l't. quot;
'
MET VEELVULDfOE GODVRUCHTiGE GEBEDEN EN I.ITANIËN; BTJEENVERGADERD DOOR EtCN' PATER VAN DE ORDE DER PREDIK HEEREN.
te VENLOO, Él) H. KONT
UTRECHT
/lt; o 7
v-^ '1.
TAFEL OF AANWIJZING
ü Ell
JAAK. |
ASCHDAG. |
PASCIIEN. |
PINKSTEREN | |||
1865 |
1 |
Maart. |
16 |
April. |
4 |
Junij. |
1866 |
14 |
1'ebr. |
1 |
April. |
20 |
Mei. |
1867 |
6 |
Maart. |
21 |
April. |
9 |
J uuij. |
1868 - |
26 |
Eebr. |
12 |
April. |
31 |
Mei. |
1869 |
10 |
Eebr. |
28 |
Maart. |
16 |
Mei. |
1870 |
2 |
Maart. |
17 |
April. |
5 |
Junij. |
1871 |
22 |
Febr. |
9 |
April. |
28 |
Mei. |
1872 |
13 |
Febr. |
31 |
Maart. |
19 |
Mei. |
1873 |
27 |
Febr. |
13 |
April. |
l |
•1 unij. |
1874. |
18 |
Febr. |
5 |
Apri 1. |
24 |
Mei! |
1875 |
10 |
Febr. |
28 |
Maart. |
16 |
Mei. |
1876 |
1 |
Maart. |
16 |
April. |
4 |
J unij. |
1877 |
14 |
Febr. |
l |
April. |
20 |
Mei. |
1878 |
6 |
Maart. |
21 |
April. |
9 |
Junij. |
1879 |
27 |
Febr. |
13 |
April. |
1 |
J unij. |
1880 |
10 |
Febr. |
28 |
Maart. |
16 |
Mei.' |
1881 |
2 |
Maart. |
17 |
April. |
5 |
Junij. |
1882 |
22 |
Febr. |
9 |
April. |
28 |
Mei. |
1883 |
8 |
Febr. |
25 |
Maart. |
13 |
Mei. |
1884 |
27 |
Febr. |
13 |
April. |
1 |
Junij. |
18S5 |
18 |
Febr. |
5 |
April. |
24 |
Mei. |
1886 |
10 |
Maart. |
25 |
April. |
13 |
Junij. |
1887 |
3 |
Maart. |
10 |
April. |
29 |
Mei. |
1888 |
15 |
Febr. |
1 |
April. |
20 |
Mei. |
—lt;iy-
Jmprimi polerU.
Acimii Anlm-jjid', J4 Mnij 1706. ,1. C. DB CA RRAIAL, Jiio.c.lesifH Cathedr. Aniverp. Can. Grad., Judex Synod. nc Lilt. Censor.
-*SVquot;Er—
Dit boek zal zeer voordeelig mogen gedrukt worden.
Avium lot Oend, den 20 May 1755. Joannes Clebcq.
Cannnik en Boekkeurder.
—
Permittimus reimpressionem :
Lcodii, luie lt;ï Aprilis ]amp;33. .), A. Barrett, Vic. Gen.
CKRISTELUK ONDEKWIJS IX DE
Het geloo!' is de gToudvesling aller deugden ei» volniaaktlieden, wanneer men opregl en aandaciitig overdenkt, eerstelijk :
1. Dat er één God is. Schepper van alle (linnen.
o
Dat God alle dingen bestiert.
3. Dat onze ziel onsterlelijk is.
4. Dat de genade Gods noodig is ter zaligheid.
5. Dat God regter is over allen.
('). Dat God drievoudig is iu personen.
7. Dat de Zoon Gods is inenseh geworden.
Het andere deel der coornaamste (jel'oofsp u nten.
1. De 12 artikelen des geloo I's.
i. De7beduidingen desOuz. Vad.
6 Christelijk onderivijs
3. Dc 10 geboden Gods.
ï. De 5 geboden der H. Kerk.
5. De 7 heilige Sakramenten.
Merldeehenen der waarachtige Kerh van Christus.
Ik bevind dat de Koomseb Ka-tholijke Kerk hoven alle dwaalleer uitsehijnt, dooi' hare éénheid, heiligheid, lielit der voorzeggingen, wonderl eekenen, de algemeene goedkeuring van alle volkeren, hare oudheid en wettige afkomst van Christus en de Apostelen, de gedurige opvolging der Pausen in den Stoel van Petrus, enz. Dat ik moet bekennen, dat deze kerk van den levenden God is, de kolom en het stennsel der waarheid, die de poorten der helle nimmer zullen overweldigen; waarin Christus met zijnen geest der waarheid blijven zal tot bet einde der wereld. In de gehoorzaamheid en gemeen-
Christelijk Onderwijs. 7 schap der Kerk wil ik met Gods genade leven en sterven : door Jesus Christus, onzen Heer.
DE TfElV GEBOD EK GODS.
1. Ik ben de Heer uw God. Gij zult geene vreemde goden voor mijne oogeti hebben. Gij zuil geen gesneden beeld of gelijkenis maken; gij zult die niet aanbidden of godsdienst a a n d oen.
2. Gij zult den naam van den Heer uwen God niel ijdelijk gebruiken.
3. Weest gedachtig dat gij den Sabbathdag heilig maakt.
4. Eert uwen vader en uwe moeder, opdat gij lang moogt leven op de aarde.
5. Gij zult niet doodslaan.
6. Gij zult geen overspel doen.
7. Gij zult niet stelen.
8. Gij zult tegen uwen naaste geene valsche getuigenis geven.
9. Gij zult uws naasten huisvrouw niet begeeren.
8 Christelijk onderwijs.
10. Gij zult zijn huis niet begee-ren, noch zijn land, noch zijnen knecht, noch zijne dienstmaagd, noch zijnen os, noch zijnen ezel, noch iets van alwat hem toebehoort.
Men mod daarenboven ondtrhouden :
4. De geboden Feestdagen der heilige Kerk, zoo wel als den heiligen Zondag, op straffe van doodzonde. Ten minste ééns 'sjaars biechten, en het heilig Sakrament des Altaars met Paschen in zijne Parochie (daar het geschieden kan) ontvangen.
2. Vrijdags en zaturdags geen vleesch eten.
3. Vasten op de vastendagen, quatertemperdagen en de geheele vaste; wanneer men zich ook moet onthouden van hetajene verboden wordt, tenzij dat men om wettige reden verlof daartoe hebbe.
4. Om christelijk te leven, is het
noodig de heilige Sakramenten wel te gebruiken.
1. Het Doopsel. quot;1. Het Vormsel.
3. Het 11. Sakrainent des Altaars.
4. De Biecht. 5. Het 11. Oliesel. (). Het
Priesterschap. 7. Het Huwelijk.
-—
Het mofgengebed is een pligt, dieu God van ons eisclit, als eerstelinoen van den dag. Met welke godsdienstigheid moeten zij hem opgeollerd worden ! \ ;m de vervnlling van dezen eersten pügt. Langt de gelieeJe uitslag der werken van het overige van de» dag al' 5Iet zoude oneindig veel gewaagd zijn , den dag te beginnen, zonder aan God de hulp zijner genade gevraagd te hebben , en zonder hem bedankt te hebben voor de rust der nacht. Weiger hem nooit deze dubbele schat tino.
Maar eer gij gaat bidder», verdiep u een oogenbllk in u zeiven. Begrijp wat
{jij zijt, en wat God is, in wiens tegenwoordigheid gij staal : gij zult liglelijk bevatten liet gewigt van de zaak , die gij doen, en de gevoelens van ootmoedigheid. v;iii berouw over uwe zonden, van eerbied, van aandacbtiglioid , van zedigheid, van vurigheid, van liefde, en van berouw, niet welke gij het altijd doen moet
Dit zijn de uitwendige gesteltenissen , mei welke men met God moet omgaan in hel gebed
In den naam des Vaders, en des Zoons, en des il. Ceestes. Amen.
Stel li inde tegemvoordigheid Gods:
Allerheiligste en allerhoogwaar-digste Drievuldigheid, één God in drie personen! ik gelooi dal Gij hier tegenwoordig zijt ; ik aanbid IJ met de allerdiepste gevoelens van ootmoedigheid, en geef U metal mijn hart de eer, die men schuldig is aan uwe opperste Majesteit.
Morgengebeden. \\
liedanh God voor de ontvang ene genade, en ojfer u aan hem op.
Mijn God! ik bedank U zeer ooimoedig voorde genade, die Gij mij tol lieden bewezen hebt. ÏJetiseene uitwerking van uwe goedheid, dat ik wederom dezen dag zie : ik wil hem ook alleen gebruiken om l) te dienen. Ik draag er T van op al de gedachten, woorden, werken en moeijelijkheden. Zegen ze, lieer, opdal ergeene zijn, die niet bezield zijn dooi' uwe liefde, en die niet strekken tot uwe meerdere eer.
Maak een voornemen van de zonden te vlieden, en de deugden te oefenen.
Aanbiddelijke Jesus! goddelijk voorbeeld van volmaaktheid, naar hetwelk wij moeten trachten : ik zal mij bevlijtigen, zoo veel als ik kan , om mij gelijkvormig te maken aan U; zachtmoedig, ootmoedig.
12 Morgengebedien.
zuiver, vurig, geduldig eu onderworpen gelijk Gij, aan den svil van den hemelsciien Vader, en ik zal bijzonder al mijne vlijt aanwenden, om van daag niet te hervallen in de gebreken, die ik dikwijls bedreven ïieb en van welke ik mij opregt begeer te verbeteren.
\raag aan God de genade, die u noodig is.
Mijn God! Cij kent mijne zwakheid. Ik kan niets zonder den bijstand van uwe genade. Weiger mij dezelve niet,, o mijn God! schik ze naar mijne behoelte; geel mij kracht genoeg om al het kwaad te vlieden, dat Gij verbiedt, ai het goede te oefenen, dat Gij van mij verwacht, en om geduldig telijden al de kwellingen, die het U zal gelieven mij toe le zenden.
Het gebed des Heer en.
Onze Vader, die in de hemelen
Morgengebeden. 13
zijl ! Geheiligd zij uw naam. Ons toekomeuw rijk. üw wil geschiede op de aarde als iu den hemel. Geef ons heden ons dagelijksch brood. En vergeefons onze schulden, gelijk wij vergeven onzen schuldenaren. En leid ons met in bekoring. .Maar verlos ons van den kwade. Amen.
De groetenis des Engels.
Weesgegroet, Maria, vol van ge-nade; de Heer is met u; gezegend zijl gij boven aüe vrouwen ; en gezegend is de vi'uciil uws liüfchaams
Jesus. Heilige Maria, Moeder Gods! bid voor ons, zondaars, nu en in het uur onzes doods. Amen,
Hef Geloof.
Ik geloot in God den Vader al-magtig, Schepper van hemel en van aarde. En in .lesns Christus, zijnen eenigen Zoon, onzen Heer , die ontvangen is van den heiligen
14 Morgengebeden.
Geest, geboren uit de Maagd Maria; die geleden heeft onder Pontius Pi-latus; die gekruist, gestorven en begraven is. Die nedergedaald is ter helle; ten derden dage is hij verrezen van den dood ; hij is op-geklommen ten hemel, en zit ter regterhand Gods, zijns Vaders al-magtig; van daar zal hij komenoor-deelen de levenden en de dooden. Ik geloof in den heiligen Geest; ééne heilige IvatholijkeKerk, degemeen-sehap der Heiligen, vergillen is der zonden, verrijzenis des vleesehes, en het eeuwige leven. Amen.
Belijdenis der zonden.
Ik belijd v^or God almagtig, de heilige Maria, altijd maagd, den liei-ligen Miehaëlaartsengel, den heiligen Joannes den Dooper, de heilige apostelen Petrus en Paul us , en alle Heiligen, dat ik zeer gezondigd heb, metgedachten, woorden
Morgengebeden. 15
en werken, liet is mijne schuld, mijne schuld, mijne allergrootste schuld. Daarom bid ik de heilige Maria, altijd maagd, den heiligen aartsengel Michaël, de heilige apostelen Petrus en Paulus, en alle Heiligen, onzen Heer en God voor mij te willen bidden. ' De almogende God ontterme zich onzer, en onze zonden vergeven hebbende, brenge ons tot het eeuwige leven. Amen.
Ontslag, kwijtschelding en veroiffenis van al onze zonden ver-
o
leene ons de almogende en barmhartige lieer. Amen.
Gebed lol de heilige Maagd, uwen goeden Engel enuicen heiligen Patroon.
Heilige Maagd, Moeder Gods, mijne lieve Moeder en Patrones! ik stel mij onder uwe bescherming, en ik werp mij met betrouwen in den schoot uwer barmhartigheid.
46 Morgengebeden.
Wees, o Moeder van goedheid, mijne toevlugt in den nood, en mi jne voorspreekster bij uwen aanbidde-lijken Zoon, lieden en al de dagen mijns levens, en bijzonder in het uur van mijnen dood.
Engel des hemels, mijn getrouwe en liefderijke leidsman ? verwerf mij van zoo gehoorzaam te zijn aan uwe ingevingen, en mi jne voetstappen zoo wel te rigten, dat ik niet al'dwale van den weg der geboden van mijnen God.
Groote lleilme. wiens naam ik
O quot;
draag! beseherm mij en bid voor mij, opdat ik God, gelijk gij, mag dienen op de aarde, en hem eeuwig met u verheerlijken in den hemel. Amen.
lt;: E K E D.
Heer Jesns Christus, die gezegd hebt: vraagt en gij zult verkrijgen; zoekt, en gij zultvinden; klopt, en
Morgengebeden. 17
1, ii zal open gedaan worden : geef ons ie de genade, om te begrijpen de 3- genegenheid van uwe goddelijke n liefde: opdat wij U beminnen uit geheel ons bart, ü belijden met den mond ess bet bart, en dat wij e nooit opbonden U te loven, lij DeEngel des Heeren beeftMaria
in geboodschapt, en zij beeft ontvan-p- gen van den heiligen Geest. Wees et gegroet.
ïn En bet Woord is vleeseb gewor-, den , en bet beeft onder ons ge-ik woond. Wees gegroet.
or
\
' Hier is liet dat men begint wel te U- overwegen, om zich te bevrijden van gt;[j de bijzondere fouten, die men voorgenomen heeft te verbeteren Ten eerste, men neemt zich voor dezelve met kracht te vlugten. Ten tweede, men voorziet de gelegenheden, die men zal hebben [cd om er in te vallen. Ten derde, men . vernieuwt zijne voornemens Ten vierde, men vraagt aan God den bijstand zijner en i genade
3
En is het dat men na al deze voorzorg en vlijt, die men door den dag aanwendt, nog in zonden mogt vallen, dan vraagt men er vergiffenis van, en men legt zich aanstonds eene kleine boetvaardigheid op, zonder echter den moed te verliezen.
Is er veel aan gelegen den dag wel te beginnen, er is niet minder aan gelegen denzelven wel te eindigen. De nieuwe gunsten, die God ons toegestaan heeft over dag, en de bescherming, welke wij noodig hebben om den nacht zonder gevaar door te brengen, zijn nieuwe beweegredenen om God te bidden , en hem te bidden met de gesteltenis, die wij reeds aangewend hebben.
Het onderzoek des avonds, hetwelk men moet aanzien als eene der voornaamste pligten van het christelijke leven, is het bijzonderste deel van deze laatste oefening van den dag. Men heeft er de leerwijze van in de volgende acten : te-genwoordigheid Gods , dankzegging, vraag, onderzoek, droefheid en goed voornemen.
Voorts de bijzondere zegeningen, welke God uitstort over de huisgezinnen, waar de gebeden gezamenlijk gelezen worden, moeten u krachtdadig aanzetten, om u te doen aannemen het gebruik van eene zoo heilige en stichtelijke oefening; bijzonder des avonds, wanneer men allergemakkelijkst kan te zamen komen. Want waar er ticee of drie in mijnen naam vergaderd zijn, zegt Jesus, daar ben ik in het midden van hen. Wat is er meer aanmoedigend ? Wat moet men niet verlaten , om zich zoo een groot geluk te verschaffen?
In den naam des Vaders, en des Zoons, en des heiligen Geestes. Amen.
Laten wij om stellen in de tegenwoordigheid van God, en hem aanbidden.
Ik aanbid IJ, o mijn God, met de onderwerping, die mij de tegenwoordigheid van uwe opperste grootheid ingeeft. Ik geloof in ü, omdat Gij de waarheid zelve zijt.
20 Avondgebeden.
Ik hoop op ü, omdat Gij oneindig goed zijl,. Ik bemin U uil geheel mijn hart, omdat Gij ten hoogste beminnelijk zijt;en ik bemin mijne naasten als mij zelven, om de liefde van U.
Laat on* God danken rooi' de genade, die hij on* gegeven heeft.
Welke dankzegging zal ik U doen, o mijn God, voor al het goede, dat ik van U ontvangen heb ? Gij hebt op mij van alle eeuwigheid gedacht; Gij hebt mij uit het niet getrokken; Gij hebt uw leven gegeven om mij te verlossen, en Gij vervult mij nog alle dagen met een oneindig aantal gunsten. Helaas, lieer! wat zal ik doen tot erkentenis van zoo vele goedheden? Vereenig u met mij, gelukzalige Geesten, om den God van barmhartigheid te loven, die niet ophoudt van goed te doen,
A vond gebeden. 21
aan het alleronwaardigste en ondankbaarste zijner schepselen.
Laat ons God vragen om onze zonden te hennen.
Eeuwige Oorsprong des lichts, heilige Geest! verdrijf de duisternis die mij de afschuwelijke boosheid mijner zonden verbergt. Doe,
I o God, doe mij er zoo grooten af-
t schrik van krijgen, dal ik dezelve
i bate, zoo het mogelijk is, gelijk
; Gij die zelf haat, en dat ik niets
j meer vreeze, dan dezelve in het
l toekomende te bedrijven. ,
Laat ons liet bedrevene kwaad
3 onderzoeken. Tegen God: Nalatig-
1 beid of verzuim in onze pligten
v van godvruchtigheid, oneerbiedig-
3 heden in de kerk, vrijwillige ver-
, strooidheden in onze gebeden, ge-
1 brek aan goede meening, weder-
e stand aan de genade, zwering,
, misnoegen, gebrek van vertrou-
22 Avondgebeden.
wen en overgeving aan den wil
Gods.
Tegen onze naasten: Ligtvaardig oordeel, verachting, haat, afgunst; begeerte van wraak, twist, op-loopendheid, kwaadwensehing, scheldwoorden , achterklap , beschimping, valschebetigting, schade aan goed oi' eer, kwaad voorbeeld, ergernis, gebrek van eerbied, van gehoorzaamheid, liefde, moed en getrouwheid.
Tegen ons zeiven: IJdelheid, menschelijk opzigt, leugens, gedachten, begeerten, gesprekken en werken tegen de zuiverheid, ongebondenheid, gramschap, ongeduldigheid, wulpsch en vuil leven, traagheid in het volbrengen der pligten van onzen staat.
Laat ons een opregt berouw verwekken.
Zie mij hier, Heer, geheel met
Avondgebeden. 23
schaamte en droefheid overdekt, door het gezigt mijner zonden. Ik verfoei dezelve voor U, met eenop-regt leedwezen van eenen zoo goeden God vergramd te hebben, eenen God zoo minzaam en zoo waardig om bemind te worden. Was het dit dan, o mijn God, dat Gij moest verwachten van mijne erkentenis, na mij bemind te hebben tot het vergieten van uw bloed voor mij? Ja, ilecr! ik heb mijne boosheid en ondankbaarheid te ver gedreven ; ik vraag er U oot-moediglijk vergiffenis van, en smeek ü, o mijn God, door diezelfde goediieid, van welke ik zoo dikwijls de uitwerksels gevoeld heb, van mij de genade te vergunnen, van er nu entot den dood toe ware boetvaardigheid over te doen.
!24 Avondgebeden.
Laat ons een vaat voornemen mal ten van niet meer te zondigen.
Hoe zou ik wenschen, o mijn God, ü nooit vergramd te hebben! maar vermits ik zoo ongelukkig ben geweest van ü te mishagen, zal ik U de droefheid, die ik er van heb toonen, door een gedrag, geheel tegenstrijdig aan hetgeen ik tot nu toe gehad heb. Ik verzaak van nu af de zonden, en de gelegenheden derzelve, en bovenal die, in welke ik zoo dikwijls de zwakheid heb van te hervallen; en indien Gij (J verwaardigt mij de genade te vergunnen, gelijk ik ze vraag en hoop te verkrijgen, zoo zal ik trachten getrouwelijk mijne pligten te volbrengen, en niets zal bekwaam zijn mij te wederhouden U te dienen. Amen.
Hier bidt men liet Gebed des
Avondgebeden. 25
Meer en, de Groetenis des Engels, het Geloof en de Belijdenis der zonden, bladz. 44.
Laten wij ons aan God aanbevelen, aan de heilige Maagd Maria, en aan alle Heiligen.
Zegen, o mijn God, de rust die ik ga nemen, om mijne krachten-te herstellen, opdat ik ü beter mag dienen. Heilige Maagd, Moeder van mijnen God, en na hem mijne eenige hoop! mijngoedeEngel en mijn heilige Patroon! bidt voor mij, en beschermt mij gedurende dezen nacht, en geheel den tijd mijns levens, en in het uur mijns doods. Amen.
Laat ons bidden voor de levende en overledene Geloovigen.
Stort, Heer, uwe zegeningen uit over mijne ouders, weldoeners, vrienden en vijanden; bescherm al degenen, die Gij mij gegeven hebt
26 Avondgebeden.
voor meesiers, zoo geestelijke als wereldlijke. Help de armen, de gevangenen, dc bedroefden, de reizigers, de zieken en de stervenden. Bekeer de ketters, en verlicht de ongeloovigen.
God van goedheid en barmhartigheid! heb ook medelijden met de zielen dergeloovigen,die in het vagevuur zijn. Maak een einde aan hare pijnen, en geef aan die, voor welke ik verpligt ben te bidden, de rust en het eeuwige licht. Am.
(; E B E D.
Almagtige en eeuwige God, die hetligchaam en de ziel der allerheiligste Maagd en Moeder Gods Maria bereid hebt, opdat zij door de medewei king des heiligen Geestes verdienen zoude eene waardige woonplaats te wezen voor uwen lieven Zoon; geef dat wij, die ons in haar aandenken verblijden, door hare
Avondgebeden. 27
goedertierene gebeden van den eeuwigen dood mogen verlost worden : door denzelfden Christus onzen Heer. Amen.
ANDER GEBED.
Wij bidden U, lieer, deze woonplaats le bezoeken en er van af te weren alle listen des vijands; dat uwe heilige Engelen daarin wonen, om ons in vrede te bewaren, en dat uw zegen altijd over ons blijve: door Jesus Christus onzen Heer. Am.
GEBED TOT ALLE HEILIGEN.
Gelukzalige zielen , die de genade gehad hebt om tol de eeuwige heerlijkheid te komen : verwerft mij twee zaken van Hem, die onze algemeeneGod en Vader is, name-lijk : hem nooit doodelijk te vergrammen, en dat Hij van ons al wat hem mishaagt wegneme. Amen.
De Engel des Heeren, enz. bl. 17.
ONDEEWIJZINGEN EN GEBEDEN
Oefeningen van eene Godminnende ziel onder de goddelijke Dienst.
IVa het sursutn corda verheit zich de ziel boven al het aardsche. en al hetgeen daar omgaat : houdt zich bezig met de zalige geesten en niet de allerheiligste Drievuldigheid te loven, zeggende sanc-lus, mnciufs. mncius.
Maar dan, wanneer de Priester de stille gebeden spreekt, rigtzi] hareoogen op het kruisbeeld, Christus heilig hoofd niet doornen gekroond aanziende, en beveelt hetzelve het opperhoofd der heilige Kerk. den paus, de bisschoppen, priesters, keizers en koningen aan. En de wonde van Jesus regterhand beziende, beveelt zij daarin hare ouders en bloedverwanten. In de wonde van Jesus linkerhand beveelt zij al hare vijanden, en al degenen , waarvan zij eenig leed of ergernisontvangen heeft. Inde wonde van Jesus regtervoet, beveelt zij de personen en zaken, die haar bevolen zijn. In de
Gebeden onder de heilige Misse. 29
wonde Tan Jesns linkervoet, beveelt zij alle zondaren, opdat zij inog:en bekeerd worden. En in de wonden van Jesus hart, beveelt de godminnende ziel zich zelve, en bidt om al lietgeen, wat zij tot bare zaligheid noodig heeft.
In de wonden van Jesus ligchaam, beveelt zij alle ketters en ongeloovigen, opdat zij mogen bekeerd worden. Aan het kriiis van Jesus, beveelt zij alle geestelijke orden en personen . dat zij het kruis van hunnen regel gediddig mogen dragen. En in de tranen van den goeden Jesus. en het speeksel, waarmede in zijn heilig aangezigl gespogen werd. beveelt zij allen die met lasteren ongelijk overvallen worden
In de laatste verzuchtingen van Jesus, toen hij zijn hoofd stervende nederboog, beveelt zij allen die in doodsangst zijn. en om de eeuwigheid strijden.
Onder de heilige (jonseeratie offert zij zich zelve met Jesus aan zijnen hemel-schen quot;Vader op. als eene levende offerande . en bidt hem. dat het hem believe zijne belofte indachtig te zijn. die hij gedaan heeft toen hij zeide : als ik van. de aarde verheven zal zijn. zal ik alle dingen lof mij trekken, en verzoekt aan den hemelschen quot;Vader, dat hij door
30 Gebeden onder
de wonden van zijnen Zoon en door zijn dierbaar bloed, de wereld wil aanzien, en de vlammen des vag:eviiurs uildooven, waar zijne kinderen lijden, voor wien dat dierbaar bloed zoo mildelijk is uitgestort.
Korte (jehedcn voor alle menschen, te bidden onder de goddelijke Dienst.
Hemelsche Vader! ik draagU op uwen lijdenden Zoon met zijne oneindige verdiensten;ik bidü, ontferm ü over ons door dat bitter lijden.
Hemelsche Vader! ik bid de heilige Moeder Gods en alle lieve Heiligen, door hare gebeden, ontferm U over ons.
Hemelsche Vader! ik draag U op mij zeiven, zooals ik ben; wil mijne zonden vergeven, mij voor aanvechtingen bewaren, en in deugden versterken.
Hemelsche Vader! ik smeek U voor alle menschen, die in de we-
de heilige Mis. 31
reld zijn; wil dc zondaars bekee-rcn, en de deugdzame menschen versterken.
Hemelsche Vader! ik bid U voor al de geloovige zielen, die in het vagevuur lijden. Heer! geef haar de eeuwige rust, en het eeuwige liehl verlichte haar. Amen.
Het volgende gebed moet men met eene diepe vernedering des harten uitspreken, als men andere gebeden gelezen heeft voor de [1. Communie.
0 Heer! ik ben niet waard, om al mijne euveldaden,
Datdit voedsel mijne zwakkeziel zou verzaden.
O Heer! ik ben niet waard, dat Gij mij uw' diseh bereidt.
En mij, met sehuld bevlekt, als disehgenoot verbeidt.
O Heer! ik ben niet waard, dat Gij treedt in mijne woning,
32 Gebeden onder
Ik ben een schaamle slaaf, en Gij mijn vorst en koning!
Doch door een enkel woord, o goddelijk mensehenvrind!
Herkent Gij in uw knecht, uw wederkeerend kind.
/1 Ir men met het //. Sakranient den zegen geeft, zeg :
Geef mij, Heer, uwen zegen, om in uwe lietde te leven en te sterven.
kom. Heer Jesns! bezit mijn harl alleen; wil bet tot U opleiden, opdat ik niet leve dan om U te beminnen,
Jesus! verlos mij door uw bloed, van al mijne zonden en gebreken; ontvonk mijn hart in uwe liefde.
O JesustaanU geef ik mijn hart, door Maria uwe Moeder. • Maria, Moeder van Jesus, Moeder der barmhartigheid! verkrijg goedwillig mijn hart, naar het hart van Jesus, uwen beminden Zoon.
J)
de heilige Mis. 33
Maria, liefderijke Moeder! leer mij Jesus beminnen.
In den naam des Yaders, en des Zoons,endesheiligen Geestes. Amen.
Ik zal ingaan tot het altaar Gods: tot God die mijne jeugd verblijdt.
Oordeel mij, God, en onderscheid mijne zaak van het onheilig volk: verlos mij van den boozen en be-driegelijken menseh.
WantGij, God, zijt mijne sterkte; waarom hebt Gij mij verstooten, en waarom ga ik bedroefd, als mij de vijand kwelt?
Zend uit uw licht en uwe waarheid ; deze hebben mi j geleid en ge-bragt tot uwen heiligen berg en in uwe tabernakelen.
En ik zal ingaan tot het altaar'
o
34 Gebeden onder
Gods; tot God die mijne jeugd
verblijdt.
Ik zal U belijden met het hart;
God, mijn God! waarom ontstelt g'j
Betrouw op God, want ik zal Hem nog loven, de zaligheid van mijn aangezigt en mijn God.
Eere zij den Vader, en den Zoon, en den heiligen Geest: gelijk het was in het begin, nu en altijd, en in de eeuwigheid. Amen.
Ik zal ingaan tot het altaar Gods: tot God die mijne jeugd verblijdt.
Onze hulp zij in den naam des Heeren, die hemel enaarde gemaakt heeft.
De Confiteor of Schuldbelijdenis.
Ik belijd voor God almagtig,de heilige Maagd Maria, den heiligen Michael aarstengel, den heiligen Joannes den dooper, de heilige Apostelen Petnis en Pauliis,enalle
de heilige Mis. 35
i Heiligen, dat ik zeer gezondigd heb: m et gedachten, woorden en werken; ; het is mijne schuld, mijne schuld, t mijne allergrootste schuld; daarom bid ik de heilige Maagd Maria, den ti heiligen Joannes den dooper, de n heilige Apostelen Petrus en Paulus, en alle Heiligen, den Heer onzen , God voor mij te willen bidden, t De almogende God wil zich on-n zer ontfermen,en,onzezondenvergeven hebbende, ons brengen tot gt;'• het eeuwige leven. Amen. t. Ontslag, kwijtschelding en ver-;s giffenis, verleene ons de almagtige ^t en barmhartige Heer. Amen.
Heer! tot ons gekeerd zijnde, zult Gij ons weder doen leven, en uw volk zal zich in ü verblijden.
Toon ons, Heer, uwe barmhar-n ligheid, en geef ons uwe zaligheid. n Heer! verhoor mijn gebed, en 5e laat mijn geroep tot ü komen.
Ie
36 Geheden onder
r
W
lllt;
Neem van ons, bidden wij U, Heer, zi
al onzeongeregtigheden, opdat wij in
met een zuiver hart mogen ingaan rii in het Heilige der Heiligen : door
Jesus Christus onzen Heer. Am. m
Introïtus en Kyrie eleison. uj
0 Hemelsehe Vader! onze Hoo- V» gepriester Jesus Christus, uw ju eenige Zoon, is voor ons, arme zon- zij daars, ingegaan tot den troon uwer he genade, daar hij de eenige middelaar is , om al diegenen zalig te ma- m ken, die door hem tot U gekomen ha zijn. Geel' dezen priester, als eenen st( dienaar van uwen eenigen Zoon, Iel dat hij geestelijk, met gedachten 1 en liefde, zóó tot U, door Jesus t Christus, ga, dat hij door die ofl'er- I ande, voor mijne en alle zonden der j wereld, door de verdiensten van Jesus Christus, vergiffenis mag ver-
V
de heilige Mis. 37
werven, en dat wij, door uwe barmhartigheid van alle kwaad verlost r, zijnde, onder uwen heiligen zegen /ij in deugden en voor de eeuwige glo-m rie mogen leven.
or Hij heeft haar gespijsd met het merg van het koren, Alleluja, en hij heeft haar verzadigd met honig uit de steenrots: Alleluja, Alleluja, o- Verheug u in God, onzen helper : iw juich in den God van Jacob. Eere n- zij den Vader, en denZoon, en den er heiligen Geest, enz.
Ie- Hij heeft haar gespijsd met het ia- merg van hel koren, en hij heeft en haar verzadigd met honig uit de en steenrots. Alleluja, Alleluja, AI-m, leluja.
en Heer, ontferm Uonzer. Driemaal. jus Christus, ontf. U onzer. Driemaal. er- Heer, ontferm U onzer. Driemaal.
^Cl De lofzancj Gloria in Excelsü. an
er- Glorie zij God in den hoogste,
38 Gebeden onder
cn op de aarde vrede onder al de menschen, die van goeden wil zijn. Wij loven U, wij prijzen U, wij aanbidden U, wij verheerlijken U, Heere God, hemelsche Koning, God almagtigeVader; Heer JesusChristus, eeniggeboren Zoon. Heer God, Lam Gods, Zoon des Vaders, die de zonden der wereld wegneemt, ontvang ons gebed; die zit aan de regterhand des Vaders, ontferm U onzer; want Gij zijt alleen heilig, alleen de allerhoogste , Jesus Christus, met den heiligen Geest, in de heerlijkheid des Vaders. Amen.
GEBED.
O God, die ons onder dit wonderlijk Sakrament de gedachtenis van uw lijden hebt nagelaten: laat ons, bidden wij U, de heilige geheimen van uw ligehaam en bloed zooeeren ,dat wij gedurig de vruchten onzer verlossing in ons mogen
■ —
de heilige Mis. 39
de gevoelen: die leeft en heerscht, met jn. den Vader en den heiligen Geest, vij in alle eeuwen der eeuwen. Am.
J De Epistel, uit I. Corinth, cap. XI.
is- Broeders! ik heb van den Heer id, ontvangen, dat ik u ook geleerd lie heb, namelijk dat de Heer Jesus, nt, in den nacht dat hij geleverd werd, de heeft brood genomen, en danken-i U de het heeft gebroken en gezegd: ig, ontvangt en eet het: dit is mijn ■is- ligehaam, dat voor u geleverd zal de worden; doet dit tot mijne gedachtenis. Zoo ook den kelk, nadat hij het Avondmaal genuttigd had,zeggende : deze helli is mijnbloed; doet 311- dit, zoo menigmaal als gij het zult nis drinken, tot mijne gedachtenis; aat want zoo menigmaal als gij dit brood ge- zult eten en dezen kelk zult drinken, )ed zu It gij den dood d es Heeren verkon-ch- digen, tot dat hij komt; daarom, wie ^en dit brood onwaardig zal eten, en
40 Gebeden onder
den kelk des Heeren onwaardiglijk zal drinken, die zal schuldig zijn aan het ligchaanr en bloed des Hee-ren!Datdiisde mensch zich zeiven beproeve,en alzoo ete vanditbrood, en drinke van den kelk: want die het onwaardig eet en drinkt, die eet en drinkt voor zichzelven het oordeel, niet onderscheidende het ligchaam des Heeren. God zij dank.
^ GRADUALE.
Alle oogen hopen op U, Heer, en Gij geeft hun spijs op gelegene tijd.
Mijn vleesch is waarlijk spijs, en mijn bloedis waarlijk drank; die mijn vleesch eet, en mijn bloed drinkt, die blijft in mij, en ik in hem. Alleluja.
o Heer! neem geenc wraak over mijne zonden, en gedenk mijner, en mijner ouders misdaden niet. Joh. I.
Wie begrijpt alle zonden? Vaii
de heilige Mis. 41
ijk mijne verborgenheden zuiver mij ijn lieer, en spaar uwen dienaar van se- vreemde zonden. Psalm IS. en Wil, o Heer, de zonden mijner id, jeugd en mijner onwetendheden lie niet gedachtig wezen. Psalm 24. lie Tot U ben ik gevloden; leer mij iet uwen wil, want Gij zijt mijn God. iet Psalm 143.
ik. Ik heb gedoold als een verloren schaap; zoek toch. Heer, uwen dienaar; want uwe geboden heb ik en niet vergeten. Psalm 118. jd. Eere zij God, den Vader der en barmhartigheden en God van alle lie vertroostingen, vertroostende ons ed in al onze kwellingen en benaauwd-in heden. 2. Cor. 1.
Lofzang: Lauda Sion Salvatorem. er Loof, o Sion, den Behoeder, gt;1'^ Loof uw' Herder, loof uw'Yoeder et. T gezang en maatgeluid;
Loof hem, loof hem naar vermogen, Die geen lofzang kan verhoogen, an En wiens lof men nooit volduidt.
O wat slof tot lof gegeven !
't Levend brood en 't ziele-leven
Wordt ons heden voorlgebragt : 't Zeilde dat de Apostelen aten,
Toen zij aan den Paaschdisch zaten, In huns meesters jongsten nacht.
Laat dan, op de schelste wijzen.
Blij den lof ten hemel rijzen ;
Wees verheugd in uwen geest. Want 't betaamt, dat wij versieren, En met zielsgenoegte vieren, De eerste instelling van dit feest.
De oude schijnsels zijn verdwenen, 't JNieuwe Paaschlam is verschenen, 't Yorige neemt hierdoor een end ; Wan t de nach t wijkt voor de klaarheid, En de schaduw voor de waarheid, Van het nieuwe Testament.
't Geen dan Christus zelf verrigtte. Toen Hij 't JMenw-Verbonds-pand
slichtte. Wil Hij dat de priesterschaar,
Zijn ' gedachtenis ter eere,
Ook doe, en dus consacrere
Brood en wijn op 't nieuw altaar.
Immers, 't is de leer des Heeren, Dat en brood en wijn verkeeren In zijn heilig Vleesch en Bloed.
Verstand noch oog kan dit opmerken ;
't Heil-geloof zal ons versterken,
Wijl 't begrip hier zwichten moet.
Onder tweederhande schynen,
Waar de wezens van verdwynen, Schuilt het allerheiligst pand : Christus zelf, hier drank en spijze. Houdt geheel op deze wijze,
In elke der gedaanten stand.
Hij , niet deelbaar noch te breken, (Want de breuk Talt op het teeken) Wordt genuttigd gansch en heel: Hij verteert niet — JNut hem ééne, Of ook duizend , al degene Die hem nut krijgt evenveel.
Goeden nutten Hem , ook kwaden : Doch, waar deeene vindt genade,
Daar vindt de ander wis den dood. Kwaden van dit voedsel sterven, Daar de goeden 't leven erven : Zoo verscheiden werkt dit brood.
Als gij ziet de Hostie breken , Uw geloof zij onbezweken;
Denk dat Christus ouder 't teeken
Rust en blijft in ieder deel: 't Teeken heeft de breuk geleden ; 't Zaaklijk der zelfstandigheden
Ran niet worden doorgesneden,
Maar blijft in zijn stand geheel.
Zie hier't brood der Englen monden , Voor de inenschen afgezonden.
INiet Ie werpen voor de honden , Want 't is waarlijk 't kindren brood. In figuur zien wij verklaren.
Daar wij 't Manna zien vergaren; ïzaak zien ten offer varen,
En als 't Paaschlatn werd gedood.
Goede Herder, brood van 't leven ; Wees genadig, wil ons geven Voedsel, bijstand: daar beneven, Doe ons tot ü opwaarts streven ;
Trek ons uit het aardsche slijk.
Gij , die ons, die hier nog zwerven. Spijst en voedt, laat ons verwerven Uw' genade; en als wij sterven, Doe ons dan uw tafel erven ,
Met de burgers van uw rijk. Amen.
Het heilig Evangelie ; Joannes, cap. 6. U zij glorie. Heer.
In dien tijde heeft Jesus tot de scharen der Joden gezegd: mijn vleesch is waarlijk spijs, en mijn
de heilige MU. 45 bloed is waarlijk drank; die mijn vleesch eet en mijn bloed drinkt, blijft in mij en ik in hem; gelijk de levende Vader mij gezonden heeft, en ik leef om den Vader; alzoo, die mij eet, zal ook in mij leven; dit is het brood, dat van den hemel nedergedaald is, niet gelijk uwe vaders het Manna hebben gegeten, en gestorven zijn; die dit brood eet, zal in eeuwigheid leven.
U zij lof, Christus, die door uzel-ven , en door de Apostelen u verwaardigd hebt het Evangelie over de geheele wereld te prediken, en de ongeloovigen te verlichten met het licht des waarachtigen geloofs.
De Credo of Geloofsbelijdenis.
Ik geloof in éénen God, den Vader almagtig. Schepper van hemel en aarde, van alle zigtbare en on-
zifftbare dingen: en in éénen Heer • i *1 Jesus Christus, den eemggeboren
I
46 Gebeden onder
Zoon Gods, die uit den Vader ge- Vj
boren is voor alle tijden; God van be
God,lichtvanlicht,waarachtigeGod de
van den waarachtigen God, gebo- en
ren en niet geschapen ; van één we- to
zen met den Vader, door wien alle to
dingen gemaakt zijn ; die om ons ve
mensehen en om onze zaligheid ne- de
dergedaald is uit de hemelen, en is ee vleesch geworden door den heiligen'
Geest, uit de Maagd Maria, en hij ge is menschgeworden: die ook gekruist is voor ons onder Pontius Pilatus;
die is gestorven en begraven, en
ten derden dage w ederom is opge- aa staan, naar de Schriftuur, en is op-
geklommen ten hemel, en zit ter G(
regterhand des Vaders, en zal we- na derkomen met heerlijkheid, enoor-
deelendelevendenendooden;wiens zo rijk geen einde zal hebben; en in
den heiligen Geest, den Heer, die ve
levend maakt, die van den Vader ov
en denZoon voortkomt, die met den z'u
de heilige Mis, 47 Vader en den Zoon gelijk aangebeden en verheerlijkt wordt; die door de Profeten gesproken heeft; en ééne heilige katholijke en apos-tolijke Kerk. Ik belijd een doopsel tot vergiffenis der zonden, en ik verwacht de verrijzenis der doo-den, en het leven der toekomende eeuwen. Amen.
De Heer zij met u, en met uwen geest.
Het Offertorium.
De Priesters des Heeren offeren aan God brandoffers en brood : daarotn zullen zij voor hunnen God heilig zijn, en zullen zijnen naam niet besmetten. Alleluja.
O allerbarmhartigste Heer! allerzoetste Zaligmaker Jesus! ik bid U met hartelijke zuchten, dat Gij U verwaardigt mij opregt leedwezen overmijnezoridentegeven,enmijne ziel met uwe goddelijke liefde en
48 Gebeden onder
genade te vervullen; maak mij en alle mensehen begeerig naar uwe dienst, en rijk in deugden,en wees gedachtig, dat Gij ons met uw dierbaar bloed en uwen bitteren dood aan het kruis hebt verlost. Amen.
Het Or aid Fratres.
De Heer neme dit ofï'er aan uit uwe handen, tot verheflïng, eer en verheerlijking van zijnen heiligen naam, tot zaligheid onzer ziel en onzes ligchaams, en tot vermeerdering, troost en vrede van zijne heilige Kerk. Amen.
\)e Secreta qf stille Gebeden.
0 mijn God! ik zal nu gaan tot de gedachtenis van hetbitter lijden uws eenigen Zoons, die, na alle schande der wereld, pijn des ligchaams, zieledroefheid en den dood ondergaan te hebben, zich zeiven aan U, o hcmelsche Vader, heeftopgeofl'erd
de heilige Mis. 49
;ii \()oi' mijne verlossing en die der rQ. geheele wereld; verleen mij, dit met es zoo een dankbaar hart en ootmoe-r- dige aandacht te overdenken, dat )d ik mij zeiven geheel aan Hem, en n. door Hem aan Ü, hemelsche Vader, allijd mag opofferen, en wees ons barmhartig: door denzelfden Jesus lit Christus, onzen [leer, uwen Zoon, er die met U leeft en heerseht, in de li- eenheid van den heiligen Geest, in el alle eeuwen der eeuwen. Amen.
De Prefatie of Voorzanq.
ne
De Heer zij met u, en met uwen geest. Verhel de harten omhoog; wij hebben ze bij den Heer. Laat de ons den Heer, onzen God, dank-ws zeggen : dit is waardig en regt. ide In waarheid; het is waardig en is, regt, billijk en zalig, dat wij ü al-er- tijd en overal dankzeggen, heilige U, , Heer,-almogende Vader, eeuwige ;rd God; want door de geheimen van,
50 Gebeden onder
het Woord, dat het vleesch heeft aangenomen, is een nieuw licht van uwe klaarheid aan de oogen van ons verstand verschenen, opdat wij, als wij God zienlijk aanschouwen, daardoor opgetogen worden tot de liefde van de onzienlijke dingen. Daarom zingen wij, met de Engelen en Aartsengelen, met de troonen en heerlijkheden, en met het geheele leger der hemelsche heerkrachten, eenen lofzang tot verheerlijking, zeggende zonder ophouden : Heilig, heilig, heilig, is de Heer, God der heerkrachten; hemel en aarde zijn vol van uwe heerlijkheid! Maak ons zalig inden hoogen; gezegend is hij, die komt in den naam des Heeren; maak ons zalig in den hoogen.
Onder den Canon.
Met deze lof- en dankzegging, zoo bid ik 0, allergenadigste Heer
l. • '
de heilige Min. 51
ft en Vader, door Jesus Christus, it uwen eenigen Zoon, met een oot-!n moedig gebed en kinderlijke liefde, at dat het Ü gelieve, voor aangenaam J- ie ontvangen en met uwen krachti-'n gen en heiligmakenden zegen te zegenen, deze uwe gaven en onbe-le ^ vlekte offerand en van brood en wijn, le die wij aan ü opofferen : eerstens et voor uwe heilige katholijke Kerk, die Gij zult believen in vrede te ot stellen en in eenheid te bewaren, P- de geheele wereld door; met uwen ts dienaar, onzen geestelijken Vader, n? den Paus van Rome, en al de geve loovigen, die in het katholijk ge--n loof en in de voorplanting van het-zelve U dienen. Amen.
Onder de Elevatie of Opheffing.
Wees gegroet, zaligheid der wereld , Woord des Vaders, H. Hostie, g ? waaraehtig levend vleeseh, geheele (gt;1' Godheid, waarachtig rnenseh! Ik
52 Gebeden onder
aanbid U, JesusCliristus, en loofü; i
want Gij hebt, voor ons stervende, i
de wereld verlost. Zie, o hemelsehe 1
Vader , nwen Zoon Jesns, die ik U \
door de handen van dezen priester |
nu opoffer voor de zaligheid van (
alle mensehen, en bijzonder tot eene (
volkomene zuivering van al mijne \
misdaden , tot voldoening van al ^ mijne zonden , tot herstel van al
mijne gebreken, tot verbetering (
van mijn zondig leven, tot opregte c dankzegging voor alle weldaden
mij ooit bewezen, en tot eene n
zalige vernieuwing van uwen geest s
in mijn hart, en tot verzekering voor d
mijne ziel van een zalig einde. Amen. d
Na de Elevatie of Opheffing.
O Jesus, o mijn Zaligmaker! ik o-
bidü, om uwe doornagelde handen n en voeten, hangendeaan hetkruis, | e(
wees mij, arme zondaar , genadig. Ik G bid U, heilige lidmaten van Jesus,
de heilige Mis. 53
J; neem ons in uwe handen van ge-
ï, nade, en draag ons op aan uwen
ie Vader. 0 Vader! wees mij om uw
U Zoon, dien Gij als middelaar gesteld
3r hebt tussehen U en ons, wees mij
m om zijnentwil genadig, bid ik ü.
ie O mijn Al en eeuwigGoed, ontferm
ie ü onzer, nu en als wij zullen ster-
al ven. Amen.
al Het bloed onzes Heeren Jesus
ig Christus beware onze ziel en lig-
te ehaam ten eeuwigen leven. Amen.
311 O allerminzaamste Jesus! door de
ne menisTiildke en overvloedige uit-
• i • iii
'st storting van uw dierbaar bloed, en
or door den onwaardeerbaren prijs van n. deze verzoenende oiïerande, wil mij van alle eigenliefde en kwade genegenheden zuiveren, en al mijne ik geestelijke krankheden genezen, en eu mij inopregte liefde met ü zoo veris, | eenigen, dat ik nu niet meer, maar ïk Gij in mij moogt leven. Amen.
is.
Gebeden onder
G E 15 E D. '
O zachtmoedigste liefliebber mijner ziel, Jesus Christus! ik bidÜ, door uw bitter lijden en sterven, vergeef mij genadiglijk al mijne zonden; maak mij vast in het geloof, sterk in de hoop, vurig in de liefde, geduldig in het lijden; ü altijd lovende en gedurig dienende. Geef, bid ik U, den levenden genade, den geloovige zielen verlossing, uwe heilige Kerk eendragt en vrede, en ons het eeuwige leven. Amen.
Memento of gedachtenis der geloovige zielen.
, God, heilige Vader, wiensbarm-hartigheid groot en altijddurend is: wil toeh al uwe dienaars en dienaressen gedachtig zijn, die uit deze wereld christelijk en rnethetteeken des geloofs gescheiden zijn, bijzonder onze vooronders, mijn vader
54
do heilige Mis. 55
cn mijne moeder, vrienden en weldoeners, en al degenen waarvoor ik gehouden ben te bidden. degene, waarvoor gij wilt hidden.)
Wil deze, o Heer, en alle geloo-vige zielen, in Christus rnstende, goedertierenlijk de genade verlee-nen, die zij van ü verlangen, en na de vergitïenis barer zonden, laat ben leiden ter plaatse waar nocb pijn, noch droefheid, noch zuchten meer zijn, waar wij uwe heilige Drievuldigheid met alle uitverkorenenmogen zien, van eeuwigheid tot eeuwigheid. Amen.
Wees ook gedachtig, allergoeder-tierensteGod, in deze allerheiligste offerande, de zielen van mijnen vader en mijne moeder, van mijne broeders en zusters, van ai mijne vrienden en weldoeners, en ook van die mij iets kwaad gedaan hebben : wees ook hen gedachtig, o mijn Heer en God, dio om mij-
5tgt; Gebeden onder
nentwille in pijn zijn, en alle af- t
gestorvene geloovigen; verleen hen r
door deze verzoenende offerande, r
dat zij van alle pijnen mogen ver- \ lost worden, en de plaats des zaligen vredes in de eeuwige heerlijkheid met uwe Heiligen mogen
O almagtige Vader! in de een- t
heid van den heiligen Geest zij ü cl
gegeven alle eer en heerlijkheid, in ' t
alle eeuwen der eeuwen. Amen. e
Het gebed des Heer en of het \ Pater noster.
\
Door heilzame bevelen aange- a
moedigd en door goddelijke voor- u
schriften onderwezen, durven wij v
vrijmoedig zeggen : Onze Vader, r
die in de hemelen zijt! Geheiligd r
zij uw naam ; ons toekome uw rijk. t
Uw wil geschiede op de aarde als l
in den hemel. Geef ons heden ons d
dagelijksch brood. Vergeet ons d
i
de heilige Mix. -17
af- onze schulden, gelijk wij vergeven en onzen schuldenaren. En leid ons e, niet in bekoring; maar verlos ons r- van den kwade. Amen.
li-
GEBED.
3n Wij bidden U, Heer, verlos ons van alle kwaad, dat verleden, dat n- tegenwoordig en dat nog aanstaan-ü de is; en verleen ons, door hetvoor-in '■ bidden van de allerzaligste Maagd en Moeder Gods Maria, met de hei-f lige Apostelen Petrus en Paulus, Andreas en alle Heiligen, genadig vrede in onze dagen, en dat wij, ;e- geholpen door de kracht van •r- uwe barmhartigheid, ten allen tijde vij vrij blijven van alle zonden en ge-r, rust van alle kwellingenen verwarmd ring: door denzelfden Jesus Chris-k. tus onzen lieer, uwenZoon,die met ds ü leeft en heerscht, in de eenheid ns des heiligen Geestes, in alle eeuwen ns der eeuwen. Amen.
i
58 Gebeden onder
De vrede des Heeren zij met U, en met uwen geest. Amen.
Het Agnns Dei.
Lam Gods, dat de zonden der wereld wegneemt, ontferm U onzer.
Lam (Jods, dat de zonden der wereld wegneemt, ontferm U onzer.
Lam Gods, dat de zonden der wereld wegneemt, geef ons vrede.
0 Heer JesusChristus, dietotuwe Apostelen gezegd hebt: ik laatu den vrede, ikgeef u den vrede;zie niet op mijne zonden, maar op het geloof en de getrouwheid van uwe heilige katholijke Kerk, en verwaardig U haar altijd in vrede te stellen, en in de eenheid te onderhouden: die met den Vader leeft en heerseht, in de eenheid van den heiligen Geest, in alle eeuwen der eeuwen. Amen.
GEBED.
Ik aanbid U,o mijn God, die onder de gedaante van brood schuilt.
de heilige Mis. 59
Gij zijt Christus, de Zoon van den levenden God. Ik geloof alles wat Gij geopenbaard hebt, en zal hetbe-lijden door zwaard en vlammen, en in den dood. Welaan dan, goeder-tierenste Jesus! zegt tot mijne ziel, ik ben uwe zaligheid; zeg, ontvang den heiligen Geest; zeg, dat u geschiede naar uwen wil; zeg, ga in vrede, en ik zal U loven, vannu af tot indeeeuwigheid. Am.
Domine non sum dignus.
Heer! ik ben niet waardig, dat Gij onder mijn dak komt; maar spreek slechts één woord, en mijne ziel zal gezond worden. Driemaal.
De JSuttiging.
ó Mijn Heer en mijn God! geef mij te eten van het levende brood, waarnaar mijne ziel begeerig is, opdat ik blijve in U, en Gij in mij. Ach ! dal ik (J honderd . ja duizend-
00 Gebeden onder
maal op epnen dag, ook waardiglijk mogtc ontvangen! O mijn Jcsus! sta .mij bij door uw bitter lijden, mi en in liet uur van mijn sterven. Amen.
ISa de Nuttiging.
Zoo dikwijls gij van dit brood zult eten en uit dezen kelk drinken, zult gij den dood des Hee-ren verkondigen, tot dat bij komt. Daarom, die dit brood eet, en den kelk des Heeren onwaardiglijk drinkt, die zal schuldig zijn aan het ligebaam en bloed des lleeren.
De lieer zij met IJ en met uwen «eest.
o
GEBED.
Verleen ons. Heer, dat wij vervuld worden met bet eeuwiu: «enie-
o o
ten van uwe Godheid, welke door het tijdelijk nuttigen van uw dierbaar ligebaam en bloed geheiligd wordt: die leeft met God den Vader,
de heilige Mis. 61
in de eenheid des heiligen Geestes, God in alle eeuwen der eeuwen. Amen,
De Heer zij roet u, en met uwen geest,
Ga, de dienst is geëindigd.
God zij gedankt.
Laat, o 11. Drievuldigheid, het werk van mijne dienstbaarheid U aangenaam zijn, en verleen mij, dat deze oJïerande, die ik voor de oogen van uwe Majesteit on waardig opge-oiï'erd heb, door uwe genade mij moge strekken tot eene verzoening: door Jesus Christus onzen Heer, die met U leeft en heerseht, in de eenheid van den H. Geest. Amen.
Dat ons zegene de almagtige en barmhartige lieer : de Vader, de Zoon, en de heilige Geest. Amen,
liet Evangelie van Joann. cap. 1.
*
U zij glorie. Heer.
in het begin was het woord , en
Gebeden onder de heilige Mis. het woord was bij God, en God was I) het woord. Dit was in het begin bij di God. Alle dingen zijn daardoor ge- hi maakt, en zonder dat is er niets te gemaakt, vanhetgeneergemaaktis. ni In hetzelve was het leven, en het bi leven was het licht der menschen; vl en het licht scheen in de duister- ni nis, en de duisternis heeft het £ niet begrepen. Er is geweest een h( menscli, gezonden van God, wiens be naam was Joannes; deze is geko- ht men tot getuigenis, opdat hij getui- bc genis zoude geven van hel licht, ua opdat zij allen door hem gelooven zouden; hij washetlichtniet, maar omdat hij getuigenis zoude geven p van het licht; het was een waar licht, hetwelk verlicht alle menschen, komende in deze wereld, bo Het was in de wereld, en de wereld uv is daardoor gemaakt, en de gereld heeft hem niet gekend. quot;ij kwam ik in zijn eigen , en de zijnen hebben wa
De zeven Boetepsalmen. tiS as hem niet ontvangen : maar allen bij die hem ontvangen hebben, heeft »e- hij inagt gegeven kinderen Gods ïts te worden; degenen, die in zijnen is, naam gelöoven, welke niet uit den iet bloede, noch uit den wille des ïn; vleesches, noch uit den wille des 3i»- mans, maar uit God geboren zijn. iet En het Woor dis vleesch geworden, en en heef tonder onsgewoond,en wij heb-jns ben zijne heerlijkheid gezien, eene :o- heerlijkheid als van den eenigge-Lii- boren Zoon des Vaders, vol van geit , nade en waarheid. God zij dank. en
Psalm 6. Domine ne in furore, etc. mr '
3n- Heer! straf mij niet in uwe ver-
ild. bolgenheid, en kastijd mij niet in
eld uwe gramschap.
eld Ontferm LT mijner. Heer, want
am ik ben zwak ; genees mij, Heer,
►en want mijne beenderen zi jn ontsteld.
64 De zeven
En mijne ziei is zeer ontj'oerd : maar Cij, Heer, hoe lang?
Keer U tot mij, lieer, en verlos mijne ziel : behoud mij om uwe barmiiai'tiglieid.
Want er is niemand die in den dood uwer gedachtig is; en wie zal u in de helle loven?
Ik ben vermoeid van zuchten; ik zal alle nachten mijn bed was-schen: met mijne tranen zal ik mijne rustplaats begieten.
Mijn oog is van de verbolgenheid ontroerd : ik ben verouderd onder al mijne vijanden.
Gaat weg van mij allen, die on-geregtigheid bedrijlt; want de lieer heeft de stem mijns weenens verhoord.
De lieer heeft mijn smeeken gehoord : de lieer heeft mijn gebed aangenomen.
Laatal mijnevijanden beschaamd en geheel .onlsteld worden; dat zij
Boet-psalmen. 55
zich haastiglijk otnkeercii en zich schamen.
Eei'e zij den Vader, enz.
Psalm 31. Jieati quorum , eh-Zaligzijn zij. wier on^eregtigheden verbeven, en wier zonden bedekt zijn.
Zalij; is de man. wien de Heer de zonde niet toegerekend heeft, en in wiens geest geen bedrog is.
Omdat ik zweeg zijn mijne beenderen verouderd, terwijl ik den ge-heelen dag riep»
Want daü en nacht is uwe hand
O
op mij verzwaard: in mijne ellende heb ik mij tot li gekeerd, terwijl ik met doornen gestoken werd.
Ik heb mijne misdaad aan U bekend gemaakt: en mijne ongereg-tigheid heb ik ü niet verborgen.
Ik zeide : ik zal tegen mij mijne ongeregtigheid den Heer belijden; en Gij hebt de boosheid mijner zonden vergeven.
66 De zeven
Hierom zal een ieder heilige tot II bidden ten bekwamen tijde.
.la, ais er groote watervloeden komen,zullen zij hem niet naderen.
Gij zijt mijne toe vlagt tegen de verdrukking, die mij omvangen heeft, mijne verheuging; verlos mij van hetgene mij omringt.
Ik zal u verstand geven en u onderwijzen in den weg, waardoor gij gaan zult; ik zal mijne oogen op u vestigen.
Wil niet worden gelijk een paard ol muilezel, die geen versland hebben.
Bedwing met gebit en toom de kinnebakken dergenen, die niet tot ü komen.
Degeesels des zondaars zijn veelvoudig: maar diegene die op den Heer hoopt, zal de barmhartigheid omringen.
Verblijdt u in den Heer en verheugt u, gij regtvaardigen, en roemt
Boet-pmlmen. t)7
in hein, allen die opregt van harte zijt. Eere zij den Vader, enz.
Psalm f37. Üontinc ne in Jurore, etc.
Meer! straf mij niet in uwe verbolgenheid, en kastijd mij niet in uwe gramschap.
Want uwe schichten steken in mij: cn Gij hebt uwe stralïende hand op mij verzwaard.
Er is geene gezondheid in mijn vlecsch, ter oorzake uwer gramschap; er is geen vrede in mijn gebeente, om mijner zonden wille.
Want mijne ongeregtigheden zijn boven mijn hoofd gestegen: en gelijk een zware last drukken zij mij.
Mijne wonden zijn stinkende en vervuild geworden, ter oorzake mijner dwaasheid.
Ik ben ellendig geworden en ten uiterste nedergebogen: ik ga den geheelen dag bedroefd.
Want mijne lendenen zijn vol
van bedi'iegelijkheden : en er is geene i»ez()iiflheid in mijn vleesch. Ik ben verdrukt en ten uiterste vernederd: ik brieschte van het jjezuebl mijns harten.
lieer! ;)i mijne begeerte is voor U niet verbolgen.
Mijn hartisontroerd. mijnekraeht heefl mij verlaten; ja zelfs hel licht mijner oogen is bij mij niet.
Mijne vrienden en mijne naasten zijn legen mij aangekomen en opgestaan; en mijne naastbestaanden bleven \an verre.
En die naar inijn le\en stonden, deden geweld: en die kwaad tegen mij zoeiiten,spraken ijdelheden en verzonnen dengeheelen dag bed rog.
Doch ik. als een doove. hoorde niet. en als een stomme, deed ik mijnen mond niet open.
En ik was als een mensch die niet hoort, en die geene wederspraak in zijnen mond heeft.
Boel-psahuen. 09
Want op LT,Heer, heb ik uchoopl: (iij, Heer mijn tlod, zult mij \er-hooren.
Dewijl ik gezegd i»el). dal loeh mijne vijanden zich nimmei' over mij verblijden: want als mijne voelen wankelen, spreken zij Irol-schelijk tegen mij.
Want ik ben tol de geeseis bereid, en mijne smart is altoos voor mijne oogen.
Want ik zal mijne misdaadopenlijk belijden, en denken aan mijne zonden.
Doch mijne vijanden leven, en zijn magtigerdan ik; endie mijten on-regte haten, zijn vermenigvuldigd.
Die goed met kwaad vergelden, lasterden mij, omdat ik het goede volgde.
Verlaal mij niet, Heer, mijn (iod! wijk toch van mij niet al.
Denk op mijne hulp. Heer, (iod mijner zaligheid.
70 De zeven
Eere zij den Vader, enz.
Psalm .)(). Mi.sprcre mei etc.
Ontfcriii U mijner, o God, volgens uwe gi'oole barmliarliglieid.
En naai* de menigte nwei* erbar-mingen, wiseh mijne boosheid uil.
Waseh mij meer lt;'ii meer van mijne ongei'egtigheid. en reinig mij van mijne zonden.
W anl ik beken mijne boosheid, en mijne zonde is altoos voor mijne oon'en.
Tegen U alleenbeb ik gezondigd, en kwaad voor uw aanschijn gedaan; opdat Gij geregtvaardigd wordt in uwe woorden, en overwint als (iij geoordeeld wordt.
Want zie, Gij hebt de waarheid liet'; de onbekende en verborgene geheimen uwer wijsheid hebt Gij mij geopenbaard.
Besproei mij met hijzop. en ik zal
Boet-pmJme n 71
gezuiverd worden:wasoh mij,en ik zrI witter worden dan sneeuw.
Geef vreugde en blijdschap aan mijn gehoor, on dat mijne vernederde beenderen door verheuging opspringen.
Keer uw aangezigt al van mijne zonden, en wisch al mijne oni^e-regtigheid uit.
Schep in mij, o God. een zuiver hart, en vernieuw den regten geest in mijn binnenste.
Verwerp mij niel van uw aan-sehijn .en neem uwen heiligen geest van mij niet weg.
Geef mij de blijdschap uws heils weder, en versterk mij met eenen geest die mij bestuurt.
Ik zal den boozen uwe wegen leeren, en de goddeloozen zullen zich tot IJ bekeeren.
Verlos mij van de bloedschulden . o God, God mijns heils; en mijne tong zal met blijdschap
72 De zeven
uwe regtvaardighekl verheffen.
Heer! doe mijne lippen open, en mijn numdzal uwen lofverkondigen.
Want hadt Cij eene offerande begeerd, ik zon die voorzeker opgedragen hebben : de brandoffers zullen ü niet aangenaam zijn.
Keu bedrukte geest is Gode een offer ; een vermorzeld en verootmoedigd hart zult (üj, o God, niet versmaden.
Heer! doe vol.neus uwe imed-gunstighcid aan Sion wel; opdat de muren \aii Jeruzalem opgebouwd worden.
Dan zult Gij de offeranden van regtvaardigheid, de opdragten en brandoffers aannemen; den zal men kalveren op uw altaar leggen.
Eere zij den Vader, enz.
Psalm 101. Domine exaudi, etc.
Heer! verhoor mijn gebed, en mijn geroep kome tot ü.
Boet-psalmen. 7 3
keer uw aangezigt van mij niet af: op wat dag ik verdrukt worde, neig uwe ooren tot mij.
Op wat dag ik U aanroepe, verhoor mij haastigliJL
Want mijne dagen zijn vergaan als rook . en mijne beenderen zijn dor geworden als een verdroogd hout.
Ik hen verslagen als hooi, en mijn hart is uitgedroogd : omdat ik vergeten heb mijn brood te eten.
Door hel geluid mijns znehtens kleeft mijn gebeenlc aan mijn vleeseh.
Ik ben den pelikaan der wildernis gelijk geworden : ik ben geworden gelijk de naehtrave in een huis.
Ik ben zonder slapen geweest, en geworden als een eenzame museh op het dak.
Mijne vijanden beschimpten mij den geheelen dag; en die mij prezen, zwoeren tegen mij.
74 De zeven
Omdat ik asch als brood at, en ne(
mijnen drank met tranen mengde. ve'
Ter oorzake van uwe gramschap en verbolgenheid; omdat Gij mij op- naA
geheven en nedergestooten hebt, ^al Mijne dagen zijn als eene scha- ^Cl duw verdwenen, en ik ben als hooi
verdord. ',0' Maar Gij, lieer, blijft in eeuwig- ^H'(
heid, en uwe gedachtenis van ge- 0P
Gij zult opstaan en ü over Sion lc '
ontfermen; want het is tijd barer te Se('
ontfermen, de tijd is gekomen. ^
Wan! haresteenenbehaeen uwen ^clt;
dienaren, en zij zullen medelijden 111 hebben met haar stof.
En de volken zullen uwen naam kou
vreezen, lieer; en al de koningen ^elt;
Omdat de Heer Sion heeft opge- ue(^
bouwd, en zich in zijnen luister 'iee
Omdat hij op het gebed der we^
Boef-pmlrnen. 75
eil nedcrigen geeft gezien, en hun ^de. verzoek niet versmaad heeft, ^hai) ^en sehrijvedeze dingen voor de j0p_ navolgende geslaehten; enhet volk dal geschapen zal worden, gt;:al den c(1{1_ Heer loven.
hooi Wanthij heeft van hoven uit zijne heilige plaatsnedergezien; de Heer heeft van den lieniel nedergezien o-o- op de aarde.
Om het zuchten der gevangenen Sion hooren : om de kinderen der er(e gedooden te ontbinden, n. Opdal zij in Sion den naam des wen Heeren verkondigen, en zijnen lof jden 'hwznleiu.
Ais de volken zullen te zamen aam komen, en de koningen, om den igen Heer te dienen.
Doch hij heeft mijne kracht ver-pgc- lie^eil'd op den weg : mijne dagen jSl(M. heeft hij verkort.
Ik zeg : mijn God! neem mij niet
der weS-
76 Dc zeven
Neem mij toch niet weg in het midden mijner dagen : uwe jaren duren van geslachte lol geslachte.
Gij, Heer, hebt in den beginne het aardrijk gegrondvest; en de hemelen zijn de werken uwer banden.
Die zullen vergaan, maar Gij blijft altoos; zij zullen allen als een kleed verouderen.
En gelijk een gewaad zult (;iJ ze veranderen; en zij zullen veranderd worden.
Maar Gij zijl altijd dezelfde, en uwe jaren zullen nier eindigen.
Ue kinderen uwer dienaren zullen woningen hebben, en hun zaad zal in eeuwigheid bestaan.
Eere zij den Vader, enz.
Psalm 129. Deprofnndis, etc.
Uit de diepten heb ik tot ü geroepen : Heer, Heer? verhoor mijne stem.
Boet-psalmen. 77
iet l.aal toch uwe ooren luisteren ei[1 naar de stern mijner smeeking. ,e- Indien Gij, Heer, de ongeregtiglie-Iie den gadeslaat; Heer. wie zal bestaan? ,e~ Omdat er bij ü genade is, enom in. uwevvel . o Heer. heb ik ü verbeid. Gij Mi jne ziel iieel'l op zijn woord «Is verbeid; mijne ziel heelt op den
Heer gehoopt.
ze Dat hro'iï op den Heer hlt;)|)e, 'rquot; van den morgenstond af. tot den nacht toe.
en , Want bij den Heer is barmhartigheid, en bij hem is overv loedige J^~ verlossing.
11,1 , Kn hij zal UraêJ verlossen uit al zijne ongeregtigheden.
Eere zij den Vader, enz.
Psalm \/r2. Domine exavdi. etc.
a
Heer! verhoor mijn gebed : luis-e~ ter naar mijn smeeken, volgens 0I' uwe waarheid : verhoor mij, volgens sjwe regtvaardigheid.
É
78 De zeven
En treed niet it) het geregt met uwen dienaar: wanl geen levend inenseh zal voor uw aanschijn regt-vaardig zijn.
Want de vijand heeft mijne ziel vervolgd: hij heeft mijn leven ter aarde toe vernederd. Hij heeft mij in het duister gesteld, gelijk degenen die over lang dood zijn.
En mijn geest is in mij beangst: mijn hart is in mij ontsteld geworden.
Ik hen de oude tijden indachtig geweest; ik overwoog al uwe daden, de werken uwer handen overdacht ik.
Ik heb mijne handen tot LI uitgestrekt : mijne ziel is voor ü als aarde zonder water.
Heer! verhoor mij haasliglijk: mijn geest is bezweken. Keer toch uw aanschijn van mij niet af; of ik zaf worden gelijk degenen die ten grave dalen.
Boet- psalmen. 79
Doe mij vroeg u we barmhartigheid hooren; want ik heb op ü gehoopt.
Maak mij den weg bekend, dien ik moet bewandelén : want tol (J heb ik mijne ziel opgeheven.
Heer! verlos mij van mijne vijanden : tot [ heb ik mijne toevlugt
genomen.
Leer mij uwen wil doen; want Gij zijt mijn God : uw goede geest zal mij geleiden op den regten weg.
Om uwen naam, Heer, zult Gij mij doen leven : door uwe gereg-tigheid zult Gij mijne ziel uit de verdrukking trekken.
En door uwe barmhartigheid zult Gij mijne vijanden verdelgen. En Gij zult ze allen vernielen, die mijne ziel verdrukken; want ik ben uw dienaar.
Eere zij den Vader, enz.
--«vtïv.
LITANIE VAN ALLE HEILIGEN
Heer, ontferm U onzer. Christus, ontlerm ü onzer.
Heer, on Her in U onzer.
Christus, iioor ons.
Christus. verhoor ons. God, hemelsehe Vader, ontterm U onzer.
Cod Zoon, Verlosser der wereld,
onllerm L onzer.
Cod, heilige Geest, onti. U onzer. Heilige Drievuldigheid, één God,
ontierm U onzer.
Heilige Maria, bid voor ons. Heilige Moeder Gods,
Heilige Maagd der maagden, w Heilige Michaël.
Alle heilige engelen en aarts- o engelen. r
Alle heilige kooren der zalige geesten.
Litanie van alle Heiligen. 81 H. Joannes, de dooper, bid voor ons. H. Joseph, Alle heilige Aartsvaderen en | |||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||
Alle H. Apostelen en Evangelisten^ Alle H. Leerlingen des Heeren, Alle H. Onnoozele kinderen, H. Stephanos, |
812; Litanie van
H. Clemens, bid voor ons. Cornelius,
Cyprianus,
Laurent ins,
Vincentius,
Dominieus met uwe medegezellen,
.öc Mauritius met uwe mede-
gezellen,
® Januarius met uwe medegezellen,
Fabianus en Sebastianus, Cosmas en Damianus, Thomas,
Petrus van Milaan,
Alle heilige Martelaren, H. Silvester,
Gregorius,
Ambrosius,
oT Augustinus,
Hieronymus,
£ Hilarius,
Martinus,
Nieolaus,
alle Heiligen. H. Antonius, bid voor ons. Dominicus,
Thomas van Aquinen, Vinccntius,
HyacinUiS,
- Raymundus, .te Ludovicus.
^ Albertus,
® Jacob us,
Antonius,
Bencdk'tus,
Bernardus,
Franciscus,
Alle heilige Bisschoppen
Belijders,
Alle heilige Leeraars, II. Anna,
Maria Magdalena, Martha,
oT Felicitas,
•Jf Perpetua,
'S Agatha,
Lucia,
Agnes,
84 Litanie van
^ Ursula met uwe medegezel- ^ Y;
Alle H. Maagden en Weduwen, D Alle Heiligen Gods,
Wees genadig, spaar ons. Heer. D Wees genadig, verhoor ons. Heer. Van de eeuwige verdoemenis, ver- Y
los ons, Heer.
Van eenen haastigen en onvoor- ^ JJ zienen dood, 2 U
Y'an de aanstaande gevaren ®
Van alle kwelling des duivels, S Van alle onzuiverheid des gees- ~ j]
Van gramschap, haat en kwa- ^ den wil,
alle Heiligen. 85
Van verblindheid des harten, Van bliksem en onweder, Van pest, honger en oorlog. Van alle kwaad,
])oor de verborgenheid uwer
heilige menschwording,
Door uw kruis en lijden.
Door uAve heerlijke veirijzenis, Dooi' uwe wonderlijke liemel-vaart.
Door de toekomst van den Vertrooster, den heiligen Geesl, Wij zondaren, wij bidden ü, v
hoor ons, lieer.
Dat Cij ons vrede geelt,
Da( uwe barmhartigheid en genade ons beware.
Dat Gij uwe heilige Kerk regeren en beschermen wilt, Dai Gij den Paus, en allen die inden geestelijken staat zijn, in de heilige godsdienst wilt bewaren.
Dat Gij de Bisschoppen met al
SP
a!
lt;
o o
lt;
O O
■J)
1-5 O
er-
2-
rs 3
rD quot;-3
o
3
X)
86 Litanie van
de vergaderingen hnn bevolen, D in uwe heilige dienst behouden
# O
wilt, wij bidden ü, verhoor ons. Dat Gij de koningen en vorsten D vrede en waaraehtisre een-dragt verleenen wilt, ^
Dat Gij al het ehristen volk, ^ D door uw dierbaar bloed ver- o-
^ ■
Dat (tij de vijanden der heilige g D
Dat Gij al onze weldoeners met quot; de eeuwige goederen wilt ~ D vergelden. s-
Dat Gij onze ziel. en de zielen 5 onzer ouders, vrienden en 0 weldoeners, van de eeuwige ^ 1 verdoemenis wilt verlossen, ^ Dat (iij de vruchten der aarde « E
wilt geven en bewaren, r3 DatGij deoogen uwer barmhartigheid op ons wilt slaan, I DatGijons in uwe heilige dienst
wilt versterken, 2
alle Heiligen. 87
Dat Gij onze harten tot hemelsche begeerten wilt opwekken, wij bidden ü, verhoor ons, lieer. Dat Gij ü verwaardigt de ellenden der armen en gevangenen ^
aan te zien en te verlieten,
i * *
Dat Gij U verwaardigt alle plaat- j— sen, waar wij in wonen, te gl bezoeken en te vertroosten, g Dat Gij U verwaardigt deze ^ plaats met hare inwoners te -bewaren en te beschermen , o Dat Gij alle geloovige men- 3-sehen , reizende ter zee of te o land, in de haven der zalig- ^ beid wilt brengen, ^
Dat Gij ons in alle geestelijke quot;
leeringen wilt onderwijzen, S3 Dat Gij aan alle geloovige zielen ^ der overledenen de eeuwige rust verleenen wilt.
Dat Gij ü verwaardigt ons te
verhooren,
Zoon Gods,
88 Litanie can
Lam Gods,dat wegneemtdezonden
der wereld, spaar ons. Heer. Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld, verhoor ons. Heer. Lam Gods, dat wegneemt de zonden
der wereld, ontferm (J onzer. Heer, ontferm U onzer.
Christus, ontferm ü onzer.
Onze Vader, enz.
v. En leid ons niet in bekoring.
o
r. Maarverlos ons van den kwaden.
Psalm OU. Beu •s in adjutoriu'ïn, etc.
God! neem acht op mijne hulp : Heer! haast ü om mij te helpen.
Laat ze beschaamd en bevreesd worden, die mijne ziel zoeken.
Laat ze achterwaarts terug keeren metschaamte,die mijkwaad willen.
Laat zij terstond met schaamte terug wijken, die met mij den spot drijven.
Laatze verheugd worden enblijde zijn, allen die U zoeken, en laatze al-
alle Heiligen. 89
tijd zegden : groot geacht zij de Heer, die uwe zaligheid bemint.
Maar ik ben behoeftig en arm : o God, help mij.
Mijn heiper en mijn verlosser zijt Gij, Heer! vertoef niet.
Eere zij den Vader, enz. v. Na het baren zijl gij eene onbevlekte Maagd gebleven, r. Moeder Gods, biel voor ons. v. Bid voor ons, heilige vader
liominieus.
r. Opdat wij waardig worden der
beloften van Christus.
v. Dat het volk verkondige de wi jsheid der Heiligen.
r. En dal hen lof geve de vergadering der geloovigen. v.Weesgedachliguwervergadering r. Die gij van het begin bezeten hebt.
v. Maak uwe dienaars en dienaressen zalig.
r, Mijn God, die in U hopen.
90 Litanie van
v. Wees ons een éterke toren. r. Voor des viiands ted?en\voordij;-heid.
v. lieer! verhoor mijn gebed. R. En laat mijn geroep tot IJ komen.
r. E R !lt;: DEN.
O God, wien het alleen eigen is genadig te zijn en te sparen: ontvang ons gebed, opdat uwe goe-dertierene barmhartigheid ons, en al uwe dienaren, die door de ketenen der zonde gebonden zijn, ge na dig lijk o n t b i n de.
Wij bidden U, Heer, verhoor onze ootmoedige gebeden,en spaar degenen die hunne zonden belijden; opdat wij te zamen vergiffenis en vrede van U verwerven.
Toon ons genadiglijk, o Heer, uwe onuitsprekelijke barmhartigheid, en verlos ons te zamen van alle zonden, en van de straffen die wij door dezelve verdiend hebben, ó God, die door de zonde ver-
alle Heiligen. 91
gramd, en door de boetvaardigheid ig- wederom verzoend wordt: ontvang genadiglijk de gebeden uws volks, hetwelk zich nedei'vverpt voor uwe ?n. grootheid, en neem weg de geesels vanuwe verbolgenheid,die wi j door is onze misdaden verdiend hebben, it- Almafftke, ceuwiaie God! ontferm
O O 7 O
e- U overuwendienaaronzen PausN., ïn en bestier hem door uwe goedertie-e- renheid in den weg van het eeuwig i, leven; opdat hij door uwe gunst be-geere hetgeen U beiiaagt, en het gt;r met alle kracht volbrenge. ir 6 God, van wien de heilige be-
j- geerten, de goede voornemens, en f- de restvaardi^e werken voortko-i. men: geef uwen dienaren dien ', vrede, die de wereld niet geven kan; opdat onze harten, genegen n tot het volbrengen uwer ge-e boden, en wij van de vreeze der vij-i. anden ontslagen zijnde, door uwe bescherming in rnst mogen leven.
92 Litanie van
Ontzonk, o Heer, onze nieren gc en onze harten door het vuur des w heiligen Geestes; opdat wij ü niet ge een zuiver ligchaarn mogen dienen d( en met een rein hart behagen. Ie God, Schepper en Verlosser van d( alle gcloovigen! geel aan uwe die- ei naars en dienaressen vergillen is van al al hunne zonden,opdatzijdegena- 11 dige kwijtschelding, daar zij altijd naai* verlangd hebben, door onze H ootmoedige gebeden mogen verkrijgen. G Wij bidden ü, o fleer, voorkom ^ onze werken door den invloed uwer genade, en voltrek ze door uweme-dewerking, opdat al onze gebeden en werken altijd door U beginnen, en door U begonnen zijnde, door ü voleind mogen worden. Almagtige,eeuwigeGod,die heerschappij hebt over levenden en doo- ' d en, en ü ontlerm t overallen, die Gij voorziet, dat door het geloof en
)
i
alle Heiligen. 93
ren goede werken de uwe zullen wezen: des wij bidden ü ootmoediglijk, dat deriet genen voor welke wij onze gehelen den storten, hetzij dat zij nog in het leven, ol nu al overleden zijn, door an de voorspraak van al uwe Heiligen , ie- endoor uwegenade, vergilfenisvan an al hunne zonden mogen verkrijgen, ia- Door Christus onzen Heer. Amen. ijd v. Dealmagtige en barmhartige
ze Heer verhoore ons. r. Amen. T- v. Dat de geloovige zielen door
Gods barmhartigheid rusten in in vrede. r. Amen.
er
KORTE VOORBEREIDING TOT DE BIECHT.
n i,
BEHELZENDE VIJF PUNTEN.
1. Bedank God voor zijne weldaden.
2. Vraag de genade van God den i- heiligen Geest.
ij 3. Onderzoek vaarstiglijk uw ge
il weten.
94 Korte vootbeveidivg
4. Verwek een berouw over mee Bilt; zonden. vo
5. Neem vasteli/h voor die te heter en. da
i. Dankzeggingvoor Gods weldaden.
, C
GrooleGod! ik thmk ü vooral de weldaden, die ik geheel mijn leven van uwe goederlierene barmhartigheid ontvangen heb, en in het hij- bi zonder, dal Gij mij naar uw beeld gc geschapen, door het dierbaar bloed vf van uw en eenigen Zoon Jesus Chris- g( lus verlost, van de erfzonde door in den heiligen Doop gezuiverd,door k( het waaraehtig Geloof verlicht, en m een lidmaat \an de heilige Kerk dlt; gemaakt hebt. Ik dank IJ ander- K maal, dat Gij mij bevrijd hebt van sj zoo menigvuldige gevaren naar ziel g en ligehaam, dat Gij mij met zoo vele heilige inspraken begunstigd, g en tot dit uur in het leven gehouden hebt; dat Gij mij zoo dikwijls gespaard en mijne zonden door de
*
tpt de Biecht. 95
me Biecht vergeven hebt. Wat zal ik U voor deze en ontelbare andere welen. daden , die ik van uwe milde hand ontvangen heb, wedergeven?
^ 2. Verzoek de genade van den
heiligen Geest. en J
ig- Kom, o heilige Geest! versterk, lij- bid ik U, de zwakheid van mijn ■ld geheugen, en verliehtdeduisternis cd van mijn verstand door uwe heilige is- genade, opdat ik al mijne zonden ur indachtig worde, en hare boosheid ur kenne. Beweeg ook krachtig lijk mi mijnen wil, opdat ik mijne misda-i k den beweene en mijn leven betere, r- Kom, wasch in mij dat vuil is, hein sproei, dat dor is, en genees dat el gekwetst is.
)o Bid 1 Onze Vader, en 1 Ween,
J, gegroet.
n 3. Onderzoek uw gei veten.
Ie Uoe lang is het geleden, dat ik
^6 Korte voorbereiding mijne laatste biecht gedaan heb? Heb ik mijne boete volbragt? Welke monden hebiksedert metwoorden, werken , gedachten en verzuimen gedaan, alsook tegen de tien geboden Gods en vijl geboden der heilige Kerk? Met wien heb ik verkeerd? Hoe heb ik mij gedragen in huis, in de kerk, op de straat, enz.
4. Verwek een berouw over uwe zonden.
Oneindige Majesteit! ik ben van harte bedroefd, dat ik ü door mijne zonden vergramd heb, omdat Gij de opperste goedheid zijt.
Herhaal deze korte woorden, als-nok de volgende, verscheidene malen met veel aandacht
5. Voornemen om zich te beteren.
Ik verzaak mijne zonden, en maak een vast voornemen van die niet meertedoen; de gelegenheden
lot de Biecht. 97
tot dezelve te vlugten, en mij te
'^e beteren. Bijzonderlijk die.....
Geef mij. Heer, eene waaraeh-en tige droefheid over mijne zonden, en de genade om mijne goedevoor-e,~ nemens ie volbrengen.
quot; Deze vijf punten dienen ook voor het ,n dagelijkxch onderzoek (Je* gewetens. lz- Keer u hierna ooi moedig tot den ve Priester, en begin uwe Biecht in dezer voege :
JJ,! DE V ooi; BIECHT.
^ Ik belijd aan God almagtig, en T,J aan u Biechtvader , die Gods plaats hier bekleedt , datik heb gezondigd. quot;squot; Mijne laatste biecht is geweest.... q~ Zeg hoe hing het geleden is dat gij
gebiecht heht. n Ik beschuldig mij dat ik heb....
Zeg uwe zonden. alle doodzonden ;n met het getal en de omstandigheden, ie die de zonden kunnen verand eren of n herwaren.
7
98 Korte voorbereiding
In mijn voorgaand leven heb ik....
In dit ge cal herhaalt men eenige zonden uit zijn voorgaand leven.
DE NA BIECHT.
Eindig moebiecht in dezer voege :
Deze en alle andere zonden, die ik niet indachtig ben, zijn mij van harte leed, uit liefde tot God. Ik neem vast voor mij daarvan te beteren, en bid God om vergiffenis, door liet dierbaar bloed van Jesus Christus. Ik vraag van u. Eerwaarde, eene zalige penitentie en absolutie.
GRUWEL DEK DOODZONDE.
I. Van alle gruwelen, die in de wereld zijn, of kunnen bedacht worden, is er geen grooter dan de doodzonde.
Wat kan er ongeregelder en afschuwelijker zijn, dan dat een redelijk schepsel, naar Gods beeld
tot da Biecht. 99
geschapen, om een kort genoegen, om eene kleine tijdelijke winst,om eene ijdele eer, zich aankant tegen God, zijnen Schepper, Weldoener, Vader en Vriend.
Hoe groot en gruwelijk is de zonde, die tegen de oneindige schoonheid strijdig is! Zoo schoon als God is, zoo leelijk is de zonde.
II. Een zielloos ligchaam wordt terstond afzigtelijk, krielt binnen weinigedagen van wormen,vervult de luchtmeteenen onv erdragelijken stank, en w ordt zoo leelijk en vervaarlijk, daler geheel dew ereld voor schrikt. Maar wat is dit hij de verandering, die er geschiedde, toen uw e ziel door de zonde uit de regt-vaardigheid verviel. Hoe schoon was uwe ziel, toen zij nog leeide voor God, toen zij nog een kind vanGod, en eene bruid van Jesus Christus was. Maar hoe leelijk is zij nu, dew ijl zij de kroon van haar hoold, en haar
100 Korte voorbereiding bruiloflsklccd, dal is, de heilig-makcnde genade, verloren heeft ; nu zij van hare inwendige schoonheid berooid is, nu zij eene slavin van den duivel geworden is. O schrikkelijke verandering! O ellendige alVal: van een kind Gods, van eene hruidvan Christus, eene slavin Ie worden van den duivel! Van den duivel, zeg ik. die hij dag en nacht nergens anders op uit is, dan op uw hederl'. Hoe is hel mogelijk, dat gij nog vrolijk en wel tevreden zijt. daar gij u zei ven zoo schandelijk cu ellendig verworpen heht.
III. Doch laai ons dieper indringen in dezen schrikkelijkcn afgrond, en zien hoegrool u weonheschaamd-lieid is. (iij weet immers, dal God overal is : gij weel. dat er voor hem niets verhorgen is, zell's niet het hinnenste en verhorgenste van uw hart; gij weet dat hij de
■
tot de Biecht. 104
I ilt;r- oneindige Ma j es teil is. En evenwel
iff ; zondigt gij . alsol'gij naar hem geens-
)ii- zins vraagdet. 0 welke stoutheid,
vin welke onbesehaaindheid, welke
0 boosheid is het, dat een aardworm,
mi- als gij zijt, derwijze durfl opstaan
aa tegen zijnen Schepper, tegen den
la- alrnagtigen God , tegen de opperste
an Majesteit!
en IV. Maar uwe ondankbaarheid is
fm niel minder dan uw e onbesehaamd-
k, beid. Wie ishet, dien gij versmaadt?
3n Ishel nietuw allerhelste Vader, dien
n- \ oedselenkleederen.ja hetlevenge-
'a geven heelt,en \oortdurend onderhoudt? Hesclionw uw ligehaam : is
u- ieder lidmaal niet eene weldaad zij-
f|, nerhantlen? Hoe zijt gij dan zooon-
1- dankbaar, dat gij de gunstenen ga-
kI ven van dien zoo goedertieren en
)r lielderijken (iod, van w iens alver-
;t mogenden wil gij van oogenblik tot
e oogenblik afhangt, durlt misbrui-
Ie ken,omhemspijten leed aan tedoen.
102 Korte voorbereiding
V. Ik vraag, o zondaar, wie is in{ hel dien gij vertoornt als gij zon- hij
digt? is het niet dien God, die zij- gij
nen eenigen Zoon niet gespaard , to
maar hem voor u gegeven heeft, w
om zijn dierbaar bloed te storten , b(
welk bloed gij, toen gij zondigdet, di onder uwe voeten tradt ?
Doch. wat zeg ik. Gij tradt niet hlt;
alleen het bloed en hel kruis van te
Christus onder uwe voeten; maar zc
gijrigttet voor hem wedereen nieuw D
kruis op. Doch geloof mij niet , v
maar geloof den heiligen Apostel, v
die van u en uws gelijken zegt : k
dat zij. voor zoo veel in hen is, den li
Zoon Gods weder kruisigen, en i t
openlijk tot schande stellen. c
De Joden hebben Jesus oversele-li ^
verd om gedood te worden, naar- lt;
dien zij hem niet kenden; maar gij lt;
kruist hem. niettegenstaande gij '
gelooft, dat hij uw God is.
De duivel wederstaat aan God,
tot de Biecht. 40^
3 is maar aan God, die hem verwerpt :
on- hij aan God, die hem straft; maar
zij- gij aan God, die u van oogenblik
rd, tot oogenblik zijne gunsten be-
'ft, wijst. Zie en bemerk, hoe gij in
en, hoosheid den duivel overtreft,
et, dien gij nogtans verfoeit.
VI. Gedenk, o ellendige zondaar,
iet hoegestreng God uwe zonden straf-
an fenzal, niet alleen hier, maar bij-
lar zonderlijk hiernamaals in de hel.
iw Daal eens metuwegedachten in dien
!t, vuurpoel, en bemerk daar een
'I, mivr dateeuwig is. Er is niets pijnlij-
f : ker dan het vuur, en er is niets
en, langduriger dan eeurvig. Een eeuwig
in | vuur, dat is, branden zonder einde: branden 's morgens, branden
e- 'savouds, branden 's nachts, bran-
r- den daags. Maar wat zeg ik, daags,
;ij daarhetnooitdag, maar altijd duis-
;ij ternisennachtis!Odroevige, o eeuwige nacht, ontbloot van al Ie vreug-
I, de, en vervuld met alle ellenden!
•104 Korte voorbereiding
VII. Ik heb het allergrootste nog tej niet gezegd , het welk gij door de zon- I de verliest, te weten God, van wiens wi aanschijn (ie zonde, zoo gij er in ^r sterft, u voor eeuwig berooft. O ïii allergrootst verlies, eeuwig God Oi te derven. ui
VIII. Laat u niet voorstaan, dat m God ii sparen zal; want hij heeft de d( Engelen die gezondigd hadden, niet al gespaard. Ja, wat meer is, hij heeft rc ook zijnen Zoon niet gespaard, maar c hern geslagen, om de zonden van zijn volk. Welk een afschrik behoorden wij te hebben van de zonde, als m wij overdenken, dat het de zonde is, ui die denZoon Gods zoo wreedaardig s( en zoo schandelijk heeft doen ster- h ven. Maai' van den anderen kant, e\ welk een troost en vertrouwen be- d hoort het in ons te verwekken, als d wij overdenken, dat dezelfde eenige n Zoon Gods een verzoenend slagtof- zt i'er, en zijn bloed een geneesmiddel g
tot de Biecht. 105
quot;og te^en onze zonden geworden is.
;oh- IX. Schep dan moed, o zondaar,
ens want er is nog een middel om Gods
' 'n gramschap te ontgaan. Wilt gij, dat
O hij u niet straft, zoo straf u zeiven.
j«d Omhels de boetvaardigheid, wasch u in het bloed van Christus, verander
dat uw leven, sta vast en getrouw in de
; de deugd, en de pijnen der hel zullen
riet alsdan voor u in eene kroon van
■eft regtvaardigheidveranderd worden.
lar Opwekking tof een oprecjt berouw, voor hel
ail kruis van Clnixtm.
3r- Ik werp mij hier neder voor u ,
als minzaamste Zaligmaker, en beken
is, mijne schuld, mijne allergrootste
hg schuld. Ik hen het die gezondigd
ir- heb, ik heb ongeregtigheid gedaan,
it, en bid met David, Reg. 24, 17.
e- dat uwe hand op mij home. En met
ds den profeet Jonas, aan het 1. cap,
^e neem mij op en tverp mij in de
gt;i- zee; want om mijnentwille is dat
el groote stormweder opgerezen.
106 Korfc voorbereiding
Maar, Gij, o Heer, wilt mijnen lie dood niet, maar dat ik leve: daarom
zijt Gij gestorven aan het kruis , ik
en dat met openearmen, om mij in Ch
genade te ontvangen; met gebogen all
hoofd, om aan mij den kus van vrede zó
en van liefde te geven. 0 vervloekte uv
zonden : heulen van mijnen Heer ! op
o al te groote schuld, die niet vol- m maakt kon uitgewassehen worden, dan door het bloed van den Zoon Gods! Ach, kon ik nu zoo veel tranen storten, als bij nacht de hemel
bezaaid is met sterren, als de zee dlt;
druppelen waters bevat.OmijnGodt vi
dit verbond maak ik hier voor uw d
heiligkruis.dat ik nimmermeer te- jr;
gen Ü wil opstaan; ik verzaak, sta A
af, en vervloek de zonden ; ik ben jt
bedroefd dat ik uwe goddelijke Ma- 1
jesteit vertoornd heb, niet omdat ik ii
den hemel verloren, of de hel ver- (
diend heb; maar omdat ik ü ver- \
gramd heb, die om ü zei ven alle £
tot de Biecht. 407
liefde waardig zijt. Ik vertrouw op nom uwe barmhartigheid,te meer,daar lis , ik weet, dat de verdiensten van j ,n Christus grooter zijn, dan mijneen §en aller mensehen zonden ; en dat gij ecJe zóó de wereld bemind hebt, dat gij ^te uweneenigen Zoon gezonden hebt; er • opdat niemand zoude verlorengaan, maar het eeuwige leven hebben.
en,
)on LOFZANG TOT OEN H. GEEST.
ra_ Veni, mnctr Spi ritus.
Kom, heilige Geesl ! hiat uit ^ee den hemel nederdalen de stralen ^d! van uw goddelijk licht. Kom, Va-Jw fler fier armen ! kom, Gever der te- gaven! kom. Licht der harten! Allerbeste Vertrooster, liefelijke gast der zielen, zoete verkoeling ! ta- In den arbeid zijt gij rust, koelte in de hitte, troost in het geween, 'r- O allerzaligste licht! vervul het ,r- binnenste des harten uwer geloovi-gen. Zonder uwe Godheidskracht
*108 Oefening van de
is er niels in den rnensch; niets is er zonder zonden. Waseli dat vuil is, besproei dat dor is, genees dat gekwetst is, huig dat stijf is, quot;verwarm dat koud is, bestuur dat verdoold is; verleen uwen geloo-vigen, die op u vertrouwen, uwe zeven heilige gaven; geef hun de verdiensten der deugd, geel hun een zalig afscheiden, geel' hun de eeuwige vreugde.
( ) E F1 EIST T XC
VAR DE DRIE GODBELiJKE DEÜGDEN
GELOOF, HOOP EN LIEFDE.
Zeer heilzaam om voor de heiliye Biecht en Communie Ie lezen.
HET GEI.OOK.
O mijn Heer en (iod! ik geloof vastelijk, dat Gij alles hebt geseha-
1
drie goddelijke deug dan. 109 liets pen, dat Gij alles bestuurt, en dat dat Gij regter zijt van alles : belooner lees van liet goed, en straffer van het is, kwaad. Ik geloof ook, dat onze ziel dat onsterfelijk is, en dat men zonder oo- de genade Gods niet zalig kan wor-iwe den. Ik geloot ook, dat er één God de is, drievuldig in personen, tc \ve-uin ten : God de Vader, God de Zoon, de en God de H. Geest, van welke drie goddelijke personen God de Zoon voor ons menseli geworden en den bitteren kruisdood gestorven is. Dit, en alles sval onze Moe-IEN der, de heilige Ivatholijke Kerk, ons voorhoudt te ^elooven, geloof ik
O 1
vastelijk, mijn Heer en God, om-'ye dal Gij dit alles geopenbaard hebt. Gij die niel liegen kunt. want Gij zijt de eeuwige waarheid, en Gij zijt de eeuwige wijsheid. In dit geloof wil ik leven en sterven. Heer! wil of mijn geloof vermeerderen.
a-
..............
140 Oefening van de
DE HOOP. ge
O mijn Heer en mijn God! ik hoop vastelijk,door uwe goddelijke berm- !•' hartigheid, en door de verdiensten van mijnen Verlosser en Zaligmaker Jesus Christus, le verkrijgen vergill'enis van al mijne zonden, fouten en gebreken, en ook alle middelen die tot mijne zaligheid noodig zijn, en na dit leven U eeu-w iglljk te aanschouwen. Dit alles hooj) ik, omdat Gij ons zulks beloofd hebt; Gij die uwe beloften kunt houden, omdat Gij almagtig zijt; Gij zult en wilt uwe beloften houden, want Gij zijt oneindig getrouw en barmhartig. In deze hoop wil ik leven en sterven. Heer! wil mijne hoop versterken.
DE LIEF I) E.
O mijn Heer en God! ik bemin 13 uit den grond van mijn hart en ziel, niet alleen omdat Gij mij
nt
drie goddelijke deugden. 141 geschapen, verlost en geheiligd hebt, ook niet omdat Gij mij dagelijks weldoet, en mij na dit leven de eeuwige zaligheid wilt verlee-nen; maar bijzonder bemin ik ü, om ü zeiven, omdat Gij ons hoogste, opperste en oneindig goed zijt. Ook bemin ik, uit liefde tot U, mijnen evenmensch als mij zeiven. Indeze liefde wil ik leven en sterven. Heer! wil mijne liefde volmaken.
BEROUW.
O mijn Heer en God! ik verzaak en verfoei al mijne zonden, die ik van mijne kindsehe dagen af tot nu toe bedreven heb. Het doel mij leed uit den grond mijns harten, dat ik ü ooit daardoor vergramd heb, niet alleen omdat ik daardoor verdiend heb van ü regtvaardiglijk gestraft te worden, maar voornamelijk is het mij van harte leed uit liefde tot ü, omdat ik ü, mijn hoogste en
112 Oefening van de opperste ^oed , die alle liefde waardig zijl , vertoornd heb. Ik neem mij mi vaslelijk voor, mijnen God nimmer weder te vergrammen, de gelegenheden der zonden te schuwen, opregt te biechten, en de boete die mij opgelegd zal worden, te volbrengen: liever duizendmaal wil ik sterven dan ü, o God, weder te vergrammen. 0 Jesus! door uwe heilige verdiensten, geef mij daartoe genade. Jesus! geef mij genade. Heer Jesus! geef mij genade
NIEUW ROZENHOEDJE.
Hef zekerste middel tegen de zonde bestaat w de overweging der vier uitersten : de dood, het oordeel, de hel, en den hemel.
Gedenk uwe uitersten, en in eeuwigheid znlt gij niet zondigen. Eccl. 7.
Zes; hij hot kruin:
Gedenk uwe uitersten, en in eeuwigheid zult gij niet zondigen: zeg in (ie
plaats van elk Onze Vader, driemaal .• yfnh * eeuwig is zoo lang-' en zeg in de plaats van élk Wees gegroet: o Dood, o Oordeel, o Hel, o Hemel! Ga zoo voort van tienlje tot tientje, en zeg in liet wederkeeren lot het kruis : Gedenk nwe nitersten . enz.
Bemerk ten eerste, dat dit een lieil-zaam middel is. in weinige woorden ■vervat. Indien iemand het vasten, en de haren kleederen niet kan verdragen, dat hij ten minste, om de eeuwige straf te ontgaan . deze korte oefeningen gebruike; die weinig tijd hebben, moeten ten minste een of twee dusdanige iientjes aandachtig lezen.
Ten tweede, is dit ook een zeker middel: want hel is gegeven door den heiligen Geest, met de gewigtige belofte van zekere winst : want er staat uitdrukkelijk geschreven : in eeuwigheid zult gij niet zondigen.
Ten derde, deze zekerheid is bevestigd door verscheidene personen, die krachtdadig zijn ondersteund geworden in het overwinnen ({er zonde van onzuiverheid. Velen,ziin er,die jaren in den afgrond der boosheid verzonken waren. doch door .het jaarlyksch gebruik van deze nkiddelen, /Ajn zy in korten tijd versterkt
114 Godvruchtige voorbereiding
geworden , en hebben gezegd , dat het hun onmogelijk was weder te zondigen.
Ten vierde, hel is zeer raadzaam, als ons, hetzij bij dag of bij nacht, eenige bekoring tot zonde oTerkomt, terstond dit middel gedachtig te ?-ijn, met eens oi' tweemaal te zeggen: oDood,o Oordeel * o Hel, o Hemel.
Ten laatste, in alle gewigtige zaken, waar eenig gevaar van zondigen zoude wezen, gebruik deze oefening; aldus zonden vele menschen krachtig geholpen zijn geworden bij het aanvaarden van eenen levensstaat, indien zij gedacht hadden : wat zou ik wel willen in het laatste
oordeel gedaan te hebben.
——
GODVRUCHTIGE VOORBEREIDING
EN GEBEDEN TOT DE HEILIGE COfflMÜNIE.
Degenen, die met groote liefde en godsvrucht de heilige Communie ontvangen, die ontvangen derzelver vruchten op eene uitstekende wijze: die er flaauw toe nadert, geniet dezelve flaauw : eu ééne Communie met groote liefde en godsvrucht gedaan, baat meer dan vele andere. Maar om die vurigheid te heb-
1(J
t het igen.
i. als Rnicje ilond ns ol' deel *
ken, oude ildus )lpeii vait had-atste
! en vau-hlen auw ; eu j eu vele heb
ben, als n.eu te Conuiiuuie gaat, moei men ziel) \ooraf daartoe bereiden, en
t» q •» o I•1-'■quot;• ■ quot; ■ ^■ -------1
1 1
autwy nei werft van zoogroote liefde met dankbaarheid overdenken, en
ben, als n eu le Comuiunie gaat, moet men zich vooral' daarloe bereiden, en genieenlijk naarniale men zich vooral bereidt, zal ook onze vurigheid of godsvrucht zijn.
Die dan gewoon zijn alle maanden, alle veertien daoen olquot; alle acht dagen tot de heilige Communie te gaan, zullen zeer wel doen, dat zij zich daartoe eenige dagen le voren bereiden. Degenen, die verscheiden keeren in de week gaan, zullen ten minste den dag le voren hiertoe besleden. behalve dat gebcel het leven zulk eene gedurige voorbereiding lot de heilige Communie behoorde te zijn.
SN~
GiBEDEN VCOB DE BEIUCE COMMUNIE.
Ver .schei dene korte Gebeden, dienstig om. zich tot de H. Communie voor te bereiden.
Hemelsche Vader, die de wereld zoo hebt bem ind, dal Gij uwen eeni-gen Zoon niet hebt gespaard, maar voor ons allen hebt gegeven : geef dat wij het werk van zoogroote liefde met dankbaarheid overdenken, en
dl6 Gebeden rooi' de
hetzelve in deze verborgenheid ge- de
Heilige Vader, die uwen Zoon nie
liebt gezonden, niet opdat hij de hij
wereld zoude veroordeelen , maar lt;
opdat zij door hem zoude zalig wor- da
den ; wee* ons genadig, opdat wij et(
nooit zijn heilig Ligchaam en Bloed zij
Genadige Vader, die uwen Zoon,
op eene wonderlijke wijze, in het ugt;
heilig Sakrament hehl doen tegen- m
woordigzijn, opdat hij met ons zou- in
dehlijven tot het einde der wereld: ir
geef dat wij nooit ondankbaar mogen gi
zijn voor deze oneindige weldaad. v\
God Zoon, Verlosser der wereld, zlt;.
die het vleesch aannemende, lt;len h menseh zijt gelijk geworden : geef
dat wij de gedachtenü van uwe s
groote liefde eeren, zoo dikwijls li
Gij in ons door dit heilig Sakra- d
oJesus, die bewogen zijnde over j
Jrl. Communie. 147 1 gp- de scharen die IJ vuriglijk volgden, hen verzadigd hebl : geef dat wij 'oon niet bezwijken op dezen levensweg, j de bi/ gebrek aan dit heilig voedsel naar 6 Jesus, die rnet bekende zon-vor- daren hebl willen verkeeren en wij eten; wees ons genadig, die zondaars loed zijn, en kont onze zielen genezen die
doodelijk ziek zijn. on, 6 Jesus, die, om de magi van het uw rijk te tooneiK eenen grooten en- maaltijd hebl bereid in dit M. Sakra-ou- ment, en tot dezelve zoo minzaam ld: uwe onderdanen hebt geroepen: '/en geef dat wij tot dezen maaltijd met vreugde mogen komen, doek nooit ld, zonder hel bruiloftskleed aan te 'en hebben.
wf óJesus, w ien Zacheusmet blijd-we schap heelt ontvangen, en wien de jls honderdman, uiteerbiedigheid,niet a- durldeonder zijn dak latenkomen: maak dat vrees en liefde zich veree-er nigen, als wij U zullen ontvangen.
1 i 8 Grebeden voor de
ö Jesus, die vóór de instelling I van dit heilig Sakrament, de voe- zijt ten uwer Apostelen gewasschen gei hebt; zuiver ons ook meer en meer, vai opdat wij te waardiger aan uwe o]h tafel verschijnen. eet I I eilige Geest, d ie door n we kracht oo. de mensehwording van Christus eyr bewerkt, en de heilige Maagd geheiligd hebt, opdat zij eene waar- er dige woonplaats zoude zijn voor den gc Zoon Gods: maak ons ook tot waar- zi dige woonplaatsen, om, Jesus in het g( heilig Sakrament te ontvangen. ei Heilige Drievuldigheid, één God, zi die de kinderen van Israël in de li woestijn niet manna hebt gespijsd, h waarin zij alles proeven konden, n en hen (van die spijze ten laatste h eenen walghebbendejgestrafthebt:
geef ons dat wij mogen smaken, ' 5
hoe zoet de Heer is, en dat onze (
ziel nooit van deze heilige spijze 1
ƒ/. Communie. 119
ing Heilige Maria, die uitverkoren oe- zijt oin in u te ontvangen, en ne-ïen gen maanden te dragen, den Heer er, van hemel en aarde; hid voor on*, we opdat wij denzelfden lieer, met een zuiver hart ontvangende. hem 'ht ook in om ligchaani mogen dragen, lus en in onze zeden vertoon en. ^e- Alle heilige Engelen en Aarts-»r- engelen, die den Heer hebt aan-en , gebeden, terwijl hij in de krih lag, !gt;•- zijne geboorte verkondigd, en die ■et gedurig bij bent in den iiemelstaat, en daarbij in hel heilig Sakrament tl, zijt : verkrijgt voor ons eene groote le liefde, om dikwijls en gaarne hij i, hem in dit heilig Sakrament tegen-i, woordig te zijn, en hem, met eer-te hiedigheid te aanbidden. t: Heilige Jozef', bruidegom van
«, gt; Maria, en voedstervader van Jesus, yx die uwe bruid alle dienst, en aan het kind allen eerbied hebt bewezen : hid voor ons, opdat wij aan
vl!20 Gebeden voor de
Jesus z'w het heilig Sakrament allen eerbied bewijzen.
Men kan ook h ier de L itan ie van het //. Sakrament des Altaarslezen, en het lijden can Christus overwegen.
(jtebed en oefening van Geloof.
ó Jesus! ik geloof dat Gij in dit allerheiligste Sakrament waarlijk en geheel tegenwoordig zijt; maar vermeerder en versterk mijn gelooi, om dit verheven geheim nog levendiger te gelooven.
Ach, hoe weinig kennis heh ik van uwe oneinige waarheid! Zie, de Engelen zelfs bewijzen U den allergrootsten eerbied, de Aartsengelen vreezen, de krachten der hemelen beven, de Serafijnen dekken hun aanschijn, de kolommen des hemels worden bewogen in uwe tegenwoordigheid; eti hoe zal ik, aardworm, ü, den Heer van eene oneindige Majesteit, komen ont-
//. Communie. 121 lieu vangen? Ware het dat Gij mij eenen engel toezondt, ik zoude van niet weten hoe hem liefde en eer-wn, bied genoeg te bewijzen. Maar wn. wat zal ik voor U doen, die de Heer en Koning, ja de Schepper der engelen zijt?
dit Joannes, de grootste onder de lijk kinderen der vrouwen, bekende iar dathij niet waardig was uweschoen-ate- riemen te ontbinden ; dat ik mij iorg dan voor uwaangezigt niet dieper verneder, is, dewijl ik uwe groote ik waardigheid, zoowel als hij, niet ie, kende, en omdat mijn geloot zwak is. en O brood der engelen! hoe zal
n- . ik u in mijn hart laten komen, e- dat een poel van alle gebreken 311 is, en dat zoo lang de sehuil-es plaats der duivelen is geweest, e- ó Jesus! de engelen, die zuiver-
k, der zijn dan de zon, achten ziclt ie niet waardig IJ te aanschouwen; en t- Gij laat mij niet alleen toe Uteaan-
I
122 Gebeden voor de
schouwen, U te aanbidden, te lo- en
ven en te beminnen, maar uwe di(
goedheid gaat zoo ver, dat Gij nilt;
wilt dat ik ü zal ontvangen; dat ah Gij wilt rusten in het midden van mijn hart; en dat ik metü, in mij zeiven bezit, geheel de Godheid,
geheel de heilige Drievuldigheid, jn
de vreugde des hemels. O Jesus! m
U te gaan ontvangen, als ik denk w
wie ik ben! Maar kan ik dit wei- gi
geren, als ik denk wie Gij zijt? rr
Zal ik vermetel zijn U te nade- d
ren, daar ik uwe heiligheid ken? v
Zal ik mij van ü verwijderen, daar d
ik mijne ellende en mijnen nood g
ken? Helaas! ik belijd voor hemel \]
en aarde, dat ik niet waardig ben l
de minste genade, van onder uwe r,
dienaren gerekend te worden, veel i
minder de allergrootste, van aan i uwe heilige Tafel te zitten en uw heilig Ligehaam te nuttigen. Maar .aangezien Gij,o Jesus, het begeert,
H. Communie. \ 23 lo- en mij met den dood dreigt, in-i^e dien ik niet kom, zoo zal ik zoo zeer jij nietlettenop mijne onwaardigheid, lat als op uw gebod en uwe goedheid.
Gebed en oefening van Hoop.
«i
(1, ü minzame Jesus! Gij gebiedt d, mij, dat ik met vertrouwen tot U s? moet komen, indien ik aan ü deel 'k wil hebben. Aeb, liet is een over-:i- groot werk dat ik lïegin; want er moet eene woonplaats bereid worden, niet voor een' inenseh, maar voor God! 0, mijn Jesus! Gij weet ir dat er in mij geene plaats waardig d genoeg is voor zulk eenen gast; '1 nogtans, o Jesus, wilt Gij dat ik 11 kome ; hornf tot mij, zegt (rij, e die- heiast en beladen zijt, en ik zal 'I u verkwikken. Bemoedigend woord 1 in de ooren van den zondaar, waardoor Gij mij, arme zondaar , p noodigt om deelachtig te worden gt; aan uw heilig Ligehaam.
'124 Gebeden voor de
Vertrouwende, o Jesus, op uwe vl oneindige goedheid en vriendelijke d' uitnoodiging, kom ik lot U, omdat h' Gij het gebiedt. En wie zoude tot U niet komen, zoo vriendelijk genoo- g1 digd zijnde? Ik kom met blijdschap, o niet omdat ik waardig ben, maar h omdat Gij mij zoo minzaam noodigt, quot;v en opdat Gij mij, die zonder ü niet leven kan, zoudt versterken door lt; uw heilig Ligehaam en Bloed. I
En aanzie dan niet, o Jesus, dat l ik vol ben ^an duisterheid en ge- l breken: want het is om verlicht en lt; geholpen te worden, dat ik mij i verstout tot ü te komen; het is om lt; versterktte worden tegen mijuezigt-bare en onzigtbar^ vijanden: tegen de wereld, opdat zij mij slecht en veribeijelijk zij, als ik den God des hemels heb ontvangen; tegen de bekoringen des vleesches, opdatmij die niet overweldigen, als ik het zuivere vleesch van het Lam zonder
//. Communie. 125
we vlekken ontvangen lieb; tegen den
jke duivel, opdat hij geen inagt meer
iat hebbe op mij, als God zeil' in mij is. ; U Ik kom dan als een zieke tot den
gt;o- geneesmeester des levens, als een
p, onreine tot debronderbarmliartig-
ar beid, als een behoeftige tot den Heer
j;t, van hemel en aarde. Verwaardig U
iet dan mijne ziekte te genezen, mijne
Dr onreinheid af te wasseben, mijne blindheidteverliehten,opdatik het
at broodder engelen, den Koning der
e- koningen, den Heerder heeren, mag
!n ontvangen met dien eerbied, die
ij nederigheid en godsvruebt, welke
n ditheilige geheim vanonsvereiseht.
Gebed en oefening can Liefde.
ii Wiezal üniet beminnen, o Heer,
is die zoo minzaam en die geheel de
e vreugd der Engelen zijt! Wiens hart
ij zal tot ünietgetrokken worden, die
t zoo waardig en goedertieren zijt!
i* Wie zal zich niet bedroeven, dat hij
i!26 Gebeden voor de liever den vervloekten satan heeft z* aangehangen dan ü? O goedheid, 01 o liefde, o barmhartigheid, waardoor Gij dit heilig Sakrament hebt d ingesteld , en LI zei ven stelt tot s] spijze voor onze zielen! O onzigt- b bare God! hoe wonderlijk handelt li tij met ons; hoe zoel en minzaam d is deze schikking voor ons, uwe n uitverkorenen, aan welke Gij U v zelven geelt inditheiligSakrament; h hoe wonderlijk, hoe liefelijk, hoe z wensehelijk zijn de werken van uwe d liefde, dat Gij li zelve zuo mede- ^ deelt aan denmenseh! O mijn Jesus! i hoe is het mogelijk dat Gij, de i Koning van hemel en aarde, in mij ' uwe woning komt nemen, ik, die 1 als eene hel vol gebreken ben; t opdat Gij mij verandert in eenen lt; hemel vol genade en zegeningen. : Ik belijd voor hemel en aarde, dat i ik eerder verdiend had in het diep- » ste der hel geworpen, dan in de !
H. Communie. 127 eelt zee eeiier zoo oneindige goedheid eid, ontvangen te worden, aar- Welke vader werd er ooit gevon-lebt den, die zijne kinderen heeft ge-tot spijsd met zijn eigen vleesch en igt- bloed ? En dit doet Gij nogtans,allerlek liefste Jesus! INiet alleen aan hen, am die II altijd getrouw gebleven zijn, we maar ook aan die, welke in hun j U voorgaand leven, door hunne boos-nt; heden, U hebben vergramd. O mijne 10e ziel! wat zijt gij niet verpligt te we doen voor uwen Jesus; welk goed le- kunt gij weigeren te doen, of welke lis! moeijelijkheidte lijden, voor hem die de u zoo bemind heeft. O Jesus! ik wil nij Udanbeminnen uitgeheel mijn hart; lie voorü wil ik leven, ü alleen wil ik n; dienen, dit is mijn voornemen. Omin en dit voornemen versterkt te worden, ;n. zoo is het dat ik mij verstoute uwf lat aanbiddelijk Vleeseh en Bloed te p- ontvangen; opdat Gij uwegoddelijke de liefde in mijn hart zoudt ontsteken ,
128 Gebeden, voor de
«n in mij le niet doen, al wat U mi
jnishaagl, en al wal Gij niet zijt. a|
Drie aanbiddingen van hef aller- pn
heiligste Sakrament des altaar*. aquot;
* • . sU 0 alierlieiligste Sakrament! ik
aanbid ü en ik eer ü uit liet bin- ^r( jienste mijns harten : want Gij bevat in LI. mijn Heer en mijn God, ^ mijn opperste goed, en al mijn' Iroost en zaligheid. 0 Onmetelijke goedheid, allerhei- ol Jigste ziel, vei'heerlijkl ligchaam en ]y] dierbaar bloed vaneenen God, die 7j inenseh geworden is ! ik aanbid U, \A ■en ik wenseh nil geheel mijn hart, dat alle redelijke schepselen U n kennen, beminnen, dienen en aan- ^ bidden, uit al hunne krachten. ^ o God, die vol goedheid en rijk [ in barmhartigheid zijt : maak dat , uw heilig Sakrament mij zij een v geneesmiddel voor al mijne krankheden, eene voldoening voor al «.
//. Commnnie. 1 ^29
\ mijne zonden eene vervulling van 'Jt* al de deugden die mij ontbreken, er. en eene sterke verzekering legen ..v. alle gevaren, die mij. levende en
stervende, omringen. . In den naam des Vaders, en des
)mquot; Zoons, en des heiligen Geestes. Am. he-
od Voor bereiding tot de 11. Communie.
Uquot; O gelukkige dag, o blijde ure, o vrolijke oogenblik , waarop ik zal ^1quot; ontvangen mijnen .lesus, God en e.', Menseh, mei zijne ziel en ligcbaam, die zjjn vleescli en bloed. levend en ver-' heerlijkl. gelijk hij in den hemel is!
Minzame Jesus! van waar komt ^ mij het geluk, dat ik heden op mijne inquot; tong mag nemen en nuttigen het heilige der heiligen, het mirakel 'jk boven alle mirakelen, hethemelseh ^at manna, de goddelijke spijze, het (Jn wonderlijk Sak ra ment. 'kquot; Hoe is het mogelijk, dat zieh de
a' Schepper verwaardigt te komen tot
430 Gebeden voor de zijn schepsel, de opperste Majesteit tot eenen worm der aarde, het oneindige Al tot een ellendig niet! O goedheid, o barmhartigheid, o liefde!
Staat verbaasd, o hemelsehe geesten, over de wonderlijke werken van den Heer! (jij omringt met eerbied het altaar, ontroerd en bevende in de tegenwoordigheid van dit aanbiddelijk Sakrament; maar wie is er onder u, hoe verheven hij ook zij, die het geluk heeft van hetzelve te moeen oot-vaneen:
Minzame Jesus! ik bemin U uit al de krachten mijner ziel, omdat Gij alle liefde waardig zijt, en omdat Gij mij zoo bemind hebt, dat Gij mij hebt willen spijzen met uw eigen vleesch en bloed. Ach! had ik ü nooit vergramd, oneindige goedheid.
Maar hoe zal ik mij durven ver-
II. Covimiinie. 131
stouten, van tol dezen goddelijkeii niaallijd te gaan, ik die vol zonden en gebreken ben; ik kom nog-lans, alhoewel ik geheel onwaardig ben, omdat (jij mij, o .lesus, zoo vj-iendelijk roept en gebiedt te komen, en integendel zeer gestreng dreigt met den eeuwigen dood, indien ik weiger (e komen.
Ik groet, eer en aanbid U, met allen mogelijken eerbied : o heilig Sakrament, ons van Jesus achter-gelalen lol eene spijs onzer zielen, tol gedaehlenis\an hel hillerlijden, lot eene geluigenis van zijne onuitsprekelijke lielde, lot eene gedurige oilerande der nieuwe wet, en tol een pand der hemelsehe glorie.
Goede Jesus! doe mij door deze heilige spijs smaken, hoe zoet het is, ü alleen te zoeken, U te vinden, II te beminnen, en hoe bitter alle zoetheid is zonder ü.
Ik wenseh U te ontvangen, met
■
182 Gebeden voor de
dezelfde stichling waarmede zoo vele heilige zielen IJ ontvangen hehhen , bijzondei' de allerheiligste maagd Maria, uwe lieve moeder. Ik vereenig mijne godsvrneht met hnnne stichling, en mijne Communie mei iuuine Communiën. Dat hunne vurigheid en godsvrucht aanvulie, al wa( aan de mijne ont-breekl.
o Jesus! had ik duizend harten, ik zou die allen hesteden om U duizendmaal te loven, Ie danken en te verheerlijken voor uwe onuitsprekelijke harm hartigheid.
Kom dan, o minnaar mijner ziel! kom, (rij zijl mijn Jesus, dal is Zaligmaker; maak mij zalig. Cij zijl mijn geneesheer, genees al mijne geestelijke ziekten; Gij zijt mijn Vader, bemin mij als uw kind ; Gij zijt mijn bruidegom, ontsleek in mij uwe heilige liefde; Gij zijl mijn meesier, leer mij alles wat mij
li. Communie. 1^3 zalig «'li aan IJ behagelijk is. Gij zijt mijn lierder; roep mij. bestuur mij. en trek mij tot IJ. Ja, Gij'zijt meer dan een herder, want welk een herder voedt zijne schapen met zijn eiij;en vleeseh lt; n bloed1? Gij zijl mijn. Heer, bind mij met de banden van uwe zoete liefde.
ivom, lieve Jesus ! spijs, zall , verlicht mij; beweeg, ontsteek en verander mijne ziel, opdat zij door de kracht van dil heilig Sakrament der Helde lot wederliclde worde gedreven.
ik wenseh uit den grond van mijn hart, dat alle menschen U kennen en eeren in dit heilig Sa-krament, en wilde wel dat ikkonde herstellen al de oneer, die U in hetzelve wordt aangedaan.
Kom, minzame Jesus! ik verlang en haak naar 1 , als een gevangene naar zijne verlossing, een dorstige naar het water, een balling naar
184 Gebeden voor fle
zijn vaderland, een blinde naar liet sc
lichl, een zieke naarde gezondheid. U,
Sleciils mijn wenseh is mei U te
vereenig l te zijn. Ik noodig U dui- or
zendmaal. Kom. verander mij in te
eenen nieuwen mensch,en volbreng g|
alles wat ik IJ algesmeekt bel). Am. ci
(xched roor de heilige Communie.
Ontvang, o aüerhoiligste Drie- n
vuldigbeid, deze heilige Communie b
van liet ligehaam en bloed onzes b
Heeren .lesus Christus, dat ik. on- a
waardig menscli, nu begeer te out- r
vangen en aan 11 op te oïï'eren, met ^
al de 11. Coinmuniën, dieooit van de 1
regtvaardige mensehen ontvangen c
zijn, welke ikUopdraaguitopregte i
liefde lot uwe oneindige goedheid, (
melde meening van Jesus en zijne )
il. kerk. Ten 1. tot eeuwige liefde |
en welbehagen uwer goddelijke (
majesteil. Ten tot erkentenis van j uwe opperste volmaaktheid, heer-
i
1
H. Communie. 1^5
schappij en onze onderwerping aan U. Ten 3. tol eene eeuwige gedach-U tenis van het lijden eti den dood m- onzes Heeren Jesus Christus. Teu 4. iu ter eere en tot vermeerdering der quot;g glos'ie van de heilige Maagd Maria, m. en het gelieeie lieinelseii liof. Ten 5. e tot eene eeuwige dankzegging voor alle weldaden van de alierheiligste equot; niensehheid onzes Heeren. van de llc heilige Maagd, zijne Moeder, mijne , heilige Patronen, alleZaligen, en van allemensehen verkregen,en dieaan mij, den aileron waardigste, gegeven f't zullen worden in de eeuwigheid. 'e Ten 6. tot voldoening van alle oneer, 111 die Gods Zoon in liet heilig Sakra-c ment zoo menigvuldig lijdt. Ten 7.
olï'er ik het, om deze genade N. N. ie te verkrijgen, en deze i\. X. fouten e te beteren. Ontvang en volmaak e dezen mijnen wenseh, o oneindige 11 goedheid; en om dit godvruchtig te vol hrengen, indien hetgeheurdedat
4 30 Gebeden voor de ik heden stierf of deze mijne laatste Communie ware, zoo ontvang ik deze voor mijne laatste teerspijze, en verzoek dat mijne laatste spijs zij hetligchaam en bloed van Jesus; mijne laatste woorden, Jesus Maria; mijne laatste genegenheden, liefde tot God. met volkomen berouwover mijnezonden; en mijn laatste troost, te mogen sterven door het omhelzen \an uwen goddelijken wil. Amen.
LOFZANG
ter eere van God, onze spijze.
Na den bestemden tijd, die bij God was besloten,
Is 't Woord geworden vleesch, en heeft
voor ons vergoten Zijn bloed, zijn dierbaar bloed, gezet aan
zijnen disch,
Gegeveu ons zich zelv', gebleven dat hij is. God wordt der menscheu spijs! Wat wil ik
verder dringen :
Wat zal ik eerst van U, wat zal ik daarna zingen ;
O hemel! wees mijn' hulp, opdat mijn zang niet faalt.
Van U is hier tot ons dit Manna neergedaald.
O goddelijke spijs, die voor den mensch geboren!
O goede God! de mensch was zonder L
O
verloren!
O Vorst uit Juda's stam, gelijk een leeuw men ziet,
Dat al het helsch gespuis voor hem nu beeft en vliedt!
Het vleesch dat, van een' Maagd, (jods Woord heeft aangenomen.
En zoo ontvangen is, en zoo is voortgekomen.
Het vleesch, dat voor ons is op Golyotha gedood,
Dat wordt nu ons tot spijs, dat wordt ons hemelsch brood.
^Natuur hier als bezwijkt, de moeder aller zaken;
Verbaasd door dit geheim, daar zij niet aan kan raken.
Mits 't alvermogend woord van God dit wonder doet.
Het brood verkeert in vleesch, de wijn verkeert in bloed,
En Christus blijft geheel, en van hem niet gescheiden;
Geheel is hij in één, geheel in alle beiden; 7jOO Die in zich 't al begrijpt, die schuilt, hier
ook geheel, Jehn
Geheel in 't kleinste punt, geheel in 't groot- 11
ste deel. 1 z' En daar het Woord is God, één altijd met
Daar waar het ligchaam is, daar zijn zij drie Als
De Vader, en de Geest, en 't Woord ais God W
Het Woord als Woord aan 't vleesch verbon- ^e''
Gestorven is God-mensch , en door zijn Al
Een die onsterflijk leeft, moet ook onlijd- Is
En wijl het ligchaam leeft, noodzakelijk 's
Alwaar het liechaam is, daar wezen ook Aa
Veel duizend krijgen één, en, doet één
niet verkeeren;
En dat veel hebben één, en doet één niet 1^'' vermeeren;
Gelijkerwijs één stem van velen wordt ge-hoord :
In velen is een stem, in veel' hetzelfde W woord.
liden; Zoo is 't dat door zich zelv', de springbron hier aller zaken,
Jehova in 't begin, uit niet kon alles maken. rroot- Is minder nu zijn hand? of wat weerhoudt zijn kracht,
I met l6 maken nu nog eens, dat eens is voort-gebragt?
drie Als gij dan dit geheim, door 's Priesters
hand ziet breken ,
God Wil dan niet naar den schijn of naar uw
oogen spreken.
bon- Geloof en houd het vast, dat hier in 't minste niet,
zijn Al breekt men de gedaante, aan 't ligchaam scha' geschiedt.
ilijd- Is 't wonder dat ons hier onz' zinnen zoo bedriegen,
elijk Is 't wonder dat ook hier ons klein begrip
moet liegen ?
ook Aanzie den ronden boog; door Godes sterke hand
één Geschilderd in de lucht, tegen de zon geplant,
niet Die spreidt zijn purper kleed, zeer aardig
naar het leven,
ge- Met zilver geborduurd, met goud dooreen geweven!
fde Wat oordeelt gij hiervan, wanneer gij, naar uw waan ,
Rondom des werelds bol dees' groote reep ziet staan?
Hier is noch wit, noch geel, hier is niets afgemalen;
Zoo speelt de zon alleen met haar vergulde stralen
Hier tegen 't matte blaauw; zoo dat daar voor gewis, •
Hetgeen jni meent te zien, in 't minste niet
O voedsel onzer ziel! wij hebben u ge- t(' vonden, q]
Wij zuigen aan uw' zijde, en leven in uw' ^ wonden,
Alwaar Gij zeiven hebt geschreven al voor lang :
Mijn vleesch is waarlijk spijs; mijn bloed is waarlijk drank.
Buig biddend hier uw hoofd, val neer lot aan de voeten :
In dit hoog Sakrament moet gij uw' Schepper groeten,
In dit zoo hoog geheim waar zijn' barmhartigheid ,
Voor ons zijn vleesch en bloed, tot spijs en drank bereidt.
H. Communie.
Om den verloren tijd in te halen, is het zeer goed dit gebed dikwerf van harte te zeggen.
ó Zoete Jesus! ach, dat ik II al den lijd mijn levens alzoo gediend, bemind en geloofd hadde , gelijk alle Heiligen dit verlangen en begeeren te doen! Hoe gaarne zon ik U dat offeren, tot dankbaarheid voor al het goede, hetgeen Gij mij bewezen hebt en in eeuwigheid bewijzen znlt. Amen.
144
Godvruchtige groeteni# aan den • Jem*.
.k
In den naam onzes Heeren Jesus Christus moeten gebogen worden alle knieën dergenen, die in den hemel, op de aarde, en onder de aarde zijn; en dal alle tongen belijden, dat de Heer Jesus Christus is in de heerlijkheid Gods, des Vaders. Hem zij lof, eer en glorie.
142 Gebeden voor de H. Communie. in de oneindige eeuwigheid der eeii\\ igheden. Amen.
Ik aanbid, loof, veriieeilijk en dank LI, Heer Jesus Christus, voor alle weldaden, die mij van ü gegeven zijn, en bijzonder dat Gij mij naar uw beeld geschapen, door uw dierbaar bloed verlost, tot uwe dienst geroepen. en over mijne zonden geduld gehad hebt. Ik bid ü ook, o Heer Jesus Christus, w il lT over mij, ellendige zondaar, onl-i'ermen; wil mij in het uur mijns doodskw ijtseheldcn al wat ik tegen U, met gedachten, woorden en werken, mag misdaan hebben; wil mij al het goede, hetwelk ik door onachtzaamheid mag verzuimd hebben , vergeven. Dit bid ik LT, o Heer, door uwe eeuwige en heilige liefde : die leeft en heerscht, in eeuwigheid der eeuwigheden. Amen.
■
OEFENINGEN EN GEBEDEN
en NA DE HEIIGE COMMUNIE.
De heilige Hostie niet alle eerbiedigheid jjenutligd hebbende, keer u in uw binnenste tot uwen Jesus; Jaal uw hart alleen spreken, en haast n niet om mond-gebeden Ie doen. Ceschonw u zeiven als een tabernakel en als een kleine hemel, omringd van de engelen, die hunnen Heer aanbidden.
iNeeni het oogenblik. waarin Jesus in ii is, wel waar ; de Koning is in uw huis; toon hem uw verzoek, waar zoo ■veel van afhangt Tracht ten minste een kwartier uurs in geestelijke oefeningen te blijven, en overweeg bijzonder het lijden van Christus; want hij heeft dit heilige Sakrament des avonds vóór zijn lijden en dood, tot eene gedurige gedachtenis deszelven ingesteld.
ó Jesus, Jesus, Jesus! o mijne liefde! o mijn al! geslagtollerd aan het kruis voor mijne zonden. 0 Lallerheiligste offerande! o groote F offerande van de geheele wereld,
144 Gebeden na de die ik nu in mij heb! ik aanbid en U verheerlijk 11 uit al de krachten mijner ziel. §e
O volheid, grondelooze zee! o oorsprongen bron van alle genaden t1 en hemelsehe zegeningen! ach, laat di mijne ziel nu daaraan deelachtig b en vervuld worden van uwe komst Z! en uwe tegenwoordigheid in mij. 81 O allerminzaamste Jesus! o aller- e schoonste en allerzoetste, o aller- ^ magtigste en allerwonderlijkste r Jesus! o allergewenschte op aarde! c dat al mijne kracht U verwelkome, 1 die U verwaardigd iiebt in mij te komen; dat al mijne beenderen op- 1 springen, en mijn mond uitroe pc; Heer, mat is er, en wie ü Ugelijk? En daar Gij U verwaardigt IJ aan mij i te geven en met mij te vereenigen, verwaardig LI alzoo mij met uwen Vader, als slechts één zijnde, ook ° te vereenigen, opdat, gelijk Hij in ij IJ altijd zijn welbehagen heeft, en ('
/ƒ. Commnnie. 445
en U alle goeds wil, hij mij zal aan-
Len zien als vereenigd met IJ en één
geworden met ü.
! o Ach, dat ik al de krachten der
len menschen en engelen hadde, om
aat die tot nwen lof en uwe liefde te
tig besteden! Ach, dat ik U zulke lof-
nst zangen en begeerten van hemel-
nj. sche liefde konde opofferen, gelijk
•p- er gedurig voor uwen heiligen troon worden gedaan, alwaar duizend
^te millioenen engelen ü omringen,
Ie! die dag en nacht zonder ophouden
ie, roepen ; heiligt heilig! heilig!
te i O liefde, die altijd brandt en
p- niet uitgaat! O zoete Jesus, die
ie: mijn God zelfzijt! ontsteek mij ge-
k? heel door uw goddelijk vuur; hei-
fiij i lig mijne tong, op welke Gij als op
n, een altaar hebt geleden; heilig mijne
en oogen, die uw heilig geheim heb-
)li i lt;ben aangezien ; heilig mijn ligchaam in ; met al mijne krachten en zinnen ,
Ml li die met IJ zoo vereenigd en ver-
10
ll -
146
Gebeden na de
zameld zijn, opdat ik die heiliglijk gebruike tot uwe eer en glorie, en tot bevordering van mijne zaligheid.
0 mijn Heer! o mijn God! wat is dit, van waar komt mij dit onbegrijpelijk geluk? hoe is het mogelijk, dat nu niet de Moeder des Heeren, maar de Heer Jesus zelf tot mij en in mij komt, om mij deelachtig te maken zijner bloedige offerande aan het kruis! 0 mijne ziel! verheerlijk den Heer, en dat al wat in mij is, zijnen heiligennaam aanbidde. Dat U, o mijn God, al mijne krachten en bestaan verheerlijken; dat al de begeerten van mijn hart zich in U verheugen!
0 liefde, o goedheid, o almagt van eenen mensch geworden God! Oneindige vernedering, onbegrijpelijke verwaardiging is het, dat Gij, o Jesüs, U zoo vernedert en ü verwaardigt in mijn binnenst te komen;
T
I
H. Conummie.
in mijne ziel, om haar te bezoeken, te genezen, en om haar zoo te vereeren. Gij, mijnSehepper, Verlosser en mijn al, en ik een arm schepsel, een weinig stof en asch, een w orm der aarde; Gij, de Koning der eeuwige glorie, de Beheerscher van hemel en aarde, de oneindige hoogverhevene Majesteit, en ik een verloren, vuil en onnut vat, eene bronwel van zonde! En Gij komt van den hemel tot mij, om mij met uwe hemelsche genade te vervullen, om van mij eenen kleinen hemel te maken!
O wonderlijke zaak! o onbegrijpelijke verborgenheid !o goede God! HoehandeltGij zoo met uw sehepsel, en voedt Gij alzoo eenen aardworm met uwe allerbeste goederen! 0 hemelen, zijt verwonderd, en gij aarde, sta verbaasd over deze zaak.
Weesdan welkom, o mijn Vader, o mijn Koning, mijn Al! wees düi-
147
448 Gebeden na de zend en duizend millioenen maal welkom in hel arme stalletje en kribbetje van mijn hart, om daar herboren te worden en te rusten. Ach! word toch geestelijk herboren in mij, levende en blijvende in mij door uwen geest, door uwe genade en liefde. Ohemelschegeesten, die bier rondom mij zijt, om uwen Heer en God, die in mij rust, te loven en te danken : ach! looft en dankt hem voor mij over deze onuitsprekelijke weldaad en overgroote genade. En ik, o Jesus, terwijl ik mij bij uwe heilige Engelen voeg, roep met hen:heilig, heilig, heilig! ik aanbid II, ik loof, ik dank en verheerlijk ü methen, o zoete Jesus! Wat is er toch, dat ü heeft bewogen, om alzoo in mij te komen? Alles is arm en koud, wat in mij te vinden is : wat heeft er U anders toe bewogen, dan uwe liefde tot ons? Het was dan niet genoeg voor uwe
H. Communie. 149 Helde, dat Gij voor ons den bitteren dood stierit, maar Gij hebt ook dit heilig Sakrament willen instellen, om door hetzelve in ons te komen; opdat wij uwen dood en uwe liefde zouden gedenken, zoo dikwijls als wij hetzelve ontvangen, en om ons aau uwen dood op eene uitstekende wijze deelachtig te maken.
Als de Joden van hunne zoenojjl'er-anden aten, gedachten zij dat die voor hen geüaytojjerd waren; zoo ook. ah de Christenen het vleesch van Jesus nuttigen, gedenken zij, dat het voor hen is opgeqfierd.
Oefening om het lijden van Christus ie overwegen.
ik groet, aanbid en verheerlijk U, allerheiligste Ligehaam van mijnen Jesus, doorwond en doorsneden van de zweepen en roeden, overdekt en bekleed met uw purperen bloed. (denk als gij dit zegt
450 Gebeden na de aan Christus en aan ieder lidmaat (J( dat gij noemt.) O goddelijk hoold, doorstoken en met zoo schrikkelijke 0| doornen gekroond; ik aanbid u, dj wees verheerlijkt en aangebeden rj van alle schepsels. O allerliefst aan- g( schijn, blaauwgeslagen en overdekt met de walgelijkste vuiligheid van (] het speeksel der Joden; ik aanbid v en verheerlijk ii. O gezegende tong, ^ heilige mond en heilige ingewanden n van mijnen Jesus, verdroogd en verstikt door den dorst, gansch ver- ^ vnld en bitter gemaakt door gal en myrrhe ; ik aanbid u. ïk groet, verheerlijk en aanbid u, o door- e wonde handen en voeten, die zoo 1 wreed voor mij aan het kruis zijn genageld geweest.
Ik bedank ü, o Jesus, omdat Gij voor mij ai die pijnen en den bitteren dood hebt willen onder- | gaan. Ach! dat ik toch nooit zoo j ondankbaar mogte zijn, dat ik )
1
H. Communie. 154 deze zoude kunnen vergeten. Maar doe mij navolgen wat ik heb ontvangen; geef mij, dat gelijk dit heilige Sakrament ons gedurig uwen dood vernieuwt, ik ook gedurig sterve aan alle kwade driften, en ik in mij den mensch doode. O Jesus! bloed van de nieuwe wet; schrijf met dat bloed uw lijden in mijn hart, opdat het er nimmer worde uitgewiseht.
Oefening om verscheidene vragen te doen aan Christus.
O mijn Jesus! ik werp mij als eene andere Magdalena aan uwe heilige voeten en ikwenseh daarop uit te storten twee beeken van tranen : tranen van droefheid, omdat ik ü, mijn opperste Goed en zoo minzame Vader, vergramd en zoo dikwijls flaauw en ongetrouw gediend heb; tranen van hlijdsehap, omdat ik U in mij heb, die de
452 Gebeden na de kunt beschermen en bewaren; om - g dat ik U in mij heb, die de groote d herder en heelmeester mijner ziel d zijt, die haar kunt genezen, zui- ti veren, heiligen en al hare zonden u vergeven; omdat ik ü in mij heb, d in wiens handen mijn eeuwig geluk d of ongeluk is. r
ó Jesus! toen Gij op de wereld zigtbaar wandeldet, werden al de z huizen, welke Gij bezocht, ge- I-zegend, en werden allen, die met 1 een groot geloof tot ü kwamen, ge- l nezen van al hunne kwalen. Ach, { zegen nu ook het huis waarin Gij U verwaardigd heht te komen; genees toch mijne ziel van al hare geestelijke wonden. Dat uwe diepe ootmoedigheid, o Jesus, mijne hoovaardigheid geneze, en uwe zachtmoedigheid mijne hardheid. Dat uwe zuiverheid, o Lam zonder vlekken, mijne kwade natuur magtige Koning zijt, die mijne ziel
tl. Communie. 153 geneze, opdat ik nooit den prikkel des vleeschesgevoele.Dat uwe goedertierenheid en liefde mijne afgun-tigheid en kleine lietde geneze, en uwe naarstigheid mijne traagheid; dat uwe geduldigheid mijne ongeduldigheid verbetere, en dat uwe mildheid mijne gierigheid geneze.
Is het dat ik tot straf van vorige zonden de aanvechtingen mijner kwade driften moet ondergaan, zoo laat niet toe, dat ze mij overmeesteren, en dat ik in de vorige zonden valle, maar dat ik ze getrouw moge wederstaan, en U, o Jesus, niet verlaten, maar door een beter leven meermaals deze spijs mag ontvangen en met U vereenigdzijn. O Jesus! o eeuwige wijsheid des Vaders! o eeuwig licht, van het eeuwig licht! verlicht mijne ziel inwendig, laat een straaltje van uw goddelijk licht in mijn verstand vloeijen, opdat ik iets moge zien
454 Gebeden na de van hetgeen Gij zijt : iets van de schrikkelijke eeuwigheid, en hoe kort en broos het leven is.
Godvruchtige vragen van den IJ.
Augustinus, die met veel aandacht moeten uitgesprohen worden.
Geef mij, o zoete Jesus, geef mij dat ik mij kenne, dat ik U kenne. en dat ik niets anders hegeere dan ü.
Dat ik mij hate, en dat ik U be-minne, en dal ik alles doe om U.
Dal ik mij vernedere : opdat ik U verhelï'e, en niet denke dan opü.
Geefmij, o lieve Jesus, geef mij dat ik mij verlate, opdat ik Ü navolge, en altijd wensche na Ie volgen.
Dat ik van mij vlugle, en tot ü vlugte, opdat ik verdiene bevrijd te zijn door ü.
Dat ik mij zei ven vreeze, en U vreeze, opdat ik mag zijn onder uwe uitverkorenen.
Dat ik mij mistrouwe, en op U
H. Communie. 155 de betrouwe, en dat ik U in alles ge-oe hoorzame.
Dat ik tot niets anders lust hebbe dan tot U, en dat ik gaarne arm zij om U.
Zie op mij, opdat ik ü beminne; roep mij, opdat ik tot ü kome, gt;iij en in eeuwigheid mag genieten, e, Amen.
U- DANKZEGGINGEN
0-
jj om God te danken na de heilige jk Communie.
[J, 0 mijn God! wat zal ik U weder-
at geven voor deze groote weldaad, 3, dan dat ik mij zeiven opdraag tot uwe dienst, en tracht getrouw te ü blijven in al hetgeen Gij van mijbe-jd geert. Maar dit hen ik U schuldig, omdat Gij mij hebt geschapen; dit U ben ik ü schuldig, omdat Gij mij !P hebt verlost: wat zal ik er dan bijvoegen, omdat Gij mij hebt gespijsd met U ' uw vleesch en bloed ? Geef mij dan,
156 Gebeden na de o Jesus, dat ik, die om zoo veel reden verpligt ben mij ganseh tot uwe dienst te besteden, nu ten minste ü getrouw blijve.
ó Jesus, die mij hebt bemind met eene eeuwige liefde : wat zal ik ü wedergeven? Mijne liefde is te klein; ik kan ü slechls wederliefde betoonen. O, wie geeft mij een ander hart dei' Heiligen, wie geeft mij de liefde van alle Gods lieve vrienden, opdat ik iets waardigs moge bijbrengen, en de liefde van Jesus met liefde moge beantwoorden.
ó (jod! al had ik duizend lig-ehamen, wierdeelen allen monden werden, en wier haren tongen waren, die niet ophielden naeht en dag U te danken, en die allen ü ter liefde smolten en zieh verteerden; wat zoude dit kunnen opwegen tegen hetgeen ik U behoorde te geven?
H. Communie. 157 Ben ik dan zoo nietig, dat ik U mijn God, niets waardigs kan geven? Geef dat ik mij, ten minste het weinige dat ik hei) en ben, U opregteiijk opdrage.
Ik offer tl dan lot dankzegging mijn hart op, vereenigd mei het uwe, om U allijd te beminnen: mijn ligehaam met deszelfs vijf zinnen (en bijzonder mijne oogen) die ik gestadig zal trachten te doen versterven, en gebruiken wil lot het volbrengen van uwen wil, tot be-
O # • • i
vordering van mijne zaligheid, en van die van mijne naasten, en om niet te leven dan voor ü, mijn God en mijn Al!
Geef mij, dat ik mij zeiven alzoo opdrage aan ü, die ü zeiven aan het kruis voor mij hebt opgeofferd , dat ik mij ganseh aan U geve, die ü zeiven eerst ganseh aan mij gegeven hebt, en dat ik niet leve dan voor uwen Vader.
£
'158 Gebeden na de
Geloofden gezegend zij het allerheiligste Sakrament des Altaars.
Mijn vleesch is waarlijk spijs, en mijn bloed is waarlijk drank : zoo wie mijn vleesch eet en mijn bloed drinkt, die blijft in mij en ik in hem. Aldus spreekt Christus, de eeuwige waarheid, hij Joannes; cap. 5. v. 30 en 50.
LOFZANG
Ter eere van het allerheiligste Sakrament des Altaars.
Mijne zie], sta hier wat stil, en wil met
uw gedachten,
Toch gaan in uwen grond, om daar eens
te betrachten,
De liefde van dien God, wiens grootheid
heeft geen end',
Bewezen aan den mensch, in 't heilig Sa-kramenr.
T is waar, dat geen verstand genoeg kan
achterhalen,
Ook van de Eng'len zelfs, noch tong het kan vertalen.
Hoe dat die groote God, die hemelen en aard
Door zijn almogendheid gemaakt heeft en bewaart;
Voor wien met ootmoed staan de schaar der Cherubijnen,
Voor wien eerbiedig beeft het koor der Seraph ij nen,
Voor wien al wat bestaat zich zeiven buigen moet,
Wiens aangezigt alleen heel 't aardrijk beven doet :
Dat deze God, zeg ik, uit 's hemels hooge zalen,
Verlatende zijn rijk, op d'aarde neer komt dalen
In 't heilige Sakrament, alwaar dat onder schijn
Van brood zijn ligchaam rust, en bloed in plaats van wijn;
En dat tot spijs en drank van ons, ondank-bre menschen,
Tot voedsel onzer ziel, tot troost van onze wenschen.
O wonderbare zaak! o afgrond aller min!
O groote Majesteit! wat komt u in den zin.
Dat Gij U dus verneert? 't Was tegen alle reden,
Dat eenig koning zelf kwam tot zijn slaaf getreden,
Omdat hij niet alleen zon geven al zijn goed, Maar ook uit zuiv're min, hem schenken lijf en bloed :
Dat was een zeldzaam werk, bijna niet te gelooven,
Dat was een dwaze min, die zulk een vorst zou rooven
Van zinnen en verstand ; nogtans 't is zoo \ olbragt,
Dit wonder is geschied voor 't menschelijk geslacht.
Wat is dit anders, lieer, wat heeft het te bedieden,
') Geen ik op het altaar gestadig zie ge- i schieden,
Dan dat fjij, grootc God, 1' eigen zeiven geeft
Aan mij, uw armen slaaf, opdat mijne ziele leeft.
Vergeef mij 't geen ik zeg, het is nogtans l-
waarachtig;
Al zijt Gij eeuwig wijs en rijk, en alles raagtig;
Gij weet, Gij hebt. Gij kunt aan mij niet
geven meer; . -
Want zoo ik zelve weet, Gij zijt het ah, • o Heer!
O;.liefde veel: teiignoét ,i;die. Gij cniS;. komt:.te f schenken,
I
De Engelen staan verbaasd , niet wetende wat te denken,
Als zij den armen mensch zien nutten , zonder vrees,
In 't heilig Sakrament, Gods eigen bloed en vleesch.
Wanneer ik dit bedenk, durf ik mij niet verstonten,
Om U te nuttigen , ik ben te vol van fouten ;
Mijn armoe is te groot, mijn zuiverheid te klein ,
Voor U, voor wien dat zelfs de hemel is onrein.
Maar wat is dit gezegd? Ik ben verpligt te zwijgen;
Ik hoor dat Gij, o Heer. den mensch nog komt bedreigen,
En zegt ; zoo wie hier niet ontvangt mijn vleesch en bloed,
Weet dal voor eenwiglijk zijn' ziele sterven moet.
o God en Opperheer! is dit zoo uw sententie ?
o Welke strenge wet, wat zalige intentie !
Wat schrik lijk dreigement, wat liefderijk gebod ,
De arme kranke mensch moet nutten zijnen God !
Welaan dan, zoetste Heer, ik geef mij gansch gevangen,
li
Dat uwe wiJ geschied', is mijn geheel ver-lungen;
Jk werp mij voor U neêr, naar U is 't dat ik haak,
Die zijt mijn spijs en drank, vol hemelzoete smaak.
ó Manna, heilig brood, dat mijne ziel doet leven !
o Kostelijke drank, zoo liefderijk gegeven !
o Maaltijd vol vermaak, o goddelijk banket!
't Welk van mijnen God mij hier wordt voorgezet;
Gij zijt, o Jesus zoet, het voedsel mijner krachten.
Het eind' van mijnen wil, het beeld van mijn' gedachten;
Het licht van mijn verstand, de zuilsteen van mijn hart.
De toevlugt in den nood, de troost in al mijn smart.
Gij zijt in zielendorst een' levende fontein;
In ziekte, angst ol nood, een' zoete medicijn ;
De voeder van mijn' ziel, de stuurman van mijn schip.
Het wit waar ik naar schiet, de homg van mijn' lip;
Gij zijt, zeg ik , de schat, waarnaar ik steeds wil graven,
Eu na mijn zware reis, de lang gewenschte haven.
o Jesus, Jesus zoet! Gij /ijt liet opperst Al,
Dat ik met hart en ziel gestadig loven zal.
Ach, dat ik uu eens had, naar mijn begeer en wenschen ,
De tongen al te maal der Engelen en der rnenschen,
Om meteen zoet geluid te zingen uwen lol'!
Maar nu dit niet kun zijn, beroep ik t henielsch hol' ;
Kcjrnt, komt dan al te maal, gij schoone Cherubijnen,
Komt, in de liefde Gods ontstoken Sera-lïjnen,
Erkent hier uwen God, aanbidt hier uwen Heer,
Aartseng'len ongeteld, komt looft hem meer en meer !
Komt ook met zoet geluid, gij Vorsten, Potentaten
Van 'shemels koningrijk, wilt uwe troonen laten,
Eu daalt hier neer te zaam, en looft hem zonder end',
Die dus vernederd schuilt in 't heilig Sakra-ment.
Gij hemel, zon en maan, gij schoone sterre-lichten,
Wilt voor den Heer van 't Al ook eenen lofzang dichten.
Komt ook met dankbaarheid, gij water, licht en vnnr,
Gij aarde, luclit en zee, looft hem op alle unr.
Komt vogeltjes der lucht, nw hekjes wilt ontsluiten ,
Looft uwen Schepper ook , met nw zoet-aardig fluiten ;
Komt vischjes in de zee, vergadert 11 te zaani.
Om zoo op uw' manier te prijzen zijnen naam;
Komt dieren desgelijks, die op de aarde leven,
Komt aan den Opperheer de hoogste eere geven ;
Komt boomen , gras en krnid, en bloemen wonder schoon ,
Komt maakt voor nwen God en Schepper eenen troon.
Dit is, o Jesns zoet! dit is al mijn verlangen ,
Dat al wat ooit van IJ het wezen heeft ontvangen,
U geve alle eer, U love zonder end';
Die dus, nit liefd' tot ons, rnst in dit Sakrament.
Maar als dit nu, o Heer, zoo kwame te
geschieden,
Al deze lof' en eer, had toch niets te be-dieden :
Daar Gij oneindiglijk meer etre waardig zijt. Waarin ik mij verheug , o hoogste Majesteit.
Jk kome dan tot l', en wensch, o Heer der Ueeren !
Dat (Jij U zeil voor ons naar uw verdienst' wilt eeren
En loven zonder eind : opdat van nu ai aan. Ons pligten dooi' U zelf zijn eeuwiglijk voldaan.
Looft en prijst nu zonder end,
Hier het heilig Sakrament.
Ftrxuchiiny t an crue chrix/elijlfc ziel loljfaus. iiuttn b(j tn inden, verborgen in hel (jeheinI des ^Jllaars.
Mijn ziel verlangt naar U, o lieve Jesus zoet !
Gelijk een dorstig hert dat naar het water spoedt :
'k Wensch U te ontvangen in het heilig
Sakrament,
W aar mijn geloof U tegenwoordig kent.
Gij zijt het voedsel, waar mijn' ziel door leeft,
Gij zijt die aan mijn geest den vollen wasdom geeft;
Gij zijt mijn toevlugt, kracht en idlerhoog- !
ste vreugd,
Mijn troost, mijn hed en stevinsel mijner deugd;
k Wil door de liefde zuiveren mijn hert. Dat ik van alle smet gezuiverd werd.
Maak mij ootmoedig, vol eerbiedigheid, Zoo word ik schoon tot uwe komst bereid, k Gelooj in U , verborgen Majesteit !
Jk hoop op L, o bron van Heiligheid! 'k Bemin I , o mijne lieve Bruidegom ! 'k Onthaal 1 met eene blijde wellekom.
Blijf in mijn hart in alle eeuwigheid,
5 .Iksüs, pand van mijne zaligheid.
Wanneer ik U bezit, ben ik gerust.
Want buiten 1' is niets dat mij behaagt of lust.
Blijf toch in mij, en ik in U, o God!
Gij zijt alleen mijn uitverkoren lot.
Mijn ziel is reeds een hemel hier om laag. Zoo lang ik b , mijn God , in 't zuiver harte draag.
Geef, •Iksüs, want dit wensch ik allermeest, Dat ik met U vereeuigd in den geest.
Wordt opgedragen tot een offerand' ,
Op 't altaar, daar het vuur van uwe liefde brandt.
Aan U, mijn God, zij altijd lof en eer;
Blijf Gij in mij, en ik in U, o Heer!
En druk mij uwe liefd' zoodanig diep in 't hart,
Dat nooit mijn geest van I gescheiden wordt.
Geef dat ik altijd hel) in mijn' gedachte,
Uw dood en lijden : dat ik U verwachte
Met vreugde, tot dat Gij in volle heerlijkheid
Mij gunstig roept in 't rijk , reeds lang voor mij bereid.
Daar ik den hemel zo i mek in ar zal zien,
Hetwelk thans slechts in 't harte kan ge-schien ;
Daar al wat nu geheim is voor 't gezigt,
Zal openstaan in 't eeuwig zonnelicht.
L. I T A I K ]ST
LITANIE VOOR DEN ZONDAG.
TOT DE ALLEMEILIGSTE DRIEVULDIGHEID.
In den naam des Vaders, en des Zoons, en des li. Geestes. Amen.
Antiph. Drie zijn er die yetuiye-nis geven in den hemel: de Vader, het Woord, en de heilige Geest.
Heer, onderin U onzer.
Christus, ontferm ü onzer.
Heer, ontferm II onzer.
Cli ristus, hoor ons.
Christus, verhoor ons. God, hemelseheVader,ontf. ü onz. God Zoon , Verlosser der wereld,
ontferm ü onzer.
Heilige Geest, waarachtige God, ontterm U onzer.
Litanie tot de allerh. enz. 169 Heilige en ondeelbare Drievuldigheid. één God, ontferm lT onzer.
Onbegrijpelijke Majesteit, Onveranderlijke magt , Oneindige wijsheid, Grondelooze goedheid,
Keuwiire goedheid.
O O
^ God, almagtig Koning, ^ Die alleen God zijl, q
Door wien wij leven, bewo- = gen worden en zijn, 2quot; W iens ninjesteii (ie gansciie E o aarde vervnil,
A Aan wien men alleen alle eer 0 en glorie versehuldigd is, ^ Die ons troost in allen tegen- ^ 'S spoed,
Die alleen groote wonderen doet.
Die zijl, die waart en die
zult komen,
Regtvaardig en sehrikkelijk in het oordeel,
L. 1 T A TsT 1 K N
—^23 V fir—
LITANIE VOOR DEN ZONDAG.
TOT DE ALLERHEILIGSTE DRIEVULDIGHEID.
In den naam des Vaders, en des Zoons, en des II. Geestes. Amen.
Antipli. Drie zijn er (lie (jetuige-nis geven in den hemel: de Vader, het Woord, en de heilige Geest.
Heer, ontierm LI onzer. Christus, ontferm ü onzer.
Heer, ontferm II onzer.
Ch ristus, hoor ons.
Christus, verhoor ons. God, hemelseheVader,ontf. ü onz. God Zoon, Verlosser der wereld,
ontferm ü onzer.
Heilige Geest, waarachtige God, ontterrn U onzer.
Litanie tot de allerh. enz. 169 Heilige en ondeelbare Drievuldigheid, één God, ontferm l-onzer.
0nbegrijpeiijke .Majesteit, Onveranderiijke magt , Oneindige wijsiieid. Grondelooze goedheid,
Eeuwige üoedlieid,
O O
^ God, alinaglig koning,
rS Die alleen God zijl, q
I)(»()!• wien wij leven, bewo- = gen worden en zijn, quot;9 Wiens majesteit (!lt;■ gansclie E t aarde vervnit, r-^
Aan wien men alleen alle eer 0 en glorie verschuldigd is, ^ .jp Die ons troost in allen tegen- 7 'S spoed,
^ Die alleen grootc wonderen doet.
Die zijt, die waart en die
zult komen,
Regtvaardig en schrikkelijk in het oordeel,
„
470 Litanie tot de Heilige Drievuldigheid, heerlijk en wonderlijk in uwe werken, ontferm U onzer.
Heilige Drievuldigheid, ongeboren
Vader, ontferm U onzer.
Heilige Drievuldigheid, eeniggeho-
ren Zoon, ontferm ü onzer. Heilige Geesl, van beiden voortkomende, onll'erm U onzer. Heilige Drievuldigheid, één God ,
ontferm T onzer.
Wees verzoend, spaar ons. Heer. Wees verzoend, verhoorons. Heer. Van alle kwaad, verlos ons. Heer. Van alle zonden,
Van hel overtreden uwer ge- li-boden, ^
Van het versmaden uwer gif- 5 ten, ?■
Van het verzuimen der heilige 3 zaken, 2
Van den eeuwigen dood,
Door uwe alrnagt.
1
allerh. Drievuldigheid. 471 Door uwe wijsheid, verl. ons, Heer, Door uwe oneiiidigegoediieid, verlos ons, lieer.
Door uw geduld en iangmoedig-
heid, verlos ons, lieer. Wij zondaren, wij bidden Ü, ver-
lioor ons.
Dal wij II, den waaraelitigen God, altijd en overal belijden mogen.
Dal wij ü, één in Drievuldig-heid, en drievuldig in één- ^ iieid, aanbidden,
Dat Gij ons will vergunnen U EÜ van ganseher harle te be- 3 minnen, pJ
Dat Gij hel volk, uwen heiligen ^ naam toegeiieiligd, wilt he- 2 waren en zalig maken, o
Dat Gij de dwalenden tol den ? weu; dei' aereiiti^hiMd wilt §
ri O O w
Dal Gij aan alle overledenen de eeuwige rust wilt geven,
172 Litanie tot de
Dal Gij ons wilt verhooren, wij v.
bidden ü, verhoor ons.
O heilige Drievuldigheid, verlos «■ ons !
O heilige Drievuldigheid, maak ons /aliü, !
O heilige Di-ievuldigheid, maak ons levend ! j
Heer, onllerm LI onzer.
Christus, onllerm Ü onzer.
Onze Vader, enz.
v. En leid ons niet in hekorinij.
O
r. Maar verlos ons van den kw aden-Amen.
v. Laat ons verheerlijken den Vader, den Zoon, en den heilii'cn Ceesl. jr. Laai otis lit'n loven en lnoog
verhelten in eeuwigheid, v. Gezegend zijl Gij, lieer, in hel
lirmamenl des hemels. r. En lofwaardig, en heerlijk, en boven alles le verhellen in alle eeuwen.
allerh. Drievuldigheid. 173 v. Gezegend zi j onze Gód; onze God
zegene ons.
w. En hem moeten vreezen ai de eindpalen des aardrijks.
LAAT ONS RIDDEN.
Almagtige. eeuwige God .die uwe dienaren gegeven hebl de glorie der eeuwige Drievuldigheid te kennen , eu in de belijdenis van het waarachtige geloof, de Eenheid te aanbidden in de magt der majesteit : wij bidden U. dat wij door de vastheid van dit zeilde geloof bevrijd mogen worden van allen tegenspoed; door onzen HeerJesus Christus, uwen Zoon, die met II, God zijnde, leeft en heerseht, in eenheid des heiligen Geest es, door alle eeuwen der eeuwen. Amen.
Ons zegene de goddelijke Majesteit en eenige Godheid: de Vader, de Zoon, en de heilige Geest. Amen.
WIJ
Hos aak
ons
en.
Ier, est. jog
liet
en lie
474 Lofzang tot de
L O F Z A gt; G
van de heüiyen Amhroxiusen Angus-tmm, tot de allerheiligste Drievuldigheid.
TK DF.HM I.AI'DVMDS.
LI, o God. loven wij : IJ, Heer, verheeplijken wij; U , eeuwige Vader, eert de gelneele aarde.
U lover» alle engelen, hemelen en alle rnagten.
De Cherirbijnen en Serafijnen roepen tot J met onvermoeide stemmen :
Heilig, heilig, heilig, is de Heer, God der lieerkraehten.
De hemelen en de aarde zijn vol van de Majesteit uwer glorie.
U looft het heerlijke koor der Apostelen.
Benevens het lofwaardige getal der Profeten.
U looft het witblinkend heer der Martelaren.
allerh. Dnernldigheid. 175 De heilige Kerk over den gehee-len aardbodem verheerlijkt ü. ü, Vader vol van heerlijkheid. Uwen eerwaardigen, waarachtiger! en eenigen Zoon.
Met den heiligen (ieest, den Vertrooster.
Gij, Christus, zijl de Koning der glorie.
Gij zijt des Vaders eeuwige Zoon. Toen Gij tot verlossing der mensehen de mensehheid zoudt aannemen , hebt Gij het ligehaam eener Maagd niet geschroomd.
Toen Gij den prikkel des doods ^overwonnen hadt, hebt Gij den ge-0{ i loovigen het rijk der hemelen geopend.
Gij zit aan de regterhand Gods, in de glorie des Vaders.
Wij gelooven, dat Gij de toekomende regter zijl.
Daarom bidden wij ü, kom uwe dienaars te hulp, die Gij door
tv,
ra-
en
en de
er
Lal
ler
17() Lofzang tot de allerh. enz. nw dierbaar bloed verlost hebt.
Maak dat zij. benevens uwe Heiligen, met de eeuwige glorie be- | loond worden.
lieer! maak uw volk zalig en zeeen uw erfdeel.
....
En regeer en verhel het tot in eeuwigheid.
Ten allen dage verheerlijken ( wij ü. ï
En loven wij uwen naam. in de i eeuwigheid der eeuwigheden.
Verwaardig U. lieer, ons dezen dag voor zonden te bewaren.
Ontferm U onzer, o Heer, ontferm onzer.
Laat uwe barmhartigheid over i ons komen, gelijk wij op ü ge- 1 hoop! hebben.
OpU, Heer, heb ik gehoopt ; ik zal in eeuwigheid niet besehaamd worden.
LITANIE VOOR DEN MAANDAG.
VAN DER HEILIGEN GEEST.
O
3
ai
3
O
s
Heer, ontferm U onzer. Christus, ontferm U onzer.
Heer, ontferm U onzer.
Christus, hoor ons.
Christus, verhoor ons.
Hemelsehe Vader, waarachtige
God, ontferm U onzer. God Zoon, Verlosser der wereld, H. Geest, waarachtige God, H. Drievuldigheid, één God, Geest der waarheid en wijsheid , Geest des verstands en raads, Geest der sterkte en der wetenschap,
Geest der godvruchtigheid en
der vreeze Gods,
Geest der liefde, der blijdschap |
en des vredes.
Geest der geduldigheid, goedheid en goedertierenheid,
12
178 Litanie van den Geest der langmoedigheid en der zachtmoedigheid, ontf. U onzer. Geest des geloofs en der zegeningen ,
Geest der sterkte en zuiverheid, Geest der ootmoedigheid en
voorzichtigheid,
Geest dcslevensen der zaligheid. Geest der deugden, en van verscheidene genaden, q Geest, k iezer der kinderen Gods, 5-Zuiveraar onzer zielen, ^ Heiligmaker en regeerder der 3 Katholijke Kerk, ^ God, doorgronder der harten 0 en nieren, S Uitdeeler der hemelsche gaven, Onderzoeker der gedachten des harten.
Zekere hulp der ellendigen, Zoetigheid dergenen, die ü beginnen te dienen.
Sterkte en moed van allen die in deugd toenemen.
i
I {'
/
heiligen Geest. 179
Kroon der volmaakten, ontf,. U onz. Geluk der Engelen,
Tong en wijsheid der Apostelen. 3 Geestelijke wijsheid der Belij- ö ders, ^
Inwendige zalving aller lleili- o
gen,
Wees ons genadig, spaar ons,
o heilige Geest,
Wees ons genadig, verhoor ons,
o heilige Geest,
Van alle kwaad en zonde, verlos
ons, o heilige Geest,
Van alle kwelling en bedrog ■lt;
Van kwaad vermoeden en wan- S hoop, o
Van het bestrijden der beken- j» de waarheid, o
Van afgunst onzes naasten deug- p den.
É
*180 Litanie van den
Van verstoktheid des harten en hardnekkigheid in zonde, verlos ons, o heilige Geesl, Van onaehtzaamheid en traagheid in geestelijke zaken, Van onzuiverheid des ligehaarns
en der ziel.
Van dwaling en ketternij, ^ Van den hoozen geest, ^
Vaneenen ongelukkigenen een- ^ wigen dood, 3
Door uwe eeuwige voortkomst ™ van den Vader en den Zoon, 0 Door uwe bovennatuurlijke kracht in de menschwording Ür. des Woords, ^
Door uwe nederdaline over 5?
o CD ^
Christus, bij zijnen doop, ^ Door uwe openbaring in de ge- r daante-veranderingdes Zaligmakers,
Door uwe heilige komst over de
Discipelen,
In den daa: des oordeels,
o quot;
heiligen Geest. 181
Wij zondaars, wij bidd. U, verh. ons. Opdat Gij ons alle zonden wilt
vergeven,
Opdat Gij ü verwaardigt al de lidmaten der heilige Kerk levend en heilig te maken, ^ Opdat Gij alle volkeren der lt; wereld in het waarachtige gelool vergaderen wilt,
Opdat Gij ons altijd voorkomen, § vergezelschappen en volgen moogt door uwe magtige en krachtige genade over onzen wil,
Opdat Gij ü verwaardigt ons met 3 eene ongeveinsde en vurige godsvrucht, en met de gave des geheds te vervullen,
Opdat Gij onze gedachten, woordty;! en werken tot U trekkende, heiligen wilt.
Opdat Gij onze genegenheid zuiveren, en van alle kwade wenschen bevrijden wilt,
3
O
O -3
182 Litanie van den Opdat Gij in ons een zuiver hart en eenen nieuwen geest wilt scheppen, wij bidden ü, verhoor ! ons.
Opdat Gij in ons de deugden van
zuiverheid, ootmoedigheid,
2:eduldia:heid, goedertieren-• i •
heid en versmading der we- ^
reid versterkl, :::::
Opdal Gi j onze zielen eene waar- r!
achtioe seneffenheid en liefde K.
o o o ^
tot God en onze naasten , als = 1 ook barmhartigheid en ver- n gifïenis voor onze vijanden gelievet te geven,
Opdat Gij U verwaardigt onze handelingen en ondernemingen met licht, raad en goeden uitslag te bekroonen, /
Opdat Gij ons allen tegenspoed uit liefde tot U kloekmoedig laat verdragen,
Opdat Gij in onze ziel eenen standvastigen en onverzade-
gt;quot;3
c
heilige7i Geest. 183 irt lijken ijver tot de christelijke ilt volmaaktheid ontsteekt, wij bid-
or ! den LT, verhoor ons.
OpdatGij ü verwaardigt aan ons ^ inwendigen vrede en gerust- ^ heiddesgemoedsteverleenen, ^ Opdat Gij ons in uwe genade tot g-^ het einde onzes levens wilt -4=: bewaren, 5^
Opdat Gij ons onder het getal lt; 5! der uitverkorenen. wilt ont- 3-
1 I vangen, § G Opdat Gij U verwaardigt ons te ^ ^ verhoeren, = ^ Geest Gods,
3* Lam Gods, dat wegneemt de zon-
2 den der wereld, stort in ons c uwen heiligen Geest.
p Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld, zend ons den beloofden Geest des Vaders. Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld, geel' ons den goeden Geest.
é
v. Heer ! verhoor mijn gebed. £
r. En laat mijn geroep tot Ukomen. ^
G B H K D.
Groote God, aan wien de harten V geopend en de wil en de gedachten bekend zijn ; zuiver die door de instorting des heiligen Geestes, u opdat wij waardig worden ü vol- E komenlijk te beminnen en in ecu- ^
wieheid te dienen. Amen.
0 L
LOFZANG TOT DEN HEILIGENquot; GEEST. I Ll
TENI, CREATOR SPIRITÜS.
Kom, Schepper, kom o heilige Geest,
Bezoek ons hart, van 't minst tot 't meest. Kom en vervul met 's hemels kracht,
Onz' zielen door ü voortgebragt.
Gij zijt de trooster hoog geroemd,
En wordt de gave Gods genoemd, m
De levensbron, de liefdegloed, ^
De zalving van het braaf gemoed.
Gij zijt des Vaders regterhand, ac
De vinger en 't beloofde pand.
Dat hart en tong zeer rijk begaaft,
En met uw zeven giften laait. Gl
Geef dat usv licht onz' ziel bestraal , H(
heiligen Geest. 185
En uwe liefde in 't harte daal,
En daar zoo zoet en krachtig werkt, Dat al wat zwak is wordt versterkt.
Verdrijf den vijand van ons af,
Verleen ons vrede in plaats van straf, Geleid ons langs de regte baan,
Opdat wij alle kwaad ontgaan.
Maak dat ons door U kenbaar zij. De Vader en de Zoon daarbij,
En dat wij IJ, hun beider Geest,
Belijden, dienen onbevreesd. f
Lof zij U, Vader, eere groot;
Lof Zoon, verrezen van den dood;
Lof aan U die de Trooster zijt;
Van nu af tot in de eeuwigheid! Amen.
LITANIE VOOR DEN ÜINGSDAG.
■
Antiplione. In den naam Jems moeten alle knieën gebogen worden der genen, die in den hemel, op de aarde en onder de aarde zijn.
Heer, ontferm ü onzer. Christus, ontferm U onzer.
486 Litanie van den Jesus, hoor ons.
Jesus, verhoor ons. (iod, hemelsehe Vader, ontferm U onzer.
God Zoon, Verlosser der wereld, God, heilige Geest,
Heilige Drievuldigheid, één God, Jesus, Zoon van den levenden Gód,
Jesus, luister van het eeuwige » licht, nT
Jesus, zon der geregtigheid, q Jesus, Zoon van deMaagd Maria, 0 Beminnelijke Jesus, S
Jesus, sterke God,
Jesus, vader van het toekomstig leven,
Jesus, verkondiger van Gods
raadsbesluiten,
Allermagtigste Jesus, Allerverduldigste Jesus,
zoeten IS aam Jesus. 187 Ailergehoorzaamste Jesus, ontferm
U onzer.
Jesus, zachtmoedig en ootmoedig van harte,
Jesus, beminnaar der zuiverheid, Jesus, onze beminnaar,
Jesus, God des vredes,
Jesus, bron des levens,
Jesus, voorbeeld van alle deugden , O Jesus, ijveraar voor de zielen, 5. Jesus, onze God,
Jesus, schat der geloovigen, 2 Jesus, goede herder, 2
Jesus, waarachtig licbt Jesus, eeuwige wijsheid Jesus, oneindige goedheid Jesus, onze weg en ons leven, Jesus, vreugd der Engelen,
Jesus, koning der Aartsvaders, Jesus, meester der Apostelen, Jesus, leeraar der Evangelisten,
^5
9
188 Litanie van den Jesus, sterkte dei' Martelaren, ont-
ferm ü onzer.
Jesus, liclit der Belijders, ontferm U onzer.
Jesus, zuiverheid der Maagden ,
ontferm LI onzer.
Jesus, kroon van alle Heiligen,
ontferm U onzer.
Wees genadig, spaar ons, Jesus. Wees genadig, verhoor ons, Jesus. Van alle kwaad, verlos ons, Jesus. Van alle zonden.
Van uwen toorn.
Van de lagen des duivels, ^ Van dengeestder onkuischheid, oquot; Van den eeuwigen dood, cT
Van het verwaarloozen uwer 0 ingevingen, =
Door het geheim uwer heilige
Door uwe kindsehheid,
Door uw allergoddelijkst leven, Door uwen arbeid.
'
zoeten Naam Jem*. 489 Door uwen doodstrijd cn uw lijden, verlos ons, Jesus.
Door uw kruis en uwe verlaten- lt; heid, 2-
Door uwen dood en uwe be- § grafenis, ™
Door uwe verrijzenis,
Door uwe glorie,
Lam Gods, dat wegneemt de zonden
der wereld, spaar ons, Jesus. Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld, vei'hoorons, Jesus. Lam Gods, dat wegneemt dezonden
der wereld, ontferm ü onzer. Jesus, hoor ons.
Jesus, verhoor ons.
LAAT ONS BIDDEN.
ó Heere Jesus, die gezegd hebt: vraagt en gij zult ontvangen, zoekt en gij zult vinden, klopt en u zal
490 Lofzang op den geopend worden; stort, wij bidden er U om, uwe allergoddelijkste liefde in ons gemoed, opdat wij ü steeds, van ganseher harte, met woord en daad beminnen en nooit ophouden U te loven.
Geel', o Heer, dat wij altijd uwen heiligen Naam vreezen en bemin-nen ; want Gij verlaat dengene niet, dien Gij bevestigt in uwe liefde.
LOFZANG OP DEN ZOETEN NAAM JESOS.
Die dtn naam c/ts lletrtn aanroept. zal zalig wezen.
Rom. 10, 13.
Jesus, die ons hebt gegeven , Den zoeten troost van 't eenwig leven Jesus, uwe zoete naam,
Is een ieder aangenaam.
Uw naam komt ons bewegen, Om daartoe te zijn genegen,
Olie, suiker, honigraat?:
Die uw naam te boven gaat.
Al de droefheid, smart en pijnen. Moeten voor uw naam verdwijnen. Als men slechts op hem vertrouwt, Heeft het iemand nooit berouwd, Zoo men altijd heeft bevonden ,
Als men afkeer heeft van zonden. Jesus, o uw naam verblijdt,
Ons in alle zwarigheid.
In de ziekten en de kwalen,
Kan men er gezondheid halen, Als men slechts in Jesus leeft. Die de vreugd des harten geeft; En uw naam zal ons versterken, Zoo men voor vast moet bemerken, Iemand die u niet gelooft,
Is van deze hoop beroofd;
Al de duivelsche gedachten.
Moeten voor uw naam versmachten. Als men slechts uwe hulpe vraagt. Heeft men daar nooit van geklaagd Ja, schoon men ook was gekomen. En met wanhoop ingenomen,
Als men uwen naam slechts, eert. Zal men weldra zijn bekeerd.
Alle naauwgezette harten ,
Die vervuld zijn vol van smarten. En God nogtans dienen wel.
Doch beschroomd zijn voor de hel: Jesus naam zal hen verschoonen, Als zij zich gehoorzaam toonen , Al hun hartzeer, smart en pijn, Zal weldra genezen zijn.
Hoop, verzin, wil alles denken ;
Niets kan toch hier iemand krenken,
Die op Jesus naam vertrouwt. En nimmermeer daarin verflaauwt.
Jesus naam zal zich ontfermen,
•lesus naam zal ons beschermen,
Jesus naam, die altijd leeft,
En het eeuwig leven geelt.
Jesus, zoete naam, verheven,
Laat ons heel tot hem begeven ,
Druk hem diep in ons gemoed,
Want men vindt er alle goed.
Dat wij daar in mogen sterven,
Om den hemel te verwerven,
Jesus, o uw zoete naam.
Maak rot alles ons bekwaam, v. De naam des Hoeren zij geprezen, is. Van nu af tot altijd na dezen.
LITANIE VOOH DEK WOENSDAG.
Heer, ontferm U onzer. Christus , ontferm ü onzer.
Hemelsehe Vader, waaraehtigGod, ontferm ü onzer.
heilige Engelen. 193
(iod Zoon. Verlosser lt;ler wereld,
onllerm U onzer.
Heilige (ieesl, waarachtige God,
onll'enn V onzer.
Heilige Dnevuldigheid. één God,
onfiei-m l onzer.
Heilige Mai-ia. koningin der Engelen . i)i(l voor' ons.
Heilige MieliaëL Ga briël.
Raphael.
Vorsteiuloinrnen,
Aartsengelen.
Engelen.
H. Engelen, die den hoogverheven troon des grooten Gods omringt, Heilige Engelen, die voor God gedurig zingt: heilig, heilig, hei-
ia'
194 Litanie van de
lig, God der heerkracliten, bidt voor ons.
Heilige Engelen, die onze duisternis vernietigt en onzen geest verlicht, bidt voor ons.
Die ons de goddelijke dingen
verkondigt,
Die van God tot bewaarders der mensehen gesteld zijt, c Die altijd het aanschijn des iiemelschen \Tadei's aan-schouwt,
W Die u over de bekeering der §2 zondaren verblijdt, o
S Die den regtvaardigen Loth -= —: van de zondaren geschei- 2 den hebt,
Die de ladder van Jacob open algeklorninen zijt,
Die de wet Gods op den berg Sinaï aan Mozes ^eueven hebt
Die aan de gansche wereld, bij de geboorte van Chris-
heiliye hnyelen. 195 tus, de blijdschap verkondigd hebt, bidt voor ons.
Heilige Engelen, die Christus in de wildernis, na zijne veertigdaag-sehe vaste, gediend hebt, bidt voor ons.
OieLazarusinden schoot \ an Abraham gedragen hebt. Die u in een nxïI kleed aan c hel gral'des Zai.'griiakers -r vertoond hebt. ~
^ Die na de verrijzenis van 5 « Christus, niet zijne Leer- £ g-j lingeu gesproken liebt, c rz Die Jesusinden dagdes oor- 7. ^ deels vergezellen /uit, Die de kwaden van de real-
O
vaardigen scheiden zult, Die onze gebeden aan Cod
opotiert,
Die de nienschen in hun
uiterste veisterkt.
Die de gezuiverden uit het vagevuur trekt.
196 Ulatne r/m de Heilige Kniïelen. die door Gods maglwouderendoet. bidt voorons. Die in de rijken en staten voor/il.
1 Die de heerkryclifen in het -=. i'eveeh! xcrwoest . S5.
^ Die (iods M'ienden nit dege- — üi \ ani«;etiis en andere geva- ~ i'en \ei'!osl liel)l, ï
tz. Dii1 de Martelaren in Imniie ^ ~ pijnen Ncriroosl he!)t, /' Die de IVclalen en Vorsten met quot;ene bijzondere zora; beseiiermt.
Alle orden en honge slaten der
Engelen.
Van alie on^ehik en gevaar, verlos
ons. Heer. Van alieongeloovigheid en kefterij,
verlos ons. lieer.
Van cenen haastigen en ongeluk-
kigen dood. \ erlos ons. Heer. Van de eenw ige verdoemenis, verlos ons. Heer.
hetliyc Enyelen. 197 Lam Gods, lt;lal wegneemt dezoimen
der wereld, spaar ons. Heer. Lam Gods, datwegneeml de zondeu
der wereld, verhoor ons, ISeer. Lam Gods, dat wegneemt «ie/ouden
der wereld, otitieriii l onzer, v. Heer! verhoor mijn gebed. r. Rn laat mijn geroep tot 1 konien.
(i K 15 E D. quot;
Heer, die door eene wonderlijke sehikkinü de verscheidene ambten
O
der Enigt;elefi en dej* inensehen ver-
O
deelt : vei'lcei! ons genadig, dat degenen die II in den hemel altijd loven en dienst bewijzen, ons in dit leven beschermen mogen. Amen.
—«iVRï—
L I 1 A ,gt; 1 E VAN DEN HEILIGEN ENGELBEWAARDER.
Heer, ontlerm IJ onzer. Christus, ontferm IJ onzer.
Heer, ontferm ü onzer.
r
498 Litanie van den Christus, hoor ons.
Christus, verhoor ons. God,liernclschc Vader, ontf.Uonz. God Zoon. Verlosser der wereld,
ontferm 1 onzer.
God, heilige Geest, ontferm üonzer. Heiige Drievuldigheid, één God,
ontferm t onzer.
Heilige Maria. Koningin der Engelen. bid voor ons.
mijn bewaarder,
mijn vorst,
mijn vermaner,
mijn raadsman,
mijn voogd.
mijn bezorger,
mijn vertrooster,
mijn beminnaar,
mijn broeder.
mijn leermeester,
mijn herder,
mijn getuige.
mijn helper,
mijn bewaker,
bi:
CC
•
Q,
6 o
o cr.
O»
o
3
c/i
H. En gel- h ervaar der. 199 Heilige Engel, mijn voorspreker,
bid voor ons.
Heilige Engel, mijn bestuurder,
bid voor ons.
Heilige Engel, mijn besehermer,
bid voor ons.
Heilige Engel, mijn leidsman, bid
voor ons.
Heilige Engel, mijn verliehter, bid
voor ons.
Wees genadig, spaar ons, Heer. Wees genadig, verboor ons. Heer. Van alle kwaad en zonde, verlos
ons, Heer.
Van den geest der onkuisebbeid, -lt; Van alle zondige bekoring, ^ Van alle gevaren en ongelukken, ® Van alle listen des duivels, £ Van onweder, pest, hongersnood
en oorlog, 32
Van eenen sebielijkenenonvoor- o
zienen dood.
Van de eeuwige verdoemenis. Wij zondaars, wij bidd. U, verb. ons.
1200 Litanie van den Door uwelu'üi^e Engelen, onze be waai'ders, wij bidd. LI, verb, ons Dal wij ond(ir immie bescherming van de paden der onge-regligbeiii altijd mogefi verwijderd worden.
Dal wijden wegderdeugdstand- ^ vaslig mogen inslaan en be- ^ wandelen, E
Dat wij in alle gevaren naar ziel ~ en iigebaam den bijstand on- = zer heilige Engelen monen —
O O O
ondervinden,
Dat wij in al onzewegendooron- 2 zen Engel bewaarder geleid 3 en bestuurd mogen worden, 2 Datwij in het uur onzes doods. 2 door onzen heiligen Engel- ^ bewaarder versterkt en bijgestaan mogen worden. Dat onze zielen, in ons afsterven, door onze heilige Engel-be-waardersopgenomen . en voor uw goddelijk aanschijn ge-
tl. En gei- heivaarder. ^01 bragt mogca u orden, wij bidden
II, verhoor ons,
Dal wij in den hemel den goddelijker) zang: heilig, heilig, heilig! onophoudelijk met alle Engelen mogen zingen, \vij bidden Ü, veriioor ons.
Jesus, Koning der Engelen, wij
bidden U, vei'hoor ons.
Earn Gods, dat wegneemt de zondendei* were ld, spaar ons. Heer, Lam Gods-, dat wrgneeml de zondender wereld, verh. ons. lieer. Lam Gods, dat w egneemi de zonden der wereld, ontferm 1 onzer.
ant1p1100n.
Heilige Engel, mijn bewaarder! bescherm mij ia den strijd, opdat ik in het verschrikkelijk oordeel niet verloren ga.
v. Bid \oor mij, mijn heilige Engel-bewaarder.
k. Opdat ik deelachtig mag worden aan de beloften van Christus.
Litanie 7'an den
G E R E n.
Almagtige, eeuwige God, die
door het genadige besluit uwer ou- v
uitsprekelijke goedheid, aan alle ^
mensehen, van het begin huns le- ^
vens af', eenen bijzonderen Engel rf
tot bewaarder van ziel en ligehaam s(
gegeven hebt: verleen dat ik dien jj
heiligen Engel, aan wiens bijzon- ^
dere zorg uwe barmhartigheid mij jj^
bevolen heeft, zoodanig overal en aj altoos mag eeren en beminnen, dat | gj ik door de gunst van uwe genade f m en door het schild van zijne be-scherming beschut zijnde, het aan-
schijn uwer heerlijkheid in het he- m
melsch Vaderland, met hem en al de }0
andere gelukzalige geesten, eeuwig m
moge aanschouw en : door onzen ja.
Heer Jesus Christus, die leeft en o-p
heerscht, in alle eeuwen der eeu- mj
202
/7. Engel-hewaarder. 203
(; E BED
Tot den H. Engel-hewaarder.
O getrouwe Leidsman, die mij van God, van het oogenblik mijner geboorte af, als beschermer en bewaarder toegevoegd zijt : welke dankbaarheid ben ik u niet verschuldigd voor al de zorg, trouwen liefde, die gij mij dagelijks bewijst? Als ik slaap, bewaak! gij mij; als ik bedroefd beu, vertroost gij mij; als ik kleinmoedig ben, versterkt gij mij; als ik in gevaar ben, helpt gij mij; als ik verlegen en twijfelachtig ben, raadt gij mij: gij weerhoudt mij van het kwaad; gij brengt mij tot het goede; gij wekt mij op tot boetvaardigheid; gij verzoent mij met mijnen Heer en God. Ik lag misschien reeds lang in den afgrond der hel gedompeld, indien gij door uwe tusschenspraak de gramschap des oppersten Regters
van mij niet hadt afgekeerd. Ik
bid u. wil mij nimmei'verlaten.
Troost mij in tegenspoed, be-seherm mij in gevaar, lieljgt; mij m bekoringen, opdat ik door dezelve nimmer o\ erwonnen worde. Breng al miine gebeden en iioede wer-
ken voor liet goddelijk aanschijn, en maak dal ik na dit vergankelijke leven liet eeuwige mag bezitten. Amen.
RIJMGEBKU TOT DEN H. ENGEL-BEWAAHDER.
(ha door zijnen bijstand aan ile vijf H onden van Christus en aan de droefheid ran Maria, gedurende ons teven gedachtig en bij ons afsterven deelachtig te mogen wezen.
Zoete Engel, ed'le vvachte,
Die bij dage en bij nachte,
Overal mijn' ziel bevrijdt,
Tegen 's duivels list en strijd ;
Als de bleeke dood zal naken,
Zult gij mijne ziel bewaken;
Als mijn bange geest vol schrik , Geven zal den laatste snik;
Aan dat uur is 't al gelegen,
Op het einde van mijn leven,
Ik Als het tot een scheiden gaat.
En Gods oordeel voor mij staat ; Kom dan . Engel, mij bevrijden, Wil kloekmoedig voor mij strijden, Doe mij wel indachtig zijn,
Jesus wonden en zijnquot; pijn.
Waar wij onze hoop op gronden,
Zijn' vijf openstaande wonden :
Het is .lesns dierbaar bloed ,
Dat mij zalig maken moet.
En Maria, vol genaden.
Hoop ik, dat niet zal versmaden.
Mijne zuchten voor mijn' dood :
Neen, zij troost ons in den nood. Als ik dan den dood zie naken,
En den pijl zie vaardig maken,
Wil ik. eer dat hij mij wond'. Mij bereiden tot dien stond.
Eer ik in den Heer ontslape.
Wil il v dan twee houten rapen ;
O twee houten! o dat kruis!
Is de schroom van 't helsch gespuis! Zalig kruis, zoo rijk bepereld!
(troote standaard van de wereld , Waarop Christus is geplant.
Die vijf wonden openspant :
Zalig kruis, door deez' vijf wonden. Waarop wij onz' hope gronden.
Altijd toevlugt in den nood,
Maar bijzonder in den dood.
Als cie adem, als het leven,
Mij op 't einde gaat begeven,
Als zij, die dan bij mij staan Zeggen . quot;t is met hem gedaan ; Dan zal ik met vast vertrouwen Jesus aan het kruis aanschouwen; Ik zal met den moordenaar.
Nemen tijd en wonden waar.
K zal hem drukken aan mijn' harte, Tot verligting van mijn' smarte;
Zijn' vijf wonden zijn alleen,
Troost in droefheid en geween. Ach! wat troost zal mij dat geven, Op het einde van mijn leven,
Als het kruis zal voor mij staan. En Maria's Zoon daaraan.
Jesus, zoo doorwond, doorsteken. Uit wiens wonden balsems leken; Die ons zondaars heelt bemind. Meer dan moeder ooit haar kind, Zoete Jesus! vriend der vrinden!
Welk een vlam ging U verslinden. Toen Gij stierft den bitt'ren dooci. Ach, uwe liefde is te groot!
Zulk een dood, voor zulke menschen'. Ach, wie had dat durven wenschen! 's Vaders Woord en eenig' Zoon, Treedt en daalt van zijnen troon,
Eu neemt aan der wereld zonden, En betaalt die niet zijn' wonden, En omhelst de wreedste pijn,
Opdat ik zou zalig zijn.
Zalig, hoop ik, zal ik wezen,
Door uw' wonden uitgeiezen.
Door uw smarten, door uw l)loed : Oeet mij Jesus, 't eeuwig goed. Wil de vijand inij bekoren .
Zegt hij dat ik ben verloren;
Ik zal roepen, dreigt hij mij:
-lesus, Jesus, sta mij bij!
Jesus, in uw open armen.
Vindt een iegelijk erbarmen;
Jesus, mijn Samaritaan,
't Is nu tijd mij bij te staan.
Als mijn leden dan gaan beven,
Als de krachten mij begeven,
Als mijn lippen worden paars,
Als ik houden zal de kaars;
Laaf mij dan met die siropen.
Die uit uwe wonden loopeu.
Geef uiij in dat bange uur,
Van die dierbre confituur.
O Maria! wil bewaarden,
O 5
Laat mij uwer zeven zwaarden.
Uwer bange zielepijn,
In mijn dood deelachtig zijn.
t Paradijs dat is gevonden,
Door iuv droefheid, door zijn wonden. Rn ik geef heel onbevreesd,
in zijn' wonden mijnen geest
C E H E D.
j/eer mij. Engel, dit vereeren, Overdenken, mediteren,
En nit aller zielekracht, Wel doorgronden dag en nacht.
Laat mij nn mv !eerki!)d wezen,
Leer mij ook dit kransje lezen,
Opdat ik met hart en mond,
(jroete zijn vijfvnldige wond.
Ach! dat uit mijn mond ontsprongen Duizend Cherubijiische tongen;
Ach! dat in mijn' ziele kwam Eene Serahjnsche vlam!
Dat fle bladen v:in de hoornen.
Dat het riet langs al de stroomen. Dat het groen ontelbaar gras,
Ieder een trompetter was ;
Opdat zij met hunne slagen Heel de wereld mogten dagen,
Dat ze uw wonden, dat ze uw bloed Vieien eiken dag te voet.
Wonden waren dan geen wonden, Zonden bleven dan geen zonden.
Want dat ware troost in pijn.
En wij zonden zalig zijn.
11. En/jël-heivaarder. 200 (iEBED TOT DEN II. EN(iEIBEWAARDER.
[ijn lieve en goedertierene Engel, bewaardei' van mijn ligehaam en van mijne ziel, door God ten allen tijde lot mijne bescherming gesteld, en bijzonder in het uur des doods : uit misnoegen over mijne vroegere ondankbaarheden, kom ik u een vast onlierroepelijk voornemen van mijne dienst opolïeren, belijdende, dat gelijk gij, na .lesus en Maria, het steunsel mijner hoop zijt om w el te sterven, gij ook voortaan mijn wenseh en mijne liefde zult zijn. Ik verzoek u om eene weldaad ; help mij in het uur des doods; en voor al degenen, diezieb vereenigenom dit te verkrijgen , neem ik nu voor. u dagelijks een gebed op te otteren. Ik bid u, verhoor mij, daar gij mij zoo zeer bemint ; w il mij versterken indezen strijd, dewijl mijne zaligheid er van
i
210 Gebed tot den
afhangt; en na dit ellendig leven,
leid mij naai* den hemel, dewijl o;ij daartoe gesteld zijt als mijn leids- y. man. Amen.
G E B E li.
Heilige Engel die mijn bewaarder zijt, door de schikking van de goddelijke voorzienigheid : verlicht, bescherm, en leid mij en al de vereenigden op den weg der gelukkige eeuwigheid ; en tot dat einde, kom ons te hulp iti het uur des doods. Am en.
Onze Vader, Wéés gegroet, en het Geloof, enz.
BELIJDENIS VAN DEN II. CAUOLUS 150RU0MEUS
tot den hedUjen Engel-bewaarder, orn een en. zaligen dood te verkrijgen.
In den naam der allerhciliuste Drievuldigheid belijd ik, in uwe
H. Engel-bewaarder. 1
tegenwoordigheid, o heilige Engel riU Gods, van in de heilige, katholijke, apostelijke en roomsche Rerk te willen sterven, in welke alle Heiligen gestorven zijn , die tot nu geweest zijn, en buiten welke geene zaligheid te vinden is; verleen mij deze meeningen dil gevoelen in het laatste uur des doods, en ai degenen die mei mij in uwe gemeenschap vereenigd zijn.
Ik belijd nog, o mijn lieve Engel, dat ik onder uwe bewaring en beschermiiu' van deze wereld
O
met een groot vertrouwen op uwe hulp scheiden wil, mei eenc volle en vaste hoop op de barmhartigheid van mijnen God; versla dan de vijanden van mijne zaligheid op dien oogenbük; onlvang mijne ziel bij hetseheiden uithel ligchaam; maak dal Jcsus mij na mijnen dood genadig zij.
ik belijd insgelijks, mijn geluk-
d
212 Gebed tof den
kigc Engel, dal ik uil hel binnenste mijns harten verzoek deelaehtig te moi-en wezen aan het dierbare
o
bloed mijns Zaligmakers; dat ik verzaak aan al mijne vroegere zonden. zoo door gedachten, woorden ais dooi- werken; ik verbeef aan al
# o
mijne vijanden; ik wil sterven met het kruis op mijn hart, om te too-nen dat ik al mijne hoop stel op de verdiensten van hem, die het met zijn bloed geverwd heeft.
Ik belijd ook, o allergetrouwste vriend, die mij in het laatste uur niet zult verlaten, dat ik, om de begeertedie ik heb van naai' den hemel te gaan, bereid ben alles te lijden, wat aan de goddelijke regt-a aardigheid believen zal; ik ben bereid alles te verlaten, mijne ouders, vrienden, en mijn ligehaam tot aas der wonnen, om eens te verrijzen. Zie hier, ik ben bereid om meer zwarigheid te lijden, vele moeije-
//. Enyel-betvaarder. 213 lijke ziekten, ja de pijnendesvage-vuurs, lol voldoening van mijne schromelijke zonden.
Ten laatsle belijd ik, o mijn 'allerheiligste en goederlierenste Leidsman! dal ik u volle magt geef over den nilersten wil mijnei- ziel; zeg in dien oogenbük aan Jesns, lielgeen ik misschien niet zal kunnen zeggen: dat ik ai mijne zonden verzake, omdat zc hem mishagen; dat ik ze versmoor in zijn liefderijk hart; dal ik hoop op zijne barmhartigheid; dat ik ga sterven, om-dal hij het zoo begeert; dat ik mijne arme ziel, en die met mij ver-eenigd zijn, inzijne handen beveel; dat ik hem meer dan alle schepselen bemin, en dat ik hem in alle eeuw ikheid wil beminnen. Amen.
LITANIE VOOR DEN DONDERDAG
VAN HET HEILIG SAKRAfflENT
Antipli. O heihge Maaltijd, in welke Christ ax (jemttfic/d, de gedachtenis ran zij» lijden gehouden, de ziel met zegeningen vervuld, en ons het pand dn- tovhomende zaligheid gegeven wordt.
Heer, ontferm l onzer. Christus, ontferm ü onzer.
Heer, ontferm 1 onzer.
Christus, hoor ons.
Christus, verhoor ons. God, hemelsche Vader, ontt. LT onz. God Zoon . Verlosser der wereld,
ontferm ü onzer.
God, heilige Geest, ontferm U onzer. Heiige Drievuldigheid, één God,
ontferm ü onzer.
Woord dnt vleeseh is geworden, ontferm ü onzer.
r
Litanie van het //. Sakranient. 215 Broodderongelen, ontferm U onzer. Levend brood,
Spijs der ziel.
Voedsel des geestes,
Verzadiging der armen, Waarachtig paaschlam, Onbloedige od'erande,
Gedaelitenis van Jesus Christus i lijden, |
Verzoening dergeheele wereld, ' Rantsoen onzer zaligheid, Onderpand der toekomende glorie,
Bevestiging der eeuwige Helde, Onbegrijpelijke verborgenheid. Schat der goddelijke weldaden. Overvloedigheid der goddelijke
genade.
Bron van geestelijke vreugde.
24 () Litanie van het Gedachtenis van lt;le wonderbare werken (ïods, ontterm ü onzer. Geneesmiddel der ellendige men-schen,
Hemelscli Imlpmiddel tegen de zonden,
Hulp der stervende mensehen, ^ Hoop en troost dei' strijdende =.
zielen, 2'
Sterke hijstand in den nood, E Verborgen schat, r*
Allerzoetste maaltijd bij welken ^
de Engelen dienen.
Zuiver iigehaam van Christus, W aarachtig God en Mensch ,
Heer, wees ons genadig, hoor ons, Heer!
Heer, wees ons genadig, verhoor
ons. Heer!
Van het onwaardig nuttigen uws ligchaams en bloeds, verlos ons. Heer!
//. Sakrament. 217
Van de begeerlijkheid des vlee-
sehes, verlos ons, Heer.
Van de begeerlijkheid der oogen, lt; Van de hoovaardij des levens, Z-Van den geest der onzuiverheid, ^ Van alle gevaren der zonden, c Van den eeuwigen dood, ? Door de onmetelijke lieldc, niet ^ welke Gij dit heilig Sakra- ^ ment hebt ingesteld, ^
Door uw allerheiligste \ leeseh , hetwelk Gij ons tot spijze geelt, Door uw dierbaar bloed, dat Gij ons tot drank schenkt, Wij zondaren, wij bidden U, verhoor ons.
Dat het U believe, het geloot'en de godvruehtigheid tot het heilig Sakrament m ons te vermeerderen, wij bidden ü, verhoor ons. Dat Gij ons van alle ketterij en verblindheid des harten wilt verlossen en bewaren, wij bidden U, verhoor ons.
248 Litanie van het Dat Gij onze begeerten tot hemel-sche dingen wilt verhefl'en, wij bidden Ü, verhoor ons.
Dat (iij ons mildelijk deelaeh- ^ tig wilt maken aan alle gees-
telijke vrachten van dit hei- ^
Dat Gij ons in het uur des doods =
wilt versterken en bevrijden, a
Dat Gij aan de zielen van onze dr
ners en van alle geloovi^en, o
de eeuwige rust wilt geven, 7 Zoon Gods.
Lam Gods, dat wegneemt de zouden der wereld, spaar ons. Heer. Lam Gods, dat wegneemt de zondender wereld, verb. ons. Heer. Lam Gods. dat wegneemt de zonden
der wereld. ontferm ü onzer. Christus, hoor ons.
Christus, verhoor ons.
Onze Vader, Ween gegroet, enz.
ƒƒ. Sakramenf. 219 v. Heer! verhoor mijn gebed. r. En laai mijn geroep totü komen.
lt;; E BEL».
6 (jod, die ons onder dit wonderlijke Sakrament de gedachtenis van uw bitter lijden hebt nagelaten: laat ons, bidden wij U, de heilige geheimen van uw ligchaam en bloed zooeeren, datwijgedurig de vruchten uwer verlossing in ons molden
O O
gevoelen. Die leeft en lieerseht. met den Vader en den heiligen Geest, in alle eeuwen der eeuwen. Amen.
GHOETKNIS TOT HET H. SAKRAMENT.
w ees duizendmaal gegroet, mijn' liefde en
mijn leven;
Mijn Heer, mijn God, mijn Al; voor wien
de duivels beven;
Wees duizendmaal geloofd, o groote iMajes-teit,
Waarvoor het hemelscli hof staat vol eerbiedigheid ;
Wees vuriglijk bemind, o zoete offeranden, Waarvoor, vol liefdegloed, de Serafijnen branden;
m
O Jesus! wees gegroet van mij uw arm kind.
O liefde van mijn hart, o hart dat mij zoo mint ;
Gedoog dat Gij van mij znlt worden aangebeden;
Al ben ik flaanw en krank, en vol onwaardigheden ,
Nogtans zoo hoop ik vast op uw' barmhartigheid ,
Dat mijne liefde niet zal worden afgezeid.
O Jesus, o mijn God! o bronwel van genaden ;
Mijn hart dat is voor U, wil het toch niet versmaden;
Maar wees verheerlijkt, o groote Majesteit,
O heilig Sakrament, tot in de eeuwigheid!
LAATSTE GROETENIS.
Vaarwel, mijn zoete Lief, mijn Jesus, mijn Beminde;
Ik ga met groot verlangen, om U haast weer te vinden;
Vaarwel, mijn Bruidegom! dewijl het nu zoo zij.
Ontvang den zoeten lof der engelen voor
Die U op dit altaar aanbidden en begroeten.
En vol eerbiedigheid hier liggen voor uw voeten.
Wees duizendmaal geloofd! Dccz' geesten vol van vier,
Laat ik hier in mijn' plaats, terwijl ik ga van hier.
Wat zeg ik, Jesus zoet, zou ik zoo van U scheiden,
Zou ik dan ver van U verlaten moeten lijden ?
O neen, o Majesteit! ik ga maar voorden schijn,
Mijn liefde, ziel en hart zal altijd bij U zijn ;
Ik laat mijn hart alhier, mijn liefde daar heneven,
Om aan uw' Majesteit gedurig lof te geven.
O heilig Sakrament, o goedheid ongemeen'
Mijn troost, mijn' vreugd, mijn rust, zijt Gij, o God, alleen;
Blijf in mijn' ziel in alle eeuwigheid,
O Jesus, pand van zaligheid '.
Wanneer ik U bezit, ben ik gerust;
Want buiten U is niets dat aan mijn harte lust.
GEBED VAN BEN H. THOMAS VAN AQUINEN, TOT HET AI.TiERH. SAKRAMENT.
Vertaald naar het latijn Adore te.
Jk Aanbid op 't nederigst, U, o Godheid, hier verholen,
Die onder dees gedaante U waarlijk hebt verscholen.
Mijn hart, U toegewijd, buigt, valt voor U ter neêr;
Want als het U beschouwt, bezwijkt het gansch, o lieer!.
Gezigt, gevoel, noch smaak, noch reuk kan U hier merken,
A'laar door t gehoor alleen geloovend moet men werken.
k Geloof al wat Gods Zoon, de waarheid zelf, verklaart,
Wijl niets dit waarheids-woord in waarheid evenaart.
Op t kruishout wilde alleen uw' Godheid zich bedekken,
En hier wil God- en menscnheid zaam, voor het oog, vertrekken ;
Maar echter, ik geloof, 'k belijd ze er bêi te gaar.
En ik bid, hetgeen toen bad de goede moordenaar.
Al zie 'k de wonden met, als Thomas, van uw lijden.
Gij zijt nogtans mijn (Joel; ik belijd het te allen tijden;
Geef dal ik meer en tneer in U geloove en Iiuojj,
En dat ik U beminne m al mijn levensloop.
O groot gedenkpand van des Zaligmakers sterven!
O levend brood, dat ons het leven doet verwerven!
Vergun dat mijne ziel van U steeds leve, en smaak
In uwe zoetheid vinde, en altijd naar U haak'.
Aigoede Pelikaan, Heer Jesus! wil mij was-schen,
Mij, die onzuiver ben, toch zuivren in de plassen
Uws bloeds, waarvan één drup genoeg is, en kan volstaan,
Om heel de wereld van de zondenschuld te ontslaan.
0 Jesus! dien ik nu, in dees verborgenheden
Bedekt aanschouw : ik bid. (verhoor toch mijne beden)
Geef, dat ( waar ik zoo naar dorst) ik, ziende uw' Majesteit,
Gelukkig zij door 't zien van uwe heerlijkheid.
Geloofd en gezegend zij kei allerheiligste
Sakrameni.
T
224 Gebed tot het
aankachth; gehkd tot het iikiijc
IIAUT VAN JESI S,
O waardig pand! o gelukkige schal! alleraangenaamst deel van liet onsterfelijke ligehaam mijns Zaligmakers! o allerheiligst hart van Jesns! allerzoetste o|)wekking mijner godsvrucht! ik aanbid u uil den diepsten grond en de gehcele kraclil mijner ziel; ik verhef u in al mijne woorden, werken en gedachten. en ffcef u al de eer van hemel en aarde, (jcel mij hel geluk van u te kennen en te heminnen met zulke liefde, als alle Heiligen en de Engelen hebben gedaan, en als Jesns zelf u heeft bemind. Ik beklaag dat ik zoo vele uren , dagen en jaren van mijn leven hebdoorge-hragt zonder u te beminnen; maar nu voortaan wil ik u geheel toebe-hooren, en mijn hart zal niet meer liet mijne, maar hel uwe zijn;
heüiq Hnrf ran Jems. ^25 daarom verzaak ik van nu af. a! hetgeen U in hc( allerminst zou kunnen mishagen. Gelief in mij uwe woonplaats te nemen, en de beschermer mijner zaligheid, de geneesheer mijner krankheid en gebreken te wezen. O vurig Hart ! o Hart van liefde! ik steun op u: al mijn vertrouwen is op u : druk u zelve zoo diep in mij. dat ik u nimmer moge vergelen, en van u nimmer door eenige ligchamelijke beletsels afgescheiden worde. Maar dewijl (iij doorwond zijt geworden, niet alleen voor mij, maar ook voor alle zondaars en lijdende zielen in het vagevuur, quot;clicfook
o 7 O
uw Hart voor hen te openen, uwe lielde ook aan hen le betoonen, hen le verlichten en te vertroosten, opdat zij niet berooid mogen zijn van dezen kostelijker) schat en de verdiensten van het dierbaar bloed, hetwelk Gij uit de heilige
15
226 Litanie van het wonde van uw Hart hebt gestort, en U alzoo met mij in eeuwigheid mogen verheerli jken. Dit is hetgeen ik verzoek, o bloedig Hart! en dezen mijnen wenseh vernieuw ik honderd duizendmaal, op alle oogenblikken van mijn leven, en wil ik daarin tot het uur mijns doods volharden. Am.
LITANIE VOOR DEN VRIJDAG,
VAN HET LIJDEN VAN CHRISTUS.
Heer, ontferm ü onzer. Christus, ontferm ü onzer.
Heer, ontferm U onzer.
Jesus, hoor ons.
Jesus, verhoor ons.
Hemelsche Vader, waaraehtige
God, ontferm ü onzer.
Zoon Gods, Verlosser der wereld,
ontferm ü onzer.
Heilige Geest, waarachtige God, ontferm ü onzer.
lijden van Christus 227 Heilige Drievuldigheid, één God,
onlterm ü onzer.
Jesus, mensch geworden tot
onze verlossing,
Jesus, die altijd gedurende uw leven gewenselit hebt voor ons te sterven,
Jesus, die door Judas verkocht
en verraden zijt,
Jesus, die in den Olijfhof voor O ons in uw gebed ter aarde ^ nedergevallen zijt, 3
Jesus, die in uwe benaauwdheid ^ bloed gezweet hebt, ^
Jesus, die door uwe vijanden 2 gebonden en gevangen zijt, ^ Jesus, die door uwe Leerlingen 75
verlaten zsjt,
Jesus, die voor den regterstoel van Annas en Caïphas ge-bragt y i j t,
Jesus, die eenen kaakslag op uwe gezegende wang heb^ ontvangen,
i!28 Litarae van hef Jesus.die door valsche octuiuen he
O O
scluizijl. onlfcnn U onzer Jesus, w iens oogenloegehonden zijnde, in hel aangezip;! met vnislen geslagen en hespogen zijt geworden,
Jesus, die door Petrus driemaal
verloochend zij}.
Jesus, die als een hoosdoener ^ gebonden naar Pilatns geleid E zijt. 2
Jesns. die naar llerodesgehragt, -en van iiem als een dwaze ^ teruggezonden zijt, 5
Jesus, die naasl Harrahas gesteld S
O _
en ten dood gevraagd zijt,
Jesns , die voor onze zonden on-menseheiijk gegeeseld. geslagen en doorkerfd zijt,
Jesus, die met doornen gekroond
Jesus, die uit sj)ot met purper
gekleed zijt.
Jesns, die met een riet op uwe
\
f\
lijden van ChrUtus. 229 duoi'iien kroon geslagen zijl , onl-lerni IJ onzer.
Jesus, die voor het volkgebragt
en ten dood gevraagd zijt, Jesusjdie verwezen zijt om den
dood des kruises te sterven, Jesus, die met n\v kruis beiaden naar de plaats des geregts gebragt zijt, —
Jesus, die up den Calvarieberg = van uwe kleederen ontbloot ^ zijt, i
Jesus, die aan het kruis verhe-
Jesus, geheel doorwond voor n onze booslTeden, ~
Jesus, die uwen Vader voor uwe
vijanden gebeden hebt,
Jesus, die met vloeken gelasterd
en bespot, zijt,
Jesus, die den goeden moordenaar uw rijk beloofd hebt, Jesus, die Joannes aan uwreMoe-der tot zoon gegeven hebt,
230 Litanie van hef Jesus, die uwe verlatenheid beklaagd hebt, ontferm ü onzer. Jesus, die met gal en edik gelaafd zijl.
Jesus, die gezegd isebl dat de voorzeggingen uws lijdens volbragt zijn.
Jesus, die uwen geest in de O handen uws Vaders bevolen hebt; ^
Jesus, die mt gehoorzaamheid, ^ met het hoofd neder^eboafen ^
O O
gestorven zijl. 2
Jesus. wiens gezegende zijde g met eene lans doorstoken is. ^ Jesus, die van het kruis gedaan en in een nieuw graf hegraven zijt.
Jesus, regter der menschendie hun de vruelijen die zij uit uwen dood en lijden getrokken hebben, afvragen zult, Wees ffenadisf, verbeef ons. Heer. Wees genadig , verhoor ons. Heer.
O kruis! onz' hoop, wij groeten nu, In dezen tijd des lijdeus u.
Vermeerder in uw' dienaars vrêe;
Verleen gena de zondaars mee.
O heilige Drievuldigheid!
O Jesus, onze zaligheid 1 Die ons uw kruis nu stelt ten toon :
Maak ons deelachtig aan het loon,
En wil de zielen in de pijn,
Ook door uw kruis genadig zijn.
Geef door uw kruis en dierbaar bloed, Aan hun het eeuwige heraelsch goed. Am. v. Dit teeken des kruises zal zijn in den hemel.'
r. Als de Fleer zal komen om te oordeelen.
GE B ED.
O God, die den standaard, des levendmakenden kruises niet het bloed van uwen eeni^en Zoon liebt willen heilig maken : vergun dat zij die ia de eere dezes kruises ziel) belijden, ook door uwe he-seherming overal verblijd mogen wezen ; door denzellden Meer Jesus Christus, uwen Zoon, die met ü leeft enheerseht, inde eenheid van
230 Litanie van de
God den heiligen Geest, in de eeuwigheid der eeuwigheden,
Heselierm, o Heere,met den eeuwigen vrede, ons, die Gij ü verwaardigd hebt te verlossen, door het tee-
o f 7
ken des heiligen kruises; door Ciiristus, onzen Heer. Amen.
LITANIE VOOR DEN ZATERDAG,
VAN DE HEILIGE MAAGD MARIi
ileer, onli'erin l onzer. Christus , ontferm ü onzer.
Heer, ontferm ü onzer.
Christus, hoor ons.
Christus, verhoor ons. God, hemelsehe Vader, ontl. ü onz. God Zoon, Verlosser der wereld,
ontferm U onzer.
God, heilige Geest, ontfenn LTonzer. Heilige Drievuldigheid, één God,
ontferm ü onzer.
Heilige Maria, bid voor ons.
heilige Maagd Maria. ^2-3/ Heilige Moeder (iods. bid voor ons. Heilige Maagd der Maagden. Moeder van Christus,
Moeder dei' goddelijke genade. Allerreinste Moeder. Allerzuiverste Moeder. Ongesehondene Moeder. Onbevlekte Moeder.
Zeer minzame Moeder. Bewonderenswaardige Moeder. P. Moeder des Sebeppers,
.Moedei' des /aiiigt;makers. c
o
JjoI'waardige Maagd. T
Magtige Maagd.
Goedertierene Maagd.
(ietroiiwe Maagd.
Spiegel der regtvaardigheid. I Stoel der wijsheid.
'Oorzaak onzer blijdsehap, Geestelijk vat.
Veriieven vlt;fft.
Eerwaardig vat.
238 Litanie van de
Uitmuntend vat van godsvrucht,
bid voor ons.
Geheimzinnige roos,
Toren van üavid,
Ivoren toren,
Huis van goud.
Ark des verbonds, '
Deur des hemels.
Behoudenis der kranken,
Koningin der Patriarchen, Koningin der Profeten,
Koningin der .Apostelen,
Koningin der Martelaren, Koningin der Helijders,
Koningin der Maagden,
Koningin van alle Heiligen, Koningin zonder vlek ontvangen, Lam Gods,dat wegneemt de zonden der wereld, spaar ons. Heer.
heilige Maagd Maria. 239 Lam Gods, dat wegneemt dezondeo der wereld, verhoor ons. Heer. Lam Gods, dat wegneemt de zonden
der wereld , ontferm ü onzer. Christus, hoor ons.
Christus, verhoor ons.
lieer, ontferm ü onzer.
Christus, ontferm U onzer.
lieer, ontferm ü onzer.
Onze Vader, Wees gegroet, enz.
LAAT ONS BIDDEN.
O God van onuitsprekelijke genade, die U niet alleen verwaardigd hebt een mensch, maar ook een Zoon des menselien te worden, en eene vrouw tot uwe Moeder verkoren hebt op de aarde, die God tot uwen Vader hadtin den hemel: wij bidden U, vergun ons dat wij hare | gedachtenis eerbiediglijk mogen [ vieren, haar als uwe Moedereeren „ [ en aan hare uitmuntende waardig-[ heid ootmoediglijkonderdanig zijn;
240 (rchcd tof fin
rlicü vaiulen iioiligenGeest oiilvan- 01
gen heeft, die Hals Maagd gehaard m
heefl. en aan wie (iij op de aarde V(
zelve onderdanig waart. j)oor onzen d(
lieer .lesus Christus, die mei den- g(
zelfden Vader enden heiligen Geesl df ieeft en iiecrseiil. (iod in alle een-
d(
(,i:i',i:i) TOT DK II. .MAAU) MAIWA.
O quot;elnkkme Maria en allei'lol- hlt;
waarlt;iigste Maagd, Moeder (iods !: h(
o verhevene Vrouw, van wie de di
Sehepper van hemel en aarde ge- n
boren is! o Maria , wie kan n waar- v
dig, en gelijk het hehoort, danken a en lox en.die met uwe loestenimingj
aan de verlorene wereld zijt tehulp v
gekomen. Ontvang dan mijne oot- h
moedige dankzegging zonder even- h
redigheid aan nwe verdiensten; en e
als gij onze gebeden zult ontvangen z
hebben, verontsehuldig, door uw v
voorbidden , onze schulden : laat ^
i
H. Maagd Maria. 241 au- onze gebeden ter uwer kentiisseko-ard men. en verkrijg ons de genade van rde verzoening. Verontschuldig ons a an zen de st rallen die wij vreezen. daar wij [en- geen bekwamer verdiensten von-[H'sl den. orn degramseha|) van den Ileg-'Oij- ter voor ons te verzoenen, dan n, die verdiend hebt de .Moeder van den Verlosser en Regler te wezen, kom dan de ellendigen Ie hnlp; ■lol- help de kleinmoedigen, verti'oost de ids ! hedruklen, bid voor nw volk: svees ■ d( de voorspraak der geestelijken en ge- religieuzen; bid voor het vrome iiar- vrouwen geslaebt, opdat allen uw e ken verliebtingen voorspraakgevoelen, ling welke godvruehligiijk nwen naam inlp vieren; heb mededoogen met de Dot - bedrukte en godvrnebtige genegen-zen- beid der pelgrims van den hemel; ; en en daar gij n zelve verblijd ziet, igen zoo bidden w ij n, laat onze tranen uw voor Gods oogen komen, en bid laat voor ons Mem . die uw eigen Zoon is.
Gebeden tot de
«; E B F, D
ran den heiligen Fader (jlirijsostomus , fol de heilige Maaqd Maria
Voor de voeten van uwe heiligheid, o allerzoetste Maagd Maria, met hart en ligehaam mij neder-werpende, bid ik u ootmoediglijk, dat gij mij leert hidden en vragen datgene, wat gij gaarne hoort, en dat uw Zoon verhoort. Ik voel mij onwaardig alle genade en barmhartigheid. Ik ben niet waardig van u, o allerzaligste, en van uwen gezegenden Zoon verhoord te worden. Wil echter daarom niemand verstooten, die zich wenscht te beteren; want gij zijl gewend uwe hand van genade aan de zucii-tenden uit te reiken. Wil van mij, arme zondaar, uw aanschijn niet afkeeren; maai' aanzie mij genadig metdeoogen uwer barmhartigheid.
Wil mij, o Moeder vol van genade,
H. Maagd Maria. 243 lt;le genade van uwen Zoon niet weigeren, noeh mij uitsluiten van uwe goedertierenheid; wil niet toelaten, ogelukkige zee-ster, dat ik van den weg der waarheid aiwijke, maar verlos rnij uit de duisternissen der zonden, door het licht uwer besturing. Wil mij, o Koningin des roenis, om de hoogheid uwer glorie niet vergeten, maar wees mijner krankheid indachtig, en help mij om de grootheid uwer eer.
De wereld, het vleeseh en de duivel leggen mij listen en lagen oin mij te vangen. Het uur des | doods, en het vonnis van den Ueg-Ler maken mij beschroomd; ik heb vele zonden, en ik heb geenc verdiensten; maar gij zijl eene sterke hulp in verdriet en kwelling; trek mij van de wereld af, kastijd en bedwing het vleeseh, verdrijf den vijand, en bevestig in mij het goede voornemen.
244 Gebeden tot de
Verwaardig u genadiglijk tegenwoordig te wezen in liet uur fles doods ; verkeer hel vreeseüjk vonnis des llegters in zachtmoedigheid. en breng mij tot het zalig aanzien (iods. en tot het rijk des roems. Amen.
E is i; t)
van den heiligen Her nardus ^ lol de heilige Maagd Maria.
Wees gegroet, o Koningin van barmhartigheid, Meesteres der wereld. koningin der hemelen, Maagd der maagden. Heilige der Heiligen . liehl der blinden, roem der regt-vaardii^en. verinllenisder zondaren.
0 ' o
troost der wanhopenden, sterkte der bezwijkenden, zaliglieid der wereld, spiegel der volmaaktheid! Maak de genade, welke gij bij God gevonden hebt, kenbaar aan de wereld; verkrijg voor de schuldigen vergilï'enis, genezing voorde kran-
//. Maagd Maria. !245 'ii- ken, vooi'dekleiiimoctliij;ensterkte, les voor «Ie bedrukten vertroosting, voor die in gevaar zijn, hulp en ig- hijstand. Laat ons door u tot uwen lig Zoon naderen, o gezegende Moeder, les die de.genade gevonden iiebl, en die de Moeder van het Leven en van de zaligheid zijl: opdat lüj ons door u outvange, die door u aan ons quot;eleven is. Dat uwe heiliiiheid
O O O
hij hem onze schuld verontschul-au dige. en uwe ootmoedigheid verve- gilTenis \ erkrijge \ an onze ijdeüieid. »gd Dat uwe overvloedige liefde de mi, menigte onzer zonden bedekke, en gt- dat uwe \ ruchtbaai'heid ons eene en, vruchtbaarheid van verdiensten kte aanhrenge.
der O Meesteres, Middelares en onze
id! Voorspreekster! beveel ons aan
iod uwen Zoon; en door de barmhar-de t tigheid van hem, die deelachtig ge-
^en weest is aan onze krankheid en an- ellende, dat hij ons door uwe voor-
i
246 Gebeden tof de spraak deelachtig make aan zijne eer en zaligheid: Jesus Christus, uw Zoon. onze Heer, die hoven alles gezegend is, in alle eeuwen. Amen.
G K |{ F. I)
in den nood, tot deallerh. Maaijd Maria.
Konimf in van den H. Ito%enkrans.
0 alierheiiigsle .Maagd en Moeder Gods Mai'ia ! ik A. allergrootste en onwaardigste zondaar, neem mijne toevlugt lol n. en mei een kinderlijk verlrouwen huig ik mijne zondige knieën voor uw heilig heeld. Met een droevig hart en hedrukl gemoed, zuehtcMide, kermende, weenende en biddende, dat gij, o verhevenste, nogtans ootmoedigste Vrouw en medelijdenste Moeder, mij ellendigste en onwaardigste, op dit uur in mijne allergrootste he-naauwdheid wilt verhooren: en dal gij voor mij eene allerkrachtigste verzoenster hij Cod den Vader wilt
ƒƒ. Maagd Maria. quot;l'vl ie zijn . van wien gij do allerliefste w doehtei' zijt; en eene gewensehte es voorspreekster bij God den Zoon, n. die u niets weigert; want gij zijl zijne aangenaamste Moeder: en eene bijstandverwerfster hij God den quot;• heiligen Geest: want gij zijl zijne
waardigste bruid.
iT Dat gij. o Verhevensle. uil hei
•n iioogste des hemels, met een mede-ie doogend oog niet mi j ne zonden wilt r- aansehouwen . maai' mijne be-n- naanwdheid: niet mijne verdiende d. stralTen, maar mijne zwakheid ; kl niet mijne onwaardigheid, maar mijne uiterste bedruktheid. Dat gij o • mij door uwe sterke hulp will hele houden, die anders moet verloren r. gaan: dat gij mij wilt ondersteunen, )]gt; die anders moet vallen; dat gij mij e- wilttroosten. die van ieder verlaten al zijnde, anders zoude wanhopen, te ^ Ach, allerliefste Moeder! in deze
ül henaauwdheid. lot wiezal ik komen |
248 Gebeden tot de ais tot u. gelijk een kind tot zijne moeder, als de vader vergramd is. zij Tot u, zeg ik, die de oorzaak na onzer blijdsehapzijt, debehoudenis is der krauken, de toevlngt der zondaren, de troosteres der bedruk- iit ten, de iioop der kleitnnoedigen, zo en de bijstand der Christenen.
0 allerheiligste Maagd! gij kunt da mij helpen, gij will mij helpen, ja be gij moet mij helpen, door uwe heilige voorspraak bij uwen lieven Zoon. rii
(jij kunt mij helpen; want gij zijt de magtigste naast God , en een se zucht uit uwmaagdelijk hart voort- ' komende voorden zondaar, is meer di waart dan «ie gebeden van alle aa Heiligen.
Gij wilt mij helpen: want gij zijt vt vol liefde voor de menseheu en va bijzonder voor de zondaren.
Gij moet mij helpen door uwe va heilige gebeden; want dit is u in altijd bevolen.
J
/i. Maagd Maria. 249 tie Gij Mioetmij iielpen; wanLMoeder is. zijnde van uwen lieven Zoon, welke ak naar de nienseiiheid onze hi-oeder lis is, zoo zijl gij ook mijne Moeder, n- Gij moet mij helpen; want gij k- hebl meer anderen, aan mij in n, zonden .ueiijk, geholpen.
Gij hebt \ ooi'g(gt;dsiasterende zon-nt daars, op hei laatste van hun leven, ja berouw en leedwezen verkregen, ge Gij hebl moordenaars tot bekee-n. ring, ja tot heiligheid gebi'agt. ijt (iljiiebt voor opeid^arezondares-en sen een zuiver leven verkregen, 't- Gij hebl uit de klaauwen des er duivels verlost, die, welke zich ie aan hem hadden overgegeven.
Gij hebt voor de wanhopenden ijt vergill'enis, en eene vaste hoop i'n van zaligheid verkregen.
Er is niets, o magtige Vorstin ve van hemel en aarde, aan u on-Li mogelijk.
Waarom zoudt gij mij, verwor-
■
250 Gebeden tol de peiing. dan ookniot helpen? ik ben van dienzelfden (.od geschapen, veriosl dooi* hetzelfde dierbaar bloed; gij zijl zoowel voor mij als voor anderen tol eene voorspraak en moeder gesteld. Uwe ' lielde en uwe barmhartigheid is dezelfde: uw ijver om iemand ie helpen is niet verminderd. Waarom zondt gij mij dan ook niet bijstaanquot;?
(gt;ij verstoot geene zondaars, die u met berouw aanroepen, maar iedereen, klein en groot, rijk en k arm. reglvaardigen en zondaars, mogen uwen bijstand verzoeken. Nooit is het te iaat. want Gij zijl altijd gereed. Altijd staan uwe armen open om zondaars te ontvangen. Alzoo. o koningin, allerrein-ste Maagd! mijn vertrouwen op u stellende, bid ik u ootmoediglijk om troost, hulp. bijstand, bewaring en verlossing, hijzonder van deze mijne ellende. N. gt;.
//. Maagd Maria. 251 Ach, allergenadigsteMaagd!keer uw vriendelijk aanschijn nietaf van I deze mijne onwaardige gebeden, maar verhoor ze, bid ik n. iioe-j wel zij hel niet vei-diencn. Laai mij niet opstaan zonder verhoord te zijn, noch van u weg gaan zonder troost. Dal u daartoe mo^cn hewe-gen alle !)lijdsc!iaj)pcn. die nw maagdelijk har! gevoelde hij de boodschap des engels, de bezoeking bij uwe nicht Elisabeth, de k geboorte, opdragt en vinding van .lesiis in den tempel. Heb toch medelijden met mijne legenwoordige droelbeid, om al die onnitsjireke-lijkc weeën, tranen en verlatenheden. die uwe teedere en lijdende ziel gesmaakt heeft bij het bittere lijden van uwen lieven Zoon Jesus Christus, eeuwig vei-heerlijkt.
Verheng mijn nedergebukl en geperst hart. door mij te verhooren : om nwe onuitsprekelijke vren^de.
L2~)'2 Gebeden tot de om alle goddelijke vertrooslingen, oni alle genade aan u van den hemel ingestort. Om al den roem, waarmede u de allerheiligste Drievuldigheid heelt vereerd, hij de roemwaardige verrijzenis, wonderbare hemelvaart en troostvolle afdaling des heiligen («eestes; hij uwe opneming ten hemel met ziel en ligehaam. en verhevenste krooning. Ik hid en smeek tot u, o Maria! ik verzoek van harte nehol-pen ie worden, door uwe krachtige vooi'spraak. Ik verzoek u dit, door al heigeen nw leeder gemoed kan ul mag bewegen; door al de lielde van Jesus tot u en van u tot hem: ik verzoek n dit, door de geheden van de Heiligen, door al den lol van de Engelen, door al de dienst, die u van de mensehen wordt aangedaan, die ooil Lot uwe eer geschied is. of gesehieden zal; ik verzoek en ik hid u dit, met één
li. Manuel Maria. 253
en, woord, door ai hetgeen u aan«e-lie- i naam is te liooren.
rn, Wil injj, inismocdijie. ü'oosteii,
'ie- cn van uwen iieven Zoon verkrij-
de gen, dal ik geholpen worde in al-
er- les wat mij dienstig en luittig is.
•He O Maria! ik houd niet op mei hid-
bij den,tot gi] mij helpt. Allerheiligste,
:iel allerwaardigste, allerverhe^enste,
)o- allerootmoedigste, allermededoo-
o • genste, allerhelste Moeder! \ erhoor
ol- mij. Ik loot. ik groet, ik prijs n.
ige door den mond van allen dieuprij-
•or zen knnnen. Ik wcnsch u. om God,
an ■ alle gi'ootmaking, alle xerhelling
de cn alle eerhewijzmg. i)al alle rede-
n; lijkeschepsels ukennen, beminnen
en en dienen, ais de waarachtige,
lol eeniigt;c en liel'stc Mocdei* van ^khI
o
st, den Allerhoogste. Ik verheug mij
ii- over al uwe, zoo geestelijke als
;e- ligchamclijkc gaven. En hel is mij
ik van harte leed, dat iemand de u
én toekomende waardigheid verklei üc.
o
_
254 Gebeden tot de Daarom, allerliefste Moeder! gij die izeen ^ebed, «jreen smeeken on-
o o 7 o
verhoord laat, ik groet u duizendmaal, li alle goed en alle glorie toewensehende, die nogtans alles bezit, en ik verzoek minzaam van u verhoord te worden.
Waarom vertoeft gij zoo lang? allertoegenegenste Vorstin! Houden u mijnezonden ter ug'?o, zij zijn mij van harte leed, ik veracht eu verzaak die uit al mijn verstand en wil. lieh ik u te voren te traag gediend? zie ik neem mij voor u al de dagen te dienen en alles te doen tot uwen lol.
Aanzie (iau miju zuchtend hart, de goede genegenheid, die ik tot u heb. 0 Moeder der genade! zoude uw teeder moederhart gedoogen, dat ik, ellendige, ongetroost bleet? dat mijne ziel verloren ging, die aan Jesus, uwen lieven Zoon, zoo veel bloed gekost heeft? 0 neen, lieve
otp
H. Maagd Maria. i55 Moeder! hebt meer liefde tot de mensehen, dan de mensehen kunnen begrijpen.
Welaan dan, ailerbarinhartigste Moeder! tot u zucht ik : ontferm a over mij, allerellendigste zondaar; dit wenseh ik, en zal ik blijven wensehen, zoo menigmaal ik mijnen adem haai of uitblaas, alle uren en oogenblikken, bij dagen en nachten; zoo dikwijls ik dit gebed kan lezen, in mijn hart overdenken, of tot u kan zuchten, o Heer!
Allermagtigsteen mildste Konin-üin! aangezien niemand van u te veel kan vragen, om al het bovenstaande; zoo verkrijg mij door uw voorbidden een levendig geloof, eene standvastige hoop, en eene volmaakte liefde tot God en tot u, en tot alle mensehen, om God.
Geef mij tranen van liefde en berouw, om voortaan mijne en eens anders zonden te beweenen , en de
1
*
i5(gt; Gebeden tof de loekomeiuic le mijdcii. Verkrijgniij u een volmaakt Hiristclijk leven, t gelijk liet onbevlekte leven van v uwen lieven Zoon en van u: verkrijg mij iiulj), genade, bewaring cn beseberming in alle voorvallen naar ziei en ligebaam: verkrijg mij de deugd van volharding in hel goede, tol het einde mijns levens.
Verkrijgniij een gelukzaligsterven n in u\ve besohermende legenwoor- i: digheid. en alsdan bid ik n. zon mijne verdiensten te korl komen, dezelve met de nwe aantevnlien. Wil mijne onwetendeen vreemde zonden, ge-brekkigebieehteneneommnnienbij I uwen Zoon verontsehnidigen: wil 1 dehelselie vijanden afweren. opdat mijne arme ziel. nil mijn slerlelijk ligebaam seheidende, in de iianden mag komen van Hem die haar beell geschapen, en mag rusten in vrede, om u, o allerzoetste en minzaamste j Moeder, altijd te aanschouwen niel
H. Maagd Maria. 257 uwen liefsten Zoon, van aanschijn tot aanschijn, in de gelukkige een-wigheid. Amen.
Gebed lot de heilige .Maagd Maria , Koningin van hemel en aarde.
O Moeder, reine Maagd! ik kome tot u vlugten,
De oogen rood geschreid, en 't hart ver-vuld van znciiten;
Ik val ter aarde neer aoor uwe majesteit, Daar 'k weet dat gij de troost van alle zondaars zijt.
Maria, zoete Maagd, ea Moeder der genaden !
Verstoot mij niet van n, om mijne euveldaden ;
De zonden , zonder tal, die ik reeds heb begaan, Benemen mij den moed om tot uw' Zoon te gaan.
Ik beu, o Moeder Gods, eu 't wordt van mij beleden,
De grootste zondaar, die ooit d'aarde heeft betreden;
Ik ben niet waard het licht der zonne te aanzien,
Het eeuwig' helsche vuur is 't geen wat ik verdien;
17
Want mijne ondankbaarheid is zonder tal
noch grondeji.
-Maar wie heeft toch bij u ooit ongetia, Q gevonden?
Die ooit maar is gevlugt tot uw' genadetroon , Ai Verzoendet gij terstond met uwen lieven Zoon. 'k Vrees zijn' regtvaardigheid en aldoor-
ziende oogen;
O zoete Moeder Gods! sclienk mij toch rnededoogen,
Beweeg toch, bid ik u, uws Zoons bami- \'( tigheid, l{(
Want daaraan hangt alleen mijn' gansche zaligheid.
Indien gij voor mij spreekt, dan zal ik
blijven leven,
Maar als gij mij verstoot, ben ik van God
verdreven : q
Maria! 't staat aan », wat hebt gij voor met
quot;quot;J. ' Gi
Wilt gij mijn' voorspraak of mijn' tegenspreekster zijn ?
Zult gij niij bij uw'Zoon, bij God, gena verwerven ,
Of zult gij mijne ziel ellendig laten sterven ? , dt O afgrond van genu, waar zou uw' liefde zijn,
Die gij tot heden toe bewezen hebt aan mij?
Maria! zijl gij niet de Moeder van het
leven,
Dc Moeder van dien God, die idles kan vergeven?
O ja! gij zijt nog steeds die medelijdende Maagd,
Aan wie een ronwig hart, een' droeve ziel behaagt.
fk hoop en stel dan vast, dat gij, door Jesus wonden,
Zijn dood en dierbaar bloed, en voor alle mijne zonden,
Verwerven zult gena, en mij in deze smart, Betoonen wilt uw' gunst en teeder moederhart.
Dat teeder moeder-hart, zoo tot denmenseli genegen,
Dat tot barmhartigheid Gods almagt kan bewegen ;
O teeder moeder-hart, vervuld van zoetig-lieid,
Geef dat ik u bemin tot in de eeuwigheid. Amen.
\. In allen tegenspoed en benaauwdheid.
r. Sta ons bij, o Maagd, Moeder van den Koning der koningen.
1260 Gaheden totde H. Maagd Maria.
lt;i E |{ K I)
O heilige Maria, onze Vrouw! ik beveel mij in uwe gezegende getrouwheid en bijzonder toezigl, en in den schoot uwer barmhartigheid, heden, alle dagen, en in hel uur mijns verscheidens. Mijn ligchaam, al mijne hoop en vertroosting, al mijne henaauwdheden en ellenden, mijn leven, en hel einde mijns levens beveel ik u; op-
dal.dooruwe allcrheiiii'ste bemid-
• • '/ deling, en door uwe verdiensten,
al mijne werken mogen .geschikl j
en bewogen worden naar uwen en
nws Zoons wil. Amen.
KORTE GETIJDEN VAN DE ZEVEN WEEËN VAN DE HEILIGE
Moeder Gods Maria.
ÏK METTEN.
De errsfc toon. Het ztcaard eau Simeon.
W eesüeirroet, Maria, \ol van^e-
O O 7 7 cJ
iiade, de Heer is met u. Gezegend zijl gij boven aüe vrouwen, en ge-zeuend is de vruchl üws li^ehaams
O ^ ^ gt; -in
Jesus. Sleiüge Maria, Moeder Cods! bid voor ons zondaars, nu en in hel uur on/es doods. Amen.
v. Heer! Gij zuil mijne lippen open doen.
li. Kn mijn mond zal nwen lof \ erkondisen.
O
v. God ! geel'acht op mijne hulp. r. Heer ! haast l om mij te helpen.
(jïetijden van de ze ren Kere zijden Vader, en den Zoon. enden heiligen Geest;geiijk he! was inhei begin. nn. en altijd, en in alle eeuwen der eenw en. Amen. Allel.
Van SeptHngezimu lol Pmchen zegt wen, hij alle Getijden, in plaats van Alleluja : Lof zij U, Heer, A onwy der eemrigc f/lorii'.
O Maria, waarde Vrouwe!
Ach! wat smart en droeve rouwe Moest gij voelen in uw harte.
Toen gij Jesus in den tempel ,
Hebt gebragt tot een exempel.
Die daar opgeofferd werd;
Als toen Simeon ging spreken :
't Zwaard des druks zal eens doorsteken Ifeel uw hart. Ach, droevist wooi-d ! Dacht u niet de ziel te ontzinken En in tranen te verdrinken.
Die nooit zoo iets had gehoord?
Laat deez' droeve bittre tranen Ons ten afstand nu vermanen.
Van dc zonde die ons pijnt;
Laat onze ziel toch niet bezwijken,
Maar met deugd en liefde prijken, Als zij voor Gods troon verschijnt.
M
II:
i
Weeën van Maria.
Antipk. Bij wien zal ik u vergelijken? of wien zal ik aan u gelijk maken, gij Doehtervan Jernzaleni ? Bij wien zal ik n vergelijken, om tetroosten. gij x\Iaag(l. Doehtervaii Sion; want ii\ve\ei'|)leltcringis zoo «jfi'ool als de zee. Thren. quot;2. ! -i.
O
\. Uw e ziel zal een zwaard door-si eken.
r,. Opdat de gcdaehlen uui vele liarlen openbaar woorden. Lnc. '2.85.
(i E B E J).
Allerzoetste .lesns. die l door de handen van uw e gezegende Moeder Maria, aan uwen iietnelsehen Vader hebt, laten opoil'eren, toen de oude Simeon voorzegd lieert, dat hare ziel een zwaard zoude doorsteken : ik hid C, o Jesus. dat Gij mijn hart tot een aangenaam otïer nws Vaders wilt bereiden, en mij, door deze smart van uwegezegende Moeder, de nenade wiH verleenen.
Getijden ran de zeven dal ik clc moeijelijkheden van dit droevige leven geduldig mag dra-genen standvastig overwinnen; die leeft en heerscht, met God den Vader, en den heiligen Geest, in alle eeuwen der eeuwen. Amen.
Tl-: 1' K I M K N.
De tweede Wee. Da rhuji naar
W'res gegroet, .Maria, vol van gt
c, enz. pat). 201. klt;
v. God ! geel'acht o[) mijne hulp. bi
r. ileer! haast U om mij te ' z\
Iteljx'ti. ' (I( Eere zij den Vader, enz.
Staat beschaamd, gij liemellieden,
Want uw Soiiepper die moet vlieden, [jj
Naar het woest Egypteland;
Josef zoekt de beste paden,
Want Maria heeft geladen,
's Hemels schat en waardste pand.
Nu begint liet zwaard te snijden ;
Wat een' droefheid, druk en lijden I
ifebt. gij in uw ziel ontvaan. | Vlt;
Weeën van Maria. 205
6 Maria, Maagd en Moeder!
Heb geen zorg ; d'Albehoeder Hebt gij in uw schoot gelaan.
Laat deez' vlugt ons altijd ieeren, Om van 't zondenpad te keeren,
Kn te ontvlugten al bet kwaad,
Dat ons kan ter helle leiden,
Opdat wij den weg bereiden,
Die regt naar den hemel gaat.
Antiph. Aanzie1, lieer, hoedat ik verdruk! word: mijn ligehaam is geheel ontsteld, mijn hart is omgekeerd in mij zelve; wani ik hen vol bitterheid ; huilen moordl het zwaard, en Ie huis is insgelijks de dood. l'kren. I, i20.
\. lieer! tot ü zijn al mijne l)e-geerten.
r. l-^n mijne zuehten zijn voor LI niet verhorten. J *. 37.
rj
(. K 1! K I).
O allerzoetste Jesus, die ü van uwe gezegende Moeder en allerge-trouwsten Voedstervader (om de vervolging van llerodes te ontvlie-
(ieiijden ran rle zeven door hel verlaten uws vaderlands) tot in Eg\ pte heb! laten dragen. en aldaar IJ ooi moediglijk lieht opgehouden; leid mij altijd inde wegen dei' geregtigheid, en bewaar mij voor alle listige lagen des bonzen vijands. (ieel' mij ook. door deze smart van nwe waarde Moeder, deuenade. dat ik eeduldi^ volgens
O O O
liaai' vooi'beeld. mijne ellenden drage en om uwentwil gaarne alles verlate, opdat ik. o .lesus. ['alleen in eeuwigheid mau bezitten. Die
C' II T
leelt en heerseht. met God den Vader en den heiligen Geest, in alle eeuwen der eeuwen. Amen.
TE TElM IKiN.
!)lt;■ derde Wee. De verliezing kaars Zoons. toen hij f waalf jaren oud wa.s.
v. God! geel'aehl op mijne hulp. k. Heer! haast üom mij te helpen. W ees gegroet , enz. /tay. itü. Eere zij den Vader, enz-
Weeón ran Maria.
i. O F /. 4 i\ G
Acli! wat wee, wat droevig lijden, Kwam (helaas) uw iiart bestrijden, Zuivere Moeder, toen uw Kind Wel drie dagen was verloren ,
Dat gij na langdurig sporen,
Weder in den tempel vindt.
Waar hij, aan de Joodsche scharen, Bezig was om te verklaren.
Zware zaken van de wet;
Waar hunne verwarde zinnen ,
Zoo van buiten als van binnen ]\ooit niet hadden op gelet.
Laat ons uit dit weé opmaken .
Onzen God nooit te verzaken.
Maar te planten in ons hart;
God te zoeken met verlangen , En gestadig aan te hangen.
Dat bevrijdt onz' ziel van smart.
An tip h. W eenendc hccil zij de iiaehlen (ioorgebra^t, met tranen op hare wangen : daar is niemand die haar troost van luire vrienden. Thren. I. 2.
\. ilij heelt mij troosteloos gemaakt.
-207
268 Getijden eau de zeven
H. Den gaiisclicn «iaii, met droefheid ovci'iaden.
C li B K I).
Keuw ige \\ ijsiieid en Woord des heniclsciieii Vaders. JesusCliristus, die uwe ouders en vrieudeu hebt verlaten, om tetoonenhoehoogGij lt;ie leering uws Vaders acht, en om die aan de menschen te verkondigen ; geef mij eenen bij/onderen ijver om uw goddelijk woord altijd te volgen en te gehoorzamen, opdat ik \an 1 niet verworpen worde, maar door de droclheid van uwe lieve Moeder de genade verwerve, dat ik U met opregl berouw en ware boetvaardiglieid altijd zoeke, en eindelijk vinde. mij in liefde met ü verbinde, om mij in eeuwigheid met U te verblijden. Die leeft en heersebt, met God den Vader, en den heiligen Geest, in alle eeuwen der eeuwen. Amen.
li- Ü
1
■ i
I ! li
|i lij
Weeèn ran Marin. TE Sj;\iKgt;.
Dc vierde W ee. Oe on f moeting ran Jesus, drayende het krui*.
Wees gegi'oci,. Maria, vol va» genade, enz. jjarj. iT)].
v. (iod! ^eefacbi op mijne hulp. R. Heer! haaM \ om tnij tehelpeo. Eere zij den ^'adci*, enz.
L O F ■/. A \ i;.
Droeve Moeder! wil nu klagen; Zie, uw waarde Zoon moet dragen, Om onzentwil het schandig kruis.
Hoor hem zuchten , hoor hem stenen, Al zijn glorie schijnt verdwenen En verdrukt vau t Joodsch gespuis. Kunt gij nu nog dc aardquot; betreden ? Ach! uw' teedcre zuivere leden,
Beven van verslagenheid!
die alles heeft geschapen,
En u uit het niet kwam rapen .
Werd als diet' ter dood geleid. Christen-ziel, wil hieruit leeren,
Dat de vreugd kan wederkeeren,
Door een kruis, tot beternis;
En wat wij mogten doen of maken,
w269
270 Getijden ran de zeren Nooit Gods wetten te verzaken,
Die ons tceeft vergiffenis.
O O
Antiph. Heer! zie mijne kwellingen, want mijn vijand is opgestaan ; de vijand heell zijne handen gesJagen aan al mijne klein-moedigen. Trett. 1, 10.
v. Wie za! mijn hoofd vaUei* geven. en mijne oogen ecne bron van tranen ?
i;. Kn ik zal dag en naehl wee-nen. Jcr. 9.
lt;; ! ■: b r. D.
0 geduldigste Jesus, die om onze zonden zijl gevangen, en als een misdadige van Annas tot Caïphas, en Aan Pilatus lol Merodes zijl verzonden. bespol, gegeeseld, geslagen. mei doojTien gekroond, en eindelijk met het zware kruis beladen, en naar tien berg van Kalvarië geleid: wil de zware bandenmijnei' zonden ontbinden, om welke ik
i i
I ii
i' li
Weven, can Maria. quot;11 i zucht en klaag. Verleen mij, door deze droefheid van uwe bedrukte Moeder, dat ik hier mijn kruis en de verdiende strai zoo draü:e, dat
rj y
ik vau de eeuwige stral mag verlost worden. Hie leelt en heersclit, nietGod den Vader en deu heiligen
x • O
(ieest, iu alie eeuwen dei' eeuwen. Amen.
TH NONE.v.
De rijfde Wee. De kruingincj ran Christus.
Wees gegroet, Maria, vol van genade, enz. pay. ^()i.
v. God! geel aciil op mijne hulp. k. Heer! haas! l' om mij Ie helpen.
Kere zij den Vader, enz.
I. O F Z .4 N (;.
Gulden zon, houd op met sciiijnen. Zilv'ren maan, laat toch verdwijnen AI uw glans en helderheid ;
Nu de groote lieer der lleeren.
m
i
Wien de hemellingen eeren,
Zich voor ons ten dood bereidt.
Nu is 't tijd om luid te weenen,
Om te zuchten en te stenen :
6 Maria, vol van druk !
Want de Schepper van het leven,
Heeft den droeven geest gegeven
Aan het kruis, tot ons geluk.
W ces ons, zondaars, toch gedachtig.
Bij uw Zoon, bij God almagtig.
Die de vader is van al :
Dat wij, door zijn dierbaar sterven,
't Eeuwig leven eens beërven,
Als onze ziel verschijnen zal.
Anfiph. O, gij aüeii die voorbij gaal iangs den weg : bemerkt en ziet of er eenige pijn is. gelijk mijne pijn. Thren. 1. 72.
v. Allen die voorbij gingen iangs den weg, hebben over n de handen /amen geslagen.
( . F, B E 1)
If
:|i|
li
Itquot; I
en hun Dochter
II
' 'Hl
Weeën ran Mana ^7-i ande voor geheel liet meiischeiijk geslacht, Jesus Clirislus. die, uit deze wereld seheidende. ons aan uwe bedrukte Moeder als kinderen hebt bevolen, en na al uw Jijden uwen geest aan uwen hemelsehen Vader hebt overgegeven; ik bid U, o .Jesus. uit alle krachten mijner ziel. door de onuitsprekelijke droel-heiddie uwe Moeder toen gevoelde. dat Gij mij in mijnen laatst en strijd sterkte wilt verleenen. om alle listen en bekoringen des vijands te overwinnen, opdat ik met geloof, volkomene hoop en brandende liefde uit dil leven seheide, en in uwe handen mijne ziel bevele. Die leell en heerseht, met God den Va-per. en den heiligen Geest, in alle eeuwen der eeuwen. Amen.
ir 1ller-i
18
Uv zesde Wee. De afneming van het kruis.
Wees gegroet Maria, vol van, enz. pag.
v. God! geel aeht op mijne hulp. r. Heerthaastü om mijte helpen. Kere zij den Vader, enz.
I. O F /, k N G.
W eder droefheid , lieve moeder!
Treur, uw Kind, de Albehoeder,
Ligt mishandeld op uw schoot;
Ach! hoe kan uw' ziel het dragen, Dat gij voor n ziet verslagen Den Vei- winnaar van den dood!
Wasch, ach! wasch zijn' roode wonden. Die hij enkel om onz' zonden,
Aan het kruis heelt ondergaan; Om t verdoolde schaap te halen,
En de schuld gansch te betalen, Die door Adam was begaan.
Laat ons tot die Moeder vlugten, Tot haar bidden, tot haar zuchten. Dat zij nooit in tegenspoed,
Christus Kerke wil verlaten,
■ |l 1
11
I
i iii
1
'
t; I [ ■P-
i M
*1
Weëén van Maria. 275
Maar steeds wezen te onzer baten, Als zij deed aan 't eeuwig goed.
Antiph. En heet rnij niet Noemi (dal is schoone), maar noem mij Maria (dat is bittere); want de Almagtige heeft mij met bitterheden vervuld. Rvth. 1. 70,
v. Mijn beminde is een doekje vol mirrhe.
h. In mijnen boezem zal hij rusten.
g e b e 1),
O allerootmoedigste Jesus, wiens
ligehaam van het kr-uis atgenomen
in de armen en den school van uwe
bedrukte Moeder is ontvangen raeli!
verleen mij, doordeze onuitsprekelijke droefheid, welke uwebedrukte Moeder gevoelde, dal ik uw iieilig ligehaam in het heilig Sakrament des Altaars altijd met behoorlijke eer en liefde mag ontvangen, en wil mij met deze spijze der zielen in alle benaauwdheden en tegenspoed
276 Getijden can de zeven (voornamelijk in hol uur mijns doods) versterken, om U in alle eeuwigheid le bezitten. Die leeft en heerseht, met God den Vader, en den heiligen Geest, in alle eeuwen der eeuwen. Amen.
ii k (10 mi'l.kt (•: n.
De zcrende Wee. De hegra'Hny van
Christ i/s.
Wees gegroet Maria, vol van genade, enz. pas/. 201.
v. Bekeer ons. God. onze Zaligmaker.
r. Kn keei* uwe gramschap van ons af.
v. God! geel acht op mijne hulp.
r. Heer! haast U om mij te helpen.
Eere zij den Vader. enz.
L O F Z A « lt;;.
Nieuwe droefheid, nieuwe tranen,
Komen in uw hart weêr banen
Eenen weg vo! zwaar verdriet
't Een verdriet is niet verdwenen gt; ■
Weém ran Mat in. 277
01 een ander is verschenen;
Zoo men aan Gods Moeder ziet.
Wii den druk een weinig staken,
En uw hart in rust vermaken,
O Maria, laat wat af!
Neen, geen troosting kan haar laven. Als zij .lesus ziet begraven,
In het nieuw gehouwen graf.
Nu voor 't laatste, o waarde Vrouwe, Door de droefheid, angst en rouwe , Die u hier schier overmant;
Geef dat wij, uwe arme slaven.
Onze zonde door deugd begraven,
Opdat 't hart in liefde orandt.
Antijrii. Daarom hen ik w eenen-de, en mijne oü^en tranen voortbrengende; want de trooster is verre van mij. die mijne ziel verkwikt. Th ren. 1.
v. Mijne oogen zijn besproeid met tranen.
r. En mijn binnenste is heel ontsteld. Thren. quot;1. 11.
»; E 15 E Ü.
O barmhartige .lesus, wiens lig-ehaam, door Joset van Arimathea,
127S Getijden van de zeven in eenen schoonen doek gewoiiden en in een nieuw graf geborgen is, zoodatuweallerbedroefdste Moeder zonder U, liaren eenigen troost, naar huis heelt moeten i-aan: w W
rj
o Jesus! deze en alle andere smarten uwer allerheiligste Moeder gedenken, en mij verleenen, dat ik ü altijd in een zuiver hart ontvangen mag, en a! werd ik van alle menschen verlaten , mij alleen in II en uwe gezegende Moeder mag troosten. Wil ook, oJesus. in mijn hart eengedenkteeken laten, gelijk uw ligehaam in den doek gedaan heeft, opdat Gij nooit uit mijn hart en gedachten gesloten wordt: die leel't en heerseht. met God den Vader, en den heiligen Geest, in alle eeuwen der eeuwen. Amen.
G E 15 E J).
O Koningin der Martelaren, die het zwaard des lijdens (gelijk de heilige Simeon in den tempel had
i
Weeón ran Marm. ^79 voorzegd) in uwe ziel nielt; de grootste smart, doeh met het grootste geduld en liefde, hij het lijden van uwen allerheiligsten Zoon (inzonderheid hij zijn sterven aan liet kruis) hehl gevoeld: ik hid u. laai de punt van dit zwaard mijn liarl doorsteken en doorwonden, opdat ik alzoo de oneindige smarten des Zoons, en uwe allergrootste droel-heid in mijne ziel mag gevoelen, om mij daarna met u le verhiijdeu in de eeuwigheid. Amen.
DE TREURZANG SÏABAÏ MATER DOLOROSA.
Verlossers Moeder, droef te moede,
Stond bij 't kruis, daar haar bebloede
En doorwonde Zoon aan hing,
Door wier ziel, terwijl zij steende,
Zuchtte, klaagde, kermde, weende,
't Zwaard van druk en smarte ging Ach', hoe droevig, hoe vol rouwe,
Was die zegenrijke Vrouwe,
Moeder van Gods eenigen Zoon!
Zij, die met benaanwden harte.
Bevende, aanzag al de smarte
Van haar vrucht, bij God zoo schoon!
*
1
Wie zou zich vun tranen mijden. Ziende in zulk een bitter lijden, Christus waarde Moeder, ach! Wie toch zou zicii niet bedroeven. Zoo hij haar dien weedom proeven,
Om den Zoon , zoo angstig zag. Oui zijns volks, om idler zonden, Zag zij Jesus vol van wonden,
Geeselriemen zonder tal;
Zij zag haren Zoetgeboren Sterven, nadat hij te voren
Zijnen geest aan God beval. Ach , o Moeder, bron van liefde! Of gij ook mijn hart doorgriefde!
Maak dat ik ook met u klaag; Wil mijn dorre hart aanranden. Doe 't in Christus liefde branden,
Dat ik mijnen God behaag'. Heilige Moeder! druk te zamen Al de wonden, al de stramen
Des Gekruisten in mijn hart.
Laat ik zoo veel treurtooneelen, Zijne wonden met u deelen :
Voor mij leed hij al die smart. Dat ik waarlijk met u stene.
En om den Gekruisten weene,
Zoo lang als ik leven zal;
Ja, laat ik met u staan schreijen En gewilliglijk verbeijen,
Ouder 't kruis en overal.
Maagd der Maagden, uitgelezen!
Wil mij nu niet bitter wezen,
Maak dat 'k niet u ween en zucht.
Laat ik in mij, al mijn' dagen,
Christus dood en wonden dragen,
üie gedenken steeds, niet vrucht.
Maak dat ik in zijne wonden,
In zijn kruisdood, zij verslonden;
Om de liefde van uw' Zoon,
Wil mij in Gods liefde \oeden,
Reine Maagd, en mij behoeden
In het oordeel, voor Gods troon. Dat alsdan liet kruis mij dekke,
Christus dood ten schild verstrekke.
En hij mij genu bevvijz';
Maak, als 't ligchaam af zal sterven. Dat mijn' ziel, hierna, moge erven De eeuwige vreugd van 't Paradijs.
GEBED TOT MARIA.
Hij wien zal ik u vergelijken . of aan wien zal ik u gelijk maken, gij Dochter van Jeruzalem'? wien zal sk bij u vergelijken, om u te troosten, gij Maagd, üoehter van Sionquot;? want uwe verplettering is grooler dan de zee. Th ren. 1, 13.
'2182 Getijden ran de zeven Weeën.
Uwe ziel zai een zwaard door- üji steken, opdat de gedaehten veler llM harten openbaar worden. Luc. 2. ^1'
In allen druk en benaauwdheid. kom ons te iiulp. o allerheiligste «d Maria!
lt;; K J5 }•; i).
O ailej'heilieste Maa^d Maria ! ik
o o
bid o , door liet bitter lij(Jen en de overüToole droefheid, die uit uw
O
hartals een bron kwam opwellen, toen gij met uw e moederlijkearmen. het doode ügehaam vanuwengeze-genden Zoon omhelsdet : toen gij zijn goddeli jkaangezigt zoo onteerd zaagt door de (Inimen, zoo bleek van den dood. zoo blaauw van de slagen : wil ons de genade verw erven. dal w ij ook met een rouw hartig leedwezen onze zonden, die de wonden onzer ziel zijn. mogen be-weenen, opdat wij, scheidende yit dit leven, mogen genieten de vrien-
De U. Rozenkrans. Mji- lijke en zalige omhelzingen van eler uwen allerzoetsten Zoon Jesus . f. Chrislus, onzen Heer Amen.
eid.
HAMH (11 ODIIVRI UimiJK MN MmUM
UftN OEN ALLSRH, NSfl.M JESUS TE LEZEh
tHaah eer af hef fee ken de a H. Kr ut at s. Antipli O He\ frloriose.
O Jesus! roemwaardige Koning onder uwe Heiligen.dieallijd prijs-haarzijten nogtans onuitsprekelijk: (iij zijl in ons. Heer Jesus, en uw heilige Naam is door ons aangeroepen. Verlaat ons niel. Jesus. onze God. maar verwaardiquot; ü. ons in
O
liet laatste oordeel onder uwe Heiligen en uitverkorenen te stellen: o roemwaardige en gezegende koning Jesus!
v. Maak den Heer Jesus ^root
c!»
ui mij.
282 Getijden can de zeven Weeën
Uwe ziel za! een zwaard doorsteken, opdat de gedaehten veler harten openbaar worden. Lvc. t.
in allen druk en henaauwdheid. kom ons ie hulp. o allerheiliajste Maa^d Maria!
.
(; k H y, i}.
(1 allerheiligste Maagd Maria ! ik bid u, door het bitter lijrien en He overffroote droefheid, die uil uw
O
hart als een bron kwam opwellen, toen gij met uw e moederlijkearmen. het doodeligehaam van uw en geze-genden Zoon omhelsdet: toen gij zijn goddelijkaangezigt zoo onteerd zaagt door de lluimen, zoo bleek van den dood. zoo blaauw van de slagen ; wil ons de ffenade verwer-
O ^ ^ O
ven, dal wij ook met een rouwhartig leedwezen onze zonden, die de wonden onzer ziel zijn, mogen be-weenen, opdat wij, seheidende uit dit leven, mogen genieten de vneia-
De //. Rozenkrans. 'Jtf-'i lijkc en zalige omhelzingen van uwen allerzoetsten Zoon .lesns Christus, onzen Heer. Amen.
VAN OEN ALLERH NAflW JESJS TE LEZEN
Maak eosthetteeken de* H. Kritüe*. Antipli O Hex Gloriose.
O .lesns! roemwaai-dige koning ondei- uwe Heiligen.(liealtijd prijs-haarzijtennogtans onuitsj)rekelijk; Gij zijl in ons, Heer Jesus, en uw heilige Naam is door ons aangeroepen. Verlaat ons niet, .lesus. onze God, maar verwaardig ü. ons in het laatste oordeel onder uwe Heiligen en uitverkorenen te stellen : o roemwaardige en gezegende Koninüf .lesns!
v. Maak den Heer .lesns yroof
, o
ni mij.
284 De H. Rozenkram.
k. Ën laat ons zijnen heiligen naam verhellen.
O Heere Jesus Christus, Zoon van deti levenden God, aan wien God, de Vader almagtig, eenen naam gegeven heeft die boven alle namen is, opdat in den Naam Jesus alleknieën zouden gebogen worden: wij bidden U. wil ons geven eene zalige vrees, en brandende liefde tot dezen uwen heiligen Naam, opdat wij dien altijd met woorden en werken zoo eeren op de aarde, dat wij door dekraeht dergeheimen van den heiligen llozenkrans van den heiligen Naam Jesus, met onze medebroeders en medezusters, mogen ontvangen de \ olheid der blijdschap inden hemel. Die leeft en heerseht, dooralleeeuwen der eeuwen. Amen.
'/juj na het G e 1 o o ï een onze Vader, ter eere vanden eevnriyen Vader van, Jesus: daarna drie Wees gegroet, groetende Maria al* Moeder van
De H. Rozenkraa*. i85 Jesus, Zoon van David; als Moeder ran Jesus, Koning der Joden, en ah Moeder van denzelfden Jesus, Zoon van den levenden God. Dan hid f men den Rozenkrans van Jesus. overdenkende de geheimen onzer verlosning, het leven, lijden en den roem van Jesus, zeggende voor teder tientje mei hoofdbuiging:
v. JesusNaaminoetzijngeprezeM. r. Van int af tol altijd na dezen.
Na ieder tientje moet men zeggen: Eere zij den Vader, den Zoon, enz.
Vijf blijde Geheimen.
i. Boodseiiap des Angels. 2. De heil ijre geboorte Nan Jesus. 3. De
o o
heilige besnijdenis van Jesus. 4. De vinding van Jesus in den tempel. 5. En heilige doop van Jesus.
Ter eere van de vijf hlijdegeheimen. bidt men vijf tientjes; bij het overdenken dezer geheimen, zegt men: Jesus
a
286 Dlt; IL Rozenkram. Christus, Zoon van David, ontferm U over ons.
Vijf droevige Geheimen.
1. Het wassehen van de voeten der Apostelen door Jesns. !2. Het gebed van Jesus in het hofje. 3. De gevan-genneming van Jesns door de Joden. 4. De kruisdraging, van Jesns.
O O
5. Het barmhartige nederdalen van Jesns fer helle.
Ter eerevan devljfdroevige geheimen . half men wederom vijf tientje* * en zegt men: Jesns van Nazareth, Koning der Joden, ontferm U onzer.
Vijf roetnwaardige Geheimen.
1. De verrijzenis van Jesns. De zegevierende hemelvaart van Jesus. 3. De afzending des heiligen Gees-tes door Jesns. 4. De krooning van Maria door Jesns. 5. De komst van Jesus ten oordeel.
Ter eere van de vijf roemt vaardige
t
De H. Rozenkrans. 287 geheimen, bidt men wederom vijf tientjes, en zegt men: Jesus Christus, Zoon can den ierenden God* ontferm (J onzer.
Na ieder en Rozenkrans can vijf tientjes, of teel na den fjeheelen Rozenkrans can vijftien tientjes, leest of zingt men den hof zang.
JESU DULCJS MEMURIA.
Jesus, uw gedachtenis,
• Die onze roem en vreugde is;
Doch uwe tegenwoordigheid,
Is de hoogste zoetigheid.
Blijder zang bestaat er niet.
Het oor hoort geen zoeter lied,
't Hart- geen grooter lielde kent ,
Dan Gods Zoon in 't Sakrament.
Neen, geen tong die het kan zeggen, Geene schrift die 't uit kan leggen,
Welke zaligheid men vindt,
Als men Jesus vurig mint.
Wil mijn koud verstand ontweken,
t Hart in liefdegloed ontsteken,
Dat ik, vol van liefde en min.
Alles doe naar uwen zin!
Nu mijn troost in leed en pijn,
Ëéns zult gij mijn looner zijn,
2HH De /ƒ. Rozenkrans.
Als gij, vol vau Majesteit,
Heerscheii zult in eeuwigheid. A.mei'i. v. Hel}) ons, (jod, onze Zaligmaker. r. En om de eere uws naams, Heer,
Jesus, verlos ons.
E b f, n
O God. die den roemwaardigeii Naam vanuweneeniggeWoren Zoon. onzen lieer .lesus Cliristus, door eene zeer groote zoetigheid aan uwe geloovigen zeer liefelijk hebt gemaakt, en aan de booze geesten daarentegen vervaarlijk en seiirik-kelijk: verleen genadig, dat allen die dezen heiligen Naam Jesus god-vruehtiglijk vieren op de aarde, uu de zoetheid van uwen heiligen troost mogen proeven, en hiernamaals de blijdsehap der eeuwige zaligheid mogen verwerven : door denzelfden .lesus Christus,, onzen Heer. Amen.
NB. Behalve de aflaten door de Pausen vergund, verleent daar en-
Dp heilige JRozenkrans. 289 hoven Zijne, Doorluühtige Hoogheid Fr. Reginaldus, Bisschop van Antwerpen . 40 dage» Aflaat, aan hen die aldus den heiligen Rozenkrans ran Jem,a zullen hidden.
MANIES OM DEN ROZEKKRAM
GODVRUCHT1GIJJK TE BIDDEN
In den naam de* Vadem, en dex Zoomt, en des heiligen (Heeatea. Am,
ik gelooi in (rod ilen Vader, aimag-
tig. enz.
lilere zij den Vader, enz.
Onze Vader, enz.
Ik a;roel. i!. Dochter van God den
tj
Vader, weesgegroet,Maria, enz.
Ik in'oet u. Moeder van God den
tj
Zoon. wees gegroet, Maria, enz. Ik groet u, Bruid van God den heiligen Geest, wees gegroet, enz. Ëere zij den Vader, enz.
De heilüje Rozenkrans.
OK VIJF 8LI.IDK (iKHKIMKN.
I. De boodxehap de*. Etuf ei-s..
De namen van -lesus en Maria moeten zijn geprezen ; van nu al tot altijd na dezen. OnzeVader, enz.
i. De heilige Drievuldigheid heeCt toegestemd in de mensehwoj'dins;
tj a O
van Chrislus. wees gegroet, enz.
Maria is lol Moeder van Christus verkoren, ^
3. lgt;e Kngel Gahj'iel hragt ^ Maria de blijde hoodsehap, J
4. Maria in de t'enzaandu'id in ^ haai gehed. ^
5. Deengel zeide: weesgegroet. ^ Maria, vol \an genade, (fr ^ lieer is met n, ^
(gt;. Maria was ver!gt;aasd als zij quot;2. (i(Mj engel luxtrde,
7. De engel zeide: Maria, wil § nietvreezen, vvantgij zult ont- ■ vangen door den heiligen Geest.
Dt heilü/c Jlozinkrmvs. H. Maria zeide ; zie de difnstmaaiïd des Heeren; mij geseiiiede naar gt; uw \v(H»i'd, wees gegi'oel. enz.
9. Maria is van den heiligen (ieesl ovepsehaduwfl geworden, wees gegroel, enz.
10. En lie! \\Oord is \ leeseli geworden, en liet lieell ondei' ons gewoond, wees gegroet, enz.
Eere zij den Vader, enz.
SL /gt;/' licZiK'lii tKJ.
S)(' namen van Jesns en Marm moeien zijn gejH'czen : \an mi al' lot altijd na dlt; zen. Onze Vader, enz.
I. Maria ging nil ooimoedigheid hare nieiil Küsahel!lt; bezoeken, wees gegroei, enz.
^2. Mariu l)estunrd door den heiligen Gees!, wees gegroei, enz.
.1. Maria, met alle haasl opslaatide, ging over het gebergte, wees ge-uroet. enz.
De heilige Rozenkrans-
4. IVTaria werd mei veel liefde van hare nieht l^lisabelli onlvangen, wees gegroet, en/.
5. De il. Joannes is gezuiverd en van blijdschap opgesprongen in hel ligehaam zijner moeder.
(gt;. Kiisaheih zeide : gezegend is ^ de vi'uehl nws iigchaiims, 5
7. Maria heel! iii(geroej»en: mijne ziel maak! quot;rooi den Heer, ^
8. Küsahelh zeide : wal geluk ^ gesrhiedl mij, dal de Moeder 2. des Ueeren lol mij koml,
Hel huis van Zaeliarias isdoor z de komst van -les us en Ma na gezegend.
10. Maria heeft hare niehl drie maanden met veel liefde gediend ,
Kere zij den Vader, enz.
!!!. De geboorte ran Christus. i: ■-'•■sen van Jesns en Maria moe-
De heiligt'. Rozenkran*. 49.ki len zijn geprezen : van nu af tot altijd na de/en. Onze Vader, enz.
1. Maria heell gebaard en is Maagci gebleven, wees gegroel, enz.
2. Maria beell Jesns in eenen slal gebaard en m doeken gewonden,
3. Maria heeft Jesns mei veel ^ liefde en verwondrr'ing aan- 2 sclionwd .
4. Maria beef! Jesns omhelsd c en a:m haai* h.ui gedrnkl. ~
5. Maria heeK Jrsus [nrt bare 2. heilige liorsien gevoed.
(gt;. Maria hecl'f Jesns in eene óT kribbegeb^cf, die Josel'daar- j-toe had bereid,
7. Jesns lag op hooi en slroo, tnssehen den os en den ezel,
8. De Engelen hebben gezongen: (jllorie zij God in het aller-hoogste, en vrede aan de jnensehen van goeden wille.
294 De heilige Piozenkrans.
9. De herders hebben hel IviruJ komen bezoeken, wees gegroet. Maria. enz.
10. De drie koningen hebben hel K.iml komen aanbidden enhnnne gillen geoü'erd, wees gegroet. Maria, enz.
Kere zij den Nader. enz.
I\. De Ofnlrayi con Chrisfm.
Denamen van Jesus en Maria moeien zijn ge[)rezen ; van nu af tol altijd na dezen. Onze Vader, enz. 1. Maria ging om haar kind te olie-ren. weesgegroet, enz. .lesusen Maria onderw iei-prn zieh aan de wet. 2
Maria uriinjf door moeijehike '
t O «) r | CfQ
wegen naar Jeruzalem, rS
4. Maria iieell Jesus op hare ^ armen 'redrai^en,
«r . ^ '
5. Maria vervorderde al dende haren weg,
(). Maria lieeit Jesns in
bid-
den
^6
De hftiligc Rozenkrans. 295 tempel geolï'ei'd.. wees gegr. enz. 7. Maria heeft Jesus met vijf
sikkelen iierkoeht, ^
■ -i
H. Anna was verblijd dal hare ^ voorspelling was volhragt,
Dt1 oude Simeon lieell Jesus ^ omhelsd en op zijm* armen ^ genomen. 2.
10. Simeon zeide : Ueei'! iaal nwen (iienaar gaan iiiNicde, ^ naar uw woord.
Eere zij den Vader. enz.
\ . Jh' rinthhf/ ran ('hrixfu*.
De namen van .lesns en Maria moeten zijn geprezen : van nu af tol altijd na dezen. Onze Vader, enz.
I. Maria heeft haar lief kind verloren. wees gegroet, enz.
2. Maria heefl haren schal gemist,
ci ■ ' i
3. Maria heefl hein al weenende gezoeh t,
4. Maria heelt .lesus langs alle wegen en straten gaan zoeken,
296 De heilige Wozenhran*.
5. Maria heeft Jesus na drie dagen
gevonden, wees gegroet, enz. 0. Maria vond Jesus in den
7 Jesus, twaalljareiioud zijnde, 2 leerende de Doctoren, x
8, Maria zeide ; Zoon, waarom ^ K hebt gij ons bedroefd, ^ ^
9. Jesns is mei hen gegaan en ' was hun onderdanii»,
'UK Maria l)ewaai'de al de woor- s den in haar hart. die Jesus tot *
haai* sprak, »
Eere /tl den Vatier, enz.
(. (i 15 V. Igt;.
O Mai'ia, alh-igoeciertierenste Moeder! verkrijg mijn hart droefheid. en mijne oogen tranen van berouw . om tr beschreijen dat ik | Jesus door de zonden zoo dikwijls verloren heb; vergun mij hem we- 1 der te vinden en altijd te behouden. Amen.
-
'JJilWil*
Ih- heilige Itozenkram. ^97
OK VLIK iOHOKVIGE GKHEIMEN.
//^ den naam den Vaders. ea de* Zoons. f'w des heilü/en Geesten. Am.
Ik geloot ia (iod den Vadoi', enz. Eere zij den Vader. caz.
Onze Vader, enz.
Ik groet u, Doehter van God den.
Vader, w eesgegroet, Maria, enz. Ik gre»1! ü. Moed ei van God den Zoon, wees gegroet. Maria, enz. Ik üToef ii. Bruid van God den
O
fl. Geest, \\ eesgegi'oet, Maria,enz. Zoo lief heelt God den menseh gehad, dal hij zijnen eemgen Zoon niet lieett gespaard , maar hein heelt geleverd ten dood . ja tot den dood des krnises.
I. De hen aamvdheid ran (JhrixtuH.
De namen van Jesns en Maria moeten zijn geprezen : van nu af tot. altijd na dezen. OnzeVader, enz.
O X
2
298 /)#gt; heilige Rozer-kran*. 1. Jesus inuir het hofje van
Oliveten, wees gegroet, enz. quot;2. .lesns viel phu ter aarde neder.
Jesns volhardde ia het geheel ,
-4. Jesns \N !igt; hedi'oel'd tot den dood. 32
5. Jesns/Ax eelte water en bioed, ^
6. Jesns stelde zijnen wil in den
•aII van zijnen hemelsehen t Vader. J
7. Jesns vermaande zijne Leer- 2. lingen om te waken en te 1
O ^
8. Jesns wei'd van zijnen Apostel dooreenen kus geleverd,
9. Jrsns werd van zijn hemimd volk gevangen.
40. Jesns werd wreedelijk ge-honden en gesleurd van den eenen regter tot den anderen, Zoo iiel heeft God den inenseh gehad, enz.
!)gt;' heilige, IXozfrikran*. 299
li. De geemUng ran Chriótn*.
De namen van Jesus en Ma na moeien zijn «eprczeiii : van nn af lot altijd na dezen. Onze Vader, enz.
1. Jesus weid geleverd om ge-geeseld te worden, wees gegroet. enz.
'2. Jesus zoo valselielijk l»e-seiiuhiigd,
3. Jesus kleederen werden uil-gerukt, ^
4. Jesus slond daat' naakl en ^ h'oo' . ^
5. Jesus aan eene kolom i^e-bonden, 3
li. Jesus werd mei zweepen ge- Si-slagen.
7. Jesus werd mei roeden i^e- 5 geeseld,
H. Jesus vleeseh mei sciierpe sporen verselieurd,
9. Jesus bloed vloeide langs de aarde.
300 De heilige Hozenkranx. 40. Jt'sus, onlbonden, kruip! maai-yijne kleederen, wees gegr. enz. Zoo lief liccil (ïod den uieiis('!i ge-liad, en/.
8 tl. ih' k/ooHfj/f/ nm (Jhtixtn.s.
De nanien van Jesus en Maria moeten zijn geprezen: van al'nu tot altijd na dezen. OnzeVader, enz.
1. Jesus werd verwezen om quot;re-
O
ki'oond te worden, weesgegr. enz.
2. Zij hebben Jesus eene doornen ki'oon bereid,
8. Zij hebben de doornen kroon ^ in Jesus hoold gedrukt, ^
4. Jesus hoold langs alle kanten doorwond, ^
5. Jesus hoofd druipende van cfc het bloed, c
(). Jesus hoold mei bloed bedekt.
7. Jesus oogen met tranen over- cc goten, js
8. Jesus lippen met doodverw besmet,
Dr heilige Rozenkrans. 301 .fesus mei eenen purperen mais-te! hespol. weesgegroet, enz.
10. Jesus, zoo wrccflelijk mishandeld, aan/iel den mensch, wees gegi'oet. enz.
Zoo liet lieH'l (iod lt;!eii menseh gelind, enz.
I \ . De krmamp;draging eau Clhristm,
De namen van .lesusen Maria moeien zijn geprezen : van nu at' lot altijd na dezen.Onze Vader, enz.
i. Jesus werd veroordeeld om ge-Ivruist Ie worden, weesgegr. enz.
Jesiis heell zijn krnis met liefde omhelsd. ^
•i. Ji'sns hecli zijn kmis op zs jne g doorwonde scliondci'cn ge- ^ dragen, £
4. Jesus bezweek ouder hel kruis 3 om onze zonden, 2-
5. Jesus onlmoelle zijne be- ^ droet'de Moeder, beladen met p zijn kruis.
302 De heiliye Rozenkrans.
6. Jesus drukte zijn aangezigl ifi deMi doek, wees gegroet, enz. ^
7. Jesus zeide: iuuulell men zoo ^ met hel groene hout, wat zal ^ dan hel dorre geschieden. -JH
8. Niemand wilde Jesus zijn JÈ kruis helpen dragen. i
9. Jesus viel aan den herg neder, ^
10. Jesus klom voor ons op den r berg van Calvarië,
Zoo iiel heef! (iod den menscli geliad. en/.
/h' lu'uiHujinrj ran Christus.
igt;e namen van Jesu^ en .Maria nioe-ten zijn geprezen: van nu a! tot altijd na dezen. Onze Vader, enz.
1. Jesus werd \\ reedelijkop hei kruis uitgerekt, wees gegroei, enz.
12. Jesus handen en voeten door-nageld. wees gegroei, enz.
3. Jesus werd aan liet kruis opge-rigt. (L-n zijne wonden vloeiden
De heilige liozenkran*.
van het bloed, wees gegroet,, enz.
4. Jesus voor/i jiie \ ijanden,
5. Jesus beloofde den moor-denaar hel Paradijs, .
(gt;. Jesus beval den heiligen Jo- ^ annes aan zijne lieve Vloed er, ^
7. Jesiss. dorsl heblx'iuie. is as uiet gal en azijn gelaafd, ^5
8. Jesus heell uilgeroepen; mijn ^ (iod, waarom hebl (iij mij ~ verlaten, 2
9. Jesus zeide: bel isal n olbray,!,
O -
10. Jesus heefl zijnen geest gegeven en zijn hart voor ons laten openen.
Zoo lief heefl («od den mensoh gehad, enz.
lt;; K li k igt;
6 Jesus! ik bid IJ, dooi' uwe smarten en uw en bitteren dood, door uwe doornagelde banden, doorboorde voeten. doorstoken zijde en al uwe
304 De heilige Rozenkrans gezegende wonden, ontferm ï1 mijner, en druk uw heilig lijden zoo in mijn hnri. dai mij niets ouders behage dan (jij. mijn Jesns, die
voor mij gekruisigd zijt. Amen.
»
|gt;K V !J(•quot; U(gt;KMVOI.LF. GEHKIMK.IN .
Ju den unom des Vaders, en des Zoons, en des heiligen (ïeestes. lm
Ik ni (iod den VadiU', almag-
tig, en/,
Eerr zij den Vader, enz.
Onze Vadrr. rnz.
[k groei u, Dochter van God den
Vader, wees gegroet, enz. Ik ijroel u. Moeder van (iod den.
O
Zoon, wees gegroet, enz. Ik «roet u, Bruid van (»od den hei-
O 7
ligen Geest, wees gegroet, enz. Geloofd en verheerlijk! zij Christus in het heilige Sakramentdes Altaars, deszelt's voorstanders, de heilige vader Dominirns, m^t zoo
De hetlv/e Rvzenkram.
vele lofzangen en eere als hij waardig is.
I. De verrijzenis ran Christus.
De namen van Jesus en Maria moeien zijn geprezen : van nu af tot altijd na dezen. OnzeVader, enz.
1. Jesus is ten derden dage opgestaan, wees gegroet, enz. i. Jesus heeft dood en hel overwonnen .
3. Jesus troostte en verloste de 3S Oud vaders, ^
4. Jesus is roemvol verrezen. ^
5. Jesus verblijdde zijne lieve ^ Moeder, 5
6. Jesus verscheen als een ho- % venier aan Maria Magdalena, ^
7. Jesus vertoonde zich aan Pe- p trus, en heeft hem gezegend,
tt. De Discipelen van Emaus zeiden : waren onze harten niet
brandende van liefde, als hij
20 '
306 De heilige Rozenkrans.
lot ons sprak, wees gegroet, enz. 5
9. Jesus stond te midden van zijne Leerlingen en wensehte hun allen den vrede, weesgegr. enz. 7
10. Jesus toonde zijne roemvolle wonden aan den H. Thomas, g_ wees gegroet, enz.
Gelooid en verheerlijkt, enz. 9
11. De kemelvaart van Ckristus.
De namen van Jesus en Maria moe- W ten zijn geprezen : van nu af tot 1 altijd na dezen. Onze Vader, enz.
1. Jesus roemvolle hemelvaart. IIi wees quot;eyroet, enz.
!2. Jesusseheidde van zijne lieve ^ vrienden, 9
C/-»
3. Maria omhelsde haren lieven ^ : Zoon, {.
4. Maedalena wierp zieh aan de c 1
5. Jesus klom op door zijne ^ ( eigene magi, S %
■
De H. Rozenkrans. ^07 5. De Leerlingen hebben Jesus aanschouwd , en hij heeft hen allen gezegend, wees gegroet, enz. 7. Jesus heeft voor ons den hemel geopend,
H. Jesus zil aan de regterhand % van zijnen hemelsehen Vader, ^
'J. Jesus toont zijne heilige won- ^
1 •' .P . yo
den voor ons aan zijnen he- 2 melsehen Vader, 2.
10. Jesus is onze middelaar in o
den hemel,
Geloofd en verheerlijkt, enz
111. he zendiny ran 'Jen. U. (ieext.
De namen van Jesus en Maria moeten zijn geprezen; van af'nu tot altijd na dezen. OnzeVader , enz.
I. Jesus heeft den heiligen Geest, beloofd , wees gegroet , enz. Jesus heeft den Trooster gezonden, wees gegroet, enz.
•i. Jesus heeft het vuur op de we-
HOS De H. Rozenkrans.
reld gezonden, weesgegroet, enz,
4. De heilige (ieest heeft de harten met liefde ontstoken,
5. De heilige Geest heeft de verstanden verlieht.
(i. De heilige Geest heeft de ^ harten versterkt. g
7. De heilige Geesl heelt ver-scheidene talen doen spreken, ~-
8. De heilige Geest heelt zijne J ijaven uitgedeeld. 2
9. kom heilige Geest, bezoek de harten van uwe geloovigen. =
40. Kom heilige Geest, ontsteek in ons hel vuur uwer liefde.
Geloofd en verheerlijkt, enz.
IV. Ih' hetnelraarl van Maria.
De namen van Jesus en Maria moeten zijn geprezen : van nu al tot alti jd na dezen. OnzeVader , enz.
Maria is opgenomen ten hemel, wees gegroet, enz.
De li. Rozenkrans. 309 IX* hemelsche Vader ontving zijne beminde Dochter, wees gegroet, enz
3. Jesus verwelkomde zi jne lieve Moeder,
4. De heilige Geest omhelsde ^ zijne lieve Bruid, 2
5. De Serafijnen groeten Maria, ^
(gt;. Igt;e Kngelen dienen Maria, p
7. Heel de hemel is \ erhlijd
(S. Maria zil bij haren lieven Zoon,
9. Maria is onze voorspreekster f in den hemel . :
10. Maria is onze Moeder in den hemel,
Geloofd en \erhcerlijkl, enz. \. De kroonuu/ run Maria.
De namen \ an Jesus en Maria moeten zijn geprezen : van nu af tot altijd na dezen. Onze Vader, enz.
1. Maria is roemvol gekroond in den hemel, wees gegroet, enz.
310 De H. ttozenkran*. 2. Maria gekroond door hare sera-lijnsehe liefde, wees gegroet, enz. -S. Maria gekroond door hare engelaehlige zuiverheid,
4. Maria gekroond door hare «roole ooi moediiiheid.
O o
5. Maria gekroond door hare ^
volmaakte gehoorzaamheid, %
(). Maria aekroond door hare ' . . .
heilige voorziiiti^heid.
7. Mai'i;i gekroond dooi' hare ~ groote geduldigheid, 2.
SS. Mai'ia gekroond door iiare ijverige dankhaarheid, =
Maria gekroond door hare ' volharding in alle deugden. 10. Maria hoven alle Knielen en Heiligen in den hemel gekroond, gelijk hel de Moeder Gods toekomt.
Gelooid en verheerlijkt, enz.
G E B E O.
ïk olï'er u, allerzuiverste Maagd en allerroemrijkste Moeder Godgt;
De H. Rozenkrans. 311 Maria, in de vereeniij;ing van al uwe deugden, verdiensten en vol-maaktheden, deze geestelijke kroon van gebeden en groetenissen : verwaardig ii dezelve re ontvangen, met al de lofzangen. die op de aarde en in den hemel gedaan worden; en verkrijg mij en ai degenen voor welke ik gehouden ben te bidden, van uwen lieven Zoon, de genade om wel te leven en zaliglijk te sterven. Amen.
Een Onze Vader, lot dankbaarheid. omdat God ons de genade gegeven heelt om den Kozenkranste bidden. Onze Vader, enz.
Een Wees gegroel. opdat Maria ons verstand wil opdragen aan den hemelsehen Vader, opdat wij in eeuwigheid zijner barmhartigheid mogen gedenken.
Wees gegroel. enz.
3112 De U. Rozenkrans.
Een Wees gegroet, opdat Maria l ons geheugen wil opofferen aan ont haren Zoon, opdat wij gedurig \ zijn leven en bitter lijden indaeh- Zolt; tig zouden mogen wezen. An
Wees gegroet, Maria, enz. Een Wees gegroet, opdat Maria onzen wil gelieve toe te eigenen aan den heiligen (ieest, opdat hij gedurig in ons van liefde mag branden.
Wees gegroet, Maria, enz. 't;
ilel Gelool zullen wij bidden, op- ei' dat ons gebed aan God mag aangenaam wezen : dat het mag strekken i, tot zijne meerdere eer en roem, tot welstand van de heilige Kerk. tot 11
O n
bekeering der zondaren en afgevallene Christenen, en tot welstand , der gemeenten. .
Ik gelool' in God den Vrader, enz. i)e almogendheid des Vaders beware ons.
De wijsheid des Zoons onder- I wijze ons.
Oe heüiye K r u u weg. H l 8 De liefde des heiligen (ieestes ontsteke ons.
!n den naam (ies Vaders, en des Zoons, en des heiligen Geestes. Amen.
Wijze om deze (/ochvruci'f te oefenen.
In de kerk gekomen oiu den KnusweK te houden, knielt men voor het altaar neder, en tracht men zich voor te bereiden, door eene akte van berouw te verwekken. Vervolgens gaat men de onderscheidene Statiën in volgorde bezoeken, en zich voor elke Statie op de knieën werpende, zegt men. met gevoel : wij aanbidden U, Christus, enz. Nu blijft men een weinig tijds dat geheim van Jesus lijden overwegen, hetwelk door die Statie wordt voorgesteld, en na een kort gebed tot, den lijdenden Verlosser, zegt men ; Onze Vader, (Fee* gegroel, met deze woorden sluitende ; Ontferm U onzer! enz. Op deze wijze gaat men voort tot aan de laatste Statie, en zich dan weder tot het altaar wendende , bedankt men God voor de ont-vangene genadegiften.
ftp heilige Knnxweg.
De aflaten, welke men in deze oefening verdienen kan, zijn dezelfde, welke zij ver dienen die de Statiën van den Kruisweg te Jeruzalem in persoon bezoeken. Vele van deze zijn volle aflaten, van welke men zich zeiven eenen kan toevoegen en de overigen voor de zielen in liet vagevuur.
VOORKKllttll)K\l» GEBKD EN ARTE VAiS HKRonW.
Met den diepslen eerbied weq» ik mij voor U lei* aarde, Verlosser van den zondigen mensehïen inniii getrolïen over hel lijden, dal l mijne verlossing gekosl heeft, wil ik mij in deze oogenblikken mei dat w onder van lielde be/ig houden, dooi' l in den geest op uwen bloe-digen kru isweg te vergezellen. Maar hoe zal ik dil op eene waardige wijze veri'igten kunnen, ik die (J zoo dikwerf beleedigde, uw lijden niet zelden vernieuwde? Ja mijn Jesus! ik beken het, ik ben zon-
De heilige Kruwweg. 345 daar, een onwaardige : maar Gij kuntmij regtvaardig en uwer liefde waardig maken. Ontferm [I dan over mij; verwerj) mij niet van uw aanschijn , en vergeelden boelvaai-digen zondaar, die l als het hoogste goed boven al bemint , en juist daarom berouw heeft over zijne zonden. Niet meer, mijn God! niet meer zal ik zondigen, maar l steeds zoo beminnen, dat ik eenmaal onder diegenen gerangschikt worde, voor wien uw bloed niet vruchteloos vergoten werd.
Tot voldoening voor mijne misdrijven. olïer ik 1 deze oefening op. Stort gedurende dezen bloedigen togt in mij den goeden geest. en geel mij dat ik, door uw lijden bewogen , tot uwe navolging aangespoord woi'de; maak mij deelgenoot aan de verleende allaten, opdat zij mij behulpzaam zijn., om in dit leven uwe erbarmingen hierna uwe heer-
316 De heilige Krukweg. ïijkheid van aanschijn lotaanschijn te ijenieten. Amen.
i
L STATIE.
Jen as nxndi ter dood veroordeeld.
Wij aanhidrien 1. Christus, «jü loven U.
(hndat (iij dooi- uw heilig kruis dtj wereld verlost hebt.
Overweeg, mijne ziel, melwelke gevoel ens.fesus dit vonnis ontvangt: zie, hoe gewillig Hij zich aan hetzelve. uil liefde tot u onderwerpt. Aeh, dat gij u toch eensschaamdel, gij. die zoo dikwerf' het vonnis des eeuw igen doods verdiende! ! ( lij gewaard igtu naauw elijkseencgeringe versterving aan Le nemen, lot welke hij, die Gods plaats bekleedt, u soms veroordeelt. Welaan dan, wend u vol schaamte tot Jesns, uwen bruidegom, en zeg hem met een hart
Hp heiligp Arniswef/. U7
(. K B K II.
Dierbare Jesus! u\veousclmldefii fie lietde waai'inede Gij II, zonder eenigetegenspraak, aan liet onregt-v aardigste vonnis onderwerpt. doen mij hloozen. Het is mij leed, dat ik bij het ontvangen van eene geringe beleediging, bij liet hooien vaneen smadelijk woord, tothiertoe mij zoo verontwaardigd toonde: ja, dit smart mij. en ik maak een vast voornemen, om voortaan met uwe heilige hulp elke versmading, hoe onregtvaardig, hoe smartelijk die ook zijn moge. gaarne te verduren.
O/iz/' Vader. Wees gegroet.
Ontferm Uonzer. Heer. ontferm i onzer.
■
De heilige Krummg.
t
II. STATIE.
Jesus neemt het kruis op zijne schouderen.
Wij aanbidden l , Christus, en toven U.
Omdat (jij door uw heilig kruis de wereld verlost hebt.
Mijne ziel! besehouw uwen Jesus; zie met w elk eeneteederheid Hij het kruisomhelst, met welkeenekalmte en gelatenheid Hi j den moedwil der woeste bende verdraagt. Ach! bloos over de onverduldigheid, waaraan gij u bij het versehijnen van het geringste kruisje van tegenspoed zoo vaardig overgeeft. Ivom, vergezel uwen met het kruis beladen Jesus, en zeif hem :
O
(gt; E B K D.
Met reden schaam ik mij , lieve Jesus, wanneer ik U het kruis, het door mijne ondankbaarheid, door
p
he heiliye Kruisweg. H19 mijiiezonden vervaardigd kruis, zoo liefderijk zie omhelzen, terwijl ïk aarzel, die li^te. die aangename kruisjes op te nemen, welke uwe oneindige liefde mij vormde en door zoo vele genadehulp dragelijk maakte. Vergeef het mij, bid ik D, vermits ik een vast besluit maak, niet alleen om dezelve voortaan gaarne te omhelzen, maar daarenboven. met uwe geliefde heilige Theresia, Uonophoudelijk te smee-ken ; of lijden of sterven, het kruis of de «lood.
Onze Vader. M ce* gegroet.
Ontferm, I onzer. Heer! ontferm, U onzer.
ÏII. STATIE.
Jesux valt voor de eerste vuud onder tu't kruis.
Wij aanbidden ü, Christus, en loven U.
-TiO De heilige Kruixiveg.
Omdat Gij door uw heilio; kruis de wereld verlost hebt.
Mijne ziel! /iet gij de beleedigin-geu niet, welk uw gevallen Jesus !lt;• verduren heeft? En echter zwijgt Hij, en echter verdraagt Hij alles uit liefde tot u! En hoe ongeduldig zijt gij niet. wanneer eene ligtc ziekte u aantast. w anneer een gering ongeval u treft, hoe hitter beklaagt gij u dan niet! Ach, werjgt; u met tranen van berouw voor Jesus voeten iM'der, en bid hem :
ii K B K I).
Beminnelijke Jesus! met leedwezen werp ik mij voor ü ter aarde, omdat ik U zoo dikwerl door mijn ongeduld beleedigde. Ach! schenk mij de genade, om te kunnen opstaan, den weg des kruises met lielde en vreugd te vervolgen, en alle rarnpslagen gaarne te verduren.
(hize Vader, Ween gegroef.
De heilige Kruisweg. 321 Ontferm U onzer. Heerl ontferm [i onzer.
t
IV. STAT IK.
.lesn.s ontmoet zijne heilige Moeder.
Wij aanbidden 1. Christus, en loven U.
Omdal («ij door iiw heilig kruis de wereld verlosl hebt.
Aeb! welke eene hevige sinarl doorboorde bet bart \an Maria, en wie kan de loiteringen opnoemen, waarmede .lesnslijden hij deze ontmoet ini; ver/Avaard werd? Ween.
O y
mijne ziel! ween bij dit zielroerend selion wspel, en troost de bedroefde Moeder en den lijdenden Zoon op deze wijze :
G K K 1 I)
Liefderijke Moeder! ik ben hel , die uwen geliefden Zoon, uwen
Jesus, aan die barhaarsehe handen
21
822 De heilige Kruisweg. van ruwe krijgsknechten overleverde. Toen ik zondigde, juist toen vormde ik het zwaard van droefheid , dat uw moederhart doorboorde. Ach! ik heb er berouw over, en smeek u beiden om erbarming en vergeving. Erbarmingheilige Maria! Mijn Jesus! erbarming met eenen i zondaar, die het besluit maakt om niet meer te zondigen, en tot dat einde de smarten dikwijls te overwegen van Jesus en Maria.
Onze Vader. Wees gegroet. Ontferm Uonzer. Heer! ontferm. V onzer.
V. STATIE.
Jesus wordt door Simon van Cyrenen in het kruisdragen geholpen.
Wij aanbidden U, Christus, en loven U.
Omdat Gij door uw heilig Kruis de wereld verlost hebt.
De heilige Kruisweg. 323 Oenk eens na, mijne ziel, welke beleediging de Cyreneër Jesus aandeed, door Hem iir het kruisdra-gen zijne hulp te weigeren. Maar beleedigt gij Hem niet meer, als üij het kruis, dat Jesus u overzendt, gedwongen en niet met liefde torseht, als gij het nasleept en zelfs durft ontvluüieii? Ach! ver-
O
foei uwe dwalingen, en hid uwen liefhehbenden Jesus :
a E li E o.
Liefdevolle Jesus! ik belijd het, ik was die Cyreneër; ik die slechts gedwongen het kruis der wederwaardigheden gedragen en altijd getracht heb hetzelve te ontvlug-ten. Ach! ik erken mijne misdaden; ik smeek om vergeving en genade voor de toekomst. Zetid mij vrij •lie kruisen, welke ü zoo dierbaar zijn; met uwe hulp zal ik ze vol-iraarne omhelzen.
■
3!24 De heilige Kruisweg.
Onze Vader. Wees gegroet.
Ontferm IJ onzer. Heer! ontferm U onzer.
t
VI. STAT IK.
Veronica droogt Jesus aanschijn met een en zweetdoeh.
Wij aanbidden l , Chris!us. en loven U.
Omdat (iij door uw heilii; kruigt; de wereld verlost hebt.
Is het mogelijk, mijne ziel! dal gij niet van lielde en teederheid wegsmelt, hij de overweging van de belooning, welke de goede Jesus aan de vrome Veronica uitreikte, vooi' hare aan Hem betoonde daad van medelijden? Hij stelde haar in het bezit van zijne in den zweetdoek uitgedrukte, aanbiddelijke gelaatstrekken. Zou hij niet oj» dezelfde wijze ook met u handelen .
De heilige Kruisweg. H25 (toen* zijn heilig wezen in uw hart le drukken, zoo gij dikwerf uw medelijden jegens Hem opwekiet? Ach! i-eef dan van dit vernis aan uzelven
n o
jilleen de schuld en zea Hem ;
G K 15 K O.
(ielolterde Godmensch! zoo (iij niet in mijn harl gedrukt zijt, is de schuld niet aan TJ; neen, aan mijzeive, aan mijne ongevoeligheid moei ik het dank weten. Immers, gevoel ik we! ooit medelijden je-uens IJ? overwoei; ik wel ooit uwe
r; O
smarten? Ach! ik verfoei mijne handelwijze en wil voortaan uw hitter lijden dikwijls overwegen, opdat Gij met onuitwisehhare letteren in mijn harl moogt gegrift hlijven.
Onze Vader. Wee* gegroet.
Ontferm IJ onzer. Heer ƒ ontterm U onzer.
326 De heilige Kruixiveg
t
Vil. STATIE.
JesvH valt ten tweeden male ondet het kruis.
Wij aanhidden 11, Christus, eis loven ü.
Omdat Gij door uw iiciliij; Kruis de wereld verlost hebt.
Ach. mijne ziel! hoe ongevoelig zijl gij! Ziet gij niet, dat het uwe trotschheid is. die Jesus ook nu op den grond doet nedervallen, daar gij uwen Heiland met voeten treedt, om ii zeiven te verhellen? Ach! verfoei toch eens dien hoogmoed, en beloof uw gevallen Vriend he-terschaj).
G E B V. i)
Ja, mijn Jesus! ik beween mijne trotschheid, waardoor ik steeds boven anderen den voorrangbegeerde; en dewijl ik hierdoor oorzaak va»
De heilige Kr uitweg. -iï27 uwen val was, besluit ik, mij ook voor mijne minderen te vernederen, altijd met nederigheid en onderwerping te spreken en allen hoogmoed uit mijn hart te verbannen. Help mij hierin door uwe vermogende genade.
Onze Vader. Weet gegroet.
Ontferm Uonzer. Heer ! ontferm U onzer.
t
VIII. STATIE.
Jems troost de ween ende vrouwen.
Wij aanbidden U. Christus, en loven ü.
Omdat GÊj door uw heilig Kruis de wereld verlost hebt.
Zie, mijne ziel, hoede voor Jesus geplengde tranen, met de door Hem gegevene vertroostingen gepaard gaan. Naauwelijks weenen Jeruza-lems vrouwen, ot Jesus vertroost
r
I
lt;i28 De heiliye Kruiswey.
haar. Overweeg eens, dat zoo gij tot hiertoe van Hem nog geenen troost ontvangen hebt, het een sprekend bewijs is, dat gij nog geene tranen van medelijden over uwen lijdenden Zaligmaker gestort hebt.
lt;; K 15 E I).
Beminnelijke Verlosser! al te wel gevoel ik mijne verpligting, om over mijne ondankbaarheid en zondige werken teschreijen; maar des te meer beween ik dezelve, om-dal zij oorzaak van uw lijden waren. Zoo dan de tranen der bedroefde Vrouwen ü welgevallig waren, o versmaad dan de mijne niet, opdat ik zoowel nu als in het uur van mijnen dood door U getroost worde.
Onze Vader. Wee* gegroet.
Ontferm ff onzer. Heer! ontferm IJ (mzer.
Dt' heriliye Kr uitweg.
t
IX. STATIE.
Jems valt ten derden male onder het kruis.
Wij aanbidden U, (Christus, en loven ü.
Omdat Gij door uw heilig kruis de wereld verlost hebt.
Beschouw, mijne ziel, beschouw uwen hier ten derden male op den urond gevallen Jesus : uwe zonden deden Hem bezwijken. Hij kon den last uwer ondankbaarheid niet lan-'rer torschen. Maak dan toch een-
O
maal het besluit , om niet meer ondankbaar te zijn, en uwen Verlosser op te beuren. Zeg hem met geheel uw hart.
K K K Ü
Goede Jesus! het is maar al te waar. u w herhaald vallen werd door
330 De heilige Kruisweg. mij veroorzaakt, doordien ik aan uwe genade zoo slecht beandwoord-de; maar zie, ik heb er berouw over en neem mij voor, om in het vervolg geene genade onbeantwoord te laten. Dit echter kan ik niet zonder uwen bijstand. Help mij dan om uit dien afgrond van ondankbaarheid op te staan en nooit meer uil uwe genade te geraken.
Onze Vader. Wees gegroet.
Ontferm [j onzer, Heer! ontferm U onzer.
t
X. STATIE.
Jesus wordt ontkleed en met gal gelaafd.
Wij aanbidden l), Christus, en loven U.
Omdat Gij door uw heilig kruis de wereld verlost hebt.
Overweeg, mijne ziel, hoe Jesus maagdelijke zedigheid hier belee-
.
De heilige Kruixmeg.
digd, hoe zijn smaak hier verbitterd werd. Ach! uwe onbeschaamdheid, uwe zinnelijke kleeding, uwe ijdeï-heid beroofde u van uweonschuld, rukte Jcsus de kleederen van het lijf; uwe onmatigheid verbitterde den smaak van uwen Meer. Welaan dan, spreek Hem rouwmoedigaan, zeiifgendc :
G E li K I).
Lijdende Jesus! ja ik beween mijn ijdcl [gt;ogeii om in de wereld eene vertooning te maken, ik verwensch mijne onwaardige begeerten, ik verfoei allegehechtheid aan de wereld; geef dat ik mij voortaan nooit meer van het kleed der onschuld bcroove, dat ik mij nooit meer aan overdaad pligtig make, en door de eenvoudigheid mijner kleeding, de zedigheid mijns harten levendig uitdrnkke.
Onze Vader. Wees gegroet.
Ontferm Uonzer, Heer! ontferm L onzer.
332 'De heilige K-nmwey.
t
XI. STATIE.
Je.sus wordt oan het kruis yenageld.
Wij aanlmlden 1 . Christus, en lovenquot; U.
Omdat Gij door uw lieiliij, kruis de wereld verlost hebt.
Eindelijlv, mijne ziel, eindelijk wordt uw vermoeide, afgematte Jesusaan hel vloekhoul geklonken. Ween hier hij de herinnering, dal uwe zoo gekoesterde hartstogten •lie scherpe nagelen waren, waarmede zijne handen en voeten doorboord werden; dat uwe bedorven wil de hamers waren, welker slagen Golgotha weergalmen deden. Ach! smeek Hem hiervoor vergeving door te zeggen :
tgt; E B K I).
Mijn gekruiste Jesus! duld dat ak vol droefheid en leedwezen mijne
De heilige Kruisweg. 33$ zonden en ondankbaarheid in uwe doorboorde handen iegge, niet om IJ op nieuw te kruisigen, maar opdat mijne trouweloosheid, met U gekruist zijnde. van weedom sterve, om in eene eeuwige trouw te veranderen.
Onze Vader. Wee* gegroel.
Ontferm [ onzer. Heer! ontferm I onzer.
t
XU. STATiK.
Jexux hidt al stervende roor zijne liriiiMqer*.
Wij aanbidden i . (llirislns. en loven L.
Omdat (ïij door uw heilig ki'mgt; de wereld verlost hebl.
el(L en
nis
hjk
tte en. la (
ten ar-
en
la-in. 'i'-
at ne
Beschouw, mijne ziel, beschouw nogmaals uwen aan het kruis ge-hechten .lesu»;. Zie hoe treirdijk Hij den eeuwigen Vader bidt voor u, die Mem zoo schandelijk hoondet;
.
S32 De heilige Kruisweg.
t
XI. STATIE.
Je.sns wordt aan het krui* genageld.
Wij aanbiflden 1 . Christus, en loven r.
Oindat Gij door uw heilig kruis dr wereld verlost hebt.
Eindelijk, mijne ziel, eindelijk wordt uw vermoeide, afgematte Jesusaan hel vloekhout geklonken. Ween hier hij de herinnering, dal uwe zoo gekoesterde hartstogten
O O
die scherpe nagelen waren, waarmede zijne handen en voeten doorboord werden; dat uwe bedorven wil de hamers waren, welker slagen Golgotha weergalmen deden. Aeh! smeek Hem hiervoor vergeving door te zeggen ;
G E B K l).
Mijn gekruiste Jesus! duld dal ik vol droefheid en leedwezen mijne
De heilige Kruisweg. -i-l-S zonden en ondankbaarheid in uwe doorboorde handen legge, niet om U op nieuw te kruisigen, maar opdat mijne trouweloosheid, met U gekruist zijnde, van w eedom sterve, om in eene eeiiWMigt;e trouwquot; (e veranderen.
Onze Vader. Wee* gegroel.
Ontferm, l onzer. Heer! ontierm I onzer.
t
XII. STAT IK.
Jesu.s hidi al ervende roor zijne hrnixiger*.
Wij aanbidden \ . (Christus, en loven V.
Omdat (jij door n\\ lieilii; Kruis de wereld verlost hebl.
Besehouw , mijne ziel. beschouw nogmaals uwen aan het kruis ge-hechten Jesus. Zie hoe trelïelijk Hij den eeuwigen Vader bidt voor u, die Mem zoo sehandelijk hoonde!;
■■
.
334 De heilige Kruisweg. en gij aarzelt nog vergeving te schenken aan hen die u soms verongelijkten, die ii beleedigden! En echter zijt gij het, die den Zoon van God niet slechts heleedigd, maar zelfs gekruist hebt. Welaan, verhef dan vol berouw over zoo vele zonden uwe stem tot Jesus. en zeir Hem :
lt;. K K 1).
Beminnelijke Zaligmaker! uwe slem, waarmede Gij den Vader voor mij om vergeving badt, roept mij onophoudelijk toe, dat ik niet alleen mijnen naasten alle verongelijking vergeven, maar ook ü voor mijne beleedigers om vergeving smeeken moet. Gehoorzaam aan die stem, verfoei ik dan ook mijne tot hiertoe gevolgde hardvochtigheid, en maak het voornemen, om hun, die mij verongelijking aandoen, weldaden te bewijzen, opdat ik ook
De heilige Kruisweg. 385 eenmaal van ü hooren moge : heden zult gij met Mij in het Paradijs zijn.
Onze Vader. Wees gegroet.
Oniferm U onzer. Heer! ontferm IJ onzer.
t
XIII. STATIE.
}ems wordt van het krui* genomen.
Wij aanbidden IJ, Christus, en loven ü.
Omdat Gij door uw heilig Kruis de wereld verlost hebt.
Gij waart het, mijne ziel, die den gestorven Jesus in Maria's schoot legdet, zoo dikwijls gij Hem in het Sakrament met weinig godsvrueht,
■ • • i o o y
mogelijk wel op eene heiligsehen-dende wijze, in uw hart ontvangen hebt, en Hem zoodoende in uw binnenste deedt sterven. Aehf vraag Jesus hiervoor vergeving; bid! Maria om hare voorspraak.
De heilige Kruixrveg.
lt;; F K K 1gt;
.la mijn God! lïet is waar, ik was ongevoelig genoeg om zulk een droevig schouwspel daar te stellen, dewijl ik zoo dikwijls uwe heilige Ta fe 1 n a d e r d e, z o o n i e 11 n e t e e 11 d oo r zonde bezoedeld eewelen. dan toch
O
met weinig godsvruehl en met een nan het aardsehe gehecht hart. Ach! dil berouw I mij en spoorl mij tevens aan. om voortaan het Brood dei-Engelen zoo tc ontVHngen, dal hel voor mij een onderpand w orde der toekomstige iieerlijkheid.
Onze Vader. Wees gegroet.
Ontferm U onzer. Heer! ontferm U onzer.
t
Je.m* wordt in het grof gelegd.
Wij aanbidden 1. Christus, cu loven U.
De kfiiliye Krviwveg.
Omdat Gij door uw hcilic; Kpuss He wereld verlost hebt.
Overweeg, mijne ziel. hoedanig het graf was, waarin uw ontzielde Verlosser gelegd werd. Het was een nieuw graf. en met kostbaar reukwerk gebalsemd werd Hij in hetzelve nedergelegd. Dan helaas! uw hart is voor uwen Jesus geen nieuw graf meer, daar gij der zonde in hetzelve eerst eene plaats hebt ingeruimd. Welaan, tracht het nu ten minste te vernieuwen, en bid hem. dat Hij in u een geheel ander hart seheppe.
K E H E D
Liefde mijner ziel! ik belijde het : mijn hart was tot hiertoe een door zoo vele zonden en onvolmaaktheden bezoedeld graf; maar vol schaamte en berouw bid ik IJ : schep in mij een nieuw en zuiver
hart, en gee( dat ik hetzelve met
22
338 De heilige Kruisweg. den balsem van de gedachtenis aan uw lijden zalve, en met het reukwerk der deugden verfraaije. Dan zult Gij altijd in mijn hart rusten, als in een graf, dat heerlijk en U welgevallig is. Amen.
Onze Vader. Wees gegroet.
Ontferm Uonzer. Heer! ontferm IJ onzer.
S L Li I T G E B E D.
Hartelijk dank zij ü, o Heer, voor al uwe weldaden, en inzonderheid voor de weldaad welke Gij mij nu weder bewezen hebt, door mij op dezen kruisweg te ondersteunen. Ik mogt mij dan gedurende dezen tijd eens van hetaardsche losscheuren, mij inde geheimen van uw lijden verdiepen en daaruit heilrijke lessen verzamelen. O, datdezeoefe-ning dan ook werkelijk strekke tot verbetering van mijnen wandel en lot zaligheid mijner ziel. Geef ,
De heilige Kruisweg. 339 jjoede Jesus, dat zij ook aan die afgestorvene geloovigen voordeelig zij, voor welke ik dezelve heb opgedragen; en mogten zij die aflaten nietnoodig gehad hebben, gewaar-dig ü dan, dezelve aan die zielen
voor welke aeene
o
bijzondere gebeden gestort worden , en die aan mijne hulp de meeste behoefte hebben; beschik over dezelve gelijk het U behaagt.
Eindelijk, verleen mij dat ik uw lijden bestendig in mijne gedachten hebbe, mijnen wandel daarnaar re-gele, en tot den laatsten adem mijns levens in de deimd volharden moee.
i O _ o
Amen. Zes malen Onze Vader. enz.
GEBEDEN OP HET LIJDEN EN STERVEN VAN ,
ONZE» HKKK JESUS CHRISTUS.
Volgens de getu igenis van Chr ist us, kun de niensch op deze wereld geen beter middel uitvinden om de zalig-
toe le voegen.
MO Gebeden op het heid zijner ziel te bevorderen, dan dagelijks het hitter lijden en sterven van onzen Heer Jesus Christus te o ver wegen ; daarom zijn alle get ijden van het Lijden verdeeld in vier en twintig deel en. voor de vierentwintig uren van den dag. om bij tijdsgelegenheid te gebrvihen.
I. Christus spijst zijne Apostelen, en stelt liet heilig Sakramenl des Altaars in.
% Christus waseht de voeten zijner Apostelen.
3. Ilij gaat met zijne Apostelen in liet hofje Gethsemane.
4. Hij valt op de aarde, zweet water en bloed, en bidt den Vader: is het mogelijk. zoo neem dezen kelk van mij.
5. Judas verraadt Christus met eenen kus, en levert hem over aan de Joden.
Ö. Christus wordt van de Joden
Lijden van Christus. ^41 gevangen genomen, getrokken en gebonden.
7. Christus wordt gesleept door (ie beek Cedron.
8. Hij wordt gevoerd voor den lioogepriester Annas, en van eenen krijgsman ontvangt hij met eenen
. ijzeren handschoen een kaakslag.
9. Van daar wordt hij geleid naar Caïphas, Herodes en Pilatus.
10. Hij wordt van Herodesbespol, en als een krankzinnige tnet een \s it kleed omhangen.
I I. Van Herodes wurdt hij \ve-derae/onden naar Pilatus. en wordt
KJ
onschuldig bevonden.
l^. De Schriftgeleerden. Farizeën
O
en Hoogepriesters riepen : kruist hem, kruist hem!
13. Hij wordt onbarmhartig geslagen, en met roeden, zweepenen ketenen ii;eii;eeseld.
O O
14. Christus wordt gekroond met doornen, met vuisten geslagen, met
■
e34!2 Gebeden op het
gebogen knieën valsehëlijk aangebeden: hem wordt een riet in de hand gegeven, en als koning wordt hij besehhnpt en bespot.
15. Daarna zetten zij hem op eenen steen, hangen hem eenen purperen mantel om. spuwen hem in zijn heilig aangezigt en roepen ; wees gegroet, koning der Joden!
16. Pilatus toont hem aan het volk , zeggende ; Ecee Homo. aanziet den menseh: en hij wordt ter dood verwezen.
47. De soldaten ontkleeden hemen bereiden een zwaar kruis, hetwelk hij metgrootepijn en smartnaarden berg van Calvarië moet dragen.
18. Hij zueht onder het kruis tot zijnen hemelschen Vader, voor de zaligheid der menschen, en bezwijkt van pijn en bloedverlies.
49. Christus ontmoet zijne lieve Moeder, die van ontsteltenis, toen zij haren beminden Zoon onder den
lijden van Christv*. 343 zwanen boom des kruises zoo doorwond en mishandeld ziet, van medelijden in onmagt valt.
^O. Christus valt onder het kruis, en wordt van de krijgsknechten wreedelijk opgebeurd, en met het kruis naar den berg van Calvarië gesleept en getrokken,
21. Als hij den berg van Calvarië bereikt, wordt hij van zijne kleederen ontbloot en naakt op het kruis geworpen. en zoo geweldig , dat al zijne wonden weder op nieuw bloeden.
22. Zijne gezegende handen en voeten worden met groote nagels doorboord en geslagen.
23. Christus wordt wreedelijk met het kruis opgeheven, dat men in eenen daartoe gemaakten kuil liet vallen, waardoor al zijne ledematen van hunne plaats verzet werden en hij aan zijne gezegende handen bleef hangen.
344 Gebeden op het
124. Christus is drie uren lang levend aan het kruis blijven hangen, en nadat alles volbragt was, dat van hem gesehreven staat, heeft hij zijnen geest in de handen van zijnen hemelsehen Vader gegeven en is gestorven.
Manier om den ganschen dag al zijne werken niet het lijden onzes Heeren .lesus Christus te vereenigen, en de heilige Drievuldigheid daardoor te eeren.
1. Als ■men 's moryens ontwaakt, moet men deuken, hoe. Christus van de wreede Joden in Pilatus voorhof mishandeld en den (jeheelen nachl Ijesehimpt, hespol tn geslagen is; zeg don.
O Heer Jesus Christus! doe mijn hart ontwaken totU,dieden gehee-len nacht van de meineedige Joden in den voorhof van Pilatus beschimpt, bespot en geslagen zijt; dat ik II dezen dag mag loven, prijzen en eeren: die leeft en heerscht, met den Vader en den heiligen Geest, in alle eeuwigheid. Amen.
n can (Ihrwtus. 345
2. Als men can zijne slaapkamer (/aai, moei men denken hoe Christus van de Joden qetrokkeu en gebonden is, en zeggen .
O Heer Jesus Christus! vergun mij door uwe grenzelooze barmhartigheid , dat ik dezen dag uwe voet-stappen navolgen en nooit van ü afwijken mag. Bewaar mij, Heer, door uwe ketenen en handen, heden voor alle ongeluk «mi listige lagen van den hoozen vijand. Amen.
S. Als gij uit uw /tuis gnat, deuk hoe Christus (/eleid is naar Annas , Caïphas, Her odes en Pilatvs, en zeg:
0 minzame Jesus! waar zal ik V vinden, eenige schat mijner ziei, troost mijns gemoeds, wellust mijns harten? Gij zijl geleid voor de hoo-gepriesters om geoordeeld te worden : geef mij de genade om U al-zoo na te volgen, dat ik op den jongsten dag uw streng oordeel niet behoef te vreezen. Amen.
346 Gebeden op het
4. Alt men door de kerk go.nl, moet men denken hoe Chrixtm met zijne Apostelen het jpnnschfeest gehouden en wet hun het Avondmaal pegeten heeft, en dat hij het heilig Sa kram ent de» Altaar* ingesteld heeft, zeggende:
O barmhartige Jesus! om onze gebreken en onstandvastigheid hebt Gij met groot verlangen met uwe ee Apostelen het Paaseblam gegeten. en hun met uw eigen vleeseh en bloed gespijsd, hun ongeloof verdreven en in het geloof bevestigd, en hun den weg der eeuwige zaligheid geopend. Vergun mij ook, dal ik U in het heilig Sakrarnent met een godsdienstig hart mag aanbidden, in ügelooven,op ü hopen, en U beminnen in alle eeuwen. Amen.
5. Ouder het merk moet me» dikwijls denken , hoe Christus drie- en- dertig jaren lang hier op deze wereld in hitte, koude, honger, dorst, vervolging en benaauwdheid heeft willen leven, en zeggen.
O Heer Jesus Christus , die deo
lijden van Chrütus. ^47 schoot van uwen hernelschen Vader verlaten hebt, en in deze wereld gekomen zijt om in hitte, koude, honger, dorst, vervolging en he-naauwdheid het verloren schaap te zoeken; sta mij bij, opdat ik mijn werk maff beginnen tot uwe hoogste
o o C
eer en uwen roem. en tot zaligheid mijner ziel. Amen.
6. Als mcv aan tafel gaat, moet men denken , hoe de Heer der Heer en, de Koning der Koningen, naakt en bloot, in de grootste ver-!aten heid, aan den boom des kruises hangevde, wet gal en edik gelaafd is, en zeggen:
0 Heer Jesus Christus, die alles wat leven ontvangen heeft uit milde-iijke genade spijst: hoe zijt Gij alzoo op deze wereld verlaten geweest, dat Gij in uwen uitersten nood niet eenen enkelen druppel water tot lafenis hebt mogen genieten, maar met bittere gal en edik zijt gelaafd gew orden? Verzadig mijne dorstige
348 Gebeden op het ziet met den dauw uwer genade, en behoed mij voor alle overdaad in spijs en drank. Amen.
7. Jln men xlu'ptn ijuaf, kan men denkeit hue Chrülvn zijnen yeest in de handen zijm heme lachen Vader* beval, nadat hij drie uren tang aan hel krui* gehanyen had; hoe hij oe,starven en begraven, en zeg yen •
(gt; eeuwig Woord des Vaders! Gij hebt gedurende drie uren met uitgerekte armen , in de gruwzaamste pijnen en smarten, aan het kruis gehangen, om mij, arme zondaar , in uwe gezegende armen te ontvangen : en toen Gij den dood voelde! naken en alles volbragt hadt. wat van U voorzegd was, hebt Gij uwen geest inde handen uwshemelsehen Vaders bevolen. Neem, bid ik U, mijne ziel ook in uwe gezegende handen, als zij uit dit leven sehei-den zal, en laat mijne laatste woorden zijn : Jesus, Maria, Jozef? in
lijden van Chrixtv* 349 uwe handen beveel ik mijnen geest.
8. Als yij in hd hed treedt, (j ede uk hoe de vier heilige mannen, het dcode Ligchaam van Christus, van het kruu afgenomen, in eenen fijnen linnen doek gewonden, en in een nipuw steen en ijrnf gelegd hebben, en zeg da n :
O mijn Jesus! dooi- uwe heilige begravingen de bittere tranen van uwe bedroefde Moeder. ook door den heiligen lijkdoek, waarin uw heilig ligchaam gewonden is geweest, hetwelk met uw heiligbloed geverwd is; bestuur mijnen slaap, en keer van mij alle booze bekoring des duivels; begraaf mij in uwe heilige vijf wonden, opdat ik gerust mag slapen. In uwe handen beveel ik mijnen geest.
9. Over dag, als men de trappen opklimt, kan men denken, hoe Christus met zijn heüig kruis den berg van Calvarië smartvol lt;gt;pgamp; klommen is, en zeggen.
^50 Gebeden op hei
O Heer Jesus Christus! door de pijn die Gij geleden hebt, toen Gij met den hoorn des kruises, door de Joden op den berg van Calvarië getrokken zijt; door het bloed, waartliede Gij uwe voetstappen ge-teekend hebt; door uwe zuchten onder het kruis, en hel medelijden van uwe gezegende Moeder, dat zij in haar moederlijk hart gevoelde, toen zij U op dezen smartvollen en bedroefden weg ontmoette : sta mij bij en help mij mijn kruis tot uwe eer met geduld dragen, opdat ik daaronder niet bezwijke. Amen.
10. Als men de trappen af klimt, kan men zich. voordellen, hoe Christus ons allen zal komen oor deelen, en zeggen:
O regtvaardige Regter, Jesus Christus! die de levenden en doo-den zult komen oordeelen, en die de wereld door het vuur zult laten vergaan : laat mij hier alzoo wan-
lijden van Christus. 351 deien, dat ik in eeuwigheid niets behoef te vreezen. Amen.
11. Jls ons eeniye zwarigheid overkomt, moei men denken, hoe Christus van Pilatm is ter dood verwezen , en dan zeggen:
0 geduldige Heer Jesus Christus! o zachtmoedig Lam Gods! door het onregtvaardige oordeel dat de reg-ters over U uitgesproken hebben: verlos mijne ziel uit alle benaauwd-iieid, en geel' mij geduld in al mijnen tegenspoed. Amen.
12. Als men eenig vermaak of vreugde geviel , dan denk aan de hemelsche eer, en zeg:
Allerzoetste Jesus! door uweeeu-wigeeer en alle oneindige vreugde, lt;lie de uitverkorenen in de eeuwigheid met U genieten zullen: verleen mij deze tijdelijke genoegens alzoo te gebruiken, dat ik de eeuwige niet verlieze. Amen.
352 Geiteden rrp kef lijden., mz.
13. Ah men far kerke gaat, bedenke men dat Chrhtm, toen hij twaalf jaren oud wax, in den tempel leerde
O eeuwige wijsheid. Jesus Christus! die van uwe lieve Ouders io den tempel gevonden zijl, in hel midden der leeraren: geef mij het verstand. om te begrijpen al hetgene tol mijner ziele zaligheid, en ter vermeerdering uwer eer . noodig is. Amen.
14. .//-« me» over het kerkhof tja at
0 Heer Jesus Christus! verleen aan al de overledene ehristelijke geloovigen de eeuwige rust. door al uwe pijnen en smart.
15. Ah men voorbij eene kerk (jaat
Ik aanbid ü, verborgene Godheid, die onderden schijn van brood hier waarachtig tegenwoordig zijl: ik offer 11 mijne ziel, ligchaam, en alles wat ik heb: ik gelootquot; in U
Gebeden ran de H. Bngiffa. 353 o eeuwige wijsheid; ik hoop in ü, o eeuwige getrouwheid; ik bemin 1, o ^euwiije goedheid. Amen.
quot;'S Viür—
VIJFTIEN GEBEDEN VAN DE H BRIGITTA
/AV T Gehf.d
6 Heer Jesus (ilirisius! eeuwige zoetheid dergenen dieUbeminnen, vreugde di'- alle blijdschaj) efi elk verlangen te hoven gaat: zaligheid on lielhebber der zondaren die leedwezen hebben: die zelve getuigd hebt . dat het uw wellust is met de kinderen der mensehen te \ erkeeren: nuMiseh ge worden zijnde op hel einde der tijden :gedenk alle zorgen en de innige droefheid, die (üj van liet begin uwer aanneming van de mensehelijke natuur verdragen hebt. vooral ten tijde van
uw allerbitterst lijden, dat Gij in uw
is'
354 Vijftien gebeden goddelijk hart van eeuwigheid at had voorbeschikt: gedenk de droefheid en hitterheid, die Gij, volgens uwe eigene ilt;etuii?enis, in uwe ziel
O O O # #
hebt geleden, toen Gij ze id et: mijne ziel ia bedroef dtot den dood toe; ook toen Gij in het laatste avondmaal uw heiliü, Liifehaani en Bloed aan uwe
o tj
Leerlingen gegeven hebt, hunne voeten gewassehen en heu liefderijk troostende, hun uw aanstaande lijden hebt voorspeld. Gedenk de ontroering, angsten pijn, die Gij, voor uw lijden des kruises, in uw feeder ligehaani hebt ondervonden, toen Gij. na driemaal bidden en bloedig zweeten, van uwe eigene Leerlingen overgeleverd, van uw bemind volk^maimen. van valsehe
O o 7
getuigen betigt, van drie regters onregtvaardiglijk verooi'deeld, mde uitverkorene stad, op Pasehen, in de bloeijendejeugduws ligchaams, onschuldig werdt verwezen, over-
can de heilige Brigitta. 355 geleverd, bespugen, van uwe klee-derenberoofd, met vreemde kleederen gekleed, mishandeld, met loegebonden oogen en in uw aan-gezigt mei vuistslagen geslagen, gegeeseld, met doornen gekroond, meteen riet opbel hoofd geslagen, en met ontelbare andere verguizingen overladen wei dt. 0 allerzoetste Jes us! doo r d e ged alt; • b ten is aa n deze pijnen en smarten, wii mij toeh verleenen, nu en bij mijnen dood, een waarachtig berouw oxer mijne zonden, eeue opregte !)ieciit, behoorlijke \ oldoeuing, en \ ollekvvijt-sehelding van al mijne zonden. Am.
WeesgegroeI, allerzoetste en goe-dertierenste Heer Jesus (!hristus,en ontferm ü over ons, zondaars. Am.
Onze Vader, \V ees gegroet , enz.
Hef 11 Gebed
ó Jesus Criristus! vvaaraehtige rijkdom der engelen en paradijs
Vijftien gebeden
der wellusten; ^edrnk den sehrik
•
en de gruwelen, die (iij verdroegt, toen uwe vijanden als bloeddorstige lijgers (' omringden, cn l hespogen, sloegen, krabden, en andere ongehoorde pijnen aandeden. Door al de smadelijke woorden . harde slagen en pijnigingen, die l , Heer .lesus Chrislns. uwe* vijanden hebben aangedaan, bid ik l . dat (Jij mij will verlossen van ü! mijne vijanden, zienlijke rn onzienlijke: dal (iij mij vergunnen wilt. dat ik onder de schaduw uwer vleugelen de zoete rust dei-
eeuwige zaligheid mag vinden.
li
Weesgegroet. allerzoetste en ai-lerseiioonste Heer JesusC.hristus, en ontierm 1 ov er onszondaars. Aimen. OnzeVader, WCesgegroet, enz.
//c/ III. (lehed
o Heer .lesus Christus! Bouw-meesJer en Seliepper der wereld,
van fie keiUye BriyUta. -{57 dit' mt'! gecne maat nocli palen kan gemeten worden ; die den hemel en deaarde in uwe hand bevat: gedenk de hittere pijnen die (jij verdroeg!., lorn men uwe allei'heiligste handen eerst mef nagelen aan hel kruis gehecht lieri't. en men daarna overgaande om uvw voeten ledoorwon-den. er) (iij niet naar hunnen wil hingt . men uw e wonden pijn hoven pijn heeft aangedaan, en men Tzoo nnnenadii; heeft heen en weer quot;e-trokken en uitgerekt. in de lengteen breedte des kruiscs , dat ai de /enu-wen uwer iedemalei^ vertrokken werden. Ik hid f . üeej' .lesu^Christus, door de gedachtenis aan deze allerheiligste en hiflcrsle pijnen aan het kruis, dat (üj mi; uwe vrees en liefde wilt verleenen. Amen.
Weesgegroet, allei zoetsleen goe-dertierenste Heer JesusClu istus, en ontferm IJ over ons arme zondaars.
Onze Vader. Wees ijeuroet, enz.
kZ r:
:if)S Vijftien geheden
Het TT Gehed
6 Heer JesusChristus, hemelsehe (iencesluMM' 1 gedenk tie kwalen, pijnen en smarlen . die Gij. op den hooien stom des krnises verheven zijn-He. hehl verdragen aan al uwe al-ierhciliiisl^' doorscheurde leden.
O y
zoodanig dat ergecnepiju te vinden is, die hij uwe pijn kan vergeleken worden; w anl van het ondersten wrr voelen tol den top uws hoofds was in T geene gezondheid. Rn alsdan alle pijnen vergetende, hehl Gij den Vader voor uwe vijanden liefderijk gebeden. /eggende; f 'ader! vergeel hel hun. nmtii zij irefm niei wat zij doen. Door deze uwe wonderlijke liefde ei» barmharhdieid. en om
r)
de gedfnlitenis aan deze uwe zoo groole pijnen, vergun dal deze ge-daehtenisaan uw allerbitterste lijden mij volkomene kwijtschelding aller zonden ve.rwerve. Amen.
van de heilige Brigitta. 359 Wees gegroet, allerzoetste en liarmhartigste Heer Jesus Christus, enontferm (Jover onszondaars. Am, OnzeVader, Weesgegroet, enz.
!{lt;■/ i'. Gclml.
ó lieer Jesus Christus, spiegel der eeuwige klaarheid ! gedenk de d roefh eid we i k e Gi j ge i)a d h el) t, toen Gij in den spiegel uwer goddelijke Majesteit, het getal der uitverkorenen overziende, diedoor de verdiensten uws lijdeus zouden zalig worden . Gi j ook de verwerpingder hoo-zen en lt;1e meuigte der verdoemden gezien hel)t,dieom humieboosheid zouden verloren quot;aan. Door den af-grond uwsmedelijdens, dal Gij over de verlorene en verlatene zondaars loondel, en door het allerzoetste woord, dat Gij den moordenaar aan het kruis lieht laten hooren, zeggende : heden zult gij met mij wezen in het Paradij*, bid ik II, goedertierene
360 |i ijftien gebeden
Jestis, dat (Jij mij bariuharLi^ wilt zijn in het uur mijns doods. Amen.
Wees gegroet, allerzoetste en ho-nigvloeijende Heer Jesus Christus, en ontferm Uoveronszondaars. Am.
Onze Vader. Wees gegroet. enz.
Hel VI. (ü'bed.
ó Heer Jesus Christ us. liefelijke Koningen aangenaine Nrierui? gedenk de suiai'ten weike (jij hadt, toeu (ïij naakt en ellendig aan het kruis gehangen hebt. toen uwe vrienden en bekenden van verre stonden,en(ïijgeenen troost vondt, dan alleen bij uwe beminde Moeder, die IJ in uwen uitersten nood trouwhartig bijstaande, en medelijden hebbende, (ïij uwen Apostel hebt aanbevolen, zeggende; Vroute, zie mve ft zoo ft; en tot den Apostel: zie uwe Moeder. Ik bid I , goeden-tierenste Jesus, dooi- het zwaard des lijdens, dat toen uwe ziet doordrong, dal mij wilt te
can dt heiliye Brigitta. -iOI hulp komen in alle ligchamelijke en geestelijke moeijelijklieden : en verleen mij troost, blijdsehap en bijstand ten allen tijde in mijne kwelliiii» en benaanwdbeid. Amen.
Wees gegroet, allerzoetsteenaan-genaainste lieer Jesus Cliristus, en ontleriii 1 over ons zondaars. Am.
Onze Vader, Weesgegroet, enz.
Het I Jl Gebed.
6 Heer Jesus Christus! alt ijd vloei-jende bron van genade, die aan hel kruis uit opregte gene^eidu'id en liefde gezegd hebt: ik hch dorst. te weten naar de zalii-iieid van het mensehehjk geslacht: ontsteek toeb onze begeerte tot allegoede werken, en wil in ons ueheel stillen en uit-blussehen den dorst der vleesebe-lyke begeerten, en den brand der wereldsehe liefde en \\ ellusten. Am.
Wees gegroet, allerzoetste en allerliefste lieer Jesus Christus, en ontferm ü over onszondaars. A uien.
362 Vijftien gebeden
Onze Vader, Wees gegroet, enz.
Hei F Hf Gr bnt
ó Meer Jesus Christus, zoetheid des harten en grootste genoegen der zielrn ! door de bitterheid desazijns en der gal, welke Gij voor ons aan hel kruis gesmaakl hei)! ; vergun ons, ellendige zondaars, dat wij uw iig-ehaarn en bloed (en allen tijde, en vooral in hel uur onzesdoods, waardiglijk mogen onlvangen, lot genezing en troost onzer ziel. Amen.
Wees gegroel. allerzoetste en zaehtmoediofste Heer Jesus Chris-
O
tus, en ontferm li over ons zondaars. Amen.
Onze Vader. Wees i^eijroet. enz.
O ~
Het FX. Gebed.
ö Heer .jlt;\sns (Christus, koninklijke kraelit en vreugde des harion! gedenk de henaauwdheid en pijn welke Gij geleden hebt, toen Gij, om de bitterheid des doods, en
van de heilige Brigitta. 363 om de bitterheid der Joden, luide riept dat Gij van God den Vader verlaten waart, zeggende : mijn God! mijn God! waarom hebt Gij mij verlaten. Door deze benaauwd-heid bid ik U, allerzoetste Jesus, en verzoek LT, o Heer mijn God! dat Gij in de benaauwdheid des doods van mij niet afgaat, Amen.
Wees gegroet, allerzoetste en lijdzaamste lieer Jesus Christus, en ontferm U over ons zondaars. Am, Onze Vader , Weesgegroel. enz.
Het X. Gebff/
o lieer Jesus Christus, beüjn en einde, eenheid en sterkte in alle gedeelten: gedenk dat Gij l zeiven om onzentwil, van het bovenste des iioolds tot het onderste der voeten, in eene zee van lijden verzonken hebt.
Ik bid IJ, goedertierene Jesus, door de w ijdte, lengte en grootheid uwer wonden, dat Gij mij wilt leeren
3()4 Vijftien gebedcji
in waarachtige liefde uwe geboden te bewaren en te volbrengen. Am.
Wees gegroet, allerzoetste en voorzienigste Heer Jesus, en ontferm l1 over ons zondaars. Amen.
Onze Vader, Wees gegroel, enz.
//■/ V /. Gfbud.
6 lieer Jesus Christus, onuitputbare bron der allerdiepste goed-giiustigheifl en barmhartigheid: ik bid r. door de diepte uwer wonden. dit vleeseh, hel merg uwer gebeenten, en het binnenste uws iiüciiaams doordrongen, dat (iij mij, uwen dienaar, in zonden bedolven, daar wilt uittrekken en in de gaten uwer wonden voor het aansehijn uwer gramschap verbergen, tot dat uwe verbolgenheid voorbij gaat. Amen.
Wees gegroet, allerzoetste en allermagtigste Heer Jesus Christus, en ontferm ü over ons zondaars. Amen.
van de heilige Brigitta. 365
Onze Vader , Wees gegroet, enz.
Hd XI /. Cithed.
6 Heer Jesus Christus, spiegel der waarheid , zegel der eendragt, en band der liefde! gedenk uwe ontelbare wonden, die \ van het bovenste des hool'ds tot het onderste der voeten doorwond hebben, die van de booze beulen doorscheurd, en rnet uw heilig bloed geverwd zijn, en al die groote pi jnen welke Gij in uw immgdelijk lig-cbaarn voor ons, ondankbare zondaars. hebt verdragen, (ioedertie-ren .lesus! wat hadl liij nog meer kunnen doen. dat («ij niet gedaan hebt? Gril toch al uwe wonden in mi jn hart met uw dierbaar bloed, opdat ik daar in uwe pijnen en liefde mag wezen, en dat de gedachtenis derzeive altijd in het ver-borgenste mijns harten blijve; dat ook de pijn uws lijdens in mij dagelijks vernieuwd en mijne liefde
366 Vijftien gebeden tol ü vermeerderd worde, en dat ik gestadig tot het einde mijns levens in dankbaarheid moge volharden, tot dat ik den hoogsten schat van alle goederen en blijd-schappen verkrijg, welken Gij mij vergunnen w ilt, Heer Jesus Christus, mijn allerzoetste leven. Amen.
Wees gegroet, allerzoetste en minzaamste Heer Jesus Christus, en ontferm 1' over ons zondaars. Am.
Onze Vader, Weesgegroet, enz.
11,-1 Mil Gebed
6 Heer Jesus Christus, allersterkste, onsterfelijke en onver-winhare koning! gedenk de be-naauwdheid en de pijnen welke (Üj geleden hebt, toen l ül dekraehten desligehaamsendes harten begeven hadden, en Gij met gebogen hoofde zeidet ; het U volbragt. Door die benaauwdheid en pijnen, ontferm U mijner op het eindemijnslevens.
can de heilige Briyitta. 367 als mijne ziel beangst en mijn geest ontsteld zal zijn. Amen.
Weesgegroet, allerzoetste en alleredelste lieer Jesus Cliristus, en ontferm L over ons zondaars. Amen.
Onze Vader, Weesgegroet, enz.
Het XI l'. Gebed.
6 Heer Jesus (Christus, eeniüüe-boren Zoon des lioo^sten Vaders!
O
hetsehijnsel en afbeeldsel zijns wezens: gedenkde hartelijke woorden waarmede (iij uwen geest aan den Vader bevolen hebt, zeggende: Vader! in mm handen beveel ik mijnen geest : toen (ïij. uw ligehaaiii doorwond zijnde en de binnenste sehatkamer uwer harmhartikheid openende, gestorven zijl om ons te verlossen. Door dezen uwen dierbaren dood. bid ik ü, lieer Jesus Christus, koning der Heiligen! versterk mij, om den duivel, de wereld en het vleeseh te weder-staan, opdat ik deze en mij zei ven
368 Vijftien gebeden afgestorven, inUalleenmogeleven. Wil in hel uiterste uur des verscheidens mijne ziel , mijnen geest, die balling en vreemdeling is, tot 11 wederkeerende. vriendelijk ontvangen. Amen.
O
Wees gegroet, allerzoetsle en klaarsehijnende Heer .lesus (Ihris-tus, en ontferm l over ons zondaars. Amen.
Onze Vader. Weesgegroet, enz.
Het A l (tched
lt;gt; Heer JesusChi'islns, waarachtige en vruchlhare wijngaard! gedenk de overvloedige uilstorting uws bloeds, dat (lij uit uw ligchaam, als eene afgeperste wijndruif, in groote menigte vergoten hehl, zoo dat niel het minste druppeltje in \ gebleven is, toen (ilj aan hel kruisde wijnpers alleen getreden hebt, en ons uit uwe heilige zijde, die door den'speer des krijgsmans doorsloken w as, bloed en w ater geschonken
van fie heilige Hriqitta. .■i*)')1 hebt. Dooi* dit uw allerbitterst lij-deii en het vergieten uws dierbare» bloeds, bid ik U, allerzoetste Heer Jesus Christus, dat Gij .in rnijueii doodstrijd mijne ziel tot U wilt nemen. En terwijl ik leel', doorwond mijn hart met uwe liefde, opdat de tranen van leedwezen en liefde mijn brood dag en nacht mogen weken. Trek mij geheel tot ü, opdat mi jn hartaltijd uwe woonplaats, en bel einde mijns llevens zoo zalig moge wezen, dal ik na dit leveu ü in eeuwigheid maa; loven en iie-
O O. _ r
nieten, in al uwe heiligheid. Amen.
Wees gegroet, allerzoetste en roemwaardigste Heer Jesus (Christus. en outfei'in 11 over ons zondaars. Amen. Onze Vader, enz.
»
Het volgende gebed moet men na deze gebeden lezen. ah zijnde het zegel dezer gebeden.
Heer .lesus Christus ! Zoors des
24
quot;
3 7 O Gebeden can de 11. Briy itta. levenden Gods! verwaardigU mijne gebeden te ontvangen en te ver-liooren, in uwe hooge en verhevene liefde, waarmede Gij, om het menschelijk geslacht zalig te maken, naar den wil des Vaders , al de wonden in uw allerheiligste
o
iiiïdiaam hebt ontvanuen. Ontferm
o
IJ over mij en over mijne ouders, maagschap, weldoeners, vrienden en vijanden. Ontferm U, lieer Jesus Christus, over onze opperpriesters, die Gij tot oversten van uwe heilige Kerk hebt willen stellen; ook over alle prelaten, koningen en vorsten, en allen die het christelijk geloof lief hebben, zoo levenden als dooden. Geef hun barmhartigheid, genade, ver-inlfenis van alle zonden, en het eeuwige leven. Amen.
—■we—
MR VAI? ZALIGHEID EK BARMHARTIGHEID
waarop Jem* Christus voor ons irven is.
liet is zeer te beklagen, dal de (Uiristencn /.00 ongelukkiglijk dit n ar van zaligheid en hannJui / •tigheid vergeten, waarop (^hrislus voor hen eenen zoo sclmndelijken en pijnlijken dood ondergaan heelI , en zulks uii zuivere en onuitsprekelijke liefde. De duivelen zells, hebben somtijds door deit mond van bezetenen oj dit uur geroepen , dat het dit mij' is, op hetwelk de Allerhoogste \oor den menseh nestor-ven is, en dat zij blijde zijn, omdat de mensehen zoo weinig op dit uur denken; dat zij hun dat verwijten zullen in den dag des oordeels, en dat zij trachten de gedachtenis van dit uur uit hun geheu-
372 Uur ran zaligheid
een te nemen. Welk eene sehande
O
is het voor eenen Christen , dat hij
dit uur van ajenade en barmhartia;-
• i heid vergeet, en hierdoor aan den
duivel gelegenheid geeft daarover
roem te dragen. Anders hebben ver-
seheidene Heiligen gehandeld, die
O o --
eene bijzondere godsvrueht hadden tot deze drie uren, op welke (Christus levende aan het kruis ^ehaiuscn
O O
heeft, en als eene verzoenende offerande in de allergrootste pijnen en verlatenheid , de misdadige wereld met zijnen vergramden Vader heeft verzoend, voor ons lijdendeen biddende, opdat wij zouden leven. Op die uren zoehten zij de eenzaamheid zoo veel zij konden (gelijk wij ook behooren te doen), om de pijnen, de liefde en den dood van hunnen stervenden God in eenzaamheid te gedenken. De aarde beefde, de steenrotsen seheurden, en alles was ontsteld en beroerd op dit uur, als
en barmhartigheid. 373 God voorden mensch, en de Schepper voor zijn schepsel stierf. Alle harten moesten nog dagelijks op dit uur van genade en verzoening beroerd worden; de harten der zondaren door schrik en vrees, en door eene ware droefheid over iiunne zonden en boosheden, bedenkende, dat op dit uur God voor hen gestorven is; de harten der regtvaardigen, door lielde, schaamte, dankbaarheid, verwondering,, aanbiddingen andere heilige bewegingen des harten. Alle Christenen behoorden op dat uur, zoo \eel zij kunnen, stil te zijn, de eenzaamiieid te zoeken, op hunneknieën Ie vallen, ja plat ter aarde te liggen; de zondaars roepen-deom genadeen barmhartigheid, de regtvaardigen in dankbaarheid en liefde uitbarstende. Welk een overvloed van genade en weldaden zou-den wij hierdoor bekomen! Gelijk het aan Christus zeer behaagt, dat
374 Uur van zaligheid wij zijn heilig lijden gedachtig zijn, en godvruehtigdaaraan denken: zoo zal het hem ten uiterste aangenaam, en ons zeer voordeelig zijn, dat wij met eene bijzondere dankbaarheid dil uur gedenken , op hetwelk hij voor ons gestorven is. Gewen u dan. Chrislus op dil uur daarvoor te bedanken; oiler dan u zeiven aan hem op: kniel eerbiedig neder; vraag door zijnen dood hel leven voorn, ol voor de zondaars; onderhoud omstreeks drie uren eeni^en tijd de stilzwijgendheid : zegofdenk godvruchtig ; nu hangt Jesus mei grootepijnen aan het kruis, om mij zalig te maken; nu sterft Jesus aan het kruis voor ons ; of lees met aandachl het navolgende
g K i: i; o
(jreiroldien uit de werken run den kardinaal Ifosius.
O Jesus! o God van genade en
en barmhartigheid. -175 harinhartigheid! het is mij uit den grond mijns harten leed, dat ik lot nu toe zoo weinig gedacht hel) op dit uur, op hetwelk Gij voor mij met zoo veel liefde gestorven zijt; ik heb dit uur zoo menigmaal laten voorbijgaan, zonder U voor dien dood en voor uwelieldete danken. Het is mij leed: ik vraag Ootmoedig vergillenis.en hoopdoorde krarhl van uwe genade,dit gelukkige uur voortaan met meer dankbaarheid en wederliefde te overdenken. Ik hoop het. Heer Jesus. en vraag het van 1 voor mij en voor alle mensehen, door de verdiensten van uwen heiligen dood.
Ik dank ü. Heer Jesus, dat Gij of) dit uur voor mi j. ellendigen ondankbaar schepsel. zulk eenen schandelijken en pijnlijken dood geleden hebt; ik brengvoorü de verdiensten van uw lijden, de verdiensten van uw kruis, de verdiensten van uwen
(
37tgt; Uur van zalujheid doud; want al zijl Gij mijn regter, Gi j zijl ook mijn Zaligmaker; ik wil anderszins metU inhetregt niet treden : als stellende tussehen ü en mijne zondige ziel, uwe heilige verdiensten en verzoenenden dood.
Geef mij, o stervende Jesus, geel mij en alle mensehen, door uwen heiligen en pijnlijken dood, aan de zonden en aan al dat buiten T is le sterven, om voortaan alleen voor l te leven.
ó Heer Jesus! dooi* uwen heiligen dood , geef toeh opdit uur aan eenige zondaars het leven; doe hen barmhartigheid, omdat Gij voor alle zondaars op dit uur gestorven zijt.
Gekruiste Jesus! door uwen dood, bloeden heilige wonden, vergeef mij alle bekende en onbekende zonden.
o Hemelsehe Vader! Vader van barmhartigheid! ik oiler U op uwen allerliefstenZoon, hangendeaan het kruis, geheel verscheurd, mismaakt,
en barmhartigheid. 377 doorboord me( doornen en nagelen ? en geheel bloedig stervende voor ons. Daarom,al is hetdatmijne boosheid mij van U verstoot, zijne liefde roept mij weder en noodigt mij tot U; ja, hoe meer mijne misdaden mij verdrukken, bezwaren en vernederen, boe meer zijne genade mij verheft, verheugt en vertroost: al onze boopis,dat wij zijne broeders zijn. zijne lidmaten, ja zijn \ leeseh en beenderen; want hij is ons booid. Hij \ oldoetaan nweregt\ aardigheid in alle gestrengheid en ov ervloedig-heid, voorde zonde van de gebeefe wereld; bij bidt voor ons, hij weent voor ()ns; zijne ziel is voor ons tot den dood bedroefd; hijisin een uitersten doodstrijd, en in eene onbegrijpelijke verlatenheid voor ons; hij roept met luider stem voor ons; hij sterft uit liefde voor ons! Ontvang, o Vader van genade ! dit zijn goddelijk zoenoffer; hij is onze
quot;r
378 Uvr van zaligheid borg, hij is ons rantsoen, hij is onze middelaar, hij is ons leven; hij is het Lam Gods, geheel onnoozel en zonder vlek. da( wegneemt de zon-
7 O
den der wereld; hel is hel bloed, heigeen wij U olleren, van eenen God voor ons veraolen; hel is de
dood van eenen God. voor ons ue-
slorven; het is God zelf. die uwe liefde ons heell gegeven, met alle seiiallen zijner genade en verdiensten. Doe ons genade om hem. en dooi* zijnen dood geef ons hel leven. Amen.
(rfhed op de rinding ran kei heilig Kruvi.
o (i(Kl, die bij de doorluchtige vinding van het heilig kruis, de won-derteekenen van uw lijden vernieuwd hebt: verleen dat wij dooiden prijs van het levendmakend hout, het eeuwige leven bekomen; die leeft en heersehl. in eeuwigheid.
1
cv barmhartigheid. -179
6 Heer Jesus, die bij de door-iuehtigevindinguwszaligmakenden kruises, de wonderen van uw lijden liebt vernieuwd ; verleen ons dat wij door de waarde van het levendmakende lioul, het loon des eeuwigen levens verwerven; die leeft en heerscht, in eeuwigheid. Amen.
(Jehed tof den stervenden Jest/.s.
o.lesns, o mijn Zaligmaker! ik bid U, om uwe gebondene handen, en aandezijde van Pilatus staande, toen hij heeft geroepen : aanziet den inenseh! wees mij, arme zondaar, genadig, en ook N. N. ik bid IJ. o lijdende .lesns! neem ons in uwe gebondene handen van senade. en
O o
draag ons op aan uwen hemelsehen Vader. 0Vader! ik bid U. om uwen Zoon, dien Gij als middelaar hebt gesteld tussehen IJ en ons: wees mij en N. JN. genadig; ik bid U, mijn God. mijn Al en mijn eeuwig Goed ! ont-
380 Uur van zaligheid ferm L onzer, nu en als wij zullen sterven. Amen.
iia uit, gij dochter van Sion, en aanschouw den koning Salomon; en de kroon waarmede hem zijne moeder gekroond heeft in dedaeen
O # O
zijner hruilol't, en in de dagen der blijdschap zijnsharten. Canticorum cap. 3. v. 11.
Zij hebben eene doornen kroon gevlochten en hem die opgezet, en begonnen hem te groeten, zeggende : wees gegroet, koning der Joden. Mare. 15. v. 17.
0 minzame Jesus ! laat de brandende honigzoete kracht van uwe heilige wonden en goddelijke liefde, mijn hart en ziel reinigen, en alle genegenheden en liefde der schepselen verslinden. opdat ik ter liefde van U mag leven, lijden en eindelijk sterven, die uil liefde tot mij geleefd en geleden hebt, en ein-ijk gestorven zijl. Amen.
en barmhartig herd. 3Hi VOOUBEELD VAN DEN RAM VAN ABR4HAM.
Abraham heeft eeven ram gezien, hangende tusschen de doornen , dien hij daarna opgeofferd heeft. Gen. 21. v. 12.
G K 1: E O.
0 doornen, beliagelijker dan aüe rozen, kostelijker dan diamanten, die verheven zijn door hel heilige, waardige hoofd van dien grooten Ronina: der koningen en Heer der
O • • i
heeren : wie zal mij deeiachlig fiia-ken aan nw geluk? Aeli, mogl ik u niet alleen in mijn hoold, gelijk de II. Catharina van Siena, maar in het diepste mijns harten drukken!
Nn voortaan zal ik al de smarten des hoolds ; zorgen, pijnen, kwellingenen moeijelijkheden, van welken aard ook, voor weldaden en genade ontvangen, ter liefde van mijnen Zaligmaker; want het betaamt niet, dat, als het hoofd met
)
L
38:2 Uur van zaligheid doornen gekroond is, een lidmaat zonder lijden, veel minder ongeduldig zoude zijn. Amen.
Pilatns zegt hun ; aanziet den mensch; zij riepen : kruist hem, kruis! hem ! .foann. 19. v. (gt;.
VOOKBEELIl VAN JOB.
Dt spiegel der geduldigheid: Joh. teas ran het hoofd tot de voeten vol zweeren; daarh j werd hij van zijne huisvrouw gelanterd. Jol). quot;1.
G K li K ï).
Ziedaar is de (ilod-inenseli, de Schepper der mensehen, zoo on-menseiieiijk mishandeld van de meusehen! Uw droevig stilzwijgen, (►zoetste Jesus, klinktin inijneooren en vraagt mij : o menseh! wat heh ik u ooit misdaan? ol waarmede heh ik (i ooit bedroefd i antwoord mi j; ik heb u met genade gekroond. ik heb uwe handen met weldaden gevuld, aan uwe ziel en ligchaam
en barmhartigheid. [iet ieven bewaard, en gij Iiehl, iiiijm liooid met doornen doorstoken, mijne handen meteen spotriet ont-eerd . mijn ligchaam doorwond , mijne ziel benaauwd; en will gij nog meer zondigen? dat is, wilt gij nog roepen: kruist hem. kruist hem 'i
Tot nog toe heb ik ü, o liefste God, zoo dikwijls bedroefd ! Ach, mijne oogen vloeijen van tranen ; hart en zieJ smelten van berouw, dal ik de goedheid Gods zoo dikwi jls vergramd heb. Nu niet meer, ^ Heer ! nu niet meer ! Amen.
Zijn kruis dragende, is hij uit-gegaan naar de plaats die kalvarië genoemd wordt. Joann. v. 17.
V OOK BEK 1,1) VAN l/AAK.
De (fehoorzame Izaak draagt het kout op zijne schouderen, op het-tcelk hij zoude opgeofferd worden. Gen. 22. v. 5.
384 Uur van zalig hei/]
G E B K D.
O hemelsche Vader! indien uw eenigeZoon. mijn God, zoo gewillig en vaardig het zware kruis gedragen heeft om U gehoorzaam te we-zen; hoe zoude ik het kleine kruis, dat übeliel'd iieell mij op leleggen, van mijnen iials durven schudden en uwen heiligen wil tegen staan?
Ik voeg en onderwerp mij Heer. aan uwe goddelijke Majesteit , om alles te dragen eu alles te lijden wat T belieft : ik eer, ik bemin, ik omhels uwen wil. boven alle ge-sehapene zaken , en het lijden dal mij van uwe heilige handen toegezonden wordt, acht ik boven alh wellustenen vreugden der wereld: laat mij in dezen wil leven en stei ven, door de kracht des heiligen kruises van uwen Zoon Jesus Chris tus. Amen.
O E IJ li O
Luister naar mijn gebed, o Heer
PM harmhartigheid. -185 mijn God! en dat uwe baruihartigheid mijne begeerte wil verhooren; wees mij genadig, o Heer, en ver-hooi- mij, daar ik uwengoddelijken wil voibrengen wil; ik begeer noch goud. noch zilver, noch kostelijke gesteenten, noch prachtig huisraad, noch eer, noch aanzien, noch zinnelijke wellusten; geel'mij niets dan hetgene noodzakelijk is tot onderhoud van (lil vergankelijke leven, hctw «'Ik ons volgens uwe beloften zal toegeworpen worden, als wij l en uwe regtvaardigheid boven alles zoeken. Zie. o lieer! waaruit mijne begeertealleen voortkomt; aanzie, o almagtige Vader! overdenk zeen keurzegoed: maak, door uwe barmhartigheid, dat ik
o ~
genade vindc in uwe tegenwoordigheid. Ik bid U, door Jesns Christus, uwen Zoon, den Man uwer regterhand, en den Zoon des fnen-schen, dien Gij als middelaar tus-'
Uur ran zaligheid, enz. schcn IJ e/i ons gesteld tifbi , en door wieii Gij ons gezocht hebt, als wij ü nog niet zochten, en ons gezocht hebt, opdat wij ü zouden zoeken: ik bid U, door uw eeuwig woord, dooi- hetwelk Gij alle dingen en dus ook mij geschapen hebt: ik bid uwen eenigen Zoon, door welken Gij alle geloovigen tot de kennis van l geroepen, en hen als uwe kinderen hebt aanueno-men, onder welk getal Gij mij ook geliell te stellen: en ik bid IJ, door Hein, die zit aan de reg-terband van uwen hemelschen Vader, die zonder ophouden voor ons bidl, en in wien alle schatten van wijsheid en wetenschap verborgen zijn ; om Mem bid ik (J, o hemelsche Vader^ wees mij barmhartig, ('n zie mijne ziel aan. O Heer, mijn God! die het licht zijt der blinden, en de kracht der kranken. Amen.
PEK HERE VAN HET HEILIGE HART VAN
/V %
Hestaande uit vijf (jroote parels, ere uit drie en dertig Meine. In plaats can het (weloof. zegt men het volgende gebed:
Ziei vau Christus, heilig mij.
Hart van Christus, ontsteek mij.
Ligchaam van Christus, maak mij zalig. Bloed van Christus, verheug mij.
Lijden van Christus, versterk mij.
Moeder van Christus, bid voor mij. O goede Jesus! verhoor mij.
Binnen in uwe wondén, verberg mij. Gedoog niet dat ik van U gescheiden worde. Voor den boozen vijand, bescherm mij. In het uur des doods, roe}) mij.
Doe mij komen tot U.
Opdat ik U love met uwe Heiligen. !n de eeuwen der eeuwen. Amen.
388 Onze Vader.
Voor iedere groote parel leent men het volgende gehed:
Allerzoelsle Jcsas! maak mijn hart gelijkvormig aan uw hart.
Aan iedere grootc parel zegt men :
Wij aanhiddcn ü, (Ihristus, die in den hof de allerbedroefdste zijl geweest , en in hel heilig Sakra-men van de goddeioozen nog ver-aeht wordt. Want Gij zijl alleen heilig; Gij zijl alleen de Allerhoogste, Jesus Ghrislus.
Aan iedere kleine parel zegt men :
Ik aanbid ü, o allerheiligste hart van Christus; ontsteek mijn hart met de goddelijke liefde, die in II brandt.
Men leest op het einde:
Onze Vader, Wrees gegroet, eu het volgende :
Onze Vader.
(; K ii E i).
Heer Jesus (llirislus, die door een onuitsprekelijk wonder van liefde, en om de harten der inen-schen geheel aan [T te hinden, uw allerheiligst ligchaam tol spijs heht w ilien reveil: verhoor de gebeden
O O
der smeekenden, en vergeel de zonden uwer belijders , over w elke Gij de genegenheden van uw allej*-zoetste harl uitslort: sla goedgunstig op hen de oogen uwer aller-baruihartigste meedoogenheid, opdat wij de goddelooze onteering, verachtingen, bespottingen en hei-ligschendingen, 1 door ondankbare mensehen in alle deelen der w ereld aangedaan, uil ganscher harte vervloeken en heweenen, ü eene op-regte dienst in dit heilige geheim bewijzende, met de genegenheden van uw allerheiligst hart vervuld worden, en met waardigen lol de
390 Litanie voor den Zonday. genegenheden van (li( goddelijk harl in eeuwiaheid nioöfen vlt;'i*lie!-feu: die leeïi en iieerscht, met den Vader en den iieiliijen Geest, in aile eeuw iquot;heid. Amen.
LITANIE VOOR DEN ZONDAG,
BRUIDEGOM VAN DE
ALLERHEILIGSTE MAAGD MARIA
ru
Heer, ontlerm l onzer, Christus, ontlerm L onzer.
Heer. ontferm U onzer.
Christus, hoor ons.
Christus, verhoor ons. God, hemelsehe V ader, ondei-m 1 onzer.
God Zoon, Verlosser der wereld .
ontferm [T onzer.
God, heilige Geest, ontl'. ü onzer. Heilige Drie\nidigheid, één God. ontferm 1 onzer.
r r N \
■ - , A
van den heiligen Jozef. \ Heilige Maria, hid voor ons. ^leiüge Moeder Gods,
ileilige Maagd der maagden. Moeder van Jesus.
Heilige .losel.
Josefs bruid.
Bruidegom van Maria. Voes'erheer van Jesus. Man naar Gods hart.
Geli'ouwe en wijze dienaar. Bewaarder der zuiverheid van
Maria.
Hulp van Maria,
Gezelsehap en Iroosi van Mai'ia, J)ie oversroote genade ontvan-
O o
gen hehl door Maria, Allerzuiverste in maagdelijkheid .
Allerdiepste in ooimoedigheid, Allervurigste in Helde, Allerhoogste in bespiegeling, Die. volgens de getuigenis van den heiligen Geest zei ven, een regtvaardig man zijt.
392 Litanie voor den Zondag, Div van het Jieilige geheim der Di jnenschwording des Woords «iil den hemel zijt onderrigt, hid voor ons.
i)ie met Maria, uwe getrouwe : l) huisvrouw, zwanger zijiuie,
naar Belhleiiem zijt gereisd, Die geene plaats in de herberg A
vindende, in eenen stal zijl gaan vernaehlen. DiewaardigzijtgeweestbijChris- ±?. ' V il tus te wezen, toen hij geboren ~~ i
\
I O -- -- 7
Die door den engel vermaand.
met Jesus en zijne Moeder, naar Egypte zijt gevlugt,
Die na Herodes dood, m(t kind en zijne Moeder, naat laod van Israël wedergekeerd zijt.
can den hedujen Josef. 39S IDie bet Kind Jesus, in Jeruzalem gebleven zijnde, niet Maria, zijne moeder, met angst hebt gezocht. bid voor ons. ' Die hem na drie dagen, zittende SE in hei midden der leeraren, met blijdschap gevonden hebt, c I Aan wien de Heer der Heeren ^ op dit aardrijk onderdanig is c geweest, 7
Wiens lol'in hel Evangelie vermeld wordt.
Man van Maria, van wie .lesns geboren is,
^ Onze voorspreker, hoor ons, heilige Josef.
Onze beschermer, verhoor ons,
heilige Josef,
In al onze benaauwdheden, help
ons, heilige Joset.
In het uur des doods, help ons,
heilige Josef.
Door uwe eeuwige verkiezing, he^p ons, heilige Josef.
n1»tM Lifanw voor tien /.ondag. j)oor uwe ailer/uivcrslc trouw
iiclj) ons, iieiiige Josel.
Door ai uwen cH'ix'id en zweel
licip ons. heilige Josel.
Door al uwe deugden, iielp ons
lieiiige Josel'.
Door al uwe verdiensten, helj
ons. iieilige Josel.
Door al uwe gTlukzaliglieid. helj ons. heilige Josel.
KJ
BeseheriiuM'dei'kinderen, wij bid
den u. veriioor ons.
Dai gij u w ill gew aaj'digen uw en ^ beminden Jesus om ver^ille- —
Fj
nis onzer zonden te bidden , r Dal gij u w ill gew aai'digen ons =-
altoos aan uwe allerliefste --
i)al gij alle maagden en on- lt;
Dat gij voor alle getrouwden een 2 onbevlekt bed, en eene heilige = eendragt wilt verkrijgen.
van den hrilif/eu Jo-icf. ?i4.l5 !);)( iii j alle vaders van liu is^czituieii in hel ehristeiijk opvoeden hun-nei' kinderen will behulpzaam zijn, wij hidden u, verhoor ons. Dal ^ij alle vergaderingen, ii met ^ eenehijzondei'egediensligheid toegedaan.^mistigwilf wezen, =quot; Dat gij allen die op uwe hulp ^ vertrouwen, altijd en overal 2 will hesehermen. =
Dal gij alle geloovige zielen door uwe gebeden \\;ii te hulp 5 komen,
Voedsterheer van .lesus,
Lam Gods. dat weimeeml de zonden
der wereld, spaar ons, Heer. Lam Gods, dat wegneemt de zonden
der wereld, verhoor ons, lieer. Lam Gods. dat wegneemt de zonden
der wereld, ontferm ( onzer, .lesus Christus, hoor ons.
.lesus Christus, verhoor ons.
Heer, ontferm ü onzer.
395 Litanie voor den Zondag, Christus, ontierin U onzer.
Heer, ontierin ü onzer.
Onze Vader, enz.
v. En ieid ons niet in bekoring. H. Maar verlos ons van den kwade.
dea
liet
vei on: he eei in
Bid voor ons , allerzaligste Josel'. si. Opdat wij waardig worden dei' beloften v:m Christus.
iiebed can godsvrucht tot dan (
en ./os*
O Heilige Josel, die in de armen van Jesus en Maria, uwe allerliefste bruid, nil deze wereld gescheiden zijt: wij bidden u, dat ^ij ons mei Jesus en Maria wilt te nulpkomen, als de dood ons leven zal eindigen, opdat wij in de armen van Jesus, Maria en u, onzen geest vol vertrouwen mogen geven : door den-zelfden onzen Heer Jesus Christus. Amen.
0 Heer! wij bidden U, dat wij
zóó door de verdiensten des Brni-
%
(k ip in d( iï v; li d a
l
gt;-4 /
van den heiligen Joaef. 397 degoms uwer allerheiligste Moeder geiiolpen mogen worden, oj)dal lietgenewat ons vennoten niet kan
O O
verwerven, door zijn voorbidden ons gegeven worde. Die leeft en lieerseht, mei God den Vader, inde eenheid des heiligen Geestes, God in alle eeuwen der eeuwen. Amen,
ade. 'sel'. der
en f
jen
ste
len
iel
in.
n.
is, ;r-n-is.
Gebed tot den heiligen beschermer der ziiiverheid.
Wij hidden U, Heer, dat Gij dooide verdiensten des Bruidegoms van uwe allerheiligste Moeder ons wilt helpen, opdat wij, hetgene wij' door ons zeiven niet kunnen beko-iuen, door hem mogen verwerven; van ü, die God zijnde, leeft en heerseht,quot;met God den Vader, m de eenheid des heiligen Geestes, in alle eeuwen der eeuwen. Amen.
m
(i-
LITANIE VOOR DEN MAANDAG,
Eerste martelt uit', heseher mer der rerrolf/den.
Heer, onllerfii LT onzer. Cjliristfts, onlt'et'ni IJ onzer.
Heer. onllej'tn !■ onzer.
Christus, hoor ons.
Christus, verhoor ons. God. hemelsehe Vader, ontferm LT onzer.
Cod Zoon, Verlosser der wereld.
ontferni U onzer.
Cod, heilige Ceest, Vertrooster,
ontferm l onzer.
Heilige Drievuldigheid, één God,
ontferm U onzer.
Heilige Stephanus, bid voor ons. Heilige Steplianns, eerste diaken.
bid voor oirs.
Heilige Stephanus, eerste martelaar, hid voor ons.
Litanie can den H. Stephanna. Heilige Stepiiarms. opperste der Martelaren, hid voor ons. Opperste der Apostelen irt
de martelaars kroon.
Vuur der Helde Gods, Verbreider van den naam
des Heeren,
IJveraar \ oorden i'oem Gods, Beschermer van Gods eer, r Licht der Joodscfie dwaas- S E beid, ^
, ü Voorvechter van Christus 5 j kerk, 2
j ^ Minnaar der zuiverheid, c —' O\ervloeijende van hemel- £ sciie vertroostingen, i hiverwinhaar in tegenspoed. Onvermoeid in den arbeid, Zweetende onder den las! der Joden,
| Door wonderbare teekens voor en na uwen dood vermaard.
Verdrijver van alle ziekten,
400 Litanie voor den Maandag. H. Stephanus, opwekker dor doo-
den, hid voor ons. H. Stephanas, w iens lol is onder de Apostelen.
H. Stephanus, wiens lof is onder de Leerai'en.
H. Stephanus. wiens lolquot; is onder de Maagden.
Door ai uwen arheid en zweel. ~~ Door al uwe deugden. c
Door al uwe verdiensten.
Gij die den Kemel heht open c gezien, /
Gij die voor uwe vijanden »e-
heden heht.
Gij die voor den raad der Joden.
als een engel verschenen zijl. Gij die vol van den heiligen
Geest zijt.
Wees ons genadig, hoorons, Heer. Wees ons genadig, verhoor ons. Heer.
Wij zondaren, hidden U, verhoor ons. Heer.
van dev hwligvn. Stephanux. 401 Dat (iij den ijver van den heiligen Stephannsinons wilt verwekken, wij bidden II. verhoor ons. Dat wij door brandende liefde
mogen ontstoken worden. Dat wij aan zijn lijden en aan zijne verdiensten mogen deelachtig worden. ^ Dat wij alle aanvechtingen en ïr:: listen des vijands mogen over- St winnen. p-Da( wij naai'zijn vooi beeldallen 3 arbeid en lijden uil liefde mo- ri iïeii veidra^eti.
7j ^
Dat wij naar zijn voorbeeld aan « onze vijanden met een onge- ^ veinsd hart mogen vergeven. ^ Dat wij dooi* het vuur der chris- 0 telijke liefde mogen ontsto- ^ ken worden.
Dat wij in de ware kerk van Christus mogen volharden, Dat wij doorbel voorbidden van den II. Stephanus,, altijd in
4012 Litanie voor den Maandag. het licht des geloofs mogen wandelen, wij bidden ü, verhoor ons. Dat alle ongeloovigen en ketters ^ de duisternis der dwaling mogen verlaten, ^
Dat wij door de hemelsche ver- ^ troostingen in tegenspoed ver- 3 sterkt mogen worden, ;
Dat wij in het um* des doods, van ieder verlaten zijnde, alleen 2 op IJ mogen vertrouwen, xquot; Dat wij door de voorspraak van r den 11. Stephanustot de zalig- £ heid monen geraken. ?
O O 7
Lam Gods, dat wegneemt de zonden
der wereld, spaar ons, lieer. LamGods, dat wegneemt de zonden
der wereld, verhoor ons. Heer. Lam Gods, dat wegneemt de zonden 35 der wereld, ontferm l onzer. Christus, hoor ons.
Christus, verhoor ons.
Heer, ontferm LI onzer.
Onze Vader, enz.
»
tuinden H.Stephanus. 408 v. Bid voor ons, H, Stephanus. H. Opdat wij waardig worden der beloften van Christus.
(. E K K I».
ê lieer Jesus Christus, (iie door de verdiensten van uw allerbitterst lijden alle Martelaren ^enoeiizaine genade verleend hebt , om hun bloed te storten voor uwen heiligen naam : verleen ons genade , dal wij door de overvloedigheid hunner verdiensten en de voorspraak ii ws eersten martelaars Ste-phanus, zijne voetstappen mogen navolgen, en met een ongeveinsd hart hun mogen vergeven, dieons vervolgen; opdat wij eindelijk met ben tot de plaats der gelukzalig-beid, in alle eeuwen mogen geraken. Amen.
404 IAtdit ii' rtntr df ti Maandag,
CF.BKDKN TOT l»K HK.II.U4K DRfK.VfJLDfGHKlI) ,
(hn no.ar het voorbeeld van den heiligen Sleplmim de clyixfelijke liefde te hetrndte».
Vader! vergeet lieMmu, i Onze Vader. mz. want zij weten niet wat Onze Vader. enz. zij doen. ! Onze Vader, enz.
v. Eu zi] hebben gekozen Stepiituius, k. Een man vol van gelootquot; en van den lieiiiijen freest. Aelnr. 'gt;. v. 3
1, O V Z A S li.
Stoplianus! gij wildet leeren Het geheele Christendom,
Gij gingt als martelaar bekeereu, Het Heiden- en liet .lodendom;
Vrij mag n de wereld prijzen Uitverkoren Martelaar !
.Jesnskomt n eer bewijzen,
ileikt ti de eerste kroone daar.
Gij , een van de klaarste lichten Van het gansche wereldrond ,
Als we o|) n de oogen rigten,
Zwijgt ui ons de stem der zoud ,
Laat ons Gods toorn niet verwekken, Volgen steeds den weg der deugd
Laat ons leven altijd strekken Tot Gods eer, -die ons verheugt
ran dm. heilujcn Stephanun. 405
v. De Heiligen /uilen zieh vci-heugcn jh lt;ien roem.
K. Zij zullen blijde /im in hniine sljtfip-kamer.
(. K K K I).
O heilige Vlaitcliiaf Sllt;'|iluunis, dit' in (l(j goddelijke liefde en belijdenis Gods zoodanii; i»eslei*kl en bevestigd zijl geworden, dal geene \ leesehelijke vleijerij. geene wreedheid dei* Joden, geene ijdele belol-len u \an God hebben kunnen afkeeren : wees mijn bijstand in tegenspoed, opdal ik. naar uw voorbeeld, tegen alle aanveehtin-gen dapper strijde, de wereld en hare goederen verachte, en docv geene bekoring ovei wonnen moge worden. Amen.
LITANIE VOOR DEN OINGSDAÜ
VAS DEN HEILIGEN WILLEBROEDÖS
fiezcltermer ran Nedprlanf!.
lieer, oittiei'in LT onzer. Christus, onlferm U onzer.
Jleer. otillersn l onzer.
Jesus (llirislu-., hoor ons.
Jesus (Iliristns, verhoor ons. God. hemelsche Vader. ontferm 1 onzer.
(iod Zoon. Verlosser der wereld.
ontferm 1 onzer.
God, heilige Geest . ontl. IJ onzer. Heilige Drievuldigheid, één (iod.
O O
ontferm ü onzer.
Heilige Moeder (Jods. bid voor ons.
i • i
Heilige Willehrordus, hid voor ons. Heilige Willehrordus, wiens out-vani?enis aan uwe moeder door eene voorzegging is geopenbaard . hid voor ons.
I At. ran den U. Willehrnrdv*. 407 Heilige W illebrordus. die van (iod naar Nederland gezonden zijt, bid voor ons.
Bekeerder van Nederland, Die van uwe kindsche jaren af zeei' iiodvrnolitij» zijt geweest.
• Die !H)g zeer jong zijnde u tol het kloosterlijk leven r hebt begeven. ^
i Die de wereld en hare ge-
O ■lt;
noegens hebt verlaterj, §
-3
o
■J^
Die met waken, vasten en bidden (iod gediend hebt. Die uit ijver voor uw en even-mensch. om dien tot het heilige ehristelijke gelool te brengen, tot onsgezon-den zijt.
Die eerst medegezellen verzameld hebt. om ons het heilige christelijke geloot in te planten,
Die ons van den Paus Sergius
11 | |
ld. | |
D | |
of: | |
:er. |
'€ |
)d. | |
MS. | |
ns. | |
nt- | |
»or | |
•ii- |
408 Litanie vow den Dinysday, als aartsbisschop zijl toegezoii den, bid voor ons.
Heilige W11 lebrordus. Aartsbisschop van Utrecht, Beschermer van Holland, Zeeland en Friesland, ,, Stichter der christelijke ker-3 ken.
^ Bekeerder van veie zielen ,
2 Die door wonderen nwe hei- ;
[S li^e leer bevestigd hebt,
•p Helner deruencn die in nood c f. t '
^ijquot;, -Troost der bedroelden, c ~ Die nooit iemand hebt ver- ? ^ iaten, die in nood zijnde lol n heelt geroepen. Bekeerder der zondaren. Verbreider van Cods naam
en eer.
Door nwen arbeid en zweet, waarmede gij ons tol God getrokken hebt.
Die nu in den hemel voor
van den H. WUlebt'ordua. 409 uwen arbeid gekroond wordt. bid voor ons.
Die (jod on to eeuwigheid aanschouw \. bid n oor ons.
Door uwe heilige verdiensten, help ons. heilige Willebrordus.
Door uwe heilige gebeden, sIh ons bij, heilige Willebrordus.
Dat gij door uwe heilige gebeden ons land van alle ketterij en ongeloof wilt bevrijden, wij bidden u . heilit»e Willebrordus.
rgt;
Dat gij voor ons w ilt vei'krijgcn vrede en eendragl. wij bidden u, heilige \\ illebi'ordus.
Dat wij door uwe heilige voorspraak een zalig leven mogen verkrijgen, wij bidden u. heilige W illebrordus.
Dat wij door uwe heilige gebeden eenen zaligen dood mogen verwerven, dit bidden w ij u, heilige Willebrordus.
Dat alle geloovige zielen door uwe
410 Litn n ip voor don Dingamp;dag. heilige gebeden van al hunne pijnen mogen verlost worden , dit bidden wij u , heilige Wille-hrordns.
Onze Vader, Wee* gegroet, enz. v. Bid voo!quot; ons. heilige Wille-hrordns.
r. Opdat wij waardig worden der beloften van ('Jiristns.
LAAT ONS HTDOKN
i
Almagtige (iod . die ons door de verdiensten van nwen heiligen his- 1 schop Willebrordns. tot hel heilige christelijke geloof gehragl hebt : wij bidden t . dal w ij dooi- zijne | voorspraak van alle kwaad naar zie! en ligehaam, zoo tegenwoordig als toekomend, verlost mogen wor- : den; door Jesns Christus, onren Heer. Aohmii.
vav den H. WiUehrordn*. ill
frehed tot den H. Willehrordu*,, SiMnchop ran Utrecht.
ó(tO(J. die l verwaardigd hebt lt;ie!i zaligen Willebrordus te zenden, (»m uwe leer aan de lieidr-nen te verkondigen, opdat zij de volmaaktste aanneming der kinderen Gods zouden ontvangen : geef ons, bidden w ij,door zijnetussehen-spraak. cene volkomene dienst in uwengoddelijken w il. opdatin onze dagen, het volk dat l dient, zoo wel in verdiensten als in getal, moge vermeerderd worden. Door onzen Meer Jesus Christus, uwen Zoon, die met l en den heiligen Geest leeft en heerscht, in alle eeuwen der eeuwen. Amen.
LITANIE VOOR DEN WOENSDAG.
VA» DEN HE11IGEB DOiiiiCÜS
Heer, ontferm U onzer. Christus, ontierm 11 onzer.
41 ^ Litanie voor (i**n WoenMiag, Heer. ontferm l onzer.
Christus, hoor ons.
Christus, verhoor ons. God. hemelsehe Vader, ontienn l onzer.
iïod Zoon. NCrlosser d«'r wereld
ontfenn 1 onzer.
God. heilige Geest, ontl. I onzer Heilige Drievuldigheid, één (iod
ontlerm 1 onzer.
Ileiliüe Maria, zonder vlek ontvan üen. bid voor (Uis.
n
Heilige iMaria, loevlugl van den
heili^'n Dominieus.
Heilige Maagd der maagden, Heilige vader Dominieus, die 5-van God den Vader tot eenen ^ waaraehtigen dienaar zijt ver- c koren, ~-
Die van God den Zoon vóór uwe = geboorte bestemd zijl, dat gij / zoudtzijn een liehtder wereld, uitverkoren uit duizenden, Die van God den heiligen Geest
rayi den heiligen Dominium. 413 zijt begaafd met wonderlijke zoetheid en genade, bid voor ons. Die van de heilige Drievuldigheid, met de zuivere maagd Maria . in den luister des hemels zoo heerlijk zijl ontvangen .
Die altijd uwe toevlugt hebt genomen loi de zuivere maagd Maria,
Dat Maria altijd onze toevlugt
moge wezen, o
Die van de maagd Mar in zijt uit- 2 verkoren, om haren heiligen o rozenkrans tii( te reiken aan t alle menschen .
Die Maria altijd hebt uitverkoren, om eene voors(gt;reek.ster uwer heilige orde te wezen, Allerliefste vader, Allergoedertierenste vader. Allerzoetste vader, Allerminzaamste vader. Barmhartige vader.
414 Litanie voor den Woensdag, Eerwaardige vader, bid voor ons. ^ei Waarachtige krijgsman van '
Christus.
El F Me Vo Let
h. 1 lt;
(
her
Ruiter des gekruisten .lesus.
Baud der liefde in Christus.
Oven dej- liefde,
Arke der heiligheid,
igt; .
Overwiuuaai' der boosheden, lgt;r(
Navolger van Christus, 5^ ':K
Voorbeeld der ootmoedi^en, ,(gt;l
Onderstand en hulp dei* heilige - ^ 'J Kerk. ' f H(V
Waarachtige Apostel van (Christus,
Spiegel der onwankelbare Godsvrucht,
Vertrooster der weduwen en
weezen,
Voorbeeld van ootmoedigheid.
can den heiligen Dominws. 415 Beminnaar der armoede, bid voor-ons.
Voorbeeld van boelvaardigheid. Elpenbeen van zuiverheid, Meester van gehoorzaamheid. Voorganger in zuiverheid,
Koos vati iirediildiüfheid , lt;
Verwekker der dooden.
Martelaar uwer begeerten.
Vijand der duivelen.
Helper van allen die tol 11 \ lug-ten,
v. Bezoek uwe godvreezende vrienden, heilige vader Dorninicus. r. En wek hen uit den slaap des doods.
U K. fi K D
O heilige vader en helper vam hen, die in hunnen nood tot hï
416 TAtanie voor den Woensdag, vluiiten : vertroost uwe ujodvruoh-
O O
tige kinderen en vrienden, en verkrijg voor ons van .lesus Christus, door uwe heilige verdiensten, eenen zaligen dood. Amen.
0 heilige vader Domnueus; verkrijg ons door uwe heilige gebeden, dal wij altijd gedenken en onderhouden mogen hel Irstamenl. hetwelk gij stervende uwen geestelijke kinderen nagelaten hebt als eene regie erfenis . te welen ; vrede, ootmoedigheid , zuiverheid , gewillige armoede; opdat wij, uwe heilige leer en deugdzame voorheelden navolgende, lot den eeuwigen vrede, waaraehtige verhetHng, en in de zalige rijkdommen des llee-ren mogen ingaan:door denzelfden lesus Christus, onzen Heer. Amen.
(Tenen. 48. l(i. De engel die niij verlost heeft van alle kwaad', wil de kinderen zegenen.
Joh. 5. 1. Hoep . zoo daar iemand
ran den heiligen Domitncus. 4'17 is die ii antwoordt, en keer n tot iemand van de Heiligen.
Dan. H. Kn wil (uve harm-iiartigheid niet wegnemen van ons, om Abraham uwen beminde, Izaak uwen dienaar . en Israël uwen heilige.
De V. Haruy. ■gt;. 4. Heer, aimag-tige God van Israël! hoor naar de gebeden des gestorvenen Israëls, en van deszeifs kindtn'en.
Moh. li. 12. Toen gij hadt met tranen, en dedooflen begraatdet en uw middagmaal verliet, heb ik uwe gebeden den lieeropgrdi-agen, enz.
I. I i T (4 K H K U.
o lilt;H'r .lesns, almagtige God, die door u\\ lijden en hemelvaart den hemel ontsloten, en uwe lieve Heiligen bij uwen troon gevestigd hebt. waar zij uw heilig aansehijn aanschouwen: wij zeggen daarom nu vrijelijk ; o yy. Lieve vriendeny
27
SssSÏS
448 Litanie voor den Woensdag * bidt voor ons; niet, o Heer, tot vermindering van uwe eer, maar opdat wij door onze lieve vrienden ais bemoedigd, tot uwe hoogste Mogendheid durven opwaarts zien, om vergillen is van onze overgroote misdaden te verwerven; opdat wij bekeerd en gezuiverd door uw hei-lig lijden en uwen bitteren dood, bij U inde eeuwigheid mogen zegevieren, en met uwe lieve Heiligen oils verheugen. Amen.
HESFONSOR1UM ,
van den keiligen vader Doniinicus.
Woudere hoop, die gij verleende! ...
Als gij hun, die gij beweendet,
In het uur van hunnen dood,
Hulp beloofdet in den nood.
Heilig, vader. onze zeden ;
Help ons eens door uw' gebeden,
Tot der ziele zaligheid.
Die God ons beeft toegezeid
vit
1
van den heiligen Dominicvs. 419
versus.
Die door wonderen en werken , Kranken, zieken, kwaamt versterken; Gij die stildet druk en pijn,
Wil ook mijn geneesheer zijn :
Want voor hen die rouwe dragen.
Gaat gij hulp en bijstand vragen,
Voor Gods Zoons genade-troon.
Tevens God en uienschenzoon.
Heilig, vader, al* voren.
Dank zij God, den A h ergeider:
Zijnen Zoon, onzen herstelder;
Ook den heiligen Geest daarbij.
Drie personen -. één zijn zij.
Heilig, vader, als boven.
Een Onze leader en Wee* gegroet, tot uitroeijing der ketterij.
Antiph. Groote vader, lieilige Dominicus! wil uwe goedertierene oogen hier altijd op ons slaan, en in ons doodsuur ons getrouw bijstaan.
v. Bid voor ons, heilige vader Dominicus.
r. Opdat wij waardig worden der beloften van Christus.
420 IJtanieroo?'den Dondp.rdo,g,
lt;; p R P. o
ö (iod. die uwe heilige Kerk 7 doorde \ ei'diensleii en leeringen van nwen belijder, onzen heiligen vader Dominims, hebl willen ver-liehleir.geel , dat door zijn voorbidden, ;ian dezelve geene hulp ont breke in bet tijdelijke, en dat zij altijd moge toenemen in hetgeeste-lijke ; door Jesns Cln'istus, onzen Heer. Amrn
-v-
Litanie voor den donderdag, VAM m HEILIGEN FRiNCISCBS
van Azië.
lieer, ontferm IJ onzer.
Christus, hoor ons.
God, nemelsche Vader, die Fran-
van (iet} heiligen Frandnvm, 424 ciscus tot uwen dieuaar Iwbl verkoren, ontienn LI onzer. GodZoon, Verlosser der wereld. — die Franeiseus mei de teeke-nen uwer heilige vijl wonden 3^ hebt gezegeld, =
(iod, heilige Geesl. die I rancis- ^
eusïnel vele zoel iglie(Jen hebt £
li. Drievuldigheid . t'enigc waar- ~ achtii»e Cod . die PrMiiriscus
O
in uwe glorie iiel)t onlvangeu. HeiligeMaria. overgroole zoetigheid
van Franeiseus. hid voor nns. Heilige Moeder Gods. gestadige loevluut van Franeiseus.
O
Oserafijnsehe vatler Franeiseus , ^
Allenninzaaniste vader Fran- 5
eiseus, ■ Allergoedertierensle vader Franeiseus,
fManie voor den Hond er dag Heilige Franeisrus, vader dpr \
sneu, bid voor ons. Vaandrager van Chrisins,
Oven der liefde,
Arke der heiligheid,
Versmader der wereld,
Spicgc-i van Inu1!vaardigheid, 0\ei*vi innaai- der hoosheden, Navolgciquot; van Cliristns, Vooriieeld der ooimoedigen, Leidsman der dwalenden. Onderstand der heilige Klt;»rk, Mecister dor gehoorzaamheid , Lielhchher des \redes,
liielil nws vaderlands,
Martelaar uw or begeerte. Voorü;any:er in zuiverheid,
?! f7 7
Predikanl d(U'schepselen Gods, Vijand der booze geesten, Dienaar der melaatsehen. Genexer der zieken,
Verwekker der dooden.
Helper van allen lt;iie tot u vlugten ,
ran dm heiligen Franeiscuz. 44^ v. Bezoek goedertierenlijk uwe dienaren, heilige vader Franeiseus.
K. Verwek hen allen uil lt;lenslaap des doods.
«; E « F. O
('»(■0(1. die uwe heilige kerk, door df verdiensten van den H. Franeiseus. in nieuwe kinderen (iodgt; zeer vruchtbaar hebl gemaakt: vergün ons dal wij door zijne,na-voliïina de aardsehe dinuen ver-
O O . f
smaden, en in hel genieten van he-melsehe gaven ons altijd verhlijden.
ó Meer .lesns ('.hrislns. die toen de wereld in liefde verkoeld was, om onze harten te ontsteken, op het ligehaam van den heiligen Franeiseus de teekenenuws lijdens hebt willen vertoonen: vergun ons genadiglijk. dat wij door zijne verdiensten en gebeden ook waardige vruchten van boetvaardigheid mogen voortbrengen.
4^4 Litanie voor den Vrijdag,
ö Cod, heilige Geest, door wiens voorzienigheid en besturing de loop onzes levens wordt beschikt: help uwe dienaren, opdat wij, die niet verheuging de gedachtenis van den roemwaardigen vader Franciscus houdeiK door zijne gebeden en verdiensten. de eer uwer goddelijke Majesteit eeuwig mogen genieten; door JesusChrisUit» ruizen Heer.die met I en tien Vaderleelten heerscht, vaneenw tgheid ttgt;t eeuwigheid. Am.
(r ebed tot den li. Franciacu», in-ste/ter der Minderbroeders orde.
Heer. Jesn» (Christus, die toen de wereld in liefde verkoeld was. om onze hartendoor het vuur uw er Helde weder te ontsteken, in het lig-chaam van den II. Franciseus de wonderteekenen uvvs lijdens vernieuwd hebt: geef genadig dat wij, door zijne verdiensten en gebeden, gedurig ons kruis dragen en waar-
van den H. Ignatius. 425 dugc vruchten van boetvaardigheid! mogen voortbrengen. Die leeft eiii heerscht, niet God den Vader, inde eenheid des heiligen Geestes, in alle eeuwen der eeuwen. Amen.
LITANIE VOOB DEN VRIJDAG,
lieer, ontferm l onzer.
Christus, ontferm V onzer.
Heei'. (mtierm 1 oiizci-.
Christ li -. hoor ons.
Christus, .verhoor ons.
God, hemelsche Vader, outI. Uonz..
(*od Zoon, Verlosser der wereld, ontferm i ouzer.
God. heilige Geest, Vertrooster, ontferm { onzer.
Heilige Drievuldigheid, één God. ontferm lf onzer.
Heilige Maria, bid voor ons.
Heilige Moeder Gods, bid voor ons.
426 Litanie voor den Vrijdag, Heiiige Maagd der maagden, t
voor ons.
Heilige vader Ignatius,
hisleller lt;ler Soeieteil .lesus , Vuur van goddelijke liefde. Voorganger lol de hekeering
der wereld.
IJ veraar der meeid ere eere(iods. Door den geest vnn versterving der wereld afgestorven,
O
O ver w i n n aa r va n a II e h egee r t»1 n, Versin ad eiquot; der wereld.
Ijverige onderwijzer der jengd . Steun der kerk van Christus
tegen hare vijanden.
Bestrijd e?' der kettersehe dwalingen .
O
Vader der hekeerde zondaren, Volmaakte navolger van Jesus
Chi'istns.
Liefhebber dei- vrijwillige armoede,
Leeraar der engelaehtige nijverheid ,
ran riert // Ignatin*. 4!27 Meester der volmaakte gehoorzaamheid, bid voor ons. Herboren uit hef vuur der goddelijke üeide.
Opgewonden door* het bespiegelend leven ,
Spiegel der ootmoedigheid,
Lief heb her der broederlijke een-
Ëenzaamheirl en stilheid des c gen lords, o
Vijand des lediggangs i'n der o'
Volmaakt \(iorbeeid des geestelijken levens,
Klein voor de mensrhen, en
groot voor (iod.
Minnaar dei- heineisehe eer,
lieer! wees ons genadig, hoor
ons. lieer.
Heer! wees oris genadig, verhoor ons, Heer.
428 Litanie voor den Vrijdag.
Wij zondaarswij bidden ve hoor ons, lieer.
Dal wij ai onze werken lol uwe meerdere eer moi'eii verrigten.
Dat wij nwen heiligen naam en roem mogen vej'iicden.
Dat wij tot ren nieuw en heter leven herboren worden,
Dat wij de wereld en iiet vleesch moi'en afsterven.
Dal wij onze boosheid on kwade zinnen buigen mogen,
Dal wij de zonden ais de pest mogen vlieden.
Dal \\ ij de ImovaHi'digheid moncn halen.
Dal wij de reinheid des harten moffen beminnen.
Dat wij hel onderwijs der jeugd helpen bevorderen.
Dat wij de aardsehe goederen leeren versmaden.
Dat wij Christus mogen navolgen.
Dat wij de armoede en liet verlies
ran den //. Ignatim, 4129 van goederen gewillig inogeu dragen, wij biddon U, verhoor ons.
Dal wij in zuiverheid eaeerbaar- ^
heid. in alles mogen volharden, —:
Dal wij in broederlijkeeendra^t ^
mogen leven, a-
Dal wij door de voorspraak van 3
den heiligen Ignatius, klein p
op de wereld, en groot in den lt;
hemel zoeken te zijn,
Dat wij naar de luMnelsche en 2 • i 0 eeuvviü.e ^ocdci-en mo^en ^
verlangen, d
Zoon Gods, ^
LamCiods. ihil \\egncnnl d»*/ouden der wereld, spaar ons, Heer.
Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld, verhoor ons, illeer.
Lam Gods, dat wegneem! dezonden der wereld, ontferm IT onzer
Christus, hoor ons.
Christus, verhoor ons.
Heer, ontferm U onzer.
430 JLitanie voor den Woensdag, Christus, ontlerm 11 onzer.
Heer, ontferm V onzer.
Onze Vader, enz.
v. En lei»! ons niet in bekoring. r. Maar verlos «nis van den kwade, v. Bid voor ons, heilige Ignatius. r. Opdat wij waardig worden der
beloiten van Christus.
v. Heer? verhoor mijn gebed, r. En laat mijn roepen tot 1' komen.
lt;; i i; K o
ó God, »lie om de meerdere eer uws heiligen naams te verkondigen doorden heiligen Ignatius, uwe strijdende Kerk met nieuwen hijstand hebt versterkt; verleen ons, dat wij door zijne hulp en navolging, strijdende op de aarde, met hem gekroond mogen worden in den hemel; die daar leelt en heerseht, met den Vader, in de eenheid des heiligen Geestes, in de eeuwen der eeuwen. Amen.
(Jpregtt liefdezucht van dm heiliijen Ignutxius^
6 Ciod! ik beimn U nis uw kind, Wam Gij hebt mij het eerst bemind.
Geen' vrijheid is er meer in mij.
Ik kies daarvoor uw' slavernij.
Dat mijne zinnen toch niet denken,
't Geen uwe eer zou kunnen krenken: Dat mijn verstand ook te allen tij',
Met U alleen slechts bezig zij.
Al wat Gij wilt, dat wil ik mee,
En zoo Gij 't wilt, ben ik te vreê, Gij schonkt uw' gaven te eiken stond, Ik schenk ze 1; weer uit 's harten grono. Ontvang dan uw gegeven goed,
01 leer hoe ik quot;i gebruiken moet; Doe, laat, geef neem zoo 't U behaagt-Ik weet dat Gij mij liefde draagt Dit is alleen dat. ik U vraag.
Dat Gij mij mint, ik L) behaag t Zij dat ik waak of slapen zal Geelt Gij mij dit zoo geeft Gij 'i al
LIT AN IF. VOOR OEN ZATUROAG
van de
HEILIGE MAAGD EN MARTEURES BARBARA.
Heschprmstprom niet zonder Hiecht fp sterven.
Heer, onJlerin J on/cr.
Christus, onllci-rn 11 onzer.
Heer. oullcrm { onzrr.
Christus, hoor ons,
Chrishis, xcrlioor ons.
Hemelsrhe VTader, waarachtige God, onlirnn l onzer.
Zoon (lods. Verlosser der wereld , ontferm 1 onzer.
Heilige Geesl. waaraehtige God, ontferm J onzer.
Heilige Drievuldigheid, één God, ontferm 1 onzer.
Heilige Maria, hid voor ons.
Heilige Moeder Gods, bid voor ons.
Heilige Maagd der maagden, bid voor ons.
lAtanic ran de //. Hat horn. Heilige Barbara, bid voor ons. Vriendin van God den Vader. Maand van God den Zoon. Bruid van God den beiligen Geest, Dochter van de lunlige Orievu!-diüjieid.
r
Heilige maagd en marlelai es. Lielbebstei- der zuiverheid. Lielliebster der eendragL Liefhebsler \ an hel heiliggeioor. Liefbebslei' van alle deugden. Ijverige liefhebsler \an Christus heilig Ivruis en lijden. \ erwinster des vleeselies. Verwinster der duivelsche bekoringen .
Troostej-es der Christenen. Hulp in hel uiterste des levens. Bijstand in den dood van uwe \rome dienaars en dienaressen .
Moeder der biecht.
Belijdster der H. Driev uldigheid, Heilige maagd, die voor hei
3S
5-
o
O
quot;Z
O 3
cr
- 434- Litanie mor den Z/iturdag, heilige geloof eenen schromelij-ken dood zijt gestorven,
Heilige martelares, wier heilig ligehaain met fakkelen is verbrand geworden, 53 Wier heilige borsten afgesne- ^ den zijn geworden, c Wier heilig hoofd met hamers -■ is geslagen geworden, £ Wier heiligvleeseh metseherpe • haken opengehaald is geworden .
Die van uwen vader zijl onthalsd, 0 Jesns. bruidegom van onze beschermster Barbara: wij bidden I . door hare verdiensten, laai ons niel sterven zonder biecht. 0 Jesus, bruidegom van onze beschermster Barbara; wij bidden i , dooi* hare voorspraak, laai ons niel sterven zonder hel heilige Sak ra ment des Altaars. OJesus. bruidegom van onze be-scherrnslerBarbara: wij bidden U.
can de heilige Har bar a. 485 (door haren bitteren dood, dien zij voor uwen heiligen naam ge-storven is, laat ons niet sterven zonder het heilig Oliesel.
0 Jesus, liefhebber onzer zielen , die niet begeert den dood der zondaren, maar wel hunne bekeering en zaligheid; wij bidden U, door ai hel lijden van onze beschermster Barbara, laat ons niet scheiden uit deze wereld , zonder al de middelen van onze moeder de heilige Kerk gebruikt te hebben.
Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld, spaar ons, Jesus.
Lam Gods, dal wegneemt de zonden der wereld, verhoor ons, Jesus.
Lam Gods, dal wegneemt de zonden der wereld, ontferm l onzer.
heil] (o'quot; barbara,
a. Verlos ons bij nachten en dagen,
r. Vast onverwachte sterlgelafi[en.
)
4.H6 JJtanie roor den Zotvrdag,
lt;; k is F, n
I
fof de heilige Har har a, hescherm-■sfer in hef uur des doods.
God. die de heilige Barbara Lol troost der levenden en stervenden | hebt uitverkoren: vergun ons, door r hare voorspraa k. d a ( wij altijd in u w e goddelijke iielde mogen leven, en alzoo onze hoop stellen op de verdiensten en hel bittere lijden van Jesus Christus; opdal ons nooit de j dood der zonde verrasse. maar dal i wij mei de heilige Sak ra men ten ' der bieehl. communie en heiliü 1
r: !
oliesel in het uur des doods inos,en , i ! versterkt worden, en onbevreesd
reizen naar eenegelukkige eeuwig- \
beid. Dit bidden wij. door onzen j
Heer Jesus Christus. Amen.
Ander gehed tof de //. Barbara.
O heilige Barbara, maagd en inarlelares, bijzondere minnaresder r
van de heiliije Harhara. i^7 allerheiligste Urieviikiigheid, die voor de eer Gods zoo schromelijke pijnigingen metalle standvastigheid hebt ondergaan ; w i j bidden u, voor ons te willen verkrijgen, van hein hier zoodanig te dienen, da( wij, met de laatste heilige Sakramenten voorzien, en tegen alle listen des duivels versterkt zijnde, hem daarna \ oor altijd in de hemelsciie glorie mogen genieten; die daar leelt en heersehl, in alle eenwen der eeuNv en. Amen.
DK KLEINE GETIJDEiN VAN DEIÏ HEILIGEN ANT0N1ÜS VAN PADUA
TE METTEN.
Ziet het kruis des lleeren ; j vlugt, gij wederspannige partij ; de leeuw van het geslacht van J^da heeft de overhand, de wortel van David; Alleluja. Alleluja!
488 De kleine getijden ran den
v. Heer ! Gij zuil mijne lippen open doen.
r. En mijn mond zal uwen lof verkondigen.
v. God ! geef acht op mijne hulp. k. Heer! haast T om mij te helpen.
Een1 zij den Vader, en den Zoon. en den heiligen Geest; gelijk het was in den beginne. nu, altijd en in alie eeuwen fier eeuwen. Amen.
LOP/A NG.
Als vijf uiinderbroeders het leveu Voor 't o-cloof hadden gesreven.
o o o
Voelde Antouius eene vlam,
Die zijn edel hart innam.
Hij iaat Augustinus orden .
Om een minderbroer te worden ;
Om ook znlk een vrome lield ,
Eens te wezen in het veld.
Gun ons, Jesus, vol genaden ,
Groot in magt en groot in daden, Dat ons uwe sterke arm,
Door Antonius bescherm.
Anti])}». 0 vrueht van Spanje,
H. Anfoniv* von Padua. 439 gruwel der ongeloovigeu, nieuw licht van Italië, edel pand van Padua! verleen ons, Antonius , de besehermingen der genade van Christus, opdat aan de zondaars den korten tijd dei- genade niet vruehteloos ontvaiie.
\. Dat zich verblijden alle kin-deren des Heeren.
ij. En den lol van den heiligen Antonius verineeren.
lt;; F, B F. n.
o God, die san de heilige Kerk genoemd wordt, wonderbaar in uwe Heiligen, door wier voorspraak zij bijstand gevoell in alle kwellingen: verleen ons, dat wij. die i» den naani van uwen zaligen belijder Antonius zijn vergaderd , mogen bekomen hetgene wij verzoeken ; opdat wij beschermd worden in alle gevaren, en nooit ophouden van II Ie loven en te danken : door onzen
440 Dr kleine getijden, ran den Heer Jesus Christus, uwen Zoon , die niet 11 leeft en heerscht, in de eenheid des heiligen Geestes, door nlle* eenwen der eeuwen. Amen.
1 K r R I K M h: N.
! geel'aeht op mijne hulp. r. Heer! haast lT om mij te helpen. Eert* zij den Vader. enz.
Ij O K Z A N (i.
'jij verdrijft de ketterijen.
Met het woord Gods uittespreijeii,
Breekt ge 't heische kerkerslot, En bevrijdt de bruid van God.
Gun ons, Jesus, vol genaden,
Groot in magt, enz. Pag. 438.
Antiph. Door groote wonderdaan doet Lij de tanden breken,
Van t God vergeten volk. dat hem durft tegenspreken,
En met hun lastertong en ongetoomden mond,
Nu hadden menigmaal Gods waarde bruid gewond.
v. Ontwaak, u heilige Antonius ! k. Verlos ons van alle zienlijke e.u on-zienlijke vijanden.
-
H. Antoniu* ran Padua. i4f
G K fl K U.
ó lt;*(»(1. die uwen heiligen belijder Aütoniüs t()t eenen nitnernenden verkondigei- \ au uw w oord gesteld. en de heilige kerk door zijne zalige teeringen zoo wonderlijk verblijd hebt: verleen ons. dal wij. door de voorspraak \aii hem die wij op aarde lot eenen leeraar des levens hebben gehad, heigeen hij ons geleerd heeft, niet woorden t'n met werken mogen uil werken: door onzen Heer .lesus Christus, die «net ( en den heiligen Geest leetl en heerscht. in alle eenwen der eeuwen. Amen.
i
1
I K T K K i I F. X.
v. bod! geef aeht op mijne hulp r. Heer! haast ü om mij te helpen Eere zij den Vader, en/.
LOFZANG.
Water vloeide uit de steenen,
Hard versteende harten weenen;
442 De kleine getijden ran den
Acli, zijn' tong, die honig vloeit.,
Is met 's hemels dauw besproeid Gun ons, Jesus, vol genaden,
Groot in raagt, enz. Pap. 438.
Antipl. Die naar U dorstig was , o God, die plagt te waken,
Tot in den dageraad, in uwe dienst en zaken;
En Gij die dorstig hingt, ach wil voor on.gt; ook zijn,
Als aan hem. een klaar licht en levende fontein.
v. Dooi uwe verdiensten, allerminzaamste Antouius!
r. Doe onze harten smelten in de liefde van Christus.
(i E K K O.
ö Alier/ocisle Jesus! (ner-v locdiglijk den rijkdom uwer liefde op onze hedoi'veneiieinoederen uil-storten, en zuiver dezelve door de voorspraak van den heiligen Anlo-nius van alle vlekken der zonden; Gij, die leeft en lieerseht, God, dooi' alle eeuwen der eeuwen. Amen.
T i'. S J' \ ï K \,
v. (iO(l! geef' achl oj) mijne imip. i'* Heer! haast 1 om mij te helpen, Kere zij den V'jhIer. enz.
Ilij liad altijd in zijn leven,
t Heilig kruis in 'f hart geschreven Droeg dit pand steeds in zijn ziel, Dat hem uiminer moeilijk viel.
(run ons, Jesus, vol genaden,
Groot in magt, enz. Pan. 138.
Avliph. Dat alle sclicpselcn den Heer ge-benedijden ,
Van hemel, aard en zee: den Heer, die
ons verblijde,
Komt met een zekere hoop van l allerhoogste goed,
Door zoo veel teekenen, die hij, Antomus, doet.
v. Dat zich alle volken verblijden en verheugen.
k. Die dooi' den heiligen Antonius ge-bragt zijn in den schoot der heilige Kerk,
K K K I),
O
444 De kleine yetijden ran tien hemden zelfs niet zuivei' zijn ; wil ons tooh genadiiïlijk aanschouwen. wier vlekken Gij door het dierbaar bloed van uw en eenigen Zoon ver-waai'diiidhebl w cgtenemen;en \ er-leen ons. dal w ij, door de voorspraak van den heiligen Antonins, zoo mogen wandelen door de tijdelijke goederen, dat onze geest altijd naar IJen naai' deeenw igegoederen mag wensehen en verlangen ; door den-zelfden . onzen Heer JesusChristus, dilt;* met l leeft en heerseht, in de eenheid des heiligen Geestes, door alle een wen der een wen. Amen.
T K NoNKN.
God! geel acht op mijne hulp. .h. Heer! haast Tom mij tehelpen. Eere zij den Vader, enz.
t, O F Z A ft (i.
Zijne ziele wordt ontbonden,
En in eene bron verslonden,
Daar hij nu in vreugde en rust,
Eenwig zijnen dorst thans bluscht.
H. Anfoninii ran. hadua. i45
Gun ons, Jesus, vol genaden,
Groot in inagt. enz. Pop. 438.
Antiph. Gelukkig Padua , verblijd u boven maten.
Üat zulk een groote schat is in uw' schoot gelaten.
En dooi' God zelt u is veropenbaard , In welk een schoon altaar hij dient te zijn bewaard.
u I, M K i».
o (rod ! verleen o11gt; (j,il dr voorbidding uuiden heiligen Antonius, uwen helijder. uwe Kerk verblijde, opdat zij niel geestelijken onderstand altijd beschermd worde, en verdienc te genieten de eeuwige vreugde : door on/en lleei' .)esus (Jiristus. die met li en den heiligen Geest leeft en heerseht, in de eenwen der eenwen. Amen.
TK V KS 1'K, 1lt; K N.
v. God! Geef acht op mijne hulp, k. Heer! haast Toni mij te helpen, Eere zij den Vader. enz.
446 De Maine getijden Kart den
I . O F Z A !gt; ,
Toen hij zalig was gestorven,
Is zijn heilig vleesch bedorven,
Maar zijn' tong, Gods lof gewend,
Bleef geheel en ongeschend.
Gun ons, Jesns, vol genaden,
Groot in niagt, enz. Pag. 438.
Antiph. O zegenrijke tong, die uwen Heer jnogt prijzen,
Die tot Gods eer en roem den rnensch niogt onderwijzen,
Nu zien wij duidelijk, dooi- zulk een' wonderdaad,
Op welk een' hoogen trap gij van verdiensten staat.
v. De heilige Antonius zij gezegend, R. Dien de Allerhoogste in den hemel met roem gekroond heeft.
ii E B E 1).
Verhoor ons. o God, onze Zalig-dirtker! lt;iat wij. door He voorspraak van den H. Antonius,uwen belijder, den heiligen (ieesl. dien («i j hebt beloofd aan allen die daarom vragen, heden door zijne \ erdiensten waar-
H. Antomus can Padua. 447 «tig ïfiogen worden te ontvangen; die leeft en heerseht. door alle een wen der eeuwen.
TE COMPLETEN.
v. Bekeer ons God. onze Zaligmaker.
H. En keer uwe gramschap van ons.
v. God! Geel aelil op mijne hulp. ii. lieer! haastUom mijte helpen. Eere zij den Vader. enz.
I. O F Z i ;gt; (i.
Wil iian uwe dienaars gevtii.
Aan de dooden en die leven,
Door uw voorspraak vol van kracht, t Goed daar iedereen naar tracht. Gun ons, .lesus, vol genaden,
(iroot in magt, enz. Vag. {.38.
Antipl. Nu li- li ij een gezel der ylfü ie ook geworden,
Van 't glorieus getal der vaders van zijn' orden,
Wier leven hij hier had gevoerd al met er daad;
448 Dr kleine yfitijdev vaM den
Zie wat een kroon de deugd haar mm-Baar achterlaat.
(. K B F. ïgt;
O -Jcsuï», din1
uwen hclijflcr. flcn lieili^pn Anto-uius. met vele kracliteii en wonderen behaald hel»t : verleen oi)gt; .iremnHiïlijk, dal wij. hetgeen wij met vertronwen door zijne ver-dienssten verzoeken, door zijne voorspraak zekerlijk mogen bekomen; lt;n,j dn' daar leel't en heersclii. met (iod den Vader, in de eenheid des heiligen (leesles, m alle reu-wen der eeuwen. Amen.
SU 1TBÜ,\ EMNO.
Neem, Antonius, deez getijden,
'k Doe ze te uwer eer en dank; Ik zweer u trouw mijn leven lang Wil mijn ziele toch bevrijden, En beschermen in den nood ,
Van den laatsten strijd der dood ,
A.ls zij zal van quot;t ligchaam scheiden , Dat zij na den laatsten dag,
U, haar leidsman, vinden mag
//. A ntjoniu* van Padun. 449
O wii haar alsdan geleiden ,
Door uw hulp en onderstand,
Tot het hernelsch Vaderland.
LITA NIE
VA» DEN HEILIGEN ANTONIÖS VAN PADGA
Heer, ontferm LI onzer. Christus, ontferm 1 onzer.
Heer, ontterm l onzer.
Christus, hoor on^.
Christus, verhoor ons. God, hemelsein' Verier, onlterm U onzer.
(iod Zoon, VCrlosser der wei-eld,
ontferm tT onzer.
Cod, heilige Ceest. Vertrooster,
ontferm l onzer.
Heilige Drievuldigheid, één Cod,
ontferm 1 onzer.
Heilige Maria, moederen heseherin-
ster van den heiligen Antonius ,
bid voor ons.
Heilige Franeiseus. vader en oost
450 Litanie van den
derwijzer van den heiligen An-tonius, bid voor ons.
Heilige Antonius van Padua, Zalige vrucht van Spanje,
Nieuw licht van Italië, Beschermer en roem van Padua, Apostel van Frankrijk,
Navolger van den heiligen vader Franciscus,
Lelie der zuiverheid, S
Kostelijke parel der armoede. Klaarschijuend licht der ge- c
hoorzaamheid,
Spiegel der boetvaardigheid. c Roos der geduldigheid, ?
Vlam der lietde.
Veld der heiligheid.
Pilaar der heilige kerk. Verkondiger der genade, Uitrocijer der zonden,
Vertreder lt;{er wereld,
Leeraar der waarheid,
VerheHer der cere Cods, Blinkende ster aan h-H uitspansel
H. Antonim ran Padua. 451 der serafïjnsche orde. fiid voor ons.
Arke des verboiids,
Trompet des Allerhoogsten, Voorvechter van het geloof des hoogwaardigsten heiligen Sakraments,
Brandende naar hel marteldom. Geesel der ketters.
Koede der dwingelanden. SI IJ v er ige 1 ie I he bh e r va n (iod s I mis, ^ IJver der zielen, 2
Wonderbare itewcrkt'r xan c wonderen. 7
lieschermer hij verlies viin/aken. roevhigl der armen,
(iezondheid der zieken. Vertrooster der i)edriikten. Hof van alle deugden.
Kenner der harten,
Voorzegger der toekomende
dingen,
Verwekker der dooden.
\~rl Ijitnuii' ran dr»)
Schroom dei'Huivclen. bid voorons Navolger der pal riarehen . Voorbeeld der apostelen. Uitstekende ondei* de leeraars, c Roem der heiligen. 2
Onze allerzoetste vader en be- =
sehermei'.
Wees xej'zoend. spaar ons, lieer W ees vei'zoend, hooi* ons, Heer Van alle kwaad, verlos ons. lieer Van alle zonden.
Van de magt des duivels. Van pest. hongeren oorlog. Van den eeuwigen dood.
Door de verdiensten van den
heiligen Antonins.
Door zijne brandende Helde, Door zijnen ijver ter bekeering ^
der zondaren.
Door zijne vurige begeerte naar
het marteldom.
Door zijne gedurige volharding in zijne beloften van gehoorzaamheid . armoede en zui-
//. Antintins ran Padua. 453 verheid, \erlos ons, lieer! Door zijne onvermoeidheid in den
arbeid, verlos ons, lieer!
Door de wonderbare verseheiden-beid zijner wonderen, verlos ons, Heer!
In den dag des oordeels, verlos
ons. Heer !
Dal (ïij ons w ill brengen loleen waaraebtig berouw en leelt;l-wezen onzer zonden. ^3
Dal (ïij bel vimrder' goddelijke —: lielde in ons willonlsleken . ET Dat (iij ons deelaclilig will ma- E! ken aan de \ oorspraak en ver- f dienslcn \an den bciligen — Antonins.
Dal («ij ons \aderland in de 2 diensl van den heiligen An- rquot;
O
tonins will doen volharden, z Jgt;al (iijalien die bnnne loevlngt c lol den bciligen Antonins ne- v tnen, gezondheid naar ziel rn büeliaatn wilt verleenen.
O
454 Litanie van den
Dat wij, door de verdiensten van don heiligen Antonins, in alle soorten van deugden mogen voortgaan . wij bidden lT. verhoor ons.
Dat Gij alle dienaars en lielhehhers van den hoiliurn Antonins will voorkonien in alle /egcningen . wij l)id(ien l . xerhoor ons.
Dat (iij 1 verwaardigt ons te ver-hooT'cn. wij hidden t'. verhoor ons.
Jesus (Ihi'islns. Zoon van den levenden God. wij hidden ü, verhoor ons.
Jjam (iods. dat w eniieemt de zonden der wereld, spaar ons, lieer.
Lam Gods, dat w egneemt de zonden der w ereld, veriioor ons, lieer.
Lamtiods, dat wegneemt de zonden der wereld, ontl'erm II onzer.
Christus, hoor ons.
Christus, verhoor ons.
Onze Vader. enz.
v. En leid ons niet in bekoring.
II. Antonim van Padua. 455 R. Maar verlos ons van den kwade, v. Bid voor ons, heilige Antonius ! r. Opdat wij waardig worden der beloften van ('hristus.
gehkden.
ó lieer Jesus Christus, die op den goeden vrijdag, omtrent het zesde uur, op het altaar usv saliej'heiligsten kruises hebt willen verheven worden, en omtrent het negende uur uwen geest hebt gegeven in de handen uws hemelsehen Vaders : wij hidden 1 . door uwe verdiensten, i'n dooi' de voorspraak van den heiligen Antonius, wiens ziel ook op eenen vrijdag atseheid heeft genomen van deze wereld, en wiens ligchaamten derden dage begraven is geworden, dal wij de vruchten uwer verlossing, onze zaligmaking, door de voorspraak van denzellden beschermer, in ons gedurig mogen gewaar worden; die met den Vader
456 Vrome yebeden tot den en den heiligen Geest leeft en heerscht, in alle eeuwen. Amen. oZaehtrnoedigieen^oedertierenste
r? O
Jesus, die uwen belijder, den heiligen Antonios, door gedurige vertooningen van wonderen. de wereld dooi' vermaard maakl; verleen ons genadiglijk, dal wij, hetgeen wij met vertrouwen door zijne verdiensten \ erzoeken, door zijne voorspraak mogen bekomen; die leeft en heerscht. met God den Vader, in de eenheid des heiligen Geestes, in alle eeuwen der eeuwen. Amen.
-pjverw
NRGKN VROMK GEBEDEN
TB» KEKK
Ui
ÏM DEK HEILIGER ASTORIDS VAR PADUA
O roemrijke heilige vader Antoiii-us, die een licht der heilige Schriftuur, een bijstand der rnistroostigen
H. A rif a min* ran Padua. 457 zijn; wij bidden n. v erhooronzeoot-moedige gebeden, en verkrijg voor-ons van God zijne goddelijke genade en hulp: dit bidden wij, door uwe onnoozele kindschbeid. Amen.
Onze Vader. Wee* ycyroet, enz.
II.
O heilige Antooins, roem dei' leeraren, ijverige verkondiger dei-deugden en standvastige berisper der zonden! wit ons door uw soe-
O
derfiereuen minzaam hart bijstand van (iod \('rwcrven in at onzen nood : dil bidden wij u. door de jaren die gij zoo loll'elijk in de orde vaïi den li. Auunstiims door-gebragt hebt. Amen.
Onze Voder. Weeft yeyroet. enz
\n
O heilige Antonius, zuiver zout der aarde, üehlopden kandelaar der .heilige Kerk . stad op den berg der
45'S Vrome gebeden ioi den bespiegeling; wij hidden u , aanhoor onze gebeden, en verkrijg ons van God heilige begeerten, met eenevolharding in dezelve; dit bidden wij , door uw heilig leven in de orde van den heiligen Franeiseus, Amen.
Onze Vaih r. H ees /jegvoef, rnz.
O heilige A nionins, getrouwe dienaar deraiierheilii?ste maasd Maria! wii toeh bij haar onze voorspreker wezen, verkrijgende xergiHenisonzer zonden en bijstand in al onzen nood: dit bidden wij u. door de onuitsprekelijke1 genoegens, die uwe ziel gevoelde, toen het kind Jesus tussehen uwe armen rustte, Amen.
Onze Vader, Wees gegroet. enz.
O heilige Antonius, vader der weezen en verlatene mensehen, vruehtbare regen des hemels! maak
J J. A ntoaiu* ran Padua. 459 onze harten vpuehtbaarin deugden , vurig inhetgeloof: wi! ons onlvan-gen om u Ie dienen, ons beselier-mende in aile gevaren naar ziel en ligehaain; verkrijg ons oene voiko-jnene liefde lol («od en onzen even-menscli : dil hidden wij n. door de inenigvnldige wonderen, die gij op iumle gedaan hehi. Arnen.
(ht ~r 1 fith r. H tes t/cqfoef. enz.
A J.
O heilige Anioniiigt;. Nlerke zuil der hoeivaardigheid, sein'ld Segen alle hekoi'ingen, zekeie weg der onwetenden! maak mij deelachtig aan nwe heilige deugden, opdat voor ons het dierbaar hloed van Christus niet verloren ga. maar dai wij in zijne heilige wonden eene geruste haven der heiligheid mogen vinden : dil bidden wij, dooi1 uwen heiligen dood. Amen.
Onze Vader, Wee* gegroet, enz.
Vrmne ye,heden fot den \ M
O Aiiloiiius. liclil van
Italië, roem van Padua. Iroost der oii^eioovigen! wil ons verkrijgen een lev«'nlt;li^gelooi,eene \ astehoop en deo gewensehten prijs der glorie ; dit bidden wij n, door den roemvollen ingang uwer ziei in de hemelselie blijdschap. Amen.
(hixe Vader. Wees (jegroet. enz.
\ I \ I
O heiligeAnlonius, lexeiid vtun*-heeld der evcHigelisehe leeraars, troost der zieken, blijdschap der hedroetdcn! n\ il al onze zuchten en gebeden tot u niet vergeten, gelijk gij 'u nwe lieve ouders niet n ei'geten hebt, die zonder schuld waren ter dood veroordeeld; maar bid God, dat hij ons vertrooste en barmhartig zij : dit bidden wij u, door de onbegrijpelijke vreugde en liefde die nu is tussehen u en uwen heiligen
H. An/onins ran Padua-. 461 vader Franoiscus in den hejineL vaIl Amen.
der Onze Vader. Wee* tjeqroef, ettz.
gen ix
^0!1 0 heilige Antonins, zeer stipte be-5 )~ waarder der zuiverheid, getrouwe ,n miimaar des heiiiueu kruises! 1)«'-
I ^
1 seherm ons in onzen dood tegen alle bekoringen, opdat wij God be~ enx. lijiJcj) niel den mond , en met het hart mosen gevoelen (lods harm-
o O
Mgt;|._ hartigheid : dit bidden wij u, door
!Ugt;S, de allergrootste hlijdschaj), die gij
,1,.,- in de eeuwigheid /uit bezitten, in
j (Mi hel aanschouwen en genieten van
kgij goddelijk wezen. Amen.
ebt. Onze Vader. Wee* geyroet. enz,
•00.. HET 1»N6S1)AGSCHK I.OK
: lui
van den H. Antonius van Padua,
d)e-1 ons nu. vereend in deugden.
Zingen Christus dank en lolquot;,
Die Antonius met vreugde Igen Heeft gekroond in 's liemels hof
Die Franciscus, zijnen vader.
Heeft getracht gelijk te zijn,
Uit hem als eenen bronnen ader. Vloeijende des levens wijn.
Overvloeijende de perken,
Door den dorst des doods verstikt.
Die hij door Gods woord kwam sterken, En met hemel-daanw verkwikt.
Hij, die naar zijn vader aardde, Die door wonderen, wijd beroemd, Aan het kruis hem openbaarde,
Als hij maar tien titel noemt.
Die zich zelf heeft overwonnen.
Onder Gods bevrijdcnis,
Is m t hemelrijk gekomen,
Waar niet meer te strijden is.
Dat hij ons, die hier nog strijden,
Diene tot kloekmoedigheid,
Opdat wij geen kwaad meer lijden. Overwinnen in den strijd.
Dit wil ons de Vader geven;
Dit verleene ons ook de Zoon ;
Opdat wij genadig leven,
Door den Geest, in 's hemels troo i. Amen
AN TT VH ONE.
Wilt gij nu wonderen zien? het weenen, kermen, zuchten.
De duivel, dood ea pest de ketterij moet vlugten
Wal ziekte dat het zijn, melaatschheid, die vergaat,
is't/eo mensch lioe ki'mik die is. die met gezond opstaat.
* De zee die wijkr van heni; de banden der gevangnen Die springen door hent los, en Jong en oud ontvangen,
Door hein in allen nood, troost, hnlp en
onderstand,
En wat verloren is, komt wederom ter hand, v. Degenen die tot hem slechts zenden hunne gebeden,
Die hebben geen gevaar, noch ramp, noch
zwarigheden,
Die moeten op de proef, belijden al te gaar,
Dat die van Padua vrij zeggen openbaar. * De zee die wijkt, enz. als boven.
Eere zij den Vader, en den Zoon en
den heiligen Geest.
v. Bid voor ons. heilige Antonius!
Opdat wij waardig worden der belofiei, van Christus.
G E B E D.
ó God! verleen ons, dat wij door de voorbidding va» den heiligemi
464 Vrome gebeden tot den Antonius, uwen belijder, in uwe heilige kerk altijd verblijd worden, opdat wij mei geestelijken onderstand altijd besebennd worden, en de eeuwige vreugde verdienen te genieten ; door onzen Heer iesus Christus, dilt;4 leeft en heersebt, iu allr eeuwen der eeuwen. Ameu.
XiVDK.U (i KB KH.
O goedertierene en bannhariige Uod, die den beiligen Antonius zoo uitinunteudegenade hebt verleend . dal bij bierdoor uitstekende in «lengden en beiligbeid. bij 11 zulk een vermogen beell verkregen , dat door zijne voorsju'aak de verblinde en YerbardegenioederendeiMnenseben worden veriicbt en vermurwd, in dier voege, dal «le slapenden in de schaduw des doods hierdoor van hunnen slaap ontwaken, en tot den weg des levens geraken ; wij hidden U, door zijne verdiensten , dal
H. Anfoniu* van Padua. i(gt;5 gij onze harten met uwe genade al-dus ge li elite verlichten, datwij den duivel, de wereld en het vleeseh overwinnende, met i^enoe^en onze
O O
zaligheid mogen bewerken Amen.
Antoimis ! wil ons helpen , Die vertrouwen op uw gunst;
Wil ons kwaad ter nederstelpen ;
Help ons toch tot zedekunst.
Doe de droefheid van ons vlugten, Help ons toch m allen nood,
Ban het kermen, ban het zuchten,
Keer van ons den kwaden dood-
Maak dat wij zijn uitverkoren ,
Door het plegen van de deugd;
Hebben wij ook iets verloren,
Breng het weer tot onze vreugd;
Opdat wij van ramp ontslagen.
Die de wereld ons bereidt,
God hier minnen en behagen ,
Tot ons aller zaligheid. Amen v. Antonins! maak dat God ons krank gebed verhoort.
r En het kwaad van ons verdrijft, dat onze rust verstoort
fi E B K O.
Heer Jesus Christus, wiens ge-
O
30
466 Gebeden tot den li. Antonim, noegen het is bij de kinderen der mensehen te zijn, om welke oorzaak Gij II zelve aan den H. Anto-nius, om zijne kindsehe zuiverheid en minzaamheid, ook onder de gedaante van een kind hebt geopenbaard, hem alle gunsten en genegenheid bewijzende, zoo dat Gij hem, nu zegevierend met (J heer-sehende in den hemel, niets weigert, hetgeen hij voor zijne dienaars verzoekt op de aarde ; wij bidden U, door zijne uitmuntende zuiverheid en andere deugden, om welke hij deze uitstekende gunst van U heeft verkregen, dat ons gemoed van alle gebreken gelieft te zuiveren, en daar eenen opregten ijver tot de deugd wilt indrukken, opdat wij mogen waardig worden te bekomen , wat wij door de verdiensten van uwen heiligen belijder verzoeken. Amen.
LITANIE
VAS DE HEILIGE THERESIA
Heer, ontlerm IJ onzer.
Christus, ontferm U onzer.
Heer, ontferm U onzer.
Christus, hoor otis.
Christus, verhoor ons.
Hemelsehe Vader, waaraehtii^e God, ontferm ü onzer.
Cod Zoon, Verlosser der wereld, ontferm Ü onzer.
Cod, heilige Geest, Vertrooster, ontferm ü onzer.
Heilige Drievuldigheid, één God, ontferm 1 onzer.
Heilige Maria, bid voor ons.
Die van uwe jeugd af vervuld zijt ^ geweest met goddelijke gaven, §
Die naauwelijks aeht jaren oud ^
i()S Lti/inif' van de
zijnde, hpgcfi'iii waart naar li martrla.ii'^cintjt. birl voor ons. 1 )i('iMcl iiwon Orocrlerijerpisdzijl iuia!' He Moorm. om uv bloed voor (liirisius Ie veruicieo, l)i(j ooinioet, co van uwen oom wedei'uchraiit zijnde. lt;mlroost-[)nar waari. oitidal n die palmtak ofjltiomcn was. Die hrrooldzijmlc \andeeer des nmrteidoms. begeeriii, waart naar hel kini/cnaars leven. [Yw ttissclien liet kinderspel , plagt kloosters op te rillen, Die til de eenzaamheid en in
m'bedcn volmaakl waart. Die nog een kind. van (iod bestraald . plagt uil le roepen : o eeuwigheid ! o eeuwigheid! Die twaall'jaren oud. uwe moeder verloren hebbende, u geworpen hebt \ oorhet beeld van Maria, en u zelve aan haar tot doetiter hebt opgedragen,
heilige Therezia.
Die t\\ ifitig jai en gewordt 11 /ijikh.' . u begeven liebt in i!c onie des bergs Canm ius, lgt;id voor ons.
Die non zijnde, drie jaren lang van de allerpijniijksle ziekten ovei vallen, rn van het gebruik u wc!' üdmattMi beroofii zijl geworden .
Die door deu ii. .logt;el Ncrdicnd hebt genezen le worden. =?.
Die met demetiseht n le uemeen-
'
zaant geweest /ijndc. door £ ^lrengelijk /ijl be- quot; risjgt;t ^{-worden. r
Dx' van hem /ijl ^euoodsgd ge- ■ worden lol iiet ijezelscliiij)der engelen .
Die verdiend hebt \an hem le lïooren in ht'l gebed : \i)or-taan zuil gij met de engelen omgaan.
Die daarop wonderlijk met alle deugden versierd zijl geworden .
i70 Litanie van de iVlaagt] vol van geloof en hoop, bid
voor ons.
Brandende door eenen onuil-1)1 uschba ren brand der sod-delijke liefde,
Die waardig /ijl geweest van eenen Serafijn, met een goudenen vnrigen sehiehtder iief-de, (loorselioten te worden, Die v lam mende van liefde, be- ü?. looid hebtallijdteznllendoen, wat gij zondl weten God het c aangenaamste te zijn.
Die onist o k en d o o re e n e non v e r-
zacieiijken /iclenijver, gewoon waart onophoudelijk de düis-ternis der ongeloovigen en keilers te beweenen,
Di e o m ee! i igz in s h e t gr o o t v er I i es der zielen te vergelden, de op-
ngtstergeworden zijl vai) twee-en-dertig kloosters van de herstelde orde van Carmelus, Die bereid waart tot het einde
heilige Theresm. 471 der wereld, voor de zaligheid van eene ziel alleen, de pijn des vagevuurs ie ondergaan , bid voor ons.
Bruid van Christus,
Verhevendoor (iel behouden der onnoozelheid uws doopsels. Die waardig geweesl zijl van Chrislus te hooren ; voortaan zult gij als eene waro bruid ^ mijne eer beijveren. Hl
Die belast zijt geworden door lt; den bloedigen Bruidegom , ^ ofedelijden te liei)ben met al o zijne wonden, diehemdezon- 5 daars gedurig vernieuwen.
Aller minste door ooi moedigheid, Die altijd hegeerig wanrt om
veraeht te worden.
Die God dikwijls gebeden hebt, dat hij zijne gunsten voor u zoude matigen, en zoo spoedig niet al uwe zonden vergeten ,
47!2 Litanie va n de lliliniiiiteiulc door armoede,
voor ons.
Blijharlii!; in behoeftigheid. Die van doodziekte op reis overvallen . van alles verlaten, uwe gezellin . die daarom weende, getroost hebt. Blind in gehoorzaamheid. Die om Ie gehoorzamen, zonder uitstel een boek met gezangen. dat gij gemaakt hadt, in hel vuur geworpen en verbrand hebt,
Begaafd met bovenmatige lijdzaamheid ,
Die gewoon waartuil te roepen;
lijden t-n sterven ! Onoverwinnelijk in vervolgin-gen,
Onberoerd tnssehen al de aan-veehtingen en schrikkelijke vertooningen des duivels. Die van den duivel van de trappen gesmeten, blijmoedig de
heiligt Thtresia. 47S breuken van uwen arm hebt vei'-dragen, bid voor ons. Wonderbaar ut verstervingen, Die door vasten, haren-kleede-ren eu ketenen iiv\ ligeliaain iiebi verscheurd.
Die u in doornenm-w entrid hebt,
ter liefde van Chrisüis. l'itinuntende in het gebed, ro Die door cene wunderbare dor- ^
beid des ^ecstes. aehttien o . .. * c
jaren lang biltei'üjk brdroefd ~
/ijnde. daarna met al de wei- £ lusten dt^ iieinels /.ijt over- ^ goten gew orden.
Die dikw ijls vereerd /jjt geworden door bel aanschouwen der mensehheid van Christus, Die in het gebed van den lieer verdiend hebt te hooren : ik heb op de aardt Magdalena tol eene vriendin gehad, en u in den hemel.
Die bij een bezoek van Chris-
474 Litanie van de
tus, begaafd zijt geworden met een kruis, schitterende van (ijne gesteenten, bid voor ons.
Die van de allerheiligste Maagd en den heiligen Josef met een witblinkend kleed versierd 1^
zijl geworden.
Die van Christus met eene blinkende kroon zijt vereerd ge-worden,
Die van de allerheiiigste Maagd 5?
zijt versierd geworden met ^ een ketting van diamanten, o ^ Die verdiend heb! van Christus ^ le hooren : ware het dnt ik o 1-den lieint'l niet gesehapen ^ , hadde. om u alleen zonde 1-
ik dien seheppen.
Die gedurig tol den dood toe, v
verkeerd hebt inrtde Heiligen en Engelen, t h.
Pie in uwen dood vereerd zijt geweest met het bijzijn der heilige Martelaren,
heilige Theresia, 475 Tiet Oie na eenr opgetogenheid des jne geestes, vnn veertien uren, door eenen onverdragelijken brand der goddelijke üefde gestorven zijt, bid voor ons.
Die in de gedaante van eene S duiC gezien zijt, vlu^tende ^ tot uwen nruidegom, o
Die ii) ai les een wonderbaar ? sehouwspel zijl geweest voor p ^ de wereld, de engelen en de ^ ^ mensehen,
o Latini(iods,dal wegneeml fle zonden ® der wereld, spaar ons, lieer, o Lam Gods, dal wegneeml de zonden ^ ^ der wereld, verhoor ons, lieer. Lam('iods,dat wegneeml dezonden
der wereld, onlferm 1 onzer, v. Bid voor ons, heilige maagd en
moeder Theresia,
r. Opdat wij waardig worden der beloften van Christus.
476 Litanie van de. li. Theresia,
6 (io(i. die de scralijtische maagd Tiieresia. dooi- liet wonderlijke vuur uwer liefde doorwond, mei de heiueiselie gaven liebl versierd : verleen ons dal wij. door de hulp van hare voorspniak en hare na-volginii. door de goddeinjke liefde hier op de aarde verwond zijnde, niet haaf dooi' de volheid uwer hemelsclu' j^aven en gunsten versierd niogen worden in den hernel; door Jesus Christus, onzen Heer, die met den Vader en den heiligen Geest leeft, in alle eeuwen der eeuwen. Amen.
*-4- »?=■-
OP DE ZEVEN VVOOKDKN
HANGENDE AAM HET KSülS
Met zt've.v yehe.den op dezelfde woorden.
MET EEKSÏE WOORD.
ó Jesus! die aan oas, door uwen dood en 'even, 't Geen ons de zonde ontnam , ten volle wear
komt geven ;
Genageld aan een kruis, zijl Gij een' offerande', Die om der menschen zonden in 't vuur der liefde brandt
Wat hebt Gij smarten pijn , en ouwelijk verdragen, Voor die door eigen schuld , geheel verloren lagen! De welvaart van een' slaaf, die brengt U in den nood ,
En 't leven eeuer ziel kost U den bitteren dood. Terwijl de beulen slaan, terwijl uw aders leken, Als ü de ziel begeeft, terwijl uw oogen breken, iioept Gij den Vader aan, en midden in de pijn. Zegt Gij nog voor hen, die de oorzaak daarvan zijn: Vader ! vergeef het hun, want zij weten niet wat zy doen Lucas XXIII, v. ^4.
■
*
G P. B E »
O allerzoetste lijdzaamheid!
O wondere zachtmoedigheid!
O goedheid zonder einde of maat Die onze schuld te boven gaat ;
In al uw lijden en verdriet.
Gij klaagt, Gij dreigt. Gij jammert niet. O, zie mijn' droeve tranen aan,
En hoor de bange zuchten gaan. Die komen uit mijn rouwig hart. Op 't zien uws bitteren doods voi smart. Verschoon toch, Jesus, mijn' misdaad; Vergeef mij, Jesus, al mijn kwaad
HET TWEEDE WOORD.
6 Jesus! 't heilig bloed, dat uit veel duizend wonden,
Aan'tkruishout Gij vergoot, tot boete onzer zonden,, Hoe waart Gij van gemoed, toen, midden ia den dood,, Een booswicht uwe smart nog maakte eens zoo groot!
Hij hing met U aan 't kruis, en durfde U tegenspreken ;
Maar die van de andere kant , die zag uw' oogen breken,
Erkende U voor zijn' God, en riej) ootmoediglijk ; O Heer! denk toch aan mij, als Gij komt in uw rijk. Uw vaderlijk gemoed heeft hem zijn kwaad vergeven .
En met een troostvol woord beloofd het eeuwig leven,
0 woord, o minzaam woord! o zondaar, hoor het aan .
Laat liet, tot uwen troost, u diep ter harte gaasJ
Voorwaar, i/c zeg u, heden zult gij met mij wezen in het Paradijs. Lucas. XXIV, v. 45.
G E B E D.
O liefde vol barmhartigheid,
Genade vol goedgunstigheid!
Gij die .qeen' zondaar ooit verstoot.
Al zijn zijn' zonden nog zoo groot.
Hoor mijn' belijdenis toch aan.
En laat mijn tranen tot U gaan ;
Gij kent den grond van 's menschen haitp Gij ziet daar zijn verborgen smart;
Gij ziet dat ik op U vertrouw.
Vol hoop en tevens vol berouw;
Sta mij dan bij in stervens nood, En schenk mij 't leven na den dood.
HET DERDE WOORD.
6 Jesus! uit een' Maagd, tot ons geluk geborea, Oie Gij uit duizenden van eeuwig hadt verkoren s Gij zaagt haar onder 't kruis vol droefheid ea verdriet.
Omdat haar zuik een Zoon, door zulk een dood quot;verliet.
Joannes stond daar bij, ook uwen welbeminden
Gij wild et hen te zaam met nieuwe liefde binden Zij had een moederhart, en hij eens zoons gemoed, Zie wat een wonderwerk, wat woord van Jesus zoet, Xij zag haar liefste Kind voor hare oogen sterven. Om het inenschelijk geslacht het leven te verwerven En daar zij even kloek gelijk een' rots bleef staan , Zoo spreekt Gij haar voor 't laatst met deze woor den aati :
Vrouw! zie hier uwen zoon; en daarna tot den Leerling : zie hier uwe moeder. Joan. XT.X,. v. 20.
I
1
G K 1! V, O ,
O droevige verandering O treurige verwisseling!
Helaas, Maria, welk een lot!
Gij krijgt een mensch voor eenen God. O Jesus! ik bid U, door uw pijn,
Laat haar ook mijne moeder zijn . 'k Beveel me in uw Voorzienigheid, Met de allermeeste ootmoedigheid;
Als ik op haar vertrouwen zal,
Moet ik niet vreezen voor den val;
'k Wil toonen, dat, met hart en zin, Ik haar als mijne moeder min.
HET VIERDE WOORD
ö Jesas! eeuwig Woord, geboren uit den Vader, Door wien de schepsels zijn, en leven a) te gader, Voor wien dat ailea zwicht, en voor wians opper' magt,
i
h i
r,
Zelfi» aarde en herae) beven, en de ondermaanscbe kracht :
Gij, die nog slechts eer kind, een' nieuwe ster deedt schijnen;
Gij, die de ziekte, pijn en onheil deedt verdwijnen ;
Gij, die de dooden zelfs deedt opstaan uit het graf .
Legt hier, om mijnentwil, al uwe sterkte af.
Om mij gehoorzaamheid tot 't laatste toe te leeren,
Zie ik uw' heerschappij in droeve klagten kearen ;
Gij laat van 't hout des kruis uw bange zuchteu gaan ,
En in mistroostigheid roept Gij den Vader aan -
Mijn God ! mijn God !
kehf Gij mij
waarom
verf aten ? Marcus XXV, v. 34.
G F, B F lgt;.
O droeve en wonderlijke klagt '
Waar is. o Jesus, uwe raagt?
fk weet dat 't mijne zonden zijn ,
Die U doen klagen in de pijn,
En dat Gij, die hier voor raij lijdt,
Zeer heilig en onnoozel zijt.
Ik, die de boosheid heb gedaan.
Ach, iaat niet eens een traantje gaan ! Vloeit oogen, weent. weent ineer en meer, En zijt mistroostig met. den Heer O Jesus! door dit uw verdriet.
Verlaat mij in den doodstrijd niet
HET VIJFDE WOORD.
ó j'esus! zoete naam' o voedsel van mijn wentcben !
' ST
*
6 Liefde, troost cn vreugd van engalen en men sclieu ,
Naar wien mijn ziele jaagt, als 't hert naar 't water
doel :
6 Schoonheid zonder eind'! ü allerhoogste goed 1 Als Gij genageld hingt aan voeten en aan handen., o Levende fontein ! begon uw dorst te branden, Gtj dorstet naar i/iijn' ziel . Gij wenschtet naar mijn
harl j
Pe dorst caar mijn geluk was oorzaak uwe» smart,
Alsof 't vergoten bloed , en al die open wonden. Van uwe zielemin, den dorst niet laven konden s Toenriept Gij op het laatst, in dezen bitlren nood^ Met een gebroken stem, bij 't naken van den dood Ik heh dorst. Joannes XIX, v. 28.
GEBED.
Die wenscht met .Testis eens te zijn ! O Jesus! stook dien zoeten brand In mijne ziel van alle kant;
Dat ik voortaan niets meerder achte. Of nergens naar zoo vurig traebte.
Te willen minnen meer en meer Door U alleen wordt mijne lust En dorst van mijne ziel gebluscht;
Want die U, Jesus, waarlijk mint, In U alleen genoegen vindt
■
ó Jesus, die de schuidi van mijit ontelbre zonden,
Waardoor ik in de magt vaxi Satan 'lag gebonden , Betaald hebt met den prijn van uw onnoozc! bloed : Wees duizendmaal gedankt, wees duizendmaal gegroet.
Het einde was au daar van drie en dertig jaren. Die altijd vol verdriet, vol pijn, vol smarten waren; iïei oiler was gebragt, de vijand was geveld , 't Bedorven Adams zaad, was nu bijna hersteld; Gij zaagt de bleekt dood met hare schichten naken , Gij wilt haar bitterheid tot mm/ verlossingsmaken; Gij zegt het, o mijn God, 't is alles nu gedaan Laat vrij dit krachtig woord tot 's hemels vierschaar gaan.
Het is volhragf. Joannes XIX, v. 30.
G E B F D,
O Jesus ! Gij zijt al ons goed.
Gij zijt de troost van ons gemoed.
Gij zijt ons leven, onze deugd.
Gij zijt de bron van onze vreugd.
Gij zijt de heiligheid alleen :
Maak dat wij ook zijn kioek en sterk , Om te voltrekken 't groote werk,
Dat U heeft smart en bloed gekost, [Eer Gij den zondaar hadt verlost.
Help ons dan met uw sterke hand, En Vireriji ons iti het vaderland.
HET ZEVKA'DE WOORD,
o .lesus. die. om ons de regte haan te toonen Tot 't leven zonder dood en nooit vergaande kroonen ,
IVa xoo vee! druk «n pijn, v»n kracht en bloed beroofd .
Op quot;t einde nog tot ons gebogen hebt uw hoofd; Gij, die én dood . én hel, én zonde hadt vertreden , Hebt evenwel om hulp en bijstand hier gebeden , En riepi met luider stem nog uwen \'ader aan , Eer uur' benaauwsie ziel. zon uit het Ugchaam gaan ; Niet dat daar rede was van vreezen of van beven. Voor hem. die door zijn dood den rnensch moest
doen herleven,
Maai opdat hij U volg', die zich ten dood bereidt, Hebt Gij, tot onze les, dit laatste woord gezeid :
Vader! in tme handen beveel ik mijnen gee.fi. Lu.'. XXIIL v 46.
(. K. H K O
O dood, du- -lesus hebt geveld, Ën lucht en aard in rouw gesteld O dood ! o wonderlijke dood,
Die ons moet helpen in den nood. O .lesus! help mij uit de pijn.
Ais i' in stervensnood zal zijn.
Maak dat uw dood in mij)) \erstand
Voor altijd zij zoo diep geplant,
Dat ik voortaan met hart en zin, De wereld niet. maar U bemin,
Om zoo, door uw barmhartigheid.
Te leven in alle eeuwigheid. Amen.
a a n h p k a a k
van den gthruisten Jem* tot den memch.
Mijn leven was voor u , müii lijdeii en mijn sterven ;
Leef, lijd en sterf voor mij. zoo zult ürij het leven erven.
s i. ir i t k l'; i) k.
Laat blij, laat vrij de schepsels gaan . En zie des Scheppers helde eens aan : Die God vol liefde voor den mensch. Hangt, lijdt en sterft naar liefdes wensch ' Ach, in zulk een' gesteltenis,
Alleen de ware liefde is :
Ja, als ik alles wel bemerk,
Dan is hier niets dan liefdewerk;
De liefde doet hier offerand',
Een offerande in liefdebrand;
De liefde spreekt, de liefde hoort. En buiten liefde niet één woord ;
En spreekt de liefde zevenmaal . 't Is zevenmixal de liefdetaal;
De liefde vraagt barmhartigheid .
De liefde dorst naar zaligheid ;
De liefde van die liefde leeft;
De moeder van die liefde geeft.
En schoon de Vader, naar den schijn. Den Zoon verlaat in zijne pijn,
De liefde blijft, en zij verlaat Den zondaar niet in zijn' misdaad;
De liefde noodt, en neemt met baar, In 't Paradijs den moordenaar;
Eo, nadat liefde heeft volbragt,
AI wat ooit liefde heeft verwacht;
De liefde geeft hier haren geest.
En dat is liefde allermeest :
Want nooit de liefde meerder leeft .
Dan als zij sterft en 't leven geeff,
LITANIE VAN OEN
fleer, onUcrrn IJ onzer. Christus, ontferm 11 onzer.
Christus, verhoor ons. God, hernelsehe Vader, ontferm ü onzer.
H. Joannes Nepomucenus. 487 God Zoon, Verlosser der wereld,
ontferm ü onzer.
God, heilige Geest, Vertrooster ^
ontferm ü onzer.
Heilige Drievuldigheid, één God,
ontferm lT onzer.
Heilige Maria. bid voor ons. Heilige Joannes Ncpomucenus, Kind van genade, door beloften
en gebeden verkregen.
Bij uwe geboorte door een ^ wonderbaar lieht vereerd, BI Inuwejeugddoor deallcrheilig- ^ steMaagd wonderbaargenezen, ^ Gestadige, godvruchtige dienaar o van het heilig saerilieie der S Mis,
Troost er) blijdschap van uwe
deugdzame ouders.
Voorbeeld van zedigheid en
godvruchtigheid,
Groote minnaar van de heilise
Moeder Gods ,
Maagdelijk naar ziel en ligchaam.
488 Litanie, van den
Zeer magtig en voorzigtig in hel V(
spreken, bid voor ons.
Spiegel der deugd en heiligheid ,
Onberispelijke priester in al
uwe zeden,
Apostolische man.
IJveraar voor de zaligheid uwer naasten,
Leeraar dei* evungelisehe waar- w heden,
Toevlugl der boetvaardige zon- c daren. -
üitroeijer der ketterijen, §
Versmader der wellusten, rijk- ^
dom men en eerzueht,
Zeei- milde aalmoezenier.,
Vader der armen.
Beschermer der weduwen en
weezen,
Troost dei- bedrukten,
Vijand van alle twist en twee-dragt.
Middelaar in twistgedingen,
//. Joanne* Nepomucenus. 489 Volmaakt voorbeeld der bieehl-
vaders, bid voor ons. Onverwinbare voorstander van
hel geheim der biecht,
Kloeke beschermer der kerkelijke wetten.
Wonder van geduldigheid.
Vrome held in pijnigingen, Standvastige navolger van den
gekraisten Jesus, 5
Profeet, \ervold van den geesl ^ (iods, |
Eerste martelaar om het be- ^ waren vau het zegel van het o Sakramenl van boetvaardig- r beid,
klaarblinkende sterre van het
rijk van Boheme,
Kostelijke schat van de stad Praag.
(iroote vriend Gods, vermaard d o or m e n i g v u i d i ge w o n d e r e n, (ietrouwe dienaar Gods, vereerd door de wonderbare onbeder-
490 Litanie ran den
lelijkheid uwer tong, bid voor ons.
Beschermer voor die in gevaar zijn van hunnen goeden naam te verliezen, bid voor ons. Lam Gods, dal wegneemt de zonden
der wereld, spaar ons, lieer. Lam Gods, dat wegneemt de zonden
der wereld, verhoor ons, SI eer Lam Gods, dat wegneemt de zonden
der wereld, ontferm II onzer, w. Bid voor ons, heilige Joannes
Nepom neen us!
h. Opdat wij waardig worden der belol'ten van Christus.
G E B v O.
God, die om de onverwinbare stilzwijgendheid van den heiligen Joannes, in het Sakrament der biecht, uwe Kerk met eene nieuwe kroon des marteldoms vereerd liebt: geel' ons, door zijne voorspraak en voorbeeld, de tong voor-
H. Joannes JSepomncenus, 491 zigtig te bewaren, en liever alle straffen op deze wereld , dan eenig verliesder zielteiijden ; doir onzen fleer Jesus Chrislus, uwen Zoon, die met II leeft en heerseht, in de eenheid des heiligen Ceestes, in alle eeuwen der eeuwen. Amen.
Gebed tot God den Vader.
Almagtige God, rile den onnoo-zelen Josef van de valsehehesehul-iliging, de heilige Susanna van alle schandvlekken, den koning David van de vervolging van Saiil verlost hebt ; verleen ons, door lien heiligen .(oannesNepomueenus, die de eer des naasten tot den dood toe heeft voorgestaan, dat wij in dit leven van alle oneer, en in den dag des oordeels van de eeuwige schande bevrijd worden; door onzen Heer Jesus, enz.
Gebed, tot God den Zoon.
Jesus, Zoon Gods, ontvangen van
T
492 Litanie, can den
den heiligen Geest, die door den heiligen Josef. uwen voedstervader, de wonderlijke waardigheid van uwe Moeder en Maagd bewaard hebt: maak dat wij, in gevaar van eenige lastering te lijden, den heiligen Joannes iVepomncenus tot beschermer van onze eer mogen hebben; die leeft enheerscht, met den Vader en den heiligen Geest, enz.
Gebed tot (rod den heiligen Geest.
God, heilige Geest, die in de ge-daante van vurige tongen nederda-lendeoverdeApostelenJiungeleerd hebt altijd heiliglijk en naar waarheid te spreken: geef ons, dat wij, naar het voorbeeld van den II. Joannes Nepomueenus, onzen naaste met woorden mogen slichten, en alles verzwijgen hetgeen tot zijn nadeel kan strekken: die leeft enheerscht, met den Vader en den Zoon, in alle eeuwen der eeuwen. Amen.
H. Joannes* Nepomuwnn*. 493
Aandachtig gebed tof den // Joanne* JSepom neen u*. zeer hrach tig in allen nood en tegenspoed.
Zalige Joannes Nepomucenus, man naar Gods hart, die het geheim der bieeht, niettegenstaande de moeijelijkheid des kerkers, ja zells des doods, onverbreekbaar hebt gebonden, en om uwe groote mededoogendbeid tol den armen, den naam bekomen hebi \an groote fi aalmoezenier ; ik oceni tot u mijne toevlügt lt;ds de armste der ariiK'n, opdat gij. in de hemelsehe g lor se zijnde, mij door uwe voorbidding bij (.od wilt tebnipkomen, fti hem mijne verborgene noodwendigheden te kennen geven; opdat ik geen schipbreuk lijde in vermogen o( naam. en niet de spijt mijner vijanden, de droefheid mijner vrienden, of de ergernis van anderen worde ; welke genade ik
494 Litanie can den door uwe voorbidding hoop te bekomen, en God in u, en u in God wil loven. Amen.
Lees hier driemaal het Onze Vader, en Wee* gegroet, enz.
Verheerlijkt zij God en de zalige Joannes Nepomucenus, loffelijk en roemwaardig daar boven in de eeuwigheid. Amen.
Zeer krachtig gebed, om door de voorspraak can den heiligen Joannes Nepomucenus, can God behoed te worden can alle oneer en openhare schande.
ó God, aan wien alleen alle eer en roem toekomt: ik bid U, door de roemrijke verdiensten van den heiligen martelaar, Joannes Nepomucenus, mijnen zeer beminden beschermer, dat Gij ü verwaardigt, barmhartiglijk van mij, mijne vrienden, weldoeners en vijanden alle oneer en openbare schande ai te
H. Joannes Nepomacenm. 495 kecren, van welken kant die ons mogte overkomen : en vergun ons de tijdelijke eer zoo te gebruiken^ dal wij door een waarachtig leedwezen over al onze zonden, de eeuwige schande verdienen te ontgaan, en gesteld worden in de hemelscheglorie; door onzen Heer Jesus Christus, uwen lieven Zoon, welke door den schandelijken dood des kruises ons verlost heeft van de eeuwige schande, en nu niet tl leelt en heerscht, God in eeuwigheid der eeuwigheden. Amen.
Gtbed tot den H. Joannes Nepomucenus
Joannes, die zijl Godes vriend,
En Jesus hebt getrouw gediend;
Die, oiu liet zwijgen van de biecht,
Hebt moeten sterven zonder pligt : Het loon, dat gij daardoor verwerft.
Is dat gij het hemelrijk beërft.
I) roep ik aan, o heilige man!
.En als ik niet meer leven kan,
Verkrijg mij dan, door uw gebed. Dat mijne ziel zij onbesmet
496 Lit. van den H. Joanna* Dlvji.
En dat zij moge zuiver zijn ,
Als ik voor 't oordeel Gods verschijn
O allerminzHamste Jesus, die uwen heiligen martelaar ioannes Nepoinncenus, voor mij en alle benaanwdezielen, svegensdebieehl, tot eenen voorspreker bij l verkoren hebt : ik bid 1 ootmoediglijk. door de groote genade die Gij hem verleend hebt, en door zijne hei lige verdiensten en kraehtige voor-spraak. wil mij in alle sehande, benaanwdheder» en ontsteltenissen van mijn geweten. eene ware hulp en liehl verleenen; dat ik wegens mijne zonden niet meer vervaard en beschaamd mag wezen, maar integendeel dezelve mag kennen onderscheiden en belijden, mijn leven mag beteren, en 1 , mijnen God, in alle rust des gewetens mag dienen, en tot de eeuwige zaligheid geraken : door onzen Heer Jesns Christus, die met V leeft en
(
vai hei
;gt; Gebeden tot verxeh. Heiligen. 497
hcerscht, in alle eenwen der eeuwen. Amen.
die -JVmi- -
n^S GEBEDEN,
alle
phi, deze gebeden kan men den, naam de» Heiligen,
'k gt; wien* voorspraak men verzoekt, tusxchen roegen.)
'jk- ó Heer Jesus Christus, door
lem wiens leer en voorbeeld uw belij-
hei Her N. N. ootmoedig en zachtmoedig
)or- geworden zijnde, rust en vrede voor zijne ziel in dit leven verwor-
ssen ven heeft : verleen ons de genade ,
'quot;'l' dat wij hier aldus zijne voetstappen
yens navolgen, en eindeiijktot de plaats
aard Her eeuwige rust mogen geraken;
naar die leeft en heerseht, met den VTader
1,-n • en den heiligen Geest, in de eeu-
inijri wigheid der eeuwigheden. Amen.
A N T I P H O N K.
alig i 0 gelukzalige maagd IN.N.! bruid ileerl van Christus, die verdiend hebt het ft en hemelrijk te bekomen en met Chris-
498 Gebeden tot
tus te heerschen; heerlijke parel! bid voor ons bij den Heer, bid voor ons, o zalige N. N.
Gebed tot God den Vader.
Bewaar ons allen in uwe liefde, o Heer! ditsmeeken wij, uwe dienaren en dienaressen, doorde voorspraak vande zalige N. N. maagden martelares; en verleen ons dat wij verdienen mogen, door hare voorspraak, rnede deelachtig te worden aan de hemelsche vreugde : door Christus onzen Heer, die met den Vader en den heiligen Geest leeft en heerselit, in de eeuwigheid der eeuwigheden. Amen.
Gebed tot God den Zoon. ó Heer Jesus Christus, die dooide verdiensten van uw allerbitterst lijden en dood, uwen martelaarN. N. genoegzame genade verleend hebt om zijn bloed voor uwen heiligen naam te storten : verleen ons gena-
T
verscheidene Heiligen. 499 diglijk, dat wij door den overvloed uwer verdiensten, en door de voorspraak van uwen martelaar, uwen naam mogen belijden , en uwe versterving, o Jesus, in ons ligchaam mogen dragen; die leeft enheerseht, niet den Vader en den heiligen Geest, in de eeuwigheid der eeuwigheden. Amen.
ó Jesus Christus, Zoon van den levenden Cod! door het voorbidden van den heiligen N.N. ontferm 1 mijner.
GODVRUCHTIG GEBED.
Ker den Vader, Ood almagtig,
Eer den Zoon ; den Geest, waarachtig , Die uit liefde ons steeds bevrijdt.
Door den Zoon, die voor ons lijdt,
Zegen allen, klein of groot.
Geef ons spijs en het dagelijksch brood ,
Geef ons wat ons is van nooden,
Om te volgen uw geboden.
'k Dank U, God, die 't menschdoui spijst, En ons liefde en min bewijst
O
LITANIE
VAS DE GODDELIJKE VOORZIENIGHEID
(lod roept den inensch, maar dwingt ht niet.
Mii heeft de keus hem vrij gegeven, Van soed en kwaad, van dood en leven , Hij roept, hij noodigt, hij gebiedt! Die niet wil zien, of niet wil hooren , Gaal door zijn eigen schuld verloren.
. onüerm ( onzer. Christus, ontferm V onzer. Heer. ontferm 1 onzer. Christus, hoor ons.
Christus, verhoor ons. Cod. hemelschp Vader . ontferm onzer.
Cod Zoon , Verlosser dervvereld. Cod. heilige Geest,
Heilige Drievuldigheid, één God. Voorzienigheid Gods. waardig voorwerp van de liefde der engelen en der menschen, Voorzienigheid Gods, bestuurd
hit. van de godd. Voorzie nigh. 5( door het harl van Jesus dhr tus, ontferm fj onzer. Die alles bestuurt naar ^e-
laL gewigt en maat.
Hoop der zaligheid,
Troost van de reizende zielen .
Weg des hemels,
Getrouwe leidster der ziel in alle gevaren, om ons die te doen ontkomen, Waardigi' uitdeelster der
genaden.
Hoop van de verlatene zondaars.
Onuitputtelijke schal van
alle goed.
Steun der reglvaardigen, Toevlugl der ellendigen, Toeverlaat in allen nood. Kalmte in storm en onrust, Rust des harten,
Sehu ilplaats der bedrukten, Kraehtig hulpmiddel tegen
502 Litanie van de
alle soort van kwalen, ontferm II onzer.
* Welke voedt, die honger
'quot;w'
o hebben, O
-5-, Bronader van verkoeling, — £ Steun der armen, 2
^ Onderhond der weduwen L r en vveezen, c
F Goddelijke eigensehap, wien S g onze eerbewijzing en aan-gt; bidding toekomt, LamGods,dat wegneemt de zonden
der wereld, spaar ons, lieer. Lam Gods. dat wegneemtde zonden der wereld, verhoor ons, Heer. Lam Gods, dat wegneemt de zonden
der wereld, ontferm ü onzer. Jesus Christus, hoor ons.
Jesus Christus, verhoor ons.
Onze Vader, em.
v. Wij verheffen den Heer, uwe' voorzienigheid.
O #
r. En wij onderwerpen ons aan hare besluiten.
) -
goddelijk*' Voorzienigheid' 503
g b b b lgt;
0 eeuwige (jlod, die U verwaardigt de oogen van uwe Voorzienigheid op ons te slaan, om ons te besturen, hoe onwaardig wij ook zijn; verleen ons de genade, dat wij ons zoo geheel aan al de geheime werktuigen van diezelfde Voorzie-nigheid over ons. gedurende den veranderlijken loop van dit leven, overgeven, dat wij tot de onveranderlijkheid van de hemelsehe goederen mogen geraken. Door onzen Heer Jesus Christus. Amen.
godvruohth: gebed
ovi alles te onderzoeken, wat de zaligheid betreft, hetwelk Prins Eu genius van Savoije gewoon was dagelijks te lezen-
Mij nGod ! ik geloot in U, versterk mijn geloof; ik hoop oplJ, verzeker
a
-3
N
rt
504 Gebeden om oemcheidene di mijne hoop; ik bemin ü, verdubbei
mijne liefde; het berouwt mij ge- 01
zondigd te hebben, vermeerder hi mijn berouw.
Ik aanbid 11, als mijn eerste be- m
ginsel; ik verlang naar Ij, als naar dlt;
mijn laatste einde; ik bedank U, tt
als mijnen eeuwigen weldoener; ik \v
aanroep Ij. als mijnen oppersten klt;
Mijn God! gewaardig 1 mij te ac besturen door uwe wijsheid, mij
in te toornen door uwe regtvaar- h
digheid. mij te troosten door uwe a
barmhartigheid, en mij te besehei - v
ïk offer L', God, mijne gedachten,
mijne werken, rnijn lijden op; dat o
ik in het toekomende mag denken op ri
IJ, mag spreken van U, mag werken d voor Ü en mag lijden voor ü. I g Heer! ik wil al hetgene Gij wilt, 1 e omdat Gij het wilt, gelijk Gij hel j g wilt, en zoo veel als Gij het wilt
deugden can God te cerwercen. 505 bel Ik bid ü, verlicht mijn verstand , ge- ontsteek mijnen wil, zuiver mijn fier hart en heilig mijne ziel.
Mijn God! moedig mij aan, om be- mijne begane zonden te boeten, om aai- de driften die mij onbetamelijk zijn L', te verbeteren; vervul mijn hart met ; ik liefde voor uwe goedheden, metaf-ten keer van mijne gebreken, met ijver voor den evenmenseh, en met verte achting der wereld.
mij Dat ik onderdanig nioge zijn aan ar- mijne oversten, vriendelijk jegens we mijne vijanden, getrouw aan mijne er- vrienden, liefdadig jegens mijne
onderdanen.
in. Ach God ! kom mij te hulp, lat opdat ik de vermaken dezer we-op reld overwinne door versterving, en de gierigheid door aalmoezen, de 1 gramschap door zachtzinnigheid. It. en de flaauwheid des harten door iet godvruchtigheid.
t Mijn God! maak mij voorzigtig in
506 Gebeden, om verscheidene mijue ondernemingen, kloekmoedig in gevaren, geduldig in tegenspoed, en ootmoedig in voorspoed • Dat ik, o Heer, nooit vergete aandaehtig te zijn bij mijne gebeden, matig bij mijne maaltijden, naauwgezet bij mijne bedieningen, standvastig bij mijne voornemens.
Heer! laat mij waakzaam zijn, om altijd te hebben een opregt gemoed, (Pene uitwendige zedigheid, eenen stiehtelijken omgang, eene geregelde levenswijze; dat ik zonder ophouden er mij op toelegge, om de natuur te dempen, om mede te werken met de genade, om de wet te onderhouden en om de zaligheid te verdienen.
Mijn God! laat ik altijd vooroogen hebben, degeringheid vande aarde, de grootheid van den hemel, de kortheid van den tijd en de lang durigheid van de eeuwigheid.
Maak dat ik mij bereide tot den
deugden van God te verwerven. 507 dood, dat ik uw oordeel vreeze, de hel ontga en den hemel bekome ; door de verdiensten van mijnen Zaligmaker .lesns Christus. Amen.
AV ach lig c verzuchtingen tot God
Heer! geef dat ik op ü denke, l) kenne, V beminne ; dal uwe ge-flaehteuis de schat zij van mijn geheugen; dekennis van V, het leven van mijn verstand; en de lieldetot U, het leven van mijn hart.
Geef dat ik met waarheid mag zeggen ; ik heb gezegd, na begin ik; lie! is van daag, mijn God, dat ik begin i te heminnenenUtedienen.
Maar Gij kent mijne zwakheid, mijne onstandvastigheid en de boosheid van mijn hart; dat dan,o lieer, uwe genade mij voorkome, vergezel Ie , en mij volgein al mijne gedachten , woorden en w erken, opdat ikü eere geve volgens uwen heiligen wil,
ó Mijn God! vergeef mij al mijne
508 Gebeden orn verscheidene zonden; ik verfoei die uil geheel mijn hart . uil liefde tot ü; en om daarvoor te voldoen, offer ik IJ op het leven, het bloed en den dood van uwen Zoon Jesus.
Zuiverheid van mijnen God. maak mij zuiver; heiligheid van mijnen God, maak mij heilig; goedheid van mijnen God, maak mij zalig door uwe barmhartigheid, mij dien Gij kunt verdoemen door regl vaardigheid.
Ach, mijn God! indien de mensehei» U kenden, zij zouden V nooit vergrammen. Ai de harten zijn in uwe handen; Gij kunt de allerhard nekkigste buigen en de aller hardste verzaehten ; geef heden de eer aan het bloed en den naam van uwen Zoon.
Dat alle volkeren der aarde C kennen, o mijn God! dat zij ü aanbidden, 11 beminnen in den tijd en in de eeuwigheid.
deugden van God te verwerven. 509 Aan God alleen zij alle eer en roem , in de eeuwigheid der eeuwigheden. Amen.
Om .spoedig tot de volmaaktheid te geraken , moet men altijd waken, altijd bidden. en altijd zich zeiven overwinnen.
hetwelk een Christen alle dagen mag lezen, tot verklaring van het gevoelen hetwelk hij verzoekt te hebben in het oogenblik des doods : in welk. gebed de oefening van de allerhoogste deugden begrepen zijn, bijzonder mm een waarachtig berouio over de zonden, en van eene volmaakte liefde tot God.
Mijn Heer en mijn God! in de onzekerheid waarin het l) belieft ! ü dat ik leve, aangaande den tijd, ü de plaats en de wijze van mijn ster-Lijd ven, aanbid ik de schikkingen uwer Voorzienigheid, over al hetgeen
910 Gebeden om verscheidene Gij van alle eeuwigheid hebt gelieven te bepalen; en dewijl ik niet weet hoedanig het gevoelen mijner ziel alsdan zal wezen, zoo doe ik heden, hetgeen ik wensch alsdan gedaan te hebben, en ik bid IJ, dat Gij alsdan gelieft aan te nemen en voor goed te houden, hetgeen ik heden aan LI verklaar.
Ik bedank U, mijn Heer en mijn God, nu reeds, voor dat laat-steoogenbiik van mijn leven, waarin ik, misschien beroofd zijnde van spraak en rede, niet meer zal kunnen spreken noch aanUdenken. Ik bedank ü, zeg ik, ten eerste: dat G ij m ij d oor u w e o n ei nd ige goed h ei d het leven geschonken hebt, daar Gij mij in mijnen wi^hadt kunnen laten; ten tweedeGij mij in eene christelijke eeuw hebtlaten geboren worden, en in een land waar uw heilige naam verheerlijkt wordt, daar Gij mij hadt kunnen laten geboren
deugden can God te verwerven. 514 §e- worden in eene heidensche eeuw en iet ongeloovig land; ten derde: dat Gij ler mij door den heiligen doop hebt ik iaten herboren worden, daar Gij lan mij in het ligehaam mijner moeder , lat gelijk zoo vele anderen, hadt konen nen laten sterven, alvorens ik ik denzelven ontvangen hadde.
Ik aanbid ü, o mijn God! Gij zijt
ijn de oorsprong van mijn leven, vol-
it- gens de natuur ; de oorsprong van
iv- mijne wedergeboorte, door de ge-
de na de; het laatsteeinde van mijne
zal ziel, en mijn uiterste geluk in de
m. heerlijkheid. Gij zijt de eerste waar-
lat heid; daarom geloof ik vastelijk al
;id hetgeen Gij hebt gezegd. Gij zijl de
jij opperste getrouwheid ; van II ver-
n; hoop ik zonder ophouden, hetgeen
is- Gij hebt beloofd. Gij zijt de hoogste
u*- goedheid ; ik bemin 11 uit geheel
ïi- mijne ziel, dewijl Gij alleen alle
ar liefde waardig zijt. Gij zijt, o mijn
en God, Vader, Zoon en heilige Geest.
512 Gebeden om nemcheidene ^ één in wezen, en drievuldig in per-
somen, die mij dooreen uitwerksel en van uwe almagt geschapen hebt; die mij vrijgekocht hebt door de
uitmuntende lielde uwer goedheid; «Ie
die mij geheiligd hebt door de ge- na
nade des heiligen Geestes. welke zo
Gij in mijne ziel hebt ingestort; die hc
mij door de besturing van uwe all
Voorzienigheid hebt geleid, en die kt
.1
mij hebt voorbeschikt om aan «we an heerlijkheid deelachtig te zijn.
Daarom hebt Gij mij in den schoot Hs
der heilige Kerk, uwe bruid, aan- er genomen: Gij hebt mij verlicht met
uw allerklaarste licht; Gij zijt mij sc
voorgekomen door uwe almagtige vlt;
genade; Gij hebt mijn hart met de is
teederste bewegingen uwer liefde te
geraakt, m;jaldaar uwe allergroot- di
ste Sakramenten bereid, mij ge 's
spijsd met het allerheiligste Lig- glt; ehaam van Jesus Christus, uwen
eenigen Zoon, mijnen Verlosser ; m
deugden van God te vernier ven. 513
3cr- t^n Gij hebt zoo dikwijls de genade
kse) en de gaven van zijnen goddelijkeri
;bt; Geest in mijne ziel gestort.
de 0 welk eene liefde, welke welda-
eid; lt;len, welkeen geluk, welk eenege-
ge- nad»' voor deze arme ziel. die voor
dke zoo vele weldaden, die Gij haar
die hebt bewezen, (van welke aan II
iwe alleen het getal en de waarde he-
die kendis) in haar geheele leven niets
iwe anders vindl dan goddeloosheid , ongetrouwheid, boosheid en mis-
loot daden, die het getal mijner haren
ian t'n mijne dagen te boven gaan. met Maar. o Heer! hoe meerder
juij schande het voor mij is 0 te hebben
rige vergramd, zoo veel te heerlijker
de is het voor 1 aan mij vergiffenis
'fdc le verleenen. en voor de zonden
jot die gelijk de mijne zonder tal zijn , ge er eene barmhartigheid noodig ,
^ig' gelijk de uwe is.
ven Ook neem ik, mijn Heer en God,
er ; mijne toeviugt tot uwe oneindige
S3
é
514 Gebeden om verscheidene barmhartigheid, vol van leedwezen, dat ik IJ zoo lang vergramd, zoo laat gekend en zoo weinig bemind heb, en al was het dat ik maar dit oogenblik overig had, ik zou het besteden om üte beminnen, o mijne opperste goedheid, omdat Gij het zijt, en omdat Gij alleen de aanbidding en liefde van al uwe schepselen verdient.
Het is ter uwer lielde alleen, o eeuwige liefde, die altijd ten hoogste beminnelijk zijt, en nimmermeer genoeg bemind kunt worden, dat ik al de zonden van mijn leven verzaak, omdat zij tegen uwe goddelijke heiligheid strijden: en ik verzaak deze zonden, om de-zellde beweegreden, om welke mijn lieer Jesus Christus die heeft verzaakt in zijnen doodstrijd in het hofje ; enom dezelfde beweegreden, om welke Gij, mijn God: Vader, Zoon en heilige Geest, één in wezen
deugden van God te verwerven. rgt; 15 «n drievuldig rn personen, dezelve verzaakt: 11 opdragende, tot vergoeding van het ongelijk hetwelk mijne boosheden U hebben aangedaan, de Helde van alle regtvaar-digen op de aarde, de liefde van alle engelen en gelukzalige zielen inden hemel, de liefde met welke mijn Verlosser Jesus Christus zelve ü bemint, en de liefde mei welke (iij, mijn God, U zei ven van alle eeuwigheid, zonder ophouden bemint, en met welke Gij II zeken gedurende de geheele eeuwigheid zult beminnen.
En tot voldoening voor al de zonden van mijn leven, zoo aanvaard ik den dood, als een sehuldige aan gekwetste majesteit, dien Gij regt-vaardiglijk hebt verwezen om U-sterven; ik aanvaard de vernietiging mijns ligehaams, hetwelk de oorzaak is geweest van zoo vele ongeregtigheden en zonden: ik aan-
51tgt; (rehetlen om rerxeheidem' vaard Hp vernietiging van mijn ge-heele wezen, lot erkentenis van de opperste heerschappij, die Gij over mij hebt: ik aanvaard alle verla-tingen. alle benaanwdheden, alle bitterheden, alle pijnen, alle bekoringen en alle kwaad, ( uitgenomen alleen dat van te zondigen en van 11 te vergrammen) lot voldoening aan uwe goddelijke majesteit.
En niets meer vermogende, mijn Heer en mijn God . bid ik U , geliel te gedenken, dat ik het maaksel uwer handen , de prijs van uw bloed, de vrnebt van uw kruis, het pand van uwen dood en hel uitwerksel uwer liefde ben.
Met uwen dood en uwe liefde vereenig ik de mijne ; betuigende dat ik geene gevoelens aanvaarde, dan die van het geloot uwer Kerk: dal ik geen bewegingen begeere, dan die van de hoop op uwe verdiensten, endievan de Heide uwer goedheid.
deugden van God te rerwerven. quot;gt;17 Is het dal er iels tegenslrijdigs «lienaangaaiide aan mij overkoine . dat herroep ik, en houd het voor niet, en ik w il dat de laatste beweging mijns hartenzij eenebeweging van aanbidding, die aan l erken-
O '
lenis van mijn wezen doel, aangezien dit aan l meer toebehoort . dan aan mij, en dal iiel te zamen zij eene beweging van lielde, w elke gedurende de geheele e nwigheid volharde mei 1 Ie bennntien.
Het is wel waar. o mijn (iod . dat ik . desniette^ctislaande. üroo-lelijks \ reeze. omdat mi jne zonden zoo grool en menig\nldig zijn. eu nvveoordcclen zoo \ reeselijk; maar
hel is ook waai', dal. nietteu;en-
O
staande al mijne xrces, mijne hoop nog grooter is. aangezien (iij de barmhartigheid zelve zijl, endatGij vergeeftzondereinde; endatGij geheel barmhartig en de barmhartigheid zelve zijt. en alles vergeeft.
54H Gebeden om verscheidene em.
Vol van dit vertroostend en zoel betrouwen op ü, hoop ik uwe goederen te zien in het land der levenden, van welke Gij de verrijzenis en het leven zijt; daarom, na op nieuw owe almagl aangebeden te hebben, die mij heeft geschapen , uwe (iodheid die mij heeft verlost , uwe wijsheid die mij heeft bestuurd, uwe barmhartigheid, die mij zoo veel heeft vergeven ; zoo aanbid ik ook uwe rei;tvaardii?heid.
O O
en geel' mij geheel aan haar over, voor dien oogenblik hetwelk zij heeft gesteld om mij te oordeelen.
En ik geel mij aan haar geheel over, met het vertrouwen dat uwe goedheid mij niet zal verlaten, ja dal die zelfs voor mij zal antwoorden aan uwe regtvaardigheid, en dat ik in eeuwigheid uwe barmhartigheid mag loven. Amen.
LITANIE TOT DE HEILIGE DRIE KOSINGER
Heer, ontferm II onzer.
Christus, ontferm U onzer.
Heer, ontferm ü onzer.
Christus, hoor ons.
Christus, verhoor ons.
God, hemelsche Vader, ontf. ü onzlt;
Zoon Gods, Verlosser der wereld, ontferm IJ onzer.
God, heilige Geest, ontferm V onzer.
Heilige Drievuldigheid, één God , ontferm LT onzer.
Heilige Maria , Roningin der koningen. bid voor ons.
Heilige Jösef, bid voor ons.
H. Koning Caspar, bid voor ons.
H. Koning Melehior, bid voor ons.
H. Koning Balthazar, bid voor ons.
H. drie Koningen, bidt voor ons.
Patriarchen der geloovigen, bidt voor ons.
'
520 Litanie tot de Voorgangers van de heidenen, bi
voor ons.
Vorsten van het volk.
Wier verlangen was naar Jesus, Wierwensehen waren naar Jesus, Wier volmaakte vreugd is Jesus, Zeer mild in offeranden.
Spiegel der deugden.
Die hel goddelijk ingeven, door eene wonderster, hebt aangenomen,
Uie aan de stem Gods gehoorzaam zijl geweest.
Die uwe landen, uit liefde en om den hemelsehen Koning te zoeken, hebt verlaten. Die de moeite en gevaren der
reis niet hebt gevreesd, Die den nieuwgeboren Koning
te Jeruzalem hebt gezocht. Die door de schriftgeleerden van
den Messias zijl omlerrigt, Die van Herodes naar Bethlehem zijt gezonden.
heilige drie Koningen. 521 Die u verheugd hebt, als gij de sterre buiten Jeruzalem wedei zaagt, bidt voor ons.
Ilie de sterre zijt gevolgd, tot de plaats waar het Kind met zijne Moeder was,
(lie nedervallende. het kind
hebt aangebedeu.
Die uwe schatten open doende, SF goud. wierook en myrrhe 2quot; hebt geotterd. 5
Die door uwe geheimvolle gif- £ ten het kind Jesus hebt ver- c klaard te wezen Koning. God ? en Menseli.
Die ons door uw voorbeeld een voorbeeld der deugden hebt gegeven.
Die ons hebt geleerd het goud van liefde, den wierook van het gebed, en de myrrhe van geduldigheid aan God op te dragen.
Die na de aanbidding en offer-
522 Litanie tot de
aude, de heilige Moeder en Josef hebt gegroet, bidt voor ons. Die, door den engel in den slaap !•? vermaand zijnde, langscenen ^ anderen weg naar uw land zijt ^ terug gekeerd, ®
if)ie hierdoor Herodes wijsselijk o hebt bedrogen, t
Heilige drie koningen. Wij zondaars, wij bidden u, verhoor ons.
Baf gij ons een waarachtig leedwezen wilt verwerven, wij bidden u, verhoor ons.
Dat gij ons in uwe bescherming verwaardigt aan te nemen, wij bidden u, verhoor ons.
Dat gij ons met den Koning der koningen wilt verzoenen, wij bidden u, verhoor ons.
Dat gij ons het goud van liefde, den wierook van gebeden, de mirrhe van versterving wilt verkrijgen , wij bidden u, verhoor ons
heilige drie Koningen, 523 Bat wij, door «w voorbidden, zonder vrees het geloof van Christus mogen belijden, wij bidden u, verhoor ons.
Lam Gods, dat wegneemt de zonden
der wereld, spaar ons, lieer. Igt;am Gods, dat wegneemt de zonden der wereld, verhoor ons, Heer. Lam Gods, dat wegneemt de zonden
der wereld, ontferm U onzer.. Christus hooi* ons.
Christus, verhoor ons.
Heer, ontferm ï1 onzer.
Christus, ontferm U onzer.
Heer, ontterm U onzer.
Onze Vader, enz.
v. Het zijn drie kostelijke giften. r. Die de Wijzen den Heer hebben geofferd.
v. De koningen van Tharsis en van de eilanden zullen giften offeren.
r. De koningen van Arabie en Saba zullen gaven brengen.
524 Vernieunring ran de
a R li K I)
ó God , lt;lie lt;ie Wijzen uit het Oosten hebt aangespoord, dat zij uwen Zoonte Bethlehem zouden eeren en aanbidden; wij bidden U, dat Gij ons door hun voorbidden wilt ver-leenen. denzelfden uwen Zoon, dagelijks goud van liefde, wierook van gebeden, en mirrhevan versterving te ofleren; door denzelfden Jesus Christus, onzen Heer. Amen.
VERMEUWIJNG VAJ! DE HIILIGIAKING DES DOOPSELS
Mijn Heer en mijn God! ik aanbid U om uw e oneindige waardigheid, goedheid en Helde voor mij, van mij door hel goddelijk Sakra-mentdes doopsels voortgebragt te hebben, en mij van een kind dei-duisternis , een kind van Adam, in een kind Gods herschapen te hebben.
heiligmaking des Doopsels, 525 Ik dank II oneindiglijk, dat Gij mij zoo hartelijk tot u we goddelijke dienst geheiligd hebt, door het verloochenen dat Gij mij in dien gelukkigen dag hebt laten doen, aan de wereld, aan den duivel, vorst dezer wereld, en aan al zijne ijdel-heden en booze werken.
Mijne ziel looft U, en /.al ü in eeuwigheid verheerlijken, omdat Gij haar met het goddelijk zegel der allerheiligste Drievuldigheid geteekend. en mij vereenigd hebt met dal verholen ligchaam van den Heere Jesus. makende mij een waarachtig lidmaat van Jesus.
ö Mijne ziel I gij zijt door uwen doop aan de allerheiligste Drievul digheid toegeëigend, en hebtuver-pligt, door de verbindtenis die gij met God zeiven hebt aangegaan, om naar het eeuwige Woord des Vaders, te weten naar Jesus te leven, en diensvolgens, te leven
526 Vernieuwing van de geheel heilig, vol van liefde ea eei% en in alles volmaakt; zeer heilig, door afscheiding van de wereld, welke gij verloochend hebt; geheel goddelijk, dooi- de christelijke genade die ugegeven is in den doop; vol van lielde, door de vereeniging met Jesus, in de vereeniging uws harten met zijn minzaam hart; vol van eerbied, door de gedurige erkentenis van het deugdzaam leven van Jesus; geheel volmaakt, dooide navolging van het leven des Heeren Jesus.
Ik vernieuw heden, o mi jn Jesus. mijne heiligmaking des doopsels, en alles wat er mij geschied is in den doop; ik vernieuw in persoon al hetgeen ik door mijne doopbor-gen op dien dag gedaan heb.
Ili vernieuw plegtiglijk de drievoudige verloochening in den doop gedaan, en zeg, o Jesus! van ganscher harte abrenuntio : ik.
heiligmaking de» Doopxeh. 527 verzaak de zonden; en ik zeg voor de derde reis, met eenen vasten wil, ik verzaak de wereld, met al hare dwaasheid en ijdel lieden.
Ik vernieuw de overgeving van mij zeivenen mijne toeëigening aan God, drievuldig in personen en één in wezen, aan wien ik toebehoor, van wien ik ben geschapen; al mijn leven w il ik hem toebehooren, en begeer in eeuwigheid van zijne opperste heerschappij af te hangen.
Ik vernieuw de belijdenis, in den doop gedaan, om naar het leven van .lesus te leven, en hem te volgen in het dragen van heft kruis, met een voornemen vami deugdzaam te leven, navolgende het leven van Jesus, en ter eere van zijn goddelijk lijden, door het geduldig verdragen van allen tegenspoed, Ik vernieuw voor dera voet des altaars mijne vereeniging met U. o mijn Jesus. door den
i.
528 Vernieuwing mn de doop, zoo menigmaal door de nut-
tiging van uw liigchaam in het hei- zr
ligSakrament bevestigd, met eenen vt
vasten wil van nooit van Ute schei- v(
den. Versterk mij, o mijn godde- s('
lijke Jesus, in die vereeniging, en ,A
hecht mij zoo vast aan ü, dat mij 01
nooit iets van l kan losrukken, jlt;J
en dat ik leve en sterve in deze 1,1
vereeniging, om die te genieten Vi
Zl
De goede dag aan den goeden (rod. (1|
Ahnagtige, eeuwigeGod! ikdraag tf
LI op, uit den grond mijns harten, ik
al de heilige Misofferanden, die 'li
van daag de geheele wereld door lt;gt;
zullen worden gedaan, ter uwer di
eere, tot roem van de zegevieren- 'gt;
de, tot bijstand van de strijdende, ti
tot troost van de lijdende Kerk, en k»
voor de zaligheid van alle geloovi- d(
gen. En na duizende dankzeggingen te
aan uwe Majesteit, omdat Gij mij b
heiliyi I taking de* Doopxch. 5^20 (iezeii niichl. hebt willen bewaren, zoo offer ik 1 ook, uil hel diepste van mijne genegenheden, en vol \ ei'trouwen . als de minste van uwe schepsels, al mijne werken van dezen dag, goede en kwade: de goede, omdat Gij mij de genade doet ze tot uwe eci' Ie ven-iglcn. de kwade, indien ilv hel ongeluk mogt hebben van daarin Ie hervallen, tot mijne verootmoediging. Kn aangezien ik zie, lieer! dal het onmogelijk is dit ellendig leven te eindigen zonder tegenspoed en ongelukken, vraag ik niet, rnijn goddelijke Meester, van die welke mij langs alle kanten overvallen verlost te zijn, mits zij dienstig zijn lol uwe eer, tot zaligheid van mijne arme ziel, tot stichting van den evenmenseh, tot bekeering derzondaren, en tot lafenis der geloovige overledenen; maar ten minste, grooteCiod! verleen mij, bid ik U. de genade, van mij te be-
34
5S0 Vernieuwing ran de enz. schermen tegen de ware en eenige ellende,namelijkdezonde,tot welke ik /nik eene onverwinnelijke genegenheid heb, dat ik alle oogenblik-ken vallen zoude, indien ik niet door uwe genade ondersteund wierde. Kn wal hetoverige aangaat, lieer! doe daarmede gelijk het U belieft, noI-gens de eeuwige schikking uwer onuitsprekelijke Voorzienigheid, maar ook volgens de quot;rootheid uwer harmhartigheden; en geel'mij dc zalving, den moed en de kracht om alles kloekinoedig te verdragen, in den geest \an boetvaardigheid, met eene ware christelijke lijdzaamheid, en eene v olmaakte onderw erping aan uwen goddelijken wil . metéén woord. Heer! dat alle zuchten van mijn hart, tot hel laatste oogenblik \au inijti koi*l leven, naar niets anders trachten , dan naar uwe eer, uwe genade, uwen wil, uwe verlichtinj' uwe liefde
De godzalige huiszegen. 531 en uwe barmhartigheden. Amen.
Zijne Doorl. Hooyu-, Jean Louis, Bisschop en Vorst van Luik, om de yodvrucltig-heid der Gelooviyen np te wekken, vergunt 40 dagen aflaat aan alle personen, die hunne morgengebeden zrdlen beginnen, metgodvruch-tiglijk, op hunne knieën, het bovenstaande (jebcd te lezen.
■
DE GODZALIGE HÜISZEGEN
ran den zoeten naam Jems en zijne lieve Heiligen.
o Gij, allerheiligste Heer Jesus Christus ! alinagtige en regtvaar-(iige God des hemels en de»' aarde ! allerheiligste Heer Jesus Christus! Zoon van David! ontferm ü over dit huis, in hetwelk wij 1' lang aangeroepen en gebeden hebben. O Gij, gekruiste Heer Jesus Christus! wij bidden U, bewaar dit huis en zijne bewoners. Door uw heiügkruis, daarGijaan gestor-
532 De yodzalige huUzegen. ven zijl, geefdit huis den zegen Gods. zegende mensehen die er in wonen. De zegen van Cod den Vader, God den Zoon . en God den heiligen Geest. zegene dil huis, en alles wat er in en aan is. mensehen, vee. spijs en dnmk; en wat daar dak-druppelen ontvangen heeft, dat zij beschermd en gezegend. De, aller-heiliiiste naam van .lesus Christus . den Gekniisten, zegene alle mensehen die dit huis uit en ingaan. De vier Evangelisten bevestigen en bekrachtigen dit huis; dal nimmermeer ongelukken daarin gebeuren. dal geene besmettelijke krankheden , koortsen of booze ziekten, die mensehen of vee sehade kunnen veroorzaken, hetzelve naderen; en dat de naam van Jesus Christus, met de negen kooren der engelen, hetzelve behoeden. De vrede van Jesus Christus zij met dit huis; de kracht Gods werkemet de mensehen
De yodzaluje hKiszegeu. 533 Is. ni dit huis. De heilige Drievuklig-!o. Iieid: God de Vader, God de Zoon, en ud God de heilige Geest, willen de been hoeders n an dil huis zijn. De heilige al I waalf Apostelen willen dit huis he-e , schermen en hewaren: dat alle zaken k- iudit huisten hesteaangewend wor-zij den. Hetheiligkruisvan JesusChris-*!■- lus zij deszell's huisdak; de heilige is. nagels \an Jesus Christus, zijn de 'ii- grendels aan de deuren; de kroon van Jesus Christus zij het schild van en dil huis; alzoo moet dit huis geze-er- gend zijn door hel heilig woord mi. Gods. O Heere Jesus Christus van ie- Nazareth lout term Tonzer. O heilige lie i MaagdMaria! gij hcmelsche Konin-en r gin! bid uw liel kind Jesus voor ons en arme zondaars, opdat wij zuiver js , | worden van alle zonden. O gij, door-'ii. 1 I uchtige heilige drie Koningen: Cas-an | par, Melehior en Balthazar! helpt de j deze heilige schaar voor ons bidden, ten De heilige Drievuldigheid behoede
584 De godzalige huiszegen. (lil gansche huis, opdat er geene on-gelukkcnin gebeuren; opdattoove-rij, duivels-gespuis en alle kwade ziekten van menschen en vee daarvan verwijderd worden. Behoed, o God, dil huis a ooi* vuur, hagel, donder en groole watersnooden. Bewaar ook onze lauden van alle onheil en dure tijden. Dit verleene ons God de Vader, God de Zoon, en God de heilige Geest. Amen.
Heilige drie Koningen! bidt voor ons, nu en it) het uur onzes doods. Amen.
Onder uwe bescherming staat dit. Imis, Jesus, Maria, Josef.
Die U zoeken aan het kruis,
Jesus, Maria, Josef.
Behoed dit huis voor pest en brand. Jesus, Maria, Josef.
Steek uit uw' rijke en milde hand , Jesus, Maria, Josef.
Behoed ons in genade stand,
Jesus, Maria, Josef.
Voor tooverij, onheil en schand',
Jesus, Maria, Josef.
gt;11-
c-
de
{jeef ons uw' zijgen te allen tijd,
Jesus, Maria , Josef. En hierna de zaligheid,
Jesus, Maria, Joset, En zegene ons Jesus. Bid God voor ons. Maria.
U-
, O
De Heer de* rredes geve u altijd vrede. 2. Thessalonico ITT, v. 16.
aar vrede in huis is, schept God zijn
lust.
In een vreedzaam hart houdt God zijn rust ; 01' Zalig is de moeder, uitverkoren ,
Waar ons de vrede is uit geboren; , Een huis vol vrede is dus een pand , Van meerder waarde dan diamant.
Christus heeft op ons gedacht,
Als hij den vrede op aarde bragt: Die vrede wenscht in zijn gemoed,
Verlaat de zonden en doet goed.
W ilt gij vrede in 't hart bezitten.
Bedwing uw gebrek, wil niemand bevitten. In zulke huizen mag men spreken. Stichtende reden, maar niemands gebreken, Zaken waar Gods eer door lijdt,
Of eemge ineuschen hun zaligheid;
Dit wil ik met korte woorden besluiten, Die anders wil handelen, die blijve er buiten :
Ml. • 11-ne n.
Wat wordt er menig mensch geschonden, En van die kwaad zijn gansch verslonden; liet ware te wenschen, dat alle menschen
Hun zeiven eerst bekeken,
Eer dat zij kwaad, 't zij vroeg of laat. Van anderen spreken.
Fffdchl rnemnnd.
^Niemand spotte niet mij ot met de mijnen, leder ga te huis en bezie de zijnen;
Vindt gij in nw huis dan geen gebreken, Kom dan bij mij, dan hebt gij vrij spreken.
ANT1PHONK TOT l)K HKTLIOK MAAGD MARTA. Ten lijdt' ran /tent en andere ziekten.
's Hemels sterre, hoog verheven , Die den Heer geboren heeft.
Heeft de pest des doods verdreven . Die ons Adams zonde geeft.
De ster wil zich verwaarde,
Weg te nemen uit de jocht.
Pest en dood, en wat op aarde Ons broos leven kwetsen mogf.
Schoone sterre van de zee,
Wil ons in de pest bijstaan , En verlossen uit dit wee ,
Uw gebed zal God ontvaan,
De godzalige hulszegen. 5^7
Als gij u tot bidden keert;
Want Hij u (zijn' Moeder) eert.
Bevrijd ons, Heer! van deze pest. Uw Moeder doet voor ons haar best. v. Bid voor «nis, heilige Moeder Gods! k. Opdat wij waardig worden der beloften van Christus.
TOT JKSIS KiS MARIA.
God derharijihaft iiilieid. dergoe-dertierenlieid en genade, die 1 over de dF'oefheid des volks ontfermd. en den slaanden enij;el be-volen hebl zijne hand in Ie houden; wij bidden I . o Jesus! om (ie liefde van uwe roemrijke Moeder, wier liefdevolle borsten (nj tegen het venijn onzer zonden gezogen hebt. geef ons de hnlp uwer genade, opdat wij van alle besmettelijk ziekten en eenen onvoorzienen dood mogen bevrijd wezen ; Gij, die teelt en heerseht, met God den Vader en den heiligen Geest, in alle eeuwen der eeuwen. Amen.
5HS De godzalige k uitzeg en.
Vernievimng eau zijne aangenomeirie gelofte.
Mijn alieriiefstc Jesus! tot dank-zegging vooralle weldaden, die Gij mij hel)! gedaan, door mij uif het gewoel der wereld Ie trekken, zeg ik. al ware ik heer van de gelieele wereld, en van honderd iriillioenen werelden: zonder geholpen te worden door nwe genade, zoude ik die altemaal versmaden en verlaten. irit liefde tot l': en ware het dat het mij vrijs J on (1 een ol honderd duizeinl maal tot de wereld weder te kee-ren. alle eer. rijkdommen en genoegens Ie genieten, welke alle mensehen genoten hebben, die hier ooil zijn geweest, nog zullen zijn en die uwe almagt kan scheppen , te weten dal ik al deze dingen, zonder zonde zoude mogen genieten, van dit uur tot den dag des oordeels . Ik zonde mij zeer gaarne
*
De (j^dzalige hvinzegen. oïiö van alles outhlooleii, en mij wederom op nienw olie ren, gelijk als ik iin doe, mei meening van mij voor altoos te verbinden, indien het mogelijk ware. dat ik niet ware verbonden; daarom beloof ik N. N. God, almagtig. eeuwige standvastigheid en zuiverheid, gewillige armoede en gehoorzaamheid, naar den regel van onzen allerheiligsten vader. \.
OM EENEN ZALIGEN DOOD TE YERWEMES
Hubertus Guillielmus a Pkecipiano , darts-bisschop can Mechelen, enz, allev die dezen zullen zien, zaligheid in dsn Heer; aangezien er geene droeviger nederlaag noch grooter overwinmng in, dan die, welke volgt na den laaf sten en scherpsten strijd des doods, zoo moeten wij ook dikwijls tegen dien tijd, op 'welken misschien ons gemoed zijn eigen niet meester zal zijn, de hemelsche hulp verzoeken en ons met God verzoenen; tot welk einde wij toelaten f dat de volgende zeer stichtelijke gebeden door den druk gemeen gemaakt worden, en verleenen 4-0 dagen
540 Qehedeu om eetien
aüaal uit de schatten der heihfle Kerk, aan eenieder die dezelve met een rouiomoedig hart godvruchtiglijk zal lezen. Gegeven te Brussel den 28 Maart 1694 H. G. A. M. Ter ordonnantie van den doorluchtig sten i en hoogwaardigsten Aartsbisschop ran Mechelen : H. J. van Sustehkn, Secretaris.
TOT (;oi».
God! aafigezien ik iiie( weel hoe inijtic gesteltenis iri liet laatste uur mijns levens zal zijn, als ik. missehien beroofd van liet gebruik der rede, mijn hart niet meer /al kunnen ophefTen: daarom /.eii ik nu, wat ik wensehte iu het uur mijns doods gezegd te hebben; ik erker» en aanbid U voor mijnen oppersten Heer en eenig goed, en onderwerp mij in mijn leven en sterven aan uwen goddelijken wil. Maar hoe weinig is dit, dat een niet ig stof der aarde Ij aanbidt ; dit is niet genoeg, noch aan uwe waardigheid. noeh aan mijne begeerte; ik draag U dan op en wenseh ook door mij 1 te kunnen bewijzen al de
1
£15!
zaligen dood te venver reu. 541 riaiilgt;iddjiigen, die do Engele», Heiligen en alle schepselen 1 ooit nedaan hebben, en m de ^elieeie
n 9 9 7 o
eeuwigheid zullen doen. Allermild-ste God! ik heb uwe werken overdacht en ben verbaasd geworden; (iij hebl mij geschapen als ik niets was, om mij deelachtig te maken aan het eeuwige geluk; uwe onbepaalde liefde lol mij is nog verder gegaan ; als ik door de zonde verloren was, hebt Gij mij door het dierbaarbloed van uweneenigen Zoon gekochl en zijl mij met onlel-barc weldaden voorgekomen. O
rr
mijne ziel! zoo heelt God T bemind, dat hij zijnen eenigen Zoon voor r gegeven heeft. Ik dank lr, mijn Heer en mijn God ! uil het diepste mijns harten, en wensehUaide dankzegging te kunnen bewijzen, die ü alle schepsels ooit bewezen hebben of zullen bewijzen. Van dezen tijd af zullen mijne oogem op
542 Gebeden om eenen ü gevestigd zijn , om uwe goddelijke 1 geboden en welbehagen in alles ^ ie volbrengen; ik geloof alles wat
O 7 o
Irij vepopenbaard en door uwe liei-litfe kerk voorgesteld liebt te ffeloo-
^ ^ O O
\en: in welk lieilii*; i»elool ik wil
O o
It'ven en sterven. Ach! dat X alle volken beleden en deüeheele wereld
o
1' aanhad. Ik vertrouw op V. God mijns harten, mijn deel in de eeuwigheid: op T, Heer. heb ik gehoopt en zal ik hopen zoo lang ik zal leven, en in eeuwigheid zal ik niet beschaamd worden; ik wenseh naar 1T. mijn eeuwig geluk, die al mijne zinnen kunt vervullen. Geef mij dat ik op U altijd mag vertrouwen, alle vergankelijke dingen mag verachten. en door geene moeijeüjkheid mag afgetrokken worden van U te dienen, tot dat ik tot U. mijn laatste einde, eens mag geraken. Ik bemin U, o onbegrepene goedheid! want Gij zijt alle goed, alleen heilig.
zaligen dood te oenverven.
alleen alle liefde waardig. O allerheiligste Maagd Maria ? meer brandende van liefde dan de Cherubijnen en alle Heiligen : volmaak alles wat aan iiiijiie Helde ontbreekt, opdat ik leve en sterve ter liefde van mijnen God, en liever sterven mag, dan hem niet te beminnen ; o. dat ik nooit iets beminne dat ik mn uwentwil niet beminne! Doorzie. o mijn God! mijn hart, en vindt Gij er iets in, strijdig tegen de liefde die ik hier belijde, zuiveren verbeter het dan. 0 oude en nieuwe sehoonheid! ik heb l te laat bemind , ik bemin t' no^ niet lielijk ik moet en gelijk ik wenseh te beminnen, met eene oneindige liefde, ja met de liefde. waarmede tiij l zei ven bentint; want deze alleen kan uwe liefde begrijpen. Liefderijkste God! uwe liefde maakt dat Ik bedroefd ben, dat ik V ooit vergramd
544 (xebeden om uenen heb, zoo liefdevol en voor zoogoed zijJ : ik hen niet bedroefd omdat ik vrees, maar omdat ik bemin; kon liet geschieden door het \ergieten van mijn bloed, dat ik l, nooit had vergramd, ik/oudegaarnt' op dil oogenhlik den laatsten drnji-pel storten. Ik hid 1'. eeuwige Vader! door nwe oneindige harmhar-tigheid : 1 , eenige Zoon, door uwe jietde tot de zondaars; lT, heilige Geest, door het vunr uwer liefde: T. heilige DrieMildigheid, door het hloed en de verdiensten van Christus ; spaar mij zondig menseh, en wasch mi j nog meer v an mijne boosheid en van mijne zonden; wil mij zuiveren. Dil alles is, o God, mijn uiterste w enseh; maar als ik hierna door de zwakheid der ziekte, ol door bedrog des vijandsandersdaeht of zeide, dan herroep ik van nu af en houd het voor geene waarde, ja verzaak en verfoei het; dit is
zaligen dood te tier werven. 545 mijn uiterste wil : voor ü , mijn God, wil ik levfMi en sterven. Am.
t o r i e s ü s.
O genadigste Jesus ! ik bid IT, ais mijne oogen zullen breken , als mijn mond zal sluiten en mijne tong niet meer zal kunnen spreken, dat mijn geloof dan nief wankele, mijne hoop niet mistrouwe, mijne liefde niet verllaauwe. Heer Jesus! dooide bittere benaauwdlieid. die IJ in hel hofje zoo beeft bezwaard, dat Gij hebt uitgeroepen : mijne ziel is bedroefd tot den dood; en door de bitterheid die Gij onderstond! aan het krnis , bijzonderlijk toen uwe gezegende ziel is afgescheiden van het ligehaam: wil mij. uwen dienaar, troosten en barmhartig zijn in het nur mijns doods. Amen.
r o r m a R i a.
Maria, moeder der barmbartis;-.
- O
546 Gebeden om eenen heid ! door het zwaard van droefheid, dat uwe ziel doorstoken heeft onder het kruis, als gij uwen beminden Zoon voor mijne zonden Iiehtziensterven: wil mij ook genadig zijn, door de verdiensten van denzeitden uwen Zoon, in het laatste uur mijns levens, en gedoog niet , o troosteresse, dat men zal zeggen, dat gij eene ziel in haren hitter-sten nood verlaten hebt, maar verwaardig ii mij in mijnen doodstrijd met medelijdende oogen te aanschouwen. Maria, moeder der genade, moeder der barmhartigheid! bescherm ons, door uwen Zoon, voor den vijand, en ontvang ons ui het uur des doods. Amen.
TOT DKJS li. JOSEF.
ó Heilige Josel, Jie in de omhelzing van den zoelen Jesus, en uwer lielste bruid Maria, van deze wereld gescheiden zijt. kom mij te
zaligen dood te verwerven. 547 hulp niet Jesus en Maria, als de dood mijn leven zal eindigen, en verwerf mij genade, dal ik in dezelfde heilige armen van Jesus en Maria sterve. Sn uwe handen levend een stervende, beveel ik u mijnen geest : Jesus, Maria, Josef!
TOT DEN HK1I.IGEN EINGEL-BEWAARDER.
O getrouwe leidsman, die mij van God als mijn heschermer en bewaarder zij t toege v lt;)egd; sla mijne arme ziel bij it) haren uitersten doodstrijd; beseherm haar dan legen alle aanveclilingen des !n'i-sehen vijands; wil haar, gezuiverd van alle zonden, voor haren Regter brengen, opdal zij zijn regl-vaardig oordeel gelukkiglijk mag «mtkomen, en hel goddelijk wezen in alle eeuwigheid met u mag aansehouwen. Amen.
UITERSTE WIL VA» EENEN CHRISTEN
//.' zal den Heer eer heerlijken ten alle» tijde; altijd i* zijn lof in mijnen mond. Ps. .quot;i.i. v. I.
Daarom,ter ecrc van (ïod den Va-
der.Godden Zoon, enGodden heili-
genlieest.ende heilige Maagd Maria,
igt; (uijn hegeeren en mijn uiterste
wil. vol maak telijk te leven en wel
te sterven. Ik aanbid, looi. zegen
en verheerlijk ( altijd «mi in een-
wiiiheid. o hernelsehe Vader, al-» • ) maüliiie rt» eeuwige (iod! vooralle
O O O
oneindige weldaden en barmhartigheden. waarin ede Gi i hem el e 11 aa rde
tl
vervuld en alles uit niet geschapen hebt; maar in het bijzonder alle redelijke schepsels. en onder deze mij, het onwaardigste aller schepselen, hebt geschapen naar u\\ goddelijk beeld. Bewaar en bestuur mij met uwe oneindige wijsheid en voorzie-
Gebeden out eet ten zaligen dood. 549 iiigheid, daar over mij uwe overgroote weldaden nog dagelijks uitstort. Daarom dank ik T . ten mijn God! laaf mijn hart niet rusten , opdat liet sleed- blijve en ruste in mijnen Scliepper: en geef mij dan, /a- mijn lieer en God, altijd te rustrn ili- in 1 . huiten alle gitten en gaven , •ia, buiten al wat Gij niet zijl. { dank ste ik ook, o Zoon van den levenden vel God. om de allergrootste liefde, ^en met welke Gij mij bemind heht: dal eu- Gij, menseh geworden zijnde en de al- gedaante van eenen kneeht aange-ille nomen hehhende, \oor mij al die [ig- [lijnen geleden heht. zoo in uw hitter rde lijden, als in uwen dood: aan )en welke heilige verdiensten ik uwe re- oneindige goedheid ootmoediglijk iiij, smeek mij deelachtig te maken , en, opdat ik daardoor volkomene ver-lijk giffenis mag \ erkrijgen van al mijne net hoosheden, en mijne ziel van ^ie- alle kwaad mag bevrijd worden ,
550 (ieheden om eenen
om alzoo aangenaam te wezen aan U
VerwaardigU, HeerJesus.doorhet m
vergieten van ii wdierbaarbloed, mij dr enalle mensehen te helpen in nood, se
kwelling, benaauwdheid, vreeze, li( angst, vnile driHen, zonden, ziek- ar
ten, kwalen, en als de ziel en het hi
ligehaam in gevaar zijn ot zullen ko- v(
men. ook ilic nu in den doodstrijd ik
liüf^en: toon uwe barmhartia:heid , Ie
mijnGod. aan hen. die Gij door uw re
bitter lijden gekoeht en verlost hebt. st
O (lod , heilige Geest ? mijn ver- zi
trooster en heiligmaker? ik loot en di
vei'hei'rlijk IJ ook. lt;mi ik beveel en h(
geef l mijne zielen mijn ligehaam, 1c
mijnen voortgang en het einde mijns In
levens; geef mij eenen zaligen uit- d(
üfani». door waardige vruchten van ki
boetvaardigheid, met een waaraeh- Ic
tig leedwezen over mijne zonden, Ic
opdat ik door uw e heiligmakende vi
genademagzalig worden. Ik beveel h
zaligen dood te verwerven. 551 U de geheele heilige Kerk; vervul haar, bid ik U oolmoediglijk, altijd met liet licht der waarheid en een-draait: verleen haar en alle men-sehen eenen gedurigen vrede, liefde en eendragt, tnet eene waar-aehti2:e verzakinken leed wezer\ over
O O
hunne zonden en vergillenisderzel-ven; dat zi j u \ve godd e 1 i j k e Maj estei t nooit meermosren verarrammen Ver-
f* O
leen ook aan alle geestelijke en wereld lijke overheid, en aan allezielbe-stimrders. altijd eene heilige voor-zigtigheid en wijsheid, en aan de onderzaten alle deugden en volmaaktheden. Mijn Heeren mijn God! ik ge-loofi n Ü. omdat G ij d e eeuwige waarheid zijt: nu en in het uur van mijnen dood geloof'ik al hetgeen de heilige katholijke kerk onsvoorhoudttege-looven, en in dat heil in geloof wil ik
O O
leven en sterven : ik hoop in U, en vertrouw op uwe oneindige barmhartigheid en goedheid, door de ver-
552 Gebeden om eenen diensten van uw bitter lijden, dat Gij al mijne zonden zult vergeven, en mijne ziel zalig maken: geel mij uwe genade tot volharding in alle goede werken, met volmaaktheid tot den dood toe. Ik bemin l . mijn Heer en God, omdat Gij de oneindige goedheid zijt, en daarom begeer ik ü altijd en alleen, uit geheel mijn hart en krachten, volmaaktehjk lief te hebben, te dienen, te beminnen, metzulkelielde waarmedealle rest-
O
vaardigen 1 beminnen die er ge-weestzijn,nogzijn.en zullen komen, én in het vagevuur én in den hemel: ook gelijk Gij bemind zijt, en zulten kunt bemind worden vau alle Heiligen, Cherubijnen en Serafijnen, en alle hemelsehegeesten, en van uwe gezegende moeder en maagd Maria. Nog tracht ik en wil U beminnen dag en nacht, in alle eeuwigheid, gelijk Gij het waardig zijt; want Gij zijt alleen mijne hoop, mijne blijd-
zaligen dood te eer teer ren. 553 schap, mijne zoetigheid, mijne nist en mijn alles, in wien ik wenseh geheel veranderd te worden. Ach, dat ik uwe oneindige goedheid nooit ver-
O O
gramd hadde! Ik verfoei alle zonden en al hetgeen huitenü is, en uwe goddelijke majesteil zoude mishagen. Mijn Heer en God! geef mij dat ik altijd mag rusten in 1'. verzakende alle kwaad, eigenliefde, eigen wil. eigen begeerten, alle ijdelheden en on-verstorvenheden, alle onvolmaaktheden en zonden, nu en altijd.en in eeuwigheid; ook in het uur mijns doods, in welk uur o( tijd ik alle ingevingen des duivels verzaak, tegen welke ik nu en alsdan mij verklaar. Ik olTer mij geheel aan IL tot uwen eeuwigen lof en offerande. 0 allerzoetste Jesus! roei in mij uit al het kwade en onvolmaakte dat in mij is; vernieuw mijnen geest, mijne ziel en mijn ligchaam met de verhevenheid van uwe goddelijke
554 Gebeden om eenen
genade, opdat ik niets denke, niets Ho
spreke, niets zie, niets voele, niets HU
hoore, nietsbegeere, nietsdoe, dan he
lietgeen ü, mijn God, het aange- m:
naamste is. O levende bron \ ver- ijr
vnl toeh mijn harl met het vuur u\
uwer goddelijke liefde, opdat ik gr
geheel verslonden worde in U, blt;
en niets begeere dan alleen eene hc
ware kennis van uwe grootheid , en zu
van mijnen niet. onmagt, krank- do
heden en zonden. 0, hoe zoet is het ze
in gezelschap te zijn, met en in li, m
o Jesus, vol van zoetigheid en hei- zo
iigheid! laat mij een van het getal oj
uwer uitverkorenen wezen. OJesus, al
gever van alle goed! wie zal mij k.t
geven, dal ik geheel mag wezen in
en rusten in IJ? wie zal mij zoo lij
een leven quot;even, dat ik met den wlt;
apostel Pan lus mag zeggen ; ik leef vlt;
mi niet meer, maar Christus leeft al
waarlijk in mij? Ik bid ü, verhoor 01
mij. mijn lloer en mijn God. et
zaligen dood te, verwerven. 555 door de vord if risten van al uwe Heiligen, en hijzonder van uwe heilige en bedrukte moeder en maagd Maria. Het is mij uit den grond mijns harten leed, dat ik uwe oneindige majesteit ooit vergramd hel), en oorzaak geweest
a i -
ben Hat anderen T vergramd! heb-hen, nis vergrammen, of nog zullen vergrammen: ik wil liever door uwe goddelijke genade duizendmaal sterven, dan U ooit meer te vergrammen. Trek dan, o zoete .lesus, mijn hart altijd tot 11, opdat het, afgescheiden zijnde van alle aardsehe en vergankelijke zaken, altijd maghranden in het vuur uwer goddelijke liefde. 0 allerhei-1 isste maand en moeder Gods Maria!
r? n
wees gegroet : ik verootmoedig mij voor u . en hid u voor mij en voor alle menschen vergiffenis vaii al onze zouden, een zuiver leven, een waaraehtig geloof, eene vaste
556 Gebeden lt;mi een en hoop, eene brandende liefde, eilt; eene volmaakte ooimoedigheid in deugden te verwerven. Bescherm ons, goedertiereneMoeder, in onze krankheden, kwellingen en nood, zoo naai- de ziel als naar liet lig-chaam, bijzonderlijk in het uur onzes doods, opdat wij, van u beschermd zijnde, in den Heer mogen rusten. O heilige geesten der engelen! bidt voor ons, en bijzonderlijk gij, onze heilige engelbewaarder. Beschermt ons ook, gij alle Gods lieve Heiligen; zijt onze voorbidders
metal uwe verdiensten en gebeden,
om hiernamaals eeuwiglijk metute mogen leven, (leef, Meer, door al deze verdiensten en voorspraken, den levenden verajrt'enisen den over-ledenen de eeuw ige rust. Ik wenseh, Heer, uit al mijne krachten en genegenheden, volgens den inhoud van mijnen bovengeschreven uitersten wil, uwe goddelijke Majesteit
zaligen dood te verwerven. 557 zoo bemind, en nooit vergramd, maar altijd gediend te hebben, van het eerste lot het laatste oogenblik mijns levens toe; en dat alle men-schen en schepselen zoo deden en gedaan hadden, die er ooit geweest zijn, mi zijn, en zullen komen; en dat uit eene zuivere liefde tot U, en om II alleen, mijn Zaligmaker, aan wien ik mi j zei ven geheel en ganseh, met ziel en ligehaam overgeve; vertrouwende op de \erdiensten van denallerheiligsten naam Jesus, voor w ien alle kniën moeten buigen. om te verkrijgen vergiU'enis van ai mijne zonden, volkomene beterschap des levens, en hiernamaals de eeuwige glorie. O ongeschapene Godheid, één in wezen en drievuldig in personen! o (Jod en mensch. Heer Jesus! in uwe handen, met al deze bovengeschre-vene begeerten, verzoeken, be-traehtingen en oefeningen. met
558 Gebeden om tenen deze woorden: Jesus ! Maria! nu en als ik zal sterven, bevee! ik V mijnen geest, Amen.
U K B K O.
Mijn Heer en mijn God! hopende en vertrouwende het bovengeschrevene van uwe goedheid en goddelijke majesteit te verwerven, draag ik nu en altijd op, voor mij en voor mijne naasten, als ook tot verlossing van de geloovige zielen in het vagevuur, al het bovengezegde, met alle heilige opdragten der Missen ■ ook allen lof, eer en alle heilige werken en oefeningen, zoo boetvaardige als andere, die er ooit gedaan zijn, dagelijks geschieden, van alle rnenschen, van de heilige en hemelsche geesten, van de allerheiligste maagd Maria en bijzonder die van haren eeniggeboren Zoon Jesus Christus : en vooral voor die rnenschen, die deze bovengemelde oefeningen met godsvrucht overdenken, dezelve dikwijls-bij dag en nacht, zoo door een inwendig als uitwendig teeken of gedrag, zullen komen te vernieuwen, door eenen goeden wil en uil-werksel, tot eer en roem van U en uwe gezegende moeder Maria, en onzer ziele zaligheid. Dit alles, o goedertierene God, is mijne ootmoedige verklaring, mijn verzoek, begeerte en uiterste wil, nu en altijd en bijzonder
zaligen dood te veneer ven. 559
in het uur mijns doods; weikeu dood ik gaarne aanneem, en ü mijn leven opoffer tot voldoening voor al mijne zonden, wetende en onwetende , en waarvan ik bij anderen oorzaak ben geweest, zoo tegenwoordige als toekomende. \an welke ik U bid, dal Gij mij en hen belieft te bewaren Amen
Smeekgebed tot den heiligen Rochm, bijzondere beschermer tegvn de pest.
Wien ziet men hier uitverkoren .
En met een rood kruis geboren ,
In dit droevig tranendal?
Wie het is men toonen zal;
Men moet naar den naam niet vragen Want hij zal ons wel behagen,
Rochus is de regte man,
Van wiens deugd men spreken kan Van zijn' ouders, eerst gestorven,
Had hij al veel goed verworven,
Gaf den armen met voordacht Alles, wat was in zijn' magt.
Hij heeft zich alsdan begeven.
Om in stilte te gaan leven.
Nam aan in ootmoedigheid.
En ook mede in strengheid.
Zocht ook met een hart vol vreugden Eens te staan naar alle deugden,
Heeft zich dit vast voorgesteld.
Met een mannelijk geweld.
Zijn zin was zeer voor het, reizen, Om zijn' ijver te bewijzen,
Narn hij pelgrims kieeding aan, Om zoo onbekend te gaan.
Is dan uit zijn land verdwenen, In Italië verschenen,
Daar hij zeer veel zieken vond, Die hij maakte weer gezond.
Zocht te Rome rond te zweven. Om de kranken troost te geven. Heeft daar ook gedaan zijn best, Hielp, die lagen aan de pest.
leder werd van hem genezen. Uit het. graf schier als verrezen, In veel steden overal.
Van dat gruwelijk ongeval. Die begeerte kwam hem wekketi, Om weêr naar zijn land te trekken, Hij werd onderweg zeer krank, En zijn ziekte duurte lang.
God, om hem eens te beproeven, Kwam zoo zijnen vriend bedroeven. Hij kreeg spijs door eenen hond. Waardoor God hem voedsel zond. Als hij had zijn kracht hernomen, Is hij in zijn land gekomen ,
Waar hij aanstonds werd verrast, Als bespieder aangetast.
zaligen dood Ie ver werven. 561
Daar geraakte hij m boeijen,
Waar men zijne deugd zag groeijen; Hij bleef gevangen vijf jaar lang .
Doch vond troost in 't zwaar bedwang. Hij werd dan wel, tot zijn behagen,
Zelv' ook met de pest geslagen,
Doch voor dat hij daaraan stierf.
Hij van God voor ons verwierf ,
Dat ieder die zijne hulp zou vragen, in deez' verschrikkelijke plagen,
Zou verlost zijn van de kwaal,
't Geen gebeurd is menigmaal.
v. Bid voor ons , lieilige Rochus ! r. Opdat wij mogeii waardig worden der beloften van Christus.
lt;; K H K u.
Wij aanbidden L', o Heer, die aan den zaligen Roehns hebt beloofd , dat degenen die bem zouden bidden en aanroepen, o}» geenerlei wijze van de pest zouden geraakt of besmet worden: wij bidden Uootinoediglijk, dat wij die hem in onzen nood aanroepen. doorzijne ^ oorspraakvan de pest en doodelijke smarten des fig-rhaams en der ziel rnogen bevrijd
3»;
Gebeden om eenen worden. Door onzen Heer Jesus Christus, uwen Zoon, die met ü en den heiligen Geestleeften heerscht, in alle eeuwen der eeuwen. Amen
Zie wat gij kiest, eer gij verlied.
Twee zaken stelt u voor de Heer, Gij kunt kiezen naai' uw' begeer. Of eeuwiglijk met hem te zijn.
01 eeuwig in de helsclie pijn.
Hij wil ii helpen, helpt gij meê,
Dit hangt aan u, zijt gij te vreê;
Kies wat gij wilt, 't is in uw magt,
Maar eer gij kiest, zijt wel bedacht, Aan deze keuze hangt het al,
Wat baten of wat deren zal;
Of eeuwig blij, of in 't geween ,
Voor uwe ziel, ge hebt maar één';
En tel zoo dure zaak niet ligt,
Maar denk aan 't overgroot gewigt,
Want van Gods oordeel en de hel,
Volgt er hiernamaals geen appel.
Dus zie wel toe, wat dat gij doet; En denk altijd , het gaat voor goed. Als daar het vonnis is gegaan,
Is het voor de eeuwigheid gedaan.
Gij zegt : er is daarna nog tijd;
Ik vraag, van waar die zekerheid r Heeft God u uitstel toegeztld.
zaligen dood te verwerven. 568
esus, Of zijt gij meester van den tijd ? J en Of zijt gij met den Heer zoo wel, (.j^ Dat hij maar wacht naar uw bevel?
Hebt gij met 't leven een verdrag?
Of wel den dood in uw ontzag ?
Het is zou niet, gelijk gij ziet,
j Ik bid ii toch, bedrieg u niet.
Ja, schrik integendeel en beeft.
Als gij bedenkt hoe dat gij leeft.
Zie eens hoe dat uw' zaken staan .
Ber dat gij in 't geregt zult gaan;
Daar is geen vaste uur noch tijd.
Men is daar streng en scheldt niet kwijt, liet gaat daar erg, geloof het mij.
God is daar regter en partij ;
En wat nog 't allerzwaarste is,
(xij spreekt daar zelv getuigenis.
Noch goed, noch kwaad, die zwichten nu, , l w' werken die betigten u;
Zijn deze goed, zij roemen u,
Maar zijn ze kwaad, zij doemen u.
Vi at helpt toch aardsch geluk en vreugd, Als gij te kort schiet in de deugd ?
Als gij in Josaphats vallei.
Zult moeten staan ter linker zij;
lin dan van God vermaledijd.
Ter helle vaart voor de eeuwigheid ! O eeuwig, eeuwig, denk toch wel,
Het is voorwaar geen kinderspel 1
564 Geheden om eenen Bedenk het wel, wat dat gij kiest; Hij waagt te veel, die 't al verliest O speel toch niet met 't eeuwig vuur Uw ziel te wagen is te duur.
Verzint eer (/ij hcyini. Wie kan leven zonder beven. Die nabij het sterven staat,
Waar genugten zoo haast vtugten, En liet leven 11 verlaat ■?
Gij zult sterven en bederven, En verwerven loon naar werk : Wil uw' zinnen dan verwinnen, En steeds hooren naar fiods Kerk Wilt gij rusten, toom uw lusten. Die bederven uw gemoed ;
Wil het vleijen toch vermijden. Dat uw' ziel den doodsteek doet. Al dat kwelen. al dat spelen ,
Harten stelen vóór en na , Mag behagen twee drie dagen ,
Maar het knagen komt te spa.
Konden uren eeuwig duren,
Daar '1 bezuren niet en 'zag, De vermaken u wel smaken ,
Maar na 't staken komt de slag Dan is 't knagen, dan is 't klagen. Dan is 't vragen om vrijheid,
Als de jaren u bezwaren ,
Als verloren is de tijd
zaligen «lood te verwerven. 565
Als 't veruiijdeu, als 't verleiden,
Als quot;t verblijden is gedaan,
Dan komt schreijen, dan is 't schreijen.
i Eeuwig weenen komt dan aan;
Als het leven gaat begeven ,
En bedreven de ijdeiheid,
Dan komt droefheid en berouwen.
Dan beschouwt men de eeuwigheid:
Want nvv vleijen , dat liet scheiden
/al verblijden, is te laat :
Wil dan peinzen om ie reken ,
Hu neem wijzen raad voor daad.
Gebed om van God een-en zalü/eu dood te nerwcrre'n.
Gciiatliquot;sle Zaliuinakei', .lesus
t) - Fj quot;
(likrislus, Heer des levens en des doods, om w iens w ille w ij leven en sterven! ik bid IJ, door uwen heiligen en allerbittersten dood , aan het hout des krnises, dat uwe tweede komst in het uur des doods mij niet slapend vinde, Iraagen onbereid, maar w akende en daar wel op bedacht. En laat toch niet loe dat ik zonder een opregt leedwezen en volmaakteliefVIe totü uit het leven
quot;)♦)lt;gt; (weheden om eenamp;n scheidc, of' dal ik uit. deze wereld gerukt worde door eenen onvoor-zienen dood: maar verleen inij. dal ik gewapend en versterkt worde in hel waarachtig christelijk geloof, met eeue urondharliür droefheid
O O
over mijne zonden, naeene regtzin-nige biecht en voldoening. Geef mij datikalsdan mag ontvangen het allerheiligste Sakrament des Altaars en het heilig Oliesel, als alle andere dingen mij zullen hegeven, diemen toch op de w ereld slechts voor eenen korten tijd bezit. Gij. die altijd bij uwe uitverkorenen verblijft, verlaat mij niet . bijzonderlijk in dien uitersten nood, als men met den duivel moet worstelen. Dat mij alsdan alle heilige engelen bijstaan , en mij, door hunne voorspraak, tegen alle bekoring beschermen : dat zij mij in mijne pijnen versterken. Laat de deugden van geloof, hoop , liefde en lijdzaamheid de overhand
zaligen dood te verwerven. 5H7 in mijne ziel hebben, opdat ik met een welgesteld gemoed mij in uwe handen maü, bevelen, dal ik met eene heilige gedachte mag ontslapen, en gerustelijk ingaan in het rijk. da! (Jij ons met zoo zwaren arbeid en gruwzame pijnen hebt bereid. Denk toeh eens op mi jne zondige ziel. goe-(lertierene Zaligmaker. Gij die rjlt;,n heronwbebbendefi moordenaar uw hemelseh koningrijk toegezegd en genadiglijk verleend hebt. af was het dat bij zich eerst op hel laatste oogenblik zijns levenstot 1 keerde; vergun mij dat ik met hem uit uwen Sfezeffenden mond die troostvolle
O O
woorden maghooren: lieden zult gij met mij wezen in liet paradijs. Amen.
jv
(. EB K n K gt;
om eenen goeden dood te verii rijgen,
ó God! Gij zijt alleen de Heer van mijn leven, ik weiger niet van daag te leven : maar ik begeer niet te
568 Gebeden om een en leven, indien ik mijn leven voor en tot uwe eer en dienst niet zal besteden. Is het dat Gij mij ook lieden gebiedt te sterven, ik vrees den dood niet. Ik zal sterven, opdat ik 1 zie; ik zal met U sterven, opdat uk eeuwig met U mag leven. Aeh ! dat in, en door, en wegens mij , en wegens al het mijne, uw allerheiligste wil geschiede in den tijd en in de eeuwigheid.
Mijn hart is bereid, o God! mijn hart is bereid. Heer! wat wilt Gij «iat ik doe? Heer! wat wilt Gij dat ik lijde? Heer! wat wilt Gij dat ik worde ? Wij biddenU, o Heer, word verzoend op het ontvangen van onze overgevingen, en trek genadig onzen wederspannigen wil tot V.
Het is mij leed, en het is mij leed uit ganseher harte , dat ik U ooit vertoornd heb . o mijn God ! omdat Gij goed, mijne Kelde en mijn God zijt.
*
zaligen dood te veneer reu. 509 Ilk bid l . o Heer, dat de vurige en honigvloeijende kraehl uwer liefde, fiiijnen geest van alles wat onder den hemel is afrukke, opdat ik uit liefde van uwe liefde leve, en door liefde van uwe liefde sterve, aangezien Gij. God. menseli geworden zijnde, uit liefde en ter liefde van mij l verwaardigd hebt te leven en te sterven.
Heer .lesus Christus! om de bil-lerheid desdoods, dien Gij voor mij geleden hebt aan het kruis, bijzonderlijk in hel uur toen uwe allet-lieüigste ziel uit uw gezegend lig-lt; haam geseheiden is, bid ik U, ontferm T over mijne ziel bij haren uitgang, en geleid haar tot het eeuwige leven. Amen.
Verlos ons, lieer, van eenen haastigen enonvoorzienendood, door uwe groote barmhartigheid. Als wij zullen sterven, verlos ons, Heer. van eenen kwaden dood ,
570 (xeheden om venen
door uweeroote barmhartifflieid.
O o
Als wij zullen sterven, verlos ons. lieer, van alle zonden, doorn we groot e harm hartigheid.
Als wij zullen sterven, verlos ons. Heer. van alle listen des duivels, door uwe groote barmhartigheid.
Als wij zuilen sterven, verlos ons, lieer, van allen schrik en vrees, door uw e groote harnihartigheid.
Als wij zullen sterven, verlos ons. Heer. van bekoring, mistrouwen en wanhoop, door uwe groote harm hart ikheid.
O O
Als wij zullen sterven, verlos ons. Heer. van den ^eest van laat-dunkendheid. door uwe groote barmhartigheid.
Als wij zullen sterven, verlos ons. Heer. van de verharding des harten, dooi* uwe groote barmhartigheid.
Als wij zullen sterven, verlos ons.
zdl'iycn dood te verwerven. 571 Heer, van de magl des duivels, dooruwe groole barmhariigheid.
Als wij zullen sterven, verlos ons, Heer, van de pijnen der helle, door uwegrootebarmhartigheid.
Als wij zullen sterven, verlos ons. Heer, van alle aanloksels der we reld . desdnivels en des v leesehes, door uwe droote harmhartiijheid.
O p
Meer, geef aan ons dat wij stervende ontvangen mo^eii de hei-lige Sakrainenten, door uwe groote harmharlikheid.
Heer , geel'aan ons stervende overvloedigheid van uwe goddelijke genade, door uwe groote harm-hartiidieid.
rj
Heer, geel aan ons stervende een volmaakl berouw, door uwe groote barmhartigheid.
Heer, geel aan ons stervende eene vaste hoop enallerzekerstgelool, door uwegrootebarmhartigheid.
Heer. geef aan ons stervende eene
572 Gebeden om eenen
braiulende liefde, dooi* uwe groote banuhaptigheid.
Heer. geef aan ons stervende geduldigheid en lijdzaamheid in de pijnen, door uwe groote barmhartigheid.
Heer, geef aan ons stervende sterkte tegen de aanvallen des duivels, door nwe groote barmhartigheid.
Heer, geef aan ons stervende eene volmaakte sclijb ormigheid aan uwrn wil, door uwe groote barmhartigheid.
Heer, geel aan ons stervende eeue allervurigste begeerte om ü te aansehouwen, door uwe groote barmhartigheid.
Heer , geef aan ons stervende den bijstand van de altijd heilige maagd Maria, de bescherming der engelen en de groote voorspraak van alle Heiligen, door uwe groote barmhartigheid.
Heer, geef aan ons stervende de
zaligen dood te ver teer ven. 57$ gebeden en hulp der priesters, door uwe groote bannhartii»-lieid.
Heer Jesus Christus, Zoon van den levenden (iod! door uwe heilige tnensehwording, wees genadig over onze zonden, en maak ons zalig, door uwe groote barmhartigheid.
O
Door uwe gehoorlc. dat mijne ziel sterve den dood (Jer regtvaardigeo.
Door uwen doop en heilig vasten, dat mijne ziel sterve deu dood der regtvaardigen.
Door uwen heiligen ijver eu werkzaam leveu, dat mijne ziel sterve den dood der regtvaardigen.
Door uwen honger, dorsl en uw waken, dal mijne ziel sterve den dood der regtvaardigen.
Door uw zuchten en uitroepen, dat mijne ziel sterve den dood der regtvaardigen.
Door uwe allerbitterste tranen.,
-
574 Gebeden om eenen
dat mijne ziel sterve den dood «Ier regtvaardigen,
Door den allergrootsten schrik w
en droefheid des harten, ~ Door uw bloedig /vveet,
Door uwe versinading, kaak- 2.
slagen en hespottingen, ^ Door de allerpijnlijkste wonden
der geeseling, t Door nwe doornen kroon en
CU
Door uw heilig kruis en lijden, §-
Door de gal en azijn, die (ïij S_
gesmaakt hebt, z_ Door uwe vijl wonden,
Door uwe allerheiligste ziel in de —
handen des Vaders bevolen, en ~ voor de verlossing der wereld van het ligchaam atgeseheiden,
Door uwen dood en bearatenis, f
God, hemelsrhe Vader,
zaligen dood te verwerven. 575 (*od Zoon, Verlosser der wereld, dat mijne ziel sterve den dood der regtvaardigen,
liod. heilige Geest, _
Heilige Driev uldigheid, één God, £ Door de ingewanden uwer harm- = hartigheid, ^
Door de verdiensten en voor- ^ spraak der allerheiligste maagd en moeder Gods Maria, j_ Door de voorspraak der heilige 2 engelen en aarts-engelen, ^ Door de verdiensten en voor- Afspraak der heilige apostelen en evangelisten, §~
Door de verdiensten en voor- £_ spraak der heilige martelaren ^ eii martelaressen,
Deoi* de verdiensten en voor- quot;i
yc-
spraak der heilige bisschop- ~ pen en belijders, ?
Door de vei*(!iensten en vooi'- d.
spraak der heilige leeraren, ^ Door de verdiensten en voor- F
5 7 li (ïeheden om renen
spraak der heilige monniken en kluizenaars, dat mijne ziel sterve den dood der regtvaardigen. Door de verdiensten en voorspraak der heilige priesters en levieten , dat mijne ziel sterve den dood der regtvaardigen.
Door de verdiensten en voorspraak der heilige maagden en weduwen. dal mijne ziel sterve den dood der regtvaardigen.
Heilige aarts-engel Michaël. engelen onze bewaarders, en alle orden der zalige geesten, en gij onze zalige besehermers N. N, beschermt ons in den strijd, opdat wij niet verloren gaan in het schrikkelijke oordeel; dal mijne Nziel sterve den dood der regtvaardigen. En gij, oMaria. moeder en maagd . wonderbare moeder . trooste-resse der bedrukten, koningin aller heiligen! spreek voor ons. opdat onze geest zonder eenigezondenvlek
zaligen flood te verwerven. 577 straf of schuld. verdiene opgenomen te worden van de engelen, en geleid te worden naar liet vaderland r in het hemelsehe paradijs. Amen.
Vriendelijke aanspraak tol Chrixtu*, onzen re fff er, om mei hem vóór de ure des doods af fe rekenen.
Die. dag zal weldra verschijnen .
Aan de wereld lang quot;oorzeid,
A.ls haar' schoonheid zal verdwijnen,
En in asch zal zijn geleid.
Dag van gramschap, dag van oordeel, Strenge, schrikkelijke dag !
Want, dan niemand tot zijn voordeel. Ook één woord meer spreken raag Welk een beven, wat al tranen, :i
Zal men dan zien overal.
Als men hooren zal bij namen ,
't Meest verborgensto geval;
Als 'r geluid van de trompetten,
Die, met eenen vreemden klank,
Zullen 't al in roeren zetten ,
Ieder nopen tot den gang :
Uit de graven en de muren.
Zullen dooden voor Gods troon, Tot verwond'ring der nature,
Gaan verwachten straf of loon
T
37
't Is er al . de Regter mede Is gezeten op den troon :
Alle zonden, werk en zeden, 't Komt gewis nu al ten toon. Zie, het boek van ieders leven Komt te voorschijn eerst vooral, Alles staat hierop geschreven,
Zelfs 't verborgenste geval.
Wat zal ik dan, zondaar, maken. Tot wien neem ik mijnen loop ? k Hoor de goeden hier ook raken. 't Schudt en beeft al overhoop. ( iroote Heer, vol van genade! 'k Vlugt in uwen zoeten schoot, Nooit toch is 't bij TJ te spade, Spaar mij dan toch van den dood. ik ben ook een van die menschen , Ach, gedenk het, Jesus zoet!
Voor wie Gij, naar uwe wenschen , Hebt gestort uw dierbaar bloed ; Uw'vermoeidheid, kruis en lijden, W aar ik mede ben gezocht,
Zijn. getuigen, te allen tijden.
Dat ik duur ben ingekocht.
Laat die pijn . iaat al dat lijden, Laat dat bloedig kruis voortaan, Dat er duizend doet verblijden, Voor mij niet verloren gaan !
(ieef dat we onze zonden derven,
--
zaligen dood te oer teer ven. 579
[ Goede Jesus! door gena :
Eer de dag komt van te sterven,
Eer het namaals wordt te spa.
Ik , o Heer, beken mij schuldig ,
Schaamte maakt mij heel vermijd;
Lieve Regter! wees geduldig .
Zeg, ik scheld u alles kwijt.
Magdalena, door berouwen.
Heeft uw' gunsten ras beproefd,
En des moord'naars vast vertrouwen,
Naar den hemel niet getoefd.
Waarom zal ik min verwachten P Wordt mijn bede niet verhoord 'r Uwe goedheid kan met magten, Mij verlossen door uw woord.
Zie, de plaats waar ik moet wezen, 't Is aan uwe regter zij;
Waar uw' schaapjes uitgelezen Uit de bokken staan, is 't vrij.
Ach ! laat mij daar onder schuilen .
Schenk mij ook het eeuwige goed Laat de duivels eeuwig huilen,
Met al hun verspeeld gebroed.
Vol van rouw kom ik dat vragen,
Diep vernederd van gemoed.
Wil toch zorge voor mij dragen.
Als Gij mij hier scheiden doet'
is er oorzaak om te beven,
Deez' gewis gaat bovenal ;
580 Gebeden om eenen
Dat, om rekening te geven.
Ieder weer ontwaken zal '
Spaar flan , Jesus, alle menschen .
Breng hen liever naar hun lust,
Tot de vreugde die zij wenschen,
In de nooit gestoorde rust
Testawent van eenen ChfiHten, om. dagelijk*
vóór de nachtrust en op hef einde zijn*
leven* te he r halen.
Mijn lieve Jesus! ik vertaal al de genoegens dezer wereld; mijne /iel schenk ik aan mijnen lieven God . mijn ligehaam aan de aarde en de wormen; vrijwillig verlaat ik alle vv; begeerlijkheden dezes levens, alle mi aardsehe dingen, welke nietander^
zijn dan ijdelheid. blt;j
Alle zonden zijn mij van harte de leed : ik verzaak dezelve, omdat zij de mishagen aan 1', mijn God. dien na ik boven alles bemin, die eene oneindige lielde waardig zijl. mi
Ik vergeef ter liefde (iods , en uil den grond mijns harten, aan al mijne vijanden.
Kiliyen dood te wrmerren. 58i ik geloof' in éénen God, die één is in zelfstandigheid en in wezen, drievuldig in persoon: Vader, Zoon en heilige Geest; en dal de eenige Zoon Gods. JesnsChristus, de t\v ee-de persoon der heilige Drievuldig-lieid, voor mij is menseh geworden, zijnde Verlosser en Zaligmaker der wereld, looner van hel goede en straffer van het kwade; die van eene tifieindige goedheid en wijsheid is.
Sk gelooi vastelijk, alles wal de warekatholijke en apostelijke Kerk mij voorhoudt om te gelooven.
Ik hoop vim de goddelijke goedheid vergHTenisuinal mijm;zonden, arte degenadeGods vooral mijne woor-t zi j den. werken en gedachten. en hier-lien namaals het eeuwige leven, on- Ik bemin L, mijn God, uil geheel mijn hart. uit geheel mijn gemoed, uit al mijne krachten, omdat Gij de opperste en oneindige goedheid zijt. Ik onderwerp mij geheel aan al
58^ (jehedcn om eenen zaligen dood. V hetgeen God door zijnen allerhn- on ligsten wil over mij belieft te be- zoi sehikken. Ik ben vaardig om alles ko te doen. te lijden, te leven en tr sterven, zooals God wil er» liet hem behagen zal.
fkhcxeel mijn ligebaam en inijnc qPt ziel aan de voorspraak der roemwaardigste maagd Maria .mijneliefste moeder en voorspreekster; aan o den bijstand van den H. Joselquot;. aan)
J ^ b # # iiri p
de gebeden van mijnen heiligen he-schermer M. N.. aan de beseher-
ming van mijnen engelbewaarder . ^ en aan de hnlp van alle Heiligen,
opdat zij mij willen bijstaan in hel lt;
Mijne laatste woorden /uilen mi
zijn; .lesns, Maria. Josef! he
In hunne armen wil ik leven enj na
sterven; en als mijne toog deze ga
heiligenamen niet meer kan oitspre- K.(
ken, zoo zal ik dit doen met mijn st?
hart ; en zonde mijn verstand mij re
Verzoek om de zeven gaven, enz. 58S ontbreken in het nur des doods , zoo verklaar ik nu voor den toekomenden tijd. en zeg;
Jesus , Maria , Joskf !
ó Mijn God' in quot;we handen beveel ik mijnen geest. Amen.
v k r z lt; ) k k
OM DE ZEVEN GAVEN DE£ HEIUGEH GEÏSTES
met eeaige godvruchtige gebeden voor alle godvreezende zielen.
Aanbidding ran den heiligen Gee*/.
6 Ongeschapen God ! o aanbiddelijke, heilige Geest ! aanzie het maaksel uwer handen, dat naar uw heilig beeld geschapen is, dorstig naar de instorting van uwe zeven gaven en overvloedige genaden, fcom en verlicht het duister verstand van uwen slaat door eene op-regte wijsheid, opdat ik U diene en
584 Verzoek om de zeven aanhange in den geest van onthechting vanal hetgeen aardsch en tijdelijk is, in eene volle versterving cn verlating van mij zeiven en mijnen wil, om geheel voor ü te leven. O goddelijke zon ! doorstraal de ingewanden van mijneflaauweziel, want ik wensch naar V met duizend verzuchtingen ; zie op mij en ontferm 1 mijner, mijn God ! Amen.
VKHZIKHTINfiKN OM l)K XK.VKK tiA VEN DES HBILKiKN «tKKSTES TK VERKKIJGKN.
l)t' (fare ran trijxheid.
O goddelijke Geest, die één zijl met den Vader en den Zoon ! kom en stort in mi j de gave van wijsheid, opdat ik het kw aad verloeije en het goede onihelze. kom , o Lielhebher van alle deugden, en schep in mij een nieuw en wijs hart; opdat ik het verschil van het eeuwige en van het tijdelijke kenne en bevatte. Kom, o allerwijsstc Meester ! leer mij ,
gamn de* heiligen Geesten. 585 ch- onwetende, uwen heiligen wil kennen en volbrengen. al «iedagen mijns , v,.. levens. Kom. o Bron van alle goed, nen en waseh mij in het bloed van mijnen Verlosser en Zaligmaker. Kom, o goddelijke Heelmeester! genees mijne wonden, en xerlieht mijne duistere oogen, opdat ik l) kenne en beminne. Kom, o sterke Almogendheid ! verhef mijn traag hart tot 11, en doe mij walgen van hetgeen (»[) de aarde is. Kom, o goddelijke Zon! veriieht mijn duister verstand en beweeg magtiglijk mijnen wil. 1 alleen aan te hangen. Eerezij den Vader, en den Zoun, id, en den heiligen Geest; gelijk het was het ia den beginne, en nu. en in de eeu-ber wigheid der een wigheden. Amen. mij
ue gare ran ver sta na.
O allerheiligste Majesteit! stort in mij de gave van een opregt en goed verstand, om 1' alleen te zoeken.
58(* Verzofih om de zeven alles buiten II te versmaden, en IJ alleen aan te hangen. O eenige troost der zielen! waarom verbergt Gij 1 voor uw sehepsel, dat zonder ü niets kan? t) liefderijke, goede God! doorgrond liet binnenste van uw arm schepsel en trek mij tot U. O allerharmhartigste Vader der ai--men! kom en üiaak mij rijk dooi' uwe onwaardeerbare schatten: want mijne ziel wenscht naar T. 0 ailerrnildste Gever der aaven?
O
zonder is er niets in mij, ook niet eene goede gedachte ; kom en verlicht mijn verstand en verhel mijne gedachten tot Ü.
0 ongeschapene Wijsheid! kom. zuiver mijne meening van alle eigenbaat en ijdelen roem. 0 leven, dal daar altijd vloeit, in den Vader en den Zoon : vloei toch in liet binnenste van mijne ziel, door eene volmaakte liefde.
Eere zij den Vader . enz.
gaven den heiligen Geeftte*. 587 De gave van roAid,
Ik aanbid IJ, o goddelijke lieilige Geest! stort in mij de gave van raad. opdat ik naar uw welbehagen de deugden op lietallervolinaaktste mag beoefenen.
O goede Meester! aanzie met uwe minzame oogen, mij blinde en om-wetende. en leer mij den korten tijd van dit leven, naar uw behagen, ter zaligheid besteden.
kom. o zoete liefde des Vaders en des Zoons! heilig mijne ziel tot uwen heiligen tempel en voorstede.
0 allersterkste God! kom en doe mij dapper alle bekoring en bedrog des duivels overwinnen. Kom. o goede Vader! doe mij van harte alle ongelijk vergeven, gelijk ik van U vergiffenis begeer, en doe barmhartigheid aan allen die mij hebben misdaan. Kom nu. Bruidegom van mijne ziel! laat mij U alleen uit alle
588 Verzoek om de zeven krachten mijner ziel beminnen en mijne naasten om U.
O alierwijsste Raadsman! laat mij keiiiien wat uwe Majesteit van mij begeert, opdat ik uwen wil uit liefde volbren^e. Eerc zij den Vader, enz.
De gare ran sterkte.
kom, o God, heilige Geest! en geef mij de gave van sterkte, opdat ik den duivel, de wereld en het vleeseii o\ erwinne.
0 sterke God! verwin in mij al mijne kw ade dril ten en bedorvene genegenheden, opdat ik Ij de korte dagen mijns levens in rust diene. Kom. goddelijke Geest! vernietig mijne traagheid, en geel' mij eenen vurigen geest, om U volmaaktelijk dag en nacht te dienen. O onver-winbare God! laat mij de listen en lagen des vijandskennen, opdat ik dezelve altijd kloekmoediglijk majf verachten.
(jaren den heiligen lt;*ee*te*. 589
Kom. God, heilige Geest' »eef mij eenen vvalii van al wat aardseh en vergankelijk is. O goede God! doe mij ü kennen, opdat ik aïles versmade ter liefde van lr.
Kom toch. o allersterkste lieer! versterk mij, opdal ik in voorspoed mij niet verhetï'e, en in tegenspoed mij niel te zeer bedroeve, maar r in alles mag aanhangen.
Eere zij den Vader. enz.
De gave ran toeten-schaf).
Kom. o God, heilige Geest ! stort in mijn hart de gave van wetenschap, opdal ik hel goede en het kwade onderscheidt'. om het eene te heminnen en het andere te verachten, opdat ik mag komen tot de eeuwige zaligheid.
Kom, o allerzoetste rust der «iel? maak mijn hart zoo gerust, opdat Gij daar ü zelven in behaagt. O eenige begeerte! zonder u zal ik altijd
590 Verzoek om de zeven onvoldaan blijven, want niets kan mij verzadigen dan gij alleen.
Kom, o allerzoetste Vertrooster! bewoon mijne ziel door uwe zoete tegenwoordigheid. O heilig licht, verlicht het maaksel uwer handen, om uwentwille; want zonder IJ ik in duisterheid.
Kom, o Heiligmaker! maak mij heilig naar uwen wil, naar ziel en ligchaam.
O alwetende oogen van den Alziende! doorzie hel binnenste van mijne verborgene gedachten en zuiver wat ü mishaagt.
Eere zij den Vader, enz.
De gave van (fodr/ruc.htigheid.
O allerzoetste heilige (ieest! ik werp mij voor uwe voeten, en bid ü om eene opregtegodvruchtigheid.
Kom, o goede Meester! leer mij U allijd in den geest en in de waarheid aanbidden.
ga Wh de* heüigen Gee»tes. 591
Koot, o allervurigste vlam! ver-oiei mijne groote laauwheid met hel vuur uwer* heilige liefde.
Kom, o vinger Gods! schrijl iu «ujn hart de goddelijke lessen van uwen heiligen wil.
Kom, o barmliartigeSamarilaan! genees mijne wonden niet de olie eener opregte godsvruehl en zoetigheid.
Kom, o hemelseh licht! verlicht mijne duisterheid, opdat ik o kenne en beminne.
Kom, o goddelijke Lielhehber! stort in mij die godsvrucht, die alle vermaak te boven gaat. waarvan mijne ziel enligchaam magover-vloeijen. Eere zij den Vader. enz.
De gave van vreeze Gods.
Kom, o heilige Geest! stort in mij eene heilige vrees, opdat ik Ö nooit meer vergramme door eene vrijwillige zonde.
59wi Verzoek om de zeven
O sterke Almogendheid? bewaar mijne ziel voor het allergrootste kwaad, de zonde; laat mij liever duizendmaal sterven, dan 1 eens te vergrammen.
Kom. o genadige Kegter! en ver-
geet al mijne zonden, die ik in mijn geheel leven begaan heb.
kom. o Vader der armen? wil het maaksel uwer handen, dat naar uw beeld geschapen is. niet verlaten.
Kom, o allerzoetste Licht des harten? verlicht mijn geweten en alle gewetens die verduisterd zijn.
Kom. o Zon der regtvaardigen ! verwarm het binnenste van mijn koud hart. en doe het smelten in tranen van een opregt berouw, uit zuivere liefde tot ü.
Kom, o mijn Schepper en Zaligmaker? geet mij eene heilige vreezc en tevens eene volmaakte liefde; en al wat mij noodig is ter zalig-
mmm
gaven de» heiligen Geexten. 598 heid,een zalig leven en een heiiig sterven.
Eere zij den Vader. enz.
« K B K 1»
hti God den heiligen ireent.
Almagtige eeuwige God, die één is met den Vader en den Zoon, en hunne zelfstandigheid zijt ; aanzie uwe sehepselen. door uwe handen geschapen, en verlost door den kos-telijken prijs van het heilig bloed van Gods eenigen Zoon: wil zoo een kostelijk pand niet verachten, want zonder V kan ik niet eene goede gedachte. uiel het minste goed uitwerken, noch zalig worden.
Kom dan. o goede Geest ! verlicht mijn verstand, beweeg mijnen wil tot hef goede, geef mij uwe zeven gaven in volheid , doorwond het binnenste mijner ziel, en maak mij dronken van dien wijn, waarvan de Apostelen op den pink-
38
594 Verzoek om de zeven
sterdag dronken waren, opdat ik, (|e
geheel vervuld van ü , niet meer /aj
dorste naar hetgeen aardseh en on
Vnrzoek tot God de?) heiligen Gevist,, om. de
genade mn een zalig beroep te verkiezen g^1
Vader van bartnliarligheid .dieunj |HI hebt geschapen toen ik een ijdele (,e niet was, opdatik,ütoebehoorende, II in dit korte leven zoude dienen | naar uwen heiligen wil , en dan IR1 hierna l) bezitten in eeuwigheid. za| 0 alwetend oog van mijnen God !' mj gij weet in w elk beroep ik mijne (iequot; zaligheid het beste zal kunnen be-werken; dus bid ik IJ, o minzame i(,s Vader, verlicht mi jn verstand, opdat mj ik uwen heiligen wil mag kennen ^(] en volbrengen, tot mijn eeuwig geluk en zaligheid; dal ik mijnen eigenzin en kwade bedorvene ve genegenheden tot mijn eeuwig on- (|e geluk niet volge. Roepi Gij mij tot jjjj
gaven des heiligen Geesten. 595 1den zwaren last des huwelijks, ik zal dien gaarne aanvaarden, alleen 5 en om aan uwen heiligen wil gehoorzaam te zijn, en tot mijne zaligheid m de te komen ; maar trekt (ii j mij tot den en, geestelijken staat, om geheel voor V te leven et» uwe bruid Ie zijn , ^ miJ boven mijne verdiensten, uit zuivere (^e liefde voor l , zoo bedank ik ü, en nde. [,{,1 0I1, sterke hulj), om deze mijne 'nen laak en heilige roeping wel waar te c'a,l nemen, tot mijn eeuwig geluk en id- zaligheid. Gij weet, mijn God, hoe '0(1 ! ,nijne zjei lijdi van zoo vele vijan-M,ie den, die van alle kanten zoe-ken mijn geluk te beletten , te we-ame |eil . de duivel, de wereld, als ook ^dat ri,jjn ejgen vleeseh; maar, o goede ne.n God, strijdt Gij voor mij, zoo zal w.'jS ik niet vreezen ongetrouw te zijn. imj- WiI uwe Majesteit mij nog meer ent1 verhefl'en en mij, boven duizen-on' den, uit het gewoel der bedriege-l(gt;t lijke wereld , in een kloosterleven
5% Verzoek om de zsven
trekken, om zoo alleen hart aan d
hart met 1 te spreken; zoo verzoek o
ik dat Gij, mijn Heer. dit in mij ge- k
lie tl uitte werken door uwe krach- o
tige hulp en bijstand; want dit kan tlt; niet geschieden zonder uwe bijzon- j o
dere genade en goedgunstigheid : k
gelijk deze roeping de allerwaardig- a
ste is, zoo is ook de wederstand van d alle zijden de allergrootste.
Daarom, indien uwe Majesteit mij u
die roeping geeft, zoo vertrouw ik g ook, door uwe goedheid, gehoor- [ u
zaamtezijntotdendooddes kruises: ti
zoodat (iij mij ook eene goede uit- li
komst zultgeven, aangezien ik (Tuil /1
geheel mijn hart begeer getrouw tc k
zijn : niet om mijnen eigen wil te b
volgen, maarden uwen; niet om b eenig schepsel, maar uit liefde tot v;
11, mijnen Schepper, die voor mij lt;li
nitden hemel gekomen zijt, uitden v; schoot van uwen heinelschen Vader,
om aan hem gehoorzaam te zijt tot __
gaven de* heiligen Geesten. 597 deo dood des kruises. Zoo wil ik ook, tei' liefde van V, geheel den korten tijd van dit sterfelijk leven opofferen, om mijn eeuwig geluk te verzekeren. door eene vrijwillige offerande van mijne ziel, met de drie krachten van mijn ligehaam en van alles waf ik hel); ontvang, o God , deze vrijwillige offeranden.
Kom,o(iod. heiligeGeest!geel mij uwe sterke genade, opdat ik het goededatGij in mij hebt begonnen, met kloeken moed moge voltrekken, «mi dal ik niet alle moeije-lijkheidenopgt;praak vreeze. die mij /uilen ontmoeten . eer ik zoo ver zal komen: maar \ ersterk mij met uwen hijzonderen geest, opdat ik dit werk heginneen wel voleinde tot het uur vau mijnen dood: dit bid ik LI, dooide voorspraak van Maria, de moeder
m.
vad: hannhartigheid.
i
598 Verzoek om de zeven
ti K K E O
voor Jongman* en Jonge Dochters, orn erne zaliqe verkiezing.
Ik werp mij ter aarde, voorde voeten uwer Majesteit. oGod, heilige Geest! ik verzoek ootmoedig-lijk, dat (lij met uw goddelijk lieht wilt verlichten al die jonge harten, die tot de jaren van ouderscheid gekomen zijn; opdatzij uwen heiligen wil monen kennen en voihrenüjen, tot hunne eeuwige zaligheid.
0 goede God! verdrijf uit hun alle duisternis en ijdele vrees, opdat zij uwe Majesteit alleen mogen hoo-ren en uwe roeping volgen, waar hun eeuwig geluk van afhangt. O liefderijke God ! trek alle mensehen tot IJ, opdat zij ü hier mogen dienen, en hun leven zaliglijk en ge-lukkiglijk voleinden. Amen.
garen des heiligen fleeatex. 599
G E B K O.
r.s-, tot de allerk. drievuldigheid, en, eene Novene om negen dagen te lezen, tot het verkiezen van een beroep.
dü . i- • i pj.. O ongeschapene Drievnldigheid?
jir_ ikaanbidU in den geest en in waar-.f,j heid; ik bid ü, door den naam en j, persoon van.Iesus.dat Gijnweoogen ,e_ van barmhartigheid op mij wilt, pjj slaan, dat Gij mij uwen goddelijken ,, wil en hevelen over mij wilt doen kennen, en verzoek van uwe Majes-UI1 teil, dat ik van l mag genade ver-(.,( krijgen zonder uitstel; dit bid ik, ,0_ door de voorspraak van Maria, de ar moeder van barmhartigheid, en ook O door het voorbidden van den H. An-P,, tonius van Padua (dien bijstand ie„ in den nood), omdat ik mij onwaar-Pe,_ digkenne om verhoord te worden van uwe goedheid, die uwe genade zoo menigmaal heb verzuimd. Verlicht mijne duisternis, versterk
600 Verzoek om de zeven mijne krankheid, doe al mijne vrees en wederstand te niet, opdat ik uwen wil kenne, en dien kennende volbrenge ; opdat ik, met eene zuivere meening beginnende, een heilig einde mag hebben, om ü te loven io eeuwigheid. Amen.
Driemaai onze Vader, en driemaal Wee* gegroet, ter eere van de aller-heiligste Drievuldigheid.
A A N B 1 It lgt; I N (.
van de o lier heiligste Drievvldigheid.
0 allerverhevenste (iod, Schepper van het heelal, ééu in wezen en drievuldig in personen! ik, uw arm schepsel en verworpen slaaf, aanbid IJ met deze 11de aanbidding, lof en dankzegging, die de allerheiligste maagd Maria, in uwe tegenwoordigheid , ten allen ti jde in den hemel l: bewijst; met welke ik mij en mijnen wiï vereenig, op alle oogenblikken
gaven de* heiligen Geexte*. (RH van mijn leven tol in de eeuwigheid; en ware het in mijne magl. zoo zoude ik dat doen door alle redelijke schepselen, die geweest zijn, nu zijn en komen zullen. Ontvang, o Heer . de goede begeerte van uwen slaaf, en trek mij en alle schepsels lot uwe heilige Heide.
G E B K O
om de goildelijke liefde te verkrijgen.
Vader van alle barmhartigheid en God van alle vertroosting! bet is U aangenaam te zijn met de kinderen der menschen. 0 liefde! gij begeertdatik T zal beminnen:mijne ziel wenscht en verzoekt, met alle begeerte, dat Gij met dit heilig vuur mijn hart wilt ontsteken; ik verzoek IJ, ik bid uwe Majesteit uil al mijne krachten : doorwond mijn binnenste met uwe heilige liefde, (naak mi| als dronken van dezen
602. Verzoek om, de zeven allerzoetsten wijn, opdat ik üi, mij» God, altijd in mij» geheugen mag hebben, en dat ik in mijn doen en laten niets zoeke als uwe meerdere eer, dit zuivere liefde tot U. 0 God! wie L'niet zoude liefhebben, omdat (iij zijt, dien Gij zijt, die leeft niet in de lietde. O goede God! omdat ik mij zoo onbekwaam kenne om U ten volle te beminnen, zoo wil ik mij vereenigen met de Moeder van Jesus, en zoo, met haar vereenigd zijnde, wil ik T dag en nacht he-minnen met hare liefde, tot in eeuwigheid: en ik wenseh, zoo menigmaal als mijn adem uitgaat, IJ allen roem. eer en lof te geven, die U ooit van eenig schepsel gegeven is, ot kan gegeven worden; en zoo dikwijls als ik mijnen adem zal inhalen, zoo bid en verzoek ik de allerzuiverste liefde, welke ik arm schepsel bezitten kan ; en dit. alias verzoek ikook voor alle Christenen,
gaven dm heüigen Geextes. l)OH mijn God en mijn Al ? Voor ü is het volle bezit van mijn hart, Amen.
lt;i J* K E O
tot de aller heil lyste maagd Maria, om een en zaligen dood te eer kiezen.
0 Maria, uitdeelster der goddelijke genade! verkrijg mij de genade bij God almagtig. dat ik den staat mag weten, in welken God begeert dat ik hem al de dagen mijns levens zal dienen. Tot dat einde draag ik u op mijn hart. mijnen wij en mijn \ erstand: w il dil, o mijne allerliefste Moeder, aan God aanbieden; ik verklaar, dat ik dien staat wil aanvaarden, dien God en u het alleraangenaamste zal zijn, en die tot mijne zaligheid mij van eeuwigheid is toegesehikt, opdat ik, met u, na den korten tijd van dit leven, mijnen God mag genieten in eeuwigheid. Amen,
t7
T
J
GEBEDEN OPZIGTENS HET HEILIG SAKRAMENT DES HUWELIJKS
Pligtendvr (/etrouwden tot elkander.
De pligten de* man* zijn: ten eerste, zijne huisvrouw mei eene zuivere liefde te beminnen, gelijk Christus zijne Kerk; ten tweede, haar goede genegenheid te bewijzen; haar te behandelen met eerbiedigheid ; haar een goed voorbeeld te geven, voor haar te bidden: haar te onderwijzen, te beschermen en te troosten ; haar kennis te geven van de huiszaken, en te zorgen voor het onderhoud des huisin'zins.
b O
Zij misdoen tegen deze pligten, die hunne vrouwen verachten, smadelijk aanspreken; die ze bitter vallen enz; die haar als diensmaagden houden; die bijna alles doen volgens hunnen zin, zonder kennis van de huisvrouw; die het goed verkwis-
(rebeden opzigtem het huwelijk* 605 ten; eindelijk, hetgeen het ergste van al is. die huunevrouwen dwingen tol schandelijke ongeregeldheden. onregtvaardigheid ofandere zonden.
De plu/ten dtr er ouwen: in haren man den persoon \an (ïhristns te eeren; liem te gehoorzamen, en hem te leiden door zachtmoedigheid : voor hem tc hidden : te letten op het huisgezin; niets aanmerkelijks weg te geven ol onkosten te doen. zonder verlof.
Tegen deze pligtcn misdoen , degenen die den meester spelen, hunne mans verachten, van hunne goedheid mishruik maken; die gedurig tegenspreken, enz.; die hunnen tijd met praten, spelen en wandelen verkwisten, en die het inkomen met lekkernijen, ijdelheden en pracht opmaken.
De pligten der getrouwden met kunne huisgenooten zijn :■ te zorgen
6()(i Gebeden opzigte/u het voor hunne zaligheid, hun een goed voorbeeld te geven, hun goedertierenheid en liefde te toonen; hun te vermanen tol het gebed, tof, het aanhooren van hel woord Gods. tot het lezen van goede boeken, tol, het ontvangen der heilige Sakra-menten, enz. en hun daartoe tijd te geven. Verder, hunne huisgenoo-ten niette verlaten als zij ziek zijn; hen aan te zien als hunne broeder in Christus, en als tnededienaars van denzeirden Heer. Gij, heeren, zegt de H. Paul us, doet aan uwe kneehten , hetgeen de regtvaardig-heid en beleefdheid vereiseht; gedenkende dat gij eenen en denzell-den Heer in den hemel hebt.
Dejjlff/tcn, tot hunne hinderen zijn: eene ehriste li jkeop voeding; hiervan hangt het welvaren van alle staten af. Daaro m gebr u i k al l e b eden kei ij ke middelen, om uwe kinderen in de onsehuid des doopsels te bewaren.
/i. Sakrament de» huwelijks. 607 Leer hun de deugd door al uwen handel; spreek hun van goddelijke, zaken mei eerbiedigheid, van de godvrucht igheid metsmaak, van de zonde met schrik. Bezorg hun goede zielbestuurders en geschikte meesiers, heeren, huizen, scholen, winkels en woningen. Maak dat zij ten minste leeren lezen en schrijven, en dal ze zich oelenen in een goed! handwerk. Bewaar hen van de bedorvenheid der wereld, en van kwade gezelschappen, als van de pest. Zorg dat ze niets zien, noch hooren, hetgeen de zuiverheid kan hinderlijk zijn. Verdraag in hun geene kwade genegenheden. Laat hen niet liegen, niet wraakgierig, noch geldgierig zijn. Breek hunne hoofdigheid, korzeiheid, gulzigheid, enz. Kastijd hen niet uit gramschap, maa r uit 1 iefde, volgens h u nne fouten en hunnen ouderdom. Doe hen de straffen meer vreezen dan gevoelen
608 (rebeden opztyten* het Berisp hen niet zonderreden. Bemin het eene kind niet boven hetandere, dan alleen om dengd. Dwing hen niet tot een beroep. Leer ze 's morgens en 'savonds bidden op hunne knieën, en eerbiediglijk mis hooren. Leer hen ootmoedig, vriendelijk en gedienstigzijn. zelfs totdie hunkwaad doen. en barmhartig jegens de armen, latende door hnn somwijlen eeni^e uwer aalmoezen uitreiken.
WaehJ u van bij uwe kinderen uwe driften op te volgen. te vloeken, te kijven, ofu te buiten te gaan in overdaad, ligtvaardigheid, ongeduldigheid. VVaehtu met veraehting van de deugd en met grootaehting van de rijkdommen, van de eer, enz. te spreken , en van al wat de kinderen niet mogen navolgen. We-derhoud uwe doehter van de ijdel-heid in kleeding, van de ballen, komediën, opera'sen andere gevaarlijke bijeenkomsten, van ijdeleboe-
■
H SakraTnent de* huwelijks. ken en liedjes, van het spelen en verkeeren met jongrnans en zelts met vrouwspersonen. die niets volgen dan de ijdelheid der wereld en hunne zinnelijkheid. Om uwe kinderen de gelegenheid Ie henemen van vele zonden, gewen hen van jongs al tot het werk. en houd ze gedurig hezig. Doch opdat de onderwijzingen . de goede \oorheelden en berispingen der ouders aan de kinderen mogen haten, moeten de ouders voor hunue kinderen veel hidden.
Eindelijk, dit alles is hesloten in hetgeen de heilige Geest van den ouden Tohias jjetniet. te weten :
O
dathijzijnen zoon van zijne kindseh-heid af leerde God te vreezen, en zich te onthouden van zonden
(ieheden opzigtens hei
B B F, D
van den bruidegom . zoo voor hem. zeiven ah voor zijne bruid.
Heer, mijn God. die he( huwelijk. door l zeiven ingesteld, zod hebt verheven, dat het een groot Sakrament , en eene afbeelding van de vereeniging van (Christus «nel zijne bruid, de heilige kei k . geworden is; Gij hebt mij, zoo ik vert rouw, dour uwen geest aangedreven om dezen staal te aanvaarden: ik bid 1! . geel' mij dat ik mijne bruid (of bruidegom) gelijk uw Apostel beveelt, eer bewijze. Geel mij eindelijk , dat ik altijd met Tobias in waarheid mag zeggen ; Gij weet. Beer,dat ik dezemijnezuster nenie tot eene buisvrouw; niet uit vuilr lust, noch uit eenigander verkeerd bizigt, maar uit enkele begeerte van nakomelingen te krijgen, die H .loven in der eeuwigheid. 'Voh. 7.
/i. Stikrameni des huwelijks. H i 1 Gij plaatst mij in deze betrekking lot hoofd der vrouw , gelijk Christus het hoold zijner kerk is; geet mij,dat ik haar troostc. heseherrne. onderwijze en helpe.enaan haar, ais hel zwakste deel, eer bew ijze, lieef tnij eindelijk, dat ik haar al-tijd bt'rnimic. niet mei eene zinnelijke en heidensehe liefde, maar heiliglijk en stafidvasllelijk . gelijk Christus zijne Bruid.
Zend ook uwen zegen over mijne bruid; versier haai' met deevangeli-srhe deugden, die uw e heilige Apostelen Petrus et) Paulus aan de ne-trouwde vrouwen zoo ernstiglijk iianprijzen : de ootmoedigheid, de (mderda n igh eid, de ge I ro u w h e id, de wijsheid,eenvoudigheid in kleei-en. it»1 zedigheid en naarstigheid irt het christelijk bezorgen van hel huis-iiezin en in hel opkweekeri van hare kinderen. Geef haar. o lieer, tie oot-f.ifoediifheid van S;ira . dt- zoj u\ ul-
T
(r| Oehedeit opzigten* het digheiH van Urbcwa, de niinzaaï»-heid van Kachel, de vrucdilbaar-lieid van Lea; o}»dat wij. met vrede en ininzaamheid ^ezameidijk voor liet welzijnder huiszaken zorgende, onze kinderen ia owe vreeze op-bren4j;en. en fiiernaiuaals met elkander in uwe liefde eeuwigli mogen vereenigd zijn.
lt;; K B K J)
/v/ h de, hr niii . zoo voor iuuiv -zelve o l.lt; roor haren hnndegom.
(tod . dir de vereeniging van mart en vrouw . door U ingesteld, zoo wonderlijk hebt gezegend : sla genadiglijk uwe oogen op uwe dienares, die, zich tot den hnweiijkeu staat begevende, ootmoediglijk bidt om usve bescherming. Vlaak door uwe genade, dat mijn juk zoet en vreedzaam zij. Doe mij de heilige vrouwen navolgen, die door
H. Sakrament den kmcelijk*. i) 1H hare wijsheid ea jninzaamheul. door hare jjctromvheid lt;iit eerbare sehaarnte. door liare omioozel-heid en godsvrucht, door hare zenden en naarstigheid . de \rcugd en troost geweest zijn van hunne mans. het stennsel lt;!egt; Imisgczins . het quot;eluk en welvacen van hunne kinderen.
lieelaan inijnenhntidegoin. uwen dienaar, wijsheid om /ijii hnisge--f.m viel te hesluren. kloekmoedig-heid in zijne werken, regtvaardig-lu'id in zijn hedrijf. reiidn^id en /aehtrnnedinheid in al zijnen handel. Maak hem gmh ruehl igals Abraham. zuixft* algt; Jsaak . naarstig als .taeoh . geduldig als Joh. wijs als David, regtvaardig als Tohias. Verdrijf van hem alle hoogmoedigheid en tw ist . overdaad . nijdigheid , kwaad vermoeden, gierigheid en andere zonden. Doe ons heide de groote lessen van owen Apostel
lt;»'14 (rpiwden opzigten* het gcdciikcMi, wfumeerliij/egt: dot hei huwe/fjh eerlijk zij in alles, en hei huwelijhshed onherleki. { Hebr. 1 -i. gt;. 4.) Zenrl over ons uwen over-vldcdigcn zegen; verleen ons de gewensrhle vruehlbaarheid ; vereenig on/e gemoederen door eene kniNclie liel'de. opdat wij elkanders lasten hier helpen dragen, en aa-maais iiiet onze kinderen ceiiwiglijk ruogen hij {* zijn. Atnen.
(t k bei»
/■s/o/- ec/ie herru/ f/ir vrouw.
Ik erken en jool l . o God , als den Seliepper van de vrucht,, die uwe dienst maagd van uwe goedheid ontvangen heeft. Dil srhepsel is uiel hekwaam om l' te bedanken, maar ik bedank l! in zijne plaats, voor deze eersteen overgroote weldaad; en tot dankzeitfinquot; olfer ik het-
Tjtj p
zelve aan uwe Majesteit op, naar het voorbeeld van zoo vele heilige
H. Hakrameni desknrtyelvjka. foifr jnoeders, alvorens ik het oog keo en ten volle bezitte. De smarten welke ik dagelijks gevoel als doe!»ter van Eva, en die ik nog verder zal moeten onderstaan, neem ik aan ais eene ceglvaardige straf: tot voldoening van mijne zonden, en als een middel, waardoor ik hoop uwe harmhartiglieid Ie hrwegen. om mij in het aanstaande gevaar, en ook nw sehep-sel, van ongeval te behoeden, tietgeen aan zoo veel ongelukkige kinderen overkomt, die eer zij geboren zijn. zonder den heiligen doop te kunnen ontvangen, versmacht worden. 0 mijn God! verhoor het gebed van eene moeder, die niets zoo zeer wenscht . dan dat de vruelit haars ligehaains in den heiligen doop geheiligd mag worden, om uwen grooten naam te loven in alle eeuwen. Amen.
615 Oehedm opziyten* hrt
G K B K lgt;
hetwelk de ouder* zullen lezen . wanneer hun kind gedoopt U.
Laat ons lt;len lof Hes Heeren zingen. want hij heeft zijne rnagt en zijne hannharligheid hoogelijk aan ons getoonel. I vve harrnhartigheid, o Heer, en niet de wil van ons kind. noeh onze naarst igheid en onze zorg. «maar uwe hannhartiglieid alleen heelt ons kind lot den heiligen doof) gehragl. er» van den dnivel verlost. Het is cene gunst , die noch het kind. nolt;h wij ooit hebhen verdiend; eene gunst, waardoor ons kind niet alleen uit de hand van den vijand is verlost, maar ook een tempel van den heiligen Geest, een lidmaat van Christus, een kind van den oppersten koning, en erfgenaam van zijn rijk is geworden.
Wie kan de grootheid van deze weldaden overdenken? wie kan l'
Hi. Sdhrament den kuweiyk*. 617 genoeg over uwe grootmoedigheid loven? Dat uwe barmhartigheden^ o Heer, 11 loven, en de wonderlijke daden, die Gij aart de kinderen der menscheo doel.
intussehen, hetgeen wij van uwe hand hehhen ontvangen, sehenken wijr weder. Ontvang deze levende, heilige, welhehagelijke ollerande welke \\ ij { doen, van ons kind .hetgeen nu het uw c is. zoo op te voeden. dat het altijd een tempel van den heiligen Geest blijve. Dal In't altijd door geloot, hoop en lielde met Chiistus vereenigd zij. en de waardigheid dei* kinderen Gods, tol het einde toe beware; opdat het na dit leven uw eeuwig rijk tot zijn erfdeel bekome. Amen.
t. K B K D
va/t eene muteder, die hu ren kerkgang doel.
è God, die door de vreugd van de
filH Gebeden opzigten* het
heilige maagd Maria. de dpoefheid en smarten (ier geioovigen die ba-ren. in blijdschap hebt veranderd ; .sla uwe oogen op mij, uwe dienares, die met vreugde uwen heiligen lempeL tot dankzegging ingaat, en verleen mij, dat ik, na dit leven , door de voorspraak van dr-zeifde heilige Maagd, mag waardig zijn met mijne vrueht tot lt;le eeuwige hlijdsHiajt te gei'aken. Amen.
(i E H K 1»
van (Pudera, mn hunne kinderen in een ehri-stelijl; /eren op te brengen.
*
lt;gt; God? opperste V7aderva(i mijnt-kinderrn, aan wien zij loebehoo-ren: die mijden last hebt opgelegd van hen in uwe vrees en lieide op te brengen : geef mij dat ik dien zwaren last wel mag dragen, en die
strenge verbindtenis wel mag brengen, opdat zij de onsehuid des doopsels door mijne onaeht/aam-
H. Sahranient den huwelyk*, tilt) Iwid niet verliezen. Geef ?nijsterkte, opdat ik in hen het kwaad, hetwelk zij tegen u we wel moeten bedrijven, uiei ongestraft late. en neem van mij de /.wakheid des harten, die mij inogt beletten inimie kwade ^Mienenin dlt;Mi Ie verbeteren.
Heer! ik belijd dal de zonden van mijn voorgaande leven en ook de ligtv aardigheiri met welke ik mij lol hel huwelijk heb begeven, mij deze genade onwaardig maken; maar ik bid 1' daarvoor mei een grondhartig leedwezen om vergiffenis. wensehendedoor eeite ^oede opvoeding mijner kinderen te vergelden. hetgeen ik in mijne jonge jaren heb misdaan. Ik bid IJ ook, o goeder! ierene Vader, geliel mijnen handel in hel tijdelijke te zegenen; maar bewaar mij van de ongeregelde begeerte van hen rijk of groot te maken. Dat uwe vrees en uwe liefde liet voornaamste erfdeel zij, het-
620 Gebeden opzigttm* het welk ik iitiü oalaie. (reef dat het huisgezin, door uwe Voorzienigheid mij aaahevolen. een liuis zij van godsdienst,ikheid, waar Gij gestadig geloofd wordt , opdat wij l gezamenlijk in ernwigheid mogen loven «'(i aanschouwen. Amen.
(iebed ran eenv nwluive.
lieer! ik buig mij onder uwt heilige schikking, die mij dr medehulp onUrokken heelt , welke uwe goedheid mij had gegeven. Ik neem deze herooving \ati mijnen troost gaarne nan. tot eene zalige boete voor de zonden, «lie ik zoo menigmaal heb begaan , als ik tegen uwen wil vermaak en troost heb gezocht bij de menschen. Ik was door uwe wet aan mijnen man verbonden zoo lang hij leefde; nu is het mij wel vrij eenen anderen in den lieer te trouwen; maar Ciij leert mij, door uwen Apostel, daï ik gelukkiger
H. Sakrament tien huwelijks. 621 /al zijn, indien ik alznn hlijve, gelijk ik nu hen. Verleen mij de genade orn mij dit te doen bevatten, om mij tot zood a n ig 1 e ve n ge n ege n te mak en, en mij dezen staat iieiliglijk te doen beleven, (üj verfoeit, o God, die w eclderiüre weduwen .lt;lie in wel-
f_7
lust leven, en zegt dat zij al levende dood zijn: ver-wijder van mij dan de dartelheid. Laat mijn genoegen slechts zijn, volgens het voorbeeld van deheilige weduwe Anna, ij met vasten en bidden dag en naeht te dienen, («eet dat ik met Juditb , voor l in het verborgen levende, mijnen troost, in de renzaamheid en in werken van hoetvaardioheid vinde. Doe mij mijne band openen aan beboel-ligen ; doe mij letten o[gt; den handel en zeden mijner huisgenooten , hun trachtende alle godsdienstigheid te leeren.en niij zoo stichteli jk tegedragen, dat «k voor 11 en voor de inen -sehen mag onberispelijk zijn, Amen..
622 (ïebedtn opziyteax hei
F, h K !)
ran maagden. om jenade in kunnen, staat te verkrijgen.
Eeuw sgr Wijsheid en Woord des Vaders, die, uil eene maagd geboren /JJnde. den maagdelijken staat tot de boogste eer verheven hebt : ik bedank l met alle ootmoedigheid, dat Gij l \ erw aardigd hebt mij tot uwe bruid aan te nemen, en mij onder bet getal der God toegewijde maagden te stellen. Geef mij, o Heer. dal ik mij m dien verheven naam. of in het maagdenkleed el nooit ver-tjdele; maar, dat ik, volgens den geest van mijnen staal, getrouwe-lijk mag wandelen. Doe mij de wereld \ersmaden, de stilzw ijgendheid, ile eenzaamheid en het verborgene leven Hef hebben. Doe mij mijn vermaak vinden in met IJ om te quot;aan in
r)
het gebed, en vanUleboorenspreken ill o\v heilig woord. Due mij de
H. Sakranient des huwelijks. w aarheid zoeken eo opvolgen, uwe Kerk beniiniien . en veeJ voor haar bidden. Geef dal ik ootmoedig, lieftallig. eerbiedig en vol van liefde mag zijn tot allr rnenschen, en hen mag stichten door een heilig leven. Dat ik in mijnen handel eene wijze eerbaarheid, eene voorzigtige ge-voegzaamheid, eene gestadige zachtmoedigheid, en eene zuivere vrij-miM'digheid doe uitschijnen. Doe mij zien, dat de ootmoedigheid gevaar lijdt in den rijkdom, de godvruchtigheid in dc bekommernis, de waarheid in het veel spreken, de matigheid indemaaltijden en goede sieren, dc geest des gcheds in het gewoel der rnenschen, en de zuiverheid in een ieder en in alles te zamen. Doe mij dojr uwe liefde branden, buiten f niets beminnen, loffelijk leven, zonder denlofder rnenschen ie zoekeii. Wees Gij alleen mijne eer. mijne vreugd, mijn heilagen.
Itgt;24 Gebeden opzigtem kei mijn troost in droefheid, mijn raad in zwarigheid, mijne bescherming in ongeluk, mijne,gednldigheid in lijden, mijne spijze in vasten, en mijn geneesmiddel in krankheid. Doe mij de heilige maagdom onhe-vlekt bewaren, allegeweld des vij-andsoverwinnen, het vasten en versterven boven de vleesehelijke wellusten stellen, hel lezen en bidden hoven dlt;' maaltijden en lekkernijen: opdat ik. doorbidden gevoed, door ondersv ijzing vervuld, door waken verliehl zijnde, eene maagd mag wezen naar uw hurt. heilig van ligehaain en geest.
deel ook . bid ik L , aan mijnen bestuurder eene goddelijke wijsheid, opdat ik door zijne besturing gestadig volgens de waardigheid van mijnen staat wandele, en mij bereide om met eene brandende quot; IJ, mijnen bruidegom, na dit strijdende leven te gemoet te gaan, em
H. Sakrament des huwelijks, 625 dat ik, de koninklijke deur van het koningrijk der maagden vindende, tot de bruiloft van het Lam mag ingaan, om het te volgen alwaar het gaat, en om, in eene altijddurende vreugd, het heilige maagdengezang te zingen in eeuwigheid. Amen.
r» fj1
GEBEDEN VOOR ZIEKEN
L Ik verklaar voor God ainiag-tig, dat ik wil leven en sterven als kind van de heilige katholijke en apostolijke Kerk, vastelijk geïoo-vende al hetgeen zi j gelooft en voorstelt om te selooven.
O
'1. Ik vraag ootmoediglijk vergiffenis van al mijne zonden, die ik heb bedreven tegen God, tegen mijne naasten. tegen mijzei ven, wetens of onwetens, grooteen kleine, en van al de zonden, die mijn evenmenseh door mijne schuld rnofft hebben bedreven.
4,0
4)26 Gebeden voor
Dit verzoek ik door de verdien-•aten van Christus, door de krach lige voorspraak van deallerheiligste maagd Maria, van mijnen Engei-bewaarder, mijne heilige patronen N.N. en van alle Gods lieve lleiligen.
3. Ik vergeef uitden grond mijns harten aan allen, die mij hebben misdaan, en bid ootmoediglijk om vergiffenis voor allen , aan wien ik, met woorden ol werken, ontslieb ting heb gegeven, of die ik anderzins zou mogen hebben verstoord.
4. Ik bedank God voor alle bekende en onbekende weldaden,die hij mij in geheel mijn leven heeft bewezen, en die oneindig zijn. Ik wensch hem daarvoor in de eeuwigheid te mogen bedanken. Tol dankzegging offer ik hem op geheel mij zeiven, vereenigd met het lijden en de wonden van Jesus zijnen Zoon 1
5. Ik verzoek van nu al de bescherming van de heilige maagd
zieken. 627
Maria, van mijnen Engel bewaarder, mijne patronen N. N., en alle Heiligen, biddende, dat zij mij in mijn uiterste willen bijstaan , en voor mij verkrijgen een onwankelbaar geloof , eene vaste hoop, eenebrandende liefde, eene diepe ootmoedigheid . eene volkomene onderwerping en geduldigheid , en alle andere deugden, die mij noodig zijn in het uur van mijnen dood.
6. Ik verzaak al de bekoringen en kwade gedachten, die de vijand mij alsdan zoude kunnen ingeven, en ik wil tot het laatste toe verzaken aan satan en al zijne werken.
7. [kbeveel van nu af mijne ziel aan God, die dezelve geschapen heeft; aan Jesus Christus, die ze door zijn heilig bloed verlost heeft, en aan den heiligen Geest, die ze heilig gemaakt heeft. En indien ik in mijnen doodstrijd onbekwaam ware om mij met God te vereenigen, zoo offer
Gebeden voor ik lu'di van nu af mijnen doodstrijd, mijne pijnen en benaauwd-heden op, vereenigd met die van Chi-istus, tol vergiffenis van mijne zonden. Ik werp mij. o Jesus, in uwe armen, en ik stel mijne ziel in uwe geopende zijde, opdat zij aldaar bevrijd mag zijn tegen de worde der helseiie geesten. Amen
Korte nerheffing des gemoed* . tot troost der zieken.
De Heer slaat, en hij geneest; de lieer brengt ons tot den dood, en. wederom tot het leven.
Wat zal ik tegenspreken? hel is de lieer die dit gedaan heeft.
# O
Dit' mijn kruis niet opneemt, lt;u) mij niel volgt, die is mijner niet waardiquot;.
Ik groet en omhels u met geheel mijn hart, o dierbaar kruis.
Ik wenseh niet anders, dan dat de lieer, die begonnen heeft mij te
zieken.
slaaüj, voortga. Ik zal de sv oorden vao de Heiligen niet tegenspreken.
Er is niets gesehied dan hetgeen de Heer gewild heeft : geloofd zij zijn heiligen naam.
Ik zal den Heer loven en danken ten allen tijde, en vooral nu, terwijl hij mij uit liefde en tot welvaren mijner ziel bezoekt.
Heer! Gij wilt dat ik mijne ziekte heiliglijk zal gebruiken; geel , o Heer, hetgeen Gij gebiedt, en gebied al wat { belieft.
Ik kus met liefde de hand dei-goddelijke regtvaardigheid, die mij kastijdt, Hoe hard zij mij slaat , zij slaat mij barmhartiglijk; want hare slagen zijn minder dan mijnt* zonden.
Hetgeen Gij gezegd heb tot uwe Apostelen, o Heer, te weten: dal hun de geduldigheid aoodig was, zie ik nu allerbest; geel mij die noodige
V3
680 Gebeden voor
deugd, opdat ik mijne ziel in lijdzaamheid bezille.
Gelijk de pijnen, die ik met Christus lijd, overvloedig zijn, dat ook o God, de vertroosting door Christus in mij overvloedig zij.
Heer ! verhoor mij haastiglijk , want ik ben benaauwd.
Waarom zijt gij bedroefd, mijne ziel? waarom ontstelt gij u? Vertrouw op God, want ik zal hem nog loven, llii is mijne vreugd en mijne zaligheid; hij is mijn God.
Ik aanbid, o Jesus, de pijnen die Gij geleden hebt. Ik draag IT mijne smart op, o mijn Verlosser, ver-eenigd met de uwe. Vereenig en smelt mijn leven te zamen met het uwe, o Jesus..
Dat uwe smarten, o mijn Zalig maker, de mijne heilig en verdienstelijk maken.
rieken. 631
Als de zieken iets goeds hoor en lezen.
Ik zal hoorcn, wat de lieer ia
mij spreekt, [lij zal mij troosten en helpen.
GEBEDEN die men voor de zieken zal lezen. ó God, die de bij/ondere hulp en
bijstand der mensclielijke krankheid zljt: toon uwe krachtige genade over dezen uwen dienaar (dienares), opdat hij (zij), door uwen genadi-gen bijstand geholpen zijnde, wederom gezond aan uwe heilige Kerk vertoond mag worden.
Wij bidden U, Heer God, verleen aandezenuwendienaar (dienares), dat hij (zij) eene gestadige gezondheid genieten mag naar ziel en lig-chaam, en, door de roemwaardige voorspraak van de heilige maagd Maria, van de tegenwoordige droefheid verlost zijnde, de eeuwige blijdschap bekome.
Heer! zie op uwen dienaar (dienares) die onder de zwakheid zijns (haars) ligchaams zucht, en verkwik de ziel, die Gij geschapen hebt; opdathij (zij),door uwe kastijding gebeterd zij nd e, gewaar worde, dat hij (zij) door uwe genezende hand geholpen is: door Jesus Christus onzen Heer. Amen.
fti-zt gebeden bestaan ten eerste, tn eemue korte oefeningen vwo de voornaamste deugden die voor de stervenden noodig zijn, en die men hun, zoo lang de geest niet bedwelmd is, shl, de eene na de andere, kan voorhouden, Imn nogtans tusschenbeide tijd lotende, om dezelve van harte te over den ken. Ten tweede, in andere gebeden die langer zijn, en die de heiligt Kerk voor de stervenden doet. Deze dienen , om van de omstaanders geheden te worden , ah de stervende zijn uiterste nadert.
Opperste Waarheid! ik geloof al ii et/^ee ii GÜ ons door uwe heilige Kerk geopenbaard hebt
zieken. ()3amp;
Ik geloof dit alles, omdat Gij ons niet kunt bedriegen, en niet bedrogen kunt worden.
Mijn God! in dit geloot wil ik leven en sterven.
Oefening van hoop.
Al zijn mijne zonden groot en menigvuldig, ik hoop nogtans, o mijn God, dat Gij die allen zult vergeven, en mij de genade zult verleenen van tot het uiterste toe in uwe liefde te volharden.
Dit hoop ik , omdat Gij almagtig en barmhartig zijt; steunende op de verdiensten van mijnen eenigeo Verlosser en Zaligmaker. Jesus Ghristu».
Oefening van Liefde tot God.
Sk bemin U, mijn God, uit geheel mijn hart, omdat Gij oneindig beminnenswaardig zijt.
634 Gebeden voor
Oefening van liefde tot den evenmensch.
Ik bemin, mijn God, mijnen
evenmensch, en zelfs mijne vijanden, om uwentwil.
Ik bid uit geheel mijn hart om vergiffenis, aan al degenen die ik vergramd heb, en ik vergeef ook van harte aan allen die mij kwaad willen, of ooit kwaad gedaan hebben.
Oefening van berouw.
Mijn God! het is mij uit geheel mijn hart leed dat ik IT ooit ver gramd heb.
Ik verfoei mijne zonden, omdat zij uwe Majesteit mishagen; ik neem mij vast voor, met de hulp van uwe genade, te leven en te sterven in uwe heilige dienst, zonder ü ooit meer te vergrammen,
1
zieken.
Oefening van voldoening.
Om te voldoen aan U, o goddelijke regtvaardighcid, zoo veel als ik kan, aanvaard ïk van harte den naderenden dood.
Het is regtvaardig, dat de ziel, die zich zoo menigmaal van God heeft afgescheiden om hare driften op te volgen , nu ook van haar lig-«•haam gescheiden worde.
Ik ben te zeer aan de schepsels gehecht geweest, en daarom ben ik bereid die alle te verlaten.
ïk heb ü, mijn God, vergeten, toen ik leefde : het is regtvaardig, dat ik nu ook van de menschen vergeten worde.
Al mijne zinnen hebben mij tot zonde gediend; het is dus redelijk, dat ik hun gebruik nu moet missen,
635
LITANIE VOOR DE STERVENbEK
Antjph. Spaar, o Heer Jesus Christuss spaar meen dienaar (mee dienares ,J die Gr, wei uw dierbaar bloed verlost hebt; wil toch niet eeuwig op hem Cop haar) vergramd, blijver,
üeer. onlfernri ü onzer. Christus, ontferm LI onzer.
Heer, ontferm U onzer.
Heilige Maria, bid voor hem (voor haar.)
Alie H. Engelen en Aartsengelen, i2r Heilige Abel,
AlleH.Koorenderregtvaardigen, §
Cr
Alle H. Oudvaders en Profeten, lt; H. Petrus. o
co
al lt;
O
O ■-s
ET
O
3
c
O O
quot;-s
ar
V
a? -s
Angus tin us, heilige
Bisschoppen en
Litanie voor de stervenden, 637 Alle H. Apostelen en Evangelisten,
bidt voor hem (voor haar.) Alle U. Leerlingen des lleeren, Alle li. Onnoozele kinderen, H Livinus,
H. Stephanus,
11. Laurentius,
H. Bonifaeius,
Alle heilige Martelaren, 11. Silvester,
H. Oregorius,
H.
Alle
Belijders,
11. Benedietus,
H. Franeiseus,
Alle heilige Monniken en Klni
zenaars, ^
Heilige Maria Magdalena, 11. Lucia,
Alle 11. Maagden en Weduwen, Alle Gods lieve Heiligen,
Wees genadig, spaar hem (haar,) Heer.
638 Litanie voor
Wees genadig, verhoor hem (haar) Heer.
Wees genadig, verlos hem (haar) Heer.
Van uwe gramschap,
Van het gevaar des doods, Van eenen kwaden dood, ^ Van de pijnen der hel Van alle kwaad, cquot;
Van het geweld des duivels,
Door uwen dood en uwe be- ^ graten is, S;
Door uwe heerlijke verrijzenis, Door uwe wonderlijke liemel- S* vaart, ?
Door de genade van den heiligen Geest, den Vertrooster, In den dag des oordeels, Wij zondaren, wij bidden ü, verhoor ons.
Dat Gij hem (haar) wilt sparen, wij bidden ü, verhoor ons.
de stervenden.. 639
Christus, hoor ons.
Christus, verhoor ons.
Heer, ontferm U onzer.
Christus, ontferm ü onzer.
Heer, ontferm ü onzer.
Onze Vader, en%.
Bij het sterven der kranken.
Vertrek, o christen ziel, uit deze wereld, in den naam van God den Vader almagtig. die II geschapen heeft; in den naam van Jesus Christus, den Zoon van den levenden God, die voor LI geleden heeft; in den
Geest, die U is ingestort.
In den naam der Aartsengelen; in den naam der troo nenen heerschappijen; in den naam der Cherubijnen en Serafijnen ; in den naam der heilige Apostelen; in den naam derheilige Martelaren en Belijders; in den naam der heilige Monniken en Kluizenaars; in den
naam van den heiligen
Engelen en
640 Gebeden onder oaam der heilige Maagden en van alle Gods lieve Heiligen : heden zij uwe plaats in vrede en uwe woning in het heilig Sion ; door denzelfden Jesus Christus, onzen Heer. Amen
GEBEDEN OSDER DE HEILIGE MISSE
mor de zielen der geJoomge overledenen.
Bet if eene heilige en zaliye f/edachte, ooor de afgestorvenen te bidden, opdat zij van hunne zonden utog-n onthanden worden H H Mach. XII 46
VOORBEREIDING-
Overtuigd, o eeuwige Vader, dar ö niets meerder behagen kan, dan uw eenige Zoon, in wien Gij uw welbehagen genomen hebt; endaar hij de verzoening voor de zonden der geheele wereld geworden is , zoo vereenig ik mij in hem metdezén
de heilige Misse, enz. ♦gt;41 priester, om U deze offerande, en in dezelve, uwen eenigen Zoon aan U op te dragen.
In vertrouwen al het goed, dat ik in den naam van uwen Zoon door deze offerande van 11 verzoek. te zullen verkrijgen, zoo offer ik U deze offerande op, voor de ziel (zielen) van N. N. en bid U, zoo deze nog niet ten volle aan uwe goddelijke regtvaardigheid heelt voldaan, en zich nog onder de lijdende zielen in het vagevuur bevindt. dat de genadestem van het bloed uws Zoons haar vertrooste en tot de gewenschte zaligheid poepe, waar zij in uwen vrede eeuwig rusten mag.
Niets van al hetgeen besmet is kan ten hemel ingaan; waar is dan de mensch, die in zijn sterven zoo zuiver bevonden wordt, dat hem niets meer te boeten overblijft? Om deze bedenking dan, doe mij in
41
642 Gebeden ondei' de H. Misst mijne verbeelding, de ziel (zielen) van den (de) overledenen, voor welke deze olï'erande zal worden opgedragen, dikwijls voorkomen, alsof zij in hare smarten met den weleer lijdenden Job, mij en anderen smeekende toeroept : ontfermt U mijner, ten minste gij die mijne vrienden zijt; want de hand des Heeren heelt mij getrolTen.
Verleen mij dan, bid ik ü, o barmhartige Vader, dit liefdewerk zoo te volbrengen, dat ik deze offerande met den priester, voor de ziel (zielen) van N. N. op eene aangename wijze aan ü mag opdragen , opdat zij aan de oneindige voldoening van uwen allerliefsten Zoon deelachtig, en van hare schulden ontslagen worde, en te gelijk ook rnijne ziel van den eeuwigen dood 'bevrijde, en de menigte mijner zónden uitwissche. Door Christus, onamp;en Heer. Amen.
voor overledenen.
BEGIN DER MISSE.
Confiteor. Schuldbelijdenis.
Op de menigvuldigheid uwer
barmhartigheden vertrouwende,
beken ik voor U, o genadige God, en
den ^anschen hemel. dat ik zeer • i . ..
gezondigd heb; liet is mijne schuld,
mijne schuld, mijne allergrootste schuld. Daarom bid ik U, o God, uit het diepste mijns harten , om vergiffenis en kwijtschelding mijner schulden, en die der overledene geloovigen, voor welke deze offerande wordt opgedragen.
Verleen mij deze genade, o God ! verhoor mijn gebed, en laai mijn smeeken tot T komen.
Introïtus. ~ Ingang.
Heer! geef hun de eeuwige rust, en dat het eeuwige licht hen verlichte. In Sion betaamt U alle lol, o God, en in Jeruzalem zal men ü
HB
lt;gt;44 (Gebeden onder de. II. Müxe belo I te beta I en. Ver h oor'm ij n ge bed. o God, dat alle vleeseh tot ü kome. Heer! geef hun de eeuwige rust. en dat het eeuwige licht hen verlieivte.
Kyrie eleison. - Ontferming.
Heer! ontferm ü over de zielen . die geloovig in uwe iie^d^, gestorven zijn. Christus! ontferm C hunner, die Gij door uw dierbaar bloed hebt afgekocht. Heer! ontferm 1 hunner, die de Schepper en eeuwige Vertrooster zijt.
Collecte. - Verzameling der Gebed en.
Gebeden op eene uitvaart.
o God. wien het altijd eigen is tr sparen en genadig te zijn: wij bidden IJ ootmoediglijk voor de ziel van uwen dienaar (of dienares) welke Gij uit deze wereld hebt doen verhuizen: opdat Gij haar niet overgeeft in de handen des vijand*,
roor overledenen. (quot;gt;45 noch ten einde toe vergeet, maar dat zij door de engelen opgenomen en in het hemelsch paradijs gebragt worde, en omdat zij in U geloofd heeft, van de onderaardschepijnen verlost, de eeuwige vreugde geniete. Dooi* Christus, onzen Heer, die metU en den heiligen Geest, God zijnde, leeft en heerseht, door alle eeuwen der eeuwen. Amen.
Gehed onder de jaar!ijkmhe dienst.
Heer, die een God der goedertierenheid zijt: verleen aan de ziel van uwen dienaar (ol'dienares) welker jaargetijde wij heden houden, lt;le eeuwige verkwikking, de zalige rust, en de klaarheid van uw goddelijk licht: door onzen Heer Jesus Christus. Amen.
Gehed voor eenen tnansperaoon.
Heer? neig uwe ooren tot onze ootmoedige gebeden, door welke
fi4fgt; Gebeden onder de //. Misse wij uwe goedertierenheid srneekeu, dat Gij de ziel van uwen dienaar N.N,. die Gij uit deze wereld hebt doen verhuizen, in het land van vrede en licht wilt stellen, en haai' het gezelschap uwer Heiligen doen genieten. Door onzen Heer Jesus Christus. Amen.
Gebed voor eene vrouwspersoon.
Wij bidden L , o Heer, wees de ziel van uwe dienares N. N. naar uwe goedertierenheid genadig, en herstel haar, die nu van de besmetting der sterfelijkheid verlost is, in het erfdeel der eeuwige zaligheid. DooronzenHeer JesusChristus. Am.
Gebed voor alle geloovige zielen.
o God , Schepper en Verlosser aller geloovigen! verleen aan de zielen uwer dienaren en dienaressen de vergiffenis van al hunne zonden, opdat zijdegenadigekwijtschelding.
voor overledenen. 047
waar zij altijd naar verlangd hebben, door godvruchtige gebeden mogen verwerven : die leeft en heerseht, in alle eeuwigheid. Amen.
Epistel.
Broeders! wij zullen wel allen verrijzen, maar niet veranderd worden. Opeen wenk, in eenquot; oogen-blik, als de laatste bazuin zal blazen, zullende dooden onbederfelijk verrijzen, en wij zullen veranderd worden. Bedroeft u niet over de afgestorvenen , gelijk de heidenen y die geene hoop hebben; want God zal degenen die in Jesus ontslapen zijn, met hem opvoeren, en alzoo zullen zij voor altijd met den Heer zijn. Zalig zijn de dooden die in den Heere sterven; van nu af, zegt de heilige Geest, zullen zij rusten van hunnen arbeid, want hunne werken volgen hen.
■
648 Gebeden onder de H. Misae
Onder het Graduale, tot aan het Evangelie.
Heer! geel hun de eeuwige rust, en dat het eeuwige lieht hen verlichte.
De regtvaardige zal zijn in eeuwige gedachtenis: hij zal voor geen kwaad gerucht bevreesd zijn.
Heer! ontbind de zielen der ge-loovige overledenen van den band der zonden, en geel dal zij door u we genade het oordeel uwer w raak ontkomen, en de zaligheid van het eeuwige licht genieten.
Hierna colgt de Day ran gramschap, hladz. 401.
jamp;vangelie.
De ure komt, dat allen die in de graven zijn de stem van den Zoon Gods zullen hooren. En die goed gedaan hebben, zullen te voorschijn komen en verrijzen tot het eeuwige
voor overledenen. 649 leven; maar die kwaad gedaan hebben. zullen verrijzen ter verdoemenis. ïk, zeide Jesus, ben de verrijzenis en het leven. Die in mij gelooft, zal leven al was hij dood; en al die leeft en in mij gelooft, zal in eeuwigheid niet sterven. Al wat de Vader mij geeft, zal tot mij komen, en die tot mij komt, zal ik niet verwerpen. Dit is de wil mijns Vaders, die mij gezonden heeft; dat allen die hem zien en in hem gelooven, het eeuwige leven hebben ; en ik zal hen doen verrijzen in den jongsten dag.
(reheden na het Evangelie.
lieer Jesus Christus, Koning der heerlijkheid! verlos alle zielen der geloovige overledenen van de on-deraardsche pijnen en den diepen poel; verlos hen van den muil des leeuws, opdat de afgrond hen niet overweldige, en dat zij in de duis-
H50 (webeden onder de B. Misse tenis niet nederzinken, maar dat de teekendrager, de heilige Michael, hen brenge tot uw heilig licht, dat Gij aan Abraham en zijn kroost beloofd hebt. Wij dragen lofoffers en gebeden op : Heer! neem ze voor de zielen wier gedachtenis wij heden houden genadig aan, en doe hen van den dood tot hel leven overgaan, dat Gij aan Abraham en zijn kroost beloofd hebt.
Offerande der heilige Hostie.
Ontvang, o hemelsche Vader, almagtige. eeuwige God, deze onbevlekte offerande, die ik, onwaardig mensch, met den priester en alle geloovigen, aan U, mijnen levenden en waarachtigen God, voor al onze zonden ootmoedigopdraag, alsmede voor de verlossing der geloovige zielen, welker gedachtenis wij heden houden, ©n voor allen die ge-loovig en in Christus gestorven zijin
mor overledenen.. 654 OJfegt; •ande den Ke/bs.
Wij dragen .ü op, o Heer, den kelk der zaligheid, en bidden uwe goedertierenheid, dal hij voor onze zaligheid en die der geheele wereld, mei eenen zoeten geur in de tegenwoordigheid uwer goddelijke Majesteit opklim ine. Amen.
Wij bidden U. o Heer, dat Gij de ziel van uwen dienaar of (dienares) genadig zijl, voor welke wij ü het lofofler opdragen; uwe Majesteit ootmoedig biddende, dal zij en alle geloovige zielen, door deze verzoenende diensten mogen ingaan tot de eeuwige rust. Door Jesus Christus, onzen Heer. Amen.
(i K K K. tgt;
voor de geloovige zielen, op Allerzielendag.
Zie. bidden wij II. o Heer, op
652 Gebeden onder de tl. Misse hetgeen wij ü tot offer aanbieden, en ü voor de zielen uwer dienaren en dienaressen opdragen, gunstig neder; opdat Gij deze, aan welke de verdiensten van het christelijke geloof door U zijn toegezegd, ook de vergelding verleenet. Door Jesus Christus, onzen Heer. Amen.
Prefatie, gelijk in andere Mimen.
Onder den Canon.
Wij keeren onsdan Lol uwe barmhartigheid, o eeuwige Vader, en tol de oneindige verdiensten van Jesus Christus, en bidden (: voorde ziel (zielen) van N. N. en voor alle welke nog in hunne smarten om de verlossing zuchten. Zij hebben de pijnen, welke zij lijden, regtvaardig-lijk verdient; doch gedenk, o hernel-sche Vader, dal Jesus, uw eenige Zoon, hun liefderijke Verlosser en middelaar geworden is : dat hij
voor or er led enen.
zich zeiven om hunnentwil niet heeft gespaard, maar zijne ziel in de uiterste droefheid voor hen geleverd, den bitteren kruisdood ondergaan , en zijn dierbaar bloed vergoten heeft. Zijne verdiensten zijn meer dan overvloedig, om voor hunne schulden te voldoen, en C met hen te verzoenen.
Het is dan uws allerliefsten Zoons bitter lijden, zijn smarte-1 ijken dood en voor ons vergoten dierbaar bloed, hetwelk wij voor ons en voor de zielen welker gedachtenis wij heden houden, ter voldoening aan IJ gaan opofferen; opdat uwe barmhartigheid ons van de wel verdiende straffen genadiglijk bevrijde, en hen uit dien strengen kerker verlosse.
Ah de Priester zijne handen over de Offerande houdt.
Heer! wees mij in uwe barmhar-
Gebeden onder de tl. Misse tigheid gedachtig, en mij, arme zondaar (zondares)genadig! Ik was den dood schuldig, doch onwaardig om het zoenoffer mijner zonden te worden; uwe barmhartigheid heeft die op het Lam Gods willen leggen, dat alleen waardig was om i' wegens dezelve met ons te verzoenen. Ik offer II dan zijnen dood op, om van den eeuwigen dood verlost te worden, en met U in den tijd en in eeuwigheid te leven.
Onder de Consecratie.
O, dat wij, goddelijke Verlosser, owe liefde kenden, en die door wederlielde beantwoorden, die U als een slagtoffer op hel altaar des krnises voor de zaligheid des men-schen heeft doen sterven! Doe mij dit steeds gedenken, o Jesus, en geef dat door de kracht uwer liefde. mijn hart en mijne ziel geheel veranderd worden, gelijk het brood
voor overledenen. 655 door de kracht van uw goddelijk woord.
Onder het opheffen der heilige Hostie.
Ik aanbid ü, o Jesus, mensch-gewordenGod, die voor ons aan het kruis gestorven rn geofferd zijt, en nu door dezen priester wederom wordt opgedragen. Aanzie, o hemel-sehe Vader, uwen eenigen Zoon, die zich aan uwe Majesteit opdraagt. Wij ofi'eren II met den priester ooi-inoediglijk op zijn lijden, en al hetgeen hij voor onze zaligheid aan het kruis ondergaan heeft; om door zijne waardige dankzegging vooral uwe weldaden, en door zijne allerheiligste gebeden, uwe genade eu ai hetgene ons in leven en sterven ter zaligheid noodig is, van II te verwerven.
Onder het opheffen van den Kelk.
Ik aanbid u, o dierbaar Bloed van
(reheden onder de IJ. Mis*f Jesus, dal als prijs onzer verlossing voor ons vergoten is. O Jesus. die gelijk Gij waarlijk in deti hemel heerscht op dit altaar tegenwoor dig zijt : wees mij en de lijdende zielen genadig, die met groot verlangen naar hunne verlossing zuchten.
Sla, o hemelsehe Vader, de oogen uwer barmhartigheid op deze aaii-biddelijke offerande , die wij als een reukoffer aan II opdragen. Het is de offerande van uwen eenigen Zoon, in wien Gij nw welbehagen genomen hebt. Hij offert U niets vreemds, o neen, het is zijn eigen Ligehaam en Bloed : een ligchaam door zoo vele slagen mismaakt. met wonden overdekt, en een bloed dat voor de zonden der ge heelt' wereld vergoten is, en nog voor ons tot U om genade roept. Ja . het is uw allerliefste Zoon. die nog met dezelfde liefde zich aan U opoffert,
noor overledenen. tf57 als toen hij voor ons aan het kruis gestorven is.
Zoudt Gij dan , o genadige Vader, deze zoo kraehtige stem van het ligehaain en bloed uws Zoons wel kunnen verwerpen? O neen, want deze opent zelfs uw vaderlijk hart. en doel ons Imrmhartigheid verwerven. lu dil vertrouwen smeek ik U, o eeuwige Vader, door het dierbare bloed van Jesus Christus uwen Zoon, dat Gij op ons eu de lijdende zielen met genadige oogen wilt nederzien, en hen van hunne smarten verlossen. Zend uwe heilige engelen tot hen al', dat zij hen opnemen en in het hemelseh .leruzalem geleiden; opdat zij, met al uwe Heiligen, U mogen aanbidden, verheerli jken en uwe barmhartigheid loven, in alle eeuwigheid. Amen.
liü/ hier mei den priester het Onze Vader.
658 Gebeden onder de H. Misse
Agnna Oei.
Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld, geef hun de rust.
Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld, geef hun de rust.
Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld, geef hun de eeuwige rust.
Voor de Commun w.
Allerheiligste! bevrijd mij van alle zonden en ongeregtigheden. Verleen genadig dat ik, met U ver-eenigd, den weg uwer geboden be-wandele, en in het goede volharde. Ik ben onbereid en ken mij onwaardig uwe heilige tafel te naderen, en uw heiligLigchaamen Bloed te ontvangen; weshalve ik mij uit eerbied voor dit Heilige der heiligen er van onthoude; doch vergun mij eenig deel dier genade, die ik door het nuttigen ontvangen zoude, en
voor overledenen. 059 laatdezelve mij door het geloofcn de liefde geestelijk deelaehtig worden en mijne ziel versterken; en als ik uwe heilige tafel nadere, o Jesus, zoo geef dat ik steeds genoegzaam zuiver zij om U waardig te ontvangen; ten minste zoo waardig als een boetende zondaar zijn kan.
Ik roep dan van verre tot ü : Heer, ontferm U mijner in uwe barmhartigheid t wees mij genadig, om uwen heiligen naam!
* Gebed- der (/enen die communicéren.
Heer Jesus Christus, Zoon van den levenden God, die naar den wil uws Vaders, door medewerking des heiligen Geestes, door uwen dood het leven aan de wereld hebt wedergegeven; bevrijd mij.doordituw allerheiligste Ligchaam en Bloed, van al mijne zonden en ongeregtig-heden. Geel dat ik altijd uwe geboden getrouw blijve. en nooit van U
OHO Gebeden onder de H. \f ts*e gescheiden worde : laat niet toe dat het mittigeii \Hn uw ligehaarn, dat ik. onwaardige, inij voorneem Ie ontvangen, mij ten oordeel en vonnis strekke: maar dal het mij door uwe genade Ier hesclierminn
O quot;
van ziel en ligehaam zalig zij. Die mei den Vader tMi den heiligen Geest, God zijnde. ieetl en heerschl. in alle eeuwigheid. Amen.
O
Ik zal hel hemelseh brood nemen, en den naam des Heeren aanroepen.
Do mine . non sum digmt*. ( zeg driemaal : )
Heer ! ik ben niet waardig dal Gij komt onder mijn dak; doch spreek slechts één woord . en mijne ziel zal gezond worden.
Na de Communie.
lieer! dat hel eeuwig licht hen verlichte, orndat Gij barmhartigzijt.
Heer? geef hun de eeuwige rust,
i
roor overledenen. tUi l eu dat hel eeuwige liehl hen verlichte, met uwe Heiligen, in alle eeuwigheid. omdat Gij harm hartig zijt.
Hij eene uitvaarf.
Verleen, bidden wij, o almagtige (io({, dat de ziel van uwen dienaar (dienares) die heden uit deze wereld verhuisd is. door deze od'er-ande gezuiverd, van alle zonden ontslagen , uwe goedheid en de eeuwige rust geniete. Door Christus, onzen Heer. Amen.
Hij een jaargetijde.
Wij hidden 1,0 11 eer. vergun aan de ziel van uwen dienaar (dienares) welker jaarlijlvsehe gedachtenis wij heden houden, dat zij door deze offerande gezuiverd . uwe uoedheid
O o
en de eeuwige rust geniete. Door Christus, onzen Heer. Amen.
Voor alle yeloonige zielen.
Wij bidden I . o Heer Jesus, dat
6f)l2 Gebeden onder de H. Misse onze srneekende gebeden aan de zielen uwerdieuarenen dienaressen voordeelig mogen zijn; opdat Gij hen vandegevolgen der zonden ver lost, en aan de verdiensten uwer verlossingdeelaehtigmaakt. Die rnet den Vaderen den heiligen Geest. God zijnde, leeft en heerseht, in alle eeuwen der eeuwen, Amen.
v. Dal zij rusten in vrede.
R. Amen.
St Jans Evangelie, zie hier voren bladz. 61.
In het begin was het woord , enz.
Gebed na de Min.
ik dank Ü, o Heer, voor de genade welke Gij mij hebt vergund, en mij hebt toegelaten deze oflerande aan U op te dragen. Vergeef mij a! hetgeen waardoor ik misdaan heb, en zie met welbehagen op uwen Eeniggeboreu, die hier de offerande zelve is.
voor overledenen .
Verleen ecnig deel van de oneindige verdiensten deszelven aan de ziel van N. N. voor welke deze offerande aan ü is opgedragen, tot voldoening van hare schulden; opdat zij door deze , van hare zonden ontslagen zijnde, (indien haar nog eenige terughouden) de aangename stem mag hooren, dat zij een gezegende des Vaders geworden is, en het erfdeel, dat Gij voor haar bereid hebt, voor eeuwig bezitten mag.
v. Heer! geel haar de eeuwige rust.
r. En dat het eeuwige licht haar verlichte.
v. De ziel van N. N. en die van alle geloovige overledenen, rusten door de barmhartigheid Gods in vrede.
r. Amen.
664 (réheden onder de H. Minne
De Profundis. Psalm l!29.
Uitgebreid en toegepast op de zielen in het vagevuur.
Het is uit hel diepste mijns harten clat ik lot U roep; Heer, Heer, verhoor mijn gebed !
Ja, verhoor in uwe uoedertie-renheid mijn gebed , o God, ten behoeve der lijdende zielen in hei vagevuur, die om hunne verlossingzoo zeer door onstotU zuchten . en waarvoor ik V uit medelijden mijn ootmoedig gebed opdraag.
ó God! indien Gij ons al onze ongeregtigheden toerekent, wie zal voor de scherpte uwer oordeelen, in uwe vierschaar kunnen bestaan?
Doch, omdat erbij ü overvloedige genade is, troost mij door uwe barmhartigheid, volgens welke Gij beloofd hebt te zullen vergeven : deze doet mij op uwe goedheid
voor overtedeheyi. 665 vertrouwen en de uitwerking uwer beloften verwachten; terwijf ik op «le onfeilbaarheid van uw woord mij vas! verlate.
Ja, Heer! mijne ziel verlaat zich nog altijd op uw woord; zij stelt af hare hoop op 1 . en draagt U in vertrouwen hare gebeden op; daar zij vast geloolt. dal (iij. volgens het woord uwer belofte, haai' dit verzoek niet weigeren zult.
Hoop dan mei mij, ellendig Israël ! hoopt met mij, ellendige zielen die in hel vagevuur zijt! ja hoopt van den morgenstond totdenavond toe. en vestigl op het bloed van (Jesus) den beloofden Messias, dat nog voor ii\\e verlossing wordt op-geodërd. uwe hoop; want God, die wel regtvaardig is, is ook barmhartig; hij is groot in genade en barmhartigheid, en de prijs der verlossing, die voor u betaald is, is overvloedig; want een enkele druppel
Ö66 Litanie mor de bloed is meer dan genoeg, om u uit dien brand te verlossen.
Ja, hij die oneindig barmhartig is en alles vermag, zal u al uwe ongeregtigheden vergeven, en uit dien vurigen kerker verlossen.
Verleen hun dan. oGod, verleen hun de eeuwige rust, en laat het zaligmakende licht hen eeuwiglijk verlichten. Door Christus, onzen Heer. Amen.
—tVia—
LITANIE VOOR DE
GE100VIGE ZIELEN IN HET YAGEVBBR
Heer, ontferm U onzer. Christus, ontferm U onzer.
Heer, ontferm ü onzer.
Christus, hoor ons.
Christus, verhoor ons. God, hemelsche Vader, ontferm
ü over alle geloovige zieleii, God Zoon, Verlosser der wereld!,
geloovigen zielen. 667 ontferm ü over alle geloovige zielen.
God, heilige Geest, ontferm U over
alle geloovige zielen.
Heilige Drievnldlgheid, één God,ont-ferm U over alle geloovige zielen. Heilige Maria, bid voor hen. Heilige Moeder Gods,
Heilige Maagd der maagden.
Alle heilige Engelen,
Alle H. Oud vaders en Profeten, S? Alle heilige Apostelen en Evan- ^ gelisten. o
Alle heilige Bisschoppen. gquot;
Alle heilige Priesters enLeviten, Alle H. Momiikenen Kluizenaars, Alle H. Maagden en Weduwen, Alle Gods lieve Heiligen,
Wees genadig, spaar hen. Heer. Wees genadig, verhoor hen, Heer. Van de schrikkelijke vlammen, verlos hen. Heer.
6(i4 Qeheden onder de //. Mixse
ï)e Profundis. Psalm l!29.
Uitgebreid en toegepast op de zielen in het vagevuur.
Het is uit het diepste mijns harten dat ik lot ü roep: lieer, Heer*, verhoor mijn gebed !
Ja, verhoor in uwe uoedertie-renheid mijn gebed, o God, ten behoeve der lijdende zielen in het vagevuur, die om hunne verlossingzoo zeerdoor onstotU zuchten. en waarvoor ik T uil medelijden mijn ootmoedig gebed opdraag.
o God! indien Gij ons al onze ongeregtigheden toerekent, wie zal voor de scherpte uwer oordeelen, in uwe vierschaar kunnen bestaan?
Doch, omdat er bij ü overvloedige genade is, troost mij door uwe barmhartigheid , volgens welke Gij beloofd hebt te zullen vergeven : deze doet mij op uwe goedheid
voor overledenen. vertrouwen de uitwerking
uwer beloften verwachten; terwijl ik op de onfeilbaarheid van uw woord mij vast verlate.
Ja? Heer! mijne ziel verlaat zich nog altijd op uw woord; zij stelt al hare hoop op l . en draagt U in vertrouwen hare gebeden op; daar zij vast geloolt. dat (lij. volgens liet woord uwer belofte, haar dit verzoek niet weigeren zult.
Hoop dan met mij, ellendig Israël ! hoopt met mij, ellendige zielen die in he( vagevuur zijt! ja hoopt van den morgenstond totdenavond toe. en vestigt op het bloed van (Jesus) den beloofden Messias, dat nog voor uwe verlossing wordt opgeofferd, uwe hoop; want God, die wel regtvaardig is, is ook barmhartig; hij is groot in genade en barmhartigheid, en de prijs der verlossing;, die voor u betaald is, is overvloedig: want een enkele druppel
lt;566 Litanie mor de bioed is meer dan genoeg, om u uit dien brand te verlossen.
Ja, hij die oneindig barmhartig is en alles vermag, zal u al uwe ongeregtigheden vergeven, en uit dien vurigen kerker verlossen.
Verleen hun dan. oGod. verleen hun de eeuwige rust, en laat het zaligmakende licht hen eeuwiglijk verlichten. Door Christus, onzen Heer. Amen.
LITANIE VOOR DE
GELOOVIGE ZIELEN IN HET VAGEVÏÏÏÏR
lieer, ontferm U onzer. Christus, ontferm U onzer.
Heer, ontferm ü onzer.
Christus, hoor ons.
Christus, verhoor ons. God, hemelsche Vader, ontferm
ü over alle geloovige zielen, God Zoon, Verlosser der wereld,
yeloovigen zielen. Ö57 ontferm ü over alle ^eloovige zielen.
God, heilige Geest, ontferm U over
alle geloovige zielen.
Heilige Drievuldigheid.één Go(l,ont-
O C/
ferm U over alle geloovige zielen.
Heilige Maria, bid voor hen.
Heilige Moeder (iods.
11
Heilige Maagd der maagden,
Alle heilige Engelen,
Alle H. Oudvaders en Profeten, 5 Alle heilige Apostelen en Evan-
Alle heilige Bissehoppen .
Alle heilige Priesters enLeviten, Alle H. Monnikenen Kluizenaars, Alle H. Maagden en Weduwen, Alle Gods lieve Heiligen.
Wees genadig, spaar hen. Heer. Wees genadig, verhoor hen, Heer. Van de schrikkelijke vlammen, verlos hen. Heer.
668 Litanie voor de Van de vervaarlijke duisternis , verlos hen, Heer.
Van alle pijnen, die zij door de dagelijksehe zonden hebben verdiend,
Van al hetgeen zij moeten lijden voor de doodzonden, voor welke zij nog niel ten volle hebben voldaan,
Van alle straffen voor hunne lt; traagheid en onaehtzaaraheid, 3. Van het droevige geween over % het verzuimen der gelegenhe- =quot; den. die zij gehad hebben om = in de deugd voort te gaan. ^ Van hel misbaar dat zij maken, § omdat zij hunnen lijd en wer- ^ ken anders hebben besteed, als tot uwe dienst en roem. Van het bittere geschrei over het verzuim desgebeds en andere deugden,
Van de kastijding, die zij om hunne ongehoorzaamheid en
Vi
V
V
V
V
geloovige zielen. 669 geringen eerbied voor hunne oversten moeten lijden, verlos hen, Heer.
Vrn het beklag dat zij maken, overde kleine zorg voor hunne kinderen en onderdanen,
Van al hetgeen zij wegens onrna- lt; tigheid en ijdeie voldoening Z moeten lijden, ®
Van de pijnen, die zij om alge- gquot; keerdheid, stuursehe oorden = en geschillen moeten lijden, ^ Van de ellenden in welke zij g door ongeduldigheid en kor- y zeiheid zijn gevallen,
Van de pijnen, die zij door te veel ol onbehoorlijk spreken hebben verdiend.
Van het lijden, dat zij omhunne kwade gedachten en inwendige zonden onderstaan, Wij zondaren, wij bidden II, ver-
hooi' ons.
Dat wij, door barmhartig te zijn,
670 Litanie voor de
voor hun barmhartigheid mogen verkrijgen, wij bidden U, verhoor ons.
Dat wij door onze ootmoedigheid voor hunne hoovaardigheid kwijtschelding mogen verwerven ,
Dat wij, met ons te versterven, ^ voor hunne zinnelijkheden sr:: mogen voldoen,
Bat wij, door onze geduldigheid, vergiflenis voor hunne onge- _ duldigheid mogen bekomen , j-Dat Gij om onze zachtmoedig- ~ heid , aan hun de zonden van a haat, nijd en gramschap wilt vergeven,
Dat wij, door ijverig te bidden, voor hunne traagheid in het gebed U mogen verzoenen, Dat wij door het oefenen van alle deugden, voor hen vergiffenis van al hunne misslagen mogen verkrijgen,
o-cL
CL.
n
-5
=r
c o
-r
O 3
X'
geloomge zielen. 671
JDat Gij de zielen van onze ouders , vrienden en weldoeners, die in den Heer gestorven zijn, van de pijnen des vagevuurs wilt verlossen, wij bidden U, verhoor ons.
Dat Gij alle geloovige zielen de eeuwige rust wilt doen genieten, wij bidden ü. verhoor ons.
Lam Gods, dal wegneemt de zonden der wereld, spaar hen, Heer.
Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld, verhoor hen. Heer.
Lam Gods , dat wegneemt de zonden der wereld, ontferm U hunner. Heer.
Heer , ontferm ü onzer.
Christus, ontferm U onzer.
Heer, ontferm ü onzer.
Onze Vader, enz.
» K B K O
voor onze afgestorvene vrienden m weldoeners.
o God, wiens barmhartigheden
670 Litanie voor de
voor hun barmhartigheid mogen verkrijgen, wij bidden ü, verhoor ons.
Dat wij door onze ootmoedigheid voor hunne hoovaardigheid kwijtschelding mogen verwerven ,
Dat wij, mei ons te versterven, ^ voor hunne zinnelijkheden —: mogen voldoen, St
Dat wij, door onzegeduidigheid, è vergifl'enis voor hunne onge- = duldigheid mogen bekomen, ^ Dat Gij om onze zachtmoedig- quot; heid. aan hun de zonden van a haat, nijd en gramschap wilt =r vergeven, o
Dat wij, door ijverig te bidden, ^ voor hunne traagheid in het 3 gebed U mogen verzoenen, Dat wij door het oefenen van alle deugden, voor hen vergiffenis van al hunne mis-mogen verkrijgen,
gélooirige zielen. 071
Dal Gij de zielen van onze ouders , vrienden en weldoeners, die in den Heer gestorven zijn, van de pijnen des vagevuurs wilt verlossen, wij bidden U, verhoor ons.
Dat Gij alle geloovige zielen de eeuwige rust wilt doen genieten, wij bidden II, verhoor ons.
Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld, spaar hen, [leer.
Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld, verhoor hen, Heei'.
Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld, ontferm lT hunner? Heer.
Heer, ontferm U onzer.
Christus, ontferm ü onzer.
Heer, ontferm ü onzer.
Onze Vader, enz.
G fi B K o
voor onze afgestorvene vrienden etu weldoeners.
o God, wiens barmhartigheden
670 Litanie voor de
voor hun barmhartigheid mogen verkrijgen, wij bidden ü, verhoor ons.
Dat wij door onze ootmoedigheid voor hunne hoovaardigheid kwijtschelding mogen verwerven ,
Dal wij, met ons te versterven, ^ voor hunne zinnelijkheden a=: mogen voldoen,
Dat wij, door onze geduldigheid, è vergiffenis voor hunne onge- § duldigheid mogen bekomen, Dat Gij om onze zachtmoedig- ~ heid, aan hun de zonden van a haat, nijd en gramschap wilt sr vergeven, |
Dat wij, door ijverig te bidden, o voor hunne traagheid in het s gebed IJ mogen verzoenen, Dat wij door het oefenen van alle deugden, voor hen vergiffenis van al hunne misslagen mogen verkrijgen,
gelootrige zielen. 671
Dal Gij de zielen van onze ouders , vrienden en weldoeners, die in den Heer gestorven zijn, van de pijnen des vagevuurs wilt verlossen, wij bidden U, verhoor ons.
Dat Gij alle geloovige zielen de eeuwige rustwilt doen genieten, wij bidden ü, verhoor ons.
Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld, spaar hen, Heer.
Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld, verhoor hen, Heer.
Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld, ontferm lT hunner? Heer.
Heer, ontferm U onzer.
Christus, ontferm U onzer.
Heer, ontferm U onzer.
Onze Vader, enz.
G B K O
voor onze afgestorvene vrienden et* weldoeners.
o God, wiens barmhartigheden
4gt;72 Vigiliën of getijden zonder getal zijn, «mi wiensgoedheid zonder einde is; wij bidden l?, geef aan de zielen van onzen vader, onze moeder, zusters en broeders, vergiffenis van al hunne zonden; opdat zij, van alle straffen en schuld ontbonden zijnde, uw aanschijn mogen aanschouw en in eeuwigheid
Door Christus. onzen Heer. Amen.
--
VIGILIËN OF GETIJDEN VOOR OVERlEOEiES
Deze yetyden worden geheel gelezen, dat i» met drie Nocturnen of negen Psalmen ev vegen Lessen, op Allerzielendag, op iemandx sterfdag, of jaargetijde. Men ver dubbelt nh dan de Antiphonen, dut is men teeM ze geheel uit, voor en achter elke Psalm Dot' wordt er ook een hijzonder gebed gelezen toepusiselijk op dm persoon of de personen ,
ivien men deze getijde» leent
rooi' overledenen. ()7^ TE VESPKREN.
Psalm 444.
Antiph. Ik zal den Heere behagen.
Ik heb bemind; want de Heer zal He stern mijns gebeds verhooren.
Want hij heeft zijne ooren naar mij geneigd ; en in mijne dagen zal ik hem aanroepen.
De pijnen des doods hebben mij omvangen : en de gevaren der hel hebben mij gevonden.
Verdrukkingen pijn hei) ik ge-vonden : en den naam des lleereu heb ik aangeroepen.
6 Heer! verlos mijne ziel : barmhartig is de Heer en regtvaardig : en onze God doet barmhartigheid.
De Heer is de kleinen bewaren-de; ik ben verootmoedigd geweest, hij heeft mij verlost.
keer wederom. mijne ziel, in uwe rust : want de Heer heeft u wel gedaan.
■I :i
674 Vigiliën of getijden
Want hij heeft mijne ziel van den dood, mijneoogen van tranen, mijne voeten van den val verlost.
Ik zal den Heer behagen in het land der levenden.
Heer! geef hun de eeuwige rust. En heteeuwige licht verlichte hen.
Antiph. Ik zal den Heere beha-tien in het land der levenden.
Psalm 119.
Antipk. Wee mij.
Tot den Heer heb ik geroepen , als ik verdrukt werd : en hij heeft mij verhoord.
Heer! verlos mijne ziel van de booze lippen, en van de bedriege-lijke tongen.
Wat mogt men u geven, en wal inogt men u toeleggen tot de be-driegelijke tongen.
Scherpe pijlen van dein magtige, en verdervende kolen.
Wee mij ! want mijne balling-
voor overledenen. 075 schap is verlengd : ik heb gewoond met de bewoners van Cedar : zeer lang is mijne ziel eene vreemdelinge geweest.
Met diegenen die den vrede haten, was ik vreedzaam : als ik hun toesprak , stonden zij legen mij op zonder oorzaak.
Heer! geel lino de eeuwige rust.
Kn het eeuwige licht verlichte hen.
Antiph. Wee mij! want mijne ballingschap is verlengd.
Psalm 420.
Antiph. De Heer beware u.
Ik heb mijne oogen opgeheven lot de bergen j van waar mijne hulp komen zal.
Mijne hulp is van den Heer, die hemel en aarde gemaakt heeft.
Hij laai uwen voetniet uitglijden : en hij slaapt niet die u bewaart.
Zie, hij zal niet sluimeren, noch slapen, die Israël bewaart.
lt;)7lt;) \igilien of getijtiet)
De Heer beware u ; de Heer is uwe bescherming aan uwe regter-ha nd.
(iedureiide den dag zal u de zon niet branden. noeh de maan des naelils.
De Heer beware n van alle kwaad : de Heer 1 te ware uwe ziel.
De Heer beware uwen iuijanu
r? r
en uwen uitgang : van nu af tot in eeuwigheid.
Heer! quot;eei hnn de eeuwige rusi.
Kn het eeuwige liebt verlichte hen.
Antijfh. De Heer beware u van alle kwaad : de Heer beware uwe ziel.
Psalm
Ant. Indien Gijde boosheden enz.
Uit dedieptenheb ik geroepen tot
: Heer. Heer! verhoor mijne stem.
Laat uwe ooren luisteren naar (ie stem mijns biddens.
IndienGij de boosheden gadeslaat.. Heer. Heer! wie zal dan bestaan?
voor overledenen. r»77
Want bij L is verzoening : en lt;tii) uwe wet. heb ik lT. Heer, sie-hoorzaanid.
Mijne ziel heelt vertrouwd op zijn woord ; mijne ziel heeft gehoopt in den Heer.
Van den rnorü;enslond lol den
O
naehl toe. zal Isfaël in den Heer hopen.
Want bij den Heer is barmliar-tigheid ; en bij hem is o\ ervlnedijgt;e verlossing.
En hij zal Israël verlossen van al zijne boosheden.
Heer! geel'hun de eeuw igc rust.
Kn het eeuwige licht verlichte hen.
Antijjh. Indien (üj dt; boosheden gadeslaat. Heer, wie zal dan bestaan ?
Psalm 137.
Antiph. üe werken uwer banden.
Ik zal II belijden, uit ganseher
lt;)7lt;S Vigiliën of getijden harte ; omdat Gij de woorden mijns monds geboord hebt.
In hel aanschouwen der engelen zal ik uwen lof zingen : ik zal 1' aanbidden in uwen heiligen tempel. en uwen naam belijden.
Over uwe barmhartigheid en waarheid: wanl Gij hebt uwen heiligen naam boven al groot gemaakt.
Wanneer ik 11 zal aanroepen. verhoor mij ; Gij zult de kracht in mijne ziel vermenigvuldigen.
1 moeten belijden, Heer, alle koningen der aarde: want zij hebben allen dc woorden nws monds
gehoord.
tj
En laai hen zingen in des Hee-ren wegen : want groot is de roem des Heeren.
Want de Heer is hoog, en hij aanziet de nederigen, en de Imogen kent hij van verre.
ïs het dat ik wandele in het midden der verdrukkingen, zoo zult Gij
voor overledenen. H79 mij levendig maken : en over de gramsehap van mijne vijanden hebt Gij uwe hand uitgestoken, en uwe pegterhand heelt mij zalig gemaakt.
De Heer zal voor mij betalen ; Heer! uwe barmhartigheid is in eeuwigheid. Wil de werken uwer handen niet versmaden.
Heer? geef hun de eeuw ige rust.
Kn heteeuwige licht verliehtehen.
Antiph. De werken uwer handen wil die. o Heer, niet versmaden.
v. Ik heb gehoord eene stem uit den hemel, tot mij zeggende:
r. Zalig zijn de dooden, die in den Heere sterven.
De lofzauy van Maria, Lucax /
Antiph. Al wat mij de Vader geeft.
Mijne ziel maakt groot den Heer.
En mijn geest heeft zieh verheugd in God, mijnen Zaligmaker.
WanthiJ heeftop deootmoedigheid zijner dienstmaagd nedergezien;
(gt;80 \iqiiieii oi getijden want ziet, van dezen tijd af zullen alle geslachten mij zalig noemen.
Want hij heeft mij groote dingen gedaan, die magtig is : en heilig is zijn naam.
En zijne barmhartigheid is van geslachte tol geslachte : voor degenen die hem vreezen.
Hij heeft kracht gedaan door zijnen arm : hij heeft de hoovaardigen verstrooid met den zin huns harten.
Hij heeft de magtigen atgezel uit den stoel ; en hij heelt de oot-mocdigen verheven.
De hongerigen heelt hij met góederen vervuld, en de rijken heelt hij ijdel gelaten.
Hij heeft Israël, zijn kind, ontvangen : gedachtig zijnde zijner barmhartigheid.
Gelijk hij gesproken heelt tot onze vaders : tol Abraham en zijn zaad in eeuwigheid.
voor overledenen. 08 i
Heer! geef hun de eeuwige rust.
En het eeuwige licht verlichte hen.
Anti/ph. Al wal mij de Vader geeft, komt tol mij : en wat tot mij komt, zul ik niet verwerpen.
Onze Vader, enz. knielende, gelijk (tok de volgende Pmlmen en Verzen.
AU mende Vigiliën met drie J\oc-turnen leest. dan leest men niet den navolgenden Psalm .• mijne zie! looft den Heer, enz. maar wel de Verzen, ResjMnxormm en het bijzonder Gebed. dat daarop volgt.
Psalm 145.
Mijne ziel looit den lieer; ik zal den Heer loven in mijn leven : ik zal den Heer lolzingen, zoo lang ik wezen zal.
Wil niet vertrouwen op de vorsten; op de kinderen der mensehen. waar geene zaligheid in is.
Zijn geest zal uitgaan en zat
Vigiliën of getijden wederkeeren in zijn land; in dien dag znllen allo hunne gedachten vergaan.
Zalig is hij . wiens helper is de (jod van Jacob, wiens hoop is in den Heer zijn God: die gemaakt heeft hemel en aarde, de zee en al wal daar in is.
Die de waarheid bewaart in eeuwigheid; die degenen, welke onregt lijden. regl doet: die de hongerigen spijze geeft.
De Heer ontbindt de gebonde-aen; de Heer verlicht de blinden.
De Heer rigt op die nederge-stooten zijn; de Heer bemint de regtvaardigen.
De Heer bewaart de vreemdelingen; de weezen en de weduwen zal hij ontvangen; en de wegen dei-zondaren zal hij vernielen.
De Heer zal heerschen in eeuwigheid; uw God. o Sion, zal heerschen van geslacht tot geslacht.
koot overledenen. 083 Heer! geef bun de eeuwige rust En hel eeuwig licht verlichte hen. v. Van de poorten der hel, r. Verlos, Heer, hunne zielen, v. Dal zij rusten in vrede, is. Amen.
v. Heer! verhoor mijn gebed. h. En dat mijn geroep kornetotlK
am;emeene gebeden.
I oor afgestorvene hüschoppen en jrriexier*.
ó God, die onder de apostolische priesters, uwe dienaars, metdebisschoppelijke waardigheid hebt bekleed : wij bidden IJ, verleen hun in de hemelsche vreugd. eeuwig met uw gezelschap vereenigd te zijn.
Voor afgestorvene broeder*, vrienden en weldoener*.
6 God , uitdeeler der genade, en liefhebber der menschenzaligheid!
684 Vtgilien of getijden wij bidden uwe goedertierenheid, wil de broeders, vrienden en weldoeners onzer vergadering, die uit deze wereld gescheiden zijn, door de voorspraak van de heilige maagd Maria en van alle Heiligen, de gemeenschap der eeuwige zaligheid verleenen. Amen.
Voor alle gel oor ige zielen.
o (»0(1. Sehepper en Verlosser aller geloovigen! verleen de zielen uwer dienaren en dienaressen vergiffenis \;ih al hunne zonden, op-dal zij de genadige kwijtschelding, die zij altijd gewenscht hebben, door onze ootmoedige gebeden mogen verkrijgen; die leeft en heerscht, in alle eeuwen. Amen. v. Heer! geel hun de eeuwige rust. r. En het eeuwige licht verlichte hen.
v. Dat zij rusten iu vrede. r. Amen.
voor overledenen. (gt;85 Andere bijzondere gebeden voor de overledenen: zie achter de handen*
T K M K I 1 llt;: N.
Het volgende Iiivitatorimu (dat is, de Anti-phoue en den Psalm die hierna onmiddelijk oolgtJ leest men alleenlijk op Allerzielendag, en zoo dikwyls als men drie Nocturnen leest; anders gaat men dal voorbij, en men begint dan de Antiphone en Psalm , die op dien dag vervallen op deze manier . 's maandags en donderdags de eerste Noctiirue , diagsdags en vrijdags de tweede Nocturne, en woensdags en zatürdags de derde Nocturne.
invitatoriuin. De Ivonin^, ia wien
cl ~
alle dingen leven; komt, laat ons Hem aanbidden.
Psairn. 94.
Komt, laai ons in den Heer verheugen; laat ons met vrolijkheid zingen God, onzen Zaligmaker; laat ons voor zijn aanschijn komen in belijding, en met psalmen laat ons hem toejuichen.
686 Vigiliën of getijden
De Koning, in wien alle dingen leven; komt, laat ons Hein aanbidden.
Want God is een groote Heer en een groote Koning boven alle goden: w ant de Heer zal zijn volk niet ver-stooten; want in zijne hand zijn al de einden der aarde, en de hoogten der bergen aanschouwt hij. Komt, laai ons Hern aanbidden. Want de zee is aan hem, en hij heeft die gemaakt, en zijne handen hebben de aarde geschapen: komt, laat ons Hem aanbidden, en neder-vallen voor God : laat ons weenen voor den Heer, die ons geschapen heeft; want hij is de Heer, onze ^ 1 quot; ijnvolk en «Ie schapen
De Koning, in wien alle dingen leven; komt, laat ons Hem aanbidden.
Indien gij heden zijne stem hoort, zoo wilt uwe harten niet verharden, gelijk het geschiedt in de krijting en oproering des volks, ten dage der
mor overledenen. 687 lerging in de woestijn, daar uwe vaders mij getergd, en mijne werken beproetd en gezien hebben.
K.omt, laat ons Hem aanbidden.
Veertig jaren heb ik dezen geslachte zeer nabij geweest, en ik heb gezegd: deze dolen altijd van harte , en deze hebben mijne wegen niet gekend; gelijk ik gezworen heb in mijne gramschap, is het dat zij gaan zullen in mijne rust.
De koning, in wien alle dingen leven.
Komt, laat ons Hem aanbidden.
Heer! geef hun de eeuwige rust.
En heteeuwige licht verliehte hen.
Komt, laat ons Hem aanbidden.
De Koning, in wien alle dingen teven.
Komt, laat ons Hem aanbidden.
tiHS Vigil rev of getijden DK EERSTE NOCTURNE»
voor x maandag* en donderdag*-Psalm 5.
Anti pk. Hosfliik.
Vat mijne woorden, Heer, imet uwe ooren : versta mijo geroep
Luister naar de stem mijns ge-beds : mijn Koning, en mijn God Want tot l zal ik bidden : Heer, des morgens vroeg /nlt Gij mijne stem verhooren.
Des morgens vroeg zal ik bij l staan, en zien : want Gij zijt geen God die boosheid wilt.
En bij (I zal de kwaadwillige niet wonen: en de onreetvaardi^en znl-
O o
len voor uwe oogen niet blijven Gij haat allen die boosheid doen Gij zult allen die onwaarheid spreken vernielen.
Den bloedgierigen en bedriegelij-ken man, zal de ïïeer verfoeijen
voor overledenen. 089 maar door de menigvuldigheid uwer barmhartigheid.
Zoo zal ik ingaan in uw huis : ik zal ü aanbidden in uwen heiligen tempel, in uwe vreeze.
Heer! leid mij in uwe regtvaar-digheid, om mijner vijanden wil; besehik in uw aanschouwen mijnen wei».
Want in hunnen mond is de waarheid niet; hun hart is ijdel.
Een open gral'is hunne keel; met hunne tongen deden zij be-driegelijk : oordeel hen, o God!
Dat zij afvallen van hunne gedachten: naar de menigte hunner boosheden, drijf ze uit ; want zij hebben II getergd, o Heer !
Kn dat zij blijde zijn, allen die in lT hopen ; in eeuwigheid zullen zij zich verheugen, en Gij zult in hen wonen.
En zij zullen in ü verblijd zijn , allen die uwen naam liefhebben :
44
690 Vigiliën of getijden
want Gij zult den regtvaardige zegenen.
Heer ! als met een schild van uwen goeden wil hebt Gij ons gekroond.
fleer! geef hun de eeuwige rust.
En heteeuwigelieht verlichte hen.
Antiph. Beschik, o Heer, mijn God, in uw aanschouwen mijnen weg.
Psalm 0.
Antiph. Word omgekeerd. Heer!
Heer! straf mij niet in uwe verbolgenheid; en in uwe gramschap kastijd mij niet.
Ontferm U mijner. Heer, want ik ben krank : genees mij, Heer, want al mijne beenderen zijn geheel ontsteld.
En mijne ziel is zeer ontroerd : maar Gij, Heer, hoe lang?
Word omgekeerd, Heer, en verlos mijne ziel: maak mij zalig, om uw e harm hartigheid.
voor overledenen. 691
Want er is niemand in den dood, (lie uwer gedachtig is : en wie zal II in de hel belijden ?
Ik heb gearbeid in mijne verzuchting; ik zal alle nachten mijn bed wasschen : met mijne tranen zal ik mijne rustplaats begieten.
Mijn oog is van de verbolgenheid ontroerd : ik ben verouderd onder al mijne vijanden.
Gaat weg van mij, gij allen die boosheid bedrijft ; want de Heer heeft de stem mijns weenens verhoord; de Heer heeft mijn ootmoedig bidden verhoord; de Heer heeft mijn gebed ontvangen.
Laat beschaamd en zeer ontsteld worden al mijne vijanden ; dat zij bekeerd worden, en zeer haastig-lijk zich schamen.
Heer! geef hun de eeuwige rust.
En het eeuwige licht verlichte hen.
Antiph. Word omgekeerd. Heer, en verlos mijne ziel; want er is nie-
(gt;(,)^ Vigiliën of getijden mand in den dood, die uwer ge-daelitig is.
Psalm 7.
Antiph. Opdat hij niet grijpe.
Heer, mijn God ! in ü heb ik gehoopt : help mij tegen allen die mij vervolgen, en verlos mij.
Opdat hij mijne ziel niet grijpe als een leeuw ; als er niemand is , die haar verlost ot zalii; maakt.
Heer, mijn God! heh ik dit gedaan : of is er boosheid in mijne handen'!
Heb ik met kwaad geloond, die rnij met kwaad betaalden; zoo moei ik teregt ijdel afvallen van mijne vijanden.
Zoo moet de vijand mijne ziel vervolgen en grijpen, en mijn leven in de aarde vertreden, en mijne eer tot stof brengen.
Sta op. Heer, in uwe gramschap ;
voor overledenen. 693 en word verheven in de palen van mijne vijanden.
En sta op, Heer, mijn God ! in het gebod dat Gij bevolen hebt : en de vergaderingen der volkeren zullen ü omringen.
En om hen, keer wederom in het hooge : de lieer oordeelt de volken.
Oordeel niet, lieer, naar mijne regtvaardigheid : en naar mijne onnoozelheid over mij.
De arbeid der zondaren zal vernield worden, en Gij zult den regt-vaardige besturen ; Gij, o God, die onderzoekende zijl de harten en nieren.
Mijne regtvaardige hulp is in den Heer ; die zalig maakt den opregten van harte.
God is een regtvaardige regter, sterk en lijdzaam ; meent gij dat hij alle dagen vergramd is ?
Tenzij dat gij niet bekeerd wordt, zal hij zijn zwaard opheffen om te
m
i
694 Vigiliën o/ getijden slaan; zijnen hoog heeft hij gespannen en dien bereid.
En zoo heeft hij vaten des doods bereid : zijne pijlen heeft hij brandende gemaakt.
Zie hij heeft voorgenomen onregl te doen : met pijn is hij zwanger, en boosheid heeft hij gebaard.
Eenen put heeft hij open gedaan, en dien ontgraven; en hij is in de graeht gevallen, die hij zelve beefi gemaakt.
Zijne smart zal op zijn hoofd we-derkeeren : en op den top van zijn hoofd zal zijne boosheid nederdalen.
Ik zal den Heer belijden naar zijne geregtigheid : en ik zal den lol des allerhoogsten Heeren zingen.
Heer! geef hun de eeuwige rust.
En het een wige I ich t verliehte hen.
Antiph. Opdat hij mijne ziel niet grijpeals een leeuw; als er niemand is die haar verlos! of zalig maakt.
v. Van de poorten der hel.
voor overledenen. 695 r. Verlos, Heer, hunne zielen. Onze Vader, enz. In stilte.
Igt;E EERSTK l.ES, JOB. 7.
Spaar mij, Heer, want mijne dagen zijn niets. Wat is de menseh . dat Gij hem groot maakt, of waartoe neigt Gij uw hart tot hem? Gij bezoekt hem des morgens vroeg, en haastiglijk beproeft Gij hem. Hoe lang zult Gij mij niet sparen, noch mij niet toelaten , dat ik mijn speeksel zwelge ?
Ik heb gezondigd; wat zal ik U doen, o bewaarder der mensehen f Waarom hebtGij mij tegen ügestelrl, en ben ik mij zeiven tot last geworden? Waarom neemt Gij mijne zonden niet af, en waarom doet Gij mijne boosheid niet weg? Zie, ik zal nu in het stol der aarde slapen; en indien Gij mij 's morgens vroeg zoekt, zoo zal ik er niet wezen, v. ik geloof, dat mijn Verlosser
696 Vigiliën of getijden leeft; en in den laatsten dag zal ik uit de aarde verrijzen. En in mijn vleeseh zal ik God, mijnen Zaligmaker, zien.
k. Dien ik zelf zien zal, en geen ander ; en mijne oogen zullen hem aanschouwen.
En in mijn vleeseh zal ik God . mijnen Zaligmaker, zien.
de tweede les, job. '10,
Mijn leven valt mijne ziel verdrietig : ik zal mijne spraak tegen mij {aten gaan; ik zal spreken in de bitterheid mijner ziel; ik zal God zeggen : wil mij niet verdoemen. Geel mij te kennen, waarom Gij mij aldus oordeelt. Dunkt het U goed te wezen, dat Gij mij teonregt vervolgt en mij verdrukt, het werk uwer handen, en dat Gij den raad der ongodvruehtigen helpt? Hebt Gij vleeschelijke oogen, ofzult Gij zien gelijk een mensch ziet ? n uwe da-
■
11
roor overledenen. 697 lien ook gelijk eens menschen dagen , en uwe jaren gelijk der menschen tijden, dat Gij mijne boosheid zoekt, en mijne i-egtvaardigheid onderzoekt'? En daar Gij weet, dat ik niets ongoddelijks gedaan heb, bemerk dat er niemand is, die mij uit uwe handen kan verlossen.
v. Die Lazarus uit het sraf ver-wekt hebt; Gij, Meer, geel hun rust en eene plaats van genade.
h. Die zult komen oordeelen levenden en dooden, en de wereld door het vuur.
Gij, Heer, geel' hun rust en eene plaats van genade.
DE DERDE LES, JOB. 10.
Uwe handen, Heer, hebben mij gemaakt en mij rondom geheel bearbeid; en werpt Gij mij zooonvoor-zienelijk van boven neder? Gedenk (bid ik,) dat Gij mij gemaakt hebt gelijk slijk, en tot stof zult Gij mij
698 Vigiliën of getijden. wederom brengen. En hebt Gij mij niet als melk gemolken, en mij als eenen kaas geronnen? Met vél en vleescb hebt Gij mij bekleed, met beenderen en zenuwen hebt Gij mij te zamen gevoegd. Het leven en de barmhartigheid hebt Gij mij gegeven, en uwe bezoeking heelt mijnen geest bewaard.
v. Heer! als Gij zult komen oor-deelen het aardrijk, waar zal ik mij verbergen voor het aanschijn uwer gramschap? Want ik heb zeer gezondigd in mijn leven.
ii. Ik vrees mijne misdaden, en schaa m mij v oor ü; a 1 s G i j zu It ko m e 11 oordeelen, wil mij niet verdoemen. Want ik heb zeer a;ezondie:d in
O o
mijn leven.
Heer! geel hun de eeuwige rust. En het eeuwige licht verlichte hen.
Want ik heb zeer gezondigd in mijn leven.
voor overledenen. 691) Ah men maar ééne Nocturne leest, zoo f/aat 'men voort tot de Lav den.
DE TWEEDE NOCTURNE,
voor dingzdagx en vrijdags.
Psalm
Antiph. In dc plaats der weide. De Heer bestuurt mij, en mij zal niets ontbreken.
ïn de plaats der weide, daar heeft hij mij gesteld.
Op de wateren der vermaking heeft hij mij opgevoed: mijne ziel heeft hij bekeerd.
Hij heeft mij geleid op de paden der regtvaardigheid; om zijnen naam.
Want al wandelde ik in hel midden van de sehaduwe des doods, zoo zal ik neen kwaad vreezen; want Gij zijt met mij.
Uwe roede en uwen stok, die hebben mij getroost.
700 Vigiliën of getijden
Gij hebt in mijn aanschouwen eene tafel bereid; tegen die mij kwellen.
Gij hebt mijn hoofd vet gemaakt met olie; en hoe kostelijk is mijn dronkenmakende kelk.
En uwe barmhartigheid zal mij navolgen; al de dagen mijns levens.
Opdat ik wonen moge in het huis des Heeren; tot de langheid der dagen.
Heer! a;eefhun de eeuwige rust.
k. En het eeuwige licht verlichte
O
hen.
Antijjh. In de plaats der weide heeft hij mij gesteld.
Psalm ^24.
Antiph. De misdaden.
Tot ü, Heer, heb ik mijne ziel opgeheven: mijn God! in U heb ik vertrouwen, ik zal niet beschaamd worden.
Noch laat mijne vijanden mij niet
voor overledenen. 701 bespotten: want allen die U verbeiden, zullen niet beschaamd worden.
Dat zij besebaamd worden, allen die onregtvaardigbeden doen Ie vergeefs.
Toon mij, Heer, uwe wegen, en leer mij uwe paden.
Beschik mij in uwe waarheid, en leer mij; want Gij zijt mijn God, mijn Zaligmaker : in LT heb ik verbeid den gebeelen dag.
Wees gedachtig. Heer , uwer genade en uwer barmhartigheid, die van hel begin der wereld zijn.
De misdaden mijner jeugd, en mijner onwetendheden, wil die niet gedenken.
Naar uwe barmhartigheid, wees mijner gedachtig : om uwe goedheid, Heer!
Zoeten regt is de Heer; daarom zal bij eene wet geven dengenen, die in den weg misdoen.
Hij zal de zachtmoedigen be-
702 Vigiliën of getijden schikken in het oordeel : hij zal de goedertierenen zijne wegen leeren.
AI de wegen des Heeren zijn barmhartigheid en waarheid : aan die zijn verbond en zijne getuigenissen zoeken.
Om uwen naam, Heer, zult Gij mijner zonden genadig wezen : want die zijn menigvuldig.
Wie is de menseh, die den Heer vreest; eene wet heeft hij hem gesteld in den weg, dien hij gekozen heeft.
Zijne ziel zal in goede dingen wonen : en zijn zaad zal de aarde erven.
De Heer is eene vastigheid dergenen die hem vreezen : en zijn verbond is om het hun te laten weten.
Mijne oogen zijn altijd tot den Heer : want Hij zal mijne voeten uit den strik trekken.
Zie op mij, en ontferm Umijner: want ik ben eenzaam en arm.
voor overledenen. 703
De benaauwdheden mijns harten zijn vermenigvuldigd : van mijne nooden verlos mij.
Aanzie mijne ellende en mijnen arbeid : en vergeef mij al mijne misdaden.
Aanzie mijne vijanden, want zij zijn vermenigvuldigd; en meteenen ongeregtigen haat haten zij mij.
Bewaar mijne ziel, en verlos mij; ik zal niet beschaamd zijn, want ik heb in U gehoopt.
De onnoozelen en geregtigden hebben mij aangehangen ; omdat ik in ü gehoopt heb.
0 God! verlos Israël uit al zijne \ erdrukkingen.
Heer! ^eef hun de eeuwige rust. . . . ^
hnheteeuwige licht verlichte hen.
Antiph. Der misdaden mijner jeugd en mijner onwetendheden, wil deze niet gedenken, Heer!
704 Vigiliën of getijden
Psalm
Antiph. Ik geloof te zien.
f)e Heer is mijn licht en mijne zaligheid : wien zal ik vreezen?
De H eer is de beschermer mijns levens: voor wien zal ik beven?
Als de kwaaddoeners bij mij komen ; om mijn vleesch te eten.
Die mij kwellen, mijne vijanden; zij zijn krank geworden en gevallen.
Is het dat er knjgsheeren tegen mij staan : zoo zal mijn hart niet vreezen.
Is het dat er een strijd tegen mij opstaat : daarin zal ik hopen.
Een ding heb ik van den Heer begeerd, dit zal ik verzoeken: dat ik mag wonen in het huis des Heeren, al de dagen mijns levens.
Opdat ik zien mag al de wellusten des Heeren, en bezoeken zijnen tempel.
Want hij heeft mij verborgen in
mor overledenen. 705 zijnen tabernakel : in den kwaden dag heeft hij mij beschermd in het verborgenste zijner woonstede.
Op eenen steen heeft hij mij verheven : en nn heeft hij mijn hootd verheven boven mijne vijanden.
Ik ben omgegaan, en heb geotterd in zijnen tabernakel: eene offerande des roependen; ik zal zin-; igt;en, en den Heer met zangen ver-
o 7 ^ '
eeren.
Verhoor, Heer, mijne stem, waarmede ik tot l) geroepen heb; onl-ferm LT mijner, en verhoor mij.
Tot IJ heeft mijn hart gezegd : mijn aangezigf heeft LT gezocht; uw aangezigt. Heer, zal ik zoeken.
Wil uw aangezigt van mij niet afkeeren; en wijk niet weg in uwe gramschap van uwen dienaar.
Wees mijn helper; wil mij niet verlaten, noch versmaad mij niet, God mijn Zaligmaker.
Want mijn vader en mijne moeder
4.Ü
706 ViyiUeto of getijden hebben mij verlaten; maar de Heer heeft mij opgenomen.
Stel mijeene wet, Heer, in uwen weg; en beschik mij in het regte voetpad, om mijne vijanden.
Lever mij niet in de handen dergenen die mij kwellen; want legen mij zijn booze getuigen opgestaan, en de boosheid heelt tegen zichzelven gelogen.
ïk gelooi de goederen des Heeren te zien, in het land der levenden.
Verwacht den Heer, en doe mannelijk ; en uw hart worde versterkt, en verbeide den Heer.
Heer! geel'hun de eeuwige rust. En het eeuwige licht verlichte hen. Antiph. Ik geloof de goederen des Heeren te zien, in het land der levenden.
v. De Heer stelle hen met de vorsten.
h. Met de vorsten zijns volks. Onze Vader, enz. In stilte.
voor overledenen. 707
DE VIERDE LES, JOB. 13.
Antwoord mij, hoe groote boosheden en zonden heb ik ? Toon mij mijne misdaden en overtredingen. Waarom verbergt Gij uw aangezigt en meent Gij dat ik uw vijand ben? Tegen een blad, dat door den wind opgenomen wordt, toont Gij uwe magt; een dorre stoppel vervolgtGij, want Gij sehrijfttegen mij bitterheden; Gij wilt mij vernielen om de zonden mijner jeugd. Gij hebtmijnen voet in den veterstok gesteld, en Gij hebt al mijne wegen gadegeslagen, en de stappen mijner voeten hebt Gij bemerkt. Die als verrotheid verteerd zal worden, gelijk een kleed dat van de motten gegeten wordt.
v. Wees mijner gedachtig, o God ! want mijn leven is een wind; en laat des mensehen gezigt mij niet aanschouwen.
r. Uit de diepte heb ik tot U ge-
708 Vigiliën of getijden
roepen : Heer, Heer! verhoor mijne stern.
En laai des rnensehen gezigt mij niet aansehonwen.
Igt;K VIJFDE LES, JOH. 14.
De inensch, van eene vrouw geboren, levende eenen korten tijd, wordt vervuld met vele ellendiglie-den. Die gelijk eene bloem uitkomt, wordt in stukken gewreven, vliet weg als eene schaduwe, en blijft nimmermeer in eenen staat. En dunkt liet LT waardig op zulken uwe oogen te openen, en die met 11 te brengen in het oordeel? Wie kan toch zuiver maken dengenen, die van onzuiver zaad ontvangen is ? Kunt Gij dat niet, die alleen zijt'? Kort zijn des menschen dagen, liet getal zijner maanden is bij ü : Gij hebt zijne einden gesteld , die niet zullen mogen voorbij gegaan worden. Ga eene w ijl tijds voor hem.
voor overledenen. 709 opdat hij ruste, tot dat zijn begeerde dag (alsvaneenen huurling) kome.
v. Wee mij, o Heer, dat ik zoo veel heb gezondigd in mijn leven ! Wat zal ik, zondigemensch, doen ? waar zal ik vlieden dan tot U, mijn God! Wees mij genadig, als Gi j zult komen in den laatsten dag.
h. Mijne ziel is zeer beroerd; maar (j ij, o Heer, kom haar te hulp. Wees mij genadig, als Gij zult komen in dfii laatsten dag.
OE ZES Dl, LES, JOB. 14.
W7ie geeft mij dit, dat Gij mij in de hel beseliermt, en mi j verbergt , tot dat uwe verbolgenheid voorbij gegaan is, en dat Gij mij eenen tijd stelt, in welken Gij mijner gedenkt? Meent gij ook, dat een dood mensch wederom leven zal ? Al de dagen in welke ik nu strijde, verwacht ik. lot mijne verandering komt. Gij zult mij roepen, en ik zal IJ
710 Vigilie)» of getijden antwoorden : aan hel werk uwer handen zult Gij uwe regterhaud toereiken. Gij hebt wel mijne gangen gesteld, maar spaar mijne zonden.
v. Heer! wil mijner zonden niet gedachtig zijn, als Gij zult komen oordeelen de wereld door het vuur.
R. Mij n Heer, mijn God! beschik in uw aanschouwen mijnen weg.
Als Gij zult komen oordeelen de wereld door het vuur.
Heer! geel'hun de eeuwige rust.
En heteeuwigelichtverlichtehen.
Als Gij zult komen oordeelen de wereld door het vuur.
A l* men 'maar ééne Nocturne leent, zoo gaat men voort tot de Lav den..
DK DERDE NOCTURNE.
voor woemdags en zaturdag*.
Psalm -19.
Antiph. U believe, Heer!
é
■r
voor overledenen. 711 Verbeidende heb ik den Heer verbeid : en hij heeft op tnlj gelet.
En hij heeft mijne gebeden verhoord; en hij heeft mij uit de» poel der ellendigheden getrokken, en uit het slijk der vuiligheid.
En hij heeft mijne voeten gesteld op den steen, en mijne gangen regt gemaakt.
En hij heeft in mijnen mond eenen nieuwen zang gesteld: eenen lofzang voor onzen God.
Vele menschen zullen zien en vreezen : en hopen in den Heer.
Zalig is de man, wiens hoop is in den naam des Heeren : en die niet omgezien heelt naar ijdelhe-den of valsehe dwaasheden.
Heer, mijn God! Gij hebt vele wonderlijkheden gedaan: en in uwe gedachtenis is niemand uws gelijk. Ik heb ze verkondigd en uitgesproken ; zij zijn vermenigvuldigd boven het getal.
7Vigiliën of getijden
Slagt- en spijsofïer hebt Gij niel gewild : maar de ooren hebt Gij mij geopend.
Brand- en zoenoffer hebt Gij niet begeerd : toen zeide ik. zie, ik kom.
In het begin van het boek is van mij geschreven, dat ik uwen wil doen zoude ; mijn God ! ik heb hel gewild, en uwe wet is in het midden van mijn hart.
Ik heb uwe regtvaardigheid verkondigd in eene groote vergadering; zie, mijne lippen zal ik niet verbieden. Heer, dat Gii weet.
Uwe regtvaardigheid heb ik niet verborgen in mijn hart: van uwe waarheid en uwe zaligheid heb ik gesproken.
Ik heb uwe barmhartigheid niet verborgen : en uwe waarheid voor de groote gemeente.
Maar Gij, Heer, wend uwe barmhartigheden niet af van mij : uwe
voor overledenen. 715 barmhartigheid en waarheid hebben mij altijd ontvangen.
Want de kwaden hebben mij ontvangen , welker geen getal is: mijne boosheden hebben mij aangegrepen, en ik heb het niet kunnen zien.
Zij zijn vermenigvuldigd boven de haren mijns hoof'ds; en mijn hart heeft mij verlaten.
V believe, Heer dat Gij mij verlosset : Heer! wil opzien om mij te helpen.
Laat hen beschaamd worden en te zamen vreezen, die mijne ziel zoeken, om die weg te nemen.
Laat ze terug keeren, en tot schande worden, die mij kwaarf willen.
Laat ze haastiglijk hunne beschaamdheid dragen, die mij zeggen : vrij alzoo, vrij alzoo.
Laat ze verheugd en blijde zijn over ü, allen die U zoeken; en laat ze altijd zeggen, die uwe zaligheid
714 VigiUen of getijden
beminnen : de Heer worde groote-iijks geloofd.
Maar ik ben behoeftig en arm : de Heer is voor mij bezorgd.
Mijn helper en mijn beschermer zijt Gij : God, wil niet vertoeven.
Heer! geei hun de eeuwige rust.
En beteeuwige licht verlichtehen.
Antiph. U believe, Heer, dat Gij mij verlosset : Heer! wil opzien om mij te helpen.
Psalm 40.
Antiph. Genees, Heer!
Zalig is de man, die zicb wijs-selijk ontfermt over de behoel-tigen en de armen : in den kwaden dag zal hem de Heer verlossen.
De Heer beware hem, en make hem levende, en hij make hem zalig op aarde; en hij levere hem niet in den wil van zijne vijanden.
De Heer kome hem te hulp op het bed zijner droefheid : geheei
voor overledenen. 715 zijn bed hebt Gij omgekeerd ie zijne krankheid.
Ik heb gezegd : Heer! ontferm ü mijner : genees mijne ziel, want ik heb tegen U misdaan.
Mijne vijanden hebben tegen mij kwaad gedaan; wanneer zal hij sterven , en wanneer zal zijn naam vergaan ?
En als er iemand binnen kwam om te zien, zoo sprak hij valsch-heden; zijn hart heeft boosheid vergaderd voor zich zei ven.
Ging hij buiten, hij sprak van dat zelfde.
Tegen mij hebben al mijne vijanden hei mei ij kge mo in peld; tegen mij hebben zij kwaad gedacht.
Een boos woord hebben zij tegen mij vastgesteld; meent gij, dat hij die slaapt, niets doen zal om op te staan?
Ook de mensch mijns vredes, daar ik op vertrouwde; die mijn
1 \() Vigiliën of getijden brood at, heeft mij grootelijks onder de voeten getreden.
Maar Gij, Heer, ontferm ü mijner, en wek mij op : en ik zal het hun vergelden.
Daaraan heb ik gekend, dat Gij mij gewild hebt: want mijn vijand zal zich niet verblijden over mij.
Maar Gij hebt mij om mijne onnoozelheid ontvangen : en Gij hebt mij vast gemaakt voor uw aangezigt in eeuwigheid.
Verheerlijkt wordedeHeer, God van Israël, van eeuw tot eeuw: dat geschiede, dal geschiede!
Heer! geel' hun de eeuwige rust.
En het eeuwige licht verlichte hen.
Antiph. Genees, Heer, mijne ziel: want ik heb tegen ( gezondigd.
Psalm 41.
Antiph. Mijne ziel heeft dorst gehad.
een hert snakt naai' de
voor overledenen. 717 bronwellen der wateren; zoo snakt mijne ziel, o God, naar U.
Mijne ziel heeft dorst gehad naaiden magtigen en levenden God : wanneer zal die komen en verschijnen voor het aanschijn Gods?
Mijne tranen ziju mijn brood geweest, dag en nacht; als mij dagelijks gezegd wordt: waar is uw God ?
Deze dingen heb ik gedachtig geweest, en ik heb mijne ziel in mij uitgestort: want ik zal overgaan tot de plaats des wonderlijken Tabernakels, tot het huis van God.
In de stem der verheuging en des lols; onder hel geluid dergenen die blijdelijk etende zijn.
Waarom zijt gij bedroefd, mijne ziel; en waarom verstoort gij mij?
Hoop in God, want ik zal iieni nog loven; hij is de Zaligmaker mijns aangezigts en mijn God.
In mijn binnenste is mijne ziel geheel beroerd; daarom zal ik uwer
718 Vigiliën of getijden gedachtig zijn uit het land der Jor-daan en Hermonum , van den klei-inen berg.
De eene afgrond roept den anderen afgrond : onder het gedruisfh mwer watersluizen.
Al uwe hooge vloeden en baren zijn over mij gegaan.
ïn den dag heeft de Heer zijne barmhartigheid bevolen; en in den nacht zijnen lofzang.
Bij mij is het gebed tot den God mijns levens: ik zal tol God zeggen: God. wees mijn besehermer.
Waarom hebt Gij mij vergeten; en waarom ga ik bedroefd als de vijand mij kwelt?
Als mijne beenderen geheel gebroken worden; zoo hebben mij mijne vijanden beschermd, die mij leed doen.
Als zij mij dagelijds zeggen : waar is uw God ? waarom zijt gij bedroefd,
Mwr overledenen.
mijne ziel, en waarom verstoort gij mij?
Hoop in God; want ik zal hern nog loven, den Zaligmaker mijns aangezigts en mijnen God.
Heer! geef hun de eeuwige rust. En het eeuwig licht verlichte hen.
Antiph. Mijne ziel heeft dorst gehad naar den levenden God : wanneer zal ik komen en verschijnen voor het aanschijn des Heeren?
v. Levet' aan de heesten de zielen niet dergenen die U belijden.
k. En vergeet de zielen uwer armen niet tot het einde.
Onze Vader, enz. in stilte.
bE ZEVENDE I.ES, JOB. 17.
Mijn geest zal verminderen, mijne «lagen zullen gekort worden, en het graf blijft mij alleen over; ik heb niet gezondigd, en in bitterheden blijft mijn oog. Verlos mij, Heer, en stel mij nevens ü, en laat dan
749
720 Vigiliën of getijden
een ieders hand le^en mij strijden, sin
IHijne dagen zijn voorbij gegaan, be mijne gedachten zijn verstrooid, pijnigende mijn hart. Den nacht hebben zij verkeerd in den dag, en
wederom na de duisternis hoop ik zij
het licht. Al is het dat ik verbeide , ge
zoo is echter het graf mijn huis. en lal
in de duisternis heb ik mijn hedge- m
maakt; tot de verrotheid hebikge- de
zegd; gij zijt mijn vader, en tot dc m
wormen : gij zijt mijne moeder en m
mijne zuster. Hierom, waar is nu m
mijne verwachting, en wie bemerkl v«
v. De vreeze des doods beroert . v
mij, die dagelijks zondige, en geene b
boete doe. Want in de hel is geenc 1(
verlossing : ontferm U mijner, o h
k. God! in uwen naam, maak mij n
zalii», en door uwe kracht, verlos s
mij.
c
Want in de hel is geene verlos- t
■iA
voor overledenen. 721 sing, ontferm U mijner, o God, en behoud mij.
Igt;F, ACHTSTE LES, JOB. 19.
Aan mijn vel (het vleeseh verteerd zijnde) lieeft mijn gebeente gehangen. en de lippen zijn alleenlijk gelaten over mijne tanden. Ontferm II mijner, ten minste gij, mijne vrienden; want de hand des Heeren heeft mij geraakt. Waarom vervolgt gij mij, gelijk God, en wordt gij van mijn vleeseh verzaad? Wie zal mij verleenen, dat mijne woorden geschreven worden ? Wie zal mij ge-
____ ven dal ze gedrukt worden in een
ene j boek met een ijzeren stift, en in looden platen? Of dat ze met een beitel gesneden worden in den hard -sten steen? Want ik weet wel dat mijn Verlosser leeft; en in den uitersten dag zal ik uit de aarde wederom opstaan, en ik zal wederom overtrokken worden met mijn vel, en
den. tan. üid. leht , en p ik ide, , en g;e-ge-de en nn rk(
•ei't
me o
tnij logt;
os-
zZSmii
fi •
722 Vigiliën of getijden in mijn vleesch zal ik mijnen God zien. Dien ik zelf zien zal, en mijne oogen zullen hem aanschouwen, en geen ander. Deze mijne hoop berust in mijnen boezem.
v. Heer? naar mijne werken wil mij niet oordeelen; want ik heb niets waardigs gedaan in uwe tegenwoordigheid. Daarom bid ik uwe Majesteit, dat Gij, o God, mijne boosheid wilt uitwassehen.
h. Wasch mij nog meer \ait mijne ongeregtigheid, en van mijne zonden zuiver mij.
Dat Gij, o God, mijne boosheid wilt uitwassehen.
l)E NEGENDE LES, JOK. 10.
Waarom hebt Gij mij uit de moeder voortgebragt? Ach! of ik vernield ware geweest, dat geen oog mij zag. Zoo zoude ik geweest zijn . alsof ik niet ware, van den buik voorts weggedragen ten grave. Zal
voor overledenen. 723
de kortheid mijner dagen niet haast een einde nemen ? Daarom laat mij toe, dat ik een weinig mijne pijn mag beweenen, eer dat ik ga, en niet wederkeere tot dat duistere land, en bedekt met de duisterheid des doods : dat land der ellende en der duisternis, waar de schaduwe des doods en geene geschiktheid, maar de eeuwige gruwel woont.
v. Verlos mij, o Heer, van de wegen der hel. Gij, die de metalen poorten gebroken hebt, de hel bezochten hmilu'l licht gegeven hebt: en dat zij U zouden zien, die daar waren in de pijnen der duisternis.
is. Roepende en zeggende: Gijzijt tot ons gekomen , onze Verlosser.
Die daai- waren in de pijnen der duisternis.
Heer! geel'hun de eeuwige rust. En het ecu wigclicht verlichte hen. Die daar waren in dc pijnen der duisternis.
'
724 Vigiliën of getijden
Hef navolgende Responsorium leest men alleenlijk op Allerzielendag, en ah men drie JSoeturnen leest.
O Heer! verlos mij van den eeuwigen dood, in den vreeselij-ken dag als de hemelen en de aarde zullen beroerd worden; als Gij zult komen oordeelen de wereld door het vuur.
v. Bevende hen ik geworden, en ik vreeze het onderzoek dat komen zal. en de toekomende gramschap.
Als de hemelen en de aarde zullen heroerd worden ; als Gij zult komen oordeelen de wereld door het vuur.
k. Die dag is een dag van gramschap, van henaauwdheid en ellenden, een lange en zeer hittere dag.
Als Gij zult komen oordeelen de wereld door het vuur.
Heer! geef' hun de eeuwige rust. En het eeuwige licht verlichte hen.
O Heer! verlos mij van den eeu-
voor overledenen. 7^25 wigendood, in dien vreeselijken dag als de hemelen en de aarde zullen beroerd worden; als Gij zult komen oordeelen de wereld door hel vuur.
DE LAUDEN.
Psalm 59.
Antipk. i)e verootmoedigde.
Ontferm U mijner, o God, naar uwe groole barmhartigheid.
En naar de menigte uwer barmhartigheden. \\ isch mijne boosheid uit.
Waseh mij nog meer van mijne ongeregtigheid ; en zuiver mij van mijne zonden.
Want mijne boosheid beken ik; en mijne zonden zijn altijd tegen mij.
Tegen 1 alleen heb ik gezondigd, en kwaad voor U gedaan ; opdat Gij zoudt geregtvaardigd worden in uwe woorden, en overwinnen als Gij beoordeeld wordt.
Want zie, ik ben in boosheden
7*2(1 Vigiliën of getijden ontvangen; en in zonden heelt mij mijne moeder ontvangen.
Want zie. Gij hebt de waarheid bemind; de onzekere en verbor-geno dingen uwer wijsheid hebt (Tij mij geopenbaard.
Gij zult mij besproeijen met In-zop, en ik zal gezuiverd worden : Gij zuil mij wasschen, en boven sneeuw zal ik wit worden.
Aan mijn gehoor zult Gij blijdschap en vreugde geven; en de verootmoedigde beenderen zullen zich verheugen.
Keernwaangezigt van mijne zonden ; en wil al mijne,boosheden uitwasschen.
Ken zuiver hart schep in mij, o God; en den regten geest vernieuw in mijn binnenste.
Verwerp mij nie( va.11 uw aanschijn; en neem uwen heiligen Geest van mij niet weg.
Geef mij wederom de blijdschap
voor overledenen. 727 van uwe zaligmaking: en met den goeden geest versterk mij.
Ik zal de boozen uwe wegen lee-ren; en de goddcloozen zullen tot ü bekeerd worden.
Verlos mij van het bloed, o God, God mijner zaligheid : en mijne tong zal hoogeiijk uwe regtvaardigheid loven.
Heer! Gij zuil mijne lippen open doen; en mijn mond zal uwen lof verkondigen.
Want hadl Gij gewild, ik zoude immers Uopdragtgegeven hebben : maar Gij zuil in de brandoffers geen genoegen hebben.
Een opdragt voor God is een bedrukte geest; een vermorzeld en verootmoedigd hart zult Gij, mijn God, niet versmaden.
Heer! doe goedertierenlijk aan Sion naar uwen goeden wil; enJaat de muren van Jeruzalem opgebouwd worden.
728 Vigilieti of getijden
Dan zult Gij de opdragt der regl-vaardigheid ontvangen, de offeranden en hi'andoffers; dan zullen zij kalveren op uw altaar leggen.
Heer! geel hun de eeuwige rust. En het eeuwigelieht verlichte hen.
Antiph. De verootmoedigde beenderen zullen zich verheugen in den Heer.
Psalm 64.
Antiph. Verhoor . Heer, mijn gebed, enz.
God! IJ betamen lofzangen in Sion; en ü zal de belofte betaald worden in Jeruzalem.
Verhoor mijn gebed; tot tl zal alle vleesch komen.
De woorden der boozen zijn magtiger geworden dan wij: en onze boosheden zult Gij genadig zijn.
Zalig is hij, dien Gij verkoren en aangenomen hebt ; hij zal wonen in uwe voorhoven.
coor overledenen. 729
Wij zullen vervuld worden met de goederen van uw huis : heilig is uw tempel, wonderlijk in de geregtigheid.
Verhooi' ons, God onze Zaligmaker: Gij die zijt de hoop der gan-sclie wereld, en verre in de zee.
Bereidende de bergen in uwe kracht, omgord met magt: die verstoort «le diepte der zee: het geluid van hare baren.
De heidenen zullen verbaasd worden, en zij zullen vreezen voor uwe teekenen, die in de uiterste palen wonen : de uitgangen van den morgen en van den avondstond zult Gij genoegelijk maken.
Gij hebt de aarde bezocht, en die heel vochtig gemaakt : Gij hebt me-nigvuldiglijk baar rijk gemaakt.
De vloed Gods is vervuld met wateren : Gij hebt hun spijze bereid; want alzoo is haar bereidsel.
Maak hare rivieren dronken; ver-
7Vigiliën of getijden menigvuldig hare spruiten; in hare regendruppelen groeijende, zal zij zich verblijden.
Gij zult zegenen de kroon des jaars van uwe goedertierenheid ; en uwe velden zullen vol worden van vruchtbaarheid.
Vel zullen worden de schoont» plaatsen der woestijne ; en met vrolijkheid zullen de heuvelen omvangen worden.
De rammen der schapen zijn gekleed, en de valeijen zullen overvloedig zijn van tarwe : zij zullen roepen, en waarlijk lofzang zeggen.
Heer! geef hun de eeuwige rust.
Enhet eeuwige licht verlichte hen.
Antiph. Verhoor, Heer, mijn gebed; tot U zal alle vleesch komen.
Psalm 6!2.
Antiph. Mij heeft ontvangen.
God, mijn God! tot U ontwaak ik des morgens vroeg.
voor overledenen. 78 ! Mijne ziel heeft gedorst naar zij U : hoe menig vu Idiglijk dorst naar U mijn vleeseh.
In het woeste land en onbe-wandeld, en zonder water : zoo heb ik mij voor LT vertoond, in de heilige plaats; opdal ik zonde zien uwe kracht en uwen roem.
Want beter is uwe barmhartigheid boven vele levens : mijne lippen zullen U loven.
Alzoo zal ik U verheerlijken in mijn leven : en iu uwen naam zal ik mijne handen opheffen.
Gelijk als met vet des ingewands en smeer, laat mijne ziel vervuld worden : en met de lippen des ver-heugens zal mijn mond ü loven.
Ik ben uwer gedachtig geweest in mijn bed; in de morgenstonden zal ik op U denken : want Gij zijt mijn helper geweest.
En onder het deksel uwer vleugelen zal ik mij verheugen ; mijne
732 Vigiliën of getijden ziel heelt U aangehangen ; uwe regterhand heeft mij ontvangen.
Maarzij hebben te vergeefs mijntquot; ziel gezocht : zij zullen onder de aarde nederdalen ; zij zullen geleverd worden in de handen des zwaards; der vossen prooi zullen zij wezen.
Maar de koning zal zich verblijden in God; zij zullen geprezen worden, allen die hem zweeren : want de mond is gestopt van al diegenen die booze dingen spreken.
Psalm 66.
(iod wille ons barmhartig zijn, en zegene ons ; hij late zijn aan-gezigt over ons schijnen en ont-ferme zich onzer.
Opdat wij op de aarde uwen weg mogen kennen : onder alle heidenen uwe zaligheid.
Laat alle volken ü belijden, ü God! laat alle volken ü belijden.
voor overledenen 733
Laat de heidenen zich verblijden en verheugen : want Gij oordeelt de volken in reisvaardigheid, en de heidenen bestuurt Gij op de aarde.
Laat de volken ü belijden. o God! laat alle volken ü belijden : de aarde heeft hare vrucht gegeven.
Dat God ons zegene, onze God : God zegene ons, en hem moeten vreezen al de einden der aarde.
Heer! geef hun de eeuwige rust.
En heteeuwige licht verlichte hen.
Antipk. Mij heeft ontvangen, Heer, uw regterhand.
UK IiOFZANG VAN K.ZKCHIAS. ISAÏAS. 58-
Antipk. Van de poorten der hel.
Ik heb gezegd in de helft mijner dagen : ik zal gaan tot de poort der hel.
Ik heb het overblijfsel mijner jaren gezocht; ik heb gezegd: ik zal den Heer, mijnen God! niet zien in het land der levenden.
784 Vigiliën of getijden
Ik zal geenen mensch verder meer aanzien : en geenen inwoner der rust.
Mijn levensloop is weggenomen, en opgewonden van mij : als eene hut der herderen.
Mijn leven is afgesneden als van eenen wever; toen ik nog begon, heeft hij mij afgesneden ; van den morgenstond tot den avond zult (liij mij vinden.
Ik hoopte tot den morgenstond : als een leeuw zoo heeft hij al mijne gebeenten in stukken gebroken.
Van den morgenstond tot den avond zult (ïij mij vinden: alleen zwaluwen-jong zoo zal ik roepen: »k zal bedenken als eene duif.
Mijne oogen zijn gekrenkt: opwaarts ziende naar de hoogten.
Heer ! ik lijde geweld ; antwoord voor mij; wat zal ik zeggen, of wat zal hij mij antwoorden, als hij het zelf gedaan heeft?
voor overledenen. 785
Uk zal voor mijne jaren overdenken : in de bitterheid mijner ziel.
Heer! is het dat eenen alzoo leeft, en is in ai zulke dingen het leven mijns geestes, zoo zult Gij rnij straffen, en mij levendig maken : zie, in den vrede is mijne bitterheid de allerbitterste.
Maar Gij hebt mijne ziel verlost, opdat zij niet vergaan zoude : Gij hebt al mijne zonden achter uwen rug geworpen.
Want de hel zal LT niet belijden, noch de dood zal II niet loven; zij zullen uwe waarheid niet verwachten, die in den poel nederdalen.
De levende zal ü beli jden, gelijk ik heden ook doe: de vader zal de kinderen uwe waarheid te kennen geven.
Heer! behoud mij : en wij zullen onze lofzangen zingen, al de dagen onzes levens, in het huis des Heeren.
Heer? geef hun de eeuwige rust.
736 \igilien of getijden
En heteeu wige licht verlichte heo.
Antiph. Van de poorten der hei : o Heer! verlos mijne ziel.
Psalm 148.
Antiph. Alle geesten.
Looft den Heer, gij die van de hemelen zijt; looft hem in den hoogste
Looft hem, al zijne engelen : looit hem al zijne krachten.
Looft hem, zon en maan : looit hem, alle sterren en lichten.
Looft hem , gij hemelen der hemelen : en de wateren, die hoven de hemelen zijn, loven den naam des Heeren.
Want hij heeft gesproken, en zij zijn gemaakt ; hij heeft het geboden, en zij zijn geschapen.
Hij heeft die vastgesteld in een-wigheid, en in de eeuwigheid der eeuwigheden ; een gebod heeft hij gesteld, en het zal niet vergaan.
Looft den Heer, gij die van de
a
voor overledenen. 737 aarde zijt; draken en alle afgronden.
Vuur. hagel, sneeuw, ijs, winden der stormgetijden, die zijn woord doet.
Bergen en alle heuvelen, vruchtbare hoornen en alle cederboomen.
Beesten en allerhande vee, slangen en gepluimde vogelen.
Koningen der aarde en alle vol-
Tj
ken, vorsten en alle regters der aarde.
Jongelingen en maagden, oude lieden en jongen, loven den naam des Heeren; want zijn naam alleen is verheven.
Zijne belijding is boven den hemel en de aarde; en hij heeft den hoorn zijns volks verheven.
Lotzang zij aan al zijne heiligen; de kinderen van Israels volk, dat hem genaakt.
7S8 Vigüien of getijden Psalm 149.
Zingt den Heer eenen nieuwen lofzang; zijn lof zij in de vergadering der heiligen.
Laat Israël blijde zijn in hem. die hen geschapen heelt; en de zonen van Sion verblijden zich in hunnen Koning.
Dat zij zijnen naam loven in de kooren: dat zij met trommel en snaarspel hem lofzingen.
Want de Heer heelt behagen in zijn volk; en hij heelt de zachtmoe-digen verheven ter zaligheid.
De heiligen zullen zich verheugen in den roem; zij zullen blijde zijn in hunne slaapkamers.
De verheffing Gods zij in hunne kelen; en zwaarden aan beide zijden snijdende in hunne handen.
Om wraak te doen aan de volkeren ; stratfingen onder de volkeren.
Om hunne koningen te binden
voor overledenen. 739 met ketenen: en hunne edelen met ijzeren boeijen.
Om over hen te doen het beschreven oordeel; deze roem is aan alle zijne heiligen.
Psalm 150.
Looft den Heer in zijne heiligen; looft hem in het uitspansel zijner sterkte.
Looft hem in zijne heerkraeh-ten; looft hein naar de menigte zijner grootheid.
Looft hem met het geluid der trompetten; looft hem met psalm en snarenspel.
Looft hem met de trommel en in rijen; looft hem met snaren en orgelen.
Looft hem met de welluidende cymhalen; looft hem met de eym-balen der vreugd; alle geesten loven den Heer.
Heer! geef hun de eeuwige rust.
740 Vigiliën of getijden
En heteeuwigelichtverlichte hen, Ant. Alle geesten loven den Heer. v. Ik heb eene stem van den hemel gehoord, zeggende tot mij:
R. Zalig zijn de dooden, die in den Heer sterven.
De lofzang van Zacharias. Lnc. I.
Antiph. Ik ben de verrijzenis. Verheerlijkt zijde Heer, God vao Israël; want hij heeft bezocht en bewerkt de verlossing zijns volks.
En hij heelt ons opgerigt een hoorn der zaligheid : in het huis van zijnen dienaar David.
Gelijk hij gesproken heeft door den mond zijner heilige profeten; die van het begin der wereld zijn.
Verlos ons van onze vijanden; en uit de hand van allen die ons haten.
Om barmhartigheid te doen met onze vaderen; en te gedenken aan zijnen heiligen, uitersten wil. Den eed, dien hij gezworen heeft
voor overledenen. 741 aan Abraham, onzen vader : dat hij ons geven zoude :
Dat wij zonder vreeze, verlost zijnde, uit de handen onzer vijanden hem dienen zouden.
In heiligheid en regtvaardigheid voor hem ; al onze dagen.
En gij, kind , znli een proleet des Allerhoogsten genoemd worden: want gij znl( voor des Hoeren aan-gezigtgaan, om zijne wegen (e ix*-reiden.
Om kennis der zaligheid te geven aan zijne volkeren; lol vergilVenis van hunne zonden.
Door de opregte harmhartigheid onzesGods : door welke hij ons bezocht heelt, opgaande uit den hoo-gen.
Om te verliehten degenen die in de duisternis, en in de sehaduwe des doods zitten.
Om onze voeten te bestieren in den weg des vredes.
74^2 Vigilie n of getijden
Heer! geef hun de eeuwige rust.
Kn heteeuwigelieht verlichte hen,
Antiph. Ik hen de verrijzenis en het leven: die in mij gelooft, al ware hij dood. zal leven; en al die leeft, en in mij gelooft , zal in eeuwigheid niet sterven.
Onze V ader. enz. knielende, gelijh ooh lt;le volgende Psalmen en Verzen.
\. En leid ons niet in bekoring.
r. Maar verlos ons van den kwaden.
A As- men de Vigiliën met drie Nor-tin'nen leest, zoo leest men den navolgenden Psalm niet: uit de diepten enz. nuiar wel de Verzen, Mes-ponsoriwn. en het bijzondere (xébed. pag. 683.
Psalm m.
Uit de diepten heb ik tot ü geroepen: Heer, Heer! verhoor mijnestem.
Laat uwe ooren luisteren naar de stem mijns biddens.
voor overledenen. 743 ïs het dat Gij de boosheden gadeslaat, Heer, Fleer! wie zal dan bestaan ?
Want bij U is verzoening ; en om uwe wet heb ik ü, Heer, gediend.
Mijne ziel heeft op zijn woord vertrouwd ; mijne ziel heeft in den Heer gehoopt.
Van den morgenstond tot den nacht toe: zoo laat Israël in den Heer hopen.
Want bij dei» Heer is barmhartigheid; en bij hem is overvloedige verlossing.
En hij zal Israël verlossen van ai zijne boosheden.
Heer! geef hun de eeuwige rust. En het een wigelicht verlichte hen, v. Van de poorten der hel. r. Verlos. Heer, hunne zielen, v. Dat zij rusten in vrede. r, Amen.
v. Heer! verhoor mijn gebed, r. En mijn geroep kome tot ü.
buz o n d e e e
GEBEDEN OP ALLERZIELENDAG
ó God, Schepper en Verlosser allep geloovigen! verleen de zielen uwer dienaren en dienaressen vergiffenis van al hunne zonden, opdat zij de genadige kwijtschelding, die zij altijd gewenscht hebben , door onze ootmoedige gebeden mogen verkrijgen: die leel't en heerscht, met God den Vader, in de eenheid des heiligen Geestes, God in alle eeuwen der eeuwen. Amen.
Heer! geel' hun de eeuwige rust.
En het eeuwige licht verlichte hen.
v. Dat zij rusten in vrede.
r. Amen.
Deze verzen zegt men insgelijks achter de volgende gebeden.
Qetijden voor overledenen. 745 Voor eenen manspersoon.
Wij bidden U, Heer, ontsla de ziel van uwen dienaar N., opdat hij, deze wereld afgestorven zijnde, voor D mag leven, en hetgeen hij door zwakheid des v leesehes in zijn leven lT misdaan heelt, wil dat af-wassehen door de genade uwer allerbarmhartigste goedertierenheid: door onzen Heer Jesus Christus, uwen Zoon, «lie met U leelt en heerseht, in eenheid des heiligen Geestes, God in alle eeuwen der eeuwen. Amen.
Voor eenv Vrouwspersoon.
Wij bidden Ij, Heer, ontsla de ziel uwer dienares N., opdat zij, deze wereld afgestorven zijnde, voor U mag leven, en hetgeen zij door-zwakheid des vleesehes in haar leven ü misdaan heeft, wil dat afwas-sehen door de genade uwer aller-
746 Vigiliën of getijden Ibariiihartigste goedertierenheid; dooronzenHeer. JesusChristus.Am.
Voor eenen bisschop,
0 God. d ie onder de apostolische priesters, uwe dienaar N. met de bisschoppelijke waardigheid hebt begaafd: wij bidden ü, verleen hem ook in de hemelsche vreugd eeuwig-lijk hun gezelschap te genieten; door onzen Heer, Jesus Christus. Amen.
Voor eenen priester.
0 God. die onder de apostolische priesters, uwen dienaar N. met de priesterlijke waardigheid hebt begaafd : wij bidden ü, verleen hem ook in de hemelsche vreugd eeuwig-lijk hun gezelschap te genieten; door onzen Heer, Jesus Christus. Amen.
Voor vader en moeder.
O God, die ons geboden hebt dat wij vaderen moeder zouden eeren:
voor ovnrfrdeneu. 747
wees de zielen van mijnen vader en mijne moeder genadig, en wil hunne verledenezonden vergeven, en maak dat ik hen inde vreugd der eeuwige klaarheid mag aanschouwen; door onzen Heer, Jesus (quot;Jiristus. Amen.
\oor vader of moeder.
O God. die ons geboden hebt, dat wij vader en moeder zouden eeren ; wees genadig de ziel van mijnen vader, (of moeder) en wil al zijne (of hare) verledene zonden vergeven, en maak dal ik hem (of haar) in de vreugd der eeuwige klaarheid mag aanschouwen; door onzen Heer. Jesus Christus. Amen.
Op een jaargetijde voor vele personen.
O God , Heer der vergilïenis! geef de zielen van uwe dienaren en dienaressen , welker jaargetijden wij heden houden, de plaats der verkoe-
748 Bemerkingen op de ling, de zaligheid der rust, en de klaarheid des lichts; door onzen Heer. Jesus Christus. Amen.
Op een jaargetijde voor eerten persoon.
O God, Heer der vergiffenis! geel de ziel van uwen dienaar (of dienares) wiens jaargetijde wij heden houden, de plaats der verkoeling, de zaligheid der rust, en de klaarheid des lichts ; door onzen Heer. Jesus Christus. Amen.
KOETB BEMERKINGEN
OP DE VIER UITERSTEN.
OP DEN UOOl).
't Is vastgesteld, gij zult ééns sterven,
Maar hoe? of waar? waarvan? wanneer? Deez' kennis moet de mensch steeds derven,
En is gekend slechts van den Heer.
vier uitersten. 749
Ecce prope mnt dies mortis tuce. Deut. c. 31, v. 44.
Zie, de dagen van uwen dood zijn nabij.
OP HET OORDEEL.
Ach! hoe vreeselijk is het oordeel.
Voor een mensch die kwalijk leeft :
Voor de goeden is 't een voordeel,
Want elk naar verdiensten heeft.
Cuncta quoejmnt addvcet Deus in
judicium......sive honum. sive malum
illut sit. Eccles. cap. 12. v. 14.
Alles wat er geschiedt, zoo het goede als het kwaad, zal God voor het oordeel brengen.
OP DE HEL.
Ach! hoe zal de zondaar lijden,
Als hij brandt in 't vuur der hel!
Want dat vuur zal nooit uitscheiden, Altijd branden even fel.
Ver mix eorum non morietur, et ignis eorum non extinguetur. Is. cap. 66, v. 24.
750 JFl enter Mn yen op de
De knagende worm van hun geweten zal niet sterven, en hun vuur zal niet gebluseht worden.
OP BEN HEMEL.
Ach! hoe troostvol is het strijden,
Als men op den hemel denkt.
Waar geen droefheid is noch lijden, fin niets de eeuwige vreugde krenkt.
Mors ultra non er it, neque luctm, neque clamor, neque dolor er it ultra, quia prima ahierunt. Ap. cap. 21. v, 4.
Daar zal voortaan geen dood meer zijn; noch gejammer, noch geween, noch smart zal er meer zijn : want de dingen zijn voorbij gegaan.
-Sf-t; K B KD
mm van God de yenade te verzoeken. om uit de overdenking over de uitersten geestelijk voordeel te trekken, en zijne goede voornemens getrouwelijk te volbrengen.
der uitenten. 754
O genadige God, die door uwe oneindige goedheid en zorgvuldigheid voor onze zaligheid dagelijks velerhande middelen gebruikt , om ons gelegenheid te geven van naar uwe heilige inspraken te luisteren, ons tot het goede te bewegen; hierdoor ons van hef vreeselijk ongelukder eeuwige verdoemenis te bevrijden , en deelachtig te maken aan uwen eeuwigdurenden roem, om II aldaar in eeuwigheid te aanschouwen, te beminnen, te loven en te verheerlijken, en die gelukkige vreugde te genieten, welke alle geschapen verstand te boven gaat; ik moet het als een van de middelen aanzien, die uwe vaderlijke goedheid mij heelt bezorgd, hetgeen ik hier aangaande de uitersten des menschen heb bemerkt, hetgeen verder in dit Gebedenboek tot mijne onderwijzing en opwekking tol het goede is voorgesteld ; het is ook uwe
n
752 Bemerkingen op de goedheid en de kracht van uwe genade, die mij bewogen heeft goede voornemens te maken van kraehtig-lijkmijn leven te beteren. Maar , o goede God , mijne eigene krankheid en magteloosheid zal wederom alles verijdelen en vruchteloos maken. indien uwe genade mij niet versterkt; wat zullen de beste en zaligste voornemens baten, als zij den eenen dag met vurigheid zijn gemaakt, en den volgenden dag, often minstekortdaarna, metkoel-zinnigheid zijn vergeten? Ach! gelief mij daarvan te bewaren, o goedgunstige Vader! verlicht mijn verstand, opdat ik het goede vatte; versterk mijn geheugen, opdat ik het nooit vergete; beweeg mijnen wil, opdat ik het getrouwelijk en standvastiglijk volge, en aldus aan al de genade beantwoorde, die uwe vaderlijke zorgvuldigheid mij gelieft te verleenen.
ricr uitersten.
Oj) deze uwe hulp en genade steunende, zal ik trachten waarlijk en kloekmoedig mij te beteren, getrouwelijk de gelegenheden van zonde te vermijden, mijne kwade driften te bedwingen en te wederstaat!, mijne tong voorzigtig-lijk te bewaren, in eerbaarheid, in vrede en liefde met mijnen even-menseh te leven, en zoo in alles mij te gedragen, dal ik. dit leven eindigende, een lienadin ooi-deel
O O
mag bekomen, van hel allergrootste ongeluk der eeuwige verdoemenis mag bevrijd worden , en met uwe uitverkorenen, aan uweregterhand gesteld, tot het genot der hemel-sehe eer mag geroepen worden.
Verlicht, o Heer, alle dwalen-den , en breng hen tot het ware geloof, en alle zondaars tot bekeering; geef hun genadiglijk vergitfenis, aan de regtvaardigen volharding , aan alle geloovigen en lijdende zie-
4S
! I
■H/
754 De vesper-psalmen ien volle kwijtschelding en verlossing, opdat wij allen te zamen in alle eeuwigheid U mogen eeren, loven en verheerlijken. Door Christus, onzen Heer. Amen.
DE VESPERS
AK DE ZON EN HEILIGDAGEN.
ÜE ZONDAGSCHE PSALMEN.
v. O God ! kom mij te hulp.
Heer! haast ü om mij te helpen.
Eere zij den Vader, den Zoon, en den heiligen Geest.
Gelijk het was in het begin, nu en altijd, en in de eeuwen der eeuwen. Amen. Alleluja.
Van Septuagesima tot Paschen.
Lol'zij U, Heer, koning der eeuwige eere.
1
coor zon- en heiligdagen 755 Psalm 409.
David voorzegt, dat Christus zal verheven (oorden aan de regterhand des Vaders; dat zijn rijk en voorzegging zal beginnen in Sion, en dat hij zal zijn de eeuwige Priester bij den Vader, naar de wijze van Melchisedech.
Nota. De woorden die in deze Psalmen niet (kircief letters zijn gesteld, zijn er bijgevoegd tot opheldering.
De Heer, Vader, heeft gezegd tot mijnen lieer, Chrütu*zit aan mijne regterzijde.
Tot dat ik uwe vijanden stelle tot een voetbank uwer voeten.
De Heer, God, zal den sehepter uwer magt, o Christus, uit Sion (toen komen: neem de heerschappij in het midden uwer vijanden.
Uwe heerschappij zal men hennen in den dag van uwe kracht; in
den luister van uwe heiligen; ik ^ Vader, heb ü vóór den dageraad uit mijnen schoot voortgebragt.
750 JDc vevper-pmlmen
(7rO(U\v Hoer hcol'l lie! gezworen, en hel zal hem niet berouwen; Gij. ChriMv*, zijl de eeuwige Priester, naar de wijze van Melchisedech.
De Heer Christnx is, o Vader. aan uwe regterzijde; hij heeft de koningen verpletterd in den dag zijner gramsehaj).
Hij zal regl doen over de heidenen: hij zal eene volle vernieling te weeg brengen; hij zal de hooiden van velen op de aarde verpletteren.
Hij zal op den weg zijm leren* uit de beek f/e.s- Jijden* drinken; daarom zal hij zijn hoofd verheffen.
Eere zij den Vader, enz.
Gelijk hel was. enz.
David looft God* wonderen, die hij heef! gedaan, toen hij de Israëlieten heeft verlost uit Egypte, hen gespijsd met wanna, en qebraqt in het tand van belofte. Ifij looft de heiligheid van zijne geboden.
r
(
voor zon- en heiligdagen. 757
Heer ! ik zal U ioven uil geheel mijn hart, in den raad en in de vergadering der regtvaardigen.
Groot zijn de werken des Hee-ren; zij zijn volmaakt volgens zijnen wil en welbehagen.
Zijn werk is lof en heerlijkheid; zijne regtvaardigheid zal blijven in de eeuwen der eeuwen.
J)e Heer, die genadig en barmhartig is, heelt de gedachtenis van zijne wonderen altijd (In ren,de ge-rnaakl : hij heeft spijs gegeven aan die hem vreezen.
Hij zal zijn verbond altijd gedachtig zijn; iiij zal de kracht zijner werken aan zijn volk verkondigen.
Opdat hij hun hel erideel geve en het land der heidenen ; de w erken zijner handen zijn waarheid en geregtigheid.
Al zijne geboden zijn getrouw; zij zijn bevestigd door alle eeuwen; zij
758 Be vesper-psa lm en
zijn gemaakt in waarheid en op-
regtheid.
Hij heelt aan zijn volk in Egypte de verlossing toegezonden : hij heeft zijn verhond en heloffe voor eeuwig vastgesteld.
Heilig en ontzaggelijk is zijn naam; de vreeze des Hoeren is het beginsel der wijsheid.
Wel verstandig zijn zij, die zijne uitspraak volbrengen; zijn lof is in eeuwigheid.
Eere zij den Vader. enz.
Psalm 111.
Die naavsfiff tracht God* (lehoden /e iindlt;ir-houden, en do armen te helpen, die zal gelukkig zijn in zijne nazaten en in zijne v'er ken.
Zalig is de man die den Heer vreest, en gaarne tot hem bidt.
Zijn nazaat zal magtig zijn op de aarde : het geslacht der regtvaar-digen zal gezegend worden.
voor zon- en heilig dagen. 759
Luister en rijkdom zal in zi jn huis wezen; zijne regtvaardigheid zal duren in dc eeuwen der eeuwen.
Aandeopregtenis in de duisternis het lichl opgerezen : dc genadige. barmhartige en regtvaardige Heer.
Blijmoedig is de mensch die medelijden heelï en gaarne leent; hij zal zijne woorden met een reij* oordeel besturen; hij zal in eeuwigheid niet ontrust worden.
O . i •
De regtvaardige zal in eene eeuwige gedachtenis zijn : hij zal voor een kwaad gerucht niet vreezen.
Zijn hart is bereid om te hopen in den Heer, zijn hart is versterkt ; hij zal niet ontrust worden, tot dat l'Ü zijne vijanden versmaad en ten onder ziet.
Hij h ee 1't zijn goed u itgestrooid en den armen gegeven; zijne regtvaardigheid zal eeuwig blijven : zijn hoorn zal in roem verheven worden.
De zondaar zal het zien en kwaad
760 l)e vesper-psalm en
worden; hij zal op zijne tanden knarsen en weenen, liet verlangen der zondaren zal te niet gaan. Eere zij den Vader, enz.
Psalm 112.
David we/r/ ons op om God In loven , die de ootmoediyen aanziet om hen te verheffen, en om de onvnlchtbaren vruchtbaar te maken ook in deugden.
Looft gij, kinderen, den Heer; looft den naam des Heeren.
De naam des Heeren zij geprezen: vau nu al' tot in eeuwigheid.
Van den opgang der zon tot den ondergang, is de naam des Heeren lofwaardig.
De Heer is verheven boven alle volken : en zijne eer boven de hemelen.
Wie is er gelijk aan den Heer , die in de hoogte woont, en nogtans die hetgeen nederig is, aanziet in den hemel en op de aarde i Die den behoeftigen opheft van
mor zon- en heiligdagen. 7('gt; ï de aarde; en den armen uit den druk verheft?
Om hem te doen zitten met de vorsten, met de vorsten van zijn volk.
Hij doet de onvruehtbare vrouio wonen in een groot huisgezin, en haar eene hlijde moeder wezen van veie kinderen,
Ëere zij den Vader, den Zoon, en den heiligen Geest.
Gelijk het was in het begin, nu en altijd, en in de eeuwen der eeuwen. Amen. Alleluja.
Psalm 113.
David oerlilt;udt de wonderen, die God deed0 tom hij de IIsraëlieten uit Egypte leidde. Dut de roem aan God alleen toekomt. De ijdelheid der afgoden. Dat die op God certromren , niet zullen Oeftclmaii/d worden.
Ais Israël uit Egypte trok; het buis van Jacob uit een vreemd
volk.
7()2 De vesper-psalmen
rJ oen word het joodsche volk ^od toegewijd : Israël werd zijne heerschappij.
De zee heeft hef gezien, en vlugtte weg: de Jordaan liep achterwaarts heen.
De bergen sprongen op als rammen, en de heuvelen als lammeren der schapen.
O zee . wal deed n wcgvlieden? en gij, o Jordaan, wat deed u achterwaarts loopen?
Gij, bergen, wat deed u opspringen als rammen? en gij, heuvelen, als lammeren der schapen?
De aarde beefde voor het aan-gezigt des Heeren : voor hef aan-gezigt van den God van Jacob.
Voor hem die de rots heeft veranderd in eenen watervloed, en de steenrots in waterbronnen.
Niet aan ons, o Heer, nief aan ons; maar geel aan uwen naam den roem.
voor zon- en heiligdagen. 7lt;5;i
Om uwe barmhartigheid en getrouwheid hehoud ons, opdat de heidenen niel zeggen : waar is nu hun God?
Onze God is in den hemel; hij heeftallesgedaan wal hem beliefde.
De afgoden der heidenen zijn maar zilver en soud, maaksels van des mensehen handen.
Zij hebben eenen mond. maar spreken niet; zij hebben oogen, en zij zien niet.
Zij hebben ooren, maar hooren niet; zij hebben eene neus, maar ruiken niet.
Zij hebben handen, maar voelen niet; zij hebben voeten, maar wandelen niet; zij zullen geen geluid geven met hunne kelen.
Dat zij, die ze maken, hun gelijk worden; en allen die er op vertrouwen.
Maar het geslacht van Israël heeft vertrouwd op den Heer;
764 De vesper-jtsalmen
daarom is hij hun helper en beschermer.
Het geslacht van Aiiron heelt vertrouwd op den Heer; daarom is hij hun helper en beschermer.
Die den Heer vreezen hebben op hem vertrouwd; daarom is hij Ik tin helper en beschermer.
De Heer is ons indachtii» «e-weesl: en lui heelt ons ü:eze-eend.
Hij heell hel huis van Israël gezegend; hij heell het huis van Aaron gezegend.
Hij heeft ze allen gezegend, die den Heer vreezen : de kleinen en de grooten.
De Heei' \ ermeerdere zijnen zeyen over u en over uwe kinderen.
Verheerlijkt moet Gij wezen, o Heer, die hemel en aarde gemaakt hebt.
De hernel der hemelen is voor den Heer; maar de aarde heeft
voor zon- en heUigdagen. 765 j»ij aan de kinderen der rnensehen gegeven.
I)e dooden, o Heer, zullen U niet loven, noch allen die onder de aai-de nederdalen.
Maar wij, die In hel leven zijn, loven den Heer: van nu al tot in eeuwigheid.
O
Eere zij den Vader, enz.
KORTK LKS.
Van zondags na Pinksteren tot Septuagesim a.
Verheerlijkl zij God, de Vader van onzen Heer Jesus Christus, de Vader der harniharligheid, en de God van allen troost, die ons vertroost in al onze kwellingen, li. Corinth. I.
God zij gedankt.
JL O FZ A « G.
O groote Schepper van het licht. Die, door uw goddelijk gezigt,
Gaf, dat men 't eerste licht aanzag, 't Beginsel van des werelds dag : Gij spraakt, en met een' wenk terstond Schiept gij den dag en de avondstond. Aanhoor de menschen hier benecn.
Hoor onze beden en geween.
Opdat het gemoed, door schuld gedrukt. Uit t leven niet wordt weggerukt.
Als het niets eeuwigs nog verzint.
En zich aan zonden vaster bindt.
Dat het voor 's hemels poorte stijg. Des levens loon aldaar verkrijg.
Dat wij het kwade mogen vlien.
En eens des hemels vreugde zien •
Dit bid ik, beste Vader, geefquot;,
En Gij, die eeuwig met hem leeft. Ook Gij, Vertrooster, heilige Geest; Die altijd heerschend zijt geweest. Amen,
DE LOFZANG VAN MA KI A.
Mijne ziel verheft inooteliiks den Heer.
En mijn geest verheugt zich int God, mijnen Zaligmaker.
\
voor zon- en heiligdagen. 767
Omdat hij de nederigheid van zijne dienstmaagd heeft aangezien : want zie, van nu af zullen alle geslachten mij gelukkig noemen.
Want hij heeft mij groote dingen gedaan, die magtig is; en heilig is zijn naam.
En zijne barmhartigheid gaaf van geslacht tot geslacht, over degenen die hem vreezen.
Hij heeft de kracht van zijnen arm uitgewerkt; hij heeft de hoog-moedigen in de gedachten hunner harten verstrooid.
Hij heelt de mci^ti^cn van den stoel afgezet, en de nederigen heeft hij verheven.
Hij heeft de hongerigen met goederen vervuld, en de rijken ijdel weggezonden.
Hij heeft Israël, zijnen dienaar, opgenomen; indachtig zijnde zijner barmhartigheid.
Volgens hetgeen hij aan onze voor-
7 fiS De vesper-psalmen vaders had gezegd : aan Abraham en zijne nakomelingen, in alïe eeuwen.
Eere zij den Vader, enz.
Mier volgt-hvt.gehed ran den Zondag.
.in de eerste Vexperen ran de hoilige Apostelen, ook ran een en martelaar, of eene martelares. ran belijders en hissehoppen, worden deze zondagse/ie Psalmen gelezen ; maar in plaats ran den laat sten. (In exilii) wordt gezegd Laudate Dominnm onnes gentes, gelijk hier volgt:
Da rid noodigt alle Heide nen, om God over de roeping tot het geloof te loven.
Alle heidenen looit den Heer: looit hem alle volken.
Want zi jne barmhartigheid is bevestigd over ons; er» de waarheid des Heeren blijft in eeuwigheid.
voor zon- en heiligdagen. 7()9 Eere zij den Vader, enz.
Op den feestdag of in de tweede re-sper en van een of meer martelaren , wordt in plaats van de vijfde psalm de volgende gelexen.
Psalm 115.
/v eene dankzegging over de verlossing en de weldaden van God vergund, ett dient voor eene zie/ die God hedankl, dal hij haar uil den slaal des doods heeft gelrokken.
Ik lieb Cjlodgeloofd, daarom heb ik onbevreesd gesproken; nogtans was ik bedrukt boven mate.
Ik heb gezegd in mijne haastigheid : alle rnensoh is leugenachtig.
Maar wat zal ik den Heer wedergeven, vooral hetgeen hij mij heeft bewezen en mij verlost heeft.
Ik zal den kelk van geduld en zaligheid aannemen, en den naam des Heeren aanroepen.
Ikzal mijne beloften aan den Heer
49
quot;n
770 De vesper-psalmen kwijten, in de tegenwoordigheid van al zijn volk; de dood der heiligen is dierbaar in des Heeren oogen.
O Heer! ik ben uw dienaar; uw dienaar ben ik, en de zoon van uwe dienstmaagd.
Gij hebt mijne banden gebroken; ik zal U offerande opdragen, en den naam des Heeren aanroepen. Ik zal mijne beloften aan den Heer betalen, in de tegenwoordigheid van al zijn volk, in de voorzaal van het huis des Heeren, in het midden van u, Jeruzalem. Eere zij den Vader, enz.
In de tweede vesperen van eenen bisschop, geen martelaar. wordt in plaats van de vijf de psahn, de navolgende gelezen.
coor zou- en heiligdagen. 771 Psalm 131.
Deze pmlm , door Salomon naakt, beschrijft den ijver die David had, om eenen tempel voor God te houwen, ah ook de goede wensehen van Salomon.
iieer! wees David gedachtig, en al zijne zachtmoedigheid.
Hoe hij aan den Heer heeft gezworen, en beloften gedaan aan den God van Jacob.
Te weten, is hel dat ik mijne woning in mijn huis ga nemen : is het dat ik trede op mijn gespreid bed.
Is het (lat ik aan mijne oogen den slaap geve, of sluimering aan mijne oogleden.
Of mijn hoofd tot rnst begeve, tot dat ik voor den Heer eene plaats vinde, en eene woning voor den God van Jakob.
Ziet, wij hebben gehoord dat die plaat* was in Ephrata; wij hebben die gevonden in de velden des wouds.
772 De vesper-psalmen.
üan zullen wij intreden in zijne woningen; wij zullen hem aanbidden in de plaats, waar zijne voeten hebben gestaan.
O Heer! sta op. opdat Gij gaal in uwe rustplaats en de ark uwer heiligmaking
Dat uwe priesters bekleed worden met geregtigheid, en uwe heiligen in vreugde zijn.
Om uwen dienaar David, keer toch iiNV aanschijn niet af van mij, uwen gezalfde.
De Heer heeft Daviddeze waarheid gezworen, en zij zal hem niet ontbreken : want de vrucht uws ligchaams zal ik stellen op uwen troon.
Is het dal uwe zonen mijn verbond onderhouden, en mijne wetten, die ik hun zal lecren.
Dan zullen zij met hunne nakomelingen op uwen troon eeuwig blijven zitten.
Want de Heer heeft Sion verko-
voor zou- etc heiligdagen. 773 ren; hij heeft haar tol zijne woning verkoren.
Die zal zijne rustplaats wezen in alle eeuwen; hier zal ik wonen ,
want ik heb ze verkoren.
Ik zal hare weduwen rijkelijk zegenen; ik zal hare armen met brood verzadigen.
Ik zal hare priesters met zaligheid bekleeden; en hare heiligen zullen met vreugde opspringen.
Daar zal ik den hoorn van David doen voortkomen; ik heb voor David, mijnen gezalfde, eene lamp bereid. ' ' ?
Zijne vijanden zal ik met schaamte bedekken; maar over hem zal mijne heiligheid uitschijnen.
Eere zij den Vader, enz.
Psalmen der tweede veH/jeren can, de heilige Apostelen.
Psalm 109. De Heer heeft, enz.
hladz. 755.
774 De vesper-pmlnten
Psalm J12. Kinderen, looft den Heer, enz. hladz. 760. cc
Psalm 115. Ik heb geloofd, eiiz. m hladz. 7()lt;J.
Psalm 125. Wi
y.v eene dankzegging van de Joden, die de wedergekeerd waren uit de gevange- .jjj nissen van Bahijlonie; en ook van eene hekeerde :iel. biddende voor de hekee-ring van ar,deren.
Als de Heer de gevangenen van Sion deed wederkeeren, waren wij als verkwikte mensehen.
Toen werd onze mond met blijdschap vervuld, en onze tong met blijde gezangen.
Toen zeiden zij onder de heidenen : de Heer heeft met dit volk er groote dingen gedaan. jn
Wel heeft de Heer groote dingen met ons gedaan ; en wij zijn verblijd st geworden. m
voor zon- en heiligdagen. 775 Heer! keer onze gevangenis, gelijk cene waterbeek in het zuiden.
Die met tranen zaaijen, zullen met blijdschap maaijen.
Zij gingen al weenende heen, wanneer zij hun zaad zaaiden.
Maar zij zullen met vreugde wederkomen, als zij hunne schoven •inbrengen.
o
Eere zij den Vader, enz.
Psalm 138.
David beschrijfl Gods voorzienigheid, hoe wonderlijk zij ons van jongs af bestuur l , alles ivetende. en overal tegenwoordig zijnde: dal Gods vrienden bij hein aandachtig zijn : de zondaars haat en smart verdienen.
Heer ! Gij liebt mij doorgrond en gekend; Gij kent mijn zittenen mijn opstaan.
Gij hebt mijne gedachten verstaan van verre; mijne paden en mijnen handel speurt Gij na.
776 De vesper-psalmen
Gij hebt al mijne wegen en voornemens te voren gezien, al is het dat ik ze niet sprak.
O Heer! Gij weet alle verledeneen toekomende dingen. Gijhebf mij gemaakt, en uwe hand op mij gelegd tmi mij te scheppen en te bewaren.
Uwe kennis is mij wonderlijk geworden en gaat mijn verstand te boven; zij is verheven, en ik kan ze niet achterlaten.
Waar zal ik gaan voor uwen geest ? waar zal ik uw7 vertoornd aangezigt kunnen ontvlugten '?
Is het dat ik in den hemel klim-nie. Gij zijtdaar; is het dat ik ter hel dale. Gij zijtdaar tegenwoordig.
Al nam ik vleugelen aan met den dageraad, en ging wonen op het uiterste der zee.
Zoo zoude uwe hand mij daar ook henen leiden : en uwe refter-hand zoude mij vast houden als gevangene.
coor zun- en heiligdagen. Ill
En ik heb gezegd : de duisternis zal misschien mij dekken voor uwe oogen; maar de nacht zelf zal mij een licht zijn in mijne genoe-gens.
Want de duisternis zal voor ü niet duister zijn; de nacht wordt verlicht en is helder coor U : de duisternis van den nacht en het licht van den dag zijn één bij U.
Gij beziet het binnenste van mijne nieren; Gij hebt mij opgenomen van uit mijn moeders ligchaam.
Ik zal ü loven, omdat Gij op eene wonderbare wijze zijt verheerlijkt; uwe werken zijn wonderbaar, en mijne ziel bekent die zeerwel.
Mijn gebeente was voor ü niet verborgen, hetwelk Gij in het heimelijk hebt gemaakt; tezamen met mijn wezen, in de onderste deelen der aarde.
Uwe oogen zagen mij, als ik nog een onvolmaakt wezen was; alle
/78 De vesper-pmhncn meiischen slaan in uw boek geschreven; eiken dag znllen zij h u [ine gedaante!)ekomen, niemand uitgenomen.
0 God! hoezeer zijn uwe vrienden hij mij in waarde: hunne heerlijkheid is boven mate verheven.
Wil ik ze tellen, zij zullen het zand in getal te boven gaan ; word ik wakker, zoo ben ik nog bij U.
O God! Gij zult de zondaars niet dooden: wijkt al van mij, gij bloedgierige mensehen.
Want Gij zijt binnen u zeiven : te vergeefs zullen zij uwe steden innemen.
O Heer! en haat ik niet degenen die U haten: en was ik niet^ebelsd
op uwe vijanden ?
Ik haal ze met eene volkomenen haat; en zij zijn mijne vijanden geworden.
Doorgrond mij, o God, en door-
r
|
L
tea
voor zon- en heiligdagen. 779 zie mijn hart; beproef mij, eu let op mijne wegen.
En zie ol' er een weg van boosheid in mij is; en geleid mij op deü weg der zaligheid.
Eere zij den Vader, enz.
KORTE LES.
Broeders! gij zijl nu geene gasten en vreemdelingen, maar gij zijt bursers der heiligen, en huisffenoo-
O O 7 O
ten van God, gebouwd op der Apostelen en Profeten irnjndslaa:, waar-
o o ■
van Jesus Christus de opperste hoeksteen is. Ephe*. cap. '2. w. God zij gedankt.
L O F Z A i\ G.
Gauscli de wereld zij in vreugde,
Gausch de hemel zingt de deugden, De aarde, sterren, 't hemelsch hof,
Meiden der Apostelen lof.
Gij zijt regters, 's werelds lichten, Die kwaamt Christus' Kerke stichten. Wij bidden dan eerbiediglijk,
Trekt ons uit der zonden slijk.
Gij die 's hemels poort en streken,
Sluit en opent door mv spreken;
Maakt ons arme zondaars vrij,
Plaatst ons in der eng'len rij.
Lijden, ziekte, kwaal en pijnen.
Kunt gij spoedig doen verdwijnen;
Heelt ons zwak en ziek gemoed,
En onze deugden groeijen doet.
Maakt dat als Christus, de Heere,
Pot het oordeel weêr zal keeren,
Hij ons roepe te gelijk.
Tot zijn hemelsch koningrijk.
Lof en eer aan God den Vader,
Lof aan God den Zoon te gader,
Ook aan U, God heilige Geest,
Zij de eer in 's hemels feest.
v. Tot alle aarde is hun geklank uitgegaan. k. En hunne woorden tot het einde der aarde.
Hierna volgt de Antiphone en Magnificat, [zie hladz. 706.) en het gebed can de heilige Kerk.
--
DE VESPERS
OP DE
FEESTDAGEN VAN DE HEILIGE MAAGD MAHIA
IMota. Dezf psalmen worden nok in de eerste en tweede vesper en van eene maaqd en eene weduwe qelezen.
Psalm 109. I
I \
De lieer, Vader, heelt gezegd lol mijnen Heer. Christus: zil aan mijne reglerzijde.
Tol dal ik uwe vijanden stel ie lot eene voelbank uwer voelen.
De Heer God zal den sehepler uwer magi, o Cht istus. uilSion doen komen : neem de heersehappij in het midden uwer vijanden.
Uwe heerschappij zal men kennen in den dag van uwe kracht, in den luister van uwe heiligen: ik. Vader, heb U vóór den dageraad uit mi jnen school voortgebragt.
7812 [Je vesper-psalmen op de . God,dt Heer heelt het gezworen, en het zaJ hem niet berouwen: Gij. Christus, zijt de eeuwige Priester, naar de wijze van Melehisedeeh.
De Heer, Christus, is, o Vader, aan uwe regterzijde; hij heeft de koningen verpletterd in den dag zijner gramschap.
Hij zal regt doen over de heidenen; hij zal eene volle vernieling te weeg brengen : hij zal de hoofden van velen op de aarde verpletteren.
Hij ziil op den weg zijns levens drinken uit de beek des lijden*, daarom zal hij zijn hoofd verhellen.
Eere zij den Vader, enz.
Psalm 112.
Looit gij, kinderen, den Heer: looft den naam des Heeren.
Be naam des Heeren zij geprezen: van nu al tot in eeuwigheid.
Van den opgang der zon tot den
1
feestdagen der heilige Maagd. 785 ondergang, is de naam des Heeren lofwaardig.
De Heer is verheven boven alle volken; en zijne eer boven de hemelen.
Wie is er gelijk aan den Heer, die inde hoogste woont, en noqtans die hetgeen nederig is aanziet, in den hemel en op de aarde?
Die den behoeftigen opheft van de aarde, en den armen uit den druk verheft.
Om hem te doen zitten met de vorsten, met de vorsten van zijn volk.
Hij doet de onvruchtbare vrouw wonen in een groot huisgezin, en haar eene blijde moeder wezen van Vele kinderen.
Eere zij den Vader, enz.
ji
784 De venper-psalmen op (Je Psalm 121.
Dn gevangene Joden in Bahylonie verheugen zich over de qoede tijdingen van hunne verlossinq. Zij vienschen den welstand van Jeruzalem te zien Hetzelfde mensehen alle qoede zielen aan de heilige Kerk.
Ik ben verblijd over hetgeen mij gezegd is : wij zullen gaan in het huis fles lieeren.
Onze voeten waren staande in uwe voorzalen, o Jeruzalem.
Jeruzalem, die gebouwd is als cene stad, wier deelen wel te za-men gevoegd zijn.
Want derwaarts trekken de stammen op, de stammen des Heeren; volgens het bevel gegeven aan Israel. om den naam des lieeren te loven.
Want daar is het, dat de regter-stoelen gesteld zijn; de regterstoe-len over het huis van David.
Bid om den vrede van Jeruzalem: overvloedigheid zij over degenen die u beminnen.
/ eextdaqen der heilige Maagd. 785
De vrede zij in uwe vestingen , en overvloedigheid in uwe torens en hooge gehomcen.
Om den w il van mijne broeders en mijne vrienden, wenseh ik aan it den vrede.
Om den wil van het huis des Heeren. onzen (iod . hei» ik uw welvaren betracht.
Eere zij den Naciei', (Miz.
Psalm l^C).
Dat alle pogingen des ?nenschen ijdel zijn, ah (iod dezelve niet zegent.
Tenzij dat de Heer hel huis opbouw e : te vergeefs arbeiden zij, die er aan bouwen.
Tenzij dat de Heer de stad beware: te vergeefs waakt hij die ze bewaart.
Het is te vergeefs dat gij voor liet lieht opstaat: sta op . nadat gij ge-
50
78(gt; üe vesper-psalmen op de zeten zijt, die daar eet liet brood der droefheid.
Als hij aai» zijne beminden de rust zal gegeven hebben, zuilen zij tot erfenis en loon van den Heer kinderen bekomen, die de vrueh-ten des ligehaams zijn.
De kinderen der verdrukten, zijn als de pijlen iu de hand vau eenen sterken held.
Zalig is de man, die zijnen wenseh van zulke kinderen vol heelt; hij zal niet beschaamd staan , als hij met zijne vijanden zal spreken in de poort van de stad.
Eere zij den Vader, enz.
Psalm 147.
Dit is dt Lofzang, al* Jeruzalem en deszelfs omstreken in vrede waren; welke dad de (ifbeeldinf/ is van dt heilige Kegt;'k, opgebouwd door de oerkondiging der Apostelen-Het is eene volmaakte liefde, dit op de narde den hemel bemint.
r
L
feestdayen der heilige Maagd. 7H7 Jeruzalem , loof den Heer : loof Sion uwen God.
Wanl hij heeft de sloten van uwe poorten vast gemaakt; hij heelt uwe kinderen binnen n gezegend.
üij heelt uwe landpalen in vrede gesteld; en hij verzadigt n met de bloem der tarwe.
Hij zendt zijn hevel over de aarde; zijn woord loopl met alle snelheid.
Hij doet de sneeuw als vlokken vallen; hij strooit den nevel als a seh.
Hij/endt zijnen hagel al als kleine hrijzelingen ; wie zal voor het aangezigt van zijne koude kunnen bestaan ?
quot;ij zendt zijn woord al , en doet dat smelten ; hij doet zijnen wind waaijen, en de wateren vloeijen.
Hij heeft zijn woord aan Jacob cw. zijne nakomelingen bekendgemaakt; zijne geregtigheden en oordeelen aan Israël.
ood
i (ie
ti zij
leer leh-
zijn nen
isch
hij
i in
■zelfs d de 'ypijt-'elen. V de
Zoo lier Cl hij nicl met alle volkeren gedaan, en zijne bevelen aan hun niet bekend gemaakt.
Eere zij den Vader. enz.
• KOU T É i.KS.
Van hel begin en voor alle eeuwen ben ik geschapen; en ik zal tot de toekomende eeuwen niet bezwijken ; in de iieilige woning heb ik voor hem ufediend.
O
ii. (iod zij gedankt.
. Ive Moris S/e/lquot;
O zeester, wees gegroet,
Gods Moeder , inaagd gebleven !
O deur van liet eeuwig leven,
O '
Wij vallen u te voet.
Geef ons den vreê te zaam', Ontvangend' 's engels groeten ;
Wil onzen druk verzoeten ,
Veranderen Eva's naam.
Ontbind dor zonden band ,
En geef het licht den blinden;
Doe ons het goede vinden,
Weer 't kwaad van alle kant.
Toon, dat gij moeder zijt;
'tm
feestdagen der heilige Maagd. 789
Doe Hem ons bidden hooien,
Die, om ons , u geboren.
Uw Kind werd, in den tijd.
Maak ons bevrijd van schuld:
Zend ons, o maagden-wonder, Zachtmoedig m 't bijzonder , De kuischheid en t gednld.
Leer ons het pad der deugd ;
Opdat, naar ons betrouwen ,
Wij .fesus eens aanschouwen,
Met u, in de eenv'ge vreugd.
Lof zij den Vader, Zoon,
Kn heilige Geest; 't drieeenig Wezen Zij steeds geëerd, geprezen,
Geloofd op 's hemels troon.
Waarna volgt de A/di/dmon . de Magnificat. htadz. 7()(gt;, en het gebed. hetgeen niet altijd hetzelfde is, op de feestdagen ran de heilige Maagd. Doch, het geln n ihvlijhste gebed . hetgeen de Ar/7.' leest door geheel het jaar, is het eolgende.
(iebed ran de heilige Kerk.
Verleen ons, Heer, bidden wij ij,dat wij. tiwedienaren.eenealtijH-
790 De vesper-p.salmen. flurende welvaart naar ziel t'ii !iü{-chaam genieten, en door de roemwaardige voorspraak der zalige Maria, altijd maagd, van de tegenwoordige droefheid verlost mogen worden, en de eeuwige vreugde verwerven. Door Jesus Christus onzen Heer. die met C en den heiligen Geest leel't en heerscht. in alle eeuwen der eeuwen, r. Amen.
n
G
g'
t(
tlt; h
e li Z
v e
ZEVEN OEFENINGEN
OM nr.N TIJD WEI, TOE TE BRENGEN TOT NUT ON/.KR ZIBI.,
I. Zoon! zegt de heilige Geest, be-waar den tijd. Ecel. i. Uaaroni tracht nooit ledig te zi j n; doe altijd iets. zegt de he 11 ige Kiei'on v inus, opdat de dui-vel h nooit ledi/j rinde. Ais (jijden dag n ntticfUJh zulthehhen toegehragt. zegt de godvruchtige Tiioinas a kcmpis, zvlt gij de* avond* altijd tdij de zijn.
II. Doe uwe werken met eene uocde meenini» oll'er dezelve aan God op, en sincck hem cr eenen goeden nitsiai; aan te vcrleencn, tot zijne eer en glorie.
lil. (Xl'er dikwijls nwc gedachten. woorden en werken aan den hemelschcn Vader op, in ver-eeniging met de verdiensten, het lijden cn den dood van zijnen Zoon, onzen Heer Jesus Christus : voor u zeiven, voor de zondaren, en voor de zielen in het vagevuur.
7 012 Zeven oefeningen
l\ . Voed uwe ziel niet quot;oede ue-
» Of?
dachten; verhef uw hart van tijd tot tijd lot (iod, door korte schietgebeden; hond u altijd iu zijne te-«enwoordighcid. I)i( was de heilige oefening van den koninkli jken Proleet ; ik zag. zegt hij, den Heer lt;il-tijd coor mijne oogen. Psalm 15.
N. Nliigt. zoo veel n mogelijk is. aile ijdele en onnoodige hezoe-kingen en redevoeringen. Wees altijd Ix'/orgd nwe redevoeringen Ie \ ersicrcn , mei iets dal ten goede strekke voor uwe ziel. of tot stichting van uwe naasten.
VI. Denk dikwijls op de eeuwigheid; hoede heiligen zich verhengen over hel goede gebruik van hunnen tijd; hoe de zielen inliet vagevuur en de verdoemden in de hel het verlies en misbruik van hunnen tijd bevveenen.
Vli. Kegel des morgens alle bezigheden van den dag; onderzoek des
tot nut onzer ziei. 79S avonds hoe gij den dag liebl door-gebragt : vraag aan God vergifï'enis over den tijd welken gij verkwist hebt, t'ii genade om denzelven voortaan !)eter te gebruiken; hiertoe kan dienen het volgende
lt;» K K K I).
o tiod! doe ons /ion hoe kostelijk de tijd is: doe ons denzelven zoo hoogaehlen, dat w ij dien nooit onnuttiglijk verkwisten. Doe ons meer beklagen hel verlies van den tijd . dan eenig ander tijdelijk verlies. Ik beken dal (ïij mij den tijd genadiglijk verleent, om mijne zaligheid te bewerken, en ik vraag ver-güienis van al lt;len tijd. welken ik on n n ttig ver kwi st l ie b; gee I'm ij door uwe genade, dat ik denzei ven voortaan beter gebruike, dal ik veel aan V denke, gaarne van U spreke, en zooleve inden tijd .datik inüendoor l1 moge leven in eeuwigheid Amen.
VAN HETGEEN IN DIT GEREDENROEK HEGKEPEN IS.
Voornaamste punten des geloofs.....5
Gebeden onder de heilige Misse.....28
De zeven Boet-psaimen........63
Litanie van alle Heiligen.......80
Korte voorbereiding tot de Biecht . . . . 93 Opwekking tot een opregt berouw . . . .105
Oefening van de drie goddelijke deugden. . 108 Het zekerste middel tegen de zonden bestaat
in de oefening der vier uitersten. . . .112 Voorbereiding en gebeden voor de heilige
Oefeningen en gebeden na de heilige Communie. 143
Litanie van de allerheiligste Drievuldigheid. 168
De Lofzang : Tc I)ev,m Laudamvs . . . . 174
Litanie van den heiligen Geest.....177
Lofzang tot den heiligen Geest : Veni Creator
Spiritus............1,84
Litanie van den zoeten JSaaio Jesus . . . 185 Lofzang op den zoeten Naam Jesus. . . .189
Litanie van de heilige Engelen.....192
Litanie van den heiligen Engel-bewaarder. . 197
Bijmgebed tot den heiligen Engel-bewaarder . 204 lielijdenis van den heiligen Carol us Borro-
BLADWIJ/BR.
Litanie vau hel heilige Sakrament .... 214 Groetenis tot het heilige Sakrament .219
Geber) tot het allerheiligste Sakrament, van
den heiüsjen Thomas van Aquinen . . ,221 Aandachtig gebed tot het heilig Hart van Jesus 224 Litanie van het lijden van Christus .... ■22f, Lofzang ter eere en tot gedachtenis van het
bitter lijden onzes fleeren Jesus Christus. 231 Litanie tot de heilige maagd Maria ....
Gebed tot de heilige maagd Maria. . . .240 Gebed van den heiligen vader Chrysostoinus,
tot de heilige maagd Maria . . - . .242 Gebed van den heiligen Bernardus, tot de
heilige maagd Maria........244
Gebed in den nood, tot de heilige maagd Maria. 24fi Gebed tot de heilige maagd Maria, koningin
Korte getijden van de zeven Weeën : Stahal
Onderrigting omtrent den Rozenkrans, manier
om denzelven te lezen.......2H3
Manier om godvruchtiglijk den Rozenkrans te
bidden van den allerheiligsten Naam Jesus. 289 Van den heiligen Kruisweg . . . . . .318
Pe veertien Statiën. .........'31C
Gebeden op het lijden en sterven van onzen
Heer Jesus Christus........Ö39
Manier om den ganschen dag al zijne werken met het lijden onzes Heeren Jesus Christus
Vijftien gebeden van de heilige Hrigitta . 858 Uur van zaligheid en barmhartigheid . . . 871 , Onze \ ader, ter eere van het heilige Hart
van onzen Heer Jesus Christus .... 3»7 Litanie van den H. Josel....... 8ö(i
BLADWIJZER
Litanie van den H. 8rephanus.....SPS
Litanie van den H. V\ illebrordus .... 406
Litanie van den H. Dcminicus.....411
Litanie van den H. Franciscus van Assisië . 430
Litanie van den H. Ignatius......425
Litanie vau de H. Barbara......432
Kleine getijden van den H. Antonius van
Litanie van den H. Antonius van Padua. . 449 Negen vrome gebeden tot den H. Antonius
Dingsdags lof van den 11. Antonius van Padua. 461
Litanie van de H. Theresia......467
Bemerkingeu op de zeven woorden van den
Heer Jesus Christus aan het kruis . . .477 Litanie van den H. Joannes Nepomucenus . 486 Gebeden tot den H. Joannes Nepoinucenus-. 493 Gebeden tot verscheidene Heiligen. . . . 497 Litanie van de goddelijke Voorzienigheid. . 500 Godvruchtig gebed van prins Eugenius . . 503
Dagelijksch gebed tot God......509
Litanie tot de heilige Drie-koningen . . .519 Veruienwing van de heiligmaking des doopsels. 524
De godzalige huiszesen........r-'0'
Gebeden om eenen zaligen dood te verwerve,a-Uiterste wil van eenen Christen . _ • .518
Smeekgebed tot den heiligen Roclius . • ■ Gebed en litanie om eenen zalisen dno^
Aanspraak van Christus...... .577
Testament van eenen ( hristen. . . ■
Verzoek om de zeven gaven des Kcjlagen Gees-
tes, met eenige krachtige gebeden . . . 583 Verzoek om genade, om ee n zalig beroep te verkiezen, tot God den 'leiligen Geest. . 594
598
BLADWJJZEE,.
(ieted voor alle jonguiaiis eu jolige dochters,
om eene zalige verkiezing......
Gebed tot de allerheiligste Onevuldigheid, en eene Novene om negen dagen te lezen ,, tot het verkiezen van een beroep Gebed om de goddelijke liefde te verkrijgen , Gebed tot de allerheiligste maagd Maria, om eenen zaligen staat te verkiezen .... Gebeden opzigtens het heilig Sakrament des
huwelijks...........
Gebed van den bruidegom, zoo voor hem
zeiven als voor zijne bruid......
Gebed van de bruid, zoo voor haar zelve
als voor haren bruidegom......
Gebed voor eene bevruchte vrouw .... Gebed, hetwelk de ouders zullen lezen , wanneer hun kind gedoopt is .
Gebed van-eene moeder, die haren kerkgang doet. Gebed voor de ouders, om hunne kinderen
in een christelijk leven op te brengen . Gebed voor eene weduwe . . .
Gebed voor maagden, om genade in hunnen
staat te verkrijgen........
gebeden voor de zieken.....
Korte ziekf.
verheffing des gemoeds, tot troost der
Gebeden a,;e mgi, voor ,|en zieken zai ieiieu _
.Litanie voc r jg stervenden......
Bij het ste^yen f]er kmuk^ii......
Gebeden onl!tier (je heilige Misse, voor de zielen
der gelqiovige overledenen......
f
59!» 601
60-1
604
610
612 614.'
616
617
618 620
622 625.
628 631 •636 639
6 i'0
66(gt;
Litanie vooi- Jf. geloovige zielen in het vage
Gebeden voor lt;mze afgestorvene' vienden weldoeners ...
vuur
en
671
XTfcx rp (h qo fih'ÖÖ fjü qo rA Qp^ rtöp fa op-B pp.^on /^'cto^ ^9