/ i, l
J 13
ml,'J.^,?VNIVEF,SITEITTE UTRECHT
UOÜU
VIET SPAANS,l»ÖRTUGGES',n ICERO-AMSRirAANS INSTITUUT 1;iiti!ulo da Ejtudlos IniUlulo dj [V.udoj Hiipiniioi
Porljguesej e lboroamericaiioj Po/lugult;;;cs ^ Ijjro-Americanoi
Hahueuwijk,
187ü.
lid kan niet anders of in dezen tijd zijn veler ooyen geopend voor een land zoo sehoon, zoo rijk aan groeikracht, maar helaas! zoo diep ongelukkig en rampzalig door de immer icoelende tweedracht, door de felle burgeroorlogen; een land waarin de eene partij aan de andere de oppermacht betwist, beheerscht door politieke en godsdienstige hartstochten; ivaar men elkander verbijt en vereet, waar men elkander ten bloede toe vervolgt.
Ook wij, Nederlanders, slaan het oog naar Spanje, naar het land, dat het bloed onzer voorvaderen in volle stroomen vergoten heeft, maar dat wij niet anders wenschen dan gelukkig te zien.
Een werkje, waarin een kort overzicht gegeven wordt van de vroegere en latere geschiedenis van dit land onder zijne verschillende regeeringen tot op dezen tijd en de oorzaken, welke tot den thans bestaanden toestand geleid hebben, zal niet onwelkom zijn. Uit die geschiedenis zal de onpartijdige lezer kunnen oordeelen, ivie de ivettige koning van Spanje is, een vraag, ivelke in de laatste tijden menigmaal gehoord is.
V.
Spanje, 't is con heerlijk land. Niet ten onrechte kan men het Iberische schiereiland den woudortuiti, of zoo men wil, het Kanaan van Europa noemen; een land overvloeiende van melk en honig. Do grootste verscheidenheid van voortbrengselen uit het planten- en dierenrijk lorert Spanje op. Vanwaar? Niet anders, dan door de groote afwisseling van temperatuur, want geen land in Europa dat op zooveel verscheidenheid van klimaat kan wijzen als Spanje. En dit door z[jn bergen en dalen. Doorreist het schiereiland en gij zult in het Noorden des lands de Pyreneën ontmoeten. Zij maken het hoofdgebergto uit on loopen langs de grenzen van Frankrijk, van kaap St. Sebas-tiaan naar de zee van Biscayo. Zij vormen de natuurlijke grens tussclien Frankrijk en Spanje. Een der hoogste bergtoppon is de Pic d'Anethou. Do Pyreneën bestaan grootendeels uit graniet en zijn tot op oeno zekere hoogte met wouden bedekt. Gaat gij hooger op, dan ziet uw oog vele naakte toppon : borgen en volden van ijs en sneeuw, die nimmer smelt, doch somtijds ontzettende sneeuwmassa's tot een klomp veroonigd, loslaat, en met donderend geweld naar benoden stort. liet Cantabrisch gebergte , dat westwaarts naar kaap Finisterre loopt en gewoonlijk als een tak dor Pyreneën beschouwd wordt. Behalve deze bergketen treft ge op uwe reis ook aan: de Sierra Guadarama; in hot zuiden de Sier-r i Nevada of Sneouwgobergte , terwijl het
6
stroomgebied der Guadiana ten noorden door het Toledo- ten zuiden door het Morona-gebergto wordt begrensd.
Wij behoeven niet meer bergen op te noemen , om liet ons duidelijk te maken, wat de oorzaak is dier klimaats-verscheidenheid. Zeker schrijver zegt: „Met recht kan men van Spanje zoggen, dat het de vijf bestaande luchtstreken in zich ver-cenigt. Men vindt de pool-luchtstreek in do Pyreneën alsmede in de hooge bergtoppen der Sierra-Nevada; in de uitgebreide hooglanden is het des zomers ondragelijk heet; de kuststreek van Grenada beeft bijna hetzelfde klimaat als Noord-Afrika, waar koude on sneeuw bijna onbekend zijn; Andalusiê' echter overtreft gemolde kuststreek in warmte T welke gewoonlijk nog vermeerderd wordt door den solano, een heeten wind, welken de Sahara uit Afrika derwaarts zendt. In Arragon is het ook des zomers buitengewoon warm, maai- des filters daarentegen zoor koud.quot;
Deze afwisseling van temperatuur — zeidon wij — levert do grootste verscheidenheid op uit het planten- en dierenrijk. Zondert cenige steppen in Arragon, Oud- en Nieuw-Castilië uit, wier grond vele zoutdeelen bevat en het geheele land is uitnemend geschikt voor akkerbouw. Spanje levert dan ook op : tarwe, gerst, rogge, maïs, panizo 1), rijst, groenten, meloenen , saffraan, spaansche peper, suikerriet, katoen, bananen, bataten, oranje- en granaatappelen, amandelen, vijgen, olijven, moerbeziën onz., om van de bekende wijnsoorten niet to spreken.
Uitgenomen de groote vlakten van Andalusiê, het kalkge-bergte van Iberië en van Estramadura is Spanje rijk in uitgestrekte bosschon, welke beuken, eiken, dennen, kastanjeboomen, kurkeiken, wilde olijf- cu iaurierboomen voortbrengen.
1) .Eeii soort van gierst.
Aan voortbrengselen van hot dierenrijk is Spanje niet minder ruim bedeeld. De paarden van Andalusië zijn beroemd. Ook zijn zijne muildieren, schapen en geiten bekend. Ook wilde dieren, vooral in de Pyreneën, als: wilde zwijnen, vossen, beren, wolven en steenbokken treft men hier aan en in het zuidelijk gedeelte des lands: genetkattou, groote adelaars en fiamingoos.
Ook op de mijnwerken van Spanje moeten wij wijzen. Het land is vooral rijk aan kwikzilver , koper en lood.
Een voortreffelijk land alzoo. En toch trekt het weinig vreemdelingen. Da reislustige zal eer zijne oogen naar andere stroken der aarde slaan. Van waar dit? Do oorzaken daarvan zijn niet moeilijk op te sporen. Of zouden wij die niet moeten vinden in den ellendigen staatkundigen, maatschappolijken'en gods-dienstigen toestand, gevoegd bij de trotschheid, de luiheid, on als gevolg daarvan do onzindelijkheid, dor Spanjaarden ? Trotsch is hij, de Spanjaard ; een trotschheid, die men niet alleon in de hoogste kringen, neen, in allo klassen der maatschappij aantreft ; niet alleen in de paleizen, maar tot zelfs in de stulpen der met lompen bedekte bewoners. De afgemetenheid in zijn godrag, de nationale trotschheid is stuitend voor den vreemdeling , die niet licht toegang tot den famieliekring zal krijgen.
Ook lui is de Spanjaard. Spanje is als 't ware een groot kerkhof, waar nijverheid en ontwikkeling begraven liggen. Wij moeten hem evenwel recht doen. In die provinciën, welke tot handel en zeevaart gelegenheid geven, bestaan veel meer werkzaamheid en levendigheid dan in de andere.
Wat kunsten en wetenschappen aangaan , die staan in Spanjo op een lagen trap.
Maar is er dan niets goeds van de Spanjaarden te zeggen ! Voorzeker. Wij willen er de bewoners van eenige zuidelijke
ft
provinciën , de voorlieden en do muilezoldi-ijvcrs , buiten laten , maar overigens zijn de Spanjaarden matig in liet gebruik van spijs en drank. De verachtelijksto naam voor een Spanjaard is die van dronkaard. Een zoodanige wordt door elk verafschuwd.
liet ontbreekt don Spanjaarden niet aan moed en dapperheid. In het open veld laten zij zich echter niet gaarne zien , maar houden zich liever achter verschansingen verborgen. De levendigheid hunner aandoeningen en gewaarwordingen hebben de Spanjaarden met de Zuidelijken gemeen, maar 't zijn eigenschappen, die bij hen dikwijls in ondeugden ontaarden. Ja-loerschlieid, wraakgierigheid, wreedheid en hardheid worden bij hen al li»ht opgewekt en aangeblazen. Daarvan kunnen Amerika en ons vaderland getuigen.
De Spanjaarden beminnen met geestdrift hun vaderland en dit is niet te verwonderen, wanneer hunne geschiedenis zegt, dat hun geboortegrond mot het bloed hunner voorouderen geverfd is.
De bevolking van Spanje schat men op ongeveer zestien miljoen zielen. onder welke er velen zijn, die een nomadisch of zwervend leven leiden. Niet minder dan -100 oude steden vindt men in Spanje, van welke de meeste door Romeinen of Arabieren gesticht en van middoleouwsche vestingwerken voorzien zijn: onder deze bevinden zich 47 hoofdsteden: vervolgens 4700 kleinere steden van latere dagteekening; 500 kleinere gemeenten ; 2000 gehuchten cn eone grooto menigte meierijen, landhuizen, kasteden, pachthoeven cn tuinen. liet Spaansche volk is een mengsel van verschillende natiën. Do geschiedenis zegt ons, dat zij van de Iberiërs afstammen, welke zich met do Kelten vermengden. Kunsten en wetenschappen ontvingen do Spanjaarden van do Pheniciërs on Grieken. De Pheniciërs werden door de Karthagers en deze wederom door do Romeinen verdrongen. He Romeinsche beschaving deed haar invloed in Spanje
gelden, maar ook aan do rionioinseho wereldheerscliappij kwam een einde en hot eenmaal zoo machtige Homo zonk in het niet terug. Hot had don Romeinen niot aan beleid, moed en volharding ontbroken; do ganscho toen bekende wereld was dooi' hen ton onder gebracht. Rome was een heerschappij van geweldenaars, niet oneigenaardig door den profeet Daniël aangeduid als oen rijk van „ijzer,quot; dat alles vermaalt en vergruist. Schitterend waren hunne krijgsmanshoedanigheden, ma .r hoedanigheden , die met oen tal van ondeugden gepaard gingen. Mot één woord: ])o Romeinen waren eon diop bedorven volk, vervuld met allo ongerechtigheid. Hadden zij Christus in zijne discipelen, gedurende bijna drie eeuwen, op de vreeselijkste wijze vervolgd; hadden zij duizenden onthoofd , verbrand , gekruist , tot schouwspel en tijdverdrijf, door de wilde boesten verscheurd — de goddelijke vergelding bleef niet achter. „Want hare zonden zijn de eene op de andere gevolgd tot don hemel toe, en God is barer ongerechtigheden godachtig geworden. Daarom zullen hare plagen komen.quot;
Do Romeinen hadden do profotiën togen Jeruzalem vervuld ; nu zouden zij, op hunno beurt, wordon gestraft. liet Rijk viel uitéén. Do wereldstad, die haar schepter over de ganscho aarde zwaaide, werd meer dan eens geplunderd en verwoest. Ook Spanje ondervond er den invloed van. Wandalen , Sneven on Alanen overstroomden hot land. Zij werden echter door de West-Gothon verdreven , een woest, maar stout en edel volk , hetwelk zich mot do oorspronkelijke inwoners vermengde.
De West-Gothon stichtten in Spanje het rijk dor Wost-Go-then. Al spoedig kwamen er groote onocnighodon tusschon hen , die do Ariaansche en tusschon lieu, die de Katholieke loer omhelsdon.
Do koning Roccarod, een Ariaan. ging tot de Katholieke
10
partij over. cn bewerkte, dat al zijn Ariaansehe onderdanen zijn voorbeeld volgden.
Do geestelijkheid kreeg nu een groot gezag, die alom haat cn vervolging predikte tegen andersdenkenden. Weldra deed zich een gevaarlijke vijand voor Spanje op. In 711 zondMusa, de Arabische stadhouder in Afrika, zijn veldheer Tarik naar Spanje. Met een slechts geringe macht landde hij aan de Spaan-sche kust, in do nabijheid eener steile rots, bouwde er eene sterkte en legde alzoo den grond tot hot naar hom genoemde Gibraltar i).
Tarik rukte voort. Koning Rodrigo, bewust welk gevaar te wachten stond, trok hem aan hot hoofd van don bloem zyner natie te gemoet. Met wanhopigen moed werd do strijd gestreden , doch eindigde mot do nedorlaag der christenen. Koning Rodrigo verloor het leven en bijna geheel Spanjo kwam in de macht der Arabieren of Mooron, zooals zij ook wel genoemd worden , omdat zij uit Afrika, hot land der Mooren, kwamen. „Arabische wijsheid en kunst, Islamitische zeden en gebruiken cn Oosterscho gloed verkregen daar het burgerrecht. Het heete bloed der Saracenen van Afrika werd in het overoude Iberische bergvolk overgegoten en in duizendjarige wilde slachten en gevochten werd deze natie tot staal verhard. Arabische geslepenheid cn ingetogenheid, Oosterscho pronkzucht en pralerij is ook nog in Kastilië te vinden,quot; zegt zeker schrijver. Slechts één gewest van Spanje, het borgachtigo Asturië, bleef onafhankelijk quot;van de vreemde overheersching ; daar hield do kruisbanier zich •'staande , on word de grond gelegd tot een nieuw christenrijk.
Zekere Pelagius, ccn afstammeling hunner koningen, werd ;fot opperhoofd gekozen. Hij behaalde ook twee overwinningen
-1) Verbasterd uit: G-ibel al Tarik of heuvel van Tarik.
•M
op do Mooron, cn verzekerde daardoor do onafhankoljjklieid van Asturië. Zijno opvolgers breidden hun gebied steeds verder uit en deden nieuwe Christen-koninkrijken ontstaan, maar niet zonder een bloedigen en langdurigen strijd tusschon liet Mahome-danisme en het Christendom.
Dit willen wij in hoofdtrekken zien.
Wat de Mahomedanen aangaat, die Spanje ovorhoerschten, deze maakten zich onafhankelijk van den Arabisclicn Kalif en stichtten een Westersch Kalifaat met Cordova tot hoofdstad. Niet to ontkennen is hot, dat Spanje onder de Arabieren bloeide. Landbouw, koophandel en zeevaart ontwikkelden zich zeer, kunsten en wetenschappen werden vlijtig beoefend. Dé hoofdstad werd weldra een der prachtigste en blociendste van do wereld.
De christenen in Asturië bleven evenwel niet stil zitten, üo-durig namen zij de wapenen op, om hun gebied te vergrooten. Daardoor ontstonden er allengs verschillende staten uit op de Arabieren veroverde landen , als : do koninkrijken Loon en Ar-ragon en hot graafschap, naderhand het koninkrijk Kastilië, hot koninkrijk Asturië enz. Onder do christen-vorsten, die zich vooral in dezo oorlogen onderscheidden , behoorden Ferdinand , koning van Kastilië en Loon en diens zoon Alphonsus VI. De laatste veroverde ook de stad Toledo (1080), do vroegere hoofdstad van hot West-Gothischo rijk, terwijl do Arabieren meer en. meer naar het zuiden des lands werden teruggedreveu.
Do West-Gothon werden in liet bestrijden van do vijanden des Christendoms trouw geholpen door de kruisridders. Een van hen, lleudrik van Bourgondië, had zich bij de belegering
12
orr Inneming van Toledo zeer verdienstelijk gonmakt, waarom koning Alphonsus VI hom zijne dochter tot vrouw en Portugal in leen gaf. Alphonsus, zoon van dezen Hendrik, won twee belangrijke veldslagen op de Mahomedanen, ofschoon die met hunne groote overmacht hom schenen te zullen verpletteren.
Werd Portugal van de Mooren gezuiverd, in Spanje bleef nog immer de strijd voortduren, hoewel do macht der Arabieren gedurig moer en meer kromp, niettegenstaande er bij herhaling hulp uit Afrika werd gezonden.
Toen Ferdinand II, de katholieke bijgenaamd, koning van Arragon, met Isabella, koningin van Kastiliö huwde, en de verschillende Spaansche staten tot één groot koninkrijk vereenigd werden, ging de geheele heerschappij der Arabieren te niet, want de gansche macht der Spanjaarden was op de stad Granada — hot laatste overblijfsel der Moorsche heerschappij — gevallen. Na eene belegering van elf jaren werd de stad bij verdrag overgegeven, onder beding, dat de Mahomedanen hun godsdienst vrij mochten uitoefenen. Nauwelijks echter waren de Spanjaarden meester van de stad , of koning Ferdinand verbrak zijn woord en gaf bevel, dat de Arabieren óf christenen moesten worden, óf het land verlaten. Velen kozen het laatste, maar ook velen waren er , die het christendom aannamen. Ferdinand e;;htcr vertrouwde hen niet en geloofde, dat zij slechts christenen in schijn waren, 't Was zeer wel mogelijk, doch gaf dit den koning recht het afschuwelijk gerechtshof, de inquisitie, in Spanje in te voeren en ,,ter eere van God en de H. kerkquot; hondderdduizenden aan de vlammen prijs te geven? Ook de Joden , die rust en bescherming gevonden hadden onder do Ma-homedaansohe heerschappij , ondergingen hetzelfde lot. Zij werden mot geweld bekeerd, of uit het rijk verbannen. Wee den Christen, die een Jood een bete broods of een dronk waters
l:i
toereikte. Do kerk gaf hier ecu voorbeeld niet van den barni-hartigen maar van den onbarmliartigen Samaritaan.
Niet minder, zoo zegt ons dc geschiedenis, niet minder dan achtmaal honderdduizend Joden ontweken met hunne bezittingen het christelijke, onverdraagzame Spanje, om een veilige schuilplaats in liet Mahomedaansche Afrika tc vinden.
Spanje stapelde voorts gruwel op gruwel. Afschuwelijk zijn dc wreedheden in Amerika, na de ontdekking van dat werelddeel door de Spanjaarden aldaar gepleegd ; ontelbaar de men-schen door hen op dc wreedaardigste wijze vermoord. Een paar staaltjes slechts.
Toen Cortcz, dc Spaanschc bevelhebber, Mexico had ingenomen , maakte hij onnoemelijke schatten buit. Hiermede was hij echter niet tevreden, zyne gouddorst was zoo spoedig niet gelescht. Veronderstellende, dat de koning van het Mexicaansche rijk hem nog wel moer schatten kon, maar niet wilde aanwijzen, liet hij den reeds ongelukkigen vorst op een gloeienden rooster uitstrekken, om hem op deze wijze te dwingen hom te openbaren , waar nog meer goud te vinden zou zijn.
Even onmenschelijk handelde Pizarro. Dc Inca of vorst van Peru vernemende, dat Pizarro aan hot hoofd zijner Spanjaarden zijn rijk naderde, zond onmiddellijk rijke geschenken, om Pizarro alzoo te bevredigen. Deze nam die geschenken ook aan , maar niet om zich daarmede tevreden te stellen; integendeel zijne hebzucht was opgewekt, on wat het ook mocht kosten, hij wilde zich van nog meer schatten moester zien. Hij liet den Inca, Atabaliba geheeten, tot een mondgesprek uitnoodigen. Deze niets kwaads vermoedende , voldeed hieraan. Op een gouden draagstoel gezeten , omringd door twaalfduizend Peruanen , trok hij don Spanjaard te gemoet. Onmiddellijk beval Pizarro hem, dat hij den chrlstelijken godsdienst aannemen, don paus
1 i
als zijn geestelijken cn den koning van Spanje als zijn wereldlijken opperheer zou erkennen. Atabaliba was tot dit alles maar zoo terstond niet gereed cn maakte bedenkingen. Op een tee-ken van Pizarro brandden zijne soldaten , die in eene hinderlaag vcrscholon lagen, op de weorlooze Peruanen los en in een oogenblik lagen er duizenden neder. Pizarro zelf nam den Inea gevangen. Het was te vergeefs, dat de ongelukkige vorst een stapel goud voor zijne vrijheid aanbood. Pizarro verlangde ook zjjn bloed cn verwees hem ton brandstapel. Nog één middel greep Atabaliba ter zijner redding aan. Hij wil tot het christendom overgaan, dan toch zou de gevangenis wel voor hem ontsloten worden. Zijn voorstel werd aangenomen. Atabaliba
werd gedoopt en kwam niet op den brandstapel maar......
werd geworgd!
Zulke dingen durfde men doen in den naam van Jezus Christus en durft men nog in dien naam doen, ofschoon onder andere vormen.
Ook den slavenhandel heeft Spanje op zijn geweten. Het spreekt toch van zelve, dat de inboorlingen niet altijd geneigd waren, zich zoo maar lijdelijk aan de Spanjaarden te onderwerpen en menigmaal in opstand kwamen, doch wat zouden die naakte en onkundige Amerikanen uitvoeren tegen die geharnaste Spanjaarden , met hunne vuurwapenen cn bloedhonden ! En wee dan den overwonnenen. Zij werden gedwongen om den moeiclijksten slavenarbeid te verrichten in de goud- en zilvermijnen, welke daar in menigte gevonden werden. Duizenden bij duizenden dier ongelukkigen, aan zulken zwaren arbeid niet gewoon, stierven. Om in het gebrek aan werkvolk te voorzien, ontzag men zich niet in Afrika negers op te koopeu of weg te stelen en die naar Amerika te voeren. Miljoenen zijn op deze wijze uit hun vaderland weggesleurd. Jaren lang is
15
tlat stelsel van slavenhandel, ook dooi- andere volken, gedreven.
Welke zegeningen had God aan Spanje in do ontdekking van Amerika niet geschonken. Als niet den vinger wees do Heer aan, welke de roeping der Spanjaarden was jegens de volken, die nog in de schaduwe des doods zaten. En hoe hebben zij aan die zegeningen beantwoord? Die zegeningen zijn in vloek verkeerd. Spanje, vroeger zoo rijk, zoo machtig, heeft alles verloren en slechts do herinnering aan vroegere grootheid overgehouden.
Hot huwelijk van Johanna , dochter van Ferdinand en Isabella , mot Filips de Gpede , bracht de regeering van Spanje over in het Huis van Oostenrijk. Door Filips kwam ons land in betrekking tot Spanje, 't Kon niet anders. Als graaf van onze gewesten cn als koning van Spanje moesten beide volken. de Spanjaarden en de Nederlanders wel met elkander in aanraking komen. Niet minder onder zijn zoon Karei, die, Nederlander in 't hart, het karakter dor Spaanschc natie niet best kon verdragen cn daarom vele Nederlanders in Spanje met hooge betrekkingen begunstigde. Dit kon evenwel den Spanjaard niet anders dan een gruwel in het oog zijn en legde den grond tot een nationale haat, die zich onder Filips II maar al te zeer openbaarde.
Toen Filips den vaderlijken zetel beklom , kon hij de machtigste vorst van Europa genoemd worden. Spanje, Napels, Sicilië, een groot gedeelte van Amerika en geheel Nederland waren aan zijne vaderlijke zorgen toevertrouwd. En hoe hij zich van dien plicht kweet, zegt onze geschiedenis. Met bloedige letters staat hij daarin opgetookond. En hoe ging het in zijn tijd met hot machtige. rijke Spanje ? Schatten gingen verloren-
I(gt;
Zijn onrechtvalt;ardigc oorlog togen de Nederlanders verslond tonnen gouds. Do verbazende schatten uit Mexico en Peru aangevoerd , waren niet voldoende do uitgaven te dekken. Nog vóór Filips was overleden , ging Spanje onder een ontzettondon schuldenlast gebukt. Ja, hij moest zelfs, om in de behoeften te voorzien, priesters door het land zenden, om gelden in to zamelen. Voorwaar een diepe vernedering! Nog eens een oog geslagen op do handelingen in Amerika en in Nederland, dan zeggen wij : «Gerechtigheid verhoogt een volk, maar do zonde is een schandvlek der natiën.quot;
Zijn zoon Filips 111 was een onbeduidend vorst en de staats-dienaars , welke hij zich koos , even onbeduidend. Hunne onbe-kwaamheid was oorzaak van den meer en meer achteruitgaanden staat der geldmiddelen. De handel kwijnde door do oorlogen ; de inwoners gaven zich aan luiheid en werkeloosheid over en men verwaarloosde alzoo do vruchtbare gronden van Spanje, in de ongelukkige meening, dat de schatten uit Amerika in alles zouden voorzien. Fen heir van monniken en een tal van kloosters vervulden het land. De voornaamste eigendommen waren in handen der priesters. Niet minder werkte de brandstapel mede tot den ondergang van Spanje.
Had zijn vader do Morisken — nakomelingen der Arabieren — met gestrengheid vervolgd en bij duizenden omgebracht, omdat in hunne taal en gewoonten hunne Arabische afkomst zichtbaar was, Filips III maakte het niet beter. Deze menschen waren in zijn oog zoo gehaat, dat hij ze in zijn rijk niet dulden kon. Hij verjoeg ze dan ook, zoodat eon getal van ruim 300.000 menschen, die in vrede leefden en werkzame lieden waren, Spanje moesten ruimen. Is het wel wonder , dat door dergelijke handelingen Spanje moest te gronde gaan ? De nadeelige gevolgen hiervan worden nog gevoeld.
17
In eon zoor vervallen staat liet Filips III hot rijk aan zijn zoon Filips IV aolitor. Deze vorst moest de Vereenigde Nederlanden vrij verklaren. Ook in Spanje zelf hadden vele roeringen en opschuddingen plaats. Dat rijk , voor ruim eone eeuw nog zoo machtig en bloeiende, bevond zich thans in don jammerlijk-sten staat van verval en uitputting, veel gelijkende op een teringlijder. Verdwenen was die ridderlijke en krijgshaftige geest; hij was in doodslaap verzonken. De veerkracht der natie was verlamd. Zoodanig was do uitwerking van een koninklijk en priesterlijk despotisme.
Met den laatsten koning uit het Huis van Oostenrijk, Karei II, ging de regeering over in het Huis van Bourbon. Op welk eene wijze dit geschiedde , willen wij aangeven.
Lodewijk XIV, koning van Frankrijk, was gehuwd met Maria Theresia, Karei* oudste zuster. Zijne moeder Anna was een dochter van Filips Hl (grootvader van Karei H). Krachtens die familiebetrekking eischte Lodewijk na den dood zijns schoonvaders (I'ilips IV) een aanzienlijk deel der Spaansche Nederlanden (België), ofschoon hij vroeger bezworen had van alle aanspraak op de Spaansche nalatenschap af te zien. Drie malen voerde hij oorlog tegen Spanje, doch bij den vrede te Rijswijk (1697) gaf hij alle veroveringen, welke hij in Spanje en in de Spaansche Nederlanden gemaakt had, terug. Waarom? Hij wist, dat zijn schoonbroeder, Karei II, een zwak man wag, die waarschijnlijk spoedig zou sterven en dan bestond er voor hem eene schoone gelegenheid de gehoele Spaansche nalatenschap in te slokken.
Het moest koning Karei zeker bitter grieven , dat men reods bij zijn leven oen verdeelingstractaat ging maken en over zijne nalatenschap beschikte. Volgens dat plan zou de kleinzoon van keizer Leopold Spanje, de Spaansche Nederlanden en Indië; de oudste zoon van Lodewijk XIV Napels en Sicilië en Karei van
i8
Oostenrijk Milaan verkrijgen. Daar intusschen de kleinzoon van keizer Leopold stierf, moest het verdeelingsplan gewijzigd worden. Bij het reeds bepaalde zou nu do zoon van Lodcwijk ook Lotharingen bekomen, en Ivarel van Oostenrijk in het bezit komen van de landen der Spaansche monarchie. Wat deed J.odewijk inmiddels? Door zijne handlangers te Madrid wist hij den zwakken Karei over te halen, een geschrift to ondortcckc-nen, waarbij Filips van Anjon, Lodewijks kleinzoon, tot erfgenaam dor Spaansche nalatenschap benoemd werd. Zoodra nu Karei overleden was, kwam Lodcwijk met dit geschrift voor don dag. Dat zulks niet naar don zin van keizer Leopold was , is duidelijk 1). Hieruit ontstond dan ook een bloedigo oorlog, bekend onder don naam van Spaansche Successie-oorlog. Het recht van den sterkste gold. Rij don vrede van. Utrecht (1713), bleef Filips van Anjou in het bezit van Spanje en Indië; do Spaansche Nederlanden kwamen aan hst Huis van Oostenrijk, van toon af Oostennjksclic Nederlanden genoemd..
Het is ons nu duidölijk hoe de regeering over Spanje van het Oostenrijksohe op liet Bourbonsche Huis is overgegaan. Tot recht begrip voor den lozer geven wij hier de volgende geslachtslijst der vorsten uit dat Huis.
Filips Y.
Lodcwijk I. Ferdinand VI, Karei III,
Karei IV.
Don Carlos Maria Joseph Isidore van Bourbon («). Ferdinand VII Don Carlos Luis Fernando (b) Don Juan Carlos Maria Isidor (c) Isabella II
Alpbonso XII
Don, Carlos [d) en Alphonso Jacobus.
1) Keizer Leopold was gehuwd met Mar^aretha, jongere zuster van Lodewijks g'emalin. en had tot moeder Maria, eene jongere dochter van Filips III* 'o])o Garlisten noemen hem Karei V Ivvrel VT; Join III; ('/)
Wat meldt ons do gcsohiedcni.? van Filips V? lljj was eeit zoor onbeduidend man , dio zicli enkel met godsdienstzaken inliet Do inquisitie spoelde onder zijne regeering eon belangrijke rol en vele hondorde ketters worden, zooals bot heette, ter eere Gods lovond verbrand. Een dar gewichtigste geschilpunten door bem-zelven met do meeato belangstelling behandeld, waarvan naar zyn meening hot gehoelo goluk van Spanje afhankelijk was, was do vraag; „Wie zal do boschormhoiliga van het Spaan-sche rijk zijn ?quot; Na vele discussiöu word eindelijk vastgesteld , dat de 11. Jakobus dien eerotitel behouden zou, maar dat nevens hom ook de II. Januarius zou worden aangoroopen.
Het oude Kastiliaansche reglement op de erfopvolging , krachtens hetwelk do dochters en kleindochters van een koning diens broeders on andere mannelijke bloodrorwanton vóórgingen, werd in den tijd van Filips V (12 Mei 1713) met toestemming der daartoe bijeongeroepone Cortes en Agnaten (naaste bloedverwanten) , afgeschaft. Volgens de zoogenaamde Salische wet werdou alzoo vrouwen van don troon uitgesloten. Bjj zijne troonsbeklimming n. 1. moest Filips V afstand doen van alle reelaten op den Franschon troon. Hij stelde hierbij eene voorwaarde. Zij was dezo ; ..Geene vrouwen zouden op den troon worden toegelaten , tenzij bij gemis van clkon manneljjken erfgenaam.quot; Die voorwaarde word aangenomen en do Salische wet was in 't Jevois geroepen on bekrachtigd.
Waar had Filips het oog op ? Op de belangen van zijn geslacht ; want huwde een zij nor vrouwelijke nakomelingen mei
Karei VII. Waarom quot;Victor Gay, vertaald door A Nuijens. Karei V of Don Carlos te rechterzijde en Ferdinand aan de linkerhand plaatst , heg-rijpen wij niet, naardien laatstgenoemde de oudste zoon was van Karei JV. don Carlos daarentopfen de tweede.
'JO
ccn vreemden vorst, dan zou de mannelijke tak der Bourbons die afstand van den Fransclien troon gedaan liad, ook zijne rechten op den Spaanschen troon verliezen.
Filips V werd opgevolgd door zijn zoon Ferdinand VI. Ook hij was een tot de regcoring gansch onbekwaam man. Gelukkig dat zijne staatsdienaars meer energie bezaten en Spanje weder eenigermate uit zijn doodslaap wakker schudden, door het begunstigen van akkerbouw en nijverheid, door het aanleggen van wegen en kanalen, door verbeteringen in het zeewezen in te voeren.
Koning Ferdinand, die meermalen aan verstandsverbijstering leed, werd op hot laatst zijns levens geheel krankzinnig. Hij overleed in 1759. Zju broeder don Carlos volgde hom op onder den naam van Karei III. Onder diens regeering kwam veel goeds tot stand. Dit was vooral het werk van bekwame staatsdienaars , onder welke Aranda eene voorname plaats bekleedde. Deze begreep zeer te recht, dat de macht der priesters eene dor voornaamste oorzaken was van den achteruitgang dos rijks. Daarom bewerkte hij . dat do Jezuïten uit Spanje verdreven worden (1767). Toon had hij de handen ruim, om nuttige inrichtingen tot stand te brengen. Maar de rustelooze Jezuïten lieten zich maar zoo gedwee niet van do hand zetten. Zij woelden zoo lang tot Aranda was gevallen. Ook zijn vriend Oliva-des, die mede veel tot het welzijn van Spanje gedaan had , moest den haat der Jezuïten ondervinden. Van ketterij beschuldigd , werd hij in do gevangenis der inquisitie geworpen , om daar gemarteld en gefolterd te worden. Gelukkig voor hem, dat hij zijne bewakers wist te ontsnappen en zich mot do vlucht naar Frankrijk redde.
2-1
Tusschon Karei IV on diens zoon Ferdinand ontstond eeno grooto oneenigheid. Van deze omstandigheid maakte do Fransche keizer Napoleon 1 gebruik , om als scheidsrechter op te treden. De koning en zijne vrouw, benevens hun zoon Ferdinand, moesten voor hem verschijnen. In zijne tegenwoordigheid kwam er tusschen deze drie vorstelijke personen eene hevige twist. Zelfs verzoeht de koningin aan Napoleon , dat hij haren zoon naar het schavot wilde slepen. Napoleon maakte spoedig een einde aan het schandaal. Koning Karei deed afstand van do regeering en vertrok met zijne gemalin naar Frankrijk, waar hun door Napoleon een jaargeld werd toegezegd; Ferdinand verloor alle rechten op don troon en werd met zijne broeders , onder welke don Carlos Maria Joseph Isidore van Bourbon (tweede zoon van Karei VI), in een soort van gevangenschap gehouden werd, terwijl Napoleon den Spaanschen troon aan zijn broeder Jozef gaf.
De Spanjaarden wilden echter de willekeurige handelingen van Franknjks Keizer niet verdragen. Zij verafschuwden den dwang van vreemdelingen en namen de wapens op , om zich vrij te maken. Die daad van heerschzucht is Napoleon dan ook duur te staan gekomen. Zijne adelaars vlogen van het eene naar het andere einde, maar een allorrorderfelijkste krijg verslond zijne beste krijgslieden en grooto schatten. De geestelijken boezemden der bevolking haat in jegens do Franschen en wisten dien haat moer en moor aan te vuren. Wel behaalden de Franschen in geregelde veldslagen de OTorwinning, doch nergens konden zij zich veilig achten , naardien de Spanjaarden, in kleine benden verdeeld, zich in de bergen schuil hielden en van daar de Franschen gedurig bestookten, en hun dikwijls gevoelige slagen toebrachten.
Nauwelijks had dan ook Jozef zijne intrede in Madrid gedaan,
öf geheel Spanje was in opstand en onverwijld moest hij zijne hoofdstad ontvluchten. Wel kwam Napoleon zelf aan het hoofd van 200,000 soldaten, vergezeld door beroemde veldheeren; wel kwam Jozef andermaal te Madrid en op den troon , doch van OTidorwerping der Spanjaarden was geen sprake. Verscheidene bloedige gevechten hadden er plaats. Bij elke nederlaag stoog de moefi en verhoogde do geestdrift der Spanjaarden, die steeds door do Engelschen geholpen werden. Onophoudelijk stroomde het bloed , maar weldra kwam de tijd, dat ook Spanje van het Franscho juk verlost werd,
In 1814 werd Ferdinand door Napoleon in vrijheid gesteld. In zijn vaderland teruggekeerd, beklom hij den troon onder den naam van Ferdinand VII, maar verre was het er af, dat mot de bevrijding van het Franscho juk en de terugkeer van een eigen koning de rust in het land mede kwam. De vertegenwoordigers van het Fransche volk, cortos geheeten, hadden oene staatsregeling samengesteld , die men door den koning bekrachtigd wilde zien. Ferdinand ziende, dat hem oen schaduw van macht bleef overgelaten, verwierp die constitutie. Nu begon Ferdinand geheel willekeurig te regeeren. De cortes werden uit elkander gedreven en hunne aanhangers vervolgd. Maar ofschoon onder hen mannen waren , die slechts oproer en veiv warring in den zin hadden , waren er toch ook onder , die zich in den Franschen oorlog als helden haddon gedragen, of anderen , die óp eeno andere wijze nuttig voor hun vaderland geweest waren, en ook deze ontgingen do wreedste vervolgingen niet. Hot kwam, omdat Ferdinand beheerscht werd door de geestelijken, want hij had de inquisitie hersteld, do .lezuiten weder in zijn rijk toegelaten, aan de kloosters hunne verbazende rijkdommen teruggegeven en do belastingen voor de geestelijken afgeschaft. Ton bato dier geestelijken werd het arme
23
volk uitgemergeld. Voor hot volk werd, ter verbetering vaii zijn lot, niets gedaan , ja ontzachelijke geldsommen moest het daarenboven opbrengen , om do volkplantingen , dio afgevallen waren, weder tot onderworping to brengen. En de krijgstoerustingen , daartoo gemaakt, waren tocli vruchteloos. Het spreekt van zelf, dat, onder zulke omstandigheden, een opstand onder het volk te wachten was. Hij bleef ook niet uit. Do koning zag zich toen genoodzaakt de staatsregeling van 1812 ■, eerst door hem verworpen, aan te nemen. Toon werden de deuren van de gevangenissen der inquisitie opengezet en de opperste rechter der heilige rechtbank kon vertrekken.
Werd Spanje nu gelukkig ? Verre van daar. Do geestelijken zochten hun verloren invloed te herwinnen, vooral toen de kloostergoederen hun ten behoeve van de schatkist ontnomen werden. Wetende, dat hun invloed bij het bijgeloovigo volk groot was, bewerkten zij de landbewoners tot hun voordeel. Weldra was dan ook hot vuur van tweedracht weder aangestoken , niet alleen onder hot volk , maar ook onder hunne bestuurders , zoo zelfs, dat hot koninklijk paleis aangevallen en de lijfwacht dos konings gedood werd (1822). Het ging zoo ver, dat do Mogendheden van Europa besloten, gewapend tusschen beide te komen, om de rust on orde te herstellen , een taak , welke aan Frankrijk werd opgedragen. Geen tussclienkomst eener vreemde mogendheid cehtcr vermocht de inwendige verdeeldheden in Spanje te herstellen . die nog het einde niet gevonden hebben. De Bourbons waren na de omwenteling teruggekeerd, maar Spanje was veranderd. De gelukkige strijd tegen een groote macht had het volk vermetel en weerspannig gemaakt.
Nadat koning Ferdinand VH in het jaar 1823 door do kracht der Fransche wapenen in zijne macht hersteld was, werden de annhangers der constitutie wel onderdrukt en vervolgd, doch
Ferdinand gaf zich niet onbepaald over aan de apostolische partij 1), die in zjjn naam een priestorheorsohappij wilde. Dit wekte de ontevredenheid der apostolischen, zoo zelfs, dat zij hem voor een liberaal en vrijmetselaar uitmaakten en een samen-zweering maakten om zijn broeder, don Carlos , op den troon te plaatsen, van wien zij meer volgzaamheid wachtten.
Toen koning Ferdinand mot de dochter van koning Johan VI van Portugal hertrouwde, koos don Carlos in 1816 hare zuster tot gemalin. Zij schonk hem drie zonen , en daar de echt van Ferdinand kinderloos bleef, opende zich voor hom het vooruitquot; zicht troonsopvolger te zijn , weshalve hij tevens het middelpunt werd van allerlei samenspanningen. In 1827 barstte het aangeblazen vuur in Katalonië uit. Gewapende scharen , met den naam van Carlisten bestempeld , kwamen onder aanvoering van zekeren Beasieres opzetten , namen do steden Vich en Manresa in , en versloegen de tegen hen uitgezonden koninklijke troepen. Don Carlos gaf men reeds den naam van Karei V, niet anders verwachtende, clan dat luj zou zegevieren. Ferdinand echter reisde zelf naar Katalonië en bracht door zijne tegenwoordigheid de opstandelingen tot onderwerping, liet de aanvoerders gevangen nemen en terechtstellen en velen naar verbanningsplaatsen voeren. Dit hadden de apostolischeu niet verwacht, maar zij zochten troost in de zwakke gezondheid des konings en in het kinderloos blijven der koningin Joscpha van Saksen. Spoedig meenden zij , zagen zij toch don Carlos op den troon. Hunne verwachting werd evenwel bedrogen. In Juni 1829 overleed de koningin en de tegenstanders' van don Carlos wisten den koning te bewogen , spoedig oon ander huwelijk aan te gaan met zijne nicht Maria Christina van Napels.
1) Ue geostelijke hecrcn en hunne aanhangerg noemden zich apostolischen.
2.')
Do nauwjlijks tvvee-en-twintigjarige koningin wist al spoedig eene onbeperkte heerschappij over haren gemaal te verkrijgen , en zich weldra zwanger gevoelende , miiakto zij van deze omstandigheid gebruik om den Koning tot het vemietigon dor Sa-liseho wet, door Filips V in hot leven geroepen, te bewegen, waardoor zij , ingeval zij eene dochter ter wereld bracht, aan deze den troon verzekerde , waartoe anders don Carlos of zij no zonen gerechtigd waren.
Ferdinand voldeed hieraan. Zonder do cortcs bijeen te roepen, hief hij op eigen gezag den 24^™ Maart 1830 door eeno pragmatieke sanctie de Salische wet op.
De vraag doet zich hier voor: Had koning Ferdinand recht daartoe ? Wij meoncn, ja. Reeds in 1789, in don tijd van Karei IV, was in eene cortes-vergadering die Salische wet afgeschaft, doch hare besluiten waren niet bekend gemaakt, en wat Ferdinand nu deed, was niet anders dan kracht geven, aan het besluit van 1789. Een cortes-vergadering was daartoe dus niet noodig, die had reeds besloten het oude Kastiliaansche reglement te horstellen.
Dat do woede der Carlisten groot was, laat zich denken, niet minder de vreugde der gematigden , vooral toen de koningin werkelijk van eene dochter beviel (10 Oct. 1830), welke den naam van Isabella ontving.
Jaren lang werd nu Spanje het tooncel van don woedendsten burgerkrijg en nog steeds verkeert hot in oen toestand van verwarring en onrust, waarvan het einde nog niet te zien is.
De apostolisch gezinde ministers Calomarde en Alcudia maakten van twee omstandigheden gebruik , om don Carlos ten troon te verheffen. In het zuiden des rijks had Tornjos een oproer verwekt, doch gevangen genomen , werd hij op bevel uit Madrid in de nabijheid van Malaga met 54 zijner aanhangers doodge-
•26
schoten. Do andere omstandigheid waarvan zich genoemde ministers bedienen wilden, was do ziekte des komngs. Door jicht on waterzucht don dood nabij , boprocfdon zij den naar lichaam en ziel lijdenden Ferdinand in een oogonblik van halve bewusteloosheid tot eeno herroeping zijner Pragmatieke Sanctie te bewegen (Sopt. 1832.) Do reeds als stervend beschouwde monarch kwam ovenwol weder tot zichzelven on do koningin , die hem ijverig oppaste , maakte hem terstond mot het voorgevallene bekend. Toen viel zijn gansche toorn op de bewerkers van den aanslag en Calomarde had nauwelijks den tijd zijne inhechtenisneming door een onverwijlde vlucht te voorkomen , terwijl de andere ministers werden verwijderd. Aan het hoofd van een nieuw ministerie kwam Zoa-Bermudez , gezant te Londen. Ko!' doze nog te Madrid was aangekomen , droeg Ferdinand gedurende zijne ziekte de regeering aan zijne vrouw op , die , bezorgd omtrent de erfopvolging van hare dochter , zich aan do liberalen . als haar voornaamsten steun, aansloot.
De koning trok door een decreet de hem afgeperste verordening, door welke de pragmatieke sanctie ten voordeele zijner dochter herroepen was . weder in, met de verklaring , dat hij niet gemachtigd geweest was, om volgens hot cortes-besluit van 1789 bopaaldo, do vrouwelijke erfopvolging te veranderen. Kort daarop nam hij do regoering uit do handen zijnor gemalin terug. Deze hield zich tevreden mot de erfopvolging harer dochter verzekerd te zien.
Op den 29 Sept. 1833 stierf Ferdinand VII en zijne driejarige dochter ward onder don naam van Isabella II te Madrid als koningin uitgeroepen. Gedurende hare minderjarigheid zou Christina regentes zijn en een Raad van regentschap haar tor zijde staan.
Niet lang echter zou hot rustig blijven. In de Baskischo pro-
vihciën brak 0011 opstand uit, waarbij don Carlos onder don naam van Karei V tot koning uitgeroepen werd. Reeds bij hot loven dos konings had deze prins geweigerd de inhuldiging bij te wonen van 's konings dochter als prinses van Asturië, waarom de koning hem bevel had gegeven , zicli naar don Kerkelij-ken Staat te begeven. Hij was echter, (April 1 SS.'i) naar zijn zwager don Miguel in Portugal gegaan en had van daar in een geschrift aan den president van den Raad van Kastilië en in een brief aan zijn broeder Ferdinand plechtig verklaard, dat zijn geweten en zijne eer hem niet vergunden , zijn recht op do Spaansche kroon te laten verkorten, ingeval hij den koning overleefde en deze zonder mannelijke erfgenamen stierf. Na den dood des konings beval de koningin-regentes hem nogmaals de reis naar , den Kerkelijken Staat te volbrengen. Don Carlos bleef echter in Portugal, zich als don wettigen koning van Spanje beschouwende, terwijl de koningin-regentes hem rebel verklaarde.
De burgerkrijg begon, die tallooze jammeren over Spanje zou uitstorten.
In November 1833 brak de generaal Sarsfield met ongeveer 10.000 man van Burgos op en sloeg do Carlisten onder don pastoor Merino , een der voornaamste aanvoerders der Carlisten; maar hiermede was het Carlismus niet uitgeroeid.
Tusschen Spanje, Portugal, Frankrijk en Engeland werd een viervoudig verbond gesloten, om zoowel don Carlos als don Miguel te verdrijven, zoowel als medewerking tot het instandhouden der vrouwelijke erfopvolging, doch reeds vóór de bekrachtiging zag men hot doel bereikt, want in April (-1834) trok een Spaansch corps van tusschen do 5 a 0000 man onder den gereraal Rodil in Portugal en don Carlos ontging slechts de gevangenis door een snelle vlucht naar do Engelsclie bemidde-
28
laars, die hem mot zyn go/iin naar Engeland voerden, terwijl zijne aanhangers ontwapend worden en don Miguel afstand van don troon werd opgelegd.
Rodil keerde hierop naar Spanje terug en trok naar Navarra, waar de Carlisten onder den dapperen bevelhebber Zumala Carregui zich verzameld en door vreemde geld- en krijgshulp nieuwe kracht gewonnen hadden 1).
Do strijd nam een hoogst barbaarsch karakter aan. Door beide de strijdende partijen werden de krijgsgevangenen als muitors doodgeschoten. Onder het plegen van de gruwelijkste wreedheden trok Rodil Navarra binnen, doch kon niettegenstaande zijne overmacht weinig uitvoeren in dat bergland, waar de Carlisten alle kloven bezet hielden.
Don Carlos, zoo zagen wij, was naar Engeland gevoerd, waar hij het aanbod van Maria Christina, om hem oen jaargeld te verleenen , hardnekkig weigerde. Door eene voorgewende ziekte misleidde hij zijne bewakers en van slechts éénen getrouwen aanhanger vergezeld, stak hij naar do Fransche kust over, en reisde onder een valschen naam door Erankrjjk naar Spanje. In het hoofdkwartier zijner aanhangers te Elisondo gekomen, vaardigde hij, als koning Karei V, eene oproeping aan alle Spanjaarden uit, waarbij hjj de provinciale Constituties herstellen en de oude waarachtige generale Cortes bijeenroepen zou.
De Carlisten, door de tegenwoordigheid van hunnen gebieder bemoedigd, sloegen de Christines in drie gevechten, die hen op groote verliezen te staan kwamen. Dit was oorzaak, dat de generaal Rodil uit Madrid bevel ontving, zijn bevelhebberschap
1) Zumala Carrcpfui onderscheidde zich onder do Carlistische hevelhcbbers door zijne dapperheid. die de Christinos in menigen strijd versloeg. Hij ■werd door zijne soldaten als een vader bemind en was voor don Carlos de hechts te steun. Hij stierf voor Bilboa aan een ontvangen wond (1835,
•2!)
neêr to leggen en aan Mina over to govcn 1). Woodond was de krijgsman ovor deze miskenning on nog vóór Mina was aangekomen, legde hij den veldheersstaf neder. In dien tusschentjd gaf de voorloopigo bovelhobber, generaal Loronzo, bevel tot hot doodschieten van allo gevangen genomen Carlisten. Zumala-Carregui van zijn kant gobood, dat op gelijke wijzo zou gohan-deld worden mot elk, die den dienst van zijn wettigen koning versmaadde.
Mina, eorst door ziekte verhinderd, plaatste zich ofschoon nog mot zwakke krachten, aan het hoofd der troepen , doch kon met alle inspanning de Carlisten niet uit hunne stollingen verdrijven. Die Carlistischo bendon waren inmiddels tot een geregeld legor gevormd en overtroffen de strijdkrachten der Christinos.
Te gelijkertijd woedde do cholera te Madrid op eene vreese-lijke wijze. Do koningin-regentes nam de wijk in het van do hoofdstad verwijderde slot la Granja, terwijl zij slechts weinigen bij zich toeliet. De bestaande gisting in Madrid werd door deze reis niet weinig vermeerderd en bij hot gemeen vond het gerucht ingang, als ware de ziekte door liet vergiftigen van putten en bronnen ontstaan. In dolle woode trok het gepeupel op , om in onderscheidene kloosters de monniken om te brengen. want op hen lag do verdenking van vergiftiging. Terstond na deze moordtooneelen kwamen de Cortes bijeen. In beide kamers, zoowel bij de Proceres (Pairs), als bij de Procuradoren (Ge-
11 Mina was oen krijgsman, dio door Ferdinand moermaien verbannen werd. doch door de ropentes uitgevaardigde amnestie in Spanje was teruggekeerd.
30
deputeerJca) werd Je infant don Ciirlos met zijne afstammelingen van dan troon uitgesloten en zijne goederen verbeurd verklaard. Er kwam in dio kamers een geest van overspanning. Eene partij, die dor Exalt ados of o verdrevene liberalen, was voor het nemen van ue geweldigste maatregelen. Die geest van overspanning deelde zich aan de linietroepcn mede. Een regement infanteristen sloeg aan liet muiten, maakte zich van het postkantoor meester en richtte een moorddadig geweervuur op de aanrukkende garden, waardoor de kapitein-generaal Canterac het leven verloor. De regentes, verschrikt, liet met de troepen capituleeren en slelde den generaal Valdez tot minister van oorlog aan in plaats van Llauder , op wien de troepen gebeten en waarom zij tot muitery overgeslagen waren.
Toreno, de minister van financiën, wetende , dat de geheime genootschappen do broeinesten van oproer waren, nam zich voor die te onderdrukken. Nauwelijks echter had men hiervan de lucht of dj Exaltados te Saragossa, Barcellona, Ileus en Valencia staken liet hoofd op , waarvan het gevolg was: de instelling van talrijke eigen gekozene en zich van de regeeriug onafhankelijk aclitende revolutionaire Juntas (volkscomité's). De regeering zond den generaal iiassa (3 Aug. 1835) met 1500 man naar Barcelona, doch hij werd door de oproerlingen doodgeschoten , zijn lijk langs do straten gesleurd en vóór het politie-gebouw op een brandstapel verbrand. Tenzelfden dage werden •te Valencia do aldaar gevatte Carlisten vermoord. Niet vele dagen daarna verklaarden onderscheidene bataljons der Urbanos -(stedelijke militie 1) te Madrid zich voor do zaak der vrjlieid ■en vorderden de constitutie van 1812. Zij legerdon zich op het groote plein; door het gepeupel ondersteund wierpen zij
1 Sclmlters zouilv'n wij zc^gtu.
.'if
barricades op on zonden afgevaardigden naar Aranjuez om van do koningin-regentes vrijheid van drukpers, eene veranderde kiezingswet, bijeenroeping der eonstitutioneele eortes, al'scliaf-fing van allo kloosters en eene lichting van l200,00() man tegen de Carlisten te eisclicn.
Torcno wist voor hot oogenblik het dreigende gevaar te bezweren , naardien hij de getrouw gebleven linieregementen togen de opstandelingen liet oprukken, en de Urbanos door beloften en bedreigingen tot het nederleggen der wapenen bewoog. Zeer te stade kwam het hem r dat de Urbanos het onderling zeiven niet eens waren.
Door deze uitkomst bemoedigd, ging Toreno tot strenger maatregelen over. Hij verklaarde Madrid in staat van beleg, nam de aanvoerders der Urbanos en een aantal dagbladschrijvers in hechtenis en stelde in plaats van de ministers en kapiteins-generaal , van welke hij geloofde der revolutie te zijn toegedaan . andere aan. Hierbij gevoegd een manifest der regentes , waarin zij aankondigde, dat het koninklijk statuut in stand zou blijven en elk , die liet waagde- er zich tegen te verzetten, gestraft zou worden: dat do provinciale Juntas ontbonden en hare besluiten voor nietig verklaard werden, gaf een nieuwe opstand. Nergens gehoorzaamde men aan dit bevelschrift;, integendeel , de graaf Las Navas stelde zich aan hot hoofd van 3000 man , waarmede hij op do hoofdstad los trok, terwijl twee regimenten , tegen hem afgezonden, tot hem overliepen.
Maria Christina, in de engte gebracht, stond reeds gereed te vluchten, toen nog te juister tijd Mendizabal, die te Lissabon^ een traotaat gesloten had . omtrent het te zenden Portugeesche-hulpcorps naar Spanje, zich deed zien en der regentes den-, raad gaf, door toegevendheid den storm af te wenden. Een-, nieuw ministerie werd benoemd, onder het voorzitterschap vaw
/
;i2
Mendizabal; Je verordeningen togen do ,1 antas en over de oproerlingen uitgesproken straffen, ingetrokken; de Urbanos in geheel Spanje tot nationale garden verklaard. de meeste monniken-kloosters afgeschaft, en alle gehuwde mannen van het 18e tot het 40e jaar in do wapenen geroepen.
JJij zijn optreden had Mendizabal groote beloften gedaan. Hij zou in don nood der finantiën voorzien en aan den burgeroorlog spoedig een einde maken. Hot duurde echter niet lang of hij zag hierin zijne onmacht en verklaarde, dat hij zijne beloften niet vervullen kon. Hij eischte, dat de bevelvoerende gene raai Cordova in Navarra door oen meer bekwamen opvolger zou vervangen worden , een eissh , welken do regentes niet zoo gereed was in te willigen , naardien zij op den bijstand der bezetting van Madrid onder den generaal Quesada en op de armee onder Cordova rekende. Mendizabal rekende zich toen verplicht, zijn afscheid te nemen , dat hem ook gegeven werd, opgevolgd wordende door Isturitz.
Do verwarringen bleven echter bestaan. Het kon niet anders of de toestand van Spanje , reeds lijdende onder den feilen burgerkrijg , moest verergeren. De volslagen wanorde in de geldmiddelen gedoogde niet aan herstel van het staatskrediet buiten 's lands te denken. Een verandering in de staatsregeling scheen meer dan noodzakelijk. Eer hot hiertoe echter kwam, brak er op nieuw een allerhevigst oproer te Madrid los , dat zich als een loopend vuur over Cadix, Sevilla, Xeres, Cordova en Saragassa verspreidde. Do regentos gaf twee decreten in het licht, door welke de nationale garde te Madrid ontbonden en do hoofdstad in staat van beleg verklaard werd. De minister Isturitz rekende hierbj op de trouw en de vastheid van den generaal Quesada, kommandant der bezetting. Ook hot hij in allo regee-ringsbladen verzekeren, dat do koningin besloten had, do een-
stitutie van 4812 nimmer aan to nemen. Dit zou echter anders z[jn. Een der militie-regimenten sloeg aan het muiten, trok naar het paleis en niettegenstaande do beletselen van don kom-mandant San Roman drongen twaalf onderofficieren en soldaten door tot het slaapvertrek der koningin , waar Garsias, hun woordvoerder , haar op gebiedenden toon vroeg of zij do constitutie al dan niet wilde aannemen, 't Gaf een strijd van vijf uren , welke hiermede eindigde, dat Maria Christina gehoor gaf aan do smeekin-gon van hare omgeving en een geschrift onderteekende, 't welk den generaal Roman volmacht gaf, om de soldaten de constitutie van 1812 tot op het vergaderen der cortes to laten bezweren.
Doch vanwaar die gedurige tegenstand in de vorstelijke familie nu en vroeger tot het aannemen der constitutie van 1812? Omdat die constitutie den koning slechts een schaduw van maoht overliet. Volgens die constitutie zouden alle burgers, die lezen cn schrijven kondon, in hunne districten kiezers benoemen, deze weder andere kiezers, en die laatste kiezers in do hoofdplaatsen van elke provincie de cortes-gedeputeerdon. Die gedeputeerden zouden jaarlijks den 1 Maart bijeenkomen , zonder door den koning te zamon geroepen te worden, en slechts ééne kamer vormen. Zonder do redenen van zijne weigering op te geven, zou de koning zijne toestemming aan hunne besluiten niet kunnen weigeren. Geschiedde dit niet binnen den tijdsveiloop van dertig dagen, dan zou zijn stilzwijgen als een toestemming worden aangemerkt. Een voorstel, door den koning teruggezonden , zou in do volgende zitting kunnen herhaald worden, liad dit ten derdenmale plaats en werd het dan bij meerderheid van stemmen aangenomen, dan zou het, ook zonder 's konings toetreden , kracht van wet geven. Aan geene wet zou de koning ztjnc toestemming mogen weigeren zonder medeweten van zijn staatsraad en evenmin oorlog kunnen verklaren of vrede slui-
ten. De leden van den staatsraad zouden door de cortcs uit drie door den Koning voorgedragen candidaten benoemd worden.
Niet zoodra had Maria Christina het stuk onderteekend of alle strenge maatregelen, door Isturitz aangeraden, werden ingetrokken cn in zijne plaats Calatrava tot president-minister benoemd. Quesada en Isturitz moesten de vlucht nemen, doch de eerste geraakte in de handen zijner vijanden en werd vermoord, maar alsof dit nog niet genoeg ware, men scheurde zijn lijk aan stukken cn veilde zijn vleesch te koop.
Gelijktijdig met de gebeurtenissen, hierboven door ons vermeld , had de vrijverklaring der Amerikaansche koloniën door de Spaansche regeering plaats, nadat deze koloniën zich reeds geruimen tijd van het Moederland hadden losgemaakt. Pogingen om het gezag te handhaven had Spanje niet verzuimd, maar het moest die opgeven terwijl aan terugwinning van het verlorene niet te denken was. Immers de verwarde staat der geldmiddelen belemmerde zelfs het regelen der Binnenlandsche betrekkingen , laat staan aan ondernemingen naar buiten te denken. En wat hiervan de oorzaak was, ligt niet in het duister. liet was nog altijd de heillooze burgeroorlog, waarvan het einde hoe langer hoe moeiehjker scheen.
Nog immer poogden de bevelhebbers der Christinos don Carlos uit zijn schuilhoek, het bergachtige Navarre , te verdrijven, maar bet mocht hun niet gelukken . want de Carlisten hielden zich zegevierend staande, tegenover hunne vijanden, ja, zelfs ondernamen Gomez en Merino, bevelhebbers van don Carlos, een strooptocht door een groot deel des lands (1836). Het scheen of het volgende jaar eindelijk een oplossing van het vraagstuk zou geven, toen don Carlos en de door hem tot opperbevelhebber benoemde infant don Sebastiaan, na onderscheidene voordeelen op Sarsfield en Espartero behaald te hebben, Navarra verlieten,
a.-i
naar Arragon trokken , den Ebro overstaken, tegen Valencia oprukten, en , zonder deze stad te bezetten , den weg naar Madrid insloegen, ofsclioon een hulplegioon uit Engeland onder den generaal Evans de zaak der koningin krachtig ondersteunde. Do onderlinge verdeeldlieid dor Cliristinos werkte mede om don Carlos dien tocht gemakkelijk te maken. De bevelhebbers Escalera, Sarsfield en Mendivil werden door hunne eigene soldaten vermoord, dewijl zij den overgang der Carlisten over don Ebro niet verhinderd hadden.
Espartero, die zich reeds eenigen naam verworven had, vernam nauweljks do tijding van don Carlos' bedrijven, of hij spoedde zich naar Madrid om de hoofdstad tegen de Carlisten te dekken. Bij eene wapenschouwing der regentes over de troepen van Espartero werd zij door hot geschreeuw der troepen en den eisch der officieren genoodzaakt, hot ministerie Calatrava te verwijderen en Espartero tot minister van oorlog en voorzitter van den Raad aan te stellen. Tusschen het nieuwe ministerie en de Cortes kwamen hevige geschillen, waarvan don Carlos partij had kunnen trekken , doch niet deed. Weinig geschikt om eene zoo stoute uitvoering als oen aanval op Madrid te ondernemen , trok hij in de vlakte van Kastilië heen en weder en was weldra in zijn vorige stellingen terug.
De orde tusschen het ministerie en de cortes een weinig hersteld zijnde , waagde Espartero het de moordenaars van Escalera te straffen. Na do uitlevering der daders, 30 in getal, liet hij 10 hunner op do plaats waar het gruwelstuk gepleegd was , doodschieten, de overigen naar de galeien zenden en het regiment zelf ontbinden. Daarop liet hij gericht houden over de moordenaars van Sarsfield en Mendivil. De brigadier Iriarte. de bataljonschef Barricos en vier sergeanten ontvingen den kogel.
Don Carlos bleef echter niet stilzitten. Zich bezig houdende
met dc horstelling zijn fir strijdkrachtfin , zag hij zich weldra in staat op nieuw afdeclingen naar hot zuiden te zenden. Espartero zocht hem dit wel te beletten, maar kon niet verhinderen, dat don Basilo Garcia met een corps Carlisten over den Ebro trok en naar Kastilië doordrong, waar hij dc omstreken van Madrid wilde verontrusten ten einde Espartero te noodzaken naar het zuiden te trekken en zijne strijdkrachten te verdeden. Garcia bereikte zijn doel, want in het begin van Maart 1838 konden twee andere corpsen, onder de generaals de Negri en den wree-den Cabrera hem volgen. De laatste trok met 10.000 man naar Arragon, waarom de regentes het noodzakelijk achtte, dc gedurig bedreigde hoofdstad van vestingwerken te voorzien.
Garcia maakte zich meester van Alm aden in zuidwesten van Nieuw-Kastilië, en vernielde aldaar de rijke kwikzilvermijnen, juist toen het ministerie dc inkomsten daarvan voor eene geld-leening wilde gebruiken. Niet lang daarna bezette de Negri do stad Segovia en trok niet eer terng dan haar zwaar gebrandschat te hebben.
Het niet gemeenschappelijk en naar een vast plan handelen der beide generaals maakte het Espartero gemakkelijk de Negri, in zijn noordwaarts trekken, te verslaan en zijn corps bijna geheel te vernielen. Toen lag Garcia aan de beurt, die door den generaal Pardinaz werd overwonnen.
De regentes achtte deze twee overwinningen zoo belangrijk, dat zij Espartero tot kapitein-generaal over de gezamenlijke legers verhief.
Algemeen verwachtte men, dat door Espartero iets beslissends tegen don Carlos zou ondernomen worden, maar in die verwachting bedroog men zich. Werd don Carlos steeds van het noo-dige geld, om zijne troepen te betalen, uit het buitenland voorzien, Espartero klaagde gedurig , dat zijne troepen gebrek leden.
37
wat hij aan do ministers van financiën cn justitie toeschreef, waarom hij ook zijn ontslag of hunne verwijdering1 wenschte.
Dit, zoowel als hot achteruitgaan van do zaken der koningen in Kataloniö en Arragon, had do samenstelling van een nieuw ministerie tengevolge.
In Kataloniö stond thans do graaf d'Espanna, die uit zijne gevangenis in Frankrijk ontsnapt was, aan het hoofd der Car-listen en maakte zooveel vorderingen, dat bijna het geheelo platte land hem gehoorzaamde. In Arragon zag het er voor de regentes nog slechter uit. Cabrera breidde daar zijne macht steeds meer en meer uit en vernielde schier het geheele leger van den generaal Oraa. Deze had hem in zijn wapenplaats Morella belegerd , doch zag zich na een beleg van 19 dagen genoodzaakt terug te trekken, op welken terugtocht Cabrera hem ontzettende verliezen toebracht en, zooals wij zeiden , zijn leger bijna geheel vernietigde. Zich daarop naar hot zuiden wendende, verspreidde hij schrik tot voor de poorten van Valencia. Een aanval op die stad waagde hij echter niet, maar vergenoegde zich met een groeten buit naar Morella terug te koeren. Niet lang daarna behaalde Cabrera een nieuwe overwinning op den generaal Pardinaz.
Het gerucht — en wellicht niet zonder grond — dat Cabrera zijno gevangenen liet doodschieten, gaf wraak in het hart van het gemeen te Valencia. Het eischte ook het ter nederschieten van de Carlistische gevangenen, en toen de kapitein-generaal Mendez Vigo hot volk tot bedaardheid aanspoorde, moest hij het met zijn leven boeten. Toen was do woede niet meer te beteugelen. Vele Carlisten, of die men voor Carlisten aanzag, werden de slachtoffers van wraak. Niet minder dan 55 weer-looze menschen werden op eens tot don kogel veroordeeld. Maarniet alleen te Valencia, ook te Saragossa, Murcia, Alicante enz. hadden zulke tooneelen plaats.
;18
Zekere A faro to, even wreed als listig, die uit het buitciilcind in de Baskische provinciën was aangekomen, was door don Carlos na het verlies van Zuniala-Carrogui tot oppcrbevclhebhcr aangesteld. Op den Februari 1839 brak hjj naar don
kant van den Ebro op. Eenige hoofdofficieren echter weigerden do Baskische provinciën te verlaten en dit had ten gevolge, dat Maroto een aantal hunner eigendunkelijk liet doodschieten. Don Carlos, verontwaardigd over zulk eone handelwijze, vaardigde een manifest uit, waarin Maroto als verrader geschandvlekt en van zijn opperbevelhebberschap ontzegd werd. Maroto, zonder zich hieraan te storen, rukte met het aan hem verknochte leger op het hoofdkwartier van don Carlos aan en dwong dien bij eene nieuwe proclamatie te verklaren, dat hij misleid was en Maroto een der ijverigste en getrouwste patriotten was en niet anders dan zij-n plicht gedaan had. Don Carlos verzoende gt;icli met hem, maar het vuur van tweedracht bleef onder de Carlis-ten smeulen, waarmede Espartero meende zijn voordeel te moeten doen. Aan het hoofd van 30.000 man drong hij voorwaarts en behaalde twee belangrijke overwinningen, welke te Madrid van zooveel gewicht gerekend werden, dat de koningin hem tot Grande van Spanje met den titel van „hertog der overwinningquot; verhief.
Door den invloed van Engeland en Frankrijk ging Maroto do zaak van don Carlos verraden. Niet ver van Bilbao had hij een mondgesprek met lord John Hay, bevelhebber der Britsclio scheepsmacht op de kust van Biscaye. Deze begaf zich kort daarop naar het hoofdkwartier van Espartero, en nu, door tus-schenkomst van Frankrijk, hadden er geheime onderhandelingen plaats, waarbij Maroto een verrader van zijn heer genoemd werd. In het laatste van Augustus 48.'{9 ging Maroto, uitnaam van een groot aantal Carlistische bevelhebbers een verdrag met Espartero aan. waarbij hun dezelfde rang in t leger der Chris-
30
tlnos of een toereikend paiisioen toegezegd werd. Hierop ging Maroto met zijn gcheele krijgsmacht tot Espartero over. Nu was de zaak van don Carlos onherroepelijk verloren. Velen van de zijnen, officieren en manschappen, hadden de wijk naar Frankrijk genomen en er bleef voor hen niet anders over dan de gastvrijheid der Fransche regeering in te roepen. In Frankrijk werd hem het kasteel Bourges als verblijfplaats aangewezen. Op den .1Mei -1845 deed hij afstand van den Spaanschen troon ten behoeve van zijn oudsten zoon don don Carlos Luis Fernando de Bourbon en nam den titel aan van graaf van Molina. Natlat het hem vergund was. Frankrijk te verlaten, begaf hij zich met zijne gemalin naar Oostenrijk en overleed te Triëst (Maart 1855).
Met het vertrek van don Carlos naar Frankrijk was echter de burgeroorlog nog niet geëindigd. D'Espanna en Cabrera hielden den oorlog nog een tijdlang vol. De eerste werd wel onder vermoeden van verraderij als opperbevelhebber afgezet en op zijne vlucht naar Frankrijk achterhaald en vermoord, doch Cabrera bleef den strijd voortzetten. Aanvankelijk gelukte het hem Espartero het hoofd te bieden, doch in het laatst van Mei 1840 verloor hij het sterke Morella. Hot werd tot een puinhoop geschoten en viel in handen der Christines.
Cabrera wendde zich hierop naar het noorden van Katalonië, waar hij in Berga nog eene geduchte wapenplaats bezat. De kracht der Carlisten was echter gebroken en Cabrera moest mede voor de troepen van Espartero zwichten. Van alle kanton ingesloten, nam hij de vlucht naar de Fransche grenzen. Daar werd hij gevangen genomen en naar Frankrijk gevoerd, waar men hem het kasteel van Ham tot zijne gevangenis aanwees. Bij de 8000
40
Carlisten volgden hem, welk getal weldra tot 30.000 klom.
Hiermede was deze burgeroorlog geëindigd , om weldra door een anderen gevolgd te worden. Duurzame rust was Spanje niet beschoren.
Espartero was nu de voornaamste man in Spanje geworden. Hij kwam met de regentes in onmin, waarvan nieuwe oproeren en ministerie-veranderingen het gevolg waren. Het geschil liep zoo hoog, dat de koningin-regentes zich genoodzaakt zag, het regentschap neder te loggen en naar Frankrijk te gaan , waar zij aan het hof van Lodewijk Filips met veel beleefdheid ontvangen werd (1840). In hare plaats werd Espartero tot regent benoemd gedurende de minderjarigheid van de koningin Isabella II. Dit was hem echter niet genoeg, hij wilde der moeder, zijn voormalige weldoenster, ook de voogdij over hare dochter ontnemen. Christina kwam hiertegen op en deed zelfs eene poging om het verloren gezag weder in handen te krijgen. De uitgeweken generaal o'Doimcll stelde zich aan het hoofd dor beweging, maar ofschoon eenige steden hem toevielen, mislukte toch de geheele toeleg. o'Donnell werd naar Frankrijk teruggedreven en een strenge wraak uitgeoefend over alle deelnemers aan den opstand. Ook eene poging, om do jonge koningin op te lichten , mislukte.
Espartero gaf zich alle moeite om de zaken van Spanje op een beteren voet te brengen, maar het mocht hem niet gelukken. Het scheen of elke nieuwe instelling in Spanje niet slagen wilde. De lieden ran zijne partij waren ontevreden, omdat zij door zijne verheffing, meerdere voordeelen dachten te genieten , dan het geval was. Zijne tegenpartij — do Carlisten bleef hem steeds vijandig. Zijne voormalige mededingers konden niet dulden, dat hij het gezag in handen had. Alle partijen kwamen hierin overeen , dat zij Espartero van zijne hoogte wilden rukken. Het kon niet anders of onder zulke omstandighe-
41
den moesten weder vele beroeringen plaats grijpen. In 1843 barstte er dan ook weder een oproer te Malaga, weldra ook in Katalonië, los. De kolonel Prim eiscbte de meerderjarigverklaring der koningin en do oplieffmg van het regentscbap. De opstand breidde zich in Granada , Oud-Kastilië en andere provinciën uit. De troepen liepen grootendeels tot do opstandelingen over en maakten zich van de staats-inkomsten meester. Spoedig waren alle zeehavens met uitzondering van Cadix, in handen van de opstandelingen. Een hunner hoofden , de generaal Narvaez , rukte op Madrid aan; Espartero moest wijken en de vlucht nomen naar Engeland. Hij en zijne aanhangers werden van hunne rangen en waardigheden ontzet en Narvaez kwam aan het hoofd van het bestuur.
Bij besluit van de Cortes werd de dertienjarige Isabella meerderjarig verklaard, die dan ook het koningschap aanvaardde (1843).
De vroelingen en partijschappen bleven evenwel voortduren; want het geldt in Spanje niet zoo zeer de vraag wie koning , maar welke staatkundige partij aan het bewind i-s. Vandaar, dat do ministers gedurig hunne plaats voor andere moesten ruimen, welke gedurige veranderingen meestal met onlusten en bloedvergieten gepaard gingen.
Intusschen was de koningin-moedor uit Frankrijk naar Spanje teruggekeerd en oefende wederom grooten invloed op de regeering uit.
Het spreekt wel van zelve, dat het geslacht van don Carlos niet stil gezeten had. Wij willen een kleine schots dier verdere familie geven, eer wij de geschiedenis van Spanje vervolgen.
De hierboven genoemde Don Carlos Luis Fernando de Bourbon , prins van Asturië , oudste zoon van den graaf van Molina , (geb. Jan 1818), trad na den afstand zijns vaders op onder den naam van graaf de Montemolin. In 1840 vluchtte hij naar Engeland en zocht door proclamatiën zijne rechten op den troon
42
to doon golden. Zijne aanhangers wenschten door een huwelijk met zijne nicht Isabella II hem den troon te verschaffen , maar zulk een huwelijk was in strijd mot de belangen van Frankrijk's Koning, Lodewijk Filips, in strijd ook met de staatkunde van Engeland en niet minder in strijd met de wenschen van het Spaansche volk.
In April 18 49 waagde de graaf do Montomolin eene poging, om in het geheim door Frankrijk naar Spanje te reizen, doch onderweg werd hij in hechtenis genomen en na eene karte gevangenschap naar Engeland terug gezonden. In 1850 huwde hij met de Napelsche prinses Maria Carolina Fernando, zuster van koning Ferdinand II.
Spanje in oorlog met Marokko zijnde, stelde de graaf de Montemolin zich in verband met Ortega, kapitein-generaal der Balearische eilanden. Beiden stapten (April 1860) bij Tortosa aan wal met 3000 man hulptroepen. Hier liet hij zich onder den naam van Karei VI tot Koning van Spanje uitroepen.
't Was zeker een vermetel waagstuk, dat ook mislukte. De graaf werd met zijn jongsten broeder en onderscheidene aanhangers gevangen genomen , terwijl Ortega zijn aanslag met zijn leven moest boeten. Nadat do in de gevangenis verkeerende prinsen afstand van den troon hadden gedaan, herkregen zij hunne vrijheid, een afstandsverklaring, welke echter door den graaf weder werd ingetrokken, onder voorgeven , dat zij hem met geweld was afgeperst. Hij had echter zijn invloed verloren, waarom hij zich met zijn broeder naar Triest begaf, waar zij in kommerlijke omstandigheden leefden. Die broeder, Don Fernando Maria José overleed te Brunsee aan typhus, spoedig gevolgd door den graaf en diens echtgenoote, die den zieke bezocht hadden.
Een andere broeder bleef nog overig, Don Juan Carlos Maria Isidora, in 1822 geboren. Als de middelste in leeftijd van de
43
drie broeders werd hij na den dood dor twee andere pretendent der Spaanscho kroon. Uit Londen zocht hij door manifesten zijne rechten te doen gelden. In 1847 huwde hij met Maria, aartshertogin van Oosteurjjk-Este, dochter van Frans IV van Modena. Hij kreeg twee zonen; Carlos en Alfonso. Do eerste (de tegenwoordige pretendent) werd in Maart 1848 geboren en huwde in 1807 met Margaretha, dochter van Karei III, hertog van Parma. De tweede geboren in 1849 was tot 1870 officier bij de pauselijke Zoeaven.
Wij zagen Narvaez aan het hoofd des bestuurs , doch ook hij moest spoedig wjjken wegens de intrigues van do koningin-moeder Maria Christina, die met den Franschen koning het huwelijk harer dochter overleidde. De vier huwelijks-kandidaten, welke naar de hand van Isabella dongen , waren : Ie Karei Lodewijk Marie Ferdinand, graaf do Montemolin, zoon van don Carlos ondersteund door de Carlisten en de Noordsche hoven: 2e Fran-(jois do Paul Louis Emmanuel graaf van Trapani, zoon van den koning der beide Siciliën; 3e prins Leopold van Saksen-Koburg door Engeland aanbevolen, en 4o prins Francois d'Assise Marie-Ferdinand de Bourbon, beschermd door Frankrijk. De laatste,, een ziekelijk en zwak man, was de uitverkorene, altijd van* Frankrijk en van Maria Christina. Hij was de oudste zoon van Francois de Paul Antoine Marie, hertog van Cadix , broeder van Ferdinand VII en van Louisa Carolina Maria Isabella, dochter van Frans I, koning der beide Siciliën.
Op den 10 October 1840 had het huwelijk plaats en op dien-zelfden dag werd den jongen man don eeretitel van koning gegeven.
Buiten vier dochters is uit dit huwelijk één zoon geboren :
44
do prins dor Asturien, genaamd Alphonso Francois d'Assise Ferdinand Pius Jan Mario van do ontvangenis Grogorius etc. gobo-ron 28 November 1857.
Bij golegonheid dier goboorto — wanneer do koninklijke vlag van het paleis gestoken werd in plaats van do rouwvlag bij do goboorto der dochters — verleende de koningin cene algemeenc amnestie aan alle staatkundige verbannenen of uitgewekenen, maar om spoedig tot nieuwe verbanningen en vervolgingen over-tegaan. Het is toch overbekend , dat verbannen een geliefkoosd werk was van Isabella II; dat zij hiermede zeer kwistig en zeer willekeurig rondsprong. Zij meende wol alzoo der oppositie het hoofd in te drukken, maar juist het tegendeel had plaats en zij maakte er zich volstrekt niet populair door al stond zij , om den ongunstigen toestand der financiën des lands te gemoet te komen, do helft dor kroongoederen aan don Staat af. Hare on-vorbiddehjko gestrengheid, vooral in den laatsten tijd barer regeering toen zij niet minder dan 33 doodvonnissen en 54 veroordeelingen tot deportatie onderteekende, maakte haar gehaat. Men denko slechts aan de onmenschelijke handelingen een Mata-moros en de Vargas aangedaan. En geen wonder, waar een bigotte koningin boheerscht werd door een pater Claret, haar biechtvader en zuster Patrocino, die listig genoeg waren van hare dweepzucht partij te trekken.
Ook hare zuster, de infante Maria Louisa Fernanda met prins Antoine Marie Philippe Louis van Orleans , hertog van Montpensier, jongste zoon van Lodowijk Filips gehuwd, ontging hare strenge hand niet. Om welke oorzaak is immer duister gebleven, doch zij werd met haren man uit Spanje gebannen.
Maar het was niet alleen hare onverbiddelijke gestrengheid, die het volk tot morren bracht, eene andere oorzaak werkte mede om haar veracht te maken. Do rechten en vrijheden .
bij de constitutie gewaarborgd , werden door do regeering niet geëerbiedigd, maar willekeur en geweld waren hare grondwet. Ook werden telkens de cortes ontbonden , onder voorgeven dat zij hunne bevoegdheid waren te buiten gegaan, óf dit geschiedde ook wol zonder eenige roden daarvoor op te geven. Het aftreden van ministeriën was dan ook in Spanje iets alledaagsch geworden. Isabella heeft er gedurende hare regeering niet minder dan 519 versleten.
Het was natuurlijk , dat onder dit alles de natie zich belee-digd gevoelde en zij rechtmatige grieven had , en dat gedurende hare regeering onophoudelijke opstanden plaats hadden, waarbij het land van bloed stroomde.
Van dat alles droeg Isabella de schuld. Fanatiek als zij was, haatte zij do vrijheid en de constitutioneele beginselen in merg en been. Willekeurig en grillig als zij was, leverde zij Spanje over aan al do jammeren van een militair bewind en aan priester- en monniken heerschappij. Wat zag men dan ook gedurende hare regeering ? Opstanden , verbanningen , vogelvrijverklaringen , strafoefeningen, de eene al wreeder dan de andere paleiskuiperijen enz. Werd zij door den drang der omstandigheden godrongen wat milder, wat meer vrijgevig te zijn, spoedig trok zij met do eene hand terug, wat zij met de andere gegeven had.
Op den IS™ September '1808 brak er een opstand te Cadix uit. Twee dagen later viel deze voorname stad en zeehaven in do handen der opstandelingen en den volgendon dag waren zij meester van Sevilla en van geheel Andalusië, de geheele zuidoostkust der Middellandsehe zee, Malaga, Karthagena, San-Fernando en spoedig koos geheel Galicië de zijde dor opstandelingen en vatte do wapens op , ja, do opstand breidde zich uit tot Katalonië en Arragon en spoedig over geheel Spanje. Te Madrid heerschte veel onrust. Gelukkig voor de koningin dat
40
zij niet in hare hoofdstad was maar zich to San-Sobastiaan bevond. Daar zou zij cone samenkomst hebben met Napoleon III, die echter mislukte. Wat zou zij doen? Naar Madrid terugkee-ren ? Maar daaraan was groot gevaar verbonden. Zij bleef te San-Sebastiaan maar om spoedig een veilige wijkplaats in Fran-rjjk te zoeken.
Aan het hoofd van den opstand stond de maarschalk Serrano. De kolonels Baldriol en Lagnero voerden het bevel over de revolutionaire benden in Arragon en Katalonïë; generaal Con-treras was de leider in Galicië ; de generaals Cabrera en Pier-rad zaten ook niet stil; generaal Yzquierdo voorde het tot den opstand overgaan garnizoen to Sovilla, terwijl het den schout-bijnacht Juan Topeto gelukte, het scheepsvolk in beweging te brengen en alzoo de geheelo Spaansche marine deel aan de revolutie nam.
Onder vele gebannen generaals liet ook de generaal Prim zich zien, die zijn toevluchtsoord, Engeland, onder een val-schen naam verlaten had en een dag voor het uitbarsten der revolutie te Gibraltar aan wal stapte.
Weldra ging het op een strijden. Gaëtan Marie Frederik graaf van Girgenti, halve broeder van Frans II ex-koning van Napels on schoonzoon van Isabella II, die zich met zijne jeugdige echtgenoot te Parijs bevond, snelde naar Spanje om zich aan het hoofd van zijn regement te plaatsen, om het gezag zijner schoonmoeder te handhaven, maar alle partijen vergaten hare onderlinge geschillen, om eendrachtelijk een gehaat juk af te werpen.
Aan de spits der koninklijke troepen trok de generaal Calonge op tegen Santander en Santona, maar hij kon niet beletten, dat geheelo regimenten tot de opstandelingen overliepen.
Een proclomatie, geteokond door Serrano, Prim, Dulcc en anderen proclameerde het algemeen stemrecht, de volledige vrij-
47
heid van drukpers, do vrijheid van onderwijs , van eeredienst, van handel en nijverheid, eene voorzichtige en vrijzinnige herziening van alle tariefwetten; de afschaffing der doodstraf; de onschendbaarheid van hot domicilie en van het geheim dor brieven , de ontheffing van do artikelen in do constitutie, betreffende den staats-godsdienst, de dynastie en de erfopvolging; de organisatie van hot leger en de vloot op don grondslag van vrijwillige aanwerving ; gelijkheid in de verdeeling der lasten ; vermindering van do belasting op hot zout en den tabak ; de onmiddellijke verkiezing der cortes bij algemeen stemrecht. Hot slot dier proclomatie eindigde met: «leve de vrijheid , leve de nationale souvereiniteit, weg mot de dynastie!quot;
Manifest op manifest, proclomatie op proclomatie zag het licht. In een manifest uit Cadix werd bepaald de gehoorzaamheid aan de regeering te Madrid opgezegd en verklaard dat de wapens niet zouden worden nedergelegd, alvorens de natie hare souvereino rechten heroverd zou hebben en do nationale wil geëerbiedigd werd.
Andere proclomatiën hadden tot leus; »ïe wapen! Weg met de Bourbons!quot;
In eeno proclomatie, te belangrijk om door ons te worden teruggehouden, lezen wjj hot volgende: »Te wapen! niet meer ten voordoele van oorzuchtigen, die ons bedrogen hebben, maar om die verouderde en versleten instellingen omver te werpen, die ons tot een speelbal maken van Europa on die ons verarmden, terwijl wij do rijkste natie van do wereld moesten zijn.
Wat verwerpt hot volk?
Hot Spaanscho volk wil geen Bourbons moor; het wil goon koningen moor, die hot rogooren , zooals men eeno kudde drijft. Hot Spaanscho volk wil niet, dat, onder het voorwendsel van godsdienst, Spanje liet patrimonium van Rome zij, de slaaf eonor onverzadelijke geestelijke kurie on van een leger van 80.000
if-i
priesters on monniken , die buiten do 'iOO miljoen realen van liet staatsbudget en do '200 andere miljoenen der provinciale en gemeentelijke budgetten , nog eene belasting leggen op al de huisgezinnen, zelfs op de meest nooddruftige. zoodat goen persoon kan geboren worden, kan trouwen of sterven , zonder aan de geestelijkheid eene schatting te betalen. . . . Het Spaan-scho volk wil geen bloedbelasting meer , geen indirekte belastingen , geen belastingen op de consumtie enz. Het wil zijne vrijheid en zijn voorspoed verzekeren.quot;
Intusschen liepen bij voortduring niet enkele manschappen maar geheele regementen van de koninklijke troepen tot de voor de vrijheid strijdenden over. Wat hier opmerking verdient ? Men zag destijds in Spanje niet, wat men zoo vaak ontwaart. De stelling ; „In troebel water is het goed visschen zag men hier niet in toepassing gebracht. De marine-officiers o. a. wilden hun arm wijden aan de verlossing van 't vaderland en gingen daarom tot de insurgenten over, doch wilden van geen rangverhooging weten.
Ontmoetingen tusschen de koninljjke troepen en de vrijheidsmannen hadden hier en daar plaats , maar spoedig zegevierde de revolutie.
ïe Madrid werd een voorloopigo regeerings-junta ingesteld met Escalante tot president.
De overste Escalante n. 1. was , vergezeld van eenige vrienden , te Madrid aangekomen. Door duizenden werd hij aan een der poorten opgewacht. Het opgewonden volk wilde in den man, die zooveel voor de vrijheid gedaan had, vosrtaan een generaal geen overste meer zien. Een generaal-sjerp werd hem om 't lijf geslingerd en hij als zoodanig aangesteld , al was het ook tegen wil eu dank. Hij vaardigde daarop een dekreet uit, om hot volk van wapens uit do tuighuizen te voorzien.
49
Do troepen van het garnizoen , eerst in de kazernen gekon-signeerd , de nationale garde en de bevolking , allen sloten zich aaneen. Van allen klonk de kreet: „Weg met de Bourbons ! leve de volkssouvereiniteit !quot; Overal woeien de vlaggen en des avonds was geheel Madrid verlicht. De koninklijke wapenborden werden overal weggerukt en de beeltenis der koningin langs de straten gesleept.
De junta vaardigde de prooloniatie uit:
«Inwoners van Madrid! De eerste plicht der voorloopige re-geerings-junta, in naam des volks ingesteld , is het woord tot u te richten:
De dynastie der Bourbons hoeft opgehouden te heerschen. Fanatisme en losbandigheid waren het kenmerk van haar privaat leven. Ondank en wreedheid waren hot gewettigd loon voor hen, dio in 1808 de natie en den troon hebben verdedigd , alsmede voor die genen, die in 1833 de dochter van Ferdinand VII hebben gered.
Dat deze thans de wet der vergelding ondervinde, en het volk, dat zoo edelmoedig was jegens vader en dochter, weder in 't bezit trede van zjjn souvereiniteit, die niet het erfdeel van eene enkele familie en van een enkel persoon kan zijn, zooals de eeuwenheugende cortes van 1812 hebben verkondigd.
Het leger en de vloot hebben , met eene verhevene zelfverloochening , vóór alles aan het vaderland gedacht. Van Cadix tot Santona heeft de kroot der vrijheid weerklonken en Constï-tueerende Cortes, volgens het algemeen stemrecht gekozen, zullen over de toekomst van hot Vaderland besluiten.
Heden hebben een groot aantal burgers, door het gewicht der omstandigheden aangespoord , zich tot eene voorloopige junta vereenigd, morgen zal het volk van Madrid, wijks- en districts-gewijs vereenigd , zijn souvoroinen wil doen kennen.
Dat geenerlei wanorde, waarover zich de vijanden der vrij-
50
heid zouden verheugen , oen vlek komo werpen op do vreugde der overwinning; dat alle burgers zich vereenigen, om onze roemrijke revolutie zuiver en vlekkeloos te doen blijven.
Leve do volkssouveroiniteit!
Leve de marine !
Leve het leger !
Leven de generaals , die hot tor overwinning hebben geleid !
Weg met de Bourbons!
Leve het souvoreine volk !
Madrid, den 29 September 'l80S.
Do revolutionaire junta.quot;
Wat modo opmorkelijk was. Op weinige uitzonderingen na bleef de orde bewaard en werden geeno wreedheden gezien. Alleen te Madrid werden drie inspecteurs van polieie, gehaat wegens hunne gestrengheid, omgebracht. Een menigte inwoners gingen naar het bisschoppelijk paleis om den bewoner te verzekeren , dat hom geen leed zou geschieden. Alleen haalden zij do portretten van do koningin en van don paus van den wand, om die op de markt te verbranden.
Om do orde to kunnen bewaren, werd overal aangeplakt : «Diefstal wordt met den dood gestraft !quot;
Do revolutie had al zoo haar beslag erlangd on de waardigheid der koningin was alzoo vernietigd. Roods vóór dien tijd was het haar duidelijk, dat hare zaak hopeloos stond. Hare weinige aanhangers in hare omgeving — zij was nog altijd te San-Sebastiaan —- gaven haar don raad naar Madrid te gaan, om de dynastie voor haren zoon te redden door hom aan hot volk en de troepen voor te stollen, doch haren gunsteling Marfori, op wien het volk woedend was, achter te laten, ja, hem als intendant van haar paleis te ontslaan.
Zonder Marfori, buiten wien zij niet leven kon , naar Madrid te gaan , er was niet aan te denkon. Ook weigerde zij afstand te doen van den troon ten behoeve van den prins van Asturië,
Nu echter de teerling geworpen en zij zag dat de dynastie voor haar verloren was, verliet zij San-Sebastiaan , vergezeld van haren gemaal, de infanten van Spanje en don Sebastiaan haar oom, haren biechtvader pater Glaret, en Marfori, die haar onmisbaar was.
Zij nam dè wijk naar Frankrijk. Keizer Napoleon , hiervan onderricht, zond haar drie officieren van zijn huis aan de grenzen te gemoet, terwijl hij zelf met de keizerin en don keizerlijken prins te Bayonne haar aan liet station opwachtte.
Vóór zij ging, koesterde zy nog de flauwe hoop den troon voor haren zoon te redden. Niets kwam haar in deze omstandigheden meer raadzaam voor, dan aan Espartero te schrijven. «Gij zijt het,quot; zoo schreef zij, ,,dic de dynastie gered hebt; gij zult haar nogmaals redden. Wat mij betreft, ik verlang niets moer en ben ook niets meer. Docli ik werp u don prins der Astnriën in de armen. Wat gij voor mij gedaan hebt, zult gij zeker voor hem doen.quot; Met dien brief wilde zij haren zoon naar Logrono zenden , waar zich Espartero bevond , doch het schreien van den knaap , die zijne moedor niet verlaten wilde , bracht haar aan 't wankelen. Eindelijk verscheurde zij dien brief en nam haren zoon met zich mede.
Op het kasteel van Pau aangekomen, richtte zij een protest aan de Spanjaarden, dat op sommige punten werd aangeplakt, doch met minachting werd gelezen. Wij achten het niet onbelangrijk het onzen lezers mede te deelen.
»Aan de Spanjaarden.
»Eene samenzwering, waarvan om zoo te spreken bij geen ander volk van Europa een voorbeeld bestaat, heeft Spanje in de gruwelen der anarchie gedompeld. Strijdkrachten te land en
52
ter zee, die door do natie op ruimen voet werden onderhouden, en wier diensten ik altoos vol tevredenheid heb beloond, hebben met verloochening der roemrijke traditiën eu met schending der meest geheiligde ceden , zich tegen het vaderland gekeerd en brengen daarover dagen van rouw en droefheid. De kreet der rebellen, in de baai van Cadix opgegaan en door een groot gedeelte der armee in do andere gewesten dos lands herhaald , weergalmt in het hart van do groote meerderheid der Spanjaarden , als het voorafgaand geraas van een storm, die de belangen van den godsdienst, de grondslagen van recht en wet, de onafhankelijkheid en de eer van Spanje iu gevaar brengt.
De jammerlijke reeks van afvalligheden en de ongeloofelijk deloyale handelingen, die in een zoo kort tijdsbestek hebben plaats gehad, zijn voor mij nog meer eeue kwetsing mijner Spaansche fierheid dan eene aanranding mijner koninklijke waardigheid.
Laat zelfs de grootste vijanden van gezag in hunne dwaze droomerijen niet denken, dat de openbare macht, die uit een zoo hoogen oorsprong voortvloeit, kan worden verleend, gewijzigd of opgeheven door de werking van materiële kracht op de blinde impulsie der verleide bataljons.
Zoo de steden en het platteland, toegevende aan den eersten indruk van het geweld zich voor een oogenblik aan het juk der opstandelingen onderwerpen, dan zal toch weldra het algemeen gevoel. in liet edelste en innigste gekrenkt, weder ontwaken , om aan de wereld te toonen dat, den hemel zij dank , de afdwaling van de begrippen van rode en eer in Spanje slechts van voorbijgaanden aard is.
Als wettige koningin van Spanje heb ik het na onderzoek en ernstige raadgevingen raadzaam geacht om , tot dat oogenblik zal zijn aangebroken , in de staten van een doorluchtigen bondgenoot de noodige veiligheid te gaan zoeken , om in dezen
moeieljjken samenloop to handelen zooals overeenkomt met mijne waardigheid als koningin en met do plichten , die op mij rusten, om op mijnen zoon ongeschonden mijne rechten over te brengen, die door de wet beschermd , door de natie erkend en bezworen en bovendien bekrachtigd zijn door een 35jarig tijdperk van opoiferingen, wisselingen en innige genegenheid.
Mijnen voet op vreemden bodem zettende, hart en oog gestadig gericht naar den grond, die mijn vaderland en het vaderland mijner kinderen is; haast ik mij om voor God en de menschen mijn duidelijk en plechtig protest te formuleeren, onder verklaring dat do overmacht, waarvoor ik moet bukken door mijn koninkrijk te verlaten, niets kan afdoen op de integriteit mijner rechten, evenmin als dat zij haar in iets zou kunnen verzwakken of kompromitteeren , of dat die integriteit op cenigerlei wijze zou kunnen worden getroffen door de handelingen van het revolutionnair gouvernement en nog minder door de besluiten zijner vergadering, die noodwendig zullen gevormd worden onder de pressie der demagogische buitensporigheden en onder omstandigheden van blijkbaar geweld op de gemoederen en den wH.
Onze vaderen hebben voor het godsdienstig geloof en de onafhankelijkheid van Spanje een langen en gelukkigen strijd doorgestaan. Het tegenwoordige geslacht heeft rusteloos er op gewerkt om het groote en heldhaftige , hetwelk de vervlogene eeuwen hebben opgeleverd te verbinden aan hetgeen in de jongste tijden als gezonde en vruchtbare zaden ligt opgesloten. De revolutie, die doodeljjke vijandin der tradition en van den wettigen vooruitgang, bestrijdt alle beginselen, die de levende kracht, de ziel en do sterkte der Spaansche natie uitmaken. Do vrijheid, eenmaal in hare onbeperkte uitbreiding en in al hare manifestatiën, de roomsch Katholieke eenheid, de monarchie 011 do wettige uitoefening der macht aanrandende, brengt
onrust in de familiëu, vernietigt de gcheiligdheid van het liuisclijk leven en doodt de deugd en de vaderlandsliefde.
Indien gij denkt, dat de Spaansche kroon op het hoofd eener koningin , die het geluk had haren naam aan de staatkundige en maatschappelijke herleving van den staat te verbinden , het zinnebeeld dezer bcsclierracnde beginselen is , dan zult gij , zooals ik hoop , getrouw blijven aan uwe eedon en aan uw geloof. Laat de revolutionaire zwijmel, waarin do ondankbaarheid, de ontrouw en de kwade eerzucht hare beroeringen te weeg brengen , als eene plaag voorbygaan , en houdt u verzekerd, dat ik niets zal nalaten om, zelfs te midden van het ongeluk, dat zinnebeeld te handhaven, zonder hetwelk er voor Spanje geene aantrekkelijke herinnering noch eenige steunende hoop bestaat.
Door den dwazen hoogmoed van eenigen wordt voor het oogenblik de gcheele natie in beroering en omkeering, worden de gemoederen in verwarring en wordt do maatschappij tot anarchie gebracht. Ik heb in mijn hart zelfs geen plaats voor gevoel van haat jegens dat klein getal. Ik zou vroezen, dat bij de opwelling van dat armzalig gevoel mijne innige verteede-ring zou verzwakken jegens die getrouwen, die hun leven blootgesteld en hun bloed gestort hebben voor de verdediging van den troon en de orde, en jegens alle Spanjaarden, die met schrik en smart staren op hot schouwspel eener zegepralende revolutie, —■ die schandelijke bladzijde in de geschiedenis onzer beschaving.
Op don edelen bodem, vanwaar ik thans tot u het woord richt, zoowel als overal elders, zal ik, zonder kleinmoedig te worden, de rampen van mijn welbemind Spanje, die ook mijne eigene rampen zijn , blijven dragen. Zelfs wanneer ik , onder vele andere voorbeelden, niet vóór mij had dat van don boogst-waardigen vorst, die hot toonbeeld van onderwerping en moed
ÜÜ
cn evenals ik door wederwaardigheden cii bittere rampen omringd is , dan zou ik mjjne krachten zoeken in mijn vertrouwen op de loyautcit mijner onderdanen, op de rechtvaardigheid mijner zaak , en bovenal op de macht van Hem, die het lot der Staten in Zjjne hand heeft.
De monarchie van 15 eeuwen van strijd , overwinning, vaderlandsliefde en grootheid kon niet ten gronde gaan in een veertien dagen van meineed, ontrouw en verraad. Laat ons vertrouwen hebben op de toekomst; de roem der Spaansche natie lag altoos in den roem harer koningen , en de ongelukken harer vorsten hebben altoos op het volk teruggewerkt.
In het vaste en vaderlandslievend streven naar do handhaving van recht. wet en eer, zal uw geest en zullen uwe pogingen altoos overeenstemmen met het energiek besluit en de moederlijke toegenegenheid uwer koningin.
Kasteel Pau, den 30 Septemb. -1808. Isabella.quot;
Had het manifest niet de door haar gewenschte uitwerking , ook keizer Napoloon, van wiens tusschenkomst zij zich veel beloofde , liet zich met de zaak niet in en meende genoeg te doen , wanneer hij haar gastvrijheid verleende, waarom hij het kasteel Pau voor haar in gereedheid had laten brengen.
Het is duidelijk , dat de familie don Carlos niet stil zat. Het was toen, dat de hierboven genoemde don Juan Carlos Maria Isidora zijne aanspraken op den Spaanschen troon deed gelden.
Hij richtte eene circulaire aan do mogendheden, waarin hij o. a. zeide : ,,Zoo God en de omstandigheden mij op den troon van Spanje plaatsen, zal ik mij beijveren op loyale wijze de nuttige instellingen van onze eeuw in overeenstemming te brengen met de onvermijdelijke instellingen van het verledene.quot; Deze verklaring gaf wantrouwen.
56
Niets is ons duidelijker, dan dat de Jezuiten pogingen inliet werk stelden , om een tegenomwenteling ten gunste der verdreven dynastie te bewerken , doch zij mislukte. Te Cadix werden zij door de revolutionaire Junta verdreven en het bissclioppeljjk Seminarium opgeheven en vervangen door eene ambachtsschool.
De kardinaal-aartsbisschop ontving den last zijne gebeden voor de ex-koningin en haar gezin te staken.
liet was in den avond van den 3en October dat de bevrijder van Spanje, de maarschalk Serrano , zijn zegevierenden intocht in Spanje deed. Buitengewoon was de geestdrift. Geen huis of het was met groen en vlaggen versierd. Ook de trein, welke Serrano naar Madrid bracht, droeg vlaggen en zinnebeelden der vrijheid. Aan de station door do leden van de voorloopige junta en door een aantal deputation uit de burgers en de studenten opgewacht, kwam Serrano te paard gezeten. omgeven door eenigo generaals en een sehitterend gevolg de hoofdstad binnen.
Geheel Madrid vierde feest. Overal hoorde men de kreten : ,,Leve Serrano! Levo do overwinnaar van Alcolea!quot;
Van het balcon van het ministerie van binnenlandsche zaken sprak hij het opgewonden volk toe en wekte het op tot eendracht en eensgezindheid om het groote werk der bevrijding de kroon op te zetten.
Om hierin een goed voorbeeld te geven , aarzelde hij niet om Rivero, het hoofd dor demokratische partij als minister naast zich te plaatsen, en dat Serrano verre was van wraakneming zien wij in zijne handeling met Novaliches, don veldheer der koningin. Deze bevond zich te ['into lijdende aan de wond , welke hij in den jongsten slag aan de brug van Alcolea bekomen had. Te
o 7
Pinto aangekomen , liet Serrano niet na don gewonden krijgs-broedcr, door hom nog weinige dagen te voren bestreden cn overwonnen, een bezoek te brengen en hom moed in te spreken.
Ook de generaal Manuel Pavia bevond zich daar. Ernstig was deze aan do kaak en aan de tong gewond , waardoor hem het spreken belet werd. Overtuigd van do zuivere bedoelingen cn goede handelingen , schreef hij op ecne lei: ..Ik bewonder mijne veroveraars!quot;
De Novaliches kon ook niet nalaten te betuigen, dat hij zich door herhaalde brieven uit Madrid genoodzaakt had gezien slag tc leveren cn verontschuldigde zich over zijne houding gedurende de laatste dagen dor regeering van Isabella.
Ook Prim dood , eenige dagen later , zijne intrede te Madrid. Wederom was do stad gedecoreerd met eerebogen, vlaggen, wapenborden, spreuken enz.
Op het stationsplein hadden zich alle aanzienlijken vercenigd om hom hunne hulde te brengen en hem te versieren met een grooten lauwerkrans. Te paard gestegen, werd hij begeleid door de nationale garde, deputation van de geheolo stad, dor studenten , dor kooplieden enz. met hunne vlaggen en banieren en met een dertigtal muziekkorpsen mot Serrano aan zijne rechterzijde.
Aan het ministerie van binnenlandsche zaken gekomen, sprak hij van het balcon het volk toe en wenschte het geluk mot zijn verstandig en rustig gedrag gedurende de revolutie en betuigde zijn dank voor do warme en hartelijke ontvangst, hem in de hoofdstad ten deel gevallen. Den maarschalk Serrano omhelzende , verklaarde hij hiermede dat tusschen beiden de innigste overeenstemming bestond. Hij gaf liet volk den raad in eeu-
dracht: cn vriendschap mot do soldaten te loven. Mot oen ,.wog mot de Bourbons!quot; dat luido word toegejuicht, verliet hij het balcon, om zich naar zijne vertrekken te begeven.
Het volk was echter te opgewonden, om hem mot rust te laten en vereenigde zich voor zijno vensters om hom nogmaals te ïion. Hij verschoon onmiddellijk met een rood vaandel met een wit kruis in de hand. Met daverende toejuichingen en do telkens herhaalde kroot: „leve do vrijheid !quot; werd hij begroet.
Om het volk oen voorbeeld van vergevensgezindheid te geven, benoemde hij tot chef de bureau aan zijn ministerie Pedro Ferrer , oen man, die vroeger de doodstraf tegen hem geëischt had.
Niettegenstaande dit voorbeeld kooide hot volk toch zijn wrok op Ruiz don gewezen secretaris van Gonzalez Bravo , don ox-minister-prosident van Isabella. Daags n. 1. na den intocht van Prim had er te Madrid eene groote manifestatie plaats ten gunste van de vrijheid van geweten. Eene talrijke menigte met muziek aan het hoofd trok door do straten, voorafgegaan door een transparant met de woorden : „weg met het konkordaat! weg mot do tirannen te Rome! leve het vrije Home!quot; Alen droeg banieren met hot opschrift: „Vrijheid van oorodionst!quot; Toon was hot, dat Ruiz door het opgewonden volk deerlijk gehavend werd.
Nauwelijks was dit ter ooren van Prim gekomen , of hij ijldo naar de plaats der misdaad en het gelukte hom de volkswoede tot bedaren to brengen. Hij keurde hot gedrag van hot volk af en spoorde aan te vergeten en te vergeven in plaats van bloed te vergieten. „Ontheiligt do offers nietzoo sprak hij , „die wij der vrijheid gebracht hebben, door snoodo misdaden. Want hot is eene misdaad de wet niet te gehoorzamen. Stolt vertrouwen in hou , die de revolutie tot nu toe geleid hebben en doet ons niet vertwijfelen aan haren goeden afloop. Vivats alleen kunnen ons niet helpen , gij moet naar mijnen raad luisteren on
50
mijno stolling niet verzwaren. Ik wil ordo, overal. Oproonnakers zijn noch mijne vrienden, noch die der vrijheid. Waarom geeft gij uwen toom lucht tegen die ongolukkigen, nadat zij gevallen en ontwapend zijn. Daar zij ons met do wapens in de hand geen wederstand hebben geboden , zoo laat hen met vrede: volgt mijn voorbeeld en vergeeft.quot;
Het volk , sints lang overtuigd van het knellende en verderfelijke juk van priesterdwang, verlangde de slechting der kloosters te Madrid. Het konkordaat werd openlijk op straat verbrand en te Barcelona evenzoo do beeltenis van St. Ignatius de Loyala, stichter van de orde der Jozuitcn, terwijl to Sevilla , weleer de zetel der inquisitie, verlof werd gegeven tot het bouwen eener protestantsche kerk.
Daags na de aankomst van den generaal Prim in de hoofdstad , werd het kabinet gevormd, uit deze mannen samengesteld: Maarschalk Serrano, president; generaal don Juan Prim, minister van oorlog ; de schout bjj nacht Juan Topete, minister van marine ; Laureano Figuerola , minister van financiën ; Juan Alvare; de Lorenzana, minister van buitenlandsehe zaken; Antonio Romero Ortiz , minister van justitie ; Praxedos Mateo Sagasta, minister van binnenlandsche zaken : Adelardo Lopez de Ayala , minister van koloniën ; Manuel Ruiz Zorilla, minis-tor van openbare werken.
Allo partijen van den vooruitgang, liberalen, progressisten en domokraten waren in dat kabinet vertegenwoordigd,
In eono proclomatie, getoekend door Serrano, Prim en do leden der centrale of opperste junta werd hot volk aangespoord tot vertrouwen in de bewerkers der revolutie, in hen, die de staatkundige wedergeboorte van Spanje hadden ondernomen.
De minister van binnenlandsche zaken, vaardigde onmiddellijk eene circulaire uit, strekkende om do bevolking tot orde aan
te sporen, waarin o. a. gozogd werd; „Terwijl de ongelukkige noodzakelijkheid liesfxmd om een beroep op de wapenen te doen tot omverwerping eene onteerende regeering, zoo is thans de orde eene eerste vereischte en zijn wij besloten die te handhaven. Gelukkig hebben wij weinig feiten te betreuren, maar die zijn genoegzaam om de aandacht te trekken en bezorgheid gaande te maken, om de herhaling daarvan tegen te gaan. Zoo er schuldigen bestaan , er bestaan ook rechters, die zullen oordee-lon en straffen, terwijl liet recht, uitgeoefend door de volksmenigte , het aanzien van wraak verkrijgt en onschuldigen aan persoonlijke wraaknemingen blootstelt. Het tegenwoordig gouvernement heeft het bestuur aanvaard, met het doel om de natie tot vrijheid te brengen en haar niet in anarchie te doen vervallen.quot;
Hot bewind bepaalde zicli niet tot schoone woorden, maar daden volgden. Een aantal dekreten werden uitgevaardigd, waarin de vrijzinnige beginselen tot grondslag lagen.
De junta de Madrid verklaarde zich nu ontbonden en noodigde de junta's in de overige steden uit haar voorbeeld te volgen , wat door allen, do;li niot zoo dadelijk door de junta te Barcelona gedaan werd. Later volgde zij echter.
liet bewind vaardigde een staatkundig betoog uit, gericht aan diplomatieke agenten van Spanje in het buitenland. Dit stuk achten wij te belangrijk om te verzwijgen.
„Het voorloopig bewind , in de volle uitoefening zijner plichten cn de leden , die dit in den naam van de volkssouvereiniteit vormen, gelooven , dat liet oogenblik gekomen is , om aan de buitenlandsche machten nieuwe verklaringen te geven, ter aanvulling van die, welke door hen, die de beweging hebben aangevangen , te Cadix zijn uitgevaardigd, van de oorzaken, hot karakter en liet streven der revolutie, die dit land tot een goed en gelukkig einde heeft gebracht. Te midden der verwarde
fïl
menigte van gebeurtenissen, van den schok dei1 tegenstrijdige belangen, is de waarheid dikwijls miskend en zijn de feiten herhaaldelijk verkeerd voorgesteld geworden en worden verkeerde oordeelen geveld, die het van veel gewicht is te verbeteren , opdat do meeningen geen verkeerde richting nemen en haar uitspraak gegrondvest zij op de ernstige en doordachte studie van stukken, die met den loop der zaak in betrekking staan. De val van een monarch en de eeuwige verbanning van zijne nakomelingschap , door eene omwenteling, die te gelijkertijd de verklaring der meest ontwikkelde beginselen van het moderne liberalisme op hare banier schrijft, zijn verschijnselen. die rijpelijk moeten onderzocht worden en lessen, die zich zoowel do volken als de koningen ten nutte moeten maken. Spanje], biedt onder het gezag der twee laatste vorsten , helaas , het jammerlijk schouwspel aan van een braaf en edelmoedig volk , dat zijne schatten en zijn bloed veil heeft, en van vorsten , die de heldhaftigste opofferingen met den zwartsten ondank beloonen, van een volk, dat, zonder don room van zijn verleden te willen ontkennen niet wil blijven stilstaan, en van souvereinen, die met eene ongehoorde hardnekkigheid er in volharden, het onder het vernederend juk van een vervallen regeeringsstelsel onderworpen te houden ; van een volk eindelijk , dat, herhaaldelijk gedwarsboomd in zijne begeerten, bedrogen in zijne billijkste en rechtmatigste verwachtingen , bespot in de plechtigste beloften die hot zjjn gedaan , toch wacht om een laatst besluit te nemen tot de maat zijner rampen zij volgemeten, en van vorsten, die er behagen in scheppen, hot op de proef te stellen , die, gedurende meer dan een halve eeuw, met de lijdzaamheid en het buitengewoon geduld hunner onderdanen den spot drijven, hunne beloften niet nakomen , alle verbintenissen met voeten treden en al hun eeden schonden. Zoo iu Spanje de instellingen. op wier
rustig on vreedzaam bezit andere volken zich verhoovaardigen , nog niet gevestigd zijn geworden, dan moet de schuld daarvan geheel op hen rusten , die, op de hoogste sport van den maat-schappelijken ladder geplaatst, door kunstmatige hinderpalen , de natuurlijke en vruchtbare ontwikkeling der liberale beginselen hebben belemmerd. Men onderzoeke onpartijdig de geschiedenis der laatste regeering en men zal zien dat op den duisteren bodem harer tegenstrijdigheden en schijnbare weifelingen, de onverstoorbare gedachte ligt verborgen van te beletten , dat de moderne beschaving op onzen bodem wortel schiete en vruchten drage , dat de eenheid van het plan , en het beginsel waarop het berust, zoo onveranderlijk zijn , dat zijne werking tot in de meest delicate handelingen van het innerlijk leven merkbaar is, die , uit haren bijzonderen aard, door verschillende wetten moesten geregeerd worden. Do partijen desorganiseeren , hnnne invloedrijkste leden gebruiken , een geheim bewind aan de zichtbare regeering tegenoverstellen , door duistere combinatiën de werking der heilzaamste maatregelen ontzenuwen, zoo deze een eenigzins liberale strekking hebben, buigen voor de overweldigende kracht dor gebeurtenissen , met voorbehoud van, op een gegeven oogenblik meer dan het verloren terrein te herwinnen, de rechtschapendste harten te dwarsboomen en te vermoeien, tot vervreemdons toe, ton einde medeplichtigen te verwerven en zich werktuigen te verschaffen, gelijksoortig aan hou, die door alle partijen uit belang en waardigheid zijn verstoeten; hun exploiteren en zulks met bewustzijn door hen laton doen, die hun voordeel in eene speculatie op den godsdienst zagen ; de hartstocht voor willekeur -en onuitwisbaren haat jegens alle regelen van gematigdheid en voorzichtigheid zooals do laatste twee jaren hebben bewezen , tot waanzin toe opvoeren; hardnekkig afwachten , dat het vuur ■van een binnenlandschen oorlog het ongelukkig einde van haai'
gezag kwam verkondigen, zooals haar treurig schijnsel het' begin er van had verlicht; dat is de edele en lofwaardige onderneming , doorgezet door het stelsel, dat door den adem des volks is omvergeworpen cn voor welker zegepraal dit systeem stelselmatig en zonder aarzelen gedurende een kwart-eeuw de onmetelijke hulpmiddelen heeft gebezigd , die het bezit der souvereiniteit verschaft.
De hoogste verpersoonlijking van het gezag zag zich bovendien door invloeden van verschillenden aard omringd, sommigen bestemd om den geest van reactie steeds levendig te houden, anderen met eene opdracht belast, die aan politiek geheel vreemd is. Uit eerbied voor hoogore belangen, moeten wij ons zelf op dit punt een veelbeteekenend zwijgen opleggen. Een zwijgen, dat zeker zal begrepen en toegej uicht worden door hen , die niet in eene gemeenschappelijke verantwoordelijkheid en in de strengheid van een zelfde oordeel, instellingen willen begrijpen, die van groot gewicht zijn in de geschiedenis en voor welke de toekomst groote bestemmingen heeft weggelegd , met de betreurenswaardige, hoewel voorbijgaande vertegenwoordiging van-diezelfde instellingen, die thans herboren door den modernen geest, steeds voortgaat de aangenomen cn gekozen vorm te zijn van alle omwentelingen van het Europeesche vasteland.
Hot land zag ook het groot verschil, dat bestond tusschen de fortuin van het volk, die steeds vermindering onderging cn enkele fortuinen van privaat-personen, wier buitengewone en snelle toeneming steeds gepaard ging mot het bckleeden van staatsposten, met de treurige omstandigheid , dat dit jammerlijk verschijnsel zich niet op zich zelf, of binnen zekere enge grenzen beperkt, voordeed, maar dat hot steeds algemeener werd cn steeds dreigender afmetingen aannam. Niet dat het der partij , die in Spanje een stelselmatige cn blinde onderwerping aan de tradition van oude tijden voorstelt, aan mannen ont-
64
brak, in staat om de vereering, die bravo zielen aan do zode-leer betoonen , in overeenstemming to brengen met do strenge toepassing harer beginselen, maar tusselien die mannen en het gezag had hot gevoel van eigenwaarde een diepen afgrond geopend , en een onverzoenbaren strijd in hot leven geroepen.
Sinds lang moest de troon dus als onbezet worden beschouwd en de monarchio, beroofd van hare uitwendige en tastbare uitdrukking. De persoon, door do groote Spaanselio liberale partij gekozen, zonder onderscheid van eenigo schakeering, om hot symbool en konteeken harer wenschen te zijn, hield op eene levendige kracht in het politiek organisme van het volk te wezen , zoodra zij , ontrouw aan hare eeden, het verdrag schond , door het edelste en zuiverste bloed bezegeld, een verdrag , dat de waarlijk onwraakbare titel was voor haar opperst gezag.
Een verbazende hardnekkigheid om rechtstreeks den weg te volgen, die naar den afgrond voert, berooft haar achtereenvolgens van de voornaamste en kostbaarste eigenschappon van do souve-reiniteit. Zij had de „Majesteitquot; afgelegd en daarmede aan de maatschappij het recht van vereering ontnomen , dat deze ve r-schuldigd is aan don persoon, bij wien het hoogste gezag berust. Eveneens had ze opgehouden „doorluchtigquot; te zijn en daardoor werd het voorrecht der onverantwoordelijkheid, haar grondwet-tigen zin, de ware betoekenis van hot woord verliezende, teruggebracht tot een zuivere fictie , tot een ijdelen en hollen vorm. Op deze wijze alleen kan men zich de snelheid dei-oplossing verklaren en het levendig gevoel van voldoening , de ijskoude onverschilligheid, waarmede zij algemeen word begroot.
Hot Spaansche volk, door eene bittere ondervinding geleerd, en volkomen overtuigd, dat er zelfs niet aan gedacht kon worden , het gebouw van den voorspoed en van de vrijheid des volks te grondvesten op een afgedwongen rouwbetoon en ge-
(T)
veinsde beloften , deed eene uiterste poging, om zicli van een storend element te ontdoen , en zooals Europa heeft gezien , do gelukkige uitslag was in overeenstemming mot liet edele der volbrachte revolutie en mot do waardigheid der gebezigde middelen.
Dat spooksel van «halve-legitiiniteitquot; dat het beginsel was, waaraan, sinds den dood van den voorlaatstcn monarch, do verschillende politieke combinatiën onder ons gehoorzaamden, is verdreven ; en het Spaanscho volk, eens vooral op dit punt met zijne tradition brekende, zal voorgoed zijne macht ontrukken aan die handen, die ér een zoo treurig gebruik van hadden gemaakt. Het werd rechter over zijn lot en zijne bestemmingen en het bereidt zich voor, de ontzachelijke verantwoording op zich te nemen, die hot wordt opgelegd door het bezit eener vrijheid , door geene andere grenzen beperkt, dan die het gezond verstand en het geweten er aan opleggen. Het gebruik , dat het tot heden van de verkregen autonomie heeft gemaakt , de grootmoedigheid , waarmede het bloedige beleedigingon heeft weten te vergeven en de goed doordachte steun , die hot aan het gezag verleent, uit do revolutie geboren, zijn een zekere waarborg, dat zijn toekomstig gedrag steeds de kwaadwillige inzichten van toorn en spijt zal bljjven weerspreken, en dat hetzelve het volkomenst vertrouwen zal weten in te boezemen in de wijsheid en regelmatigheid . waarmede het het nieuwe gebouw zal weten op te trekken en in stand te houden , na op zoo regelmatige wijze te zijn werkzaam geweest met het afbreken en doen verdwijnen van het oude.
liet Spaanscho volk, thans moester over zichzelven, is van plan, zooals do volksjunta's ook eenstonimig hebben verklaard, don tijd in te halen, dien hot verloren heeft door do valsche belangen van bijgeloof en door eene staatkunde, die togen hetzelve samenzwoer; het is van plan mot snollen on zekeren
(ili
tred den weg der moderne beschaving af te leggen, die thans tot zijn geluk , vrij is van de hinderlagen , die tot nog toe zijl loop hebben belemmerd en liet zoo lang met ecno deloyale hard nekkigheid hebben afgemat. Zij, die hot in den zwijmel vai hun dwazen hoogmoed tot de wroede straf van een zeker ziel togen wilden veroordeelen, moeten thans een bitter gevoel vai teleurstelling ondervinden. Het denkbeeld heeft in zichzelvei zijne kracht gezocht, zijne krachten opgehoopt, en, toon hc oogenblik gekomen was , heeft het getoond, dat hot innerhjl werken van den geest zijne energie verdubbelt en de uitbarsting des te schrikkolijker maakt. Het volk dat, gedurende een reeks van jaren mot een met moeite onderdrukt gevoel van ver ontwaardiging getuige is geweest van hot treurig schouwspel dat het geringe deel volksvrijheden aanbood, maakt zich daaror los van do laatste banden , die hot aan hot vroeger stelsel bon den, en plaatst zich met een enkelen sprong om zoo to zeggen op het gebied van het moderne recht. Hetgeen men als do regelmatigen loop dor dingen had gevolgd, zich trapsgewijs c door een onmerkbaren overgang zou verwezenlijkt hebben , hooi plaats gegrepen door eeno breede en diepe ontbinding van hc bestaande in den draad onzer hedondaagsche geschiedenis. D souvereiniteit der gemeenscliap, der maatschappij , der natie des volks, in allen tijd , stilzwijgend begrepen of openlijk vei klaarde bron van liet politiek gezag, verkrijgt thans voor immc op don grond van Spanje hare brieven van naturalisatie ; hc algemeen stemrecht, de volkomone on ware uitdrukking van di souvereiniteit, is geroepen, om op een bcslisscmle wijze te toe non , dat Spanje zich met den geest des tijds niet gemeenzaai behoeft te maken , om do eenvoudige reden, dat die geest reed het beginsel van zyn bestaan en liet ideale kenmerk van zij streven is.
07
I let is dan ook thans moils stellig te voorspellen , dat de nationale souveroiniteit, eerst door do stem van allen en vervolgens dooide mannen van 's volks keuze uitgeoefend wordende, al de vrijheden die het rijke en onvervreembare erfdeel der beschaafde landen uitmaken of weldra zullen uitmaken , zal vaststellen.
Hier moet het voorloopig bewind, met do vereischte behoedzaamheid en kieschheid , spreken over een punt van het hoogste gewicht, namelijk hot vraagstuk der godsdienstvrijheid. Een ieder weet, en hot bewind verkondigt hier met hartelijke blijdschap , dat Spanje eene innig en bij uitstek katholieke natie is geweest en nog is. Zijne geschiedenis leert het , de bloedige en langdurige godsdienstoorlogen, die het heeft gevoerd, de vierschaar van de inquisitie on van het heilig officie , aan wier machtigen en ontzachelijken arm Spanje eeuwen lang don ge-wijden schat van zijn diep geworteld geloof te bewaren gegeven heeft, — dat alles toont duidelijk, dat onmatig godsdienstvuur en onberedeneerde geloofsjjver lichtelijk do grenslinie tusschen de dweepzucht en den waren godsdienst overschrijden. Do consti-tutiön van het Spanje van den nieuwen tijd , zelfs de meest liberale, hebben allen nauwgezet hulde gebracht aan die levendige en standvastige belangstelling onzes vaderlands; is er soms, zooals in 1856 , schroomvallig beproefd een stap in eene tegengestelde richting te doen , dan word het door den indruk , bij eenvoudige gemoederen teweeg gebracht, door de niet zeer oprechte kreten van zekere partijen, zichtbaar, dat de publieke opinie nog niet rijp was , en dat eene betere gelegenheid moest worden afgewacht, om den wettelijken staat dor zaken op een punt van dat gewicht te hervormen.
Sedert is er, gelukkig, eano grooto wijziging in de denkbeelden hier te lande gekomen ; en wat, nog maar weinig tijds geleden . als eene schoone gebeurlijkheid van eene verre toekomst
OS
werd beschouwd , doet /ich thans als een onverwijld tot stand' komend feit voor. zonder dat do handelsstand ongerust en de algemcene eenstemmigheid ook maar door eene enkele stem van tegenspraak gestoord wordt.
Die gewichtige uitkomst is trouwens voor een groot deel te-danken aan 'iet grootsche schouwspel der glansrijke overwinningen, alom behaald door den geest des nieuwen tijds, welks verpletterende kracht de hechtste dijken omstort, en voor wien' allo wederstand bukt. Voor Spanje bestaat er buitendien eene andere omstandigheid , die wij met leedwezen moeten aanroeren. Of het is geschied met toetreding of enkel met toelating van degenen , die het hadden kunnen verhoeden, weten wij niet, maar zeker is het, dat de naam van den godsdienst sedert eenigen tijd, op zonderlinge en onwaardige wijze, bestendig verbonden is geworden met de willekeurige stappen, waarin de omvergeworpen rcgen'ing zoo rijk was.
In den waan , dat de naaktheid van zekere onheilige dingen met een ge wij den mantel bedekt kon worden , heeft men in de hitte van den politieken strijd gemengd wat nooit aan do gevaarlijke en dikwijls verontreinigende aanraking met de wereld-sche hartstochten mag worden blootgesteld. Vandaar, wel niet lauwheid van het katholiek gevoel, hetwelk bjj ons gelukkig nog steeds levendig is en blijft, maar toch het algemeen verbreide gevoelen, dat op het godsdienstig gebied mededinging , opgewekt door eene omzichtige vrijheid, noodzakelijk is, om aan de verlichte werkzaamheid der geestelijkheid een haar waardig voedsel te geven en om haar te voorzien met onderwerpen van discussie , passende bij het verhevene van hare degelijke geleerdheid en van haar eerbiedwaardig en gewijd karakter. Ook de uit de bevolking voortgekomen junta's hebben dienaangaande hare gevoelens en wenschen doen kennen ; en daargelaten de
00
versclieidcnhoid dor uitdrukkingen, waarin bij den snellen loop der gebeurtenissen juistheid en eenvormigheid onmogelijk zijn , is het gronddenkbeeld, in het oogpunt van al de junta's hetzelfde. In de godsdienstige beweging der wereld achterlijk te blijven en afzonderlijk te bljjven staan, voegt ons niet. Alzoo zal het verbod worden opgeheven , en zullen nuttelooze bepalingen en hersenschimmige dwangmiddelen uit onze wetboeken verdwijnen, geljjk zij reeds uit onze zeden verdwenen zijn. Verschil van geloofsbegrippen zal niet moer , als tot nu toe, eene reden zijn voor achterstellingen en uitsluitingen, die het geweten der vrije volken wraakt en verfoeit.
Dat zijn , kortelijk samengevat en vrijmoedig blootgelegd , de oorzaken, die de roemrijke en radicale revolutie hebben bewerkt , die Spanje heeft ten einde gebracht, en bet edel doel , waarheen zijne pogingen steeds zullen gericht zijn. Verre van de minste onrust te baren aan die volken, aan wie wij steeds met de innigste banden van onverbreekbare vriendschap en on-veranderljjken vrede zijn verbonden geweest, moet de geheele hervorming, die in ons innerlijk politiek leven heeft plaats gegrepen , integendeel, volgens do zienswijze der leden van het voorloopig bewind , onze betrekkingen mot do buitenlandsche mogendheden, nauwer en hartelijker maken.
lloewol het smartelijk en weinig vleiend is , om die bekentenis te doen , verplicht de eerbied voor do waarheid ons toch te erkennen, dat hot schandelijk stolsel, waaronder wij hebben gezucht en dat wij jaren lang vastberaden hebben verdragen, juist niet geschikt was, om ons de achting on hot vertrouwen der overige volken to doen verwerven. Wanneer beweegredenen en hartstochten van geheel persoonlijken aard, en die hot „decorumquot; ons belet, te vermelden, do uitsluitende maatstaf zijn voor bet gouvernement van den Staat: wanneer de politiek
70
gooiio enkele wet gehoorzaamt, aan niet oen beginsel, dat kan verkondigd worden, zonder hoogere zoowel als lagere gevoelens diep te kwetsen, dan ^ eene koude teruggetrokkenheid. zoo niet verachting, van de zjjde des vreemdelingen zeer natuurlijk en de natie, die door het noodlot in die omstandigheden is geplaatst , staat ton laatste geheel verlaten daar.
De revolutie is ons uit dien vernederenden toestand komen bevrijden, van heden af aan kan do Spaansche politiek, voor het oog der wereld , mot trots verkondigen, wat hare plannen en wat haar streven is. Do regeering van onstandvastigheid en treurige geheimzinnigheid is geëindigd ; zij heeft plaats gemaakt voor een nieuw tijdperk waarin Spanje de eervolle rol zal weten te herkrijgen, waarop hot recht heeft door de machtige elementen , die het in zijnen schoot hoeft en door den heldenmoed zijner kinderen. Wij verlangen den zedelijken steun van do regeeringen van Europa, en met genoegen zullen wij in de erkenning van den nieuwen staat van zaken het bewijs zien , dat dezen hot edel karakter en de heilzame strekking der revolutie hebben begrepen, maar zoo in onvoorziene gevallen ons die steun mocht ontbroken; zoo het edel voorbeeld, ons gegeven door onze oudore broeders aan de overzijde der zee en door dat uitstekend volk , dat niet zoozeer door zijne grootheid en macht dan wel door de vurige vereering, die het alom aan hot beginsel der emancipatie en der vrijheid van don mensch betoont, dan nog zouden wij in onze pogingen geen enkel oogenblik verzwakken.
Om die met kracht, zonder ongerustheid of vrees, voort te zetten , is hot voldoende zoo wij do zekerheid hebben, dat onze onafhankelijkheid niet den minsten aanval zal hebben te duchten en dat hot werk der herschepping, dat wij hebben ondernomen, door geone enkele vreemde inmenging of tusschenkomst zal worden gestoord.
in elk geval, zullen do algemecne goedkeuring, waarmedo do groote liberale familie dor gchcolo wereld ons begunstigt, en do vurige wenschcn, die allo edele harten uitstorten voor d ; eindelijke bevestiging en de gelukkige bekrooning van ons werk, do klaarblijkeljkstc. plechtigste en degelijkste betrachtiging zijn, die ons streven kan ten doel vallen.
Na een langdurig, geduldig, verdraagzaam lijden hebben wij oen middel gebezigd, dat in allo tijden en bijzonder in don tegonwoordigen, door do volken is aangewend: om a priori onze revolutie te wettigen, hebben wij het eenige criterium gezocht, welks besluiten als onherroepelijk en onfeilbaar worden beschouwd, het critcriurn van het algemeen stemrecht.
Hot doel, waarnaar wij streven. is, ons mot de meest ontwikkelde natiën op gelijken voet to stollen en geen onaangenamen en kwetsende dissonant meer to doen hooren, in het groote concert der vrije volken; wij hebben er dus volkomen recht op, do erkenning te vragen van don toestand, dien wij hebben in 't loven geroepen en de juiste hoop uit te drukken, dat de regoe-ringon, die aan hot hoofd der beschaving in Europa staan, aan Spanje, dat zijne eer hoeft herwonnen, aan la Espami con-houra, de blijken van vriendschap en broederliefde niet zullen onthouden, die zij verleend hebben aan een gezag, dat, niet tevreden ons onder het juk te houden, ons vernietigde en vernederde.
Op bevel van hot voorloopig bewind, breng ik deze circulaire ter uwer kennis, terwijl gij haar in oen vertrouwelijk onderhoud kunt voorlezen en een afschrift er van kunt laten aan den mi-nister van buitenlandsche zaken.
God spare u vele jaren.
Madrid, den I!) October 1808.
■luan Alvarez Lorenzana.quot;
72
'Do vooi'loopige regeering, weldra door allo Staten erkend, bracht door hare wijzo en echt vrijzinnige maatregelen vele nuttigs instellingen tot stand. Zij was dan ook in Spanje zeer populair.
Do vraag, welke de toekomstige regeeringsvorm voor Spanje zijn zou, hooft zich opgelost in dien van den monarchalen.
Do goschiodonis der laatste tijden hoeft ons doen zien, hoe Amadous, zoon van Victor Emanuel 11, koning van Italië, den Spaansshen troon beklom, doch die na een driejarige rogeoring (1870—1873) verliet; hoe vervolgens Spanje een republiek word met Figueras tot president, doch ook aan dien toestand weder oen einde kwam, en Alfonsus, de zoon van Isabella, ten troon geroepen werd.
Spanje is nog niet tot rust gekomen. Nog immer blijft don Carlos aanspraak maken op don troon, en welke bloedige ontmoetingen tusschen de aanhangers van beide partijen er plaats grepen, zijn ons niet onbekend.
Wie heeft recht op den troon, Alfonsus of don Carlos ? is eene vraag door velen, ook hier te lande gedaan. Wij verklaren ons voor den eerste. Had Filips V hot recht de Salischo wet in 't leven te roepen, evenzeer had Karei IV het recht haar op to heffen, en waar aan dit besluit geen uitvoering werd gegeven, had Ferdinand VII het recht het genomen besluit tot wet te maken. Nog iets. Don Carlos is de candidaat van eene partij, die der priesters; Alfonsus daarentegen is de man dos volks, door don wil van 't volk ten troon verhoven.