Voor alle tijden en dagen des jaars, en in alle aangelegenheden en beproevingen.

Volgaarne verleenen wij onze goedkeuring aan het gebedenboek Be Heilig en, onze Geleiders ten Hemel, en gelooven dat hetzelve met bijzondere vrucht door de ge-loovigen gebruikt zal worden, omdat zij daarin de gevoel- en zalvingvolle gebeden van ware mannen van gebed, namelijk die der Heiligen en Gelukzaligen wedervinden.

^jteen oog heeft gezien, geen oor heeft gehoord , nooit is het in 's menschen hart gekomen, wat God hun bereid heeft, die Hem beminnen; dat heeft ous God geopenbaard door zijnen Geest. I. Cor. 3. 9.

Ons verlangen stijgt hemelwaarts, alwaar wij , eenmaal aangekomen, zeggen zullen; hier is liet goed te zijn, verder verlang ik niets meer; hier bemin ik allen en vrees ik niemand. O goed, o heilig verlangen! St. Aug. inps. 36.

Het rijk des hemels lijdt geweld; alleen zij die geweld gebruiken, zullen het innemen. Math. 11, 13.

Geen arbeid moet ons te zwaar, geen tyd te lang schijnen, waardoor wij den hemel verwerven. St. Hier on. in Epist.

De Heiligen zijn allen dienaren des Hee-ren als toonbeeld daargesteld; zij moeten ons veel meer tot ijver in het goede opwekken, dan het aantal ouverschilligen ons verleiden kan , om van het goede af te wijken. Thomas a Kempis. I. 18.

Vraagt en u zal gegeven worden; zoekt en gij zult vinden; klopt eu u zal worden open gedaan. Math. 1, 7.

Voorwaar, voorwaar, ik zeg het u : zoo gij den Vader, in mijnen naam, om iets zult vragen, zal het u gegeven worden. Joh. 15, 7.

Wanneer gij in mij blijft, en mijne woorden in u blijven, zoo moogt gij vragen wat gij wilt, het zal u gegeven worden. Joh. 15, 7.

God is een geeat; die Hem aanbidden, moeten Hem aanbidden in geest en in waarheid. Joh. 4, 24.

Het gebed van den regtvaardige is een sleutel des hemels; hemelwaarts stijgt zijn gebed en Godes erbarming daalt op hem neder. SI. Aug.

Het gebed is de moeijelijkste en tevens I gemakkelijkste, maar ook de beste arbeid op aarde. Ayathon.

Er is niets, wat in dit leven het gemoed aangenamer stemt; niets, wat 's menschen hart met grootere vreugde bezielt; niets, wat hem meer tot edele handelingen opwekken en tot gelatenheid in het lijden sterken kan, dan een ijverig gebed. SI. Bernard.

Een middel voor hem, die aan hevige bekoringen tot zonde is blootgesteld, is : dat hij, bij iedere verzoeking tot zoude, zijne toevlugt neme tot het gebed; want een ijverig gebed maakt de aanvallen der bekoring krachteloos. SI. Isi dor.

Ik geloof in God den Vader, den almag-tigen Schepper van hemel en aarde; en in Jesus Christus, zijnen eeniggeboren Zoon , onzen Heer; die ontvangen is van den h eiligen Geest, geboren u i t de Maagd Maria; die geleden heeft onder Pontius Pilatus; die gekruist is, gestorven en begraven ; die is nedergedaald ter helle, ten derden dage verrezen van de dooden; die is opgeklommen ten Hemel en zit aan de regterhand van God, den almagtigen Vader; vanwaar Hij zal komen oordeelen de levenden en de dooden. Ik geloof in den heiligen Geest, de heilige katholijke Kerk, de gemeenschap der Heiligen, de vergiffenis dei-zonden, de verrijzenis des vleesches , en het eeuwige leven. Amen.

Ik geloof in £en eenigen God, den al-magtigen Vader, Schepper des hemels en der aarde, van alle zigtbare en onzigtbare dingen. En in eenen Heer, Jesus Christus, den eeniggeboren Zoon Gods, uit den Vader voortkomstig van eeuwigheid. God van God, licht van licht, waarachtig God van den waarachtigen God, geboren en niet gemaakt, zelfstandig met den Vader, door wien alle dingen gemaakt zijn; die, om ons menschen en om onzer zaligheid wille, uit den hemel is nedergedaald en, door den heiligen Geest, uit de Maagd Maria, het vleesch heeft aangenomen, en mensch geworden is. Ook is Hij voor ons gekruist onder Pontius Pilatus; Hij heeft geleden en is begraven en is ten derden dage, volgens de Schrift, opgestaan. En Hij is opgeklommen ten hemel, zit aan de regterhand des Vaders, en zal wederkomen in heerlijkheid, om te oordeelen de levenden en de dooden; wiens rijk geen einde zal hebben.

Ik geloof iu den heiligen Geest, den Heer en levendmaker; die uit den Vader en den Zoou voortkomt, die met den Vader eu den Zoon te zamen aangebeden en verheerlijkt wordt; die door de Pro- '■ feten gesproken heeft.

Ik belijd één doopsel ter vergeving der zonden, en verwacht de opstanding der dooden en het eeuwige leven. Amen.

Gij zult den Heer nwen God beminnen , uit geheel uw hart, uit geheel uweziel, uit geheel uw gemoed en uit al uwe krachten.

1. Tk ben de Heer, uw God; iiij zult geene vreemde goden voor mijn aan-o-ezigt hebben, noch u een gesneden beeld of gelijkenis maken , om dat te aanbidden.

Kt. Noch zijn huis, noeli zijn os, noch zijn ezel, noch iets van alles wat hem toebehoort.

1. Het Doopsel, waarin de mensch, door het water en het woord, van alle zonden gereinigd en in Christus, als een nieuw schepsel, ten eeuwigen leven herboren wordt.

20 DE GENADEMIDDELEN GEBRUIKEN, van den bisschop en de zalving mc-x chrisma, door den heiligen Geest gesterkt wordt, om zijn geloof standvastig te belijden en i¹hetzelve getrouw na te volgen.

3. Het allerheilif/sfe SaJerament des altaars : waarin het ware ligchaam en bloed van onzen Heer Jesus Christus, onder de gedaanten van brood en wijn, ter voeding onzer zielen, wezenlijk tegenwoordig is.

4.i)e Biecht, waarin de priester, de j plaats van God bekleedende , vergiffenis der zonden verleent, wanneer de zondaar een waar berouw gevoelt, zijne zonden met opregfheid belijdt en den ernstigen wil koestert zijn leven te beteren.

5. Het heilig Oliesel, waarin de zieke , door het heilig Oliesel, en het gebed des priesters, de genade Gods ontvangt, als reisgeld voor zijne ziel, op den weg der eeuwigheid, en dikwijls ook de gezondheid des ligehaams, zoo die hem zalig is , terug erlangt.

6. Het Priesterschap, waardoor zij, die gewijd worden, van God de noodige magt en genade bekomen, om hun geestelijk ambt uit te oefenen.

7. Het Huwelijkgt; waarin man en vrouw elkander trouw beloven, en van God de genade bekomen, om de pligten van hunnen staat, tot in den dood, getrouw te vervullen.

Hetgebed iseene verheffing des gemoeds tot God, hetzij om God te prijzen en te loven, hetzij om Hem te danken voor verkregene weldaden of om nieuwe genade van Hem te verzoeken.

Onze Vader, die in de Hemelen zijt. Geheiligd zij uw naam. Laat ons toekomen uw Eijk. Uw wil gesehiede op aarde als in den Hemel. Geef ons heden ons dage-lijkseh brood. quot;Vergeef ous onze schulden.

gulijk wij vergeven onzen schuldenaven. Bn leid ons niet in bekoring, maar verlos ons van den kwade. Amen.

Wees gegroet, Maria , vol van genade ; de Heer is met n; gezegend zijt gij onder alle vrouwen, en gezegend, is de vrucht uws ligchaams, Jesus.

Heilige Maria, Moeder Gods! bid voor ons zondaars, nu en in de uur van onzen dood. Amen.

Ik geloof vasteiijk, wijl God, de onfeilbare waarheid, aan de heilige katholijke

Overwegende, koezeereeue gestadige oefening der drie goddelijke deugden : — Geloof, Hoop en Liefde — den geloovigen nnttig, jll noodzakelijk is, en om hen op te wekken deze oefening dikwijls te herhalen , verleent Benedictus XIV, bij hesluit van de heilige Congregatie der aflaten van den 38. Januarij 17ö6, terwijl hij de door Benedietus XITl, tot hetzelfde doel verleende aflaten bevestigt, een vollen aflaat, eenmaal in de maand, toepasselijk op de zielen in het

KATHOr.TJKF, CHRISTENHEID. 33 Kerk, en door dozc aan ons, heeft geopenbaard : dat er één God is, in drie Personen : Vader, Zoon en heilige Geest; dat God de Zoon voor ons is mensch geworden ; dat hij, door de medewerking van den heiligen Geest, in het maagdelijke ligchaam van Maria, de menschelijke natuur heeft aangenomen; dat hij voor ons gekruist is, gestorven en begraven; dat hij verrezen is van den dood, opgeklommen ten hemel en zit aan de regterhand des

vagevuur, aan hem. die dagelijks aandachtig de bovengenoemde oefening verrigt, mits hij gebiecht, gecommuniceerd en gebeden /.al hebben voor onze Moeder de heilige Kerk.

Daarenboven verleent hij, in het uur des doods, een vollen aflaat en eeu aflaat van 7 jaren en 7 qua-dragenen, insgelijks toepasselijk op de zielen in het vagevuur, zoo dikwijls men met aandacht deze drie goddelijke deugden verwekt.

Be hier aaugegevene zijn de gewone formulen. Overigens is, volgens genoemd besluit van Benedietus XIV, om den atlaat te verdienen, geene bijzondere formule noodig; ieder mag die uitdrukkingen en be-nv oord Inge ii gebruiken, welke bij verkiest, zoo bij sleebts in dezelven de bijzondere beweeggronden van ieder der drie goddelijke deugden uitdrukt. —

Vaders, van waai hij zal komen oordeelen de levenden en de dooden. Ik geloof, om dezelfde beweeggronden, alles wat-de heilige Kerk voorschrijft om te gelooven.

Mijn God! wijl Gij al mag tig, oneindig goed en barmhartig zijt, hoop ik, dat Gij mij, door de verdiensten, het lijden en sterven van Jesus Christus, onzen Verlosser, hier beneden uwe genade, en de vergiffenis mijner zonden, en hiernamaals het eeuwige leven schenken zult, hetgeen Gij beloofd hebt, hem te geven, die de pligteneens waren Christen vervult, gelijk ik, met uwe genade, mij vast voorneem dezelve te vervullen.

Mijn God! wijl Gij het hoogste en volmaaktste goed zijt, bemin ik U uit geheel mijn hart en boven alles, en ben ik bereid , liever alles te verliezen, alles te lijden, dan U te vergrammen. Ik bemin mijne naasten, gelijk mij zelveti om U.

ó Miju God eu Heer! alle bekende en onbekende zonden van mijn goueele leven zijn mij leed, en berouwen mij uit den grond mijns harten. Ik haat en verafschuw de zonde, wijl ik U, mijn Schepper en strenge Regter, daardoor vergramd en uwe straffen verdiend heb; vooral echter zijn mij al mijne zonden leed, omdat ik U, het hoogste, het schoonste, het volmaaktste goed, dat ik boven alles bemin, daardoor beleedigd heb. O, had ik nooit gezondigd! Ware het mij gegeven, door mijn leven en bloed, mijne zonden uit te wis-schen ! Laat mij, o mijn God, mijn barmhartige Vader, bij U genade en vergiffenis vinden,die ik, door de oneindige verdiensten van Jesus Christus, hoop te erlangen. — Onder uwen bijstand neem ik mij ernstig en krachtdadig voor, mijn leven te beteren, ; alle gevaren en gelegenheden tot zouden zorgvuldig te schuwen, en liever duizendmaal te sterven, dan U, mijn liefderijke God, door eene zonde te vergrammen. Om deze genade bid ikU, door Jesus Christus,

uwen veclbemiudeii Zoou , onzeu Heer , eu door de voorspraak zijner maagdelijke en zonder zonden on t van gene moeder Maria. Amen.

1. De Engel des Heeren beeft Maria geboodschapt, en zij heeft ontvangen van den heiligen Geest. Wees gegroet, enz.

3. Zie , ik ben de Dienstmaagd des Heeren; mij geschiede naar uw woord. Wees gegroet, enz.

3. Eu het Woord is vleesch geworden en heeft onder ons gewoond. ^ ecs gegroet, enz.

Wij bidden U, o Heer, stort uwe genade in onze harten; opdat wij, die door de boodschap des Engels, de menschwor-ding van Christus gekend hebben , door zijn lijden en kruis, tot het eeuwige leven geleid worden : door denzelfden Jesus Christus, onzen Heer. Amen.

Ik belijde voor den Almagtigen God, de allerheiligste Maagd Maria, deu heiligen aartsengel Michaël, den heiligen Joannes den Dooper, de heilige Apostelen Petrus enPaulus, alle Heiligen en voorU, mijn Vader, dat ik gezondigd heb, door ge-daehten, woorden en werken; door mijne lt; schuld, door mijne schuld, door mijne grootste schuld. Daarom bid ik de allerheiligste Maagd Maria, den heiligen aartsengel Michaël, don heiligen Joannes den Dooper, de heilige Apostelen Petrus en Paulus, alle Heiligen enU, mijn Vader, dat Gij mij, bij God onzen Heer, uwe voorspraak verleent.

De almagtige God erbarme zich onzer, vergeve ons onze zonden en voere ons ten eeuwigen leven. Amen.

De almagtige en barmhartige God ver-leene ons zijne genade en de vergiffenis en kwijtschelding van al onze zonden. Amen.

êéèm mhr k il ïWiB hij i)ü nntnangm hï jieilige lakraimntm, irnar alle tijöru en kgm ks jaars, ut iu alle aatigelegenljeimi eu liepraeoingen.

In den naam van mijn gekmisten Heiland, Jesus Christus, sta ik op. Hij zegene mij. bestiere en bescherme mij en voere mij ten eeuwigen leven. Amen.

Eere zij den Vader f eu den Zoon f en den heiligen Geest; f gelijk het was in den beginne, nu en altijd, en in alle eeuwigheid.

Almagtige God, die ons tot het begin van dezen dag bewaard hebt: bescherm ons heden en geef ons uwe genade, opdat wij in geene zonde vallen, maar steeds, onze gedachten, woorden en werken op Ugerigt houdende, den weg dei; geregtigheid bo-wandeleu. Wij bidden U, hemelsche Vader, door de verdiensten van Jesus Christus, uwen Zoon, onzen Heer. Amen.

Almagtige Heer en God, hooggeprezen door alle eeuwigheden! U breng ik heden en ten allen tijde mijne ziel, mijn ligchaam, mijne gedachten, mijne gevoelens, mijn willen en verlangen ten offer : mijne denkbeelden, mijne gewaarwordingen, mijne woorden en handelingen; mijn inwendig en uitwendig wezen; mijne zinnen, mijn verstand , mijn geheugen, mijn geloof en mijne volharding zijn uwer almagt en goedheid aanbevolen. Bewaar dezelve iederen dag, iederen nacht, ieder uur, ieder oogenblik. Heilige Dricëenheid! behoed mij vooralle kwaad, voor alle ergernis, voor alle zonden, voor alle vervolgingen en valstrikken des boezen geestes, der zigtbare en onzigtbare vijanden. Verhoor mij, door het gebed der Pariarchen, door de verdiensten der Profeten, door de voorspraak der Apostelen, door de standvastige getrouwheid der Martelaars , doorhet geloof der Belijders, dooide zuiverheid der Maagden en door de

voorspraak der Heiligen, waarin Gij, sedert de schepping der wereld, uw welbehagen genomen hebt.

Verwijder alle verwaandheid van mijnen geest; vermeerder in mijn hart het berouw over mijne zonden; onderdruk mijnen hoogmoed, en voltrek in mij het gebouw eener ware ootmoedigheid; vermurw mijn versteend hart en ontsluit het voor traneu. O Heer! bevrijd mij van alle listen des vijands, en maak dat ik steeds uwen god-delijken wil getrouw blijve. Leer mij, o Vader, al datgene doen, wat U welgevallig is, alleen daarom, wijl Gij mijn God zijt. Verlicht, o God, mijn geest en mijn verstand, opdat ik uwe onmetelijke liefde besefte. Laat mij alleen om datgene bidden, wat Gij mij gaarne geeft en wat tot heil mijner ziel strekt. Geef mij tranen uit het diepste mijns harten, die vermogend zijn de banden mijner zonden te slaken.

Verdrijf verre van mij alles wat U mishaagt; druk den geest der onthouding en i kuischheid diep in mijn hart, en maak dat ik, terwijl ik U bid, door den inhoud mijner gebeden U niet beleedige. Weiger

mij al wat mij schadelijk zijn kan; verleen mij daartegen al wat mij nuttig is. Geef mij, o Heer, eene kinderlijke vrceze, een vermurwd hart, een ootmoedigen geest ên een zuiver geweten. Laat mij steeds met broederlijkeliefdemijne naasten beminnen, mijne eigene gebreken indachtig zijn en de fouten van anderen niet navorschen.

Wees mijner ziel genadig, heb erbarming met mijne zonden, erbarming met mijne misdaden! Zie, o Heer, ik ben zwak , sta mij bij; ik ben krank, genees mij; ik ben magteloos, geef mij sterkte; ik ben dood, wok mij op ten leven. Erbarm U mijner, o Heer, erbarm ü mijner! zie van den heiligen troon uwermajesteit op mij neder, en verlicht mot eenen straal uwer heerlijkheid de duisternis mijner ziel.

Sterk mij met kracht, om het goede van het kwade te onderscheiden, en laat mij waakzaam zijn. Ik bid U, o Heer, om vergiffenis mijner zonden. Wees mij genadig, in het uur vanbeproeving en benaauwdheid.

Heilige en onbevlekte Maagd, Moeder Gods Maria, Moeder van onzen Heer Jesus Christus! gewaardig u voor mij te bidden j

bij Hem, dien gij waardig bevonden zijt te dragen. Heilige Michaël, heilige Gabriël, heilige kooren der Engelen en Aartsengelen, der Patriarchen en Profeten, der Ajiostelcn en Evangelisten, der Martelaren en Belijders, der Priesters en Levieten, der Kloosterlingen en Maagden, en van alle regtvaardigen! ook u waag ik te bidden, door Hem, die u uitverkoren heeft, en in wiens aanschijn gij nu eeuwig zalig zijt: dat gij bij God, door uwe voorspraak moogt verkrijgen, dat ik aan de woede van satan en aan den eeuwigen dood mag ontrukt worden.

Schenk mij, o Heer, het eeuwige leven, naar de volheid uwer liefde en eindelooze erbarming.

De eer van God. zijn roem vermeèren. Zij steeds mijn wensch, zij steeds mijn lust. Aan Hem, aan Hem alleen te geven, Ligchaam en ziel, mijn gansche leven, Geef. Jesus, geef mij kracht daarvoor.

] k geloof aan God den Vader, aan God den Zoon, aan God den heiligen Geest. Ik geloof alles, wat de heilige katholijke Kerk mij voorhoudt om te gelooven. In dit alleen zaligmakend geloof wil ik leven en sterven. Ik verzaak, gelijk ik in het heilig Doopsel verzaakt heb, satan, de zonde en alle verleiding en gelegenheid tot zoude. Ik vernieuw mijne belofte, o mijn God, dat ik alle geboden, die Gij-zelf, of door uwe heilige Kerk , ons gegeven hebt, getrouw zal nakomen; dat ik U immer en boven alles zal beminnen, en mijnen evenmensch gelijk mij zeiven om l . ■— Bewaar mij, o mijn God, van alle kwaad; versterk mij in het goede tot iiiin het einde, opdat ik het kleed der

genade, hetwelk ik in den heiligen Doop ontvangen heb, eens onbevlekt voor uwen regterstoel brengen en het eeuwige leven erlangen mag. Amen.

Liefderijkste en zoetste hart van mijn goddclijken Heiland Jesus Christus! voor ü ontwaak ik; ik prijs U, ik aanbid U, ik groet U; ik dank ü, dat Gij mij gedurende mijn slaap beschermd hebt, dat Gij mijner gedachtig geweest zijt, terwijl ik uwer niet kon gedenken. U ofter ik mij op, als een levendig offer, en, in mijn eigen niet verzonken , aanbid ik U met diepen eerbied.

Allerbeste hart mijns Heeren! versmaad niet dit morgenoffer, hetwelk ik U in de ootmoedigheid mijns harten aanbied; maar geef mij uwe genade, en zegen dezen dag

met de stralen uwer liefde, opdat alles, wat ik heden verria't. tot uwe meerdere eer en tot heil mijner ziele mag; strekken. Vorm mijn hart naar uw goddelijk welgevallen; dat het wandole op het spoor uwer zachtmoedigheid; dat het, steeds bezield met uwen Geest, het kwade verachte en onophoudelijk streve naar den Hemel, waar Gij, mijn God en Heer, zetelt in uwe heerlijkheid, waar al uwe Heiligen en uitverko-nen door U voor eeuwig gelukkig zijn.

Hemel en aarde prijzen U! Alle schepselen huldigen uwe eeuwige Majesteit! Alle heilige Engelen, alle scharen der zalige Geesten aanbidden U! Dat alle harten der tnenschenkinderen U beminnen! Dat al het geschapene zich aan U onderwer-werpe en U verheerlijke! Want U komt toe alle eer, alle lof, alle verheerlijking in alle eeuwigheid. Amen.

HlBii besluit Urhisrt orbis van de heilige Congregatie (Ut aflaten, van 5 April 17S6, verleent Pius II een

barmhartigheid; wees ajeicroet. gij, ons levon, onze wellust en onze hoop. Tot u schreijen wij, ballingen. Eva's kroost; tot ii zuchten wij, treurig weenenden in dit dal van tranen. O wend uwe medelijdende oogen op ons, gij, onze voorsprekeres, en toon ons, na dit aardsche ballingschap, Jesus, de gezegende vrucht van uwen schoot, o barmhartige, o liefdevolle, o beminnelijke Maagd Maria!

Almagtige, eeuwige God I Gij, die het ligchaam en de ziel der glorierijke Moeder-Maagd Maria, door de medewerking des heiligen Geestes, tot eene waardige woning

aflaat van 1ÜU dagen, up iederen dag, en een aflaat van 7 jaren en Quadragenen, op Zondagen , aan den regtgeloovigen Christen, die, des morgens, in geest en met waren eerbied, dit gebed en, des avonds van denzelfden dag, bet gebed, Onder uwe bescherming enzP bidt, met intentie om eenigermate liet onregt, der eer van Maria en van alle Heiligen aangedaan, te herstellen en de vereering barer beelden te beseber-men en te vermeerderen.

uws Zoons hobt voorbereid: geef. dat wij die ons in hare gedachtenis verblijden, door hare milde voorspraak , van alle dreigend k\v.iad en van den eeuwigen dood bevrijd worden. Door denzelfden Christus, onzen Heer. Amen.

Almagtige, eeuwige God, die uwen dienaren de genade verleend hebt, in de belijdenis des waren geloofs, de glorie der eeuwige Drievuldigheid te erkennen, en de Eenheid in de magt der heerlijk-te aanbidden : wij smeeken U, dat wij, door de standvastigheid van dit geloof, voortdurend tegen allo wederwaardigheid mogen beschermd blijven. Door onzen Heer Jesus Christus.

k. Oeef mij kracht tegen uwe vijanden, v. Geloofd zij God in zijne Heiligen, u. Amen.

Snel mij te hulp, gij, mijn trouwe Be-schermgeest, vooral in het uur, wanneer zich mrjnc ziel van hot ligchaam zal scheiden, opdiit ik in Jesus een genadig reg-ter vindo, door de verdiensten dier vurige liefde, waarmede zijn vaderlijk hart, aan het kruis, voor het heil der zondaars, doordrongen was.

II, mijn heilige Schutsengel, zij mijne ziel aanbevolen ; stel haar, als zij denker-kef dezes ligchaams verlaten heeft, aan mijnen Verlosser voor, opdat ik hem met u en alle Heiligen in den hemel, aan-bchouwen . volmaakt beminnen en in eeuwigheid genieten mag. Hem zij lof, eer en glorie, in alle eeuwigheid! Amen.

zijn vol van uwe glorie. Alles wat ik heden denk, wat ik spreek, wat ik lijd of wat ik verrigt, zij U, mijn God, toegewijd ter uwer meerdere eer en verheerlijking. Am.

Heer! uwe zorg voor mij is grooter, dan alle zorgen, die ik zelf voor mij dragen kan. Ja, hij staat zeer wankelbaar, die niet al zijne zorgen aan U heeft toevertrouwd. Heer! handel met mij naar uw welgevallen, zoo slechts mijn wil standvastig op U gerigt blijft; dan, alles wat Gij met mij doet, is immers wel gedaan. Wilt Gij dat ik in vergetelheid leve ? zijt geprezen; wilt Gij, dat ik in het licht wan-dele? zijt nogtans geprezen. Verleent Gij mij uwen troost, zijt geprezen; zendt Gij mij droefheid over, zijt nogmaals en ten allen tijde geprezen.

Gaarne wil ik alles om uwentwil lijden, wat Gij mij ook moogt toezenden. Goed eu kwaad, voor- en tegenspoed, vreugde en verdriet wil ik, meteen gelaten gemoed.

uit iiwe hand aannemen, en U dank zeggen voor alles, wat mij mag overkomen. Bewaar mij van alle zonden, en ik zal noch dood, noeh hel vreezen. Indien Gij mij niet voor eeuwig van ü verwerpt of uit het boek des levens wischt, kan mij niets schaden, welke rampen mij ook treffen.

O heilige Maria, getrouwe navolgster van Jesus! u wil ik in alles ten voorbeeld nemen, vooral echter hierin, dat ik mij heden geheel aan den wil van God overgeef, gelijk gij steeds in alles Godcs wil betracht hebt. O, mogt ik u daarin ter zijde streven! Amen.

Ik zegen de stonde, waarop gij mij in uwe bescherming aannaamt; ik breng u mijne hulde voor de gestadige zorg, waarmede gij mijn heil tracht te bevorderen. Ik beloof, dat ik uwe inspraken getrouw

opvolgen en u steeds mijn opregten dank betuigen zal. Vergeef mij, dat ik naar uwe stem niet luisterde, dat ik dezelve misachtte, toen ik gezondigd heb. Ik beveel mij op nieuw in uwe trouwe zorgen, in uwe bescherming, in uwen bijstand aan. Tk bid u, behoed mij tegen de arglistigheid van den boozen vijanden geleid mijne ziel, na mijnen dood, de eeuwige vreugde binnen. Amen.

Kom, o Heer, al ons streven met uwe genade ter hulpe en ondersteun ons in onzen arbeid. Moge ons dit gebed, ons werken, ons zwoegen, met U begonnen en met U voltrokken worden : die leeft en heerscht, in alle eeuwigheid. Amen.

Sla, o Heer, uw welgevallig oog op het werk, wat ik ga verrigten. Zie, ik begin liet in uwen naam en uit liefde tot U : Gij hebt mij mijn maatschappelljken stand aangewezen en mij de daaraan verbondene pligten opgelegd; daarom, o Heer, offer

ik U op alle moelijkheden, alle wederwaardigheden, welke ik, in de uitoefening van mijn beroep, mag ondervinden, tot voldoening en boete voor mijne zonden. Amen.

Mijn God! ik dank U voor de hulp en den bijstand, welke Gij mij gedurende mijnen arbeid verleend hebt. Aanvaard nu het werk, dat ik, met den bijstand uwer genade, verrigt heb, als een offer mijner liefde tot U, en wisch daarvoor de straffen uit, die ik, door mijne veelvuldige overtre-d ingen van uw en heiligen wil, verdiend heb. v. De naam des Heeren zij gezegend. k. Van nu tot in eeuwigheid.

Aller oogen zijn op Ugevestigd, oHeer! Gij opent uwe milde hand en vervult alles wat leeft met uwen vaderlijken zegen. — 'ilorie zij den Vader, den Zoon en den heiligen Geest, van alle eeuwigheid tot in alle eeuwigheid. Amen. Heer, erbarm U onzer. lt; 'hristus, erbarm U onzer. On/,e Vader, enz.

Heer! zegen ons en deze uwe gaven, die wij van uwe goedheid ontvangen : door Christus , onzen Heer. Amen.

Wij danken U, almagtige God, voor alle uwe weldaden ; die leeft en heerseht, in alle eeuwigheid. Amen.

Heer, erbarm U onzer! Christus, erbarm U onzer! Heer, erbarm li onzer! Onze Vader, enz. Wees gegroet, enz. v. l)o naam des Heeren zij gezegend. k. Van nu tot in de eeuwigheid.

Geef, o Heer, aan alle onze weldoeners, om uwen heiligen naam, het eeuwige leven. Amen.

Hat de zielen der afgestorvene geloo-vigen, door de barmhartigheid Gods, in vrede rusten. Amen.

Geef, o God, dat wij geene stonde van ons leven door de zonde ontheiligen, en verleen ons eenmaal een zalig uur des doods. Amen.

ü Jesus! vooï U levo ik; JesusIvoor U sterve ik; Jesus! U behooro ik in leven en dood. Amen.

Voor U buig ik mijn ligehaaui en mijne ziel, o heilige Drievuldigheid ! tot U verhef ik mijn gemoed op het einde van dezen dag. U zij eeuwig dank voor alle weldaden, die ik van uwe goddelijke goedheid

ontving ; I! breng ik mijne hulde voor do vaderlijke zorg, waarmede Gij mij van zoovele zonden, van zooveel onheil bewaard hebt. Dat alle kooren der Engelen U zegenen , wijl ik U niet op eene waardige wijze zegeneii kan : dat alle scharen der uitverkorenen U, in mijne plaats, eeuwig dank zeg- | gen! Ik offer U op al het goede, wat ik heden heb gedaan, of heb willen doen; ik wensch van harte, dat alles wat ik verrigt, alles wat ik geleden heb, tot uwe meerdere eer verstrekken mag. Ik beveel mij opnieuw in uwe vaderlijke zorg, in uwe goddelijke bescherming, opdat satan gedurende dezen nacht niets over mij vermoge, en ik onder uwe vaderlijke bescherming, eene weldoende rust geniete.

Ü mijn gekruiste Jesus! in de bitterheid mijns harten , val ik voor uw heilig kruis neder en klaag mij, met een vermurwd hart aan, dat ik TJ lieden zoo nalatig gediend, dat ik U door zoo vele zonden be-leodigd heb. Ik had mij ernstig voorgeno-

men alle zouden te vermijden; ik ben echter mijn voornemen niet getrouw gebleven; ik heb het zoo dikwijls moedwillig overtreden en U, mijn liefste Jesus, zoo dikwijls door mijne zonden vergramd. Schenk mij , o Jesus ! ach, schenk mij vergiffenis, en waseh , door uw allerheiligste bloed, de vlekken af, waarmede ik mijne ziel bezoedeld heb. Ik bid U, door de pijn en smart, die Gij in uw bitter lijden, be-zonderaan hot heilig kruis doorstaan hebt, den geregten toorn uws vaders jegens mij te bedaren. Hem voor mijne welverdiende straffen voldoening te geven, en voor mij de genade te verwerven, dat ik Hem morgen beter dienen en in zijn goddelijke liefde meer eu meer mag toenemen. Amen.

Liefderijke Maagd Maria! gedenk den droevigen nacht, dien gij, na den Góeden-vrijdag, zonder uwen beminden Zoon hebt moeten doorbrengen. Door alle tranen, die gij toen gestort, door alle zuchten , die gij geslaakt hebt, bid ik u, verkrijg voor mij, dat ik dezen nacht door-

brenge ter uwer eere, en dat ik nooit het bitter lijden van uwen geliefden Zoon vergete. Vereenig iedere ademhaling mijner borst met uwe znchten, iedere klopping mijns harten met de knellende smarten van uw moederhart, tot een gezamenlijk offer voor uw gekruisten Zoon, tot eer van zijn bitter lijden, en tot dankbetuiging voor het heil, dat Hij ons door hetzelve verworven heeft. Amen.

Ik bid IJ. mijn lieve Schutsengel, door het bitter lijden onz.es Heeren Jesus Christus, vergeef mij, dat ik u zoo dikwijls beleedigd heb. door uwe zalige inspraken niet op te volgen, en verkrijg voor mij do genade . mijn zondig leven te beteren. Bescherm mij dezen nacht tegen alle aanvallen van satan. en bewaar mij van een haastigen, onvoorzienen dood. Ontvang iedere ademhaling, iedere klopping van mijn hart, en om dezelven aan mijn ge-kruisten Jesus op te otteren , tot eer van zijn bitter lijden en dood. Amen.

O mijn God ca Heer! weder is een dag mijns levens vervlogen. Tijdelijk gewin was mijn streven; alle tijdelijk verlies heb ik betreurd, en, helaas! aan mijne ziel heb ik weinig gedacht. Wat weinig of gccne waar-j de heeft, heb ik gezocht, en ik heb verwaarloosd wat dringend noodzakelijk is.

In U, mijn God en Heer, in U stel ik voortaan al mijne hoop; Gij alleen zijt mijn troost en toevlugt; U offer ik al mijne droefheid, al mijn lijden; want alles, wat ik buiten U beschouw, is wankelbaar en onstandvastig. Vrienden kunnen mij niet baten; magtige beschermers geen bijstand leenen; schrandere raadgevers geen heil aanbrengen; geene boeken der geleerden - kunnen mij troosten; geene schatten der wereld mij redden; geene plaats mij zekerheid aanbieden, wanneer Gij mij niet bijstaat, niet helpt, niet versterkt, niet troost, niet onderrigt en beschermt.

Alles wat vrede en geluk sclüjut aan te brengen, is zonder U niets; buiten U is geen waarachtig heil. Gij zijt de voleinding van alle goed, de hoogte des levens, de diepte aller uitdrukkingen; op U boven alles hopen, is de magtigste troost uws dienaars. Tot U wend ik mijne oogen; op U vertrouw ik , o mijn God, Gij, Vader aller erbarming! Zegen en heilig mijne ziel met uwen hemelsehen zegen, opdat zij uwe heilige woning en de zetel uwer eeuwige glorie worde; opdat in dezen levenden tempel niets gevonden worde, wat de oogen uwer Majesteit zou kunnen kwetsen! Zie neder op mij, oHeer, naardegrootte uwer goedheid en naar de menigvuldigheid uwer erbarmingen ! Verhoor het smeeken van uwen armen dienaar, die als een balling, verre van U, in de schaduw des doods is neergezeten. Bescherm en bewaar de ziel van uwen nederigen dienaar, te midden der gevaren van dit vergankelijk leven, en voer mij, onder het geleide uwer genade, op den weg des vredes naar het vaderland der eeuwige glorie! Amen.

Onder uwe bescherming nemnn wij onze toevlugt, o iieilio-e Moeder Gods, Maria ! Versmaad onze gebeden niet in onzen nood; maar verlos ons teu allen tijde van alle gevaren. O gij, glorierijke en gezegende Maagd, onzeKoninginne, onze middelares, onze voorspraak ! Beveel ons aan uwen Zoon, verzoen ons met uwen Zoon , vertoon ons aan uwen Zoon.

r. Geef mij kracht tegen uwe vijanden, v. Verheerlijkt zij God in zijne Heiligen. r. Amen.

De heilige offerande der Mis is de zon aller geestelijke oefeningen, het middenpunt der christelijke godsdienst, het hart, de ziel des geheds, het onuitsprekelijke , den afgrond der goddelijke liefde omvattend geheim, door welks kracht, God , ...

zich in werkelijkheid met ons vereem-gende, ons zijne verhevenstc gaven en genaden mededeelt.

Aan het gebed, met dit goddelijk offer vereeuigd , verleent Gij , o God , onuitsprekelijke kracht; want de ziel, als steunende op haren Beminde, ontvangt van hem de volheid zijner hemelsche genaden; Hij vervult haar met zooveel zalige vreugde, met

zooveel geestelijke opgetogenheid, dut zij, als ocnc wolkzuil vun welriekende geuren, in eene Godc welgevallige stemming, ten hemel stijgt.

Ikwildanook trachten, dagelijks de heilige Mis bij te wonen, en met den priester het offer des Verlossers aan God, zijnen hemelschen Vader, op te dragen. — De Engelen, zegt de H. Chrysostomus, scharen zich in aanbidding rondom het altaar des Heercn, bij dit verheven geheim; zoo wij ons met hen vercenigen, is het onmogelijk. dat wij niet rijkelijk met hemelschc genaden bedeeld worden. De kooren der zegepralende ca strijdende Kerk verecuigen zich in deze offerande, met Christus den Heer. om met Hem, in Hem eu door Hem, den hemelschen Vader te bewegen om zijne barmhartigheid op ons te doen nederdalen.

óGod , Heer, zegen mij I wees mij enallen menschen barmhartig; bewaar mij en allen in uwe genade! Zend uwen vrede over ons

neder ; red mijne ziel ou de zielen van alle mijne evenmenschen; daarom bid ik Uinde diepste ootmoedigheid mijns harten. Amen.

I. O Heer Jesus, wees mij genadig; O Heer Jesus, wees mij barmhartig; Allergoedertierenste Jesus,

[T. Jesus , voor ons mensch geworden , Jesus, die voor ons geleden heeft, Allerbeminnelijkste Jesus,

Vader, op het outer des kruises, als eeu rein eu onbevlekt offer, voor onze zonden opgedragen: Gij hebt ons uw vleesch tot spijs, uw bloed tot drank nagelaten; Gij hebt dit goddelijk geheim ingesteld met de woorden : „ doet dit ter mijner gedachtenis!quot; Ik bid U ootmoedigst. leer mij dit verheven geheim bijwonen, met allen versehuldigden eerbied . hoos-achting en godsvrucht. Verleen mij de genade, U deze feestelijke offerande d heilige Mis, mot een zuiver hart en een reinen geest op te dragen. Amen.

Wie zou het kunnen gelooven, dat ik, verachtelijke worm der aarde, mij durf vermeten , een almagtigen God te beleedigen ? En toch heb ik U zoo dikwijls door mijne zondenbeleedigd,omijn God! en met zulke vermetelheid, als kondet of wildet Gij mij u iet straffen. ikbelijd jnijne zonden vooruw goddelijk aanschijn ; ik belijd ze in tegenwoordigheid van al uwe Heiligen, die Ü zoo trouw waren; in tegenwoordigheid der

heilige Maagd, wier Zoou ik door inijue zouden op nieuw gekruist Leb; in tegenwoordigheid der voornaamste vorsten vmi uw hemelsch hof, van den H. Michael, van den H. Joannes den Dooper, van de heiligen Petrus en Fauhis, die mij zoovele voorbeelden hebben nagelaten. om uwen heiligen wil te volbrengen. Ik belijd dat ik gebukt ga onder den last, den zwaren last mijner zonden; ik verafschuw dezelve meer dan alle kwaad, omdat zij IJ vergrammen; ik betuig den wensch, dezelve niet begaan te hebben, omdat zij U beleedigen. fiij vermoogt alles, o God! toon thans de kracht van uwen arm, door de volkomene vernietiging mijner zonden, en door de redding van mij, ellendigen zondaar; schenk mij dc genade, dat ik U niet meer beleedige en U zoo zeer beminne, als ik U vergramd heb. Heilige Maagd, alle Heiligen des Hemels! bidt voor mij, ter verkrijging dezer genade, opdat ik,Godes heilig gebod trouw opvolgend , eenmaal waardig worde, uw gezel en in eeuwigheid met u gelukkig te zijn. Amen,

Wat kau ik doon voor rnijne zonden, dan dezelve belijden on beweenen. en U onophoudelijk om crbarming smeeken ? Ik bid U, verhoor mij genadig, o God. daar ik voor U verschijn. Alle mijne zonden mishagen mij ten hoogste; ik wil zenimmer meer begaan, maar beween ze en zal ze beweenen, zoo lang ik leef, bereid boete te doen en naar mijne krachten voldoening te geven. Vergeef mij, o God, vergeef mij mijne zonden, ter wille van nwen ! heiligen naam; red mijne ziel, welke Gij met nw kostbaar bloed hebt vrijgekocht. Zie, ik laat mij over aan uwe barmhartigheid , ik geef mij in uwe handen ; handel met mij naar uwe goedheid, niet naar mijne zonden en ongeregtigheden

uwer haud. O Vader der barmhartigheid! wees mij, uw kind, een goedertieren vader. O God mijns heils! o mijn Jesus, die U hebt ougeofferd, om ons te verheffen tot de waardigheid van kinderen Gods, om ons zalig te maken : laat mij deelachtig worden aan de verdiensten van het kostbaar bloed, door U voor ons vergoten, en van uwen dood aan het kruis. Ach! liefderijkste Verlosser, minnelijkste Jesus! heb medelijden met mijne ellende en vergeef mij al mijne zouden. Amen.

O mijn God! hoe goed zijt Gij jegens mij geweest; Gij hebt mij tot de kennis van het ware geloof geroepen, terwijl ontelbare menschen buiten hetzelve gestorven of nog in de duisternissen der dwaling gedompeld zijn. Moge de naleving uwer heilige wet de vreugde mijns harten zijn , en uwe geboden steeds in hetzelve gegriffeld blijven! Met eerbied en aandacht wil ik aanhooren en mij ten nutte maken, wat

Gij ons door den mond uwer leeraars me-mededeelt. O mijn God! hoezeer berouwt het mij , dat ik tot nn toe zoo onverschillig voor uw heilig woord geweest ben. Geef mij do genade, dat ik voortaan, even als uwe Patriarchen, Profeten en Apostelen, bezield van uwe heilige leer, doordrongen van uw heilig woord, voor U en voor U alleen leve.

6 God! deel mij mede den rijkdom uwer leer. Gij stroomende bron der erbarmingen! stort uwe genade over mij uit. Verrijk mij met een schat van christelijke deugden. Uw juk is zoet, o Heer! geef dat ik hetzelve met vreugde drage, en dat uwe liefde in mijn hart nooit door eene andere worde verdrongen. Sta mij bij, o Heer, tegen do hinderlagen van den vijand mijner ziel, en geef dat ik nooit onder zijne verzoekingen bezwijke. Laat mij wonen onder de schaduw van uw heilig kruis, het on-verwinuelijk bolwerk tegen de aanvallen mijns vijauds. Amen.

Ik geloof in U, eenige, levendige, ware God; Yader, Zoon en heilige Geest, drievoudig in personen, één in wezen : ik belijd en zegen U, ik aanbid U nit den grond mijns harten, als den waren, eeuigen , heiligen, onsterfelijken, onzigtbarcn en on-veranderlijken God , welken geen mensch bevatten kan. O eenig licht, eenige klaarheid, eenig leven, eenig goed, eenig begin, eenig einde, eenige Schepper des hemels en der aarde, door wien alles geleid, bestierd en onderhouden wordt, wat in den hemel, op de aarde en onder de aarde is , en buiten wien er geen God is in den hemel noch op de aarde ; U aanbid ik, TJ zal ik loven en prijzen in alle eeuwigheid.

Zoo erken ik U, mijn Heer en God , door het geloof, hetwelk uwe gave is, o | licht mijner oogen, en hoop aller volken der aarde; bemoedigende vreugde mijner jeugd, zegenrijke steun mijns ouderdoms ! In U, o Heer, verheugt zich mijn geheele wezen en roept uit : „ Heer! wie is aan L

gelijk / quot; U, o God, die den hemel en de aarde uit het niet getrokken hebt, U ver-heerlijke de hemel, U zegene de aarde!

ó Mijn God, Gij Bron van alle goed! wie kan de uitgestrektheid uwer goddelijke weldaden bevatten? De geringste uwer gaven kunnen wij niet naar waarde schatten , en Gij omringt ons van alle zijden met uwe genade. Ik verheug mij, dat Gij, bij al deze weldaden, ons in de heilige Mis een offer van vrede en dankbetuiging verleend hebt. Met de verdiensten mijns god-dei ijken Verlossers, met de schatten van zijn kostbaar bloed verschijn ik voor U, en draag U dezelven op, door de hand des priesters, als een offer van dankzegging vooral de weldaden, welke Gij mij bewe-j zen en voor de eeuwigheid beloofd hebt.

Vooral dank ik U, o God, voor de oneindige schatten, welke Gij voor ons in de menschwording van uwen eengeboren Zoon hebt weggelegd, en dat Gij ons in Hem

Ik dank U voor de tallooze genaden, waarmede Gij de heilige Maagd verrijkt hebt, en dat Gij haar tot Gods Moeder verheven en ook ons tot moeder gegeven hebt,- ik dank U voor alle gaven, welke Gij den Engelen en Heiligen des hemels, bijzonder mijnen Engelbewaarder en mijnen Patroon, geschonken hebt.

Ik dank U voor uwe onmetelijke goedheid jegens.mij ; Gij hebt mij geschapen, bewaard en beschermd; Gij hebt mij tot het ware geloof geroepen; als ik gezondigd had, hebt Gij met zooveel geduld gewacht, dat ik tot U terugkeerde; Gij hebt mij geheiligd door de Sakramenten, en bij deze weldaden hebt Gij het kostbaarste van allen gevoegd, namelijk uwe liefde. Voor deze en ontelbare andere genaden, welke ik niet ken en niet weet te schatten, draag ik U dit hoogwaardige dankoffer op. Ieder oogenblik, van eeuwigheid tot eeuwigheid, zijn-wij U dank verschuldigd. O God ! van eeuwigheid tot eeuwigheid blijve uwe barmhartigheid over ons. Amen.

Vader! sla uwe oogen neder vau uit uw heiligdom, van den verheven troon des hemels. Zio aan het heilig- offer, hetwelk U onze hoogepriester, uw Zoon Jesus Christus, voor de zonden zijner broeders opdraagt, en erbarm U over deze-zondige wereld. Zie, het bloed van onzen broeder Jesus roept van het kruis met luide stemme tot U! Verhoor ons, o Heer, en wees ons genadig. Haast U, oHeer, ons te helpen, want uw naam wordt door uw volk aangeroepen. Handel met ons naar de volheid uwer erbarmingen. Bescherm ons en maak ons eendragtig met elkander. Bewaar ons en maak ons zalig. Wij bidden U, verhoor ons. Amen.

Gij zijt de levendige Zoon Gods, verborgen onder de gedaante van brood : Gij zijt Christus, de Zoon des levendigen Gods. Ik aanbid Ü, met allnn die U aanbidden ; ik

aanbid ü voor hen die U niet kennen; verleen mij door uwe oneindige verdiensten de genade, U eenmaal in den hemel van aanschijn tot aanschijn, voor alle eeuwigheid , te mogen aanschouwen. Amen,

ó Goddelijk Bloed, prijs onzer verlossing, balsem onzer wonden, vreugde onzer zielen ! ik aanbid U uit geheel mijn hart, en offer U op voor mijn heil en dat der ge-heele wereld, waarvoor Gij met zooveel liefde zijt vergoten. O Heer Jesus ! kom uwe dienaren ter hulpe, welke Gij met uw kostbaar bloed hebt vrijgekocht. Amen-

6 Vader! wees het offer indachtig, hetwelk uw eengeboren Zoon aan het altaar deskruisesheeftopgedragen,en hierop eene onbloedig j wijze vernieuwt. Gedenk niet de ongeregtigheden uws dienaars ; leg in de schaal uwer geregtigheid, tegenover mijne zonden, de verdiensten mijns Verlossers,

want deze overtreffen oneindig de zonden der geheele wereld. — Welke zonde zou zoo groot kunnen zijn, dat zijn kostbaar bloed dezelve niet kan uitwissehen ?

ö Zegenrijke Vader! ik offer U op uwen beminden Zoon, mijn Heilanden Verlosser. Ik offer U op zijne heilige mensehlieid , zijne ouzeggelij ke s marten, zij n onbesehrijfelij ken doodsangst, tot voldoening voor alle mijne zonden en de straffen die ik door dezelven verdiend heb. Ik offer U op zijn bloèdig zweet — als tranen, waarmede ik mijne ongeregtigheid moest beweenen. Ik offer U op zijn ootmoedig en innig gebed — voor mijne onverschilligheid in uwe heilige dienst. IkofferUeindelijkopzijnedeugden, zijne werken, zijn gestreng leven en alles wat hij hier op aarde gedaan en geleden heeft. Dit alles draag ik U op, in vereeni-ging met de verdiensten van alle Heiligen des hemels, en als een waardig offer vooralle zonden, waardoor ik U ooit be-leedigd heb, en ter verkrijging van alle genaden, welke ik tot mijne zaligmaking noo-dig heb. Ik draag U dit offer tevens op voor alle levenden en afgestorvenen, waarvoor

ik verpligt beu te bidden, opdat liun hulpe geworde vau U, die leeft en heerscht in eeuwigheid. Amen.

Groote God! voor wiens oneindige Majesteit al het geschapene van eerbied moet beven ; hoe groot is de genade,'dat ik , ellendige zondaar, U Vader durf noemen, ik, die niet waardig ben uw geringste dienaartezijn. Gij zijt voorwaar een Vader, en wel een almagtige Vader , die mij in alles helpen kan; een alwijze Vader, die mij in alles te helpen weet; een liefdevolle Vader, die mij in alles helpen wil.

Doch Gij zijt niet alleen mijn Vader, Gij zijt de Vader van zoovele kinderen, als er menschen op aarde zijn; want geen van allen is zoo verachtelijk, dat hij niet tot U mag roepen : Onze Vader.

Vader? O, Gij zijt overal tegenwoordig, Gij vervult alles met uwe oneindigheid : in U leef ik, in U besta ik en alles wat ooit geschapen is; nogtans verlangt Gij , dat ik zegge : die in de hemelen zijt, opdat mijn hart, losgerukt van de aarde, dat oord van ellenden, zich tot den hemel, mijn vaderland verheffe.

Dit is het verhevene doel, waarvoor Gij , almagtige Vader, mij geschapen hebt; edoch, hoé weinig heb ik aan het doel beantwoord, hoe weinig hetzelve betracht ? Niet de glorie van uw naam, maar de voldoening mijner eerzucht heb ik gezocht : niet uwe verheerlijking, maar mijn hoogmoed was de drijfveer mijner handelingen. Helaas! ik had ter uwer verheerlijking mij geheel moeten opofferen; intusschen heb ik alles gedaan, om den ijdelen lof der wereld te verwerven. Voortaan, aanbiddingswaardige Vader, wil ik steeds en overal uwe eer betrachten; mijn eerste en voornaamste streven zal zijn, „dat geheiligd worde uw naam.quot; O, mogt ik dooide opoffering mijns levens kunnen verkrij-

gen, dat alle volkeren U kennen, vereeren en beminnen ; wijl dit echter niet in mijne magt is, bid ik U door Uzelven, verleen allen verkondigers van uw woord, in alle deelen der wereld, uwen bijstand, opdat, door lain ijver meer en meer uw naam geheiligd worde.

Deze woorden leeren mij dat ik voor een eeuwig rijk bestemd ben. Dit Eijk hebt Gij , o goedertierene Vader , mij beloofd als erfgoed en belooning te schenken, wanneer ik U getrouw dienen zal. Kondet Gij iets gemakkelijker van mij vorderen, of mij iets grooter beloven? En toch ben ik U ontrouw geworden ; in mijne dwaasheid heb ik mij meer moeiten getroost, om dit eeuwige Rijk te verliezen, dan om hetzelve te winnen. Voortaan zal ik zoo blind niet meer zijn : immers uw Rijk overtreft alles, en dat Rijk wil ik met uwe genade veroveren. Daarom zal ik in, alle wederwaardigheden , in alle beproevingenen verzoekingen, mij tot geduld opwekken en mij wapenen met de woorden : laat ons toekomen uw Rijk! Intus-

schen, dat die gelukkio-c dag aanbreekt, waarop Gij mij in liet Rijk uwer glorie zult opnemen, maak, o barmhartige Vader, van mijn hart een rijk uwer genade. Heersch in hetzelve als een magtig Koning; onderwerp mijne booze neigingen; bestier de zintuigen mijns ligchaams en de krachten mijner ziel; maak mij tot een getrouwen en onvermojiden dienaar, opdat ik niets anders zooke, dan, doorwerken en voorbeelden , nog vele anderen na tot het Eijk uwer genade en eenmaal tot het Eijk uwer glorie te geleiden.

Deze woorden, o mijn God, heb ik reeds honderdmaal uitgesproken; doch hoe weinig lieb ik mij beijverd dezelven na te komen. Ik wist wel dat uw heilige wil het eenige rigtsnoer mijns levens zijn moest; dat in de stipte opvolging van uwen wil alle ware deugd en gelukzaligheid haren grondslag hebben ; niettegenstaande dat heb ik zoo dikwijls niet uwen, maar mijnen blinden, tot alle kwaad ge-neigden wil opgevolgd. Ja , hoe dikwijls

heeft niet uw heilige wil, uwe wijze vei-ordeuing , uwe regtvaardige wet, voor ecu ijdel menschelijk opzigt, voor oen valseh oordeel der wereld, voor eene ongeregelde drift moeten terug treden.

Doch zie, algoede Vader, ik leg thans mijn verkeerden eigen wil af en breng hem als een trouweloozen opstandeling voor Hen troon uwer goddelijke majesteit; met de ootmoedige bede, deuzelven door uwe genade te bedwingen en aan uwen goddelijken wil en aau uwe wetten te onderwerpeu; uw heilige wil zij voortaan do regel mijns levens; aan uwe wijze verordeningen onderwerp ik mij in alles; mijn eenige verlangen zij voortaan , dat uw wil geschiede op de aarde, gelijk hij werkelijk geschiedt in den. hemel.

Zorgzame Vader! Gij hebt mij tot nu toe met zooveel goedheid onderhouden en gevoed; ik kom heden weder met een kinderlijk vertrouwen totU, en bid U; geef ons heden ons dagelijksch brood. Ik vraag geen overvloed, algoede Vader, maar

bid ootmoedig voor datgene, wat voor mijn stand en onderbond uoodig is. — Daar eoliter de menseh niet alleen van stofiolijk brood leeft, geef mij ook het brood der ziele, namelijk nw woord; geef mij goede, met een heilig doel geschrevene boeken; geef mij ijverige priesters en zielzorgers, die mij in de ware leer der katho-lijke Kerk onderrigten en de eeuwige waarheden voor oogen houden. Vooral bid ik U voor dat brood, waarvan uw goddelijke Zoon gezegd heeft: „Het brood, dat ik u zal geven, is mijn Vleeseh.quot; Verleen mij de genade, dat ik dat hemel-sehe brood, in de heilige Communie, gedurende mijn leven en op mijn sterfbed, met een levendig geloof, met eene vaste hoop, met iiuiige liefde , met brandend verlangen, met diepen ootmoed en met een zuiver hart moge ontvangen.

(•ieregtige (rod! ik beken rouwmoedig, dat ik mij jegens U aan menigvuldige zouden heb schuldig gemaakt; ik verdien noch

uwe vergiffenis, noch uwe genade; doch, wijl uwe goedheid en barmhartigheid oneindig zijn, wijl Gij zelf den zondaar tot boete uitnoodigt, zoo roep ik tot U , met een vermurwd hart ; „Vergeef ons onze schu 1 den !quot; Gedenk, dat uw geliefde Zoon alle onze zouden op zich heeft genomen, den schuldbrief aan zijn kruis gehecht en met zijn heilig bloed heeft uit-gewischt. De tranen mijner boetvaardigheid vereenig ik met dit kostbaar bloed, tot voldoening voor mijne zonden, die ik voortaan wil vermijden en haten meer dan alle kwaad.

Üpdat Gij echter, o Vader der barmhartigheid! ingevolge uwe belofte, mij des te eer vergeven zult, zoo vergeef ik ook van ganscher harte, uit liefde tot U, naar het voorbeeld en het gebod van mijn Verlosser, aan allen die mij ooit beleedigd hebben.

Ik verlang niet, o mijn God, dat Gij mij geene beproeving toezendt; doch, wijl ik zwak beu, en mijn vijand listig, sterk en talrijk is, zoo bid en smeek ik U, wend I van mij af die verzoekingen, waarin Gij

mijn val voorziet, Sterk mij in alle bekoringen en gevaren , welke Gij toelaat, met uwe magtige hulp, opdat dezelve niet tot valstrikken der zonde, tot oorzaak mijns verderfs, maar tot beproeving mijner getrouwheid , boetoefening der ware deugd, tot vermeerdering mijner verdiensten en vooral tot uwe eer mogen strekken.

Op liet einde mijns levens, wanneer de laatste strijd gestreden wordt. sta mij dan bij. In de betrachting van den bittersten doodsangst, welken Jesus, uw veelgeliefde Zoon, voor mij heeft doorstaan, help mij mijne vijanden bekampen: wanneer Gij mij bijstaat, o lieer, heb ik niets te vreezen ; dan is de zege verworven, dan is de hemel veroverd.

Ik beken, groote God, dat ik door mijne zonden alle kwaad verdien; wijl Gij echter i verlangt, dat ik tot ü roepe : Verlos ons van den kwade,quot; zoo verboor mijne ootmoedige bede; bewaar mij, mijne : vrienden en bloedverwanten, de plaats welke ik bewoon, mijn vaderland , de ge-heele christenheid van alle tijdelijke kwaad .

Mogt Gij echter, als een vertoornd Vader, besloten hebben, mij en anderen te tuch--tigen, zoo kus ik met eerbied uwe straffende hand, en onderwerp mij aan uwe roede, terwijl ik U tevens bid, dat Gij van ons moget afwenden alle geestelijke kwaad, de zonde, de ergernis, de verleiding en het ongeloof. Verlos mij en alle andere mensohen, die Gij voor den hemel geschapen hebt, en die uw goddelijke Zoon, door zijn smaadvollen kruisdood heeft vrijgekocht, van het eeuwige kwaad , van den eeuwigen dood.

Zoo zij het, mijn God en Vader! Verhoor dit gebed, door de verdiensten van uwen geliefden Zoon , van wien ik hetzelve geleerd heb. Amen, zoo geschiede het, doeh alleen naar uwgoddelijken wil, gelijk Gij in uwe vaderlijke zorg weet dat het voor het heil mijner ziel nuttig is Amen.

\Vie kan dit heilig Sakrament waardig ontvangen, dien Gij, almagtige God, niet waardig maakt? Ik weet, o Heer, ik gevoel het maar al te zeer en beken het voor uwe barmhartigheid, dat ik, door mijne menigvuldige zonden en tallooze overtredingen uwer heilige wet, niet waardig ben tot dit verheven Sakrament te naderen. Doch ik weet ook, ik geloof in waarheid en beken het openlijk, dat Gij mij kunt waardig maken, Gij, die alleen den zondaar tot de geregtigheid en heiligheid leiden kunt. O mijn God! ik bid U, door deze uwe almagt, laat mij, arme zondaar , dat goddelijk Sakrament met eene heilige vrees, met zuiverheid des harten, met geestelijke vreugde, met een hemelseh welbehagen — op eene geestelijke wijze — ontvangen. Mijne ziel gevoele uwe zoete, uwe zaligmakende tegenwoordigheid en ondervinde

ó Mijn Jesns ! ik wil U beminnen niet innige dankbaarheid, naarmate Gij mij de genade verleent om U te beminnen. Dos te meer wil ik U beminnen, als Gij de maat mijner liefde tot U vermeerdert. Laat mij U ten minste beminnen uit geheel mijn hurt, uit geheel mijne ziel, uit alle mijne krachten, terwijl ik niet vermag U te beminnen gelijk Gij verdient bemind te worden.

Mijn God en Verlosser Jesus Christus ! ik aanbid U uit geheel mijn hart, en bied U voor de mij bewezeno genade mijnen onbegrensden dank aan. DaarGij alle liefde waardig zijt, bemin ik L^T boven alles, en smart het mij, dat ik U tot nu toe niet bemind heb en ook thans niet bemin, zooals Gij verdient bemind te worden. Daarom

offer ik U op iillc gebeden en dankzeggingen, alle oefeningen van liefde en godsvrucht, welke uwe heilige Moeder, alle uwe Heiligen en getrouwe dienaars, in het Hijk des hemels en in do Kerk, uwe bruid, U hebben opgedragen en thans nog opdragen. 6 Heer Jesus ! ik beween uit den grond mijns harten, en nooit zal ik iets meer beweenen, dat ik U zoo dikwerf en zoo veelvuldig beleedigd heb. Het berouwt mij, dat ik niet zulke smarte gevoel, gelijk uwe oneindige goedheid en majesteit vorderen. Daarom bid ik, in diepen ootmoed, door de verdiensten van uw heilig lijden, om vergiffenis, en offerü op, met uw gezegend lijden, mij zeiven en alles wat ik in mijn geheelen levensloop tot boete voor mijne zonden doen of lijden zal. Ik vertrouw op U, o Heer, dat Gij mijne zonden zult vergeven, en dit vertrouwen steunt op uwe eindelooze goedheid en barmhartigheid. Door deze goedheid en barmhartigheid bid ik U, verleen mij uwe genade, opdat ik meer en meer de deugd betrachte, mij betere en tot aan het einde volharde. Amen.

Glorierijke Jesu;?! Gij die in dit lieilige misoffer liet brood eu den wijn zoo gezegend hebt, dat het brood in uw waarachtig ligchaam on de wijn in uw waarachtig bloed veranderd is : zogen mij ook, zoodanig dat het teeken uwer hemelsche zegening in mijne ziel geprent blijve, en zij daardoor tegen de aanvallen des boo-zen vijands beschermd zij. Amen.

In den beginne was het V\ oord en het Woord was bij God., en het Woord was God. Dit was in den beginne bij God. Alles is er door gemaakt, en zonder dat is er niets gemaakt van hetgeen gemaakt is. Daarin was het leven, en het leven was het licht der meuschen, en het licht schijnt in de duisternissen en de duisternissen hebben het niet begrepen. Er werd een mensch van God gezonden, wiens naam was Joannes. Deze kwam als getuige, om getuigenis te geven van het licht, opdat

allen doov liora gelooven mog'ten. Hij-zelf was liet, lieht niet; maar hij zou getuigenis geven van het licht. Dit was het waarachtige licht, hetgeen alle menschen, ko-niende in deze wereld, verlicht. Hij was in de wereld en de wereld is door hem gemaakt; en de wereld heeft hem niet gekend. Hij kwam in zijn eigen, en de zijnen hebben hem niet ontvangen. Maar allen die hom ontvangen hebben, heeft hij magt gegeven om kinderen Gods te worden; dengenen, die in zijnen naam gelooven, die niet uit den bloede, noch uit den wil des vleesches, noch uit den wil eens mans, maar uit God geboren zijn. En het Woord is vleesch geworden en heeft onder ons gewoond ; en wij hebben zijne heerlijkheid gezien , eene heerlijkheid als van den Eeniggebo-ren des Vaders, vol van genade eu waarheid.

VV ij aanbidden L , verborgen Brood der engelen. Oneindige, Verzoener, Mensch en God ! Zegeu ons , Heer , zegen uwe

ó Goedertierene Maagd Maria ! Hemel en aarde zijn vervuld met uwe weldaden. Even als wij een barmhartigen Heer aan Jesus hebben, zoo zijt ook gij, zijne heilige Moeder, de Moeder der barmhartigheid. Ja, gij zijt vol van genade voor allen die u aanroepen; daarom wend ik mij vol vertrouwen tot u, verheugd over uwe groote barmhartigheid. Alle geslachten zegenen u, omdat alle geslachten door u gezegend worden. Sta ons bij, gezegende Maagd, opdat wij door u de vrucht des eeuwigen levens verwerven. Help ons, allerheiligste Maagd, dat de eeuwige Vader ons ver-leene, in eeuwigheid te mogen genieten de vrucht uws ligchaams , Jesus, die met den Vader en den heiligen Geest leeft en heerscht, in eeuwigheid. Amen.

Inden naam des Vaders f en des Zootisf en des heiligen Geestes f woon ik de verhevene offerande van liet nieuwe verbond bij , waarin Christus , onze Heer, onder de gedaanten van brood en wijn, zich, op eene onbloedige wijze, zijnen heuielsehen Vader door dehandeu des priesters opoffert, gelijk Hij zich eenmaal aan het kruis, op eene bloedige wijze, voor ons ten ofler heeft gebragt.

Jesns Christus ! ware, alraagtige God ! Uw troon is omringd van Cherubijnen en Serafijnen; Gij doorschouwt de afgronden, Gij zijt Heer en Beheerscher aller Wezens. Hoe komt het, dat Gij U gewaardigt ons, wormen der stof, op te zoeken ; dat Gij U, onder de gedaanten van brood en wijn,

op het altaar, voor ons tegenwoordig stelt en voor onze zonden opoffert? O, hoe goed-zijt Gij , mijn Jesus ! Ik zegen U, ik verheerlijk en bemin ü : mijn gansnhe wezen prijze uwen heiligen naam! Verhoor mij in deze stonde, waarop ik mijn nederig gebed totU verhef; sla uwe barmhartige oogon op mij, erbarm U mijner; vergeef mij mijne zonden en reinig mij van alle vlekken. Zie, o Hoer, de last mijner zonden drukt zwaar op mij, en aan mijn geheele wezen is niets gezond. Wee mij ! wegens mijne zonden ; wee mij! wegens mijne boosheid. Ach . Heer! wanneer Gij, als regter, de aarde komt oordeelen, waar kan ik mij voor uwe al raagt verbergen? Wolkenberg zal ik toeroepen : stort op mij neder? Tot welken heuvel zal ik zeggen : bedek mij voor het aanschijn van mijn vreeselijken Regter ? Hoer! ik bid U , help mij ! Oordeel mij niet naar mijne daden; want ik heb niets goeds gedaan voor uwaangezigt; ik ben uwer geboden niet getrouw gebleven. Verhoor mijn smeeken, o Heer! Gelijk Gij den Profeet Jonas uit don walvisch gered hebt, red mij ook zoo, o Heer, en voer mij van den dood tot het

leven. Gelijk de bewoners van Ninive, iu asch en zak boete gedaan hebben, zoo belijd en beween ik allo mijne zonden. Erbarm U mijiiei^-, o God! immers Gij bemint den boetvaardige en vergeeft hem zijne zonden. Verhoor mijn gebed, Gij , die Daniël uit den leeuwenkuil bevrijd hebt. Verlieht mij en zend mij uwen Engel, die mij van mijne vijanden bevrijde. Bewaar mij van het besmettende bederf dezer wereld ; immers Gij bemint, een rein geweten. Geef mij sterkte, Heer, tegen de zwakheid mijns vleesches, en vermeerder in mij uwe genade. Jesus, liefdevolle Verlosser! die den blinden de oogen geopend, den dooven het gehoor hebt weergegeven ; U bid ik , Zoon van den levendigen God, wien Engelen en Aartsengelen dienen en toeroepen : heilig, heilig, heilig is de Heer, God Saba-oth, wees Gij mijne hulp, mijne bescherming tegen mijne vijanden. .Bescherm mij tegen de listen van hem, die mijne ziel bespiedt; red mij, door uw en heiligennaam . uit de magt van satan ; help mij den boozen vijand bestrijden; immers Gij zijtde almag-tige Heiland onzer zielen. Bewaarmij einde-

lijk roor d o eeuwige vlammen en straffen der hel; want Gij zijt mijn God, en ü alleen wil. ik dienen allo dagen mijns levens. U zij lof, aanbidding en glorie in alle eeuwigheid. Am.

6 Mijn God, Gij, paradijs van wellust voor alle geloovigen! vervul mijn hart met uwe genade, opdat ik U ten allen tijde zegene en verheerlijke, gelijk het uwer majesteit en glorie toekomt. O, laat den dauw uwer genade diep in miju hart nederdalen, opdat ik U in waarheid leere zegenen en verheerlijken. Amen.

Gij, o God, zijt bet leven, de wijsheid, de waarheid, de goedheid, de zaligheid, de eeuwigheid, liet eenige ware goed. O mijn God en Heer 1 Gij zijt de hoop en de vreugde mijn;; harten. Ik beken , o Heer, met dankbaarheid, dat Gij mij naar uw evenbeeld geschapen hebt, opdat ik uwer steeds gedachtig zij , mijne gedach-

ten op U gorigt houdc en U beiniunc. Maak dat ik ü meer en meer lecre ken nen, opdat ik U meer eu meer beminnen en mij in uwe liefde verheugen mag. Is het den mensch niet gegeven, in dit aardsche leven, dat geluk volkomen te smaken , laat mij toch van dag tot dag in uwe kennis aangroeijen, om eenmaal tot de volmaaktheid te geraken. Moge hier du kennis van mijn God steeds vermeerderen, om eenmaal daarboven volmaakt te worden ; moge mijne liefde tot U, mijn God, immer aangroeijen, om eenmaal daarboven tot rijpheid te geraken; zoo zal mijn geluk hier j beneden groot in de hoop, daarboven volmaakt zijn, in het werkelijk bezit. Ik bid U, o Heer, door hem die onze raad, die ons licht is, handel met mij naar uwe beloften, opdat mijn heil voltrokken worde: mogen iutiisschen.mijne zinnen hetzelvebetrachten, mijn mond er van spreken, mijn hart hetzelve beminnen, mijne ziel er naar reikhalzen, mijn geheele wezen ernaar haken, totdat ik inga in uwe eeuwige vreugde, die de Drievuldige en Benige üod zijt, gezegend in eeuwigheid. Amen.

Hoogepriester en opperste Herder onzer zielen, Jesus Christus ! Gij hebt voor uwe geliefde bruid, de Kerk, eene zoo grootc liefde gekoesterd, dat gij U voor haar op liet altaar des Kruises hebt opgeofferd, opdat zij in uw bloed geheiligd, afgewas-schen en gereinigd vim alle vlekken, U zou worden voorgesteld, schoon, onbevlekt, aaniniunig en glorierijk. Door deze uwe eindelooze liefde bid ik Ü voor alle standen der Kerk, bijzonder voor de geestelijke Overheid, voorde Bisschoppen en Zielzorgers, opdat zij, door woorden en voorbeelden, het hun toevertrouwde volk tot het hemelsehe vaderland geleiden. Ik bid U voor de Koningen, Verstenen allen die cenig gezag bekleeden , dat zij zich de vaders der weezen , de verdedigers der weduwen betooneu; dat zij medelijden hebben

met do ellende der belioeftigen en met de zuchten der armen; dat zij , in hunne regtschapenhcid, alleen het regtvaardige beoogen en, door liet bestuur der aardsehe j goederen, het eeuwige goed niet verliezen. Ik bid U voor de Maagden. die der wereld hebben vaarwel gezegd, om U te dienen, dat zij het tegenwoordige verachten. om alleen te streven naar het toekomstige; dat zij zich niet mengen in aardsehe zaken , en U, wiens dienst zij zich gewijd hebben, mogen welgevallig zijn. Ik bid U voor de gehuwden, dat zij elkander met die ware genegenheid beminnen, welke het verlangen naar het hemelsche vaderland in hunne harten niet uitdooft. Ik bid U voor de geheele Kerk en voor allen die in TJ ge-looven, dat zij de gave der volharding in hetgoede erlangen mogen. Verleen, o Heer, der maagden de zuiverheid, den God-gewijde personen de onthouding, den gehuwden een heiligen wandel, den weduwen en weezen het levensonderhoud, den armen uwe bescherming. Voor de reizigers in hun huisselijken haard, de zeevarenden in veilige haven terng. Troost de bedroefdeu,

schuuk deu boetvaardigeu vergiffenis. Geef den geregtigen, dat zij in de deugd volharden; den onverscliilligen, dat zij zieh beteren , en hun die den weg der zonde hebben ingeslagen, dat zij onverwijld tot inkeer komen. Ook smeek ik tot uwe barmhartigheid, sta een genadig oog op ons, uwe dienaren, die dit heilig Misoffer bijwonen, en ontsteek in onze harten eene vurige liefde tot uw goddelijk Sakrament. Amen.

Heilig, heilig, heilig is de Heer, God Sabaoth! Hemel en aarde zijn vervuld met zijne glorie ! Hosannah in den hoogste ! Gezegend zij hij, die komt in den naam des Hoeren ! Hosannah in den hoogste !

Zie genadig neder, o Heer, op uw volk, hetwelk Gij door uw heilig bloed hebt vrijgekocht, en ofschoon ik, wegens mijne zonden, onwaardig ben tot U te smee-ken, zoo versmaad toch mijne bede niet. Aanschouw met uwe genadige oogen het

lijden der geloovigen, de rampen der volken, de gevaren der staten, de zuchten der gevangenen , de ellende dor weezen de vermoeljenissen der bedevaarders, dc verlatenheid der kranken, de mistroostigheid der bedroefden en alle aangelegenheden der geheele ehristene wereld. Immers, Gij erbarmt U over allen, o Heer , en haat geen enkel uwer schepselen. Gedenk, o Heer, dat wij zwak zijn; Gij zijt toch onze Vader, onze God; vertoorn U niet, maar ontsluit voor ons de overvloedige bron uwer erbarmingen ; het is niet, steunende op onze eigene geregtigheid, dat wij onze bode voor uw heilig aangezigt brengen, maar in het vertrouwen op uwe onuitputbarc barmhartigheid. Neem weg van ons alle misdaden en outsteek in ons het vuur van uwen heiligen Geest 1 Verwijder van ona alle verstoktheid des gemoeds, en geef ons een zachtaardig en lijdzaam hart, dat liefde cn hoogachting jegens U koestert, geluk in U vindt eu, in uwe navolging en in uw bezit, zalig is. Wij smeeken U, o Heer, barmhartige God ! sla uwe genadige oogen neder op deze gemeente, die

in eerbiedvolle afwachting is van liet otter, uwen heiligen naam gewijd; en'opdat niemand zijne wenschcn verijdeld, niemand zijne bede vruchteloos viude, ontsteek Gij-zeil' in onze harten het verlangen naar datgene, waarom wij U moeten bidden , en verhoor ons naar uwe eindelooze barmhartigheid. Amen.

Zieneder, o lieer, van uit uw heiligdom, van uw verheven troon, op deze heilige Hostie , welke onze Hoogepriester, uw Zoon, onze Heer Jesus, voor de zonden

zijne broeders, U ten offer brengt. Neem dezelve aan, ter voldoening voor onze tal-looze zonden. Zie, do stemme des bloeds van Josus, onzen broeder, roept tot U van het kruis: Heer! verhoor ons, wees ons genadig, wend uwe oogen niet van ons. Talm niet, o Heer, snel ons ter luilpe ; want uw naam wordt aangeroepen over deze stad, over uw volk; en handel met ons naar uwe barmhartigheid. Amen.

Onze Vader, — Allerzaligste! Allerheiligste! onze Sehepper! onze Verlosser! onze Troost! die in de hemelen zijt, omringd van de Engelen en Heiligen, welke Gij verlicht met uwe kennis, omdat Gij het lieht zelve zijt; welke Gij ontvlamt in uwe goddelijke liefde, omdat Gij, o Heer, de liefde zijt. Gij woont in hen , o Heer, en vervult hen met zaligheid, omdat Gij het hoogste, het eeuwige goed zijt, waaruit alle goed voortvloeit en zonder hetwelk geen goed denkbaar is.

Gezegend zij uw naam! — Moge de kennis van U steeds in ons toeneiricu, opdat wij inzien, hoe eindeloos uwe weldaden , hoe groot uwe beloften, hoe verheven uwe glorie, hoe diep uwe oordeelen zijn.

Laat ons toekomen uw rijk; — heerseh in ons door uwe genade, opdat wij eens uw rijk mogen binnentreden on daar, in de aanschouwing uwer tegenwoordigheid, in de volmaaktheid uwer liefde, in de zaligende gemeenschap met ü, in het genot uws wezens eeuwig gelukkig zijn.

Uw wil geschiede op de aarde, gelijk in den hemel; — dat wij U altijd, uit geheel ons hart beminnen; ten allen tijde met uwe gedachten bij U zijn; uit geheel onze ziel steed» naar U haken; uit geheel ons gemoed al ons streven naar U rigten; dat wij in alles uwe eer betrachten en, zooveel w ij vermogen, de krachten onzer ziel, de zintuigen onzes ligchaaius aan uwe dienst, aan uwe liefde uitsluitend toewijden; dat wij onzen evenmensch gelijk ons zclven beminnen, en allen naar onze zwakke krachten tot uwe liefde voeren; dat wij ons over het welzijn van

anderen, gelijk overotis eigene, verheugen, met de ongelukkigen medeiijdeu hebben en niemand kvvaadberokkenen of toevvensehen.

Geef ons heden ons dagelijksch brood, — namelijk uwen geliefden Zoon , Jesus Christus. Geef ous een vurig verlangen om hem in liet heilig Sakrament tc ontvangen. Druk zijn beeld levendig in onzen geest en in ons hart, opdat wij Hem steeds vereeren wegens de liefde, die hij ons heeft toegedragen, en Hem onophoudelijk bedanken voor alles, wat hij om onzentwille heeft gesproken, gedaan en geleden.

Vergeef ons onze schulden, — door uwe onuitsprekelijke barmhartigheid, door de verdiensten des lijdens van uwen geliefden Zoon, onzen Heer Jesus Christus, en door de voorspraak der allerheiligste Maagd Maria en van alle uwe uitverkorenen; gelijk wij vergeven onzen schuldenaren; — en mogten wij hun uiet volkomen vergeven hebben, zoo als wij moesten, volmaak Gij, o God, die vergeving, opdat wij onze vijanden, om U, upregt beminnen, en ons hunner in ou/.e gebeden bij U gedenken. Geef dat wij nini-

merkwaad met kwaad vergelden, maar ons steeds bemoeijen, allen, in U, te beminnen en ter liefde van U nuttig te zijn.

En leid ons niet in bekoring; — in geheime of openlijke, in onverwachte of overmagtige verzoeking.

Maar verlos ons van den kwade; den verledenen, den tegenwoordigen , den toekomstigen. Amen.

o Lam Gods! erbarm U onzer en offer U voor ons aan uwen liemelschen Vader op, met al uwen ootmoed en uwe lijdzaamheid , ter voldoening voor onze zonden.

ó Lam Gods! erbarm U onzer en offer U voor ons aan uwen hemelscheu Vader op, met al de bitterheid uws lijdens, ter volkomene verzoening voor onze zonden.

ó Lam Gods! erbarm U onzer en offer U voor ons aan uwen liemelschen A ader op, met al de liefde van uw goddelijk hart, ter aanvulling van alle goede werken, die ons ontbreken. Amen.

O Jesus! hoe gaarne wonschtc ik U in dit oogenblik te inojren ontvangen; ik reikhals van verlangen, om aan uw heilige Tafel deel te nemen. Doch mijne tallooze zonden maken mij onwaardig; daarom bid ik U, o Jesus. bereid mij, in uwe almagtige wijsheid , in de overvloedige liefde uws harten , dat ik U op eene geestelijke wijze waardig moge ontvangen.

Versmaad mij arme zondaar niet, die mot den Tollenaar van verre staan blijf en , nit de diepte mijns harten . tot U zucht; maar verkwik en versterk mijne ziel door deze geestelijke Communie, opdat ik dezen dag in uwe genade mag doorbrengen. vlijtig de deugd beoefene en den bekorigen w eerstand biede. Verleen mij deze genade, o minnelijkste Jesus, door uwe eindelooze liefde en barmhartigheid. Amen.

De ziel van Christus heilige mij; het ligchaam van Christus make mij zalig; het bloed van Christus lave mij; het water

der zijde vau Christus wa-sche mij; het lijden van Christus sterki; mij. O allerbeminnelijkste Jesus! verhoor mij; verberg mij in uwe heilige wonden ; laat.mij nimmer van U scheiden. Bescherm mij tegen den boozen vijand ; roep mij, in het uur des doods, roep mij tot U, opdat ik U eeuwig met uwe uitverkorenen zegeue. Amen.

Ubreng ik mijn dank, voor uwe liefde; U, o God, mijne hulde, uit den grond mijns harten, omdat Gij , uit onzeggelijke liefde voor ons, arme onwaardige men-schenkinderen, uwen eengeboren Zoon , totheildergeheelewereld,uit uwen vaderschoot hebt afgezonden, om ons zondaars, weleer kinderen desdoods, te redden. Dankzij U, voor zijne menschwording, voor zij uc gel oorte; dank zij U, voorzijn kruisen lijden. \ or zijnen dood eu zijne opstanding, voor zijne hemelvaart, eu zijne glorierijke verheffing aan uweregterhaud. Dank zij U, voor de allerheiligste vergieting van zijn

kostbaar bloed, hot onderpand onzer verlossing; dank zij U , voor het allerheiligste en levendmakend geheim van zijn ligchaam en bloed, hetwelk dagelijks, in uwe Kerk, onze spijs, onze drank , onze reiniging en heiliging wordt, en waardoor wij aan zijne almagtige Godheid deelachtig worden. Dank zij U, voor uwe wondervolle onuitsprekelijke liefde jegens ons, dat Gij ons door uwen eengeboren en geliefden Zoon verlost hebt. Uwe liefde jegens den mensch is zoo groot, dat Gij uwen eenigen Zoon gegeven hebt, opdat ied er, d ie in Hein gelooft. niet te gronde ga, maar in eeuwigheid leve; en dit is het eeuwige leven, dat wij U, den waren God, erkennen, en Hem, dien Gij gezonden hebt, Jesus Christus — door een waarachtig geloof en door werken, die dit geloof beantwoorden. Amen.

Moge, o heiligste Drieëenheid. deze hulde mijner onderwerping U welgevallig zijn. on verleen, dat deze offerande,

welke ik, ofschoon onwaardig, voor het aanschijn uwer goddelijke Majesteit- heb opgedragen, U aangenaam zij, en mij en allen, voor wien dezelve is opgeofferd, door uwe barmhartigheid, tot voldoening voor onze zonden en ons eeuwig heil strekke; door Christus, onzen Heer. Zegen ons, almagtige God, Vader, Zoon, en heilige Geest! Amen.

Vader der barmhartigheid, God van allen troost! Gij hebt de wereld zoo zeer bemind , dat Gij uwen eengeboren Zoon niet gespaard, maar, ter onzer verlossing, aan het bitterste lijden en den dood hebt overgegeven. Gij hebt gewild , datzijn U welgeval lig ofl'or alle dagen indeKerk vernieuwd werd. om ons aan deszelfs vruchten te doen deelachtig worden. Ik bid U, geef mij de genade, dat ik dit wondervolle en heilzame geheim uwer goddelijke almagt, wijsheid en liefde zoo bij woue, dat ik waardig worde, door dit onbloedig offer, aan de verdiensten van zijn bloedig offer deelachtig te worden.

delijk hebt Gij Hem gezonden : hij nam de sterfelijkheid aan , als een kleed over de glorie zijner Godheid en , als met een omhulsel, bedekte hij deze met het vleesch. Zoo gehoorzaamde hij Ü tot den smaadvol-len dood des kruises. en . door zijn sterven, verloste hij ons van den eeuwigen dood.

Deze onmetelijke liefde wordt herdacht in onze heilige offerande der Mis : mogt ik dezelve bijwonen met die aandacht, die ingetogenheid, dien eerbied, welken de tegenwoordigheid uwer goddelijke Majesteit en van zoovele scharen Engelen, en de grootheid der geheimen die hier plaats grijpen, vorderen!

Heer! ik bid (J, neem bezit van mijn hart en bestier hetzelve met uwe genade, opdat Udezemijne hulde aangenaam zij en mijner ziele heilzaam worde. Het berouwt mij uit den grond mijns harten, dat ik U ooit be-leedigd heb.U, die mij zoo zeer bemint. Ik geloof aan U , o eeuwige Waarheid! met een levendig geloof. Ik hoop op U, o ware heil mijner ziel ! met een vast betrouwen. Ik bemin tf, o allerhoogste goed I uitgeheel mijn hart. O, mogt ik zoo zeer van uwe

liufde doordrongen zijn, dat nooit iets mij van de liefde mijns Heilands vermag te scheiden! Uit overmaat van liefde gaf hij voor ons zijn vleesch en bloed, en, om steeds in ons midden te zijn . verbergt hij zich, op eene wondervolle wijze, onder de gedaanten van brood en wijn. Met Hom en den heiligen Geest leeft cn heerscht Gij, God, in alle eeuwen. Amen.

Allerheiligste Dricëenheid, eenigeGod! neem met welgevallen aan deze offerande van het ligchaam en bloed onzes Heeren Jesus Christus , welke ik , door de handen des priesters, aan uwe goddelijke Majesteit opofler, gelijk mede alle offeranden, welke TJ ooit gebragt ziju of zullen worden. Ik vereenig dezelve met de allerheiligste offerande, welke onze goddelijke Verlosser U, bij het laatste Avondmaal en aan het kruis, heeft daargebragt, met allen mogelijken eerbied. Ik offer U dit heilig Sacrificie op, uit zuivere liefde tot uwe eindelooze goedheid. in den geest van mijn goddelijken Verlosser en van de heilige Kerk, tot de

allerhoogste, en eeuwige eer uwer goddelijke majestoit; tot getuigenis uwer opperheerschappij en van onze onderdanigheid; tot eeuwig aandenken aan het lijdon eu den dood van onzen goddelijken Verlosser; tot eer en glorie der allerheiligste Maagd en van de geheele zegenrijke schare des hemels; tot dankzegging voor alle weldaden, welke Gij aan de menschheid onzes Heepen , aan do allerheiligste Maagd, zijne moeder, aan alle Heiligen en gelukzaligen, aan alle schepselen en aan mij onwaardigen verleend hebt en zult verloenen : tot voldoening voor mijne zonden en voorde zonden aller geloovigen, levenden en afgestorvenen; tot erlanging uwer genade voor het tijdelijke en eeuwige leven , voor mij eu alle mij nemedemenschen. Bijzonder offer ik U deze heilige Misop, tot verkrijging dezer

ik verpligt ben te bidden; opdat U allen kennen , beminnen en verheerlijken. Amen.

heb gezondigd vooï U en den hemel, en bon niet waardig \iv\ kind genoemd te worden. Met don verloren eu rouwmoe-digenzoon keer ik tot U terug. Ik werp mij voor uwe voeten en beken voor U, almag-tige God, voor de allerheiligste Maagd Maria, voor den iieiligen aartsengel Mi-ehaël, don heiligen Joannes den doo-per, de heilige Apostelen Petrus en Pau-lus, voor alle Heiligen, dat ik zeer gezondigd heb : door gedachten, woorden en werken; door mijne schuld, door mijne schuld, door mijne allergrootste schuld. Daarom bid ik U , allerheiligste Maagd Maria, heilige Micliaël, Joannes, Petrus, Paulus cn alle Heiligen : bidt bij God, den Heer, voor mij; dat hij zich mijner erbarme, inijne zonden vergeve en mij voere tot het eeuwige leven. Ja, almag-tige, barmhartige God! geef mij vergiffenis en kwijtschelding van al mijne zonden. In eeuwigheid wil ik ü niet meer vergrammen. Vader! verhoor mij , door uwen geliefden Zoon. onzen Heer Jesus Christus. Amen.

ü, alle Gods lieve Heiligen, vereer ik met diepen eerbied. Ik bid u, zijt ter liefde voor Jesus Christus onze onvermoeide voorsprekers bij God.

Eer, glorie , hulde en aanbidding zij U , drieëenige God, van alle uwe Heiligen, van alle schepselen! Eer zij den Vader; eer den Zoon; eer den heiligen Geest. Gelijk Hij was in het begin zoo is hij nu, eu van alle eeuwen tot alle eeuwen. Amen.

Heer, God, Vader! Erbarm U onzer.— Heer, God, Zoon des Vaders! erbarm U onzer. — Heer, God, heilige Geest! erbarm U onzer.

Eer zij God in het hoogste der hemelen, eu vrede op aarde den menschen, die van goeden wil zijn. Wij zegenen en loveu U; wij aanbidden eu verheerlijken U ;

wij danken U, omdat Gij ons uwe gloria getoond hebt. Heer, God, Koning de-hemels! almagtige Vader! lieer Jesn 1 Eengcborene! Heer, God! Lam' God . Zoon des eeuwigen Vaders, die de zonden der wereld wegneemt! erbarm U onzer. Ja, Gij neemt do zonden der wereld weg; verhoor ons gebed. Gij, die zit aan dc rcgterbaiid des Vaders, erbarm U onzer; want Gij alleen zijt heilig. Gij alleen zijt de Heer, Gij alleen de Aliev-hoogste, Jesiis Christus; met den heiligen Geest, in de glorie des Vaders, Amen.

Ik bid U, Heer, mijn God! door Jesus Christus: geef allen priesters, biechtvaders en zielzorgers, uwe genade en uwen zegen; 023dat zij de pligten hunner verhevene bediening jegens mij en alle geloovigen getrouw vervullen. Vader! zend goede arbeiders in uwen heiligen wijnberg. Amen.

geschonken; bewaar, vermeerder, versterk ons geloof; verlevendig hetzelve, opdat wij in den geest van dat geloof wandelen, U welgevallig zijn en door hetzelve tot U mogen geleid worden. Verneder, verzwak en ontzenuw alle vijanden der godsdienst; bekeer hen en vervul de troostrijke voorzegging van Jesus : „ er zal één herder en ééne kudde zijn.

6 God! Gij sterkte van allen die op ü vertrouwen : verhoor genadig ons gebed. Zon-derU vermogen wij , arme menscben, niets ter zaligheid; daarom sehenk ons den bijstand uwer genade, opdat wij alle bekoringen , gevaren en aanvallen des duivels mogen overwinnen, en uwe geboden getrouw volbrengen; opdat wij in alle onze gedachten , woorden en werken U mogen welgevallig zijn : door onzen Heer Jesus Christus, uwen Eeniggeboren, die met TJ en den heiligen Geest eeuwig God is.

Open, almagtige God, mijn oor en mijn hart, en spreek tot mij, want uw dienaar hoort. Laat mij uwe stem vernemen, o Heer,

cm uwen wil kennen. Ontsteek in miju hart een heiligen ijver, opdat ik in alles uwen heiligen wil betrachte en naar de volmaaktheid streve; opdat ik steeds mijnen wandel naar het heilig Evangelie en het voorbeeld van Jesus Christus inrigte. Amen.

Ik geloof aan het heilig Evangelie; ik teekeu met het toeken des heiligen kruises voorhoofd f mond f en hart f en zal mij nooit schamen . U. mijn eoddelijken Verlosser, voor dc menschen openlijk en in lu-t geheim te erkennen. Ontken ook mij niet voor uwen hemelschen Vader; schaam 1 niet over mij. o Zoon Gods , op den grooten dag des oordeels! Laat uw heilig Evangelie door dc geheele wereld aan alle menschen \ erkondigd worden ; geef aan alle leeraars en predikers uwen heiligen (■eest, opdat allen mogen bekeerd worden, en ongeloof, dwalingen scheuring ophou-den. Dan zullen wij allen uit een mond , uit een hart, met alle engelen en uitverkorenen, uwen lof zingen en zeggen : glorie zij onzen Heer Jesus Christus.

Ik geloot' hl eenen God , alimigtigou Va-dor, Schepper van hemel en van aarde , van alle zigtbare en onzigtbare dingen.

En in éénen Heer Jesus Christus, God, ééngeboren Zoon, uit den Vader, voor alle eeuwen geboren; God van God, licht van licht, waarachtig GodJvan den waar-achtigen God; geboren en niet gemaakt, \an ééne zelfstandigheid met den Vader, door wien alles gemaakt is. Uie om ons mensehen en om onze zaligheid is nedergedaald van den hemel, en hot vleesch heeft aangenomen door den heiligen Geest , uit de Maagd Maria, en is mensch geworden. Ook is hij voor ons gekruist, onder l'ontius Pilatus. Hij heeft geleden, en is begraven, 'en bij is ten derden dage van den dood, volgens de Schriften, weder opgestaan ; en hij is opgeklommen ten hemel, zit aan de regterhand des Vaders , | en zal wederkomen in heerlijkheid, om i te oordeelen de levenden en de dooden ; wiens rijk geen einde zal hebben.

Heer en lovendmaker; die uit den Vader en den Zoon voortkomt: die met den Vader en den Zoon te zamen aangebeden en verheerlijkt wordt; die door de Profeten gesproken heeft.

Heilige Drievuldigheid, eenige God ! ik offer U onderdanigs! met den priester, op het leven , het lijden en den dood van mijn goddelijken Verlosser, uwen geliefden Zoon, zijne eindelooze verdiensten en de verdiensten zijner gezegende Moeder en van alle Heiligen. Neem dezelve genadig aan voor het algemeen welzijn uwer Kerk, voor de bekeering der ongeloovigen en zondaars; voor het heil der regt\ aardigeu en onschul-digen, der geestelijke en wereldlijke overheden en van alle bedienaren der Kerk: vooralle standen, voor de tegenwoordigeu

on afwezigen, voordo gezouJenen zieken , voor do levendiffou on afgestorvenen, in één woord, voor hot lieil der ffeheolo wereld. Ik smeek U. laat geouo enkele ziel verloren gaan; red zo allen van don eeuwigen dood. De zondaar bokeore zich, de regtvaardige strove naar de volmaaktheid . de heilige worde meer en meer geheiligd. Geef dat allen U met een opregt hart dienon on zalig worden.

Ik offer U op, o God, mij zei ven. aiijn ligehaam on mijno ziol, mijni: gedachten, neiginsjen, wen^chon, bogoerton, woorden, werken , vreugden en smarten : ik voreenig dezelvon met de offerande, welke uw goddelijke Zoon voor ous aan het kruis hoeft opgedragen.

Ik dank U, oneindig goede Uod! voor alle genaden en weldaden, .welke Gij mij en alle menschon ooit bewezen oi' voor de toekomst weggelegd hebt ; ik dank U bijzonder voor die genaden. welke wij, ondankbare luon-cheii, helaas niet waardee-ren , ja, dikwijls misbruiken. Kon ik U

toch altijd en overal dankzeggen, heiligste Vader ! Ik breng 4J uwen geliefden Zoon tot dankzegging ten offer. Zie neder op xuven gezalfde , en . door uwe vaderlijke barmhartigheid. door de verdieusten van uwen Eongeboren, door zijne meu^ehwording , zijue geboorte . zijne besnijdenis , door zijne tranen. zijn lijden en dood . door zijne onbegrijpelijke liefde, waarom Hij zooveel voor mij gedaan, gearbeid en geleden heeft, door de heiligheid der Maagd en Moeder Gods, door alles wat uwe Heiligen voor U geleden en gedaan hebben , bid ik ü , onttrek ons ondankbaren uwe weldaden niet.

Erbarm U over uwe heilige Kerk , de bruid van uwen geliefden Zoon, welke Hij zich door zijn bloed gekocht heeft; bestier en heilig haar; verspreid haar over de geheele aarde ; opdat (üj. door haar en in haar, door allen moogt aangebeden en verheerlijkt worden.

Erbarm U ovirr den Opperpriester der Kerk, over alle Bisschoppen, zielzorgers en verkondigers van uw woord, over alle Koningenen Vorsten, en allen diehet meest

uwe eer en het heil der zielen kunnen bevorderen. Maak heu tot mannen naar uw hart, ontsteek in hen deu ijver voor uwe eer en het heil der zielen; opdat zij met een opregt hart uwe geboden volbrengen, en hunneonderdanen, door raad en daad, door bevelen en aanmoediging daartoe opwekken.

Erbarm U over allen, voor welken ik bijzonder verpligt ben te bidden, mijne ouders, broeders, zusters, bloedverwanten, weldoeners en vrienden; over allen , die zich in mijne gebeden hebben aanbevolen ; over hen , welken ik ooit ergernis gegeven, welken ik bedroefd, beleedigd ot' niet naar mijn vermogen geholpen heb ; over hen, welken Gij wilt dat ik diene, ondersteune of op deu weg der zaligheid behulpzaam zij.

Erbarm U over alle regtvaardigeu, over alle krauken en stervenden , over allen die, in droefheid gedompeld, hunne stemme I tot U verheffen. Snel hun ter hulpe, vervul hunne wenschen , open hun den schat uwer barmhartigheid; opdatzij, van hunne zonden bevrijd, rijk worden aan goede

?gt;la ook de oogen uwer barmhartigheid op de rampzalige zondaars, die in cene kwade gewoonte leven of zich in gevaar van zonde bevinden; op de onboetvaardi-gen en versteenden van harte ; op hen die in de duisternis der onwetendheid en des ongeloofs ronddwalen, en den afgrond huns ongeloofs te gemoet snellen. Onttrek hen uit satans klaanwen ; voer hen in den schoot der heilige Kerk terug, opdat zij U, en Hem dien Gij gezonden hebt, .lesus Christus, erkennen en beminnen.

Erbarm ü eindelijk over alle afgestorvene geloovigen : lenig hunne smarten met den daauw uwer goedheid; neem hen op in het laud van vrede en zalighcM, opdat zij U in den hemel verheerlijken en aanbidden.

Erbarm U ook over mij, den ondankbaarsten der zondaars ; verleen mij de genade, dat ik, van mijne zonden gereinigd, op den weg der volmaaktheid voortstreve en nimmermeer van U gescheiden worde. Amen.

Ik aanbid U , Jcsus Christus, die voor ons aan het kruis gehecht zijt geweest: hecht mij aan U met de handen uwer liefde. Ik ben de uwe en wil eeuwig de uwe zijn. Neem bezit van mij èn handel met mij naar uw welgevallen. Koning des hemels , Jesus Christus, eeuwige Zoon des Vaders! om den inenseh te verlossen, hebt Gij U gc-waardigd in den maagdelijken .-ohoot van Maria neder te dalen; Gij hebt den pijl des doods verbroken, en voor allen, die gelooven, de poorten des hemels ontsloten. Nu zetelt Gij aan de regterhand des Vaders, van waar Gij eenmaal als regtcr zult komen oordeelen.

Ik bid ü, kom uwen dienaren ter hulpe, die Gij met uw kostbaar bloed verlost hebt. Geef dat wij onder het getal uwer heiligen worden opgenomen. Heer! maak zalig uw volk; zegen ons allen, die Gij zoo duur hebt vrijgekocht. V\ ij aanbidden U iederen dag, wij verheerlijken uwen heiligennaam in eeuwigheid. Bewaar ons dezen dag zonder zonde : erbarm ü onzer, o Heer, er-

barm ü onzer. Uwebarmhariighuid zij over ons, gelijk wij op U vertrouwd hebben. In U hebben wij goiinopt . o Hoor, in eeuwigheid zullen wij niet beschaamd worden.

Sta mij geuadigst toe, mijn God, dat ik met dit goddelijk oifer. hetwelk nu op den outer ligt, mijn nederig offer vereenige. Wat kan ik L echter ten offer brengen? Ach! gering is het, en toch draag ik U op, met mijnen goddelijken Verlosser, mijnen zwakken eerbied, mijne flaauwe gods-vruclit, mijne voornemens om in eeuwigheid niet meer te zondigen. Alle wederwaardigheid, die mij mogt overkomen, wil ik gelaten en met vreugde verdragen. Steeds wil ik op den weg der volmaaktheid voortstreven en anderen tot de deugd aansporen. Deze is mijne nederige offerande, o Heer! versmaad ze niet, dan zij is een geschenk van U; immers Gij geeft mij de kracht en do genade om het goedo te doen. Schenk mij nu ook nog de vo!-harding.

Ik beveel voor allen in uwe barrahartig-lieid, o Heer. hen , die mij vijandig zijn , die mij verachten, bespotten, kwaad berokkend hebben of kwaad toewensehen. De zinnelijke mensch, die in mij woont, wil het niet inzien, en toch is het niet anders : zijdiemij haten, zijn mijne wareengrootste weldoeners; want zij geven mij de gele-genheid, de deugd, in den verhevensten , echt christelijken zin te beoefenen en een schat van verdiensten bij ü in te zamelen. Zuiver hunne harten van alleu haat en wrok, waardoor zij bij U in ongenade zouden kunnen vallen. Neem ons te za-men in uwe genade eu vriendschap op, en geef dat wij eenmaal onder uwe uitverkorenen geteld worden.

Onze Vader, die in de Hemelen zijt , enz. Heer! ik bid U, sla uwe genadige oogen neder op deze vereeuiging van ge-loovigen, voor welke uw Zoon, onze Heer Jesus Christus, zich in de handen der

zondaars heeft overgeleverd en den marteldood der kruises doorstaan heeft; die niet U en den Heiligen Geest leeft en heerscht, in alle eeuwigheid. Amen.

Mijn Heer en mijn God! ik beken voor U, voor alle Engelen en Heiligen, dat ik een armzalige zondaar ben, vol gebreken en ongeregtigheden. Doch heil mij! Gij daaldet uit den hemel neder, niet voor do regtvaardigen, maar voor de zondaars. Lam Gods, dat wegneemt de zonden dei-wereld ! erbarm U mijner en wend een blik van gcuade op mij — Ik bid U, Lam Gods, dat wegneemt de zouden der wereld, erbarm U mijner, en neem ook mijne zonden weg : ik baat, verfoei en verafschuw dezelven uit liefde tot U.— Ik boud niet op te roepen ; Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld, geef mij vrede met God . met mijne me-demensobeu en met mij-zelveu! Schenk mij den eeuwigen vrede, welken de wereld niet. kent en niet geven kan.

Goddelijke Vorst des vredes! Gij kwaamt zelf op doze aarde, niet alleen om ons den vrede aan te kondigen, maar om ons den vrede te brengen. Hoe zal ik mij echter vrede kunnen belooven, wanneer Gij- zelf mij den kus des vredes niet geeft? Ik beken het, ik ben niet waardig dat Gij komt onder mijn dak; doch spreek maar één woord — vrede zij met u! ■— en mijne ziel zal gezond zijn. — Ik herhaal het, o Heer! ik ben niet waardig dat Gij komt ouder mijn dak: maar één woord— vrees j niet! — vü mijne ziel wordt gezond. — j Als ik mij zei ven betracht, moet ik steeds uitroepen : Heer! ik ben niet waardig dat Gij komt onder mijn dak; spreek slechts écu woord, en mijne ziel is gezond !

Neem weg van mij. Gij, die den in zonden ontvangen mensch met uw kostbaar bloed hebt afgewasschen, neem weg van mij de afrchnwelijkheid mijner zouden , en alles wat U in mij mishagen kan. Eeinig mij geheel van mijne zonden; versier mijn hart, luister mijne ziel op, als eene ge-

liefde bruid, met heiligheid en deusd, en maak dezelve tot uwe woonplaats. Kom en vereenig- L^T met mij, blijf bij mij en laat mij in eeuwigheid niet van ü geseheiden worden. Niet ik . maar Christus leve voortaan in mij! Christus zij mijn leven; sterven is mij dan gewin.

Nu ik U gezien heb, o Heer. verlang ik niets meer en sterfik in vrede. — Laat, o Heer, volgens uw woord, uwen dienaar heengaan in vrede ; want mijne oogen hebben gezien het heil, wat Gij den volken bereid hebt; het licht, wat de heidenen moet verlichten en uw volk verheerlijken.

L behoor ik, en L alleen. in leven en dood. Handel met mij naar uw welgevallen : ik leel niet meer voor mij , maar voor Hem, die voor mij gestorven is. Laat mij in eeuwigheid niet van U gescheiden worden. Al magtige God! laat mij nooit meer aan U onttrokken worden , en vervul in mij uw belofte. Gij hebt immers gezegd : die mijn vleesch eet en mijn bloed drinkt, blijft in mij en ik in hem. Ik en de Vader zullen tot hem komen, en bij hem blijven.

Zegen ons, Heer. God Vader f Zoou f en heilige Geest, f Amen. Uw zegen zij en blijve eeuwig met ons. Amen.

Eeuwig Woord des Vaders! hoe kan ik genoeg uwe wijsheid . liefde en ootmoedigheid zegenen? Gij hebt U gewaardigd. voor ons zondaars mensch te worden en onder ons te wonen; Gij hebt ons de niagt gegeven, kinderen Gods te worden. Geef dat wij waardig zijn, kinderen Gods genoemd te worden, en dat wij steeds du liefde tot God, onzen Vader, die)) in het harte dragen. Geef dat wij steeds naar de volmaaktheid streven, wijl onze Vader in den hemel de volmaaktheid zelve is. Wees Gij, goddelijke Verlosser, die tot uwen en onzen Vader zijt teruggekeerd, bij den Vader onze eeuwige voorspraak, en zend ons van daar uit den

lieiligen (5ecst. don Trooster, die ons verlichte, in onze harten zijne liefde nitstorte cn iiiin onzen geest de getuigenis geve, dat wij kinderen Gods en erfgenamen des hemels zijn.

Allerheiligsté Drievuldigheid . Vader, Zoon en heilige Geest! Ik werp mij voor uw goddelijk aanschijn in het stof neder, en dank U voor het goddelijk offer, hetwelk mijn Verlosser in het laatste Avondmaal ingesteld, aan het kruis volbragt heeft, en door de heilige Mis tot aan het einde dor wereld voortzet. Ook dank ik ü voor de groote genade, dat Gij mij, onwaardigen. aan dit heilig Misoffer hebt laten deelnemen. A'ergeef uit liefde voor uw' goddelijken Zoon, mij en allen inenschen, alle onze zonden en schulden. Ik helj. wel is waar, deze heilige offerande niet met den verschuldigden eerbied, niet de vereischte godsvrucht bijgewoond, onttrek echter daarom mij en mijnen evenmensch de vruchten derzelve niet. Sta ons bij in al onze ligchainelijke

en geestelijke behoeften. Schenk aan al mijne vijanden, en aan allen die mij beleedigd hebben of kwaad toewenschen uwe heilrijke genaden.

dig hebben. Kom om ter hulpe in onzen nood, o Heer, en wij zullen uwen naam zegenen. Geef ons allen uwen zegen, opdat wij allen dezen dag tot uwe eer en tot het welzijn onzer zielen doorbrengen. Zegen ons allen, door Christus, onzen Heer, uwen Zoon, die metü en den heiligen Geest eeuwig leeft en heerscht. Amen.

o Vader, ó Zoon, ó heilig-e Geest, die één zijt en in eene eenige en geheel eenvoudige natuur leeft! Door het licht des geloofs heb ik U leoren kennen, o eenige God, in drie personen ! Ik aanbid U met den diepsten eerbied mijns harten; ik loof U, ik verheerlijk U uit de geheele magt mijner inwendige stem; terwijl ik beken dat Gij alleen de ware God zijt, een oneindig heilige en onsterfelijke, onzigtbare, onveranderlijke, ongenaakbare en voor alle

geschawene geeston onbegrijpelijke God ; dat Gij IT zeiven en allen zaligen geesten een eeuwig licht, het brood des levens, een kostbaar voedsel, de grond der hoogste zaligheid en het doel zijt, dat alle gedachten in zich besluit, alle wonschen vervult en de harten volkomen bevredigt; dat Gij het heelal geschapen, alle wezens voort-gebragt, alle leven bezield en alle geesten verlicht hebt; dat Gij al deze groote wer-I keu door uwe magt onderhoudt, door uwe goedheid bezielt en door de wijsheid uwer voorzienigheid bestiert; dat Gij eindelijk alleen de oorsprong , de bewaarder, de Koning, de God en het doeleinde van alles zijt. Deze, o mijn God, zijn de gedachten en gevoelens, welke mij het geloof aan ü inboezemt. Ü kome daarvan de eer toe I Immers, dit geloof is eene gave, welke ik van U bekomen heb, een glans van uw woord, een straal van uwen heiligen Geest. O licht mijner ziel! o hoop aller uitverkorenen ! o troost in onze ballingschap 1 o gelukzaligheid! o hoogste goed des heiligen vaderlands, waarnaar wij streven ! Al mijne' beenderen, alle krachten mijner

ziel, welke Gij zooveel heerlijkheid voorbereidt, gevoelen zich bewogen, wanneer zij van uwe glorie hooren spreken , en roepen in de verrukking der vreugde : Heer! wie is aan U gelijk, in den hemel en op de aarde! Gij, o mijn God, zijt geheel geest, geheel deugd, geheel schoonheid. Gij, o Heer, zijt de Schepper en de bestierder des hemels : Gij zijt onze God. De hemel en de aarde, de engelen en de meuschen zullen ü loven en zegenen dooide geheele eeuwigheid, als hun hoogsten Heer en hun gelukzalig einde.

Wie verleent mij, o Jesus, uw aangezigt te mogen aanschouwen, hetwelk Gij, in het heilig Sakrament, als onder een shujer, onder de gedaanten van brood en wijn verbergt, en hetwelk ook de engelen zoo zeer verlangen te aanschouwen ? Wie opent mij de heilzame bronnen uwer heilige wonden, die ik slechts met de oogen des geloofs aan uw ligchaam zie, deze bronnen des eeuwigen waters, terafwassching mijnerzondigeziel ?

het eeuwige leven te bezorgen ! stovt over mij uit het water der genade, hetwelk mijn dorst lescht; opdat ik vol vreugde en gelooi' met den Apostel uitroepe : mijn God en mijn Heer!

Ik geloof, dat Gij in het allerheiligste Sakrament waarachtig tegenwoordig zijt, mijn God en Heer! voor dit geloof hen ik bereid duizendmaal te sterven.

Ik geloof, dat in. dit geheimnisvolle Sakrament uw glorierijk ligchaam tegenwoordig is, schitterender dan de zon, uitverkoren voor duizenden, zoo schoon, zoo vol majesteit, als hetzelve in den hemel is. Hier is het bloed, dat eenmaal voor mijn heil en dat, van alle menschen vergoten werd; hier is dc ziel, vol genade en wijsheid , waarin alle schatten vauGodes kracht en wijsheid bevat zijn; hier ligt met uwe menschheid , uwe godheid verborgen, het almagtige Woord, waardoor de Vader alles spreekt.

Wijl Gij in den quot;Vader zijt, en de Vader in U is, zoo ook is de Vader hier tevenwoordig, die ü, zijn Woord, heeft voortgebragt; ook de heilige Geest, de band der liefde van

beiden, is hier tegenwoordig. Dit geheim is het grootsteuwei wonderen, en overtreft het verstand van alle schepselen; dit is de onfeilbare waarheid, welke ik. met uwen bijstand . uit alle kracht mijner ziel zal belijden.

Eeuwige, alinagtige God! Koning des hemels en der aarde! Oorsprong aller dingen ! Ik, uw onwaardigste schepsel, werp mij demoedig voor uwe Majesteit ter aarde; ik kniel neder in het stof, waaruit ik gemaakt beu en waartoe ik zal terugkeeren, en aanbid L'. met alle mogelijke godsvrucht, aandacht en eerbied. Veel ontbreekt mij hierin, o Heer, wijl ik ü niet genoegzaam keu eu mijne krachten te nietig zijn; doch ik vertrouw op uwe barmhartigheid. Was mijne kennis van U meer volmaakt, kon ik maar ten deele de diepte peilen van den rijkdom uwer wijsheid en wetenschap , dan zou ik U volmaakter aanbidden en met het geheele heir des hemels voor uwe glorie een loflied aanheffen.

Doch mijne ziol verkwijnt in mij, omdat de wereld mij das? aan dag van ü aftrekt. Mijn geest wordt afkeerig van dit leven , omdat ik mij dagelijks moet toeroepen : wie is mijn God? wie ben ik, worm der aarde, onwaardigste der men^chen. dat ik mijn aangezigt tot U verheffen en den hemel aanschouwen durf? En toch bezielt het mij met vreugde, dat ik zonder U niets kan, niets vermag; ja, ik zou niet wenschen, iets te zijn of te vermogen, dan door U en onder uwe magt. Gaarne wenschte ik, alle oogenblikken mijns levens, in do diepste ootmoedigheid mijner ziel en mijns lig-chaams,ü temogen aanbidden. Wijl mijne aanbidding zoo onwaardig en onvolmaakt is, offer ik U op de aanbidding van onzen Heer Jesus Christus, van de allerheiligste Maagd, van alle Engelen en Heiligen. Moge, door hunne vereering en hunnen eerbied, mijne aanbidding U welgevallig zijn !

U zij lof, U zij dankzegging, mijn God en Heer' Gij hebt mij voor alle eeuwen , zonder mijne, verdiensten, bestemd om naar uw evenbeeld geschapen te worden en de eeuwige zaligheid te erlangen, waar-

ton Gij, in uwe wijsheid en goedheid , mij de noodige middelen gegeven hebt. Ik hoop, door de verdiensten van Jesus Christus, mij uwe oneindige goedheid en barmhartigheid waardig te maken.

Ik aanbid U, Vader, Heer des hemels en der aarde! Gij hebt alles uit den niet geschapen en uwe almagt geopenbaard; Gij hebt inij doen geboren worden uit christelijke ouders, door wier zorgen en moeiten ik in het ware geloof en in goede zeden ben opgevoed. Gij hebt mij een uwer engelen als beschermgeest gegeven , die mij op al mijne wegen bewaart en tegen tallooze gevaren beschut. Gij onderhoudt alles , wat Gij gemaakt hebt, door eene onophoudelijke schepping; want even als het licht, wanneer de zou ondergaat, verdwijnt, zoo ook zou het heelal vergaan, wanneer Gij hetzelve uwen bijstand onttrokt.

Als door de zonde onzer eerste ouders hetgeheele menschengeslacht verloren was, hebt Gij, in uwe eindelooze barmhartigheid, om den diep gevallen mensch van den eeuwigen dood te redden, uwen eenigen Zoon ten offer gebragt. — Hoevele, hoe

groote weldaden heeft uw geliefde voor oas menschgewordeu Zoon bewezen! Hij stelde de heilige Sakrameuten in, waardoor wij gezuiverd, gesterkt, gevoed eu tot het eeuwige leven worden voorbereid. Hij leerde ons, door zijn voorbeeld en zijne goddelijke vermaningen, hoe wij den weg der regtvaar-digheid kunnen bewandelen. Terwijl d ai-zenden in ongeloof leven en niets weten van het Evangelie uws Zoons, hebt Gij mij in uwe Kerk laten geboren worden , buiten welke geene zaligheid, geen hei! te hopen is. Hoe dikwijls, als ik gevallen was , hebt Gij mij opgebeurd ! Van hoevele gevaren hebt Gij mij bevrijd ! Hoe kan ik ^ alle weldaden opsommen, welke Gij mij bewezen hebt en nog dagelijks bewijst, tot ik de volheid aller weldaden, de eeuwige ^: zaligheid, bereik, welke Gij hun beloofd hebt, die U beminnen!

uiet opgehouden te zondigen en U te belee-digen. Ik heb uwen wil niet volbragt, uwe vermaningen met voeten getreden en uwe geboden niet bewaard. In mijne zondige ligtzinuigiieid heb ik mij vanU afgekeerd en den schepselen overgegeven , wier schijnschoon mij bedrogen had.

In de bitterheid mijner ziel overdenk ik de wegen mijner boosheid, en beiijde mijne schande voor het aanschijn uwer Majesteit. Het berouwt mij uit den grond mijns harten, dat ik U beleedigd hel), dien ik boven alles moest beminnen. Ik heb vast besloten, voortaan niet meer te zondigen en liever alles te lijden, dan iets te doen, wat U zou kunnen mishagen. Heer! sterk dit voornemen in mij; geef dat ik de zonden met een opregt hiirt haat en verafschuw; dat ik eene ware droefheid over dezelve gevoele, en genees alzoo de krankheid mijner ziel door de artsenij der boete.

Doch nooit kan mijne boetvaardigheid toereikend zijn, om vergiffenis mijner zonden te verkrijgen; wantU heb ik beleedigd , o God, en uweMajesteit is oneindig. Daarom offer ikU op het bittere lijden uws Zoons ,

de verdiensten der allerheiligste Maagd en van alle Heiligen, en smeek U. o Heer , vergeel mij mijne zonden en schenk mij de genade om mijn levenswandel te beteren, en tot het einde getrouw te volharden.

x\iigst en vrees bevangen mijn gemoed, als ik de dagen bedenk, toen ik zoo roekeloos geleefd heb, toen ik Egypte's wa-ter dronk, hetwelk den dorst nietleseht, en in mijne ligtzinnigheid mijn hart van U afkeerde. Ofschoon stof en asch, durf ik mijne stem tot U verheffen en voor uw aanschijn mijne klagten uitstorten. Aanzie dezelven , als de tolken van een bedroefd hart, als de getuigen van het vurig verlangen, waarmede ik tot U weusch terug te keeren en mij aan U op te offeren, in vereeniging met het offer, hetwelk voor mij aan het kruis is opgedragen. Dit goddelijk offer is de hoop waarop ik steun, en waarom ik mij niet zal schamen uit het stof op te staan,

het juk der wereld nf te scliudden eu tot U te roepen : Heer! op U lieb ik gehoopt, en ineeuwigheidzal ikniet beschaamd worden !

Weliswaar, groot zijn de boosheden, waardoor ik uwen toorn verdiend heb; doch uwe barmhartigheid is oneindig grooter. Ik ben wel is waar uwe genade niet waardig; doch zie op uw Gezalfde, die voor mij dan het kruis geleden , die voor mij gebeden en zijn bloed vergoten heeft. Moge het vuur zijner liefde mijne ongeregtigheden verteeren, en mijne ziel, in zijn bloed, van alle zonden gereinigd worden !

Met de verdiensten van mijn goddelijken Verlosser otter ik U op het weinige goede , wat in mij is en in waarheid U toekomt : immers Gij gaaft mij den wil, Gij schonkt mij de kracht der volbrenging, en alle goed heeft in U zijn oorsprong. Ik offer U op mijne ziel, mijn hart, mijne zinnen; neem geheel bezit van mij en vervul mij met de vreugde van uw aanschijn. Ik offer U op al mijne woorden, mijne werken, mijne gevoelens en gewaarwordingen, in vereeni-ging mot de offerande , waarbij uw geliefde Zoon zich aan U heeft opgedragen.

Ik druiiquot;■ ü alles op, o Heer, M'at iu mij en buiten mij is;ik vernieuw mijne gelofte, dat ik geheel aan U toebcliooren en mij aan geen schepsel meer hechten wil. Immers, Gij hebt mijne ziel opgenomen en in dezelve een merkteeken gedrukt, dat zij de uwe, en alleen de uwe is; daarom ook geschiede met mij uw wil, iu armoede of rijkdom , in eer of vernedering, in tijd en eeuwigheid.

Heer Jesus, mijn hoogste goed, mijne eeuwige gelukzaligheid! Ciij hebtmij totuw avondmaal uitgenoodigd; hoe gaarne zoude ik aan de uitnoodiging voldoen, en U met liefde en aandacht ontvangen ! Doch ik sidder, wanneer ik mijne ongeregtigheden beschouw en aan het woord van uw Apostel denk; „wie dit brood of dezen kelk des Heercn onwaardig geniet, maakt zich sch u I -dig aan het ligchaam en bloed des Hoeren.quot;

Oneindige, geduchte, mugtige, onbegrijpelijke God ! wie zijt Gij , en wie ben ik, dat Gij U gevvaardigt tot mij te komen, mij te voeden en in mij te verblijven? Hoe groot is uwe liefde, en hoe groot mijne armoede en mijne ondankbaarheid! Gij zijt de Koning der koningen en de Heer der

heerscharen : Gij blikt op de aarde neder, on zij siddert : Gij zijt dc bron van alle heiligheid, hij welkede enge hu zeiven aiet rein zijn : Gij zijt de zon der eeuwige klaarheid. Ik ben een onzuiver sehepsel. zoo dikwijls de speelbal mijner dierlijke driften, onderworpen aan de wereldsche ijdelheid, een kind des toorns en der duisternis.

Hoe zal ik mij durven vermeten tot U te naderen, ik worm der aarde? Met welk vertrouwen zal ik voor U durven verschijnen , regtvaardige Eegter, voor wiens aanschijn de zuilen des hemels sidderen ? Ik heb mij van U afgekeerd en mijne ziel, die Gij in het heilig doopsel hadt aangenomen , heeft haren Schepper en Verlosser verlaten en zich door het schijnbedrog der schepselen laten verleiden. Van mijne geboorte af hebt Gij mij door uwe genade geroepen, om, door het licht van uwe leer en door het goede voorbeeld, demen-schen voor te lichten; doch ik heb voortgeleefd in de duisternissen en niet getracht naar uwe kennis, doch naar die der wereld. Gij hadt mij een kostbaar gastmaal toebereid, en ik reikhalsde naar Egypte's

vlcescli : Gij laafdct mij met uw blood, en. il verlangde naar Babylon's goudbekor.

Ofschoon slechts stof en asch , durf ik tot ü mijne stem verheflen, o Heer ! Zie neder op uwen dienaar, welken Gij zoo liefderijk hebt uitgenoodig'd. Ik weet het, zonder Ü ben ik niets, en buiten ü is geen leven noch zaligheid. Gedenk mijne onge-regtighed'en niet, o Heer! neem mij in uwe armen op, ofschoon ik uwer genade geheel onwaardig ben : want zie, ik keer tot ü terug, en Gij hebt door uwe Profeten gezegd ; een ootmoedige geest is een ofter voor God; een vermurwd en demoedig hart, zult Gij, o God. niet versmaden.

Jesus! op U alleen vestig ik mijne hoojj, want Gij zijt mijn heil en mijne kracht; Gij zijt mijne toevlugt en mijn steun, de bron van alle goed.

tc dragcu en in dezelve U to ontvangen, wanneer ik niet mijn vertrouwen stelde in U, die mij door uw bloed verlost hebt! Vol vertrouwen op uwe goedheid kom ik tot ü, als een zieke tot den geneesheer, als een ter dood veroordeelde tot zijn voorspreker, opdat Gij mij in uwe bescherming zoudt nemen _r beschermen en genezen.

De afgrond van mijn niet roept de afgrond uwer goedheid aan. Menigvuldig, wel is waar, zijn mijne zonden en groot; doch waren zij nog grooter, nog menig-vuldiger, dan zouden zij toeli niets zijn, in vergelijking met uwe barmhartigheid en de waarde van uw bloed. Hierop stel ik mijn geheel vertrouwen, en ik verheug mij, dat ik van mij zeiven niets bezit, waarop ik zou kunnen hojjen en vertrouwen. Erbarm U mijner, o Heer, en maak mij zalig : nooit immers verlaat Gij hen, die op U hopen.

Welke oneindige liefde heeft uw hart ontstoken, allerminnelijkste Jesus! dat Gij,

alvorens van deze aarde tot uw heraelschen. Vader terug te keeren, ons een maal bereid hebt, dat alle geneugten in sdch ver-eenigt!

Het is een groot en wonderbaar werk uwer liefde, dat Gij U gewaardigd hebt , onze natuur aan te nemen; doch grooter en wonderbarer is het. dat Gij ons uw ligehaam tot spijs en uw bloed tot drank hebt nagelaten; want bij het eerste naarat Gij owze menschheid aan, en bij het andere deeldet Gij ons uwe godheid mede.

Zoo hebt Gij den geheelen schat uwer genade over ons uitgestort en ons, door nwe onmetelijke liefde, aangespoord, om uit al ouze krachten U wederliefde te bewijzen.

Ik bemin U ook, als mijn eenigen troost in deze ballingschap, als de eenige hoop mijner ziel, als mijneeeuige gelukzaligheid en het hoogste goed , wat ik op aarde en in den hemel genieten kan. Ik bemin U uit geheel mijn hart en uit alle mijne krachten. Mogtik U toch steeds meer en meer beminnen ! Dit is mijn innigste verlangen; dit is mijn streven ; daarheen zijn de verzuchtin-

gen mijns harten gerigt. Immers, Gij trekt tot ü al de krachten mijner ziel : daar Gij U zeiven in mij uitstort : daar Gij mij zoo | veel mogelijk aan U gelijk maakt: daar Gij mijne hongerende ziel niet met aard-sche spijs, maar met uw kostbaar ligchaam en bloed spijst en verzadigt. Voor deze onuitsprekelijke milddadigheid bemin ik U, mijn God! en opdat ik nooit ophoude U te beminnen, ontsteek zelf in mij het vuur uwer liefde, Gij, die het voedsel en het onderhoud der liefde zijt. Ontsteek mijn hart, dat het meer en meer van liefde brande, want nooit zal ik TJ kunnen boni innen, zooals Gij waardig zijt bemind te v, orden.

Gelijk een hert dorst naar de waterbron, zoo dorst mijne ziel naar U, Jesus, mijn Verlosser! Ja, mijne ziel verlangt tot U tc naderen, U den hemelschen Vader op

te offeren, en uit de bron des heils den wijn der zaligheid met vreugde te drinken. Want ik ben dorstig, o Heer! wijl ik op den weg der boosheid ben afgemat. Ik dorst naarü, bron des levens! naar uw bloed, hetwelk Gij mij zoo wonderbaar tot drank gegeven hebt.

Ik kom tot U, ik roep tot U , mijn Verlosser, hongerend en dorstend : erbarm U mijner, Zoon van David! geef mij uw , brood; geef mij den quot; ijn, welken Gij gezegend hebt, opdat mijne ziel verkwikt ; worde! O. mogt ik het vurige verlangen der Heiligen bezitten en immer naar U dorsten, bron des levens ! bron van wijs-heid en eeuwig licht! stroom van geneug- ' ten ! Mogt mijn hart steeds naar U dorsten, o brood der engelen! spijs der zielen !

Mijne ziel is troosteloos, tot dat ik U, o Jesus, mijn eenigste goed, ontvangen heb. Wees Gij alleen mijne vreugde, mijne spijs, mijne genevigte, mijn schat, waarin mijn hart ruste vindt. Laat mij buiten U niets verlangen, alles buiten U versmaden, o mijn God, het eenige middenpunt mijns harten !

Geloof. O mijn Jesus! ik geloof vas-telijk al hetgeen Gij geopenbaard hebt; bijzonderlijk geloof ik, datGij waarlijk tegenwoordig zijt in het allerheiligsteSakrament des Altaars , omdat Gij , de eeuwige en onfeilbare Waarheid, zulks gezegd hebt.

Aanbidding. O mijn Jesus! in ver-eeniging met alle Engelen en Heiligen aanbid ik U in het allerheiligste Sakrament, waarin Gij uit liefde voor mij verborgen ^!zijt; ik aanbid U . als mijnen Heer en God , mijnen Schepper en Verlosser.

Berouw. O mijn Jesus! al mijne zonden berouwen mij uit den grond mijns harten , wijl ik door dezelven U, mijn God, dieu ik boven alles bemin, vergramd en beleedigd heb.

Vernedering. Mijn Heer en Heiland ! hoe durf ik tot U naderen na zoo vele belee-digingen? Waarlijk, ik ben uiet waardigUin mijn hart te ontvangen ; doeh spreek slechts een woord, en mijne ziel zal gezond zijn.

Hoop. Ja. liefdevolle Jesus! uwe barmhartigheid kent gcctitt erouzc.n; Gij komt tot mij, om in mijn hart te wonen ; Gij zult het dan ook, hoop ik, heiligen en met uwe genade ven uilen.

Liefde, ó Mijn Jesus! Gij hebt mij bemind tot den dood des kruises, en uit liefde voor mij wilt Gij U nog tot voedsel geven voor mijne ziel. Hoe zal ik uwe liefde vergelden? Uit liefde voor U wil ik leven en sterven.

Verlangen. Kom. o Jesus! kom en neem bezit van mijn hart ; het behoore U geheel toe; kom, o Jesus, en sterk mij met uwe genade.

ó Mijn God en Heiland, Jesus Christus! hoe zal ik U genoegzaam verheerlijken, die in uwe eindelooze glorie, met uwe godheid en menschhcid , met ligchaam en ziel,

met vleesch cu bloed,de nedcrig'u « ooustede mijns iiarteu op dit oogenblik zijt biuuen-ge tred cd. U, mijn God . mijn Verlosser en Zaligmaker! Ij , mijn eenig doel en bestemming ! U, mijn eeuigen troost, mijne zalige rust,ja, I. , mijn alles ! herberg ik in mijn hart. V\ ees duizend en duizendmaal gegroet, liefderijke Jesus, goede Herder mijner ziele 1 Doordrongen van uwe glorie en majesteit, bezield van de mildheid uwer erbarmin-gen, kniel ik neder in den afgrond van mijn niet, en aanbid ü in de diepste ootmoedigheid des harten. Ik aanbid uw heilig vleesch en bloed, welke Gij mij als spijs des levens en als onderpand mijner eeuwige vereeniging met Ü hebt aangeboden. Ik aanbid uw heilig hoofd, hetwelk voor mij met doornen gekroond is. Ik aanbid uwe heilige oogeu, welke \oor mij zoo vele tranen vergoten hebben; uwen heiligen mond , welke mij in dc eeuwige waarheid onderwezen heeft; uw heiligaangezigt, hetwelk men zoo gruwelijk mishandeld heeft; uwe heilige voeten, welke men zoo wreedaardig aan het kruis heeft genageld ; uwe heilige armen, welke uwe liefde, om my

tot U te roepen, hebben uitgestrekt; uwe heilige zijde, welke de vijandelijke lans doorboord heeft, opdat bloed en water, getuigen mijner verlossing, uitdezelvezouden stroomen, en uw liefderijkste hart, hetwelk mij bemind heeft tot in den smaad des k raises en tot in den dood ! Ja, mijn God en Heiland, Jesus Christus! ik aanbid uw heilig ligchaam, aan hetwelk Gij voor mij tallooze wonden ontvangen en onuitsprekelijke smarten geleden hebt; ik aanbid uwe heiligste ziel, welke, om mij tot het ware leven te geleiden, op den Olijfberg bedroefd was tot den dood. O mijn Jesus ! met kinderlijken eerbied aanbid ik U en houd U in aanbidding en liefde om-helgt;d , gedurende mijn geheele leven , tot in de uur mijns doods. — Zegen met uwe genade deze opregte voornemens. opdat geeu storm der bekoringen iets tegen deze! ven vermoge. Amen.

levendmakend en dischliebt toegelaten. Zie niet o)) mijne ónwaardisrheid en maak mij een inensch naar uw hart.

Eeuwige Vader! zie op mij neder; want uw eengeborone Zoon roept uit mijn binnenste tot Ü. Uwe liefde, o Jesus, door-dringe mijne ziel en verdrijve alle andere liefde. Verander mij geheel in U; dat mijn wezen zioh geheel in U verlieze, en ik mij nergens viude, dan in U.

Mijn God. mijn troost en mijn eenigste goed! laat mij steeds in U leven en onafscheidbaar met ü vereenigd zijn.

Mijn Heer en mijn God! ik ben uw dienaar. Tot teeken mijner dankbaarheid zoude ik U gaarne iets opofferen wat uwer Majesteit waardig en aangenaam is. Doch mijne schuld overtreft mijn vermogen, wart ik ben U zoo veel schuldig, als Gij zelf waard zijt,Rn Gij zijt oneindig. Door mij kan ik en ben ik niets; doch door uwe genade bezit ik een kostbaar geschenk , hetwelk Gij onmogelijk kunt versmaden.Ik bezit uw beminnelijksten Zoon , mijnen Heer, Jesus Christus : deze heeft zich aan mij medegedeeld , zoodat ik in Hem ben, eu

Hij in mij is. Daarom verheerlijk den Heer, mijne ziel! en alles wat in mij is, prijze zijn heiligen naam. Vader! uw Zoon zal in mijne plaats uwen naam waardig verheerlijken; want hij is door het heilig Sakrament een met mij, en ik ben een met hem.

Dezen uwen Zoon offer ik U op, als de kostbaarste offerande, tot uwe meerdere eer en glorie, tot dankzegging voor al uwe weldaden, tot voldoening voor mijne zonden en die der geheele wereld, tot verkrijging van uwen bijstand in alle tijdelijke en eeuwige aangelegenheden, zoowel voor mij, als voor allen, voor welken ik gebeden heb en bidden moet, en voor de zielen der afgestorvenen.

Neem, o Heer! metdit allerheiligste offer ook mijne ziel, mijn ligchaam, al mijne krachten, al mijn streven aan, opdat ik voor uwe Majesteit een eenwig brandend offer zij. Geef dat voortaan mijne ledematen en zintuigen slechts kracht en leven hebben, om U te beminnen en U te dienen. Gij zijt mijne wijsheid, mijn licht, mijne sterkte , mijue magt; leer mij, verlicht mij , sterk mij,opdatik uwen wil kenne envolbrenge. ;

Ik offer mij aan U op, als euu eeuwigen dienaar, en geef mij geheel aan uiv welgevallen over : alle zorgen. allen kommer stel ik ter zijde. Ailegt;, wat Gij mij ooit zult overzenden, neem ik met vreugde uit uwe hand aan. Voor tijd en eeuwigheid wil ik slechts datgene, wat Gij van eeuwigheid voor mij bestemd hebt, hut mag geluk of' rampspoed zijn. UV heilige wil heersche steeds over mij : bij ieder woord, bij ieder werk. bij iedere gedachte, bij de geringste handeling, zij het steeds mijn verlangen, denzelven te vervullen.

Heer! mijn verlangen en mijnezuchten zijn voor U niet verborgen. De woorden ontbreken mij, om mijne gewaarwordingen uit te drukken; doch ik werp mij in de armen uwer liefde, die U heeft aangespoord, om tot mij te komen en in mij te wonen. Heer ! • ontsteek in mij het vuur uwer liefde; opdat ik U bemiune, inUleve en in U sterve. Am.

Jesus, mijne eenige vreugde en mijm; rust! ik bemin U, mijn hoogste, mijn eenigtie

goed , uit geheel mijn hart, uit geheel mijne ziel en uit al mijne krachten. Is mijne liefde tot Ü nog zoo zwak, o Jesus ! ik verlang ten minste U meer en meer te beminnen: is mijn verlangen naar uwe liefde niet innig genoeg, zoo wil dit verlangen pit al mijne magt in mij opwekken.

Ontsteek, o Heer. mijn hart met hot vuur uwer liefde. En wijl Gij van mij niets verlangt, dan liefde, zoo schenk mij wat Gij beveelt, en beveel wat Gij verlangt. Zoo Gij mij niet bijstaat in de uitvoering en volbrenging, ga ik in mijne zwakheid ten gronde.

Laat uwe stem in mijne ooren weergalmen, die liefelijke, heilzame stem ; Ik wil! Immers, wanneer Gij wilt, kunt Gij mij reinigen en verlichten , kunt Gij mij tot den hoogsten graad van liefde verheffen. Gelijk Gij voor mij hebt willen lijden en sterven , zoo verlang ik ook, dat in mij de vrucht van uw lijden en dood geopenbaard worde.

Denk aan het woord, hetwelk Gij tot uwen knecht gesproken, en waardoor Gij mij hoop hebt ingeboezemd. Gij hebt gezegd : wie mijn vleesch eet en Mijn bloed

drinkt, die blijft in mij en ik in hem. O zalig woord : Gij in mij en ik in IJ! Welke liefde! Gij in mij, den armsten dei-zondaars; ik in U , mijn God, wiens majesteit oneindig is !

Eene zaak is mij noodzakelijk, en deze alleen zoek ik, namelijk in U te leven, in U mijne rust te vinden en nooit van TJ gescheiden tc worden. Zalig hij , die U zoekt; zaliger hij . die U bezit; de gelnk-kigstohij, diein uw bezit volhardt en sterft.

Rampzalige dagen, toen ik verre van U. in schande leefde en de ijdelheid der wereld najaagde !

o Heer! die op deze wereld gekomen zijt. om de zondaars zalig te maken : verlos mijne ziel, die al hare hoop op uwe barmhartigheid gesteld heeft. Verre zij van mij alle aardsche vreugde; niets zal mij meer aangenaam zijn, niets bevallen, dan Gij. Leef en heerseh steeds in mij . getrouwste minnaar mijner ziel! In U is alles goed. Ik ben bereid, voortaan liever alles te lijden, dan op te houden U te beminnen.

ó Liefde mijns harten ! o leven mijner ziel! gelyk Gy in den Vader zyt en de Vader

in Ü is, zoo laat mil gt; door uwe genade, een zijn met U in liefde en verlangen : de wereld zij voortaan dood voor mij, en ik voor de wereld. Amen.

GezalfdeGod! Jesus, Bruidegom mijner ziel! Gij hebt mij met uw onbevlekt lig-chaam en met uw kostbaar bloed verkwikt. Ik bid U, geef geen acht op mijne onwaardigheid , vergeef mij genadig de fouten, welke ik bij het nuttigen van dit goddelijk avondmaal mogt begaan hebben. Ik belijd en beken mijne vermetelheid , dat ik tot dit verheven geheim heb durven naderen, zonder de schuldige voorbereiding, eerbied, ootmoed en liefde. Sla de oogen uwer barmhartigheid op mij neder, en vervang door de overmaat uwer verdiensten mijne zoo groote onvolmaaktheid.

Helaas! hoe dikwijls kwaamt Gij tot mij, om mijne verarmde ziel met uwe gaven te verrijken, wanneer ik ü veracht, mij van U afgekeerd en de kwade lusten mijns harten had opgevolgd. Als ik mijn geheel erf-

jjoed verzwolgen had, keerde ik tot U terug, naakt en uitgeteerd van honger , en Gij uaamt mij weder op en hebt alle mijne zouden vergeven.

Heil mij! dat Gij mij bemind hebt met eene eeuwige, niet eene eindelooze liefde; ware uwe goedheid niet oneindig, zoo zou ik nooit genade bij ü hebben gevonden. Laat alzoo uwe goedheid over mijne boosheid zegevieren; bevochtig mij met de tranen , welke Gij voor mij vergoten hebt;zalf mij met den balsem uwer smarte; bind mij met uwe banden; wasch mij met uw bloed ; verhef mij door het kruis en schenk mij het leven door den dood. Uwe liefde doordringe mijn hart en drijve alle andere liefde uit hetzelve. Weg met alle phantas-tische droombeelden dezer wereld! Verander mij geheel in U ; dat mijn wezen zich geheel in U verlieze en ik mijzelven niet meer dan in U terugvinde.

Druk in mijn hart de liefde tot beproeving en vernedering, Gij, die om inij te verlossen, geen oogenblik zonder beproeving hebt willen leven. Laat mij niet zondervrucht van U weggaan, maar werk ook

in mij uwe wonderen uit, die Gij in uwe Heiligen volbragt hebt. Laat mij in de kracht dezer spijze den bergquot; der volmaaktheid beklimmen. Ontsteek mij met liet vuur uwer liefde, opdat ik, met IJ vereenigd . geheel van mij zeiven en alle schepselen afgetrokken en bevrijd worde.

Geef allen uwen dienaren , voor welken ik verpligt ben te bidden, uwen vrede, heil en zegen. Bekeer tot U de zondaars; verlicht de heidenen ; sta allen bij . die zich in nood. ellende of eeriige beproeving bevinden. Wees mijnen vrienden en weldoeners genadig. Erbarm U over mijne vijanden en over allen , die mij ooit be-leedigd hebben. Snel hun ter hulpe, die zich in mijn gebed hebben aanbevolen. Schenk den levenden vergiffenis hunner zonden en uwe genade, den afgestorvenen het eeuwige licht en de eeuwige rust. Amen.

Oneiudig- heilige God! ik arme Koudaar . \crschijn voor mv altaar, op hetwelk Jus as. mijn Verlosser, uwer Majesteit zich als een offer opdraagt. Zijn kostbaar bloed roept hier om vergiffenis voor mijne groote en veelvuldige zonden. Wisch mijne schuld uit door de verdiensten van uwen godde-lijken Zoon, opdat ik met een rein hart dit heilig offer mag bijwonen.

In vereeniginu- met den priester offer ik deze heilige Mis op, ter aanbidding en verheerlijking van uwen allerheiligsten naam, ter herinnering aan , en tot dankzegging voor het bittere lijden en sterven van Jesus Christus; ter voldoening voor al mijne zonden. Laat mij door dit kostbaar offer ook de genade ten deel worden, dat ik alles uit liefde voor mijnen Ver-

in mij uwe wonderen uit, die Gij in uwe Heiligen volbnigt hebt. Laat mij in de kraeht de/.er spijze den berg der volmaaktheid beklimmen. Ontsteek mij met het vuur uwer liefde, opdat ik, met U vereeuigd . geheel van mij zeiven en alle schepselen afgetrokken en bevrijd worde.

Geef allen uwen dienaren . voor welken ik verpligt ben te bidden, uwen vrede, heil en zegen. Bekeer tot U de zondaars; verlicht de heidenen ; sta allen bij , die zich in nood. ellende of oeriige beproeving bevinden. Wees mijnen vrienden en weldoeners genadig. Erbarm U over mijne vijanden en over allen , die mij ooit be-leedigd hebben. Snel hun ter hulpe, die zich in mijn gebed hebben aanbevolen. Schenk den levenden vergiffenis hunner zonden en uwe genade, den afgestorvenen het eeuwige licht en de eeuwige rust. Amen.

Oneiudig' heilige God! ik arme zondaar . verschijn voor uw altaar. op hetwelk Jesus. mijn Verlosser, uwer Majesteit zich als een offer opdraagt. Zijn kostbaar bloed roept hier om vergiffenis voor mijne groote en veelvuldige zonden. Wisch mijne schuld uit door de verdiensten van uwen g'odde-lijken Zoon, opdat ik met een rein hart dit heilig offer mag bijwonen.

In vereeuiginü' met den priester offer ik deze heilige Mis op, ter aanbidding en verheerlijking van uwen allerheiligsten naam , ter herinnering aan , en tot dankzegging voor het bittere lijden en sterven van Jesus Christus; ter voldoening voor al mijne zonden. Laat mij door dit kost-l'aar offer ook de genade ten deel worden, dat ik alles uit liefde voor mijnen Ver-

losser doe eu tijde, eu door de kracht van zijn lijden gesterkt, eenmaal eun zaligen dood sterven mag.

ó Moeder der smarten! die ouder het kruis van uwen Zoon gestaan hebt, en met Hem het bloedige offer aan den hemel-sohen Vader hebt opgedragen : verkrijg mij de genade, dat ik het lijden van Jesus Christus aandachtig overwege, eu aan de verdiensten van dit onbloedig offer deelachtig worde. Amen.

ó Pijnlijk lijdende Jesus! in welke smarten hebben U mijne zonden gedompeld! Helaas! om de verdiensten der lijdensvolle uren, welke Gij opdenOlijfberg hebt door-gebragt, verleen mij eeu waar berouw over mijne zonden en eeu haat tegen dezelven, welke mij alle zonde doet vermijden.

ó Jesus! mijne zonden hebben U ter aarde geworpen : helaas, het berouwt mij, dat ik U ooit beleedigd heb ! Offer uwen

Ueinelschen Vader ter verzoening voor mijne zonden uw gebed en uw bloedig zweet op; reinig mijne ziel in uw kostbaar bloed, opdat ik waardig voor uw aangezigt verschijne; geef mij de genade dat ik onvermoeid bidde, en nooit ver-gete wat Gij voor mij geleden hebt.

ó Goddelijke Verlosser! schenk mij volkomen overgeving in uwen heiligen wil bij alle lijden en droefheid; geef dat ik alle beproevingen met een gelaten gemoed aanneme, en in vereeniging met uw lijden geduldig verdrage. Ik verlang niet, dat Gij mij voor uw lijden zoudt bewaren; want ik weet welke straften ik door mijne zonden verdiend heb : ja, ik bid U, o Heer, kastijd mij hier, opdat Gij mij in eeuwigheid sparen kunt. Niet mijn, maar uw wil geschiede.

Mishandelingen welke onzen Verlosser bij zijne gevan-genneming en bij Caïplias worden aangedaan.

Eer en aanbidding zij U, zachtmoedigste Jesus! Gij hebt U der goddelijke geregtigheid als een zoenoffer voor mijne

zouden aangeboden; daarom ook hebt Gij alle pijnen, alle versmading veracht. Ik aanbidquot; U, ik zegen ü, ik dnnk quot;U voor uw smartvol lijden, ó Lam Gods! dat wegneemt de zonden der wereld, erbarm U mijner; neem mijn gebed genadig aan, en verlos mijne ziel van alle banden der booze lusten, opdat ik U door mijne zonden niet op nieuw mishaudele.

Denk, o Jesus, aan de smarten en de versmading, welke Gij verdragen hebt, toen uwe vijanden, als bloeddorstige leeuwen U omringden, ü met banden knevelden en niet vuistslagen verwondden. Door deze kwalen en martelingen, waarmede uwe vijanden U overlaadden, verlos mij, Heer Jesus, van al mijne zigtbare en onzigt-bare vijanden, en laat mij onder uwe be-! seherming tot de eeuwige zaligheid geraken.

ö God, die uwen eeugeboren Zoon tot Verlosser der wereld gegeven, doorhem den dood overwonnen en ons daardoor tot het leven teruggeroepen hebt; verleen dat wij, deze weldaden indachtig, U met volhardende lictde beminnen eu de vrucht dezer verlossing mogen waardig worden.

Jesus wordt veracht wegens het Evangelie, hetwelk hij gepredikt heeft; hij wordt voor de regtersLoelen van

6 Josus, eeuwige waarheid! Gij hebt de eer van uwen hemelsehen Vader tot den dood opgehouden; geef ook mij de kracht, dat ik der eer uws Vaders nooit te kort doe, maar dezelve door woorden en daden steeds bevordore.

Mijne ziel, o Heer, verlangt den weg u wergeboden te volgen, bestier mij ue schreden naar uwe woorden en leer mij uwen wil volbrengen, die mij door uw heilig Evangelie veropenbaard is. Gij zijt in de wereld gekomen om getuigenis der waarheid te geven : verleen mij, dat ik deze waarheid geloovig aanneme en mij nooit schame, dezelve voor de wereld te bekennen.

Vergeef mij , dat ik mij van uwe wijsheid lieb afgekeerd en tot de wijsheid der wereld gewend, welke voor U dwaasheid is. Straf mij daarvoor niet duor mij uwe waarheid te onttrekken; lioud niet oj) tot mijn hart te spreken; ik ben bereid alles voor U te

doen en verlang geene andere wijsheid, dan U, mijn Verlosser, te kennen en te beminnen.

Liefderijkste Verlosser! gedenk de tal-looze wonden, welke uw reinste ligchaam bedekten en hetzelve met uw heilig bloed overgoten, toen Gij van het hoofd tot de voeten gegeeseld werdt : door de verdiensten dezer wonden, red mij van alle gevaren en verzoekingen tot zonden , en laat niet toe dat mijn hart ooit door eene onzuiverheid bevlekt worde. — U, o Koning dei-glorie, komt ook de kroon der glorie toe, en helaas! hoe vreeselijk werd uw hoofd met doornen verwond. Prent diep iu mijn geheugen al wat Gij voor de zonden van mijne bedorvenheid en mijn hoogmoed geleden hebt, opdat ik in liefde en dankbaarheid jegens U tot aan het einde volharde.

O! kon ik thans, met de offerande welke de priester zegent, U een zuiver en quot;■etrouw hart ten offer brengen. Helaas! hoe

diup beschaamd ben ik, dat ik mij, onder een met doornen gekroond hoofd, als een verwijfd en hoogmoedig lidmaat erkennen moet. Doch in vertrouwen op uwe barmhartigheid, offer ik U een rouwmoedig en vermurwd hart op, met het vaste besluit, voortaan niet meer te zondigen en in alles uwen wil te betrachten. Laat mij door het offer, hetwelkGij op het altaar uwen hemel-schen Vader opdraagt, vergiffenis mijner zonden geworden. Ik bid U, met wonden overdekte Jesus, mijn toekomstige Eegter! ik bid U, door het doodvonnis hetwelk door onr egt vaardige regters over U is uitgesproken , erbarm U mijner in mijn laatste levensuur, wanneer mijn gemoed beklemd en mijn geest zal zijn ter neer gedrukt. Geef mijne zie! kracht in haren laatsten strijd, en laat haar, van alle zonden rein, tot de glorie uwer aanschouwing geraken.

nwen glans van het bloed mijns Verlossers ontvangen; ik vereer n, ik omhels n en neem n mot vreugde op mijne schouders. Door uwe genade , o Jesus, hoop ik ieder kruis, hetwelk mij uwe barmhartigheid toezendt, volgaarne en gewillig te dragen.

O liefelijk kruis! wees mij een beschermend wapen tegen alle zigtbare en onzigtbare vijanden; tot u wil ik iu iedere beproeving mijne toevlugt nemen , als tot den boom des levens ; onder uwe schaduw wil ik mijn gefolterd hart verkwikken, mei uwe vruchten mijne afgematte ziel versterken.

O gezegend kruis! aan u heeft de goddelijke Verlosser de geregtigheid Gods met ons arme zondaars verzoend eu ons de deur des hemels ontsloten. Gelijk gij den rouwmoedigen moordenaar eene ladder ten hemel geworden zijt, zoo laat ook mij in leven en dood uwe bloedige sporen vasthouden , om over dezelve tot dc vreugde des parüiiijzes te geraken.

Gekruiste Jesus! trek mijn hart tot U, opdat het U beminne; ontsteek in hetzelve het vuur der liefde, waarvan Gij wilt, dat

alle harten branden : lieeht hetzelve aan het kruis met de nagelen der heilige vreeze, der gehoorzaamheid en der goddelijke liefde. Plaats uw kruis als een spiegel in mijne ziel; plaats het te midden mijns harten, opdat ik, uw lijden steeds indachtig, in liefde en lijden mijn leven doorbrenge. Amen.

Ik aanbid TJ, mijn Heiland en Verlosser! o Jesus! mijne hoop, mijn toevlugt, dieU aan het kruis uwen hemelschen Vader hebt opgedragen : maak mij deelachtig aan uw lijden, aan uw Ligchaam en Bloed, nu en in de uur mijns doods. Amen.

Ik aanbid U, waarachtig en levendig Bloed, hetwelk uit de woudeu mijns Verlossers gevloeid is, en smeek U, reinig mij van al mijne zonden; genees en versterk mijne ziel ten eeuwigen leven. Amen.

Aanzie, heiligste Vader! uwen liefdevollen Zoon , die voor mij zoo veel geleden heeft. Aanzie, o Koning der barmhartigheid! den lijdende en gedenk in uwe liefde ook hem, voor wien Hij lijdt. Hij is immers, o Heer, uw onschuldige Zoon, welken Gij gezonden hebt, om uwen dienaar te verlossen; Hij is de gever des levens, die zich als een lam ter slagtbank laat voeren, die U tot in den dood gehoorzaam was en niet weigerde de gruwzaamste folteringen te doorstaan. Gedenk, o uitdeeler van alle goed! dat Hij dezelfde is, welken Gij, ofschoon uit U geboren, onze men-schelijke zwakheid hebt willen doen dee-len. In waarheid, het is uw eeniggeboren Zoon, welke mijne natuur aannam, het kruishout beklom, en in het aangenomen vleesch den gruwelijksten dood stierf.

onuitsprekelijke liefde; zie uwen geliefden Zoon aan het kruis uitgestrekt; zie zijne onschuldige handen, — schuldeloos bloed vloeit uit dezelve; — laat U daardoor verzoend zijn en vergeef mij alle zouden, welke mijne handen gepleegd hebben. Betracht zijne ontbloote zijde, met lansen doorstoken, en herschep mij, door de heilige bron welke uit dezelve vloeit, in eenen nieuwen mensch. Zie, hoe zijne voeten, die nooit den weg der zoude, maar immer dien der geregtigheid bewandelden, met harde nagelen doorboord zijn ; geef dat ik ook het pad der deugd betrede en de voetstappen der zondaars niet volge; verwijder mij van den weg der zonde, en geleid mij met uwe genade op den weg der waarheid.

Koning der heiligen! ik bid U, door dezen Heiligste der heiligen : laat mij den weg uwer geboden bewandelen, opdat ik verdiene met den geest van Hem vereenigd te worden, die niet versmaad heeft, zich met mijn vleesch te beklee-deu. Ziet Gij niet, heiligste Vader, hoe het dierbaartste hoofd van uwen geliefden Zoon zich tot sterven buigt ? Erbar-

minn'volla Schepper! aanzie de mensehheid van uwen beminden Eengeborene, en erbarm U over mij, uw schepsel vol gebreken.

O, hoe schittert zijne ontbloote zijde! Gelijk purper is zijne bloedende wonde. Zijne liefderijke oogen staan gebroken;

zijn koninklijke mond is verbleekt; zijne slanke armen zijn ontzield; ontzenuwd ; hangen zijne doorboorde voeten aan het kruis, en stroomen van het heiligste bloed | vloeijen langs hetzelve af. Aanzie, hemel-sche Yader, de verscheurde ledematen van uwen Zoon, en gedenk U mijner met liefde. Aanschouw het lijden van uwen Zoon, en verligt de ellende van uw schep- | sel. Zie neder op de smarten van uwen Eengeborene, en vergeef den verloste zijne zoude. Het is immers uw eeuwige Zoon, o Heer, welke Gij voor de zonden iiws i volks hebt opgeofferd: Hij is de gelietde, in wien Gij uw welbehagen genomen hebt; Hij is de onschuldige, in wien geen bedrog gevonden en die nogtans onder de misdadigers gerekend werd.

ü mijn Jesus ! die voor mij aan het kruis driy uren lanquot;' den pijniijksten doodstrijd gestreden hebt ; zie op nüj neder met die liefde, waarmede Gij in de smarten des doods mijner gedaehtig waart. Vergeef mij mijne ondankbaarheid, dat ik zoo zeldzaam uw bitter lijden herdacht heb. Ik dank U voor uwe groote en onuitputbare liefde, welke uwe wonden en uw heilig bloed mij getuigen.

Door de smarten welke Gij in de afgrijs-selijke duisternis aan het kruis voor mij doorstaan hebt, verlos mij van do kwalen der eeuwige duisternissen. Erbarm U over mij en allen, die met zonden beladen zijn; verleen allen geloovigen zielen , den leveu-

Gekruiste Jesns! uw lijden is mijne hoop; ik wanhoop niet meer wegens de menigvuldigheid mijner zonden, wanneer ik aan

uwen doodsangst denk; wantGij hcbtalleen deze pijnen geleden, om mij van den eeuwigen dood te redden. Uwe wonden en uw bloed verzekeren mij, dat Gij mij vergeeft, wanneer ik U slechts bemin. O liefde mijns harten, ik bemin U!

Goddelijke Verlosser! die aan het kruis geroepen hebt : Vader, vergeef het hun , want zij weten niet, wat zij doen' vergeef ook mij mijne zonden, en schenk mij een liefdevol hart, opdat ik om uwe liefde ook gaarne aan mijne vijanden vergeve.

Goddelijke Verlosser! die aan het kruis tot uwe bedroefde Moeder gezegd hebt : heden zult gij met mij zijn in het paradijs! laat ook mij deze troostvolle woorden in het uur mijns doods vernemen.

Goddelijke Verlosser! die aan liet kruis tot uwe bedroefde Moeder gezegd hebt : Vrouw , ziedaar uw zoon; en tot Joannes : ziedaar, uwe moeder! ik bid L om kinderlijk vertrouwen en eerbied tot uwe

Goddelijke Verlosser! die aan liet kruis geroepen licbt : mijn God! mijn God! waarom hebt Gij mij verlaten? sta mij bij in allen nood, in alle gevaren der ziel, vooral wanneer mij alles verlaat •— in het uur des doods.

Goddelijke Verlosser! die aan het kruis geroepen hebt: ik heb dorst! ontsteek in mij het verlangen naar U, de levendige bron aller genade. Verleen, dat mijne laatste teerspijs uw ligehaam en bloed zij in het allerheiligste Sakrament.

Goddelijke Verlosser! die aan het kruis hebt geroepen : het is volbragt! help mij alles naar uwen heiligen wil volbrengen, opdat ik aan het einde van mijne aardsche loopbaan getroost uit dit leven soheide.

Goddelijke Verlosser! die aan het kruis niet stervende lippen gesproken hebt : Vader, in uwe handen beveel ik mijnen geest! geef mij de genade, dat mijne laatste woorden zijn ; Jesus, Maria, Josef! mijne laatste zuehten : Jesus! voor ü leef

ik; o Jesus! voor U sterfik; o Jesuslin' uwe handen beveel ik mijnen geest. Amen.

Maak miju hart, o Jesus, tot een waardig graf voor u w verheerlijkt ligchaam, hetwelk hier op het altaar waarlijk en levendig tegenwoordig is. Eeinig het van alle aardsche neigingen, opdat het zuiver zij gelijk uw graf, waarin nog niemand gelegd werd.

Gij daalt ter herinnering uwer begrafenis, in het hart des priesters neder; kom met uwe genade, liefderijke Verlosser! ook in mijn hart, aan welke deur gij zoo dikwijls geklopt hebt. Laat mijn hart uwe rustplaats zijn; dat het, met U vereenigd, niet voor zich zelve of voor de wereld, maar voor U alleen leve, die voor hetzelve liet ware leven verworven hebt.

Deel miju hart de volheid uwer genade mede, opdat het, bevrijd van al het aardsche, alleen streveuaar datgene , wat daarboven is, waar God zetelt aan de regterhand van uwen hemelschen Vader.

Helaas ! lioe aardsch, hoe ijdel is toch al mijn handelen; hoe verre beneden de onmetelijke waarde uwer goedheid voor mij! Vertoorn U niet op mij. maar laat mij voortaan dit heilig geheim met meer | nederigheid, aandacht en zuiverheid des harten bijwonen, en vervang door uwe oneindige verdiensten, waarin ik heden ben te kort gekomen.

Verleen mij, goddelijke Verlosser! teu alleu tijde toegang tot uwe heilige vijf wonden; bewaar mij in deze wouden; voed mij uit deze wonden; heilig mij door deze | wonden; laat mij in deze wonden verblijven, tot ik in uwe handen den geest geef.

ö Maria, Moeder mijns Verlossers! gedenk de smarten welke gij doorstaan hebt, toen uw Zoon van het kruis genomen en in uw schoot gelegd werd; door deze smarten smeek ik u, vereenig mijne | gebeden en zuchten met uwe tranen en zuchten, en breng dezelven als een aangenaam offer voor den troon der heiligste Drievuldigheid.

voortaanden weg bewandelen, welken Gij ons ten eeuwigen leven hebt aangetoond. Ware lioht des levens! zegen f mij, opdat ik niet meer in de duisternis van dit leven afdwale, maar onder uw heilig kruis dcua-dzaam leve eu zalig sterve. Amen.

God de Vader zegene f inij! Jesus Christus besolierme fmij ! De licilifre Gee?t verlichte f mij ! Sta mij bij, o Heer. mijn God ! door uwe genade beu ik immers ailes, wat ik ben! U zij lof en eer en dank-zegging, o gezegende en eeuwig glorierijke, heilige Drievuldigheid ! Amen.

Heilige Maagd Maria, Moeder Gods! zie nuk ik nader heden, op uwen feestdag, tot u . en bid u om uwe welwillende voorspraak bij den lieven God. Verkrijg mij van uwen Zoon eene bijzondere liefde tot u : dat ik u als mijne moeder eu koningin verkieze, en gij mij als uw kind en uwen onderdaan

aannemen wilt. — Verkrijg mij, door uwe magtige voorspraak , de erbarming uws ge-liefdenZoons; dat hij mij mijne zonden vergeve , en ik waardige vruchten van boetvaardigheid voortbrenge, door een opregt en onafgebroken berouw. — Verkrijg mij . door uwe moederlijke voorspraak, den waren geest der versterving, der gehoorzaamheid, der orde in mijn inwendig en uitwendig leven, der vreeze Gods, der geringschatting van mijzelven, der losheeh-ting van mijn geest en mijn hart van al het aardsche, en den zege over alle bekoringen, welke mij de begoochelingen dei-wereld, van den boozen vijand en het vleesch voorspiegelen. — Verkrijg mij , door inve liefdevolle voorspraak, eene ware overgeving in den wil des Allerhoogsten, eene volmaakte liefde, eene onwankelbare hoop, eene vrome opgeruimdheid des gemoeds, eene gestadige dankbaarheid jegens God . voor de vele van hem ontvangene weldaden, een warmen ijver inde dienst des Heeren, en een omzigtig oordeel in alles, waarin ik te spreken, te raden , te handelen of te laten heb.

Hciiigie Maagd, Moeder Gods! zio, ik open voor u miju hart met al zijne zwakheden, en bid u verder, verkrijg mij, door mve liefdevolle voorspraak. de gave van het ware gebed; een onbeperkt vertrouwen in den naam van mijn Jesns; dat ik de tegenwoordigheid Gods steeds voor oogen honde; dat ik mijne oversten met dienstwilligheid en eerbied bejegeneen, inden omgang met mijne evenmenschen, steeds zaehtmoedigheid en liefde aan den dag legge.— Verkrijg mij evenzoo, door uwe liefdevolle voorspraak, de ware zielskracht in alle aangelegenheden; dat ik met kalmte alle moeijelijkheden bestrijde; dat ik geduldig en gelaten zij in rampspoed en ongeluk; dat ik volharde in de uitvoering mijner goede voornemens, hoe moeijelijk de volbrenging derzelven ook zij, door de hindernissen der wereld en hare aanhangers.— Verkrijg mij ook, door uwe liefdevolle voorspraak, den geest der ware armoede, de onthouding, de nederigheid en alle deugden, welke uit liet kruis van uwen Zoon ontspruiten; zoo ook de inwendige en uitwendige zedigheid en kalmte, en dat ik de

geestelijke gaven, welke mij de genade des Heeren verleend beeft, tot zijne dienst aanwende, opdat zij den lieven God tot eer, en mij en mijnen naasten tot beil verstrekken. Verkrijg mij nog, door uwe liefdevolle voorspraak, dat ik steeds en ook beden het heilig misoffer met ware godsvrucht, met innige aandacht en tot bet heil mijner ziel bijwone; dat ik in de wereld, den weg mijns Verlossers bewandelende, van dag tot dag voor de oogen des Heeren aangenamer worde, en dat de goede God mij de kracht schenke , om met ijver en naauwgezetheid de püg-ten van mijn tijdelijk beroep te vervul-l_eu. — Eindelijk bidde ik u nog, o allerheiligste Maagd Maria, Moeder Gods ! dat gij door uwe liefdevolle voorspraak , voor mij de gave der volharding verkrij-get, opdat ik een goeden en zaligen dood sterven mag, voorzien van de heilige Sa-kramenten, die heilzame troostmiddelen der ziel, zoodat ik voor Gods geregt niet beschaamd sta. Amen.

Allerminuelijkste Heiland , Jcsus Clivis-tns ! ik siddci' en beef, uw allerheiligste ofl'ev bij te wonen en uw altaar te naderen : nogtans, alhoewel ik geone verdiensten heb bij te brengen, stel ik al mijn vertrouwen op uwe goedheid en liefderijke barmhartigbeid. Helaas! ik behoef zoo zeer mvc erbarming; want zoo menigmaal heb ik mijn ligchaam (üi mijne ziel met zonden bezoedeld, en mijn hart, ja mijne tong niet zuiver bewaard I In dezen nood, o liefderijke en inagtige God, .vlngt ik tot U , bron aller barmbartigheid ;bijU zoek ik bescherming, redding en genezing, ü mijn Jesus ! ik weet hoe groot uw«i liefde is jegens den boetvaardige; daarom toon ik U de won-den mijner ziel. mijne ellende en mijne vrees, wijl ik aan vele en zware zonden pligtig ben. Ik hoop op de grootte uwer barmhartigheid, welke de grootte mijner zonden overtreft. Rigt uwe meewarige oogen op mij, o Heer en Koning, Jesus Christus, die tegelijk God en mensch zijt

en die, voorliet heil der menschen, aau het, kruis den bittersten dood doorstaan hebt. Verboor mij , wijl ik op U mijne hoop gevestigd heb, en wees mij, arme zondaar, genadig; stort over mij den stroom uwer genaden, welke zich overal verspreidt en nimmer uitdroogt! Wees uit het innigste mijns harten gegroet, offer des heils, hetwelk voor de verlossing der menschheid, aan hetknüszijt opgedragen! Wees gegroet, gij edelste en kostbaarste bloed, hetwelk uit de heilige wonden vau mijn gekruisten Heer .Tesus Christus vloeit en de geheele wereld van bare zonden reinigt! O Jesus! wees uw schepsel indachtig. hetwelk Gij door uw bloed verlost liebt. Herhaaldelijk belijd ik U mijn berouw over mijne zoudeu, en beloof U betering en opregte boetvaardigheid. Neem van mij weg alle ongeregtigheid, opdat ik, zuiver naar ligchaam en ziel, dit liei-lig offer waardig kan bijwonen. Geef dat hetzelve mag strekken tot mijne volkomene reiniging; dat het in mij deugdzame gedachten eh gevoelens opwekke; dat het van mij verwijdere alles, wat Ü mishaagt;

dat hot mij tot ijver in de beocfeuing der deugd aanspore, en mij zegenrijk verde-dige, naar ligchaam en ziel, tegen al mijne vijanden. Amen.

Ook tot ii wend ik mij, o heilige maagd Maria, Moeder Gods, Koningin der geloo-vigcn! die het Woord, hetwelk God is, gebaard hebt. Ik weet, wel is waar, dat mijne ziel, met zonden bezoedeld , onwaardig is zieh tot uwe onbevlekte reinheid te wenden; doch, wijt de God , die in uwen maagdelijken schoot het vleesch heeft aangenomen , gekomen is om de zondaars te redden, verleen mij heden de moederlijke hulp uwer voorspraak; want tot wien zal ik mij anders wenden? O hemelsche Koningin! neem mij aan in uwe bescherming, en verzoen mij met uwen Zoon. 0 liefdevolle Maagd en Koningin der glorie ! verwerp mij niet en verkrijg mij toegang tot uwen en mijnen Jesus : ik roep uzelve tot getuige , dat ik mij niet meer door de

zonde zal ontheiligen. Met de genade van liet heilig kruis, wil ik der wereld en hare verleidingen voor immer vaarwel zessen en den weg des heils bewandelen ,

waarop gij zelve den Heiland der wereld, uwen Zoon, hebt nagevolgd. O reinste der maagden! wees gij mijn steun, en versmaad mij niet, opdat al mijne vijanden voor uw aanschijn vlugten eu ik gered worde! Snel mij vooral met uwe waakzame zorg ter hulpe, opdat ik onder geene bekoring tot zonde bezwijke en van den eeuwigen dood gered worde. V\ eea altijd | met mij; zweef mij steeds voor oogen; opdat ik. onder de schaduw uwer moeder- ; lijke zorg, tegen alle aanvallen mijns vij-ands beschermd, steeds aan zijne valstrikken ontkome en mijn ligchaam en mijne ziel zuiver bewaren mag.

Allerheiligste maagd Maria, Moeder mijns Verlossers! bid voor mijne zaligheid bij uwen liefderijken Zoon; immers gij zijt onze moedor, onze dierbare moeder, onze voorspraak, onze troost, eu gij verlaat hem niet, die met een kinderlijk vertrouwen tot u nadert. Amen.

O mijn God! erbarm U mijner en wees mij genadig Heilige Maria, liefderijke, dierbare Moeder der geloovigen! bid ook voor mij, voor den dienaar mvs ileeren. O liefdevolle en maa'tige Maagd, nit welke de bron der goddelijke barmhartigheid ontsprongen is! aanzie mijn lijden en verleen mij uwe voorspraak bij God.

Ik zegen en verheerlijk Ü, o heiligste Drievuldigheid, in vereeniging met de glorie, waarmede God de Vader, in zijne almagt, den Zoon en den heiligen Geest in alle eeuwigheid verheerlijkt.

Ik zegen en verheerlijk U, o heiligste Drievuldigheid, in vereeniging met de glorie, waarmede God de Zoon, door zijne ondoorgrondelijke wijsheid, den Vader en den heiligen Geest in alle een-| wigheid verheerlijkt.

Ik zegcu en verheerlijk U, o heiligste Drievuldigheid, in vereeniging met de glorie, waarmede God de heilige Geest, door zijne onveranderlijke goedheid, den Vader en don Zoon in alle eeuwigheid | verheerlijkt.

U , o heiligste Drievuldigheid, verheer- \ lijken uwe eexiwige Godheid, uwe ondoorgrondelijke wijsheid, uwe onuitputbare goedheid, awe grenzenlooze milddadigheid, uwe eindelooze barmhartigheid en uwe onfeilbare regtvaardigheid.

U, o heiligste Drievuldigheid, verheerlijken uwe oneindige majesteit, uwe liefderijke almagt en uwe algoede genade. Alle nameu, alle woorden, alle lofzangen welke tot uwe eer kunnen uitgesproken worden, prijzen U, zegenen U, verheerlijken eu danken U, voor al het goede, hetwelk Gij mij en allen schepselen bewezen hebt en nog buwijst.

ü, o heiligste Drievuldigheid, zegenen eu verheerlijken de verhevene mensehheid van Jesus Christus, zijn heilig leven, zijn heilige wandel; zijne deugdeo eu gebeden , zijn heilig lijden en sterven, zijn heilig

bloed en zweet, zijne heilige wouden en smarten, die liij tot uwe eer mot liet grootste geduld verdragen heeft.

U, o heiligste Drievuldigheid, zegene en verheerlijke de heilige Koningin des hemels, de zuiverste Maagd Maria, en met haar verheerlijken en zegenen U in eeuwigheid alle Engelen en zalige Geesten en het geheele heir der tallooze Heiligen.

ü, o heiligste Drievuldigheid, mijn Heer eu God, verheerlijke de geheele heilige Kerk; ü vereeren hare heilige Sakramen-ten; U zegenen al hare eerbiedwaardige ceremoniën en gebruiken, al hare liederen ch gebeden, al hare deugden der heiligheid, al hare begeerten der liefde, welke zij U toedraagt, terwijl'zij zonder ophouden tot U zucht en reikhalst in dit dal van tranen.

U zegenen en verheerlijken, God mijns levens, heiligste Drievuldigheid, al uwe geluiden en weldaden , welke Gij mij geschonken hebt; U zegenen eu verheerlijken al de krachten mijuerziel en mijnsligchaams; U verheerlijken al mijne aderen en ledematen , mijn gebeente en mijn bloed , mijn verlangen en mijn willen, mijn verstand en

mijn gehangen, mijn harten al zijne neigingen. Dit alles draag ik U op, als een lofzang, door de reinste handen der Maagd Maria, en bid U denzelven, naar uw goddelijk welgevallen, tot uwen eeuwigen lof en glorie aan te nemen. Amen.

Duizend en duizendmaal groet ik u, Moeder aller zaligheid, die met God boven alle schepselen het naaste vereenigd zijt! Ik offer u op het alleredelste hart van .Testis Christus, met alle liefde, welk het u op aarde bewezen heeft en thans zonder einde in den hemel bewijst Amen.

C) Heer, mijn God Mn uwe woorden des levens zouden wij sterveliugen alles kunnen vinden, wat wij verlangen. Gij zegt: komt tot mij, gij allen die belast en beladen zijt, ik zal ii verkwikken. Wat verlangen wij nog meer, o God ? W aarom anders geraken zoovelen in het verderf, dan wijl zij

rust en verkwikking zoeken? O, welke blindheid, dezelve daar te zoeken, waar ze onmogolijk te vinden zijn ! Deel ons uw licht mede, o Heer, hetwelk ons noodzakelijker is, dan het licht der zon voor den blindgeborene : deze verlangt ten minste het licht te zien, en wij zochten uw licht niet, o God! Naar niets wil ik meer streven, niets meer verlangen, dan U, o God! ü wil ik dienen; U wil ik trachten mij welgevallig te maken. Amen.

O mijn God! oorsprongen bron van ons heilig geloof! schenk mij een levendig, onwankelbaar, krachtig en volmaakt geloof. Ja, schenk mij een geloof , hetwelk TJ zeiven behaagt en aan uwe genade deelachtig wordt; opdat ik, op alle wegen van mijne aardsche loopbaan, uaar hetzelve hand eleen mij door hetzelve laat geleiden. Verwijder van mij alle bedriegelijke meeningen der aardsehe waanwijsheid, die de overgeving van mijn verstand in de dienst van het

geloof, en dc ondergeschiktheid van hetzelve aan uwe oneindige wijsheid, zouden kunnen tegenwerken. Scheuk mij ook, door dit heilig geloof', do gave der wetenschap en des oordeels, opdat mijn geloof steeds vaster en rijper worde; verleen mij uwen bijstand . opdat ik voortaan niet meer mijn zwak en bedriegelijk verstand volge, maar in het licht des geloofs wandele. Sterk vooral mijnen wil, opdat ik dit vroom be-! sluit met uwe medewerking vdlbrenge. Am.

Heilige Maagd en uitverkorene Moeder van Jesus! met regt wordt het eeuwige Woord des Vaders, de eengeborene Zoon Gods, uw Eerstgeborene genoemd , welken gij door den heiligen Geest ontvangen en j gebaard hebt; terwijl gij, na hemen door hem , ons tot zijne broeders en zusters, tot uwe kinderen hebt aangenomen en op geestelijke wijze gebaard.

oneindige verdiensten van nwen Zoon , om met den mantel der liefde al mijne zonden te bedekken; verberg mij, arme zondaar, onder liet kleed uwer barmhartigheid, opdat ik, door uwe voorspraak, de vergiffenis mijner fouten bij de goddelijke geregtigheid verwerve.

0 zalige Moeder en glorierijke Maagd ! die in groote heerlijkheid en in hemel-schen glans staat bij den Koning aller koningen, bij uwen geliefden Zoon : offer hein op al mijne nederige verdiensten, om dezelven, in vereeniging met zijne oneindige verdiensten en met uwe reinste liefde, te veredelen en te heiligen.

In den geest zie ik, hoe gij, glorierijke Maagd en hemelkoningin, voor God neder-kuielt, u als middelares tusschen God en ons stelt en demoedig voor ons allen bidt; lioe de eeuwige Zoon Gods u verheft, naast zich opden troonzijnerglorieplaatst, en u vrijheid geeft te bevelen wat Gij verlangt. Gelast alzoo, o Koningin der Engelen, den heiligen hemelsbode, ons met eene krachtige hand te beschermen tegen de duizendvoudige verleidingen van

den ouden vijaud onzer zielen. Verkrijg voor mij van God, dat ik mij beijvere, om hem boven alles te beminnen, hem ijverig te dienen en nederig en ootmoedig te worden; dat mijn hart standvastig ver- ] trouwe op zijne goddelijke liefde, barmhartigheid , goedheid en milddadigheid.

Bid voor ons, heilige Moeder Gods, dat wij deelaehtig worden aau de beloften van j Christus. In den geest zie ik, hoe gij, in diepe demoedigheid aan den voet des altaars neergeknield, uwen goddelijken Zoon aanroept voor ons, en hoe het goddelijke kind Jesus zieh liefdevol tot U neigt, ten toeken dat hij niet alleen uw gebed niet welgevallen aanneemt, maar ook uwen wil gaarne vervult.

Eeuwige, oneindige God 1 ik, uw arm sehepsel, beken mot dankbaarheid, dat ik ziel en ligehaam en alles wat ik bezit, van uwe milde hand ontvangen heb. Voor deze rijke gaven moet ik ü niet alleen uit ge-

heel mijn. hart bedanken, maar U naar mogelijkheid dezelven vergelden. Daarom leg ik hedfn al liet goede, wat Gij mij ooit nanr ziel of ligchaam bewezen hebt, met al de verdiensten van uw welbeminden Zoon, naast de heilige Hostie op de offer-_; schaal, en draag U dezelve op, als een : volmaakt en U welgevallig dankoffer. Wijl ik echter onder alle gaven, die Gij mij hebt medegedeeld, niets beter bezit dan mijn hart, zoo offer ik ü hetzelve op en lt;, leg het neder in den kelk, opdat al de j gebeden en zegeningen, welke over dezen gesproken worden, ook gesproken worden ; over mijn hart. En even als de wijn in dezen kelk, door de woorden der Consecratie, waarlijk in uw heiligste bloed veranderd wordt, zoo wensch ik ook vurig, dat mijn hart geheel veranderd en zoo innig met U vereenigd worde, dat het voortaan niet meeraau mij, muar geheel aan Ubehoore, ƒ en Gij hetzelve geheel naar uw welgeval-ij len bestieret. Tevens leg ik ook al het , lijden , hetwelk ik ooit doorstaan heb , alle bezwaren, (hier noemt men deze) welke mij op het hart wegen, in dezen

kelk neder, en offer IT dezelveu op met dien bittoren kelk, waaruit Gij op den Olijfberg voor onze zaligheid gedronken hebt. Neem genadig deze gaven aan, o hemelsche Vader, welke ik U opdraag in vereeniging met het bloedige offer, hetwelk de hoogepriester Jesus Christus aan het kruis heeft opgedragen, en zegen de-zelven met uwe vaderlijke hand, opdat zij U welgevallig en aangenaam zijn.

Eindelijk offer ik U op mij-zelven en geef ik mij geheel over aan uwen heiligen wil, welken uw eengeboren Zoon eenmaal volbragt heeft, met heteenigste verlangen, dat Gij met mij, in alle omstandigheden, naar uw heilig welbehagen moogt handelen. Daarom offer ik U, Heer en Koning der koningen , mijn ligchaam en mijne ziel; opdat zij dienen tot vermeerdering uwer glorie en heerlijkheid. Amen.

Mijne ziel verheerlijkt den Heer, en mijn get^t verheugt zich in God, mijn Heiland.

Want hij heeft neergezien op de ne.flerig-hcid zijner dienstmaagd; ziet, van nu af zullen mij allo geslachten zalig noemen. Hij heeft groote dingen in mij uitgewerkt, die magtig en wiens naam heilig is. Hij ^! is barmhartig van geslacht tot geslacht dengenen, die hem vreezen. Hij oefent magt uit met zijnen arm, en verspreidt de hoogmoedigen des harten.

Do magtigen stort hij van den troon en de uederigen verheft hij. De hongerenden vervult hij met goederen; de rijken zendt hij ledig weg. Zijne barmhartigheid indachtig, heeft hij Israël,zijn dienstknecht, aangenomen. Gelijk hij tot onze vaderen gesproken heeft, tot Abraham en zijne nakomelingen in eeuwigheid. Eere zij den J Vader, den Zoon en den heiligen Geest, van eeuwigheid tot eeuwigheid. Amen.

o Heer! ik gevoel mij reeds verkwikt bij de enkele gedachte aan de zaligheid , welke ik door uwe genade daar boven hoop

te genieten, Helaas! hoe laat ontwaakte mijne liefde tot U, die mij met eeuwige liefde bemindet en reeds zoo vroegtijdig tot U geroepen hebt. Houd mij voortaan door vreeze, bind mij aan U vast door liefde , en fecf mij rust door uwen vrede. Mijn hart zij geheel één met U. Ik verlange niets te weten, niets te beminnen, niets te bezitten dan U, o Jesus Christus , en wel den Gekruisten. Amen.

oMijn God! erbarmingsvolle en genade- j rijke Vader! hoe groot is de liefde, welke U bewogen heeft, om aan de verdiensten van een zoo heilig offer eene ziel deelachtig te maken, die tot nu toe in de duisternis en het slijk der zonde gedompeld lag en vijandig van ü was afgekeerd. Helaas! hoe durf ik dit onbloedige offer bijwonen, ligtzinnige mensch, die U zoo lang gevlugt heb ; die niet uwe, maar mijne wegen volgde; die slechts geluk zocht in het slijk der zonde ; die zelfs niet uit den afgrond wilde gered

worden, noch naar hot zekere middel trachtte, hetwelk de redding ten leven inU waarborgt! Onder zuchten en weeklagten zie ik thans, door uwe verlichting, hoe onwaardig, hoe ellendig ik voor ü geworden ben! En terwijl ik mij zelf niet meer verdragen kan, duldt Gij mij negen wilt Gij den smaad van mijne ziel wegnemen . waarmede zij als met een kleed omhuld is. O genaderijke God ! schenk mij uwe hulp en maak mij, door deze offerande, deelachtig aan de voldoening van uwen eengeboren Zoon Jesus Christus. Amen.'

ö Mijn God ! moer dan ik vermag uit te spreken, hebben de gaven uwer genade mijne ziel verrijkt! Mijn innigste dank zij daarvoor aan uwe milde hoogheid en goddelijke barmhartigheid bewezen. Daar Gij zelf het hoogste goed zijt, en alle on-geregtigheid verafschuwt, zoo volbreng ik voortaan, wat mijn pligt is te volbrengen, wanneer ik uwen heiligen wil in alles op-

volg, en daardoor den mijnen verzaak. Gij bebt mij echter vrij geschapen, opdat ik. mijnen wil vrijwillig aan U onderwerpende, U aangenaam worde en des te meer verdiensten hij U verwerve. Welaan , ik wil met ijver beoefenen wat Gij beveelt, opdat ik in U leve, naarmate ik in mij zal sterven ! Amen.

Zie, o Heer! Gij zijt immers God, de barmhartigheid zelvo. Helaas! weiger ook mij dezelve niet, mij worm der aarde, die hot durf wagen eene bede tot U te rigten ! Aanzie,oGod. mijn verlangen en de zuchten , waarmede ik tot U smeek, en vergeet mijne misdaden om uwen heiligen naam.— Heb medelijden met zoo vele zielen, die haar verderf te gemoet snellen; toon U genadig jegens uwe Kerk. O Heer! duld niet dathetchristendom nog meer rampen lijde, en verlicht eindelijk alle duisternissen. Zie niet neder op onze zonden, maar op de verdien ten van uwen Zoon, van zijne glorierijk: Moederen van zoo vele Heiligen en Martelaars, die om zijnen naam den dood doorstaan hebben, en gedenk dat uw heiligste Zoon ons heeft vrijgekocht. Amen.

ó Mijn Jesus! ik aanbid U, die met uwe godheid en menschheid . uit liefde tot uwe geloovigen, hier zetelt. Ik geloof, dat Gij in het allerheiligste Sakrament des Altaars tegenwoordig zijt. Ofschoon Gij den oogen des ligchaams verborgen zijt, erken ik ü nogtans, en wel door het licht des geloofs, in deze heilige Hostie, als den Heer des hemels en der aarde , en als den Verlosser der wereld.

o Mijn Jesus ! ik geloof vastelijk , dat in dezen kelk geen wijn meer, maar uw heilig Bloed tegenwoordig is, hetwelk Gij voor ons aan het kruis vergoten hebt, om ons van alle vlekken der zonde te reinigen. Daarom, minnelijkste Jesus, gelijk Gij mijn eenig heil, mijn eenige hoop, mijn ware leven zijt, zoo wil ik ook, dat Gij voortaan mijne eenige liefde, het eenige voor-

werp mijner gedacliten, mijner verlangens en mijner neigingen zijt. O mijn Heiland 1 heersch Gij in mijn hart en over mijn hart; mijn ligehaam en mijne ziel geef ik U als uw eigendom over. Mijn geest, mijn wil. mijnegevoelens.mijne zinnen,mijn zoeken en mijn streven zijn steeds onderworpen aan nvve liefde, aan uwe dienst — tot uwe eer en welbehagen. O mijn Jesus! bewerk toch met uwe genade, dat ik geheel de uwe zij en ook Gij mij geheel toebehoort.

Heilige Maria, MoederGods! liefdevolle en goedhartige Moedor van mijn Jesus ! die op aarde uw leven tot de eer van God hebt opgeofferd ; verkrijg mij door uwe voorspraak, dat ik van heden af zoo deugdzaam leven en arbeide op aarde, gelijk gij deugdzaam geleefd en gearbeid hebt, en dat ik geen ander geluk meer zoeke, dan het allerbeste, namelijk — dat ik mijnen God in liefde geheel toebehoore. Amen.

liefde, die U bewogen heeft om ouze menscliheid aan te nemen, drie en dertig jaren honger, dorst cn vermoeijenissen te lijden , door de menschen gevangen , gebonden , gegeeseld, bespot , met doornen gekroond en veroordeeld te worden, uw kruis te dragen, ontbloot en in den bitter-sten dood aan het kruis te sterven en uwe heilige zijdedoor eene lans te laten openen ! In verecniging met deze oneindige liefde, welke uw goddelijk hart opwekte, om dit alles voor het mensehelijk geslacht te lijden, draag ik U mijn onwaardig gebed op, en smeek U, door de oneindige verdiensten van uw lijden en dood, vergeef in uwe barmhartigheid wat de vereeuwigde ziel

— door gedachten, woorden of werken; ik offer uwen heinelschen Vader alle lijden en smarten van uw verwonde ligchaam op voor de straffen, welke zij nog bij de goddelijke geregtigheid verschuldigd is. Amen.

Wees liefdelijk gegroet, o smartvolle Jesus! Gij immergroene palm desgedulds, die, ter verlossing der zondige menscliheid , ü met den groot-:ten smaad aan het

kruis hebt laten hechten, en daar drie uren lang alle bedenkelijke folteringen naar lig-chaam en ziel met gelatenheid doorstaan hebt! Wees liefde-lijk gegroet, eerbiedwaardig hoofd mijns Heeren Je-His Christus, glorie en heerlijkheid des hemels, dat door de ondankbaarheid des menschen met doornen gekroond zijt! Wees liefdelijk gegroet, aanminnig aangezigt mijns Heeren Jesus Christus, reiner dan het zuiverste goud; gij heldere spiegel der allerheiligste Drievuldigheid, die U zoo hebt laten mishandelen, dat Gij niet speeksel en geronnen bloed bedekt, al uwe schoonheid moest verliezen ! — Wees liefdelijk gegroet, gij liefdestralende oogen mijns Heeren Jesus Christus, gij helder schitterende diamanten, die door de menigvuldige tranen bijna moest uitgedoofd en door de wonden des hoofdsmetbloed bedekt worden! Wees liefdelijk gegroet, gij milde wangen mijns Heeren Josus Christus, zigtbare getuigen der zachtmoedigheid enmenschenliefde des Verlossers, die zoo gruwelijk van een gereten en verscheurd zijt geworden! Wces liefdelijk gegroet, gij honigzoete mond mijns

Heeren Jesus Christus , trij frisschc bron van woorden des levens, die door wreedaardige Tiiisiiandelingcn geheel ontsteld en verbleekt zijt! — Wees liefdelijk gegroet, gij armen mijns Hoeren Jesus Christus , gij sterke tukken van den boom onzes levens, die aan het kruis zijt uitgerekt en met geweld uit de gewrichten gerukt! Wees liefdelijk gegroet, gij voeten mijns Heeren Jesus Christus, gij zuilen des hemels, die u verwond hebt om de verlorene schapen op te zoeken , en die gruwzaam met nagelen doorboord zijt, zoodat het bloed in stroomen uit uwe wonden vloeide ! Wees gegroet, gij milddadig hart mijns Heeren Jesus Christus, gij schatkamer der zaligheid Gods, gij bron aller genaden, gij veilig toevlugtsoord der boetvaardigen, dat met lijden en bitterheid vervuld, uit liefde voor ons zondige menschen aan het kruis in den dood moest breken 1 —

Door al deze kwalen, welke Gij aan uw heilig ligehaam geleden hebt, smeek ik U, wees mij in mijn sterfuur genadig.

6 Lam Gods! erbarm U mijner en offer Ü-zelven den hemelsclien Vader op, met al uw geduld en ootraocdiglieid . tot voldoening voor de schuld mijner zonden.

o Lam Gods! erbarm Ü mijner en offer U-zelven den liemelschen Vader op, met al de bitterheid van uw lijden . tot mijne heiliging.

ó Lam Gods! erbarm U mijner en offer U-zelven den liemelschen Vader op , met de innigste liefde van uw goddelijk hart. tot aanvulling van al het goede, wat mij ontbreekt.

o Heer ! ik ben niet waardig , dat ik voor uw heilig aangezigt verschijne , doch om uws naams wille, zuiver mij van al mijne zonden.

olleer! ik ben niet waardig uwen hei-lig.-^ten naam aan te roepen, doch door de kracht van dit otfer, bewaar mij in uwe genade.

Ik zegen u, o magtige liefdel Ik prijs u, o vreugdevolle liefde! Ik verheerlijk u, o milddadige liefde ! en wel wegens alle genaden, welke de vereeniging uwerglorie-rijke Godheid en zalige menschheid , door uw liefdevolle hart, in mij cn in alle men-schen heeft uitgewerkt en nog zal uitwerken , van eeuwigheid toteeuwigheid. Ameu.

Mhmelijkste Jesus! hoe gaarne wenschte ik thans ook tot uwen disch te kunnen naderen , wanneer ik slechts waardig ware. Ach ! hoe gaarne wenschte ik dit zoete geheim uwer liefde te ontvangen, wanneer ik durfde. Wijl ik echter, wegens mijne vele zonden , deze genade onwaardig ben, zoo bid ik U, bereid mij in dit uur met uwe almagtige

wijsheid en met de erbarmende liefde uws harten, om U op eene geestelijke wijze waar-diginmijne ziel te mogen ontvangen. Handel met mij in alles, wat Gij van eeuwigheid met mij besloten hebt, naar het wel-gevalion van uwen heiligen wil.

Aeh! versmaad mij arme niet, die met den tollenaar van verre sta en uit ganseher harte tot U zueht; maar geef mij met de vrouw van Canaan slechts eenige luttele korrels van uw heilig maal, waardoor mijne ziel versterkt en verkwikt worde; opdat zij dezen dag in uwe genade volharde, met ijver het goede bcoefene en aan de bekoringen krachtig weerstand biede. Verleen mij dit, allerbeste Jesus, door uwe oneindige liefde en barmhartigheid. Amen.

Goede Jesus! in vereeniging met de liefde, waarmede Gij aan het kruis den hemelschen Vader uwen geest hebt aanbevolen, beveel ik L⁷ ook mijnen geest en mijne ziel, en sluit dezelven in de. heilige wonde van

uw liefderijk hart, opdat zij daarin tegen alle vervolgingeu van den boozen vijand be-schermd blijven. Gij weet, o goede Jesus, en ik heb het maar al te zeer ondervonden, hoe zwak ik ben ; ja, ik zou geene stonde , zonder den bijstand uwer genade, in het goede volharden, noch aan eenebekoring uiteigene kracht kunnen weerstand bieden; daarom bid ik U, dat even als Gij één zijt met den Vader en den heiligen Geest, zoo ook mijn wil vereenigd zij met den uwen, eu Gij mij de genade en de kracht scheukt, om mij nooit tegen uwen wil te verzetten. En gelijk in U de godheid en menschheid één zijn, zoo laat ook eenheid zijn in mijn wezen, opdat alle ledematen met al hunne gevoelens, heden , uitliefde tot U, niets anders doen, dan wat tot uwe eer en glorie verstrekken kan. Amen.

6 Mijn God! uit den grond mijns harten U aanbiddend, buig ik mij voor U neder in het stof — mijn geheel leven lang. Ik

ben niets — voor uwe oneindigheid. Ik vermag uit mij-zelven niets, cu mijn wil wordt slechts sterk en krachtig door U. Daarom houd ik mij aan geen anderen wil dan aan den uwen, o God! omdat ik niets door mij zeiven vermag; zelfs niet het geringste, terwijl uw wil almagtigisen blijft. Ik vertrouw dan ook op uwe hand, o Heer, die voor mij tegen de aanvallen des vijands kampt en mij overal beschermt. Ik verheug mij, omdat Gij het heiligste wezen zijt, in den hemel en op de aarde; ik hoop steeds op uwe erbarmingen en geef mij met kinderlijk vertrouwen over in de armen uwer onbegrensde almagt en liefde. Hoe meer mijn geloof mij in don oeverloozen Oceaan uwer Majesteit laat doordringen, des te meer gevoel ik , o God, de magt van uwen bijstand, welke mij met nieuwen moed bezielt, met nien-we krachten doorstroomt, zoodat ik zegenrijk tegen alle duisternis der hel kan strijden, Intusscheu bewaar ik'met ootmoedigheid het bewustzijn van mijp. niet; want hoe meer ik deszelfs diepte doorschouw, des te meer wordt ik tot de

betrachting uwer volmaaktheden opgewekt, eu des te meer neem ik mijue toe-vlugt tot den schoot uwer barmhartigheid, Hier erkeu ik, als in een spiegel, hoe uwe liefde mijne ziel met allerlei weldaden overladen heeft , en mij nog steeds met de zuivere wateren der geestelijke reiniging besproeit. In deze erkentenis uwer zegeningen en van mijne nietigheid moet ik U, o mijn God, tot het gestadige voorwerp mijner liefde verkiezen. Amen.

o Allerheiligste Maagd Maria, mijne Koningin! in uwe zegenrijke getrouwheid, in uwe bijzondere bescherming en in den schoot uwer goedheid beveel ik heden, al de dagen mijns levens, en vooral in mijn sterfuur, mijn ligchaam en mijne ziel. U vertrouw ik toe al mijne hoop , mijnen troost, mijne droefheid en mijn lijden, mijn leveu en sterven; opdat, door uwe heilige voorspraak eu verdiensten.

al mijn werken naar den wil van uwen goddelijken Zoon geleid en volbragt worde. Amen.

Gezegende Jesns ! even als Gij in deze heilige Mis brood en wijn zoo krachtig gezegend hebt, dat zij daardoor in uw ligchaam en bloed veranderd zijn; zegen ook mij zoo krachtig, dat gedurende (lezen dag het teeken van uwen heiligen zegen in mijne ziel geprent, en deze voor alle gevaren der vijanden bevrijd blijve. Amen.

6 Allerzuiverste moeder Maria ! licht der maagden , die mij, door uwe voorspraak, reeds zoo vele genaden van God verworven, uit zoo menige droefheid gered en tegen mijne vijanden zoo dikwijls beschermd hebt: wees mijn voorbeeld en geleidster, opdat ik op mijn pelgrimsweg steeds rijker worde aan hemelsche deug-

den; blijf steeds mijne goede voorspraak bij uwen Zoon Jesus Christus, opdat ik eenmaal het groote doel, mijne zaligheid, bereike. Amen.

ö Heiligste Maagd en Moeder Gods . die, om uwe verhevene waardigheid , i den diepsten eerbied der engelen en der mensehen verdient : gij weet dat ik u , van het eerste ontluiken van mijn verstand, als mijne moeder, mijne voorspraak en mijne patroues gekozen heb; ik beken met innige dankbaarheid, dat ik vele der genaden . welke mij God geschonken heeft, aan uwe goede voorspraak verschuldigd ben. Waarom heb ik u niet, o liefderijke Moeder, met even zoo veel trouw gediend, Hls gij mij mét zorgvolle liefde uwe hulp ^ bewezen hebt? Doch voortaan wil ik u vereeren, u dienen. u beminnen, zooveel mijne zwakke krachten toelaten.Neem derhalve genadiglijk de verklaring aan, waar-^ door ik betuig, dat ik n volkomen toe-

behoor; laat mijn opregt vertrouwen u aangenaam ziju, eu vevkrijp; iuij van mijnen Verlosser, uwen geliefden Zoon, een levendig geloS, eene onwankelbare hoop, eeue innige en getrouwe liefde. Verkrijg mij eeiie onbevlekte reinheid des harten eu dos ligchaaius, een lijdzaam geduld eu volkomeue overgeving van mijn wil in de goddelijke Voorzienigheid. Verkrijg ook nog voor mij, o heiligste maagd Maria, dat ik vi uavolge in de uitoefening van alle deugden, opdat ik ook den bijstand uwer bescherming verdiene in het uur van mijnen dood. Amen.

tornt tot mij, irij al Icd , die belast en beliiden zijt; ik zal u verkwikken! Welke genadestera des Hoeren! Wie heeft ooit iets dergelijks gezien of gehoord ? Zijne vijanden noodigt Hij uit, de schuldigen maant Hij aan, de ondankbaren wekt Hij op rot Hem te komen ! — En verder spreekt Hij: komt allen tot mij en leert van mij! Neemt mijn juk op, en gij zult ruste vinden voor uwe zielen! O verhevene, liefelijke woorden Gods !

Tot u wil ik mij dan ook wenden in mijn lijden — in U geloovende, op U hopende, en U beminnende uit geheel mijn hart, uit geheel mijne ziei, uit geheel mijn ge-

moed en uit alle mijne krach ton; immers buiten I' heb ik niets tewenschen, en Gij alleen kunt mij redden; Rij alleen zijt vol goedheid en liefde jegens allen, die op uwen naam vertrouwen, uwe uitnoodiging opvolgen en U getrouw dienen.

Liefdevolle Verlosser! Gij zijt de Heiland der zondaars, de hoop der ballingen, de kracht der lijdenden, de hulp der verdrukten, een zoete troost voor de beklemde gemoederen, de kroon en de hoogste glorie der zegevierende strijders. Gij zijt het eeuwige loon en de vreugde aller hemelburgers, de eeuwige genadebron voor allen, dus ook voor mij : daarom zij U met den Vader en den heiligen Geest alle eer, tof en dank in eeuwigheid. Amen.

ó Heer! in mijn lijden vlugt ik tot U, vol vertrouwen op uwe barmhartigheid. Ik weet, dat Gij de uwen niet vrr=toot, wanneer zy met een kinderlylc vertrouw en

tot U naderen, met eene goloofsvolle ootmoedigheid bunnen nood klagen en uwe genadige hulp afsmeeken. Sla uwe mcê-warige oogen op mij, en aanhoor de zuoh-teu van mijn jammerend hart.

Zie, gelijk de hagel den oogst des velds verplettert, gelijk de wormen het vermolmende hout afknagen, zoo ook verpletteren mij, zoo ook knagen aan mij de veelvuldige smarten van mijne ziekte en mijn lijden. Ach, erbarm U mijner, wend uwe geesels van mij af en wees mij genadig! Gedenk ü mijner, ü Heer, en geef mij niet den ondergang prijs !

Schenk mij uwe goedheid en bevrijd mij van het heirleger van kwalen, waaraan mijn gebeente als met ketenen gebonden is. Mijn vleesch is met wonden overdekt, door allerlei smarten uitgeput en als het ware niet de daisternissen des doods omtogen. Erbarm U mijner, o Heer! Erbarm U mijner! Erbarm U mijner 1 Amen.

o Mijn God ! ik weet, uit uwe heilige openbaringen, dat zij voor den lieinel uitverkoren zijn , die in dit aardsehe ballingschap veel lijden en hun lijden met geduld verdragen. Sehenk mij, o God, deze deugd van geduld, en te midden mijner smarten, zal ik met den koning David uitroepen ; „ het geduld werd mij door den Heer gegeven ! quot;

Wel is waar heb ik het vaste voornemen gemaakt, alle smarten lijdzaam te verdragen, doch zoodra dezelven mij overvullen , word ik neerslagtig en moedeloos , en verlies ik alzoo de verdiensten van het lijden, wijl ik niet uit liefde voor mijn God, alles met gelatenheid verdraag.

6 Goedertierenste Jesus! ik bid U, verleen mij de gelatenheid en liet geduld , waarmede Gij hier beneden het bitterste lijden doorstaan hebt; schenk mij de kracht, om alle smarten en beproevingen, die mij

ooit mogen tc beurt vallen, met geduld en overgeving in uwen heiligen wil tc doorstaan.

Mijn gekruiste Jcsus! ik bemin U ; mijn hoogste goed! ik bemin ü boven alles; mijn God, mijn rijkdom en mijne liefde I innig berouwt het mij , U door mijne zonden vergramd te hebben. Schonk mij voor het vervolg de krach' der volharding in mijn goed voornemen. Amen.

Zoo iemand uwer droevig is, dat hij bidde; zoo iemand opgeruimd is van gemoed, dat hij lofliederen zinge. Is iemand uwer krank, zoo roepe hij de priesters der Kerk tot zich, cn deze zullen voor hem bidden cn hom met olie zalven in den naam des Hecren. En het gebod des geloofs zal den kranke redden, en dc Heer zal hem opbeuren ; cn zoo hij zonden begaan heeft, zullen hom dezelven vergeven worden. Belijdt elkander uwe zonden, en bidt voor e'kander, opdat gij zalig wordt.

Als Jesus iu Kapharnaiim was aauge-komen, kwam eon hoofdman tot hem, riep hem aan en zcidu : Heer! mijn knecht ligt te huis ledelam en lijdt vreeselijk. Eu Jesns zeide hem ; „ Ik zal komen en hem genezen!quot; En de hoofdman antwoordde hem en zeide: „ Heer! ik ben niet waardig, dat Gij komt onder mijn dak ; maar spreek slechts één woord en mijn knecht zal gezond worden 1 Want ik ook ben een mensch, aan overheid onderworpen , en heb krijgslieden onder mijn bevel; en wanneer ik tot eenen zeg : ga I zoo gaat hij; en tot eenen anderen ; kom! zoo komt hij; en tot mijnen knecht : doe dit! zoo doet hij het. quot;

Als Jesusdit hoorde, stond hij verwonderd en zeide tot hen, die hem volgden ; „voorwaar, ik zegn, zulk geloof heb ik in Israël niet gevonden! Doch ik zeg u , dat velen van het Westen en het Oosten zullen komen, en met Abraham , Izaak en

Jacob in het Rijk des hemels zullen neder-zittcn; maar dat de kinderen dor wereld in de uiterste duisternis zullen geworpen worden , waar gehuil zal zijn en geknars der tanden.quot; En Jesus sprak tot den hoofdman : „ ga heen. en gelijk gij geloofd hebt, zal u geschieden! quot; En in hetzelfde uur was zijn knecht gezond.

ó Mijn Jesus ! ik zie U — uit liefde voor mij — op het altaar opgeoffsrd worden! Steeds wil ik ook voor U een offer van liefde zijn! Welaan, mijn Pleer en God ! ik offer U op mijne ziel, mijnen wil, mijn lijden en mijn leven.

Dit mijn nederig offer vereenig ik, o hemelsche Vader, met het oneindige offer, hetwelk U mijn Heiland, Jesus Christus, eenmaal aan het kruis heeft opgedragen, en hetwelk hij dagelijks, en wel in dit verheven oogenblik, op eene onbloedige wijze vernieuwt.

verdiensten van .Josus Christus, en schonk mij de genade, hetzelve dagelijks te vernieuwer. Geef dat ik mij zei ven geheel afsterve , om alleen uw offer te blijven.

tieretie God, dat ik vol overgeving, met tot vertrouwen en gelatenheid, dien doodgt;trijd

uwe voorspraak . de groote genade eener op volkomene gelatenheid in al de smarten.

ó Mijn God! redelijk en billijk is het, dat ik mijn geheele loven in boetvaardigheid doorbreng; want, als ik terug-blik op mijn afgelegden levensloop , dan vind ik redenen genoeg, die mij moeten aansporen tot werken van boetvaardigheid.

Doch niet minder ben ik verpligt, TJ te loven en te prijzen, zelfs te midden van mijn lijden, hetwelk Gij, als den geesel en de straf voor mijne zonden , over mij afzendt; immers U komt alle glorie en verheerlijking toe, want Gij zijt een Oceaan aller volmaaktheden, een afgrond van wijsheid, inagt, glorie, grootheid, rijkdom eu majesteit, waarin zich alle volmaaktheden, die in den hemel en op de aarde denkbaar zijn . vereenigen.

Met U vergeleken schijnt alle schoonheid misvormd, alle rijkdom arm, alle sterkte zwak, alle wijsheid onwetend en alle ge-neugte bitter! Gij zijt de allervolmaaktste! Tn grootheid zijt Gij oneindig. in kracht

nlmagtig, iu goedheid onuitputbaar, in wijsheid onbegrensd, iu uwe vonnissen vrceselijk , in uwe oordeelcn regtvaardig, in uwe gedachten verheven, in uwen wil heilig, in uwe werken zegenvol, in het verdragen der zondaars langmoedig, in de opname der boetvaardigen genadig, in het beschermen en troosten der bedroefden eindeloos barmhartig!

Ook mij hebt Gij in mijne ziekte met de volheid uwer barmhartigheid overstroomd; laat mij met de kooren der zalige geesten, welke U huldigen met jubel en aanbidding, uit het diepste mijns harten ook tot U roepen ; heilig! heilig! heilig is God. de Heer des heelals! Hemel en aarde zijn vol van zijne heerlijkheid! Amen.

Almagtige, eeuwige God! Gij God onzer vaderen ! ik bid U, verhoor mijn smee-ken , hetwelk ik uit mijn lijdensvolle hart, voor mij en alle hulpbehoevenden, tot U verhef; zend uwen vrede in mijne ziel en

Ik bid U, o Heer, ook voor den vrede der geheele wereld en voor do eendragt in uwe heilige Kerk.

Ilk bid U, om hulp en redding voor de gebeele Christenheid.lk bid U, om hulp en redding voor de gebeele Christenheid.

Tk bid U, o Heer, bevrijd mij en uwe dienaren van alle mistroostigheid, van alle gevaren des ligchaams en der ziel, van allen nood en hetrainpzaligesterven in de zonde.

Ik bid U, o Heer. voor de zaligheid van alle geloovigen, die ro7id uw altaar geschaard zijn. Heb medelijden met mij en niet allen: red, o (Jod, uw erfdeel. Bevorder de uitbreiding uwer heilige Kerk, door de magt van het dierbare en levendmakend kruis.

Ik bid U, o Heer, verleen mij en allen uwen dienaren, alles wat voor onze ziel en ons ligchaam noodig is. Geef ons uwen zegen, o Gij de beste Leidsman, de onvermoeide Besehermer van onze ziel en ons ligchaam. Verleen mij en allen, dat wij van nu af, al de dagen van ons leven in geene zonde vallen, en uwen

wil met ijver betrachten; scheuk ons de gezondheid des ligcbaams, opdat wij -U met een vrolijk gemoed dienen; verleen ons een christelijk uiteinde en de uitspraak uwer genade, wanneer wij voor uw vreese-lijken regterstoel verschijnen. Amen.

ó Mijn Jesus, die waarlijk en wezenlijk iu het allerheiligste Sakrament tegenwoordig zijt! iioL' zeer trekt Gij. door uwe wondervolle liefde, alle harten tot U, zoodat zij innig getroffen door de magt uwer eindelooze goedheid, zonder ophouden, met alle hun mogelijke liefde, voor U kloppen.

ö Mijn Jcsus! ook mijn hart, ja, mijn armzalig hart v, il U beminnen en zich steeds aan de dienst uwer liefde toewijden , waarin ik hoop te leven en te sterven. Neem mij genadig aan, o mijn Heiland, en handel met mij naar uw welgevallen.

O mijne liefde! laat mij in alles aan U gelijk worden. O mijne liefde! ik wil niet langer meer klagen, al mag mijn lijden

nog grooter, al mogen mijne smarten nog prangender worden; want ik weet, dat al deze scLikkingen, welke uw werk zijn, uit uw liefderijk hart voortkomen en eenig en alleen mijne zaligheid ten doel hebben.

6Goddelijke Voorzienigheid! hoe lief zijt Gij jegens mij. ö God mijner liefde! uw welgevallen zal ook mijn welgevallen, uwe geboden zullen ook mijne verlangens zijn, en uw wil alleen in mij heerschen. Ach, verleen mij slechts, dat, even als Gij uit [ liefde voor mij aan het kruis verheven | werdt, ik ook aau mijn kruis, door geduld en overgeving in uwen wil, tot ü verheven en aan uwe genade deelachtig worde. Amen.

o Onbevlekte Lam, schuldeloos Slagtoffer, hetwelk door uw heilig bloed en door uwen dood, de zonden der menamp;chen hebt afgewasschen : wasch ook mijne zon- t den af, en laat niet toe, dat zoo vele droefheid en smarten voor mij vruchteloos worden.

verlaten , treurig , bedroefd tot den dood , met bloedig zweet bedekt, en dan nog 'gelaten in den wil uws Vaders : sta mij bij, opdat ik met gelijke overgeving als Gij alle beproeving aanneme, welke uwe goedheid mij heeft toegezonden en nog zal toezenden.

ó Mijn Jesus! die valschelijk aangeklaagd en bespot, en met de snoodste verachting zijt mishandeld geworden ; leer mij het mensohelijk oordeel, en de grootste bespottingen geduldig- verdragen.

8 Mijn Jesus! die door de geeselroeden gepijnigd, met doornen gekroond en smartelijk verwond zijt geworden; uit liefde voor ons menschen leer mij , uit liefde tot U , alle wederwaardigheden en smarten van dit aardsche leven geduldig verdragen.

6 Mijn Jesus! die den beulen overgeleverd en tot den smaadvolsten dood zijt veroordeeld geworden : schenk mij de genade , dat ik nooit ongeduldig worde en in gelatenheid mijne dagen doorbrenge.

Ó Mijn J esus! die met den zwaren last van het kruis beladen werd : ik wil in uwe voetstappen treden, en vereenig mijn krui-met het uwe; verleen mij echter de genade,

dat ik liet, met dezelfrle zielskracht, met dezelfde gel atenheid dvag-e. gelijk (.iij het uwe gedragen hebt.

o Mijn Jesus! die aan het kruis zijt verheven geworden : trek mij tot U omhoog. Ach! Gij zijt voor mij gestorven; bewerk nu ook genadiglijk, dat ik voortaan niet anders leve, dan voor U, eu dat ik, met ü gekruist, naar niets anders strove, dan om U te beminnen eu in alles Ü aangenaam te zijn. Amen.

ó Mijn goedertierenste Jesus ! wil toch mijn hart opnemen in uw hart , eu het met uwe liefde ontvlammen, gelijk een droog en dor voorwerp in het vuur ligtelijk tot vlammen opstijgt; moge mijne ziel geheel met U vervuld worden en Gij in mij ver-blij veu, opdat al het aardsche mij bitter, alle zinnelijke lust mij als gift toesehijne.

Laat mij geheel rusten in uw Caodlieid, waar geoue aardsche lust, maar hemelsche vreugde des geestes heerseht; zoodat de ziel, niet uwe genade begunstigd, van za-

ligheid doordrungen, niets anders guvüolc, dau do vveugde welku zij iu U smaakt — gelukzalig door alle eeuwen. Amen.

ó Mijn God en Heer! zie genadig neder op uw arm, zwaar beproefd schepsel, Letvvelk onder den laat van zijn lijden gehukt gaat. L'we banden, die voor mij met nagelen aan het kruis gehecht zijn, hebben mij immers geschapen en naar uw beeld gevormd. Verlaat daarom niet, o Heer, het werk uwer banden; betracht uwe heilige wonden, waarin uwe genade mij heeft ingeschreven; lees dit schrift der liefde, en geef mij, zoo het tot mijne zaligheid dienstig is, de gezondheid mijns ligchaams terug.

verdorde krachten. Spaar mij, o Heer, en vergeef mij , dat ik mij durf vermeten, zoo

tot mijn almagtigen God te spreken. quot;Vergeef het mij, want mijne pijnen en smarten, nopen er mij toe. Ik ben krank en roep ü. mijn waren Geneesheer, om hulpe aan.

Jesus van Nazareth! erbarm U mijner, wees mijn redder, beur mij weder op. Red mij. Gij mijn leven en zaligheid; want Gij. o Heer en God, kunt mij redden.

o Allerheiligste Maagd Maria! welke ver-ligtingen bemoediging vind ik , gedurende mijn lijden, in de gedachte, dat gij een toevlugtsoord voor de bedrukten zijt.

ö Mijne liefderijke Moeder en voorspre-keres! zie hoe armzalig ik thans ben en in welke gevaren ik mij bevind; bid voor mij, en laat niet na voor mij te bidden, tot dat gij mij eenmaal, vrij van alle gevaren, zalig in den hemel ziet. Amen.

op het nederigste uwe blikken slaat : diep voor U ter nedergebogen bid ik U. zend mij uwe genade totheil en vrede mijner ziel. Zegen f mij met uwen hemelsolien zegen, die mij niet kan onttrokken worden. Amen.

GeuadigsteHeerJesusChristus! verleen mij. dat ik altijd met liefde en dankbaarheid het offer uwer eiudelooze liefde ge-denke, en het geheim van uw ligchaam en bloed op eene waardige wijze vereere; opdat ik altijd — in gezonde en zieke dagen — | in de zegenrijke vrucht uwer verlossing troost vinde. Bestier mijne gedachten, woorden en werken tot aan het einde mijns levens. Door de oneindige kracht van uw verzoeningsdood, erbarm ü o^r mijne arme gt; iel. wanneer zij eenmaal van dit lig-chaam zal scheiden, en neem haar iu uw eeuwig verblijf op, waar Gij met den Vader en den heiligen Geest leeft en heerscht. God van eeuwigheid tot eeuwigheid. Amen-

Jesus Cliristus, Verlosser der wereld! Gij zijt di^ opstandingen het leven, Gij zijt onze redder en Zalilt;rmaker. Let heil der wereld, de middelaar tasschen God en de menschen, dc regter der levenden en der doodeu. Zie, wij smeeken tot U. den Alziende en Alwetende, in ootmoed en met een vermurwd hart. Wij bidden tot U, gelijk Gij wilt dat wij bidden, voor de afgestorvene geloovige zielen : stort uwe genade than- diep in onze harten, opdat wij duidelijk inzien . hoe alles ijdcl is op deze wereld, en alleen rust en vrede is in U ; opdat wij, van alle zonden gereinigd. U dit heilig Misoffer opdragen voor dezielen der afgestorvenen, vooral voor die, welke wij heden bijzonder willen gedachtig zijn. Am.

6 Gorl! Gij doorgrondt onze harten; Gij weet, dat ons vertrouwen alleen steunt op uwe vaderlijke goedheid, en dat wij ons, in den naam van Jesus Christus, tot ü wenden om redding en erbarming, totU alleen. Erbarm U over de afgestorvene ziel voor welke dit heilig Misofïer wordt opgedragen. God! erbarm U over haar; Jesus Christus, die voor allen gestorven zijtdie in U gelooven , erbarm U over haar. Amen.

Erbarm U, o God, over deze afgestorvene ziel, naar de grootte uwer barmhr,;-tigheid, en wiseh hare zonden uit, naar de volheid uwererbarmingen. Wasch haar van hare ongeregtigheid en reinig haar van hare zonden ; want hare ongeregtigheid , o fiod , erkent zij wel, cn hare zouden zweven haar immer voor oogeu, wanneer Gij U niet erbarmt. Voor U, o God, heeft zij gezondigd en ongeregtigheid voor U gepleegd, toen zij nog wandelde in het vleesch van dit leven. Wees hare zwakheid indachtig.

o Hoor. on schold haar do straffen kwijt, wolko zij voor hare zonden nog moot. verduren; want zie, in ongoreprtigheid zijn wij ontvangen. Doch. o Hoer. Gij weet alios en wij willen U niets verbergen. Bo^proci met den zegen uwer barmhartige genade deze afgestorvene ziel, opdat zij, gereinigd van allo vlekken dor zonde, door uwe genade versierd worde met het kleed dor onschnldigen. Laat haarde stem van vreugde en troost hooron, en zij zal zich in U verheugen, o Heer. in eeuwigheid. Wend uw aangozigt. van hare zonden af on vergoot al hare ongeregtigheid. Eoi-nig haar. o Hoor, opdat zij uw heilig aanschijn aanschouwen mag. Verwerp haar niet van uw aangozigt en wond hot oog uwer barmhartige liefde niet van haar af. Schenk haar, o God van liefde en barmhartigheid, de vreugde uwer zaligheid , opdat ook zij, in voreoniging mot allo hemelgeesten U aanbiddend. op ons nedorzie , die nog, als pelgrims in dit loven, struikelen en hopen.

ó God. onze God en Heiland! bevrijd allen die in U ontslapen zijn en den dag der verlossing reikhalzend te goinoet

zien . van allo schuld der zonde; dauzullen wij ons verheugen in U, o Heer, en U lofliederen zingen zelfs in onze droefheid. Ja. Heer, op U hopen wij; verlangt Gij zoenoffers voor onze overtredingen , gaarne zullen wij Ü die opdragen: dooh een vermurwd en boetvaardig hart is een offer wat U welgevallig is; een ootmoedig en nederig hart, o God, zult Gij niet verachten. Wees genadig, o Heer, onze God, onze eenige hulp en toevlugt; wees genadig en handel met onlt; en alle afgestorvenen . bijzonder mot de ziel voor welke U dit heilig offer wordt opgedragen. naar uwe goedheid, opdat wij allen die eeuwige zaligheid mogen verwerven. Amen.

Broeders! wij willen u niet in onzekerheid laten omtrent de ontslapene zielen, opdat gij niet treurt, zooals de heidenen, die geene hoop hebben; want, gelijk wij gelooven, dat Jesus Christus gestorven on verrezen is, zoo ook zal God allen . die in Christus ontslapen zijn , met hem ter verrijzenis voeren.

In dion tijd sprak Martha, du zuster van Lazarus, tot Jüsus : Heer ! waart Gij bier geweest, mijn broeder zou niet gestorven zijn; doch nu ook weet ik. dat alles wat Gij van God verlaugt, God U geven zal. En Jesus zeide tot Martha : uw broeder zal opstaan. Eu Martha antwoordde , ik weet dat hij zal opstaan bij de opstanding ten jougsteu dage. Jesiis antwoordde en sprak : ik ben de opstanding eu bet leven. Wie aan mij gelooft, zal leven, wanneer hij ook gestorven is; en ieder die leeft en aan mij gelooft, zal in eeuwigheid niet sterven.

Almagtige. eeuwige God! op het heilig altaar van het gezegende hart uws eengeboren Zoons Jesus Christus, ofl'er ik U op voor mij. arme zondaar, eu voorde ontslapene ziel van..... de wonderbare glorie,

«aarmede Gij uwe lieve heiligen in den hemel verheerlijkt en zalig maakt; met dezelfde intentie draag ik U op de volheid der hemelsche rijkdommen, waarmede Gij

de heiligste Mangd Maria 7,00 milddadig bedeeld hebt; erenr.oo draag ik U op de' overmaat van genaden, welke Gij, uit de pcbatkamer der lieiligste Drievuldigheid, over de menschlieid van Jesus Christus, onzen Verlosser. hebt uitgestort. die steeds uw goddelijk welgevallen betrachtte en uw rijk overal uitbreidde: en eindelijk offer ik U nog op de grenzelooze en onuitputbare rijkdommen van gelnk en zaligheid . welke uw goddelijk wezen in zich bevat. Ach, laat ook de ontslapene

Al mastige, een wige God! op het hei 1 ig a 1 -taarvan het gezegende hart uws cengeboren Zoons Jesus Christus . wil ik U deze offerande niet alleen voor thans, maar voor al de dagen mijner pelgrimschap opdragen ; en wel in vereeniging met alle offeranden, die U ooit zijn of zullen worden opgedragen , en vooral in de innigste vereeniging met het kostbaarste offer, hetwelk uw beminde Zoon , aan het heilig kruis onder de wreedste folteringen . U heeft opgedragen

en iu dit oogoublik vernieuwt. Laat dc vmcliten dezer offeiaiide mij en der ziele

o Jesus! die hier ouder de gedaante van brood, met Godheid en menschheid, tegenwoordig zijt : L aanbid ik; tot U smeek ik om barmhartigheid voor de lijdende zielen in het vagevuur.

o Jesus! die bier ouder de gedaante van wijn, met Godheid en menschheid, tegenwoordig zijt: U aanbid ik, tot L' smeek ik voor de zielen in het vagevuur, dat Gij haar in het genot uu er glorie eu in het verblijf der eeuwige zaligheid wilt opnemen.

Iu den geest der liefde zijn wij voor ü, o Jesus, alle afgestorveuc geloovige zielen indachtig, bijzonder die van onze ouders, broeders en zusters, van onze geestelijke eu ligchamelijke weldoeners, eu vooral de ziel, waarvoor dit heilig Mi.-ulfer wordt opgedragen,Ookzijziju door U \rijgekoclit.

o Heer, erbarm U over haar; reinig haar van de zonden, waarvoor zij, bij haar in-tredcTi in de eeuwigheid. niet genoegzaam geboet hebben; voltrek eindelijk hare gelukzaligheid naar uwe alwijze goedheid, en voer ons eenmaal allen, na doorstanen proeftijd, in de woningen der uitverkorenen , in den Hemel, tot uwen en onzen Vader, tot uwen en onzen God , tot wien wij ons in het geloot wenden . terwijl wij het gebed tot hem rigten . hetwelk Gij ons zelf geleerd hebt.

Onze Vader die in de hemelen zijt. Ik bid Ü ootmoedig, vergeef den lijdenden zielen, die de zaligheid uws aan-schijns moeten derven; vergeef haar, dat zij L', haren heiligen, liefdewaardigen Vader, niet altijd zoo bemind hebben, gelijk zij moesten, maar zich dikwijls aan ondank en ongehoorzaamheid jegens U hebben schuldig gemaakt. ïur voldoening voor hare zonden offer ik U de liefde en vereering op, welke uw dierbare Zoon

U altijd op aarde bewezen heeft, en waardoor Hij voor al onze ualatighedcn zoo ruimschoots voldaan heeft.

Geheiligd /.ij uw naam. Vergeef, o eeuwige, barniliartige Vader, allen afgestorvenen, die van hunne fouten en gebreken, gelijk het goud in de smeltkroes, gereinigd worden; vergeef hun, dat /.ij uwen naam niet immer waardig geëerd, niet altijd in heilige vreeze voor IJ gewandeld, en /.ieh zoo dikwijls den naam van christenen hebben onwaardig gemaakt. Tot voldoeniug voor deze zonden draag ik U op de volmaakte heiligheid uws Zoons, waarmede Hij uwen boven alles geprezen naam, door leer en voorbeeld, zoo zeer verheven en in al zijne handelingen verheerlijkt heeft.

Laat ons toekomen uw Kijk. Vergeef, o God des vredes, allen afgestorvenen die nog niet het zalig verblijf des vredes zijn binnengetreden : vergeef hun, dat zij niet altijd naar ü en naar uw Rijk, waarin alleen rast en eeuwige vrede igt;, metdat verlangen, met dien ijver gestreefd hebben, gelijk het hun pligt was te doen.

Voor ul liuuuo traagheid in het goede, offer ik U Dj) de zuivere wenschen van uw Eengebcrene, waarmede Hij zoo liefdevol de harten der meuscheu trachtte te winnen, opdat zij zijne medeërfgena-men worden zouden.

Uw wil geschiede op de aarde als iu den hemel. Vergeef, o liefde-vuile Vader, allen afgestorvenen, die nog verre van U' naar uwe vaderlijke tegenwoordigheid reikhalzen; vergeef hun, dat zij niet altijd uwea heiligen wil boven hun eigenwil gesteld hebben; dat zij deiizelveu niet altijd gehoorzaamd, maar zich dikwijls door hunne lusten hebben laten wegslepen. Tot voldoening voor hunne wederspauuig-heid , offer ik ü op do kinderlijke overge-ving van uwen goddelijken Zoon en zijne volkomene gehoorzaamheid, welke Hij in de wreedste beproevingen bewezen heeft, en waarmede Hij uwen wil opvolgde tot iu den dood des kruises.

Geef ons heden ons dagelijksch brood. Vergeef, o liefderijke Vader, allen afgeatorveueu, die naar den hemel-sclien maaltijd reikhalzend verlangen; ver-

geef hun, dat zij het genaderijk Geheim des altaars niet altijd mot dat geloof, met die liefde en aandacht ontvangen hebben, waarmede zij tol hetzelve hadden moeten naderen. en alzoo hunnen goddelijken Verlosser menigmaal in een onwaardig , hart hebben opgenomen. Voor deze overtredingen offer ik U op de innige liefde . de onuitsprekelijke welwillendheid, waarmede Hij dit allerheiligste Sakrament tot onzen troost en ouze zaligheid heeft ingesteld.

Vergeef ons ouze schulden, gelijk wij vergeven onzen schuldenaren. Ik bid U ootmoedig, o algoedc Vader, vergeef allen afgestorvenen de zonden die zij in hun leven begaan en waarvoor zij nog niet genoegzaam geboet heb-ben : vergeef hun alle gevoelens van haat of afgekeerdheid, welke zij jegens hunne medeinenschen in het hart gedragen hebben. Ik offer U daarvoor op het grootmoedige, het goddelijke gebed, hetwelk uw beminde Zoon, aan het kruis, voor zijne vijanden , tot uw liefderijk vaderhart gerigt heeft.

En leid ons niet in bekoring. Ik biil U; o genaderijke Vader, die niemand verzoekingen boven zijne krachten toezendt ; vergeef onzen afgestorvenen mede-oii ristonen . dat zij aan de verzoekingen en de kwade lusten niet altijd weêrstand sreboden, maar zich dikwijls hebben laten medeslepen door het schijnschoon der val-sche en bedriegelijke vreugde , door den lu^t der oogen en des vleesches , en door den hoogmoed der wereld, en alzoo hunne onschuld verloren of bevlekt hebben. Voor at deze zonden draag ik U op de glorierijke zege van onzen goddelijken Verlosser . waarmede Hij de wereld en den boo-zi;n vijand overwonnen heeft; ik draag L-op zijnen heiligen levenswandel. zijne liefde tot armoede, zijne zuiverheid, zijnen ootmoed, zijne vermoeijenissen en zijnen arbeid, zijn leven en sterven.

6 Eeuwige Liefde, die niet den dood des zondaars wilt, maar dat hij zich be-keere en leve : verlos al ie ledematen der lijdende en strijdende Kerk van alle kwaad

en alle straffen . door de verdiensten van uwen Eengeborene, en voer ons het rijk uwer eeuwitce heerlijkheid en zaligheid binnen.

ó. Kon ik U thans, beminde Jesus, in hi-t heilig Sakra ment met den priester, ont-vangen ! Ik offer U de werkelijke Communie des priesters en deze mijne geestelijke Communie op. voorde zielen in het \age-vuur, bijzonder ter voldoening voor alle nalatigheid en laamvheid in het ontvangen van het allerhei 1 i^ste Sakranient des altaars , waaraan zij zieh mogen hebben schuldig gem aakt.

ó .lesus! blijf in mij . opdat ik door 1 al mijn gebed, al mijne, «roede werken, ;,l mijn geduld en lijden, op eene des te werkzamere wijze, dagelijks voor de zielen in het vagevuur kan opofferen.

Heinelsehe Vader! seiienk ons de genade, dat wij ons de vermaningen uws Zoons ten nutte maken ; „ zoo lang gij het licht

hebt, wandelt in het lioht. opdat gij kinderen des lichts zijt.quot; Eu laat de gebeden , die wij gedurende dit heilig misoffer voor uwe Majesteit hebben uitgestort, voor de zielen in het vagevuur heilzaam worden. Zij waren op aarde kinderen des lichts ; o laat haar omhoog zweven ter aanschouwing van het eeuwige licht, hetwelk Gij zijt. Wij bidden U, door uwen Zoon, Jesus Christus, die met U leeft en heerscht, in eenheid met den heiligen Geest, van eeuwigheid tot eeuwigheid. Amen.

Hoe verheugen zich nu reeds de zielen iu het vagevuur, dut zij op aarde aan U geloofd hebben, o Jesus, die zijt het licht van het licht, de ware God van den waren (iodl Hoe verheugen zij zich, dat zij L , hot lioht van hemel en aarde, onfeilbaar in eeuwigheid zullen aanschouwen. O voltrek weldra hare vreugde, door haar uw aau-schijn te doen genieten, die zijt het ware licht van eeuwigheid tot eeuwigheid, Amen.

Laat niet toe, o Heer, dat deze dag voor mij rampzalig; worde, dat ik valle, uwe genade verachte en eeuwig verloren ga ! Laat, o Vader des lichts, mij heden door uw licht bestralen , opdat ik niets onder-neme, deuke, spreke of doe, wat U mishaagt, mijnen evenmensch beleedigtof mij zeiven ontheiligt; maar verleen dat ik met den verdwenen nacht alle werken der duisternis aflegge. Laat mij heden in alles aan uw heiligsten wil beantwoorden; behoed mij voor alle booze menschen en gevaarlijke plaatsen, opdat ik in alle gezelschap ver-mijde. wat tot mijn verderf strekken kan;— opdat ik nergens kome, waar mij een ongeluk zou kuunen treffen. — Neem van mij weg alles wat U mishaagt; en zou deze mijn laatste dag zijn, zoo bewaar mij toch voor een rampzalig uiteinde. Amen.

Gij hebt, ioen Gij, om den mensch te verlossen, demensehheid zoudt aannemen, den schoot eenor maagd niet beneden U i geacht.

Gij hebt den prikkel des doods overwonnen, en den geloovigen het Hemelrijk geopend.

Daarom bidden wij ü : kom uwen dienaren te hulp, welke Gij met uw dierbaar bloed hebt verlost.

Laat ons, o Heer, uwe barmhartiglioid ontwaren, gelijk wij op U vertrouwd hebben.

Vader, in wien alles is, ontferm U onzer. Zoon, door wien alles is , ontfermUonzer. Heilige Geest, uit wien alles is, on tf.ü onzer. Heilige en onverdeelde Drievuldigheid , een éénig God, ontferm U onzer.

Wien alleen roem en ecre toekomt. Gij, die ons troost in onzen tegen- ^ spoed, §

Gij, die wonderbaar zijt in uwe werken , Gij, die zijt, waart en wezen zult, Eegtvaardig en vreeselijk in 't gerigt. Glorievol en wondervol in de heerschappij ,

Duor uw geduld en langmoedigheid , Wij, zondaren, wij bidden U, verhoor ons. Dat wij U, den waarachtigen God, steeds en op alle plaatsen belijden mogen, er;

Dat wij U , den éénen God iu de Drie- g; vuldigheid vereeren, en de Drievul-digheid in de eenheid, aanbidden mogen,

But Gij den dwalondeu , om op het pud dcr gerogtig'huid terug te keereu, licht verleenen wilt, wij bidden U, verhoor ous.

Dat Gij aan de geloovige zielen de eeuwige rust gelieft te schenken, wij bidden U, verhoor ons.

6 Allerheiligste Drievuldigheid, verlos ons, 6 Allerheiligste Driev uldigheid, red ous. ó Allerheiligste Drievuldigheid, beziel ons. Heer, ontferm ü onzer.

Almagtige, eeuwige God! die uwon dienaren verleend hebt, de genado van in de belijdenis des waarachtigen Geloofs de glorie der eeuwige Drievuldigheid teerken-nen , en de Eenheid in de magt der heerlijkheid te aanbidden ; wij smeeken U , dat wij door het onwankelbare van dit geloof, voortdurend tegen alle wederwaardigheden mogen beschermd worden. Door onzen Heer Jesus Christus, uwen Zoon, die met U leeft en regeert, in de eenheid des heiligen Geestes, God van eeuwigheid tot eeuwigheid. Amen.

Ons zegene de goddelijke Majesteit en eenige Godheid ; de Vader, en de Zoon , en de heilige Geest.

ü hoogste Drievuldigheid, ü ecnige Almagt, o ondeelbare Majesteit, o alvermogende God! ik verheerlijk U, alhoewel ik slechts de minste uwer dienaren en het onvolmaaktste lid uwer Kerk ben. Ik bewijs U, door hot offer mijner aanbidding, alle glorie, alle eer, welke ik bij magte ben U te bewijzen, als dankzegging voor deken-nis en de magt, welke Gij mij genadiglijk genschonkeu hebt, ofschoon ik de ellendigste en onwaardigste aller menschen ben. Ik ben zoo zeer van alles ontbloot, ik beu zoo arm, dat ik niets in mij, noch buiten mij bezit, wat waardig is om aan uwe verhevene Majesteit te worden opgedragen: zoodat ik U slechts wenschen en lofzangen kan opofferen, welke ook nog gaven zijn van uwe barmhartigheid. Deze draag ik U ojj met een rein hart en een opregt geloof.

Ik geloof alzoo uit geheel miju hart. dat Gij, Heer, het hoogste Wezen, de Schepperen de Koning van hemel en aarde zijt; als zoodanig aanbid ik U ; Vader,

Zoon en heilige Geest, die in de Drievuldigheid van persoueii en in Eenheid van natuur bestaat, onligchainelijk, onvevdeeld en grenzeloos zijt; die niets boven noch onder U hebt. wat grooter i.~ dan Gij.

Ik verheerlijk U. o eenige en ware God. in wien geene gebreken, maar alle volmaaktheden iu den hoogsten graad zijn; Gij zijt groot zonder grenzen, goed zonder maat, eeuwig zonder afhankelijkheid van tijd; Gij zijt het leven, en niet aan den dood onderworpen; magtig, zonder eene zwakheid te gevoelen; waar, zonder feilbaar te zijn; Gij zijt overal tegenwoordig, zonder dat Ü iets kan insluiten; Gij vervult alle dingen. zonder eene grens te hebben; Gij doordringt hemel en aarde, zonder dat TJ iets wederstaat; Gij beweegt alle dingen, zonder Ü zeiven te bewegen; Gij verblijft in alle dingen. zonder aan iets gebonden te zijn; Gij hebt alle dingen gesehapen. zonder iets noodig te hebben; Gij bestiert alles, zonder moede te worden; Gij sreeft alles een begin . en hebt zelf nooit een begin gehad; Gij zijt de grond van alles wat veranderlijk is , en zelf onveran-

; tot herstelling dar oneer die den goeden ; God wordt aangedaan door de godslastering cn de ontheiliging van

• liefde cn aanbidding waardig zijt, ik kniel ; voor uwe voeten neder, het hart vol van . droefheid en leedwezen om den smaad die

majesteit rechtstreeks aangedaan, een hel-sche hoon, een nieuwe kaakslag het heilig i : Aangezicht van Uwen Goddelijken Zoon ; Josus toegebracht; eene misdaad zonder ^! ; verschooning, die slechts haar oorzaak vindt ; in de zucht der schuldige ziel om te zondigen, en de blijken geeft van den haat die ; zij U, allerliefde waardige God, toedraagt. ! Vergeving, o mijn God, vergeving voor de

ongclukkigen die uwen oneindig beiuinnP_:lijken naam vloeken ; vergeving, o mijn üoil, vergeving voor de godslasteringcn.Och kon ik die voorkoraen.ware liet slechts ! Ik ware bereid U daartoe op te otteren, o mijn God, : • al wat ik bezit, al wat mij aangaat; heel ; ; mijn leven ! Edoch wijl mij zulks onmogelijk ; is, om U dan, o goede God, van mijnen i goeden wil en mijne liefde te doen blijken, ! wil ik alles aanwenden wat ik kan, om de ;

godslasteringen te voorkomen en neem mij _;s voor telkens wanneer ik, helaas! eene gods- ; ï lastering ondanks mij moet hooren, U toi ■ vergelding en eerherstel onmiddellijk aan te 1 bieden de oneindige verdiensten van Uwen ; beminden Zoon, O. li. J. C.; voor al wat ■, i Hij uit liefde tot ons en tot Uwe onein-

' dat bespuwd en bevuild door Zijne wreede , J beulen, onkenbaar word onder hunne ruwe .

gt; kaakslagen en onder het blond,_ dat van zijn j i zoo pijnlijk met doornen gekroond hooid , ï over zijne heilige wangen vloeide.

En mijne droefheid en smart voel ik ten ï hoogste stijgen, o mijn Ood, bij het aan-; schouwen, dat naarmate de godslasteringen ; toenemen, de eer U verschuldigd, door het : vieren van do U toegewijde dagen in akten . ï van aanbidding en lietde, vermindert He- j ; laas! de menschen worden zoo aan het stot ^s gehecht, dat zij thans, meer nog dan ten

tijde van den profeet Ezechiël uwe heilige dagen vevwaarloozen en ontheiligen en slechts tijd vinden voor liet najagen van

aardsche goed'oren en de genoegens van deze ; wereld. Uwe tempels worden verlaten. Uw heilig woord niet meer aanhoord, de li. Sa-

versehuldigden eerbied, liefde en ouderwer- ; ping te bewijzen en te doen bewijzen.

lo naam. Vader, Zoon en lieilige Geet;;, .■...i nu en in alle eeuwen door allo volkeren geloofd, gezegend en geprezen.

O duizendmaal gezegende God, aanschouw het gelaat van Uwen beminden Zoon Jesus; aanschouw Zijn lijden en Zijne verdiensten en Gij zult ons redden. Amen.

devlijk; Gij zijtoneindia: in uwn grootheid . iilmagtig in uwe magt, onmetelijk in uwe goediicid. onbegrijpelijk in uwe wijsheid , vreeselijkin uwe raadsbesluiten, regtvaar-dig in uwe oordeel en, ondoordringbaar in uwe gedachten, waar in uwe woorden, heilig in uwe werken, rijk aan erbarmingen, geduldig jegens de zondaars, barmhartig jegens de boetvaardigen.

Ik aanbid Ü, die immer dezelfde zijt. welke Gij van eeuwigheid waart; die onsterfelijk . onveranderlijk en oneindig zijt; die in de grenzelooze ruimten zonder uitgestrektheid, in de engste plaatsen zonder grenzen tegenwoordig zijt. en door geen ligchaam zijt ingesloten. Ik aanbid U, heilige Drievuldigheid, God van mijne ziel en van mijn hart, die een wil hebt. welke niet verandert, die zonder driften zijt. welke uwe rust verstoren, en noch door droefheid ter neergeslagen of door vreugde wordt opgewekt; wien de verbetenheid n iets onttrekt , wiensgeheugen niets terugvindt, wat het verloren had; voor wien alles wat geweest is en wat zijn zal, tegenwoordig is, zonder dat het eene voorbijgaat

en het andeïB daarop volgt; die noch oorsprong, noch begin hebt, van eeuwigheid tot eeuwigheid leeft, en eene onvergankelijke heerlijkheid, eene oneindige magt, de grootste eer, eene eindelooze zaligheid en een eeuwig rijk bezit.

Almagtige, eeuwige God! wij vieren thans den genaderijken tijd van den heiligen advent, waarnaar de Patriarchen en Profeten zoo reikhalzend verlangd hebben. Wij herdenken thans het liefderijk geheim der menschwording van uwen Zoon Jesus Christus, hetwelk zoo vele Koningen en Profeten verlangden te zien en toch niet gezien hebben. Wij herdenken thans de troostvolle aankomst van den zoo lang ge-wenschten Messias, die der geheele wereld cu allen deugdzamen zoo veel vreugde heeft aangebragt. Verleen mij de genade dit goddelijke werk naar waarde te betrachten, en uwen lieven Zoon voor deze groote wel-

daad den verschilIdigdeu dank te betuigen. O hoogwaardig geheim der menschwording mijns Heeren Jesus Christus ! wie vermag u te verstaan en naar waarde te betrachten , daar de negen kooren der Engelen en alle bewoners des hemels , in alle eeuwig-beid, u niet volmaakt kennen en genoegzaam prijzen kunnen ! O oneindige God ! hoe groot is uwe liefde voor het men-schelijk geslacht, dat Gij, om hetzelve te verlossen, uwe verhevene godheid hebt willen vernederen en onze armzalige mensch-heid aannemen 1 O hoogste Koning van hemel en aarde! uwe majesteit is zoo verheven, dat alle koningen en keizers der aarde, bij ü vergeleken, minder zijn dan de armste bedelaars. O ondoorgrondelijke God, wiens majesteit oneindig, wiens wijsheid onbesefbaar, wiens goedheid onmetelijk, wiens rijkdom onuitputbaar, wiens glorie onbegrijpelijk is! wie heeft U toch bewogen, dat Gij een zwak en magteloos kind hebt willen worden? O God, hoe groot is ! uwe goedheid! hoe verre heeft U de liefde gebragt, welke U uit den schoot uws Vaders in het ligehaam ecner Maagd heeft

doen nederdalen! Waarom anders hebt Gij. dit groote werk volbragt. dan om ons, opdat wij niet eeuwig zonden verloren gaan ! Gij hadt ons niet noodig', wijl Gij zonder ons oneindig gelukzalig waart; doch uwe goedheid was zoo groot, dat Gij U liever aan de uiterste ellende hebt willen prijs geven , dan ons rampzalig te zien. O minnelijke Jesns! hoe zal ik U deze weldaad vergelden, wijl ik niets heb. dan ellende en armoede? Zie, ik otter U op ligchaam en ziel, met alle krachten en zintuigen, en wil dezelven. gedurende dezen heiligen tijd van den advent, geheel aan uwe dienst wijden. O mijn lang gewenschte Messias, allerliefelijkste kind Jesus! ik verlang met vreugde U op te nemen en U in mijn hart eene waardige woonplaats te bereiden. Gezegend zij uwe liefde, welke U van den hemel heeft doen nederdalen; gezegend zij uwe barmhartigheid, welke U tot een zwak kind gemaakt heeft. Wijl ik U niet genoeg loven en zegenen kan, zoo bid ik alle Engelen en Heiligen, dat zij U met mij willen prijzen en verheerlijken, en U voor deze onbegrijpelijke liefde dankzeggen.

6 Geuadigste Jesus! die ter mijner liefdeuit den hemel zijt nedergedaald en de men-schelijke natuur liebt aangenomen: ach, laat niet toe, dat de verdiensten uwer hei-h lige menschwording aan mij verloren gaan, maar geef dat zij mij tot de eeuwige zaligheid mogen helpen. Amen.

o Eerbiedwaardige en in eeuwigheid gezegende dag der Onbevlekte Ontvangenis van Maria ! wees gegroet uit geheel mijn hart, en in naam aller menschen vereerd en verheerlijkt. O, hoe verheug ik mij, dat ik u weder beleefd en van God de genade bekomen heb, mijne beminde voorspreke-res Maria aandachtig te mogen vereeren 1 O genaderijke dag! hoe zal ik u waardig prijzen , daar God u zoo zeer verheven heeft. Liefelijke, aangename dag! ik groet en verheerlijk u nogmaals en verlang u alle uren, alle oogeublikken op nieuw te

begroeten en te vereeren. Immers gij zijt alle eer waardig, want met u is ons heil begonnen en als het ware de steen onzer verlossing gelegd geworden. O gij Cherubijnen en Seraphijncn, die in den hemel een loflied ter eere van de Onbevlekte Ontvangenis van Maria zingt! helpt mij dezen dag de zonder vlek ontvangene Maagd waar-d ig prijzen en uitroepen: de Moeder des Hee-ren, Maria is ontvangen. Alleluja! Het heil der wereld is aangebroken. Alleluja ! Het gulden uur der genade is geslagen. Alleluja! Laat ons jubelen en den genaderijken God lofzingen! Laat ons de zonder erfzonde ontvangen e Maagd begroeten en verheerlijken! O Heer, Jesus Christus! ik bid ü, dooide liefde van Maria, verleen mij dat ik dezen dag eerbiedig doorbrenge, opdat ik | uwe genade verwerven en behouden mag. Ik draag U op alle goede werken, welke j heden gedaan worden, en beveel mij in dezelven zoo krachtig als mogelijk is. O allerzaligste, zonder zonden ontvangene maagd Maria! op dezen genadevollen dag-kom ik tot u en bid u, door uwe Onbevlekte Ontvangenis ; verkrijg voor mij, dat

ik den geest der genade ontvange en van nu af uwen Zoon met meerder trouw diene. Amen.

Wees geprezen, o Gij die komt in den naam des Heeren, en die zelf de Heer des hemels en der aarde zijt! Kom, mijn heil, kom, mijne glorie, de wensch en het geluk mijner arme ziel! Ik aanbid U , mijn God , geboren in mijn vleesoh; ik aanbid dit heilig ligchaam, deze ziel, deze Godheid, deze liefde en oneindige barmhartigheid, waarmede Gij tot ons gekomen zijt. Gij ver-¹ schijnt op deze dorre, van alle goed beroofde , van alle kwaad vervulde aarde; Gij bevindt U te midden van zondaars, en arme herders onderhouden zich met U. Uit de aarde hebt Gij een hemel gemaakt, en uit een stal een paradijs. De Engelen dalen uit den hemel, om U op aarde te aanbidden. Ons oord van ballingschap is thans een oord van glorie T)e zangen der hemel-

sche geesten weergalmen in dit dal van tranen. Het paradijs is overal, waar Gij' zijt; want voor de zielen, die U beminnen, zijt Gij een paradijs van geestelijke wellusten. Bij ü, o Heer, is alles rein, alles heilig, alles rustig, alles zoet, alles liefelijk, alles gelukkig.

Wanneer Gij, o mijn God, ons opzoekt, zonder van ons gezocht te worden , en wanneer Gij in ons ellendig verblijf komt, zonder te zijn uitgenoodigd , o wat zult Gij dan voor de ziel brengen, die naar U reikhalst, die U uitnoodigt, die U roept! Tk roep tot U, o goddelijke Jesus, uit al mijne krachten ; kom Heer, treed binnen in mijne sdel en vervul ze met uw licht! Doe mij het goede kennen en verlangen, en help mij hetzelve verrigten; want wij zijn zoo arm, dat wij uit ons zelven, zonder uwe genade, niets kunnen denken , niets begeeren, niets doen, wat ons helpe ter zaligheid.

ÖGo'ldelijk Kind ! hoe verschillend zijt Gij van hetgeen Gij schijnt. De mensche-Hjke oogen kunnen in U slechts zien een klein , zwak kind , rillend van koude, ge-

legen tusschen dieren, als een verworpe-ling der fiarde; en toch zijt Gij de Zoon des eeuwigen Vaders, zijn glans en glorie, de oneindige God, de vreugde der zalige i geesten, de wellust van ben die U beminnen, de rust van ben die U bezitten. Hoe groot en hoe klein zijt Gij te gelijk, goddelijk Kind ! Gij verbergt den glans uwer Majesteit, God van glorie, opdat wij men-schen zonder vrees tot U zouden naderen en vertrouwelijk met U kunnen omgaan. Want wie zou het wagen voor U te verschijnen, wanneer uwe goedheid zich niet toegankelijk maakte? Kom in mijne ziel, goddelijk Kind, en bevredig haar verlangen naar U. Blijf bij mij, rust in mij, toon mij de schoonheid van uw gelaat, vermurw door uwe zachtaardigheid mijn versteend hart, en verander bet geheel in liefde tot U. Mogt ik mij nimmer van ü scheiden; mogt mijn hart krachten winnen, om uit liefde tot U in alles uwen heiligen wil te volbrengen !

o Licht mijner ziel, eeuwige Wijsheid , ware Leven! laat dezelfde liefde, welke U tot zulk lijden heeft aangespoord , in mij

een geheel nieuwen geest schoppendie. mij leert mijn vleesch te haten, gelijk ik het tot nu toe bemind heb.

ó Moeder en heiligste maagd Maria! heb medelijden met mijne ellende; help mij de versteendheid mijns harten breken, de wederspannigheid mijns ligchaams beteugelen, opdat in mij alles aan uw god-delijken Zoon onderworpen zij, en ik aan de vruchten van zijn lijden deelachtig worde. Verkrijg mij de genade mij te beheerschen. Hem te dienen, mij te haten. Hem te beminnen. — O gij, Engelen des hemels, reinste zielen 1 zegt hem dank voor al het goede, wat Hij mij bewezen heeft, opdat de -last des vleesches mij niet ter neer drukke, maar immer aan den geest Gods onderworpen zij. Amen.

geloof met uw bloed, en uwe liefde met het gebed voor uwe vijanden bezegeld; gij zijt de roemrijke eersteling der strijders voor Jesus Christus, de aanvoerder der Martelaren ; gij waart beschut door het ondoordringbaarste schild, verdedigd dooreen onverwinuelijk bolwerk, wijl gij vervuld waart door het geloof en de kracht van God. Deze hielpen u ten zege; met deze werktet gij wonderen uit, overwont gij den boozen vijand en boezemdet uwen vervolgers schrik en verwondering in. Als zij met woorden uwe standvastigheid niet konden doen wankelen, beproefden zij het met steenen : zij doodden wel uweu uiter-lijken mensch, maar niet uwe ziel, die den hemel geopend zag, en de heerlijkheid Gods en den Zoon des menschen aan de regter-hand des Vaders aanschouwde; — zij ver-mogten niets tegen uwe liefde; want gij smeektet tot God omhoog_i : „ o Heer, reken hun deze zonde niet aan!quot; Zoo stierft i gij hier den dood des ligchaams, maar uwe ziel ontving daarboven den krans dei-overwinning, en met dezen het leven der eeuwige zaligheid. — O heilige Stephanus!

zoo wil ik u dan ook navolgen in het bewaren van het heilig geloof, in den kamp voor het geloof aan Jesus Christus ; ik wil mij beijveren aan U gelijk te worden, mijnen vijanden vergeven en hen beminnen. Mogt ik, even als gij, den goeden nooit aanleiding geven tot oneenigheid met mij , en wanneer mij kwaadwilligen bestrijden, voor hen bidden en hen beminnen, naar uiv voorbeeld, eerste martelaar des geloofs en der christelijke liefde! O zaligheid, wanneer ik op deze wijze deu strijd strijde , wanneer ik alzoo de christelijke liefde beoefen, en eenmaal zalig in den Heer ontslapen mag, om eeuwig bij hem zalig te zijn. Amen.

Heilige Joannes, liefderijke Apostel en Evangelist, lieveling mijns Verlossers! dooide liefde en hulderijke genade, welke u uw allerheiligste Meester voor alle andere

Apostelen betoond heeft; door dehemelsohe vreugde, welke uw liefdevolle hart doorgloeide, toen jgt;ij , bij het laatste Avondmaal , aan het hart mijns Verlossers rust-tet, — bid ik u, verkrijg mij van Jesus Christus de genade, dat ik meer en meer iu liefde voor hem aangroeije; dat ik voortaan , noch door gedachten, noch door woorden, noch door werken, de blanke lelie der zuiverheid en maagdelijke kuisch-heid bezoedele; dut ik mijn erbarmings-vollen Verlosser tot aan het einde mijns levens met volharding mag dienen , en dat gij mij in het uur mijns doods getrouw moogt bijstaan en mijne ziel de eeuwige vreugde binnenleiden. Amen.

ö Mijn God! hoe wonderbaar straalt mij uwe goddelijke Voorzienigheid in den dood en de glorie dezer schuldelooze kinderen tegen ! Die kleinen werden om uwen een-geboren Zoon vermoord; zijne geboorte

bragt hlinnen dood voort, en hvinne onschuld stierf voor zijne gevegtighcid! Deze gelukzalige kinderen vennogten den zoeten Naam Jesus nog niet uit te spreken, en reeds verkregen zij de genade, voor den Heiland te sterven. Hoe gelukkig zijn zij, deze kinderen ! op den drempel van hun bestaan op deze aarde, komt hun reeds het leven der eeuwigheid in den hemel te gemoet. Naauwelijks begonnen zij hunne i loopbaan hier beneden, als zij reeds, na een bespoedigd einde, het doel hunner : eeuwige zaligheid bereikten. Naauwelyks is I hun bestaan op deze armzalige aarde begonnen, of zij snellen de glorierijke toe-komst van een ander leven te gemoet. Nog | hebben zij hunne wegen niet verlaten, als zij reeds de kroon der overwinning verwerven; den armen hunner moeders worden zij ontrukt, om in de armen der jubelende i engelenscharen hemelwaarts te stijgen.

ó Mijn Heiland, Jesus Christus ! laat mij niet vergeten, dat Gij alle kleinen voor uw Kijk der glorie bestemd hebt; dat Gij ons deze verhevene en krachtige woorden toeroept ; „ wie een van deze kleinen, die aan

mij gelooven, verergert, dien ware liet betov, dat hij mot een molensteen om den hals gebonden in het diepste der nee geworpen wierd. Wee der wereld, om der ergernis wille! Wee den mensch, door wien verergernis komt! quot;

ö Mijn Jesus! bewaar mij voor dene schrikkelijke zonde. Laat mij de kleinen^ beminnen, gelijk Gij ze bemint, en altijd er aan denken, dat zij allen tot U zullen komen, o Jesns! geef dat ik niet uitgesloten worde uit het getal der gelukzalige kinderen, die U in uwe glorie omringen.

Laatmij , o God, de onophoudelijke vlugt destijdsén de welligt spoedigeaankomstder eeuwigheid indachtig zijn; opdat ik mij uit de zoude verheffe, ü dieue en mij met uwe hulp betere, zoo lang het voor mij hier bcnedennog dag zal zijn. Ja , zij vliegen gt;nel daarheen, de vergankelijke jaren; hunne

maanden lossen zich op in weken, de weken in dagen, de dagen in uren, de uren in oogenblikken, welke als rook verdwijnen ; en naarmate zij den tijd afwinden, windenzij ook mijn sterfelijk leven af en voeren alzoo liet einde mijner aardsche dagen aan, wanneer de eeuwigheid begint, wier zwart of helder lot uw oordeel, o God, uaar mijne werken zal bepalen; want hier beneden, o God, omgeeft Gij mij met uwe barmhartigheid, doch daarboven zult Gij mij naar uwe geregtigheid vergelden. Waarlijk, ik kan de groote eeuwigheid uiet zonder verrukking betrachten, wanneer ik het geluk der zaligen overweeg, hetwelk ook eeuw⁷ig is en nooit meer kan verstoord worden; doch ik kan ook uiet zonder een ijzingwekkendenangstde groote eeuwigheid betrachten, wanneer ik de vreesclijke straffen der verdoemden overdenk, welke ook eeuwig ziju en door alle eeuwen zullen voortduren. Nogtans, niet uit vrees voor deze eeuwige straffen zal mijne ziel tot Ü terugkeeren, oGod! niet uit dezen grond zal zij zich met doornen der boetvaardigheid omvlechten, maar uil pligtmatige

liefde en dankbaarheid tot U, mijn Heer , en mijn God, die de eeuwige liefde en in deze liefde mijne erbarmingsvolle weldoener zijt. Hoe bedroefd mij liet bewustzijn maakt, dat ik zoo vele zonden jegens U beging , zoo verheugt mij ook de gedachte , dat Gij mij niet zult verwerpen, wanneer ik door eene opregte boetvaardigheid weder uw welgevallig kind geworden ben.

ö Glorierijke, magtige, heilige Drieëen-heid : Vader, Zoon , en heilige Geest! ik aanbid U; ik verheerlijk en bewonder U; ik dank U uit den grond mijns harten, dat Gij | mij dezen dag hebt laten beleven en weder een nieuw jaar geschonken hebt, opdat ik U nog langer dienen en voor de zaligheid mijner ziel zou kunnen werken. Daarom dank ik U nogmaals, en bid alle hemelsche en aardsche schepselen, dat /,ij U met mij loven, prijzen en verheerlijken. O heilig.-te Drievuldigheid! bij het aanbreken vandezen

dag verhef ik mijn hart tot ü, en vvensch , dat alles naar uw goddelijk welgevallen verrigt worde, en uw heiligste wil geschiede op de aarde, als in den hemel. Ik wensch van ganscher harte, dat gedurende dit jaar niemand tegen U zondige, maar dat allen U dienen en TJ uit geheel hunne ziel, uit geheel hun gemoed en boven alles beminnen. Ach! mogt ik de genade verkrijgen, dat ik zelf, gedurende ditjaar,U doorgeene zouden beleedigen, maar uit geheel mijn hart mogte dienen, van dag tot dag meer beminnen, 1 loven en verheerlijken; niets liefelijker, niets aangenamer zou ik kunnen wenschen. Mijn God! Gij weet dat dit mijn voornemen zoo ernstig is, als mijn verlangen naar den hemel.

Daarom draag ik U op mijn zondig hart, bezield met dit verlangen, in vereeniging met het goddelijk hart van uwen Zoon Jesus, als een geschenk ten nieuw jaar. Tevens bid ik U, dat Gij hetzelve met genadige oogen aanschouwen en welgevallig wiltaan-nemen; opdat gedurende het geheele jaar

U meer en meer mag aangenaam worden, terwijl ik wensch , dat deze mijne verlangens

dagelijks vernieuwd en grooter mogen worden. 6 Heiligste Drievuldigheid! ik bidU, datGrij mij door uwe oneindige magt moogt bewaren, opdat ik U, gedurende dit jaar, door geene zonde vergramme. Wanneer mij het gevaar dreigt, om doorgedachten, woorden of werken, in eene doodzonde te vallen, vervul mijn hart alsdan met zulken schrik, dat ik begin te sidderen en te beven, opdat ik des te meer vreeze mij te bezondigen. Ik beloof U, dat ik het geheele jaar willens en wetens geene doodzonde zal begaan, maar mij met allen ijver voor dezelve zal hoeden. Zou ik echter door zwakheid vallen, laat mij dan toch niet in mijne zonden sterven en ten gronde gaan. Amen.

ó Eerbiedwaardige Wijzen! gij zult mijne geleiders zijnenmetu wil ik mijn Jesus opzoeken. Gij hebt hem gezocht als een koning die u zou verheerlijken door zijne grootheid , als een leeraar die u zou verlichten

door zijne wijsheid, eu als een trooster die u door zijne genade zon verkwikken. — Zoo zegt mij dan, vrome dienaars van God, waar is Hij, welke mijne ziel bemint? O mijne ziel! zie, de koningen zochten Jesusop, om hem in diepen ootmoed te aanbidden; zoo zoek hem dan ook op, om hem te aanbidden, want bij is uw Schepper, uw Verlosser, uw Eegter. Aanbid Hem, den almagtigen Koning, met eerbied ; aanbid Hem, met aanerkenning zijner waarde; want Hij is de hoogste Leeraar der wijsheid. Aanbid Hem met liefde en met opgeruimdheid dos harten; want hij is de milddadigste Heer. Aanbid Hem met vreugde; want hij is de vorst der geregtig-heid. Aanbid Hem in zijne verhevenheid; want hij is het licht der waarheid. Aanbid Hem met liefde; want hij is de vlam der liefde. Doch gij moet Hem ook een oft'er brengen, mijne ziel: een offer in goud der reinste liefde, een offer in wierook der innigste aandacht; een offer in myrrhe van een op-regt en hartelijk berouw; — het goud der liefde voor de ontvangene weldaden; den wierook der aandacht en des gebeds voor de

beloofde genaden; de myrrhe des berouwt voor uwe bedrevene zouden. Het offer in goud komt zijne goedheid toe, bet offer iu wierook zijne heilige inensehbeid; het offer iu myrrhe is voor uw doorstane lijden. Zoek hem, o ziel, met al uwe krachten, en laat den moed niet zinken, tot gij Jesus, het goddelijk Kind gevonden hebt.

God hemelsehe Vader, ontferm U onzer. God Zoon, Verlosser der wereld, ontferm U onzer.

God, heilige Geest, ontferm U onzer. Heilige Drievuldigheid, één God, ontferm ü onzer.

Wees genadig, verhoor ons, Jesus. Van alle kwaad, verlos ons, Jesus. Van allo zonden, verlos ons, Jesus. Van uwen toorn, verlos ons, Jesus. Van de lagen des duivels, verlos ons, Jesus.

ó Hcere Jesus, die gezegd hebt : vraagt j en gij zult ontvangen, zoekt en gij zult i vinden, klopten u zal geopend worden; stort, wij bidden er U om , uwe aller-goddelijkste liefde in ons gemoed, opdat ; wij U steeds, van ganscher harte, met woord en daad beminnen en nooit ophouden U te loven.

Geef, o Heer, dat wij altijd uwen heiligen Naam vreezen en beminnen, want Gij verlaat dengene niet, dien Gij bevestigt in uwe liefde.

Heilige Maria, Moeder Gods! hoe ootmoedig en gehoorzaam bewijst zich heden nw goddelijk Kind en gij, door de vervulling der wet, waaraan noch Jesns , noch gij, zijne onbevlekte Moeder, onderworpen waart! O verhevene deugden , welke alle geloovigen moesten navolgen, om in deze heilige vernedering voor de oogen van God verheven te worden! Heilige Maria ! door u wil ik nu Jesus Christus , den hemelschen Vader voor mij ten offer laten brengen; ik wil voor hem en voor uwe oogen, met gebed en lofzangen, met eene reine ziel, in het licht der goede werken, mijn levenspad bewandelen. Om dit heil waardig te worden , verkrijg mij, door uwe voorspraak, o allerheiligste Maasjd Maria, bij uwen Zoon Jesus Christus, zijne goddelijke genade, en blijf gij mijne voorspraak bij Godes troon. Amen.

Almagtige, eeuwige God! Gij veropenbaart uwe almagt vooral door vergeven en erbarmen; Gij schept geen behagen in den ondergang der stervelingen; Gij wilt niet den dood des zondaars, maar dat hij zich bekeere en leve. Verhoor het gebed van uwen dienaar : verwerp ons niet om de menigvuldigheid onzer zonden, en onthoud ons, in uwen toorn, uwe barmhartigheid niet. Wij hebben gezondigd, wij hebben kwaad gedaan en teregt uwe ongenade verdiend; doch Gij zijt genadig en barmhartig, en al waren onze zonden nog talrijker, nog grooter, zoo overtreft uwe barmhartigheid dezelven toch, want deze is oneindig. Wees daarom niet eeuwig op ons vertoornd, maar stort uwe barmhartigheid over ons uit; handel met ons naar de volheid uwer erbarmingen en vergeef onze zonden. O Heer en God ! wanneer onze zonden zoo groot, zoo zwaar nijn, dat zij

tusschen U en ons een scheidsmuur daar-stellen, en ons gebod niet tot den troon nwer genade kan doordringen; zoo verhoor tenminste onzen Middelaar, welken wij bij ü hebben, uwen Zoon, onzen Heer Jesus Christus. Hij is de verzoening voor onze zonden, en niet alleen voor onze zonden, maar voor die der geheele wereld. Aanzie, o Vader, zijne wonden, die Hij voor ons aan het kruis ontvangen heeft. In zijnen schoot vindt Gij de waarde onzer verlossing, in zijne hand het losgeld , hetwelk Hij voor onze vrijmaking heeft ten beste gegeven. Verhoor ons om des heiligen Geestes wille, die onze zwakheid ondersteunt.

Heer, God! bevrijd ons van onze zonden, en vergeef ons in uwe barmhartigheid de straffen, die wij door dezelven verdiend hebben. Gij hebt immers gezegd, dat wanneer de zondaar zich tot U zal keeren , Gij zijne zonden niet meer zult gedenken. Logenstraf uw woord niet in ons , maar wend uw aangezigt af, niet van ons, maar van onze zonden. Gedenk niet meer onze oude misdaden, maar vergeef ons alle

zonden om uwen heiligen naam; uwe barmhartigheid kome ons te hnlp , want wij zijn zeer ellendig geworden. Help ons, God, onze Redder; Heer, red ons om de eer van uwen naam ! Stort uwe genade over ons uit, opdat ons deze overal begeleide, en wij onder uwe leiding en met uwen bijstand overal en in alles waardige vruchten van boetvaardigheid voortbrengen, het geluk der wereld verachten en haar lijden met geduld verdragen. Geef ons een waar geloof, ecne onwankelbare hoop, eene volmaakte liefde, en geleid ai onze gevoelens en handelingen op den weg uwer geboden, opdat wij eenmaal tot U mogen geraken , die leeft en heerscht van eeuwigheid tot eeuwigheid. Amen.

Zalig hij, die den weg zijner pelgrimschap hier beneden in matigheid en zuiverheid bewandelt; die zich op denzelven niet t'huis gevoelt, maar zich beschouwt als een reiziger, die den hem opgedragen

lastop zijne schouderen neemt, en den blik steeds vrij op het beloofde vaderland gevestigd houdt. Niets helpt meer ter verkrijging van dit geluk, dan het vasten, gelijk het ons, op het gezag van God, door de heilige Kerk is voorgeschreven , en gelijk onze Heiland , de God-mensch Jesns Christus, ons door zijn voorbeeld geleerd heeft. Door eene gewetensvolle nakoming der vasten-voorschriften worden wij meer aan onzen Verlosser gelijk, en leeren wij, even als Plij, den boozen vijand met zijne bekoringen en de begoochelingen der wereld met hare wellusten overwinnen. Deze onthouding van spijs, drank en andere aardsche geneugten, is een waar voedsel voor alle christelijke deugden ; want dezelve wekt vrome besluiten in het hart op, dwingt den vil tot de uitoefening der deugd, en bewaart de zuiverheid en kuisch-heid. Ja, door deze tuchtiging des vlee-sches worden de booze lusten uitgedoofd ; de geest wordt meer vatbaar voor al wat heilig is, en uit zijn binnenste wordt iedere plant, welke niet door Jesus Christus in denzelven is aangekweekt, met de wortels

uitgeroeid. Daav echter het vasten alleen niet voldoende is, om de zaligheid onzer ziel te verwerven, zullen wij ook de be-hoeftigen medelijdend met aalmoezen bijstaan ; ons vasten zal alzoo den armen tot verkwikking doen strekken , en wij zullen aan de deugd schenken, wat wij onzer zinnelijkheid onttrokken hebben. Amen.

Onze Heer en Zaligmaker Jesus Christus heeft zich zeiven verootmoedigd, en is gehoorzaam geworden tot den dood, ja, tot den dood des kruises; en daarom ook heeft God hem verheven, en hem eenen Naam gegeven, die boven alle namen is, opdat in den Name Jesus zich buigen zouden de kniën van allen, die in den hemel, open onder de aarde zijn , en alle tongen zouden belijden, dat onze Heer Jesus Christus in de heerlijkheid is van God den Vader,

God, hemelsche Vader, ontferm U onzer. God Zoon, Verlosser der wereld. God, heilige Geest,

Jesus, die tot teeken uwer liefde en tot gedachtenis van uw bitter lijden O ons uw vleesch en bloed tot spijs S; en drank gegeven hebt, 2

Jesus, die in uwen doodsangst, met g bloedig zweet overdekt, door een ® Engel versterkt werdt,

Jesus, die als een misdadiger voor Annas en Caïphas gebragt werdt, ontferm U onzer.

Jesus, die door een dienaar des Hoogo-priesters in 't aangezigt werdt geslagen ,

Jesus, die wreedaardig gegeeseld werdt, Jesus, die ter bespotting met eeu purperen mantel werdt omhangen,

Jesus, wiens kruisdood ouder een razend geschreeuw door de Joden ge-eischt werd,

Joden werdt gelasterd en bespot, Jesus, die uwen Vader voor uwe vijanden hebt gebeden,

mijn God! mijn God! waarom hebt Gij mij verlaten ! — ontferm U onzer. Jesus, die. in uwen dorst met gal en

Jesus, die betuigd hebt, het is volbragt! Jesus, die, stervende, uwen geest in C de handen uws hemelsehen Vaders E; hebt aanbevolen, 2

Jesus, door wiens dood ons de poorten des eeuwigen levens geopend zijn, Wees genadig, spaar ons, Jesus.

Wees genadig, verhoor ons, Jesus. Van alle kwaad, verhoor ons, Jesus. Van alle zonden, verlos ons, Jesus. Van toorn, haat en allen kwaden wil, verlos ons, Jesus.

Door uwen doodstrijd en bloedig zweet, Door uwe gevangenneming en het verlaten uwer leerlingen,

Door uwe verplettende kruistorscliing, '' Door uwe zielverscheurende kruisiging, g Door uwe vijf keilige wonden,

Dat Gij ons door uw bitter lijden en sterven wilt verschoonen, wij bidden U, verhoor ons.

Dat wij, in de overweging van uwe smarten en folteringen, alle leed en pijnen geduldig dragen mogen, wij biddenU, verhoorons.

Dat wij in treurigheid, angst en nood niet bezwijken of U vergrammen, wij bidden U, verboor ons.

Dat wij alle smaad, bespotting, armoede en wederwaardigheden uit uwe hand gelaten aannemen,

Dat wij valsche beschuldigingen en on-regtvaardige oordeelvellingen naar uw voorbeeld stilzwijgend verdragen. Dat Gij ons tot ware en bestendige ^ voorstanders des krnises gelieft te maken,

Dat Gij ons deel moogt geven aan de g' vruchten van uw bitter lijden en dood, ^ Dat Gij, hoog aan het kruis verheven, -ons van de aarde tot U gelieft op te S heffen, g^-

Dat wij , door de kracht van uw kruis, 3. den duivel, de wereld en het vleesch g overwinnen mogen.

Dat Gij ons krachten schenkt, om ons kruis dagelijks op te nemen en U bereidwillig na te dragen.

Dat Gij ons vleesch, onze driften en begeerlijkheden gelieft te kruisigen, wij bidden U, verhoor ons.

Dat Gij ons, door uw kruis en door uwen bitteren dood, in ons sterfuur wilt versterken en beschutten, wij bidden U, verhoor ons.

Dat Gij ons door uw kruis en uwe heerlijkheid moogt binnen leiden, wij bidden U, verhoor ons.

o Heere Jesus Christus, die uit uvvs Vaders schoot van den hemel op aarde zijt neergedaald, en uw kostbaar bloed tot

vergeving onzer zonden vergoten hebt : -wij bidden U ootmoedig, wil ons ten dage des oordeels ter uwer regter zijde de woorden laten hooren : komt gij ge-zegenden! Die leeft en regeert, met God den Vader, in eeuwigheid. Amen.

God, hemelsche Vader, ontferm U onzer. God Zoon, Verlosser der wereld, ontferm U onzer.

God, heilige Geest, ontferm U onzer. Heilige Drievuldigheid, één God, ontferm U onzer.

plaats hebt gevonden, bid voor ons. Die in een stal uw verblijf hebt moeten nemen, bid voor ons.

medelijden liebt aangezien, Die gehoord hebt, dat uw Zoon tot een teeken gesteld was, wat velen zouden tegenspreken,

Die van den grijzen Simeon vernomen hebt, dat uw hart met een zwaard zou doorgriefd worden.

Die uwen verloren Zoon drie dagen ^wgezocht, en in den tempel weêr- g gevonden hebt,

een misdadiger aan den Hoogepriester overgeleverd was, bid voor ons. Die gehoord hebt, dat uw Zoon val-

Die het gezegend aangezigt uws Zoons met vreesclijke vuistslagen hebt zien schenden.

Die uwen Zoon door de Joden en krijgsknechten wveedelijk zaagt teisteren. Die Barrabas voor uwen Zoon zaagt te kiezen, ^

Die de gezegende handen eu voeten van uwen lieven Zoon met folterende nagelen hebt zien doorboren,

Die het lijk van uwen Zoon in uwen moederlijken schoot ontvangen hebt, bid voor ons.

Die van het graf uws Zoons, diep bedroefd , naar huis zijt weergekeerd, W O, spiegel aller bedroefden ,

Door het bitter lijden en den dood van uwen Zoon, help ons, Koningin dei-Martelaren.

Door uwe overgroote droefenis en ziele-smart, help ons. Koningin der Martelaren.

Van alle gelegenheid en gevaar om te zondigen, bevrijd ons, Koningin der Martelaren.

Dat gij ons in het ware geloof, in eene vaste hoop en in eene brandende liefde, door uwe voorbede, wilt bewaren, wij bidden u, verhoor ons.

Dat gij ons bij uwen Zoon eene volmaakte droefenis en een opregt berouw over onze zonden wilt verwerven, wij bidden u, verhoor ons.

Dat gij ons, die u aanroepen, steeds troost en Imlpe wilt verleenen, wij bidden u, verhoor ons.

Onze Vader, enz. Wees gegroet, enz. In alle bekommernis, angst en nood. Kom gij ons ter hulpe, allerheiligste Maagd en Moeder Gods, Maria.

Christus, dat de heilige Maagd en Moeder Gods Maria, bij uwe goddelijke Majesteit, iu het uur ouises doods, eene vriendelijke voorspreekster moge wezen; zij, wier allerheiligste ziel, in het uur uws lijdens, met het zwaard der droefheid is door-griefd; door U, Jeaus Christus, quot;Verlosser der wereld, die met den Vader en deu heiligen Geest leeft en regeert, in alle eeuwigheden. Amen.

ó Mijn God! zoo zeer ben ik aan deze wereld en hare goederen gehecht, dat ik mij bijna niet van dezelve kan losrukken, om tot U, mijn hoogste goed, terug te koereu. Mijne eigenliefde houdt mij zoo gevangen, dat ik bijna geheel voor U en voor het eeuwige leven gestorven beu. Alle hoogere liefde is iu mij uitgedoofd en heeft zich in aardsche lusten opgelost. Thans wenschte ik uit mijne dwaling tot mijn Schepper en Zaligmaker terug te keeren. Ik zie nu duidelijk iu, dat alle schatten der aarde mij niet zouden bevredigen.

Geef, o Heer, dat uw geest mij verlichte. Ach, zie o'enadig; op mij neder, en verhef mij uit het slijk der zonrle, waarin ik begraven lig. Ik wil U niet meer belee-digen, noch iets doen, wat U kan mishagen. — Sterk mij door uwe genade. Amen.

Hoe onzeker is de dag van mijnen dood! O mijn ziel, hij komt dien dag, wanneer gij van dit ligchaam moet scheiden! Wanneer , waar zal het uur van scheiden slaan ? In den zomer of in den winter, in de stad of op het land , bij dag of bij nacht? Zal dc dood mij plotseling overvallen, of voorteekenen zijner nadering zenden? Zal hij het gevolg van ziekte of van een ongelukkig toeval zijn? Zal ik nog mijne biecht kunnen spreken of niet? Ach ! van dit alles weet ik niets; dit alleen is zeker , dat ik sterven moet, en welligt eer dan ik denk.

Alsdan is liet einde der wereld, voor mij ten minste aangebroken; want voor mij bestaat zij dan niet meer, en voor mijne oog'en zal zij als in puin storten. Dan zullen mij hare genoegens, hare ijdclheid, hare rijkdommen, hare eer en zinnelijke vermaken als lucht- en nevelbeelden toeschijnen. Ellendige! voor deze nietigheden, voor dit schijnschoone heb ik mijnen God beleedigd! Alsdan zal ik eerst regt inzien, dat ik God voor een niet verlaten heb. Hoe zeer zullen daarentegen de deugd en goede werken mij alsdan als wenschens-waardige en liefelijke goederen toeschijnen. O, waarom heb ik niet altijd het schoone en liefelijke pad der deugd bewandeld! In die vreeselijke oogenblikken zullen de zonden, die mij thans gering toeschijnen, als bergen tegen mij opstaan; en daarentegen zullen mijne goede werken zoo onbeduidend schijnen.

Plegtig en droevig zal het afscheid ziju , hetwelk mijne ziel van deze wereld nemen zal; zij zal scheiden van derzelver rijkdommen, geneugten en ijdelheden, vrienden en naburen, van ouders , broeders,

zusters eu echtgenoot of gude, kortom van al het aardschc; en eindelijk van haar ligohaam, hetwelk zij verbleekt, misvormd, akelig en tot ontbinding overgaande op aarde zal terug laten.

Met welken spoed wordt aldan dit lijk weggeruimd en in den schoot der aarde verborgen! En is dit geschied, dan denkt men niet meer aan mij, even zoo min als ik aan andere overledenen denk. De Heer geve hem de eeuwige rust, roept men mij na, en daarmede is alles afgedaan. O dood! hoe onverbiddelijk, hoe geweldig zijt gij.

Wanneer de ziel van het ligchaam scheidt, slaat zij den regter of den linker weg in. En wolken weg zal mijne ziel volgen ? Welk pad zal zij inslaan ? Geen ander, dan hetwelk zij reeds in deze wereld heeft begonnen te bewandelen. O God! neem mij op in uwen schoot, in deze vreeselijke stonde. Al roogen ook alle uren mijns levens vol droefheid en ellende zijn; geef ten minste, dat deze stonde voor mij gelukkig en heilzaam zij!

wil ik mij niet aan u overgeven. Mijne lieve vrienden en verwanten! laat mij u niet anders beminnen, dan met eene heilige vriendschap, welke eeuwig kan duren; want waarom zoude ik met u een band sluiten, die toch eenmaal opgelost en verbroken moet worden?

Ik wil mij dan voor deze plegtige stonde voorbereiden, en de noodige zorgen nemen, dat deze algewigtige schrede voor mij mag gelukkig zijn; ik wil den toestand van mijn geweten, zoo goed ik kan, in zekerheid brengen, en alles wat mij ontbreekt , trachten aan te vullen en teregelen.

Ik dank U, o God, dat Gij mij den tijd gegeven hebt, om aandachtig den dood te overdenken; ik offer U deze overwegingen op, tegelijk met mijne goede voornemens. 6 God! ik bid U, verleen mij, door de verdiensten van uwen goddelijken Zoon een zaligen dood. O allerheiligste Maagd, en Gij lieve Heiligen! ik roep u om uwe voorspraak aan.

Is eenmaal de tijd afgeloopen, welken God voor den duur der wereld bestemd heeft, en zijn de vreeselijke voorteekenen, waarbij de menschen van angst en schrik zullen vergaan , voorbij , dan zal liet vuur in gloeijendegolven de aarde overstroomen en alles in aseh leggen, en niets van alles wat ik op dezelve zie, zal verschoond blijven.

Is deze oceaan van vuur en vlam uitgedoofd, dan zullen alle mensehen uit het graf der aarde opstaan, en op de stem des Aartsengels in het dal van Jozaphat verschijnen. Doch mot welk een onderscheid! De ligchamen der eenen zullen schitteren en van glorie stralen, de ligchamen der andereu zullen afschuwelijk zijn en walgend.

Met welke heerlijkheid zal alsdan de alwetendeEegter verschijnen, omringd van alle Engelen en Heiligen, met zijn kruis, schitterender dan de zon, het teeken van genade voor de goeden en van schrik voor de boozen!

Dau zal de almagtige Regter, door zijn vrceselijk vonnis, hetwelk onmiddelijk wordt voltrokken, de boozen van de goeden scheiden, en dezen aan zijnen regter, genen aan zijne linkerhand plaatsen Dit is de eeuwige scheiding; en is zij vol-bragt, dan zien wij beide rijen in eeuwigheid niet meer te zamon.

Na deze scheiding zal het boek des ge-regts geopend worden. Alsdan zal alles aan het licht komen en niets verborgen blijven : de misdaden der zondaars cn hunne verachting van Gods wet, en de boetvaardigheid en goede werken der regtvaardigen. ó God, welke schande voor de eenen, welke vreugde voor de anderen!

Vreeselijk is het eindvonnis over de ongelukkige, ten eeuwigen vuur gedoemde zielen, hetwelk voor den duivel en zijn aanhang bereid is. „ Weg van mij! quot; roept de eeuwige Eegtcr; en als hij dit woord der verdoeming voor deze rampzaligen uitspreekt, verstoot hij hen van zijn heilig aangezigt. Hij noemt hen „ vervloekten. quot; d Mijne ziel, welk een vloek! Het is de algemeene vloek, die alle boozen treft; een

vloek die tot liet eeuwige vuur veroordeelt, oen vloek voortijd en eeuwigheid. Betracht, o mijne ziel, deze vreeselijke eeuwigheid, ó Eeuwigheid van lijden, hoe verschrikkelijk zijt gij!

Doch hoe liefelijk klinkt van den anderen kant het woord der zaligheid den regt-vaardigen tegen. „ Komt, quot; roept de Ecg-ter; en met dit woord noodigt God de regt-vaardigen tot zich en neemt hen op in den schoot zijner glorie. „Komt, gezegenden mijns Vaders! zal hij roepen : komt, en bezit het Tlijk, hetwelk u van het begin der wereld bereid is! quot; ó God, welke zegen , welke genade! En dit rijk zal nooit een einde nemen.

Sidder, o mijne ziel, bij de gedachte aan dit vreeselijk oordeel, ó God! wie kan mij voor dien dag gerust stellen, I wanneer zelfs de grondvesten des hemels van schrik zullen sidderen?

Ik wil mij nu reeds zelf oordeelen, opdat I ik niet veroordeeld worde; ik wil mijngewe-i ten onderzoeken, mij veroordeelen, mij aanklagen en mij beteren, opdat de Keg ter mij, i op dien vreeselijken dag, niet veroordeele.

ó Gnd! ik dank U, dat Gij mij een middel gegeven hebt, om mij voor dien grooten dag in zekerheid te stellen, en dat Gij mij tijd schenkt om boete te doen. Ik oft'er U mijn hart op, als een onderpand van mijn voornemen, om boetvaardigheid te doen ; geef Gij, o God, bestierder der menschelijke harten, de genade, in deze boetvaardigheid te volharden.

De verdoemden lijden, in dezen afgrijs-selijken afgrond, onuitsprekelijke kwalen in al hnnue zintuigen, inal hunne ledematen. Want even als zij al hunne zintuigen en ledematen tot zondigen misbruikt hebben, zoo ook worden zij nu, in al hunne zintuigen en ledematen . door die pijnen gefolterd, welke zii door hunne zonden verdiend hebben. Als straffen voor hunne snoode blikken , moeten hunne oogen thans denafsehuwelijken aanblik der booze geesten en der hel verdragen. Als straffen voor de zinnelijkheid van hun gehoor, hetwelk zij zoo dikwijls door zondige, wulpsehe

gesprekken bezoedelden, liooren zij in eeuwigheid uiets meer, dan gehuil en wanhopende weêklagten. En zoo worden de overige zintuigen gemarteld.

Doeli de grievendste pijniging is het, verlies der heerlijkheid Gods, van welker aanschouwing zij voor eeuwig verstoeten zijn. Indien Alisalon do verbanning van uit het aangezigt zijns vaders pijnlijker vond, dan de verbanning uit zijn vaderland; God , o welke pijnen moeten het dan zijn, uw glorierijk en liefdevolle aangezigt voor eeuwig te moeten derven !

Alleen de gedachte, dat deze pijnen i eeuwig duren, maakt de hel onverdragelijk. Wanneer eene kleine ontsteking de pijn eener wonde zoo smartelijk en den korten nacht zoo ondragelijk lang maakt, hoe ver-sohrikkelijk langzal dan die eeuwige nacht met at zijne folteringen zijn. En deze eeuwigheid, wekt slechts eeuwige wanhoop, ¹ godslastering en cindclooze woede op.

6 Mijne ziel! zoudt gij wel iu dezen eeuwigen gloed , te midden van dit helsche vuur kunnen leven? Zoudt gij uwen God voor eeuwig kunnen derven?

Helaas! ik Doken dat ik dit vuur verdiend en zeer dikwijls verdiend lieb. Van nu af wil ik voor goed den weg der zonde verlaten, die onvermijdelijk tot dit rampzalig einde leidt. Om voortaan de zonde te vermijden, die mij alleen dezen eeuwigen dood berokkenen kan, wil ik alle mogelijke pogingen aanwenden.

IJ, ó God, bedank ik voor de buitengewone langmoediglieid, waarmede Gij mij tot nu toe van deze verschrikkelijke pijneu bewaard liebt. Ik wil voor mijne zonden boete doen en smeek U, verleen mij de genade, om nooit meer den weg der eeuwige verdoeming te bewandelen.

Een liefelijkeheldereMeinacht; een heerlijke hemel met zijne duizenden versehil-lende gestaruten; eene prachtvolle natuur, wanneer het licht der maan en der starren door den glans der zou niet wordt verdonkerd ; zulke verrukkende natuurschoonheid is niets, vergeleken bij den luister en de heerlijkheid van het eeuwige paradijs.

Hoe glorievol is de adel, hoe verrukkend de schoonheid der burgers van dit gelukzalig land! Millioenen en millioenen Engelen, Cherubijnen en Serafijnen, tallooze scharen van Apostelen, Martelaars, Belijders, Maagdenen heilige Vrouwen, zijn de gelukkigebewonersvan dit land van belofte.

ó Sclioon gezelschap! De geringste van u overtreft aan heerlijkheid en glans de geheele wereld; wat zal liet dan zijn, als medeburger onder u eeuwig te leven! ó mijn God, hoe gelukkig zijn uwe uitverkorenen ! Onophoudelijk zingen zij het zoete lied der eeuwige liefde; terwijl de een den ander wederzijds onuitsprekelijke vreugde bereidt en allen eeuwig gelukkig zijn, iu eene zalige, onoplosbare vereeniging.

Welk geluk genieten zij in het bezit van God, die hen door zijn liefdevollen aanblik eeuwig beloont, en in hunne harten een oceaan van vreugde uitstort! Welk gelukzaligleven, eeuwig met zijn God vereenigd te zijn! Zij zweven en zingen , als het ware, iu eene hemelscbe lucht, welke hen van .-ille zijden met onzeggelijke geneugten omsluit. Ieder hunner zingt wedijverend, doch

zonder nijd, den lof des Scheppers; wees geprezen in eeuwigheid, ó Gij, onze dierbare, onze magtige Schepper en Verlosser, die jegens ons zoo liefderijk zijt en ons zoo grootmoedig uwe heerlijkheid mededeelt! En dan zegent God hen weder met ziju eeuwigen zegen. Zijt eeuwig gezegend, spreekt Hij tot hen, gij mijne beminde schepselen, die mij zoo ijverig dient en met zooveel liefde onophoudelijk looft.

Waarom heb ik mij van mijn alleen waarlijk geluk zoo verre verwijderd? Helaas, om ellendige, armzalige vermaken na te jageu, heb ik mij duizend eu duizendmaal van deze eeuwige oneindige vreugde afgekeerd! Welke dwaasheid, dat ik voor zoo ijdele, bedriegelijke goederen, het zoo benijdenswaardige geluk veracht heb.

Daar Gij in uwe genade, ö God, mij op uwe wegen hebt terug geleid, wil ik ook voortaan gecne schrede meer rugwaarts doen. Welaan, mijne dierbare ziel, den pelgrimstaf opgenomen en op weg naar het beloofde land. Waarom zouden wij nog

langev in liet zondige Egypte verwijlen ? Laten wij ons van alles ontdoen, wat ons van dezen weg kan aftrekken of onze schreden op denzelven belemmeren.

Ik dank U , o hemelsche Vader, dat Gij mij weder op het pad der geregtigheid hebt terug gevoerd, ü offer ik op alle goede voornemens en besluiten tot een beter leven. Schend mij de kracht dei-volharding, en voer mij immer verder en verder op den weg der volmaaktheid.

Welaan, laat ons allen , die der Kerk toebehooren, den Koning der koningen te gemoet snollen , en ons verheugen in de eer van zijn intogt in Jeruzalem ! Dat alle stemmen zich vereenigen in het koor der huldiging ; „ Hosanna den Zoon van David; — gezegend zij hij , die komt in don naam des Heeren!quot; Sneltbij, gij grijsaards, mannen en jongelingen; sneltbij , gij maagden en gij moeders met uwe kinderen ; volkeren der aarde, aanbidt Hem, die u

verzoening brengt met uwen Schepper, met den Heer des lieelals. Alles moet den Koning der koningen te gemoet snellen en hem een koninklijk onthaal bereiden. Mies moet den Heer loven, allen moeten den waren God aanbidden, den God der geregtigheid, der liefde en der erbarming. Glorie zij den Vader, enz.

Ik aanbid U, o mijn gekruiste en met doornen gekroonde Heiland! Verleen mij de genade, dat uw heilig kruis en lijden mij van de magt des boezen geestes bevrijde.

Ik aanbid, o mijn Heiland, de wonden , welke Gij aan het kruis ontvangen hebt; laat dezelve een geneesmiddel zijn voor de wouden mijner ziel.

Toon mij uwe barmhartigheid, o mijn Heiland! ik bid U, door de droefheid en smarten, welke Gij aan het kruis doorstaan hebt, als uwe gezegende ziel van het lig-

chaam scheiddu, geleid mijne ziel, als zij het ligchaam verlaat, ten eeuwigen leven.

Ik aanbid U, mijn goddelijke Heiland, die in bet graf gelegd zijt; verleen mij de genade, dat uw dood mijn leven zij.

Ik aanbid U, o mijn Heiland, die in het voorgebergte der helle zijt nedergedaald, om de geregtigen van bet on de verbond te bevrijden; verleen mij de genade dat mijne ziel niet verloren ga.

Ik aanbid U, o mijn Heiland, die uit het graf zijt opgestaan en ten hemel geklommen , en die zit aan de regterhand des Vaders; verleen mij de genade, U daarheen te mogen volgen.

ó Heer Jesus Christus ! bewaar de regt-vaardigen in uwe genade, bekeer de zondaars, erbarm U over alle geloovigen, en wees mij. arme zondaar, genadig.

ó Jesus! onnitputbare bron van goedheid . die aan het kruis geroepen hebt: „ Ik heb dorstquot; naar het heii der zielen ; ontsteek in onze harten een opregt verlangen naar de deugd; bevrijd ons van den dorst naar vleeschelijke wellusten, en vernietig in ons alle begeerte naar 's werelds vermaken.

Gedenk, niiin Heiland, het lijden wat Gij doorstaan hebt, toen de smarten des doods, vereenigd met de bespottingen dor Joden, U met luider stemme deden roepen : „ mijn God, mijn God! waarom liebt Gij mij verlaten?quot; Ik bid U, o mijn i God, verlaat mij niet in mijne verzoekingen en in mijn lijden.

ó Mijn Jesns! van do zolen der voeten tot aan de kmin des hoofds in de bittere wateren des lijdcus gedompeld : wees mij armzalige zondaar, genadig en barmhartig.

o Mijn God, die zoo diepe wonden in uw ligchaam hebt willen ontvangen : verberg mij in deze openingen voor het geweld van uwen toorn, tot dat Gij door boetvaardigheid zijt verzoend.

Gedenk, mijn Heiland, de uitputting van alle krachten uws ligchaams, als Gij uw hoofd uederbuigend zeidet : „ het is volbragt! quot; Erbarm U mijner, wanneer ik mijn einde nader; wanneer mijne ziel in doodsangst verkeert.

Mijn Heiland ! die stervende uwen geest in de handen uws hemelschen Vaders hebt aanbevolen : geef mij sterkte om aan den

satan un het vleesch krachtig weêrstaiul tc biodeu, om te sterven voor de werelden alleen voor U te leven; en is mijne laatste stonde aangebroken, neem dan mijne ziel in uwe handen oji, en voer haar, wanneer zij dit oord van ballingschap verlaat, in het homelsche vaderland binnen.

Mijn God ! die gelijk een onschuldig lam zoovele smarten stilzwijgend aan het kruis doorstaan hebt; bevrijd mij van de pijnen der hel en geleid mij naar het zalige oord, waarheen Gij den boetvaardi-gen moordenaar, die naast U aan het kruis hing, geleid hebt. Amen.

Allergenadigste Heer Jesus Christus! hoe groot is de liefde, hoe onmetelijk de goedheid, welke U bewogen heeft om het allerheiligste Sakrament in te stellen en ons, ellendige schepsels, het brood der engelen te schenken. Ootmoedigste Jesus, hoeverre heeft U uwe liefde gebragt! Gij hebt niet alleen de gedaante van een dienstknecht aangenomen en uwen leerlingen de voeten

gewasschen, maar Gij gaaft hun ook nog, onder de gedaauten vim brood en wijn, U zeiven tot voedsel. Een ondoorgrondelijk geheim is het, dat het Woord is vleesch geworden, maar nog een ondoorgronde-lijker wonder, dat het AA oord de gedaante van brood heeft aangenomen.

Eindelooze Liefde! hoe zeer bemint Gij den mensch, en hoe milddadig schenkt Gij hem de kostbaarste gaven! Hoe znlleu wij deze weldaad vergelden, daar reeds het kleinste gedeelte van dit Brood meer waard is, dan al het goud, dan al de edelgesteenten dezer wereld, ja, meer dan alle schatten van hemel en aarde. Dezen onmetelijken schat hebt Gij ons menschen geschonken, opdat ieder daarvan kan nemen en daarmede denhemelschen Vader zijne schulden voldoen. Genaderijke Jesus ! hoe kunnen wij U genoeg clanken , dat Gij dit allerheiligste Sakrament hebt ingesteld! O aangename, krachtige en kostbare Spijs! hoe versterkt en verheugt gij de ziel! l)ic u waardig geniet, weet en kan zeggen, hoe zoet gij zijt. O liefderijke Jesus! hoe zullen wij L' genoeg danken en zegenen, omdat Gij

U niet alleen in dit Sakrament tot spijs gegeven hebt, maar ook in hetzelve bij ons wilt blijven, tot aan het einde der wereld. Hoe gelukkig zijn wij, dat wij steeds onzen God persoonlijk bij ons hebben en ieder oogenblik tot hom kunnen naderen ! Hoe zullen wij U , algoede Jesus, deze genade vergelden? Ik loof en verheerlijk U uit geheel mijne ziel, uit geheel mijn gemoed , uit al mijne krachten; ik dank U, in den naam van alle mensehen, die dit allerheiligste Sakrament ooit ontvangen hebben of nog ontvangen zullen. Ik vereenig deze dankzegging met die, welke Gij zelf hebt uitgesproken , toen Gij dit allerheiligste Sakrament insteldet. Ik bid ook alle Engelen en Heiligen , dat zij U met mij danken , loven en verheerlijken. Amen.

Ach, mijn Jesus! hoe bedroefd un met doodsangst omtogen, wandelt Gij op den weg naar den Olijfberg! Gij, dc Allerhoogste, gaat onder dc diepste smarten gebukt! — Zijt Gij dan niet boven alle konin-

gen der aai'de verheven? Waar zijn, o Heer, uwe vorsten, uwe krijgers en heirlegers? Waar zijn, o Heer, uwe dienaars eu uw talloos gevolg? Waar is uwe lijfwacht, die U moet beschermen, gelijk men zulks bij de koningen en gezagvoerders der aarde pleegt te zien? — Hoort men geene jubelkreten voor U weergalmen ? — Ziet men geene koninklijke vanen wapperen?—Waar zijn de boden, die vooruit snellen om alles voor uwe komst te bereiden? Waar is al die vertooning van pracht en eer, welke ons, armzalige wormen der aarde, zoo verblindt?— Zijn dan niet, o Heer, hemel en aarde vol van uwe heerlijkheid; en waarom treedt Gij zoo nederig daarheen? Zijt Gij dan niet dezelfde , wien duizendmaal duizenden dienen, en voor wien tiendui-zendmaal duizenden van eerbied sidderen ? Waarom gaat Gij dan zoo verlaten, zoo armoedig daarheen? — Ach, ik ken de reden hiervan. Gij zijt thans niet in uw Kijk, want uw liijk is niet van deze wereld ! Gij hebt U zelven vernederd en de gedaante van een dienstknecht aangenomen, niet die van een koning. Gij zijt gelijk geworden

aan den minste van ons; Gij hebt U willen vernederen tot een dienstknecht, om ons tot koningen te verheffen. Gij zijt gekomen om ons in uw Eijk binnen te leiden; Gij hebt ons den weg aangewezen, langs welken wij hetzelve kunnen bereiken.

Waarom versmaden wij dezen weg ? Waarom volgen wij U niet na? Waarom verlangen wij zoo begeerig naar eer en pracht? Waarom hechten wij ons zoo zeer aan al het ijdele der aarde? Wijl ons rijk nog immer van deze wereld is, en wij ons hier niet als vreemdelingen beschouwen. O dwaze menschenkinderen! waarom geven wij de voorkeur aan het valsche boven het ware, aan het tijdelijke boven het eeuwige? Voorzeker zouden wij, zoo wij steeds aandachtig beschouwden dat wij slechts pelgrims zijn hier beneden, voorzeker, zeg ik, zouden wij U dan ijverig navolgen, van het aardsche alleen het noodige genieten, en vol moed, zonder talmen voorwaarts streven op den weg, die naar U leidt en naar uwe eeuwige genade. Alsdan zouden geene lasten ons drukken , en wij zouden de wereld als nietig beschouwen en verachten. —

ó Mijn Hear en God ! eeue oneindige liefde heeft U tot ons doen nederdalen en al les trotseren, om liet verloren schaap , op uwe eigene schouders, naar de hemel-gche weide terug te voeren. O Koning dei-koningen, eeuwige God ! die in alle behoeften uwer schepseelen voorziet, die allen rijkelijk bedeelt met uwe gaven; schenk mij uwe hulp, opdat ik U in het verachten der wereld getrouw navolgc. Amen.

God, hemelsche Vader, ontferm U onzer. God Zoon, Verlosser der wereld, ontferm U onzer.

God, heilige Geest, ontferm U onzer. Heilige Drievuldigheid, één God, ontferm U onzer.

Zoenoffer voor levenden en dooden, Hemelsch behoedmiddel tegen de zonden, Wonder boven alle anderen. Allerheiligste gedachtenis van het lijden des Heeren,

Overheilig en wonderbaar geheim. Geneesmiddel ter onsterfelijkheid. Aanbiddelijk en levendmakend Sakra-ment,

Allerzoetste maaltijd, waarbij de Enge- S len tegenwoordig zijn en dienen, ^ Merkteeken van genade ,

oorsprong gesmaakt wordt. Verkwikking der heilige zielen, Versterkingdergenen, die indenHeere

chaam en bloed, verlos ons, Heer. Van de begeerlijkheid des vleesches, Van de begeerlijkheid der oogen,

Door de vijf wonden , welke Gij in uw allerheiligst ligchaam voor ons ontvangen hebt,

Wij zondaren, wij bidden U, verhoor ons. Dat het U behage het geloof, den eerbied en de begeerte tot dit wonderbaar Sakrament in ons te vermeerderen en te bewaren, wij bidden Ü, verhoor ons. Dat het U behage, ons door eene ware belijdenis onzer zonden tot het dik-

wijls mittitron dozer lt;reestelijkè spijs voor tc bereidea, wij hidden U, verhoor ons.

Dat Gij ons van alle ketterij, ongeloo-vigheid en verblindheid des harten wilt bevrijden, wij bidden U, verhoor ons.

Dat het U behage, ons aan de kostelijke en hemelsche vruchten van dit heilig Sakrament deelachtig te maken, wij bidden U, verhoor ons.

Dat het U behage. ons in de ure des doods met deze hemelsche spijs te versterken en te besehermen , wij bidden U, verhoor ons.

6 God , die ons in het wonderbaar Sa-krament de gedachtenis uws lijdens hebt nagelaten : wij bidden U, verleen ons, dat wij de heilige geheimenissen van uw Ligchaam en Bloed zoo vereeren, als noo-dig is, om de vruchten van uw verlossingswerk voor altijd te smaken. Gij, die leeft en regeert, met God den Vader, in de eenheid des heiligen Geestes, God van eeuwigheid tot eeuwigheid. Amen.

ó Allerheiligste Drievuldigheid ! neem dit offer mijner dienstbaarheid genadig aan.

De oefening van den kruisweg is door de heilige Kerk goedgekeurd en met zeer groote aflaten verrijkt, namelijk : door eene breve van Innocentius XI, van den 5n Sept. 1686; verder door eene breve van Innocentius XII, van den 21n Dec. 1692, beginnende met de woorden: Ad ea per quae; en door eene andere van denzelfden Paus : Sua Nobis, van den 26n December 1695; verder door twee breven van Bene-dictus XIII en XIV en eene van Clemens XII, Exo-poni Nobis, van den I6n Jan. 1731. In het bijzonder zijn alle aflaten, welke door de Pausen verleend werden, aan hen die de lieilige plaatsen in Jerusalem bezochten, aan het aandachtig bezoek van iederen kruisweg verbonden; ook kunnen deze aflaten allen aan de zielen in het vagevuur worden toegevoegd.

Om deze aflaten te verdienen wordt gevorderd, dat men, bij het bezoek van den kruisweg, het lijden van onzen goddelijken Verlosser Jesus Christus overdenke, en van de eene statie naar de andere ga, in zoo verre de volksmenigte, welke den kruisweg bezoekt, of de ruimte, waar de 14 statiën zijn opgerigt, dit toelaat.

Ik breng het ü tot lof en prijs uwer god-lijke Majesteit; tot dankzegging voor de

Dit volgt uit de bulie van Benedictus XIII van den 3. Maart 1726 : Inter plu rim a: bekrachtigd door eene andere bulle van Paus Clemens XII. van den 16. Jan. 1731 : Exoponi nobis; alsmede uit eene breve van Benedictus XIV : Cum Cuncta, van den 3. Aug. 1741. Hieruit ziet men, dat de bij de 14 statiën gevoegde sluitgebeden ;Adoramus te Christi etc. wij aanbidden U, Christus, enz. met het Onze Vader, het Wees gegroet en het Miserere nostri Dom ine etc. Heer, erbarm IJ onzer enz., slechts lofwaardige gebruiken zijn , door vrome Christenen ingevoerd, hetgeen ook de heilige Congregatie der aflaten , in hare bemerkingen betrelTende de wijze der beoefening van den kruisweg N. VI en IX (uitgegeven op bevel en met bekrachtiging van Paus Clemens XII, den 3 April 1731, en Benedictus XIV, den 10 Mei 1742 ) bevestigt. Hierin wordt tevens aan predikers, godsdienstonderwijzers enz. verboden , de aflaten, welke men bij liet bezoeken van den kruisweg verdienen kan, in liet bijzonder op te sommen, terwijl men zich moet houden aau de bovengenoemde bullen en breven, waarin alleen gezegd wordt, dat men , door de oefening van den kruisweg, die aflaten verdient, waaraan zij deelachtig worden, die de heilige plaatsen in Jerusalem bezoeken.

Hier volgt eene korte aanwijzing om den kruisweg te bezoeken; ieder Christen echter kan de formulen volgen, welke hij goedvindt; doch de kruisweg moet immer uit 14 Statiën bestaan.

onschatbare weldaad onzer verlossing, tot genoegdoening voor mijne zonden, tot heil der levenden en tot troost der afgestorvenen.

En opdat dit geringe offer mijns gebeds U welgevallig worde, zoo vereenig ik het met de oneindige verdiensten van Jesus Christus, en met die der allerheiligste Maagd en van alle Heiligen.

6 Gezegende Moeder mijns Verlossers ! gij, die uwen goddelijken Zoon op zijnbloe-digen kruisweg zoo trouw navolgdet, en zijn lijden, als een zwaard u door de ziele voeldet gaan; sta mij toe u te begeleiden , en laat mij deelnemen aan uwe smarten en aan het bitter lijden uws Zoons , mijn Verlosser Jesus Christus, wien, te zamen met den Vader en den heiligen Geest, lof en eer, en prijs zij toegebragt in eeuwigheid. Amen.

Overweeg, mijne ziel, hoe Jesus om uwentwille dit onreglvaardig vonnis onderging, om u van liet oordeel der eeuwige verdoemenis te verlossen. Hij heeft uitgewischt het handschrift van liet vonnis, dat tegen

ons was qcslasen : hij lieeft het weggenomen en aan liet kruis gehecht. En zouden wij hem dan niet weder-keerig liefhebben ?

Ant. De g'odddoozen zeiden roekeloos, iu hunne harten : laat ous dien llegt-vaardige achtervolgen ; hij is afkeerisr van onze werken; hij beroemt zich , God tot Vader te hebben ; laat ons dan nn zien, of hij de waarachtige Zone Gods is , en dat die hem dan uit onze handen ver-losse. Wij zullen hem tot den allersma-delijksten dood veroordeelen.

6 God! Gij, die door den ootmoed eu de verduldigheid uws onschuldig tot den kruisdood veroordeelden Zoons, de trotsch-heid en den hoon van onzen aartsvijand vernietigd, en ons van diens slavernij en het oordeel des eeuwigen doods barmhar-tiglijk bevrijd hebt : wij bidden U, laat zijn lijden ons innig tor harte gaan, en doe ons het onregtvaardig oordeel der mon-schen en alle wederwaardigheden met geduld verdragen, opdat wij ten jongsten dagen hooren mogen; komt gij gezegenden! Door denzelfden onzen Heer Jesus Christus , uwen Zoon, die met U leeft en regeert, in de eenheid van den heiligen Geest, God j van eeuwigheid tot eeuwigheid. Amen.

De zielen der geloovig-afgestorvenen mogen, door Gods barmhartigheid, in vrede rusten. Amen.

Heilige Moeder Gods ! laat dit overwegen van bet lijden uws Zoons onnit-wisclibaar in onze harten gegrifd zijn.

Overweeg, mijne ziel, hoe Christus, onder het kruis gebukt, uwe en aller mensehen zonden op zich laadt, en onze smarten torscht. En gij zoudt nog weigeren, het zachte juk en den ligten last zijner Leer op u te nemen ?

Ant. Wees gegroet, onze Koning! Gij alleen hebt U over onze zonden ontfermd. Uwen Vader gehoorzamende tot den dood, wordt Gij ter kruisiging heengeleid, gelijk een zachtmoedig lam ter slagtbank gaat. U zij de roem, Hosanna ! ü zij de glorie en de overwinning ! U zij de kroon der hoogste lofspraak en eere !

Almagtige, eeuwige God! Gij diewildet dat uw eengeboreu Zoou, tot een toonbeeld van gehoorzaamheid en geduld, onsvleesch aannam, en met den last des kruises als de ware Izaak voor ons heenging; verleen genadig, dat wij, uit begeerte om hem na te volgen, het zaehte juk uwer geboden en het kruis der zelfverloochening gaarne opnemen en standvastig, tot in den dood toe, dragen. Door denzelfden Jesus Christus, onzen Heer. Amen.

De zielen der geloovig-afgestorvcneu mogen, door Gods barmhartigheid, in vrede rusten.

Overweeg, mijne ziel, hoe zwaar de last uwer zonden is, daar hij er onder bezwijkt, die alle dingen schraagt door liet woord zijner kracht. O Jesns ! laat mij den last uws kruises niet door nieuwe zonden vermeerderen.

Ant. Onze Heer Jesus Christus heeft zich-zelven vernederd tot den dood , ja, tot den dood des kruises; daarom heeft God hem ook verhoogd, en hem een naam gegeven, die boven alle namen verheven is.

ó God! Gij die, door de onverwiime-lijke standvastigiieid uws, onder den zwa-ren last deskruises, nedervallenden Zoons, de wereld van den val hebt verlost; verleen ons de hulp uwer genade, opdat wij , 1 zonder struikelen, den weg uwer geboden bewandelen , en voor den val des eeuwigen doods bewaard blijven. Door den-zelfden Christus, onzen Heer. Amen.

De zielen der geloovig-afgestorvenen mogen , door Gods barmhartigheid , in vrede rusten.

Overweeg, mijne ziel. hoe, bij bet zien van den | niet wonden overdekten, met doornen gekroonden, met het kruis beladen Verlosser, een zwaard van ; smarte het hart van Maria en des beminden Leerlings , Joannes doorboorde. Wordt gij niet tot medelijden

■ bewogen? Vermurw, o Jesus, mijn versteend hart en I stort een medelijdend gevoel in mijn binnenste. quot;Want ? een verstokt gemoed zal zich ten laatste in ellende ^ gedompeld vinden.

Ant. 6 Gij allen, die daar langs den weg voorbij gaat, merkt op en ziet, of er wel

■ eene smart zij, die mijne smart evenaart. Daarom ween ik en mijne oogen vloeijen rniinseboots van tranen : want verre is van mij de Trooster, die mijne ziel verkwikt. Mijne oogen verteeren in 't schreijen en

Heere Jesus Christus! Gij, die gewild hebt dat het teedere hart uwer Moeder , bij hare ontmoeting met U op den kruisweg, van het zwaard des mededoogens zou doorboord worden; wij bidden ü, geef dat wij ook over de smarten, welke Gij om onzer zonden wil geleden hebt, heete tranen van medelijden storten, en wij bij U en uwe lieve Moeder in alle droefheid troost en hulpe mogen vinden. Gij, die leeft en regeert, God van eeuwigheid tot eeuwigheid. Amen.

De zielen der geloovig-afgestorvenen mogen, door Gods barmhartigheid, in vrede rusten. Amen.

Overweeg, mijne ziel, hoe Simon gedwongen moest worden, het krnis met Christus te dragen. Weikever-dienste zou hij zich niet verworven hebben, wanneer hij dit bereidwillig had gedaan. Zijt gij dan bereid. met verachting der wereld, uw kruis den Verlosser na te dragen ?

Ant. Verre zij van mij, dat ik roem, anders dan alleen in het Kruis van onzen Heer Jesus Christus , door wien mij de wereld gekruisigd is. en ik der wereld.

ó Hecre Jesus Christus! Gij, die allo dingen schraagt door het woord uwer kracht, en nogtans onder het zware kruis zoo mat en krachteloos wildet neerstorten, dat een ellendig mensch moest worden gedwongen, om het IT te helpen dragen; geef ons, door deze uwe zwakheid, sterkte, om hot krnis, dat Gij ons oplegt, met liefde te omhelzen, en U op den moeite-vollen weg des kruises , door eer en schande, standvastig na te volgen en den beloofden prijs te erlangen. Gij, die leeft en regeert in eeuwigheid. Amen,

Overweeg:, mijne ziel, welk eene afspiegeling Christus aan Veronica en ons allen nagelaten heeft. Zie daar altijd heen en leer den omvang uwer zonden erkennen.

Ant. ij hebben Hem o'ezien , en aan Hem was uoch gedaante, noch schoonheid meer : Hij was veracht en de geringste onder de menschen geworden; een man van smarten, die zwaar gekrenkt was. Zijn aangezigt was als verborgen en vol smaad ; daarom hebben wij Hem ook niet geacht.

6 Jesus! Gij evenbeeld des eeuwigen Vaders, en afschijnsel zijner heerlijkheid, Gij , die ons in den zweetdoek het bloedige merkteeken uws heiligen aanschijns, hetwelk de Engelen in vreugde aanschouwen, nagelaten hebt; o verdoof in ons allen trots en ijde.lheid, en laat ons hier voor uw aan-gezigtalzoo iu ootmoed wandelen, dat wij U in den hemel in uwen luister aanschouwen, U eeuwig beminnen en onverdeeld bezitten mogen. Gij, die leeft en regeert in eeuwigheid. Amen.

De zielen der geloovig-afgestorvenen mogen , door Gods barmhartigheid, in vrede rusten. Amen.

Overweeg, mijne ziel, hoe Jesus ten tweedemale onder den last des kruises bezwijkt. Uwe herhaalde zonden zijn het, die den Verlosser andermaal ter neder werpen. Wilt gij dan niet ophouden met zondigen ?

Ant. Zij hebben mij overgegeven in fie handen dor zondaren, en mij onder de on-regtvaardigen meegeteld; zij hebben mijue ziel niet gespaard ; de raagtigen hebben tegen mij zamengespannen, en zijn als reuzen tegen raij opgestaan; met schrikwekkende blikken hebben zij mij aangestaard, en mij gruwzaam geslagen en bespot.

ó God! Gij, die hebt toegelaten, dat uw oiiscbuldige Zoon onder de misdadigers gerekend en met smaad overladen wierd, om ons van den vloek en de verdoemenis te bevrijden: wij bidden U, laat ons, na van de zonde afstand gedaan te hebben, er niet weder in hervallen, maar standvastig het juk uwer geboden ten einde toe dragen. Gij , die leeft en regeert in eeuwigheid. Am.

De zielen der geloovig-afgestorvenen mogen, door Gods barmhartigheid , in vrede rusten. Amen.

Overweeg, mijue ziel, hue menigmaal gij over vergankelijke dingen schreit, en hoe zelden gij een traau

stort over uwe zonden, on over de wonden, welke wij den lijdenden Verlosser geslagen hebben. Wie zal mijn hoofd water geven en mijnen oogen eene bronwel van tranen , opdat ik weene dag en nacht ?

Ant. Gij dochters van Jerusalem, weent niet over mij, maar weent over uzelven eu over uwe kinderen : want ziet, de dagou zullen komen, dat men zeggen zal: zalig zijn de onvruchtbarti, en de schoot die niet heeft gebaard , eu de borsten die uiet gezoogd hebben. Alsdan zullen zij beginnen tot de bergen te zeggen : valt op ons. Want, zoo dit aan het groene hout geschiedt, wat zal dan wel geschieden aan het dorre?

ó Allerliefste Jesus! troost der bedroefden eü toevlugt der bedrukten, Gij, die U verwaardigd bebt de dochters van Jerusalem, die op uw bloedigen weg over ü weenden, te troosten en ze tot heilzame tranen te vermanen; wij bidden U, geef ons rijke tranenbronnen, waarmede wij de schandvlekken onzer zonden af-wasschen.enü in het bitter lijden, ja, al onze bedrukte medemenschen , de innigste meêwarigheid toonen mogen. Gij, die leeft en regeert in eeuwigheid. Amen.

De zielen der geloovig-afgestorvenen mogen, door Gods barmhartigheid , in vrede rusten. Amen.

Overweeg, mijne /.iel, hoe. door de ophoopin? uwer zonden, de last des kruises van Christus vermeerderd wordt; hoor, hoe de Verlosser met den Psalmist klaagt; de zondaars hebben mijnen rug geploegd, zij hebben lang ongeregtigheid bedreven. — O Heer! let niet op mijne zonden, maar op liet lijden uws Gezalfden.

Ant. Mijn volk. wat heb ik U gedaan, of waarmee heb ik ü bedroefd? antwoord mij. Ik heb u uit Egypteland gevoerd, en gij leidt mij tot het smaadvolle kruishout. Ik heb u veertig jaren lang in de woestijn met manna gespijzigd; en gij hebt mij daarvoor kinnebakslagen en geeselriemen gegeven. Ik heb u den koninklijken schepter geschonken, en gij kroont mijn hoofd met doornen en geeft mij een potstaf in de hand. Mijn volk, wat had ik nog voor u moeten doen, dat ik niet gedaan heb?

Almagtige, eeuwige God! Gij weet, dat wij tegen den last van zoovele wederwaardigheden en de geheime lagen des boozen vijands in onze zwakheden niet bestand zijn; wij bidden dan uwe goddelijke Majesteit ootmoedig, verleen ons door den smartelijken val uws goddelijken Zoons op den kruisweg, hulp en kracht in alle nooden en verzoekingen, en laat. ons eens met uwe hulpe, den berg der glorie gelukkig bestijgen. Door denzelfden Christus, onzen Heer. Amen.

De zielen der geloovig-afgestorveueu mogen, door Gods barmhartigheid, in vrede rusten. Amen.

ü\erweeg, mijne ziel, hoe gruwzaam de geregts-dienaren Jesus behandelen. Oefent gij niet somwijlen gelijke hardvoehiigheid jegens de armen, van welke de Verlosser zegt : wat gij den geringsten mijuer broederen doet, dat doet gij aan mij!

Anl. Mijn volk , wat liob ik u gedaan , of waarmee heb ik u bedroefd? antwoord mij. Ik heb n gevoerd uit het land der slavernij in het land der belofte; en mij, die uit den schoot des Vaders tot u afgedaald beu, hebt gij uitgeleid tot den dood des kruises. Ik heb tot u mijn sehoonsten wijngaard geplant, en gij zijtmij uitermate bitter geworden. Ik heb U gedrenkt met genezend water, en gij hebt mij met galle en edik gelaafd. Mijn volk, wat Lad ik

6 Heere Jesus Christus! Gij, die U niet gal en edik hebt laten drenken, en wildet gedoogen, dat, door het afrukken uwer kleederen, al uwe wonden weder werden vernieuwd, en dat Gij voor geheel het volk ontbloot werdt; wij bidden U, door uw overkostbaar bloed dat voor ons werd vergoten , o beweeg onze harten tot steeds meerder medelijden met U en tot onzen lijdenden evenmensoh, en delg door uwe naaktheid alle onbehoorlijke neiging tot het aardsche geheel en al in ons uit. Gij , die leeft en regeert in eeuwigheid. Amen.

De zielen der geloovig-afgestorvenen mogen, door Gods barmhartigheid, in vrede rusten. Amen,

Overweeg, mijne ziel, den sterken liefdeband, waarmee Jesus zich aan u verbindt. Wordt dan nog uw stug gemoed niet van wederliefde verwond? zoodat gij met den Apostel kunt uitroepen ; ik ben met Christus aan het kruis gehecht!

Jnt. Mijn volk, wat heb ik u gedaan, of waarmee heb ik u bedroefd ? antwoord mij. Ik heb u verhoogd met groote kracht, en gij hebt mij gehangen aan liet smadelijk hout des kruises. Ik heb u verheven boven alle volken, en gij hebt mij met schimpredenen en verwenschingen overladen. Ik heb voor u de Eoode-zee gebaand , en gij hebt mijne zijde met eene lans doorgroefd. Mijn volk, wat had ik nog voor u moeten doen, dat ik niet gedaan heb? Heer, ontferm U onzer.

ó Heere Jesus Christus! Gij Zoon van den levenden God, Gij die U ter verlossing der wereld als een onschuldig lam op het kruishout hebt laten neêrstrekken en gruwzaam aan handen en voeten doornagelen; verleen ons genadiglijk, dat wij ons vleesch door christelijke zelfverloochening kruisigen, en laat ons door de nagelen dei-liefde met U aan het kruis gehecht worden en eeuwiglijk verbonden blijven. Gij, die leeft en regeert in alle eeuwigheid. Amen.

De zielen der geloovig-afgestorvenen mogen, door Gods barmhartigheid, in vrede rusten. Amen.

Overweeg, mijne ziel, hoe Christus, stervende, zijnen geest in de handen zijns hemelschen Vaders aanbeveelt. O Jesus! wees Gij voortaan mijn leven, zoo zal het sterven mij gewin zijn.

Ant. Ziet, hoe de regtvaardige sterft, en niemand neemt het ter harte; de regtvaar-digon worden gedood, en niemand denkt i er over na; van het aangezigt der boos-' heid is de regtvaardige weggenomen, en zijne nagedachtenis zal in vrede zijn.

ó Heere! wij bidden U, zie genadig neder op uwe gemeente, voor welke onze Heer Jesus Christus zich in dc handen der zondaren overgeleverd en den bitteren kruisdood geleden heeft. Die met U leeft en regeert, in eenheid des heiligen Geestes, God van eeuwigheid tot eeuwigheid. Amen.

])e zielen der geloovig-afgestorvenen mogen, door Gods barmhartigheid , in vrede rusten. Amen.

Overweeg, mijne ziel, welk een zwaard van smarte het hart der Moeder Gods doorboorde, toen het heilig lijk baars Zoons van het kruis genomen en haar in den schoot gelegd werd. O Maria, Moeder der smarten! laat mij dag en nacht mijne misdaden beweenen, en als der zonde afgestorven, in uwen schoot vreedzaam rusten.

Jnt. Bij wien zal ik u vergelijken, of met wieu zal ik u gelijk stellen, gij dochters te Jerusalem? Wien zal ik u toevoegen, om te troosten , o Jonkvrouw , dochter Sions? Want uitgestrekt als de zee is uwe droefenis.

O Maria, gij Moeder vol weemoed ! welk een zwaard van smarte heeft uwe ziel doorboord, toen gij bet ontzielde ligcbaam uws goddelijken Zoons met uwe liefderijke armen ornvattet! Ach, geef dat ik de zonde, die oorzaak zijns doods en uwer smarten , uit alle krachten moge schuwen en bewee-nen, en neem , na mijn verscheiden, mijne ziel op in uwen moederlijken schoot. Amen.

De zielen der geloovig-afgestorvenen mogen, door Gods barmhartigheid, in vrede rusten. Amen.

Overweeg, mijne ziel, het glorierijke graf van uwen Verlosser, en laat uwen ouden menscli tegelijk met hem gekruist zijn , opdat het ligchaam der zoude voorbijga, en gij haar voortaan niet meer dienet.

Anl. Ten zelfden dage zullen de Heidenen Jesse's wortelsprank aanbidden, denzelfden, die ten teeken der volken staat, en zijn graf zal glorierijk zijn.

O Jesus, mijn Verlosser en Zaligmaker! geef dat ik der wereld afgestorven, voor U alleen leve, en als Gij mij eenmaal van hetsterfelijk ligchaam verlost, laatmij dan in den hemel de vrucht uws lijdens en van uw smartvol sterven genieten. Amen.

De zielen der geloovig-afJestorvenen mogen, door Gods barmhartigheid, in vrede rusten. Amen.

God! Gij, die door het overdierbaar bloed uws eengeboren Zoons de banier des levenbrengenden kruises geheiligd hebt ; verleen genadig, dat allen, die in dit heilig kruis roemen, zieh ook bovenal over uwe bescherming mogen verblijden. Door denzelfden Christus, onzen Heer. Am.

Muren heeft kij tegen mij opgetrokken; en met bitterheid en zorgen heeft hij mij omringd.

Hij heeft mij met eene muur omsingeld, opdat ik niet ontsnappe; hij heeft mij met boeijeu beladen.

Gij, mijn uitverkoren wijngaard, ik heb u geplant; hoe zijt gij ontaard, dat gij mij kruisigt en Barrabas vrij laat?

ö Liefelijk kruis, kostbaarder en schitterender dan alle edelgesteenten! gij waart

het doel van het werken onzes Heeren , het einde zijner ballingschap, het begin zijner glorie en de iagang tot de heerlijkheid van zijn Eijk. Arm stierf Hij aan u, naakt en van alles beroofd. Ik omhels n als den grootsten schat; gij zijt schitterender dan de sterren, sterker dan heirlegers, magtig en onverwinnelijk. De hemel erkent u; de hel beeft voor u; de wereld vreest u; gij zijt mijue kroon, mijn roem, mijn schat, do bron van al mijn goed. Gij zijt een zoet juk, het onderpand der eeuwige zaligheid, de rust en sterkte van allen, die tot u vlugten. Moge ik door u bij hem genade vinden, die mij door u verlost heeft, en aan u, uit liefde voor mij, gestorven is!

Welke misdaad hebt Gij dan gepleegd, liefderijke Jesus, dat Gij tot een zoo gru-welijken dood veroordeeld zijt en ik U aan het kruis gehecht zie? Welke zoude hebt Gij begaan, dat Gij zoo onwaardig behandeld wordt? Wat ia de reden uwer veroor-deeling? Helaas! ik heb U al die wonden

toegebragt, waarmede Gij overdekt zijt; ik heb U door mijne zouden de pijnen berokkend, welke Gij geleden hebt; ik heb door mijne misdaden uwen dood verdiend; ik ben de oorzaak van den smaad en de verachting, waarmede men IJ heeft overladen; ik heb U te midden van uw lijden bespot. O ongehoorde handeling! O voorbeeldelooze bestraffing! O onbegrijpelijk geheim! De regtvaardige wordt voor den zondaar gestraft; de onschuldige wordt voor den schuldige veroordeeld; de heilige wordt voor den goddelooze ter dood gebragt; de heer betaalt de schuld van den dienstknecht; de gebieder boet de misdaden van den slaaf; de Schepper ondergaat den dood voor het schepsel!

O aanbiddingswaardige Zoon van mijn God! hoe diep is uwe nederigheid en hoe onmetelijk uwe liefde! ik heb het kwaad bedreven, en Gij ondergaat daarvoor de straf; ik heb de zonde begaan, en Gij wordt daarvoor getuchtigd; ik heb de misdaad gepleegd, en Gij wordt daarvoor gemarteld. Ik heb mij door hoogmoed verheven, en Gij verdraagt de verachting.

welke ik verdiend had; de opgeblazenheid mijns harten maakte mij tot een voorwerp van afschuw in de oogen uwer Majesteit, en Gij hebt U opgeofferd, om mij daarvan te genezen; ik was wederspannig, en Gij waart gehoorzaam tot den dood en onder-stondt de straf voor mijne wederspannig-heid; ik heb door mijne onmatigheid van mijn ligchaam een god gemaakt, en Gij hebtU, tot voldoening voor deze zonden, aan honger en dorst onderworpen en zoo lang en zoo streng gevast. Het genot der verbodene vrucht had in mijn hart het rampzalige vuur der booze lusten ontstoken , en Gij hebt deze verslindende vlammen uitgedoofd door de vlammen der eindelooze liefde , waarmede Gij den smaad-vollen dood des kmises ondergaan hebt. . I

Ik beb de hand gelegd aan den boom des verderfs, die mij den dood zou geven , en Gij hebt uwe handen laten nagelen aan den smaadvollen boom des kmises, om mij het leven weêr te geven. Ik wilde mijne lusten bevredigen en vond mijn weggevallen aan de vrucht, welke mij de helsche slang aanbood, en Gij wildet ü verster-

ven, terwijl Gij gal en azijn droukt, welke uwe beulen U toereikten, toen Gij op het punt waart om den geest te geven; ik heb slechts verlangd naar rust en vermaken, en Gij hebt alle vermoeijenissen en smarten doorstaan.

Zie, Koning der glorie! zoo heb ik mijne boosheid, en zoo hebt Gij uwe barmhartigheid getoond. Wat zal ik U nu geven, o mijn God en mijn Koning! hoe zal ik U voor al uwe weldaden en genaden danken, daar 's mensehen hart niets bezit, wat waardig is U te worden aangeboden eu waarmede zulke kostbare gaven kunnen worden vergolden? De inensehelijke geest is niet scherpzinnig genoeg, om iets uit te deuken, wat eenigermate met uwe barmhartigheid kan vergeleken worden; als schepsels staan wij zoo diep beneden U, dat het onmogelijk is iets te kunnen bijbrengen, wat, zelfs op verre na, de bescherming vergelden kan , welke wij van uwe oneindige goedheid ontvangen. En toch, aanbid-dingswaardige Zoon Gods, in uwe verhouding jegens mij vind ik iets, wat mijn onvermogen en mijne zwakheid ter hulpe

komt; mijne ziel, namelijk , wanneer zij de genade van uw bezoek ontvangt, berouw gevoelten boecvaardigbeid oefent, kruisigt mijn vleesch en mijne booze lusten, en deelt eenigermate in de pijnen en smarten, welke Gij doorstaan hebt, als Gij voor mijne zonden hebt willen sterven. Terwijl zij, o Heer, op deze wijze, door de almag-tige kracht uwer genade, over hare driften zegepraalt, durft zij hopen, dat zij ook over hare uitwendige vijanden de zege mag behalen en eenmaal de kroon verwerven, welke Gij hun beloofd hebt, die, volgens de uitdrukking des Apostels, naar de voorschriften van den strijd gestreden hebben. Bewijs mij alzoo uwe barmhartigheid, al-magtige Schepper, en vervul mij met uwe gaven, opdat ik in staat worde gesteld, om dezelve te vergelden en een offer aan te bieden, uwer goddelijke Majesteit waardig. ladezeoneindige barmhartigheid, aan-biddenswaardige Jesus, die de goedheid en milddadigheid zelve zijt, bestaat de kracht en de werking van het geneesmiddel, hetwelk Gij voor onze krankheden bereid hebt, en van het geheimvolle tegen-

g-ift, hetwelk uwe liefde ons bereid heeft tegen het gift, waarmede de helsche slang voortdurend onze zielen tracht te verderven. Moge de aanblik van uwe wonden, van mijne kwalenen van hetgevaar, waarin ik verkeer, U bewegen, mij dit heilzame geneesmiddel en dit hemelseh tegengift te verleenen. Geef mijne eerste gezondheid en mijne vroegere krachten weer; laat mij de zoetheid uws geestes smaken, opdat ik alle vertroosting en alle valsche geneugten dezer wereld bitter en walgelijk vinde; sterk mij eindelijk zoodanig, dat mij niets meer van U kan scheiden, dat ik alle ijdele vreeze overwinne, waarmede de enkele gedachte aan de ellenden dezes levens mijne ziel vervult, en dat ik slechts aan de hoop van het eindelooze geluk denke, welks genot Gij mij in de eeuwigheid belooft.

Verleen mij, bid ik U, o goddelijke Verlosser, dat mij niets goed en wenschens-waardig toeschijne, dat mij niets roere, niets trcft'e, dan Gij alleen; dat ik buiten ü alles nietig en verachtelijk vinde; dat alles wat niet tot U geleidt, mij hatelijk voorkome; dat alles wat Gij hoogschat eu

bemint, ook door mij hooggeschat en bemind worde; dat alle vreugde zonder U voor mij droefheid, en dat alle smart om uwentwil voor mij vreugde zij; dat de gedachte aan uwen naam mij verheffe en sterke; dat de herinnering aan uwe weldaden mij niet vreugde en troost vervulle; dat mijne tranen dag en nacht mijn brood en mijn drank worden, terwijl ik, naar het woord van uwen Profeet, uwegeregtig-heid zoek; dat ik uwe wet meer beminne, dan al het goed der aarde; dat ik in de gehoorzaamheid, welke ik U schuldig ben , mijne eer en mijn roem stelle, en dat ik alle ongetrouwheid met schaamte en smart beweene. Ik bid U, door uwe barmhartigheid en door de hoop, waarmede Gij mij vervult, vergeef mij al mijne zonden, open mijne ooren voor uwe geboden, en laat niet toe, dat strafbare woorden over mijne lippen komen, waardoor de zondaars hunne overtredingenzouden willen regtvaardigen. Ik bid U eindelijk, door de bewonderenswaardige ootmoedigheid, welke Gij in do dagen uwer menschheid en van uw lijden getoond hebt, dat de ijdele hoogmoed mij

niet vermeestere, en de hand des zondaars niets tegen mij vermoge op den weg, langs welken ik tot U moet komen.

Tn een reseript van de heilige Congregatie der aflaten, van den 29 September 1807, verleende Pins VII honderd dagen aflaat aan alle geloovige Christenen, die de volgende godvruchtige oefening tot de heilige Vijl* Wonden van onzen lieer Jesus Christus zullen verrigten. Zij , die deze gebeden minstens tienmaal in iedere maand opzeggen, verdienen daarenboven een vollen aflaat, tweemaal 'sjaars, en wei op de feestdagen der Kruisvinding (3 Mei) en der Kruisverheffing (14 September,) wanneer zij op deze dagen gebiecht en gecommuniceerd hebben. Daarenboven nog verdienen zij, die deze gebeden van Passiezondag tot en met zaturdag in de goede Week verrigten, ieder dag, een aflaat van zeven jaren en zeven Qnadragenen , en een vollen aflaat op Paaschzondag, mits zij alsdan gebiecht en gecommuniceerd en gebeden zullen hebben tot intentie onzer moeder de heilige Kerk. Deze aflaten zijn ten eeuwigen dage verleend, en kunnen den zielen in het vagevuur worden toegevoegd.

lietde jegens mij ü gehecht heeft; miju geweten verwijt mij dat ikU gekruist heb, zoo dikwijls ik zondigde en U met snooden ondank bc'.eedigdc. Mijn God! volmaaktste hoogste goed! Gij hebt mij altijd met weldaden overladen. Gij zijt al mijne liefde waardig, [k ongelukkige kan mijne be-drevene zonden niet meer herroepen, donh ik verafschuw dezelven uit geheel mijn hart, wijl ikdaardoorü, de oneindige goedheid , beleedigd heb. Ik kniel hier voor uwe voeten neder, om ten minste in medelijdende deelname aan uwe doorstane smarten, U daarvoor te danken, om ü te smeeken om vergiffenis en de genade der bekeering. Met hart en mond spreek ik alzoo :

Ik vereereer u, heiligste wonde van den linker voet mijns Heeren Jesus Christus! Van harte neem ik een medelijdend aandeel, o mijn Heiland, aan uwe bittere smarten; ik dauk U voor de liefde, waarmede Gij mij van deu weg des verderfs hebt willen terugvoeren, en als het ware aan de doornen en distels mijner zonden

U bloedig verwond hebt. Ik oft'er deu hemel-sclien Vader het lijden en de liefde uwer allerheiligste meuschljeid op, tot voldoening voor mijue zouden, die mij van gan-scher harte leed zijn, en die ik opregt verafschuw.

6 Maria, Moeder Gods ! verkrijg voor mij dat het krnis en de wonden van uwen Zoon Jesus Christus diep in mijn hart gegrifd blijven.

Ik vereer u, heilige wonde van den reg-tcr voet mijns Heilands! Van harte neem ik een medelijdend aandeel, o Jesus, aan uwe bittere smarte; ik dank U voor de liefde, welke U ouder de vreeselijkste kwalen aan het kruis genageld heeft, om voor mijne zouden en de bevrediging mijner teugel-looze driften te voldoeu. Ik offer uwen hemelschen Vader het lijden en de liefde uwer allerheiligste menschheid op, en bid hem om de genade van berouw en van boetvaardigheid over mijne zonden, en van

volhiirdiug' iuhet «'oedc, zoodat ik nimmei-mccr van d^n weg uwer geboden afwijke.

6 Maria, Moeder Gods ! verkrijg voor mij dat het kruis en de wonden van uwen Zoon Jesus Christus diep in mijn hart gegrifd zijn.

Ik vereer u, o heiligste wonde der linker hand mijns Verlossers! Van harte neem ik een medelijdend aandeel, o mijn Jesus, aan uwe bittere smarte; ik dank U, dat Gij met zooveel liefde de eeuwige verdoemenis van mij hebt afgewend, die ik door mijne zonden verdiend had; ik offer uwen hemelschen Vader het lijden en de liefde uwer allerheiligste menschheid op, en bid hem om de genade, dat ik mijn overigen levensloop mag ten nutte maken, om waardige vruchten van boetvaardigheid voort te brengen, en de door mijne zonden be-leedigde geregtigheidGods te ontwapenen.

ó Maria, Moeder Gods ! verkrijg voor mij dat het kruis en de wonden van uwen Zoon Jesus Christus diep in mijn hart gegrifd blijven.

Ik vereer u, heiligste wonde der regter | hand mijns Verlossers ! Van harte neem ik een medelijdend aandeel, o Jesus, aan uwe bittere smarte; ik dank U, o mijn Heiland, dat Gij mij steeds zoo groote liefde bewezen hebt, ofschoon ik niet aan dezelve heb beantwoord ; ik offer den he-melschcn Vader het lijden en de liefde uwer allerheiligste menschheid op, en bid hem mijn hart en mijn geest te vernieuwen , en mij de genade te verleenen, dat ik al mijn werken naar zijn goddelijk welgevallen mag inrigten.

ó Maria, Moeder Gods! verkrijg voor mij dat het kruis en de wonden van uwen Zoon Jesus Christus diep in mijn hart gegrifd blijven.

Ik vereer u, heiligste wonde van de zijde mijns Verlossers ! Vim harte neem ik een medelijdend aandeel, o mijn Heiland, aan al den smaad en demishandelingen, welke Gij hebt moeten verduren; ik dank U voor de liefde, waarmede Gij uwe borst eu hart liet doorboren en de laatste droppels water en bloed wildet vergieten, ora mij verlossing aan te brengen; ik offer uwen hemelschen Vader op de wouden, die Gij voor ons ontvangen hebt, de liefde , die uwe allerheiligste menschheid ons bewezen heeft, opdat mijne ziel de genade ontvange, zich eindelijk in uw liefdevolle hart, dat bereid is zieh voor alle zondaars te openen , te mogen verbergen en meer en meer de oneindige liefde van uw hart waardig te worden.

o Maria, Moeder Gods! verkrijg voor mij dat de wonden en het kruis van uwen Zoon Jesus Christus diep in mijn hart gegrifd blijven.

6 Dierbaarste Moeder mijns lieeren Jesas Christus ! die niemand verstoot, niemand verlaat en niemand, die met een rouwmoedig hart tot u komt, zonder troost wegzendt; zie, ik arme zondaar, nader metdio-peu eerbied voor uw beeld, en verlang van gnnscher harte u mijne vereering aan te bieden. Laat mij door u barmhartigheid verwerven , gelijk reeds zoovele zondaars door u genade verworven hebben. 6 Barmhartige moeder Maria ! gij weet hoe een bedroefd hart te moede is, wijl gij zelf zoovele droefheid doorstaan hebt, dat alle mensehen niet zonden in staat zijn dezelve te dragen. Ik herinner u al de bittere smarten, welke gij doorstaan hebt, toen gij uw goddel ijken Zoon aan uw moederlijk hart druktet, met uwe maagdelijke armen omhelsdet, met kussen bedektet en met tranen besproeidet, en bidu, door deze smarten , voor mij vergiffenis mijner zonden te verwerven. 6 Maria! bid uwen beminden Jesus, welken gij in uwen schoot ge-

dragen hebt, voor mij arme zondaar. Genadige Jesus! toon uwen hemelschen Vader al de wonden en smarten, welke Gij voor mij geleden hebt. 6 Maria! ik bid u, help mij bij God den Vader genade verwerven; neem het verwonde ligchaam van uwen Zoon op uwe moederlijke armen , gelijk gij het eenmaal opuwen schootgedra-gen hebt, en offer hetzelve alzoo denhemel-sehen Vader op. Offer Hem op zijne en uwe smarten, benevens alles wat gij beide op aarde gedaan en geleden hebt, opdat ik genade en barmhartigheid moge verwerven. Amen.

Wondervol graf van Jesus Christus, dat Hem omsluit, die do opstanding en het leven is! Gij leert mij armoede en onthouding, en een geur van hemelsche genade stijgt uit u omhoog. In u woonde zelfveraehting en vernedering, en de heerlijkheid d er oosterzon straalt uit uwe diepte. In het graf van Jesus Christus werd, na

onzeggelijk lijden, hetligchaamdesHeeren zielloos ncdergelegd, doch leven en opstanding verhieven zich uit hetzelve; gren-zelooze smartesloot hetzelve, met onniete-lijk feestgejubel werd hot geopend.

Heilig graf van Jesus Christus! leer mij armoede en onthouding — zelfverlooche-ning en ootmoedigheid — openlijke belijdenis van den Gekruiste en opoffering van alles tot zijne eer, opdat ik het eeuwige leven verwerve. De Heer heeft mij bemind en zich zeiven voor mij opgeofferd. Geheel en al heeft Hij zich aan mij geschonken en, zonder voorbehoud, voor mijn heil zich opgeofferd, om ook mij geheel te winnen. Hij stierf en werd begraven, om voor mij den dood te verwinnen eu het graf te verheerlijken ; en ik zon Hem niet beminnen uit geheel mijne ziel, uit al mijne krachten! Verre zij van mij zulke ondankbaarheid! Hier, bij het graf van Jesus Christus, beloof ik trouw en liefde aan den Heer ; onwankelbare trouw in het geloof aan Hem, en liefde, die den dood overleeft, om in de zalige opstanding den Heiligste al Ier Heiligen te aanschouwen. Amen.

Mijn Heer en mijn God, .Tesns Christus! ik geloof aan uwe opstanding van do doo-den. Ik geloof aan den zege over den dood en het graf, o Koning aller koningen ! Ik geloof alles, wat dc heilige Kerk leert, en verheug mij over uwe glorierijke overwinning. Gedurende drie dagen den dood opgeofferd. leefdet Gij toch eeuwig, onafgebroken , gelijkde Vader en de heilige Geest I -— Gij gaaft den tempel uws ligehaams aan den dood en het graf over, en wektet hem ten derde dage weder ten leven op , wijl Gij God zelfzijt. Ik belijde in U den eeuwigen God. Gij voerdet, in uwe barmhartigheid , ook mijne ziel, uit de dwaling en het ongeloof, tot het ware en alleen zaligmakende geloof. Gij hebt den dood ook in mijn ligchaam door de verrijzenis van uw ligehanm vernietigd.Uwe glorierijke opstanding zal ook het onderpand onzer glorierijke opstanding zijn. Ja, Gij zijt menseh-

geworden, opdat de mensch in U verhe-v.en en verheerlijkt worde; daarom belijd ik U met alle liefde, en jubel en zing voor U mijngeheele leven het alleluja der vreugde, voor U, die van den dood verrezen, die mijn Heer en mijn God zijt! Amen.

De hemel jubele, en de aarde jubele ; want beiden viel hetzelfde geluk ten deel, beiden hebben denzelfden Heer, U, die op aarde hebt gezegevierd en die in den hemel regeert. „Deze is de dag, wolken de Heer gemaakt heeft. quot; Gij, o Heer, schept wel is waar iederen dag, doch den dag van heden vooral, wijl deze, eeuwig stralende , nooit meer in den nacht ondergaat. Dezo is de dag, waarop Gij den dood, die ons met alle gruwelen van een eeuwigen nacht tegen grijnsde, door den glans uwer majesteit hebt overwonnen. Wij jubelen thans als verlosten , om eenmaal het eeuwige jubelliedals zaligen aan te heffen. Wij jubelen thans over uwe opstanding, om eenmaal voor eeuwig in het Rijk te jubelen. Dat zullen wij, wanneer liet geloof de. schuts-

geest van ons leven blijft; wanneer wij leven voor U, die voor ons zijt gestorven : ook deze genade zult Gij ons niet weigeren.

Met uwe terugkomst van de dooden, daagt voor ons stervelingen de hoop der toekomstige verrijzenis op. Bij deze morgenzon moest zich de geheele wereld over uwe zege verheugen! De hemel verheugt zich, wijl hij de zoo lang met zonden bevlekte aarde door het bloed zijns Meesters gereinigd ziet. Adle scharen des hemels verheugen zich , wijl in den kamp huns Konings de geheele magt des vijands is overwonnen. Ook de zon verheugt zich, wijl zij de duisternis, welke zij als een rouw, bij den dood baars Scheppers, gedragen heeft, in vreugdestralen en jubelglans ziet veranderen. Doch wij stervelingen, wij hebben de grootste reden om ous te verheugen! Voor ons hebt Gij, Zoou van God en God-zelf, en een met den Vader en den heiligen Geest, de menscheiijke natuur aangenomen, om in baar aan het kruis den dood te doorstaan en door den dood ons van de hel te verlossen. Hoe kunnen wij ons genoeg verheugen, wijl

door hut gebeim van uwen dood, als Middelaar, de zonden zijn weggenomen en ons dc hemel is wedergegeven ? Amen.

Heilige Maria! hoe liefelijk is de boodschap, welke de Engel u beden brengt ! Hoe zalig zijt gij , die boven alle vrouwen verdient dc Moeder Gods te worden ! o Heilige Maagd! niet de natuur, maaide genade maakt u tot moeder. — Daar u-ij onbevlekt ontvangen en geboren zijt, bloeit uwe heilige onschuld, uwe kuisch-heid des te sehooncr, wordt uwe zuiverheid nog meer verheven, en krijgen al uwe deugden een onwankelbaren grondslag, o Maagd der maagden ! gij ontvangt uwen Schepper, den Oorsprong van uw leven , en alle leven wordt uit u geboren ! Noem hem dan ook tot onzen troost — Jesus ! En bid Hem , dat Hij ook onze Zaligmaker en Heiland zijn moge, in tijd en eeuwigheid, Amen.

ö Hoiligo Josef, gij voedstervader van Jesus Clmstus on bruidegom der Maagd Maria! ik, uw nederig pleegkind, beveel u do kuisehheid mijner ziel en mijns lig-obaams aan, en bid u, door dc vaderlijke zorgen, welke gij voor Jesus en Maria gedragen hebt, alsook door uwe zuiverheid , wees mijne voorspraak bij Jesus Christus , het onbevlekte Lam, en bij zijne heiligste moederMaria, do zuiverste aller maagden , en bescherm mij tegen alle zonden. Laat niet toe dat ik ooit in eene zonde van on-kuischheid valle, maar verwijder van mij , zoodra gij mij in gevaar van zonde ziet , alle onzuivere gedachten en begeerten; prent, door het aandenken aan dc eeuwigheid, aan Jesus den gekruiste en Maria , zijne smartvolle moeder, de vreeze Gods diep in mijn hart , en ontsteek in mij het vuur der goddelijke liefde.

ö Heilige Josef! die onder deu bijstand en de bescherming van Jesus en Maria uit het leven gescheiden zijt; kom ook mij ter hnlpe, met. Jesus en Maria, bijzonder dan ,

waimcer do dood mijn leven zal eindigen, opdat ik, ondoi' do bescheming van Jesus en Maria, deze wereld mag verlaten. Levend en stervend beveel ik mijn geest in uwe handen; Jesus, Maria, Josef! Mogen mijne laatste woorden zijn: Jesus, Maria, Josef!

God, Vader in den hemel, ontfermUonzer. God Zoon, Verlosser dor wereld , ontferm U onzer.

Wees ons genadig, verhoor ons. Heer! Van alle kwaad, verlos ons. Heer! Van oorlog, duren tijd, miswas en lt;

Dat Gij van onze woningen, onze have en goederen, brand en alle ongelukken wilt afwenden.

DatGij uweheilige Kerk wilt beschermen, Dat G ij de oversten der Kerk, den Paus en onzen Bisschop, wilt verlich- s; ten, versterken en mot wijsheid en quot;quot;quot; apostolischen ijver bezielen.

Dat Gij aan uwe kudde steeds trouwe gquot; zorgzame herders wilt geven, eu ^tuw heilig woord tot uwe eer wilt iquot;* gedijen, lt;

Dat Gij allen geloovigen den geest der ~ eendragt en der broederlij he liefde § geven wilt, _c

Dat Gij onze wereldlijke oversten wilt Z zegenen en bewaren, en hen de welvaart hunner onderdanen wilt doen behartigen.

roeping met uwe genade wilt bijstaan, .opdat zij hunne kinderen deugdzaam en christelijk opvoeden, wij bidden U, verhoor ons.

DatGij dezondaars tot boetvaardigheid Si wilt opwekken en de afgedwaalden op den weg der deugd terug voeren , gj Dat Gij onder echtelieden liefde, een- c' dragt en tevredenheid in den huis- ^ selijken kring wilt bewaren,

Dat Gij den bedroefden troost en ver- o kwikking, den armen en bedrukten ^ raad en hulp verleenen wilt.

Dat Gij de kranken wilt verkwikken en do stervenden zacht ten eeuwigen leven geleiden.

Dat Gij U genadig en barmhartig wilt too-nen aan hen die ons onderdrukken, wij bidden U, verhoor ons.

Dat Gij U steeds genadig en barmhartig wilt toonen jegens ons allen, o algoede, alwijze God en Vader! wij bidden U, verhoor ons.

Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld, wij bidden ü, spaar ons, Heer ! Lara Gods, dat wegneemt de zonden der wereld, wij bidd. TJ, verhoor ons, Heer ! Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld, wij bidd. U, ontferm U onzer ! Christus, hoor ons.

Onze Vader, enz. Wees gegroet, enz. De naam des Heeren zij geprezen; Van nu tot in de eeuwigheid.

God, Vader in den hemel, ontferm ü onzer. God Zoon, Verlosser der wereld, God, heilige Geest,

Barmh artige God en regtvaardige Tïegter, Uie altijd liefderijk voor de menschen gezorgd en hen met voedsel voorzien hebt.

Die van de eene eeuw tot de andere de aarde vruchten laat voortbrengen, ontferm U onzer.

Die regen zendt over de akkers der S regtvaardigen en der zondaars, f Die voor al uwe schepselen zorgt.

Wees ons genadig, spaar ons. Heer. Wees ons genadig, verhoor ons. Heer. Wees ons genadig, verlos ons. Heer. Van alle zonde.

Van besmettelijke ziekten en pest, ? Van aanstekende ziekten onder het vee. Van gierigheid en woeker. Van gulzigheid,

vruchtbaarheid niet wilt onttrekken, quot; Dat Gij de arbeiders op het veld aan uwe tegenvvoordilt;rheid wilt herinneren,

en van vloeken, ontuchtige woorden en zondige handelingen wilt terug houden, wij bidden U, verhoor ons.

Dat de akkers geeue schouwplaats van goddeloosheid mogen worden, noch de zouden der arbeiders tot U om wraak mogen roepen, wij bidden U, verh. ons.

Dat Gij U onze geheele gemeente tot een geestelijken tempel wilt heiligen, wij bidden ü, verhoor ons.

Dat Gij uwe heilige Kerk in alle deelen der wereld wilt bestieren en beschermen, wij bidden U, verhoor ons.

Dat Gij den koningen en vorsten, en uw geheele volk, vrede en ware eendragt wilt geven, wij bidden U, verboor ons.

Hoe grootsch, hoe glorievol is de huidige feestdag ! Immers wij zieu U, Jesus Christus, in de grootste heerlijkheid , en deze uwe heerlijkheid vervult ons met hemelsohe vreugde. Dit feest is de voltooijing van alle overige feesten en het zalige besluit uwer pelgrimsreis op aarde, want van U geldt de getuigenis des Apostels ; „ Hij die nederdaalde, is dezelfde, die heden boven alle hemelen opklimt, opdat hij alles zou vervullen ! quot;

erkend, wijl zij op uwen roep: „Lazarus, sta op!quot; dendoode terug gaf; de zee had TJ als haren Meester erkend, toen zij uwe heilige voeten gedragen heeft; de hel had U als haren Meester erkend, toen Gij de grendels barer poorten verbrijzeld hebt.— Ja, in waarheid, hij die dooden verwekte, melaatseben reinigde, blinden het gezigt wedergaf en lammen genas, bij moet de Heer aller dingen zijn !

Om echter bet kleed uwer majesteit te voltooijen, oHeerJesus Christus, en ons geloof inU te bevestigen, bleef alleen nog over, dat Gij, in het aansehijn uwer leerlingen, ook als Meester der lucht, ten hemel opklomt. — Nu hebt Gij alles in alles volbragt, en ü komt toe, dat alle knieën in uwen naam zich buigen, van hen die in den hemel, op de aarde en onder de aarde zijn; dat alle tongen bekennen , dat Gij thans in de heerlijkheid van God den Vader aan zijne regterhand gezeten zijt.

óMijnJesus! Gij zijt de eersteling in het rijk des hemelschen Vaders opgenomen, en blijft daar onze Middelaar voor het aanschijn Gods. Wanneer Gij in uwe

linkerhand de weegschaal desgerigtshoudt, voor hen die U niet vreezen, zoo draagt Gij ook in uwe regterhand den rijkdom uwer genadige erbarming , voorallen die U vreezen, en uwe barmhartigheid is onuitputbaar en duurt van eeuwigheid tot eeuwigheid!

Daarom ook willen wij, nederige kudden uwer weide, ten einde aan den stroom uwer hemelsehe genade deelachtig te worden, U navolgen; want Gij alleen zijt de weg ten hemel, de waarheid en het leven ; Gij zijt de weg des hemels, door uw voorbeeld ; de waarheid, in uwe belofte; en het leven, in het loon der eeuwige zaligheid !— Gij, eeuwige Wijsheid, zijt tot den zetel der wijsheid Gods terug gekeerd ; wij dwalen nog in ballingschap op deze aarde, waar zooveel boosheid gevouden wordt; daarom zullen wij onze harten en handen hemelwaarts verheffen, en met godsvrucht, geloof en goede werken onophoudelijk naar U streven, getrouw aan deu roep der hemelsehe vermaning : „ zijt gij nu met Christus verrezen, zoekt dan ook wat daar boven is, waar Christus zetelt aan de regterhand Gods ! quot; Amen.

ó Gij, liefde der Godheid, heilige gemeenschap des almagtigen Vaders ea des zaligsten Zoons: Trooster, heilige Geest! stort uwe genade in het binnenste mijns harten; vervul met uw helderstralend licht alle duistere plekken mijner ziel; verlevendig, door uwe verkwikkende bezoeking, wat sedert lang in mij verdord is; ontsteek met uw heilaanbrengend vuur mijn door aardsche verlangens in de liefde Gods verkoeld hart. Laat mij aan den stroom uwer he-melsche zaligheid mijn dorst lesschen, opdat ik geen lust , geen smaak meer vinde in het verleidende gift der wereldsche geneugten. Bestier mij , verdedig mij tegen mijne vijanden en leer mij uwen wil volbrengen.

Ik geloof, dat Gij iedere ziel, waarin Gij woont, ook tot verblijf van den Vader en den Zoon inrigt. Zalig hij, die do genade waardig is U als gast te herbergen ; want met U nemen ook de Vader en de Zoon hunne intrede bij hem.

Kom dan , kom , quot; enaderflke Trooster der beklemde gemoederen ! Gij zijt onze bescherming in het geluk , onze h nip in liet ongeluk; Gij reinigt ons van de zonden en geneest de wouden onzer zielen. Gij sterkt onze zwakheid, en ondersteunt ons, wanneer wij struikelen. Kom, o leeraar der ootmoedigheid, vader der weezen, hoop derarmen; kom, o heilige Geest, en erbarm U mijner; maak mijn hart tot uwe woning, stort U in hetzelve uit, en wees mij genadig; uwe majesteit vinde aan mijne nederigheid, uwe magt aan mijne zwakheid, naaide volheid uwer erbarmingen, haar welbehagen. DoorJesasChristus, mijnVerlos-ser, die met don Vader in uwe vereeniging leeft, van eeuwigheid tot eeuwigheid. Amen.

H. Geest, door wiens ingeving de hei- ^ ligemannen Gods gesproken hebben, o Heilige Geest, die de toekomende din- S gen verkondigt, ■

Heilige Geest, door wlen de liefde Gods in onze harten is uitgestort, ontf. U onzer. Geest der aanneming tot kinderen Gods, Geest van genade en barmhartigheid. Geest, die ons in onze zwakheid te hulp komt, en aan onzen geest getuigt, dat wij kinderen Gods zijn, Heilige Geest, onderpand onzer erfenis,

die ons op den regten weg leidt, Oppergeest, die levend maakt en versterkt , O Geest van zaligheid, oordeel en blijd- g;

Geest van geloof, van ijver en vrede, ^ Geest van ootmoedigheid , liefde en o eerbaarheid, g

Geest van vermorzeling des harten , van belofte, van vernieuwing en heiligmaking.

Wees genadig , spaar ons, heilige Geest. Wees genadig, verhoor ons, heilige Geest. Van den geest der dwaling, verlos ons,

Van den geest der onkuischheid. Van den geest der godslastering. Van alle verhardheid in het kwaad

Van het benijden derbroederlijkeliefde, g-Van ouboetvaardigheid in ons sterfuur, Door uwe eeuwige voortkomst van den °

Door de volheid der genade, waarmede Gij de heilige Maagd Maria hebt ^abegunstigd, g³

Door dien invloed van heiligheid , S waarmede Gij de Moeder des Hee-ren, in de ontvangenis des Woords, als deedt overstroomen.

Apostelen, verlos ons, hoilis;e Geest. Door de onuitsprekelijke goedheid, waarmede Gij de Kerk bestuurt, de opperhoofden vereenigt, de martelaars versterkt, de leeraars verlicht, en de geestelijke orden instelt, verlos ons, heilige Geest, Wij zondaars, bidden U, verhoor ons. Dat wij naar den geest mogen wandelen, en de begeerlijkheden van 3j het vleesoh niet involgen.

wereld, stort uwen H. Geest over ons. Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld, zend over ons den beloofden Geest des Vaders.

Onze Vader, enz. Wees gegroet, enz. Schep, o God, in mij een zuiver hart. En vernieuw een opregten geest in mijn binnenste.

Verstoot mij niet van voor uwaangezigt, En neem uwen heiligen Geest van mij niet weg.

Geef mij wederom de vreugde mijn hcils, En bevestig mij met den geest der kracht. Heer! verhoor mijn gebed.

o God, Gij die de harten der geloovi-gendoor de verlichting des heiligen Gee.stes hebt onderwezen; geef ons, dat wij in dienzelfden Geest het regte kennen, en in zijnen troost ons te allen tijde verheugen mogen. Door Christus, onzen Heer. Amen.

mers en bijzondere voorsprekers ! Ik verheug mij in demoedigheid mijns harten , zoowe! omdat gij, heilige Petras, de rots zijt, waarop God zijne Kerk gebouwd heeft, als omdat gij, heilige Paulus, door God gekozen zijt, als een uitverkoren vaten als verkondiger der waarheid over de gcheele wereld. Verkrijgt mij een levendig geloof, eene onwankelbare hoop, eene volmaakte liefde, eene volkomene verloochening en verachting van mij zeiven en de wereld, geduld in de wederwaardigheden, gelatenheid in het ongeluk, aandacht in liet gebed, reinheid des harten, eene goede meening bij al mijne handelingen, ijver in de vervulling der pligten van mijnen staat, standvastigheid in mijne besluiten, overgeving in den wil van God, volharding in de genade tot aan den dood, opdat ik , door uwe voorspraak en uwe glorierijke verdiensten, alle verzoekingen des duivels, der wereld en des vleesehes overwinne, en waardig bevonden worde te verschijnen voorden hoogsten herder onzer zielen, Jesus Christus : die leeft en heerscht, met den Vader en den heiligen Geest, van eeuwig-

Omdat Hij de nederigheid zijner dienstmaagd heeft aangezien; zie, van nu af zullen mij alle geslachten zalig noemen.

Want de Heer heeft groote dingen aan mij gedaan ; Hij, die magtig en wiens naam heilig is.

En zijne ontferming strekt zich uit van geslacht tot geslacht, over degenen die Hem vreezen.

Hij deed de magt zijns arms werken ; Hij verstrooide, die vol hoogmoed des harten zijn.

Hij verloste Israël, zijnen zoon, gedachtig zijnde aan zijne barmhartigheid; gelijk Hij beloofd had aan onze vaderen, Abraham en diens zaad, tot in eeuwigheid.

ó Heilige Maagd Maria, Moeder Gods ! die met zooveel liefde uwe nicht Elisabeth bezocht hebt: toon ook ons uwe liefde, en bezoek ons met de hulp uwer voorspraak bij God; want allen hebben «ij behoefte aan uwen bijstand. Bid slechts voor ons om de genade Gods , en uw gebed wordt verhoord; zij die wanhopen worden opgebeurd en met hemelschen troost bezield. Ach, blijf toch voor ons allen eene bron van zegeningen; zie, hoe meer zielen door uwe voorspraak hare redding vinden, des te meer wordt gij verheerlijkt! Bezoek ons met de gunst uwer magtige voorspraak bij God, die u niets weigert en u daardoor zoo hoog vereert. Amen.

God, Vader iii den hemel, ontf. U onzer. God Zoon, Verlosser der wereld, ontferm U onzer.

God, heilige Geest, ontferm U onzer. Heilige Drievuldigheid, één God, ontferm U onzer.

gehaalde verordening, tweehonderd dagen aflaat, zoo dikwijls men aandachtig en rouwmoedig deze Litanie bidt. Benedictus XIII bekrachtigde dezen aflaat, bij besluit van de heilige Congregatie der aflaten, 12 Ja-nuarij 1728, en Pius VII bevestigde denzelven op nieuw, bij besluit ürbis et Orb is van gezegde Congregatie d. d. 30 September 1817, vermeerderde denzelven tot op 300 dagen, ten eeuwigen tijde, en verleende daarbij een vollen aflaat, ten eeuwigen dage, op de vijf, naar den Roomschen kalender voorgeschrc-vene feestdagen der allerheiligste Maagd, aan allen die op deze dagen deze Litanie bidden, mits zij gebiecht en gecommuniceerd hebben, eene openbare kerk bezoeken en voor onze moeder de heilige Kerk bidden : deze aflaat is ook toepasselijk op de zielen in het vagevuur.

Onder uwe bescherming nemen wij onze toevlugt, heilige Moeder Gods! verstoot onze gebeden niet in onze noodwendigheden, maar bevrijd ons altijd van alle gevaren, o glorierijke en gezegende Maagd, onze vrouwe, onze middelares, onze voorspraak; verzoen ons met uwen Zoon, bevoel ons aan uwen Zoon, vertoon ons aan uwen Zoon.

Stort, bidden wij, Heer, uwe genade in onze harten, opdat wij, die door de boodschap des Engels de Mensohwording van Christus, uwen Zoon, gekend hebben, door zijn lijden en kruis tot de glorie der verrijzenis gebragt mogen worden; door denzelfden Christus , onsen Heer. Amen.

Wij bidden U, o Hoer, dat door de verdiensten des Bruidegoms uwer allerheiligste Moeder ondersteund, zijne voorbidding ons moge doen verwerven, wat wij door eigen krachten niet zouden kunnen erlangen. Gij, die leeft en regeert. God van eeuwigheid tot eeuwigheid. Amen.

ó Minnelijke Maagd en Moeder Maria ! van ganseher harte groet ik u, en herinner u aan de bovennatuurlijke en onuitsprekelijke vertroostingen, welke gij, in afwaeh-ting van een vreugdevol afscheid van deze aarde, door uwen geliefden Zoon en alle Heiligen ontvangen hebt.

ó Glorierijke Maagd Maria! uit het binnenste mijner ziel groet ik u, en herinner u aan de hemelsche vreugde, welke uw hart doorstroomde, toen gij, gesteund op uwen Geliefde, in feestelijken triomf zijt ten hemel gevaren. Amen.

ten. groot ik u, en herinner u aan de hoogste, onbesefbare glorie, met welke gij in den hemel door de allerheiligste Drievuldigheid ontvangen, met de kroon der heerlijkheid versierd en boven alle magten des hemels en der aarde verheven zijt. Met deze eer, met deze vreugde wenseh ik u heden van ganscher harte geluk, en bid u ootmoedig, dat gij voor Godes troon mijne voorspraak wilt zijn, opdat ik ook | eenmaal zalig sterven en bij u, mijne lieve Moeder, in den hemel mag worden opgenomen. Amen.

Hoe zalig zijt gij in het bezit van God , Heiligen des hemels, die, na de stormen van den oceaan des levens doorstaan te hebben, verdiend hebt in de haven dei-eeuwige rust en des eeuwigen vredes aan

te komen , waar gij , verzekerd tegen alle orkanen en gevaren, eene glorie en een geluk geniet, die nooit een einde zullen hebben. Ik bid u, bij de liefde welke u bezielt, ziet met een welgevallig oog op ons neder van den troon, welken n de Koning der glorie in zijn paleis gegeven heeft, waar gij in volmaakte zekerheid heerscht, wijl gij aan geene verandering meer onderworpen zijt, en de kroon om uwe slapen uit onverwelkbarc bloemen gevlochten is. Reikt ons uwe hulpvaardige hand toe van uit uw hemelsch verblijf, en weigert ons uwen bijstand niet in de gevaren, die ons van ulle zijden omringen en bestormen.

Ik bid u, bij de oneindige liefde van hem die u heeft uitverkoren, die u verheven heeft tot de glorie welke gij thans bezit, die al nwewensehen door het aanschouwen zijner verrukkende schoonheid vervult, die u zijne onsterfelijkheid en zijne eeuwige zaligheid mededeelt, gedenkt ii onzer; laat u bewegen door de gevaren, waarmede de stormen en klippen op den oceaan dezer wereld ons bedreigen, en zijt ons een gunstige gestarnte , hetwelk

cms dun regten weg aanwijst en ous de haven der eeuwige zaligheid behouden doet binnenzeilen.

Gij zijt de schitterende poorten van het liemelseh Jeruzalem; verleent ons de intrede in deze eeuwige stad. Gij zijt op den berg des lieeren; trekt ons allen tot ii, die in dit tranendal zuchten. Uwe voeten rusten, zooals de heilige Schrift zegt, op eene rots, wijl gij in de liefde en in do genade onwankelbaar bevestigd zijt; ondersteunt hen, die nog wandelen op de gevaarvolle wegen dezes levens, en onophoudelijk zijn blootgesteld aan de doode-lijke verwondingen der zonde. Met een woord, gij zijt de Heiligen, de lievelingen Gods, en wij zijn arme zondaars, zoo vaak zijne vijanden. Wendt daarom , door uwe verdiensten en door uwe gebeden, zijne straffen en zijn toorn van ons af; verdedigt bij hem onze zaak zoo ijverig, zoo krach tig; bidt hem met zoo veel volharding, dat hij ons eenmaal bij u allen opneemt, waar wij hem in eeuwigheid voor zijne barmhartigheid kunnen dankzeggen.

iknietgelooven, datgij onze bede zult verwerpen; daarom hoop ik, dat onze nood en ons klagen uwe harten zal roeren, en dat gij ons gaarne den bijstand zult verleenen , waarom wij u smeek en. Bedenkt dat onze zwakheid zoo groot is, dat wij als het ware op den weg des heils voortkruipen, waarop gij eenmaal met reuzenschreden voorwaarts streefdet, en dat wij zoo zeer aan het wereldsehe geliecht zijn, dat wij, gelijk de dieren, het hoofd naar de aarde neigen en niet door de magt der deugd hemelwaarts verheffen. Steunende op het geloof in den naam van Jesus Christus, en gedragen op hetaanbiddingswaardige hout zijns kruises, dobberen wij op den onme-telijken en peilloozen oceaan des tijds, waarin, volgens de woorden van den koninklijken Pro feet, talloozegrooteenkleine dieren door elkander leven; waar de gruwelijke draak woont, die altijd bereid is om te verslinden; waar vreeselijke en gestadige stormen heerschen; waar ontelbare klippen dreigen, die zoovele ongelukkigeu tot hun verderf doen schipbreuk lijden.

I God, hemelsebe Vader, ontferm U onzer. God Zoon, Verlosser der wereld, ontferm U onzer.

God, heilige Geest, ontferm U onzer. H. Drievuldigheid, één God, ontf U onzer. H. Maria, bid voor ons.

Alle heilige Apostelen en Evangelisten, Alle heilige Discipelen des Heeren, Alle heilige Onnoozele kinderen, H. Stephanus,

Alle heilige Priesters en Leviten, Alle heilige Monniken en Kluizenaars H. Maria Magdalena,

Wees genadig, verhoor ons. Heer. Van alle kwaad, verlos ons, Heer. Van alle zonden ,

Van een haastigen en onvoorzienen dood. Van de lagen des duivels. Van gramschap, haat en allen kwaden lt; wil, 5quot;

don Vertrooster, verlos ons. Heer. In den dagdes oordeels, verlos ons, Heer. Wij zondaars, wij bidden U, verhoor ons. Dat ttij ons wilt sparen.

Dut Gij U gewaardigt, ons tot eene ware boetvaardigheid te geleiden, Dat Gij TJ gewaardigt uwe heilige 5-Kerk te besturen en te bewaren, ^ Dat Gij U gewaardigt het kerkelijk 5: Opperhoofd eu alle geestelijke Over- Squot; heden in de heilige Godsdienst te doen blijven,

Dat Gij ü gewaardigt, den Christen- § Koningen en Vorsten vrede en ware o eendragt te verleenen,

Dat Gij U gewaardigt, allen Christen-volkeren vrede en eendragt te schenken, Dat Gij U gewaardigt, ons in uwe heilige dienst te versterken en te bewaren,

Dat Gij onze geinoedereu tot liemelsche begeerten wilt opwekken, wij bidden U, verhoor ons.

Dat Gij U gewaardigt, al onze wel- 3; doeners met de eeuwige goederen ^ te vergelden, SI

Dat Gij U gewaardigt, onze zielen g en de zielen van onze broeders, ^ vrienden en weldoeners voor de een- -wige verdoemenis te behoeden, ^ Dat Gij U gewaardigt, de vruchten g-der aarde te geven en te bewaren, S Dat Gij U gewaardigt, alle geloovige o overledenen deeeuwige rust te geven, quot; Dat Gij U gewaardigt, ons gebed te

Dat zij allen, die U zoeken, zich in U verheugen en verblijden; en dat zij, die uwe zaligheid beminnen, altijd zeg- : gen : hoog geëerd zij de Heer.

De Heer spare hem, behoede hem in het leven, make hem gelukzalig op aarde, en levere hem niet over aan den wil zijner vijanden.

Heer! gewaardig ü, allen die ons om uwen heiligen Naam goed doen, met het eeuwige leven te vergelden. Amen.

ó God, wien het eigen is iilüjd genadig te ziju en te sparen ; ontvang ons gebed, opdat uwe goedertierene barmhartigheid ons, en al uwe dienaars, die met de ketenen der zonden beladen zijn, genadiglijk ontbinde.

Wij bidden U, Heer, verhoor de gebeden der ootmoed! gen , en spaar degenen, die hunne zonden belijden; opdat wij tevens vergiffenis en vrede van uwe goedertierenheid verwerven.

Toon ons genadiglijk, o Heer, uwe onuitsprekelijke barmhartigheid, en verlos ons van alle zouden, en te gelijk van de straffen, welke wij er door verdiend hebben.

ó G od , die door de zonden vergramd, en door de boetvaardigheid verzoend wordt: zie genadig neder op de gebeden uws volks, dat zich nederwerpt voor uwe grootheid; en wend de geesels uwer gramschap van ons af, welke wij door onze zonden verdienen.

Alniagtige en eeuwige God ! ontferm U over uwen dienaar, onzen Paus N..., en bestuur hem volgens uwe goedertierenheid in den weg des eeuwigen levens; opdat hij door uwe gunst begeere wat U behaagt, en het met alle kracht volbrenge.

ó God, van wien alle heilige begeerten, goede voornemens en regtvaardige werken voortkomen: geef uwen dienaars den vrede , dien de wereld niet geven kan; opdat onze harten genegen mogen worden tot het volbrengen uwer geboden, en wij, van de vrees des vijands ontslagen, ouder uwe bescherming in kalmte mogen leven.

Ontsteek, o Heer, onze nieren en onze harten door het vuur van denheiligen Geest, opdat wij U met een zuiver ligchaam mogen dienen, en met een rein hart behagen.

God, Schepper en Verlosser van alle geloovigen! verleen aan de zielen uwer dienaars en dienaressen vergiffenis van alle zonden, opdat zij de kwijtschelding van al hunne misdrijven, waarnaar zij steeds zoo vurig verlangd hebben, door onze godvruchtige smeekingen mogen verwerven.

Wij bidden U, o Heer, ga onze werken door deu invloed uwer genade vooraf, en voltrek ze door uwe medewerking; opdat al onze gebeden en handelingen immer van U beginnen, en eenmaal door U begonnen zijnde, ook door U voltrokken worden. Almagtige, eeuwige God, die over I levenden en dooden heerscht, en U ontfermt over allen, welke Gij te voren weet, dat door geloof en goede werken de uwen zullen worden : wij bidden U ootmoedig, dat degenen voor wie wij voorgenomen hebben onze gebeden te storten, hetzij ze nog in deze wereld leven of reeds overleden zijn, op de voorspraak van al uwe Heiligen, door uwe genadige barmhartigheid, vergiffenis van al hunne zonden mogen verkrijgen : door onzen Heer Jesus Christus.

En mijne roepstem dringe tot U door. De almagtige en barmhartige Heer verhoore ons. Amen.

Eeinig mij meer en meer van mijne ongeregtigheid, en zuiver mij van mijne zonden.

Tegen U alleen heb ik gezondigd en voor uw aanschijn kwaad gedaan : opdat Gij geregtvaardigd wordt in uwe woorden en de zege behaalt, wanneer men U beoordeelt.

Want zie, ik ben in ongeregtigheid ontvangen, en in zonden heeft mij mijne moeder ontvangen.

Wantzie, Gij hebt de waarheid bemind; Gij hebt mij de verborgenheden en de geheimen uwer wijsheid veropenbaard.

Besproei mij met hysop, en ik zal gezuiverd worden; waseh mij, en ik zal witter worden dan de sneeuw.

Laat mij vreugde eu blijdschap hooreu; eu de vernederde gcbeeuten zullen zich verheugen.

quot;Weud uw aangezigt af van mijne zonden, en delg al mijne ongeregtigheden uit.

Schep in mij een rein hart, o God; en vernieuw in mijn binnenste een opregten geest.

Ik zal de ongeregtigen uwe wegen leeren; en de goddeloozen zullen zich tot U bekeeren.

Verlos mij, o God, van de bloedschulden, 6 God mijns heils; eu mijne tong zal uwe regtvaardigheid prijzen.

Want, zoo Gij de offeranden verlangdet, zou ik U die voorzeker gegeven hebben; in brandoffers schept Gij geen behagen.

Een gebroken geest is eene offerande voor God; een vermurwd en ootmoedig hart zult Gij, 6 God, niet versmaden.

Wees genadig, 6 Heer, in uwe barmhartigheid, met Sioti; opdat de muren van Jeruzalem worden opgebouwd..

Dan zult Gij het offer der regtvaardig-heid aannemer , gaven en brandoffers; dan zal men jonge runderen op uw altaar opdragen.

Van de verschrikkelijke duisternis, B Van hot schromelijke weenen en klagen, F Door uwe wonderbaremenschwordiug, ^ Door uwe heilige geboorte.

Wij zondaren, wij bidden U, verhoor ons. Die aan Magdalena vergiffenis verleend en den moordenaar verhoord hebt, wij bidden U, verhoor ons.

Die de sleutels van den dood en der helle hebt,, wij bidden ü, verhoor ons. Dat Gij de zielen van onze ouders, vrienden en weldoeners uit de schrikbare

Dat Gij Ü over de zielen van hen, die geen bijzondere voorbede op deze £ wereld hebben, wilt ontfermen, g Dat Gij hen allen sparen, en hun kwijt- cj schelding der straffen schenken wilt, % Dat Gij hun verlangen wilt vervullen, % Dat Gij hen in de gemeenschap der g uitverkoornen wilt opnemen, ó

Wij bidden U, o Heer, betoon de zie-It'ii uwer dienaren en dienaressen voortdurend uwe barmhartigheid, opdathet hun tot eeuwig heil verstrekke, dat zij op U gehoopt en in U geloofd hebben. Door onzen Heer Jesus Christus, uwen Zoon, die met U leeft en regeert, God van eeuwigheid tot eeuwigheid. Amen.

Heer! geef hun de eeuwige rust, En het eeuwige licht verlichte hen. Dat zij rusten in vrede. Amen.

Barmhartige, hemelsche Vader! ik ben, weliswaar, onwaardig om fotUte bidden, •n door l verhoord te worden; wyl ik ■chter voor hen bid, naar wier verlossing Tij zelf verlangt, zoo twijfel ik niet of nijn gebed zal U aangenaam en die lieve

zielen voordeelig zijn. ó Genadige Vader! aanseliouw de zielen, die naar uw evenbeeld gesebapen zijn, en op U geboopt en in U geloofd hebben. Uwe vaderlijke liefde bewege U tot barmbartigbeid en verlossing uwer kinderen.

Jesus Christus, die aan het kruishout uwe weenende Moeder medelijdend hebt aanschouwd; wend ook uwe liefderijke oogenop uwe beminde broeders en zusters, en laat hun smartvol weeklagen uw milddadig hart doordringen. Besproei hen met uw kostbaar bloed, en wat bun ontbreekt aan voldoening, vul dat met uwe verdiensten aan.

Genadevolle heilige Geest! zie met medelijdende oogen de zielen aan, wier liefde Gij zoo zeer verlangt volkomen te bezitten. Aeb! erbarm U over deze uwe verloofden, en verkwik haar met uwen goddelijken troost. En wat nog ontbreekt aan hare voldoening, schenk dat uit den staat der verdiensten, met welker uit-deeling Gij belast zijt.

kerker des vagevuurs, en zie meewarig-lioe de zielen uwer kinderen zoo smartelijk lijden. Kan eene moeder haar eigen kind wel vergeten? Vergeet gij dan ook deze uwe kinderen niet, maar beveel dezelve ieder oogenblik in de genade van uwen lieven Zoon.

o Gij, lieve Engelen en Beschermers der zielendie inhetvagevuurlijden! troostbaar toch met uwe tegenwoordigheid, en verkrijgt haar, door de verdiensten van Christus, het lang gewenschte aanschijn Gods. j 6 Gij, heilige Aartsvaders en Profeten, : die, nauw zalig verscheiden, zoo vele jaren in het voorgebergte der helle verbleven zijt! erbarmt u over de arme zielen, die zoo vreeselijk gemarteld worden en zoo reikhalzend uitzien naar het geluk, God te mogen aanschouwen. Helpt haar door uwe voorspraak tot de vervulling van haar verlangen, en uw zalig gezelschap.

ó Gij. heilige Apostelen en Evangelisten, die zoo vele dnizende zielen uit de klaauwen van satan gerukt hebt 1 toont thans uw zielenijver jegens deze lijdende zielen; voert haar, door uwe

o Gij, heilige Martelaars, die zooveel om Christus wille gedaan en geleden hebt! offert God uwe folteringen en uw vergoten bloed op, tot verkwikking der zoo bitter lijdende zielen.

o Gij , heilige Bisschoppen en Belijders! offert Gode uwe werken van boetvaardigheid en uwe verdiensten op, tot voldoening- der schulden, voor welke deze arme zielen in den vurigen kerker gevangen liggen.

ó Gij , heilige Maagden eu Jongelingen ! offert Gode uwe zuiverheid en heiligheid op, tot afwassching der vlekken, welke deze arme zielen bezoedelen.

U allen. Heiligen en uitverkorenen Gods, beveel ik de arme zielen des vage-vuursbiddend aan: zijt medelijdend jegens haar, en houdt haar lijden steeds der heilige Drievuldigheid voor oogen. Offert den overvloed uwer verdiensten ter verlossing der arme zielen op, en verkrijgt haar, door uw gestadig bidden, de eeuwige zaligheid. Amen.

lot liet waardig ontvangen van de lieili^e Salcrainenteii der Bieclit en de.s Allaars-

Wie goed biecht, zal ook goed leven en zalig sterven. Om goed te biechten, moet gij ; 1° zorgvuldig uw geweten onderhoeken; 2° een waar berouw hebben over uwe zonden ; 3° den ernstigen wil bezitten dezelve niet meer te begaan ; 4° met opregt-hcid dezelve biechten , en 5quot; den vasten wil hebben van stiptelijk de opgelegde boete te volbrengen. Komt gij, door uwe schuld, in een dezer pnnten te kort, zoo zijt gij een onbekeerde zondaar, kunt het Sakrament der biecht niet ontvangen, en blijft pligtig voor God, al bekomt gij ook de absolutie des priesters. Verrigt daarom iedere biecht, als ware zij de laat-

ste uws levens op uw sterfbed. Besteed uwe voornaamste zorg bij liet onderzoek des gewetens; overhaast u daarmede niet, vooral zoo gij lang niet gebiecht, of vele bezigheden hebt. Vraagt n zei ven : welke fout heb ik het meest begaan ? Is het uit gewoonte? Welke is de oorzaak dat ik zoo dikwijls in deze zonde vervallen ben? Voor welke zonde ben ik in mijne laatste biecht bijzonder gewaarschuwd geworden ? Hoe heb ik volbragt, hetgeen ik alstoen Gode enden biechtvader beloofd heb? Wat deed ik om den hemel te verkrijgen? Hoe vervulde ik de pligten.van mijn staat? Omtrent welk punt was uw geweten het meest verontrust, als gij , in predikatie of godsdienstonderrigt, uwe pligten hoordet verkondigen en tegen de zondeu gewaarschuwd werdt? Denk daarover na; dat is de beste biechtspiegel. Of wekken predikatie eu godsdienstonderrigt geene wroeging dos gewetens bij u op, omdat gij dezelve niet of zelden bijwoont? O, dan leeft gij verblind in strafbare onwetendheid en in het gevaar van eeuwig verloren te gaan. Begin eerst weder Gods

woord te hoeren; ga tot awen zielzorger ou vraag door hem onderwezen te worden. —

Wees in de biecht opregt; verzwijg niets; biecht het eerst wat u het zwaarst op het geweten drukt. — Kies ook bij voorkeur tot uwen biechtvader een dei-geestelijken uwer eigene parochie ; deze moeten u in alles den weg des hemels aan-toonen, zijn met uwe omstandigheden bekend , hetgeen een vreemde niet is , eu kunnen u in den regel het beste in den biechtstoel voorlichten; die geestelijke, die gij wenscht dat ook op uw doodsbed uwe laatste biecht zal hooren. —

Het volgende gebed zult. gij met veel voordeel voorliet heil uwer ziel, eenige dagen voor uwe biecht, dikwijls bidden. Wanneer gij dezen raad hebt opgevolgd en een waar berouw over uwe zonden u bezielt, dau kunt gij de nadere voorbereiding met de aanroeping des heiligen Geestes en het onderzoek uws gewetens beginnen.

6 Jesus, mijn Heer eu mijn God ! Vader der barmhartigheid! Gij wilt niet dat iemand verloren ga, maar dat allen zalig worden en tot de kennis dor waarheid geraken. Gij hebt U vernederd en gewaar-digd mensch te worden, opdat de verlorene mensch nou worden terug gevonden. Ik keer van mijn zondigen weg tot ü terug : ó, strek uwe hand ter mijner hulpe uit, die met tranen tot U terug keer. Neem mijne berouw volle bekentenis genadig aan, en bevrijd mij van mijne zouden. Versmaad mijne boetvaardigheid niet, o Heer! Ik heb berouw over mijne dwalingen, en beween mijne menigvuldige zonden. Wend uw aangezigt niet van mij, want Gij kunt mij reinigen zoo Gij wilt. Ik heb mijne ziel door de banden der zonde laten omstrengelen; ik heb haar, zoo als Gij ziet, jammerlijk verwond. Verbreek, o Heer! verbreek die banden, welke mij kwellen, en waaruit ik reeds lang tot Uroep; genees

met de kracht uwer genade de diepe wonden mijner ziel. Schenk haar de gezondheid weder, opdat zij in l¹ hor leve. Mijne ziel is door de zonden jammerlijk misvormd en met pijnlijke wouden overdekt; doch mijn vertrouwen, dat Gij haar kunt genezen, staat vast ; want voor U is niets onmogelijk, voor U, die almagtig zijt.

Ik heb gezondigd . o Heer! ik heb zwaar gezondigd. Daarom ook is mijn hart dagen nacht beklemd. Mijne zonden en misdaden zijn tot bergen aangegroeid. Van daar ook al mijn weeklagen; van daar de droefheid mijns gemoeds. Doch als ik uwe groote barmhartigheid overdenk, en mij van mijn diepen val tracht te verheffen, leidt mij uwe goedheid tot de hoop der vergeving; zoodat ik, met een onwankelbaar vertrouwen, tot U om genade smeek en niet zal sterven maar leven. Ik keer tot U terug, mijn God , met belijdenis en boetvaardigheid, en tevens met aanbidding, lof en zegening van uwen heiligen Naam, Uwe erbarmingen hebben geen einde, en niemand is in dit leven de hoop ontnomen , hoe diep hij ook gevallen is, om zich weder

op te rigten; want Gij hebt den terugkeer van iedere zonde vrijgelaten en den zondaar de boetvaardigheid als hulpmiddel aangeboden. Ik wil den dood des zondaars niet, zegt Gij, maar dat hij zich bekeere en leve.

Ik bid, o Heer, verleen mij een vast voornemen boetvaardigheid te doen; verleen mij een waar berouw, opdat mijn hart vermurwd worde en mijn geest zijne wonden, uit liefde tot U, bewecne en beklage. Geef mijne oogen tranen, die de vlekken mijner zonden afwassehen. Zie,o Heer, ik belijd voor U mijne zonden. Aan allerlei overtredingen, aan allerlei zonden heb ik mij pligtig gemaakt; ik heb gezondigd tegen U, beste der Vaders, door gedachten, woorden en werken ! Ik schaam mij over den toestand mijner ziel; ik durf de oogen niet opslaan, wijl ik mij onwaardig gevoel den gestarnden hemel, het werk uwer handen, te aanschouwen. Heb medelijden, o Heer, met een armen zondaar, die tot U wenscht terug te keereu. Neem de zonden van mij weg, waarmede ik in mijne onbezonnenheid mijne zie! beladen

heb. Breek de banden der duisternis die mij omklemmen, opdat ik niet in de eeti-wige duisternis nederdale, welke nooit door een lichtstraal gebroken wordt; red mij van het verderf; roep mij terug van den drempel des doods en plaats mij weder op den weg, die naar het eeuwige leven leidt. Gij zijt immers een God, die de tranen van een rouwmoedig hart niet versmaadt. Gij hebt immers voor de zondaars den dood doorstaan; voor de zondaars hebt Gij U aan het kruis laten hechten.

Daarom ofl'er ik U met vertrouwen de tranen mijner boetvaardigheid op ; erbarm U mijner, wend U tot mij, red mijne ziel en vergeef mij alle zonden. Vergeet mij niet, dien Gij hebt vrijgekocht; wend uwen toorn van mij af en schenk mij uwe genade weder. Keiuig mij , o God, van al mijnezondeu, opdat ik rein bevonden worde, wanneer ik voor uw oordeel verschijnen zal. Stort de genade der vreeze en dei-liefde Gods diep in mijn hart; want de vreeze houdt terug van het kwaad, en de liefde wekt tot het goede op. Geef dat ik met opregtheid mijne zonden beweene,

dat ik hato wat Gij haat, en beminae wat Gij bemint. Mijne ziel gehoorzame aan uwe geboden; mijn wil stemme met uw wil overeen. In U alleen verdiepe zich mijn geest, naar U alleen zij al mijn streven gorigt. Wees Gij mijne hulp, o Heer! mijne bescherming, mijne redding; die met den Vader cn den heiligen Geest eene Godheid zijt, eene heerlijkheid, ééne magt, van eeuwigheid tot eeuwigheid. Amen.

Kom, goddelijke Geest! stort uwe liemel-sche stralen over mijn verstand uit, opdat ik mij zeiven leere kennen. Toon mij, hoe ik mij in al mijne gedachten, woorden en werken, in al mijn doen cn laten steeds gedragen heb. Leer mij U en mij zeiven kennen ; opdat ik U beminne en mij zeiven hate. Maak mij beschaamd; boezem mij haat en berouw in over al mijne zonden; geef mij den wil tot het goede, de volharding in het voornemen van mij te beteren , en voltrek in mij wat uwe genade begonnen heeft.

1. Ik ben dc Heer, uw God; ffij zult geene vreemde ^oden voor mijn aangeziquot;:! hebben, noch u een gesneden beeld of s:lt;; 1 jj Jlt;en is ma-ken, om dat te aanbidden.

1. Tegen het ge loof: —door vrijwilli-gentvvijfel aaneenpuntdes geloofs? — door lezen . ter leen geven, koopen of verkoopen van zulke boeken , clio het geloof, de Iverk , den Staat of de goede zeden openlijk of bedekt aanvallen ? — door het sluiten of toelaten van eehtverbindtcnissen, die het geloof in gevaar brengen?-—door onnoo-digen omgang met mensohen van gevaarlijke grondbeginselen?— door seherts of spot met de voorsoliriften. plegtigheden en gebruiken der Kerk ? — Hebt gij steeds vast geloofd wat God geopenbaard heeft en de heilige Kerk ons voorhoudt te ge-looven ? -— nooit uit- baatzuehtigheid of

menschenvrees aan bespottingen met de godsdienst of aan valsche grondbeginselen (zooals, dat alle godsdiensten goed zijn; dat iedere godsdienst ons tot de zaligheid leiden kan; dat ieder moet blijven in de godsdienst waarin hij geboren is; dat een | eerlijk man nooit van godsdienst verande-renmoet, enz.) uwen bijval geschonken? — Hebt gij den overgang tot de ware Kerk van Christus niet bespot, of anderen daarvan afgehouden ? — Hebt gij het ware geloof, waar gij kondet en het uw pligt was, tegen spotters en twijfelaars verdedigd? Hebt gij hetzelve bemind en door gebed, liefderijke vermaningen en een zuiveren levenswandel getracht anderen in hetzelve te sterken? Hebt gij uw geloot nietverloochend? Hebtgiju niet geschaamd de voorschriften der Kerk , als vasten . mis hooren enz, na te leven ? — Hebt gij de aangenomene christelijke waarheden niet bestreden? Hebt gij uit tijdelijke inzigten niet betreurd, een lid der ware Kerk te zijn ?

2. Tegen de hoop;—door vrijwilli-gen twijfel aan Gods barmhartigheid ? — door kleinmoedigheid bij beproevingen of

rampspoeden?— door al te angstige zorgen voor het tijdelijke? —door ontevredenheid met de schikkingen Gods? — door morren en klagen tegen de goddelijke Voorzienigheid? — door twijfel of ongeloof aan dezelve enz.? Of hebt gij daarentegen gezondigd : door vermetel betrouwen op de goddelijke Voorzienigheid? — door hoogmoed en al te veel zelfvertrouwen? — door eigenzinnige nalatigheid van het gebed in uwe beproeving ? — Traehtet gij steeds een warm verlangen naar de eeuwige zaligheid in u te onderhouden? Hebt gij niet, uit liefde voor de wereld, den hemel geheel uit het oog verloren?

3. Tegen de liefde:—doorvrijwillige wederspannigheid en haat tegen God, wen-schende, dat er geen God ware ? — door hardnekkig verzet tegen Godes inspraken ?— door minachting der heilzame vermaningen van uwen biechtvader, ouders enz. ? — door afgunst en nijd om de goddelijke genadegiften in uwe naasten ? — Hebt Gij aan geene aardsche zaken, b. v. uw ambt, uwe goederen, uwe eer enz. , boven God en zijne liefde de voorkeur ge-

gevou? Waart gij uiet bereid liever eeiie doodzonde te begaan, dan een schepsel te mishagen, of een tijdelijk verlies te lijden?— Waart gij niet nalatig in bet verwekken der drie goddelijke deugden : geloof, hoop en liefde?

4. Tegen de godsdienst, of de aan God verschuldigde eerbewij-zing: — door u zeiven, of nooit God en zijne weldaden te herinnereu? ■— door het verzuimen der morgen-en avondgebeden?— door verwaarloozing der godsdienstleer, der heilige Sakramenten en andere vrome oefeningen, waartoe gij tijd en gelegenheid hadt? — Hebt gij steeds, iu alles en door alles,getrachtGodete dienen, en hetnieder morgen uw doen en laten, uw werken en lijden, uwe woorden, gedachten en voornemens opgeofferd?-—- of hebt gij daarentegen alles uit gewoonte gedaan, en uit eigenliefde, baatzucht of andere zondige beweeggronden, uw dagelijks werk ver-rigt?— Alleen om hem te dienen enhemte zoeken, schiep en onderhoudt UGod; over ieder woord, hetwelk niet daarheen gerigt is, zult gij rekenschap geven. Matt. 13, 36.

1. Door godslastering. Hebt gij nooit eene volmaaktheid Gods, als zijne goedheid, wijsheid, regtvaardigheid enz., ontkend?— Hebt gij Gode nooit eene onvolmaaktheid toegeschreven? Hebt gij nooit met God of' zijne heiligen gespot? -— Hebt gij de namen van het heilig kruis, van den hemel, van de heilige Sakramen ten. of andere heilige zaken , niet als vloeken gebruikt? -—■ Hebt gij niet gezondigd door het oneerbiedig uitspreken van den naam Jesus? — door onvoegzame aanwending van de woorden der heilige Sehrift? •— door ou-eerbiedigheid jegens godgewijde perso-neu of plaatsen? Hebt gij u niet bezondigd door het onwaardig ontvangen van een heilig Sakrament? Hebt gij u tot de bieeht en de heilige Communie altijd goed voorbereid, uw geweten onderzoeht? — M ;is uw berouw oprea't. uw voornemen

om li te beteren ernstig? Hebt gij dc mid-delcn, die u tot betering koudon leiden, aangewend? Hebt gij de gevaren en gelegenheden der zouden vermeden? — Hebt gij het onregtmatige goed terug gegeven? Hebt gij u niet uwe vijanden verzoend ? Hebt gij geone zonde in de biecht verzwegen? — Hebt gij geene zonde voor uwen biechtvader bedekt? Hebt gij nooit gespot met predikatiën en godsdienstpleg-tigheden ? — Hebt gij geene gewijde zaken boven hare stoffelijke waarde gekocht of verkocht ? Hebt gij de kerk door geene grove zonden ontheiligd ?

2. Hebt gij niet ligtvaardig, dat is zonder noodzakelijkheid gezworen, of eene onwaarheid valschelijk met eede bevestigd? Hebt gij niet gezworen, iets kwaads te doen of iets goeds te laten ? Zijt gij uwe regtmatige eeden en beloften getrouw nagekoinen?Hebt gij u zeiven of anderen niet verwenscht?

3. Hebt gij nooit, zonder overleg of goeden raad, Gode eene gelofte gedaan ? Hebt gij uwe geldige geloften getrouw nageleefd, en de vervulling derzelve niet zonder wettige redenen verschoven, enz. ?

Door vrijwillig verzuim der heilige Mis op zon- en feestdagen? door verstrooijingen en oneerbiedigheid gedurende dezelve? — Hebt gij des zondags, zoo dikwijls het u mogelijk was, de predikatie bijgewoond? — Hebt gij op zon- en feestdagen zonder noodzakelijkheidgeen slafelijken arbeid ver-rigt? Hebt gij niet te veel de vermaken nagejaagd en de zondagen alzoo ontheiligd ?

Onderzoek, of gij als kind, dienstbode euz., jegens uwe ouders, zielzorgers en oversten , met woorden, werken en gebaren, u steeds eerbiedig betoond hebt? — Hoordet gij hunne vermaningen met gewilligheid aan? — Hebt gij hun nooit met bitsigheid tegengesproken ? Hebt gij nooit met hen getwist, u over hen geschaamd, hen bespot, veracht of mishandeld? Hebt

gij in alle geoorloofde zaken hunne bevelen en wensehen, zonder morren met stipte gelioorzaainheid volbragt ? Hebt gij tegen hun verbod geene gevaarlijke gezelschappen bezocht? Hebt gij u niets tegen hunnen regtmatigcn wil veroorloofd, enz.? Hebt gij uwe ouders opregt bemind? Hebt gij hen niet door eigenzin of halstarrigheid lot toorn en vloeken opgewekt? Hebt gij hen nietgehaat, hun gecu kwaad toegewenscht, hunne fouten niet geopenbaard? Stoudt gij hun in geestelijken en ligchameüjken nood naar krachten bij ? Hebt gij hen vooral in hun ouderdom niet verlaten, verstoeten of hun uwe hulp ontzegd? Hebt gij uwen meesters niet ontvreemd? Hebt gij voor hengebeden? Waart gij hun trouw? Hebt gij steeds vlijtig gearbeid en in alles hun voordeel betracht? Hebt gij van uwe ouders van uwe geestelijke en wereldlijke overheden geen kwaad gesproken, of anderen tegen hen vijandig gemaakt? Waart gij nooit wederspaunig of ongehoorzaam jegens hen ?

steeds waakzaam voor hun geestelijk ou ligchamelijk welzijn?— Hebt gij uwe kinderen in hot ware geloof opgevoed, en gezorgd dat zij naar de voorschriften van hetzelve leven? Hebt gij hun tot de deugd aangemaand en van gevaarlijke gezelschappen onthouden ?— (Weet dat God hunne zielen eenmaal van u zal terugvorderen ;) „ wie voor de zijnen, bijzonder voor zijne huisgenooten. geeno zorg draagt, heeft het geloof verloren, en is erger dan een ongeloovige.quot; (l.Tim. 5, 8.) Hebt gij de afgedwaalden raetliefdeen zachtmoedigheid vermaanden gewaarschuwd; de zwakken met geduld geholpen; de wederspannigen met gelatenheid en u\et kalmte berispt en gestraft; de on verbeterlijken en de voor de zeden gevaarlijken uit uwe dienst ontslagen ? Waart gij niet strenger wegens ecne door onvoorzigtigheid veroorzaakte schade dim wegens eene begane zonde? Hebt gij het eene kind niet onbillijkerwijze boven het andere begunstigd? Hebt gij den uwen in alles een goed voorbeeld gegeven; hen niet beschimpt, bespot of vervloekt? Be-ijverdetgij u de neigingen uwer kinderen

van hunne prille jeugd af -eene godsdienstige vigting te geven; hen in nederigheid , zelfverachting, vlijt en gehoorzaamheid te oefenen ? Hebt gij hen niet boven mate bemind; hun niette vee! vrijheid gegeven;' heu tegen billijke vermaningen en bestraffingen niet in bescherming genomen ; in hunne tegenwoordigheid over hunne onderwijzers en overheden niet oneerbiedig gesproken ? Hebt gij uwe kinderen iets nuttigs laten aonleeren, en hierbij meer gelet op hun eeuwig, dan op hun tijdelijk welzijn ? Hebt gij hun in de keuze van een staat eene behoorlijke vrijheid gelaten; hen niet gedwongen tot het huwelijk of tot den geestelijken staat? Hebt gij van uwe dienstboden niette veel gevergd , hen niet hard en liefdeloos be-handeld; hen in ziekte niet veratooten of hulpeloos verlaten? Hebt gij hun behoorlijke voeding en billijk loon gegeven; hen nimmer tot zondigen verleid; hen geene gevaarlijke gezelschappen of plaatsen laten bezoeken ? enz.

1. Met gedachten ; door toorn,geheimen wrok, vrijwillige afgekeerdheid, in-wendigeu haat? Hoe lang en tegen hoeveel personen voedt gij deze kwade gevoelens? Hebt gij ook het verlangen of den wil u te wreken en hoe? Hebt gij uwen naaste kwaad, ongeluk of schade toegewenseht; u over zijne rampen verheugd, of zijn ge- I luk benijd ? Vergaaft gij van harte aan uwe vijanden? enz. (Matth. 18. 35.)

3. Met woorden: door grove en bittere bejegeningen? Door smaad, bespotting, verwensehing, bedreigingen , enz.?

3. Met werken : door eigene of vreemde ligehamelijke verminking, —• of moord? Door ondermijning uwer gezondheid (ten gevolge van overmatig gebruik van spijs en drank, van zedeloosheid, onvoorzigtigheid, enz.,) of die van anderen , enz. ?

Heiden, Turk of Jood, gelijk u zeh-en bemind en hem alle goed toegewenscht ? Waart gij steeds liefderijk, dienstwillig en beleefd jegens iedereen; deelnemend,milddadig en barmhartig jegens de armen, on-gelnkkigen en kranken ; zachtmoedig in uwen omgang; dankbaar jegens uwe weldoeners? Hebt gij voor uwe vijanden gebeden? Maaktet gij u, als een waardig Christen , degelegenheid ten nutte om hun goed te doen? Toondet gij u bereidwillig tot verzoening? Hebt gij de zon niet over uwen toorn laten ondergaan? (Eph. 4. 2fi.)

5. Door ergernis : hebt gij nooit iets gezegd, gedaan of gelaten , waardoor anderen tot het kwaad geleid of van het goede werden afgehouden ? (Hetgeen vooral gesehiedt door de negen vreemde zonden.)— Hebt gij anderen niet tot zonden geraden of aangespoord, door onzedelijke gesprekken, oneerbare kleeding, sleehte boeken, enz.? Hebt gij de zonden van anderen, waar het uw pligt was, niet gestraft? Flebt gij aan dezelve geen deol go-nomen door verhelen , koopen of verkoo-pen van gestolen goed, enz.?

6 en 9. G ij zult g e c u overspel ploffen. Gij zult uws naasten huisvrouw niet begeer en.

Met gedachten : door u vrijwillig met onzuivere gedachten bezig te houden, er behagen in te scheppen, aan onkuische begeerten toe te geven.

Met woorden: door onzuivere, dubbelzinnige gesprekken te voeren, of der-gelijke liederen te zingen, of er willens naar te luisteren.

Met werken: door dartelen, gevaarlijken omgang te hebben of toe te laten, als gij het kondet beletten; door wulpsche en ontuchtige voorstellingen met vermaak te beschouwen ; door dergelijke boeken te lezen of anderen mede te deelen ; door n onbetamelijk te kleeden; door dolzinnige , gevaarlijke gezelschappen bij te wonen of er anderen heen te brengen; door u zinnelijke vrijheden te veroorloven aan eigen of anderen persoon , of znlks aan anderen toe te laten ; door toe te geven aan hart-

stogtelijke liefkozingtn; door u op eeniger-hande wijze te. vergrijpen aan den pligt der kuischheid jegens u zeiven ; in bet huwelijk, door al wat de zuiverheid van lt;len eolit verbiedt of liet doel der vereeni-ging verhinderen kan. Men bedenke, wat Tobias tot Sara sprak : „ wij zijn kinderen van de Heiligen, en mogen niet za-menkomen gelijk de heidenen, die God niet kennen. (VIII, 5.)

7 en 10. Gij znlt niet stelen.— Gij zult uws naasten huis, akker, enz., niet begeeren.

1. Hebt gij niemand het zijne onregt-matig ontnomen?—Hebt gij niemand in zijn regt te kort gedaan ?— niets ouder di! waarde van armen of noodlijdenden aangekocht? —- niemand in den handel bedrogen, door verkoop van vervalschte waren , door slechte maat of gewigt? -— niet bij kleine on regt vaardigheden het inzigt gehad, dezelve dikwijls te herhalen en al-zoo een groot voordeel te behalen ? — van

niemand iets gekocht, geborgd, of geleend, wetende dat, o-ij het nooit zondt kunnen of willen betalen of teruggeven ?

2-. Hebt gij geen gestolen 'goed opgekocht? — geene onregtraatige erfenis aangenomen ? — geene aalmoezen gevraagd zonder nooddruftig te zijn ? — Hebt gij geene geborgde of geleende zaken willens teruggehouden ? Hebt gij naar uw vermogen aalmoezen uitgedeeld? —uwen arbeiders hun verdiend loon uitbetaald, hetzelve niet zonder reden verminderd? Hebt gij door nalatigheid , dronkenschap, zwelgerij, euz., uwe familie niet in nood ge-bragt, en u buiten staat gesteld, uwe schulden te betalen? Hebt gij de belastingen , inipostcn, tienden, enz. pligtmatig betaald?— uwen vorst, den staat, of de stad niet veronregt, enz.?

3. Hebt gij niemand schade veroorzaakt aan zijne have, zijne gebouwen , zijn vee, zijne vruchten, enz.? Hebt gij niemand nadeel berokkend doorslechten arbeid, bovenmatige vorderingen, kwaadspreken, enz.? Hebt gij uw ambt ol' vreemde goederen nalatig bestierd? Hebt gij dreigende schade

die gij verpligt waart te verhinderen, naar krachten van uwen naaste afgeweerd, enz. ?

4. Hebt gij niet aan de onregtvaardig-heid van anderen, door eene der negen vreemde zonden, deel gehad : b. v. door raden, bevelen, goedkeuren, enz.? Zie boven 5 Gebod 3.)

5. Hobt gij niet den wensch of den wil gehad, te stelen, te bedriegen of vreemden eigendom onregtmatig te vermeesteren. heimelijk te bewaren, of anderen tot onregt-vaardigheid aan te sporen ? — Waart gij met uw vermogen steeds te vreden? Waart gij bij tijdelijk verlies gelaten in den wil van God? Hebt gij den naasten zijn geluk niet benijd of misgund, enz.?

1. Hebt gij nooit voor het geregt valseh gezworen, hetzij voor of tegen uwen naaste? Welke schade heeft uw naaste daardoor geleden, enz. ? Hebt gij niemand tot het afleggen van eene valsche getuigenis overgehaald of getracht over te halen ?

hebt gij gelogen en wien hebt gij daardoor benadeeld? Hebt gij ware doch geheime gebreken des naasten, zonder regtniatige reden , geopenbaard; of valsche gebreken hem toegedicht, en niet welk inzigt, en bij hoeveel personen? Hebt gij daardoor de eer of het vermogen uws naasten gekrenkt? Hebt gij geen kwaad gesproken van uwe geestelijke of wereldlijke overheid? Hebt gij aan kwaadsprekers niet al te ligtvaardig i geloof geschonken, of kwaadwillige gesprekken verspreid? Hebt gij de gekrenkte . ; eer des naasten weder trachten op te beuren ?

3. Hebt gij nimmer vriendschap of vroomheid gehuicheld , of tegen uwe overtuiging gesproken of gehandeld? Hebtgij niet boosaardig, door kwaadspreken, vrienden van elkander gescheiden, geene toevertrouwde geheimen geopenbaard, geene vreemde brieven onderschepten gelezen? Hebt gij den naaste in zijne tegenwoordigheid niet beschimpt of bespot? Hebt gij den belee-digden doelmatige voldoening gegeven ? Hebt gij niet zond er redelij ke n grond i e mand verdacht of verdacht gemaakt? Hebt gij het doen en laten des naasten niet uit

haat of nijd gelaakt, en aan zijue uocde handelingen kwade bedoelingen toegesehre-veu? Hebtgij uwen naaste niet al te streng en liefdeloos beoordeeld, zijne woorden en handelingen niet in den slecliteu zin uitgelegd? Hebt gij niet, zonder roeping, de zwakheden en gebreken uws naasten nieuwsgierig uagevorseht, en met welk inzigt ? Hebt gij u niet verheugd over zijue zonden, eu over welke? (Zoo strafbaar zijue zonden zijn, zoo boosaardig is uwe vreugde.) Hebt gij de eer des naasten, zooveel in uwe uiagt was, verdedigd en bewaard; het kwaadspreken verhinderd of wederlegd ? Hetgeen gij wenscht dat u geschiede, doe dit ook aan anderen : zoo luidt het goddelijk gebod der naastenliefde.

God is aangewezen ; want de heilige Kerk venult Oods plaats op aarde, gelijk Christus, de Heer, ons zelf leert: „ gelijk mij de Vader gezonden heeft, zoo zend ik u.quot; (Joh. 20. 39.) „ Wie u hoort, die hoort mij, cn wie u veracht, die veracht mij; doch wie mij veracht, die veracht hem, die mij gezonden heeft.quot; (Lucas. 10. 16.) „ Zoo iemand de Kerk niet hoort, zij hij voor u als een heiden of tollenaar.quot; (Matth. 18. 17.)

Onderzoek u zclven, of gij dit gebod hebt nageleefd en uwe ondergeschikten tot de naleving van hetzelve hebt aangespoord ? Hebt gij nooit met het vasten gespot; door uwe overtredingen anderen ver-ergernis gegeven, of tot verwaarloozing der vastenvoorschriften aangezet ?

Oudorzoek u /elven, of gij uwe biecht uict zouder oorzaak meer dim eeu jaar hebt uito-esteld ? OJ' gij gedurende den paaschtijd, in uwe parochie, waardiglijk de heilige Comnmnie ontvangen hebt? Wie in de onmogelijkheid is, omtrent Paschen te communiceren, moet het doen , zoodra hij in de gelegenheid is.

1. De h o o v a a r d i g b c id is een onredelijke hoogschatting van zichzelven, waardoor wij ons toeschrijven, wat van Godis, en met verachting op anderen nederzien.Doch-,ters der hoovaardigheid zijn : a, Vermetel streven naar of aanmatiging van zaken . die boven onze krachten en bevoegdheid liggen, b. Eergierigheid of een overdreven verlangen om anderen in rang vooruit te streven, c. Eoemzuehtof het nietige streven naar den lof der mensehen. — Van deze laatste stammen weder zes groote gebreken af: 1. pralerij, — het verwaande pogchen op zijne werkelijke of ingebeelde voorreg-ten van geboorte, talenten, enz. 3. Veinzerij , — het streven om zijne fouten te

bedekken, te verontschuldigen, enz., cu het huichelen van deugd en goode hoedanigheden. 3. Eigenzinnigheid, — die overal rcgt wil hebben, bij hare meening hardnekkig volhardt, iedereen tegenspreekt, enz. 4. Twist en strijdzucht. 6. Tweedragt, haaten onverdraagzaamheid. 6. Ongehoorzaamheid. — Tot de hoovaardig-lioid behoort ook het ijdele welbehagen aan zich zei ven , zijne talenten, zijne kennissen, zijne ligcharaelijke hoedanigheden, enz.

3. De gierigheid is een onredelijk verlangen om tijdelijke goederen te verzamelen, en die men verzameld heeft, te bewaren. Do hoofduitwerksels der gierigheid zijn.: a. Onbarmhartigheid jegens do noodlijdenden. b. Onrust des geestes, die de gedachten aan God en du zorg voor het heil zijner ziel onderdrukt, c. List en bedrog. d. Mijneed, e. Trouweloosheid en verraad, f. Gewelddadigheid.

8. De, onkuischheid is eene ongeregelde begeerte naar zinnelijke lusten.De gevolgen dezer ondeugd zijn:a. verblind-

lieid (lcs^eeptes.h. Overijlingen otibcdacht-zaamheid. c. Onmatige Inst tot sproken, d. Onstandvastigheid, c. Eigenliefde, f. Af-gekeerdheid van God. g. Liefde tot de wereld, h. Afschuw van een toekomstig' leven. i. Wanhoop.

4. De nijd is een gevoel van droefheid, hetwelk men bij hot geluk zijns naasten . of een gevoel van vreugde, hetwelk men bij deszelfs ongeluk ondervindt. — De nijd ontstaat uit ijdelheid; want de ijdele meuseh is bedroefd, wanneer hij anderen meer geacht dan zich zalven, of aan hem tcelijk gesteld ziet. (H. Greg.jNijdisde bron van veleondeugden, voornamelijk van; a. krenking der eer zijns naasten; b. huichelarij , c. laster, d. haat, euz. (H. Greg.)

5. De onmatigheid is eene ongeregelde begeerte naar spijs en drank. Daaruit ontstaan de volgende zonden : a. dronkenschap; b. zonder noodzake lij beid, of al te kostbare spijzen, of meer dan voor zijne behoefte noodig is, te eten of te drinken. — Deze ondeugd brengt tallooze, hoogst verderfelijke gevolgen teweeg voor ziel en ligchaam, namelijk ; a. verstompt-

heid dos geeftes, welke onbekwaam maakt te bidden en zijne bediening of ambt naav behooren te vervullen, b. Uitgelatene vreugde, onzuivere begeerten, c. Oneerbaar schertsen en stoeijen. d. Ligoliamelijfce onreinheid, e. Ontucht, enz.

6. De gramschap is eene hevige gemoedsbeweging of eene ongeregelde begeerte om anderen te straften. — Men zondigt door gramschap, wanneer men zich door oploopendheid laat medeslepen, te zwaar, uit baatzuchtige beweeggronden of uit wraakzucht straft. — De heillooze gevolgen der gramschap zijn : a. Vijandschap. b. Tweedragt. c. Kwaadspreken, d. Wraakzucht, e. Vloeken, f. Lasteren, g. Verwenschen. h. Verwondingen, enz.

7. De Traagheid (als hoofdzonde) is eene afgekeerdheid van de dienst van God , wegens de daarvoor gevorderde moeiten en zelfverloochening. Geene ondeugd is gevaarlijker en moeijelijker te genezen, dan deze, wijl zij den mensch voor alle be-vveeggronden tot betering gevoel loos maakt: dit is vooral waar, zoo lang de traagheid in de grenzen der onverschiligheid blijft,

on niet door grove zonden vergezeld gaat; want alsdan besnhouwt de mensch zijne traagheid niet als eene ondeugd, maar hoogstens als eene middelmatige deugd , waarmede, hij zieh vleit, den hemel te kunnen verwerven. — Geenezonde is Gode meer onaangenaam dan de traagheid; want deafgekeerdlieid van heilige en deugdzame handelingen is in don grond een afschuw van God, den oorsprong eu gebieder der-zelve. — De gevolgen der traagheid zijn hoofdzakelijk : a. Boosaardigheid, welke daarin bestaat, dat men alle geestelijke oefeningen haat, het gedane goed berouwt, of de goddelijke weldaden veracht; als men b. v. wenscht, niet geboren, niet tot de kennis van Christus of der ware Kerk gekomen te zijn. b. Onverschilligheid , wanneer men zijne geestelijke pligteu nalatig vervult, zelden en zonder genoegzame voor-bereidiugde heiligeSakramentonontvangt, ongaarne Gods woord aanhoort, enz. c. Verbittering tegen den naaste, tegen ouders en zielzorgers, die den trage tot vroomheid en vervulling zijner christelijke plig-ten aanmanen, d. Kleinmoedigheid, wijl

hij gebrek aan goeden wil alles hoogst moeijelijk en bezwaarlijk schijnt, e. Wanhoop, wanneer de trage eindelijk de deugd en godsdienst verlaat, wijl hij de beoefening derzelve onmogelijk acht en gelooft dat God hem verlaten heeft. f. Verstrooi-jing des geestes, wijl de gedachte aan God hem geene vreugde baart; zoo dwaalt hij gelijk Cain, de eerste verworpeling, en zoekt alles op om rust te vinden. Hij ontwijkt den ernstigen blik in zijn eigen hart, zoekt gezelschappen en vermaken op , waarmede hij zijn geest vervult en de gedachte aan God verdringt. —

Mijn Heer eu mijn God! ik ben de ver-aehtelijkste zondaar, geheel onwaardig, dat mij de aarde draagt. Erbarm U mijner en red mij.

Allerliefste Vader! ik heb voorden heinel en voor ü gezondigd. Ik ben niet waardig uw zoon genoemd te worden.

Mijn Heer en God! ik verzaak alle mijne zonden; ik verafschuw mijne boosheden : ik belijd mijne ondankbaarheid en omklem met vertrouwen het altaar uwer barmhartigheid.

Heer! g'euees mijne ziei van de wouden harer ongeregtighedën, stort den balsem uwer genade in hare wonden. Ik bid U , i versmaad mij niet.

Genadige Heer en God! van ditoogenblik afwil ik uw gebod niet meer overtreden, niet meer iu de zoude in willigen. Liever wil ik alle smarten, alle schande, ja den dood doorstaan, dan nog ooit te zondigen.

Allergoedertierenste Vader! geef mij dat ik waardige vruchten van berouw voort-brenge en mij voor mijne zonden tuchtige.

Ik beu afgedwaald , als een verloren schaap; doch ik hoor dc liefelijke stem, die tot mij roept : „ quot;ij hebt de wereld cn de zonde meer bemind dan mij; keer echter tot mij terug en ik zal u weder opnemen. quot;

Nn keer ik tot U terug, o Heer! Nu herleef ik weder, niet door mijne eigene kracht, maar door uwe overgroote barmhartigheid. Bestendig Gij, o Heer, wat Gij in mij hebt uitgewerkt.

Ik heb uwe gaven misbruikt, o Heer! en taüooze zouden heb ik tegen U begaan. Ik heb U , mijn dierbare Verlosser, be-

Dierbaarste Vader! had ik toch nooit uwe geboden overtreden! Had ik toch nooit gezondigd! Gelukkig gij, die nooit uwe onschuld verloren, die het witte doopskleed onbevlekt bewaard hebt.

Mijn God ! ik neem een vast besluit voortaan nimmer meer te zondigen; nimmer meer uwe geboden te overtreden. Verleen mij uwen bijstand dit voornemen getrouw te blijven.

Heer! zie neder op mij met de oogen uwer barmhartigheid. Delg mijne zonden uit en verleen mij door uwe goedheid de genade mij te beteren.

ö God! wees mij zondaar genadig. Jesus! Gij Zoon des levendigen Gods! erbarm U mijner.

Heer mijns levens! Gij ziet hoe arm, hoe ellendig mijne ziel is; heb medelijden met haar; want zonder U vermag ik niets.

Regtvaardige lieg ter! hoe zeer had ik verdiend, dat Gij mij in het diepste der hel van U verworpen hadt: en toch hebt

Ik beken het, oHeer! mijne misdaden zijn groot, ik ben een groote zondaar; doch ik vertrouw op uwe oneindige goedheid. Al zijn mijne zonden nog zoo groot, uwe barmhartigheid is onuitputbaar.

Mijn God ! Allergenadigste! ik bid U door uwen beminden Zoon, geef mij dat ik de deugd betrachte en de ondeugd hate, dat ik de aarde verachte en naaiden hemel verlange.

Mogt ik toch gereinigd van alle zouden, bevrijd van alle ongeregelde begeerten, uwe goddelijke ingeving eu uwe hemel-sche genade waardig worden !

Heer! beteugel door uwe liefdeen tegenwoordigheid mijue neigingen, opdatzij mij niet op den dwaalweg leiden, maar integendeel totgoede handelingen aansporen.

Neem alle ijdele gedachten van mij weg. Geef dat ik een afschrik gevoel, wanneer ik in het verborgenste mijner ziel iets denk, waarover ik mij voor de menschen zou moeten schamen.

schijneu uaast tl. o hoogste Goed, cu dat ikiu U alleeu,o lieer, mijn behagen vinde!

Eeinigmij, oHeer, door uw kostbaar blood. Heel mij door uwe wonden. Heilig mij door uw lijden en uwen dood.

6 Gij, die mij geschapen en de wereld door uw kruis verlost hebt, help mij eu erbarm U mijner.

Open mij den schoot uwer barmhartigheid en liefde, mijn Vader! Neem mij in uwe genade op, en vergeef mij al mijne üondeu.

Magtige, genadige God! scheuk mij een diep berouw, gelijk Gij weet, dat hetmijue zondeu vorderen, ik heb gezondigd , erbarm U mijner.

Tuchtig mij, straf mij hier beneden , opdat mij na den dood uw gestreng oordeel niet trell'e.

Talloos zijn mijne zouden, als het üaud i der zee. Ik ben uwe erbarmingen niet waardig; doch uwe barmhartigheid is grooter dan mijne boosheid.

vreugde in deu hemel groot is over de bekeering van den zondaar? Geef alzoo dat de hemel zich om mij verheuge.

6 God, die niet den dood des zondaars wilt, maar dat hij zich bekeere en leve : verleen mij het leven, hetwelk mij ontbreekt.

Gij zijt immers niet gekomen voor de regtvaardigen, maar voor de zondaars. Wanneer Gij dus zondaars redden wilt, aanzie mij, den grootsten aller zondaars, en red mij.

ó God! erbarm U mijner, naar uwe groote barmhartigheid , en delg mijne zonden uit, naar de menigvuldigheid uwer erbarmingen.

ó God ! schep in mij een rein hart en neem alleongeregtigheid van mijne ziel weg.

Zie, ik beu de verloren zoon; ik beu strafbaarder dan deze was. Vader! erbarm TJ mijner. Schenk mij den ring en het kleed, en maak mij uwe omhelzing waardig.

o God 1 U zijn mijne zonden bekend , en mijne ongeregtigheden zijn voor U niet verborgen.

Ik zal voor den Heer mijne ongeregtig-lieid bekennen. En Gij hebt de boosheid mijner zonden vergeven.

Yader! ik toon U mijne tallooze zonden; ware het mij mogelijk, ik zou ze liever verbergen en met het bloed mijns harten uitwisschen. O , mogten zij door een enkelen droppel bloed van uw beminden Zoon uitgewischt worden, opdat mijne schande niet meer verschijne.

Mijn God ! voor U overdenk ik mijne misdaden, niet omdat ik ze bemin, maar omdat ik U bemin, lust mijner oogen, bron van barmhartigheid.

Reinste, heiligste God! liever duizendmaal wil ik sterven, dan U in het minste nog te vergrammen.

Geen vijand vrees ik meer, dan mij zel-ven. Wie zal nüj tegen mij zeiven be--chovmen ? Helaas! zoo Oij mij niet beschermt , waak ik te vergeefs om mij te beschermen.

Heer! kom Gij tot mij, want ik heb mij zoo verre van U verwijderd. Leer mij tot U komen, want ik ben onmagtig, zoo Gij, die de weg zijt, mij niet bijstaat.

Mijn God! met het hart mijns Verlossers verzaak ik alle zouden. Gelijk Jesus hart dezelve beweend iieeft, zoo beween en verafschuw ik ze ook.

Ach, welken God heb ik beleedigd ! Hoe beminnenswaardig, hoe liefdevol was Hij jegens mij : een God van liefde, genade en goedheid.

Jesus! welke ongeregtigheid heb ik in U gevonden; wijl ik zoo gruwzaam, zoo goddeloos met U gehandeld heb !

Kon ik mijne zonden herroepen ! kon ik op mijne schreden terugkecren, hoe gaarne zon ik mijn leven voor mijne verlorene onschuld opofferen !

Heer! wend U tot mij en red mijne ziel. Genees mij om uwer barmhartigheid wille.

Aanzie, o Heer, mijne bittere droefheid. Er is niemand die mij helpen kan, dan Gij alleen, mijn God.

Hoe laat Gij nog' toe, o Hoer, dat de aarde mij, uw onwaardigste schepsel, draagt! Welke goedheid 1 Hoe groot is ' uwe barmhartigheid !

Mijne ziel! zie, uw God; Hij zelf delgt uwe zonden uit. Zie, hoe veel Hij voor u geleden heeft ; hoe zeer Flij u bemint ! Wend u toch nimmer meer van Hem af.

iS'ecm mij vlugteling bij U op, algoede . Vader! Open mij uwe deur, waar ik aanklop. Neem mij op, want ik vlugt voor mijn vijand.

Neem weg van mij, wat U mishaagt. Vermeerder in mij, wat U welgevallig is. Gij . meester van leven en dood.

Gcnadigste Vader! zoo Gij wilt, kunt Gij mij reinigen. Genees mijne ziel, want ik beken dat ik gezondigd heb.

Mogt ik toch vrij zijn van allo zondo! Mogt ik mijne zinnen van alle ongeoorloofde voorworpen verwijderd bonden! Ware mijne ziel zonder vlok! Wanneer zal ik zoo zuiver zijn, dat niets in mij is, 6 God, wat uwe oogen kan beloe-digen? Help mij, ó Heer, en reinig mijne zondige ziel van al liare vlekken.

Gij bobt uwe liefde blijkbaar aan mij getoond, 6 God; want, als ik inzonden gedompeld lag, gaaft Gij uwen Zoon den dood over; opdat Hij mij zou verlossen van bet sehandige juk dor slavernij.

Waarzijt gij thans, ijdelheid, boovaard? Waar, gij vleeschelijke lusten? Welk gewin bragt gij mij aan? — Helaas! door n bob ik mijne onsehuid, mijn God verloren en eeuwige straffen verdiend. Door u moet ik thans sidderen voor de vreeselijke stem : „ werpt den goddelooze weg; dat hij Godes glorie niet aanschouwe!quot; „Gaat, vervloekte, in het eeuwige vuur!quot;

Al mijn gebeente beeft voor den toorn des almagtigen Regters, voor het bazuingeschal des aartsengels en de vreeselijke oproeping voor hot gerigt.

De zuilen des hemels, de Heiligen hebben gebeefd, als zij deze woorden lazen : „de mensch weetniet, of hij liefde of haat waardig is, maar alles blijft voor de toekomst, onzeker. quot; En ik, armzalige menseh; die op den rand sta tusschen den dood en de eeuwigheid, ik zou niet door angst, door schrik en vrees bevangen worden?

Gedenk, ö goedertierene Maagd Maria! dat het nooit gehoord is, dat iemand die tot u zijn toevhigt genomen, uwen bijstand verzocht, om uwe hulp gebeden lieert, door u is verlaten geworden. Bezield met dit vertrouwen, vlugt ik tot n , ó Maria, Moeder van Jesus Christus! Ik kom tot u, ik snel tot u, ik sta voor ii, een arme zondaar, sidderend en smee-kend : versmaad mijne bede niet, o Koningin der wereld, maar hoor mij genadig en

verhoor mij ellendige, die in dit dal van tranen tot u roep. Sta mij bij, bid ik u, iu alle gevaren, thans (na ik heenga om, met een vermurwd hart, mijne zonden te gaan belijden, en door het heilig Sakrament der biecht van uwen lieven Zoon vergiffenis van dezelven te bekomen) en altijd, en vooral iu het uur mijns doods. O goodertierene, o genadige, o liefderijke Maagd Maria. Amen.

Doordrongen van een diep berouw, hernieuw nogmaals het vast besluit mv leven te beteren, alle gelegenheid tot zonde te vermijden, en boetvaardigheid te doen.

Kniel dan neder aan de voeten van uwen biechtvader, vraag hem zijnen zegen en bid het Confiteor.

Ik belijde aau den almagtigen God, aau de allerheiligste Maagd en Moeder Gods, Maria, aan deu H. Michaël, Aartsengel, aan den H. Joannes Baptista, aau de heilige Apostelen Petrus en Paulus, aan alle Heiligen, en aan u, priester Gods, dat ik

gezondigd heb met gedachten, woorden en werken, door mijue schuld, door mijne schuld, door mijne allergrootste schuld.-—■

Belijd nu met opregtheid aan den priester, die Gods plaats bekleedt, alle zonden — met derzelver getal en omstandigheden — welke gij hebt begaan, en wier vergiffenis gij nog niet na eene opregte belijdenis in het heilig Sakrament der biecht hebt bekomen.

Aanbidding, lof endank, zij U, algoede, almagtige, alwijze Vader, Vader der barmhartigheid, wijl Gij, in uwe oneindige erbarming, uwen eeniggeboren Zoon gezonden hebt, opdat dezen uwen goddelijkcu wil volbrengen en aan het kruis zou lijden, \oor de bejainmerenswaardige ongehoorzaamheid, waartoe dc geest, der duisternis den eersten mensch door zijne list verleid

had! Dank en aanbidding zij U, voor de de volmaakte vervulling der geregtig-:■ heid, door de menschwording van uwen goddelijken Zoon!

Aanbidding, lof en dankzij U in eeuwigheid. o liefdevolle, goddelijke Heer I en Heiland der wereld, wijl Gij in uwe oneindige goedheid en milddadigheid U gewaardigd hebt, mij de vergiffenis mijner zonden te verwerven en met den hemelschen Vader te verzoenen. O eeuwige Zoon Gods, meewarige voorspreker bij God den Vader voor het heil der men-schen! dank en aanbidding zij U, wijl Gij, toen ik in mijne menschelijke zwakheid door het hart zondigde, uw onbe- i vlekte hart aan God den Vader, ter voldoening voor mij hebt opgedragen, en, toen ik door werken zondigde, den hemelschen Vader uwe doorboorde handen getoond hebt, en ulzoo door uwe onschuld verkregen hebt, dat ik door berouw en boetvaardigheid vergiffenis mijner zonden erlangen kan.

¹ Belijdenis zijner eigene zwakheid, en gebed om Gods almagtigen bijstand, tot bewaring der ontvangene genade.

Wat zou het mij baten, o Heer, dat Gij mij de.oude schuld vergeven liebt, zoo ik mij weder meteene nieuwe belaad? Wat zou het mij baten, dat Gij mijne ziel gereinigd hebt, zoo ik dezelve op nieuw bezoedel? — Zoo Gij voortaan nog toelaat, o mijn God, dat ik beproefd word, tot mijne verootmoediging en gestadige oefening in het goede, tot voldoening voor mijne zonden, cl' wel, opdat ik in de verzoeking en beproeving tot U, mijn Vader, mijne toevlugt nemen zou, laat dan toch niet toe, dat ik in de beproeving overwonnen worde! Want mijne zwakheid is zoo groot, dat het mij, zonder uwe genade, onmogelijk is niet te vallen, of in het goede te volharden.

Ontvlieden kan in mijn ligehaam niet; ik beu genoodzaakt hetzelve te onder-hoiiden : wanneer ik het voed, voed ik mijn vijand; wanneer ik het versterk, kampt zijne gezondheid tegen mij.

De wereld omsingelt mij van alle kanton, en door de vijf poorten, mijne zinnen, verwondt zij mij met hare pijlen, die mijner ziel den dood geven.

De geest der hel, onzigtbaar voor het oog des ligchaams, en voor welken ik daarom minder op mijne hoede ben, verwondt mij ook plotseling. Met zekerheid verbergt hij zijne strikken. Netten spant hij van goud en zilver, en van alles wat ik zondig mis- ! bruik, als ik mij door dezelve laat vangen.

Overal dreigt gevaar waarheen ik mij wende, nergens vind ik zekerheid, alles moet ik vreezen; vreugde en droefheid, hongeren voeding, slapenen waken, arbeid en rust. Scherts en toorn zijn mij even gevaarlijk; welvaart moet ik niet minder vreezen dan rampspoed; in het geluk vergeet ik de wijze voorzigtigheid en word ik

overmoedig; de rampspoed maakt mij mismoedig en neerslagtig. — Overal bespiedt mij de vijand! Doch Gij. o God, moedigt mij aan tot den strijd en helpt mij de zege behalen. Gij staat de strijders in den kamp bij, Gij beurt de gevallenen op en drukt den overwinnaars de kroon op het hoofd, lied mij dan, o Heer, van mijne vijanden. Gelijk ik tot nu toe alleen voor mij geleefd heb , wil ik voortaan eenig en alleen voor U leven. Amen.

Vernieuwing van het voornemen tot betering en tot voldoening voor de begane zonden.

ó God ! ik wend mij than^ tot den troon uwer barmhartigheid; want Gij zijt goed en medelijdend. Ik verzaak al mijne zonden met het berouw aller opregte boet-vaardigen. Met een gebroken hart, bid ik U nogmaals om vergiffenis, door de verdiensten van het lijden mijns Heeren Jesus Christus, waarop ik mij geheel verlaat. Ik herhaal de geloofbelijdenis en vernieuw de heilige geloften, welke ik in den doop

voor U heb afgelegd. Ik verzaak nog-maals, voor al de dagen imjns levens, den duivel, de wereld en het vlecsch, met al hunne pracht, ijdelheid en hegeerlijk-heden. Ik wend mij van alle schepselen af en keer mij tot U, o God, die nooit diegenen verstoot, die tot U terugkoeren.

Tegen mij belijde ik voor ü mijne on-geregtigheid, en Gij hebt dehoosheid mijner zonden vergeven. Gij hebt mij het woord der genade doen hooren : uwe zonden zijn li vergeven; want Gij hebt tot mij geroepen: gij hebt mij bemind en wie zou U niet beminnen. oneindige Goedheid? Want Gij opent de bronnen uwer erbarmingen , en met den stroom uwer barmhartigheid hebt Gij mij gereinigd en besproeid. Daarom neem ik het onherroepelijk besluit. U alleen te dienen, U uit geheel mijn hart te beminnen, nu en in de eeuwigheid.

Mogt het gebeuren, dat ik , door de list des duivels of door mijne menscheüjke zwakheid, iets tegen dit voornemen denk. spreek of doe, zoo neem ik mij nu reeds voor, met uwe genade onmiddelijk weder op te staan, den weg mijner heilige voor-

nemcns weder te volsren en alleen voor L^rte leven. Gij weet alles, o Heer! Gij weet ook dat ik U bemin. Ik bid U, versmaad dit offer van mijn rouwmoedig hart niet; maar verleen mij dat deze heilige besluiten, welk ik door uwe ingeving genomen heb, onder geene beproeving bezwijken.

Ik belijde voor U, mijn God, en voor uwe Engelen en Heiligen, dat ik in het heilig, katholijk geloof, hetwelk de room-sche eu apostolische Kerk mij voorhoudt, wil leven en sterven. Ik ben bereid voor hetzelve den dood te ondergaan.

Ik vergeef uit geheel mijn hart aan allen, die mij, op welke wijze ook, ver-onregt of beleedigd hebben, terwijl ik allen om vergiffenis bid. —

Mogt er nog eene zonde op mijne ziel kleven , welke ik nog niet, of niet behoorlijk gebieeht heb, roep mij dan dezelve in het geheugen, Doorgronder der harten, opdat ik ze biechte en voor dezelve boetvaardigheid doe, eer de nacht aanbreekt, waarin niemand meer werken kan.

deld heb , zooals het uwe weldaden \ orde-ren: ik beken en het berouwt mij, dat ik U, bron des levendigen waters, verlaten, dat ik U, mijn leven, vergeten heb; terwijl Gij steeds mijner gedachtig waart.

Thans, o Heer, keer ik tot U terug en neem mij vast voor, alleen voor TJ te leven en al uwe geboden getrouw op te volgen. Wees Gij mijn God en Heer; ik zal uw trouwe dienaar zijn, tot mijne laatste ademhaling toe. Allerliefste Verlosser! op U vestig ik al mijne hoop. De kleinste droppel van uw kostbaar bloed, hetwelk Gij aan het kruis vergoten hebt, is toereikend om eene geheele wereld te verlossen.

Onder uwe bescherming en die uwer heiligste Moeder , en van alle Engelen en Heiligen , wenseh ik te leven en te sterven. Met zulke bescherming heb ik niets te vreezen mijne vijanden mogen dan vrij met mij spotten; want die L^T vertrouwt, o Heer, zal in eeuwigheid niet beschaamd worden. Mijn hart is bereid, o Heer, mijn hart is bereid, altijd en in alles uwen wil te volgen , en met alle zal ige Geesten, met alle tongen der schepselen U te loven en te verheerlijken.

Ik verzaak al het aardsche, want in U bezit ik alles. Ik verzaak mij zeiven, want ik belioor geheel aan U, en Gij, o Jesus, leeft in mij ! Ik bemin U uit geheel mijn hart, nic geheel mijne ziel, uit geheel mijn gemoed en uit al mijne krachten. Geef mij dat ik verlang, door allen veracht en ver-stooten te worden; dat ik niemand vreeze te mishagen dan U; dat ik niets begeere dan uwen heiligsten wil te vervullen.

Deze, o God, zijn de voornemens, deze zijn de weuschen, waarin ik voor U betuig te willen leven en sterven. Deze verlang ik alle dagen en ieder oogenblik i te vernieuwen en met uwe genade nooit te verloochenen. Hierbij vertrouw ik alleen op uwen bijstand eu bescherming. Ik ben bereid mijn besluit met mijn bloed te bezegelen, opdat ik voor U, o Jesus, leve, voor wien alles leeft, en voor U sterve, die voor mij den dood hebt willen ondergaan. Amen.

God , onze Heiland, heeft het hoogwaardige Sakrament, hetwelk wezenlijk zijn heilig vleesch en bloed bevat, tot dat einde ingesteld, opdat zij, die er van eten, in eeuwigheid zouden leven. Dit blijkt uit de woorden van Jesus : „ het brood , het-

welk ik geven zal, is mijn vleesch voor het leven der wereld. Mijn vleesch is waaraclitig eene spijs, en nüju bloed is waarachtig een drank. Die mijn vleesch eet en mijn bloed drinkt, die blijft iu mij en ik in hem. „Wie dit brood eet, zal eeuwig leven.quot; (Joan. VI. 2.-—59.)

Nader daarom, beminde Christen, dikwijls en waardig tot dezen diseh, waaraan gij met de spijs des levens gevoed wordt. Daar de liefdevolle Heiland n iederen dag den toegang tot hem — de bron van leven en genade — toestaat, znlt gij van deze genade zoo dikwijls gebruik maken, als het u mogelijk is en de omstandigheden, waarin gij verkeert, toelaten. — Gaat niet de zieke hoe meer zoo liever tot zijn geneesheer, het beangstigde kind tot zijn lieven vader, de dorstige tot de bron des verkwikkenden waters? Welnu, Jesns Christus is in dit heilig Sakrament voor allen, die hem waardig ontvangen, de kunstigste geneesheer, de liefderijkste Vader, en de levendige bron des levend-makenden waters. Hij wil tot u komen, om uwe kranke ziel te genezen, uwe zwak-

heid to sterken, de blindheid des geestes, do verstoktheid nws harten weg te nemen, n nit tc rusten togen de zonden met zijne goddelijke kracht, n door de volheid zijner genade tot den hoogsten trap van deugd en heiligheid te verheffen en n het zekerste onderpand te geven der opstanding en des eeuwigen levens.

Omu echter deze zalige uitwerking waardig te maken, moogt gij den disch des Heeren, liet brood des eeuwigen levens, debron aller genaden niet gering schatten, en zonder godsvrucht of waardige voorbereiding of met zonden bezoedeld naderen. Daarom vermaant ons de heilige Apostel Paulus ; „ de mensch beproeve zich zei-ven, eer hij ete van dit brood en drinke uit dezen kelk; want wie dit brood onwaardig eet of dozen kelk onwaardig drinkt, eet en drinkt zijn eigene veroordeeling, omdat hij het ligehaam des Heeren niet van eene gewone spijs onderscheid.quot; — Ecinig daarom eerst uwe ziel, rloov het Sakrament der boetvaardigheid van alle zonden; bevrijd haar van alle ongeregelde neiging tot de schepselen

en verwijder van haar alles wat niet voor God is of oji God betrekking heeft. Bereid u reeds daags te voren, door de verheffing uws harten tot God; begeef n vroegtijdig ter i'iist, om weder vroeg op te staan. Ontwaakt gij gedurende den nacht, houd u dan bezig met het gebed en godvruchtige gedachten, opdat uwe ziel waardig voorbereid zij voor de ontvangst van haar hemelsehen Bruidegom; want deze waakt te wijl gij slaapt, en is bereid u duizende genaden en gaven mede te brengen, wanneergij van nwen kant waardig zijt dezelve te ontvangen. Sta des morgens vroegtijdig op, van harte verheugd over het geluk, hetwelk u wacht. Hebt gij u gebiecht en zijt gij waardig voorbereid, nader dan met vertrouwen, doch ook met ootmoedigheid , tot de tafel des Heeren, om de hemelsche spijs te ontvangen, die u voor de onsterfelijkheid voedt. Hebt gij de woorden : Heer, ik ben niet waardig enz. uitgesproken, ontvang dan, vol geloof, hoop en liefde, Dengene in welken en door welken gij gelooft en hoopt, en welken uwe ziel bemint. Als gij het hemelsche manna

ontvangen hebt, wek dan uw hart op, dat het den Koning der genade huidige; zegen zijne liefde, bespreek met hem uwe aangelegenheden, in één woord, ontvang ! uwen gast op de waardigste wijze, en j| gedraag u verder iu alles zoo, dat men j i aan al uwe handelingen kan waarnemen, dat God in en met u is.

Uw voornaamste doelbijde heilige Communie zij , in do liefde Gods toe te nemen, u daarin te sterken en uw geluk te vinden. Door de liefde moet gij ontvangen, hetgeen de liefde alleen ons geven kan. Waarlijk, nergens toont zioh de Heiland liefdevoller voor ons, dan in het allerheiligste Sakra-ment, waar hij ziob, om zoo te zeggen, vernietigt en in spijs verandert, om ons geheele wezen te doordringen en zich met de ziel en het ligchaam zijner geloovigen innig te vereenigen.

Ga dikwijls tot de heilige tafel, beminde Christen, ja zoo dikwijls, als zu l ks, met goedkeuring van uwen zielzorger, mogelijk is. Geloof mij, gelijk Mozes op den berg Sinaï, door den omgang met God in zijne glorie, zelf deelachtig werd aan die wou-

derbare heerlijkheid, welke daarna van zijn aangezigt straalde, zoo zal ook uwe ziel, door de onafgebrokeno aanbiddingen den gestadigen omgang met de ware reinheid , goedheid en schoonheid in het goddelijk Sakrament, geheel rein, geheel goed en geheel schoon worden, tot welgevallen van God, die in u zelf zijne woning heeft uitverkoren.

Oaanbiddenswaardige Godmensch Jesus Christus! gelijk Gij met uwe godheid en meuschheid, aan de regterhand uws Vaders in den hemel zetelt, zoo zijt Gij ook in hot allerheiligste Sakrament op aarde tegenwoordig, en wel op alle plaatsen, waar dit verheven Geheim door uwe wettige priesters bereid wordt. Welk een wonder voor ons kortzigtig verstand! Hier moet liet geloof met de Profeten van bet Oude Verbond uitroepen : dit heeft de Heer volbragt, en is wonderbaar in onze oogen!

„ De werken des Allerhoo^sten- alleenzijn wonderbaar, verheven en onbegrijpelijk!quot;

o Heer Jesvis Cliristus! waarachtig God en mensch, Gij onze Vader en onze Heer! ,Gij toondet door uwen dood uwe liefde jegens ons; en toen Gij van de uwen afscheid wildetneinen, om voor hen den dood iiiin het kruis te doorstaan , vcrzameldet Gij hen bij het laatste avondmaal, kondigdet hun uwen naderenden offerdood voor onze verlossing aan, en boodt hun, als het verhe-venste gedenkteeken uwer liefde en als het onderpand uwer vereeniging met hen , de kostbaarste aller gaven aan — uw eigen vleesch en bloed!

ö Heer Jesus Christus! hoe verre is dit brood van het allerheiligste Sakrament boven alles verheven, wijl het geenaardsch brood meer is, maar Gij het zelf zijt! O hemelsche vreugde! van dit brood zal ook onze ziel genieten; onze ziel, dat evenbeeld Gods, door uw bloed gezuiverd en vernieuwd , welke zoo groot is, dat alleen het oneindige haar kan verzadigen. Waarlijk, dit brood is haar voedsel, haar heil, hare zaligheid! Daarom laat ons jubelend uit-

roepen : „ Jeruzalem, prijs uwen Heer, waut hij heeft u met het beste graan gevoed!quot;

ó Heer Jesus Christus, ons brood, van den hemel nedergedaald! Gij geeft allen, die ii waardig ontvangen, het leven : Gij schenkt hun het leven der ziel hier beneden; door uwe genade, het eeuwige leven der toekomstige glorie, en zelfs het leven des ligehaamsbij de opstanding der dooden ten jongste dage! Daarom ook zal ons hart, wanneer het U, den Godmensch , en het onderpand des levens ontvangt, niet alle deugden uitgerust zijn-—-„gelijk een gouden vaatwerk , hetwelk met de kostbaarste edelgesteenten versierd is.quot;

Genadigste Heer Jesus Christus! zonder eigene verdiensten, doch vol van vertrouwen op uwe goedheid en barmhartigheid, nader ik, arme zondaar, met eerbiedige vreeze tot de tafel van uw kostbaar avondmaal. Mijn hart en mijn ligchaain zijn door zoovele zonden besmet, en mijne tong heb ik niet altijd met zorg bewaakt.

Daarom, ó God der barmhartighuid, 6 vreeselijkc Majesteit! woud ik mij, van vrees doordrongen tot U, de bron aller erbarming. Ik snel tot U om genezing en smeek ü om uwen bijstand. Ik kan niet bestaan voor U, als mijn Kogter, daarom wensch ik U als mijn Verlosser te bezitten.

U, ö Heer, toou ik mijne wonden; voor U beken ik mijne schande. Ik belijd de boosheid en menigvuldigheid mijner zonden; terwijl ik hoop op uwe eindelooze barmhartigheid. Heer JesusChristus, eeuwige Koning, God en Mensch! werp op mij een meêwarigen blik; verhoor mij, want ik heb op U mijn vertrouwen gesteld; erbarm U mijner. Gij , die de bron uwer barmhartigheid nimmer laat verdroegen.

Wees gegroet. Offer des heils, hetwelk uit de wonden des gekruisten Jesus gevloeid is, om de zonden der geheele wereld af te wassehen!

Erbarm U, ó Heer, over uw sehepsel, hetwelk Gij metuw bloed liebt vrijgekocht. Mijne zonden berouwen mij en ik wil mij geheel beteren. Neem van mij weg alle ongeregtigheid, zuiver mij van alle zonden.

opdat ik doov reinheid van ziel en ligcbaam i waardig worde, den Heiligen aller heiligen te ontvangen. Geef dat uw ligchaam en bloed, welke ik in dit allerheiligste Sakra-ment ga ontvangen, strekken tot vergiffenis mijner zonden, tot reiniging mijner ziel, tot vernieuwing en volbrenging mijner 1 goede voornemens, cn tot de sterkste seh uts-weer van mijne ziel en mijn ligchaam tegen de aanvallen des boozen vijands. Amen-

Mijn Heer en mijn God, Jesus Christus! ik beken, dat ik onwaardig ben uw onbevlekt Ligchaam en uw kostbaar Bloed deelachtig te worden. Ik ben een zondaar, wel is waar, doch vol vertrouwen op uwe barmhartigheid kom ik tot U, die gezegd hebt: „wie mijn Vleesch eet en mijn Bloed drinkt, die blijft in mij en ik in hem. quot; Erbarm U alzoo, ó Heer, verwerp mij zondaar niet, maar handel mot mij naar uwe barmhartigheid. Moge dit heilig Sa-krament mij strekken tot heil en verlich-

ting, tot zuivering en redding van mijne ziel en mijn ligchaam, en als een middel tegen dezonden.Moge door hetzelve iedere zondige gedachte of handeling, iedere vervolging van den boozen vijand van mij worden afgewend. Dit geheimvolle Sakra-ment sterke op nieuw mijne hoop, mijne liefde eu mijn verlangen naar U; het voere mij tot betering mijns levens, tot zekerheid mijner zaligheid, tot volmaking in de deugd; het strekke mij tot teerspijs op den weg naar het eeuwige leven, en als mijne verdediging voor uwen vreese-lijken regterstoel. Amen.

Ik wil allen last, die mijn hart drukt, afwerpen of ongehinderd en onbezwaard mijn Jesus te gemoet snellen, die mij tot zioh roept en mij den vrede schenken wil, den hemelschen vrede, en die mij zoo vriendelijk uitnoodigt, als Hij zegt; „ komt tot mij, gij allen die belast eu beladen zijt, en ik zal u verkwikken!quot;

ö Hpcr! hebt Gij ons noodiquot;;'? Waarom roept Gij ons? Waarom wilt Gij U met ous vereenijreTt? 6 Genadevolle stem ; „komt tot mij, ik zul u verkwikken!quot; ö wondervolle genade van onzen God! o onnitsprekelijke liefde! Zijne vijanden uoodigt Hij uit; de ondankbaren roept Hij tot zicii; immers Hij zegt : „ komt allen tot mij, en leert van mij; neemt mijn juk op, en gij zult ruste vinden voor uwe zielen!quot; ó Zoete, goddelijke woorden! gij dringt dieper door, dan een tweesnijdig zwaard; gij treft het binnenste der ziel; doch zaeht en liefelijk doordringt gij dezelve! Ontwaak dan, mijne ziel. bij dezen roep der genade, bij deze stem der liefde! Verwacht van het waardig genieten van het vleesch en bloed van Jesus alle heil! Waarlijk, wie hiergevoelloos blijft, is voorzeker versteend ; wie dezen roep niet hoort, moet verre verwijderd staan; wie niet toesnelt, staat gewis op den drempel des doods! Ontvlam, mijne ziel, en geniet meT, volle teugen de liefde, want niemand kan u verhinderen ; de deur is geopend, treed binnen; ontvang de liefde en geniet de volle

zaligheid. Wat zoudt gt;rij nog meer zoeken , wat nog meer verwachten of verlangen? In Jesus Christus bezit gij immers alle goed! Amen.

oMijn liefdevolle Verlosser! de plegtige stonde, het zalig oogenblik is genaderd, waarop ik U zal ontvangen! ö Gij kooren der Engelen, en gij, zalige seharen der uitverkoornen! ziet thans neder van uit den hoogen hemel en bewondert de ondoorgrondelijke liefde van uwen en mijnen God , die zich gewaardigt in mijn arm hart zijn intrede te nemen. Looft en prijst Hem met mij in alle eeuwigheid!

ó Mijn liefdevolle Jesus! met de diepste overgeving en met de innigste godsvrucht nader ik tot U, om U zeiven in mijn arm hart op te nemen. O, mogt toch de warmste liefdeen een gloeijend verlangen naar uw bezit in mij ontvlammen! Mogt ik U met zulke reine vreugde in dit heilig Sakrament ontvangen, gelijk uwe

moeder, dcallerheiligste Maagd Maria, U ontvangen heeft! Mogt ik de reinheid en heiligheid aller engelen des hemels bezitten, om U welgevallig te kunnen zijn! Mogt ik uw eigen hart bezitten, beminnelijke Jesus, om mij waardig tot uwen tempel voor te bereiden!

Allerminnelijkste Maagd Maria! ik bid u, door de onmetelijke liefde die u onophoudelijk met God vereenigd heeft, dat uit den schat uwer liefde, mijne armoede aan «we liefde moge vergoed worden.

6 Mijn Jesus, die gezegd hebt, dat het U eene vreugde is, bij de kinderen der menschen te zijn: naai' U verlangt mijn hart, en mijne ziel reikhalst naar U. Ik noodig U met ootmoedigheid en liefde tot het bezoek mijns harten uit. Nader tot mij; kom, mijn aangebeden Bruidegom, verhevene liefde mijner ziel, en neem uw intrede in de nederige stulp mijns harten.

ó Mijn Jesus, hemelsche Geneesheer! versmaad mij niet, kom tot mij en maak mijne kranke ziel weder u-ezond. Kom tot mij, o Jesus, mijne liefde, het hoogste goed mijns harten, en verrijk mijne diepe armoede met den zegen uwer tegenwoordigheid. Kom tot mij , o Jesus! Gij schitterende zon, en verdrijf de duisternis der ongeregtigheid van mij. Kom tot mij, o Jesus, zoete Manna des hemels, en verzadig mijn onzeggelijken honger. Kom tot mij, o Jesus, Gij doel van al mijn streven, en houd met mij het Avonmaal in het binnenste mijns harten! Al bezit ik ook niets, wat uwe oneindige Majesteit waardig is, zoo kan ik ü toch bekennen dat mijn wil vervuld is met de warmste liefde tot U!

ó Mijn Jesus! mijn eenige liefde! ik verwacht U met deu warmsten gloed mijns harten! Overvloedige bron van liefde! zaligheid des hemels! kom tot mij en versmaad mijne arme ziel niet, die U boven alles bemint.

6 Mijn Heer en Heiland Jesus Christus ! hoe zal ik U genoegzaam prijzen, die in uwe oneindige genade, met uwe godheid en menseheid, met ziel en ligehaam, met vleesoh en bloed, do nederige hut mijns harten zijt binnen getreden? U , mijn Heer en God , mijn Verlosser en Zaligmaker! U mijn doel en einde , mijn troost en mijne zoete rust! ja U, mijn alles, herberg ik thans in mijn binnenste. Wees duizendmaal gegroet, liefderijke Jesus, waarlijk goede Herder mijn er ziel! Doordrongen van de majesteit uwer glorie, vervuld met de genade uwer barmhartigheid, zink ik in den afgrond mijner nietigheid en bid U ootmoedig aan. Ik aanbid uw heilig Vleeseh en Bloed, hetwelk Gij mij tot spijs des levens en als onderpand mijner innigste ver-eenigiug met U hebt aangeboden. Ja, mijn Heer en Go'd , Jesus Christus! ikaanbiduw allerheiligste ligehaam, waaraan Gij tal-

looze wonden ontvangen en onzeg-gelijke smarten voor mij geleden liebt; ik aanbid uwe heiligste ziel. die eenmaal voor mij op den Olijfberg bedroefd was tot in den dood. O mijn Jesus! niet kinderlijke gods-vrnclit aanbid ik ü, en boud ü met ootmoed en liefde omhelsd. Zegen mij, opdat de storm der verzoekingen mij niet weder van U afkeere. Amen.

6 Mijn genadige Verlosser! geefdat mijn hart geheel doordrongen worde van liefde en dankbaarheid voor de onuitsprekelijke weldaad, welke Gij mij bewezen hebt. Geef dat ik innig erkenue, hoe goed Gij het met mij meent, en dat Gij niets wilt dan mijn heil, opdat ik U boven alles hoogschatte, IT beminne en met vrengcle alles doe, wat uwe heilige wet voorschrijft; opdat ik niets anders wensche, dan met ü te blijven. Geef dat mijn hart met verlangen naar uwe gaven vervuld worde, dat ik dorste naarU, de bron des eeuwigen levens,

opdat ik U getrouw diene, uwen wil bestendig vervulle, met moed aan alle bekoringen weerstand biede, der deugd getrouw blijve, U mijn God, mijn hoogste Goed , in alles zoeke , en eenmaal tot-U moge komen in het land der vreugde eu der zaligheid. Amen.

Zie, o genadevolle en liefderijke Jesus ! voor uw allerheiligste aangezigt kniel ik

Wie dit gebed, ua ceue waardige Biecht en Communie, voor een beeld van den gekruisten Heiland, aandachtig en rouwmoedig verrigt, verdient een vollen aflaat. Deze aflaat werd verleend door Clemens VIT en Benedictus XIV; ten eeuwigen doge bevestigd door Pius VTI, en kan den afgestorvenen worden toegevoegd.

Bij dit gebed betrachte men met innige aandacht de wonden van Christus en bedenke hue veel en hoe bitter hij voor ons geleden heeft; men overwege de afschuwelijkheid der zonden: men wekke in zijn hart een waar berouw over dezelven ; men neme het vast besluit zich te beteren, iedere gelegenheid tot zonden te vermijden , met alle slechte gewoonten te breken, en God immer in trouw en liefde te dienen.

neder en bid en smeek U uit don groud mijner ziel, dat Gij in mijn hart het geloof , de hoop en de liefde diej) wilt indrukken , j mij een waar berouw over mijne zonden verleenen en een vast besluit opwekken \ om U niet meer te beleedigen; terwijl ik 1 met onverdeelde liefde en innige smart uwe heiligste vijf wonden betraeht en in den geest overdenk, wat de hei lige Profeet j David van U, genadevolle Jesus, gezegd heeft: „ zij hebben mijne handen en mijne voeten doorboord; zij hebben al mijn gebeente geteld.quot; (Ps. 21; 17, 18.)

ó Mijn dierbare en aanbiddingswaardige Heer, glans der heerlijkheid uws Vaders, die van uwen troon, verheven boven alle Cherubijnen, met uw licht in de diepte dei-afgronden doordringt! o waarachtig licht, dat onophoudelijk straalt en nooit uitdooft! o Jesus, wien de Engelen eeuwig wenschen te aanschouwen ! ziedaar, ik breng U mijn hart ten offer ; verdrijf uit hetzelve alle duisternis en verlichthetmetdestralcn uwer

wijslieid en liefde. O mijn God! Gij hebt U mij gegeven, ueem ook weder volkomen bezit van mij, wijl ik U eeuwig weuscli te bemiimeu. Is mijne liefde nog te zwak , vermeerder dan hare sterkte door de rijke mededeeling uwer genade, opdat zij het loon verdiene, hetwelk Gij hun beloofd hebt, die U beminnen zoo als Gij het wenscht, uit geheel hun hart, uit geheel hunne ziel, uit geheel hun gemoed en uit al hunne krachten; vermeerder dit goddelijk vuur in mijn hart, opdat ik den weg uwer geboden bewandele, mij op de vleugelen der godsdienst tot TJ verheffe, tot dat het heilige oogenblik nadert, wannéér ik in God met Jesus Christus zal vereenigd zijn. Ik bid U des te inniger om de vermeerdering dezer goddelijke vlam, wijl ik weet, dat gelijk alles tot heil strekt voor hen die U beminnen, zoo ook alles tot onheil, schande en verderf strekt voor hen die U niet beminnen.

Alle rijkdom, welke niet mijn God is, is eene ware armoede, en alle genot, buiten mijn hoogste goed, maakt mij nog ellendiger in stede van gelukkig.

Omeen vollen aflaat to verdienen, schrijft de heilige Kerk jrewoonlijk liet volgende voor : dat de goloovigen, na eene rouwmoedige Biecht en het ontvangen der heilige Communie, zullen bidden :

Men is gewoon, om den vollen aflaat te verdienen, bij het gebed voor de alge-gemeene noodwendigheden der Kerk, nog zeven raaien hot Onze Vader, het Wees gegroet en eenmaal het Geloof te voegen.

Almagtige, eeuwige God ! ik hoop en vertrouw, dat ik door uwe oneindige barmhartigheid van al mijne zonden en van de eeuwige straften vrijgesproken- en weder als uw kind ben aangenomen.

Daar ik echter nog aan tijdelijke straffen onderworpen blijf, en mijne zwakheid niet genoeg vermag om voor dezelve te voldoen, zoo neem ik mijne toevlugt tot den onuitputtelijken schat van verdiensten van uwen eeniggeboren Zoon, onzen Heer Jesus Christus, en al uwe Heiligen, opdat hun glorierijke overvloed mijne zwakheid ter hulpe koine en mij aan een vollen aflaat deelachtig make. Zie, ik ben bereid alles te doen, wat ik door gebed en goede werken vermag. Neem alles aan, o genadige Vader, in vereeniging met het bitter lijden en sterven van uw geliefden Zoon, en deel mij uit den schoot uwer barmhartigheid kwijtschelding aller verdiende straffen mede; door denzelfden Jesus Christus, onzen Heer. Amen. Onze Vader, enz.

6 Eeuwige Vader! wees uwe heilige Kerk indachtig; erken dezelve als de bruid van uwen eeniggeboren Zoon , voor welke hij zijn heilig bloed vergoten heeft. Wij bidden U, verhef en verhoog haar met de schatten uwer genade en met de rijkdommen van ii w erfdeel, opdat zij zul-ken Bruidegom en zulken verheven lofprijs waardig schijne. Zie ook genadig neder op de kinderen dezer heilige Moeder, en vereenig in hare gemeenschap alle volkeren der aarde, opdat zij allen U, den almogen-den Vader, en Hem, welken Gij gezonden hebt, Jesus Christus, tegelijk met den heiligen Geest, met een levendig geloof erkennen, met eene onwankelbare hoop aanroepen en met eene volmaakte liefde beminnen. Amen. Onze Vader, enz.

ó Jesus, waarachtig licht, hetwelk ieder mensch verlicht, die in deze wereld komt; wij bidden U, laat door de onschatbare

kracht van uw lijdeu ea sterven alle duisternis der ketterijen en scheuringen ophouden, opdat alle menschen het licht uwer waarheid ontvangen en in den za-ligmakenden schoot uwer Kerk zamen-komcn. O goede Herder, die uw leven voor uwe schapen hebt opgeofferd : bescherm uwe kudde, verdedig haar tegen hen, die met schapenvachten bekleed, doch inwendig verslindende wolven zijn. Maak dat allen slechts ééne kudde zijn , en één herder erkennen. Blijf met ons , o Heer, die gezegd hebt; „Ik zal met u zijn alle dagen, tot aan het einde dei-eeuwen. Toon dat uwe Kerk op eene rots gebouwd is, en dat de poorten der hel haar niet kunnen overweldigen. Amen.

6 Heilige Geest! Geest van liefde en vrede, die zoo vele en zoo verschillende volkeren tot de eenheid des geloofs verzameld hebt : verleen aan alle christen vorsten en hunne raadarevers de volheid uwer

erenade, en druk het nieuwe gebod uwer liefde , hetwelk Gij uwen Leerlingen , bij uw afscheid uit de wereld, hebt nagelaten , diep !n hunne harten, opdat zij allen tot het getal der uitverkorenen behooren en den christelijken Tiaam waardig zijn. Geef dat zij in drift en verblindheid nooit iets ondernemen of uitvoeren, wat strijdig is met uwe goddelijke eer of voor de rust en welvaart der Kerk gevaarlijk kan zijn, maar veel meer met vereenigde krachten daarheen streven, om zich zei ven en hunne volken tot den eeuwigen vrede in het hemelsche Jerusalem te voeren. Amen.

Allerheiligste Drievuldigheid , mijn Schepper, Verlosser eu Zaligmaker! barmhartige God en Heer, die in uwe oneindige genade ook het minste goed, wat wij op aarde verrigten, met eeuwige goederen wilt beloonen : ik bid U, neem deze nederige dienst mijner verschuldigde aandacht genadig aan, eu vervul alles, wat aan dezelve ontbreekt, door de over-

vloedige verdiensten van het bitter lijden en sterven van onzen Heer Jesus Christus , in vereeniging met de verdiensten en de voorspraak van de allerheiligste Maagd Maria en alle Heiligen, en verleen mij (of aan de zielen der afgestorvenen) uit den schoot uwer barmhartigheid een vollen aflaat, met volkomene kwijtschelding aller verdiende tijdelijke straffen, waarvoor U de hemel en de aarde met mij zullen loven en dankzeggen, nu en in de eeuwigheid. Amen.

Gebed naar den heiligen Ambrosius. (Zie bladz. 390.) Litanie van den heiligen Geest. (Zie bladz. 391.)

Welk gevoel doordringt mij! Welkvuuv verwarmt mijn hart tot in zijne verborgen-te diepten! Welk licht straalt in mijn geest! ó God ! ik werp mij ootmoedig voor de voeten uwer Majesteit neder, en dank U, dat Gij in uwe barmhartigheid U gewaar-digd hebt mij te verlichten, ó Licht van waarheid, van heiligheid en zaligheid ! — dank zij U, want ik zie thans het licht

des hemels; een straal uwer heerlijkheid verlicht mijne ziel en verheugt al mijn gebeente. — ó Vuur , dat altijd brandt, nimmer verdooft; ontsteek mij geheel en al ! ó Licht, dat altijd schittert, nooit uw glans verliest, verlicht mij! Hoe liefelijk gloeit gij, hoe heerlijk schittert gij, en welk zalig verlangen wekt gij in mij op! Ik bid ü, onderhoud dit licht, vermeerder dit verlangen in mij, tot dat ik U eenmaal, o eeuwig Licht, heilige Geest, van aangezigt tot aangezigt aanschouwen mag. Amen.

Ik bid U, o mijn God , daar ik uwe genade deelachtig geworden ben, dat ik van dit oogenblik af, de dienst des heiligen Geestes ook naar zijn wil waardig mag volbrengen , en mij niet meer door de zonde late meêslepeu, opdat ik, mijn leven naar zijn welgevallen doorbrengende, het eeuwige leven mag verwerven. Amen.

Vespergebedcn op Zon- en Feestdagen ter eere des allerheiligsten Verlossers, bijzonderop Communiedagen.

óMijn God ! laat in mij meer en meer het heilig verlangen worden opgewekt, om uwer majesteit en heerlijkheid steeds de innigste aanbidding en vereering daar te brengen. Hoe 7.ou mijn geest verstomd staan voor uwe oneindigheid en onmetelijke glorie, wanneer hij de diepten van uw wezen kon doorgronden. Voorzeker zou ik dan ook met den heiligen Apostel Paulus uitroepen ; geen oog heeft gezien, seen oor heeft gehoord, nooit is het in 's menschen hart gekomen, wat God hun bereid heeft, die hem beminnen. Want Gij , o Heer, zijt

een oceaan van volmaaktheid, het eeuwige, reinste, heiligste en verhevenste wezen, een goed, hetwelk alle goed in zich sluit; ja, het allerhoogste goed, dat door geene grenzen omsloten is noch omsloten kan worden. 6 Mijn God! alleen het bewustzijn, hetwelk ik uit uwe heilige openbaringen schep, en hetwelk mij overtuigt, dat uw wezen en uwe glorie het bereik van het geschapen verstand oneindig overtreft, is voldoende voor mij, om U boven alles te hoogachten, mij als het ware voor U te vernietigen, en niet anders te denken of te spreken van uwe eeuwige majesteit, dan met een kinderlijk gevoel van godsvrucht en onderwerping. Doch in dezelfde mate, als ik ü met uwe vrome dienaars bewonder en vereer, moet ik U ook beminnen; en deze liefde moet in mij een onverzadigbaar verlangen ojiwekken, om U in geest en naarheid te aanbidden, en U voor alle ontvangene weldaden met opregte dankzegging te huldigen. Amen.

t- ding geworden U door alle eeuwigheid! — i- Uwe almagtige hand, o God, die de Engelen des hemels en de wormen der aarde it 1 schiep, is immers dezelfde almogende, genadige hand. Van U komt alles wat be-i I staat; ook rnij hebt Gij uit den niet ge-t roepen; aan uwe goedheid heb ik mijn

bestaan als mensch te danken. Waarom immers ben ik geen steen, geen boom, geen dier? Wijl het uwe algoede Voorzienigheid zoo gewild heeft, zonder eenige 1 verdienste of aanspraak van mijnen kant.

6 Heer! hoe zal ik U genoegzaam dank zeggen voor het groote voorregt, hetwelk uwe vaderlijke genade mij in de rangorde der schepping heeft toegekend? ó Heer! Gij zelf zijt uwe verheerlijking, want uwe werken prijzen uwe almogende grootheid. En toch vermag ü geene stem, geen hart des menschen naar waarde te verheerlijken. O wonderlijke God! ofschoon de

gedachte des menschen ontstaat en weder verdwijnt; ofschoon zijne stem weergalmt en verdooft; ofschoon zijn oor gewaarwordt en het gehoorde zich verliest, zoo bestaat toch uw lof van eeuwigheid. O mijn God! laat mij U verheerlijken, zooveel ik kan, daar Gij zelf uwe en onze glorie zijt; want j vanU ontvangen wij de gave , IJ te kunnen prijzen! En dan alleen verheerlijken wij ü waarlijk, wanneer Gij ons uwen lof mededeelt. wanneer het licht den prijs geeft van het licht. Mijn God en Heer! geef U alzoo aan mij, en ik zal U met gestadige dankzeggingen jubel verheerlijken. — Met j mij verheerlijken U immer en immer uwe eindelooze almagt, uwe grenzelooze wijsheid, uwe onuitsprekelijke goedheid, uwe wonderbare genade, uwe omuitputbare barmhartigheid en uwe eeuwige kracht en godheid!

Eeniggeboren Zoon Gods! hoe diep heeft uw ootmoed U doen afdalen; hoe vurig brandde de vlnm uwer liefde; hoe verre

ging uwe barmhartigheid; lioe verre strekte zich uwe goedheid uit; hoe verre reikte uwe liefde; hoe groot was uw medelijden ! Ik zondigde, en Gij oefendet boetvaardigheid; ik pleegde misdaden, en aan U werden zij gewroken; ik was pligtig, en Gij werdt gestraft; ik was hoogmoedig, en Gij werdt vernederd; ik was opgeblazen van ijdelheid. en Gij werdt gelasterd; ik was ongehoorzaam. en Gij volbragt den wil uws Vaders en deedt boete voor mijne ongehoorzaamheid; ik was een slaaf der begeerlijkheid, en Gij leedt honger; mijne lusten voerden mij tot zondigen, en uwe volmaakte liefde bragt U aan het kruis.

Mijn Heer en Koning! hoe zal ik U al deze weldaden vergelden? — Neen /smen-schen hart bevat niets, om U voor zulke verdiensten naar waarde te danken. Doch in uwe woudervolle daarstelling van den mensch. is iets waarin mijne zwakheid U eenigzins kan dankbaar zijn; waarin namelijk mijn geest, door uwe beproeving bezocht en in rouwmoedigheid opgelost, het vleesch met deszelfs zonden en begeerlijkheden kruisiet.

o Hemelsche geesten, die in do liefelijkste gezangen den geraeenschappolijken Heer, onzen God, verheerlijkt en de zaligheid zijner tegenwoordigheid geniet: zijt mij met uwe voorspraak gedachtig. Gij, o Engel, bewaarder van mijn ligchaam en mijne ziel . die mij in uwe bijzondere bescherming hebt aangenomen- ik bid u, sta mij getrouw en liefdevol bij , en bewaar mij voor alle zigtbare en onzigtbare gevaren. Amen.

Heilige N., die uwen God getrouw gediend hebt: verkrijg mij van Jesus Christus de genade, dat ik al zijne geboden stipt vervulle. Verkrijg mij op den weg naar de eeuwigheid, waar ik nog zoo vele vijanden ontmoeten zal, de genade, steeds in gemeenschap te blij ven met Jesus en Maria; wanneer zij mij vergezellen, zullen alle moeijelijkheden des levens en des doods mij zelfs aangenaam zijn. Amen.

Heiligen des hemels ! zijt mijne voorspraak en bemiddeling bij God. Bidt den Heer voor mij , opdat, ik door uwe voorspraak en verdiensten thans genade moge verkrijgen, en eenmaalbehouden in dehaven des beils aankome, waar gij met God in alle eeuwigheid zalig zijt. Amen.

ó Mijn God ! U uit den grond mijns harten aanbiddend, kniel ik voor U neder in het stof. — Waarom ook zon ik U mijne hulde niet brengen? — Ik ben een verachtelijke worm der aarde, een niet, voor uwe oneindigheid! ik vermag door mij zeiven niets, en mijn wil wordt slechts sterk en krachtig door ü 1 Daarom houd ik mij alleen aan uwen wil vast,, o God ; want uw wil is en blijft almagtig. Ik vertrouw steeds op uwe hand, o Heer,'die voor mij strijdt tegen de aanvallen des vijands en mij overal beschermt. Ik hoop steeds op uwe barmhartigheid, en met

! kinderlijk vertrouwen werp ik mij in de armen uwer almagt en liefde. Hoe meer mijn geloof mij in den oeverloozen Oceaan i uwer majesteit laat doordringen, des te meer gejoel ik in mij de kracht van uwen bijstand, die mij immer met frisschen moed, met nieuwe krachten bezielt, zoodat ik zegenrijk tegen alle duisternis der hel strijden kan. En toch bewaar ik met ootmoedigheid het bewustzijn mijner zwakheid; ■ want hoe meer ik mijn niet beschouw, des te meer word ik tot de betrachting uwer volmaaktheid opgewekt, des te meer neem . ik mijne toevlugt tot den schoot uwer barmhartigheid, waarin ikzienkan, al»in eenen spiegel, met hoeveel weldaden uwe groote liefde mijne ziel overladen heeft; terwijl ik, in deze betrachting uwer zegeningen en _; mijner zwakheid, U, o mijn God, tot het . eenige voorwerp mijner vereering en liefde verkiezen moet.

loovigen, die het Woord, hetwelk God is, in het vleesch gebaard hebt. Ik ben wel bewust, hoe weinig het mij betaamt, dat mijne arme ziel, die met zonden bezoedeld is, tot uwe vlekkelooze reinheid omhoog schouwt, en dat ook uwe zuiverheid een regtmatigen afschuw van mij hebben moet; doch, wijl de God aller genade, die in uwen schoot het vleesch heeft aangenomen, gekomen is om de zondaars te redden , verleen mij daarom de moederlijke hulp uwer voorspraak; want er is niemand , tot wien ik mij anders wenden kan.

6 Hemelsche Koningin ! neem mij in uwe bescherming en verzoen mij metuwen Zoon. i O goedertierene Maagd en Koningin dei-glorie ! verwerp mij niet en verhoor mijn bidden en smeeken. Verkrijg mij toegang J tot uwen en mijnen Jesus; en ik roep u tot getuige, dat ik mij nimmer meer door de ; zonde zal ontheiligen. Met de genade van het Jj heilig Kruis wil ik de wereld en hare lusten voor altijd verzaken, en alleen den weg des heils bewandelen, waarop Gij zelf, den Heiland der wereld, uwen Zoon, den God-mensch zijt nagevolgd, óReinste der maag-

den! verleen mij uwen bijstand en versmaad mij niet, opdat allo vijanden, die mij belagen, voor uw aanschijn vlugten en ik gered worde. Snel mij overal met uwe waakzame zorg ter hul pa, opdat ik onder geene verzoeking tot zonde bezwijke en van den eeuwigen dood mag gered worden. Maak dat ik, veilig in de schaduw uwer moederlijke zorg, alle aanvallen des vijands afweere. en al/.oo mijn ligchaam en mijne ziel immer zuiver beware. Wees steeds met mij. allerheiligste Maagd, genadige Moeder mijns Verlossers, en bid onophoudelijk voor mijn heil bij uwen geliefden Zoon; want gij zijt onze Moeder, onze voorspraak, onze troost, en gij verlaat niemand, die met een kinderlijk vertrouwen tot u komt. Amen.

De heilige Dominions, stichter der Predikheerenorde, heeft, om de ketterij der Albigensen uit te roei-jen, welke in zijn tijd het volk, vooral in Frankrijk, opruidden, naeene openbaring: der allerheiligste Maagd Maria, tot welke hij zijne toevlugt genomen had , omtrent het jaar 1206, de oefening van den heiligen Rozenkrans ingevoerd en ijveri? verbreid. Om de ge-loovigen op te wekken, in deze oefeninsr dikwijls hunne toevlugt te nemen, verleent Benedictus XIII, door de breve Sanctissimus, van den 13 April 1726, aan allen die den geheelen Rozenkrans, met 15 Geheimen of een derde gedeelte er van zullen bidden, honderd dagen aflaat, voor ieder Onze Vader en voor ieder Wees gegroet. Bidt men, gedurende een geheel jaar, dadelijks eenderde gedeelte van den Rozenkrans, terwijl men daarenboven biecht en communiceert op een dag naar verkiezing, zoo verdient men een vollen aflaat, welke aan de geloovige zielen kan worden toegevoegd.

Om deze aflaat te verdienen is het, ingevolge besluit der Congregatie van de aflaten, van den 12 Augustus 1726, bekrachtigd door Benedictus XIII, noodzakelijk, dat de Rozenkransen gezegend of gewijd zijn door geestelijken der Predikheeren orde, en dat men bij het bidden derzelve de geheimen van de geboorte, het lijden, het sterven enz. van onzen Verlosser overwege, terwijl het echter voor zulke personen, die ongeschikt zijn om deze geheimen te over

denken, voldoende is, dat zij aandachtig den Rozenkrans bidden. Bijzondere aflaten zijn vergund aan het bidden van den Rozenkrans, wanneer deze door andere bevoegden is gewijd; en evenzoo heeft de heilige Keik vele aflaten gehecht aan de Broederschap van den heiligen Rozenkrans.

De namen van Jesns en Maria moeten zijn gebenedijd, van nu af tot in de eeuwigheid. Onze Vader. enz.

1. De heilige Drievuldigheid heeft toegestemd in de menschwording vau Christus, Wtes gegroet, enz.

7. De engel zeide ; Maria, wil niet s. vreezen, want gij zult ontvangen ^ door den heiligen Geest, S

1. Maria g:ing uit ootmoedigheid hare nicht j Elisabeth bezoeken. Wees geyroet, enz.

5. Joannes is gezuiverd en van blijd- | schap opgesjirongen in zijns moe- ^ ders ligchaam, 'i?

8. Elisabeth zeide : wat geluk geschiedt mij, dat de Moeder des Heeren tot mij komt,

8. De engelen hebben gezongen : glorie zij aan God in den hoogste, en op de aarde vrede aan de menschen van goeden wille,

10. De drie Koningen hebben het Kind komen aanbidden en hunne giften geofferd , Wees qegroet, enz.

9. De oude Simeon heeft Jesus omhelsd en op zijne armen genomen, Wees gegroet . enz.

10. Simeon zeide : Heer, laat uwen dienaar gaan in vrede naar uw woord , Wees f/er/roej, . enz.

10. Maria bewaarde ai de woorden in haar hart, die Jesus tot haar sprak. Wees gegroet, enz.

o Maria, allergoedertierenste Moeder! verkrijg mijn hart droefheid, eu mijne oo-gen tranen van berouw, om tebeweeuen, dat ik Jesus door do zonden zoo dikwijls heb verloren; vergun mij hem wederom te vinden en altijd te behouden.

De namen van Jesus en Maria moeten zijn. gebenedijd, vannu af totinde eeuwigheid. Onze Vader, enz.

10. Jesus werd vreeselijk gebonden en gesleurd van den eenen regter tot den anderen,

Zoo iief heeft God den mensch gehad, dat Hij zijnen eenigen Zoon niet gespaard heeft, maar Hem geleverd heeft ter dood, ja tot den dood des krnises.

8. Jesus zeide hun : handelt uien zoo met het gToene hout, wat zal het. 3 dorre geschieden,

6 Jesus ! ik bid U, door al uwe smarten en bitteren dood, door uwe doornagelde handen, doorboorde voeten, doorstokene zijde, en al uwe gezegende wonden, ontferm ü mijner, en druk uw heilig lijden zoo in mijn hart, dat mij niets anders behage, dan Gij, mijn Jesus, die voor mij gekruist zijt. Amen.

T)e namen van Jesus en Maria moeten zijn gebenedijd, van nu af tot in de eemcicj-Ueid. Onze Vader, enz.

7. üc Leerlingen van Emaüs zeiden : g waren onze harten niet van liefde brandende, als Hij tot ons sprak,

8. Jesus stond in het midden van zijne Leerlingen en wenschte hun allen den vrede,

Geloofd en gedankt zij ten allen tijde het allerheiligste on goddelijk Sakrament.

6. Dc Leerlingen hebben Jesus aan- ^ schouwd , en Hij heeft hen allen ge- ^ zegend, ^

De namen van Jesus en Maria moeten zijn roe gebenedijd, enz. Onze Vader, enz. ver

10. Maria boven alle Engelen en Heiligen in den hemel gekroond, gelijk de Moeder van God toekomt, Geloofd en gedankt, enz.

Ik offer u, allerzuiverste Maagd, aller-roemwaardigste Moeder Gods Maria, in de vereeniging van al uwe deugden, verdiensten en volmaaktheden, deze geestelijke kroon van gebeden en groetenissen : ge-

waardig u dezelve te ontvangen met al de lofzangen die op dc aarde en in den hemel gedaan worden, en verkrijg mij en al degenen, voor welke ik gehouden ben'te bidden , van uwen lieven Zoon genade om wel to leven en zalig te sterven. Amen.

Een Onze Vader, tot dankbaarheid dat God ons de gratie gedaan heeft van den Rozenkrans te lezen. Onze Vader, enz.

Een Wees gegroet, opdat Maria ons verstand opdrage aan den hemelschen Vader, en wij in eeuwigheid zijne barmhartigheid mogen gedenken. Wees gegroet, enz.

Een Wees gegroet, opdat Maria onze memorie opoÜ'ere aan haren Zoon, en wij gedurig zijn leven en bitter lijden indachtig mogen wezen. Wees gegroet, enz.

Een Wees gegroet, opdat Maria onzen wil toeëigene aan den heiligen Geest, en dat Hij gedurig in ons van liefde mag branden. Wees gegroet, enz.

Het Geloof zullen wij bidden, opdat ons gebed aan God mag aangenaam zijn, dat het mag strekken tot zijne meerdere eer

en sclovic, tot welstand van de heilige Kerk , tot bekeering der zondaren en afgevallene Christenen, en tot welstand der ge-meenten. Ik geloof in God den Vader , enz.

Dealmoirendheid des Vaders beware ons. D i wijsheid des Zoons onderwijze ons. De liefde des heiligen Geestes ontsteke in ons.

óMijn geliefde Jesus! dezeziekte, welke mij uw vaderlijk hart tot teeken uwer liefde toezendt, opdat ik eenmaal aan uwe heerlijkheid deelachtig worde, gelijk ik thans aan uw lijden deel heb, neem ik met overgeving in uwen heiligen wil uit uwe handen aan. Ik leg alle smarten eu pijnen die mij kwellen in uw heilig hart neder,

en bid U, dat Gij U wilt gewaardigen, mijn lijden met uw oneindig kostbaar lijden te vereenigen en mij, iu de oogen uws Vaders, door hetzelve volmaakt te reinigen en ieder oogenblik mijner ziekte verdienstelijk te maken. Verleen mij, o Jesus! dat, even als Gij in de bitterste smarten aan het kruis uwen hemelsehen Vader geprezen hebt, ik Hem ook in mijne beproeving waardig mag verheerlijken ; en even als Gij uit alle krachten uws harten Hem gedankt hebt, voor de pijnen cn smarten die Hij u toezond , ik Hem ook mag dankzeggen voor het lijden waarmede Hij mij bezoekt. Ik bid U, offer uwen Vader mijne inwendige en uitwendige smarten op, in ver-eeniging met uw heiligste lijden en met uwe liefde, waarmede Gij uwe wonden en geledene mishandelingen dankbaar hebt opgeofferd. Amen.

6 Maria! angst en vrees bevangt mij , wanneer ik denk aan mijne zonden en aan het vreeselijk oogenblik, hetwelk over mijn

eeuwig lot zal beslissen. O gcnadifrste moeder Maria! ik stel alle hoop op het bloed ^ an Jesus Christus cu op uwe voorspraak. O troosteres der bedroefden! verjaat mij niet, troost mij in den dringenden nood waarin ik mij alsdan zal bevinden. Verkrijg mij, o liefdevolle Koningin, eene groote smart over mijne zonden, alvorens het doodsuur nadert; is eenmaal de laatste stonde aangebroken, sta mij dan bij he¹en boezem mij een vast vertrouwen in op Die de oneindige barmhartigheid Gods en eene Die rouwmoedige liefde tot Jcsus, uwen god- leA delijken Zoon. Sterk mij alsdau door uwe Died tegenwoordigheid, opdntde listen der hel ke niets tegen mij vermogen, en geleid gij, ri;» liefdevolle Moeder, mijne vereeuwigde ziel voor den regterstoel uws Zoons, opdat ik door uwe voorspraak barmhartigheid erlange. Amen.

Christ 'iod, 1

(zij

Rod 5 God j Heili| Gij, Gij, Gij,

'ens |Gij, die doodt en levend maakt, ^lat- Gij, die uit barmhartigheid allen bij helpt, d ie op U vertrouwen , g

⁰P Die Jobs krankheid genezen hebt, ^ ^ine Die den zieltogenden Ezeehias het ₀leven verlengdet, g

^we DiedeKananeeschevrouwinhaarsmee- ^ ^le' ken voor hare dochter verhoordet, liquot; U ■ Die Petrus schoonmoeder van de g koorts hebt genezen,

mans met een woord gezond inaaktet. Die de bedroefde weduwe van Naïu haren zoon hebt wedergeschonken, Die de overledene dochter van den Overste der Synagoge in het leven hebt teruggeroepen,

ó God, onze hulpe en beschermer, h ó God, onze toevlugt en troost, ¹ 6 God, onze quot;Verlosser en Zaligmaker ,

nen, wij bidden U, verhoor ons. Dat Gij ons (hem, haar) de zonde wilt ^r) vergeven, wij bidden U, verhoor ons.

nquot;.orzeld harte wilt schenken, -Dut Gij ons (iiera , haar) wilt bezoeken on verkwikken,

Dat Gij ons (liain, liaar) gezondheid naar ligchaam en ziel wiit geven, Dat Gij ons (liem, haar) de gaven en S; vertroostingen des heiligen Geestes wilt bedoelen, ^

Dat Gij on3(liein, haar) ware christe- o⁴lijke verduldigheid wilt inboezemen, ^ Dat Gij ons (hem haar) in alle nooden -en wederwaardigheden ter hulpe g wilt komen, 5-

Dat Gij ons (hem, haar) in de nre des ° doods tegen alle geweld des boozen o wilt beschermen, ?

Dat Gij ons (hem, haar) een heilig levenseinde wilt deelachtig doen worden, Dat Gij ons (hem, haar) in uwe genade wilt doen afsterven,

Dat Gij ons (hem, baar) na den dood de vreugde des hemels wilt doen smaken, wij bidden U, verhoor ons.

6 Gij, Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld , spaar ons (hem, baar) o Heer.

6 Gij, Lam Gods , dat wegneemt dc zonden der wereld, verhoor ons (hem, haar) o Heer.

o Gij, Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld, ontferm U onzer (zijner, barer) o Heer.

Christus, hoor ons. Christus, verboor ons. Heer, ontf. U onzer. Christus, ontf. U onzer. Onze Vader, enz.

Wees onze helper, verlaat ons niet. En versmaad ons niet. Gij, onze Zaligmaker. Heer! verboor mijn gebod.

if.orzeld havtu wilt schenken, -Dat Gij ons (hem. haar) wilt bezoeken en verkwikken,

Dat Gij ons (ham, haar) gezondheid naar ligchaam en ziel wilt geven, Dat Gij ons (bem, haar) de gaven en S; vertroostingen des heiligen Geestes ^ wilt bededen, g;

Dat Gij ons ( hem, haar) ware christe- Squot; lijke verduldigheid wilt inboezemen, _dDat Gij ons (hem haar) in alle nooden en wederwaardigheden ter hulpe wilt komen, p-

Dat Gij ons (hem, haar) in de ure dos ° doods tegen alle geweld des boezen o wilt beschermen, ?

DatGij ons (hem. haar) een heilig levenseinde wilt deelachtig doen worden, Dat Gij ons (hem, haar) in uwe genade wilt doen afsterven.

Dat Gij ons (hem, haar) na den dood de vreugde des hemels wilt doen smaken, wij bidden U, verhoor ons.

ó Gij, Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld, spaar ons (hem, haar) o Heer.

6 Gij, Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld, verhoor ons (hem, haar) o Heer.

ö Gij, Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld,, ontferm ü onzer (zijner, harer) o lieer.

Christus, hoor ons. Christus, verhoor ons. Heer, ontf. U onzer. Christus, ontf. U onzer. Onze Vader, enz.

Wees onze helper, verlaat ons niet. En versmaad ons niet. Gij, onze Zaligmaker. Heer! verhoor mijn gebod.

menschdoms. Gij, die dea measch, uw evenbeeld, door de verleidiug des Sataus van de eeuwige gelukzaligheid verstoken geraakt, wederom met het kostbaar bloed uws eengeboren Zoons van den dood en de helle hebt verlost en vrijgemaakt : wij bidden U, verkwik dezen lijder door de kracht uwer genade; strek uwe genezende hand uit; troost en beur zijn gemoed op met inwendige vreugde, en keer genadig alle bekoringen, listen en lagen des duivels van hem af, opdat hij hier op aarde uwe hulp en hiernamaals de eeuwige belooning verwerve. Amen.

Beproei mij, o Heer, met hysop, en ik zul gereinigd zijn; wasch mij , en ik zal witter worden dan sneeuw.

Door uwen dood en uwe begrafenis, £5 Door uwe glorierijke opstanding, ^ Door uwe wondervolle hemelvaart, S Door de genade van den heiligen Geest, £2 In den dag des oordeels,

Bij de zalving van ieder der vijf zintuigen zult gij in stilte bidden, dat God u de zonden raoee vergeven , welke gij door elk dezer zintuigen bedreven hebt, en het lijden opofferen, hetwelk Christus, voor uwe zonden, in dezelve doorstaan heeft.

Gcnadigste Hoer en Heiland, Jesus Cliristus! Gij hebt ons in dit Sakrament eene troostvolle belofte gegeven, toen Gij gezegd hebt : „ is iemand onder u krank, zoo roepe hij tot zich de priesters der Kerk , late over zich bidden en zich met olie zalven, in den naam des Heeren, en het gebed des geloofs zal den kranke helpen; de Heer zal hem opbeuren, en zoo hij met de zonden beladen is, zullen hein deze vergeven worden. quot; (Jacob. 5.)

Door uwe oneindige goedheid , o Jesus, waarmede Gij dit heilig Sakrament hebt ingesteld , bid ik U. dat Gij mij van mijne

zonden wilt reinigen, tcn-en den boozen vijand be?cliermen, in de bopvoevingen versterken, mij een zalig einde vorleenen en, zoo hst voor liet heil mijner ziet wen-schelijk is, mijne vorige gezondheid terns: schenken. Verhoor mijn sebed , om uwe oneindige verdiensten, o.Iesus, mijn Verlosser, die met den Vaderenden heiligen Geest leeften heerscht,iueeuwigheid. Ara.

Genadigste Jesus! nu heb ik dit heili? Sakramcnt ontvangen, hetwelk Gij tot troost en heil der kranken hebt ingesteld. Ik dank U voor dit zoo krachtig heilmiddel mijner ziel en mijns ligchaaras. Geef dat ik de kracht van dit heilig Sakrament ondervinde, waarop ik al mijne hoop en vertrouwen gevestigd heb. Amen.

Gebed tot de allerheiligste Drievuldigheid, hetwelk bij de stervenden luide gebeden wordt.

U, allerhoogste Drievuldigheid , almag-tige, eeuwige God ! thans en ten allen tijde gezegend en verheerlijkt; U, dien alle

geesten loven en aanbidden, roepen wij ootmoedig aan en sinccken U , dat Gij dezen uwen dienaar, die met den dood worstelt, genadig alle zonden wilt vergeven, welke hij van af zijne doop tot op dit oogenblik , door zwakheid of boosheid, door onweten-heid of nalatigheid begaan heeft, en hem, door de kracht der heilige Sakraraenten en der aflaten, in d ien staat van reinheid, onschuld en geestelijke zuiverheid wilt verheffen , welkenij hemin bot heiligdoopsel geschonken hadt. Wij bidden U om deze genade, door de onuitsjjrekelijke liefde, waarmede uw Zoon, onze Heer Jesus Christus, is mensch geworden; door de liefde, waarmede Hij de wreedste pijnen en den bittersten dood aan het kruis, voor onze zaligheid , doorstaan heeft; door de verdiensten derallcrheiligste Maagd Maria en van alle Heiligen, die U van het begin der wereld welgevallig waren; door de raagt, welke Gij den dienaar uwer Kerk voor het heil der zielen geschonken hebt. Bescherm hom, genadigste Heer Jesus Christus, tegen demagt desboozen vijands; maak hem. tot eer van uw verheven

naam, welgevallig voor het aangezigt uwer goddelijke Majesteit, opdat hij U in het rijk des hemels met eeuwigen jubel moge aanschouwen en genieten. Verhoor ons, barmhartige Vader, liefdevolle Verlosser en heilige Geest! A.mlt;'u.

Ik geloof in U, o mijn God, onfeilbare waarheid! — [k hoop op U, oneindige barmhartigheid! •— [k bemin U, onuitputbare goedheid , mijn hoogste , mijneenig-te goed ! — ó Jesus ! vergeef mij alle zonden ; zij berouwen mij van ganscher harte! — Waseh mij af, reinig jnij in uw allerheiligste bloed.

Wat heb ik in den hemel; wat verlang ik op aarde buiten U, o God mijns harten en mijn aandeel in eeuwigheid!

Zie, ik kom, o Jesus. Beminde mijner ziel! ik wil sterven uit liefde voor U, die uit liefde voor mij gestorven zijt.

6 Mijn (ïüd! laat niet toe, dat ik U verlies. — Ik verlang naar niets, dan naar U. — Oneindige goedheid 1 ik bemin —ja, ik bemin U alleen.

Mijn Jesus, die in weinigeoogenblikken mijn regter zult zijn — wees mij genadig.— Ik bemin U, en uit liefde tot U berouwt Lot mij, U beleedigd te hebben.

Het heilig bloed van Christus reinige mij, het lijden van Christus make mij zalig

In uwe handen, o Heer, beveel ik mijnen geest. — Jesus! voor U leef ik.— Jesus ! voor U sterf ik. — Jesus! de uwe ben ik in leven en dood.

Wend uwe genadige blikken op ons, en toon ons, na deze aardsche pelgrimschap, Jesus, de gezegende vrucht uws ligchaams-

zoozeer uwe voorspraak behoeft. — Verlaat mij niet, o Moeder, verlaat mij uiet.

ó Mijn God! wanneer zal ik U vermogen te aanschouwen van aangezigttotaangezigt?

Wanneer, o miju Jesus, zal ik U bezitten, zonder U nog te kunnen verliezen? o Mijn God! mijn alles!

ó Mijn God! om der liefde van Jesus wilie, erbarm U mijner en wees mij genadig.

Veroordeel mij,o Heer, tot het vagevuur , maar verwerp mij niet voor eeuwig-van ü, wijl ik dan uwe liefde zou moeten derven.

Tot U smeeken tvij, o Heer: snel uwe dienaren ter hulpc, die Gij met uw kostbaar bloed hebt vrijgekocht.

Mijne liefde is aan het kruis gehecht! — Miju Jesus! Gij mijne liefde, zijt voor mij gestorven.

Hoe zul ik U danken, o God, voor al de genaden die Gij mij bewezen hebt? — Ik hoop bij U in den hemel te komen, om U daarvoor eeuwig te kunnen danken.

Maria, Moeder der genade. Moeder der barmhartigheid ! bescherm mij tegen mijne vijanden, en wees mijne voorspraak voor Gods regterstoel.

Erbarm U mijner, o God, naar uwe grootc barmhartigheid; en naar de volheid uwer erbarmingen, delg mijne zonden uit.

Als de kranke den dood preheel nabij is, moet men hem met luider stemme toespreken.

Sta mij bij, o God! — laat mij tot U komen, om U in eeuwigheid te kunnen beminnen.

Mijn .Ti-sus, mijne 1 iefilc 1 ik bumiii ü ; — het berouwt mij van kanselier harte, dat ik gezondigd heb; — helaas, had ik U toch nooit beleedigd!

Mijn Jesus! maak mij zalig om uwslijdens wille; — ik bemin U uit geheel mijne ziel.

Jesus, voor U leef ik! — Jesus, voor L' sterf ik! —Jesus, de uwe ben ik in leven eu dood!

o Maria, mijne goede Moeder! sta mij bij in dit oogenblik. — Heilige Josef, snel mij ter hulpe ! — Heilige Aartsengel Michael, bescherm mij! — Heilige engel bewaarder, wijk niet van mijne zijde! — Heilige patroon.... beveel mij aan Jesus Christus! -— Alle Heiligen des hemels, bidt voor mij bij God!

Duurt de doodstrijd lang, dan kuuueu deze laatste gebeden meermaals herhaald worden.

Meewarige Jesus! ik herinner U aan de groote droefheid, welke uw hart vervulde, toen Gij over don afgestorven Lazarus, uwen dierbaren vriend, bitter geweend hebt en daardoor ti* kennen gaaft, hoe zeer Gij hem bemindet : zoo ook is thans mijn hart bedroefd, wijl Gij mij mijn dierbare vriend ontnomen hebt, welke ik naar uw gebod beminde gelijk mij zeiven. Ach! hoe hard hebt Gij mij door dezen dood beproefd; hoe zwaar zal het mij vallen in uwen goddelijken wil getroost te berusten! En toch stel ik alles in de hand uwer goddelijke Voorzienigheid, en offer U de droefheid op, die mijn hart vervult. Ik vereenig mijne tranen, welke ik over mijn vriend vergoten hebt, met de tranen , welke Gij over uwen vriend Lazarus geweend hebt, en bid ü, dat Gij dezelve aan dezr arme ziel tot verkwikking laat verstreken. Gelijk Gij uwen Vader voor den afgestorven Lazarus gebeden hebt, zoo bid ik U

ook voor de ziel van mijn verstorven vriend , dat (jij haar van alle verdiende straffen wilt vrijspreken en met uw aanschijn wilt zalig maken. Voer mij eenmaal met haar te zamen in den hemel, opdat wij ons in U verheugen en U ecuwig loven en zegenen. Amen.

Ik arme verlatene wees, zucht tot U, barmhartige, genadige God, en klaag U de bittere droefheid, waarin ik door den dood mijner ouders gedompeld ben. O liefderijke hemelsche Vader! wees mij thans een Vader en neem mij tot uw kind aan, gelijk ik U als mijn Vader verkies. Heiligste Maagd Maria! wees mij voortaan eene trouwe moeder, en neem mij onder het getal uwer kinderen op. gelijk ik u tot mijne lieve moeder kies. Ik bid U ook. o God, vergeef mij de droefheid en lu i verdriet, welke ik ooit mijnen ouders hub

aangedaan. Acli! straf toch hunne arme zielen in gindsche wereld niet om mijneut-wille, maar vergeef haar genadig alle zonden, vooral dit:, waartoe ik door mijn gedrag heb aanleiding gegeven. Straf mij liever op deze aarde naar mijne schuld , en verschoon de arme zielen in de andere wereld. Vevgeld haar ook de moeiten en zorgen, welke mijne lieve ouders met mij gehad hebben, en scheuk haar, voor al het goede hetwelk zij mij bewezen hebben, de eeuwige vreugde der zaligheid. Amen.

ó Mijn God en Heer , wiens goedheid ondoorgrondelijk en onmetelijk is: voer de ziel mijns geliefden vaders naar het oord van verkwikking en eeuwige rust, waar het licht nws aanschijus haar zal bestralen. Vergeef haar alle zonden, o Heer! wees haar barmhartig en delg hare ongeregtig-heden uit door het kostbaar bloed van uw eeniggeboren Zoon! Vernietig den schuldbrief, welken tegen haar getuigt, en vergeef

o Mijn God en Heer! ik dank U, dat Gij mij tot mi toeeeue zoo zorgzame, zoo liefdevolle moeder geschonken en bewaard hebt. Zij was een geschenk van uwe barmhartigheid , en Gij neemt haar terug; daaromheb ik geene reden mij te beklagen. Ik beminde haar met innige liefde boven alle andere schepselen; doch wijl Gij besloten hebt haar weder tot U te roepen, zij uw heilige naam gezegend en geprezen in alle eeuwigheid. Geef hare ziel de eeuwige rust, en hot eeuwige licht verschijne haar! Amen.

Dierbare zielen mijner broeders en zusters , die mij op aarde zoo zeer bemind hebt, met welke ik door de banden van de natuur, het bloed en den dagelijkschen omgang' zoo innig verboudeu was; u wii

ik mijne opregte liefde bewijzen door een ijverig gebed, wanneer gij dit in het vagevuur nognoodig hebt. Dealgoede heincl-sche Vader erbarrae zich over u; Jesns Christus deele li de verdiensten van zijn kostbaar bloed mede; en de heilige Geest zende zijnen liefdevollen troost in uw treurig verblijf. O zaligste Maagd Maria! gij uitverkorenen Gods! bidt voor haar bij den eeuwig bannhartigen God. Neem haar op in uwe rust, o Vader der barmhartigheid , want zij zijn uwe kinderen, zij zijn de verlosten uws Zoons. Delg door zijn lijden hare onireregtigheden uit, waarvoorzij nog geeue voldoening gegeven hebben. O Jesns I voer haar tot de zaligheid des hemels ; ik bid U hierom, door uwe liefde, waarmede Gij onze natuur hebt aangenomen, ons tot uwe broeders en zusters gemaakt, en voor on« aan het kruis zijt gestorven. Amen

zusters en weldoeners, vooral over...., en over allen, voor welke ik vcrplift ben te bidden. Verleen hun do eeuwige rust en een aandeel in de gemeenschap uwer Heiligen. Heilige Maagd Maria! alle Heiligen des hemels! komt ook gij door uwe voorspraak alle geloovige zielen ter hulpe. Amen.

6 Hemelsche Vader, God van barmhartigheid! zie, ik draag U op voor deze afgestorvene ziel, onzen Heiland Jesus Christus, uwen Zoon. die zich aan het kruis en op het altaar voor haar heeft opgeofferd. O Vader! zie neder op het aangezigt van uw Gezalfde en erbarm U over de ziel, voor welke wij uwe milddadigheid.en barmhartigheid afsmeeken. O Vader! ik offer U op de heilige en volmaakte ootmoedigheid uws Zoons voor hare verwaandheid en hoogmoed, zijne maagdelijke zuiverheid voor hare onreinheid, zijne gehoorzaamheid voor hare overtredingen uwer wet. zijn seduld voor haar ongeduld, zijn

vlekkeloos leven voor haren schuldigen wandel, zijne liefde voor hare b:iatzuch-tijrheid.

Hemelsche Vader! ik draag U voor dezelve op de liefde, welke uw Zoon baar en geheel het mensehelijk geslaelit heeft toegedragen; de liefde, waarmede liij zijne dierbare Moeder bemind heeft; ik otter (J eindelijk op de hoogste en volmaaktste liefde, waarmede hij U, zijn eeuwigen Vader, van eeuwigheid bemmd heeft, en bid U, bij deze oudoorgronde-iijke, onmetelijke en eeuwige liefde, laat deze ziel, van alle zonden gereinigd, van alle straffen bevrijd, de zaligheid des hemels genieten. Amen.

O heilige Anna, troost der bedroefden en toevlugt der stervenden! ofschoon ik onwaardig ben, zoo neem mij tooh door i uwe goedheid en genade met uwen heiligen echtgenoot Joachim, den heiligen Josef en de geheele heilige vriendschap van Christus, onder uwe bijzondere heilige bescherming. Neem mij aan tot uw pleegkind, en sta mij bij in mijne laatste stonde, wanneer ik in de eeuwigheid zal binnentreden , opdat ik, in de genade Gods stervende, tot het eeuwige leven gerake.

Geef, o God, door de verdiensten der i heilige Anna, aan de afgestorvenen de eeuwige rust, en aan de levenden de genade in alles uwen heiligen wil te vervullen. Amen,

Heilige Bisschop en Apostel der Nederlanden , die onzen voorouders den almag-tigen, algoeden drieëenigen God: Vader, Zoon en heilige Geest verkondigd hebt; die ons de bood schap bragt van den mensch-geworden Gods Zoon; van het waarachtige licht, dat ieder mensch moet verlichten, en van do Moeder Gods Maria, de genadige voorspreekster derinenschcn bij denhemel-schen troon van haar geliefden Zoon : o heilige Willebrordus, bid voor ons! Laat niet na te zorgen en te bidden voor Nederland ou zijne bewoners. Verkrijg ons door uw gebed, dat wij standvastig blijven in het geloof, hetwelk gij ons verkondigd hebt; dat onze levenswandel getuigenis geve van de heiligheid van dit geloof; dat de Nederlanders, die afgevallen zijn van de ware Kerk, weder in haren schoot terugkeeren. Verkrijg voor den Nederlandschen Vorst, door uwe voorspraak , de wijsheid om zijn volk naar het welgevallen des Ahnagtigen te bestieren, en voor het volk , eerbied

voor zijue goosteiijke en wereldlijke over heden, aau wier handen de Alvvyae zijne belangen heeft toevertrouwd. Bid den he-melschen Vader, dat vorst en volk een-dragtig en magtig worden in de aanbidding eu eerbied voor den Allerhoogste, in het geloof aau de heilige apostolische Kerk, in de liefde tot het Vaderland en in deszelfs verdediging.

Groote bisschop, heilige Ludgerus, man naar Gods hart I Van uwe prille jeugd af hingt gij met ganscher ziel aan het woord Gods; en vroegtijdig verliet gij de rust uws vaderlands, om aan vreemdeen ruwe volken, met vele moeijelijkheden en gevaren, het evangelie te verkondigen. Aau uwen apostolisehen ijver is ons vaderland liet christelijk geloof verschuldigd. Uw vaderlijk erfgoed schonkt gij aan de altaren en de armen, terwijl gij zelf in ontbering en versterving leefdet; uwen apostolisehen arbeid staaktet gij niet, alvorens uwe krachten waren uitgep\it.

Ik dank u, heilige Ludgerus, voor uwen ijverigen arbeid, waarvan ik ook nog de vruchten geniet, en bid u, gedenk voor den troon Gods de kudde, welke gij hier beneden verzameld hebt. Bid God, dat het licht des waren geloofs in ons Vaderland niet worde uitgeloofd,dat godsvrucht en deugd steeds schooner onder ons bloeijen. Bid God, dat hij onze priesters met zijnen heiligen Geest vervulle , om het goede te planten en het kwaad uit te roeijen. Bid God vooralle ouders, datzij hunne kinderen deugdzaam opvoeden, opdat eene heilige nakomelingschap uit hen aangroeije. Ook onze akkers en alle tijdelijke goederen beveel ik in uwe voorspraak bij God. Laat ons ondervinden, heilige Ludgerus, dat wij in u een liefderijken voorspreker bij God hebben, opdat wij, naar uw voorbeeld, het eeuwige boven alles zoeken en de eeuwige zaligheid erlangen. Amen.

ó H. Aloysius, die met eene engelachtige reinheid versierd zijt! ik, uw onwaardige

vereerder, stel de zuiverheid van mijne ziel en mijn ligchaam onder uwe bescherming, en bid u, door uwe engelachtige reinheid,quot; mij bij hei onbevlekteLam, JesusChristus, en zijne heiligste Moeder, do Maagd aller Maagden, aan te bevelen on mij voor alle zware zonden te bewaren. Veroorloof niet, dat ik mij door de geringste vlek van onzuiverheid bezoedele, maar wanneer gij mij in zware beproeving ziet of in gevaar van zonde, verwijder dan van mijn hartalle onzuivere gedachten en neigingen , wek alsdan in mij op de gedachte aan de eeuwigheid en aan mijn gekrnisten Jesus ; druk het gevoel der vreeze Gods diep in mijn hart; ontsteek in mij de goddelijke liefde, opdat ik u op aarde navolge , en eenmaal in den hemel in hot bezit van Ood mag zalig zijn. Amen.

Liefderijke eu magtige vriend des Aller-hoogsten, heilige Antonius! die reeds zoo velen, welke hunne toevlugt tot u namen.

door uwe voorspraak getroost en verligt hebt, en die bij den eeuwig goeden God om uwe deugden zoo zeer geëerd wordt, dat bij uw gebed niet onverhoord laat,— zie, meteen ootmoedig vertrouwen neem ik ook mijne toevlugt tot u, en bid u om uwe voorspraak en ondersteuning in mijne menigvuldige noodwoudighedcn, bijzonder

onder welker last ik gebukt ga. Duizenden roemeu uwe weldadige goedheid en verhalen met vreugdetranen, hoe liefderijk zij door uwe bemiddeling van den barmhartige God troost en redding uit hunne ellende verkregen hebben. Laat mij ook onder deze duizenden zijn; laat mij ook met vreugde uwe trouwe goedheid prijzen. Gij weet, welke kommer op mijn hart drukt. Uit wijze liefde. wel is waar, zendt ons Gnd ook wederwaardigheden, maar wij mogim toch ook nederig tot Hem bidden, dat hij ons weder helpe. Hij aanhoort het gebed zijner Heiligen, die voor hunne lijdende broeders bidden ; hij heeft het uwe tallooze malen aanhoord . Bid Hem nu ook voor mij ; Hij is zoo goed, zoo barmhartig!

Heb medelijden met mijne ellende, en zoo het de wil mijns hemelschen Vaders toelaat, zoo het heilzaam is voor mijne ziel, verkrijg voor mij , dat ik van deze beproeving mag bevrijd worden. Toen gij op deze aarde door uw heilig leven u tot den hemel voorbereidet, waart gij een men-schenvriend; even als uw goddelijke Verlosser, waart gij geroerd bij het lijden uwer evenmenschen en bragt gij hulp, troost en verligting, waar gij kondet. Uwe liefde is in het rijk der zaligheid nog edeler, mag-tiger en werkzamer geworden, want thans zijt gij bij de bron van alle goed en kunt gij de oneindige Liefde, om liefde en medelijden bidden.

Erbarm u al/,oo over mij, trooster dei-zielen ! Ik ben, wel is waar, wegens mijne zonden uwe voorspraak en de genade Gods niet waardig, doch met een rouwmoedig hart belijd ik mijne overtredingen voor het aanschijn van mijnen barmhartigen Vader, voor u on den geheelen hemel, en maak het vast besluit, niet meer jegens mijne hemelscbe weldoeners ondankbaar te zijn. Ik wil mijn hart door eene krachtige zelf-

bestrijding van zijne booze neigingen zuiveren ; ik wil meer zorg voor het welzijn mijner ziel dragen, dan ik tot nu toe gedaan heb; ik wil strenger over mijne zinnen en driften waken; ik wil allo gelegenheden tot zonden vermijden . aan de bekoringen kraehtigen weerstand bieden en mij niet meer door den stroom der slechte voorbeelden laten medeslepen; ik wil een nieuw leven beginnen en mij vooral moeite geven uwe voortreffelijke deugden na te volgen. Ik wil in eene ootmoedige gelatenheid in den wil Gods mijne rust zoeken ; ik wil de schandelijke driften van toorn, nijd, wraakzucht en afgunst uit mijn hart verbannen, en eene zachtmoedige, vrome liefde, eene welwillende, hulpvaardige zachtmoedigheid derzelver plaats doen innemen; ik wil mij beijveren, mijne pligten als Christen-mensch getrouw te vervullen, en nooit vergeten, dat ik onder de oogen van God wandel, die nimmer moede wordt, mij met welgevallen te zegenen, en wien ik dankbaarheid moet bewijzen; wien niets verborgen is ; die niet alleen mijne handelingen, maar ook mijne geheimste gedachten

kent; die alle onregt zal straffen, iedere goede gewaarwording, ja, ieder edel verlangen zal beloonen; wien ik alzoo moet vreej^en en met kinderlijke liefde beminnen Ik wil mijn leven, mijne gedachten , woorden en handelingen niet meer aan de wereld wijden, maar aan Hem, die mijn God is, mijn Vader en mijn hoogste goed ; ik wil mij, met één woord, moeite geven , om u, o heilige Antonius, zooveel mij mogelijk is, na te volgen

Laat mijn innig, mijn vertrouwvolle gebed niet onverhoord. Ach! ook gij hebt in dit leven menige bekommering doorstaan, ook uw oog heeft zijne tranen gestort, ook uw hart heeft gezucht onder het gewigt dei-beproeving en gereikhalsd naar hulp, naar troost en erbarming. Gij kent door ondervinding den toestand eener kommervolle ziel, en wie dien toestand kent, gevoelt medelijden met de weenenden , wenseht hun ter hulp te komen en helpt hen, wanneer het mogelijk is : voorn, heilige Antonius, is dit niet alleen mogelijk, maar ook gemakkelijk. Bid den genadigen God voor ons, zoo verhoort Hij u; Hij verhoort

u, wijl Hij barmhartig is en gij Hem bidt. Zend troost en redding in mijn bedrukt gemoed; help mij, om Jesus wille, wien gij steeds zoo hemelsch , zoo innig bemind hebt, in wien gij op aarde reeds gelukkig waart en die u thans in den hemel zoo luisterrijk beloont. De weldaad , welke mijn God mij door uwe voorspraak zal schenken, zal in geen ondankbaar hart vallen. Neen, groote Heilige! ik zal uit al mijne krachten dankbaar zijn; ik zal uwe goedheid prijzen; ik zal u vereeren en beminnen ; ik zal mijnen hemelschen Vader door eené trouwe gehoorzaamheid, door eene opregte liefde, door eene standvastige vervulling mijner pligten trachten te bewijzen, hoe zeer ik van zijne weldadige genade doordrongen ben.

Erbarm U toch mijner, meewarige helper in den nood ! Bevrijd mijn hart van deze droefheid, opdat ik met een opgeruimd gemoed den Eeuwige aanbidde en zegene: opdat troost, rusten vrede in mijne kommervolle ziel wederkeeren. Ook ik zal mij dan onder de gelukkigen rekenen, die zeggen : wij hebben in u, den vriend des

Allerhoogsten, ons vertrouwen gesteld, en wij zijn niet beschaamd geworden; hij heeft ons geholpen en onze harten vertroost. Door Jesus Christus, onzen Heer. Amen.

ó God, die onder andere wonderen uwer i raagt, ook aan het zwakke geslacht de martelaarskroon verleend hebt : geef genadig, dat wij, die uwe heilige Maagd en Martelares vereeren, door haar voorbeeld tot U mogen geraken. Door onzen Heer Jesus Christus. Amen.

Verhoor ons. o God, ons heil; opdat | wij, even als wij de gedachtenis der heilige maagd Theresia vereeren , zoo ook door de spijs harer hemelsche lessen mogen gevoed en in deugd en godsvrucht on-derrigt worden. Door onzen Heer Jesus Christus. Amen.

ligchaam en ziel. om uwe heldenmoedige standvastigheid, waarmede gij voor de godsdienst van Jesus Christus alle lijden en zelfs den dood doorstaan hebt, nu eeuwig in het rijk Gods zegepraalt; verkrijg mij de genade, uwe schitterende deugden ijverig na te volgen, voor Godes eer onvermoeid te werken , en geduldig to lijden hetgeen hij mij toezendt, opdat ook mij eenmaal het hemelsche loon ten deel valle, hetwelk de genadige God zijnen dienaars beloofd heeft. Amen.

ó God! die de heilige Elisabeth met bijzondere ootmoedigheid en milddadigheid gezegend hebt : verleen ons door hare genadige voorspraak, dat wij naar haar voorbeeld, in het geluk en de eer dezer wereld ons nooit verheffen en den noodlijdenden steeds een werkdadig medelijden bewijzen. Door Christus, onzen Heer, uwen Zoon, die met U en den heiligen Geest leeft en heerscht, in eeuwigheid. Amen.

Wij zegenen U, oneindig goede üod , voor de weldaad, welke de lieilige Odilia in het heilig bad des doopsels ontvangen heeft, als zij op eene wonderbare wijze ziende geworden is; wij smeekeu én roepen tot U uit liet binnenste onzer harten , dat Gij ons door hare voorspraak van blindheid en oogziekten steeds wilt bewaren. Door Jesus Christus, uwen Zoon , onzen Heer. Amen.

Verhoor ons. o God, onze Verlosser! en verleen, dat, door de vereering uwer heilige maagd Clara, de ijver eener ware godsvrucht in ons moge vermeerderen. Door Christus, onzen Heer. Amen.

Heilige aartsengel Michaël! glorierijke Vorst der hemelsche heerscharen , die den hoovaardigen Lucifer met zijnen aanhang

ia den afgrond der hel gestort hebt; bc-schermheer der strijdende Kerk, verdediger van alle uit het leven scheidende zielen ; kom Godes volketer hulpe, verdedig de katholijke Kerk tegen alle vijandige aanvallen; wees onze beschermer iu het leven en in den dood, kom ons ter hulp in den doodstrijd, wend van ons af alle vervolgingen der booze geesten, en voer ons eindelijk in de schare der uitverkorenen, waar wij met u en alle lieve Heiligen, God eeuwig kunnen prijzen en dankzeggen. Amen.

ö Heilige Gabriël! die aan de allerheiligste Maagd de mensehwording van den Zoon Gods aangekondigd, en Christus op den Olijfberg in zijne doodsangst en bittere droefheid getroost en versterkt hebt : u loof ik, u vereer ik, uitverkoren geest, en bid smeekend tot u, dat gij bij mijn Heiland en Zaligmaker Jesus Christus, en bij zijne gezegende Moeder, de maagd Maria, mijn voorspreker wilt zijn, mij in mijne beproevingen en noodwendigheden wilt

troosten en sterken, opdat ik nooit, dooide bekoring overwonnen, mijn God, mijn hoogsce goed beleedige. Amen.

Heuielsclie geneesheer,getrouwe geleids-man, heilige Kaphaël! die den grijzen Tobias het gezigt wedergegeven en den I jongen Tobias op zijne reis begeleid eu in veiligheid hebt teruggevoerd : ik bid u, dat gij, in al mijne ziekten naar ziel en lig-chaam, mijn trouwe geneesheer en helper zijn wilt. Verdrijf alle duisternis der onwetendheid, vergezel mij gestadig op den gevaarvollen weg des levens, opdat ik behouden het laud der gelukzaligen mag bereiken, waar ik met alle uitverkorenen het goddelijk aanschijn eeuwig mag genieten. Amen.

Getrouwe uitdeeler van liefdegiften, heilige Joannes Nepomucenus ! die op deze wereld met bijzondere genade van liefde en barmhartigheid jegens uwe naastendoor God bedeeld waart; ik bid u ootmoedig.

ueera van my weg alle overdreven zorgen die op mijn hart drukken, mijn gemoed verwarren en mijn geest belemmeren; opdat ik, bevrijd van tijdelijke bekommering, meteen helderen geest, met een opgeruimd gemoed en vrolijk hart. God mijnen Heer dienen, zijnen goddelijker! naam zegenen , en u, mijn heilige Patroon, bestendig vereeren en u na God den verschnldigden dank bewijzen moge. Amen.

Heilige Joachim en Anna , voorbeelden van vrome en deugdzame echtgcnooten! wij bidden u, door den wonderbaren zegen, waarmede u God bedeeld heeft, als hij u tot de ouders der allerheiligste Maagd Maria heeft uitgekozen: verkrijgt ons de genade, dat ons niets inniger aan het hart ligge, dan deugd en godsvrucht: dat wij in trouwe liefde en eendragt leveu, vreugde en wederwaardigheden met elkander doelen, cn onzen wandel zoo inrigten , dat wij den hemel verdienen. Amen.

6 Groote heilige N. wiens naam ik het geluk heb te dragen! n heeft de goede God de zorg voor mijn eeuwig heil aanvertrouwd , toen Hij mij, door den heiligen doop, onder het getal zijner kinderen heeft opgenomen. Verkrijg mij door uwe voorspraak de genade, dat ik een waar christelijk leven leide; help mij, liefderijke beschermer mijner ziel, dat ik de genade des heiligen doopsels, welke ik doormijne zonden verloren heb, weder mag terug bekomen. Verkrijg mij door uw gebed bij God, dat Hij mij ook de genade verleene , uwe deugden getrouw na te volgen. Bescherm mij in den loop van dit gevaarvolle leven, en verlaat mij niet in de ure mijns doods. Amen.

Mijn Heer en God, mijn Sohepper en Behoeder! regt levendig brengt mij de hui-digedaguweoneiDdige vadergoedheid voor den geest; hij herinnert mij aan het uur, waarop mijne oogen, volgens uwe ondoorgrondelijke raadsbesluiten, zich het eerst voor het licht uwer zon openden; hij zegt mij regt duidelijk, dat ik van eeuwigheid bestemd ben om, na een korten proeftijd op deze aarde, de zaligheid des hemels te genieten. Deze verhevene bestemininggaaft Oij mij zonder mijne verdiensten, alleen door uwe genade : en opdat ik dit schoone doel zou kunnen bereiken, stond mij tot nu toe uwe genade ter zijde , als eene liefdevolle moeder, die de schreden van haar nog zwakke kind ondersteunt, ó Heer! hoe zou ik de geestelijke en ligchamelijke weldaden kunnen opsommen, die ik van mijne eerste ademhaling af tot op dit oogenblik van U ontvangen heb? Zij zijn even tal loos, alède starren, die Gij in het hemelgewelf crezaaid hebt; dóch op dezen feesf.elijkén

dag dringen zij zich als tot een beeld te zamen, en wekken mij op om U uit alle kracht mijner ziel te danken. Neem genadig de dankzeggingen aan van uw schepsel, hetwelk Gij door zijne bestemming en door uwe weldaden zoo hoog verheven hebt!

Wanneer ik echter bedenk, o Heer, dat ik in mijne reeds afgelegde jaren nog zoo weinig voor de eeuwigheid gedaan , ja, zoo zeer de gaven uwer genade misacht heb , dan doordringt eene diepe smart mijne ziel en smeek ik tot U om vergiffenis.

Ik bid U, genadige Vader ! geef dat de jaren, welke Gij mij nog hebt toegedacht, rijk zijn aan zegeningen, opdat ik aan het einde mijner dagen getroost met den Apostel mag uitroepen : „ ik heb den goeden strijd gestreden , de loopbaan afgelegd, het geloof bewaard; voor het overige is mij de kroon der regtvaardigen weggelegd, welke de Heer, de regtvaar-dige Eegter. zal geven, niet alleen aan mij, maar aan allen, die zich in zijne komst verheugen- quot; Amen.

GEBED VOOR HET ■WELZIJN DES VADERLANDS , VOORAL HJJ BUITENGEWONE AANGELEGENHEDEN.

Ahnagtige, eeuwige God! Heer, liemel-sche Vader ! aanzie met de oogen uwer eindelooze barmhartigheid onze ellende en onzen nood. Erbarm U over alle geloovige Christenen, voor welke uw eengeboren Zoon, onze Heer en Heiland Jesus Christus, zioh vrijwillig in de handen der zondaars overgeleverd en zijn kostbaar bloed aan het kruis vergoten heeft. Door dezen onzen Heer Jesus Christus bidden wij U , genadige Vader, wend van ons af alle verdiende straffen, tegenwoordige en toekomstige gevaren , oproer, oorlog, duren tijd en alle groote rampen. Verlicht en sterk in het goede de geestelijke en wereldlijke overheden, opdat zij in al haar streven uwe goddelijke eer, ons heil, den alge-meeuen vrede en de welvaart der christenheid steeds betrachten. Verleen ons, o God des vredes, opregte vereeniging in het geloof, zonder scheuring of tweedragt. Bekeer onze harten tot de ware boetvaardiarheid

en betering van ons leven; ontsteek in ons het vuur uwer liefde; geef ons honger naar de geregtigheid, opdat wij als gehoorzame kinderen in leven en sterven U aangenaam en welgevallig mogen zijn.

Wij bidden ook, gelijk Gij wilt, o God, dat wij bidden , voor onze vrienden en vijanden, voor de gezonden eu zieken, voor de bedroefde en lijdende Christenen , voor de levenden en afgestorvenen. U, o Heer, bevelen wij ons doen en laten, onzen handel en wandel, ons leven en sterven. Laat ons aan uwe genade hierbeneden deelachtig worden, en eenmaal in de eeuwige vreugde en zaligheid des hemels, met uwe uitverkorenen U danken en verheerlijken. Wij bidden U, hemelsche Vader, door Jesus Christus, uwen beminden Zoon, onzen HeérenHeiland , dieme/tü en den heiligen Geestleeftenheerseht, in eeuwigheid ! Am.

toekomstig leven; terwijl ik U ootmoedig bid, dat Gij mij tot zulken staat wilt roepen, waarin ik U het boste dienen, mijnen naaste liet meeste kan nuttig zijn en het zekerste mijne zaligheid zal bewerken. Ik verlang geen anderen staat, dan dien . waarvoor Gij mij van eeuwigheid bestemd hebt. Leer mij dezen kennen, en geef mij de genade en de middelen om tot denzel-ven te geraken. Uw goddelijke wil geschiede met mij en door mij, in den tijd en in de eeuwigheid. Amen.

Barmhartige God 1 bedwing met de al-magt uwer hand den wreeden dood, dat hij zijn zwaard nederlegge, en de ziekte . zijne werkdadige helpster, verdwijne. Aanhoor, o God, in uwe oneindige barmhartigheid , dezuchten uwer kinderen, en sluit de poorten des afgronds. ó Heer! sjuit Gij in uwe ondoorgrondelijke wijsheid de grafkelders des doods, waarin de ziekte het menschdom gruwzaam nederstort. Gebie-

der over leven en dood! bevrijd ons genadiglijk van deze straffen, verwijder van ons de pest dor zonden en der ligchaine-lijke ziekten, bewaar ons in uwe genade en voer onze zielen eenmaal in uwe eeuwige glorie. Wij hebben, wel is waar, door onze misdaden deze straften verdiend, doch wij zullen voortaan, door opregte boetvaardigheid en een vromen levenswandel, ona uwe genade en uwen bijstand trachten waardig te maken. Amen.

God van vrede! Gij laat den oorlog toe, opdat wij des te racer naar den waren , den eeuwigen vrede zouden trachten. Verleen den vrede aan uwe Kerk en aan ons Vaderland. Wij sidderen, wanneer wij ons dc rampen voorstellen, waarmede de oorlog ons en onze broeders bedreigt. Geef den volkeren, die tegen elkander kampen .liefde tot den vrede. Gij hebt de harten der koningen in uwe hand en bestiert ze naar uw welbehagen; maak hen vredelievend cn eendragtig onder elkander; en wanneer Gij ons den vrede schenkt, laat ons dan

nimmermeer oneenig onder elkander leven of door de zonden tegen U opstaan. Wij bidden U hierom , door Jesus Christus, onzen Heer. Amen.

De almagt des Vaders zegene mij ! De wijsheid des Zoons zegene mij! De barmhartigheid des heiligenGeestes zegene mijl

6 God! Gij wilt dat ik mijne ouders eere; boezem mij eerbied, gehoorzaamheid en liefde jegens hen in. Vergeld hun het goede, wat zij mij bewijzen; laat hen lang en gelukkig leven, zegen hen in hunne tijdelijke en eeuwige goederen, en laat hen eindelijk tot Ü geraken ; door Jesus Christus, onzen Heer. Amen.

ó God! Gij zijt de Vader nüjuer kinderen, Gij zijt hun Schepper en hun Heer! Ik geef U dezelve over; zij behooren U toe; ik vertrouw hen aan uwe vaderlijke liefde. Voor alles vraag ik U voor hen uw rijk en uwe geregtigheid; schenk hun het overige naar uw welgevallen. Scheuk hun liefde voor U en hunne naasten; boezem hun afschuw in voor de zonde; bewaar hen voor de booze leerstelsels en kwade voorbeelden der wereld; laat hen altijd naar de leer des Evangelies wandelen. Laat niet toe, dat ik deze mijne bede met mijns handelwijze strijdig make; waak over mij, opdat ik over hen wake, en verleen dut ik heu in uwe vreeze en in de deugd opvoede; door Jesus Christus, onzen Heer. Amen.

Jesus Christus! in vereeniging met de liefde, waarmede Gij in het laatste avondmaal uwen leerlingen en geloovigen deu heaielschen Vader aanbevolen en voor hen gebeden hebt, dat hij hen van alle kwaad

mogt bewaren, bid ik U van harte , voor al mijne verwanten , vrienden en weldoeners , dat Gij hen voor alle kwaad behoeden en in uwe genade bewaren wilt. Ik draag U op al hunne noodwendigheden , al hunne beproevingen en lijden : Gij, mijn God, weet het hest, wat hun zalig en in het geestelijke en tijdelijke noodzakelijk is; sta hen bij in al hunne noodwendigheden , troost hen in hunne droefheid en kom hun vooral in hunne laatste stonde ter hulp. Ik beveel hen allen in uwe vaderlijke barmhartigheid, en bid U , door de liefde welke Gij uwen vrienden op aarde hebt toegedragen, neem al mijne vrienden in uwe bescherming. Amen.

Jesus, mijn God en Heiland! in uwen naam heb ik mij tot den huwelijken staat besloten. Zegen mij en mijne bruid, (mijn ; bruidegom) zegen onze verbinding, zegen onze liefde. Geef, dat wij, als uwe dienaars Tobias eu Sara, elkander met eene kuischr liefde beminnen en [J steeds welgevallig mogen zijn. Wij zouden ons immers ook

niet waarlijk beminnen, zoo wij elkander de rust des gewetens en uwe vriendschap roofden; en hoe zoudt Gij onzen echt kunnen zegenen, wanneer wij denzelven met zonden intreden? Neen, o Jesus! tus-schen ons beiden zij de een de schutsengel van den anderen, opdat wij de kroon der zuiverheid onbevlekt voor uw altaar brengen mogen i

Reinig onze harten van alle onzuivere lusten; heilig onze liefde, opdat wij niet uit vleeschelijken lust, begeerlijkheid of hoogmoed in den heiligen echt treden , maar om gemeenschappelijk de zorgen des levens te dragen, de beoefening der deugd te vergemakkelijken en dekindcren, welke Gij ons moogt schenken , tot uwe eer en voor den hemel op te voeden.

Laat ons dit verheven doel van den echt steeds voor oogen houden, o Jesus, en scheuk ons dan uwe genade, dat wij ons tot dit heilig Sakrameut waardig voorbereiden en door hetzelve de volheid uwer zegeningen ontvangen mogen. Amen.

( Verwek de goddelijke deugden, en bid zeven malen Onze Vader en Wees gegroet, om de zeven gaven des heiligen Geesies.)

Ik heb mij, o God, zooals ik hoop , naar uwen heiligsten wil, tot het huwelijk besloten en verloofd. Wees Gij nu zelf de grondslag dezer verbinding, en geef mij de genade dezelve met de noodige voorbereiding te voltrekken. Uit liefde tot U berouwen mij alle zonden uit den grond mijns harten; vergeef mij dezelve, goedertierene Vader, en reinig mijne ziel van alle ouge-regelde neigingen en begeerten; vervul mijn hart met uwe heilige vrees, opdat ik alle zonde en alle gelegcuheid tot zonde ver-mijde, en mij vooral niets veroorlove tegen de deugd der kuischheid. Ontsteek in mij het vuur uwer reinste liefde, opdat ik op-regte boetvaardigheid doe en mij die deugden verwerve, welke voor dezen heiligen staat noodzakelijk zijn. Laat mij ook dikwijls aan de woorden deuken, welke uw heilige engel tot Tobias sprak ; „ zij, die

bij hunne echtverbinding niet aan U denken, maar alleen hunne zinnelijke Justen zoeken te voldoen, staan den boozen vijand de heerschappij in hunne harten af.quot; Ver-I leen mij, algoede God, dc genade deze ge-wigtige woorden ernstig ter harte te nemen, alleen naar uw welgevallen in het huwelijk te treden, en in hetzelve getrouw te blijven aan alles, wat ik aan het altaar voor uw aanschijn, voor den priester en voor de geheele Christelijke gemeente beloven : zal. Geef mij daartoe uwen zegen, en laat mij en mijne bruid (mijn bruidegom) alle genaden van het heilig Sakrament des hu-| welijks ontvangen, opdat wij, als Tobiae en Sara, in vrede, in liefde en trouw leven, lijden en vreugde zamen deelen, en alzoo een afbeeldsel worden der heiligste liefde, der teederste en onbreekbaarste vereeni-ging van Jesus met zijne Kerk; door Jesus Christus, onzen Heer. Amen.

schreden rigte; laat mij in alle wisselvalligheden des levens geen oogenblik vergeten, dat alle aardsche streven niets is zonder U, dat ware rust en ware vrede alleen bij U , in uwe genade te vinden zijn. Schenk mij deze ware rust en vrede, waar ik ook zijn moge. door de genade van een opregt berouw over de zonden mijns levens en door het waardig ontvangen van het heilig Sakra-ment der biecht en van het allerheiligste vleesch en bloed onzes Verlosser. Verleen mij dezeuwe goddelijkewapenrusting tegen alle gevaren , die mij mogten wachten. Uw woord, de onfeilbare waarheid, gelijk Gij dezelve aan de katholijke Kerk veropenbaard hebt, zij mijne lans; mijn geloof, door uwe genade gesterkt, zij mijn zwaard, waarmede ik de vijanden van het ware en goede, in welke hoedanigheid zij ook verschijnen, kan bestrijden; de liefde tot U, o God, en tot mijne naasten zij mijn helm , die mij beschut tegen hoovaardij en ongehoorzaamheid aan uwe geboden en verordeningen ; geduld en zelfverloochening zij inijn schild , tegen alle bekoringen van onzuivere begeerten en zondige verlangens.

O mijn Jesus! verleen mij ootmoedigheid. opdat ik mijne nietigheid en.mag-teloosheid erkenne en inzie, dat ik zonder U niets vermag, dat alles, wat ik zonder uwe genade onderneem, tegen het heil mijner ziel ondernomen wordt. Verlicht mij, dat ik don regteu weg vinde, welke Gij voor mij bestemd hebt; geef mij kracht en volharding, datgene te volbrengen, wat ik, onder uwe bescherming, met uwe genade mij voorgenomen heb te volbrengen, wanneer het in uwe eeuwige wijsheid zoo besloten is en tot het' heil mijner ziel strekt. Waar ik ook mijne woonstede zal opslaan , geef mij kracht en moed om steeds uwe eer te betrachten, U te beschouwen als mijne toevlugt, als het eenige ware heil der menschheid. Amen.

Uw beminde Zoon, o hemelsche Vader, heeft ons geleerd, hoe wij om ons da-gelijksch brood zouden bidden ; met zijne

woorden roep ik alzoo tot U, met een kinderlijk vertrouwen : Onze Vader die in den hemel zijt! geef ons heden ons dagelijkschbrood. Wij verlangen geen overvloed nog weelde, o God, maar alleen hetgeen noodzakelijk is, ora U te dienen en de pligten van onzen staat te vervullen. Gij zijt onzen Vader, en wilt bij dezen zoeten naam door ons genoemd worden : daarom geef ons ook brood , o Vader der armen! Wij 7,uilen opgeruimd onzen dagelijkschen arbeid verrigten en vlijt en zorg aanwenden, om ons en de onzen naar behooren te onderhouden, doeh bij onzen arbeid hebben wij uwen zegen noodig. Om dezen zegen bidden wij U, heilige, barmhartige God! Gjj spijst de vogelen des hemels. Gij kleedt de bloemen des velds : geef ons ook en onzen kinderen het dagelijkseh brood , en dankbare harten, opdat wij U voor uwe weldaden zegenen. Amen.

De geboden onderhouden, die ons God zelf, of door zijne heilige Kerk gegeven heeft.

De groetenis des Engels .... 23 ^¹Oefening derdrie goddelijke deugden. (aflaatgebed.)

bij het ontvangen der heilige Sakramenten, voor alle tijden en dagen des jaars, en in alle san-gelegenheden en beproevingen.

Belijdenis der zonden en berouw. 48 Gebed tot dc heilige Moeder Gods. 49 Gebed tot den heiligen Bewaarengel ........50

3. Andere gebeden gedurende eene lezende heilige Mis, naar den kardinaal Joannes Bona.....101

5. Passiemis, of' misgebeden ter eere van hot bitter lijden en sterven van onzen Heer Jesus Christus . . .155

6. Misgebeden ter eere, en op de feestdagen van de allerheiligste Maagd Maria.......173

Voor ieder Zon- en Feestdag, . . 341 Op den feestdag der allerheiligste Drievuldigheid : LofzangderheiligeAmbrosius en Augustinus. (Te Deum Lau-

Aanbidding derallerh. Drievuldigheid , naar den H. Augustinus. 349 Gedurende den Advent :

Gebed naar den eerwaarden Pater Martinus van Cochem. . . 252 Opden feestdag der onbevlekte ontvangenis van Maria ;

Gebed naar den eerwaard en Pater Martinus van Cochem. . . 355 Gedurende de Kersdagen :

Op den feestdag; van den heilige u Evangelist Joannes: Gebed naar de H. Gertrudis. . 262 Op den feestdag van de o n-noozele kinderen:

Gebed tiaar den eerwaarden Pater Martinus van Cochem . . . 267 Op den feestdag van Driekoningen :

Gebed naar den H. Bona ven tmra. 26!» Op den feestdag van den heiligen Naam Jesns:

Boetgebed naar den H. Bruno . 27 lt; Opwekking tot vasten , naar den H. Leo........279

Betrachtingen over de vier uitersten des menschen. Naaiden H. Franciscus van Sales :

Gebed naar den H. Ephrem . 309 Gedurende de goede week ; Overweging' van het bitter lijden van J. Ch. naar den H. Gregorius. 310 Op witten Donderdag :

den H. Bonaventura . . .315 Litanie van het allerheiligste Sakrament des Altaars. . .318

De heilige Kruisweg .... 824 Litanie van het lijden en sterven van Jesns Christus . . 381 Weeklagten van Jeremias . . 354 Groet aan het heilig Kruis, naar

Gebed, naar den H.Chrysologus. 375 Op den feestdag van den heiligen Josef .......376

•gezegenden oogst . . . . ; 377 Lit. tot afwending van ongelukken. 383 Litanie op den zoeten Naam Jesus. 271 Op den feestdag der Kruisvinding :

Gebed naar den H. Ambrosius. 390 Litanie van den heiligen Geest. 391 Op heilig Sakramentsdag :

bezoeking : Magnificat . . . 399 Op den feestdag van Maria Hemel vaart: Litanie der allerh.

Maagd en Moeder Gods . . 401 Gebed tot Maria, naar de heilige Gertrudis.......406

Gebed, naar den H. Augustinus. 407 Litanie van alle Heiligen . .411 Allerzielendag ;

Psalm 50 — Miserere. . . 42-3 Litanie voor de geloovige zielen. 424 Aanroeping tot God en de Heiligen , om verlossing der zielen in het vagevuur, naar den eerw. Pater Martinus van Cochera. 429

GebedvooriederZon-enfeestdag. 241 Lit. tot de allerh. Drievuldigheid. 244 Aanbidding der allerh. Drievul-

digh., naar den H. Augustinus. 249 Vernieuwing der doopbelofte . 36 Zie verder Misgebeden enz.

Litanie op den zoeten Naam Jesns. 371 Gebed tot Jesus den Verlosser. 518 V o or Woensdag :

Sakrament des Altaars . . 493 Gebed om vermeerdering van liefde tot Jesus, naar den

Gebed tot den lijdenden Heiland, van den H. Gregorius. 310 Litanie van het lijden en sterven van Jesus Christus .... 281

Gebed tot JesusCh. aan het kruis. 356 Groet aan liet heiligquot; kruis . . 355 Gebed der heilige vijf wouden, (aflaatgebed.) .... 363 Voor Z a t u r d a g :

Gebod, naar de H. Gertrudis . 3ü2-Litanie van Loretto .... 401 Memo r are, van den H. Bernard. 476

Oefeiiingen tot liet waardig ontvangen \aii de heilige Sakramcntcn der Biecht en des Altaars.

Bisschop van Sevilla . . . 436 Aanroeping tot den heiligen Geest. 44U Gewetensonderzoek :

Gebed tötde heilige Moeder Gods, om haren bijstand, (Memo.-r are) van den H. Bernardus. 476

Dankgebed tot God voor de herkrijging zijner genade,, naaide heilige Hildegardis eu

Bekentenis zijner zwakheid en gebed om Gods bijstand tot bewaring zijner genade, naar dengelukzaligenLudovicus van Granada en den H. Bernardns. 480 Vernieuwing van het voornemen tot betering en tot voldoening voor de begane zonden, naar den Kardinaal Joannes Bona. 483

Misgebeden, als voorbereiding tot het ontvangen der heilige Communie, benevens dank en smeekgebeden na het ontvangen derzeive . . .125' Voorbereidingsgebadi Geloofsbely-

denis, naar den H. Augustinus en den Kardinaal Joannes Bona . 135 Bij het lutroïtns. — Aanbidding,

naar den KardinaalJoann. Bona. 132 Bij het Kyrie. — Ootmoedigheid, naar denzelfden. . .134 ■ Bij het Evangelie. — Hoop, naar

Van de Consecratie tot de Communie des priesters. — Verlangen, naar denzelfden . . 141 Van de Communie tot den zegen des priesters. — Verwekking der goddelijke deugden . . 143 Na de Mis: na het ontvangen dei-heilige Communie :

Ootmoed en aanbidding, naaiden tl. Franeiscus van Sales. 144 Dankzegging en opoffering, naar

naar den H. Basilius . . Hoop, naar den H.Bonaventura. Liefde, naar de H. Meehtildis.

Na de heilige Communie : Aanbidding en ootmoed, naar den H. Franciscus van Sales. Dankgebed en opoft'ering, naar

492 494

496

497

499

500 500

502

503

504

505

515 507

den H. Bonaventura . . Gebed, (afiaatgebed.) . Litanie, naardenH. Augustinus. Namiddags-oefeningen op Com-muniedaaen......

513

390

391

Voor het heilig Vormsel ; Tot deu heiligen Geest, naaiden heiligen Abrosius. . . Litanie van den heiligen Geest. Na het heilig Vormsel :

509

510

511 324 363 401

.88 53

397 504

Gebfid om volhivrdiucr in de dienst van den heiligen fieest, naar den heiligen Markarius . . . : .514

1. Vesper gebeden op zon- en feestdagen, ter eere des allerh. Verlossers, b ij zonder op Com-muniedag en :

H Vincentius a Paulo. . .515 Tot God den Vader, den al-magtigen Schepper, naar den heiligen Augustinus . . . 517 Tot God den Zoon, den allerh.

naar den H. Ambrosius . , 390 Litanie der H. Drievuldigheid. 244 Gebed tot de allerh. maagd

H. Alphonsus van Liguori . 521 Tot alle Heiligen, naar den gelukzaligen Ludovicus van Granada. 521

Gebeden gedurende eene HoogmiR . 54 Gebeden gedurende eene stille H.Mis. 83 Andere gebeden gedurende eene stille

den allerheiligsten Verlosser . .515 Litanie van den zoeten Naam . . 371 Gebed ter eere van den intogt van Jesus in Jeruzalem, naar den heiligen Ephrem.......309

liet kruis, naar dëu H. Augustinus. 356 | Godsvrucht tot de heilige vijf wonden. 363 BÜ het graf van dca Verlosser, uaar

den eerw. Thomas a Kempis . . 370 Gebed ter eere der Hemelvaart van Jesus, uaar den H. Bernardus. . 387

Gebed ter eere der instelling van het allerheiligste Sakrament, naar Pater Martinus van Cochem . .313 Litanie van het allerh. Sakrament . 318 Eerste. Communie-oefening. . . . 135 Tweede Communie-oefeniug . . . 487

Misgebeden ter eere der allerh. Maagd. 173 Avoud-oefeuiug ter eere der allerheiligste Maagd, naar de H. Veronica

Litanie van O. L. V. van Loretto. . 4ül Litanie tot de smartvolle moeder Maria. 290 Magnificat (Lofzang van Maria.) 399

M o ui o i- a r e, naar don H. Bernar d us. 476 Aanroeping om de voorspraak eu be-sehermiug vun Maria, naar Maria

Gebed ter eero der onbevlekte out-vaugenis van Maria, naar Pater Martiuus van Cocbeui .... 355 Gebed ter eere van Maria Lichtmis. 376 Gebed ter eere van Maria Boodschap. 375 Gebed ter eere van Maria Bezoeking. 399 Gebed ter eere van Maria Hemelvaart. 4U6

Gebed om geduld in het lijden, naaiden H. Alphonsus van Liguori . 313 Gebed tot opoffering van zijn lijden

aan God, naar de H. Meehtildis. 546 Gebed voor oogiijders, tot. de heilige Odilia....., • , 584

Gebed tot de allerh. Maagd, om een zalig sterfuur, naar den heiligen Alphonsus van Liguori . . , . 547

Na de laatste heilige zalving. . 558 Gebed tot de allerh. Drievuldigheid, met luider stem bij een stervende te bidden, naar Tobias Lohner . 558 Ander gebed, bij het verscheiden van een stervende luide te bidden,

Gebed gedurende (]^n rouw voor een dierbaren afgestorvene, naar Pater Martinus van Cochem . . 565 Misgebeden voor de afgestorvenen. 227 Gebed voor afgestorvene ouders,

zusters, naar Pater M. van Cocliem. 563 Oebed voor afgestorvene verwanten, vrienden en weldoeners, naar den

Aanroeping tot God eu zijne Heiligen, om verlossing dt-r zielen in het vagevuur, naar Pater Martinus van Cocliem . . . .429 Litanie voor de geloovfge zielen . 124 Miserere..........423

heiligen Engel-bewaarder . . . 530 Gebed tot deu heiligen Engel-bewaarder; naar de H. Gertrudis. . . 4t3

naar Pater Martinus van Cochem. 50 Gebed tot den Heilige, wiens naam Uien draagt, naar den H. Alphonsus

Gebed tot den H. Josef .... 376 Gebed tot de heilige Anna . . .572 GebedtotdeheiligenPetrusenPaulus. 397 Gebed tot deu H. Stepbanus, naaiden H. Chrysostoums .... 260 i Gebed tot den H.Evangelist Joannes,

voor het wclzijfl van Nederland . 573 Gebed tot cien H. L^dgcrus . . .574 Gebed tot den H. Aloysius, naar Paus

Gebed tot den H. Antonius, in bijzondere noodwendigheden . . . 576 Gebed tot de H. Barbara .... 5igt;2

Gebed tot den H. Aartsengel Mieliaël. 584 Gebed tot den H. Aartsengel Gabriël. 385 Gebed tot den H. Aartsengel Raphael. 586 Gebed tot den H. Joannes Nepo-mucenus, om vermindering van

Op den geboortedag, naar den heiligen Alphonsus Maria van Liguori. 389 In bijzondere noodwendigheden, tot

Litanie tot afwendina; van ongelukken. 383 Gebed voor hot welzijn des Vaderlands, vooral bij buitengewone omstandigheden .......591

naar den H. Franciscus van Assisen. 93 Overdenking van de vier uitersten des menschen, naar den H. Franciscus


r.		FEESTDAG DEK H. H. PET. EN PAULUS. 3U7
ier		Ol' HEILIG SAKKAMENTSDAG. Gebed naar don godvruchtigen Kardinaal Joannes Bona. ( Zie bladz. ] 27.)
rt,		Litanie van liet allerheiligste Sakrament. (Zie bladz. 318.)
in t,		OP DEN FEESTDAG DEK HEILIGE APOSTELEN PETRUS EN PAULUS.
in t,		Aflaatgeted. (*)
s, t.		Heilige Apostelen Petrus en Paulus ! ik kies u lieden tot mijne bestendige bescher-
i- iS i- i ¹¹ 1 i.	«	(*) Pius VI verleende, den 28 Julij 1778, ten een-wigen dage, een aflaat van honderd dagen, aan allen die, minstens eenmaal daags, ter eeie der heilige Apostelen Petrus en Paulus, dit gebed, benevens een Onze Vader, Wees gegroet en Glorie zij den Vader, zullen gebeden hebben. Daarenboven kunnen zij deelachtig Morden aan een vollen aflaat, indien zij gedurende de negen dagen, welke den zeiven voorafgaan, of gedurende het Octaaf biechten, communiceren en eene kerk of een altaar bezoeken , welke aan een dezer heiligen of beiden is toegewijd, en daar volgens de intentie van Zijne Heiligheid bidden. 26

Ir
I
i 536 DE HETLTGT5 TIOZENKKANS.
5. Jesus met eenen purperen mantel be		5. J
spot , IVees ffer/roet. enz.		zc
6. Zij hebben Jesus een riet voor		6. J
schepter in de hand gegeven, - gt;5		m
7. Zij hebben met het riet op het ge- g		7. J
kroond hoofd van Jesus geslagen, quot;o		V
8. Zij hebben in Jesus gebenedijd quot;3		8.
aangezigt gespogen,		i
	9. Jesus is met smaadheden overladen, \	d
	10. Pilatus heeft Jesus aan het volk ver- ^	9.
	toond, zeggende: aanziedenmensch,
	Zoo lief heeft God, enz.	10
	IV. De kruisdraging vau Christus.	Zo
1	IV. De kruisdraging vau Christus.	Zo
!'	De namen van Jesus en Maria moeten zijn
1	gebenedijd, enz. Onze Vader, enz.
' i 11	1. Jesus werd veroordeeld om gekruist	T)t
i	te worden , Wees gegroet , enz.
	2. Jesus heeft zijn kruis met liefde om	1,
:	helsd, Wees gegroet , enz.	1,
	3. Jesus heeft zijn kruis op zijne door	2.
	wonde schouderen gedragen, Wees ge
!	groet, enz.	3
'	4. Jesus werd tusschen twee moordenaren
1	opgeleid, Wees gegroet, enz.	1
—: 3		1


	INHOUD.	621
	Litanie v.m li otallovh, Sakramont	318
514.	2. Avond-oefening op feestdagen, en ter eere der onbevlekte ontvangenis van
e n	Maria :
r h.	Voorbei;eidingsgebed, naar de
m-	heilige Veronica Juliana . TotMaria, naar Maria van Egypte. Litanie van Loretto ....	522 523 401
1 5	Gebed tot Maria . . . Onderrigt over den Rozenkrans. De heilige Eozenkrans . . .	53 526 527
17
17	Litaniën.		i
18	1. Litanie der allerh. Drievuldigheid. 2. Litanie van den zoeten Naam .	244 271
90	3. Litanie van het lijden en sterven
44	van Christus...... 4. Litanie ter eere der smartvolle	281
70	moeder Maria...... 5. Litanie van het allerh. Sakrament.	290 318
20	6. Litanie om een gezegenden oogst. 7. Litanie tot afwending van onge	377
31 ,	lukken ........ 8. Litanie van den heiligen Geest .	383 391
31	9. Litanie van 0. L. V. van Loretto.	401