i
fe
v
BIBLIOTHEEK DER RIJKSUNIVERSITEIT UTRECHT
COLL. THOMAASSE
EEN K VKKZAMKIJNG
H,. Tv. C'];ri.-sl nc-ri. 9
BIBLIOTHEEK DER RUKSUNIVERSITErr
bij V. A, dk JONG, Amsterdam.
Wolvcn^traat. .. RKKsunivers'TE'T UTRECHT ^
*-
T A. F1 F |
13 KIR | ||
VERANDERLIJKE FEESTDAGEN. | |||
JAAR. |
A SC Hl) AR. |
| PASCIIKN. |
PINKST. |
1876 |
1 Maart. |
Ifi April. |
4 Jnnij. |
1S77 |
14 Febr. |
1 April. |
20 Mei. |
1878 |
fi Maart. |
21 April. |
9 Junij. |
187!) |
27 Febr. |
13 Aprii. |
1 Jnnij. |
1880 |
10 Febr. |
28 Maart . |
16 Mei. |
1881 |
2 Maart. |
17 April. |
5 Jnnij. |
1882 |
22 Febr. |
9 April. |
28 Mei. |
1883 |
8 Febr. |
25 Maart. |
13 Mei. |
1884 |
27 Febr. |
13 April. |
1 Jnnij. |
1885 |
18 Febr. |
5 April. |
24 Mei. |
188« |
10 Maart. |
25 April. |
13 Jnnij. |
1887 |
3 Maart. |
10 April. |
29 Mei. |
1888 |
1 4 Febr. |
1 April. |
20 Mei. |
1880 |
6 Maart. |
21 April. |
9 Jnnij. |
1890 |
19 Febr. |
fi April. |
25 Mei. |
1891 |
11 Febr. |
29 Maart. |
17 Mei. |
1893 |
2 Maart. |
17 April. |
5 Jnnij. |
1893 |
15 Febr. |
2 April. |
21 Mei. |
1894 |
7 Febr. |
25 Maart. |
13 Mei. |
1895 |
27 Febr. |
14 April. |
2 Jnnij. |
Van het jaar en zijne deelen.
Het jaar heeft 12 maanden, 52 weken en één dag ; maar 365 dagen en 6 uren, en viermaal 6 uren maken alle vier jaren één dag, !|| en dat jaar wordt genoemd schrikkeljaar.
Van de Quatertemper-dagen.
I)e Quatertemper-dagen worden gehouden, 'swoensdags, vrijdags en zaturdags ; de eerste, na den derden zondag van den Advent; de tweede, na den eersten zondag van de Vasten; de derde, na Pinksteren ; ji en de vierde, na heilige Kruis-verhefiing.
Nota. Behalve de Vasten en de Quater-temper-dagen , is het vastendag op de Vigiliën, of de dagen voor de feestdagen van
Finlcsteren, Petrus en Paulus, Hemelvaart van Maria, Allerheiligen en van Kersmis. Op St. Marcusdag en de drie Kruisdagen M moet men vasten tot 's middags en den geheelen dag vleesch derven.
Van den Advent.
De Advent begint altijd den zondag die ij het naaste is aan den feestdag van den heiligen Apostel Andreas.
KORTE ONDERWIJZING
Het gebed is eene verheffing des harten i tot God, waardoor wij zijne opperste Ma- ■ jesteit aanbidden en eeren, zijne genade, |{ grootheid en kracht loven, Hem vergiffe- • nis vragen over onze zonden, Hem bedanken voor zijne weldaden ol nieuwe gunsten, en hetgeen ons en anderen zalig is te vragen.
Het gebed is dan eigenlijk, de bekendmaking der begeerte van ons hart aan j! God, zonder welke het gebed niet kan lij bestaan; want hij bidt niet, die met het f! hart niet begeert, hetgeen hij door zijne 1' woorden vraagt. Eu deze bekendmaking . van onze begeerte geschiedt, of door enkele | beweging van ons hart, en wordt genoemd inwendig gebed : olquot; door uitwendige woorden, en wordt alsdan genoemd mond-gebed : zoo nogtans, dat het inwendig gebed altijd de ziel van het mondgebed moet zijn; aangezien noch de woorden,
6 KOKÏE ONDERWIJZING
noch de enkele gedachten het gebed uitmaken , maar wel de begeerte des harten.
Om wel te bidden, moet men zich bereiden tot het gebed. Het boek Ecclesias-ticns c. 8, v. 13, zegt : „Bereidt uwe ziel voor het gebed , en wilt niet zijn ais een mensch die God tergt. quot; Volgens den H. Chrysostomus, moeten wij niet alleen bidden ; maar zoo bidden, dat wij verhoord worden ; hiertoe worden bijzonderlijk ver-eischt :
Ten eerste : een levendig geloof; en dit leert ons Christus zelf bij Matt. c. 12. „ Al wat gij niet het geloof in het gebed zult verzoeken, zult gij verkrijgen.quot; En aan hen wiens smeekingen en gebeden in het Evangelie verhoord zijn, heeft Christus gezegd : „ uw geloof heeft u gezond gemaakt. quot;
Ten tweede : eene vaste hoop op God, die zegt door den mond van den koninklijken profeet David : „ omdat hij in mij gehoopt heeft, zal ik hem verlossen; hij zal mij aanroepen en ik zal hem verhoo-reu.quot; De H. Chrysostomus zegt, schrijvende over den IV Psalm. „ Vooral is noodig, dat, die bidt, een vast betron-
WEGENS HET OEBED, 7
wen heeft om hetgeen hij vraagt te bekomen. quot;
Ten derde ; is tot een volstandig gebed do liefde noodig; dewijl Christus, die de oorsprong van de Liefde, cn vervolgens alle liefde waardig is, zegt, bij Johannes c. 15. v. 7. „ Indien gij iu mij zult blijven en mijne woorden in u : al hetgeen gij zult willen, zult gij vragen, en het zal u geschieden. quot;
Ten vierde ; wordt in Kot bidden de ootmoedigheid vercischt; hel boek Eeele-siasticus zegt : „ het uebed van die zich verootmoedigt, dringt door do wolken , en het zai niet weg gaan, voor dat de Allerhoogste het aanziet.quot; Tot wien zal ik zien, dan tot den armen en vermorzelden v:iii geest? bij Isaïas. c. 66 , v. 2.
Ten vijfde : om wel te bidden, moeten wij het ongelijk ons aangedaan vergeven ; en dit leert ons Christus zelf, zeggende : „ Als gij zult staan om te bidden , zoo vergeeft indien gij iets tegen iemand hebt ; opdat uw Vader, die in de Hemelen is, u uwe zonden vergeve. quot; Marc. cap. 8 , v. 25.
Eindelijk moet men biddende vragen,
KORTE ONDERWIJZING ENZ.
8
hetgeen God behagelijk en ons zalig is ; opdat in ons niet plaats hebbe hetgeen de H. Jacobus cap. 4. v. 3. zegt : „ Gij bidt en verkrijgt niet, omdat gij kwalijk bidt.quot; Willen wij dan verhoord worden, zoo moeten wij vragen hetgeen de wil Gods is, gelijk de Evangelist Joannes zegt in zijnen eersten Brief, cap. 5. v. 14. „ Dit is het betrouwen dat wij in God hebben, dat hij ons verhoort, indien wij volgens zijnen wil zullen vragen. quot;
' ^ (éfe)v
Zoodra gij ontwaakt, zij uwe eerste gedachte, de eerste beweging van uw hart tot God; maak het teeken des heiligen kruises op voorhoofd, mond en borst, om alzoo uwe gedachten, woorden en werken van den geheelen dag aan God op te dragen en over denzelven zijnen zegen te verzoeken. Sta op, zoo veel mogelijk, op een bepaald uur : sta op met eene vlijt, als zijnde onder de oogen van God en in de tegenwoordigheid der heilige engelen. U kleedende, houd u bezig met de volgende overdenkingen : God ziet alles; God hoort alles; God weet alles; ik wil mij dus wachten van alle kwade gedachten , woorden en werken. — God straft liet kwade en loont het goede, dus wil ik hem vreezen en beminnen. — Be regte weg ten hemel heeft Christus aan het kruis getoond; dus wil ik in alles geduldig zijn. Misschien is deze
dag de laatste van mijn leven ; dus wil ik zoo leven, als of ik verzekerd ware heden voor mijnen (joddelijken regter te verschjnen. Gekleed zijnde doe uw morgengebed.
Het morgengebed is een j)liu:t} welke God als de eerstelingen van den dag aanneemt, die Hem dus met de meeste godsdienstigheid moeten gewijd worden. Van de getrouwheid in het volbrengen van dezen pligt, hangt dikwijls de goede uitslag der overige werken van den dag af. Men zoude den dag slecht beginnen, indien men dien begon zonder God om de hulp zijner genade gebeden , en zonder Hem voor de nachtrust gedankt te hebben. Ontbreek nooit aan dezen pligt; maar alvorens te bidden, kee r in u zeiven, overdenk wie gij zijt en wie God is, voor wiens oogen irij verschijnt; dan zult uij de aangelegenheid van het werk , hetwelk gij gaat verritten, en de gevoelens van ootmoedigheid, van berouw over uwe zonden, van eerbied, van aandacht, van zedigheid, van vurigheid, van liefde en van betrouwen.
MOKOE.NGEBJiJJÜN. 11
met welke gij altijd moet bidden, ligtelijk bevatten.
In den naam des Vaders, en des Zoons, en des heiligen Geestes. Amen.
Laten wij ons stellen in de teyemooor- j digheid Gods on Hem aanbidden.
Allerheiligste en hoogwaardigste Drievuldigheid! één God in drie personen I ik geloof dat Gij hier tegenwoordig iïijt; ik aanbid U met de trevoelens vau den diepsten ootmoed; en ik bewijs Li uit gan-cher harte deu eerbied, die men uwer opperste Majesteit schuldig is.
Laten wij God danken, voor de genade, die toij vim Jlom ontvanyirn- hebben , en Hem de werken van dezen day opdragen.
Ik dank ü, o weldadige (iod , uit den grond mijns harten voor al de genaden, welke ik ooit van U ontvangen heb. Uwe goedheid heeft mij tot op dezen dag bewaard, die ik dan 1 ook alleenlijk tot uwe heilige dienst
13 MOKGENGEBEDEN.
besteden wil. A.1 mijne gedachten, woorden en werken draag ik U op. Zegen ze, Heer! opdat ze alle door -uwe liefde bezield, tot uwe meerdere 1 eer geschikt worden.
Laten wij het voornemen maken de zonden te vlugten en de deugd te oefenen.
Minnelijke Jesus! goddelijk voor-::: beeld der volmaaktheid, naar hetwelk wij moeten streven: met de hulp uwer genade wil ik alles aanwenden, om zachtmoedig, kuisch , ijverig', verduldig en liefdadig te worden; ik zal mij bevlijtigen om niet meer in de ge- : breken, die ik dikwijls bedrijf, en waarvan ik mij opregt verlang te betereu, te hervullen.
Laten vrij God om de genade ver zo eken il die ons noodig zijn.
U, o God! is mijne kwaal bekend : ik vermag niets in de orden der zaligheid zonder uwe irenade. Weiger mij
MORGENG EBE DF. NT.
dezelve niet, o mijn God! geef niii genoegzame sterkte om het kwade, dat Gij mij verbiedt, te achterlaten, het goede dat Gij van mij begeert te doen, en al het lijden, dat uwe voorzienigheid mij heden beschikt, ge-duldiglijk te verdragen.
laien wij de alcteu der drie goddelijke deur/den verwelclcen.
AKTE VAN GELOOF.
Mijn Heer en mijn God 1 ik geloof vastelijk alles wat Gij geopenbaard hebt en de heilige katholijke Kerk mij ij voorhoudt te gelooven, omdat Gij de opperste en onfeilbare waarheid zijt.
In en voor dit geloof wil ik leven en sterven.
AKTE VAN HOOP.
Mijn Heer en mijn God! ik hoop met een vast betrouwen dat Gij mij, door de verdiensten van Jesns Christus, de vergiffenis mijner zonden, de
MORGENGEBEDEN.
sremide om wel te leven , en hierua-11 maats het eeuwige leven zult verlee-J nen ; omriat fiij oneindis;' a'oeri , al-mastis; eu getrouw in uwe beloften üijt.
Tn deze hoop wil ik leven en sterven.
AKTE VAN LIEFDE.
Mijn Herren mijn Ood! ik bemin U boven al, uit geheel mijn hart, omdat Gij het opperste goed üijt, en ik bemin mijnen evennaaste gelijk mii zeiven, uit liefde tot U.
Tn deze liefde wil ik leven en sterven.
Onze Vader, die in de, hemelen zijt.
1. Geheiligd zij uw naam.
2. Ons toekome uw rijk.
8. Uw wil geschiede op de aarde als iu den hemel.
4. Geef ons heden ons dagelijkseh l brood.
5. En vergeef ons onze schulden.
14
MORRENGEBBDEN. 15
trelijk wij vergeven onzen sohulric-naren.
6. En leid ons niet in bekoring.
7. Maar verlos ons van den kwaden. Amen.
Wees ffesroet, Maria, vol van Sfe-nade; de Heer is met u; gebenedijd zijt sij boven alle vronvven. en ge honed ij d is de vrucht uws ligeliaatns ■Tesns. Heilige Maria, Moeder Gods, bid voor ons arme zondaars, nu, en in de uur onzes dooris. Amen.
1. Tk sreloofinRodden Vaderalmas-tiar, Schepper vnn hemel en aarde.
2. En in Jesus Christus, zijnen eenigen Zoon, onzen Heer.
3. Die ontvangen is van den hei-ligen Geest, geboren uit de maagd Maria.
4. T)ie geleden heeft onder Pontius Pilatus, is gekruist, gestorven en hegraven.
5. The nedergedaald is ter helle,
MORGEKGRBEDRN.
teu derden dage verrozen van den li dood.
6. Die opgeklommen is tenliemel, 1zit ter regterliand Gods, zijns Vaders || almagtis;.
7. Van daar za! Hij komen oor-declen de levenden en de dooden.
8. Ik geloof in den heiligen Geest. j|
9. Eene heilige, katholijke Kerk, gemeenschap der Heiligen.
10. Vergiffenis der zonden.
11. Verrijzenis des vleesches.
13. En het eeuwige leven. Amen.
Ifi
Boven al bemint eenen God.
M0K(JEKGJ5UJiDi!.N.
8. (iij zult iietiii quot;'etiiigeuis der valsclilii'id «juven.
W. Begeert niemiiuds uedgenoot.
lü. Noch ieuiiiuds goed, liet zij klein of groot.
I. De lieiliüdageu zult gij vieren.
3. Eu ook misse liooreu met goede iiiiiuiereu.
3. Geeu gebodeu vastendagen zult gij breken.
4. Gij znlt uwen priester ten minste ééns's jaars uwe biecht spreken.
5. En nuttigen omtrent Pascheu liet ligchaain des Heereu.
Dit gebiedt onze moedi r, de heilige Kerk, te vereeren.
Laten wij bidden voor het behoud van Kerk en UtauL
Bewaar, o God! uwe Kerk , die afgekocht is met den prijs van iiet bloed uws Zoons; bevredig haar, bestier haar, geef haar herders en die-
17
MORGENGEBEDEN.
IS
naars naar uw hart, vervuld mot ijver en liefde.
Verspreid uwen zegen over dit land, over dit bisdom, over dit huis, over ieder van ons in het bijzonder, over die, voor welke wij verpligt /.ijn te bidden, of die zich in onze «rebeden bevolen hebben. Geef allen de noodige genade, om in do iiavo dor eeuwige zaligheid to lauden.
Laten wij don bijstand verzoeken v/m de allerheiligste Maagd, van, onzen Eu-gel-bewaarder en van onze heilige Patronen.
SAI.VE KEGINA.
Wees gegroet, o Koningin, Moedor der barmhartigheid! wees go-groot, ons loven, onze zoetigheid en onze hoop ! Tot U roepen wij, verbannen kinderen van Eva. Tot u verzuchten wij, kermende en weenende in dit dal der tranen. Welaan dan, onze middelares, keer uwe barmhartige oogon tot ons, en toon ons
MOKGENG bilïEOKN. 19
nu deze ballingschap ce s;cbeue-dijdc vrucht tuvs ligchaams Jesus. O genadige, o mededoogeude , o zoete Maagd Maria !
v. Gewaardig dat ik u lovc, o hei-li !J-e Maagd !
k. Geet' mij sterkte tegen uwe vijanden.
v. Gebenedijd ia God in zijne Heiligen.
ii. Eu heilig in zijne werken.
Heilige Eu gel, mijn bewaarder, mijn getrouwe en liefdadige leidsman! verkrijg mij de genade, dut ik uwe heilige inspraken navolgen eu mijne voetstappen zoo inrigteu kan, dat ik van don weg der geboden Gods uiet afwijke.
Groote Heilige, wiens naam ik het geluk heb te dragen! heilige Patronen van dit bisdom en vau deze i parochie ! glorierijke H. Josef, waardige bruidegom van Maria ! en gij bijzonderlijk, wier feestdag wij he- ! den vieren! beschermt mij, bidt voor
20 MOKGtNUJSDEDEN.
mij, opdat ikGürldiene,gelijk jfij Hem op iiarüü ifodicml liolit, en Hum met, ii in den liemel eeuwiglijk love un duuke. Amen.
DE GROKTENIS UES K.\OELS.
Als de bedakluk luidt.
ANG-fcLUS.
De engel des Heeren liect't aan Maria geboodschapt; en zij heeft ontvangen van den heiligen Geest. Wees yeyrort, enz.
Zie de dienstmaagd des Hoeren; mij geschiede naar uw woord. IVces ijegroet, enz.
En het Woord is vleesch geworden ; en het heeft onder ons gewoond. Wees (jeijruet, enz.
LAAT ONS BIDDEN.
ö Heer! wij bidden U, stort uwe genade in onze harten, opdat wij, die door de boodschap des Engels
MOKGENGEBEliKN. 21
ili! monsoliwording- van Christus , iiwini Zoon , sjekond hclilion, door zijn lijden en kruis ^ehragt worden tot de glorie der verrijzenis; doordenzelfden Jesus Christus, onzen Heer. Amen.
Indien er veel aan gelegen is, den dag wel te beginnen, niet minder is het van belang, dien wel te eindigen. De nieuwe genade, welke God ons gedurende den dag verleend heeft, en de bescherming , die wij van noode hebben, om den nacht zonder gevaar door te brengen , zijn nieuwe beweegredenen om God te danken en te bidden.
Het onderzoek des avonds, dat als een der gewigtigste oefeningen van het christelijk leven moet beschouwd worden, maakt een der bijzonderste deelen van deze laatste oefening van den dag uit.
De menigvuldige zegeningen , welke de Heer over de huisgezinnen verspreidt, waaide avondgebeden gezamenlijk verrigt worden , dienden de vaders der huisgezinnen te bewegen, eene dergelijke even heilige als stichtende gewoonte in hunne huizen tot stand te brengen. Alwaar er twee of
AVOM.OEliBDE*.
drie verzameld zijn in mijnen naam, zegt de Heer, hen ik in het midden. Wat kun er meer opwekken dan deze woorden ? Wat behoorde men niet te laten, oui zich een zoo groot geluk te bezorgen ?
In don naam des Vaders , en des Zoons, en des beiligen Geestes. Amen,
Laten wij ons stellen in de tegenvioordig- 1 heid Gods.
Ik aanbid U, o mijn God , met al ; den eerbied en de onderwerping, die mij uwe tegeuwoordiglieidinboezemt; ik verootmoedig en verneder mij voor U , als voor mijnen Schepper en volstrekten Opperheer.
Laten wij God dMnlcen voor de f/enade, die vjij van Hem ontvangen hebben.
Hoe zal ik U, o mijn God, genoegzaam danken voor al do weldaden , die ik van U ontvangen heb? Gij zijt mij van in eeuwigheid gedachtig ge-
24 A VOV])ORHRI)EN.
weest, Gij licht mij uit liet niet fie trokken, (iii licht uw !('\rn ten beste «■esjeven , om mij te verlossen , en (iij vervult mij nosr da^eliiks met ontel-I'm re jrenaden. Aeli, lieer! wat zal ik rloe.n tot erkentenis van zoo vele, froed-heden ? Vereenifft u met mij, o a'e-lukzalisre Geesten! om den God der barmhartigheden te loven, die aan mij , onwaardiffste en ondankbaarste, schepsel, onophoudelijk zijne; weldaden mededeelt.
Laten wij Ood de genade, vragen nm nvzr zond.m tp kannen.
Eeuwige Oorsprong des lichts, liei-lisrt! Geest! ve.rdrijt' de duisternissen die. mij de leelijkheid en boosheid der zonden verbergen; doe er mij eenen zoo grooten afschrik van krijsen, o mijn God! dat ik niets zoo zeer vreeze, dan dezelve in het toekomende te bedrijven.
AVOMKJ KM KI) MX. 25
TalmI, wij onze. conscinnlia ondwzockan, als of wij vrrznkc.rd warm vav. op t/nzm oqóenbfilc voor God ie. rfcfaeten verschijuau.
1. Togen God, door vcrzuiinc.nis der godvruchtige oefeningen , oihjcm*))ledigheden in de kerk , vrijwillige verstrooidheden in het. gebed, wederstand in de genaden, door vloeken en zweeren , door knorren en door gebrek aan betrouwen en overgeving aan den heiligen wil Gods.
2. Tegen de naasten, door ligt-v aardige oordeelen , versmadingen, haat, afgunst, wraakgierigheid, twist, gramschap , achterklap , bespottingen , valsche beschuldigingen , door schade toegebragt aan goederen, aan naam en gedrag; kwade voorbeelden, ergernissen, gebrek aan eerbied , gehoorzaamheid, liefde, getrouwheid.
8S Tegen zich zeiven , door ij dele glorie , menschelijk opzigt, leugentaal, gedachten , begeerten , woorden , werken tegen de zuiverheid , onmatigheid, gramschap , onverduldigheid; door een onnuttig en zinnelijk leven, traagheid in het volbrengen van de pligten van zijnen staat.
AVONDGEBEDEN.
Lat au wij eene aide van berouw verwekken , en een vast voornemen maken van niet meer te zondigen.
Mijn God! ik verfoei al mijne zonden , uit liefde tot U, en omdat zij U mishagen. Ik ongelukkige! misschien komt Jesus Christus mij deze nacht onverwacht die ziel afvragen, geschapen naar het beeld van God en ganseh mismaakt door de zonden.... O Vader! ik heb tegen den hemel en tegen TJ gezondigd, ik ben niet meer waardig uw kind genoemd te worden... O God ! zoo goed, zoo minnelijk eu zoo waardig bemind te worden! was dit dan hetgeen Gij van mijne erkentenis te verwachten hadt, na uwe laatste druppel bloeds te mijner liefde vergoten te hebban. Welk eene boosheid , welk eene ondankbaarheid! welk misbruik heb ik van uwe verduldigheid gemaakt! Zie mij hier , o Heer! ganseh overdekt van schaamte eu doordrongen vau droef-
20
AVONDG EBJSUEN.
heid bij het aanzien mijner zonde:!; ik vraag er ü zeer ootmoeditvlijk vergiffenis van en ik smeek Ü, o mijn God! door diezelfde goedheid, «'aarvan ik zoo dikwijls de uitwerksels gevoeld heb : verleen mij do genade, dat ik van nu af tot aan mijnen dood er ecne opregte boetvaardigheid voor doe.
Ach, had ik TJ, minneüjkste Vader, nooit vergramd! maar dewijl ik zoo ongelukkig ben geweest van U te mishagen, zoo wil ik U voortaan zoo veel te getrouwer dienen en door eene gansch andere levenswijs too-nen, iioe zeer mijne bedrevene zonden mij leed zijn. Van na af, verzaak ik alle zonden en alle gelegenheden tot zondigen. Met de huip uwer goddelijke genade, die ik ootmoediglijk vraag en met betrouwen van ü hoop, wil ik mijn best doen om U in alles te behagen, en U, opperste Goed, door geene zonden meer te vergrammen.
27
AVONDGEBEDEN.
Tat en wij vrrivrJcJrcn de aktp.n van Geloof, TToop en Tiefde., p.n lezen het Onze Vader, de Ci.roete.nis des F.nr/eïs, het S/imhnlnm des Geloofs, de. tien Geboden Gods en de vijf Geboden der heilige Kerk.
Miin Heev en mijn God , enz. zie rtior'jenqehed, binds. 18.
Laten v)ij bidden voor levenden en dnoden.
Laat nwcn zegen dalen, o Hoer! over al mijne bloedverwanten , weldoeners , vrienden en vijanden. Ee-seherm mijne geestelijke en wereldlijke overheid ; help de armen , de gevangenen. de bedroefden , de reizigers , de zieken en de stervenden ; bekeer de zondaren en ketters, ver-licht de heidenen en ongeloovigen.
6 God van barmhartigheid ! heb ook medelijden met de zielen die in het vagevuur lijden , eindig hunne pijnen en geef hun de eeuwige rust. Amen.
28
AVüMMiEBKDh.N . 29
Laten wij ons bevelen aan de allerheiligste Maat/d, aan onzen Etiyel-bewaarder, onze heiliye FalrotuM en aan alle iLellijen.
SUB TUUM Plt/ESJUJUM.
Ouder uvve bescherming iieiiion wij ouze tücvkig't, o heilige Moeder tgt;ods! verstoot oiue gebeden niet in onzen nood, maar verlos ons van alle gevaren , o glorierijke en gezegende Maagd; onze vrouw , onze uiddelares , onze voorsprekeres; verzoen ons met uwen Zoon, beveel ons aan uwen Zoou, vertoon ons aan iiwen Zoon.
v. Gewaardig dat it u love, heilige Maagd !
K. (^eef mij sterkte tegen uwe vijanden.
v. Gezegend is God in zijne Heiligen.
li. En heilig in al zijne werken.
Heilige lilngel , wien ik aanvertrouwd ben; heilige Josef; mijne heilige Patronen; alle Heiligen des
.U O.N UGEBEDKS.
hemels! bidt voor mij, beschermt mij gedurende dezen nacht, al den tijd mijns levens en in de uur mijns doods. Amen.
Letten wij ons ieoelen aan God en Hem onze nachtrust opdragen.
Zegen, o Heer! de rust die ik ga nemen, om mijne krachten te herstellen, opdat ik U beter dieue; bewaar mijnen geest, gedurende ik /,al waken, en mijn ligchaam , gedurende het zal rusten. Heb medelijden met mijne krankheid, laat niet toe dat ik m den dood ontslape, en zend uwe heilige engelen rondom mij, opdat zij de listen des vijands verwijderen.
Mijn God ! ik stel mijne ziel in uwe handen: mijn avondgebed kiimme tot U , o Heer, en uwe barmhartigheid dale over mij neder.
In den naam des Vaders, en des Zoons, en des heiligen Geestes. Amen.
30
ALS MEN ZICH TER KUST BEGEEFT.
Na uw avondgebed verrigt te hebben, begeef u spoedig naar uwe rustplaats, opdat gij niet door ijdele redeneringen de godvruchtige gevoelens verliest, die het gebed in u verwekt heeft; ontkleed u zedig-lijk , gedenkende dat gij in de tegenwoordigheid Gods zijl. Houd u bezig niet de vol-, gende overdenkingen : misschien zal ik uit i het bed, waarht- II' mij begeef, niet m.t'i'r i opstaan; ik toil mij daarin Ier/gen als in mijn graf.... Hoezeer zal ik in de uur i van, mijnen dood wenschen zonder zonde | geleefd) en God altijd bemind te hebben.... | Geef mij, o God! van nu af die heilige i gesteltenis... lieer! ik verfoei de zonde; l ik hem rn U au ik wil in nw. liefde leven ij en sterven. Voor dat gij het bed intreedt, besproei u niet wijwater, en zeg de volgende.
Jcsvis! Maria! Joz.-f!
Ik i?ocf IJ mijn hart cn mijne ziei.
'ól
AVON IKiBEDEN.
Staat mij bij in den doodstrijd.
Laat mijne ziel bij U iu vrede ruston.
82
Tracht met godvruchtige gedachteu iu slaap te vallen. Des nachts ontwakende , keer u tot God door eemge verzuchtlug des harten, als : mijn God! ik slaap, maar mijn hart waakt... Mijn God! ik vraag u vergiffenis van mijne zonden.... Heer! laat niet toe dat de dood mij ver-ranse. in den rampzaligen siaat van doodzonde... Deuk dat er op dezen zelfden oog-ü;eublik zielen verschijnen voor Gods reg-terstoel, eu dat irij heu daar kunt volgen... Denk op de eeuwige rust des hemels... Denk op de zielen des vagévuurs, die lijden in afwachting van deze rust... Bid dat God u eu hun dezelve geve.
——
GEBEDEN VOOR EN ONDER DE HEILIGE MISSE,
met eene uitlegging van derzelver Ceremoniën.
De Misse is het voornaamste -^n krachtigste {rebed, en wordt om deze reden door de heilige Vaders gcuoemd : het gehed der ofjerande, waarin de genade gevonden wordt. Dit moet al degenen doeu vreezen, die de heilige Misse hooren; dewijl men er met eene grootere eerbiedigheid en aandacht moet verschijnen dan men gewoonlijk doet.
GEBED VÓÓH DE H. MISSE.
Ik geloof vastelijk, o mijn God , dat de Misse de onbloedige offerande is van het ligchaam en bloed uws Zoons Jesus Christus. Geef, dat ik dezelve heden hoore met de aandacht, den eerbied eu de vreeze, welke zulke groote geheimen vereischen. Ik vereenig mij met den priester 3
34 GEBEDEN ONDER
on uwe geheele Kerk, om U (]ezc offerfinde op te dragen , ract dezelfde bedoolmg als Jesus Christus gedaan heeft.
Laat mij niet zonder bruiloftskleed in de zaal van liet bruiloftsfeest uws Zoons verschijnen. Zuiver mijne ziel. De heilige zaken zijn voor de Heiligen; hot is mij niet geoorloofd zoo digt bij U te naderen, zonder vooraf mijne sohoeneu te hebben uitgetrokken , namelijk : mijns harten gehechtheid en genegenheid voor de zonde. Ik verfoei dan al mijne zonden, ik vraag Ü daarvoor vergiffenis, en verzaak dezelven voor eeuwig.
TERWIJL DE PRIESTER AAN IVEN VOE1' DBS ALTAARS IS.
De priester, aan den voet des altaars zijnde, begint met het teeken van het lieilij? kruis ; In nomine Vat ris. et Filü, et Spiritus Sancti, om de gedachte te verwokken van de hooere tegenwoordigheid der heilige Drievuldigheid, en om haren bijstand te vragen.
De Confiteor wordt gelezen, om te doen zien
DK II M15. 35
dn zuiverheid, welke de vierincr van deze heilige Qffèrande vordert, en om aan God vergiffenis te vrageti voor onze zonden , deor de verdiensten van Jesns Christus onzen Zaligmaker, de heilige maagd Maria en alle Heiligen.
Mijn God! geel' dat ik het getal en de affclmwelijkheid mijner zonden keuae en gevoele ; ik bid U , door de verdiensten vau Jcsus Christus, en door de voorspraak van do heilige Maagd en van alle Heiligen , mij dezelven te willen vergeven en kwijt te schelden.
WANNEEE DE PKIESTEK OP MET ALT AAK TREEDT EN HETZELVE KUST.
De priester kust het altaar, tot een teeken van de hoop die hij heeft, van met God ver-' zoend te zijn. Bemoedigen wij ons met hem tot een heilig vertrouwen.
Tot den Introïtus.
Mijn God! zuiver, door uwe genade, mijn hart en mijne lippen; opdat ik waardig worde om niet den priester U de dankzeggingen , welke hij doet, toe !e brengen, en de barm-
36 GEBEDEN ONDER
hartighei i tc verkrijgen , welke hij U vraagt voor mij en voor alle geloo-vigen, zoo leveudeu als overledenen.
Men herhaalt drie malen : Kyrie eleison, hetwelk beteeketit : Heer, onfferm U onzer; om de gewoonte der Kerk , die al hare gebeden met het psalmgezang begint, voor te stellen ; ten einde de aandacht en begeerte der geloovi-gen op te wekken, en ons te toonen, dat wij alleen door krachtig bidden, de hulp van God in onzen nood kunnen erlangen.
Almagtige Vader, die ons geschapen hebt : ontferm U onzer. Eenige Zoon, die ons vrijgekocht hebt : ontferm ü onzer. Heilige Geest, die alleen ons kunt heilig maken : ontferm U onzer.
VAN DE BEWIEKOOKING DES ALTAAKS TUÓK EN NA DE OFFERANDE.
De bewierookins- heeft plaats in de plegt-statige missen, om aan God de gebeden der geloovigen, die door den wierook voorgesteld worden, op te dragen, en Hem hunne opofferingen aan te bieden.
__
DE H. MIS, 37
Dc Gloria in excelsis is een lofzang, waardoor de Kerk den eerbied uitdrukt, welken zij voor de Majesteit van God heeft, en de liefde, welke zij zijnen Zoon Jesus Christus toedraagt, die zich op het kruis gegeven heeft tot eene offerande, om de mensehen te verlossen. Zij vernieuwt hare blijdschap, door Hem allen verheven lof van dankzegging te je ven.
O hemelsclie Vader! geef ons de genade, dnt wij LT verheerlijken, U aanbidden en U barmhartigheid vragen, met een waarlijk rouwig en verootmoedigd hart. O JesusChristus, onze Zaligmaker! Gij zijt de Heilige der Heiligen, alléén de Heer, alléén de Ailerhoogste, met den heiligen Geest, in du glorie dos Vaders. Geef, o mijn God, dat al wat wij zullen denken, zeggen of doen, strekke tot jij uwe glorie, ter uwer eere en ter heiligmaking onzer zielen.
Duor het Dominus Vahiscum, dat zeggen wil: de lieer zij met u Lieden, wenscht de priester u~4- „«ii, ,1«,. quot;pggii van God; hij kust het
88 GEBEDEN ONDER
altaar, om te toonen, dat hij zelf, om dien te ffeven, denzelven eerst moet ontvangen van Jesus Christus, die door het altaar beteekend i wordt. Men antwoordt aan den priester ; Bt cm spiritu tno : dat is ; de lieer zij met uwen geest, om aan te toonen den geest der liefde jl en des vredes, welke tusschen de «jeloovifjen j en den priester noodzakelijk is, om «re/amen-lijk te bidden en de genade van God te ver-II krijgen.
Heer! stort uwen seost uit over den priester on over ons, opdnt wij U wel kunni'n Itidden en wij ver-Ij hoord worden, tot uwe friorie «n I onze ziiüirlioid.
Het woord Oremus, wil /.eiffyen : laat ons hidden, en de priester voeri dit woord den aanwezigen ton, om hen te kennen te geven, dat !|i liij izaat bidden, en dat liet noodig is, ons met lie-n te vereenigen, ten einde de vervulling on-jj zer gebeden van God te erlangen. De priester eindigt met de woorden : Per Dominmi nos-trum Je sum Chris tuin, enz : dat is : Heer, wij 1 vragen (J die dingen, door Jesus Christus, die onze middelaar bij U is.
Heer! see waardig U de gebeden, welke de priester voor ons aan U
DE H. MIS. 39
|| opdraagt, gunstiglijk te verhoorcn. j Geef ons, als het U behagelijk is, de genade en de deugden , welke !j! wij noodig hebben, om de eeuwige '! ij gelukzaligheid te verdienen. Vervul | ji ons hart met dankbaarheid voor uwe 1 goedheden, met afkeer van onze ge- |i ;|j breken, met liefde tot ouze naasten, zelfs tot onze vijanden. Eindelijk, mijn God, geef dat wij ans altijd en bij alle gelegenheden zoo gedragen, als U vvelbehagelijk is. Wij zijn al deze gunstbewijzen onwaardig; maar | wij vragen U die, in den naam en^üni de verdiensten van Jesus Christus , die dezclven voor ons verdiend beeft.
Over liet Amen.
Men antwoordt oji, de gebeden : Amen , liet-wt'lk beleekeiit: zoo zij het., om aan te duiden, dat wij alie woorden van den priester toestemmen , en dat wij alle trebeden, welke hij aan God heeft opgedragen , bekraehtigen.
GEBEDEN ONDER
fetea en Apostelen; dezelve leert ons God kennen en dienen, en bereidt ons voor tot de volmaaktheid van de wet, welke in het Evangelie vervat is.
ZENDBRIEr VAN PAULUS AAN DIE TAN KOIOSSE.
Broeders! doet dan aan als heilige en vvolbeminde iiitverkoomcn Gods, eene inborst van mededoo-gen , goedertierenheid , ootmoedigheid, zachtmoedigheid en verduldigheid; verdragende elkander, en vergevende den een den anderen. Zoo iemand eenige klagte tegen eenen anderen mogt hebben, gelijk het de Heer u vergeven heeft, zoo moet gij ook doen. Maar boven dit alles, zoo doet de liefde aan, die de band der volmaaktheid is. En do vrede van Christus hebbe de overhand in uwe harten, waartoe gij ook geroepen zijt, om één ligchaam te zijn; en weest goeddadig. Het woord van Christus wone in ulieden overvloe-diglijk, in alle wijsheid : leert en
40
DE H. MIS. 41
vermaant elkauderen met psalmen en lofzangen en geestelijke liederen, zingende voor God met aangenaamheid van harte. Al. wat gij doet, hetzij in woorden of in werken, doet het alles in den naam van den Heer Jesus Christus, dankende God den Vader door Hem.
Gebed na den Episiei.
Heer! uwe heilige Schrift leert ons, dat wij de zonden moeten vlug-|j ten als eene slang; dat wij ons moeten wachten voor alles, wat eeni-1 gen schijn van kwaad heeft; dat wij Ij ■ eikanderen in liefde moeten ver-| dragen; de beleedigingen en onregt-|| vaardigheden, die men ons mogt I | aandoen, geduldig lijden; nooit kwaad ilj j ■ voor kwaad vergelden, en degenen |j| i die ons vervolgen, moeten zoeken te || winnen door hun goed te doen. j Druk, o God , al deze waarheden in ons hart, en maak, door uwe ge-
42 GEBEDEN ONDER
mule, dat wij cr ons geheel gedrag
OVER 11 KT DRAGEN VAN HET BOEK, VAN DE UEGTElt NA All DK LINKER ZIJDE.
Dit dragen van hei boek dient, om ons te doen zien, hoe de Joden, geweigerd hebbende de Profeten en Apostelen te hooren , verlaten werden , en dat de Apostelen zich tot de Heidenen hebben begeven. om het Evangelie tot hen te brengen.
liet Evangelie behelst het leven van Jesns Christus, en de wet, welke Hij ons heelt | bekend gemaakt : het zijn dc woorden des jij eeuwigen levens, welke de geloovigen moeten • 'i hooren en overwegen, om daarmede hunne 1 zielen te voeden. Tc dien einde staat men op, en om te kennen te geven, dat wij alles moeten verlaten, om Jesus Christus, die in hetzelve spreekt, te volgen , en ons waardig te maken tot hetgene Hij daarin beveelt.
De drie kruisjes, welke men met den duim nuiakt, wanneer het Evangelie begint, hebben dtve beteekenis: het eerste, op het voorhoofd, geschiedt om ons te leeren, dat wij ons niet over het Evangelie moeten schamen; het tweede, op den mond, en het derde, op de
——i
DE H. MIS. 43 ij
borst dienen, om voor te stellen, dat hetgene wij hooren zullen, het onderwerp van onae gesprekken en van onze gedachten moet zijn; wij moeten dan bidden, om ditartoe de genade ti; ontvangen.
Het heilig Evangelie, volgens Mattheus, X ; 25 - 33.
In dieu tijde zeide Jesus aan zijne Leerlingen : Daar is niets zoo bedekt, of het zal ontdekt worden; en niets zoo verborgen, of liet zal bekend worden. Hetgene ik u in het duister zeg, zegt dat hi liet licht : cn hetgene u in het oor gezegd wordt, i spreekt dat op de daken. Vreest hen niet, die het ligchaam dooden; doch vreest liever dengenen , die ziel en ligchaam kan verdoemen in de hel. Verkoopt, men niet twee musschen voor eeneii penning ; en nogtaus valt er niet een van die op dc aarde, zonder den wil uws Vaders. Ja, ook de ;j haren nws hoofds zijn' allo geteld. : Vreest dan niet; gij zijt beter dan veie inusscheu. Zoo wie mij dan zal
44. GEBEDEN ONDER
belijden voor de menschen , dien zal ik onk belijden voor mijnen Vader, I, die in den hemel is.
Gebed na het Evangelie.
Mijn God ! Gij leert ons in uw Evangelie, dat al degenen, die zeg-[|j gen; Heer, Heer, (dat is die zich
I vergenoegen met hidden, zonder eenen opregten wil om de wet te bewaren) niet zullen ingaan in liet koningrijk der hemelen; doch dat alleen diegenen er zuilen intre-
j den, die den wil van God gedaan hebben , door zijne geboden te \'ol-brengen, en door de pligten van hun-
II nen staat getrouw te vervullen. Gij leert ons daarin ook, dat wij zacht-
| moedig en nederig van harte moeten
Ij zijn ; dat wij onze vijanden beminnen,
! ouszelvcn verzaken, zonder ophouden
Ij onze boone neigingen bestrijden, ons
;i kruis dagelijks dragen, eu ons ver-
i|j sterven en boetvaardig zijn moeten. Geef ons de genade, om deze waar-
DE H. MjS. 45 heden te beminnen; dewijl wij dezelve iiileen behoorlijk zullen opvolgen , door ze te beminnen.
Tot het Credo.
Men leest liet Credo na het Evangelie , ora j de waarheden, die daarin geopenbaard zijn, ] j] te bevestigen; het is eene geloofsbelijdenis din men moet afleggen, om dezelve bij elke [j gelegenheid te belijden. | i Mijn God! geef dat ik opregt dankbaar zij voor de barmhartiglieid, ||| welke Gij mij bewezen hebt, van mij door het doopsel , Christen te laten worden, en van mij de waarheden , welke het Evangelie leert, te doen kennen; maar geef ook, mijn God, a door de hulp van uwe genade, dat | mijn gedrag overeenkomstig zij met Ijj mijn geloof, en dat ik mij nooit |'| sehame van bij elke gelegenheid, zoo j door daden als woorden, te doen blijken , dat ik wil leven en sterven volgens uw Evangelie , en niet naar de grondregels der wereld.
Voor of na dit gebed, hun men de Cf loofsbelijdenis der Apostelen opzeggen.
Mijn God! uwe genade zij met ons en den priester, om U deze heilige Offerande behoorlijk op te dragen.
De priester spreekt eenige verzen uit. de hei-lijje. Schrift, voor (lat. hij den kelk ontdekt. Alsdan caat men in de hoogmissen over tot de Oirerande; hetgeen men er in geeft, wordt aan God geofferd in den persoon van zijne dienaars, en uit dien hoofde moet men het met vreugde en van harte geven, uit erkentelijkheid voor zijne goddelijke goedheden, en om zijne zegeningen te ontvangen, door zich zeiven tevens aan dezen goddelijken Vader op te dragen. Men moet het misbruik van diegenen vermijden , die van deze plegtigheid eenen ijdelen roem maken.
Vervolgens neemt de priester, den kelk ontdekt hebbende, het brood en den wijn, welke in het ligchaam en bloed van Jesus Christus zullen veranderd worden; hij helt ze een weinig omhoog, hij stelt ze aan God voor. als bereid. om door de Consecratie eene heilige
T
de a. mis. 47 ;
en onbquot;-vlekte hostie te worden , Hem biddende dezelve te willen ontvangen, tot verzoening van zijne zonden, van die des volks en van die der levende en overledene geloovigen. Wij moeten ons dan in deze voor onze zaligheid zoo nuttige verrigting met den priester vereenigen.
Eeuwige Vader! ontvang het brood eu den wijn, welke U zijn opoe-dragen , en die weldra veranderd zullen worden in het ligchaam en bloed van Jesua Christus uwen Zoon, die ons een slagtoffer zijn wil, zioh zelveu voor ons wil offeren, en ons met Hem wil offeren. Hoe onwaardig wij zijn, o mijn God, wij dragen U dezen sioddulijken Zoon op , om U door Hem alle glorie te geven, die U toekomt, om U te bedanken vooral uwe weldaden, eu om door zijne verdiensten de kwijtsclieldiug onzer zouden te verkrijgen , alsmede al de genade die ons noodig is, om tot het eeuwige leven te geraken.
Tot het Lavabo.
De priester, zijne handen ^ewasschen heb-
48 GEBEDEN ONDER
bende voor dat hij do Mis begint, wascht nu zijne vingeren , om het voorbeeld te volgen van Jesus Cliristns, die de voeten der Apostelen waschte, welke steeds rein waren voor het heilige Avondmaal; en tot een teeken, dat het niet genoeg is, om de heilige geheimen te vieren . wanneer men met geene misdaden bezoedeld is , maar dat men zich van de minste zondenvlekken moet zuiveren.
Mijn God! verwaardig U mijne ziel te wasscheu en te reinigen van alle besmettingen der zonden; delg de minste onvolmaaktheden in mij uit, en maak, door uwe heilige ge-, nade, mijne ziel zoo rein als zij na het doopsel was.
Na zich de vingeren gewasschen te hebben , 1 doet de priester in het heimelijk eene tweede 1 Ofljerande , van het offer, hetwelk hij aan de hei lige Drievuldigheid gaat opdragen , ter gedacli tenis van liet lijden, den dood, de opstanding en de hemelvaart des Hoeren Jesus Christus; eu om de genade te ontvangen van ze waardiglijk te doen , keert hij zich tot het volk, zeggende : Orate fratres, dat is : Bidt broeders, om hun te zeggen, dat zij zich door hunne gebeden met hem moeten vereenigen; ten einde
DE H. MIS. 49
de OIFerande, welke hij voor zich zeiven en voor hen gaat opdragen, aau God welbchage-lijk te maken.
Heer! verhoor de gebeden vau al uwe geloovigen. hier vereenigd om U dit groote offer op te dragen, hetwelk wij U bidden te willen ont-ij vangen tot verheerlijking van uwen jj naam, tot onze bijzondere nuttigheid on tot welzijn van uwe geheele I Kerk, quot;Verwaardig U onze harten 1 zoodanig te neigen, dat zij dit groote geheim van onze godsdienst met nut en met vrucht bijwonen r heilig den ij priester, die uwe goddelijke gehei-; men viert, en zijne handen en zijn j hart, o])dcit hij in staat zij uwe ge-nade voor zich zelven en voor ons te verwerven.
Tot de Prsefatie en den Sanctus.
De Prafatie is de nadere voorbereiding tot i
het oifer; wanneer de priester /egt : Sursum jij
l|i corda, dat is : verhef uwe harden, dan ant- jj! woordt men hem : Hahemus ad Domimm. dat
is ; Wij hebben onze harten tot den Heer ver- 1
50 GEBEDEN ONDEll
heven; mea moet daa doen wat deze woorden te kennen geven, om aan God te behagen en daarvoor zijne goddelijke genade te verkrijgen. De sehoone iofzang : Sanctus, Sanctus, Sanc-fus, welke driemaal heil)ff wil zeggen, is eene vermaning van den priester aan de geloovigen , om God door Jesus Christus te bedanken. Deze lofzang is die der Chernbijiis, welken de proleet laaias hoorde, toen hij in een gezigt voor Guds troon gevoerd werd.
Heer! verhef onze harten tot den hemel, opdat wij er ü met de engelen aanbidden, en gelijk zij , zeggen : Heilig, heilig, heilig is de Heer, de God der heerkrachten; hemel en aarde zijn vol van de majesteit zijner glorie.
Na den Sanctus.
Heerl, wij offeren U deze groote offerande voor al onze behoeften, en vooral voor die onzer zielen; wij offeren U die voor de geheele Kerk, voor den Paus, voor de bisschoppen, voor de vorsten, voor allo geloovigen, die over de geheele aarde verspreid zijn. Wij offeren U die bijzonlerlijk
DK H. MIS.
voor onze ouders, voor ouze weldoeners en ook voor .onze vijiindeu. Wij bidden U. door do verdiensten van Jesus Christus en door de voorbidding van de heilige Maagd en van 1 alle Heiligen, ons den vrede te ver-leenen in dit leven , ons te redden van de eeuwige verdoemenis , en ons ouder het getal uwer aitverkoornen te stellen, opdat wij U kunnen beminnen eu loven met de engelen en Heiligen, in alle eeuwigheid.
OVEK HET MEMENTO DEK LEVENDEN.
De priester houdt dit Memento, omdat hij | de olVerande opoflert voor hem en voor allen die tegenwoordig zijn , en voor de geheele Kerk; dat is : voor al de geloovigen, en bijzonder voor hen, die hij aan God beveelt. Laat ons liet voorbeeld van den priester navolgen , en onze gebeden bij de zijne voegen.
De priester gaat voort met de Consecratie ' te verrigten , en begint met de teekens van het kruis te maken, om het brood en den wijn te zegenen. Wij moeten in dien fusschentijd de aandacht en den ijver verdubbelen, door aan God allerlei dankzeggingen te doen; voor dat
51
555 GEBEDEN ONDER
Hij ons op uiouw zijnen Zoon Jesus Christus tot Zaligmaker geeft.
Tot de Consecratie.
Mijn Zaligmaker Jesus Christus ! ik irelnof dat Gij op het altaar , door de bediening des priesters, datgene verrigt, wat Gij daags voor uwen dood gedaan hebt, door het brood en den wijn in uw ligchaam eu bloed te veranderen door de raagt van uwe genade; en geef mij een hart naar uw hart.
Tot de Elevatie.
Het is om aan God eene oneindige eer te bewijzen, dat de priester in zijne tegenwoordigheid het ligchaam eu bloed van Jesus Christus opheft: de kruisen, welke hij met de hostie, op den kelk en het altaar maakt, vertoonen aan Gud de bloedige ollerande, welke, zijn Zoon zelf Hem op het kruis heeft opgeofferd.
Ik aanbid ü, beminnelijke Zalig-njriker, die wel voor mij aan het kruis hebt willen gehecht worden. O goede Jesus, die de lofprijs van mijne
— ^ ' r----- . ..^ - --^==5- 3E=jiB
r.....—— - ■ -i DE II. MIS. 53 ziel geweest zijt : wees mijne zalig- | beid en mijn ievcn. Ik aanbid U als i togenwoordij; zijnde O]) het altaar; ik | vernietio: mij voor U. Heer! vermeerder mijn geloof, mijnen eerbied en mijne erkentelijkheid voor U. OVER HET MEMENTO DEIl DOODEN. Do priestor houdt dit Memento, dat is : hij bidt God gedachtig te willen zij aan degenen, ji die in het geloof en in de genade gestorven zijnde, no taus niet zoo zuiver zijn bevonden geworden , om terstond na hunnen dood in i den hemel te komen , eu die de straffen des I vagevuurs lijden. De priester bidf. God, hun verligtiug te quot;chenken , en hen uit hun lijden te willen verlossen, om hen in zijne heilige rust te stellen. Wij moeten ons met den ij priester vereenigen en in dezelfde nicening j! bidden voor allen, en bijzonderlijk voor de- ' genen , in welke wij belang stellen. NA DE ELEVATIE. 0 Vader van barmhartigheid! wij offeren U deze heilige Hostie, aan we-zig op het altaar, om U onze eerbe- l wijzingen en onze aanbiddingen toe te brengen, om U voor al uwe wel- | ||
54 GEBEDEN ONDER
daden te danken; om vergiffenis van onze zonden te verkrijgen; ora U alle genade to vragen, welke wij noodig hebben tot een christelijk leven, dat vrij van zonden is en vol van goede werken. Wij bidden U ook, o (tod. gedachtig te willen zijn aan de geloovigen, welke in uwe genade gestorven zijn , bijzonderiijk voor onze ouders, vrienden en weldoeners. Verwaardig U de overblijfsels hunner zonden te vergeven, en hun de eeuwige rust en de vreugd van uw paradijs te verleenen. Daar niets lt;roed is, niets ü behaagt dan in Jesus Christus uwen Zoon, en daar ('ij ons enkel bemint, omdat wij Zijne ledematen zijn, is het door Hem, dat gij ons genade schenkt; ontvang door Hem onze dankzeggingen; wees in Hem, door Hem en met Hem gezegend en verheerlijkt, o God al-raagtige Vader! in de eenigheid des heiligen Geestes , in alle eeuwen der eeuwen.
DE H. MIS.
TOT HET NOBIS QUOQUE PECCATORrBUS.
Men slaat alsdan op de borst, om te kennen te geven, dat men een zondaar is; dat men de barmhartigheid van God van noode heeft, en dat wij, om dezelve te verkrijgeu, onze hoop gronden op zijne goddelijke goedertierenheid en de verdiensten van het offer van Jesns Christus, dat door de handen van den priester op het altaar vernieuwd is.
De priester zegt dit gebed, omdat het door Jesus Christus zeiven onderwezen werd, en dewijl dit het heiligste en krachtigste gebed is, wat men kan doen, daar het alles bevat, wat wij aan God te vragen hebben. Wij moeten hetzelve dan ook bidden met vurigheid en vertrouwen. De priester voegt er bij : Heer! verlos ons van alle verledene, iegemcoordige en toekomende kwalen; dat is: van onze verledene , tegenwoordige en toekomende zonden.
Men moet zeggen : Onze Vader, die in de hemelen zjt, enz.
Mijn God! verlos mij van de zonden , welke ik in mijn vorig leven begaan heb, en waarvan, ik aan uwe
55
GEBEDEN ONDER
rogtvaardigheid rekenschap raoot geven ; verlos mij van de kwade gewoonten en van mijne zondige begeerten , welke ik steeds bij mij heb en mij tot het kwade aanzetten. Eindelijk, mijn God, verlos mij van de bekoringen des dnivels, van het vleeseh en de wereld , en van den eeuwigen dood.
Tot het Agnus Oei.
De priester, voor de Communie voor het volk biddende, roept Jesus Christus aldus aan. om te kennen te eleven, dat wij zijne harmhartighetd altijd van noode hebben; hoewel hij het Lam geweest is, dat zich tot een ofler voor onze verlossing heeft daargesteld.
Mijn Zaligmaker Jesus Christus! flij zijt het ware Lam Gods, dat opgeofferd is, om onze zonden uit te wisschen; geef, door uwe genade, dat wij, na de vergiffenis van onze zonden verkregen te hebben, een nieuw leven leiden; en verleen ons liefde en vrede met onze naasten , welke Gij zoo aanbevolen hebt, en
5fi
■i^
»E H. MIS. 57
welke zoo noodzakelijk is , om deel te hebben aan de uitwerksels en de genade van de heilige Communie.
Tot het Domine non sum dignus.
Wanneer de priester sraat communiceren, zegt hij driemaal, met een rliep gevoel van onze onwaardigheid: Dornhie, non sim dignus, dat is: Heer, iJ: hen met waardig da! C'j door de romwun'ie iot mij inlomf; maar zeg alleen één woord, en mijne ziel zal genezen zijn. Wanneer wij werkelijk communiceren, volgen wij hierin den priester na ; doch wij moeten altijd geestelijk er wij ze communiceren , terwijl wij aan Jesus Christus vragen, dat Hij ons door de mededeeling zijner genade zijnen geest geve , op den dag dat wij sacramenteel communiceren.
Hoer ! hoewel ik , wegens mijne zouden en ougetrouwhedeu, zeer ou-waardig ben om tot uw altaar te naderen, en door de Commuuie te ontvangen , durf ik IJ bidden , mij ccnig deel aan uwe harinliartigbeid te geven. Verwaardig U mij de genade te verleenen. om deel te hebben aan de kracht van uwe offerande:
58 GEBEDEN ONDEK
verlicht mijn verstand, versterk mijnen wil en zuiver mijn hart, om alleen aan U te denken, om alleen U te willen beminnen uit liefde tot U; ajeef, door uwe genade, dat ik alleen begeere voor U te leven , te lijden en te sterven.
Ondei' de laatste Gebeden.
De priester vraagt de vruchten van het uitmuntende offer, dat aan God is opgedragen; namelijk : de vergiffenis der zonden. de genade van een heilig leven en de verdiensten van het eeuwige leven.
Mijn Godl verleen ons, krachtens de offerande, welke wij ü hebben opdragen, de kwijtschelding onzer zonden, en alle genade , welke ons uoodig is om ons te zaligen. Geef ons vooral eene vurige liefde tot U, eene groote vrees van U te mishagen, eene sterke begeerte en zorg om U te behagen en onze pligten te vervullen ; schenk ons geduld in droefenissen ; zachtmoedigheid en liefdadigheid , om met iedereen wel te leven :
T
DE H. MIS. 59
raenschlievendheid, zuiverheid, matigheid en versterving onzer zinnen ; geef dat wij geenzins gehecht zijn aan de goederen , noch aan de vermaken , noch aan de eer van deze wereld; geef eeneii sterken afkeer en een heilig afgrijzen van de dwaze vreugd dezer eeuw, een' waren geest van boetvaardigheid, die ons eene levendige smart inboezemt van de zonden onzes vorigens levens, eene opregte begeerte om dezelven te boeten , en een vast voornemen, om daarin niet meer te hervallen en alle gelegenheden daartoe te vermijden. Eindelijk , mijn God , geef ons alle noodigo genade tot het leiden van een christelijk leven, waarop een heilige dood en eene zalige eeuwigheid volgt.
Tot het Ite Missa est.
De priester, zich naar het volk keerende, zegt door deze woorden, dat de oilerande der Misse gedaan is; hij geei't daarop den zegen in den naam der heilige Drievuldigheid. Wij
i| 60 GEBEDEN ONDER
moeten onder het heengaan, ons zeiven on- ||: derhouden over de hoop vnn de genade te ver- | krijgen, welke wij aan God gevraagd liebben.
WANNKER DE PRIESTEK J)EN ZEGEN GEEFT.
Almaf^igo en albarmhartige God: Vader, Zoon en heilige Geest! Zegen ons door Jesus Christus, en dat deze zegen ons een onderpand zij van dien zogen, welken Gij eenmaal aan uwe uitverkoornen zult geven.
ONDER HET LAATSTE EVANGELIE.
Heer! griffel door uwe genade uw Evangelie in ons verstand en hart; opdat wij niet meerde dwaling onzer gedachten, de hevigheid onzer driften, noch de ongeregeldheid van ons hart opvolgen ; maar , dat wij ons geheel, aan al wat (üj van ons eiseht onderwerpen, en al ons doen i inrigten naar de voorschriften van ' uw heilig Evangelie, en niet naar
de ii. jas.
61
de voorschriften cu bedorven gewoonten der wereld.
GEBED NA DE 3IIS.
Mijn God ! ik bedank U voor de genade en He goede voornemens, welke Gij mij onder de heilige offerande der Misse gegeven hebt; geef mij de genade om dezelven in beoefening te brengen. Laat mij het overige Vün den das:, door mijn gedrag toonen, dat ik Ü niet te vergeefs met den priester dit heilig offer heb toegebragt; herinner mij, dat ik U door Jesus Christus, mijne ziel , mijn ligchaam, mijn leven , mijn werk , mijne bezigheden , mijne goederen en al wat ik ben en heb, heb opgedrngen. Daarom moet ik groote zors hebben dezelven tot uwe dienst te besteden , door de voorspraak van de heilige Maagd en van alle Heiligen. Amen.
lt;3*5=
GEBEDEN ONDER DE MIS 'JOQR OVERLEDENEN.
TOT UliN INTROÏTUS.
ileer! geef huu de eeuwige rust, en doe het eeuwig licht over hen lichten.
Psalm. Mijn God! ia Sion moet men U loven, en in Jeruzalem zal men U geloften doen. Verhoor mijn gebed : want alle vleesch moet tot U komen. Heer ! geef hun de eeuwige rust, enz.
DE COLLECTE;
O God, die, door een overmaat van barmhartigheid, altijd vaardig zijt om genade to bewijzen : wij doen U zeer ootmoedige gebeden voor de ziel van uwen dienaar N. (0/ van uwe dienstmaagd N.), die Gij heden
GEBEDEN O ND UI DE MIS EKZ. 63 :ij uit deze wereld hebt doeu soheiden; !jl opdat Gij haar niet aan het geweld |i; van den vijand overgevet, en haar | niet eeuwig vergetet, maar dat Gij uwe heilige engelen bevelet haar te ontvangen en in den hemel te |l voeren; opdat zij, na in U gehoopt en geloofd te hebben, de straffen dor li helle niet lijde , maar de eeuwige zaligheid geniete! Door onzen Heer i Jesus Christus, die, leeft en heerscht, inet den Vader en den heiligen Geest, | in alle eeuwen der eeuwen. Amen. s
EPISTEL
van den II. Paulus aan die eau I Thessaioniku. IV: 13.
Maar broeders! wij willen niet dat gij onwetend zijt van hetgeen gij weten moet, aangaande degenen die il ontslapen zijn, opdat gij u niet be-droevet, gelijk de andere menschen doen, die geene hoop hebben. Want
64 ÜEBEDf-N ONDER DE MIS iudieu wij gelooven, dat Jesus Cliris-tus gestorven en verrezen is, zoo moeten wij ook gelooven, dat God degenen die in Jesus ontslapen zijn, met Hem zal opvoeren. Ook zeggen wie u in don naam des Heeren, dat wij, die leven, en die tot zijne toekomst bewaard worden , degenen , die reeds ontslapen zijn, niet zullen vóórkomen. Want zoodra het roep-teek en door de stemme des aartsengels , en door den klank der ba znine zal gegeven zijn , zal de Heer zelf van den hemel afdalen ; en degenen , die in Jesns Christus gestorven zijn, zullen het eerste verrijzen. Daarua zullen wij , die in leven zijn, en tol dien tijd lerendig zijn overgebleven, te zamen met hen opgevoerd worden inde wolken, om den Heer te ontmoeten in de lucht; en alzoo zullen wij eeuwig met den Heer leven. Troost u dan elkander met dene waarheden.
Gradunal. Heer! geef hun ds eeu-
VOOR OVERLEDENEN. Go
wige rust; cn doe hel eeuwig lickt over lien lichten.
v. Dc gedachtenis des regtvaardi-gen zal eeuwig ziin; ''Ü vreest geene kwade tijding, welke hij hoort.
R. Verlos, Heer, dc zielen van alle overledene geloovigei, van alle banden liarer zonden.
v. En geef, door den bijstand van uwe genade, dat zij verdienen het oordeel van wraak te ontgaan.
k. En dat zij de zaligheid van het eeuwig licht genieten.
EVANGELIE volgens den JI. Joannes.
In dien tijde zeide Martha tot Jesus ; Heer! waart Gij hier geweest, mijn broeder ware niet gestorven. Maar ik weet, dat thans dezelfde God U alles zal toestaan, wat Gij hem zult vragen. Jesus antwoordde haar : uw broeder zal verrijzen. Martha zei-de Hem : ik weet wel, dat hij verrijzen zal in de verrijzenis, die ten
66 gebeden onder de mis
jonasten plaats zal hebben. Jesos hernam ; Ik ben do verrijzenis en het leren ; die in Mij gelooft, zal, schoon dood zijnde, leven : en die leeft en in Mij gelooft, zal nooit sterven; } ceiooft gij dat? Zij antwoordde Hem ; | Ja, Heer, ik geloof dat Gij de Chris- j tas, de Zoon van den levenden God zijt, die in deze wereld gekomen is.
orïehtoeium.
Heer Jesns Christus , Koning der 1; glorie! verlos de zielen van alle ge-loovige overledenen van de straffen 1 der helle en den diepen kuil; verlos haar van den muil des leeuws; dat de hel haar niet verslinde, en dat zij in de duisternissen niet struikele; maar dat veeleer de H. Michael, uw standaarddrager, baar tot het heilige licht brenge, hetwelk Gij voorbeen aan Abraham en zijne nakomelingen hebt toegezegd.
v. Wij offeren U, Heer, hostiën en gebeden; ontvang die, bidden wij.
VOOR OVERLEDENEN. 67
voor die zielen , wier gedachtenis wij lieden vieren. Doe Mar, Heer, na ji den dood geraken tot liet leven, het-ij welk Gij voorheen aan Abraham en zijne nakomelingen hebt toegezegd.
SECRETEN.
Heer! doe barmhartigheid aan de [|j ziel van uwen dienaar N. (of ami uwe dienstmaagd N.), voor welke wij dit dankoffer opdragen, terwijl wij uwe Majesteit allerootmoedigst bidden, ' dat door dezen pligt, welken wij vol- jj brengen, en waardoor wij uwe barm- || hartigheid aanroepen, zij de eeuwige rust moge verkrijgen. Door onzen Heer, enz.
COMMUME.
Daar Gij barmhartig zijt, Heer, j|i li geef dat zij eeuwig, met uwe Heiligen, door het eeuwig licht verlicht worden.
v. Heer! geef haar de eeuwige rust, ea verlicht haar, met uwe Heiligen, |li door het eeuwige licht.
08 LITANIE TOT LAFENIS
rüST-CO MM UNIH.
Geef, almagti^c fiod, dat dc Kiol van uwen dienaar N. (0/ van nwe dienstmaagd N.), die heden uit de wereld geseheiden is, door dezn offeranden gezuiverd on van liare zonden ontdaan zijnde , vergiffenis ver-k rij ge, en in de eeuwige rust kome. Door onzen Heer Jesus Christus. Am.
=)!❖
IJ I T -A. KT I 33
tot lafenis der lijdende zielen.
Heer, ontferm U onzer.
Christus, ontferm ü onzer.
Heer, ontferm U onzer.
Christus, hoor ons.
Christus, verhoor ons. God, hemelsche Vader, ontferm U
over de geloovige zielen. God Zoon , Verlosser der wereld , ontferm U over de geloovige zielen.
DER LIJDENDE ZIELEN, 69 God, heilige Geest, ontferm U over de geloovige zielen.
Heilige Drievuldigheid, één God, ontferm U over de geloovige zielen. H. Maria, bid voor do geloovige
zielen.
Heilige Moeder Gods,
Heilige Maagd der maagden, W H. Mieliaël,
Alle lieilige Engelen en Aarts- cr engelen, Sr
Alle heilige Orden der zalige ^ geesten, g
Alle lieilige Aartsvaders ou Pro-
II. Paulus,
Alle heilige Apostelen en Evan- SS.
H. Stephanus,
H. Lauren tius,
Alle heilige Martelaren,
70 LITANIE TOT LAFENIS H. Gregorius , bid voor de geloovige
zielen.
H. Ambrosius,
Allo iieilige Bissclioppcu en Be- cr lijders, g-'
x\lle heilige Leeraars,
Alle heilige Priesters eu Levie- g ten, '
Alle heilige Monniken en Klui
H. Barbara,
Alle heilige Maagden en VVcdii-
Wees genadig, spaar hen, Heer.
Wees genadig, verhoor hen, Heer. Van alle kwaad , verlos hen, lieer. Van uwe gramschap, verlos hen, Heer.
Van de strengheid uwer regtvaardig-heid, verlos hen, Heer.
D£U LIJDEND-K ZIELEN. 7l
Van de langdurende pijnen, verlos
hen , Heer.
Van den knagenden worm des
gewetens,
Van liet ijsselijk vuur,
Van de langdurige droefheid,
Van de onverdragelijke koude . Van de verschrikkelijke duisternissen , ; Van liet schromelijk vvecneu eu quot; klagen , : Door uwe wonderlijke nunsch- b
wording.
Door uwe geboorte.
Door uwen allerzoetsten naam.
Door uw heilig doopsel cn vasten, Door uwe diepste vernedering,
Door uwe groote gehoorzaamheid Door uwe oneindige 'iefde,
Door uwe beu aan'quot;d lieden en
kwellingen,
Door uw heilig zwset Door uwe ketenen en banden.
Door uwe doornen kroon.
Door uwe kruisdraginir,
73 LITANIE XOT LAFENIS Door uweu bittereu dood, verlos
hen, Heer.
Door uwe allerheiligste wonden, 3
Door uw kruis eu bitter lijden, 3quot;
Door uwe heilige verrijzenis, L
Uoor uwe woaderlijke hemel- 2 vaart,
Door de komst van den heiligeu ®
Geest, den Vertrooster, g In den dag des oordeels , Wij zondaren, wij bidden CJ, verhoor ons.
Die aan de zondares vergiü'enis 55 verleend en den moordenaar
Die uit genade zalig maakt, gquot;
Die de sleutels van den dood en p
Dat Gij onze ouders, vrienden un g
weldoeners uit de schrikkelijke ~
Dat Gij allo overledene geloovigen ^
van al hunne pijnen wilt bevrij- g den.
Dat Gij Lr over hen, die geeue
DER LIJDENDE ZIELEN. 73 bijzondere voorbidders op deze wereld hebben, wilt ontfermen, wij bidden U, verhoor ons.
Dat Gij hen allen sparen en hnn de vergiffenis der straffen schenken wilt, wij bidden ü, verhoor ons.
Dat Gij hunne verlangens wilt vervullen, wij bidden U, verhoor ons.
Dat Gij hen in het gezelschap der uitverkoornen wilt aannemen, wij bidden U, verhoor ons.
Koning der ontzaggelijke heerlijkheid, wij bidden ü, verhoor ons.
Zoon Gods, wij bidden ü , verhoor ons.
Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld, geef hun do rust.
Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld , geef hun de rust.
Lam Gods, dat wegneemt dc /.ouden der wereld, geef hun de eeuwige rust.
Christus, hoor ons.
Christus, verhoor ons.
Heer, ontferm LI onzer
74 LITANIE TOT LAFENIS Christus, ontferm U onzer.
Heer, ontferm TJ onzer.
Oma Vader, enz.
v. Van de poorten der hei. it. Verlos , Heer, hunne zielen, v. Heer! verhoor mijn gebed.
ll. Eu niiju geroep kome tot U.
Gebed voor Vader en Moeder.
o God, die ous geboden hebt va- |:j der en moeder te eereu ; ontferm L'
genadiglijk over de zielen van mij- |jj
ueu vader en mijne moeder, en ver- Ij
geef hen hunne zonden; en maak j|l
dat wij hen in de vreugde des een- I
wigen lichts mogen aanschouwen, jij Door onzen Heer, enz.
Voor Vrieudea en Weldoeners
6 God, uitdeeler der genade en ■ minnaar van der menschen zaligheid ! v ij bidden uwe goedertierenheid , dat j' Gij de broeders, vrienden en wcl-doeners onzer vergadering, die uit deze wereld gescheiden zijn , door
DER LIJDENDE ZIELEN. 75 de voorspraak van dc heilige Maria, altijd maagd, met al uwe Heiligen, wilt brengen tot dc gemeenschap der eeuwige zaligheid. l)oor onzen Heer, enz.
Voor alle geloovige zielen.
6 God, Schepper en Verlosser van alle gcloovigen i verleen aan de zio-ieu van uwe dienaren en dienaressen de vergiffenis van al hunne zonden, opdat zij de genadige kwijtschelding , naar welke zij altijd verlangd hebben, dour godvruchtige gebeden mogen verwerven. Die leeft en heerscht, in alie eeuwigheid. Amen.
v. Heer! geef hun de eeuwige rust.
k. Eu het eeuwige licht verlichte hen.
v. Dat zij rusten in vrede.
GEBEDEN
VOOK, IDE BIBOïïT.
Bid God, om tot dit Sakrament met da 71 oodije yesteltenis te naderen.
Heilige God, die altijd gunstiglijk bereid zijt ora den zondaar te out-vangen, en om zijne misdaden te III vergeven : sla uwe oogen op eene ; ziel die tot U opregtelijk wederkeert, en die hare vlekken zoekt te was-selien in. de zalige wateren der boetvaardigheid. Doe mij de genade, o mijn God, dat ik er nadere met de 1 noodige gesteltenissen; wees in mijn jj verstand, opdat ik a! mijne zouden l kenne; vvees in mijn hart, opdat ik dezelve verzake; wees in mijnen |l mond, opdat ik dezelve belijde en er de vergiffenis van bekome
n f*' '
GEBEDEN VOOR DE lilEUHT. I I
1 Itn fp de hulp van rhm hoiliyrn Of'sf aan jl| ow uwe eoudcv ie hennen.
Heilige Geest, Oorsprong des lichts! gewaardisr U eene van uwe | stralen in mijn liari te schieten, en i| kom mij te hulp , om mij mijne zonden te doen kennen. Toen ze mij «tin , Heer, zoo kla;irlijk als ik ze zal kennen, wanneer ik in het uitgaan van dit leven voor U zal moeten verschij-jl nen om geoordeeld te worden.
33oe mij kennen , o heilige God, en het kwaad dat ik gedaan , en het ij goed dat ik verzuimd heb. Doe mij . !: zien het getal en de grootheid van Ji mijne ongetrouwheden in uwe dienst; | maak dat ik wete, hoe dikwijls en s hoe verre ik den evenmensch belee- | digd heb; het nadeel dat ik aan mij | zei ven gedaan heb, en de fouten die ik bedreven heb tegen de pligten I van mijnen staat.
Verlicht mij, en laat niet toe, o | God van waarheid, dat ik de zondige
j 78 GEBEDEN
liefje, die ik voor mij zei ven heb, | mij verleide en verblinde; neem bet ; deksel weg, dai zij voor mijne oo^en zet, opdat niets mij belette, mij zeiven wel te kennen, en mij te doen kennen, zooveel noodig is, aan dengenen, die hier uwe plaats bekleedt.
Onderzoek naarstig uw geweten. Zie of pij ! in voorgaande biechten nerfrens aan ontbroken hebt, of Lrij met de noodipe bereiding tot de j heilige Tafel genaderd zijt of andere Sakra-!|| inenten ontvangen hebt: daarna overloop de 'i tien Geboden Gods, op ie'ier wat blijvende li staan om te overdenken wat gij daartegen met 1 gedachten , begeerten, woorden , werken en | verznimenissen bedreven hebt; zoo ook de vijf Geboden van de heilige Kerk , de zeven hoofd-I zonden, de nepen vreemde zonden, de pligten |j en verbindtenissen vau uwen staat, denkende j! op welke plaatsen gij geweest zijt, en met welke personen gij hebt verkeerd,
lieioon uwe droefheid door eene oefening van berouw.
Hoe vele redeu vau schaamte voor mij, o mijn God, gedurig' te valleu I in dezelfde misdaden; zoo dikwijls,
VOOR DE BIECHT. 79
'| zoo ]ia:tciij'lt;, en ua U zoo menigiuaal beloofd te hebben van ze niet meei' te bedrijven ! Hoe heb ik kunnen zondigen in uwe tegenwoordigheid om eene zoo geringe zaak, wetende hoe zeer de zoude U mishaagt, en j|| zelfs uwe weldaden misbruikende ora U te vergrammen. O mijn God' mijn Vader! de beste en de verduldigste : van alle vaderen ! stil uwe gram-[jl schap; vergeef het mij. en straf mij niet naar de strengheid uwer regt-vaardigheid.
Laat U bewegen, o mijn God , door de droefheid van een hart, datop-regtelijk berouw gevoelt; van een hart, dat meer geraakt is over zijne misda-|;| den , om het misnoegen dat ze U i: gegeven hebben, dan om de straf die zij verdiend hebben. Laat U bewegen t door het leedwezen van een hart, ||l dat waarlijk bedroefd is U mishaagd te hebben; U, mijn God, die onein-diglijk goed zijt, eu zoo waardig on-: eindig bemind te worden.
1
'5lt;Sgt;
GEBEDEN
quot;VOOK, IDE BIECHT.
J
Bid God, om tot dit Sakrament met de noodiye gesteltenis te naderen.
Heilige God, die altijd gunstiglijk : bereid zijt om den zondaar te ont-Ij vangen, en om zijne misdaden te
I vergeven : sla uwe oogen op eene jj ziel die tot U opregtelijk wederkeert,
en die hare vlokken zoekt te was-| sclien in de zalige wateren der boet-j vaardigheid. Doe mij de genade, o ij mijn God, dat ik er nadere met de jj noodige gesteltenissen; wees in mijn || verstand, opdat ik ai mijne zonden |j kenne; wees in mijn hart, opdat ik dezelve verzake; wees ia mijnen mond, opdat ik dezelve belijde en er
II de vergiffenis van bekome.
GEBEDEN VOOR igt;-E BIECHT. 77 ;
Jloep de h quot;lp vav den lieiliycn Geest aan I om moe zonden Ie leenven.
Heilige Geest, Oorsprong des lichts! gewaardis U cene vau uwe stralen in mijn hart te schieten, on kom mij te hulp , om mij mijne ronden te doen kennen. Toen ze mi; mm, Heer, zoo klanrlijk als ik ze zal kennen, wanneer ik in het uitgaan van dit leven voor U zal moeten verschijnen om geoordeeld te worden.
Doe mij kennen, o heilige God, en het kwaad dat ik gedaan , en het goed dat ik verzuimd heb. Doe mij . zien het getal en de grootheid van [| mijne ongetrouwheden in uwe dienst; j;| maak dat ik wete, hoe dikwijls en hoe verre ik den eveumensch belee- ? digd heb; het nadeel dat ik aan mij ; zeiven gedaan heb, en de fouten die 1 ik bedreven heb tegen de pligten van mijnen staat.
Verlicht mij, en laat niet toe, o God van waarheid, dat ik de zondige
I 78 GMitDJiN
I liefJc, die ik voor mij zeiven heb, j
mij verleide en verblinde; neem bet ,
j deksel weg, dat zij voor mijne oo^en ;
j zet, opdat niets mij belette, mij zei- ij
ven wel te kenueu, en mij te doen |'
kennen, zooveel noodig- is, aan den- i
genen , die hier uwe plaats bekleedt. 1
Onderzoek uaarMi^ uw geweteu. Zie of in voorgaande biecliten nergens aan ontbroken !i hebt, of' iiij niet de noodige bereiding tot de I heilige Tafel genaderd zijt of andere Sakra- || inenten ontvangen hebt; daarna overloop de 1 tien Geboden Gods, op ieier wat blijvende j;j staan om te overdenken wat gij daartegen met j gedachten , begeerten , woorden, werken en j verzuimenissen bedreven hebt; zoo ook de vijf Geboden van de heilige Kerk , de zeven hoofdzonden , de negen vreemde zonden, de pligten ! en verbindtenissen van uwen staat, denkende Ijl op welke plaatsen gij geweest zijt, en met i welke personen gij hebt verkeerd.
Beioon moe droefheid door eent oefening van berouw.
Roe vele reden vau schaamte voor mij, o mijn God, gedurig' te vallen I m dezelfde misdaden; zoo dikwijls,
VOOR UF, JilECIIT.
zoo lisrtoiijl, en ua Lr zoo menigmaal beloofd te hebben van ze niet meer te bedrijven ! Hoe heb ik kunnen zondigen in uwe tefjemvoordigheid om eene zoo geringe zaak, wetende hoe zeer de zonde U mishaagt, en zelfs uwe weldaden misbruikende om U te vergrammen. O mijn God! mijn Vader! de beste en de verduldigste van alle vaderen! stil uwe gramschap ; vergeef het mij, en straf mij niet naar de strengheid uwer regt-vaardigheid.
Laat lT bewegen , o mijn God . door de droefheid van een hart, dat op-regtelijk berouw gevoelt; van een hart, dat meer geraakt is over zijne misdaden , om het misnoegen dat ze U gegeven hebben , dan om de straf die zij verdiend hebben. Laat U bewegen door het leedwezen van een hart, dat waarlijk bedroefd is U mishaagd te hebben; U, mijn God, die onein-diglijk goed zijt, en zoo waardig oneindig bemind te worden.
79
I 80 GEBEDEN
Ik bid U, mijn God, om vcrgiffe-j| uis van lief kwaad dat ik bedreven 1 heb, en lielj doen bedrijven; om !j vergiffenis van al het goed dat ik |l| niet gedaan lieb. cn dat ik moest f doen, of kwalijk gedaan heb; om vergiffenis van al de zonden, die ik ken en die ik niet ken. Ik verzaak cn verfoei dezeiven; ik wenschte j| ze uit te wasschen met mijn bloed, i; en te herstellen het ongenoegen, dat 1 zij U veroorzaakt hebben, door al [i wat ik het dierbaarst bezit.
Oeh ! of mijne droefheid gelijk koude zijn aan mijne zonden. Vergoed | mijne droefheid, o Zaligmaker, zieltogende in den hof der olijfbooinen ; [f stort in mijn hart een druppeltje van 1 jil die zee van droefheid, waarmede uwe |i zie! alstoeu overgoten was; laat mij jji bedroefd wezen over mijne zonden, | en bedroefd tot den dood toe.
VOOR DE BILCHÏ.
®oc(l Doornemen,
Ik mooit liever sterven, dau IJ ver-g'ratnmen, o mijn God! maar naardien ik dit ongeluk gehad heb, en het ver-ledeue niet meer in mijne magt is, ga ik zulke vaste voornemens maken voor de toekomst, dat ik met den hijstand uwer genade, voortaan cp mijne hoede en oplettender zal zijn, om niets te doen dat L' mishaagt. Ik zal de zonde met zorg vlugten , de oorzaken en gelegenheden der zonde, en bijzonderlijk van die zonde, welke mij de gewoonte, de boosheid of de zwakheid met meerdere ligt-vaardigheid doen bedrijven.
Ik wil opregtelijk daartoe gebruiken do middelen, die mij zullen aan uewezen worden door uwen dienaar, wiens woorden ik alle zal aanhooren, alsof zij kwamen uit uwen mond ; tfolkoiueulijk verzekerd, dat Gij het zijt, mijn God, die door den zijnen spreekt, in de heilzame raad-
6
SI
GJSBEDÜN
gevingen welke hij mij geeft, ca dat het aan ü is dat ik antwoord en be-love, in de antwoorden en beloften welke ik hem doe.
cfiou]) op de Êiirmlmriiglmd ®o(k Ik weet, o mijn God, hoezeer ik U vergramd heb, en wat ik moest verwachten van uwen toorn, indien uwe : oneindige barmhartigheid en de verdiensten van Jesus Christus, mijnen Zaligmaker, uwe regtvaardigheid niet bevredigden, en mijne vergiftenis bij j U niet vraagden.
Neen, mijn God! Gij zult niet j verwerpen het gebed, dat deze min-j nelijke en onschuldige Zoon U doet voor eene misdadiger, die zijne vvan-| bedrijven kent, en die ze gaat verklaren aan den dienaar, aau wieu Gij de magt gegeven hebt om ze te vergeven.
In deze hoop, o God van goedheid, verschijn ik vol van betrouwen voor den heiligen regterstoel. Terwijl ik
83
VOOK i)E BIECHT. 8:i
mij volledig, opregtelijk en ootmoedig van mijne zonden beschuldig, zult Gij in den hemel bevestigen het vonnis van kwijtschelding, dat te mijnen voordeele uitgesproken zal worden op de aarde.
foccf ii nnii de tiffcrlicifigsh JSangd, cii nnn rlcu licifigcu Ingef-Ucroaiu'tlc;:.
Allerheiligste Maagd, moeder van genade, moeder van barmhartigheid, en veilige toevlugt der arme zondaren ! bid voor mij op dezen oogen-blik, opdat de biecht, welke ik ga doen, mij niet strafwaardiger make, maar dat ik integendeel vergiffenis van het verledene vinde, en de noo-dige genade, om in het toekomende niet meer te zondigen.
Mijn goede engel, getrouwe en ijverige bewaarder van mijne ziel, die getuige geweest zijt van mijnen val ; help mij , bid ik u , mij oprigten ; maak dat ik in dit Sakrament de
84 GEBEDEN VOOR ܣ BIECHT, genade vinde van niet meer te hervallen in de zonden. Amen.
Nader tot ttan biechtstoel met die ingetogenheid, stilzwijgendheid en zedigheid, die «rij zoudt hebben, indien Jesus Christus zienlijk en in persoon in de plaats van den priester ware, en dat gij aan Tlem moest biechten. Houd u in zijne tegenwoordigheid in de gevoelens van schaamte , van droefheid en van verduldigheid eens misdadigers , die voor zijnen regter verschijnt. Kan men zich genoeg verootmoedigen , als men de hel verdiend heeft, en als men genade zoekt te verkrijgen?
G E B E D E N
JSTA DB BIECHT.
Verwek ccue oafcuhuj van yrloof over de uitwerlesels van Itet Salcrantem.
Zoude ik mij durven inbeelden , o mijn God, dat ik van eenen misdadiger, die ik nog vóór een oogenblik was, nu door de genade van uw Sa-krament geregtvaardigd en te oenen-maal gezuiverd ben van mijne vlekken? Ja, God van goedheid! ik ben /,00 even ontslagen , en dit vonnis van barmhartigheid herstelt mij in uwe goede gunst, indien ik, gelijk ik hoop gedaan te hebben, al de noo-dige gesteltenissen daartoe medege-bragt heb.
Het is het uitwerksel van het dierbaar bloed, dat Gij voor mij vergoten
GEBEDEN
hebt, minnelijke Verlosser der men-schen; liet is aan uwe heilige wonden , welker kracht do mijnen genezen heeft, dat ik mijne verzoening en mijne zaligheid verschuldigd ben.
Dai:1c God.
ö Mijne zie!! dank den Heer uwen God , en erken do wonderen zijner barmhartigheid ten uwen opzigte. In plaats van verschrikkelijke straffen , tot welke Gij regtvaardiglijk verwezen waart, wil de goedertierene God zich wil vergenoegen met eene ligte voldoening, alles vergevende en alles vergetende. Mijn God! men moet /.ijn hetgene Gij zijt, een God vol van goedheid , vol van barmhartig-iieid, om met zulke ellendige schepselen zoo te bandelen 1
Wat zijt Gij goed, o mijn God! lilt; heb er van daag eeue zoete ondervinding van. Maar hoe zal ik U mijne erkentenis kunnen betuigen ? Het minste dat ik kan, o goddelijke Her-
NA DE BIECHT. 87
steller mijner ziel, is U heden en al de dagen mijns levens eene offerande vau lof op te dragen, en uwe oneindige barmhartigbeid te zegenen en te verheffen zonder ophouden.
Ik doe het uit geheel mijn hart, en ik zal het doen tot den dood toe. heel mijn leven lang zal ik eenen zoo goeden God, den besten aller meesteren, den zaehtmoedigsten en minnelijk-sten aller vaderen, verheerlijken.
Vernieuw het voornemen van niet meer te zondigen.
Mijn God! hetgeen Gij zoo even te mijnen voordeele gedaan hebt, geeft mij eenen geheel nieuwen haat tegen de zonden, en doet mij een nieuw voornemen maken van er geene meer te bedrijven. Ik bid U dan ootmoe- ; diglijk, o mijn God , dat Gij in mij vermeerdert de begeerte om van leven te veranderen. Versterk door uwe genade het voornemen, daar ik in ben , van niet meer te zondigen , en
;| 88 GK li EI) EN
|l bekrachtig het opzet, dat ik maak, ;; van alle gelegenheden der zonden te vhigten , en vooral der zonden, die U in mi] sedert langen tijd hebben mishaagd.
Ik ga beginnen, o mijn God , en doe van dezen oogenblik af zien, dat 1} ik het geluk gehad heb van mij met : U te verzoenen Men zal van dezen dag af, door de geregeldlicid van mijn !;| gedrag bespeuren, dat Gij met mij | zijt. Ik zal er alle middelen toe aan-i;j wenden; ik zal mij tot dat einde alle jji geweld aandoen; ik zal mij zonder lij ophouden bestrijden, daar ik verzekerd ben van uwe hulp, en van de overwinning; maar nog meer verze-: kerd dat, indien ik den moed heb i| van mijzei ven te overwinnen op aarde, ik het geluk zal hebben van eeuwig-lijk met U te heersehen in den hemel. Amen.
Stel niet uit de penitentie te volbrengen die u opgelegd is : maar om aan God te be-;j toonen, dat uwe bekeering opregt is, onder-
VOOR DE ÏL COM MUNI K. 89 zoek de oorzaken van uwe zonden , en zie hoe sij ze zult kunnen wegnemen. Voorzie de jre-legenheden , die icrij zult kunnen liebhcn . van in uwe gewoonlijke zonden te hervjillcn. Maak op dezen oogenblik een vast voornemen van dezelve te vluggen , en verwijs n /.lt;*lvon van nu af tot eenige boetpdoening, die gij moet volbrengen, zoo dikwijls gij er in zult hervallen zijn.
GEBED E N VOOR DE HEILIGE COMMUNIE.
OEFENING VAN GELOOF.
(ind van hemel en aarde! Zaligmaker der menschen! Gij komt tot 'i mij, en ik zal liet geluk hebben van U te ontvangen! Wie zoude een zoo groot wonder kunnen gclooven, indien Gij het zelf niet gezegd hadt? Ja, Heer! ik geloof dat Gij het zelf zijt, dien ik ga ontvangen in dit Sa-klament; Gij zelf, die geboren zijnde
!(U Gl'IitiDEN VOOR
in eene krib, voor mij hebt willen sterven aan het kruis, en die, hoe heerlijk Gij ook zijt in den hemel, niet nalaat verborgen te zijn onder deze aanbiddelijke gedaanten.
Ik geloof het, mijn God; en ik hond er mij zekerder van, dan of Ik het met mijne oogen zag. Ik geloof het, omdat Gij het gezegd hebt, en omdat ik uw heilig woord aanbid. Ik geloof het, en in weerwil van al wat mijne zinnen en mijne rede mij kunnen zeggen; ik verzaak mijne zinnen en mijne rede, om mij te onderwerpen aan de gehoorzaamheid van het geloof.
Ik geloof het, en al moest, ik duizend dooden lijden voor de belijdenis van deze waarheid, toch zoude ik, geholpen door uwe genade, o mijn God, dezelven liever lijden, dan op dit punt mijn geloof en mijne godsdienst te loochenen.
BE II. COMMUNIE.
OEFENING VAN OOTMOh. DIG I) KID.
Wie I3C11 ik, o mijn God vau ^orh en majesteit? Wie ben ik, dat Gij U gewaardigt de oogcti op mij te slaan ? Vlt;in waar komt mij die ovei-maat van geluk , dat mijn Heer en mijn God tot mij wil komen r Ik zondaar, ik worm der aarde, verachtelijker dan een niet, lieb liet ge-Kik van te naderen tot eenen zoo heiligen God, te eten hot brood der engelen, mij te voeden met een god delijk vleesch!.... Ach Heer! ik ver dien het niet , ik zal het nooit waardig zijn.
Koning des hemels. Schepper en Behouder der wereld, algemeene Monarch ! ik vernietig mij voor U, en ik wensehte mij zoo diep te kunnen vernederen voor uwe heerlijkheid, als Gij U vernedert in dit Sakrament ter liefde van mij. Ik erken met alle mogelijke ootmoedigheid , en uwe opperste grootheid ,
ill
ij 93 GEBKWEiN VO 1!
1 ou mijne uiterste geringheid. Do |j beschouwing van bet eene en andere j;i dompelt mij iu eene beschaamdheid, I die ik niet kan uitdrukken , o mijn jl1 God! Alleenlijk zal ik mot eene ootmoedige opregtheid zeggen, dat i ik zeer onwaardig ben dor genade, ||! die Gij U gewaardigt mij van daag te bewiizeu.
OEFENING VAN BRitOUW.
Gij komt tot mij, God van goed-heid en van barmhartigheid! Helaas, mijne zonden moesten er U eerder van afsehuwcn! Maar ik verfoei ze ij in uwe tegenwoordigheid, o mijn | God! Gevoelig over het ongenoegen, ijl dat zij U veroorzaakt 1:ebben ; geil; raakt, door uwe oneindige goedheid . I en opregtelijk voorgenomen hebbende l| van ze niet meer te bedrijven, ver-li zaak ik ze uit geheel mijn hart, en vraag U daarvoor zeer ootmoediir ij vergiffenis. Vergeef ze mij, mijn Vader, mijn minnelijke Vader; dewijl
DK H. COMMUNIS. 93
Gij mij nog zoodanig bemiut, dut Gij mij toestaat U van daag te na-doren, vergeef ze mij.
Ik ben reeds gezuiverd , zoo als ik hoop, door het Sakrament van boelvaardigheid ; maar zuiver mij , Heer, nog meer; zuiver mij ook van de minste vlek ; schep in mij een nieuw hart, en vernieuw tot in den grond van mijn binnenste, dioti geest van onnoozeiheid, die mij iu staat lijk
stelt om U waardiglijk te ontvangen. !
OEFENING VAN HOOI'.
Gij komt tot mij, goddelijke Zaligmaker der zielen! Wat moet ik van U niet verhopen! Wat moet ik niet verwachten van dien, die zich geheel aan mij geeft.
Ik kom dan tot ü, o mijn God, met al het vertrouwen dat uwe oneindige magt en uwe oneindige goedheid mij inboezemen. Gij kent niijncn nood; Gij kunt denzelven verligten , Gij wilt het; Gij noodigt mij om tut
9-1* GJSBBDEN VOOa
U te gaan; Gij belooft mij te heipeu. Welaan, mijn God! zie mij hier, ik kom op uw woord. Ik verschijn voor U met al mijne zwakheden, mijne verblindheid eu mijne ellenden ; ik hoop dat Gij mij zult versterken, verlichten , bijstaan, en gansch veranderen.
Ik hoop het, zonder vreeze van bedrogen te worden in mijne hoop. Want zijt Gij niet, o mijn God, de meester mijns harten? Eu wanneer Kal mijn hart volkomen in uwe magt wezen, dan als Gij er eens zult ingekomen zijn.
OEPENJaG van begeerte.
Is het dan mogelijk, o God van goedheid, dat Gij tot mij komt, en dat Gij er komt met eeue oneindige begeerte, om mij met U te vereenigen ? Ach ! kom Welbeminde mijns harten; kom. Lam Gods, goddelijk Vleesch, dierbaar Bloed van mijnen Zaligmaker; kom , versterk mijne ziel.
DE H. CUM-ML'NIF. 95
i; Laat mij ü zien, o God mij us har-1 ten, mijne wellust, mijne liefde, j mijn God, mijn al!
Wie zal mij vleugels geveü om tot j ü te vliegen? Mijne ziel, afgetrokken | van U, onbekwaam om van U ver-j viild te worden, kwijnt zonder ü , j ivenscht U met vurigheid, en ver-| zuclit tot IJ, mijn God, mjju eenig goed, mijn troost, mijne zoetigheid, | mijn schat, mijn geluk en mijn leven, mijn God eu al.
Kom dan, minnelijke Jesus! eu hoe onwaardig ik ook ben om li te ontvangen, zeg alleenlijk écu woord , | j en ik zal gezuiverd ziju. Mijn hart is bereid; en al ware het niet be-ï reid, meteenen opslag uwer oogeu kuut Gij liet bereiden, vermurwen eu ontsteken. Kom, Heer Josus, kom i
GEBEDEN NA DE HEILIGE COMMUNIE.
Op dit oo^enblik, terwijl de volheid der God-l' Leid ligcluuiielijk in u woont, treed met de || heilige Maagd in een ; diepe benierkin / over Ij de wonderen, die in u uitgewerkt worden; zie u a »n als den levendiaren tabernakel, waarin | de Heilige der heiligen woont. Sluit door deze ! gedachten al de verstrooijingen van uwen geest uit, en houd u in t-ene volkomene in-ij getogenheid,
OEFENING VAN AANBIDDING.
Aanbiddelijke majesteit vau mijneu fiod , voor wien zelfs liet grootste en verlieveuste in hemel en op aarde üioli onwaardig kent te veracliijiieu ; wat kan ik hier anders in uwe ïegen-woordiglieid doen, dan zwijgen en U eeren in de diepste vernietiging mijner ziel!
Ik aanbid IJ, heilige God; ik
GEBEDEN NA DE II. COMMUNIE. 97 bewijs mijueu rcïtniutiueu eerbied aan die opperste grootheid, voor welke alle knieën moeten buigen; in wiens vergelijking alle magt maar zwakheid, alle voorspoed maarellende is, en de allerbliukendste lichten maar dikke duisternissen ziju.
Aan U alleen, groote God , Koning der eeuwen, onsterfelijke God ! aan U alleen behoort alle eer en glorie. Glorie, heerlijkheid, gelukzaligheid en ze^en aan Hem, die komt in den naam des Heereu; gezegend zij de eeuwige Zoon van der. Allerhoogsten , die zich heden verwaardigt, zich zoo innerlijk met mij tc vereenigen, en bezit te nemen van mijn hart.
OEFENING VAN LIEFDE.
Ik heb dan eindelijk het geluk U tc bezitten, o God van liefde! Welke goedheid! Ach, dat ik die niet kan beantwoorden 1 dat ik niet geheel en al hart beu, om U te beminnen , om U te beminnen zoo
GEBEDEN NA DE HEILIGE COMMUNIE.
Op dit oogenblik, terwijl de volheid der God-li l.eid litreluimelijk in u woont, treed met de !; heilige Maagd in een^ diepe beiv.erkin r. over I de wonderen, die in u uitgewerkt worden; zie ij u am als den levendiaren tabernakel, waarin Ij de Heilige der heiligen woont. Sluit door deze gedachten al de verstrooijingen van uwen li geest uit, en houd u in t-ene volkomene in-getogenheid.
OEFENING VAN AAN BIDDING.
Acinbiddeüjke majesteit vau uiijneu God , voor wicn zelfs liet grootste eu verhevenste in hemel en op aarde zich onwaardig kent tc verschijueu ; wat kan ik hier anders in uwe tegenwoordigheid doen, dan zwijgen en U eeren in de diepste vernietiging mijner ziel!
Ik aanbid l! , heiliare Glod; ik
r
L
GEBEDEN NA DE 11. COMMUNIE. 97 bewijs mijueu rcsjtniufci^eu eerbied aan die opperste grootheid, voor welke alle knieën moeten buigen; in wiens vergelijking alle magt maar zwakheid, alle voorspoed maarelleude is, en de allerhlinkendste lichten maar dikke duisternissen zijn.
Aan U alleen, groote God , Koning der eeuwen, onsterfelijke God! aan U alleen behoort alle eer en glorie. Glorie, heerlijkheid, gelukzaligheid en zegen aan Hem, die komt in den naam des Heeren; gezegend zij de eeuwige Zoon vau den Allerhoogsten , die zich heden verwaardigt, zich zoo innerlijk met mij te vereenigen, en bezit te nemen van mijn hart.
OEFENING VAN I.IEFDE.
Ik heb dan eindelijk het geluk U te bezitten, o God van liefde! Welke goedheid! Ach, dat ik die niet kan beantwoorden! dat ik niet geheel en al hart beu, om U te be minnen, om U te beminnen zoo
7
i Ü8 GEBEDBN NA
zeer als Gij beminnelijk zijt. en om niets te beminnen dan U alleen ! Ontsteek mij , mijn fiod : brand . verteer mijn liart door uwe liefde. Mijn Welbeminde is aan mij! Jesus , mijn minnelijke Jesus, peeft zich aan j mij !.. Engelen des liemels I Moeder | van mijnen God! Heiligen des hemels en der aarde! leent mij uwe harten, geeft mij uwe liefde, om my-nen minnelijken Jesus te beminnen.
Ja, ik bemin U, o Ood mgns har-|| ten; ik bemin U uit geheel mijne ziel; ik bemin U bovenal; ik bemin U om do liefde van U zeiven, en ;|| met een vast voornemen van nooit ii| iets te beminnen buiten U. Ik zweer het, ik betuig het; maar verzeker | 1 en staaf zelf, o mijn God, deze a i heilige voornemens in mijn hart, dat thans aan U is.
OEFENING VAN DANKZEGGING.
Welke dankzeggingen, o mijn God , zullende gunsten, die Gij mij heden
!gt;E H. COMMUNIE. 99
doet, kunnou eveuaren? Niet tevreden zijnde, mij dusdanig bemind te hebben, dat Gij zelf voor mij gestorven zijt, God van goedheid, gewaar-digt Gij U nog bovendien in persoon mij te vereeren met uw bezoek, eu U aan mij te geven. O mijne ziel ! loof den Heer uwen God ; erken zijne goedheid, verhef zijne grootheid , verkondig eeuwig zijnj barmhartigheid. Het is met een geraakt hart vol van erkentenis, o mijn zoete Zaligmaker, dat ik U bedank voor de overgroote.genade, die Gij U gewaardigt mij te doen. Ik ben oen ontrouwe, een lafhartige , en een overtreder geweest; maar ik wil geen ondankbare zijn. Ik wil eeuwig indachtig wezen, dat Gij U heden aan mij gegeven hebt, en toonen , gedurende geheel mijn volgend leven , do groote verpligtingen die ik heb , o mijn God , met mij volkomen aan U te geven.
100 GFBEDRN NA
OEFENING VAN KUN GOED VOORNEMEN.
O verduldigste en milddadigste aller vrienden! Wat zal mij voortaan kunnen scheiden van U ? Ik verzaak van ganseher harte al hetgene mij tot na toe van TJ heeft afgetrokken ; en ik neem voor, met de hulp uwer genade, niet meer in mijne vroegere misdaden te hervallen.
Derhalve dan, o mijn God, geene gedachten, geene begeerten, geene woorden of werken meer, die in het minste ter wereld strijdig zijn met de eerbaarheid of met de christelijke liefde; geene onverduldighe-den, geene vloeken, geene leugens, I geen twisten, geen achterklap meer; geene nalatigheid meer in mijne plig-ten, noch laauwheid in uwe dienst; geene gevaarlijke gemeenschappen meer; geene verknochtheid meer aan mijne gevoelens, noch aan mijne gemakken; geene gevoeligheid meer voor de misachting en het gepraat
DE H. COMMUNIE. 101
der mcnschen; geene begeerte meer voor de achting en aandacht der wereld. Liever sterven, o mijn God, liever alhier voor uw aangezigt den geest geven, dan U ooit te mishagen.
Gij ziet in het binnenste van mijn hart, goddelijke Jesus! het is in uwe tegenwoordigheid, dat ik die voornemens maak, opdat Gij ze zoudt bekrachtigen, en opdat uw aanbiddelijk Sakrament, dat ik zoo even heb ontvangen, als het zegel er van zij , hetwelk mij nooit geoorloofd is te schenden; bevestig dan, o God van goedheid, de begeerte die ik heb, van eeniglijk aan U te zijn, en niet meer te leven dan voor uwe glorie. Amen.
o E B E 1)
om cl? zet/ening van het allerheiligste Sakrament ie vragen.
Goddelijke Zaligmaker onzer stielen , die ons uw aanbiddelijk ligehaam
102 GEBEDEN KA
en dierbaar bloed wel hebt willen achterlaten in het allerheiligste Sa-kramen t des altaars ; ik aanbid U in hetzelve met diepen eerbied; ik dank U allerootmoedigst voor de genade, I welke Gij ons daarin bewijst; en dewijl Gij de bron van alle zegeningen j zijt, smeek ik Ü, om dezelven heden i! uit te storten over mij en over de-|: genen, voor welke ik voornemens ben te bidden.
Maar, opdat niets den stroom dezer ij zegeningea store, zuiver mijn bart van alles, wat U, mijn God, daarin mishaagt. Vergeef mij mijne zonden; |! ik verfoei dezelven opregtelijk, uit liefde tot U; zuiver mijn hart, heilig mijne ziel; zegen mij, mijn God, met een en zegen, gelijk aan dien welken Gfl aan uwe Leerlingen gaaft, ijl toen Gij lieu verliet, om ten hemel j'j te klimmen. Zegen mij met oenen | zegen, die mij verandert, die mij heiligt en mij geheel met U ver-j eenigt; die mij met uwen geest
DE U. COMMUME.
103
vervult, on die in dit ieven eeti zeker pand is van den zesen , dien (iij voor uwe uitverkoreneu voorbereidt. Ik bid U daarom ; in den imam des Vaders, en des Zoons, en des heiligen Oecstes. Amen.
DE ZEVEN
PSALM IV.
David smeekt in dezen Psalm de schuld zijner bedrevene zouden af, m leert, door zijn voorbeeld, hoe een zondaar Gods barmhartigheid moet inroepen , om de ver-(jijfenis zijner zonden te verkrijgen, en om in Gods genade weder aangenomen ie Kordeii.
Heer! straf mij niet in uwe verbolgenheid , en kastijd mij niet in uwe gramschap.
Ontferm U mijner, Heer, want ik ben krank; genees mij. Heer, want mijne beenderen zijn geheel ontsteld.
Mijne z.iel is zeer ontsteld; maar Gij, Heer , hoe lang ?
quot;DE ZEVEN BOET-PLA.I/MEN. 105
Keer U tot mij, Heer, en verlos mijne ziel ; maak mij zalig om uwe barmliartigiieid.
Want er is niemand in den dood , die U gedachtig is; en wie zal U in den grave loven?
Ik heb in mijne verzuchtingen gearbeid; ik zal alle nachten mijn bed wasschen; met mijne tranen zal ik mijne legorstede besproeijen.
Mijn oog is van de verbolgenheid verslagen; ik ben verouderd ouder al mijne vijanden.
Gaat alieu van mij die boosheid bedrijft; want de Heer heeft de stem mijner smeeking verhoord.
De Heer heeft mijn gebed verhoord ; de Heer heeft mijn gebed aangenomen.
Dat al mijne vijanden beschaamd en zeer ontsteld worden; dat zij terugkeeren en ?poedig beschaamd worden.
Eere zij den Vader, en den Zoon, en den heiligen Geest; gelijk het
I 106 DE ZEVEN
was in den beginne, nu en altijd , jij en in du eeuwigheid. Amen.
psalm xxx.
David noemt degenen zalig, wier on- 1 geregiigheden vergeven zijn; en daar hij : zich zeiven voor God schuldig kent, vtoe-i digi hij den zondan.r aan tot eene tijdige | ij en opregte boetvaardigheid.
Zalig zij, wier boosheden vergeven | en wier zouden bedekt zijn.
Zalig is de man , wien de Heer ' du zoude niet heeft toegerekend, un i in wiens geest geen bedrog is.
Omdat ik zweeg, zijn mijne been- | deren verouderd ; daar ik den gan- | schen dag riep.
Want dag eu nacht is uwe hand jj op mij verzwaard; in mijne ellende ij lieb ik mij tot U gekoerd, terwijl il1 ik met doornen gestoken werd.
Ik heb mijne misdaad aan U je- ! kuud gemaakt; en mijne ongeregtig- jj j held heb ik niet verborgen.
i .
130ET-PSALMEN. 107
Ik heb gezegd : ik zal mijue on-geregtiglieid den Heer belijden ; en Gij hebt de boosheid mijnor zonden |j vergeven.
Daarom zal ieder heilige tot U Ij bidden ten bekwamen tijde.
Want als er groote watervloeden ' zijn, zullen zij tot Hem niet genaken. i||
Gij zijt mijne toevlugt tegen de j| verdrukking, welke mij omgeven ; heeft; mijne blijdschap; verlos mij van degenen die mij omringen.
Ik zal u verstand geven en n on- ■ dor wij zen op den weg, welken gij bewandelen zult: ik zal mijue oogon ■ i op u gevestigd houden.
Wordt toch niet gelijk een paard r of muilezel, welke geen verstand |jj hebben.
Bedwing met breidel en toom de | Ij kinnebakken dergenen, die tot U | [liet komen.
Want de geosels des zondaars zijn veelvuldig; maar hij die op den Heer | hoopt, zal barmhartigheid verkrijgen.
108 DE ZEVEN
Verblijdt u, in den Heer, en verheugt u, aij regtvaardigen ! roemt hem, allen die opregt van harte zijt.
Eere zij den Vader, onz.
PSALM XXXVII.
David , die boete doet, toont door zijn voorbeeld, hoe ellendig de staat van den mensch is, zoo lang hij in zonden blijft.
-Heer! straf mij niet in uwe verbolgenheid, en kastijd mij niet in uwe gramschap.
Want. uwe pijlen hebben mij getroffen , en Gij hebt uwe hand op mij verzwaard.
Er is gcenc gezondheid in mijn vleesch, ter oorzakc van uwe gramschap; er is geen vrede in mijn gebeente, om mijner zonden wille.
Want mijne ongeregtigheden zru boven mijn hoofd gewassen; en gelijk een zware last, zijn zij mij te zwaar geworden.
Mijne wonden zijn stinkende cn i
BOET PSALMEN. 109
bedorven geworden; ter oorzake mijner dwaasheid
Ik ben ellendig geworden, en ten uiterste nedergebogen; den gansehen dag ging ik bedroefd daar heen.
Want mijne lenden djn met be-driegelijkheden vervuld; cn er is geene gezondheid in mijn vleeseh.
Ik ben verdrukt en bovenmate vernederd , en brieschte van het gezucht mijns harten.
Heer! al mijne begeerte is voor U, en mijn zuchten is voor IJ niet verborgen.
Mijn hart is ontroerd, mijne kracht heeft mij verlaten; en zelfs het licht ï mijner oogea is bij mij niet.
Mijne vrienden en nabestaanden zijn tot mij gekomen en tegen mij opgestaan.
En die bij mij waren, stonden van verre; en zij die mijne ziel zochten , pleegden geweld.
Die kwaad tegen mij zochten,
110 I)K Z li VEN
spraken ijdclhedcn, en verzonnen den f gansclicn dap; bedrog.
Maar ik, als een doove, hoorde Hl niet; en deed, als een stomme. mijnen 1 mond niet open.
En ik was ais een menscli die niet hoort, en die gccne wederspraak Ij in zijnen mond heeft,
Want op U, Heer, heb ik gehoopt; ; Gij, Heer, mijn God, zult mij ver-kooren.
Wijl ik gezegd heb, dat mijne vijanden zich niet over mij verblijden; want als mijne voeten wankelden, spraken zij trotschelijk tegen mij.
Want ik beu tot de geesels bereid ; mijne smart is altoos voor mijne oogen.
Want ik zal mijne boosheid openlijk verkondigen, en over mijne zouden peinzen.
Maar mijne vijanden leven, en zijn magtigboven mij; c.n die mij onregt-vaardiglijk haten, zijn tegen mij f vermenigvuldigd.
hokt-psalmen. 11]
Zij die liet ^ood met het kwaad vergelden, lasterden mij, wijl ik het goede volgde.
Verlaat mij niet, o Heer , mijn Oodl wijk van mij niet.
Gedenk op mijne hulp, Heer, God mijner zaligheid.
Rere zij den Vader, enz.
David leert door dezen Psalm., hoe een rouwmoedig zondaar de veryl/fenis zijner zonden, van God behoort af te smeeken.
Ontferm U mijner, o God, naar uwe groote barmhartigheid.
En naar de menigvuldigheid uwer barmhartigheden, delg mijne boosheid uit.
Waseh mij meer en moer van mijne ongeregtigheid, en zuiver mij van mijne zonden.
Want ik beken mijne boosheid , en mijne zonde is altoos voor myne ootren.
Tegen U alleen heb ik gezondigd ,
112 DE ZEVEN
en kwaad voor U gedaan; opdat Gij x.oudet oere^tvaardigd worden in uwe woorden, eu overwinnen, als Gij geoordeeld wordt.
Want zie, in boosheden ben ik voortgebragt, eu in zonden lieeft mij mijne moeder ontvangen.
Zie. Grj hebt de waarheid lief ge- : had; de onzekere en verborgene dingen uwer wijsheid hebt Gij mij geopenbaard.
Gij zult mij besproeijen niet hyzop, ;i en ik zal gezuiverd worden; Gij zult mij wasschen, en ik zal witter worden dan sneeuw.
Aan mijn gehoor zult Gij blijdschap en vreugde schenken; en de verootmoedigde beenderen zullen van vreugde opspringen.
Wend uw aanschijn van mijne zonden af, en delg al mijne boosheden uit.
Schep in mij, o God, een zuiver ' hart; en vernieuw eenen regten geest in mijn binnenste.
V- -- -■.........- ■ ' ' - - .....-------Tjil
BOET-PSALMEN. 113
Verwerp mij niet van uw aange-üiift, en neem uwen heiligen Geest van mij niet weg.
Schenk mij wederom de vreugde uws licils, en versterk mij met eenen bereidwilligen geest.
Ik zal den boozeu uwe wegen leereu, eu do goddeloozen zullen tot Ü bekeerd worden.
Verlos mij van de bloedschulden. o God, God mijner zaligheid! en mijne tong zal uwe regtvaardiglieid j verheflen.
Gij zult mijne lippen openen, I Heer! en mijn mond zal uwen lof 1 verkondigen.
Want hadt Gij eene offerande be-l| geerd, ik zou U dezelve gegeven hebben; maar de brandoffers zijn U j niet aangenaam.
Een bedrukte geest is Gode eene 1 offerande; een gebroken en veroot- i|
moedigd hart zult Gij , o God, niet |! versmaden
Heer 1 doe naar uwen goeden wil
DE ZEVEN
li aan Sion wel, opdat de muren van Jeruzalem worden opgebouwd.
Dan zuil Gij liet offer der regt-1 vaardigheid ontvaugen, offeranden en jl brandoffers; dan zullen zij kalveren ï op uw altaar leggen.
Eere zij den Vader, enz.
PSALM Cl.
David stalt hier den ouder de ellenden ||| (jehulcten zondaar voor, biddende om de || goddelijke hulp; en vermaant de zonden \ il| te beweenen, en vaste hoop te vestigen op |i de goddelijke beloften en op de verdieu-j sten van den toekomenden Messias.
Heer! verhoor mijn gebed, en mijn |l geroep kome tot U.
Keer uw aanschijn van mij niet af; op wat dag ik verdrukt worde, neig uw oor tot mij.
Op wat dag ik U zal aanroepen , | verhoor mij haastiglijk.
Want mijne dagen zijn als rook verdwenen, en mijne beenderen zijn als een verdroogd hout verdord, i - ..
BOET-PSALMEN'. 115
Ik beu als hooi geslagen, eu mijn hart is dor geworden; omdat ik vergeten heb mijn brood te eten.
Van het geluid mijner zuchten is mijn gebeente aan mijn vleesch gekleefd.
Ik ben den pelikaan der wildernis gelijk geworden; ik beu gelijk geworden aan eene nachtraaf in het huis.
Ik heb gewaakt, en ben geworden als eene eenzame musch op het dak.
Den ganschen dag beschimpten mij mijne vijanden; en die mij prezen zwoeren tegen mij.
Omdat ik asch als brood at, en mijnen drank met tranen mengde.
Van bet aanschouwen uwer gramschap en verbolgenheid; omdat (iij mij opaeheven en nedergeworpen hebt.
Mijne dagen zijn als eene schaduw verd« enen ; eu ik ben verdord geworden als hooi.
Maar (iij. Heer, blijft in eeuwigheid ; en uwe gedachtenis van geslacht tot geslacht.
116 DE ZEVEN
Gij zult opstaan un U over Sion i ontfermen; want de tijd is daar, om i U over lietzolve tc ontfermen ; de |i :j tijd is srckomen.
Want cieszclfs steenen hebben uwe dienaren behaagd; en zij zullen zich over deszelfs stof ontfermen.
De volkeren zullen uwen naam j vreezen, Heer! en ulle koningen jj der aarde uwe heerlijkheid.
Want de Heer heeft Sion opge- | j bouwd; en Hij zal in zijne heerlijk- ;j lil heid gezien worden.
Hij heeft op het gebed der oot-moedigen nedergezien, en Hij heeft | hun verzoek niet versmaad.
Men schrijve (iez-' dingen voor het jij volgend geslach; : en het volk, hetwelk zal geschapen wordeu , zal den Heer loven.
Want Hij heeft van boven van zijne heilige plaats uedergezien; de i Heer hoeft van den hemel op dc aarde nedergezien.
Om het zuchten der gevangenen
BOET-PSALMh.N. 117 I
te kooren; om de kindereu der ge- [!l
■ dooden te ontbinden.
li Opdat zij den naam des HcCrcn ij in Sion verkondigen, en zijnen lot' li; ïi in Jeruzalem.
|i| Wanneer de volkeren zullen te I
■ zamen komen, en de koningen, om li jj den Heer te dienen.
Hij heeft op den weg zijner rterkte | i geantwoord : geef mij liet. weinige
mijner dagen te kennen.
i Neem mij toch niet weg iu het jij midden mijner dagen : uwe jaren ll] duren van geslacht tot geslacht.
In den beginne hebt Gij, Heer, f i|j de aarde gegrondvest; en do heme- j l len zijn de werken uwer handen. ;• Zij zullen vergaan, maar Gij blijft |j| ji; altoos; zij zullen allen , gelijk een kleed verouderen.
En gelijk een dekkleed, zult Gij ze 1 veranderen; en zij zullen veranderd 1! t n orden; maarGij blijft altoosdezelfde, jj j: en uwe jaren zullen niot. vergaan. I
De kinderen uwer dienaren zullen 1
118 DE ZEVEN
woonplaatsen hebben; en hun zaad l zal in eeuwigheid bestaan.
Eere zij den Vader, enz.
PSALM CXX1X.
Hm pek-psalm om, veryiffenis, met eeu vast vertrouwen op Gods barmhartigheid.
Uit de diepten heb ik tot U geroepen : Heer! Heer! verhoor mijnestem.
Laat uwe ooren luisteren naar de stem mijner smeek ing.
Indien Gij, Heer, de ongeregtighe-den gadeslaat; Heer! wie zal bestaan?
Want bij U is verzoening, eu om uwe wet. Heer, heb ik U verbeid.
Mijne ziel heeft op ziju woord verbeid; mijne ziel heeft op den Heer gehoopt.
Dat Israël op den Heer hope, van den morgenstond tot den nacht toe.
Want bij den Heer is barmhartigheid, en bij Hem is overvloedige verlossing.
BOET-PSALMEN
En Hij zal Israël vovlossen iiit al dtszelfs boosheden.
Eerc zij deu quot;Vader, enz.
PSALM CXI.II
David , die de vervolging van Absalon , i,! en zijne overige rampen, als de straf zijner zonden beschouwt, beioeent clczelven, en leert hoe de ware boetvaardige tot God |[ om barmhartigheid moet bidden.
Heer! verhoor mijn gebed, neitc uwe ooren naar mijne smeekingeu , om uwe waarheid ; verhoor mij, om uwe regtvaardigheid.
En treed niet in het geregt met uwen dienaar; want geen levend menseh zal voor uw aanschijn ge-regtvaardigd worden.
Want de vijand heeft mijne ziel vervolgd; hij heeft mijn leveu ter aarde toe vernederd.
Hij heeft mij in de duisternissen gesteld , gelijk degenen die in deze wereld waren afgestorven ; mijn geest
119
130 DE ZKVEN'
, is in mij beangst geweest, mijn hart is in mij ontsteld geworden.
Ik bon den ouden dagen gedaclitig geweest; ik liob al uwe werken overdacht : de werken uwer handen be- | peinsde ik.
Ik heb mijne handen tot U uit-lj| gestrekt; mijne ziel is voor U allt; : eene aarde zonder water.
Heerl verhoor mij haastiglijk ; mijn ' geest is bezweken.
Keer uw aanschijn van mij niet af, of ik zal aan degenen gelijk zijn , die ten grave dalen.
Doo mij vroegtijdig uwe barmhartigheid hooren; want ik heb op U gehoopt.
Maak mij den weg bekend, op wciken ik moet wandelen; want tot j i U heb ik mijne ziel opgeheven.
Verlos mij van mijne vijanden; lij Heer! tot U heb ik mijne toevlugt : i genomen; leer mij uwen wil doeu ; : Is want Gij zijt mijn God.
Uw goede geest zal mij op den
ik
BOET-PSALMEN. 121
rcgten weg geleiden : om uwen naam. Heer, znlt Gij mij levend maken door uwe geregtigheid.
Gij zult mijne ziel van de verdrukking bevrijden; eu door uwe barmhar tigheid zult (ïij mijne vijanden verdelgen.
Gij zult zcalleu vernielcu, die mijne ziel kwellen; wantik ben uw dienaar.
Eere zij don Vader, enz.
Wil, Heer, onze boosheden niet j ; gedenken, noch die onzer ouders; en neem geene wraak over onze zonden.
^ (ëm
VOOEBEKEIDING.
6 Mijn God! het is mij van harte leen . dat ik (', mijn opperste Goed , ij ooit rerirranui heb... Tot wwe meer-|j dere. eer en tot miine swliïl'cid, offer ik ü deze heiliso oi'fenin^ op, |! met inzigt van al de aflaten te verdienen, die er aan sehecht zijn, zoo voor mij als voor de zielen in liet vagevuur, bijzonderlijk voor de zielen van N. N.
t
I. STATIE.
Jesus wordt tol den dood des /cruises verwezen.
v. Wij aanbidden cmi loven U, Christus r. Omdat Gij door uw heilig kruis de wereld verlost hebt.
H. KKUISWEG. 133
ó Jesus! mijne misdaden hebben het onregtvaardig doodvonnis over U \iitgesprokeu... Ik zou van droefheid over mijne zonden moeten sterven.... Geef mij genade, opdat ik niet ophoude dezelve te beweenen.
Onze Vader, enz. Wees gegroet enz. Ontferm TJ onzer, Heer, ontferm U onzer.
God! wees ons zondaren genadig, t
11. STATIE
Jesus neemt het kruis op zijne, schouderen.
v. Wij aiiubidden, enz. gelijk hier voren.
o Jesus, die U gevvaardig'd liebt den zwareu boom des kruises op uwe verscheurde schouders te nemen : verleen mij de genade om met geduld de kruisen, te dragen, welke uwe Voorzienigheid mij overzendt.
Onze Vader, enz gelijk hier boven.
124 li. KRUISWEG.
III. STATIE.
De eerste val van Jesns onder het kruis.
| v. Wij aanbidden, enz.
6 Jcsvis , die beladen met den zwa-reu Iai5t mijner zonden, vermoeid !■ |j onder uw kruis ter aarde zijt neder- l !| gevallen : aehi laat niet toe, bid ik |i U , dat ik in dezelve nog hervallo. Onze Vader, enz.
| IV. STATIE.
Jc.sns ontmoet zijne Moeder. |.
v. Wij aan liddon , enz. ó Allerbedruktste Moeder! verkrijg { i mij van uwen lieven Zoon tranen van || eene ware boetvaardigheid over mij iic • zonden, die de oorzaak zijn geweest | I: van zijn en uw lijden... Sta mij bij in al de ellenden van dit lever... Verlaat mij niet in de uur des doods. Onze Vader, enz.
—
H. KKUlSWx.11
V. STATIE.
Simon van Oyrenen helpt Jesus het /cruis dragen.
v. Wij aanbidden, enz.
6 Josus! geef mij sterkte om met i liefde het kruis mijns lijdeus op te ;i nemen, en om met kloekmoedigheid ii U na te volgen... Ik zal mij gelukkig achten U in iets te gelijken eu uwe smarten door de mijnen te eeren.
Onzt Vader, enz.
VI. STATIE.
Veronica droogt het aangezigt van Jesus af. v. Wij aanbidden, enz.
6 Jesus 1 druk de gedachtenis van uw smartelijk lijden zoo levendig in mijn hart, dat ik hetzelve gedurig overwege , en aangemoedigd worde, om uwe bloedige voetstappen op te volgen.
Onze Vader, enz.
133
H. KRUISWEG.
VII. STATIE.
Du tweede cal van Jesas ouder het lends.
v. Wij aanbidden, enz.
o Jesus! mijne iioovaardigheid heeft : U iiedergeworpen onder den last des kruises... Ach! leer mij zachtmoedig j! en ootmoedig van harte zijn... Ik wil : alle vernederingen en versmadin- i; gen verduldig lijden, opdat ik, U navolgende in uwe vernederingen, ■ met Ü deel moge hebben in de glorie. i|
Onze Vader, enz.
VIII. STATIE.
Jesus troost de weenende vrouwen.
v. Wij aanbidden, euz.
6 Jesus! geef eene bron van tranen 1 aan mijne oogen, opdat ik dag en nacht mijne zonden beweeue .. Ach I gewaardig U mij meer en meer van | mijne ongeregtigheden af te wasschen
126
H, KUUlsWtG. Hl
cn mij ran mijne zouden te reinigen.
Onze Vader, vnz.
T
IX. STATIE.
Derde val van Jems onder het kruis.
v. Wij aanbiddou, enz.
6 Jesus ! rijk mij eene helpende band toe, in het midden der gevaren aan vveike ik blootgesteld ben , opdat ik in de zonde niet vaile... Verdedig mij legen de vijanden mijner zaligheid, opdat ik onder het geweid hunner bekoringen niet bezwijke.
Onze Vader, enz.
t
X. STATIE.
Jestts wordt van zijne Ideederen outblool en met edik en ijal gelaafd.
v. Wij aanbidd-u , enz.
ö Jesus! dat ik al mijue booze gewoonten afleüge, mijn hart onthechte
128 li. KRÜISWEG.
van al wat aardsoh eu vergankelijk is,
mijn dartel vleescli kastijde, mijne
zinnen versterve , en gaarne met ü
uit den bitteren kelk des lijdeus
drinke.
Onze Vader, enz.
XI. STATIE.
Jcshs wordt aan het kruis gehecht.
v. Wij aanbidden , enz.
o Jesus I lieelit mij met U aan het kruis ; ik wil met U, gelijk Gij en om U lijden ; opdat ik levende , lijdende eu stervende in uwe liefde , eeuwig niet U eu door U moge gelukkig zijn.
Onze. Vader, enz.
XII. STATIE.
Jesns sterft aan het krnis.
v. Wij aanbidden , enz.
6Jesus!door de bittere smarten,
H. KRUISWEG. 12'J
welke Gij voor mij aan iiet kruis geledeu hebt, bijzonder als uwe zit-1 uit uw gezegend ligehaam is geseliei-den, ontferm U over mijne ziel , als zij van deze wereld zal scheiden. Onze Vader, enz.
XIII. STATIE.
Je sus wordt van het kruis afgenome.i en in den schoot zijner Moeder gelegd.
v. Wij aanbidden, euz.
6 Maria! laat mij toe dat ik, tus-sehen uwe armen, mijn gekruiste Zaligmaker, uw lieve Zoon, aanbiddo, en mijne tranen met de uwe menge... Door uwe magtige voorspraak , bewaar my van het ongeluk van uwen Jesus door mijne zonden wederom te kruisigen, en dus uw moederlijk liai't niet een nieuw zwaard te doorsteken. Ome Vader, enz.
9
H. KHUISWEG.
T
XIV. STATIE.
Jesus wordt in het graf gelegd.
v. Wij aanbidden, enz.
Ik zul eens sterveu en begraven worden gelijk Gij , g mijn Zaligmaker! gewaardig U in mijn sterfuur, mij door uwen kruisdood te vertroosten , en mijn ligchaam, wanneer Gij het 1 weder zult opwekken, met uwe glorie te verheerlijken.
Onze Vader, enz.
Hierna zal men bidden : vijfmaal het Onze Vader, vijfmaal het Wees yeyroet, en ook vijfmaal Glorie zij den Vader, ter acre van de vijf wonden van Jesus, en een Onze Vader en Wees gegroet, mot Glorie zij den Vader, enz., ter intentie, van 2i. H. den Paus van Eome.
130
In den naam dus Vaders, enz. Ik geloof in God deu Vader, enz. Glorie zij den Vader, enz.
Onze Vader, enz.
Ik groet u. Dochter van God deu
Vader. Wees gegroet, enz. Ik groet n, Moeder van God deu
Zoon. Wees gegroet, enz.
Ik groet u, Bruid van God den heiligen Geest. Wees gegroet gt; enz. Glorie zij den Vader , enz.
I. JJE BOODSCHAP DES ENGELS.
De namen van Je sus en Maria moeten zijn gebenedijd gt; van nu af tot in der eeuwigheid. Onze Vader, enz.
133 H. liOZEN'KRAKS.
1. Do lioilige Di-ievuldi^heid lioeft toegestemd in do menscliwordin^; van Christus , wees gegroet, enz.
2. Maria is tot Moeder van Christus verkoren,
8. De ensrel Gabriel bragt Maria de blijde boodschap,
4. Maria was in de eenzaamheid in haar gebed,
5. De engel zeide : weesgegroet, vol van gratie; de Heer is met u, ^
6. Maria was verbaasd als zij den ^ engel hoorde,
7. De engel zeide : Maria, wil niet 2 vreezen , want gij zuit outvan- ƒ*• gen door den heiligen Geest,
8. Maria zeide : zie de dienst- « maagd des Heeren ; mij geschiede naar uw woord ,
9. Maria is van den heiligen Geest overschaduwd geworden ,
10. En het Woord is vleesch geworden , en het heeft onder ons gewoond,
Glorie zij den Vader, enz.
H. ROZENKRANS.
II. HET BEZOEK VAN MARIA AAN HARE NICHT ELISABETH.
Be namen van Jesus en Maria moeten zgt;jn gebenedijd, enz. Ou ze Vader, enz
J. Maria ^ing uit ootmoedigheid hare niclit Elisabetli bezoeken , wees (je-groet, enz.
8. Maria bestierd door den heiligen Geest,
K. Maria, met alle liaast opstaande, giug over het gebergte, ^
■gt;. Maria werd met veel liefde 5? vau hare nicht Elisabeth out- ^ vangen, ^
5. Joannes werd gezuiverd en is 2 van blijdsehap opgesprongen in ^ zijns moeders ligehaam ,
6. Elisabeth zeide : gebenedijd is S de vrucht uws ligcliaams,
7. Maria heeft uitgeroepen ; mijne ziel maakt groot den Heer,
8. Elisabeth zeide : wat geluk geschiedt mij, dat de Moeder
133
184 H. ROZENKRANS.
des Heei-en tot mij komt, wees gegroet, enz.
'J. Het huis van Zacluirias werd door do komst van Jesus eu Maria ge-zogend, wees gegroet, enz
10. Maria heeft hare uielit drie maan- « den met veel liefde gediend, wees gegroet, enz.
Glorie zij den Vader, enz.
Til. DE GEBOOHTE VAN CHRISTUS.
De namen van Jesus en Maria moeten zjn ii gebenedijd, enz. Onze Vader, enz.
1. Maria heeft gebaard, eu zij is maagd gebleven , wees gegroet , enz. |!j
3. Maria heeft Jesus in eeneu ^ stal gebaard eu in doeken ge- V
P O rc, I
wonden,
3. Maria heeft Jesus met liefde --2 en verwondering aanschouwd , 2
4. Maria heeft Jesus omhelsd eu aan baar hart gedrukt, §
5. Maria heeft Jesus met hare ^ heilige borsten gevoed ,
H. ROZENKRANS. 135
6. Maria heeft Jesus in eem; krib gelegd, icees gegroet, enz.
7. Jesus lag op liooi on stroo, tus-pclien os en ezel,
8. Do engelen hebben gezongen : ^ glorie zij aan frod in den hoog- 5 ste, en op aarde vrede aan de ^ meuschen die van goeden wil
9. De herders hebben hot Kiud komen bezoeken , ^
10. De drie koningen hebben het S Kind komen aanbidden en hunne giften geofferd ,
(iloric zij den Vader, enz.
IV. DE OPDRAGT VAN CHRISTUS IN DEN TEMPEL.
De namen van Je sus en Maria moeten zjn gehened'jdi enz. Onze Vader, enz,
1. Maria ging ora haar heilig Kind
te offeren, wees gegroet, enz. 3. Jesus on Maria ondenvierpeu zich
ï
136 li. KOZENKRANS.
aan dc wet van Mozes , wees groet, enz.
3. Maria gins: door moeijelijke wegen naar Jeruzalem,
4. Maria heeft. Jesus op liare armen gedragen,
5. Maria vervolgde al biddende haren weg,
0. Maria heeft Jesus in den tempel geofferd,
7. Maria heeft aan de wet voldaan met de offergift der arme men-seheii,
8. Anna, de profetesse, loofde God voor de verlossing van Israël ,
| 9. De oude Simeon heeft Jesus omhelsd en op zijne armen genomen ,
10. Simeon zeide : Heer! laat nu uwen dienaar gaan in vrede naar uw woord,
(ilorie zij den Vader, enz.
H. ROZENKRANS.
V. DE VINDING VAN HET VERLOREN KIND JESUS.
Be namen van Je sus en Maria moeien zjn (jehenedijd, enz. Onze Vader, enz.
1. Maria heeft haar lief . Kind verloren, wees gegroet, enz.
2. Maria heeft haren schat gemist ,
8. Maria heeftHem met veel droefheid gezocht, ^
4. Maria heeft Jesus langs alle wegen en straten gaan zoeken, ^
5. Maria heeft Jesus na drie da- -g gen gevonden, o
6. Maria vond Jesus in den tem-pel, 3
7. Jesus, twaalf jaren oud, onder- pgt; wees de Leeraren,
8. Maria zeide : Zoon, waarom hebt Gij ons bedroefd?
9. Jesus is met hen medegegaan en was hun onderdanig,
10. Maria bewaarde al de woor-
137
138 H. KOZENKRANS.
don in haar hart, dio Jesus tot haar sprak, 7vees gegroet, enz, (■loriu zij den Vader, enz,
LAAT ONS BIDDEN.
ó Maria, allergoedertierensto Moeder! verkrijg mijn hart droefheid, eu mijne oogon tranen van berouw, om te beweenen dat ik Jesus door de zonden zoo dikwijls heb verloren ; vergun mij Hem wederom te vinden I en altijd te behouden.
DE VIJF DROEUIGE GEHEIMEN.
1. DK BENAADWDHEID VAN' CHIUSTUS IN G EÏHSEMAM.
ÏJe namen van Jesus en Maria moeten zijn gebenedijd, van nu af tot in der eeuwigheid. Onze Vader, enz
1. Jesus ging naar den hof van Oli-
veten, wees gegroet, tnz.
3. Jesus viel plat ter aarde neder, icees gegroet, enz.
H. KUZUNKKAKS. 139
3. Jesus volhardde in hot gebed, wees gegroet, enz.
jij 4. Jesus was bedroefd tot den dood toe,
5. Jesus zweette water eu bloed,
6. Jesus stelde zijnen wil in den wü van zijnen hemelschen Vader, S
7. Jesus vermaande zijne Leer- ^ liugeu om te waken en te bid- ^ den, 3
jj] S. Jesus werd van zijnen Ajjüs-tel door' eeueu kus geleverd, o
9. Jesus werd van zijn bemind « volk gevangen,
10. Jeaus werd vreeselijk gebonden en gesleurd van den eenen regter tot den anderen,
Zoo lief heeft God den mensch gehad, dat Hij zijnen eeiiigen Zoon niet jj gespaard heeft, maar Hem geleverd heeft ter dood, ja tot den dood des ki'uises.
H. ROZENKRANS.
II. DE GEESELING VAN CHRISTUS.
])e namen van Jesus en Maria moeien zijn gebenedijd , enz. Onze Vader, enz.
1. Jesus werd van de Joden aan de Heidenen overgeleverd, wees gegroet , ettz.
3. Jesus werd bil Pilatus valsche-lijk beschuldigd,
3. Jesus werd van zijn volk achter Barrahas g'esteld,
4. Jesus , alhoewel onschuldig verklaard, werd geleverd era gegeeseld te worden, ^
5. Jesus kleederen werden uit- ^ gerukt, 2
6. Jesus stond daar naakt en 3-bloot, w
7. Jesus aan eene kolom gebon- « den,
8. Jesus werd wreedelijk gegeeseld ,
9. Jesus bloed vloeide langs de aard e,
IT™
140
11, ROZENICKAXS. ]-ll
10. Jcsus werd gewond om onze zouden , mers geyroet, i-?iz.
Zoo lief heeft ttotl, enz.
III. DE KROON!NG VAN CHHISÏUS.
j De namen van Jesns en Maria moeien zijn yebenedijd, enz, üiue Vader, enz,
J 1. De soldaten hebben Jesus eenc doornen kroon bereid , wees ye-ijroet, enz.
3. Zij hebben de doornen kroon in Jesus hoofd gedrukt,
3. Jesus hoofd langs alle kanten doorwond,
4. Jesus hoofd zijpende van het ^ bloed,
5. Jesus met eenen purperen man- ^ tel bespot, 3
6. Zij hebben Jesus een - riet voor 5-schepter in de hand gegeven, ^
7. Zij hebben met een riet op S het gekroond hoofd van Jesus geslagen ,
Ij 8. Zij hebben in Jesus gebene-
, )42 n. KOZENKUANS.
dijd afinsceHjj't ffespogentcees ge-I groet, enz.
9. Jesus werd met smaadheden overladen, wees gegroet, enz.
10. l'ilatns heeft Josns aan het volk vertoond, zeggende : aanziet den mensch, wees gegroet, enz.
Zoo lief heeft God, enz.
IV. DE KRUISDRAGING VAN CHRISTUS.
De namen van Jesus en Maria moeien zijn j gebenedijd, enz. Onze Va'er, enz.
1. Jesus werd veroordeeld om gekruist te worden, wees gegroet, enz.
H. Jesus heeft zijn kruis met liefde ^3 omhelsd, H
3. Jesus heeft zijn kruis op zijne tcv doorvvonde • schouderen gedra- ^ gen, §
4. Jesus werd tussehen twee -Tquot; moordenaren opgeleid,
6. Jesus bezweek onder het kruis, •' om onze zonden,
n P.OZENKUANS.
6. Jesus, beladen met zijn kruis, out moette zijne bedroefde Moeder, wees yeyroet, enz.
7. Jesus werd beweend door de godvruchtige vrouwen van Je- ^ ruzalem,
8. Jesus zeide hun : handelt men ^ zoo met het groene hout, wat 3 zal het dorre geschieden , ^
9. Niemand wilde Jesus zijn kruis ^ helpen dragen , §
10. Jesus klom voor ons op den berg van Caivariën,
Zoo lief heeft God, enz.
V. UE KilUISIGING VAiS CIIKISTUS.
De namen van Jesus en Maria moeien zijn gebenedijd, enz. Onze Vader, enz.
1. Jcsiia werd wreedeUjk op het kruis uitgerekt, wees geyroei , enz.
3. Jesus handen en voeten doorna-ge'd , wees r/eyroet, enz.
3. Jesus werd aan het kruis opge-rigt, en zijne wonden vloeiden
S1 14,4 H. KOZtNKKASS.
van het bloed, wees geyroet ', enz. ij| 4. Jesus bad voor zijne vijanden,
5. Jesns beloofde den moordenaar bet paradijs,
6. Jesns beval den H. Joannes ^ aan zijne Moeder, ^
7. Jesus, dorst hebbende, werd ^ met gal en edik gelaafd, ,3;
8. Jesus heeft uitgeroepen : mijn 2 God, waarom hebt Gij mij ver- S-laten, 2
9. Jesns zeide : liet is al volbragt, w i 10. Jesus heeft zijnen geest gegeven en zyn hart voor ons laten openen.
Zoo lief heeft God, enz.
LAAT ONS BIDDEN.
ó Jesus! ik bid U, door al usve smarten en bitteren dood, door uwe doornagelde handen, doorboorde voeten, doorstokenc zijde, en al uwe j gezegende wonden, ontferm U mijner , en druk uw heilig lijden zoo in mijn hart, dat mij niets anders
H. RÜZjiMvKANa. 145
beliauo, dan Gij, mijn Jcsus, die
voor nuj gekruist zijt. Amen.
QE VIJF GLORIERIJKE GEHEIMEN.
I, JUJS VEKRIJZÜ.NI8 VAN (JllillSTUS.
De namen van Jesus en Maria moeten zijn gebenedijd , van nu af tot in der eeuwigheid. Onze Vader, euz.
1. Jesus is den derdon dag roemrijk verrezen, wees cjeyroet, enz.
3. Jesus heeft dood en hel overwon ueu , •
3. Jesus heeft de Oud vaders ge-troost en verlost, J
4. Jesas verblijdde zijne heilige ^ Moeder, ^
5. Jesus, als een hovenier, ver- 2 scheen aan Maria Magdalena, j*-
6. Jcsus vertoonde zich aan Petrus, ^
7. De Leerlingen van Emails zei- 5 den : waren onze harten niet van liefde brandende, als Hij tot ons sprak,
10
—
146 H. R ZENKKANS.
8. Jesus stoud in het midden van zijne Leerlingen en wenschte hun allen don vrede, wees gegroet, enz. 'J. Jüsus toonde zijne glorierijke wonden aan den H. Thomas, wees gegroet, eiiz.
10. Thomas riep uit: mijn Heer eu
mijn God! -wees gcyroel, enz. (leloofd en gedankt zij ten allen tijde liet allerheiligste eu goddelijk Sa-krament.
11. BE HEMELVAART VAN CtliUSÏÜS.
De namen van Jesns en Maria moeten Zijquot; gebenedijd, enz. Ouze Vader, enz.
1. Jesus voer roemrijk ten hemel, icees gegroet, enz.
2. Jesus klom op door zijne eigene raagt, wees gegroet, enz.
3. Jesus . scheid ie van zijne lieve vrienden, wees gegroet, enz.
4. Jusus beloofde met hun te blijven tot het einde der wereld, wees gegroet, enz.
—
5. Jesus beloofde liun deu heiligi:u Geest, wees gegroet, enz.
(i. De Leerlingen hebbeu Jesus aanschouwd, en Hij heeft lieu iilien gezegend, ^
7. Jesus heeft voor oum den he- ^ mei geopend, ^
8. Jesus zit aan do rcgterhand ^ van zijnen hein else hen Vader, S
9. Jesus toonde zijne wonden voor ^ ons aan zijnen hemelschen Va- ^ der, 5
10. Jesus is onze middelaar in den hemel,
Geloofd en gedankt, enz.
111. 1)e zending van den heiligen geest.
De namen van Jesus en Maria nioeten zijn (je-henedijd, enz.. Onze Vader, enz.
1. Je»us heeft den heiligen Geest gezonden, wees gegroet, enz.
%. Jesus heeft den Trooster ge/.un-den, wees gegroet, enz.
H. KOZEN KRANS.
3. Jesus heeft het vuur op de wereld gezonden, ?m-s (jegroet, enz.
4. De heilige Geest heeft de harten met liefde ontstolcen,
5. De heilige Geest heeft de verstanden verlicht, ^
6. De heilige Geest heeft de har- ?6 ton versterkt, ^
7. De heilige Geest heeft verschei- ^ dene talon doeu spreken, 2
8. De heilige Geest heeft zijne S. gaven uitgedeeld,
9. Kom, heilige Geest, bezoek § do harten van uwe geloovigen,
lü. Kom, heilige Geest, ontsteek in ons het vuur uwer liefde.
Geloofd en gedankt, enz.
IV. DE HKMELVAAKT VAN MAKIA.
De namen van Jesus en Maria moeten zijn ge-hened'/jd, enz. Onze Vader, enz.
1. Maria is opgenomen ten hemel, wees yeijroet, enz.
2. De hemelsche Vader ontving zijne
148
H. KOZENKKANS. 149
beminde Docliter , wees yeyroet, enz.
3. Jesus omhelsde zijue lieve Moeder,
i. De heilige Geest verwelkomde zijue lieve Bruid,
5. De serapliijuen groeten Mariii, ^
6. De engelen dienen Maria, ^5
7. Heel de hemel is verblijd door 3 Maria, 5quot;
I 8. Maria zit dc naaste bij Jesus , a ij 9. Maria is onze moedor eu mid- R delares in den hemel,
iü. Maria is onze voorspreekster bij haren lieven Zoon,
Geloofd en gedankt, enz.
V. DE KROONING VAN MARIA.
De namen van Jesna en Maria moeten zjn gehenecl'ijd, enz. üuze Vader, enz.
1. Maria is met glorie gekroond iu deu hemel, toets gegroet, enz.
2. Maria gekroond om hare serafijn-schc liefde, wees gegroet, enz.
150 H. ROZENKRANS. 8. Maria gekroond om hare engelachtige zuiverheid, wees gegroet, enz. 4. Maria gekroond om liaro groote ootmoedigheid, 5. Maria gekroond om hare volmaakte gehoorzaamheid , 6. Maria gekroond om hare hei-lige voorzigtigheid , 7. Maria gekroond om hare groote ^ verduldigheid, 8. Maria gekroond om hare ijve-rige dankbaarheid . 3 9. Maria gekroond om hare vol- S-harding in alle deugden, t, 10. Maria boven alle engelen en heiligen in den hemel gekroond , gelijk de Moeder van God toekomt , Geloofd en gedankt, enz. Ik offer u, allerzuiverste Maagd . allerroemwaardigste Moeder Gods Maria, in de vereeniging van al u'.ve deugden, verdiensten en volmaakt- | ||
m
m
IF. ROZENKRANS.
heden, deze geestelijke kroon van gebeden en groetenisseu : gevvaardig u dezelve te ontvangen, met al de lofzangen die op de aarde en in den hemel gedaan worden ; en verkrijg mij , en al degenen voor welke ik srehouden ben te bidden, van uwen lieven Zoon , genade om wel te leven en zaliglijk te sterven. Amen.
Een Onze Vader, tot dankbaarheid dat God ons de gratie gedaan heeft van den Rozenkrans te lezen. Onze Vader, enz.
Eun Wees yeyroel, opdat Maria ons verstand opdrage aan den hemel-sehen Vader, eu wij in eeuwigheid zijne barmhartigheid mogen gedenken. Wees geyroel, enz.
Een Wees gegroet, opdat Maria onze memorie opoffere aan heren Zoon, eu wij gedurig zijn leven en bitter lijden indachtig mogen wezen. Wees gegroet, enz.
lol
3 52 If. li' ZEMUIANS.
Een Wees gegroki, opdat Maria ou zen wil toeëijjene aan den heiligen (-feest, eu dat Hij gedurig in ons van liefde mag branden. Wees ge-f groei, enz.
Het Geloof zullen wij bidden, opdat ons gebed aan God mag aangenaam zijn ; dut het moge strekken tot zijne meerdere eer en glorie, tof welstand van de heilige Kerk, tot bekeering der zondaren en afgevallene Christenen, en welstand der gemeenten. Ik geloof in Ood den Vader , enz.
De almogendheid des Vaders beware ons.
De wijsheid des Zoons onderwijze ons.
De liefde des heiligen Geestes ont-steke ons.
In den naam des Vaders, enz.
LI T AIsTIB
van rie allerheiligste Drievuldigheitl.
Voor den Zondag.
Heer, ontferm U onzer.
Christus, ontferm U onzer.
Heer, outferm U onzer.
Christus, hoor ous.
Christus, verhoor ous. God, homelsche Vader, ontferm U onzer.
God Zoon, Verlosser der wereld, p God , heilige Geest, 2;
Heilige Drievuldigheid, één God , § Heer , die een geest zijt, eu in c geest en in waarheid wilt aim- c gebeden worden , 0
Heer, wieus Godheid noch aan g goud, nooh aan zilver , noch 5 aan steen, of zoo iets gelijk is , Heer , aan wien niemand gelijk
154 LITANIE VAX DE
is, on buiten wiou ov geen God is, ontferm U onzer.
Koning der eeuwen, die alleen van natuurweae de ontster-felijklieid hebt,
Groote God, uit wien alles voortkomt, en door wien alles behouden wordt.
Heer, in wien wij leven, in wien wij ons bewegen, en in wien wij zijn, g
Heer, die overal zijt, eu wiens g,
voorzienigheid boven alles is, Heer, die zoo groot zijt, dat U B gcene gedachten kunnen be- c; grijpen, ^ o
Heer, wien geheel het aardrijk g en de hemelen niet kunnen £5 bevatten,
Heer, wien geen mensch ooit
heeft gezien of kan zien,
Heer, wiens oordeelen ondoorgrondelijk, en wiens wegen onnaspeurlijk zijn.
Heer, voor wiens majesteit wij
ALLERII. DUIF.VUI-DlGHElD. li
slechts stof en asch zijn, ontfer U onzer.
Heer, die doet al wat U behaagt in don hemel, oj) de aarde, in de zee en in de afgronden, Heer, die do harten der men-sehen in uwe hand hebt, en dezelve neifft werwaarts Gii wilt,
Heer , die een verteereud '•nnr zijt, wiens gramsehap niemand kan wederstaan ,
Heer , die een ieder vergeldt
naar zijne werken.
Heer, die alles schikt in getal,
gewigt en maat.
Heer, die onze harten onderzoekt en onze nieren , doorgrondt, ■ Heer, die alles bemint wat er is, en niets haat van al lietgene Gij geschapen hebt.
Heer, die do zouden der men-fchen om hnnne boetvaardigheid kwijtscheldt.
Heer, die in uwe woorden waar-
156 LIT AN 3.K VAX DE
achtig cn in mvc belofteu getrouw wjt, ontferm U onzer.
Hoer, die in al onze kwellingen eu ellenden onze troost en hulp zijt,
Allerheiligste God, wiens heerlijkheid geheel het aardrijk ver- O vult, - amp;
Opperste Majesteit, wien alleen S'
aile eer en lof toekomt,
Heer, die alles om U zei ven hebt cl gemaakt, eu die zeiven zijt o het loon uwer dienaren, §
Allerheiligste Drievuldigheid , in ?■ welke te aanschouwen eu te beminnen ons grootste goed en zaligheid gelegen is.
Wees genadig, spaar ons, Heer. Wees genadig, verhoor ons, Heer. Van alle kwaad, verlos ons Heer. Van alle hoovaardigheid, vermetelheid en wanhoop.
Van alle ontmatigheid, onzuiverheid en kwaden wil tegen ouze naasten ,
ALLEKir. DlltLiULDiGHEID. 157 Van traagheid, aardsche on ongeregelde droefheid, verlos ons, Heer.
Van gierigheid, die de wortel is
van alle kwaad,
Door uwe onbepaalde almogend- lt;1 heid, i
l)oor uwe oneindige wijsheid , «. Door uwe overvloedige goedheid, g Door uwe overgroote barmhar- »
tigheid en laugmoedigheid,
Door uwe ondoorgrondelijke al- J wetendheid, quot;
Door uwe volmaakte en onveranderlijke gelukzaligheid,
In den dag des oordeels, Wij zondaars, wij bidden ü, verhoor ons.
Opdat Gij ons de genade wilt ver-leeuen, om U uit geheel ons hart. uit geheel onze ziel, uit al ons verstand, en uit al onze krachten te beminnen, wij bidden ü, verhoor ons.
Opdat wij uwen heiligen naam nooit
15S LITANlt VAN UK
ligtvcuirdigiijk gebruiken, wij bidden U, verhoor ons.
Opdat wij de zon-eu heiligedagen iu godsdienstigheid cn andere goede werken doorbrengen en Ij heiligen,
Opdat wij ouze ouders en alle overheid, om uwentwil, eer en 5ï gehoorzaamheid bewijzen, ^
Opdat wij nooit het leven of de ^
i t ^
eer van onze naasten belee- p-digen, p
Opdai onze ziel nooit door on- cn zuivere woorden, werken, ge- quot; dachten of begeerten besmet S worde, £
Opdat wij nooit iemand door on- S. regtvaardigheid beschadigen, 0 | Opdat wij onzen moud zorg vul- S digiijk bewaren van valselie getuigenis en leugentaal,
Opdat wij de goederen der wereld niet ongeregeld begeeren of beminnen,
Opdat Gij oiize harten tot liet
ALLtliH. BItlEVrLUlGUEIl). i 59 oiiderhoudou uwer geboden wilt neigen, wij bidden U, verboor ons. Lara Gods, dat wegneemt de zonden der wereld, spaar ons, Heer. Lam Gods , dat wegneemt de zonden |
der wereld , verhoor ons , Heer. Lam Gods, dat wegneemt dc zouden |
der wereld, ontferm ü onzer. Allerheiligste Drievuldigheid, hoor ous.
Allerheiligste Drievuldigheid , ver-
hoor ons.
Ouze Vader, enz.
G E B E L).
Almagtige en eeuwige God, die |i door de belijdenis van het ware geloof, uwen dienaren hebt doen kennen de heerlijkheid der eeuwige Drievuldigheid, en iu die oppermag- | tige Majesteit hebt geleerd een eenig I Wezen te aanbidden: wij bidden U, j dat wij ten allen tijde, door de vastig- j1: heid van datzelfde geloof, van allen |
160 Hi AN IE TOT DKN tegenspoed mogen bevrijd worden. Door onzen Heer Jesus Ciiristus, die met U leeft en heerscht, iu de t enheid des heiligen Geestes, in allo eeuwen der eeuwen. Amen.
t o t U e it h e i I i ij e n G e a s t.
Voor den, Maanday.
Heer , ontferm ü onzer. ■ ||j Christus, ontferm ü ouzta-.
Heer, uutfenn U onzer.
Heilige Geest, hoor ons. Vertroostende Geest, verhoor ons. Hemelselie Vader! waarachtig God, ontferm ü onzer.
j (iod Zoon , Verlosser der wereld , i ontferm li onzer.
Heilige (leest, waarachtig God, ontferm U onzer.
HÜILIOJSN GiS£ST. 161
Heilisu Drievuldigheid , één God ,
outfem U onzer.
Geest van waarheid wijsheid.
Geest van verstand en raad,
Geest vau godvruchtigheid en
vreeze Gods ,
Geest van liefde, blijdschap en vrede,
Geest van verduldigheid, goedheid en goedertierenheid , q Geest vau langmoedigheid en 3.
zachtmoedigheid,
Geest van geloof en zedigheid , 3 Geest van ootmoedigheid en zui- ^ verheid, o
Geest van sterkte en voorzigtig— g held, ' S
Geest van leven en zaligheid,
Geest van alle deugden en ge-nade,
Geest van aanneming der kindereu Gods,
IJveraar der zielen,
Heiligmaker en bestuurder der katholijke Kerk,
11
LITANIE TOT BEN
Geest, die de harten eu nieren doorgrondt, ontferm U onzer. Uitdeeler der hemelsciie gaven, !|! Zekere hulp der behoeftigen, !i Zoetigheid dergenen , die U beminnen en dieneu, o Sterkte en moed van allen , die 5-
in deugd toenemen ,
Tong en wijsheid der apostelen, quot; Vroomheid der belijderen, Zuiverheid der maagden,
Inwendige zalving aller Heiligen, Wees genadig , spaar ons, o heilige Geest.
Wees genadig, verhoor ons, o heilige ij Geest.
Van alle kwaad eu zonden, verlos
ons, o heilige Geest.
Van allo kwelling en bedrog des duivels, verlos ons , o heilige Geest.
m
HEILIGEN GEEST. 163
Van allen lioograoed pii wanhoop, verlos (nis. o !ieilio-c Oeest. Van bestrijding der b quot;kende waarheid ,
Van nijdigheid over de deugden
van onze naasten,
Van alle hardnekkigheid en on- ^ boetvaardigheid, 2
Van alle verzuimenis in ireeste- 5quot; lijke zaken, 0
Van alle onzuiverheid des lig- =
cliaams en der ziel.
Van alle dwaling en ketterij , Van allen boozen geest, 5
Van eenen ongelukkigen en eeu- ^ nigen dood, »
Door uwe eeuwige voortkomst O van den Vader en den Zoon, g Door uwe wonderbare werking quot; in de mensehwording des Woords,
Door uwe nederdaling over Chris-1 tus in zijn doopsel.
Door uwe openbaring in de transfiguratie des Zaligmakers ,
1 (54 LITANIK TOT DEN
Door uwe lieilisre kornet, over de Leerhiig'en vau Cliristus, verlos ons, o heilige (ie,est,
Id den da^ des oordeels, verlos ons,
o heilige Geest.
Wij zondaren, wij bidden U, verhoor ons.
Opdat Gij ons al onze zonden vergeeft ,
Opdat Gij U gewaardiget al de ledematen der heilige Kerk ie- i vend te maken,
Opdat Gij alle volkeren der we- _ reld in het waarachtig geloof ü wilt verceuigcn, S*
Opdat Gij ons altijd voorkomen, ö vergezellen en volgen wilt door fquot;* ^ uwe heilige genade, ^
Opdat Gij U gewaardiget ons te vervullen met eene ongeveinsde o en vurige godvruchtigheid, en met de gave des gebeds, g
Opdat Gij onze gedachten , woor- ?' den en werken , tot U trekkende , heiligen wilt.
HEILIGEN GEEST. 165 :
Opdat Gij ons een zuiver hart en oenen nieuwen geest wilt geven , wij bidden ü, verhoor ons.
Opdat Gij in onze ziel wilt ontsteken eenen standvastigen ijver tot de christelijke volmaaktheid,
Opdat Gij U gewaardigt onze hanteringen en ondernemingen s! met lielit, raad en goeden uit- ^ slag te begunstigen,
Opdat Gij in ons den inwendigen vrede en de gerustheid des ge- -moeds wilt behouden ,
Opdat Gij ons uwe genade tot % liet einde onzes levens wilt quot; ; verleenen, 3
Opdat Gij ons onder het getal dor uitverkorenen '.rilt ont- §
•'/3 li
vaneen,
Opdat Gij U gewaardigt ons tc
verhooren , o heilige Geest. Lam Gods, dat wegneemt de zonden
der wereld, spaar ons. Heer. Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld, verhoor ons. Heer.
16fi LITANIE VAN DEN
Lam Gods, dat wegneemt de zouden der wereld, ontferm U onzer.
Onze Vader, enz.
GEBED.
O God, die de liurten der jjeloo-vigen door de verlichting des hei- J ligen Geestes hebt geleerd : geef dat wij iu denzelfden Geest verstuan wat regt is, en ons iu zijne vertroosting verblijden mogen ; door ; Christus, onzen Heer, Amen,
LIT A-IsriB van den zoeton Naam Jesus.
Voor den Dinysdatj.
Heer, ontferm U onzer.
Christus, outferm U onzer.
Heer, outferm U onzer.
Jesus, hoor ons.
ZOETEN NAAM JESUS. 107 Jesus, verhoor ons.
God, hemelsche Vader, ontferm U onzer.
God Zoon, Verlosser der wereld, God, heilige Geest,
Heilige Drievuldigheid, ecu God, Jesus, Zoon van den levenden God , Jesus, glans des Vaders,
Jesus , luister van het eeuwige o licht, S-
Jesus, zon der geregtigheid, B Jesus, Zoon van de Maagd Maria, c; Beminnelijke Jesus, o
Jesus, vader van het toekomstig leven,
i Jesus, verkondiger van Gods
h 5 n
I raadsbesluiten,
|i Almagtigste Jesus, I Allerverduldigste Jesus, [j Allergehoorzaamste Jesus,
i Jesus, zachtmoedig en ootmoedig van harte.
168 LITANIE VAN DEN'
Jesus, beminnaar der zuiverheid
ontferm ü onzer.
Jesus, onze beminnaar,
Ji-us God des vredes,
Jesus, bron des levens,
Jesus, voorbeeld van ai le (ieugden, Jesus, ijveraarvoor de zielen,
Jesus, onze God,
Jesus, onze toevlugt,
Jesus, vader der armen,
Jesus, schat der geloovigen, C Jesus, goede herder, S;
Jesus, eeuwige wijsheid,
Jesus, onze weg en ons leven, o Jesus, vreugd der engelen, g Jesus, koning der aartsvaders, Jesus, meester der apostelen, Jesus, leeraar der evangelisten, Jesus, sterkte der martelaren,
Jesus, licht der belijders,
■lesns, zuiverheid der maagden, Jesus, kroon van alle heiligen. Wees genadig, spaar ons, Jesus,
ZOETEN NAAM JESÜS. 1
Wees genadig , verhoor ons , Jesu Van alle kwaad, verlos ons, Jesus Van alle zouden,
Van uwen toorn.
Van de lageu des duivels,
Van den geest der onkuischlieid. Van den eeuwigen dood,
Van het verwaarloozen uwer ingevingen ,
I)oor het geheim uwer heilige
Door uwe kindschheid.
Door uw allergoddelijkst leven, ° .Door uwen arbeid.
Door uwen doodstrijd eu uw j--lijden, ?
Door uw kruis en uwe veria-
ten heid ,
Door uwe smarten ,
Door uwen dood en uwe begrafenis.
Door uwe verrijzenis.
Door uwe hemelvaart Door nwe vreuirdov-.
quot;170 LITANIE VAN DEN
Door uwe glorie, verlos ons, Jcsus.
Lam Gods, dat wegneemt de zonden
der wereld, spaar ons, Jcsus. Lam Gods, dat wegneemt de zonden
der wereld, verhoor ous, Jesus. Lam Gods, dat wegneemt do zonden
der wereld, ontferm U onzer. Jcsus, hoor ons.
Jesus , verhoor ons.
LA AT ONS BIDDEN.
O Heere Jesus, die gezegd hebt; vraagt en tjij zult ontvansen, zoekt en gij zult vinden, klopt en u zal geopend worden : stort, wij bidden er ü om, uwe allergoddelijkste liefde in ons gemoed, opdat wij U steeds van ganseher harte, met woord en en daad beminnen en nooit ophouden U te loven.
Geef, o Heer, dat wij altijd uwen heiligen nnara vreezen en beminnen, want Gij verlaat dengene niet, dien Gij bevestigt in uwe liefde.
Voor den Woensdag.
Heer , ontferm U on/.er.
Christus, ontferm U onzer.
Heer, ontferm U onzer.
Christus, hoor ous.
Christus, verhoor ous.
God, hemelsche Vader , Schepper van alle geesten, ontferm U onzer.
God Zoon, Verlosser der wereld, dien de kooreu der engelen be-geeren te aanschouwen, ontferm U enzer.
(Jod , heilige Geest, gelukzaligheid der hemelsche verstanden , ontferm U onzer.
Heilitre Drievuldigheid , ééa God, ontferm U onzer.
Heilige Maria, koningin der engelen, bid voor ous.
173 LITANIE VAX DE
Heilige Maria, zoetigheid der aartsengelen , bid voor ons.
Heilige Maria, vermaak der krachten ,
Heilige Maria, blijdschap der
troonen ,
Heilige Maria, geur der heer-
schappijen,
Heilige Maria, vreugd der meê-
doogeudheden,
Heiiige Maria, eer der over- W heden, ^
Heilige Maria, meester vrouwe c der cherubijnen. °
Heilige Maria, prinses der sera- g fijnen, y
H. Michaël, prins over de en-orelen des vredes.
Prins der heiiige Kerk, | •§ Allerheilisste voorvechter,
quot;S Overwinnaar van deTi ouden ; ïij d raak ,
. Die altijd zijt geweest een ® bcsohermer van Gods volk , Die Lucifer met geheel zijnen
nEILlCE rAOELKN.
aanhang uit den lie mei gedrcv hebt, bid voor ons. H. Michaël, die den betieliter onzer broederen in de diepte der hel geworpen hebt, Ontvanger der zielen, — Leidsman tot het Paradijs der _g vreugd,
• 2 Troost der geloovigeu , ^ Beschermer dergenen die u j-nquot; eeren ,
Die Daniël eene goddelijke vertroosting geopenbaard hebt,
H. Gabriël, die de geboorte en het ambt van den H. Joannes voorzegd hebt.
Die bode waart van de mensch-
wording des Woords, Bewaarder van de heilige § maagd Maria,
Medegezel van de kindsehhsid nf des Zaligmakers ,
Getrouwe dienaar van Christus.
174 LITAM li VAN DE
H. Galiriel, sfezant dor zaligheid., bid
voor ons.
H. Gabriël, con van do zevcu engelen, staande voor den Heer,
: H. Eaphaöljallergetrouwste leidsman van Tobias,
Voorzigtige uitjager der duivelen ,
~ Voorsteller drr gebeden aan jz Ood , W
j g- Krachtige verdrijver der blind-
hi id, o
;| w Bijstand der kwellingen,
Trooster in benaauwdheden, g Blijdschap dercenen die u •0, dienen,
jl Heilige Engelen, bewaarders der ï uitverkoornen,
I a Waardige aandienaars der he-jli -2 melsche gaven ,
^ Doorluchtige bewaarders der (a koningrijken.
Sterke bedwingers van de magt j des duivels;
IIEII.IGE ENÜELBN. 175 Heilige Engelen, getrouv.e bewaarders der mensciieu, bidt voor ons. Minnelijke verzoeters der men-
schen boosheid,
Goedertieren blijdschap schep-g pende in de bekeering der quot;S zondaren, a
e1 Die de goede werken der men- £;•
sehen aan God opdraagt, bi. Vriendelijke leeraars der pro- g S futen,
ji; Treffelijke gezanten tor de 5 apostelen,
Magtige beschermers der heilige Kerk Gods,
O gij , heilige Engelen, die dient voor
den troon Gods, bewaart ons. Door de edele goddelijke gaven uwer
natuur, verlicht ons.
Door uwe onbegrijpelijke kracht, behoedt ons.
Door de brandende liefde van uwen
wil, beschermt ons.
Door uwe glorie en zaligheid, beweegt ons.
176 LIT A ME VAN UE
O Christus, nalip:li(;id der engelen
wij bidden U, hoor ons. O Christus, heerlijkheid der he-
meische geesten,
O Christus, schijnsel der hemel-
sche slagtorden ,
De r den cherubijn, die het hout
des levens bewaart,
Door den engel, die Agar onder de hand van hare meesteres ver- 0 ootmoedigd heeft,
Door de engelen, die Izaaks ge- iL
boorte geboodschapt hebben.
Door den engel, die de opoffering
van Izaak belet heeft,
Door den engel, die uwen zegen
aan Abraham gebragt heeft.
Door de engelen, op de ladder van Jacob klimmende en ne- ! der komende.
Door de engelen, die Loth uit het midden der zondaren geleid hebben,
Door de engelen, die Mozes de goddelijke wet geleverd hebben,
HEILIGE ENGELEN. 177 j Door dc heilige engelen, die gesta-diglijk God toezingen ; heilig! hei-Vkj/ heilig! wij bidden U, verhoor ons.
| Door den engel, die de geboorte van den H. Joannes den doo-per gewaarschuwd heeft,
ij Door de engelen, die uwe heilige S
geboorte aan de schaapher-j ders geboodschapt hebben, 2t Door de menigte der engelen, die — op den kersnacht U loofden , = zeggende: Glorie zij God in c; hel allerhooysle,
ij Door de engelen, die U iu de £
wildernis gediend hebben,
j Door den engel, die U in het § hofje versterkt heeft, 0
Door de engelen, die in witte S kleederen nevens uw graf gezeten waren,
Door de engelen, die in uwe ii hemelvaart aan de Leerlingen vertoond zijn.
Door de engelen, die Lazarus 12
17S LITANIE VA Nquot; HET
ziel in Abrahams schoot gedragen bebben , wij bidden U ; ver-i lioor ons.
Door de engelen, die dikwijls de legers der vijanden verstrooid beb-jfj ' beu, wij bidden U, verhoor ons.
Door de engelen , die de martelaren ij quot; in de tormenten getroost hebben,
wij bidden U , verhoor ons. | Aartsengel Michael, kom Gods volk te hulp.
Aartsengel Gabriël, bescherm ons.
Aartsengel Raphaël, verlos ons.
Heer, ontferm U onzer.
1 Christus , ontferm U onzer.
Heer, ontferm U onzer.
Onze Vader, enz.
n. En leid ons niet in bekoring, i ii. Maar verlos ons van den kwade.
v. In de tegenwoordigheid der engelen zal ik ü, mijn God, toezingen. ; k. Ik zat U aanbidden in uwen heiligen tempel ,en uwen naam belijden.
ALLERH. SAK RAM F.N Ï.
GEBED.
ö God, die mot eeue wonderlijke orde de dienstender engelen eu uien-schen beseliikt: vergun goedertieren-lijk, dat door degenen, die U dienende, altijd nevens den troon staan, ous leven op de aarde behoed worde. Door Christus, onzen Heer. Amen.
LITANIE VAN liet allerheiligste Sakrament des
A Ij T A A IR S.
—4-#—
Voor den Üonderchur.
l ieer , ontferm U onzer. Christus, ontferm IJ onzer, ilivr, ontferm U onzer. Christus , hoor ons.
Christus, verhoor ons.
17S)
178 litanie van' het
ziel in Abrahams schoot gedragen hebben wij bidden U , verhoor ons.
Door de engelen, die dikwijls de legers dor vijanden verstrooid heb-; ' beu, wij bidden U, verhoor ons. 1 Door de engelen , die de martelaren j quot; in de tormenten getroost hebben, v.'ij bidden U, verhoor ons. Aartsengel Michaël, kom Godsvolk ! te hulp.
| Aartsengel Gabriel, bescherm ons.
Aartsengel Raphaël, verlos ons. : Heer. ontferm U onzer.
ïj Christus , ontferm U onzer.
Heer, ontferm U onzer.
Onze Vader, mz.
n. En leid ons niet in bekoring, i it. Maar verlos ons van den kwade, v. In do tegenwoordigheid der engelen zal ik ü , mijn God , toezingen. I it. I!; zal U aanbidden in uwen heili-iren tempel, en uwen naam belijden.
ALLERH. SAKRAMKNT. 17'J
GEBED.
ó God, die mot eoue wonderlijke orde de diensten der euvelen eu mcu-sclien beseliikt: vergun goedertieren-lijk, dat door degenen, die U dienende, altijd nevens den troon staan, ons leven op de aarde behoed «'ordi:. Door Christu?, onzen Heer. Amen.
LITANIE VAN liet allerheiligste Sakrament des
Voor tien üonderdji?.
I [eer , ontferm U onzer. Christus, ontferm U onzer. Hi.'cr, ontferm U onzer. Christus , hoor ons. Christus, verhoor ons.
180 LITANIE VAN HET
God, hemelsche Vader, ontferm U onzer
Hod Zoon, Verlosser der wereld, God, heilisre Geest,
Heiliïe Drievuldigheid, één God, Levend brood, dat uit den hemel
Kcdaald zijt,
Eeuwifr Woord Gods , mensch geworden , onder ons wonende, O : Verborgen God en Zaligmaker, he- ^ dekt onder zienlijke gedaanten, quot; Tarwe der uitverkorenen.
Wijn, die maagden voortbrengt, ^ Voedzaam brood en vermaak der 2 koningen, g
Sterkscbildtegenallebekoringen, ^ Geestelijk hulpmiddel voor alle
zonden en krankheden. Onuitputbare schat van genade. Altijddurende offerande ,
Zuivere opdragt.
Lam zonder vlekken ,
Allerzuiverste maaltijd,
Spijs der engelen ,
Verborgen brood des hemels.
ALLEIUI. SAKIIAMENT. 1
Gedachtenis van Gods wondcrliedc
ontferm U on/.er. Bovennatuurlijk brood,
Heilip slagtoffer ,
Kelk der zegeningen ,
Geheim des geloofs ,
Hoogwaardig en uitmuntend Sa-
krament,
Allerheiligste offerande ,
Zoenoffer voor levenden en doo-den,
Wonder van Gods wonderen, li Allerheiligste gedachtenis van het lijden des Heeren ,
Geschenk dat alle volheid te hoven gaat,
Voortreffelijk gedenkteeken der
goddelijke liefde , Overvloeiende bron van Gods
milddadigheid ,
Allerheiligst en wonderlijk geheim ,
Krachtige spijs der onsterfelijkheid.
Aanbiddelijk en levendmakend
182 LITANIE VAN HET
Sakrament, ontferm U onzer. Brood , dat door dc almogendheid des Woords zijt vleeseh geworden ,
Onbloedige offerande, Alleraangenaamste maaltijd, daalde engelen bij tegenwoordig O zijn en dienen , —
Opperpriester, die zelf de offer- cj ande zijt, g
Geestelijke zoetheid, die in ha- g ren eigen oorsprong gesmaakt ^ wordt.
Verkwikking der heilige zielen, Teerspijs dergenen, die in den
Heer sterven ,
Onderpand der toekomende zaligheid,
Wees genadig, spaar ons, Heer. Wees genadig, verhoor ons, Heer. Van hot onwaardig nuttigen uws ligchaams eu bloeds, verlos ons. Heer.
ALLEIUI, SAKUAMENT. 183 Van de begeerlijkheid der oogen , verlos ons , Heer.
Vuil de hoovaardij des levens. Van alle ketterij, onajeloovigheid
en verblindiieid des harten , Van alle oneerbiedigheid m miv-bruik ten opzigte van dit heilig Sakrament,
Van alle zwakheden en zonden, die de vruchten van dit hei- ■lt; lig Sakrament verminderen en ü beletten,
Van alle gelegenheden der zon- g den.
Door de groote begeerte, die Gij ^ gehad hebt, om dit paaschlam g met nwe Leerlingen te eten, ~ Door de diepe ootmoedigheid, waarmede Gij de voeten der Leerlingen gewasschen hebt, om hen tot dezen maaltijd te bereiden,
Door de onmeetbare liefde, waarmede Gij dit heilig Sakrament hebt ingesteld,
■■ 1 i
]84 LITANIE VAN HET Door d'^ onuitsprekelijke goedheid . waarmede Hij om^ tot het nuttigen van uw heilig ligchaam en bloed opwekt, verlos ons, Heer.
Door uw dierbaar bloed, dat Gij oas op het altaar hebt nagelaten , verlos ons, Heer.
Door de vijf wonden, die Gij iu uw allerheiligste ligehaam voor ons ontvangen hebt, verlos ons. Heer. Wij zondaars, wij bidden U, verhoor ons.
Dat het U believe, het geloof, den eerbied en de begeerte tut dit ^ wonderlijkSakrament, iuonste vermeerderen en te bewaren , ^ Dat Gij U verwaardigt, ons door g-eene ware belijdenis onzer zon- = den, tot het dikwijls nuttigen r-\ dezer geestelijke spijs te be- % reiden, quot;
Dat het U believe, de hemelsche r vruchten van dit Sakrament in § ons mildelijk uit te storten, Dat wij door het nuttigen van uw
— -
ALLEKH. SAKRAMEM'. ] 85 heilig ligchaam en bloed mogen blijven in IJ, en fiij in ons, wij bidden U , verhoor ons.
Dat wij, alle booslieid en wcreldsche geneigdheden verlatende , altijd in matigheid, regtvaardigheid en godvruchtigheid mogen leven , wij bidden U, verhoor ons.
Dat het U believe, ons in de uur des doods met deae hemeUche teerspijs te versterken en tc beschermen, wij bidden ü, verhoor ons.
Zoon van God, wij bidden U, verhoor ons.
Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld, spaar ons. Heer.
Lam Gods, dat wegneemt do Konden der wereld , verhoor ons , Heer.
Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld, ontferm (J onzer.
Heer, ontferm U onzer.
Onze Vader , enz.
v. Heer ! verhoor mijn gebed. k. Eb mijn geroep kome tot U.
18(5 AAMJIDDING VAN U?.T
Laat ons bidden.
6 Oud, die ons onder dit wonderlijk Sakrament de gedachtenis van uw lijden hebt nagelaten ; wij bidden U, geef dat wij de heilige geheimen van uw Hgchaam en bloed r.oo eerbie-disr cere li, dat wij de vruchten uwer verlossios genaderijk in ons gewaar worden. Die met den Vader en den Ueiliaen Geest leeft en heerscht , in alle eeuwigheid. Amen,
Aanbidding.
God! onbegrijpelijk in uw wezen! onafmotelijk groot in uwe werken 1 In het stof mijner nederigheid aanbid ik U.
Met almagi, sciiiept Gij, wat is; met wijsheid onderhoudt Gij alles , en voor uwe wenken sidderen hemel en aarde !
Gij zijt de ahnagt zelve, Gij de wijsheid zelve, Gij de grootheid /xive.
Wdi
- -
ALLEBH. SAKllAMËNT. 187 } Gij vervult hemel cu aarde; Hoor : U aanbid ik.
Gij zijt de eeuwige waariieid zch c ; Gij de eeuwige goregtifjiicid, voor wien de verharde zondaar sidderen moest. Maar Gij zijt ook do saedlieid. de liefde en barmhartigheid zelve . en Gij zijt het voor den berouwheb-benden boeteling, zoo wel als voor den rest vaardigen.
Gij laat over beiden de zou op gaan; over beiden laat Gij , van den troon uwer almagt en genade, uwe vaderlijke goedheid nederdalen. O God! U zij onophoudelijk onzen har-telijken dauk! Eeuwig zij LTalle lofprijzing en aanbidding !
Gij zijt het, die uwen geliefden , eenigen Zoon , ter oiuer verlossing van den eeuwigen oudergang, uit uwen schoot op deze aarde hebt doen L afdalen. Gij, de vergeving der zon -den, door dezen uwen Zoon; Gij !; zelve onze eeuwige gelukzaligheid ! j! Ach, Heer! versmaad door onze zon-
ISS AANISIDUI.XG VAN HET lil den, om den wil uvvs geliefden Zoous, ! onzen dank, onzen lof en onze aanbidding niet! Aanzie en hoor liet hartelijk smeeken van uw kind, dat roet oeu vermorzeld hart in het stof zich voor U nederwerpt en TJ aanbidt.
6 Oneindige! Ahvljze! Almagtigc! Wat sterveling kan U bevatten, daalde gt;eraf zijn aangezigt voor U bedekt? eu nogtans, weike eer is 'iet j| voor mij tot U te mogen spreken , en U Vader te mogen noemen.
Ja, Vader 1 naar uw eveubeeid hebt Gij mij geschapen; voor den j iiomel ter eeuwige gelukzalisheid mij bestemd, geroepen tot de erkentenis uwer goddelijke heiligheid en heer- | lykheid, tot het genot des eeuwigen levens !
Zoon des eeuwigen Vaders ! uit onafmetelijke lout-to liefde verliet ; Oij uwen troou, ondergingt Gij alle lijden en stierit den smadelijksten ' dood, om ons van het eeuwig verderf te redden.
ALLEKH. SAK HAMKAT. 1Slt;)
Gij, Geest Gods! heilige Geest ! met de heiligheid des hemels heiligdet Gij ons, daar wij onrein en onheilig waren. Heilige en drieëenige God ! van ü is, wat wij zijn en hebben ; U /,ij de eer en alle lofprijzing; U alle dank en aanbidding, van eeuwigheid tot eeuwigheid. Amen.
Oonr de eer ander/v/j van het hruod en den wijn.
Verre boven de wereld en menschen verhef ik mijnen geest tot U , eeuwige, almagtige, alontfermende God, om met de stem der reine en zalige geesten de mijne te vereenigen, om U te hiven en te prijzen voor den onmeetbaren rijkdom uwer genade , met welke Gij ons gezegend hebt. Het is waar, ik ben te arm, te gering, om uwen !of en uwe eer naar waarde te verkondigen; maar Gij, toegevende Vader, hoort ook het zwak stamelen uwer onwaardige kinderen, en ziet met welbehagen op den goe-
quot;T-n £ m*
• 1 ] 91) AA \ BI DDI.N fï VAN HET
deu wil van luiune U toegenegene Pj harten! In de volheid van een opregt j ij gevoel waag ik het Ü derhalve aan ijl te roepen : heilig, heilig, heilig is do : Heer aller werelden. Alles, alles verkondigt zijne raagt en heerlijkheid : li eer zij den Vader in hot allerhoog- H stc, en heil, zegen en vrede ons ineuschen : door Jesus Christus, onzen goddelijkfm Middel aar.
w-
Hoilig, onverwoestbaar gedenktee-Icen van eeuwige onbegrijpelijke liefde ! Wie toch knn de eindelooze grootmoedigheid bevatten, met welke I (iods eeuwige Zoon zich tot een bloedig offer voor onze zaligheid overgeeft! lij Onder de consecratie in elke Mis wordt i i ditgedachtenia wederplegtiggevierd; j brood en wijn worden in het lig-eliaani en bloed van mijnen Jesus jï j veranderd; andermaal heeft hetzelfde : plaats, dat op den avond voor het lij j;| lijden van mijnen Verlosser gebeurde Zoo verre, zoo verre ging Jesus liefde jj! tot, den mensch. Ach! ware ik slechts -J
amp;
- - - -----
AT,LEMI. SAKT!AMl.NT. 191 in staat den diepen indruk te gevoelen, welke zich over geheel mijn leven verspreiden moet Koude ik mij zoo geheel 1 oor ü ten offer gever,. Heiland der wereld, gelijk Gij voor mij gedaan hebt! Konde ik zoo beminnen en vergeven, lijden en verduren, ais Gij, Jesus! Gij zijt het ware brood des hemels, de spijs ten eeuwigen leven! Ik geloof i» U met de volle toestemming van mijn hart; wie U gewillig volgt, knn niet dwalen. Gij zilt de waarheid en het leven ; op V vertrouw ik. almagtige Verlosser der Werel!; Gij kunt, Gij wilt mij tot het eeuwig geluk geleiden; in geluk en ongeluk is slechts op U mijne hoop gevestigd , dezelve zal niet verijdeld worden. Jesus! heilig offer voor de zonden der wereld ! ü aanbid ik met het diepste gevoel van eerbied; Gij zijt hier wel verborgen voor mijne oogen, maar levend en tegenwoordig aan mijne ziel; uwe tegenwoordigheid strekke mij tot
! li)3 AAMUDniND VAN HET ij al het goede, ea behoede mij voor '1 al het kwaad! —
Vader der menschen ! zie genadig neder op de kinderlijke bede, welke ik mij veroorloof U voor het welpijn mijner broeders en zusters op te dragen. Uw zegen, Almagtige, | ruste inzonderheid op de U ondergeschikte ledematen der Christelijke ij Kerk; dezelve ruste op hare priesters tot het eeuwig heil hunner on-derlioorigen. Uw zegen vervulle de il gansehe menschheid, al mijne dier- i ; bare nabestaanden, bloedverwanten en bekenden , vrienden en vijanden, i Laat hen allen tot de kennis der I waarheiden tot do getrouwe uitoefening der christelijke deugd, laat hen | tot U en tot den eeuwigen vrede komen. — Ook voor mijne nu reeds verscheidene broeders en zusters stijgen mijne gebeden tut U on , o God, die de God der levenden en der ioo-den zijt! Dat zij eindelijk van hunne vlekken en gebreken gereinigd wor-
ALLERil. SAIvKaMliiNT. 193
dull, welko Ucu uner luiilighoitl , uwer uauuwufo verkeering no^ üii~ waardig maken, en voer hen, ua üe doorgestane beproeving , ten laat=te naar die plaats, waar ïij , in de ge ineenscliap met nwe uitverkooruen , uwe barmhartigheid eu goedheid prijzen en eeuwig zalig zijn.
Geloof, Koop en Liefde.
God! oneindig volko-wju Wezen ! met een onwankelbaar geloof, geioot ik aan uw eeuwig bestaan, aan LT , den eenigen God cn Sehepper ai Ier dingen; aan uwen goddelijken Zoon Jesus Christus, onzen Verlosser; aan God den heiligen Geest , ouzen heiligmaker; aan de onsterfelijkheid der mensehelijke ziel, en aan uwe heilige Kerk. en alles u'at Gij haar geopenbaard, en ons bevolen hebt te ge-looven; want Gij zijl de heiligheid , de liefde en de waarheid zelve.
En daarom, omdat Gij almagtig eu de eeuwige waarheid zei e ziit,
13
194 AANBIDDING VAN HET lii^Z. en uwe beloftcu uooit vergeet, zoo 1 lioop ik met een onbegrensd vertrou- ï wen op de vervulling van alles wat ! Gij beloofd hebt. Verleen mij slechts ||[ uwe genade, opdat ik in ootmoedig- i heid mij zeiven bereide dat te aan- , schouwen, wat geen oog gezien, geen oor gehoord heeft en uooit in een meusehelijk hart is opgekomen, maar wat Gij dengenen bereid hebt, die U beminnen en uwe geboden onderhouden.
Vader! Gij wilt dat wij niet alleen aan U gelooven en op U hopen; Gij wilt en beveelt met regt, dat wij door 1 gehoorzaamheid U trachten welbe-hatcelijk te worden. Niet dat wij uwe geboden zouden onderhouden, uit enkele vrees en schrik voor straf, maar uit opregte, innige, kinderlijke liefde! En hoe zouden wij U ook niet beminnen, daar Gij ous eerst hebt lief gehad, en ons niets beveelt, dan hetgeen bevorderlijk is tot ouze eeuwige gelukzaligheid ; daarom wil ;
LOFZANG TE DEUM LAUUAMÏÏS. 195 !k U bomiuneii, uit geheel mijn hart, uit srchee! mijne ziel, uit al mijne krachten, uit al mijn. verstand , en mijne naasten als mij zelven.
DE LOFZANG Te □ e li ju Lau(Iamus.
U, o (iod, loven wij; U, o Heer,
belijden wij.
U, eeuwige Vader, vereert de geheele aarde.
U roepen alle engelen , alle hemelen,
alle rnagten.
De cherubs en serafs onophoudelijk toe ;
Heilig, heilig, heilig is de Heer, God
der heerscharen I Hemel en aarde zijn vol van de
grootheid uwer glorie ! Het heei-lijk koor der apostelen , üb lofwaardige schaar der profeten. Het glinsterend heer der martelaren, De heilige Kerk belijdt U, door de geheele aarde :
196 ÜE LOFZANG
U, Vader, vanoueiudige heerljjkheid;
Eu uwen hoogverheven, waren en eeuigeu Zoon ;
Alsmede den heiligen Geest , den Trooster.
Christus! Gij zijt de Koning der glorie;
Gij zijt de eeuwige Zoon des Vaders ;
Gij hebt, als Gij om den mensch te verlossen, de meuschiieid zoudt aannemen, den :-clioot eenerMaagd niet geschroomii.
Gij hebt, nadat Gij den prikkel des doods overwonnen hadt, den se-loovigeu het hemelrijk geopend.
Gij zit aan de regterhaud Gods, in de heerlijkheid dos Vaders.
Wij gelooveu, dat Gij als rogter eens zult wederkomrn.
Wij bidden U dau : kom uwe dienaren te hulp, die Gij door nw dierbaar bloed verlost hebt.
Laat lien allen in de eeuwige heerlijkheid onder uwe Heiligen eene plaats bekleeden.
TE DEUM LAUDAMUS. 197
Heer ! behoud uw volk, en zegen uw erfdeel.
Heorfch over hen, en verhef ze tot in eeuwigheid.
Dagelijks loven wij U.
En prijzen wij uwen naam, in eeuwigheid, en in eeuwigheid dor eeuwigheden.
Gelief ons toch, o Heer, heden van alle zonden te bewaren.
Ontferm U onzer; o Heer, ontferm U onzer.
Laat ons, o Heer, uwe barmhartigheid ontwaren, gelijk wij op U gehoopt hebben.
Op ü, o Heer, heb ik gehoopt; in eeuwigheid zal ik niet beschaamd worden.
-lt;Xgt;—
X. I T.^ IDT IE
VAN HET LIJDEN ONZES II KEUEN
JESUS CHRISTUS.
Voor den Vrijdag.
Heer, ontferm U onzer. Christus, ontferm U onzer.
Heer, ontferm U onzer.
Jesiis Christus , hoor ons.
Jesus Christus, verhoor ons. God, hemeische Vader, ontferm onzer.
God Zoon, Verlosser der wereld. God, heilige Geest,
Heilige Drievuldigheid, één God, Jesus, dio nadat Gij den lofzang gezegd hadt, naar den Olijfberg zijt uitgegaan om te bidden , Jesus, die door de levendige voorstelling van uw lijdeu be-
L1TAKIE YAN HET EKZ. 199 naatiwd, bedroefd en Keer beangsd werdt, ontferm U onzer.
Jesus, die U aan den wil des Vaders volkomen onderworpen liebt.
Jesns, die in uwen doodstrijd
water en bloed hebt gezweet, Jesns, die door eenen engel ver
sterkt zijt, P
Jesns, die van Judas door een' s;
kus verraden werdt, §
Jesns, die door geregtfdieuaars 0
met banden gebonden werdt, C. Jesns, die door uwe Leerlingen g
werdt verlaten,
Jesus, die gebonden tot Annas ^
en Caïphas gebragt zijt,
Jesns, die van eenen dieuaar eenen kaakslag hebt ontvangen, Jesns, die door valsehc getuigen
beschuldigd werdt,
Jesus, die, toen Gij getuigenis dor waarheid gaaft, ais een godslasteraar ter dood werdt veroordeeld,
300 LITANIE VAN HET
Jesus, die Petrus, nadat hij U verloochend had , met eenen blik van medelijden en ontferming aangezien en bekeerd hebt, ontferm ü onze1-.
Jesus, dieaan Pilatus, eenen Meiden, zijt overgeleverd,
Jesus, die tot Herodes gezonden,
door hemen zijn volk bespot zijt, Jesus, die achter Bnrrabas gesteld
wordt, C
Jems, die wreedelijk gegeeseld 5;
werdt, quot;
Jesus, die uit spot met eenen pur- ^ peren mantel werdt omhangen , ^ Jesus, die met doornen gekroond 2 werdt, g
Jesus, die in uwe hand een riet quot;■
tot schepter bebt ontvangen,
Jesus, die onschuldig, door de Joden, met een groot geroep tot het kruis geëischt werdt,
Jesus, die door Pilatus tot den schandelijken kruisdood veroordeeld, en aan den wil der
_ I
LIJDEN O VZES HEBK1N. 301 Joden werdt overgegeven, ontferm U on!?er.
Jesn?, die tot het dragen van nw
kruis gedivongen Tverdt,
Jesus, die als een schaap ter slagt-
bank werdt geleid,
Jesus, die onder den last des
kruises bezweken zijt,
Je?us, die van uwe kleederen ont- c
bloot werdt,
Jesus, die naakt aan het kruis ff zijt genageld, E
Jesus, die uwen Vader hebt ge- — beden voor uwe vijanden, 0 Jesus, die met de booswichten °
werdt gelijk gesteld,
Jesus, die aan het kruis gelasterd en bespot werdt,
Jesus, die den boetvaardiger] moordenaar in genade aangenomen, en hom het parad ijs beloofd hebt, Jesus, die uwe Moeder aan den heiligen Joannes hebt bevolen , Jc-us, die aan het kruis geroepen hebt : mijn God ! mijn God '
203 LITANIE VAN HET
waarom hebt Gij mij verlaten ? ontferm U onzer.
Jesus, die in uwen dorst met gal
on edik gelaafd wordt,
Jcsus, die getuigd hebt, dat al wat er van ü geschreven stond, volbragt was,
Jesus, die stervende, uwen geest in de handen uws Vaders hebt bevolen,
Jesus, die uw hoofd buigende, O met een luid geroep den geest jj; hebt gegeven , °
Jesus, door wiens dood de hou- = dordste mau en velen van het ^ volk bekeerd zijn,
Jesus, wiens zijde meteen speer g doorstoken is, ^
Jesus, uit wiens zijde water en
bloed vloeiden,
Jesus, die van het kruis afgenomen en begraven zijt,
Jesus, die na uwen dood zijt nedergedaald ter helle,
Jesus, die ten derden dage van
1
LIJDEN ONZICS HEEREN. 308 den dood zijt verrezen, ontferm ü onzer.
Jesus, die levenden en dooden zult
oordeelen, ontferm ü onzer. Wees genadig, spaar ons, Jesns. Wees genadig , verhoor ons , Jesus. Van alle. kwaad, verlos ons, Jesus. Van alle zonden.
Van eeneu haastigen eu onvoor-
zienen dood.
Van de listen des duivels. Van gramschap, haat en allen
Van pest, hongersnood en oorlog, S Van den eeuwigen dood, g
Door uwen doodstrijd en uw ® bloedig zweet, ^
Door uwe geledens kaakslagen en S
geeseling,
Door uwe doornen kroon.
Door uw kruis en lijden,
Door uwen dorst, uwe tranen en
uwe naaktheid,
Door uwen dood en uwe begrafenis, Door uwe heilige verrijzenis.
204 LITANIE VAN HET
In den daa; des oordeels, verlos ons, Jesns!
Wij zondaars, wij bidden U, verhoor
ons, Jesns!
Bat. Gij ons de vruchten van uwen
kruisdood wilt deelachtig maken, ^ Bat wij de genegenheid bezitten, lt;=;' uw lijden en uwen dood-dikwijls er met dankbaarheid teoverdenken, g; Bat wij do dwaasheid van het g kruis hooger achten, daa alle » ijsheid der wereld ,
Bat wij, eens van de zonde ge- lt; zuiverd zijnde, U, o Jesus, i-niftt weder kruisigen, en ten g spot cu schande maken.
Bat wij door uw kruis de weder- g waardigheden des levens lee- quot; ren verdrag cd , =~
Bat wij o'is vertrouwen altijd op 2 de verdiensten van uw lijden en uwen kruisdood stellen , w-:ardoor wij de verlossing, het leven en de zaligheid bekomen , Bat wij , het voorbeeld van uw
L1JD15N ÜNZEa liEÜKE.N. ^05
lijden ons steeds voor oogen stellende, uwe voetstappen navolgen, wij bidden U, verhoor ons, Jesus !
Dat wij ons vfeescli kruisigen met zijne driften en bt^eerlijkheden, wij bidden U, verhoor ons, Jesus!
Dat wij uit uw lijden loeren kennen lioa aflt;mjsselijk de zonde is, wij bidden ü, verhoor ons, Jesus!
Dat Gij ons door uwen kruisdood wilt troosten en versterken in het uur van onzen dood, wij bidden U, verhoor ons , Jesus!
Dat Gij ons door uwe verdiensten de eeuwige zaligheid wilt doen verwerven, wij bidden U, verhoor ons, Jesus!
LamGiods, dat wegneemt de zonden der wereld , spaar ons, Jesus.
Lain Gods, dat wegneemt de zonden der wereld, verhoor ons, Jesus.
Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld, ontfermUonzer, Jesus.
Heer, ontferm U onzer.
Christus, ontferm U onzer.
30fi LITANIE VAN HET ENZ.
Hoer, ontferm U onzer.
Onze Vader, enz.
Heer, verhoor mijn gebed,
Eu mijn roepen kome tot U.
G E B E 1).
Alma^tige , eeuwige God! die ou-zon Zaligmaker het vleeseh liebt doen aannemen, en den dood .des kruises ondergaan, opdat de mensch het voorbeeld van ziiue ootmoedigheid vol ge : geef geuadisclijk, dut wij naar de lessen zijner lijdzaamheid leven, en doel in zijne verrijzenis verkrijgen : door denzelfden Jesus Christus, onzen Heer. Amen.
Ij I T -A- ISTIE TEll EERE
VAN DE H. MAAGD MARIA.
Voor den Zalurdcuj.
Meer , ontferm U onzer.
Christus, ontferm U onzer.
Heer, ontferm U onzer.
Christus, hoor ons.
Christus, verhoor ons.
God, Vader in den hemel, ontferm U onzer.
God Zoon, Verlosser der wereld,
ontferm U onzer.
God, heilige Geest, ontferm U onzer. Heilige Drievuldigheid , één God ,
ontferm U onzer.
Heilige Maria, zonder vlek ontvangen, bid voor ons.
Heilige Maagd der maagden, bid voor ons.
aü8 L1TAMK MSB tEH-E Moeder vau Christus, bid voor Moeder der goddelijke genade, Alierreinsto moeder, Allerkuisclite moeder, Ougescuoudeue moeder, { Onbevlekte moeder,
; Liefelijke moeder, Verwonderlijke moeder.
Moeder des Selieppcrs,
i Moeder des Zaligmakers, ' Allerwijsste maagd, Vereeringswaardige maagd, Lofwaardige maagd,
i| Magtige maagd,
1 Goedertierene maagd, ! fretrouwe maagd ,
i Spiegel der regtvaardigheid , | Zetel der wijs heid,
ji Oorzaak onzer blijdschap, jij fieestelijk vat.
Eerwaardig vat.
Voortreffelijk vat van godvrueh-jjj tigheid,
jj Geheimzinnige roos,
I Toren van David,
VAN DB H. MAAGD MAItlA. 209 Toren van elpenbeen, bid voor ons. Gulden huis.
Ark des verbonds,
Deur des hemels,
Morgenster,
Behoudenis der krankon,
Toevlugt der zondaren ,
Troosteres der bedrukten, td
Hulp der Christenen,
Koningin der engelen.
Koningin der aartsvaders,
Koningin der profeten,
Koningin der ajjosteleu.
Koningin der martelaren,
Koningin der belMers,
Koningin der maagden ,
Koningin van alle Ueiligeu, Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld, spa r ons. Meer. Lam Gods, dat wegneemt de /.ouden
der wereld, verhoor ons, Heer. Lam Gods, dat wegneemt de zonden
der wereld, ontferm U onzer. Heer, ontferm U onzer.
Christus, ontferm U onzer 14
210 LIT A Mr; TP, 11 EERE Ilcor, óntfenn U ouzer.
J 'sus Christus, hoor ons. ,1'sus Christus, verhoor ons.
Ouzo Vader, enz. Wees gegroet, enz.
Onder mvo bescherming nemen wij « ftoevlugt, heilige Moeder Gods; v.-rsmaad onze gebeden niet in onzen nood, maar verlos ons van alle ge-\a:;r, o roemwaardige en gezegende M.-iagd, onze meesteres, onze voorspreekster; verzoen ons met uwen Z .on, beveel ons aan uwen Zoon, vortocai ons aan uwen Zoon.
v. Bid voor ons, heilige Moeder j Gods!
j; Opdat v ij de beloften van Chris- j! tns waardig worden.
O E I! E 1).
Heer Jesus Christus , die U hebt verwaardigd mensou en zoon des mensehen te vorden; die eene vrouw tot uwe moeder üjj aarde hebt ver koven , Gij die God tot Vader in
VAN BE ir. MAAGD MA 11 TA. SIT
den hemel hadt : wij l)icld(Mi U, gecf dat wij uwe heiiigc maagdelijke Moeder zoo Tereeren, dfit wij hierdoor ook aan U behagen, die met den Yader en den heiligen Geest leeft en heersclit, in alle cenwig-hoid. Amen.
TER EEUE
VAN HET HEILIG HART VAN MARIA.
lieer, ontferm U onzer.
Christus , ontferm U onzer.
Heer, ontferm tj onzer.
Cliristus , hoor ons.
Christus, verhoor ons.
(•!od, hemelsche Vader, ontferm U onzer.
God Zoon, Verlosser der wereld, ontferm U onzer.
(iod, heilige Geest, ontferm U onzer
Heilige Drievuldigheid, één (iod, ontferm U oilier.
Hart van Maria, zonder vlek ontvangen, bid voor ons.
Hart van Maria, vol van genade, bid \oor ons.
Hart van Maria, onder alle harten gezegend . bid voor ons.
' f
L1TAME VAN IIET ENZ. 213 (Ootmoedigste hart van Maria, bid
voor ous.
Zuiverste hart van Maria , Miuuelijkste hart van Maria,
Hart van Maria, heilige rustplaats van de allerheiligste Drievuldigheid,
Hart van Maria, zeer gelijkvormig aan het hart van Jesus,
Hart van Maria, tabernakel van God, mensch geworden op den W dag uwer boodschap, ^
Hart van Maria, mot nieuwe S genaden vervuld in de bezoe- ° king van Elisabeth,
Hart van Maria, woonplaats van S Jesus,
Hart van Maria, overgoten met blijdschap in de geboorte van Jesus,
Hart van Maria, vol van verwondering in de aanbidding der wijzen,
Hart van Maria, om de voorzegging van den heiligen Simoon ,
3l4 LITANIE VAN HET
bij uwe zuivering , doorstoken met hot zwaard van droefheid, bid voor ous.
Mart van Maria, vol van zrg en angst in de viugt naar Egypte, Hart van Maria, bedrukt om bet verlies van Jesus, en wederom verblijd om zijne vinding in den tempel,
Hart van Alalia, bevangen door te; droefheid met dat van Jesns in ^ den hof der Olijven, g
Hart van Maria, wreedelijk ver- S.
sclieurd in zijne geese ing, © Hart van Maria, inwendig met 7 doornen doorstoken bij zijne kroonlug.
Mart van Maria, vol van angst en benaauwdheden in de ontmoeting van Jesus, dragende zijn kruis.
Hart van Maria, deelueiueude in al de pijnen en smarten van Jesus,
Hart van Maria, met Je^us aan
II. HAKT VAN MAUIA. 315 liet kruis genageld, bid '■■ooi' ons.
Hart van Maria, overgoten met droefheid in den dood van Jesiis, Hart van Maria , met Jesus in het
graf geleed,
Hart van Maria, verrezen tot de blijdschap in de verrijzenis van Je^ns,
Hart van Maria, verrukt door liefde in de verschijning vhii Ki den verrezen Jesus,
Hart van Maria, vervuld met g eene onuitsprekelijke vreugde g in de hemelvaart van Jesus, c Hart van Maria, door eeuen nieu 3 wen overvloed van genaden geheiligd in de nederdaling van den heiligen Geest ,
Hart van Maria, boven alle gelukzaligen verheven op den dag uwer hemelvaart,
Hart van Maria, gesteld aan de regterhand van Jesus, in den hemel,
216 LITANIE VAN HET Hart van Maria, toevlugt der zon
daren, bid voor ons.
Hart van Maria , besciierminia; der
rngt vaardigen,
Hart van Maria, wellust der
maagden ,
Hart van Maria, troost der bedrukten ,
Hart van Maria, hoop der stervenden , c Hart van Maria, blijdschap der S
engelen en heiligen.
Lam Gods, dat wegneemt de zouden
der wereld, spaar ons, Jesus. Lam Gods, dat wegneemt de zonden
der wereld, verhoor ons, Jesus. Lam Gods , dat wegneemt de zonden der wereld, ontferm U onzer, Jesus. v. O heilige Maagd! gedoog dat ik ii love.
ii. Geef mij sterkte tegen uwevijauden.
LAAT ONS BIDDEN.
Heilige Maria, Moeder van onzen Heer Jesus Christus, die niemand
—
bd
g
II. IIA UT VAN MA lil A. 217 verlaat noch verstoot : aanzie mij met eea genadig oog; bekom mij, door de verdiensten van uw heilig en onbevlekt Hart, de vergiffenis van al mijne zonden, en maak dat mijn hart gelijkvormig zij aan dat van uwen lieven Zoon Jesus; die met den Vader, in de eenheid des heiligen Geestes, leeft en heerscht, in de eeuwen der eeuwen.
Gebed tot het heilig Hart van Maria.
o Hart van Maria, Moeder van God en onze Moeder ! minnelijkste Hart, voorwerp van het welbehagen der aanbiddelijke Drievuldigheid, waardig van de engelen en van de mensehen geëerd en bemind te worden : Hart, hetwelk zoo gelijkvormig zijt aan dat van Jesus, waarvan gij het volmaaktste afbeeldsel zijt : Hart vol goedheid en zoo medelijdend met onze ellenden! gewaardig onze koude harten te verwarmen; maak dat zij alleenlijk mot het hart van hunnen
j—
318 O li li ED TOT HET
; goddclijkeu Zaligmaker zich bezig honden; stort daarin de liefde uwer deugden ; ontsteek ze door dat zalig | vuur, waardoor het uwe ouophou-delijk gebrand iieeft. Ontvang de heilige Kerk, bewaar haar, wees hare i', zoete schuilplaats, wees haar onverwinbaar schild teu-en allo bestormin- lil i! gen harer vijanden. Wees onze weg, I l|j om tot Jesus te gaan, eu de bron- }| p ader, door welke wij al de genaden :! Ijl ter zaligheid noodig mogen ontvan- j li gen. Wees on^e bijstand in onze ji 5; noodwendigheden, onze steun in | !i kwellingen, on/.e sterkte in de be- jj Is koringen, onze toevlugt in de ver- [ ||| vervolgingen, onze hulp in al,de go- [ ïl varen, maar bijzonderlijk in den j Ij laatsten strijd onzes levens, in het !
uur des doods , als de gansehe hel lii tegen ons ontketend, zal trachiet |l onze zielen te rooven; in dien vree I selijken oogenblik, in dit gevaarlijk jij tijdstip, waarvan, onze eeuwigheid j'l afhangt. Ach! laat ons dan , o zeer
li, HA UT VA ;lt; MAKIA. Üi ü
niediilijdeiido Maagd, do zoetheid van uw moederlijk Hart en de kracht van uw vermogen op dut van Jcsus gewaar worden, met ons, iu die bron van barmhartigheid, eene verzekerde schuilplaats te openen, opdat wij tot Hem liiogen komen, en licui nu t u in den hemel gebenedijden, in al « eeuwen der eeuwen. Amen
Gekend, geloofd, gebeneJijd , bemind, gediend en geroenid zij altijd en overal het goddelijk tlart van Jesus, eu onbevlekt Hart van Maria. Amen.
TOT HET ALLERHEILIGSTE HART VAK JESUS.
Heer , ontferm U onzer. Christus, ontferm U onzer.
Heer, ontferm U onzer.
Christus , hoor om-;.
220 LIÏAMF. TOÏ HET Christus, verboor ons. God, hemelsclie Vader, ontferm onzer.
God Zoon, Verlossei' der wereld. Heilige Geest, waarachtig God, Heilige Drievuldigheid, één God, Hart van Jesus, Zoon van den
eeuwigen Vader,
Hart van Jesus, Zoou van de
maagd Maria,
Hart van Jesus, eigen en waardige woonplaats van den heiligen Geest,
Hart van Jesus, schatkamer van do allerheiligste Drievuldigheid,
Hart van Jesus, glorie en vreugd
der engelen,
Hart van Jesus, oneindig in
majesteit,
Hart van Jesus, voorwerp van
allo liefde,
Allerootmoedigste hart van Jesus, Allerzuiverste hart van Jesus, Allerminnelijkste hart van Jesus ,
ALLERir. HAKT VAN JüSÜS. 331 llart van Jesus, vol vau «egeu eu
genaden, ontferm U onzer.
Hart van Jesns, wellust van hemel
en aarde,
hart van Jesus, licht van geheel
de wereld,
Hart van Jesus , onoverwinnelijke
sterkte tegen onze vijanden,
Hart van Jesus, fontein van alle
Hart vaii Jesus, oorsprong van £ alle goedheid en barmhartig- £' heid, ' S
Hart van Jesus, vol medelijden cr) en teederheid, 0
Hart van Jesus, woonplaats aller S deugden, S.
Hart van Jesus, alle lof en eer
waardig,
Hart van Jesus, aan wieu alle
aanbidding toekomt.
Hart vau Jesus , oneindige afgrond
vau alle henielsche gaven,
Hart van Jesus, zaligheid der-genen die in U hopen.
222 L1TAMB TO! IlilT Hart van Jesus, fontein der spriri-gemlo wateren tot het eeuwig leven, ontferm U onzer.
Hart rnn Jesus,quot; verzoening onzer zonden,
Hart van Jesus, troost van a'.le
bedrukte harten,
Hart van Jesus, hoop dergenen
die in U sterven,
Hart van Jesus, ons leven en
onze verrijzenis.
Hart van Jesus, toevlugt van O
alle zondaren,
ITart van Jesus, met bitterheid 2 voor ons vervuld , 3
Hart van Jesus, met versmaad- cj heden voor ons verzaad, o
Hart van Jesu-, om onze boos- S heden doorwond, r*
Hart van Jeans, om ouzo zaligheid aystorven aan het kruis. Mart van Jesus, met eeae lans
doorstoken,
Hart van Jesus, ie» ii. e. heilige en Godbchaüi-nde o (Ter;; nne
AI.LEIÜI. IIA11 I VA .1 BSCS 233 Hart van Jesus , altaar of hetwelk al de Heiligen opgeofferd worden, ontferm U onzer.
Lam Gods, dat wegneemt de zonden
der wereld, spaar ons, Heer. Lam Gods, dat wegneemt du zonden
der wereld, verhoor ons. Heer. Lam Gods, dat wegneemt de zonden
der wereld , ontferm U onzer. Christus, hoor on?.
Clirisius, verhoor ons.
Heer, ontferm U onzer.
Christus, ontferm U onzer.
Heer ., ontferm IJ onzer.
Onze Vader, enz.
fiE BED.
Heer Jcsas Christus , die U ge-waardigd hebt aan uwe Kerk kenbaar te maken deomiitsprekolijke rijkdommen van uw goddelijk Hart : geef dat wij waardig worden aan de liefde van dit allerheiligste Hart te beantwoorden , en d \ ersniadingen aan hetzelve, door de ondankbaarheid
224 AKTE VAN EK Klit] WIJZING, der menschen aangedaan, door waar- | dige dieustbewijzingen mogen vergoeden. Dit vragen wij U, die leeft j| en heersclit, met den Vaderen den heiligen Geest, in alle eeuwen der |i eeuwen. Amen.
—«M»—
AKTE VAN EERBEWIJZING
Minnelijke en aanbiddelijke Jesus! mijn Zaligmaker en mijn God! die j! door eene vurige en wonderbare :i liefde U tot een slagtoffer in het J hoogwaardig Sakrament des Altaars gegeven hebt : wat droevige gevoelens moeten er ontstaan in uw hei- ji lig Hart, daar Gij in de harten van j. het meeste deel der menschen niets Ij vindt dan versteendheid, vergeten- || heid, ondankbaarheid en verachting. J Het was U dan niet genoeg den | moeijelijksten en pijnlijksten weg verkozen te hebben om onze zalig- ; heid te bewerken! Het was niet
AKTE VAN EEKBEWIJZING. 235 genoeg, U overgegeven te hebben aan zulk eenen wreedon en angstigen doodstrijd , veroorzaakt door het aan-schouwcn onzer zouden, wier last Gij op U genomen hadt : Gij hebt U nog willen blootstellen aan de ergerlijkste versmadingen, die door do boosheid der mensehen en der hel kunnen ■ uitgevonden worden. Met een verootmoedigd hart en eene diepe droefheid, vraag ik duizend en duizendmaal om vergiffenis voor al de ver-| smadingen, die Gij op uwe altaren ontvangen hebt. Ach ! ware het mij gegeven met mijne tranen te bevochtigen, en met mijn bloed af te was-sehen al de plaatsen, waar uw hart versmaad is geweest, en waar men uwe liefde met verachting beloond heeft. Ach , kondeik door eenonieuwe soort van dienstbewijzing, van verootmoediging, van verandering, zoo i vele heiligschennissen en onteeringen herstellen! Ach , mogt ik meester zijn van alle harten der mensehen , 15
326 AKTE VAN EEIUihWI.IZINO. om U dezelve op te offeren, eu aldus : eetiigzins hunne vergetenheid en on- ii gevoeligheid te vergoeden, daar zii U niet hebben willen erkennen , of U gekend hebbende, U zoo weinig bemind hebben!
Maar, o minnelijke Zaligmaker! hetgeen mij bet meeste met schaamte bedekt en waarom ik het diepst'! zucht, is dat ik onder het getal van die ondankbaren ben. Gij , o mijn God ! Gij die het binnenste van mijn hart doorziet, Gij kent de droefheid die ik over mijne ondankbaarheden gevoel; Gij weet dat ik bereid ben daarvoor te doen eu te liideu zooveel in mij is, om die te herstellen. Zie dan , o Heer ! hier ben ik, om van uwe hand te ontvangen, al wat Gij mij ten dien einde zult gelieven op te leggen. Sla en kastijd mij, o Heer ! ik zal de hand die mij zoo regtvaardig kastijdt, zegenen en kussen. Gelukkig zoude ik wezen, indien ik door alle mogelijke pijiii-
LIT. OM EESEN ZALIGEN DOOD. 237 gingea voor zoo velo veïsmadingeu ueuigzins voldoeu koude. Maar in ■ | die» ik die genado nier. verdiuu, neem teuminste aan de opregte be-! genrte die ik daartoe heb, ea geef eene volle kracht aan het voornemen, hetgeen ik maak, van nooit iets te vergeten, om U, o mijn Zaagmaker, te beminnen en te eeren in het aanbiddelijk Sakrament des Altaars. Amen.
LITANIE
om eenen zaligen, dood.
::: Pi us VII heeft, bij rescript van 12 Mei IS03, verleend, honderd dagen aflaat, te verdienen eenmaal daags, door alle geloovigen, die met een rouwmoedig hart deze Litanie zullen bidden, om de goddelijke hulp voor liet uiterste huns levens al te smeeken; en een vollen aflaat, aan degenen die dezelve alle dagen, gedurende eene maand lezen, mits te biechten en te communiceren op eenen dag naar verkiezing, binnen dezelfde maand, en eene kerk
228 LITANIE
oi' openbare bidplaats bezoekende, en aldaar (e bidden volgens de intentie van den Paus. Leo XII heeft den 11 Augustus 1824- deze allaten op nieuw voor eeuwig verleend.
Heer Jesus! God van goedheid en Vader van barmhartigheid ! ik ver-: schijn voor U, met een vernederd, vermorzeld en ontsteld hart; ik bc-:: veel IJ mijn laatste uur eu al wat mij na hetzelve afwacht.
Als mijne koude en onbeweegbare voeten mij zullen verwittigen dat mijn wandel op deze aarde gaat eindigen ; barmhartige Jesus , ont-; ferm ü dan mijner.
Als mijne bevende en zwakke handen ü niet meer kunnen vasthouden, maar het krucifix tegen dank op hot bed mijns lijdens zullen i|| laten vallen ; barmhartige Jesus, ontferm U dan mijnor.
Als mijne verduisterde en gebroken e oogen, van angst voor den naderenden dood, zich stervende tot U zullen wenden; barmhartige Jesus , ontferm U dan mijner.
O.M EENEN ZALIGEN DOOD. 229 Als mijne bevende koude lippen voor de laatste maal uwen aanbid-delijken naam zullen noemen ; barmhartige Jesus, ontferm U dau mijner. :
Als mijne wangen, verbleekt en loodverwig, aan hen die mijn »teri:'-bed omringen, medelijden en afschrik | ünüen inboezemen; en als mijne haren, van doodzweet doortrokken , !j zich op mijn hoofd oprigtende, mijn aanstaande einde zullen aankondigen; barmhartige Jesus, ontferm U dan mijner.
Als mijne ooren zich voor altijd aan de taal der menschen gaan sluiten, en zich zullen openen om naar de stem te luisteren die het onherroepelijk vonnis zal uitspreken, ; waardoor mijn lot voor alle eeuwigheid zal vastgesteld worden; bann-hartige Jesus , ontfi rm U dau mijner.
Als mijiu! inbeelding, door schrik- !; kelijke en verbazende verschijnsels ontsteld, in doodelijke droefheid zai liggen; en als mijn geest, op het |;
: 230 LITANIE
aanschouwen mijner zonden ontrast, l'l en van augst voor uwe regtvaardig-i heid bevangen, niet den engel der li duisternissen zal s-trijden, die mij het 1 troosteiijk betrouwen zal trachten te ■ benemen, en mij in de wanhoop zal i trachten te storten; barmhartige ij Jcsns, ontferm U dan mijner.
Als mijn zwak hart, door de smart der krankheid benaauwd, door de vrees voor den dood bevangen , en ' door den strijd tegen de vijanden mijner zaligheid, van krachten zal uitgeput zijn; barmhartige Jesus, ontferm U da'i mijner.
Ais do laatste tranen, do voor j teekenen mijns doods, uit de oogen zullen vineijen, neem dan dezelve, voor eene bootofferande aan, opdat ik als een slagtoffer dor boetvaar-| digheid moge sterven; in dien ang-stigen oogenblik, barmhartige Jcsus, i ontferm U dan mijner.
Als mijne bloedverwanten en vrienden rondom mij zullen staan, en
OM EENEN ZALIGEN DOOD. 231 met oen tocder medelijden over mijnen ellendigen staat U voor mij zullen aanroepen; barmhartige Jesus, out-f'erm U dan mijner.
Als ik het gebruik mijner zinnen zal verloren hebben; als de gansche wereld voor mij zal verdwenen zijn , en ik in de benaauwdheid van den laatsten strijd en van de pijnen des doods zal zuchten; barmhartige Jesus , ontferm TJ dan mijner.
A's de laatste ademtochten mijne ziel zullen dwingen, zich van mijn ligehaam te scheideu, neem dezelve aan als ver/.uchtingen van een heilig ongeduldig verlangen om tot ü te gaan; barmhartige Jesus, ontferm U dan mijner.
Ais mijne zie' , reeds op mijne lippen zwevende, van deze wereld voor altijd zal afscheid nemen, en mijn ligehaam koud zonder leven zal achterlaten, ontvang dan de vernietiging van mijn aardsch ieven, als een toeken van vereering en erken-
333 LIT. OM EENEN ZALIGEN DOOi). tenis uwer opperste Majesteit; barmhartige Jesus, ontferm ü dau mijner.
Als ten laatste mijne ziel voor U zal verschijnen, en voor de eerste maal den onsterfelijkea luister uwer heerlijkheid zal aanschouwen, verwerp haar dan niet van uw aanschijn, maar gewaardig mij iu den minnelijken schoot uwer barmhartigheid te ontvangen, opdat ik eeuwig uwen lof moge zingen; barmhartige Jesus , ontferm U dan mijner.
GEBED.
6 God, die , ons ter dood veroor-deelende, het ooger.blik en uur verborgen houdt: maak dat ik , al de dagen mijns levens in regtvaardigheid en heiligheid overbrengende, moge verdienen van in uwe heilige liefde dezo wereld te verlaten. Door de verdiensten van onzen Heer Jesus Christus, die motUleeft en heerscht, iu du eenheid des heiligen Geestes. Amen.
Xj X T -A. XsT I IB
■vali alle HHneilig-eaa.
Heer , ontferm U ouzer.
Christus, ontferm U onzer.
Heer, ontferm U onzer.
Christus, hoor ons.
Christus, verhoor ons. Cod, hemelsche Vader, ontf. U on-4er God Zoon, Verlosser der wereld
ontferm U onzer.
God, heilige Geest, ontferm U onzer Heilige Drievuldigheid, één God
ontferm U onzer.
Heilige Maria, bid voor ons. Heilige Moeder Gods , fc
Heilige Maagd der maagden, quot; H. Michael, i
H. llaphiië!,
Allo heiiige engelen en aarts- p engelen,
334 LITANIE
Alle heilige kooren der zalige geesten ,
bidt voor ons.
Heilige Joannes do dooper,
Heilige Josef,
Alle heilige aartsvaders en profeten,
H. |
Petrus, |
11. |
Panlus, |
H. |
Andreas, |
H. |
Jacobus, |
11. |
Joannes, |
H. |
Thomas, |
H. |
Jacobus, |
li. |
Philippns, |
13. |
Bartliolomeus |
H. |
Mattlieus, |
H. |
Simon , |
H. |
Thadeus, |
H. |
Matthias, |
H. |
Barnabas, |
H. |
Lucas, |
H. |
Marcus, |
Alle heilige apostelen en evangelisten ,
Alie li eilige leerlingen des Heeren, A l ie. heilige onnoozele kinderen ,
VAN ALLE HEILIGEN.
H. Stephanus, bid voor ons.
!1. Lnuventius ,
li. Vin een tins ,
li. Fabianus en S;bastiaTms,
ci. Joannes en Paulus,
Tl. Co-raas ets Damiauus,
5-1. S'jrvatiut en Protas'us ,
Alle heilige Martelaars,
H. Sylvester,
li. Gregorias.
11. Ambrosius,
H. Augustinvis,
11, Hieronyimis,
li. Martinus,
H. Nicolaas,
Alle heilige bissiijoppea eu bi iijders,
Alle heilige leeraren rier Kerk H. Antonius,
H. Beaedietus,
H. Bernardus,
H. Dovüinieus,
H. Franeisous,
Alle heilige priesters en lev ten
336 LITANIE
Alle heilige monniken en kluizenaars,
bidt voor ons.
Heilige Maria Magdalena, li. Agatha,
11. Agnes,
H. Catharina,
Alle heilige maagden en weduwen, 7 Alle lieve Heiligen Gods,
Wees genadig, spaar ons. Heer. Wees genadig , verhoor ons, Heer. Van alle zonden, verlos ons. Heer. Van uwe gramschap.
Van een haastigen en onvoor-
Van de listen des duivels, b..
Van gramschap, haat en allcu •-kwaden wil, o
Van deu «nscst der ouknischheid, .ƒ■ Van bliksem en onweder, _
Van den eeuwigen dood ,
Hoor het geheim uwer meuhcli- quot;• wordintr,
VAN ALLE HEILIGEN. 2-37 Door uwe komst, verlos ons, Heer. I)oor uwe geboorte,
Door uw doopsel en beilig vasten, -lt;! Door uw kruis en lijden,
Door uwen dood en uwe begra- ° fenis, o
Door uwe heilige verrijzenis, j» Door uwe wonderbare hemel- w vaart,
Door de komst van den heiligen v-
Geest, den Vertrooster,
In den dag des oordeels, Wij zondaars, wij bidden ü, verhoor ons,
Dat gij ons wilt sparen, ^
Dat Gij ons onze zonden kwijt- — scheldt,
Dat Gij ons tot eene ware boet- 2 vaardigheid wilt geleiden, ^ Dat Gij uwe heilige Kerk wilt
besturen en beschermen,
Dat Gij den Paus en alle kerke- 5* lijke overheden in de heilige g Godsdienst wilt bewaren , o Dat Gij de vijanden der heilige S
LITANIE
Kerk wilt vernederen , wij bidd U, verhoor ous.
Dat Gij den christen, koningen en vorston vrede en eend ragt wilt geven,
Dat Gij aan de geheele christenheid vrede en ware eenigheid wilt verleenen,
Dat Gij ons in uwe heilige dienst
wilt versterken eu bewaren, Dat Gij onze gemoederea tot he-melsche begeerten wiltopwekken, Dat Gij al onze weldoeners met de eeuwige goederen wilt vergelden ,
Dat Gij onze zielen , en do zielen onzer broeders, vrienden eu weldoeners, voor de eeuwige verdoemenis wilt behoeden , Dat Gij ons de vruchten der aarde
wilt geven en bewaren,
Dat Gij alle overledene geloovigen
de eeuwige rust wilt geven, Dat Gij ons gebed wilt verhoeren, Zoon Gods,
23S
VAN ALJjK HlSlLlGfiN. 230
Lam Gods, dat wegneemt de zonden. der wereld, spaar ons, Heer.
Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld, verhoor ons, Heer.
Lam Gods, dat wegneemt dc zouden der wereld, ontferm U onzer.
Christus, hoor ons.
Christus, verhoor ons.
Heer, ontferm U onzer.
Christus , ontferm U ouzer.
'leer, ontferm L onzer.
Onze Vader, enz.
Eu leid ons niet in bekoring.
Maar verlos ons van den kwade. Amen.
PSALM LXIX.
O God! !et op mijne hulp.
Heer ! haast U om mij fe helpen.
Dat zij beschaamd en bevreesd worden , die mijne zie! zoeken.
Dat zij terugwijken en zich schamen, die mij kwaad willen.
Dat zij schielijk met schaamte te-rugkeeren , die met mijne verdrukking den spot drijven.
LITANIE
Dat zicli in U verheugen cn verblijden allen, die TJ zoeken; en dat zij, die uw heil beminnen, altijd zeggen: de Heer zij grootelijks geprezen.
Doch ik ben behoeftig en arm,
O God! help mij.
AVantGij zijtmijn IIelpor en Verlosser. 1
O Heer! vertoef niet.
Eere zij den Vader, en den Zoon , cn
den heiligen Geest,
Geiijk in het begin, en nu cn altijd, !
en in eeuwigheid. Amen.
v. Maak uwe dienaars zalig,
r. Mijn God! die in U hopen, v. Heer! wees ons een sterke toren ,, ïi. Tegen onze vijanden.
v. Dat de vijand niets tegen ons ver moge,
li. En dat de zoon der boosheid ons
geen nadeel aanbrenge.
v. Heer! doe ons niet naar onxe zonden,
r. En vergeld ons niet naar onze boosheden.
240
VAN AIXK IIEILTGEN. 341 Lant ons bidden voor ouzen Paus N.
De Heer behoede hem, spare hem iu het leven, make hem zalisï op aarde, en levere hem niet aan deu den wil zijner vijanden.
Laat ons bidden voor onze weldoeners.
Heer! gewaardig U, a'len die ons goed doen, om nws naams wil, met het eeuwige leven te vergelden. Amen.
Laat ons bidden voor de geloo 'igen, die overleden zijn.
Heer! geef hun de eeuwige rust, eh liet eeuwige licht verlichte hen. Laat hen in vrede rusten.
Amen.
Voor onze broeders, die afwezig zijn.
Mijn God ! maak uwe dienaars zali^r, die in U hopen.
Zend hun hulp uit uw heiligdom, En uit Sion bescherm hen.
Meer! verhoor mijn «rebed.
16
243 LITANIE
K. En mijn geroep kome tot U.
o God, wien bet eigen is altijd barmhartig te zijn en te sparen; neem aan ons ootmoedig gebed, opdat wij, en al uwe dienaars die met de ketenen der zouden gebonden zijn , door de ontferming uwer goedheid genadig ontbonden worden.
Wij bidden U, Heer, verhoor de gebeden der ootmoedigen , eu spaar, degenen die hunne zonden belij den, opdat wij tevens vergeving eu vrede van uwe goedheid verkrijgen mogen.
Heer! bewijs ons genadig uwe onuitsprekelijke barmhartigheid: dut Gij ons van alle zonden vrijmaakt, eu daarbij de stratFen kwijtscheldt, die wij voor dezelve verdiend hebben.
ó God, die door de zonde belee-digd, eu door de boetvaardigheid verzoend wordt ; sla een genadig oog op de geleden vau uw volk, dat zieh voor U nederworpt, en wend do geeselen uwer gramschap
VAN ALLE HEILIGE.V. 2-13 van ous af, die wij voor 01120 zon- I den verdienen.
Aimagtige, eeuwige God ! ontferm U over uwen dienaar, onzen Paus N en geleid bom volgens uwe goeder-tierenheid op den weg dos eeuwigen levens, opdat hij door uwe hulp be-geere wat U behaagt, en het ook met li alle kracht volbrenge.
ó God, van wien de. heilige begeerten , de goede voornemens en alle | regtvaardige werken voortkomen: geef uwen dienaren den vrede, dien de wereld niet geven kan; ten einde j onze harten, uwer geboden toege- |lt daan, en wij geenen vijand nu er : vreezeude, de tijden door uwe bescherming vreedzaam zijn mogen.
ó Heer! ontvonk onze nieren en harten door het vuur des heiligen Geestes, opdat wij U met een zuiver ligehaam dienen, en met een rein hart behagen. .
6 God! Schepper en Verlosser uui allo geloovigen! verleen aan de zielen
344 LITANIE VAN ALLE HEILIGEN, uwer dienaren en dienaressen verlt;re-ving van alle zonden , ten einde zij de kwijtschelding, naar welke zii altoos verlangd hebben, door godvruchtige smeekiagen mogen verwerven.
Wij bidden TJ, o Heer, voorkom al onze werken door den invloed uwer genade, en voltrek ze door uwe medewerking, zoodat al ons bidden en werken altijd van U beginne, en, begonnen, door U voltrokken worde.
Almagtige eeuwige God, die over levenden en dooden heersebt, en U ontfermt U over allen, die (iij voorweet dut door het geloot' eB de wer-iij ken do uwen zulien wezen ; wij bid-:! den U ootmoedig, dat zij voor welke wij onze gebeden storten, hetzij dat zij |i nog in het leven of reeds overleden :| zijn , door de voorspraak van al uwe • Heiligen, en door uwe genade, ver-j! gift'enis van al hunne zonden verwerven. Door Jesns Christus, uwen Zoon, onzen lieer, die met U leeft
LITANIE VAN DEN II. JOSEF. 245 eu iiecrsclit, in dc eenheid des iici-ügeii Geestes, God , in aile eeuwen der eeuwen. Amen.
y. De almagtigo en barmhartige i Heer verhoore on?.
it. Amen.
v. Dat dc geloovige zielen door 1; Gods barmhartigheid in vrede ruston. k. Amen.
Xj IT .A. jsriiB ter eerc
u n n il c n fi c i t i g c n ï u s c f.
-
Heer, ontferm U onzer.
Christus, ontferm U onzer.
Heer, ontferm U onzer.
Christus , hoor ons.
Christus, verhoor ons.
God, hemeisehe Vader, ontferm U j! onzer.
240) LITANIE TER EE11E
God Zoon, Verlosser dor wereld, ontferm U onzer.
God, heilige Geest, ontferm U onzer. Heilige Urievuldiglieid, ééu God,
ontferm U onzer.
Heilige Maria, bid voor ons. Heilige Moeder Gods,
Heilige Maagd der maagden, H. Josef,
Voedstervader van .Tesns,
Bruidegom van Maria,
Eegtvaardige man ,
Man naar Gods hart.
Getrouwe en voorzigtige huis- W vader, ^
Besehermer der zuiverheid van g Maria, 2.
Die de mensehwording dos eeu- o wigen Woords door de god de- S lijke openbaring vernomen hebt, Die met de maagd Maria naar
Bethlehem zijt gereisd, Die waardig geacht zijtde geboorte
van Christus bij te wonen, Die met Maria liet kind Jesus in
VAN DEN' II. JOZEF. 247 duu tempel liebt opgeofferd, bid voor ons.
Die op liet bevel des engels met het kind en de Moeder naar Egypte gevlugt zijt,
Die na den dood van Ilerodes naar het land van Israël wedergekeerd zijt, g Die met Maria, het verloren kind ^ Jesus vol van droefheid gszocht c hebt, £ Die Jesns tusschen de leeraren o met blijdschap gevonden hebt, j» Aan wien de Heer der Heeren
onderdanig is geweest,
Algemeene voorspreker in allen nood ,
Eijzondere patroon der sterven-d en,
Lam Gods, dat wegneemt do zonden
der wereld, spaar ons, Heer. Lam Gods, dat wegneemt de zonden
der wereld, verhoor ons. Heer. Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld , ontferm U onzer.
I 248 LITANIE VAN DEN H. JOdEF. !j Heer, ontferm U onzer.
!|j Christus, ontferm IT onzer.
ij Heer, ontferm Ü onzer.
Ijj Christus, hoor ons.
j'l Christus, verlioor ons.
Onze Vader, enz.
G E R J; D.
I ijj
Wij bidden U, o Heer, dat wij :: door de verdiensten van den .Brui-ij degom van uwe allerheiligste Moe-j'i der geholpen mog'on worden, opdat ||| door zijne voorspraak ons gegeven worde, hetgeen wij door ons zeiven niet kunnen bekomen; die leeft en heerscht, in alle eeuwen. Amen,
L I T A N I E
VAN 1IH
HEILIGE lïIRRTELAARS UflN GORCUffl Vifier feestdag' gevierd wordt den 9 .luiij.
Heer, ontferm U onzer.
Christus , ontferm U onzer.
j| Heer, ontferm U onzer.
Christus, hoor ons.
Christus, verhoor ons. God, hemelsehe Vader, ontferm U onzer.
God Zoon, Verlosser der wereld, ontferm U onzer.
Ij God, heilige Geest, ontferm U onzer, i Heilige Drievuldigheid, één God, ontferm U onzer.
Heilige Maria, bid voor ons. ij Heilige Moeder Gods, bid voor ons !i Koningin der Martelaren, bid voor ons.
Heilige Martelaars van Goreum,
250 LIT AKI E VAN DE HEILIGE
negentien iu getal, bidt voor ons.
Heilige Martelaren, Leonardus en Nicolaas, pastoors vau Gor-cnm , met de drie andere wereldlijke priesters,
Adrianus en Jaeobus, kloosterlingen van Premonstreit, Joannes, vau de orde van den H. Dominicus ,
c Nieolaas, gardiaan, en Hier-
onymus, viearus, met uwe ë -r negen medebroeders van het amp; ^ klooster van den H. Fran- g g ciscns, te Gorcum, g
o Die voor geene pijnen noch c ■J~P dood do vervulling uwer S -3 pligten naliet,
— Die een ieder kloekmoedig vermaan det om standvastig in het geloof te blijven, Die. gevangen zijnde, geworpen werdt in eenen walgelijken kerker,
Die van de soldaten ojj ver-
MAKTJiLAAKS VAN GOliCUM. 251 scheidene mauieron ire!;weld, bespot, geslnjren cn gepijnigd zijt geweest, bid voor on?.
Heilige Martelaren, die men een geladen pistool voor den itsond bield, tenrijl u gevraagd werd of gij bereid waart voor liet geloof te sterven, Die kloekmoedig een bevestigend antwoordt gaatt, cn in afwachting des doods xiit-h riept; I/eer ! in mee handen g--3 beveel ik mijnen geest, quot;K ])ie gesleept, geslagen en ? ^ met een koord omhoog ge-P trokken werdt en half dood g ■Jf- zijt blijven hangen, ;/;
'3 Die daarna nog kloekmoediger S dan te voren de anderen aangemoedigd hebt,
Die met brandende kaarsen, het aaugezigt _. mond, ooren en neusnaten verbrand zijt geweest,
Die na vele bespottingen.
)5ö2 LlïAiSjli VAN dk HEILIGü
slagen cu versmadimc, half naakt in ccne schuit tc 1) a-drecht aau-kwaamt, bin voor ons.
Heilige Martolarcn, die voor geld ten toon gesteld, bespot wordt van groot en klein,
Die in don. Briel gekomen, wederom ve!o bespottingen van het volk onderstond ,
J, Die niet ophield tussehen sla-
gen en schimp voor uwe y ■e vijauden te bidden,
Die de graaf in zijne razernij ^ ^ zeldzame dieren, verraders g bc en afgodisten noemde ,
rp Die volgens zijn gebod, met § een vaandel spotgewijze rond eene galg geleid werdt, Die twee aan twee, tussehen vele slagen en lasteringen,' spotsgewijzein do stad rondgeleid werdt,
Voorafgegaan door den beul dragende het vaan,
MAKTELAAES VAN OORCUM. 253 Heilige Martelaren, die men mat slijk naar het koofd wierp, bidt voor ons.
Die daarna, zonder iets genuttigd te hebben, in eenen walgelijken kerker geworpen werdt,
Die men door honger, dorst en andere kwellingen beproefde , om u van het ge-S loof af te trekken,
is Die, op het stadhuis goko- 2 S men, uw geloof in de we-kS zenlijke tegenwoordigheid g , van Jesus Christus in het °
h .se allerheiligste Sakrament o ^ des Altaare onwankelbaar S K beleden hebt,
Dia na deze moedige belijdenis, terstond veroordeeld werdt,
ïewijl het volk hen eenparig riep : hangt hen, hanyt hen. Die twee aan twee uit de stad geleid , elkander tot den
i 354 LITANIE VAN DS HEILIGE
marteldood aanmocdigdet, zeg- jij gende : lieden zullen wy niet God en het Lam uns lerhengen , bidt voor ons.
Heilige Martelaren, die, naakt in eene schuur opgehangen werdt. Die biddend en uwen strijd aan God bevelend, kloekmoedig voor het geloof gestorven zijt,
a Die na uwen dood, onmen- _ H schelijk mishandeld zijt ge- S; quot;H weest, quot;
g Die, zegepralend over de pij- c ^5 nen, uwe kleederen gewas-.j schen hebt iu het Dloed g des Lams, y
'3 Die nu zijt voor den troon van God, Hem dienende dag en nacht,
Die, na uwen dood , u vertoond hebt, met witte kleedereu en gouden kroonen op het hooi'd, in eenen wonderlijken glans,
MAKT EL AARS VAN GOitCÜAI. 335 Heilige Martelaren, die volo wonderen gewrocht kebt, bidt voor ons. Heilige Martelaren, allerldoiikste voorstanders van Jesus Christus ,
Heilige Martelaren, beschermers S van het Eoomsch 'Katholiek «-Geloof, g
Heilige Martelaren, levende offer- B, anden Gods, o
Heilige Martelaren, luister van S
den geestelijken staat,
Heilige Martelaren, toevlugt dei-
lijdenden,
Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld , spaar ons, Heer. Liim Gods, dat wegneemt de zonden
der wereld, verhoor ous, Heer. Lam Gods, dat wegneemt de zonden
der wereld, ontferm Uonzer. Christus, hoor ons.
Christus, verhoor ons.
Onze Vader, enz,
v. Bidt voor ons, Heilige Martelaars van Gorcum.
356 LITAKIS VAN DE ENZ.
k Opdat wij u in de belijdenis des geloofs mogen navolgen.
GEBED.
6 God, die ons in uwe heilige Martelaren Lconardus eu zijne gezellen een voorbeeld gegeven hebt, om ons te leeren ons nooit voor liet geloof te schamen, maar het integendeel moedig to belijden, en voor do waarheid tot den dood toe te strijden ; geef ons de genade welke (Jij hnn gegeven hebt, en wij zullen hunne voetstappen met ijver volgen. Door onzen Heer Jesus Christus, die met l) leeft en heersciit, in de eenheid van (lod den heiligen Geest, in alle eeuwen der eeuwen. Amen.
— ■
U I T .A. 3Sr I 33
TE a EE RE VAN DEN
J1 Jiloijsius lie ©onJ(igna.
Door Z. H. Benedictus XIII, tot voorbeeld en Beschermheilige aan de christelijke en stu -derende jeugd gegeven.
Heer , ontferm U onzer.
Ciiristus, ontferm U onzer.
Heer, ontferm U onzer.
Christus, hoor ons.
Christus, verhoor ons. God, hemelsche Vader, ontferm U onzer.
God Zoon, Verlosser der wereld,
ontferm ü onzer.
God, heilige Geest, ontferm ü onzer. Heilige Drievuldigheid , één God ,
ontferm U onzer.
Heilige Maria, Moeder en beseherm-ster van den H. Aloysius, bid
voor ons.
17
238 LITANIE TEH EKHE VAN DEN
H. Aloysius dc Gonzagua, bid voor ons. H. Aloysius, verrijkt door de zegeningen des Heeren,
H. Aloysius, vervuld met den heiligen Geest,
H. Aloysius, zeer waardige belijder van Jesus Christus, H. Aloysius, zeer godvruchtige aanbidder van het allerheiligste Sakrament des altaars, H. Aloysius, getrouwe dienaar g der heilige Moeder Gods, ^ H. Aloysius, edelmoedige verach- 2 ter van de wellusten dezer ° wereld, o
H. Aloysius, voorbeeld van het
volmaakte leven,
H. Aloysius, voorbeeld van ootmoedigheid ,
H. Aloysius, beminnaar der armoede ,
li. Aloysius, volmaakt in gehoorzaamheid ,
H. Aloysius, wonderbaar in verduldigheid,
H. AL0YS1US DE GONZAOUA. 359 H Aloysins, zeer magtig in den
lierael, bid voor ons.
1L Aloysius , verdrijver der liel-
sehe geesten,
H. Aloysius, eer en luister der jeugd,
H. Aloysius, beschermheilige der
studerende jeugd,
H. Aloysius, navolger van het
H. Aloysius, spiegel der maagden, ^ H. Aloysius, zeer zoetaardige ver- 3 trooster der bedrukten, °
li. Aloysius, zeer zekere gene- o zing der kranken , m
H. Aloysius, luister en sieraad dor
Societeit van Jesus,
H- Aloysius, klaarblinkend licht
der heilige Kerk,
H. Aloysius, vermaard door menigvuldige wonderen,
Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld, spaar ons, Heer. Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld, verhoor ons. Heer.
2(10 LITANIE TER EERE VAN BEN Lam Gods, dat wegneemt de zondeu
der wereld, ontfemj Uonzer. Christus, hoor ons.
Christus, verhoor ons.
Heer, ontferm U onzer.
Christus , ontferm U onzer.
Heer, ontferm Ij onzer.
Bid voor ons, H. Aloysms,
Opdat wij der beloften van Christus waardig worden.
LAAT ONS BIDDEN.
God, uitdeeler der hemelsche gaven, die in den engelachtigen jongeling' Aloysms eene wonderbare onschuld vau leven met eene gelijke boetpleging gepaard hebt : vergun ons, door zijne verdiensten en gebeden , dat wij, die hom in zijne onschuld niet gevolgd, hebben , hem ten minste in zijne boetvaardigheid navolgen. Door Christus, onzen Heer. Amen.
H, aLOYSIUS de gonzagua. 361
Gebed ter eere van den H. Aloysius, om de zuiverheid te bewaren.
ö Gelukzalige Aloysius, wiens levou ! meer hemelscli dan aardsch geweest is : ; ;| aan uwe bescherming beveel ik, hoe ï onwaardig ik ook zij, do zuiverheid van i|| mijne ziel en van mijn ligchaam. Ik | smeek u, door uwe engelachtige zuiver- • heid, mij aan Jesus Christus, het Lam zonder vlek, en aan zijne heilige Moeder, de Maagd der maagden aLii tc bevelen. Behoed mij voor alle doodzonden ; als gij ziet dat ik in bekoring of ' gevaar ben van te zondigen, verwijder dan van mij die onzuivere gedachten en genegenheden. Doe mij denken aan de ï eeuwigheiden aan Jesus Christus den Gekruiste, en druk diep in mijn hart j een levendig gevoelen der vreeze e Gods;dat de goddeliji.e liefd • mij uwe deugden doe navolgen, opdat ik ver-diene deelgenoot te worden aan uw e l blijdschap in den hemel. Amen.
Onze Vader. Wees sesiroet, enz.
hetwelk men gedurende dertig dagen kan bid-Hen, ter eere van liet lijden van onzen Fleer Jesus Cli rist us en van de heilige maagd Maria , zijne moadér, om voor zichzelvcn of voor anderen de genaden en geestelijke oiquot; tijdelijke vertroostingen le. bekomen, welke men noodig heeft
Heilige Maria, Maagd der maag den, moeder der genaden, moeder van barmhartigheid en vaste hooj. der bedrukten! door de droefheid , die iiu'e ziel doorgriefde, toen uw ecuige Zoon, onze Heer Jesns Christus , de schanddood des kruises on derging ; door de kinderlijke liefde , welke hem niet medelijden op uwe smarten deed nederzien; door de aorg welke Hij tot u droeg, om u al stervende aan zijneii welbeminden Leerling, den erfgenaam van zijne gevoelens voorn, te bevelen: wees gevoelig en sta mij bij in de pijnen, smar-
GEBED VAN DERTIG DAGEN. 263 ten, krankheden, ellenden en treu-: rige nooden, waarin ik mij bevind, ü, verzekerde schuilplaats der onge lukkigen 1 o zoete troost der bedrukte zielen! o liefdadige verlosserea der-j genen, die m gevaar of lijden zijn! | aanzie de tranen , welke mij mijne rampen, die ik om mijne zonden lij-doen moet, doen vloeijen. In de on- rji | rusten verlegenheid, waarin ik go- gt;1 ; dompeld bon, tot wie anders zal ik 1 I mijne toevlugt nemen dan tot u, j ; magti^e beschermster. Moeder van deu Zaligmaker der wereld en herstelster van de rampen , die het menschdom kwellen! Ach, heilige Maagd! aanhoor het ootmoedig en aaulioudend gebed, hetwelk ik tot u ;| omhoog zend, met, die teederheid, i || welke u eigen is.
ik verzoek uwen bijstand, door 1 de ingewanden der barmhartigheid ij van Jesus, uwenaanbiddelijken Zoon ; door de naauwe vereoniging, welke jj ! Hij met de menschelijke natuur heeft j|
1 364 GEBED VAN
■i aangegaan, toen Plij, bekleed met ; onze sterfelijkbeid, zicli gewaarfligd lieelt in uvyen zuiveren schoot te | rusten, uit u geboren :s, om onder ij ons te wonen; door do vrees, hüt 4 verdriet en de droe.flieid ; door den wreeden doodangst, welken die god-: delijke Zaligmaker in den hof van Olijven geleden heeft, toon Hij, zy-nen Vader smeekende om Hem v; n de bitterheden zijns lijdens te verlossen , zich nogtans met eene vol- | komene overgeving aan zijnen heiligen wil onderwierp; door de kloek-moedige trouwheid, waarmede gij Hem tot den dood gevolgd hebt; ] i| door de uitdrukkelijke smarten, u !! door den smaad, de pijnigingen , en al wat Hij van de woede 'ijuer v;i anden te lijden had, veroorzaakt; !|j door de banden, waarmede ram Hem ij gebonden heeft; door zijne vcrclnldi^: :j lieid en ziju stilzwijgen te midd n der mishandelingen; door de wreeie 1 geeseling en ontelbare wonden, jjjaar-
DEBTIG DAGEN. 365
mede wjn ligchaam overdekt werd; door de doornen kroon die zijn hoofd doorboorde; door de gal en den azijn wanrmedfi Hij gelaafd werd; door het kruis waarmede men Hem beladen heeft; door de nagelen waar mede men Hem a,.n lietzeh'e gehecht heeft; door de beschimpingen en pijnigingen die Hij er aan geleden heeft; door de 'fins die zijne zijdo geopend heeft; door het bloed eu water dat er uit gevlooid , en voor ons eene bron van genade geworden is ; door de barmhartigheid welke Jesus aan den boetvaardigen moor denaar getoond heeft; door de goddelijke woorden , welke rtij te midden zijner smarten aan zijnen h ■ nelschen Vader wendde : Vader! vergeef 1.1 hm , wa.nl zij weten niet wat zij doen; en door deze, die zijua offurando eindigden : mijn God! mijn God! waar om hebt Gij mij verlaten ? Het is volbragt!. Vader! in uwe hmden beveelJ/f mijnen geest; door do won-
266 GEBED VAN
deren, uitgewerkt ten tijde van den dood van dezen God-menscli, toen het voorhangsel des tempels scheurde , de aarde beefde, do zon verduisterde , de steenrotsen barstten, en de dooden verrezen; door de ne-derdaling van Jesus in het voorge-borgte der hel; en door de vreugde, welke de regtvaardigen, die Hem aldaar waren wachtende , verrukte ; door de glorie van zijne zegepralende verrijzenis; door de verschijningen, waarmede Hij u, heilige Maagd, alsook de Apostelen, de Leerlingen en de heilige Vrouwen vereerd heeft; door ziine glorierijke hemelvaart, toen Hij in hunne tegenwoordigheid ten hemel opklom; door de gaven van den heiligen Geest, den Vertrooster, welke Hij over u en hen op den pinksterdag deed nederdaleu, en welke Hij naderhand over de ge-heele aarde verspreid heeft; door zijne tweede komst in deze wereld en het verschrikkelijk oordeel, het-
DERTIG DAGEN. 367
welk Hij over de levenden en dooden zal uitspreken ; eindelijk , lieilige Maagd, door d^ smarten welke gij gestadigüjk met uwen goddelijken Zoon gedeeld hebt, en door de vreugde en onuitsprekelijke genugten, waarmede Hij uwe ziel vervuld heeft, op diiu dag uwer hemelvaart, en eeuwig zal blijven vervullen ; smeek ik u, a teederhartigste der moeders, toon dat gij waarlijk de mijne zijt; heb medelijden met mijne elleuden, en verhoor miju ootmoedig gebed, dat uit het levendigst betrouwen voortkomt.
Noem hier de hulp en de yenaden, welke (jij vei'langt te bekomen.
o Maagd vol van goedheid! overtuigd van het vermogen, hetwelk gij bij eenen almagtigen Zoon hebt, dio niets weigert, durf ik door uwe z( o krachtige voorspraak hopen de hulp en vertroosting, welke ik vraag volgens het welbehagen van mijnen
268 GEBED VAN
God, die beloofd: heeft den wil te doen van degenen die Hem vreezen, en de verlangens hnnner harten te verhoeren. Werp op mij eeuen tee-deren wenk, o mijne Moeder! aau-aie mijnen nood, en kom myne krankheid te hulp.
Vooral gewaardig u van uwen Zoon, mijnen Zaligmaker, voor mij te verkrijgen een levend geloof, eene vaste hoop, eene brandende liefde, een opregt berouw over al mijne misslagen, eene bron van heilige tranen, oeue ootmoedige en regtzin-nige belijdenis mijner zouden, eene genoegzame voldoening, eene naauw-keurige waakzaamheid over mij zol-ven, ceno volstrekts onthechting van al wat aardsch is, eene ware liefde tot God en den naasten. Gewaardig u wij do genade te verwerven , o.u Jems in zijn leven, in zijn lijduii en in zijneo dood na te volgen, on in alles mijnen wil te schikken naar don wil van God: te vanMen in
DERTIG DAGEiV.
2(59
zijne tegenwoordigheid; te den'Ken, te verkeeren en te handelen volgens zijnen geest; te volharden in zijne dienst, in zijne liefde, in de oefening der goede werken ; cin lelijk , door eene heilige en voor zijne oogen kostbare dood, te verdienen het eeuwig leven , waar ik het geluk zal hebben van mijnen God te aanschouwen, te zegenen en te bezitten, van mij bij u, o heilige Maagd, te bevinden, van met de engelen en heiligen , met mijne zalige ouders en vrienden deel te hebben in de hemel-tche belooningeu. Amen.
Gehed om zijn beroep getrouw na te komen.
Heer! wiens wijsheid alles bestuurt, en wiens voorzienigheid ieder ding zijn doel aanwijst : ik dank U voor den stand, waartoe Gij mij geroepen hebt. Leer mij al deszelfs pligten kennen, en bestuur mijnen wil, om denzelven getrouw te volbrengen. Laat mij een daarmede overeenkomstig gedrag hebben. Bewaar mij voor de onrust van een wankelbaar hart, dat, wars van de beroeps-pligten, dezelven sleehts traag ver-rigt, veranderingen zoekt, en het geluk hetwelk anderen in hunnen stand schijnen te genieten benijdt. Laat mij mijne hand van den ploeg
VEKSCIIILLENDE UEBKDES'. 271 niet terug trekken en achter mij zien. Laat uwe gaven in mijne hand niet vruchteloos worden. Maak mij voor alles bekwaam, wat Oij van mij begeert; maak mij geschikt tot alle goeds, en tot het volvoeren van uwen heiligen wil. Geef mij uwe wijsheid , en doe alles in m;j, wat U aangenaam is.
Gebed om de goddelijke hulp , in de bekoringen tot het kwaad.
Heer, mijn God! Gij zijt mijne sterkte en mijn licht; verwijder U niet van mij; ondersteun mijne zwakheid tegen de vijanden mijner ziel; bevrijd mij van die menschen, welke vol bedrog en ongeregtigheid zijn. Heer! wees mijn regter; want ik verlang het goede te doen , en mij van het kwade te verwijderen; maar ik ben zwak en heb magtige vijanden. Wijk dan alzoo van mij niet weg, mijn God! en wijl Gij mijne sterkte zijt, bevestig mijnen wil in het goede.
S73 VERSCHILLENDE
Waarom zoudt Gij mij, lieer, in droefheid ouder liet gruwzame geweld van de vijanden mijner ziel laten, welke al hunne kracht inspannen , om haar in liet verderf te storten! Ik ben niets dan duisterheid, cn volg slechts wankelende den weg die tot U leidt, en ben dus in gevaar op denzelveute verdwalen, ^'ees dan mijn licht. Heer! stort eenen straal uwer waarheid in mijne ziel, opdat zij mij oji uwen heiligen berg leide, en mij in uw eeuwig huis voere. Slechts door dit heilige licht mag ik hier uw altaar naderen, opdat ik hot ook rein en heilig nadere. Op deze wijze, o God van het goede, zal mijne ziel hier den hoogsten graad van vreugde aantreffen, en zal ik met vertrouwen door mijne gedachten, woorden en handelingen, uwen .of verkondisren. Amen.
GEBEDEN.
Voornemen van eene vrome ziel, cm aan God (jelronw te blijven.
Wanneer zal toch de tijd komen , o Heer! dat, zoo als ik zijn moest, wars van alle onredelijke zoowel als van alle kraohtelooze en onvruchtbare begeerten, ik slechts dezulken zal beginnen na te komen, die met uwen heiligen wil overeenkomen, en dat ik met der daad het goede ten uitvoer b ren ge ,.hetwelk ik zoo gaarne zou willen doen? Moet het mij genoeg zijn, dat ik immer zeg : ik wil geheel voor U zijn , en U met allo S getrouwheid dienen, zonder het wer- ij kelijk te doen, zonder het krachtig : te willen? Ik weet helaas, mijn God, dat de hel van zulke kraohtelooze voornemens en vvenschen vol is. li-kan dus ook niet wezenlijk bekeerd zijn, iigt; ch den hemel verwerven .indien ik het niet op eene andere wijzo {! aanleg, dan alle verdoemde Christenen bet gegaan hebben en nog wil- l1' IS
273
374 VERSCalTiLBNDB
!en. Doch verre zij van mij, o Heer , zxilk een ijde! wenschen en verlar-y;eii naar de eeuwige zaligheid, dat mij in het eeuwig verderf storteii kan. Maak dat ik bij mijn doen eu donken ü aangenaam te zijn , en mti xelven zalig te maken, tevens zorgvuldig de middelen aanwende, die Gij mij aan de hand gegeven hebt. O Heer! gedoog niet dat mijn hart , dat voor ü alleen geschapen , en dat het werk uwer handen en de prijs van uw dierbaar bloed is, — gedoog niet, zeg ik, dat het eeneu anderen dan TJ alleen toebehoort, en dat hei iets naast ü, of boven U bemint. Ik beu U toch genoeg, o God! en waarom zoudt Gij mij dan niet meer zijn , dan alle dingen, daar Gij alleen mijn hoogste goed zijt? Ik heb daar-iver een besluit gemaakt; ik wil niets anders, dan U alleen beminnen; ik wil geheel voor ü zijn; ik wil U in alles zoeken te behagen, en alleen in en door uwe liefde
GBBEDJEX. 275
leven. Help itiij daartoe met uwe genade. Amen.
Veruiruwirnj der doopbelofte.
Mijn g'oedo Heiland! ik dank ü uit ganscher ziel, dat Gij mij het grooto voorregt van Christen te zijn, ten doel hebt laten vallen. Ik looi U onophundelijk voor de genade, waarmede Gij mij van de erfzonde gezuiverd hebt, en mij ouder het getal uwer geloovigen, vrienden ou kinderen opnaamt.
Hoe dierbaar ia mij deze vriend schap met U, mijn Schepper ! Hoe verheug ik mij over het gehik, van met ü een zoo heilig verbond gemaakt te hebben! — Ja, Gij goede Verlosser! gaarne, regt gaarne wil ik aan het gelukkige verbond met U door uwe genade getrouw blijven; gaarne en getrouw iedere belofte na koineu, die ik weleer door mijne doopgetuigen aflegde. Ik vernieuw daarom heden mijne voorheen gedane
276 VERSCHILLEN BK
eeden met eeu opregt hart, Ik verzaak dun duivel met al zijne werken. Ik verzaak iedere bekoring en aan-loksel der zonden, ieder verleidend gezelschap, iedere zondige eigenliefde, cn alle verbodene begeerten, waardoor ik U, mijn God, vergrammen li an. Ook beken ik met berouw en smart, mijne tot hiertoe bedreven eedbreken , en bid U mij allergeua-digst te vergeven, dat ik ü niet zoo ijverig gediend heb als het behoorde Van nu af zal mijn sterk voornemen zijn, mij op nieuw uwer dienst toe te wijden, en nooit iets te doen, dat met uwe heilige geboden strijdig is. Zegen, aanbiddenswaardige Jesus, ik bid U daarom , door uw lijden en dood, mijne belofte; sterk mij me!. uwe genade, dut ik mijnen doopeed nimmer verbreke, en laat deze eisch van uwe goedheid mij eens tot zoe-leu troost op mijn sterfbed dienen, dat ik door een deugdzaam en regt-sehapen leven eeu ware Christen ,
hl
GEUEDSN. 377
een getrouwe vriend van mijnen Ood, | en een van diegenen ben , die U van Ëjanscher liarte beminnen.
Gelifd der Ouc/eis voor Imnne kinderen.
Gi], o mijn God, zijt de Schepper, alzoo onk de Vader mijner kinderen ; I 7.ij bchooren U; Gij heb', ze mij gc-|! geven; ik heb hun den geest des levens niet ingeblazen , noch hunne I ledematen en beenderen zamen gevoegd. Ik geef '/o aan U over, en , daar ik weet dat zij van (J zijn, zoo laat ik van gansclier harte hen en mij aaiquot;: alle verordeningen van uwen heiligen wil en van uwe voorzienigheid over. Bij deu zegen, om welken ji ik U voor hen bid . en dien ik hun in uwen naam gi'ef, bid ik niet, zoo : als Izaak, oro deu dauw des hemels , of om de vruchtbaarheid der aarde. Durf ik te ondernemen om iets voor hun tijdelijk leven te bidden , ach Heer! —zoo laat hen niet rijk, en
!!j 278 VERSCHILLENDE
ook uiot arm zijn; Tiiaar geef hun, hetgeen zij noodig Lebben om hun :l leven te onderhouden. Ik zou christelijker en ü aangenamer bidden, als ik voor hen, eu voor mij, eerst om uv, rijk en om uwe geregtigheid bad. — Ik Iaat het geheel aan U over, o Heer, ons naar inven wil, j|i met het overige te zegenen. Blaas hen een waren en levendigen afschrik voor de zonden in; vorm hen naaide leer van nw heilig evangelie, en : ontvlam hun hart met liefde jegens U. Zegen mij , o mijn God, door mijne !i| kinderen ; waak over mij, opdat ik over hen waken kan. Geef dat ik hen tot alle wijsheid en godsvrucht ||l opvoede.
Gehed van kinderen voor hunne ouders.
God! Gij die ons aller Vader zijt, | en mij deze mijne ouders gegeven hebt: in uwe raagt is het, hen mij j ook weder te ontnemen. Maar, o
GjiBEDEN.
27'J
Heer i bewaar hen voor eeuen vroeg-tijdigeu dood. Laat uwen zegen op hen, en van hen op mij komen. Zegen hun doen en laten, hun gaan en staaa, hunnen wil en hunnen raad; schenk hun wijsheid eu verstand, om mij in het goede te onderwijzen, opdat zij eens den gezegen den uitslag hunner goede opvoeding aan mij zeiven ontdekken, en U, Vader in den hemel, daarvoor kunnen loven eu prijzen. Laat hunne-roede, hun handelen met mij niet te zacht zijn, opdat ik niet, als Gij inijne ouders ontrukt, aan de strenge tucht van anderen overgelaten zou moeten worden. Laat uw heilige spreuk steeds mij voor oogen zweven : „ die zijne kinderen bemint, die kastijdt hen met zijne roede. quot; Ja, Heer! hunne roede zal mij niet te streng zijn; behoud hen voor mij, opdat ik door uw eu heiligen geest geleid, door hen zoo opgevoed mag worden , dat niet alleen de menschen,
280 VJlKSCHlLLENDE
maar ook Gij, o God, zelfs er welgevallen iu liehben moogt. Laat hunne tot miju welzijn bestede vlijt cn ijver niet verloren gaan, en geef cat ik aan hunnen wil altijd gehoorzame. Alsdan ben ik, o God, van» uwen, en door TJ van hunnen zegen verzekerd; dan kunnen zij ook ton laatsten dage met hunne kinderen voor uwen troon verschijuen , cn zeggen : Heer! hier zijn zij , die Gij ons j gegeven hebt; wij hebben er U geeno van verloren.
Gehed in verschillende nooden.
Heer! alle oogenblikken hebben wij uwe hulp noodig, in al onze nooden wenden wij ons tot ü, want in alle rampen, die ons overkomen, zijt Gij onze toevlugt en sterkte. U is onze kommer bekend , eer wij den-zelven gevoelen, (iij ziet mij voor U met den last mijner ellende beladen; ik draag denzelven om uwentwil met geduld. Heer! laat dezelve
GEBEDEN. 381
tot liet hei! mijner Kiel atrekken. Ik loof en prijs U daarvoor, Heer en God mijner vadu'en! Allo kracht cn sterkte komt van U, cn niemand kan ü wederstand bieden. Gij hebt ons bevolen, in el'ondp cn rarapm onze | toevlusjt tot U te nemen; (ïij hebt ons ook boloofd, ons roepen te icr-' liooren , als wij tot U zullen roepen.
— Open uwe ooren voor mijne stem. ii! en verhoor mij, want ik ben behoef-tig en arm. Mijne kracht is van mij ii! afgeweken, en ik weetniet, wat ik ; doen zal; niets is mij overig, dan mijne oogen smeekend tot U te verheffen. Heer! verhoor mijn gebed, en laat mijn geroep tot TJ komen.
Gebed aan Gods Heiligen, dai zij ons in onze nooden bijstaan.
(!Naar den heiligen Augustinus.)
ó Gij , gelukzalige Heiligen vau God! gij allen, die boven het meer dezer sterfelijkheid zijt, en verdiend
382 VEBSCHILLESDjü
hebt gelukkig aan te landen aan den oaver der eeuwige rur-t, der zekerheid cn des eeuwigdureuden vredes ! Ik bid u, door uwe liefdo, weest voor ons bezorgd; gij zijt uwer onvergan-kelyke glorie zeker, en zijt bezorgd voor ons naar onze veelvuldige ellende. Ik bid u, door Hem die u verkoren heeft, die u tot Heiligen gemaakt heeft, wiens selloonheid u verzadigt, cn door wiens ontsterfelijkiieid gij ook onsterfelijk geworden z;it, over-w iens aanschouwen gij u altijd verheugt : weest tezamen onzer indaeli-tig, om ons armen te hulp te komen, Jaar wij nog over de zee dezes levens iloor omringende golven heen en weer geslingerd worden.
Gij, verklaarde vrienden van God, (I ie tot de grootste verhevenheid ge-tegen zijt; helpt ons ook naar deze verhevenheid, daar wij nog hieronder aan dezen aardbodem gekleefd zijn. Reikt ons uwe handen, en helpt de liggenden op, opdat wij ophouden
GEBEDEN.
zwak te zijn., en sterk wordeu tot den strijd; bidt en smeekt onophoudelijk voor ons, arme en ellendige zondaars, opdat wij door - uw bidden en smeeken met uwe heilige gtmeen-sehap vereenigd mogen worden. Want wij zijn zeer gebrekkig, ïonder deugden , dienaars van onze booze lusten en slaven des vlceselies. Ea toch varen wij onder het christen vaandel, over de uitgebreide zee ouzes levens. dat vol van gevaar, versehikkelijke klippen en zandbanken is, waarop een nalatend en onvoorzigtig schipper ligt schipbreuk lijdt,
6, Bidt den-Heer; bidt gij vromei:. bidt hem, gij schare van heiligen, en gij verzameling van alle saligen; bidt, dat wij onbeschadigd en gelukkig overkomen aan den oever des heils, des voortdurenden vredes, der onophoudelijke rust cn der oneindige zekerheid en vreugde.
383
VJEKSClillLLENDE
Gebed in tevredene en geluMije dagen.
Mijne ziel prijst U, o Heer! en mijn geest verheugt zich in U , zijnen Heiland. Gij hebt mij met genadige ongon aangezien , en van U heb ik alle goeds ontvangen , wat ik bezit. Ik breng U daarvoor den ootmoe-digsten dank , en bid U , Jaat niet toe, dat ik uwe weldaden in wapenen tegen ü verander, noch dat ik mis-bruik van uwe gaven maak door U te beleedigeu. Het geluk blaast het hart van den nnenseh op, en maar sl te ligt vergeten zij U in vrolijke dagen eu bi] wellustigen overvloed. Ik beef, als ik in dit gevaar op mijne zwakheid nederzie; ik vrees door het vlei-jende geluk mijn verstand te zullen misbruiken, en den redeloozon dieren gelijk te worden. Daarom zal ik de vreugde als de verleidster tot het verderf aanzien, en in blijdschap zal ik zeggen : — waarom vervoert gij
284
GEBEDEN. 2S5
mij ? „ VerleeD mij , o God, de rust en den vrede van een rein geweten, I en eene opregte en volkomene liefde jegens U.quot;— Mijne vreugde moet niet de vreugde der wereld zijn, die sleclits dan heerscht, als uwe volgelingen treuren. Gij alleen zijt mijne vreugde, mijn genoegen, en mijne zaligheid. Amen.
Gehed in wederwaardigheden.
Heer! ik beken het, dat alle goed i'n kwaad dat mij wedervaart, van TJ komt. Uwe ondoorgrondelijke wijsheid is het, die aile toevallen mijns levens bestuurt, en mij zells de kelk des lijdeiis toereikt, die ik moet uit-drinken. Ik bid U slechts, sta mij bij in allo rampzalige voorvallen, die Gij mij doet overkomen, en laat niet toe, dat ik U daarom ongetrouw worde. Terwijl Gij mijn hart voor de beproeving niet ontziet, zoo ontzie toch het uwe voor de onaangenaamheden, die iiw hart kan hebben, i
386 TEKSCHILLBNDE
als ik wegens mijne zwakheid in de bekoring zoude toesteininen. Ik bid allervurigst, o Heer! maak dat ik door dezelve nimmer van U gesctei-den worde; iaat integendeel de we-derwaardiglieden mij daartoe immer aansporen, dat ik mij vaster aan U gehecht houde, hoe meer zij mij de dringende en altijd voortdurende behoefte van uwen bijstand doen ondervinden.
Gebed in vervolging van vijandige memchen.
Heer ! ik ben van vijanden omringd, die tegen mij opgestaan zijn. Maar, mijn God! op ü hoop ik; Gij zijt mijn schild, mijne sterkte en mijne eer. Wees mijn verdediger tegen allen die mij haten , en ondersteun mij door uwe genade. Met dit doel verhef ik mijne stem tot U , en bid U de aanvallen der vijandige men-sclien te verijdelen. Verhoor mij , goe-de Vader, van uwen hoogen heiligen
GEBFDEN. 287
I troon; bescherm mij teger. alles, wat mij nadeelig kan zijn, en \yees mijix bescliemer in alle gcv reu des levens en der ziel. Laat mij niet in do handen der menschen vallen , die mij nadeel willen doen, maar red ruij uit al hunne vervolgingen. Bestier ook hunnen wil, Gij God des vredes , dat zij allen haat tegen mij alleggen , eu zich even zoo met mij verzoenen, als ik hun , uit liefde tot U , van harte vergeef. Dan zal ik niet vree-ïcu, als rie vijanden mijner ziel mij omgeven zullen. Want Gij zijt mijne hoop, mijns toevlugt, mijn troost eu mijne hulp. Amen.
Gebed hij algemeene landplayen.
Eeuwige barmhartige God! Gij Hoer aller schepselen! Gij die alles behoudt en regeert ! beschouw deii tegenwoordigen nood van ons vader land, en laat U van medelijden roeren over onze elleudo. Met ootmoe digheid bidden wij ü, op onze knieën
388 VEKSCHILLKKDE
spaar ons, o Heer, en steek het zwaard uwer wraak in, dat Gij boven ons verheven hebt. Wij bekennen mot een opregt hart, dat wij wegens onze zonden den tegenwoordigen nood verdiend hebben, ja, Heer! wij hebben zwaar en menigvuldig tegen U ge-zondigd; wij hebben niet slechts datgene , hetwelk Gij ons zendt, maar nog eene gevoeliger straf verdiend, en uwen regtvaardigen toorn over ons getrokken. Onze misstappen zijn de oorzaak, dat Gij ons het noodige levensonderhoud ontneemt, om ons , booze en ongehoorzame kinderen, daarvoor naar verdienste te straffen. Maar Gij blijft toch onze liefdevolle en goede Vader, wiens barmhartigheden zco groot zijn, dat Gij bereid zijt om ons te vergeven, als wij ons slechts met vertrouwende harten tot U wenden, en U om hulp iu oazen nood aanroepen. Hoor alzoo, goede hemelsehe Vader, ons kinderlijk hidden , en laat ons voor uwen troon
GEBKDEN. 389
iffinade vinden. — Zie met v.iderlijke lilikkcn op du gevaren nedev, die wij lijden; wend van ons liet algemeene dreigende ongeluk af, en verleen ons uwe hulp, die wij tot liet tijdelijke, zoowel als tot het oeuwisre noodig hebben. Wij beloven U bij het heiligste, ons leven te beteren, en uwe geregtigheid door eene opregte boete te voldoen. Dit zal het zoenoffer zijn , dat wij ü zullen aanbieden. Spaar ons slechts, o Heer, naar de grootheid uwer barmhartigheid, opdat wij U met dankbare harten voor uwe goedheid prijzen , en in werken zelfs ondervinden, dat uwe beloften waar zijn, waardoor Gij uwe hulp verzekerd hebt aan ieder, die er U in zijne benaauwdheid om zal bidden.
Gebed om tijrielijken en eeuicicjen zegeu.
Uwe barmhartigheid. Heer, roep ik aan. Laat mij dezelve ondervinden. Laat het lioht uws aangezigts
19
290 VEUSCHILLENDE
iu mijne ziel schitteren. Erbarm U over mij, opdat ik op aarde uwen wee; en liet heil erkenne, dat Gij -aan al uwe uitverkoornen verleent. Alle volkeren zullen U loven en eeren. Alle uatien zullen zich verheugen en verblijden, omdat Gij j dezelve in scregti^heid zult leiden . ■ en omdat Gij uwe dienaars, door Jesus Christus en door het geloof van zijn heilig evangelie, op den reg- ;;j ten weg voert. De zondaars zullen ü door de bekentenis hunner zonden, en door hunne werken van boetvaardigheid prijzen en zegenen. Verspreid uwe genade in hunne har- |l ten, even als den daauw over het l veld, opdat zij voor U waardige vruch- || ten dragen. Overlaad ons, Heer, met uwen zegen. Wij bidden U niet al- j leen om tijdelijke goederen, die Gij j den goede even als den booze, en zelfs den redeloozen dieren verleent; J maar wij bidden U, ons ook de gees- jj telijke schatten deelachtig te doen i
gebedkn. 291
worden , die Oij uweu jrctrmivven dienaren laat toovloeijen. Wij bidden U , mijn God, nm de liefde en volharding in het goede. Dezen zegen verwachten wij van ü, opdat wij door ' wijsheid, geregtigheid, billijkheid, goedheid en barmhartigheid jegens-onze broederen, endoor brandende liefde, die ons eeuwig aan U verbindt, uwe beeldtenis aan ons laten zien.
Gehed om reinheid des hnrien.
Gij, oGod,7,ijt de beminnaar van
!ecn rein en sehuldeloos bart; daar Gij zelf de reinste geest, en de bron aller heiligheid zijt. Schep daarom in mij een rein bart, dat van alle woestheid der zonden vrij zij. Maak ; i dat ik het kleed dor onschuld, dat |j ik hij den heiligen doop ontvangen heb , altijd onbevlekt behoude, opdatecn rein en sehuldeloos bart; daar Gij zelf de reinste geest, en de bron aller heiligheid zijt. Schep daarom in mij een rein bart, dat van alle woestheid der zonden vrij zij. Maak ; i dat ik het kleed dor onschuld, dat |j ik hij den heiligen doop ontvangen heb , altijd onbevlekt behoude, opdat i!; ik daardoor U, mijn God, bevalle. Laat mij naar de zeden een klein kind worden, en daardoor aan iede-
290 VERSCHILLENDE
in raijue ziol schitteren. Erbarm U 1: over mij, opdat ik op aarde uwen l| weg en het heil erkenno, dat Gij aan al uwe nitverkoornen verleent. Alle volkeren zullen U loven en ;,j eeren. Alle natiën zullen zich verheugen en verblijden, omdat Oij ij dezelve in g'eregtig'heid «uit leiden . • en omdat Gij uwe dienaars, door Jesus Christus en door het geloof van zijn heilis: evangelie, op den restten weg voert. De zondaars zullen | U door de bekentenis hunner zon-I den, en door hunne werken van boetvaardigheid prijzen en zegenen, j; Verspreid uwe genade in hunne har- ill ten, even als den daa\iw over het veld,opdat zij voor U waardige vruch- 1 j; ten dragen. Overlaad ons, Heer , met jj |i uwen zegen. Wij bidden U niet al- Iji ; leen om tijdelijke goederen, dia Gij i den goede even als den booze, en ij zelfs den redeloozen dieren verleent; I maar wij bidden U, ons ook de gees- ji telijke schatten deelachtig te doen
lL
GEBEÜfcN. 391
worden, die Oij uwen getrouwen dienaren laat toevloeijen. Wij bidden U, mijn God, om de iiefdo en volliar-dinlt;r in het goede. Dezen zegen verwachten wij van U, opdat wij door wijsheid, gerejjtigheid, billijkheid, goedheid en barmhartigheid jegenf i onze broederen, en door brandende liefde, die ons eeuwig aan U verbindt, uwe beeldtenis aan ons laten zien.
Gehed om reinheid des harten.
Gij, o God, zijt de beminnaar van een rein en schuldeloos hart; daar Gij zelf de reinste geest, en de bron aller heiligheid zijt. Schep daarom in mij een rein hart, dat van alle | ' woestheid der zonden vrij zij. Maak {[ dat ik het kleed der onschuld, dat j ik bij den heiligen doop ontvangen heb, altijd onbevlekt behoude, opdat ik daardoor U, mijn God. bevalle. Laat mij naar de zeden een klein kind worden, en daardoor aan iede-
293
reu zegeii deel nemen, welken Oij den scliuIdeloozeu kleinen hebt me-(iegedeeld, toen Gij hen tot U riept, hen zegendet, en hun den hemel be-loofdct. Eooi eindelijk in mij alle booze driften uit, die mij van de onschuld berooven zouden , en behoud mijne ziel bij het eenige reinste doel, van niets anders te doen of te j zoeken, dan wat U behaagt. Zoo zal ik ook getroost kunnen hopen . eens in hot gezelschap van hen te komen, van welke Gij zeiven zeidet: ; zalig zijn zij, die rein van harte zijn , want zij zullen God zien.
Gebed om de liefde Gods.
Beste, hemelsche Vader! hoezeer voorkomt Gij cgt;ns niet met uwe liefde, daar wij alles, wat slechts goed aan ons te viuden is , van uwe milde hand hebben; daar Gij ons dagelijks , ja a;le uren met weldaden overlaadt; daar wij U ook ontelbare, andere , onbekende genaden te danken heb-
::
UEBEDEiN'. 393
ben! — Wie zoude IJ ook niet bemia-neu, daar (jij hot liefwaardigste, volkomensto wezen zijt; en daar aüea, wat wij ooit onder de geschapene dingen goed noemen, in vergelijking met awe oneindige goedheid, slechts eene bloote schaduw is ! — Ach ! maak toch dat ik deze beweeggronden, U te beminnen, re^t erkennc, en naar derzelver geheele sterkte ge-voele. Beheersch (jij al'eea mijn hart. Gij zijt het eenigste doel, en het eenigste hoogste goed mijner ziel. Geef dat ik, door uwen geest bezield en miar uw voorbeeld gevormd , in bestendige tnedewerking uwer ge-] nade, en in naau a ere vervulling uwer geboden, slechts voor U leve, zoo a Is Gij geleefd hebt, opdat ik den gelukkigsteu toestand op aarde aauvange, dien ik van U in den hemel verwacht; namelijk U te bezitten en U in eeuwigheid te beminnen. Verander, o Heer, veranderde verkeerde neiging van mijn hart, en den tegen-
Il — - — T ~ ' f
20-i VEKSCHILLENDE
stand van hetzelve. Plaats U zelveu | daar in mijne plaats, en maak dat II uwe liefde iu raij zulk eenen groo-ten ijver verwekt om U aangenaam te zijn, als mijne eigenliefde mij aan-|! moedigt, inijne zinnelijke genoegens I na te streden. Stort mij zulk eeue 1 liefde tot U in, die door hare ieven-1 digheid, sterkte eu volhardingj de ï traagheid, flaauvvheid en onstandvas-!| tigheid wederstand biedt, welke ik in ! de liefde tot U tot hiertoe gehad heb.
Otbed om mien zaligen dood.
Ik weet zeker, Heer, dat ik eens ||! sterven moet. Uwe onfeilbare uit-j| spraak zegt het mij en alle ineu-i|; sehen; wanneer echter dit bedeuke-\ lijk uur komen zal, hebt Gij aan mij , i{j lioch aan eenen der stervelingen bell: kend gemaakt. Daarom bid ik U, !i| liefdevolle Heiland, door de verdieu-ji sten van uwen heiligen dood, dat ji| Gij mij door uwe genade tot dat uur | voorbcroidet, hetwelk voor mij van
GEBEDEN. 295
het gewi^tustc gevolg zijr. zal. Verleen, dat ik, elk oogenblik met U vereenigd, den dood te genioet zie. Bereid mij met uwe hulp door de gave des gebeds, door het goede en herhaalde gebruik der heilige Sakra-menteu, door goede werken en christelijke en met mijnen staat overeenkomende deugden; want div, alles zal mij aan het einde mijner levensbaan goeden troost en vertrouwen aanbrengen. Vei'leen dat ik bestendig in uwe genade blijve, en al mijn doen en laten zoo iurigte, dat ik U daardoor behagen mag, en dat ik niets dan uwe liefde verlang; trouwens , wanneer ik alzoo, mijn Jesus, slechts van U en voor U leef, en naar uw voorbeeld leef, zoo zal hot sterven mij gewis het grootste voordeel aan-brengeu , daar ik U nooit meer be-leedigen, maar U zien, beminnen en 111 eeuwigheid bezitten zal. Amen.
396 VEKSCHILLENDJS
Gebed van eeneu Heer.
God, voor wiens oogen niets verborgen is, en voor wiens alwetendheid niets kan verholen blijven; Gij ziet de harten mijner minderen, en huune voornemens zijn U niet onbekend. Gij beloont hen daarvoor met eenen goeden of met eeneu minder geduldigen meester, naarmate zij uwe bescherming waardig of onwaardig zijn. Hebt Gij mij, o Heer, tot hunne kastijding bestemd , zoo geef mij uwe genade, dat ik regt en milddadig inet hen omga, om niet mij zei ven tot straf te worden. Hebt Gij nüj evenwel tot hun loon geroepen — olleer! zoo dank ik U duizendmaal. Geef mij slechts oogen, om den omvang mijner pligten te zien; verleen mij deugd, om hen door mijn voorbeeld te stichten; geleid mij, dat ik hen in godsvrucht aan U toegewijd, besture; dat zij U beminnen , loven en prijzen mogen met mij; dat wij U
GEBEDEN. 297
allen iu liet ander rijk zien, en onder uwen albestierenden schepter eeuwig mogen leveu. Amen.
Gebed 'cu7i eenen Dienaar.
U,God aller menschen, eu Heer! U wil ik bidden eu loven. Gij zijt niet minder mijn Heer, dan al diegenen , die Gij koog boven mij ver-keft. Gij plaaistet mij in eenen stand, die steeds arbeid eu vermoeijing op-ievert; ik keb niets dan mijne handen, die mij mijne nooddruft verschaffen. Dook verre zij de gedachte van mij, Eegtvaardige, om tegeu U te morren. Ook dezen moed keb ik van U, sterk genoeg om mijn lot te dragen; en dit vertrouwen op uwe goedheid, waarmede ik U alles afsmeek, en dit lagckende geduld, eu die gerustkeid der ziel. Gij verbindt een geluk aan mijne vlijt; wat kunt Gij meer verleenen? Gezondheid is het loon dor vermoeijenis, eu arbeid loont met een lang leven. Geef mij
f 398 VERSCHILLENDE
regtschapenheid, uwe vrees, rust eu vrede;—laat, mij de ondeugd vlie-li) den en eeuwig uw dienaar zijn. Dan 1 ji nader ik met gelatenheid liet zachte I |ji einde mijner dagen; de vredetijd zij | | mij welkom, eu het rustuur zal mij j verblijden. Amen.
Geutd van eencn Rijken.
Heer! in uwe magt is het, aan
j|i hem die de schapen hoedt een koning-
Si rijk te geven, en den bedelaar hoopeu
ji gouds toe te werpen. Gij gaaft mij
ij uwen zegen, eu ik werd met rijk-
lï dom overladen. Ik dank U, o eeu- '
l!j wige goedheid, voor het geluk des
jli rijkdoras ; een gewigtig geschenk;
lij want wat Gij geeft, is het ware goed. .
;|! Doch laat mij ook IJ danken voor
I d-! deugd en den wijzen moed, die I
jjj denzeiveu beheerscht. Want zonder |
1 deugd roest het goud. Bewaar m:j |
1 eeu gierigaard te worden, die uog 1
|i| eens zijn goud hier beueden bijeen- |
|j| gaart. Geef dat ik het met edelmoe-
GEBEDEN. 399
digheid gebmike, en dat ik mijnen lt; pligt, den armen tot vriend te zijn, nooit vergeet. — God! leer mij barmhartigheid. Gewaardig mij, o Wereld-• bestuurder, uwe getrouwe luiud te zijn, waarmede Gij uwen zegen uitdeelt, en ieder met geregtiglieid naar || zijne verdiensten loout. Amen.
Gebed van eenen Armm.
Heer! wiens oneindige voorzienigheid en aimagtige wijsheid het lot van ieder sterveling van eeuvvig-1 heid bestemd heeft ; leer mij de moedeloosheid bestrijden , die mijne ziel, i wegens mijne armoede, zoo dikwijls kwelt. Laat mij liever nog ellendiger , nog behoeftiger zijn , dan U i met eene enkele gedaehte van morren te beleedigen. De grootste nood heeft toch de dood; en eer, geluk cn rijk- t: dom verlaten mij toeli bij het graf. i Wat is de luister van het leven ? j wat is het lijden dezer aarde? — Hoe |j ijl spoedig is dit niet bedaard ! hoe spoe-lli
ÜOU VEESCHIILLE.NDE
dig is dit niet verdwenen! — Heer! laat mij niet zondigiijk aan uwe hulp twijfelen. De niusch leeft, eu wie onderhoudt dezelve ? Zij is een hulpeloos dier; ik ben een meusoh tot arbeid bekwaam, lieer! geef mij slechts deugd, godsvrucht en liefde. Ik vertrouw op U, Gij helpt ons gaarne. Zijt blijde, gij geregtigden ! de Heer helpt zijne dienaars.
Gebed in dcujtn van ziekte.
Vader! netm deze kelk van mij weg; doch niet mijn, maar uw wil geschiede. Ik neem gaarne, o mijn God, de smarten eeuer ziekte, den dood zelfs tot vutwissching mijner zonden aaa.
Heer! ik bid U, spaitr mij niet, maar brand en snijd, zoo als Gij wilt. Arergeef mij slechts mijne zonden, opdat ik het eeuwige leven deelachtig worde. Straf mij niet, o Heer , in uwe gramschap, en kastijd mij niet in uwe verbolgenheid. Erbarm
~—=
GEBEDEX. 301
U over mij , wantik ben zwak; genees mij, want mij a gebeente is vol schrik.
Noch arts, noch artsenijen kunnen mij srozond maken ; uw almagtig woord alleen, o Heer, is er bekwaam toe. — Genees mij , o mijn God, en ik lij zal srenezen zijn; maak mij gezond, i en ik zal ook gezond zijn.
Dit vergankelijk ligchaam bezwaart |! mijne ziel. Wie zal mij van het ligchaam des doods bevrijden? — Uwe genade alleen, o mijn God, door onzen Heer Jesus Christus.
Jesus! frij Davids Zoon! ontferm U over mij; kom lot mij, eer ik den dood sterf.
Heer! ik Ujd groote smarten; laat mij op mijn smeeken ee,n genadia woord van U hooren. Wat kan ik U zeggen , en wat zult gij mij antwoorden? Gij hebt mij met deze ziekte bezocht. Ik zal de verleden jaren mijns ganschen levens in droefheid mijner ziel overdenken.
I 303 VERSCHILLENDE
Hupt ! Gij zijt regtvaardig; regt-vaardig zijn uwe oordeelen, en nwe I wegen zijn barmhartigheid, ger^tig- 1 fj heid en waarheid. Snel mij ter hulp. ë
Wreek mijne zonden niet aan mij , i en herinner U miine zwakheden niet.
Ik weet dat mijn Verlosser ook leeft; al sterf ik nu, ik zal ten jong-|j sten dage weder hei-leven, en in dit s | vleeseh mijnen Heiland zien; deze ; I: verwachting is diep in mijn hart be-' graven.
Heer! leven of dood; ik laat mij i I aan uwe barmhartigheid over.
Oeherf tot de heilif/e Maagd.
(Naar den H. Bernardus.)
Gezegende onder de vrouwen, Maria ! verleen ons den toegang tot j: uwen Zoon Gij waart het, die genade ij ' bij God vondt, gij die voor de wereld i het leven baardet, die de Moeder j des heils waart. — Hij, die door u '■ ï voor ons is geboren, zal ons genadig !| iil quot;
GEBEDEN-. 303
annneinen. Uwe zuiverheid veront-schnldiffe ouae gebreken, en nwe oot- | moedigheid brenge lt;!e vergeving nn-i üer ijdelheid te weeg. — Uwe liefde dekke de hoeveelheid onzer «onden, I en uwe genaderijke vrnehibaarheid zij vonr ons eene vruehthaarheid van |j verdiensten en goede werken. Gij zijt j: onze koningin, onze middelares en onze voorspraak; verzoen ons met 1 nwen Zoon, smeek Tïem voor ons, i stel ons aan Hem voor. Verleen ons , gezegende Maagd, dnor de genade quot;! welke gij gevonden hebt, door het [j voorregt door n verdiend, en door || de barmhartigheid, waarvan gij de | moeder ziit, dat uw Zoon , onze Heer, om in ieder oogenblik, daar de adem des levens ons verlaat, bijsta, en ons in zijne eeuwige glorie en zaligheid opneme.
Gehed van eenen man tof zijnen Patroon.
Heilige vriend en dienaar van God,
VERSCHILLENDE
304.
dien dc Kerk mij tot beschermer bestemd lieüft: vol vertrouwen wend ik mij tot u. Sieehts onder uwen naam , erkent de Kerk mij, en rekent mij onder hare kinderen. Door deze oor-'j zaak is die naam mij dierbaarder dan 1 alle andere titels; want dezelve her-| innert mij, dat ik een Christen, en tot liet eeuwige leven bestemd ben. Ik wensch uw navolger te zijn, zoo ! als gij de navolger van Jesus Cliris-tus geweest zijt; naar do voorbeelden die gij mij nagelaten hebt, zal ik mijn leven inrigten Ik wil mij zeiven verloochenen, mijn kruis dragen , de wereld verachten, en ook de Ij schatten des boezen vlieden, God i alleen gehoorzamen, met Hem lijden', i| om met Hem te kunnen heerschen. Met dit inzigt bid ik om uwe voorspraak. Smeek voor mij, en verwerf mij de genade, om alles waartoe ik mij in den doop verpligt heb, te vervullen : als een volmaakt Christen te leven, mij tot mijn einde voor te
O Eli EDEN.
bereiden , en door niets mijnen naam te outhciligen, die ik van U bekomen heb, en die in den hemel geschreven staat.
Gebed van eene vrouw tot hare Patrones.
Heilige vriendin en dienares van God, die de Kerk mij tot mijne beschermster bestemd heeft: vol ver- j trouwen wend ik mij tot U. Slechts ouder uwen naam wil 'de Kerk mij erkennen, en mij ouder hare kindo- || ren rekenen. Door deze oorzaak is in mij deze naam dierbaarder dan alle overige titels ; want dezelve herinnert mij, dat ik eene christin, en tot het eeuwige leven beroepen ben. ik weuscli uwe navolgster te zijn, j; zoo als gij de navolgster van Jesus j Christus geweest zijt; naar de voor- j beelden die gij mij hebt nagelaten, 1 wil ik mijn leven inrigten. Ik wil mij zelve vericochencu, mijn kruis j dragen, do wereld verachten, en ook ], 30
30fi ViïUSCHILLEiNDE
de scliattun yan den boozcn vermijden , God alleen gehoorzamen ; mot Hem lijden, om met Hem te kunnen heerschen. Met dit doel bid ik om uwe voorspraak. Smeek voor mij, en verwerf mij de genade, om alles waartoe ik mij in liet doopsel ver-pligt heb na te komen, als eene volmaakte christin te leven, mij tot mijn einde voor te bereiden, en door niets den naam te onteeren, dien ik van U bekomen heb, en die in den hemel geschreven staat.
Gebed iot den 11. Josef.
Verstandige, trouwe huisvader, heilige Josef! die door den Heer over zijn huisgezin gesteld werd om hetzelve te verzorgen, aan wien Jesus | onderdanig en Maria onderworpen was : verkrijg voor mij de onderwerping van mijnen wil aan dien van God. .ileiuste Bruidegom der heil .ge |; Maagd! verwerf voor ons du reinheid van ons ligchaam en van onze
GEBtDtN. 307
ziel. Wij bezweren U daarom, door de vreugde die gij smaaktet, toen gij hot uieiuvgeboren Kind op uwe armen liroegt; door den naam dis Zaligmakers, dien gij Hem gaaft; door de liefde, onderdanigheid en dienstvaardigheid, die het jegens u lje/,at : laat ons het pad uwer gereg-tiglieid bewandelen, opdat wij, tengevolge van uw heilig voorbeeld, ouzon God getrouw dieueu. Verwerf voor ous de volharding in het goede, en een met den Hoer verzoend zalig einde. Amen.
Gebed tot den heiligen Beschermengel.
Heilige engel des Hoeren , dien (iod b voien heeft mij op al mijne wegen te bescherm-n, en op al mijne voetstappen acht te geven : u geef ik in ootmoedigheid voor al uw waken deu verte lui idigden dank. Het is Gods wil, dat gij bij mij zijt. Ik prijs Hem ei; bid zijne barmhartigheid
SUS VEKSCIIILLENDü
daarvoor uan. Breug Hum op uwe vlougelou mijne zuchteu , uu bid Hem voor mij, dat Hij raiju gebnd ver-lioore. Bid Hem, dat Hij mij braaf en opmerkzaam make. Engel des vre-des ! verkrijg mij de genade van eene opregte boetvaardigheid , waarin gij u kunt verheugen. Verlaat mij niet, i als ik gezondigd heb; doe mij wederstand , als ik mij op andere wegen begeef, zoo als een goedhartige engel den afgod Baal wederstand bood. Spreek tot mij, zoo als de twee engelen in het midden van Sodoma tegen Loth spraken : „ red uwe ziel.quot; De duivel loopt als een briescheude leeuw om mij henen, en zoekt mij te verslinden ; wees gij mijn borst-;i wering .en kom mij te hulp; draag |j mij op uwe handen, opdat ik mijnen voet aan geenen steen stoote. Geleid mij hier op den weg des sterfelijken j levens, en na eene gelukkig voleinde loopbaan, voer mij tot Hom, voor wieu ik een knecht ben, tot God.
1 —---------^------------ ---------------------— GEBEDEN. 309 Dan zulleu wij Hem met verccniïdc krachten loven en eeuwig j)rijzcn. Gehed tot den heiligen Jonnnes Nepomncenus. God, wien voor allen alle eer, alle |j roem toekomt! door de roemrijke ' verdiensten van uwen heiligen mar- i; telaar Joannes Nrpomneenn? hid ik U ootmoedig : wend alle smaad en [{ alle openbare schande genadig van mij af. Ontferm U over mij, en verleen dat ik mij van de tijdelijke eer slechts zoo bediene, dat ik daardoor de eeuwige niet verliezen kan. En. gij, krachtdadige voorbidder bij God , heilige .Toannes 1 bid fiod zeiven vu-riglijk voor mij, opdat Hij al dat- 1 gene van mij afwende, wat mijne ziel ten opzigte der tijdelijke eer schadelijk kan zijn. Dat g^ve de oneindige goedheid des Vaders, des Zoons, en des heiligen Gecstes. Am. jj I |
I 810 VEKSCHILLENDr:
■
jli Gebed Int de heilhje Barbara.. om een gclukkii/ sterfuur te hebben.
O hoiliire Maagd Barbara! alles wat gij door dt» magt invs Bruidc-jl goms verkrijec!; kunt, verleen mij in mijn sterfuur. Help mij, eüen-|; dige, dat ik niet in mijne zonden sterve. Alsdan denke de Heer aan uwe getrouwheid , waarmede gij uw bloed voor Hem vergoten hebt; Hij herinnere zich uwe onschuld, uwe liefde en u-.ve deugden, en late |; mijne z-el niet eerder van mijn lig chaam scheiden , dan als zy hare zonden bekend beeft, en met zijne heilige tegenwoordigheid gesterkt i-?. Amen.
Algemeen gebed.
Met vrolijke eerbiedigheid en met heldere blikken, ziet de, zoou dei-aarde iiiiar don hemel, zoekt zijnen God en bint voor zijnen troon. Gij, hoogste magt, voi niagt, vol wijsheid
GEBEDEN. 811
ca vo! goedheid: Gij kent de behoefte der wereld; ik ken mijn arehik zoo niet, en wat ik bidden zal, is mij onbekend. Handel met ons, onze God, zoo als het U behaagt. Zoo als Gij ons bemint, wie kan U zoo getrouw beminnen? Door ü wordt kleine deugd groot. Van uwen hoo-gen hemel spreekt Gij dea vrede aan koningen en volkeren toe, en wee en dood den gruwzamen en haters der algemeene rust. Gij hebt, o God, de tweedragt geketend, dat bloedgierige wangedrogt , en milli-oeneu menschen zijn gered, en uwe j genade is ons heil. Wie U slechts zoekt, die zal U vinden; door U wordt nederige deugd groot. Gij zijt de arm van den lammen, het oog van den blinden; bij U is geen wees vaderloos. Gij verandert onze hutten in paleizen; Gij vergunt der oasehuid kalmte, deu zedigen vergenoegen , zijne feesten, zijn vreugdelied en feestgewaad. Gij maakt
jj 313 VF.KSCIlil.LKNDE
f liet, aardrijk tot (ïods woning' , uw il
liclit verguldt berg; en dal, de ge- |||
|! zegende belooning bekroont do vlijt 1
|; met oneindige milde vruchten. Als ||
r alles ontbreekt, s;u!t Oij door won- ,
deren, zegenen. De stormwind ver- ï schaft mij mijn voedsel, en het
|j| goddelijk brood za! van den he- I
j mei regenen, en uit rotsen zal olie |
|| en zoete wijn stroomen. God I naar p
j|| den rijkdom dien Gij ons verleend |l
{ hebt, wat blijft cr ons nog over U |j
|| te verzoeken? Maak dit hart mot U ï
ii| en met zichzelven tevreden, en leer | j mij mijn geluk kennen.
Gebed hij een onweder.
Wees geloofd , o Heer, in uwe
vurige pracht, Gij die door den woe- !|i
;|j denden storm gedragen, door de |||
lij nacht der wolken heen vaart. Zij |
i! scheiden eikander; de bliksem ver- |||
|j licht de duisterheid, en doorkruist H verschrikkelijk den hemel; de don-
GEBEDEN. 313 ij
?| dev brult op ous neticr, bergen eu | i' dixlen weergalmen van grootheid van :: i den Heer. Alles siddert en staat heel verwondert; — en hoe snel verdeelt li Gij, o God, do wolken, en zendt • 'hot aardrijk eenen gezegenden regen 1 Nu worden bergen cn dalen, die vroearer voor iiwoii bliksem cn donder siddeiden, verkwikt!
O Heer! groot is uwe niagt, en i | te midden van uwe gramschap, toont
Gij ons uwe genade. Laat ons ieder lij |! opstijgend weder, iedereu donder, ï j ccne klok van boetvaardigheid zijn ; 1 | laat dezelve ons herinneren, dat Gij ;|t | eens, ten laatsten dage, met vuur cn | vlaiïnncn van den hemel zult afko- j men, om te oordee'en. Heer! wij laten ons aan uwe magt over! Ach , |! wees ons genadig, cn spaar ous! 1; ; onze tongen moeten immer uwen lof, |! cn onze lippen dank aan U verkon- 1 digen. Ons hart zal juichen en U ; danken ouder, de volkeren, opdat de j| dank eenstemmig klinken moge : de
31-i VKiisCSIILLEKDE
Heev is f-od,, — de Heer is God , bewijs onzen God oer.
Reisgebed.
God! ,quot;.cp:on mijn vertrek even als ! mijne terugkomst. lquot;gt;it zijn de gedachten, die ik tot God zend. Want : wat zou mijn gaan zijn , als Gij, ! mijn God,, hetzelve niet zesrendet? Gij, dooreronder der harten ! Gij kent do gedachten mijns harten, no^ eer zij er in opkomen; zijn dezelve goed , zijn zij tot mijn welzijn, zoo zegen dezelven. Breng mijne zaken ten uitvoer, dat zij U aangenaam en mij nuttig zijn. Bewaar mijn gebrekkig iigchaam voor ongeluk , en : mijne ziel voor datgene, wat haar I bevlekken kan. Bewaar ook de mijnen in mijne afwezigheid voor alle ongeluk. La?.t geene treurige bood-scliap tot mijne ooren komen; verander de ang?t mijner ziel; laat mij vreugde en genoegens hooren. Ja laat mij rustig van alle zorgelijke
ca-E B E 13 B KT
l'OOR ZIEKEN ES GyERLtDEMEN.
Gebed om erven zaligen dood.
Grootc God! God van onuimlige ro^tvaavdighcid (in van gTcuzoloozc barmhartigheid! ajocf dat ik nimmer | vergote, dat door de zonde van den j!| eersten raenseh de dood in do wereld is gekomen; doe mij aanhoudend het jl beeld des doods voor oogen zweven , |i| opdat ik mijn hart losmkke van de wereld en hare begeerlijk liedon, opdat ik dagelijks mijne aardschc ge-gt; nop;enheden afsterve, en altijd voort-gaande in de wegen uwer geboden , in uwe vrees, in uwe liefde, ook ieder uur bereid zij , om door don dood van hier weg te gaan. Aeh,
IL-------------------------^------------ -
GEiJEDiJiN VOOK ZJEKEN ENZ. 317 Heer! hoe verlang ik mat U en met mijnen Zaligmaker Jesus Christus te zijn ! hoe verlangt mijne ziel den ij dood der zaligen te sterren, en in liet bezit van uw aanschijn, in het genot uwer zaligheid, eeuwig oneindig gelukkig te wezen ! O Jesus! om i het dierbaar bloed dat Gij voor mij vergoten hebt, om de verdiensten l'i van uwen dood, die de wereld heeft J vrijgekocht: geef mij de genade van eenen zaligen dood; beziel mij in mijn leven mot den geest van ootmoed en boetvaardigheid , dan zal ik noch de wereld, noch iets wat tot de wereld behoort, beminnen, en versterkt door uwe genade , gezuiverd door uwe Sakramenten, gespijsd met uw eigen vleesch en bloed; vol geloof, vol vertrouwen, vol liefde, zal ik altijd, en vooral in mijn laatste uur, bereidwillig U de offerande ;:| van mijn leven opdragen. Zoo, o Jcsus, zult Gij mij heilig doen leven ; zoo zult Gij mij zalig doen sterven , ij
318 GJsBKDi-N VOOK
!! cn uoch Jeveu noch dooi zal mij ï immer kauaea scheiden van uwe II || liefde, o Jcsus ! Amen.
Homelsche Vader, die verlangt dat j alle menseheu zullen zalig worden : ; die on den verzoeningsdood van Je- j! ij sus Christus, uwen Zoon, uwe ge- s nade uitstort over al uwe kindereu ; || ' geef mij de laatste, de grootste van i
alle genade», de genade van eenen i| zaligen dood.
liet is waar. Heer! met schaamte ' ; en leedwezen beken ik het voor U , ji reeds hebt Gij mij vele genaden ge- f geveu, die ik kwalijk heb gebruikt: ik heb kwaad gedaan voor uw aan-.^cidju, en uwe gaven hebben in mij liecne vruchten vau goede werken vourtgobragt. Maar evenwel, o God ! uwe oneindige barmhartigheid en uwe grenzelooze ontferming doen mij met vertrouwen naar U opzien, .la , O ij wilt jnij het kwaad vergeven : dat ik gedaan heb, omdat het mij
ZIEKEN EN 0VERLEDJ1.NEN. 819 berouwt; Gij wilt het weinige goed | aannemen , dat Gij hebt helpen doen. I Gij wilt mi] vergeven; want Jesus I heeft vergiffenis voor mij verdiend ! 1 Gij zult mij alles vergeven, zou als j ik van harte vergeef aan allen, die mij zouden hebben kunnen bcleedi-gqn.
Ik geloof, o God, alles wat Gij geopenbaard hebt, en mij door uwe Kerk om te gelooven voorstelt. Ik hoop in uwe oneindige goedheid; want uw bloed, o Jesus, is mijne ij lafenis , uwe wonden zijn mijn heil, j uw dood is mijn leven. Ik bemin U, | o mijn God, boven alles wat ik beminnen kan, met alle genegenheden van mijn hart.
Voor den troon uwer oneindige I Majesteit neergebogen, aanbid ik U [ in diepe onderwerping. Mogten alle ! schepselen U met mij danken, voor i! alle genaden die Gij mij in mijn leven bewezen hebt, en vooral voor de middelen die Gij mij geeft om
830 GEBEDEN VOOR
mij tot den dood voor to bereiden.
Mijnen dood en al liet lijden dat üij mij zult willen overzenden, neem ik aan in den geest van boetvaardigheid, in vereeniging met het lijden en den dood van Jesus mijnen Zaligmaker, en uit gehoorzaamheid aan uwen heiligen en liefderijken wil.
Barmhartige Vader! ontferm U mijner; wees mij genadig; in uwe handen beveel ik mijnen geest. O Jesus! wees mij een Jesus, een Za-j ligmaker, nu en in het uur van ; mijnen dood.
Heilige Maria! gij waart altijd eene moeder van barmhartigheid voor lien die u met vertrouwen hebben j aangeroepen; o! toon in dit laatste j oogenblik van mijn leven, dat Gij mij onder het getal uwer kinderen hebt aangenomen, en bid voor mij.
Heilige Josef! gelukkig waart gij, toen gij in de armen van Jesus en Maria sterven mogt; verkrijg ook
ZIEKEN EN STER VEIS DEN. 321 voor mij, dat ik den dood der uit-verkooruen sterve.
Engel des hemels, getrouwe leidsman en bewaarder mijner ziel! gij allen, Heiligen, welke God mij heeft gegeven tot' beschermers mijner ziel: verlaat mij niet in liet uur van mijnen dood. Amen.
Gtbed in eene doodelijke ziekte.
ö Jesus, mijn Zaligmaker! in wien ik geloof, op wien ik hoop, en wien ik bemin : de tijd is eindelijk gekomen, dat het stof in het stof moet verkeeren tot U, die haar geschapen en haar hier gezonden hebt. Open haar, o Jesus, de deur des levens; ontvang mij, o mijn God , volgens de grootheid uwer barmhartigheden, Gij, die eenea moordenaar, die U aan het kruis aanriep, niet verstoo-ten hebt. Wie ben ik, o God, dat ik tot U mijne toevlugt durf nemen ? Een zondaar, sedert lang in boos-21
322 GEBEDEN TOOK
heid gevoed; eeu dood ligchaam , vol verderf en verrotting ; een spijs dei-wormen. Vergeef mij mijne zonden , o mijn God! Zou het U eene roemrijke zegepraal zijn tegen mij te strijden en mij te overwinnen, die voor U minder ben dan een stroohalm , die door den wind wordt weggedreven? Vergeef mij dan mijne zonden , en hef den armen op van dezen mesthoop. Sta op, en kom mij te hulp ; sta op, en verwerp mij niet voor altijd; mijn gebed klimme op tot U , 'en uwe hand strekke zich uit om mij zalig te maken. Van het hoofd tot de voeten is er in mij geene gezondheid, en indien Gij niet voor mij aan het kruis gestorven waart, zou mijne ziel niet anders verdienen ' dan de hel. Verstoot niet een deel van hetgeen Gij zoo duur hebt ge-j kocht; versmaad geen schepsel, waar-j voor Gij uw dierbaar bloed hebt gestort. Gij hebt beloofd, o God, dat een zondaar, op wat uur h;!j zijne
ZIEKEN EN STERVENDEN. 323 zondou beweencn zal, zalig zal wor-deu; ik beken ze, zij zijn mij leed; alle mijne ongcregtighoden staan voor mijne oogen.
Ik verdien niet meer uw zoon genoemd te worden; want tegen den hemel en tegen U heb ik gezondigd; maar laat mij een woord van troost en blijdschap hooren; keer uw aanschijn van mijne zonden af; wisch al mijne boosheden uit, volgens uwe oneindige barmhartigheid; handel niet met mij volgens mijne verdiensten, maar volgens uwe goedheid; neem mij in genade op in de woonplaats uwer heerlijkheid , opdat ik mijne lofzangen eeuwig moge voegen met degenen, die Ü daar loven en danken in eeuwigheid. Amen.
—lt;=$8£—
XjI T -A. DNT IE
OER HEILIGE KERK \'OOK DE STERVENDEN. 1
Spaar, Heer Jesus CUriüus, uwen dienaar, dien Gij met uw bloed hehi vrijgekocht; laat uwe gramschap over hem niet eeuw'uj duren.
Heer, outferm U onzer.
Christus, ontferm U ouzer.
Heer, ontferm U onzer.
Heilige Maria, bid voor hem.
Alle heilige engelen en aartsengelen,
bidt voor hem.
Heilige Abel, bid voor hem.
Alle heilige kooren der regtvaardi-gen, bidt voor hem.
Indien de stervende van het vrouwelijk geslacht is , verandert men ook de woorden dienaar in dienares, hem in haar, enz.
LITANIE TOOK STEltVENDEN. 335 i,
H. Abraham, bid voor hem.
H. Joannes dedooper, bid voor hem. ij
H. Josef, bid voor hem.
Alle heilige aartsTadcrs en profeten, | bidt voor hem.
i Ti. Petrus, bid voor hem.
H. Paulus, bid voor hem. i II. Joannes, bid voor hem.
Alle heilige apostelen eu martelaren , v bidt voor hem.
Alle heilige leerlingen des Heeren, bidt voor hem.
Alle heilige onschuldige kinderen , bidt voor hem.
H. Stephanus, bid voor hem.
H. Lanrentius, bid voor hem.
H. Bonifacius, bid voor hem.
Alle heilige martelaren, bidt voor hem.
H. Sylvester, bid voor hem.
H. Gregorius, bid voor hem.
H. Augustinus, bid voor hem.
H. Willebrordus, bid voor hem.
Alle heilige bisschoppen cn belijders , bidt voor hem.
836 LITANIE VOOR
H. Benedictus, bid voor hem.
H. Odulphus,
H. Franciscus, bid voor hem.
Alle heilige monnikeu en kluizenaars, bidt voor hem.
Heilige Maria Magdalena, bid voor hem.
Heilige Lucia, bid voor hem.
Heilige Agnes, bid voor hem.
Allo heilige maagden en weduwen, bidt voor hem.
Alle heiligen Gods, bidt voor hem.
Wees genadig, spaar hem, Heer.
Wees genadig, verlos hem, Hoer.
Van uwe gramschap, verlos hem. Heer.
Van het gevaar des doods, verlos hem. Heer.
Vau eeuen kwaden dood, verlos hem, i Heer.
Van de straffen der hel, verlos hem , Heer.
Van alle kwaad, verlos hem. Heer.
Van het geweld des duivels, verlos : hem. Heer.
DE STERVENDEN. 337
Door uwe geboorte, verlos hem, Heer. j| Door uw kruis en lijden, verlos hem, Heer.
Door uwen dood eu uwe begrafenis , | verlos hem, Heer.
Door uwe heerlijke verrijzenis, verlos hem, Heer.
1 Door de komst van den heiligen Geest, den Vertrooster, verlos hem, Heer.
ij In den dag des oordeels, verlos hem, |j Heer.
! Wij zondaars, wij bidden U , verhoor ons.
Dat Gij ons wilt sparen, wij bidden
ü, verhoor ons.
Heer, ontferm U onzer.
Christus, ontferm U onzer.
Heer, ontferm U onzer.
Bij het sterveii van den ziekeu.
Vertrek, christen ziel, in den naam van God, den almagtigen Va-ij der, die u geschapen heeft: in den
838 GEBEDEN TOOK ZIEKEN naam van Jesus Christus, den Zoon van den levenden God, die voor n geleden heeft; in den naam van den ; heiligen Geest, die in u is uitgestort; 1 in den naam der engelen en aartsen-i gelen; in den naam der troonen en heerschappijen; in den naam der : overheden en magten; in den naam der cherubijnen en serafijnen; in den naam der aartsvaderen en pro-feten; in den naam der heilige martelaren en belijders; in den naam der heilige monniken en kluizenaars; : in den naam der heilige maagden en alle heiligen Gods; heden zij uwe plaats in vrede, en uwe woning in |; |! het heilig Sion. Door den zelfden Ij! Jesus Christus, onzen Heer. Amen,
God van barmhartigheid! God van ,
outfenaing! oGod, die naar da mo- |:j
i nigte uwer barmhartigheden de zon- !■ den der boot vaardigen uitwischt, en
door genndige kwijtschelding de jj
schulden der bedrovene misdaden te 1,;
EN STEBVISDEN. 329 ;
Ij niet doet : zie in ontferming neder op uwen dienaar N., en verhoor • hem, zoo als hij van ganscher harte om vergiffenis van al mijne zonden smeekt. Vernieuw m hem, goeder-tierenste Vader, al wat door aard-; sehe zwakheid bedorven, of door het : bedrog des duivels geschonden is, en vereenig dezen ledemaat der ver-!;i lossing met het ligchaam uwer Kerk. Ontferm TJ, o Heer, over zijne zuchten; ontferm U over zijne tranen; en terwijl hij alleen zijn vertrouwen lil stelt op uwe barmhartigheid, neem , hem dan ook aan in het verbond van uwe verzoening. Door Jesvis Chris-[|t tus, onzen Heer. Amen.
Geliefde broeder! ik beveel u aan den a'magtigcn God, en ik geef u | over aan Hem, wiens schepsel gij
zijt, opdat gij, wanneer gij de alge- ji ; meene schuld der menschen door deu [j
dood zult betaald hebben, moogt |ij wederkceren naar uwen Schepper, jji die u uit het slijk der aarde heeft ,
330 GEBEDEN VOOK ZIEKEN gevormd. Wanneer dus uwe ziel uitgaat uit het ligeliaam, dan ontmoete u de luisterryte schaar der engelen; de raad der apostelen kome u te gemoet; het zegepralende heir der witgekleede martelaren kome u tegen; de met leliën bekroonde menigte der klaarblinkende belijders omringe u; het koor der juichende maagden ont-vange u; de zalige rust iu den schoot der aartsvaderen ombelze u. Het liefderijk en minzaam aanschijn van Jesus Christus vertoone zich aan u, eu Hij bevele u onder het getal van hen te gaan, die onophoudelijk bij Hem tegenwoordig zijn. Verre zij van u de schrik der duisternissen, de akeligheid der vlammen, en de smart der folteringen. De vervaar-lijke satan, met geheel zijnen aan- 1 hang, wijke van u; hij siddere voor |;i u, en vlugte weg in de ijsselijke , verwarring van den eeuwigen nacht, jij wanneer gij, omringd door de engelen, zult aankomen. Dat God opsta.
EN STERVENDEN. 331 !
en zijne vijanden zich verstrooijen; ;
en dat zij voor zijn aanschijn vlug- {
ten, zij allen die hem haten. Mogen j
j| zij verdwijnen als rook; gelijk het j was wegsmolt voor het vuur, zoo mogen de zondaren vergaan voor het aanschijn van God; maar dat de regt-
vaardigen gaan aanzitten aan het ij
blijde gastmaal, en van vreugde jui- !!|
chen in de tegenwoordigheid Gods. ,j
Moge dan geheel het helsche heir j l|j besmaad en verslagen worden, en
,j dat de dienaren van satan zich niet !
lil vermeten uwen togt te verhinderen, i
| Christus, die voor u gekruist is, i!'
ï bevrijde u van de pijnigingen; Chris- |
j tus, die zich gewaardigd heeft voor :::
jij u te sterven, verlosse u van den |i| j eeuwigen dood. Christus, de Zoon
van den levenden God, stelle u in : de altijd bloeijende lusthoven van
i zijn paradijs. De ware herder erkenno j
u als een van zijne schapen. Hij |i| ontbinde u van al uwe zonden, en
stelle u aan zijne regterhand in het j
332 GEBEDEN VOOR ZIEKEN erfdeel zijner uitverkcornen. Zoo moget gij uwen Verlosser van aanschijn tot aanschijn zien, en, altijd tegenwoordig zijnde , met zalige j oogen de hemelsche waarheid aan- | schouwen. Zoo moogt gij, onder de j gelederen der zaligen geschaard, de J wellusten van Gods aanschijn genie-' ten, in alle eeuwen der eeuwen. Am.
Heer! ontvang uwen. dienaar in ! de plaats der behouding j die li ij van i uwe barmhartigheid verhoopt. Antw. Amen.
Verlos, Heer, de ziel van uwen 1 dienaar, van alle gevaren der hel, j van dc strikken des verderfs, en van alle kwelliugen. Amen.
Verlos, Heer, de ziel van uwen :: dienaar, gelijk Gij Henoch en Elias |;
verlost hebt van den algemeenen |: l|j dood der wereld. Amen.
f Verlos, Heer, de ziel van uwen I ij dienaar, gelijk Gij Noach verlost !j hebt van den watervloed. Amen.
EN STEKVENDliN. 333
Verlos, Heer, de ziel Aan uwen dienaar, gelijk Gij Abraham verlost hebt uitür, de stad der Cbaldeërs. Amen.
Verlos, Heer, de ziel van uwen dienaar, gelijk Gij Job verlost bobt van zijn lijden. Amen.
Verlos, Heer, de ziel van uwen dienaar, gelijk Gij Job verlost bebt van geslagt te worden door de band van zijnen vader Abraham. Amen.
Verlos, Heer, de ziel van uwen dienaar, gelijk Gij Lotb verlost bebt uit Sodoma en uit de vlammen des vuurs. Amen.
Verlos, Heer, da ziel van uwen dienaar, gelijk Gij Mozes verlost hebt uit de hand van Pbaraö, den koning van Egypte. Amen.
Verlos, Heer, de ziel van uwen dienaar, gelijk Gij Daniël verlost hebt uit den leeuwenkuil. Amen.
Verlos, Heer, de ziel van uwen dienaar, gelijk Gij de drie. jongelingen verlost bebt uit den brandenden
GEBEDEN VOOll ZIEKEN
ovou, cu uit do hand van deu üu-regtvaardigen koning. Amen.
Verlos, Heer, de ziel van uwen dienaar, gelijk Gij Susanna verlost hebt van tic valsche beschuldiging. Amen.
Verlos, Hoer, de ziel van uwen dienaar, gelijk Gij David verlost hebt uit de handen van den koning Saül, cn uit de handen van Goliath. Amen.
Verlos, Heer, do ziel van uwen dienaar, gelijk Gij Petrus en Paulus verlost hebt uit de gevangenis. Amen.
En gelijk Gij de allerzaligste maagd en martelares Theela van drie verschikkelijke pijnigingen verlost hebt, gewaardig U ook zoo de ziel van uwen dienaar te verlossen, en hem met U de hemelsche vreugden te doen genieten. Amen.
Aan U, o Heer, bevelen wij de ziel van uwen dienaar N., en wij bidden U, Heer Jesus Christus, Zalig-
334
EN STERVENDEN. 335 maker der wereld, dat Gij niet weigert, haar voor welke (ïij \iit barmhartigheid op de aarde zijt nedergedaald , in den schoot der aartsvaderen op te nemea. Erken, o Heer, uw schepsel, dat niet door vreemde goden, maar door U, den eenigen, waren en levenden God, geschapen is : want er is geen God buiten U , en er is niemand die uwe werken kan doen. Verblijd, lieer, zijne ziel in uw aanschijn, en gedenk toch niet aan zijne oude ongeregtigheden en dwaasheden, die door het geweld of de hitte der kwade begeerten verwekt zijn. Want ofschoon hij gezondigd heeft, zoo heeft hij toch den Vader, en den Zoon en den heiligen Geest niet verloochend, maar geloofd; hij heeft Gods ijver in zich gehad, en den God, die alles geschapen heeft, heeft hij getrouw aangeboden. Amen. | ||
386 GEBEDEN VOOK ZIEKEN
Algemeen (ithed voor alle overledene {/eloovige Christenen.
O God, die oas hebt bevolen, om alle mensehen als broeders en zusters lief te hebben : Gij heft dit gebod ook zelfs na den dood van onze medemensehea niet op, want wij zijn door eenen eeuwigen band der liefde vereenigd. — Ons bestaan duurt langer dan oji deze wereld , en daarom duurt ook onze liefde langer. Wij vereenigen ons allen eenmaal weder bij U, wanneer wij Ü in dit leven getrouw zijn. Maar welke mensehen iiijn ü zoo volkomen getrouw, dat zij bij hun vertrek van hier aanstonds opgenomen verdienen te worden in uwe heerlijkheid? Niets onrein? kan toch in uw rijk ingaan, zoo hebt Gij ons in uw woord geopenbaard; daarom moeten zoo velen van onze medemeaschen, als zij van hier scheiden en nog niet zuiver genoeg zijn van alle
EN STEKVENDEN, 337
kleine vlekken der zonde, nog eerst ten volle gezuiverd worden. Zij moeten boeten, wat zij hier verzuimd hebben af te boeten. Zij zouden door de verdiensten van uwen Zoon, onzen Heer en Verlosser Jesus Christus, volkomen hebben kunnen gezuiverd worden, maar zij hebben niet volkomen genoegzaam medegewerkt. Thans moeten zij lijden , wachten en boeten, tot dat zij genoeg gezuiverd zijn, en toegelaten kunnen worden tot het bezit der zaligheid. Maar ons bidden voor hen wilt Gij nogtans gunstig verhoo-reu; daarom bidden wij U, o God en Vader der barmhartigheid! wij smeeken tot U, o eeuwige Zoon Gods, Verlosser der mensehen! ook tot U, o heilige Geest! ontferm U, groote Ontfermer der mensehen, ontferm U over hen, die wegens hunne fouten en zwakheden terug gehouden worden om voor U te verschijnen, die in de plaats der 32
338 GEBiSDÉN TOOK ZIEKEN zuiveriug zuchten en naar U verlangen , en lijden en boeten. Ach ! zij hebben aan U geloofd in dit loven j zij hebben op U gehoopt en U bemind. Was hunne liefde somwijlen onvolkomen, hun geloof zwak en hunne hoop niet sterk genoeg, hebben zij gezondigd voor U ; ach Heer! dan is er immers barmhartigheid bij U en overvloedige verlossing; dan heeft immers uw eeuwige Zoon, onze Heiland Jesus Christus, voor de zonden der geheele wereld geleden en voldoening uitgewerkt. Hebben zij zich deze voldoening in hun leven op aarde niet door getrouwe medewerking toegeëigend , ach, laat hun dan toch nu deze voldoening ten deele worden, terwijl zij er thans berouw over hebben en naar hunne verlossing zoo vurig verlangen! Verhoor ons gebed, o God, en neem gunstig aan alle werken der christelijke liefde, die van uwe Kerk en hare leden worden opgc-
EN STEEYENDEN. 839
|j dragen voor de rust dar overledene J geloovigen. Verleen kun, o Heer, !• j weldra de eeuwige rust, én laat hen het eeuwige licht bestralen in het eeuwig zalig leven. Amen.
Gehed voor overledene Ouders.
Gij hebt ons geboden, o God, onze ouders te eeren en lief te hebben; 1 en deze pligt kan met den dood van ; onze ouders niet ophouden. Ook na [ den dood zijn kinderen aan goede | ouders nog dank en liefde versehul-i|{ digd; ook na den dood moeten chris-li telijke kinderen voor hunne ouders | bidden. Want, wel ligt zijn zij nog ' iii niet bij den Heer, welligt worden quot; zij nog terug gehoude ; in de plaats I der zuivering, om daar zelfs van de !j kleinste vlekken der zonde, die hunne ziel nog aankleven, ten volle 1 gereinigd te worden. Zou dit zoo ij zijn, o God! zouden zij nog iets te i:j lijden en af te boeten hebben; ach, Ij hoe gaarne 'ion ik hun willen te
340 GEBEDEN VOOR ZIEKEN,
hulp komen! Maar wat kan ik anders doen, dan U bidden, o groote God! verlos iien toch spoedig uit de plaats huus lijdens, en laat hen tot U komen. Hebben zij in hunne groote en gewigtigepligten somwijlen gefeild, hebben zij uit zwakheid gezondigd, en nog niet behoorlyk af-geboet, ach ! dan zie toch genadig neder op het berouw, waarvan hunne ziel thans doordrongen is, en laat hun volkomen vergiffenis ten deele worden. Hierom bid ik U , om uwe oneindige barm hartigheids wille , en door de verdiensten van uwen Zoon, onzen Heer Jcsus Christus, die met U en den heiligen Geest leeft en
heerscht, in eeuwigheid. Ameu
4gt;§C=^i==C^amp;==^t=^=a6=^=4S=^=at=^
—C^—
O God ! zie op tot mijne hulp.
Heer! haast U om mij te helpen.
Lof zij U, o God, met blijdschap.
Van Septuagesima tot Paschrn ze^t men, in plants van Alleluja :
Lof zij U, o Heer, Koning der iij eeuwige heerlijkheid.
Deze Psalm, die Christus op zicli zeiven p
heeft toegepast, is eene voorze^gin» van zijne |i
«jlorie. Het koningschap van den Zoon Gods, ij
zijne eeuwige voortteeling, zijn priesterschap, |j
zijne magt en lijtien zijn er klaar in uitgedrukt. |
De Heer heeft tot mijnen Heer j gezegd ; zit aan mijne regterhand.
843 DE VESPiSR-PSALMEN.
Tot dat ik uwe vijanden tot eene baak uwer roeten stelle.
De Heer zal uit Siou den staf uwer ma^t doen komen; heersclit in het midden uwei- vijanden.
Bij U is liet vorstendom, ten dage ■ uwer kraeiit, iu den grooteu glans des lieiligdoms : voor den dageraad lieb ik U uir. doa schoot voortgebragt.
De Heer heeft gezworen, en het zal Hem uiet berouwen : Gij zijt : priester in eeuwigheid, volgens de wijze vuu Melehisedech.
De Heer is aan uwe regterhand ; Hij heeft ten dage zijner gramschap de koningen vernield.
Hij aal regt doen onder de vol -ii; keren : Hij zal de verwoestingen vermeerderen : Hij zal de hoofden van velü lauden verdelgen.
Hij zal op den weg uit de beek drinken; daarom zal hij het hoofd opheffen.
Eere zij den Vader, enz.
DE VESPER-PSALMEN.
II. PSALM 110.
De Profeet bedankt God, en looft Hem over zijne volmaaktheden, over zijne werken cn de wonderen, die Hij gedaan heeft voor zijn volk. De/.e wonderen waren maar eene verbeelding van die, welke Hij sedert gedaan heelt voor de Kerk.
Ik zal ü loven. Heer, met ge-lieel mijii hart : in de.n raad der rejrtvaardigeu, en in de vergadering.
De werken des Heeren zijn groot: uitgelezen volgens zijnen wil en zijn welbehagen.
Zyn werk is lofwaardig eu heerlijk : en zijne regtvaardigheid duurt in alle eeuwigheid.
Hij heeft een gedenkteeken zijner jll wonderen gesteld, do genadige en ï barmhartige Heer ; Hij heeft hen |i| gespijsd, die Hem vreezen.
Hij zal eeuwig aan zijn verbond i, gedenken : Hij zal de kracht zijner li werken aan zijn volk bekend maken.
Om hun het erfdeel der heidenen
843
344 DE VESPUl-PSALMEN. te geven; de werkeu zijner Landen zijn waarheid en regtvaardigheid. Al zijne bevelen zijn getrouw voor j eeuwig bevestigd; zij zijn gemaakt in waarheid en regtvaardigheid. Hij heeft verlossing aan zijn volk gezonden : Hij heeft zijn verbond in eeuwigheid geboden. Heilig en ontzaggelijk is zijn naam ; i de vreeze des Heeren is het beginsel der wijsheid. Het verstand is goed voor allen , i die er naar doen; zijn lof blijft in alle eeuwigheid. Eere zy den Vader, enz. III. PSALM 111. Laat ons in dezen Psalm erkennen, hoe gelukkig degenen, zullen zijn, die God dienen , en dat het eeuwig verderf der goddeloozen onvermijdelijk is. Gelukkig is de man die den Heer vreest : die groot vermaak heeft in zijne geboden. Zijn zaad zal magtig zijn op de ; | ||
DE VESPER-PSALMEN. 345 aarde : het geslacht der opregten zal gezegend worden.
In zijn huis zal eer en rijkdom zijn; en zijne regtvaardigheid duurt iu eeuwigheid.
In de duisternissen daagt den opregten een licht op : do genadige, barmhartige en regtvaardige God.
Welbeliagelijk is aan God de mensch, j die wel doet en uitleent: hij zal zijne ï woorden met oordeel beschikken, omdat hij in eeuwigheid niet zal wan-i kelen.
De regtvaardige zal in eeuwige || gedachtenis zijn; hij zal voor geen f Ij kwaad gerucht vreezen.
Met bereidvaardigheid vertrouwt | zijn hart op den Heer ; zijn hart is f versterkt: hij zal niet .ontroerd wor- | den, tot dat hij nederziet op zijne j j vijanden.
Hij deelt uit, en geeft den armen : zijne regtvaardigheid duurt in eeuwigheid : zijne magt zal met luister verheven worden.
846 DE VESPER-PSALMEN.
De kwaaddoener zal liet zien en zicla vertoornen; liij zal op zijne tanden knarsen en uitteeren : de begeerte der goddeloozen zal vergaan.
Eere zij den Vader, enz.
iv. psalm 113.
De Proleet verwekt ons om God te loven , die oneindig verheven zijnde, niet nalaat te zorgen voor de minste en geringste zaken.
Looft den Heer, gij dienaars : looft den naam des Heeren.
De naam des Heeren zij geprezen : van nu af tot in der eeuwigheid.
Van den opgang der zon tot haren ondergang, is de naam des Heeren lofwaardig.
De Heer is verheven boven alle volken : en boven de hemelen is zijne heerlijkheid.
Wie is gelijk de Heer onze God , die in het hooge woont : en het nederige in den kernel en op de aarde gadeslaat ?
de vesper-psalmen, 347 i
Die den behoeftige uit het stof '1 opwekt : en uit den drek den arme oprigt.
Om hem te plaatsen nevens de vorsten : nevens de vorsten van zijn volk.
Die de onvruehtbare in een talrijk I huisgezin dnet wonen : en haar maakt tot eene blijde moeder van kinderen.
Eere zij don Yader, enz.
David verhaalt hier de wonderen, die God heeft gedaan, als Hij zijn volk heeft getrokken uit Egypte. Hij doet er de ijdelheid der afgoden j , inzien, en dat God de zijnen wonderbaar be- : schermt.
Als Israël uit Egypte trok : liet huis van Jacob uit een vreemd volk.
Toen werd het joodsche volk aan God toegehe'ligd ; Israël werd üijne heerschappij.
De zee zag het en vlugtte : de Jordaaa keerde terug.
De bergen sprongen op als rammen , en de heuvelen als lammeren.
348 DE VESPER-PSALMEN.
Wat was u, o zee, dat gij vlugt-tct : en wat wa? hot, dat gij , Jor-daan terug keerdet ?
Dat gij, bergen, opsprongt als rammen: en gij, heuvelen, als lammeren der sehapen ?
De aarde daverde voor het aan-ij schijn des Heeren : voor het aan-|| schijn van den God van Jacob. Ij Die den harden steen veranderde | in overvloedige wateren : en de 'j steenrots in waterbronnen.
Niet aan ons, Heer, niet aan ons : maar geef de eer aan uwen naam.
Om uwer barmhartigheid en uwer waarheidswille : opdat de heidenen I nooit zeggen : waar is hun God ?
Onze God toch is in den hemel : Hij doet hetgeen Hem welbehaagt.
De afgoden der volkeren zijn zil-i' ver en goud : werken van 's mensehen 1 handen.
■i Zij hebben eenen mond, docli spreken niet; zij hebben oogen , maar zien niet.
DE VESPER-PSALMEN. 349
Zij hebben ooren, maar hoorcn niet; zij hebben neuzen, maar ruiken niet.
Zij hebben handen, doch tasten niet; zij hebben voeten, maar wandelen niet ; zij maken geen geroep met hunne keel.
Dat die ze maken hun gelijk worden ; en allen die er op betrouwen.
Het huis van Israël hoopt op den Heer ; Hij is hun helper en hun beschermer.
Het huis van Aaron hoopt op den Heer : Hij is hun helper en hun beschermer.
Diegenen die den Heer vreezen, hopen op den Heer : Hij is hun helper en huu beschermer.
De Heer is ons gedachtig geweest : en Hij heeft ons gezegend.
Hij heeft gezegend het huis van Israël : Hij heeft gezegend het huis van Aiiron.
Allen die den Heer vreezen, heeft Hij gezegend ; zoo kleinen als grooten.
350 DE VESPER-PSALMEN.
De Heer zegene nlieden meer eu meer : ulieden en uwe kinderen.
Wees gezegend van den Heer : die liemel ea aarde gemaakt heeft.
De bovenste jiemel is voor den Heer : maar de aarde heeft Kij gegeven aan de kinderen der menschen.
De dooden zullen TJ niet loven, Heer : noch iemand dergenen, die in het graf dalen.
Maar wij die leven, loven den Heer ; van nu af tot in der eeuwigheid.
Eere zij den Vader, enz.
Xj O UT S -A. ZEST Gr van lie heUiije Maagd Maria.
Lucas. I.
De H. Ambrosius /.egt, dat wij bij dezen heiligen loi'ziuig móeten wenschen, dat de geest, waarmede de iieiiige Maagd denzelveu uitgesproken heeft, in ons zij, en dat wij aangezet worden door denzelfdeu ijver.
Mijne ziel verheft den Heer.
DE VESPER-PSALMEN. 851 |
En mijn geest juicht in God, mijn !| Heiland.
Hij siaat de nederigheid zijner ' i dienstmaagd gade : zie van nu af znllen alle volkeren mij zalig noemen.
Hij, de Magtige, heeft groote dingen aan mij gedaan ; heilig is zijn naam.
Zijne barmhartigheid strekt zich i| j door alle geslachten uit, over hen \ die Hem vreezen.
Magtvol werkt zijn arm : Hij ver-| strooit hen, die in den waan huus :j harten zich iets verbeelden.
Hij werpt magtigcn van den troon, j : en verheft nederigen.
Behoeftigen vervult Hij met goo- ii 1 deren, rijken zendt Hij ledig weg. i Hij heeft Israel, zijnen dienaar, ij opgenomen : indachtig zijner ontfer- 1 | mende, goedheid.
Welke Hij heeft toegezegd aan |i onze vaderen: aan Abraham, en zijn nageslacht, tot in eeuwigheid.
Eere zij den Vader, enz.
Ij 352 DË VESPER-PSALMEN.
i welke volgens den tijd des jaars na de Vespers ul' onder het Lol gezongen worden.
Van het begin van den Advent tot Onze Lieve Vrouw Lichtmis.
J Heilige Moeder des Verlossers, Si wier krachtige voorspraak ons de deur des hemels opent, en de klip-I pen der onstuimige zee dezer wereld doet vermijden ; help door uwe ge-| beden het gevallen volk, dat zich tracht op te rigten. Gij, die door een wonder, hetwelk de natuur ver-; baast, uwen Schepper gebaard hebt, maagd blijvende gelijk te voren; gij, die uit don mond van den engel ;;! Gabriël deze voor u zoo glorierijke en voor het menschelijk geslacht zoo heilzame groetenis ontvangen liebt ; heb medelijdeii met ons zondaren.
v. De engel des Heeren heeft Maria geboodschapt.
DE VESPER-PSALM RN. 353
R. En zij heeft ontvangen van den heiligen Geest.
G E B E D.
Wij bedden ü, o Heer, stort uwe genade in onze harten , opdat wij , die door de boodschap des entrols de mensohwording van Christus uwen Zoon geleend hebben , door zijn lijden en kruis tot de glorie der verrijzenis ; mogen komen. Door denzelfden Christus , onzeu Heer. Amen.
Van Kers-avond int Lichtmis leest mm : hei lice Moeder, nis hoven , waar het Vers en Gehed nh volgt ;
v. Na liet baren zijt gij onbevlekt gebleven.
r. Heilige Moedor Gods! wees onze voorspreekster.
GEBED.
O God, die door de vruchtbare zuiverheid der heiiige Maria aan het menschelijk geslacht de saaf der
33
854 DE VESPEll-PSALMEN.
I eeuwige zaligheid vergund hebt: wij bidden U, dat wij do kracht van hare voorspraak mogen gewaar worden, door welke wij verdiend hebben te ontvangen den oorsprong des levens : onzen Hoer Jesus Christus, uwen Zoon. Amen. eeuwige zaligheid vergund hebt: wij bidden U, dat wij do kracht van hare voorspraak mogen gewaar worden, door welke wij verdiend hebben te ontvangen den oorsprong des levens : onzen Hoer Jesus Christus, uwen Zoon. Amen.
Van Lichtmis tot den TFoensdag in de Goede week.
Wees gegroet, Koningin der hemelen! wees gegroet, Koningin der engelen, heilige stam, waaruit Diegene gesproten is, die ons den hemel geopend heeft, cn die hot ware licht der wereld is ! Glorierijke Maagd, die boven alle schepselen verheven zijt : h geniet uw geluk, ontvang onzen eerbied, en verwerf ons genade bij Christus, uwen aanbiddelijken Zoon.
v. Gewaardig dat ik u love, o heilige Maagd.
■r. Geef mij sterkte tegen uwe vijanden.
»
UB VEhPtK-PiiLWEN. 355 II
(J K I! E u.
Ondersteun, o barmaartigc fiod , onze kranklieid, opdat wij die de gedachtenis houden van de heiliaie Moeder Gods , door don bijstand van hare voorspraak van onze boosheden mogen verrijzen; door denzelf'den Christus, onzen Heer. Amen.
Van Paasch-avond tol Zaturdag na Pinksteren.
Verheug n, o Koningin des hemels. Alleluja.
Omdat Hij, die gij waardig geweest zijt te dragon, Alleluja.
Is verrezen, gelijk Hij gezegd heeft. Alleluja.
Bid God voor ons. Alleluja.
v. Wees verheugd en verblijd, o heilige maagd Maria ! Alleluja.
ll. Want de Heer is waarlijk verrezen. Alleluja.
Van Zaturdag na Pinksteren tot den Advent.
Wees gegroet, o Koningin, moe-
ii _____
350 dl vesper-psalmen.
der dor barmhartigheid. Woes gegroet, ons leven, onze noetlioid en onze hoop. Tot u roepen wij, verbannen kinderen v-m Eva. Tot u verzuchteii wij, kennende en wee-nende in dit dal der tranen. Welaan dan, ouze middelares ! keer uwe barmhartige oogen tot ons, en toon ous na deze ballingschap de gebenedijde vrucht uws ligchaams Jesus. O genadige, o meêdoogende, o zoete maagd Muria I
v. Bid voor ons, heilige Moeder Gods !
k. Opdat wij waardig mogen worden der beloften van Christus.
GEBED.
Almagtige eeuwige God , die hot ligchaam en de ziel van do luisterrijke maagd en Moeder Gods Maria , door de medewerking van den heiligen Goest, bereid hebt tot ecne waardige woonplaats van uwen Zoon ; geef dat wij, die ons in hare ge-
GEBEDEN ONDER HKT LOF. 857 dachtenis verheugen , door liare (roe-dertiorene voorspraak van a]!e aanstaande kwmd, en van den eeuwigen dünd mogen bevrijd worden. Doorden-zeifden Ciiristns, onzen Heer. Amen.
Ca-EBBDBN-Or-fUKK HK/X1 I ,lt; ) L''.
/Kanneer de eerste Benedielie yegeoen wordt.
Geloofd en gedankt zij ten allen tijde het allerheiligste en goddelijke Sakrainent. Zegen mij , o lieer Jesus, niet den Vader en den heiligen Guest; versterk mij door uwe genade, om zou te leven volgens uwen heiligen wil , dat geheel mija leven tot uwe meerdere eer en glorie strekke. Geef deu regtvaardigen volharding, den zondaren vergiffenis, en den geloo-vio'e zielen de eeuwige rust; hel
358 GEBEDEN ONDKIt HET LOF. ons, nu en in het uur onzes doods.
In den naam des Vaders, cn des j] Zoons, eudes liuiligeu Geestes. Amen.
GtLOOr E.N AANalUUJNü.
O liefderijkste Jesus! Gij zijt hier waarlijk tegenwoordig onder de gedaante des broods, met ligchaam en j; | ziel, met vleeseh en bloed, met God-H heid eu menschheid. Ik geloof dit l1! vastelijk , omdat Gij zelf hei gezegd ' hebt. Wel ia waar, mijne ligehame- {'
lijke oogeu zien U niet, ea mijn ver-i stand kan deze waarheid niet be-'i grijpen, maar uw onfeilbaar woord !} iaat niet twijfelen. Daarom val ik met de diepste ootmoedigheid voor i U leraarde neder, en aanbid U met ■ alle mogelijke eerbiedigheid. Gij zijt || mijn Heer en mijn God. Gij zijt die, welken de herders voordezen in de lij krib hebben aangebeden en ontelbare j engelen aanbidden in den hemel; gene hebben U aangebeden ouder de ■rednaute van een kind; deze aan-
GEBEDEN ONDiiR HET LOF. 359 bidden U, zittende op den troon j der heerlijkheid, aan de regterhand !j van uwen bemelschen Vader; met !l] beide aanbid ik U hier ills den wall ren, ouder de gedaante dos broods j verborgen God. O , dat alle menschen |i U erkenden! 0, dat zij allen, met een i levendig geloof en eeueu heiligen | schrik, in dit allerheiligste Sakra-iij ment U aanbaden! Ik, o Jesus, ver-ij lang nu en altijd eeoe bijzondere :| godsvrucht tot dit allerheiligste Geil heim te hebben. Nooit wil ik voor 1 hetzelve anders dan met alle moge-1 üjke ingetogenheid verschijnen; nooit i|| wil ik hetzelve dan met de noodige | bereiding ontvangen. Geef mij hiertoe ij o Jesus, uwe genade.
LIEFDE EN DANKZEGGING.
Hoe onbegrijpelijk is uwe liefde , 1 o Jesus, voor ons ellendige meu-||| selien! Gij hebt niet alleen drie-en-| dertig jaren bij ous op aarde wil-fl len blijven, en voor ous willen lij-
360 GEBEDEN O.NDEE HET LOF. den en sterven, maar Gij hebt nog 's avonds voor uw bitter Jijden dit allerheiligste Sakrament ingesteld , opdat wij U altijd bij ons zouden hebbs n, tot onzen troost en toeverlaat, tot onze geestelijke spijs en voedsel. Gij hebt te voren geweten al de oneer en smaad, welke niet alleen de ketters, joden en heidenen , maar uwe geloovigen U in dit allerheiligste Sakrament zouden aandoen; nogtans is uwe liefde hierdoor niet verschrikt geworden. Gij zult in hetzelve met ons tot het einde der wereld blijven. O wonderbare liefhebber onzer ziel! we'ken dank, welke liefde ben ik U schuldig ! Ik dank U, o Jesus, en wensch U zoo zeer te kunnen dankoü, gelijk zulks de weldaad, welke (rij i ns bewijst , verdient. Ik bemin U, o Jesws, en wensch U zoo •• urig ie kunnen beminnen, gelijk Gij. om deze overmaat uwer liefde tot ons, virdiènt bemind te worden Om de laauw-
GEBEDEK ONDEU HEI LOF. 361 i heid mijner liefde en dankzegging I eenigzins te vergoeden, offer ik ü op alle eer en liefde , welke U in ; uw allerheiligste Sakrament ooit uwe li getrouwe dienaren bewezen hebben of zuil en bewijzen. O, mogtikdit duizend en duizendmaal vermeerderen.
LOl' EN GEBENEDiJDING.
Geloofd en gebenedijd zij het allerheiligste Sakrament ie ; Altaars; . geloofd en gebenedijd zij het aller-|j heiligste vleesch en bloed, het al- ., lij lerheiligste ligehaam en de aller- ! \ heiligste ziel, de godheid en inenseh-heid van Jesus Christusonzen Verlosser en Zaligmaker, die in het allerheiligste Sakrament waarlijk en wezenlijk tegenwoordig is. Zoo veel engelen en heiligen in deu hemel, ; zoo veel menscbeu op aarde, .zoo ; veel halmtjes op het veld, zoo veel | stofjes in de lucht, zoo v«el druppeltjes in de zee, zoo veel duizend en dviizcndmapi zli geloofd eu ge-
I 363 GEBEDEN ONDER HET LOF. | beuedijd lietallerheiligste Sakranjent! ■; Dit is miju vurige eu hartelijke wensch; dit verlang: ik zoo dikwijls te veruieu- j j| wen als ik adem haal. Neem dit aan, | oiu dit allerheiligste Sak ramen t waarlijk tegenwoordige Jesus! en laat dit allerheiligste Sakrament in miju leveu mijn troost eu sterkte, en in mijnen dood miju toeverlaat, mijne teerspijs eu een zeker onderpand der zaligheid zijn, opdat ik U eeuwig loveu eu danken moge in den hemel. Amen.
Hierna kan men lezen de Litanie van den i|| zoeten naam Jesus, zie bl. 166, de Litanie ij van het allerheiliffste Sakrament des Altaars, j ii bl. 179. de Litanie tot liet allerhciliffste Hart I ; van Jesus, bi. 219. Akte van eerbewijziujr , bl. j! ||j 324?. Gebed om tijdelijken en eeuwigen zegen, bl. 489. G«^bed om de goddelijke hulp in de |j bekoringen tot het kwaad , bi. 271. Voornemen |'l van eeue vrome ziel om aan God getrouw te blijven, bl. 273 , en andere gebeden , welke ]'! dit boelc bevat.
Oud'T liet Ace Maria.
Lees driemaal het Wees yeyrutt.
Onder de laatste Benedictie.
Lees hetzelfde als onder de eeivte.
DE METTEN.
Mijn' zici, maak u verheugd. Verhef de zuivere Maagd,
Haar eer, haar lof, haar deugd.
Maak u bij haar behaagd.
O hoogverheven Vrouw ! In 't hemelsch vaderland ,
Mijn steun van hoop en trouw. Eed mij uit 's vijands huud
Glorie zij den Vader, en den Zoon, Ij en den heiligen Geest; gelijk het j! wiis in het begin, nu, en altijd, on If
iu eeuwigheid. Amen.
L o i' z a N g .
Ik groet u, 's werelds Vrouwe,
U, hcnaelkoningin,
iJ6-i GETIJDEN VAN DE
fiij Maagd der maagden trouwe, 1 O dageraad vol miu.
Ik groet li, vol genaden, j|| 0, klaar cn godlijk licht! ' In al des werelds kwaden,
Sterk ons met uw gezigt.
God heeft u, Maagd , geprezen, Voorzien van d' eeuwigheid. Dat gij zondt Moeder wezen, Van zijns Zoons Majesteit.
Die 't wezen heeft gegeven, Aan hemel, aard' en al,
En ii, Bruid, hoog verheven, Bevrijd van Adams val.
v. Gij waart de keus van God,
O hoogverheven Maagd,
k. Die thans in 't hemelsch lot. De vreugde onderschraagt. O licht van mijn gemoed , Uit 't msagdendom verkoren , Smeek Hem die 't al behoedt, Dat Hij ons wil verhooren.
G E li E D.
O liciiitrc Maria! Koningin dos
ONBEVLEKTE ONTVANGENIS. 365
mels. Moeder onzes Heeren Jesns Christus, cn Vrouwe d^i wereld, die niemand verlaat noch versmasdt: aan-jlj s-.ie mij, o Moeder, met de oosren ïj uwer genade, en Rrneek uwen lieven i Zoon om kwijtscheldina; mijner zou den; opdat ik , die nu uwe heiüarc onbevlekte ontvangenis met een aan-daehtis hart overweeg, hierna moffe verkrijsren den priis van de eeuwige zaliarheid , door de genade van dien Zoon, dien gij, o zuivere Maaa^d, ter wereld hebt gebragt: onzen Heer, die met den Vader en den heiligen Geest leeft en heerscht, in vol-llj maakte Drievuldigheid, één Rod , in Ij alle eeuwigheid. Amen.
* Laat ons den Heer loven!
Lof zij den God hier boven!
Verlos ons van al het lijden.
j Dat zich in U verblijden,
Geloov'ge zielen mede.
Zij rusten ook in vrede
1 * Vit zegi men in het einde van elk Getijde.
366 GETIJDEN VAN DE
O hoogverheven Vrouw, bi. 363 Glorie zij den Vader , enz.
L O E Z A N G.
Ik groet u, wijze Maagd,
O huis vau God boftooud,
Hlaar die God behaagt ,
Tafel met goud bekroond.
Van alle zondensmet,
Heeft God uw' ziel bevrijd; Gij waart rein, naar de wet, Eer gij geboren zijt.
O bloem van alle geur. Gij Jacobs ster die rijst,
Verheven hemeldeur,
Die al de wereld prijst.
Prinses van 't engelenkoor. Wie de helsche vijand vreest : Gij staat de Christ'ueu voor. Och , help ons dan het meest, v. De Heer heeft haar doen leven
Ia zijnen heil'gen Geest.
ONBEVLEKTE ONTVANGENIS. 307 r. En boven al verheven,
Deez' Maagd het aliemecst.
O licht van mijn gemoed,
Uit 't maagdendom verkoren : Smeek Hem die 't al behoedt, Dat Hij ons wil verhoorou.
Gebed. O heilige Maria, enz. bi. 305.
DE TERTIEN.
O hoogverheven Vrouw, bi. 303. Glorie zij den Vader, euz.
LOFZANG.
Ik groet u, Salems troone, U, ark van 't nieuw Verbond, O regenboog Ydoone,
Die ons den zegen zond.
O bloem der maagdenrijen,
Deur die gesloten staat,
Wil ons gestaag verblijden. Gij Samsons honigraat.
Het moest u jagt; betamen ,
Dat die gij baren zult,
U vrij bewaart van blamen, En erfzouden schuld.
Stio Gi'.ÏIJDEX VAK JiJl
Hij koos ii tot zijn' Moeder, O jongvrouw, edie maagd!
Hij wou zijn uw behoeder,
i Van al dat Hem mishaagt.
v. O Vrouwe! gii blinkt zeer klaar.
Bij Jesus, Godes Koon.
r. En als een wolk pilaar.
Staat gij bij zijnen troon.
O licht fan mijn gemoed,
j Uit 't raaagdendom verkoren, i Smeek Hem die 't al behoedt, Pat Hij ons wil verhooren.
Gched. O heilige Maria, enz. bl. 365.
DE SEXTEN. O hoogverheven Vrouw, bl. 303. i Glorie zij den Vader, enz.
LOFZANG.
Moeder en maagd te zameu , O aller engelen vreugd,
i Gods tempel vol betamen ,
Kamer vervuld met deugd,
Troost der bedroefde menschen , O boomgaard vol van lust.
onbevlekte ontvangenis. 369 :| O goed daar wij naar wenscliea, ij Naast God der ziele rust.
Gebeuedijde aarde,
i Des priestersdoms vermaard,
j Gij heilig vat vol waarde,
!i Vfin de erfzond' bewaard.
Stad van den grooten Koning, ij O schoone Ooster poort,
'i En aller deugden woning,
!| Naar onz' geboden hoort.
i v. Gelijk eene lelie staat ander doornen gepraamd.
j k. Zoo is in Adams zaad Maria onge-blaamd.
O licht van mijn gemoed,
Uit 't rnaagdendom verkoren.
Smeek Hem die 't al behoedt, Dat Hij ous wil verhooren.
Gebed. O heilige Maria, enz. b). 365.
DE NONEN. O hoogverheveu Vrouw , bl. 363. Glorie zij den Vader, enz,
i. o f z A n o.
O stad, daar wij naar vlugtcu,
24
370 GKTIJUEN VAN DE O toren, sterk gebouwd, Van David, vrij van zuchten, Daar mijn' ziel op betrouwt.
Gij waart gelijk ontvangen, En ook gebenedijd,
't Hoofd van heische slangen. Vertreedt gij tot zijn spijt.
Gij zijt die sterke Vrouwe, En Judith onverzaagd,
Ebizaehs maagd getrouwe. Die den koning behaagt.
O Each el, waard te baren, Hem die de wereld voedt :
Wees van ons, uw dienaren, O ed'Je Maagd , gegroet.
v. Gij zijt zuiver en net,
O mijn sohoone vriendinne. K. Gij hebt nooit erfzonde smet Gehad van den beginne. O licht van mijn gemoed, Uit 't maagdendom verkoren, Smeek Hem die 't al behoedt. Dat Hij ons wil verhoeren. Gebed. O heilige Maria, enz. bl. i.
ONBJSVLEKTü ONTVANGENIS. 371 DE VESPEEEN.
0 hoogverheven Vroivw, bl, 803. Glorie zij den Vader, c:az.
L o F z A N Gt.
O hcid'ro zonnewijzer!
Als God in u wordt mensch,
Doet gij do zoune deinzen;
Tien uur naar onzen wensch.
Opdat de mensch, vel zonde, Mogt zijn verlost van pijn ,
Heeft Jesus Christus minder Dan de engelen willen zijn.
O ja, die ed'le Moeder,
Blinkt als de dageraad,
Ze is schoon in de ontvangenis. Zoodat haar nieia mi-staat.
Een' lelie is ontloken.
Waar rondom doornen staan.
Toch moet haar ieder prijzen,
Ze is schooner dan de maan.
v. Gij hebt 's hemels licht,
O Maagd,'eerst verwekt,
it. Gij hebt het aardrijk (ligt,
373 GETIJDEN VAN DE
Met ucvol overdekt,
S O licht van miju gemoed s j Uit 't maagdendom verkoren.
i Smeek Hem, die 't a! behoedt,
Ij Dat Hij ons wil verhoeren.
Gebed. O heilige Maria, enz. bl. 365.
DE COMPLETEN.
Maak, Moeder, dat uw Kind, Ons gansch tot u bekeere,
i| Dat Hij die ons bemint,
Het kwade van ons were.
O hoogverheven Vrouw, bl. 3(53. 1; (ilorie zij den Vader. euz. ïj
LOFZANG.
Gij, reine bloem der maagden, f O ziel van God bewoond,
i; Die Gode kondt behagen,
Met sterren wel gekroond.
Gij, boven engelen seharen, Verheven triomfant,
Wil ons van ramp bewaren .
In dit ons vaderland.
Gij, Moeder Gods der gratie.
Hoop, troost in onzen nood.
ONBEVLEKTE ONTVANG EMS. 37.5 Zuester van jubilatie ,
Wij vlugten tot uw' sciioot.
O deur, sta voor ons open , Bevrijd ons van den strijd ,
Wil voor uw' minnaars koopen, Gods glorie en jolijt.
v. Gestorte olie zoet,
Maria, is uw naam ,
il. Dit is, dat uw volk doet U beminnen al te zaam.
0 licht vau mijn gemoed ,
Uit 't maagdendom verkoren Smeek Hem, die 't al behoedt. Dat Hij ons wil verhoeren.
Gehed. O heilige Maria, enz. bi. 365.
Beveling aan de [Vloeiler Gods Maria.
Ik offer deez' Getijden,
Aan u, o Koningin!
Wil ons van zond' bevrijden , Och, stort ons deugden in;
En als wij zullen scheiden , Kom ons dan te gemoet,
En wil den weg bereiden,
Maria, maget zoet.
374 GET 1.1 DEN VAN DK ON'lil'. V. ENZ.
ANTIPIHION
Deze is do roede, in welke nocli l)otte der erfzonde, noch sehorse van dMjelijksdie zonde jj geweest is.
il v. In nwe Ontvangenis, o Maria, zijt gij on-ij bevlekt geweest.
i! k. Bid voor ons den Vader, wiens Zoon trij gebaard hebt.
GEBED,
o God, die door de onbevlekte || oatvanseuis der heiiige maasrd Maria : eciie waardige woonplaats voor mven lij Zoon hebt bereid gemaakt : wij bidden U , dat gelijk Gij, door den dood van uwen Zoon te voorzien, baur van alle vlekken hebt bewaard, ons || ook desgelijks wilt verleetien , dat |i wij door hare voorspraak zuiver en onbevlekt tot LT mogen komen : door | onzen Heer Jesus Christus, uwen Zoon, die met ü leeft en heorseht, in der eeuwigheid. Amen. v. De onbevlekte ontvangenis van de heilige Maajjd Maria.
li. Zii ons eene hulp en bescherimns.
1
Hernieuwing der doopMofto bij de eerste heilige Commanie.
—4=-c§gt; —
Aan uwe voeten neergeknield, o mijn aanbiddelijke Verlosser, kom ik, op dezen sclioonon dag mijner eerste heilige Communie , mij zeiven den dag mijns doopsels herinneren. In het heilig doopsel heb ik mij verbonden, om het gelooquot; in één' God en drie personen te belijden; om den duivel te verzaken, ora mij aan uwe heilige,katholijko, apostelijke, room-sohe Kerk als mijne moeder tc ceren , en ijverig de middelen van zaligheid aan te wenden, die zij ailéén bezit. En Gij, mijn God! Gij hebt mijne erfzonde vergeven; Gij hebt mijne | ziel met uwe kostbaarste gaven ver lijkt; f,ij hebt mij onder het geial uwer leerlingen en erfgenamen van
ViiKXIÜUWJNO
376
Hoe grooteu dank !
Uiijn God, dus voor
daden bewijzen, vooral op den dag, | dat Gij derzelver maat vervult, door |i| U zeiven voor de eerste maal aan mij te geven! Memelschc geesten! ii voreenigt u met mij, om den Heer met mij de verschuldigde dankbaar- |; heid te betoonen. Maar den Heer lovende , o mijne ziel, moet gij u met schaamte uwe vorige en talrijke ongetrouwheden te binnen brengen. Ja, mijn God! te dikwijls heb ik uit vergetelheid, uit onachtzaamheid, of uit schuldige onwetendheid de belof-
ngt;EK DOOPBELOFTE.
377
ten van mijn doopsel gesclionden ; ik erken liet, en ik vraag n daarvoor ootmoedig vergeving. Gevoed met het Brood der sterken , neem ik het besluit van tegen den vijand mijner zaligheid dapperder den goeden strijd des geloofs te voeren. Het is in uwe tegenwoordigheid, o God , die in het allerheiligste Sakrament des Altaars rust, in de tegenwoor- |i digheid uwer heilige Moeder, do onbevlekte maagd Maria; van mijnen Engel-bewaarder, van mijne heilige Patronen en van het gansche hemel-sehe Hof, dat ik de heilige verbind-tcnissen bevestig , bekrachtig en ver- =i nieuw, die weleer uit mijnen naam door peter en meter aan den voet des altaars zijn aangegaan. Ik ver- | zaak op nieuw den duivel, — Heer, | Gij-al!een zijt mijn Koning; en ik zal U alleen dienen. — Ik verzaak de pomperijen des duivels; — weg met de ijdelheden , do valsche vermaken, de sehijngoederen en de
378 ToiiWiJDue
^roiidbeginselen der wereld! Uwe genade, Hoer, uwe liefde is mij ge-uoes:. — Ik verzaak de werken des duivels, dat is te zegffen, alle zonden; — ik wil liever sterven, Heer, dan met voorbedachtheid er eene enkele te bedrijven. Uwe heilige wet zal voortaan het eenise rigtsnoer van mijn gedrag zijn; ik zal ze, met uwe genade, beoefenen, zonder het oordeel der menschen te schroomen ; ik zal mij nimmer, noch uwer, noch mijner moeder, uwer heilige Kerk, schamen; ik zal mijnen roem stellen in U te dienen en de Kerk te gehoorzamen. Zegen die heilige voornemens , opdat ik aan dezelve tot aan mijnen dood toe getrouw biijve. Amen.
AKTE VAN TOEWIJDING AAiS DE ALLERHEILIGSTE MAAGD.
Heilige Maagd, Moeder van my-ncn God. Konina'in vfm hemel en
AA N MAttJA. 879
aarde! op dozeu plegtigon dag mijner eerste heilige Oomimuiie kom ik ii do hulde van mijnen eerbied, liefde en erkentenis aanbieden. Ik erken , dat al de genaden, welke do Heer mij sedert mijn doopsel heeft geschonken , en die de vruchten van de oneindige verdiensten uws god-delijken Zoons zijn, mij door uwe vermogende en barmhartige voorspraak zijn toegekomen. Ben ik ook niet aan uwe moederlijke bezorgdheid het geluk verschuldigd, van heden voor de eerste maal het dierbaar Ligchaam en Bloed uws aan-biddelijken Zoons te hebben ontvangen ? Wat zal ik u, o minnelijke Moeder, voor zoovele weldaden wedergeven? Gedoog, dat ik mij zeiven daarvoor aan u geef, aan u toewijd. Ik verkies u hedon op eene gansch bijzondere wijze voor mijne Moeder, voor mijne Patrones, Ik stel mijne ziel met al hare krachten, mijn ligchaam met al zijne zinnen, onder
380 TOEWIJDING AAN MARIA.
viwc bcschcrmhig. Verwerf voor mij , dat ik mijne ziel en mijn ligchaam in zuiverheid beware, opdat zij steeds het waardige verblijf zijn van Hem, dien ik van daag heb ontvangen. Bescherm mij in alle voorvallen des levens, opdat ik in voor- eu tegenspoed toone, dat ik getrouw ben aan de beloften van mijn heilig doopsel. Zegen mij, o heilige Maagd , zegen uw kind op dezen sehoonen dag, zegen mij al de dagen mijns levens , en bid voor mij vooral in het uur \an mijnen dood. Amen.
B L -A. ID -W IJ Z B R,.
Korte onderwijzing wegens liet gebed . . 5
Avondgebeden..........
Gebeden voor en onder de heilige Mis . 33
Gebeden onder de Mis voor overledenen . 62
Litanie tot lafenis der lijdende zielen . . 68 ■,
Gebedwi voor de Biecht.......76 ;[
Gebeden na de Biecht.......85 i;
Gebeden vóór de heilig Communie. . . 89 !
Gebeden na de heilige Communie ... 96
De zeven Boet-psalmen.......104
Heilige llozenkrans........131
Litanie van de. allerhriligste Drievuldigheid. 153
Litanie tot den heiligen Geest .... 160 !|
Litanie van den zoeten naam Jesus. . . 166
Litanie van de heilige Engelen .... 171 Litanie van het allerheiligste Sakrament
Geloof, Hoop en Liefde.......193 '
De lofzany te Deum Laudamus .... 195 Litanie van het lijden onzes lieeren Jesus
Litanie ter eere van de lieiliire Maagd
Maria........................207 !
BLA lAVIJZUl.
Litanie ter eere van het lieilig Hart van
Litanie tot het allerheiligste Hart van
Akte van Eerbewijzins..............224.'
Litanie om eenen zaligen dood .... 227
Litanie van alle Heiligen......233
Litanie ter eere van den H. Josei' . . . 245 Litanie van de heilige Martelaars van
Litanie (er eere van den H. Aloysius de
Gebed van dertig dagen.......262
Verschillende Gebeden.
Gebed om zijn beroep getrouw na te
Gebed om de goddelijke hulp tegen liet
Voornemen van eene vrome ziel, om aan
God getrouw Te blijven......273
Vernieuwing der doopbelofte.....275
Gebed der ouders voor hunne kinderen . 277
Gebed van kinderen voor hunne ouders . 27S Gebed in verschillende nooden .... 280 Gebed aan Gods Heiligen, dat zij ons in
onze nooden bijstaan.......281
Gebed in tevredene eu gelukkige dagen . 284«
Gebed in wederwaardigheden......285
Gebed in vervolging van vijandige men-
Gebed bij algemeene landplagen . . 287
BLADWIJZEK.
Gebed om tijclelijken. en eeuwigen zogen . 289 Gebed om reinheid des barten .... 291
Gebed om de Helde Gods......292
Gebed om eenen zaligen dood..... 294 ;
Gebed van eenen 'Teer.......29(5
Gebed van eenen Dienaar......297
Gebed van eenen Kijken......29S j
Gebed van eenen Armen...... 299 !
Gebed in dagen van ziekte......300
Gebed tot de heilige Maagd.....302
Gebed van eenen man tot zijnen Patroon. 303 (iebed van eene vrouw tot hare Patrones 305
Gebed tot den U. Josef.......306
Gebed tot den heiligen Beschermengel. . 307 Gebed tot den heiligen Joanne» Nepomu-
Gebed tot de heilige Barbara, om een
gelukkig sterfuur te hebben.....310
Gebed bij een onweder . .......312
Gebeden voor zieken en overledenen . . 310 Litanie der heilige Kerk vo r de sler-
Bij liet sterven van den zieken .... 327 üe Vesper-psalmen van den Zondag . . 340 Lofzang van de heilige maagd Maria . . 819
Gebeden onder het Lof...... 35ö i
Getijden van de onbevlekte ontvangenis
van de heilige maagd Maria .... 3G3 Akie van toewijding aan de allerh. Maagden doopbelofte bij de eerstel!. Communie. 375
IVrmitlimus Inipressionem. Datum Kuivmunda.', liac 20. Dccembris 1842.
J. A. l'AJvKDIS. Kj» lier. AJni. A post. Vic, Limb.
\