voorbeeld van Maria, al de gevoel', nsonzer liefde lol d ■]] evenmensch verlevendigen; de heilige kenteekens der liefde van deze onvergelijkelijke Maagd brwonderen, en voeden wij in ons:
Eene leed-re liefde, die uit het hart kome, en al zijne bewegingen beziele;
Eene bereidwillige liefde, die haren ijver toone door alle middelen, die in hare macht zijn;
van maiua's hakt. 277
Èeue algfineene lielde, die goed zoeke te doen aan allen znndi'i' aanzien van prrsi nen;
Eene werkende lielde, die, liet tevreden niet woorden, zich door werken veropenliare;
Eene edelmoedige Melde, die alle beletselen wete te ovenvinnon, en, zoo hel noodig is, zicli alle opnUeriii-gen gelroosle;
I', ne zuivere en onliaalzuclilige liefde, die, zieli zelf velgelende, (iod alleen in alles zoeke;
Kindelijk, eene standvastige liefde, die altijd dezelfde hlijfl en lol hel einde voortdure.
Oefenen wij vooral deze liefde in de bezoeken, die wij doen of ontvangen; niiiar wachten wij ons van de misbruiken, waarin de wereld desaangaande zoo dikwijls val!. Dus weiniger bezoek 'n, laten wij geenen lijd verliezen; weiniger woorden, vermijden wij al de fouten, welke daar bedreven worden; weiniger uilgc-latenheid, dal de (leest Gods ons vergezelle.
Verzoeken wij de heilige Mnai d, m s met haar bezoek en hare bescherming le vereeren gedurende ons leven, maar inzond rheid in het uur van onzen dood, en ons het bezoek van haren Goddelijken Zoon te verkrijgen, om onzen laatslen adem Ie ontvangen en te heiligen.
de heilige maagd aan den voet des kuuises, als moeder van smarte.
1° De heilige ouderling Simeon had Maria voorzeid, dat ook door hare ziel een zwaard van droefheid gaan zou : van dezen stond af begon de profetie vervuld te worden, doch hare vervulling was aan den voet des kruises slechts volledig.
Toen de tijd van het lijden des Zonns, evi nais van
278 NOVENE TER EE RE
het lijden der Moeder gekomen was, hoorde zij, — wie of
zegge met welke droefheid? —d;il Jezus aangehouden sc
was, dat hij van rechlhank tol r. ehthank, le midden se
der versmadingen en eerloosheden der menigte, ge- ar
sieurd werd; hare droefheid groeide aan, waimeer hij pi
ter dood veroordeeld werd; maar hoveiiinalige, on- ui meetbare droefheid, toeu zij hem op het kruis zag
Nooit heeft eene moeder haren ecnigeu zoon met w
zooveel teederheid hi'mind, en nooil ook heeft eene w
moeder haren zoon in zoo wreede pijnen gezien. Alle V'
heilige Vaders zeggen, dat zij alleen meer geleden heeft d
dan alle martelaren te zamen, wier Koningin zij met v
recht genoemd wordt. Koningin der martelaren, en zij ï bekennen dat, zonder een mirakel, zij het gezicht van
dit smartelijk en schandelijk lijden baars Zoons niet n
Overgegeven aan Gods wil en bevelen nopens de op- \
offering van dien Goddelijken Zoon, herzetle zij niet (
alleen geenen voet, om hem aan den dood te ontlrek- ^
ken, maar zij besloot zelfs, met eenen bovennatuurlij- i
ken moed, met eenen moed, dien men wel zeker iu (
geene vrouw zal gaan zoeken, — Jezus-Chrislus op den Calvarieberg le vergezellen, en bij zijnen dood tegenwoordig te zijn aan den voet zelf des kruises. Al, wat daar de beulen haren Zoon aandeden, al de vervloekingen, al de godslasteringen, die men tegen hem uitbraakte, waren als zoovele doodsteken in het Hart der Moeder.
Heb!)en wij eenig godvruchtig gevoelen over voor Maria, welke moeten dan hier onze gesteltenissen zijn te haren opzichte?
2° Je/.us, als slachtoffer ter verlossing van het mensch-dom, hing zieltogend aan hel krui.., en Maria, als moe-ller van smarle, stond stervende aan den voet van hel iruis. De liefde bediende de plaats van offeraar; zij
VAN MAniA's HAItT.
- wie offerde Jezus, tot uitboeting van al do zouden der ineu-
idcii schen, op hel altaar des kruises, aan zijnen hemel-
Iden sclien Vader op; en dezelfde liefde offerde Maria op
ge- aan den voet van dat kruis, haar in haar Hart al de
• hij pijnen doende lijden, welke haa;- Zoon in zijn lichaam
on- uitstond.
zag Doch wat de onbegrijpelijke smart dezer bedroefde Moeder ten top deed stijgen, warende laatste woorden,
met welke haar stervende Zoon haar toesprak; deze laatste
ene woorden vernieuwden al de wonden, welke deze ster-
\lle vende Moeder reeds in haar Hart droeg, .lezus, die aan
i'eft den voet van zijn kruis zijne lieve Moeder en zijnen
met welbeminden leerling zag staan, zeide tot zijne Moeder:
izij Ziedaar uwen Zoon, en tot den heiligen Joannes : Zie-
van daar uwe Moeder; alsof hij zeide tot Maria: gij hebt
liet mij niet meer tot zoon op aarde, daar staat hij, die bij n mijne plaats zal bekleeden en voor u zorg zal dragen,
op- Wolk nieuw zwaard van smart werd alsdan in het Hart
liet dier teedere Moeder gestoken! Kn zeggen de heilige
•k- Vaders niet met reden, dat do marleling van Maria,
'ij- voor dit oogenblik alleen, smartelijker en heviger was,
in dan de pijn van alle martelaren te zamen, in den gan-
len schen dnur hunner marleling?
■ii- Van dit oogenblik af, o bedrukte Moeder! kwijnde
vat uw leven op aarde van liefde weg, en de overmaat dier
in- liefde maakte een einde aan uwen wandel in deze
il- wereld.
Ier Heilige Maagd ! terwijl wij deernis hebben met uwe smarten, moeien wij immer gedenken, dat gij, uit
ior liefde tot ons en uit ijver voor onze zaligheid, al deze
i n smarten verdragen hebt, en dat gij u zelve, em zoo te spreken, opgeofferd hebt, door uwe toestemming in den
li- dood van uwen Zoon. Welke gevoelens van teedere
e- liefde, van dankbare eerbiedigheid moeien wij voor u
et niet hebben, zoolang wij zullen leven!
dj Ik vraag u, o raijn God I die godvruchtige gevoelens
270
280 NOVENE TER EERE
voor uwe leedere Moeder, die ook mijne moeder zijn wil; gelief de verkleefdheid, die ik haar th ns voor go-heel mijn leven vernieuw, voor altijd te aanvaarden on te bekrachtigen.
O Moedor van smart bij uitstek, laat mij de pijnlijke stoken, die gij in uwe ziel ontvingt, gewaar worden, opdat ik mijne zuchten met de uwe vervoege, mijne tranen met de uwe menge, en voor het overige mijns levens in de droefheid deele, die gij aan den voet van het kruis gevoeld hebt.
Hot zal mij altijd spijten, dat ik, tot nu toe, zoo weinig daaraan gedacht heb.
Ik zal deze misdadige vergetelheid herstellen door don ijver, dien ik voortaan in uwen dienst zal toonen.
Ik zal dikwijls, aan den voet van het kruis, mijne droefheid en mijne opoffering met de uwe gaan ver-eenigon.
Al de godsvruchtsoefeningen, die u vereeren, zal ik omhelzen, en ik zal eene zonderlinge achting hebben voor uwe heilige droevige mysteriën, welke de Kerk door het jaar viert.
Eene heilige oefening is 't, het Slahal Maler alle vrijdagen te lezen.
DE HEMELVAART.
Ónder al de feesten van Onze Lieve Vrouw, is dit het grootste en het vennaardste; het is te gelp, het roemrijkste voor Maria, hot plechtigste in de Kerk, en het Irooste lij lute voor ons. Laten wij al de omstandigheden daarvan overwegen.
1» De allerheiligste Maagd, hol genoegen gehad hebbende, de Kerk reeds bijna overal verspreid to zien zag ook met blijd: ch p den gelukkigen dag naderen.
vax maria's hart. 281
waarop zij haren Goddelijken Zoou in di;n hemel zou terugvinden.
Het algemeen gevoelen is, dat. de heilige Maagd vijftien of zestien jaren oud was, toen zij het eeuwig Woord in haren schoot ontving; dat zij aog drie en twintig jaren geleefd heeft na de hemelvaart van Jezus-Chrislus; hetgeen, gevoegd bij de drie en dertig jaren, welke de Zaligmaker op de wereld heeft doorgebracht, haren ouderdom brengt tot twee en zeventig jaren.
De heilige Vaders zeggen, dat men haar verscheiden geenen dood kan heeten, maar veeleer een zaehten slaap en eenen overgang van dit sterfelijk leven tot eme roemrijke onsterfelijkheid. Geene krachteloosheid des ouderdoms, geen geweld der ziekte, geene verzwakking der natuur braken de banden lusschen hare ziel en haar lichaam; het vuur der Goddelijke liefde, waarvan zij br ndde, bewerkte deze scheiding. Er was een gedurig mirakel noodig geweest, zegt de heilige Bcrnardus, om te beletten, dal zij door de hevigheid der hemelsche vlammen verleerd wierd. liij haren dood, hield dit mirakel op; hetHait van Maria, de kracht van dil verslindende vuur niet kunnende verdragen, maakte een smarteloos einde aan het heiligste leven door den allerzaligsten dood.
Eeue heilige overlevering leert ons, dat de apostelen, zelfs eenige der discipelen, als bij mirakel, te Jerusalem vereenigd waren, en hunne teedere moeder zagen sterven. Tusschen hunne handen gaf zij den geest, en zij vierden haren lijkdienst in gevoelens van droefheid gemengd met blijdschap: van droefheid, omdat zij hunnen grooten troost in deze wereld verloren hadden, van blijdschap, omdat zij haar in het bezit zagen der heerlijkheid in de andere.
2° Men weet niet juist, hoe lang haar gebenedijd lichaam in liet graf verbleef; men meent doorgaans, dal het den derden (ligt;g weer met zijne ziel werd ver-
282 XOVKMJ TER EliltE
eenigd, en wonderdadig len liomol gevoerd. De Heer der glorie, zegt de heilige Joannes Damascenus, welke de ziel zijner Goddelijke Moeder voor alle zondeviek I ewaard had, wilde, dal ook liaar lichaam voor alle hequot; derl des grals bewaard bleef', en, weinig ua haren dood, al de hoedanigheden der glorierijke lichamen genoot.
Maar, — roept de H. Dern rdus uit in al de vurigheid van zijnen ijver, — wie zal hier kunnen zrggen, wie begrijpen, met welken luisler, met welke pracht, met welke heerlijkheid de Koningin der wereld in den hemel verheven werd? Noni! zegepraal was zoo pleelilig, zoo luisterrijk; het gansche henvlsehe hof livedl Gods Moeder Ie gemoet, alle gelukzalige ^eesten omhalen en vereeieu hunne Vorstin met de groolsle bereidwilligheid ; Jezus-Chrislus zell komt zijne Goddelijke moeder tegen, om haar zijne dankbaarheid te toonen en haren loem te volledigen. Zoo wordt Maria, bij de herhaalde .oejnichingen van alle hemelsche geesten, aan de rechterhand van haren Goddelijken Zoon geplaatst, dicht bij den troon van God, dien zij nog alleen boven zich ziet; daar in den schoot der wellusten, dewijl de belooning, die /.ij geniet, geëvenredigd is met de gratie, waaruit deze voortspruit, en dewijl de gratie geëvenredigd is met do hooge waardigheid van Moeder Gods, die onein-dig is, overtreft de glorie, die zij geniet, zoozcerde glorie der andere hei'igen, als de waardigheid van Moeder Gods dew ardigheid van alle enkele schepsels overireit. Zij over!lelt de glorie der maagden, wier Koningin zij is; de glorie der martelaren, wien zij lot spiegel verstrekt; der apostelen, der patriarchen en der profeten, omdat zij hen overtroffen heef t in hst geloof, in den ijver, in de liefde, in de volmaaktheid aller deugden, in de volheid aller verdiensten.
5» Treden wij blijmoedig in de gevoelens van het hemelsei) Jerusalem, op dezen dag zoo roemrijk voorMaria.
van maria's hakt. 2.SÖ
Wensclien wij liaar geluk over do oer on rten vncm, waartoe zij met zooveel recht is verheven geworden.
Vereenigen wij ons hij de onuitsprekelijke lofzangen, welke de engelen lot liare eer zingen.
Denken wij vooral, mot blijdschap, mot hotrnuwen, dat deze Moeder van God onze moeder is; dat deze Koningin, die hij God zooveel vermag, onze hoscherni-slor, onze middelaarster, onze voorspreekster is, en, na God, onze eenige hoop.
Smeeken wij haar, dat zij ons hij haren Goddelijken Zoon helpe en hijsla, zoolang wij leven, en vooral wanneer wij gaan sterven.
Maar horinneren wij ons altijd, dat hel gronto middel om do hescliorming van Maria le hekomen, gelogen is in hare deugden na te volgen, en ons gedrag daarnaar te regelen, in evenredigheid der gratie, die wij ontvangen.
Gebed. — Gij heerscht in den schoot der heerlijkheid, heilige Maagd! maar gij vergeet ons niet in hol iranen-dal, waarin wij zuchten. De liemel 1) 'zit u, maar wij verliezen u niet; line hoog in lieorlijkhoid \erliovon, denkt gij aan ons, en van uwen hoogon troon worpl gij uwe teedore oogslagen op ons neder: hoe dicliler gij hij den oorsprong der gratiën zijl, dos to overgt;ioodiger zult gij die over ons laten noêrkomou. In dit vaste betrouwen vallen wij voor uwe voeten neder, mi dragon wij u onzen eerbied en onze wonschen op; wij ooien u, als onze Vorstin, wij beminnen u, als onze moeder; wij aanroepen u, als onze toevlucht, onze schuilplaats, onzen troost en onze hoop; gewaardig u, op dozen dag uwer zegepraal, ons onder het gotal uwer kinderen-aan te nemen, en onsnamaals eene plaats tusschende uil-verkorenen te verkrijgen, om u daar in uwen Goddelijken Zoon te verheerlijken gedurende de eeuwen dor eeuwen. Amen.
NOVIiJiE TER EE8Ë
AMtEIIE FEESTI1AGE.N DER II. MA VGÜ , tiü/.E.MiRANS , SCAPLI.IER , E.\/,.
ISchalve (!n vnoi'uaanislc mysteriën der H. M.üigd, die mei groole plechtigheid geviei'd worden, als haie Ontvangenis, hare Oeboorle, liare Opdracht, en de overige waarvan wij gesproken hebben, heeft de H. Kerk, die gemcene moeder der geloovigen, verscheiden andere leesten, ter cere van do Moeder Gods, ingesteld, ter gelegenheid van de eene of andere weldaad, deor hare tusschenkonist verkregen, of van 't een of 't ander blijk van hare liefde en haren ijvep voor de zaligheid der ineiischen.
Onder deze bijzondere feesten, bekleedt het feest van den Uozenkrans, den eersten Zondag van Oclober, en van den Sc pulier, den IGJlquot; Juli, eene voorname plaals; beide verdienen op eene zonderlinge wijze gevierd te worden.
Men weet dat de godsvrucht van den Rozenkrans, bestaande uil vijftienmaal tien korreltjes om evenveel Hees gey roeien, ter eere van de H. Maagd, te bidden, ingesteld werd door den H, Dominicus, nadat de H. Maagd hem verschenen was iu 1208. Over de honderd duizend ketters lot het geloof teruggebracht, en een oneindig lal zondaren, in do gratie hersteld, waren do eerste vruchten dezer heilzame devotie, die naderhand over de gansche chrislouc wereld verspreid, door de pausen l.ckrachtigd, met do kostbare scha len der II. Kerk, met ontelliare aflaten verrijkt en een zeker kenteeken der ware en trouwe dienaren van Maria geworden is.
Het feest van den H. Scapulier is in even grooto ach-tiiij} bij de geloovigen, als het feest van den Kozen-
i'H-i
VAN MAim's HART. 285
trans. Het heeft zijne instelling te danken aan den vermaarden Simon Slok, generaal van de ordo dor Karmelieten. Deze doorluchtige boeteling bracht ver chei-done jaren in eene wildernis over, in dj holte van eenen l)00m wonende, zich aan de grootste strengheden onderwerpende, niet de zeld/.aamste gunsten des hemels bevoordeeligd, en vooral mei versch id 'iie visioenen der II. Maagd vereerd. De overlevering zegt ons, dat in eene de/.er verschijningen de H. M iagd hem den Scapulier gaf tot een teeken harer bescherming, hem verzekerende dal al wie dit heilig kleed dragen en een christelijk leven leiden zou, bijzondere blijken harer bescherming zou ontvangen, vooral om van de eeuwige pijnen bewaard te blijven: uie daarmeé sterft, zal het eeuwig vuur niet lijden.
Do tallooze mirakelen, waarmede God deze devotie heelt gelieven te bekrachtigen, hebben niet weinig bijgedragen tot di' algemeene bereidwilligh id der volkeren om dit heilig kleed te aanvaarden. Niet alleen hebb.'n het de pausen goedgekeurd, maar nog hebben zij overvloedig de schatten der 11. Kerk over de mede-broeders van den heiligen Scapulier uitgestort.
l!ij deze twee heilige feestdagen, kan men dien nog voegen van O. L. Vrouw ter Sneeuw, te Rome ingesteld ter gelegenheid van de wijding der beroemde kerk onder den titel van Sanctn Maria Major: aan dit feest is een allerbijzonderste all at vast, dieeenen grootentoeloop veroorzaakt van geloovigen, verlangende aan deze uitstekende gunsten der Kerk deelachtig te worden.
Eindelijk, de andere feesten, ter eere van Maria, zooals die van O. L. Vrouw van Barmhartigheid; van Maria's Verloving; van den II. Naam van Maria enz. verdienen alle onzen eerbied, onze achting, onzen ijver, en al de gevoelens onzer harten.
2° Wat blijdschap en troost gevoel ik, oH. Maagd, wanneer ik den ijver en de vlijt der H. Kerk zie, om
280 KOVENE TER EERE
feesten te uwer eei1 in te stellen, die met plechtigheid ni
te vieren, de geloovigen daarin te doen deel nemen, en hf
ze mei gratiën en geestelijke schatten, waarvan zij de ri bewaarster is, te begunstigen.
Welke troost en vreugde nog voor mij, te zien, dat bi de geloovigen de inzichten der Kerk begrijpen, hare
pogingen bijwerken, gezamenlijk uwe eer zoeken te vi bevorderen, altijd nieuwen, altijd vurigeren ijver too-
nen voor al, wat u aangaat. li
En wat is er billijker, wat betamelijker, dan deze gevoelens? Hoe zouden wij ons niet bereidwillig toonen, v om uwe grootheden te verkondigen, uwe feesten te li vieren, uwe geheimenissen te vereeren? Gij zijt voor 1: ons de teederste der moeders; gij houdt niet op, ons A met uwe weid den te overladen, gij verkrijgt ons al de e gratiën des hemels, gij trekt u al onze belangen aan, i gij hebt deernis met onze rampen, gij verlicht onze t
noodwendigheden, en spreekt voor ons aanhoudend ten beste. Wat al zieken werden door uwe voorspraak genezen, wat al bedroefden getroost, wat al zondaars bekeerd! Is er wel een geloovige, die, uwe bescherming verzocht hebbende, daar geene gelukkige uitwerksels van gevoeld heeft ? En moeten derhalve de rechtvaardigheid, de dankbaarheid, de teederheid, de liefde, moeten alle beweegredenen ons niet aanzetten om, zooveel wij kunnen, bij te dragen tot de vermeerdering van uwen eerdienst en tot de verheerlijking uwer heilig:' mysteriën?
Doch terwijl ik zoovele geloovigen prijs, die u oprecht verkleefd zijn, veroordeel ik mij zeiven: inderdaad, hoe plichlig beu ik niet om mijne nalatigheid in u mijne hulden aan te bieden, mijne verkleefdheid en mijnen ijver te toonen, uwe plechtigheden te eeren, en deel te nemen in al, wat uwen roem betreffen mag!
Ja, ik veroordeel mij zeiven, Goddelijke Moeder; maar ik zal meer doen, dan mij veroordeelen; ik zal
v.iN mama's hart. 287
:lioid niets verzuimen om mij Ir, Jietei'eu. — ik zal mij in de
i, en heilige genootschappen, onder uwe bescherming opge-
ij de richt, laten inschrijven.
Ik zal de heilige oefeningen te uwer eere alle eerdat biedigen.
liare Ik zal de heilige mysteriën, die ons uwe grootheden
n te voorstellen, eeren.
loo- Ik zal mij, van daags te voren, bereiden om die hei-liglijk te vieren.
ge- Bovenal, zal ik de deugden trachten te oefenen,
ten, welke deze gpöote mysteriën en deze heilige plechlig-
i te heden ons ter navolging aanbieden; want dit is de
oor beste manier van u te eeren. Ik hoop, o Goddelijk •
ons Moeder! dat gij mij, met zulke gevoelens bezield, nog
de onder het getal uwer kinderen zult gelieven aan te ne-
an, men, terwijl ik leef, en mij uwe machlige bescherming
nze te vergunnen, als ik sterf. Amen.
ten
Te_ Hier vernieuwt men zijne opdracht aan de heilige Maagd.
ng , GEBED OP WIJZE EENEtï LITANIE TOT HET IIEIUC
els HART VAN MARIA.
11-
ie. Heer, ontferm u onzer.
n, Christus, ontferm u onzer.
tig C.hristus, hoor ons.
'i- Christus, verhoor ons.
Hart van Maria, van uwen oorsprong af onbevlekt,
lit verkrijg ons de Goddelijke liefde.
Jgt; Hart van Maria, vol van gratie, verkrijg ons, enz.
'o Hart van Maria, gezegend onder alle harten, verkrijg
quot; eus, enz.
e Hart van Maria, tempel der allerheiligste Drievuldigheid, verkrijg ons, enz.
; Hart van Maria, allergelijkvorinigst aan het Hart van
.1 Jezus, verkrijg ons, enz.
i2S8 LITANIE TER EERE, ENZ.
Hart van Maria, voorwerp van Jezus' welbehagen,
verkrijg ons de Goddelijke liefde.
Hart van Maria, afgrond van ootmoedigheid.
Hart van Maria, zetel der barmhartigheid,
Hart van Maria, forneis der Goddelijke liefde,
Hart van Maria, oceaan van goedheid.
Hart van Maria, wonder van zuiverheid en onschuld.
Hart va:i Maria, spiegel aller Goddelijke volmaaktheden.
Hart van Maria, waarin het bloed van Jezus-Clirislus, de prijs onzer verlossing, gevormd werd, ^
Hart van Maria, door uwe wenschen, de zaligheid 3 der wereld verhaastende, ^
Harl van Maria, met een zwaard van droefheid 1 doorstoken, o
Mart van Maria, in hel lijden van Jezus-Ghrislus ^ mei billerheid vervuld, ~
Hart van Maria, met den gekruisten Jezus aan Squot; het kruis genageld, =:
Hart van Maria, van droefheid met Jezus in het 2 grif gelegd, r-
Harl van Maria, bij Jezus' verrijzenis van blijdschap levend geworden.
Hart van Maria, bij Jezus' hemelvaart met een
onuitsprekelijk genoegen overgoten.
Ha:l vanMaria, bijdenederdalingvan den H.Geest, nu t eene nieuwe volheid van gratiën overgoten.
Hart van Maria, troost der bedrukten.
Hart van Maria, loevluclit der zondaren.
Hart van Maria, hoop en zoete bescherming uwer drnnren.
T
KI.EINE ÜI.TIJDEX TUB EEUE \ MARIA'S KART. 28W
Hart van Maiia, bijstand der stervenden, verkrijg ons de Goddelijke liefde.
Hart van Maria, wellust aller engelen en heiligen, verkrijg ons de Goddelijke liefde.
GEBED.
0 allergoedertierenste God, die, voor de zaligheid der /ondaren en voor de toevlucht der bedrukten, aan het onbevlekte Hart van Maria eene heilige gelijkvormigheid van liefde en barmhartigheid met het aanbiddelijk Hart van uwen Goddelijken Zoon Jezus-Christus gegeven hebt; vergun, dat wij, die de gedachtenis van dit allerbeminnelijkste en alleiv-achtmoedigste Hart vieren, door zijne verdiensten, aan het Hart van Jezus mogen gelijken; dit vragen wij i, door denzelfden Jezus-Christus, die met u leeft en heerscht in alle eeuwen. Amen.
TER EEBE VAN HET HEILIG HART VAX MARIA.
TE METTEN.
v. Heere, ontsluit mijne lippen,
ft. Opdat mijn mond uwen lof' verkondige.
Glorie zij den Vader, enz.
LOFZANG.
Ik vier Maria's Hart in zangen, Hoe kunstloos zwak mijn lied ook zij; O Jezus', in haar schoot ontvangen.
Zei gij mijn tonen waarde bij.
IS
200 KLEINE GETIJDEN TEIt EERE
llaarzoetlicid en aanniiiinigheden.
Zijn aller harlen liefde waard;
En welke grootheid hier beneden,
Die hare grootheid evenaart?
Door 't Hart der Moeder, nooit geschonden. Tot woon der Godheid voorbereid.
Aan 't Hart des Zoons alle eer gezonden In de altijddurende eeuwigheid.
Amen.
GECED.
O God! wiens goed hek' oneindig is, die, voor de zaligheid der zondaren ei. de toevlucht der ongeluk-kigen, aan de gelukzalige Maagd Maria een Hart gegeven hebt, gelijk aan dal van uwen Goddelijken Zoon, en daar eene bron van zachtmoedigheid en barmhartigheid van gemaakt hebt; vergun, aan die dit zuiver en vlekkeloos Hart eeren, de gratie van menschen volgens het Hart van Jezus te worden. Amen.
TE LAUDEN.
y. Heere, ontsluit, enz. gelijk te Metten,
LOFZANG.
De Almachtige verstomt de wereld Bij 't heil'gen van uw kuischen schoot;
Uw Hart, Maria, is veredeld Door wondren duizendwerf zoo groot.
Daar is dat heiligdom der schatten,
Der mildheid van Gods rijke hand.
Ja, dat geheimen mag bevatten.
Verborgen aan liet diepst verstand.
Door 't Hart der Moeder nooit geschonden, enz. Al het overige gelijk te Metten.
van maria's hart.
TE PUIMEN.
llcere, ontsluit, enz.
lofzang.
Hart, waar geen vlekken ooit op vielen. Met eeuw'ge schoonheid overspreid, In u ontspringt er voor de zielen Een bron van heil en zaligheid.
Laat roos en lelie 't hoofd u smukken, 01 nedrig geuren aan uw voet, Gij moogt de zoetste vruelilen plukken. Tot voedsel van uw liefdegloed.
Door 't Hart der Moeder, enz.
M het overige gelijk te Metten.
TE TERT1E.
v. Heere, ontsluit, enz.
lofzang.
0 Hart, paleis van quot;s hemels Koning, Ark, altaar en verzoeningsberd. Waarop, uw deugden ter belooning, De vreê met de aard geteekend werd;
Gij, bron van woldaan, immer open Voor uwe diena rs in den nood. Gij laat in druk en leed hen hopen Op eene schuilplaats in uw schoot.
Door 't Hart der Moeder, enz. Al het overige gelijk te Metten.
KLEiiS'K GJiTIJDEN TEII E.CUE
TE SFXTFu y. Heerc, onlsluil, en/..
LOFZANG.
Wat zoellirOn vloeien uit uw ader, II art, zuiverder dim 't zonneliolit,
Waar ailer gunsten bron en vader, Een God zijn zetel Iieel't gesticht!
(!ij, spi(!gel voor wie, reeds reehtvaardig1, De ware heiligheid verbeidt,
(iij maakt de trouwe harten waardig. Dat Je/.us nimmer van hen scheidt.
Door 't Hart der Moeder, enz.
Al hel overige gelijk le Meiten.
TE NONE.
y. Heere, ontsluit, enz.
LOFZANG.
Hart, dat 't rampzalig kroost der menschen Zoo innig, vuriglijk bemint.
Ontsteek in ons de vlam der wensclieii, liet heilig vuur, dat al verslindt.
Wees mijne leidster uit den hoogen. Verlicht mijn pad in 'swerelds nacht; Breng mij de haven steeds voor de oogea. Die, over 't graf, mij tegenlacht.
Door 't Hart der Moeder, enz.
Al het overige gelijk te Metten.
VAN MAIIU'S IIAtT.
TE VESPEREN.
f, Heere, ontsluit, enz,
LOFZANG.
Maria's Hai'l, door liefde ontstoken,
fiod weet alleen tot welben graad;
Zoekt onverpoosd, onafgebroken Het Hart des Zoons, dal voor liaar slaat.
De liefde sluit met zoete banden Die beide Harten aan elkaar;
Zij doet van 'tzelfde vuur hen branden. Want Jezus goot zijn vlam in haar.
Door 't Hart der Moeder, enz.
Al het overige yelijk le Metten.
TE COMPLETEN.
jiquot;. Heere, ontsluit, enz.
LOFZANG.
Hart, van zoo reine liefde dronken,
Hart, door zoo vurigen gloed vereerd, Doe iu ons harten 't vuur ontvonken,
Wiens vlam u t' oenen maal verteert.
Ik ben een menseh, in 't kwaad geboren, Die in uw Hart slechts toevlucht vindt; Wie daarin schuilt, gaat niet verloren,
(leen dood, o Moeder! vreest uw kind.
Donr't Hart der Moeder, nooit geschonden, Tot woon der Godheid voorbereid.
Aan 't Hart des Zoons alle oer gezonden, In de altijddurende eeuwigheid. Amen. Al het nrerir/ii qelijk te Metten,
VERSCHILLENDE OKFESIiGEN
VEESCHEIDEJVE ANDERE OEFENINGEN
TER EERE VAN MARIA'S II. HART,
Dikwijls de engelen uitnoodigen om het Hart hunner Vorstin te vereeren.
Het met betrouwen aanroepen in 's levens druk en leed.
Zijne deugden, en vooral zijne liefde voor de zuiverheid navolgen.
Dikwijls ons hart met dit heilig Hart vereenigen in zijne vurige liefde tot God.
De eene of de andere inwendige versterving doen te zijner eere.
Zooveel als wij kunnen, de godsvrucht tot dit heilig Hart aan anderen ingeven.
Door hare voorspraak al de gratiën vragen, die ons noodig zijn, en vooral de gratie van de volharding en van eenen zaligen dood.
Don scapulier van hot heilig Hart van Maria dragen.
Dit heilig Hart eeren, vooral met te denken aan het zwaard van droefheid, waarmede het doorstoken werd.
Dit liefderijk Hart bedanken, omdat het zoo bezorgd is voor onze zaligheid.
Zich verheugen over het geluk en de eer, die het in den hemel geniet.
Het smeekend verzoeken, den laatsten zucht onzes harten te willen ontvangen, als wij gaan sterven.
MEDITATIE VOOR DEN FEESTDAG VAN HET HEILIG HART VAN MARIA.
Wij kunnen dezen grooten da^ niet heiliger vieren, het H, Hart van Maria niet waardiger eeren, dan met ha.-.-e gevoelens, vooral hare liefde, dat is, het gevoelen, welk haar alijd het dierbaarste en het kostbaarste was, te overwegen en pogen na te volgen.
De liefde van Maria had een driedubbel voorwerp, waaraan zij al de genegenheden haars Harten gaf.
204
TKH EERE VAX MARH's HART. 293
Zij beminde God met de grootste vurigheid. Zi| beminde haren Goddeiijken Zoon met de grootste teedci'heid.
Zij beminde ons met degrootsle barmhartigheid. Zoo heiligde zij de gevoelens van haar Hart; zoo leert zij ons de gevoelens van ons eigen hart te heiligen. Heilige Maagd! die ons een zoo volmaakt voorbeeld geeft in uw heilig Hart, verkrijg ons de gratie, van onze harten en onze gevoelens daarnaar te regelen.
Eerste punt. — Was er wel ooit een hart, vervuld met eene zoo vurige liefde tot God, als het Hart van Maria? Al hare begeerten waren verrukkingen; al hare gevoelens een verslindend vuur; al hare genegenheden, zoovele ganseh Goddelijke vlammen; al, wat zij dacht, zei en deed, was ingegeven, bezield, verlevendigd door dit hemelseh vuur; al dj deugden, welke zij oefende, waren door deze liefde geteekend en bestempeld. Hare gehoorzaamheid was eene onderdanige liefde; hare verduldigheid, eene gelatene liefde; liare ootmoedigheid, eene nederige Melde; hare zachtmoedigheid, eene vreedzame liefde; haar ijver, eene vlammende liefde; en hare liefde zelf, een uitvloeisel der Goddelijke liefde; alles in haar ademde deze liefde, en had deze liefde voor beginsel, voor grond en voor einde: ook tot welke volmaaktheid bracht deze liefde haar Hart? En daar zij, haar ganseh leven lang, van deze liefde alleen geleefd heeft, tot welke volheid van verdienste geraakte zij, op het einde barer loopbaan? Zij stierf uit overmaat van liefde tot haren God : o heilig leven! o kostbare dood!
Beminnen wij God, naar dit voorbeeld? Hoe beminnen wij hem? Wat laten, wat lijden wij, om hem onze liefde te bewijzen? Maria's Hart was ganseh ontstoken door dezen liefdebrand; het onze wordt er nauwelijks de geringste vonk van gewaar. De liefde Gods bezielde allo deugden in haar Hart; nauwelijks doot deze liefde
206 VEiisciriu.LMii: oefenlxt.en
ons de geringste dier deugden oefenen. Is onze liefde sm;
onderworpen, nederig, zachlmoedig, verduldig, ijverig, wel
onbaalzuchlig gelijk de hare? Welke opoffering doet vig
deze liefde ons doen? Welke boetvaardigheid omhel- \va:
zen? Welke overwinningen behalen? en
O IFart van Maria! beziel, verlevendig, ontsteek onze Goi
harten; geef hun eene vonk van dat Goddelijk vuur, wa
Tweede piml. —Maria beminde haren Zoon met de bei
grootste teederheid. Aan wien hatltle zij de gevoelens ge
haars Harten kunnen geven, dan aan dezen welbemin- da
den, dezen eeniggeboren Zoon, in wien zij al haar be- ia'
hagen vond, en op wien zij al hare genegenheden wt
stelde? Eene moeder bemint hare kinderen, de natuur al;
zelf geeft dit gevoelen in; maar bij Maria, behalve dit tlt
naluurlijk gevoelen, was deze liefde ingegeven, gehei- aa ligd, brandend door de gralie; de H. Geest zelf, haar
Goddelijke bruidegom, bad ze in haar Hart ontstoken; bi
ook nooit een moeders hart was zoo levendig, zoo be- g'
reidwillig, zoo vurig, als dat van Maria voor haren God- o]
Deze liefde was des te edelmoediger, daar zij niet U
altijd met zoetheden en vertrooslingen gepaard ging. li
Welke moesten Maria's gevoelens zijn, wanneer zij s
hare oogen liet vallen op dezen welbeminden en zoo s
beminnenswaardigen Zoon, en op het gedacht kwam, 1
dat dit teeder en eenig voorwerp haars welbehagens eens voor haarde bron van zoo vele zuchten en tranen zijn zou; wanneer zij, in de toekomst lezende tn zich aan Gods besluiten onderwerpende, dien welbeminden Zoon in den geest overgeleverd zag aan de bitterheden der smart en des lijdens, ten prooi aan de versmadingen en de vernederingen; wanneer zij hem vooral gansch met wonden overdekt, met bloed overgoten zag; wanneer zij hem eindelijk, op het kruis verheven, zag sterven in de hevigste pijnen, den goesl geven iu overmaligo
TEH EERE VAN MARI.'.'s IIART. 297
'f'lc smarten. O liefde! o Hart eenér teedere moeder! met rig, vvelk zwaard van droefheid werdt gij doorstoken! He-
loet viger en bitterder droefheid, cmdat zij aanhoudend
hel- was, op elk oogenblik haars Jeveus, vernieuwd werd,
eu dat men zeggen mag, dat tiet gansche leven dezer Qze Goddelijke Moeder slechts eene voortdurende marteling
ur, was van droefheid en van liefde.
Heilig Hart van Maria! stort in ons voor dezen welde beminden Zoon eene teedere liefde, die al onze gene-'ns genheden heilige; eene edelmoedige liefde, die make in- dat wij ons voor haar alle opofferingen getroosten; eene krachtdadige liefde, die verlevendigd worde door de len werken; eene standvastige liefde, die zoolang dure, mr als ons leven: door zulke liefde zullen wij ingang vin-ilit den in uw Hart, en verdienen deelachtig te worden 'i- a;in al uwe teedere gevoelens.
lar Derde punt. — Maria beminde ons met do grootste
n; barmhartigheid. Waarom zou een hart, van aard zoo
e- goed, zoo teeder, zoo medelijdend, ons niet vurig en
d- oprecht beminnen? Aangezien de liefde lot God en de
liefde tot den naaste maar ééue deugd is, en Maria's et Hart van eeue zoo groote liefde voor God brandde, kon
g. het dan wel een hart zijn, dat ongevoelig en onver-
■.ij schillig was voor ons? Zij beminde ons met de teeder-
10 ste, de edelmoedigste, de onbaatzuchtigste liefde, i. Welke ijver voor ons goed! welke bezorgdheid voor ons is welzijn! welke hevige dorst voor de zaligheid onzer
11 zielen ! Zij beminde ons allen, en droeg ons allen in li haar Hart, gelijk eene teedere moeder al hare kinderen ii in haar hart draagt. Zij beminde ons met eene gansch n Goddelijke liefde, omdat zij ons allen aanschouwde als n vrijgekocht door het bloed van haren Zoon, ja, als bc-li sproeid, overstroomd door dit aanbiddelijk bloed. Ja,
Maria had ons lief; en alhoewel zij het zich tot eer rekent, wanneer wij haar de roemrijke titels geven van Koningin der engelen , K' ningln der patriarchen ,
208 VERSCHILLENDE OEFENINGEN
Koningin der profeten, Koningin dor apostelen, martelaren, belijders en maagden, is misschien haar Hart nog meer gevleid, wanneer wij haar, met de H. Kerk, aanroepen onder de zoete namen van: Behoudenis der kranken, Toevlucht der zondaren, Troost der bedrukten, Bijstand der christenen.
Zoodanig waren de gevoelens van haar Hart, zoolang zij op aarde verkeerde; en hoe heelt het Hart dier tee-dere Moeder, nu het glorierijk verheven is in den hemel, in den school van haren God, niet toegenomen in liefde voor bedrukte kinderen, die haren heiligen naam aanroepen, hare machtige bescherming afsniee-ken, hunne ellenden, hunne bekoringen, hunne gevaren, alle rampen die hen in dit tranendal bedreigen niet betrouwen komen voorstellen !
O heilige Maagd! uwe goedheid, de leedere liefde ïws Harten is al onze troost in deze ballingschap, in ilit, verblijf van ellenden, .la. Moeder van mijnen God! gij zult altijd mijne moeder, en uw Hart zal immer voor mij hel Hart van de teederste der moeders wezen. Met dit betrouwen vervuld, en met deze gevoelens bezield, o heilig Hart, zal ik u altijd eeren, als hel H rt eener Vorstin, aan wie ik len eenen male wil onderdanig zijn.
Altijd zal ik u eeren, als het Hart eener middelares, wie ik, na God, mijne zaligheid zal te danken hebben. Altijd zal ik u eeren, als het Hart eener weldoenster, van wie ik tallooze gratiën ontvangen heb, en van wie ik er dagelijks nog overvloediger hoop te bekomen.
Altijd zal ik u eeren, als het Hart eener machtige he-schermster bij God ; heeft u ooit iemand vruchteloos aanroepen?
Ik mag wel rekenen op uwe bescherming bij God; maar eilaas! kan ik wel borg blijven voor mijne liefde tot u? Welken ijver toon ik voor uwe eeren belangen? Ben ik bedroefd, wanneer ik de goddeloozen en de los-bandigen u hoor versmaden? Hen ik u dankbaar genoeg
TE 11 F.ERE VAN MARIA'S HART. 239
voor ai uwe weldaden? Onderhoud ik zorgvuldig de oefeningen van godsvruchl, die u vereeren? Vooral, draag ik zorg om uwe deugden na te volgen? En, om alles te zeggen, neemt mijn hart de gevoelens van uw Harl aan? Heilige Maagd, Goddelijke Moeder! verkrijg mij dit geluk in mijn leven, en voltrek uwe weldaden, met mij de gratie van eenen zaligen dood te bekomen.
Ik draag mij vandaag opnieuw gansoh en geheel aan u op.
Hier kan men de opdracht aan het heilig Hart van Maria lezen.
VERZUCHTINGEN EN VERHEFFINGEN DES HARTEN DOOR DEN DAG, TER EERE VAN HET H. HART VAN MARIA.
I. O Hart der Moeder van eenen God 1 Wat zijn uwe, voorrechten wonderhaar! bekom mij de gratie van die le kennen en waardiglijk te eeren!
II. Hart van Maria, dat aan het Hart van Jezus zoo gelijkend is, maak mijn hart aan dil Goddelijk Harl gelijk.
III. Hart, dat onophoudend brandt van liefde voor Je/.us, ontsteek mijn hart met dezelfde liefde.
IV. Hart zonder vlek, zuiver mijn hart van mijne zonden.
V. O allerzoetste, allerteederste Hart! wees mijn troost in mijne kwellingen, mijne toevlucht in het uur van mijnen dood.
VI. Hart van Maria, waarin Jezus zijn welbehagen vindt, maak dat mijn hart aan dezen Goddelijken Zaligmaker moge behagen.
VII. Hart, met een zwaard van droefheid doorstoken, doordring mijn hart met dezelfde droefheid.
VIII. Hart der Moeder van barmhartigheid, stort in
500 VERSCIIILLEJiDE OEFEKINGEN
mijn hart die heilige zalving, die den vrede en de zaligheid in zich besluit.
IX. Hart der Moeder van de Goddelijke liefde, geef dat mijn hart u immer beminne. Amen.
Aflaten voorde leden der Broederschap Ier eere van het heüuj en onbevlekl Hart van Maria, vergund door Z. II. Gregorius XVI, zaliger gedachtenis, en andere Pausen.
VOLLE AFLATEN.
1° Op den dag, als zij in de Broederschap worden aangenomen (vergunning van 2i April
li' den doodstrijd, vermits zij den allerheiligsten Naam Jezus met den mond often minste met het hait aanroepen, bijaldien zij hunne biecht niethebb n kunnen spreken, noch de H. Communie ontvangen (zelfde vergunning).
3» Op den verjaardag van hun H. Doopsel, indien zij dagelijks godvruchtig de Engelsche Groetenis voor de bekeering der zondaren zullen gebeden heblien (zelfde vergunning).
•4quot; Op twee dagen van iedere maand, naar verkiezing. — De leden die door ziekte of anderzins belet zijn eene kerk te bezoeken, kunnen evenwel die allulen verdienen, mits biechten, conimuniceeren en veivichten van eenige andere godsdienstige werken, hun door den biechtvader op te leggen (verg. van 4 Februari 1S i l).
Ei0 Op den isll;n Januari, Besnijdenis van 0. H. J.-C. (verg. van 2i April 1858).
G» Den 25stcI' Januari, feestdag der bekeering van den H. Paulus (zelfde verg.).
7quot; Op O. L. V, Liohlmis, 2 Februari (zelfde ver,?.).
TER EE1!E VAX MAIti v's IIAUI'. ; 501
8quot; Elk jaar op den Zondag die onmiddelijk deu Zou-dag van Septuagesima voorafgaat.
i)ieu Zondag viert meu den voornaarasten feestdag van de Broederschap (zelfde verg.).
De jaren dat er maar één ZomUif/ is lusschen Drie-lioningen en Septuaf/esima, wordl die plechliyheid met voormelden a/laat verschoven lot den Zonday vun Sexagesima (verg. van 20 Novemher iKii).
9» Op den feestdag van den H. Joseph, l'.ruidegom derll. Maagd Maria, lü Maart (verg. van Z. II. PiuslX v;in 19December ISt7).
10quot; Op den feestdag vau 0. L. \'. Boodscliap, 25 Maart (verg. van 2-1 April 1838).
11quot; Vrijdags voor Palmzondag, feest vau O. L. V. der zeven Weeën (zelfde verg.).
12° Op den feestdag van den K. Joannes-Baptist, 2i Juni (verg. van 1!) December 1847).
15° Op den feestdag van de H. Maria-Magdaleua, il Juli (verg. van 21 April 1858).
d l» Op 0. L. V. Hemelvaart, 15 Augustus (zelfde vergunning).
15° Op O. L. V. Geboorte, 8 September (zelfde vergunning).
16» Op deu feestdag der Onbevlekte Ontvangenis van Maria, 8 December (zelfde verg.).
17quot; Op den feestdag van den 11. Joannes-Evangelist, den 27 December (verg. van 19 December 18i7j.
Om die a/lalen le verdienen worden de geivoon-UjUe voorwaarden vcreischt, le weten: biechten, com-municeeren en hidden tol intentie van Zijne Heiligheid dsn 1'aus.
GEDEELTELUKli AFLATEN.
1° Vijfhonderd dagen aan al de medebroeders en zusters, die godvruchtig de missen zullen bijwonen,
S02 VERSCHILLENDE OEFENINGEN
die eiken Zalerdag, ter eere van het heilig Hart van d( Maria, in eenc of andere jidplaats of kerk der Broe- \v derschap, zullen opgedragen worden, en er voor de v; bekeering der zondaren zullen geboden hebben (verg. bi v.;n 24 April 1838). di 2° Vijfhonderd dagen, als zij met een rouwmoedig gi hart in liet officie van 't onbevlekt Hart van Maria in li' de kerk van 0. L. V. der Overwinningen, of in eenige zi andere kerk, waar de Broederschap weltiglijk is opgericht, zullen tegenwoordig geweest zijn (verg. van 21 w November 18K). li ö° Honderd dagen voor elk goed werk, dat zij, ten f( minste leedwezig van harte, voor de bekeering der h zondaren zullen verricht hebben (verg. van 26 Novem- n lier 1861). Ij
Alle voormelde (i/laten, zoo volle als gedeeltelijke, kunnen aan de geloovige zielen worden toegepast (verg. vau 50 November 186-i).
foor den eersten Zondag van elke maand.
— I
EERBOETE •
AAN DE HH. HAKTEN VAN JEZUS EN MAI1IA.
Aanbiddelijk Hart van Jezus! wij voelen in onseene levendige droefheid bij liet zien dat de .blijken uwer liefde door de meeste menschen met zooveel verachting en onverschilligheid ontvangen worden;
en wat ons met schaamte en leedwezen vervalt, is dat wij zelf onder het getal dier ondankbaren geweest zijn. Aan uwe voeten nedergeknield, tol herstelling
TER EERH VAN MARI.v's HAftT. 303
der heleedigingcn, die u worden aangedaan, offeren wi; u op, o Goddelijk Hart, de liefde aller rechtvaardige zielen, de vurige vlammen der engelen cn heiligen des hemels, en hovenal de teedere gevoelens der H. Maagd Maria. Bij deze kostbare offerande, voegen wij die van ons eigen hart, en schenken het u geheel en al. Mochten wij al de harten der menschen bezitten om ze te gelijk met het onze u op te dragen !
Zoet Hart van Maria! ook u hebben wij bedroefd; wat Jezus heleedigt en bedroeft, dat ook heleedigt en bedroeft uw Hart. Wij vragen u ootmoediglijk vergiffenis voor ons en voor de arme zondaren, en dragen u het vaste voornemen op, dat wij thans maken, van nimmer meer, 't zij u, 'tzij uwen Goddelijken Zoon te bedroeven.
AKTE VAN OPDRACJ1T.
Beminnelijke Jezus! om u onze dankbaarheid te be-toonen en onze ongetrouwheden te herstellen, dragen wij u op al wat wij hebben, al wat wij zijn; ons hart, onze ziel, ons lichaam, onze zinnen met al wat wij bezitten. Wij offeren u dat alles op met en door het moederlijk Hart van Maria, die gij ons, stervende aan het kruis, tot moeder gaaft. Maak, o Maria, dat Jezus dit geschenk aanvaarde en dat wij het nooit terugeischen. Doe ons de teederheid van uw moederlijk Hart, en de grootheid van uw vermogen bij uwen lieven Zoon gevoelen in al de gevaren van dit leven en bijzonder in het uur des doods. Bekom ons dat wij in 't Hart van Jezus leven, eens in 't Hart van Jezus sterven, en al-zoo met u in alle eeuwigheid God bezitten. Amen.
Daarna {voor de algemeene noo/hakelijkheden der Kerk, der Parochie, enz. en voor de bijzondere belangen van elk der medebroeders en zusters) bidt
ÓOi VEIiSCUILLliXlH-; Olil'EMNGKN TOT JIAIUA's HAKT. men ter eere van de HU. Haften van Jezus en Maria driemaal Onze Vader en Wees Geghoet, met het volgende Sciiietgeded, waaraan Pi us IX 500 dagen aflaat veryund heeft:
Zool liarl van Mam, wees ons heil.
GODVRUCHTIGE OEFENINGEN TOT BE VOORNAAMSTE MSSTERIEN VAN
GODVRUCHTIGE OEFENINGEN TOT JEZUS.
VAN DE LIEFDE TOT ONZEN HEER ,IE7.ljS-CHRlSTl!S.
Wij moeten God beminnen, en hem beminnen uil geheel ons harl; —onze Heer Jezns-Christus, ol, lieter nog, onze lieve Jezus, gelijk wij hein in onze kindsheid noemden, is God ; liij verdient dus :il on/.e liefde. Maar men bemint weinig hetgeen men weinig kent. Om uwen goeden Zaligmaker oprecht te beminnen, moei gij trachten hem oprecht te kennen. Luister dan naar hetgeen de godsdienst u leert over den aanbiddelijken en be-minnelijken Jezus, dit zal u als met geweld tot zijne liefde brengen.
Alvorens den mensch uit het niet te trekken (zoo leert ons de godsdienst), en alvorens hem te vormen naar haar evenbeeld en gelijkenis, voorzag de H. Drievuldigheid, dat de mensch, dit voorwerp van hare teedere liefde, misbruik zou maken van de vrijheid, die hem geschonken werd om zijne verdiensten te kunnet vermeerderen, en dal hij het gemakkdijk gebod, dagt; hem zou gegeven worden, welhaast zou overtreden. Maar aanstonds wordt die aanbiddelijke en oneindige Drie-
506 cuuvRUciriiGE üi;f t:m.\Gi;x tot ji/j:s. vuldigheid door overmaat van goedheid bewogen lol eene liefdedaad, die in onze oogen eene uitzinnigheid moet schijnen. — Om het kwaad, dat de niensch zich zeiven en g(gt;heel zijne nakomelingschap gaat aandoen, te herstellen, stelt de II. Drievuldigheid in hare eeuwige en onveranderlijke raadsbesluiten vast, dal een der personen waaruit zij bestaat, namelijk de tweede, de menschelijkenaluurzalaannemen, opdat hij, door deze onbegrijpelijke vereeniging een Godmenscii geworden zijnde, op eene waardige wijze en in de volle strengheid des rechts, zou kunnen voldoen voor het ongelijk door den mensch tegen de H. Drievuldigheid gepleegd.
O goedheid van onzen God! wat zijl gij onbegrijpelijk, wat zijt gij onuitsprekelijk 1 Waarom betoonen u alle harten daar geene wederliefde voor ? Deze wederliefde alleen nogtans vroegt gij, als gij liet onuitspreke-lijk geheim hewerktet van de vereeniging der Goddelijke natuur niet, de menschelijke natuur in den persoon van het eeuwige Woord. Bemind worden, zooveel als gij zelf bemint, indien het mogelijk ware, dit is het doel, ilat gij gehad hebt in die aaneensehakeling van onbegrijpelijke weld:iden, die ons in bewondering en verbaasdheid doen staan.
«Indien de menschen», zoo schijnt die God gesproken te hebben, «indien de menschen niet genegen zijn «om mij te beminnen voor de weldaad der Schepping, »hoe groot die ook zij, dan hoop ik ten minste, dat zij » wij zullen beminnen voorde onbegrijpelijke weldaad » der Verlossing, en dat zij mij dat hart, waarvoor ik »zoo ingenomen ben, niet meer zullen weigeren. Ik » zou ben, wel is waar, aan de wraak mijner rechtvaar-»digheid kunnen overleveren, en mij verheerlijken »door de schrikkelijke strafTen welke hunne misdaden » zouden verdienen, maar veel liever zal ik mij in mijne »barmhartigheid verheerlijken en zelf het rantsoen
Godvruchtige oki kmnge.n tot jf.zls. 5C7 nvorden voorhunne schulden. Ach! hij hel zien mijner .al te groote liefde, zullen er ten minste eenige harten .gevonden worden, die mij ook zullen beminnen, en ï die van liefde zullen ontbranden: indien allen niet aan «mijne teederheid beantwoorden, en mij niet met we-» derliefde vergelden, dan zal toch het klein getal van gt; die mij oprecht beminnen mij eene vergoeding zijn «voor do ondankbaarheid der anderen, en eene bevre-«digingvan het vurig verlangen, waarmede ik hegeer «bemind te worden vau de menschen, die kinderen «mijner liefde en mijner teederheid».
O liefde van mijnen God! hoe wonderlijk zijtgij! O God van liefde! hoe goed zijl gij, en hoe verdient gij dat de harten aller menschen van liefde tot u branden ! Ach! dat toch de onze gerekend worden onder die ge-ukkige, welke verteerd en verslonden worden doordat r.eilig vuur! dat zij niet leven dan van deze liefde, dat ie niet ademen dan de liefde van Jezus!
Inderdaad, nauwelijks hadden onze eerste ouders hunnen plicht verbroken, of de Heer, om hen te troosten en hen niet lot wanhoop te laten vervallen bij liet verlies dier groote goederen, waarvan de ongehoorzaamheid hen beroofde, komt hen aanstonds, als een goede vader, opbeuren, en hun aankondigen, dat uit hun geslacht een Verlosser zal geboren worden, die al de kwalen, welke zij op zich getrokken, zal heelen, en hen, met al hunne afstammelingen, zal herstellen in de goederen en voorrechten, waar zij zich zelf van beroofden.
Deze Goddelijke Verlosser, die uit de vrouw moet geboren worden en het hoofd van het helsch serpent zal verpletten, is onze lieve lieer en Zaligmaker Jezus-Christus Hij is het, die gekomen is om het groot verlies dat wij gedaan hadden te herstellen, om ons de uitge-
5t'8 GODVnUCIITIGE OKFEMXGEX TOT JEZUS, strektheid te doon kennen van de liefde derH. Drievuldigheid jegens ons, om ons met allerlei gunsten èn genaden te overladen, en om ons in staat te stellen van gemakkelijk eene kroon te verdienen, welke veel schooner is dan die de schuld onzer eerste ouders ons deed verliezen. Het Is daarom dat de H. Kerk, sprekende van de zonde van Adam, uitroept; «O gelukkige »fnut, die dusdanig eenen Vin-losser heeft verdiend!» limvonderen wij dan de wijsheid van onzen God, die zelfs uit het kwaad zijne glorie weet te Irekken, en laten wij onze harten doorboord worden met de schichten der Goddelijke liefde, welke de hand des Zaligmakers heeft uitgeschoten.
Vier duizend jaren, wel is waar, zullen er verloopen, voordat do aan' iddelijke Drievuldigheid de belofte, aan onze eerste ouders gedaan, zal vervullen; in ar, nieuw wonder der Goddelijke liefde! zelfs vóór de vervulling, zal zich reeds het uitwerksel der belofte doen gevoelen iloor eene vooruit geldende toepassing van de verdiensten des Zaligmakers. I)e menschen zi jn nog niet genoeg/aam bereid om zoo groot eene genade, als die hun aangekondigd is, le onlvangen; zij zijn nog niet in slaat om naar waarde le schallen de weldaad van eenen gezant uit den hemel nedergedaald om bun nog meer door voorbeelden, dan door woorden den weg des hemels te toonen ; zij hebben nog niet genoegzaam begrepen, boe ellendig zij zijn, en hoezeer /.ij her-slelling noodig hebben; zij zijn nog niet bekwaam om de grootheid te waardeeren van die gunst, welke de Heer hun verleent met hun den tweeden persoon der 11, Drievuldigheid le zenden, om bun gezel in ballingschapen het zoenoffer voor hunne schulden ce worden. Het behoort, dat eerst nog de tijd van vier duizendjaren verloope. Maar wat zal er dan geworden van al dc menschen die er in lusschentijd bestaan zullen? Zullen zij voor eeuwig uit het rijk der hemelen zijn gesloten ?
GOhVltUCHTIGE OKKKMMGEN TOT JliZLS. 509
Noen, dat zal do Goddelijke lieldo niet loelalen; ook aan hen zullen do verdiensten der toekomende verlossing toegepast worden, mits zij goloovon in de belofte van den toekomenden Verlosser en hopen op zijne verdiensten. O wat goedheid van onzen God! wat liefde! Waarom branden niet alle harten van heilige wederliefde !
Eindelijk slaat het uur, dat in de eeuwige randsbe-sluilen bepaald was voor de uitvoering van bot groot work, voor de verlossing van het menschelijk geslacht:
De Zoon des Allerhoogsten daalt neder uit don schoot zijns Vaders, waar hij van alle eeuwigheid heerscht in de heerlijkheid des heiligdoms, en hij neemt in don schoot van een zijner schopselon, van eene dochter van Adam, de menschelijke natuur aan met al hare ramp ni, mot al hare ollonden; hij die het heelal, door oen enkol willen, uil niet heelt voorlge-bracht, hij onderwerpt zich aan wetten, die hij zelf aan wvd Tspaniiige onderdanen tot boete hoeft opgelegd. Zijne wijsheid en zijne liefde hebben het alzoo beschikt, en hij onderwerpt zich volgaarne aan deze beschikking.
Hij komt dan om do drie grooto wonden to genezen, welke do erfzonde aan liet hart van den mcnsch hooft toegebracht: do ongeregelde liefde tot de wereldscho goederen, hot verlangen naar de zinnelijke vermaken en do opgeblazenheid des hoogmoeds en der hoovaardij. Van zijne geboorte af zal hij deze drie grooto vijanden van den monsch bestrijden, on ons, door zijne armoede, door zijn lijden en door zijne vernederingen, in ons geluk horstellen.
Nadat Jezus drie en dertig jaren aan dezen pijnlijken arbeid, voor ons ondernomen, zal besteed hebben, nadert eindelijk het oogenblik, waarop de prijs van ons
510 GODVRUCHTIGE UliFKMNGEK TOT JK7.1S.
rantsoen moet betaald worden, waarop Jezus ons met zijn bloed zal moeten vrijkoopen en sterven zal, opdat wij het leven hebben.
Laten wij Jezus volgen, daar hij den Calvarieberg opklimt, en den zwaren last van het kruishout draagt op die schouderen, welke do slagen der geeselroeden gekwetst en verscheurd hebben. Daar zien wij hem als den groolsten booswicht weggeleid worden, tus-schen de scherpste beschimpingen en scheldwoorden, zich zeiven aan zijne beulen prijsgevende; zich overleverende, om gehecht te worden aan het scliandig hou(, dat straftuig der eerlooste misdadigers; wij hooren al de lasteringen die men tegen hem uit-braakt; wij zien zijne handen en voeten met wreede nagelen doorboord; zijn lijdend hoofd met eene kroon van doornen doorstoken, zijn hart verscheurd van droefheid op het gezicht zijner bedrukte, en geliefde Moeder; en in het midden van dien vloed van droefheden, vernederingen eu smarten van allerlei aard, welke hem overstroomt en overslelpt, welke hem, gelijk de profeet zegt, dreigt in te zwelgengt; schittert de kracht zijner geweldige liefde, eu hij vraagt aau zijnen Vader vergiflenis en barmhartigheid, voor hen zelf die hem al dat kwaad aandoen. O wat liefde, wat overmatig beminnen!
«Hoe, o mijn God», roept bij deze gelegenheid een godvruchtige schrijver uit: «Hoe zal ik u zoo »groote liefde vergolden? Het is recht, dat hloed met »bloed betaald worde. Mocht ik dan mijn bloed vei— »gieten op het kruis dat ik omhelze. O H. Kruis, onl-nvang1 mij in uwe armen; o doornen Kroon, verbreid' i) u, opdat ik mijn hoofd bij het hoofd van mijnen «Jezus plaatse; en gij, o al te wreede Nagelen, gaat ii los uit de onnoozele handen van den Zaligmaker, gt;komt doorsteekt mijn hart met rouw en met liefde! »Gij zijt gestorven, o mijn Verlosser, roept de l.eilige
GODVRUCHTIG^ OEI KMXc; M TOT JKZLS. 511
«Paulus, om te hoerschon over ilt! Ipvendcn en de tloo-»den, niet door bestraffing, maar door de liefde.» (1) Wat zullen wij dan zeggen van de liefde des Zaligmakers, in liet instellen van het Goddelijk Sacrament des Altaars, waar hij zich zeiven aan ons voor geestelijk voedsel en voor onderpand der zaligheid, die hij zijne uitverkorenen bereidt, wil geven. Ik kan u niets beter zeggen om u de overgroote liei'de van Jezus in het II. Sacrament te toonen, dan mij, met u, in den geest aan den voet der 11. Tabernakelen neder te werpen, en daarin verwondering en verbaasdheid uit te roepen: O liefde! hoe groot zijt gij! Wie kan het begrijpen! O waarlijk, gelijk een heilige hoeft durven zeggen, de liefde heeft u dwaas, uitzinnig gemaakt; uilzinnigheid, waarvan wij de zoete vruchten genieten! Ja, goede Jezus, wij zullen u beminnen, want wij zouden monsters van ondankbaarheid zijn, indien wij uwe liefde verzaakten.
Herinneren wij ons hier eene gelijkenis, die wij soms in goede en leerzame boeken zullen aangetrofl'en hebben;
Het gebeurde eens, dat een reiziger op zijne baan een nietigen worm vertrapte, en hem verplette; hij had medelijden met het arm gedierte. Daar kwam nu bij hem een onbekend man die hem zeide : «Indien gij «het leven aan dit arme kruipdier wilt wedergeven, ik » zal u daartoe een zeker middel aanwijzen; gij moet »dan zelf een aardworm worden, en u de vier bloed-» aders laten openen. Dit uw bloed zal men een bad » maken, waarin dit wormpje hot leven zal wederkrij-Bgen». «Gij spot met mij», antwoordde de reiziger, «wat kan het mij maken, dat die worm weder levendig
(1) Jo. Avila, Verhandeling uver do liefde des Verlossers.
512 GODviircirriGF. oefexingek tot jezus.
»worde of niet? Denkt gij dan, dal ik mijn leven zal Bgaan geven voor eenen worm? »
Dil antwoord was des Ie meer gegrond en redelijk, daar die reiziger de zoon van een groolen koning was, en dat de worm geen onnoozel diertje was, maar een venijnig en hatelijk ongedierte, dat onlangs neg in den schoot van den vorstelijken jongeling was gekoesterd geweest, en daar gepoogd had h:'m het leven te Innemen.
Kn ziel noglans, de reiziger wordt door een onbe-gi iipelijk mededoogen bevangen; hij geeft zijne toeslemming, om worm der aarde to worden, en zijn leven ten beste te geven, om het ongedierte te herstellen. En allen die deze wondere geheurlenis hoorden vertellen, riepen uil; Die prins was zot en uitzinnig v in liefde. — Hoe groot zou de erkentenis van dien worm geweest zijn, indien hij begrip vau de zaak had kunnen hebben (1)!
Welnu! ziedaar juist wat Gods Zoon voor ons gedaan heelt;
Wat zijl gij, wat is de menscli, dan een worm der aarde, een worm trouweloos en ondankbaar? Wij zijn veel minder voor God, dan de worm en hel ongedierle voor ons. \\ al moest h 't God aangaan, dal de mensch, die wvd.'rspannige nieteling in zijne zonde bleef steken, en in de hei werd gedompeld, gelijk hij had verdiend?
Des niettegvnslaande die groole, die oneindige God had zooveel medelijden met ons, dal hij, om ons te verlossen van den eeuwigen dood, vooreerst een worm der aarde , gelijk wij, geworden is, en dat hij dan, om ons het leven weder te geven, ons een levensbad gemaakt heefl van zi jn eigen bloed.
En na dit alles zouden wij, ondankbaren! hem nog kunnen vergeten!
(1) Gaume, Catéch. de Perséver. Tom. VIII.
eODVRUCHTIGE OKFKM.NGEN Tl.T iEZOS. 315
Ziehier nu, in plaats van eene gelijkenis, eene ge-beurtcnis, welke het gezag van den II. Franciscus van Sales mij voor echte waarheid doet beschouwen, en die bekwaam is om ons beschaamd te maken, daar wij zoo weinig liefde toonen voor den Goddelijken Verlosser onzer zielen.
Er bevond zich op h 't eiland Sostos eene jonge jufvrouw, die een kleinen arend ha l opgekweekt met al do zorg, welke jonge lieden hler.oe gewoonlijk besteden. l)e arend, grooter geworden, begon lanyzamerhand le vliegen, en volgens zijne natuurdrift op de jacht der kleinere vogelen te gaan ; maar nooit keerde hij weder zonder zijne prooi op den schoot zijner jonge meesteres te brengen. Nu, het gebeurde dat, op zekeren dag, terwijl de arend op de jacht was, de jufvrouw overleed, eu haar lichaam werd op eenen houtstapel gelegd en aan het volk getoond, om later, volgens hot gebruik dier landen, verbrand te worden. Doch wanneer de vlam het lichaam begon te verleren, kwam de arend snel toegevlogen, en dit treurig en onverwacht schouwspel ziende, door droefheid overwonnen, verlaat hij zijne prooi stort zich op het lijk zijner geliefde meesteres, overdekt het met zijne vleugelen als wilde hij het omhelzen en tegen de vlammen beschutten ; hij blijft onbeweeglijk en laat zich met zijne meesteres verbranden. ~ Ziet gij, gaat de U. bisschop van Geneve voort, uwen God en Zaligmaker uitgestrekt op het kruis, als op eenen brandstapel van liefde, waar hij sterft uit liefde voor ons, en eenen dood sterft voller van liefde dan de liefde zelve? Eilaas! waarom omhelzen wij hem niet in den geest om met hem le sterven ! Ik zal hem vasthouden, moesten wij zeggen, en ik zal hem niet verlaten; ik wil sterven en door de zuivere vlammen zijner liefde verteerd worden.
51 i Guuviiu:;mi!K tüï jtzus.
GEBED EU WIJZE VAN LITANIE, DIE AL DE GEHEIMENISSEN VAN JEZUS-CIIKISÏLS IN HET GKOOT GEHEIM ZIJNER GODDELIJKE LIEFDE VEUEENIGT.
O Jezus! vernederd en miskend gedurende negen maanden in den school eener maagd! ik bemin u uit geheel mijn harl; maak dat ik, uit liefde tot u, de vernederingen en de miskenningen beminne, waartoe gij u zeiven, te mijner lielde, gebracht hebt.
O Jezus! die arm en aan alles gebrek hebbende, in een verworpen stal hebt willen geboren worden, ik bemin u uit ganscher harte; maak dat ik, uit liefde tot u, mij volkomenlijk van alles ontbeclite, om arm en aan u alleen gehecht, te leven en te sterven.
O Jezus! die de smarten der besnijdenis hebt willen onderslaan, en die, ten koste van uw bloed, den aau-biddelijken naam Jezus hebt verdiend, ik bemin u uit geheel mijn hart; vergun mij dat ik, naar uw voorbeeld, die heilige versterving naar hart en geest oefene, die mij gelijkvormig aan u make.
O Jezus! Koning der koningen. Heer der heeren, die de hulde van de aardsche koningen hebt ontvangen, ik bemin u uil geheel mijn hart; veslig uw rijk in mij, het rijk van uw Kruis, het rijk uwer genade, hel rijk uwer liefde, en heersch voor altijd alleen in mijn harl.
O Jezus! die gedurende dertig jaren een afgezonderd, verborgen en als onbekend leven hebt geleid, ik bemin u uil geheel mijn hart; maak dat ik, naar uw voorbeeld, een leven leide, verborgen in uw hart, onbekend aan de menschen, van u alleen gekend, en dat al het overige mij niets zij.
O Jezus! die op het punt zijnde van de aarde te verlaten, hel aanbiddelijk Sacrament uwer altaren hebt ingesleld, om met ons lol de voltrekking der eeuwen Ie blijven, ik bemin u uil geheel mijn havt; maak dal ik
GODVRUCHTIGE OEF-i.Nl.MiEN TOT JEZUS. 5io mijne vreugd,mijnen troost, mijne genoegens vinde :ian den voet uwer heilige aKaren en in ;iel deelachtig worden aan het uitmuntend Sacrament uwer liefde.
O Jezus! Heilige der Heiligen, vlekkeloos Lam, die, als zoenoffer voor onze zonden , u zeiven aan het kruis geslachtofferd en tot uwen laalslen druppel hloeds vergoten hebt, om onze zielen Ie reinigen, ik bemin u uit geheel mijn hart; maak dat ik mijn leven door-brenge aan den voet van uw kruis, zuchtende en bitterlijk weenende over mijne zonden, die uw bloed doen vloeien, en uwen dood veroorzaakt hebben; laat niet toe, dal ik de vrucht van uwen grooten arbeid voor mij nntleloos make.
O Jezus! hemelsche overwinnaar, Jie na drie dagen uit het graf' zijl opgestaan, over den dood en al de machten der hel zegepralende, ik bemin u uit ge heel mijn hart; maak dal ik, door eene heilige bekeering, voor de genade en voor de vurigheid verrijze, en voortaan een nieuw leven leide, volgens het voorbeeld hetwelk gij mij daarvan in uwe heerlijke verrijzenis gegeven hebt, en dat ik niet vreeze waarlijk verrezen te schijnen voor deoogen van hen, die ik in de zonde heb doen vallen, of wier dwalingen ik heb nagevolgd.
0 Jezus! die, na uwen sterfelijken levensloop, de aarde hebt verlaten, om ten hemel te klimmen, en u met uwen hemelschen Vader te vereenigen, ik bemin u uit geheel mijn hart; maak dal ik op aarde niet meer leve, dan om den hemel te verdienen, en om eens de plaats te bekleeden, welke gij mij, te midden uwer uitverkorenen, zijt gaan bereiden.
O Jezus! die, op het einde der eeuwen, als Opperrechter van levenden en dooden moet komen, ik bemin u uit geheel mijn hart; maak dat ik, in dien vreeselijken dag, met uwe uitverkorenen aan uwe rechterhand gesteld zij, om u, met hen, voor altijd
olt! GODVRUCHTIGE OEVKNlS'GKN TOT JEZtS.
te gaan loven, zegenen en beminnen in den school uwer lieer' ijkheid, en aldaar onophoudelijk mei u le heerschen.
GEIIED.
0 Je/.usl mijn God, mijn Schepper, mijn Koning, mijn Zaligmaker en mijn Vader, ik aanbid en bemin n a's den eenigen oorsprong mijns levens, en wenscli melen voor u le leven en Ie sterven. Ach! hoe zeer smai'l het inli van n niet altoos bemind (e hebben, en waarom kan ik, op dit oogenblik, door de overmaat iiiiinerdroellii'id en uil Helde tot u niet sterven! ik zaj u dikwijls gedurende mijn leven herhalen; ontferm u mijner, niMar ik wenseh vooral tot u in het uur van mijni'n dood te kunnen zeggen: Jezus, wees mij Jezus; heli medelijden met niijiie ziel, welke gij door uw duurbaar bloed afgekocht hebt; ik stel die in uwe handen; gewaardig u mijne laatste zuchten te zegenen en mij in den schoot uwer bariiibartiglieid te ontvangen. Ik verlang niets meer in deze wereld, dan u alleen te beminnen, om u volmaakt en eeuwig te beminnen i» liet andere leven. Amen.
DE HEILIGE KINDSHEID VAN JEZUS.
VERHAAL ZIJNER GEROOKTE.
In die dagen ging er een bevel uit van den keizer Augustus, waardoor hij gebood dat de gansche wereld zou opgeschreven worden. En allen gingen om aan hel bevel te voldoen, een ieder naar de stad tot dewelke hij oorspronkelijk behoorde. Ook Joseph begaf zich uit Nazareth van Galilea naar Judea, naar Davids Stad, die Bethlehem genoemd wordt, omdat hij uit het huis en
GODVRUCHTIGE OICFF.MNGEN TOT JE7.1S. 317
het geslacht was van David, ten einde zich te laten opschrijven met Maria zijne huisvrouw, die bevrucht was. En het geschiedde, als zij daar wuren, dat de dngon vervuld werden dat zij haren zou. En zij baarde haren eerstgeboren zoon en wond hem ir doeken en legde hem neder in eene krib, omdat voor hen geen plaats was in de afspanning. En er waren herders in datzelfde oord gelegerd, welke de nachtwaak hielden over hunne kudden: en eensklaps stond er een engel des Heeren bij hen, en Gods lichtglans omstraalde hen, en zij werden meteen groole vreeze bevangen. En de engel zeide tot hen: Vreest niet! want zie, ik verkondig u eene groole blijdschap, welke voor het gansche volk zal wezen: Heden is u in de stad van David de Zaligmaker geboren, die Chr'stus de Heer is. En aan dit teeken zult gij hem erkennen: Gij zult een kindje vinden in doeken gewonden en liggende in eene kribbe.
En plotseling was er bij den engel eene menigte van het hemelsche heir. God lovende en zeggende: Eere aan God in de hoogste hemelen, en vrede op aarde aai) de menschen van goeden wille!
En toen de engelen van hen opgestegen waren naar den hemel, zeiden de herders tot elkander: Laat ons doorgaan naar Bethlehem en het wonder zien dat er geschied is en dal de Heer ons heeft bekend gemaakt. En zij spoedden zich derwaarts en vonden Maria en Joseph en het kindje, neergelegd in eene kribbe; en toen zi j het zagen erkenden zij wat de engel hun gezegd had aangaande dit kind. Eu zij keerden terug. God verheerlijkende en lovende over alles wat zij gehoord en gezien hadden En zij vertelden het aan anderen; en allen verwonderden zich over hetgeen de herders hun verhaalden. Doch Maria bewaarde al deze dingen, dezelve overwegende, in haar Hart.
CKOEDEXKRAJiSJE TOT HET
GEBED.
Aanbiddelijke Zaligmaker! dat alle mensehen zich aan den voet uwer nederige kribbe komen nederwer-pen, dat allen met eerbied en teederliartigbeid eene zoo zielroerende als diepe en verhevene geheimenis aanschouwen!
Dat de grooten en de trotschen hunnen hoogmoed komen afleggen voor de gansch Goddelijke grootheid, die tusschen zoovele vernederingen doorstraalt! Dat de wijzen en voorzichtigen der wereld hunne ijdele wetenschap komen afzweren en de wijze en wonderbare dwaasheid der kindsheid van eenen God komen aanbidden. Dat de bedrukte harten en de boetvaardige zielen, hunne tranen met de uwe vermengende, bestendige vertroostingen in uwe smarten komen putten 1 Dat wij allen naar Bethlehem snellende, op de voetstappen der gelukkige herders, welke de eersten u hulde brachten, gelijk zij, mogen wederkeeren vol van eene heilige vreugde, doordrongen van liefde en dankbaarheid, en overladen mot uwen onuitsprekelijken vrede voor den lijd en voor de eeuwigheid. Amen.
TOT HET KINDEKEN JEZUS.
Ik (jeloof in God, den Vader, almachtig, enz.
Glorie zij den Vader, enz.
Onze Vader, enz.
Gezegend uur, waarop Christus te Bethlehem in cenen kouden stal, in de uiterste armoede, in de diepste duisternis des nachts geboren, in schamele doekjes gewonden en, tusschen os en ezel, in eene kribbe
318
KIN'DEKKN JEZUS, ÖI9
gelegtl vviertl! Op dit uur bid ik u, n goedaardig Kindeken Jezus! dat gij mijn gebed verhooret en mijne beg eerten vervullet. Amen. Onze Vader.
O Maria, donr de hooge beschouwing, waarin gij zoo genoeglijk verslonden waart, toen gij Gods eenig-gehoren Zoon baardet, — verkrijg mij van uw teergeliefd Kindeken, dat ik niet oncphoudende dankbaarheid zijne mensehwording overdenke. Amen. Wees gegroet.
O Maria, door de onuitsprekelijke vreugde en blijdschap, waarmede gij vervuld wierdt, toen gij uw allerminzaamst Kindeken voor de eerste maal aauschouw-det, — gewaardig u ook, uwe barmhartige oogen onafgebroken op mij neder te slaan, en mij, na deze ballingschap, Jezus, de gebenedijde vrucht uws lichaams, te toonen. Amen. Wees gegroet.
O Maria, door het onbeschrijfelijk genoegen, dat gij gevoeldet, toen gij uw allerliefst Kindeken op-naamt, met uwe maagdelijke armen omhelsdet, aan uwe moederlijke borsten druktet,—bidiku, o tec-derhartige Moeder! dat gij, in het uur mijns doods, mijne ziel in uwe barmhartige armen gclievet te ontvingen, en van alle vrees en lagen des boozen vijands te verlossen. Amen. Wees gegroet.
Glorie zij den Vader, enz,
Iste TIENTJE,
Wek, Heere, onze harten op, om de wegen uws Eeniggehorenen te bereiden, ten einde wij u, door zijne komst, met gezuiverde harten mogen dienen. Door denzelfden Heer Jezus-Chrislus. Amen. Onze Vader.
1 O \Taarachtige God ! eeuwig Woord des Vaders! die uit liefde tot den mensch den schoot uws
020 (;::iii;])t,\kiia.\sJK tot iikt
Vaders veiiatei. Iiebt, geef dat ik, uit liefde lot u, alle schepselen verlaten moge. Am. Wees gegroet.
2. O eeuwige wijsheid des Vaders! die, om de men-schelijke ualuur aan te nemen, in het lichaam der zuivere Maagd Maria zijt nedergedaald, geef mij eene diepe oolnioedigheid, waardoor ik u mag bewegen om in mijne ziel le komen rusten. Amen. 1 Vees gegroet.
5. O God, hier sprakeloos Kindeken! die negen maanden in het ongeschonden lichaam van Maria gewoond hebt, versier mij met alle deugden, opdat gij voor altijd iu mijne ziel wonet. Am. Weesgegr.
4. O bevallig Kindeken ! voor wien in de herberg geene plaats was, kom, verblijf in mijn hart, gelii f liet te zuiveren van al hetgeen uwe Goddelijke Majesteit in mij mishaagt, en maak dat ik u nooit door eenige zonden verstoote. Amen. ]Vees gegroet,
5 O Jezus, waarachtig God en waarachtig mensch! die voor ons in eenen armen stal, te midden van den nacht, zijt geboren, verdrijf van mij alle duisternis des verstands, opdat ik allo zonden moge schuwen. Amen. Wees gegroet.
6. Allerzoetste Kindeken! bij wiens heilige geboorte de engelen hot vroolijke Gloria in exeelsis Deo zongen, geef dat ik altijd meteenen vurigen ijver uwen Goddelijken lof moge zingen. Amen. Wees gegr.
7. Liefste Kindeken! die door uwe engelen, aan de menschen van goeden wil den vrede hebt verkondigd, geef dat ik altijd den waren vrede met u, met mijn geweten, met mijnen evenmensch zoeke, vindeen beware. Amen. Wees gegroet.
5. Beminnelijk Kindeken! die het eerst door uwe Moeder aangebeden wierdl, geef dat ik u altijd met eene oprechte eerbiedigheid aanbidde. Amen. Wees gegroet.
9. Allerzachlmoedigsle Kindeken! die door uwe Moe-
KINDEKEN JEZUS. 321
der zoo teeder omhelsd wierdt, geef dat cok mijne zieluwo zoete omhelzingen getiele. km.Wersgegr. lO. Bekoorlijk Kindeken ! die door uwe Moeder in doeken gewonden wierdt. hekleed mijne ziel met den mantel uwer liefde, om de menigvuldiglieid mijner zonden te dekken. Amen. Weis yeyroel.
Glorie zij den Vader, enz.
Verleen ons, bidden wij u, almachtige God! dat de nieuwe geboorte, naar den vleesche, van uwen eeni-gen Zoon, ons verlosse van de oude slavernij, waardoor wij onder het juk der zonden gehouden worden. Am. Onze Vader.
1. Teeder Kindeken! die in eenc harde kribbe hebt willen liggen, geef dat ik, ter liefde van u, alle gemak des lic.iaams sclmwe. Amen. Wses i/effroet.
2. Schuldeloos Kindeken ! die tnsschen os en ezel hebt willen rusten, leer mij mijne kwade driften bedwingen, opdat ik niet gelijk worde aan redelooze dieren. Amen. Wees gegroet.
3. Goedaardig Kindeken! die de eenvoudigheid der herders beloondet met hun uwe blijde geboorte door den engol aan Ie kondigen, geef mij eene oprechte eenvoudigheid des harten, opdat ik in alles aan den wil mijner oversten onderworpen zij. Am. Wees gegroet.
i. Onderdanig Kindeken ! dien do herders, op de vermaning des engels, te Bethlehem zijn gaan zoeken, geef dal ik de goede vermaningen mijner oversten moge volgen, om u met eenen vurigen ijvsrte zoeken. Amen. (Vees gegroet.
S. Lieftallig Kindeken! die door de herders in eenen stal gevonden wierdt, gewonden in doeken en liggende in eene kribbe, geef dat ik u altijd moge
21
322 GEBEDENKRANSJE TOT HET
vinden in üe kribbe va» mijn hart. Amen. Wee» gegroet.
6. Wonilerbaar Kiiuickon ! die van deberders aanbeden wierdt, en wiens lof zij verkondigden, onderwezen als zij waren door den engel, geef dat ik uwe weldaden altijd en alom verkondige. Amen. Wees gegroet.
7. Allerwijsle Kindeken! wiens woorden Maria alle inbaar Hart bewaarde, geef dat ik uw Goddelijk Woord altijd in mijn bart beware en vervolgens getrouw in bel werk stelle. Amen. Wees gegroet.
8. Ootmoedig Kindeken ! die waarlijk God, den glans uwer Godheid onder de menschelijke nalunr bedekt bebt, geef dat ik mijne goede werken, door uwe goddelijke genade gedaan, ootmoedig bedek-ke, en bewaar mij van alle ijdele glorie. Amen. Wees gegroet.
0. O eeuwig Woord des Vaders, die bier ligt als een sprakeloos Kindeken, beslier mijne tong, opdat ik niets spreke dal iemand moclit kwetsen o( bedroeven. Amen. Wees gegroet.
10. Vorstelijk Kindeken ! schat des hemels, die hier in zoo groote armoede verkeert, verwerf mij eene oprechte armoede des geesles, opdat ik alle aardsche dingen om uwe liefde versmade. Am. Weesgegr. Glorie zij den Vader, enz.
111^ TIENTJE.
God, die ons den achtsten dag des geboren Zaligmakers verleent te vieren, wij bidden u, maak dat wij beschermd worden door de eeuwige Godheid van hem, door wiens tijdelijke menschheid wij hersteld zijn. Die met u leeft en heersebt. in der eeuwigheid. Amen. Onze Vader, enz.
KINDEKEN JEZDS. 523
1. Luistprlijk Kindeken, glorie des hemels! die bier nu rust in een vuigen s'al, geef dat ik om uwe liefde de eer der wereld altijd schuwe. Am. Wees yegr.
2. Aanminnig Kindeken, hlijdschap des hemels ! die hier nu ligt met uwe oogskens vol tranen, gnn mij de genade om Iranen van berouw over mijne tal-looze zonden te storten. Amen. Wees gegroet.
3. Liefderijk Kindeken, verslindend vuur! die in uwe teedere ledematen zoo hevige koude verdragen hebt, ontsteek mijn ijskoud hart met het vuur uwer liefde. Amen. Wees gegroet.
I. Zegenrijk Kindeken ! die alle schepselen voedsel geeft, en nu door het zog uwer beminde Moeder gevoed wordt, voed mijne ziel met uw H. Vleesch en Bloed, bijzonder in het uur mijns doods. Amen. Wees gegroet
5. Beminnend Kindeken ! die uwe vriendelijke oogjes zoo liefdevol op uwe Moeder slaal, gelief uw minzaam gelaat ook tot mij te keeren, om mij in al mijne ongerustheden te troosten. Am. Wees gegr.
6. Koninklijk Kindeken, bestierder van hemel en aarde! nu onder het bestier uwer schepselen gesteld, geef wijsheid aan al de oversten der 11. Kerk, opdat zij ons bestieren naar uweu Guddelijkeu Wil. Amen. Wees gegroet.
7. 'feeder Kindeken! die, acht dagen oud zijnde, u aan de pijnen der besnijdenis hebt willen onderwerpen, geef dat ik mij zeiven van alle zinnelijke wellusten aanhoudend besnijde. Am. Wees gegr.
8. Vlekkeloos Kindeken! die voor ons in uwe besnijdenis uw dierbaar bloed vergoten hebt , wasch mijne ziel in dit heilzaam bad van uw bloed. Amen. Wees gegroet.
9. Zaligmakend Kindeken I wien de naam Jezus gegeven wierd, geef dat ik dien heiligen naam altijd met eerbied in mijn hart drage. Am. Wens gegr.
324 GEBEDENKItANSJE TOT HET
10.0 Jezus! alleiv.aclilmoedigste Kindeken! vergun mij, in alle kwellingen , uwen zoelen , lionig-vloeicnden Naam met alle aandaclit te aanroepen, opdat daardoor alle zichtnare en onziclitbare vijanden van mij verjaugd worden. Amen. Wees gegroet.
Glorie zij den Vader, enz.
IVquot;quot; TIENTJE.
God, die, bij middel eener ster, uwen eenigen Zoon aan de heidenen geopenbaard hebt, verleen ons genadiglijk dat wij, u reeds door het gelooi kennende, tot de beschouwing uwer onafmeetbare majesteit gebracht worden, door Jezus-Christus. Amen. O/ue Vader.
1. Dierbaar Kindeken, luister en glans uws Vaders! die door het licht eener ster de drie Koningen naai- den slal van Bethlehem gelrokken hebt, geef dal ik uwe Goddelijke inspraak altijd volge. Amen. Wees gegroet.
2. Eerbiedwaardig Kindeken! die de drie Koningen in het waar gelooi'en de kennis uwer Godheid verlicht hebt, geel' mij ook eene ware kennis uwer Godheid, opdat ik altijd met oprechten eerbied in uwen heiligen tempel verschijne. Am. Wets negr.
5 Goddelijk Kindeken! die met alle ootmoedigheid van de drie Koningen aanbeden vvierdt, geel dat ik u altijd met du-pc ootmoedigheid aanbidde. Amen. Wees gegroet.
4. Aanbiddelijk Kindeken! wien de drie Koningen goud, wierook en myrrhe offerden, geel' dat ik u altijd hel goud eener oprechte Melde, den wierook mijns gebeds, en de myrrhe eener waarachtige versterving opd rage. Amen. Wees gegroet.
KIXnKKEN JEZUS. 323
5. Bezorgd Kindeken! die, door uwen engel, de drie Koningen vermaand hebt, dal zij tot Herodes niet zouden wederkeeren, geef dat ik nooit wederkeeretot mijne vorige zonden. Amen. Weesgegr.
6. Gedienstig Kindeken! die de drie Koningen be-bouden in hun vaderland hebt teruggeleid, geef dat ik, na dit leven, gelukkig in het vaderland der hemelsche glorie moge aankomen. Amen. Wees gegroet.
7. Aanbeden Kindeken! die na veertig dagen, in den tempel aan uwen hemelschen Vader opgedragen wierdt, geef dat ik u al mijne gedachten, woorden en werken altijd en zonder uitzondering opdrage. Amen. Wees gegroet.
8. Vreedzaam Kindeken! in den tempel op de armen des ouderlings Simeon ontvangen, waarna hij wenschte in vrede te sterven, dewijl zijne oogen den Heiland gezien hadden, laat ook mijne ziel voor eeuwig in uwen zaligen vrede rusten. Amen. Wees gegroet.
9. Alwetend Kindeken! die voor Herodes naar Egypte hebt willen vluchten, geef dat ik in de krankheid mijns naasten nooit deelneme. Amen. Wees gegr.
10. Wonderdoende Kindeken! voor wiens Goddelijke tegenwoordigheid de afgoden ter aarde vielen, vernietig ook in mij de afgoden mijner driften. Amen. Wees gegroet.
Glorie zij den Vader, enz.
Vde TIENTJE.
Almachtige, eeuwige God ! wij bidden uwe majesteit smeekende, dat, evenals uw eeniggeboren Zoon, met onze natuur omkleed, in den tempel werd aangeboden, gij ons met gezuiverde harten, aan u latet aangeboden worden. Amen. 0«;e Vader.
326 GnREDEXKR iXSJK TOT I1KT KINDEKEN .IE/,[IS.
1. O minzaam Kimlrkeu! die zeven jaren lang onbekend in Egvple geleefd hebt, geef dat ik allen nutleloozen omgang met de menschen vermijde. A m en. Wees gegroet.
2. D^ugdenrijk Kindeken ! die, na zeven jaren, uit Egvpte in uw vaderland zijl weêrgekomen, en te Nazareth gewoond hebt, geef mij eenen afkeer van alle zonden en versier mijne ziel met bloemen van deugden. Amen Wees grgroet.
3. O Jezus, allerzoetste Kindeken ! die in jaren en wijsheid bij God en de menschen toonaamt, geef dat ik ook immer in deugden toeneme. Amen. Wcps gegroet.
. 0 Jezus, allerliefste Kindeken! die met zooveel vlijt aan uwe heilige Ouders gehoorzaamdet, geef dat ik, naar uw voorbeeld , alloos met vlijt mijnen oversten gehoorzaam zij. Amen. Wees gegroet.
5. 0 Jezus, allervriendelijkst Kindeken! die uwe heilige Ouders zoo gedienstig waart, geef dat ik, om uwenlwil, in werken van lielde mijnen evenmenseh alle gedienstigheid toone. Amen. Wees gegroet.
0. O Jezus, mededoogend Kindeken! die door uw minzaam gelaat hen allen, die u aanschouwden, (roostel, geef dat ik in druk en leed bij u alleen troost zoeke, en allen menschelijken troost iate varen. Amen. Wees gegroet.
7. O voorbeeldig Kindeken! die, twaalf jaren oud zijnde, met uwe heilige Ouders naar den tempel van Jerusalem gingt, geef mij eenen vli, tigen ijver om u dikwijls in uwen tempel te bezoeken. Amen. IVees gegroet.
8. O Godlievend Kindeken! die, om den wil uws hemelschen Vaders te volbrengen , in den tempel bleeft onder de leeraren, geef dat ik uwe
OEl'ENiXGEN ÏF.tt EERE VAN .IE7,CS-r,HRlSTlS. 327
GoclfJelijke eer in al mijne werken zoeke. Amen. IVecs ye groet.
9.0 dierbaarste Kindeken! die donr uwe heilige Ouders, drie dagen lang, met de grootste droefheid gezocht witrdt, geef dat Ik u nooit door eenige zonden vcrlieze. Amen. H'tts gegroet. iO. Teergeliefd Kindeken! die, na drie dagen, met blijdschap in den tempel wedergevonden wierdt, geef dal ik u in den tempel mijns harten vin-de, om eeuwig met u vereenigd te blijven. Amen. Wees gegroet.
Glorie zij den Vader, enz.
SUITGEBED
Ik dank u. o hemelsclie Vader! die ons zoo zeer hemind hebt. dal gij ons uwen eenigen Zoon hebt ge-geven. Ik dank u, God de Zoon! die uit liefde tot ons zijt mensch geworden. Ik dank u. God de H. Geest, door wiens kracht de Zoon Gods in iiet zul\er lichaam van Maria wierd ontvangen. O heilige Drievuldigheid! u zij lof endank van alle schepselen iu alle eeuwen, Amen.
NOVEM.E EN GODVRUCHTIGE OEFENINGEN
TER EERE VAN JEZUS-CHRISTUS.
(/1/2.)• NOVENE AAN HET KIND JEZUS, EN OEFENINGEN OM ZIJNE HEILIGE KINDSHEID TE EEREN.
Mijne plichten jegens het kindeken Jezus volbrengen, r.ijne lessen uanhoorenen zijne voorbeelden navolgt n, ziedaar eene zeer treffende godsvrucht. Het is geene schitterende heerlijkheid, geen onverbiddelijke rechter, in wiens tegenwoordigheid de godsdienst mij plaatst; het is een Zaligmaker vol van genade en teederheid, die aan de kindsheid toelaent
•~-8 OEFÜXKNGKN TER EERE
en uit wiens mond niets dan zaciitmoedige woorden vloeien. Laat de kleine kinderen lot mij komen, hier is alles eenvoudig en geruststellend, alles verheugt en troost, alles bekoort, alles verrukt. Zeer grondige godsvrucht, vermits hij, wien de herders in zijne kribbe bezoeken, een God is die aan do natuur gebiedt, een koning die het recht heeft van mij wetten op te leggen, een Zaligmaker die het menschdom verlost, die mij zeiven afkoopt. Leerzame godsvrucht; do Zoon van Maria groeit op in ouderdom en in wijsheid om mij tot voorbeeld te dienen; ik leer, met hem te zien, hoe ik do godsvrucht verstaan moet en hoezeer ik die deugd moet liefhebben. l)e beste wijze om het kind Jezus te eeren, is de deugden navolgen die wij in hem opmerken: de onschuld, de eenvoudigheid, de zachtmoedigheid, de gehoorzaamheid,' de liefde tot de arme menschen, eene teedere godsvrucht een groot betrouwen in Maria en in den heiligen Joseph.
De paus Pius VII heeft de schatten der aflaten geopend ten voordeele van hen die, hetzij vóór Kerstdag, om zich beter te bereiden tot het vieren van dien feestdag, hetzij op eenen anderen tijd des jaars, eene novene van godvruchtige oefeningen zouden doen om de kindsheid des Zaligmakers te eeren. Voor deze novene mag men de gebeden en goede werken doen welke men wil; bij voorbeeld des morgens de volgende punten overwegen, in den dag werken tot het kleeden van een arm kind ter eere van Jezus, die in de kribbe ligt; dan des avonds de litanie der heilige kindsheid lezen, of eenige gebeden welke men tot het kind Jezus zal sturen.
«De aflaten voor deze novene zijn: 1» een volle aflaat op Kerstdag, of op oenen der dagen van de octaaf, en op het einde der novene; voor hen die ze buiten den tijd van Kerstmis zullen gedaan hebben, mits te biechten, tot de heilige tafel te naderen en te bidden volgens de inzichten der heilige Kerk; 2° een aflaat van drie honderd dagen voor eiken dag der novene. Deze aflaten zijn toevoegbaar aan de zielen des vagevuurs. Men kan ze maar eens in het jaar, buiten den tijd van Kerstmis, verdienen.»
V.i.N Jf/A'S-CÜIUSl I
OVERDENK ING l:N VOOR ALLE DAGEN DEU NOVENE.
Nadat gij u in Gods tegenwoordigheid gesteld hebt, dat het u dan toeschijne, alsof Maria de volgende woorden tot u sprak:
Verbeeld u, mijn kind, dat de Heer, pasgeboren, mei doeken omwonden, op een weinig slroo gelegen is, zonder anderen stoet dan eene arme vrouw, een werkman en seliaapherders. Erken in hem de verborgene Godheid, aanbid baar en verneder u. Denk d:il zijn lijden, zijne zuchten en zijn geween de prijs onzer verlossing zijn. Zegen zijne barmhartigheid met de teederste en de levendigste erkentenis. Desehouw hem dan als van zijnen Vader gezonden om diens wil te openbaren; ontvang zijne geboden, en ga voor geheel uw leven de verplichting aan van zijn Evangelie te volbrengen. Eindelijk, volg hem in den tempel: hij loont da.ir de vurigste godvruchtigheid. Aanschouw hem te Nazareth: hij gehoorzaamt aan zijne ouders met de grootste eenvoudigheid. Hij laat in alles wat hij doet de vergetelheid van zich zeiven en de versmading der wereldsche vermaken doorschijnen. Da irna, u met hem vergelijkende, wees beschaamd over uwe lichtzinnigheid, over uwe ongehoorzaamheid, over uwe tegroote liefde voor de schepselen, of voor uw gemak en uw vermaak. Neem in het vervolg tot gedragslijn van aan u zei ven, voorua-melijlc gcilurende deze novene, te vragen, vooraleer gij uwe bezigheden begint: wat deed Jezus in dusdanige omstandigheid? wat wil hij dat ik doe? Dan, doe het.
GEBED TER EERE DER HEILIGE KINDSHEID.
gt;•. O God, zie op lot mijne hulp.
fi. Heer, haast u om mij te helpen.
Glorie zij den Vader, enz. Onze Vader, enz.
530 OEFENINGEN TER EERE
J. Allerzoetste Kiad Jezus, dio, voor onze zaligheid, uit den school uws Vaders zijl nedergedaald, en die, door den Heiligen Geest ontvangen, den schoot eener Maagd niet geschroomd hebt; vleesch geworden Woord, dat de gedaante van eenen siaal' hebt aangenomen, ontferm u onzer.
fij Ontferm u onzer. Kind Jezus; ontferm u onzer. Weesyegroet, Maria, enz.
II. Allerzoetste Kind Jezus, die door de tusschen-komst der H. Maagd, uwe Moeder, Elisabeth hezocht Joannes-Baplista, uwen voorlooper, met den H. Geest vervuld, en hem in den schoot zijner moeder geheiligd hebt, ontferm u onzer.
k. Ontferm u onzer. Kind Jezus; ontferm u onzer. Wees yeyroet, Maria, enz.
III. Allerzoetste Kind Jezus, die, gedurende negen maanden in don schoot uwer Moeder opgesloten, met het vurigste verlangen door de Maagd Maria en den H. Josepn verwacht, en aan God den Vader vour de zaligheid der wereld opgedragen zijl geweest, ontC. u onz.
fi. Ontferni u onzer. Kind Jezus, ontferm u onzer, IVees yegroet. Mar a, onz.
IV. Allerzoetste Kind Jezus, te Bethlehem uil de Maagd Maria geboren, in doeken gewonden, in eene kribbe gelegd, door de Engelen aangekondigd, en door de herders bezocht, ontferm u onzer.
n Ontferm u onzer. Kind Jezus, ontferm u onzer. Wees gegroet, Maria, enz.
Eere zij u, o Jezus, die uit oene Maagd geboren zijl; eere /.ij den Vaderen den Heiligen Geest, in al e eeuwen der eeuwen. Amen.
^7. Christus is ons nabij,
li. Komt, laten wij hem aanbidden. Onze Vader,enz.
V. Aüerzoetste Kind Jezus, die, na acht dagquot;n, in de Besnijdenis zijl gewond, den glorierijken naam van Jezus ontvangen, en aldus door uw naam en door uw
VAX JE/,BS-CHRISTi:S. 331
bloed het ambt van Zaligmaker hebt voorbeteekend, onllerm u onzer.
fi. Ontleim u onzer, Kind Jezus, ontferm u onzer. Wees geyi oet, Maria, enz.
VI. A.krzoelste Kind Jezus, aan de drie Wi jzen door de ster, die hen leidde, veropenbaard, op den schoot uwer Moeder aanbeden, eu met de geheimzinnige geschenken van goud, wierook en mirre begilligd, ontferm u onzer.
fi. Ontferm u onzer. Kind Jezus, ontferm u onzer. Wees gegroet, Maria, enz.
Vli. Allerzoetste Kind Jezus, door de Maagd, uwe Moeder, in den Tempel opgedragen, in de armen van Simeon mil vangen, en door Anna de profetes aan Israël bekend gemaakt, ontferm u onzer.
ft. Ontferm u onzer. Kind Jezus, ontferm u onzer. Wees gegroet, Maria, enz.
VIII. Allerzoetste Kind Jezus, door den goddeloozen llerodes ter dood gezocht, door den II. Joseph met uwe Moeder n;iar Egypte vervoerd, onttrokken aan eene wreede moorderij, en door hel bloed der Onnoozele Kinderen verheerlijkt, ontferm u onzer.
k. Ontferm u onzer. Kindje Jezus, ontferm u onzer. Wees gegroet, Maria, enz.
Eere zij u, o Jezus, enz.
y. Christus is ons nabij.
fi. Komt, laten wij hem aanbidden. Onze Va/ler, enz.
IX. Allerzoetste Kind Jesus, die met uwe allerheiligste Moeder Maria en den II. pat riark Joseph in Egypte zijt verbleven tot aan den dond van llerodes,outferm u onzer.
K. Ontferm u onzer, Kind Jezus, ontferm u onzer. Wees i/egroet, Marin, enz.
X. Allerzoetste Kind Jezus, die, uit. Egypte in het land van Israël wederkeerende, menigvuld.'ge vermoeienissen op de reis doorstondt, en eindelijk de stad Nazareihzijt binnengetreden, ontferm u onzer.
' «EFKM.XCKX TKIt KEHE
«i. UnUerm u onzer, Kind Jezus, ontferm u onzer, il eesgegroet, Maria, enz.
XI. Allerzoetste Kind Jezus, die in het H. huis van Nazareth, uwe ouders onderdanig, ootmoediglijk hebt gewoond, en die, le midden van de armoede en van den arbeid, in wijsheid, ouderdom cn genade aangroeide, ontferm u onzer
ft. Ontferm u onzer. Kind Jezus, ontferm u onzer Wees gegroet, Maria, enz.
XII. Allerzoetste Kind Jezus,in den ouderdom van 12 jaren naar Jerusalem geleid, door uwe ouders met zoo-\eel droefheid gezocht, en na drie dagen met vreugd te midden der leeraren teruggevonden, ontferm u onzer.
it Ontferm u onzer. Kind Jezus, ontferm u onzer. Wees gegroet. Maria, enz.
Eere zij u, o Jezus, enz. j. Christus is ons nabij, fi. Komt, laten wij hem aanbidden.
y. Het Woord is Vleesch geworden:
ft. En het heeft onder ons gewoond.
Op Kerstdag, en gedurende de octaaf, voei/t men hij het vers en het antwoord: alleluia. Op drie-Koningen dog, (n gedurende de octaaf, zegt men;
v. Christus is verschenen, alleluia.
ft. Komt,laten wij hem aanbidden, alleluia.
GEIIEI).
Almachtige en eeuwige God, Heer van hemel en aarde die u gewaardi^u I ebt u aan de kleinen te openbaren, maak,smeijki n wij u, dat wij, met waardig de heilige geheimenissen der kindsheid van uwen Goddclijken Zoon tc eeren,en met zijne deugden na te volgen, verdienen in den hemel te komen die aan de kinderen beloofd is: door denzelfden Jezus-Chrisl us, onzen Heer. Am.
«De paus Pius VII hoeft, aan het lezen der gebeder. tor eere der heilige kindsheid vergund: !• eenen aflaat van Jrio
honderd dagen, telken male men die in hot bijzordor lezen zal, in welke taal het ook zij; 2- eenen vollen aflaat
VAN JEZD5-CHRISTUS. Ö33
den Soquot;»» van iedere maand aan hen die, waarlijk vol leedwezen, hunne biecht gesproken, en de heilige communie ontvangen hebben, dien dag deze gebeden mot god\ruchüg-heid zullen lezen, in eenige kerk of kapel, en volgens de inzichten der heilige Kerk bidden zullen. Deze allaten zijn toevoegbaar aan de zielen des vagevuurs.»
GEBED.
Aanbkldclijke Jezus, in plaats van met de herders te waken om uwe stem te hooren en om u te gehoorzamen, heb ik mij laten tot den slaap der lauwheid overgaan. Ik heli slechts gewaakt om naar de verderfelijke stem van dm vijand mijner zaligheid te luisteren: wek mijne ziel uil hare slaperigheid, leid mij tot uwe krib; gedoog dat ik daar blijve om u te aanbidden, spreek dikwijls aan mijne ziel, en geel' mij eene groote leerzaamheid d. s harten om nut te trekken uit uwe Goddelijke lessen.
LESSEN WELKE HET KIND JEZUS ONS VAN IN ZIJNE KKIlillE GEEFT.
1»'= les. Naar het voorbeeld der kinderen die mij tee-derlijk beminnen, spreek mijnen naam uit met eenen liefdevol len eerbied.
2dc les. Vergeet nooit dat gij voor den hemel geschapen zijt, herinner u alle dagen de verplichtingen welke gij in het doopsel aangegaan hebt.
3Jc les. Leer van mij dat ik zachtmoedig en ootmoedig van harte ben.
4l10 les. Bewonder de stilzwijgendheid, de liefde, den vrede en de eenheid die rond mijne kribbe heersehen, en volg die na.
5dc les. Onderwerp u gewillig uit liefde voor mij
534 OEFENINGEN TEB EERE
aan hen die bij u mijne plaats bekleeden : de opoffering van uwen wil is mij veel aangenamer dan al de slachtoffers.
6de les. De eenvoudigheid en de zedigheid zijn het kenmerk der kinderen Gods: werk dagelijks om die aan te werven. Oiitmnak u van don geest van hoogmoed, van schijnheiligheid en van verstrooiing, opdat gij eens den troon welken ik u bestem, zoudt mogen bekleeden.
7de les. Wees getrouw aan de ingevingen der genade en gij zult eenen grooten schat voor den hemel vergaderen.
8S'C les. Ween met mij over de schelmstukken die in de wereld bedreven worden, ween over uwe eigene ongetrouwigheden.
9de/ss. Ik geef u Maria tot Moeder; haar geluk bestaal in mijnegraliën over de kindsheid uil testorlen; hare teederheid voor u kent geene palen; stel dus uw betrouwen in liaar en eer haar voornamelijk door eene groote zuiverheid.
1ÜI,C les. Vraag dagelijks aan den heiligen Joseph en aan d n heilig n Aloysius van Gonzagua dat zij u de genade zomi n bekomen van bewaard le blijven van de minst vlek der zonde.
li11quot; les. Doe eenige werken van liefdadigheid ter gedachtenis der beroovingen waaraan ik mij overgeef, om u met de goederen d s hemels te verrijken.
li'ic les. Mijn kind, geef mij uw hart; indien gij het zuiver en vlekkeloos bewaart, zal ik in hel. midden van u wonen lot hel einde der eeuwen.
V4gt;' ÏEZL'S-CHRÏSTUS.
LITANIE DER KINDSHEID VAN JEZÜS.
Heer, ontferm u onzer.
Jozus-Chrislus, onlferm u onzer.
Heer, onlferm u onzer.
Jezus-Chrislus, hoor de zuchten van ons hart. Jezus-Chrislus, verhoor ons vurig gebed.
O God, die ons toelaat den zoeten nnam van Vader
jegens u te gebruiken, ontferm u onzer.
O God, die ten prijze uws bleeds de wereld afgekocht hebt,
0 God, zonder wiens ingeving de naam Jezus vruchte'
loos op ouze lippen zou blijven,
Heilige Drievuldigheid, één God,
Kind, gelijk aan God den Schepper,
Kind, voorwerp van het eeuwig welbehagen uws Vaders, Kind, dal slachtoflfer geworden zijt om de beleedigin-gen, de Goddelijke Ma jesteit aangedaan, te herstellen Kind, de glorie en het welbehagen uwer Moeder,
Kind, God en koning, dat onze broeder geworden zijt,
Kind, verlangd door de Patriarchen,
Kind, van verre begroet door de Profeten, 5
Kind, als een verlosser verwacht van de volkeren, ? Kind, dal voor paleis eenen slal, voor wieg eene | kribbe, en voor aanbidders herders verkozen hebt, j: Kimi, door de Wijzen als het licht en het heil der 2 volkeren erkend, S
Kind, dal voor ons bloed en tranen gestori hebt, ^ Kind, dat u klein gemaakt h ibt om hel voorbeeld
der kindsheid en der jonkheid te wezen.
Kind, dat de engelen en de mensehen verrukte door de bekoorlijkheid uwer onnoozelheid, uwer ootmoedigheid, uwer onderwerping en uwer goedheid.
335
330 OEFE.MXGES TER EEBE
Lam Gods, dal wegneemt de zonden dei- wereld, spaar ons, Jezus!
Lam Gnds, dat wegneemt de zonden der wereld, verhoor nn/.e gebeden, Jezus 1 Lam Gods, dal wegneemt de zonden der wereld, ontferm u onzer, o Jezus!
GEUED.
O Jezus, die uit liefde voor ons nedergedaald zijt tot den allerlaagsten staat der kindsheid, tot de armoede en de vernedering der kribbe, wij aanbidden u in uwe kleinheid, waar gij even groot zijt als op uwen troon van glorie. Konden wij u opdragen gelijk de drie Koningen, het goud eener vurige liefde, den wierook van een vurig gebed, de versterving der hartstochten en der zinnen, afbeeldsel van de mirrhe! Heilig onze harten, o Jezus, gelijk gij eertijds die der herders heiligdet? dat wij, gelijk zij, over ons zeiven waakzaam wezen, leerzaam aan uwe slem, bereid om de gratie iu te volgen. Ruk uil ons hart alle gevoelens van hoogmoed en eigenliefde, alle verlangens naar rijkdommen en naar achting der schepselen; maak dal wij deel nemen in uwe Goddelijke kindsheid met ons de zachtmoedigheid, de ootmoedigheid en de eenvoudigheid te verleenen. O Jezus, koning en voorbeeld der kinderen, maak dal wij, gelijk gij, dagelijks opgroeien in ouderdom, en wijsheid, opdat wij, u nagevolgd hebbende op aarde, verdienen met u eeuwig vereenigd te wezen. Amen.
EERBOET AAN HET II. HART VAN HET KINDJE JEZUS.
Ik kom mij aan uwe voeten nederwerpen, o liefderijke Jezus, om u eene boet van eer te doen over mijne ondankbaarheid jegi'ns u; ik moet het bekennen, de
VAN JEZOS-CllltlSTliS. 5.quot;quot;
scliislili'n, welke liet pijulijksle u'.v liarl verschcuieu, komen uit het mijne, waarvoor gij uwe liefde eu uwe barmliartigheid uitgeput hebt. Voor mij zie ik u van uwe kindsheid at' door ellenden omringd, o|gt; het stroo rustende en tranen van liefde stortende; voor mij brengtgij uw leven in armoede, arbeid en wederwaardigheden over, sterft gij in de verachting en in de smarten op het kruis. Uwe liefde is nog verder gegaan ; zij heeft u hot middel ingegeven om met mij in dit tranendal te blijven , om mij Ie helpen in mijne ellenden , mij te versterken in mijne zwakheden, mij te veitroosteii in mijne i aüing-sehap; en wat hebt gij niet moeten doen, o mijn God, om mij dit bewijs uwer liefde te geven? (lij hebl uwe grootheid moeten vernietigen, aan uw schepsel gehoorzamen, u aan de beleediglngen, aan den smaad, aan de onverschilligheid, aan de vergetelheid uwer kinderen blootstellen. Wal heb ik gedaan om zooveel liefde te vergelden? Eilaas! ik heb u niet bemind, ik heb mij met uwe belangen niet bezig gehouden, ik heb u niet ijverig bezocht, noch ontvangen, noch getrouw geweest aan uwe stem die mij riep; nauwelijks heb ik aan u gedacht. Hoe dikwijls hebben de verstrooiing, de schepselen, de ijdciheid, d ■ beuzelingen mijnen geest vervuld tot aan den voet van uw tabernakel! hoe dikwijls heb ik u niet alleen gelaten zonder mij met u te onderhouden als ik u in mijn hart droeg!... Wat zal ik u zeggen om mij te ontschul-digen! Ach! Heer, er blijft mij niets over dm mij te vernietigen. Vergeef aan eene plichtige ziel die hare ondankbaarheid bekent; verwerp geen vermorzeld en ootmoedig hart ? Gij hebt mij gez. gd dat ik tot u moest komen als ik door het gewicht der ellende zou overladen wezen; gewaardig u mij te verkwikken, te genezen en mij nog toe te laten u te hemiiiiien. Kn wal zou ik beminnen, o God van liefde, indien ik u niet
35S OEFENINGEN TKIl KERE
beminde, daar gij al de volmaaktheden en al de beminnelijkheden in u besluil? Aeh! dat voortaan mijn hart nimmer zachte dan voor u; dat mijn hart smelte en zich vernielige bij het enkel woord van kribbe, kruis, H. Sakrament des altaars! Ubeminnen, o mijn Jezus! en nimmer leven dan uit liefde tot u, dit is al wat ik verlang voor den tijd en voor de eeuwigheid. Amen.
GODSVRUCHT TOT DEN ALLERHEIUGSTEN NAAM JEZUS.
De naam Jezus is een Goddelijke naam, Maria door den engel Gabriel van wegeGod zeiven aangekondigd: Zijnen naam zult (jij Jezus heeirin (Luc. I, 51). Daarom wordt hij geheeten een naam die boven allen naam i.i (Pliil. 2, 9), en door welken alleen wij moeien zalig worden (Act. 4). De H. Geest vergelijkt de zachlheid van dien naam met de zachtheid der olie; Uw naam is ah een uitgestorte olie (Cant. I, 2), omdat, zegt de heilige Bernardus, gelijk de olie een licht, een voedsel en een geneesmiddel is, zoo ook de zoete naam van Jezus een licht is voor onzen geest, een voedsel voor onze harten, en een geneesmiddel voor onze zielen. En waarlijk! die heilige naam word! met recht genoemd een licht voor onzen geesl, omdat door hem h.'t mensch-dom, de duisternissen der afgoderij verlatende, do oogen voor het licht des gelools heeft geopend; een voedsel voor onze harten, omdat hij ons herinnert a! wat Jezus-Chrislus deed om ons zalig te maken; een geneesmiddel voor onze zielen, omdat hij ze versterkt tegen de aanvallen van onze vijanden. Dat dan voor den naam van Jezus alle knieën zich buigen van die in den hemel, die op de aarde en die onder de aardt zijn (Phil. 2, 10).
VAN JEZUS-CIIBISTÜS.
AJNIOFP^G VAX DK.N EIE1IJGI:N NAAM JKZUS.
O beminnelijke nnam Jezus! nadat gij uwe aangenaamheden over den loop mijns levens uilgestort hebt, zult gij nog mijne laatste pijnen verzachten! want die dag zal komen dat mijne oogen zich voor de begoochelingen dezer wereld zullen sluiten, om zich alleenlijk voor het eeuwige licht te openen. Op dien dag, waarop wij de namen zullen vergeten hebben van hen, die wij misschien te lief hadden gedurende dit leven ; op dien dag van neêrslachligheid en vrees voor de rechtvaardigen zeiven, zuil gij, o mam van Jezus! de bitterheid van dien laalsten doortocht verzoeten; wij zullen voor eenigste genade wenschen, dat men uwen naam aan onze ooren late klinken. Indien gij het voorwerp onzer eerbewijzingen en oi:z r lofzangen gedurende de droevige dagen van onze ballingschap geweest zijt, zult gij dan onze zaligheid en onze laatste vreugd zijn!
O naam Jezus! ja, dat mij in dit laatste uur alles ontbreke, maar gij, ontbreek mij dan niet! Dan zullen de menschen mijn lijden niet meer kunnen verzachten, dan zullen zij op mijne klachten niet anders meer antwoorden dan door hunne zuchten en tranen ; maar gij, wees voor mij eene Goddelijke aangenaamheid, die mijne pijnen doe inslapen! Dan zal mijn hart zich voor allen troost sluit-n; maar gij, doe, langs geheime wegen, onbekende vreugde in mijne ziel dalen! Dan zullen mijne ooren doof zijn voor al het overige, maar gij zult er toch dan in weergalmen! Dan zullen mijne lippen geen geluid meer kunnen voortbrengen ; maar dat mijn stervende mond u onophoudend herhale, o naam Jezus, in « ien ik, van mijne jongste jaren af, mijne gansche hoop heb loeren stellen! heilige Naam, ja, gij zult op mijne reeds verstijfde lippen komen
559
510 OEFli.MXGEN TER EERE
rondzweven; mijn laatste adem zal nog schijnen u uit te spreken ; gij zult mijne laatste tranen afdrogen, gij zult mij in mijne laatste ellenden vertroosten, gij zult mij inleiden in du eeuwige vreugden.
LITANIE
VAN DEN ALLERHEILIGSTEN HAAM JEZES.
Heer, ontferm u onzer.
Christus, ontferm u onzer.
Heer, ontferm u onzer.
Jezus, hoor ons.
Jezus, verhoor ons.
God, hemelsche Vader, ontferm u onzer.
God Zoon, Verlosser der wereld, ontferm u on vr.
God, Heilige Geest, ontferm u onzer.
Heilige Drievuldigheid, één. God,
Jezus, Zoon van den levenden God,
Jezus, schitterend licht des Vaders,
Jezus, glans van het eeuwig licht,
Jezus, koning der heerlijkheid,
Jezus, zon der rechtvaardigheid, c
Jezus, Zoon van de Maagd Maria, -
Jezus, vader der toekomende tijden, g
Jezus, verkondiger van Gods verheven raa i, '2
Allermachtigste Jezus,
Allerverduldigste Jezus,
Allergehoorzaamste Jezus,
Jezus, zoet en ootmoedig van hurte,
Jezus, minnaar der zuiverheid,
Jezus, onze minnaar.
VAN JEZDS-CHBISTUS.
Jezus, God des vredes, ontferm u on/.cr.
Jezus, oorsprong des levens,
Jezus, voorbeeld der deugden,
Jezus, ijveraar der zielen,
Jezus, onze God,
Jezus, onze toevlucht,
Jezus, Vader der armen,
Je/.us, schat der geloovigen,
Jezus, goede herder,
Jezus, waar licht,
Jezus, eeuwige wijsheid,
Jezus, oneindige goedheid,
Jezus, onze weg en ons leven,
Jezus, blijdschap der engelen,
Jezus, koning der patriarchen,
Jezus, meester der apostelen,
Jezus, leeraar der evangelisten,
Jezus, sterkte der martelaren,
Jezus, liehl der belijders,
Jezus, zuiverheid der maagden,
Jezus, kroon van allo Heiligen,
Wees genadig, spaar ons, Je/.us.
Wees genadig, verhoor ons, Jezus.
Van alle kwaad, verlos ons, Jezus.
Van alle zonden.
Van uwe gramschap,
Van de listen des duivels.
Van den geest van onkuischheid,
Van den eeuwigen dood,
Van de veronachtzaming uwer inspraken.
Door het geheim uwer heilige menschwording.
Door uwe geboorte.
Door uwe kindsh id.
Door uw allergoddelijkst leven.
Door uwen arbeid.
Door uwen doodstrijd en uw lijden.
3i2 OEFENINGEN TER EEUE
Door uw kruis en uwe verlaling, verlos ons, Jezus.
Door uwe smarten, verlos ons, Jezus.
Donr uwen dood en begravenis, verlos ons, Jezus.
Door uwe verrijzenis, verlos ous, Jezus.
Door uwe hemelvaart, verlos ons, Jezus.
Door uwe vreugden, verlos ons, Jezus.
Door uwe glorie, verlos ons, Jezus.
Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld,
spaar ons, Jezus.
Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld,
verhoor ons, Jezus.
Lam Gods, dal wegneemt de zonden der wereld,
ontferm u onzer, Jezns.
Jezus, hoor ons.
Jezus, verhoor ons.
I.AAT ONS BIDDEN.
Heer Jezus-Chrlslns, die gezegd hebt: Vraagt en gii zult verkrijgen, zoekt en gij zult vinden, klopt en u zal open gedaan worden, wij bidden u, verleen ons, op onze smeekingen, het gevoelen uwer allergoddelijkste liefde, opdat wij u uit ganseh ons hart, door woorden en werken mogen beminnen, en nimmer ophouden van u te loven.
Maak, o Hoer, dat wij te zamen de vrees en de liefde van uwen heiligen Naam in der eeuwigheid mogen bezitten, omdat gij nooit van uwe bestiering berooft al wien gij u gewaardigt in de kracht van uwe lieide te vestigen. Door onzen Heer, enz.
(ÖUO dagen allaat, eiken keer. Pius IX.)
AANROEPING VAN DEN HEILIGEN NAAM JEZUS.
O goede Jezus! o allerteêrhartigste Jezus! o a ler-zoetste Jezus! O Jezus, Zoon van do H. Maagd Maria,
VAN JKZl'S-CIir.lSTL'S. 313
vol van harmliarligheitl en goodheid! Jezus, ontfenn u mijner volgens uwe groole liarmhartigheid! oallerzaelit-moecligste Jezus! ik smeek u, door dat duurbaar bloed, beUvelk gij voor de zondaren hebt willen vergieten, al mijne ongerechtigheden uit te wisscben; werp eenen medelijdenden oogslag op mij, ellendige en onwaardige, die u ootmoedig om vergiffenis over mijne zonden smeek, door uwen heiligen naam Jezus te aanroepen. O naam Jezus! allerzoetste naam! Naam Jezus, liefelijke naam ! N;iam Jezus, vertroostende naam! want wat wil Jezus zeggen dan Zaligmaker? O Jezus! wees mij, uit hooide van uwen heiligen naam, een Jezus, en ma; k mij zalig; gedoog niet dat ik verworpen worde, nadat gij uw bloed voor mij vergoten hebt. O goede Jezus! dat mijne ongerechtigheid mij, die door uwe almacht en goedheid geschapen ben, niet doe verin-ren gaan ! O zoete Jezus! erken in mij wat van u is, e» verdrijf al wat vreemd is: ontferm u mijner, terwif de tijd der vergiffenis nog daar is, opdat gij mij niri veroordeelet, wanneer het tijd zal zijn mij te nnr-deelen. Welk nut zoudt gij van mijn bloed hebben, zoo ik in het eeuwig verderf nederdaa'de? Heer, de dooden zullen u niet loven, noch alle diegenen, welke in de hel nederdalen. 0 allerbeminnelijkste Jezus, Jezus, Jezus! ontvang mij onder het getal uwer uil-verkorenen; o Jezus! zaligheid dergenen, die in u ge-looven ! o Jezus! troost van ben, die hunne toevlucht tol u nemen! o Jezus! Zoon van de Maagd Maria! stort in mij uwe genade, uwe wijsheid, de kuischheid en de ootmoedigheid, opdat ik u volmaakt moge beminnen, loven, dienen en mij in u roemen met allen die uwen heiligennaam aanroepen. Amen.
CODSVniICIlT TOT HET ALLERilEIIJGSTE SCIIlïïïCEIlKDE.X.
I. Mijn .lozus, liarmharti^lieid !
100 dagen aflaat elke maal. Pius IX, 2:i September I8iC.quot; '2. Allorznetste Jezus, wees mij geen recliler, maar een Zaligmaker!
quot;•0 lt;lag''n aflaat elke maal, Pius IX, 29 November 1853. ö. Celoold zij Jezus-Chi'islus!
In de eeuwen der eeuwen. Amen.
100 dagen aflaat voor die zich met dit gebed groeten.
Sixtus V, 11 Juli i;iS7.
Jezus, Joseph en Maria, ik geef u mijn hart en mijne ziel Ie zamen ;
Jezus, Joseph en Maria, slaat mij bij in mijnen laals'en doodstrijd;
Je/.us, Joseph en Maria, geel' dat ik in vrede tusschen uwe armen sterve.
300 dagen aflaat, elke maal voor wie deze drie selüet-gebeden jnet een leedwezlg hart zegt. Pius VII, 28 April 1807. 100 dagen aflaat voor het bidden van elk dier drie schietgebeden. Dezelfde Paus.
GODSVKUCriT TOT HET AfiIiEaHBILIGSTE SACRA MENT DES ALTAARS.
Jezus, welende dat zijne uur gekomen was, om uit deze u-ereld over Ie gaan lol zijnen Vader (Joann. 13, 1), wilde ons in dit tranendal niet alleen laten: in den nacht zeiven, die zijnen dood voorafging, en op het oogenblik dat de tnen-schen zich bereidden om hem te doen sterven, stelde hij het heilig Sacrament dos Altaars in, ten einde zich zeiven heel aan ons te laten ;
Hij nam brood, en gedankt hebbende, brak hij he en zeide : neemt en eet, dit is mijn li haam, dal voor u geleverd zal wor-' en (I Cor. II, 21). Be gratie had zijn sacrament van liefde kunnen wezen; maar hij verkiest zichzelveu geheel en al te
SACUAMENT DES ALTAARS. Oilt;gt;
geven, zijn lichaam, zijne ziel, zijne Godheid. Kon hij een grooter bewijs geven van zijne liefde en teederheid jegens ons?
O christenen, gelukkige christenen ! wat zult gij doen om u jegens eenen zoo liefderijken Zalignu'ker dankbaar te too-nen? Mij dunkt datjezus-Christus van uit zijne heilige tabernakelen, gedurig tot ons roept: komt allen tot tr.ij (Matth. 11, -28^! Zult gij hem alleen laten? Zult gij weigeren hem in het sacrament zijner liefde te gaan bezoeken, en gezelschap te houden? voor zooveel liefde, wederliefde te geven?
Bemint dan Jezus, de liefde der liefde, en gaat hem dikwijls in het heilig Sacrament des Altaars bezoeken.
Onder al de oefeningen van godvruchtigheid door de heilige Kerk ingevoerd om Jezus te vereeren, moet deze hem eene van de liefste en de aangenaamste zijn, omdat zij tot voorwerp heeft het sacrament zijner l.efde. Ook heeft de heilige Kerk plechtige bezoeken ingesteld, het heilig Sacrament in het lof ten toon stellende, ten einde de geloovigen uit te noodigen om ten minste eenige oogen-blikken bij Jezus te komen doorbrengen. Alle waarlijk godsdienstige personen zouden hiervan eene heilige gewoonte moeten aannemen. De profeet Daniel, wanneer hij ver van Jerusalem in de gevangenis was medegevoerd, keerde zich meermalen op den dag naar zijn venster, dat op den heiligen tempel uitzicht had, en stortte daar zijne ziel uit voor den Heer en God van Israel. En wat was toch die tempel van Jeruzalem in vergelijking met de aanbiddelijke tabernakelen waarin onze Zaligmaker, Jezus, de God onzer liefde verblijft! En toch, hoe weinigen zijn er die hun hart tot Jezus in het Tabernakel sturen, hoe uitermate weinigen die hunne oogen metaandacht en liefde op zijn verblijf slaan, hoe droevig weinig die hem, als zij zoo schoone gelegenheid hebben, met vlijt gaan bezoeken!
«Het geloof leert ons, zegt de heilige Alphonsus, en wij mogen daaraan niet twijfelen, dat Jezus-Christus waarlijk onder de gedaante van brood in de geconsacreerde Hostie tegenwoordig is. Wij mogen ook niet vergeten, dat Christus op onze altaren op eenen troon van liefde en van barmhartigheid is, om zijne genaden uit te deelen, en dat hij dag en nacht onder ons verborgen blijft om ons een bewijs zijner
3JG GODSVRUCHT TOT HET ALLERHEILIGSTE
liefde te geven. Wij weten dat de Kerk II. Sacramentsdag met plechtige octaaf, uitstelling van het Hoogwaardigste nn met iirocessién ingesteld heeft voornamelijk, opdat do christenen door hunne eerbiedigheid, dankzeggingen en liefde-bewijzen, de minnelijke tegenwoordigheid en 't verblijf van Jezus-Christus in 't Altaarsacrament zouden erkennen en vereeren.u
Want is het voor Jezus een iceJlust van met de kinderen der mensrhen te ve-en (Prov. 8, 31), het is hem ookeene oorzaak van bitterheid in dit Sacrament aanbeden, noch bezocht te worden. Meermalen beklaagde hij zich over die verlatenheid en wel bijzonderlijk aan zuster Margareta Alacoque, die gloeiende minnares van zijn aanbiddelijk ITart. Die teedere Zaligmaker, niettegenstaande de menschen hem verachten en verlaten, toch kan hij niet van hen scheiden! Hieruit kunnen wij duidelijk zien, hoe lief zij aan het Hart van Jezus zijn, die hem dikwijls bezoeken, en die hem gaarne in de kerken, waar hij in liet heilig Sacrament tegenwoordig is, gezelschap houden. Christus zelf beval aan Maria Magdalena van Pazzi, hem dagelijks drie en dertig keeren in he/ allerheiligste Sacrament te bezoeken ; deze minnende bruid gehoorzaamde en gevoelde zich, gelijk de schrijver van haar leven getuigt, zoo zeer voor haren Zaligmaker ingenomen, dat zij zelfs met het lichaam zoo dicht mogelijk, tot het altaar zocht te naderen. Konden toch die godvruchtige zielen, die zich dikwijls met Jezus in het heilig Sacrament onderhouden, in mijne plaats spreken! zij zouden ons zeggen, welke genaden, verlichtingen, vlammen van liefde hun aldaar gegeven worden, welk geluk zij in de tegenwoordigheid van hunnen, in het heilig Sacrament verborgen, God genieten.
Als de vrome dienaar Gods, de eerwaardige pater Ljdovi-cus La-Nuza, vermaard missionnaris in Sicilië, nog als jongeling in de wereld leefde, was hij met eene zoo groote liefde tot Jezus bezield, dat het scheen, dat hij om den troost, wolken hij in de tegenwoordigheid van zijnen zoeten Zaligmakei genoot, zich niet meer van hem konde verwijderen. Men zegt van hem, dat zijn biechtvader hem verboden hebbendo van langer dan een uur voor het allerheiligste Sacrament te blijven, men bemerken kon, welk geweld hij zich moest aandoen om, als het uur voorbij was, te gehoorzamen cn zich
SACRAMENT DK.S ALTAARS.
.117
van de borst van Jezus af te trekken, evenals een kind, düt men juist dan, wanneer het gretig aan het zuigen is, van de borst zijner moeder wegrukt; en dan, eer hij de kerk verliet, bleef hij nog eenigen tijd staan, en zijne oogen op het altaar gevestigd houdende, verdubbelde hij zijne kniebuigingen, zoodat hij duidelijk te kennen gaf, wat pijn het hom kostte zich uit de zoete tegenwoordigheid van zijnen lieven Jezus te moeten verwijderen. Men had ook aan den heiligen Al oy si us van Gonzaga moeten bevelen, niet meer zoo lang voor het heilig Sacrament te blijven; maar zoo dikwijls als hij er toen voorbij ging, voelde hij zich gedwongen te blijven staan, en hij konde zich niet dan met geweld er van afrukken. «Ga van mij, o Heer, ga van mij, » riep hij met ecne teedere liefde uit. — De heilige Franciscus Xaverius, vermoeid door de zwarigheden en don grooton arbeid, die hij op zijne apostolijke reizen in Indie uit te staan had, kwam zich verkwikken en uitrusten voor het Allerheiligste. Den dag bracht hij over met de menschen hij te staan, en den nacht met te bidden aan den voet des altaars. Zoo deed ook de heilige Franciscus Uegis, die, als hij de kerk gesloten vond getroost werd doordat hij, knielend voor de kerkdeur, in regen enin koude, zich van verre met zijnen Zaligmaker in het heilig Sacrament kon onderhouden. —De heilige Franciscus van Assissen ging zelfs al zijne moeielijkheden en lijden aan Jezus in het allerheiligste Sacrament mededeelen. Maar bijzonder teeder was de godvruchtigheid van den koning Wenceslaüs, die Jezus in het heilig Sacrament zoo zeer beminde, dat hij niet alleen met zijne eigen handen het graan en de druiven verzamelde, om daarmede brood en wijn te bereiden voor de heilige Mis, maar, zelfs'smiddernachts in den winter, zijnen Jezus in de kerken ging bezoeken; zijne schoone ziel werd daar zoo zeer door de liefde Gods ontvlamd, dat zelfs zijn lichaam brandde, dusdanig dat, als hij sneeuw of ijs aanraakte, deze hunne natuurlijke koude verloren. De schrijver van zijn leven verhaalt: als de dienstknecht, die den koning in deze nachtbezoekingen vergezelde, zien op zekeren dag beklaagde over zijne koude voeten, wegens den gedurigen sneeuw, dien zij moesten doorbaden, beval hem de vorst in zijne voetstappen te treden ; hetgeen de dienaar doende fceene koude meer gevoelde.
3*8 GObSVRLCHT TOT I1FT ALLERHEILIGSTE
Het zou niet mooiolijk zijn, menigvuldige andere voorbeelden van Godlievende zielen op te halen, die hierop aarde al hunnen trocsl vonden in zich met hunnen Jezus in het heilig Sacrament te kunnen onderhouden; ja te doen zien dat alle heiligen doordrongen geweest zijn met de teederste liefde tot deze godsvrucht; en zulks is geenszins te bewonderen, want de menschen kunnen hierop de aarde geene grootere vreugd, geen grooter goed dan Jezus in het heilig Sacrament vinden.— Het is zeker, dat, na het gebruik der heilige Sacramenten, het aanbidden van Je/us-Christus in het Hoogwaardigste onder alle godvruentige oefeningen de verhevenste, de aangenaamste aan God en de voordeeligste voor ons is. Welaan dan, verzuim niet langer deze godvruchtigheid to oefenen, verwijder u van het gezelschap der menschen en ga van hedon af aan ten minste een half uur of een kwartier uurs in eene kerk, om u met Christus in het heilig Sacrament te onderhouden. « Proeft en ziet hoe zoet de Heer is (Ps. 33).» Beproef het eens, en gij zult zien hoe aangenaam en voor-deelig dit is. Weet dat de tijd dien gij met godvruchtige oefeningen voor het allerheiligste Sacrament doorbrengt, niet heter kan besteed worden, en u in het uur des doods, ja door de gansche eeuwigheid het meest za! troosten, — Weet ook dat gij in een kwartier uurs, dal gij aan den voet des altaars bidt, misschien meer wint, dan door alle geestelijke oefeningen die gij door den dag verricht.
Wel is waar, Jezus, dewijl hij dit beloofd heeft, verhoort overal onze gebeden; «Vraagt en gij zult ontvangen;» maar zijn welbeminde leerling zegt ons ook, dat Christus allermeest diegenen met zijne genaden verrijkt, die hem in het allerheiligste Sacrament bezoeken. De gelukzalige Hen-ricus Suso was gewoon te zoggen, dat Christus op de altaren meer dan elders het gebed der geloovigen verhoort. — Hebben dan de heiligen hunne groote voornemens niet voor het heilig Sacrament gemaakt? En wie weet of gij, die c it leest, ook niet eens aan den voet des altaars een vast voornemen z.ult maken van u oprecht aan God te schenken ? Gelukkig zijl gij, indien gij zulks liever vroeg dan laat doet, en u van nu al geheel aan hem geelt die zich geheel voor u heeft ge-ollerd. Ik verzeker het, gij zult alsdan niet alleen gelukkig in de eeuwigheid wezen, maar hel ook in deze wereld zijn.
SACRAMENT DES AI.TAAIIS. quot;19
Geloof mij, alius is ijaulliuid : fuestcu, schouwtooncolcii, vergaderingen, verlustigingen. Jat zijn de vreugden dezer wereld, maar vreugden vol bitterheid er doornen i en wees verzekerd dat Christus aan ecne ziel, d]6 een weinig ingekeerd voor het allerheiligste Saerament knielt, meer troost geeft, dan de wereld met al hare feesten en vermaken geven kan.
O wat zuivere vreugde gevoelt men niet, als men met geloof voor een altaar nederknielt, en aldaar, alhoewel men somtijds maarweiniggodvruchtigheid gewaar wordt, toch vertrouwelijk met Jezus kan spreken, met Jezus die daar wacht om ons gebed te hooren en te verhoeren. Welken troost geeft het niet, hom om vergiffenis te bidden en hem onze noodwendigheden te kunnen vertellen, gelijk een vriend aan oenen vriend, in welken hij al zijn vertrouwen stelt; hem zijne genaden, zijne liefde, den hemel ;e kunnen vragen. Welk geluk, akten van liefde te kunnen verwekken tot den-gene die op het altaar zijnen eeuwigen Vader voor ons bidt; die aldaar uit liefde tot ons brandt. Ja, het. is zijne liefde alleen, die hem verborgen, miskend, zelfs veracht, vreugde doet vinden in bij ons te blijven. — Doch waartoe dienen die woorden? — « Proeft en ziet.»
VOORBEELD VAN EEN BEZOEK AAN HET ALLERHEILIGSTE SACRAMENT.
VOORBEREIDINGSGEBED.
Heer Jezus-Christus, die, om de liefde welke gij de meuschen toedraagt, dag en naclit onder de gedaante van brood op onze altaren rust, terwijl gij vol van goedheid ons daar afwacht, en met liefde allen ontvangt, die komen om u in het allerheiligste Sacrament te bezoeken, ■— ik geloof, dat gij daar wezenlijk tegenwoordig zijl; ik aanbid u uit den afgrond van mijn niet; ik bedank u vooral de genaden die gü mij bewezen hebt, maar voornamelijk hiervoor, dat gij mij u zeiven in dit heilig geheim geschonken, uwe allerheiligste Moeder
350 GODSVRUCHT TOT HET ALLERHEILIGSTE
Maria lot eene voorspreekster gegeven, en mij gerne-pen hebt om u in deze kerk te bezoeken.
Ik groet dan in dit oogenblik uw liefdevol Hart, en doe dit om u te bedanken voor de groole weldaad der instelling van dit H. Sacrament, en om u eenige vergoeding te geven voor den hoon, dien gij van uwe vijanden in dit heilig geheim te dulden hebt. Ik wil ook, lieve Jezus, door u hier te bezoeken, u aanbidden rp al de plaatsen van de wereld, waar gij in uw heilig Sacrament niet genoeg vereerd wordt of het meest verlaten zijt. Ik bemin u, lieve Jezus, uit geheel mijn harl. Het doet mij leed, dal ik uwe oneindige goedheid voorheen zoo dikwijls vergramd heb. Onder het aanroepen van uwen bijstand, maak ik thans een vast voornemen van u nooit meer te beleedigen; en van dit oogenblik af, wijd ik mij, hoe ellendig ik dan ook ben, geheel en al aan u loe; ik maak u meester van mijnen wil, van mijne neigingen, van mijne verlangens, van alles wat mij toebehoort; doe met mij wat gij wilt; ik smeek u alleen om uwe heilig! liefde, om de volharding in het goede lot het eiiide toe, en om eene volmaakte gehoorzaamheid aan uwen heiligen wil. Ontferm u over de zielen van het vagevuur, en voornamelijk over de zielen dergenen, die, tijdens hunnen levensloop hier op aarde, de meeste godsvrucht hadden tot hel allerheiligste Sacrament en lot de H. Moeder Gods Maria. Ook de ongelukkige zondaars beveel ik u aan, lieve Jezus! Ik vereenig, o mijn dierbare Verlosser, al de gevoelens van mijn hart met die van uw liefdevol Hart, en zoo vereenigd, offer ik die op aan uwen lie-melschen Vader, en in uwen naam smeek ik he n die uit liefde tot u aan te nemen, en mijne grbedeu te verhooren.
SACRAMENT DES ALTAARS.
GERED GEDURENDE HET BEZOEK AAS HET ALLERHEILIGSTE SACRUIENT.
Ik aanbid u, o mijn Zaligmaker! in het verheven Sacrament, dat den glans uwer Goddelijke Majesteit voor mijne oogen verbergt. O gij, die de nieren eii harten doorgrondt, hoe vele vlekken ziet gij in mijne ziel niet!... Eilaas! ik belijd gezondigd le lu bben, ik erken een ondankbare te zijn!... maar, in den naam van uw lijden, van uwen dood op het kruis, van uwe heerlijke verrijzenis, gewaardig u, o Jezus, mij barm-harligheid te doen en mij te verzoenen met uwen Vader I...
Goede Herder, die zooveel arbeid hebt geleden om te zegepralen over mijnen tegenslauil, en mi j van mijne afdwalingen terug te brengen, bepaal uwe weldaden niet met mijne zonden af te wasschen in uw bloed, maar wil mij ook aannemen onder het gelal dier uilgelezene schapen, welke gij inwijdt in de kennis van uwe Goddelijke lessen en in de navolging uwer heilige voorbeelden, opdat ik u voortaan, door mijne leerzaamheid, zoo veel vreugd moge geven, als ik u, door mijne ondankbaarheid, verdriet heb moeten veroorzaken.
Allerheiligste Drievuldigheid, wees verheerlijkt door de Goddelijke offerande v;in onzen Heer Jezus-Christus, die zich op di! oogenblik in eenige plaals der aarde opdraagt; het is door het verheven slachloffer des altaars dat gij, Heer, behagen scliepl onze aanbiddingen rn dankbaarheid le ontvangen, het is om zijne oneindige verdiensten dat uwe goedheid, door ons leedwezen en goede voornemens bewogen, ons de vergiffenis geeft van het verledene, en voor het tegenwoor Jige en het toekomende ons met genaden vervult. God de Vader, voor de verheerlijking van uwen naam, bekeer de on-geloovigen, de ketters en de zondaren, vooral die, voor
33i GOnSVIiLClIT TOT HET AI.LERHEILIQSTE
welke ik verplicht heu te biddeu 1... (iod de Zoon, om de verheerlijking van uwen naam, neem de eer-Imet aan, die ik u op dit oogenblik doe voor al de bt-leedigingcn, oneerbiedigheden en vergete.heid, van welke gij hel voorwerp zijt in het aanbiddelijk Sacr.i-ment uwer liefde, en waaraan ik mij zeiven, heiaas! zoo dikwijls heb plichtig gemaakt!... God de H. Geest om de verheerlijking van uwen naam, verleen mij uwe verlichtingen en Goddelijke gaven, verleen die aan de personen voor welke het mij een plicht is te bidden; geei'datik, geholpen door uwe genade, mij spoedig betere van dit gebrek, dat ik voortgang doe in de beoefening van deze deugd.
Gedoog, o mijn Zaligmaker! d;it ik mijne offerand,. vereenig • met de uwe, ondersteun mijne zwakheid, opdat ik u met moed volge in hetdragen van mijn krui, met mij daarop te nagelen en er met u aan te sterven. Ik vernieuw, uit geheel mijn hart, de b;-loften van mijn doopsel; ik verzaak den duivel en zijne werken, de wereld en hare ijdelheden; ik hecht mij aan u, mijn Heer Jezus-Christus, om u ;i.gt; alles te gelooven, uwe deugden na te volgen en mijn gedrag gelijkvormig te ni iken aan de geboden van uwe Tl. Kerk. (Ik herhaal mijne beloften van, enz.) O Hai l van mijnen Goddelijken Verlosser! ik heilig u mijnen persoon, al niijne vermogens, alles toe wat ik bezit, wil mijne nederige olferande in dank aannemen; ik draag u die op door de handen van de gebenedijde Maagd, uit welke gi j hebt willen geboren worden om de wereld te verlossen, en welke mij uwe teedeihartig-heid lot beschermster en Moeder heelt gegeven. Oeh gedoog niet dat ik voor haar voortaan een ondankbaar kind zij! geef dat ik haar geheel mijn leven een , i n uwen heiligen wil poge te volbrengen met door eene bestendige godvruclitigheid een ware dienaar- te worden va:i uwe dii naros hij uitmuulendheid.
sacrament des altaars. öaö
Kom, mijn Jezus, kom gij zelf mijn vast voornemen zegenen van niels te beminnen d:m u, kom mijne wen-schen vervullen, kom in mijne ziel.... Kom, opdat ik mij werpe in de geheiligde schuilplaats, welke uwe aanbiddelijke wonden mij openen tegen al de verleidingen der wereld. Kom eene wacht stellen aan mijn hart, aan mijne oogen, aan mijnen mond, opdat in mij niels weze dat van uw leven niet leve voor de eeuwigheid. Amen.
geestelijke communie.
Lieve Jezus, ik geloof dal gij in het allerheiligste Sacrament des Altaars wezenlijk tegenwoordig zijt. Ik bemin u hoven d, en wenschte u in mijn binnenste te ontvangen. Maar dewijl ik dit llians niet werkelijk doen kan, zoo smeek ik u om ten minste op eene geestelijke wijze in mijn hart te komen. Zie, ik omhils u, als hadde ik u reeds werkelijk omvangen, en ik vereenig mij geheel en al met u. Laat niet toe, o lieve Jezus, dal ik ooit van u scheide!
verzuchtingen tot jezus.
Maak, bid ik u. Heer Jezus! dat mijne ziel gansch verslonden worde door de zoetheid, hel vuur en de kracht uwer liefde, opdat ik uit liefde voor uwe liefde sterve, die uit liefde voor mijne liefde gestorven zijl (H. Franc.).
O liefde, die niet bemind, o liefde die niet gekend zijl! (H. Magd. de Pazzi.)
O Goddelijke Bruidegom mijner ziel! wanneer zult gij mij aan mij zeiven ontrukken, en alleen over mijn hart meester zijnl (H. Petrus van Alcantara.)
25
CODSVHIICHT TOT IIEÏ ALLEUIIEILIGSTE
TOT HET HEILIG SACRAMENT DES ALTAArS.
Ziol van Christus, hei'ig mij.
Licliaam van Christus, maak mij zalig.
Illoed van Christus, verheug mij.
W:iter dm' zijde van Christus, wasch mij.
Lijden van Christus, versterk mij.
O, goede Jezus, verhoor mij.
Binnen uwe wonden, verberg mij.
Eu gedoog niet dat ik van u gescheiden worde.
Tegen den hnozen vijand, liescherm mij.
In de uur des doods, roep mij,
En doe mij komen tol u,
Opdat ik u love met uwe heiligen
In de eeuwen der eeuwen. Amen.
Ziel van Christus, heilig mij door een levend geloof, vaste hoop en brandende liefde. Heilig mijne gedachten door de vurige overweging uwer weldaden; heilig mijn verstand door uw Goddelijk licht; heilig mijnen wil door eene teedere genegenheid tol hel goede, eenc volma ikte overeenkoming met uwen wil die mijne heiligmaking is. Gezegende ziel van Christus, wees de ziel en het leven van mijne ziel, want zonder u is alle leven een dood.
Lichartm van Christus, voor mijne zaligheid geboren, g geeseld, genageld aan een kruis en gegeven tol spijs on'.er zielen, maal; mij zalig: o Goddelijk hoofd, vervuld niet de hemelsche wijsheid, bestier mij; « goedertieren oogen, zoo dikwijls voor mij overgoten met tranen en bloed, ziet mij aan, gelijk gij hebt aangezien eenen zondigen Petrus; honigvloeiende tong, spreek en leer mij den weg der geboden Gods en doordring
3t)f
«ACUAHEXT DES ALTAARS. 35.quot;5
mij met den schrik der zonden ; almogende handen, ik zal u met eerbiedigheid en betrouwen vasthouden, en niet lalen gaan, len/ij gij mij zult h bben gezeg m) mei den h 'melsch. n zegen ; allerheiligste voeten, wie zal mij geven dal ik, als Magdalena, u met miine Iranen wassch ? Allerminuelijkste harl, omsteek mijn hart in wederliefde, en blusch daar allen onzuiveren brand.
O prijs miiner verlossing, oorzaak van mijn geluk, steun van mijn betrouwen, duurbaar Bloed van Christus, laaf, verversch, versterk, verheug mij; npilat ik liever ten hesle geve den laatsten druppel van mijn bloed, dan Jezus ooit te vergrammen.
Water der zijde van (hri tns. hemelsche dauw, Goddelijke regen, zuivere vloed, fontein des levens, wasch mij, en reinig mi j meer en meer van alle schuld en straf, onachtzaamheden, gebreken, kwade genegen-heden, vergeten en verholen zonden. Zuiver hel bruiloftskleed, dal ik gekregen heb in het doopsel, van alle vlek, opdat ik intrede in de bruiloft van hel onbevlekte Lam.
Lijden van Christus, gelukkig lijden, bitter liiden, lijden sterker dan de dood, versterk mij in bekoringen, kwellingen, ziekten, tegenspoed, ongeluk, pijnen, smarten en verdriet, maak dal ik hier, naar uw voorbeeld, verduldig lljde, en hierna mij eenwig verblijde.
O c/oede Jezus, die ook gehoor geef! aan de grootste zondaars, ik bid u, door dezen uwen minnelijken naam, die, verheven boven alle namen, is honig in den mond, zoel geluid in de ooren, verheuging in het hart: o Jezus, wees mijn Jezus, dal is Zaligmaker, en verhoor mij.
Binnen mve Wonden, van l anden, voeten en zijde, verberg mij. Ach ! hoe troosteli'k is het, aan eenen benauwden zondaar, daarin te schuilen, en te zingen de barmhartigheid des Heeren. Hier zal zijn mijne
336 GODSVRUCHT TOT HET ALLERHEILIGSTE
toevlucht, mijne rustplaats, mijn eiideel, mijn vermaak, mijn rijkdom, mijne eer, mijne wijsheid en mijn al.
Ik heb u menigmaal vergramd, m ar gedoog niet dat ik, door de dond/.onde veroordeeld tot het gezelschap der verdoemden, van u gescheiden worde. Wees gedachtig uwer minnelijke woorden ; die mün Vleesch eel en mijn Bloed drinkt, blijft in mij en ik in hem, en zal in der eeuwigheid leven.
Tegen den boozen vijand, die rond loopt gelijk een briesch 'nde leeuw, zoekende wie hij zal verslinden, bescherm mij: en vergun mij overvloedig» gratie om zijne listen te kennen en zijne aanvallen kloekmoedig te wederstaan.
In de uur des doods en laatsten snik, waarvan afhangt de langdurige en de gelukkige oi' ongelukkige eeuwigheid, als ik van eenieder zal verlaten zijn, verlaat mij niet, getrouwe Jezus, maar roep mij uil dit leven, als het voor mij het zaligste, en ik aan u het aangenaamste zal wezen.
En aangezien gij alles doen kunt, doet mij komen tot u, mijn eerste beginsel en laatste einde, want zonder u is alle geluk, ongeluk, alle blijdschap, droeiheid. Gij alleen zijt mij genoeg, buiten u kan mij geene zaak verzaden.
Opdat ik u, die hier schuilt onder de gedaante van brood, klaailijk aanschouwe, love, gebenedijde, be-minne, omhelze, geniete met alle uwe lieve Heiligen. builen strijd, buiten droelheid, builen vree/.e van u ooit door de zonde te kunnen verliezen, in alle, eeuwen der eeuwen.
Amen. Dat dit geschiede! en dat het haast geschiede'. Dal is mi n elt; nig ■ wensch. Kquot;m, lieve Jezus, ik nood u, en verlang naar u duizendmaal. Kom, en voltrek door de kracht van dit wonderlijk Sacrament alles dat ik boven gevraagd heb.
SACRAMENT DES ALTAARS.
Geloofd en gedankt zij te allen tijde het allerheiligste en allergoddelijkste Sacrameut!
100 dagen aflaat eens daags ; wie dagelijks dit schietgebed zegt, kan elke maand een vollen aflaat veidieuen, op de gewone voorwaarden. Pius Vil, 13 Juni lb.8.
SAMENSPRAAK MET JE/.US-CHRISTIIS VOOR HET ALLERHEILIGSTE SACRAMENT.
Komt tot mij allen die vermoeid en beladen zijt, en ik zal u verkwikken.
Welke is die aangename stem die ::tiet zoovele liefde alle menschen uiinoodigt, om in hunne ellenden huip le kom n zoeken? Is het de uwe niet, o Goddelijke Jezus? Zijt gij het niet, dien ik op dit altaar uiige-steld zie, die ons allen uilnoodigl om i-ij uw heilig tabernakel een geneesmiddel tegen onze kwalen te komen zoeken?
Komt tot mij, zegt gij, gij zult al vinden wat gij wcn-schen kunt; indien de honger u praamt, ik ben het brood des hemels; indien de dorst u kwelt, ik hen de bron van levend water; indien de duisternissen u omringen, ik ben het waar licht; indien de armoede u onderdrukt, ik ben de overvloedigste rijkdom; indien de zwakheid u ned. rslaat, ik lien de sterkte zelve; indien de dood u ! edreigt, ik ben het eeuwig leven.
Ik zal u verkwikken v ui de zware vermoeienissen, welke de gedurige aanvallen der vi anden, die tegen u verbitterd /.ijn en beurtelings de macht en de listen gebruiken om u te verliezen, u veroorzaken.
Ik zal u verkwikken v n het lijden en de vermoeienissin, welke gij vindt in het volbrengen uwer plichten, en in het uitoefenen der deugd; ik zal u
558 «ODSVRIKHT TOT HET ALLERHEILIGSTE
met eene sterkle bedoelen, die u boven alles verhef-
feu zal.
— Dewijl pij rr ij mei zooveel goedheid roepl, omijn Goddelijke Za'ign,aker! zie, hier ben ik. Ik kom tol u, omdat gij mijn eenigste goed, mijne eenigsle hoop, mijn eenigsle troosl zijl.
Ik kquot;m mij aan uwe voelen ontlasten van hel groot gewicht mijner ongerechtigheden: o mijn Zaligmaker, ik smeek er u ootmoediglijk om, maak dal mijne zonden voor den stoel uwer rechtvaardigheid mij nimmer verweten worden.
Ik kom bi,! u de sterkte halen om aan mijne harls-tochten te wederstaan en mijne slechte gewoonten te overwinnen.
Ik kom in den school uwer barmhartigheid hulp halen om mij te bewaren van hel bederf der wereld, en om aan den noodlottigen invloed te wederstaan welken de denkwijze, de gewoonte, het slecht voorbeeld, de raadgevingen, de aansporingen der wereldminnaars en de gevaarlijke uitloksels der riikdommen, der vermaken en der aardsehe grootheden, op mijnen geest uitwerken.
Ik kom mij in uwe armen werpen, om daar eene schuilplaats te vinden legen de woede mijner onzichtbare vijanden, die steeds rond mij zwerven otn mij in hel verderf te storten ; zonder u, o mijn God, zou ik ann hunne listen en aan hunne macht niet kunnen wed rst an.
O Jezus! gij he. I mij mei goedheid geroepen: ik werp mij in uwe armen en in den school uwer oneindige liefde; ontvang mijne arme ziel, gelijk een uwer schapen; gquot;doeg niet dat ik mij \an u verwijdere; heb medeiijd. n met mijne zwakheid, en draag gij zelf mij in uwen hemelsehen schaapstal. Amen.
SACRAMKVr DES ALTAARS.
O mijne ziel! uw God heeft n slecblsgeschapen, opdat fjij u altoos met hem zoudt bezi^: houden, en gi} verwijdert u steeds van hem; kom weder om hem nimmer te verlaten.
Heer, mij dunkt dat gij mij uitnoodigt om bij uin eene eenzame plaats te komen rusten. Ach! ik voel deszeifs noodzakelijkheid; ik voel dat ik overladen, kwijnend ben, en dat ik dorst heb naar de li'\ende wateren der genade. Waar zal ik de i ust vinden die aan mijne ziel noodig is? o Jezus, waar anders dan aan don voet uwer altaren? Gelukkig, ja duizendmaal gelukkig zijn zij die in uwen tempel wonen zij vinden daar de zoetste schuitplaats; j-'ij vervult daai' de harten met eene Goddelijke zalving. Heer, ik voel in mijn hart een vurig verlangen ontstaan om u le beminnen en tot u te naderen met een levendig |.elool en met die heilige verrukking welke uwe heiligen vervoerden bij het naderen to! uwen tempel. Ik gelooi o mijn God, dat gü hier waarlijk tegenwoordig zijt; ik geloof dit vaste-lijk, omdat ik weel dat uwe macht oneindig is, en dat niets, o aanbiddelijke Zaligmaker, aan de almacht uwer liefde onmogelijk is. Maar wie, o Jezus! zoude wonderen kunnnen verkl ren die g alle dagi'n iu uw Goddelijk Sacrament uitwerkt? Du is hel kort begrijp uwer wonderen, het kort begrijp uwer geh ■imenissen, het mirakel uwer liefde; ja, het is de liefde dieu in dees tab rnakel gebracht heeft; bet is de liefde die men inademt als men dit altaar nadert. O oneindige liefde! kom dus in mijn hart branden! verslind daar al wat zieh legen uwe overheerscliing stelt, verander mijne zwakheid in sterkte, mijne onverschilligheid in ijver en mijne kweling in vurigheid. D it ik uw slacht-oller worde, dal ik mij steeds opotlere om u te behagen ea om u mijne dankbaarheid to bewijzen. Hoe vele
559
560 GODSVRUCHT TOT HET ALLERHEILIGSTE
dankzeggingen heb ik u niet op te dragen, o mijn God! Elk mijner d:igen , o Goddelijke Jezus, is door nieuwe weldaden gekenmerkt; al wat ik bezit en al wat 'k ben, is liet werk uwer goedheid; gij vcrrrkt mij met uwe goed ren, ni tlegi nstaande liet misbruik dal ik er vau maak; mij dunk! dal, hoe ondankbaarder ik ben, gij zooveel te medeliidender wordt; hoe minder ik uwer gaven waardig hen, hoe meer gij mij metde-zelven overlaadt. O onuilsprekelijke goedheid! ik zal niet ophouden uwen lof te zingenen uwe weldaden te vieren.
Onuilpulltare bron van teederheld en liefde, wat zal ik u zegsen en hquot;e zal ik uildrukken betgeen ik nu gevoel ! o liefde ! o mijn God ! onu tspreke'ijko liefde! hoe weinig zijt gij gekend, h^e weinig wnrdl iiij bemind! ik wil u beminnen; ik wijd u hel overige mijns levens en mijner krachten toe; ik wil die g ■bruiken, om door eene onschendbare getrouwheid uwe gunsten te erkennen ; ik verzaak al wat u kan mishagen, ik wijd u mijn bart toe, ik oll'er u op mijne leederste g'm genheid; wees mijn Iroosl, mijne toevlucht, mijne sterkte, mijne vreugd en mijn genoegen. Ik zal u liefde voor liefde, leven voor leven geven; o de God mijns harten! ontsteek mij door het heilig vuur uwer liefde; verander mij gansch in liefde, maar in liefde voor u alleen, opdat ik u beminnende leve en sterve.
Hoe liefelijk zijn HU'fi woningen, o Heer d(r Iteir-krachten.' verre van u kwijnt mijne ziel.
Mijn hart en mijn vleesch springen van vreugd op tot den levenden God.
Indien de verrukkingen uwer profeten, o mijr God ! zoo groot waren bij de gedachtenis der tabernakels van
SACRAMENT DES ALTAARS. 361
het Oud Verbond, wat zou ik dan niet moeten gevoelen, als ik tol uwe allaren nader? Het zijn hier geene loutere afbeeldsels, geene schaduwen zonder wezenli jkheid meer. God van glorie ui ma esteit; gij zelf'zijl het die u aan onze oog^u vertoont; gij zijl hol aanbiddelijk slaehloller, dat elKen stond op hel altaar hernieuwt de offerande, die eersl op den Calvarieberg opgedragen werd ; gij doet de hemelen ned. rdaleii en gi, vermeuig-vukligl de mirakelen om onder ons te blijven.
U zei ven aan id ik ; met u is het, o mijn Meester en mijn Kouiiig ! dal ik spreken mag 1 gij zijl het dien ik in dit, verlievene Sacramenl ..ansctiouweu mag. Hoe kan ik aan uwe voeten nog onverschillig wezen? waarom ben ik niet vernederd en veruieiigd gelijk uwe heiligen, verrukt en ontvlamd g,'li;k de Cuerubienen, die u omringen! Goil mijns harten, wat zou ik op aarde nog kunnen zoeken? Wal zou ik nog meer ViT-langen in den hemel? l)-1 hemelen zijii hit r op dit altaar nedcrg 'daaid, mi't den God dien mea daar aan-bidl; spreek dus een woord, Heer; zeg tol mijne ziel: 'Ik ben uwe zaligheid, uw leven, uw God; en mijne ziel zal van hare oaverschilligheden, van hare kwijning genezen worden, en mi,;! hart en geheel mijn lichaam zullen lot den levenden God opspringen.
Ja, Heer, gelukkig ïii dmzeiidmaal gelukkig zijn zij die in uw huis wonen, eo die geen auder vermaak kennen dan van daar uwe grootheid te aanschouwen onder de sch duwe, waaronder gij die verbergen wilt!
O God', wees gezegend : om u te vmden heb ik dus niet meer noodig mij tot de hemelen te verheffen; uwe tempelen staan altoos open voor mij; ik kan op eiken stond u daar mijne pijnen gaan toebelrouwen, mijne tranen in uwen schoot storten, en uwe lietde vragen. Ja, mijn God , dit is de genade die ik u vraag eu die ik niet zal ophouden af te smeeken
362 GODSVRLCHT TOT HET ALLERHEILIGSTE
Dal ik al de dagen iniins levens iu uw huis wone; dat ik da rde zooliglis'd;-!! smake waarmede gij uwe ge-li'ouwe aanbidd-rs overlaadt; dal ik daar de lielde aller deugden pulle niet de gratie en de sterkte um die uil te oefenen; dat ganscli mijn geluk besla in u te bezoeken, dut ik er nooit een ander uajage, en wanneer mijne plichten mij van uwen tempel verwijderen zullen, dal mijn geest en mijn hart nog door de erkentenis en de lielde aan den voet uwer altaren blijven, en dat ik steeds iu uwe tegenwoordigheid wandele.
IV.
De musch vinrlt eene verblijfplaats voor zich, de tor-tehlui/' bouwl zich een nest.
Uwk allaren, o Hesr der heerkrachten ! zullen mijne schuilplaats en de plaats mijner rust wezen.
O mijn God! hoe zou ik u genoeg kunnen loven, omdai gij eene schuilplaats bereid hebt voorde liarten die u beminnen? Te lang heb ik het geluk in de wereld gezocht: deze heeft, door hare iidele vermaken, in mijne ziel niets dan onrust en verdriet vonrtgebncht; gij alleen hebt mij den vrede gegeven. Meer tevreden aan uwe voeten dan de musch np het dak welk zij verkozen heeft, vind ik bij uwe allaren de rust, die van mij in hel midden der valsche verm 'ken wegvluchtte. Ach dal de wereld zwilge : deze spreekt nooit dan om te bedriegen en om te verleiden. Dal uwe stem zich late hoeren, o Jezus! Met één woord bedaart gij onze hartstochten, matigt gij onze verlangens, slilt gij onze vrees, ver'aagl gij onze vijanden. Wanneer ik tol u nader, o Heer, dan breiden mijne gedachten zich uit, mi'riquot; ziel verhell en zuivert zich. Ik verlaat nooit uwen tempel zonder het verlangen en zell's den u I le gevoelen van te werken om beter te worden eu zonder
SACRAMENT DES ALTAARS. 363
mij gelukkigpi' le bevinden. Zucht ik in mijne ballingschap, (Jan vind Ik in u eeutu vader, eenen vertrooster, eeum vriend, gelijk de wereld ergoenen zou kunnen geven; ween ik, dan droogl gij mijne tranen af; val ik, dan heil uwe goedheid mij recht; gij wlscht de vlekken mijner ziel uit, gij b.'kleedl haar met rechtvaardigheid en onfchuld , haar met uwe verdiensten overdekkende.
01 hoeveel liever woon ik in uwe tabernakelen, verborgen, vergeten, onbekend van de menschen, dan onder de tenten der zondaren! . . . Sedert dal mijn hart u gesm iakt heeft, o mijn cenigste gned I is al wal gij niet zijl of wat tot u niet leidl, slechts bllter-heid. Ja, mi:n God, één dag, één uur, een ongonbük in uwe bemelsche onderband lirigen oveigebracbl, Is zoeter dan een geheel leven versleten in ontspanningen en in heigeen de wereld vermaken noemt.
V.
De Goddelijke Wetgever zal zijne getrouwe (liennren met zegeningen urerladcn: zij znlien van de erne deugd tot de andere gaan, zij zullen ein lelijk hunnen Go! in Si on zien.
O God, onze Hcschermer! aanschnuw ons, en laat uwe oogen op uwen Christus nedervallen.
O Jezus! mijn opperste Meester en miin fioddeliike Wetgever, bier is de troon uwer liefde, hier schrljfl gij uwe wellen voor en zi gent gij uwe kinderen. Spreek, Heer, want uw dienaar luistert; grbied al wat gij will, als gij maar geeft wal gij van mij vraagt, en als gij maar in mijn hart stort de deugdi n, welke gij daar vind n wilt. Ik vraag u geene tiidelijke zegeningen: gij geelt die dikwerl zells aan uwe vijanden om hen te straffen; maar gewaardig u mijne ziel te zegenen; geef
36-i GODSVRUCHT TOT HET ALLERHEILIGSTE
aan anderen de goederen dezer aarde, maar verleen mij de deugden. Hier is liet, o Goddelijke Jezus, dat ik die zal komen pulten; want gij zijl niet alleen op dit altaar tegenwoordig, o mijn God! om mijne duisternissen te doen verdwijnen, om mijne zwakheid te ondersteunen, maar voornameli jk om mijne liefde Ie doen aangroeien. Hier zal ik alle dagen mijns levens de krachten miiner ziel komen opwekken om steeds van deugd tot deugd voort te gaan, tot dien gelukzaligen dag, wanneer ik u zonder schaduwe in het hemelsch Jerusalem zal mogen aanschouwen, en u bezitten zonder vrees van u nog ooit te verliezen.
Aanhoor dus, o Heer, de wenschen die iku durf aanbieden. Indien mijne nietigheid, indien voornamelijk mijne ongerechtigheden mij onwaardig maken verhoord Ie worden, werp dan de oogen op uwen welbeminden Zoon, het voorwerp uws welbehagens; zie hem daar op dit allaar; hij biedt u voor mij zi'ne wonden, zijn bloed, zijne verdiensten ; in hem, door liem draag ik u mijne gebeden op; hij zelf is het die door mijnen mond spreekt; zoudt gij hem niet aanhooren? ... Ik heb u slechts eene genade te vragen, zij zal volgens uw hart wezen, ik hoop dus dat zij niet zal geweigerd worden; dat ik u van nu af be-minne, zooveel het mij mogelijk zij, en dal ik nooit op-houdente beminnen. Te lang reeds hebt gij mij gewacht, gezocht, grpraamd; te lang heli ik het ongeluk gehad van aan uwe genade te wederstaan. O mijn God! dat ik nooit m-er in zoo groote en noodlottige dwaling valle, en dal mijn hart, na de zoetigheden uwer liefde gesmaakt te hebben, niet meer ot de schepselen wed. rkeere om hun i jdel en geva rlijk geluk af te bedelen: dit hart is voor u gemaakt, gedoog niet dal hel ooil buiten u ruste. Wel', wat kan ik in dit dal van tranen vinden? onvolmaakte en bepaalde voorwerpen, en mijn bartisonmeetbaar; zouden onge-
SACRAMENT BES ALTAARS. 50igt;
lukkige schepselen, die, gelijk Ik, het geluk zoeken, mij hetzelve kunnen goven? zouden vergankelijke en broze goederen, welke de dood mi,; eerlang onlrukken zal, mijne onsUTleli kr ziel kunnen voldoen? O mi n God! omijn opperste goed! gij alleen vervult al mijne verlangens: gij zijt eeuwig, onveranderliik, oneindig; gij zijl de eenigste vriend die niet veranderen kan, en waarvan de dood zelve mij niet zal kunnen scheiden, indien ik het geluk heb van in uwe gratie en in uwe heilige liefde te sterven.
Dat de dngen, gedurende dewelke ik heb kunnen leven zonder u te beminnen, van d ' lijst mijner dagen verdwijnen! Liever sterven dan mij een oogenbllk van ii te verwijderen ! Miin hart is voor u, o niiin God doch het is zwak, onstandvastig: gelief het in uwe lietde te vestigen. l)ai ik u beminne, omijn Zaligmaker! en de ,»eheele wereld zal slechts een niet voor mi ne oogL'c wezen; al de kruisen zullen mij licht vallen, het zal mij aangenamer zi n dezelve te dragen, u te volgen en u liefde voor liefde te geven. Tot hiertoe heh ik u enkel door woorden en wenschen bemind, o Jezus! die in dit heilig Sacrament leeft en u slachtoffert voor mij; vergun mij de genade van voor u alleen te leven, en ïan eindelijk in uwe liefde te sterven.
VI.
Coil heeft de barmhartigheid en de waarheid liefgehad, de lieer zal de ge ade en de glorie geven.
Hij zal degenen van hunne goederen niet berooven die in de onschuld wandelen.
Heer, God der krachten, gelukkig de mensch, die zijne hoop in u stelt.
Gij hebt de barmhartigheid lief, omijn God ! gij zelf verzekert mij daarvan. Oneindig goede Vader, gij stelt
366 GODSVRÜCITT TOT HET ALLERHEILIGSTE
uwen roem niet in uwe schepselen Ie verschrikken door den loeslel uwer heerlijkheid, noch in ze te verbrijzelen onder hel g wicht uwer grootheid. Uwen roem, o mijn God, stelt gij in mij gelukkig te maken; de liefde is uw wezen , en de harmhartigheid maakt uw genoegen uit. Indien ik in de eenvoudigheid ml;ns harten in uw^e tegenwoordigheid wandel, dan rusten uwe oogen op mij, en gij heloolt mij de kostbaarste goederen, de eenigste goederen die ik van noode hel), en die ik achten moet: de waarheid om mij te leiden, en de harmharligheid om mij weder te brengen; de waarheid opdat zij mijn licht, mijne vreugd, mijn opperste geluk, en de harmharligheid, opdat zij mijne toevluelit en mijne hoop zoude wezen. De genade voor dit leven en de glorie voor de eeuwigheid. Hoe trooslelijk zi n die belotten!
O God! uwe stem is tot in het diepste mijner ziel gedrongen, zij heeft er den vrede en het geluk go-bracht. Gij zelf gewaardigt u mijn vertrouwen te vertoeken. Wat kan ik onder de schaduwe uwer vleugelen vreezen. Wal zoudt gij mij kunnen weigeren, wanneer gi j u aan mij geelt met al wat gij bezit en al wal gij zijl?
Het is er mede gedaan, Heer! het is lijd datnweliefde zegeprale: hier ben ik , ik kom, omdat gij mij geroepen h bt, ik laat n mijne rust, mijn geluk over, mijne belangen, mijne gezondheid, mijn leven Zquot;lf, en al wat mij het duurbaarsle ter wereld is; ik betrouw alles a n de zorg uwer liefde loe, o mi;n Vader! ik beveel in uwe handen mi;ne ziel met ai hare ellenden, al hare onlroeringen, al hare droefheden ; ik laai mij voor altijd aan u over. Ja, mijn God, gij zult voortaan mijn licht en mijne zaligheid, mijne sterkte en mijne eenigste hoop wezen: welk ongeluk mij ook overkome, ik zal daarover niet verwonderd zijn; dat de wereld en de hel samenspannen om mij ten onder te brengen, mijn
SACRAMEST KES ALTAAKS. 367
betrouwen zal daarom niet minder onwankelbaar zijn; indien mijne kwijnende ziel met droeiheid bevangen, van duisternissen omgeven, in de schaduwen des üouds zitten zou, vreesde ik nog geen Kwaad gij zoudl met mij zijn en de dood zelf' zou niels verschrikkend voor mij hebben; liet is bij den dood dal de getrouwe ziel u bemiiinelijker en rijker in b irmharlighe-den vindl d nooit. Ja, mi.ii God! in het leven eu in den dood, wil ik u toebeliooren, en alles van u alleen verwachten; gansch overgvlalen aan uwen wil eu aan uwe Goddelijke lielde, zoo wil ik leven eu sterven.
UEDED OM DEN ZEGEN VAN HET ALLERHEILIGSTE SACRAMENT TE VRAGEN.
Goddelijke Zaligmaker, die ons uw lichaam en duurbaar bloed in het allerheiligste Sacramenl des altaars wel hebt willen ualalen; ik aanbid u in hetz. lve met den diepsten eerbied ; ik dank u ootmoedig voor de genaden, welke gij ons daarin b -wijsl, en dewijl gij aldaar de bron zijl van alle zegeningen, smeek ik u, die heden uil Ie storten over mij, en over allen, voor wie ik verplicht ben Ie bidden. Maar, o goede Jezus! opdat niets den loop uwer goedheden wedi'rhoude, verwijder uit mijn hart al wat u mishaagt, schenk vergiffenis aan mijn leedwezen, reinig mijn hart, heilig mijne ziel. Zegen mij. Heer ! met denzeliden zegen, welken gij aan uwe leerlingen gaal'l, toen gij hen vernet, om ten hemel op te klimmen; met eenen zegen, die mij ver-andere, die mij heilige, mij volmaakt met u vereenige, mij met uwen geest vervulle, en mij, van in dit leven, het zekere onderpand zij van den zegen, welken gij aan uwe uitverkorenen bereidt. Ik vraag u denzelven oul-moedig in den naam uwer oneindige verdiensten Amen.
GODSVRUCHT TOT IIKT ALLERHEILIGSTE
GEBED TOT JEZUS IX HET ALLERHEILIGSTE SACRAMENT DES ALTAARS.
Zachtmowlipte Jezus, liefderijke Jezus, die, dnor eene overmaat der wonderbaarste lielde, in hel heilig Sacrament des altaars tusschen ons hebt willen verblijven, ik erken u hier voor mijnen oppersten Heer en Gnd. Ik aanbid u met gevoelens der diepste ootmoedigheid, ik bedank u uit geheel mijn hart over de oneindige goedheid welke gij ons bewijst, niettegenstaande de mishandelingen welke gii van ons ondergaan moet. Doordrongen van droefheid op het aanschouwen dierondankbaarlieden, kom ik, o Heer, eerboet doen aan uwe Goddelijke Maiesteit, voor al de ontheiligingen, al de goddelooshed mi, al de h 'iligsclienderijen die er bedreven zijn, en die er teg.'n uw aanbiddeliik Sacrament kunnen bi dreven worden, ü mi n God! kende ik u de droel'h id toonen welke ik gevoel van zeil'zoo dikwerf voor u met weinig eerbied versclu n n te zijn, en van tot u genaderd te zijn met zoo weinige liefde en zoo weinige vurigheid.
Vergeef, o Heer, onze ongerechtigheden, om slechts uwe barmhartigheden indachtig te wezen. Aanvaard het rechtzinnig verlangen dat ik heb van u te eeren en van u in uw heilig Sacrament van liefde geëerd te zien. Ja, ik verlang uit gansch mi jn hart u daar te beminnen, te zegenen, te loven, te aanbidden, zooveel gij er bemind, gezegend, geloofd en aangebeden wordt door de eng ■lm en de heiligen; en ik smeek u, door dit aanbiddelijk licliaiim en dit kostbaar bloed voor hetwelk ik ned. rgeknield ben, van te maken dat ik voorta:iii u zoo eerbiediglijk aanbidde, en u zoo waardiglijk ontvange, dat ik, na mijnen dood, u met al de gelukzaligen moge verheerlijken in de eeuwigheid. Amen.
368
SACKAMKNT DES ALTAARS*
LIÏ.VNIE
TOT HET ALLERHEILIGSTE SACRAMENT*
Heer, ontferm u onzer.
Clirislus, onlferm u onzer.
Heer, ontlerm u onzer.
Clirislus, hoor ous.
(.'■liristus, verhoor ons.
God, ijcmelsclie Vader, ontferm u onzer.
God, Zoon, Verlosser der wereld,
God, Heilige Geest,
H. Drievuldigheid, één God,
Levend lirood, dat uit den hemel gedaald zijl,
Verborgen God en Zaligmaker,
Tarwe der uitverkorenen,
Wijn die maagden voortbrengt,
Voedzaam brood en vermaak der koningen.
Altijddurende offerande.
Gedachtenis van Gods wonderen, =
Woord dat vleesch geworden zijten onderons woont,
Heilige en aanbiddelijke hostie,
Gezegende kelk,
Geheim des geloofs.
Hoogwaardig en uitmuntend Sacrament, Allerheiligste offerande.
Offerande van verzoening voor levenden eu dooden, Hemelsch behoedmiddel legen de zonden,
ÖG9
2*
370 LITANIE TOT HET
Mirakel boven alle mirakelen, ontferm n onzer. Allerheiligste gedaehtenis van het lijden des Hee-ren,
(lave die alle volheid te boven giat,
Voortreffelijk gedenkteeken der Goddelijke liefde. Overvloeiende bron v n Gods milddadigheid, Overheilig en wonderbaar geheim,
Krachtige waarborg onzer onsterfelijkheid.
Sacrament dat schrikverwekkend zijt voor de hel
en dat onze zielen levend maakt.
Brood, dat door de almogendheid des Woords
Onliloedige offerande,
Spijs des levens en medegast, 3
Allerzoetste maaltijd, waarbij de engelen tegen- = woordig zijn en dienen, g
l'and van liefde,
Offeraar en offerande.
Geestelijke zoetheid, die in haren eigen oorsprong
gesmaakt wordt,
Verkwikking d. r heilige zielen.
Versterking dergenen die in den Heer sterven,
Pand der toekomende glorie.
Wees genadig, spaar ons, Heer.
Wees genadig, verhoor ons, Heer.
Van het onwaardig nullen uws lichaams en bloeds,
verlos ons. Heer.
Van de begeerlijkheid des vleesches,
Van de begeerlijkheid der oogen, £
Van de hoovaardij des levens, cT
Door de groote begeerte, die gij gehad hebt, om 5
dit paaschlam met uwe discipelen te eten,
Door de diepe ootmoedigheid, waarmede gij de g voeten der discipelen gewasschen hebt,
ALLEKHEILIGSTE SACRAMENT. 571
Door de allervurigste liefde, waarmede gij dit heilig
Sacrament hebt ingesteld, verlos ons, Heer.
Door uw dierba r bloed , dat gij ons op hel altaar
hebt nagelaten, verlos ons, lieer.
Door de vijl' wonden, die gij in uw allerheiligste lichaam voor ons ontvangen hebt, verlos ons. Heer. Wij zondaren, wij bidden u, verhoor ons.
Dat het u believe het geloof, den eerbied en de begeerte lot dit wonderbaar Sacrament in ons te vermeerderen en te bewaren.
Dal gij ons van alle ketterij, ongeloovigheid en 'E.
verblindheid des harten wilt bewiiden, 2
Eeuwige Zoon van den waren God,
Zoon Gods,
Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld,
spaar ons, Heer.
Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld ,
verhoor ons, Heer.
Lam Gods , dal wegneemt de zonden der wereld ,
ontferm u onzer.
Cbiistus, hoor ons.
Christus, verhoor ons.
LAAT ONS ItinUEN.
O God! die ons onder dit wonderbaar Sacrament de gedachtenis van uw lijden hebl nagelaten, wij bidden
572 «ODSVmiCHT TOT IIF.Ï ALLERHEILIGSTE
ii, geel dal wij de heilige mysteriën van uw lichaam eu bloed zoo eerbiedig eercn, dat wij de vruclrt uwer verlossing gedurig in ons mogen gevoelen; die met den Vader, in de eenheid des H. Geestes, leeft en heerscht. God in alle eeuwen der eeuwen. Amen.
EERBOET AAN HET ALLERHEILIGSTE SACRAMENT DES ALTAARS.
Ik aanbid en bemin u uit geheel mijn hart, o mijn God en mijn Zaligmaker, waarachtig God en waarachtig mensch; ik aanbid en bemin u met dien diepen ei rbied, welken hel geloof zelf ons ingeeft; ik ;ianbid en bemin u lol herstelling gt;an al de oneerbiedigheden, de onlheil gingcn, en heiligschenderijen, welke ik bij ongeluk kan bedreven hebben tot op dezen oogenbliu, alsook van al die bedreven zijn en in 't vervolg kunnen bedreven worden.
Ik aanbid u dus, o mijn God, niet zooalsglj verdient aanbeden Ie worden, niet zooals ik u zou moeten aanbidden, maar ten minste zooveel als in mijne macht is; en ik zou hel niet die volmaaktheid willen doen, waartoe de redelijke schepselen bekwaam zijn.
Ik heb daarenboven liet inzicht van u te aanbidden, nu en allijd, niet alleen voor al de kalbolieken die u niet aanbidden, noch beminnen, niiiar voor de ketters, de schisinatieken, de goddeloozen, voor de godslasteraars en de booswiciilen, voor de niahometlanen, joden en heidenen, om den dienst wlt; Iken zij u verplicht zijn aan te vullen en hunne bekeering )e bekomen. Wees, o Jezus! wees, o Goddelijke Zaligmaker! gekend, aanbeden, bemind en gvdankl, op eiken stond, in het allerheiligste en Goddelijk Sacrament. Amen.
200 dagen aflaat voor al wie deze eerboot leest met leedwezen over zijne zonden. Pius Vil, 21 Januari 18l3.
sacrament des altaars.
oefening van opdracht aan oivzen heer iezks-christls, in het allerheiligste sacsament.
O Jezus! SlachtofiVr van liefde, dieuzonmüd aan ons geeft in dil aanbiddelijk geheim, ik wil mij ook geheel aan u geven. Ik offer u op en ik wijd n toe mijn lichaam en mijne ziel, miine gepe;nje;i, miine woorden en mijne werken. Ik wil nimmer ievan, o mijn •lezns! dan om u te beminnen, u te aanbidden, u te verheerlijken.
Ik wil dal al, wat in mij is, u zonder uitneming toe-hoore. Wel is waar, o mijn Zaliguaker, ik ben nie: waardig genoeg: ik b;ii slechts een om.uite dienaar; maar indien ik u weinig geef, geef ik u ten minste hetgeen ik u geven kan, en ik weet dat gij de verlangens mijns harten zult in/.ien. Hoezeer verlatiquot; ik, o mijn Jezus! u waardige aar.Iiiddii.ger. te doen ! onbekwaam om dil ten uitvoer te brengen, oiler Ik u op, om aan te vullen iietgeeu dooi mijne ocbekwaamheid te kort blijft, de eerbewi ziiiger. welke gii ontvangt van de engelen, de heiligen en de rechtvaardige zielen, die hierop de aarde uw genoegen uiimakeo. O goede Jezus! ik smeek er u om, door de gebeden en de verdiensten van al de aan ildders u«s Sacraments, maak dal al mijn geluk besta in u. als mi nen God, in uw heilig Sacrament des altaars te aanbidder.; in aan ii te gehoorzamen als mi:neii koning; in u, als mijn voorbeeld, na te volgen; in n, als mijn ti Vader, te beminnen en te eerbiedigen; in u, als hei opperste goed mijner ziel, voor altijd aan te kleven. Amen.
De lofzang, Lauda Sion.
Loof uwen Zaligmaker, o Sion ! loof uw Hoofd en uwen Herder door uwe lofdichten en gezangen.
374 GODSVRUCHT TOT HET ALLERHEILIGSTE
Om zijne heerlijklieid te verheC'en wend al aan, wat gij kunt; maar dewijl hij allen !of te boven gaal, zult gij hem nooit volgens verdienste kunnen loven.
Het bijzonder voorwerp van onzen lofzang is vandaag het levend en levengevend Brood.
Het is hetzelfde liivod, hetwelk wij weten dat hij aan zijne apostelen gal in het laatste avondmaal.
Stellen wij geene palen a.m onze vreugd, en mengen wij on/.e lofzangen niet de verrukkir gen onzer ziel.
Want wij vieren de plechtige instelling van dat Goddelijk gastmaal, waar God zelf ons voedsel wordt.
In dezen maaltijd doel Jezus, koning van een nieuw volk, den Pasehen van een nieuw verbond de plaats innemen van den Paschen van het oud verbond.
Dit nieuw Sacrament schalt hel oude al; de waarheid volgt op de verbeelding, en hel licht op de duisternis.
Jezus-Christus heeft ons geboden te zijner gedachie-nis le doen, hetgeen hij in dit laatste avondmaal gedaan heeft.
Onderricht door Jezus-Christus zeiven, offeren wij hel brood en den wijn op tot eene offerande voor onze zaligheid.
Hel is een punt van ons geloof, aangenomen door alle christenen, dal het brood verand rd wordt in het licha ,in van Jezus Christus en de wijn in zijl. bloed.
Uil mysterie wordt voltrokken tigen de schikking der natuur i n gaat onze zinnen en ons versland te boven : doch een levendig en verlicht geloot bevestigt ons in onze belijdenis.
Onder den schijn van brood en wijn, die niet meer bestaan, doet het geloof ons de kostbare wezenlijkheden ontdekken.
Die schi:n bevat het lichaam van Jezus-Christus hetwelk ons voedsel wordt: hij bevat zijn bloed dat onze drank wordt; op zulke wijze nogtans dat Jezus-Christus geheel is onder elke gedaante.
SACRAMENT Igt;ES ALTAARS. OiO
Ofschoon men die gedaanten breke en deele, Christus woi'dl niet gedeeld ; hij die hem ontvangt, ontvangt hem geheel.
Dat hij ontvangen worde door duizend of door éénen, één ontvangt zooveel als duizend; allen voeden er zich mede zonder hem te verbezigen.
De goed. n en kwaden nutten hem, maar met een gansch verschülig lot, vermits hij het leven is voor de eenen en den dood voorde anderen.
Hij is de dood voor de kwaden en het leven voerde goeden; welk verschil voor de uitwerksels, in eene communie die uitwendig dezellde is.
Indien men de hostie breekt dat uw gelooi niet wankele, ma ir herinner u, dal Jezus-Clu istus zoo geheel is onder een deel der hostie als onder de geheele.
Met de gfdaante te breken, breekt mei. het lichaam van Jezus-Christus niet; hij ondergaat daardoor geen' de minste verandering.
Ziehier het brood der engelen, dat het voedsel der menschen geworden is: het is het ware brood der kinderen, dal men de honden niet mi:g toewerpen.
De opottering van Isaak, de slachting van het paasch-lam, en het manna, dat in de woestijn aan de joden gegeven werd, zijn het afbeeldsel geweest van dit aanbiddelijk mysterie.
Goede herder, waar brood, Jezus, ontferm u onzer; wees ons voedsel en onze steun, en geef ons het waarachtig goed in het land der levenden.
Heer, wiens wetenschap en macht oneindig zijn, gij die ons, gedurende dit sterfelijk leven, met uw eigen vleesch voedt, maak dat wij eens in den hemel aan uwe tafel gezeten zijn, niet hen die reeds inwoners zijn van dit heilig Vaderland. Amen.
GODSVRUCHT TOT HET BITTKK LIJDEN
GODSVRUCHT TOT HET BITTEK LIJDEN
ONZES HEEREN JEZUS-CIIRISTUS.
Het is voor don christen de onverzuimolijkste der plichten het bitter lijden van Jezus-Christus te vereeren, en er zich dikwijls voor God mede bezig te houden. De godsvrucht, de rechtvaardigheid, de dankbaarheid, de liefde, ons eigen belang, alles noodigt ons uit fot de vereering der smarten van den Godmensch. Men kwijt zich van dien plicht door de meditatie en door het glt; bed.
De meditatie van het bitter lijden onzes Heeren, zegt de heilige Gertrudis, is oneindig verdienstiger en krachtdadiger dan alle andere geestelijke oefeningen. Die er zich op toeleggen, vinden er de overvloedigste vruchten van zalig-leid. Zij doet ons kennen d»1 onmeetbare liefde van eenen God, die zijn eiyen Zoon niet heeft gespaard, maar hem voor ons allen heeft overgeleverd [Kom. 8,32); de verhevenheid enden prijs onzer zielen, welker vrUooping zooveel gekost heeft: de grootheid en de afschuwelijkheid der zonde, aangezien hare vernietiging oneindige verdiensten geêischt heeft. Zij opent ons de onuitputbare bron aller gratiën, omdat deze alle uit de opene wonden des Zaligmakers voortvloeien, en toont ons het voorbeeld van alle deugden, welke de christen moet oelenen, wil hij e«.ns op de bruiloft \an het Lam toegelaten worden. Eindelijk, de beschouwing van Jezus lijden verschaft ons bijzonderen troost in al onze smarten: aan den voet \an zijn Kruis, in zijn doorstoken Hart kunnen wij een zekere schuilplaats vinden en een hulpmiddel vooral onze kwalen : Komt tot mij, allen, die vermoeiden beladen zijl, en ik zal u ver kwikken KKi\{lb.A 1, 28); ik zal u troosten, ik zal u ondersteunen dooi mijne genade, ik zal u aanmoedigen door mijn voorbeeld,, en, na den arbeid, met mijne eigene handen u kronen.
Het gebed tot den lijdenden Zaligmaker moet eveneens een uitgestrekter vermogen hebben op het Hart van God, dan al de andere gebeden. Onze Lieve Heer zeide eens aan de H. Mechtiidis: elke maal dat iemand een zucht van liefde slaakt tot mijn bitter lijden, dat is alaol hij mijne wonden
576
ONZES HE EREN JEZLS-CHRISTÜS. 3/7
zachtjes streelde. Zal Jezus dus niet gevoeliger zijn voor die gebeden dan voor andere, en zou de hemelsche Vader doof kunnen blijven voor onze smeeking^n, als wij hom zijnen Goddeiijken Zoon aantoonen, overdekt mot wonden en bloed en biddende voor ons? (rij zijl (tehnmen, zegt do H. Paulus (Hobr, 12,21), tot den Mirldplnnr rfes nieuwen rerhonJs. Jezus, en tot de hesnrenoinq ran he' aanhiddgïiü:bloe t. dat hij in zijnen zoondood op hef kruis stortte, en dat ons afwieseh in het doopsnl: dierbaar bloed da heter spreekt dan het Moei ran Abel; Abel's bloed riep tot God om wraak, Jezus' bloed verkondigt genade en vergeving. Wilt gij dus nuttigljjk bidden, neem dan den l.el'c van Jezus' dierbaar blood en van zijn bitter lijden, en aanroep zoo den naam den Heeren (ps. 115,13).
DE MEDITATIE VAN HET BITTER LIJDEN.
Ziehier een zeer voord eel i ge manier om het lijden van Christus te overwegen, welke de II. Theresia langen tijd go-onfend heeft, en gemakkelijk van iedereen kan geoefend worden.
1° Stel u eerst in de tegenwoordigheiJ van God, en verzoek zijnen bijstand.
2° Verbeeld u het een of ander mysterie van het lijden van Christus, bij voorbeeld, zijne droefheid en doodstrijd in den hof der Olijven.
3«gt; Wok u op tot medelijden.. . Laat u dan voorstaan dat Jezus, op u vergramd, zegt: uire zonden, ondankbare, he^en mij deze hi!tere droejhei /. .. dit lijden aangedaan.. . Tracht vervolgens in u eene ware droefheid over uwe zonden te doen ontstaan, en beween uwe misdaden en gebreken, omdat gij uwen goederlieren Zaligmaker zoo zeer bedroefd en vergramd hebt. . Verfoei dezelve en maak een vast \oorneraen van ze nooit meer te bedrijven. . . Blijf eenigen tijd in dat berouw, in die verzaking uwer zonden.
4o Verbeeld u dat Christus, eenigs/ins door dit berouw voldaan, u zegt: uit liefde to! u en voor uwe zalinheid lijd ik dit alles . . . ion he')l gij to' nu toe voor mij gedaan ? .. Bewogen door zooveel liefde, bedank Jezus over zijne oneindige barm-hartipheid.. . Maak een krachtdadig voornemen van hem ge trouwer te dienen en alles te doen wat een goeden christen
37S GODSVRUCHT TOT HET UlTTKIi LIJDEN
betaamt. Borein uwon Zaligranker en God uit al uwe kracht en eerlang hcnr» nog meor te beminnen, hem, dieu zoo zeer bemind heeft. Ga in die liefdeocfening voort zoolang gif kunt.
u6 Laat u daarna voorstaan dot uw goede Zaligmaker, u minnelijk aanziende, van u vraagt; Mijn kind, be'fr u uil liefde 10: mij van un-e traaghei /... ran uwe svijti(jheifl... of van eene andere fout, waar gij meest in valt. . . oefen uil liefde t oor mijr'e rerrluldyheid alx u ie's misinnn of miszeid wordt,,. of eene andere deugd, die u meest ontbreekt.
Bit zuil pij gewillig aannemen, en krachtige voornemens maken om uit liefde tot Jezus die gebreken uit te roeien ... die deugden te betrachten. Vraag ootmoediglijk zijne genade, om dit in de voorkomende gelegenheden indachtig to wezen pd hetzelve tf volhronspn.
6= Sluit uwe meditatie m»t God te bedanken voor zijne weldaden, m bijvonder dat Jezus voor uwe zaligheid zich gewaardigd beeft te lijden. Offer dat lijden aan God op voor u en voor anderen, en u zeiven aan den zoeten Jezus, om hem in alles te behagen, en nimmermeer zijn heilig ITart te bedroeven. Eindelijk vraag, door de verdiensten van zijn lijden, de gratie om uwe goede voornemens in het werk te leggen, met het Onze Vader godvruchtiglijk te bidden.
TEEDEIÏE KLACHT VAN JEZUS-CHRISTÜS.
Tot den zowlaar. of uitbreiding ran deze woorden ran den proleet: Popule m-us, quid feci tibi?.. . O mijn volk, wat neb ik u dan gedaan? waarin heb ik u bedroefd?
Mijn kind (want ik wil u dezen naam nog wel geven, alhoewel gij u ontaard tonnt jegens den minnendsten aller vaderen), mijn kind, waarom beleedigl gij mij? nat kwaad Iieb ik u misdaan? waarin hel) ik u mishaagd? Antwoord mii.
Vindl gij het kwali.'k, dat ik van den zetel miiner heeili Kheid ben nedergedaald, om mij mei uwe natuur le bekleeden ? dal ik, le uwer liefde, arm en ellendig ben geworden? dat ik in eenen stal geboren ben? dat
ONZES HEEREN JEZÜS-CIir.ISTUS. 379
ik, van mijno wieg af, ben vervolgd geworden en ge-noodzaakl in een vreemd land te vluchten? dat ik als een arme amliaclilsman geleefd heb, om u, ia uwe ellende te versterken, le vertroosten ?
Z g mij dan, mijn kind, zeg mij, welk kwaad heb ik ugedaan? Antwoord mij.
Om u te bevri;den tegen mijnen door uwe zonden vergramden Vader, en om mij met al zijne wraak te beladen, heb ik de doodsangsten met een bloedig zweel onderstaan ; het is daarom, dat ik de geeselslagen, de doorn n, de kaakslagen, de nagels, het kruis op den Calvarieberg verdragen heb. Ziedaar wat ik heb geleden, om de Goddelijke reehtvaardig-heid, die uw verderf besloten had, ie ontwapuiien.
O mijn kind! gij wien ik met zoo groote overmaat bemind heb, zeg mij, waarom beleedigt gij mij? Antwoord mij.
Meent gij, dat het weinig is? Zoudl gij willen dat ik meerder bloed vergote? Maar er blijft ni,,ts meer in mijne aderen overig, en toen men mi ne zijde doorboorde, vloeide er bloed en water uit. Zoudt gij willen, dat ik opnii uw aan h gt;1 kruis stierl? Ik zou wel bereid zijn zulks te doen, zoo het nondig «are: maar ik heb, door mijn lijden, eenen overvloedig;'» priis betaald voor uwe zaligheid, indien gij er gebruik van wilt maken.
Waarom dan beleedigt gij mij? Antwoord! Wal kwaad bob ik u gedaan? Waarin heb ik u mishaagd?
Ach! mijn kind, wat heb ik voor u kunnen dnen, hetwelk ik niet g'daan heb? Toen ik de aarde verliet, heb ik u niet alleen in de wereld gelaten ; ik heb u mijn vleesch tot spijs en mijn bloed lol drank gcg'ven, hetwelk ik zelfs voor de engelen niet gedaan heb: wanneer ik naar den hemel wederkeerde, ben ik geheel bij u gebleven, om altoos uw steun, de vertrouweling van al uwe smarten, de vaderlijke hand le wezen, die
ÖHÜ GODSVKUOU r TOT HET BITTER LIJDEN
al uwe tranen aldi'00jgt;'t, de leedere vriend, die in uw lijden deel neemt. Ach! ik heb voor u de oneindige schaliën mijner goedheid en macht uilgi put, em u een zoo groot geschenk te doen, dat, alhoewel ik ons indig rijk, oneindig machtig ben, ik u geen aanmerkelijke;' geschenk kon aanbieden, dan mij zeiven.
O mijn kind! waarom vluclil gij mij dan? waarom zie ik u zoo zelden in de plaatsen, wa.ir ik u met ongeduld, met opene rmen wacht, om uwen honger te verzaden, uwe ellende te verlichten en u met genade te overladen? Waarom beleedigl gij mij? Welk kwaad heb ik u gedaan? Waarin hei) ik u mishaagd? Antwoord mij.
Ach! mijn kind, indien gij noch erkentenis jegens mij, nocli mededongen met mij wilt hebben, heb dan toch medelijden met uwe ziel. Wanneer gij mij beleedigl, beleedipt gij ook mijnenGodd li'ken Vader; denk dat ik eindelijk de slagen zijner rechtvaardigheid niet moer zal kunnen tegenhouden. Waarom wilt gij eeuwig met de duivelen branden, terwijl gij u eeuwig met mij en met al de gelukzaligen kunt verbiijden en heer-schen? Ach! keer dooreen waar berouw tot mijn Hart weder, o mijn kind ! alhoewel gij mij zoo zeer belee-dlgd hebt, zult gij in mij den minneudsten der vaderen vinden.
Dat zijn, ongelukkige zondaars, de woorden vol van goedheid, welke de zachtmoedige Jezus tot uw hun sliert. Trekt er nut uit, en antwoordt met betrouwen en leedwezen.
DE ZONDAAR.
Minnelijke Vader, de teedere klacht, welke gij tot mijn hart sliert, noodzaakt mij u te antwoorden: moge mijn antwoord met uwe teederln-id overeenkomen! Gij vraagt mij. Heer; Waarom beleedigt gij mij? Welk kwaad heb ik u gedaan? Waarin heb ik u mishaayd?
ONZES HEEKEfl JEZCS-UHRlSTliS. ■gt;quot;'
Ach! ik aiiiwoord, o mijn God: met eene groolc schaanne en eeue ware verbrijzeling des liarten; gij hi'bi mij te zeer bemind, gij hebt te veel gedaan, te veel geleden voor mij: ik beu een ondankbare, een barbaar. Ik kan niet zeggen, dat liet alleen de hevigheid dor hartstochten, de kracht der bekoringen, de ;iantrekkeliikhcid der gelegenheden is, die de beleedi-gingen, welke ik u heb aangedaan, verotrzaakt heb-beu; want met uwe genade, die mii niet ontbrak, zou Ik alles hebben kunnen overwinnen. Mi;ne boosaar-ilisheitl is de ware oorzaak niijnor zouden geweest. Het is mijne schuld, hel is mijne schuld, hel is mijne allergroot de schuld, ik belijd het voor hel aanschijn van hemel en aarde. Ziedaar dan, o mijn lieer en Rechter'.een misdadige, die zijne gruweldaden bekent: er b.ijlt u niets meer over, dan bet vonnis mijner eeuwige verwerping uit le spreken.
31aar neen, gij nO( int mij nog uw kind, en wilt mij als een minnende Vader b handelen. Ik kom dan tol u gelijk de verloren zoon, o mijn allerminnelijkste Vader! Ik ben metschaamte overdekt, van leedwezen doordrongen en vol van betrouwen. Ik heb tegen den hemel en legen u zeer gezondigd, ik ben niet waardig uw kind genoemd te worden; het zal voor mij eene uitstekende genade zijn, zoo gij mij onder uwe huurlingen aanneemt. Maar gij wilt mij met een prachtig kleed versieren, gij bereidt een heerlijk gastmaal, gij vereenigt een engelachtige muziek om mijne terugkomst te vieren, gij opent de wonde uwer heilige zijde, om mij daarin te ontvangen. Achteedere Vader, o mijn zoete Jezus! waarom kan ik niet aan uwe voeten sterven van droefheid, omdat ik u beleedigd heb! Maak, dat ik u nooit meer vergramme, o mijn opperste goed! Ik verberg mij in uwe zijde, als in eene schuilplaats, waar ik al de hu p, die mij nnodig is, zal vinden. Reinig mij door de vlammen van uw blakend Hart, ontsteek
382 GODSVRUCHT TOT HET BITTER LIJDEN
mij met uwe heilige liefde. Beminnelijk Hart van mijnen Jezus, maak dat ik u niet meer hedroeve, maar u altoos meer en meer liemimie.
r.KÜKDO TOT DEN LIJDENDEN JEZUS.
HET HEILIG CI R, OF, GODVRUCHTIGE OEFEMNG TOT JEZUS ZIELTOGEND IN DEN HOF DER OLIJVEN.
Er is misschien niet één oogenhlik waarop liet Hort van Jezus meer geleden heeft, dan gedurende het uur van zijnen doodsangst in den hof der Olijven. Zijne droefheid was toen zoo hevig dat zij, door een ongehoord wonder, hem deed bloed zwceten en hem deze woorden ontrukte, die bekwaam zijn hemel en aarde te bewegen : mijne ziel is bedroefd lol den rlood toe. Die teedere Zaligmaker verlangt dat de zielen, die zijn heilig Hart toegenegen zijn, door hare gebeden en hare liefde deel nemen in zijnen smartelijken doodsangst. Die goede Meester schijnt ons te zoggen, gelijk hij eertijds aan zijne leerlingen zei de; Zoudtf/ij niet één uur mei mij kunnen wal,-en? Ach! antwoorden wij op zijne uitnoodiging, en hij zal ons die machtige genaden niet kunnen weigeren, die bewegen, die bezielen en die hekeeren.
Het heilig uur wordt gedaan donderdags 's nachts van elf tot twaalf uren. Indien gij die godvruchtige oefening op dat uur niet volbrengen kunt, kies er een ander; de lijdende Jezus zal ook eenen gunstigen oogslag op u laten nederdalen.
OEFENING VOOR HET HEILIG UUR.
Verbeeld u onzen Heer Je/.us-Christus, die de eetzaal ver-/aat, waar hij hot heilig Sacrament zijner liefde komt in te stellen, en die zich naar den hof dor Olijven richt, waar hij besloten heeft zijn lijden te beginnen door de droefheden van zijn Goddelijk Hart. Verbeeld u dat die goede Meester, door een bijzonder voorrecht, u uitkiest om getuigen te wezen van zijnen doodstrijd, en om deel te nemen in zijn gansch God-
ONZES HEEREN JEZUS-CHRISTl'S. .quot;«5
(iol'ik gebed. Haast u aan zijne uitnoadiging te beantwoorden met al de mogelijke vurigneiü.
Welke ganst, o mijn Jezus! gij roept mi j om getuige te zijn van uwen doodstrijd, en van de oneindige Holde uws Harten voor de zondaars! ik volg u spoedig, o goedu Meester! ik wil met u, gedurende dil uur, waken en bidden; maar gü kent mijne zwakheid; ondersteun mij! o Jezus! want, eilaas! zonder uwe hulp zou ik lalfer zijn dan uwe apostelen, zou ik ongevoelig blijven aan uwe droefheid en uwe liefde.
O eeuwige en oneindig heilige Gnd I ik knm, in ver-eeniging met uwen Goddelijken Zmn, mij vonr uwe opperste Maiesteit nederwerpen, en mij vernietigen in de tegenwoordigheid uwer oneindige grootheid. Ik kom u zijnen doodstrijd en de droefheden zijns Harten opdragen, om aan uwe rechtvaardigheid te voldoen, om mijne zonden en die van alle mensclien te beweenen. Verhoor mijne wenschen, oneindig goede Vader, aanvaard mijne eerbewijzing, of' liever, sla de oogen op het Hart van uwen Goddelijken Zoon, waarmede ik in deze omstandigheid begeer vereenigd te wezen.
EERSTE NEDERKMELING VAN JEZUS.
Hijhi'fft onze krankheden op zich genomen, en onze ziekten heeft hij (jedragen.
Beschouw uwen Goddelijken Zaligmaker, nedergeknield, met, het aangezicht tegen do aarde, zuchtende onder het gewicht van al de boosheden dor wereld. Hij heeft die vrijwillig op zich genomen, hij biedt zich aan om dezelven uit te boeten, en nogtan-; gevoelt hij er oenen zoo levendigen afschrik van, dat hij overladen, en, om zoo te zoggen, vernietigd schijnt onder het gewicht der droefheid en der vernedering (1).
(1) Ilot is goed van na elke bemerking een weinig te wachten, om zich zooveel te beter von die wnarheden te doordringen.
öls 't GODSVnUCIlT TUT HET lilTTËR l.l.IÜKN
Aanbid met eenen diopin eerlnoii ilit vorhevcn en heüig slaclitolfer, vraag aan Jazus rtal hij u zoude doen deel ncmon in zijnen afschrik quot;oor de zonde, en dat gij in uwe ziel een levendig en bitter leedwezen zoudt mogen opvatten.
Verwek mot eene diepe droefheid eene akte van berouw.
Zie in welke verlatenheid onze goede Zaligmaker zich bevindt. Eene afgrijselijke stilzwijgendheid omringt hom van .il!e kanten... Zijne apostelen slapen. . Zijne heilige Moeder is verre van liom... Hij is alleen voor het aanschijn zijns Vaders... Maar die oneindig heilige Vader beschouwt zijnen (ïi d ielijken Zoon niet moer als het voorwerp ziins eeuwigen welbehagens; bij ziet in hem niets anders meer dan het slaehtofTer, waarop hij al het gewicht van den baat, wolken hij de zonden toedraagt, ontlasten moet.
Doe eenige aanroepingen getrokken uit de litanie van den H. naam Jezus, bladz. 310, den naam Jezus met eene teedere liefdeuitspr-kende. Ach: hoe vele pijnen kost die naam aan den Zoon Gods? wat lijdt hij om onze Zaligmaker, onze Jezus te wezen?
Verbeeld u dat Jezus mot moeite zich opricht en naar zijne discipelen gaat. Hij vindt bon slapen... Denk dat Jezus tot de plaats zijns gebeds wedergokomon, u met goedheid ?,an-scnouwt. Werp u aan zijne voeten, en zeg hem verscheidene malen met liefde:
O Jezus! ik ook lich u dikwijls verlaten: ik lieb door niijne zonden uw II rt bedroefd: goede Meeslequot;-, ik lioui tot li weder, ik zal u getrouw zijn in het leven en in den dood.
TWEEDE NEDEItKNIELING VAN JEZUS.
Den » dat gij de zoete stem des Zaligmakers hoort, die in zijne diepe droefheid uitroept; Mijne ziel is bedroefd tot den dood toe. Een dubbel zwaard doorsteekt het Hart van Jezus; zijne liefde voor zijnen Vader, zijne liefde voor de men-schcn. Hij wil do beleediging horstellen welke zijnen Vader door de zonde aangedaan woidt... en de zonde zal nog bedreven worden, en de heiligheid zijns Vaders zal nog belee-
OS/.i;S IIKKIIK.N jE/,L'S-CimtSTüS. 38quot;
digd worden! liij üjdt om de menschcn te redden, om hen te beletten van in don eeuwigen afgrond te vallen... en zoo vele mensclien zullen zijne liefde versmaden, on, niettegenstaande zijne opolfering en zijne teederheid, verloren gaan.
Houdt do oogon uwer ziel met liefde en modelijdon op uwen goeden Zaligmaker gevestigd; beschouw zijn Goddelijk hoofd ter aarde nedergebogen... zijn aanbiddelijk aangezicht, waarop eone uiterste droefheid geprent staat... Hij bezwijkt onder het gewicht eener zoo groote smart; hij treedt in doodsangsten schijnt op hot punt van te sterven... Dat uw hart doordrongen worde dour do droevige gepeinzen die het Hart van Jezus vervullen, en hem tot oenen zoo be-woonlijken staat brengen; zijn bloed dat nutteloos vergoten wordt voor zoo velo zielen die hij liefheeft! zijn Vader door zoo vele zonden belcedigd!.. Jezus, do toekomende eeuwen doordringende, ziet u ook. Hij ziet de weinige raoeilen, dia gij doet om u zeiven te overwinnen, hij ziet uwe ongetrouwheden, uwe ondankbaarheden!.. Doordrongen van droefheid, omdat gij tot den doodsangst van Jezus medegewerkt hebt, zeg uit geheel uw hart;
Ziellier , o mijn Zaligmaker, het ondankbaar schaap dat naar uwe stem niet geluisterd heeft, dal duizendmaal de barmhartigheden en de leederheden uws harten versmaad heelt. Ween over mij niet meer, o mijn liefderijke Herder! ik kom tot u weder, ik kom voor altijd. Eilaas! mijne ziel is overladen met ellenden, zij is bevlekt met duizenden zonden: doch voor haar wilt gij zooveel lijden; gij wilt die ziel bezitten, o barmhartige Zaligmaker! Gij hebt gezegd: Komt tot mij, allen die vermoeid en belade/i zijt, en ik zal u verkwikken. Ik ga tot u op uwe dringende uilnnodiging; hier is mijne ziel , o Jezus! hier is zij ; zij hoort u toe voor altijd. Komt, zondaars; komt, ondankbare schapen, gij, die even als ik, zoo lang van den goeden Herder verwijderd geweest zijt, troosten wij Jezus
9a
586 GODSVltUCHT TOT lltT lilTTER LIJDEN
door eeiie rechtzinnige terugkomst, nemen wij deel in zijne droefheden.
Bezield met het verlangen om Jezus Hart altijd meer en meer te troosten, doe verscheidene oefeningen van liefde, en zeggende: Ik bemin mijnen naaste gelijk mij zehen, beloof inwendig aan Jezus dat gij zult trachten zielen tot heio te winnen en verlorene schapen weder te brengen.
Ga voort met uwen goeden Zaligmaker to beschouwen overgeleverd aan eenen angst die wreeder is dan de dood. Hij bidt dringend en met volharding, niettegenstaande de ven eling, de vrees en de overgroote droefheid, die zijne zie) vervullen.
Luister met diepen eerbied naar liet gebed van uwen God: dit dringe tot in het diepste uwer ziel. Houd a in den geest nedergeknield bij dien Goden Zaligmaker; vereenig u met zijne gevoelens, dring tot in zijn Hart en herhaal dikwerf mot vurigheid zijn Goddelijk gebed, u met hem en naar zijn voorbeeld opdragende om den heiligen wil Gods te volbrengen.
Mijn aanbiddelijke Meester, uw voorbeeld leert mij in dit oogenblik het zekerste middel om tot de heiligheid te geraken. Ja, ik wil u in uwe Goddelijke overlating navolgen: in alle wedervaring zal ik met u tot uwen Vader die ook de mijne is zeggen? Uw wil, o Vader, uw wil, en niet de mijne.
Jezus komt terug tot zijne leerlingen en vindt hen nog slapende. Hij keert overladen tot zijne bidplaats weder.
DERDE NEDERKMIEUKG VAN JEZUS.
Beschouw nog uwen zschtmoedigen Zaligmaker. Daar ligt hij wederom tor aardo neder, en meer en meer aan de droefheid overgegeven. Weldra wordt geheel zijn lichaam, door een ongehoord wonder, overdekt met zweet als druppels bloed dat ter aarde afdruipt... Hoe zeer is dit tonneel bekwaam om ons oenen levendigen afschrik van de zonde en eene \urige liefdevoor Jezus in te boezemen!
ONZKS IIEEREX JEZUS CHIilSTL'S. 387
Ach! konde ik, gelijk die gezegende aarde, het bloed van Jezus ontvangen, mot dat Goddelijk bloed besproeid en doordrongen worden!... O kostbaar bloed, aanbiddelijk bloed, vliet over mijne ziel om haar voor altijd te zuiveren; vliet ook over al de zondaars: O Goddelijk bloed! gij zijt onze eenigste hoop.
Doe met vurigheid eenige aanroepingen tot bet kostbaar bloed van Jezus, getrokken uit deszelfs litanie (bladz. 411).
De Zaligmaker beschouwt, met eone diepe neêrslachlig-heid, de smarten zijns lijdens, en zijn Goddelijk Hart voelt die alle op voorhand. Ach! hoe groote liefde moest hij hebben om die te aanvaarden! ... Overloop met Jezus alle die smarten. Vooreerst den kus van den verrader Judas... Ach! zucht bitterlijk omdat gij ook aan Jezus den meineedi-gen kus gegeven hebt, door uwe lauwe communiën, misschien zelfs door heiligschendende communiën.
Zeg driemaal, met de levendigste gevoelens van schaamte en leedwezen:
Heer Jezus, mijne ziel is niet waardig u te ontvangen; maar spreek alleenlijk één woord en zij zal gezond worden.
Voeg erbij in vereeniging met de engelen die Jezus in zijp heilig tabernakel omringen.
Lam zonder vlek, dat dagelijks voor de glorie ties Heeren en voor de zaligheid der wereld goslaclilofterd wordt, wees gezegend en verheerlijkt voor altijd.
O goede Herder! die, om met uwe lieve schapen te blijven, niet gevreesd hebt u aan de beleedigingen en de ontheiligingen der zondaars bloot te stellen, wees gezegend en verheerlijkt voor altijd!
Heilige hostie, gezegende kelk, die de gramschap des Heeren ontwapent, wees gezegend en verheerlijkt voor altijd!
Het Hart van Jezus ontvangt het vonnis zijner geeseling. Reeds gevoelt hij al de slagen; zijn lichaam is eene enkele
581 GÜUSVnUCIlT TUT het bitter lijden
Aanbid meteeuen diepon eerltind dit vorhevon cn heilig slactilolfor, vraag aan Jezus dal mj u zoude doon deel nomen in zijnen afschrik quot;oor dp zonde, en dat gij in uwe ziel een levendig en bitter leedwezen zoudt mogen opvatten.
Verwek mot eene diepe droefheiil een? akte van herouw.
Zin in welke verlatenheid onze goede Zaligmaker zich bevindt. Eene afgrijselijke stilzwijgendheid omringt hquot;m van alle kanten... Zijne apostelen slapen. . Zijne heilige Moeder is verre van hem... Hij is alleen voor het aanschijn zijns Vaders... Maar die oneindig heilige Vader beschouwt zijnen Otd i lijken Zoon niet moer als het voorwerp ziins eeuwigen welbehagens: hij ziet in hem niets anders meer dan het slachtofïer, waarop hij al het gewicht van den haat, welken hij de zonden toedraagt, ontlasten moet.
Doe eenige aanroepingen getrokken uit de litanie van den H. naam Jezus, bladz. 340, den naam Jezus met eene teedere liefde uitsprekende. Ach: hoe vele pijnen kost die naam aan den Zoon Gods? wat lijdt hij om onze Zaligmaker, onze Jezus te wezen?
Verbeeld u dat Jezus met moeite zich opricht en naar zijne discipelen gaat. Hij vindl hen slapen... Denk dat Jezus tot de plaats zijns gebods wedergekomen, u met goedheid n.an-scnouwt. Worp u aan zijne voeten, en zeg hem verscheidene malen met liefde:
O Jezus! ik ook hob u dikwijls verlaten: ik heb door nii|ne zomloii uw li rt bedroefd: goede Meester, ik worn lot u weder, ik zal u getrouw zijn in hot Ie*en en in don dood.
tweede neder knieling van jezus.
Denk dat gij de zoete stem des Zaligmakers hoort, die in zijne diepe droefheid uitroept: .Mijne ziel is bedrorfd tot den dood toe. Een dubbel zwaard doorstookt het Hart van Jezus; zijne liefde voor zijnen Vader, zijne liefde voor de mon-schen. Hij wil de beleediging horstellen welke zijnen Vader door de zonde aangedaan woidt... en de zonde zal no.^ bedreven worden, en de heiligheid zijns Vaders zal nog holee-
oS'/ks iiBiiiiKN Jt:/,i;s-iquot;iiRtSTns. 385
digd wordon! liij lijdt om de menschen to reddrn, om hen te beletten van in don eeuwigen afgrond te vallen... en zoo velo monsolien zullen zijne liefde versmaden, en, niettegenstaande zijne opoffering en zijne toederheid, verloren gaan.
Houdt de oogon uwer ziel met liefde en medelijden op uwen goeden Zaligmaker gevestigd; beschouw zijn Goddelijk hoofd tor aarde nodergebogen... zijn aanbiddelijk aangezicht, waarop cono uiterste droefheid geprent staat... Hij bezwijkt onder hot gewicht eenor zoo groote smart; hij treedt in doodsangsten schijnt op het punt van testerven... Dat uw hart doordrongen worde door de droevige gepeinzen die het Hart van Jezus vervullen, en hom tot eenen zoo be-weenlijken staat brengen: zijn bloed dat nutteloos vergoten wordt voor zoo velo zielen die hij liefheeft! zijn Vader door zoo vele zonden beleedigd!.. Jezus, de toekomende eeuwen doordringende, ziet u ook. Hij ziet de weinige moeiten, die gij doet om u zeiven te overwinnen, hij ziet uwe ongetrouwheden, uwe ondankbaarheden!.. Doordrongen van droefheid, omdat gij tot don doodsangst van Jezus medegewerkt hebt, zeg uit geheel uw hart;
Ziellier, o mijn Zaligmaker, het ondankbaar schaap tbt naar uwe stem niet geluistonl heeft, dat dui/.endmail de harmliartigheden en de teeder-heden uws harten versmaad heeft. Ween over mij niet meer, o mijn liefderijke Herder! ik kom tot u weder, ik kom voor allijd. Eilaas! mijne ziel is overladen met ellenden, zij is bevlekt met duizenden zonden: doch voor haar wilt gij zoovee! lijdon; gij wilt die ziel bezitten, o barmhartige Zaligmaker! Gij hebt gezegd: Komt tot mij, allen die vermoeid en beladen zijt, en ik zal u verkwikken. Ik ga tot u op uwe dringende uilnoodiging; hier is mijne ziel , o Jezus! hier is zij ; zij hoort u toe voor allijd. Komt , zondaars; komt , ondankbare schapen, gij, die even als ik, zoo lang van den goeden Herder verwijderd geweest zijt, troosten wij Jezus
386 GODSVRUCHT TOT HET BITTER LIJDEN
door eene rechtzinnige terugkomst, nemen wij deel in zijne droefheden.
Bezield met het verlangen om Jezus Hart altijd meer en meer te troosten, doe verscheidene oefeningen van liefde, en zeggende: Ik bemin mijnen naaste gelijk mij zeiven, beloof inwendig aan Jezus dat gij zult trachten zielen tot hens te winnen en verlorene schapen weder te brengen.
Ga voort niet uwen goeden Zaligmaker to beschouwen overgeleverd aan eenen angst die wreeder is dan de dood. Hij bidt dringend en met volharding, niettegenstaande do ver\üling, de vrees en de overgroote droefheid, die zijne zie) vervullen.
Luister met diepen eerbied naar het gebed van uwen God: dit dringe tot in het diepste uwer ziel. Houd u in den geest nedergeknield bij dien Goden Zaligmaker; vereenig u met zijne gevoelens, dring tot in zijn Hart en herhaal dikwerf met vurigheid zijn Goddelijk gebed, u met hom en naar zijn voorbeeld opdragende om den heiligen wil Gods te volbrengen.
Mijn aanbiddelijke Meester, uw voorbeeld leert mij in dit oogenblik het zekerste middel om tot de heiligheid te geraken. Ja, ik wil u in uwe Goddelijke overlating navolgen: in alle wedervaring zal ik met u tot uwen Vader die ook de mijne is zeggen? Uw wil, o Vader, uw wil, en niet de mijtte.
Jezus komt terug tot zijne leerlingen en vindt hen nog slapende. Hij keert overladen tot zijne bidplaats weder.
DE it DE NEDERKMEUNG VAN JEZUS.
Beschouw nog uwen zachlmoedigen Zaligmaker. Daar ligt hij wederom ter aarde neder, en meer en meer aan de droefheid overgegeven. Weldra wordt geheel zijn lichaam, door een ongehoord wonder, overdekt met tweet als druppels bloed dat ter aarde afdruipt... Hoe zeer is dit tooneel bekwaam om ons oenen levendigen afschrik van de zonde en eene vurige liefde voor Jezus in te boezemon!
O-NZES HEEREN JEZUS CHRISTUS. 38?
Ach! konde ik, gelijk die gezegende aarde, het bloed van Jezus ontvangen, met dat Goddeli.:k bloed besproeid en doordrongen worden!... O kostbaar bloed, aanbiddelijk bloed, vliet over mijne ziel om haar voor altijd te zuiveren; vliet ook over al de zondaars; O Goddelijk bloed! gij zijt onzo eenigste hoop.
Doe mot vurigheid conige aanroepingen tot het kostbaar bloed van Jezus, getrokken uit deszelfs litanie (bladz. 411).
De Zaligmaker beschouwt, met eene diepe neérslaciitig-heid, de smarten zijns lijdons, en zijn Goddelijk Hart voelt die alle op voorhand. Ach! hoe groote liefde moest hij hebben om die te aanvaarden! ... Overloop met Jezus alle die smarten. Vooreerst den kus van den verrader Juilas... Ach! zucht bitterlijk omdat gij ook aan Jezus den meineedi-gen kus gegeven hebt, door uwe lauwe communion, misschien zelfs door heiligschondende communiën.
Zeg driemaal, met de levendigste gevoelens van schaamte en leedwezen:
Heer Jezus, mijne ziel is niet waardig u lo ontvangen; maar spreek alleenlijk één woord en zij zal gezond worden.
Voeg er bij in vereeniging met do engelen die Jezus in zijn heilig tabernakel omringen.
Lam zonder vlek, dat dagelijks voor de glorie des Heeren en voor de zaligheid der wereld geslaelitofterd wordt, wees gezegend en verheerlijkt voor altijd.
O goede Herder! die, om met uwe lieve schapen te blijven, niet gevreesd hebt u aan de beleedigingen en de ontheiligingen der zondaars bloot te stellen, wees gezegend en verheerlijkt voor altijd!
Heilige hostie, gezegende kelk, die de gramschap des Heeren ontwapent, wees gezegend en verheerlijkt voor altijd!
Het Hart van Jezus ontvangt het vonnis zijner geeseling. Reeds gevoelt hij al de slagen; zijn lichaam is eene enkele
'388 GODSVRUCHT TOT HET BITTER lmdei*
wond geworden; zijne voeten zwemmen in zijn bloed, de kolom waaraan hij gebonden is, is rood van het bloed en overdekt met stukken lossoh. Eilaas! door wclko wreede behandelingen wil Jezus onze zinnelijkheid en onze luiheid, ' onze ijddheid en onze zonden tegen de schoonste der deugden uitboeten!
Verwek, volgens dat uwe godsvrucht u ingeeft, eenige akten van leedwezen, in vcreeniging met de heilige boetvaar-digen.
Jezus ziet het kruis, het zwaar kruis, dat hij tot op het hoogste van den Calvarieberg dragen moot, en waarop hij, slachtoiTer der Goddelijke rechtvaardigheid en zijner liefde tot ons, sterven moot... Ach ! hoe pijnlijk, hoe drukkend is dat kruis? .. . Onze zonden maken het zoo zwaar dat Jezus hetzelve niet zal kunnen dragen ; driemaal op den weg naar den Calvarieberg zal hij als vernietigd onder dien last ne-derzakken... En nogtans aanvaardt Jezus het kruis, zelfs hij omhelst hetmeteene heilige vurigheid... Ach: iaat ons die geheimenis der liefde begrijpen; Jezus omhelst het kruis, omdat het kruis voor ons do schat der genaden en der he-melsche gunsten zijn zal, omdat in het kruis onze genezing, onze sterkte, onze zaligheid gelegen is. Zegenen wij duizendmaal den God die ons zoo overmatig bemind heeft; beloven wij hem dat wij nimmer die kostbare goederen, welke hij ons aanbiedt, weigeren zullen, wanneer hij zich gewaar-digt ons eenig deel in zijn kruis te geven.
Zeg herhaalde malen met oenen diepen eerbied en eene teedere dankbaarheid:
Wij aanhidden u, o Jczus-Christus! en wij gchenc-dijdenu, onulal (jij door uw heilig kruis de wereld verlost hebt...
Voeg er met liefde en betrouwen bij:
O Jezus, ik wil hel kruis mot u dragen.
Jezus beschouwt eindelijk zijn laatste uur, dat hij, in da begeerte die hij had van het werk onzer verlossing te voltrekken, zijn uur noemde. Hier is dot uur, maar in gansch
nX'.KS I1EEHKN JE/.rS-CHRISTUS. 389
zijne bifterheiii. Jezus gevoelt al de pijnen die hem op den Calvarieberg bereid zijn; vereenigen wij ons In den geest met al zijn lijden. Men ontbloot hem van zijne kleederen, raen doorboort hem de voeten en de handen... Daar hangt bij aan het kruis... Verheven op zijne wonden... Be-leedlgd en verlaten van allen... Hoor zijne laatste woorden, hem mot liefde aanschouwende... Zeg uit den grond uws harten:
O Jezus, de beste der meesters en de teederste der vaders! mijn hart gevoelt eene diepe droefheid, wanneer ik aan de wreede pijnen denk welke gij aan het kruis uilgestaan hebt. gt;'ooi(, neen, nooit zal iets mij van u kunnen scheiden: gij wilt den laatsten druppel uws blocds voor mij vergieten, om mijne ontelbare zonden uit te boelen; uwe goedheid treft en doordringt mijne ziel; o Jezus, ik wil u aangekleefd blijven in hel leven en in den dood.
Indien uwe godsvrucht u daartoe aanzet, herhaal verscheidene malen dit gebed; voeg er daarna vijfmaal bij!
Jezus, mijne liefde, ik zal u altijd, ja, altijd beminnen.
Herinneren wij ons dat Jezus, alzoo de pijnen zijns lijdens overdenkende, ze allen te gelijk in zijn Hart verdraagt, en dat zijne pijnen steeds verdubbeld worden door dit droevig, door dit hartverscheurend gepeins: En God zal nog belecdigd worden! en de monschen zullen zich nog in den eeuwigen afgrond werpen!
Ach! hoe bitter is die kelk, onzen Goddelijken Verlosser aangeboden!.. Zijne heilige menschheid is er van verschrikt, en wederom ontsnapt dit smartvol geroep aan zijne Goddelijke lippen; Mijn Vaderï neem dezen kelk van mij wey... Op dit verschrikkend oogenblik, daalt een engel tot Jezus neder en heft hem met eerbied van de aarde op... Verbeeld u dat die ongel, u aan den Zaligmaker toonende, hem jtegl; zoudt gij die arrr.e ziel willen laten verloren gaan? e»
590 GODSVnUCHT TOT het ditteh ludes dat Jezus, u met teederheid beziende, antwoordt; Neen, ik zal gaarne voor haar sterven. Er bestaat geen woord kraeh-tig genoeg om aan dusdanige overmaat van liefde te beantwoorden; dat uw hart alleen tot Jezus spreke, volgens de gevoelens van dankbaarheid welke de liefderijke Zaligmaker u ingeeft.
En Jezus in doodsangst geraakt zijnde, had le meer. Hoe meer die oneindig teedere en barmhartige Zaligmaker lijdt^ des te dringender bidt hij. O! hoe vele genaden dalen op do aarde neder door de ootmoedigheid, do onderwerping, don brandenden ijver, welke het gebed van dien God Zaligmaker ingeven!..
Vraag hier mot betrouwen al wat uwe eigene noodwendigheden, die uwer broederen, en die der gansehe Kerkaf-eischon. Bid mot Jezus, gelijk Jezus en door Jezus, en gij zult alles kunnen verkrijgen.
Lees vijfmaal het Onze Vader en hot Wees gegroet.
Jezus staat op, hij verlaat de bloedige plaats van zijnen doodsangst, van zijne liefde en martelie, en met eenen gansch Goddclijken moed gaat hij tot zijne wreede vijanden. Volg hem met hot hart, en zeg metal de mogelijke liefde en vurigheid:
Mijn welbeminde Jezus, gij gaat voor mij sterven, ik wil ook voor u gaan sterven... O Jezus! vereeniging lusschen uw Hart en het mijne! dit is voor hot leven en voor den dood.
Voeg er deze heilige woorden hij; Alles is volbracht; maar deze woorden beteokenert voor u; liet is er mede gedaan, ik verzaak voor altijd do zondo die mijnen Zaligmaker zooveel heeft doen lijden! ik zal niets meer weigeren aan hem die mij zoo zeer bemind heeft, dat hij zich voor mij overgeleverd heeft aan zijne beulen.
0NZES HEFXEN JEZLS-CHRISTUS.
LITANIE
OP HEI LIJDEN VAN JEZUS-CHRISTÜS.
Heer, oulfenn u onzer.
Jozus-Ohristus, ontferm u onzer.
Heer, ontferm u onzer.
.lezus, hoor ons.
Jezus, verhoor ons.
God, hemelsche Vader, ontferm u onzer.
God, Zoon, Verlosser der wereld,
God, Heilige Geest,
Heilige Drievuldigheid, één God,
Jezus, vleesch geworden Woord, en vernietigd in uwe
menschwording,
Jezus, uit liefde van ons, behoeftig geworden,
Jezus, tol zoodanige armoede gebracht, dat gij niets
hadt, om uw hoofd te laten rusten,
Jezus, die in de woestijn veertig dagen en veertig nachten gevast hebt,
Jezus, die, tol onze vertroosting, door den duivel ®
hebt willen bekoord worden,
Jezus, gelasterd in uwe wonderwerken, en be- § schukiigd van door de kracht van lieëlzebud, Z prins der duivelen, de helsohe geesten uit te lt;= jagen, |
Jezus, koning der heerlijkheid, die in Jerusalem ^ mve intrede deedt, om aldaar het werk onzer verlossing te voltrekken,
Jezus, vóór uwen Vader ter aarde nedergeknield, in den hof.der Olijven, en met de misdaden der ge-heele wereld beladen,
Jezus, van droefheid overladen, in doodsangst gebracht
en in eene zee van smarten verzonken,
Jezus, uit al de deelen uws lichaams een bloedig zweet stortende,
391
F
I.IÏA.ME OP 1!ET LUt/KK
Jezus, door eencn trouwloozpn apostel verraden, en voor eonen geringen prijs, als een verworpen slaaf, verkocht, ontferm u onzer.
Jezus, die den verrader Judas met liefde hebt omhelsd,
Jezus, gebonden en geboeid, naar Annas en Caïplias
gesleept en als eenen lasteraar aanzien,
Jezus, beschimp!, bespot en met kaaksla'-m overladen,
Jezus, naar Pilatus geleid en van oproer en weder-
spa'nnigheid beschuldigd,
Jezus, die vóór Herodes zijt verschenen en als een
uitzinnige met een spolkleed omhangen,
Jezus, wreedelijk gegeeseld, door zweepslagen verscheurd en in uw bloed zwemmende Jezus, met doornen gekroond, met eenen schar- c laken mantel omhangen, en aan het volk voor- = gesteld, 2'
Jezus, gelijk gesteld met den booswicht Barrabas ë
aan wien men den voorkeur boven u geeft ' quot;
Jezus, door Pilalus lafharüg veroordeeld, en 'aan |
üe woede uwer vijanden overgelaten 2
Jezus, door smarten uilgeput, en met het zwaar ' gewicht van uw kruis beladen, naar den Calvarieberg gaande,
Jezus uitgestrekt en genageld op het kruis, en
onder het gelal der booswichten gesteld Jezus, man van smarten,
Jezus, gehoorzaam tot den dood, ja tot den schan-digeri kruisdood,
Jezus, vol zoetaardigheid voor hen, die u met quot;quot;1 en azijn laven, Bquot;
Jezus die voor uwe beulen bidt, en hen bij uwen Vader verdedigt,
Jezus, die uwe eer en uw leven voor onze ver-lossing hebt opgeofferd,
VAX ji:ws-r.i;nisTus. ö95
lezus, die aan het kruis, door de vurigheid uwer lieide tot ons, uwen geest hebt gegeven, ontferm u onzer.
Wees ons genadig, spaar ons, Jezus.
Wees ons genadig, verhoor ons, Jezus.
Van alle kwaad, verlos ons, Jezus.
Van eenen onvoorzienen en haastigen dood.
Van de listen des duivels.
Van gnimschap, haat en alle kwade begeerten.
Door uwen doodstrijd en bloedig zweet,
Door uw kruis en lijden, quot;
Door uwen dorst en uwe tranen, qquot;
Door uwe heilige vijf wonden, c
Door uwen dood en begrafenis, quot;
Door uwe heilige verrijzenis,
Op den dag des oordeels.
Wij zondaren, wij bidden u, verhoor ons, Jezus. Dat uwe verdiensten en uwe voorbeelden niet
nutteloos voor ons wezen, ^3
Dat onze bijzonderste wetenschap zij u, o Jezus, —
uit liefde tot ons gekruist, te kennen,
Dat wij, u alloos onder de oogigt;n en in het hart heb- 2 .bende, uwe voetstappen trachten na te volgen, c Dat wij onzen roem niet stellen dan in de kruisen, ■lt; die ons met u vereenigen, g-
Dat wij, o Jezus! door uwen dood in ons te dragen o en te drukken, ons vleesch met zijne on- 6 deugden en kwade begeerten kruisigen, *
Dat wij, dood zijnde voor de zonde, met u een jr nieuw leven mogen bewandelen, c
Dal wij, na deel genomen te hebben in uwe smarten eu opofferingen, ook eens deel mogen nemen in uwe onuilsprekelijke vertrooslingeu.
5f)i GODSVRUCHT TOT HET BITTER I.UDFX
Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld
spaar ons, Jezus.
Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld,
verhoor ons, Jezus.
Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld,
onti'erm u onzer, Jezus.
Jezus-Christus, hoor ons.
Jozus-Cliristus, verhoor ons.
y. O Jezus, die ons vrijgekocht hebt en voor onze z .ligheid aan het kruis gestorven zijt,
k. Voeg ons overvloediglijk en krachtdadiglijk de verdiensten van uw lijden en van uwen dood toe.
GEBED.
O zoete Jezus, die uit liefde tot ons geleefd, geleden hebt en gestorven zijt, verleen ons de genade, van met u, zoo als gij, en voor u te lijden, opdat wij, in uwe liefde levende, lijdende en stervende, eeuwig met u en door u mogen gelukkig wezen. Amen.
GEBED TOT JEZL'S VERRADEN, VERLATEN, GEGEESELD, MET DOORNEN GEKROOND.
O mijn God ! aan welke lange reeks van beleedigin-gen, versmaadheden en pijnen zie ik u overgeleverd! Judas verraadt u, uwe leerlingen verlaten u, uwe vijan-ilcn overladen u met boeien, sleuren u voor de reclit-banken, vragen met gelier uwen dood; ik zie uw aanbiddelijk hoofd verscheurd met wreede doornen, uw eerbiedwaardig aangezicht overdekt met bloed en spuwsel, uw Goddelijk lichaam dat in stukken getrokken wordt onder de slagen van eene wreede geese-ling, uw allerheiligste lichaam dat maar ééne woud meer is, uw bloed dat in het rechtshof vloeit; ik boor uwe vijanden die u met vervloekingen over-
ONZIiS HKEREX JEZl'S-CÏIlllSTl'S. 30Ö
laden, en die tegen u afgrijselijke godslasleringen uitspuwen.
0 mijn Goddelijke Meester! gij de eeuwige koning van glorie, waarom wilt gij amp;lzoo door vernederingen en door schande verzadigd worden? Waarom wilt gij zoo wreede tormenten verdragen, gij die de vreugd en de vermaken der gelukzaligen uitmaakt ? Voor u wil ik dat lijden zegt gij mij, voor u, ongelukkig en plich-tigkind; omdat ik u bemind heb, daarom wil ik u zalig maken. O mijn God! en ik zou u niet beminnen, en ik zou u nog ooil kunnen vergrammen! Ach! doe mij aan den voet uvvs altaars sterven, liever d;in te dulden dal ik mij ooit lan zulke afschuwelijke ondankbaarheid plichtig make!
OVERWEGING AAN DEN VOET VAN HET KRUIS.
O gij allen, die langs dezen weggaat, blijft staan en ziet of er eene smart is gelijk aan de mijne.
O mijn God! van waar komt al dat lieweenlijk geschreeuw, al die pijnlijke zuchten? Welk is die droevige stem, en die klachtvolle uitnoodiging? Ik iuister nog: ik hoor een nieuw geroep: Hemelen, staat stom van verbaasdheid ! poorten des heiligdoms, weest diep bedroefd! Ik heb kinderen opgevoed, ik heb ze met mijne weldaden overladen, en zij hebben mij verstoeten ! Mijn uitzinnig volk heeft mij niet gekend; mijne verdwaalde kinderen hebben mij het kwaad voor liet goed, den haat voor de liefde wedergegeven! Ik heb dan diegenen gesmeekt die ik het meest bemind heb, dat zij mij in mijne bitterheid zouden komen troosten: zij zijn gekomen, maar het was om mijne wonden te verscheuren, waaruit het bloed nog vloeide, om mijne handen en voeten te doorboren, en mijne smarten tet het toppunt te brengen!
Wie is dan die ongelukkige Vader, wiens vaderlijke
390 GODSVRUCHT TOT HET BITTER UJDEJ.
teederheid zoo schandelijk miskend geweest is? Ach! do overmaat zijner smarlen en de teedere bitterheid zijner klachten hebben mij hem leeren kennen ! Het is mijn God, mijn Zaligmaker, mijn Vader; het isJezus-Christus, en het is van op den heiligen b:'rg, waar hij ujnen geest geeft, uilgestrekt op den scbaudigen galgenboom, dat hij dit klachtvol geroep en deze pijnlijke nitnoodiging laat hoeren : O gij allen, die langs dezen weg gaal, blijft staan en ziet of er eene smart is gelijk aan de mijne,
HOET VAN EKn AAN DEN GEKRÜISTEN JEZUS.
Aanbiddelijk slachloffer, allerbeminnelijkste Jezus, wanneer ik u, als een tweeden Isaac, gehecht zie op het bloedig altaar, waar ter zelfder tijd de rechtvaardigheid uws Vaders, de boosheid der men-schen en het wonder uwer liefde voltrokken worden, nedergeknield aan uwe voeten, aanbid ik in u de onschuld zelve met schelmstukken overladen om mijne boosheden uit te boeten, de opperste macht lot zwakheid gebracht om mijne sterkte te worden, de ongeschapene Wijsheid, voor uitzinnigheid genomen om mijn licht te wezen, de Heiligheid zelve plichtig geoordeeld om mijne verrechtvaardiging !e verzekeren, eindelijk den Stichter des levens, de pijnen dos doods onderstaande, om mij aan eenen eeuwigen dood te ontlrekken. Ik aanbid, o mijn Zaligmaker! dit met doornen gekroonde hoofd, die stervende oogen, dit aangezicht met versmaadheden overdekt, dien mond met gal gelaafd, dit lichaam met wonden overladen, die uilgepulte aderen, die handen en voelen met nagelen doorboord, dat heilig Hart mot eene lans doorstoken! eindelijk, den God der naluur tusschen hemel en aarde verheven ! ... Op hel aanschouwen van zu'k een tooneel, vraag ik aan mij zeiven: wie heeft
ONZES IlEEIiLX JF.ZLS-CMRISÏLS. 507
zich aan zoo groot een schelmstuk plichtig gemaakt? en aanstonds hoor ik in mijn binnenste het geroep mijns gewetens dat mij van Godsmoord beschuldigt... O mijn God! ik ben dus de plichlige! Mijne zonden hebben u den dood toegebracht ! Ik heb u gekruist ! Mijne zonden hebben zoo diep eene wonde in uw Hart gemaakt ! Liefderijke en milde Zaligmaker, uw bloed , h^'welk gij met zoo veel liel-dn voor mij verdolen hebl, smeekt om barmhnr-li^èeid voor mij. Ik werp mij aan de voelen vai; uw kruis en met een harl verscheurd door hei leedwezen, in de tegenwoordigheid van hemel en aarde, heken ik dat ik de echle oorzaak uwer biller-heden en uwer smarten hen. Eindelijk, door mijne beleedigingen, heb ik maar al te w ■! verdiend dal gij mij zoudt verlaten en in uwe eeuwige ongenade slor-ten. Ach! vermits gij, door eene overmaat uwer liann-hartigheid, mij wedergeroepen en uwen vaderlijken schoot geopend hebt, ondersteund door uwe genadt, beloof ik u liefde, dankbaarheid en getrouwheid voor het overige mijns levens; van nu af wijd ik mij geheel toe aan uwen dienst en aan uwe heilige liefde; ik verzaak uit den grond mijns harten al de gelegenheden die mij zouden kunnen doen in de zonden lier-vallen, en ik maak het vast en rechtzinnig voornemen van mijne menigvuldige fouten uit te boeten, door hel uitoefenen der deugden, waarvan ik in u het vnl-maakste voorbeeld vind. Moge ik alzoo. Goddelijke Verlosser, deel nemen in de overvloedige verdiensten en vruchten uws lijdens en uws doods, en eindelijk het gelukkig lot genieten dat gij aan de ware boelvaar digen bestemt. Amen.
GODSVRUCHT TÜÏ HET I11TTEK LIJDI-.V
GEBEU AAN JEZUS-CIIRISÏIS, OM HEM DOOR ZIJNEN DOOD DE EEUWIGE ZALIGHEID TE VRAGEN.
O God 1 die voor de verlossing der wereld in eeue kribbe hebt willen geboren worden, besneden, verstoeten door de Joden, verraden door eenen heiligscben-denden kus van den verrader Judas, gebonden gelijk een ounoozel lam, hetwelk moet geslacht worden, schandiglijk getrokken voor de rechtbanken van Annas, Caiphas, Pllatus en Herodes, door vaische getuigen be-schuldigd, met kaakslagen overladen, met vuiligheid overdekt, met roeden geslagen, met doornen gekroond, bespot, met schande en versmaadheden verzadigd, eindelijk, van uwe kleederen ontbloot, met nagelen aan een kruis gehecht, tusschen twee moordenaren geplaatst, met gal en edik gelaafd, en met eene ijzeren lans doorboord; minnelijke Zaligmaker, alzoo geslaehl-olferd om het verhevene werk onzer verlossing te voltrekken, met ons aan de driedubbele slavernij der zonde, des duivels en der hel te ontrukken, ik smeek u, door zoo afgrijselijke pijnen, welke gij uit liefde voor ons geleden hebt, eu welker gedachtenis ik altoos in mijn hart dragen zal, ik smeek u hierom door uw kruis en uwen dood, verlos mij van de pijnen der hel, en gewaardig mij in dat hemelsch rijk binnen te leiden, waar gij den rouwmoedigen moordenaar, die met u gekruist was, binnen geleid hebt; gij, die God zijnde, leeft en heerscht met den Vader en den heiligen Geest in alle eeuwen der eeuwen. Amen.
300 dagen aflaat, eens daags, indien men er vijf maal Onze Vader, Weesgegroeten Glorie zij den Vader, bijvoegt. Volle aflaat op eenen der drie laatste dagen van iedere maand, als men dit gebed gedurende die maand dagelijks gelezen hooft.
o98
OXZES HKEREN JEZUS-OilIUSTÜS.
GODSVRUCHT TOT DE VIJF WONDEN.
Het is onder de christenen een zeer oud gebruik van da neilige Wonden onzes Heeren Jezus-Ghristus te vereeren. De Kerk heeft zells allerschoonste getijden opgesteld om dia bloedige teekenen der Goddelijke liefde voor de menschen de verdiende eer te bewijzen. Ghristene ziel, heb ook gij een levendige godsvrucht voor die gezegende wonden, welke de Zoon van den eeuwigen God zich gewaardigd heeft te ontvangen om onze misdaden te boeten en uit te wisschen; «beschouw», zegt de heilige Bernardus, «de roos van zijn «bloedig lijden, en bemerk hoe treffend de gloed harcr » kleur het vuur zijner liefde afschildert! »
Ja, beschouw dikwijls in den geest hier op aarde die heilige Wonden, welker gezicht u in den hemel zal verheugen. In uw lijden, in uw strijden hebben zij eene wel troostende en treffende stem voor wie ze weet te verstaan, en storten den heilzaamsten balsem in uwe ziel om hare wonden te genezen en er vruchten van zaligheid en leven voort te brengen.
GEBEDEN
TOT DE VIJF WONDEN VAN DEN GEKRUISTEN JEZUS.
100 dagen aflaat, eens daags. Volle aflaat twee maal 'sjaars op II. Kruisvinding en H. Kruisverheffing op de gewone voorwaarden, voor hen die deze gebeden ten minste tien maal in de nr.and zullen gelezen hebben. Pius VII, aOSep-tember 1807.
Men verwekt eerst eene akte van berouw, daarna zegt men:
Ik kniel voor u neder, o gekruiste Jezus, o welbeminde Verlosser mijner ziel. Mijn geweien verwijt mij dat ik u door mijne eigene handen aan het kruis genageld hel), telkens als ik eene groote zonde bedreven
399
400 GODSVRUCHT TOT HET BITTER LIJDEN
heb, en dat ik u door mijne overgroote ondankbaarheid mishaagd heb. Mijn (ïnd, mijn volmaaklste en mijn opperste goed, gij zijl al mijne liefde waardig, gij, die mij altoos met weldaden overladen hebt. Ik kan, ongelukkige die ik ben, mijne slechte daden niet wegnemen gelijk ik het verlang; maar ik verfoei ze met de clii psle droefheid, omdat ik u, o oneindige goedheid, vergramd heb. Aan uwe voelen nedergeknield, tracht ik ten minste met u medelijden te hebben, u te bedanken, ii de vergiffenis en het leedwezen te vragen, en met hel hart op de lippen, zeg ik;
Aan de eerste wonde [Linker voet).
Ik aanbid u, allerheiligste wonde van den linkervoet van Jezus, ik ben door medelijden getroffen, o Goddelijke Zaligmaker, bij het aanschouwen der wreede pijn die gij lijdt; ik bedank u voorde liefde waarmede gij mij in den weg des verderfs tegengehouden helit, tot zooverre dat gij u met bloed overdekt hebt midden in de doornen en distels mijner zonden. Ik draag aan uwen eeuwigen Vader het lijden en do liefde uwer allerheiligste menschheid op, tot uitboeting mijner boosheid, dieikmeteen diep en rechtzinnig leedwezen verfoei.
Onze Vat/er, Wees gegroet en Glorie zij den Vader.
Maak, o Moeder der droefheden, dat de wonden des Zaligmakers in mijn hart geprent wezen.
Aan de tweede wonde [Rechter voel).
Ik aanbid u, allerheiligste wonde van den rechtervoet van mijnen Jezus. Ik ben door medelijden getroffen, o Goddelijke Zaligmaker, bi j het aanschouwen der zoo wreede pijn die gij lijdt; ik bedank u voor de liefde die u gekruist heeft, midden in de schrikkelijkste
ONZES ilEERKM JE/.US-CHRISTLS. 401
benauwdheden en het storten uws l)loeds. Gij hebt, daardoor mijne dwalingen, tn de pliehlige voldoeningen die ik aan mijne ongetoomde driften gegeven heb, willen straffen. Ik draag aan don eeuwigen Vader het lijden en de liefde uwer heilige niensohheid op. Ik Md hem dat hij mij de genade zoude verleenen van mijne zonden met bittere tranen te beweenen, en van in het begonnen goed te volharden, zonder mij ooit nog aan uwe Goddelijke geboden te onttrekken.
Onze Vader, Wees gegroet en Glorie zij den Vader.
Maak, o Moeder, enz.
Aan de derde wonde [Linker hand).
Ik aanbid u, allerheiligste wonde der linkerhand van mijnen Jezus. Ik ben door medelijden getroffen, o Goddelijke Zaligmaker, bij het aanschouwen der zoo wreede pijn die gij lijdt; ik bedank u dat gij met zoo groote liefde de geesels en de eeuwige verdoemenis tegengehouden hebt, welke ik door mijne boosheden verdiend had. Ik draag aan den eeuwigen Vader het lijden en de liefde uwer allerheiligste mensch-lieidep; en ik bid hem dat hij mij den tijd mijns levens wel zoude doen gebruiken, opdat ik waardige vruchten van boetvaardigheid verzamele, en dat ik de Goddelijke rechtvaardigheid, die tegen mij vergramd is, ontwapene.
Onze Vader, Wees gegroet en Glorie zij den Vader.
Maak, o Moeder, enz.
Aan de vierde wonde (Rechter hand).
Ik aanbid u, allerheiligste wonde der rechter hand van mijnen Jezus. Ik ben door medelijden getroffen, o Goddelijke Zaligmaker, bij het aanschouwen der zoo wreede pijn die gij lijdt; ik bedank u dat gij mij altoos
2(5
'iOi GODSVRUCHT TOT HET BITTEK UJDEH
uit liefde tot mij met zoo vele weldaden overladen hebt, alhoewel ik daaraan zoo weinig beantwoordde. Ik draag aan den eeuwigen Vader het lijden en de liefde uwer allerheiligste menschheid op; ik bid hem dat hij mijn harten mijne geneigdheden zoude veranderen, en dat hij alle mijne werken aan zijnen Godde-lijken wil zoude gelijkvormig maken.
Onze Vader, H ees gegroet en Glorie zij den Vader,
Maak, o Moeder, enz.
Aan de vijfde wonde [De heilige zijde).
Ik aanbid u, allerheiligste wonde der zijde van mijnen Jezus. Ik ben door medelijden getroffen, o Goddelijke Z.iligmaker, bij het aanschouwen der zoo wreede mishandeling die gij lijdt; ik bedank u voor de liefde die toegelaten heelt dat uwe borst en uw hart doorboord werden. Daar is tot den laatslen druppel bloed en water uitgevloeid: achl gij hebt daardoor mijne verlossing willen overvloediger maken ! ik oll'er aan den eeuwigen Vader de mishandelingen op, die uwe allerheiligste menschheid en uwe liefde onderslaan hebben, opdat mijne ziel, eens binnengetreden in dat Hart, hetwelk zoo vol liefde is, en zoo zeer bereid om de grootste zondaars te ontvangen, hetzelve nooit meer verlate.
Onze Vader, Wees gegroet en Glorie zij den Vader.
Maak, o Moeder, enz,
GEBED TOT DE WONDE DES SCHOUDERS VAN JEZUS.
De heilige Bornardus vroeg eens aan den Zaligmaker, welke de grootste zijner smarten, uan de mensehen onbekend, geweest was. Ik had, antwoordde hem Jezus, eene diepe wond op den schouder, waarop ik liet kruis droeg, en die wond was pijnlijker dan de andere. De mensehen spreken daar niet van, omdat zij die niet kennen. Vereer zo
ONZF.S IIEEIiEX JEZLS-CIISISTUS. 403
dan, en ik zal u alios toestaan wat gij mij door hare Goddelijke kracht zult gevraagd hebben.
O beminnende Jezus, zoet Lam Gotls, boe ellendige zondaar ik ook ben, toch groet en vereer ik die wonde, welke uwen schouder zoo wreedelijk verscheurd heeft onder bet dragen van uw lang en zwaar kruis. Dat kruis, na uw vleesch als vermorzeld te bebben, drukte niet geweld op bet ontbloot gebeente en veroorzaakte u eene gevoeliger smart dan al de andere wonden van uw gezegend lichaam. Ik aanbid u. o mijn bedroefde Jezus, en uit den grond mijns harten loof, prijs, verheerlijk en dank ik u voor de heilige en smarlvolle wonde uws schouders. Ach! door die bovenmatige pijn, die gij gevoeld hebt en die onophoudend door den zwaren last van het kruis vergroot werd, bid ik u. met de diepste ootmoedigheid, met mij, armen zondaar medelijden te hebben, mij mijne zonden te vergeven, en mij langs den weg des kruises lot den hemel te leiden. Amen.
MANIER OM m-.X ROZENKRANS TE LEZEN
TER EERE VAN DE VIJF lil.OEniGE WONDEN.
Ann het kruis zegt men ; Onze Heer Jezus-Cbristus beeft zieh zeiven vernederd, zijnde gehoorzaam geweest tot den dood, ja tot den dood des kruises. 11: geloof in God den Vader, enz.
Aan het eerste graantje, zegt men ter cere van hel. gebenedijd aanschijn en van het bebloed hoofd van Jezus: Aanzie,o God! onzen Beschermer, en aanschouw bet aangezicht uws Gezalfden. Onze Vader, enz.
Aan de drie kleine graantjes zegt men; iVccs get/roel, enz. ter eere van de nagelen, met dewelke Chrisius'
-JOi GOnSVP.lCHT TOT IIKT BITTER l.IJDKN
handen en voeten doorboord zijn. Na hel derde Wees gegroet, voeg er bij:
O waarde Moeder! laat mij de onverdraaghre smart
Van uw gekruisten Zoon gevoelen in mijn hart.
1quot;' TIENTJE. Aan do wonde dor zijde Christi, verzoek daar in te mogen wonen, zeggende: O goede Jezus, verhoor mij! in uwe wonden verberg mij. Onze Vader. enz.
Aan de vijf eerste graantjes. Wees gegroet, enz. Na het vijlde: O waarde Moeder, enz. Zeg dan wederom vijfmaal H ees gegroet en Glorie zij den Vader, enz.
Il1^ TIENTJE. Aan de wonde van den linker voet, vraag een oprecht berouw en vergiffenis der zonden, herhalende; o goede Jezus, enz. als voren. Onze Vader, enz.
Aan de vijf volgende graantjes, TFees gegroet, enz. Na hel vijfde: O waarde Moeder, enz. Zeg dan wederom vijfmaal ! 1 'ers gegroet en Glorie zij den Vader, enz.
111'!c TIENTJE. Aan de wonde van den rechter voet, eisch met een voornemen van helerschap, gratie om tegen te staan aan de bekoringen en in deugden voort te gaan, herhalende: O goede Jezus, enz. als voren. Onze Vader, enz.
Aan de vijf volgende graantjes, Wees gegroet, enz. Na het vijfde: O waarde Moeder, enz. Zeg dan wederom vijfmaal Wees gegroet en Glorie zij den Vader, enz.
IV'ie TIENTJE. Aan de wonde'der linker hand, eisch de vreeze Gods en de verlossing van de eeuwige verdoemenis, herhalende: O goede Jezus, enz. als voren. Onze Vader, enz.
Aan de vijf volgende graantjes, K'ees gegroet, enz. Na hel vijfde: O waarde Moeder, enz. Zeg dan wederom
OSZES IIKERKN JEZliS-CIHlISTLS. iOS
vijl'maal Wees gegroet cn Glorie zij den Vuiler, enz.
Vde TIENTJE. Aan de woi.de der rcclilcr hand, bid om de eeuwige zaligheid, herhalende: O goede Jezus, enz. als voren. Onze Vader, enz.
Aan de vijf volgende graantjes. Wees gegroet, enz. Na het vijfde: O waarde Moeder, enz. Zeg dan wederom vijfmaal ]Vees gegroet en Glorie zij den Vader, enz.
Aldus keert gij weder tot de Zijde en het Hart van Jezus, en spreekt: Ziet Heer Jezus-Christus, mijne ziel komt wederom als eene andere duif van Noë tot hare arke; want waar zal zij haren voet vrijer zetten dan in de heilplaats uwer wonden? Uw doorstoken Hart en uwe heilige Zijde zijn als de rotskloven, waarin zij hare veiligheid zoekt.
GEBED.
O liefde! O liefde! heeht mij zoo zeer aan uwe wonden, dat zij mij door die vereeniging als geheel eigen worden en onafscheidbaar aan mij vastkleven; dat ik ie alle in mijn hart drage, dat ik ze gedurig voor mijne ongen hebbe. Teeken met uw kostbaar bloed het afbeeldsel dezer liefderijke wonden in het binnenste mijner ziel, dat deze heilzame gedachtenis do levendigste droefheid van u vergramd te hebben, gedurig in mij opwekke. en onophoudelijk het heilig vuur der Goddelijke liefde ontsteke. Amen.
GODSVRUCHT TOT JEZUS' DIERBAAR BLOED.
Om de geloovigon op te wekken tot oenen bijzomieren eerdienst jegens het heilig Bloed, dat onze Verlosservooronze ïaligheid gestort heeft, verleende Pius VII eenen aflaat van leven jaren en zevenmaal veertig dagen, eens daags, aan hen die de kroon van het heilig Bloed lezen zullen; eenen
(00 GODSVHUOIIT TOT Hi:T RITTEH LIJDEN
vollen aflaat op liet einde der maand, indien zij dezen getrouwelijk iederen dag lezen, mits biechten , commu-nieeeren en volgens het inzicht der II. Kerk bidden op den dag dien zij zuilen gekozen hebben, om tot de 11. Tafel te naderen ; eindelijk eenen aflaat van drie honderd dagen aan hen die het gebed; O aüerkos'.baanle Bloed, enz., hetwelk de kroon eindigt, bladz. 410, zullen lezen. Deze aflaten zijn toevoegbaar aan do zielen in het vagevuur.
He kroon van het heilig Bloed is samengesteld uit zeven mjsterien, waarin wij onzen Verlosser eeren , die zijn Bloeduit lielde voor ons vergiet. Aan ieder mysterie leest men vijfmaal Onze Vader en Glorie zijden Vat'er, ett het vers: H 17' smeeUn u, enz. Maar aan het laatste mysterie leest men slechts driemaal Onze Vader. Dez.o drie en dertig OnzeVaders worden gelezen ter gedachtenis der drie en dertig jaren dat het kostbaar Hloed in de aderen van jezus-Christus gevloeid heeft.
MANIER OM DE KROON VAN !1ET H. IÏL0ED TE LEZEN.
f In den naam des Vaders, en des Zoons, cn dos Heiligen Geesles. Amen.
y. O God, zie op lot mi jnR hulp.
ft. Heer, liaast u mij le helpen.
Eerste Mysterie. De eersle maal dat Jezus zijn II. Bloed voor ons vergoot, was den achtsten dag na zijne geboorte, toen hij, om aan de wet van Mozes te gehoorzamen, wilde besneden worden. Het was om de zonden legen de sehoone deugd uit le hoeten, dat de Zaligmaker zich aan die pijnlijke plechtigheid onderwierp. Wékken wij in ons hot bitterste leedwezen op over onze zonden, eu beioven wij hem dat wij noniule sehoone deugd van zuiverheid besmettel', zullen.
Vijfmaal hel gebed des Ileeren, ee/intaai Glorie zij den Vader, enz., en eenmaal hel volgenamp;'e gebed;
ONZES IIEEItEN JEZUS-CHRISTUS. 407
Heer, wij smeeken u, dat gij uwe dienaren, die gij door uw kostbaar Bloed afgekocht hebt, zoudt ter hulp komen.
Tweede Mysterie. Bij tiet aanschouwen der ondankbaarheid, waarmede wij aau zi jne liefde zouden beantwoorden, stortte Jezus in den hof der Olijven zoo over-vloediglijk bloed, dat de grond er van overgoten was! Laat ons leedwezen hebben, dat wij tot hiertoe zoo sledit beantwoord hebben aan de ontelbare weldaden van onzen liefderijken Zaligmaker, en laat ons het voornemen maken van uit zijne genaden en zijne lessen voordeel te trekken.
Vijfmaal het gebed des Ileeren, eenmaal Glorie zij den Vader, enz., en het gebed: Heer, wij smeeken
Derde Mysterie. Jezus vergoot wederom zijn bloed in de geeseling, die zijn lichaam met diepe wonden doorgroefde; hij otterde dit aan zijnen Vader op tot uitboeting onzer gevoeligheden en onzer onverduldigheden! ... Wanneer zullen wij onze oploopondheid en onze eigenliefde intoomen ? Ach! spannen wij voorlaan al onze krachten in om met meer moed al de beproevingen van dil leven te onderstaan, en om, zonder te klagen, de beleediging, welke men ons doen kan, te aanvaarden.
Vijfmaal het gebed des Heeren, eenmaal Glorie zij den Vader, enz., en het yebed: Heer, wij smeeken u, enz.
Vierde Mysterie. Het bloed sprong uit het hoofd van Jezus toen hij met doornen gekroond werd, tot slraf van onze kwade gepeinzen en van onzen hoogmoed... Zullen wij dan voortgaande ons voeden met gepeinzen
408 GODSVRUCHT TOT HET BITTEK LIJDEN'
van hoogmoed en met verbeeldingen bekwaam om onze harten te bevlekken? O mijn God, maak dat wij in het toekomende altoos onze ellende, onze zwakheid, onze meligheid voor oogen hebben, eu dat wij met moed wederstaan aan alle de ingevingen van den vijand onzer zaligheid.
1 ijfmaal het gebed des Heeren, eenmaal Glorie zij den Vader, enz., en het gebed: Heer, wij smeeken u, enz.
I ijfite Mysterie. Hoe veel bloed vergoot Jezus in den droevigen tocht, dien hij doen moest, om, geladen met zijn kruis, den Calvarieberg op te klimmen? de plaatsen waar hij voorbijging en de stralen van Jerusalem waren er mede besproeid... Eilaas! het was om de \ erergenissen en de slechte voorbeelden uit te boeten van hen, die de anderen in den weg des hederfs mede-sleepen. .. Zouden wij van het getal dezerongelukkigen met zijn ? wie weet of onze voorbeelden niet menigvuldige zielen medegelrokken hebben lot de lauwheid en ongetromyheid in den dienst van God? brengen wii daarloe geene geneesmiddelen bij? spannen wij al onze krachten m om lot de zaligheid onzer broederen mede te werken, met hen te onderwijzen, met hen te stichten, met hun het voorbeeld te geven van al de deugden, eigen aan onzen ouderdom en onzen slaat. 0
Vijfmaal het gebed des Heeren, eenmaal Glorie z|j den Aader, enz., en het gebed: Heer, wij smeeken
Zesde Mysterie. Aanbidden wij het bloed dat Jezus overvloediger vergoot dan ooit, toen hij aan het kruis weid gehecht, zijne bloedaderen werden verscheurd zijne slagaderen gebroken, zijne handen en voeten werden met plompe nagelen doorboord, het bloed
ONZES IIEE 11 EN JKZUS-CHRISTUS. 401)
sprong er met stroomen uit, om de booslieden vau al de menschen uit te boeten.. . Zal men daarna nog iemand vinden die eene doodzonde durft bedrijven, en alzoo het wreed lijden van den Zoon Gnds hernieuwen? Achl beweenen wij bitterlijk onze bedrevene zonden; belijden wij die aan de voeten des priesters; beginnen wij van dit oogenblik en voor altijd eeu leven te leiden dat gelijkvormig weze aan de verbintenis, welke wij met God aangegaan hebben, en vergeten wij nooit dat onze zaligheid aan Jezus-Cliristus al zijn bloed gekost heeft.
Vijfmaal het gebod des Ileeren, eenmaal Glorie zij den Vader, enz., en het gebed: Heer, wij smeeken u, enz.
Zevende Mysterie. Jezus gaf ons, na zijnen dood, de laatste druppelen van zijn bloed, wanneer de lans zijne zijde opende en zijn Goddelijk Hart doorstak; dan vloeide er wateren bloed uit, om ons te doen verslaan dat dit kostbaar bloed gansch vergoten was voor onze eeuwige zaligheid. O Goddelijke Verlosser, wie zou kunnen nalaten u te beminnen? Welk hart zou niet ontvlamd worden van liefde voor u bij het overdenken van al wat gij gedaan hebt om ons af te koo-pen? Wij noodigen al de schepselen der aarde, al de engelen, al de heiligen, en voornamelijk Maria, onze Moeder, om uw kostbaar bloed te loven en te gebenedijden. Ja, leve voor altijd in al de harten uw kostbaar bloed, nu, altijd en in al de eeuwen der eeuwen !
Driemaal het gebed des Heeren, eenmaal Glorie zij den Vader, enz., en het gebed: wij smeeken u, Heer, enz.
GODSVRUCHT TOT HET 1111 TER LIJDEN
GEBED AAN HET KOSTBAAR BLOED VAN JEZUS-CHRISTUS.
O allei'lioslbanrste Bloed, bron des eeuwigen levens, prijs en losgeld der wereld, heilzame drank, zaligend bad onzer zielen, aanlioudend verdedigt gij de belangen der mensehen bij den Iroon der opporsle barmharligheid! Ach! ik aanbid u mot den diepsten eerbied, en, zooveel het in mijne macht is, zou ik u de beleedigingen en den smiad willen vergoeden, die gij gedurig ontvangt van de menschen, en voornamelijk van die, welke de stoutheid en de vermetelheid dusverre drijven, dat zij de hoiligschcndendste lasteringen tegen u uitbraken. En wie zal dat Bloed van oneindige waarde uiet zegenen? Wie zal zich niet ontvlamd gevoelen van liefde tot Jezus , die het vergoten heeft? Wat zou ik zelf geworden zijn, ware ik niet door dnt Goddelijk Bloed afge-kocht geworden? Wie heeft het tot den laalslen druppel uit de aderen van mijnen lieei' doen vloeien? Ach 1 voorzeker de liefde. O onmeelbare liefde, die een zoo heilzamen balsem gegeven hebt! O onschatbare balsem, voortgevloeid uit de bron eener grenzen-looze liefde, geef, ach! ik bid u, geef dat alle harten, dat alle tongen u mogen loven, verheerlijken en danken, nu en altijd, en tot den dag der eeuwigheid. Amen.
gt; • l|eer, gij hebt ons door uw Bloed afgekocht. i'S. Kn gij hebt het rijk Gods in onze harten hersteld.
GEBED.
Almachtige en eeuwige God, die ons uwen eeni-gen Zoon lot Verlosser der wereld gegeven hebt, en die u gewaardigd hebt zijn Bloed tot uit weling onzer zonden te aanvaarden, verleen ons, bidden wij u,
410
ON/,ES HEEREN JEZÜS-CHRISTES. 11
de genade van dit kostbaar Bloed, den prijs onzer zaligheid, le eeren en va.i door zijne kracht, hier op aard', beschermd te worden legen de kwalen
5. van dit leven, om de gelukkige vruchten van het
d mysterie der verlossing te mogen smaken in den he-
i- mei. Amen.
e
11 OPDRACHT VAN HET KOSTBAAR ÜLOED.
quot; Dc pons Plus VII heoft ton eeuwigen dage eonen aflaat van
i(- honderd dagea verleend, telkens men met godvruchtigheid
i- de volgende opdracht lezen zal;
I-
le Eeuwige Vader, ik draag u op het allerkostbaarste
id bloed van .lezus-Chrislus, tol uitboeting mijner zon-
;h den, en voor de noodwendigheden der II. Kerk.
ie
,n LITANIE
VAN HET DIERBAAR BLOED VAN O. II. JEZÜS-CHRISTÜS.
'11
i? Heer, ontferm u onzer.
ic .lezus-Chrislus, ontlerm u onzer.
t- Heer, onlf'erm u onzer.
ii- Jezus-Chrislus, hoor ons.
r- Jezus-christus, verhooi1 ons.
;u Hemelsche Vader, almachlige Ood, geef ons hot ge-
g-
God Zoon, Verlosser der wereld, wees onze hoop. (ieesl (Jods, eeuwige liefde, ontvlam ons. d. Allerheiligste en aanbiddelijke Drievuldigheid, ont
lerm u onzer.
Jizus, Lam zonder vlek, van bel begin der wereld ge-slachtolU rd, ontferm u onzer.
li- Jezus, die verlangd hebt ir.v Dloed voor de zaligheid
en der menschen te vei'gielen, onlferm u onzer,
n- Jezus, die, om de mi nschen al' te koopen, al uw Dloed
u, aan het kruis vergoten hebt, ontfeim u onzer.
•112 LITANIE VAN HET DIEKBAAU BLOED
Dierbaar Bloed, dal in overvloed uit dc heilige wonden
van Jezus springt, vliet over ons.
Dierbaar Bloed, dat uit hot aanliiddelijk Hart van Jezus loopt, hetwelk mei eene lans geopend werd, besproei ons.
Dierbaar Bloed, losgeld van eene oneindige waarde,
onlferm u onzer.
Dierbaar Bloed, heilzaam bad, altijd bereid voo»
onze zondigs zielen.
Dierbaar Bloed, bron waaruit onophoudend genaden en zegeningen vloeien.
Dierbaar Bloed, van het nieuw en eeuwig verbond.
Dierbaar Bloed, wiens stem zich ten hemel verheft
en medelijden afsmeekt,
Dierbaar Bloed, sterkte en steun der kwijnende
Dierbaar Bloed , groote oceaan der Goddelijke ë, btrmharligheid, 2
Dierbaar Bloed, hemelsche verfrissching en God- ^ delijke drank der heilige zielen, ^
Dierbaar Bloed, dat wegneemt do zonden der we- 5 reld, 3
Dierbaar Bloed, dat voor onze zaligheid nog op het
altaar vliet,
Door uw dierbaar Bloed, hoor ons, Jezus.
Door uw dierbaar Bloed, verhoor ons, Jezus.
Eoor uw dierbaar Bloed, van alle kwaad, verlos ons, Jezus.
Door uw dierbaar Bloed, van leugentaal en ongelovigheid, verlos ons, Jezus.
Door uw dierbaar Bloed, van de versmading der heilige
zaken, bewaar ons, Jezus.
Door uw dierbaar Bloed, van hot onwaardig ontvangen van uw H. Lichaam en uw aanbiddelijk Bloed, bewaar ons, Jezus.
ONZTS IIEEREN JEZIS-CIIRISTUS. 113
Door uw dierbaar Bloed, van de eeuwige verdoemenis, bewaar ons, Jezus.
Door hel bloedig zweet dat. van al awe lidmaten vloeide gedurende uwen doodsangst in den hof der Olijven, verhoor ons, Jezus.
Door liet dierbaar Bloed, dat gedurende de geeseling van uw lichaam liep, verhoor ons, Jezus.
Door het dierbaar Woed, dat gij verloort als gij uw kruis naar den Calvarieberg droegt, verhoor ons, Jezns.
Door het dierbaar Bloed, dat uit uwe gezegende handen en voeten liep, toen gij aan het kruis werd vastgehecht, verhoor ons, Jezus.
Door hel dierbaar Bloed dat jij vergoten hebt, gedurende de drie uren dat jiij aar het kruis geleden hebt. verhoor ons, Jezus.
Door het dierbaar Bloed en het heilig water, die na uwen dood uil uwe met eene lans doorslokene zijde vloeiden, verhoor ons, Jezus.
Beslier en bewaar die Kerk, uwe bruid, welke gij ten prijze van uw dierbaar Bloed gewonnen hebt, verhoor ons, Jezus.
Verleen ons de volharding en het eeuwig leven hetwelk gij voor ons verdiend hebt, met uw dierbaar Bloed voor ons te vergieten, verhoor ons, Jezus.
Verleen aan de overledene geloovigen hel eeuwig bezit uwer glorie, die gij ten prijze van uw dierbaar Bloed gewonnen hebt, verhoor ons, Jezus.
Lam Gods, dal wegneemt de zonden der wereld, door uw dierbaar Bloed, spaar ons, Jezus.
Lam Gods, dat wegnseml de zonden dor wereld, door uw dierbaar Bloed, verhoor ons, Jezus.
Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld, door uw dierbaar Bioed, ontferm u onzer, Jezus.
Jezus-Christus, hoor ons.
Jezus-Christus, verhoor ons.
411 GODSVRUCHT TOT HET BITTER LIJDEJI
De bronnen van den grooten afgrond hebben zich overvlo.'digüjk uit de ingewanden van Jezus geslort, en de deuren des hemels zijn geopend geworden.
gt;'. Haast u, zondige ziel.
ft. En wasch u zevenmaal iu die jordaan van bloed.
GEBED.
O Jezus! aanbiddelijke Zaligmaker, die u gewaar-digd hebt genadigiijk uw Bloed aan het kruis te storten om ons van de zonden af te koopen, verleen ons de ver-gifie, lis die wij niet verdienen, en wees enkelijk uwe bannharliglieid en uwe teedere liefde voor onze zielen indachtig. Stort over ons den overvloed uwer genaden uit, opdal wij in den hemel komen om uwe glorie te geuielen in de eeuwigheid; gij die leeft en heersoht ni( t Gnd den Vader en den heiligen Geest in de eeuwen der eeuwen. Amen.
GODSVRUCHT TOT HET KRÜISREEU).
Hot kruisbeeld, welk den heidenen eene uitzinnigheid schijnt en den joden eene schande, is voor de christenen een voorwerp van liefde en vereering, aangezien 't hot werktuig geweest is van hunne vrijkooping, het sterfbed van hunnen Goddelijken Verlosser. Het kruisbeeld is hun een boek, een wapen, een troost.
1» liet is voor den cliristen een boek, en wel een wonderbaar boek: het is niet gedrukt metgemeene letteren, noch met gewonen inkt, maar met nagelen, doornen en geesels; met bloed en eene menigte wonden, waarvan elk eene wondere taal tot ons voert. Dit is het eenigo boek, dat onze Goddelijke Zaligrüaker, de eeuwige Wijsheid, op het einde van zijn leven samenstelde voor het raenschdom. Opdat allen het zouden kunnen lezen, en het voor allen zoude openliggen, stelde hij het aan het menschdom voor, zegt de heilige Laurentius Justinianus, in het openbaar, te midden van den dag, op eenen berg, in de nabijheid eener volkrijke
ONZES HEEREN JEZÜS-CHRISTÜS. 415
stad. In dat boek van zijne lijdonde en stervende Mensch-heid, voegt dezelfde heilige er bij, heeft hij het kort begrip gegeven van alle zedelijke leering, \ari alle wijsheid en deugd; en toen dat alles voltrokken was, toen er niets meer bij te voegen bleef, dan riep hij uit: Consummatum esl, het is volbracht!
2° Het kruisbeeld is ons een wapen. Gelijk de keizer Constantinus, zullen wij door dat teeken de vijanden onzer ziel overwinnen: in hoc sign o vinces.
Onze tegenstander, de duivel, loopt rond als een brullende leeuw, zoe.'.ende wien hij zal hunnen verslinden (I Pet. V, 8;; maar wat zal hij tegen ons vermogen aan den voet van het kruis, gewapend mot het kruis? Door het kruis zult gij den boozen vijand verdrijven: in honigno vinres.
De wereld ook zoekt ons te verleiden en in het verderf te storten... In zijne gevaarlijke aanvallen,beschouw het beeld van uwen gekruisten Zaligmaker en eene stem zal u zeggen dat gij niet wel zoudt doen van u slechts te vermaken, terwijl Jezus lijdt; dat de eer en glorie u niet zouden passen, wanneer een Godmensch het hoofd met doornen gekroond heeft; dat gij niet lafhartig en ondankbaar zoudt wezen van voor vervolgingen en bespottingen hem te verlaten, die hier de vervolgingen en bespottingen is komen zoeken om u zalig te maken. De wereld nog zult gij door het kruis overwinnen : in hor signo vinres.
Het vleesch, onze bedorvene natuur, is oen andere en verschrikkelijke vijand, die ons, gelijk onze schaduw, overal volgt. Ook zullen wij over dien vijand zegepralen door hot kruis: hoe zouden wij onze driften kunnen involgen, onze wellusten zoeken, wanneer wij Jezus, om daarvoor te voldoen, verscheurd en doorwond zien van het hoofd tot de voeten, gelaafd met gal en edik, met handen en voeten genageld aan een kruis? In stede van hem nog te beleedigen. zullen wij langs zijne doorstokene zijde zijn Goddelijk Hart binnenvluchten, teneinde door de vlammen zijner onuitsprekelijke liefde den gloed onzer driften te verdooven. Ook dien vijand, o Kruis, zullen wij aan uwe voeten het best overwinnen : in hoe signo vinces.
3° Het kruisbeeld eindelijk is onze troost in deverschillige omstandigheden des levens. Zijt gij arm, krank, verlaten,
410 GODSVHi CiiT TOT IIKT BITTER LIJDEN
ongelukkig? Wordt gij vervolgd, gelasterd? Is er iets dat uw hart metdrm fheid vervuld sn de tranen uit uwe oogen perst? Aun den voet van liet kruij zult gij do zoete stom van Jezus hooien; «Mijn kind, ziel ik bon ook ann, verlaten, vervolgd geweest; ik ook heb geleden en geweend. Klaag dan niet, of is de leerling beter dan de meester? En toch dit leven is maar een doorgang; weldra komen de onvergankelijke vreugden, do eeuwige wellusten: zalig zijn de armen ! zalig ziju zij die weenen! zalig die geenen troost np aarde genieten! zalig die vervolging lijden. »
Maar gijNijdt misschien nog grootero smarten? Gij wordt misschien op eene hevige wijze tot de zonden aangezocht en bekoord? Gelijk een kind tot zijne moeder snelt, wanneer het gevaar hem bedreigt; gelijk de kleine vogelen zich voor hunnen vijand ouder de vleugelen der liefderijke moedor verbergen, zoo moesten wij in do bekoring steeds tot het kruis vluchten: aan den voet deskruises vinden wij Jezus cn Maria, Jezus, die ons zal moed en sterkte geven, Maria, die ons beschermen zal, gelijk eene moeder beschermt.
En hadt gij het ongeluk van ooit te bezwijken, van uwen God te vergrammen door de zonde, bij het kruis zult gij barmhartigheid, vergilTenis en veiligheid vinden: Sinds Jezus aan het kruis stierf, valt daar Gods wraaknemende bliksem niet meer op.
Eens zal de dood ons uit deze wereld rukken. In dat plechtig en albeslissend uur zal het kruis bijzonderlijk ons een troostende vriend wezen. Dan, wanneer ons alles zal verlaten, cn het koud zweet, van ons voorhoofd vloeiende, de laatste poging der natuur om den dood te ontvluchten, zal te kennen geven, o ! dan zal het beeld van onzen gekruisten Zaligmaker een balsem zijn, welke de bitterheid van dien laatsten stond zal verzachten. Dan zullen die opene armen, dat gebogen hoofd, tl die wonden ons van barmhartigheid, vergiffenis cn liefde spreken, en een laatste, maar onwaardeerbare vertroosting in ons hart storten, dat zoo oven zal ophouden te slaan.
0N7.KS IIEEREH JEZL'S-CIIRISTl'S.
D TOT HET KRUIS.
O dierbaar Kruis, sterfbed van onzen Zaligmaker, van oiizeu Verlosser! wij groeten u als onze eeuige hoop! Er zi;ii ii''snu u-elieii leven g ene :mslandig-h.'d. ii, geene smarUii, geene ramp n of gij hebt er zalving voor. G doop; dat wij a!iiid en in alles onze toeviueht lot u nem n. De wereld vlucht en vreest u; maar wij willen oaoplioudend ons aan uwen voet houden.
Heilig Kruis! gij zult ons een boek wezen, waarin wii niet alleenlijk de onmeetbare lielde en barmhar-ligheid van Cod j gens ons zullen leeren kennen, maar oOa de wed rliefde pulten die voor zoo veel liefde ge-eiscbl wordt.
Gi zuit ons een wapen wezen, waardoor wij de vijanden onzer zaligheid zullen verslaan en overwinnen.
Gij zuil ons eene oorzaak van Iroost en betrouwen zijn in al de omslandigheden van ons leven. In uwe schaduw zullen wij liaelilen le leven, om eens hel geluk te hebh n van in uwe schaduw te sterven. In dien laatst uil stond, ch! dan bijzend. rlijk zult gij onze Iroost wezen, en ons van hoop en I) trouwen spreken; d.in zult gi ons de oneindig • harmhartigh. id van God h i'.naer. n, terwi.l wij u aan ons hart, op on^e lippen zullen drukken. En wanneer on/.e arm zal verstijfd zijn, en wii u niet meer aan ons liarl kunnen bivngen, o g -ei dan, dal de han I eens vriends ons le' hulp keine om neg'naals u te omhelzi n, u le kussen! In die zoete onilielzmgen verlangen wij te ;terven, om aldus van tusschen ir.ve armen, o Kruis, over te vliegen in de armen van Jeiiis. Amen.
417
27
ceded tot den ti. engel bewaarder.
GEBED TOT DEN H. ENGEL BEWAARDER
Pm de godvruchtigheid te bekomen tot het heilig Kruis cd lijden \an Jezus.
Dierbare Engel, ed'Ie wachte,
Die bij dage, die bij nacbte,
Overal mijn ziel bevrijdt,
Tegen 'sduivels list en strijd,
Wil mij bijstaan in mijn leven,
Wil mij kracht en sterkte geven.
Wees mijn trnnster in den nood,
Wees miin toevlucht in den dood;
Wil dnn bij mijn sterfbed waken.
Als de blccke dood zal naken.
Als mijn bange ziel vol sclirik Wacht op 't uiterst oogenblik.
Laat mij dan het kruis aanschouwen.
Doe me op Jezus kruis bel rouwen.
Doe mij dan indachtig zijn Jezus' wonden, smart en pijn Ja, die wonden staan nog open.
Die mij 't hemelrijk doen hopen;
Ja ik zie nog quot;t dierbaar bloed.
Dat mij zalig maken moet.
Bloed en wondfn vol genaden,
Jezus zal mij niet versmaden.
Als ik, schuilend onder 't kruis.
Uit dit tranendal verhuis.
Zalig kruis zon rijk bep. reld !
Broole standaard van de wereld!
Waarop Christus, rood van bloed Mijne zonden heeft geboet!
Zalig kruis, dat ons zijn wonden.
Waar wij onze hoop op gronden,
m
OEUil» TUI DL.N n. KNütL Ur.WAAKUKH.
Toont als toevlucht in den nood, Matu bijzonder in don d'gt;od. Als mij de adem, als mij 't leven Op hel einde zal begeven,
Als zij, welke bij mij staan, Zegg.'ii: 't is eilaas gedaan: Dan zal ik met vast belrnuwen, Jezus aan het kruis aanschouwen, Ik zal met den moordenaar, Nemen lijd en wonden waar; 'k Zal hem drukken aau mijn harlo Tot verlichting van mijn smarte, En, vol eerbied, drinkt mijn mom 't Balsemzoet van iedre wond. O wal troost za1 mij dat geven Op liet einde van mijn leven. Als het kruis zal voor mij staan, En daar mijn Verlosser a in,
Jezus zoo doorwond, doorstek n, Van wien balsemdroppen leken! Die ons meerder heelt bemind Oan een moeder ooit haar kind. Zne/.e Jezus, vriend der vrienden. Wal een vlam mocht u verslinden. Als gij stierit den bittreu dood! A.'.h'. uw liefde was te gro-rt! Zulk een dood voor zulke mensehec, Ach ! wie liad dat durveu wenschen 'sVaders Woord, en eenig Zoon, Treedt, en daalt uil zijn n troon, Kn neemt aan des werelds zoudjri, En betaalt die met /i n wonden, En omhelst de wreedste pijn, Opdat ik zou zalig zijn.
Zalig, hoop ik, zal ik wezen.
Door uw wonden uitgelezen;
GKÏÏED TOT DEN II. ENGEI, BEWAARDER.
Door uw wonrl n, dnnr uw b'oeil. Hoop ik, Jo/uc, 't pouwig goed. Wil de vijnnd mii l)quot;koron,
Zegl hij dal ik ga verloren.
Ik zal roepen, divigl hij mij:
Jezus, Jezus! sla mij hij!
Jezus! in uwe open armen,
Jezus ! wi' m i daar erbarmen,
Jezus, miin' Samaritaan,
Jezus b'oedig Pelikaan! —
Als in.ju lech n zullen heven.
Als de krachten mij begeven.
Als mi n lippen worden paarscli. Als ik houden zal de ka ïrs,
Laai' mij nu l die balsemslroomen. Die uit uwe wonden komen,
'k Worde mei hel. bloed besproeid, D;il uit uwe Zijde vloeit.
'k Wil mij bij Maria voegen.
Mij met haar in 'I kruis genoegen, 'k Wil aan hare droelh 'idspijn In mijn dood deelachtig zijn.
Mocht h iar zwaard mij ook donrslekef;, Mocht mij 't hart van droefheid breken, O M:iria! help uw kind,
'k Werd van Jezus zoo bemind!
Dooi uw droelbeid, door zijn wonden. Heb ;k 'I Paradijs gevoiuh n,
Ja, nu geel ik, onbevreesd,
In die wonden mijnen geest.
Leer miquot;. Engel, dit nu eeren,
Overd. nken, m. diu en n,
En uil al mijn zielekracht. Dit doorgronden dag en nacht.
GERED TOT DEN tl. Egt;(;EL BEWAARDER. 42i
Laai mij nu uw leerkind wezen,
Dil srched met eerbied lezen,
0|)dal ik mei hart en zin Groet zijn vijld. rha ide min.
Ücli! dal in mijn ziele zongen Duizend Clierulm-nsche tong.'n,
Och! dal in min ziele kwam S. rali nsch • liefdevlam!
Dat de bladren van ile bnnmcn,
Dat het riit langs alle stroomen,
Dal het groen onlelbaar gras Ieder een hazuine was.
Die het menschdom mcchten dagen.
Om mei Jezus 't kruis Ie dragin;
Jezus die door kruis en bloed.
Ons verleent het eeuwig goed.
GEBED.
O heilig Kruis, ontvang mijn lichaam tusschen uwe armen en laat dit van mi:nen Za'igmaker los. O kroon v n doornen! verbreed u, opdat ik mijn hoold erin inoge steken, en de scbei p.' punten gevoelen die dat van miinen Koning doorboord hebben. O verscheurende nagelen, gaat los uil de hand'ii en voelen van mijnen God, om mij in ziine plaVs Ie hechten, ün gij, o wreede lans! die zijn li irl hebt doorsloken, kom hel mijne vermorzelen met droelheid en rouw en het ontsteken mei beide. Amen.
LITANIE TER ERRE
LITANIE
TER EERli VAN HET HEILIG KI1UIS.
Heer, nnlleim u onzer.
Chrislus, ontferm u onzer.
Heer, ontferm u onzer.
Christus, hoor ons.
Chrislus, verhoor ons.
(ïod, hemelsche Vader, ontferm u onzer.
God, Zoon, Verlosser der wereld, ontferm u onzer.
God, heilige Geest, ontferm u onzer.
Heilige Drievuldigheid, een God, ontferm u onzer.
O h 'Mig Kruis van onzen Zaligmaker, heilig de rechtvaardigen eu bekeer de zondaars.
H. Kruis, door de verdiensten van Jezus gewijd, heilig de rechtvaardigen eu bekeer de zondaars.
II. Ki uis, dal tusscheu uwe armen h. t aanbiddelijk lichaam van Jezus-Christus gedragen hebt, heilig de rechtvaardigen en bekeer de zondaars.
H. Kruis, met hei bioed van Jezus-Christus geverfd, heilig de rechtvaardigen en bekeer de zondaars.
H. Kruis, boom des levens, weg der zaligheid, sleutel des hemels, heilig de rechtvaardigen en bekeer de zondaars.
II. Kruis, den eerbied en de liefde aller menschen waardig, heilig de rechtvaardigen en bekeerde zondaars.
H. Kruis, dat aan onze oogen een tafereel aller deugden aanbiedt, heilig de rechtvaardigen en bekeer do zondaars.
H. Kruis, troost der bedrukten, heiJg de rechtvaardigen en bekeer de zondaars.
II. Kruis, afschrik der duivelen, heilig de rechtvaardigen en bekeer de zondaars.
422
VAN HUT HMI.ir. Kit I,quot; IS. 123
IT. Kruis, dat de overwinning geeft aan degenen die beknord worden, heiligde rechtvaardigen en hekeer de zondaars.
H. Kruis, de stempel der uitverkorenen, heilig de rechtvaardigen en bekeer de zondaars.
H. Kruis, de eenigste hoop der zondaars, heilig de rechtvaardig 'n en bekeer de zondaars.
H. Kruis, verlangen van al de heiligen, heilig de rechl vaardigen en bekeer do zondaars.
Wees genadig, spaar ons, Heer.
Wees genadig, verhoor ons. Heer.
Van alle kwaad, verlos ons. Heer.
Van de eeuwige verdoemenis, verlos ons, Heer.
Door uw H. Kruis, waaraan gij genageld geweest zijl echt- en «aaraan gij voor ons hebt willen sterven, verlos ons. Heer.
lci'lg Door de verheffing van uw heilig Kruis, verlos ons, i i- i Heer-
. J* Door de glorie van uw H. Kruis, verlos ons, lieer. Ig fn den dag des oordeels, verlos ons. Heer.
Wij zondaars, wij bidden u, verhoor ons, Heer.
erfd. Vergeef ons onze zonden, welke gij aan het Kruis uil-
geboet hebt, wij bidden u, verhoor ons. Heer.
eutel Wees oneindig barmhartig jegens ons, wij bidden u, er de verhoor ons. Heer.
Verhel' onze zielen tot het verlangen der hemelsche ;cheii dingen, wij bidden u, verhoor ons. Heer. zon- Geef ons de genade van ons zeiven te verzaken, ons kruis op te nemen en u te volgen, wij bidden u, ver-''quot;Squot; hoor ons. Heer.
B1' de r.laak dal wij, met een levendig leedwezen en eeue volmaakte liefde, in de omhelzing van. uw H. Kruis aidi- sterven, wij bidden u, verhoor ons. Heer.
Zoon Gods, wij bidden u, verhoor ons.
anli- Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld, spaar ons. Heer.
*i-4 gebed tot het h. kruis.
Lam God-s, dal wegneemt de zonden der wereld
verhoor ons, Heer. '
Lam Gods, dat w-gneemt de zonden der wereld
ontferm u onzer, lieer.
GEBED.
Heer, mi;n God, die den standaard desKruises geheiligd Ik lil, wij smeeken u, ina:ik dat wr, na onze eerbewijziiigen aan dit heilig leeken waardiglijk toegedragen Ie hehben, de vruchten van zaligheid en glorie, welke dit ons verschall heelt, eeuwig genieleu. Wij smeeken u hierom, o God, die leeft en heerscht in de eeuwen der eeuwen. Amen.
GEniïD VAN VERXnOUWEN EN VERKLEEFOIIEID AAN HET KRUIS.
Heilig Kruis van Jezus, hoe welsprekend is uwe slem ! met welke krachl predikt gij mij de liefde van God! hoe gelukkig hen ik u Ie lie/.ilten ! hoe uitzinnig zijn zij die u miskennen ! heden ontvang ik u uit de handen mijns Zaligmakers, eens 'zal ik u aan hem toonen; aan dil leeken zal hij mij voor uwen dienaar erkennen: heden leert gij mij de iidele vermak, n dei-wereld versmaden, eens zult gij mij den h-mei openen; gij verzacht mijne pijnen en gij maakt mijnen troost uit in dit leven, gij zult mijne sl ^rkte wezen in het uur mijns doods. Waarom wordt gij overal niet geëerd en geë 'rhiedigd? Kan men chrsten zijn en u niet lemiimrii? Ik h nidi u, kostbaar Kruis,'ik eer-bii dig u, ik ontvang u uit de h mtlen vai: len stervenden J zus. Dit is het eenigste wap -n dat bi; mij overlaat, m ar met u, mijn opperste Reenter, zai ik de overwinniiig h, haN n.
O Jezus, ik zal u dit kruis aanbieden dat gij mij als
BEZOEK VAN DE.N KRUISWEG. 423
waarborg der zaligheid g eft; dit zal uwe gramschap omwap.'iitn; in zi.nt u naam is h t, dal ik voor de zondaars genade ver/.Oi k. Laat niet toe dat uw lijden nutteloos voor hen wez *} raak hunne liarleii, vcrliciit hunnen geest, dit vraag ik u in den na.in van het Kruis waaraan ^ij uw bloed vergoten hebt. Vergijfenis, Heer, xi w bloed roept om ban aha rl ifjheid, vergiffenis voor uw volk, wees niet altijd vergramd legen ons.
BEZOEK VAN DEN KRUISWEG.
Eor.o dor godvj uchtige oefeningen, die hot moest geschikt zijn om uw hurt in liet leedwezen over uwe zondon l* u f.j-nen. en om de gewoonte van lijden in den geest van boetvaardigheid te doen aannemen, is de Kmisireg.
Deze wonderbare godvruchtigheid is, zoo ais aangetoond wordt in de K( ninki.ukk KnnswEG aan lt;:e (;elonvigen lolhimno ilvh in'/ en rerlroosting uilrjelpj'/, een der verhovenste korte begripp -n van den gods 1 H st, eene der vruehtbaarste bronnen d r Goddelijk- wetenschap, een der krachtigste middelen om de heilig.nakende g *nade over onze zielen te trekken, en om ons snellen voortgang in de deugd te doen mak n. Benedictus XiV noemt hem het krachtdadigste middel om de zondaren to bekeeren, om de lauwen op te wekken en om de rechtvaardigen te heiligen.
Eertijds deden eene nvMiigte christepen de reis naar het heilig Land, om de plaatsen te bezoeken, welke onze Verlosser door zijne aanbiddelijke tegenwoordigheid geheiligd, en bijzonderlijk die, welke hij, gedurende zijn lijden, door-loopen heeft. De Pausen verleenden ruime aflaten aan die god\ruchtige bedevaart. De plaatsen, welke mm bezocht, waren ten getalle van veertien ten minste, en aan elke was, behalve eene menigte gedeeltelijke aflaten, eenen vollen allaat vergund, en allen waren, bij wijze van goedkeuring, toevoeglijk aan de geloovige zielen. Wanneer de heilige plaatsen in de handen der ongeloovigen waren gevallen, en het zedelijker wijze onmogelijk werd die werkelijk te gaan
T
BEZOEK VAX DEN KRllSWEG.
ijüzodicn, liuLuu du Pausen toe, dat men dezelve op sehilde-i'ijen of in beeldwerk zou voorstellen, en vergunden aan degenen, die deze toepasselijke afbeeldingen in den geest van geloof en ter gedachtenis der geheimenissen van Jezus-Chrislus bezochten, dezelfde nnaten, welke men verdiende wanneer men het heilig Land en de veertien statiën bezocht, zoo binnen als, buiten de slad Jerusalem gelegen. Dit is het, wat men den Kruisweg noemt.
Men weet niel juist de hoeveelheid der aflaten, die aan den Kruisweg gehecht zijn; alleen is het bekend, dat deze overvloedig en allen toepasselijk aan de zielen in hel vage-\uur zijji. Het is opmerkenjwaardig, dat men, om dezelve te verdienen, mei beiioefl te biechten, noch te communi-ceerenj heus voldoende, dal men in staat \an genade zij.
Om deze ellaten Ie verdienen, moet men in de plaatsen alwaar deze godsvrucht naar de kerkwetten opgericht is 1»de veertien statiën bezoeken, en achtervolgens het lijden van onzen Heer Jezus-Chrislus overwegen; 2° van de eene static naar de andere gaan, voor zooveel do grootheid der plaats, of do menigte der aanwezende personen zulks toe-
lUilt.
De kranken, gebrekkigon en de geloovigen, die zich in de gevangeiiis, op zee of bij de ongeloovigen bevinden in eén woord, allen die in eene ware onmogelijkheid zijn'om de statiC-n des kruiswegs te bezoeken, kunnen dezelfde uf laten verdienen, mpt vooreerst veertien maal Onze Va ler qm fw™* te bidden, vervolgens viifmaal Onze Valer Wquot;y.,eyroet en Glorie zij „'en Va ler, en uaarna eenen Onze Varier, 11 ees neg roei en Glorie zij den Vader, voor Z. II. den l-'ai.s ie lezen, houdende in de hand een koperen of motalen Chrk. usbeeld, gezegend door eenen daartoe wettiglijk ge-mi.cht.gdei. pn .s1.t. Die Christusbeelden mogen niet verkocht, gegeven noch geleend worden, met het inzicht era anderen de aflaten m-ide te deelen.
BE/.OKK VAN DES KRUISWEG.
MANIER OM Dl'; VEERTIEN STATIËN VAN DEN KRUISWEG TE BEZOEKEN.
_Urn her/int vooreerst met eene oefening tan f.erouw, en men Uraayl zorg de tneniinr/ e mu en van Je aflaten, aan deze heiliije oc, enimj gehecht, voor zich of voor de jeloovlge neten Ie verdienen.
EEIISTE STATIE.
Jezus wordt tor dood veroordeeld.
y. Wij aanbidden u, o Jezus, en wij loven i,.
iï. Omdat tjij de wereld door uw kruis verlost hebt. ' O Jezus, schuldeloos slaclitollor, door een onreclit-vaardig vonnis, h twelk ik zoo menigwerf door mijne schuldige beleetiigiiigen ondrrtcekcnd eu vernieuwd hel), ter dood veroordeeld, 1« ho. d mij altoos vsii het vonnis van eeneu eeuwigen dood, welken ik zoo dikwijls verdimd heb.
Ach! zonder uwen bijstand, zou ik reeds in lea nacht der i,el gedompeld zijn. Hoeveel ben ik aaa uwe harm hartigheid verschuldigd, omdat ik neg niet ia den al'grond ben riedergeslort.
Ouze Vader... Wees gegroet... enz.
gt;•. Ontlerm u onzer. Heer. ft. Oiitlerm u onzer.
Van de eene statie naar de andere gaande, kan men er bijvoegen:
Gewaardig u, o heilige Moeder! de diepe smarten van uwen Zoon, aan het kruis gehecht, in onze harten le drukken.
TWEEDE STATIE.
Jezus met zijn kruis beladen.
y. Wij aanbidden u, enz.
O Jezus! o beminnelijke Zaligmaker! gij hebt dan
1-27
428 BEZOEK VAN DEN KRUISWEG.
zelf, op uwe gewonde schouderen, het werkluis van uwen dood willen dragen, dal kruis, 7.00 zeer door mijne ongerechtiyheden bezwaard! Ach! doe mii geheel de groolheid miiner heleed:gingen kennen, opdat ik die zonder ophouden en lol het einde mijns levens toe beweone.
Onze Vuiler... Trees gegroet. .. enz.
x. Ontferm u on'.er. Heer. rï. Ontferm u onzer. Gewaardig u, o heilig - Moeder! enz.
DERDE STATIE.
Jezus valt voor de eerste maal onder het kruis. y. Wij aanbidden u, enz.
O aanbiddelijke Jezus! ik zie u, afgemit er. verzwak! door h 't verliezen van uw bloed in de geeseling en in de kroning mei doornen, nedervallen onder het gewictil van uw kruis, dal neg door hel g. wicht mijner zonden bezwaard is! Ach! ik haal, ik verfoei dezelve, ik vraag u mer en meer vergill' nis daarvan, en maak het vast voorn •men om die, met de hulp uwer genade, niet meer Ie b drijven.
Oii*e Vatler... Wees gegroet... enz.
y. Ontferm u onzer, Heer. it OnIferm u onzer. Gewaardig u, o heilige Moed/r! enz.
VIERDE STATIE.
' Jezus ontmoet zijne heilige Moeder.
y. Wij aanbidden u, enz.
ü zoo diep li droefde Jezus! 0 zoo smartelijk bedrukte Moeder! Ach! zoo iu voorleden tijd mijne be-goeclieling; n of ongeregeldheden de oorzaak uwer doodsangslen en smarlen zijn geweesl, hel zal voortaan, met den bijstand uwer g nade, zoo niet meer zijn. Neen, ik zal in het vervolg geene bron van
BEZOEK VAN DENquot; XRUISWEG. 429
bitterheid en druk voor ceni-n zoo leederen Zoon, voor cene zoo teedere Mo; der m.gt;er wezen; o Jezus! o Maria! ik zal u, gedurende mijn geheel leven en tot mijnen dood loe, ge'rouw hemimuu.
Onze Vuiler... ITees (jiytoet.... enz.
y. Ontferm u onzer, Heer. ft. Ontferm u onzer.
Gewaardig u, o heilige Moeder! enz.
VIJFDE STATIE.
Jezus door Simon van Cyrenon in zijne kruisdraging geholpen.
jh Wij aanbidden u, enz.
Gelukkige Cv ren er, die n, o Jezus! uw kruis helpt dragen! Gelukkiger nog ik zelf, zon ik, door uw voorbeeld getroffen, en medednogend met uwe smarlelijke vermoeienis, u ook uw kruis hi»'p dragen door, met onderwerping, geduld en vreugde, al de kruisen te omhelzen, welke het u behagen zal mij, gedurende mijnen levensloop, over le zenden! O Goddelijk voorbeeld! vergun mij die genade.
Onze Varier... 11'ces gei/roet.. . enz.
} . Onlferm u onzer, lieer. u. Onlferm u onzer.
Gewaardig u, o beilige Moeder! enz.
ZESDE STATIE.
Jezus genaderd door Veronica, die zijn aangezicht afdroogt.
ji'. Wij aanbiddén u, enz.
O Jezus! de schoonde van de kinderen der men-schen, en nu zoo afgrijselijk door onze zonden misvormd; ik nad(M'Int u, met de moedige Veronica, om uw met hloed en zweet overdekt voorhoold le beschouwen, en Ik word mei haar bewogi n op het zien van dusdanig verlong. Ach! gij hebt u gewaardigd uwe aclilingswaardige gelaatstrekken inden doekte prenten, waarvan zij zich bediende om n\v aanschijn
■£gt;amp; BEZOEK VAN DEN KllljISWEG.
af te vagen! Gewaardig u nok, smeek ik u, Heer, ge-vvaardig u in mijne ziel de aanhoudende gedachtenis van den smaad te drukken, welken men u heeft aangedaan, en van de wreede smarten, die gij voor de zondaars uiig 'staan heljt.
Ottze Va Ier... Wees yeyroet... enz.
y. Ou!ferm u onzer. Heer. iè. Ontferm u onzer.
Gewaardig u, o heiüge Moeder! enz.
ZEVENDE STATIE.
Jezus valt voor de tweede maal onder het kruis.
Wij aanbidden u, enz.
O Jezus! gii valt dan voor de tweede maal onder den zwaren last van het kruis neder, te midden der verwenschingen en lastering,-n van eene heiligsclien-dige en goddelooze bende soldaten, en mijn hervallen in de zonde Komt zich met dezen stoet van bcleedigin-gen vervoegen! Ach! Heer, help mijne zwakheid, geef mij den moed van de krachtdadigste middelen in het werk te stellen, om niet meer in de zonde te hervallen.
Onze Vader... IVees gegroet... enz.
v. Ontferm u onzer. Heer. ft. Ontferm u onzer.
Gewaardig n, o heilig• Moeder! enz,
ACHTSTE STATIE.
Jezus vertroost de heilige vrouwen van Jerusalem.
gt;■. Wij aanbidden u, enz.
O Jezus! uij hebt voor een oogenblik uwe smarten vergelen, om u alleenlijk met de tranen der godvree-zende vrouwen van Jerusalem, die u volgden, bezig te houden, optlal gi j haar nopens de oorzaak uwer rampen zoudet onderrichten, en hare droelheid door de zoele zalving uwer woorden vertroosten: leev mij ook over mijne beleedigingen weenen, uwe rechtvaardig-
DEZOKK VAM DEW KRUISWEG. {51
lit'id voorkomen, mij alleen ( p uwe oneindige barm-liarligheid bttrouweu, en aan al uwe heilige inspraken beanlwoorden.
Onze Vader... Wees geyroet. .. enz.
y. Ontferm u onzer, Heer. u. Ontlcrm u onzer.
Cewaardig u, o lieiligeMoeder! enz.
NEGENDE STATIE.
Jezus valt voor de derde maal onder zijn kruis.
v. Wij aanbidden u, enz.
O Jezus! door vermoeienis uilgeput, valt gij voor de derde maal, op het zien van den Calvarielierg; en bet droevig vooruitzicht der ondanl,baarheid van de mensehen en der vruchteloosheid van uw lijden voor zoo vele hervaljene of in hunne boosheden verharde zondaars, drukt u nog meer dan inv kruis. O Goddelijke Verlosser! laat niet toe, dal niijn hart versteend worde, bewaar mij van alle hervalling in de zonde! Ach! dat ik liever sterve dan u nog Ie beleedigen!
Onze Vader... M ees yeyroel... enz.
y. Ontferm u onzer. Heer. S. Ontferm u onzer.
Gewaardig n, o heilige Moeder! enz.
TIEXIJE STATIE.
Jezus wordt van zijne kleederen ontbloot.
gt;. Wij aanbidden u, enz.
O Jezus! Goddelijk Lam, eindelijk zijl. gij dan ter plaats uwer slachtolTering gekomen! Is bet mogelijk, dat gij u van uw kleed laat onlblooten, als om uwe nog bloedende wonden opnieuw te openen ? Ach ! hoezeer treft mij dit geweld, hetwelk uwe kleederen onmee-doogend afrukt met de stukken van het gekneusde vleesch, dal aan dezelve is vastgekleefd! hoezeer doordringt het mij met eene heilige schaamte, denkende.
*'gt;- BEZOEK VAX DES KnülSWEG.
dal fjij alzoo vnlilnci voor mijne verlorene onschu'd! O God onllieclit mij van alle aardscha zaken, maak dat ik mij oullgt;loote van alle zinneli ke gi ni-igdhedèn, en ecnen a.schrik hebhe van al wal bülrekking met de Wi rekl ol me! de zonde lieelt.
Onze Vader... Wees gegroet... enz.
f. Ontierm u onz r, He-r. ft. Ontferm u onzer.
Gewaardig u, o iieilige Moeder! enz.
ELFDE STATIE.
Jezus wordt aan het kruis genageld.
y. Wij aanbidden u, enz.
O Jezus! vri williglifk op liet kruis uilgesfrekt, in welken staal zie ik u, onder de hamerslagen, die de nagelen door uwe voelen en handen dring nl uw vleesch versch. urd ! uw - zenuwen geliroken I uwe adi -ren geopend 1 welke smarten! Aeli! Heer, vonrlaan wil Ik mi;ii vleescli met al zijne lii'geerlen kruisigen! gestadig wil ik met u aan het kruis geli clit blijven.
O/iZi! \ atler ... I Vees gegroet... enz.
y. Ontlerm u onzer, Heer. ft. Omlerm u onzer.
Gewaardig u, o heilige Moeder! enz.
TWAALFDE STATIE.
Jezus sterft aan liet kruis.
X. Wij aanbidden u, enz.
O Jezus I dienaeenen wreeden doodstrijd van drie uren, aan het kruis d -n g-est hebt gegeven, alles is dan v ilbracht: gij zijl vonr mij geslorvi-n, vriiwillig s'aoli oder uwer lief.ls vonr d.i /.a igh -id der zondaren. Zou ik dan ong lukkig gein, g zijn, om nog in d ■ zonde te hervallen. Ach! verleen mij, n mijn Zaligmaker! de genade van veeleer voor u te st rven ; of, indien ik neg moet leven, maak dan dal ik voortaan niet meer leve
IIEZUFK VAX UEX KRUISWEG. ,(55
dan om ii gedurende geheel mijn leven te beminnen en geii'ouw te dienen, toldat ik mijne ziel in uwe handen zal stellen.
Onze Vader ... Wees gegroet... enz.
f. Ontferm u onzer, lieei'. ti. Ontferm u onzer.
Gewaardig u, o heilige Moeder! enz.
DERÏIEXDE STATIE.
Jezus wordt van liet kruis afgedaan.
gt; . Wij aanbidden u, enz.
O Jezus! van het kruis afgedaan, ik eerbiedig u, niet eenen godsdienstigen eerbied, als het slachlolfer on/.er verlossing... O mijne ziel! zie hoe zeer Jezus-Christus u bemind beeft: beschouw dit doodverwig aangezicht, dit mismaakt hoofd, die verstorvene oogen, dien gesloten mond, die doorboorde handen en voeten, die geopende zijde, en dit alles tot uwe eigene zaligheid... O beldhaftige Moeder! o Maria! meteen zwaard van droefheid doorstoken! ik heb medelijden met uwe diepe smarten, op het zien van uwen leven- en beweegloo-zen Goddelijken Zr.on: verwerf mij de genade van de zonden, die de oorzaak zijn van zijnen dood, altoos te verfoeien, en van mij in liet vervolg steeds als een ware christen te leven, opdat ik tot de eeuwige zaligheid moge geraken.
Onze Vader... Wees gegroet... enz.
y. Ontferm u onzer. Meer. ft. Ontferm u onzer.
Gewaardig u, o heilige Moeder! enz.
VEEllTIEXDE STATIE.
Jezus wordt in het graf gelegd.
\. Wij aanbidden u, enz.
O Jezus! van het kruis in het graf nedergelegd, ik wil ook, als dood aan alles, onafscheidelijk zijn van u, ...
28
f
i,
434 GODVRUCHTIGE OEFENINGEN
de eenzaamheid en de stille van een met u in God verborgen leven. O nieuwen hecrüik graf', \v 'arin hel dierbare pand mijner zaligheid rusl! waarom heb ik ook geen nieuwen met ds ugden versierd hart, om daarin het aanbiddelijk lichaam van Jezus te ontvangen! O mijn Zaligmaker! bereid zelf in mij eene voor u waardige verblijlp'aats; maak dal ik niet meer voor mij zeiven, maar voor u, die voor mij gestorven zijl, alleen leve; of liever, leef voorlaan alleen in mij, opdal ik, na hier beneden, in uwe Sacramenten, de eerstelingen der verdiensten van uw lijden en van uwen dood ontvangen te hebben, eens er de geheele volheid in den hemel moge van inzamelen. Amen.
Onze Vader.. . Wees gegroet... enz.
f. Onlferm u onzer, Heer. iï. Ontferm u onzer.
Gewaardig u, o heilige Moeder ! enz.
GODVRUCHTIGE OLFEfiINGEN TOT MARIA.
HE VEREEIUXG VAN MARIA , WARE BRON DER GODDELIJKE LIEFDE.
Bemint Maria, o christenen, liebt haar linf uit gnnschor harte, gelijk de heilige Bernardus zegt, en nooit zu!t gij haar zoo zeer beminnen, als zij waardig is bemind te worden; neen, nooit zult gij haar zoo zeer beminnen als zij u bemint. Alle heiligen hebben deze goede Moeder teeder en vuriglijk bemind, en zij hebben heil en vreugde in deze liefde gevonden. Wijl al de leeraars der katholieke Kerk den eerbi d tot Mariaals een teeken van voorbeschikking tot den hemel beschouwen, is het niet te verwonderen dat alle heiligen Maria bemind hebben; het zoude daarentegen buitengewoon wonder zijn, indien zij haar ni.'l bemind hadden. Kn gij ook die uwe eeuwige zaligheid wilt verzekeren, eert Maria en gij moogt met vertrouwen hopen, dat die goede en tee-
TOT MAPTA. -450
dcre Moeder u de noodige genaden zal verkrijgen om zalig te worden. In alle uwe geestelijke en zelfs lijdelijke noodwendigheden, druk en lijden, neemt uwe toevlucht tot Maria, golijk het u de TT. Bernardus met zoo schoone woorden aanbeveelt, en nooit, volgens denzelfden heilige, zult gij haar te vergeefs aanroepen. Dat haar :'oete, ja moer dan honigzoete naam altijd in uw hart en dikwijls op uwe lippen zij; aanroept Maria 'smorgens, als gij opstaat, en 'savonds, als gij slapen gaat; en dat hare gedachtenis alleen uw hart van vreugde en blijdschap doe opspringen.
Om uw vertrouwen op Maria te vermeerdpren, kan ik niet beter doen dan u de schoone woorden van oenen dienaar van Maria aanhalen; het is zijn hart dat spreekt on dat hem zoo treilende beelden en heerlijke tafereelen ingeeft.
«Bij uwen naam, o M.tria!» zegt de eerwaarde heer Dupanloup ^ter gelegenheid van het doopsel van M. Ratis-bonne), verheugt zich de hemel; de aarde springt op van vreugde; de hel knarsetandt in eene machtelooze woede. Neen, geen schepsel, hoe verheven of nederig het moge wezen, kan u aanroepen en verloren gaan. De prachtige kerkgebouwen, door de godsvrucht der groote volkeren geslicht, de gouden wapens en eereteekenen, de rijke banieren, door vorstelijke handen vervaardigd, evenals de zedige giften, door den schipper geotferd in eene arme kapel, in de spelonk eener rots op den oever der zee, ofwel uw nederig beeld dal ik afgeteekend gezie n heb d' - de hand der martelaren in de duisternis der catacomben, u les getuigt uwe macht om de stormen te bedaren en de Goddelijke barmhariigheid uit den hemel op de aarde te doen nederdalen. Maria, ik heb de woeste plaatsen der natuur op uwen naam zien lachen en in bevalligheden zich tooien; de godvruchtige bewoners der eenzaamheid verkondigden uwen lof; de weerklank der bergen, de golven der stroomen herhaalden met vreugde uwe lofgezangen ; ik heb in de grootste steden der wereld, in de schaduw van uwen naam, de zuiverste en de edelste deugden zien bloeien: ik heb de jeugd gezien met dien edel-moedigen drift, met die vertrouwelijke vurigheid, met die onbeschrijfbare bekoorlijkheid, waarmede de deugd in de jongelingsjaren het voorhoofd siert, ik lieb haar uwen naam en het geluk van uwe feesten te vieren boven de schitterend-
•i3ft ConVHUKHTlGE OKft.MIVJKN
ste lotbesteniDiing en boven alle de bekoorlijkheden der
wereld zien stellen.»
«Ik heb grijsaanls, na een leven van zestig, tachtig jaren zonder geloof, zonder deugd, zich op hunne smartelijke legerstede zien oprichten, en op uwen naam zich den God herinneren die hunne kindsheid gezegend had; gij ver-scheent voor hunne oogpn als een teeken van veiligheid en van vrede voor het eeuwige leven! o llaria, wie zijt gij dan? gij zijt do Moeder van onzen Zaligmaker; en Jezus, de vrucht uws lichaams, is de God die gezegend is in alle eeuwen der eeuwen; gij zijt onze zuster; gelijk wij, dochter van Adam, hebt gij nogtans geen deel gehad aan ons rampspoedig erfdeel, en onze ellenden dienen om u voor ons het diepste en teedorste mededoogen in te boe?quot;men.»
« O Maria, gij zijt het wonderwerk der Goddelijke almacht! gij zijtdebeweeglijkste ontdekking zijner goedheid! ik vind geene betere uitdrukkingen: gij zijt de zoetste glimlach zijner barmhartigheid o Heer ! geef oogen aan die er geene hebben om Maria te zien, en het zachte licht dier moederlijke blikken te begrijpen; geef een hart aan die er geen hebben om Maria te beminnen; en van Maria tot het eeuwige Woord, tot de altijd oude en altijd nieuwe schoonheid, tot dat ongeschapen licht hetwelk onze zwakke oogen geneest en de driften onzer/.ielen beteugelt, van Maria tot Jezus, van de Moeder tot den Zoon, dat is maar een stap.»
Voegen wij bij deze schoone lofrede van Maria hetgeen in do vorige eeuw een harer grootste dienaars heeft geschreven :
o Het is,» zegt de H. Alphonsus, «het algemeen gevoelen onder de leeraars der Kerk, naar het voorbeeld van den H. Bernardus, datGod geene ééne genade uitdeelt, tenzij door de handen van Maria. Daar komt van daan, dat volgens de getuigenis van den geleerden Suarez, hi?t hedendaagscli gevoelen der katholieke Kerk is, dat de aanroeping van Maria niet alleen nuttig is, maar ook noodz; kelijk om de genaden des hemels te bekomen. En dit gevoelen wordt krachtig bevestigd, omdat de H. Kerk deze woorden der schriftuur op Maria toepast: Komt allen lot mij, want op mij steunt de hoop van al de goeileren die yij kunt verlangen. Zij voegt er nog bij: Zalig de mensch die mij hoort, en die u-aakt om
TOT MAK IA. i57
dagelijks mijne machtige bescherming af te smeeken, want mij vindende, zal hij hei leven en de eeuwige zaligheid vinden. Hot is dus met reden dat de Kerk wil dat wij haar onze algemeene hoop noemen.»
«De eerbied voor de wonderlijko Moeder Gods,» zegt een godvruchtige schrijver (M. Boudon) a brengt ons zoo vele zegeningen dat de geheele eeuwigheid niet te lang is om alle de gunsten te erkennen welke wij hierdoor verkrijgen... De zieken vinden er geneesmiddelen voor hunne kwalen; de onwetenden geleerdheid; de zwakken sterkte; de bedrukten troost; die in lijden zijn, rust; de zondaren genade; de rechtvaardigen hunne heiligm.tking; de zielen in het vagevuur hare verlossing.. . Haar hart, dat kostbaar, dat na het Hart van Jezus het zoetste, het zuiverste, het liefderijkste aller harlen is, bevat alleen meer li' fd? en volmaaktheid dan al de engelen en de heiligen te zamen; en bij gevolg heeft het voor ons onvergelijkelijk meer loederheid, meer medelijden, meer genegenheid om ons bij te staan, dan al de heiligen te zamen; en uit dit goedertieren hart, als uit eene onuitputbare bron, vloeion eene ontelbare menigte van allerhande goederen onophoudelijk op al de schepselen neder. »
Maar waarin bestaat de ware eerdienst voor Maria? Deze vraag is van het grootste belang en al uwe aandacht waardig. Is het alleenlijk, gelijk eenigen, niet genoeg onderricht in den godsdienst, meenen, in het opzeggen van eenige godvruchtige gebeden te harer eer, of in fenige godsvrucht-oefeningen om haar te behagen? Zekpr. dat alles is loffelpk, vermits het wel geschiedt en geene andere staatsverplieh-tingen verhindert. Maar hierin is eigenlijk de dienst van Maria niet gelegen; deze eerodienst moet in het hart zijn; hij spoort ons aan om haar in al onze werken te behagen, en vervolgens tot de navolging harer deugden, welker oefening ons aangenaam zul maken aan haren Goddelijker! Zoon, laatste einde van den eerbied welken die goede Moeder wil dat wij vóórhaar hebben; want zij wil ons tot Jezus geleiden en door Jezus tot God den Vader. «Indien wij Maria beminnen, zegt de heilige Alphonsus, zoo moeten wij haar navolgen, omdat dit de grootste eer is welke wij haar kunnen bewijzen. Degenen wehke hare
43« GODVRUCHTIGE OEFENINGEN
deugden navolgen, mogen zich ware kinderen van Maria nav
En welke zijn die deugden die gij moet oefenen om aan ^clt;?
uwe moeder te behagen? Al degene welke uw staat ver- ^
eischt: « Ku komt, zegt de h* üige Ambrosius, en stelt u het ren leven der 11. Maagd Maria voor oogrn: dit zal als een spiegel
zijn waarin gij het voorbeeld der zuiverheid en d^r deugd '10lt; zult zien. De eerste beweegreden ter navolging is de verhe-
venheid van den moester Nu, wat kan er verhevener zijn 8^
dan de Moeder Gods... Zij was Maagd volgens ziel en n0(
lichaam en van eene onbevlekte zuurheid Zij was oot- de'' moedig van hart, ernstig in hare gesprekken, voorzichtig in
hare besluiten. Zij sprak zeldzaam en zeide alleen hetgeen 1
noodzakelijk was. Zij las gedurig de boeken van de Wet des om
Heeren, en stelde haar vertrouwen niet in vergankelijke de
rijkdommen, maar in de gebeden der armen. Altijd even wa
vurig wilde /ij God alleen tot getuige hebben van hetgeen ha
er in haar hart omging; zij olïerde hem alles op wat zij deed Ma
«Verre van iemand leed tedonn, deed zij aan allen hare te1
liefdadigheid gevoelen; zij eerbiedigde hare oversten en de
benijdde haars gelijken niet; zij vluchtte de ijdele glorie, zij
volgde derechterede en b^miiide de deugd ITare oogsla- on
gen waren vol zoetigheid, hare woorden vol lieftalligheid ; w(
geheel haar gedrag droeg het kenmerk der zedigheid. Men ve
bemerkte niets in hare handelingen hetgeen niet welvoeg- an
lijk was; hare vroolijkheid had niets lichtzinnigs; hare stem al
vermadde geen de minste eigenliefde. TTaar uiterlijke was ^
zoo wel geschikt dat de houding van haar lichaam het afbeel- lij dsel was van hare ziel en een vo'maakt voorbeeld van alle
deugden. Hare liefde voor den evennaaste kende geene palen. ni
Zij onderhield veelvoudig vasten en verkoos; tot Aoedsel niet h(
hetgeen de '/inneipkheid kon voldoen maar hetgeen genoeg- b(
zaam was om de natuur te ondersteunen. Zij bracht de uren ni
die \oor den slorp besti md zijn in oefeningen van godvruch- oi
tighrid door. Zij verliet slechts hare woonstede om naar 01
den tempel te gaan en altijd in het gezelschap van hare «
Maria als uw voorbeeld daarstellende, wi ik niet zeggen ii
dat gij hoar in al hare onthoudingen en nachtwaken moet t(
TOT MAIUA.
4ö0
navolgen, tenzij uw gecstolijko leidsman zulke verhevene gunst des homels in u erkent en u dit alles geraadzaam oor-
,er- Mocht ik u hier, om uw betrouwen op Maria te vermeerde-het rengt; de hli.ken van goedheid en moederlijke teederheid jgel kunnen aanhalen, welke die Goddelijke Moeder in alle tijden (,„,1 hei ft getoond aan hare dienaars, zelfs aan die welke haai rhe- alleenlijk zwakke teekens van liefde hadden gegeven! Hel zijn getal dier weldaden is zoo groot, dat er hoekdeelen zouden ell noodig zijn otn ze allen te bevatten. Omdat het onmogelijk is 30t_ deze alle aan te halen, zal ik er slechts eene uitkiezen die, g in ofschoon minder bekend, toch even zeker is. ;een Een jongevrijgeest die zich zond t knaging overgaf aan alle des ondeugden, buitensporigheden en verergenissen, werd temid-ijke den zijner baldadigheden oveivallen door eene ziekte ven waaraan hij overleed. Hoe groote zondaar hij was of niet, hij :een had de gewoonte van alle dagen een A i e Maria ter eere derH. leed Maagd te bi Iden.Tusschen al zijne ongebondenheid en misda den lir-thi nooit dit kort gebed na, dat hijzeide, zonder te we-lare ten waarom, en eerder uit gewoonte dan uit eenige beweegreen den van hoop of godvruchtigheid. Zoo Ira men vernam dat rie, zijne ziekte gevaarlijk was, ging de pastoor hem bezoeken ;sla- om hem aan te moedigen tot bekeering; maar hij ant-'id ; woorddedat, zoo 'iine ziekte doodelijk was, hij wilde ster-Wen ven gelijk hij geleef l had; en indien hij genas, ('at hij niet iquot;g- anders wilde leven dan als hij geleefd had. Zoo sprak hij aan tem al degenen die hem opwekten om zich te biechten •, en was noch pastoor, noch kapelaan, noch ee iige andere geeste-nol- lijken of bloedverwanten die bij hem kwamen, konden een alle ander antwoord bekomen. Eeniegelijk was verbaasd en nie-len mand duifje hen. nog van bekeering spivken, uit vrees van niet hem zijne gewone golslas ringen en t-oo-ih-den te doen nog- bedrijven. Een zijner medegezellen, van gelijken ouderdom, iron maar wijzer van gedrag en die hem dikwijls over zijne wan-jch- orden had berispt, kwam hem bezoeken; en na hem van laar onverschillige zaken gesproken te hebben, zeide hij hem* lare «Gij mo st toch zorgen u te bckeeren. — Mijn vriend, hernam de zi 'ke, ik ben te groole zondaar daarvoor. — Wel, .gen indien gij /00 groote zondaar zijt, zei de andere, neem uwe 10ei toevlucht tot de H. Maagd Maria, die de toevlucht der roii'/'i
GOÜVHUCUTIÜE
rent's.— Ach! antwoordde de zieke, ik zeg dagelijks een
Are Maria! dunkt u dat dit mij ergens toe zal helpen? _
Wel hoe: hervatte de andere, of dit u helpen zal! dit zal u door alles helpen. Hebt gij haar in dit gebed nietgevraaed om vuor u in het uur uwer dood te bidden ? — Dal is waar zeide de zieke, en omdat dit zoo is, ga, roep mijnheer pastoor-ik wil mij biechten. — Dit zeggende, stortte hij eenen vloed van tranen. Waarom weent gij? vroeg hem zijn vriend — Ach! antwoordde hij, kan ik ooit genoeg weenen, na zoo buitensporig geleefd te hebben en een zoo goeden God vergramd te hebben die altijd gereed is mijne zonden te vergeven? Ach! ik moest bloedige tranen weenen; maar mijn bloed is niet rein genoeg om aan God opgeoflerd te worden Jezus heeft zijn bloed voor mij gegeven en op hem steunt al mijne hoop.» Zijn vriend, deze woorden hoerende en zijne tranen ziende, begon met hem te weenen. Mijnheer pastoor die de gesteltenis des zieken wilde weten en eene laatste
poging op zijn hart doen, kwam op ditoogenblik binnen en was zeer verwonderd die twee jonge lieden te vinden weenen. Daar hij de oorzaak hunner droefheid vroeg, zeide do zieke; ik ben het die mijne zonden beween. Eilaas! ik heli te laat gewacht om te weenen! maar de verdiensten van mijnen Zaligmaker zijn oneindig en zijne barmhartigheid is zonder palen, en daarop berust al mijne hoop. — Wie is het dan, zei de pastoor, die zoo grootp verandering te weeg heeft gebracht? - De H. Maagd Maria, hernam do zieke mijne goede Moeder; die mij de oogen geonend en het hart heeft geraakt en die niet wil dat ik zoude verloren gaan. — Gij wilt u dan biechten, zet de pastoor. — Ja, antwoordde de zieke, doe allen maar hoven komen, want mijne hiecht moet openbaar zijn, wijl mijne wanorden openbaar zijn geweest. — Dat is niet noodig, antwoordde de pasloor; de verergenissen uws levens zullen genoeg hersteld zijni als men zal weten dat gij u wel gebiecht hebt. Daarna ging de vriend van den zieke naarbeneden en vertelde aan het huisgezin hetgeen voorgevallen was, terwijl de zieke zijne hiecht sprak, die dikwijls door zijne tranen en verzuchtingen on-derbroken werd. Na zijne biecht, bracht hem de pastoor aanstonds de laatste IIII. Sacramenten: hij was vergezeld van eene menigte personen van allen rang, welke op het
TUT 5UU1A. 441
gorucht dezer bekeeringwaren topgcloopen. Mijnheer pastoor liet niet na van in eene onderrichting te spreken van de wijze waarop deze bc-keering geschied was en hij sprak op zulke beweeglijke wijze van do H. Maagd dat hij tranen afperste aan al zijne toehoorders. Maar wanneer de zieke zelf het woord had opgevat, en dat hij de gevoelens van liefde, van betrouwen en erkentelijkheid, waarvan hij doordrongen was, had uitgedrukt, wanneer hy aan de omstanders vergiffenis had gevraagd van de kwade voorbeelden die hij hun gegeven had en hunne gebeden voor zich had afgesmeekt, dan iioorde men in de geheele vergadering niets anders meer dan zuchten, kermen en schreeuwen; en deze stichtende plechtigheid was de oorzaak van verscheidene bekeeringen.
De zieke zijn kwaal voelende verergeren, vroeg zelf tegen den avond het heilig Oliesel, dat bij met dezelfde gevoelens van gods\rucht ontving. Om middernacht begon zijn doodstrijd en hij overleed een uur iaier. De menigte was zoo groot bij zijnen lijkdienst, dut de kerk al het volk niet kon bevatten. Deze begrafenis was minder eene treurige plechtigheid dan een dag van zegepraal voor de II. Maagd, wier macht bij God door een ieder werd verheven en wier over-groote barmhartigheid door allen werd geprezen.
Wat is Maria goed! wie zal haren heiligen naam niet ge-benedijden en hare macht en goedheid prijzen? Wat mij betreft, ik wenschte honderd monden le hebben om haren lof te zingen en te verkondigen, en een beter hart om haar te beminnen. Ja, lieve Moeder, ik wil u voortaan alle de dagen mijns levens beminnen, en mijne zwakke vermogens gebruiken om u te doen kennen en beininn-n. Gewaardig u deze rechtzinnige belofte van mijn broos hart te aanvaarden; en verkrijg mij de genade van uwen lof en uwe onuitsprekelijke barmhartigheden gedurende de gansche eeuwigheid te zingen!
Alvorens te eindigen, moet ik u nog eenen raad geven wegens de godsvrucht tot de H. Maagd: om Maria te behagen, moet uw eeredienst aanhoudend zijn, en gij moogt die ungestadige dienaars niet navolgen, die in den beginne vol
442 VERSlIEIDENli GEBEDEN
vurigheid zijnde, welhaast vernauwen en eindelijk hunne goede voorn mens vergeten. «Men verhaalt, zegt hieromtrent do schrijver der Niewce mann l ran Maria, dat de god-vruehtige Bquot;rehmaiis, op zijn doodbed door zijne medegezellen ondervraagd wordende, welke godsdienstoefeningen zij moesten verrichten om Maria aangenaam te zijn en hare voorspraak te bekomen, hun antwoordde: ■» De kleinste zaken zijn genoeg, wanneer men ze aanhou/lenrl verricht.» k Hoeveel zielen, zegtile II. Alphonsus, dr- nu in de hel zijn, zouden zalig zijn geworden, indien zij volhard hadden Maria te eeren gHijk zij hadilquot;!! begonnen: Hoeveel andere zijn hunne zaligheid verschuldigd aan de volharding in den dienst dezer heilige Moeder !»
VERSCHEIDENE GEBEDEN TOT DE H. JIAAamp;U MARIA.
Dc lofzang: ave m.uiis stci.i.a.
Wij groplen u, o Ster der z.ee, O Moeder van Gods Woord,
O alliid ongeschonden Maagd,
O blijde Hemelspoort.
Neem, als weleer uit 'sEngels mond ,
Dit groeten jwslig aan,
En geel', voor Eva's droevig lol, Ons vrede op 's levens baan.
Geef de verb'inden 't hemelsei) liclil.
Verbreek des zondaars band. Verwerf ons al wat heilzaam is,
Drijl alle kwaad van kant.
Toon, dat gii onze Moeder zijt, Eu smeek voor ons bij Hem,
443
TOT DE H. MAAGD MARIA.
Die ook voor ons uw Zoon wou zijn, Hij honrt uw Mocdéi'stem.
Maak onze ziel van zonden rein, En zuiver ons gemoed.
Ma k vlekloos onzen levensloop,
Opdat wi, eens in eeuw'ge vreugd Voor Jezus' aansclii.n slaan.
U Vader, Zoon en Ileilgen Geest,
Zij glorie, roem en majesteit.
KOliTE UITBnElDIJIG VAN DE GKOKTEMS «ES ENGELS.
Wees ffe'jroel, Maria, rol van fjenac/e. Het is in deze hoe-daniglii'id, dat de Engel des hemels zelf u, van Gods wege, groette. En, hojzondt gij niei vol van genade zijn, daar gij in uwen reinen schoot tien oor.-.prong zelven van alle genade besloten hebt? Aan de menschen en de Engelen is zij alleen met mate gegeven; maar wat u aangaat, gij hebt die in hare volheid ontvangen. Doch hot is mot voor u alleen, dat deze overvloedige dauw over u is nedt rgedaald; gij zijt de uitdeelster der genaden; het is door uwe handen dat God die over ons uitstort; gewoardig u iljn ons een deel te geven in die senatten, volgens onze behoefte, waarvan gij de geheele uitgestrektheid kent.
De Heer is mei u, met alleen gelijk hij met alle rechtvaardigen is, maar hij is met u op eene innige en bijzondere wijze; hij is persoonlijk met u vereenigd, hij heeft zijn
T
• VKRSÜÜEIÜEXE GEBEDE?!
\orbiijt in uwen maagdelijken schoot; daar is het, dat de volheid zijner Godheid en zijner Menschheid te gelijk zich bevindt; uw Flart, dat hij door zijne tegenwoordigheid zegent, heiligt en zuivert, wordt als een levende hemel, waar de Heilige der Heiligen met welbehagen zijne woonplaats vestigt.
Gezegend zijl gij boven alle vrouwen, en meer bevoorrecht dan al die geweest zijn, en ooit zijn zullen; alle volkeren der uurde zullen u loven, en alle tijden uwen roem verkondigen. E«ne zondige vrouw had de vervloeking des Hemels over het menschdom getrokken; eene maagd zonder vlek moest over hetzelve al do zegeningen des Allerhoogsten trekken, en dio, boven alle andore uitverkorene Maagd, zijt gij, o beminnelijke Maria! Dat de hemel u zijn eerbied be-wijze, gij zijt zijn roem; dat de aarde u eere en bcminne, j-ij zijt haar heil en redding; dat de hel u vreeze, gij verplet het hoofd van het helsch serpent, wiens vergiftigde adem het heelal besmet had.
An gesejend zij Jezus, de vruch' uirs lichaams. Onze lof-zeggingen, onze zegeningen, onze dankbetuigingen, o Maria! moeten vooral toegewijd zijn aan do vrucht van zegening, welke gij draagt. Gezegend zij dan voor altoos die aanbiddelijke Zoon, die beminnelijke Zaligmaker, welken gij aan de wereld geelt, om de God van Israël, de Verlosser van zijn volk, de lledder van het menscheiijk geslacht, de Zaligmaker van ons allen te wezen.
Heilige Maria, Moe er GoJs, bid voor ons. Wij weten, dat gij, door Moeder van God te worden, ook onze teedere Moeder geworden zijt; wij hopen dan, dat gij belang in ons zult stellen, dat gij uwen Goddelijken Zoon zult bidden ons gunstig te wezen! onze hoop zal niet bedrogen worden.
Zondaars. Ja, het is maar al te waar, wij zijn groote mis-dadigen, maar deze hoedanigheid zelve moet uw hart treffen dat zoo genegen is Lot de boetvaardige zondaars, wier schuilplaats, wier toevlucht en eenige hoop gij na God zijt.
A'u en in de uur onzer dood. Al de dagen van ons leven zullen wij uwen machtigen bijstand inroepen; maar bijzonderlijk vragen wij dien voor de laatste oog3nblikken van ons leven, voor de uur des doods; bekom ons de genade van over de vijanden onzer zaligheid te zegepralen, van onze
I
tut ut II. JIAAIJU MAlil\. -u5
; (j,, misdaden to vcrl'ioien, on onzeu levensloop door eencn za-tieh ligpn dood to eindigen, door ernen dood, die ons tot het ze- waar, het onsterfelijk leven geleide. Amen.
faar lats
■cht LI TAME
iren
•er- tot bk iikilice haag» maria.
Helder Deze Litanie wordt genoemd mn f.oreile, omdat /.ij alle iten Zaterdagen door hot jaar in het Huis van Lorette plechtig zijt gezongen wordt. Z. H. Alexander VII verbood er iets be- aan te veranderen en verscheidene p.iuspn verrijkten ze mot ne, aflaten. I'ius Vil bevestigde de v?rgunde aflaten en bracht plet ze op 300 dagen voor elke maal d it men deze Litanie god-lom vruchtiglijk en met leedwezen zol, hidden.
Dezelfde Paus vergunde nog, op de gewone voorwaar-lof- den, aan al wie deze Litanie dagelijks bidt, een vollen aflaat
ria! op de vijf feestdagen van O. L. V. Onbevlekte Ontvangenis,
ng. Lichtmis, Geboorte, Boodschap en Hemelvaart.
iid-
aan Heer, ontferm u onzer.
'.un Christus, ontferm u onzer.
lgquot; Heer, ontferm u onzer.
Ciirislus, hoor ons.
oe. Christus, verhoor ons.
,ult God, hemelsche Vader, ontferm u onzer,
in- (jod. Zoon, Verlosser der wereld, onlferm uonzer.
(Sod, Heilige Geest, ontferm u onzer, is- H. Drievuldiglieid, een God, onlferm u onzer,
fen H. Mi ria, hid voor ons.
'fquot; H. Moeder Gods, hid voor ons.
H. Maagd der Maagden, hid voor ons. 6,1 Moeder van Christus, hid voor ons.
Moeder der Goddelijke genade, hid voor ons. .an Allerreinste Moeder, hid voor ons.
Allerzuiverste Moeder, bid voor ons.
■w6 litanie tot de h. maagd maria.
Oiigesclifindeno Moeder, bid voor ons,
Onhtvlekle Moeder,
Minnelijke Moeder,
\\ onderlijke Moeder,
Moeder des Sehepp ts.
Moeder des Zaügmakers,
Allervoorziehi ig-ie Maagd.
Eerwaardige Maagd,
Loivvaardige Maagd,
Maclilige Maagd,
Goedi riierene .Maagd,
Gelrouwe M agd.
Spiegel der n cluvaardigbeiu.
Stoel der wijsli. id.
Oorzaak onzer blijdscliai),
Geestelijk vat,
Eerwaardig vat.
Schoon vai van devotie.
Geestelijke roos,
Toren van David,
Ivoren toren,
Gulden liuis,
Ark des vei'hnnds.
Deur des hemels,
Murgcnsler,
Behoudenis der knnken,
loevlueht der zond ren,
Troosteres der bedrukten.
Hulp der Christenen,
Koningin der Engelen,
Koningin der Palriarken,
Koningin der Proleten,
Koningin der Apostelen,
Koningin der Marlelaren.
Koningin der Itelijders,
Koningin der Maagden,
VERSCHEIDENE GEBEDEN TOT DE H. MAAGD MARIA. 44-7 Koningin van alle Heiligen, Lid voor ons.
Koningin, zonder ei'lzonde ontvangen, bid voor ons. Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld,
spaar ons, Hoer.
Lam Gads , dat wegneemt de zonden der wereld,
verhoor ons, H er.
Lam Gnds, dat wegneemt de zonden der wereld,
ontferm u onzer.
Chiistus, hoor ons.
Christus, verhoor ons.
Heer, ontferm u onzer.
Christus, ontferm u onzer.
Heer, ontferm u on/.er.
Onze Vader, enz.
}■. Bid voor ons, H. Moeder Gods.
i'i. Opdat wij waardig mogen worden der belofte» van Christus.
LAAT ONS HIDDEN.
O Heer, God! wij bidden n, stort uwe genade in onze harten, opdat wij, die door de boodschap des Enge's de Menschwording van Christus, uwen Zoon, gekend h.'bhen, dnor zijn lijd1 n en kruis gebracht worden tot de glorie der verrijzenis, door denzelfden Jezus-Christus, onzen Heer. Amen.
GERED VAN EEN KI\D VAN MA It TA IN DE KKRK OF KAPEL WAAI',HEEN HET EENK liEDEVAART DOET.
O Maria! wij komen van verre « eeren en aanroepen in dezen tempel, waar zoo vele godvruchtige bedevaarders de uitwerksels uwer goedheid en uwer macht gevoeld hebben: wij hebben niet blijdschap den afstand doorloopen, die ons van deze heilige plaats scheidde; want wij ook, wij komen u genaden af-
«8 VERSCHEIDENE GEBEDEN
smeekeii, eu wij Uopeii dat gij jegens ons zult goed wezen, geli:k gii het geweest zi't jegens allen die u in dit heiligdom met betrouwen aanroepen hebben: Ja, wij hopen het, ieder uur van dezen dag zal ons nieuwe zegening bijbreng,mi : ons vertrek, onze godvruchtige reis, onze terugvaart, alles zal van u gezegend vvGiden. Maar gij kent de bijzondere gratie waarvan ik dezen morgen liet verlangen in den grond mijns liarteii gevormd heb, en welke mijn g b d en de ver-hefling mijner ziel lol u al de oogenblikken van dezen dag voor doel had. Ik smeek u dat gij dit verlangen zoudt verhooren. Gedoog niet, o Maria, dat een uwer kinderen u kunne zeggen: ik heb u angeroepen op de plaats waar gij vermaak schept uwe worn! ren te doen uilsehiinen, en gij hebt geene zegeningen voor mij gehad. Neen. neen, gij zult al onze gebeden verhooren, en wij zullen allen wederkeerquot;!! om eene nieuwe weldaad van u te openbaren, met eene nieuwe beweegreden om ons op u te betrouwen en niet eenen nieuwen band van liefde die ons aan u vasthecht. Amen.
OPDRAfUlT AAN MARIA
Wi:l.KK DE KIXDEIIKN IIEZER C.OEDE MOEDER GEWOONUJK OP DE FEESTDAGEN DER H. MAAGD HERNIEUWEN.
Verhevene Koningin des hemels. Moeder Gods, zachtmoedige Maria! wat ben ik gelukkig dat ik uwe grootheden eu uwe onullsprekelijke goedheid heb leeren kennen, wat ben ik gelukkig dat ik dien roep van liefde heb gehoord, welken uwe kinderen op alle plaatsen herhalen: ffoe goed is Maria! Ja, o Maria! gij zijt duizendmaal gord: nooit helit gij iemand van hen, die hunne toevluchl tol u genomen hebben, versloolen. Ik weet het, Koningin der Maagden, lt;k ben niet
TOT DE H. MAAGD MARU. 449
waardig onder het getal uwer dienstmaagden gerekpnd te worden, en nogtans verlang ik eenen heiligjrcn en zoeteren titel. ik wil u vonr Moeder hebben, ik wil uw kind we/.en. Ziedaar, wat mij hiervoor uwe voeten brengt; o Maria! versloot mij niet. Hebt gij reeds aan de vraag van den stervenden Je/.us niet toegestemd mijne Moeder te worden? Zoudt gij dus de gift, Wf'ke ik van mij zeiven doe, kunnen weigeren? Ik geef u hetgeen n reeds toebehoort, h'tgeen Jezus-Christus zelf n gegeven heeft. O! neen, gii zult mij niet verwerpen! gij zult altijd mijne Moeder wezen, en zelfs konde eene moeder haar kind vergeten, gij, o Maria! gij zult mij nooit vergeten. Leer mij den weg der zaligheid, gedoog niet dal ik er ooit van afwijke, dal ik ooit valle; leid mij, o teedere Maria! gelijk eene moeder h:iar zwak kind leidt; verlaat mij niet, bescherm mij, open mij uw Hart, en ik zal er nooit meer uitgaan. Welke zoete woning is het Hart van Maria! Daar is het, onvergelijkelijke Moeder, dal gij uwe kinderen verznme't!
Gij hebt mij verhoord; ik zou geen oogenblik daaraan durven twiif 'len. Allerheiligste Moeder van mijnen God, gij zijl mime Moeder : Maria is miine Mieder! Ach! konde ik dit aan de geheele wereld verkondigen: Maria is mijne Mostier! maar eene Moeder van onuilputl are teederheid, eene Moeder, Jezus waardig, die ze ons gegeven heeft ; en ik, gt; Maria! ik ben uw kind; doch welk kind zal ik wezen? een verkleefd kind, een kind dat u uit gansch zijn hart liefheeft, dat una God bovenal b mint, een leerzaam kind, getrouw in u na te volgen, ijverig om u harten te winnen. O mijne Moeder, ik stel uwe liefde boven al de wellusten der aarde. O mi:n ' Moeder! ik heb liever mijnen titel van Maria's kind, dan al de eertitels der wereld. Zoude ik ooit dien schoenen titel kunnen onteeren? Neen, neen, nooit zal ik e(jne plaats binnentreden,
29
VERSCllEIDKNK GEBEDEX
Avaar mijne heilige Moeder mij niet zou kunnen voor-gano of leiden, en ik zou liever sterven don in het minste de zuiverheid te bezoedelen van een hart dat aan de Maagd der maagden toebehoort. Gezegend weze zij, die mijn arm hart tot zich getrokken, en hetzelve met zooveel goedheid onlvangen heell! Gezegend de banden die mij aan Maria vasthechten! Zij m.'ken mijn geluk uil, zij zullen mijne zaligheid uilmaken, niettegenstaande mijne zwakheid, want gij zult mij helpen, o mijne Moeder! gij zult uw kind niet laten verloren gaan, ik wil u voor altijd toebehoo-ren; red mij, o Maria! Amen.
VREUGD EENS KIIVDS VAN MARIA, EN LOFZANGEN TOT ZIJNE MOEDER.
O Maria! zuiver licht der hemelen, vreugd der engelen en der aai-tsengelen, zoet geluk der uitverkorenen, uw naam is de glorie des hnmels, gelijk hij de troost der aarde is, uwe lofzangen zullen in de eeuwen der eeuwen gezongen worden. En gil zijl mijne Moeder! w a mm zoude uw kind niet gelukkig zijn over uw jre'uk? Heil, liefde en glorie aan Maria in het hoogste der hemelen!
Ik ben gelukkig over uw geluk, o schonne en zuivere Maria! gelukkig in dien nogs Ia 7 van liefde welken de aanbiddelijke Drievuldigheid op u vestigt, om u op eiken stond met eene eeuwigheid van genoegens te vervu!'en. Ik ben RClUlikig ovit den onslcrMiiken Inislpr mviT onhpvleklp onlvangonis, liiislcr waarvan Salan den {(lans niol kan uilslaan, en dip dp zuivpi hpid dpr pn^clpii pchiinl te vpivroolen. thv maajfdom is ppnpstaligp Ipüp, dip in den lipmel zii h vitIipII pii die
den flails dpi' zon en «1 ................. ■ uiidiicivpn. De
zwakkp /.ipicn komen daai-h 'en inn zitnip lp wekken. Heil, eer pii glorie aan de Maagd dpr maagden.
quot;
TOT BE H. MAAGD MAHU. 451
Ik ben gelukkig, o Maria, ik ben gelukkig, o mijne Moeder, over al de hemelsche deugilen, welke gij ge. oereml hebt, en welke In u een deel dei' heiligheid van den grooli n en eeuwigen God hebben doen uilschijnen.
0 onvergelijkelijk en gansch Goddelijk leven, o geesle-lijke roos der lielde, o roem van Davids huls, o Iroon iler Goddelijke wijsheid ! elkeen uwer werken had meer verdiensten dan de werken van al de menschen, elke geneigdheid uws harten, elk gepeins uwer ziel heeft eenen grooteren glans voor de oogen van God, tlan de vereenigde koren der engelen en aarts-
1 ngelen. Heil, eer en glorie aan de onvergelijkelijke Maria!
Wat 7.iit gij sehion, wat zijt gii gelukkig, o Maria, o mijne Moeder! In het hemelsch Slon; Gods Majesteit, die het heelal geschapen heeft, doordringt en omringt u. Het is veel, verheven te zijn boven de Cherubienen en Seiaplilenen, doch liet Is nog veel meer, bij God /elven te wezen. Heil, liefde en glorie ia het hoogste der hemelen, aan de onbevlekte Maagd!
Ik ben gelukkig, o Maria! o mijne Moeder! over uwe glorie in de hemelen; ik ben gelukkig over uwe glorie op de aarde. Miljoenen harten, die u zegenen, u beminnen, hebben geheel hunne hoop bij God in u gesteld. Van het Zuiden lot het Noorden, van het Oosten tot het Westen, overal wakkeren zwakke stemmen elkander op om uwe gansch Goddelijke goedheid te zingen; hare godvruchtige zangen verhellen zich tot u, als een zoete g.'ur, o liefderijke Maria! en uw vriendelijke blik daalt uit de hemelen neder als een straal van het opperste geluk, als eene heilige genster van het eeuwig licht. Heil, lielde en glorie aan onze teedere Moeder!
Zij
Uwe zuiverste kinderen zijn hunne zuiverheid aan u Vfrp'ichl ; liet is door uwe handen dal het Hart van eenen God, doorstoken op .len Calvai lebeig, sl re,omen
432 VERSCHEIDENE GEBEDEN
van genaden vlieten laai. Liefde, liefde aan de Maagd, die d ■ deur des hemels is!
De zondaars komen met betrouwen tot u ; hunne treurige en ooimnedige slem aanroept mei geluk uwen naam; en gi j, zo -Ie hnop der zielen die niet meer hopen, wanneer de rechtvaardige God vergramd is, gij, altoos barmharlig, gij spreekt voorde ongelukkige zondaars ten beste; God wordt bedaard, de engelen verheugen zich in den hemel, en op de aarde herhalen de onlstekle en ontroerde harten: Lieide en erkentenis aan de goederlierenste der moeders!
De ongelukkige en lijdende mensch legt zijne tranen en zijne zuchten aan uwe voeten neder; overal zijn er vermorzelde harten, overal oiitmoet men doo-delijke verdrukkingen; maar gij, die de troost dei-aarde zijt, de redding der kranken, de onvergelijkelijke balsem, gij aai h mrt den schreeuw d^r benauwdheid, gij heéltde wonden. Al de oogen,overgoten met tranen, zijn naar u opgeheven en gij wischt deze tranen af door uwe goedheid; liefde, erkentenis, heil aan de medelijdende Moeder!
Konde ik voortgaan met uwen lof te zingen.o Maria, o mijne Moeder', konde ik g»heel miin leven overbrengen in mij te verheugéu over uwe grootheden in den h mei, over de eerbew jzingen die gij ontvangt van de aarde en over uwe duizenden goedheden voor uwe kinderen!
Ja, de weuschen van Adams kinderen stijgen op tot U, als eene zoete geur; Leve Maria !
En uit den h-mel daalt een regen van genaden neder: Leve Maria!
En van de aarde verheffen zich de lofzangen : Leve Maria I
Zoo heeft God zijne Moeder willen eeren, en zijne Moeder is ook mijne Moeder I.. . Wat zal ik voor haar
TOT DE H. MAAGD MARIA. 133
doen!... o miin God, seef mij een hart waardig Mari» le beminnen. Leve Maria!
DROEFHEID EENS KINDS VAN MARIA. — WEDERKOMST EN HERSTELLING.
O mijne Mooder! o mijne teedere Moeder! heb medelijden met mij en verstoot mij niet uit uw Hart; het kind dat gij lielhebt, het kind dat gij met al uwe teedere zorgen omringt, is voor u een kind van bitterheid en smarten geworden. Ik had u eene eeuwige liefde gezworen, ik bad mij aan uwe voeten neder-geworpen, om den zoeten titel van Kind van Maria te bekomen; gij hadt mij dien eervollen titel to gestaan met al de gunsten welke er aan vastgehecht gt;;ijn ; uw teeder Hart had over mij eenen oceaan van quot;iedhquot;den nedergestort... en ik, ondankbaar en ontaard kind, ik heh u vergeten; ik heb opgehouden u te volgen, ik heb de zuivere genoegten uwer liefde verlaten om de vermaken, welke uw maagdelijk Hart verstoeten, aan te kleven. Ongelukkige I ik moet dit bekennen, en ik zou moeten rood worden van schaamte, ik heb aan mijne Moeder eenen kelk van bitterheden opgedragen; mijne zonden heb en opnieuw haar Hart met een zwaard van smarten doorboord. Mijn mond vindt geene woorden, o Maria! inderdaad, wat zal ik aan uwe beleodigde lielde zeggen?... Ach! wal zal ik mij vernederen en aan uwe voeten weenen; ik zal u door mijne zuchten en tranen zeggen : ik ben het kind uwer droefheid geweest, o mijne Moeder! ik b mi bet kind uwer droefheid geweest!... O zachtmoedige, o goedertierene Maagd, gij, wie men n mii te vergeefs aangeroepen heeft, zoudt gij mij kunnen verlaten? Ontvang mij als een tweede verloren kind: Ik heb ge-zo.uiigd tegen den hemel en legen u, ik ben niet meer waardig uw kind genoemd le worden. Ach! toon u
4'S-t VKRSCHEtDENE GEIIKDEN
.jpp^ns mij de Mopdcr van hirniharüglirul: vorjrifFpnis, o Maria! viTgiffi-iiis, o niijnr iM-M-dri'! ik kom uit gauscli mijn liarl lol u weder, ik kom voor alli;d lot u weder. Onder uwe bescherming is liet dal ik mijnen God wil bedaren, dat ik mij wil herstellen hij Jezus die mij u aanbevolen heeft, alhoewel hij al mijne ondankbaarheden voorzag. O zoete en machtige Maagd ! wees nog mijne Moeder, help mij mijne ontrouwig-heden door de droefheid en de liefde uit oeten.
N.'en, ik zal nooit mijne zonden kunnen vergelen: ik zal nooit ophouden dezelve aan uwe voeten te bewee-nen. Bij elk nieuw bewijs uwer liefde, o mijne Moeder zal ik z ggen; Wel hoe! Maria iszoo goed, en ik heb haar vergelen! en ik b n hel kind harer smarten quot;e-weest!... Maar ik wil u beminnen, o Maria! ik wil u zoo veel beminnen als uwe getrouwe kinderen u beminnen. Doch, wat vermag mijn arm hart om u te beminnen, wi'h 'Vene Moeder van mijnen God? Engelen Gods, engelen van Maria, herstelt met mij en voor mii. 0 barmliartige Maria, vergeet h t voorledene; vraag voor mij aan Jezus, uweu Goddelijken Zoon, dat' hi, mi ine . oosh d, n uilvag •, en de tegenwoordige gesteltenis mijns harten : lleenli k in aandacht neme.
Gii hebt mij aanhoord, o mijne Moeder! gij hebl mij vergillen is geschonken.. . want zoude ik aan uwe goedheid kunnen iwi,leien. o med lid mie Maagd, nooit neen, nooit /.ai ik opuouden u als zachtmoedig en goedertieren te aanzien; ik zou u beleed/gen, indien ik uwe goedheid min groot achtte dan mijne b iosheid. Ware ik reeds met eenen voet in den afgrond, zoude ik ivg door u de harmliarligheid en het eeuwig leven hopen.
O Maria, o mi.ne Moeder, ik ben gansch ,ian u Amen.
TOT !)E M. SI A A lil' MAHIA.
VERZUCHTINGEN TOT MARIA IN DE BEKORINGEN. — 40 dagen allaiit elke maal. Pius IX, 5 Augustus 1831.
O m'jne Koningin, o mijne Moftlsr! ge;lenk dal ik ii toehoor, bewaar mij, bescherm mij als uwen eigendom en uwe bezitting.
HET Kixn VAN MARIA DAT HAAR ZIJN WERK OPDRAAGT.
Ü mijne teedere Moeder! ik draag u op mijn werk en miine smarten, mijnen geesl en mijn hart; gewaar-dig u dit klein bewijs mijns ecrhieds en inl:ner liefde te aanvaard.'n, en ztrlve dit aan Jezus-Ghrislus, uwen Zoou en mijnen Zaligm kei', aan te bieden.
DE LAUWE ZIEL TOT MARIA.
O mijne Moeder! mijn hart is bedroefd en ziek, daarom kom Ik mij aan uwe voelen werpen ; medelijdende Moeder, weig t niet hel armste uwer kinderen te a nh loren; wal zou er van mij geworden, indien gij mij verliet, indien gij een enkel oogenblik epliieldl mij te beschermen? Eilaas! ik ben altijd de-zeilde, alli'd lauw en onachlzaam in d 'ii dienst van mijnen God, ik Irek geen voordeel uit de ontelbare genaden w Ike gij voor mij verkri gt, zelfs vergeet ik die; neen, ik verdien niet uw kind genoemd te worden.
Ziedaar mijne ellende , ziedaar mijne droefheid; maar aan wie zou ik die toevertrouwen, dan aan u, gansch barmharlige Maagd, aan u die, door uwe niachtige lussclienspr.iak , dil kunt verbeteren: ik smeek er u om, doe mij eenige stapp.n vooruitgaan naar Jezus, nirn n Zaligmaker, leid gij zelf mij, trek mij voort, indien mijne lafheid zoo grooi
4S5
■iü6 VEItSCHEÏDENE GEBEDEN
is, dat ik niet gaan kan, zomler er toe gedwonpton te wezen.
O mijne goede Moeder' laat niel toe dal ik den moed verlieze. wek mi op richt mij op uit de groote ellende, waarin ik gedompeld lig, daar ik in mij het vuur der liefde heb lalen verzwakken; ontsteek opnieuw in mijn hart dal Goddelijk vuur, en mijn mond zal zich openen om de barmhailigheden van mijnen God en de goedheden van de verhevene Maagd, welke hij tol Moeder aan Adams kinderen gegeven heeft, le zingen. 0 Maria, ik slel in u al mijn betrouwen, toon dat gij mijne Moeder zijt! Amen.
mi:morahe.
Gedenk, o allerzachtmoed;gste Maagd Maria dat men nooit gehoord heelt, dat iemand onder uwé bescherming vluchtende, uwen bijstai.d alsmeekende uwe voorspraak verzoekende, verlaten is geweest' Aangemoedigd door dit betrouwen, o Miagd der maagden, en Koeder, loop ik, en kom ik lot u-over,aden met zonden, durt ik mij zuchtende bij u verloonen: Moeder des Woords, wil mijne gebeden niet versmaden, maar aanhoor ze genadiglijk en verhoor ze. Amen.
AVE, AUGUST1SSI.1IA.
Wees gegroet, o allerverhevenste Koningin des vredes, o allerheiligste Moi der Gods, maak doorliet allerheiligste Hart van uwen Zoon Jezus, cie de Koning des vredes is, dat zijne gramschap Ixdare en dat hij in vrede over ons lieersche. Gedenk o goederlier, nsle Maagd Maria, da m'n nooil gehoord heeft dat iemand , die uwen bijsland heeft alge-
TOT DE H. MAAGD MARIA. iSV
smeokt, verlaten is geworden. Aangemoedigri donr ilil helrouwn, kom ik tol u. Gelief, o Moeder des Woi.rds, müne g''l) 'den niet te versloolcn, maar ge-waardig u die genadiglijk te aanvaarden en te ver-hooren, o gij, go. dertiereue, barmiiartige en zacnt-moedige Maagd Maria!
GEBED TOT DE HEILIGE MAAGD, IN DE BEKOUINGEW TEGE.X DE ZUIVEKIIEID.
Door uwe allerheiligste maigdelijke zuiverheid en door uwe onbevlekte Outvangcnis, o allerzuiversie der maagden, reinig mijn hart en mijne zinneo. lu den naam des Vaders, en des Zoons, en des heiligen Geestes. Amen.
Angelus IJomini.
_ 100 liagen alluut iedere maal, en een volle allaat eens
in de maand, onder gewone voorwaarden, imlieu men het Uafeelijks bij het gelui uer klok des morgens, des middags of des avonds bidt.
Men moet tiet Angelus knielende bidden, behalve des Zondags van de eerste Vespers, dal is van Zaterdag avond. Gedurende den lgt;aigt;scigt;Ujd wordt het Hejiua Catli, in plaats van net Angelus, altijd slaande gebeden.
Die zich op eene plaats bevinden, waar zij de klok niet hooren, kunnen niettemin die allalen verdienen, met omtrent dien tijd die gebeden todoen. Pius VI, ISlluart 1781.
De Engel des Heeren li eft Maria geboodschapt, en zij heeft onlvangen door den H Ge si. Wees (jcf/roet.
Ziellier de dienstmaagd des Heeren; mij geschiede naar uw Woord. Wees gegroet.
■i3Ö VEIlSCIIKIhEXE GEBEDEN
is, dat ik niet gaan kan, zonder er toe gedwongen te wezen.
O mijne goede Moedor' laat niel toe dat ik den moed verlie/.e. wek mi op richt mi] op uit de groote ellende, waarin ik gedompeld lig, daar ik in mij liet vuur der liefde iieh lalen verzwakken; ontsteek opnieuw in mijn hart dat Goddelijk vuur, lt;'11 mijn mond zal zich openen om de barmhartigheden van mijnen God en de goedheden van de verhevene Maagd, welke hij tol Moeder aan Adams kinderen gegeven heelt, te zingen. O Maria, ik slel in u al mijn betrouwen, toon dat gij mijne Moeder zijl! Amen.
MEMORARE.
Gedenk, o allerzachlmoed:gste Maagd Maria, dat men nooit gehoord heelt, dat iemand onder uwe he-schermlng vluehlende, uwen bijstai.d alsmeekende, uwe voorspraak verzoekende , verlaten is geweest! Aangemoedigd door dit betrouwen, o Miagd dei-maagden, en Jloeder, loop ik, en kom ik tol u; overiaüen met zonden, durt ik mij zuchtende bij u vertoonen: Moeder des Woords, wil mijne gebeden niet versmaden, maar aanhoor ze genadiglijk' en verhoor ze. Amen.
AVE, AUGUSTISSIMA.
Wees gegroet, o allerverhevenste Koningin dos vredes, o allerheiligste Moeder GoJs, maak doorliet allerheiligste Hart van uwen Zoon Jezus, die de Koning des vredes is, dal zijne gramschap lu dare en dat hij in vrede over ons heersclie. Gedenk o goederlier, nste Maagd Maria, da m n nooit gehoord heeft dat iemand , die uwen bijstand heelt alge-
TOT DE H. MAAGD MARIA. 437
snieokl, verlaten is geworden. Aangpmnedig'l drmr il!l hetrouwn, kom ik tot u. Gelief, o Moeder des Wor.rds, mine gi'b 'den niet le verstooten, maar ge-waardig u die genadiglijk te aanvaarden en te ver-hooren, o gij, go. derliereue, barnuiarlige eu zacat-nioedige Maagd Maria!
ÜEUED TOT DE HEILIGE MAAGD, IN DE BEKOUINGEN TEGEN DE ZUIVEHIIEID.
Door uwe allerheiligste maagdelijke zuiverheid en door uwe onbevlekte Ontvangenis, o alier/.uiversle der maagden, reinig mijn hart en mijne zinnen. In den naam des Vaders, en des Zoons, en des heiligen Geesles. Amen.
.1 mjelus Voiiiint.
__100 dagen oduiit iedere maal, en een volle alluat eens
in de maand, onder gewone voorwaarden, indien men liet datelijks bij het gelui oer klok des morgens, ties middags ol des avonds bidt.
Men moet liet Angelus knielende hidden, behalve des Zondags van de eerste Vespers, dat is v au Zaterdag avond. Gedurende den PaaseUtijd wordt bet Hejim Cwli, in plaats van iiet Angelus, altijd slaande gebeden.
Die zieb op eene plaats bevinden, waar zij de klok niet hooien, kunnen niettemin die allaten verdienen, met onitreiit dien tijd die gebeden te doen. Pius VI, ISMaart 1781.
De Engel des Heeren h efl Maria geboodschapt, en zij heell ontvangen door den H (!e si. Wees (/egroet.
Ziellier de dienstmaagd des lleeren; mij geschiede naar uw Woord. Wees gegroet.
438 VKRSCHF.lDEJtE GEBEDEN
En liet Wonrd is Vlpescli geworden en heeft onder ons gewoond. H ees gcgron.
y. H. Moeder Gnds, hid voor ons.
tï. Opdat wij waardig worden der beloften van Christus.
LAAT O.NS BIDDE.N.
Heer, wij stneeken u, stort uwe genade in onze zielen, opdat wij, na de Menschwnrding van uwen Zoon Jezus ( hristus, door de hnodscli;ip des engels gekend te helihen. door zijn lijden en kruis (ot de glorie zijner verrijzenis geraken; door denzelfden Jezus-Christus, onzen Heer. Amen.
Refjina Cali.
Gedurende den Paaschtijd, te weten van den Zaterdag middag vöórPaschcn tot den Zaterdag middag vóór het f.'est der II. Drievuldigheid, zegt men slaande hex Ilecji'ia Cceli enz. in pluals van het Anqelus. Zie blad/. 618.
Nogtans die het II er/in a Cceli niet kennen, verdienen die aflaten niet het Angelus te bidden.
GODSVRUCHT TOT DEN ZOETEN KAAM VAN MARIA.
Maria is de naam van onze teedere Moeder, van onre welbeminde middelares, van de uitdeelsli r aller genaden, van de Koningin des heelals, van de Moeder Gods. Volgens het gevoelen v.-.n den H. Ilieronymus en meer anderen, werd hij aan de Goddelijke Moeder op Goddelijk bevel gege\en ; hij vloeide veort, zegl Kiehanlus van St Laurentius, uit den schal der Godheid, en, helmlve Jezus' naam, is er geen naam zoo zoet, zoo verheven als die van Maria. Maria,s er der zee I hoe beminnelijk, hoe zoel, hoe rijk in zegenii.gi'n en genade is die II. naam I L'w naam, oallen lof waardige Maagd zegt de II. Kernardns, uw naam is zou zoet en bemimelijt, dat men hem niet noemen kan, zonder van liefde tot u ei
TOT DE II. MAAUI) MAUIA. 439
tot God, die hem u gesclionknn heeft, ontvlamd te worden. In dien lia.nn vinden de njmpailigste zoiidiiiirs ivne wijk-plaals, lie reclitvaurdigen eene zekere beschutting legen do aanvullen hunner vijanden, en de stervenden een Hoost, eene verkwikking, die hun den dood blijmoedig doet te ge-moet zien.
Laat ons dan dien heiligen mam, tegelijk met de zoete namen van Jo/.us en Joseph, in alle omstandigheden aanroepen : in lijden en verblijden, in droefheid en vreugde, in vervolgingen, in gevaren, in bekoringen, dat alloos die vermogende namen in ons hart en op onze lippen zijn in ons leven en vooral in de uur des doods. Ons laatste vaarwel aan de aarde, ons eersle groet aan den hemel zij: Jezus! Maria! JosephI
GEBED.
(Vil ile schriften der HU. Alph. de Lig. en lionav.).
O mi;ne zoete Koningin en mijne Moeder, gij weet hoe zeer ik u Demin ! Omdat ik u .lemin, daarom ba-min ik ook uwen heiligen naam. Ik neem voor, en Ik hoop met uwen lii^tand aan mi,n voornemen getrouw te 1) i;V( n, ik neem voor, dezen heiligen naam, zoo-laiiquot; ik leef en bovenal in mi'n stor.iiur, te aanroepen. O gezegende Maagd'. Is mijne ziel deze wereld zal ver alen, kom dan, om uwen glorierijken naam, haar te gemoel, ontvang h ar in uwe armen, en ge-waardig u, haar door uwe tegenwoordigheid te troosten' wees haarde vvi g naar den h 'mei en verwerf haar bij 'den Allerhoogste vergiffenis en de eeuwige rust. Amen.
TKIt EERE VAN DEN AIXERIIOUGSTEN NAAM VAN MARIA.
— Ecne der oudste oefeningen om den naam van Maria te eeren is die van het lezen dir vijf psalmen, welker begin-latters haren moeten Naam uitmaken. In het midden der
■160 VERSCHEIDENE GEÏtF.DEW
XH1' eeuw was die godsvrucht reeds bekend in Frankrijk, Italië en in andere lauden. Z. H. luuocentius XII, ten jare 1684, verrijkte die met eenige aflaten, en in 1815, door decreet van 13 Juni, vergunde de Kerk aan die oefening de volte ide allaten:
1° Zeven jaren en zevenmaal de veertigdaagsche vasten, elke maal.
2° Elke maand, op een dag van verkiezing, een vollen aflaat, op de gewone voorwaarden, voor wie die vijf psalmen dagelijks bidden.
3° Voor al die ze dikwijls bidden, vollen aflaat, op de gewone voorwaarden, des Zondags onder de octaaf van O. L. V. Geboorte.
psauiei* en geüed. quot;
M.
Ant. llariii's Naam.
{Magnificat. Luc. I, 47).
Mijne ziel verh 'l't den Heer, en verheugd heeft zich miin geest over (ïod, mijn Zaligmaker!
Omdat hij uederzag op de geringheid van zijne dienstmaaüd ; \\ant, zie, van nu al zullen alle geslachten niij 7,a:ig noemen;
Dewijl hij grooie dinger aan mij gedaan heeft, de Machtige, en heilig is zijn naam;
En zijne barmhartiglieid is van geslachte lot geslachte voor degenen, die hem vreezen;
Kracht lieefl hij geoefend door zijnen arm ; hoogmoe-digen in gedachten huns harten heefl hü verstrooid;
Machtigen heefl hii afgezet van den troon, en geringen heefl hij verheven;
Nooddrulligen heelt hij met goederen overladen, en rijken heeft hij ledig weggezonden!
Hij is Israël, zijnen dienstknecht, te hulp gekomen, indachtig zijner barmhartigheid,
tot de h. maagd maria. 4ut
(Gelijk hij g,-pprnkon liad lol onze vaderen) mei Abraham en zijn zaad in eeuwigheid.
Glorie zij den Vader, enz.
Ast. Maria's Naam verheerlijkt de «ansclie Kerk, dewijl hij groole dingen haar gedaan heeft, de Machtige, en heilig is zijn Naam.
A.
Ast. Aanrnepon en geprezen.
{Ad Dnminum. Ps. 119).
Als ik verdrukt werd, heh ik tot den Heer geroepen, en hij heeft mij verhoord.
Heere, verlos mijne ziel van de hooze lippen, en van de bedrieglijke tong.
Wat zal men u g-ven, of wat zal men u bij de val-sche toner toevoegen?
Het zijn sch-rpe pijlen van eenen Machtige, en verwoestende kolen.
Wee mij'. dat mijn vreemdelingschap zoo lang duurt; dat ik verbüif onder de bewoners van Cedor. Overlang zweeft mrne ziel in vreemde gewesten! Met degenen, die den vrede haatten, was ik vreedzaam; als ik hen toespr. k, bestreden zij mij zonder reden.
Glorie zij den Va-Ier, enz.
Ant. Aanroep'u en geprezen, van den opgang der zon tot haren ondergang, zü de naam des Hoeren, en ook die van Maria, zijne Moeder.
Ant. Redding en toevlucht.
{Belribne. Ps. 118).
Red en begunstig uwen dienstknecht; doe mij leven, en ik zal uwe woorden onderhouden.
403 VEnsciitiuENE üKnuiiEN
Ontdek mijne ongcn; en ik zal de wonderheden uwer wei hesclmuwen.
Ik hen een vreemdeling op aarde, verberg mij uwe geboden niel.
Mijne ziel li?eft getracht naar de gedurige begeerte uwer gerechtigheden, te nllen fjde.
Gü hebt de hnovaardigon bestraft: vervloekt zijn zij die van uwe geboden afwilken.
Neem scliim|) en versmaadheid van mij weg; want ik hel» uwe geiuigenissen doorzocht.
Zells ook de vorsten zaten en spraken tegen mij; doch uw dienaar overdacht gedurig uwe gerechtigheden.
Ja, uwe getuigenissen zijn mijne overweging; en uwe gereclitig'ieden zijn mijn raad.
Mi:ne ziel zonk in het slof; doe mij leven volgens uw woord.
Ik heb mi;ne wegen te kennen gegeven, en gij hebt mij verhoord ; leer mij uwe gereehligheden.
Onderwi s mij in den weg uwerg.Techligheden, en gedurig zal ik uwe wonderheden overdenken.
Mijne ziel was slaapachtig van verdriet; versterk mij door uwe woorden.
Wend van mij den weg der ongerechtigheid, en door uwe wet doe mij genade.
Den weg der waarheid heb ik verkozen; uwe rech-ten heb ik niet vergeten.
L'we getuigenissen ben ik aangekleefd gebleven , Heere; wil mij niet beschamen.
Ik heb lt;li n wig uwer geboden doorloopen; als gij mijn hart uilbreiddet.
Ant. Ueddiiig en toevlucht is Maria's Naam, voor aj die hem aanroepen
tot de h. maagil mai1u.
A.m. In geheel de aarde.
{In convertendo. Ps. 125).
in den tijd, dat de Hoer de gevangenen van Sirm deed wederkeeren, wierden wij als degenen, die ver-truosl zijn.
Toen werd onze mond met vreugde vervuld, en onze tong met hlijdscliap.
Toen werd eronder de volkeren gezegd: de Heer heeft gi'oote dingen met lien gedaan.
Groote dingen heeft de Heer met ons gedaan : wij zijn verheugd geworden.
Ileere, doe onze gevangenen terugkeeren, gelijk de snelle waterslroom in 't Zuiden.
Die met tranen zaaien, zullen met vreugde maaien. Zij ging 'ii en weenden, terwijl zij liun zaad wier-pt'ii; maar zij zullen met vreugde komen, dragende hunne schooven.
Glorie zij den Vader, enz.
Axt. In geheel de aarde is uw Naam wonderbaar, c
Maria.
A.
Ant. Aangekondigd.
(Ad te Levavi. Pï. 122).
Aan u heb ik gedacht, tol u heb ik mijne oogen opgeheven, die in de hemelen woont.
Zie, gelijk de oeg.'n der knechlen op de handen hunner heeren; geliik de ongen eener dienstmaagd op de handen van Inre vrouw; al too zijn on/.e ocg'n op den Heer onzen God, toldat hij zich onzer ont-ferme.
4-0 * verscheidene gebeden
Ontferm u onzer, o Heer, ontferm u onzer; waul wij zijn bovenmate van versmading vervuld.
Onze ziel immers is er zeer van vervuld : zij is tot spol d^r rijkj n, en tot veraclUing der hoovaardigen.
Glorie zij den Vader, enz.
Ant. Aangekondigd door de hemelen werd Maria's Na an, en alle volkeren zag mi zijnen roem.
y. De Naam der H. Maagd Maria zij gezegend Van nu tot in der eeuwigheid.
laat ons hidden.
Geef, o almogende God, wij bidden u, geef dat uwe geloovigen, die onder den Naam en de bescherming der allerheiligste Maagd Maria zich verheugen, door hare teedere voorsprank van alle kwnad op aarde verlost worden, en zich de eeuwige vreugden des hemels waardigmaken; door Jezus-Christus onzen Heer. Amen,
godsvrucht tot de onbevlekte ontvangenis van maria.
De leerstplllge of dogmatische uitspraak aangaande een /Ier schoonste voorrechten van de Moedor Gods, welke zoo vele heiligen verlangd, zoo vele ecuwon met liunne won-sch^n geroepen, /oovrle P.iuseu aan de K' rk begeerd hebben te goven, die hoeft de [Tquot;or in zijne oneindige barmliartig-heid, voor onze ongelukkige tijden willen voorbehouden, als l-unne hoop en hun n-dmiddnl.
Het Wiis voor den hom cl on voor de aarde een voorwerp dor levendigste blijdschap, wanneer, den 8 December van het jaar 1854, de paus Pius IX, \olgens het vuri^ verlangen der bissohoppen en dor hun toevertrouwde goloovigen, als een gcloolsurtikel voorschreef, wat sedert eeuwen de godvruchtige en algemeene moening was over de onbevlekte Ontvangenis der allerheiligste Maagd Maria.
TOT Dh H. MAAGD MAKIA. 465
Uit al de streken van turopa en de verwijderdste deelen der aarde hadden talrijke bisschoppen, zoo eerbiedwaardig door hunne (lengden als uitmuntend door hunne geleerdheid, zich rond den pauselijken Stoel vergaderd. Zij kwamen mondelings verklaren wat zij met de overige katholieke his-schoppen reeds schriftelijk getuigd hadden, liet algemeen geloof der herders en der geloovigon in de onbevlekte Ontvangenis der gelukzalige Maagd Maria, Moeder van God; en, getuigen der gevoelens van hun volk, uilleggers van zijne wensuien, smeekten zij den Opperherder, aan wien Christus den schat der geloofsleer heeft toevertrouwd, te willen verklaren, 'lat dit gevoelen in de Goddelijke openbaring begrepen is, en een artikel van het katholiek geloof uitmaaki. Den 8 December, op den dag zelvcn van het feest der onbevlekte Ontvangenis, was die eerbiedwaardige vergadoriJig der bisschoppen en kardinalen, neergeknield in de beroemde hoofdkerk van den l'rinsder Apostelen, en, terwijl de heilige mis werd opgedragen, smeekte zij, met de vurigste gevoelens van gods\rucht en geloof, ilen heiligen Geesten den Goddelijkeu Herder, \an dengene te willen verlichten, wien het gegeven werd zijne broeders m hel geloo/ le i-ersierken. (Luc. 22, 32;, van hem m-t den beloofden bijstand toonder-steunen, en die woorden hem in don munJ te stellen, welken de wereld sedert eeuwen verwachtte, u plechtig en voor altijd gedenkwaardig oogenblik, op welken èn die talrijke kerkvoogden, èn die menigte van geloovigen, èn de onzichtbare koren der engelen opsprongen van vreugde en geluk I Onze heilige Vader de Paus, de onfiilbare uitlegger dei-openbaring, staat op en spreekt dit decreet uit, dat voortaan ons dezelfde onderwerping, hetzelfde geloof gebiedt als het Evangelie.
«Tot eer der heilige en onverdeelbare Drievuldigheid, tot «verheerlijking der Maagd en Moeder Gods Maria, tot ver-»heüiiig van bet katholiek geloot en aangroeiing van den » Christenen godsil ienst, door de macht onzes ileeren Jezus-i-. Christus, der heilige Apostelen Pelrus en Paulus, en door »onze eigene macht verklaren, spreken uit en beslissen wii, «dat de leering, die houdt dat de gelukzalige Maagd Maria' »van het eerste oogenblik barer Ontvangenis, door oen bii-»zonder voorrecht en genade van den almogenden God. in
•li)
400 VERSCHEIDENE GEUEDEK
»aanzieii der tprdiensten van Jezus-Christus, denZaligraa-»ker van hrt mcnschelijk goslacht, van alle vli k der erfe-rlijke schuld lievrijd, bewaard is, eene leering is, door »God veropenliaard, en dienvolgens door alle Christenen »vast en gestadig te gelooven, »
«O driemaal gezegend woord', dat do vurigste wenschen onzer liefde tot Maria vervult, dat aan de innigste zuchten van ons geloof beantwoordt, terzelfder tijd als het onze onderwerping gebiedt (1). »
Maria is dan gansch schoon en geenevlek is in haar! Van den eersten stond van haar bestaan, vóór zij op den schoot barer moeder rustte, was zij schoon en onbevlekt, vrij van de erfzonde, en van haar zegt de if. Geest in het Jloek der Gezangen: loia pulrhra es cl macula non'esi in le! Gij zijt gansch schoon, o llaria, en geene vlek is in u!
PROZA TER EERE VAN DE HEILIGE MAAGD.
Gij zijt gansch schoon, o Maria, en de vlek der erfzonde is niet in u.
Gij zijt de glorie van Jeruzalem, de vreugd van Israël, de eer van uw volk.
Gij zijt de voorspreekster der zondaren, o Maria!
O allervoorzichtigste Maagd, en allergoederlierensle Moeder, bid voor ons en spreek voor ons len beste bij onzen Heer Jezus-Christus.
f. Maagd Maria, gij zijt in uwe ontvangenis onbevlekt geweest.
ft. liid voor ons den Vader, wiens Zoon Jezus, van den heiligen Geest ontvangen, gij gebaard hebt,
LAAT ONS BIDDEN.
O God, die door de onbevlekte Ontvangenis dei-heilige Maagd, eene waardige woonplaats voor uwen
(1) Bevelbriefvan Z H. E. Theodorus De Moutpclüer, Disscbop van Luik, wegens de onbevlekte Ontrangenis.
TOT DE H. MAAGD MARIA. 107
Zoon bcroid hob!: verkrijg ons door uwe fusschen-spraak dat wij getrouwelijk ons hart en ons lichaam bewaren vooru, die haar van alle vlek bewaard hebt. Doordenzellden Je/,us-Clirisius, onzen Heer, die met u leeft en heerscht in de eeuwen der eeuwen. Amen.
LOFZANG
TER EERE VAN DE ONBEVLEKTE ONTVANGENIS.
Wij loven u, o Maria! en wij verkondigen uwe onbevlekte Ontvangenis.
Hemel en aarde bewonderen uwe Goddelijke zuiverheid, o Maagd, Moeder des Zaligmakers !
In al de p'aatsen der wereld wenden zich de p'ich-tige zielen tot u, o Maria, toevlucht der zondaars !
De Christenen van alle landen, de zuiverste harten vereenigen zicli om uwe onbevlekte Ontvangenis te vieren.
O ONBEVLEKTE ! ALTIJD ONBEVLEKTE !
O onbevlekte Maagd Maria, Moeder van onzen God!
Gij zijt liefelijk als een opkomende dageraad; uwe goedertierenheid is voor de stervelingen als eene weldadige zon.
Geheel hel hemelsch hof viert uwen roem, welbe-minde dochter van God den Vader.
Wi h't hooren van uwen naam beeft de hel, o wonderbare Moeder van God den Zoon !
Gij verkort de pijnen d. r zielen, die in het vagevuur lijden, o Bruid van deu heiligen Geest!
Al de kinderen der heilige Kerk scle-ppen hun behagen in le herhalen: Lof aan u. Koningin der hemel, n. Moeder der barmhartigheid.
Gelukzalig is uwe moeder, de heilige Anna; deH. Joseph, getrouwe bewaarder van uwen maagdom, is allen eerbied waardig.
.i68 VErsciiEiuiiNt; gedeuen
l)nor uwe gfiDsoh li me'sclip handen stort God den overvloed zrncrgi naden on zijner ffunslcn uit.
In u, o Mnajid, zuiverdrr dan de liimel, is de Zoon (jods nedergedaald, om al de mensclien al' te koepen.
D • Aartsengel heeft u gegroet vol van gratie, en de Alii rlinogsle heelt in u geli el zi n well) liagen g steld.
Gi' zi t l)ii den troon van God zeiven gezeten, o Koningin des h inels! en de serapliienen bewonderen de glorie die u omringt.
Gij zi;t onze voorspreekster, en gij vraagt barmhartigheid voor de zondaren.
Gelief dus, o Maria! wij smeeken u hierom, gelief ons te he'p 'ii, die met vreugd en liefde uwe onbevlekte Ontvangenis vieren.
Verkrijg oas dal wij eens in den hemel aan het geluk der Kngelen en d. r Heiligen mogen deel hebben.
|{ scherm uw gelield huisgezin, bescherm uwe kinderen .
Overlaad hen met uwe gunsten, verrijk hen met al uwe deugden.
Wij vereenigen ons in deze plechtigheid om u te zegenen; en de toekomende eeuwen zullen uwen lol hernalen.
Wij verheden den Naam van Maria, die beminnelijk is boven alle namen; die Naam is de roem der aarde en der hemelen.
Ge waardig u, ter gedachtenis uwer onbevlekte Ontvangenis, ons eene onveranderlijke zuiverheid te bekomen.
Toen dat gij altijd onze Moeder zijt, ui: kracht der heilig; woorden, welke uw Goddelijke Zoon voor ons aan liet kruis uitgesproken heeft.
Dat, Jezus, door uw gebed, aan zijnen hemelscheu Vader de wonden toone, die bij voor ons ontvangen heeft.
TOT DE II. MAAC1I MAKIA. 409
Dgt;t hij vonrnnmeli:k zijn met pene lans doorstoken flarl tonno, len vnordeele dei zondaars!
O Maria, vol gocd.-rlieroiiiitid 1 o Maria, onze Moeder, verlaat ons nooit.
Dai alle geesten, alle harten, alle monden zich ver-eemgon om hel voorrecht uwer onbevlekte Ontvangenis te vieren, o Maria! Amen.
fiij zijl gansch schoon, o Maria!
ft. En do vlek der erfzonde is nooit in u geweest.
LAAT OXS BIDDEN.
O God, die door de onbevlekte Ontvangenis der Maagd Maria, voor uwen Zoon eene waaid ge verblijfplaats bereid hebt, verleen aan allen, die dezen heiligen feestdag zullen vieren, den voorspoed en den vrede in dit leven, en geef hun, na den dood, het geluk en de glorie des hemels, door de verdiensten van on/.en Heer Jezus-Chrislus, uwen Zoon, die. God zijnde, leeft en heerscht met u in de eenheid des H. Geestes, in al de eeuwen der eeuwen. Amen.
GEUED.
Allerheiligste Maagd, ik geloof en belijd uwe heilige en onbevlekte Ontvangenis: zij is g tnsch zuiver en onbevlekt geweest. Door uwe maagdelijke zuiverheid, door uwe onbevlekte Ontvangenis en uwe roemvolle hoedanigheid van Moeder Gods, bekom mij van uwen lieven Zoon, o zeer zuivere Maaptd, de ootmoedigheid, de liefde, de gehoorzaamheid, eene groote zuiverheid van harte, van geest en van lichaam, de volharding in het goed, de gaaf van gebed, een heilig leven en eonen zaligen dood. Amen.
VliRSCIiriDENE GKIiKBES
LITANIE
VAX DE ONBEVLEKTE ONTVANGENIS DER ALLEHHEILIGSTE MAAGD MARIA.
Heer, ontferm u onzer.
Christus, onll'erm u onzer.
Heer, ontferm u onzer.
Cbrislus, hoor nus.
Christus, verhoor ons.
God, hemelsche Vader, ontferm u onzer.
God, Znon, Verlosser der wereld, ontferm u onzer. God, Heilige Geest, ontferm u onzer.
Heilige Drievuldigheid, elt;n God, ontferm u onzer. Heilige Maria, M.iagd die zonder zonde ontvangen
zijt, liid voor ons.
Heilige en onbevlekte M lagd der maagden. Onbevlekte dochter van God den Vader,
Onbevlekte Moeder van Jezus,
Onbevlekte bruid van den hi i igen Geest, Onbevlekte Maagdr afbeeldsel der Goddelijke wijsheid,
£ dageraad der zon van rechtvaardigheid, °
0 levende ark waarin het dierbaar lichaam van § ~k Jezus gerust heeft, 'f
•p weg die ons lot Jezus leidt,
^ koningin van hemel en aaide,
c uitdeelster der Goddelijke gratiën,
poort van het hemelsch Jeruzalem,
bruid van den zuiveren Joseph,
sterre der zee,
onverwinnelijke sterkte der strijdende Kerk,
47(1
TOT 1)E II. MAAGD MARIA. 471
Onbevlekte M'iagd, lelie in hel midden der doornen, bid voor ons.
olijfboom in den geestelijken akker des Hee-ren,
voorbeeld van alle volmaaktheid,
pilaar van ons geloof,
steun van onze hoop,
fontein der Goddelijke liefde,
voorbeeld d;.'r volmaaktste onderwerping, - vvondertemp'l der zuiverheid en reinheid,
anker onzer zaligheid,
^ vroomheid der belijders,
zuiverheid der maagden,
blijdschap dergenen die in u hopen,
genezing der kranken,
voor preekster der zondaren,
afschrik der ketterijen,
teedere beschermster van al de vergaderingen welke u toegewijd zijn.
Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld,
spaar ons. Heer.
Lam Gods, d t wegneemt de zonden der wereld,
verhoor ons, Heer.
Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld, ontferm u onzer. Heer.
gt;. Hel is (vandaag) de onbevlekte Ontvangenis van de heilige Maagd Maria.
r. Wier glorierijk leven de geheele Kerk roemrijk maakt.
T
VKRSCHKIDKM? GKHEDKS
GEBED.
O God, die door de onbevlekte Ontvangenis der Maagd Maria, vonr uwen Zoon eene waardige verblijf-P'aals bereid hebt, ggt;ef ons, gij die haar van alle vlek bewanrd bebt, do gomde van ons liart en ons lichaam getrouwelijk voor u zuiver en van alle vlek te bewaren. Door denzelfden Jezus-Christus, onzen Heer. Amen.
Gebed om door de voorsprank der allerheiligsle Manqd Maria, zonder vlek ontvangen, de genade te bekomen van met ijoer tot de uitroeiing der zonden te irerken.
— 300 dagen aflaat, p|ke maal.
O God, vol barmhartigheid, ik heb afschrik van al de zonden, welke ik hot ongeluk gehad heb te bedrijven en ik verfoei die uit geheel mijn hart; ik haat nog en beween ook al de zonden die van bet begin der wereld tot heden toe door anderen bedreven zijn, omdat zij uwe opperste Majesteit beleedigen. Ik maak ook het vast voornemen van al de zonden te vermijden, van ze in de menschen uit te roeien, en de oorzaken en gevaren weg te ruimen die ze veroorzaken. Om dit doel te bereiken, vraag ik u oolmoediglijk, o God van goedheid, de hulp uwer genade, door do voorspraak der allerheiligste Maagd Maria, die gij van alle zonde, zoowel erfzonde als dadelijke, bewaard hebt. Door onzen Hoer Jezus-Christus. Amen.
O mijn Zaligmaker, vol goedertierenheid, gij die he'it willen lijdon en sterven om ons van de zonden te verlossen, en die, door een bijzonder voorrecht, uwe allerheiligste Moedor bewaard hebt van alle vlek dor ertzondo en dor dadoli ke zonde, wij smeokon u zeer ootmoediglijk, verleen ons door uwe voorspraak de Goddelijke genade van steeds allo zonden te viuchteu,
472
TOT DK H. MAAGD 51AIIIA. 473
van niet ijver te werken om die onder de niensehen uil te nemen, en van de oor/.aken en de gevaren weg te ruimen die tiaar doen onlstam. Gij die leeft in de eeuwen der eeuwen. Amen.
SCHIETGEBED.
— 100 diigen aflaat, elki3 maal. Pius VI.
O Maagd Marii, gij die in uwe Ontvangenis onhe-vlekl geweest zijl : bid voor ons den Vader, gij die zijnen Zoon Jezus, door de werking van den heiligen Geest ontvangen, ter wereld gebracht hebt.
AMIEII SCHIETGEBED.
— Zeilde allaat als voor .iet voorgaande.
Gebenedijd zij de heilige en onbevlekte Onlvange-nis der gelukzalige Maagd Maria!
GODSVRUCHT TOT DE ZIÏVEN WEEËN VAN MARIA.
UOKZEER DEZE OEFENING GOD AANGENAAM EN ONS VOORDEELIG IS.
Jezus-Christus verscheen eertijds aan de gelukzalige Veronica van Binasco, en sprak tot haur in dezer voege; «Mijne dochter, do tranen,welke men tor eere van mijn «lijden stort, zijn mij dierbaar; maar dewijl ik mijne Moe-» der eene onmeetbare liefde toedraapr, is het overwegen « der smarten, die zij bij mijnen dood geleden heelt, mij » ook uiterst aangenaam (Boll. 13 Jan.).»
Aan de heilige Elisabeth, van do orde der Benedictijner nonnen, wierd geopenbaard dat de Heer vier gratiën beloofd heeft aan degenen, die de smarten van Maria indachtig zijn: 10Zij, die haar door hare smarten zullen aanroepen, zullen de genade verwenen van vóór hunnen dood eene ware
474 verscheidene gebeden
boetvaardigheid te doen over hunne zonden; 2° de Heer zal hen troosten in hunne kwellingen, bijzonder in den doodstrijd; 3° Jezus-Christus zal zijn lijdon In hun geheugen en in hun hart prenten; 4° eindelijk, hij heeft Maria de macht verleend van alle gratiën te bekomen voor hen, die hare smarten zullen betrachten.
Wie zou zich door zulke beloften niet laten bewegen? Daarenboven, o gij die het zoet Hart van Jezus bemint, gij hebt nog eene reden te meer om het Hart van Maria in hare droefheid te vertroosten. Die twee Harten maken, om zoo te /.eggen, maar één Hart uit, en men kan het Hart van Maria niet vereeren zonder aan het Hart van Jezus te behagen. Beider vreugden en smarten zijn gemeen. Maria is bedroefd over de pijnen van Jezus, en Jezus lijdt om de smarten van Maria. Hunne smarten hebben hetzelfde voorwerp, namelijk de zonde en de ondankbaarheid der christenen. Indien gij ahoo medelijden hebt met het Hart van Maria, indien gij het tracht te vertroosten, zoo zal uw medelijden ook aangenaam wezen aan het Hart van haren Goddelijken Zoon.
De lofzang: stabat mater.
— 100 dagen aflaat elke maal. (Innoc. XT, 1^« September 168.
In hot knellenclst boezem prangen
Üij het kruis dat Jezus droeg,
Stond de Moeder neêrgebogen Met in rouw verstorven oogen,
Die zij snikkend op hem sloeg.
\an wat zielsangst aang grepen,
Hoe doorpriemd met stoot op stool! Gij, gezegendste aller vrouwen!
Dus Gods Eenige aan te schouwen,
Dus den wellust van uw schoot!
TOT DE 11. MAAGD MAI1IA. i73
Wie weêrhoudt zich hier van weenen, Die dees Moederborst hoort stenen,
Da r dit wee haar openrijt!
Wien kon 't denkbeeld niet. verscbrikkeu Jezus' Moeder aan te Wikken,
Daar zij met en in hem lijdt.
Jezus, ach! voor onze zonden Aan den folterpaal gebonden.
En met striemen overdekt!
Jezus, aan liet vloekhout hangend.
Naar een druppel voclits verlangend,
Met zijn lekend bloeu' bevlekt!
Jezus, ach! voor ons verwaten,
Tot den dood van God verlaten,
Schuidioos, om ons aller schuld!
Jezus, leven van haar leven.
Ziet zij in benauwdheèn sneven.
Door geen sterv'ling ooit geduld!
Ei, o Moeder! bron van liefde.
Wal al leed uw Hart doorgriefde.
Laai mij deelen in uw pijn;
Kom mijn ijskoud harl verwarmen,
Sluit me in Jezus' licldrijke armen.
Om met hem steeds een te ziju.
Heil'ge Moeder! prent de wonden Des gekruisten voor mijn zonden,
Onuitwischhaar in mijn bart!
Laat mij deelen in de slagen.
Die hij wou voor mij verdragen,
Deelen in zi.n pijn en smart.
Laat met u mij waarlijk weenen.
En met Jezus zuchten, stenen,
l ot het leven mij begeef;
476 VERSCHEIDENE GEBEDEN
Mij met u aan 't kruishout prangen,
In den geest i ij Jezus hangen,
Is hel eind waarnaar ik slreef.
M;iagd der maagden üügelezen.
Wil mij niet ongunstig wezen,
'k Vraag mijn deel van rouw en smart La;it mij eens met Je/.us sterven,
Laat mij nu zijn pijnen erven,
Hoe hij ook geslagen werd!
Sla mijn hart met Jezus' wonden;
't Worde door den lust verslonden
Naar zijn kruis en naar zijn bloed.
't Zie, van liefde dronken, blakend,
Immer naar den hemel hakend, Uw bescherming te gemoet.
Laat zijn kruis mij steeds bewaren,
D ior zijn dood mij schatten garen
Van verdiensten en gena;
Dat mijn ziel, bij 'slichaams sterven, De eemv'ge gloriekroon moog erven.
Veilig naar den hemel ga.
Amen.
DE STATIËN UKII ZEVEN WEËEN.
Na elke overweging kan mon met vrucht bidden een Wees tieijroel met liet volgende vers:
Sancta Mater, istud agas, i HeiTge Moeder, prent de wonden
Crucifixi lig.' plagas Des Gekruisten voor miju
| zonden
Cordi meo valide. Onuilwischbaiii- in miju
hart.
TOT DK II. M AA til) MARIA.
EERSTE STATIE Voorzfijging van den ouden Simeon.
Hoe groot was uwe drncthcid, o Maria, bij deze woorden van den ond n Simeon: Ken zwnard van droefheid zal uwe ziel doorsteken! Gl) verslond! alsdan wat al smarlen de hemel uwen lieven Zoon en uw Moederlijk Hart voorbereidde; maar uwe onderwerping aan den Goddelijkeu wil is zond. r ophouden volmaakt geweest. 0 Maria, verkri.ig voor mij dat ik op gelijke wijze al de kruisen aanvaarde, welke de goede God mij zal overzenden.
Wees gegroet, enz. v. Ileirgi Moeder, enz.
TWEEDE STATIE.
De vlucht naar Egypte.
lgt;e Engel heeft gesproken: Joseph maakt den wil (iods bekend aan M u'ia, en zonder de redenen der menfclielijke voorziclillglieid na te pMn/.en. neemt zi| h iren Goddelijkeu Zoon in de armen, en in 't midden der duisternissen van den nacht, vertrekt zij nasr Egypte. Heilige Maagd, wat droefheid hebt gij in dil land niet uilgestaan, waar gij vreemd waart zonder vrienden of magen, en niel^ l.adt 'm van te leven dan liet wi rk uwi r handen en \a.i uwen bruidegom. O Maria, ik smeek u door al de ongemakken dier moeie-lijke reis, en door al de onlusten van die langdurige ballingschap, verkrrg mij de verdu'diglieid en de on-denvtrping aan den Goddelijkeu wil in de ellenden des levens, opdat ik na mijnen dood uwe tegenwoordigheid en die van uwen Zoon voor alle eeuwigheid moge genieten.
li ecs gegroet, enz. v. lleil ije Moeder, enz.
477
verscheidene sebeder
\ erlics van Jezus in den tempel.
Maria ziende dat Jezus niet bij de personen is die \an Jeruzalem koni 'n, zoekt hem met vlijt en vindt hem na drie dag-n iu het midden der leeraars. O Mai ia, indien ik Jezus door mijne zonden kwam te verliezen, maak dat ik hem mot ijver zooke, en hem zevenden hebbende door de boetvaardigheid, ik hem met zorg beware en nooit meer verlieze. üit bid ik u door al de droei heden welke uw Moederlijk Hart verslonden, als gij uwen lieven Zoon moest zoeken.
Wees gegroet, enz. gt; . HeiVye Moeder, enz.
VII-IIDE STATIE.
Ontmoeting van Jezus, geladen met zijn kruis.
O Maria, is dat uw lieve Zoon? Weihoe! de God die gedrag, n wordt op de vlougden der cherubienen nadert tusschen twee moordenaars, de handen ae-boeid als een kwaaddoener! Hij die de aarde door zijnen vinger ondersteunt, bezwijkt onder den last des krinses! op dit gezicht, zoo hartverscheuivml voor eene Moeder, o Maria, welke waren uw? gemoedsaandoeningen ! Aeh! uw dierbare Zoon wordt ten dood geleid, tol den schrikkelijk.^ kruisdood, en gij volgt hem tot op den Calvarieberg. Smartvolle Moeder, was het dan niet genoeg om ons te ver.'ossen dat Jezus zijn kruis droeg, maar wi j moeten ook ons kruis dragen en hem naar uw voorbeeld volgen.
Weesgegroet, enz. v. Heil'geMoeder, enz.
VIJFDE STATIE.
Kruisiging van Jezus.
Aanzie uwen Jezus, den welbeminden Zdou van
478
TOT DE li. MAAüI) MAKIA. 179
Maria, tusschen hemel en aarde verheven, niet rustende dan opzijn wonden! Allerheiligste Maag. I, gij waart op den Thabor niet, maar gij lieviiidl u op Cal-vane; gij slaat aan den voet van het kruis. Gij ziet hot bloed vloeien van uwen Zoon; gij hoort de bittere klachten welke hem zijne smarten afpersen. Maria lijdt om aide droelheden van haren Znon; Jezus lijdt om de droefheden zijner Moeder; maar verre van hunne smarten te verminderen, worden zij vergroot door die wederzijdseh ■ mededeeling. O Jezus! o Maria! waar is mijne lielde voor u? waar zijn mijne tranen? Verkrijg voor mij, o Moeder, ecu oprechl berouw over mijne zonden en de genade der volliarding.
Weesysyroet, enz. v. Heil'gt Moeder, enz.
ZESDE STATTE.
Hel lichaam van Jezus wordt aan Maria overgtgeven.
Wie zou de droefheid van Maria kunnen bescbrij-ven, als zij dat misvormd lichaam wederzag? Zij ku-t en besproeit m t hare tranen dal Goddelijk vooriioold, verscheurd door de doorivn kroon, die oogen uilge-doofd door den versehrikkeKjksten dood, dat aangezlcl.t quot;eheel ontkleurd en met striemen overdekt, die bleoke en doodvevwige lippen, die doornagelde handen en voeten, en de zijde zoo wreedeMjk ge^pi'nd met eene lans. O Maria, ik zal nimmer uwe smarten vergeten, -ik zal ze nooil meer vernieuwen door mijne zonden.
Wees gegroet, enz. v. Heiiye Moeder, enz.
ZEVENDE STATIE.
Jezus wordt in het graf gelegd.
De weduwe van Nairn hoorde eene troostende slem bij het graf van haren zoon; Jezus zeide haar: Ween niet. O Maria, gij zijt voorliet graf uwsZoons neder-
•180 VEIISCMEUIK.NE OUDKllKX
gezeten en niemand kquot;ml u trnoslen. De engelen des vredes weenden liitleriijk, hoe znudcn zij u h hben kunnen Irnoslen in die zee van smarten? Ziedaar dan, o Mari i, tot welken trap van vernedering de Heer u heelt doen dalen om u boven de koren der engelen te verheffen. Leeren wij ons verootmoedigen, leeren wij lijden met Maria; velgelen wij niet da!, indien wij door onze pijnen den hemel kunnen koopen, wij hem niet te duur zullen hehhen.
Wees grqroet, enz. v. Heiige Moeder, enz.
BER ZEVEK WEËEX.
AHalen van hel Rozenhoedje dei' Zeven ]Veëeii.
I - 20U jaren aflaat als men het Rozenhoedje bidt na de biecht.
*gt; l.'iO jaren daarenboven op de Maandagen, Woensdagen, Vrijdagen en gebodone feestdagen, vermits men biechte en ter heilige Tafel nadere.
3° 100 jaren eiken keer dat men het bidt met het vaste voornemen van zijne biecht te spreken.
4° 10 jaren voor elk geestelijk of lichamelijk werk van barmhartigheid jegens zijnen evennaaste, of om onzen lïeere Jezus-Chrisfus, zijne heilige Moeder of eenen Heilige te vereeren, vermits men zevenmaal het Onze Vader en het U'ees gegroei bid de.
5° 200 dagen voor elk Onze Voeler en Ween gei/roet die men op dit Rozenhoedje bidt, als men het Vrijdags bidt, de dagen van den heiligen vastentijd, of den feestdag van ünze-Lieve-Vrouw der Zeven VVeéen en iederen dag der octaaf. — 100 dagen voor elk Onze Vaaer en Wees gegroet de anderedagen des jaars.
6° Volle afiaal, 1° eens in de maand, 2° eens in 'tjaar. Al deze aflaten zijn toevoeglijk aan (ie gtloovige zielen iu liet vage\uur.
TOT DE II. MAAGD WATÏIA. 481
Om deze aflaten te kunnen verdienen moet men zich bedienen van non Paternoster der zeven Weeën, go wijd door cenen priester die er de mucht toe heeft, dezen op zich dragen of hij zich hebben. Om den vollen uflaat van iedere maand wordt er vereischt, huilen de gewone voorwaarden, dat men hot Rozenhoedje dagelijks bidde, en voor den vollen aflaat fens in 't. jaar, dat men het ten minste viermaal in de week bidde.
Daarenboven om de aflaten, die aan het Rozenhoedje der zeven Weeën vast zijn, te verdienen, moet men;
1* Kene akte\an berouw verwekken.
2° Achtervolgens de zeven Weecn der heilige Maagd betrachten.
3« Achter elk iree een Onze Vader en een Wees gegroet bidden.
Daarna driem:ial het Wees geqrnel bidden ter eere van de tranen die Maria gedurende hare Weöen vergoten he^ft, om door haar de genade te bekomen van zijne zonden to be-weenen, en om de allaten le verdienen.
6. in het kort Jezus-Christus smeeken dat hij de gebeden, welke hem zijne Moeder voor ons toestiert, zoude verhoeren.
AIANIKR OM HET ROZE.MIOEbJE DER ZEVEN WEEËN TE BIDDEN.
1° Men verwekt eerst eene akte van berouw.
Dan bidt men zevenmaal Onze Vader, met eiken keer zevenmaal ll'cw gegroet, en overweegt de zeven droefheden van Maria, volgens zijn vermogen.
EERSTE DROEFHEID.
Voorzegging van Simeon.
Door betrouwen aangemoedigd , overweeg ik de eerste droeibeid, die de heilige Maagden Moeder Gods Maria gevoelde, wanneer zij baren eenigen Zoon Jezus in den tempel opoffer Ie, en de oude Simeon, hem op zijne armen nemende, lot haar zeide: Een zwaard van droefheid zal uwe ziel doorsteken; welke
VERSCHEIDENE GEBEDEN
woorden haar hol lijden en den dnod van haren Zoon Jezus voorspelden.
Eenmaal Onze Vader en zevenmaal IT'ees gegroet.
TWEEDE DROEFHEID.
De vlucht naar Egypte.
De tweede droefheid van de heilige Maagd was, wanneer zij naar Egyple moest vluclilen, om zich te onllrekken aan de vervolging van den wreed en Herodes, die haren beminden Zoon Jezus zocht ter dood te brengen.
Eenmaal Onze Vader en zevenmaal 11 'es gegroet.
DERDE DROEFHEID.
Jezus verloren en in den tempel gevonden.
Overweeg de derde droefheid van Maria; hoe zij in het terugkomen van Jern'n'em, waar zü bij den PaaschUjd met haren bruidegom, den heiligen Joseph, en haren Zoon Jezus geweest »as, dit Goddelijk Kind verloor en gedurende drie dagen deszelfs verlies beweende.
Eenmaal Onze Vader en zevenma ;l Il'cc.v gegroet.
VIERDE DROEFHEID.
Ontmoeting van Jezus, dragende zijn kruis.
Overweeg de vierde droefheid van Maria, haren beminden Zoon Jezus onlmoetende, wanneer hij, geladen mei hol zwaar kruis op zijne doorwonde schouders, naar den Calvarieberg ging, om daar voor onze zaligheid gekruist te worden.
Eenmaal Onze Vader en zevenmaal Wees gegroet.
TOT DE II. MAAGD MARK.
VIJFDE DROEFHEID.
Kruisiging van Jezus.
Ovordpiik de vijlde (JmHtiWd van de heilige M iagd Mari , wanneer zij haren Znen Je/.us zag hangen aan het kruis, terwijl uii al de deelen van zijn 11. lichaam zijn dierbaar bloed stroonid.-; en zij, na drie uren van smartelijk, n doodstrijd, h m zag sterven.
Eenmaal Onze Vader en zevenmaal Wees gegroet.
ZESDE DROEFHEID.
Afdoening van het kruis.
De zesde droefheid v n de heilige Maagd w^s, vau het lich:iam van haren Zoon Jezus, levenloos en met eene lans doorstoken, in hare arm n te ontvangen, toen het van het kruis werd afgedaan.
Eenmaal Onze Vader en zevenmaal Wees gegroet.
ZEVENDE DROEFHEID.
Begrafenis van Jezus.
Bij de zevende en laatste droefheid der H. Maagd Maria, de bijzondere besehermsler van hare dienaars en van de ongelukkige zondaars, overwegen wij wat Maria leed, ais zij het heilig lichaam van haren Zoop Jezus z; g begraven.
Eenmaal Onze Vader en zevenmaal Wees gegroet.
D arna leest men driemaal het Weesgegroet ter eere van de tranen, die de heilige Maagd in hare droefheden heeft gestort, om door haar de gr ille te verkrrgen vau met een waar leedwezen ou/.e zonden te heweenen, en om de heilige aflaten te Terdienen.
485
YfrrtscnEmirsK rtEUWiES
y. Kid voor ons, allerbiiüruktste Maagd.
ft. Opdat wij waardig worden der beloften van Cliristus.
r.KUKI).
O Heer Je/.us, wij bid len u, opdat de heilige Maagd Maria, uwe Moeder, nu en in het uur onzes doods bij uwe barmharlighdd voor ons ten beste moge spreken, wiens gebenedijde ziel in het uur van uw lijden, hel zwaard van droefheid heeft doorstoken; die leeft en heerschl met den Vader in de eenheid van den heiligen Geest, God in alle eeuwen der eeuwen. Amen.
AKTF. VAN OPnilACIlT AAN HE BEDRUKTK MARIA.
Heilige Maagd, Moeder mijns Zaligmakers, ik vernies u vandaag voor mi jne Koningin, mijne beschermster en mrno voorspreekster hij Jezus, uwen Goddo-lijken Zoon ; druk in mrn harl de smarleu die gij aan den voel des kruises gevoeldet, en aanvaard mij voor altijd onder het getal uwer kindT^n; lie'p mij alle de stonden miins levens, voornnmelljk in het uur mijns doods, opdat ik, vereenigd met uwe droeflieden in dit dal van tranen, en voortaan in eene aanhoudende getrouwheid in uwen dienst levende, door de navolging uwer deugden moge verdienen de kroon van glorie, die God aan zijne uitverkorenen geeft.
GEIIED GETROKKEN UIT HET OFFICIE DES MEnEI.IJDENS.
O Jezus, die, g durende uw lijden, de allerteederste ziel der glorierijke Maagd Maria, uwe M ieder, met een zwaard van droefheid hebt doorstoken ge/.ien, volgens de voorzegging van den eerbiedwaardigen Simeon, verleen ons, doer uwe goedheid, dat wij, terwijl wij de gedachtenis van haar medelijden en
4fU
tot de n. ma \r.n mahia. 483
haar lijden vieren, door de verdiensten en de voor-ï-praak van al de Heilige», die getrouw liet kruis aan-gi-k'eefd h bben, die gelukkige vruchten uws lijd -ns mug. n in/.ameleii; gli die leeft en heerscht met God den Vader en den heiligen Geest, in al de eeuwen der eeuwen. Amen.
LITA.MK
VAN OXZC-LIEVE-VROUW VAN ZKVEJi WEKÊX.
lieer, ontferm u onzer.
Christus, ontierm u onzer.
Heer, ontferm u onzer.
God d:'s hemels, onze Vader, ontferm u onzer. God, Zoon, Verlosser der wereld, ontferm u oiu;,r. God, livilige Geest, ontferm u onzer.
Heiiige Drievuldigheid, een God, ontferm u onzer. H. Maria, Moeder van droefheden, hid voor ons. H. Maria, die bii de geboorte vm uwen Goddelij-ken Z'ion eene groote droefheid gevoeldet, omdat gij hem op stroo tusschou twee dieren leggen moest,
Maria, die tot in het diepste uws Harten de wond gevoeldet, welke men in de besnijdenis aan uv\en Goddeli;keii Zoon toebracht, a
Maria, die in de geheimenis der zuivering, de =■ schande hebt willen dragm van vóór üe ongen | der mi nschen door te gaan voor eene gewone -i vrouw, |
Maria, wier ziel doorsloken wierd met een zwaard ■
van liklen in de voorzegging van Simeon,
Maria, die eene biltere droefheid gevoeldet, toen gij het Goddelijk Kind aan de woede van Uerodes moest onttrekken,
Maria, wkr mededoogend Hart groofelijks bedrukt was over da moard der onnoozele kinderen,
486 verscheidene gepeuen
Maria, die dnor dui/.cnde ongerust heden gefolterd werd;, om uw n Goddeli kquot;u Jezus in de terugkomst uit Kg ple naar Ucllil. iicm, b,d voor ons.
Maria, die aan den wreedsten angst overgeleverd werd., g durende de drie dag 'n dat uw Godde-li;ke Zjoh, buiten uwe weet, in den tempel ver-blief',
Maria, die in eene l)ittere eenzaamheid gesteld werdi, toen uw Goddelijke Zoon zich in de woes-tiin begaf,
Mari i, die in het diepste uwer ziel de verfmadin-gen er, hedreigingen gevoeldet, die men tegen uwen Goddeliiki n Zoon uitbraakte,
Maria, wier Hart met een zwaard van droefheid doorlmord werd, als Jezus uwe toestemming vroeg om tot d n doed te paan,
Maria, die diep hquot;droefd waan, toen men aankondigde, dal Je u gevang n was,
Maria, di ' zoo levendig eene tlroefheid gevoeldet x?.
over de geeseling des Za igmakers, ^
Ma ia, die in dj wreedste nedrukthi'id g dompeld 2 w rtl!, t-'en Je/.us bebloed en misvormd door Pi- 2 lalusaan het voik getoond werd, =
Maria, die niettegenstaande den stroom van bitterheden, welke uwe ziel vervulde, nogtansden heldenmoed g. had hebt van Jezus tot op den Calvarieberg te vo gen,
Maria, wier Hart aan het kruis gehecht werd met dezelfde nagelen, die er uwen Goddelijken Zoon aanheehilen,
Maria, die met eene bittere droeflHd de soldaten de k'eederen van Je/.us, al spelende, zaM.^l ver-deelen,
Maria, die de levendigste droefheid g 'voeldet, toen, Jezus te drinken vragende, gij hem die kleine verzachting niet kondel bezorgen,
TOT ut; II. MAAGD MARIA. 487
Maria, die, toon Jezus den geest gaf, niet eene zoo gi'oole verscliriklheid geslagen werdt, dal gij zelf, zondereen mirakel, zoudl gestorven zijn, I id voorons. Maria, wier Hart met dezelfde 'ans doorstoken werd,die het Hart van uwen Goddelijken Zoon opende,
Maria, wier droefheid nog veel grooter was, toen men het lichaam van Jezus, levenloos en overdekt met wonden en bloed, tegen uwe moeder- S lijke borst nederlegde, ^
Maria, wier droefheid lot het iiilersle punt geko- | men was, toen gil Jezus aan Nicodemus gaaft om ^ begnven Ie worden, 5
Maria, die de drie dagen, dat Jezus in het graf verbleef, overbracht in tranen en in de diepste droefheid,
O Maria! Moeder van droefheden! Koningin der marte'aren!
l.am Gods, dat wegneemt de zonden der wereld,
spaar ons, Heer.
Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld,
verhoor ons, Heer.
Lam Gods, dal wegneemt de zonden der wereld,
on t term u onzer. Heer.
Christus, hoor ons.
Christus, verhoor ons.
GEliED VAX niiN Stabat.
O Heer! wij bidden u, opdat do H. Maagd Maria, uwe Moedor, nu en in het uur onzes doods, bij uwe barmhartigheid voor ons ten beste moge spreken, wier gebenedi;de ziel in het uur van uw lijden, het zwaard van droefheid heeft doorstoken; die leeft en heerscht niet den Vader, in do eenheid van den heiligen Geest, God in alle eeuwen der eeuwen. Amen.
\T.KSCHKIDKNE GEDEDEN
Er bestaat eene zekere wijze van de Moeder Gods te ecren welke haar bijzonder aangenaam is, en die door de grootste Heiligen der laatste eeuwen hoog geacht werd. Deze is het bidden van den Rozenkrans.
Om eene hooge achting voor deze oefening op te vatten, heeft men slechts de gebeden te beschouwen, waaruit zij bcslaüt, en zich te heri.ineren dat de II. Franciscus van Sales, de II. Carolus Borromeus, en eene menigte andere personen, zoo uitstekend door hunne heiligheid als door hunnen rang en hunne geleerdheid, in de gewoonte waren van het Rozenhoedje dageHjks te bidden.
De H. Dominicus, gestorven in 1221, stelde de oefening in van nijftien tientjes van Weet geuroeien en éênen Onze Vader in het begin van elk ti- nije, lur eero van de voornaamste geheimenissen van Jezus-Christus en van de H Maagd. Deze oefening wordt genoemd de Hozennrans.
Men verdeelt hem in drie rozenhoedjes van vijf tientjes, waarvan het eerste betrekking heeft up de blijdo mysteriën, het tweede op de droevige mysterien en het laatste op de glorierijke.
Rozenhoedjes waaraan aflaten vast zijn.
1. De rozenkrans en het rozenhoedje van den heiligen Dominicus. Deze rozenkrans bestaat uit vijflien tientjes, en is ingesteld om de bijzonderste geheimenissen van Jezus-Christus te eeren. Die gehi imenissen worden in drh' soorten verdeeld, gelijk wij hierboven gezegd hebben. Het rozenhoedje is het derde deel van den rozenkransen bevat vijf tientjes. Om de aflaten te winnen, die aan den rozenkrans en het rozenhoedje van den heiligen Dominicus verïeend zijn, moet de Pa ernnaler gewijd zijn door eenen kloosterling der orde van den heiligen Dominicus of dooreenen anderen priester die eene bijzondere macht er toe ontvangen heeft, en dat, terwijl men die bidt, men aan de mysteriën denkt; nogtans de personen die onbekwaam zouden zijn die mysteriën te overwegen, kunnen volstaan met godvrucUiglijk den rozenkrans te bidden.
i88
TOT DE H. MAAGD MARIA. 489
Zij die met een vermorzeld hu t don geheclen rozenkrans of wel vijf tientjes lezen, hebben 100 dagen allaat voor elk Onze yuneren elk W'tteunjroe-; ün oenen vollen alliiaieens in 'tjuar, indien zij het rozenhoedje van vijf tientjes, gedurende een jaar, dagelijks lezen. Deze aflaLun kunnen aan do zielen des vagevuurs toegepast worden.
5. Hozuiihoedje van de ueilige Brigitta. — 100 dagen voor elk Ik utloof 11» God den V'aner, \uur elk Onze Vader, voor elk H(jejroei. Vollen allaat, eens in do m.iand, als men oene kerk bezoekt, voor allen die dagelijks het rozenhoedje leren; zij verdienen uogeenen anderen vollen allaat eens in 't jaar, die, gedurende een jaar, dagelijks het rozenhoedje zullen gelezen hebben. Deze aflaten en vele andere, aan hel rozenhoedje der heilige Brigitta vastgehecht, zijn toevoeglijk aan de zielen des vago\uurs.
3. Rozenhoedje door den Paus gewijd. — Voor hen, die dit rozenhoedje bezittende, de gewoonte hebben van hel ten minste eens in de week te lezen, of de kleine getijden der heilige Maagd, of de getijden der overledenen, of ten minste eenen norlurnns en de iam/e» daarvan te lezen, of de heilige Mis te hooren, de zeven boetpsalmen of trappsalmen mot derzelver verzen en gebeden te lezen, honderd dagen aflaat voor elke maal en bovendien vollen afiaat, mits te biechten en te commnniceeren, enz., op eiken der volgende dager.: Kerstmis, Drie-Koningen, Pasclion, Hemohaart, Sinksen, H. Drievuldigh: ijsdag, H. Sacramentsdag, Lichtmis, do Boodschap, de ll?inehaart van Maria, de Geboorte van de heilige Maagd, op den feestdag van den heiligen Joannes den Dooper, op de feestdagen van eiken der heilige Apostelen, van den heiligen Joseph en van Allerheiligen.
Wie een dezer rozenhoedjes bezit, en in het doodsuur, meleene Nolle onderwerping, zijne ziel aan God zal be\e-len, niet berouw biechten en communiceoren, of, zuo hij niel kan biechten en conimuniceeren, in zich eenu akle van oprecht beiuuw zal verwekken, den heiligen Naam van Jezus m-'t den mond, of ten ininste met het hart zal aanroepen, zoo hij niel spreken kan, zal eenen vollen aflaat veruieuen. Al deze allaten kunnen toegevoegd worden aan de overledenen.
VERSCHEIDENE GEBEDEN
«KWONE MAMER VAN DEN n. ROZENKRANS TE B.DDEN.
Ik geloof in Gnd den Vader, enz.
Glorie zij den Vader, enz.
Onze Vader, en/,.
Ik groet u. Dochter van God den Vader' Wees ycgroet, enz.
Ik groot u, Moeder van God den Zoon! Wees nel/roet, enz.
Ik groei u, Bruid van God den II. Geest! Wees yegroet, enz.
Glorie zij den Vader, enz.
DE VIJF BLIJDE MYSTERIEN.
Islc MYSTERIE.
L)e boodschap des Engels.
De Namen van Jezus en Maria moeten ziin gebenedijd : van nn af tot in de eeuwigheid. Onze Va ler en-1- Diquot; heilige Drievuldigheid heeft loegestemd in de
menschwordiiig van Christus. Wees gegroet en* i. Maria is tot Moeder van Christus verkoren. H ees gegroet, enz.
5. De Eng •! Gahriël hrengt Maria de blijde boodschap. Wees gegroet, enz.
i. Maria was in d,; «enigheid in haar gebed. Weesgegroet, enz.
o. De Engel zeide : Wees g-groet vol van gratie, de Heer is met u. Wees (jlgroet, enz.
6. Maria was verbaasd, als zij den Engel hoorde. Wees gegroet, enz.
7. De Engel zeide: Maria! wil niet vreezet., want gij zult ontvangen door den H. Geest. Wees gegroet, enz.
I'OT DE H. MAA'jD MARIA. -491
8. Maria zeide: Zie do di^nsl maagd des Heeren, mij geschiede na r uw woord. Wees gegroet, enz.
9. Maria is van den 11. Geesl overlommerd geworden. Wees gegroet, enz.
10. En hel Woord is Vleescli geworden, en het heeft onder ons gewoond. Hees gegroet, enz.
Glorie zij den Vader, enz.
1IJ|' HYSTERIE.
De bezoeking van Maria aan hare nicht Elisabeth.
De namen van Jezus en Maria moeten zijn gebenedijd:
van nu al' tot in de eeuwigheid. Onze Va'ler, enz.
1. Maria, uit ootmoedigheid, i:aat hare nicht Elisabeth bezoeken. Weesgegroei, enz.
-2. M iria bestuurd door den heiligen Geest. Wees gegroet, enz.
5. Maria, mei alle hnasl opstaande, gaat over het ge-Ivrgle. Wees geg oet, enz.
•i. Maria w rd m l veel licide van liarti nicht Elisabeth ontvang n. Wees gegroet, enz.
SI.-Jan is gezuiverd en van bli:dsc|nl) opgesprongen in zijns moeders lichaam. Wees gegroet, enz.
li. Elisabeth zeide: Gebenedi,d is de vrucht uvvs lichaams. Wees gegroet, enz.
T.Maria heeft uïg'roepen: Mijne ziel maakt groot den Heer! Weesgegroet, enz.
8. Elisabeth zeide; wat geluk geschiedt mij, dat de Moeder des Heeren lol mij komt. Wees gegr., enz.
9. Het huis van Zacharias is door de komst van Jezus en Maria gebenedijd. Wees gegroet, enz.
10. Maria heelt hare niclit drie maanden met veegt; liefde gediend Wees gegroet, enz.
Glorie zij den Vader, enz.
VE nsr ii i; I n !•: .vx r. r, iu; li K x
IIIdc MYSTERIK.
De geboorte van Christus.
Do namen van Jtv.us en Maria moeten zijn gebenedijd : van iiü al lot in de eeuwigheid. Onze Vwler, enz,
1. Maria heelt g baard en zij is Maagd gebleven. Wees gegroet, enz.
2. Maria heeft Je/.us in eenen stal gebaard en in doeken gewonden. Wees gegroet, enz.
5, Maria heel'l Jezus met veel li, l'de en verwondering aanschouwd. Wees gegroet, enz.
i, Maria heelt Jezus omhelsd en aan haar Hart ge-drukt. M ees gegroet, enz.
■gt;• Maria heeft Jezus met hare heilige borsten gevoed. Wees gegroet, enz.
6, Maria heeft Jezus in eene krib gelegd. Wees gegroet, enz.
7, Jezus lag op hooi en stroo tussclien os en ezel, U'ces gegroet, enz.
8, De Eng'leu h.'bben gezongen: Glorie zij Godin het Allerhoogste, en op de aarde vrede aan de men-schen, die van goeden wil z.i.H. Wee; gegr., enz.
9, De herders henben hel kind komen bezoeken. Wees gegroet, enz.
10, De drie Koningen hebben het kind komen aanbidden en hunne giften geotterd. Wees gegroet, enz.
Glorie zij den Vader, enz.
I VJe jivsterie,
f)e opdracht ran Christus in den Tinipel.
De namen van Jezus en Maria moeten zijn gebenedijd: van nu al lol in de eeuwigheid. Onze Vader, enz. 1, Maria gaal om haar heilig kind le offeren. Wees gegroet, enz.
-ioa
TOT DE II. MAIGH MARIA. '4Jj
2. Jezus en Maria ondenvorpen zich aan de wet-
Wees gegroet, enz.
5. Maria gaal dnor de mocielijke wegen naar Jeruzalem. H'cev gegroet, enz.
i. Maria heelt Jezus op hare armen gedragen. Wees gegroet, enz.
?). Maria vervordert al biddende haren weg. II eesgegroet, enz.
C.Maria heeft Jezus in den tempel geofferd. Tl ces gegroet, enz.
7. Maria heeft aan de wet voldaan met de olfergia der arme menseheii. Wees ge groet, enz.
8. Anna de profetes looide God voor de verlossing van Israël. Wees gegroet, enz.
9. De oude Simeon heeft Jezus omhelsd en op zijne armen genomen. Wees gegroe!, enz.
10. Simeon zeide: Heer, la;it uwen dienaar gaan iu vrede naar uw woord! 11 ees gegroet, enz.
Glorie zij den Vader, enz.
V'1' 1IYSTRRIK.
De vinding van het verloren kind Jezus.
De namen van Jezus en Maria moeten zijn gebenedijd' van nu al lot in de eeuwigheid. Onze Vader, enz
1.Maria heeft haar liefkind verloren. Wees gegr.,enz.
2. Maria heeft haren schal gi'misl. IKees gegroet, enz. ö.Maria heeft hem met veel dioeiheid gezocht. Tl ees
gegroet, enz.
4. Maria heeft Jezus langs alle wegen en straten gaan zoeken. Wees gegroet, enz.
5. Maria heeft Jezus na drie dagen gevonden. 11 ees
araroet, enz.
6. Maria vindl Jezus in den tempel, l^ees gegroet, enz.
■»quot;'* VERSCHEIDENE CEHEDEK
7. Jezus, twaalf jiiren oud zijnde, leerde de doctoren.
Wees gegroet, enz.
8. Mana zeide: Znon, waarom hebt gij ons bedroefd?
Wees geyroet, enz.
9. ,le/,us is met hen afgegaan en was hun onderdanig.
Wees gegroet, enz.
10. Maria hewa.irde al de woorden in liaar Hart, die Je/.us tot haar sprak. Wees gegroet, enz.
Glorie zij den Vat/er, enz.
GEREI).
O Maria, allergoedertierenste Moeder! verkrijg mijn hart droelhi'id, en mijne oogen tranen van rouw, om te beschreien, dal ik Jezus door mijne zonden zoo dikwijls In b verloren; gun mij hem wederom te vinden en altijd te behouden. Amen.
DE VIJF DROEVIGE MYSTERIEN.
In den naam des Vaders, en des Zoons en des heiligen Geestes. Amen.
Ik geloof in God den Vader, enz.
Glorie zij den Vader, enz.
Onre Vader, enz.
ik groet u. Dochter van God den Vader ! Wees qe-groet, enz.
Ik groet u, Moeder van God den Zoon! ]\'ees gegroet, enz.
Ik groet u, Kruid van God den heiligen Geesl! Wees gegroet, enz.
Hoe lief heeft God den mersch gehad, dat hij zijnen eenigen Zoon niet heelt gespaard, maar hem geleverd heelt ter dood: ja, tol den dood des kruises.
TOT DE H. MAAGD MARIA.
1»'« MYSTERIE.
(j'i j)e benauwdheid van Christus in het hofkeu.
r. De namen van Jezus en Mariu mneten ziin gebene
dijd ; van nu al lol in de eeuwigheid. Onze Vader, enz. Ije ). Jezus gaat ii aar den hnlvaiiOiivelrn. Wees gegr.enz.
Je/.us vali plal Ier aarde neder. [Vees gegroet, enz. 5 Jezus volhardl in hel gebed. Wees gegroet, enz. •i. Jezus is bedroefd lol den dood loe. II ees gegr enz. •i' Jezus zweel water en bloed. Wees gegroet, enz. (gt;. Jezus stelt zijnen wil in den wil van zijnen hemel-I schen Vader. Wees gegroet, enz.
7. Jezus vermaant ziine discipelen om te waken en te bidden. Wees gegroet, enz.
8. Jezus wordt van zijnen apostel door eenen kus geleverd. Tï7eelt; gegroet, enz.
9. Jezus wordt van zijn bemind volk gevangen. Wees gegroet, enz.
10. Jezus wordt wreedelijk gebonden, en gesleurd van den eenen rechter lol den anderen. Wees gegr. enz. Hoe liefheeft God den meiïsch gehad, enz.
IIdc MYSTF.RIE.
De geeseling van Chris lus.
De namen van Jezus en Maria moeten zijn gebenedijd ; van nu af tot in de reuwigl eid. Onze Vader, enz.
1. Jezus werd van do Joden aan de Heklenen overgo-leverd. Wee. gegroet, enz.
2. Jezus wvrd bij Pilaius valrchelijk lieseliuldigd. Wees s gegroet, enz.
5. Jezus wordt van zijn volk achter Barrabas gesteld.
i Wees gegroet, enz. , , . j
i 4. Jezus, alhoewel onnoozel verklaard, werd geleverd
om gegeeseld le worden. Wees gegroet, enz.
i'Jfi VEHSCHEIDENfi GEIltllEN
Ti. .lezus' kleedercn werden uitgerukt. Wee* gegr. enz.
(gt;. .lezus stond daar na.ikt en bloot. Wees geyoet, enz.
7. Jezus aan eene kolom gebonden Ti'ees gegroet, enz.
H. Jezus werd wreedelijk gegeeseid. Weesgegroet,enz.
9, Jezus' bloed vloeit langs de aarde. Vt'cc.s gegroet, enz.
10. Jezus is gewond om onze zonden. Wees gegr. eni.
Hoe lief heelt God den mensch gehad, enz.
IU'le MYSTER1K.
De krooning van Christus.
De namen van Jezus en Maria moeten zijn gebenedijd ; van nu al tot in de eeuwigheid. Onze Vader, en:,
I. D ' soldaten hebben Jezus eene doornen kroon bereid. Wees gegroet, enz.
2, Zij hebben de doornen kroon in Jezus' hoofd gedrukt. ll'ce.s gegroet, enz.
5. Jezus' hoold is langs alle kanten doorwond. Wees gegroet, em.
■i. Jezus' hoold Is ziipende van het bloed. H'ee* gegr.
5. Jezus is met eenen purperen mantel bespot. Wees gegroet, enz.
6. Zi h. bben Jezus een riet voor schepter in de hand gegeven. Wees gegroet, enz.
7. Zij hebben met een riet op het gekroond hoofd van Jezus geslag. n. Wees gegroet, enz.
8. Zij hebben in Jezus' gebenedijd aangezicht gespuwd. Wees g eg roei, em.
9. Jezus is verzaad van versmaadhsden. Wees gegroet. lü. Pihtus heeft Jezus aan hel volk vertoond, zeggende: Aanziet don mensch! Wees gegroet, enz.
Hoe lief heelt God den mensch gehad, enz.
TOT DE H. MAAGD MARIA. 407
IVdc MYSTERIK.
Oe krttisilragiug van Christus.
De namen vaa Jezus en Maria moeten zijn gebene-iird; van uu af'tot inde eeuwigheid. OnzeVader, enz. I. Jezus werd veroordeeld mi gekruist te worden.
Wee* geijroet, enz.
■2. Jezus tl. eft zijii kruis met liefde omhelsd. Wees gegroet, enz.
ó. Jezus heeft zijn kruis op zijne doorwonde schouderen gedragen. Wees gegroet, enz.
i. Jezus wordt tusschen twee moordenaren opgeleid.
Wees gegroet, enz.
3. Jezus bezwi kt onder hel kruis om onze zonden.
Wees gegroet, enz.
(i. Jezus, geladen met zijn kruis, ontmoet zijne bedroefde Moeder. H ees gegroet, enz.
7. Jezus wordt bjweend do.ir de godvruchtige vrouwen van Jerusalem. Weesgegroet, enz.
8. Jezus zeide: handelt m 11 zoo met liet groene hout, wat zal dan aan liet dorre geschieden? Wees gegr.
9. Niemand wilde Jezus zijn kruis helpen dragen. Wees gegroet, enz.
10. Jezus klimt voor ons op den berg van Calvarië. Wees geg oet, enz.
Hoe lief heeft God den mensch gehad, enz.
Yde MYSTERIE.
De kruisiging van Christus.
De namen van Jezus en Maria moeten zijn gebenedijd : van nu af tot in de eeuwigheid Onzr. Va/Ier, enz. 1. Jezus werd wreedclijk op het kruis uitgestrekt. Wees gegrost, enz.
T
.
52
498 VERSCIiElUn.NE GEÜEBEX
2. Jezus' handen en voeten werden dooniageld. Wees gegroet, enz.
5. Je/,us werd aan het kruis opgericht, en zi jne wonden vloeiden van het bloed. Wees gegroet, enz.
4. Jezus bidt voor zijne vranden. It 'cc.s gegroet, enz.
5. Jezus belooll den goeden moordenaar het paradijs. Wees gegroet, enz.
G. Jezus beveelt den heiligen Joannes aan zijne lieve Moeder. Wees gegroet, enz.
7. Jezus, dorst hebbende, is met gal en edik gelaal I. H ees gegroet, enz.
8. Jezus heelt uitgeroepen: mijn God 1 waarom heb! gij mij verlaten? Wees gegroet, enz.
9. Jezus zeide: het is volbracht. Wees gegroet, enz. 10. Jezus heelt zijnen geest gegeven en zijn Hart voor
ons laten openen. Wees gegroet, enz.
Hoe lief heeft God den mensch, enz.
GERED.
O Jezus I ik bid u door al uwe smarten en bitteren dood, door uwe doornag 'de handen, doorboorde voelen, doorstoken zijde, en al uwe gezegende wonden, ontferm u mijner, en druk uw heilig lijden zoo di. pin mijn hart, dat mij niets anders behage dan Gij, mijn Jezus, die voor mij gekruist zijt. Amen.
DE VIJF GLORIERIJKE MYSTERIES.
In den naam des Vaders, en des Zoons en des heiligen Getstes. Amen.
Ik geloof ia God den Vader, enz.
Glorie zij den Vader, enz.
Ik groet u. Dochter van God den Vader! Wees gegroet, enz.
Tin tiK II. MAAGD MARIA. -199
Ik groet u, Moeder van Goo den Zoon! Weetyegr.eni. !k grnel u, Bruid van God den heiligen Geest! Wees gegroet, enz.
Geloofd en gedankt /,i,j ten allen tijde liet Allerheiligste en Goddelijk Sacrament.
[me mvstkrik.
De verrijzenis van Christus.
De namen van Je::us en Maria moeten ziin gobene-di d: van nu af tol inde eeuwigheid. Onze Vader, enz. I. Jezus is den derden dag glorieus verrezen. IKcts gegroet, enz.
-J. Jezus heeft dood en hel overwonnen. Wees gegr. enz. ö. Jezus heeft de oud vaders getroost en verlost. Wee.s gegroet, enz.
I. Jezus verblijdt zijne heilige Moeder. Wees gegr. enz. ?gt;. Jezus a's een hovenier verschijnt aan Maria Mag-
dalena. Wees gegroet, enz.
(i. Jezus vertoont zich aau Petrus. Weesgegroet, enz. 7. De discipelen van Emmaus zeiden : waren onze harten niet van liefde brandende, ;üs hij tol ons sprak? Wees gegroet, enz.
8 Jezus staat iu het midden van zijne discipelen, en wenscht hun allen den vrede. TI'ces gegroet, enz. !). Jezus toont züne glorieuze wouden aan den heiligen Thomas. Wees gegroet, enz.
10, Thomas roept uit: o mijn Heer en mijn God! I Vees gegroet, enz.
Geloofd en gedankt, enz.
li'1'-' üivsïiaiiK.
De henielvaarl ran ('hrislus.
De namen van Jezus en Maria moeten zijn gebenedijd; vau'uu af lol in de eeuwig).eid. Oi z- Vader, enz.
SOO VERSCHEIDENE GEBEDEN
1. Jezus vaart g'orieu'; (en Ir niel. Wees gegroet, enz.
2. Jezus klimt op dooi' zijne eigt;ne maclit. Wees gegroet, enz.
3. Jezus scheidt van zijne lieve vrienden. Wees gegroet, enz.
f, Jezus b. gt;olt met lien te blijven tot het einde der
wereld. Wees gegroet, enz.
•gt;. Jezus belooft iiun den !l. Geest. Weesgegr. enz. (gt;. De discipelen li. bben Jezus aanschouwd, en hij
heeft hen alle gezegend. IVecs gegroet, enz.
7. Jezus heeft voor ons den hemel geopend. Wees gegroet, enz.
K. Jezus zit aan de rechterhand van zijnen hemel-schen Vader. Weesgegroet, enz.
Jezus loont ziine heilige wondon voor ons aan zijnen hemelschen Vader. Wees geg-oet, enz.
10. Jezus is onze middelaar in den hemel. IVees gegroet, enz.
Geloofd en gedankt, enz.
Ill'1'' SIVSTEKIE.
üe zending ran den heiligen Heest.
De nanvn van Jezus en M iria moeten zün gebenedijd : van nu af tot in de eeuwigheid. Onze Vader, enz.
1. Jezus heeft den 11. (r est beloofd. Wees gegroet, enz.
2. Jezus heeft den Trooster gezonden. Wees gegr. enz. Jezus heeft het vuur op de wereld gezonden. Wees gegroet, enz.
k De heilige Geest heeft de hanen met liefde ontstoken. Wees gegroet, enz.
5. De heilige Geest heeft de verstanden venich!. Wees grgroet, enz.
0. De heilige Geest heeft de harten versterkt. Hees gegroet, enz.
TOT [)E H. MAAGD MARIA. 301
7. De heilige Geest hoel'i verscheiden talen doen spreken. Wees gegroet, enz.
8. De heilig ■ Geest heeft zijne gaven uitgedeeld. Wee» gegroet, enz.
9. Kom, tieilise Geest! b?7.oek de harten van uwe ge-lom igen. Wees gegroet, enz
10. Kom, heiligquot; Geest! ontsteek in ons het vuur uwer liefde. Wees gegroet, enz.
Geloofd en gedankt, enz.
IV11' MVSTEP.IE.
De hemelvaarl van .Varia.
De namen van Jezus en Maria moeten ziin gehene-dlid : van nu af tot in eeuwigheid. Onze Vader, e,.z.
1. Maria Is npgenomi'n ten hemel. Wees gegroet, enz.
2. 1) quot; hemelsche Vader ontvangt zijne beminde Dochter. Wees geg-oet, enz.
ö. Jezus omhelst zi'Ue lieve Moeder. Weesgegr. enz. 1 Dgt; heilige Geest verwelkomt zijne lieve Bruid.
M'ees gegroet, enz.
i}. De Seralienen groeten Maria. Wees gegroet, enz. G. De Engelen dienen Maria. Wees gegroet, enz. 7. Heel de hemel is verblijd door Maria. Wees gegroet, enz.
S Maria zit de naaste bij Jezus. Wees gegroet, enz. 9. Maria is onz'» Moeder en middelares In deu hemel. Wees gegroet, enz.
10. Mari is onze voorspreekster in den hemel. Wees gegroet, enz.
Gelooid en gedankt, enz.
VEKSaiElDKKE GF.IiKOKX
V'1' MYSTERIE.
De kroning van Maria.
Di; namen van Jezus en Maria moeien zijn gehene-(fijd: van nu af tot in de eeuwigheid. Onze Vader, enz-
1. Maria is glorieus gekroond in den hemel Hees gegroet, enz.
2. M:ii ia is gekroond om hare Serafiensche liefde. Wees gegroet, enz.
5. M ria is gekroond om hare Engelsche zuiverheid.
iVees gegroet, enz.
{. Maria is g kroond om hare groote ootmoedigheid.
IVees gegroet, enz.
,ï. Maria is gekroond om hare volmaakte gehoorzaamheid IVees gegroet, enz.
0 Maria isg 'kroond om hare heilige voorzichtigheid. IVees gegroet, enz.
7. Maria is gekroond om hare groote verduldigheid. IVees gegroet, enz.
8. Maria is gekroond om hare ijverige dankbaarheid. IVees gegroet, enz.
9. Maria is g ■kroond om hare volharding in alle d Migden. IVees gegroet, enz.
10. Maria hoven alle Engelen en Heiligen in den hemel gekroond, gelijk de Moeder Gods toekomt. Wees gegroet, enz.
Geloofd en gedankt, enz.
r.KiiEn.
Ik offer u, allerzuiverste Maagd en allerglorieuFte Moeder Gods Maria, in de vereeniging van al uwe deugden, verdiensten en volmaaktheden, deze gees-lijke kroon van gebeden en groeienissen: gewaardig dezelve te ontvangen, met al de lofzangen, die u ep
502
TOT DE II. MAAGD MARIA. 505
de aai'fie en in den henipl gedaan worden ; en verkrijg mij en al degenen, voor welke ik gehouden hen te bidden, van uwen lieven Zoon de genade, om wei te leven en zalig te sterven. Amfn.
Een On~e Vader, tot dankbaarheid, dat God ons de genade heeft gedaan ilen heiligen Rozenkrans te lezen. Onze Va ler, e-'Z.
Een Wees negroe', opdat Maria ons verstand wil opdragen aan den hem^lschen Vader, en wij in der eeuwigheid zijne barmhartiglu id mogen gedenken. Wees gegroe.. enz.
Een U ees gegroet, dat Maria onze mrniorie wil opofferen aan haren Zoon, en wij gedurig zijn leven en bitter lijden indachtig zouden mogen wezen. Weet gegroet, enz.
Een Wees gegroet, opdat Maria onzen wil zou toeèigenen aan den heiligen Geest, opdat hij gedurig in ons van liefde moge branden. \\ ees gegroet, enz
Het fe/oo/; zuilen wij bidden, op !at ons gebed aan God mag aangenaam wezen, dat het mag strekken tot zijne meerdere eer en glorie, tot weistand van de heilige Kerk, bekeering der zondaren en afgevallen Christenen, en wol-stai.d der gemeenten. Ik geloof iu God den Vader, enz.
Dt' almogendheid des Vaders beware ons.
De wijsheid des Zoons onderwijze ons.
De liefde des heiligen fiecsles onlsteke ons.
TOEWIJDING AAN DE HEILIGE MAAGD.
Koningin der engelen en der monsciien, opperste Meesteres van het heelal, meesterstuk van Gods handen, waard g voorwerp van zijn welbehagen, glorierijk in den hemel, geëerd op de aarde, gevree.-d in de hel, Maagd en Moeder te gelijk, verhevene Maria, verzekerd als wij zijn van uw vermogen hij God en Ier zelider (i;d van uwe onuitsprekelijke goedheid voor de menschrn. komen wij met een onbegrensd betrouwen ons onder uwe bescherming slellen. Ge-waard'g uons dezelve te vergunnen bij uwen (iedde-tijken Zoon.
301 VERSCHEIDENE GEBEDEN
Bekom ons vnn (iod ile verlossing uit onze rampen en meer nog uit onze zonden, de onderwerping in onze smarten, denoodige sterkte in onze bekoringen, den bi'stand in alle gevaren, en eene onschendhare zuiverheid des harten. Bekom ons vooral de liefde Gods. een vui'fg 'n i jver in zi jnen heiligen dienst, eene standvastige getrouwheid aan zijne genaden, een vol-komene overgeving aan zijne voorzienigheid, een altoos vuriger verlangen van aan hem toe te hooren, en eindelijk , de genade eener za':g» volharding. Nu God, stel'en wij, van dit oogenlilik en voor a'tijd, on-e znliglu'ii' in uwe handen; onherroepeliik en zonder uitzondering doen wij u de opdracht van onze harten, van onze goederen, onze gezondheid, onze vrijheid, ons leven, van al wat wij zijn, en van al wat wij hierop aarde hezilten.
Doordrongen van die gevoelens, welke het geloof en de godsvrucht ons ingeven, «villen wij voortaan geene genaden vragen dan door uwe voorspraak, geene gi beden opdragen dan door uwe handen, geene deugden oefenen dan naar uw voorheeld.
O Maria, Moeder der b-irmhartlgheid, wees ons genadig, bescherm ons gedurende onzen gaiischen levensloop, maar voornamelijk in de uur van onzen dood Kom ons Ier hu'p, on ondersteun ons in do benauwdheden van den laatsten strifd; en als wij den geesl zullen geven, slei, gij zelve, onze ziel in de handen van haren Schepper; leid haar de gelukzalige eeu-wiglieid binnen om er met u, te midden derhemel-sclie vreugden. God te aanbidden, Ie loven en te danken door alle eeuwen der eeuwen. Amen.
GENOOTSCHAP VAN DEN LEVENDEN ROZENKRANS.
Het genootschap vtiri den leien 'en Roztnkrans wordt aldus genoemd, omdat zij die hem hidden volgens de regels der
TOT 1gt;E H. MAAGD MAHIA. 505
broedorrrhap, een biizo'uler genootschap uitmaken, wa ;rin het bidden \jn d n rozenkrans altoos in leven is. Die genootschappen h( rii.neivn aan de heilige Maagd Mari:i, op p-ene aangename wijs, d ; gift van den rozenkrans, dii* zij ons door de tusschenkomst van den heiligen Dominicus geschonken hoeft.
Men verdeelt zich in afdeelingen van vijftien leden, ter Cere der vijfti'-n mysterien vai. dm rozenkrans. Een der vijftien personen boiast/.ich met de namen op te schrijden en m. andelijks de vijftien mysteriën onder de vijftien leden bij loting te verdeelen. Elk deelgenoot bidt dagelijks een tientje van zijn Pa'enwster ter eere van het mysterie, dat hem door het lot is aangewezen.
De loling geschiedt eiken derden zondag der maand. De geest des genootschaps is Noornamelijk, voor elkander te bidden, de godsvruent tot M. ria mei r uit te l.r.-ide.i, en mede te werken tot het verspreiden \an den levenden iio-zenhrans.
Dv' dedgenooten trachten op eene bijzondere wijze den feestdag van den rozenkrans te vieren, den eersten Zondag van October.
AFLATEN VAN DEN LEVENDEN ROZENKRANS.
Om ('ee'netioot te wezen van den Le^en 'en Rozenkrnm en den. elfs aflaten le verdienen, is hel nooJza \eliJli en yenoeg-zaum:
I. Dat men ingeschreven zij en deelgenoot ran een vijftiental personen ;
II. Da men dagelijks zijn tientje leze met hel aangewezen master ie te overwegen ,*
III. Da men op (■ en gestellen ijd van mysterie verandert.
1° Volle aflaat op den eersten fet stdag na de aanneming.
2° Al de aflaten die tot nu toe aan het lezen van den rozenkrans vertuiul zijn.
3° Een aflaat van honderd dtgt;gen, voor elke maal, dat men opeenen werkdag het aangeduide tientje lezen zal.
4° Een aflaat van zeven jaren en zevenmaal veertig dagen, als men het op de zon-en feestdagen van het jaarleest, zelfs op uie feestdagen, welke niet verplichtend zijn, alsook ge-
VE IlSCliriDKKE GRÜEDEN
V'1' MYSTERIE.
De kroning van Maria.
!)■• nanion van Jp/.us en Maria moeten /.iju gebene-(fijil: van nu al' lot in de eeuwigheid. Onze Vader, enz-
1. Maria is glorieus gekroond in den hemel IV'ees gegroet, enz.
2. Maria is gekroond om hare Serafiensche liefde. Wees gegroet, enz.
5. M ria is gekroond om hare Engelsche zuiverheid.
Wees gegroet, enz.
t. Maria is g kroond om hare gronte ootmoedigheid.
IVees gegroet, enz.
S. Maria is g 'kroond om hare volmaakte gehoorzaamheid Wees gegroet, enz.
0 Maria is g'kroond om hare heilige voorzichtigheid.
Hees gegroet, enz.
7. Maria is gekroond om hare groote verduldigheid.
M ees gegroet, enz.
S. Maria is gekroond om hare ijverige dankbaarheid.
IVees gegroet, enz.
9. Maria is g 'kroond om hare volharding in alle
d 'Hgden. Wees gegroet, enz.
10. Maria hoven alle Engelen en Heiligen in den hemel gekroond, gelijk de Moeder Gods toekomt. Wees gegroet, enz.
Geloofd en gedankt, enz.
«KIIED.
Ik oflVi' u, allerzuiverste Maagd en allerglorieuste Moeder Gods Maria, in de vereenlging van al uwe deugden, verdiensten en volmaaktheden, deze gees-lijke kroon van gjheden en groetenissen: gewaardig dezelve te ontvangen, met al de lofzangen, die n cp
502
TOT DE II. MAAGD MARIA. 505
de aai'de en in den hemel gedaan worden ; en verkrijg inij en al degenen, voor welke ik gehouden ben te bidden, van uwen lieven Zoon cle genade, om wel te leven en zalig te sterven. Amen.
Een Onze Var/er, tot dankbaarheid, dat God ons de genade heeft gedaan den heilige.i Rozenkrans te lezen. Onze Va Ur, cquot;z.
Een Wees negroe', opdat Maria ons verstand wil opdragen aan den hemelsohen Vader, en wij in der eeuwigheid zijne barmhartigheid mogen gedenken. Wees gegroe.. enz.
Een U ffs gegroet, dat Maria onze memorie wil opolTeren aan haren Zoon, en wij gedurig zijn leven en bitter lijden indachtig zouden mogen wezen. H «s gegroet, enz.
Een H'ees gfjrort, opdat Maria onzen wil zou toeëigenon aan den heiligen Geest, opdat hij gedurig in ons van helde moge branden. W ees gegroet, enz.
Het geloof, zullen wij bidden, op lat ons gebed aan God mag aangenaam wezen, dat het mag strekken tot zijne meerdere eer en glorie, tot weistand van de heilige Kerk, bekeering der zondaren en afgevallen Christenen, en wol-stai.d der gemeenten. Ik geloof tn God den Vader, enz.
Do almogendheid des Vaders beware ons.
De wijsheid des Zoons onderwijze ons.
De liefde des heiligen Geesles onlstekeons.
TOEWIJDING AAN DF IIEILIGK MAAGD.
Koningin der engelen en der mensciien, opperste Meesteres van het heelal, meestersluk van Gods handen, waaidg voorwerp van zijn welbehagen, glorierijk in den hemel, geëerd op de aarde, gevreesd in de hel. Maagd en Moeder te gelijk, verhevene Maria, verzekerd als wij zijn van uw vermogen bij Gnd en ter zellder tijd van uwe omtilsprekelijke goedheid voor de menschen, komen wij met een onbegrensd hel rouwen ons onder uwe bescherming stellen. Ge-waard'g u ons dezelve te vergunnen bij uwen Gedde-lijken Zoon.
■gt;04 VERSCHEIDENE GEBEDEN
Bekom ons van (iod de verlossing uit onze rampen en meer nog uit on/e zonden, de onderwerping in onze smarten, de noodige sterkte in onze bekoringen, den bi'stand in alle gevaren, en eene onschendhare zuiverheid des harten, liekom ons vooral de liefde Gods. een vurig gt;11 ijver in zijnen heiligen dienst, eene standvastige getrouwheid aan zijne genaden, een vol-komene overgeving aan ziine voorzienigheid, een altons vuriger verlangen van aan hem toe te hooren, en eindel jk , de genade eener zai:g? volharding. Na (ïed, steden wij, van dit oogenhlik en voor a'lijd, on/e zaligheid, in uwe handen; onherroepelijk en zonder uitzondering doen wij u de opdracht van onze harten, van onze goederen, onze gezondheid, onze vrijheid, ons leven, van al wat wij zijn, en van :il wat wij hierop aarde hezilten.
Doordrongen van die gevoelens, welke het geloof en de godsvrucht ons ingeven, «villen wij voortaan quot;eene genaden vragen dan door u«e voorspraak, geene gi beden opdragen dan door uwe handen, geene deugden oefenen dan naar uw voorbeeld.
0 Maria, Moeder der b irmhartigheid, wees ons ge-nadig, bescherm ons gedurende onzen ganschen levensloop, maar voornamelijk in de uur van enzen dood Kom ons ter hu'p, en ondersteun ons in de benauwdheden van den laatsten strüd; en als wij den geesl zullen geven, stel, gii zelve, onze ziel in de handen van haren Schepper; leid haar de gelukzalige eeu-wiglieid binnen om er met u, te midden der hemel-sche vreugden, Gnd te aanbidden, Ie loven en te danken door alle eeuwen der eeuwen. Amen.
GENOOTSCHAP VAN DEN LEVENDEN ROZENKRANS.
Het genootschap Vdn den leien 'en lioitnkrans 'vonlt aldus genoemd, omdat zij die hem bidden volgens de regels der
TOT 1gt;F. H. MAAGD MAP.IA. 505
broedorrrhap, een biizo'uler gf nootschap uitmaken, waarin het hidden Van d n rozenkrans altoos in leven is. Die genootschappen h( ri..ner n aan df heilige Maagd Marin, op pene aangename wijs, d j gift van den rc/.enkrans, dl * zij ons door de tusscheukomst van den heiligen Dominicus geschonken hoeft.
Men verdeelt zich in afdeelingen van vijftien leden, ter Cere der vijftien mysteriën van dm rozenkrans. Een der vijftien pt-rsonen betast zich met de namen op te schnj\en en maandelijks de vijftien mysteriën onder de vijftien k-den bij loting te verdoelen. Elk deelgenoot bidt dagelijks een tientje van zijn /Vemos/er ter eere van het mysterie, dat hem door het lol is aangewezen.
De loting geschiedt eiken derden zondag der maand. De geest des genootsctiaps is \oornamelijk, voor elkander te bidden, de godsvruent lot M. rii meer uit te Itr^ide.i, en mede te werken lot het verspreiden \an den levenden 1V0-zenhrant.
D^' deelgenooten trachten op eene bijzondere wijze den feestdag van den rozenkrans te vieren, den eersten Zondag van October.
AFLATEN VAN DEN LEVENDEN ROZENKRANS.
Om f'ee'nenoot te wezen van den Le en 'en Rozenkrnm en des. elfs aflaten le verdienen, is hel noodzaUelijk en genoeg-zaum:
I. Dal men ingeschreven zij en deelgenoot ran een vijftiental persoueu ;
II. Da men dagelijks zijn tien', je leze met hel aangewezen mijSterie te overwegen;
ill. Da men op ! en gestellen ijd van mysterie verandert.
1° Volle aflaat op den msten feestdag na de aanneming.
2° Al de allaten die tot nu toe aan het lezen van den rozenkrans vertund zijn.
3° E( n aflaat van honderd d;»gen, voor elke maal, dat men op eenen werkdag hel aangeduide tientje lezen zal.
4° Eei' aflaat van zeven jaren en zevenmaal veertig dagen, als men het op de zon- en feestdagen van het jaar leest, zelfs op üie feestdagen, welke niet verplichtend zijn, alsook ge-
50G YEhSCHEIDENE GEBEDEN
durendo dc octaven vun Kerstmis, 1'aschen, Sinksen, het alleriieiligste Sacrament, dn Hemelvaart, de geboorte en de Onbevlekte Ontvangenis der heilige Maagd.
' De volle ajlaten kunnen aan de zielen in hel rageruur toe-gevoeyj worden. lt; in die te verdienen, moet men benevens de bovenstaande voorwaarden, 1. biechten, 2. communiceeren, 3. eenij/e r/et.e .en doen in eene ':erk.
De zie:.en kunnen ae ajlaien van den levenden rozenkrans ivinnen, als zij cetiin godvriwhtiy werk vervirhten, hetwelk de bierhtvaner hun zul aandui en, om de laats'.e vooncaaide te vervanyen. (Uittreksel der breve van Gregorius XVI, gedag-teekend \aii -27 Januari
Men kan het rozenhoedje nog lezen om de roemrijke voorrechten en de wonderbare deugden der allerheiligste Maagd te cerrn, ter gedachtenis der bijzonderste feestdagen tot hare eer ingesteld; in vereeniging met de gebeden der engelen en der heiligen, die bij haar een zoo groot vermogen genieten; eindelijk tot lafenis der zielen in hetvagevuur.
Men kan het lezen van het rozenhoedje eindigen met eene oefening van toewijding aan haar onbevlekt Hart, op de volgende wijze;
AKTE VAN 01'IIIUCHT.
O Maria, MnedorGods! gelief tie vnlkomene opdracht, die ik u van mij zeiven dce, te aanvaarden. Otilmoe-dig aan uwe voeten nrdergeknield, offer ik aan uw onbevlekt Uarl op, mijne genegenheden, mijnt' gedacli-ten, mijne werken, mijne inoeielijklieden, mijne verdiensten, mijn I ven.miinen dond.al wat ik vermag, al wat ik hcz.il.al wat ik ben. Allerlieiligsle Hart, gansch lieminnelijk Hart niijner Moeder, ik wil n beminnen, u eeren, u doen beminnen en eeren, en ik zal trachten uwe deugden na Ie volgen. Verkrijg mij dat ik nnoil liandele dan uit liefde tot liet Hart van Jezus en tot het uwe. In de onmngelijklieid waarin ik mij bevind u te benimnen volgens mijne verlangens, gedoog dat ik u
TOT DE ». MAAGD MARIA. 507
opdrage do eer cn dc liefde die gi j van Jezus' Hart hifi!' op aarde oiitvanglt; n hebt en die gij eeuwig van de heilige Drievuldigheid zuil ontvangen in den hemel. Amen.
GODSVRUCHT TOT Ü.-L.-V. VAN DEN SCAPULIER.
Simon Stock, in Engeland van edele ouders geboren, in (iet jMi'I l;;V, van jongs af zeer deugdzaam, vertrok zich in eene wildernis, en leefde daar in de groolste strengheden der heilige Eremieten, van als hij nog maar twaalf jaren oud was; nadat hij aldus twintig jaren had overgebracht, vernam hij van Maria in eene openbaring, dat er eene nieuwe gemeente van Eremieten van den ber g Karmelus in Engeland gesticht was; hij ging zich daarmede vervoegen in het jaar 1212, en deed zoü grooten voortgang, dat men hem toeliet te vertrekken naar het Heilig Lanu; van daar, na zes jaren wedergekeerd zijnde, werd hij algemeene oveisto van geheel de order gekozen.
In alle zwarigheden, welke hij in deze bediening ontmoette, en welke in zijnen tijd menigvuldig waren, nam hij vuriglijk zijne toevlucht totllaria; ook verkreeg hij van haar wonderlijke teekenen, dat zij zijne gebeden aannoor-de. Wanneer nu de heiiige muil al tot lioogen ouderdom gekomen was, gebeurde het eens, dat hij met de gruotste vurigheid deaderheiligste Maagd aanriep, zeggende: u oluem ran karmelus, bloeien.e wijnyaarj, ylans van Jen hemel, wonderlijk vruchh-are Maaytl, zach moeMje Moeder, allijd on e leu:, i/eef' bijzondere voorre k en aan ueoe dienaren ran den oenj Karmelus; o gij! klaarblinecnde slerre der zee, (je' ivaaruip u ons i,ena !ilt;jlij'e te Les /lijnen!
De heilige Moeder Gods verscheen hem, omringd van een groot getal \un hemelsehe geesten; zij hield in de hand oenen Scapulier van de Orde , denwelken zij hem toereikte, zeggende: Zeer lie e zoon, omranej neet Scapulier rem ince Orde, als Aewee een mijner llreie. ersrhap. een voorre ht voor u en roor alle Karmelie en: Al mie mei dit Uenlee'en sterft, zal den eeuwigen brand niet lij,.en. ZieJaar een iee.'een van zaligheid, een bckoe .middel in alle gevaren, een tee..en van vredererbond lusschen mij eet allen die het zttUen dragen. en
308 VERSCHEIDENE GEBEDEN
ran eene aUijddwende overeenkomst. Eer zij verdween, belastte zij hem hiervan kennis te geven aan den Paus van Rome.
Dit is dan het eerste en zeer uitmuntende voorrecht dergenen die van do Orde van Karmelus, of van de Rro^der-schap van don hoiligen Srapulier deel maken, en dit kleed standvastiglijk on godvruchtiglijk dragon: dat zij ran he' eeuwig vuur zullen he' rijd zijn, en vervolgens zeker van eens tot de eeuw 1*2:0 zalighoid te geraken ! Nauwelijks zou men iets troostelijkers in dit loven durven hopen.
Maar hoe aanbelangend en verheven de eerste belofte zij, nogtansgaf de heilige Maagd nog een nieuw voorrecht aan alle do leden der Broederschap van don heiligen Scapulier. Hot was de/.en keer aan den Paus Joannes XXII, dat zij zich veropenbaarde.
On zokoron tijd, van don vroegen morgon op zijne knieën biddend^, viel hij als in eene ontgoosting, en do Koningin dos hemois verscheen hom, dragende het kleed dor Kormo-lioton, en zoide tot hom: Joannes, stadhouder van mijnen Zo^n Jezus-Ckrist us. het i* door mijne roorspraa'i, da (jij tot dit hoorje iraar ii/heid verheren zijt, en nel ijl ik u heb le rijd van de siril.hen uwer tenenst^ere-s. zon renva ht ic van u eene voi.omen en guns ige he- esliging van de heilige Orde fier Kar-melie en. En wanneer hel gebeurt dal er van die religieuzen of van .e le ien hunner Jiroelersi hap sterven, wier zonden hei vagevuur verewhen, zal ic ne erdalen, als hunne Verheerlijkte Moe 'er. in hel midden van hen inhei vagevuur, den Zaterdag na hunnen dood; ik zal verlossen die ik daar zal vin :en, en hen gelei 'en op den heiligen Merg van het eeuwig leven. Deze zijn de eigene woorden dor Bulle van den 3 Maart 1322, door dewolke do Paus Joannes XX11 dit nieuw voorrecht heeft afgekondigd en in gohoel zijno uitgestrektheid boves-tigd, zeggonde: Ik aanvaarde dan dien heiligen aflaat; ik ve-ze.ere en te-es'ige hem op de aarde, gel ijk Jezus-C h rist us, om de verdiensten van zijne glorieuze Moeder, dezen heeft vergund in i'en hemel.
Vele en groote Pausen, onder anderen: Alexander V, demons VII, Paulus HI, Pius IV, de heilige Plus V, Grogorius Xlll, Paulus V, ürbanus VIII, Cl mens X en Innocontius XI. hebben de Bulle van Joannes XXII op nieuw onderzocht en
TÜ1 DK H. M\Alt;;D KAR IA. .')09
bevestigd; zoodat niemand met recht kan twijfelen aan de echtheid derzelve of aan de waarheid van al wat zij bevat. Deze Bulle behelst dan het tweede uitmuntende voorrecht dezer Order en der Broederschap van den heiligen Scapulier, te weten: van den eersten Zaïer.fag na den dood uit het rafjeruur verlost le loordea. Daarom wordt die Bulle ge-noemd de Sabbat ine. dat is de Zaterdagsrhe Bulle.
Menigvuldige mirakelen hebben de waarheid dezer gebeurtenissen bevestigd; en het voorbeeld van ontelbare dooi luchligc en hlt; ilige personen heeft deze troostelijke de-votie nieuwen luister gegeven.
Vraagt men hoe het mogelijk is dat iemand aldus verzekerd kan zijn van zijne zaligheid en van zijne verlossing uit liet vagevuur, en hoe zulks m^t het geloof overeenstemt, dan antwoorden wij dat men die beloften moet verstaan — niet alsof men zou mogen in zonde leven en sterven en toch uit kracht van den Scapulier zou zalig zijn, noch ook alsof men zou vrijer en geruster in zonde blijven loven in vermetel betrouwen op den Scapulier. In deze twee gevallen is het te voorzien dat nvn om de eene of andere reden zonder Scapulier zou sterven, en dus te recht van de voordeden beroofd zijn. — Maar de zin der b- lofte is deze, dat al wie den Scapulier getrouw en godvruchtig draagt, en de plichten van de Broederschap volbrengt, en daarin tot den dood toe volhardt, met verzekering op de beloften der II. Maagd mag betrouwen. Doze zal hem ongetwijfeld de genaden en de bijzondere hulp verwerven o:n in staat van gratie te sterven en om de pijnen des vagevuurs te zien afkorten.
A F LAT MN 1»IK VKRGLM) /J.IN AAN DK HROEDKUSCHAP
m
De Paus I'aulus V, alle de te voren vergunde aflaten intrekkende, heeft, door zijne iJullevanden 30 October 1606, verleend;
l» Eenen vollen aflaat aan de geloovigen van beide geslachten, die den Scapulier zullen ontvangen, den dag van hunne intrede, indien zij met een waar leedwezen zullen gebiecht en de heilige Communie ontvangen hebben.
2° Eenen vollen aflaat aan alle de leden van de Broederschap, die, met een waar leedwezen gebiecht fin de heilige
T
Slü VEhSCIIEIDEiNK GEIÏKÜEX
Communie zullen ontvangen hebben, op den voornamen feestdag van Onze-Lieve-Vrouwvan don berg Karmelus, den 16Juli, of, opeenen dag onder de Octave.
3° Eenen vollen allaat, in het uur des doods, aan degenen die, in hunne ziekte, met een waar leedwezen, gebiecht en geeoramuniceord hebbende, godvruchtiglijk zullen aanroepen, met den mond of ten minste met het hart, den aller-hciligsten Naam van Je/us.
4° Ken vollen aflaat aan de medebroeders en zusters die, gebiecht en gecommuniceerd hebbende, de maandelijksche processie van de BroMrrschap zullen bijwonen; en die de processie niet gemakkelijk zouden kunnen bijwonen, volstaan met tot dit einde de kerk of kapel der Broederschap te bezoeken.
5« Eenen allaat van drie honderd dagen aan degenen die zich onthouden van vleescb op de dagen, op welke de leden der Bloederschap, volgens hunne instelling, dit gewoon zijn te derven.
C» Veertig dagen aflaat eiken dag dat zij zullen lezen zeven Onze I a Iers en zeven 11 fes yeyroelen, ter eere van do zeven Blijdschappen van Maria.
Erj honderd dagen aan degenen die zullen lezen het Olficie van Onzp-Liew-Vrouw, mot behoorlijke godvruchtigheid.
7° Vijf jaren en vijf maal veertig dagen aan degenen van de Broederschap die, den Scapulier dragende, mot waar leedwezen gebiecht hebbende, zullen communicecren, eens ter maand, en bidden tot do inzichten der H. Kerk.
8» Drie jaren en driemaal veertig dagen afljatop iederen feestdag dei heilige Maagd aan die, met een Wiar leedwezen gebiecht hebbende, zullen communiceeren in eene kerk of kapel van de Broederschap , en bidden tot de gewone intentién, als boven gezegd is.
9« Vijf jaren en vijfmaal veertig dagen aan de medebroe-deis die, met eene flambouw, het heilig Sacrament zullen vergezelschappen, als men het draagt aan zieken, en üod voor hen zullen bidden.
10quot; Honderd dagen aan diozii'len modegaan tot de begrafenis van eenig-n overleden christen, hetzij van de Broederschap of anderen, en God voor zijne ziel zullen uidden.
liquot; Honderd dagen aan degenen die zullen doen een van
TOT !)r. H. MAAGD MARIA.
do volgende dingen: bijwonen der missen of andere Goddelijke diensten, die gedaan worden in eene kerk, kapel ol andere bidplaats van de Broederschap, arme menschen herbergen, of hen helpen in hunnen nood, hen beschermen in gevaar van zonden, of hen door geestelijke of tijdelijke aalmoezen bijslaan. Aan die zich verzoenen met eigene vijanden, of vrede maken tusschen anderen. Aan die eenigen dolenden zondaar tot den weg der zaligheid wederbrengen; eenige onwetenden leeren do geboden van God, of andere dingen ter zaligheid noodig of dienstig.
12° Zijne Heiligheid Clemens X, uooreene Breve van den 2 Januari 1G72, staat toe, dat alle de LoNengtmelde aflaten toevoeglijk zijn aan de zielen des vagevuurs.
VOORWAARDEN.
Om recht te hebben tot de voordeden van de Broederschap, moet men
loDen Scapulier ontvangen, met de gewone plechtigheden, uit de handen van den overste dor Orde, of van esnen anderen priester, bemachtigd om dien te ^even.
2° Hem onophoudend dragen ais Scapulier, dit is te zeggen afhangende van de twee schouders.
3° Het is goed van zich te laten inschrijven. Nogtans uit krocht van eend beslissing van Z. II. uen Paus Gregorius XVI, gegeven don 30 April 1838, is de inschrijving iu liet register van de Broederschap niet wezenlijk meer noodig; en alhoewel die inschrijving nog ik'vol en is, kan men, daar zonder, evenwei de voorrechten genieten en de aflaten ver-Jienen.
GliBED TOT ONZE-LIEVE-VROÜW VAN DEN SCAPULIER.
Mijn hart behoort mij niet meer toe, het is aan Maria!... Geroep van dankhaarheid, geroep van vreugde! want jjij zijt hel, voorzienigheid van den Jnhoeilige en steun van den bedrukte, die mij tot lieden met uitstekende weldaden overladen hebt; gij zijt het, die, door mij medelid van de broederschap
SH
312 VEHSCHKIDKNE GF.ISEDEN
des heiligen Scapuliers te maken, mij, hoe onwaardig ik van deze eer ook ware, met hel eerbiedwaardig gewaad van de Moeder Gods versierd hebt.
Mijn hart behoort mij niet meer toe, het is aan Maria 1 ... Geroep van liefde, geroep van geluk ! want S,'i.i zi'l het, wonderbare cn zuivere Moeder, die altoos voor mijne onophoudelijk aangroeiende behoefte, de overvloedigs te genade bereidl, om mij te doen toenc-mi n In de kennis van Jezus-Christus, we.ken ik als den weg, de waarneid en het leven aanbid. Gij zijt het. die mij, in uwe moederlijke bezorgdheid, omhan-g.'ii hebt met het beschermkieed, tegen al de gevaren, waaraan, op deze aarde van bi proeving, de ellende en de zwakheid m ar al te zeer zijn blootgesteld.
Mijn hart belioorl mij niet meer toe, het is aan Maria!... Geroep van betrouwen, geroep van zegepraal! want gij zijt het, getrouwe en machtige Maagd, die mij nooit verlaten hebt, dan zelfs niet, wanneer ik u, misschien duizendwerf, lafhartig vergal; gij zijt het, die, sterk als een in slagorde gesteld leger, mij met een wapentuig bekleed lu b', dat vreeselijk aan al de vijanden van mijne zaligheid en van de verheerlijking des Heeren is.
O Maria, Koningin van den Karmelusberg, sla mij bij, opdat ik, voorlaan leerzaam voor de ingevingen van den heiligen Geest en voor den goeden raad mijner geestelijke geleiders, voor Jezus en voor u moge leven en sterven. Amen.
OVER EENrGE ANDERE SCAPULIERS.
A) Scapulier der heilige Drievuldigheid.
Deze Scapulier is gehecht aan de Broederschap der heilige Drievuldigheid. Hij is wit met een rood en blauw kruis. Hij aioetaltijd gewijd zijn, ook de tweedeenderde; zelfs moet altijd het kruis op denzehen geteekeud blijven.
TOl DL 11. MAAGD 31 ARIA.
T)e voorna.'»mste volle aflaten, daaraan vast, zijn:
!• Op den d.ig der inschrijving.
2* Op het uur des doods.
3# Op den dag tier processie, eens in de maand.
4° Op de voorname feestdagen der Broederschap, welke zijn: *28 Januari, verschijning der heilige Agnes, 2 en 8 Februari, Aschdag, Witten-Üonderdag, Paschen , O.-H.-Hemelvaart, II. Drievuldigheid, 5 Juli, 8 September, 23 October, 20 en 25 November en Kerstdag.
B) Scapulier der zeven Weeën,
Deze Scapulier is vast aan do Broederschap van dien naam. Hij moet zwart zijn en van wollen slof.
Do aUaten zijn zooals uoven nquot; I, 2, 3, en vele gedeeltelijke ailaten voor bijzondere feesten en gebeden.
G) Scapulier der Onbevlekte ünivaiujenii.
Deze ook ter oorzake der kleur de hlauwe Srapulier gehe«-len, is met overvloedige gratiën en volle ailaten verrijkt.
Zio er bier eenige:
1° Op den dag dat men den Scapulier ontvangt.
2* Op het uur des uoods.
3° Den eersten Zondag van iedero maand.
4° Alle Zaterdagen van de vasten.
ö# Drie dagen der goede week.
0» Passiezondagen Vrijdags daarna.
7* Op de feesten van Kerstmis, Pasehen, Hemelvaart, Pinksteren, H. Drievuldigheid en Allerheiligen.
8° Op de vijf feesten van O.-L.-V., te weten: Onbevlekte Ontvangenis, Geboorte,Lichtmis, Itoodschap en Hemelvaart.
9* Op den feestdag van St. Joseph, K. Kruissinding,St. Jan Haplis., HH. Petrus en Paulus, St. Augustinus, St. Michael, heilige lingelbewaarder, heilige Theresia.
10* Op vcrbChillige feesten \an de Orde: 24 Maart,17 Juni, 7 Augustus, 14 Sept-emm-r, lONovemijer, 13 December.
Daarenbu\en kan men, mits alleenlijk zes ünze Vaders en zes Ugt;es yeyroe en te bidden, meermalen volgens believen verdienen de analen van de reis aaar Jeruzalem, naarSt.
315
514 GODSVRl'CHT TOT O.-L.-V. VAN BIJSTAND.
Jacob, — van Portiuncula, van het bezoeken der zeven Kerken van Rome — enz. enz.
Behalve deze, zijn er bijna ontelbare gedeeltelijke aflaten aan vergund.
Al deze Scapuliers moeten ontvangen worden van eenen priester, die daartoe de afzonderlijke macht ontvangen heeft. De eervv. paters Redemptoristen hebben de macht ontvangen van deze vier Scapuliers in eens samen te geven, zonder die zelf aan te doen, zoo nogtansdat één Scapulier de verschil-lige kleuren en vereischte vereenige.
GODSVRUCHT TOT O.-L.-V. ViN BIJSTAND.
GEBED AAN O.NZE-UEVE-VROUW VAN BIJSTAND , IN DEN MUXD VAN EENEN ZONDAAR , VOOR HARE VOETEN NEERGEKNIELD.
Heilige Maria, onbevlekte Maagd en roemrijke Moeder v .n Jezus-Cliristus, God en Mensch, Koningin der Engelen, lieve Vrouwe van Bijstand, hier knieit vnor uwe gebenedijde voeten wel zeker het boosaardigste der schepselen neder, en toch durft het zijne oegen tot ii opslaan om uwe goedertierenheid af te smeeken. Gij zijt de toevlucht der zondaren, en de beschermster der rechtvaardigen; gij zult mij niet verstoeten, o allerbeste Maagd! en gedoog dat ik u, met do tranen in mijne oogen, met de zuchten in mijn hart., en van eene rechtvaardige droefheid doordrongen, mijoe noodwendigheden blootleg. Ik weet, o gelukzalige Maagd! dat ik, na zoo dikwijls hervallen te zijn, alle gunst onwaardig ben, en dat ik, slechts door uwe bescherming, mag hopen verhoord te worden; gij ziel in welken droevigen slaat ik gebracht ben; de voorwerpen, dia mijn hart vleien, bevallen en misleiden mij; de gelegenheden sleepen mij naar do ijdelheden der wereld; het vuur mijner driften verbrandt mij ais eene hevige
GODSVRUCHT TOT O.-L.-V. VAN WJSTAHl). 513
koorts; ik ben als eene cionde assche voor de deu^d, en ik ga zoodanig gebukt onder hel gewicht mijnei zonden, dal ik ongetwijl'eld lol in het diepste des al-gronds zal vallen, zoo gij door uwen bijstand mij niet ondorsleunt. Ik beken, en dit weet gij, o Goddelijke Moeder! dal ik op zekere oogenblikken de afschuwelijkheid mijner misdaden zie en verfoei, voornemens ben mij le beteren en uil mijne zonden op te staan ; maar eilaas! dit voornemen is zoo zwak, zoo flauwhartig, dat ik weldra in mijn vorigen slaat herval. Goddelijke Maria, lieve Vrouwe van liijsland! zult gij mij uwe huip weigeren in den betreuronswaardigen staal waarin ik beu. Gij zijl mijne voorspreekster, en, na God, mijne vaste hoop; verwerf mij, door uwe gebeden, bij uwen aanbiddelijken Zoon, dat de hoo-vaardigheid en de eigenliefde, de oploopendheid en de gramschap, de onstandvastigheid en de liclitvaardig-heid mij niet meer overheersehen, en dat deze rampzalige ziel niet voor eeuwig verloren ga. Door schrik en angst bevangen, onpeilbare afgronden voor hare oogen he.ibende, verwacht zij zich op niets meer, dan op den eeuwig.'n dood. Ach! milue beminnelijke Pa-tronesl heb medelijden met mij, haast u mij huip le brengen, eer mijne kwaadwilligheid do bron der Goddelijke goedheden verdmge, en mij voor altijd de gra-llëi! Gods eu de vergilfenis mijner zonden onwaardig make.
Men heeft altijd van u gezegd, o roemrijke Moeder Gods! dat gij nooit iemand verstoot of verlaat, die, in zijne benauwdheid en zijn leed, met berouw en ootmoedigheid tot u zijne toevlucht neemt, en uwe barmhartige en almachtige voorspraak afsmeekt.
Aanvaard dus mijn gebed, o Moeder van bannliarlig-heid, uitdeelsier dep graliën des Heeren; mijne onwaardigheid were de huip uwer goedheid niet af; laat mij het uitwerksel uwer hulp en welwillendheid go-
S16 ooigt;s\rccht iui o.-i.-l. tas bijstand,
voelen in de benauwdheid, waardoor ik overvallen ben; lt;gt;n dan, 7,00gij mij deze gratie toeslaat, zal ik verachten al wal de wereld aanlokkelHks heelt, en slechts de boetvaardigheid en de deugd beminnen; ik zal niets Ier wereld meer verlangen dan do liefde van Gnd alleen, en uwe welda len zullen mijne ziel dermate vervullen, dat al mijne gedachten, wnnrden en werken lot deu dienst van onzen Heer .le/.us-Clirislus, uwen Zoon, zuilen besteed worden, wien alle eer, roem, zegen en lof toekomt, met den Vader, in de eenheid des heiligen Geesles, in alle eeuwigheid. Amen.
BELOFTEN AAN 0.-L.-V. VAN BIJSTAND.
Heilige Maria, Moeder van G.id en allergelukzaligste Maagd, zonder eenige vlek der erizonde ontvangen. Moeder van btinnharligheid en genade, van zaligheid en leven, verzekerde tnovluUit en steun der arme zondaars, die op u hopen ; ootmoediglijk voor uwe voeten nedergeknield, en in de tegenwoordigheid der allerhevigste en alleraanbiddelijkste drievuldigheid. Vader, Zoon eu 11. Geest, van uwen glorierijken bruidegom, den heiligen Joseph, van uwe moeder, de heilige Anna, van mijnen EngelUewaarder, mijne heilige patronen en liet ganscli hemelsch hol, — kies en neem ik u voor mijne bijzondere Moeder en meesteres, patrones en voorspreeksler bij God; ik k lm tot u, om voor altijd uw zoon lt;'u dienaar ie wezen, uit den grond mijns harten belovende, mijn gansch leven lang, volgens mijnen Staal en rang, met alle mogelijke getrouwheid en op-cechllieid u te beminnen, te eeren en tedii-n -n, eu teven» te zorgen, zoowel ik zaï kunnen, dal gii door al wie van mij a.liangt, voimaaktelijk lieinind, geëerd eu gediend wordet.
ik diaag u ook op, en stel gebcol en al, zon jer eenige Vüoj'beUouilitig, in uwe handeu mijn lichaam, mijne
GuBsvr.uaii rat v. eeocRices bijstand. 517
ziel, mijne gi'dadili'n, mijne woorden, mijne werken, mijne omlonieiniiigen, en, over 't algemeen, al wat mij loebelioorl en vau mi j at'hangt.
Neem deze aUi'rnotmoedigste oü'erande gnnsllg aan, ik smeek er u om, o allerzuiverste der maaüden en allerleederste der moeders, en zegen die van op den Iroon uwer heerliikheid, opdat zij verdiene God ann-geboden le worden, en ilgt; voor a'lii'l onder uwe kinderen moge tellen; vergun mij de gratie van mij In al milne, zoo lichamelijke, ais geestelijke noodwendigheden, te troosten en bij te staan; veixkdig mij legen mijne vijanden, bewaar en verlo» mij van alle rampen en gevaren; draag zorg vooj-mi gedurende mijn leven, en verleen uwe bi scherin ng aan mijne arme /.iel in het uur van mijnen dood. Amen.
GODSVRUCHT TOT 0N3E-LIEVE-VRGUW VAN GEDÜR1GEN BIJSTAND.
Het heeW Van (Jn^e-f.ierr-Vrouw ran nnhtrijm Bijstand, na (irjp homierd jaren langt.- Hume vele mirakelen uilgewerkt te hebben, was, sedert de Kransr.he revolutie, verborgen en van de gnlotni*'1!! geheel vergeten. Z. 11. Pins IX, het op nieuw Ier vereering willende uitstellen, gew;tardigde, in de maand Mei ISSfi, dien kostbaren schat aan de Alphonsus-kert der paters Iledemptoristen te verlronwen. Van dan af heeft het gt;iquot;iMg beeld den loop zijner wonderen hernomen, en ze meer dan ooit mildeltjk vermenigvuldigd. Men /.ou zeggen dat Maria daardoor heeft willen toonen, dat zij de Bijstand is, ja, A**yHluryie ttijstanrl der Ctiristi'nen.
Moge die hartroerende titel onze buop opwekken en ons aanzetten om dikwijls'V Vnr 'erran ur'vri'jen Uijstand, in al onz? ellenden, met vertrouwen te aanroepen.
GonsvRur.ht tot 0.-1..-T.
TP.iDUl).
— 100 dagen aflaat, eens op den dag, voor alle geloovigen, die godvruchtiglljk en met leedwezen een der volgende gebeden zullen lezen.
Ziehier aan uwe voeten, 0 Moeder van clengeduri-;/eii Bijstand, een elleuiJig.'ii zondaar, die zijne toevlucht tot u neemt en zijn betrouwen in u stelt. O Moeder der barmhartigheid , heb medelijden met mij. Allen noemen u de toevlucht en de hoop der zondaars. Wees dan mijne toevlucht en mijne hoop. Door de liefde van Jezus-Christus, help mij; reik uwe handen tot eenen ongelukkigen, die gevallen is, maar die zich aan u aanbeveelt en zich voor altijd aan uwen dienst toewijdt. Ik loof en dank God dal hij, in zijne barmhartigheid, mij dat betrouwen in u heeft ingeboezemd, die ik als de waarborg van mijne eeuwige zaligheid beschouw. Waarom, als ik vroeger in zonde viel, nam ik mijne toevlucht niet tot u? Ik weet dat ik met uwen bijstand zal overwinnaar zijn; en ik ben overtuigd dat gi j mij tor hulp zult snellen, als ik tot u roepen zal; maar ik vrees de gelegeiih 'den van te zondigen, en vooral van in die gelegenheden op te houden uwen bijstand al te smeeken en zoo in mijn verderf te loopen. Die genade zoek ik, die genade bezweer ik u uit al mi jne kracht, mij te verleenen. Maak dal ik in al de bestormingen der hel mijne toevlucht tct u neme, en dat ik onophoudelijk tot u rnepe; Maria help mij, laat niet toe, dat ik mijnen God verlieze, o Moeder van den gedurigen Rijstand.
Vijf Wses 'jffjroeten.
jr. Hid voor ons, heilige Moeder Gods.
S. Opdat wij der beloften van Christus waardig worden.
TATS GEDCniCrX niJSTAXK.
GEBED.
O almachtige en barmhartige God, die, om het menschdom te helpen, gewild hebt dat de gelukzalige Maagd Maria de Moeder werd van uwen eenigen Zoon, maak, wij bidden u door hare goedertierene voorspraak, dal wij de besmetting der hel mogen vermijden en u met een oprecht hart dienen. Door Jezus-Christus onzen Heer. Amen.
O Moeder van den gedurigen Bijstand, vergun mij van zonder ophouden uwen almachtigen Naam te kunnen aanroepen; want uw Naam is de bijstand van den levende, de redding van den stervende. Allerzuiverste Maria, allerzoetste Maria, maak dat uw Naam voortaan als de ademhaling mijns levens zij. Stel niet uit, o mijne Koningin, van mij ter hulp te snellen, elke maal dal ik tot u zal roepen. In alle bekoringen die mij zullen aanvallen, in alle noodwendigheden, waarin ik mij zal kunnen bevinden, wil ik nimmer ophouden u te aanroepen, gedurig herhalende: Maria! Maria. Welke aanmoediging, welke zoetheid, welk betrouwen, welke liefde verwekt niet in mijne ziel uw Naam alleen, uw gedacht alleen! Ik dank den Heer dal hij u eenen zoo machtigen, zoo beminnelijken, zoo wellustvollen Naam heeft gegeven ; niet alleen wil ik hem uil-spreken , maar hem uitspreken en aanroepen met liefde; ik wil dal die liefde mij u onophoudend doe aanroepen, o Moeder van ilen gedurigen Bijstand.
Vijf Wees gegroelen en het Gebed als boven.
O Moeder van den gedurigen Bijstand, gij zljt de uitdeelster vin al de genaden, die (lod ons, rampzalige
3i9
^20 GOHSVHUOIIT TOT O.-l.-T.
zi'iKiaa;», H'rieeiu, en hij lieelt u ipo machtig1, zoo luistPi'rijk en zoo goederlieri*n gemaakt, opdat gij ons in onze ellenden zoudt bijstaan. (Jij zijl de voorspreekster der ramp poedigsle en raee.'t verlatene zondaars, die zich tot u wend 'n ; hïlp mij dan, mij, die uwe goedheid afsmeek. Mitne ziel Iaat ik aan uwe zorg over; miin eeuwig geluk stel ik lusschen uwe handen. Schrijf mij op onder het getal van uwe verkleefdste dienaars; neem mij onder uwe bescherming, dat is mij genoeg. Zoo gij mij uwen bijstand verleent, dan vrees ik niets, noch mijne zonden, orndat gij er mij de ver-giilenis v;:n zult bekomen, noch de helsche geesten, omdat gij machtiger zijl dan g -heel de hel, noch zelfs Jezus, mi'n rechter niet, omdat uw gebed hem bedaren zal. ik heb slechts ééne vrees, dal ik door mijne naia-tig'ieid ophoude u te aanroepen, en zoo in mijn ver-derl slorte. B kom mij de verglIFenis mijner zonden, de liefde vim Jezus, de volharding lol hel einde toe, en de genade van alloos mijne toevlucht te nemen tol u, o mijne Koningin, o ,1/oe'/er van den gedurit/en fi ij stand. Vijf U ces geyroelen, en het Gebed als boven.
LITANIE
TKR EERT VAN O.-L.-V. VAN GEDURIGEN HIJSTAK»
volgens alphabetisehe orde opgesteld
NAAR DE SCI1K1FTEN DER HEILIGE VADERS.
Heer, ontferm u onzer.
Christus, ontferm u onzer.
Heer, ontferm u onzer.
Christus, hoor ons.
Christus, verhoor ons.
God, hemelsche Vader, wiens dochter Maria is, ontferm u onzer.
VAN GEDL'KIGEN BMSTA.ND. '021
God, Zoon, Verlosser der wereid, wieus Moeder M. ria
is, ontferm u ouzer.
God, heilige Geest, wiens Bruid Maria is, ontferm u cu/.er.
Heiiige Driovuldiglicid, wier Tempel Maria is, ontferm u onzer.
Heilige Maria, verleen ons uwen gedurigen bijstand. Afgrond van goedheid en harmhai tigheid.
Bron van genade en vertroosting,
CedorbD'im, van God Iwven alle sehepselen verheven, ^ Deur van het hnmelsch Jerusalem, g. E''retrnon der h üige Drievuldigheid, g Fakkel der Geloovigen, c Geneesmiddel voor onze ivnndeu, 5 Haven der schipbreukelingen, % .2 leveraarster oii'.er zaMgheid, 5 Z Kracht onzer zwakheid, « Licht onzer zielen in de duisternissen, S. Je Middelares tnsschen God en de m nsehen, s. X Navolgster van Jezus' voimaaktheden,
Paradijs v:in welluslrn en onsterfelijkkeid, 5,: Rusl en veiligheid der zielen, Z
Troost van onze baillngsdiap.
Uitdeelster van alle gratiën.
Vreugde van alle menschen.
Weg die ons geleidt lot den Zaligmaker, Zaligheid van allen die u aanroepen,
Lam Gods, dal wegneemt de zonden der wereld,
spaar ons, Heer.
Lam Gods, dal wegneemt de zonden der wereld,
verhoor ons. Heer.
Lam Gods, dal wegneemt de zonden der wereld, ontferm u auzer.
g'.'DSVnUCHT tot
Christus, hoor ons.
Christus, verhoor ons.
Antipuoon. — Heilige Maria, sta de ellendigen bij, help de kleiiimoedigen, geel' moed aan de bedrukten, bid voor het volk, verleen uwe tusschenkomst aan de geestelijkheid, spreek ten beste voor het godgewijde vrouwengesl..chl, vergun uwe hulp aan al wie uwen heiligen en gedun'gen bijstand afsmeeken. (Antiph. van den Roomschen Brevier).
f. lüd voor ons, o Moeder van gedurigen Bijstand. r. Opdat wij waardig worden der beloften van Christus.
laat oxs bidden.
O allerbeminnelijkste Koningin! gij die zoo zeer verlangt ons bij te slaan, sla mij toch krachtdadig bij, sta mij spoedig bij: uwe voorspraak is almachtig bij uwen Zoon, — die leeft en heerscht in alle eeuwen der eeuwen. Amen {Gebed van den heiligen Alphonsus de Liguori, 24slc bezoek).
AAMitiiïhVC. — De 22 aanroopinRcn dezer Litanie herinneren de 22 jaren welke de heilige Maagd, volgens de overlevering, 1101; op aarde leefde na de Hemelvaart van haren Goddelijken Zoon. Gedurende dat tijdstip was zij, door hare raadgevingen en gebeden, de aanhoudende ISijsland der opkomende Kerk; en dienzelfden hijstand verleent zij nu nog 'jeJuriQj van uit den hemel, aan allen die haar aanroepen.
üezoek van maria.
Wat de bezoeken der heilige Maagd Ma.'ia aangaat, ziehier de algemeen erkende uitspraak vau den hei-
VAN GEDLI1IGEN BIJSTAND. 523
ligen Bcrnai'diis: «God deell al zijne genaden door de hauden van Maria uit. » God wil iiiel dal wij iels bezitten helgeeu niet door de hand van Maria tot ons komt. Daarom zegt de ee.w. P. Suarez: «Het is een algemeen aangenomen gevoelen der H. Kerk, dat de voorspreking van Maria niet alleen voordeelig, maar noodzakelijk is om genaden te ontvangen.» — Dit gevoelen wordt zeer bekraclitigd, als men bemerkt, dat de H. Kerk deze woorden der heilige Schriftuur aan Maria toeeigent; «Bij mij is alle hoop des levens en der deugd; komt allen tot mij. (Eccl. 2t). «Komt allen tot mij: «door mijne voorspraak moogt gij alle goederen hopen;» daarom voegt zij er hij: « Gelukkig die mij hoort en die dagelijks aan mijne deur waakt. (Spreuk. 8).» Zalig is hij, die zorgt van dagelijks aan mijne deur, om mijne maehlige voorspraak, te kloppen; «want die mij gevonden heeft, die heeft helleven, het eeuwig leven gevonden. (Ibid.). «Daarom wil de heilige Kerk, en met recht, dal wij Maria oaze algimeene hoop noemen en begroeten: «Wees gegroet, gij, ous leven, onze vreugd en onze hoop, wees gegroet.»
De heilige Bernardus, die Maria den grondslag van al onze hoop noemt, zegt, dal, als wij genade zoeken, wij die door Maria moeten zoeken. Want, voegt de heilige Anlonius er bij: «indien wij zonder de voorspraak van Maria de genade verlangden, zouden wij zonder vleugels willen vliegen, en ous gebed zou onverhoord blijven.»
Men leest, in het boek «Wederkeerige aanmoediging» van P. Auriemma, ontelbare genaden, die Maria bekomen heeft voor degenen die haar dikwijls in eene kerk of voor een beeld bezochten. Men leest er de menigvuldige genaden, die zij in zulke bezoekingen aan den zaligen Alberius den Groole , den abt Ruperlus, en den eerw. P. Suarez bezorgd heelt;
1 GODSVRUCHT TOT O.-l..- V. GEDURIGEN BIJSTAND.
(Jaar lezen wij dal de Moeder Gods hun in hunne bezoekingen die groole kennissen gal; waardoor zij lot eene zoo hooge wijsheid en vermaardheid in do Kerk gekomen zijn. In hetzelfde i)oek wordt verhaald, welke genaden de jongeling Joannes Berohmans, uit het gezelschap van Jezus, van Maria ontvang n heelt, hij die haar dagelijks in eene kapel van hel Roomsch College en vroeger dikwijls te Sclierponheuvel, bij Diest, zijne geh'.tortepiaats, bezocht, en daar plechüg-lijk alle wereldsche lieide verzaakt », om, na God, Maria alleen te beminnen. Hij schreef deze woorden onder een barer beelden: «Ik wil ni t rusten, zoolang ik geene teedere liefde tot mijne Moed r voele.»
Wie kan de genaden tellen die Maria voor den H. Bernardinus van Senen verkregen heeft? Nog jong zijnde ging hij dag Irks in een- kapel dichtbij de poor! der stad haar igt;ezoeken; hi; riep zonder ephoudet dal die liefdewaardige Maagd zi n nart gestolen had; hij noemde; baar zijn,; Welbeminde, en liet zic.i nooit btrooven van d^- vreugd van haar te bezoeken. Door Maria had hij de genade bekomen van de wereld te verbaken, en een zoo groote heilige, een zoo beroemd apostel van Italië le worden.
Wij laten hier negen meditatiën volgen, die kunnen dienen voor zooveel bezoeken, of ook voor eene novene ter eere van Maria.
«EDlTATlIiN Ü'VERUL UEUGUENY. h.H. HAKT V. ÏAIilA. Tgt;25
^ MEDITATIEIV OVER DE DEUGDEN FAN HET
^ 7 VOOR ELKEX DAG DER NOVENE.
lit
ft, --
cli
nquot;
i(| HARK OOTMOEDIGIIEin.
CU
«O- lquot; De ontmoediglieid is eene dougd, die ons nede-
» rigo gevoelens over ons zeiven ingeeft, en ons voor
H. God on/.e nietigheid doet bekennen,
nj Wanneer een bekeerde zondaar/.ich verootmoedigt,
tri dat is reeiil, hij weet dat hij ongelijk gehad heeft;
en maai' ais Maria, zoo zuiver als de zon, boven de engelen
id; ' zelf verheven, slechts aan h re hooge waardigheid
i)it denkt om zich des te meer te vernederen, dat is ten
ior wonder van ootmoedigheid. Deze nederigi'gevoelens,
te die zij had van zich zelve, openhaarden /.ich haar
nd ganscli leven door. De i ngel Gabriël, die haar als een gezant des hemels in hare eenzaamheid verscheen, boodschapt haar, dal zi; uilgekozen is om de moeder
en van eenen God, om de bruid van den heiligen Geest te
ue zijn ; op al deze zoo verhevene titels antwoordt Maria
slechts met zich te vernederen tot den staat van eenvoudige dienstmeid; Ecce ancilla (,Luc. 1, 53). Een eiigel groet haar met eenen diepen eerbied, noemt haar vol van gratie, tempel des Heeren, de gezegeud-ste aller vrouwen; en Maria, verwonderd over al deze lofspraak, die zij in hare oogen niet verdient, wordt onlroerd en is aileen bekommerd met le d. nken waar vandaan een zoo groot geiuk haar kan toekomen.
Hel gansche leven van Maria is eene voortdurende oelVniiig der oolmoedijjheid; zij heriuuerde zich
320 MEBITATIKX OVER DE DEUGDEN
onnplioiuleml dat (ie Zoon des eeuwigen Vaders, dien zij negen maanden in haren schoot gedragen had, hierdoor tot den luagsten trap der vernedering was gebracht geworden; zij herdacht al de vernietigingen van dien Godd:'liJken Zaligmaker, al de schandelijke misliandclingen, die liij uitgestaan had, en waarvan zij, drie jaren lang, ooggetuige geweest was. Het voorbeeld des Zoons bezielde, verlevendigde, voltooide de ootmoedigheid der Moeder zoodanig, dat zij verdiende boven de koren der engelen verheven te worden, volgens dit orakel van den heiligen Geest; Wie zich vernedert, zal verheven worden (Matth. XXIII, 12; Luc. XVIII, li). Vragen wij deze heilige deugd door de voorspraak van Maria, en gaan wij met betrouwen tot h: ar om die te bekomen.
2° Daar de voorbeelden van ootmoedigheid, die wij in u bewonderen, o Maria! ons treffen tot in het diepste van ons hart, wenschen wij die na te volgen, om al/.oo .lezus-Christus, uwen Goddelijken Zoon, na te volgen, die tot ons aMen gezegd heeft: Leert vanmij. dut ik zachtmoedig en nederig van harte ben (Mallh. XI, 29). Maar om eene ware en rechtzinnige ootmoc-digheid te oefenen, is het niet voldoende te erkennen dal wij slechts nietigheid zijn voor God, dat wij van ons zeiven ni iszijn, niets hebben; dat al de gratiën, die wij ontvangen, al de goederen, al de begaafdheden die wij bezitten, loutere gaven Gods zijn, die wij, in stede van daarop te roemen, a üi zijne glorie moeten toeschrijven; dit is slechts de ootmoedigheid van geest: de ware en vaste ootmoedigheid is de ootmoedigheid des harten, die in de gevoelens en in de uitwerksels gelegen ligt.
Ziehier dan, o heilige Maagd ! de verschillige punten, waarin ik uwe voorbeelden zal trachten na te volgen, om mijn gedrag aan hel uwe en aan oe gevoelens ■van uw Hart gelijkvormig te maken :
VAN HET B. HART VAN MARIA. 527
en 1° Ik Ml met onderwerping de vernederingen aau-
id. vaarden, wanneer de Heer mij die zal overzenden,
■as 2° Ik za! mij alle onderscheiding, alle voorkeur on-
en waardig achten.
ke 3» Ik zal nooit klagen, wanneer mij de vereischte
an aandacht en achting geweigerd wordt,
let 4° Ik zal in anderen het beeld en den persoon van
de Gnd eeren en eerbiedigen.
!r- 5° Ik zal, zooveel hel van mij afhangt, de oefening
ir- mijner deugden verbergen, om daarvan de verdienste
rie niet te verliezen.
II, 6° Ik zal mij niet verschnoien, nlei verrechivaardi-
gd gen, wanneer ik beschul Jigd of misprezen ial worden,
ie- of de liefde en de stichting des evenmenschen zouden
in het spel moeien zijn.
vij 7° Ik zal altijd liever gehoorzamen dan bevelen, ïp- Maar vooral, heilige Maagd I zal ik al deze werken )m van deugd, naar uw voorbeeld en tot uwe eer, verrichte ten, en Ik zal dikwijls, door uwe voorspraak, de gratie ij. vragen van inzonderheid uwe ootmoedigheid temogen h. navolgen. De glans van uwen maagdom heeft u aan-ie- genaam gemaakt aan God ; maar de diepte uwer ooien moedigheid heeft u waardig gemaakt, de Moeder van an God te zijn. Gelief ntij de gratie te bekomen, van, mijn in, leven lang, deze kostbare deugd te oefenen : God ween derstnat den hoovaardige, maar den nederige geeft in hij genade (Prov. Ill, 31; Jac. IV, 6, I Petr. V, 5).
en
3e-
'i1- TIAUE ZUIVERHEID.
m- i» Van haren teedersten leeftijd af, was Maria alleen
ol- bedacht, om hare ziel en haar lichaam geheel en gansch
ms aan den Heer op te dragen, door de belofte van eeuwige zuiverheid. 7ii iiecreen. dat zij des te meer aan
I
328 JIEKITATIL-N OVER i)E UEUGUKK
haren Gnd zou gelijken, die de /.uiverlieid zelf is, daar zij deze deugd In hongeren graad zou bezitten. De edelmoedigheid dezer opdracht zal men lichtelijk be-gri pen, wanneer men in acht neemt, dat, bij de joden, de onvrucblliare vrouwen aanschouwd werden als met eene soort van vervloeking geslagen. Deze schande telt Maria voor niels, tevreden als zij was, zich beha-gelijk te maken in deoogen van haren God. Ook wanneer de engel haar kwam houdschappen, dat zij de Moeder van den Allerhoogste zijn zou, nam zij deze oppeiv.e «aardigheid niet a.in, dan wanneer men haar verzenerl had, dal hare helol'le door de Goddelijke moederschap niet zou gekrenkt worden.
Welke heldhalt;ge deugd I Welke liefde voor de zuiverheid ! O grnotnmedig Hart, roepl de H. Bernardus uil. Hart, boven den hemel verheven I Maar opilat alle eeuwen weten, hoe getrouw God Is om zijne dienaren ïe belooneu, zal M.iria te gelijk Maagd en vruclilbaar zijn, en a!s zoodanig gezegend hoven alle vrouwen en door alle eeuwen heen.
Deze Maagd bij niistek heeft de eerste aan de inen-schen lt;lii groote voorbeeld gegeven, dal in de wereld zoovele edelmoedige en getrouwe navolgers moest vinden. l)e Kerk, over de gansche aarde verspreid, bevond ziel, weldrc omringd van de schitterende deugden van de kuischheid en den maagdom, in zoovele personen van hei een en hei ander geslacht, die op de aarde, gelijk de engeler. in den hemel, geleefd hebben. Ja, aan deze onvergelijkbare Maagd l ebhen wij dit wonder te danken, dewijl zij aan de wereld hel voorbeeld g geven been van eene deugd, welke lol dusverre onbekend was, en we'ke, te allen lijde, het sie-raan en den Inisler van (h n gedsdienst heefl uilgquot;-maaki; is zi j lol hi' r!oe het siei aad onzer ziel, het deel vaü ons hurl geweest?
Laten wij o^s hier voor God trustiy onderzoeken.
VAN IIKT II. HART VAN MARIA. 529
en zivn wat er in onze yeduchten, genegenheden, gesprekken, in ons ydnsche oedrag van aard zou kunnen zijn, den glans dezer kosüare deugd le schenden.
2° Gij li-gt ons op heilig te zijn, o mijn God! dit zuilen wij, met vooral, volgens onzen slaat en vermogen, het groote voorbeeld na te volgen, dat Maria ons geeft in deze wonderbare deugd van zuiverheid.
Wij zullen hel trachten na le volgen door eene nauwkeurige oplettendheid om alles te vermijden wat deze deugd kan kwetsen; dooreenen spoedigen en edelmoedigen wederstand aan alle gedacht, aan alle gevoelen, aan allen oogslag, aan alle woord dat haar zou strijdig zijn; door eene gedurige versterving onzer zinnen en hartstochlen; door eene standvastige vroomheid in het gebed ; door een nederig mistrouwen van ons zeiven; door een heilzaam schuwen van alle gelegenheden, alle gevaren, waar deze deugd zou blootgesteld zijn; in één woord, door eene groote achting en eene groote liefde voor zoo verheven eene deugd, die ons a ingenaam maakt aan God, beminnelijk in de oogen der Moeder van eenen God, en eeniger wijze verheven tot den slaat der engelen van God.
Hierom zullen wij bovenal de verleidingen der wereld en barer vermaken vreezen; wij zullen voer altijd vaarwel zeggen aan hare prachtvertoonin-gen en schouwspelen; hoevele deugden hebben daar eene droevige schipbreuk geleden 1 Wij zullen het heilige merkteekeu van Christen, ons door het doopsel ingeprent, eerbiedigen; wij zullen de heiligheid eerbiedigen van ons lichaam en onze ziel, Gods tempel geworden, bijzonderlijk, sedert uw Goddelijke Zoon, o heilige Maagd ! mensch wordende, met de mensche-lijke natuur een allereerlijkst, een gansch Goddelijk verbond heeft aangegaan, en hiermede haar als geheiligd heeft in zijnen Goddelljken persoon.
Maak, o mijn Gnd! dat, door eene onschendbare
f).quot;0 MEDITATIEF OVER DE DEliGBEN
zuiverheid, mijn liarl een heiligilom uwer heiüge liefde worde; dat de zonde nooil mijn licha m en mijne ziel bezoedele; dal, naar het voorbeeld uwer Goddelijke Moeder, ik al, wa! de heilige deugd kan kwetsen, meer viveze dan den dood en alle piin'gingen. Sclvp gij zelf in mij een nieuw, een zuiver hart, dal nooii van uw aanbiddelijk Hart afwiike; Schep een zuiver hart in mij, o God (Psal. 1, 1:2)!
Naar uw voorbeeld en door uwe voorspraak. Goddelijke Maagd! vraag ik deze graiie, die mij duizendmaal kostbaarder zal zijn, dan het leven en alle sclial-ten: Verwerf mij een zuiver leven, vilum pnrsla puram.
H\nE GEHOORZAAM!!KID.
1° Wij zijn ailen van natuurswege zoo gesteld, dal wij gaarne bevelen geven, en niel gaarne gehoorzamen; 'teen en ander komt voort uit onzen hoogmoed i n onze eigenliquot;i'de ; ook is eene spoedige, nauwkeurige, onvooriehouden gehoorzaamheid, aan menschen, in aanzien van God, beluigd, hel ontegensprekelijk leeken van eenen wil, volkomenlijk onderworpen aan den wil van God, en van een hart, geheel en al gevoeg-zaam naar de slem zijner graiie.
Hel volma iklsle voorbeeld dezer deugd is, na Jezus-Chrislus, de heilige Maagd Maria; van kindsbeen af was zij gehoorzaam in alles aan hare ouders, den II. Joachim en de heilige Anna, in hen den persoon en den wil ziende van God zelf. Acht gevende op hunne woorden, hunne oogslagen, hunne begeerten, gehoorzaamde zij hun sliptelijk, zonder ooit lt;(ii miasten tegenstand te bieden. In de eenzaamheid van den tempel verblijvende, onderhield zij met. de grootste
TAS HKT n. IMRT VAN MAHIA. löl
naiiwgeïKiheid al wal biar door den lioogc;;ritslt!r bevolen werd. Maar vooral, sedert haar huweliik met den heiligen Joseph, alhoewel zij door hare waardigheid den heiligen pilriark verre te hoven ging, was zij h m in alles onderworpen, wel wetende dat zu'ks de orde was, door God daargesleld. De Koningin des hemels, de Moeder van eenen God, gehoorzanieude aan eenen eenvoudigen ambachlsnian, en voor zoo lange jaren; welk schouwspel voor den hemel, welke les voor ons!
Te meer, de heilige Maagd onderwerpt zich aan het bevel van Augustus, dal haar verp'iclil eene laslige reis te doen; zij verlaat hare woning te Nazareth; en ofschoon het oogenMik naliij s van haren Goddeliikeu Zoon ter wereld te brengen, liegeelt zij zieh met de j,'rooiSte moeite naar Helh.eheni, om aan de bevelen des keizers te g hoorz unen; treilend voorbeeld der gehoorzaamheid, die men den vorsten, wie zij ook zijn, verschuldigd is, zoodra zij ons iets hevelen, dat tegen de wet van God niet strijdt.
Door de groote lessen, die uw gedrag ons geeft, o heilige Maagd! doet gij ons verslaan, dat de gehoorzaamheid in alle staten kan en moet geoefend worden. De kinderen moeten gehoorz imi n aan hunne ouders; de vrouw aan haren man, de knecht aan zijnen meester, de onderdaan aan zijnen koning, ieder in het hijzonder aan hem, dieu hij voor leidsman van zijn geweten gekozen heeft ; dezelfde deugd, die ons doet gehoorzamen aan God, moet ons bewegen om aan onze oversten te gehoorzamen om God, wiens p!aais zij be-K'eeden. Bt':gevo!g, hun gehoorzamen, is gehoorzamen aan God zelf. Wie u aanhoort, aanhoorl mij, zegt Jezus-Christus, die zelf gehoorzaam geweest is tot den dood des kruises.
En hoe zouden wij kunnen weigeren le gehoorzamen , wij, onvolmaakte en gebrekkige schepselen.
ooi MthlTAUEX OVER DE DEUGDEN
wanneer wij u, de Moeder van eenen God, eene zoo nauwkeurige en zoo volmaakte gehoorzaamheid zien oefenen? Moeten de gevoelens van uw Hart het onze tot geene spoedige en edelmoedige gehoorzaamheid aanzetten, wanneer Gods wil en bevelen die van ons vereischen ?
2° Welke kostbare voordeelen vinden wij niet in de oefening dezer gehoorzaamheid ? Zij stelt nns in veiligheid tegen hel bedrog der eigenliefde, die het hart misleidt; tegen de dwalingen, waaraan des menschen versland altijd onderworpen is; tegen de strikken, welke do duivel onophoudend spant aan onze godvruchtigheid; tegon de twijfelachtigheden, de besluiteloosheden, waaraan men dikwijls bloolgesteld is, als men zich zeiven wil geleiden. Uit eene volmaakte ge-hoorzaamheid ontstaat de vrede en de gerustheid in eene ziel; onze eigene wil is doorgaans oorzaak van :il onze ontsteltenissen, onze ongerustheden, en, meer nog, van al onze zonden. Integendeel, de gehoorzaamheid is van eene verdienste, die, eeniger wijze, de verdienste der martelaren evenaart uit hoofde der gedurige opoöeringen welke zij vraagt, om heiliglijk en standvnsiiglijli geoefend te worden.
Daarom juist, o heilige Maagd, was u deze deugd zoo lief en zoo kostbaar. Uw gansch leven lang stond onuilwischb iar in nw Hart g. prent dat volmaakte gevoelen van onderwerping en alhankelijkheid, dat gij den engel betuigdet, toen hij u de inzichten en bevelen van God kwam aankondigen: Dat mij ijeschiejle naar uw noord (Luc. 1, 58).
Mijn God! tot heden heb ik de voortreffelijkheid, den prijs en de voordeelen der gehoorzaamheid niet gekend. Ik zal die voortaan met des te meer getrouwheid oefenen, daar ik ze vroeger meer verwaarloosd heb.
Naar het voorbeeld van Maria zal mijne gehoor-
VAX HFT K. lUKl VVN M U1IA. S33
)0 zaaniheid vaardig zijn; zoodra ik uwe bevelen zal
.n kennen, zullen zij uilgevoe.vd worden.
!e Mijne gelioorzaamheid zal slipt zijn; de geringsle
j(| dingen zullen waarde hebben in mijne oogen, zoodra
[1S zij ii kunnen heilagen.
Mijne gelioorzaamheid zal algemeen zijn; ik zal uil-je zondering maken voor niets, omdat ik u in alles wil
aangenaam zijn.
Mijne gehoorzaamheid zal standvastig zijn, omdat ,n ik mij wil voegen naar de groole voorbeelden, welke
nj de heilige Maagd haar gansch leven lang ons gege-
j. ven heeft.
li- Eindelijk zal ik mij altijd herinneren, dat hij, die
ils gehoorzaamt, veel roemrijker overwinningen behaalt,
e- dan de veroveraar: De gehoorzame mensch zal victorie
in zingen (Prov. XXI, 28).
al
n-
t]e HAm: I.IKFDE VOOR HE AUMDKDE.
:e-
(.ii 1° Men mag zeggen, dat gansch hel leven der heilige
Maagd eene gedurige oefening der armoede geweest is. „j Zij huwde oenen man, rechtvaardig, wel is waar, en
„a uit den slam van David, maar zoo arm, dat hij leefde
■o van het werk zijner handen. Waar vernacht zij hij
gij hnre baring, te Reihlehein, in het hart van den winter,
j.,) voorgevallen? Maria en Joseph waren arm; van ieder-
ar een verstoeten, gingen zij In eenen stal; en daar bracht
/.ij den Zoon des Allerlioogsten ter wereld; zij windt hem in eenige schamele doeken, en twee vuige dieren j,.[ leenen de warmte huns adems tegen de guurheden
u_ van het jaargetij. De offerande, welke Maria in den
isd tempel doet, na hare baring, is eene jonge duif of eene
tortelduif; d t offerden de armen.
ij._ In de vlucht naar F.gypte, nieuwe oefening der
33i MK1H1ATIKN OVER BE IiEl'CrtKN
armoede : in welken unod leefde daar, den gaufchen tijd, de heilige Familie? Vreemd, niihekend, aan alles gehrek hebbendewat hadd n zij niet le lijden in dezen slaal van b; hoefllgheid ? Zoo gingen, na hunne terugreis, hunne jaren ii^gelijks voorbij, altijd arm, altild liideude, altijd gelaten.
Toen de Zaligmaker de aarde verlaten had om ten hemel te klimmen, leel'de Maria in armoede voort, go-lijk vroeger. Jezus had, toen hij stierf, haar aan zijnen welbeminden discipel aanbevolen, da' is, aan eenen armen diseipel, die, gelijk de overige apostelen, alles verlaten had, om eenen armen God op den kruisweg le volgen. Eindeliik is het onhetwist' aar, dat, zoolang Maria, ua de hemelvaart van Jezus-Cliristus, op aarde nog leelde, zij voor de apostelen en voor de geloovigen e: n levende spiegel aller deugden was, doen vooral eijn volmaakte spi gel der evangelische armoede. Arm was zij geboren, en te midden der armoede wilde zij haren geest geven.
O heilige armoede! wat maakt gij ons rijk in de oog n van God ! en hoe overtrel'l gij de valsclie goederen der aarde voor de h .rten, die ; an niets meer verkleefd zl n! Maak het mijne los, o mijn (lod ! van al die vergankelijke goederen; trek mij gansch tot u, die liet opperste goed zijl; daar ik toch eens alles zal moeten verlaten, duld niet dat ik banden smede, welke dan voor eeuwig zouden gebroken worden; gij alleen zuil immers genoeg zijn voor mijn hart; dit vraag ik u door het Hart uwer heilig ' Moeder.
•2quot; lilt zi n dan, o mijn God! de inzichten uwer voor-zienigli. id gevve. sl over haar, die gij voor uwe God-deli ke Moeder had uilgekozen, dat is, voor de opperste Meesteres del' gansche wereld. Doch waarom, aanbid-deli'ke Zaligmakerl hebt gij zoo dikwijls, zoo uildruk-keliik dien geest van armoede aan al uwe kinderen aanbevolen en opgelegd ? At li! ik begri,:p liet; opdat.
VAN HET H. HART VAN MARIA. S53
oulheeht van de lijdelijle goederen, zij bekwamer zouden zijn, zich op de dingen des hemels loe te leggen; om hen te onttrekken van het boosaardig mis-bruik, d;it zoo dikwijls van de riikdommon gemaakt, wordt; opdat wij met een zuiverder harl God zouden beminnen, wiens liefde aangroeit, naarmate het harl ledig:'!' is van alle aardscbe en wereldsche liefde; op-dal zij eene heilige g'lijkvormigheid hebben met u, die liet toonbeeld ziit der uitverkorenen, en die, in uw leven, niets hadt om uw hoofd op te ruslen.
Dal zijn de inzichten, welkquot; God over ziine uitverkorenen bedoeld, en welke Maria, in gansch haar gedrag, zoo volma ktelijk vervuld heeft.
Het is dus noodig, dat ieder van ons, volgens zijnen staat, de armoede van Mar a en haren Goddelijken Zoon navolge, dit wil zeggen, dal, die tijdelijke goederen bezitten, ze moeten bezitten, alsof zij die niet bezaten; dal zij met hart en geest daarvan onthecht moeten zijn; dal zij die moeten gebruiken naar de regelen van het evangelie; dat zij die in de handen der armen moeten slorten ; iti één woord, dat zij die moeten heiligen, door het gebruik dal zij er van maken.
De onthechting van de goederen dezer wereld kent men hieraan:
1quot; Als men, om ze aan te koopen, te bewaren of te vermeerderen, nooit middelen g diruikt, die ongeoorloofd ■■n slriMig zijn met de wet Gods;
2» Als hunne he/.itting hart en verstand niet te zeer vervult, en geen beletsel wordt voor den dienst van God en de verkriiging der eeuwige goederen;
5° Als, wanneer men ze verliest door droevige voorvallen en wisselvalligheden der forluin, men zich onderwerpt aan den wil van God, die kan nemen wat hij gegeven had.
4quot; Eindelijk, als, in plaats van ze te besteden tet
000 MELITATIO 0VEI1 UK UELÜUKN
ijdelheden, overfolli^heden, wereldsche gebruiken, men ze bezigt, deels tot de wezenlijke noodwendigheden van zijnen staal, deels tot aalmoezen en andere werken van bnrmharliglieid, die in het evangelie aangeprezen worden.
Verwerf ons, heilige Maagd! de gratie van onze goederen zoo heilig te gebruiken, indien wij er bezitten; en eene volkoinene onderworpenheid aan den wil van God, indien wij er gebrek aan hebben.
Zalig zijn de annen van geest! want hunner is het Rijk der hemelen (Mallh. V, ó; Luc. VI, 20).
HAIiE ZEDIGHEID.
1° De zedigheid is niet alleen eene deugd, maar zij is het sieraad ;iller deugden; zij ivgelt het gansche uiterlijke van den mensch, zijne houding, zijnen gang, zijne oogslagen, zijne bewegingen, zijne woorden, in één woord, al wat uiterlijk schijnt. De lachen de hou-ding, zegt de heilige Schritl, verraden het inwendige, het hart van den mensch (Prov. XV, 15; XVI, it; XVII, 23); als men hem ziet, weet men, of de wijsheid in zijne ziel woont; dit is een bewijs dat zijne driften overwonnen zijn, en zijn gansch voorkomen aan God onderworpen is.
Vooral in deze zedigheid was de heilige Maagd een volmaakt voorbeeld voor ons. Hare uiterlijke zinnen werden in alles bestierd door de rede en de wijsheid; gansch haar persoon wis statig zonder hoogmoed, zedig zonder gemaaktheid. Van hare teedcre jeugd af, verried zij eene volkoinene wijsheid in het lichaam eens kinds, alles scheen bovenmenschelijk en he-melsch in haar, en men begreep daaruit, dat de Schepper vuu hemel en aarde haar tol iets groots bestemde.
VAX UET II. li ART VAN MAKIV. ,
met in haar liet volmaaktste schepsel te vormen, dat ooit menschenoogen aanschouwd hadden.
Wie zou de ingetogenheid, de eerhaarheid, de welvoeglijkheid kunnen uitdrukken, welke de heilige Maagd in hare houding, hare redevoeringen, hare gevoelens, in gansch haar gedrag deed uilscliijnen? Alle deugden leenen elkander de hand, om haar eene onbeperkte meesterschap over zich zelve te geven; en deze meesterschap was inderdaad zoo volkomen, dat haar nooit iels ontsnapte, dat door de rede niet bestierd, door de gratie niet geheiligd werd.
Een zoo schoon voorbeeld bewonderen wij; wanneer zullen wij hel navolgen? welke fouten hebben wij ons hierin niet te verwijten? nieuwsgierigheden, lichtvaardigheden, mangel aan welvoeglijkheid, bezadigdheid en omzichtigheid; waarvandaan komt deze uiterlijke ongeregeldheid, zoo niet uit de ongeregeldheid des harten?
2° Hoe gelukkig zouden wij zijn, zoo wij, naar het voorbeeld van Maria, door de kostbare deugd der zedigheid, al de overige deugden in ons deden heerschen.
Daarom wil de zedigheid, dat de mond zoo geregeld zij. dat, wanneer wij spreken, de voorzichtigheid zelf al onze woorden schijnt in te geven.
Do wijsheid wil, dat mon den tijd afwachte om te spreken, en dat men anderen, in de rede vallende, het woord niet afsnijde . de onb 'zonnen mensch spreekt zonder aandacht en zonder oordeel.
De ootmoedigheid vraagt, dat men zelden van zich zeiven spreke, hetzij om zich te prijzen of te misprijzen; onder eene valsehe ootmoedigheid van geest, verbergt de eigenlielde dikwijls eenen groeten hoogmoed des harten.
De liefde verbiedt elk woord, dat iets ter wereld den evenmcnsch kan kwetsen. Dikwijls brengt een onbescheiden woord het hart doodeiijke wonden toe.
Ö5S MKDITATlEfi OVER DE DEUGDEN
Hp! mistrnuwen van zich zelf' maakt, dat mru oni-ziclilig is in zijne gesprekken, in de zaken die men vertelt; het is der wijsheid eigen, haar eigen licht te misl rouwen.
In écn woord, de zedigheid roept alle andere deus-den te hulp, en terwijl zij van don eenen kanl het sieraad daarvan is, met haar eene nieuwe verdiensteen eenen nieuwen glans bij te zeiten, worden, van den anderen, alle deugden door de afwezigheid der zedigheid geschonden, en, eeniger wijze, in ondeugden verkeerd.
Heilige Maagd, ik ben voornemens deze beminnelijke; en heilige deugd, waarvan gij ons een zoo groot voorbeeld in uwe woorden, in uwe gebaren, in uwe oogslagen, in ganscli uw gedrag gegeven hebt, zooveel ik zal kunnen, na te volgen; ik weet, dat de zedigheid God verheerlijkt, den naaste slicht, vele fouten doet vermPden en vele werken van deugden doet verrichten. Om mij in de oefening dezer kostbare deugd te bewaren, zal ik denken dat ik altijd onder de oogen van God .ieii; dat mijn engelbewaarder immer aan miine zijde staat, als oog- en oorgetuige van ai mijne werken, en dal, in mi ne hoedanigheid van christen, mijne gesprekken, mijne voetstappen, mijn gansch gedrag door bovi nnaiuurlijke beweegredens moeten geheiligd zijn. ü navolgende, heilige Maagd, zal ons ganscli uiterlijke, door de inwendige wet geregeld, sir. kken tot de eer van God, de stichting des naasten en onze eigene zaligheid.
Uiv.' zeilighi'id zij rillen meitschen hr'.iuid (Phil. V, 4).
HARE ÜÜDVt'.L'CIITIGUEID.
1° Even als de zedigheid het uitwendige in den mensch regelt, zoo bezielt en heiligt de godvruchtij;-
VAN 11LT 11. HAKT VAX MARIA. j3(J
hoid liet inwendige; dit bi'WPi'kte de gratie in Maria op ecne alierzondei'lingstr wijze. Eerslens, liare ouders, /.ell's eer zij ontvangen werd, beloofden liaar aan God, zeggende dat, bija dien hij liun huwelijk zoude zegenen, zij hun kind aan den tempeldienst zouden toewijden. In den ouderdom van drie jaren, leidden zij haar blijmoedig naar den tempel des Heeren, om hunne beiolte Ie vervullen; zij verbleef er lol den ouderdom van veertien jaren, en ziehier, welke hare godsvruchtoef'ening •n waren.
Het handwerk, het gebed, het lezen der heilige boeken nami n al har n tijd; zij aanbad den Heer in geest on waarheid; door den geest Gods boven hare jaren verlicht, beschouwde zij zijne oneindige volmaaktheid, overdacht zijne grooüieden, prees en verheerlijkte h ni door gevoelens van den diepsten eerbi'd en de teederste liefde. Il-t handwerk onderbrak hare gesprekken met God niet, wiens tegenwoordigheid zij nooit uil hel oog verloor.
In df ze heilige oefi ningen bracht zij haren eersten leeftijd over; eiken dag, elk uur, elk oog nblik nam zij toe in wijsheid, evenals in ouderdom. Uil den tempel t: ru^g'l.eerd, na haar huwelijk mei den heiligen Joseph, veranderde zi j in niets hare levenswijze, en bleet even vereenigd met God.
Maar sedert de boodschap des engels, afgezant des hemels voor het gronte mysterie van de menschwor-ding des eeuwigen Woords, klom de godvruchtigheid van Maria lol nieuwe volmaaklh.id op; hare ingetogenheid werd dieper, haar gebed vuriger, de hemel-sclie in. d. deelingen verhevener en lairijker.
Na de hemelvaart van Jezus-Christus en de neder-daling des II. Geestes op aarde, groeide de godvruchtigheid van Maria alwéér in ruimer male aan, door de gaven van d. n H. Geest, die haar in overvloed werden medegedeeld. Kindelijk na hel afsterven van den il.
3i0 MKUITATIKN OVKK 1)1; UKLGDEN
Joseph, werd zij weduwe, om lot spiegel te slrekkea voor alle slateu, d:il wil zeggen, om aan de ni lagdeu te lecren, hoe zij den koslbaren schat des maagdoms moeten lielhebben en met welke zorg bewaren; om aan de gehuwde vrouwen, de gehoorzaamheid en den eerbied, dien zij hunnen echlgenoolen verschuldigd zijn, en aan de weduwen den geest van ingetogenheid, van gebed en van afzondering 'te leeren, waarin zij het overige hunner dagen moeten overbrengen.
2n Welke deugden en welke volmaaktheid van deugden toont gij ons niet in uwe godvruchtigheid alleen, o heilige Maagd ! en welk zou ons geluk en onze verdienste zijn, bijaldien wij u in de oefening dezer groote deugd getrouwelijk konden navolgen! Eilaas! dikwi Is leven wij in ongodvruchtigheid, in verstrooiing, in lauwheid, in verwaarloozing onzer plichten, in eene soort van onverschilligheid voor ons eeuwig geluk, zonder godvruchtiyh. id, zonder vurigheid, zonder leven, zonder gevoelen, zonder ziel.
Merken wij wel op nogtans, dat de ware godvruch-ligh-id niet gelegen ligt iu zekeren smaak, in zekere aantrekkeli;kheid, in zekere vertroosting, welke de ziel in den dienst van God gevoelt; de ware, de echte' godvruchtigheid bestaat in eenen wil, die het goed edelmoi dig najaagt, die Gods zaken met vlijt behar-tjgl, en de deugden, aan eiken staat eigen, getrouwelijk oefent.
Van deze grondige, van deze oprechte godvruchtigheid, hi'bl gij ons het volmaaktste voorbeeld gegeven, o Goddelijke Maagd ! Verkrijg ons ook de gratie van haar na te volgen, en ons gedrag daarnaar te schikken. O gelukkige ziel, die, gelijk gij, o heilige Maagd! zich van den aanvang haars levens aan God gegeven heelt! die h m de eerste jaren, de bloem des levens heeft opg 'olh.Tj, diV zijn hart nooit ;ian de wereld en dier ijdeilieden geschonken heelt, die vroegtijds de
VAX IIKT II. n UIT mai:u. Mil
nietigheid van alles gekend heelt, om aan God alleen vast te kleven! Welken vrede zal men niet gesmaakt hebben in zijn leven, en welken troost zal men niet vinden op zijn sterfbed!
1° Eerbiedigen wij alle oefeningen van godsvrucht, zoodra zij door de Kerk zijn goedgekeurd.
2quot; Regelen wij onze gtdvruchliglieid, en kwijten wij ons sliptelijk van al de oeleningen die wij hebben vastgesteld.
5° Bovenal, dat onze oefeningen van godsvrucht meteenen waarlijk inwendigen geest, bezield zijn.
De godvruclilighcid is voor cillcs nuttig (I Tim. IV, 8).
HARE VERDULDIGHEID EN IIAÜE GEI.ATEXIIEin IN HET I.1JDEX.
1» Onder alle deugden is er misschien geene, waarin zij ons zoo treilende, zoo voortdurende, zoo heldiialtiga voorbeelden gegeven beell, als in bare ver-Juldigheid te midden van al haar lijden.
De verduldigheid is eene deugd, die ons al de rampen ;les levens met gelatenheid doet verdragen.
In de verduldigheid ziin verscliillende trappen, de nene volmaakti r dan de andere. D.' eerste trap bestaat in de rampen, als christen en zondaar, met onderwerping aan te nemen; de tweede, in ze, als komende uit de hand Gods, met vreugde te ontvangen; de derde, in er vuriglijk naar te trachten, om eene heilige gelijkvormigheid te hebben met Jezus-Christus, die, als man van smarte, het voorbeeld is der uitverkorenen.
In de oefening dezer voortreffelijke deugd heeft de heilige Maagd, haar gansch leven lang, bijzonder uit-gesctienen. Ofschoon de heilige Schriit ons al hare
•gt;12 mi;h!7 ttikx oveu !)e peumtks
pijiieü, ac'J.Tt Uarii tecderstc jaron tot op liet oogfnbük n'
der meiifchwording van den Zaligmaker, mgt;t a:iiig^p|t, P'
is bfi zeki-r, dal /.ij er groots g ha;! heelt; wam het ^1
lijden is, te allen tijde, iiet lot der zielen geweest, die m
God \oor groote zaken bestemde. Maria kreeg er meer ''
Welke droefheid moest zij uit gevoelen, haren wel- sl
bemind. n Zoon te zien geboren worden in eeuen stal, st in t hardst van den winter, en al de strengheden van
dit jaargetij te zien uitstaan, zonder zijn lijden te kun- C
nen verzachten ! Hoe pijnliik was het voor die tcedere li'
en gevoelige Moeder, toen zij het l.loed van haren Zoon Ir
onder het mes der besnijden s zaf; vloeien! Welke vi
vermoeienissen, welk leed onderstond zij niet, toen zij n in Egypte, tusschen onbekende en ik idensi he volkeren,
eene sclmilplaats ging zoeken! Was zij, na hare te- quot;
rugkomst geruster, en werd zij door geene nieuwe v
Gedurende de drie jaren dat de Zaligmaker het :l
evng 'lie predikte, volgde hem Maria dikwijls in zilne g
omreizen, niet met het aanzien eener moeder, maar v
met de nederigheid eener volgelinge die naar zijn z. woord kwam luist ren en in zijne smarten deelnemen.
Met welke gevoelens kon zij de besehuldigingen, de J.
vervloekingen, de lasteringen aanhooren, welke' de n
schriltgeli erden en de fari/.eërs , die zijnen roem gt;■
benijdden en steeds op zijn leven uit waren, tegen 11
.lezus-CInistus uitbraakten? quot; v
2quot; Dal alles was droevig, was pijnlijk voorn, o hei- 0
iige Maagd I en nogtans was dit slechts het voorspel quot; van grootere beproevingen. Wat uw lijden ten top
bracht, o Moeder van smarte! was de passie van uwen 0
Goddelijken Zoon ; die goot eene onmeetbare zee van fl
bitterheid in uw Hart. Welke toestand inderdaad voor quot;
u, uwen Goddelijken Zoon, het teedere en eenige voor- F werp van uw welbehagen, aan de macht der 'duisler-
VAN HET I!. riAHT VAN MADIA. SIquot;
nifsen overgolevci-tl te zien, omgeven van eene gewapende bende, gebonden, gekneveld als een aarfsdief, spolsgewijs door al de straten van Jeruzalem geleid, niet hoon en smaud overdekt, met de bescliimpingen, het gejouw, de vennaledijdingeu van een gansch volk, in woede ontstoken, bejegend; eindelijk, genageld en stervende op een kruis, de wreedste en de schandelijkste aller doodstraffen!
Volgen wij met don geest .lezus-Christus naar den Calvarieberg; volgen wij Maria tot aan den voet van hel kruis. Daar staat zij ais dood aan de voeten van haren zieltogenden Zoon; zij lljdl op dit ongenblik gevoeliger sm irten, levendiger pijnen, eene geweldiger marteling, dan al de martelaren te zamen ooit geleden hebben; en in welke gevoel ns offerde zij al de benauwdheden van deze smartelijke marteling op? De verduldigheid, de zachtmoedigheid, de gelatenheid, ile onderwerping aan Gods bevelen, — maar eene allerootmoedigste, eene allervolkomenste, eene ailer-gulhartigsle, eene allerhplilhai'llgsle verduldigheid,— waren de eenigste gesteltenissen h iars Ilarlen, in dezen onmetelijki-n oceaan van bitterheid verzonken.
Christenen, kinderen van het kruis, kinderen van Maria 1 nemen wii d. el in hare bnvenmatige droefheid; maar volgen wil, in d:'uk en leed, hare onderwerping en verduldigheid na. Christene zielen! gaan wij ons hart uitstorten in het bedrukte Hart van onzen stervenden Vader; bedrukte hu-ten. gaan wij den troost onzer kwellingen zoeken in het allerhedroeldste liart onzer teedcre Moeder.
O Moeder van droetheid! wij declen in uwe smart; o Moeder van barmhartigheid! heb medelijden met onze ellenden; o Moeder van genade! verkrijg ons de gratie der verduldigheid en der gelatenheid in al onze pijnen.
üc lijdzaamheid volmaakt het werk (Jac. I, i).
MKfHTATIKiV OVKR DE DEUGDKN
eei
het
MAI1E LIEFDE TOT HET MENSCHDOM. SCll
alk
1° Dr ware liefde (ot den naaste bestaat in liptn te die
beminnen om God, als zijn schepsel, naar zijn even- hei
beeld geschapen, en ten prijze van zijn bloed vrijge- in 1
kocht. De heilige Geest zegt, dal hij, die zijnen naaste |Cn
bemint, de gansche wet onderhoudt (Matth. XXII, .10); (iez
van deze Helde hebben ons de heiligen zoo groote de
voorbeelden gegeven. Hunne brandende lieide tot God s
ging immers gepaard met eene rechtzinnige liefde tot wa:
den naaste; deze liefde hebben zij dikwijls getoond ons door de opoffering hunner goederen, hunner rust,
hunner vrijheid, huns bloeds en levens, ja zich, te
dien einde, aan de hevigste folteringen blootstel- ilel
Maar hoe groot ook deze liefde geweest zij in de I
heiligen, was zij wel ooit te vergelijken met de on- ger
meel bare liefde van Maria toi de menschen? Zij (,ei
toonde deze liefde, zoolang zij op aarde leefde; zij teê
begon die te oefenen, zoodra zij tot de jaren van ver- koi
stand gekomen was, en met den tijd nam deze liefde /ni
in ha ir onophoudend toe. Gaf zij daar geen bewijs Go
van, toen zij toeslemde om Moeder Gods te worden? ge'
üil was, wel zeker, de uitstekendste waardigheid: vei
doch Maria wist, dat, als zi j deze waardigheid aannam, ba(
zij zich ook verp.:;chlte de opoffering van dimi welbe- dei
minden Zoon !e doen, en hem voor de Zdi'ij-h, ■id der zie
menschen te zien sterven: zoodat, door die edelmoe- wh
dige toestemming, zij meewerkte, zooveel zij kon, aan Zoi
de verlossing des menschdoms. rin
Men nieenl somtijds den naaste te beminnen, wan- Jpz
neer men hem geen kwaad wil, ofschoon men weigore XX
hem goed te doen; valsche, gebrekkige liefde, welke ]
V
VAK HET H. HART VAN MABIA. 345
eenen christen onwaardig is. Om de verplichting van het gebod der liefde tot onse broeders te vervullen, is het niet voldoende, hun geen kwaad te doen of te wen-sclien; men moei, naar het voorbeeld van Maria, hun
alle mogelijk goed doen, gaarne voor hen bidden, hun
le dienstbewijzen, met hunne pijnen medelijden toonen,
i- hen bijstaan in hunne noodv.endigheden, hen troosten
3- in hunne droefheid, en, in zekere omstandigheden, zich
Ie ten beste geven, zich opolferen voor hen. Hebben wij
)gt; deze rechtzinnige liefde tot onzen naaste? Laten wij
te de gevoelens onzer harten onderzoeken,
'd 2° Waardoor men het meest de liefde toont, is,
rgt;t wanneer men goed wenscht en doet aan degenen die
'd ons haten en vervolgen; dat is, wanneer men zijne
'i vijanden rechtzinnig om God en in aanzien van God be-
le mint: deze trap van liefde is zoo verheven, dat al wie
1- hem bereikt heeft, tot de volmaaktheid der wet gekomen is.
Ie Dit voorbeeld van heldhaftige liefde heeft ons Maria
i- gegeven. Daar kunnen geene grootere vijanden voor
ij eene moeder zijn, dan die haren eenigen zoon, het
■ij teergeliefde voorwerp liaars harten, hebben doen om-
i'- komen. Welnu, die wreede, onmenschelijke vijanden
Ie zag Maria aan den voet van het kruis tegen haren
js Goddelijken Zoon gewapend, de handen met zijn bloed
i? geverwd, het hart tegen hem met woede en razernij
I: vervuld; en voor die wreede en barbaarsche vijanden
gt;, bad Maria, sprak zij ten beste, werd zij door medelij-
e- den aangedaan, omdat zij Gods inzichten begreep, en
sr zich aan do besluiten zijner rechtvaardigheid onder-
e- wierp; ja, naar het voorbeeld van haren Goddelijken
m Zoon, smeekte zij bij God den Vader hunne bekee-i'ing, hunne vergiffenis en genade af, zeggende met
n- Jezus-Christus zelf: Vader, vergeef hun (Luc.
re XXIII, 34).
te Eilaas! het valt ons zoo lastig de geringste beleedi-
•quot;V)
340 MEDITATIKN OVER DE DEUGDEN
gingen te vergeven ; ons hart blijft vol van wrok, ver- des
bittering, afkeer; en wordt het aandenken daarvan Wel
uit onzen geest gevaagd, zulks gebeurt dikwijls door ken
den tijd alleen, niet door de liefde. Zijn wij christe- gun
nen, kinderen van eenen God, die voor ons gestorven, mee
voor onze zaligheid geslachtofferd is? was
O onvergelijkbare Maagd! had ik slechts eene vonk ben
uwer liefde lot God, ik zou in evenredigheid liefde tot pal'
den naaste hebben, en ik zou te zijner opzichte ban- J
delen, gelijk gij gehandeld hebt ten opzichte van uwe gee
grootste vijanden. Goddelijke Moeder! toen gij aan lijk
den vort des kruises stondt, heeft Jezus-Chrislus, lief
stervende, u lot Moeder aller christenen, vertegen- ver
woordigd door zijnen welbeminden discipel, aange- heii
sleld : eene teedere moeder bekommert zich met bet ten
welzijn harer kinderen; gelief u dus onze belangen l
aan te trekken, en verkrijg voor ons allen eene recht- wel
zinnige, algemeene, krachtdadige liefde, opdat wij ger
allen^ slechis ééne ziel en één hart hebben in het hei
aanbiddelijk Hart van uwen Goddelijken Zoon. Amen. vai
Dat, gelijk ik u heb liefgehad, ook gij elkander de
Uefhehhet (Joann. XXIIf, öi). en
ga:
do(
NARE VURIGE LIEFDE TOT GOD. sc^
de.
Al de genegenheden van Maria waren heilig, onuit- loo sprekelijk; doch hare liefde tot God ging al de overige
oneindig te boven. Dringen wij, indien het mogelijk is. Ka
door tot in hot levende heiligdom der liefde, tot in het ani brandende Hart van Maria, cn zeggen wij:
Hoe meer eene ziel God, zijne goedheid, zijne na
schoonheid, zijne aanbiddelijke volmaaktheden kent, is
des te meer bemint zij hem, indien zij getrouw is; he
hoe meer gratiën eeiquot;» ziel uit Gods haiden ontvangt, Go
Van het h. hart van makia. 5-47
dos te meer bemint zij h^m, indien zij dankbaar is. Welnu, niemand ter wereld heeft eene volmaaktere kennis gehad van God; niemand heeft meer gratiën en gunsten van God ontvangen; niemand toonde God meer getrouwheid en dankbaarheid, dan Maria. Welk was dan de maat harer liel'da voor God? Hem steeds te beminnen zonder maat, zonder verdeeldheid, zonder palen.
Met welke brandende liefde was Maria's Hart en geest niet doordrongen! van welke vlar.i derCodde-lijke liefde blaakte haar Hart. met welk lidit derzelfde liefde werd haar geest overgoten! Welke levendige verzuchtingen, welke verrukking, welke opgetogenheid, wanneer zij aan het teeder voorwerp haars Harten dacht! en wanneer dacht zij daar niet aan?
Uit deze vurige liefde sproot de slipte nakoming der wet, niet slechts van al de geboden, maar ook van de geringste raden. Uit deze liefde sproot de volmaaktheid al harer werken, altoos met de zuiverste meening van God te behagen, verricht. Uit deze liefde sproot de kloekmoedigste verduldigheid in alle beproevingen en verdrukkingen: wanneer men bemint, lijdt men gaarne voor dalgen ■, wat men bemint. Maria's Hart w:is als een brandend forneis, waar dit Goddelijk vuur, door aanhoudend stoken, iederen dag nieuwe vlammen schoot, die haar verteerden, zoolang zij op aarde leefde, en wier hevigheid een einde maakte aan hare loopbaan in deze wereld.
Mijn God! wat is het hart, dat u liefheeft, gelukkig! Kan men een grooter geluk wen.scben in deze en in de andere wereld?
De voornaamste deugd, welke wij in Maria moeten navolgen, is hare liefde tot God: de Goddelijke liefde is de edelste oefening der deugden; zij is er de ziel, het einde, de volmaaktheid van. Geheel ons hart aan God gegeven; nietsgewenscht, niets gezocht dan hem,
548 MEDITATIEN OVER DE DEUGDEN
of wat ons tot hem moet geleiden. Vragen wij hem dikwijls zijne liefde, als het eenigste goed, als de grootste gratie, die wij in dit leven kunnen bekomen en bezitten; vragen wij ze vooral door de voorspraak van Maria.
Om, naar ons vermogen, ons tot deze Goddelijke liefde te bereiden en aan te zetten, verbeelden wij ons dikwijls de goedheid, de schoonheid, de grootheid, de oneindige volmaaktheden van den God, dien wij aanbidden; herinneren wij ons de ontelbare weldaden, waarmede hij ons persoonlijk overladen heeft; oefenen wij ons in deze heilige liefde door degetrouwe nakoming aller geboden, door de nauwkeurige vervulling al onzer plichten, door alle grove zonden te verfoeien en te vluchten; vermijden wij, zooveel als het mogelijk is, alle dagelijksche fouten; vooral versterven, bevechten, bedwingen wij onze eigenliefde, die verderfelijke liefde van ons zeiven, die het groote beletsel is van de liefde Gods.
Ja, mijn God! ik zal mij op eene volmaakte liefde jegens u toeleggen, al mijne werken, met de zuivere meening van u in alles te behagen, verrichtende; ik zal ieder mijner werken met zooveel vlijt, zorg en ijver doen, alsof ik onmiddelijk daarna moest sterven; ik zal mij dikwijls de vurigheid, de naarstigheid verbeelden, waarmede de heilige Maagd alles voor u verrichtte, — de oplettendheid van haren geest, de genegenheid van haar Hart, hare nauwe en gedurige vereeniging met u, haar vurig verlangen om idles te doen, te lijden, ten beste te geven voor uwe Goddelijke liefde.
Heilige Maagd! gij zijt, bij uitnemendheid, demoeder der schoone liefde, verkrijg mij de gratie van God te beminnen, zooveel als ik hem beminnen kan; neen, ik vraag de vertroostingen, de verruxkingen dezer liefde niet; ik vraag die heilige liefde zelf, boven alle
VAN HET H. HART VAN MARIA. 349
vertroosting, alle zoetheid. Verkrijg mij de gratie van God te beminnen om hem zelf, van hem te beminnen boven alle dingen, van hem te beminnen mijn leven lang; eindelijk het geluk van hem met u te beminnen, te loven en te eeren in de gansche eeuwigheid; dit zij de vrucht en het uitwerksel dezer novene, die ik ter eere van u en van uwen Gcddeiijken Zoon begonnen heb. Amen.
Wie bemint, heeft de wH vervuld.
DE BELANGEN DER HEILIGE HARTEN FAN JEZUS EN MARIA.
Jezus bemint ons met eene onuitsprekelijke liefde. Dit heeft hij getoond in al de omstandigheden zijns sterfelijken levens, van zijne geboorte af in den stal van Bethlehem, tot aan zijnen dood op den Calvarieberg; al zijne gedachten, zijne woorden en werken werden door deze liefde bezield, geene smart, geene vernedering, geen smaad, of hij heeft die uit liefde tot ons verdragen; geene klopping van zijn aanbiddelijk Hart, of zij is eene akte geweest van liefde tot de mcnschen. Deze liefde toont hij nog onophoudend, sedert hij zijne heerlijkheid is binnengetreden, met ons al zijne schatlen van genaden in handen te stellen: hij geeft ons zijne verdiensten, hij geeft ons zijne voldoeningen, hij geeft ons zich zeiven. Kan een God zelf ons grootere blijken zijner liefde geven?
En Mana? Wie zal de liefde, welke Maria ons toedraagt, beschrijven? Wien Jezus bemint, dien ook heeft Maria lief. Mot welke liefde moet de heilige Maagd ons dan niet beminnen, niet alleen omdat wij hare kinderen z: jn, maar bijzon-dor omdat wij het voorwerp zijn van de onuitsprekelijke liefde van haren Goddelijken Zoon? Daarom ook hoort Maria ons toe: zij is het erfdeel der nederige en gehoorzame christenen. Zij is onze moeder, en wat zij bezit is ook het onze.
Jezus en Maria dan dragen ons eene onvergelijkelijke liefde toe. En hoe beminnen wij Jezus, hoe beminnen wij Maria? Komen onze godvruchtige oefeningen en goede werken, onze gebeden en aalmoezen niet dikwijls moer uit
DE BELANGEN DER H. HARTEN V. JEZUS EN MARIA. SÖ1 eigen belang, dan wel uit eene ware en oprechte wederliefde tot Jezus en Maria voort? Wij zien de zonde bedrijven, maar wat is er ons aan gelegen, dat Jezus beleedigd, dat het zoet Hart van Maria met een nieuw zwaard van weedom doorstoken wordt, zoolang wij onze eigen zaligheid niet in gevaar zien door de zonde? Als wij onzen naaste weldoen, dan zoeken wij nog dikwijls in die liefdadigheid niet dan onze eigene voldoening. Arme Jezus! riep de H. Alphonsus uit. Arme Jens' Arme Moeder! kunnen wij er bijvoegen i wie denkt aan hem? wie denkt aan haar? Wie staat hunne belangen voor?
Nogtans willen wij ware minnaars der zoete Harten van Jezus en Maria wezen, dan moeten wij ook hunne belangen bevorderen; beminnen wat zij liefhebben, en zoeken wat zij verlangen.
Welk zijn nu die belangen der heilige Harten?
De belangen van zijn Hart en bijgevolg van 't zoet Hart van Maria — want wat Jezus verlangt en zoekt, dat ook verlangt en zoekt Maria — de belangen van Jezus zijn menig» vuldig en strekken zich uit tot de gansche Kerk, die zijne bruid is. Het Hart van Jezus Is do bron dier onmeetbare liefde, waarvan de heilige Paulus spreekt, welker hoogte alle hemelen bereikt, welker breedte het gansche mensch-dom omvat en welker diepte de afgronden peilt. Met zijne liefde gaan ook zijne belangen: belangen in den hemel, belangen op de aarde, belangen in het vagevuur.
Op welke wijze zullen wij die belangen beijveren en voorstaan ?
Duizenden middelen hebben wij om dat einde te bereiken: het goed voorbeeld geven, het woord Gods verkondigen, goede boeken schrijven en verspreiden, de wereldsche menschen met goedwilligheid trachten te overtuigen, gebruik maken van 't gezag dat wij hebben of van de plaats die wij bekleeden en zoo meer andere. Zie daar zoovelo goede middelen om de dierbare belangen van Jezus en Maria te bevorderen, en zoo wij in ons eene oprechte liefde tot de heilige Harten gevoelen, zullen wij die middelen niet verwaarloozen. Nogtans, voor de minnaars der heilige Harten, moet het bijzondere wapen, het middel van elk oogenblik, het gebed wezen.
■
S52 DE BELANGEN DER H. HARTEN
Men bidt zoo weinig hedendaags! en zij die bidden doen V
het met zoo weinig geloof! Zij meenen alles te doen door Har
hunnen ijver en vlijt, door hunne bekwaamheid en onder- Drie
vinding. Zij denken niet genoeg na, dat God alleen den sooi
wasdom geeft, onzen arbeid doet vruchten dragen, en dat vert
hij zijne glorie aan niemand afstaat. Zoo ziet men de gering- den
sten, de kleinsten, die God alles vragen en hem alles toe- opa
eigenen, een wonderbaar goed te weeg brengen, terwijl den
anderen, met de kostbaarste begaafdheden bedeeld, niets en i
uitwerken. Do reden is, dat de eersten alles van den Heer wer
vragen en hem alles toeschrijven, en dat de anderen, op den
hunne eigene krachten steunende, of in 't geheel niet, of Doe
Gedenkt dan wel, minnaars der heilige Harten, en vergeet liee nooit, dat het gebed het voornaamste middel is, om de be-
langen van Jezus voor te staan in en buiten u, en weestover- ^
tuigd dat, in een tijd van ongodsdienstigheid gelijk dien wij doo
beleven, het gebed van een nederig en eenvoudig hart het en
grootste vermogen op God heeft, en op oene bijzondere wijze nic(
zal geloond worden. Laten wij dus bidden, terwijl zoo velen B
het gebed vergeten. Dan zal God inniger dan ooit in ons mid- ver;
den zijn, en de belangen van Jezus en Maria zullen bloeien defl
«O! roept een godvruchtige schrijver uit; mochten de iedi
n belangen van Jezus en Maria onze harten met den vurigsten van
»ijver ontvlammen! Het leven is kort en onze taak is groot, zini
»uitgestrekt; maar ook het gebed is machtig en de liefde is stai
«sterker dan de dood. Derhalve slaan wij allen, schepselen hoe
«Gods, engelen en manschen, rechtvaardigen en zondaars, niiï
»de handen aan het werk, met de vurigste gebeden ten he- sch
»mel testieren, voor de belangen, de dierbare, de enkele l'gt
» belangen der zoete Harten van Jezus en Maria!». Jez
A
BELANGEN DER H. HARTEN VAN JEZUS EN MARIA ^61
WO
De belangen der aanbiddelijke Harten van Jezus en Maria var
in den hemel hebben tot voorwerp de vereeringder heilige te
Drievuldigheid, der ringelen en der Hoiligen. zoc
VAN JEZUS EN MARIA. SÖ3
Vooreerst en bovenal hebben de belangen der heilige Harten tot voorwerp de veriieerlijking der aanbiddelijke Drievuldigheid. Geene godsvruchtis aangenameraandenper. soon van het Eeuwige Woord, dan de vereering, de lof en de verheerlijking van den eenigen waren God in drie personen, den Vader, den Zoon en den H. Geest. Jezus-Christus kwam op aarde, bijzonderlijk om de eer van God te herstellen, en den smaad, door de zonde hem toegebracht, te herstellen en uit to wisseben; en Maria, het schoonste, het volmaaktste werk van Gods handen, brandde van liefde tot den Vader, den Zoon en den heiligen Geest. Zij was de onvergelijkelijke Docbter des Vaders, do onbevlekte Moeder des Zoons, de teêrgeliefde Bruid des H. Geestes, en niets was er in haar heel bestaan wat niet overal en te alien tijde de verheerlijking van God tot voorwerp gehad heeft.
Naar het voorbeeld van Jezus en Maria moeten wij ook door alle mogelijke middelen, alle oogenblikken van den dag en van den nacht, in alie plaatsen en op alle tijden, de vermeerdering betrachten van de glorie der H. Drievuldigheid.
Die glorie, welke men uiterlijke glorie van God noemt, vergroot door alle goed werk, door alle oefening van deugden, als zij gepaard gaan met een goed inzicht en vereen;gd zijn met de verdiensten van Christus. Ieder goed woord, ieder heilzaam gedacht, iedere akte van aanbidding en liefde, van onderwerping aan den Goddelijken wil; elke eerbewij-zing aan de engelen, aan de heiligen, aan Maria; elke wederstand aan do bekoring en vermijding der zonde; elk rozen-lioedjo dat wij bidden, elke communie die wij doen, elke mis die wij hooren; elke ziel, die door onze gebeden de schaar dor heiligen doet aangroeien, vermeerdert die toevallige glorie van God en bevordert dus de lieve belangen van Jezus en Maria.
Welaan dan, ehristene zielen, de hand aan het werk geslagen! God, die zoo zeer verlangt verheerlijkt en bemind te worden, ontmoet bijna overal koude onverschilligheid; hij klopt aan de harten der menscben, en zelden wordt hem open gedaan. Kunt gij de Goddelijke liefde zien, kloppende van deur tot deur, zonder door hare verlatenheid getroffen te worden? Waarlijk! er is in de wereld geen bedelaar die zoo veracht is als Hij, die de wereld heeft geschapen en de
f
*
S54 DE BELANGEN DER II. HARTEN
wereld ondersteunt. Zegt dan met eene onwrikbare standvastigheid : «Ik wil dat God meer door de menschen bemind worde. God zal mij niet te vergeefs op de wereld geplaatst hebben; van stonden aan, zal ik al doen wat in mijne macht is om de H. Drievuldigheid meer te eeren, vuriger te beminnen, en bij anderen hare vereering voor te staan. O duizendmaal gezegende majesteit van God! ik beloof het u; door de aanbiddelijke Harten van Jezus en Maria, wil ik groote en edelmoedige zaken voor u verrichten. »
GEBED TOT DE ALLERHEILIGSTE DRIEVULDIGHEID.
Vader, Zoon, heilige Geestl Eenige God! mocht ik u heden aanbidden, gelijk ik u nog nooit aanbeden hel), u aanbidden in den geest en in der waarheid. Met den diepsten eerbied durf ik tot u opzien, ik, het werk uwer handen, lot u, mijnen Schepper, mijnen Heer, mijnen Vader, mijnen Verlosser, mijnen Zaligmaker.
O gij, alleen waard aanbeden te worden! Alles in u is ondoorgrondelijk. Gij alleen kent uwe almacht, uwe wijsheid, uwe liefde, uwe heiligheid, gelijk zij is. Voor iemand anders dan u, is uwe verhevenheid onmeetbaar, onbegrijpelijk. De geest Gods alleen doorgrondt de diepten der Godheid.
Door de openbaring des heiligen Geestes hebben de menschen u leeren kennen. Jezus-Chrislus heeft ons verkondigd, de apostelen hebben ons geleerd, zijne heilige Kerk heeft in alle tijden geloofd, de heilige Schrift betuigt, wat wij van u, ondoorgrondelijke, openlijk belijden: één God: Vader, Zoon, heilige Geest. Gaat, zegde de Heer vóór zijne hemelvaart, gaat en onderwijst alle volkeren, en doopt hen in den naam des Vaders, en des Zoons, en des heiligen Geestes. In dit geloof ben ik gedoopt; in dit geloof zal ik leven en sterven.
Ik geloof in dien eenigen God, Vader, Zoon, Heiligen Geest. Ik geloof in den almachtlgen, oneindig wijzen.
T
£
VAN JEZUS r:N MARIA. 550
oneindig minnendon, onciutlig heiligen God. Hoe zoet is het voor mij, in eenen God te gelooven, die de liefde, almacht en wijsheid is, en mij die almacht, wijsheid en liefde op menigvuldige wijzen openbaart; die mij niets gebiedt, dan wat mij goed onheilzaam is; die mij geenen last oplegt, of zijne genade maakt hem licht; die mij redden kan uit al mijne kwellingen: die zelfs mijne zonden lot mijn goed weet te doen dienen; die mij meer liefheeft dan eene moeder haar kind! 0 ! Hoezoetis het, tot den Allerhoogste te mogen zoggen: Vader, help mij! Hoe troostend is het, mijnen toekomenden Rechter temogen toeroepen: Verlosser, Zaligmaker, Vriend, wees mij genadig! Hoe onuitsprekelijk verkwikkend is het, in mij die slem des heiligen Geestes te hooren : gij zijteen kind van God, betrouw op God, zijne hulp is nabij! Hoe groot en verheven is het gedacht: Vader, ik ben uw kind, u wil ik beminnen, eeuwig beminnen! Zoon, ik ben uw vrijgekochte, u wil ik toebehooren, eeuwig toebehooren! Heilige Geest, ik ben uw tempel: God wil ik, ja eeuwig, toegewijd zijn!
Vader, ik ben uw kind! Alles wilt gij mij geven. Ik ben erfgenaam des hemels: ik hoop op u en verwacht alle goed van u. Gij zijt alle liefde waardig; geheel mijn hart schenk ik u; anders heb ik niets dat u bevallen mag.
Zoon! ik ben uw vrijgekochte! Voor mij hebt gij u ten beste gegeven, en ik hoor mij niet meer toe! Genade, vergiltenis der zonden, eeuwig leven, alles heb ik u te danken; hoe ondankbaar zou ik niet wezen, zoo ik ii niet beminde, en welk zou mijne liefde zijn, zoo ik uw voorbeeld niet volgde? Ik wil u dan beminnen, alle menschen beminnen, gelijk gij u voor alle men-schen hebt geslachtoll'crd.
Heilige Geest, ik ben uw levende tempel! ik moet en ik verlang heilig te wezen ; doch zonder u kan ik het
556 DE BELANGEN DER H. HARTEN
niet worden. Zuiver al mijne begeerten, regel al mijne neigingen, opdat ik bekwaam zij uw tempel te heeten en te zijn. Mijne ziel is de woonplaats van God; welke aehting ben ik mij zeiven niet schuldig?
Verhef u dan, edele ziel, geschapen om Godes tempel te wezen, verhef u tot uwen God, tot den Allerhoogste! Gij zoudt voor hem moeten sidderen en b-ven, neèrzinken in het stof, waaruit hij u riep. Maar zie! die Allerhoogste is uw Vader, uw Verlosser, uw Zaligmaker; vrees niet!
Gij dient den Almachtige, die de wijsheid en goedheid zelf is! Hij kan u alles zijn; hij zal u alles zijn, als gij aan zijne waarachtigheid en alwetendheid ge-looft, op zijne goedheid en getrouwheid steunt, zijne liefde met wederliefde vergeldt, zijnen heiligen wil getrouw volbrengt.
Ik geloof dan, o Vader! dat gij de Vader van onzen Heer Jezus-Christus, en ook de onze zijt, en eeuwig zijn wilt.
Ik geloof dan, o Zoon des Vaders, d:it gij de Zoon van God zijt en onze Zaligmaker, een middelaar tus-schen God en de menschen, en onze Heer Jezus-Christus.
Ik geloof dan. Heilige Geest, dat gij de Geest des Vaders en des Zoons zijt , in de kinderen Gods woont en over hen de Goddelijke liefde uitstort.
Op dit geloof steunt mijne liefde tot God, mijne liefde tot de menschen, mijn troost en mijn vertrouwen, mijne vreugde en mijn geduld, mijne hoop en mijne zaligheid. Hart van Jezus! versterk dit mijn geloof, opdat het nimmer wankele. Amen.
VAN JEZUf EN MARIA.
LITANIE
TOT ni; ALLERHEILIGSTE DRIEVULDIGHEID.
Heer, ontferm u on/.er.
Christus, ontferm u onzer.
Heer, ontferm u onzer.
Cliristus, hoor ons.
Christus, verhoor ons.
God, hcmelsche Vader, ontferm u onzer. God, Zoon, Verlosser der wereld.
God, H. Geest,
H. Drievuldigheid, één God,
Heer, die een Geest zijt, en in geest en waarheid
wilt aanbeden worden.
Heer, wiens Godheid noch goud, noch zilver,
noch steen, of iets zulks gelijk is.
Heer, aan wien niemand gelijk is, en builen wien
er geen God is.
Koning der eeuwen, die alleen van natuurswege
de onsterfelijkheid hebt,
Groote God, uil wien alles voortkomt, en door
wien alles behouden wordt,
Heer, in wien wij leven, ons bewegen en zijn. Heer, die overal zijt, en wiens voorzienigheid
boven alles is.
Heer, die zoo groot zijt, dat u geeno gedachten
kunnen begrijpen.
Heer, wien geheel het aardrijk, noch de hemelen kunnen bevatten.
Heer, wien geen mensch gezien heeft, of zien kan, Heer, wiens oordeelen ondoorgrondelijk en wiens
wegen onnaspeurlijk zijn.
Heer, voor wiens Majesteit wij maar stof en asch zijn,
SiSiS DE nELAXGEN DERH. HARTEN
Heer, die doet al wat u belieft in den hemel, op de aarde, in de zee en in de afgronden, ontferm u onzer.
Ilrer, die de harten der menschen in uwe hand
hebt, en die neigt waar gij wilt,
lieer, die een verterend vuur zijt, wiens gramschap niemand kan wederstaan.
Heer, die eenieder naar zijne werken vergeldt,
IIc er, die alles in getal, gewicht en maat schikt. Keer, die onze harten onderzoekt, en onze nieren doorgrondt, ® lieer, die bemint al wat er is, en niets haat van § al wat gij geschapen hebt, g Hee?, die de zorden der menschen, om hunne p boetvaardigheid, kwijtscheldt, s liw;, die in uwe woorden waarachtig, en in uwe g
beloften getrouw zijt,
Heer, die niet wilt dat wij zouden vreezen, om-
dat gij onze God en helper met ons zijt. Allerheiligste God, door wiens heerlijkheid geheel
do aarde vervuld is.
Heer, wien alle eer en heerlijkheid toekomt,
lieer, die zelf het loon zijt uwer dienaars.
Wees genadig, spaar ons. Heer.
Wees genadig, verhoor ons. Heer.
Aan alle hoovaardigheid en opgeblazenheid des gees-
tes, verlos ons, Heer.
Van alle onmatigheid en onzuiverheid.
Van alle gramschap, nijd en kwaden wil tegen lt; onzen evennaaste, £
Van traagheid, en van aardsche eu ongeregelde ' droefheid, §
Van gierigheid, die de wortel van alle kwaad is, iquot; Door uwe onbepaalde almogendheid, ï?
Door uwe oneindige wijsheid, S
Door uwe overvloedige goedheid,
VAN JEZUS EN MARIA. 559
Door uwe ondoorgrondelijke alwetendheid en voorzienigheid, verlos ons, Heer.
Door den diepen afgrond van de oordeelen uwer
rechtvaardigheid, verlos ons, Heer.
Door uwe volmaakte en onveranderlijke gelukzaligheid, verlos ons, Heer.
In don dag des oordeels, verlos ons, Heer. Wij zondaren, wij bidden u, verhoor ons.
Dat gij ons de genade wilt verleenen, om u uit geheel ouze ziel, uit geheel ons verstand, en uit al onze krachten te beminnen,
Dat wij uwen H. Naam nooit lichtvaardiglijk g?-bruiken.
Dat wij de Zondagen en Heiligdagen, die u zijn toegewijd, in godsdienstige en andere goede ?■ werken mogen overbrengen en heiligen, 'Zl Dat wij aan onze ouders, en alle overheid, eer 5;
en gehoorzaamheid om uwentwil bewijzen, 1quot; Dat wij nooit het leven , of de eer van onzen Z
evenmensch krenken,
Dat onze zielen nimmer door onzuivere wer- 2 ken, woorden, begeerten of gepeinzen besmet 5 worden, ^
Dat wij nooit iemand door onrechtvaardigheid be- § schadigen, quot;
Dat wij onze monden van valsche getuigenis en
alle leugentaal zorgvuldiglijk bewaren.
Dat wij de goederen der wereld niet ongeregeld
begeeren of beminnen,
Dat gij onze harten tot het onderhouden uwer
geboden wilt neigen,
Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld,
spaar ons. Heer.
Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld, verhoor ens, Heer
A
»1!
Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld, „7,
Allerheiligste Drievuldigheid, hoor ons. ]
Allerheiligste Drievuldigheid, verhoor ons. ^ei
set
nei
Almachtige en eeuwige God! die uwe dienaars, dcx
door de belijdenis van het waar geloof, de heerlijk- zei
heid der eeuwige Drievuldigheid hebt doen kennen, (
en in de oppermachtige Majesteit geleerd hebt één koi
wezen te aanbidden: wij bidden u, dat wij door de dai
standvastigheid van hetzelfde geloof bevrijd mogen dig
worden van allen tegenspoed, door Jezus-Christus, on- m(.
dij
zei
TER EERE VAN DE ALLERHEILIGSTE DRIEVULDIGHEID.
zie
Ik zal uwen lof verkondigen, o driemaal heilige God! all
Ik zal aan u mijne hulde bewijzen, als aan den eenig da
onsterfelijken en onbegrijpelijken God! ik zal in den we
tijd uwen naam loven, op eene wijze geëvenredigd de met de zwakheid van mijn verstand. Mochten deze
eerbewijzingen, welke mijn hart u gaat opdragen, mij wc
het geluk verdienen van u in eeuwigheid, op eene sc]
wijze die u waardig zij, te loven en te eeren. do
O eeuwige Vader! ik zal u loven in uwe werken: zij da
spreken ons van uwe grootheden door hunne heerlijk- b» heid, en van uwe goedheden door de voordeelen welke
zij ons verleenen. Overladen met uwe gunsten, zal vo
ik in vervoering van dankbaarheid uitroepen; it Hoe uv
»goed is God jegens Israël! hoe goedertieren, hoe rei ii zoet voor die een oprecht hart hebben! zijne sterkte
VAN JEZÜS EN MARIA. S61
»is gelijk aan zijne wijsheM: zijne reehtvaardighoid, «zijne barmharligheid en zijne macht beantwoorden «aan zijne weldaden.»
En gij, eeuwig Woord, zelfstandig afbeeldsel van den Vader, de glans zijner glorie, de vlekkelooze spiegel van zijne opperste majesteit, met wat vreugd beschouw ik u in den tijd, zijn medelijden tot ons en zijne barmhartigheid opwekkende, zijne gramschap verzoenende, voldoende aan zijne rechtvaardigheid, en ons door uwe lijdzaamheid den weg openende tot leedwezen en verzoening!
Gij hebt (teen uwer schepselen versmaad; meer bekommerd met den zondaar, die tot zijn verderf liep, dan met hem die u eert en volgt, hebt gij de misda-digen met vurigheid gezocht, met zoetigheid geroepen, met liefde ontvangen. O God vol van barmhartigheid! ik heb meer reden dan een ander om uwe zachtmoedigheid, om die onbeperkte goedheid te verkondigen, daar gij niet hebt opgehouden mij te beminnen, dan zelfs wanneer ik u vergramde.
Dat de geheele wereld, door uw lijden afgekocht, zichroeme onder uwe heerschappij televen! Geef gij alleen de wet over alles wat hier op aarde ademt; en dat uwe macht, reeds zoo tastbaar in de uitwendige werken uwer handen, zich nog beter doe gevoelen in de getrouwheid onzer werken.
Is 't dat er onder ons nog zondaren zijn, wier hart wederspannig genoeg is om het juk uwer wet af te schudden, wij die u vreezen. Heer, wij zullen bun, door onze gehoorzaamheid aan uwe geboden, leeren, dat gij alleen het recht hebt van te gebieden over onze harten, en dat uwe regeering over ons zoo zoet als grootdadig is! Ach! hoe troostelijk is bet u te hebben voor koning, terwijl, volgens de uitdrukking van eenen uwer Heiligen, u te dienen reeds heerschen is, reeds recht verkrijgen is tot het eeuwig rijk, dat gij aan uwe
■Ï6
A
TiÜS DE BELANGEN BEIi It. HARTEN
uitverkorenen liebt beloofd; en uwe beloften staan zoo ^on vast, als uwe werken heilig zijn. j,cffe En gij, Goddelijke Geest, die in de eenheid der God- //e,/, delijke zelfstandigheid van den Vader en den Zoon heiii voortkomt, de verlichtingen die gij ons mededeelt, de Ame werken die gij te onzer heiligmaking doet, leggen aan onze harten eene dankbaarheid op, die wij u nooit, in evenredigheid uwer weldaden, zullen kunnen bewijzen. Gewaardigu dan, om mijne machteloosheid aan aan te vullen, de dankbetuigingen te ontvangen van do di minnelijke Koningin der engelen en der menschen, die r» van al de gelukzaligen in den hemel en van al de rechtvaardigen hier op aarde. \ Hoe zeker zijn uwe verlichtingen voor die haar ge- heei trouwelijk volgen ! geef, o Goddelijke Geest, dat ik die hoe nooit verstoote: hoe heilig zijn uwe werken voor hom, vol die ze getrouwelijk overweegt! met uwen bijstand wil droi ik er het voorwerp mijner gestadige overdenkingen ton van maken. wcl Gij zijtde beschermer van wie u bemint; gij verde- gen digt hem tegen den kwaden geest; gij bewaart hem in teli al zijne wegen, terwijl gij den booze overlaat aan de (lig duisternissen van zijn hart, en met snelle schreden laat hel loopen in den weg des verderfs en des doods. Onein- ma dig beminnelijke Geest! maak dan dat ik u dagelijks hei meer en meer beminne, opdat ik verdiene dat gij mijne Jai paden geleidet verre van de verderfelijke wegen, welke Go de zondaren bewandelen. he Ontvang dan heden de verbindfenissen die gij zelf he mij ingeeft. Voortaan zal mijn mond zich niet meer he openen dan om de werken uwer wijsheid en barmhar- he tigheid te loven. Mocht ik, geholpen door uwe ver- de lichtingen, doordrongen van uwe heilige zalving, alle eu schepselen door mijn voorbeeld leeren loven God den (1( Vader, die ons geschapen , den Zoon, die ons af- nt gekocht heeft, en u, Geest van leven, die ons heiligt; al
van jezus en maria. 363
i zoo filzon zal ik hier op aarde lt;li'i lofzang beginnen aan te heffen, die in eeuwigheid moet voortduren; Heilig, jod- Heilig, Heilig, is de God welken wij dienen: dal zijn Zoon heilige Naam gebenedijd zij, nu en in alle eeuwen! 'i de Amen.
aan
it, in EERROET
wij-
aan aan ne allerheiligste drievuldigheid , om de relee-n de digingen te herstellen, die goiis heiligen kaam , die door dr lasteraars worden aangedaan.
■cht-
Aanbiddelijke Drievuldigheid, o mijn God'. Opper-ge- heer van het heelal, ik kom mij voor u nederwerpen, ; die line onwaardig ik ook zij voor u te verschijnen, maar lem, vol betrouwen dat gij in dank zult aannemen de diepe 1 wil droefheid die ik gevoel, omdat uw heilige Naam gelas-gen terd en vermaledijd wordt van hen zeiven, die gij met weldaden overlaadt, en die den mond niet zouden mo-'de- gen openen, dan om uwe groote liefde, uwe onuitput-n in telijke weldaden voor hen en alle menschen te verkon-i de digen en te gebenedijden. Ach! dat de duivelen in de laat hel uwen heiligen naam lasteren, dit kan ik begrijpen; ■ia- maar dat menschen, die gij slechts hebt geschapen om ijks hen door uw eigen geluk eeuwig gelukkig te maken; ijne dat menschen, afgekocht door het bloed van ecnen 'Ike God, dienzelfden God, dien God zoo vol barmhartigheid, lasteren en vervloeken, dit is een gruwzaam ge-zelf heim van ongerechtigheid, eene misdaad, o mijn God! oer bekwaam om uwe wraaknemendo bliksemen te Uvk-lar- ken over alle volkeren die zulke wanschepselen voe-•er- den. Ach! handel met ons niet, gelijk zoo ijselijke alle euveldaden het verdienen, en laat u verbidden door Jen den lof welken zoo vele heilige zielen u hier op aarde af- nog geven, daar zij in hare tranen, ja in haar bloed, de gt; afschuwelijkheden van de goddeloosheid, die ubelee-
*
501 DE BELANGEN DER H. HARTEN
digt, zouden willen versmoren. Ik vereenig mij met I
haar om met geloof en liefde uit te roepen: «Geloofd I
«zij Jezus-Christus! de heilige naam des Heeren zij '
»voor allijd gebenedijd!» Ik zal dezen lofzang zoo I
dikwijls herhalen, als ik hem van de boozen zal hooren gei
onteeren, en geen middel verzuimen om den voort- 1
gang dier schandige zonde te beletten en overal uit te lt;
roeien waar ik zal kunnen. Help mij hiertoe, o mijn '
God! door den machtigen bijstand uwer genade, en '
bovenal, bewaar mij van het groot ongeluk van zelf ser
pliclilig te worden aan eenen aanslag, van welken ik kei
op dit oogenblik den grootsten afschrik heb, maar i
welken ik zou kunnen bedrijven, zoo ik verdiende door wo
u overgelaten te worden aan de natuurlijke bedorven- op'
beid van mijn hart: ach! dat mijne tong in mijnen ■
mond verdroge en roerloos worde, eer dit ongeluk mij Va overkome! Driemaal heilige God! dit vraag ik u door
de verdiensten van Jezus-Christus, mijnen Zaligma- oo ker. Amen.
de
LOFZANG VAN DANKZEGGING. uv
'i e Deum Laudamus. tai
T! loven wij als onzen God, u belijden wij als onzen Heir.
I eert de ganschc aarde, als den eeuwigen Vader.
U roepen al de Engelen, de hemelen, al de e€ machten,
De Gherubienen en de Serafijnen onophoudelijk loa; bi
Heilig, Heilig, Heilig, is de Heer de God der Heirscharen!
Hemel en aarde zijn van de grootheid uwer heerlijkheid vol.
Het glorierijke koor der Apostelen,
Het lofwaardig getal der Profeten,
VAN JEZUS EN MARIA. 563
iet Hot blinkende heir der Martelaren looit u.
)f(j Door geheel de wereld belijdt u de H. Kerk,
zij Als den Vader van oneindige heerlijkheid!
;oo En tevens uwen eerbiedwaardige!!, waren en eeni-
■en gen Zoon;
rt- En den Vertrooster, den heiligen Geest,
te Christus, gij zijt de Koning der heerlijkheid.
Ijn Gij zijt de eeuwige Zoon des Vaders,
en Gij hebt, wanneer gij, om don mensch te verlos-
elf sen, do menschheid zoudt aannemen, geenen af-ik keer gehad voor den schoot eonor Maagd, tar Gij hebt, nadat gij don prikkel des doods over-
lor wonnen hadl, aan de geloovigen het hemelrijk ge-n- opend.
en Gij zit aan de rechterhand Gods, in de glorie des
lij Vaders.
or Wij golooven dat gij eens als rechter zult komen
a- oordoelen.
Wij [onder deze woorden knielt men neder) bidden u dan: kom uwe dienaars te hulp, die gij door uw dierbaar bloed verlost hebt.
Geef dat zij in de eeuwige glorie onder het ge-lal uwer Heiligen zijn mogen.
Heer! maak uw volk zalig en zegen uw erfdeel, en Bestuur hen en verhef hen tot in eeuwigheid.
Dagelijks loven wij u.
En wij prijzen uwen naam in eeuwigheid, on in de eeuwigheid der eeuwigheden.
Gewaardig u, Hoor! ons beden zonder zonde te e: bewaren.
er Ontferm u onzer, Heer, ontforn! u onzer.
Laat, o Heer! uwe barmhartigheid over ons ko-men, gelijk wij op u gehoopt hebben.
Op u, o Heer! heb ik mijne hoop gesteld; en in eeuwigheid zal ik niet beschaamd worden.
DE BELANGEN DER H. HARTEN
GOD DE VADER.
AKTE VAN OPOFFERING AAN GOD DEN VADER.
O Vader der harnihartigheden en God aller vertroos- \ ting! al ben ik slechts oen onwaardig schepsel en een ^ ellendige dienstknecht, toch durf ik voor u, mijnen u goedertierens!en Heer en Schepper, verschijnen, en (| vol van betrouwen, niet op mijne verdiensten, maar c op die van uwen welbeminden Zoon, smeekend voor u nederknielen om u de gratie te vragen, d:it al mijne ^ woorden, werken en gedachten met uw welbehagen a mogen overeenstemmen, en ik alzoo u een aangenaam (, bewijs geven kunne van mijne billijke onderworpen- i, beid. J, U dan, allerbeste Vader! gever en bewaarder van (\ alles, u en tot uwen dienst offer ik mij ten eenen male op, met al wat ik heb. Ik draag het u op in vereeni- j ging met do offerande van uwen welbeminden Zoon, r waardoor hij zich, kind zijnde in den tempel, bid- i, dende in den hof der Olijven, en stervende op bel altaar des kruises, aan u opdroeg. e
O goedertierene! wees mij, ellendigen zondaar, genadig, en verstoot het werk uwer handen niet; maar s beschouw uwen welbeminden Zoon .lezus-Christus,
dien gij ons tot voorspreker en middelaar hebt gege- j
ven. Zijne waardigheid vervangt mijne ellende, opdat t
ik door zijne verdiensten bekome, wat ik door de mij- y nen niet bekomen kan.
Gewaardig u dan door uwe oneindige goedheid en \
barmhartigheid, en voor de meerdere eer van uwen r
Naam en de zaligheid mijner ziel, deze mijne onwaar- I
dige onderwerping gunstig aan te nemen. 1
bUü
VAN JEZUS EX .11 UIIA.
KORTE UITBREIDING VAN HET GEBED DES a££K£ü.
OnzeVader. Welke eer, welk geluk voor ons, u, o mijn God! voorVader te hebben; gij zijt de gcmeene oos- Vader aller menschen, door het oppergezag van uw een Wezen, maar gij zijt meer bijzonderlijk de mijne, door jnen uwe onuitsprekelijke goedheid tot mij. Hoe zeer beu ik ' equot; dan niet verplicht u uit geheel mijn hart te beminnen, naar en y a| jg jagen mijns levens te dienen! ,or u Die in de hemelen zijt. Gij zijt in den hemel, o mijn
quot;Jquot;e God! o mijn Vader! het is diarheen dat gij mij met 'ö611 al uwe kinderen roept; de aaide is dan voor mij maar aaln eene ballingschap: hoe groot zou dus mijne verblind-P611- heid zijn, zoo ik mij aan de valsche goederen der wereld hechtte, dewijl God mijn waar erfdeel bereidt in van dgn hemel!
lia'e Geheiligd zij uw naam. Ja, mijn God, dat uw naam
enlquot; door de gansche wereld gekend zij, en door alle volke-10117 ren aangebeden worde; waarom kan ik hun uwe groot-bid- heden niet gaan verkondigen! Ik zal ten minste trach-1 a'quot; ten u te doen eeren door de heiligheid mijner werken
en door de stichting van mijn gedrag.
S6- Ons toekome uw rijk. Gij heerscht over alle schep-
,laar selen, o mijn God! door uwe macht; maar gij moet lus, over a]i0 harten heerschen door uwe genade. Vestig '-'S0quot; in het mijne het rijk dezer genade; zij zal mij het ze-pdat kere onderpand zijn van het rijk uwer heerlijkheid,
mij- waar ik u in eeuwigheid hoop te loven.
Uw wil geschiede. Het is billijk, o mijn God ! dat uw d en wil vervuld worde; hij is verlicht, hij is heilig, hij wil wen niets dan hetgene goed is; dat hij altoos in mij in al-aar- les volbracht worde, zoo volmaakt als hij door de Heiligen wordt volbracht. Ik wil alles wat gij wilt, zonder andere beweegredenen, dan uw heiligen wil.
Geef ons heden ons dagelijksch brood... Aan wie
567
DE BELANGEN DER H. HARTEN
GOD DE VADER.
AKTE VAN OPOFFERING AAN GOD DEN VADER.
O Vader der barmhartigheden en God aller vertroosting! al bon ik slechts oen onwaardig schepsel en een ellendige dienstknecht, toch durf ik voor u, mijnen goedertierensten Heer en Schepper, verschijnen, en vol van betrouwen, niet op mijne verdiensten, maar op die van uwen welbeminden Zoon, smeekend voor u nederknielen om n de gratie te vragen, dat al mijne woorden, werken en gedachten met uw welbehagen mogen overeenstemmen, en ik alzoo u een aangenaam bewijs geven kunne van mijne billijke onderworpenheid.
U dan, allerbeste Vader! gever en bewaarder van alles, u en tot uwen dienst offer ik mij ten eenen male op, met al wat ik heb. Ik draag het u op in vereeni-ging met de offerande van uwen welbeminden Zoon, waardoor hij zich, kind zijnde in den tempel, biddende in den hof der Olijven, en stervende op hel altaar des kruises, aan u opdroeg.
O goedertierene! wees mij, ellendigen zondaar, genadig, en verstoot het werk uwer handen niet; maar beschouw uwen welbeminden Zoon Jezus-f.hrislus, dien gij ons tot voorspreker en middelaar hebt gegeven. Zijne waardigheid vervangt mijne ellende, opdat ik door zijne verdiensten bekome, wat ik door de mijnen niet bekomen kan.
Gewaardig u dan door uwe oneindige goedheid en barmhartigheid, en voor de meerdere eer van uwen Naam en de zaligheid mijner ziel, deze mijne onwaardige onderwerping gunstig aan te nemen.
oöü
VAN JEZUS EN M.VKIA.
KORTE UITBREIDING VAN HET GEBED DES H£Eamp;£JI.
Onze Vader. Welke eer, welk geluk voor ons, u, o mijn God! voorVader te hebben; gij zijt de gomeene Vader aller menschen, door het oppergezag van uw Wezen, maar gij zijt meer bijzonderlijk de mijne, door uwe onuitsprekelijke goedheid tot mij. Hoe zeer ben ik dan niet verplicht u uit geheel mijn hart te beminnen, en u al de dagen mijns levens te dienen!
Die in de hemelen zijt. Gij zijt in den hemel, o mijn God! o mijn Vader! het is daarheen dat gij mij met al uwe kinderen roept; de aai de is dan voor mij maar eene ballingschap: hoe groot zou dus mijne verblindheid zijn, zoo ik mij aan de valsche goederen der wereld hechtte, dewijl God mijn waar erfdeel bereidt in den hemel!
Geheiligd zij uw naam. Ja, mijn God, dat uw naam door de gansche wereld gekend zi j, en door alle volkeren aangebeden worde: waarom kan ik hun uwe grootheden niet gaan verkondigen ! Ik zal ten minste trachten u te doen eeren door de heiligheid mijner werken en door de stichting van mijn gedrag.
Ons toekome uw rijk. Gij heerscht over alle schepselen, o mijn God! door uwe macht; maar gij moet over alle harten heerschen door uwe genade. Vestig in het mijne het rijk dezer genade; zij zal mij het zekere onderpand zijn van het rijk uwer heerlijkheid, waar Ik u in eeuwigheid hoop te loven.
Uw wil geschiede. Het is billijk, o mijn God! dat uw wil vervuld worde; hij is verlicht, hij Is heilig, hij wil niets dan hetgene goed is; dat hij altoos in mij in alles volbracht worde, zoo volmaakt als hij door de Heiligen wordt volbracht. Ik wil alles wat gij wilt, zonder andere beweegredenen, dan uw heiligen wil.
Geef ons heden ons dagclijksch brood... Aan wie
567
£gt;08 Dli BELAXGEN IIKR 11. HARTEN
kunnen arme en behoeftige kinderen brood vragen, dan aan hunnen teederen vader? Ik vraag u niet alleen, o hemelsche Vader! het dagelijksch brood, dat voor het lichamelijke onderhoud noodig is, maar ik vraag u bovenal het brood van uwe genade en van uw heilig Woord, om mijne ziel te voeden, en wel voornamelijk het brood van het allerheiligste Sakrament des Allaars, om haar te versterken en met u te vereenigen.
En vergeef ons onm schulden, gelijk wij vergeven aan onze schuldenaren. Ik heb u ongelukkiglijk be-leedigd, o mijn God! ik ben er oprecht bedroefd over: waarom kan ik mijne zonden in mijn bloed niet uitwisschen! vergeef mij mijne beleedigingen, o Vadei der barmhartigheden ! zooals ik uit geheel mijn hart aan alle diegenen vergeef, welke mij kunnen beleedigd hebben; ik wensch hun al het goed, dat ik mij zelven kan toewenschen.
En leid ons niet in bekoring. Gij kent mijne zwakheid, o almogende God! verwijder van mij de bekoringen, waarin mijne zaligheid in gevaar zou zijn; of, zoo gij toelaat dat ik daaraan blootgesteld worde, ach ondersteun mij dan toch met uwe genade, en laat niet toe dal ik ooit onder dezelve bezwijke: dit ware u be-leedigen , en mij in het verderf storten.
Muur verlos ons van het kwaad. Behoed ons, o mijn God! van de rampen dezes levens, indien alzoo uw wil is; maar, dewijl de zonde het grootste kwaad is, bevrijd ons vooral van de zonde, van den dood in de zonde, en van de eeuwige verwerping, die er het rampzalig gevolg van zijn zou. Dat ik lijde, dat ik zuchte, zoo het noodig is; doch dal ik niet zondige. Deze is de groole genade, welke ik u in deze wereld vraag, om in het ander leven lol het bezit van u zelven te geraken. Amen.
VAN JEZUS K.N MARIA.
GOD DE ZOON.
dat
r jjj GODDELIJKE AFKOMST VAN ONZEN HEER JEZUS-CIiniSÏUS,
uw OF KORTE UITRRE1DING VAN HET EVANGELIE VOLGEN?
OOr- JOANNES.
lent
rer- In den beginne, van den oorsprong der dingen, on
begonnen en ongeschapen, dat is, van alle eeuwig-ven heid, was het Woord, de tweede persoon der heilige be- Drievuldigheid, het volmaakte evenbeeld dat God, met efj zich te kennen, van zich zeiven vormt; en het Woord aed was bij God, en het Woord, dat in God is, in God en woont, in God bestaat, dat in God eenen persoon uit-
-,e- maakt, uit God zeiven voortkomende en in hem blij-jjij vende, altoos voortgebracht, a;loos in zijn schoot, dat
„J Woord was God: God van God, geboren uit God, be
staande in God; God, gelijk hij, boven alles verue-
lk_ VEN, GEZEGEND IN DE EEUWEN DER EEUWEN.
t0_ Ju den beyinne dan, vóór dal de meusch en het licht
of geschapen werden, vóór dat de Engelen het beslaan
h 1 ontvingen; in den beginne, vóór al wat een begin
iet heeft genomen, was dit Woord, en het Woord was in
ie- zijnen Vader, bij God zijnen Vader, in den schoot zijns
Vadeis, God en Zoon van God.
jn Het was, want alles is door hetzelve geworden, en
,il zonder hetzelve is niets geworden wat geworden is:
e- het Woord is de Schepper van alles, of, wat hetzelfde
|e is. God is de schepper van alles door het Woord, niet
et als dooreen werkluig, maar door een enkel gebod en
ik door zijnen wil: hu heeft gezegd, en alles is gewor-
DEN, HIJ HEEFT GEBODEN, EN ALLES WERD GESCHAPEN
d (Ps. 52, 9).
n //i hetzelve was leven, en het leven, dat in hetzelve
bestond, was de oorsprong van het leven en hel licht der menschen.
5(39
370 de uklangen der h. hakten
En het licht der eeuwige Wijsheid en Waarheid schijnt in de duisternissen, die de zonde in de harten der menschen heel t te weeg gebracht, en de duisternissen, dat is de menschen, door de zonde en hunne driften met blindheid geslagen, hebben het niet begrepen, noch gekend.
Daarom was er een mensch, van God gezonden, die lot naam hud Joannes. Deze kwam tot getuige, om getuigenis van het lichtte geven en hetzelve den menschen aan te tonnen; ziedaar het lam gods, opdat allen door hem gelooven zouden, dat Jezus-Chrislus het licht der wereld is.
Hij zelf was het licht niet; maar hij kwam om getuigenis te geven van hem die hel licht was, Jezus-Chrislus. Deze was het ware licht, hetwelk niemand geweigerd wordt, maar iederen mensch verlicht, die komt in deze wereld. Hij was in de wereld, en de wereld is door hem geworden, en de wereld heeft hem niet gekend.
Hij kwam in zijn eigendom, in de wereld die hij schiep, bij de Joden, die hij verkoren had om zijn volk te wezen, en de zijnen namen hem niet aan.
Doch hij heeft de macht gegeven van kinderen Gods te worden aan allen die hem aannamen, te weten die in zijnen naam gelooven, die niet uit bloed, noch uit den wil des vleesches, noch uit den wil eens mans, maar uil God geboren zijn. En, om ze tot zijne waardigheid te verhellen, is liet Woord Vle.esch geworden, en heeft onder ons gewoond vol genade en waarheid; en wij hebben zijne heerlijkheid aanschouwd, eene heerlijkheid zooals ze den eeniggeborene des Vaders toekomt.
akte van aanbidding tot jezus-c luistijs.
Eeuwig Woord des Vaders, eenige Zoon van God,
VAN JEZUS EN MAKtA. 571
Jezus-Christus! Gij zijt de glans van don onziclitliaren God, het beeld zijner heerlijkheid. Door u is alles geworden wat geworden is en zonder u is niets geworden van al wat geworden is. Gij zijt de Verlosser, de Zaligmaker der menschen, en builen u is er geen Verlosser, geen Zaligmaker voor ons, zondaren: uw bloed is voor allen gestort geworden.
Alle macht is n in den hemel en op de aarde gegeven : de menschen hooren u toe, omdat gij voor hen zijt gestorven, eu gij ze door uwe wijsheid, liefde en macht voedt, bestiert en leidt ten eeuwigen leven. Uooru zullen eens de dooden opgewekt, en alle menschen geoordeeld worden: gij zijt de rechter van de levenden en van de dooden.
In uwen naam wordt alles zalig, wat zalig worden zal. Gij alleen zijt de Zaligmaker, en buiten u is er geen heil, geene redding, ü is een naam geschonken, die boven allen naam is, een naam, voor vvien alle knie moet buigen van die in den hemel, die op de aarde en die onder de aarde zijn. Gij zit aan de rechter hand uws Vaders; zijn rijk en heerlijkheid zijn de uwe; U zij ook de aanbidding! In u woont de volheid der Godheid! Gij zijt onze Heer en Koning; onze bezigheid, ons leven, ons eeuwig leven zij u en in u den Vader, die u gezonden heelt, te bekennen, te beminnen en te aanbidden. Amen.
GOD DE HEILIGE GEEST.
GEftEIgt;.
O heilige Geest! gelijk de aarde de zon, zoo heeft mijn hart u noodig. Zonder de zon is alles op aarde duister en koud ; zonder hare weldoende stralen waren er geene bloemen, geene vruchten, geen oogst; mei haar daalt leven en vreugd over de gansche natuur.
375 DE BELANCKN DER H. HAKTEN
Geest van liefde! zoo koud, zoo doodsch ons liart is, als gij het verlaat, zoo levend wordt het a!s gij erin woont: waar gij woont, is leven, vreugd en zaligheid.
Eilaas! wat heb ik mij jegens u niet te verwijten? Als ik in mijn binnenste ga, wat al tranen vind ik niet te storten! Ik ben ongetrouw aan uwe gratie, ik we-dersta aan uwe ingevingen, ik bestrijd uw licht, en versmacht de heilzame wroegingen, die gij in mij opwekt: duizendmaal heb ik u beleedigd, en u in mijn hart bedroefd.
O Goddelijke Geest! heb nog medelijden met mijne ziel, en laat u raken door de bitterheid van mijn leedwezen ; ik verdien van uwe vertroostingen beroofd te worden, ik weet, ik beken het; maar beroof mij toch niet van uwe Goddelijke tegenwoordigheid: straf' mij, ik ben tevreden; maar, ik smeek u, straf mij niet met u van mij te verwijderen: verwerp mij niet van uw aanschijn, en neem uwen heiligen Geest niet van mij (Ps. oU). Wat zou er van mij geworden zonder u? Ik werd aan mij zeiven overgelaten, om meer en meer van den waren weg af te dwalen, of aan den geest der wereld, om in zijne bedorvenheid te deelen, en om, van de rampzalige duisternissen waarin ik hier gedompeld lag, in de eeuwige duisternissen te vallen, waar, te midden der wanhoop en woede, ik voor altijd mijnen wederstand aan uwe genade zou vervloeken.
Door het aanbiddelijk Hart van Jezus, die u gezonden heeft; door het zoet Hart van Maria, dat gij versierd hebt, bid ik n, heilige Geest! gewaardig u mij op den weg der zaligheid te geleiden, mij te bestieren door uw licht, mij op te wekken door uwe kracht, mij te zuiveren in mijne genegenheden; ;roost mij in mijn lijden; ontvlam mij door het vuur uwer liefde, en herneem uw gebied over mijne zinnen, over mijn
VAN JEZUS EN MARIA. 373 hart, over al de krachten mijner ziel, opdat ik de
ISgt; vruchten moge smaken, en de gelukzaligheid genie-
111 ten, welke uwe heilige gaven inde zielen voortliren-
'g- gen. Amen.
n? LITANIE iet
-e- TOT DEN HEILIGEN GEEST.
en
'P- Heer, ontferm u onzer.
'Jquot; Christus, ontferm u onzer.
Heer, ontferm u onzer.
ne Christus, hoor ons.
Christus, verhoor ons.
te God, hemelsche Vader, ontferm u onzer.
C'1 God, Zonn, Verlosser der wereld,
•J' God, H. Geest,
'et H. Drievuldigheid, één God,
'tv H. Geest, die van den Vader en den Zoon voorlig komt.
Ik Geest der eeuwige waarheid,
er Geest van wijsheid en verstand,
Ier Geest van raad en sterkte, p
m. Geest der vrees des Heeren, =.
e- Geest van heiligmaking, 5
n. Geest van kracht, liefde en matigheid,
or Geest, door wiens ingeving do profeten gespro- Z
r- ken hebben, =
H. Geest, wiens zalving ons alle dingen leert,
ii_ H. Geest, die de dolende zondaren bekeert,
r_ H. Geest, die uwe ware geloovigen maakt van
jjj één hart en ééne ziel,
jn H. Geest, die aan uwe kinderen den waren vrij-
,1 dom verleent,
in H. Geest, die de dubbelhartigen en de geveins-
» den ontvlucht,
iquot;
_j
574 DE BELANGEN DER H. HARTEN
H. Geest, die de ziel zijt van het lichaam dev hoi
lige Kerk, ontferm u onzer.
H. Geest, die ons de duisterheden van de H.
Schriftuur door uwe H. Kerk verklaart,
H. Geest, die de Apostelen vervuld, en in hunnen mond uwe woorden gesteld hebt,
H. Geest, die alleen ons Gods wet kunt doen volbrengen,
H. Geest, die zelf ook de gever van het bidden zijt,
H. Geest, die zelf in ons, en voor ons bidt, door
onuitsprekelijke verzuchtingen,
H. Geest, die onze harten van droefheid verlost, en die met liefde, blijdschap en vrede vervult, II, Geest, die ons de verduldigheid, goedertierenheid en goedheid geeft, c H. Geest, die onze zielen met zachtmoedigheid Ë;
II. Geest, die ons de onthouding en kuischheid 3 verleent, c
H. Geest, die de liefde Gods in onze harten uit- § stort, o
H. Geest, die in uwe geloovigen als in uwe tem- quot; pels woont,
H. Geest, die uit uwe geloovigen stroomen van
levende wateren doet voortvloeien,
H. Geest, door wien wij nu niet meer slaven
zijn, maar kinderen Gods en erfgenamen H. Geest, door wien de slaafsche vreesachtigheid is weggenomen, en Gods kinderen riet liefde en betrouwen roepen tot hunnen Vadsr H. Geest, die ons naar de voltrekking onzer aanneming en verlossing doet zuchten en verlangen,
H. Geest, die in ons wonende, onze sterfelijke lichamen zult levend maken.
VAX JEZUS EN MARIA. 573
Wees genadig, spam- ons, Heer.
Wees genadig, verhoor ons. Heer.
Van allo zonden, verlos ons, Heer.
Van vermetelheid en wanhoop, verlos ons. Heer.
Van ongeloovigheid en hardnekkigheid tegen de
bekende waarheid,
Van alle bekoringen en lagen des duivels. Van al'gekeerdheid, tweedracht, gramschap en nijd
tegen onzen naaste.
Van alle onreinheid van ziel en lichaam, Van onboetvaardigheid en verhardheid des ge-• moeds.
Van allen geest, die aan u tegenstrijdig is, lt;
Door uwe altijddurende voortkoming van den g-Vader en van den Zoon, ^
Door uwe onzienlijke zalving, =
Door het bijzonder voorrecht, waardoor gij de heilige Maria, van den eerslen stond harer ont- j? vangenis, van allo vlek der erfzonde voorbe- 3 waard hebt,
Door de wonderbare werking door welke Christus in het lichaam van de zuivere Maagd ontvangen is.
Door uwe nederdaling over Christus, ten tijde
zijns Doopsels,
Dooi' uwe komst over de discipelen van Christus, In den dag des oordeels.
Wij zondaren, wij bidden u, verhoor ons.
Dat wij nooit de begeerten des vleesches volbrengen, wij bidden u, verhoor ons.
Dat gij den geest der rechtvaardigheid in onze harten willet vernieuwen, wij bidden n, verhoor ons. Dat gi j van ons nooit weggaat,wij bidden u, verhoorons. Dat gij ons willet versterken om vromelijk het goed
uit te werken, wij bidden u, verhoor ons.
Dat wij u nooit bedroeven, wij bidden u, verhoor ons.
ö/O Igt;i BELAAGL'JN' DER II. HARTEN
Dat \\!j ii nooit wctlerstuan, wij bidden u, verlioor ons.
Dal gij onze harten zoo will vervullen, dat de ver-makelijkheden der wereld in ons geene nlaats vindon,
D it wij alle geesten niet gelooven, maar wijselijk onderscheiden of zij uit God zijn,
Dat wij, door uwe genade, in den geest der zachtmoedigheid, de zondaren onderrichten en vermanen,
Dat wij altijd mogen arm van geest zijn, ;
Dat gij ons de christelijke en heilige droefheid ^ willet leeren, =
Dat gij ons hongerig en dorstig naar de rech1- ^ vaardigheid willet maken, =
Dat gij ons de zachtmoedigheid en barmhartig- -= heid tot alle rnenscheii willet instorten, ^ ^
Dat gij ons zuiver van harte willet maken, opdat ^ wij God mogen zien,
Dat wij de vervolging om de rechtvaardigheid als een zonderling geluk achten,
Dat gij ons ten einde toe in het goed leven willet bevestigen,
L m Gods, dat wegneemt de zonden der wereld spaar ons. Heer. '
Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld vernoor ons. Heer. '
Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld ontlerm u onzer. '
Christus, hoor ons.
Christus, verhoor ons.
Heer, ontferm u onzer.
Ouze Vader, enz.
VAN JEZUS EN -MAUIA.
LAAT 0.\S HIDDEN.
O God, dio de harten der geloovigen door de ver-licliling van den Heiligen Geest lioljl ouderwezen, geef ons dat wij in denzell'den Geest de ware wijsheid bezitten, en ons altijd over zijne vertroosting mogen verblijden. Door onzen Heer Jezus-Ghristus, uwen Zoon. Amen.
LOFZANG Veni, sancle Spiritus.
Kom, Heilige Geest! laat eenen straal uvvs lichts uit den hemel nederdalen.
Kom, Vader der armen! kom, gever der gaven 1 kom, licht der harten.
Allerbeste Vertrooster! geliefde gast der zielen! zoete verkoeling.
Gij zljtde rust in den arbeid, matigheid in de hitte, troost in het geween.
O allerzaligste licht, vervul het binnenste der harten van uwe geloovigen:
Zonder uwe genade is er niets in den mensch, niets wat schuldeloos is.
Wasch wat vuil is; besproei wat dor is; genees wat gekwetst is.
liulg wat verhard is; verwarm wat koud is; bestuur wat verdoold is.
Verleen aan uwe geloovigen, die op u betrouwen, uwe zeven heilige gaven.
Geef ons de verdiensten der deugd, geef ons een zalig einde, geel' ons de eeuwige blijdschap. Amen.
577
37
T
S78 6E BELANGEN DER K. HARTE*
Sl(
ui
d(
Kom Schepper, Heilige Geest! bezoek de zielen der- g'
genen, die u toebehooren, en vervul met uwe genade g de harten die gij gevormd hebt.
Gij die de trooster, de gave des allerhoogsten Gods, w
de levende bron, het vuur, de liefde, en de geestelijke v;
Gij zijt zevenvoudig in uwe gaven, gij zijt de H
vinger van des Vaders rechterhand; gij zijt de be- a
lol'te des Vaders, de tongen met allerhande talen v
Ontsteek uw licht in onze zinnen; stort uwe liefde s
in onze harten; versterk de zwakheden van ons vleeseh )
Verdrijf den vijand verre van ons, en geef ons haas- )
lelijk vrede, opdat wij onder uw geleide ontvluchten al i
Maak dal wij door u den Vader en den Zoon kennen, i
en dat wij te allen tijde gelooven dat gij de Geest van beiden zijt.
Glorie zij den Vader, en den Zoon, die van den dood verrezen is, en den Vertrooster, den Heiligen Geest, in alle eeuwen der eeuwen. Amen.
VERZUCHTING OM GOD TE AANSCHOUWEN.
Hoe gelukkig zijn de heiligen in den hemel, o mijn God! van u aanschijn aan aanschijn temogen aanschouwen, en met volle leugen aan den stroom der wellusten te drinken, die uwe oneindige volmaaktheden doen ontslaan! Verre van mijn hemelsch vaderland, zwerf ik, banneling, op deze aarde, en kan u
VAN JEZUS EN MARIA. 579
slechts beschouwen onder den sluier des geloofs, en in uwe werken, die, hoe groot ook, nog zoo weinig van uwe onuitsprekelijke groctheden melden. Wanneer zal ik dit tranendal mogen verlaten en op de vleugelen der liefde tot u opstijgen, o mijn God, om met de engelen, met de heiligen u te bezitten, u te zien gelijk
ule gij zijt?
Vader, Zoon, Heilige Geest, ëé;i God! Wezen der ds, wezens! Koning der koningen! Oorsprong en einde
jke van al het geschapene! Gij woont te midden der heer
lijkheid, en heerscht over al de koren der engelen, de De hoogte der hemelen, de groote uilgestrektheid der
Je- aarde, de onpeilbare diepte der zee zijn een niet in
len vergelijking van de grootlieio, de oneindigheid van uw
wezen. Gij zijt een onmeetbare oceaan van goedheid, 'de schoonheid, wijsheid, geluk, van alle mogelijk en denk-
sch j)aar goed. En voor u ben ik geschapen, en, als ik u
hier getrouw dien, u bemin, uwen heiligen wil vol-las- breng, dan zal ik ueens zien, u bezitten in alle eeu-
i al wen! Hart van Jezus! b:;zit mijn hari, ontvlam mijn
hart door de vurigste liefde, opdat, onthecht van de en, schepselen, ik mijnen God ultoos aankleve, beminne
vau en diene en eens waardig gevonden worde om hem te
bezitten.
lod Maar waarom moet mijn verblijf zich nog verlengen
, in 0p aarde! waarom moet het oogenblik nog vertoeven,
waarop mijne zie! haar stoffelijk kleed afwerpe, de/.e aarde vaarwel zegge, en eeuwig zich bij de scharen der engelenen heiligen voege?
O mijn God, mijne rust, mijn vrede, mijne vreugd, lijn mijn geluk! o God van mijn hart! wees mij alles, en
an- dat alles mij niets schijne; dat alle vergankelijke din-
der gen voor mijne oogen verdwijnen, en uit mijn hart
lie- gebannen zijn. Vergeleken met u, wat zijn de goede-
ler- ren dezer wereld? IJdelheid, bedrog, rook!
n u Voortaan zal ik, met uwe genade, al de oogeublikkeu
jö'' de belangen der h. harten
van mijn loven gebruiken om mij waardig lo maken van in allo eouwigheid u lo zien, to loven, te aanbidden, lo beminnen: gij alleen, oneindig, onmeetbaar, eeuwig Wezen, verdient allo liefde, allo oer, allen lof, allen zegen, alle hulde gedurende de eeuwen der eeuwen. Amen.
DE VIERING VAN DEN ZONDAG.
De Zondag is de dag des Heeren, de dag, bijzonderlijk aan zijnen dienst en vereering toegewijd. Willen wij dan de H. Drievuldigheid den eeredienst geven, dien wij haar schuldig zijn, zoo moeten wij dien dag heilig doorbrengen met ons te onthouden van allen stoffelijken arbeid en ons toe te leggen op godsdienst- en liefdewerken.
De heilige Kerk, wel is waar, heeft zich beprgt;nld met ons alleon op pijn van doodzonde te verplichten op dien dag mis te hoeren; maar elkeen kent haar vurigste verlangen dat wij ook, zooveel mogelijk, de andere Goddelijke diension bijwonen, het woord Gods aanhooren, de christone waarheden lezen en overwegen, tot de heilige Sacramenten naderen, de werken van barmhartigheid oefenen, en vuriglijk bidden om den zegen des Allerhoogsten over onzen arbeid af te sraeeken.
Opdat gij dos te beter aan het gebod der Kerk zoudt kunnen voldoen, en tevens uwe schulden jegens do aanbiddelijke Drievuldigheid betalen, laten wij hier eene andere manier van mis hooren volgen, alsook do Vespers van don Zondag en do gebeden onder het Lof. Do monsch, volgens de leering van den If. Thomas, telt voornamelijk vier verplichtingen of schulden jegens God: de 3erste is van zijne oneindige Majesteit te loven en te eoren, welke oneindige eerbewijzen en lofbetuigingen waardig is ; de tweede is van to voldoen voor de ontelbare zonden, die wij bedreven hebben; de derde van hem te bedanken voor zooveel ontvan-gene weldaden; de vierde eindelijk van hem te bidden als den gever en den uitdeeler van alle gratiën. Het heilig Sacrificie der mis is tot die vier einden ingesteld en de manier
VAN JEZUS EN MARIA. 581
van mis hooron, die hior vokt, is bijzonder geschikt, om ons daarin te helpen.
ZEER GODVRUCHTIGE OEFENING ONDER DB HEILIGE MIS.
VÓÓR DE MIS.
Ik geloof vastelijk, o mijn Ootl, dat do mis het on-bloedig sacrificie is van hel liciiaam on bloed van Jezus-Christus uwen Goddelijkcn Zoon. Maak, bid ik u, lieer, dat ik die vandaag bijwone met de aandach!, den eerbied en den heiligpn schrik, vereischt door een zoo ontzaglijk mysterie.
Ik vereenig mij met den priester en met geheel uwe Kerk, om u deze olï'erande op te dragen met dezelfde inzichten, ais Jezus-Christus u die opgedragen heeft aan het kruis. Ik draag u die op, o mijn God, opdat zij ten zelfden tijde weze eene olferande van eerhewijzinrj, van aanbidding, van afsmeeking en van verzoening. Ja, Heer, ik olfer ze u op, 1» om uwe opperste macht over mij te erkennen; 2quot; om u mi jne diepe dankbaarheid te betoonen voor al de weldaden waarmede gij mij onophoudelijk overlaadt; 5° om van u te bekomen al de noodige genaden en hulpmiddelen voor mij en voor . . .; 4quot; opdat gij u zoudt gewaardigen mij te verleenen de vergiffenis mijner zonden en de ontslaging der pijnen welke daartoe staan, om er ook een boet-offer van te maken. Gelief, o Meer, mij op eene bijzondere wijze bij te slaan in dit heilig werk, ten einde ik liet zoo voltrekke, dat het aan uwe Goddelijke Majesteit behage, en mij voordeelig zij voor dit en voor het eeuwig leven. Amen.
GODVRUCHTIGE OEFENING
Van het hegin der Mis tot aan het Evangelie.
Houd u hczig met do majesteit van God te loven en te aanbidden. Daarom, verneder u met Jezus-Christus, dompel u inden afgrond uwer nietiglieid vóór die Majesteit die allo oneindige eer en lof waardig is... Als de mis begint en de priester de belijdenis zegt, doe dan een klein onderzoek uwer zonden, om in uw hart eene akte van oprecht leedwezen te verwekken, verzoek den bijstand van den Heiligen Geest en van de allerheiligste Maagd om do mis te hoeren met allen mogelijken eerbied en godvruchtigheid ; zoo zeer vernederd van geest als van lichaam, zeg:
«Mijn God, ik aanbid u en erken u voor den Heer en Meesier van mijn leven; ik verklaar dat ik alles wal ik ben en bezit, van uw Hart ontvangen heb. Maar omdat uwe opperste Majesteit eene eer verdient en eene huldiging afeischt, die van eene oneindige waarde zij, bied ik u de vernederingen en de hulden aan, die Jezus u op dit altaar opdraagt. Hetgene Jezus doet, wil ik zelf doen : ik verneder en vernietig mij met hem vóór uwe oneindige Majesteit, ik vereenig mij in uwe tegenwoordigheid met zijne gevoelens van ootmoedigheid er. onderwerping.»
Acht l gelukkig dat God oneindig geëerd is door do Offerande der nieuwe wet, en herhaal verscheidene malen:
«Ja, mijn God, ik ben uitermate voldaan over de oneindige eer, die aan uwe Goddelijke Majesteit door dit verhevene sacrilicie bewezen wordt, dit geeft mij eene vreugd er, eene tevredenheid, die ik niet uitdrukken kan. »
Voeg hierbij eenige oefeningen van liefje tot God.
« Mijn God, mijn opperste goed, ik zou u altijd willen bemind hebben; ik beklaag mij den tijd toen ik uniet
582
ONDER DE H. MIS. igt;83
beminde. Hoe hebt gij mij met ioo veel geduid kunnen verdragen? Het is gedaan, ik wil u altoos meer en meer beminnen; wat zou ik gelukkig wezen, indien ik mijn bloed kon vergieten, om u door al de mecscheu te doen beminnen!»
Geef u de moeite niet van die gebeden woord voor woord te herhalen, bedien u van de woorden die uwe godsvrucht u zal ingeven. Wees voornamelijli wel aandnchlig en wel vereenigd met God.
Terwijl de priester het Evangelie leest, verbeeld u dat de Zaligmaker u deelwoorden toestuur!:
Zalig zijn zij, die arm van geest zijn, zalig zijn zij, die de zoetaardigheid en de ootmoedigheid beoefenen, zalig zijn zij, die vervolging lijden... Wat baat hel den mensch de wereld te winnen, indien hij hot ongeluk heeft van zijne ziel te verliezen?.. Indien iemand wil tot mij komen, dat hij zijn kruis opneme en mij volge.Neem mijn juk op, hel is zoet, en de last, dien ik opleg, is licht om te dragen.
Fan het Evangelie tot aan de Opheffing.
Tracht te voldoen voor al uwe zonden; werp eenen oogslag op uw leven, en, de overgroote schuld ziende die gij jegens de Goddelijke rechtvaardigheid op u getrokken hebt, zeg met een dtóp vermorzeld en ootmoedig hart:
Ziehier, mijn God, die ondankbare, die zoo dikwijls legen u is opgestaan,.. Eilaas! doordrongen van droefheid, heb ik afschrik van mijne ontelbare zonden, en ik verfoei die uit den grond mijns harten! ik bied u ter voldoening aan, al de verdiensten van Jezus, het bloed van Jezus, dienzelfden Jezus, God en menscli te
S84 GODVRUCHTIGE OEFENING
zamen, die in hoedanigheid van slachtoller, zich ge-waardigt, zijn olfer te mijnen voordeele nog te hernieuwen. Dewijl Jezus hier op dit altaar mijn voorspreker en middelaar is, en dat hij door zijn bloed genade vraagt voor mij, vereenig ik mijne stem met die van zijn aanbiddelijk bloed, en ik vraag u vergiffenis over zoovele zonden die ik bedreven heb... God mijns harten, indien gij niet getrolTen zijt door mijne tranen, wees het dan ten minste door de verzuchtingen van mijnen Jezus. Aan het kruis heelt hij genade verkregen voor het menschdom, op dit altaar zal hij die verkrijgen voor mij. Ja, ik hoop liet, door de verdiensten van zijn kostbaar bloed, zult gij mij al mijne boosheden vergeven, en ik zal niet ophouden die te beweenen tot het einde mijns levens.»
Geef conen vollen loop aan de ontroeringen van uw hart, en zeg:
«Mijn liefderijke Jezus, verleen mij de tranen van den heiligen Petrus, het leedwezen van Magdalena en de droefheid van al de heiligen, die van zondaars ware boetvaardigen geworden zijn, opdat ik, door de verdiensten van deze heilige offerande, de volkomene vergiffenis mijner zonden bekome.»
Herhaal diezelfde oefeningen, gansch verslonden in God, en stol uw betrouwen op de verdiensten van hot bloed, dat Jezus-Christus voor u aan het kruis vergoten heeft.
Gedurende de Iwee Ophclfiiujen.
Blijf nedergebogen en vernietigd aan de voeten van dion God, die zich als slachtoffer opdraagt, en die vooru genade en barmhartigheid afsmeekt.
ONDER DE H. MIS
ier- Van de OphelJing tot aan de Nutting.
ior-
oe^ Bedank den Heer voor ul de weldaden die gij van hem
ontvangen hebt.
(Te-
;od Beschouw de ontelbare weldaden waarmede gij overla-
ine den geweest zijt; draag daarvoor aan den Heer op een ,,,,1 slachtofTer van oneindige waarde, het liehaam en het kost-baar bloed van Jezus-Christus; noodig deengelen en de i-, heiligen uit dat zij God zouden bedanken voor u, en zeg:
. ~ « Zie mij hier, o God mijns harten! overladen met
'quot;'l de weldaden die gij mij in overvloed gegeven hebt;
uwe barmhartigheden jegens mij zijn oneindig, maar ik ben bereid die tot de laatste loe te vergelden. Tot erkentenis van hetgeen ik u verplicht ben, bied ik u r'' aan, door de handen des priesters, hot Goddelijk bloed, het aanbiddelijk lichaam, het vlekkeloos slachtoffer, an dat op dit altaar rust. Deze offerande is toereikend om en al de giften te vergelden, die gij mij toegeslaaii lichi; ire zij alléén heeft zooveel waarde als al hetgene ik tot hiertoe van u ontvangen heb, en in het toekomende nog ne ontvangen zal.»
«Engelen des Heeren, en gij, gelukzalige inwoners des hemels, helpt mij mijnen God bedanken, en offert id, hem op, tot dankbetuiging voor zoo vele weldaden,
lat deze mis die ik het geluk heb bij te wonen; dat ik zijne
teedere liefde vergelde voor al de genaden die hij mij nu verleent, en voor al degenen die hij zal gelieven mij te verleenen in al de .eeuwen der eeuwen. »
3n Met welke zoete welwillendheid, zal die God van goed
ig held de betuiging van eene zoo hartelijke dankbaarheid aan
vaarden; hoezeer zal hij voldaan zijn over deze offerande, die van eene oneindige waarde is! Om u aan te moedigen tot het doen gelden van die godvruchtige en teedere gevoe-
883
586 GODVRUCHTIGE OEKESiNG
lens, verzoek al de heiligen dat zij voor u God zouden bedanken, en, in de uitstorting van uw hart, stuur hun het volgende gebed toe;
« O gij, mijne voorsprekers bij God, bedankt zijne goedheid voor mij, opdat ik in de ondankbaarheid niet leve en sterve; smeekt hem dat hij mijnen goeden wil zou aanvaarden en dat hij zou willen in aandacht nemen de dankzeggingen vol liefde, die Jezus hem in dit heilig sacrilicie voor mij opdraagt.»
Offer aan den Heer op niet alleen uwe werken, maar ook al de missen die in geheel de wereld gedaan worden.
«Eeuwige God, ik wil vandaag al mijne werken doen in vereeniging met de inzichten die Jezus, Maria, Joseph en al de heiligen des hemels hier op aarde gehad hebben. Ik zou dit besluit met mijn eigen bloed willen teekenen en het eiken stond van het overige mijns levens herhalen. O mijn God, geef mij de genade van nooit eene doodzonde te bedrijven; ik vereenig mij in den geest met al de missen die in de geheelo christene wereld gedaan worden, en ik bid u de vruchten daarvan toe te passen aan de zielen des vagevuurs. opdat zij uit hare pijnen verlost worden. igt;
De geestelijke Communie.
Om de geestelijke Communie wel te doen , verzamel daarvoor al de krachten van uwen geest, verwek eene akte van waar leedwezen; klop op uwe borsr,, om te toonen dat gij u eene zoo groote genade onwaardig bekent; verwek daarna de akte van liefde en opoffering die gij gewoon zijt te doen als gij tot de heilige tafel nadert; voeg daarbij de vurigste begeerte om Jezus te ontvangen, die zich onder de heilige gedaanten wil verbergen ; en, om uwe godvruchtigheid te doen aangroeien, verbeeld u, dat de heilige Maagd, of uw heilige engelbewaarder, of uwe heilige patrones, u de
1
;n be. OXDER DU H. MiS. 587
n het heilige hostie komt aanbieden, en dat gij die waarlijk ontvangt. Houd u inniglijk met Jezus-Christus vereenigd, en herhaal dikmaals deze oefening, welke de liefde voor-zijne schrijft:
n^vil quot;Kom' mij'n •'ezusgt; liefde en het leven mijner ziel, I ne- kfln mijn arm liarl; kom en vervul mijne verlangens; in dit ^01quot; equot; niij; 'gt;oni' 0 M'jue zoele Jezus, kom.»
Van de Nutting tot het einde der Mis.
irook
Vestig uwe gedachten op God, die gij in uw binnenste bezii, vraag hem, met een vurig verlangen, de gratie die gij doen noodig hebt... Terwijl Jezus in u rust, is'thij die vooru aria, bidt, die voor u vraagt. Bepaal u niet bij het vragen van arde eenige gunst, vraag groote gratiën, en zeg met eene diepe iloed ootmoedigheid;
;rige
nade «Heer, ik beken dat ik uwe gaven onwaardig ben
oniquot; ik verdien geenszins dat gij mij verhooret, maar zoudt ede gij het gebed kunnen verstoeten dat uw aanbiddelijke ueh- Zoon u voor mij toestuurt? O God mijns harten, aan-urs. vaard de wenseheu van hem, die voor mij bij uwa Majesteit ten beste spreekt, en vergun mij, door zijne verdiensten, al de genaden die gij weet dat ik noodig heb, om mijne zaligheid te bewerken. Nu is het, dat ik u durf vragen de vergiffenis van al mijne zonden en de imel genade van de volharding in het goede lot het einde akl0 toe: dan nog, mij alloos steunende op de gebeden, 1 dat welke mijn Jezus u toesluurt, vraag ik u, o mijn God, we'' de deugden, die mij noodig zijn om altijd liet lieve kind Jtte van uw Hart te wezen. Ik vraag u nog de bekeering . (]e der ongeloovigen, die der zondaars, de verlossing der tig- zielen uit hel vagevuur. Moeht gij gekend, bemind en igd, verheerlijkt wezen van al de mensehen der aarde!...
1 de Mochten wij allen u zien, u loven, u gebenedijden, u
bezitten in de eeuwigheid! »
588 MANIER OM DE
Vraag met betrouwen voor u, voor uwe naastbcstaanden voor de personen die gij bemint, al de genaden die noodi* zijn ter zaligheid; bid voorde Kerk, opdat de Heer zich se-waardige haar te verlossen van al de onheilen die haar drukken, en haar de volheid zijner gaven verleene... Vraacr niet met lauwheid maar meteen kinderlijk betrouwen; denk uat uwe gebeden, met de vereischte gesteltenis gedaan en yereenigd met de gebeden van Jezus-Christus, zullen ver-iioord worden.
CEDED VAN DANKZEGGING NA DE MIS.
Wij bedanken u voor al uwe weldaden, almachtf-'e
o ' die leell cn lieerscht in de eeuwen der eeuwen.
Verlaat de kerk met het hart zoo zeer getroffen, alsof gij met de heilige vrouwen van den Calvarieberg daaldet.
manier om de h. mis te hoorsn,
«IET HET UJDEN EN DEN DOOD VAX ONZEN HEER J.-c. TE OVERWEGEN.
HET BEGIN DEK HEILIGE MIS.
DE PRIESTER AAN DEN VOET DES ALTAARS.
Jezus in den hof der Olijven.
O zoete eenzaamlieid, waarheen Jezus zich meniquot;--werf begaf, om de aangename vertroostingen van ziï-neu Vader te smaken, gij biedt mij niets meer aan dan afbeeldsels van verwoesting. Eene diepe droefheid doorgrieft liet Hart van mijnen Zaligmaker : hij zit iiedergeknield, in de houding van eener- misdadiger-de handen hemelwaarts geheven, het aangezicht met tranen overgoten, en de aarde met een bloedig zweet bevochtigende, welk door eenen doodelijkeu angst veroorzaakt wordl.
11
H. MIS TK IIOOUEN. 589
Wal is or dan looh. dat hem in dusdanige neêr-slaclitigheid werpt? Welke droevige, welke drukkende gedachten vervullen zijnen geest?
ü mijne ziel! hij denkt aan de zonden aller men-schen, aan de zonden, welke de glorie van zijnen hemelschen Vader beleedigeu, aan uwe zonden, aan de zouden, die hem tot de wreedste doodstraf gaan ver-oordeeien; hij denkt aan zoo vele versteende zondaars, die hun eeuwig verderf zullen inloopen, ondanks al hetgeen hij gaat lijden oin hen zalig te maken, en als verplet onder het gewicht der droefheid, valt hi j met het aangezicht ter aardeneder, het medelijden zijns Vaders afsmeekende; maar hij heelt zich niet de ongerechtigheden der wereld beladen, om zijne rechtvaardigheid te bevredigen, en zijn Vader aanschouwt hem niet meer,dan als een slachtolfer, dat opgeofferd moet worden : Jezus bidt, en Jezus schijnt verlaten te zijn.
O mijn edelmoedige Zaligmaker! gij zucht, het is om mijn hart te raken; gij weent, het is om mij teu minste eenige zuchten al'te persen; gij stort uw bloed, het is om mij tranen van berouw te doen storten. Zou Ik u in deze droefheid, in deze doodsangsten met on-hetraande oogen, met een koud en onverschillig hart kunnen aanschouwen? Neen, o mijn God ! op het zien mijner zonden,welke de oorzaak van uwe wreede doodsangsten zijn, roep ik met u uit; Mijne ziel is bedroefd lot den dood. Ach 1 hoe zeer smart het mij, u zoo veel droefheid veroorzaakt, zoo zeer beleedigd te hebben 1 0 mijn Verlosser', dit leedwezen zal zoo lang als mijn leven voortduren ; ik zal mijne droefheid tot in mijn graf dragen. Hoe gelukkig zou ik zijn, indien dit leedwezen levendig, krachtig genoeg was, om mij hier auu uwe voeten van droefheid te doen sterven l
*
amp;
MAMER OM DE
DE PRIESTER AAN HET ALTAAR. — DE INTROÏTUS.
Jezus door Judas verraden.
De verrader, de wreedaard! met weldaden van zijnen teederen Meester overladen, verraadt hij hem door eenen kus, hij levert hem aan zijne doodelijke vijanden over! is er eene straf pijnlijk, gruwelijk genoeg oin dusdanig wanschepsel te straffen?
Rampzalige die ik ben! ik verontwaardig mij tegen Judas; maar helaas, o mijn goede Zaligmaker! ben ik zelf de verrader niet, die u zoo dikwijls aan uwe wreedste vijanden, aan duizende verschillende hartstochten, aan den duivel, aan de zonde overgeleverd heb? Hoe dikwijls heb ik de euveldaad van Judas niet vernieuwd, met uw aanbiddelijk lichaam, uw dierbaar bloed Ie onteeren,te ontheiligen,door onwaardige communiën, en u alzoo, onder den sluier der teederheid, eenen trouwloozen kus te geven?
Ennogtans, o God van goedheid? geeft gij mij, om mijn hart te raken, zooals aan Judas, den zoeten naam van vriend. Maak, dat ik de onboetvaardigheid van uwen apostel niet navolge, maar dat mijn liarl, door droefheid verbrijzeld, uwe oneindige barmhar-ligheid bewege, om mij vergeving te schenken. O Jezus! ontferm u over eenen ondankbaren, die dusdanig niet meer wil wezen.
GEDURENDE DEN KYRIE, DEN GLORIA EN DE GEBEDEN.
Jezus bij Annas en Caïjihas.
De Zaligmaker, aan zijne vijanden overgeleverd, wordt van den eenen rechterstoel naar den anderen gesleept. Bij Caiphas verblindt men hem de oogen, men spuwt hem in het aangezicht. Engelen des vre-des, welk vertoog voor u! Een wanschepsel geeft hem eenen geweldigen en onleerenden kaakslag. 0
II. MIS TE HOOREIS*. 3Ö1
aarde! hebt gij geene afgronden meer om dien hooswicht in te zwelgen? Jezus heelt niet dan afgronden van barmhartigheid?
O mijn Zaligmaker! open die voor mij, die u zoo dikwijls doodelijk vergramd heb. Mijne zonden zijn even zoo veel heiligschendende kaakslagen, die ik uw Goddelijk aangezicht heb toegebracht. O mijn God! het is rechtvaardig dat alle schepselen tegen mij opstaan, en nogtans doet de minste nalating van eerbied, de geringste verachting mij in klachten, in verontwaardiging uitbarsten, soms zelfs vervoert mijn gekwetste hoogmoed mij tot woede.
Het kost mij zoo veel te vergeven; de onverschilligheid, de wraakzucht, de haat zelfs schieten wortelen in mijn hart: o! hoe veel iijdt gij om mijne ijdele lichigeraaktheid en om de tallooze fouten, waarin do geest van wraakzucht mij doet vallen jegens don evennaaste, die mij beleedigd beeft; hoe veel lijdt gij om deze alle te boelen : ach I waar 't dat ik ten minste uwe stilzwijgendheid te midden van den smaad waarmede gij overladen wordt, navolgde! maar neen, ik beantwoord de beleedigingen met heleedigingen, on ik rand onmededoogend den goeden naam aan van degenen, over wie ik redenon meen te hebben van mij te beklagen. Vergeving, o verduldige Jesus! ik /.al vergeven, ik vergeef van nu af aan allen, die mij beleedigd hebben, opdat ook gij bewogen wordot mij te vergeven. Van heden af zal ik, door uwe almogende genade bijgeslaan, getrouw uw geduld, uwe onderwerping navolgen, on ootmoediglijk bekennen, dat de monschon mij nog niet behandelen, gelijk mijne onwaardigheid het verdient.
Jm
A\y DEN EPISTEL E.N GRADUEEL.
Jezus wordt door don II. Petrus verloochend. Was het onder uwe leerlingen niet genoeg, o Jezus!
■
592 MANIER OM DE
dal Judas u verraden , uwe apostelen u lafhartig verlaten hadden! Moest Petrus zult nog uwen smaad, uwe droefheid ten top doen stijgen, met zich te schamen u voor zijnen goedertieren Meester te erkennen, u op de stem van eene eenvoudige dienstmaagd verloochenende? Ach! hoe zeer moest deze ondankbaarheid uw gevoelig hart pijnigen !
O mijn goede Jezus! de H. Petrus verloochende u maar in ééne omstandigheid, doch ik, plichtiger nog dan hij, hoe meiiigwerf heb ik zijne zonde niet vernieuwd door een laag, een lafhartig menschelijk opzicht! een enkel woord, een enkele toelach van den kant der losbandigen, zijn genoeg geweest om mij te doen zeggen, dal ik u niet kende, dat gij de Meester niet waart, welken ik diende.
Hoe menige teedere blikken hebt gij u niet gc-waardigd op mij, zooals op den H. Petrus. Ie werpen, om mij met eene heilzame schaamte te overdekken, om mij al mijne lafhartigheid te doen gevoelen, om mij tot u weder te roepen; iioe vele genaden hebt gij mij niet verleend, om mij tot de getrouwheid weder te brengen!
Zijn mijne tranen zoo vaardig geweest als die van den H. Petrus? Helaas! hoe lang heli ik, integendeel, niet aan uwe genade wederslaan! zijn zij oprecht, overvloedig, liefdevol, aanhoudend geweest? Ach! hoe vele getuigenissen van het tegendeel slaan tegen mij op 1
O tranen van den H. Petrus! o diepe droefheid! o oprechte bekeering! o volmaakt voorbeeld van boetvaardigheid! gij zijl de veroordeeling der mijne.
O Jezus! de zonde is mijn werk, de boetvaardigheid is liet werk uwer genade: open voor mijn iiarl de kostbare bron van die genade, opdat zij in mijne oogen eene overvloedige bron van tranen doe ontstaan, die mijne zonden uilvvisschen; of liever wasch
H. MIS TE HOOKEN. ;-gt;93
die in uw bloed; het isdcor dit alleen, dat ik c?de vergiffenis kan van verhopen. Cloed van mijneu Zaligmaker, reinig mij!
AAN HET EVANGELIE.
Jezus wordt naar Pilatus en Herodes geleid.
Nadat de dag der vinnigste smarten op den nacht der bitterste versmudingen gevolgd is, wordt de onschuldige Jezus geboeid, van een woedend volk omringd en naar Pllatus geleid. Men beschuldigt hem van verleiding en oproer, hem, den onderdanigsten der raenschen, en die zoo openlijk ge-zeid had, dat men aan de Machtcn der aarde do bun verschuldigde gehoorzaamheid moest bewijzen. Jezus verdraagt deze logentaal geduldiglijk en antwoordt niets om zich ta verrechtvaardigen.
O gij, de rechtvaardigheid zelve! zoo onwaardiglijk gelasterd, leer mij, gelijk gij, de onrechtvaardigste lasteringen stilzwijgend verdragen, en dooi'in mijn hart het minste verlangen tot wraakneming uit.
Pilatus erkent de onschuld van Jezus; doch bij is lafhartig genoeg om zijne verdediging niet op zich te nemen. Om zich van hem te ontmaken, zendt hij hem tot den koning Herodes, die hem, in de tegenwoordigheid van zijn geheel hof, met een wit kleed doet omhangen, om aan te duiden, dat hij hem als eenen zinnelooze aanziet, omdat hij op zijne vragen niet had willen antwoorden, nocli zijne ijdele nieuwsgierigheid voldoen, door in zijne tegenwoordigheid mirakelen uit te werken.
O Jezus, de wijsheid zelve, men durft u als eenen zinnelooze behandelen! Helaas! hoe dikwijls heb ik zelf dezen hoozen mensch niet nagevolgd, wanneer ik, zoo menigmaal met uwe heilige grondstellingen spotte, wanneer ik de heilige oefeningen der Kerk als belachelijk deed voorkomen, en op hare en uwe bedienaars de gal mijner hekelzucht, of de bittere sciiertseu mijuerongodsdienstigheid uitbraakte!
amp;
59i MANIER OM DE
Ach! ik smeek u, barmhartige Je7,us! wil mij, om mij te straffen, gelijk aan Herodes, de stem uwer heilzame inspraken niet weigeren. Voortaan wil ik niemand meer dan u, voor leeraar en meester.
AAN DEN CREDO.
Jezus wordt weder tot Pilatus geleid: men stelt hem achter Barahhas.
Ach! mijn goddelijke Meester! hoe menigwerfheb ik n, denzelfden smaad der Joden aangedaan, door dien hartstocht, dit optooisel, dit vermaak, dat gezelschap hoven u te verkiezen !
O goede Jezus! vergeef mij; het smart mij u aldus misacht te hebben, den voorkeur aan wat het onwaardigste is, aan de zonde, gegeven te hebben: voortaan wil ik u vóór alles stellen: gij zult het eenigste goed zijn, waarnaar ik zal verzuchten. Ik heb vast voorgenomen liever duizend dooden te sterven, dan de wereld en mijne hartstochten nog boven u le stellen. Verleen mij de volharding in dit voornemen, dat gij mij ingeeft: ik bemin u uit geheel mijn hart, en verlang u altoos meer en meer te beminnen.
AAN DE OFFERANDE.
Jezus wordt gegeeseld.
O mijn God! ik offer u alles op wat ik ben, al wat ik heb, mijnen geest, mijn hart, mijn verstand, mijnen wil, mijne gedachten, mijne verlangens, mijne woorden, mijne werken. Ik weet het, de gift, die ik ii aanbied, is uwer niet waardig, maar gij vraagt mij die, zoo als zij is, en ik draag u dezelve op met schaamte, omdat ik u niets beters aan te bieden heb. Maar even als dit brood en deze wijn welhaast in het lichaam en bloed van Jezus-Christus uwen Goddeli:-ken Zoon zullen veranderd worden, gewaardig u ook
It. MIS TE IIOniiEX r)9ö
mij alzoo door zijne onci-ulige verdiensten, te herschoppen in oenen nieuwen mensch, op wien uwe liiikkun zich met welbehagen zullen kunnen vestigen.
Pilatus, altoos onrechtvaardig en wreed, hopende de vijanden van Jezus door een gevoel van mededoogen te bewegen, veroordeelt hem tot do geeseling; hij gelooft de woede dezer bloeddorstige menigte te zullen bevredigen, met gedeeltelijk hunne eisehen in te willigen; lafhartige Pilatus, haast zult gij zien, dat er geene schikking met de vijanden van God en van zijnen heiligen Godsdienst mogelijk is, en gij zult niets inzamelen dan de schande uwer onrechtvaardige inwilligingen, dan de wroeging van gekomen te zijn tot de toestemming in den dood des rechtvaardigen, dan de wanhoop van u met de afschuwelijkste der gruweldaden bezoedeld te hebben.
O mijne ziel! dat het voorbeeld van Pilatus !ot uwe ondemcliting strekke: vertreed, van haar begin af, alle menschelijke vrees; neem openlijk, zonder zwakheid, de partij van u, van God en van de deugd; wijk van niet eenen uwer pliehlen, zoo gij niet, zooals Pilatus, van val tot val, in den afgrond wilt nederstor-ten: want de boozen zullen zich niet bevredigen met eene halve overwinning; gij zult dan maar vrij zijn, wanneer gij hun gestadig den onwankelbaarsten wil, van in alles aan de wet van uwen God getrouw te zijn, zult betoonen. O goede Jezus ! ik maak hiervan, aan uwe voeten, het vast voornemen; gij zijt het, die mij hetzelve ingeeft; ach ! gewaardig u bette zegenen.
O Heer, reeds begint de wreede doodstraf. Ile-scbouw, o mijne ziel! hoe uw Zaligmaker lijdend, het hoofd nedergebogen, de oogen ten gronde gevestigd, met schaamte overdekt, do wreed ■ behandeling afwacht !
Zijne beulen komen, mot zwoepen gewapend, evenals zoo vele bloeddorstige tijgers, op het schuldeloos slachtoffer af. Helaas! reeds stroomt zijn Goddelijk bloed van allo
f
amp;
S06 MANIER OM DE
kanten; reeds is alles, de handen der beulen, hunne roeden, dc kolom en de grond met zijn bloed geverfd!...
De woedenden slaan niet meer dan op de wonden : het geheel lichaam van Jezus is niet meer dan éóne wond van het hoofd tot aan de voeten cn men kan zijne beenderen tellen, door de woode der heulen ontbloot.
Wreedaards! op wien werkt gij uwe razernij uit! Houdt opl houdt op, gij hebt u misgrepen; die man, welken gij pijnig», is een onschuldige, een heilige; ik ben de plichtige, mij behooren de zweepen, de pijnigingen, om zoo vele onzedigheden in mijne kleeding, zoo vele zinnelijkheden, zoo vele oukuisehheden , zoo vele ontheiligingen van oen lichaam, zoo menigmaal met het vleesch van mijnen God vereenigd, te boelen.
O met wonden bedekte Jezus! zie daar dan den staal, waarin onzo ougerecliligheden u geliraelit lieb-lien! Dat uwe eindelooze liel'de vonr alloos geloofd zij I En gij, wees bemind zoo zeer gij het verdient, van aile meuschen, van de zondaars, van mij vooral, die, meer dan de anderen, uwe beulen geholpen heb. om uzoo onmcnsehelijk te slaan.
GEDURENDE DE SECRETEN EN DE PREFATIE.
Jezus wordt met doornen gekroond en met eenen pnrperen mantel omhangen.
De woede is nog niet verzadigd. O goede Jezus! men herinnert zich, dat gij u koning verklaard hebt, en men maakt van u eenen tooneelkoning!
Er is geen koning zonder troon, en men doet u op een verachtelijken houten blok nederzitten: het is mijn hoogmoed, mijn dorst naar eer en ijdele onderscheidingen in deze wereld, die u dezen smaad heelt doen onderstaan.
Er is geen koning zonder kroon, en de wreedaards vlechten eenen krans van doornen om uw hoofd: zij drukken die met geweld in hetzelve, uwe hooldsche-del is doorboord, uwe haren zijn uitgerukt: ziedaar
H. MIS TE HOÜHEN. 51)7
uwe kroon! o edelmoedigo Jezus! het zijn al de ongeregeldheden mijner veil)eeldingskraclit, welke gij hebt willen boelen: /,00 veel onluchtige gepeinzen, zoo veel ongeregelde verlangens.
Er is geen koning zonder koninklijken mantel, en eene slechte purperen vod, op uwe bebloede schoude ren geworpen, zie daar den mantel uwer koninklijke waardigheid! Alzoo wildet gij de slraf dragen van mijne pracht en van mijne verkwistingen, om een zondig, een aardsch lichaam op te pronken.
Er is geen koning zonder schepter, en een zwak riet in uwe gebondene en in boeien geknelde handen, ziedaar uwen schepter! Op d l gezicht herinner ik mij (dit geschiede o Jezus! met het diepste leedwezen) al de werktuigen mijner zonden, al de schepselen, die ik tot mijne ongerechtigheden heb doen dienen.
Er is geen koning zonder hulde, en men knielt voor u neder, men smaadt, men boleedigt u, ziedaar de hulde die u aangedaan wordt. Helaas! ik herinner mij, met de bitterste droefheid, al de oneerbiedigheden, die ik iu uwe tegenwoordigheid in uwen heiligen tempel, voor uw altaar, op het oogenblik, waarop uwe lielde u op hetzelve deed aldalen, bedreven heb.
Uwe beulen kenden u niet, maar ik, ik wist wie gij zijl, en ik liet niet na u te beleedigen. Ach ! wat zal er van mij geworden zoo gij met mij, volgens de strengheid uwer gerechtigheid handelt? Genade, 0 mijn Zaligmaker! uw bloed zelf, hetwelk ik heb doen stroomen, roept om barmhartigheid voor mij.
AAN HET BEG1X VAN DEN CANON.
Jezus 'ivordt aan het volk vertoond.
Ziedaar den mensch, zegt Pilatus, terwijl hij Jezus aan het volk vertoont, in eenen staat, zoo geschikt om de ver-steendste harten te vermurwen. Ach! wat reden heeft hij uiet te verwittigen dat hij een mensch is! nauwelijks heelt
598 MANIER OM DE
hij er den schijn van behouden. Maar het volk, verre van er door bewogen to worden, verdubbelt zijne razernij; het roept uit: Dal hij slerve ! kruisig hem ! kruisig hem !
Wel boe! in dezen jammerlijken slaaf, o onschuldige Jezus! vindt gij geen net minste nu dclijden in het midden van een volk, dal gij mot weldaden overladen licht! en ik, misdadiger, ik, zoo rechlinalig gekweld, geslral't, uit hooide mijner ontallijke zonden, ik word gram, omdat ik mensehen aantref, die ongevoelig zijn aan mijne smarten. Acli! ik zal voortaan mij met meer vergrammen, zoo de mensehen geen belang stellen in mijne rampen, daarin geen deel wü-len nemen ; in u alleen zal ik troost zoeken. Is het. mij niet genoeg, zoo gij u gewaardigt uwe goedertie-rene oogen op mijn lijden te slaan ? Zijn mijne pijnen zelve reeds geene weldaad uwer harmhartigheid, aangezien zij mij de noodwendigheden doen gevoelen van mij met u te verzoenen, en uwe reehtvaardigheid te bevredigen ?
AAN DEN MEM EK TO Of DE GEDACIITEMS DEit LEVENDEN.
Jezus wordt tot den dood veroordeeld.
Eindelijk Pilatus, die, tot het einde toe onrechtvaardige rechter, verschrikt voor de bedreigingen der woedende Joden, veroordeelt Jezus tot de schandelijkste, do wreeds', ' doodstraf; hij laai hem hun over, om gekruisigd te worden.
O Jezus! o gij, do deugd zelve ! gij verdient niet dan hulde en lol'hetuigingen, dan lielde en dankbaarheid, en men veroordeelt u om to sterven ; en zonder den mond te openen om u te beklagen, gaat gij nevens uwe beulen, met do zachtmoedigheid van een lam ! En ik, in uwe oogen met zonden overdekt, ik, die zoo geringe smarten te dragen heb, in vergelijking met tie uwe, zoo kortstondige pijnen, daar ik de eeuwige straffen verdien, ik mor, ik waardeer de gunsten niet, die gij mij bewijst, door mij de gelegenheid te ver-
H. MIS TK HOORKN 599
schaffen van, veeds in di; leven, zoo gemakkelijk mijne misdrijven te kunnen boeten. Met welke vurigheid zouden de verworpelingen zich met dit licht kruis beladen, dat ik ondragelijk vind, indien zij zich door hetzelve van hunne veroordeeling konden vrij-koopen.
Gezegend zij uwe barmhartigheid, o Jezus ! sla mij in dit leven, straf mij op deze aarde, zooals het u behaagt, maar spaar mij in de eeuwigheid. Ach 1 dat mijne overgeving in al mijn lijden, dal ik maar al te zeer verdiend heb, u bewege, om de nederige bede te verhooren, die ik u toestier, zoo voor mij, ongelukkig verloren kind. ondankbaren zoon, als voor hen allen, voor wie ik uil liefde bijzonder verplicht beu te bidden (Duid hier de personen aan.)
AAN DE CONSECRATIE E.\ 1)E OPHEFFING.
Jezus met zijn kruis beladen, kliml op den Calvarieberg.
Hel kruis bereid zijnde, aanschouwt Jezus hetzelve, hij neemt hel met drift aan en legt hel op zijne gewonde schouders. « Kom, zegt hij alsdan, kom, » geliefd kruis ! het is reeds drie-en-dertig jaren, dal » ik naar u verzucht, dal ik u zoek ; ik omhels en ik » druk u aan mijn hart, dewijl gij het altaar zijt, op » hetwelk ik besloten heb mijn leven voor mijne
schapen op te offeren. »
O vertoog, dat den hemel bedroeft, en waaraan de 1 aarde onverschillig zal zijn ! zal het mij altoos onverschillig vinden ?
Helaas! ik ben het maar al te lang geweest; ik betreur dit uit den grond mijns harten; voortaan wil ik u loutere liefde, loutere dankbaarheid betuigen.
Genade dan, genade, o Jezus ! in den naam van uw bloed ! genade voor eenen ondankbare, die het niet meer wil wezen! Ach ! laat niet loe dat uw bloed vruchteloos voor mij gestort zij: duld niet dat
600 MASIER OM DE
het kind uwer smarten de werken uwer liefde nutteloos make.
VERVOLG VAN DEN CANON.
Jezus bezwijkt onder het gewicht van zijn kruis, Simon van Cyrenen helpt hem hetzelve dragen : godvruchtige vrouwen van Jerusalem storten tranen over zijn lijden.
Nauwelijks kan de Man van smarten zich rechthouden. Ach ! hoe treedt hij voort met gebogen lichaam, met bevende knieën ! O mijne ziel! volg hem op het spoor dat overai zijn bloed achterlaat: hij valt onder het gewicht dat hem onderdrukt, hij slaat op, om opnieuw te vallen. Weet gij, wat zijn hart op dit oogenblik verscheurde ? Helaas ! hij zag in de toekomst uwe onstandvastigheid in zijnen dienst, uwe aanhoudende hervallingen : beschouw hem nu, en zie, of hij niet zeer waardig is uwe liefde te vestigen. O Jezus ! help mij, ik wil u door mijne schandelijke ongestadigheden in uwen dienst niet meer belee-digen.
O gelukkige, duizendwerf gelukkige Simon van Cyrenen, die verkozen werd om Jezus te verlichten en zijn kruis met hem te dragen ! O mijn Zaligmaker! waarom heb ik hetzelfde geluk niet! \ airom kan ik niet een deel uwer smarten en droefheden dragen ! Maar helaas 1 zondaar zooals ik ben, verre van die te verlichten, verzwaar ik die nog dagelijks door duizenden ongetrouwheden. Zal ik nog voortgaan in mijne ongevoeligheid en boosaardigheid ?
Neen, met uwe genade zal ik uwe smarten niet meer vermeerderen : ik zal aan uw lijdon, aan uwe teederheid voor mij niet meer ongevoelig zijn ; van heden af meng ik mijne tranen met die der heilige vrouwen van Jerusalem, en het is om mijne zonden te beweenen, die de oorzaak zijn geweest van uwe pijnigingen. O Jezus ! vol van barmhartigheid, verwerp • een rouwig en verootmoedigd hart niet.
H. MIS TK HOOREN.
AAN DEN MEMENTO of GEDAG 1TENIS 1)EU OVERLEDENEN.
Jezus ontmoet zijne moeder.
O ! welk harlvei'scheurend vertoog voor het hart eener teedere Moeder! de ontmoeting van eeneneeni-gen, van eenen teergeliefden Zoon, zwemmende in zijn bloed, door de slagen zijner beulen geheel verscheurd! Helaas! ik ben het, o teederhartige Maria ! ik, groote zondaar, die uwen boezem met dat zwaard van droefheid doorstoken heb. Mij dunkt dat ik u mij deze maar al te rechtmatige verwijting hoor toestieren : « Wat heb ik u dan gedaan, wat heeft u » mijn Goddelijke Zoon gedaan, dat gij ons aldus be-» handelt? Ach! houd op van ons te pijnigen, heb » medelijden met onze smarten. »
Al te teedere verwijting voor eenen boosaardigen als ik, die niet dan uwe gramschap verdien ; maar de teederheid zelve uwer klacht leert mij, dat gij eene allerbarmhartigste moeder zijt; duif ik dan nog hopen dat gij vergiffenis voor mij zult vragen? O goede, o goedertierene Maria ! bid voor mij, zondaar, endaar ik onwaardig ben verhoord te worden, bid in mijnen naam voor de verlossing van die heilige zielen, welke uw Zoon vrijgekocht heeft, maar die nog niet zuiver genoeg zijn, om hem in den hemel te aanschouwen ; bid bovenal voor hen, die meerder recht op mijne gebeden hebben, Ach! gewaardig u den mededoo-genden Jezus, voor mij en voor hen, hel bitter leedwezen aan te bieden, dat ik gevoel van hem bedroefd, en door de menigte mijner zonden, van mij verwijderd te hebben.
AAN DEN PATER NOSTER.
Jezus wordt van zijne kleederen ontbfoot.
Lees het Onze Vader, met den Priester.
Jezus met groote moeite tot op het toppunt van den berg
601
MA.MIIt OM DE
gokomen zijnde, trokken zijne beulen hom opnieuw zijne kleederen uit, die in zijne bloedige wonden vastgekleefd waren, maar met welk geweld ! zij rukken gelioele stukken van zijn aanbiddelijk vleesch mede. Zij gebieden hém onbesehoftelijk zich op hot kruis neder te leggen en zich uit te strekken, om aan hetzelve vastgenageld te worden... en de Almogende gehoorzaamt!
En ik verworpen schepsel! ik ben tegen u, o mijn God ! opgestaan ; ik heb zoo menigmaal geweigerd aan uwe wet te gehoorzamen, aan uwe heilige inspraken gehoor te geven. Maar lieden, getroffen door uwe onbegrijpelijke onderwerping, wil ik, door uwe genade geholpen, aan uwe uitnoodigingen niet moer wederstaal) ; ik wil mij in alles, naar uwen heiligen wil schikken, en mij van die ongeregeldheden ontmaken, die uwe bovenmatige smarten veroorzaakt hebben. Maak dat ik, zonder haperen, aan dat schuldig vermaak, aan die onrechtvaardige winst, aan dien uitzin-nigen hartstocht verzake. die u zoo lang mijne aanbiddingen en mijne liefde onttrokken hebben.
O mijn God ! o mijn Zaligmaker! o mijn Vader! uw bloed roept luider dan mijne wederspannigheden, het vraagt genade voor mij; o goede Jezus ! vergeef mij, doe mij over al de bekoringen zegepralen, en bevrijd mij van den eeuwigen dood.
AAN DEN AGNUS DEI.
0 Goddelijk Lam ! dat u hebt willen slachlofferen om mij to redden en zalig te maken ! iielaas ! ik heb uwe oneindige liefde miskend ; maar ik heb er leedwezen over, mijn harlis van droefheid verbrijzeld ; ik bid u, heb modelijden met mijne ongelukkige ziel, omdat zij piichlig is in uwe oogen.
O Lam vol van zachtmoedigheid in het midden dei-vijanden, die u pijnigen ! ik zal nooit moede worden uw mededoogen in to roepen, want ik heb uwe
H. .MIS TE HOOREN. 605
grootste barniliai'tiglieden noodig: ontferm u dan mijner, verhoor eenen misdadiger,die zijne zonden verfoeit en in u hoopt.
O Lam Gods ! dal door uw Goddelijk bloed al de ongerechtigheden der wereld uitwischt, wisch ook Je mijne uit: gewaardig u uw bloed te vermengen met de tranen van boetvaardigheid, die uwe overgroote genade mij doet storten, en mijne bezoedelde zie! zal opnieuw aangenaam in uwe oogen worden ; o beminnelijk Lam ! o mijn Vader ! o mijn edelmoedige /aiigmaker! vergeef de menigte mijner beleedigingen; zij zijn mij leed, ik bemin u, ik wil u voorlaan altoos beminnen.
AAN DE COMMUNIE.
Het zijt gij werkelijk communiceert, of alleenlijk geestelijk, door het levendig verlangen van welhaast dit geluk te kunnen genieten, werp u, met den geest, In het hart van Jezus, en vernieuw hem, zonder voorbehouding, de olieland e van geheel u zeiven. Hij geeft zich, In het verhevene Sacrament zijner liefde, geheel aan u; zijn lichaam, zijn bloed, zijne ziel, zijne Godheid, niets zondert hij ait: zoadt gij den ontrouwen Saül willen navolgen, en voor a behouden hetgeen uwe hartstochten meest kan streelen en zijne oogslagen beleedigen? Hij wil u met zijne eigene zelfstandigheid voeden ; zoudt gij voor hem maar een gierig en bekrompen hart hebben ? beantwoord zijne mildheid door uwe edelmoedigheid, en gij zult welhaast ondervinden dat Jezus zich In milddadigheid niet laat overwinnen : vraag hem, in verwisseling van uwe geheele opoffering, de genade, waarvan uwe behoeftige ziel zoo hongerig is, en gij zult hom milddadig en heerlijk vinden in zijne geschen ken.
Jezus wordt gekruisigd,
O mijn Heer en mijn God ! in welken slaat zie ik u ! Hoeveel lijdt gij niet om mij de middelen te bezorgen ten einde mijne beleedigingen te herstellen, om mij de
801 MANIER OM DE
hoop des hemels, eu mijue rechten tot de eeuwige gelukzaligheid, die ik. door mijne zouden verloren had, weder te geven.
Aan het kruis gehecht, strekt gij uwe armeu uit lot alle zondaars, tot mij in het bijzonder, die door het misbruik van zoo vele genaden, plichtiger dan al do anderen ben. De beulen doorboren uwe handen eu voeten, zonder door uwe hevige smarten getrolfen te worden, en zij brengen u, o teeder Lam ! zoo ver, dat gij geeneii zucht kunt laten die geen nieuw zwaard in uw hart stoot.
O mijne ziel! verbeeld u ook wat uw goede Jezus moest lijden door de schokken welke men onbesehol-telijk aan het kruis veroorzaakte, om het op te rechten en vast te zetten ; wat een lichaam moest lijden, dat alleen op wonden rustte, een niet doornen doorstoken hoofd, waarop het moest steunen. O gij allen, die voorbij gaal, komt en ziet of er eene smart is gelijk aan de zijne 1
O gekruisigde Jezus, al mijne liefde waardig, nagel mijn ondankbaar, mijn onstandvastig hart aan uwe voeten, opdat het zich niet meer van u verwijdere. Dat deze uil, die zoo menigwerf tegen u opstond, aan uw kruis gehecht, onveranderlijk in uwe liefde blijve! O goede Jezus? o mijn goede Meester ! vestig mij voor altoos in uw gevolg op den weg der zaligheid.
AAN DE LAATSTE GEI1EDEN.
Do doodstrijd van Jezus ; zijn dood.
Eindelijk is het laatste uur gekomen ; Jezus, het Goddelijk slachtoffer, gaat den geest geven, en het is terwijl hij nog woorden van barmhartigheid en liefde uitspreekthet is al biddende, doende zijn bloed spreken voor zijne beulen, belovende het paradijs aan eenen booswicht, die, eenige oogenblikken te voren, hem nog lasterde, maar wiens hart, eindelijk geraakt, om vergeving zijner misdaden smeekt; het is. terwijl hij ons voor Moeder geeft, die
H. MIS TE nOOREN. 603
hom gedurende negen maanden in haren kuischen schoot gedragen had; het is, terwijl tij haar al de liefde nalaat welke hij voor ons had; het is eindelijk, terwijl hij aan alle menschen zijnen brandenden dorst naar hunne zaligheid betuigt. Geheel zijn leven was eene langdurige oefening quot;van liefde tot ons, zijn laatste zucht was er de voltrekking van. O einde, een zoo schoon leven waardig !....
Do Goddelijke rechtvaardigheid is voldaan, het Paradijs is geopend, wij zijn voor de hei niet meer bestemd. Acii! met welke dankbetuigingen zullen wij ooit zoo veel liefde zulke onbegrijpelijke weldaden kunnen erkennen? Wanneer de gansche natuur in den rouwen het afgrijzen gedompeld is, op het zien van haren lijdenden en in de overmaat van smarten stervenden Schepper, zouden wij dan alleen, het eenig doelwit van zooveel pijnlijke opolleringen, ongevoelig blijven ?
O goede Jezus ! neen, mijn hart zal niet harder zijn dan ile rotsen, die bij uwen dood openscheurden : het is geraakt, diep ontroerd ; voltrek deszelfs hekeeriug en hecht het voor altoos aan u. Liever wil ik duizendmaal sterven dan u nog ooit te vergrammen ; van dit oogenhlik ai' bemin ik u uit al mijne krachten, o onuitsprekelijke goedheid ! o oneindige heminuelijkheid! maak, dat ik niet meer leve dan om u te beminnen, ei) dat ik u beminnende, sterve.
AAN HET LAATSTE EVANGELIE.
Jezus in het graf.
Aanbiddelijke Zalig naker, laat toe dat ik, na u in geheel den loop uws lijdens gevolgd Ie hebben, u ook nog tot aan het graf volge, om u te aanbidden, dewijl gij daar ook nog mijn God zijt.
Na zoo vele pijnigingen, o mijn Zaligmaker! was hot tijd oen begin van rust te genieten. De onschuld uws levens, en nog meer de Goddelijkheid van uwen persoon, vorderden eene eervolle begrafenis, een heerlijk graf, een ruslig en vreedzaam verblijf. Men
COB M4N1ER OJI DE H. HIS TE nOOREN.
bezorgt het u, Heer, na uw lichaam gebalsemd te hebben, dat in een niciov graf wordt nedergelegd ; maagdenhanden vervullen dezen plicht, en do engelen des vredes blijven gestadig bij u ! laat mij toe, mij met hen te vervoegen en u mijne aanbiddingen aan te bieden.
Maar maak, o goede Jezus ! dal ik u geene onvruchl-bare hulde bewijze. Overwegende den staat, waartoe de dood u heeft gebracht, zal ik mij zeiven dikwijls aanzien, als in mijn graf liggende, reeds lot slof gebracht, en dit gezicht zal mij de wereld naar waarde doen schatten, het zal mij vau de ijdele en vergankelijke goederen onthechten, om mij aan u alleen, het eenig waar eu eeuwig goed, te kleven.
Begraaf alzoo, bid ik u, met u al mijne verlangens, al mijne zinnen ; omwind mij, als met eenen zweetdoek, met de kostbare verdiensten, waardoor gij mij hebl vrijgekocht; balsem mij met den voorlreffelijken balsem uwer deugden ; slel mij in de wonde, welke de lans aan uw hart toebracht, opdat hel mij tot een graf diene, dat rijker is dan alle die van marmer, liet is daar dat ik, ongevoelig voor al de goederen der wereld, op aarde zal leven als een vreemdeling in afwachting dat ik u iu het hemelsch vaderland moge genieten. Amen.
de vesperpsauien van den zondag,
naar de vertaling van i*. lallement, Jezuicl.
y. O God ! zie op tot mijne hulp.
fi. Heer, haast u om mij te helpen.
Glorie zij den Vader, en den Zoon, en den H. Geest.
Gelijk het was in den beginne, en nu, en altijd, en in de eeuwen der eeuwen. Amen.
Alleluia.
Fan Septuagesima tot Paschen zegt men in plaats van Alleluia:
Lof zij u, o Heer! Koning der eeuwige glorie.
psalm cix.
Do Hoer heeft tot mijnen Heer gezegd: Zit neder aan mijne rechterhand, terwijl ik ga werken om uwe vijanden onder uwe voeten te leggen.
De Heer gaat uwe koninklijke macht van Jeruzalem tot aan de uiterste palen der aarde uitbreiden: gij gaat voortaan in het midden uwer vijanden heerschen.
Maar de heerschappij, die ik u over de schepselen geef, zal bijzonderlijk uitschijnen op den dag uwer macht, waarop gij,door de rechtvaardigen, glinsterende
*
608 fiededeh onder de vespers
van heerliikheid, omringd, aan de engelen en aan de menschen hun laatste vonnis zult uitspreken: zoodanig moet de macht zi jn van dungene, dien ik vóór de tijden heb voortgebracht.
De Heer belooft u nog meer, en hij belooft het u met eenen omvederroepelijken eed; zooals Melchisedech het priesterschap met de koninklijke waardigheid ver-eenigende, zult gij mij tot de voleinding der eeuwen als een volmaakt otï'er opdragen.
De Heer zal altoos aan uwe zijde zijn, om uwe inzichten te ondersteunen, en op den dag zijner verbolgenheid zal hij de macht van de koningen der aarde verdelgen, die zich tegen de stichting van uw rijk zullen verzetten.
Hij zal u over de wederspannige volkeren wreken, hij zal zijne kastijdingen over hen vermenigvuldigen, hij zal al die trotscho hoofden, die tegi'n u zullen durven opstaan, verbrijzelen.
Maar deze Zoon van den Almogende zal niet tot zoo hoog een punt van grootheid verheven worden, dan na met volle teugen uit den stroom der verdrukkingen van een sterfelijk leven gedronken te hebben.
O God, kom mij te hulp!
Heer, haast u om mij te helpen.
Glorie zij den Vader, enz.
psalm cx.
Heer, ik zal u in de vergaderingen der rechtvaardf-gen, uit geheel de uitgestrektheid mijns harten, loven.
0,3 werken des Hoeren zijn groot en altoos volmaak-telijk met zijne inzichten geëvenredigd.
Hij verricht niets, of hij doet er zijne grootheid in uitschitteren ; niets, of het geeft ons reden om onze dankbaarheid te toonen; hij kan alles, en nooit wil hij iels dat niet rechtmatig is.
EN HET LOF. G09
Die God, vol barmhartigheid en teederheid voor degenen die hem vreezen, gaf aan onze vaderen een ho-vennaluurlijk voedsel, opdat zij , dit eiken dag ontvangende, onophoudelijk zoo veel andere wonderen, te hunnen voordeele uitgewerkt , zouden gedenken.
Hij gaf hun hierdoor te kennen, dat hij het verhond nooit zou vergeten, hetwelk hij met hen gemaakt had, en dat hij de macht zijner werken voor de oogen zijns volks zou doen uitschitteren, door aan hen het erfdeel der volkeren te geven: werken van de hand des Hee-ren, die te gelijk zijne getrouwheid en zijne rechtvaardigheid aantoonen.
Ja, de beloften des Heeren zijn onschendbaar, de eeuwen, die er de volbrenging van voorafgaan, veranderen niets aan dezelve: hij belooft niets dan hetgene rechtvaardig is, en wat hij belooft, wil hij onweder-roepelijk volbrengen.
Hij heeft zijn volk uit de droevige gevangenis verlost, waarin het sedert zoo lang zuchtte, en hij heeft er een verbond mede gem;iakt, hetwelk bij nooit zal verbreken.
Wachten wij ons van dit verbond met eenen God, wiens naam zoo heilig en zoo ontzaglijk is, te schenden : laat ons den Heer vreezen: dit is het beginsel der ware wijsheid.
Zij, die hunne werken regelen volgens de bewegingen dezer heilzame vrees, bezitten het ware verstand, en dit verstand zal in alle eeuwen geprezen worden.
O God, kom mij te hulp !
Heer, haast u om mij te helpen.
Glorie zij den Vader, enz.
39
GEBEDEN ONDER DE VESPERS
PSALM CXI.
Gelukkig is de mensch die den Heer vreest, en al zijn behagen neemt in het volbrengen zijner geboden!
Hij zal op aarde eene talrijke nakomelingschap uit zich zien voortspruiten; want de hemel zal altoos het geslacht der rechtvaardigen zegenen.
Hij zal zijn huis iu den roem en met rijkdommen overladen zien, en de hoogste waardigheid zal hem nooit zijne plichten doen vergeten.
indien de rechtvaardigen somtijds in de duisternis-se» der verdrukking gewikkeld zijn, vinden zij spoedig de schoone dagen van den voorspoed weder: er is een rechtvaardige, barmhartige en teederhartige God, die over hen waakt.
Is er iets beminnenswaardiger dan een reehtvaar-ilige, die mededoogen heeft met de ongelukkigen, die iienin hunne noodwendigheden ondersteunt, die, zelfs tot iu zijne woorden, zich wacht van iemand le belee-digen? bemind van God en van de menschen, welke vrees zal hem ooit kunnen doen wankelen?
De rechtvaardige zal eeuwig in het geheugen der menschen leven, hij zal eenen goeden naam hebbeii, onkwetsbaar voor de meest vergiftigde schichten der lastertaal.
De grootste gevaren kunnen zijne hoop in den Heer niet vertragen; op de Goddelijke bescherming gesteund, wacht hij met gerustheid het oogenblik af, hetwelk de hemel bepaald heeft om hem over zijne vijanden te doen zegepralen.
Hij stort zijne goederen mildelijk uit over den be-lioellige, hij wijkt nooit van de palen der rechtvaardigheid ; hierdoor zal hij zich tot het toppunt van macht en heerlijkheid verhellen.
De •'ondar.r zal die heerlijkheid van den rechtvaar-
eiü
dige zien, en zij zal hem droefheid baren, hij zal er over razen van woedo, hij zal van spijt verdorren, maar a' hij zal vruchteloos pogen een geluk te verhinderen,
1' dal zijne straf uitmaakt.
111 O God, kom mij te hulp.
et lieer, haast u om mij te helpen.
Glorie zij den Vader, enz.
Ml
111 PSALM CXII.
s' Dienaars des Heeren, looft den Heer, viert de ver-
l;quot; haerlijking van zijnen naam.
's Dat van dil oogenblik af, tol in de eeuwigheid, de
naam des Heeren nooit ophoude gezegend te worden.
De mam des Heeren is waardig gezegend te zijn rquot; door alle schepselen, van het Oosten tot het Westen.
i|! De Heer is de Oppermeester aller volkoren: aide
ls glans der hemelen kan met zijne heerlijkheid niet ver-
geleken worden.
;c Wie kan met den Heer onzen God vergeleken wor-
den? Door zich zelven gelukkig in het verblijf, het--1' welk hij zich in hot hoogste van het heelal gemaakt
R» li:'ef(, gewaardigl hij zich noglans zijne oogen neder te
!1' j slaan tot op de minste zijner werken in den hemel en op de aarde.
^ Hij is liet die den behoeftige uit het stof en uit het
o- slijk trekt, om hem gelijk Ie stellen met de vorsten, aan
wie hij het bestuur van zijn volk heeft toebetrouwd.
Hij is het, die do tranen afdroogt van eene onvrucht-hare echtgenoote, en haar huis met eene bevallige en 0' talrijke nakomelingschap vervult.
O God, kom mij te hulp !
Heer, haast u om mij te helpen.
Glorie zij den Vader, enz.
GEBEDEN ONDER DE VESPERS
be
PSALM cxnt.
bc
Toen Israël uit Egypte trok, en heihuis van Jacob ke het juk van een barbaarsch volk, dat liet sedert zoo
lan^ verdrukte, afschudde, wilds de Heer, dat het nf
joodsclie volk hem voortaan geheel zou loegeheiligd as zijn; hij besloot, alleen over Israël te heerschen.
De zee zag dit volk op hare oevers en week spoedig hi
terug; de Jordaan zag hel op hare boorden, en keerde lu tol haren oorsprong weder.
De bergen, op hel zien van dit volk, sprongen op als d
schapen, en do heuvelen a's lammeren. n
Zee, waarom vluchttet gij? en gij, Jordaan, waarom
keerdet gij weder naar de plaats, van waar gij geko- h
Bergen, heuvelen, welke was de oorzaak der vreugd,
De Heer, de God van Jacob ging aan hel hoofd van
zijn volk, en zijne tegenwoordigheid werkte die groote i
Het is deze machlige God, die den steen in stroomen
van water en de rotsen in bronnen veranderde. '
Ga voort, o mijn God! met uwe barmharligheid en 1
uwe getrouwheid over uw volk te doen uitschijnen, niet uit hoofde van ons. Heer, niet ter oorzake van ons, maar doe hel voorde verheerlijking van uwen Naam ; iloe het om aan de volkeren den mond le sloppen, die, indien gij ons verliet, niet zouden nalaten te zeggen ; Wal is er dan van hunnen God geworden?
Onze God is in den hemel; en van daar bestiert hij de aarde met eene onafhankelijke macht.
Integendeel, de afgoden der volkeren zijn niet dan goud of zilver, zij zijn hel werk van'smenschenhanden.
Zij hebben eenen mond, en kunnen niet spreken; zij hebben ongen, en kunnen niet zien.
612
EN HET LOF. 613
Zij hebben ooren, en kunnen niet hooren; zij hebben neusgaten en kunnen niet rieken.
Zij hebben handen, en kunnen niet tasten; zij hebben voeten, en kunnen niet wandelen; zij hebben eene
icob keel en kunnen geen geluid geven, zoo Degenen die zulke goden maken, en die dwaas ge-
het nneg zijn om hun betrouwen er in te stellen, verdienen ligd aan dezelven gelijk te worden.
Het is aldus niet gelegen met het huis van Israël; )dig het heeft zijne hoop op God gesteld, en hij is diens rde helper en beschermer geworden.
Het huis van Aaron heeft op den Heer gehoopt: en als de Heer heeft het verdedigd en onder zijne bescher
ming genomen.
•om Zij die den Heer aanbidden, hebben in hem ge-
iko- hnopt; en hij heeft hen altoos geholpen en beschermd.
gd, De Heer is onzer indachtig geweest, en hij heeft ons
met zijne weldaden overladen.
can Hij heeft zijne zegeningen over het huis van Israël
iote uitgestort; hij heeft ze uitgestort over de nakomeling
schap van Aaron.
icn Dj Heer heeft altoos diegenen gezegend, welke hem
dienen; grooten en kleinen zonder uitzondering van en personen, hij heeft hen allen gezegend,
en Dat de Heer onophoudelijk zijne zegeningen over u,
ns,' die belijdenis doet van hem te dienen, vermen igvul-
m ; dige; dat zijne goedheid voorde vaderen zich over do
lie, verste geslachten uitbreide.
m : Wees gezegend van den Heer, die de meester is aller
goederen, en die hemel en aarde gemaakt heeft, de Hij heeft den hoogen hemel gemaakt, om aldaar te
heerschen, en heeft de aarde aan de menschen gege-lan ven, om hem aldaar te aanbidden en zijnen lof te ver
in. kondigen.
zij Maar, Heer, hoevole zijn er van die menigte men-
614 GEDEDEN ONDER DE VESPEItS
schen, welke gij geschapen hebt, die de dood reeds in het graf heeft doen nederdaieu? Zij kunnen u aldaar niet meer loven.
Luton wij dus, die nog leven, geen enkel der oogen-blikken verliezen, die ons geschonken zijn, om hem te zegenen; laten wij hem zegenen van nu af tot het einde van eenen hoegen ouderdom.
O God, kom mij te hulp!
Heer, haast u om mij te helpen.
Glorie zij den Vader, enz.
KAPITTEL.
Gezegend zij God, de Vader van onzen Heer Jezus-Christus, die de God der barmhartigheden en do God aller vertroosting is, welke ons in al onze verdrukkingen vertroost. r^. Dankzij God.
LOFZANG.
Allerweldadigste schepper van 't licht.
Die het heldere daglicht laat gloren,
Die, in 't begin, toen 't heelal werd gesticht,
Hebt gewild, dat eerst 't licht werd geboren ;
Die, waarmee morgen- aan avondstond raakt. Met den name van dag hebt beschonken; —
Zie hoe ons 't akelig duister genaakt.
Hoor ons beden, in tranen verzonken.
Geef dat ons hart, door zijn misdafip gebukt. En zijn eeuw'ge belang,;n vergetend.
Niet onverwachts worde uit 't leven gerukt. Nu 't vrijwillig aan 't kwaad ligt gjketend.
Laat ons nog liever des levens genot,
Om uw toorn door gebeèn te bedaren; —
F,N HET J OF. 615
Mijden wat strijdig is met uw gebod, En boetvaardigheidsvruchten vergaren.
Vader vol goedheid, verhoor deze been,
En gij, Zoon, gansch gelijk aan don Vader,
Heerschend door tijd en door eeuwigheid hoen, Met den Geest den Vertrooster te gader.
Amen.
ïleer, mijn gebed klimme lot u,
ii. Gelijk de aangename geur van den wierook, dien men te uwer eere brandt.
LOFZANG VAN DE ALLERHEILIGSTE MAAGD MARIA.
Mijne ziel verheft den Heer,
En mijn geest verheugt zich in God, mijnen Zaligmaker;
Omdat hij op de nederigheid van zijne dienstmaagd heelt nedergezien; want zie, van nu af aan zullen allo geslachten mij zalig noemen ;
Omdat hij, die maehligis, groote dingen in mij uitgewerkt heeft, en zijn naam is heilig;
En zijne barmharligheid gaat van geslacht tot geslacht over degenen, die hem vreezen.
Zijn arm heeft groole dingen uilgewerkt; hij heeft de verwachting der hoogmoedigen verijdeld.
Hij heeft de machtigen van den troon afgezet, en de ooimoedigen verheven.
Hij verzadigt de hongerigen met goederen, en zendt de rijken ledig weg.
Hij heeft zijnen dienaar Israël opgenomen, omdal hij zijner barmhartigheid indachtig was.
Zooals hij beloofd heeft aan onze voorvaderen, aan Abraham en zijn nageslacht in eeuwigheid.
Glorie zij duu Vader, enz.
GEBEDEN ONDER DE VESPERS
VOORZANGEN
WELKE MEN NA DE VESPERS, OF ONDER HET LOP, ZINGT.
Van de Vespers van den Zaterdag vóór den eersten Zondag van den Advent, tot do tweede Vespers van Lichtmis daaronder begrepen.
Gelukkige Moeder des Verlossers, gij, wier machtige voorspraak ons den hemel opent, en de klippen van de onstuimige zee dezer wereld doet vermijden, help door uwe gebeden dit volk, dat van zijnen val wil opstaan. Gij die, door een wonderwerk, waarover de natuur verbaasd gestaan heeft, uwen Schepper gebaard hebt, vóór en na uwe baring Maagd blijvende; gij die, dooiden mond van den Engel Gabriel, deze groeteuis ontvangen hebt, zoo roemrijk voor u en zoo heilzaam voor het menschelijk geslacht: ontferm u over de zondaars.
Gedurende den Advent.
y. De Engel des Heeren heeft aan Maria geboodschapt, dat zij Moeder zou zijn van den Zaligmaker ;
ii. En zij heeft ontvangen door de werking van den Heiligen Geest.
LAAT ONS BIDDEN.
Wij bidden u, Heer, stort uwe genade in onze nar-ten, opdat wij, die door de boodschap des Engels, de menschwording van Jezus-Gbristus, uwen Zoon, gekend hebben, door de verdiensten van zijn lijden en kruis tot de heerlijkheid der verrijzenis geraken. Door denzelfden Jezus-Gbristus, onzen Heer. Amen.
016
EN HET LOF.
Van de eerste Vespers van Kersmis tot de tweede Vespers van Lichtmis.
f. Na het baren zijt gij Maagd en altoos onbevlekt gebleven.
ft. Moedor Gods, wees onze voorspreekster.
LAAT ONS HIDDEN.
O God! die de maagdelijkheid van de gelukzalige Maagd Maria vruchtbaar makende, aan het menschelijk geslacht de vergelding der eeuwige zaligheid verzekerd hebt; doe ons, bidden wij u, in onze behoefte ondervinden, hoe machtig bij u de voorspraak van diegene is, door wie wij den oorsprong des levens, onzen Heer Jezus-Cliristus, uwen Zoon, ontvangen hebben. Amen.
Van de Completen van den dag van Lichtmis tot Witten-Donderdag uitsluitend.
Wij groeten u. Koningin des hemels; wij groeten u, Koningin der engelen, geheiligde stam, waaruit de Goddelijke spruit is voortgesproten, die de deur des hemels en het licht der wereld is. Heilige Maagd, gij zijt door de heerlijkheid uwer voorrechten en de uitstekendheid uwer deugden, boven alle schepselen verheven. Geniet uw geluk, ontvang onzen eerbied, en verwerf ons genade en barmhartigheid hij Jezus-Christus, uwen aanbiddelijken Zoon.
y. Heilige Maagd, verwerf mij do genade van u waardiglijk te loven;
li. Vraag voor mij de sterkte, om aan uwe vijanden te wederslaan.
617
018 GEBEDEN OKDER DE VESPERS
LAAT (INS HIDDEN.
God van goedheid, verleen aan onze zwakheid de hulp uwer genade: maak, daar wij de gedachtenis vieren van de allerheiligste Moeder Gods, dat wij, door den bijstand harer voorspraak, uit al onze ongerechtigheden mogen opslaan. Wij bidden u hierom door denzelf'den Jezus-Christus, onzen Heer. Amen.
Van do Completen van Paaschavond, tot de Vespers van den Zaterdag na Sinksen, uitsluitend.
Koningin des hemels, verheug u, loof God;
Omdat hij, dien gij het geluk gehad hebt in uwen heiligen schoot te dragen, loof God, verrezen is, zoo als hi j gezegd had, loof God.
Bid God voor ons, loof God.
y. Verheug u en spring op van blijdschap, o Maagd Maria! loof God.
Ê. Omdat de Heer waarlijk verrezen is, loof God.
LAAT ö.NS BIDDEN.
O God, die door de verrijzenis van uwen Zoon, on-zon Heer Jezus-Christus, eene heilige vreugd aan de measchen hebt willen verleenen, maak, bidden wij u, dat wij, door de gebeden van zijne allerheiligste Moeder, deMaagd Maria, een eeuwig en gelukzalig leven mogen genieten. Door denzelfden Jezus-Christus, onze;: Heer. Ar;:;ii.
Van do eerste Vespers van do allerheiligste Drievuldigheid, tot de Nonen van don Zaterdag vóór den eersten Zondag van den Advent.
Wij groeten u. Koningin des hemels, Moeder van barmhartigheid. Wij groeten u, na hem, ons leven.
EN HET I.OF. G19
onzen 'roost en onze hoop! Wij, a's ongeliikkige kinderen van Eva verbannen Uier op aarde, verheffen onze stem tot u, wij bieden u oii/i zuchten en onsgejam-I nier aan, in dit tranendal. Wees dan onze voorspreekster, sla uwe barmhartige oogen op ons, en verwerf ons, na het baliingsehap dezes levens, het geluk van Jezus, de geheiligde vrucht van uwen schoot, te aanschouwen, o goedertierene, o zoete, o teederhariige Maagd lilaria!
y. 'üid voor ons, heilige Moeder Gods,
amp;. Opdat wij der beloften van Jezur.-Christus waardig worden.
LAAT ONS BIDDEN.
quot;
Almachtige, eeuwige God, die het lichaam en de ziel van de glorierijke Maagd eu Moeder Maria, dor r de medewerking van den Heiligen Geest, tot eei j waardige woonplaats van uwen Zoon hebt berek.', geef ons dat wij, hare gedachtenis met blijdschap vierende, door hare liefderijke voorspraak van de tegenwoordige rampen en van den eeuwigen dood ! ; -vrijd worden. Door denzelxden Jezus-Christus, onzen Heer. Amen.
GEBEDEN ONDER HET LOF.
VERZUCHTINGEN TOT JEZUS IN HET ALLERHEILIGSTE SACRAMENT DES ALTAAIIS.
GrooteGod! ik erken en aanbid u bier, waarlijk tegenwoordig op dit altaar, en ondanks de getuigenis van mijne zinnen, geloof ik, zonder eenigen twijfel, op uw woord zelf en op de getuigenis van uwe heilige Kerk, dat uwe heilige menscbheid, die tot sUüer heeft
620 GEBEDEN ONDER DE VESPERS
gediend voor uwe Godheid, hier ook tegenwoordig is onder de aanbiddelijke gedaanten van het Sacrament des Altaars. Vooru nedergeworpen met de gelukzalige geesten die u omringen, vereenig ik mij met hunne eerbewijzingen en wensch u te aanbidden in geest en in waarheid.
Gij verbergt voor mij. Heer, uwe heerlijkheid en uwe majesteit, alleen om mij de geheimen van uwe wijsheid te doen bewonderen en de uitwerkingen uwer goedheid te doen gevoelen : hoe meer gij u onzienlijk maakt in uw H. Sacrament, hoe meer gij uook aldaar beminnelijk vertoont en recht hebt tol mijne dankbaarheid.
O Helde van Jezus! wie kan u begrijpen? wie kan u genoegzaam waardeeren? Wees gij zelf, o waar slaclit-offer! mijne dankzegging, en maak mij waardig te deelen in de hulde, welke uwe vrijwillige vernederingen aan de Godheid bewijzen.
Dierbaar bloed! dat aan het kruis gevloeid hebt voor mijne ongerechtigheden, en dagelijks nog wordt opgeofferd om mij te reinigen van mijne vlekken, vergeef mij het misbruik dat ik gemaakt heb van uwe oneindige verdiensten; haast u mijne ziel te zuiveren, en wees voor haar de bron der overvloedigste genaden.
Aanbiddelijk vleesch van mijnen Zaligmaker! we-derhoud de ongeregelde bewegingen ''an het mijne; onderwerp die aan de wet van den geest; doe mij alles verzaken wat de zinnen streelt, en met u de wegen ingaan der heilzame verstervingen, waarvan gij mij het voorbeeld gegeven hebt.
Levend brood! de wellust der uitverkorenen, ontneem aan mijne ziel den smaak der schepselen, verwek iu haar den honger en den dorst naar de rechtvaardigheid; geef haar de sterkte van onophoudelijk vooruit te gaan in de wegen dquot;r b gt;stendige godvruch-
EN HET LOF. 621
tigheid, on van deugd tot deugd op te klimmen tot God, die ze bekroont.
O offerande, die de gramschap des hemels verzoent! o Sacrament, dat demenschen heiligl en hen dooreen geheel Goddelijk leven doet leven: werk in mij uwe wonderen uit, en doe mij uwe dierbare, uwe eeuwige vruchten inzamelen.
Opperste P.omiddelaar, onsterfelijke Priester, oefen tr mijnen voordeeledo bediening uit van uw verheven priesterschap: offer mij met u aan uwen Vader op, en laat hem door u mijne hulde toekomen: open voor mijne ziel het eeuwig heiligdom, gij die gezegd hebt; Mijn vleesch is waarlijk eene spijze, en mijn bloed is waarlijk een drank. Die dit brood eet, zal eeuwig leven.
Lam zonder vlek, eenigst slachtoffer aan God b'ha-gelijk, geef dat ik, mij met u voedende, een geheel nieuw' 'deeg, een rein en heilig ongedeesemd brood worde, dat waardig zij tot den hemelschen maaltijd te worden aangenomen.
O Jezus! Koning der koningen! laat niet toe dat uw schepsel ooit wederspannig zij aan uwen heiligen wil; gebied mij alles wat u behaagt, maar geef mij een leerzaam liart en de sterkte van u le gehoorzamen.
Goede Herder, die mij voedt met uwe eigene zelfstandigheid, verdedig mij tegen de vijanden die mij onophoudelijk aanvallen; roep mij spoedig tot u weder, als ik het ongeluk heb mij van u te verwijderen; geleid gij zelf mij door de slibberachtige en duistere wegen dezer wereld, en houd mij bi j u, tot gij mij ver-voeget bij de gelukkige schapen, waarvan gij reeds de wellust zijt.
Jezus, mijn goede Meester, leer mij de ware wijsheid, en gedoog niet dat ik de verderfelijke grondregelen aanhoore van eene inenschelijke en geheel vleeschelijke voorzicbtüibeid: verlicht mij in mijne
C2-i GEBEDEN OJillEi! DE VESPERS
twijfeüagen, en dat uw heilig Sacrament voor mij de 'oron zij van hei levendigste licht, en het krachtdadige ni.'dil gt;! oi)i volstandig in de waarheid te wandelen.
Liefdadige geneesmeester der zielen, genees mijne kraniuK'den en wonden; laat mij niet vallen in eene ii):gt;d;'ajko kwijning, en dat de kracht van uw aanbid■ lt;i iiji. Lichaam in mij het lichaam der zonde vernietige, die de bron is van al mijn lijden. O God, mijn Zaligmaker! ik kom voor uwe voeten, beladen en gedrukt van eiienden; en ik verhoop alles van uwe aimogend-ii.,'id en barmhariigheid.
O mijn Vader 1 ik heb gezondigd tegen den hemel en tegen u, en ben niet waardig uw kind genoemd te worden : maar uwe vaderlijke ingewanden staan voor mij open in hel H. Sacrament der liefde zelve. Vergeet, bid ik u, mijne wedeppannigheden en mijne trouwe-loozeondankbaarheid; en laat uw aanbiddelijk Bloed, dat mijne hoop is, mij met u verzoenen. ïeedere en barmharti-e Vader, bereid voor mijne ziel het brood uw ;!'idüderen, en dat uw H. Lichaam, mijne spijze ^worden, mij al mijn recht op het hemelsch erfdeel heip i herkrijgen.
O '-'zus! de wonderen uwer liefde zijn onuitsprekelijk. Dal alle schepselen u danken; dal de aarde op-spr;nge van vreugd in de bezitting van uwe schatten.
Hemelsch Manna, stroom van wellusten, leer mij aiie vermaken, alle vergankelijke goederen om u versmaden; ondersteun, vertroost mij in de gruwzame woestijn dezer wereld, en laat mij geene bestendige vreugd en vertroostingen vinden dan in u alleen.
Kort begrip der wonderen van den Allerhoogste! och! of ik mij met niets bezig hield dan met ul moge ik in u al de genegenheden van mijn hart vereenigen! O mijn God! uwe altaren zullen voor altijd mijne rustplaats zijn; ik zal niet ophouden, ten minste door mijne verlangens, in uwe doorluchtige Tabernakelen
EN HET J-iOF. 625
te wonen, i:n mijne zoetste genoegens zulieu zijn aldaar gemeenzaam met u te spreken.
0 gij, die onze vrede en onze eenige hoop zijt! \ve-derhoud, bidden wij u, den arm van uwen Vader, met recht tegen ons vergramd, en doe op de geeselen, die ons drukken, en| welke wij maar alte veel verdiend hebben, de wederkomst van den tijdeüjken voorspoed volgen, die aan onze getrouwheid beloofd is.
Jezus, opperste liefde, herschep ons in u! deel aan onzen geest den vrede mede van uwe verlangens, die altijd onderworpen waren aan den wil van uwen Vader; doe in ons hart de wijsheid en de z^ciitnioedigiieiU overgaan van uwen ijver voor de zaligheid van diegenen zelfs die afdwalen en u vervolgen. Verleen ons die deugden, welke gij leert, en van welke gij u hel volmaaktste voorbeeld loont.
O Sacrament van eenheid! o band van liefde! mochten wij onafscheidelijk met u vereenigd zijn en het nimmer ophouden te wezen uit liefde lol u, met alle.i die, gelijk wij, deelen in uwe weldaden en in uwe toe-derheid.
0 prachtige maaltijd! o hemelsch banket! dat de gedachtenis vernieuwt dor bovenmatige liefde, welke Jezus ons betoond heeft met voor ons te sterven; gelukkig die tot u nadert meteen levend geloof, eene vurige liefde, eenen diepen eerbied, een nederig betrouwen ! iiij za! aangenomen worden tot de eeuwige bruiloft van het Lam.
Geef, o mijn God! dat de vurigste van mijne wen-schen zij, dikwijls en in die gelukkige gesteltenissen to naderen tot het aanbiddelijk Sacrament, hetwelk de aarde verrijkt met de scuatl u des hemels, den sterfe-lljken mensch vereenigl met den oorsprong des levens zeiven, en alzoo de reispenning in zijn ballingschap en de troosteiijke onderpand wordt van zijn loeko-aiende geluk.
62i GEBEDEN ONDER DE VESI'EKS
Heilige Vader, in de overmaat uwer liefde voorde menschen, hehl gij huu uwen Goddelijkcn Zoon gegeven om met hen le zijn lot het einde der eeuwen : aanzie dan uwe misdadige kinderen niet dan in het heilig Hart van Jezus, voor hen vernietigd op onze altaren. Ontvang er, groote God, al de offeranden welke hij er u opdraagt, en vergun ons al de genaden die hij u afsmeekt.
Minnelijke Jezus, die in den schoot van eene Maagd het geheel Goddelijk vleesch hebt aangenomen, waarmede gij uwe kinderen voedt; verleen mij, bid ik u, de onschendbare zuiverheid uwer allerheiligste Moeder en de liefde die zij voor deze schoone deugd had; bewaar mijne ziel rein en vrij van de vlekken, die haar zouden kunnen benadeelen, en gewaardlg u haar eeus ouder het getal uwer onsterfelijke bruiden aan te nemen.
Heilige Geest, die op eene onuitsprekelijke wijze medewerkt in de geheimen van eenen God die zich voor ons als slachtoffer opdraagt en zich als Sacrament aan ons geelt, stel in onze zielen beilige gesteltenissen, die ons waardiglijk doen deelen in de verdiensten van dit hoogverheven Slachtoffer, en vorm gij zelf in onze harten de gevoelens met welke wij tot. die bron var genaden moeten naderen.
EEllllOET AAN JEZI'S-CHRISTIS
Voor den smaad, waaraan hij in het allerheiligste Sacrament des Altaars is blootgesteld.
O minnelijke Jezus! als ik denk op al de wijzen waarop gij onteerd wordt in het heilig Sacrament van uwe liefde, wat treurig verloog, helaas ! stelt zich aan mijnen geest voor! Hoe vele ongeloovigen kennen u zellsniet! hoe vele ketters braken tegen u godslaste-
EN HET LOF.
ringen uit! hoevcle vrijgeesten, die van deze gebeierde menis een voorwerp maken van spotternij! hoevele ege- goddeloozen hebben uw H. Lichaam onteerd, het onder aan- hunne voeten vertredende! hoevele zondaren herhalen eilig den aanslag van Judas, en brengen u, door hunne on-ren. waardige communiën, den dood toe, terwijl gij hun e hij een geheel Goddelijk leven wilt mededeelen! hoevele hij u ondankbare en onverschillige christenen verzuimen tot u te komen!
tagd Ach! mijn goede, mijn teedere Meester, hoezeer
aar- wenschte ik u eene herstelling op te dragen, die zoo-li u, vele beleedigingen kon vergoeden, zelfs overtreffen!
tloe- Maar helaas! wie hen ik zelf voor uwe oogen om u
lad; eene herstelling op te dragen, die u hehagelijk zij?
die helaas! mijn geweten beschuldigt mij: heb ik zelf u
laar niet te dikwijls en te lang bedroefd , door zoovele
n te verstrooiingen in uwe heilige tempels, door zoovele
onverschilligheid en koelheid in de minnelijke uilnoo-ijze digingen uwer liefde te beantwoorden: helaas! mls-
dch schlen zelfs met u, aan uwe tafel nedergezeten, te
icnt verraden door eenen trouweloozen kus, met u in mijn
,en, hart te stellen onder de voeten uwer doodsvijanden,
van den duivel en de zonde! O gij. Vader vol barmhartig-
nze beid! gij die door de zonde beleedigd, maar door het
var leedwezen verzoend wordt, iaat u bewegen door de
diepe droefheid die ik nu over al mijne zonden gevoel, en na mij vergeven, na mij rein gemaakt te hebben voor uwe oogen, Iaat toe dat ik mij vereenige met zooveel heilige zielen , die u dagelijks komen bid-ipnt den voor degenen, die u niet hidden, en de vurigheid
harer liefde opdragen voor degenen, die u, o God! noglans zoo minnelijk en zoo mild in weldaden, niet zen beminnen!
van Ach! Heer, teedere Jezus, indien gij uwe wellusten
aan su.l in te wonen onder de menschen, zal ik voortaan
n u van de aarde mijnen hemel maken in u te aanbidden en
ite- -iO
626 GEBEDEN ONDER DE VESPERS
te beminnen in uw heilig Sacrament: ik zal er u aanschouwen, geholpen door het licht van het geloof; mijn zoetste vermaak zal zijn, aldaar met u te spreken, u aldaar, met mijne eerbewijzingen, de oprechte beluigingen van mijn leedwezen en duizenden dankzeggingen op te oCferen voor uwe onuitsprekelijke barmhartigheden jegens mij en jegens alle zondaren ; ik zal er uwe oneindige goedheden overwegen: mij uwe uitmuntende deugden tot voorbeeld stellen: en terwijl de engelen onophoudelijk in den hemel zingen: Heiliy, heilig, heilig is de God van Israël, zal ik overal deze minnelijke woorden doen weergalmen: Geloofd zij eeuwig Jezus-Christus in het allerheiligste Sacrament des Altaars!
Goddelijke Jezus, minnelijke Zaligmaker, vergun mij de genade van die woorden metal het geloof, mei al den eerbied, de liefde, de godvruchtigheid uwer getrouwe dienaren en al het leedwezen der heilige boel-vaardigen uit te spreken in mijn leven, en bovenal in hot uur van mijnen dood. Amen.
AAN DE LAATSTE BENEDICTIE.
Ik zal u niet verlaten, o mijn Zaligmaker! alvorens ik van uwe teederheid de zegeningen ontvangen heh, die mijne noodwendigheden vorderen. Mochten die zegeningen in mij den levendigsten afschrik voor de zonde doen ontstaan, mij uwe liefde en genaden mede-deelen, en mij helpen om wel te leven eu tien dood der heiligen te sterven!
Ik hoop van u, o mijn God! dezelfde gunsten voor mijne familie, en voor al degenen, die recht hebben op mijne gebeden, bijzonderlijk voor N. N. Ik vraag al de hulp uwer voorzienigheid voor de behoeften van Kerk en van Staat; behoud daar de duurbare banden der eendracht en des vredes; doe uw allerheiligste
EN HET LOF. 627
Hart in de gebeele wereld kennen, aanbidden en beminnen, en stort don overvloed zijner genaden en schatten over de aarde uit. Verlicht de ongeloovigen en hen die in dwaling zijn; vertroost do bedrukten; ontdek aan de zondaren het verschrikkelijk gevaar hunner zielen; tref de versteende hartenen breng hen tot u weder; schenk aan do rechtvaardigen de volharding in de deugd; vergun aan de stervenden in uwe liefde te sterven; verkort de pijnen van de zielen in het vagevuur; vervul eindelijk onze wenschen, en maak, dat wij allen, hier op a:\rde, het onderpand uwer eeuwige zegeningen ontvangen, in den naam des Vaders, en des Zoons, en des heiligen Geestes. Amen.
VEREERING EN AANROEPING DER ENGELEN.
De zoete Harten van Jezus en Maria verlangen ook dat wij de heilige engelen eeren en aanroepen; want door de tusschcnkomst dier zalige geesten kunnen wij beterde belangen van Jezus en Maria voorstaan.
Uit ons eigen vermogen wij desaangaande weinig of niets: wij zijn niet dan armoede en ellende; maar de algoede God heeft ons zekere middelen ter hand gesteld, waardoor wij waarlijk die heilige belangen kunnen bevorderen. Een dier middelen is de vereering en aanroeping der engelen.
De hemelsche Vader heeft den hemel, de aarde en het vagevuur door zoo nauwe banden vereenigd, dat, gelijk de zielen des vagevuurs recht hebben op onze gebeden, wij ook een zeker recht hebben op de voorspraak en den bijstand dor hemelsche geesten: God heeft zijne emjelen over u last generen (ps. 90). De Goddelijke Voorzienigheid bedient zich van de engelen in de bestiering van deze zichtbare wereld. Hunne zorgen en waakzaamheid, zooals het blijkt uit de li. Schrift, strekken zich niet alleen uit tot de algemeene Kerk, de koningrijken en volkeren, maar zelfs tot eiken mensch in het bijzonder. Ja! elke mensch heeft eenen beschermengel die hem van het beginsel zijns levens bewaart. Welke troostende waarheid voor zwakke menschen als wij zijn! God heeft
028 GEBEDEN ONDER DE VESPERS
zijne engelen last gegeven om voor ons te zorgen; de ontelbare scharen der engelen staan ons ten dienst! Welkereden voor ons, om met het grootste betrouwen ons tot hen te wenden, hen te aanroepen.
Eene andere reden, die, voor de minnaars der heilige Harten, de vereering der engelen nog duurbaarder moet maken, is, dat zij onophoudend in den hemel het aanbiddelijk Hart van Jezus en het zoet Hart van Maria, in verrukkende tonen, loven en prijzen, en hier op aarde gedurig rond onze altaren geschaard zijn om Jezus'Hart te aanbidden, te vereeren en te troosten. Als wij daar Jezus gaan bezoeken, dan voegen zij hunne lofzangen en gebeden met de onze; en als wij heengaan, blijven zij daar, om dag en nacht in onze tempels met glooienden ijver het aanbiddelijk Hart te eeren en te loven.
Daarenboven liggen zij Jezus, hunnen Heer, en Maria, hunne Koningin, ten zeerste aan het Hart. Wat zullen zij ons dan van Jezus en Maria niet kunnen bekomen, bijaldien wij hunnen bijstand afsmeeken? Zullen zij de liefdeschichten onzer smeekingen en gebeden niet naar het Hart van Jezus richten, om het die wonden toe te brengen, waaruit nogmaals zijn dierbaar bloed over onze zielen zal vloeien? Zullen zij dat Hart niet een zoet geweld aandoen om onze gebeden te verhoeren ?
Laten wij dan die gelukzalige geesten, en bijzonder onzen beschermengel, eene teedere en gestadige godsvrucht toedragen:
1oToonen wij hun een groot betrouwen op hunnen bijstand, eene teedere dankbaarheid voor zoovele weldaden, en een diepen eerbied voor hunne waardigheid, met dikwijls aan hen te denken, en niets te doen wat hen zou kunnen bedroeven.
2° Bidden wij de engelen voor de Kerk, opdat zij die ondersteunen; voor de koningrijken, de natiën, ie huisgezinnen, opdat zij er het geloof, den vrede, de gratie Gods bewaren. Bidden wij hen voor onze ouders,vrienden, vijanden, naburen, weldoeners, enz.
3° Aanroepen wij, in 't bijzonder, de goede angelen van ''is personen, met dewelke wij over gewichtige zaken te handelen hebben.
EN HET LOF.
Ikquot; Maar verzoeken wij vooral onzen beschermengel van ons gedurende dit leven te geleiden, te verlichten, van de gevaren te bevrijden en in de bekoringen te versterken; on als wij sterven, van ons in dien laatsten strijd te ondersteunen, en onze ziel, als zij van 't lichaam zal gescheiden zijn, in den schoot der eeuwigheid te brengen en ze den Schepper aan te bieden.
GEBED TOT AL DE ENGELEX.
O engelen zoo heilig en zoo zuiver, waarlijk gelukzalige geesten, die vóór uwen Heer staat, en die met zoo groot eene vreugd het Goddelijk aanschijn beschouwt van dien hemelsei en Salomon, die u eene zoo verlichte wijsheid medegedeeld heeft, die u met zoovele voorrechten verheven, en u eener zoo uitstekende glorie waardig gemaakt heeft; gij, zeg ik, die schitterende sterren zijt, welke met zooveel glans in den hoogsten hemel verschijn!; stort, bid ik u, in mijne ziel uwen gelukzaligen invloed, bewaart mijn geloof gansch zuiver, mijne hoop standvastig, mijne zeden rein; en maakt dat ik steeds voortgang doe in de liefde Gods en in de liefde des naasten. Ik bid u nog, o gelukzalige engelen, dat het u behage, door uwe hemelsche macht, mij te geleiden in den weg der ootmoedigheid, waarvan gij ons van uw gelukkig begin het voorbeeld gegeven hebt, opdat ik na dit loven verdiene met u de opperste goedheid van den liemelschen Vader te aanschouwen, en in de plaats gesteld te worden van eene dier sterren, welke door haren hoogmoed eertijds uit den hemel gevallen zijn. Amen.
629
LITAME TUI DU II. EflütXEN.
LITANIE
TOT DE II. EKGELEN.
lieer, ontferm u onzer.
Jezus-Christus, ontferm u onzer.
Heer, ontferm u onzer.
Jezus-Christus, hoor ons.
Jezus-Christus, verhoor ons.
God hemelsche Vader, ontferm u onzer.
GedZoon, Verlosser der wereld, ontferm uouzer. God heilige Geest, ontferm u onzer.
Heilige Drievuldigheid, één God, ontferm u onzer. H. Jlaria, Koningin der Engelen, hid voor ons. 11. Michaël, bid voor ons.
H. Gahriël, hid voor ons.
H. Raphaël, hid voor ons.
H. Beschermengels, hidt voor ons.
11. Serafienen,
11. Cherubienen,
H. Tronen,
11. Heerschappijeu,
II. Krachten,
H. Machten,
H. Vorstendommen,
11. Aartsengelen,
11. Engelen,
Gii, die den luisterrijken en verheven troon van
God omringt,
Gij, die gestadig voor Gods aanschijn zingt: Heilig,
heilig, heilig, God der Heirkr chten!
Gij, die de duisternissen verdrijft en ons verstand verlicht,
Gij, die aan de menschen de Goddelijke dirgen heli on d maakl.
Góü
LITANIK TOT DE H. HNGELEJi. 051
Gij, die van God met de bescherming der meuschen
gelast zijt, bidt voor ons.
Gij, die altijd het aanschijn des Vaders, die in den ' hemel is, aanschouwt,
Gij, die u over de bekeering van eenen zondaar verheugt.
Gij, die Loth uit het midden der zondaars getrokken hebt,
Gij, die het volk van Sodoma met blindheid geslagen hebt.
Gij, die langs de ladder van lacobop- en afgeklommen zijt,
Gij, die op den berg Sinaï aan Mozes Gods wet gegeven hebt.
Gij, die de geboorte van Christus aan de wereld
verkondigd hebt.
Gij, die Jezus in de woestijn gediend hebt,
Gij, die Lazarus in den schoot van Abraham gedra- 5 gen hebt, Sr
Gij, die in witte kleederen aan het graf van Chris- g tus nedergezeten waart, 2,
Gij, die bij de hemelvaart van Christus aan de g Apostelen verschenen zijt, v
Gij, die Christus, als hij zal komen oordeelen, met
het kruis zult voorafgaan.
Gij, die op het einde der wereld, de uitverkorenen
bijeenvergaderen zult.
Gij, die de boozen van de rechtvaardigen scheidon zult,
Gij, die onze gebeden aan God opdraagt.
Gij, die de stervenden bijstaat.
Gij, die de zielen der rechtvaardigen, van alle
vlekken gezuiverd, in den hemel geleidt.
Gij, die door Gods kracht wonderen uitwerkt.
Gij, die door God gezonden wordt ten dienste van degenen, die de erfenis der zaligheid zullrn bekomen.
633 quot;TAXIE TOT Dli H. tNGELEN.
Oij, die de koningrijken en de landen bestierf, i)idt voor ons.
Cij, die dikwijls vijandelijke legers verslrooid hebt, bidt voor ons.
Gij, die Gods dienaren dikwijls uit kerkers en andere
gevaren verlost hebt, bidt voor ons.
Gij, die de Martelaren in hun lijden menigmaal vertroost en versterkt hebt, bidt voor ons.
Alle heilige koren der zalige Geesten, bidt voor ons. van alle gevaren, verlos ons, Heer, door uwe heilige Engelen. D
Van de listen des duivels, verlos ons. Heer, door uwe heilige Engelen.
V mveLv e!1 sc,leuigt;ing. verlos ons, Heer, door uwe heilige Engelen.
V 'rrl,%r en honSel,snood, verlos ons. Heer,
door uwe heilige Engelen.
an eenen haastigen en onvoorzieuen dood, verlos ons, Heer, door uwe heilige Engelen.
Z°ZTVTn d0CKi' verlos ons' Heer. door ™e
neiiige Engelen.
Wij zondaars, wij bidden u, verhoor ons.
Hoor uwe heilige Engelen,
ons willet vergovGn, if?
Dat gij ons willet genadig zijn, 'Z-
Dat gij uwe Kerk willet bestieren en beschermen 1
Dat gij onzen H. Vader, den Paus, en al,e kerke- 3
bjke orden willet besclieimen en bewaren =
Dat gij den vrede en de eendracht tusschen de chris- lt;
tene vorsten en prinsen willet behouden, §.
Dat gij u willet gewaardigen de vruchten der aarde 1
te geven en te bewaren,
Dat gij aan alle overledene geloovigen de eeuvvice 1
Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld snaar ons, Heer. 'quot;1
LITANIE TOT DE H. ENGELEN. 635
Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld, verhoor ons. Heer.
Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld, ontferm u onzer, Heer.
Jezus-Chrislus, hoor ons.
Jezus-Chrislus, verhoor ons.
Heer, ontferm u onzer.
Christus, ontferm u onzer.
Heer, ontferm u onzer.
Onze Vader, ens.
LAAT ONS BIDDEN.
O God! die op eene wonderbare wijze den dienst der Engelen en der menschen regelt, verleen ons genadiglijk, dat ons leven op aarde beschermd worde door degenen, die in den hemel altoos voor u slaan om u te dienen, door Jezus-Christus, onzen Heer. Amen.
LOFZANG EN GEBED TEI! EERE VAN DEN AARTSENGEL MICHAËL,
O Jezus, luister en kracht des Vaders, o leven onzer harten! wij zingen uwen lof met de Engelen, die steeds uwe bevelen volvoeren.
Eene dichte schaar van duizenden gelukzalige Geesten strijdt voor u; maar de H. Aartsengel Michaël, overwinnaar der wederspannige engelen, hij wien het teeken onzer zaligheid is toevertrouwd, ontplooit den standaard des kruises.
Hij stort den wreeden draak in den afgrond, en verplettert, van het hoogste des hemels, het opperhoofd met de wederspannelingen.
Volgen wij allen den Prins tegen het hoofd der hoogmoedigcn, opdat het Lam ons van op zijnen verbeven troon de kroon der heerlijkheid geve.
litanie tot de h. engelen.
Glorie zij den Vader, den Zoon, en den heiligen Geest: en dat zij zoo als zij is geweest, in alle eeuwen der eeuwen weze. Amen.
Voorzang. Roemvolle Prins; Aartsengel Michaël, wees ons altijd gedachtig, en bid nu en te allen tijde den Zoon Gods voor ons.
v. Ik zal u loven, o mijn God! in de vergadering der Engelen.
Ik zal mij voor het heiligdom uwer Majesteit ter aarde werpen, en uwen naam verheerlijken.
laat ons bidden.
O God! die de bedieningen der Engelen en der menschen op eene wonderbare wijze beschikt, vergun ons, door uwe goedheid, dat zij, die gestadig uwen troon omringen, om aan uwe bevelen te gehoorzamen, de ijverige beschermers mogen zijn van ons leven en van onze zaligheid; door onzen Heer Jezus-Christus. Amen.
Er is volle aflaat vergund, eens in do maand, voor degenen, die, dagelijks gedurende eene maand, dezen lofzang, mot den voorzang, het vers en het gebed gelezen hebbende, ter eere van den heiligen Michael, om zijne bescherming af tesmecken in den strijd der harlstochten, en vooral in hot uur des doods, op dien dag zullen gebiecht en gecommuniceerd hebben en tot de gewone meening van den Paus zullen bidden. Ook verdient men nog eenen adaat van 200 dagen, eens daags, wanneer men deze gebeden leest.
LITANIE TOT DEN liESCIIERMENGEL.
LITANIE
TOT DEN BESCHERMENGEL.
Hoer, ontferm u onzer.
Je/us-Cliristus, ontferm u onzer.
lieer, ontferm u onzer.
Jezus-Christus, hoor ons.
Jezus-Christus, verhoor ons.
God hemelsche Vader, ontferm u onzer.
God Zoon, Verlosser der wereld, ontferm u onzer. God heilige Geest, ontferm u onzer. H. Drievuldigheid, één God, ontferm u onzer. H. Maria, koningin der Engelen, hid voor ons.
Engel des homels, die mijn bewaarder zijt,
Engol des hemels, welken ik als mijnen vorst eer-hiedig,
Engel des hemels, die mij liefdevolle vermaningen geeft.
Engel dos homels, die mij wijzen raad geeft.
Engel des hemels, die jegens mij de bediening van
oenen ijverigon voogd uitoefent.
Engel des homels, die in mijne noodwendigheden voorziet.
Engel des hemels, die mij teederlijk bomint,
Engel dos hemels, die mijn trooster zijt.
Engel des homels, die aan mij verknocht zijt als
een goede broeder.
Engel des hemels, die mij mijne plichten en de
waarheden der zaligheid leert.
Engel des hemels, die voor mij een liefdevolle herder zijt,
Engel des hemels, die getuige zijt van al mijne werken,
63a
65ti LITANIE TOT Dl:,\ BESCHERMENGEL.
Engel des hemels, die mij in alle voorvallen te hulp
komt, bid voor ons.
Engel des hemels, die onophoudelijk over mij waakt.
Engel des hemels, die mij in al mijne ondernemingen ondersteunt.
Engel des hemels, die mij op uwe handen draagt, 5 Engel des hemels, die mij in al mijne wegen be- ~ sliert, ' §
Engel des hemels, die mij altoos ijverig verdedigt, ~ Engel des hemels, die mij met wijsheid geleidt, § ringel des hemote, die mij tegen de gevaren bevei-•'gt,
Engel des hemels, die mijne duisternissen doet
verdwijnen en mijnen geest verlicht.
Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld, spaar ons. Heer.
Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld, verhoor ons, Heer.
Lam Gods, dal wegneemt de zonden der wereld, ont-
lerm u onzer. Heer.
Jezus-Cliristus, hoor ons.
Jezus-Chrlstus, verhoor ons.
gt;. Bid voor ons, heilige Beschermengelen,
ft. Opdat wij der belolten van Cliristus waardig worden.
LAAT ONS BIDDEN.
Almogende en eeuwige God, die, door een uitwerksel uwer onuitsprekelijke goedheid, aan alle men-schen, van hunne geboorte af, eenen engel hebt gegeven, om de beschermer van hunne ziel en van hun lichaam te zijn, maak dat ik dengene, welken gij mij, in uwe barmhartigheid, toegevoegd hebt, zoo veel eerbied en liefde toedrage, dat ik, door de gaven
LITANIE TOT DEN OESCIIEKMENGEL. 037
uwer genade en door zijnen bijstand geholpen, waardig worde, u met hem en de andere gelukzalige Geesten, in het hemelsch vaderland, in den glans uwer heerlijkheid te gaan aanschouwen. Amen.
B5
E O heilige Engel, dien God, door een uitwerksel o zijner goedheid voor mij, met de zorg van mijne be-° stiering belast heeft; gij, die mij van het eerste § oogenblik mijns levens nooit verlaten hebt; die u dag en nacht aan mijne zijde bevindt, om mij bij Ie staan, om mij van het kwaad af te houden en tot het goed dp te wekken, ik dank u ootmoedig voor alles wat gij, tot hiertoe, voor mij gedaan hebt, en smeek u, o liel-derijke beschermer! mij uwe liefdadige zorg te blijven betoonen. Wees mijne hulp in mijne behoefte, mijn troost in mijne smarten, mijn steun in mijne moedeloosheid ; verdedig mij legen de vijanden mijner zaligheid; verwijder van mij de gelegenheden der zonde: verwerf mij de genade van leerzaam te zijn aan uwe inspraken, en gel rouw in die te volgen; maar vooral bescherm mij in het uur van mijnen dood, en verlaat mij niet, voordat gij mij in het verblijf der eeuwige rusl hebl ingeleid. Amen.
TER EERE VAN HET GODDELIJK HART VAN JEZUS, IN VER-EENIGING MET DE NEGEN KOREN DER ENGELEN.
UI TNO O Dl GING TOT DE NOVENE.
Kan er voor onze harti n een grootere en zoetere troost bestaan, dan ons met de hemelsche geesten, die
638 NOVENE
aan den voet des altaars in onophoudende aanbidding neergeknield liggen, inniglijk te vereenigen, ten einde het aanbiddelijk Hart van Jezus, in ons midden verblijvende, te eeren? De wierook onzer gebeden kan, door zich zeiven, Jezus weinig aangenaam wezen; maar vervoegd met dien der engelen, moet hij, als een welriekende geur, tot voor zijnen troon opstijgen.
Laten wij dan, met al de vurigheid, waartoe onze harten bekwaam zijn, onze gevoelens, te gelijk met die gelukzalige geesten, opdragen, om, zooveel het in onze macht is, tot de verheerlijking van dat heilig Hart bij te dragen. Zoo wij het de volmaaktste vereering, die het ons mogelijk is, trachten te geven, zijn wij verzekerd de kostbare gunsten te bekomen, die het in overvloed uitstort op do harten, bereid om dien he-melschen dauw te ontvangen.
GEBED TOT JEZÜS-CHiUSTÜS.
Aanbiddelijke Zaligmaker, alhoewel de glans uwer oppermajesteit hier verdwenen is, en gij zelf onder de schaduwe en den sluier van het Sacrament als vernietigd schijnt, toch erken ik er u voor mijnen Schepper, mijnen Verlosser en mijnen God, en kom ik u, als zoodanig, mijne rechtvaardige eerbewijzingen aanbieden. Opdat ze u des te aangenamer mogen wezen, vervoeg ik die met de hulden, welke d.3 heilige engelen en al de gelukzalige geesten u hier betonnen. In aanzien en uit kracht dier vereeniging, gewaardig n die te aanvaarden, en mijn hart te bereiden om uw Hart de gevoelens van eerbied, erkentenis en liefde aan te bieden, die zijne onuitsprekelijke goedheden, ons in het Sacrament zijner liefde bewe'.en, zno zeer verdienen.
NOVENE. 659
CEDED AAN DE NEGEN KOREN OER ENGELEN TE ZAMEN.
Hemelsche geesten, verlicvene engelen, die onophoudend aan den voet der altaren zijt nedergeknield om Jezus-Christus, te midden der vernederingen waartoe zijne liefde hem gebracht heeft, uwe diepe a;in-hiddingen te geven; daar ik een zoo vurig verlangen heb om, door mijne gevoelens, tot de verheerlijking van zijn heilig Hart bij te dragen, staat toe, dat ik mi, ue eerbewijzingen vereenige met die, welkegij in den gloed uwer liefde hem opdraagt. Uil zich zeiven, ik weet het, kunnen mijne hulden hem niet dan zeer gebrekkig en onvolmaakt voorkomen; maar door hare ver-eeniging met de uwe, kunnen zij hem behagen en tol zijn Hart toegang vinden.
Verleent mij dan die gunst, en komt door uwe gloeiende verzuchtingen mijne kwijnende liefde te stade, overal waar zij te kort scliiet opzielitens het aanbiddelijk Hart van dien Goddelijken Zaligmaker. Gij heerscht in zijne glorie, gij leeft van zijn leven, gij /-ijt gelukkig van zijn eigen geluk; gij zult tot het mijne bijdragen met mij de genade te vergunnen, die u mijn hart op de dringendste wijze vraagt.
GEBED TOT DEN ENGELBEWAARDER IN HET BIJZONDER.
Engel, mijn beschermer, aan wiens zorgen God mij bijzonderlijk heeft toevertrouwd, welke dankzeggingen ben ik u niet verschuldigd voor al de weldaden, waarmede gij niet ophoudt mij al de dagen, ja, al de oogen-blikken mijns levens te overladen? Gij beschermt mij tegen de vijanden mijner zaligheid ; gij bevrijdt mij van duizende gevaren; gij geeft mij heilzame gedachten in, en bekomt mij de genaden des hemels en zooveel andere weldaden die mij onbekend zijn. Maar
NOVENE.
boven at deze gunsten, is er nogeene allerkostbaarste, die ik u bezweer mij toe te staan; bekom mij eene teedere, eene ongeveinsde en grondige godsvrucht tot het zoet Hart van Jezus, in vereeniging met zoovele getrouwe zielen, die hem verkleefd zijn; die genade zal al de andere volmaken en voor mij eene nieuwe bron van gunsten worden. En daar ik, uit mij zeiven, onbekwaam zou zijn om dat aanbiddelijk Hart naar waarde te eeren en mij jegens hem van mijne plichten te kwijten, gelief gij, mijne ellenden ter hulp te komen, en aan den voet der altaren Jezus' Hart die gevoelens aan te bieden, welke ik zelf hem zou moeten opdragen. Nogtans zal ik van mijnen kant niets ver-waarloozen om mijne verplichtingen te vervullen en met uwe liefderijke zorgen mede te werken; gewaar-dig u, mij die zorgen onophoudend te vergunnen ; terzelfder tijd zullen zij bijdragen en tot de vereerlijking van het aanbiddelijk Hart van Jezus en tot het eeuwig geluk van het mijne.
Manier om de Novene heiliglijlt te doen, of goilvruchtige oefeningen gedurende de Novene.
1° Eiken dag zal men het gebed lezen tot de negen koren der engelen te zamen.
2» Dat van ieder engelenkoor in 't bijzonder, gelijk het aangeduid staat.
5° Gedurende den dag zal men in den geest zich van tijd tot tijd met de heilige engelen aan den voet der altaren vereenigen.
i° Men kan ook overhands het gebed .ol den engelbewaarder lezen of de litanie tot de negen koren der engelen.
5» Ten minste ééns zal men gedurende de novene de communie opdragen ter eere van het H. H:.rt van Jezus.
CiO
m)vi;NI:, 311
Wie di'zc h 'iligu oeleningen ondorlioudt, mag, ge-uurcndo zijn leven, van Gods bijzondere genaden verzekerd zijn, en, bij zijn sterven, op den bijstand der heilige engelen en van de Koningin der engelen hopen,
DE IIEILISE ENGELEN.
Afnihiililelijk lldit min Jezus, ivces le allen tijde door (die kemelsclie (/eaten geloofd en geprezen !
O God, Schepper en bewaarder van alle dingen, die als Opperheer in 't hoogste der hemelen heerscht, en uwe vaderlijke blikken op de aarde laat nederval len, gij hebt de zaligheid der mensehen aan de hoede en waakzaamheid der heilige engelen toevertrouwd, en uwe goedheid is zoo verre gegaan, dat gij aan elk van ons een dier gelukzalige geesten hebt gegeven om op eene bijzondere wijze over ons en over de belangen onzer ziel te waken; wees in eeuwigheid geprezen over uwe onuilsprekelijke b irmhartigheden jegens ons.
Aanbiddelijk Hart van Jezus, welke vreugd en troost voor mij, te weten dat millioenen engelen, ten einde u hier op aarde een ganseh homelsch en u waardig hof te vormen, rondom uwe heilige altaren onophoudelijk waken en bidden! gedoog dat ik mij met hen ver-benige, om u mijne aanbiddingen op le dragen. Wat vermag ik, eilaas, uit mij zeiven? Maar wat mag ik niet van die heilige vereeniging hopen, zoo gij die gelieft le aanvaarden!
Maak, o aanbiddelijk Hart! dat de heilige engelen, evenzeer bezorgd èn voor uwe glorie èn voor onze zaligheid, u onophoudelijk onze eerbewijzen komen aanbieden, u onze gevoelens opdragen, onze harten toewijden, en al de plichten vervuilen die wij jegens u
•il
lt;u2 isovenk.
zouden willen volbrengen, maar waartoe onze zwakheid en onniaclit ons onbekwaam maken.
vraag een zuiver hart.
gebed. — Aanbiddelijke Jezus, die bij uitstek het Lam zonder vlek zijl, verleen mij die heilige zuiverheid, die onschendbare zuiverheid, die zuiverheid zoo aangenaam in uwe oogen, zoo lief aan uw Hart, die u met welbehagen op hare minnaars doet nederzien, en maak dat ik ze met meer zorg dan de kostbaarste schatten, ja zelfs dan het leven beware.
oefeningen. — Verwijder u met de grootste zorg van al wat de zuiverheid uw s harten zou kunnen kwetsen; gebruik alle middelen, geschikt om ze te bewaren en stel haar veilig in het aanbiddelijk Kart van Jezus.
Zeg driemaal het Glorie zij den Vader, ter eere van de allerheiligste Drievuldigheid.
de aartsengelen.
Aanbiddelijk lid tl van Jezus, weet: te allen tijde door alle hemelsche geesten geloofd en geprezen!
Groote God, die volgens de inzichten uwer wijsheid en de eeuwige beschikkingen uwer Voorzienigheid, u gewaardigd hebt de gewichtigste bedieningen voor uwe glorie en vooi de zaligheid der menschen aan de Aartsengelen toe te vertrouwen, ik offer u de gevoelens op waarmede deze vurige en getrouwe geesten uwe bevelen uitvoeren. Niet tevreden met die uiterlijke en al-gemeene bedieningen, houden zij niet op, rond uwe altaren geschaard, uw heilig Hart hunne innerlijkste hulde en diepste aanbidding op te dragen. Hoe ge-
HOVETfE. 643
lukkig /.üu ik mij aclilen ;irn hierin te kunnen gelijken !
Allerheiligste Hart van mijnen hemlnnelijken Zaligmaker, door de voorspraak dier gelukzalige geesten en naar hun voorbeeld, verleen mij de gratie van, volgens de aanbiddelijke inzichten uwer voorzienigheid, uwen heiligen wil te volbrengen en mij van al mijne plichten te kwijten: een der dierbaarste en meest troostende plichten voor mij zal steeds wezen, dikwijls u do genegenheden van mijn hart te komen opolFeren, en u te verzoeken die gelijkvormig te maken met de uwe.
Vraag een hart dat zich gevoegzaam toone naar Goils heilige ingevingen.
gered.—God van goedheid, om mij uwen heiligen wil te laten kennen, doet gij onophoudend voor mijne oogen de heilzame stralen uwer genade schilleren; geel'mij een hart dat naar uwe Goddelijke ingevingen luistere, en maak dat ik, niet tevreden met uwen heiligen wil te kennen, hem ook spoedig en nauwkeurig volbrenge, zoohaast hij mij bekend is; doch maak tevens, dal ik de ingevingen, die verlichten, wel onder-schcide van de begoocheling, die misleidt.
oefeningen. — Beloof voor het, toekomende eene on-verbreekbare getrouwheid aan de gratie, en vraag vergiffenis voor uwe verledene wederspannigheden.
Zeg driemaal het Glorie zij den Vader, ter eere van de H. Drievuldigheid.
de vorstendommen.
Aanbiddelijk Hart van Jezus, ivees te allen tijde door alle hemelsche geesten geloofd en geprezen!
Machtige God, opperste Majesteit, die alleen de Koning der koningen en de Heer der heeren zijt, voor
6u novene.
wicn alle vorsten en koningen der aarde niet dan stof en asch zijn, gij zendt de Vorst endommen, die verhevene engelen, om in uwen naam de koning- en keizerrijken te bestieren en aan uwe opperheerschappij te onderwerpen: die uitstekende bediening is roemrijk voor hen, en toch hebben zij er eene, die hun dierbaarder en roemrijker is, te weten, uw aanbiddelijk Hart te vereeren en te verheerlijken, en aan den voel. der altaren hem de diepste eerbewijzen te betoenen.
Gedoog dat ik met hen en in vereeniging met hunne gevoelens u de mijne kome aanbieden. Mochten zij u zoo aangenaam wezen als die, welke zij u met de diepste ootmoedigheid opdragen. Aanvaard ten minste dit mijn oprecht verlangen, en geef dal het altijd vuriger moge worden, en vooral, krachtdadig en vervoegd met de werken. Hoe zouden gevoelens zonder vruchten of uitwerksel den roem van uw Hart kunnen bevorderen ?
Vraag God een hart dat zijne glorie vurig en ijverig betrachte.
gebed.—Wat al redenen heb ik niet, o mijn God, om over mij te zuchten ? Geldt hel mijne vergankelijke belangen en zaken, dan is mijn hart vuur en vlam; maar geldt het uwen heiligen dienst en de belangen uwer eer, dan blijft hot koud en onverschillig. Is 't mogelijk, o mijn God, dat ik, zoo gevoelig voor heigeen mij raakt, tot dusverre onverschillig ben voor wat u aangaat? Ik moet dan wel min liefde voor u, min ijver voor uw Hart hebben! O gij, die een verslindend vuur zijt, verlevendig, ontvlam alles in mij en geef dat ik voortaan noch genegenheden noch ijver hebbe dan voor u.
oefeningen. —- Wees ijverig voor alle goede werken, die Gods glorie betreffen, en bevorder die door alle middelen, die in uw bereik zijn.
NOVENE. 6i5
Zog driemaal liet Glorie zij den Vader, ter eere van de allerheiligste Drievuldigheid.
DE MACHTEN.
Aanbiddelijk Hart van Jezus, wees te allen tijde door alle lemelsche yeesten geloofd en geprezen!
In vereeniging van het koor der hemelsche Machten, kom ik heden tot u, o mijn God', om uwen heiligen naam te verheerlijken, en uw allerheiligste Hart, door hunne tusschenkomst, eene volmaaktere en waardigere eerbewijzing op te dragen.
O mijn God, Opperwezen, wien alleen alle grootheid, heerschappij en macht toekomt, gij gebiedt aan de hemelsche machten zeiven, en gebruikt die om uwe macht bekend te maken; door oie oppermacht hebt gij in de orde der natuur de grootste wonderen uitgewerkt: gij deedt het heelal uit niet te voorschijn treden; aan de aarde gaal't gij hare grondvesten, aan de zee hare oevers, die zij nooit mag overstijgen; maar welk vermogen, vooral in de orde der gratie, gaal't gij niet aan de hemelsche Machten over de booze geesten om hunne listen te verijdelen en ons tegen hunne woedende aanvallen te beschermen.
Zoek voortdurend uwen roem in haar en door haar, o groote God, met haar te bevelen, mij in mijne zwakheid te ondersteunen en in mijne bevreesdheden en strijden aan te moedigen. Verleen mij door haar toedoen moed en sterkte genoeg om de machten der duisternissen te verdrijven en kloekmoedig aan de bekoringen des duivels te wederslaan. Hij zoekt mijn hart te winnen en van het uwe te verwijderen; maar het is aan u,o Heer! maakd it het altoos en onverdeeld aan u blijve.
novene.
Vraag God een edelmoedig hart.
Ik erken al de zwakheid, al de lafheid mijns harten, o Heer! ik zucht, ik hen erboschaamd en verlegen over in uwe tegenwoordigheid. Zal ik u dus nooit, dan een hart, u zoo min waardig, kunnen aanbieden! Ondersteun, verlevendig, versterk het, o sterke en machtige God ! maak het bekwaam om voor u, desnoods, de edelmoedigste opofleringen te doen, en al de hinderpalen te boven te komen, die mij in uwen dienst zouden kunnen tegenhouden. Kn gij, hemelsche machten, snelt mij ter hulp en wapent mijn zoo zwak en voor God zoo wankelbaar hart.
oefeningen. — Beloof aan God om, bij de eerste gelegenheid, die zich zal opdoen, u zeiven edelmoedig-lijk te overwinnen; die opoffering zal u de gratie verschaffen om u ia 't vervolg nog edelmoediger te gedragen.
Zeg driemaal het Glorie zij den Vader, ter eere van de allerheiligste Drievuldigheid.
de krachten.
Aanbiddelijk Hart van Jezus, wees ,;e allen tijde itoor al/e hcmelsche geesten geloofd en geprezen!
O God, opperheer van al het geschapene, gij zijt bij uitstek en uit uwe natuur de Koning der glorie, de Koning der Krachten; zij omringen om strijd uwen troon, wiens sieraad en luister zij zijn. Zij boezemen ons het verlangen in en bekomen ons de sterkte om de christelijke deugden te oefenen; en door de oefening dier deugden verlangt uw Hart vooral geëerd te worden : het is er de oorsprong en het voorbeeld van, en
646
novkxi-:
zal er eens de kroon, de vergelding van wezen. Die hemelsche Krachten eeren en loven eenparig uw Hart, en zoeken het door alle harten te doen beminnen en aanbidden.
Eilaas! o aanbiddelijk Hart van mijnen God! door welke deugden kan ik mij rcetnen tot heden u vereerd te hebben? Gij vertoont ze mij alle in hare grootste volmaaktheid, en ik oefen er nieteene op eene wijze die u waardig zij. Niets hebbende om u aan te bieden, durf ik u len minste den eerbied opdragen welken de Krachten u betuigen en zonder ophouden u betuigen zullen; en opdut mijne olferande u aangenaam weze, zal ik mij voortaan toeleggen op de oefening der ware deugden, waarvan gij mij het voorbeeld geeft, en vooral van die deugden, welke mijnen staat eigen zijn en diensvolgens het meest geschikt om u te verheerlijken.
Vraag een hart dat God in de kleinste zaken getrouw zij.
GF.iiEn. — Ik smeek u dringend, o God der Krachten! mij een hart le geven dat u in de kleinste gelijk in de grootste zaken getrouw zij. Niet in de grootle der voorwerpen is voor n de volmaaktheid der deugden gelegen, maar wel in de verhevenheid der beweegredens, in de zuiverheid van hot inzicht, in de vurigheid der gevoelens; die gratie, die gesteltenissen vraag ik u, o mijn God, omdat zij, dit weet ik, het meest gelijkvormig zijn met de gesteltenissen van uw Hart.
oefeningen. — Verkies eenige bijzondere deugd, om u daar mot meer getrouwheid op loe te leggen, vooral onder die, welke hel aangenaamst zijn aan Jezus' Hart, de zachtmoedigheid, de ootmoedigheid, liefdadigheid enz.
Zeg driemaal het Glorie zij den Vader, ter eere van de allerheiligste Uricvuld glieid.
G47
novene.
de tieerscflappijen.
Aanbiddelijk Hart van Jezus, wees te allen, tijde door alle hemeliche (jee,ten geloofd en geprezen !
O God, opperheer van hel heelal! gij heerscht over alle schepselen, en de Heerschappijen zeiven, die verhevene geesten, zijn u onderworpen, en vernietigen zich in uwe tegenwoordigheid. Welke eer voor n, deze wezens zoo volmaakt, zoo verheven hoven zooveel anderen, zich te zien voor u vernederen, en u de hulde hunner alliankelijkheid aanbieden.
Onbekwaam om uw heilig Hart den eerbied te be-tuigen, dien zijne aanbiddelijke volmaaktheden verdienen, offer ik u de vereeringen op, welke de Heerschappijen,aan zijn gebied onderworpen,hem opdragen. Zij stellen hunne eer in het te aanbidden; altoos zal ik de mijne stellen in mij met hen te vereenigen, ten einde dal Hart den lol' te geven, dien alle schepsel hem schuldig is en dien ik hem mei alle verdiende vol-maaklheid wenschte te kunnen geven. Ach! maak, o Heer, dal ik u met den profeet kunne zeggen : Gij weet, mijn God, dat mijn hart zich niet verhoovaar-dig I, noch mijne oogen zich verheven hebben (ps. 150). Mijn harl, tevreden mei in het diepste mijner nietigheid Ie zuchten, zou aan het uwe al de eer willen bewijzen, die aan hem geweigerd en ontroofd wordt, door die hem niet erkennen, en nog meer door die hem versmaden.
Vraag Co l een ootmoedig en onderworpen hart.
geuei). — Aanljiddeiijke Zaligmaker, zoolang gij op
Gi8
novene, 649
aarde waart, leefdet gij, voigens de bevelen va» uwen hemelschen Vader, in de onderworpenheid en alhau-kelijklieid. Maak dat, naar u.v voorbeeld, mijn hart onderdanig zij aan allen, die bij mij uwe plaats bcklee-den en tot mij in uwen naam spreken: u moet ik in hunnen persoon beschouwen en eeren; geel' dat ik, met uwen geest en gevoelens bezield, dat bewijs mijner onderwerping geve in al wat gij van mij zult vragen.
oefeningen. — Zoek nooit over anderen te gebieden.
Heb liever te gehoorzamen dan te bevelen.
Zoek uwe veiligheid en rust in de onderdanigheid.
Zeg driemaal het Glorie zij den Vader, ter eere van de allerheiligste Drievukligheid.
de tronen.
Aanbiddelijk Hart van Jezus, wees le allen tijde door alle hemelsche geesten geloofd en geprezen!
O God, Heer en Moester van het geschapene, wiens majesteit boven de Tronen haar verblijf gevesligd heeft! in vereeniging met die verhevene geesten, kom ik uw aanbiddelijk Hart al de genegenheden van het mijne aanbieden. Maak, door uwe oneindige goedheid, dat dit mijn hart, hoe ellendig en onwaardig hot vroeger geweest zij, in 't vervolg, door de zuiverheid en edelmoedigheid zijner gevoelens, een heiligdom moge worden, waar uwe genade wone, een troon, waar uwe heerlijkheid kunne verblijven. Gedoog niet dat dit hart, voor u alleen gevormd, zich ooit verlage en ont-eere door ecne plichtige gehechtheid aan de valsche goederen en ijdele grootheden dezer wereld. Gij hebt ons allen tronen voorbereid in het hemelsch hof;
65(1 novene.
niuchten wij ze eens bozitlen, om er voor allijd uw zoet Hart te verheerlijken, en hem daar, aan den voet van zijnen troon, waardiger eerbewijzen, dan hier aan den voet der altaren, te geven.
Goddelijke Zaligmaker, de hemel is de troon uwer heerlijkheid, de altaren zijn de troon van uwe barmhartigheid, onze harten moeten de troon uwer genade wezen. Gij heerscht in den hemel, en doet er de uitverkorenen met u hcersehen; gij verheerlijkt u op uwe altaren met er de zondaren te roepen en te ontvangen; verheerlijk u ook in onze harten, met er de gevoelens van godsvrucht, dankbaarheid en liefde te doen geboren worden, die wij u met zooveel recht verschuldigd zijn.
Vraag God een nederig hart.
gebkd. — Gij verfoeit de hoogmoedige en verwaande harten, o mijn God! en ziet met welgevallen op de ootmoedige neder; uwe kostelijkste gunsten stort gij over hen uit: ik verlang in den overvloed dier gunsten te deelen, vorm dan in mij een oprecht nederig hart, dat u behagen, en over mij den hemelschen dauw uwer genaden trekken kunne. Eilaas I hoe is het mogelijk, dat niijn hart in gevoelens v:in hoogmoed en ver-lieliiug verdwale, terwijl het uwe zich u t lief de voor ons vernietigt ?
oefeningen. — Beken de diepte uwer ellende en nie-tlgheid voor God, en om de ootmoedigheid te bekomen, oefen, als de gelegenheid zich voordoet, akten van vernedering, hoezeer het u ook tegenstrijde.
Zeg driemaal het Glorie zij den Vader, tereerc van de allerheiligste Drievuldigheid.
novene.
de cheruuienen.
Aanbiddelijk Hart van Jezus, wees te allen lijde door alle hemelsche geesten geloofil en geprezen!
Almachtige God, aanbiddelijke Majesteit, die een licht bewoont, vooralle geschapene wezens ongenaakbaar, gij heerscht over de Clierubienen, en stort over hen den verblindenden glans uwer heerlijkheid uil.
Gedreven door een brandend verlangen om uw allerheiligste Hart te vereeren, draag ik te zijner eer de verhevene kennissen op, waardoor die geesten onophoudend uwe oneindige volmaaktheden beschouwen en aanbidden; gelief mij de vclmaaklheden van uw aanbiddelijk Hart te ontdekken. In zijne onuitsprekelijke schoonheden en onuilputbare rijkdommen zal ik erkennen het bedrog der wereld, de nietigheid en ijdel-heid der aardsche goederen, den bedrieglijken schijn van al wat mij zou kunnen bekoren en verleiden. Gij alleen, o mijn God! en uw aanbiddelijk Hart zult mij waardig schijnen mijnen geest tot u te (rekken en de gevoelens van mijn hart te vestigen. Ik wijd ze u toe, zonder uitzondering en voor altijd, in vereeniging met die, welke die gelukzalige geesten u aan den voet der heilige altaren opdragen.
. Mocht ik daar met hen al de dagen, al de oogenblik-ken van mijn leven doorbrengen in de verrukkende overweging en aanbidding der onuitsprekelijke schoonheden van dat Hart, al de genegenheden onzer harten zoo waardig.
Vraag een hart dat de wegen der ware rechtvaardigheid volge.
ceded. Ons verstand is niet dan onweteudheid, o
6S1
632 novene.
mijn God, en onze harten zijn niet dan doling; door de voorspraak der Cherubienen, die ik afsmeek, en door hunne eerbewijzingen, die ik u aanbied, verleen mij uw Goddelijk licht om mij in al mijne duisternissen te verlichten, en in al mijne handelwijzen, inzichten en ondernemingen te geleiden; ik draag ze u alleenlijk op ter verheerlijking van uw heilig Hart; leid altoos het mijne op den weg der waarheid en der wijsheid, opdat het eens den grenspaal moge bereiken, die alle harten znl vereenigen en zalig maken.
oefeningen. — Bid voor de harten, die van den weg der zaligheid zijn afgedwaald, en werk mede, zooveel in uwe macht is, om ze, ten minste door uwe gebeden en voorbeelden, tot God weder te brengen.
Zeg driemaal het Glorie zij den Vader, terecrevan de allerheiligste Drievuldigheid.
de serafijnen.
Aanbiddelijk Hart van Jezns, loees te allen tijde door alle hemelsclie geesten geloofd en geprezen! •
Heilige, machlige, oneindig groote God! bron van alle heiligheid, van alle macht, en van alle grooiheid; onder de koren uwer heilige engelen is het koor der Seralljnen het uilstekendste, het verhevenste en dat het meest tot uwe glorie bijbrengt. Hoe volmaakt zij ook zijn, toch heerscht gij over hen, en het is door u, dat zij in het hemelsch verblijf heerschen; gij ontsteekt in hen die Goddelijke vlammen, waarvan zij gedurig rond den troon uwer heerlijkheid branden, eu zij stellen al hunnen roem en al hun geluk in door Jat hemelsch vuur verslonden Ie worden.
Met het inzicht van uw heilig llarl te eeren, offer ik
NOVEitr C'iö
u de liefdevlammen, welke die verhevene geesten als verteren; zelf wenschte ik door de zuiverste en vurigste liefde ontvlamd te worden, om er u al de gevoelens van op te dragen. Ontsteek dat heilig vuur in mijn hart, opdat het meer bekwaam zij, om het uwe te vereeren. Te dien einde vereenig ik mij lieden voor altijd met die gelukzalige geesten, om u eene eerbewijzing te geven, die u en uw minnend Hart meer waardig zij: waarom is het mij niet gegeven, door gansch de wereld, de onuitsprekelijke grootheden en volmaaktheden van uw Hart aan alle harten te verkondigen, en deze zegepralend tot den voel uwer heilige altaren te geleiden om er te branden van die hemelsche vlammen, die in uwe tegenwoordigheid de Serafijnen verslinden.
Vraag een hart, (Jat ontslaken zij door ile Goddelijke litfdc.
gebed.—God van goedheid en liefde! gij hebt ons dermate bemind, dat gij u geheel aan ons hebt gegeven gedurende uw leven, en, zelfs na uwen dood, uw heilig Hart hebt gelaten tot onderpand uwer teederheid. Door wederliefde moeten wij de liefde vergelden; ontsteek dan in mijn hart die teedere liefde, die zuivere liefde, die brandende liefde, die edelmoedige en standvastige liefde, die alleen aan het Goddelijk vuur en aan de onuitsprekelijke vervoeringen uwer teederheid jegens ons kan beantwoorden. Eilaas! in welke andere bron, dan in uw heilig Hart, zouden wij die zaligende gevoelens gaan pulten? Wij vragen ze u door uwe liefde, door uw Hart zelve: welke beweegreden is krachtiger om uwe goedheid te winnen en uwe gunsten af te smeeken?
oefeningen. — Verwek dikwijls akten van liefde, en wel, voor zooveel gij kunt,van de zuiverste en volmaaktste liefde: dit is de hulde die God het meest vereert.
C3i TiOVRTE.
Zeg ili'ionraal hel Glorie zij den Vader, Ier eerc van de allerhoiligsle Diievukligheiil.
GEBED TOT DE H, MAAGD
ALS KONIXGIN DEK ENGELEN, VOOR HET EINDE UER NOVENE.
Zouden wij deze novene Ier eere van het heilig Harl van Jezus kunnen eindigen, o Maria, zonder uw Hart daar tusschen te roepen, en zonder de heilzame vruchten, die wij er van hopen, onder uwe bescherming te stellen? Gij zijt bij uitstek de Koningin der engelen; die verhevene geesten aanzien en eerbiedigen u, na God, als huni:i' oppervorstin; wij aanzien en eeren u als onze teedere en Goddelijke Moeder; spreek ten beste voor uwe bedrukte kinderen, die uwen bijstand vragen; bekom hun eene plaats in het allerheiligste Hart van uwen Goddelijken Zoon, en verleen er hun eene in het uwe. Wij hidden er u om door de voorspraak der negen engelenkoren, met welke wij het geluk gehad hebben van deze novene te onderhouden.
GEBED
OM IN VEREi:MUING MET DE H. ENGELEN, DE MIS TER EERE VAN JEZUS' HART OP TE DRAGEN.
Groote God, Opperheer en Meester ailer hemelsche Geesten, ik offer u dit sacrificie op ter eere van het aanbiddelijk Hart van uwen Goddelijken Zoon, den Engel des Hoogen Rnads, om u te bedanken voor al de weldaden, welke de heilige engelen van u ontvangen hebben, voor al de gloriekronen, waarmede uw milde hand hen versierd heeft. Ik vereenig mijne aanbiddingen met de limine om u dit verheven sacrificie op te dragen; geef dal, door de liis?r!ienlionisl van al de
SOVEKE. 655
gelukzalige geesten, de wierook mijner gebeden tot voor den troon van uwe barmhartigheid opstijge; ik draag u op, wal zij u opdragen, ik verlang wat zij verlangen, vooral de eer van Jezus' Hart, en voor mij een hart, dat Jezus altoos verkleefd zij. Ik smeek ook de heilige engelen, u te danken voor de onwaardeerbare genade, die gij ons verleendet met ons uwen eigen Zoon tot slachtolfer der nieuwe Wet en lot zoenoffer-ande voor al onze zonden te geven.
LITANIE
TER EE RE VAN DE NEGEN KOREN DER ENGELEN , OM HUNNE BESCHERMING RIJ TIET HEILIG HART VAN JEZUS AF TE SMEEKEN.
Heer, ontferm u onzer.
Christus, ontferm u onzer.
Heer, ontferm u onzer.
Hemelsche Vader, ware God, ontferm u onzer. Jezus-Christus, ware God, ontferm u onzer.
H. Geest, ware God, ontferm u onzer.
H. Maria, Koningin der engelen, dien ons tot voorspraak.
Glorierijke Serafijnen, die brandt van de vlammen der vurigste liefde, bidt voor ons het H. Hart van Jezus. Glorierijke Cherubienen, die schittert door den glans van het Goddelijk licht, bidt voor ons het H. Hart van Jezus.
■quot;lorierijke Tronen, waarop do oppermajesteit van God is neergezeten, bidt voor ons hel H. Hart van Jezus.
Glorierijke Heerschappijen, die alles aan het gebied van God onderwerpt, met u zelven ootmoediglijk daaraan te onderwerpen, bidt voor ons hel II, llarl van Jezus.
6Ö6 LITANIE TER EERE VAN DB
Glorierijke Krachten, die wonderen van gratie voor de heiligheid onzer zielen verricht, bidt voor ons het H. Hart van Jezus.
Glorierijke Machten, die hol geweld van den duivel tegengaat, en hem belet ons te benadeelen. Glorierijke Vorstendommen, die met de bestiering ~ der Staten en Koningrijken dezer wereld belast quot;
Glorierijke Engelen, wien God bijzonderlijk de zorg S en de leiding der menschen oplegt, —
Glorierijke Engelenkoren, die het hemelsch hof van _ den Koning der koningen uilmaakt, gquot;
Glorierijke Engelenkoren, die in den hemel heerscht, S en vuriglijk verlangt, ons aan uwe getrouwheid S deelachtig te maken.
Aanbiddelijk Hart van Jezus, die onophoudend op onze
altaren verblijft, vergeef ons.
Aanbiddelijk Hart van Jezus, die voor ons brandt van
de vurigste liefde, verhoor ons.
Aanbiddelijk Hart van Jezus, die onze harlen vraagt, ontvlam ze van liefde tot u, en heh medelijden met ons.
É
Aanbiddelijk Hart van Jezus, gewaardig u de gebeden te verhooren, welke de negen Engelenkoren u voor ons opdragen; het is tegelijk voor uwe glorie en voor onze zaligheid, dat zij u die toestieren; verleen ons de genaden, die zij voor ons vragen, en niaa.i onze harten hier op aarde zoo gelijkvormig met het uwe, dat zij
NEGEN KOREN DER ENGELEN. 037
met hem voor altijd in den hemel vereenigd mogen zijn.
Gelukzalige Engelenkoren, wij zullen niet ophouden van uwe machtige bescherming bij het H. Hart van Jezus af te smeeken; gaat voort met er ons de heilzame uitwerksels van te doen gevoelen, wij smeeken er u om door do vurige lielde die gij voor God hebt, door den gloeiendeu ijver, waarmede gij bezield zijt voor do verheerlijking van zijn allerheiligste Hart, en door het geluk dat gij geniet in hot hemelsch verblijf. Amen.
EEUBOETE AAN HET HART VAN JEZUS
IN VEREENIGING MET 'IE II. ENGELEN.
Aanbiddelijke Jezus, Opperpriester der nieuwe Wet en Slachtoll'er van het nieuw Verbond, voor wiens aanschijn de verhevenste geesten beven, en zich uit eerbied met hunne vleugelen dekken, zie ons hier voor u nedergeknield om uwe oneindige Majesteit onze hulde aan te bieden, en aan uw zoet Hart de gevoelens op te dragen van onze harten, in droefheid gedompeld op het gezicht van den smaad, waaraan gij in het Sacrament zelf uwer liefde zijt blootgesteld. Uw Hart moest van ons slechts gevoelens van eerbied en dankbaarheid verwachten; maar, door onze oneerbiedigheden en meer andere misdaden, lijdt het eene nieuwe soort van marteling, pijnlijker dan wat gij op den Calvarieberg te lijden hadt.
Om dien verfoeielijken smaad te herstellen, mijn aanbiddelijke Zaligmaker! en aan uwe Goddelijke rechtvaardigheid te voldoen, komen wij heden, als misdadigers, den eeuwigen dood waardig, eene plechtige eerboete doen aan uw allerheiligste Hart voor al den smaad, voor al de beleedigingen, die gij van de slechte christenen, van de goddeloozen, de ketters en al de zondaren ontvangt. Om deze eerboele aangenamer te
42
638 in: vnuxniNr. r.y aanroeping
maken voor uweoogen, vereenigen wij dio met al de aanbiddingen, die de heilige engelen u geilm-ig in dit hoogwaardig Sacrament opdragen.
Wij verklaren voor hemel en aarde, in de tegenwoordigheid van al die gelukzalige Geesten, dat wij voorlaan nimmer voor uwe altaren zullen verschijnen, dan doordrongen van de gevoelens van ootmoedigheid, eerhied, dankbaarheid en liefde, die wij uw aanbiddelijk Hart schuldig zijn. Ten prijze van ons bloed en van ons leven, zouden wij willen herstellen, zooveel in onze maehtis, al den smaad, al de verfoeielijkheden, al de heiligschendingen, die ooit aan den voel uwer alla-reu tegen uw Hart bedreven zijn. Ontvang ten minste de verlangens, de zuchten onzer harten in vereeniging van het Goddelijk liefdevuur, waarvan de H. Engelen in uwe tegenwoordigheid branden: hoe gelukkig zouden wij zijn, zoo wij, gelijk zij, altoos bij u konden wezen!
VEEEBEING E\T AAKESEPINÖ DEE HEILIGEN.
Gelijk de Engelen, zoo ook moeten wij de Heiligen eeren en aanroepen. Je7us en Maria verlangen het, en onze eigene belangen maken het ons tot eenen plicht.
1« Jezus en llaria verlangen het: Jezus ziet in hen de zegepraal zijner liefde en zijner genade; de vrucht van zijn lijden, van zijne wonden en van zijn dierbaar bloed; d' roemrijke krijgsknechten van zijnon strijd; de lievelingen van zijn aanbiddelijk Hart, dat zij voor de onverschilligheid der menschen door hunno brandende liefde vergoeden.
Maria bemint in hen hare getrouwe dienaren, de dierbare kinderen, welker Moeder zij werd aan don voet van het kruis. Hare gebeden zijn voor hen niet vruc iteloos geweest; zij zijn als de straalkroon van de Koningin der heiligen.
Do eeredienst, welken wij aan de Heiligen bewijzen, is dus wel aangenaam aan de zoete Harten van Jer.us en Mui ia, en
nrr. heiligkn. 659
wel des te aangenamer daar zij op hen terugslaat. De Heiligen achten het zich tot eene eer, aan de voeten van Jezus en Maria hunne kronen neder te leggen, omdat Jezus de bron is, en Maria het kanaal van al hunne heiligheid. Verre van zich zeiven daar de verdienste van toe te kennen, geven zij die geheel en al aan het Lam, wiens troon zij omringen, en houden niet op, Maria hunne diepste dankbaarheid te betoenen.
2° Onze eigene belangen maken het ons tot eenen plicht: Behalve dat hun voorbeeld ons den waren weg, om tot het hemelsch vaderland te geraken, aantoont, en onwederleg-baar bewijst, dat de heiligheid niets onmogelijks heeft, ja zelfs gemakkelijk wordt door de genade, die nooit ontbreekt, is ons hunne voorspraak van een grootsten prijs om in en buiten ons de belangen van Jezus en Maria te doen zegepralen, en zeiven het gelukkig einde te bereiken, waar zij gekomen zijn.
Zij bidden voor ons in den hemel, bijzonderlijk als wij aan hen denken en hen aanroepen: het Geloof leert het ons. Van uit Gods schoot, waar zij een zoo volkomen geluk smaken, slaan zij hunne mededoogende blikken op deze vallei van tranen, van vrees en onzekerheid, en verheugen zich over de bijna grenzenlooze nr. acht, die zij op de heilige Harten van Jezus en Maria uitoefenen, en waarvan zij onophoudend gebruik maken om de arme bewoners der aarde de gunsten en zegeningen te bekomen, die zij zoo zeer noodig hebben! Ook mogen wij er niet aan twijfelen, dat hunne voorspraak meer tot onze zaligheid bijdraagt dan onze eigene gebeden: zij zien in het eeuwig Licht onze ware belangen en vragen voor ons niet dan wat ons heilzaam is. Daarenboven is hun gebed, dat steunt op de vriendschap van God, uit zich zelve, machtiger dan het onze.
Wenden wij ons dan onophoudend en in alle omstandigheden des levens tot onze verhevene vrienden des hemels: door hunne tusschenkomst en voorspraak zullen wij voor ons en voor anderen verkrijgen, wat de zoete Harten van Jezus en Maria behaaglijk en ons zalig is.
600 DE VETiEERING EN AANROEPING
AANROEPING TOT ALLE HEILIGEN.
Heiligen des Hecren, rechtvaardigen van alle tijden, die onze vaders waart in liet geloof: en gij, o onze ouders, bloedverwanten, vrienden en onze voorbeelden, die, vol van den God dien gij bemind hebt, van zijne wezenlijkheid leeft en nu met hem heerscht, slaat, uit het midden der heerlijkheid en der genoegens die u omringen, uwe blikken neder op gebannen kinderen en broeders, welke dit dal van ellende nog wederhoudt. Ach! indien gij reeds, hier op aarde, zoo leederlijk door onze rampen bewogen wierdt, gewaar-digt u, in het verblijf der liefde zelve, met haar nog mededoogen le hebben, en voor ons de middelen Ie vragen om die verdienstig te maken. In het midden der gevaren en onzekerheden, waaraan wij onophoudelijk zijn blootgesteld, vragen en aanroepen u onze harten: wij strijden, en gij zegepraalt; wij vreezen, en gij zijl in zekerheid; wij lijden, en gij zijt in vreugde; wij zuchlen, en gij spreekt dankzeggingen uit; maar de teedcre belai gstelling die u met ons vereenigt, ver-levendigl ons en ondersteunt onze hoop. Aanhoort onze wenschen en begunstigt die door uwe machtige voorspraak bij de zoete Harten van Jezus en Maria. Dat uwe deugden onder ons herboren worden! dat de Godsdienst, die dezelve voortbrengt, nog het zekerste onderpand der zeden, der wetten en ties algemeenen welzijns wezel dat onder zijnen invloed de waanwijsheid en al de rampen die zij na zich sleepl, verdwijnen : dat de vrede, welken deze Godsdienst geeft, alle harten lot elkander brenge en vereenige! Dat één zelfde geloof, ééu zelfde eeredienst, eene reine en echte godsvrucht onze zielen heiligen: dat heilige werken en aanhoudende pogingen onzen roep verzekeren, en dat uwe verdiensten, groote Heiligen, de onze geworden zijnde, ons, in de verheerlij-
DER IIEÜ-ICEN. COI
king, aan uwe eeuwige vergeklingon deelaelilig maken. Amen.
LITANIE VAN ALLE HEILIGEN.
Heer, ontferm u onzer.
Christus, ontferm u onzer.
Heer, ontferm u onzer.
Christus, hoor ons.
Christus, verhoor ons.
God, hemelsche Vader, ontferm u onzer.
God, Zoon, Verlosser dei wereld, ontferm u onzer. God, H. Geest, ontferm u onzer.
11. Drievuldigheid één God, ontferm u onzer. H. Maria, bid voor ons.
H. Moeder Gods,
H. Maagd der maagden,
H. Michael,
H. Gahriël,
H. Raphael,
Aile heilige Engelen en Aartsengelen,
Aile heilige Koren der zalige Geesten, E
li. Joannes de Dooper,
11. Joseph,
Alle 1111. Patriarken en Profeten, S_
H. Joannes,
H. Thomas,
H. Jacobus,
H. Philippus,
H. Bartholomeus,
H. Mattheus,
11. Simon,
H. Thaddeus,
602 UTAMK VAN AI.I.K KKILiC.
H. Mathias, bid voor ons. H. liai'iiabas,
H. Lucas,
H. Marcus,
Alle UH. Apostelen eu Evangelisten Alle HU. Discipelen des Heeren,
Alle I1H. onnoozele Kinderen, H. Stephanus,
H. Laurenlius,
H. Vinccnlius,
HII. Fabianus en Sebaslianuf., 1111. Joannes en Paulus,
Hit. Cosmas en Damianus, HH. Gervasius en Protasius,
Alle HH. Martelaars,
H. Silvester,
H. Gregorius,
H. Ambrosius,
H. Augustinus,
H. llieronymus,
H. Martinus,
H. Nicolaüs,
A!!e HH. Bisschoppen en Belijders,
Aile HH. Leeraars,
li. Antonius,
11 Benedictus,
11- Bernardus,
11 Dominicus,
H. Franciscus,
Alle 1111. Priesters en Levieten,
Alle 1111. Monniken en Eremieten, H, Maria Magdalena,
H. Agatba,
H. Lucia,
H. Agnes,
H. Cecilia,
LI TA Mr; VAN ALLi: HEII.IGEN. (H55
H. Catharinn, bid voor ons.
II. Anaslasia, liid voor ous.
Alle HH. Maagden en Weduwen, bidt voor ons.
Alle Gods lieve Heiligen, bidt voor ons.
Wees genadig, spaar ons, Heer.
Wees genadig, verhoor ons, Heer.
Van alle kwaad, verlos ons, Heer.
Van alle zonden.
Van uwe gramschap.
Van eenen haasligcn en onvoor/.ienen dood,
Van de listen des duivels.
Van gramschap, haat en allen kwaden wil,
Van den geest der onkuischheid.
Van den geesel der aardbeving,
Van pest, hongersnood en oorlog, =
Door het mysterie uwer men^chwording,
D ior uw doopsel en heilige vasten.
Door uw Uruis en lijden.
Door uwen dood en begrafenis.
Door uwe heilige verrijzenis.
Door uwe wonderbare hemelvaart,
D ior de komst van den H. Geest den Vertrooster,
In den dag des oordeels.
Wij zondaren, wij bidden u, verhoor ons.
Dal gij ons willet sparen, wij bidden u, verhoor ons.
Dat gij ons onze misdaden kwijtscheldet, wij bidden
u, verhoor ons.
Dat gij u gewaardiget ons tot eene ware boetvaardigheid te geleiden, wij bidden u, verhoor ons. Dat gij ii gewaardiget uwe H. Kerk te bestieren en
te beschermen, wij bidden u, verhoor ons.
Da! gij u gewaardiget den ünonisclien Paus en alle
0Ö4 LITANIE VAN ALLE HEILIGEN.
geestelijkheid in den heiligen godsdienst te bewaren, wij bidden u, verhoor ons.
Dat gij u gewaardiget de vijanden der H. Kerk
te vernederen,
I)at gij u gewaardiget den christenen koningen en
vorsten vrede en ware eendracht te geven,
D.it gij u gewaardiget alle cliristene volkeren vrede
en eendracht te verleenen, lt;
Uat gij u gewaardiget ons in uwen heiligen dienst ^ te versterken en te bewaren, £;
Dat gij onze gemoederen tot hemelsche begeer- a ten willet opwekken, c
Dat gij u gewaardiget al onze weldoeners met de -c eeuwige goederen te vergelden, ^
Dat gij u gewaardiget onze zielen en de zielen S-van onze broeders, vrienden en weldoeners ° voor de eeuwige verdoemnnis te behoeden, o Dat gij u gewaardiget de vruchten der aarde te p
geven en te bewaren.
Dat gij u gewaardiget alle geloovige overledenen
de eeuwige rust te geven.
Dat gij u gewaardiget ons gebi'd te verhoeren.
Zoon Gods,
Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld,
spaar ons. Heer.
Lam Gods , dat wegneemt de zonden der wereld,
verhoor ons. Heer.
Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld,
ontferm u onzer.
Christus, hoor ons.
Christus, verhoor ons.
lieer, ontferm u onzer.
Christus, ontferm u onzer.
Heer, ontferm u onzer.
Onze 1 'ader, enz.
LITANIE VAN ALLE HEILIGEN.
AANROEPING TOT GOD IN DE BEPROEVINGEN EN BEKORINGEN.
PSALM C9.
O God! kom mij te hulp; haast u, Heer, mij te helpen.
Dat zij beschaamd en bevreesd worden, die mijne ziel zoeken.
Dat zij terug wijken en zich schamen, die mij kwaad willen.
Dat zij terstond met schaamte terugkeeren die mij, in mijne verdrukking, bespotten.
Dat zij allen, die u zoeken, zich in u verheugen en verblijden; en dat zij, die uwe zaligheid beminnen, altijd zeggen; Groot geacht zij de lieer.
Dnch ik ben behoeftig en arm: o God! help mij. Gij zijt mijn helper en mijn verlosser; Heer! vertoef niet.
Glorie zij den Vader, enz.
y. Maak uwe dienaars zalig,
(5. Mijn God, die in u hopen.
y. Heer! wees ons een sterke toren,
iv. Tegen onzen vijand.
gt;•. Laat de vijand niets tegen ons vermogen, ft. En laat de zoon der boosheid zich niet verstouten ons te beschadigen.
y. Heer, handel niet met ons naar onze zonden, fij. Noch vergeld ons niet naar onze boosheden.
Laat ons bidden voor onzen Paus N.
ft. Do Heer spare hom, behoude hem in het leven, make hem zalig op aarde, en levere hem niet over aan den wil zijner vijanden.
gt;■. Laat ons bidden voor onze weldoeners, k. Heer! gewaardig u allen die ons goed doen om uws naams wille, met het eeuwig leven te vergelden. Amen.
go;j
CGO UTAME VAN ALLE HEILIGEN.
y. Laai ons liidden voor de gcloovigcii die overleden zi'n.
ft. Heer! geef' liu» de eeuwige rust, en hel eeuwig l ehl verschijne hun.
gt; . Dal zij rusten in vrede.
it. Amen.
Voor onze broeders die afwezig zijn.
fi. Mijn God! maak zalig uwe dienaars, die op u l.cp '11.
y. Zend hun hulp uit de heilige plaats.
ft. En uil Sion hescherm hen.
gt;•. Heer, verhoor mijn gebed,
iv. En mijn geroep kome tot u.
LAAT ONS BIDDEN.
O God! aan wien het eigen is altijd genadig te zijn en te sparen, ontvang ons gehed, opdat uwe goedrrtie-rene barmhartigheid ons en al uwe dienaars, die niet de ketenen der zonde gebonden zijn, genadiglijk ontbinde.
Wij bidden u, Heer, verhoor de gebeden der not-mood:gen, en spaar degenen die hunne zonden helij-den, opdat wij te zamen vergiffenis en vrede van uwe goedertierenheid verwerven.
Toon ons genadiglijk, o Heer! uwe onuitsprekelijke harmbartigheid, en verlos ons van alle zonden, en te gelijk van de straffen die wij voor deielve verdiend hebben.
O God! die door de zonde vergramd, en door de boelvaardigheid verzoend wordt, zie genadig neder op de gebeden nws volks, hetwelk zich nederwerpt voor uwe grootheid, en wend de geesels uwer gramschap van ons af, welke wij door onze zonden verdienen.
Almachtige en eeuwige God, onlferm u ov^r uwen dienaar, onzen Paus N., en bestier hem volgens uwe goedeniennlieid in den weg des eeuwigen levens.
LITANIE VAX ALLE HEIUGES. GfiT
opdal hij door uwe gunst begeere heigeen u behaagt, en hetzelve met alle kracht volbrenge.
0 God! van wien de heilige begeerten, de goede voornemens en de rechtvaardige werken voortkomen, geef aan uwe dienaars dien vrede, welken de wereld niet geven kan, opdat onze harten genegen wezen tot het volbrengen uwer geboden, en wij, van de vrees der vijanden ontslagen, door uwe bescherming in rust mogen leven.
Ontvonk, o Heer! onze nieren en harten door het vuur van den H. Geest, opdat wij u met een zuiver lichaam dienen, en met een rein hart behagen.
God, Schepperen Verlosser van allegeloovigen, verleen aan de zielen van uwe dienaars en dienaressen vergiffenis van alle zonden, opdat zij de kwijtschelding, naar welke zij altijd verlangd hebben, door godvruchtige smeekingen mogen verwerven.
Wij bidden u, o Heer! voorkom onze werken door den invloed uwer genade en voltrek die door uwe medewerking, opdat al onze gebeden en werken altijd van u beginners, en alzoo begonnen, door u voltrokken worden.
Almachtige, eeuwige God! die over levenden en dooden heerscht, en u ontfermt over allen, die gij te voren weet, dat door het geloof en werken douwen zullen zijn: wij bidden uootmoedig, dat degenen voor wie wij voorgenomen hebben onze gebeden le storten, heizij die nog in deze wereld leven of reeds overleden zijn, op de voorspraak van al uwe Heiligen, door uwe genade, vergiffenis van al hunne zonden mogen verkrijgen, door onzen Heer, enz.
Heer, verhoor mijn gebed,
fi. En mijn geroep kome tot u.
gt;■. De almachtige en barmhartige Hoer verlioore ons.
li). Amen.
668 EEREDIENST VAN DEN 11. JOSEPH.
y. Dat dc geloovige zielen door Gods barmliartig-heid rusten in vrede.
i^. Amen.
GEBED TOT ALLE HEILIGEN.
0 alle Gods lieve Heiligen, die in den hemel heersclit, en alle maclit hebt op het allerheiligste Hart van Jezus, spreekt voor ons ten heste bij hem.
i?. Opdat wij hem niet u eeuwiglijk mogen beminnen.
LAAT ONS BIDDEN.
Oneindig goede God ! die ann uwe Heiligen in den hemel de oneindige schoonheden en beminnelijkheden van Jezus' Harl ontdekt bebt, wij bidden u, door hunne voorspraak, van ons dc hulp uwer genade te vergunnen, opdat, verwijderd van dc wereld, onthecht van alle vergankelijk goed en overgegeven aan de oefeningen van een heilig leven, wij tot het bezit der he-melsche goederen mogen geraken, welke dat Goddelijk Hart ons verdiend hcefl; wij snieeken er u om door denzelfden Jezus-Chrislus, uwen Zoon, die met u leeft en heerscht in de eeuwen der eeuwen. Amen.
EEREDIENST VAN DEN H. JOSEPH.
Het schijnt nns wc) billijk van deze reeks van godvruchtige oefeningen tot Gods lieve Ifciligen te beginnen met die van denH. Joseph. Zonder een punt van ons geloof te zijn, mogen wij voor waar houden, volgens vele godgeleerden, dat de H. Joseph, ingezien de voorrechten, waarmede de hemel hem begunstigde, al de overige heiligen in hoogheid overtreft, en dat niemand boven hem mag gesteld worden sedert dat de Heer zelf zich onder hem stekle. De Heiligen van de onde en van de nieuwe wet doen vcor hem onder, gelijk de morgenschemering voor dc middagzon; de Anosto-
m
EEREDIENST VAN DEN II. JOSEPH.
len zeiven achtten zich zeer vereerd met zich de vrienden van Jezus te hoeren noemenj en de H. Joseph heeft den naam gedragen van Vader en van Heer, voedstervader van Jezus, bruidegom en Heer van zijne Goddelijke Moeder!
Bijgevolg, aangezien de H. Joseph een buitengewone, een onvergelijkelijke heilige is, zal men gemakkelijk begrijpen, dat hem buiten Jezus en Maria eene eer toekomt aan geene anderen gegeven, en dat die eer met zijne verhevenheid en verdiensten nooit geëvenredigd zal wezen. De Kerk kent hem de plechtigste eerbewijzen toe: niet tevreden met hem altaren opgericht, broederschappen, een feestdag enz. ingesteld te hebben, heeft zij, op deze dagen van droefheid en smarten, hem nog een schitterender bewijs van haren eerbied en vertrouwen willen geven: op het verzoek dor eerbiedwaardige Bisschoppen der katholieke werelden door de stem van den groeten Pius IX, heeft zij, den 8sten December hem plech-tiglijk tot Pa/roon der katholieke Kerk uitgeroepen.
Dit is niet zonder reden: onder de gelukzaligen, die het voorwerp onzer vereering zijn, is zonder twijfel, na Maria, de heilige Joseph de machtigste van allen bij God, en die het meest ons vertrouwen en onze eerbewijzingen verdient. Eenige heiligen, zegt de H. Thomas, hebben van God de macht ontvangen om ons in bijzondere noodwendigheden bij te staan; maar het vermogen van den voedstervader van Jezus is niet beperkt: het strekt zich uit tot al onze noodwendigheden. Daarenboven, «de andere heiligen spreken ons voor, met te bidden als dienaars, en zij gebieden niet als meesters ; maar de If. Joseph, die Jezus en Maria aan zijn gezag heeft onderworpen gezien, kan ongetwijfeld alles bekomen van den Koning, zijn Zoon, en van de Koningin, zijne Bruid. » (1) Hij gebiedteerder dan dat hij vraagt, zegtGer-son; en Jezus, zegt de H. Bernardinus vanSenen, wil in den hemel voortgaan met den H. Joseph bewijzen van zijnen kinderlijken eerbied te geven door al zijne verlangens te volbrengen.
Christene zielen van allen stand en staat, gaat tot den II. Joseph: ite ad Joseph! Verkies hem voor uwen bijzondcren beschermer, voor uwen machtigen middelaar, voor uwen getrouwen Vriend. Wendt u tot zijne voorspraak metbetrou-
(1) St. Joseph, par C. Verhaege, prêtre dela congicgation des SS. CC
669
()70 KKKÜDIOST VAN DKN II. JOSEPH.
wen, en inj /.uit van Jezus en Maria de uitmuntendste gunsten verwerven. De H. Theresia verklaart dat zij nooit iets aan God door zijne voorspraak gevraagd heeft, zonder het terstond te bekomen. Gij verlangt troost, sterkte, gezondheid enz.? Gaat tot Joseph! Hij zal u dat alles bekomen voor zoo ver het u zalig is.
Gij wenscht den godsdienst te zien aangroeien, de Kerk te zien zegepralen over hare vijanden? Gaat tot Joseph! hij zal met u het Hart van Jezus geweld aandoen.
Gij bemint ons dierbaar België, en wenscht er den vrede en de eendracht te zien heerschen, den godsdienst meer en meer te zien bloeien ? Gaat tot Joseph! Hij is de patroon van ons geliefd Vaderland!
Gij zoekt do zoete Harten van Jezus en Maria getrouw te dienen, nog meer te beminnen? Gaat tot Joseph! Hij zal u de genegenheden van het IT. Hart van Maria verzekeren: hij kent er al de teederheid van! Hij zal u tot het allerheiligste Hart van Jezus leiden, tot dat Hart welk hij zoo dikwijls tegen het zijne voelde kloppen! Hij zal u die zoete Harten leeren beminnen en troosten.
Gij zoudt gaarne heilig leven en eens zalig sterven? Gaat tot Joseph! Hij is het voorbeeld der verhevenste deugden, en de patroon van den goeden dood. Hij stierf tusschen de armen van Jezus en Maria! Door zijne voorspraak zult gij gelukkig genoeg zijn uw sterfbed omringd te zien van Jezus, Maria en Joseph.
(;i:rgt;i;D tot df.n iikiligkn josepii.
Gmote Heilige, die de wijze en getrouwe dienaar z-ijl, aan wieu God de zorg zijns luiisgezins toebe-Irouwd heeft, gij, wieu liij lot behoeder en beschermer van bel leven des Verlossers, lot vertrooster en tot steun zijner heilige Moeder, lol getrouwen medewerker in de groole schikkingen van de verlossing der wereld gesleld heefl; die het geluk hebt gehad van met Jezus en Maria te leven; kuische Bruidegom van de Moeder Gods, voorbeeld en beschermer der reine, ooi-moedige, verduldige, innerlijke zielen; wees getroffen
i;!:iii.igt;i::.\.vr van hen ii. jos^im. 671
door bet vci ti'ouwen, hetwelk wij in u stellen, en ont-viing goedhortiglijk de beluigenis onzer godsvrucht.
Wij danken God voor deongemeene gunsten waarmede hij u heeft gelieven te overladen, en smeeken hem, door uwe voorspraak, dat hij ons navolgers van uwe deugden make. Bid dan voor ons, groote Heilige, en verwerf' ons, door die groote liefde, welke gij Jezus en Maria hebt toegedragen, en welke Je/.us en Maria voor ii hebben gehad, verwerf ons het onvergelijkelijk geluk, van eeue brandende liefde tot de heilige Harten van Jezus en Maria te bekomen, van altoos in die liefde te leven en eens in die liefde te sterven. Amen.
LlTAMi;
tot dk.n iikilkikn joskl'h.
lieer, ontferm u onzer.
Jeziis-Chrislus, ontferm u onzer.
Heer, ontferm u onzer.
Jezus-Clirislus. hoor ons.
•lezus-Ciirislus, verhoor ons.
God, hemelsche Vader, onlfcnn « onzer.
God Zoon, Verlosser der wereld, onlferm u onzer. God, Heilige Geest, ontferm u onzer.
Heilige Drievuldigheid, één God, onlferm u onzer. II. Maria, bruid van Joseph, bid voor ons.
H. Josejili, liruidegom van Maria,
11. Josi pli, bewaarder en voedstervader van Jezus. 11. Joseph, man naar Gods Hart,
11. Joseph, gel rouwe en voorzk hlige dienaar, —
li. Joseph, l)eschermlt;'i'der zuiverheid van Maria, 3 H. Joseph, gezel en troost van M iria, --
(jij, die uwe zuiverheid allijd rein en vlekkeloos he- g waard hebt, 50
Gij, die door uwe diepe ootmoedigheid aan God zoo aangenaam geweest zijl.
(V70 hkrkdjknst van den fl. josepn.
wen, on gij /.uit van Jezus en Maria de uilmuntendste gunsten verwerven. De H. Theresia verklaart dat zij nooit iets aan God door zijne voorspraak gevraagd heeft, zonder het terstond te bekomen. Gij verlangt troost, sterkte, gezondheid enz. ? Gaat tot Joseph ! Hij zal u dat alles bekomen voor zoo ver het u zalig is.
Gij wenscht den godsdienst te zien aangroeien, de Kerkte zien zegepralen over hare vijanden? Gaat tot Joseph! hij zal met u het Hart van Jezus geweld aandoen.
Gij bemint ons dierbaar België, en wenscht er den vrede en de eendracht te zien heerschen, den godsdienst meer en meer te zien bloeien? Gaat tot Joseph! Hij is de patroon van ons geliefd Vaderland!
Gij zoekt de zoete Harten van Jezus en Maria getrouw te dienen, nog meer te beminnen? Gaat tot Joseph! Hij zal u de genegenheden van het IT. Hart van Maria verzekeren: hij kent er al de teederheid van! Hij zal u tot het allerheiligste Hart van Jezus leiden, tot dat Hart welk hij zoo dikwijls tegen het zijne voelde kloppen! Hij zal u die zoete Harten loeren beminnen en troosten.
Gij zoudt gaarne heilig leven oneens zalig sterven? Gaat tot Joseph! Hij is het voorbeeld der verhevenstedeugden, en de patroon van den goeden dood. Hij stierf tusschen de armen van Jezus en Maria! Door zijne voorspraak zult gij gelukkig genoeg zijn uw sterfbed omringd te zien van Jezus, Maria en Joseph.
(;r;ni:d tot den heiligen josepii.
Groote Heilige, die de wijze en getrouwe dienaar /Jit, aan wieu God de zorg zijns huisgezins loehe-Irouwd heeft, gij, wieu hij lot behoeder en beschermer van hel leven des Verlossers, tot vertrooster en !ot steun zijner heilige Moeder, tot getrouwen medewerker in de groote schikkingen van de vei lossij»g der wereld gesteld heelt; die het geluk heht gehad van met Jezus en Maria te leven; kuische liruidegom van de Moeder Gods, voorbeeld en beschermer der reine, ootmoedige, verduldige, innerlijke zielen; '.veesgetroffen
keiu;DI^-.M VAK HICN II. 671
dnor hot vcrlrouwen, hetwelk wij in u slcllen, en onl-vung goedbartiglijk de betuigenis onzer godsvrucht.
Wij danken God voor de ongemeene gunsten waarmede hij u heeft gelieven te overladen, en smeeken hem, dnor uwe voorspraak, dat hij ons navolgers van uwe deugden make. Bid dan voor ons, groote Heilige, en verwerf ons, door die groote liefde, welke gij Jezus en Maria hebt toegedragen, en welke Jezus en Maria voorn hebben gehad, verwerf ons het onvergelijkelijk geluk, van eene brandende liefde lol de heilige Harten van Jezus en Maria te bekomen, van altoos in die liefde te leven en eens in die liefde te sterven. Amen.
LITANIE
TOT 1IKX IIKILIUKTj JOSKI'H.
lieer, ontferm u onzer.
Jezus-Christus, ontferm u onzer.
Heer, ontferm u onzer.
Jezus-Christus, hoor ons.
Jezns-Christus, verhoor ons.
God, hemelsche Vader, ontferm n onzer.
Ciod Zoen, Verlosser der wereld, ontferm n onzer. God, Heilige Geest, ontferm u onzer.
Heilige Drievuldigheid, één God, ontferm u onzer. II. Maria, bruid van Joseph, liid voor ons.
II. .losejiti, hruidegom van Maria,
II. Joseph, bewaarder en voedstervader van Jezus. 11. Joseph, man naar Gods Hart, r3
II. Joseph, getrouwe en voorziehtige dienaar, —
11. Joseph, beschermer der zuiverheid van Maria, 3 II. Joseph, gezel en troost van M iria, --
Gij, die uwe zuiverheid altijd rein en vlekkeloos be- g waard heb!, ■quot;
Gij, die door uwe diepe ootmoedigheid aan God zoo aangenaam geweest zijl.
672 EERED1EKST VAN BEX II. JOSEPH.
Gij die steeds van eene levendige liefde geblaakt hebi,
bid voor ons.
Gij, die toegelaten wierdt om de verborgenheid der
Goddelijke raadsbesluiten te beschouwen,
Gij, die rechtvaardig verklaard zijt door de getuigenis zelve van den H. Geest,
(lij, die volkomenlijker dan de andere menschen de
Goddelijke geheimen gekend hebt,
(üj, die door eenen engel onderricht wierdt over hot
mysterie der menschwording,
(lij, die met Maria, uwe bruid, naar Delhleheni gegaan zijt.
Gij, die geene plaats vindende in de herbergen, in
eenen slal zijt gaan vernachten,
Gij, aan wien gegeven wierd Jezus te zien geboren
en in eene kribbe gelegd worden.
Gij, die de eerste druppelen bloeds van Jezus hebt
zien vloeien in de besnijdenis, —
Gij, die met Maria het kind Jezus in den tempel den ~ Heere hebt opgedragen, S
(lij, die, verwittigd zijnde door eenen engel des ^ lleeren, met Jezus en zijne Moeder Maria naar p Egypte gevlucht zijt,
(lij, die na den dood van Herodes met Jezus en zijne Moeder in het land van Israël zijt wed', rgekeerd. Gij, die het hart vol angst, gedurende drie dagen met Maria het kind Jezus gezocht hebt, dat te Jerusalem gebleven was,
Gij, die hem, na drie dagen, met de grootste blijdschap gevonden hebt, gezeten tusschen de leeraars.
Gij, aan wien de Koning der koningen hier ep deze
aarde onderworpen is geweest.
Gij, wiens lol' het Kvangelie verkondigt.
Bruidegom van Maria, uit wie Jezus geboren is.
Gij, die onze voorspreker zijt in den hemel,
eep.edienst van hex ii. Joseph. 673
lu al onze noodwendigheden , help ons, 11. Joseph.
In al onze ellenden,
Door de vaderlijke zorgen, ■welke gij voor hel kindje g
Jezus gehad hebt,
Door uwen arbeid en moeielijk heden,
Door de eeuwige glorie en zaligheid die gij geniet, -5 Door uwe lusschenspraak, ^
Wij die uwe beschermelingen zijn, wij bidden u, verhoor ons.
Dat het u behage ons van Jezus-Christus de vergiffenis onzer zonden te bekomen.
Dat gij ons zoudet willen aan Jezus en Maria aanbevelen,
Dat gij de deugd van zuiverheid voor al de maagden zoudet willen bekomen, ^ Dat gij voor de getrouwden zoudet willen bekomen den vrede, de eendracht en de gratiën van hun- e; neustaal, g; Dat het u gelieve voor al die in waardigheid verhe- c ven zijn, de gratie te bekomen van hunne onder- 5 danen wel te beslieren, lt; Dat gij de vaders des huisgezins zoudel willen hel- ~ pen, om aan hunne kinderen eene christelijke g opvoeding te geven, ó Dat gij zoudet willen beschermen al die hun belrou- p
wen in uwe machtige voorspraak stellen,
Dat gij voornamelijk zoudel willen begunstigen de broederschappen, die le uwer eere ingericht zijn, Dal gij ons in hel uur des doods mei Jezus en Maria zoudel willen bezoeken, en ons uwen bijstand vergunnen.
Dal gij uwe voorspraak zoudet willen gebruiken
voor alle overledene geloovigen,
O kuische bruidegom van Maria,
•lö
674 EEREDIENST VAN DEN H. JOSEPH.
O getrouwe voedstervader van Jezus, wij bidden u, verhoor ons.
Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld, spaar ons, Jezus.
Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld, verhoor ons, Jezus.
Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld, ontferm u onzer, Jezus.
Jezus-Christus, hoor ons.
Jezus-Ghristus, verhoor ons.
Onze Vader, enz.
y, Bid voor ons, o heilige Joseph,
ft. Opdat wij waardig worden der beloften van Christus.
GEBED.
O Heer, houd niet op van ons te bewaren en te beschermen, gij wiens voorzienigheid den heiligen Joseph gegeven heeft tot voedstervader aan uwen eenigen Zoon en tot beschermer aan de heilige Maagd, zijne Moeder.
Wij smeekenu. Heer Jezus, dat gij ons door de verdiensten van den zuiveren bruidegom uwer allerheiligste Moeder zoudet toestaan, hetgeen wij door ons zeiven niet kunnen bekomen : Gij, die God zijnde, met den Vader in de eenheid des Heiligen Geestes leeft en heerscht in alle eeuwen der eeuwen. Amen.
CEDED TOT DEN HEILIGEN JOSEPH OM EENEN GOEDEN DOOD TE VERWERVEN.
Joseph is de Heilige dien men voornamelijk aanroept om de genade eens goeden doods te bekomen De H. Theresia verklaart dat zij nooit iets vruchteloos in den naam van dien Heilige gevraagd had.
Groote Heilige, twee onuitsprekelijke genaden heb»
EEREDIEXST VAN tEX H. JOSEPH. 675
ben u een groot gezag lussehen de heiligen gegeven: gij hebt gedurende uw leven eene bijzondere plaats gehad in het Hart van Maria, en, op het einde uwer loopbaan, hebt gij den troost genoten van in hare armen te sterven. Verkrijg mij, hoe onwaardig ik ook weze, van gedurende mijn leven eene kleine plaats te bezitten in het Hart van Maria, en van in het uur des doods mijnen geest te geven met haren bijstand. Verleen gij zelf, groote Heilige, mij uwe bescherming in dat laatste uur; dit vraag ik u door het Hart van Maria, uwe waardige bruid, en door het aanbiddelijk Hart van haren Goddelijken Zoon. Amen.
GEBED TOT DEN HEILIGEN JOSEPH.
Om in al onze noodwendigheden zijne bescherming te bekomen.
O glorierijke heilige Joseph, die door de heilige Drievuldigheid tot voedstervader van het kindje Jezus verkozen geweest zijl, aanzie met een medelijdend oog onze armoede en onze ellende; wij smeeken uwen bijstand af; verkrijg ons een vermorzeld hart, de ver-giffenis van onze zonden, een vast betrouwen in Gods oneindige barmhartigheid, oenen levendigen afschrik van het oordeel en eene bestendige oefening der deugden, oigen aan onzen roep en onzen staat. O gelukzalige Joseph ! verkrijg ons de genade van met onzen naaste in vrede te leven, en van zoo veel tijdelijk welzijn te genieten als het ons voordeelig is om lot de eeuwige zaligheid te geraken. O allerbeminnelijkste heilige Joseph! wees onze leidsman in al onze wegen, bewaar ons van alle listen en hinderlagen onzer vijanden en van al de gevaren des lichaams en der ziel; verlaat ons nooit, o allerglorierijkste Joseph, maar help ons, voornamelijk in den gevaarlijken doortocht
676 liERKDIENST VAN DEN H. JOSEPH.
van dit leven tot het andere; maak dat wij, gedurende dit leven en in het uur des doods, gansch onze hoop stellen op de verdiensten van het bitter lijden van Jezus-Christus, op de bescherming uwer onbevlekte bruid, en op uwe machtige tusschenspraak. Verkrijg ons de genade dat onze laalste woorden mogen zijn; Jezus, Maria, Joseph; dat de laatste zuchtonzesharten eene verzuchting van liefde weze tot onzen beroin-nelijken Zaligmaker, dien wij uit al onze krachten beminnen en dien wij hopen te aanschouwen in de eeuwigheid. Amen.
OEFENING OH DE ZEVEN SMARTEN EN DE ZEVEN VREUGDEN VAN DEN H. JOSEPH TE EEREN.
Kuische bruidegom van Maria, H. Joseph, hoe bitter ook de smart en de angst uws harten waren, toen gij meendet dat gij uwe onbevlekte bruid moest verlaten, even zoo groot was ook de vreugd die gij gevoeldet als de Engel u het geheim der menschwording van Jezus-Christus openbaarde. Wij bidden u, om deze smart en deze vreugd, onze zielen nu en in het uur des doods te troosten. Verkrijg ons de genade van een heilig leven te leiden, en gelijk gij, in de armen van Jezus en Maria, eenen zaligen dood te sterven. Amen. Ome Vader, Wees gegroet, Glorie zij den Vader.
Luisterrijke patriark, glorierijke Joseph, die tot de hooge waardigheid van voedstervader des menschge-worden Woords verheven geweest zijt, de smart, welke gij gevoeldet als gij het kindje Jezus zoo arm zaagt geboren worden,veranderde welhaast in eene heilige vreugd, toen gij het gezang der engelen boordet, en toen gij zaagt al wat in dien vreugdevollen r acht geschiedde. Wij bidden u, om deze smarten deze vreugd, verkrijg ons de genade, dat wij, als wij dit leven verlaten, het heilig gezang der engelen mogen hooren, eudeheer-
r?
■
EEREDIE.NST VAN DEN H. JOSEPH. 677
lijkheid des hemels voor alle eeuwigheid genieten. Onze Vader, Wees gegroet, Glorie zij den Vader.
O glorierijke Joseph! volmaakt voorbeeld van onderwerping aan de Goddelijke wetten, uw hart liep over van droefheid, als gij zaagt hoe dat Goddelijk kindje in de besnijdenis zijn dierbaar bloed vergoot; maar gij wierdt wederom met vrede en troost vervuld als men hem den naam Jezus gaf. Wij bidden u, om deze smart en deze vreugd, dat wij, na hier op aarde al onze zanden uitgewischt te hebbeu, vol vreugd mogen sterven, en dau met het hart en den mond den allerheiligsten naam Jezus en den heiligen naam van Maria mogen aanroepen. Onze Vader, Wees gegroet, Glorie zij den Vader.
O glorierijke Joseph! aan wien, om uwe getrouwheid, de geheimen onzer verlossing geopenbaard wier-den; indien de voorzegging van Simeon, die u aankondigde wat Jezus en Maria zouden moeien lijden, a eene doodelijke smart veroorzaaste, vervulde zij u ter 7,elver tijd met eene groots vreugd, door u aan te kondigen dat zijn lijden zou tot gevolg hebben de zaligheid van eene ontelbare menigte zielen, die tot hel leven zouden verrijzen. Wij bidden u, vraag God dat wij ook onder het getal mogen wezen van hen, die door de verdiensten van Jezus-Christus en door do voorspraak van Maria tot het eeuwig leven verrijzen. Onze Vader, 11'ces gegroet, Glorie zij den Vader.
0 getrouwe bewaarder van den mensehgeworden God, roemrijke H.Joseph! hoeveel hebt gij moeten lijden om den Zoon Gods te dienen, en om in zijne noodwendigheden te voorzien, bijzonderlijk gedurende de vlucht naar Egypte; maar hoe groot zijn ook uwe vreugden geweest, altijd met den Zoon van uwen God te kunnen leven, en te zien hoe de afgodsbeelden bij zijne aankomst in Egypte nedervielen. Verkrijg ons door deze smart en deze vreugd, dat wij allijd deu
c,
676 KERKDIENST VAN DEN H. JOSEPH.
van dit leven tot het andere; maak dat wij, gedurende dit loven en in het uur des doods, gansch onze hoop stellen op de verdiensten van het bitter lijden van Jezus-Christus, op de bescherming uwer onbevlekte bruid, en op uwe machtige tusschenspraak. Verkrijg ons de genade dat onze laalste woorden mogen zijn: Jezus. Maria, Joseph; dat de laatste zucht onzes harten eene verzuchting van liefde weze tot onzen bemin-nelijken Zaligmaker, dien wij uit al onze krachten beminnen en dien wij hopen te aanschouwen in de eeuwigheid. Amen.
OEFENING OM DE ZEVEN SMARTEN EN DE ZEVEN VREUGDEN VAN DEN H. JOSEPH TE EEREN.
Kuische bruidegom van Maria, H. Joseph, hoe bitter ook de smart en de angst uws harten waren, toen gij meendet dat gij uwe onbevlekte bruid moest verlaten, even zoo groot was ook de vreugd die gij gevoeldet als de Engel u het geheim der menschwording van Jezus-Christus openbaarde. Wij bidden u, om deze smart en deze vreugd, onze zielen nu en in het uur des doods te troosten. Verkrijg ons de genade van een heilig leven te leiden, en gelijk gij, in de armen van Jezus en Maria, eenen zaligen dood te sterven. Anren. Onze Vader, Wees gegroet, Glorie zij den Vader.
Luisterrijke patriark, glorierijke Joseph, die tot de hooge waardigheid van voedstervader des menschge-vvordenWoords verheven geweest zijt, de smart, welke gij gevoeldet als gij het kind je Jezus zoo arm zaagt geboren worden,veranderde welhaast in eene heilige vreugd, toen gij het gezang der engelen hoordet, en toen gij zaagt al wat in dien vreugdevollen nacht geschiedde. Wij bidden u, om deze smart en deze vreugd, verkrijg ons de genade, dal wij, als wij dit leven verlaten, het heilig gezang der engelen mogen hooren, endeheer-
■»
f
EEREDIENST VAN DEN H. JOSEPH. 677
lijkheid des hemels voor al.'e eeuwigheid genieten. Ome Vader, Wees gegroet, Glorie zij den Vader.
O glorierijke Joseph! volma ikt voorbeeld van onderwerping aan de Goddelijke wetten, uw hart liep over van droefheid, als gij zaagt hoe dat Goddelijk kindje in de besnijdenis zijn dierbaar bloed vergoot; maar gij wierdt wederom met vrede en troost vervuld als men hem den naam Jezus gaf. Wij bidden u, om deze smart en deze vreugd, dat wij, na hierop aarde al onze zonden uitgewischt te hebben, vol vreugd mogen sterven, en dan met het hart en den mond den allerheiligsten naam Jezus en den heiligen naam van Maria mogen aanroepen. Onze Vader, Wees gegroet, Glorie zij den Vader.
O glorierijke Joseph! aan wien, om uwe getrouwheid, de geheimen onzer verlossing geopenbaard wier-den; indien de voorzegging van Simeon, die u aankondigde wat Jezus en Maria zouden moeten lijden, u pene doodelijke rmart veroorzaakte, vervulde zij u ter zeiver tijd met eene groole vreugd, door u aan te kondigen dat zijn lijden zou tot gevolg hebben tie zaligheid van eene ontelbare menigte zielen, die tot hel leven zouden verrijzen. Wij bidden u, vraag God dat wij ook onder het getal mogen wezen van hen, die door de verdiensten van Jezus-Christus en door de voorspraak van Maria tot het eeuwig leven verrijzen. Onze Vader, 11'ces gegroet. Glorie zij den Vader.
O getrouwe bewaarder van den mensehgeworden God, roemrijke H.Joseph! hoeveel hebt gij moeten lijden om den Zoon Gods te dienen, en om in zijne noodwendigheden te voorzien, bijzonderlijk gedurende de vlucht naar Egypte; maar hoe groot zijn ook uwe vreugden geweest, altijd met den Zoon van uwen God te kunnen leven, en te zien hoe de afgodsbeelden bij zijne aankomst in Egypte nedervielen. Verkrijg ons door deze smart en deze vreugd, dat wij altijd den
678 EEMmEHST VAN DEN H. JOSEPH.
helschen dwingeland verre van ons verwijderd hou» den, voornamelijk door liet vluchten der gevaarlijke gelegenheid, en dat wij alzoo de genade verdienen dat alle afgodsbeelden, te weten, de aardsche neigingen in ons hart vernietigd worden, en in den dienst van Jezus en Maria alleen voor hen leven en vol vreugde in hunne armen sterven mogen. Amen. Onze Vader, IVecs gegroet, Glorie zij den Vader.
O glorierijke Joseph, die een engel op aarde waart, die mot verwondering zaagt dat de koning des hemels aan uwe geboden onderworpen was, de vreugd welke gij gevoeldet als gij Jezus uit Egypte wederbracht, werd gestoord door de vrees voor Archelaüs; nogtans, nadat gij door den engel verzekerd waart, bleeft gij met vreugd te Nazareth in het gezelschap van Jezus en Maria. Wij bidden u, om deze smart en deze vreugd, dat wij zonder angst en vrees gerust met Jezus en Maria mogen leven, on dat wij, in het uur onzes doods, onze zielen in hunne handen mogen geven. Amen. Onze Vader, ^\'e°s gegroet. Glorie zij den Vader.
O spiegel van heiligheid, glorierijke heilige Joseph! gij zocht drie dagen in de grootste smarten het kindje Jezus, hetwelk gij zonder uwe schuld verloren hadt; maar ook in gansch uw leven hebt gij geene grootere vreugd genoten, dan toen gij hem in den tempel tus-schen de leeraars der wet wedervond;. Wij smeeken u, om deze smart en deze vreugd, bid God voor ons dat hij nooit toelate dat wij nog het ongeluk hebben van Jezus-Christus door de doodzonde te verliezen, en dat wij, indien dit allergrootste ongeluk ons moest overkomen, hem terstond vol droefheid mogen wederzoe-ken, totdat hij ons wederom genadig woze, en wel bijzonderlijk in het uur onzes doods, opdat wij daarna in den hemel, metu vereenigd, zijne oneicdige barmhartigheid gedurende de gansche eeuwigheid mogen loven. Amen. Onze Vader, Weesgegr., Glorie zij den Vader.
EEUEDIENST VAN DEN H. JOSEPH. 679
Voorzang. Jezus begon zijn dertigste jaar, en men nam hem voor den zoon van .loseph.
y. Bid voor ons, heilige Joseph.
ft. Opdat wij waardig worden der beloften van Christus,
GEBED.
O God, die, door eene onuitsprekelijke voorzienigheid, u gewaardigd hebt den gelukzaligen Joseph tot bruidegom der allerheiligste Maagd te verkiezen, wij smeeken u, geef dat wij hem bier op de aarde als onzen beschermer eerende, verdienen hem tot voorspreker te bebben in den hemel, gij die leeft, enz.
Aflaat: 100 dagen eens daags, 300 dagen eiken Woensdag. Eon volle allaat eens in de maand, indien men deze gebeden dagelijks leest.
GEBED TOT DEN H. JOSEPH,
Beschermer der christene huisgezinnen.
Groote H. Joseph, door God verkoren om het hoofd te zijn van het heiligste en verhevenste huisgezin dat er ooit geweest is, gewaardig u op ons neder te zien en ons vandaag onder uwe bijzondere bescherming te nemen. Heilige patriark, voorbeeld van hot levendigste geloof en van de volmaaktste deugden, verkrijg voor al de leden van dit huisgezin de genade van aan de ergernis en de aanloksels der wereld te wederstaan, om onveranderlijk den Heer aan te kleven. Maak dat wij, altijd vereenigd door de banden der teederste liefde, en elkander beurtelings opwekkende tot het goed, onder uwe bescherming de zoetigheid smaken van den vrede welken Jezus aan zijne ware leerlingen beloofd heeft. Maar voornamelijk wanneer ons laatste
680 EEREDIENST VAN OEN H. JOSEPH.
uur zal gekomen zijn, doe ons dan genade vinden voor den oppersten rechter, opdat wij, in den hemel aan den voet van uwen troon vereenigd, eeuwig de glorie Gods en de uwe mogen vieren. Amen.
GEBED AAN DEN H. JOSEPH,
om verlicht te worden over zijnen roep.
' Groote Heilige, die zoo leerzaam geweest zijt aan de ingeving van den H. Geest, verkrijg mij de genade van te weten tot welken staat de Goddelijke Voorzienigheid mij bestemt. Gedoog niet dat ik mij bedriege in dezen gewichtigen keus, waarvan mijn geluk in deze wereld en misschien mijne eeuwige zaligheid afhangt; maar geef dat ik, verlicht over den wil Gods en getrouw in denzelven te volgen, den weg insla, welken God mij aangewezen heeft, en die mij moet leiden naar de gelukzalige eeuwigheid. Amen.
Toewijding van een kind aan den H. Joseph.
Groote heilige Joseph, die tot vader gediend hebt aan onzen Goddelijken Zaligmaker, wij dragen u dit kind op en wij wijden het u toe. Gewaardig u zijn beschermer en zijn vader te wezen, bewaar hel van alle gevaren naar ziel en naar lichaam, en geef hem, van zijne eerste jaren af, eene teedere liefde voor u, voor Maria uwe onbevlekte bruid, en voor Jezus haren aanbidde-lijken Zoon. Dat uwe heilige bescherming dit kind gedurende zijn gansch leven vergezelle. Waak over al zijne voetslappen, bestier het in al zijne ondernemingen, leid het altoos in den weg der geboden des Hee-ren, en gelief hetzelve, in het uur zijns doods, in bet hemelsch Jerusalem binnen te leiden, ora daar eeuwig de Goddelijke barmhartigheden en uwe vaderlijke goedheden te zingen. Amen.
EERED1EXST VAX DEN H. JOSEPH.
GEI1ED AAN DEN H. JOSEPH,
om geluk te hebben in eene tijdelijke onderneming.
Groote heilige Joseph, die almachtig zijt op de harten van Jezus en Maria, gij, dien niemand ooit te vergeefs aangeroepen heeft, ik werp mij aan uwe voeten neder, en ik vraag u met een vast en levendig betrouwen (druk hier de genade uit welke gij verlangt). Doch, indien het voorwerp mijner verlangens mocht tegenstrijdig wezen aan de eer van God en aan de zaligheid mijner ziel, verkrijg mij dan de genade dat ik mij met liefde overlate aan den wil vsn hem, die voor ons een vaderlijk hart heeft, en die, in de verdrukking welke hij mij overzendt, gelijk in de tijdelijke gunsten welke hij mij verleent, niets anders wil dan mijn grootste voordeel en mijn eeuwig geluk. Amen.
GEBED AAN DEN H. JOSEPH,
om eene geestelijke genade te bekomen.
Groote heilige Joseph, die de bestuurder, de vriend en de beschermer zijt der zielen die naar de volmaaktheid streven, gij, die van Jezus en Maria leerdet de helsche macht te overwinnen en de deugden te oefenen, verkrijg [duid hier de genade aan welke gij wilt bekomen). Beminnelijke Heilige, mijn vader, mijn leidsman en mijn voorbeeld, zoudt gij mijne vraag kunnen verwerpen, gij, die zoo veel ijver hebt voor de glorie van Jezus-Christus, en voor mijne eigene zaligheid? Neen, gij zult die niet verwerpen, ik hel) dit zoet betrouwen; uwe goedheid zal aanvullen heigeen aan mijne vurigheid ontbreekt, en gij zult mij verhooren volgens de uitgestreklheid uwer liefde voor mij en uwer macht bij hem, die zich gewaardigd heeft u zijnen vader te noemen. Amen,
681
EEREDIENST VAN DEN H. JOSEPH.
GEBED AAN HEN II. JOSEPH,
om de genade eens goeden doods te bekomen.
Groote heilige Joseph, die het voorbeeld, de patroon, de verlroosler der stervenden zijt, ik verzoek vandaag uwe bescherming voor mijn laalsten levensstond, voor dat verschrikkend oogenblik, wanneer de krachten om u ter hulp te roepen mij misschien zullen ontbreken. Maak, smeek ik u, dat ik den dood der rechtvaardigen sterve. Maar, opdat ik eene zoo groote gunst moge bekomen, verkrijg mij dat ik, naar uw voorbeeld, in de tegenwoordigheid van Jezus en Maria leve, en dat ik nooit hunne oogslagen door de schandige vlekken der zonde bezoedele. Dat ik van dit oogenblik af ver-sterve aan mij zeiven, aan mijne driften, aan mijne aardsche verlangens, aan al wat God niet is, nm alleenlijk te leven voor Hem, die voor mij gestorven is. Jezus, Maria, Joseph, ic de hoop uwer hulp en onder uwe bescherming is het dat ik deze voornemens maak; weest mij genadig nu en in het uur mijns doods, en maak dat ik, op het oogenblik van sterven, uwe zoete namen uilspreke. Amen.
KRACHTIG GEI1ED
om de heilige deugd van zuiverheid te bekomen.
H. Joseph, behoeder en vader van maagden, aan wiens getrouwe zorg Jezus-Christus, deonnoozelheid zelf, en Maria, de Maagd der maagden zijn toevertrouwd geweest, ik bid en ik smeek u, door beide deze dierbaarste panden, dat gij mij, behouden en vrij van alle onkuischheid, altijd een allerzuiversten dienaar van Jezus en Maria doet zijn, onbevlekt van gemoed, rein van hart en kuisch van lichaam. Amen.
682
h
EEREDIENST VAN DEN H. JOSEPH.
GEBED TOT DEJi HEII.IGEN JOSEPH, PATROON VAN BELGIË
Hetwelk zeer voordeelig dagelijks kan gezegd worden ten tijde eener Novene ter esre van denzelfden Heilige, tot welzijn van den Roomsch-Katholieken godsdienst, als ook tot rust en vrede van het Vaderland.
H. Joseph, bruidegom van Maria, voedstervader van Jezus, wij komen, vol van betrouwen, ons nederwer-pen voor uwe voeten, en, doordrongen met de levendigste droefheid over onze zonden, ons bevelen in uwe krachtdadige bescherming. Nooit hebben wij meer uwen bijstand noodig gehad, dan op deze dagen, wanneer een stroom van boosheid ons dreigt in te zwelgen; wij zuchten onder menigvuldige noodwendigheden, duizend gevaren omringen ons, en wij weten dat al wie zich alleenlijk betrouwt op den mensch, niet steunt dan op een gebroken riet (1). Hierom verheffen wij onze oogen liemelwuarts, en hopen wij door uwe machtige voorspraak bij den Heer behoed te worden. Haast u dan om ons te helpen; verlaat ons niet in onze zoo geestelijke als tijdelijke behoeften; spreek voor ons ten beste hij onzen minnelijken Zaligmaker, welken gij, vluchtende naar Egypte, onttrokken hebt aan de vervolging van Herodes; smeek hem dat hij gelieve ons onze zonden te vergeven, en ons de genade verleene van er geene meer te bedrijven; verkrijg voor ons de zuiverheid dos harten endes lichaams, en het onschatbaar geluk van ons leven door te brengen in het gestadig oefenen der christelijke deugden.
Gewaardig ook, o H. Joseph, de gunsten des hemels af te smeeken niet alleen voor onze ouders, bloedverwanten, vrienden en weldoeners, maar ook voor die onsbenadeelen, en voor het geheel christen volk, doch
(1) Is. 36, vs. 6.
683
681 EEREDIENST VAN DEN H. JOSEPH.
wel voornamelijk voor ons vaderland, hetwelk u erkent en aanroept als zijnen zonderlingen beschermer. Verkrijg ons dat de heilige Roomsch-Katholieke godsdienst in hetzelve staande blijve, en het getal der ware geloovigen gestadiglijk moge aangroeien: wees indachtig de geestelijkheid cn degenen die zich aan den dienst dos Heeren bijzonderlijk hebben toegewijd; bid voor de bisschoppen en voor allen die van God gesteld zijn om ons te bestieren; verkrijg ons den oprechten vrede dien de wereld niet geven kan, en verwijder van ons, door uwe veel vermogende tusschcnkomst, de gevaarlijke onweders, besmettelijke zieklen, hongersnood en andere geesels, welke de vergramde God meermaals gebruikt om de menschen te straffen ter oorzaak van hunne boosheden.
Nogtaus, o H. Joseph! indien het de wil des Heeren is dat wij door onheilen beproefd of door ellenden gedrukt worden, verkrijg ons de genade van ons te onderwerpen aan zijn Goddelijk welbehagen, en van onze rampspoeden in den geest van verduldigheid en boetvaardigheid zoo te verdragen, dat wij verdienen, na deze kortstondige droefheid, de barmhartigdheden des Heeren le zingen en de eeuwige blijdschap te genieten in den hemel. Amen.
OEIIICD VOOR DE BEWARING DES GELOOFS.
Heere Jezus, stichter en voleinder van ons geloof, heb medelijden met dit deel van uwe erfenis dat door de goddeloosheid van alle kanten bedreigd wordt; verhoor de gebeden van uwe H. Moeder, Maria, door het Katholiek België altijd geëerd en zoo teeder bemind, en van den II. Joseph, uwen voedstervader, dien het aanroept als zijnen machtigen beschermer. O God, Verlosser! gij zult u laten bewegen door de smeekingen
DE HEILIGEN PETRUS EN PAÜLHS. 683
van zoovele heiligen die dezen grond door hun zweet en bloed voor den luister van uwen heiligen naam besproeid hebben, gij zult in ons het geloof bewaren dat zij ons gebracht hebben.
DE HEILIGEN PETRUS EN PAIJLUS.
ONDERRICHTING.
Toen de Heer het geheim der eenheid in zijne kerk wilde instellen, kiest hij onder de tws.alf apostelen den II. Petrus, dien hij aan het hoofd der anderen stelt en bestemt om geheel het gebouw te dragen: Gij zijt Petrus (steen), zegt hij hom, en op dien steen zal Ui mijne Kerk bouwen, en de poorten dsr hel zullen legen haar niets vermogen. Het woord van Jezus-Christus^ die uit niets maakt hetgene hem behaagt, geeft deze sterkte aan eenen sterveling, wiens bediening met hem niet moet eindigen, maar tot bekrachtiging van eene eeuwigdurende Kerk moet dienen. Petrus zal in zijne opvolgers leven, niettegenstaande de samenzweringen der hel; Petrus zal altoos op zijnen pauselijken stoel spreken, en zijn woord zal het orakel van God zeiven zijn; Petrus zal altoos, in de Pausen die hem zullen opvolgen, de onbewegelijke grondvest van het geloof zijn: de belofte van Jezus-Christus is er voor ons de waarborg van. Dat Rome dan altoos onze ster, ons kompas zij op de zee van deze wereld! Zij alleen kan ons in de haven brengen.
Al de Vaders hebben om het meest dezen roomsehen stoel geroemd als het prinsdom van den aposloliehen stoel, de bron der eenheid, den hoogsten graad van den priesterlijken stoel, de Moederkerk, die in hare hand het bestuur van al de andere kerken heeft, hel opperhoofd van het bisschopsambt uaaruü de stralen van hel bewind komen: de getrouwe bewaarster ran al de apostolieke orerleveringen; deneenigen stoel waarin allen de eenheid behouden. Aldus hebben hierover de heilige Ireneus, de heilige Augustinus, de heilige Cyprianus en zoo veel andere Vaders, alsook 60 heilige Kerkvergaderingen gesproken. O : hoe groot zou onze dankbaarheid niet
- 680 DE HEILIGEN PETRUS EN PAÜLÜS.
moeten wezen jegens God die ons, bij voorkeur aan zoo vele anderen, heeft laten geboren worden in de roomsche Kerk, die, zooals haar Goddelijke Stichter, alleen de weg, de waarheid en het leven is! Maar, helaas! hoe weinige christenen waardeeren de grootheid van die weldaad! Zander ijver voor den roem der Kerk, onverschillig zoo aan hare vreugden als aan hare droefheden, zonder eerbied voor haar Goddelijk gezag, zonder onderwerping aan hare leeringen en aan hare wetten, hoe velen zijn er niet in onze dagen aan wie men die schrikkelijke bedreiging zou mogen toepassen, die Jezus-Cbristus eertijds aan de Joden deed: Ik zal mijn rijk van u ivegnemen om hel aan anderen le geven die er een beter gebruik van zullen maken (Matth. C. XXI, v. 43).
GERED.
Heilige God, God onzer vaderen, uwe beminde Bruid bewijst eene plechtige hulde aan de gedachtenis harer twee grootste apostelen. Wij vereenigen ons met de vreugd en de eenstemmige wenschen van al uwe kinderen. Verleen ons de genade van het geloof te behouden, hetwelk die twee vermaarde stichters van uwe Kerk ons verkondigd hebben; van den heldenmoed, die hen ondersteund heeft, en den ijver, waarmede zij zijn ontstoken geweest voor de voortplanling van uwen eerdienst, na te volgen. Maak dat wij, leerzaam aan hunne stem en aan die van hunne wettige opvolgers, nooit afwijken van de waarheden die zij ons geleerd hebben, en dat wij altoos eenen afschrik hebben van de verleidende gevoelens der leeraars van de leugentaal. Verleen ons dat wij, door onze ootmoedige onderwerping aan het geloof en door heilige werken, gelijk uwe twee groote apostelen, het onvergai kelijk erfdeel verdienen, hetgene gij, in uwe zegepralende Kerk, bestemd hebt voor degenen die hier op aarde de getrouwe en kloekmoedige kinderen van uwe strijdende Kerk zullen geweest zijn. Amen.
DE HKIUGEN PETKUS EN PAULUS.
GEBED : O H. APOSTELEN, ENZ.
Onze Vader, Wees geyroe',, Glorie zij den Vader.
O H-Apostelen Petrus en Paulus, ik N... verkies u heden voor altijd tot mijne beschermers en bijzondere voorsprekers: ik verheug mij ootmoediglijk met u, H. Petrus, hoofd der apostelen, dat gij die steenrots zijt waarop God zijne Kerk gebouwd heeft, en met u, H. Paulus, van God uitverkoren en bestemd tot verkondiger der waarheid in de geheele wereld. Verkrijgt mij, ik smeek u hierom, een levendig geloof, eene vaste hoop, eene volmaakte liefde, eene volkomene vergetelheid van mij zeiven, de versmading der wereld, de verduldigheid in den tegenspoed, de ootmoedigheid inden voorspoed, de aandachtigheid in het gebed, de zuiverheid des harten . een recht inzicht in mijne werken, den ijver in het volbrengen der plichten van mijnen staat, de standvastigheid in mijne voornemens, do overgeving aan Gods wil, de volharding in de Goddelijke genade tot den dood toe, opdat ik, na door uwe voorspraak en uwe roemrijke verdiensten de bekoringen der wereld, des duivels en des vleesches overwonnen te hebben, waardig zij te verschijnen voor den oppersten en eeuwigen herder der zielen, Jezus-Christus, die leeft en heerscht met den Vader en den II. Geest, in alle eeuwen der eeuwen, om hem te bezitten en te beminnen gedurende de gan-sche eeuwigheid. Amen.
Onze Vader, TV'ecs gegroet, Glorie zij den Vader.
Allaal: 100 dagen cons daags. Volle aflaat op alle de fcostilageii vau du 1111. Petrus en Paulus.
687
688 DE HEILIGEN PETRUS EN PACLUS.
GEBED AAN DEN H. PETROS.
O groote Heilige, gij aan wien Jezus-Christus zijne Kerk loeverlrouwde, en die er na hem de grondsteen van zijl; gij die op aarde derzelver hoofd, apostel en martelaar waart, houd de oogen gedurig op haar gevestigd, bescherm haar, verdedig haar, verkrijg haar de machtige hulp welke zij door uwe voorspraak vraagt, om hare vijanden te beschamen,hare kinderen te heiligen en ons allen tot de glorie te laten geraken; wij hebben betrouwen in u, wij hopen, o gelukzalig hoofd der apostelen, dat gij ons zult verdedigen in den strijd en in de tempeesten des levens, gelijk gij de Kerk in de gevaren beschermt, en als wij eindelijk door uwe hulp in de haven der zaligheid en aan de deur des hemels zullen gekomen zijn, gij u zult ge-waardigen ons de deuren van het rijk der hemelen, waarvan gij de sleutels hebt, te openen. Amen.
GEIIED AAN DEN H. PAULUS.
O groote apostel, doel ons dien vurigen, standvasti-gen, onvermoeibaren ijver mede, die u ondersteund, ontvlamd en verslonden heeft. De glorie welke gij geniet, verre van dien uit te dooven, heelt hem gezuiverd en meer ontstoken; oefen hem nogoponsuit,en dat het uitwerksel van dezen ijver weze den onzen te ontsteken, en ons te leeren werken gelijk gij, om gelijk gij beloond te worden in de gelukzalige eeuwigheid. Am,
DE HEILIGE JUDAS THADDEUS.
De heilige Judas Thaddeus beklaagde zic.i eens aan eenen godvruchtigen persoon, dat hij uit alle sladi van menscheti weinige vereerders telde, alhoewel God dezen, zoo er waren, menigvuldige gunsten voorbereid heeft. Menigen ondervon-
DE HEILIGE JUDAS THADDEÜS. 689
den dit naderhand, bijzonderlijk die in wanhopige zaken en kwade gedachten zijnen bijstand afsmeekten. En wat zal deze groote Heilige niet van God kunnen bekomen, hij, dio niet alleen ouders, drie broeder.5, twee zusters, en zoo veel neven had, vermaard door hunne heiligheid, maar nog in nauwe bloedverwantschap stond met Jezus-Ghristus zeiven, en met hem was opgevoed?
Hij begon het evangelie te verkondigen vóór al zijne mede-apostelen; Judea, Golilea, Samarië, Perziö, Idumea, Arabië, Syrië, Mesapotamië doorreisde hij met zoo veel vrucht, dat hij in Syrië met den koning, dien hij door de heilige waters des doopsels van melaatschheid genas, menigvuldige anderen bekeerde; in Babyloniö den koning met zestigduizend menschen doopte, en allen verbaasde door de mirakelen, die hij deed. Door zijne enkele tegenwoordigheid belette hij den duivel, door de afgoden te spreken; door het teeken des heiligen kruises gaf hij de blinden het gezicht, de stommen de spraak weder; de vergiftige slangen rankte hij strafTeloos aan, en riep do dooden tot het leven terug. Dit alles bekroonde hij met den marteldood. Die zooveel in zijn leven uitwerkt, zal nog meer in don hemel vermogen, zoo wij zijne voorspraak door eene aanhoudende godvruchtigheid weten te winnen (1).
Deze devotie, alhoewel reeds sedert een geruimen tijd in de heilige Kerk gebruikelijk, bleef lang voor velen onbekend. Doch sedert weinige jaren is zij op eene bijzondere wijze onder de geloovigen aangegroeid, en schijnt dagelijks zich meer en meer te verspreiden, teroorzake van de menigvuldige en soms gansch buitengewone zegeningen, waarmede God dezelve heeft begunstigd.
LOFZANG.
Wij vereeren het Evangelie, dat gij met zoo veel ijver verkondigd, en zoo volmaaktelijk onderhouden hebt.
Zelfs nu nog moedigt gij ons aan, om aan hetzelve getrouw te wezen; gij leert ons, dat er geen andere weg is, die ten hemel leidt.
(l) Kaie Afecum Vesaot; 1826.
44
684 EEREDIENST VAN HFN II. JOSEPH,
wel voornamelijk voor ons vaderland, hetwelk u erkent en aanroept als zijnen zonderlingen beschermer. Verkrijg ons dat de heilige Roomseh-Katholieke godsdienst in hetzelve staande blijve, en het getal der ware geloovigen gestadiglijk moge aangroeien; wees indachtig de geestelijkheid cn degenen die zich aan den dienst des Heeren bijzonderlijk hebben toegewijd; bid voor de bisschoppen en voor allen die van God gesteld zijn om ons te bestieren; verkrijg ons den oprechten vrede dien de wereld niet geven kan, en verwijder van ons, door uwe veel vermogende tusschenkomst, de gevaarlijke onweders, besmettelijke ziekten, hongersnood en andere geesels, welke de vergramde God meermaals gebruikt om demenschen te straffen ter oorzaak van hunne boosheden.
Nogtaus, o H. Joseph! indien het de wil des Heeren is dat wij door onheilen beproefd of door ellenden gedrukt worden, verkrijg ons de genade van ons te onderwerpen aan zijn Goddelijk welbehagen, en van onze rampspoeden in den geest van verduldigheid en boetvaardigheid zoo te verdragen, dat wij verdienen, na deze kortstondige droefheid, de barmhartigdheden des Heeren te zingen eu de eeuwige blijdschap te genieten in den hemel. Amen.
GEUED VOOR DE IIEWARING ÜES GELOOFS.
Heere Jezus, stichter en voleinder van ons geloof, heb medelijden met dit deel van uwe erfenis dat door de goddeloosheid van alle kanten bedreigd wordt; verhoor de gebeden van uwe H. Moeder, Maria, door het Katholiek België altijd geëerd en zoo teeder bemind, en van den 11. Joseph, uwen voedstervader, dien het aanroept als zijnen machtigen beschermer. O God, Verlosser! gij zult u laten bewegen door de smeekingen
DE HEILIGEN PETRUS EN PAÜLÜS. 683
van zoovele heiligen die dezen grond door hun zweet en bloed voor den luister van uwen heiligen naam besproeid hebben, gij zult in ons het geloof bewaren dat zij ons gebracht hebben.
DE HEILIGEN PETBUS EN PAIiLÖS.
ONDERKICHTING.
Toen de Heer het geheim der eenheid in zijne kerk wilde instellen, kiest hij onder de twaalf apostelen den H. Petrus, dien hij aan het hoofd der anderen stelt en bestemt om geheel het gebouw te dragen: Gij :ijt Petrus (steen), zegt hij hom, en op diensteen zal ik mijne Kerk bouioen, en de poorten dsr hel zullen legen haar niets vermogen. Het woord van Jczus-Christus, die uit niets maakt hetgene hem behaagt, geeft deze sterkte aan eenen sterveling, wiens bediening met hem niet moet eindigen, maar tot bekrachtiging van ecne eeuwigdurende Kerk moet dienen. Petrus zal in zijne opvolgers leven, niettegenstaande de samenzweringen der hel; Petrus zal altoos op zijnen pauselijken stoel spreken, cn zijn woord zal het orakel van God zeiven zijn; Petrus zal altoos, in de Pausen die hem zullen opvolgen, de onbewegelijke grondvest van het geloof zijn; de belofte van Jezus-Christus is er voor ons de waarborg van. DatRome dan altoos onze ster, ons kompas zij op de zee van deze wereld! Zij alleen kan ons in dc haven brengen.
Al de Vaders hebben om het meest dezen roomschen stoel geroemd als het prinsdom van den apostolieken stoel, de bron der eenheid, den hoogslen graad van den priesterlijken stoel, de Moederkerk, die in hare hand hel bestuur van al de andere kerken heeft, hel opperhoofd van hel bisschopsambt waaruil de stralen van het bewind komen: de getrouwe bewaarster van al de aposlolieke overleveringen ; deneenigen sloel waarin allen de eenheid behouden. Aldus hebben hierover de heilige Ireneus, do heilige Augustinus, de heilige Cyprianus en zoo veel andere Vaders, alsook de heilige Kerkvergaderingen gesproken. O ! hoe groot zou onze dankbaarheid niet
V 68G de heiligen petrus en paülus.
moeten wezen jegens God die ons, bij voorkeur aan zoo vele anderen, heeft laten geboren worden in de roomsche Kerk, die, zooals haar Goddelijke Stichter, alleen de wegJ de waarheid en het leven is! Maar, helaas! hoe weinige christenen waardeeren de grootheid van die weldaad! Zonder ijver voor den roem der Kerk, onverschillig zoo aan hare jjg vreugden als aan hare droefheden, zonder eerbied voor haar Goddelijk gezag, zonder onderwerping aan hare leeringen 1°
die Jezus-Christus eertijds aan de Joden deed: Ik zal mijn ^ rijk van u wegnemen om hel aan anderen le geven die er een ge
beier gebruik van zullen maken (Matth. G. XXI, v. 43). ik
ho
gebed. tel
ve
Heilige God, God onzer vaderen, uwe beminde Bruid in
bewijst eene plechtige hulde aan de gedachtenis harer 'U
twee grootste apostelen. Wij vereenigen ons met de wlt;
vreugd en de eenstemmige wenschen van al uwe kin- m
deren. Verleen ons de genade van het geloof te behou- ^
den, hetwelk die twee vermaarde stichters van uwe c'e
Kerk ons verkondigd hebben; van den heldenmoed, uv
die hen ondersteund heeft, en den ijver, waarmede zij ^
zijn ontstoken geweest voor de voortplanting van uwen ov
eerdienst, na te volgen. Maak dat wij, leerzaam aan vo hunne stem en aan die van hunne wettige opvolgers,
nooit afwijken van de waarheden die ::ij ons geleerd el
hebben, en dat wij altoos eenen afschrik hebben van 'lc
de verleidende gevoelens der leeraars van de leugen- sc taal. Verleen ons dat wij, door onze ootmoedige onderwerping aan het geloof en door heilige werken, gelijk uwe twee groote apostelen, het onvergankelijk erfdeel
verdienen, hetgene gij, in uwe zegepralende Kerk, be- ^ stemd hebt voor degenen die hierop aartie de getrouwe en kloekmoedige kinderen van uwe strijdende Kerk zullen geweest zijn. Amen.
DE HEILIGEN PETRUS EN PAULUS.
GEBED; O H. APOSTELEN, ENZ.
Onze Vader, Wees gegroet. Glorie zij den Vader.
O H-Apostelen Petrus en Paulus, ik N... verkies u heden voor altijd tot mijne beschermers en bijzondere voorsprekers: ik verheug mij ootmoediglijk met u, H. Petrus, hoofd der apostelen, dat gij die steenrots zijt waarop God zijne Kerk gebouwd heeft, en met u, H. Paulus, van God uitverkoren en bestemd tot verkondiger der waarheid in de geheele wereld. Verkrijgt mij, ik smeek u hierom, een levendig geloof, eene vaste hoop, eene volmaakte liefde, eene volkomene vergetelheid van mij zeiven, de versmading der wereld, de verduldigheid in den tegenspoed, de ootmoedigheid in don voorspoed, de aandachtigheid in het gebed, de zuiverheid des harten . een recht inzicht in mijne werken, den ijver in het volbrengen der plichten van mijnen slaat, de standvastigheid in mijne voornemens, dc overgeving aan Gods wil, de volharding in de Goddelijke genade tol den dood toe, opdat ik, na door uwe voorspraak en uwe roemrijke verdiensten de bekoringen der wereld, des duivels en des vleesches overwonnen te hebben, waardig zij te verschijnen voor den oppersten en eeuwigen herder der zielen, Jezus-Christus, die leeft en heerscht met den Vader en den H. Geest, in alle eeuwen der eeuwen, om hem te bezitten en te beminnen gedurende de gan-sche eeuwigheid. Amen.
Onze Vader, Wees gegroet. Glorie zij den Vader.
Aflaat: 100 dagen eens daags. Volle aflaat op alle de feesUlagen vai' de lilt. Petrus en Paulus.
687
C88 DE HEILIGEN PETRUS EN PAULDS.
GEBED AAN DEN H. PETROS.
O groole Heilige, gij aan wien Jezus-flhrislus zijne Kerk loeverlrouwde, en die ei' na hem de grondsteen van zijt; gij die op aarde derzelver hoofd, apostel en martelaar waart, houd de oogen gedurig op haar gevestigd, bescherm haar, verdedig haar, verkrijg haar de machtige hulp welke zij door uwe voorspraak vraagt, om hare vijanden te beschamen, hare kinderen te heiligen en ons allen tot de glorie te laten geraken ; wij hebben betrouwen in u, wij hopen, o gelukzalig hoofd der apostelen, dat gij ons zult verdedigen in den strijd en in de tempeesten des levens, gelijk gi j de Kerk in de gevaren beschermt, en als wij eindelijk dnor uwe hulp in de haven der zaligheid en aan de deur des hemels zullen gekomen zijn, gij u zult ge-waardigen ons do deuren van het rijk der hemeleu, waarvan gij de sleutels hebt, te openen. Amen.
GE11ED AAN DEN H. PAULÜS.
O groote apostel, deel ons dien vurigen, standvasti-gen, onvermoeibaren ijver mede, die u ondersteund, ontvlamd en verslonden heelt. De glorie welke gij geniet, verre van dien uit te dooven, heelt hem gezuiverd enmeerontstoken; oefen hem nog opons uit,en dat het uitwerksel van dozen ijver weze den onzen te onlste-ken, en ons te leeren werken gelijk gij, om gelijk gij beloond te worden in de gelukzalige eeuwigheid. Am.
DE HEILIGE JUDAS THADDEUS.
De heilige Judas Thaddeus beklaagde zich eens aan eenen godvruchtigen persoon, dat hij uit alle sUich van menschen weinige vereerders telde, alhoewel God de/.en, zoo er waren, meiüg\uldige gunsten voorbereid heeft. Menigen ondervon-
DE HEILIGE JUDAS THADDEUS, 689
den dit naderhand, bijzonderlijk die in wanhopige zaken en kwade gedachten zijnen bijstand afsmeekten. En wat zal deze groote Heilige niet van GoJ kunnen hekomen, hij, ilio niet alleen ouders, drie broeders, twee zusters, en zoo voel neven had, vermaard door hur.ne heiligheid, maar nog in nauwe bloedverwantschap stond met Jezus-Christus zelven, en met hem was opgevoed?
Hij begon het evangelie te verkondigen vóór al zijne medeapostelen; Judea, Golilea, Samarië, Perzië, Idumea, Arable, Syrië, MesapotamiS doorreisde hij met zoo voel vrucht, dat hij in Syrië met den koning, dien hij door de heilige waters des doopsels van melaatsohheid genas, menigvuldige anderen bekeerde; in Babylonia den koning met zestigduizend menschen doopte, en allen verbaasde door de mirakelen, die hij deed. Door zijne enkele tegenwoordigheid belette hij den duivel, door de afgoden te spreken; door het teeken des heiligen kruises gaf hij de blinden het gezicht, de stommen de spraak weder; de vergiftige slangen raakte hij straffeloos aan, on riep de dooden tot het leven terug. Dit alles bekroonde hij met den marteldood- Die zooveel in zijn leven uitwerkt, zal nog meer in den hemel vermogen, zoo wij zijne voorspraak door eene aanhoudende godvruchtigheid weten te winnen (1).
Deze devotie, alhoewel reeds sedert een geruimen tijd in de heilige Kerk gebruikelijk, bleef lang voor velen onbekend. Doch sedert weinige jaren is zij op eene bijzonders wijze onder de geloovigen aangegroeid, en schijnt dagelijks zich meer en meer te verspreiden, ter oorzake van de menigvuldige en soms gansch buitengewone zegeningen, waarmede God dezelve heeft begunstigd.
LOFZANG.
Wij vereeren het Evangelie, dat gij met 7.00 veel ijver verkondigd, en zoo volmaaktelijk onderhouden hebt.
Zelfs nu nog moedigt gij ons aan, om aan hetzelve getrouw te wezen; gij leert ons, dat er geen andere weg is, die ten hemel leidt.
(i) VWe Afccum Vesant; 1826.
44
690 DE HEILIGE JUDAS THADDEUS.
Grootc heilige, geheel de wereld geeft u den luistervollen titel von on vermoei haren apostel.
Ant. Hij heeft het woord der wijsheid verspreid als een vruchtbaren dauw; hij heeft den Heer allen lof gegeven.
gt;. Heilige Judas Thaddeus, onze getrouwe beschermer,
ö. Maak onsden algoeden God genadig.
Heer, wiens barmhartigheid oneindig is, aanhoor het nederig gebed van uwe dienaren; geef dat allen, die u vereeren in den persoon van den gelukzaligen apostel Judas Thaddeus, door zijne voorspraak mogen bekomen heigeen zij vragen. Door Christus, onzen Heer. Amen.
AANBEVELING.
Uitgelezen apostel, onoverwinbare martelaar, aanhoor gunstig onze gebeden en zie goedwillig neder op onze verlangens; verkrijg ons sterkte in den strijd en eene vurige liefde tot God. Mocht ik in mijn laatste uur, alsde hel al hare macht tegen mij zal gebruiken, door uwe hulp ondersteund, krachtdadig en standvastig we-derstaan aan alle vijanden!
Heb medelijden met mijne ziel, mijn eenigen schat: wees altijd mijn steun ; kom mij ter bnlp in het uur des oordeels en doe mij voor het aanschijn des oiiper-sten Rechters genade vinden. Amen.
LITANIE VAN DEN H. APOSTEL JUDAS THADDEUS.
Heer, ontferm u onzer. Christus, ontferm u onzer. Heer, ontferm u onzer.
DE HEILIGE JUDAS THADDEUS. 69)
Christus, hoor ons.
Christus, verhoor ons.
God, hemelsche Vader, ontferm u onzer.
God, Zoon, Verlosser der wereld, ontferm u onzer. God, Heilige Geest, ontferm u onzer.
Heilige Drievuldigheid, één God, ontferm u onzer. Heilige Judas Thaddeus, bloedverwant van Jezus en Maria, bid voor ons.
die het geluk hebt gehad, Jezus en Maria te mogen aanschouwen en in hun zoet gezelschap te verkeeren,
die tot de waardigheid van apostel zijt verheven geweest,
die de eer hebt gehad, uwen Goddelijken Meester zich voor u te zien vernederen, ja zelfs uwe voeten wasschen,
die in het laatste avondmaai uit de banden van Jezus-Christus zeiven het allerheiligste Sacrament hebt ontvangen,
3 die na de diepe smart, welke de dood van uwen 2 geliefdon Meester u aandofd, den troost hei)t 5 gehad hem verrezen te zien en zijne luister- ^ rijke hemelvaart bij te wonen, i
?? die op Sinksendag met den Heiligen Geest zijt 0 J vervuld geworden, 5
die het Evangelie in Perzië hebt verkondigd, ~ die ontelbare volken tot het ware geloof hebt bekeerd,
die door de kracht des Heiligen Geesles ongehoorde mirakelen hebt gedaan,
die aan een heidenschen koning naar ziel en
lichaam het leven hebt geschonken,
die de duivels en hunne orakels hebt doen zv' j-gen,
die aan een niachteloozen vorst een roemvollen vrede meteen machtigen vijand hebt voorzegd,
■Éü
692 DE HEILIGE JUDAS THADDEUS.
H. Judas Tliaddeus, die, in weerwil der bedreigingen der goddeloozen, zonder vrees de leerpunten des ge-loofs hebt verkondigd, bid voor ons.
H. Judas Thaddeus, die het geluk hebt gehad voorde glorie van uwen Goddelijken Meester als martelaar te sterven, bid voor ons.
Wij aanroepen u met betrouwen, wij bidden u, verhoor ons.
Dat door uwe voorspraak de bedienaars en de leden der H. Kerk met vurigen ijver voor het geloof van Jezus-Christus mogen bezield worden, Dat de Paus en al de christene vorsten den vrede, de eendracht en de macht mogen behouden, die zij noodig hebben om hunne vijanden te overwinnen,
Dat de ketters en de heidenen zich lot het ware ge-
Dat het geloof, de hoop en do liefde in onze harten quot;f;
Dat wij van slechte gedachten en van de listen des g
duivels bevrijd worden,
Gewaardig u onder uwe bescherming te nemen al-
Gewaardig u die allen van zonde en van de gelegen- S heid der zonde te bewaren, °
Verkrijg hun de genade van voor hunnen dood al § hunne fouten door de kracht der heilige Sacra- ' menten uit te wisschen,
Gewaardig u hen in den hiatsten stond tegen de
woede des duivels te verdedigen.
Vraag voorden, dat zij aan Gods rechtvaardigheid mogen voldoen en een gunstig vonnis bekomen. Maak dat zij de woonplaats der levenden mogen ingaan en het eeuwig geluk genieten,
Lam Gods, dat de zonden der wereld wegneemt verhoor ons, Heer.
DE HEILIGE JUDAS THADDEUS. 695
Lam Gods, dat de zonden der wereld wegneemt, spaar ons. Heer.
Lam Gods, dat de zonden der wereld wegneemt, ontferm u onzer.
gt;■. Heilige Judas Thaddeus, bid voor ons,
Éij. En voor al uwe dienaren.
GEBED.
Roemrijke apostel en martelaar, bloedverwant van Jezus, heilige Judas Thaddeus, die het geloof hebt verkondigd in de verst afgelegene landen en bij de bar-baarste volken, en die door de kracht van het heilig woord ontelbare zielen voor den hemel hebt gewonnen, verkrijg voor mij, ik bid u, dat ik aan alle zonde ver-zake, dat ik moge bevrijd zijn van gevaarlijke bekoringen, dat ik in alle hopelooze zaken altijd uwen bijstand bekome en dat ik eindelijk gerake totdithemelsch vaderland, waar de allerheiligste Drievuldigheid, één Godin drie personen, de Vader, de Zoon en de Heilige Geest, gestadig aangebeden worden. Amen.
ANDER GEBED.
Heilige Judas Thaddeus, roemrijke apostel, getrouwe navolger eu vriend van Jezus, velen vergeten u, omdat gij den naam draagt van den verrader, die uwen aan-biddelijken Meester heeft verkocht en aan zijne vijanden geleverd, maar ook zijn er vele andere christenen die u aanroepen, als den bijzonderen beschermer in hopelooze toestanden ; bid voor mij, ik ben zoo ellendig, bid voor mij, opdat ik van den hemel troost en hulp moge ontvangen in mijne smarten, in mijne kwellingen (en vooral in de zaak...) en later met u en al de uitverkorenen God loven en danken in alleeeuwiiilieid. Amen.
DE H. JOANNES, APOSTEL EN EVANGELIST.
DE H. JOANNES, APOSTEL EN EVANGELIST.
De heilige Joannes werd bij voorkeurvan Jezus bemind: hij was een der getuigen van zijne verheerlijking op den borg Thabor, en van zijnen doodstrijd in den hof der Olijven. Hij volgde hem met Maria op den kruisweg, en onder het kruis, waaraan Jezus hing, had hij het geluk deze zoete woorden te hooren: Zoon, ziedaar uwe Moeder, ecce Maler lua ; In den naam van alle menschen nam hij Maria voor zich en voor ons tot Moeder aan.
GEBED TOT DEN H. JOANNES.
O grootc apostel en lieveling van Jezus! om het aan de mensclien in uw evangelie bekend te maken, mocht gij de getuige wezen van de uitwerksels der oneindige liefde, die de Zaligmaker ons toedraagt. Gij zaagt zijnen doodstrijd in deu hof der Olijven, volgdet hem op zijnen tocht naar den Calvarieberg, en waart tegenwoordig bij zijnen dood aan het kruis. Verkrijg ons, dat wij Jezus mogen kennen, beminnen en zijnen heiligen naam verheerlijken, gelijk gij hem gekend, bemind en verheerlijkt hebt. In het laatste Avondmaal , mocht gij uw hoofd op de borst van Jezus laten rusten, en aan de bron van alle liefde, in Jezus' Hart, die liefde putten, welke u tot het einde toe ondersteund en bezield heeft, help ons ook lot die bron geraken, het Hart van Jezus vinden, opdat wij, brandende van liefde, altoos in het Hart van Jezus leven, eens in dat Hart sterven, en zoo met u, met Maria en alle Heiligen, Jezus iu alle eeuwigheid bezitten. Amen.
694
DE UEILIGL STEPHANLS.
DE HEILIGE STEPHANUS,
EERSTE MARTELAAR.
69Ö
Stephanus vol van geloof en van den H. Geest, werd in de eerste tijden der Kerk eenparig door de apostelen tot diaken verkoren. Zij legden, biddende, hem de handen op. Vol van genade en kracht, predikte hij de leering van Jezus-Christus, en de joden, die hem tegenspraken, konden niet weder-staan aan de wijsheid die door zijnen mond sprak. Woedende vroeggn zij zijn bloed. Doch hij, daar hij vol was van den Heiligen Geest, blikte ten hemel op en zag de heerlijkheid Gods en Jezus staan aan Gods rechter zijde. «Ik zie, «sprak hij, de hemelen geopend, en den Zoon des men-»schen (dien gij aan het kruis hebt genageld) staande aan » de rechter zijde zijns Vaders.» Dan brak de woede zijner vijanden uit; zij stopten hunne ooren, vielen gezamenlijk op hem aan, dreven hem buiten de stad en steenigden hem. Stephanus, versterkt door de Goddelijke genade, onderging kloekmoedig den marteldood. «Heere Jezus, zegde hij, ont-igt;vang mijnen geest, en reken mijne vijanden deze zonde » niet aan.»
O mijn gekruiste en tot het leven opgestane God! gij vvien Stephanus aan de verdwaalde joden verkondigde, wien Stephanus aan de rechter hand van God aanschouwde, voor wien Stephanus zijn leven ten beste gal! zend eenen straal van uw licht in mijn hart, opdat ik in u geloove, gelijk Stephanus; geef mij eenen onverschrokken moed om van u te spreken, gelijk Stephanus; verleen mij liefdeen geduld, om voor u te lijden, gelijk Stephanus; stort overmij genade en sterkte uil om mijne vi janden te vergeven, gelijk Stephanus; geef mij eindelijk de genade aller genaden van waardig te worden om- u eens in den hemel te zien, gelijk Stephanus reeds hier op aarde u zien mocht. Amen.
DE HEILIGE ANTONIUS VAN PADUA.
DE HEILIGE ANTONIUS VAN PADUA.
De geloovigen hebben altoos eene bijzondere godsvrucht tot den H. Antonius van Padua gehad, en zij weten in menige omstandigheden hunne toevlucht tot hem te nemen. Nog-tans onder de wonderbare gaven, welke hem kenmerken, is er eene die hem van al de andere heiligen onderscheidt; het is de macht welke hij heeft om de verlorene dingen te doen terugvinden.
Bij het zien van zoovele feiten, moeten wij vol van betrouwen den groeten Heilige aanroepen om terug te vinden, wat wij verloren hebben, en om te behouden hetgeen wij bezitten. Doch vermits er geen grooter mirakel is dan de terugvinding der verlorene gratie, zoo bidden wij hem voor die welke dit verlies hebben gedaan en voor ons zeiven, bijaldien ons dit ongeluk overkomen is.
TER EERE VAN DEN H. ANTONIUS VAN PADUA.
God, hemelsche Vader, Schepper van het heelal, ontferm u onzer.
God, Zoon, Verlosser dor wereld, ontferm u onzer. God, H. Geest, Heiligmaker der zielen,ontferm u onzer. H. Maria, Goddelijke beschermster van den heiligen
H. Franciscus, vader en bestierder van den heiligen
H. Antonius van Padua, bid voor ons.
H. Antonius, roem van Portugal, uw vaderland bid voor ons.
696
DE HKILIGU ANTUMUS VAN PADUA. 697
H. Antonius, licht van Frankrijk, bid voor ons. H. Antonius, fakkel van Italië en Spanje,
H. Antonius, liefde der volkeren,
H. Antonius, navolger van dsn heiligen Franciscus, H. Antonius, getrouwe onderhouder van diens regel, H. Antonius, wonder van boetvaardigheid,
H. Antonius, minnaar van het kruis,
H. Antonius, overwinnaar der kwade luslen, H. Antonius, voorbeeld van zuiverheid, gehoorzaamheid en armoede,
H. Antonius, verkondiger van hel Evangelie, H. Antonius, orakel van den Heiligen Geest, H. Antonius, ijveraar der waarheid en der liefde, H. Antonius, afschrik der hel,
H. Antonius, volmaakt voorbeeld,
H. Antonius, afbeeldsel van het aposlelijk leven, S H. Antonius, doorgronder der gewetens, ^
H. Antonius, onderrichter der onwetenden, g
H. Antonius, trooster der bedrukten, ^
H. Antonius, verdediger der onplichtigen, §
H. Antonius, vat van heiligheid, •
H. Antonius, machtig iu werken en in mirakelen, H. Antonius, die vereerd geweest zijt met het bezoek van het kindje Jezus,
H. Antonius, die ontvlamd waart voor de zaligheid der zielen,
H. Antonius, voorzegger van toekomende dingen, H. Antonius, die de dooden hebt doen verrijzen, H. Antonius, de hoop van ben die in gevaar zijn, H. Antonius, wiens bescherming zij, die u aanroepen, gevoelen,
H. Antonius, wien men met vrucht aanroept om
verlorene zaken weder te vinden,
H. Antonius, roem der Minderbroeders,
Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld, spaar ons. Heer.
008 DE H. ALOISILS VAN GOSZAGUA.
Lain (jijds, dat wegneemt de zonden der wereld, verhoor ons, Heer.
Lam Cods, dat wegneemt de zonden der wereld, ontferm u onzer. Heer.
y. 13id voor ons, heilige Antonius, roemrijke verkondiger des geloofs,
K. Opdat wij, onder uwe bescherming, tot het geluk des eeuwigen levens geraken.
GEBED.
Heer, wij bidden u, geef ons bij u voor middelaar den heiligen Antonius, uwen belijder, wiens deugden, mirakelen en wonderen, hunne verdiensten, luister en roem van u ontvangen hebben. Door Jezus-Christus onzen Heer. Amen.
DE HEILIGE ALOIS1US VAN GONZAGUA.
PATROON DER JONKHEID.
De naam alleen van den H. Aloïsius van Gonzagua verwekt het gedacht der verhevenste deugden. Men kan het leven van dien jongen heilige niet lezen zonder het verlangen op te vatten van zich te heiligen, en gelijk hij, met geloof, liefde en volmaaktheid, al de gewone plichten dos levens te volbrengen. Men moet dus niet verwonderd staan, dat wij de godvruchtige oefeningen ter eere van dien heilige onder de wekelijksche oefeningen medegedeeld hebben. Om onder de christene jonkheid deze belangrijke godsvrucht te voeden, heeft Clemens XII, door twee decreten, het eene van tl December 1739 en het andere van 7 Januari 1740, eenen vollen aflaat vergund op eiken der zes zondagen, welke, tereere van dien Heilige, of onmid-delijkvóór zijnen feestdag, of op eenen andoren tijd des jaars gevierd worden, op voorwaarde dat .tij achtereen volgen, en men op eiken dier dagen biechtc, tot de H. Tafel
DE H. ALOISILS VAN GONZAGUA. 099
nadere, voor de noodwendigheden der heilige Kerk bidde, en eenige godvruchtige overwegingen of lezingen of eenig ander godvruchtig werk doe ter eere van den H. Aloïsius van Gonzagua.
GODSVRUCHT TOT DEN H. ALOÏSIUS VAN GONZAGUA.
OEFENING VAN TOEWIJDING.
Groote Heilige, gij Uien eene cngclsche zuiverheid vóór de oogen van God en van de Koningin der maagden zoo beminnelijk gemaakt heeft, ik stel mij bijzonderlijk onder uwe bescherming, en ik verkies u vandaag, in de tegenwoordigheid van den hemel, van de allerheiligste Maagd Maria en vau geheel het hemelsch hof, voor mijnen patroon .in mijnen voorspreker bij God; wees, bid ik u, de beschermer en do bewaarder mijner zuiverheid, mijn geleider en mijn raadsman in het verkiezen van eenen staat. O gij, die een volmaakt voorbeeld aller deugden zijt, verkrijg mij de genade van uwe vurigheid, uwe zuiverheid, uwe zedigheid en al de deugden, die ik in mijnen staat uitoefenen moet, na te volgen. Gelief, groote heilige, de schutsengel mijner dagen en mijn leidsman in den weg der zaligheid te wezen. Maak, o mijn geliefde weldoener, dat ik, u voornamelijk toegenegen zijnde door deze opdracht die ik u uit eigene beweging doe, de uitwerksels uwer bijzondere bescherming gevoele gedurende den ganschen loop van dit leven, en bovenal in hot schrikkelijke oogonblik dat over mij voorde gan-sche eeuwigheid beslissen zal. Amen.
LITANIE
TOT DEN II. ALOÏSIUS VAN GONZAGUA.
Heer, ontferm u onzer.
Christus, ontferm u onzer.
Heer, ontferm u onzer.
quot;OÖ DE H. ALOISIÜS VAN GOMZAGUA.
Christus, hoor ons.
Christus, verhoor ons.
God, hemelsciie Vader, ontferm u onzer.
God, Zoon, Verlosser der wereld, ontferm u onzer.
God, H. Geest, ontferm u onzer.
H. Drievuldigheid, één God, ontferm u onzer.
II. Maria, patrones van den heiligen Aloïsius van Gon-
zagua, bid voor ons.
11. Aloïsius van Gonzagua,
11. Aloïsius, met zegeningen van God overladen, 11. Aloïsius, vervuld met den Heiligen Geest, 11. Aloïsius, allerwaardigste belijder van Jezus-Christus,
H. Aloïsius, allergodvruchtigste aanbidder van het
heilig Sacrament des altaars,
H. Aloïsius, getrouwe dienaar der heilige Maagd Maria,
11. Aloïsius, edelmoedige verachter der wereldsche genoegten,
11. Aloïsius, voorbeeld van ootmoedigheid, S
11. Aloïsius, minnaar der armoede,
11. Aloïsius, volmaakt in gehoorzaamheid, o
H. Aloïsius, wonderbaar in verduldigheid,
11. Aloïsius, zeer vermogend in den hemel, g
11. Aloïsius, die de duivelen hebt doen vluchten, quot;
H. Aloïsius, eer en roem der jeugd,
H. Aloïsius, patroon der scholieren,
11. Aloïsius, navolger van het evangelisch leven,
H. Aloïsius, spiegel der maagden,
H. Aloïsius, allerzoetste vertrooster der bedrukten,
H. Aloïsius, zekere behoudenis der krai ken,
H. Aloïsius, eer en sieraad der Societeit Jezus,
H. Aloïsius, glansrijk licht der Kerk,
H. Aloïsius, uitstekend door vele wonderwerken.
Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld, spaar ons. Heer.
BE H. ALOISIüS VAN GONZAGUA. 701
Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld, verhoor ons, Heer.
Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld, ontferm u onzer, Heer.
Jezus, lioor ons.
Jezus, verhoor ons.
y. H. Aloïsius van Gonzagua, bid voor ons.
k. Opdat wij waardig worden der beloften van Christus.
GEBED.
O God! uitdeeler der hemelscho gaven, die aan den heiligen Aloïsius van Gonzagua de genade verleend hebt, eene wonderbare oi noozelheid des levens met de strengheden der boetvaardigheid te paren, maak, door zijne verdiensten en geboden, dat wij, die het ongeluk gehad hebben zijne onnoozelheid niet na te volgen, ten minste zijne boetvaardigheid navolgen. Wi j smeeken u hierom , door onzen Heer Jezus-Christus. Amen.
GEBED TOT DEN H. ALOÏSIUS VAN GONZAGUA OM DE ZUIVERHEID TE BEKOMEN.
O heilige Aloïsius, met engelachtige zeden versierd, alhoewel uw onwaardige dienaar, toch beveel ik u op eene bijzondere wijs de zuiverheid van mijne ziel en van mijn lichaam. Ik bezweer u, door uwe engelachtige zuiverheid , mij aan Jezus-Christus, het Lam zonder vlek, en aan zijne allerheiligste Moeder, de Maagd der maagden aan te bevelen, en mij van alle groote zonde te bevrijden. Laat niet toe dat ik mij ooit met eenige ontuiver-heid besmeure; maar als gij mij in de bekoring of
702 DE H. ALOISIUS VAN GONZAGUA.
in het gevaar van te zondigen zult zien , verdrijf dan alle onzuivere gedachten en geneigdheden uit mijn hart, door in mij het aandenken der eeuwigheid en des gekruisten Jezus te verwekken ; druk diep in mijn hart de gevoelens van eene heilige vreeze en van eene vurige Goddelijke liefde, opdat ik, u op aarde navolgende, het geluk hebbe met u in den hemel God te genieten. Amen.
Onze Vader, Wees gegroet.
Aflaat: 100 dagen, eens daags.
GEDED OM DE DEUGDEN VAN DEN H. ALOISIUS VAN GONZAGUA TE VERWERVEN.
Voorzang. Hij was vervuld met goedheid en zacht-moediglieid, zedig in zijne oogen, eenvoudig en zuiver in zijne zeden, en van zijne kindsheid af tot het uitoefenen aller deugden geschikt.
Deminnelijke Heilige, wees de dagen uwer ballingschap indachtig.
fi. Aanroep voor ons den Heer, en beveel hem onze dierbaarste belangen aan.
LAAT ONS BIDDEN.
Beminnelijke Heilige, die de kindsheid beschermt, en wiens engelachlige zeden mij tot voorbeeld worden voorgedragen, gewaardig u, uil de verhlijl'plaats van glorie en geluk, vyaar gij gekomen zijt, mij doen te gevoelen hoe gunstig gij zijl aan degenen, die, nog jong zijnde, aan den Heer traclilen te behagen met u na te volgen. Help mij, smeek ik u, tot het verwerven uwer
DE H. ALPHONSUS DE LIGUORt. 703
riif ootmoedigheid, uwer zaclifmoedigheid, uwer gehoor-
U1'; zaaniheid, uwer zuiverlieid, uws medelijdens met de
e'c' ongelukkigen, uwer teedcreen grondige godsvruoht
' ln tot Jezus en Maria, opdat ik, onder uwe bescherming,
en hier op aarde het geluk hebhe van de kostbare gaal'
0P van zuiverheid te bewaret;, en van met u, in den he-
'en mei, de onsterfelijke kroon te mogen ont vangen. Amen.
LITANIE
TER EERE VAN DEN H. ALPHOXSUS DE UGIIOIU.
«Gansch mijne hoop is in Jezus-Christus en na hem in Maria!» Deze woorden van den II. Alphonsus de Liguori in 't midden der harde beproevingen waaraan God dien II. bisschop, eene glorie der Kerk n de achttiende eeuw, wilde onderwerpen, zijn genoegzaam om ons zijne schoone ziel ui- af te schilderen, en om ons te beren, waar hij het belron-
het wen en do sterkte putte, welke hij noodig had om de belet
sels te overwinnen din hem in den weg stonden, en om zoo vele werken te verrichten, zoo wonderbaar en zoo over-,a'quot; vloedig in vruchten ter zaligheid.
uze Heer, ontferm u onzer.
Christus, ontferm u onzer.
Heer, ontferm u onzer.
Christus, hoor ons.
Christus, verhoor ons.
God, hemelsche Vader, ontferm u onzer, ut. God, Zoon, Verlosser der wereld, ontferm u onzer.
Jen God, H. Geest, ontferm « onzer.
ran Heilige Drievuldigheid, één God, ontferm u onzer,
ge- H. Maria, onbevlekte Maagd, de patrones zoo bemind
Mig van den heiligen Alphonsus, bid voor ons.
te H. Alphonsus, voorbeeld van godvruchtigheid van uwe
ver teederste jaren, bid voor ons.
704 DE H. ALPHONSUS DR LIGUORI.
H. Alphnnsus, Int den dood toe van alle doodzonde be- H..
H. Alplionsus, die zoo edelmoediglijk de rijkdom- H..
men en de ijdelheden der wereld met de voeten H.,
H. Alplionsus, altoos aan de stem der Goddelijke II..
H. Alplionsus, rijk in schatten van christene ar- H. .
II. Alplionsus, voorbeeld van verduldigheid in de II.
moeielijkheden en in de verdrukkingen, v
H. Alplionsus, voorbeeld van zoetaardigheid en v
overlating in de tegenstrijdigheden, quot; H. .
H. Alphonsus, brandend van eeuen heiligen ijver t
voorde zaligheid der zielen, H.
H. Alphonsus, geesel der ketterijen, s
II. Alphonsus, verlichte verdediger des geloofs, H H. .
H. Alphonsus, altijd bezig met de arme menscben II. -
H. Alphonsus, teeder vertrooster der bedrukten, ° II.
H. Alphonsus, ervaren in het bekeeren der zon- § z
H. Alphonsus, geleerde en veilige leidsman in deu li
H. Alphonsus, die u aan allen gelijk maaktet, om H.
alle harten tot Jezus-Christus te winnen, c
II. Alphonsus, nieuw sieraad van den godsdienst, H.
H. Alphonsus, kloekmoedige verdediger der kerk- I
H. Alphonsus, voorbeeld van onderwerping en ver- H.
H. Alphonsus, altijd wakend over de kudde die u H.
H. Alphonsus, vol ijver om de stichting der geloo- i
vigen en de verheffing onzer Moeder de heilige La
1
DE H. AUMIONSUS UK L1GUÜRI. 7Üü
H. Alphonsus, roem der priesters en der bisschoppen.
bid \oor ons.
H. Alphonsus, schitterende spiegel aller deugden, H. Alphonsus, vol van de teoderste liefde voor het
kindje Jezus,
II. Alphonsus, ontvlamd van serafische vurigheid,
wanneer gij het heilig misoffer opdroegt, H. Alphonsus, vurige aanbidder van Jezus in het
heilig Sacrament des altaars,
H. Alphonsus, die zoo diep bedroefd waart, terwijl gij het lijden van onzen Zaligmaker overwoog!,
H. Alphonsus, voornamelijk den dienst van Maria toegedaan,
H. Alphonsus, die, predikende, met eene verschijning der heilige Maagd vereerd werdl, S H. Alphonsus, engel van zuive»heid en zedigheid, ~ H. Alphonsus, ware patriark door uwe vaderlijke g bezorgdheid voor Gods volk, ■gt; H. Alphonsus, bevoorrecht met de gaaf van voor- § zegging en van mirakelen, quot; H. Alphonsus, apostel door de uitgestrektheid en
de vruchten uwer werken,
H. Alphonsus, martelaar door uwe strengheden, H. Alphonsus, belijder door uwe schriften vol van
den geest Gods,
H. Alphonsus, die overal den geur der zuiverheid van uw lichaam, uwen geest en uw hart ver?preiddet,
II. Alpl.onsus, stichter der orde van den allerheiligste!) Verlosser,
H. Alphonsus, voorbeeld der missionnarissen, H. Alphonsus, teedere vader en machtige beschermer.
Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld, spaar ons, Jezus.
fOl) DE H. ALPIIONSL'S 1)E LIGl'ORI.
Lam Gods, dat wegneemt do zonden der wereld, verhoor ons, Jezus.
Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld, ontferm u onzer, Jezus.
Jezus, hoor ons.
Jezus, verhoor ous.
Voorzang. De Heer heeft hem bemind en hem versierd, hij heeft hem bekleed met den stool vangloiie, en hem aan de deuren des hemels gekroond.
gt; . lieer, verhoor mijn gebed,
u. En mijn geroep kome tot u.
LAAT ONS BIDDEN.
OGoii, die uwe Kerk vermeerderd hebt met eene nieuwe familie, door den gelukzaligen Alphonsus Maria, uwen belijder en bisschop, ontvlamd door den ijver voor de zaligheid der zielen; verleen ons, verzoeken wij u, dat wij, onderwezen door zijne heilzame lessen en versterkt door zijne goede voorbeelden, gelukkiglijk tot u mogen geraken. Door Jezus-Christus onzen Heer. Amen.
NIEUW GEBED TOT DEN H. ALPHONSUS MARIA DE LIGL'ORI.
Arme zondaar, gelukkig kind der H, Kerk, nederige dienstknecht van Maria, ik kom met betrouwen tot u, o gelukzalige Alphonsus, tot u die ioo godvruchtig waart tot de allerheiligste Moeder Gods, zoo vervuld van liefde en brandend van ijver voor de bekeering dei-verdoolde schapen van den goeden Herder. Verkrijg mij van den Heer, door de voorspraak der onbevlekte Maagd, die gij in uw leven zoo zeer geëerd hebt, het leedwezen over mijne zonden en het rechtzinnig en krachtdadig verlangen van voorlaan etn gansch chris-
DE HEILIGE KOCHUS. 707
lelijk leven te leiden. Boezem mij voor Jezus en Maria die teedere liefde in, waai mede uw hart bezield was. Maak dat ik edelinoediglijk uwe voetstappen navolge in den weg der zaligheid en der rechtvaardigheid, opdat ik moge verdienen van eens met u eeuwiglijk de barmhartigheid van God te zingen in den hemel. Amen.
LITANIE
TER EERE VAX DEN HEILIGEN RUCIIUS.
Heer, ontferm u onzer.
Christus, ontferm u onzer.
Heer, ontferm u onzer.
Clirislus, hoor ons.
Christus, verhoor ons.
God, hemelsche Vader, Schepper der wereld, onlfcnn u onzer.
God, Zoon, Verlosser der wereld, ontferm u onzer.
God, H. Geest, Heiligmaker der wereld, ontferm u onzer.
H. Drievuldigheid, één God, ontferm u onzer.
II. Maria, bid voor ons.
11. Moeder Gods,
H. Maagd der maagden,
H. Rochus,
H. Carolus Borromeüs,
H. Franciscus,
H. Agatha,
Tn
708 DE HEILIGE ROCIIUS.
H. üai hara, bid voor ons.
II. Rosalia, bid voor ons.
Illi. Patronen des liisdoms en des lands, bidt voor ons. Alle Heiligen des liemels, spreekt voor ons len beste. Van alle bedorvene Incbt, verlos ons. Heer.
Van de hitte der koorts,
\ ;m de pest,
Van alle besmettelijke ziekte,
Van allen schielijken en onvoorzienen dood, -lt;
Van de eeuwige verdoemenis, 2.
Door de uitstekende verdiensten van uwen getrou- » wen dienaar, den heiligen Roclms, g
Door zijne strenge boetvaardigheid, iquot;
Door zijne menigvuldige boetplegingen, s
Door zijne vurige liefde jegens de pestkranken, % Door zijne wondere verduldigheid.
Door zijnen heldenmoed in het gevang.
Door de macht welke gij hem verleend hebt tegen
de pest en alle besmettelijke ziekte.
Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld,
spaar ons. Heer.
Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld,
verhoor ons. Heer.
Lam Gods, dal wegneemt de zonden der wereld,
ontferm u onzer, Heer.
Christus, hoor ons.
Christus, verhoor ons.
Onze Vader, enz.
v. lüd voor ons, heilige Rochus.
ti. Opd t wij van de pest en de besmettelijke ziekten bewaard worden.
LAAT ONS HIDDEN.
Roemrijke heiiigr üochns, patroon tegen de pest, dien God heelt doen ontstaan als eene fakkel om de
DE HEILIOE ROCHÜS. 709
geloovigen tot de werken van liefdadigheid te verlichten, maak dat wij de uitwerksels uwer geboden bij God mogen gevoelen, en dat wij, door de verdiensten uwer werken en uwer onvermoeibare liefdadigheid, van alle besmettelijke ziekte des lichaams en der ziel bewaard worden. Amen.
GEBED TOT DEN H. ROCHUS.
Groote Heilige, keer, bidden wij u, de geesels des Heeren van onze misdadige hoofden af: behoed, door uwe voorspraak, onze lichamen van de gevaren der pest, maar nog meer onze zielen van de besmetting der ondeugd en der kwade voorbeelden ; verwerl ons eene gezonde lucht, maar vooral de zuiverheid van het hart; help ons een goed gebruik maken van de gezondheid, de ziekten met verduldigheid verdragen, voor alles de genezing zoeken van oeze geesleliike kwijning, en, zoo als gij, in de oefeningsn dor ooct-vaardigheid en dor liefde leven, om met u de mslerfelijke heerlijkheid en geluk ie genieten, vvelke uw? deugden u verdiend hebben. Amen.
ANDER GE3ED.
Groote Heilige, o gij, dien men met zoo goeden uitslag aanroept om van de besmettelijke ziekten bevrijd te worden, o gij, de trooster dergenen die lijden, bewaar ons van do besmetting en van de zonde.
GEBED Igt;' DEN TUI) EENER OESMETTEtIJKfc- ZIEKTE.
Almachtige God, die oono bijzondere bescherming beloofd hebt aan hen die in hunne noodwendigheden den heiligen Rochus zouden aanroepen, wij bidden u zeer ootnioedigiijk door de verdiensten zijner gobo-
710 DE II. FIUrCCISCLS VAN ASSISE.
den, dat gij ons zoudet bewaren van do pest en de besmettelijke ziekte, welke zoo vele slachtoH'ers tusschen ons maken. Wij smeeken u hierom, hemelsche Vader, in den naam v;in Jezus-Christus, uwen Zoon, die leeft en lieersebt met u in de eenheid des H. Geestes. Amen.
TER EF.nE VAN DEN H. FRANCISCUS VAN ASSISE.
Onder de bevoorrechte zielen, die het best de verheven- -heid der evangelische raden begrepen hebben, staat de II. Franciscus van Assise voorzeker op den eersten rang: ook verdiende hij van, zelfs uitwendig, eene volmaaktere gelijkheid met het Goddelijk Voorbeeld te hebben, door zijnen geest van diepe overgoving aan den wil des Heeren, en zijne heilige wondteekenen.
Vruchtbaar in werken, heeft hij eene orde daargesteld die luister en stichting in de heilige Kerk heeft bijgebracht, en die voor eersten rijkdom en eersten roem de nederigste armoede • moest hebben. Aanroept dus met betrouwen den grooten dienaar Gods, Franciscus van Assise, gij, arme, kuische, ootmoedige zielen, gij, die deze kostbare deugden betracht; gij, gezegende zielen, die geen geluk ziet, voor wie het zij in deze wereld, dan in het volbrengen van dep wil Gods!
God, hemelsche Vader, ontferm u onzer.
Ood, Zoon, Verlosser der wereld, ontferm u onzer. God, H. Geest, ontferm u onzer.
Heilige Drievuldigheid, één God, onlferm u onzer. H. Maria, spiegel van rechl vaardigheid, bid voor ons.
DE H. FRASCISCCS VAX ASSISE. H. Franciscus, l)cminnplijne vader, bid voor ons. H. Franciscus, wondei lijkf vader,
H. Franciscus, vader vol goedheid,
II. Franciscus, eprbiedwaardige vader, H. Franciscus, ridder van den gekruisten Jezus, H. Franciscus, navolger van den Zoon Gods, H. Franciscus, vurige serafijn,
H. Franciscus, gloeiende oven van liefde, H. Franciscus, ark van heiligheid,
H. Franciscus, vat van zuiverheid,
H. Franciscus, voorbeeld van volmaaktheid, H. Franciscus, regel van rechtvaardigheid, H. Franciscus, spiegel van eerbaarheid, H Franciscus, getrouw aan de heilige oefeningen
van boetvaardigheid,
H. Franciscus, wonder door wonderdaden, II. Franciscus, leermeester van gehoorzaamheid, H. Franciscus, voorbeeld der deugden, H. Franciscus, patriark der arme menschen, H. Franciscus, minnaar des vredes,
H. Franciscus, afschrik der ondeugd,
11. Franciscus, licht uws vaderlands,
H. Franciscus, sieraad der zeden,
H. Franciscus, kloekmoedige bestrijder des duivels, H. Franciscus, die dooden verwekt hebt, H. Franciscus, die het leven gered hebt aan uitgehongerde arme menschen,
H. Franciscus, die de melaatschen verzorgd hebt, H. Franciscus, wapenknecht van den grooten koning H. Franciscus, die oprecht ootmoedig waart, H. Franciscus, die de kw ade drif ten overwonnen hebl H. Franciscus, steun der zwakken,
H. Franciscus, licht der volkeren,
H. Franciscus, martelaar door begeerte, H. Franciscus, apostel der buitenlieden,' H. Franciscus, die de gaven van glorie droegt,
712 DE H. FIUNCISC.US VAN ASSISE.
H. Fraiiciscus, voorzichtige leidsman van ons leger,
bid voor ons.
H. Franciscus, die nieuwe mirakelen gedaan hebt, H. Franciscus, die den hemel geopend hebt voor blinden, die er hunne voetstappen van wegkoer-den,
H. F ranciscus, die de arglistige omwerpen der 5 1'ooze vijanden van God verijdcldet, 2
H. Franciscus, die overal den schat der deugden g uitstorttet, 'f'
H. Franciscus, die eene diepe kennis hebl der geheimen van het geestelijk leven,
H. Franciscus, die den weg der ware glorie des hemels breeder maakt,
H. Franciscus, wonder der naluur en der genade. Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld,
spaar ons, Heer.
Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld,
verhoor ons. Heer.
Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld,
ontferm u onzer. Heer.
Christus, hoor ons.
Christus, verhoor ous.
\oorz. Ik zegen u, eeuwige Vader, Heer van hemel en aarde, dal gij uwe verhevene geheimen verborgen gehouden hebt voor de wijzen en do voorzichligen der wereld, en dat gij die geopenbaard he i)t aan de kleinen, y. Heer, verhoor mijn gebed;
6. En mijn geroep kome tol u.
LAAT ONS BIDDEN.
O God, die u gewaardigt aan de kleinen en nederigen
DE II. FRANCISCÜS VAN ASSISE. 713
u te doen kennen, geof ons do gratie van, gelijk de gelukzalige Franciscus, do dwaze wijsheid dezer wereld te verzaken, en niets te ieeren dan den gekruisten Jezus, die leeft en heerscht in al de eeuwen der eeuwen. Amen.
AM).1;!! GEItED AAN DEN H. FP.ANCISCUS VAN ASSISE, OM
liK VERSMADING VAN DE W'EREI.D EN DE LIEFDE VAN
JIV/.US TE VRAGEN.
Gelukzalige heilige Franciscus, bij uitstek de arme van God, maar ook rijk in verdiensten voor de oogen van Jezus, help ons in onze harten die ondeugden beteugelen,welke de oorzaak zijn van het verlies van zoo vele zielen, en met meer vurigheid dien goeden Meester beminnen, wiens liefde ons tot zoo verheven eene heiligheid gebracht heeft. Doe ons waarlijk arm van geest worden, onthecht ons van de vergankelijke goederen dezer aarde, om nimmer te denken dan aan de goederen des hemels, en Jezus-Christus alléén aan te kleven, wiens kruis en heilige wonden de eenigste weienschap, de eenigste sterkte, de eenigste glorie van eenen waren christen zijn. Dat wij, naar uw voorbeeld, de armoede beminnen, niet alleenlijk omdat zij een krachtig geneesmiddel is tegen de ongeregelde geneigdheden en dal zij de voedster der ootmoedigheid en de grondsteen der volmaaktheid is, maar omdat zij ons gelijkvormiger maakt aan ons Goddelijk Voorbeeld Jezus, die arm geleefd heeft en die op eene bijzondere wijs de arme menschen zegent. Amen.
gen
LITANIE TER EERE VAN DE H. ANNA.
De H. Anna verdiende, door hare uitstekende deugden, de moeder te worden van de allerheiligste Maagd, uit wie de Verlosser moest gedoren worden ; zij werd gezegend boven
714 DE HEILIGE AXXA.
al de dochters van Eva, in dezen zin, dat op haar na Maria, al de eer der Onbevlekte Ontvangenis terugstraalt ; zij heeft het geluk gehad van verkoren te zijn, om in de vrees des Heeren op te voeden de welbeminde Dochter van den hemelschen Vader, de Moeder van den Goddelijken Zaligmaker, de Bruid van den II. Geest; zij gebood aan de verhevene Koningin van het heelal, richtte hare eerste voetstappen, en vormde haar hart tot het uitoefenen aller deugden. Welke eer geniet zij in den hemel niet: hoe machtig is hare bescherming bij Jezus en Maria!
Heer, ontferm u onzer.
Christus, ontferm u onzer.
Heer, ontferm u onzer.
Christus, hoor ons.
Christus, verhoor ons.
God, hemelsche Vader, ontferm u onzer.
Cod, Zoon, Verlosser der «ereld, ontferm u onzer. God, H. Geest, ontferm u onzer.
Heilige Drievuldigheid, één God, ontferm u onzer. H. Anna, bid voor ons.
H. Anna, grootmoeder van Jczus-Christus,
H. Anna, moeder der heilige Maagd Maria,
H. Anna, echlgenoote van Joachim,
H. Anna, schoonmoeder van Joseph,
H. Anna, ark des verbonds,
H. Anna, herg Oreb,
H. Anna, uit koninklijk bloed gesproten, 5
H. Anna, vreugd der Engelen, £
H. Anna, dochter der Patriarken, g
H. Anna, godspraak der Profeten, quot;
II. Anna, roem der Heiligen,
H. Anna, glorie der priesters en levieten,
H. Anna, schitterende avolk,
H. Anna, vol van genaden,
H. Anna, voorbeeld van gehoorzaamheid,
H.Anna, voorbeeld van godvruchliglicicl, l)i(l voor ons. H. Anna, voorbeeld van verdiildiglieid,
H. Anna, versterking der heilig; Kerk,
H. Anna, toevlucht der zoudaren, w
H. Anna, beschermster der christenen, ^
H. Anna, troosteres der bedrukten, §
H. Anna, moeder der weduwen, ^
H. Anna, onderwijsster der maagden, K
H. Anna, bewaarster dergenen die op zee zijn, H. Anna, hulp dergenen die hunne toevlucht lot u nemen.
Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld,
spaar ons, Heer.
Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld,
verhoor ons. Heer.
Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld,
ontferm u onzer. Heer.
Heer, ontferm u onzer.
Christus, ontferm u onzer.
y. God heeft de heilige Anna bemind.
ft. Hij heeft hare deugden liefgehad.
LAAT ONS mtll)!:.\.
Wees voor altijd gezegend, o glorierijke Anna, omdat gij het geluk gehad hebt de allerzuiverste en onbevlekte Moeder Gods in uwen schoot te dragen ; wij nemen deel in de vreugd welke gij bij hare geboorte gevoeldet, en in de edelmoedige opoffering welke gij aan den Allerhoogste deedt, toen gij haar in den tempel aanboodt; groote Heilige, draag gij zelve ons op aan Jezus en Maria. Wees bij Ihmi onze voorspreekster en onze bescbermsler. Wat moeten wij van uwe macht niet hopen , indien wij het geluk hebben genade bij u te vinden. Amen,
DE HEILIGE PIIILOMENA.
LITANIE TEU EEUE VAN DE H. PIIILOMENA.
Heer, ontferm u onzer.
Christus, ontferm u onzer.
Heer, ontferm u onzer.
Christus, hoor ons.
Christus, verhoor ons.
God hemelsche Vader, ontferm u onzer.
God Zoon, Verlosser der wereld, ontferm u onzer. God H. Geest, ontferm u onzer.
Heilige Drievuldigheid, één God, ontferm u onzer. H. Maria, koningin der maagden, bid voor ons. H. Philomena, wijze maagd,
H. Philomena, getrouwe maagd,
H. Philomeua, maagd allen lof waardig,
H. Philomena, lelie tusschen de doornen,
H. Philomena, mededingster der Engelen, II, Philomena, spiegel der ware godvruchtigheid, ïP. 11. Philomena, wonder van zuiverheid en heiligheid, ~ H. Philomena, wonder van verduldigheid in de pijnen, g H. Philomena, voorbeeld aller deugden, quot;
H. Philomena, zegepralende over de dwingelanden, 5 II. Philomena, voorbeeld der maagden,
H. Philomena, sleun der weezen,
H. Philomena, Iroost der bedrukte harten, H. Philomena, gaarne aangeroepen van de zieken, H. Philomena, beschermster van allen die u eeren. Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld,
spaar ons, Heer.
Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld,
verhoor ons, Heer.
Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld, ontferm u onzer. Heer,
y. liid voor ons, H. Maagd en vermaarde martelares, r). Opdat wij waardig worden der beloften van Christ ns.
716
DE HEILIGE PMI.OMENA.
GEBED.
Wij bidden u, Heer Jezus, doe ons in de bescherming der heilige Phiiomena de hulp vinden welke onze noodwendigheid vereiseht, opdat wij, door hare voorspraak, de genaden verkrijgen waarvan gij de bron zijt, en die wij noodig hebben om tot de zaligheid te geraken: wij smeeken u hierom, o God, die leeft en heerscht in de eeuwen der eeuwen. Amen.
CEDED TOT DE H. PHILOMENA DM DE ZUIVERHEID EM HET BETROUWEN TE BEKOMEN.
Roemrijke Maagd en martelares, zoo zeer bemind van God, heilige Phiiomena, ik verheug mij met u over de macht die God u gegeven heeft voor de glorie zijns Naams, voor de slichting zijner Kerk, en om de verdiensten uws levens en uws doods te eeren. Ik zie u gaarne zoo groot, zoo zuiver, zoo edelmoedig, zoo getrouw aan Jezus-Christus en aan zijn Evangelie, zoo prachtig beloond in den hemel cn op de aarde. Door uwe voorbeelden aangezet tot het uitoefenen der groote deugden, en vol hoop bij het aanschouwen der belooningen aan uwe verdiensten toegestaan, maak ik het voornemen van u na te volgen in het vluchten van het kwaad en in het nauwkeurig volbrengen van al wat God gebiedt. O groote Heilige, help mij door uwe machtige voorspraak. Verkrijg mij voornamelijk eene voor altijd onschendbare zuiverheid, eene sterkte der ziel onver-winbaar voor alle slacli van aanvallen, eene edelmoedigheid, die aan God niet ééne opoffering weigert en eene liefde, zoo sterk ids den dood, voor het geloof van Jezus-Christus, voor zijne heilige roomsche Kerk en voor den Paus, algemeenen Vader van alle geloovigen.
Wees gegroet, o zuivere Phiiomena! die, uit liefde
717
718 DE GELUKZALIGE JOANNES BERCHMANS.
tot .lozus, de lelie des maagdoms in gaiisch haren luister bewaard hebt.
Wees gegroet, o roemrijke Philomena! die zoo edelmoedig uw bloed voor de verdediging des geloofs gegeven hebt.
Weesgegroet, o vermaarde Philomena 1 ark der zaligheid, die overal de grootste wonderen uitwerkt.
DE GELUKZALIGE JOANNES BERCHMANS.
Het pauselijk Besluit der gelukzaligverklaring van den eerwaarden dienaar Gods, Joannes Berchmans, werd afgekondigd den 28 Februari 1863, en don 28 Mei van hetzelfde jaar, met den grootsten luister in de kerk van den H. I'etrus, te Rome, onder den toeloop van eene ontelbare menigte ge-loovigen gevierd.
De zaligverklaring van dien uilmuntenden dienaar Gods, deed een grooten indruk op al de goede christenen van Rome, en is een nieuwe zegepraal voor hot katholieke België, en voor de Societeit van Jezus, aan welke hij tot zoo groote eer verstrekt.
Het geding over de deugden van den eerwaarden Joannes Berchmans, door de congregatie der kerkgebruiken begonnen, werd geëindigd den 5 Juni 1843, door Paus Gregorius XVI, die verklaarde dal deeerw. Joannes Iterchmans de deugden in een heldhaftirjen graad geoefend leeft. Het Besluit van 28 Februari 1805 behelst eene korte schets der deugden van Joannes Berchmans, waarin onder andere gezegd wordt, dat hij den H. Aloïsius zoo volkomen heeft nagevolgd, dat hij denzelfden lof verdient.
Gave de hemel dat die engelachtige jongeling vele navolgers mochte hebben, tot roem van ons vaderland, en tot meerdere eer van den Allerhoogste. Vragen wij die gunst door zijne voorspraak: de glorie tot welke hij verheven is in het verblijf der gelukzaligen is ons het onderpand van zijn vermogen op het hart van God.
DE GELUKZALIGE JOANNES BERCI1MANS.
LITANIE
TER EERE VAN DEN GELUKZALIGEN JOANNES liERCHMANS.
Heer, ontferm u onzer.
Christus, ontferm u onzer.
Heer, ontferm u onzer.
Christus, hoor ons.
Christus, verhoor ons.
God hemelsche Vader, ontferm u onzer.
God Zoon, Verlosser der wereld, ontferm u onzer. God Heilige Geest, ontferm u onzer.
Heiligequot; Drievuldigheid, één God, ontferm u onzer. Heilige Maria, beschermster van den gelukzaligen
Joannes, bid voor ons.
Gelukzalige Joannes,
Groote dienaar van de heilige Maagd Maria, Beijveraar van den eeredlenst van Maria, Verdediger van de Onbevlekte Ontvangenis van Maria,
Voorstander van de geestelijke vergaderingen van Maria,
cj Waardig kind van den heiligen Ignatius, |
•■l? Volkomen navolger van den heiligen Aloysius en o S den heiligen Stanislaus, 5
3 Volmaakt voorbeeld van gehoorzaamheid, £ Minnaar der heilige armoede.
Een engel in zuiverheid en zedigheid.
Die zoo zuiver en zedig waart, dat allen die u aanschouwden, met goede gevoelens doordrongen wierden,
Die zeer waakzaam waartom de engelsche deugd van zuiverheid ongeschonden te bewaren.
713
720 DE GELUKZALIGE JOANNES BERCHMANS.
Gelukzalige Joannes, stiehlend voorbeeld der jonk-heid, bid voor ons.
Sieraad der christelijke jeugd,
Die iu jaren en wijsheid opgroeidet.
Vreugd en voldoening uwer ouders,
ücwonderingen genoegen uwer meesters,
Slichter uwer medegezellen,
Lief en aangenaam om uwe zedigheid en zoetaardigheid.
Ijverige aanbidder van het allerheiligste Sacrament des altaars.
Die dikwijls en met zoo wondere voorbereiding tot de heilige Sacramenten naderdet, . Die uwen tijd tusschen uwe bozigheden en het £ gebed verdeeldel,
| In wiens gedrag geene gebreken te bespeuren S S waren,
a Die de geringste werken met buitengewonen o ~ ijver verrichttet, ?
J Wiens eerste en laatste gedachten heilig waren, S Ü Gegrond in de ootmoedigheid,
^ Edelmoedige versmader der wereldsche wellusten,
Strenge kastijder van uw onnoozel lichaam,
Die met water en brood tevreden waart,
Die uwe oogen en uwen mond zorgvuldig hebt
willen bewaren.
Spiegel der ware en welgegronde godvruchtigheid. Valkomen voorbeeld van deugdzaamheid en volmaaktheid,
Getrouw en standvastig in uwe j:oede voornemens en oefeningen,
Die onder het aanroepi n der namen van Jezus en Maria gestorven zijl.
Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld, spaar ons, Heer.
ok gelukzalige joannes beuciisuns.
Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld,
verhoor ons, Heer.
Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld.
ontferm u onzer. Heer.
Christus, hoor ons.
Christus, verhoor ons.
Heer, ontferm u onzer.
Christus, ontferm u onzer.
Heer, ontferm u onzer.
Onze Vader, enz.
Bid voor ons, gelukzalige Joannes.
7-M
Opdat wij waardig worden der beloften van Christus.
O God van goedheid en liefde, die door de getrouwheid van den gelukzaligen Joawes in kleine zaken, en door zijne onsehendbare zuiverheid hem als navolger van uwen Goddelijken Zoon, aan ous tot voorbeeld gegeven hebt; verleen ons hem zoo volmaaktelijk na te volgen, dat wij verdienen onder het gelal der gelukzaligen aangenomen te worden, en met hem in den hemel gekroond te worden. Boor Christus onzen Heer. Amen.
God van goedheid en barmhartigheid, die ons allen geschapen hebt om eeuwig zalig te worden, en niet wilt dat iemand verloren gaat; die den gelukzaligen Joannes een allergrootste verlangen ingegeven hebt, om zelfs een groote heilige te worden: wij bidden en smeeken n van ons ook een oprecht verlangen en begeerte in te drukken, van willen zalig te worden, en van ons een vasten en standvastigeu wil te verleenen, om het werk van onze zaligheid voor alles te beijveren, en daaraan naarstiglijk en getrouwelijk te arbeiden.
40
722 gered tot de heiligen van ons land.
Zijn wij zoo gelukkig niet geweest van de onnoozel- vir
heid van ons doopsel bewaard te hebben, gelijk de ge- gr:
lukzalige Joannes, geef ons een waar leedwezen over vei
al onze zonden, opdat wij, na bem in zijne gerechtig- bei
beid niet gevolgd te hebben, in zijne boetvaardigheid oo!
mogen volgen. Gelukzalige Joannes, bid voor ons; uit
verkrijg voor ons een waar berouw over al onze Goi
misdaden, eenen afkeer van de zonden, eene groots me
genegenheid tot de deugd, eene hevige begeerte voor gel
onze zaligheid, en bijzonderlijk eene getrouwe stand- kot vastigheid in het goed tot het einde toe; verwerf voor ons het geluk van naar uw voorbeeld in bot aanroepen van Jezus en Maria onzen geest te geven. Amen.
(
gebed tot de heilige apollonia, patrones tegen toe
de tandpijn. ter
we
Luisterrijke Maagd en martelares, heilige Apollonia! bes
gij hebt overgroote smarten en pijnen met eene won- vai
derbare verduldigheid uitgestaan, wanneer men u, om dei
hel belijden van het waar geloof, de tanden met go- dei
weid uitrukte. Bid voor mij, opdat ik, indien het lot dei
mijne zaligheid strekt, van de tandpijn gansch bevrijd me
moge zijn of ten minste door de Goddelijke genade zoo wij
zeer versterkt worde, dat ik dezelve uil liefde tol God ma
verduldig verdrage. Bewaar mij door uwe voorspraak, gij
uil die plaats, waar een eeuwig weenen en knarsetan- nra
den is. Heilige Apollonia, bid voor mij. Amen. ziji
wa
GEBED TOT DE HEILIGEN VAN ONS LAND. Jex
ov(
O glorierijke Heiligen, eertijds onze landgenoolen dro en heden inwoners van den hemel! w j stellen ons onder
uwe machtige bescherming. Zwak gelijk wij en door de- ('a!
zelfde vijanden bevochten, hebt gij uwe heiligmaking quot;el bewerkt in dezelfde ballingschap waar wij ons in be-
gereden tot de heiligen. 725
lozel- vinden; versterkten oudersteund door de Goddelijke
ege- gratie, hebt gij er dc begeerten des vlceschcs verstor-
over ven, met do leering en vonrbeelden van Jezus-Christus,
'litig- hel hoofd der uitverkorenen, na te volgen ; wendt uwe
;heid oogen tot ons, en helpt ons door uwe gebeden, in dit
ons; uiterste gevaar des Geloofs, opdat wij, door de gratie
onze Gods geholpen en uwe deugden navolgende, ons eens
roote met u mogen vereenigen inde glorie voor dewelke wij
voor geboren en door Jezus-Christus onzen Heer wederge-
land- kocht zijn. Amen.
voor
epen gebed tot den n. patroon onzer parochie.
O heilige N.,wien de bescherming dezer plaats is en toevertrouwd! van uit het verblijf der eeuwige wellusten, waar gij den loon uwer deugden thans geniet, werp een genadigen blik op ons neder en vergeet uwe onia! beschermelingen niet. Blootgesteld aim duizenden gewon- varen, omringd van menigvuldige en machtige vijan-i, om den, hoe zullen wij aan hunne aanvallen kunnen weit go- derstaan en niet van den goeden weg afwijken, zonder et lol den krachtigsten en overvloedlgsien bijstand des he-■vrijd mels? Helaas! door onze ondankbaarheden hebben Ie zoo wij ons misschien lang dien bijstand onwaardig ge-1 (Jod maakt! Gij dan, de vriend, de lieveling van God, spreek iraak, gij ten beste voor ons, en bekom ons de gralie die wij se tan- noodig hebben, om dit kortstondig leven getrouw in zijnen dienst door te brengen en van alle zonden bewaard te blijven. Beveel ons aan de zoete Harten van Jezus en Maria, opdat zij hunne koslbanrsle schallen over deze parochie uitstorten, en dat wij, vereenigd looien door de banden der liefde, in vrede en eendracht mo-onder gen loven, en steeds voorlgang doen in de deugd, lot or de- (lat wij, dit tranendal verlatende, gezamenlijk met u in aking hemelsch Jeruzalem, de oneindige goedheden van
in be- Gofl mngen !oven en prijzen in alle eeuwigheid. Amen.
VERZUCHTING NAAR DFN HEMEL.
GERED TOT DEN HEILIGE WIENS NAAM WIJ DRAGEN.
Groote heilige N., wiens naam ik onlvangen heb, wanneer tlo heilige Kerk mij door het doopsel onder het getal barer kinderen aangenomen heeft, ik eeru om de uilnmnleiide deugden, die u hier op aarde aangenaam hebben gemaakt voor de oogen van God, en welke hij nu kroont in den hemel, ik bid u, verwerl' mij door uwe machtige voorspraak, dat ik u moge navolgen door een leven gelijkvormig met den geesl van hel christendom, door oen kloekmoedig strijden tegen de vijanden der zaligheid, door eenc zorgvuldige vermijding van alle zonden, door eene gelrouwe vervulling van al mijne plichten endoor eenen onver-moeiden ijver in den dienst van God en voor de belangen der heilige Harten van Jezus en Maria, opdat ik den Heer behage in dit leven, en in het toekomende de zaligheid verkrijge, welke hij aan zijne getrouwe dienaars beloofd heeft. Amen.
VrCRZl CIITING .NAAR DEN HEMEL.
O schoone hemel, dierbaar vaderland! Huis van God, waar hij zijn troon gevestigd heeft I Zoet verblijf der Engelen en dor Heiligen, waar men leeft van het leven van God zeiven; verzekerde haven na de tempeesten der woedende zee dezer wereld; middenpunt des vredes na de gedurige strijden van dit leven; onvergelijkelijke belooning, aan de vermoeienissen en den arbeid beloofd, die wij op deze aarde doorslaan; heilig Sion, hemelsch Jeruzalem ! w.umeer zal ik eens, deze ballingschap ontkomen, u binnentreden, mijnen God aanschouwen, en, gelijk uwe gelukkige bewoners, mot volle teugen aan den stroom der eeuwige wellusten mij verzadigen?
721
VEUZüCHTliNG gt;AAI1 1)K.\ UKMiJL. /25
Heilige en wonderbare slad, vervulling van al onze verlangens, grenspaal van al onze hoop! ik groet u van verre, als mijn vaderland: eens düu zal ik u zien, eens zal ik u bezitten ! Mijn God! ik verlangde van nu af mijne zangen mot die der Engelen en Heiligen te kunnen vervoegen, om u to loven en te aanbidden; maar, eilaas! gezeten, gelijk de kinderen van Israel^ op de boorden der bedorveue stroomen van üabylonië, in een vreemd land, omgeven van wreede dwingelanden, kon mijne tong niet dan zuchten slaken, mijne oogen niet dan tranen storten! Mijn God, versmaad die zuchten niet: mijne liefde tat u brengt die te weeg; verstoot ook mijne tranen niet: zij vloeien over mijne vroegere ondankbaarheden! Zij vloeien, omdat ik maar al te dikwijls, u en de eeuwige vreugden des hemels vergetende, mij liet verleiden door de valsche vermaken dezer wereld. Aanvaard die zuchten en die Iranen, o mijn God, als een teeken van leedwezen en van liefde lot u, en wend al mijne gepeinzen, al mijne verlangens naar den hemel, mijn dierbaar en gelukkig Sion, waaruit ik nog gebannen ben.
Maar, Heer, wie zal eens die heilige tabernakelen binnentreden? Gij hebt het ons gezegd: hij, die de wegen der boosheid vermeden en die der rechtvaardigheid bewandeld; hij, die het hart zuiver van leu-gentaal en bedrog, de werken van zaligheid en leven uitgeoefend en u bemind zal hebben, hij en bij alleen zal eens in 't bezit van dat hemelsch Jeruzalem gesteld worden, en dat bezit, eens genomen, zal voor hem in alle eeuwen onveranderlijk, onverstoorbaar wezen, en ongenaakbaar voor alle onheilen en gebeurtenissen, die er het geluk enden vrede zouden kunnen verminderen of vernietigen.
Zal ik eens zuiver en onbevlekt voor u mogen verschijnen, o mijn God? Heilig Sion, geliefkoosd vaderland, waar eens al de kinderen van den lie-
72() BELANGEN DKIt Hll. HAKTEN VAN
melscben V;idinquot; moeten vereenigd worden, zal ik hel geluk hebben eens uwo poorten voor mij te jjien openen, er binnen ta treden, deel te hebnen aan uw erfdeel, en mij te laven aan den stroom der onuitsprekelijkewellusten, xve'kedaar voor de uitverkorenen vloeit? Zal ik u eens zien, eens onder uwe inwoners geteld worden? O mijn God, ik voed die vaste hoop; gij hebt mij voor u, voor den hemel geschapen; gij noodigt mij op do eeuwige bruiloft van het Lam; gij roepl mij door uwe genade: ach! laat niet toe dat ik er mij onwaardig van make door de zonden. Ik voel dat ik lot hiertoe nog niets voor dien schoonen hemel gedaan heb; maar voortaan zal hij de eenige bezigheid van mijn leven wezen, gelijk hij het eenig verlangen is van mijn hart. De beloften indachtig, welke aan de vereerders van het aanbiddelijk Hart van Jezus gedaan zijn, wil ik mij voor altijd aan hetzelve geheel en al toewijden, om er in te leven, eens in te sterven, en tot dan toe niets meer iu en builen mij te betrachten dan de dierbare belangen van Jezus en Maria.
BELANGEN OEJB HJI. HARTEN VAN JEZUS EN MARIA Of AARDE.
De Belangen der heilige Horten op aarde hebben een dubbel voorwerp, ons eigene heiligmaking en zaligheid, en de heiligmaking en zaligheid van onzen naaste: dat liet rijk üods zich vestige in allo harten is hun vurigste verlangen, hun stelligste wil. De christen dus moet zich niet tevreden stellen met alleen zijne eigene zaligheid te zoeken; hij moet ook die zijns naasten behartigen. Hij kan God niet beminnen, zonder zijnen naaste lief te hebben ; want God beminnen bovenal en zijnen naaste gelijk zich zeiven, dat is do wet, en wel geheel de wet.
JE/.US E.N MAlil V III' AAlllli;
1» Vooreerst en bovenal moeten wij onze eigene zaligheid bewerken j want het eerste voorworp der belangen van Jezus en Maria is onze eigene ziel. Als wij in de heilzame waters des Doopsels zijn afgewasschen, dan, van slaven des duivels zijn wij kinderen Gods geworden, en levende tempels der H. Drievuldigheid. De priester heeft ons op het voorhoofd en op het hart het teeken des kruises gemaakt; hij heeft ons met de TI. Olie op de borst, tusschen de schouders, en op het hoofd gezalfd; hij heeft voor ons gebeden, opdat wij, door onze zeden en ons gedrag, de waarde tempels der Godheid zouden worden, en dat de H. Geest in onze zielen zou wonen. Daarom nog hebben wij eerst moeten verzaken aan den duivel en aan al zijne werken. Welnu, de belangen van Jezus en Maria, op elkeen van ons, bestaan daarin, dat wij ware tempels van God zijn en blijven, dat wij ze nooit ont-eeren door de zonde, maar ze onophoudend hem, die ze bewoont, trachten waardiger te maken: Want dit is GoJ-i wil, uwe heiliging (I ïhess. 4, 3).
En wat zullen wij doen, om onze ziel die heiligheid te bezorgen, tcelU hel huis des Heeren vraagl (ps. 52, o), om God iti ons lichaam te verheerlijken en le dragen (I Cor. 6,20)?
De plechtige beloften, die wij in het doopsel deden door den mond van peter en meter, zullen wij ons dikwijls herinneren, om ze te bevestigen; wij zullen ter harte nemen van onze zie! zuiver en vlekkeloos te bewaren, van haar door de oefening der deugden en der goede werken te versieren, te verfraaien en te verrijken, en wij zullen er van afweren en er uit verbannen al wat de belangen van Jezus en Maria zou kunnen benodeelen, de liefde der rijkdommen, de zucht naar eer, de opgeblazenheid des levens, het zingenot, de afgunst, de gramschap, en al die dwingelanden, welke ons pogen onder't juk te brengen. Ons lichaam zelfs zullen wij met eenen grooten eerbied behandelen, en hel mei eerbaarheid en zedigheid versierende sullen wij he' in eer bezillen, met deszelfs leden, door het voorkomen of bestrijden van alle ongoregel.le bewegingen. God aan te bieden tot werktuigen der gererhtig-heid, en met hem hetzelve, door de vlucht der wellust en de oefening der matigheid, lot een lerend, heilig en wel behaaglijk of/er op te dragen. Op die wijze zullen de belangen der heilige Harten door ons waargenomen worden; de hemel-
quot;-8 IJLLANGK.N DER 1111. llAUT.'iN VAli
sche Vader zal ons beminnen, en met den Zoon en den H. Geest zal hij zijn verblijf in ons nemen (Joan. 14-, 23).
Aangezien wij uit ons zeiven niets ter zaligheid vermogen, zoo zullen wij door een ootmoedig en aanhoudend gebed de Goddelijke genade verzoeken, en die deugden vragen, welke onze ziel moeten versieren; wij zullen den wil van God over ons trachten te kennen en hem volgen; de gelegenheden der zonden zien te ontdekken, en ze vluchten; wij zullen de middelen ter zaligheid, die God heeft ingesteld, mot ijver gebruiken, zooals de meditatie, de heilige Sacramenten, enz., en die zorgen voor onze heiligmaking niet staken voor aleer wij ze door eenen zaligen dood bekroond zien.
HERNIEUWING DER DOOPBELOFTEN.
Door het doopsel heeft God ons aangenomen tot zijne welbeminde kinderen, en tot erfgenamen van zijn bemelsch rijk; maar, om die weldaden to genieten, hebben wij aan God moeten beloven voor hem alleen te leven, en alles te verzaken wat ons van hem zou kunnen verwijderen. Alzoo hangt van het volbrengen dezer beloften geheel ons geluk af. Van hoe groot gewicht is het dus voor ons niet de verplichtingen welke zij ons opleggen dikwerf te overwegen en ons aan te zetten om die getrouwelijk te volbrengen? Verplicht de dankbaarheid ons ook niet God te bedanken, die ons op eene bijzondere wijze begunstigd heeft, met ons de verhevene hoedanigheid van christen toe te staan, bij uitsluiting van zoo vele anderen ? Het was met dit inzicht dat de eerste christenen den verjaardag huns doopsels met de grootste vurigheid en plechtigheid vierden. Kies dus dezen dag, alsook eenige andere dagen in 't jaer, bij voorbeeld den dag der maandelijksche oefening, en eenige donderdagen in 't jaar, ten eerste, om God te bedanken voorde genade die hij u verleend heeft; ten tweede, om de verplichtingen te overwegen, die gij in het doopsel aangegaan hebt, om in de tegenwoordigheid Gods na te zien of gij 3r getrouw aan gebleven zijt, en om die met alle mogelijke vurigheid te hernieuwen, ten einde ze beter te volbrengen.
JK/.US KX 51A UIA 01' AARDE*
BEI.IJDEKIS VAX HET GELOOF.
Bid godvruchtiglijk cn met aandacht dc twaalf Artikelen des geloofs.
AKTE VAN VERZAKING.
Ik verzaak uil geheel mijn liarl den duivel, zijne pomperijen en zijne werken, dat is de jjdelheid en den iiedriegelijken glans der wereld, hare schuldige vermaken, hare valsehe leeringen, en alle zonde.
AKTE VAK BELOFTE.
Aan Jezus-Christus wil ik loehehooren; hem alleen wil ik volgen: voor hem, in hem eu doorhem wil ik leven, in den naam des Vaders, en des Zoons, en des Heiligen Geestes. Amen.
Ik wil ook, met zijne gratie, getrouw blijven aan de heilige, katholieke, apostolieke en roomsche Kerk. In haren schoot hen ik geboren, in haren schoot wil ik sterven. Amen.
AAX DE II. DRIEVULDIGHEID.
Allerheiligste Drievuldigheid, ik smeek u, door het aanbiddelijk Hart van mijnen Zaligmaker, uwe heiligheid in mijne ziel te prenten. Doe mij gedurig aangroeien in het gelooi', in de hoop, in de lielde en in alle christene deugden, en vergun mij de genade van er in te volharden tot het einde toe. Amen.
FORMULIER
VAN DE VERNIEUWING DER DOOPBELOFTEN EN AKTE VAX
TOEWIJDING AAN DE II. MAAGD MARIA , VOOR DEN DAG
DER EERSTE COMMUNIE.
Nedergeknield aan uwe voeten, o mijn aanbiddelijke
7-20
750 IIKI-ANGKN DKlt IIII. HAKTEN VAN
Zaligmaker! breng ik mij heden, op den schooiien dag mijner eerste communie, den dag van mijn H. Doopsel te binnen. Alsdan heb ik de verplichting op mij genomen, het geloof' te belijden in eenen God, drievuldig in personen; den duivel en zijnen aanhang te verzaken; mij te onderwerpen aan uwe heilige wet; vol eerbied te zijn voor onze Moeder, de heilige, katholieke, apos-tolieke, roomsche Kerk; en de middelen van zaligheid, die zij alleen bezit, vlijtig aan Ie wenden. En gij, o mijn God! gij hebt mij van de erfzonde gezuiverd; gij hebt mijne ziel met uwe kostelijke gaven versierd; gij hebt haar bezegeld met het merkteeken uwer kinderen; gij hebt mij onder het getal uwer leerlingen en der erfgenamen van uw rijk aangenomen. Dusdanig is het Goddelijk verbond, waarvan gij, o mijn beminnelijke Zaligmaker, do Middelaar zijt geweest; het is bezegeld met uw dierbaar bloed; en het H. Doopsel levert het bewijsstuk er van, door het altijddurend merkteeken, dat het in mijne ziel prent, merkteeken, dal in de uitverkorenen met eenen eeuwigen glans zal schitteren.
Hoe grooten dank ben ik u dan niet schuldig, o mijn j God! voor zoo vele weldaden, bijzonder op den dag dat gij, om zoo te zeggen, de maat daarvan vervult, met u zeiven, voor de eerste maal, aan mij te schenken. Hemelsehe geesten, vereenigt n met mij, om den lieer het oiïcr der verschuldigde erkentenis te brengen. Maar als gij den Heer dankt en looft, o mijne ziel! herinner u dan, met schaamte, uwe menigvuldige ongetrouw heden. Ja, mijn God, al te dikwijls heb ik, uil vergetelheid, uit verzuimcuis of uit eene plich-tige onwetendheid de beloften mijns Doopsels geschonden; ik beken het, en opnieuw vraag ik er u ootmoedig vergillenis over; en gespijsd, als ik nu hen, met het Brood der sterken, neem ik het vast besluit, de vijanden mijner zaligheid voortaan met meer moed
JEZUS ES MARIA OP AARDE. 751
te bestrijden. Het is in uwe tegenwoordigheid, o God! die daar in liet allerheiligste Sacrament waarlijk verblijft, en in de tegenwoordigheid van uwe gezegende Moeder, de allerzaligste Maagd Maria, van mijnen engelbewaarder, van mijne heilige patronen, van geheel het hemelsch hol', dat ik de belofte, weleer in mijnen naam, door peter en nieter, aan den voet des altaars gedaan, op heden kom goedkeuren, bekrachtigen en vernieuwen. — Ik verzaak opnieuw den duivel;— gij alleen, o Heer, zult mijn Koning zijn; u alleen zal ik dienen. Ik verzaak de pomperijen des duivels ; — ver van mij de ijdelheden, de valsche vermaken, de valsche goederen en de valsche grondregels der wereld; uwe gratie, en uwe liefde, o Heer! zijn mij genoeg. Ik verzaak de werken des duivels, dat is de zonde; —liever sterven, o Heer! dan eene vrijwillige doodzonde te bedrijven. Uwe heilige wet zal in het vervolg de eenige regel van mijn gedrag zijn ; ik zal haar volgen, met uwe gratie, zonder het oordeel der menschen te vreezen; nooit za! ik mij schamen, noch over u, noch over mijne Moeder, de H. Kerk; ik zal mijne eer stellen in u te tliencn, en de Kerk te gehoorzamen. Zegen, o Heer! deze heilige voornemens, opdat ik ze getrouw blijve tot den dood toe. Amen.
FORMULIER
OJI DE ALLERHEILIGSTE MAAGD MARIA TOÏ PATRONES
TE VERKIiCZEX.
Heilige Maagd, Moeder van God, Koningin van hemel en van aarde, ik kom uop den plechtigen dag mijner eerste communie mijnen eerbied, mijne liefde en mijne dankbaarheid opdragen. Ik erken dat al de gratiën, welke de Heer mij sedert mijn II. Doopsel geschonken heeft, en welke de vrucht der oneindige verdiensten
752 liKI.ANGI N DKH HH. HARTEN VAN
van uwen Gocldclijken Zoon zijn, mij door mve machtige en genadige voorspraak zijn toegekomen. F.n is het wederom aan uwe moederlijke bezorgdheid niet, dal. ik vandaag het geluk te danken heb, van, voor de eerste maal, het koslbaav Vleesch en Bloed van dien aanbiddelijk™ Zoon ontvangen te hebben? Wat zal ik u wedergeven, o beininnelijke Moeder! voor zoo vele weldaden? L:iat toe dat ik mij, uit wederliefde, ook geheel aan u toewijde. Ik kies u vandaag, op eene bijzondere wijze, lot mijne Moeder, tot mijne Patrones. Onder uwe bescherming stel ik mijne ziel met al hare vermogens, mijn lichaam met al zijne zintuigen. Bekom mij de genade, dat ik mijne ziel en mijn lichaam zuiver moge bewaren, opdat zij altijd de waardige verblijfplaats mogen zijn van hem dien ik heden ontvangen heli. Bescherm mij in al de voorvallen des levens, opiliil ik, heizij in voorspoed, hetzij in tegenspoed, getrouw blijve aan de beloften mijns Doopsels. Zegen mij, o heilige Moeder! Zegen uw kind op dezen sclioonen dag, zegen mij al de dagen mijns levens, en bid voor mij voornamelijk in de ure mijns doods. Amen,
OEFENING
DER CHRISTENE DEUGDEN.
Het Is niet genoeg door het Doopsel v;,ii de erfzonde gezuiverd te zijn, en den duivel, zijne pomperijen en zijne werken verzaakt te hebben. Als kinderen van God en van de Kerk, moeten wij de deugden oefenen, welke God van ons vraagt, en waarvan Jezus-Cliristus ons i.et voorbeeld gaf. Door die oefening alleen kunnen wij ons de eeuwige vreugden des hemels waardig maken.
Er zijn twee soorten van deugden, de Goddelijke en de zedelijke deugden. De eerste, het geloof, de hoop en de liefde, welke ons in liet Doopsi'l werden ingestort, zijn de
jezus en maria op aaitde. 733
i- waardigste en de noodzakelijkste, en moeten hijgevolg hot
js voorwerp wezen van onze grootste zorgen en ijverigste he-
^ trachting. Op haar steunt geheel het gebouw van den gods-
^ dienst, en zonder haar zijn de overige deugden noch chris-
telijk, noch voor liet eeuwig le ven verdienstig
Ml
'k akte van geloop
le
Dk ,k geloof, mijn God, dal gij bestaat, één in wezen, ij. drievuldig in personen ; dal gij het goed loont en hel ,s_ kwaad straft; dat gij de opperheer zijt, het begin en re het einde aller dingen. Ik geloof ij) liet geheim der nienschwording, in de verandering van brood en wijn m 'n l|c'' heilig Vleesch en Bloe i van Christus onzen Za-ge ligmaker, in al de geheimen van zijn leven, lijden, it- dood, verrijzenis en hemelvaart. Ik geloof in den II! le_ Geest, in ééne, heilige, katholieke en apnslolieke Kerk; na- de gemeenschap der Heiligen, de vergiffenis di-r zoals. de verrijzenis van het vleesch. Ik geloof dat ik na en den dood zal geoordeeld en voor eeuwig of in den he-
en mei beloond of in de hel geslralt worden. Ik geloof ten
laatste al wat gij, mijn God, hebt geopenbaard en de Roonisch-Kalholieke Kerk voorstelt om te gelooven.
En wel alleen hierom, omdat gij, oneindig waarachtig, die niet kunt bedriegen, noch bedrogen kunt worden, dit veropenbaard hebt; opdat ik aldus, met mijn verstand tot onderwerping aan het geloof te boeien, en met bet gezag \aii Gods Woord hoven alle menschelijke ;e- klaarblijkelijkheid le achten, aan uwe opperste waar-jne achligheid de schuldige gehoorzaamheid beloone. ('e 'k verklaar in de tegenwoordigheid van het geheel
)quot;s hemelsch hof en van geheel de wereld, dat ik in het ! _' Uoomsch-Kalholiek geloof wil leven en sterven. Gave de hemel, dat ik voor dit gelool kon sterven en den rie marteldood ondergaan! gave de hemel, dat ik allen de l'ct ware gelool kon bekeeren ! O Heer! vergroot en
je versterk mijn geloof!
BELANGEN DER HH. HAP.TEN
OEFENING VAN AANBIDDING.
Mijn God, ik aanbid u met do diepste ootmoedigheid ! mijne volkomen afhankelijkheid van u, mijne onderwerping en onderdanigheid aan uwe ongescha-pen en eindelooze grootheid en uilslekendheid be-lijdende; opdat ik door deze mijne onderwerping de schuldige hulde aan uw oppergebied over mij en allo zaken betoone. Gij zijt mijn Heer en mijn God : ik ben uw dienaar, uw slaaf, uw schepsel en uw maaksel. Och of ik konde te weeg brengen, dat alle men-schen u als opperheer aanbaden ! Ik verheug mij over deze mijne volkomene afhankelijkheid, onderwerping en dienstbaarheid, voor zoo verre hierdoor maar ééne onnfhnnkelijke en opperste heerschappij over alle sc/iepselon uitschittert. En wijl ik u geene genoeg-zame hulde kan doen, niet genoeg kan aanbidden, bied ik u aan de aanbiddingen der gelukzaligen, der allerheiligste Maagd en vooral der heilige menschheid vin Christus.
AKTE VAN HOOP.
Ik hoop van u, Heer, vergiffenis mijner zonden, de noorlkrf. jrenaden ter zaligheid, vooral de genade van volhardingen de eeuwige gelukzaligheid, omdat gij, die oneindig goed, gütrouw on machtig zijt, dit hebt beloofd. Met don bijstand uwer genade en betrouwende op uwe oneindige barmhartigheid en de verdiensten van Christus, zal ik trachten te doen wat in mijn vermogen is; vermits ik uit geheel mijn hart u verlang te zien en eeuwig te beminnen. O bovenal gewenscht uur! O allergelukkigstoogenblik! w:inneer ik, ontbonden van dit lichaam, u zal mogen aanschouwen, eeuwig beminnen en nooit meer z 1 beleedigen! 0 mijn God! ik begeer ontbonden te worden en u met Christus en de gelukzaligen eeuwig te bezitten.
731
v -t JEZÜS EN MARIA OP AARDE. 733
AKIE VAN LIRFDE.
Ik bomin u, onafmele.ijke goedheid en oneindige volheid \nn allo volmaaktheden, en ik bemin uit geheel mijn hart, uit geheel mijne ziel en uit al mijne krachten ! Och of ik voor u mochle slerven (5 Reg. 18, 38)! Noch dood, noch leven, noch tegenwoordige dingen, noch toekomende, noch eenig ander schepsel zal mij kunnen scheiden van de liefde Gods, welke is in Christus Jezus onzen Heer liom. 58, 39).
Ik juich u loe en verheug mij, dat gij ziit,die gü ziit: de vereeniging van alle goed en van alle oneindige volmaaktheden; dat gij zoo machtig, zoo wijs en zoo heilig zijt en wel van u zeiven. uit uwe natunr en van de eeuwigheid. Dat ik u heminne, o lieer, mijne sterkte. dat ik u heminne! Ik 'ielgt; u te laat bemind, o schoonheid, zoo oud en zoo nieuw, ach ja ! ik heb u te laat bemind. ., o Liefde, die altoos brandt en nimmer wordl uitgehliischt. Dat de liefde in mij ontstoken worde, o mijn God (H. Aug. lib. eonf.)! D:it het vuur uwer liefde mijn geheel hart verslinde; dat er niets van overblijve voor mij, maar dat ik u geheel en al moge toehehooren (H. Aug.serm. 20,')).
Mijne liefde is gekruisigd (11. Ign. ad Hom.). Dat zii d in geheel in mijn hart worde geprent, die geheel roor mij aan het kruis gehecht is(il. Aug.). Gij, mijn Jezus, hebt mij aan het kruis geheel omhelsd: gij zijt met nagelen aan het kruis vastgehecht g 'weesl, uwe zijde is met eene lans doorboord; gij hebt vele ver-smadingen. onlelbare smarten, benauwdheden en de dood onderstaan; en dit alles voor mij, en voor mij zondaar; waarom zou ik u dan niet beminnen, o aller-minnelijksle Je/.us (H. Franc. Xav.)!
Heer, gij weet dat ik u bemin Joan. 21,15); och of ik u met de liefde tier Sera!ijnoii koude beminnen I Och oi ik konde te weeg brengen, dat alle schepselen u altoos met de vurigste liefde beminden! En wijl ik u niet
736 BKL.VNGEN DER tIB. HARTEN VAN
genoog kan beminnen, bied ik u aan, tot aanvulling mijner liefde, do liefde van al de rechtvaardige zielen, de vurige vlammen der engelen en heiligen des hemels, en bovenal de teedere gevoelens van de H. Maagd Maria.
AKTE VAN LIEFDE JEGENS DE VIJANDEN.
O God, wraaknemende wetgever? uw grool gebod dei-liefde klinkt in mijne ooren: Bemint uwe vijanden, do: t goed aan die u halen en bidl voor die u vervolqen en lasteren, opdat gij de kinderen zijl van uwen Vader, die in den hemel is. En daar ik u, o Heer, niet kan beminnen, zonder ook mijnen evenmensch le beminnen en daar do liefde tot den evenmensch een duidelijk kenmerk is van eenen waren christen, daarom bemin ik uiterharte, ja, en wel met zoo groote liefde, als het voor mij mogelijk is, mijnen evenmensch en voornamelijk mijne vijanden, vervolgers en lasteraars. Ik bemin ze als kinderen Gods en broeders van Christus,die doorzijn bloed zijn vrijgekocht; ik wensch hun meteen oprecht hart allo goederen toe, zoo natuurlijke als bovennatuurlijke, zooien aanzien van het lichaam als van de ziel; maar inzonderheid al de genaden noodig Ier zaligheid en zelfs de eeuwige gelukzaligheid; omdat gij het zoo wilt en gebiedt, omdat dit u behaagt en ik u bemin: hieiom bemin ik ook mijnen evenmensch om u.
Om diezelfde beweegreden schenk ik aan al mijne vijanden vergllfenis. en vergeet ik voor eeuwig al de beleedigingen en al het ongelijk, welke zij mij hebben aangedaan en vergeef hun die volkomen op dezelfde wijze, zooals ik begeer, dat mijne zoiulen mij van u worden vergeven; en ik vraag, o Heer, van uwe groole barinharligheid, dat gij hen, om mij of om het mij aangedaan ongelijk, niet slralfet, maai eerder met genade en weldaden overladet.
Indien ik somtijds iemand uil onwetendheid of boos-
JEZUS liM MAH1A OP AARDE. 737
heid hel) beleedigd, van deze vraaf! ik onder betuiging mijner droefheid, en met een rouwig hart oot-moediglijk vergiffenis, bereid zijnde te doen en te verdragen al wat noodzakelijk zal schijnen om voor die beleedigingcn te voldoen, of om de schade en de ver-ergernissen te herstellen; en dat de weldadige God al het kwaad, hetwelk ik hun heb aangedaan, door he-melsche weldaden zelve vergoede. In de tegecwoor-diglieid van het geheel hemelsch hof, ontzeg ik, verzaak en verfoei ik al de bewegingen van afgekeerdheid, van vijandschap en van haal, en indien ik zelfs wist, dat er één druppel bloeds in mijne aderen vloeide, die van den evennaaste afkeerig ware, ik zou dien op dit oogenhlik verre van mij verwijderen. Gij, Heer, be-gunslig ons met eene vermeerdering van broederlijke liefde, opdat wij, gegrond in de onderlinge liefde, daar mogen komen, waar wij u voor eeuwig zullen beminnen.
LITANIE VAN DE LIEFDE GODS,
GEMAAKT DOOR DEN PAUS PIÜS Tl,
Heer, ontferm u onzer.
Christus, ontferm u onzer.
Heer, ontferm u onzer.
Clirislus, hoor ons.
Christus, verhoor ons.
Gnd dos hemels, onze Vader, ontferm u onzer. God, Zoon, Zaligmaker der wereld, ontferm u onzer, (jod, heilig Geest, onze heiligmaker, ontferm u onzer. Heilige Drievuldigheid, één God, ontferm u onzer. God, die de oneindige liefde zijt, ontferm u onzer. God, die ons van allo eeuwigheid bemind hebl, ontferm u onzer.
God, die ons geboden hebt u te beminnen, ontferm li onzer.
'
£
■17
'58 belaxsen ui:ii mi. harten van
God , die ons zoo zeer bemind hebt, dat gij ons
uwen Zoon hebt gegeven, ontferm u onzer. Lit geheel mijn hart bemin ik u, o mijn God! Uit geheel mijne ziel.
Uil geheel mijnen geest,
Uit al mijne krachten en vermogens, __
Meer dan allo goederen, dan alle eer,
Meer dan alle vreugden,dan alle vermaken der aarde, =' Meer dan al mijne kennissen en vrienden, —
Meer dan mijne nabestaanden, meer dan mij c zeiven, ~
Meer dan alle menschen en engelen, 3
Meer dan al wat beslaat op de aarde en in den
Omdat gij het opperste goed zijt.
Omdat gij oneindig volmaakt zijl.
Omdat gij eene oneindige liefde waardig zijl. Al liadt gij ons den hemel niet beloofd, ik zou u
altijd beminnen, 0 beminnelijke God!
Al liadl gij ons niet bedreigd met de hel, zoo wij u mei beminnen, ik zou u altijd beminnen, 0 beminnelijke God!
Al zondt gij mij kruisen , beproevingen en kwellingen over, ik zou u altijd beminnen, o bemin-nelijkc God!
In de armoede gelijk in den overvloed, zal ik u al-
lijd beminnen, 0 beminnelijke God'
'n den tegenspoed gelijk in den voorspoed, zal ik u altijd beminnen, 0 beminnelijke God'
,^ii,Ve,'ST,ad,T,,.gelijk in de eerbewijzingen, Ir ^ !ï '' n JI' lgt;PIlllnnen. o beminnelijke God' . (.e droefheid gelijk m do vreugd, zal ik u altijd beminnen, o beminnelijke God!
'V' .ziek'e SfiUf' 'n de gezondheid, zal ik u altijd benimnen, o beminnelijke God!
JEZUS EN' MARIA 0Igt; AARUE. 739
In den dood gelijk in hel leven, zal ik u altijd beminnen, o beminnelijke God!
In den tijd gelijk in de eeuwigheid, zal ik u altijd beminnen,
Moge mijne liefde tot u gelijk zijn aan die der Cherubijnen cn Serafijnen; dit is mijn vurige wenscli, c Moge mijne liefde aangroeien met al de vurigheid % inver uitverkorenen in den hemel; dit is mijn 5 vurige vvensch, =
Moge ik u beminnen met zoo zuivere liefde als die 2. waarmede de H. Maagd, uwe Goddelijke Moeder, r n altijd bemind hoeft en eeuwig zal beminnen; amp; dit is mijn vurige wensch, 2
Moge mijne liefde ontstoken worden door de on-eindige liefde, waarmede gij u zeiven hemint; dit is mijn vurige wensch.
Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld,
door uwe heilige liefde, spaar ons, Heer. Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld,
door uwe heilige liefde, verhoor ons, Heer. Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld,
door uwe heilige liefde, ontferm u onzer. Christus, hoor ons.
Christus, verhoor ons.
GEIÏED.
O God! die toteenen oneindigen graad alles bezit wat kan beminnelijk en volmaakt wezen, en die de volmaaktheid zelve zijl, vernietig en ruk uit onze harten alle gevoelen en alle genegenheid, die strijdt met de liefde welke wij u schuldig zijn; ontsteek ons met eene zoo zuivere en vurige liefde, dat wij niet beminnen dan u, in u en om u; door Jezus-Christus, onzen Heer. Amen.
BELANGEN DER IIH. HARTEN VAK
AKTE VAN BEROUW.
Wie zal aan mijn hoofd water geven en aan mijne oogen een vloed van tranen om de kwalen mijner ziel Ie beweenen (Jerem. 9)? Ik straf mij zeiven cn doe hoetvaardigheid in stof en asselie (Jol) 42). Jezus, zoon van David, ontferm u mijner (Marc. 10, v. 47). God. wees mij, zondaar, genadig (Luc. 18, v. lö).
Ik heb gezondigd en mijne zonden overtrefl'en i» ge-lal de zandkorrels der zee; mijne boosheden zijn vermenigvuldigd, Heer, ik heb uwe verbolgenheid ontstoken en kwaad in uwe tegenwoordigheid bedreven; ik heb uwen wil niet volbracht, uwe geboden niet onderhouden; ik heb gruwelen bedreven en mijne beleedigingen groeien aan. Ik heb gezondigd, Heer, ik heb gezondigd, en ik erken mijne boosheden. Schenk mij vergiflfenis. Heer, schenk mij vergiffenis en stort mij met mijne boosheden niet in het verderf, en veroordeel mij niet (Oral. Mannss;e).
Ik ben bedroefd, Heer, ik ben bedroefd; omdat ik heb gezondigd en Ie weinig leedwezen gevoel, ben ik grootelijks bedroefd. Wee dien tijd. Heer, wanneer ik u niet beminde! wee dien tijd, wanneer ik u zoo zwaar beleedigde! ik ben beschaamd over hetgene ik heb gedaan; het spijl mij dat ik gezondigd heb; aanhoor do stem van hem, die zijne schuld belijdt en ontferm u mijner. Wond mijne ziel door de droefheid van een volmaakt berouw en ma ik de banden mijner zonden los, voordat ik sterve (S. Aug.).
In welke gesleltenis zal ik, die een zoo booze zoon ben, de oogen tot het aanschijn van ecnen zoo goeden vader verheffen ? Dal uit mijne oogen beken van tranen vloeien; dat mijn aanzicht met schaamte overdekt worde; dat mijn leven van droefheid verkvvijne en mijne jaren in zuchten voorbijsnellen (Bern. serm.
740
JEZUS EN MARIA OP AARDE 741
16 in Cant.): Vergun barmhartigheid aan mij ellendige en boetvaardige, gij, die mij zoo langen lijd, als ik zondaar was, hebt gespaard (Bern.)
Wat zal ik zeggen, misdadig als ik ben en overdekt met schaamte? — Ik heb geenen mond om te spreken, tenzij dit woord alleen; gezondigd heb ik, o Heer, ik heb gezondigd; ontferm u mijner, gun mij vergiffenis (Th. A. Kemp. L. 3, c. 532).
AKTE VAN AANBIDDING.
Ik aanbid u, o Opperwezen, oorsprong van mijn bestaan! Gij hebt mij geschapen naar uw beeld en voor uwe glorie; Iaat niet toe dat ik ooit d;U beeld schende door de zonde, noch mij van dat roemrijk einde ver-wijdere waarvoor gij mij op deze wereld steldet.
Ik aanbid u, o Bewaarder van mijn leven ! Gij trokt mij uit het niet, en zoo gij mij het leven, dat gij mij gaalt, niet bewaardet, zou ik daar aanstonds in terugvallen. Geef dat een leven, welk gij voor mij verlengt, alleen voor uwen dienst, uwe eer, en mijne zaligheid gebruikt worde.
Ik aanbid u, o Verlosser mijner ziel! Door het vergieten van uw bloed hebt gij ze vrijgekocht; maak dat ik er al den prijs van kenne. Zij heeft uwe blikken en uwe aandacht verdiend, hoe zou zij niet al mijne acb-ting en al mijne zorgen waardig zijn? Waartoe zou mij al het overige dienen, zoo ik het ongeluk had van haar te verliezen ?
Ik aanbid u, o opperste Meester van het heelal! gij ondersteunt het door uwe macht, gij bestiert het door uwe wijsheid, gij vervult het door uwe overaltegenwoordigheid, gij overlaadt het met de giften uwer heerlijkheid; maak dat al de schepselen u aanbidden, en u de hulde bieden, welke zij aan uwe grootheid, en
742 BELANGEN DER HH. HARTEN VAN
aan de opperheerschappij van uw wezen verschuldigd zijn.
Ik aanbid u, o laatsle einde van al wat gij geschapen hebt! gij hebt ons niet dan voor eenen tijd op de wereld gesteld: in den schoot uwer eeuwigheid roept gij ons, en wilt gij ons allen eens vereenigen. Van nu af' aan vereenig ik mij met al de eerbewijzingen, en al de aanbiddingen, die alle heiligen en alle hemelsche geesten u geven. Maak dat ik het geluk heb van voor altijd mij met hen te vervoegen om u door alle eeuwen te loven, te aanbidden en te zegenen in het rijk uwer heerlijkheid. Amen.
AKTE VAN DANKZEGGING.
Ik bedank u,o mijn God! met alle mogelijke erkentenis voor zoo menigvuldige en zoo groote gunsten, waarmede gij niet ophioldt mij te overladen.
Gij hebt mij naar uw beeld en gelijkenis geschapen, o heilige God! mij eene ziel gevende bekwaam om u te kennen en te beminnen.
Gij hebt al wat deze wereld bevat voor mij geschapen, en uwe voorzienigheid heeft niets geweigerd van al wat voor mijn bestaan noodig was.
Gij hebt, zoowel voor de ziel als voor het lichaam, mij van ontelbare gevaren bevrijd.
Gij hebt mi j het doopsel verleend en mij van de eerste dagen van mijn leven onder het getal uwer kinderen gesteld.
Gij hebt mij zoo dikwijls met het brood des levens in de deelneming aan uw aanbiddelijk lic iaam gespijsd, en met den drank der onsterfelijkheid in uwd e. baar bloed gelaafd.
Gij hebt mij vervolgens met ontelbare andere genaden begunstigd, waaruit , zoo ik liet gewild had, mijne heiligmaking zou gesproten zijn.
JEZUS EN MARIA OP AARDE. 743
Gij hebt mi j, na mijne eerste zonde, niet in de hel gestort, gelijk ik het zou verdiend hebben; maar gij hebt mij langen tijd in mijne onboetvaardigheid en in mijn uilstellen verdragen.
Gi j hebt niet opgehouden mij uwe heilige ingevingen en heilzame wroegingen te geven met mij, in weerwil van mijnen wederstand en de versmading uwer genade, terug te roepen.
En op dit oogenblik zijt gij nog gereed om mij al de misdaden van mijn leven te vergeven, aangezien gij mij den tijd, de genade en het verlangen vergund van ze te verfoeien en te boeten.
Eindelijk, gij bereidt mij eene plaats in uw rijk, tus-schen uwe uitverkorenen, indien ik u tot aan mijnen dood getrouw ben.
Ach! groote God, welke gratiën, welke gunstenen welke barmhartigheid in u! en welke gevoelens van dankbaarheid en liefde moeten zij niet in mij te weeg brengen!
Zegen dan, o mijne ziel, den Zaligmaker uwen God, en dat al uwe vermogens zijnen heiligen naam loven; zegen den Heer, en vergeet nooit de weldaden waarmede hij u overladen heeft. Hij vergeeft al uwe belee-digingen, hij geneest al uwe wonden; hij koopt uw leven uit de armen des doods terug; hij bekroont u met barmhartigheid en genade, vervult thans dooiden overvloed zijner schatten al uwe verlangens, en zal eens uwe jeugd, als die van den arend, vernieuwen. Hem alleen zij eer gedurende de eeuwen der eeuwen. Amen.
AKTE VAN OPDRACHT VAN ONS ZELVEN AAN GOD.
Al wat ik heb en al wat ik ben, hoort u toe, o mijn God! omdat ik het van u ontvangen heb; niettemin durf ik het u aanbieden en mij aan u opdragen, alsof
7-W BELANGEN DER HII. HARTEN VAN
ik mij zeiven toebehoorde; ja, mijn God, ik geef mij,
ik wijd mij, zonder eenige uitzondering, aan u toe.
Ik wijd u mijnen geest en al mijne gedachten ; ik verlang dat hij zich niet dan met u bezig houde, en dat alle aardsche gedachten er volkomenlijk uit verbannen worden.
Ik wijd u mijn hart en al zijne genegenheden; ik verlang dat het slechts u beminne, en voor altijd alle andere liefde dan de uwe verzake; door u alleen is het geschapen, voor u alleen moet het kloppen.
Ik wijd u mijn lichaam en al zijne zinnen; zuiver en «heilig hetzelve, aangezien het uw tempel is, opdat het, aldus gezuiverd, een levend, waarlijk heilig en u aangenaam slachtotler worde.
Ik wijd u mijne vrijheid; bemachtig hare ongeregeldheid, bedwing haren lust naar onafhankelijkheid, gedoog niet dat ik er ooit een ander gebruik van make dan om mij aan u te geven, en heiliglijk slaaf te worden van uwe liefde.
Ik wijd u mijne droefheden en kwellingen; in mijne hoedanigheid van zondaar heb ik die verdiend; ik offer ze u op tot boeting mijner misdaden, en (ot voldoening aan uwe rechtvaardigheid. Gewaardig u dezelve te aanvaarden, en mij de gratie te geven van ze in eenen geest van boetvaardigheid en onderwerping te dragen.
Eindelijk, ik wijd u mijn leven, wanneer gij er de opofl'ering zult van vragen; van dit oogenblik af, offer ik het op, uit geheel mijn hart, lot straf van het slecht gebruik, dat ik er van gemaakt heb. Waarom heb ik geene duizend levens u op te dragen, cm u het verlangen te doen kennen dat ik heb van niet meer dan voor u te leven!
O mijn God! mijn Schepper en mijn Goddelijke Meester! Gij hebt vroeger de offerande der gedwon-gene slachtoffers, welke men op uwe aUaren opdroeg, aanvaard; ziehier een slachtoffer dal zich vrijwillig
JEZUS EN MARIA OP AARDE. 743
aanbiedt om aan uwe glorie opgeofferd, en aan uwe heilige liefde toegewijd te worden. Gewaardig u hetzelve aan te nemen, o heilige God ! Zonder uitzondering, en voor altijd wordt het u opgedragen; bewaar het in uw hart en in uwe genade voor den tijd, en moge liet tot uwe glorie strekken voor de eeuwigheid! Amen.
AKTE VAN MISACHTING DER AARDECHE GOEDEREN.
Aan u alleen, o Heer, wil ik voortaan mij hechten, u alleen aankleven; al he: overige is maar een niet, louter ijdelheid. Ik ben niet dan voor u geschapen, ik hoop eens met u te heeischen, het geloof verheft mijne gevoelens boven het aardsche, do hoop doet mijne verlangens tot den hemel opstijgen, in u zal ik alles vinden, in u, als in zijn middenpunt, zal mijn hart in vrede berusten. Daar zal ik uwe heerlijkheid beschouwen zonder sluier, uw geluk bezitten zonder verdeeling, en, verlost uit de schaduwe des doods, de onheilen van hel leven niet meer te vreezen hebben; maar ik zal met u zijn, en gij zult aan mij wezen, en niets zal bekwaam zijn om ons le scheiden. O dag! o oogenblik ! o eeuwigheid! wat is toch de wereld, wanneer uw licht voor mijne oogen schittert? Verdwijn dan, bedrieglijke wereld; verwijdert n, valschegoederen der aarde, en gij, mijn God, wees gij voortaan mijn eenig verlangen in den tijd, gelijk gij mijn eenig aandeel zult zijn in de eeuwigheid. Amen.
AKTE VAN OVERGEVING EN ONDERWERPING AAN DEN CODDELIJKEN WIL.
O mijn God, ik geef mij geheel en te allen opzichte over aan uwe allerheiligste Voorzienigheid, alles wat
746 BELANGEN DER HH. HAKTEN VAN
lichaam en ziel, gezondheid en ziekte, leven en dood, aangaat, van uwe hand onverschilliglijk ontvangende: al wat mij overkomt wordt immers door u en tot uwe grootere verheerlijking beschikt. Op deze wijze wil ik mij voegen naar den regel aller heiligheid en der opperste gerechligheid; u het genoegen verschaffen, dat gij vindt in de volbrenging van uwen wil, en aan uwe volkomene meesterschap over mij en het mijne eene schuldige eer bewijzen.
Daarom, Heer, indien gij wilt dat ik sterve, wees gebenedijd ; en indien gij wilt dat ik langer leve en meer lijde, wees nogmaals gebenedijd. Ik wil liever met den wil van God ziek zijn dau zonder denzelven gezond. Ik wil liever met den wil van God nu sterven, dan zonder denzelven langer leven. Ik wil liever met den wil van God in het vagevuur zijn, dan zonder denzelven in den hemel. Dat uw wil, o groote God, geschiede in den hemel en op de aarde. O waarlijk verheven en allerzoetste woord ; God ruil dit! en wie ben ik, Heer, om tegen u te morren? Dat uw wil altoos in mij en door mij volbracht worde.
TOEVLUCHT TOT DE VOORZIENIGHEID.
Voorzicniglieid! hoe zoet is dit woord voor don godvree-zenden mensch! Voorzienigheid! hoe gelukkig is men van zich aan hare leiding ovor te geven • Zij draagt zorg voor de vogelen, die niet zaaien, die niets in do schuren vergaderen, zij strekt hare bezorgdheid zelfs uit over de lelie des velds, die heden bloeit en morgen verslenst is: zou men niet weinig geloof moeten hebben, om niet te gelooven, dat zij met des te meer reden over den mensch waakt, die in zijne ziel een afbeeldsel der Godheid draagt? Wel hoe! wij hebben in den hemel eenen almogenden Vader, die oprecht ons geluk wil, en wij zouden in al onze noodwendigheden onze smee-kende blikken niet met vertrouwen tot hom wonden! Laten wij ons aan zijne voorzienigheid onderwerpen voor het voorwerp onzer wensehen en verlangens. I.aton wij ons niet
JEZUS EN MARIA OP AARDE.
ontstellen, als hij in het eerste doof schijnt te zijn voor onze smeekingen: hij eischt van ons de volharding in het gebed. Laten wij niet morren, wanneer hij schijnt ons niet te willen verhooren : misschien zou hetgeen wij vragen, nadeelig zijn voor onze heiligmaking. Ma.ir smeeken wij, aanbidden wij, oefenen wij goede werken, en wachten wij in vrede af, wat het hem zal behagen, tot ons meerder goed, te bevelen.
TER EERE VAN DE GODDELIJKE VOORZ.IENIGHEIB.
Heer, ontferm u onzer.
Jezus-Christus, ontferm u onzer.
Heer, ontferm u onzer.
Jezus-Chiistus, hoor ons.
Jezus-Christus, verhoor ons.
God Vader, Schepper van alles, ontferm u onzer. God Zoon, Verlosser der wereld,
God H. Geest,
Voorzienigheid Gods, geleid door het Hart van Jezus,
Voorzienigheid Gods, die alles bestiert met getal,
maat en gewicht.
Voorzienigheid Gods, hoop onzer zaligheid, q
Voorzienigheid Gods, onze toevlucht en troost in H.
al den druk en het lijden des levens, jf
Voorzienigheid Gods, weg des hemels, 5
Voorzienigheid Gods , onze geleidster in alle ge- c varen, om ons die te doen vermijden, g
Voorzien:gheid Gods, waardige uitdeelster der g genaden.
Voorzienigheid Gods, onuitputhare schat van alle goed.
Voorzienigheid Gods, steun der rechtvaardigen. Voorzienigheid Gods, hoop der meest verlatene zondaars.
747
748 BELANGEN DER HM. HARTEN VAN
Voorzienigheid Gods, kalmte in alle stormen , ontferm u onzer.
Voorzienigheid Gods, rust des harten,
Voorzienigheid Gods, die de hongerigen spijst. Voorzienigheid Gods, hulp der kranken, Voorzienigheid Gods, die de v.eduwe en de wees
beschermt, p
Voorzienigheid Gods, die al onze eerbewijzen ^ waardig zijt, g
Voorzienigheid Gods, die alles op aarde tot meer-
der welzijn van den mensch beschikt, Voorzienigheid Gods, die somwijlen tijdelijke ram- g pen overzendt om onze harten te hervormen, 3 Voorzienigheid Gods, die nooit toelaat, dat degenen die in u hopen, beschaamd worden.
Wees barmhartig, spaar ons, Heer.
Wees barmhartig, verhoor ons, Heer.
Van alle kwaad, verlos ons, Heer.
Van de overtreding uwer heilige geboden,
Van het mistrouwen uwer Voorzienigheid,
Vin alle moedeloosheid in de kruisen en het lil- — den, ' S
Van alle klachten en gemor tegen uwe heilige = raadsbesluiten, quot;
Van alle gevaarlijke bekoring, vooral in het uur i?
Van alle overtollige bekommering voor het lijdelijke.
Arme zondaars, wij bidden u, verhoor ons. Heer. Doe ons genade en barmhartigheid, wij bidden u,
verhoor ons, Heer.
Boezem ons een waar kinderlijk vertrouwen in op uwe Voorzienigheid , wij bidden u, verhoor ons Heer. '
Doe ons, zoo in tegen- als in voorspoeo, uwe wijze
Ltaam
MM
JEZUS EN MARIA OP AARDE. 749
Voorzienigheid erkeiiEen en aanbidden, wij hidden u, verhoor ons, Heer.
D ie ons alles met de levendigste dankbaarheid van uwe vaderlijke hand ontvangen, wij bidden u, verhoor ons, Heer.
Maak, dat onze wil in alles met uwen heiligen wil gelijkvormig zij, opdat ons lijden niet vruchteloos weze, wij bidden u, verhoor ons. Heer.
Maak, dat wij nooit uwe barmhartigheid vergeten, die ons, van onze geboorte af, vergezelt, wij bid den u, verhoor ons, Heer.
Wees onze troost in de dagen van tegenspoed, en heb niededoogen met ons, gelijk een vader met zijne kinderen, wij bidd 311 u, verhoor ons. Heer. Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld,
spaar ons. Heer.
Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld,
verhoor ons, Heer.
Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld,
ontferm u onzer. Heer.
Jezus-Christus, hoor ons.
Jezus-Christus, verhoor ons.
Onze Vader, die in de hemelen zijt, enz.
y. Heer, verhoor mijn gebed,
K). En mijn geroep kome tot u.
LAAT ONS BIDDEN.
O mijn God! al het goed en al het kwaad dat mij overkomt, geschiedt niet dan omdat gij het geboden of toegelaten hebt. Ik erken uwen heiligen wil en onderwerp mij aan denzelven. Ik aanbid u. Heer, en loof uwe Goddelijke Voorzienigheid, in alle voorvallen. Dat uwe almacht mij bescherme, uwe Goddelijke wijsheid mij bestiere, uwe oneindige barmhartigheid mij behoude en genade bewijze. Gij kunt mij in alle om-
730 BELANGEN DER HH. HARTEN VAN
standigliedcn des levens helpen, Heer, en gij weet, hoe gij mij moet bijslaan. O hemelsche Vader! geliefover mij le waken: boezem mijn hart kinderlijke gevoelens jegens u in; dat ik altoos met blijdschap en betrouwen mijne toevlucht lot u neme; dat ik nooit ijdel en laatdunkend zij in den voorspoed, moedeloos in den tegenspoed; dal ik nooit ophoude in u te hopen; dat ik, na den loop van dit korlslondig leven gevolgd en geëindigd le hebben in de aangename hoop van een eeuwig en beter leven, uwe Goddelijke Voorzienigheid, gedurende de eeuwigheid, in de verheerlijking der Heiligen, moge loven en aanbidden! Amen.
GEBED
om den bijstand van God te vragen in het begin eener onderneming.
O mijn God ! vóór deze onderneming le beginnen, kom ik die aan uwe verheerlijking loeheiligen, en uwe hulp afsmeeken, opdat zij voltrokken worde op eene wijze die u aangenaam is. Gij weet, dat ik niets kan zonder u : vergun mij dan de genade die mij noodig is, om uwen wil in alles te volbrengen, om al de wellen der gerechtigheid le volgen, en mij, in mijne onderneming, van alle zonden te onthouden: belast gij u zeli met alles, geleid alles door uwe wijsheid en macht; doe alles, door uwe goedheid, wel gelukken; dat ik er mijne zaligheid in vinde, en uw naam daardoor ceze-gend zij. Amen.
GEBED
in eenen goeden uitval en in blijdschap.
O God! uwe barmhartigheid is einceloosen uwe goedheden zijn zonder palen: hoe groote zondaar ik
JKZDS EN MARIA OP AARDE. 751
ook zij, gij overlaadt mij met weldaden, en ik, die niets dan kastijdingen verdien, ik ontvang alle oogen-blikken nieuwe gunsten. O mijne ziel! loof den Heer, en dal al wat in mij is, zijnen naam en zijne harm-hartiglieden zinge. Maar ik vrees, o mijn God! dat mijn welgelukken, heigeen eene gunst van u is, mij verhoovaardige en ondankbaar make. Dat ik eerder. Heer, met tegenspoed geslagen worde, indien gij de opgeblazenheid van den hoogmoed, en de vergetelheid van de milde hand, die mij deze gunsten bewijst, in mij vooruitziet. Helaas! dikwijls vergeet ik den hemel, mijn vaderland, wanneer ik al te wel op de aarde hen, die mijne gevangenis is. Behoed mij voor deze rampzalige verblinding: doe mij het gunstige, hetgeen mij hier beneden overkomt, aanschouwen als eene verkwikking eeus reizigers, welke men niet dan in het voorbijgaan moet smaken, en geel, o mijn God ! dat ik veel meer vreeze daarvan misbruik te maken. Jan er van beroofd le worden. Amen.
GEÜED
in eenen slechten uitval, en in alle droevige voorvallen.
Men gaal in verdriet bij eenen getrouwen vriend eenige vertroosting zoeken; ik kom de mijne bij u zoeken, o mijn Jezus, omdat gij de getrouwsle en de besleder vrienden zijl. Gij ziet, hoe neerslachtig mijn hart is door de ongelukkige gebeurtenis, die mij is overkomen, en die de hoop verijdelt, welke ik had gevoed: versterk mij, bid ik u, opdat ik dit ongeval met moed en onderwerping a:m uwen Goddelijken wil ver-drage. Ik aanbid de rechtvaardigheid, die mij getroffen heeft; met eerbied onderwerp ik mij aan de beproeving, welke gij tot mijn meerder goed toelaat, en ik bedank u daarvoor als voor een zeker bewijs van de
752 BELANGEN DEIl HH. HARTEN VAN
liefde, welke gij voor mij hebt, en van de zorg, die gij neemt van mijne zaligheid; ik drang mijne smart, in vereeniging met uw lijden, door uwe handen op aan uwen hemelschen Vader, tot voldoening mijner zonden ; ik beken, dat gij met mij nog niet handelt gelijk ik hel verdien, en ik dank uwe goedheid, van mij met zooveel zoelheid behandeld te hebben; ik onderwerp mij ootmoedig aan al wat het u behagen zal, te mijnen opzichte te beschikken; ik smeek u alleenlijk, dut ik al die beproevingen moge aannemen in den geest en de gesteltenis, die eenen christen altoos moeten bezielen, en dat ik er de vrucht uit moge trekken, welke uwe Voorzienigheid met mij die over te zenden, voor oogwit heelt. Amen.
GEÜED in alle slach van druk.
Ik bevind mij in druk, en de tegenspoed vervolgt mij: ik houd niet op. Heer, uwe wet te overwegen en uwen altijd heiligen, altijd rechtvaardigen wil te aan-biduen. Is 't dat wij van uwe hand het goed hebben ontvangen dat gij ons geelt, waarom zouden wij ook met onderwerping de rampen niet aannemen, waarmede gij ons wilt drukken? Gij geeft en neemt de goederen van dit leven; niets geschiedt e:f, dan omdat het u alzoo behaagt: dat uw H. Naam geloofd, uw heilige Wil gebenedijd zij 1 Ik stem toe en ben bereid nog meer te lijden, indien het alzoo uw heilige wil is, en vraag u de verduldigheid en de wijsheid om nog christelijker dan tot heden te lijden. De tegenspoed waarin ik mij bevind, is een niet m vergelijking van hetgene ik heb verdiend; ik offer hem u op, 6 Heer, tot vergiffenis van mijne zonden. Hoe gelukkig zou ik zijn, konde ik dezelve gedeeltelijk boeten ! O Jezus! die voor mij zoo
JEZUS EN MARIA OP AARDE. 753
veel hebt geleden, vereenig het weinige dat ik lijd, die kwelling die mij drukt, met uwen arbeid, uwe ver-smaadhedén en al de snnrten van uw kruis; geef dat mijn druk als eene ladder zij, langs welke ik opklim ten hemel; verleen mij de verduldigheid uwer Heiligen. Het zwaard van droefheid heeft het Hart van Maria doorstoken; met wat onderwerping, met wat zachtmoedigheid heeft z'j er de smarten van gedragen ! Moge mijne offerande, gelijk de hare u behagen ! Doe mij uit mijnen druk de vrachten trekken, die gij wilt dat ik er uit trekke: doe hem ophouden, is 't dat alzoo uw wil is, en geef mij de sterkte van hem te dragen, is 't dat gij besloten hebt hem tot uwe verheerlijking en mijne zaligheid Ie laten duren. Amen.
AKTE VAN VERNEDERING.
O schromelijke majesteit van den oneindigen God, in wiens tegenwoordigheid ook de mensehheid zelve van Christus zich in den afgrond van haar niet door de nederigste aanbidding onderwerpt! Ik verneder mij met een rechtzinnig hart in uwe tegenwoordigheid, met mij beneden al de schepselen in den afgrond van mijn niet neder te storten ; vermits ik onwaardig ben de oogen naar den hemel te verheffen. Waarlijk ik hen verachtelijker dan al de schepselen, onwaardig om van de aarde te worden gedragen en onder de men-schen le verkeeren. Ik heb gezondigd, ik heb de hel verdiend. Ik kan nog zondigen; ik kan in de zonden sterven en veroordeeld worden; en nogtans verhoo-vaardig ik mij.
Ik verfoei en verzaak uiterharte al de gedachten en bewegingen van hoovaardigheid, alle hoovaardige woorden en werken. De hemel gave dat allen mij als den verachtelijksten worm, als de schande der men-sthen en het uitvaagsel der wereld ouder de voeten
48
75-1 RFLANGES DER Hll. HARTEN VAD
trapten! O allerootmoedigste Jezus, bewijs mij deze gunst, dat ik ootmoedig van harte zij; verlos mij door uwe ootmoedigheid van den geest van hoovaardij.
AKTE VAN GEDULD.
Gij, mijn Jezus, hebt uit liefde tot mij zoo zware pijnen in uw lichaam, zoo bittere smarten in uwe ziel, zoo hoonende lasteringen in uwe eer verdragen; en ik zondaar zou weigeren uit liefde tot u te lijden? hoe weinig is hetgeen ik lijde, vergelekeu bij hetgeen gij voor mij hebt geleden, bij hetgeen zoo vele martelaren hebben onderstaan, bij hetgeen zoo vele anderen voor de wereld, voor den duivel lijden, bij hetgeen mijne zonden hebben verdiend. Wat ik lijde, is noch de hel noch het vagevuur, en hoe meer en hoe zwaarder ik uit Helde tot u zal lijden, des tegiooter zal de glorie zijn: vermits de kortstondige en lichte kwellingen een eeuwig gewicht van glorie bezorgen.
Brand, kerf hier, als gij maar in de eeuwigheid spaart. O Heer, maak dat ik lijde voor u, die voor mij zoo ongehoorde dingen hebt geleden. Vermeerder mijne smarten, maar vermeerder ook mijn geduld. O gekruisigde Jezus! geef mij geduld; het is vastgesteld, of lijden of sterven; ja, lijden tot den dood, om alzoo aau de Goddelijke rechtvaardigheid voor mijne zonden te voldoen, om aan den lijdenden Christus meer gelijk te worden, om eenen meer verheven trap van veiïi ■er-lijking in den hemel te verdienen, waardoor ik God gedurende geheel de eeuwigheid des le heviger kan beminnen. O God! daar ik uw slaaf' bea, kunt gij mij naar uw welbehagen gelijk een verachtelijk dier pijnigen. Ik bied u deze mijne smarten aan in vereenlging met de smarten van Christus.
JE7,l!S EN MARIA OP AARDE. 750
AKTE VAN ZACHTMOEDIGHEID.
Hoe gelukkig is de mensch, o mijn God! dien gij met de zegeningen van eene onuitsprekelijke zachlmoedig-heid hebt. begunstigd I Hij zal zijne ziel in vrede bezitten, een vrijen loegang tot uw Hart hebben, den overvloed mvergraliën op zich trekken, de gemoederen vcreenigen, de harten winnen; zijn vreedzaam leven zal vervuld zijn met gelukkige dagen, en zijn dood met vertroostingen door de vruchten van zaligheid die hij verzamelen zal.
O zachtmoedigheid! liefelijke deugd, welke alle aantrekkelijkheden in u bevat; machtige deugd, die alle hinderpalen overwint; hemelsche deugd, die de oogen en het welbehagen van God zeiven op u trekt, gij zult mijne gelielkoosde deugd wezen, de deugd van mijn. hart; gij zult over mijne gevoelens heerschen, mijne drillen bedwingen, mijne woorden ingeven, geliee» mijn gedrag regelen.
En gij, aanbiddelijke Zaligmaker! Lam zonder vlek, gij zelf hebt u gewaardigd die beminnelijke deugd te verhellen, en haar onder de acht zaligheden te stellen; zalig zijn de zachtmoedigcn (Matth. o, 4); gewaardig u thans nog, hare gevoelens voor altijd in mijn hart te prenten en te bewaren, opdat het aan't uwe gelijkvormig worde. iNaar dat Goddelijk voorbeeld moet ik mij vormen, en in die bron zal ik de gratiën gaan putten, die mij zoo noodig zijn om eene deugd te bekomen, welker prijs ik ken, maar voor welke ik in mij zooveel tegenstand gevoel. Ik zal hem trachten te overwinnen, en moest ik duizend strijden leveren, dan nog, met uwe genade, hoop ik de overwinning te behalen.
Ik moet het tot mijne schaamte bekennen, o mijn God! mijne ijdelheid, mijne gevoeligheid, mijne eigen-
/56 BELANGEN DER HH. HARTEN VAN
liefde, zijn de groote vijanden die ik zal te bestrijden dat ik
hel ben ; zoo ik nederig en verstorven ware, zou ik kloekr zachtmoedig en vreedzaam wezen. Ik ga al mijne zoo gi kraclilen inspannen om het te worden, om de fouten tc vlekki herstellen, die ik tegen do/.e deugd bedreef, om de van g1 belooning te verdienen, die «ij haar hebt toegezegd deugt Amen.
GEBED OM DE ZUIVEHIIEID DEIl ZIEL EN DES LICHAAMS TE VRAGEN.
Almachtige God, die mijne ziel schiept naar uw beeld en gelijkenis, laat niet toe dat ik ooit uw albeeldsel bezoedele. Gij bedreigt hem te vernietigen wie uwen heiligen tempel zou onteeren. Mijn lichaam, o Heer, is die gewijde tempel, waar de H. Geest heerscht door zijne genade, en welken Jezus-Christus door zijne tegenwoordigheid zoo dikmaals in de H. Communie geheiligd heeft. O mijn God, duld in dien tempel niet een dier gruweldaden, welke gij met zoo veel afschuwen verfoeit, en gedoog niet. dat iets de zuivcr.ieid mijner ziel en mijns lichaam; be .niette.
Ik weet dat men vcor d e k .stbare deugd eene bijzondere genade van noodo Heeft; daarom neem ik mijne toevlucht ct u, o God van zoo vele maagden ! Hoevelen hebben, u cr uwe genade, op de aarde ge-leeld gelijk de engeltn 111 den hemel leven! zij waren zwak even als ik; dus ontmoedigt mijne zwakheid mij nu , indien gij, o God van sterkte, u gewaardigt mij te ondersteunen, gelijk gi j haar ondersteund hebt, dan ver-mag ik alles, zoowel als zij, in hem die mij versterkt
Geel mij dan, o mijn God, de gtnade met zooveel zorg over mij te waken, en met zoo groote vurigheid te bidden, dat de bekoorder, die vijand uwer glorie en mijner zaligheid, nooit eenig voordeel op mij behale. Maak dal ik mijne inbeeldingskracht zoo wel regele,
JEZUS EN MARIA OP AARDE. 737
estrijder, dat ik al mijne zinnen zoo wel beware, dat ik mij zoo zou U kloekmoediglijk van alle gevaren verwijdere, dat ik in '1 mijne zoo groot eenen afsclirik leve van al wat mij kan be-outen te vlekken, en in eene zoo nauwkeurige teergevoeligheid om de van geweten, dat nooit iets die uitstekende en sclioone gezegd, deugd in mij kunne bederven. Amen.
GEBED TOT DE II. MAAGD.
'HAAMS
O waardige Dochter van den eeuwigen Vader! o waardige Moeder van den Zoon! o waardige liraid van ^ beeld den H. Geest! Allerzuiverste Maagd, ik smeek u, door
quot;eldsel uwen onuitsprekelijken maagdom, door uw:e onbe-
uvven vlekte ontvangenis, en door uw allerheiligste Hart, van
Heer, mij eene groote zuiverheid van geest, van hart, van
1 door lichaam en van geweten te bekomen. In den naam des
zijne Vaders, en des Zoons, en des Heiligen Geestes. Amen, lunie
Iniet GEDED OM DEN GEEST VAN GEHOORZAAMHEID EX
ChU- ONDERWERPING TE BEKOMEN.
'.wid
Kan ik, o mijn Zaligmaker! u de onafhankelijkheid
3ene vaneenen God zien slachtofferen aan de gehoorzaam-
ii ik held, zonder deze deugd te beminnen en te beoefenen?
'en ! Kan ik u, gedurende drie en dertig jaren, stiptelijk en
ge- In alles aan de heilige Maagd, uwe Moe Ier, en aan den
ren heiligen Joseph zien gehoorzamen, zonder mij te he-
mij ijveren om nauwkeuriglijk na te volgen al hetgeen gij
j te mij, door uwe inspraken en door mijne overheden,
er- gebiedt ? Maar hoe zou ik gehoor verleenen aan den
(. tegenstrijd en aan de moeieli,ikheid, die ik vind in Ie
Bel gehoorzamen, ziende dat gij zelf gehoorzaam geweest
'id zijt aan uwe beulen, toen zij u zeiven op uw kruis heb-
?n ben doen uitstrekken? Maak, o Jezus! dat ik mij aan
e. de gehoorzaamheid onderwerpe, om de uwe na te vol-
e, gen, om in mij den hoogmoed te vernietigen, om u het
/5b BELANGEN DEIÏ HH. HARTEN VAN
liefde, zijn de groote vijaiiden die ik zal te bestrijden hel ben; zoo ik nederig en verstorven ware, zou ik zachtmoedig en vreedzaam wezen. Ik ga al miine kracliten inspannen om bet te worden, om de fouten te herstellen, die ik tegen deze deugd bedroef, om de belooning le verdienen, die gij haar hebt toegezegd. Amen.
GERED OM DE ZÜIVEIÏIIEID DEIl ZIEL EN DES LICHAAMS TE VRAGEN.
Almachtige God, die mijne ziel schiept naar uw beeld en gelijkenis, laat niet toe dat ik ooit uw afbeeldsel bezoedele. Gij bedreigt hem te vernietigen wie uwen heiligen tempel zou onteeren. Mijn lichaam, o Heer, is die gewijde tempel, waar de H. Geest heerscht door zijne genade, en welken Jezus-Cliristus door zijne tegenwoordigheid zoo dikmaals in de H. Communie geheiligd heeft. O mijn God, duld in dien tempel niet een dier gruweldaden, welke gij met zoo veel afschuwen verfoeit, en gedoog niet. dat iets de zuiverheid mijner ziel en mijns lichaam: beunette.
Ik weet dat men vcor de kostbare deugd eene bijzondere genade van noodeiieeft; daarom neem ik mijne toevlucht ct n, o God van zoo vele maagden ! Hoevelen hebben, o. er uwe genade, op de aarde geleefd gelijk de engeltn jn den hemel leven! zij waren zwak even als ik; dus ontmoedigt mijne zwakheid mij met; indien gij, o God van sterkte, u gewaard/gt mij te ondersteunen, gelijk gij haar ondersteund hebt, dan vermag ik alles, zoowel als zij, in hem die mij versterkt.
Geel mij dan, o mijn God, de genade met zooveel zorg over mij te waken, en met zoo groote vurigheid e bidden, dat de bekoorder, die vijand uwer glorie en mijner zaligheid, nooit eenig voordeel op mij behale. Maak da: ik mijne inbeeldingskracht zoo wel re-gele,
JEZUS EN MARIA OP AARDE. 737
dat ik al mijne zinnen zoo wel beware, dat ik mij zoo kloekmoediglijk van alle gevaren verwijdere, dat ik in zoo groot eenen afschrik leve van al wat mij kan bevlekken, en in eene zoo nauwkeurige teergevoeligheid van geweten, dat nooit ietr. die uitstekende en sclioone deugd in mij kunne bederven. Amen.
GEBED TOT DE II. MAAGD.
O waardige Dochter van den eeuwigen Vader! o waardige Moeder van den Zoon! o waardige Bruid van den H. Geest! Allerzuiverste Maagd, ik smeek u, door uwen onuitsprekelijke!! maagdom, door uwe onbevlekte ontvangenis, en door uw allerheiligste Hart, van mij eene groote zuiverheid van geest, van liarl, van lichaam en van geweten te bekomen. In den naam des Vaders, en des Zoons, en des Heiligen Geestes. Amen,
O li li i; li OJI DEN GEEST VAK GEHOORZAAMHEID EN ONDERWERPING TE BEKOMEN.
Kan ik, o mijn Zaligmaker! u dc onafhankelijkheid van eenen God zien slachtofferen aan de gehoorzaamheid, zonder deze deugd te beminnen en te beoefenen? Kan Ik u, gedurende drie en dertig jaren, stipteli jk en in alles aan de heilige Maagd, uwe Mee Ier, en aan den heiligen Joseph zien gehoorzamen, zonder mij te beijveren om nauwkeuriglijk na te volgen al hetgeen gij mij, door uwe inspraken en door mijne overheden, gebiedt? Maar hoe zou ik gehoor verleenen aan den tegenstrijd en aan do moeielijkheid, die ik vind in Ie gehoorzamen, ziende dat gij zelf gehoorzaam geweest zijt aan uwe beulen, toen zij u zeiven op uw kruis hebben doen uitstrekken? Maak, o Jezus! dat ik mij aan de gehoorzaamheid ondervverpe, om de uwe na te volgen, om in mij den hoogmoed te vernietigen, om u het
Ï38 BELANGEN DER HU. HARTEN VAN
verlangen te kennen Ie geven, dat ik heb van u (ebe-hngen, en van in alles en altijd uwen heiligen wil te volbrengen. Amen.
GERED OM EEN NIEUW HART TE VRAGEN.
Ten uiterste bedroefd over de ellenden en de bedorvenheid mijns harten, o mijn God! kom ik u, met den koninklijken Profeet, de genade vragen van in mij een nieuw harl te vormen en te scheppen (ps, 30, 19). Eu ziehier het hart dat ik u vraag, opdat hot waardig zij u opgedragen te worden.
Een nieuw hart, boetvaardig en verbrijzeld van droefheid op het gezicht van zoovele en zoo groote zonden, die het tegen u bedreef.
Een nieuw hart, oprecht en volkomen onthecht van de wereld, om voortaan u alleen aan te kleven.
Een nieuw hart, getrouw aan de gratie om zooveel ontrouw en tegenstand te herstellen, waarmede het aau uwe zoete uitnoodigingen zoo lang heeft beantwoord.
Een nieuw hart, dat u voor alles, boven alles, bij voorkeur aan alles beminne, en dat, bezield met het vuur dier Goddelijke liefde, in staat zij van alles te ondernomen, alles op te offeren, alles te lijden, veel liever dan u te mishagen en uw Hart Ie bedroeven.
Een nieuw hart, vol ijver om die verderfelijke eigenliefde, die zoo strijdig is met uwe heilige liefde enmij zoo machtig beheerscht, te bevechten, te verstikken, uit te roeien.
Geef mij een nieuw hart, dat u b=minne, niet alleenlijk in uwe weldaden, in den overvloed uwer vertroostingen en zoetigheden, maar nog in de kruisen, de beproevingen, de berooving van allen troost en van alle zoetigheid.
Geef mij een nieuw hart, volkomen onderworpen
JEZUS EN MA It IA 01' AAHÜE. 739
aan uwen heiligen wil, overgegeven aan de beschikkingen uwer Goddelijke voorzienigheid, gedurig als een slachtoffer vernietigd voor de eer van uwen heiligen naam.
Eindelijk, geef mij een hart geheel en al aan uw aanbiddelijk Hart gelijkvormig, een hart dat niet meer leve, dat niet meer kloppe dan om u te beminnen. Neem gij mijn hart, o mijn God! en geef mij het uwe, om u in deze wereld op eene u waardige wijze te beminnen; in afwachting van de volmaakte liefde, die ik u in hot andere leven zal toedragen. Amen.
GEBED OM DEN INWENDJGEN VIIEDE TE VRAGEN.
Almachtige God, wien niets kan beletten aan mijn hart de gerustheid te geven; God van goedheid, die ons, met eene volle getrouwheid aan uwe geboden, ook een volkomen betrouwen in u vraagt; geheel beminnelijke God, wiens rijk in ons niet is dan liefde en vrede, vorm gij zelf in mijne ziel die kalmte, op welke gij wacht om iiaar te bezoeken. Ik zie er niets in dan onverduldigen ijver, verwarring en ontsteltenis. De stille werking, het verlangen zonder driftigheid, de ijver die werkt zonder zich te ontrusten, kunnen niet komen dan van u, de eeuwige wijsheid, de oneindige werkzaamheid, de onberoerlijke rust, die de oorsprong en het voorbeeld van den waren vrede zijt. Hij is zoo kostbaar, dat uwe liefde en uwe milddadigheid ons denzelven in het ander leven beloven als de hoogste vergelding van de getrouwheid, waarmede wij u in dit leven zullen gediend hebben. Hij is zoo wellustig, dat hij niet kan volmaakt zijn dan in den hemel, en de ge-heele eeuwigheid er ons niet van zal kunnen verzadigen. Het is van u alleen, o Vader des lichts! die zonder verandering en afwisseling zijt, dat een zoo kostbaar geschenk, eene zoo volmaakte gave kan afdalen. Gij
'tio belangen m:i; nu. harten van
hebt ons dien vrede beloofd door uwe profeten, gij hebt bom ons gezonden door uwen Zoon, eu verzekerd door de uitstorting van uwen geest. Laat niet toe dat de afgunst van onze vijanden, de onlsteltenis onzer hartstochten, de angsten van ons geweten ons die he-melsche gaaf doen verliezen, die het onderpand is van uwe liefde, het voorwerp van uwe beloften eu de prijs van het bloed uws Goddelijken Zoons. Amen.
BESTRIJDEN DER HARTSTOCHTEN.
Geheel liet leven van den mensch is een aanhoudende oorlog. Wij moeten geen oogenblik ophouden ons geweld aan te doen en onze hartstochten te bestrijden. Indien wij niet werken om die te temmen, zullen zij onvermijdelijk ons de rust benemen in dit leven, en het geluk doen verliezen in het ander. Eenieder heeft eeno heerschende drift of hartstocht, die er vele andere voortbrengt; de eerste ontwortelen, is de andere uitroeien, even gelijk men, door eenen boom te ontwortelen, ook terzelfderlijd al de nieuwe spruiten der wortelen doet vergaan. Hot is dan hoogst belangrijk te ontdekken, welke in ons die heerschende hartstocht is. Het is over 't algemeen diegene, welke ons het meest, het gemakkelijkst, met mindere wroeging, in zonden doet vallen, en waarover wij meerdere moeite hebben om rouwhartig te zijn. Deze eens gekend zijnde, is het tegen denzelven, dat men al zijne aandacht, al zijne wapenen moet wenden.
Beloof, van des morgens af, oprecht aan God, van dezen uit al uwe macht te bestrijden j voorzie wat voor u eene gelegenheid van val zou kunnen zijn, en smeek met vurigheid om de genade van niet in uwe gewone fouten te lier-vallen.
Waak zorgvuldig over u zeiven, vooral in het gevaar, en neem uwe toevlucht tot God door het gebed.
Zoo gij het ongeluk hadt te bezwijken, verneder u voor God, bekennende, dat gij uitu zeiven niets zijtdan ellende, en betuig er uw leedwezen over; herstel, zon deru te mis-
JEMS EN MARIA OP AAUDE. 7(il
moedigen (want de moedeloosheid kun niets dan het kwaad verergeren, met de fouten to vermenigvuldigen) uwe zonde, door do oefening van de tigenovergestelde deugd; zooals zou zijn de zachtmoedigheid te toonen een oogenblik na de onverduldigheid, de gramschap, enz.
Doe uw gewetensonderzoek omtrent het midden van den dag, of ten minste des avonds. Bemerk hoe dikwijls gij nog gevallen zijt, en zoek er de oorzaak van op; vraag God ootmoedig vergiffenis over uwe ongetrouwheid; leg uzelven eenige boetvaardigheid op: maak nieuwe voornemens, en volhard in dien noodzakelijken oorlog, wel overtuigd, dat God eindelijk de pogingen zal bekronen, die gij, om u te beteren en hem te behagen, aanwendt.
CEÜED OM AAN GOD DE OVERWINNING ONZER HARTSTOCHTEN TE VRAGEN.
Heilige God, Vader der barmliarligheden, die mij niet geschapen hebt dan om u in de vrijheid uwer kinderen te dienen, laat niet. toe dat ik nog langer het speeltuig mijner eigene harlslochten zij.
Doe mij, mijn God, de slavernij verlaten, waarin zij mij gibracht hebben; ondersteun mij in den strijd, wolken ik, te dien einde, mij zeiven aandoe.
Gij kent, Heer, en mijne zwakheid, en de macht der vi janden, die mij belieerschen. Getuige van mijne ellenden, ziet gij wat de gramschap, de gevoeligheid, de afgunst, de eerzucht, de wulpschheid op mijnen geest, op mijn hart vermogen. De luiheid doet mij te gelijker tijd mijne pliclitcn verwaarloozen; de eigenliefde sluipt in het weinig goeds dat ik wil verrichten , en onlrooft hel besle deel dat ik u bestem. Welke dwang, welke slavernij, omijn God! vooreene ziel, die u, in weerwil van hare hartstochten, wil beminnen, en die, zoo het schijnt, volmaakt aan u zou willen zijn!
Maar ik verloochen, ik verfoei al die ongeregeldheden
702 BELANGEN DER 1111. HAKTEN VAN
uil geheel mi jn hart. Het is mij leed, mij zoo dikwijls aan dezelve te hebben overgegeven. Ik gevoel er eene oprechte droefheid over, omdat zij u mishagen, en omdat gij het zijt, oneindige goedheid, die ik belee-digd heb, zoo dikwijls ik mij daaraan heb plichtig gemaakt. Ja, het is er mede gedaan : wat het mij ook kosten moge, ik wil voortaan zoo gevaarlijke ingevingen niet meer involgen. Ik wil de zonde vermijden, aan mijne ondeugden, rampzalige bron van al mijne zonden, wederstaan. Het is in uwen naam, almogende God, dal ik de wapenen zal opvallen, om de vijanden te bestrijden, die zoo vele anderen, met de hulp uwer genade, zoo gelukkiglijk overwonnen hebben. Het is ook in uwen naam dat ik de zegepraal hoop te behalen, door Jezus-Christus, die leeft en heerscht in alle eeuwen der eeuwen. Amen.
GEBED OM AAN GOD TE VRAGEN ZICH VAN EENE ZONDE VAN GEWOONTE TE BETEREN.
Mijn God! gij weet hoeveel smart mij veroorzaakt die ingewortelde gewoonte, die ik niet kan overwinnen. Ik ben in droefheid, u alzoo dagelijks te beleedigen, en le zien, dat, welke voornemens ik ook make, ik mij, bij de eerste gelegenheid, even zwak en ongetrouw bevind. Ach ! Hesr, indien ik u beminde, gelijk ik het moet. ik zou in uwe liefde een behoedmiddel legen mijne hartstochten vinden. Versterk dan die liefde in mij, en dat zij mij zoodanig beheersthe, dat zij mijne driften noodzake te zwijgen, of mij zegepralend make in de strijden, die ik daartegen nog zal moeten leveren. Verhoor mij, o mijn God! en dal mijne goede verlangens u bewegen; dil is hetgeen ik vraag doorde ver-dienslen van Jezus-Christus, uwen Gcddelijken Zoon, die met u leof! en heerscht in alle eeu .vigheid. Amen.
JEZUS EX MARIA OP AARDE.
GEBEI) NA EEN EN VAL IN ZWARE ZONDEN.
Gevoelens van eenen bootvaardigen zondaar, die zijnen troost en zijno hoop in God stelt.
O mijn God! het is met schrik en siddering, dat ik, na een zoo groot misbruik uwer genaden, en eene zoo diepe vergetelheid uwer weldaden, voor u durf verschijnen.
Eilaas! indien ik alleenlijk acht nam op mijne eigene ellende, op de overmaat mijner rampen, op de ontelbare menigle mijner ongerechtigheden, op de verouderde wonden mijner ziel, zou ik in eene verschrikkelijke moedeloosheid vervallen, en mijne oogen niet meer hemelwaarts durven heffen.
Ziedaar, Heer, hoedanig mijn staat zou zijn, zonder eene barmhartigheid, die mij zoetjes voorkomt, en mij uitnoodigt, om mij voor eene zoo dikwijls beleedigde Majesteit te vernederen. Mij dan , met liet aangezicht, in het stof nederwerpende en al mijne zonden, al mijne ongerechtigheden belijdende, durf ik tot den troon der genaden naderen. Het is niet in mijnen naam dat ik mij aanbied: mijn eenigste reddingsmiddel is, mij te vernietigen, zoo het mogelijk is, deu mensch der zonde te doen verdwijnen, in het niet te verzinken, te vergeten wat ik in mij zeiven bon, mij met niets dan geheel met Jezus-Christus bezig te houden. liet is in zijne verdiensten dat ik al mijn vertrouwen stel; het is in zijne rechtvaardigheid, dat ik het hulpmiddel voor mijne ongerechtigheid, de genezing der kwalen van mijne ziel, de vergiffenis mijner boosheden wil putten.
Maar, Heer, nauwelijks ben ik door een straaltje van hoop opgestaan, of aanstonds word ik door het gevoel mijner onwaardigheid teruggestooten. Indien uwe
763
7Ö1 BELANGEN DER HII. HARTEN VAN
barmliarligheid, en de kracht van het l)loe(l van Jpzus-Christus mijne ziel opwekken om u te zoeken, dooi1 in dezelve eene beweging van vertrouwen te doen onl-staan, dan storten liet gezicht uwer rechtvaardigheid, de vrees uwer oordeelen, het gewicht mijner liooshe-den, mij aanstonds weder in neerslachtigheid. Wal zal ik dan doen, Heer, in eenen zoo jammerlijken toe-stand? Het dunkt mij, dat mijn hart vurig verlangt zich tot u te verhelFen. Het zou willen opstaan uit eenen afgrond van ellenden en zwakheden, die het gebonden en gevangen houden.
Hoe groot zouden mijn troost en mijne blijdschap zijn, groote God, zoo die sterke en machtige stem, die de cederboomen van den Libanus verbrijzelt, die de dooden doet verrijzen, zich aan mijne ziel liet hooren ! Maar ielaas! mijne ongetrouwheden stellen eenen hinderpaal aan den overvloed uwer barmhartigheid. Ach! gewaardig u mij in eenen staat van vastheid en bestendigheid te stellen, waarin ik vatbaarder ben om de uitwerkselen uwer liefde te gevoelen. De onttrekking uwer genaden is de rechtvaardige straf van mijn hervallen; ach I bewaar mij van dit nog te vernieuwen : hervorm in mij al wat aan uwe Goddelijke wel tegenstrijdig is; bekeer mijn hart door uwe almogende zalving; werk eindelijk in mijne zieke en bedrukte ziel eene geheele verandering uit; vernieuw geheel mijnen wil; schenk mij eene genoegzaam overvloedige liefde, om de vergiffenis te bekomen mijner ongerechtigheden, die eenen scheidsmuur tusschen u en mij stellen; alsdun zullen mijne zuchten in dankzeggingen veranderd worden.
Ziedaar, Heer, het voorwerp mijner vurigste wen-schen ! verlos mij, mijn God, uit de macht der vijanden mijner zaligheid; doe mi j de zoetheid uwer tegenwoordigheid smaken; geef mij de liefelijkheid uwer vriendschap weder, en laat mij in het diepste van mijn
JEZUS EN MARIA OP AARDE.
hart dit vertroostend wonrd hooren; uwe zonden zijn u vergeven; houd daarna niet op mijne uiterste zwakheid te ondersteunen, en maak, door uwe genade, dat mijne voornemens voortaan krachtdadig en duurzaam zijn. Amen.
RAADGEVING.
Volg, na cenen val in doodzonde, die christenon niet na, die verblind zijn omtrent het gevaar, waarin zij zich onophoudelijk bevinden van onvoorziens te sterven; stel niet uit van uwe toevlucht te nemen tot het sakrament van boetvaardigheid : verschuif niet, gelijk zij, de biecht van maand tot maand ; want het is alzoo, dat men het hervallen vermenigvuldigt, en ten laatste in eene versteendheid geraakt, die tot de eindelijke onboetvaardigheid geleidt.
GERED
Van iemand die aan God de onschatbare genade vraagt van een oprecht en verlicht geweten, en die verlangt bevrijd te zijn van alle geneigdheid tot de dagelijksche zonde.
O Vader des lichts! O God aller waarheid 1 gij, die de geheimste plaatsen onzer harten doorgrondt, die met eenen oogslag doordringt al wat in dezelve omgaat, gelief mijn geweten te verlichten. O gij, die de weg, de waarheid en liet leven zijl, geleid gij zeil' mij in de paden uwer gerechtigheid: leer mij die onbegrijpelijke misleiding onderscheiden welke de hartstocht te weeg brengt, wanneer hij het geweten be-heerscht, en het middel vindt om het te overtuigen, dat het goed kwaad, en het kwaad goed is. Het is deze gevaarlijke misleiding, die ons zoo dikwijls inzichten van onrust en boosaardigheid, inzichten van hoogmoed ev eigenbaat, inzichten van afgunst en wraakzuciit, voor
763
766 BELANGEN DER HH. HARTEN VAN
inzichten van ijver doet nemen. Het is deze misleiding, die ons zoo hardnekkig maakt in het kwaad, omdat wij aan hetzelve de kleur en den schijn van het goed geven. Leer mij die verborgene en onzichtbare ondeugden kennen, die zich dikwijls aan onze eigene oogen onttrekken: leer het mij, bid ik u, opdat ik al-loos liet ware pad der heiligheid en der gerechtigheid bewandele. Creole God! wie heeft den onmerkzamen voortgang en de vermindering uwer genade in de zielen wel begrepen! wie heelt die rampzalige grenspalen wel onderscheiden, die in een hart het leven van den dood, en het licht van de duisternissen alzonde-ren! Vergun mij dan de verlichte oogen van het hart, die den sluier doordringen , waaronder wij onze l'oulen verbergen. Boezem mij haat in, zelfs legen de geringsle, omdat zij zeer tegenstrijdig zijn aan uwe waarheid, aan uwe heiligheid en aan uwe gerechtigheid, en zij ons dikwijls tot het ongeluk geleiden van het leven der ziel geheel en al te verliezen. Gewaardig u mij de genade te verleenen van in deugden en verlichtingen aan te groeien, opdat ik, door mijne waakzaamheid en omzichtigheid, zelfs tot den schijn van het kwaad vermijde. Zegepraal over mijne kwijning en mijne zwakheden, na over mijne misdaden gezegepraald Ie hebben. Geef mij een ijverig en getrouw hart, omdat gij mij een misdadig en ongebonden hart ontnomen hebt. Roezem mij dien goeden wil in, die de Heiligen vormt, omdat gij in mij dien wederspan-nigen wil vernietigd hebt, die de groote zondaars maakt. Laat uw werk niet onvolmaakt, en maak mij waardig van die belooning en dat onsterfelijk leven, welke alleen beloofd zijn aan hen, die zoo wel in het klein als in het groot zullen getrouw geweest zijn. Amen.
JEZUS EN MARIA OP AARDE. 767
ALGEMEEN GEBED VOOR AL WAT DE ZALIGHEID AANGAAT.
Mijn God, ik geloof in u, maar versterk mijn gelooi'; ik hoop in u, maar bevestig mijne hoop: ik bemin u, maar verdubbel m.ijne liefde; ik heb leedwezen over mijne zonden, maar vermeerder mijn leedwezen.
Ik aanbid u als mijn eerste beginsel, ik verlang u als mijn laatste eindo, ik bedank u als mijnen eeuwigen weldoener, ik aanroep u als mijnen oppersten beschermer.
Mijn God, gelief mij te bestieren door uwe wijsheid, mij te beteugelen door uwe rechtvaardigheid, mij te troosten door uwe barmhartigheid, en mij te beschermen door uwe niachf.
Ik wijd u toe mijne gepeinzen, mijne woorden, mijne werken, mijn lijden, opdat ik voorlaan nimmer denke dan aan u, nimmer spreke dan van u, nimmer handele clan volgens u, en nimmer lijde dan voor u.
Heer, ik wil helgene gij wilt, omdat gij het wilt, gelijk gij het wilt, en zoo veel gij het wilt.
Ik bid u, verlicht mijn verstand, ontsteek mijnen wil, zuiver mijn lichaam, en heilig mijne ziel.
Mijn God, help mij mijne voorledene zonden uitwis-schen, do toekomende bekoringen overwinnen, de harlstochten die mij overheerschen verbeteren, en de deugden welke mij betamen, uitoefenen.
Vervul mijn hart met teedere liefde voor uwe goedheden, met afkeer voor mijne gebreken, met ijver voor mijnen naasten en met versmading voor de wereld.
Maak, Heer, dat ik onderdanig zij aan mijne oversten, liefdadig jegens mijne onderdanen, gciiOuw aan mijne vrienden, en toegevend jegens mijne vijanden.
Kom mij ter hulp, om de wulpsehheid door de ver-
l É
I
'68 BELANGEN DER HH. HAKTEN VAN
Jterving, de gierigheid door de aalmoes, de gramscban door de zoetaardigheid en de lauwheid door de gods-vrucht te overwinnen. b
JrPnIJWn0id' 'quot;'r'' m,j v001'z'chtig '» de ondernemingen, kloekmoedig m de gevaren, verduldig inden tegenspoed en ootmoedig in den voorspoed.
, aalt n0,01t toe.cIat ik de aandacht in mijne gebeden kp'.n.1' h' i '- niaf!Sheid in quot;quot;'jne maaltijden, de nauw-eurjgheid in mijne bedieningen en de standvastigheid m mijne voornemens.
ceweten 'iThTn nllj de ^ Van al(l'id ecn oprecht fP. ' 1' een zedig quot;'twendig, eene stich
tende samenspraak en een zedelijk gedrag.
Dat ik mij steeds toelegge op het beteugelen der na-
der upf T'3™ (le''gena'Je' quot;l1 l,et onderhouden dei wet en op het winnen der zaligheid
Mijn God, doe mij de kleinheid der aarde zien, de grootheid des hemels, de kortheid des tijds en de langdurigheid der eeuwigheid.
Maak dat ik mij bereide lot den dood, dal ik uw oor- : deel vreeze, dal ik de hel ontvluchte, en dat ik ein- i dehjk den hemel verkrijge door Jezus-Clii islus, onzen Heer. Amen. 1
MIDDIXEN OM DE ZONDEN TE VLUCHTEN EN I)E DEUGDEN TE OEFENEN.
zalttefd vM,r0nn,der quot;quot;'l medequot;'erkquot;^ te vergeefs onze zaligheid \dn God verwachten, zoo ook pogen wij vruchteloos, zonder zijne hulp. het goed te d,en'de deugden Ie
WanTeer dTa^P^,::^
.ij :e(?,er'maar * ^ U en .de^quot;S'istmus verklaart, dat hel leien der deuad-
^ rquot;e het quot;en mensk, maar vanZ of U,-
iW.i.s kn S.ViVn «t» aarok. 709
ttr ran God en van Jeu mensch: ran Go t door de werkende yeuade, van den mensch door de medeLcerkenJe onderdani;/-heid. . . Die ons geschapen heefl zonder ons, zeyt hij noy, maakt ons niet zalig zonder o»?.
Daar dan onze heiligmaking het werk is noch van God alleen, noch van den mensch alleen, maar van God met de medewerking van den mensch, zoo moeu-a wij de Goddelijke genade trachten te bekomen, met haar medewerken, de middelen, welke God daarvoor aanwijst, zooals het gebed, de llll. Sacramenten enz. gebruiken, en vooral datgene vermij. den wat ons die genade zou onwaardig maken.
GEBFn.
O inijii God ! ik hen eou zwak, een ellendig schepsel; maar gij ïijt almachtig en oneindig goed. Versterk mij en kom mij ter hulp. Door ue /.oete Harten van Jezus en van Maria, bid ik ootmoediglijk, verleen mij de genaden, zonder welke ik niets kan doen, en geef mij den moed, welken ik noodig heb om een goed gebruik van de middelen te maken, die gij te mijner zaligheid hebt daargesteld.
Jezus, mijn Zaligmaker! ia uw aanbiddelijk Hart is de bron van alle gratiën, de school van alle deugden; maak dat ik er altoos een zekere schuilplaats vinde, er een vrijen toegang hebbe, en er onophoudend dat heilzaam water moge putten, dat in mij csnehron worde van water, dal springt lol in het eempig leven (Joan, •i, li). Amen.
JIET GEl;E[gt;.
Het gebed is eene samenspraak met God, waardoor wij aan God de begeerten onzer harten te kennen geven.
De H. Ephrem noemt het gebed, het kostelijkste goed dat wij hier op aarde kunnen bezitten; en de H. Augustinus noemt het den sleutel des hemels, de heilzaamste oefening voor onze ziel, en de zoetste voor ons hart. Het gebed, zegt
40
770 BF.LANGF.S DEK HU. IIMITEK ■VA»
do II. Chrysostomus, is zoo noodzakelijk aan het leven onzer ziel, als de lucht die wij inademen aan het leven van ons lichaam, als het water aan het leven van den visch.
liet gebed geeft sterkte in de bekoringen, het bewaart van gevaren, het vertroost in den druk, het verzacht de kwellingen, het voedt de hoop. Reizigers als wij zijn, bewaart het ons op don rechten weg naar ons vaderland. Die bidt met ootmoedigheid en vermorzeling, met betrouwen en volharding, zal zeker zalig worden; die het bidden verzuimt, zal ongetwijfeld verloren gaan. Do verdoemde zal gevoelen, dat hi j met de hulp van het gebed, dat God altijd in zijn vermogen liet, gemakkelijk had kunnen zalig worden, en lietge-pt ins, dat zulks nu voor hem te laat is, zal eeuwig zijne groolsle wanhoop wezen.
GEBED.
Mijn Gnd! liet is mij leed dat ik zoo lang hel) geleerd /.onder u te bidden, gelijk het mijn plicht was. Ach! ik zou mij nooit aan het kwaad hebben overgeleverd, indien ik in de bekoringen tot u mijne toevlucht genomen bad. Ik bedank u mij nu te doen kennen, dal mijne zaligheid gelegen isinu te bidden, en genaden le vragen. Zie, ik bid u, in den naam van Jezus, mij Ie geven eene groote droelheid over mijne zonden, uwe liefde, eene volmaakte overgeving aan uwen heiligen wil, de volharding in uwe genade, eenen zaligen dood en den hemel. Ik ben deze gunsten niet waardig, ik weet het, maar gij hebt u verbonden ze te geven aan die er om zullen bidden door de veruiensten van Jezus-Chrislus mijnen Zaligmaker; hel is dan door hem dal ik die vraag, en van uwe oneindige barmhartigheid hoop te bekomen.
liEISED TOT JEZUS.
(II. Alphonsus de Lig.).
Goddelijke Jezus, menscligeworden Woord, uw bloed
JEZUS EN MARIA OP AARDE. 771
en leven hebt gij len befte gegeven om, volgens uwe belofte, aan onze gebeden de kracht te geven van verhoord te worden, maar wij zijn zoo onachtzaam in het werk onzer zaligheid,dat wij zelfs de genaden niet willen vragen, die ons noodig zijn om tot de zaligheid te komen! Gij geeft ons met het gebed den sleutel uwer hemelsche schatkamer; maar niet biddende, willen wij in den ellendigen staat onzer behoeftigheid blijven. Ach! Heer, verlicht ons; doe ons kennen hoeveel onze smeekingen bij uwen hemelschen Vader vermogen, als wij ze hem in uwen Naam en door uwe verdiensten toezenden.
GEBFD.
Om de volharding in het bidden te bekomen.
God van goedheid en barmhartigheid, ik hoop dat gij mijne zonden vergeven hebt, en ik geloof nu in staal van genade te zijn. Ik bedank u daarvoor uit geheel mijn hart, en hoop u daar eeuwig voor te bedanken, ik erken dat ik gezondigd heb, omdat ik verzuimd heb in de bekoringen tol u mi.-ne toevlucht te nemen en de volharding te vragen; ik stel vast dit voortaan te doen, bijzonderlijk als ik in gevaar zal zijn van u te beleedigen: en zonder dat ophouden uwe barmhartigheid af te smeeken, aanroepende de heilige namen van Jezus en Maria, en ik boude mij verzekerd dat gij mij dan de sterkte zult geven om aan mijne vijanden te wederstaan. Ja, ik maak dit vast voornemen en ik hé-loof het te volbrengen. Maar wat zal het mij baten dit te beloven indien gij, mijn God, mij de sterkte niet geeft om aan mijne belofte te voldoen, dat is, om in de bekoringen altijd tot n te vluchten. Ach! help mij, eeuwige Vader, om de liefde van Jezus-Christus, laat niet toe dat, ik ooii verzuinie, mij in de bekoringen aan u te bevelen. Ik ben verzekerd van uwe hulp zoo
•kki.atst.kn i»F.ii nn. hartkN vaïs •dikwijls als ik tot u mijne toevlucht zal nemen: dit alleen vreesik, daf k din zal nalaten u te aanroepen, en tot mijn ongeluk uwe genade zal verliezen, wat voor mij het grootste van alle ongelukken zijn zou. Ach ! mi jn God, door de verdiensten van Jezus-Christus, geelquot; mij de gave desgeheds; maar geef mij die zoo overvloedig, dat ik altijd en wel mag bidden. 0 Maria, mijne Moeder, gij hebt mij wederhouden van te vallen zoo dikwijls als ik tot u mijne toevlucht genomen heb, heden smeek ik u om eene nog grootere genade, dal ik in al mijne noodzakelijkheden mij altijd aan uwen Zoon en aan u mag bevelen. Gij kunt het, hemelsche Koningin, want gij verkrijgt van God alles wat gij wilt; verkrijg mij dan de genade van te bidden, en te bidden tot mijnen dood toe. Ik vraag u dezelve door al de liefde, die gij tot Jezus-Christus hebt. Amen.
DE SCHIETGEBEDEN.
Eene zeer voordeelige en tevens allergemakkelijkste manier om gedurig te bidden en God te verheerlijken, is het gebruik der schietgebeden. Deze oefening was eene der voornaamsten, welke de Oud vaders der woestijn gebruikten, en waardoor zij hot hoogste punt der heiligheid hebben kunnen bereiken. De H. Franciscus Salesius zegt dat het heel gebouw der godsvrucht op deze oefening berust, en dat zij het gebrek van alle ander gebed kan vervangen, terwijl alle andere gebeden dezer afwezigheid niet kunnen vergoeden. De H. Ignatius is van hetzelfde gedacht, en de eerw. pater Baker leert ons dat God nog altoos, door dit middel, de zielen tot de hoogste volmaaktheid, lot de innigste vereeniging met hem leidt.
Overal, op die wijze, kunnen wij naar Gods glorie verzuchten: op de reis, op heiveld, onder het werk, te midden van het gewoel der menschen, bij dage er bij nachte, overal kunnen wij die gloeiende woorden, gelijk aan vurige pijleü,
.IK/X-S FX MVniA DP WnilK.
ien hemel opzenden. God loven, aanbidden, bedanken, zijne graticn vragen, Jezus en Maria eeren, voldoen voor onze zonden en verdiensten vergaderen, de zondaars bekeeren en do zielen des vagevuurs verfrissching toebrengen.
CEPEI.NZEX K.N SC HKTGEUEUE.N.
Mijn God! welk zal mijn lot zijn?
Ik zal eeuwig gelukkig of ongelukkig zijn.
Wat baat bet de lieeie wereld te winnen, zonder God!
Liever de geheele wereld verliezen, dan God te verliezen !
Ik bemin u, o mijn Jezus ! gij zijl gestorven voor mijne zaligheid.
Waarom ben ik niet gestorven, eer ik n beleedigd heb!
Mijn God! lielp mij uit liefde van Jezus-Christus.
Mijn Jezus! gij alleen zijl mij genoeg.
Laat niet toe dat ik mij nog ooit van u seheide.
Geel' mij uwe liefde, en doe dan met mij wat u belieft.
Wien zou ik beminnen, zoo ik u, mijn Jezus, niet beminde?
Eeuwige Vader, lielpmij uit liefde van Jezus-Christus.
Wanneer zal ik kunnen zeggen; mijn God, uu kan ik u niet meer verliezen?
Maria, mijne hoop, heb medelijden met mij.
Moeder Gods, bid Jezus voor mij.
Heer, wie beu ik, dat gij van mij wilt bemind worden?
Mijn God, ik betracht u alleen, en niets anders.
Al mijn verlangen is, dat uw heilige wil in alles volbracht worde.
Mochte ik voor u sterven, gelijk gij voor mij gestorven zijt!
Ik ben dankbaar geweest aan de menschen, tot u alleen, omijii God! ben ik ondankbaar geweest.
773
774 BELAXGEN DEIi Mil. HARTEN VAN
Ik beb u te veel beleedigd, voortaan wil ik u nooit meer l)i;loeflit;en.
Indien ik gestorven ware in staat van zonde, zoo zou ik u nooit meer hebben kunnen beminnen.
Laat mij liever sterven, dan u nog ooit te beleed uren.
Hel was, opdat ik zou beminnen, dat gij mij tot heden verwacht hebt; welnu, ik wil u beminnen.
Ik heilig u al de oogenblikken van mijn leven toe.
O mijn Jezus! trek mij geheel tot u.
Gij zult mij niet verlaten, ik zal u ook niet verlaten.
Ik hoop, o God mijner ziel! d it wij altijd zullen ver-eenigd ziju door de banden der liefde.
Mi n zoeie Jezus! maak dal ik geheel aan u zij voor dat ik starve; maak dat ik u gansch goedertieren vinde, als gij mij zult oordeelen.
Uwe weldaden moedigen mij aan om u te beminnen.
Ach! ik bemin u, ik bemin u uit geheel mijn hart.
Laat toe dat een ellendige zondaar, die u zoo zeer vergramd heelt, u beminne.
Gij hebt u geheel aan mij gegeven, ik geef mij geheel aan u.
Ik wil u op deze wereld veel beminnen, om u eeuwig te beminnen in den hemel.
Doe mij u kennen, opdat ik u beminne uit geheel mijn hart.
Gij bemint die u beminnen; bemin mij dan, o mijn God, want ik bemin u.
Geef mij zoo groote liefde tot u, als gij die van mij begeert.
Ik verheug mi], omdat gij oneindig gelukkig zijt.
Waarom heb ik u niet aldjd bemind, waarom ben ik niet gestorven , eer ik u vergramde?
Geef dat ik alles te boven kome, om u te behagen.
Ik stel mijn hart en wil in uwe handen, doe ermede wat u belieft.
JEZUS BS MARIA OP AARDE. I 75
Al mijn vermaak is u te voldoen, o oneindige goedheid 1
Ik hoop u voor altijd te beminnen, o mijn God !
Gij zijl almachtig, maak mij heilig.
Gij hebt mij gezocht, sis ik van u wegvluchtte, zult gij mij nu verstooten, tenvijl ik u zoek?
Ik bedank u. dat gij mij den lijd ceeft om u te beminnen; ik bedank er u voor, en ik bemin u.
Van nu afgeef ik mij geheel aan n. —Zend mij alle soorten van kruisen, maar beroof mij niet van uwe liefde. — Ik wil u beminnen, mijn God, beminnen zonder palen. — Ik aanvaard alle kwellingen en versmadingen, als ik u maar Iieminne. — Ik wenschte dat alle menschen u zoo veel beminden, als gij het waardig zijt. — Ik zal alles doen wat ik kan om u te beha-j.|.n.—Al wal u behaagt, bemin ik meer dan aide goederen der wereld. — O wil var. mijnen God, gij zijt al mijne liefde. — O Maria, vereenig mij geheel met Hod, — o mijne Moeder, maak dal ik tot u allijd mijne loevluebt neme. Nog eene genade, o Maria, te weten dat gij mij heilig maket. Amen.
Leve JEZUS onze liefde, en MARIA onze hoop'.
I
GEESTELIJKE LEZING EN OVERWEGING.
manier om de geestelijke lezing te doen.
Niots is dienstiger cm de godsvrucht te voeden dan do lezing der boeken, die over de groole waarheden van den godsdienst handelen: het zijn geleiders, sprakelooze predikanten, die raken en onderrichten. Het is een hemelsch Manna waarin ieder het voedsel vindt, dat hem noodig is: wanneer wij bidden, zegt de 11. Ambrosius, spreken wij tot God, en wanneer wij een godvruchtig boek lezen, is het God die lol ons spreekt, llefis billijk, zegt de H. Hieronymus, dat wij op de aarde datgene leeren, waarvan de kennis ons
.'70 RUKSTliUJKE LE/.INC t gt; OVEUWKGIXC.
in den hemel zal bijblijven. Dat de Christen, die waarlijk zijne zaligheid verlangt, het zich tot eene onschendbare wet make, geenen dag te laten voorbijgaan zonder eem-geestehjke lezing te doen. Om het doel te bereiken hetwelk ik mij, met dit godvruchtig boek te schrijven, heb voor-e-steld, geef ik hier een onderwerp van lezingen voor eiken dag der maand.
Om de lezing met vrucht te doen, zal men de volgende
regels in acht nemen:
1» Vóór de lezing moet men zijn hart tot God verhefTen cn het licht van den heiligen Geest vragen; zeg bij voorbeeld ; Spreef.-, Heer, uw dienaar luislerl naar u. en:
2° Men moet langzaam lezen, en van tijd tot tijd stil blijven om het gelezene te overdenken, en zich in gevoelens oii le wekken overeenkomstig met de waarheden, welke God ons door do lezing gelieft mede te deelen.
3- Men moet eenige bijzondere voornemens maken aangaande zijne behoeften, zijne bekoringen, zijne gebreken zijne gevaren : daarna de gedachten uitkiezen, die het meest zullen getroffen hebben, ten einde die gedurende don dag somtijds indachtig te zijn.
REGEL VOOR DE OVERWEGING. OF HET INWENDIG GERED.
VEIHVUDEUDE llEriEIDINC.
Voorzie van des avonds af, en betc-r nog, lees, alvorens gij u t.'r rust begeeft, het onderwerp van het gebed des vol geilden dags; overloop des morgens, onder het aanklerdon, de bemerkingen en de voornemens welke gij zuil moeten maken.
NAASTE «EHEIDIJiG.
Men noemt die do inlreJe in het gebed. Zij beslaat in eenc oefening van geloof over de tegenwoordigheid van God iu eene oefening van ootmoedigheid over onze onwaardigheid
CEESTKUJKK LEZING EN OVEUWEGI.NG. 777
van in zijne tegenwoordigheid te verschijnen, en in eene aanroeping van den H. Geest, om zijn licht en zijne genade te verwerven, ten einde het inwendig gebed behoorlijk te verrichten.
DE GRONDUEGEL DES GEBEDS.
Dezelve bevat drie punten. In het eerste, moet men het voorwerp des gebeds in God beschouwen, of in den persoon van onzen Heer Jezus-Ghristus, aandacht nemende op het-gene hij over dit voorwerp gezegd, gepeinsd of gedaan heeft, en hem daarna onzen plicht bewijzen, door oefeningen van aanbidding, lofbetuiging, liefde en dankzegging. In het tweede punt, moet men overwegen het voorwerp des gebeds, hetgeen wij moeten doen of vermijden voor onze heiligmaking, en ons daarvan door de krachtigste redenen overtuigen. Daarna moeten wij op ons zeiven denken, om te zien of wij daaraan getrouw zijn geweest, en God bedanken, indien ons geweten ons eene goede getuigenis geeft, ons verootmoedigen, berouw hebben indien wij daaraan nalatig zijn gebleven, en eindelijk dringend van God, door de verdiensten van onzen Heer Jezus-Christus, en de voorspraak van de allerheiligste Maagd, Rn van de Heiligen, de genade vragen van voortaan beter te doen. In het derde punt, moet men bijzondere voornemens maken, vergezeld van mistrouwen van ons zelven en betrouwen op God.
HET SLUITEN DES GEHEDS.
Het bevat drie dingen. Men moet God bedanken voor de genade, welke hij ons in het gebed bewezen heeft; hem ver-gitl'enis vragen over de fouten, welke wij daarin bedreven hebben; hem kidden van onze voornemens, den tegenwoor-digen dag, geheel ons leven en onzen dood te zegenen.
?ne in ?id
G EESTE L IJ K E liLOEM It ü IK EII.
Men kiest vervolgens eenige goede gepeinzen of heilige genegenheden, die ons in het gebed het meest hebben ge-
778 r.EFSTEUJKE LEZING EN OVERWEGING.
troffen, cm ons die, gedurende den dag, van tijd tot tijd te herinneren, en men eindigt met zijne voornemens en de vrucht van zijn gebed onder de bescherming te stellen van de II. Maagd, van zijnen Engelbewaarder en van zijne heilige Patronen.
Het is niet noodzakelijk juist al de oefeningen, in dezen regel voorgeschreven, te verrichten. Wanneer men nuttig-lijk bezig is met eenige bemerking, of met eenige heilige genegenheid voort te brengen, zooals van liefde tot God, van berouw over zijne zonden, enz., moet men deze niet verlaten onder voorwendsel van tot andere te willen overgaan. Datgene, waaraan men zich het meest moet houden, zijn de genegenheden en de voornemens, als zijnde het voornaamste van het gebed.
Z. II. de Paus Renedictus XIV, heeft bij zijne breve van IG December 174(gt;, eenen vollen aflaat vergund aan degenen, die, gedurende eene geheele maand, dagelijks een half uur, of ten minste een kwartier uurs, het inwendig gebed zullen oefenen, onder voorwaarde van tot de biecht en tot de II. Communie te naderen, en volgens de gewone inzichten tn bidden. Deze aflaat kan toegevoegd worden aan de zielen in het vagevuur.
VOORIIKHKIDEND GEBED VOOR DE OVERWEGING OF VOOR DE GEESTELIJKE LEZING.
(liet kan insgelijks dienen als eene bereiding voor het gebed in het algemeen).
Mijn God, mijn Schepper, mijn laatste einde en mijn al, ik geloof vastelijk dat gij hier tegenwoordig zijt, dat uwe oogen op mij gevestigd zijn, alsof'er niemand in de wereld ware dan ik, aan wie.a gij moet denken. In deze overtuiging, aanbid ik u, o mijn God! met den diepslen eerbied, waartoe ik in slaat ben, deze aanbid ding vereenigende met die welke gij van uwe Engelen en Heiligen in den hemel en op de aarde ontvangt.
GEESTELIJKE LEZING EN OVERWEGING. 779
Ik offer u die overweging (deze lezing, dit gebed) op, o mijnG id! ik wenscli dezelve (helzelve) te doen tol uwe verheerlijking en tol de zaligheid mijner ziel.
Ik verzaak, al de verstrooiingen, die ik, gedurende dezelve (hetzelve), door de lichtzinnigheid van mijnen geest, of door de arglistigheid van den vijand mijnor zaligheid, zou Kunnen hebben.
Aanbiddelijke Drievuldigheid, Vader, Zoon, en H. Geest, ik lieiMg u toe mijn geheugen, mijn verstand on mijnen wil. Verleen mij de aandacht, het licht en de noodige genegenheden, om deze overweging (deze lezing, dit gebed) wel te doen.
Van u, g heel beminnelijke Zaligmaker, verwacht ik deze hulp en genade: leer ons, Heer, u bidden. I!e-reid mijnen geest en mijn hart, om te leeren hetgene gij van mij wilt en om het 'til te voeren. Leer mij wat ik u moet vragen, en de wijs waarop ik zulks doen moet. Zonder u zijn al mine pogingen vruchteloos.
Allerheiligste Maagd, Moeder van mijnen God, mijn heilige Engelbewaarder, mijne heilige Palronen, alle Heiligen, die God in den hemel geniet, verkrijgt mij de genade van deze overweging (deze lezing, dit gebed) wel te beginnen, en van dezelve (hetzelve) met de vruchten te eindigen, welke God wil dat ik er uit t rekke.
GEBED IN DE DORHEDEN GEDURENDE DE OVERWEGING.
Mijn God, ik weet niet wal ik u zou zeggen, maar aanhoor hel Hart van Jezus; ik vereenig mij met al hetgene hij in zijne vurige beden tot u zegde. Heilige Vader, aanzie mij in het Hart van uwen aanbid-delijken Zoon, om in alU s te voorzien wat gij van mij verwacht.
(:br,steu.ike kgt;quot; overiveoin^.
GKItED VOOR HET AANHOOREN VAN HET WOORD GObS.
ü Jezus! gij hebt gezegd dal zij gelukkig zijn, die mv woord aanliooreu en hetzelve in oefeniiigslelleu: ik bedank u voor de genade, welke gij mij gaat bewijzen van het heden te hooreu, en ik snel er met vurigheid naar toe: verlicht mijnen geest, opdat ik uwe heilzame onderrichtingen begrijpe, en de e.gen-lielde mij niet ueletle de veimaningi n en berispingen van uwen dienaar op mij zelveu toe te passen; maak, dat ik zonder wederstand gehoor geve aan de geheime stem uwer genade, aan de stem van d.en inwendig.Mi predikant, die tot mijne ziel zal spreken, terwijl uwe godspraken mijne ooien zullen treilen; gewaardig n zelf de aarde van mijn hart zoo wel te bereiden, dal liet Goddelijk zaad van uw woord er honderdvoudi ^e vruchten voor den tijd en voor de eeuwigheid voort-brenge. Amen.
tih'HKD gt;A HKT SKHMOOX.
ISannharlige (iod, ik dank u duizendmaal, dat gij u g. «aaidigd hebt mij met het brood van uw Goddelijk woord te voeden; maar doe mij ook levendig gevoelen dat ik u rekening zal moeten geven van het gebruik dat ik er van gemaakt zal hebben; laat niet toe dat liet ooit tol uwen troon opklimme, om mij van wederstand te beschuldigen: ach! ontneem mij dat harl zoo moeielijk om te raken, en geel' mij een hart, hetwelk één uwer oogslagen boetvaardig maakl, gelijk uwen Apostel; maak er eeneu vruchtbaren akker van, waarin het onkniid het goed graan, helwelk gij daarin gezaaid hebt, niet overwasse; maak, dat, wanneergij eens zult komen mn de vruchten des wi.iigaards, welken gij in mij ge|i|:iiit hebt, in te zamelen, gij alsdan
780
tEESIEl.HKF; LEXftiC KX OVKlfft Kf.INC. 781
dien onvruchlharen hoorn daarin niel vindet, welken gij zoudt moeien veroordcelen om het vuur uwer eeuwige rechtvaardigheid te voeden; maar vergun mij, o Jezus! dat gij mij, nadal ik mijn gedrag naar uwe gndspraken geregeld, en alzoo den overvloed uwer gaven op aarde zal verdiend hehben, kunnel toelaten om li zeiven eens in uwe eeuwige tabernakelen te bezitten. Amen.
Verlaat nooit de kerk, na het sermoon, zonder de waarheden, welke gij zult gehoord hebben, op u zeiven toe te passen, en zonder, niet alleen onbepaalde en algemeene, maar gehee! bijzondere voornemens te hebben gemaakt, voornamelijk gericht tegen dc uitroeiing uwer ondeugden, en dfe hot bekomen der u 01 tbrekende deugden tot \ oor-werp hebben.
DE HERINNEKING DER TEGENWOORDIGHEID GODS
De koninklijke Profeet had altoos den Heer voor oogen (ps. 1o, 8). Gods tegenwoordigheid gedenken is niet alleen het beste middel om ons van de zonde af te keeren, en van alles wat de edelmoedigheid en de verhevenheid van den christen onwaardig is; maar nog en vooral de grondslag, ja, de volmaaktheid zelve van het inwendig leven; de Heilige Geest getuigt het in bet H. Schrift (Gen. 17, 1): Wam/el in mijne lefieiiwoordiijheil. en t/ij zuil ralmaalJ ivezen.
Almachtige Gud ! God van alle heiligheid, van alle majesteit, van alle grootheid, o gij, Opperwezen, Wezen der wezens, die hemel en aarde door uwe overal-tegenwoordigheid vervult, gij zijl in alles, gij leeft, heerscht, werkt in alles, en niets kan buiten u zijn noch zonder u beslaan. Ik zeil', ik sta altijd voor u; gij zijl hier tegenwoordig; gij ziet mij, gij aanhoort mij, gij kont mijne gedachten, doorgrondt mijne ge-
782 GEESTELIJKE LEZING EN OVERWEGING.
voelens, en dringt door tot in het diepste mijns harten. Waarom kan ik zelf u niet altoos voor mijne oogen hebben en meer nog voor mijn hart? Welken schal van genaden, van verdiensten en van troost z.ou ik in die Goddelijke tegenwoordigheid niet vinden ! Maar, eilaas! alles draagt bij om ze mij te onlrooven; do uiterlijke voorwerpen trekken er mij van af'; mijne bezigheden, de verstrooiingen des levens doen ze mij vergeten; mijn eigene onaclilzaaniheid, mijn weinige ingetogenheid en waakzaamheid zijn er een beletsel voor. Uwe genade alleen, o mijn God ! is bekwaam om ze mij te verschaffen en er mij in te bewaren; ik vraag ze u vuriglijk, die genade, welke voor mij de bron zal worden van alle genaden.
Maak, o mijn God! dat ik in uwe tegenwoordigheid wandele, d::! ik mij allijd voor u en als onder uwe oogen houde. U nooit uit het oog verliezen is het voorrecht der Engelen en der Heiligen in den hemel, ik weet liet; maar geef toch, dat ik ten minste mij dikwijls uwe zoete gedachtenis herinnere, en van uwe Goddelijke tegenwoordigheid mijne bezigheid, mijne verdienste, mijne eer en troost make in dit leven, aangezien zij voor allijd mijn geluk zal uitmaken in het andere. Amen.
godsvruchï tot mabia.
« O gij, die den stroom van dit loven overvaart, zegt de H. Hornardus, en door onstuimige onweders her- en derwaarts wordt geslingerd, keer uwe oogen niet af van deze weldoende ster, indien gij geene scl.ipbreuk wilt lijden, lllaast de wind der bekoring met geweld, en zijt gij in gevaar van tegen do klippen verbrijzeld te worden, verhef uwe oogen tot deze star, aanroep M.iria!»
Verzoek bovenal hare machtige voorspraak bij God om de onwaardeerbare genade, de genade der genaden, die van eene heilige volhardlug tot het einde toe, te bekomen; vraag
■
■
ÖEES'n;UJKE LEZiSG EPi WERWEGING. 783
20 yl de dagen van uw leven; vraag ze aan die teedere en Goddelijke Moeder op de dringendste wijze, en met al het vuur, waarvoor uwe gevoebns vatbaar zijn; zij zal u den schoot harer barmhartigheid openen, zij zal u eene behulpzame hand toereiken, zij zal uden overvloed der heraelsehe gunsten verkrijgen, boor do gevoelens van dat levendig betrouwen opgewekt, geef er haar op dit oogenblik zelf het bewijs van, en verzoek door hare voorspraak die heilige, die kostbare volharding, welke het voorwerp is van uw verlangen.
r.I llK» TOT DE 11. MAAGD HM DE GENADE DER V01.HARDING TE VRAGEN.
Tol u, heilige Maagd, neem ik mijne toevlucht, om de grootste, de kostbaarste der genaden te bekomen, die waarvan mijn lol in eeuwigheid, mijne zaligheid afhangt, de genade van eene heilige volharding. Gedenk, o Goddelijke Moeder, dat het nooit gebeurd is, in den loop der eeuwen, dat iemand van hen, die uwe bescherming afgesmeekt hebben, dit vruchteloos deed en verlaten werd: ik smeek dezelve thans af uit al de kracht mijner ziel. Te vergeefs zoudt gij mij zooveel andere gratiën verkregen hebben, zoo die der volharding mij onttrokken werd. Al de andere zouden slechls gediend hebben om mij nog plichliger te maken in den tiid, door het slecht gebruik dat ik er zou van gemankt hebben, en ongelukkiger in de eeuwigheid, door de straf die ik er voor zou moeten en Ier-gaan. Door al de liefde, die gij tol Jezus hebt, door al de liefde, d.'e het Hart van Jezus de menschen toedraagt, bid ik u, bekom mij toch die onuitsprekelijke genade, die al de andere zal lie kronen, en mij eindelijk de eeuwige vreugden des hemels zal verschaffen. Amen.
CF.ESI in.UKfc I.KZrNO KN OTEUWKfirSe,
Om het vertrouwen in de verdiensten van Jeius-Christus en de voorspraak van Maria te bekomen.
Eeuwige Vader, voor mij en voor alle menschen be-ilank ik u over de groote weldaad onzer verlossing,over tie liefde die u bewogen heeft om uwen eenigen Zoon vooronze zaligheid op te offeren.Ik bedanker uover,en /.ou uit dankbaarheid u al de liefde willen betoonen, die eene zoo groote weldaad vereischt. Door die verdiensten hebt gij onze zonden vergeven, omdat zij uwe rechtvaardigheid voldaan hebben voor de straffen, die onze zonden verdienden. Door diezelfde verdiensten, doet gij ons, ellendige zondaren, die al uwen haat en vervloeking verdienen, met u in genade wederkeeren, en bereidt gij voor ons /iet rijk der hemelen; met één woord, door dezelve verbindt gij u om ons alles te verleenen, wat wij u in deu naam van Jezus zullen vragen.
Ik bedank u nog, oneindige goedheid van mijnen God, dal gij ons niet alleen Jezus-Christus tot Verlosser, maar ook Maria tot voorspreekster bij u gegeven hebt; dal gij haar een Hart hebt gevormd, hetwelk, gelijk hel uwe, vol van goedheid en barmhartigheid is, om alle zondaren die haar aanroepen, ter hulp te komen ; en haar bij u zoo machtig heht gemaakt, dat zij alles verkrijgen kan wat zij van u zal begeeren voor de arme zondaars, die hare voorspraak verzoeken.
Gij wilt dan dat wij een groot betrouwen stellen in de verdiensten \an Jezus-Christus en in de voorspraak van Maria, maar gij alleen kunt ons dit betrouwen geven ; het is van u dan dat ik het vraag door de verdiensten van Jezus en van Maria. En gij, o mijn Verlosser, aan het kruis gestorven om mij dit betrouwen in uwe verdiensten te bekumen, maak dal ik in u al
781
GEESTELIJKE LEZ1KG EX 0\ERVVEGIXG. 785
mijn betrouwen slelle. Gij oullt;, o mijne Jloeilei'
en naast .le/.us al mijne hoop, verkrijg mij dit vast lie-trouwen in de verdiensten van Jezus-Christus uwen Zoon en in uwe voorspraak. Uwe gebeden vermogen alles bij God. Jezus en .Maria, ik honp in u, ik stel mijne ziel in uwe handen: gij helit die zoo zeer lie-mind , hebt medelijden met haar en maakt haar zalig. Amen.
HET VLUCHTEN HER GELEGENHEDEN VAN ZONDE.
Wie niet zorgvuldig tie gelegenheden tot zondigen vlucht, vooral betreffende de zinnelijke vermaken, die zal onfeilbaar in zonde vallen. Die hel gevaar bemint zal er in vergaan (EccH. 3, 27). Verwijder u ran 'Jen hooze, en gij zult u van het kwaad verwijderen (Ib. '13, 1). If he mogeliji- dat iemandop gloeiende kolen gaal, zonder zijne voeden Ie verbranden (Prov. 0, 27/ ? Mijn Zoon, ah de zondaars u vleien en streelen, doe niets van al wal zij zullen zeggen; indien zij u zeggen: kom met ons, wacht u van ze le volgen en in hunne wegen. e wandelen (Prov. 1).
Heere, iKIk h niet dan zwakheid on ellende, onbekwaam, om, uit eigene kracht, do bekoring le overwinnen, en te vergeefs zou ik op uwe gratie belrou-wen in de vrijwillige gelegenheid van zonde. In weerwil van al mijne beloften, al mijne goede voornemens, zoo ik mij aan de gelegenheid blootsteldr, zou nog de gelegenheid mijn verderf wezen; want, van den eenen kant, zal oe gelegenheid mij altijd dezelfde voorwerpen aanbieden, en van den anderen zal ik altijd dezelfde genegenheden en zwakheid in mij ontmoeten : eene droevige ondervinding heeft het mij maar al te dikwijls geleerd. Ik maak dan het vast voornemen van, met de grootste zora. de gelegenheden van
oO
786 GEESTELIJKE l,K/.IM'. Egt; OVERWEGING.
zonde Ic vluchten ; ik slacliloffer u die vermaken, die vriendschappen, die lezingen, die verkeoringen, welke voor mij als onwederstaanbare gelegenheden zijn om mij in tegenstelling met u te brengen, en uwe heilige wet te overtreden. Versterk mij, Heere Jezus, in dat besluit, en maak het krachtdadig door uwe genade, cpdat ik nimmer uw minnelijk Hart, noch dat uwer Moeder, door eenige zonde bedroeve; maar slaud-vastig den weg der volmaaktheid bewamlele, totdat ik, verlost uil de ontelbare gevaren dezes levens, u in het hemelsch Vaderland moog loven en danken in eeuwigheid. Amen.
MEN MO:;T /.I 'll STEU.E.N TEGEN HET MENSCHEI.I.IK
oi'/.icii r.
Men moet /.ich stellen boven ile oonleclen, de retUnoe-ringni, de spolternijen ilir wereld: Zeo iemand Je/.us-Cliristus geseli^iimd heeft voor de meiiselien, zal hij hem ook schamen voor zijnen hemelsehen Vader.
GEJIEl)
(ioede .lezus'. o mijn zoele Meesier 1 geel' dal ik die drukkende schaamte, dit onherstelbaar ongeluk ont-kome. Doe mij gevoelen dal de versmallingen der dwazen, die mij tot hunne ongerechtigheden pogen te verlokken, mij zoo roemrijk zijn, als de uwe voor mij eens zouden vervaarlijk wezen. O Jezus! geef dat ik geen ander ongeluk meer vreeze dan dil van u le vergrammen. Ik vraag u vergiffenis zoo dikwijls gevallen le zijn voor de ijdele vrees der meiisehen : ik zal voortaan tevreden wezen, te mishagen aan de wereld, als d; maar in dit leven uwe vriendschap en uwe genaden, en in eeuwigheid uwe belooniiigen li 'kome.
Ik wil mij openlijk voor u voik'arcn, ea het mi; lol
6ESSTKI.UKK LEZING K.\ OVERWEGING. quot;yquot;
eer makeu van u te dienen. D.t do mensclien mij afkeuren, het doel er weinig toe vermits ik u toebehoore. Indien de wereld mij veroordeelt, hij heelt u eerst veroordeeld: de leerling is niet hoven den meester. Aanvaard mijn k-edwezea; zegen mijne voornemens; ondersteun mijnen moed. Ik wil mij van de wereld losrukken om mij tussclien uwe armen te werpen, mij in uw aanbiddelijk Hart te verschuilen: zoo ik alles van mijne zwakheid te vreezen heb, moet ik alles van uwe goedheid hopen.
I i
HET HEILKi SACKIFICIK DEI! MIS.
Het heilig sacriticio der mis is als het loven der catholieke (Cerk. Door dit aanbiddelijk saeriticie bewijzen wij God de oneindige eer, 'lie h™ toekomt, en den vurigen dank, dien wij voor zijne weldaden hem schuldig zijn; wij voldoen voor onze misdaden en bekomen de gratiën, die wij noodig hebben om do zonde te vluchten, do deugden te oefenen, en tot de ware heiligheid to komen. O! indien gij als goedé christen wilt leven, de glorie Gods en de zaligheid uwer ziel waarlijk cn vuriglijk behartigen, houd u dan niet tevreden met alleen op Zondagen cn gebodene feestdagen de heilige mis te hoorenj maar ga, zoo het zijn kan, alle dagen naar de mis: daar is de bron van alle goed voor den tijd en voor do eeuwigdhcid.
■
Aanbiddelijke Zaligmaker! wat al gunsten en bann-hartigheden bewijst gij aan de menschen ! Gij hebt ti eens op het kruis geslaehtolferd om ons met uwen Vader te verzoenen, en gij gaat nog altoos voort met u op onze altaren te slachtofferen, ten einde de gedachtenis van uw heilig lijden en uwen bitteren dood, als het sterkste bewijs uwer onmeetbare lielde lot ons, gedurig te vernieuwen. Altaar des Hoeren, wat zijtgij
788 GEESTELIJKE LEZING EX OVERWEGING.
ontzaglijk en eerbiedwaardig! Daar vloeit op eene on- D'
zichtbare wijze iiL't bloed van den Godmensch, dat quot;quot;jj eens ziclilbaar op den Calvarieberg gevloeid beeft.
O slaelitoller van lielde en reclitvaardigbeid! geef
mij de g nade van nooit uwen heiligen tempel bin- [)a.lr
nen te treden zonder van uwe barmliartigheden, ceuv
grootheden en vernederingen in dit verbeven myste- -aig
rie doordrongen te zijn. Slort in mijn hart de bei- Na ligste gevoelens om de ontzaglijke offerande van uw Lichaam en liloed bij te wonen. Laat ik er bij tegen-
woordig zijn ais een slachtoffer, overgoten met mijne doelj tranen, doordrongen van leedwezen, en geheel gereed om tot Gods glorie opgedragen te worden.
Eilaas! wanneer ik de wijze herdenk , waarop ik
vroeger dit sacrilicie bijwoonde, dan ben ik van Ik
schaamte overdekt, ik durfde er verschijnen met een ik b
verstrooiden geest, en een hart vervuld van hoog- welk
moed en liefde der wereld, met ronddwalende oogen vnn i
en eene gansch heidensche houding. Vergeef mij, o nen
Heer! al die oneerbiedigheden en stort in mij den mij
geest van opoffering om mij als vernietigd aan den quot;iet
voet uwer altaren te houden , en met u geslacht- nees:
otferd te worden, opdat ik geheel veranderd en in u nop|
herschapen, het eeuwige heiligdom moge binnengaan aan I
en met uwe engelen mij rond den verheven troon l'ad
scharen, waarop gij, het ter dood gebrachte Lam, digt,
zetelt, en heerscht in den eeuwigen glans uwer onuit- lieili'
sprekeliike majesteit. Amen. quot;n'jn
dat i
HET DIKWIJLS NADEREN TOT D£ llll. SACRAMENTEN. ,1,, z0
in he
Door de biecht blijft de ziel gezui rerd, en verkrijgt men niet alleen do kwijtschelding der scnuld, maar ook grooteren bijstand om de bekoringen te wederstaan.
geesteujkf: (.e/.ixg en overwegixg. 789 De heilige communie wordt genoemd hemelsch hrood, omdat, evenals het aardsch brood het leven des lichaams onriprhoudt, de communie hot leven der ziel bewaart: tenzij rjij het vleesnh van ifen Zoon des memrhen zult gegeten hebben... zult gij het Ieren 'in unlet he'iben moan, 6,35). Daarentegen is hem, die dikwijls van dit brood eet, het eeuwig leven toegezegd : Bijaldien iemand van dit brood zal gegeten hebben, zal hij in eeuwigheid lei en {ib. 02).
Nader dan dikwijls tot do biecht, om u meer en meer van uwe zonden te zuiveren, en tot de H. Tafel, om Jezus-Chrislus te eeren, te verheerlijken, en het leven te hebben; maar gebruik al uwe zorgen om het waardiglijk te doen.
Ik betreur, o mijn Gotl! mijne vorige nalatigheid en ik bedank u, dat gij mij het nadeel dnet gevoelen, welk ik mij zeiven gedaan heb met mij te verwijderen van de heilige Sacramenten, die onnilputtelijke bronnen daargesteld om de volheid uwer genaden over
mij uit te storten. Eindelijk begin ik mijl.....Ilenden
niet meer te beminnen; geel' ook dat ik er hel geneesmiddel van lielhebbe. Meermalen, o goede Je/.ns! noppersle Geneesmeester mijner ziel! zal ik u voortaan komen vinden met een leedwezig harl, en van het had der verzoening, zal ik, aangezien gij mij uilnoo-iligt, in weerwil mijner onwaardigheid, mij naar uwe heilige Tafel begeven, om mij met u te voeden en u in mijn hart te bewaren. Aeh! laat nimmer toe, bid ik u, dat ik ooit mijn eigen oordeel ete, met u daarin naast de zonde, uwen doodsvijand, te plaatsen. Geel', dat ik in het herhaaldelijk gebruik van het H. sacrament der Biecht een behoedmiddel tegen nieuwe zonden, en in de veelvoudige H. Communiën het onderpand van eenen zaligen dood eu vau eene heerlijke verrijzenis vinde.
7!)0 OEFKXINC VOOR DE 111 KOI T.
Ilii
VAX VOOUBF.nKIDIXG FX DANKZl-GGIXG TOT DE BIECHT W
lip
EN DE II. C(».MMLME.
Ha
afs
De biechteling vrage vooreerst het licht van den H. Geest roi
om zijne zonden te kennen, er een ware droefheid over te ja hebben, en ze openhartig te mogen belijden. Om die gratie
te bekomen wende hij zich met betrouwen tot de H. Maagd V(1 Maria, de toevlucht der zondaren. Eindelijk na zijn geweter
naarsliglijk onderzocht te hebben, leze hij het volgende ni'
slt
GEBED VÓÜU DE BIECHT.
zij
O God van oneindige Majesteit, zie aan uwe voeten be!
den ondankbare, den verrader, die u wederom be- ik
leedigd heeft, maar thans, verootmoedigd, u om ver- eei
geving smeekt. Heer, verstoot mij niet; gij versmaadt zot geen hart, dat zich verootmoedigt: een verbrijzeld en verooi oedigd hnrt zult gij, o God, niel versmallen (ps. 30). Ik dank u, dat gij mij (ot nu toe gewacht en mij niet in zonden hebt laten sterven; dal
gij mij niel ter helle hebt veroordeeld, gelijk ik ver- 1)||(
diend bad. Ik hoop, o mijn God, terwijl gij mij tot gill
beden hebt gewacht, dat gij mij door de verdiensten er
van Jezus-Chrislus in deze biecht al de beleedigin- Ie
gen vergeven zuil, die ik u heb aangedaan, en waar- lov
over ik leedwezen en droefheid gevoel , omdat ik I
daardoor de hel verdiend heb en den hemel verlo- lor ren. Maar bovenal berouwt het mij in geheel mijne
ziel, niet zoozeer omdat ik daarooor de hol verdiend, ver
als omdat ik u, oneindige goedheid, daardoor ver- en
gramd heb. Ik bemin u, o hoogste goed, en omdat het
ik u bemin, gevoel ik eene diepe droefheid overal lov.
de beleedigingen, die ik u heb aangedaan. Ik heb u bel
CKisrli \v «r; mECiiT. 701
uii't willen liooien, ik licb u niel geëerbiedigd, ik hel) uwe gralie en uwe vriendschap versmaad; met één chï woord, o Heer, ik heb u moedwillig verloren; om de liefde van Jezus, in aanzien van zijn aanbiddelijk Hart, vergeef mij al mijne zonden, omdat zij mij van gansclier hart leed zijn; ik haat, ik verfoei, ik verafschuw ze boven alle kwaad. Ik heb niet alleen be-Gecsl rouw over de doodelijke zouden, maar ook over de 'verte dagelijksche, omdat ook deze u grootelijks mishagen, gratie |k maak hel vast, het krachtdadig besluit van iu 't
Maagil vervolg, met uwe gralie, u niet meer te vergram-weter
. ' men: liever sterven, o mijn God, ja, duizendmaal slerven dan nog ooit te zondigen.
O Maria, Moeder van Jezus en ook de mijne, gij zijt de zekere toevlucht der zondaren , die hunne
oeten bekeering verlangen! Door uw moederlijk Hart, bid
i he- ik u. kom mij ter hulp, verkrijg mij de gralie om
i ver- eene goede biecht Ie spreken en mij mei (lod te ver-
naadt zoenen.
ijzelt!
•sma- GEiiED gt;'v nK hikciit.
)e ge-
i; dal Dierbare Jezus! hoeveel ben ik u ver.-chuldigd! k ver- Door de verdiensten van uw bloed hoop ik de verlij tot gilfenis mijner zonden bekomen te hebben; ik dank ;nslen er u om uil al mijne krachten. Ik hoop in den hemi'l digin- le kun'n om in eeuwigheid uwe bami hartigheden te waar- loven en te prijzen.
lat ik lleere, tot hier loe heb ik u zoo veel malen ver-verlo- loren, voortaan wil ik u niet weder verliezen. Van mijne heden wil ik in waarheid mijn leven veranderen. Gij diend, verdient al mijne liefde; ik wil u oprecht beminnen, r ver- en mij niet weder van u gescheiden zien. Ik had omdat het reeds beloofd, doch thans kom ik andermaal heiver al loven, d.it ik liever wil slerven, dan u nogmaals le heb u beleedigen. Ik beloof u ook de gelegenheid le vluch-
792 OKFKMNÜtN VOOR DE H. COMMUNIE.
leu, en zulk middel... (bepaal dit), te gebruiken, om niet te hervallen. Doch, lieve Jezus, gij kent mijne zwakheid, den afgrond mijner ellende; door al de liei'de, die uw aanbiddelijk Hart mij toedraagt, bid ik u van mij de gralie te geven om u getrouw te blijven tot den dood en tot u mijne toevlucht te nemen, als ik bekoord word.
Allerheiligste Maagd Maria, sta mij bij; gij zijt de Moeder der volharding, op u is mi jne hoop gevestigd.
OEFENINGEN VOOR EN NA DE IJ. COMMUNIE.
VOOR DE H. COMMUNIE.
Mijn beminde Jezus, waarachtige Zoon Gods, die eens voor mij in eene zee van smarten en versmallingen aan het kruis gestorven zijt, ik geloof vasle-lijk, dal gij ;n het allerheiligste Sacrament tegenwoordig zijt, en voor dal geloof ben ik bereid mijn leven te geven.
Mijn dierbare Verlosser, ik hoop op uwe goedheid en op de verdiensten van uw bloed, dat gij, dezen morgen lot mij komende, mij geheel zult om vlammen door uwe heilige liefde, en mij al die gratiën schenken, dilt;' ik noodig heb om u tol den dood toe gehoorzaam en getrouw te blijven.
Ach! mijn God, waarachtige en eenige Minnaar mijner ziel, wat hadt gij meer kunnen doen om mij te noodzaken u te beminnen? liet was u niet genoeg, o mijne liefde ! voor mij te sterven; gij hebt bovendien hel allerheiligste Sacrament willen instellen en u lot mijn voedsel geven, om u geheel aan mij te schenken, om u alzoo geheel en al te, verbinden en te vereenigeu mei een zoo afschuwelijk en ondankbaar
OEKt.MXÜJiX VOO» DE H. COMMUNIE. 793
schepsel, als ik ben, en gij zelf noodigt mij uil, om u le ontvangpn, en gij iieht de vurigste begeerle ilal ik u omvange. Welk eene onmetelijke liefile! Een God geel'l zich geheel ann mij! O mijn Gnd. oneindig beminnelijke God! Ik bemin u boven alle dingen, ik bemin u uit geheel mijn harl; ik bemin u meer dan mij zeiven, meer dan mijn leven. Ik bemin n omdat gij het verdient, omdat gij alle liefde waardig zijt, en ik bemin u almede om 11 te behagen, aangezien gij zoo zeer naar mijne liefde verlangt. Aardsche genegenheden , vertrekt uit mijne ziel! Alleen aan w, mijn Jezus, mijn rijkdom, mijn al, wil ik al mijne liefde schenken. Heden geeft gij u geheel aan mij; Ik geef mij geheel aan li. Neem mij aan om u te beminnen, aangezien ik niets.anders wil dan u en wat ii behaagt. Ik bemin u, o mijn Zaligmaker, en ik vereenig mijne ellendige liefde met de liefde die alle engelen en heiligen, die Maria, uwe Moeder, en uw eeuwige Vader u toedragen. Ach, kon ik u door allen bemind zien 1 Kon ik u doen beminnen door alle mensehen, u doen beminnen zooveel gij verdient bemind le worden.
Zie, lieve Jezus ! ik nader reeds om mij te voeden met uw heilig Vleesch en Hloed; en, o mijn Gnd ! wie hen ik en wie zijt gij? Gij zijl een Heer van oneindige goedheid, en ik ben een walgelijke worm der aarde, bezoedeld met zoovele zonden als ik u uit mijne ziel verstooten heb. Heer! ik hen niet waard i;/.. . Heer! ik ben zelfs niet waardig in uwe tegenwoordigheid te zijn: ik moest in de hel liggen, verwijderd en verlaten van u voor altijd. Doch gij, door uwe goedheid, roept mij om u te ontvangen. Ik kom, lieve Jezus 1 ik kom, verootmoedigd en beschaamd over zoo vele be-leedigingen, die ik u heb aangedaan, maar vol betrouwen op uwe barmhartigheid en op de liefde, die gij mij toedraagt. Hoezeer spijt het mij, heniinnelijke
794 cep::.mx(sks voob nr. n. cosmuxm.
Verlosser! u vroeger zoo dikwijls beleedigd le lieli-ben. Gi j zijl zno ver gegaan, dat gij uw leven voor mij gegeven liebl, en ik heb zoo menigmaal uwe gratie en uwe liefde versmaad, en u als niets geacht. Meer dan alle kwaad bedroeft en smart mij elke beleediging, die ik u heb aangedaan, omdat zij eene beleediging is geweest jegens u, die de oneindige goedheid zijl. Ik hoop dit gij mij reeds vergiffenis hebt geschonken-d )ch ware het anders, schenk mij dan vergiffenis vóór dat ik u ontvange; neem mij spoedig aan in uwe gratie, naardien gij zoo aanstonds in mij wilt komen wonen.
Kom dan, mijn Jezus ! kom tot mijne ziel, die naar u haakt. Mijn eenig en oneindig goed! mijn leven! mijne liefde ! mijn al! ik zou u thans wenschen te ontvangen met die liefde, waarmede dé zielen, die 11 het vurigste beminnen, ontvangen hebban, ja, met die vurige liefde, waarmede uwe allerheiligste Moeder u ontving. Ik vereenig deze mijne communie met de hunne.
O Gelukzalige Maigd, mijne Moeder Maria! geef mij uwen Goddelijken Zoon. Ik wil h'in ontvangen alsof ik hem uit uwe handen ontving Zeg hem . dat ik uw dienaar ben, opdat hij, thans d it hij tot mij komt, mij met meer liefde aan zijn zoet Hart drukke.
O goede Engel! aan wiens zorg ik bevolen ben , gij, die hier tegenwoordig zijt, draag mijne wenschen, mijne zuchten tot voor den troon van God, en bid op ilit oogenblik voor mij, opdat ik verwerve ;;1 hetgene mi j nog ontbreekt, om mijnen Schepper, mijnen Zaligmaker waardig te ontvangen
En ook gij, mijne heilige patronen, gij allen, inwoners van hel hemelscli vaderland, verwerft mij een vonkje van de liefde die u verslindt voor Jezus, en al de godvruchtige gevoelens, die u beziel-
*
■
N\ i)F, ii. coMMnsm. 79;';
ilen, loen gij hier op uarile aan den hemi'l-schen maallijd van den Hruidegoni kuaanil neder-zillen. Amen.
NA DE HEILIGE COMMUNIE.
Oefening van dank/.eggine:.
Wat zal ik u wedergeven, mijn Heer en mijn God 1 mijn Goddelijke Zaligmaker en mijn goede Vader! wal zal en kan ik u wedergeven voor de onscliiil-bare weldaad, voor de uitmuntende gunst, die gij mij komt te bewijzen? Wel boe ! het was u niet genoeg mij uit niet getrokken, mij vrijgekocht te hebben ten prijze van uw bloed en van uw leven; hetwusu niet genoeg mij met alle soorten van goederen overladen te hebben; gij hebt mij, met u zeiven aan mij te schenken, de bron willen geven van alle goederen; welke hartelijke dankzeggingen ben ik u niet verschuldigd, Heer ! voor eene zoo onbegrijpelijke weldaad ! Maar welke dankbaarheid ben ik in slaat u le bewijzen, die aan uwe edelmoedigheid en teederheid tol mij beantwoordt'.
Mijne ziel! loofden Heer; al de krachten van mijne ziel, vereenigt u om zijnen heiligen naam te verheerlijken , en hem eeuwige dankbaarheid le beluigen voor deze groole, deze onuitsprekelijke gunst. Dat menschen en engelen, dat hemel en aarde, dat al de schepselen u voor mij loven en danken, o zaligheid mijner ziel, o mijn God en mijn all Uwe goedheid, uwe barmhartigheid, hoe oneindig ook, hebben zich, om zoo le spreken, te mijnen voordeele uilgeput, door mij uw lichaam, uw bloed en geheel u zeiven wezenlijk in dil aanbiddelijk S icramenl le geven!
Oefening van verzoek.
Welke genade znudt gij mij kunnen weigeren, na '
mij, in u, den ooi sprong, den schat, de bron aller ge- aan
naden gegeven te licbbon! Hot is waar, dat mijne on- wil
waardigheid nu l reden mijn betrouwen zou kunnen loll
verzwakken, maar. Heer ! dewijl mijne ongereehtighe- cei
den en al mijne ellenden deze uitstekende wonderdaad te lt;
uwer oneindige barmliartigheid niet hebben kunnen I
wederhouden, moet ik alles van uwe onuitputbare en '1J;| onveranderlijke goedheid verwachten. Ja, mijn God-
delijke Zaligmaker ! gij hebt u zooeven aan mij gege- we
ven, ik kan en moet dan alles van u verhopen: ik zal al'
met dezellde gevoelens van uwen godvreezenden die- uw
naar Jacob tot u zegge : Ik zal u niet laten gaan, stri
vóórdat gij mij gezegend hebt. 1
Ik verwacht dan, met een vast betrouwen, van uwe lev
barmhartigheid, o mijn God! de vergiffenis van al reu
mijne zonden. Een groot vertrouwen moet uit eene uw
groote goedheid voortkomen; maar eene goedheid zon- alk
der palen, gelijk de uwe is, moet ook een onbepaald dez
vertrouwen inboezemen; het is ook in dit vol ver- uw
trouwen, dat ik de almngonde hulp uwer genade al- zor
smeek, en ik u, mijn Goddelijke Zaligmaker! vraag eene mij
onschendbare zuiverheid, eene oprechte ootmoedigheid, mij
eene verduld'gheid zonder zwakheid, eene liefde zon- W:i
der palen, eene onverbrekelijke getrouwheid, eene vol- en
harding zonder wederkeering. Ach! ik smeek u,inaak tiiij
dat ik u nimmermeer verrade; ondersteun mij in a| scli
mijne bekoringen en wees mijn scnild tegen de aanval- lev
len des duivels, cpdat ik, zegepralende over al de vij- iiec
anden mijner zaligheid, die ook de uwe zijn, niet meer /al
leve dan om u te beminnen en te behagen. j
dig kie lol
N \ nr H, comli lmi:.
Oefening var goed voornemen,
n., Ik wijd mij voor altijd en zonder verdeeling loe ge- aan uwen dienst en aa.i het volbrengen van uwen on- wil. Ik vernieuw aan uwe voeten de geheiligde henen lollen van mijn doopsel, die ik het ongeluk of rhe- eerder de ongetrouwheid heb gehad zoo dikwijls aad te schenden.
nen Ik verzaak, uil geheel mijn hart, de gevaarlijke veren maken der wereld, de verderfeliike neigingen van od- 'lt;l vleesch, alle kwade gedachten, alle misdadige ue- werken, al de verleidende aanlokkingen des duivels, Zal al de prachtige en hoogmoedige ijdelheden der wereld, jie- uwen openbaren vijand, en al de grondstellingen, die au, strijden tcg.'n uwe heilige wet.
Ik maak het \oornemen van voortaan niet meer te
iwe leven, dan volgens uw heilig Evangvlie, geenen ande-
i al ren levensregel meer te hebben dan uwe woorden en
ene uwe voorbeelden, en ik verfoei uit geheel mijn hart,
;on- alles wat mij van u kan verwijderen, en bijzonderlijk
laid dezen of dien hartstocht, die mij reeds zoo dikwijls
rer- uwe vriendschap heelt doen verliezen: ik zal met
al- zorg dit en dal gevaar vluchten, dat zoo dikwijls aan
■ene mijne zwakheid rampspoedig is geweest. Wal is er,
eid, mijn God! op aarde, dat u mijn hart moet betwisten!
„n- Wat is er in de wereld, dal ik u niet moet opoll'eren,
vol- en ik u op dit oogeublik niet opoll'er! Vermaak, ach-
aak ting der menschen, vriendschap der schepselen, aard-
i a| sche goederen, mensch;,lijk opzicht, gemakken des
val- levens, alles, o mijn God! moet wijken voor uwe ver-
vij- heerlijking, voor uwen Goddelijken wil en voor mijne
leer zaligheid.
II alleen wil ik voorlaan beminnen, dewijl gij oneindig beminnenswaardig zijl; u wil ik lnven alles verkiezen: mijnen evennaaste zal ik bemionen uit liefde tot u.
797
708 NA UK IT. COMMI MK.
Maar gij kenl. Heer! inijiic zwaklii'id; ik ken onk mijne onstaml «isligheid in het goetl, tie neiging, die ik gevoel om mij op elk oogenblik van uwe iieilige wet te venvijderen ; ik gevoel liel juk mijner kwade gewoonten, maar ik weet ook, dat ik alles met de l'ulp uwer genade vermag: weiger mij de/.e niet, smeek ik u opnieuw; versterk mij in de goede voornemens, die gij mij Ihans inboezemt, maak dat ik ze getrouw en nauwkeurig volbrenge, en geef dat ik, na u onder den sluier van hot aanbiddelijk Sacrament des Altaars ontvangen te hebban in dit leven, u love, ii gebenedijde, u bezitte in den luister uwer lieerlijk-b 'id gedurende de gansche eeuwigheid. Amen.
IMeniiig van liefde tot don cvemnonsch.
(■ij gebiedt mij alle mensehen Ie beminnen, o mijn ft id: Welk gebod kan er zoeter zijn ? Gij zijt de Vader van ons allen en wij allen zijn uwe kinderen, allen broeders onder elkander. Ik betuig u dan, dat ik hen allen bemin, zonder iem ind nil mijne liefde te sluiten, en ik bemin hen om n te behagen, omdat gij hel mij gebiedt; ik hemin hen uil liefde tot u; aangezien ik nu hel geluk heb u Ie bezitten , volbreng ik ook met des te meer betrouwen het geïnd dat gij ons gegeven h du van voor elkander te bidden. Ik offer ii m jne wenschen en mijne geb 'den op voor alle nienschen, die, zooals ik, tot het hemelsei] erfdeel geroepen zijn. O Jezus! die voor allen gestorven zijl, maak ieder onzer zalig; gedoog niet, dat er iemand van verloren ga. 0 gij. God van goedheid ! die nooit anders dan goed deedt gedurende uw sterleli k leven, dal geheel aan onze zaligheid toegewijd was, doe goetl aan al uwe kinderen, en maak vooral dal zij zich uwer gunsleu waardig toonen. S'a toe dat ik u op eeno bijzondere wijze mijne dringende gebeden aan-
M I(K II. CnMMliME. 700
biede voor al iIi kcii-n, dii; ik u, volgens de scliikkiugru uwer voorzienigheid, meer bijzonder moet aanbevelen; stort, o teedere Jezus! al den overvloed uwer gunsten uit over mijnen goeden vader, mijne goede moeder, over allen, die aan mij met de banden des bloeds verbonden zijn. Zegen mijne vrienden, mijne weldoeners, alsook hen die mij kwaad doen of willen doen; ik bid u hierom uit al de oprechtheid van mij» hart. Vergun aan ieder de nood'ge genade om aan te komen in de haven der zaligheid.
Vergun aan de zondaars den geest van boetvaar-digheid en de genade der bekeering; aan de rechtvaardigen de volharding in het goeden de aangroeiing der cln-stelijke deugden; aan de geloovige overledenen, en bijzonderlijk aan die, welke een bijzonder recht hebben tot mijne liefde, eenc plaats van licht, verkoeling en vrede. Amen.
Tot tie heilige Muagd, unzon neseheiniengel en on/.e ratronon.
Allerheiligste Maagd, Moeder Gods gedoog niet dal ik ooit door hervalling het Lichaam en het Goddeli k liloed van uiven welbeminden Zoü;i ontheiiige: bid voor mij, opdat ik mijn lichaam en mi n hart in eene volmaakte zuiverheid beware, in onschuld leve, en in uwe en Jezus' liefde sterve.
Mijn goede engel, gij neemt te veel deel in mijn geluk, om mij niet te helpen, (Jod voor eene zoo groote weldaad te bedanken, en de vriichten der Communie ilie ik zooeven ontvangen heb, eeuwigdurend te ma-ken ; ik smeek n dan, met een volkomen betrouwen, voor mij te willen bidden.
Rn gij, mijne heilige patronen, alle heiligen des hemels ! slaat uwe oogen neder op mijne zoo arme en
\ ERSCH iU.l-'MlK Or.KKM.XKEK
zwakke ziel; bewei.'gl le liareu voordeelt' het Hart , eem
van onzon GoiJ, ppUat hij zich gewaardige haar met ligh
zijne gaven te verrijken, hare zwakheid te ondersten- vvaa
nen, en mij welhaast nog met eene verdubbeling van aan
vurigheid en liefde aan zijn .■ heilige Tafel toe te iaten. zoo
Verwerft mij die getrouwheid, die volharding, welke ongi
mij e ndelijk den hemel openen, om eens in uw eeu- zen,
wig geluk te deelen. Amen. dat
gl.1
getv
dien
mijn
mee
EERSTE COMMUNIE.
GEBED VOOR EEN KIM) DAT ZICH BÉHEIDT OM ZIJNE EERSTE COMMUNIE TE DOEN.
Gij hebt, o mijn Jezus! gedurende nw sterfelijk le- ^001'
ven, eene liefde bij voorkeur betoont voor do kinde- 'n gt;'
ren; gij zeidel lot uwe Apostelen: Laat de kleine hart
kinderen lot mij komen, opdat ik hen zeg ene; gij hoe
hebt u gewaardigd die kinderen lusschen uwe armen ond;
te drukken en met uwe zegeningen te overladen, nelij
zeggei.de dal hel voor hen was, en voor degenen die moei
aan hen door hunne eenvoudigheid en onnoozelheid jarei
gelijk waren, dat gij uw rijk bewaardet; liet is dan nog
met belrouwen dat ik, bij het aannaderen mijner eer- Ia ia;
sle Communie, u kom aanroepen. l)at het belang 'c'1
uwer verheerlijking, zoowel als dat mijner zaligheidquot; scha
mij de genaden venverve, die mij noodig zijn om die «üe
waardiglijk te doen. Vestig ml, nen geest, verwarm venr
mijn harl, doordring mij met oene heilzame vrees, gehe
die mij van mijne onwaardigheid overlu'gende, mij zond
met eenen heiligen ijver beziel.;, om mij le bete- keu,
ren, om de deugd en de godsvrucht le bekomen, versi
die mij aangenaam kunnen maken aan uwe oogen, ïabc
en voor inij vcnlienen van in uw Goddelijk Sacra- lol (
ment het onderpand le ontvangen van mijne eeuwige (Üe
O Goddelijke Jezus! ik sidder, wanneer ik van den liarti
son
EN GEBEDEN. 801
eeiien kant du zuivoi-lioid! zie, die uwe oneindige heiligheid moet vereischon van hen, aan wie gijuge-waardigt le geven, en als ik van den anderen kant aan mijne uiterste onwaardigheid denk. Eilaas! nog zoo jong, heb ik u reeds duizenden malen beleedigd! ongelukkige als ik ben ! ik heb alle reden om te vree-zon, dat ik sedert lang hel wit kleed verloren heb, dat schitterende kleed der onnoozelheid, waarmede gij mij in mijn doopsel versierd liadt; ik hel) het ongetwijfeld verloren door mijne lauwheid in uwen dienst, door de nalatigheid in mijne plichten, door mijne ongehoorzaamheid jegens mijne ouders en meesters, door mijne afgunst en mijne gramschap, door mijne logentaal, en zoo veel andere zonden, die in «we oogen de zoo zuivere lelie, waarmede gij mijn hart versierd hadt, hebben doen verwelken. Ach! hoe smartend is het voor mij te denken, dat ik zoo ondankbaar heb kunnen zijn jegens u, mijn beminnelijke hemelsche Vader, mijn teedere en zoo edelmoedige weldoener! waarom kan ik niet tot die eerste jaren mijner kindschheid wederkeeren, wanneer mijne nog reine ziel uwe Goddelijke oogslagen verrukte! Eilaas! de fouten zijn bedreven, ik zal mij wel wachten die voor u, of voor uwen bedienaar in de vierschaar der boetvaardigheid te verschoonen: ik belijd die ootmoedig en met een bitter leedwezen; doch vermeerder mijne droefheid met mijne liefde tol u,o geheel beminnelijke Jezus! wend uwe oogen van mijne zouden af, om alleen uwe barmhartierheid le gedenken, en gewaardig u mij met het bruiloftskleed le versieren, opdat mijne eerste schreden tot uwe heilige Tabernakelen mij voor altijd versterken in helpad, lot dien schoonen hemel geleidende, welken gij aan die kinderen beloofd hebt, die u vreezen, beminnen en uit geheel bun hart dienen. — Zegen mij, o barmhartige Jezuszegen mijne pogingen, en doordring
Ü1
VEnSCHILLENDE OEFENINGEN
mij met een zoo levendig geloof, eene zoo teedere 'iamlt;
dankbaarheid, en eene zoo vlammende liefde, dat ik 'en ^
mij, aangaande mijne gesteltenissen , gerust moge zond'
stellen, en hopen u zoo waardig te ontvangen, als een n,-'n
schepsel gelijk ik, daartoe bekwaam is. Amen. on de
Heilige Maagd, mededoogende Maria, mijne tee- hard dere Moeder, ik neem, in eene zoo belangrijke zaak,
mijne toevlucht tot u; nooit had ik uwe hulp en uwe bescherming meer noodig. Neem mijne zaak aan bij
uwen Goddelijken Zoon: geleid gij zelve mij bij de Me
hand naar dien heiligen maaltijd, bied mij aan den hoov
koning van dit gastmaal aan, aan dien Jezus, welken geest
gij met zoo veel liefde hebt gespijsd en opgevoed, cp- zoquot;'1
dal hij mij goedgunstig ontvange. Mc
Bid voor mij, opdat ik, door hem te ontvangen, het mon
geneesmiddel vinde voor al de ziekten mijner ziel, en quot;Jquot; g
hij mijne lauwheid en onverschilligheid verandere in 1 Mc
eene vlammende liefde lot hein en zijnen heiligen bode
godsdienst, welken ik, met de hulp zijner genade, van
voorlaan, gedurende hel overige mijns levens, met door
Mijn goede beschermengel! gij, die mij in dit vruc oogenblik met zoo veel bezorgdheid beschouwt,
draag mijne gebeden voor den troon van Jezus; GEnt voeg bij dezelve uwen heiligen ijver om hem die aangenamer le maken.
Ook gij, mijne heilige patronen NN. ! bidt voor ik
uwen beschermeling, opdat de eerste communie, die mijl
ik ga doen, geheel hel hemelsch ,iof verblijde en mijne hot
Ik beveel mij nog wel bijzonderlijk aan u, o hei- heel
ligo Aloysius van Gonzagua! walken de jeugd nooit heli
vruehleloos aangeroepen heeft: gij, die zoo machtig eeni
zijl in den hemel, verwerf mij dat ik Jezus diezelfde ster
vurigheid, die liefdevlammen, welke van uwe schoone slrij
ziel, op den dag uwer eerste communie, als eenen mij
■
EiN GKUEUEN. 803
liamelschen tempel maakten, waardig door de engelen benijd te worden, moge aanbieden , maak inzonderheid, dal do heilige Communie mij met mijnen Goddeiijken Zaligmaker vereenige, mij het onderpand geve van do gelukkige, eindelijke volharding. Amen.
ii
HET SACRAMENT DES VORMSELS.
Men ontvangt het Sacrament des Vormsels maar eenmaal. Hoeveel is er dan niet aan gelogen zich daartoe, door het geestelijk vertrek, door het gebed en het berouw over zijne zonden wel te bereiden!
Met welken ijver, met welke aandacht en zedigheid moet men de oefeningen volgen, die men in de paroehicn of go-meenten niet nalaat te houden, om lot het ontvangen van dit Sacrament voor te bereiden?
Men zal, gedurende de dagen die voorafgaan, dikwijls gebeden lot den heiligen Geest moeten sturen, en de dag zelf van het Vormsel moet een geheiligde dag wezen, vooreerst door eene vurige communie, daarna door de ingetogenheid, de overdenking en vurige verlangens naar de gaven en de vruchten van den II. Geest.
GEHED TEN' EINDE ZICH TE DEREIDEN 011 HET SACRAMENT DES VORMSELS TE ONTVANGEN.
Ik heb reeds drie uwer Sacramenten ontvangen, o mijn God! Hol eerste heeft mij uw kind gemaakt; het tweede heeft do vlekken waarmede de zonde mijne ziel bezoedeld had, uitgewischt; het derde heeft mij met uwen Goddeiijken Zoon vereenigd: hetgece ik mij bereid te ontvangen, make mij tol eenen volmaakten Christen; het bezielo mij met sterkte en moed, om mijne kwade gewoanlen te bestrijden, om al mijne bekoringen te overwinnen, om mij nauwkeurig naar uwe wet. te gedragen, en een
804 VERSCHILLENDE OEFENINGEN
ware krijgsman van Jezus-Christus te worden, bereid om liever alles te lijden, dan aan zijnen Goddelij-Uan dienst te verzaken, en om denzelven, desnoods, met gevaar en ten koste van mijn leven voor te slaan. Dit is de genadé, die ik uit geheel mijn liart u vraag, i) mijn God! door de verdiensten van uwen Goddelij-ken Zoon, onzen Heer, die met u leeft en heersclit in aile eeuwen der eeuwen. Amen.
Men loze voorts de andere gebeden tot den II. Geest in de oefeningen van godsvrucht tot den derden persoon der H. Drievuldigheid.
HET VERKIEZEN VAN HENEN LEVENSSTAAT.
Alle staten passen niet zonder onderscheid aan alle personen : zekere staat zal nuttig zijn voor den eene, na-deelig voorden andere; allo menschen hebben dezelfde neigingen niet, noch bekomen dezelfde genaden. De mensch, in eencn slaat waartoe de Voorzienigheid hem niet bestemd had, ondervindt niet dan onrust, hartzeer en kwelling des geestes; en er is geen ongelukkiger staat dan de zijne, noch gevaarlijker voor de zaligheid, omdat hij van do bijzondere genaden beroofd is, die God hem verleend zou hebben, indien hij den staat had omhelsd, waartoe God hem riep, krachtige en overvloedige genaden, die hem de vervulling zijner plichten zouden hebben vergemakkelijkt.
Daarom, o jeugd ! 1» dien den Heer van uwe teedere jaren al', wees hem £;elrouwen hij zal zorg voor u dragen.
2° Het verkiezen van eenen staat betreft geheel helleven en de eeuwigheid zelve, en moet diensvolgens rijpelijk overdacht worden. Alvorens een beslui: to nemen, tracht de genegenheden, de gedachten en bewegingen, die God u zal ingeven, te kennen.
3° Tiet is aan de reine zielen, dat God zich gaarne mededeelt. Wanneer dus de tijd van een besluit te nemen gekomen is, bereid u door eene heilige biecht en een onberispelijk gedrag om Gods licht te ontvangen..
EN GEBEDEN. 805
4° Zog dagclijlis met David: o mijn God I doe mij den weg kennen, dien ik moet bewandelen, en leer mij uwen wil volbrengen; met Samuel: Spreeic, Heer, uw dienaar luistert; met de H. Paulus: Heer, toai wilt gij dat ik doe? Wend u met vertrouwen tot Maria, tot den H. Joseph, uwen goeden Engel, uwe heilige patronen; woon deH. mis bij, en nader . dikwijls tot de HH. Sacramenten.
S» Heb den vasten wil dien staat te omhelzen, welken de Heer u zal aanwijzen.
6° Vraag raad aan uwen bestierder, aan uwe ouders, niet als uw besluit genomen is, maar intijds. Mijn Zoon, zegt de Wijze Man, doe niels zonder raad, en gij zuil u nooit berouwen over het besluit dat gij zult genomen hebben.
7» Na deze maatregelen genomen te hebben, bepaal eindelijk eenen dag om uw laatste besluit te nemen, bereid u naarstig! ijk daarvoor, vereenig u met God door een waardige communie, en God, uwen goeden wil ziende, zal niet toelaten dat gij u bedriegt.
8° Mochten er later twijfelachtigheden in uw hart oprijzen, vrees niet: God zal zijn werk voltrekken. Zeg hem dikwijls: o mijn God! in u heb ik mijne hoop gesteld, en ik zal niet beschaamd worden.
GEBED OM IN DE VEKKIEZING VAN EENEN LEVENSSTAAT DEN WIL VAN GOD TE KENNEN.
AanbiddelijUe Jezas, mijn beminnelijke Meester en mijn liefderijke Herder, ik wend mij met een vol betrouwen tot u, want in wien zal ik mijn betrouwen stellen, tenzij in u, die mij zoo zeer bemind hebt, dat gij aan een kruis hebt willen sterven, om mij zalig te maken? daarom ootmoedig nedergeworpen voor uwe voeten, vraag ik uwe verlichting en uwe hulp in de gewichtigste zaak, die er voor mij wezen kan. ik moet mijn besluit nemen en eenen levensstaat verkiezen!... Ik weet dat mijne rust en mijne zaligheid quot;rootendeels van dezen keus afhangen: dat ik mij aan het grootste hartzeer, aan dn rampspoedigsle gevaren
808 VEIÏSCHILLUMJK OEFENINGEN
blootstel, zoo ik eeu besluit neem, zonder u geraadpleegd te hebben, zondei'mijnen wil gelijkvormig aan den uwen te maken.
Ik wil, o mijn God ! noch aan mijne geneigdheid, noch aan mijne menschelijke belangen gehoor geven; ik moet uw rijk zoeken en eenen levensstaat verkiezen, waarin het mij niet alleenlijk mogelijk is mijne zaligheid te bewerken, maar waarin ik reden heb van te gelooven, dal ik waarlijk mijne zaligheid zal bewerken. Zeer verschillende wegen doen zich voor mijnen geest op; overal zie ik gevaren, en ik heb maar al te veel redenen om te vreezen, dat mijne eigenliefde, zoo bekwaam om mij te misleiden, mij onvoorzichtig eenen weg zal doen inslaan, aangenaam in deszelfs begin, maar rampzalig in zijn eind. Spreek, Heer, want uw dienaar luistert. Waar zal ik u het getrouwste dienen? Waar zal ik het best in staat zijn om uwe verheerlijking, die het eerste voorwerp mijner verlangens moet zijn, te bezorgen? Waar zal ik de meeste middelen vinden, om mij te heiligen? Zoohaast ik uwe inzichten over mij zal kennen, zal mij niets wederliouden: het is billijk dat het schepsel onderworpen zij aan zijnen Schepper; het schaap kan niet beier doen, dan do geleiding van zijnen herder te volgen. Uwe ingevingen, de wijze en heilzame raadgevingen van hem, die uwe plaats bekleedt, en dien ik u smeek met uw licht te vervullen, en vooral het verlangen van uwe verheerlijking en mijne zaligheid, zullen mijn richtsnoer zijn. Welke rust zal ik niet genieten. Heer ! wanneer ik zal kunnen gelooven dat ik mij in den staat bevind, waarin gij, van alle eeuwigheid af, besloten hebt mij zalig te maken! Deze genade, o mijn Zaligmaker! wil ik u zoo dikwijls en met zoo vele aanhouding vragen, dat gij mij die eindelijk zult vergunnen. In u. Heer, iieb ik mijn vertrouwen gesteld; ik kan niet bedrogen worden.
E.N GEBEDEN. 807
O Maria 1 bescln-imemie sier, licl is ook tot u, dat ik, van op de onstuimige zee dezer wereld, mijne blikken wend. Riclit, o Moeder van het eeuwig licht', richt mijn hart tot uwen Goddelijken Zoon, opdat ik die loopbaan intrede, waarin ik hem kan dienen, en, hem getrouw dienende, hel einde moge bereiken, waartoe ik geschapen ben, namelijk het geluk van hem in eeuwigheid te zien en te bezitten. Amen.
En ook gij, mijn goede engel, mijn liefderijke geleider, gij allen, mijne heilige patronen, verlaat mij niet in eene zoo belangrijke zaak; bidt onophoudelijk voor mij, opdat ik don slaat moge kennen, welken de Heer mij van eeuwigheid af bestemd heeft: maakt dat ik, in die groote beraadslaging, geen gehoor geve aan de stem van vleesch en bloed, noch aan de aantrekkelijkheid mijner bedrieglijke hartstochten; maar dat ik den levensstaat omhelze, waarin ik wezenlijk mijne zaligheid bewerke, door de oefeningen der deugd, door een oprecht christelijk leven, opdat ik het geluk verdiene van God eeuwig met u te verheerlijken, te loven en te beminnen in den hemel. Amen.
Als gij nu uwen levensstaat verkozen hebt, Iet dan wel op deze drie punten:
1= Vervul nauwkeurig de plichten van uwen staat; 2» Verdraag geduldig do moeilijkheden van uwen staat; 3quot; Gebruik zorgvuldig de gralien van uwen staat. Op die wijze zult gij heilig worden, en da beiooning der heiligen ontvangen.
GEBED OM AAN GOD DE GENADE TE VERZOEKEN VAN ZICH IN ZIJNEN STAAT TE HEILIGEN.
Ik aanbid u, allerheiligste Drievuldigheid, Vader, Zoon en heilige Geest! ik dank u, dat gij mij geschapen, vrijgekocht, bewaard, en tot den staat van.... geroepen hebt. Ik dank uvoor de onuilputbare bronnen van genade, welke gij mij in de Sacramenten hebt
OÜS VERSCHILLENDE OEFENINGEN
geopend, voor al de tallooze gunsten en weldaden, welke gij mij en allo mensehen verleend hebt.
Hier kniel ik voor u neder, o Heer! ik offer mij geheel aan u op, met al wat in en buiten mij is, mijne gedachten, mijne genegenheden, mijne woorden en mijne werken, niet alleen van dezen dag, maar ook van geheel mijn leven, uit liefde voor u, voor uwe verheerlijking en voor de zaligheid van den naaste. Ik vereenig die allen met het dierbaar bloed van Jezus-Christus, mijnen Zaligmaker, met het vast betrouwen dat zij, door deze vereeniging geheiligd, u zullen aangenaam zijn.
Noem van mij weg al wat u mishaagt, en stel in mij al wat u kan behagen. Ik smeek u door de liefde der allerheiligste Maagd Maria, het heiligste, het volmaaktste uwer schepselen, vergun mij de genade van u nooit te beleedigen in den staat, waarin uw Goddelijke wil mij geplaatst heeft; maak dat ik er getrouw al de plichten van vervulle, dat ik er verduldig al de lasten van drage, dat ik er zorgvuldig al de gevaren van vormi jde, dat ik er moedig al de moeielijkheid van te boven konie, en dat de vreugden, de voldoeningen, die gij mij zult gelieven te vergunnen, mij altoos dankbaar jegens u vinden, jegens u, van wien alles, wal goed en heilzaam is, voorlkomt. Maak, dat ik tot de volmaaktheid gerake, die eigen is aan den staat, waartoe gij mij hebt geroepen, dat ik er den geest zorgvukliglijk van beware, dat k de genade, die gij mij daarin tot mijne heiligmaking geschonken hebt, dagelijks vruchten doe voortbrengen, en dat ik in het naleven van mijnen staat immer al de vreugd mijner ziel vindc. Vervul mij met die geestelijke blijdschap, die mijne vurigheid opwekke en ondersteune, opdat ik u in alles zooke, en in alles en overal vinde, en ik eindelijk gelukkiglijk tot u, die mijn eenigste einrt en mijn oppni'st1.1 goMl zijl, gerake. Amen.
EN GEBEDEN. 809
ONDERRICHTING.
Welke ongercgekllieden heilondaags in het huwelijk, in die instelling, zoo wijs in zica zelve, en zoo heilig onder dochristenen! Welke wanorde, welke schande, zoo menig-werf daarin te zien, van den eenen kant, mannen zonder eer en trouw, lichtzinnig, trouweloos, overdadig, zelfs met ergernis, en van den anderen kant, vrouwen zonder eerbaarheid en zonder teugel, uitgelaten in haar gedrag, of geveinsd in hare listen, onzedig in haren optooi, los in hare gesprekken en manieren, hevig in hare hartstochten, gemeenzaam, zelfs met onbeschaamdheid!... Van daar de ongeregeldheden, do losbandigheid, de verfoeielijkste gruweldaden, de ergernissen van a len aard, de slechte opvoeding der kinderen, de tweedracht en de haat, de woede, de afschuwelijkste misdaden ; van daar zoo vele huisgezinnen, die niets anders zijn dan eene voorbarige hel, afbeeldsel en vervroeging der ware hel, die er het einde van zal wezen. Vanwaar komen zoo vele rampen? O jeugd! al te zeer verblinde jeugd! het is omdat gij, ver van u best te doen om God in uwe belangen te trekken, door de zuiverheid van uw leven vóór uw huwelijk, uwe vereeniging maar al te dikwijls doet voorafgaan door de vurigheid der driften, door de buitensporigheid der losbandigheid, en omdat gij u later in de echtverbindtenis niet gedraagt dan als redelooze dieren : hoe zou de rechtvaardige en heilige God eene vereeniging kunnen zegenen, die onder het beheer des duivels is aangegaan?
Het is nog, o onbezonnen jeugd! omdat gij u meestal in den heiligen staat des huwelijks verbindt, zonder zelfs eens aan God gevraagd te hebben of het deze staat is waartoe zijne Voorzienigheid u bestemd, en waarvoor hij u, in zijne schatten, die bijzondere genaden bereid heeft, zonder welke men zich bijna altoos in het verderf stort in allen staat, dien men aanneemt zonder daartoe geroepen te zijn.
Het is, omdat gij, den God des lichts niet aangeroepen hebbende in de verkiezing zelve van eenen staat, hem nog minder hebt geraadpleegd in die van eenen echtge-
VERSCHILLENDE OEFENINGEN
noot, van eene echt§Gnooto, en dat de eenige drijfveer uwer besluiten is geweest, de berekening der fortuin en des hoogmoeds, en alzoo den geest van den godsdienst en van de godvruchtigheid geheel uit het oog hebt verloren, die nogtans de eerste schat moet zijn, welke christene echtge-nooten moeten zoeken, zoo zij hun eeuwig en tijdelijk heil niet willen in gevaarstellen.
Jonge lieden, die, na u behoorlijk voor God onderzocht, en raad gevraagd te hebben aan hen, die hij gesteld heeft om u, in de verkiezing van eenen staat, te verlichten, u tot den huwelijken staat geroepen gelooft; gij, die wenscht daarin u te heiligen en de zoete vertroostingen te vinden, welke de Heer aan dien heiligen staat verbondon heeft, vraagt hem mot vurigheid, dat hij zelf u het voorwerp uwer echtvorbindtenis kieze: dat zijne heilzame vrees u altoos zijne tegenwoordigheid doe eerbiedigen; dat zijn engel altoos over uwe bijeenkomsten wake, en, om alles in één woord te zeggen, hebt een hart en gedrag zoo zuiver als Tobias en Sara.
GEBED OM VAN GOD DE GENADE TE VERWERVEN VAN EENEN GOEDEN ECHTGENOOT TE KIEZEN.
O mijn Goddelijke Zaligmaker! die mij roept om in de echtverbindtenis uwe innige en hoilige vereeni-ging met uwe Kerk te verbeelden, heb medelijden met uwe ootmoedige dienstmaagd, die aan uwe voelen nederligt, en die u smeekt haar de noodige genaden te vergunnen, om met getrouwheid al de plichten, aan den heiligen slaat des huwelijks verbonden, le vervullen, opdat ik in denzelven, op aarde, in uwe vriendschap levende, daarin mijne zaligheid vinde voor de eeuwigheid.
Onder deze genaden, zal ééne bijzonderlijk tot dat gelukkig einde medewerken: mij eenen echtgenoot te geven volgens uw hart, eenen man van uwe vrees doordrongen: dezen zoo kostbaren schat smeek ik van uwe groote barmhartigheid af. O gij!
810
EN GEREDE.V. 811
van wieii alle volmaakte gaaf konil, lieb medelijden met mij in deze plechtige omstandigheid, die misschien over mijn lot in dit en in hot ander leven gaal beslissen. Indien gij mij in deze aanbelangende zaak verlaat, ben ik blootgesteld van mij niet dan door de be-guiehelingen der zinnen, en door gansch aardsche inzichten te laten geleiden, om later niet dan de bittere vruchten mijner vermetelheid te plukken. Ik weet dat het in de orde uwer voorzienigheid is, dat ik eenen echtgenoot kieze, die mij betamelijk in den maatschap-pelijken staat, waarin gij mij hebt doen geboren worden, kan houden, en die mij door zijne eigene middelen kan helpen, om de kinderen, welke het u believen zal mij te verleenen, behoorlijk, volgens mijnen staat, op te voeden; maar ik weet ook, hoe gemakkelijk het is, zich onder dit voorwendsel te laten bedriegen, dooide ingevingen van den hoogmoed, de hoovaardij en de begeerlijkheid. Ook, Heer, hetgene ik u met aandoening en boven alles vraag, dit zijn niet de rijkdommen, het is niet de verhevenheid volgens de wereld: dit zou de gevaren beminnen zijn en mij blootstellen daarin te vergaan, volgens de godspraak van uwen Heiligen Geest; maar hetgene ik u vraag mij te vergunnen is eenen echtgenoot, vervuld van die tee-dere godsvrucht, die uwe blikken van welbehagen op de huisgezinnen trekt; eenen echtgenoot, vervuld van dien geest des geloofs, die hem de valsche leerstellingen doet verachten van opgeblazene menschen, zoo talrijk in deze dagen, die alleen van zich zeiven willen afhangen, die tegen liet g;v.ng uwer Kerk opstaan,hare heilige verordeningen en heilzame oefeningen verachten, menschen, zoo verblind als misdadig, die zich zeiven, met de vertroostingen des tijds, alle hoop op de eeuwigheid ontrukken. Ik vraag u, o mijn God! eenen echtgenoot, die de steun mijner zwakheden weze, die mij, door zijne goede voorbeelden en wijze raadgevin-
812 VERSCHILLENDE OEFEMNCEN
gen, in het onderhouden uwer wet in alles slaande jonde
houde, en die mij helpe de kinderen, die gij alleen aan trokk
de echtelingen verleent, om hen, met uwe genade, tot stand
inwoners des hemels te maken, in de verkleefdheid zaine
aan uwen heiligen Godsdienst op te voeden. gaarr
O goede Jezus! verleen mij eenen eehigeiioot,zooals j^,, de jonge Sara u eenen vroeg, met het eenig inzicht van
u met hem te dienen en te verheerlijken; eenen dus- keus
danigen echtgenoot, als uwe Goddelijke Moeder er |,unl'
eenen verdiende te verwerven, en met welken zij aan j.ellli
de aarde het voorbeeld van alle deugden vertoonde, om e
die het schoonste sieraad der echtverbindtenis moe- jiaar
Maak eindelijk, o mijn God ! dat, nadat uwe groote aard
barmhartigheid mij eenen man volgens uw hart zal buig
hebben doen ontmoeten, ik zelve, tot mijnen laatsten toge
snak, door mijne godsvrucht, mijne liefde, mijne ze- ^uis
digheid, mijne onderwerping, mijne zoetaardigheid, aan
door geheel mijne handelwijze eindelijk, voor hem vere
eene gezellin zij, welke hij achtenswaardiger kan aan- hebl
zien dan alle kostbaarheden, die men van de uiteinden het'
der wereld aanbrengt, en maak, dat wij, na elkander de \
onderling in deze wereld met eene heilige en zuivere hoo
liefde bemind te hebben, verdienen elkander nog te zijn
beminnen en u voor altoos te verheerlijken in uwe tigc
eeuwige tabernakelen. Amen. mei
voo
GEBED OM VAN GOD DEN KEUS EENER DEUGDZAME legi
aan
O God! die de echtverbindlonis door eene zoo uilste- me
kende geheimenis geheiligd hebt, dat zij de vereeni- nat
ging van Jezus-Christus met zijr.e Kerk verbeeldt; o hos God! door wien de vrouw met den man vereenigd is,
en die aan hunne innige vereeniging eene zegening im
verleent, de eenige, die noch door de slraf der erf- nit
EN GEIIEDKN. 813
aamlB jnm|ej noch doni' het vonnis van den zondvloed is ont-'n aan (rokken geworden: geel' mij die getrouwe, die ver-Ie, tot standige, zedige, aan hare plichten verknochte, werk-'dheid zame, waakzame, liefdevolle vrouw, zooals men die gaarne aan de uiteinden van den aardbol zou gaan zoe-'■ooals ken ik beken, o mijn God, dat de menschelijke voor-''vaquot; wichtigheid altoos blind, en inenigwerf misleid is in den . us~ keus, die haar doet besluiten. Gij alleen, o mijn God! !?'quot;'''' kunt mij eene zoodanige vrouw vormen en mij die doen IJ a:'n kennen! Vergun mij het licht, dal mij zoo noodig is, om eenen zoo belangrijken keus te doen. Boezem aan moe' haar, die gij mij bestemt, die strenge zedigheid in, die al de schoonheid van haar geslacht uitmaakt; diezoel-roote aardigheid, die hare onschuld te kennen geelt; die t zal buigzaamheid, die haar onderdanig maakt; die inge-tsten togenheid, dien geest van afzondering, die haar het e y;e' huis doen beminnen; die teederheid, die haar verkleeft heid. aan iiarfi hinderen; die huwelijksliefde, die haar nauw hem vereenigt met hem, dien zij voor haren echtgenoot zal aan- hebben aangenomen; die vastheid in het geloof en in iden het onderhouden uwer geboden, die haar behoedt voor nder de verleidingen van die gewaande pl;ilosofen, die zich vere hoovaardiglijk laten voorstaan verlichter, geleerder te g te zijn, omdat zij spotlen met hetgene zij de godvruch-uwe tige vooroordeelen hunner kindsheid durven noemen. Van mijnen kant, behoed mij, Heer, van ooit voor baar een steen van aanstoot te worden, eene ge-: legenheid van ergernis of van val: schenk mij al de
deugden, al de hoedanigheden, die mij aan uwe oogen aangenaam kunnen maken, en tot haar geluk doen sle- medewerken : verrijk mij met al de gaven uwer ge-'ni- iiade, opdat ik zelf voor haar, zooals Salomon zegt, een
o kostbaar verkregen goed zij.
1 is. Het is alzoo, God van alle goedheid, dat gij ons dien inS inwendigen vrede zult doen smaken, welken de wereld eigt;'- niet geven kan, en de zoetheid eener huiselijke vreugd,
8ii VERSCHILLENDE OEFENINGEN
die niet zuiver en onbeneveld kan gevonden worden dan in do godvreezendo huisgezinnen : heilige, troostvolle vreugd, die uwen Heiligen Geest in de harten uitstort, die u beminnen en dienen. Gelief aan mijne aanhoudende bede een zoo groot geschenk te vergunnen : dat mijn geheel leven eene onophoudelijke dank-betuiging zij, en dat het vertoog van de goede voorbeelden en van een stichtend leven, in de echtverbind-tenis, die gij mij zult doen aangaan, eenen heiligen naijver opwekkein al de huisgezinnen, met hun, door ons, te doen zien, dat er geene oprecht gelukkige samenleving kan bestaan, dan die, waarin gij zelf wilt verblijven, en welker leden, zooals de eerste christenen, maar één hart en écne ziel uitmaken, om u te behagen, in alles te gehoorzamen, en onderling, om u, de zwakheden en de ellenden te verdragen, die onafscheidbaar van onze menschheid zijn. Amen.
OEFENINGEN VAN BEREIDING TOT EENEN GOEDEN DOOD.
Een goede, een heilige dood moet het werk onzer zalig-ncid, do belangen der heilige Harten in ons, voltrekken en bekronen, en daarom moest geheel ons leven slcchls gebruikt worden om ons toteenen zaligen dood te bereiden i die laatste stond toch moet ons lot beslissen voor de eeuwigheid.
De dood kan ons alle oogenblikken overvallen: wij welen noch dag, noch uur, en de tijd van sterven is geen tijd van voorbereiding tot den dood. Slaan wij dan vau stonden uf de hand aan het werk, om ons to; den dood te bereiden, met ons in die gesteltenissen te houden, waarin wij ons in ons laatste uur zouden wenschen ta bevinden, en vragen wij dagelijks aan God dien goeden, dien zaligen, dien heiligen dood.
Het is vooral door de voorbede van het heilig Hort van Jezus dat wij die onwaardeerbare genade zullen bekomen i
Èm
m
EN GEI1EDEN. 813
)r(j stellen wij daar al ons betrouwen in, hot spreekt gedurig
ten beste voor ons.
oost- Geven wij aan dat aanbiddelijk Hart ons leven ter bewaring en olToron wij hem van heden af dat leven op, alsof wij in ons laatste uur waren.
Vereeren wi j bijzonderlijk het oogenblik waarop dat heilig en liefderijk Hart den laatsten snik gaf, en bidden wij het ook den laatsten snik onzer harten te willen ontvangen en te heiligen.
Wenden wij ons ook dikwijls lot het zoet Hart van Maria, ' dat den heiligen Joseph bijstond, en aan den voet van het kruis leed, waaraan Jezus stierf, en zeker kunnen wij zijn eens oenen heiligen dood te sterven.
GEBED.
1» de hoedanigheid van zondaren, zijn wi j tot den dood veroordeeld, o mijn God! in do hoedanigheid van christenen, moeten wij ons toteenen heiligen dood voorbereiden; alle dagen naderen wij dien laatsten eindpaal, en elke dag kan voor ons de laatste der dagen wezen. In do noodzakelijkheid, waarin wij allen zijn, van te sterven, blijft er ons niets over dan ons te onderwerpen en er ons voor in te richten. Was er niets dan te sterven, dan zou misschien de opolTering weldra geschied zijn. F.ilaas! wat hebben wij dat ons aan het leven kan hechten! Het gedurig gevaar, waarin wij zijn, van u te beieedigen, zou dat alleen niet genoeg zijn om er ons van te onthechten, ons den dood zelfs te doen verlangen, en met vreugde te aanvaarden, in de zoete hoop van ons voor altijd met u te gaan vereenigen? Het is dan niet de verlenging van het leven, dat ik in deze wereld verlang.
Wat ik u vraag, o mijn God ! dat is de genade van eenen heiligen dood, de genade van mijne loopbaan in uwe Goddelijke liefde te vestigen. Na het strafwaardig en zondig leven, dat ik geleid heb, verdien ik die uitstekende gunst niet, maar ik vraag ze u door het
SIC VERSCHILLENDE OEFENINGEN
aanbiddelijk Harl van «wen Goddelijker. Zoon, en liet liefderijk Harl zijner heilige Moeder, en ik verhoop ze van uwe oneindige goedheid.
Is het noodig, om uw Hart te bewegen en dien dierbaren dood te bekomen, dat ik u heden nog de opoffering doe van mijn leven; ach! Heere, van dezen oogenblik offer ik u hetzelve op uit geheel mijn hart en in de uitgestrektheid der gevoelens, waartoe dat hart bekwaam is.
Ik oller het u op in geest van onderwerping, om uwe opperheerschappij over alle schepsel te vereeren; ik offer het u op in geest van boeting voor het slecht gebruik, dat ik gedurende zoovele juren van mijn leven gemaakt heb; ik offer het u op in geest van vereeni-ging met den dood van Jezus-Christus, mijn aanbidde-Mjken Zaligmaker, die slechts stierf om ons de streng-lieden des doods te verzachten, en ons een zaligen dood te bekomen.
O Jezus! levende en stervende God! ontvang gij zelf' de opoffering van mijn leven, die ik u doe in ver-eeniging van de uwe. Maar, alvorens mijne sterfelijke loopbaan te eindigen, vergun mij, bid ik u, het geluk van u als den reispenning te ontvangen, die mij van de ellenden vau den lijd tot het bezit der eeuwigheid moet overbrengen. Ik vraag u diezelfde genade voor al die mij dierbaar zijn, en met wien ik van harte in deze wereld vereenigd ben, opdat wij allen hel geluk hebben van ons in uw Hart te vereenigen, om er voor altijd in le leven van dal onsterfelijk en gelukkig leven, dat uw dood ons verdiend heeft, en dat uw aanbiddelijk Hart nog gedurig voor ons afsmeekt. Inden naam van allen stier ik tol u hel gebed van den Pro-feet; dul mijne ziel den dood der rechtvaardigen slerve (Num. 20, 10). Om die gunst te bekomen, zalikvoort-iüii hi t leven dei rcchlvaardigen trachten te leiden.
Egt;' fir::ii;i)KX.
OM DOOR DE H. MAAGD, ZOM)Ell VLEK ONTVANGEN , EEN GOEDEN DOOD TE VERWERVEN.
— 100 dagen aflaat, eens op der. dag, voor alle geloovigen die godvruchtig en met een leedwezig hart het volgende gebed zullen lezen (Pius IX. I I Maart 1856).
O Maria, zonder vlek ontvangen, bid voor ons, die onze toevlucht tot u nemen, o toevlucht der zondaren en moeder der stervenden. Verlaat ons niet iu hel uur des doods, maar verkrijg ons eene volkomene droefheid, een oprecht leedwezen en de vergiffenis onzer zonden, het waardig ontvangen van de H. Communie, en de sterkle van het H. Sacrament des Oliesels, opdat wij zonder kommernis vóór den troon van onzen rechtvaardigen, doch barmhartigen rechter, God en Verlosser, mogen verschijnen. Amen.
GEBED TOT DEN H. JOSEPH.
O H. Bruidegom van Maria! o Joseph! twee uitstekende genaden hebben u doen uitmunten onder aide Heiligen: gij hebt in uw leven eene bijzondere plaals gehad in hel Hart van Maria, en op het einde van uwen loop, badl gij den troost van in hare armen te sterven. Verwerf mij, hoe onwaardig ik ook ben, van in mijn leven ecnig deel te hebben in het hart van Maria, en in mijnen dood onder hare bescherming mijnen laat-sten zucht te geven, liid voor mij, opdat ik den tijd hebbe van tot haar mijne toevlucht te nemen, en haar te bidden, mijn leedwezen aan de voeten van den genadigen Jezus te dragen oplietvreeselijk oogenblik, dal over mijn eeuwig lot moet beslissen. Verkrijg mij, dat ik er mij van nu af toe bereide, en in uwe armen
52
817
3
818 VERSCHILLENDE OEFENINGEN
de bereiding voltrekke voor die groote reis van den tijd naar de eeuwigheid.
GEBEDEN TOT JEZUS EN MAKIA.
OM VAN EENEN SCIIIELIJKEN DOOD BEVRIJD TE ZIJN.
O barmhartige Jezus! door uwen doodstrijd, door uw bloedig zweet en uw bitter lijden, gewaardig u, bid ik u, mij te bevrijden van eenen haastigen en onvoor-zienen dood.
O oneindig goede Jezus! ik bid u ootmoedig, door uwe schandelijke geeseling, door uwe smartelijke krr-ning, door uw zwaar kruis, laat niet toe dat ik sterve zonder bereiding en beroofd van den bijstand der laatste Sacramenten van uwe Kerk.
O mijn minnelijke Zaligmaker! ik smeek u, door uwe heilige wonden, door uw dierbaar bloed, door uwe laatste woorden aan het kruis: Mijn God! waarom hebt gij mij verlaten'? Mijn Vader, in uwe handen beveel ik mijnen geest; eindelijk door uwen heiligen dood, gewaardig u mij te bevrijden van in staat van zonde door den dood verrast te worden.
Het zijn uwe handen, o mijn Verlosser, die mij geschapen en geheel gevormd hebben. Ach! laat niet toe dat uw werk schielijk dooi' den dood getroffen worde. Vergun mij, bid ik u, de-i tijd om boetvaardigheid te doen, verleen mij gelukkig te sterven in uwe heilige genade, opdat ik u in den hemel eeuwig uit ganscher harte beminne, love en gebenedijde.
O Maria! o mijne teedere Moeder! die mij van uwen Goddelijken Zoon reeds zoo vele genaden hebt bekomen, verwerf mij nog die van bevrijd te zijn van eenen haastigen dood, die mij in gevaar zou stellen van al de vruchten te verliezen van zijn titter lijden en dood, die uwe heilige tranen zoo overvloedig hebben doen vloeien. Amen.
EN GE'iEDEN.
GODSVRUCHT TOT DE HEILIGE BARBARA.
GE[ÏEli TOT DE H. BARBARA, OM DOOK HARE VOORSPRAAK
TE BEKOMEN, NIET ZONDER DE SACRAMENTEN DER 11.
KERK TE STERVEN.
O ganscli bijzondere troosteres der stervenden! heilige Barbara, aan wie God op eene zeer bijzondere wijze hel vermogen en de genade heeft gegeven van hen, die zich in don doodstrijd bevinden, te beschermen, bid voor mij, smeek ik u, opdat ik het groot ongeluk niet hebbe van uit dit leven te scheiden, zonder de heilige Sacramenten der Kerk te ontvangen. Het is w:'ar. dat mijne zonden mij deze gunst onwaardig maken, en dat de weinige ijver, waarmede ik tot nu toe de Sacramenten ontvangen heb, do berooving van een goed, hetwelk ik zoo weinig geacht heb, over mij zou moeten trekken; maar ik heb er leedwezen over, groote Heilige, het zal voortaan alzoo niet meer wezen ; bid dan Jezus voor mij, opdat hij medelijden hebbe met mijne ziel, en met mij volgens zijne oneindige barmliardgheden handde. Amen.
LITANIE
TER EERE VAN DE H. RARBARA, OM EENEN GOEDEN DOOD TE VERWERVEN.
Heer, ontferm u onzer.
Christus, ontferm u onzer.
Heer, ontferm u onzer.
Christus, hoor ons.
Christus, verhoor ons.
God, hem; Ische Vader, ontferm u onzer. God, Zoon, Verlosser der wereld, ontferm u onzer. God, H. Geest, ontferm u onzer.
H. Drievuldigheid, één God, ontferm u onzer.
819
850 VERSCHILLENDE OEFENINGEN
H. Maria, bid voor ons.
H. Maagd der maagden,
Koningin der martelaren,
H. Barbara,
Getrouwe dienares dos Heeren, cs
Zuivere bruid van Jczus-Christus, S
Wijze en voorzichtige maagd, g
Kloekmoedige martelares,
Toffifucbt dergenen die zich in stervensgevaar g bevinden, ?
Troosteres der zieken.
Machtige beschermster in het uur des doods,
11. Barbara, kom ons te hulp,
II. Barbara, bid voor ons den Heer.
Opdat wij hem meteen zuiver hart dienen, en dooreene
reine ziel behagen, 11. Barbara, bid den Heer.
Opdat geen lijden, geene smart, nocli de dood zelve
in staat zij ons van zijne liefde te scheiden, ^ Opdat wij, door waken en bidden, ons op zijne f?
Opdat wij iederen dag zoo beleven, alsof liet de quot;
laatste van ons leven ware,
Opdat wij van eenen haastigen en onverwachten
dood bewaard worden, T
Opdat wij, met liet volkomen bezit van ons ver- 3 stand, de heilige Sacramenten vóór ons sterven — waardig mogen ontvangen, g
Opdat wij den dood der rechtvaardigen sterven, ^ In alle gevaren, bescherm ons, H. Barbara.
In het uur des doods, sla ons bij, H. Barbara. Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld,spaar ons, Heer.
Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld, verhoor ons, Heer.
Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld, ontferm u onzer, Hoer.
EN GEBEDEN. 8-1
Jezus, sterkte der martelaren, hoor ons.
Jezus, zuiverheid der maagden, verhoor ons.
y. IJid voor ons, lieilige maagd en martelares liarhara.
r;. Opdat hel uur des doods ons zalig zij.
LAAT ONS BIDDEN.
Wij bidden u, Heer, dat wij door de voorspraak van uwe heilige maagd en martelares Barbara mogen geholpen worden, opdat wij, die hare bescherming in onzen angst en noodwendigheden afsmeeken, ook haren bijstand, bijzonderlijk in het uur onzes doods, mogen gewaar worden. Door onzen Heer Jezus-Christus, die met u leeft en heerseht in de eenheid van den 11. Geest, God in alle eeuwen der eeuwen. Amen.
LITANIE
VOOR EENEN GOEDEN DOOD.
' l
i
ill fel
ücmaakt door cene protestantsche jonge jufvrouw, die, i.. den ouderdom van vijftien jaren, het katholiek Geloof omhelsd heeft en in den ouderdom van achttien jaren in geur van heiligheid gestorven is.
Zij die deze Litanie, gedurende eene maand, dagelijks zullen lezen, om de Goddelijke hulp voor het laatste oogenblik huns levens af te smeeken, en die bij de communie van dien dag een bezoek in eene kerk of openbare bidplaats zullen voegen, en de gewone gebeden lezen, zullen, opeenen dag der maand naar verkiezing, eenen vollen atlaat verdienen. Ecnen aflaat van 100 dagen ééns daags, voor hen, die dezelve met een rouwig hart zullen lezen.
Heer Jezus, God van goedheid, Vader van bnrmhar-tigheid, ik bied mij vooru aan meteen ooimoedig, vermorzeld en boetvaardig hart. Ik beveel u mijn laatste uur en heigeen daarop volgen moet.
1:
'lli
jÜi
822 \i;nscHii.uiM(B iiLFt.M.xutx
Als mijne onbeweegbare voeten mij zullen verwittigen dat mijne loopbaan in deze wereld gaat eindigen, barmhartige Jezus, ontferm u dau mijner.
Als mijne bevende en verstijfde handen uw kruisbeeld niet meer zullen kunnen vasthouden, maartegen dank op het bed mijns lijdens zullen laten nedervallen, barmhartige Jezus, ontferm u dan mijner.
Als mijne verduisterde en gehrokene oogen, om den selirik des naderenden doods, stervend zich tot u zullen wenden, barmhartige Jezus, ontferm u dan mijner.
Als mijne sidderende en koude lippen voor de laatste maal uwen aanbiddelijken naam zullen uitspreken, barmhartige Jezus, ontferm u dan mijner.
Alsmljne verbleekte en loodverwige wangen, in hen, die mijn sterfbed omringen, medelijden en afschrik zullen verwekken, en mijne haren, van doodzweet doortrokken, zich op mijn hoofd oprechtende, mijn aanslaande einde zullen aankondigen, barmhartige Jezus, ontferm u dan mijner.
Als mijne ooren voor altijd aan de taal der mensehen zich staan te sluiten, en zich zullen openen om te luisteren naar uwe stem, die bet on wederroepelij k vonnis zal uitspreken, waardoor mijn lot vooralle eeuwigheid zal vastgesteld worden, barmhartige Jezus, ontferm u dan mijner.
Als mijne inbeeldingskracht door schrikkelijke en verbazende verschijnsels ontsteld, in doodelijke droefheid gedompeld zal wezen, en mijn geest op het aanschouwen mijner boosheid ontrust en door devices voor uwe rechtvaardigheid bevangen, met den engel der duisternissen zal strijden, die mij het trooslelijk betrouwen op uwe barmhartigheid zal trachten te benomen, om mij in den schoot der wanhoop neder te storten, barmhartige Jezus, ontferm u dan mijner.
Als mijn zwak hart, door de smart der ziekte benauwd, door de vrees voor den dood bevangen en door
E.N GEBEDEN. HÜÖ
don strijd tegen de vijanden mijner zaüglield van klachten uitgeput zal wezen, barmhartige Jezus, om-ferm u dan mijner.
Als de laatste tranen, de kentcekens mijner vernietiging, mij uit de oogen zullen vloeien, neem die voor eene boetofTerande aan, cpdat ik als een slachtolfer der boetvaardigheid moge sterven; en in dit angstige oogenblik, barmhartige Jezus, ontferm u dan mijner.
Als mijne bloedverwanten en vrienden rond mij /.uilen staan, eaeen teeder medelijden met mijnen ellen-digen staat hebbende, u voor mij zullen aanroepen, barmhartige Jezus, ontferm u dan mijner.
Als ik liet gebruik mijner zinnen zal verloren hebben, de gansche wereld voor mij zal verdwenen zijn, en ik in de benauwdheid van den laatsten strijd en in de pijnen des doods zal zuchten, barmhartige Jezus, ontferm u dan mijner.
Als de laatste zuchten des hanen mijne ziel zullen dwingen uit mijn lichaam te scheiden, aanvaard die als verzuchtingen van een heilig ongeduldig verlangen om tot u te komen, barmhartige Jezus, ontferm u dan mijner.
Als mijne ziel, reeds op mijne lippen zwevende, vau deze wereld voor altijd afscheid zal nemen, en mijn lichaam koud en levenloos achterlaten, ontvang dan de vernietiging van mijn aardsch leven als een teeken van vereering en erkenning uwer opperste majesteit, en, barmhartige Jezus, ontferm n dan mijner.
Eindelijk, wanneer mijne ziel voor u zal verschijnen, en gij haar over al hare werken zult oordeelen, verwerp haar dan niet voor uw aanschijn ; maar, barmhartige Jezus, ontferm u dan mijner.
GEBED.
0 God! die ons tot den dood veroc.rdeelende, des-zelfs oogenblik en uur verborgen houdt, verleen mij
vm;m:iim.i,i:.nui: hm : mn de genade van al de dagen mijns levens iu reclilvaar-digheid en heiligheid over Ie brengen, opdal ik, door uwe genade, in den vrede en in uwe liefde uit deze wereld scheide. Ik smeek u hierom door onzen Heer Jezus-Christus, die lecl't en heerscht met u in de eenheid des heiligen Geestes. Amen.
OEFENING OM ZICH TOT DEN DOOD TE BEREIDEN.
Die men van tijd lol tijd met veel nut doen kan, op-dal men niet vergete zich altijd bereid te houden tot een soo aangenaam uur voor de goeden en zoo ver-schrikkend uur voor de kwaden. Men zal deze oefening het best des morgens doen.
OVERWEGING.
1. Stellen wij ons in Gods tegenwoordigheid.
2. Vernederen wij ons voor hem, en vragen wij het licht van den Heiligen Geest.
Wat is sterven? Ik zal sterven, dit wil zeggen, dat ik mijne bloedverwanten, mijne vrienden, mijne kennissen verlaten zal, en hun vaarwel zal zeggen, ik zal alles verlalen wat mij toehoort. Welke zijn de dingen waaraan ik den grootsten prijs hecht? ik zal die ook verlaten. Gij zijt verschrikt, o mijne ziel, bij hot gedacht van een zoo algemeen verlaten. Het zal nogtans moeten zijn. Eilaas! welke uitzinnigheid van die dingen aan te kleven, welke zoo snel voorbijgaan!
ik zal sterven; van dan af zullen mijne bloedverwanten zelf trachten zich zoo haast mogelijk van mijn lichaam te ommaken, hetwelk voor hen een verdrietig voorwerp zal geworden zijn. Wat zullen in de aarde dat hoofd, die handen, dat lichaan, worden, die mij zoo zeer bezig houden ? Den ik dan niet zinneloos van
KN GKliKIHON. 825
zoo zeer le vleien datgene hetwelk weldra lot voedsel aan de wormen dienen zal, en slof en assche worden?
Ik zal sterven, dit wil zeggen, dat mijne ziel voor het oordeel Gods zal verschijnen, om over mijn geheel leven rekening te geven. O schrikkelijk oogenblik! mij in de tegenwoordigheid van eenen God bevinden; over gansch mijn leven ondervraagd worden door eenen verlichten rechter, die aartsvijand is van de zonde, en die al mijne gepeinzen, al mijne woorden, al mijne werken kent.
Wanneer en hoe zal ik sterven? Hoeveel tijds heb ik nog te leven? Ik weet er niets van; men sterft in allen ouderdom. Zal ik den tijd hebben om mij lot den dood te bereiden ? Ik weet bet niet: ik weet alleenlijk dat er vele menschen sterven dan, wanneer zij er het minst aan denken. Zal ik sterven zonder mijne biecht te kunnen spreken? fk weet het niet. Ik kan eensklaps de spraak verliezen: ten andere, waartoe zijn de zieken bekwaam? Welke uitzinnigheid op dit laatste oogenblik te tellen, wanneer het de eeuwigheid betreft!
Hen ik bereid om ie sternen? Indien ik nu sterven moest, bon ik bereid om vóór hot oordeel Gods te verschijnen? Is mijn geweten wel gerusl ? Heb ik mi j niets te verwijlen aangaande mijne biechten, mijne communiën en het volbrengen mijner plichten? welke onvoorzichtigheid in eenen slaat te leven, waarin ik niet zou willen sterven? Indien ik heden voor den God der rechtvaardigheden en der wraak verschijnen moest, hoe zou ik verlangen geleefd te hebben? hoe zou ik mij in deze of gene zaak willen gedragen hebben? Luister mijne ziel, n.iai den raad des doods: hij vleit niemand.
m
li
lioiul u bij deze gedachten stil, en neem de besluiten welke zij u moeten ingeven. Woon het heilig misoffer bij
82(3 VFIiSCflILLL\D|; OEFENINGEN
met eene gansch bijzondere godyruchtigheid. Indien gij tot
de heilige tafel nadert, doe dit met dezelfde gevoelens,
welke gij zoudt verlangen te hebben, indien gij wist dat
gij voor de laatste maal uws levens de heilige Communio
ontvingt.
Lees rle volgende gebeden nan de voelen van den ge-kruisten Jezus. Opperste meester des levens en iles doods, o God, die door een onveranderlijk besluit, en om de zonde te straffen, bevolen hebt dat al de men-schen aan den dood onderworpen wezen, zie mij hiei1 ootmoediglijk voor u nedergeknield, en bereid om die wet uwer rechtvaardigheid te ondergaan. Ik beween, in de bitterheid mijner ziel, al de zonden die ik het ongeluk gehad heb te bedrijven. Wedersp innig kind, ik heb duizendmaal den dood verdiend; ik aanvaard ilenzelven tot uitboeting mijner ondankbaarheden en in vereeniging met den dood mijns Zaligmakers. Ik zal den tijd te baat nemen, die uwe barmhartigheid mij nog overlaat, om de banden te breken die mij op eene plichtige wijze nog vastgehecht houden aan deze aarde, waar ik slechts nog eenige stonden te verblijven heb; ik geef mij geheel over aan dealloos vaderlijke bestiering uwer voorzienigheid.
Dal ik sterve gelijk de heilige palriarken, dit tranendal zonder spijt verlatende, om in mijn waar vaderland de eeuwige rust te gaan genieten! Dat ik sterve gelijk Maria, Moeder mijns Zaligmakers, onlvlamd door de zuiverste liefde, brandende van het verlangen om mij te vereenigen met het eenigste voorwerp van geheel mijne liefde. Dat ik sterve in de levendigste gevoelens van haat tegen de zo ide, van liefde voor mijnen God en van gelatenheid in 't midden der pijnen, deze woorden herhalende; Heilige Vader, in uwe handen beveel ih mijne ziel; schenk mij barm-harligheid.
■
■
i:n geueden. 827
O Jezus, die uit liefde voor mij gestorven zijl, geel'
mij de genade van in uwe liefde te sterven.
OEFENING WAARDOOR HEN DEN DOOD AANVAARDT Gemaakt door P. Rosemberg, kloosterling van La '1'rappe.
O Jezus, die uit liefde voor mij gestorven zijt, geef mij de genade van in uwe liefde te sterven.
O mijn God! ik aanbid uw eeuwig wezen; ik geel in uwe handen weder het wezen dat gij mij gegeven hebt en dat, wanneer het u zal behagen, vernietigd zal worden door den dood, welken ik aanvaard met onderwerping, in geest van boetvaardigheid en in ver-eeniging met dien van Jezus-Christus; en, te dien einde, verheug ik er mij over en ik hoop dat bet aanvaarden deszelven uwe barmbarligheid over mij zal trekken, om mij dien schrikkelijken doortocht geluk-kiglijk te helpen voltrekken. Ik verlang, o mijn God,
door mijnen dood u deze opoffering van mij zeiven te doen, om eer te betuigen aan uw oneindig wezen door de vernietiging van bet mijne.
Ik verlang dat mijn dood eene offerande van uit-boetingzij, die u aangenaam weze, om aan uwe rechtvaardigheid te voldoen, o God, dien ik zoo dikwijls vergramd heb! en met dat inzicht aanvaard ik al wal do dood het afschuwelijkste heeft voor de zinnen en voor do natuur.
Ik stem loc, o mijn God, in de scheiding mijner ziel van mijn lichaam, lot straf der zonden, waardoor ik mij van u afgescheiden heb; ik aanvaard de berooving van het gebruik mijner zinnen, tot voldoening voor de zonden die ik er mede bedreven heb.
■ Ik aanvaard, o mijn God, dat ik met de voeten getrapt en onder de aarde verborgen worde, om mijnen hoogmoed te straffen, die mij het aanzien bij de men-schen heeft doen zoeAen; ik aanvaard dat deze mij
82^ VEnsCHILLKfiDE OEFEKINGEfl
vergeten, en dal zij aan mij nimmer denken, tot straf vonr het vermaak dat ik gehad heb van door hen bemind te worden.
Ik aanvaard do eenzaamheid eu de afschuwelijkheid van hol graf, om mijne verkwistingen on mijne vermakeiijkhedon te herstellen; eindelijk, ik aanvaard het vergaan mijns liehaams in slof en assche, endat het tot voedsel aan de wormen diene, tot straf der on-geregelde liefde die ik voor mijn lichaam gehad hel). O slol! o wormen! ik ontvang n, ik bemin u, en ik ,beschouw u als werktuigen der rechtvaardigheid van mijnen God, om de ijdelheid en den hoogmoed te straffen, die mij aan zijne geboden wederspannig gemaakt hebben! \\ reek zijne belangen, herstel de schande die ik hem aangedaan heb,vernietig dit zondig lichaam, dien vijand van God, die lidmaten van boosheden, en doe de macht des Scheppers over de zwakheid van zijn onwaardig schepsel zegepralen: Ik onderwerp mij daaraan, o mijn God! en aan het oordeel, welk het ook moge wezen, dat gij over mijne ziel in het oogen-blik mijns stervens zult uilspreken. Amen.
OM DEN STAAT VAX ZIEKTE TE HEILIGEN EN DE SACRAMENTEN 01:15 STERVENDEN WEL TE ONTVANGEN.
Als u ccne ziekte overkomt, verwaarloos niet die te lieili-gen (loor gevoelens van verduldigheid «n onderwerping aan den Goddelijken wil; door gevoelens van boetvaardigheid om ^or uwe zonden te voldoen; door gevoelens van vertrouwen, met alles van Gods oneindige goedheid te verhopen.
Worp dikwijls uwooogen op hot beeld van uwen gekruisigden Zaligmaker, en op hot eon of ander afbeeldsel van zijn aanbiddelijk Hart, dat in uwe kamer zal liangcn.
Hereid u intijds lot liet ontvangen der HH. Sacramenten
EN GEBEDEN. 82!)
door cone grooto onthochting van de aarde, en een levendi,quot; verlangen naar den hemel. Wacht het uiterste niet af, om u niet in gevaar testellen van die krachtdadige hulpmiddelen of niet of zonder genoegzame kennis te ontvangen.
OEFENING VAN GELIJKVORMIGHEID
Met den wil Gods, gedurende do ziekte.
Gi'oote God, onze hemelsche Vader, die over liet goed en liet kwaad van het tegenwoordig leven door uwe wonderbare Voorzienigheid beschikt, ik weet, dat gij voornamelijk hel leven en den dood, de gezondheid en do ziekte in uwe oneindige machtige handen houdt. Daar gij het zijt, die naar het graf geleidt en van daar terugbrengt, en gij het ook zijt, die ons op het ziekbed houdt, en ons daarvan doet opstaan, door ons de gezondheid weder te schenken, gewaardig u dan mijn allerootmoedigst smeekgebed te aanvaarden, en zegen de geneesmiddelen, die mij toegediend worden: het is uwe zegening alleen, die ze krachtdadig kan maken. Gij zijt do Oppergeneesmeester onzer lichamen en onzer zielen, spreek alleenlijk één woord, ea uw dienaar zal gezond zijn; want gij doet, wanneer u zulks behaagt, de dooden herleven, en roept de dingen, die niet beslaan, even alsof zij bestonden. Alzoo kan niets de uitwerkselen uwer almacht tegenhouden; maar indien het uw wil is, dat ik lijde, ik beu bereid om te lijden: indien het u behaagt, dat ik tul den dood toe pijnen lijde, ik ben bereid om te sterven ; ik wil u niets vragen dan do vervulling van uwen aanbid-delijken wil. D;it hij volbracht worde, o mijn God ! op de aarde gelijk in den hemel; dat hij in mij volbracht worde door mijn leven, of door mijnen dood, door de voortduring mijner ziekie, of door de herstelling mijner krachten. Beschik over mij, volgens de inzichten uwer wijsheid: wat er ook gebeure, ik zal uwen heiligen naam er over gebenedijden. Amen.
830 VERSCHILLENDE OEFENINGEN
GEBED OM LIJDEN TE VEREENIOEN MET DAT VAN
JEZl'S-CHRISTÜS.
Mijn God, ik voreenig mij uil gansch mijn tiart met uwen Goddelijken Zoon Jezus, die, in het zweet van zijnen doodsangst, u het gebed van al zijne zieke leden opgedragen heeft. O God! gij hebt hem aan de droefheid, aan het verdriet, aan den schrik overgeleverd; en de kelk, welken gij te ledigen gegeven hebt, was zoo bitter, hij veroorzaakte hem eenen zoo levendigen afschrik, dal hij u verzocht dien van hem af te kee-ren. In vereeniging met zijne heilige ziel, zeg ik u ook, o mijn God en mijn Vader: Keer dien kelk van mij af: noylans, dal uw wil en niet de mijne gc-schiede. Ik voeg dezen kelk, dien ik uit uwe hand ontvang, bij dien welken uw Zoon, onze Zaligmaker, op uw bevel geledigd heeft; ik had geen minder geneesmiddel noodig, o mijn God ! ik ontvang dit genees-miJdel uil uwe hand; ik geloof dat gij hel bereid hebt voor mijne zaligheid en om mij aan Jezus-Christus mijnen Zaligmaker gelijk te maken. Maar, olleer! die beloofd hebt dat gij ons aan geene beproevingen, die onze krachten te boven gaan, zoudt overleveren, gij zijl getrouw en waarachlig: ik geloof in uw woord, en ik bid u, door uwen Zoen, dat gij mij de noodige sterkte zoudl geven, of mijne zwakheid sparen.
VOOR DE lUEGHT IN ZIEKTE.
GERED OM ZIJNE ZONDEN MOGEN TE KENNEN.
O God van liefde en van alle goedheid ! gewaardig u mi.jn geweien, door het liehl van uwen heiligen Geest, uit zijne slaperigheid op ie wekken, opdat ik al de zonden, al de overlredingen uver wet, waaraan ik mij zoolang, zoo dikwijls heb schuldig gemaakt, vol-komenhjk kenne; maak dat ik die met een diep leed-
EN GEBEDEN. 8Ö1
wezen biechte, en ik, door eenen waren geest van boetvaardigheid, de slagen uwer rechtvaardigheid van mij afkeere.
De tijd is dringend; misschien bob ik maar eenige uren meer om mij met u te verzoenen. Hemelsche Vader! ik ben uw kind, kom mij ter hulp; mijne ziel is de prijs van het bloed uws Goddelijken Zoons, spaar ze voor de eeuwigheid; zijn mijne zonden ontelbaar, uwe. barmhartigheid is oneindig, gij zult mij genadig wezen. Ik verdien het niet, maar bet bloed van Jezus, dat aan het kruis vloeide, roept om genade voor mij; het Goddelijk Hart van Jezus smeekt om vergiffenis voor mij; o mijn God, la:it uw Hart bewogen worden en wees mij, armen zondaar, genadig.
O Maria! toevlucht der boetvaardige zondaars, loon dat gij mijne Moeder zijt; wees mijne toevlucht, ho-venal in dit oogenblik, dat misschien over mijne zaligheid gaat beslissen.
OEFENING VAN BEROUW NA HET ONDERZOEK.
Ik heb gezondigd, omijn goede Vader! en ik verdien niet meer uw kind genoemd te worden; ik heb mij uwer gunsten en goedwilligheid onwaardig gemaakt. Nogtans gij wilt nog wel, dat ik u den zoeten naam van Vader geve, en gij opent mij nog uwe vaderlijke armen, om mij den kus van verzoening te geven, zoo ik met een oprecht leedwezen tot u wederkeer. Ach! ik zal aan die uitnoodiging uwer liefde niet wederslaan: zie mij hier aan uwe voeten, o mijn goede Vader, zie mijne tranen, hoor mijne zuchten, aanvaard den eed, welken ik doe van u te beminnen, van u voortaan getrouw te dienen, van mijne verergernissen, door een gedrag, een dankbaar kind waardig, te herstellen; vergeving dan, o mijn goede Vader! vergeving, smeek ik u, van al de ongerechtigheden,
8 VEUSCnir.LENDE OEFENINGEN
waaraan ik mij jegons u lieb plichtig gemaakt. Het is niet zoozeer de schande, welke de ontelbare ellenden mijner ziel mij aandoen, noch de vrees van uwe schrikkelijke kastijdingen, die mij tot u wederbrengen, en mij mijne boosheden doen beweenen; het is meer de droefheid van uwe goedheden miskend, uwe weldaden misbruikt, uwe heiligheid, uwe oneindige barmhartigheden beleedigd te hebben: ja, het is omdat de zonde u mishaagt, o gij, zoo beminnenswaardige schoonheid! dat ik die als een afschuwelijk wangedrocht heden verfoei, en ik haar voortaan zal vluchten.
Om mijne kwade gewoonten te overwinnen, en mijne misdadige neigingen te wederstaan, ben ik bereid tot de grootste opofferingen, ja zelfs tot die van mijn leven: lieversterven, dan u nog te vergrammen.
NA DE BIECHT IN ZIEKTE.
OEFENING VAN DANKZEGGING
O God van barmhartigheid ! 0 mededoogende Vader! boe zal ik u waardig kunnen bedanken, u eene erkentenis betuigen die aan uwe weldaden gelijk is!
Ik was zondaar, groote zondaar; ik had n door de overtreding uwer heilige wetten grootelijks beleedigd: ik had mij als een wederspannig kind gedragen, en niettemin hebt gij mij nog, met de aandoenlljkste goedheid, ontvangen, gij hebt mij opnieuw uwe vriendschap geschonken: ik dank u daarvoor, o minnelijke Vader! ik dank u daarvoor van ganscher harte: ik zou wenschen u daarvoor de dankbaarheid van al uwe Heiligen Ie kunnen aanbieden, om u te vergoeden voor de ongenoegzaamheid der mijne.
Het beste middel om u mijne dankbaarheid te be-toonen, is u een geheel ander leven aan te bieden dan hetgene ik tot heden geleid heb, zoo gij mij de gezondheid weder schenkt, zal dit mijne aanhoudende poging
KN f;rT!I-DKN. 8quot;3
zijn: niets, mot do hulp uwer genade, zal mij voortaan nog van u sclieidon. Behaagt het u mij uit dit leven te roepen, vergun mij dan als eenen boetvaardige te lijden, en, u beminnende, te sterven.
O beminnelijke M u-ia, mijne machtige Moeder, heb medelijden met uw kind ; bid, o bid voor mij!
GEDEUEN OM DE H, COMMUNIE ALS REISPENNING TE ONTVANGEN.
Indien de zieke zelf deze gebeden niet meer kon doen, gelijk het dikwijls het geval is, zou het vooi'deelig zijn en een werk van liefde, zoo zij hem door iemand langzaam werden voorgelezen.
VOOR DE H. COMMUNIE.
O Jezus! mijn God en Zaligmaker, ik bied mij voor uwe Majesteit aan met een levend geloof, en ik aanbid u met eene diepe ootmoedigheid. Ik aanschouw u met de oogen des geloofs; uw woord der waarheid leert mij, dat gij wezenlijk in het Sacrament uwer liefde, dat ik het geluk ga hebben te ontvangen, tegenwoordig zijt.
Gij wilt mij dan, o milddadige Zaligmaker! voeden en versterken met het heilig voedsel van uw lichaam en bloed. Reeds, op mijn bed van smarten en ellenden, u in mijn hart ontvaugeude, ga ik het geluk genieten van eenen voorsmaak te hebben van de gelukzaligheid, die gij mij in uwen schoonen hemel bereid hebt.
Ik vrees nogtans, wanneer ik u tot mij zie naderen, ik sidder voor uwe oneindige Majesteit. Gij zijt de driemaal heilige God I welke moet dan ook de heiligheid mijner handen niet zijn, wanneer ik die tot u verhef, de zuiverheid mijner lippen en tong, die u gaan aanraken, de reinheid mijner ziel, die uw tempel gaat worden! Met schaamte beken ik voor u mijne on-
SÖi VF.1iSCIIlLI.ESDE OEFEKWOEN
waardigheid: gij zijt oneindig groot, o mijn God! eis ik ben een verachtelijk niet, een arme ellendeling, zonder krachten, uitgestrekt op een bod van smarten, van kwaleu overladen, en wiens ziel en lichaam ten prooi zijn aan duizenden behoeften. Gij zijt de al-maclilige God, en ik ben een riet door mven adem ter neèr geveld: gij zijt de onsterfelijke God, en ik ben een versmadelijk wezen voor uwe oogen, onderworpen aan den dood en de verrotting. Maar, hetgene nog erger is, ik heb gezondigd, ik heb u durven verachten, legen u opslaan, en ziedaar wat bovenal mi jn hart verscheurt, wat mij in eene zoo bittere droefheid dompell. Ach! vergeet' mij, mijn goede Zaligmaker, reinig mijne ziel van de vlekken, waarmede de zonde haar bezwalkt Jieeft; laat toe dal ik mij voor u nederwerpe om genade le vragen: gewaardig u mijne boetvaardigheid aan te jiemen, gij, die u verbonden hebt nooit den zondaar le verstooten, die uwe barmharügheid met tranen zou afsmeekea.
Hoe onwaardig ik ook zij, uwe liefde nogtans spoort uaan om lot mij te komen; gij wilt niet alleen, dat ik u in dit hoogwaardig Sacrament zou aanbidden, maar zelfs, dat ik u in hetzelve zou nuttigen: in weerwil mijner onwaardigheid, die u zou moeten noodzaken mij le verstooten, noodigt uwe liefde mij nogtans tot deze bemelsche Tafel: «Neem en eet, zegt gij tot mij, dit is mijn lichaam, )gt; dil zijn de Iroostelijke woorden, waardoor gij alle christenen aandrijft om tot u te komej).
Ik ben behoeftig zoolang ik u niet bezit: gij alleen IvUnt mijne ellenden doon ophouden. Ik ben zwak en Iierval zoo spoedig in de zoude, die ik voorgenomen bad te vermijden, indien ik u, die mijne sterkte zijt, jiiet onophoudelijk bij mij heb. Ondanks al hetgene mij ontbreekt, noodigt gij mij, en gij aeemt behagen in le verblijven onder de kinderen der menschen.—
■EK GEBEDEN. 835
Zal ik nog wederstaan aan zoo dringende aitnoodigin-genV zal ik niel met drift tot u snellen, om uwe welwillendheid en uwe gunsten te verwerven? ach! zekerlijk: dewijl gij mijn hart vraagt om er uw ver blij; van te maken, hier is het, spreek alleenlijk één woord, en het zal gereinigd zijn.
Kom dan, oJezus! o mijn welbeminde! kom bezit nemen van een hart dat u bemint, en dat dorslig is naaru: versier het, door uwe tegenwoordigheid, met al de deugden, die er eene aan uwe blikken behage-lijke woning kunnen van maken.
Ik snel tot u, o Jezus! meteen brandend verlangen om u altoos meer te bcminuen : ik smeek u bezit van mijn hart te nemen; dat uw aanbiddelijk vleesch mijne teerspijs zij, en mijne ziel behoude voor het eeuwig leven. Amen.
O Maria! die mijnen goeden Zaligmaker in uwen kuischen schoot gedragen hebt, gewaardig u, van het hoogste des hemels, mijne communie, die misschien de laatste mijns levens is, bij te slaan: ach! waarom kan ik Jezus niet beminnen, gelijk gij hem bemind hebt.
En gij ook, mijn goede engel, gij, al mijne beschermheiligen, het is nu meer dan ooit hel oogenblik van belang in mij Ie stellen; vergeel', bid ik u, mijnen wederstand aan uwe heilige inspraken, om niet dan aan het Goddelijk bloed te denken, dal voor mijne zaligheid vergoten is : gij, die mijne ziel bemint, omdat gij Jezus liefhebt, verwerf mij dat de Communie, die ik ga ontvangen, het onderpand worde mijner zaligheid, on mijner vereeniging met u in de eeuwige heerlijkheid.
VERHEFFING TOT JEZUS NA DE H. COMMUNIE.
Ik heb dengene ontvangen, naar wien mijne ziel met zooveel vurigheid haakte! ik heb mij gevoed met het
830 TER.Sain.l.FNDE OEFENINGEN
allerheiligste licbnam van mijnen Veriosser; het is mijn God, die zich gewaardigd heeft in mij neder te dalen, die God, voor wien de engelen, den glans zijner heerlijkheid niet kunnende verdragen, zich het aangezicht bedekken. Maar bij heelt mij geroepen, bij heelt mij deze teedere uilnoodiging laten hooren: Kom tot mij, gij die zwak en ziek zijl, en ik zal u versterken, ik zal u genezen.
O goede Jezus! gij hebt ons zeer bemind, dat gij u voor ons aan den dood hebt overgeleverd, en gij bemint ons nog zoo edelmoediglijk, zoo teederlijk, zoo oneindiglijk, dat gij met ons, ellendige schepselen, maar cén wilt wezen.
Gij gewaardigt u nog eenen verdrukte te troosten, en mij, in mijne bezwijmingen, uwe machtige hulp te brengen. Ach! zou de liefde nog eenig wonder kunnen uilvinden, dat gij reeds niet voor mi jne zaligheid hebt uitgewerkt? Gij wilt ons zelfs voeden met uw vleeseh en bloed, cn deze uitstekende weldaad komt gij mij te vergunnen. — Ach! zou ik niet alle gevoeligheid verloren hebben, zou ik geen wanschepsel van ondankbaarheid zijn, indien ik u niet beminde?
Gij doordringt de geheimen van mijn hart; gij ziet dat ik u bemin: al wat ik ben en al wat ik bezit, ben ik n verschuldigd; ik offer u alles, met dankbaarheid, met vreugd en liefde op, ja zelfs tot mijn leven, indien gij het vereischt.
Maak, o beminnelijke Jezus! dat ik voortaan in uwe heilige liefde volharde. Och! dat niets, in hot toekomende, meer in staat zij mij van u ie scheiden. Alzoo zal ik in het bezit geraken van dien schoonen hemel, dien gij bereid hebt voor die u beminnen, dit verblijf van heerlijkheid en geluk, dat oneindig overtreft al wat 'smenscben oog ooit gezien, zijn oor ooit gehoord, zijn geost ooit zich heeft kunnen inbeelden; daar zal ik u, aangezicht tol aangezicht, mot uwen Vader in de een-
EN GEBEDEN. 837
heid met uwen Heiligen (ieest aanschouwen, in alle eeuwen der eeuwen. Amen.
O Jezus! gij leelt in nij, en ik leef in u.
O Jezus! ik lijd voor u; ik wil, uil liefde tot u, lijden.
O Jezus! ik aanbid uwen heiligen wil: gij zijt de Opperheer van leven en dood; dat uw aanbiddelijke wil voor altoos gezegend zij.
HET H. SACRAMENT DES OLIESELS.
Het H. Oliesel is een Sacrament, in hetwelk door de heilige Zalving de zieken in hunne ziekten en hunnen uitersten nood verlicht en geholpen worden.
Het verlicht do zieken, vermindert de bekoring, vergeeft do dagclijksche zonden, n^emt de vergetene doodzonden weg, en helpt de zieken tot gezondheid, als het zalig is. Zoo iemand onder » ziek is, zegt de H. Apostel Jacobus, dal hij de priesters der Kerk doe komen, en dal zij hem mei olie zalvende in den naam des Heer en, over hem bidden, en hel gebed descje-loofs zal den zieke redden, de Heer zal hem verlichlen, en, zoo hij in zotulen is, zullen zij hem vergeven worden (3, 14).
Al die voordeelen en gratiën, die het H. Oliesel oas geeft, moeten ons aanzetten om niet het uiterste der ziekte af te wachten, maar het bijtijds, en in eenen waren geest van geloof, van gebed, van boetvaardigheid en onderwerping te ontvangen.
GEilED VAN VOOnDEREIDmG TOT HET ONTVANGEN VAN HET H. OLIESEL.
(Een vriend van den ziekö zou hem dezelve kunnen voorlezen, indien hij te krank is om ze zelf te lezen).
O beminnelijke Zaligmaker, Jezus-Ghristus! die dit Sacrament hebt ingesteld, met het verlangen van ons, in onze ziekten, door deze heilige zalving te versterken, maak, in uwen naam, en om over onze zielen en onze lichamen den overvloed uwer genaden uit te slorlen, dal ik braiule door liet verlangen van deel te
858 VERSCHILLENDE OEFENINGEN
hebben in deze heilige geheimenis, en dat ik, door dezelve te ontvangen, de gaven uwer edelmoedige barmhartigheid verwerve.
O God van goedheid! maak dat dit Sacrament mij in mijne smarten verlichte, en mij eene gezondheid wedergeve, die ik niet meer wil gebruiken dau om u te verheerlijken en te beminnen.
Nogtans, indien uw altoos weldoende wil daarover anders beschikt heelt, aanbid ik hem oolmoediglijk, ik neem al uwe raadsbesluiten met eene geheele onderwerping aan, en ik zie, in al wat het u behaagt jegens mij te beschikken, niets meer, dan mijn welzijn en mijne zaligheid.
Ten andere, is de ziekte mijns lichaams de minste mijner kwalen, mijne ziel is veel kranker dan mijn lichaam ; ach ! het is zij vooral, die ik u smeek te genezen, en, hoe onwaardig ik ook zij deze groote genade van u te verwerven, heb ik het zoet vertrouwen, o Jezus, mijn Zaligmaker, dat gij aan het bloed, voor hare zaligheid vergoten, zult gedenken en dat gij eene ziel, die u zoo duur kwam te staan, niet aan haar ongelukkig iot zult overlaten.
Gewaardig u door uwe goedheid aan te vullen al het-gene de machteloosheid, waarin ik mij bevind, mij belet zelf te doen. Op het oogenblik, waarop de hand van uwen bedienaar mijn lichaam met de H. Olie zal zalven, zuiver dan terzelfdertijd, door de zalving uwer genade, mijne nog besmeurde ziel; verlicht haar, versterk haar, onthecht haar van de aarde, vervul haar met den smaak der hemelsche goederen en met het brandend verlangen van u te bezitten ; schenk mij uwe genade, vergeef mij in uwe barmhartigheid.
Ja, barmhartige Jezus! vergeet al de ongerechtigheden mijner jeugd, vergeef al de zonden mijns levens, zij zijn mij leed uit den grond van mijn hart, en ik verfoei die uit liefde tot u.
EM GETEDEN. 859
Vergeef mij, goedortiei-eu God, zoo vele kwade oogslagen, zoo vele misdadige nieuwsgierigheden, zoo vele verderfelijke lezingen, /.00 vele zonden, eindelijk, die ik bedreven heb, door het onwaardig misbruik mijner oogen, zoo vele ongerechtigheden, door deze deur mijner ziel ingekomen of uitgegaan, die, helaas! maar al legemakkelijk en onophoudelijk voor het kwaad open is.
Vergeef mij, barmhartige Jezus, al de fouten, waaraan ik mij hei) plichlig gemaakt met aan zoo veel achterklap, aan zoo vele oneerbare woorden gehoor te verleenen; dat die ooren, waardoor de ongerechtigheid is ingeslopen, door deze heilige Olie gezuiverd worden, en dat zij het gerommel van uwen donder, het
bliksemende vonnis niet hooren, dat zij verdiend hebben.
Vergeef mij door de heilige zalving en uwe groote barmharligheid, o mijn Zaligmaker, al die schrandere en wellustige zorgen voor reukwerken, al de zinnelijkheden, en ai wat ik van uen geur der ongeiechtigheid ingeademd heb.
Ach! welke stroom van zonden is uit mijnenmisda-digen mond gekomen, van die vergiftigde tong, die uw Apostel de algemeene bron der ongerechtigheden noemt! Heer, God van barmhartigheid, straf mij niet in uwe verbolgenheid, vergeef mij mijne onmatigheden, mijn vloeken,mijne godslasteringen, mijne kwaadsprekendheid, mijne lastertaal, mijne beleedigingen jegens den naaste, en zoo vele onkuische woorden van deze strafwaardige lippen gevloeid; vergeef aan mijne ziel, die door welke noodlottige deur moet uitgaan.
Vergeef aan mijne roofzieke handen zoo vele onrechtvaardigheden van allen aard, vergeef aan die plichtige handen zoo vele vrijheden, die ze bezoedeld hebben; dat zij len laatste gezuiverd worden, en zich rein en schuldeloos tot u verhellen, in dit voor mijn eeuwig lol zoo beslissend oogenblik.
Eilaas ! zie mijne voeten als reeds aan de banden der
aiO VERSCHILLENDE nlü'EMXC.EN
dood vaslgokclfiul; misschien nog eenige oogenlilik-ken, en liet graf gaat over mij gesloten worden: indien zoodanig uw wil is, lieer, kus ik stervende de hand, die mij met zoo veel liefde als rechtvaardigheid treft; maar dewijl gij, o mijn Vader! mij nog beminl, niettegenstaande al mijne buiteusporiglieden, vergeefquot; aan dezen verloren zoon, die u, wel is waar, verlaten heeft, maar die heden geheel oprecht tot u wederkeert; vergeef mij al de ongerechtigheden, waarin mij mijne schuldige voeten medegesleept hebben.
Mijn hart is de eerste oorzaak van al mijne fouten geweest; het is daaruit, dat zoo vele sleclile gepeinzen, zoo vele kwade begeerten, zoo veel baal en wraak-zucbf, zoo vele afschuwelijkheden, zoo vele onzuiverheden, gesproten zijn, waarmede ik, eilaas! uwen heiligen tempel ontheiligd heb. Goddelijke onderzoekerder harten, vergeel mij al hetgene d(! hevigheid der harfstochfen mij heeft doen misdrijven, al de gepeinzen, de begeerten, de gevoelens, alle geweldenarij, tegenstrijdig aan uwe heilige wet, ilie zich in dezen zetel idler driften van onze geboorte af, gevormd hebben.
O minnelijke, o goede Jezus! o mijn Heer en God! ik heb een bitter leedwezen over zoo vele ongerechtigheden, ik zou u dit niet genoeg kunnen herhalen, maar maak dal mijne lippen waarlijk de weerklank van mijn hart zijn : maak dat mijn berouw niet alleen het uitwerksel zij van den angst, welke de genegenheden niet verandert, maar van de opreclitstè, de vurigste Helde lol u, o God, zoo goed in u ze'ven, zoo waardig om uwe oneindige volmaaktheden bemind te worden! Ach! dat hel berouw van uwe goedheid, uwe beminnelijkheid te hebben beleedigd, de ware oorzaak mijner droefheid en der verlbeiing van mijne ontallijke oiigerechtiglieik'ii weze!
O Jezus! o mijn Zaligmaker! geef mij die gevoelens.
EN GKIIEDF.N. Sil
dio uwe gramschap ontwapenen, die u toelaten de zondaren volgens uwe groove baniiliarliglieid te beliande-len, en hun de oneindige verdiensten der herstelling toe te voegen, die gij voor hen aan hel kruis, aan den boom onzer zaligheid, hebt opgedragen: ik verhoop nu die genade van uwe harmharligheid, en zeg, gelijk uw Proleet, met alle vertrouwen tot u:
Heer, mijn God, maal: uwen dienaar zalig, die in u hoopt. Wees voor mij als een toren van verster-liing, om mij tegen de vijanden mijner zaligheid te verdedigen.
GEIiEUEN NA HET OMVANGEN VAN HET SACHAMENT DES OLIESELS.
Ik dank u met al de vurigheid, waartoe mijne ziel bekwaam is, voor de groote gunst, die gij mij, o mijn God! komt te bewijzen door de heilige zalving, welke de bedienaar uwer barmharllgheden daar aanstonds heeft gedaan, ik erken nu, door eene gelukkige ondervinding, dat gij deze heilige geheimenis hebt ingesteld tot ondersteuning en verlroosling der zwakken; gij wilt did de zieke, door de kracht van dit Sacrament, ontlast worde van zijne zonden, beschermd tegen de aanvallen van den duivel, van de wereld en van het vleesch : gij wilt ook dat deze heilige zalving hem van zijn lijden geneze, ol hem in zijne smarten verkwikke: ach! stort die gunsten over mij nil; verlos mij uit de boeien mijner zonden, maak mijne ziel vrij van de ijselijkheden en moedeloosheden des doods; en vervul mijn hart met de zoete vertroostingen der hoop.
O goede God ! die heilagen neemt om bij den christen in zijne ellenden neder te dalen, om den last van zijn kruis te verlichten, gij die, zooals de profeet /.egt, eenigerwijze het bed van smarten komt omkeeren, waarop gij uwe dienaren uitstrekt, aanhoor de wen-
HiaW.K.N TIKI! till. HARTEN 01' AARDE
schen, dcgehedon, welke do Kerk, door haren bedie-naar, lot u voor mij heeft geslierd.
Gij zijt de grondslag mijner hoop; gij zelf beveelt mij alle vertrouwen in uwe barmhartigheid testellen, en ziedaar, waarom de herinnering aan mijne zonden en mijne groote ellende mij den moed en den vrede der ziel niet meer ontnemen : het is van uwe verdiensten en van de overvloedige voldoening, die gij voor mij aan het kruis hebt opgedragen, dat ik nu mijne zaligheid verwacht, en indien het u behaagt mij uit dit tranendal te trekken, voel ik in mij de hoop, dat dit niet zal wezen dan om mij in het hemelsche Jeruzalem, dat gij mij in uwe oneindige goedheid bereid hebt, binnen te geleiden; ik stel dan met alle vertrouwen, mijn lijden, mijne smarten, mijn leven in uwe handen, en onderwerp mij uit liefde tot u aan den dood, al te gelukkig dat gij mijne onderwerping wel tot herstelling mijner beleedigingen gelieft te aanvaarden.
O goede Jezus! ontferm u mijner, heb medelijden met liet kind mver smarten; ik bemiu u uit geheel mijn hart, ik wil niet meer dan voor u zueliten: geel mij dal ik u beminne, dat ik u liezitte in de eeuwigheid.
O Maria! o mijne Moeder! kom mij ter hulp, bid Jezus voor mij; ik stel mijne hoop in u, en verlaat mij geheel op den bijstand uwer voorspraak. Beveel uw kind aan het aanbiddelijk Hart van uwen Goddelijken Zoon, opdat ik de laatste oogenblikken van dit leven waarneme om hem met zooveel ijver en vurigheid te beminnen, dal ik het geluk waardig worde van hem eeuwig te beminnen in het ander. Amen.
BELANDEN DER HH. HARTEN OP AARDE quot;POOR TB STAAN BUITEN ONS.
liet tweede voorwerp der belangen van Jezus en Maria op aarde is de uitbreiding van Gods rijk, diens vestiging in
842
VOOR TE STAAN HIMTKN ONS. 843
aller harten. Deze belangen ook moeten wij voorstaan; al hebben wij zooveel moeite om onze eigene zaligheid te bewerken, toch moeten wij d;e van onzen naaste bevorderen.
Het Evangelie is eene wet van helde, en het leven van een christen is een leven van gebed. Volgens de woorden van den Apostel, moeten wij voor alle menschen bidden. Het is zeker dat wij nooit met goeden uitslag aan de heiligma-kin» onzer ziel zullen werken, indien wij ons niet beijveren 0mquot;de belangen van Jezus en Maria in de ziel van anderen voor te staan.
Jezus stelde zijne Kerk in, opdat zij zich uitstrekke van den opgang der zon tot haren ondergang, en al de volkeren der aarde in haren moederlijken schoot besluite.
Jezus stortte zijn bloed voor de zaligheid der menschen ;
Maria, aan don voet des kruises, nam ze aan voor hare kinderen ; hunne Harten branden van verlangen om ze eens in den hemel vereenigd te zien.
Jezus laat niet na, de zondaren tot i;chte roepen, en vol van barmhartigheid voor hen, stelt hij al dj schatten van zijnGod-delijkllart tot hunne beschikking; Maria wil hunne toevlucht wezen en weigert hun nooit hare machtige voorspraak.
En die Kerk zal nooit al do kinderen der menschen in haren schoot verwarmen; roch hun do onwaardeerbare schatten, welke Jezus haar toevertrouwde, kunnen mede-deelen: en duizenden zielen zullen nooit den hemel binnen treden, noch met Jezus en Maria vereenigd zijn i en menigvuldige zondaren zullen nooit den weg dor boosheid verlaten om de wonderbare uitvindingen der Goddelijke liefde te genieten, zoo wij door de middelen, die üod ons heeft ter hand gesteld, die verscheidene belangen niet voorstaan en behartigen. Stellen wij ons dan niet tevreden met alleen onze eigene zaligheid te bewerken, maar bezield meteenen vurigen ijver voor de meerdere eer van God, aangedreven door eene brandende liefde voor do zaligheid der zielen, en „eleld door de ware beseffing van ons eigen welzijn, vervoegen wij onze pogingen, onze verzuchtingen, gebeden,
aalmoezen, met die onzer chiistene broeders, om de Kerk van Christus voor te staan, het vuur, dat Jezus op aarde gebracht heeft, in de harten te ontsteken, en de scharen der gelukzaligen te doen aangroeien.
m
1
VEItSCHEIDENE GEnEDEN
VERSCHEIDENE GEBEDEN VOOR DE KERK VAN CHRISTUS.
gebed tot het h. hart van jezus, om het behoud des
geloofs ex de bekeering der harten te vragen.
O heilig en aanbiddelijk Hart van Jezus! gij zlot de onheilen, die uwe Kerk overvallen en bedroeven; de ongodsdienstigheid en het zedenbederf zijn tot hot toppunt geklommen, terwijl de vijanden van uwen Naam al hunne krachten inspannen om het Geloof te bestrijden, en de laatste vonk van het Goddelijk vuur, dat gij op aarde bracht, uit te dooven. Diepbewogen door dezen rampzaligen toestand, werpen wij ons voor uw Goddelijk Hart neder, om er de gevoelens onzer bedroefde zielen in neder te leggen. Wij roepen tot onze hulp het zoet Hart van Maria, de verhevene I!ij-scliermster en de Moeder van allo Katholieken. Dat haar vermogen op uw aanliiddelijk Hart ons de behou-ding bekome van den kostbaren schat des Geloofs, en do standvastigheid van :il de kinderen uwer Kerk.
Ach! laat niet toe dat uw erfdeel een voorwerp van versmading worde; maar stort den overvloed uwer genade over ons uit en trek aller harten tot u. Geef ons heilige dienaren, die, met uwen geest bezield, zonder ophouden aan de zaligheid der zielen werken. Verlevendig ook den ijver van hen die zich aan dc opvoeding der jeugd hebben toegewijd, opdat deze, opgebracht in de onschuld en de oefening der ehristene deugden, de troost der Kerk en dc steun \ au den Staat worde, en wij eens gezamenlijk, door die middelen, dc eeuwige vreugden des hemels mogen genieten. Amen.
844
•viidR nr urnu van christbs.
cnr.rn om nikt igt;oon r.n coddeloozen misleid te
wouden.
— 100 dagen aflaat aan al wie dit gebed met godsvrucht zal lezen. — PiuslX, 22 Oct. 1866.
Allerzoetste Jezus, onze Goddelijke Meester! die de booze beramingen, waarmede de Farizeërs u zoo dikwijls belaagden, altoos deedt mislukken, verijdel de raadslagen der goddeloozen en van ul die, in eenen verfoeielijken geest, door bedrieglijke redenen uw volk zoeken te misleiden en in hunne zondige strikken te vangen. Wij zijn uwe leerlingen: verlicht ons allen met hetzelfde licht uwer genade, uit vrees dat wij misleid wierden door do arglistigheid van de wijzen dezer wereld, die hunne verderfelijke drogredenen overal verspreiden, ton eiüdeons ook in hunne dwalingen mode te slepen. Verleen ons oen zoo verlicht geloof, dat wij de strikken dor boozen ontdokken, standvastig hunne valsche grondregels verworpen en de leerstukken uwer Kerk vastolijk gelooven.
gebed en opdracht aan het ii. iiaitt.
Goedertieren Zaligmaker, toen uw heilig en bitter lijden reeds begonnen was, hebt gij aan uwe vijanden gezegd ; Titans is het uw uur, het uur van de macht der duisternissen, on gij hebt uwe vijanden laten begaan, on gij zijt gestorven zelfs voor die u tor dood brachten.
Do heilige Kerk, onze moeder, die uit uw Harlis voortgevloeid met hot bloed onzer verlossing, lijdt ook hedendaags vonr die haar doen lijden, en gij laat wederom de macht der duisternissen begaan, omdat de vervolging het vuur is waar het goud in gezuiverd wordt, omdat het kruis de boom des levens is, de onuitpulbare bron van gratiën voor al wie gratie
846 TEBSCHElnE^F r.EPFlir?;
zoekt, de zaliglieid voor alle iticnsclien dio znlig willen worden.
Mocht zulks, o mijn God, ook liet uitwerksel zijn van de tegenwoordige rampen derH. Kerk! Mocht die wreede vervolging zelf een middel zijn om hare kinde-ren met eene l urige liefde aan haar vast te hechten ! Mochten de handen enger worden tusschen de geloovi-gen en huiine herders, tusschen de herders en den eenigen Opperherder van geheel den schaapstal, opdat zij volmaak! lot één worden, en dal gansch de wereld, u in die Goddelijke eenheid erkennende, terugkeere lot het waarachtig geloof!
Opdat gij mijn onwaardig gebed des te gemakkelijker zoiuit verhooren, heb iK voorgenomen, o Heer Jezus, u voortaan niets meer te weigeren. En hoe zoude ik mijn ellendig hart kunnen weigeren aan u die mij bloed en leven lie.it geschonken? Ik offer u dan geheel mijn hart, gewaardig u ivt te ontvangen; ik offer u geheel mijnen wil, doe er mede naar uw welbehagen. Dat hart, o mijn God, welk gij mij gegeven hebt en dat mij niemand kan omrooven, is de eenigste gift die ik u kan opdragen. Met da't hart kan ik u beminnen en wil ik u beminnen. Doch, om u te beminnen, heb ik uwe gratie noodig, en voor uwe voelen nederg knield, kom ik u vandaag die gratie verzoeken. Zorg d.ti mijn ellendig hart u ten volle toebe-hoore, mijn hart dat tot hiertoe al uwe liefde met zoo \eel ondank geloond heeft. Doe mijn hart van liefde tot u ontbranden, gelijk liet uwe voor mij gebrand heeft! Mocht het voortaan zoo nauw met u vereenigd blijven, dat uw heilige wil de eenige regel zij van alle mijne gepeinzen, van alle mijne I egeerten en van alle mijne werken.
O Maria,o onbevlekte Maagd, o MoederderGoddelijke gratie, bid voor mij, opdat ik voortaan niets anders wille noch verlang.' dan hetgene Jezus van mij verlangt.
fOOR SB KESK VAS CHRISTUS, 817
Ooddolijk Hart van inijiicn Jc/.us, gelief mij le sclieu-kcn hetgeen uwe onbevlekte Moeder u vraagt voor mij; schenk ons heigeen /.ij u vraagt voor ons, schenk onzen heiligen vader den Paus hetgeen zij u vraagt voor den Paus; schenk onze Moeder de heilige Kerk heigeen zij vraagt voor de Kerk; schenk aan de chris-tene vorsten en volkeren hetgeen zij vraagt voor vorsten en volkeren; en indien zij geeue christenen zijn of niet meer zijn, schenk hun de gratie van christenen te wurden.
De opdracht mijner ziel vandaag vernieuwende, smeek ik u, o Heer van liefde en barmhartigheid, en ik smeek u, in den naam uwer bittere verlatenheid op het kruis: doe toch barmhartighi'id aan de meest verlatene zielen, aan de armste zondaars, aan ,'le stervenden, aan de overledenen, voornamelijk aan hen die gij met mij vereenigd hebt door de banden der natuur, der gratie en der onderdanigheid.
Mijn Jezus, doe barmhartigheid! Mijn Jezus, doe harmharligheid ! Mijn Jezus, doe barniharligheid ! He! zij zoo, het zij zoo, amen !
GEBEII VOOR DEN PAUS.
O God! Opperherder van alle geloovigen, aanzie mei gunstige oogen uwen dienaarN., dien gij aan uwe Kerk als herder en hoofd gegeven hebt; verleen hem de genade van door zijne woorden te onderwijzen, en dooi-zijn gedrag te stieliien diegenen die gij aan zijne zorg bevolen heb', opdal hij eens, met de hem toevertrouwde kudde, tot bet eeuwig leven moge geraken. Wii bidden u hierom, doo; onzen Heer Jezus-Chrislus.
Heere Jezus, bedek met de bescherming van uw Goddelijk ll .i'l onzen heilig* n Vader, den Paus.
TEHsainmnsE GEREDGK
GEISKll VOOtt OX/.KX AARTSBISSCHOP OF IIISWFIOP.
O God ! die mol gocdlifid over uw volk vvaakl, en lietzclvc met liefde geleidt, verleen uwen dienaar N., onzen bisschop, wien gij de zorg van ons bestier toe-vertiouwd hebt, den geest der wijsheid en den overvloed uwer genade, opdal hij bij ons getrouw de plichten van hel priesterambt vervulle, en in de eeuwigheid de belooning van eenen getrouwen bestierder onl-vango. Door onzen Heer Jezus-Chrislus. Amen.
GEBED OM VAN GOD, VOOR ZIJNE KERK, PRIESTERS VOLGENS ZIJNEN GEEST TE VRAGEN.
O Jezus! Prins der herders. Opperpriester en Hoofd der christene Kerk, het behoort u alleen uwe bedienaren en stadhouders te verkiezen: gij alleen kent dogenen, die gij hebt waardig gemaakt, en van wie gij u wilt bedienen om uwe besluiten van barmhartigheid over uwe Kerk te voltrekken.
Verdedig uwe rechten, o Jezus! tegen de vermolole aanslagen der wereld, en maak u meester van eenen keus, waarvan het geluk of het ongeluk van uw volk afhangt. Gij, die de harten van al de mensclien kent, toon wie gij verkozen hebt voor deze bediening; maar toon ze op die krachtda-iige en werkende wijze, die altijd gevolgd wordt van de uitwerking en den goeden uitval, die gij in uwe eeuwige schikkingen bepaald hebt! Maak dal door uwe genade, omijn Zaligmaker! dat zij erkennen dat gij bij hunnen keus moet voorzitten; dat zij van uw gezag afhangen, en dat zij in uwen naam uwen wijngaard moeten bewerken. Dat zij zich altoos gedragen volgens uw licht, nooit handelen dan volgens uwen geest; niets vreezen dan uwe macht; niets aanhooren dan uwe stem; zich niets voorstellen dan uwe belangen; niets zoeken dan uwe verheerlij-
voor de kkitk van christus. 849
king, eu alleen den luister van uwe Kerk vooroogen hebben. Maak, dat zij met de voeten treden alle nien-schelijk opzicht, alle aardsclie hoop, alle IJdele vrees, die hen van de vervulling hunner plichten zouden aftrekken; alle bijzondere i'.eigingen, alle beweegredenen van vleesch en bloed, die hen zouden kunnen verleiden en omkoopen; mei een woord, alles wal hen zou beletten de bewegingen te volgen van een zuiver eu verlicht geweien, en de regels le onderhouden, welke de Kerk, met uwen geest bezield, hun heeft aangewezen, en welke uw woord hun gebiedt te volgen, op straf van voor eeuwig van u gescheiden te zijn.
Wij smeeken u om de/.- groele genade, o Jezus! door de verdiensten van uwen dood, door de voorspraak van de II. Maagd, i we Moeder, die in zoo verheven graad den gees! van uw e oHerande en van uw prieslerseh:i|) hoeft be/.elen ; door de voorspraak van uwe apostelen, de stadhouders van uw werk; door de gebeden der heilige bisschoppen en andere herders, die uwe Kerk hebben geplant door hunnen arbeid en besproeid met hun bloed, opdat wij, herders hebbende in wie gij spreekt, door uwe genade wandelen inde wegen van waarheid en rechtvaardigheid, en eindelijk «■ens mogen komen tof dien hemelschen schaapsstal, waar gij, door alle eeuwen der eeuwen, het onsterfelijk leven /.ijt van uwe getrouwe schapen. Amen.
voor nr: nrkpt.ning der zondaars en voor de
n o o d w i: n di (i 11e d r: n der ii. kerk.
lieer, wees uwe vorige barmhartigheden indachtig, en, in aanzien van uwen •.velbeminden Zoon, onzen lielderijken Verlosser, onIferm u onzer.
(iewaardig n on/.en heiligen Vader den Paus, de bisschoppen, al de dienaars uwer altaars te zegenen. O mijn (iod! heb medelijden met de rechtvaardigen,
bi
8;i0 VERSCHEIDENE GEBEDEN
die aan zoo vele gevaren op deze aarde hloolgesteld zijn; verleen hun de gralie van volharding. IIeb medelijden met de zondaars, verleen Imn de gratie van eene reclilzinnige bekeering. Heb medelijden met de ketters en breng in den schoot der Kerk weder de menschen, die op den weg der dwaling verdoold zijn. Heb medelijden met hen die door de scheuring van de Kalholieke eenheid gescheiden zijn, en vermits er maar één ware herder beslaat, maak dat er ook maar één schaapsstal en maarééne kudde weze.
GEBED VOOR GEHEEL HET CHRISTENDOM door den Paus Pius VI.
God, almachtige en eeuwige lieer, hemelsche Vader, werp eenen barmharligen oogslag op onze noodwendigheden, onze ellenden., onze moeilijkheden en onze rampen. Heb medelijden met al de getrouwe christenen, voor wie uw eenige Zoon, onze Heer en Zaligmaker .lezus-Christus, zich vrijwillig in de handen der zondaars heelt geleverd, en zijn bloed aan drn boom van het II. Kmis vergoten heelt. O allerbarmhartigsle Vader, keer, door dienzelfden Heer .lezus-dhrisdis, van ons ai de straU'en die wij verdiend hebbm, de tegenwoordige en toekomende gevaren, de noodiotlige voorvallen van opstand, /.ieklen, oorlogen, duurte van levensmiddelen en alle andere ongelukken.
Verlicht en versterk tie geestelijke en wereldlijke oversten, namelijk N. X., opdal zij onophoudend werken tol den voortgang van al wat kan bijdragen tot uwe Goddelijke glorie , tot onze zaligheid , tot den vrede en den algenieenen voorspoed des chrislendoms. Verleen ons, o God des vredes, eene rechtzinnige vereeniging in hel geloof zonder ketterij ol' scheuring.
VOOK DE KERK VAN CHRISTUS. 851
Bekeer onze harten lot een oprecht leedwezen en tot verbetering van ons leven.
Ontsteek in ons hel vuur der liefdadigheid, geef ons ons den ijver, den hong t en dorst naar de rechtvaardigheid, opdat wij in liet loven en in den dood, u door eene kinderlijke onderwerping aangenaam wezen.
Wij bidden u ook, o mijn God, gelijk gij ons beveelt te bidden, voor al onze vrienden en vijanden, voor hen die van de gezondheid berooid zijn en voor hen die de gezondheid genieten, voor do bedrukle en ongelukkige christenen, voor de levenden en overledenen.
Wij bevelen u, o Heer, van nu af en voor altijd, al onze werken, ganseh onzen handel, ons leven en onzen dood. Verleen ons hier Ie hulp uwer genade; doe ons mei de uitverkorenen verlangen, u Ie mogen loven in de vreugd en de eeuwige gelukzidigheid. Verleen ons die genade, hemelsche Vader, door Jezus-('.liristusj uwen beminden '/» on, onzen Heer en Zaligmaker, die leeft en heerscl t met u enden H. Geest, in dc gansche eeuw'gheid. Amen.
VAN DE VOORTl'I.ANTINd HKS Cl I.OOI S, VAN DE 11. KINDSHEID EN VAN DI N H. l UAM ISCl S SALESIUS.
TT
VOORTPLANTING DES GELOOFS.
Onder ;il de werken, door den ijver voor do zaligheid der zielen uitgevonden, bekleed! zeker het Werk der Voortplanting des (ieloofsdc eerste plaa s. Het nam zijnen oorsprong te Lyons, in Fninkrijk, ten jare 1822; werd weldra door de Katholieken aangenomen, en draagt thans machtig bij, door het gebed en eeno kleine aalmoes, om dc kennis van den waren codsdienst tot aan de uiteinden der aarde te ver- ,
852 VEHSCHKIDEIN'E GEREDEN
spreiden. Wat al menschen kennen en dienen thans den waren God, die ai.ders nog in de schaduwen des doods zouden gezeten zijn! Wat al liarten beminnen daar Jezus en Maria, die anders nog door de verioeielijkste driften zouden beheerscht zijn! Christene zielen! Minnaars der iieilige Harten! bidt vuriglijk voor die arme ongeloovigen, opdat zij don waren God mogen kennen; bidt voor de Missionarissen, die in zoo verre landen liet Evangelie gaan verkondigen; komt hun te. hulpe door uwe aalmoezen, en laat u inschrijven in het Genootschap tot Voortplanting van het Geloof.
Do gebeden zijn dagelijks een JWer-o?*.? en een Weca qe-f/roet, met deze aanroeping: II. Franciscus Xarerins bid voor ons. De aalmoes bestaat uit vijf centiemen wekelijks of fr. 2.00 'sjaars.
De deelgenoot, dat is, de ingeschrevene, die wekelijks ö centiemen geeft, en dagelijks de gebeden leest, kan de vol-gende aflaten, toevoeg lijk aan de qeloorvje zielen, winnen.
I olie A/lalen — 1° Den 3 Mel, op II. Kruisvindingsfeest, den vrjiiardag van de stichting des Werks, en den 3 De-eember, op quot;l IVest van St-Franciscus-Xaverius, patroon des Genoot^chiips, eens te verdienen van de eerste vespers beider feesten tot zonnenondergang des laatsten dags van dier octaaf; —don dag der boodschap endion der Hemelvaart van Mari.i, of een anderen dag onder beider feesten octaaf;— gt; twee dagen in elke maand, volgens keus der deelgonoo-ten; — 4° eens in 't jaar met de algemeene gedachtenis van al de afgestorven leden, alsmede met de bijzondere godachle-nis van die des raads, dor afdeeling, des honderd-, of dos tientals waar men aan toehoort; — o0 in het uur dos doods mils men in de vereischte gesteltenissen zij, en den H. Aaarn Jezus godvruchtig aanroepe, althans met het hart, als men 't mot dt n mond niet kan.
De kinderen, wegens ouderdom nog niet kunnende te eoinnumie gaan, kunnen ook ileze aflaten verdienen, zoo zij buiten de andere voorwaarden : namelijk waar leedwezen, biecht, bezoek van de hieronder aangewezen kerk of openbare bidplaats, met gebeden aldaar volgens de inzichten van Z. II.), in do plaats van de II. Communie, de god\ruchtige werken hun door den biechtvader opgobgd, verrichten.
VOOR HF K F. H V. VAN CII MIST IS.
Gedeeltelijlce Aflaten: Drie honden! dagen iederen keer dal een deelgenoot, met vermorzeld hart, de driedaagsche godvruchtige oefeningen [Triduc] van den ü Mei en van den .3 December bijwoont; honderd dagen, zoo dikwijls hij, rouwhartig, 't \ader-ons en 't Wees gegroet met de aanroeping leest, of eene au 1 moes, boven den wekelijkschen penning, geeft, en tot hetzelfde einde, alle ander godvruchtig of liefdadig werk verricht.
Gunst van'l bevoorrecht altaar \oor elke mis, die een of meer declgenooten, voor een of meer afgestorven leden doet opdragen, of die dooreen priester deelgenoot voor deze opgedragen wordt, op welk altaar ook.
Vergunning van Pius VII, Leo XII, Pius Vlll, Gregorius XVI en Pius IX.
GEBED OM DE BEEEEREN'G DER ONGELOOVIGEN TE VRAGEN.
Groole God; die alle menschen geschapen hebt om u Ie kennen en Ie dienen op de aarde, en u le loven in de (M'iiwiglieid, gedenk dat de zielen der ongeloovigen uw albceidsel zijn, en de prijs van het bloed mvs Goddelij-kon Zoons, (lij /Jet nogtans, omijn God! dat, tot smaad van uwen naam, de bel dagelijks met zulke ongelukkige scbepselcn gevuld wordt. Neem in aandacht, bid ik u, de verdiensten van het bloed dat Jezus-Christus gestort hecll, en den wreeden dood, welken bij voor hen geleden beefl, en gedoog niet, dat uw Zoon langer onikend en versmaad worde; maar op de gebeden der heilige Kerk, uwe rechtvaardige strengheid verzachtende. herinner u uwe vorige barmhartigheden, en zend hun ijverige dienaren, begeleid door uwe genade, om de goede lijding hun te dragen. De boosheden hunner ongeloovigheid vergetende, geelquot; hun dat zij uwen aanbiddelijken Zoon Jezus-Christus kennen, dat zij met ons de rijkdommen van zijn Goddelijk Hart genieten, en eens in eeuwigheid uwe barmhartigheden loven en danken. Amen
85.-
VF.nsr.MF.IDK NT GKItE D F, X
Dit werk heeft voor doel, door het gebed en de aal moes aan de kinderen van China en andere ongeloovlge landen, welke pas geboren, door hunne ouders of versmacht, of in de rivieren verdronken, of langs de straten aan honden en andere dieren ten prooi geworpen worden, de weidaad van het doopsel te bezorgen, en, zoo zij het geluk hebben van te blijven leven, hen in den christenen godsdienst op te brengen en tot de bekeering hunner landgenooten te doen dienen.
Alle kinderen van beide geslacht kunnen er deel van maken tot den ouderdom van twaalf jaren. Boven dien ouder-d im kunnen /.ij voortguafi met er aan toe te beboeren als Geciyreyeerdcn; maar van den ouderdom van twintig jaren houden /.ij op er deel van te maken, of zij moeten deelgenoot zijn van de Voortplanting des Geloofs.
Om de geestelijke voorrechten van dit werk te genietent moeten de leden:
1° Dagelijks bidden één Wees gegroet met de aanroeping: II. Maagd Maria, bid voor ons en voor de arme kindjes der ongeloovigen.
Het voorgaande kan door een ander volbracht worden, als het kind nog :e jong is om het zelf te doen.
2° Ten minste vijf centiemen geven alle maanden of CO centiemen door het jaar.
Volle allalen; 1° eens, van Kerstmis tot O. L. V. Lichtmis met eene mis voor het Werk bij te wonen.
2° Andermaal, van den tweeden Zondag na Paschen tot het einde van Mei, op dezelfde voorwaarden.
3° Op ieder der patroonfeesten van het Werk, te weten O. L. V. Presentatie, Engelbewaarders, heiligen Joseph, heiligen Franciscus-Xaverius en heiligen Virièentius-a-l'aulo, of op de dagen waarop, lot het gemak der geloovigen, de pastoors en de bestierders des Verks, met toelating hunner bisschoppen, deze feesten verplaatsen, mils ie bidden voor de aangroeiing van hel Genools-hap.
4° Voor de beijveraars, bestierders enz. met hunn ; naaste bloedverwanten, als, moeder, zusters en broeders op Uen verjaardag van hun heilig Doopsel, op voorwaarde
m
VOORDE KEUK VAN CHRISTUS. gt;
dat zij do kerk hunner parochie bezoeken en er bidden tot intentie van Z. Heiligheid.
Het berouw, de biecht on communie zijn vereischt voor die hunne eerste communie gedaan hebben; de anderen zijn vrij van de communie.
Vergunning van Gregorius XVI en Pius IX.
GEBED.
Lieve Jezus, door uwo heilige kindshekl, door de teedere liefde, welke gij de kleine kinderen hebt toegedragen, wij smeekcii u, laai die kleine ongeloovi-gen tot u komen! Zegen hen door het Werk der Kindsheid; zend hun uwe dienaren, opdat zij de weldaad van hel II. Doopsel mogen bekomen, de verdiensten van uw lijden en dood genieten, en, bloempjes uit het heidendom, het al. aar van het Lam versieren in eeuwigheid.
Onze Vader, Wees gegroet.
GEXOOTSCHAP VAN DEN 11. FiïANClSCUS S VLESIUS.
Niet tevreden mot de vreemde volkoren, door aalmoezen en geboden, do weldaad van het Geloof te vorschaHen, hebben de Bisschoppen van België een Genootschap opgericht onderdo beselierming van don heiligen Franciscus Salesius, teneinde het geloofbij hunne landgenooten te bewaren,te bevrijden en te beschermen. In de maand November van hot jaar I8()S werd het ingesteld, en, in oenen brief van 13 Januari 1800, door den heiligen Vader Pius IX, in dezer voege, goedgekeurd en gezegend:
«Gij hebt een krachtig middel gekozen om de ongeloo-» vigheid te bestrijden door het oprichten van het Genoot-)■ schap van den II. Franciscus van Sales. Terwijl dogoloofs-» vijanden zich veroenigen e.i alles in hot werk stellen om v liet volk geheel en al te bederven on alle godsdienstig go-woel uitzijn hart te rukken, zon men hun niets beters «kunnen tegenstellen dan een Genootschap, dat door de » kracht van het gebed, door de godsdienstige opvoeding der
O'quot;' VERSCHEIDENE GEURDEN
»jeugd, door allerlei soorten van goede werken niet alleen « de Goddelijke Majesteit verzoent, maar ook tevens het » Dienschelijk hart voor zicli wint. Ons verheugende over quot;hetgeen gij komt te doen, wenschen wij aan uw werk -» eene oneindige uitbreiding en wij hebben het vast betrou-» wen dat do allerbarmhartigste God zal gewaardigen zich • van het Genootschap van den IJ. Franciscus van Sales te » Bedienen om den hoogmoed der goddeloo/.en te vernede-» ren en te bestrijden en tevens de rechtvaardigheid en den » vrede in de wereld te doen heerschen, door de afgedwaalde » lieden tot de beoefening van onzen heiligen godsdienst te-quot; rug te brengen.»
DOEL VAN HET GENOOTSCHAP.
Aiit. 1. Het doel van het Genootschap van den heiligen Franciscus van Sales is het behoud en de verdediging van het geloof. De heilige Vader hetzelve zegenende heeft het genoemd : ,/e Vootiplanling des geloofs in hel binnenland.
Art. 2. Het genootschap poogt dit doel te bereiken door alle middelen, wx'ike de liefde ingeeft, en voornamelijk, volgens do omstandigheden en noodwendigheden der plaats] 10dooi liet instellen van catechismussen, en bovenal van den catechismus van volharding; 2« door het oprichten en ondersteunen van katholieke scholen, en in 't bijzonder van zondagscholen en scholen van volwassenen; 3»door liet verspreiden van goede en terzelver tijd goedkoope boeken, van handboeken voor het volk, van goede lezingen in 'tal-gemeen; 4° door de predikatiën, de missiën, de geestelijke oefeningen, enz.
UKFEMXCKX UEM I.EDEN VAN HET GENOOTSCHAP maar die niet verplichten op straf van zonden.
Ain. 3. 1° lederen dag bidden de leden éën Wees (jecjvoet met de aanroeping: ƒ/. Franriscus ran Sales, bid voor ons.
2» Iedere maand geven zij ten minste ü cei.üemen, ol tiu centiemen per jaar.
VOOR DE Ki:i;K VAN CHRISTUS.
AKI ATI gt; , VtHCLNF) Z. II. I'll S IX, l.y TOKPASSEI.IJK AAN DC
ZIEI.LN IN LET VAGEVLLU.
Art. 4. Volle aflaat: 1° op den dag der aanneming; 2° in het uur des doods ; 3° op de Jrie feestdagen van het genootschap, den 29 Januari, den ':!9 Juni en den 8 December; 4° vierdagen in iedere maand naar verkiezing der loden. Deze aflaten worden verleend op d a gewone voorwaarden van de biecht, de communie en het bezoeken eener kerk met de geboden tot hot inzicht van den Paus.
Een afiaat van (JO dagen voor ieder goed werk.
GEREI) VOOR ONZE LANDGENOOTEN.
Heere Jezus, stichter en voleinder van ons geloof, bel) medelijden met dit deel uwer erfenis, dat door de goddeloosheid van alle kanten bedreigd wordt; verboor de gebeden van uwe H. Moeder Maria, doorbel katholieke ftelgië altijd geëerd en zoo teeder bemind, en van den 11. Joseph, uwen voedstervader, dien het aanroept als zijnen machtigen beschermer. Gedenk dat wij aan uw aanbiddelijk Hart /.ijn toegewijd met al wat wij hebben, met al wal wij zijn, en stort uwe beste gunsten over ons uit; zegen hel Genootschap van den 11. Franciscus Salesius, opdat bel zich neer en meer uitstrekke, en de rijkste vruchten van zaligheid bij ons le weeg brenge. 0 God, Verlosser! gij zult u laten bewegen door de smeekingen van zoo vele Heiligen, die dezen grond door bun zweel en bloed voor den luister van uwen heiligen Naam besproeid hebben, en in ons hel geloof bewaren en uitbreiden, dal zij ons gebracht hebben.
GE15EL) VOOR DE KATHOLIEKE UNIVERSITEIT.
O Maria! troon der ware wijsheid, onverzoenbare vijandin der ketterij en van alle dwaling, gij die door België nooit vruchteloos aanroepen vverdt, bewaar ons de kostbare gaaf des geloofs; behoed ons geliefd
857
8S8 VEnSCIIEIDENf) GEÜEDEN
vailerland togen de ongelooviglioid en hare droevige gevolgen. Te dien einde, durven wij u bidden, o allerheiligste Moeder Gods, dat gij mve macht ige heseher-mingover onze Kalholieke Universiteit, die u eert als hare patrones, zoudt gelieven uit te strekken; geef dat de jonkheid daar, niet de andere wetenschappen, de leering van het waar geloof putto, zonder mengeling van de minste dwaling: opdat wij allen, niet het hart liet roomscli katholiek en apostolijk geloof aan-klevende, dit openlijk belijden en getrouw deszelfs plichten volbrengen. Zegen, o Maria! die Universiteit, voor de glorie van uwen Zoon, voor den luister dei-heilige Kerk, en voor het geluk van ons vaderiind. trees (jcyroel, Maria.
CEI1ED VOOR HET GELIK DES VADERLANDS.
lieer, behandel ons niet gelijk onze zonden bot verdienen, en straf ons niet volgens onze boosheid. Help ons, en ons geliefd vaderland, opdat wij, voorkomen door uwe oneindige barmhartigheid, allen maar één hart, ééne ziel hobhen om u Ie dienen en u te beminnen in de eeuwen der eeuwen. Amen.
Heer, toon ons uwe barmhartigheid.
ê. En geef ons uwe zaligheid.
LAAT ONS RIDDEN.
O God, door zonden vergramd en door boetvaardigheid bedaard wordende, aanhoor gnnsliglijk de gebeden van uw volk, en keer van ons hoofd af de geesels uwer gramschap, die wij door de zonden op ons getrokken hebben. Door onzen Heer Jezus-Christus, uwen Zoon, die leeft en heerscht niet u in de eeuwen der eeuwen. Amen.
VOOR DE KE.tX v.\N quot;.IIRIST'JS.
GKIiKn VOOR DE Krtfi.SXI.JKE FAMILIE.
O mijn God, doe ons (revoelen ïl wal wij u moctp:i vragen voor hem, dien gij aan ons liooi'd gesleid hebl, oplt;ial hij, le onzen opzichte, de man uwer rechterhand, en do vader van ziin volk weze. (5cel aan hem, o Heer, alsook aan de gansclie koninklijke familie, ai de goederen van den lijd, maar voornamelijk die van de eeuwigheid. God geve, dal al de leden dier hoog-aclilbare familie ons steeds lol voorbeeld dienen door-hunne deugden en door hunne verkleefdheid aan onze belangen; en vergun hun, voor zoo vele weldaden. Je voltrekking van a! hunne wenschen in hun rijk op deze aarde, en dat de bekroning van het waar en grondig geluk, dat, zij hierin deze '.vereld zullen genoten hebben, hun eeuwig geiuk u'tmake in hel rijk des ':id-meis. Amen.
VERSCHE1UKNE Gi;i!l.l)i:,N VOOR UE ZONDAAHS.
GEBED TOT HET AANIilDDELMK HABT VAN JEZUS , ',».11 DE BEKEERiNG DKB ZONDAREN TE VRAGEN.
O God mijns harten, barmhartige Jezus! luister naar mijne smeekingen, en verboor de uilgestrektheid mijner vraag; Goddelijk Hart, bemin ook hen, die u niet beminnen , doe open voor die niet aan uwe deur kloppen, en genees degenen, welke, verre van hunne genezing le vragen, behagen nemen in hunne krankheden te voeden en te vergroolen. Gij zegt, lieve Jezus, dal gij op de wereld zijl gekomen om de zondaren le zoeken: deze zijn, o God! de ware zondaars. Ach! beschouw niet onze blindheid; beschouw alleen de beken van bloed, die voor onze zaligheid gevloeid hebben. Doe uwe goedertierenheid doorschijnen le midden der dikke duisternissen, waarin onze boosheid ons
860 VERSCIilCUlENK GEBEBEN
gedompeld heell. Aanzie ons, Heer, als hel werk uwer lianden, als den prijs van uw b.'oed, en red ous door uwe goedheid en banr.hai tigheid. Onze ellenden kennen geene maat; maar de grootheid dier ellenden moei de grootheid uwer liei'de doen uilsehijnen. Zie den voortgang uwer vijanden: stel ei* een einde aau, en vermits zij weigeren tol u te komen, Heere, ga zelf lol hen. O goede Herder! zoek het schaap dal verloren is; ik smeek er u om door uw Goddelijk Harten uwe heilige Wonden. Dierbare Wonden mijns Zaligmakers! Bronnen van leven ! vloeit altoos, vloeit over-vloediglijk voor de arme zondaars.
O mijn Zaligmaker ! maak toch dat ik, en alle men-schen ophouden u te beleedigen ; dat uwe uilnoodi-gingen zoo dringend, zoo machtig wezen, dat zij zelfs die zondaren het leven geven, welke er u niet meer om bidden. Lazarus zeil vroeg u niet hem lot bet leven terug te roepen ; gij deedl dit wonder op desmeekin-gen eener zondares. Zie hier, lieve Jezus, een nog grooteren zondaar, die uwe goedertierenheid voor do zondaars aisineekt; docr de tranen die gij over Lazarus storllet, bid ik u, toon de grootheid uwer barmharlig-heid jegens hen, met hen lol u te roepen, en hunne misdaden le vergeven. Gij vergaaft eens aan hen, die uw bloed vergoten, vergeef ook aan ons, o Zaligmaker der wereld! en laai ons de onuitpulbare Helde van uw aanbiddelijk Hart gevoelen, opdat wij in eeuwigheid u loven en danken. Amen.
GEBED.
O heilige Maria! onbevlekte Maagd! gewaardigaan den eeuwigen Vader het koslbaar bloed van uwen Zoon Jezus-Christus op te dragen, ten einde hij, gedurende dezen naehl (of gedurende dezen i.'ag) belette,dat eene doodzonde bedreven worde in eenig gewest der wereld. Amen.
voor i)e zon paars. hoi
Zekerlijk, zegt de eerw. Vader Kaber (I) eene dergelijke vraag, gaande door de bemiddeling van eene zoodanige voorspreekster, kan niet onverhoord blijven. Indien wij dit gebed tweemaal daags, des morgens en des avonds, lezen, beletten wij twee doodzonden eiken dag; indien wij deze oefening gedurende een jaai volhouden, zullen wij 7;i0 doodzonden verhinderd hebben ; wat zal het dan zijn, indien wij het. geheel ons leven doen? Welke glorie voor Jezus-Christus en welk gewicht om op te wegen tegen onze eigene fouten, ten dage des oordeels!
gkhed
om aan God de bekeering te vragen van eenen persoon, in wien men bijzonder belang stelt.
O mijn God! die ons een zoo uitdrukkelijk gebod geeft van onzen naasle te beminnen, en die zoo heerlijke beloonin^en gelieft te beioven aan hen, die hunne liefde zullen oefenen met do Ik kecring d; r zondaars le begunstigen, ik werp mij voor uwe voeten neder, en smeek u in den naam van Jezus, het Goddelijk Lam, dal zich aan het krui- heei', opgeojï'erd (»111 de zonden der wereld weg te nemen; in den naam van iVaria, die onbevlekte en mededeogende Maagd, door weike gij behagen schept ons de iiiimunlemiste gunsten te verleenen; in den naam uwer oneindige barmhartigheid, breng dat verloren seh up, voor hetwelk ik 11 genade vraag, lot den scliaapslal weder. Ach! kende het zijn ongelijk, gevoelde hel wat het verliest met zich van u verwijderd le houden, en van deze ballingsclmp het einde zijner wenschen te maken, often minste te leven alsof het zijn vaderland in den henr'l niet had I Ach! was aan hem het lo. bekend da' hem in de eeuwigheid verwacht na een leven doorzanid met smarten zonder vertroostingen I (lev,aardig u dan, door uw Goddelijk licht, door tie kracht van uw
(1) Iazijnuitnïuiitend werk, getiteld: Alles \ , Jezus.
VERSCÏIEIDENK r.KREDFN
woord, en door de zalving uwer genade, gewaardig u, Heer, zijne oogen te openen, zijnen geest te raken door do gevaren van zijnen stnat, en zijn hart door het vuur uwer liefde te ontsteken. lïezicl het niet een oprecht, hevig en krachtdadig verlangen van den weg der zaligheid in te slaan; wees zijn steun, opdat hi t met eenen vasten en verzekerden tred daarin wandele; maak, eindelijk, dat het er zich nooit meer van verwijdere. Nogmaals, Heer, hekeer het en schenk hem vergiffenis: aan u zal er al de heerlijkheid van komen.
voor hen die ons bclccdigd hebben, en zich onze vijanden verklaren.
O.Iezus! Zaligmaker van ons allen, gij die zieltogende uw bloed voor uwe heulen heht doen spreken, en die voor hen gebeden hebt, terwijl zij u vervloekten, en in de wreedste pijnigingen deden sterven, ik vergeel oprecht en uit geheel mijn hart aan hen die mij beleedigd hebben en mij vervolgen; ik hid u vurig voor hen, opdat gij hun de zonde willet kwijtschelden, welke zij tegen u bedrijven met mij te haten. Ach! gewa:irdig u den haat uit hun hart te rukken, opdat zij ophouden u te beleedigen; overlaad hen met uwe genade: schenk hun naar ziel en lichaam al wat hun ter zaligheid kan dienstig zijn : slol mij in staat van hun goed te deen, opdat ik hun k .mne bewijzen, dat ik niet alleenlijk geene wraak wil nemen, maar zelfs tegen hen geen het minste gevoel van afkeerigheid voede, en zij zich gedreven gevoelen om mij te beminnen: ik vraag u dit, niet uit eigenbelang, want ik heb door mijne zouden verdiend, dat alle menschen mij haten, en dat zij, mij vervolgende, u wreken over de menigvuldige zonden die ik :,egen u, o mijn God!
VOOR r.E ZONDAARS. HGo
o mijn Opperheer! bedreven heb, maar ik smeeku hierom, omdat ik u wil behagen, door aan liet streng gebod le gehoorzamen, dat gij mij gegeven hebt van diegenen le beminnen, die ons kwaad doen, van bnn goed (e bewijzen en van u voor hen le bidden. O zoele Jezus, ik verzaak, aan den voet van uw kruis, ;dlen haat, alle wra: kzmiil , opdat ik aan u gelijk worde, en uit lielde lol u, die zoo veel le mijner liefde gedaan hebl,len minste iels doe, dal u mijne dankbaarheid bewijze, (iewaardig u mij, volgens uwe belofte, te vergeven, gelijk ik oprecht en ten volle vergeef aan allen, die mij beleedigd hebben, en mij nog zouden willen beleedigen. Amen.
GEESTELIJ IC G ENOOTSCU AP tot uitroeiing der godslustoringen cn vloeken.
I. Elk lid stelt zich vastolijk voor, nooit godslasteringen of vloeken uit te spreken.
II. Die eenig gezag over andoren bobben golijk do ouders, de meesters, de oversten :ler werkhuizen enz., maken het vast besluit, de godslasteringen en do vloeken bij hunne onderhoorigen te beletten.
UI. Zij di'*, door een broederlijke berisping volgens de regels der ^orziehtigheid gedaan, do godslasteringen en vloeken niet kunnen beletten, zullen ten minste laet het hart zeggen; Geloofd zij Jezus-Chrislus! of: de Saam des Heeren zij uchenedijd !
IV. Kik lid zal dagelijks ten minste een Onze Vader en y'vu HVrv (je^roet voor do bekeering der godslasteraars en der vloekers bidden.
V. lederen zondag, op den tijd dit4 Z. !l. E. den Uissehop bepjuild heeft, zal een priester vijf Onze Vaders en vijf U ees (jcjroeten met den Glorie zij den l V/mV/* in de kerk voorbidden tot bekeering der zondaars en tot vnllwirding der recht-vaardiufii.
801 VEIISCIlEiDE.NE CEÜEDEiN VOOR BE ZO.NBAARS.
tot herstelling der beleedigingen, welke God door het vloeken worden aangedaan.
— Kén jaar aflaat, elke maal dat men met een loedwezig
hart dit gebed zal zeggen. Pius VII, 23 juli 1801.
Volle allaat, eens in de maand, op de gewone voorwaarden vooral wie dit gebed dagelijks zal gebeden hebben. Plus IX, 8 Augustus 1847.
Gezegend zij zijn heilige Naam.
Gezegend zij Jezus-Cbrislus, waarlijk God en waarlijk mensch.
Gezegend zij de Naam Jezus.
Gezegend zij Jezus in liel fl. Sacrament des Altaars Gezegend zij de Moeder van God, de allerlieili^i.l Maagd Maria. 0
(iezegeud zij bare heilige en onhevlekle Ontvangenis.
(lezegeiui zij de Naam van Maria, Maagd en Moeder (ïezegend zij God in zijne engelen en in zijne lieiligcu.
CODVKLCMTIGK V!-RZLCFITINfiKX , WAXM-KH ME.N GOD ZIKT OF HOORT RKLEKDIGEN.
Onze Vader, die in de hemelen zijl, dat nw naam voor altoos gezegend zij... dal uw naam dnizend-werl, op alle |i!aalsei), geloofd worde... dat hij gezegend worde door de engelen en door de mouschen zoo diktiijtals als er bladeren op de hoornen, sterren m den hemel, zandkorrels op de aarde, drupoelen waters in de zee zijn.
f
■\ i lisr.iü iigt;i;:\t r.riu- voor on/.i w \ ws i k. .slt;gt;rgt;
vkrs(:iii:ii)i:.\e gebeden voou onzen naaste.
GEIiEb OM DJ! LIKI DK T(»T !H:.\ NAASTE TE VKAGK.N.
Mijn God ! o zootc Jo/.us! wiens liarl niet clan goeil-lioid, loetlcrjieid en liefde is, ni;j e; ne dengd lie-oelenen, die de eigenlijk • deugd uwer kinderen is, eene deupd, waarnon i-ij hel geluk jjebf .evliechl. als gij gezegd heb! : Zalig zijnde zachtmoedif/en (M:il I h. v.). Onlsleek in onze liarlen, vooral in hel mijne, dal vuur van liei'de, welk liet uwe deed l)randeii, reinig al mijne genegenheden, en geelquot; dal ik na hier al mijne hroeders slandvasliglijk bemiiul le hebben, gelijk mij zeiven, Ier liei'de van u, eindelijk hel geluk hebhe van u mei hen in de eeuwigheid Ie beminnen.
okür.n voor, de ai;m r:gt;.
Jezus homiiit de arme meiischon; wij ook moeten ze he-minncü. I:i den persoon der armen wil hij van ons gediond en l)ijgestaaM worden; want op den dag zijner rechtvaardigheid, zal hij tol den onbarmhartigen lijl-o zeggen: Gaat, rcrvloehtcn, in het ceincig nn/r ■ ik heb honger cjchad^ en gij lie'il mij nie' gespijsd; ik heb dorst gehad, en gij hebt mij geen drinken gelt;ielt;en; ik len naait geweest, en gij hebt mij niet geldeel. . (Matth. 25, 41;.
II ees dan barmhartig volgens uw vermogen. Hebt gij veel. Heef rij kei ijk; hebt gij weini;/. •rees zon/vulc/ig om ook van da weiniiie iets met goedhar inheit mede te deelen fiul». 't, S .
Goede Jezus, gij die medeirden hadl mei al de ellenden, en die overal, waar gij dooi lrokl. goed deedl, geel mij dat ik, volgens de middelen die gij mij verleend hebt, uwe leedere lieldadigiicid navolge, en maak bovenal dal ik die niloelene met dit I ven dig geloof dal mij in uwen persoon drn persoon der armen doet ontdek ken, opdat ik van uwe milddadigheid de aalmoes uwer genade verdiene, welke mijne ziel in
868 VKR3C.ilKÜIKNK CKIHCnKS
liarc uilcrsle armoede zoo zeer van noode heefl. Geel' dat, in hel beoefenen der liefdadigheid, eiijne inzichten altijd recht, mijne beweegredenen zuiver zijn: dat geene voorwendselen mij meer wederhouden, geen eigenzinnige voorkeur mij nog verleide, geene eigenliefde de verdienste mijner aalmoezen bevlekke: vergun dat zij, bekleed met al de christelijke hoedanigheden die haar kunnen verdienstelijk maken, en vergezeld van het leedwezen van u beleedigd te hebben, mij eens de deur openen dier henielsche stad, welke gij voor de weldadige harten bereid hebt. Amen.
GEBED VAN EES KI.Ml VOOIl ZIJNE OUDERS.
Heer, die toelaat dat ik u mijn vader nneme, en die u gewaardigt het met der daad te zijn, wees hunner indachtig die, jegens mij, eenen zoo teederen naam met u dragen. Aanhoor de wenschen welke de gehoorzaamheid aan uwe bevelen mij voorschrijven, en die bezield worden door een gevoel van liefde dat gij zeil in mijn hart geprent bebt. Bewaar mij de personen die mij zoo lief zijn, van wie ik het leven ontvangen heb, en aan wie ik, na u, al de voordeelen die ik op aarde geniet, verplicht ben. Stort over hen alle soorten van geestelijkeen tijdelijke zegeningen uit, maar voornamelijk bewaar hen van het grootste aller ongelukken, de zonde: dat wij nooit op elkander die schrikkelijke vermaledijdingen trekken, die het schelmstuk van ('énen persoon somtijds over geheele familiën doet nederdalen. O mijn tlod! doe mij in hunne waakzaamheid, in hunne zorgen, eenen r.tad, een hulpmiddel, eenen steun vinden voor het overige mijns levens, gelijk ik hoop hun door mijne volmaakte onderwerping al den troost te verst hallen, dien /.ij met recht van mij mogen verwachten. Voornamelijk bestier hunne leederheid, en heilig de ontwerpen die zij
VOOR ON/.KN NAASTK. St)7
over mij opvallen, zonder dat ooit mijne tijdelijke belangen mijn eeuwig welzijn zouden doen wankelen. Bekroon eindelijk uwe gaven door de grootste aller genaden, en dat een zeilde gelul: voor eeuwig inden hemel hen vereenige die door zoo vele handen hier op de aarde zoo inniglijk verhouden zijn. Amen.
GEDED VOOR EENEN ZIEKE.
Heer, degene, welken gij heminl, is ziek. Ik durfu vragen dal zijne ziekte niet zij ter dood, maar dal zij slrekke tol uwe verheerlijking door zijne onderwerping, en lol zijne zaligheid, met hem eene heilige vrees voor uwe oordeelen in ie boezemen, en in hem heilige verlangens naar een volmaakter leven Ie verwekken. Ik geloof' dat gij de Christus, de Zoon van den levenden God zijl, die in deze wereld zijl gekomen ; ik geloof dat gij de verrijzenis en het leven zijl. Ik gelool', Heer, help, ondersteun mijn klein geloof: gij hebt gedurende uw sterfelijk leven zoovele zielen genezen, op het verzoek van hen , die ze u aanboden : aeh! ik smeek u, verhoor hel mijn, hoe onwaardig ik ook ben van verhoord le worden : ik beken, met de Cananeesche vrouw, dal ik het brood der kinderen, de gunst uwer milddadigheden niet verdien, maar ik weel ook, dal gij een Vader zijl vol barmhartigheid, die behagen neemt in uwe kinderen te troosten in de kwellingen die hen drukken, en welke gij hun niet dan lot hunne zaligheid overzendt: heb medelijden met degene, die mij verslindt, en bewaar mij, bid , ik u, dien bloedverwant, dien vriend, dien weldoener, met welken gij mij doorbanden, zoo dierbaar aan mijn hart, verbonden hebt : indien gij wilt, kunt gij hem genezen; ach, gewaardig u eén woord le spreken, en hij zal gezond zijn. O gij 1 die overal, waar gij gingl, goeddeed!, doe uwe onuitputbare goedheid heden nog
^08 yki.si;in:ii)fgt;*k gkbedk^
uilsfliijiieii, door ons (Je vivu^d if vcrlcenon van u nog op aiinlc, in uwen heiligen tempel, Je knimen loven mei dengene, welken ik. uit lielVie lol u, l»cmin. Doe?, in alwachling dal gij mijn nederig gebed verhoor!, zijn.quot; liciiaineli jke ziVkle Plrckken lol de genezing zij-jk1!' ziel, en lol de verlx'tering van ons leven, ons, ge-Inigen van zijne smarten, aan de grooteen heilzame gedaciilen van den dood en de eeuwigheid herinnerende, om ons lol dezelve te bereiden door een leven, dal uwe ree hl vaardige gramschap ontwapent, en ons vruchten van boetvaardigheid doel voortbrengen, opdat wij, met den zieke, voor wien wij uwe goedheid aanroepen, eens bij u genade vinden, en u met hem eeuwig in den lu mei mogen loven.
mededoogende Maria I gij, die behagen schept wanneer mm u den bijsland der bedrnklen noemt, en di'1 zoo gaarne de goedheid van nwen Goddelijken Zoon aanrii pt vooral'en die in lijden waren, toen gij u nog met hem op deze aarde v.in smarten bevondt, iaat u bewegen door den druk van den zieke, die mij dierbaar is, en door de vnvs, waaraan ik ten prooi ben: verhoor ons in dit angstige uur. o gij! die onze Moeder zi.i; droog onze Iranen al, doe onze hoop herleven; troosteres der bedrukhMi, smeek voor ons de barmhartigheid van nwen minneirken Jezus al ; ver-werl voor den zii ke d hersleliing zijner g(»zondhei(l, zoo zi,| vo.»r /1,11e zaïigiieid voordeelig is, en verkrijg hem bovenal de chr.sleiijve verdnidiglieid in zijn lijden, bied zelve deze daarna aan bi; l.em die u niets kan weigeren, en die behagen neeml uw verinegen in den hemel te toonen, door wonderwc rken van goedheid op aarde; o gij! onze Goddelijke voorspreekster, verwerlOns dat wij tol de vreugde mogen weder-keeren, en bovenal de genade der zaligiieid die haar eeuwigdurend zal maken, Amen.
VERS( HKir.KNK GKUKPF.M
GKl'.!;igt; IN DK «)l'i -NÜAIU: RAMPl'.N.
O mijn Hi'cr en mijn God! wie kan de algrnmlmi besi'ÜP''quot; v»11 uwt! oni'deekn? wie kan de yrouiheid afmelen uwer verbolgenheid'! Wat zal de plidilige doen, die uwe gramsciiap over zich heell getrokken . Ongelukken omringen ons van alle kanten, en zijn gereed ons weg Ie sleopen, en niettemin miskennen wij do hand nog die ons slaat ; wie zijn niet eens hezoigd om eenen oogslag uwer harmhartigheid te verdienen door eene diepe vernedering, door eene rechtz.nnige heiijdenis onzer onRorechligUeden, door eene bittere droelhi'id over on/.e omlankbaiirheid, door eene ge-heele verbetering van on/.i beilorvi'ne wegen, a m'1 wij macluig waren unstegei- u te verdedigen. OC.od,
oneindig rechlvaardig, ....... die behagen schept in
liarinharl'g le zijn, stort in onze harten de gevoelens die u verzoenen, en geel ons Ie t leedwezen dat u ontwapent doe ons zien dal de ongelukken die ons drukken de rampzalige gevolgen van onze misdaden /.iin, ,.,1 door eene spoedige en oprechte boetvaardig'ienl uwe gunsten spoedig wederkrijgeu. O «ij 1 die als een goede vader uwe kinderen niet kasti;dt, dan om lien tolde deugd wederte brengi n, vergun ons de g. nade. dat wij een iieilig gebruik maken van uwe kastijdin-i'u laat niet' toe dat n het begin zijn van de e n-wigè strailen, die wi.: maarte veel bebb.'n verdiend. 00°gebeden der /.oudaren, gelijk wij zijn, verdienen, wel is waar, niet verhoord te wordi n ; maar laat eenen blik van welbehagen vallen op uwe rechtvaardigen, (lieond. r ons de handen lot u u I reiken om uwen wre-kenden arm te oniwap. nen. O ('.'d van goedheid: die eertijds op hel gebed van uwen dienaar Mozes een geheel volk r-iMai.let, laat u li,'wegen door de voorspraak van uwe Heiligen; spaai ons ook. lt;;gt; waardig u Maria,
VKHSI IIKHIFM: ckükdkn die voorspreokslcr dei' zondaren, Ie aanhooren, die voor ons om genade bidt, en bovenal laat u beween door het aanzien van liet bloed van uwen Goddeliiken Zoon, dat wij n aanbieden, hoewel wij zeiven liet door onze ongerechtigheden hebben vergoten, roept het nogtans vooronlt; om barmhartigheid; zondt gij kunnen wederstaan aan eene stem dieu zoo lief is? Neen dit zoet vertrouwen hebben wij, gij zult onze harten veranderen, opdat gij ons zoudet kunnen vergeven en met u verzoend, met n in vriendschap wedergekeerd zijnde, zult gij de roede breken waarmede gij ons slaat. Wij sinreken er u om door do verdiensten van Jmis-Chrislus, onzen Zaligmaker. Amen.
voor dj: vüram.x dkr aardk.
Onze Vader, die in de hemelen zijl, wij zoeken vooral nw lijken uwe rechtvaardigheid; wij vragen u van uwen naam en de to,.komst van uw quot;■I11- quot; .......lerwerpen ons met een vol hart aan uwen
wil en uwe Voorzienigheid, en zonder ons te bekommeren waarmede wij onze lichamen zullen voeden verwaehlen wij van u de spijze die gij ons ten bekwamen tijde zult verieenen; het is in de orde van uwe Voorzienigheid dat wij u dezelve vragen, en gij wi|| |l;il (le rilken en de armen u dagelijks om het brood bidden, dat hun noodigis. Open uwe hand, Heer en alles /al vervuld worden met zegen, en de aarde zal nare vruchten voortbrengen. Meet, volgens uwe wiis-heid, de warmle en de koude, den regen en den danw
die noodig /linonions eenen gelukkigen oogst te be'
zorgen Wij vragen n die goederen d'( r aarde, nood-/..ikeli.k \oor hel onderhoud van ons leven, mei het verlangen van die te gebruiken tot uwe verheerlijking
711 1 ;S| u 'i ,(quot; ^ «Ier godsvrucht en' lieit
dadigheid, W ij vragen n veel vurig,-r de goederen van
vi:usciiiiim-M. gkukdkn. ^quot;1
zaligheid,de warmte van uwen geest en van uwe liefde, denquot; dauw van uw woord, den regen der genade, en alles wat uoodig is om werken van boetvaardigheid voort te brengen. Amen.
GEBED GEDURENDE ONWEDER EN STORMEN.
Ik beken het (en ik heb aanhoudend redenen om bet te bekennen) dat de Heer groot, dat hij de eenige God is. Hij doet al wat bij wil, en niets wederstaat hem in den hemel, op de aarde, op de /,ee, en /.ells tol in de diepe afgronden. Hij zelf is het die, door de almogende macht van zijnen arm, het heelal geschapen heeft en het door zijne vv jsheid bi sliert. Hij trekt, wanneer bet hem behaagt, de winden uit zijne sehal-k imer en sluit ze er naar zijn welbehagen, we-ilèrom in. Hij roept de wolken en geleidl ze, ztjn ge-blaas doet haar van hel cimic fnide ilci* aarde naar hel andere vliegen. Nu doel bij die ontvlanimen, en doet I.,. de bliksems met een Csrlijk geilruiscb uitscl.ieten, ilan doel hij die in zoele en vruehlhare regens overgaan en nedei'vallen. O', ho.' seliillerl zijne niacin,
vooral in storm en onwederl Hij kondigt zijne tegenwoordigheid aan door stroomen van vuur; het gerommel des donders is zijne stem; de wolken zijn als het slof dat zijne voelen in ( e lueht doet opstuiven. Hij spreekt tol de zee, en doel haar uitdrogen; hij bedreigt
;u. rivieren, en plotselings zijn zij in uitgestrekte en tlorre woestijnen veranderd.
Red mii. Heer, red mij'. De vrees voor uwe verbolgenheid de eerbied, welken uwe macht en uwe groot-hpiil mij inboezemen, hebben al mijne beenderen doordrongen. Mijne ongen zijn er door verduisleid, gt; u mijne stem is verdoold; maar ik hoop in u. Inden „rootsten glans uwvr Majesteit, te midden van den vreeselijKen toestel uwer wraaknemingen zeiven, zijl
S7-)
vkhsciikidkxi: «kiikdks.
a''j altijd uwe J)armtiarlit,'ii:'i(| inf)1,.hiio- r„
dezelve nu Ie gedenken' lli-ci- liri k r' va:!l''',quot;u goedheid, welken ik verw.eh H Van
oogen de holdf.rp sii-.i quot; ' die, Mior mijne
— VAN ()OI1,OC; mi i)en vrfdi Tl' VEÜWKBVKX.
roSil Mn'quot;,? hf:t,'l,Pl:mer?1ï'. o God van vrede! die de vrede en il.''Ivudi'-'c'lli' lquot;'.quot;1''1''quot; ,e W0|ifn, alwaar
quot;P verznenonw1'''^,'nw,^ UUquot; 00^»
nwe altaren opdragen een w-.',,. v^. (quot;'quot;'sters op
dat u voorons den vrede vraa-t slaclll0'iei-,
ven beloofd. Ja, ■'ij * ' s denzel-
l)itl(*rdslo vijanden /nudi v ' ^ 0n/'er VPIquot;
.....
'■'■quot;•■n Stillen overvloed „null doen miV ken v ' quot;quot; lielolfen indaclitiV, Meer en . , Utt'squot;quot;e
vrede worden de vruclilen der ' * i den
wij boven alle andere aelden ea wi é ■ n' ^ van u met meerdere niii-n n i lt;i--ilien, namelijk
gelükelijk te die,,, „ )quot; l)l)en, om n allen
................
BELANGEN DEIS llli. IIAUlEJi VAN JE7.1S EN MARIA. 873
BELANGEN DER HEILIGE HARTEN VAN JEZUS EN MARIA
BIJ DE STERVENDEN EN 1Ü.F DE ZIKM N DES VAGEVUURS.
BELANGEN DEB HU. HARTEN BF.1 I»L STKBVENDE.N.
Men rekent dat, over ^mscli de aarde, er zestig menschen op de minuut, van den tijd naar de eeuwigheid verhuizen. Wat al gevaren loopen de belangen van Jezus en Maria niet hij al die sterlbedden, waar de vijand onzer zaligheid zijne hooze aanvallen vermenigvuldigt 1 Er sterven katholieken, die sedert jaren niet meer tot de heilige Sacramenten genaderd zijn, en er sterven heiligen, die, niettegenstaande een verdienstig leven van vijftiir, '.estig jaren lang, in een wezenlijk gevaar zijn van verloren te gaan. Er sterven ketters, die nooit gedacht hehber! dat zij in de dwnlig waren, en anderen van kwade trouw, die do Kerk gelasterd hebben, en den eeredienst N an de Moeder Gods met voeten getreden. Er sterven Joden, afsfamne linden van die welke onzen Heer Je/us-Christus gekruisigd hebben, en Mahomedanen, die meester zijn van Jerusalem; Afrikanen, die walgelijke afgoden aanbidden, en Indianer, die in de eeuwigheid geen andere vreugd te gemoet zien dan die der jacht, en bovendien hunne verdiensten schatten naar het getal hunner misdaden. Er sterven menschen, die te midden van eeuwigen sneeuw wonen, en anderen die zengen in de roostende hitte van't zuiden; menschen op de kruin der bergen, en in de diepte der valleien; in do steden en in dquot; wildernissen, te water en te land, in de gevangenissen en in de paleizen. Welnu: eiken stond sterven er, welke nergens minder voor bereid zijn dan om te sterven, en van hunnen dood ha nu', voor hen de gelukkige of de ongelukkige eeuwigheid al. Jezus is voor ieder van hen zoo wezenlijk gestorven, alsof zij slechts alleen in de wereld geweest waren, en die Ètpd-delijke Zaligmaker igt; bereid, ware het noodig, nogmaals op aarde Ie komen, ten eind: opnieuw voor iedi r van hen zijn leven ten beste televen. Volg al de afwisselingen van zijn heilig Lijden ; tel zijne schreden, zijne tranen, zijne bloed-
kt f der iih. hauten
druppelen, de doornen zijner kroon, de shigen die hij ontvangen heeft, de vuiligheden, die zijn aangezicht besmeurd hebben, zijne vallen,* herinner u zijne vernederingenen vcrsmaadheden, zijne folteringen en de neOrslachtigheden van zijn heilig Hart; dat alles is geleden geworden voor dien armen Indiaan, thans zieltogende in de holte eener rot s, en zoo die ongelukkige sterft en niet zalig is, dan zullen al die smarten van Jezus-Christus onnuttig geweest zijn (I).
Begrijpt gij thans, christene ziel, hoe aangenaam aan de heilige Harten, hoe voordeelig aan den evenmensch die gebeden zijn moeten, welke wij voor de stervenden storten? Daardoor bekomen wij hem de Goddelijke genade, een zaligen dood, de vreugde des hemels; wij verschafTen nieuwe kinderen aan Maria, en wij beletten dat het dierbaar bloed van Jezus vruchteloos voor hen gevloeid hebbe. Wees dan uwe stervende broeders indachtig, en beveel hen dikwijls aan de zoete4 Harten van Jezus en Maria, opdat zij, den noo-digen bijstand ontvangende, niet bezwijken onder het gewicht hunner eigene zwakheid, noch onder de verdubbelde aanvallen van den boozen geest.
Hid niet alleen voor de stervenden, maar, zoo de gelegenheid zich aanbiedt, staat hen bij in den doodstrijd. Dan immers wordt de zaak eener gansche eeuwigheid beslist, en wat zal er van den kranke geworden, zoo hij verplicht is alleen, en van allen bijstand ontbloot, liet strijdperk binnen te treden? Wees dan bij hen geen nieuwsgierige aanschouwer, maar een ijverige en liefdevolle bijstander door godvruchtige aanmoedigingen, vertroostingen en gebeden,
(*;:!:ki)e\ voou in; stkuvemie.n.
Aan al wie drieninal liet Onze Vader ter gedacht en is v.in bel Liidcii en den dooil-trijd on zes Hoeren Je/.us-Cbnslus, en driemaal hel Wees (jcyroet, Ier gedaehte-tenis der wreede sniarlen, wdhe de allerheiligste Maagd Maria doorsiond niet bij den doodstrijd van
tj) Fabcr. Alles vouk Jezls.
van j!*/l!s en mauia. **quot;•gt;
Jezus, haren Wellii'inind 'ii Znon, togenwonnlig lezijn, voor de slervendeu, geknield en met een leedwezig hart, zal bidden, verleende Pius VII (i-JI April 1809) I» 500 dagen aflaat elke maal en 2« een volle aflaat elke maand, op de ge'.vone voorwaarden , voor die welke deze oefening ten minste eens op den dag zullen gedaan hebben. Deze aflaten zijn toevoeglijk aan de geloovige zielen.
Gebed ; o clfmentissime jesu.
— 100 dagen allaat elke maal dat men dit gebed leest met een leedwezig hart; een volle allaat op de gewone voorwaarden vooi* hen, die dit gebed gedurende eene maiind, driemaal daagsop versehi lige tijden zullen gebeden hebben. Plus 1\, '2 Febr. 1800.
O goederlierenste .lezus, beminnaar der zielen, ik smeek er tl om door den tloodstrinl van uw allerheiligste Hart, en door do smarten uwer Onbevlekte Mieder, waseh in uw bloed de zondaars van geheel de wereld, die zich op dit oogenl lik in den doodstrijd bevinden, en heden zullen sterven. Amen.
Hart van Jezus in den doodstrijd gekomen, ontlern] u over de stervenden.
gk'ikd tot jezl's, ziei.togexde aan het kruis.
Allerbeminnelijkslt'Jezus, hel is uit lielde voor mij dat gij zieltogende aan het kruis hangt. Van dien stoel der waarheid, kondigi gij ons aan, dat het werk onzer verlossing voltrokken is; dat wij van kindereti des verdei Is en der gramschap, kinderen van God en crlgenameti des hemels 'ijn geworden. Ach', onllenn u over de stervenden, en ook over nuj, wanneer ik in dit laatste uur zal gekomen zijn. Door de verdiensten van uw dierbaar bloed voor onze zaligheid vergoten, geef ons de gratie dat wij niet eene volle overgeving
n7(! bklangfn dei'. hh. iiaiitkn
aan uwen heiligen wil de opoffei'ins van ons leven doen, en iik I zno levendige drneTheid over onze /ouden \erviild zijn, dal wij in den sclinot uwer oneindige harniliai'liglieid den geest megen geven.
gktïi-.R roi dt. am.r:ii!ii;ii u:sri: maagd , mokïjkr okh smai:ti:\.
Mlei'Iieiiiyste Moeder der smarten, door den lievigen niarleldood, uellien gij, gedurende do drie uren van Jezusquot; doodstrijd, aan den voet des kruises doorstondt, gewaardig u ons allen in onzen eigen doodstrijd bij te staan. Jk iieveel u bijzonderlijk die, welke op dit oogenblikoverganscli de aarde met den dood worste-len ; wij zijn de kinderen uwer smarten, o Maria ! quot;e-lief ons door uwe maelilige voorspraak de genade te hekomen, dat wij na oiiien dood, in den limiel, eene parel van uwe kroon mogen wezen.
Maria, Moeder der genade, Moeder der harmliaiiiquot;-lieid, beselierm ons tegen den boezen vijand, en ontvang ons in de uur des doods.
OKl-'KMMil:\ .'■MGIOIIEDION ((M 1)1-STKHVI-.NDKX 111,1 i li STAA.V.
gl.üm) tot jkzls
om du üelile vQiör de slervendcn te vragen.
(ioede .le/.us, die de lijdenden zoo barndiarlig waart en zoo gaarne bijstondt, ontvlam ook mij en vooral de prieslers door dergeirke liel'de; laat niet toe dat wij met moeite en als tegen dank de lijdenden en bijzonder de slervenden zouden bijstaan , maar geel' ons dat wij met ijver dat werk van liefde \ 'rricliten, waarvoor gij ons op den dagdesoordeelszult i rijzénen beloonen.
van j1 fn mvt:lx
i)!; li s \cr \mi:n rkx deh stkuvf.n1)kn.
Er is nicinaiui, clio, zijn uindc ziciulo iiükGu, niet iiuoi lii'i geluk moot trachton van do heilige Sacramenten to ontvangen om gerust van den tijd laar de eeuwigheid o\er te gaan. Zij zijn niet alleenlijk een k jstbaar onderpand, maar ook een allerkrachtigst middel van voorbeschikking, van zaligheid. Draag dan de grootste zorg om dezu'ken bijtijds dat geluk te M ischallen. Men kan zich daanoor van de gebeden bedienen, welke inde liereUin'i tot den dood zijn voorafgegaan.
iir.T (w l'.kb df.s iikfiikn.
Het beste en allerwaardigste onder alh gebeden is het Gebed les lleeren, datonz ■ Goddelijke Zaligoiaker zelf ons geleerd heeft, zeggende: zoo zult gij bidden, OnzeVader, dii; igt;' de iiemi.len zuT. De zit'ke daii t'ii die hem bijstaan zullen dikwijls dit gebed aan God opdragen en herhalen, alsmi de het \\ ees (jeyroel, zoo krachtig en le\ons zoo aange. naam ;ian Maria.
offkmnc. 1)f.u (loddfl.ukf deigdf.n.
Zonder het Goloof, de Hoop on de I.; fdo is de z iliglieid onmogelijk. Hel is dan zeer voMdecüg van den stervende akten \un die deugden \oor te bidden, alsook eene akte\an leedwezen over zijne zonden.
r. KLOOF.
Ik geloof, Heer, kom miine onjieloovigheid te liulp (Ma, é. V. 5.»j. Ik gelool', dat gij de Chi istus /.ijl, de Zoo» vuil den levenden God, die in deze wereld zijl ge-Uomen (Joan. 11, v. 27).
Ik geloot eenen God in drie personen en drie personen in eenen God; ik geloot, dat oir/.e Meer Je/.us-Cln islus, Gods Zoon, God en menscli is, die voor onze zaüglieid heeft geleden, hij wiens komsl alle mensclten zullen verrijzen mei hmne iichatnen en rekening zullen
87:
i
878 ÜKLANGEN dpr iih. hartkn
Seven van hunne werken; en dio goed zullen liehbon Kedaan, hei eeuwig leven zullen ingaan; maai- die
hquot;',' ZU 1quot;quot; gr,:.....ecuwig vuur zullen
mli eden (S. Athanasius in Symbolo).
11. geloof al wat Gods Zoon heeft gezegd ; er is niets waarachtiger dan dit (S. Thomas Aquinas).
Oe kroon van rechtvaardigheid is mij toegelegd, Ue mij de lieer, a's een rechtvaardig Rechter, zal
niiiiVvl' quot;J1, v-8'- IK quot;lijnen Zaligmaker in
mijn \Jetsch aanschouwen, uien ik zelf en niel een
.inderz;!' zien ,;i, wien mijne oogen zullen aanschouwen, deze honp is hesloten in mijnen hoezem {.lol, 19)
n l «J''1, l,oe,™aidigen ! gij zuil al uwé
goedheid m mij tonnen; omdat gij mij onwaardige
m ?'S ........'w.'nihartighrid zult zalig maken
[Urafw JJanassis).
Gij, Heer, zijt mijne hoop Laat niet toe, dat
ik \an u worde gescheiden; maar gebied mij tol n te komrii, om u met uwe heiligen te loven (S. Ignat.
LIEFDE.
quot;eer, gij u et, dat ik u bemin (Joan. 21 v, iri) Och ol ik voor u mocht slerveu (2 lieg 18, v. 55)1 Wie zal mij atlivkken van de liefde van Christus' Ik ben \erzekerd, dat i.oeh d,. dood, l eehh. l leven, noch li' t li genwoordige, noch hel toekomende, noch een,quot; schepsel nii| /al kunnen afseheidei. van de liefde Gods die in Jezus-I.hnslus onzen lieer is (liom, H v. 58 50)' Dal ik u beniinne, o lieer, mijne sterkte, dal ik u ben,uine. Ik h. b u Ie laat bemind, o schoonheid, zoo nnl .mi zoo quot;quot;.iiu , : eh : ja, ik hel, u te laat bemind... lefde, die altoos brandl en nimmer wordt uiige-
van jezus en maria.
hl,pr, l)lusclil. Dal tic liefde in mij «oile omstoken, o mi.jii • dl,, Goil (S. Alo. /i/gt;. Conf.). Dat het vuur uwer liefde ,11e,, mijn geheel hart verslinde; daarin blijve niets voor mij over, dat ik u geheel en al moge toebehooren (S.
liets Ai:g. sf.iim. 205).
Mijne liefde is gekruisigd (S. Ign. Ep. An Kom.), üat /.ij dan geheel in mijn hart worde geprent, die geheel voor mij aan hel kruis gehecht is (S. Aug.). lt;ïii, gi.i. mijn Jezus, hebt mij aan het kruis geheel omhelsd : gij 'gd, zijt met nagelen aan het kruis vastgehecht geweest, zal uwe zijde is met eene lans doorstoken, gij hebt vele i' in versmadingen, ontelbare smarten, benauwdheden, ja een den dood onderstaan; en dit alles voor mij ee voor mij ou- zondaar; waarom zou ik u dan niet beminnen, o aller-•0). beminnelijkste .bv.us is. Franc. Xaver.)
iwe O God', ik bemin u, — niet, opdat gij mij in den
ige hemel zondt zalig make i of voor eeuwig niet zoudt een veroordeelen, noch uit hoop op eenige belooning; —
maar gelijk gij mij licht bemind, zoo bemin ik u en ik Jat zal n beminnen, alleen, omdat gij mijn koning en mijn
te God zijt (idem).
'it.
akte van bebouw.
O God van goedheid! God van liefde! waaromheb ik u vergramd, uwe oneindige Majesteit beleedigd! Uit den grond mijns harten, uit het diepste mijner ziel, verfoei en beween ik mijne vorige ongerechtigheden, mijne ontelbare misdaden, en voorn en voorliet gansch hemelsclr hof maak ik het vast voornemer, van liever te sterven, ja, duizendmaal te sterven, dan ' u nog te vergrammen.
O lleere, verwerp mij niet van voor uw aansehi.in, en neem uwen Heiligen Geest niet van mij weg. Laat niet toe dat mijne boosheid mij in het verderf storte, wicn uwe nlniachtigo gootlhcid ^osclinpon heefl; maar
liKLVM.KN BKR li», IIARTES
oiiilcrm u niijm-r volgens de grootheid uwer barmliar-ligheden : Een vermorzeld en vernederd iiarl zult mi met verstoolen.
Aller/oelsle Zaligmaker, ik zie u op liet kruis met uilgesin kte arme» e» nrèrgeboge» hooide liangen, ' ''0IVI1' quot;m mij te omlnlzen, en ik hoor u mij deze iroostende woorden toespreken: komt allen tol mii lielasl en beladen zijl, en ik zal u verkwikken! Hier ben ik, o lieer! üoemetmij voi^-ns uw woord en verkwik mij; vermoeid en neèrgeliukt onder hel' gewield nu.ner zonde» kom ik tot»; liehaadel met goedheid uwen dienaar, ogij, die onze ellenden in uw Kruis liei;l gedragen.
11 l,M Zli:quot; 11 VI:KI:I:MCI;.\ MET DE.N doousiiiiju
VAA S.
Ml,in Zaligmaker, ik begeef mij op uwe voetstappen naar den liel der Olijven; ik werp mij met u ter aarde 'quot;■Jer; ik nader zooveel mogelijk uw Goddeli.k l.iehaani, om op het mijn de bloeddrupp ■leu te verzamelen, die uil al uwe aderen vloeien. Ik neem goedwillig dm kelk a n, dien uw Vader mij aanbiedl. Gij S'quot;'-'quot;6quot; engel uoodig om i» den doodstrijd u te vertroosten : voor mij komt die tot u. Kom, beilim. engel , bemmneli ke verli-ooster van Jezus, lijdende en zieltogende m zijne leden, kom in j vi'i'troosteu en versterken ,n gt;le/. n laatslen slri d, na welken er-ren ander.' ineens; verdedig mij tegen de aanvallen van den gei si der duislernis, opdai ik lijde .-n sterve in vereenigoig mei hem, die zich gewaardigd heeit eens voor mij l( slerven.
lt;gt; ■lezugt;, heilig slaehtollVr, hei eenigste dat God waardig is! gelief mij mei uwe offerande te vereeni-gen opdat ook de mijne „wen Vader behagelijk zij' J'vns zekere schuilplaals der zondaren, wees
van .u /a s i;gt; mahia. 881
^ ook de mijne, en zeg aan mijne ziel; ik hen uwe red-
,al.T ding, ik hi'ii uwe zaligln?id. Stel uw Kruis, uwen Dood en uw Lijden lusschen mij en uwe Goddelijke oordee-len, opdat ik genade en barinluu'liglieid vci'werve. nilt;!l 0 (ioddclijke Maria, opon mij uw nioedcriijk Hart;
ontvang mij ondci' uw-' alvcrmogriide hrselienning, ^ f'e en slel mij in hel aanhiddelijk Hart van Jezas-Christus, uwen Zoon.
v( quot;■ 0 gi'oole licilige Joseph, heilige Michael, heilige
01 (iaiu'icl . heilige Raphael, alle Kngelen en Heiligen
'R', spreekt tj'ii heste voor mij, nu en in het uui' van mei mijnen dood. Amen.
uw
(iODVUICliTK.i: C-KVOKLI-NS EN GEBEDEN
id wklki: di:n stkuvk.ndin mki vhk iit klgt;m:n voorge-li;/.i;.\ woudkn.
)en Mijn God, ik geloot' in n, onr('jll»are waarheid; ik
•de hoop op n, onmeelhare ])ai'miiartigln,id ; ik bemin u,
ijk oneindige goedheid.
/,a- Gp u, lieer, hel) ik mini helrouwen gesteld, in eeu-
•(i- wighe tl /.al ik niet hesehaamd worden.
;; j; Wal hel) ik in den hemel, en wat wen sell ik op de
te aarde huiten n, o God mijns harten, en mijn deel in
ge eeuwigheid!
en Dat ik uit liefde nwer lielde sterve, die uit liefde
•r- mijner lielde u gewaardigd hebt te sterven.
l'jj Ik/.al ontslapen en rusten in den vrede, dien ik in u
ui zal vinden.
in Mijn God, laat niet toe dat ik van u gescheiden
Ub worde, ik verlang niet dan u. Oneindige goedheid, ik bemin n. ik bemin n.
gt;d (Men hemerke Out er meeval aki en van liefde en van berouw
i~ in de zieken dienen verwekt lc worden .
Mijn Je/,us, die mij weldra oordeeien /.u't, schenk
^2 UK LANG I'M IH-R Fin. 1! AMI KN
niij vorcifton is alvorens mij (o oordoclon. Ik hem in u, en omdat ik u bemin, berouwt het mij u heleedigd te hebben.
IMoed van Jc/.us, wasch mij. Lijden van Christus, red mij.
In uwe handen, Heer. beveel ik mijnen geest.
Maria, Moeder van God, bid Jezus voor mij.
Keer nwe barmhartiiic ocgvn tlt;tl mij, en wil mij .Ic/.ns, de gezegende vi achl uws liehaams, na deze bal-lingsehap iconen.
0 Maria, nu is het lijd om uwen dienaar, uw kind bij le slaan, nu in het uur van mijnen dood. O mijne Moeder, verlaat mij niet.
paradijs, o sehoone hemel, vaderland der liefde, wanneer zal ik u /.ien, n binnenlreden?
Heere, wanneer zal ik u aanschijn aan aanschijn kiinnen aanschouwen?
Wanneer, mijn .le/.us, zal ik verzekerd zijn van u niet meer le verliezen?
Alies, alies wil ik verlaten, om n le bezitten.
icr Melde van Jezus, o inijn (iod, ontrerin u mijner.
1 dan smeek ik, kom uwen dienaar le liulj), dien gij door uw dierbaar bloed hebl vrijgekocht.
Mijne lielde is gekruist. -Mijn Je/ns, mijne lieldc? is voor mij gi'slorven I
O I ik bemin u I ik bemin n ! doe spijt hel mij n zoo laat bemind Ie hebben I
Hoe kan ik u naar waarde lown en danken voor zoo \e!e weidaden, o mijn God? Ach! in den hemel hoop k u eeuwig Ie loven en le dankn;.
Ileere, haastu om mij te helpen:
Zoele4 Harten van Jezns en Ma'ia, weesl mijne t'gt;e-\ lucht 1
Ik neem het lijd( n mijner ziekte en den -lood aan, als eene boeting rn eene straf \oor inijne zonden.
VAN JK/.I'S KX M VltlA.
Onll'em u mijner volgens de gTuollieiil uwei' liarm-havtighecien.
Maria, Moeder der gratie, Moeder d.-i liarmharllg-heid, verdedig mij legen den heo/.ea vijand, en ontvang mij in hel uur niljns doods.
In der eeuwiglieid /.ai ik de barmiiarligheden des llei'ren zingen.
\1 s III-: ZIKKE op HET Pl'XT IS VAN DEN GEEST TE GEVEN.
In uwe Jianden, Heer, beveel ik mijnen geest.
Mijn .lezu,', ik bevi el u mijne /.iel, die gij niet nw dierbaar bloed hebt vri gekocht.
ileere Jezus, laat mij tot u Kom.'n inn ti eeuwig te beminnen. Ik bemin u, ui-el' mij dat ik u meer be-miiine. Aeh'. had ik u i'eli nooit v: iLramdl
[irere Jr/os. iliKir uw l.iiden, doi r uw d n iiaar bloed, red mij, maak inij zalig, uulvang nniue ziel.
0 Maria, mijne Jloeder, toen nu dat gij mijne Moeder zijl. Engelen en Heiligen des hemels, liidt voor mij. .lezus, Jezus, Jezus!
Jezus, Maria, Joseph, ik geef u mijn hart ei mijne
ziel,
Jezus, Maria, Jnsepli, staat mij bij in den doodstrijd, .lezns, Maria, .I'lsi'iili. g el' dat ik in vrede tusscheu uwe armen sterve.
■ I,; n viie.i! e::x si ;;avi:MiE.
(I .;iilt; ;li,* r ii', (!11 ;i, rde met den dood gewu-gt;te!d hebl, ,b7.iis-l',iirislus'. gij kent door Onderv:ndiiig wal li'd nu li'-rlienhart in dooilslrijd lijdt. Ken bloedig zweet ilruiiili1 u ^ an liet voorhoal'd : gij kent de be-angsth'di'ii \ait den hard si ea slii.'d, /.end verkwik-kiie'deii smachlemlen, sterkte den wankelendeu,l/e'.t 1, n i\\ t'ieiouden.
I
;|
i'.! i am;k\ iii:u mi. iiartkn
Alvermogi'iulc: vorsloik zijn gelooi', opdat liij in u geloove, alsof bij u aanschouwde. Allergetrouwd-sle! ondersteun zijne hoop, opilat bij op uw woord betrouwe, alsof bij u boorde. Allerliefwaardigste ! bevestig zijne liefde, opdat bij zich van u niet late af-trekke, tot hij u geniete.
Heer der beerlijkbeid! toon bem de beerlijkbeid van bet toekomende leven, opilal bij het lijden van het tegenwoordige goedwillig verdrage; verzeker bem de veirijzenis, opdat hij niet siddere voor de verrolting, laat slechts eenen druppel der hemelvreugden zijn hart verlustigen, opdat hij moedig tol den laaisten druppel den kelk der bitterheden uiUln'nkc.
OviTwinnaar van den dood, van don duivel, van dl' hel, van de zonde! Dat geene vrees der hel
liem onlzette; ....... list des duivels hem bedriege;
geeni' aand'ckkelijkbeid der zonde hem vervoere; de dood zij bem een overgang lol bet eeuwiquot; leven.
Verlosser: voor hem ondergingl gij den dood; laat den prijs van uwe verlossing voor zijne ziel niet verlo-ren zijn.
Verwekker der dooden en Reehler der wereld ! zegen, heilig, reinig hem, opdat hij heerlijk eens mag opslaan, en mei vreugde u als Keebter der wereld zieu wederkeeren.
O gij, die aan bet kruis alles volbracbl hebt, wapen bem mei slej'kle, opdal ook bij zijne zending vol-brenge; wees bij hem, lol dat hij alles volbracht bebbe; onlvaiii; zijne ziel in uwe banden; wees bij hem nu m zijnen doodslrijd, opdal hij eeuwig, eenw'-bij u zij. Amen.
VAN JF./.rS lquot;N MAlil \ .
DRIE GEBEDEN
WKI.KK DE AAISWr./.IGKN VOOK EEN EN STERVENDE KL'NNKN I.K/.EN.
Gebed. Hoor, ontferm u onzer.
Christus, ontferm u onzer.
lieer, ontferm u onzer.
Onze Vader. Wees gegroet.
Heere Jczus-Clirislus, door uwen heiligen flootlslrijd, on door uw vurig gebed in den hof der Olijven, wwu-neer uw zweet, in bloed veranderd, do aarde geverld heeft, smeek ik u, dat zolide bloedig zweet, dat gij bij het zien der alschuwolijl-hodon des doods, zoo overvloedig gestort hebt, aan uwen homelschou Vader op 1lt;' dragen en tusschen hom en de zonde van dozen kranke lo stellen; gewaaidig u, hem in zijn slerluur te verlossen van al do aniiston en al dosmarlon, die hij voor zijne zonden vreest verdiend te hebben. Anion.
2-1« (ic'cJ. Heer, ontferm u onzer.
Christus, ontferm u onzer.
Hoor, ontferm u onzer.
ssü
Onze Vader. Wees gegroet.
Heere .lezus-Christus, die voor de zaligheid der wereld, op een zoo hard kruis hobl willen sterven, ik bid n, de smarten, welke gij daarop geleden hebt, vooral toen uwe allerheiligste ziel van uw gezegend lichaam scheidde, aan uwen Vader op te dragen, en ze hem aan te bieden voor de zondige ziel dezes kran-ken. Ik smeek u ook, hem, in zijn stoiTuur, van al de angsten en pijnen te bevrijden, die hij voor zijne zonden vreest verdiend te hebben. Amen.
IIKt.AXGEX DER Hl;. IMIilTgt;'
3''« IIncr, ontferm u onzer.
Ciiristus, ontferm u onzer.
Heer, ontferm n onzer.
Onze Vader. Wees gegroet.
i! -ere Je/us-Cliristus, die lii'l.f (ionr den mond
vnn nwen proleet: « t! niet eene oneindige liefde he-» mind liehl). nde, hel) .'k u tol mij getrolikérij geraakt » door uw. ellenden;') ik bid 11 door die liefde, welke iniit den hemel op aarde heeft doen nederdalen, om er onze (dienden te ondergaan, gewaardig u die liefde •tan uwen hemelschen Vader voor die zie' op te dragen, en haar te verlossen van al de angsten en pijnen, die z .i vreest door hare zouden verdiend le hehhen. O lieere Jezus, sta dezen kranke hij; open hem hij zijn UTseheiden, de deur des levens, en leid zijne ziel in hel paradijs van wellusten, opdat hij er u love in de eeuwen der eeuwen. Amen.
m: ckükdi x der kkrk voor bi: sti:i{\i:.\igt;:.\. LITANIE i! i r, oiilierm u onzer.
.Ii'/.ns-dlirislns, onHerni n onzfr.
li vi', onllcrni 11 on/cr.
II. M iri:;. hid voor licni (o/'voor haar).
I!}I. i-.niiclcn (Mi Aarlscn^ci ri 11. Abel,
Al de koren der rcclitvaard'^L-ii,
II. Ahiaham,
11. .loaunes de Üoopor,
II. Joseph,
Alle heilige Pali iarken en i^i'ole'leu,
li. Pclrus,
11. Paulus,
11. Andreas,
11. JoanneS;
Alle heiiigc Aj; sl^'-en lt; ji Rvangelisleu
VAX JF./.I1S BS M VKIA.
Alie heiliae Leerlingen des ïleeren, bidt voor beiu (o/ voor haar). _
Alle h 'ilige Onnoo/.eie kinderen, g
H. Laurentius.
D, S'lvcsler,
Mle In ilige Bissclinpiicn en Helijders, 2
II. Benedictus.
II. Franciscus,
Mie heilige Monniken en Uremielen, g
\lle heilige ii en \\ ( «liiNNcn,
Wees h' in (ofUm genadig, spaar hem lo/'haai^.Heu. Wees hem (()ƒhaar) genadig, verhoorons, Heev.
Wees hem (o/'liaar- genadig, verlos lu'in (o/ haar),Heel. Van uwe gramsehap, verlos hem (of ha ,r), 11. er. Van hei gevaar des doods.
\ an de pijnen der hel,
Van dr iiiaclil des duivels, -
Door uw lijden en uw knus.
Door uwen dood eu uwe begralenis, ^
Door uwe heerli,ke verrijzenis, -p
Door uwe wondernare hemeivaarl, —
Door de g(.'nade van den heiligen Oeesl den Ver- ^
Iroosler,
In den dag (les oordeels.
Alhoewel wij /.ondaars /.ijn, wij hidden u, verhoorons, lieer.
HFJ wcr ^; ni:n n/i. harten W, Welden u hem (0/ haar) levergeven, vort,oor ons.
Hr( r, ontferm u onzer.
Jezus-fJiristus, ontfonri u onzer.
Heer, onlferm u onzer.
TKimm DIJ ZIKKE I.\ I.EX DOODSTHfJl» LIGT.
n ol^ll quot;■quot;v1''r Tel1'' 91quot;',sllt;'ne i iquot; naam ■ ( oJ ''' - almachtis:, 'li,. „ gescliapm he.-ll
':!'T vaquot; •,,,/-us-cl'rist«s. Zoon van den levcn-
• u voo'u geleden heeft, in den naam van
'Od den heiligen Geest, die z.ieh aan u heeft medege-
h ld, in den naam der Kngelen en der Aarlsengelèn
den naam .Ier I renen en der Heerseliapjnjeii, in den
di'r'prfi 'i .Stl('lllquot;l('quot; iMachlen, in den naam
I lolelen, in den naam der llll. Aposldeu , ,, Kv.m-
fjelislrn 1,1 den naam der llll. Jlarlelaren en lielii-
lt; rrs, in den naam der HM. Monniken en Eremielen in
1 pquot; quot;wi drr HM. Maagden en van al de Heiligen God.
d-n inve plaals heden in den vrede zij, en nwewoningin
heilig Sinn,door .leziis-Chrislus, onzen Meer. Amen
'gt; God van Imrmliarligheid en gnederlierenheid! (.od door de oneindige grootheid uwer goedheden de zonden der boetvaardige zielen uilwisschende, en de ek.en harer voorledene misdaden, «loerde vei-gilte-
quot;k'' '-ie mede-
doon'. no n|,' uwen dienaar (uwe dienares N.) neder
neVil 'm'11 llij ,'0quot;r quot;quot;Ikomem'
Iquot; nli.n ugheid lol 1, Slien, om vergillenis van al zijne
li''' ^1'1 l1, vwu ry''quot;' veiniei. w in hem (haar),
zwVu i ' ,|i'l(| ^l'' Vad,,r' al l,e quot;quot;'quot;schelijke W.kheio hedonen, o| d(. hoosaardigliei.l des duivels
111 ..........I'-W heelt, en rereeni^ met hel
VAN JK/.rS FN M \UI V. So!)
licli.iam uwer Kerk iiii iidiuaal, welk door Iiol blood van uwen Zoon is vrijgekocht. Heb medelijden, Heer, met zijne (hare) tranen, en vermits hij (/,'j) geen betrouwen heelt dan in uwe barmhartigheid, ontvang hem (haar) tot het Sacrament uwer verzoening, door •lezus-Ghristus, onzen Heer. Amen.
Mijn allerlierste broeder (mijne allerliel'sJe zuslerj, ik beveel u aan den almachtigen (Jod, en stel u in de
'•'quot;i .....
0ll handen van Iwin, wiens scin-pscl gij zijl, opdat gij, na
(gt;i)_ door nwen dood de schatliog dt-r menscheiijke natuur
van betaald te hebben, tot uwen oorsprong wcdcrkeerel,
ge- die n uil slijk dor aarde gevormd heelt. Dal eene schaar
en van Engelen des liVlits uwe ziel, bij het verlaten van
Icn haar lichaam, kome ontvangen. Dat het gezelsch ip der
ani Apostelen, die de wereld moeten oordeelen, u te ge-
tu- moet kome: dat het zegepralend leger der Martelaren,
lij- nog met hun bloed bedekt, u vergezelle; dat de roem-
iu rijke schaar der IJelijders, wit als de leliën, door de
Is zuiverheid van hun hart, uomringe; dat hel koor der
in .Maagden u met vrougdege/.angen ontliale. en dat de
ii. Patriarken u in den schoot eener gelukkige rust omhelzen. Dat Jezus zich met een /.oei en blij gelaat aan u vertoom4, en u onder het getal diergenen stelle, die onophoudelijk in zijn gezelschap zijn; dal de ijselijk-
i! heid der duisternissen, de hevigheid der vlammen en
Ie de strengheid der pijnigingen u onbekend blijven. Dal
Ie de vervaarlijke Satan zich met zijne aanhangers van u
verwijdere; dal hij siddere, als hij u. bij uwe komst, van de Imgelen vergezeld ziet, en dat hij vluchte in den verschrik keil jkcii afgrond van den eeuwigen nacht. Dal (lod opsta, en zijne vijanden verstrooid worden, en dal zij, die hem haten, van voor zijn aanschijn vlieden; dat zij als rook veidwijnen, en dat de zondaars voor hel aanschijn Gods vergaan, gelijk het was vergaat voor hel v.iur; dal de rechtvaardigen verzaad worden, en zich in zijne tegenwoordigheid verheugen. Dat de
890 ÜM \NO::N HER iin. iiaiiten
legioenen der licl oulsleld en seliaamrond worden, en de bedienaars van S:Uaii zieli niet verstonlen u liij uwen doorlocltt te wederltouden. Dat Jezus-Christus, die zich gewa.U'digd heeft voor u te sterven, u van den eeuwigen dood bevrijde. Dat Jezus, de Zoon van den levenden God, u in het bezit, van zijn paradijs stelle, en dal hij, die de ware Herder is, u onder hei getal zijner schapen plaatse ; dat hij u al uwe zonden vergeve, en u, onder zijne uitverkorenen, aan zijne rechterhand stelle. Dal gij uwen Zaligmaker aanschijn aan aanschijn moogt aanschouwen, en dal gij, altoos het geluk zijner tegenwoordigheid genietende, met uwe zalige oogen de waarheid in al haren luister moogt zien, en gij eindelijk, in hel gezelschap der gelukzaligen aangenomen, gedurende de eeuwen der eeuwen, de zoetheid der Goddelijke aanschouwing moogt genieten. Amen.
OKIiKI».
Ontvang, IIquot;er, uwen dienaar (uwe dienares) in het verblijf der zaligheid, welk hij (zij) van uwe barndiar-tigheid verhoopt, a Amen.
Verlos, Heer,de ziel van uwen dienaaraiwedienares; van al de gevaren der hel, van al de stralïen, van al df. kwellingen, die hem (haar) kunnen bezwaren, fi. Am.
Vei los. Heer, de ziel van uwen dienaar (uwe dienares), gelijk gij Henoch en Elias van den aan alle men-schen gemeenen dood verlost lieol. tv. Anten.
Verlos, Heer, de ziel van uwen dienaar (uwe dienares), gelijk gij Xoe van den zondvloed verlost hebt ïi. Amen.
Verlos, Heer, de ziel van uwen dienaar (uwe dienares), gelijk gij Abraham uit hel I, nd der Clialdeërs getrokken hebt. li, Amen.
Verlos, Heer, de ziel \an uwen dienaar i.uwe die
van jkzi * r,N .11 vi:I\. SDI
nares), gelijk gij Jol) van zijn lijdon verlosl hebt.
Amen.
Verlos, Heer, de /.iel van uwen dienaar (uwe dienares), gelijk gij IsaaU uit de liandeu van zijnen vader Abraham, die hem ging slachtofferen, verlost hebt. e, il Amen.
Verlos, Heer, de ziel van uwen dienaar (uwe dienares), geliik gij Loth uit den brand van Sodoma verlost )- hebt. K.Amen.
Verlos, Heer, de ziel van uwen dienaar (uwe dienares), gelijk gij Mo/es uil de handen van Pharao, koning van Egypte, v.tIom hebt. R, Amen.
Verlos, Heer, de ziel va i uwen dienaar (uwe diena-i- res), gelijk gij Daniël uil een kuil der leeuwen verlost hebt. ft. Amen.
Verlos, Heer, de zie! va:i uwen dienaar (uwe dienares), gelijk gij de drie kinderen uit den brandenden oven en uit de handen van den onreehtvaardigen koning verlost hebt. ft. Amev.
Verlos. Heer, de ziel van uwen dienaar (uwe diena-iiet res), gelijk gij Susanna van de misdaad, waarvan zij ai'- oniechtvaardiglijk beschuldigd wierd, verlost hebl. ft. Amen.
es) Verlos, lieer, de ziel vat uwen dienaar (uwe diena-
de res),gelijk gij David uit de handen van den koning Saul Am. en van de woede van Golialh verlost hebl. ft. Amen. na- Verlos, lieer, de ziel van uwen dienaar (uwe diena-
■n- res), gelijk gij de 1111. Petrus en l'aulus uit de gevangenissen verlost hebl. ft. Amen.
na- En gelijk gij de heilige maagd I hecla, uwe Martela-
■bt. res, van drie verschrikkelijke pijnigingen verlost hebt,
verlos alzoo ook, bid ik u, Heer, de ziel van uwen die-na- naar (uwe dienares) en doe haar, met n, a! degoede-ge- ren des hemels genieten, ft Amen.
lie-
1
BEI.AKGO nru HU. IMHTKN
CKIiKI).
ij hevelen n. Heer, de ziel Tan uwen diertnnr (uwe dienares), en bidden u, Heer Jezus-Chrislus, Zaligmaker der wereld, niel le weigeren iiaar in liel gezelschap uwer Palriarken te stellen, vermits uwe harmliartig-heid u uit den hemel heeft doen nederdalen, om haar zalig te maken. Krken, Heer, uw schepsel, dat door geene vreemde goden, maar door u geschapen is, die de alleen levende en ware God zijt, omdat er geen andere God is dan gij, en er niets is dal met uwe werken kan vergeleken worden. Verblijd, Heer, zijne (hare) ziel door het geluk van uwe tegenwoordigheid, en gedenk niet aan zijne (hare) vorige ongereclitigheden en vervoeringen, waarin het geweld zijner (harerj hartstochten of de vurigheid zijner (barer) kwade begeerten nem (haar) geworpen hel,hen; want alhoewel hij (zij) gezondigd heeft, heeft hij (zij) eehterhet geloof in den gt;M(ler, in den Zoon en in den lieiligcn Geest niet veria-len, maar behouden, en de ijver voor God is in zijne (liare) ziel geprent gebleven, en hij (zij) heeft God, die alles geschapen heeft,getrouwelijk aangebeden. Amen.
GEBED.
W ij bidden u. Heer, de onw ■tendheid en de misslagen zijner (harerj jonkheid niet te gedenken, maar wees hem (haar) liever gedachtig, in 'het verblijf uwér heerNjkheid volgens uwe groote barnmartigheid. I)at de hemelen geopend worden om hem (haar) te ontvangen, en de Engelen zich over zi:ne (hare) zegepralende inliede verheugen. Ontvang, lieer, uwen dienaanuwe dieuares) in uw rijk. Dat de heilige Micliaël, die waardig is geweest de Prins van de hemelsehquot; heerschai-en te wezen, zijne (hare) ziel, bij liet verlaten van hel
van .1 k/.cs i.n maria. 8fgt;5
lichaam, onlvaii^c. Dal do lieiligo Kngolen Gods hern (haar) te gomool komen, on hom (haar) in hol homolsoh Joruzaiem goloidon. Dat do golukzaiigo Aposlol, do H. Polnis, wion (Jod do slcilcls van hot homolsch rijk goj^ovon hooft, hom (ha.'ir) ontvango. Dat do H. Apostel Paulas, van wion God ooi. nitvorkoron vat gemaakt hoort, hom (haar) bijsta. Dat do II. Joannes, de wolhe-ininde Apo-icl, wien do geheimenissen des hemels zijn gei penhanrd geworden, vooi' hem (h:i:ir) spreke. Dal. :i! de heilige Apostelen, aan welke Je/.us-Christus, onze Hoor, de macht heelt gegeven van te hinden en te ont-hinden, voor hom (haar) hidden. Dat al do heilige uit-verkorenen Gods, die op de/o wereld voor den naam van .leziis-Christns geledon lieiih n. voor hem (haar) sproken : opd;il hij (zij), v:ii de handen «les vleesches verlost, wnardig zij tol de heerlijkheid van het homolsch rijk te komen, dooi' de genade van onzen Hoer .lezus-Christns, die met den V nier en den II. Geest looft en heerscht in allo eeuwen der eeuwen, u. Amen.
Indien de doodstrijd lanednriK is, kan men t)ij deze gebeden voegen de litanie tot den al! Theiligsten Naam Jezus en die vat: dv' heilige M.iagd, ile/•.•\eii iJoefpsalmen, den II. Uozenkrans, enz.
aaiss tonus na iik i oviüir.i.iiui.n.
Heilige vi iendon Gods,:komJ zijne (hare) ziel te hulp, i'ngelen ties Hoeren, komt haar te gemoet. Ontvangt haar, en biedt h -ar don Allorhoogslo aan.
v. Dat .ie/.us-t'lii'isl ns, die n geroepen hoeft, u ontvango, en de Engelen n brengen in den school van Abraham: Ontvangt haar en bied' haar den Allei-hoogste aan.
v. Heer, geef haar de eeuwige rnsl, en doe over haar het licht schijnen, dal nooit uitg 'doofd wordt: biedt haar ('.en AMerhe.ogsle aan.
's'!i ni i IM;I N Igt;I mi. mahti:N
lii'ir, onlinm 11 on/.ci'. .lo/.tis-Clirisliis, nnlferni » onzer, lieer, onHerm u onzer. Onze Vudi'r, enz. y. En leid ons niet in bekoring;
u. Maar verlos ons van den kwade.
y. lieer, geef iiem (h;.:ar) de eeuwige nisf. a. I)a( uw eenwig licijl over hem (haar) schijne.
\, \ait de poorlen der hel.
k. Heer, l)i'liO( (l zijne (hare) ziel.
1. Dal hij (zij) in vrede rnsle.
K. Amen.
1 ■ llei'r, verhoor iniju gehi'd,
i l'.n nujii gü ep k'inie tol n.
I. VAT ngt;S IMMIM.'.X.
ij lievi len n. Heer, de ziel van uwen dienaar \. iinve dienares N i, (ipdal hij (zij), geslorven ',oor de wereld, in n leve, en hij (zij) van uwe goedheid en on-e iidig.' harnihaiiigheid lt;!.• vergiiirnis der lieleedigln-gen verwerve, wi'ike (Ie immselielijke zwakheid hm (h iai-/ heelI doen hedrèven. \\ ij hidden u hii rom, dolt;-.r onzen Hi : r ,lezns-lt;anistns. Amen.
i:IJ.A\(il*\ Hl.!; lill. IIAUTIiV l.l.j |ilt; ZiKLK.N IJKS VACKVITUS.
Hei is zeker dat er rcchlvaurdige zielen zijn, welke na hnnnen dood lijden moeten om dc overblijfselen liuuner zonden te hoeten. Er is oen vagevuur, waarin de zielen d-r o\ ei ledenen, die noirnict ten volle voot hunne zonden volil.i; n hebben, gezuiverd worden: do Kerkvergadering van Tronie leert deze Wiiarheid uitdrukkelijk, want de II. .Schrift zegt d;it het een heilif) en nul.iu /jeilackl is nnt roor ttcomrleileueii Ie bidden, opdat sij van tnmue zonden on slagen worden II Mach. 12, 46), en onze Goddelijke Zaligmaker leert ons in liel l.\angelie, dat er zonden zijn, die n teh hier. eoeli in het
andc er oi
te be He iets peur
maai die gt; of (l( slon Tert leve
nflia gen; hru uitd /
heil eig( dee den aan wel V
dan baa hel me ;iaii loo dei
pla
val vei glc vri
M-
VAN .If/' i : gt; M \ 151A . S05
ander leven zullen vergeven worden: gevolgelijk moeien rr ook zonden zijn, waarvai in het ander leven vergitTenis te bekomen is.
1)1' zielen des Vagevuurs, vermits zij onbekwaam zijn om iets voor zich zelvou te verdienen, zouden tot den lajitstcn penning moeten betalen, zoo God, in zijne oneindige b.ü m-hartigheid, ons niet toegelaten had haar te * hulp te komen; maar het lijdt geen twijfel dat de gebeden der geloovigen die zielen kunnen voordeelig zijn, m.'t haar of de ontslaging of de vermindering harer pijnen te bekomen, hit is eene bestendige i n oude overlevering in de Kerk, welke, volgens Tertullianus. tot de Apostelen opklimt, .l i. God heeft den levenden een zeer uitgestrekte ma- lit over de overledenen gegeven, eene macht /00 uitu-strekt zelfs, dat dezen eerder nfhankelijk schijnen van de aarde, dan van den hemel: volgens ons goeddunken kunnen wij on/.e voldoeningen gebruiken, en de druppelen van het di-Thaar bloed van Jezus uitdeelen, als ware 't het water eener foiit- in!
Zullen wij ongevoelig genoeg /.ijn aan de belangen der heilige Harten, wn'cd voor d;e /.i-'len, c.si vijand van ons eigen heil en voordcel, om nic t ruimschoots van die voor-deelen gebruik temaken? Alles van den kant van God,\an den kant van ons zeiven, van den kant dier zielen zet ons aan, om de verlossers te worden dier arme gevangenen, welke naar hunne vrijstelling /uchten.
Van den kant van God. Het is, eeniuer wijze, niet als tegen dank, dat hij die zielen straft, welke hem zoo lief, zoo dierbaar/ijn: de strengheid zijner rechtvaardigheid \ereiseht hel, maar zij hart is haar genegen, en min 'net gansche he-rnelsch hol ver'neugt hij zich dat men hem eene voldoening aanbiede, die zijne rechtvaardigheid verzoent en een vrijen loop geel'aan zijne barmhartiuin i 1. De Engelen en bijzonder de Uesi hermengelen N'-i-hlijden zich, wanneer zij de plaatsen zien vervullen, de tronen beklimmen, die door den val van Lucifer en van zijne lotgenooten waren ledig gebleven; de Heiligen be/iiten zich niet van geluk als zij hunne glorierijke scharen zien aangroi ien : de bloedverwanren en vrienden ontvangen haar met verrukking, en wenscl;:,n haar . »luk over hare roemrijke strijden; de heilige Maagd, als Moeder van Jezus, Moeder der barm'u rtiglieid, en Koningin
«wc
''!Mgt; l)UI! »11, IIAUTEN van het Vagevuur, voelt haar zoet Hart van geluk overvloeien, als zij die zoo teeder beminde zielen, welke verre tl! stl van haar zuchtten, in hare moederlijke armen ontvangt; rcl!' Jezus-Christus vergadert met liefde die niede-erfgenaniei' medl van het rijk zijns Vaders, welke zijn dierbaar bloed vrij- 'ii6sl kocht, en zijn Goddelijk Hart met weldaden overlaadde. De 'i01'1 Heilige Geest verheugt zich over den zegepraal zijner gaven veel en zijner ontelbare inspraken, en de eeuwige Vader ziet met ■ kind welbehagen de volmaaktheid zijner seiiepselen, weiken hij toe§ zooveel geduld en barmhartigheid toonde en die nu in alle (lengt; eenwen den Vader, den Zoon en den Heiligen Geest zullen loven en verheerlijken. wez( \ an ilen kant van ons zeiven: ons eigen welzijn moet ons 'Ü aanzetten om tie zielen des Vagevuurs te troosten. De gebe- d'e den, welken wij voor haar doen zijn God aangenaam, en zullen zijne gunslen over ons afroepen : Zalin zijn tie harm- 'quot;J havligen, omdat zij ook barmhartigheid zullen verwenen J1™8 Matth. .), 7). Als die zielen door onze hulp verlost worden 3')i en (h ii hemel binnen treden, met welken vliit en spoed zul- zcgt len zij ons hunne billijke dankbaarheid traehten te hetoonen; in 11 en welke genaden en gunsten zullen zij ons niet van God wat bekomen! Daarenboven, indien wij die zielen genesen zijn hah en Vier haar bidden, dan zal God loelaten dat men o„k ons cl0' eens genegen zij, en voor ons bidden, gelijk wij het voor PÜquot; anderen zullen gedaan hebben: men zal ons, eenigerwijze, zclf lenig geven, wat wij niet dan geleend zullen hebben, eii z00 men zal liet uns honderdvoudig terug geven. God laat de E liefdadigheid niet onbeloond; hij zelf met eiuene handen doe zal ze bekroonen : eene gansche eeuwigheid zal ar de prijs Zij en d(! vrucht van zijn in de glorie. voU
Van den kant van die zielen: het zijn geene zielen heiaden ''S11 met grmile misdaden, die zij niet beweend heblien; het zijn iquot; 1 integendeel getrouwe, uitverkorene zielen, die God In min- !i,p| quot;''quot; en er van bemind worden. Wal haar van God verwii- quot;rr
derd houdt, dat zijn niet dan kleine fouten, of ......igeliehte Z'JI
quot;verhlijlselen van zwaardere zonden, die zij voor haren dood kcr: |erloeid en beweend hebben. Ziedaar wat beletsel stelt aan den 'e verlotsmg, en wij kunnen dat bc letsel wegnemen ; zij mij staan als aan de deur van den hemel, e.i bet is in onze macht ste( van er haar den ingang van te openen, on baar in hel bezit dril
■
V V.N Ji;ZL'S KN MARIA. 8f{7
over-
. verre tostellen van dal onuilsprokelijk geluk; zullen wij weige-
rar.cf • ren van 'ïGt haar te \erschalTen? Maar hot zijn zielen, waar-
ïamei; mede wij de treffendste betrekkingen hebben en in de in-
vrij- nigste verbindingen staan. Kinderen, het is een vader, eene
Ie. J)(! moeder, die misschien thans niet lijdt dan om u voortijds te
gaven veelbemind te hebben. Vaders en moeders, het zijn uwe
•t met .kinderen, die voor fouten lijden, waarvan uwe el te groote
mi hij toegevendheid de oorzaak is geweest. Het zijn zie.'en, vrien-
n alio den, die u eertijds dierbaar waren, uwen troost, uwe toe-
'.ullen vlucht uitmaakten, en die thans verlangen dat gij de hare wezen zoudt. Het zijn zielen die lijden, en wel de schrik-
•tons kelijkste pijnen lijden. Buiten de eeuwigheid en de hoop,
,0j)(1. die haar ondersteunt en troost, zijn hare smarten niet ver-
, en schillig van die der verdoenden. De H. Gregorius zegt dat
a/v//- hij het vuur, waarin do zielen gezuiverd worden, onver-
enen draaglijker oordeelt dan al het lijden van dit leven (in ps.
/i'don 37); en de II. Augustinus bevestigt die waarheid, als hij
I zul- zegtgt; dat dit vuur zwaarder zal zijn dan al wat de mensch
)mln. in dit leven lijden kan, dan ülles, voegt de H. Thomas er bij,
q0(j wat van pijnen gevoeld, gezien of gedacht kan worden. Be-
i zijn halve de pijn van gevoelen, onderst.ian zij de pijn van scha-
i ons het derven van het Goddelijk aanschijn, wat nog de
voor pijn van gevoelen overtreft. Dat lijden is zoo groot als God
ijze, zc^: van gescheiden zijn, zegt de II. Augustinus, is
en zoo groote pijn, als God zelf groot is.
t de En die zielen zijn onbekwaam om iets voor zich zeiven te
uien doen. Zij lijden en zij kunnen hare smarten niet verzachten,
prijs Zij kunnen noch verdienen, zij zijn buiten den weg; noch voldoen \oor hare zonden, dit is te laat; noch do barmhar-
iden tigheid inroepen, het is de tijd der rechtvaardigheid. Ook
zijn ih hare onmacht, wenden zij zich tot ons, en verheffen hare
iiin- stemmen, klagend en smeekend, tot ons: Ontfermt u mij-
'■vij- ncr. ontferm' u mijner, yij, ten minste, die mijne vrienden
■lite z'Jt ■' duisteren wij naar dat gezucht, naar dat droevig ge-
ood kerm? Gloeiende zuchten en smeekingen stijgen onophou-
aan dend uil de vlammen des vagevuurs tot ons op: ontfermt u
zij mijnr •. ontfermt u mijne) ! O nujn God ! welk hart zou vcr-
icht steend, wcUe ziel ongevoelig genoeg wezen om aan zoo
vil dringende f-meel-ingen te wederstaan?
tgt;d8 bi;i.anü:.n ueu mi. hakten
Uoo nu /uil gij die lijdende zielen te hulp komen, en haar uit dien kerker des lijdens verlossen?
Door al de soorten van goede werken, die de godsvrucht gewettigd on bekrachtigd hoeft; door de geboden, door de aalmoezen, door bet vasten, en al wat met die groote werken in betrekking staat; maar vooral en boven alle andere dingen zal men die zielen verzachting verschaffen met voor haar het heilig en aanbiddelijk sacrificie der mis, dat bij uitstekendheid hot sacrificie is voor de levenden en de dooden, op te dragen of te doen opdragen: niets is zoo krachtig, niels zoo voordeelig, omdat er in onzen heiligen godsdienst niels zoo groot, niets zoo Goddelijk is als dit sacrificie. Ik voeg er nog de allaten bij, die tot hetzelfde einde kunnen toegepast worden : de Kerk vergunt er aan de geloovigen voor zich zeiven en voor de overledenen, met dit verschil dat zij aan de levenden dezelve vergunt bij wijze van vergevingen aan de overledenen bij wijze van voorbidding. Niettemin zijn ze voor de ecnen cn voor de anderen even krachtdadig, omdat de toepassing der aflaten altoos voor allen de toepassing is van de verdiensten en vanhetbloedvanJezus-Christus zelf.
O! een dag van toorn zal 'l heeteu ,
Wie beschrijft den schrik der volken, Wen de Alwetende op de wolken,
De bazuin stuurt bare tonen Tol hen, die het graf bewonen,
Als hel schepsel zal verrijzen Om le rek'nen met Gods Zoon,
Aan het schuldboek, opgeslagen,
Zal hij 't blijk der rechtheid vragen Van het vonnis dal hij spreekt.
va.n .mauia. 899
Voor dien Rechter, onverbeden,
Zal, wat schuilt. Ie voorschijn lieden,
Daar hij alle m'sdaau wreekt.
Wee dan mij, met al mijn zonden!
Waar een toeverlaat gevonden,
Aan de deugd nauw toegezeid?
Vorst, wien macht en vrees omgorden. Slechts door n kan 'k zalig worden.
Red mij, Bron van zaligheid.
Goede Jezus, wil gedenken,
I)at ge uw leven mij kwaamt schenken;
Doem mij niet, spreek mij dan vrij!
Zaat gij moe mij zoekend, neder;
Kocht gij mij op 'i u nishdiil weder:
Dat uw dood mijn even zij!
Rechter, in uw wraak rechtvaardig.
Maak mij uwe onU'n-ming waardig,
Eer 't die dag van gramscliap is.
'k Voel mij plichlig en bevangen,
'tRood der schaamte kleurt mijn wangen, 'k Smeek u. Heer, vergiffenis!
Gij vergaaft Maria's zonden,
Hebi den moordenaar ontbonden.
Stort nok mij hoop in 't gemoed.
'k Weet, onwaardig zijn mijn beden;
Maar uw goedheid gun' mi j heden ;
Dat 'k niet eeuwig branden moet.
Stel mij aan uw rechter zijde.
Waar 'k den kant der bokken mijde.
Bij uw schapen tellen moog.
Als gij de vermaledijden Tot het eeuwig vuur zult wijden.
Roep mij dan met u omhoog.
'k Val ter aarde, ik bid u smeekend.
Met een hart van droefheid brekend.
Trek u toch mijn uiterste aan.
900 BELANGEN DEP, Mil. HARTEN
quot;t Zal opn dag van droefheid wezen, Als demensch uit 'l stof'verrezen,
Vlichlig voor zijn God zal staan.
Hoed mij, zondaar, voor die f mar te!
'k lüd erom uw lieldrijk Harte,
Lieve Jezus, dien ik min !
Geef ook rust aan de overleden,
Kort hun lijden om ons beden.
Leid hen dra den hemd in.
Amen.
GEHED OM DE ZIELEN DES VAGEVDURS AAN HET AANBIDDELIJK HART VAN JEZUS AAN TE BEVELEN.
O God aller vertroosting! God, Verlosser en Zaligmaker, oorsprong en einde van het geloof, laat u bewegen door het droevig lot dier zielen: zij zijn de prijs van uw dierbaar bloed. Open haar uw Hart, aanhoor hare smeekingen, en verleen haar, met de kwijtschelding Barer pijnen, het geluk van u in den hemel te gaan loven en verheerlijken. Laai u raken in aanzien der getrouwheid, waarmede zij u gedurende haar leven gediend hebben, en vergeet de fouten, welke de men-schelijke zwakheid haar heeft doen bedrijven. Trek haar uil die plaats van tormenten en duisternissen, om ze het verblijf des lichts en des vredes binnen le leiden. Verhoor, o aanbiddelijk Hart! de nederige bede, welke ik u doe, en vergun die genade aan al degenen, voor wie ik meer verplicht ben le bidden. Hemelsche Vader, ik vraag ze u door het Hart en de verdiensten van hem, die zich belast heeft met voor ons allen le voldoen, en die met u leeft en hcerscht in alle eeuwen der eeuwen. Amen.
VAN JEZUS EN MARIA.
GEIIED OM DE Y0011B1DDING VAN MARIA VOOR DE GELOOV1GE ZIELEN TE VRAGEN.
O Moeder der barmhartigheid, heilige Maagd Maria! bewogen op het gedachl, dat zoovele zielen, verre van u en van uwen Goddelijken Zoon, in de pijnigende vlammen des Vagevuurs de fouten boeten, die de men-schelijke zwakheid haar in dit leven deed bedrijven, durf ik mij heden lot uw liefderijk Hart wenden, om voor haar uwe alvermogende voorbidding aftesniee-ken. Gij zijl de Koningin van het Vagevuur, en de zielen, welke er zich bevinden, hooren u toe: uit de diepten hebben zij hare stem lot u verheven, uw medelijden ingeroepen; verhoor, o Maria, hare dringende smeekingen, en gebruik uwe machtige voorspraak bij uwen lieven Zoon. opdat de verdiensten van zijn heilig Lijden en bitleren Dood, als een verfrisschende dauw op haar nederkomeu, en zij, weidra verlost zijnde, uw moederlijk Hart loven en danken in eeuwigheid. Amen.
OFFEIiANDE VAN HET LIJDEN DES ZALIGMAKERS VOOR DE OVERLEDENEN.
Hemelsche Vader, werp van uwen verheven troon een genadigen blik op de arme zielen, die in het Vagevuur opgesloten liggen, zie de pijnen en de tormenten die zij ondergaan; geel'acht op hare zuchten en op de tranen, welke hare oogen, tot u verheven, storten; aanhoor de gebeden en Je sineekingen, waarmede zij uwe barmharligheid verzoeken ; wees haar genadig en vergeef haarde zonden, die zij bedreven hebben. Herinner u, o teedere Vader, de smarten, die uw Goddelijke Zoon voor haar leed, den overvloed van bloed, dat bij voor haar stortte, den zoo bitteren dood, welken hij voor haar onderging, en toon haar uwe harm-
901
902 BELAXCCK DER Htl. HARTEN
hartigheid. Voor al de zonden, die zij ooit bedreven ove
hebben, olicr ik nop het allerheiligste leven en al de har
daden van nwen welbeminden Zoon; voor al hare na- (
latighedcn, otïer ik u op zijne vurige verlangens; voor die
al het goed dat zij verzuimden den overvloed zijner ziji
verdiensten; voor de beleedigingen, die zij u hebben zij
aangedaan, al wat Jezus u aangenaam heeft opgedra- bel
gen. Eindelijk voor al de pijnen,'die zij verdiend heb- vo(
ben, bied ik u aan al de voldoeningen, liet vasten, het sle
waken, de gebeden, den arheid, de benauwdheden, de gei
wouden, het lijden en den dood van Jezus, al wat hij He
in de volmaaktste onschuld en met de heiligste drilt wr
heeft geleden, en ik smeek u van het ter verzoening be
te aanvaarden, en aldus die zielen, welke gij bemint, nu
de eeuwige vreugden des hemels binnen te leiden. Ar
VANUMKI'IM, VAN DE H. ÖUIEVULDIGIIKID VOOR DE ZIELEN 1 DES VAGEVBLRS.
God van goedheid , Vader der barmhartigheden ,
wanneer de II. Petrus met boeien overladen was, na- m
men de geloovigen hunnen toevlucht tot het gebed; w
zij vastten en deelden overvloedige aalmoezen uit, en bt
aanstonds hebt gij eeneu engel gezonden om zijne ke- g(
tenen te breken en de poorten van zijn gevang te v;
openen. Luister beden ook naar de gebeden der Kerk, 'ij en zend uwen engel naar de zielen voor dewelke wij u
bidden, opdat, de poorten var, baar gevang open P:
gaande, zij gelukkig in den schoot uwer barmhartig- 61
Gelijk de drie kinderen in den brandenden oven V:
eene zachte verfrissching vonden , maak , o Zoon d Gods! o Zaligmaker der wereld! dat de zielen die in de vlammen zuchten, eeneu bemelscben dauw ontvangen. Uw kostbaar bloed alleen, goede Jezus, kan de vlammen des vagevuurs uildooven; laai hetzelve
VAN JF.ÏUS EN MARIA. 903
'ven ovit dip arme zielen vloeien, verleen haar uwe !)lt;11'IH-
! de hartigheid.
na- Geest van liefde, besahouw de wreede pijnen, welke
-oor die zielen uilslaan, die mei de zuiverste liefde vervuld
iner zijn; zij verheffen zicri onophoudend tot haren God,
hen zij roepen in hare benauwheden uit; Ik heb dorst, ik
Ira- heb dorst naar mijnen God! en noglans mogen zij het
eb- voorwerp luinner liefde niet bezitten, noch den min-
lii'l slen druppel ontvangen van dien stroom der zuivere
, de genoegten, die in de harten der uitverkorenen des
hij Heeren vloeit. Heilige Geest, maak dal, nadat zij de
rilt wreedste pijnen uit liefde voor hunnen God uilgeslaan
ing hebben, die arme zielen zoo haast mogelijk de ver-
int, maken mogen genieten der gelukzalige eeuwigheid. Amen.
GEBED AAN DEN H. JOSEPH, VOOR EENE ZIF.I. IN HET VAGEVUUR.
,n Groote heilige Joseph, die Jezus zoo teederlijk be-
]aI mindet en zoo levendiglijk do berooving zijner tegen-
.(j- woordigheid gevoeldet, gedurende den tijd dat gij in
en het voorgeborcht der hel overbracht, ik beveel u drin-
ce- gend de ziel aan van N..., die misschien heden in het
tp vagevuur lijdt. Wees haar vertrooster in die plaats van
rk, lijden en uitboeting, gelief haar de godvruchtige ge-
j u beden der gploovigen en voornamelijk de mijne toe te
en passen; wees gij hare voorspreker bij Jezus en Maria,
g_ en maak, door uwe gebeden, dat zij verlost van de banden die haar nog gevangen houden, naar den schoot
en van God vliege, om eeuwig verzadigd te worden aan
on den stroom van genoegten dien hij over zijne uitverko-
jn renen vlieten doet. Amen.
it-un ve
RFI.ANT.KN KER HH. HARTEN
UERER TOT ALLE HEILIGEN VOOR DE ZIELEN DES VAGEVUl'RS.
O gij, uitverkorene vrienden Gods, die tot het ge-wensciit einde zijl gekomen, en met Jezus-Christus in de opperste glorie u verheugt, komt de overledenan te hulp, waarvoor ik uwe gebeden verzoek; verkrijgt haar hij God, wiens Vrienden gij zijt, dat zij tot uw gezelschap in den hemel haast mogen opgenomen worden, Amen.
LITANIE
VOOR DE ZIELEN IN HET VAGEVUUR.
Heer, ontferm u onzer.
Jezus-Christus, ontferm u onzer.
Heer, ontferm u onzer.
Jezus-Christus, hoor ons.
Jezus-Christus, verhoor ons.
God, hemelsche Vader, ontferm u over de lijdende zielen.
God, Zoon, Verlosser der wereld, ontferm u over de lijdende zielen.
God, heilige Geest, ontferm u over de lijdende zielen. Heilige Drievuldigheid, één God, ontferm tt over de lij-
dende zielen.
II. Maria, hid voorde lijdende zielen.
11. Moeder Gods, bid voor de lijdende zielen.
II. Maagd der maagden, hid voor de lijdende zielen. II. Mich-.iël, bid voorde lijdende zielen.
Alle heilige Engelen en Aartsengelen, bidt voor de lijdende zielen.
Al de koren der gelukzalige Geesten, bidt voorde lijdende zielen.
il. Joannes de Dooper, bid voor de lijdende zielen.
VAN JEZUS EN MARIA.
H. Joseph, bill vnor do lijdende zielen.
Alle heilige Patriarken en Profeten, H. Petrus,
11. Paulus,
' ^e~ H. Joannes,
ls U1 Alle heilige Apostelen en Evangelisten, ■nan (|# stephanus,
'quot;'js1 H. Laurentius,
uw Alle heilige Martelaren,
'Vor- f[ Gregorius,
H. Ambrosius,
H. Augustinus,
H. Hieronymus,
Alle heilige Bisschoppen en Belijders,
Alle heilige Leeraars,
Alle heilige Priesters en Li vleten.
Alle heilige Monniken en Eremieten, H. Maria Magdalena,
H. Catharina,
H. Barbara,
7je_ Alle heilige Maagden en Weduwen,
Alle Heiligen Gods,
e Mi- Wees genadig, spaar haar. Heer.
Wees genadig, verhoor ons, Heer.
Van alle kwaad, verlos haai', Heer. ^ Van uwe gramschap.
Van de strengheid uwer rechtvaardigheid, Van den knagenden worm des gewetens. Van de schrikkelijke duisternissen, n Van haar geween en gejammer.
Door uwe mensehwording.
Door uwe heilige geboorte,
Door uwen allerzoetsten Naam, j... Door uw heilig doopsel en vasten,
Door uwe diepe ootmoedigheid,
Door uwe groote gehoorzaamheid.
OOfi nn.anren nr.r iih. harten
Door uwe oneindige liefde, verlos haar, Heer.
Door uwe doodsangsten en smarten,
Dnor u .v bloedig zweet,
Door uwe allerheiligste wonden, pquot;
Door uw kruis en bitter lijden,
Door uwe heilige verrijzenis, s
Door uwe wonderbare hemelvaart, d
Door de nederdaling van den heiligen Geest den ?
Vertrooster,
In den dag des oordeels,
Wij zondaren, wij bidden u, verhoor ons.
Gij, die de zondaresse vergiffenis geschonken en
den goeden moordenaar verhoord hebt.
Gij, die door genade zalig maakt.
Gij, die de sleutels van dood en hel hebt.
Dat het u believe al de overlede; e geloovigen van ïr hunne pijnen te verlossen, °
Dat het u believe aan allen genade te schenken, en ~-hen uil hunne smarten te verlossen, 2
Dui hel u believe quot;hunne verlangens te vervullen, quot; Dal het u believe hen onder het getal uwer uitverkorenen te ontvangen,
Koning van ontzaglijke Majesteit,
Zoon Gods,
Lam Gods, dal wegneemt de zonden der wereld, geef' haar de rust.
Lam Gods, dal wegneemt de zonden der wereld, geef haar de rnst.
van jezus en maiua. 907
Lnm Gods, ilat wpgneomt de zonden der wereld, geef
haar de eemvigr rust.
Jezus-Cliristus, hoor ons.
a' Jezus Christus, verhoor ons.
§■ Heer, ontferm u onzer.
c- .lezus-Christus, ontferm u onzer.
S Heer, ontferm u onzer.
Onze Vader, enz.
g jr. Van dr poorten der hel,
^ fi. Verlos, Heer, hunne zielen.
gt; . Dat zij rusten in vrede.
is, Amen.
y. Heer, verhoor mijn gebed.
fi. En mijn geroep kome tot u.
gered voor vadkr en moeder.
^ O God! die ons een uitdrukkelijk gebod gegeven ^ helit van vader en moeder te eeren! ontferm u, vols' gens uwe goedertierenheid, over de ziel van mijnen £; vader en mijne moeder: verleen hun de vergiftenis a i hunner zonden, en verleen mij de genade van hen in 5 | de vreugd uwer eeuwige klaarheid te mogen aanschou-^ | wen, door onzen Hoer .lezus-Christus, enz.
voor vri::nden en weldoeners.
O God! die aan de zondaren vergeving schenkt, en de zaligheid der mensehen heniint, wij smeeken uwe goedheid, aan allen, die, door eenen bijzonderen band van vereeniging, onze broeders zijn, aan onze nabestaanden en weldoeners, die uit deze wereld zijn gescheiden, te vergunnen, dat zij geholpen door de voorspraak van de gelukzalige Maii i, altijd Maagd, en van alle heiligen, met hun toegelaten worden tot de deelneming in de eeuwige gelukzaligheid, door onzen Heer Jezus-Ghristus, enz.
BELANGEN lgt;KR F1H. HARTEN
VOOR ALLE OVERLEDENE CHRISTENEN,
O God ! Schepper en Verlosser van alle geloovigen, verleen aan de zielen van uwe dienaars en dienaressen de vergiffenis van al hunne zonden, opdat /.ij, door de ootmoedige gebeden uwer Kerk de ontslaging verwerven, welke zij altoos van uwe barmliartiglieid verhoopt hebben, gij die, God zijnde, leeft en heerscht in alle eeuwen der eeuwen. Amen.
v. Heer, geef hun de eeuwige rust,
iï. En liet eeuwig licht verschijne hun.
y. Dat zij in vrede rusten.
fi. Amen.
L)E PSALM l)E PROFÜNDIS,
EENE UUR NA 'T BEGIN VAN DKN NACHT.
100 Dagen aflaat zoo dikwijls iemand des avonds op het kleppen der klok nederknielt en voor de zielen des vage-vuurs zal lezen den psalm Deprofundis, een Onze Vader en Wees gegroet en het vers Hequiem celernam, etc.; en volle aflaat eens in het jaar op welken dag men wil, als men alle avonden gedurende een jaar dit gebed gedaan heeft (verleend voor altijd door ClemensXII den liAugustus I7:!ö).
In de plaatsen waar men des avonds voorde overledenen niet luidt, verdient men deze aflaten als men tegen den nacht dit zelfde bidt: en zij die het Profumlh niet kennen, volstaan met het Onze Vader, hot Wees gegroet en het vers Hequiem te bidden (verklaring door Clemens Ml, den 12 December 1730 en van Pius VI den 18 Maart 1781).
Uit de dieple mijner ellenden heb ik tol u geroepen, Heer, Heer ! verhoor mijne stem.
Laat toch uwe ooren luisteren naar de stem mijner smeekingen.
Indien gij. Heer, de ongerechtigheden gadeslaat, Heer, wie zal beslaan ?
908
van jezl's en maria.
Omdat er bij u genade is; en om uwe wet heb ik, n. o Heer, langmoediglijk afgewacht.
Mijne ziel heeft op zijn woord algewacht: mijne ziel
heeft op den Heer gehoopt.
Dat Israël op lt;leii lieer hope, van den morgenstond
lot den nacht loc.
Want hij den Heer is barmhartigheid, en bij hem is
overvloedige verlossing.
Kn hij zal Israël verlossen uit al zijne ongerechtigheden.
v. Heer, geef hun de eeuwige rust,
ft. En het eeuwig licht verschijne hun.
v. Dat zij in vrede rusten.
ft. Amen.
Vijf onze vaders en vij'f wees gegroeten, met het vers: te ergo qii.-esümcs.
Plus VU (7 Febr. 1817) verleende 300 dagen aflaat san alle christenen, die, met leedwezen cn godsvrucht het bitter lijden onzes lleeren Jczus-Christus beschouwende, vijf Vaders cn vijf Wees gegroeten met het vers als volgt, «uilen bidden voor de rust der geloovige zielen; en eenen vollen aflaat op den dag naar verkiezing, voor al wie deze god-vruchtige oefening eene maand lang, dagelijks zal onder-houden hebben, mits biechten, communieeeren, bidden tot de gewone einden en voor de eeuwige rust der overledenen.
v. ü dan bidden wij. kom uwo dienaren te hulp, die gij door uw kostbaar bloed hebt vrijgekochl.
Heer, geef hun de eeuwige rust, en bet eeuwig licht verschijne bun.
hki,a.\(;kk deb iih. harte»
opoffering van alle voldoe.mngswerken* en voor-
biddingen, ten voordeele der geloovige zielen.
Dezeheklhaflige liefdedaad,ten profijte van de zielen des Vagevuurs, beslaat in de vrijwillige opoffering, welke de geloovige doet van al zijne werken van voldoening, gedurende het leven, en van al de voorbiddingen, waarvan hij het voorwerp kan worden na den dood.
Deze stelt hij in de handen van de allerheiligste Maagd, om aan die heiiige zielen uitgedeeld te worden, welke zij uit de pijnen des Vagevuurs verlossen wil. .
Hij zal ook verklaren dat, door deze offerande, hij niets anders aan die zielen afstaat, dan de bijzondere en persoonlijke vrucht dier werken en voorbiddingen; zoodat de priesters geenszins daardoor belet zi jn van liet heilig Misoffer op te dragen tot de intentie van die, welke het hun verzoeken.
Deze heldhaftige liefdedaad werd door Pater D, Gaspard Oliden, Theatijn, ingesteld, en op zijn verzoek met eene menigte aflaten verrijkt door decreet van 23 Aug. 1728 van den Paus Benedictns XIII.
Deze aflaten werden later door Pius VI bevestigd (12 December 1788;, en eindelijk door den heiligen Vader Pius IX in bet bijzonder opgegeven. Zij zijn de volgende :
I. De priesters, welke deze oflennde zullen gedaan hebben, kunnen het persoonlijk bevoorrecht altaar genieten al de dagen van het jaar.
II. Al de geloovigen, die eveneens deze opdracht zullen gedaan hebben, kunnen den vollen aflaat winnen, alleen toevoeglijk aan de geloovige zielen, op welken dag van het jaar zij te communie gaan, ver-
VAN JKZI S li.N .MARIA. 911
mits zij eone kerk of' openbare bidplaats bezoeken en er eenigen tijd bidden volgens de intentie van Zijne Heiligheid.
Til. Insgelijks zullen zij een vollen aflaat winnen alle maandagen van het jaar met de Mis te hooren tot lafenis der geloovige zielen, op voorwaarde dat zij. als boven, eene kerk bezoeken en bidden.
IV. Al de vergunde en nog te vergunnen allaten zijn voor hen toevoegiijk aan de zielen des Vagevuurs.
V. Bij decreet van 20 .November 1831, verklaarde Zijne Heiligheid Pius IX, 1° dat, voor de geloovigen wien het onmogelijk is van'sMaandags de H. Mis te hooren, die van's Zondags genoegzaam is; 2° dat de bisschoppen aan do biechtvaders de macht kunnen geven van de werken te veranderen ten voordeele van de geloovigen, die nog niet communiceeren of er van belet zijn.
Die opdracht, welke ook belofte somtijds genoemd wordt, verplicht niet op zonde, en eene akte van den wil, waardoor men wezenlijk die opdracht doei, is genoegzaam om de boven gemelde aflaten te verdienen.
V.'io zich niets voorbehoudt, 'tzij van de verdienste zijner boetvaardigheid, 'tzij van de aflaten die hij wint, maar alles voor de geloovige zielen, dio heilige bruiden van Jezus-Christus, opdraagt, zal niet met ledige handen voor God verschijnen, maar onberekenbare schatten voor de eeuwigheid vergaderen.
Het eerste voordeel dier godsvrucht, zegt een geleerde schrijver (I), is de vermeerdering van onze verdiensten; want van de drie boedanigheden, welke de goede werken der rechtvaardigen kenmerken, te weten do verdienste, de verkrijging en de voldoening, de belangrijkste is de verdienste, Deze immers maakt ons aangenamer aan God, doet
(!) Faiier-, Alles vccb Jezvs.
UKLANGI.N DKH HK. IIAHTI N ons meerderen voortgang «loon in zijne liolde, on, met ons prootoreoii grooteregenaden te verwerven,bereidt ons oenen hoogeron graad van glorie. liet lijdt dus goen twijfel, dat, indion iemand al de voldoeningen, uit zijne goede werken voortspruitende, in verdiensten kon verandoron, hij er oen groot voordooi zoude in vindon; want de glorie dor goluk-zaligon is zonder vergelijking eon grootor good, dan do pijnon dor goloovige zielen oen groot kwaad zijn; waaruit volgt dat do titel tot oono grootere glorie eene betere zaak is dan hot recht tot mindere strafTon. Hij dan die de voldoening zijner goede werken, on zijne aflaten voor de zielen dos vagevuurs opdraagt, verandert zijne voldoening in ver-dionste. J)io liefdedaad bevat bovendien oono grooto deugd, welke hot eeuwig leven aan hem zal vorschafï'on, dio zo oefent, wat de voldoening niet kan, tenzij ze in verdienste vorandord wordt. Dit is oen punt dat al onze aandacht verdient, want boven deze waarheid, dat do glorie oen grootor good is dan het vagevuur een groot kwaad, mogen wij niet uit het oog verliezen dat eene vermeerdering van glorie iets eeuwigs is, terwijl de pijnen van hot vagevuur en hot vagevuur zelf niet dan tijdelijk zijn; het verschil van het een tot het ander is dus onoindig. Het genot dor eeuwige goederen, zelfs in don geringsten graad mogelijk, zou voor oenen kleinen prijs gekocht zijn door hot lijden dor grootste tijdelijke rampen. Voegen wij er bij dat wij altoos doen moesten wat God hot meest behaagt, mot in alles niet ons eigen belang, maaralleen zijn welbehagen te zooken. God behagen is een grootor goed, dan do wreedste smarten vermijden, en een monsch, dio zich zolven zijne voldoeningen en aflaten toevoegt, zoekt alleen strafïon to ontvlieden, tor-wijl hij, die alios voor de zielen dos vagevuurs opdraagt, zich uit dien hoofdoaan God bohagelijkor maakt door do spitsvondigheid dor liefde, welke hom die heldhaftige oefening van barmhartigheid en liefdadigheid voorschrijft, waartoe hij niet gehouden was en die hij vrijelijk hooft gedaan.
TdKPASSIW; DKH AFLATI iV AAN DK /JtLKIS' DES VAGEVUURS.
De aflaloii zijn nog een koslbaar middel om onze lijdende broeders uit do vlammen van liet vagevuur te
VAN JEZUS TN M \\{\\
verlossen, en ze in hel blijde gezelschap der gelukzaligen binnen le leiden. Opdat ieder zijn bost doe om dit zoo gemakkelijk middel te gebruiken en aldus de belangen der heilige Harten bij de zielen des vage-vuurs te bevorderen, laten wij hier eene korte onderrichting volgen over de aflaten.
De aflaat is ae kwijtschelding, niet van de zonde, maar van de tijdelijke straf, en dit is de macht, welke de Katholieke Kerk van Jezus-Christus ontvangen heeft, om die te vergunnen aan den zondaar, welke door eene oprechte boetvaardigheid, de kwijtschelding tU-r eeuwige straf bekomen heeft.
Deailaatisaan zekere godvruchtige werken gehecht, door de Kerk voorgeschreven, en verricht met het gevoel van een waar leedwezen.
ER ZIJN VOLLE EN GEDEELTELIJKE AFLATEN.
De volle aflaat, zoo hij in zijne geheele uitgestrektheid verdienden toegevoegd wierd, zou al de straf uitwisschen, verschuldigd aan de zonden, welke men tot op dat oogenbük bedreven heeft, zoodat, indien men, onmiddeüjk na Jenzel-ven verdiend te hebben, kwame te sterven, men recht naar den hemel zou gaan. Maar het is onmogelijk te weten, wanneer hij in die volmaaktheid gewonnen wordt, hetgeen zeer zeldzaam is. en afhangt van de grootte des berouws van den zondaar en van zijne liefde tot God. Waaruit volgt, dat men moet trachten deze soort van aflaten dikwijls te verdienen, om zijne schulden jegens G^d, zoo veel mogelijk, te verminderen.
De gedeeltelijhe aflaat is die, welke maar een gedeelte, min of meer groot der tijdelijke straf, aan de zonde verschuldigd, kwijtscheldt, bij voorbeeld 40 dagen, 100 dagen, 7 jaren, 10 jaren, enz.
Wanneer de Paus een bepaald getal dagen, weken of jart'n aflaat verleent, dan wil hij daarmede de pijnen des vage-vuurs niet juist zoo veel dagen of Jaren verminderen. Zijne meening is, van dit deel der straf, waaraan men plichtigis door de zonde, te vergeven, hetgeen men eertijds zou ver-
38
014 BEI.ANGKX DER IIH. HARTKN
diend hebben door /00 vele jaren of dagen openbare boet-pleging, die alstoen inde Kerk in gebruik was, indien men deze getrouw en met een oprecht berouw, gedurende zoo veel tijd, had volbracht. Wij weten de maat der verminderingen van de straf niet.
Hij, die na zijne bekeering levendig doordrongen is van de strengheden der Goddelijke rechtvaardigheid, en van de oneindige schulden, welke hij jegens haar gemaakt heeft, dikwijls door zonden vermenigvuldigd, zooals de Profeet zegt, boven hel getal der haren van zijn hoofd, zal trachten aan God dagelijks eenige schatting van voldoening op te ollbren, ten einde het geheel der schulden te verminderen, welke hij heeft aangegaan, zoo hij die allen niet kan uitwisschen. Laten wij dan dikwijls gebeden lezen, dikwijls goede werken oefenen, waaraan volle of gedeeltelijke aflaten gehecht zijn.
Om eenen, hetzij vollen of gedeeltelijken, allaat te verdienen, moet men altijd in staat van genade zijn; dit is de eerste voorwaarde.
Men moet daarna, ten minste, dealgemoene meening hebben van dien te verdienen. Alzoo wekt men de geloovigen dringend op, van eiken morgen deze algemeene meening te vernieuwen, van al de aflaten te verdienen, die kunnen gehecht •zijn aan de gebeden, welke zij zullen lezen of aan de goede werken welke zij, gedurende den dag, oefenen zullen.
Om eenen vollen aflaat te verdienen, vordert de paus gewoonlijk, behalve de meening en den staat van genade, eene goede biecht en eenc heilige communie. Zij die gewoon zijn alle weken te biecht te gaan, kunnen nogtans al de aflaten verdienen die gedurende die acht dagen voorkomen, zich bepalende bij de heilige communie, zonder de biecht (I,; behalve nogtans den aflaat van den gewonen en buitengewonen Jubilé, waartoe de bi?cht volstrekt noodzakelijk is (Clemens Xlll, Indult van 0 December 17M). Een besluit van de Vergadering der aflaten, goedgekeurd door Pius VII, den 12 Juni 1822, laat toe to de communie te naderen daags vóór het feest, waarop d( aflaat verdiend moet
(1) Volgens eene breve van den 21 Augustus 1874 wordt, door Pius IX, dit voorrecht, voor twee jaren, uitgestrekt tot ai do geloovigen vau bet bisdom Luik, die gewoon zijn alle veertien dagen te biecht tü guau.
VAN .I'C/l S I'N MARIA. ASS
worden, en tot de biecht onder de acht dagen vóór gezegd feest, daar waar uit gebrek van biechtvaders de geloovigen dit Sacrament niet dikwijls kunnen ontvangen.
De biechtvaders vinden het niet altoos voordeelig de ab-solutiealle acht dagen te geven aan de godvruchtige personen, die in staat van genade zijn, en alz.oo de gewoonte hebben van dikwijls te biechten; deze biecht nogtans, alhoewel zij niet van de absolutie vergezeld gaat, is toereikend, om aan do voorgeschrevene voorwaarden van te biechten en te communiceeren te voldoen.
Ue pausen zijn gewoon in de vergunningen van volle aflaten de voorwaarde te stellen, dat men godvruchtig moet bidden: dikwijls bepalen zij de eimlen, waartoe dit gebed moet gedaan worden: en alsdan moet men zich die einden voorstellen: het is gewooalijk de een lratht der chris:ene printen, de zeyepraal vun onze Moeder de II. kerk, de uit-roeiing der scheuringen en der kellerijen, en Je behoudenis can den paus. Indien zij aldus niet bepaald zijn, zal men voldoen mei zich, in zijn gebed, de meening voor te stellen van die den aflaat vergund heeft. Zoo er in de vergunning van den aflaat bepaald is, dat men eene bijzondere kerk moet bezoeken en aldaar bidden, dan moet men onnalatelijk deze voorwaarde vervullen. Er zijn geene bijzondere gebeden aangewezen; zij zijn in de verkiezing van hem, die den aflaat wil verdienen; alleenlijk moet bij die tot de voorzegde meeningen lezen. Vijf Onze Vaders en vijf Wee» ijegrnelen worden gemeenlijk beschouwd als voldoende om de ver-eischte voorwaarde te volbrengen.
Men kan somtijds eenen vollen aflaat verdienen, zonder tot de heilige communie te naderen, bij voorbeeld, in hetuur des doods, wan neer men de heilige Teerspijs niet kan ontvangen: ook wanneer men de station doet van den Kruisweg, omdat noch de biecht, noch de communie voorgeschreven zijn, om de volle aflaten te verdiener,, die hieraan vast zijn.
Krachtens de vergunning door den paus gedaan, kan de geloovige, die de voorwaarden volbrengt, welke vereischt worden om den aflaat te verdienen, aan God genoegzame voldoeningen, voor de zielen m het vagevuur, opdragen, geput uit den oneindigen schat der Kerk, hem smeekende daarop, in zijne barmhartigheid, acht te geven, en aan de
flf! liKLANGEN DER HU. ïfARTEN
ziel, welke hij hem aanbeveelt, de straf, aan hare zonden verschuldigd, kwijt te schelden.
Maar, in de veronderstelling zelfs, dat degeloovige, door de voortreffelijkheid zijner gesteltenis, den allaat in zijne geheele volheid verdiend heeft, weten wij niet tot hoe verre God zich gewaardigt hiervan de toevoeging te doen voor do ziel in het vagevuur behouden: dit is dan eene beweegreden voor de levenden, nooit op te houden voor de overledenen te bidden; en het is eene oefening van liefde, dieüod zeer aangenaam is, dikwijls voor hen aflaten trachten te verdienen. De aflaten zijn maar alleenlijk toepasselijk aan de geloovige zielen, als die gunst in de breve van vergunning is toegestaan.
dat te Rome geleden wordt voor de bedoeling van den paus en van de Kerk, op de communie dagen, op welke men het voornemen heeft eenen vollen aflaat te verdienen.
Mijn Heer Jezus, doordrongen van de hevigste droef-heid op liet gezicht mijner zonden, bied ik u mijne zwakke en ootmoedige gebeden aan, te uwer eer en verheerlijking, en tot voordeel uwer Kerk. Heilig die en geel' er, door uwe genade, eenige waarde aan.
Ik wensch mij geheel !e schikken naar de godvruchtige meening van den Uoomsehen paus, die dezen aflaat lot voordeel der geloovigen vergund heeft. Steunende op uwe oneindige goedheid, durf ik u sineeken van uwe Kerk te doen zegepralen over al hare vijanden, de ketterij van de aarde uit ts roeien, eenen bestendigen vrede en eene ware eendracht (usschen de christene prinsen te vestigen, opdat vorsten en onderdanen u allen dienen met zuiverheid des harten, wederzijdsche lieide en gelijkvormigheid van heilige begeerten.
Vervul ook onzen allerheiligsten Vader, den Paus, met uwen geest, bescherm hem tegen alle soorten van hinderlagen, en behoud hem. Gewaardig u, mijn be-
, VAX JFZUS F.N MARIA, 91quot;
Uit111
minnelijke Zaligmaker, mij door de \ ei diensten van door de allerheiligste Maaga en van alie heiligen des he-:'jne mels, deelachtig te maken aan den schal, waarmede r^do 8'i uwe Kerk verrijkt hebt, door uw dierbaar bloed voor haar te vergieten : vergun mij heden de vrucht °le. van dezen heiligen aflaat.
(j0(j Maak, o mijn God! dat de straffen aan mijne zonden
n te verschuldigd, en die ik ia dit of'in het andere leven aan zou moeten lijden, mij, ten aanzien uwer oneindige un- barmhartigheid, kwijtgescholden worden. Van dit oogenblik af, maak ik een oprecht voornemen van, met uwe hulp, een boetvaardig en verstorven leven te leiden. Ik wil ook, zoo veel mij mogelijk is, aan uwe aus rechtvaardigheid voldoen, de zonde met afschrik vluchten, en dezelve bovenal verfoeien, als het grootste van alle kwaad, omdat zij eenen oneindig beminnelijken ef. God heleedigt, dien ik bemin en altoos bovenal zal blij-ne ven beminnen. Amen.
^,11 Voeg bij dit gebed, om u beter naar de meening der
Kerk le gedragen, vijfmaal bet Onze Vader en vijfmaal het UVes ijCuroet.
b- Indien, volgens de Breve van vergunning, de aflaat kan
f- toegevoegd worden ami de zielen in het vagevuur, zal men
u- op de volgende wijze kunnen voortgaan:
^ De laatste bede, die ik u, o Zaligmaker onzer zielen!
aanbied, is voor de verlossing van mijne dierbare je broeders uit het vagevuur, van allen, indien het mo-
!_ gelijk is; zoo niet, vergun mij ten minste die van de
j ziel van N. N. Te dien einde draag ik u de communie
g op, die ik zooeven ontvangen heb; geef er de vrucht
van aan die ziel; ik verlang haar den geheelen aflaat toe te voegen, dien ik, door de hulp uwer genade, getracht heb te verdienen. Geef, smeek ik n, o mijn God! dat mijn medelijden haar nuttig zij. Indien mijne gebeden niet rein genoeg, mijne werken niet
yis liKI-ANGI N DKR HII. HAKÏKN
heilig genoeg zijn, om u opgedragen te worden, als 1)14 eeae offerande die vermag u te bewegen, ach ! mijn dro God, eenige toevluclit der bedrukten, aanhoor dan ten sch minste hare zuchten, zie onze tranen vloeien, sla uwe gec oogen op het aangezicht van uwen Cliristus: zijn uit; bloed, dat wij u op uwe altaren offeren, roept om barm- boo hartigheid voor uwe Heiligen, ^
Indien de ziel, die ik thans bedoel, den bijstand van dezen aflaat niet noodig had, deel denzelven mede, o ecn God van goedheid! aan de zielen die het meest veria- ix ten zijn, aan haar, die niemand hebben om voor liaar ziC te bidden, en vooral aan de ongelukkigen, die om mij zich in het vagevuur bevinden.
Wat mij aangaat. Heer, doe mij mijne boetvaardigheid van in dit leven voltrekken, opdat ik niets meer in het andere te boeten heblie; ik smeek 11 hierom door de oneindige verdiensten van Jezus-Christus, uwen ,
Goddelijken Zoon, onzen lleei'. Amen. eei
led
GEBED ; O GOEDE l-N ALLERZOETSTE JEZUS. ke.
zcl
Ki lo'
dc
u gewaardigct in mijn liarl Ie drukken levende gevoelens van geloof, hoop en lielde, een waar berouw over mijne zonden en eenen zeer vasten wil van mij te
van .ik/.i s i:.\ .maiüa. 1)10
l)L'lercii; terwijl ik me eene yroole auin.foening en droefheid bij mij zelveu overww^eg en in den geesl aau-schouw uwe vijl' wondon, hebbende voor oog en hei-geen de profeet David eertijds van u, o goede Jezus uitsprak: Zij hebben mijne handen en voelen doorboord, en al mijne beenderen geleld (Ps. XXI, 17, 18).
Volle aflaat, toevoegbaar aan dc zielen in het vagevuur, mits te biechten, te communiceeren, dit gebed te lezen voor een kruisbeeld, en daarenboven, volgens decreet van Plus IX , van 31 Juli 18ö8, een godvruchtig gebed te doen ten in-zichte van Zijne Heiligheid.
voor de oveulldem: geloovigein*.
Onze Goddelijke Zaligmaker heelt in zijn liefderijk Hart een nog krachtiger middel gevonden tot verlossing eer overledene geloovigen, dan onze gebeden en andere goede werken. Hij heeft toegelaten dat het heilig misoffer, waarin hij zelf zich aan zijnen hemelschen Vader opdraagt, aan de zielen des vagevuurs zouden toegepast worden.
In aanzien van dit oneindig sacrificie, verlost de Goddelijke Majesteit die zielen uit de vlammen van liet vagevuur, of ten minste verkort of vermindert zij hare smarten.
Het is zijn Goddelijk Hart, welk gewild heeft dal die arme zielen verlicht en gezuiverd werden door de kracht van zijn dierbaar bloed; treden wij in de gevoelens van dat Hart, en, als wij er de middels voor hebben, doen wij dikwijls het 11. misoffer voor die zielen opdragen. Hebben wij daarvoor de middels niet, laat ons dan ten minste zoo dikwijls mogelijk dit sacrificie bijwonen, ten einde er de afgestorven geloovigen de vruchten van toe te passen : vooral dan, als dat heilig en aanbiddelijk slachloiïöP d.iurvoor ons is, dan is het een heilig en zalig gedacht voor de overledenen te bidden.
i;KllKllt.\ VOOR OVb Ul.l-.DKAKX
GEBEDKX ONDICU DE HEILIGE MIS, d'g
op 1
Wanneer men die bijzonderlijk voor de afgestorven geloo- vaa vigen hooren wil. on?
----de
ken op het voorwerp, dat men zich voorstelt; met zoodanig inzicht zijn de volgende gemaakt. kn
hoi
GEBEDEN VÓÓR DE MIS.
doet gaan. God van verlroosting en genade, het zijn dc
uwe kinderen die lijden; gij bemint hen, en zij beminnen ii: zij verzuchten naar u, gelijk een dorstig hert naar de wateren der fonteinen, om zijnen dorst te lesschen; hunne grootste smart, o mijn God ! is van u ^
nog niet te zien, nog niet te bezitten, u, die het voor-werp hunner vurige verlangens en hun eenig geluk zijt. Toon hun uwe onuitsprekelijke liefelijkheden, en zij zuilen in vreugde wezen. Zij wachten u. Heer, met eene volmaakte onderwerping; maar hoe smartend is deze atwezendheid I hoe drukkend is deze balling-schap! hoe pijnlijk is die scheid.u^ I Maak, o mijn 1(
God! dat mijn medelijden liim nuttig zij; neem de u
smeekingen, die ik te hunner lafenis tot u stuur, goed-gunstiglijk aan. Om die bij uwe barmliartigheid
tÜÜ
MMBJaaBuam
ONDKR 1gt;E It. MIS. Pi I
krachtdadiger te maken, vereenig ik ze met üe oneindige verdiensten van liet verzoenoffer, dat andermaal op het altaar gaat opgedragen worden, om uwe rechtvaardigheid te bevredigen en aan uwe heiligheid, door onze zonden beleedigd, te voldoen. 0 mijn God! sla de oogen op het aangezicht van uwen Jezus, van dien Goddelijken Zoon, in uien gij uw welbehagen gesteld hebt; zijn bloed, dat ik, met uwe welbeminde Kerk, u opdraag, roept om barmhartigheid voor uwe heiligen; wij hopen van uwe goedheid, dat gij die zoo krachtige en u zoo dierbare bede, gunstig zult aan-hooren.
Al die lijdende zielen zijn met mij door de zoele banden van éene en dezelfde liefde vereenlgd; ik bid u dan voor allen; maar dewijl er onder haar zijn, die eenig hijzonder recht tot mijne geboden hebben, zoo smeek ik u, o mijn God! in dank te aanvaarden, dat ik die heden, bijzonderlijk voor de verlichting en verlossing van N. N., u toesture.
Maak hier uwe intentie voor de overledene, of de overledenen, voor welke gij niet uitsluitend, maar meer bijzonderlijk, wilt bidden.
Eu gewaardig u hun overvloediger toe te voegen de oneindige verdiensten der heilige Mis, die ik voor hen ga hooren. Ik vraag het u door Jezus-Christus, uwen Zoon, onzen Heer. Amen.
OJiDEli ÜEX CONFITEOR.
Treed in de gevoelens van ootmoedigheid en berouw, op hot zien uwer zondon; zog, gelijk de verloren Zoon, dio leedwezig is: O mijn VaderI ik heb le'jen den hemel enteyen u gezondigd. Smeek ih'ii lieer, dat hij den sluier weg-neme, waarmede de eigenliefde maar ai te dikwijls onze fouten bedekt, en vraag hem, dat hij er u al de boosaardig-
9:22 GEnEDEN voor overledenen
heid van lioo kennen, opdat gij ze moget verfoeien, zooals
zij liet verdienen.
Eilaas! indien nion aldus mei hot groone hout han-doll, wat zal dan mot het dorre geschieden? Indien zulko heilige zielen nog aan uwe gerechtigheid te voldoen hebben, o mijn God! door zoo langdurige en u reede pijnigingen, ach! ongelukkige zondaar als ik ben, wat heb ik niet van uwe strenge oordeelen to duchten! Heilige God, door de zonde beleedigd, maar door het berouw bedaard, ik belijd u met ootmoed mijne fouten; de eigenliefde kan die voor mij niet langer ontveinzen, ik beken, met den publikaan, dat ik zelfs niel waardig ben uwen heiligen tempel binnen te treden; en dat ik, wel verre van genade voor andoren te verwerven, er zelfs geene waardig ben voor mi j zeiven: doch ik durf steunen op de belofte, die gij mij gedaan hebt, van nooit een verootmoedigd en rouwig hart te zullen verstooten; in uwe goedheid, lieer, hebt gij mij die belofte gedaan, en deze eerste gunst uwer barmhartigheid doet mij hopen, dat gij mij ook diegene zult vergunnen, die ik van u vraag, voor de vermeerdering van mijn berouw en de verlossing van de lijdende zielen des vagevuurs.
aan den introïtus.
Doe mij. Heer, de zonden vroegen, die ik als gering beschouw, en die gij zoo strengelijk straft in hen, voor wie uw rijk bereid is. Doo mij al mijne boet in dit leven vervullen, opdat er mij geene meer overblijvete doen in het ander. O barmhartige Jezus! neem de mijne aan, zoo voor mij als voor oaze broeders, die in de verslindende vlammen lijden, die gij ontstoken hebt om hen te zuiveren; of veeleer i-la de oogen uwer barmhartigheid, o schuldeloos Lam ! op de boetple-ging, die gij zelf voor mij en voor hen gedaan liebl.
ONDER DE U. MIS.
AAN HET KYRIE.
0 goedo Jozus! dal. il.' licrliaaldcsmeckingen uwer Krik, als een welriekende wierook, tol uwen troon opstijgen!
O Lam Gods, dal «Ie zonden der wereld wegneemt! zeg op dit oogenhlik tol de gelielde overledenen, gelijk eerlijds lol den goeden mooidenaar: Heden zult gii mei mij zijn in hel Paradijs.
O Jezus! o Zaligmaker! ontferm u mijner, onli'erm u hunner, onli'erm u ons aller.
AAN DE GEREDEN voor ol de zie! 'H des vagevuurs.
O God! Schepper en Verlosser van alle geloovigen, verleen aan de zielen uwer dienaars en dienaressen, die ons met hel leeken des gelool's zijn voorgegaan, en die gij uwer vriendschap waardig gevonden hebt, maar echter nog nie! zuiver genoeg zijn, om aanstonds in uwe heerlijkheid toegelaten te worden, verleen hun de vergiffenis, die uwe Kerk dagelijks voor hen, door ootmoedige en vurige gebeden vraagt, en die zij van uwe barmhartigheid venvachlen, van u, die God zijnde, leeft en heerscht in alle eeuwen der eeuwen. Amen.
GEBEDEN VOOR DE OVERLEDENEN, VOOR WELKE MEN MEER BIJZONDERLIJK WIL RIDDEN.
O God aller vertroosting! oorsprong van de zaligheid der zielen, heb mededoogen mei haar, die in het vagevuur lijden. Ontferm u, volgens uwe goedertierenheid, over mijnen vader en mijne moeder: helaas! het is misschien om hunne al le groole leederheid voor mij, dal zij nog ver van u verwijderd gehouden worden:
925
' ~ 1 ÜKl!Ki.i:.\ M;Oii OVEULKIH .NL.N
wrccK u nift op hen, maar straf mij in dit leven civer de fouten, die ik Imn heli doen begaan, en neem mijne boetvaardigheid ten voordeele van hen aan. Heb medelijden met dezen broeder, die zuster, met dezen nabestaande, dezen weldoener , dezen vriend: aanhoor hunne zuchten, hunne teedere verzuchtingen-zie hunne tranen vloeien, gedenk hun leedwezen en nog meer het bloed, dat uw Goddelijke Zoon voor hen vergoten heeft. Verleen hun met de geheele kwijtsehelding hunner stratTen het geluk, hetwelk gij .noiiijds uwen dienaar Abraham en zijne nakomeling-srhap beloofd hebt: trek hen uit die plaats van pijnigingen duisternissen, waarin uwe rechtvaardigheid, uwe hedigheid u genoodzaakt hebben hen te stellen, en leid hen eindelijk bij u in de heerlijkheid uwer uitverkorenen. Ik smeek u hierom door de oneindige verdiensten van uwen Zoon, onzen Heer. Amen.
AAN DEN EPISTEL.
Gij hebt ons. Heer, uwe profeten gezonden, om ons to, leeren, dat wij hier geene duurzame woonplaats hebben, en wij eens het huis onzer eeuwigheid zullen moeten bewonen. Het is door u. God, altoos rechtvaardig, in uwen wil besloten, dat wij allen eens zullen sterven, en wij, na onzen dood, eene strenge rekening zullen moeten geven van tl onze werken. Die heilige zielen zijn reeds voor uwen rechterstoel verschelten, voor wie ik heden mijne bede tot u durf sturen Ach! zoo gij dezelve nog niet zuiver genoeir bevonden hebt om tot uwen troon te naderen, en uwe eigene gelukzaligheid, voor wie gij haar geschapen hebt, te genieten, ontvang, tot bowling harer gebreken, het Goddelijk bloed, dat op dit tllaar voor haar gaat vlooien, en dat al de zonden der .vereld wegneemt t mij aangaat, o lichtvaardige Hechter van Ie-
ONnrn nr n. mis. Ofgt;:j
venden en dooden! treed nog niet in het oordeel met uwen dienaar, die u biü, maar maak dat ik mij zeiven van nu af strengelijk oordeele, en uwe verbolgenheid spoedig bevredige door waardige vrnchfen van boetvaardigheid, opdat ik eenmaal de vreeselijke slagen uwer gereciitigiieid ontgaan moge.
Onder cenc zingende mis /.al men hier do uitbreiding van de prosa Dies m.t: kunnen le/.en.
DIKS m.l., DIKS 1LLA.
O dag van schrik, o jammerlijke dag! op wolken een vergramde God, wreker der misdaden, eindelijk, volgens de godspraken der profeten, dit uügeslrekte heelal, en al wat hetzelve bevat, door eenen v oed van vuur in aseh moet ver-keeren.
QUANTLS TRKMOR EST FUTLRIS.
Welke schrik, welke verwarring, welke ontsteltenis zullen alle harten bevangen, wanneer die vreeselijke Hechter met donder en bliksems gewapend, op zijnen troon zal komen n. d.T/ittcn, en alle menschen, al hunne werken r.ot een nauwkeurig onder/.oek en eon streng oordeel voor zich zal roepen:
TUI5A MUU M SPAHGIOS SOM M.
Decngelen, bedienaars zijner wraaknemingen, zullen op de vier hoeken der ontstelde aarde, deze schrikverwekkende woorden doen weergalmen; Doorfen. staal op, homt verschijnen voor de vierschaar des oppersten Rechters. Op het eerste geschal dezer bazuin, en in één oogenblik, zal de as-sche weder bezield worden, en al de dooden zullen uit de graven opslaan, om zich ter plaats te begeven, waarheen God hen roept.
MORS STl DKIMT tl' NATtRA.
De ontstelde dood, aan destm van God gehoorzamende, zal den roof wedergeven, welken zij genomen had; en de natuur, vol schrik en verslagenheid, zal haren Schepper
026 GFRFPEN VOOR OVERLEDENEN
hulde bewijzen, door de ijselijke omwenteling, welke zij
zal ondergaan hebben.
LIRKR SCRII'TUS PROFERETUR.
Alsdan zal voor het aanschijn der geheele wereld dit book van leven en dood worden geopend, waarin mot vurige letters zullen geschreven zijn al de daden der monschcn, al de werken die dit oordeel lot stof en de zondaars tot veroordeeling moeten verstrekken.
judex ergo ( i m skdkrit.
Hoe vele wangedrochten van goddeloosheid, hoe voel verborgene zonden, hoe veel onbekende gruweldaden, zullen alsdan voor den dag komen, en de verworpelingen, ten toon gesteld voor de oogen van de vergaderde wereld, met eene eeuwige schaamte overdekken!
qlid sum .miser tunc dicturus?
ik zelf, o mijn God, o mijn Rechter! zal voor uwe ontzaglijke vierschaar verschijnen, ik zal, volgens al de strengheid uwer gerechtigheid, onderzocht en geoordeeld worden. Eilaas! wat zal ik, misdadiger als ik bon, kunnen antwoorden, en wie zal mijne verdediging op zich nemen, daar de rechtvaardige zelf door vrees, schrik en siddering zal bevangen worden?
hex trf:.mi;m).i: majkstatis.
Koning der heerlijkheid. Koning der machten ! tot u alleen, tot uwe goedertierenheid kan ik mijne toevlucht nemen; gij zijt de God der wraakneming, wel is waar, maar gij zijt ook de God der barmhartigheden; ontferm u mijner, en vergeet; in dien dag uwer rechtvaardige verbolgenheid, uwe onuitsprekelijke goedheid niet.
RECORDARE, JESU WE.
O Jezus, o aanbiddelijke Zaligmak'.-r! gedenk dat gij op de aarde gekomen zijt om mij te zaligen ; ik ben het werk
OMgt;ER DK II. MTS. 927
uwer handen en de prijs uws bloeds; verderf dien prijs» niet, die u zoo duur kwam te staan.
QILERENS ME SEDISTI LASSUS.
Liefderijke Herder, gij hebt mij met zoo veel goedheid gezocht wanneer ik u, als een verdwaald schaap, vluchtte : vlekkeloos Lam, gij hebt u voor mij aan het kruis opgeofferd ; dat zoo veel arbeid niet nutteloos zij; dat zoo veel bloed, een zoo duurbaar bloed, niet vruchteloos vergoten zij.
JUSTE JUDEX ULTIOMS.
Rechtvaardige God, almogende God! doe mij tie uitwerk* selen uwergoedertierenhe d gevoelen; wees mijn Zaligmaker, mijn Vader, voordat gij mijn Hechter wordt: voorkom den dag der gerechtigheden, en voordat deze dag der wraak uwen billijken toorn tegen mij wapene, vergeef mij mijne zonden, die ik verfoei.
LNGEiMI.SCO TAMQUAM HEUS.
Ik ben misdadig, maar ik zucht over mijne misdrijven; mijn aangezicht is met schaamte overdekt, mijn hart van droefheid verbrijzeld: laat u bewegen op het zien van mijne tranen en van mijn berouw.
QUI .MAUIAgt;1 ABSOLVISTI.
Eene boetvaardige Magdulena, een rouwig en bedroefde moordenaar hebben genade in uwe oogen gevonden : naar hun voorbeeld durf ik in u hopen : de schatten uwer barmhartigheid zijn nog niet uitgeput: gewaardigu, niettegenstaande mijne onwaardighc.d, eenige heilzame uitstorting derzelve over mij te doen.
PRECES ME.E NON SUM DIGN.-E.
Ach ! ik weet het, de stem mijner gebeden is niet waardig van uw Hart verhoord te worde/1; maar neem in u zeiven, in uwe goedheid, de beweegredenen voor mijne vergeving, en maak, dat ik door mijnen tranenvloed de eeuwige vlammen, die ik zou verdiend hebben, moge uitblusschen.
GFni-Df-N VOOR OM HLFDKNFN
('Cl
het
Wanneer uwe engolon de goeden van do kwaden zullen zei
komen scheiden, ach : God van goedheid, verwerp mij dan v/c
nk'l aan do linkerhand met de verdoemden, veroordeeld om ^)f u nimmer te zien; maar stel mij aan de reeluerhand met uwe uitverkorenen, bestemd om eeuwig uwen lof te zingen.
uk
En wanneer gij de goddeloozen in de afgronden der wraak-
nemende vlammen zult nederstorten, roep mij alsdan met v'(
de rechtvaardigen lot het eeuwig bezit van uw njk, om al- /-' !
leen door uwe liefdevlammen verslonden te worden. ze
h;
Ik herhaal het nog, en beken het, o mijn God ! ik heb u w
niets dan de stem mijner zuchten en de uitboezemingen van lic
mijn hart te laten hooren: heb medelijden met mijne ziel, di
en zoo gij de eerstelingen van mijn leven niet gehad hebt, s| heb dan van hetzelve datgene, wat mij tot den laatsien mijner dagen nog overig blijft.
LACRVMOSA DIES II.LA.
Neen, niets treuriger, niets vreeselijker dan deze jongste dag, deze dag van wraaknemingen; zoo gij ons volgens alle strengheid oordeelt, zal geen levendig mensch in uweoogen gerechtvaardigd worden: in uwe goedertierenheid alleen kan de zondige mensch hopen.
ii
pii: 4i:sr, domim:.
O goede Jezus, open dan den schoo uwer barmhartigheid aan onze lijdende broeders, voor welke wij u bidden, en ontvang hen, benevens ons, eenmaal voor eeuwig in de eeuwige rust. Amen.
I
Aan het Evangelie. ,
O Goddelijke Zaligmakei*! die op dit altaar gaat ne- 1
derdalen, gij zijl dat levende water, hetwelk lot het
0-28
omu:r ui: m. mis.
eeuwig leve» springt; gij zijl dal Jiemelscli iiiauna, hetwelk belet den dood der zondaars te sterven, (lij zeilquot; hebt verklaard, dat hij, die uw levendmakend vleeseh eet en uw zuiverend bloed drinkt, het eeuwig leven zal hebben, en (jij hem ten jonysten dage zult doen verrijzen; gij h' bt gezeid dat degeiu*, die zich nu l u voedl, in u blijfl, en gij in hem. O Goddelijke Verlosser! die de verrij/ciiis en hel leven zijl, die zielen, welke nog ver van u /.nehlen, ln-bhcn zich met nw vleeseh gevoed, zij hebben uw bloed genulligd : gij zijl in haar gekomen, en zij hel ben maar ééne en de-zellde zellslandigheid nn I u uiJg niaakl; vervul nu in haarde belolten uwer barmhai'li^iKM'd, aanhoorbaar klagen, laat u door hare verzuclitingeii bewegen, verwijder niet langer diegei en van u, welke uwe eigene lidmaten geworden zijn. O .h /ns, o /aüginakerl gij, die uwen vriend Lazarus uil het i^ral heb! doen opslaan, gij. die deze heilige zielen uwer vriendschap ook waardig bevonden hebl, doe haar, zooals Lazarus, verrijzen, door haar uil haren duisleren kerker te trekken, die voor haar hel Ireurigsle, het verschrik-Leüjksle graf is, omdal /.ij daarin ver van u, die haar leven, haic hoop, hare lirfde, tiaar heil zijl, wed er-houden worden. Gedenk, dat gij al nw bloed vóórhaar vergoten hebt, het smeekt om genade: zoo uwe belee-digde Godheid nog niet bevredigd is, neem dan zeil, in den onuilputbaren schat der verdiensten van uw smartend lijden, de voldoening, welke uwe heiligheid nog vereischt.
Aan de oHerande.
Alhoewel ik maar een sterfelijk en zondig schepsel ben, draag ik u, o waarlijk levende en eeuwige God! door de handen des priesters, die hier de bediening uwer Kerk, altoos heilig in uwe oogen, bekleedt, die vlekkelooze Hostie en dien kostbaren Kelk op, die
9.quot;0 CKBKiiKN vonn ovr:iii,i;ni;.\i;N
weldra in liet lieliaam en Jgt;lo(gt;d van .lczi;s-Ciinslus nwen Zoon moeien veranderd worden; ontvang, Heer, dezf onnilspreKelijko offerande, als een aangenaam reukwerk, rit Iaat toe, dat ik niet dit lieiiig Oll'er ver-cenige d^ opdi'ficljt van mijn lichaam en van mijne ziel. van mijne goederen, van mijn leven, en van al wal mij loch'linorl. Heilig vooreerst deze olFerande, die ik u opdraag in vereeniging met die van uwen • lOddelijken Zoon, die een verzoenofi'er voor ons allen is, opdat zij waardig zij n te bewegen, ten voordoe!»! der zielen, welke uwe zuiverlie.'d, Irgenslrijdig aan 'de minsle Mekken, nog ver van uwe tegenwoördig-lieid verwijderd lioudl, en dat zij u bewegen om de voldoening, welke .lezns n op den Calvarieberg voor aar tieell opgedragen, aan haar (oe Ie voegen.
Aeh : wees haar, len aanzien van die wreede smar-len, en van zijn bloed, dal u zoo dierbaar is, goedgun-slig, droog |,are Iranen af, beveel aan den Prins uwer 'quot;'mei-, he heerscharen haar Ie g:,an verlossen , en \crloef niet meer haar loe Ie lalen, om uwen lot Ie znigeu m dien schoonen hemel, welken gij aan uwe gel rouwe dienaars beloofd heb!.
O goede Cod! maak mij zei ven zoo gel rouw, ont-Sleek mij, lol mijnen laalslen zuelil, mei zoo veel belde loi n, dat ik, na hier alleenlijk geleefd Ie beb-Iquot;'» om n Ie dienen en Ie Irminnen, na mijnen dood
tUgt; Sll|arlen .....Ie pijnigingen onlga van de balling-
sehap, waaruit ik u smeek de zielen Ie verlogen welke mij z.io ver! medelijden inboezemen, ,•11 die, nog meer dan ik, u moeien bewfgen, dewijl gij baar
besproeid ziel mei hel bloed van men ......ige'n Zoon,
; i-slorven om vóórhaar te voldoen.
Wannnerde priester zijne ha nlrn w.i-cht.
'quot;o quot;''.is Heer, in hei hlocd . n hel l.ein, opdat
n.MHiU ik; ii. mis. ooi
ik, van alle vlokken gr/.uiverd, en mei het hniilofls-kleecl uwer gen ad' versi.nl zijnde, gij mei welbehagen de gebeden moget aanliooren, die ik tot n stuur voorde lijdende zielen, door u in het vagevuur wederhoudi n, en opdat ik zell's eens met haar aan liet gastmaal, dat gij voor uwe uitverkorenen in den hemel bereidt, moge toegelaten worden.
.Auii d ■ l'refatie.
liet is tijd, o mijne ziel! u bovenal de aardsche dingen, die uw hart niet kunnen bevredigen, te ver-beflen. Trek baar, lire •, trek haar zfll lol u; maak, da! zij geene genx-g-nv meer vinde dm in u alleen, geenen roem dan in n l( dienen, g;'cii geluk dan in u te beminnen. Laat toe lat ik, reeds van in deze wereld, mijne zwakke stem met de gezangen der gelukzalige (ircslen verecnii:!', en dal ik, in de plaats van onze ballingsehap, hetgiM-n zij in het verblijf der
lieei'liikheM eeuwig/.ingi'n : Heilig, Heilig, Heilig is de God, dien w ij aanbidd mi, de Heer, de God der heir-krachlen. » Kn daar gij mij de middelen ter hand hebt gesteld, om uwe gerechtigheid, o mijn God, niet alleen voor mij. maar ook voor mijne overledene broeders te bevredigen, en om voor mij en voor hen te voldoen, zoo gewaardig u, voor ons allen, die hulde van aanbidding, die lielde/.angen en de eed. n van getrouw-beid, die gij mij ingeeft, o mijn (Jod ! o mijn All te aanvaarden, opdat mijne b'de krachuladig worde bij uwe barmhartigheid.
Gebeden gedurende den Ganon.
Wij olï'eren u op, almogende God, oorsprong \an alle goed, met diepe ootmoedigheid, de geschenken, die hierop uw altaar tegenwoordig zijn, door .lezus-Gii^istus, onzen Zaligmaker en Opperolleraar.
Maak dat de geheimenis zijner vei.....mging met ons,
OKIiEDKN Vdlil! OVKHLiCDKNE^ï
eene oprechte liefde in ons verwekke voor al zijne lidmaten, \ooi' alle geloovigen , verspreid over de aarde, die iiquot;g, te nii'.iden der bekoringen en gevaren des levens, voor de iiemelsehe heerlijkheid strijden, en voor de zielen, die de strikken dezer wereld reeds onlkomen zijn, maar die nog lijden door de wonden, welke zij in den strijd voor de zaligheid ontvangen hehhen.
Gedachtenis der levenden.
Stort uwe overvloedige zegeningen uit over den Paus van Rome, opvolger van den H. Pelrus, sladhou-der van J.-C , zichtbaar opperiioold uwer Kerk, herderder hertiers, met welken wij in gemeenschap moeten zijn, om door u niet verworpen te worden ; over al de bedienaars van de katholieke, aposlolij'ke en Uoomsche Kerk, over al ónze overheden, over onze ouders, bloedverwanten, over onze weldoeners, vrienden en vijanden; over allen, aan wie ik gelegenheid lot zonde zou kunnen gegeven hebben; over alle degenen, die mei mij in deze verhevene ollerande tegenwoordig zijn ; over alle geloovigen.
Dat de verdiensten van dii gedeelte uwer Kerk, welk zegepi aal! in den hemel, en dat altoos, door de banden uwer liefde, aan ons gehecht blijft, in onze genreken en onvolmaaktheden voorzien. \V'iger ons de genade niet, die .Maria, onze goede Moeder, uwe Apnslelen uwe Martelaren, en allen die uw femelseh hof uilmaken, voor ons van uw.....leindige Majesteit afsmeekeii.
Gewaardig u. Vader der barmhartigheden, .....Ier Ie
zien op de opdracht .......... gebeden en ..........
personen, dezelve te zegenen en an Ie nemen, lege-lijk met de geschenken, die goddelijk gaan veranderd worden in bel gansch heilig slach offer des lichaams en bloeUs van .lezus-Christus, onzen Zaligmaker, uwen welbcmiiKleii Zoon.
ONDER DJ: II. Mlgt;. 955
'ijne Toon lii j don dag van zi jn lijdon zag nadoron, dankte
'le hij n hierovor mot eono volmaaklo ondorworping aan 'i'en uwe bevi'ion, en op hol punt zijnde van ons te verla-'on. Ion, hooit iiij ons in do ofleiMnde van hot iioilig Sacra-,('(is ment dos Altaars een ongom^on onderpnnd van zijne ion, liefde tot ons willen geven. l)il Goddelijk brandoffer gen gaat uit den hemel op dit altaar afdalen, om zich voor uwe ongeil in oenen staat van vernedering te stellen, en om u, tot boeting voorde zonden der wereld, zijn lichaam en bloed op te offeren. Gewaardig dan, ten 'Ion aanzien van hetzelve, u onzer te ontfermen.
ou-
(1J._ Aan do ophelltng der II. Hostie,
oe- O Jezus, mijn Zaligmaker! waarachtig God en
vor waarachtig mensch, ik geloof dat gij wezenlijk in deze on heilige lloslie togenwoordig zijt; ik aanbid u aldaar
gt;u- uit geheel mijn hart! gij zijl mijn opprrsto Meester,
'lt;lu gij hebt mij hol leven gegeten; waarom kan ik het u
niet opolleren om mij te straffen voor zoo vele zonden, waardoor ik u het uwe aan hel kruis heb doen ver-'i- liezen!
Aan de ophcUing van dt-n Kflk.
en O dierbaar Hioed, dat voor ons op don Calvarieberg
i'ii vergoten zijt geworden, ik aanbid u. Genees mij, hei-
Ie lig mij, o Jezus! ik gelooiquot; in u, ik hoop dat gij mijne
n, gelxïden zult verhooren; ik dank u, ik bemin u, ik
;i- wijd mij voor altoos aan u toe.
Vervolg van den Canon.
je Dat de wezenlijkheid en de gedachtenis te gelijk van
een zoo machtig slachtoffer, zuiver, doch met onze d zonden beladen ter dood gebracht en verrezen, lijdend
is en verin erlijkl , dal de eeuwige Priester, volgens
n de orde van Melchisedech. ons bevolen heeft, Heer,
u voor de levenden en de dooden op te dragen, ons
951 voor overlkdknkn aaiigenaani inakon in uwe oogen, eu uus barniharlii;- et r lieid tloen verwerven. om Zoiult gij ons die weigeren, Heer, wanneer wij, om bai die over ons te trekken, 11 een olFer opdragen oneindig zoi zuiverder, oneindig verdienstiger dan hetgeen u eertijds uwe heilige Patriarken opdroegen, en gü nog- ge: tans zoo gunstig aangenomen hebt? V(, Wij smeeken u dan opnieuw, almachtige God, l)eveel nn dat dil Otler, uwen Zoon zeiven, u aangeboden worde door de handen van uwen heiligen Engel, den Engel des grooten raads, onzen middelaar, dien gij op aarde gezonden hebt, om er onze verlossing, onze zaligheid te wezen, en dat de vruchten daarvan aan al de leden ( uwer Kerk toegevoegd worden. ,
Geiladitonis der overledenen.
liet is bovenal voor onze overledene broeders (hit wij u heden hidden.
Eeuwige Vader, dat de kracht van liet bloed \:tii Jezus-C.lirislus doordringc tot in de al'gronden, alwaar uwe richtv ardigheld uitgeoefend wordt op die zielen welke, alhoewel rechtvaardig, u nogtans nog iets \cr- 1
sclmldigd zijn. Ual dit herstellend bloed over haar vloeie, als een weldoende dauw, die haar vei-Cnssche in den brandenden dorst, welke haar verslindt, en dat zij, uit hare schrikkelijke pijnigingen verlost zijnde,
spoed g in de plaats van bare rusl en van den eeuwigen vrede overgaan.
Gij kent. Heer, de geioovigen, in welke mijn hart heden t en bijzondi r belang stelt; gewaardig u hen ook te omlerscli; iden in de toegeving, welke gij hun doen zuil, van de vruchten dezer ollerande.
Maak daarenboven, o God! dat wij, na hier op aarde door een heilig en pijnlijk leven en beleedigin-gen, die wij hel ongeluk gehad hebben u aan te doen, geboet te hel.ben, eens i pnieuw mogen ver-
OM)ER IJK II. MIS.
ecnigd worden met die zielen, wclkn wij lieflicbben, om voor altoos, met haar, in den hemel, uwe onuilput-baro barmhartigheden jegens de berouwhebbende zondaars te mogen vieren.
Wij slellen. Heer, al ons vertrouwen in dit voor ons gesiachlelferd Lam, dat de bron aller gaven is, en de verdiensten uitmaakt van alles wat heilig is in den hemel, op de aarde en in liet vagevuur.
Gcdumicle en na het Pater nostcr.
Welk geluk voor ons, u onzen Vader te mogen noemen! dit is ook de grootste vertroosting orzer broederen, die in de plaats van zuivering lijden. Onophoudelijk heffen zij hunne net tranen bevochtigde oogen totu op, zij strekken tot u hunne bevende armen uil, om van u, den besten der vaderen, den bijstand, de barmhart-gheid al le smeeken. Zij verdienen, oneindig beter dan wij, onder het getal uwer kinderen gesteld te worden; haast u om hen te helpen.
Dat uw heilige Naam door hen en door ons verheerlijkt worde; dat zij ten sanedigste uw rijk binnen treden; dat het geduld, waarmede zij de pi;nen, hun door u opgelegd, verdragen, u aandrijve om spoedig de siag-, n uwer gerechtigheid op te schorsen.
Geel'hun heden het brood, waar zij zoo vurig naar haken; dat zij, na gevoed te zijn geweest met het brood vandroelheid, verzadigd worden door het levende brood, hetwelk de bezitting is van u zeiven, waarnaar zij hongerig zijn.
O teedere en barmhartige Vader! vergeef hun alsook ons, al de fouten, waardoor wij uwe heiligheid beleedigd hebben; verleen ons de genade, om over al de bekoringen en al de vijanden onzer zaligheid te zegepralen; behoed ons van de zonde , het grootste van alle kwaad, opdat wij de slagen uwer verbolgenheid niet over ons irekUen ; want
nicpi voon (ivriu rm \r\ yaI^.! reeSequot;ik 1,0 Icveiulon Co.l lo
Aan hd Agnus Dei en de volgende gebeden.
'r™* diquot;, lt;,00r UW 8,,,,uW 111 uw opo/Ci'iinquot; O'UO \('iv,oei]ing ver.liciu/l.ebl, geel'aan ons ,
amp;e(idcui, jiie gevoel overtreft.
Lam Gods, almogend slacl.lofler, verbhi^el den scho'ds,welken de Zoi,de («sschenhen en uuquot;
dé elën! i^'i'f' hquot;''n eeUWiSe 'quot;ei'
U,L Llu '•('Jge /leien oprijzen.
Lam do,Is, uiens Jiarmhartiglieid onbepaald Is dl
I ■ u opgeollerd l^bt om de zondaren zalig te maken
Aun hot Dumine, non sum dignus.
Helaas ! Heer Je/.us, bel Is maar al le wtar dal ik
dezelve; glt;Wa:u^ifcMVda»0„„5Zr u^ê:;:ii
quot; In,quot;s,;h' quot;I'quot;'quot; ik deze ullslelu'iide gnn^ spoedt moge \ erdien'')! en de omvaai-dlglnld mijner .'ebeden
I e èue d| 'quot;V,0quot;d r'.':1' quot;iet langer
)M.;:H Dl- H. mis.
AAN DK COMMUNIE.
Gebed voor de geestelijke Communie.
O mijn liefderijke Jezus! zoo ik heden het geluk niet heb van met uw aanbiddelijk vleesch gevoed te worden, laat dan ten minsie toe, dat ik u in den geest en met het hart ontvange; dat ik mij met u door het geloof, de hoop, de Melde en een volmaakt berouw ver-eenige. Ik geloof in u, ik bemin u uit ganscluT harte, ik zou weuschen in staat te zijn u in dit Goddelijk Sacrament met al de heiligheid te ontvangen, welke gij van mij verlangt. In de/.e godvruchtige gesteltenissen, welke gij zelf mij ingeboezemd hebt, en die ik u smeek altoos meer en meer in mijne ziel te doen aangroeien, i)id ik u andermaal, o ( od van liefde, een einde te stellen aan de pijnigingen mijner bedrukte broeders, liunde deur uws heiligdoms te ontsluiten, en hen in het land der levenden toe te laten ; ik deel, door mijn medelijden, in limine si larten; neem in dank aan dit gevoel, met hetwelk jJj nij, uit liefde tot hen, bezield hebt, opdat ik bewogci worde om voor ben vurige smeekingen tol u te sturen, maar vt rhoor bovenal de slem van uw eigen bloed, dat, uil bet diepste des af-gronds, w:tarin zij nedergehouden worden, tut u roept om uwe barmhartigheid af te smeeken.
Terwijl de priester de deeltjes der 11. Hostie verznmelt.
O edelmoedige Zaligmaker! het geringste gedeelte uwer genade is oneind g dierbaar: ik heb liet gezegd, ik ben niet waardig aan uwe tafel te zitten, gelijk uwe vrienden, maar laat ten minste toe, dat ik de brokkelingen ver/.amele, die van dezelve afvallen, gelijk de Cananeesehe vrouw zulks verlangde; maak dat ik geene uwer inspraken veronachl/.ame, daar deze onachtzaamheid u zou kunnen noodzaken mij er teeue-maal van Ie berooven.
938 GEI:KDRN VOOIÏ OVERLKIiKNKN
Maak (jok, ijal inijne lijduiulu broetlcrs lIc onvol-maaklheid, dio mijne gebeden en gesteltenissen vergezeld heelt, niet ondervinden: geel'alleen aeht op de oneindige verdiensten, welke gij voor hen en voor ons verworven hebt. De iioop, welke deze mij inboezemen, verstout mij, zooals uwen dienaar Jacob, u een heilig geweld aan te doen, en tol u in denzellden geest als hij, te zeggen: «Neen, lieer, ik zal u niet laten gaan , voordat gij de verzuchtingen , die ik voor mijne lijdende broeders, ook, o Jezus, onze Zaligmaker! uwe broeders, tot u stuur, gunstig verhoord bebtIu
Aan de laatste gebeden.
O Heer, onze God, verhoor de gebeden, die ik, door uwen dienaar, in den naam uwer heilige Kerk, u toestuur onder de bescbenning eens verzoenotl'ers, dal u altoos oneindig aangenaam zal wezen, en wiens vrijwillige opollering al de zonden diergenen wegneemt, welke een oprecht leedwezen hebben, liet is met uwé Kerk, en door de verdiensten van haar Goddelijk Hoofd, dal wij eene laatste poging durven aanwenden om uwe rechtvaardigheid te ontwapenen. Gewaardig n dan. Heer, de smeekingen uwer Kerk, en boven alles de meer dan overvloedige voldoening \an uwen Goddelij-Ken Zoon, te aanvaarden, opdat de ziel van uwen dienaar N., van uwe dienares N., gereinigd worde van al de vlekken, waarmede zij op deze zondige aarde br-smet is geweest, en zij heden het vaderland der Heiligen moge binnentreden, om aldaar, door uw e.g.ii beil, gelukkig te wezen in eeuwigneid. Door Jezn:.-Christus, uwen Zei 11, onzen Heer. Amen.
liquot;iIuioscant In pace.
v. Verleen aan de algestorven geloovigen, o mijn God, de eeuwige i'ust.
ONDr.R DE H. MIS. 939
ft. Doe voor hen uw Goddelijk lielii schijnen, dal nooit zal uitgedoold worden.
y. D;it zij door Gods banniiariigheid in vrede ruslen.
Amen.
Aan hot laatste Evangelie.
Gelief, o mijn God, bij deze gunst die ik u in ver-eenigingmet uwe Kerk voor onze overledene broeders vraag, nog diegene le voegen, welke ik voor mij zeiven van u alsmeek. Maak dat ik,aan lilt; n denk-nde,dikwijls mijnen naderenden dood, het oordeel, dat op denze!-ven moet volgen, en de eeuwigheid, die de weinige dagen mijner ballingschap in deze wereld zal eindigen, herin-nere. Dat die heilzame g. dachten, altoos tegenwoordig aan mijnen geest, mij aansporen, om de heleedigin-gen, waaraan ik mij jegens u heb plichtig gemaakt, door eene oprechte boelvaardighcid (:• boelen, om in hel gebed en de waakzaamheid le volharden, ten einde voorlaan de zonden te vci inijden, en om ten laatste te verdienen gelijk uwe rechtvaardig -n te sterve n, wier dood maareene /.nelquot; slaap is, gevolgd door eene spoedige ontwaking in hel heerlijk gezelschap uwer Engelen en Heiligen. Ik smeek u hierom, door de oneindige verdiensten van Jezus-Chrislus , uwen Zoon, onzen Heer, die leelt en hcerscht met u en den heiligen Geest, in deszelfs Goddelijke eenheid, gi'durende alie eeuwen der eeuwen. Amen.
I
Voorwoord.
Voorbereiding tot de opdracht van een Katholiek land des Altaar^ ''''zus 'let Sacrament
Gebed tot di' allerheiligste Maagd.
Akte van opdracht aan het II. Hart vanJezus.
(.quot;llMlil UIT TOT IIK HM. IIAIII K.N VAN JF/.I S [:N MAHIA. CODSMit'CHT TOT HKT II. IIAIIT VAN .IKZl'S.
~ en ^'oorwcrp der godsvrucht tot het heilig Hart van Jezus, II
Iweedi' kv'iig. _ Eerste beweegreden om hetGodde-
iJ,r ^!1! ,J;VI,S het heilig Sacrament des Altaar» te aanbidden. IX
De|iii|f fi'quot;!8' ~ fwe(,de beweegreden om hetGoddo-betbuquot;ig Sjcniniemlles A|-
Eerhoete.
Vh-rde lezing. — in deze godsvrucht vraagt Jezus ons
Ojidrarht aan het aanbiddelijk Hart va i Jcus-Christn». M J 1 t /lni5- ^'''ste uitwerksel de/.cr godsvruchl op
onze liane. De liefde tot den naaste. P 'iS
'to oóetmö!diihek[?elt;,e UitWerkse, mhL ,.
ZTe^e0rdeuldfgWdDerde quot;Uwcrksel d^er godsvrucht. Ar|V vi l' i'r'u ~yierde uitwerksel dezer godsvrucht.
uc volslrekte onttjcchting. /-j
gt;egende lezing.-(i,.vollens van eeu l.-drukt hart, dat
Tie „ y01,k' llf,t 1'jk Hart van Jezus. 07
r.eiide lezing.-Het Hart van Jezus is een jaloersch
ïw'!-;ilf?.i,l8- ~ Ir'1,lijft 'oJiS zonder God. li ; '^.-Hwl.arldal een w, Ig heeft voor Uit leven en vurig snakt naar deu hemel. 88
1
ili iii
hi, urn i.i/ju. Oil
Oefenitiyen van godsvrucht to' hel h^ilifi Har: vanJezu*.
Verschillige oefeningen. — Dagelijksehc oefeningen. Morgengebeden. 06
Opdracht aan liet heilig Hart van Jezus. 111
Bezoeken aan het allerheiligste Hart van Jezus. 11 t
Oefening voor do biecht. Lezing over het onderzoek
Oefening voor de commui ie. Lezing, voorbereiding tot
de communie, ter eere van het heilig 11 irt van Jezus. 123 Gebed voor de communie. '
Gebod n;i de communie. ' •-,sgt;
Oefening der heilige Mis, ter eere van het heilig Hart
Novene ter eere van Jezus' lart. l-w
Eerste dag. — Aard der godsvrucht tot Jezus' Hart en
Oefening van aanbidding en lofspraak tot het heilig
Hart van Jezus.
Tweede dag. — Hoezeer Jezus' Hart do menschen bemind heelt. Ifgt;-» Akten van liefde en uitstortingen des harten tot het
Derde dag.— De versmadingen waaraan Jezus zich
blootstelt met ons zijn li.irt te ^'-Neii. 171
Oefening ter herstelling van de \t rsmadingen aan
Jezus' heilig Hart toegebracht. 174
Vierde dag. — Jezus' Hart is voor ons de bron aller genaden. I' i Akte van dankbaarheid «mi getrouwheid voor de gratiën,
die het heilig Hart van Jezus ons geeft. ISO
Vijfde dag.—Jezus'Hart is voor ons het toonbeeld
Akte van navolging der deugden van Jezus' heilig
Zesde dag.—Jezus' Hart is voor ons de troost in al
Akte van volmaakte gelatenheid tusschen Gquot;iis handen,
en in zijn aanbiddelijk Hart. H'S
üladwmzer.
/• vri)(!o (|;ij; — |)p vorccüiging onzer harten mot hof
aanbiddelijk Ifnrt van Jezns-Christus.
Akit0i V»,,n voro(-IliSin? onzer harten met het aanbiddelijk Hart v.in Ji^zus-Ghristus. onlt;» Achlstn dag. — Gesprek der ziel met Jezus-Christus
over den vrede des harten.
Gebod om don vrodo dos harten te bekomen Xegonde dog. — liet liozook aanhet heilig Hart van
Jezus.
Gebed bij hot bezoek aan Jezus' heilig Hart.
\ erliofTingen des harten voor eiken dag der novene.
Gebed voor het einde der novene. iv
Hozonhoedjo van hot heilig Hart. op',
Oclj-ning voor do gedurige aanbidding van Jezus' Hart. ^o Opdraobt v;in de uur van Eerewacht. ' óój
Oofofiing on gebed vooral degenen die in het heilii;
Harl \ati Jo/.us voreenigd zijn.
-A postolsohap des gobods.
Ooloiiing van aanhidding der wonde van Jezus, lieiiig Hart.
Ooloning voor do navolging van Jezns' Hart.
Opdracht aan de volmaa'.lo liefde, in lid aanbiddelijk
Hart van .lozns-Chrislus.
Oeiening van den gelukzaligen Lanspergus Kartliuizcr. 231 l i 'Morijko govoolr ris ilor heilige Gortrudis tol Jozus'
heilig Hart, getrokkvn uit haarlovon.
Vor/.iiHitingon of vorholfingen dos harten tot hot
Gebed op wijze eon. r litanie van het heilig Harl van
■lozns. ' -liV
AH rln oefeningen tereore van hol II. Hart van Jezus ny Volleallaton. ' ^,0
(ainsviucirr kit hit ii. uiivr vi\ wiiua. ^ oorlooptge li'Min'iking.
llesehonwing over het'lioilig Hart. ',l\
Opdracht aan hot hoilig Hart van Maria. -v.g
Opdracht van ons hart aan het hoilig liart van Maria. a;. Ilorstolling aan hot hoilig Hart van Maria Miordo l,o-loodigingen , welke de heilige Maagd ontvangen heelt van vvege de ketters. ' ' o-;.,
Ilnzonhoedje, tereero van hot Hart van .Maria. 'y,l
Niivono tereore van Maria's Hart. o;;(;
Korste dag. — De ontvangenis der heilige Maagd.
1 woede dag. — De geboorte. Jny
Derde dag. — Maria's opdracht in den tempel. 5,53
las
50«; 210
211
sin 217 21S
223 22.')
220 228
Vi'M.lr diiy. — I).' ri'iiiiying. i'M
Vijfde d;ig. — De boodschap. 270
Zosdedag. — Do bezoeking. 27't Zevendedag.— De heilige Maagd aan den voet des
Kruisfs, als Moeder van smarte. 277
.Achtste dag. — De hemelvaart. 280 Ni ucudi' dag. — Andere feestdagen der heilige Maagd,
Ho/cnkrans, Scapuli'T, enz. 2SV Gebed op wijze eener li anie, tot het heilig Hart van
Maria. 287
Kleine gclijdon. ter eere van hot heilig Hart van Maria. 28'.» Vors' h' i'lono andere oefeningen, ter eere van Maria's
iH'iüg Hart. 29't Meditatlo voor den feesf.dag van hot heilig Hart van
Maria. 20 V Vo/nrlitingen en verheffingen des harten door den dag,
I'M- eere van hot heilig l 'art van Maria. 200
Iv'fbooio de heilige H irten van J.'zns en Maria. e02
31 V
3 Mi
318
320 .'.2!»
convi'.t cinna; ei i i.mm;! \ tot dk voohn v\gt;isti: mvs Tr.ni!gt;- v\ n jr:z: s kn maria. coDvr.rcHTKii: nia i:M.\GEgt;' tot j::srs. Van dc liefde tot onzen lieer Jezus-Christus.
(lelted bij wij/ ■ v.ui I itani-'. die al de i:lt; h.'inionisson van Jezus-CJiristns in het groot geheim zijner Goddelijke li.'Me vereenigt.
De heilige kindsheid van Jezus. Verhaal zijner geboorte.
Gebedenkransje tot het kindeken Jezus.
.\ti ()ic en yo.ivrurliliuc opfeninrjen Ier eere can Jezvs-Chrislus.
(AD.) Novene aan het kind .1 /ns, en oefening om zijne
heilige kindsheid te ecren.
Overdenkingen \oorall(» da.quot; n der novene.
Gebed t r e re der heilii;.1 kimlshei I.
jse.Mvken bij het knd .{■•zus.-- Gelted. — Lossen, w -ike
hol kind Je/ais ons van in zijne kribbe geeft.
l.iianie der kinJsheid van J '/ns.
Ecrboet aar het heilig Hart T»an hel kindje Jezus.
330
I! I\ 11 \\ 1,1/, t quot;.
lt;iodsvrucht tot lien allerhciligstcp naam Jozus. Aanroeping van den lieiligi n naam Jezus,
Litanie van den alierheiii^slen naam Jezus.
Aanroeping van den heiligen naam Jezus. Schietgebeden.
Godsvrucht tot liet allerheiligslc Sacrament des altaars. Voorbeeld van een bezoekaanhetailerheiligsleSaeramen Voorhereidini^Lvlied.
Cehed gedurende het bezoek aan het allerheilieste SacraTnent.
Geestelijke communie. Verzuchtingen tot Jezus.
Andere verzuehling tot hel heilig Sacrament d. a altaars. Samenspraak met Jezus-Christus voor het allerheilig-
ste Siicrament.
Gebed om den zogen van het allerheiligste Sacrament te vragen.
(lobod tot.Jezus in hetallerheiligsteSacrament des altaars l.i'anie lot het allfrlicili^ste Sacrament.
Korhoet aan liet allerheiligste SacrariKMit des altoars. Oefening van opdracht aan onzen Heer Jezus-Cliristus
in het allerheiligste Sacrament.
I)c lofzang Lauda Sion.
(iodsvnicnt tot het bitter lijden onzes Heeren Jezus-
Christus.
I)e ui liit,,tie van het bitter lijden.
Teederc klacht van Jezus-Christus.
(fcheden tol den lijdenden Jezus.
Het hei li- uur, of i-odvruchtige oefening tot Jezus, zieltogend iu den hof der olijven.
Litanie op het, lijden van Jezus-Christus.
Cicbi-d lot Jezus, verraden, verlaten, gegeeseld met
ooornen gekroond.
Overweging aan den voet van het kruis.
Koet van eer aan den gekruisten Jezu-.
Gebed aan Ji'zus-Cln istns, om hem door zijnen dood de
eeuwige zaligheid Ie vragen.
' jebed' n tot de vijf wouden van den gekruisten Jezus, (•-'lied 'Oi de wonde des schouders van Jezus Manier om den rozenkrans to lezen, ter lt; ere van de
vijl üloe(lig'gt; wonden.
Godsvrucht tot Jezus'dierbaar bloed,
.Manier um de kroon van hel heilig bloe i to lezen.
Gebed aan het kostbaar bloed van' Jozus Ghristus : AM.) Opdracht aan het kostbaar bloed,
l.itanie \aii bet dierbaar bloed van O. II, ]• zus-Christus Godsvrucht toi hquot;t kruisbeeld.
üebed tot iiet kruis.
:m |
Ge |
:m | |
:uo |
t Lit |
:U2 | |
Ge | |
t. |
Be: |
Ma | |
349 |
i |
301 |
De |
De | |
MVA |
Ko |
(Al | |
Ge | |
307 | |
367 |
Of |
Yr | |
, 3iiS | |
3(i9 |
Dr |
372 | |
373 |
11« |
373 |
D( |
376 377 |
IA Gi |
378 |
(A |
3S0 | |
382 |
Gi |
391 |
P: (i |
39'i- |
1' |
390 |
Li |
396 |
L |
398 | |
399 | |
402 | |
403 |
u |
40ö | |
40!) |
11 |
VI0 | |
Vl i |
(. |
'i 1 i |
1 |
VIV | |
417 |
1 |
Gebed tot den Engelbewaarder, om do godvruchtigheid
te bekomen tot het heilig kruis en lijden van Jezus. 4! 8
Litanie ter eere van het heilig kruis. i-2-2
Gebed van vertrouwen en verkleefdheid aan het kruis. 424
Manier om do 1 't statiën \an den kruisweg te bezoeken. 4*27
GODVRtCIITKJE Dl.FEM.NCEX TOT MARIA.
De vereering van Maria, 'vare bron der Goddelijke liefde. 4.lt;4
De lofzang: Ave Maris Stella. 440
Korte uitbreiding an de groetenis les engels. 44;*
'Afl.) Litanie tot de heilige Maagd Maria. 4 tquot;i Gebed vyn een kind van Maria in de kerk of ia pel,
waarheen men eene bcdcviuirt doet. i.47
Opdracht aan Maria, op hare feestdagen. t'iS Vreugd eens kinds van Maria, en lofzangen '.ot zijne
Droefheid eens kinds van Maria. — Wederkomst an
Verzuchtingen 'ot Maria in de bekoringen. 4öli
Het kind van Maria, dat haar zijn werk opdraagt. 40;»
De lauw,' /.lei tot Maria. 455
(Afi. M.-morare. —'A(l.) Ave Augustissima. 400 Geued :ol de iieilige Maagd, in dé-bekoringen tegen de
zuiverheid. 457
(Afl.) Aagelas Domini. ',..,7
Godsvrucht lol den zoe'.en naam van Maria.
Gebed uit de schrHtcn der 1111. Alph. de f.ig. 'n Bonav.). 't.i;» Psalmiu. ter eere van den allerheiligsten naam van Maria. 4.■)'.gt; Godsviueht tot de onix/vlck c nntvangems van Maria. 4lt;'4 j'ro/.-i ter ece van de heilige Maagd. lóii Lol/ang ter eere van de onbevlekte ontvangenis. 'rM Lil.niic van de onbevlekte ontvangenis der allerheiligste M.iagd Maria. ■4.70 (All. -in d om door de voorspraak der allerheiligste Maagd Maria, zonder vlek ontvangen, de genade te bekomen van met ijver tot de uitroeiing der zonden te werken. /j.72 (Afi.j Schietgebeden. V7;i
Godsvrwht lol de zeven Wee en van Maria.
Hoezeer deze oefening God aungenaam en ons voor-
deelig is. 47.5
De statiën der zeven weeën. 47^
Afl.) Bozenhoedje der /oven weeën. Vso
Litanie van Onzu-Lieve-Vrouw van zeven weëen. 48ö
^ ^ BLA!)\VIJ/1|;u.
Öc Rozenkrans.
Hozonhoedjes waaraan allaten vast zijn.
Aw'l^fn110^01' i,llalen vau tlen ,evenden rozenkrans, iioi Akte \an opilracht. .
Godsvruclit tot Ü.-L.-V. van den Scapulier. ^7
Aflaten die vergund zijn aan de broederschap.
(lened tot van den Scapulier.
11; Over hel Scapulier der heilige Drievuldigheid
'») Ovei het Scapulier der zeven Weeën.
c) Over het Scapulier der onbevlekte ontvangenis
Godsvrucht lol O.-r .-V. ran bijstand.
Cebetl .-u,quot; 0.-F,.-V. van bijstand, in den mond van
een, n zondaar, voor hare voeten netfrgoknu kl. «li Beloften aan O.-L.-V. van bijstand. jjlfi
Trhilio0 rUCht t0t 0 quot;rquot;quot;V- van gclnrigen bijstand. ;,I7
Bezoek aanTïaria'quot; aquot;L-V- quot;quot; ^'quot;'quot;quot;gen bijstand. iijo
quot;v'.riquot;0!1 overi d0 deugdun van het heilig Kart van Maria, voor eiken dag der novene.
' v : gt; quot;Kil IIUMGE IIAnTCN VA» JKZI S Ky inni.l. quot;quot;,vquot;v 'quot;•,11,1 quot;'I'll' v.\y Ji zc Igt; Jivnn igt; i,i.gt; ni:)ii:i,.
Gebed tot de allerheiligste Drievuldigheid. kka
Litanie tot de allerheiligste Drievuldigheid. yü
et m' quot;'T i' quot;quot;''''quot;'ilissto Drievuldigheid, tol herstelling der lasteringui. ......
Lofzang van dankzegging. Te Deum i.audamus. sui
Akte van opollering aan üod den V.:(|er quot;u'!:
Korte uitbreiding van het gebed desUeeren. 507
(joddelijke afkomst van onzen Heer Jezus-Christus of
Ijor'e iiilbn Hlu.g van h,a Evangelie gt;olgens Joannes, 5119
Akte \dii aanbidding tot Jezus-Christu» --.i
Gebed tot den heiligen Geest '■■i.
Litanie tot den heiligen Geest. iquot; . Lol zang l'eni Smirie S/iiri us.
Lofzang 1 lt; iti ('rminr Sjtiri ij\.
'»88
488 490
Ö03
im i)\ i o 1*2
Ö13 513
ü22 Ö2ü
577
: . ........; ........ ' ■7quot;' ' 'l*. :-~r.
verzuchtingen om Go i te aanseliouvven r*o
De viering van den Zondag.
/eer godvruchtige ocfoi ing onder de heilige Mis. .)8l
(ji.'wone gebedi'ii der II. Mis. -^8
De vesperpsalmen van den Zondag. ''09
Gebeden onder hel lof.
Eerboet aan Jezus-Chrislus. Jf'-
De vereering en aanroeping der hngelen. '»w
Gebod tot al de Engelen.
Litanie tot de heilige Engelen.
Lofzang en gebod Ier eere van den aartsengel Michael. lt;gt;•gt;•gt; i'it.iniquot; tot den beschermengel.
Gebed tot Je/.us-Cliristus. J;; ^
Gebed aan di1 koren der Engelen te zamtn. OoJ
Gebed tot den Engelbewaarder in het bijzonder. _ 639 Manier om de novene heUxfjlijlcle doen, of godvruchtige
Oi'ltMiini'i'ii gedurende di' novene, quot;40
Gebed tot de heilige Maagd, als Koningin der Engelen,
voor liet einde der novene. öö*
Gebed om in vereeniging met de heilige Engelen, de
mis ter eere van Jezus' Mart op te dragen. 60*
Litanie ter eere van de negen koren der Engelen, om hunne bescherming bij hel heiüg Hart van .1 /.us at to smoeken.
Eerboete aan het Hart van Jezus, in vereeniging met de heilige Engelen. ko7
Vereering en aanroi'ji
6ül 665 008 070
680 OSO
681 681
.......j van alle ll. iligen.
Aanrov'ping tol God in d • l eproevingen en bekoringen. Eeredienst van den hciluen Joseph.
(i(gt;lii'(l tolden heili-icn Joseph.
Litanie tot den heiligen Joseph. quot;/1
Gebed lot den heiligen Joseph, om eenen goeoen dood
te verwerven.
G l'ed tot don heiligen Joseph, om in al onze nood-
wendi.-heden zijnequot;besehormin,- te bekomen. (V/ö
Ml. Oefening om de zeven smarten en de zeven
Mvuizden van den heiligen Joseph te ecren. 676
Gebed lol den heiligen Joseph, beschermer der chris-
Gebed aan don heiligen Joseph, om verlicht te worden
over zijnon roep.
Toewijding van een kind aan den heiligen Joseph.
Gebed aan den heiligen Joseph, om geluk te hebben in
cone tijdelijke ondernoming.
Gebed aan don IT. Joseph, om eene geestelijke genade te bekomen.
BI. \ l AYM/ CR.
(»t'bolt;J aan den heiligen Joseph, om de genade eens ^ goeden doods te bekomen.
Krachtig gobed om de heilige deugd van zuiverheid te bekomen.
Gebed tot den heiligen Joseph, patroon van België. «l.sü
Gebed voor de bewaring des geloofs. dS'f
Gebeden tot de Heiligen Petrus en Paulus. CK.'i De heilige Judas Thaddeus.
Litanie tot den heiligen Apostel Judas Thaddeus. (590
De heilige Joannes, Apostel en Evangelist. düi.
De heilige Stephanus, eerste martelaar. (;o;j
De hi iliiio Antonius van Padua. — Litanie. lt;;lt;)(;
Godsvrucht tot den heiligen Aloïsiusvan Gonzagua._
Oefening van toewijding. quot; (;lt;)^
Litanie tot den heiligen Aloïsius van Gonzagua. r.i»S Gebed tot den heiligen Aloïsius van Gonzagua, om de
zuiverheid te bekomen. 701 Gebed om de deugden van den heiligen Aloïsius van
Gonzagua te verwerven. 700 Litanie ter e. - c van den heiligen Alphonsus de Liguori. 70;*; Nieuw gebed tot den H. Alphonsus Maria deLiiuori. 70«; Litanie ter eere van den heiligen Hochus. 707 Gebed in den tijd eener besmettelijke ziekte. 709 Litanie ter eere van den heiligen Fnmciscus van Assise. 710 Gebed aan den II. Franciscus van Assise, om de versmading van de wereld en de liefde van Jezus te vragen. 71 Litanie ter eere van de heilige Anna. 71;; Litanie ter eere van de heilige Philomena. 711; Gebed tot do heilige Philomena, om de zuiverheid en
het betrouwen te bekomen. 7^1;
De gelukzalige Joannes Berchmans. — Litanie. 718
Gebed tot de '1. Apollonia, patrones tegen de tandpijn. 72-2
Gebed tot de !!,'iligen van ons land. 702
Gebed tot den heiligen Patroon onzer parochie. 72;}
Gebed tot den Heilige, wiens naam wij dragen. 7H
Verzuchting naar den hemel. 794
BELANGEN DER illl. HARTEN VAN JEZUS EN MARIA OIgt; AARDE.
Formulier van de vernieuwing der doopbeloften en akte van toewijding aan de heilige Maagd Maria, voor den dag der eerste communie. 728 en 729 Formulier om de allerhriligste Maagd Maria tot patrones te verkiezen. 7;»| Oefening der christene deugden. 7;^ Akte van geïuof. 7;{;{ Oefening va.i aanbidding. 7;Vi.
«U8
«I.ADWir/.EK. -W
\kte van hoop. Z j.'t
Akte van liofde. i 'l
Akte van liefde jesens de vijanden. 7.ib Utanie van de liefde Gods, gemaakt door Paus Pius V,, /»7 Akte van berouw.
Akte van aanbidding. J;' Akte van dank/egging.
Akte van opdracht van ons zelvrn aan God. n-i
Akte van rnisacliting der aardscho goederen. it-'
Akte van overgeving en onderwerping aan den God-
Toevlueht tot de Voorzienigheid. — Litanie. . i gt;
Gebed om den bijstand van God te vragen in het be- _
gin eenor onderneming.
Gebed in eenen goeden uitval en in blijdschap. /■'!gt;
Gebed in eenen slechten uitval en in alle droevige
Gebed in allen slaeh van druk. 7o2
Akte van vernedering.
Akte van zachtmoedigheid.
Gebed om de zuiverheid der ziel en des lichaamste
vragen.
Gebed tot de heilige Maagd.
Gebed om den geest van gehoorzaamheid en onderwerping te bekomen.
Gebed om een nieuw hart te vragen. '£•
Gebed om den inwendigen vrede te vragen. 7oJ
Bestrijden der liarlsloehten. i1'0
Gebed om aan God de overwinning onzer hartstochten te vragen.
Gebed om aan God te vragen, zich van eene zonde van
gewoonte te beteren.
Gebed na eenen val in zware zonden.
Gebed van iemand, die aan God de onschatbare genade vraagt van een oprecht en verlicht geweten, en die verlangt bevrijd te zijn van alle geneigdheid tot de dagelijksche zonde.
Algemeen gebed vooral wat de zaligheid aangaat. /W
Middelen óm de zonden te vluchten en de deugden
Het gebed.
Gebed tot Jezus (heilige Alphonsus de Lig.). 770
3ebed om de volharding in het bidden te bekomen. 771 De schietgebeden.
701 755
73G
I'M
lil. VMVM/Ut.
Geestelijke lezing en orenier/ing.
Manier om de geestelijke lezing te doen. 775
Gebed in de dorheden, gedurende de overweging. 779 Gebed voor het ;i;inhooren van Gods Woord. ' 780
De lieriMnering der tegenwoordigheid Gods. 7SI
Gebed lot de heilige Maagd, om de genade der volharding te vragen. quot; 7S.j Gebed om het betrouwen in de verdiensten van Jezus-
Christus en de voorspraak van Maria te bekomen. 78V liet vluchten tier gelegenheden van zonde. 785
Men moet /icli slclirn toircn Jietmonschelijk opzicht. TSi; Hel heilig S.icri.'icie der Mis. 7.S7
liet dikwijls nndoren tot de 11H. Sacramenten. 788
Ocferniigen voor en na de biecht. 700
Oefeningen voor en na de heilige Communie. 7lt;)2
Gel.e.1 \oor een kind dat zich bereidt om zijne eerste
Gebed om in de verkiezing van eenen levensstaat den
wil van God te kennen.
Gebed om aan God de genade te verzoeken van zich in
zijnt n staat te heiligen. 807
IJet sacrament des huwelijks, onderrichting.
(icbed om van God de genade te verwerven vaneenen
goeden echtgenoot te kiezen.
(Jcbed om van God den keus etner deugdzame echtee-
noote te vragen. ^
Oefeningen van bereiding lot eenen goeden dood. SI ï Gebed om door de heilige Maagd, zonde- vlek ontvangen, een goeden dood te verwerven. 817 Gebed lol den heiligen Joseph. 317 Gebeden tot Jezns en Maria, om van eenen schleliiken
dood bevrijd te zijn.
Gebed lot de heilige Barbara, om door hare voorspraak te bekomen, niet zonder de Sacramenten d r heilige Kerk te sterven. ' D ^ |,j
Utanie ter eere van de heilige Barbara, om eenen eoe-
den dood te verwerven.
Litanie van eenen goeden dood. 821
Oefening om zich tot den dood te bereiden. 82*
80.quot;)
807
809
810
lt;SI8
951
Oefening waardoor men den dood aanvaardt. 827 Oefeningen om den staat van ■/lekte te heiligen en do
Sacramenten der stervenden wel te ontvangen. 828 Oefening van gelijkv ormigheid met den wil Gods, gedurende de ziekte. 829 Gebed om zijn lijden te vereenigen met dat van Jezus-
Gebeden voor de biecht in ziekte. 8'.i0
Gebeden na do biecht in ziekte. 832 Gebeden om de heilige Communie als reispenning te
ontvangen. 833 Het heilig Sacrament des Oliesels. — Gebed van voorbereiding. 8:V7
Gebeden na het ontvangen van het Sacrament des Oliesels. 8 V1 ni.i.ANcn.iv mi. imtri n op aai:de, voor. ti: staan
ui iti.n ogt;'s.
Ver se hei .'one ae^enen ro'gt;r de Kerk van Christus.
Gebed tot het heilig Hart van Jezus, om hot behoud des
geloofs en de b-ket ring der harten te vragen. 8H 'All.) Gebed om niet door de goddeloozen misleid te
Gebed en opdr.ieht aan het heilig Hart. 8i.quot;i
(«ebed voor onzen Aartsbisschop of Bisschop. 8i8 Gebed om van God voor zijne Kerk, priesters volgens
zijnen geest te vragen. 848 Gebed voor de bekeering der zondaars en voor de noodwendigheden der heilige Kerk. 8i0 Gebed voor geheel het Christendom, door PausPiusVI. 8quot;)i)
Genootschap pen.
Van de voortplanting des geloofs. 801
G.'l)quot;(l om do bekeering der ongeloovigen te vragen. 8.quot;gt;;gt;
Genootschap der heilige Kindsheid. 854
Genootschap van den heiligen Franciscus Salesius. 8.quot;gt;.'gt;
Gebed voor onze landgenooten. 8.gt;7
(iehed voorde katholieke universiteit. 8.quot;»7
(Jebed voor het geluk les vaderlands. 8.)8
Gebed voor de Koninklijke familie. 8.quot;)9
Verschel 'ene f/e'witen voor de zondaars.
Gebed lot het aanbiddelijk Hart van Jezus, om de bekeering der zondaars te vragen. 809 Gebed om aan God de bekeering te vragen van oenen
persoon in wien men bijzonder belang st 'lt. ■■■ lt;\ Gebed voor hen die ons beleedigd hebben, en zich onze
vijanden verklaren. 862
ö32 m.MiWM/.KR.
Geestelijk genootsel.ap tot uitroeiing der godslaste-
Lo^Xdtot'heSng der beteedisingen, welke God
men God .et ^
Geted om de liefde tot den naaste te -vragen.
Gebed van een kind voor zijne ouders. 8,;7
Gelii'd quot;gfiduren^den tljVvan oorlog, om den vrede ^
TOLANGEN'DER HH. HARTEN VAN JEZUS EN MARI A bij de stervenden en bij de zielen des ^ecnurs.
Belangen der heilige Harten bij de stervenden. ^
Gebeden voor de stervenden. 87o
Gebed: O demnlissime Jem. 878
Gebed Tot Sèri'eS Maagdi'Moeder'der smarten. 87«
' Oefeninqen en gebeden om de Men enden b.J Ie slaan Gebed tot Jezus, om de liefde voor de stervenden te ^
De quot;bc^S6 ®ac^™®quot;'®quot;llgeJpjPgQ^eHjquot;ke^èugd«n.gt;Clt;' «77
bil'de zi^ des^agêvuurs. m
Diesirae. t j„„ vnnr rte zielen des vagevuurs. fl»0
Verschillende gebeden ^oor ae ziclsi 3()t
Litanie voor do zielen d« | __ vrien(jen en wel-
Gebeden voor vader en moeaer ,,07
Heldhaftige liefdedaad ^ des vagevuurs. «12
IiTiVl Sacrüicie der Mis voor de overledene geloovigen. 91J
11
iü