SPECIMEiy HISTOIUCO-JURIDICUM IMUGURALE
»c
PEREGRINIS RECEPTIS ET CIVITATE DONATIS
IN PATRIA NOSTRA
VSQUE AD ANNUM MDCCXCV.
-ocr page 2-MM
-ocr page 3-SPECIMEN IIISTORICO-JURIDICUM INAUGUEALE
DE
fEUEGRINIS RECEPTIS ET CIVITATE DONATIS
IN PATRIA NOSTRA
USQUB AD ANNUM MDCCXCV,
qnoii,
ANNUENTE SUMMO NUMINE,
EX AUCTORITATE RECTORIS IM.tCIKIFiCI
!Ma«li. Mng. PIHI. i«(«t. Med. Doct. et Prof, Oril.,
nlc no.x
AMPLissiKr SENATUS ACADEMICI concensu
BT
aoBiLissiMA« FACULTATIS JURIDICAE d^creto,
POO «RAOV IIOCTlt;»nATUii,
SUHUISQUE IN
JURE ROMANO ET IIODIERNO llONORIBUS AC PRIVILEGIIS
IN ACADEMIA RIIENO-TRAJECTINA
niTE ET LEGITIME COSSEQUENDIS ,
PUBLICO ET SOLEMNl EXAMINI SUBMtTTlT
STEPUAJJUS JOANNES VAN GEUIYS,
Illicuo-TrHjactliiui.
a. u. XVni m. junii anni mdcccliii, hoba 1.
schooniioviae,
ai'uj) S. E. van NOOTEX.
mocccxiil.
'JA'.
nv
, .. ; M
-ocr page 5-MATRI CARISSIMiE
PIAEQÜE MEMORIAE OPTIMI PATRIS
NEC KON
VIRO AMPLISSIMO
lIE]VRICO TUEODORO IIOIJER,
Trlbuuall* UrUlluuiiU Prneildl, Avuuculu Aciluuiullmiluiu, Rocero Futuro .
HASCE STUDIORUM PIUMITIAS
D. D. D.
A U C T U il.
■ 'Inbsp;•
. • ......nbsp;I
. gt; ^ Î il »n gt;011
- - : •» t.»»t l i
iflfel
-ocr page 7-PROEVE EENER GESCHIEDENIS
VA» DE
TOELATING EN VESTIGING
VAN
tot het jaar 1795.
EENE PROEVE
TOT VEKKHIJOING VAN DEN GllAAD
TAS
uuCTon iiv »c: REQTKIV
AAN DE
UTnKCIITaCIIK IIOOUESCIlUOI. ,
DOOR
SCHOONHOVEN,
s. E. VAN NOOTEN.
1853.
nu- cst-cc qu- un itrongcr? Le Grec orgueilleux vous dira, c'est un barl.a.e; le
Romain conquérant, c'est un ennemi; le Chrétien seul, c'est un frère.
C. A. S\TEY, Les étrangers en France
sous l'ancien et le nouveau droit, pag. 2.
De Commissie tot herziening der grondioet stelde in 1815
voor daarin het beginsel op te nemen, dat ^^het gastvrije
Nederland bij voortduring bescherming en hulp zoude verkenen
aan allen, die door deszelfa zachte wetten en vaderlijke rege-
ring gelokt zich in hetzelve wilden nederzetten!' Hieraan werd
gevolg gegeven, en zoo lezen wij in art. 4 der grondwet van
dat jaar: „allen die zich op het grondgebied van het rijk
bevinden, hetzij ingezetenen of vreemdelingen, hebben gelijke
aanspraak op bescherming van persoon en goederen.quot; Be
algemeenheid der uitdrukking deed echter zioarigheden ontstaan,
daar men beweerde, dat naar luid van gemeld artikel het ver-
blijf niet mogt worden ontzegd aan vreemdelingen hier te lande
toegelaten, welke men daarna gevaarlijk achtte voor de rust
van den staat. Ten einde deze en andere moeijelijkheden voor
het vervolg te ontgaan wilde men hij het voorstel van herziening
van 9 Dec. 1844 aan den wetgever de bevoegdheid toekennen om
in buitengewone gevallen de werking van den gestelden regel te
schorsen en in het algemeen onder zekere voorwaarden de uit-
levering van vreemde misdadigers te vergunnen. Deze poging
hleef toen evenwel zonder geoolg, eerst in 1848 werd in de grond-
wet de bepaling ingelascht: „ de icet regelt de toelating en de uit-
zetting van vreemdelingen en de algemeene voorwaarden , op
welke ten aanzien van hunne uitlevering verdragen met vreemde
mogendheden kunnen worden gesloten.quot; Ter voldoening aan dit
voorschrift en tevens ter bevestiging van het grondwettig beginsel
heeft de wet van 13 Aug. 1849 aan alle vreemdelingen, die
voldoende middelen van bestaan hebben of door werkzaamheid
kunnen verkrijgen, vrijen toegang in het rijk verleend, alwaar
hun regtstoestand naar alkzins milde beginselen geregeld is.
Wel sluit de grondwet hen van landsambten uit, doch geeft
tevens aan den wetgever de bevoegdheid op dat verbod uitzonde-
ringen te maken, en zoodanige wet is in der daad onlangs
(18 Febr.) voorgedragen en zal, naar wij hopen, weldra tot
stand komen; in allen gevalle belemmert de genoemde uitsluiting
den vreemdeling weinig , daar de weg om geheel mst Nederlan-
ders te worden gelijk gesteld hem bij de wet van 28 JuUj 1850
zeer gemakkelijk is gemaakt.
Te onderzoeken, hoedanig de beginselen onzer voorouders wa-
ren omtrent de punten hij deze beide wetten geregeld, en hoe
ver zich hunne zoo zeer geprezene gastvrijheid uitstrekte, scheen
mij toe geen onbelangrijk onderwerp te zijn voor een proefschrift,
icaarop ik bij het einde mijner studiën aan de Iloogeschool den
graad van doctor in de regten konde verkrijgen. Ik koos daartoe
het gebruik der Nederlandsche taal, eensdeels wegens het min
eigenaardige om een onderwerp uit het vaderlandsch regt in eene
vreemde taal te behandelen, anderdeels dewijl bijna al de door
mij geraadpleegde bronnen in de landtaal geschreven zijn, en dlt;!
poging om die in dragelijk Latijn over te brengen de duidelijk-
V O O 11B E RIG T.
heid der voordragt niet zoude hehhen bevorderd, en ik had het
genoegen, op mijn verzoek daartoe van Curatoren der Utrechtsche
lloogeschool een gunstig antwoord tc ontvangen.
Ik moest mijn onderzoek bepalen tot de Grafelijke Regering
en de Republiek der Vereenigde Nederlanden; door het verder
uit te breiden zoude ik den omvang van eene Academische ver-
handeling verre hebben overschreden , en daarbij leverde de om-
xoenteling van 1795 een geschikt rustpunt op, dewijl toch ten
gevolge van deze in de begrippen van vreemdeling en burgerschap
eene aanmerkelijke wijziging ontstond, welke het daaraan voor-
afgaande tijdperk, voor mijn onderwerp althans, tot een af-
gesloten geheel vormde.
Bij de behandeling stelde ik mij tot regel den vreemdeling
op den voet te volgen, van het oogenblik dat hij op den vader-
landschen grond gekomen was totdat hij onder het getal der
inlanders werd opgenomen en met deze als het ware te zamen
imolt. Van daar splitste ik elk Hoofdstuk in drie Af deelingen
en beschouwde in de eerste den vreemdeling voor dat hij eenige
regten van burger- of inboorling schap had verkregen, in de
tweede de wijze waarop die opname geschiedde en in de derde
de regten door zoodanige inlijving verworven. Deze verdeeVmg
^as oorzaak dat ik nu en dan zaken aanroerde niet uitsluitend
op vreemdelingen betrekking hebbende, doch welke ik meende om
volledigheids wille niet achterwege te mogen laten.
Aleer dan iemand ben ik van het gebrekkige van mijnen arbeid
overtuigd en gevoel ik behoefte aan eene toegevende beoordeeling;
*nen merke deze verhandeling niet aan als een wetenschappelijk
^erkvan eenen regtsgeleerde, maar als eene Academische proeve,
gt;.»lt;eer bestemdquot;, gelijk de Iloogleeraar van hall 1) het uit-
1) Ned. Jaarb. voor lleglsgcIccrUlicid cii Wetgeving. Xli. bl. 217.
xi
drukt, „om van wel besteden studietijd bewijs ie geven dan om
wetenschap of praktijk van nut te zijnquot;
Aan het einde van mijnen arbeid gekomen, vervul ik eenen
aangenamen pligt, door mijnen opregten dank te betuigen aan
mijnen hooggeachten Promotor, den z/oo^r/eemar vueede , dien
ik steeds bereid vond, mij bij het bewerken dezer proeve met de
meeste welwillendheid voor te lichten en waar ik dwaalde teregt
te wijzen.
nederland onder de regering van graven en andere vorsten.
EERSTE AFDEELING.
TOESTAKD DEIt vnEE.nOEI.(XaE^.
Bladz.
§ 1. Begrip van vreemdeling. Toelating van vreem-
delingen hier te lande.
Begrip......................1.
Oude tijden..........................1.
Ontstaan der steden....................6.
Utrecht............................9.
Braband enz............ •nbsp;23.
........................23.
-ocr page 14-Handelingen. . . .
Regtspleging. . . .
Vreemdeling eischer.
Termijn.
Misdrijven
Getuigen.
Regtsgedingen tusschen vreemdelingen.
Vreemdeling gedaagde......
Gedomicilieerde vreemdelingen.
Niet gedomicilieerde vreemdelingen.
Arrest. ..........
Borgtogt;.........
Termijn..........
Regter...........
Regter in strafzaken......
§ 3.
81-
89.
90.
97.
98'
99.
Straf.............
Alleen voor eigen schuld of misdrijf aansprakelijk
Bevoegdheid van veebmdelingen tot het uitoef®
nen van beuoepen en het aanvaarden van bed^
ningen en ambten,
a. Beroepen............
l. Bedieningen...........
c. Ambten............
INHOUD.
Regtstobstand deb vkeemdblikgbn.
a. Staat der personen.....
l. Eigendom........
c.
cl.
e.
xiv
Bladï.
40.
41.
43.
49.
55.
50.
56.
59.
61.
64.
63.
69.
69.
71-
1%
73.
75.
77.
78.
79.
79.
§ a.
Erfopvolging. . .
Regt van exuwe.
vreemdelingen.
tegen
TWEEDE AilDEELING.
_gCll
VEBKRIJGIBiG VAX DE REfiTEm VAN BUROER- E!S rïBOOBÏ'ï''
. lOl'
§ 1. Veiieischten tot het burgerschap. . . . ■ '
§ 2. Wijze waarop het burgerschap verkregennbsp;jo7'
Huwelijk........... • ' ll^'
Schenkiiie.......
-ocr page 15-INHOUD.nbsp;^^
^ Pligten deu Bürgers.
ÏT^^^onmg.................
Lasten en diensten........ ' jgQ*
Andere pligten.....^33;
-Naturalisatie.........
DEEDE AFDEELING.
„ET BUnoER. E^nbsp;VERBOI.DEW.
Regtex door het burgerschap verkregen.
quot; Vrijheid van lijfeigenschap
Tolvrijheid.
Holland. .
Zeeland. .
Braband. .
Gelderland.
Utrecht. .
Overijssel.
Vriesland,
Vreemdelingen
Voorwaarden.
Geregtelijke privilegiën
Kampen.....
Privilegium de non evocando.
Arrest.......
Confiscatie.......
Anderé privilegiën.....
roegere misdrijven.
van beroe
ènbsp;tot het uitoefenen
üÈe^^^oembaarheid tot ambten.
door de naturalisatie verkregen.
h.
. 127.
. 128.
. 129.
, 130.
135.
137.
137.
139.
140.
140.
141.
142.
144.
144.
148.
153.
157.
162.
162.
163.
164.
169,
a.
b.
EEPUBLIEK DER VEUEENIGDE NEDERLANDEN.
glad
llh
if.'
Iii-
lïö.
181-
J90-
191'
T.92-
193-
206'
206-
EEESTE AEDEELING.
toestand der VHEEMDEU!V«E«.
§ 1. Begrip van vreemdeling. Toelating van vreeïï-
delingen hier te lande.
Betrekking tusschen de onderzaten der
Yreemdelingen uit andere landen afkomstig
Min gunstige beliandeling.....•
Gunstige behandeling........
Handelsverkeer. Engeland.....•
Uuitschland. . • •
Zweden en Denemarken
Portugal.....
Napels en Sicilië. •
Turkije.....• ' fe
Wetenschappelijk verkeer. Uitheemsche i
Strandregt.........
Jezuïten en geestelijke orden. • • ' ^
Joden..........
§ 2. Regtstoestand der vreemdelingen.nbsp;^ _
a. Staat der personen.
-ocr page 17-INHOUD.nbsp;XVII
Bladz.
l. Eigendom...............212.
c.nbsp;Erfopvolging..............213.
Droit d'aubaine.............214,
Eegt van exuwe.............217.
Eegt van successie............220.
Vrije erfopvolging............220.
d.nbsp;Handelingen..............222
e.nbsp;Eegtspleging..............224.
Vreemdeling eischer.....................224.
Borgtogt................................225.
Termijn................................226.
Misdrijven tegen vreemdelingen..............228.
Getnigen................................228.
Eegtsgedingen tusschen vreemdelingen. . . .nbsp;228.
Vreemdeling gedaagde..........231.
Gedomicilieerde vreemdelingen.......231.
Niet gedomicilieerde vreemdelingen............232.
^^^est................................232.
^orgtogt................................234.
Termijn................................235.
Vrijdom van arrest........................286.
Boedelafstand..........................238.
^^^jaring..............................238.
Strafzaken..............................238.
EVoegbheID van VEEEMDELINGEN tot het riTOEFE-
J-nbsp;beboepen en het aanvaakden van eedie-
^ '^EN, AMBTEN EN WAARDIGHEBEN.
è' l^'^^V^ri...............241.
e.' ^'^^'eningen............................252.
^mbten en waardigheden..................258.
^tedelijke ambten........................258.
j^andsambten................26o'
................26i:
...............261.
...............261.
...............261.
................................262.
y ^^S«^^..............................262.
......................263.
-ocr page 18-
INHOUD. | |
BKidz. | |
Hofbeambten........... | |
Raad van State.......... | |
Hoven van Justitie......... | |
Secretarissen............ | |
Rekenkamer enz.......... | |
Kerkelijke ambten......... | |
Iloogleeraren enz......... |
. . . 268. |
Militaire ambten.......... | |
Beschrijving in de Ridderschnp. . . . | |
Ambten in de koloniën. ..;... |
VERKRIJCI^V-a VASI DE REUTEIV VA!W BIROER. EX IMBOORLl:«OSCnAP.
§ 1. Burgerschap.nbsp;I
a.nbsp;Vereischten..................
b.nbsp;Wijze van verkrijging.......... 275.
..............! 275^
c.nbsp;Pligtcn der burgers........... 278.
§ 2. Naturalisatie...............281.
RE«TEX AAW HET BIR«ER. E* lliDOORI.IK«flrilAP VERBONDEN.
§ 1. Regten door het burgerschap verkregen.
Tolvrijheid......
Gcrcgtelijke privilegiën.
Beroepen.
Ambten.
§ 2. Regten door üe naturalisatie
Naschrift.
TWEEDE AFDEELING.
■ iftiD:
ondeu de eegeeing van geaven en andere vorsten.
EEESTE AFDEELING.
toestand defi vei:e.vdelikges.
II
h.
mfi vreemdeling. Toelating van vreemdelingen hier
te lande.
W ^nbsp;van vreemdeling is meer of min omvattend, naarmate Begrip.
Htnbsp;begrip van inlander of burger meer of min
quot; 1 ' algemeen behooren tot de vi-eemdelingen allen
^ üejj quot;ilanders of burgers zijn. Zoo was ook in ons vaderland
sJ'» ^^^nbsp;het begrip van vreemdeling enger of ruimer.
^y^en werden deze gewesten bewoond door volks- o«.,«.«-
Äe 5 ''J^^ermaanschen oorsprong, welke ieder hunne afzon-quot;quot;quot;
en onder eigene opperhoofden leefden.
V 1nbsp;behoorde was vreemdelingen deelde niet
k' b ™ vereeniging bij uitsluiting toekomende reg-
bezat onder hen zelfs in het geheel geene regten, men
v,Nnbsp;willekeur behandelen, ja zelfs de doodslag op hem
W dezei^®'^/^gßstraft,nbsp;^^nbsp;beschermin-
geplaatst had. De toestand vaS
C*^ te I® fvreemden stam bevond, zonder eenen
% '^elc]^ ^'^oeten, die hem in bescherming nam, was dus inder-
^'^seen ook daaruit blijkt, dat de naam
H 'nbsp;^^ oud-Germaansch aan den zoodanigen gegeven
O^gen beteekenis van ongelukkig (in het Duitsch elettd)
Maar deze bescherming bleef doorgaans ook
««rvu ,
' ' ''«s Sirsrnbsp;GöUiugen 1828, pa^r. 396
^•reclit der Germanen. Flolle 1842, pag. 672 683 ^
%
i
niet achter , cle gastvrijheid toch was, zoo als ons TACwrs
haalt, eene der eerste deugden van den Germaan, den vreemc
eene schuilplaats te weigeren werd voor onedel gehouden, ^^
alleen dit, de Germaan verzekerde aan zijnen gast in alle
volkomene bescherming en veiligheid, en was welligt de gas ^^^^
buiten staat den vreemdeling verder behoorlijk onderhoud
schaffen, dan traden beiden ongenoodigd de naaste woning ^ ^^^^
en waren er hartelijk welkom. Bij zijn vertrek gaf men den^^
zelfs gaarne een geschenk mede, hij mögt vrij uitkiezen
wilde, zonder dat men daarvoor eenigen dank verlangde.
Deze gastvrijheid werd later, toen men de volksregten ƒ gg. h
bragt, uitdrukkelijk bekrachtigd. Zoo werd bij de lex
eene boete bedreigd tegen hem die eenen vreemdeling nac ^nbsp;^
weigerde : «quicunque hospiti venienti tectum aut focum ^^'^^^üjkt,
trium solidorum inlatione mulcteturquot;, waaruit echternbsp;den
dat er op die gastvrijheid, althans destijds, wel ^^gjiigt ge-
een' of ander inbreuk werd gemaakt, waarvan de reden ^^^^^^en^®
deeltelijk daarin te zoeken is, dat een vreemdeling, na ^^^ins
drie dagen bij iemand vertoefd te hebben, als een lidnbsp;j^et
werd aangemerkt en het hoofd alsdan aansprakelijknbsp;^^^
door den gast gepleegde onregt. Yan daar het oude ^^g^a:
in de Angelsaksische wetten van Koning Eduard herhaald ^^octP
night gest, thrid night agen (duabus noctibus hospes, ^'^guideling
familiaris habendus est).quot; Zelden vertoefde dan ook een ^f de
bij iemand langer dan drie dagen, na verloop van dien
gastheer hem doorgaans aan eenen vriend over 2). i^g^voon^quot;quot;'
Toen de Germaansche stammen, die dezenbsp;^ j^et
gedeeltelijk door de volksverhuizingen waren verdreven o^^^ g^
vermengd, gedeeltelijk door de Frankische Koningen^nbsp;e
bragt, en de bewoners van ons vaderland onder n^ ^^^^ ^oogj
dier Vorsten, en later onder dat der Duitsche
ambtenaren onder den naam van Graven of ^^^^^^^ beg^^^P ^
werden, ontstond ook allengs eene wijziging i» ^^gj^eiiis-
vreemdeling, het ontving eene meer territoriale we ' ^^^ o
Buiten den Landsheer, die, als Graaf of Hertog'
1)nbsp;])ö moi'ibus Gcrmaniae, cap. 21.nbsp;^ ^^
2)nbsp;Zie CRiJiM, (leiilsclie Kcclilsalterlliünicr, pfJ?-
tioiis juiliciaires I pag. 138.
Instilquot;'
hievek
P ontd.jlen hoogen M „f heeremtau.1 v.™ ),etnbsp;riiV
«'-Planta ofnbsp;'ï'T''™nbsp;IZ
trlf/lnbsp;fnbsp;gdiecUnbsp;Zij dï
in r. t • ™™nbsp;quot;eemdelingeninhel land
Ce tX v ' Nnbsp;lijfeigenen Len „f Me„ '
S otC ë:nbsp;-äeren ,-erdreven, d» vielen
quot;■^•»»aen en df fr f rnbsp;gebied ,ij zich
»■»s dii ™ lellMdelmg, die Imn wn dezen te beurt viel
8 H twlT-nbsp;li'feigo e-'
« t bilnbsp;quot;'s™quot;® ä« gewoont; drt
Indenbsp;? Heer pg
' de ®nbsp;°P«'iens grond zij' iel
i ft'nbsp;r -toe vreemdelingen lerden eeW
«PaW fnbsp;quot; i'et oprirfovcr hen Seh
yCtdlT'fnbsp;äie z eh quot;äer d
■^Cl
Cnquot; jour iinbsp;quot;quot;quot;quot;nbsp;quot; ^^^ öaingmeur declans
l'l ehrfdlenv r gt;, 'nbsp;vient ester
C jo„r , ™''''nbsp;il quot;« f^ee Saingmenr dedam
«im-b, r !nbsp;«eemdelingen,
- • ^nbsp;'■J'^'S™™ ™rfen beahonwd. Men Lmde dit
Zie
Slaatsr. IV. LI. 39 vgg.
'nbsp;en volkomen jaar.
K,uLnbsp;Handvesten vau
t.. Anbsp;gt; tlyinologicmi] in voce.
\k'riviri ____
D,
3
Elymologicmn in voce.
hadaen tot deze harde geM^oonte voornameh^ de anhou.^
der Koormannen aanleiding gegeven, gedurendenbsp;.ooige-
vreemdelingen in het Frankische rijk waren gek«--' ^ het ge-
ven van door de Noormannen of
weid der zee op de knst vervallen te zxjn , terwijl het by d ^^ ^^ ^et
dikwijls bleek, dat het slechts een voorwendsel was ge^e ^^^^ ^
land te bespieden of om den Noorman tot gids te d^nen. ^^^ ^ste
ook in de tweede helft der negende eeuw denbsp;l^are
horden eenigzins begonnen te verminderen,
de Kale in het jaar 853, voortaan de -S®^ f
gevlugte vreemdelingen tot lijfeigenen te maken . « ^ ^teg^^
oppressione Nortmannorum vel Britannorum m pa tes^^^^^
rum confugerunt, statuerunt seniores nostn ut a ^^^^^^ ^..ctio^^e^
ministro qnamcunque violentiam vel oppressionem a^ aoB^
patiantur ; sed liceat eis conductum suum quaerere ^ ha ^^^^^^^ eo^
pace reddita aut ipsi redeant ad sua loca aut senior ^ ^^^^
Lcipiant. Nullus autemeos.-.«.
cenLii apud aliquem manserint, nee censum aut tnb ^^^
Quodsi inventus fuerit ex reipubhcae xn--tns aut^ ^^^^
cltra hoe pietatis praeceptum faeere aut fecisse , ban ^^^^^^^
fatum exinde componat/'nbsp;^aatr^g''^
Dat echter het re^t van wildvang door ^ezen
.ins allerwege is opgeheven is ons reeds uit de ^^
haalde voorbeelden gebleken. Ook m weer. 1 ^^^ PiU ^^
pogingen door de kerk en met name door de J .jev «
Akxander tot Invordering der vrijlating aange.«^nbsp;^^^
sporen der lijfeigenschap en ook van het «g^ , tot ' ,,
Duitschland en elders op het vaste and van ^^ ^ en t
laatste eeuwen hier en daar bestaan 3). fquot;^V^scL'^P
ook zeer lang het gebruik in zwang, dat cle
__ _______________
1) Zie Oeuvres complèles de i. .. kaepsaet.nbsp;bl.
m Bcschr. der aiomie regeeringwijze van Hoüana^^^^^^nbsp;h
-willen niet beslissen of deze nieening van vak ^ ^^nbsp;^ oo
het dat niet overal in Europa de oorsprong he ^^^^
de invallen der Noormannen kan gezocht wo den,
aantreffen in landen welke van dezelve
3) Zie K. a. GÜNTHER, Europäisches^
iL pag, 362.nbsp;Oelfenllicli.sIlccMdBS
1. § 266 , 476,
-ocr page 23-Vreemdelingen aan den Heer verviel, indien deze niet van zfjn
ïf^gt afstand deed. 1). Soms werd dit r(;gt door den vreemde-
ling voor eene bepaalde som afgekocht, hetwelk iu het Duitsch
heette 2). Soms ook werden lijfeigenen vrijgelaten op
Voorwaarde dat, zoo zij zonder kinderen of kleinkinderen stier-
de Heer erfgenaam zoude zijn, en, zoo zij die nalieten,
^^^t dan de Heer een voorwerp ter zijner keuze uit de erfenis
^^Ude bekomen. Dit werd genoemd het leste pand, 't kostelijkste
't'^nd^ het heste peert, h£t beste catheel, het dooien pand, de doode
, jus optimi cattalli, optimum de possessione, jus caduci,jus
^j^^tuarii, mamis mortaa, optimus eqnus vel bos, Haiiptrecht,
Vooral hl Gelderland, was het op de Veluwe in ge-
onder den naam van keurmede of heur. Was er niets
'^^erig waaruit de Heer kiezen kon, dan werd den overledene de
J'gterhand
afgehouwen en den Heer aangeboden, welke formali-
echter allengs in onbruik is geraakt. Volgens arnïzenil's 3)
^ Oorsprong van de keur te zoeken in het regt op de vreem-
j^^^'igen , terwijl daarentegen kluit 4) ^■an oordeel is, dat dezelve
algemeen in gebruik was bij het vrijlaten van lijfeigenen.
liti^
--nbsp;Q------------------..„„,nbsp;„„„nbsp;„j^nbsp;—nbsp;, ---------
f V'orige eeuw nog sporen van gevonden Meerden in de keur-
• dit zij, zeker is het dat althans ten aanzien van vreemde-
jj^ Seii dg^e gewoonte in zwang was, en dat er op de Veluwe tot
■eester
'ienbsp;aan wie de schouten, telkens kennis moesten geven van
ÏJtfnbsp;bun ressort gestorvene vreemdelingen o). Ook in
ill ^^nbsp;en Overijssel was gedurende de middeleeuwen de keur
^^(linbsp;' Holland veroorloofden de Graven aan vele keur-
Vïjjnbsp;beden, zich voor eene zekere som gelds van dien last
V'ajj ^^^oopeu, de sporen van de keur waren evenwel ten tijde
\ 'nbsp;groot in Holland nog niet geheel verdwenen 7).
1)
Privatredits.
^ie
'»E guoot, Inl. tol de Holl, reclitsgel. 1. 13 § 2.
' AI ^.'quot;''quot;'''■-'^maikr, Grundsätze des gemeinen deutschen
3)nbsp;4 5 9amp;.
4)nbsp;quot;^J'liilio.ies juris Belgici. I. lit. 1257.
J) Xienbsp;Staatst. IV. hl. 74 v^ir.
^ , ' 2 t!quot;anderen de Placcaten der Slaten van Gelderland van 8 Dec.
•nbsp;17 Nov. 1G76, 5 Dec. 1684 en 8 Aug. 1703 iu het
^ie ^v,Jnbsp;424, 465 . 543. III. hl 80.
'»1.nbsp;' I^^nf'feciit van Averissei, metaanl. van j.a.dechalmot..
Staatsr. IV. bl. 76 vgg. De ghoot, InL
''.eüisgei. 4_
-ocr page 24-Toen nu in dc dertiende en veertiende
quot;»—»•de Landsheeren, Graven en Hertogen, hunne ^teigenei ^^^^^^^^^
schuldigen, in eene streek hij elkander wonende,
personen en den grond waarop zi] woonden door J ^^
ven ontsloegen, en hun tevens vergunden ook anderen
zouden worden toegelaten, in die vrijheid te doen de
stonden daaruit de steden; deze werden met muren
omrmgd, en zij die daar binnen zekerenbsp;ge^
gen d:n naam vannbsp;ofnbsp;1) m
?en die daar buiten hun domicilie hadden en imteMen oi ^^^^^^
genaamd werden. Deze werden alzoo door de burgers c ^^^^^
ook in zeker opzigt als vreemdelingen beschouwd J ^
voornamelijk in tweeërlei beteekenis dat W13nbsp;iu ^e
vreemdelingen zullen te spreken hebben, namelijk ^oj ^^jden
rnimere van alle die in eene stad het burgerregt x^ .
verkregen, als in de meer beperktenbsp;^^^/jnbsp;.-aren «f
lingen van het grondgebied van den Graaf of Heito«
door dezen niet als zoodanig werden aangemerkt.
'jze g®'
die ontvangst over het algemeen goed kon genoemd .nbsp;^^^
hun vele voorregten werden toegekend. By het ontsnbsp;c^
den werden deze als van zelve de wijkplaatsen , ^^
vele onvrijen of schotboortigen begaven, die ^^^^^.jjging ^
hunner Heeren waren afgeloopen, vooral na de ^.^^.^gend, .
het privilegie aan vele dier steden door denbsp;^^aaar ve^^^^
deze omrijen, na gedurende eenen bepaalden ti d ^ 3).
te hebben, den stand van vrije lieden ^o^^^en ge .^jiegie.
gaf Willem II Jan. 1253 aan Dordrecht bet; iquot;
L______Holl Staat®'quot;-/,! bi-
1)nbsp;De naam burger wordt door ' j 'quot;; HoU^quot;''' Je»!
41 n ook door meebman , Gesch. van Graaf nnbsp;,, ,voo
345, afgeleid van den burg o^ poort waar ^^^...eo va« ^er-
door meyer, Instilulioiis Judiciaipes I. pag. 134, slad tenbsp;gt;
;;::g:™een;chappeiyken band. welke de '-S^ronderanaer- ,,,
bond Zie over de opkomst steden m ons vad rl Rcdquot;^
llist. der Holl. Slaalsr. IV. bl. 41 , 104
1111257 en lil 11. ZieookL.A.WARSKONiG, iw
geschichle , 1835. l. pag. 311 vggnbsp;^
2)nbsp;ZieKLUT, llist. der Holl. Slaalsr. IV.
-ocr page 25-lijfeigenen die aldaar jaar en dag woonden zonder door hun-
'len Heer gereclameerd te worden, van alle dienstbaarheid zouden
ontslagen zijn 1). Denzelfden termijn van jaar en dag vinden wij
Jepaald in de statuten van Schoonhoven 3), te Haarlem, te
Monnikendam en op eenige andere plaatsen was dezelve slechts
fertig dagen, terwijl aan Westzaanen en Krommenie door Guy
^'aii Chatillon, Graaf van Blois, 31 Dec. 13amp;6 het privilegie
S^geven w^erd, dat zijne lijfeigenen die zich aldaar nederzetteden
jl^ïstond vrij zouden zijn 3). In Overijssel daarentegen was een
jl^^ene, indien hij zich zonder verlof van zijnen Heer in eene stad
^ gevestigd, eerst na verloop van dertig jaren zeker van zijne
ie vrijheid 4). Behalve de vrijheid aan lijfeigenen beloofd,
^^onken de Graven en andere Landsheeren ook in het algc-
j^^ii aan vreemdelingen, die de steden, in hun gebied gelegen,
L^^^l^ten , vele voorregten. Zoo stonden de Graven Jan van Hol-
^ Jan van Avennis van Henegouwen, 6 Nov. 1299, aan
te Dordrecht te komen handeldrijven; van waren aldaar
jjj mogt geen tol geheven worden, en eeii vreemdeling mogt
^ even vrij koopen en verköopen als een koopman van
^ ^^^^ voorregten werden 8 Jan. 1300 bevestigd door
diïjj die echter daarvan uitsloot allen die schuldig w^aren aan
di^ ^rd van Floris Y 6). In 1326 ontnam Willem lll aan
Dordrecht het stapclregt en beval hun de kooplieden te
«met haren ghoede op ende neder onghemoeyet, daer ze
V^i^nbsp;Daarentegen stond Margareta, 31 Julij 1310 , aan die
^^^^ schade, door hen elders door aanhou-
personen of goederen geleden , hun regt te verhalen op de
He^ ^^^^^ '^'an dat land of van die plaats «bij onzen Rechter ende
ende Raetquot; 8). Ook omtrent de bejegening van vreem-
^^^ te Utrecht werd li Nov. 1305 door Bisschop Ghye
jueius, Charlerb. I. bl. 265. vas de wall, Haiulv. v. Dor-
2) 27.
xig beuküm , Besclu'. van Schoonhoven , bl. 25.
Charlerb. III. bl. 652.
p| Zie 'nbsp;Slaalsr. IV. bl. 120.
j Ik v'quot;quot;nbsp;Charlerb. I. bl. 616.
mieris, Charlerb. II, bl. 6.
) an mie,US, Charlerb. II. bl. 393.
MiEüis, Charlerb. II. bl. 720.
-ocr page 26-bepaald, «dat elck koopman varen en keeren mach tottei
Utrecht vrilickmet zyn goet, behouden zyns goets, oocKnbsp;^^^^
loge in der stat ofte in den lande vallen mochte ^es da ^^
loge ons niet toe en behoirde, alse tegen onse stat Ut« ^^^^^^^
houden ons rechts, ende zoo wie dien koopman venge ox
dat wij den koopman ^t zyn weder seilen doen geven va ^^
nens goederen die dat gedaan hadde, ende nochtans s^e
u.isdaat doen beteren als ^t rechtnbsp;f ^^^^ ^ngeu
een handvest door Willem III 2 Apnl 1315
jreven- «In den eersten gheven allen coef mans, die oi
Lde poert voerscreven versoeken zullen off daarinnbsp;^t alle
ende vast gheleide daer ende anders waer m onsen lan ^^^
horen goede ende messinede, behouden ons rechts, henbsp;2),
onse rechte vyande van ons selven off van onsen voa ^
terwijl Hertog Albrecht 29 Mij 1382 aan zijnen
Burgemeesteren, Schepenen, Eaden en alle goede
■\liddelbnrg beval, «dat se alle diegUne, dienbsp;yilc f'
ran MkUelhtrgh comen ende hoeren penmnc daer
ieren willen, vriendelic ontfaen en in onser stede xu.-nbsp;^
wezen, alsoe verre als si gheue onredelike saken m o^ ,9 h-f
hantierenquot; 3). Ook Philips van Bov^^gondie be ooM
1434 bescherming aan alle kooplieden die te Midüenbsp;ji-
handel drijven 4), en Philips de Schoone bepaalde m ^^^^
bij de vernieuwing van de keur van Zeeland, « - ^^^ U ^^
Ini/den en vreemde luyden, vrienden en v^'e^vlllen ^^ ^^t i'
ende synen lande, sullen mogen vryelyck en rustel ^^ ^^
ren goede komen, merren en keeren, by der ze ^^^ die ^
binnen den bedryve van deser keure, en niemant en^^ ^^ocH ^^
lieden in syn geleyde of beschermenisse nemen »0nbsp;^^^
henlieden evsschen, nemen of schatten geenderh^n ^.^^.^e^re'^^^^
de verbeurnisse van 100 pont tegen den Grave ^^^^^^
daarenboven te beteren der partye die dat atge ^ ^^^^gz. ^^ ^^
's Graven Mannen vonnisse, behoudelyck datnbsp;^yn
luvden quot;betalen zullen dat sy van rechtswegen sc
1)
2)
3)
4)
5)
1)1-
Zie VAN MIERIS, Cliarterb. 11. bl. 50. Uv. PI-
Zie van mieeis, Charlerb. II. hl. 156.
Zie VAN MIERIS, Cliarterb. III. hl. 388.
Zie VAN MiEflis, Cbarlerb. lY. bl. lOoG.
Zie Gr. l'l. B. IV. bl. 993.
V Amsterdam gaf Willem YI, opdat de stad des te beter door
«opUeden zoude kunnen bezocht worden, 20 Maart 1405 het
mvilegie, dat elk onbelemmerd het Marsdiep en het Ylie naar en
de stad in en uit mögt varen, zonder iets anders dan 's Gra-
regten tol schuldig te zijn; ook was bij een handvest van
^ öept, 1399 bepaald, dat elk geweld met geweld mögt keeren,
^^^ijl ook 18 Oct. 1497 door de Eegering dier stad eene pu-
^^^catie werd afgekondigd, dat elk vreemd koopman zich van
vast en volkomen geleide kon verzekerd houden en geene be-
j^^'nniering te vreezen had, al kwam hij uit plaatsen op welke
eis 1 Amsterdam uit hoofde van achterstallige renten eeni^-en
had. 1).
^^^^^^nbsp;toekennen van dergelijke voorregten
^^^^bUen ae Graven voor de opkomst en den bloei der steden,
^^wt] '''^semeen kenmerkte zich hunne- Eegering door eene
^Ht behandeling van vreemdelingen die hunne landen be-
^^jve^'^'nbsp;bijzonder van kooplieden die er kwamen handel
l^aardoor werden vele vreemdelingen herwaarts gelokt,
tot fJeï'er landen aanmerkelijk bevorderd en de grond gelet^d
bijzonderen luister, waartoe in lateren tijd de handel ons
opvoeren. Van die vrijgevigheid jegens vreem-
^eed ^^^^^^nbsp;voorbeelden bijbrengen.
% ii^ jjjj^j treffen wij twee vredesverdragen aan
loo^nbsp;Utrecht, het eene met Graaf Lodewijk
\}Knbsp;bet andere met Graaf
jN^ anbsp;Holland, waarbij men zich van wederzijden ver-
e^Nej ® ^^^ elkanders landen komende kooplieden niet te be-
het verdrag van vriendschap tusschen Moris V
Regering van Utrecht in het jaar 1278 werd
i'/^^^'ita^^ beloofd aan wederzijdsche onderzaten 3). In het vre-
'C^^^ ^crT^ Bisschop Jan van Utrecht 7 Mei 1293 beloofde
van de voorgenoemde steden ende lande
va^nbsp;Utrecht toehehooren, als zy tot onsen lande
\ S^'leyae^^^'^^' marrende ende keerende, stareken vrede ende
\ 'nbsp;dicke als sy in onsen lande commenquot; 4).
l'ireclit.
J! ~
MCnbsp;i.iiarierb. 1. bl. 141,
Iknbsp;Charlerb. 1. bl. m.
Cl.arlerb. I.' blquot; 551.'
'^R, Araslenlam, I. bl. 138, 196. III. Jj|. 150
■quot;quot;■«'s. Cl.arlerb. I. bl. 141, 143.
Zoo beloofden ook Graaf Jan IT van Holland en zijn ^^o^ ^
van Henegouwen 21 Julij 1300, dat z^j de burgers der «tj^^^ ^
die in hunne landen bvameu, overal in bescherming zouden i ^^^
welke belofte 18 Mei 1318 door Willem III ^e^aald werd i • ^^^^
verbonden zich willem III en de Bisschop van Ltrech U
wederkeerig «den stroom te vriene van der Neuden nederwaenbsp;_
lant dorganes, also dat die coeplude vrielic hoer land ü ^^^^^
inoghen met horen goede met horen tolne te gheven, e ^^^ ^^^^
iemant die den coepman arresteerde of sjoi goetnbsp;' ^ht,
den si met malcanderen also naerstelike berechten na hoi
dats dencoepluden ghenoghen sondequot; 2). Zoo beloofde ^^^
lem IV, na door tusschenkomst van Bisschop Jan ei
Heer van Beaumont met de gilden en de burgers
verzoend te zijn, hun 3 0 April 1340 met hun goed oxe^
landen bescherming «beide te water ende te lande ,nbsp;tol,
ende durende, behoudelic dien, dat si betalen sullen ai.^^
costume ende recht, als si deden bi ons üefs Heren ^igbvii'
tide 3). Hetzelfde beloofde Willem Y 30 Juni] iSoO ^
gers van Utrecht, bij zijne verzoening met Bisschop Jan ^nbsp;^ijii^
Op gelijke wijze bepaalde Hertog Albrecht 21 Maart ^^^^^^
verzoening met Bisschop Arend van Hoorn : « Voert s ^ ,,-er'
borneren van mrecU varen en keren op haer oude ^^^ i
bande, recht en vrihede alle die Graflichede doer
lem VI verzekerde 3 Jan. 1405 aan zijne goeden vree
van VtrecU de meeste bescherming, van welk voornbsp;.yai
vijanden van den Graaf en de ballingen mt zijönbsp;^ ^^^^^
uitgesloten 6).nbsp;H-anffst ^eïnbsp;,
Hoe gunstig nu ook in het algemeen denbsp;„.ogt
sehen in Holland en die der Hollanders ®nbsp;IdeU
zoo heeft men toch reeds uit de aangehaalde
opmaken, dat niet voortdurend de ^^^ederzijdscn ^^^nbsp;^
welwillend behandeld werden, immers wij quot;^«^'^geu, ^oo'i'
eens gewag maken van vredesverdragen en ver/o
4)
5)
6)
1) Zie VAN MIERIS, Charlcrli.nbsp;II. bl. 14, l96.
•i) Zie van mieris , Charlerb.nbsp;II. bl- 2l7.
3) Zie VAH MIERIS, Charterb.nbsp;II. bl. 634.
Zie vAS MIERIS, Charterb.nbsp;III. bl. 2.
Zie van mieris, Cbailerb.nbsp;III. bl. 30b.
7in WM MIERIS. Charterb.nbsp;IV. bl. 2.
-ocr page 29-jan deze noodwendig oorlog en onregt Jieeft moeten voorafgaan.
veelal ir ?nbsp;^^^^ geldt
j op zachtheid en gematigdheid in den oorlog te roemen viel
AJbrT lf 'nbsp;vijandschap zelfs zoo groot, dat Hertog
Cifl T. ''''nbsp;en
W . TT ^nbsp;straffeloos te dooden : « dat
^^^«an tegljens ons niet verbeuren noch lyf noch goet, maar hy
onbekommert, sonder eenige moeijenissen onse
« ^^^nbsp;gelyckerwys hy dede eer die doodslage
'quot;J ev 1nbsp;magen van den verslagene vervolgd, moesten
^ enwel borg stellen , binnen zes weken den doodslag te zullen
Vr*nbsp;vergunning verleende ook Guy van Chatillon
^^f '''nbsp;Beaumont 1 Julij 1395 aan de
'^'t^ton/Tnbsp;^^ V'^ii Gouda 1). In het jaar 1413
S hnbsp;een nieuwe strijd. Den SS^tcn
^^et vrijgeleide aan de burgers van Utrecht
Ou, ' reden opgevende : «want nu onse tolnaren hierom bi
'eest zyn, die ons te kennen gegeven, dat ons dair schade
terwezen afcoomt 2), en den 8sten December daaraanvol-
a^ ^^J^rbood hij allen handel met de stad Utrecht, op eene boete
fleren 'nbsp;sommige poorters van Hollandsche steden
JHt ^'trechtin Holland invoerden en ook weder goederen naar
^nbsp;' zonder daarvan tol te betalen, waardoor hij in
C '^iTalTnbsp;verkort werd 3). Xog gestrenger was het ver-
go^ öe ^^nbsp;^^^^^ ^^^ ^^^ Utrecht 18 Jan. 1413, waarbij
C denbsp;^^^ Utreciit 18 Jan. 1413, waarbi
V^oetenbsp;behalve verbeurdverklaring der goederen,
.nbsp;'^'an 200 Hollandsche ponden bedreigd werd 4). In het
C ^ieSV^®^''''^'^®nbsp;a^ïi eenige aanzienlijke per-
Vnbsp;j Iiii ^^^^^^^ gebannen waren 5), en evenzoo 1 Eebr. 1415
O ''^an een^ ieder vergunde, hetgeen eveneens te
Vnbsp;^quot;quot;quot;^^OHd IloUanders geoorloofd was, «dat zy die lor geren
^-'-en der stadt van Utrecht diergelycke wederom slaen
'of''' Cliarterb. 111. hl. 613, 632. Kinschot, Ue.^clir. vaw
Va. ■
IE,us, Cha,-lerb. IV. bl. 214.
P V,,nbsp;Cl.a,lcrb. IV. bl. 223.
cl, J Cl,a,-ie,-b. IV. bl. 226.
ilier peragiieu bij van mieris , Charlcrh. IV. bl. 297.
-ocr page 30-lies flat
seilen mogen, endenbsp;sullen
.V daeraen tegens ons ende onsenbsp;^^^^^^^^nbsp;ofte
hebben.quot; Ook werd hun vergund, zoonbsp;^n mogequot;.
hLder geschiede aen henren goeden, dat sy den aentaste jrx
ende hem verhalen aen alle dergeenre goederen a.em ^^
van Utrecht geseten syn, oock waer die gelegen syn « ^ae
den lestichte Lrsz.quot; 1). 13en ^^^ ApnUa^^^^^^^^^^
liet Willem IV aan de Eegenng van Ltrecht weten , ^
lang zij den Deken Harmen van Lokhorst Jan ^ ^
en IJsLnd van der A, die de Graa alsnbsp;^^f
setters van alle twydrachte ende onrustequot; e ^^tre^it ^ ge-
in de stad hield, er aan geen «gunst
dacht worden, er bijvoegende :_« hier moicht gin u ^ ^^^^^^ oP
en daar die van Utrecht aannbsp;ä
zijnen last door den Tresorier van Holland,nbsp;^e
jinij 1115 het verbod van handel tusscheir Hdland e
Utrecht herhaald, en werd tegen de overtreders, ^f j^j^iiaua
verklaring der vervoerde goederen eene boete van 200 ^^^^^ tus^
ponden bedreigd 3). Maar naar hetgeen gedurende deu ^^^^^ j
sehen de ingezetenen der beide landen voorviel, moetnbsp;o
onderlinge verhouding niet afmeten, de vrede is d
stand der volken, alleen uit hetgeen in vredesti d -.^^.^eeï;
,neu met eenigen grond besluiten tot lie ^^staai^e
in dat opdgt hebben wij boven reedsnbsp;^ ,, ^t^^
zoodra de goede verstandhouding tx.ssc en ^
hersteld was, dadelijk ook de oude betrekkmgen^^^ ^^^
aangeknoopt en de vroegere voorregten op nieuw ^ ^^^^ i
ten van beide zijden verzekerd, ^-o werd dan ooknbsp;^
over de verschillen waarvan wij het laatst bebWj, ^
over en weder beroemde scheidslieden mtsi^aak ^
mede was de vrede weder hersteld 4). Dne jare^^^^ ^^ j^^r ^
Gravin Jacoba aan de burgers van quot;Lotrecht, ^e. „ j^^e ^^^^
wezene diensten gedurende den «onvrede ende o ^^
ren oom Jan van Beijeren, inzonderheid b J ^^^^^ ^.^^-ge
IJsselstein en Gorincliem, alle voorregten nu
1)nbsp;Zie van MiEius, Ciiarlerh. IV. bl. 308.
2)nbsp;Zie VAgt;- MiEUis, Cbarlerb. IV. bl.
3)nbsp;Zie VAN MIERIS. Cbarlerb. IV. J^'- f, jy. bl. 352.
4)nbsp;Zie die uitspraak bij van mieris, thanc .
-ocr page 31-^'Gn van Holland toegekend, aan hare onderzaten last gevende, t(e
burgers van Utrecht met hunne goederen mstelic, vredelic ende
^^gehindert te laten komen en vertoeven in hare landen, en hun
^^ alle opzigten guitUc ende vofdelio te zijn 1). Door de hulp van
••akoba verleend geraakten de Utrechtschen natuurlijk in onmin met
.'in van Beijeren, toen deze het bewind van Holland aanvaardde;
1122 werd echter de vrede weder gesloten tusschen hem en
isscliop Prederik van Blankenheim en de steden. Utrecht en
^öiersfoort, waarbij op nieuw werd overeengekomen, « dat een
van beyden syden in ende doir des anderen landen, ste-
ende stromen veylich ende onbelet komen, veren, merren,
ende verkeren sali sonder argelistquot; 2).
, Ook
de ingezetenen van Overrijssel konden, over het algemeen «»o-utsei.
op eene goede ontvangst rekenen. Zoo gaf Eloris Y
®ept. 1276 aan de kooplieden van Deventer, Kampen, Zwolle,
quot;Iseiti en eenige omliggende plaatsen volkomene vrijheid om te
en elders in Holland te komen handel drijven, en kende hun
y ''quot;ij verscheidene voorregten toe, welke 28 April 1278 ten behoeve
v^ van Deventer, en door zijne opvolgers 6 Jan. 1300 ten behoeve
deze steden gezamentlijk, 25 Nov. 1301 ten behoeve van die van
^p Vïi, 8 April 1308 ten behoeve van die van Zwolle en 7 Mei 1322
Hnbsp;behoeve van die van Kampen werden bevestigd, terwijl
^^^Hd ^ 8 Feb. 1317 aan den goeden Ivyden van Deventer toe-
ïtiyj,^' quot;ïustlick ende vredetyc doer onse lande myt hoeren lieven ende
\nbsp;goeden te varen ende to keren, uytgenoemen onse poirte
ictj 1 ,^®telredamme quot; 3). Niet altijd evenwel was de onderlinge
^ï^jjj tusschen de Hollanders en die van Overijssel even vreed-
besloot de stad Kampen in het jaar 1411, voortaan
^ Hollanders tot burgers aan te nemen, welk besluit in 1443
quot;ie steden Zwolle en Deventer genomen werd. Te Zwolle
ï'fine^nbsp;sedert 1445 Hollanders, mits zij door de Sche-
N het ^nbsp;lieden wierden erkend, het burgerregt verkrijgen ;
X bekleoden van ambten bleven zij echter uitgesloten 4).
2) van mieris , Cliarlerb. IV. 1.1. 453.
Iknbsp;Charterl). IV. bl. 637, 647, 686.
^ ^an mieris , Charlerb. I. bl. 385, 396. 11. bl. 5, 44, 72,
1 quot;
W'jiri! p'fnbsp;Gesch. van Zwol, I. bl. 383, 395. Aknïzemüs,
Kil gt;v lgt;Okr _____________1.^. , .
quot;^quot;'^Ir,nbsp;1 lit- 1254. n, r. vas i.elyveld , Diss, dc jute albi-
' 0/nbsp;r
-ocr page 32-Aan de poorters van Harderwijk vergunde Jan IT, in
met hunne goederen in zijne landen «toe vaeren ende toe keer® ^^^
allerhande argelistquot; 1); dezelfde voorregten werden door ^ üie^
4 Aus. 1326 aan de poorters van Zutphen verleend , terwijl o ^^
xiald van Gelder en Willem III van Holland /^«tjerbond ^ ^^^
Nov. 1319 wederzijds aan de kooplieden gelijke tescheimn
aan hunne eigene onderzaten beloofden 2). Aan zekeren Jan ^^^^
bondszoon van Zutphen , die sehadevergoedmg te
van den Graaf van der Mark, waarvoor AYillem III borg ge ^
was, werd door dezen 23 Maart 1325 toegestaan, « e P ^^^
binnen onzen lande op's Graven lüde van der Marke tote
toe, dat hi alse vele ghelts van hem hebbe alse die briet ^^^^^
houd, ende niet daer boven. Ende gheven Janne voirsz- ^^^^^
sinen gheselscip zekere ende vaste gheleide te varen te leer
te duren in onsen lande, die pandinghe te doenequot; 3). ^^^
loofde in het jaar 1346 ook de Eegering vannbsp;jaiid,
kooplieden van Harderwijk en andere plaatsen van be
met hunne schepen en goederen, «die van der zee komen, ^^^^^^
geleyde ende seker te vaeren en te keeren binnennbsp;^^^eft'
en binnen onze vryheid van Dordrecht, ongelet ^ en o ^^^
sonder arglielist, en vry van eeniger arresteeringequot; 4). ^
anderen kant verzekerden in 1353 Hertogin Eleonora v ^^^
en haar zoon Eduard op nieuw eene goedenbsp;^ ju Gel-
Hollanders, die met hunne goederen en koopmanschapp ^359
derland kwamen 5) , termjl ook bij het
tusschen Albrecht van Beijeren en denzelfden Edua
aan de onderzaten wederkeerig de meeste teschermiD ^^
en sedert bij een verdrag van 29 April 1408 bekracW -
alleen werd eene uitzondering gemaakt omtrentnbsp;^^^^ ae»
chem, welke niet zouden mogen komen opnbsp;Gori»^^^?
Graaf van Holland, evenals de Hollanders met _ ^^^
zouden worden toegelaten 6). Zoo kende de Eegernbsp;v^ii
Ijommel 14 Nov. 1361 ook voorregten toe aan de
neldrr'
laiKl.
1)nbsp;Zie van mieris,nbsp;Cliarlerb. II. bl. 4, 390.
2)nbsp;Zie VAN SMERIS,nbsp;Charlerb. II. bl. 227.
3)nbsp;Zie VAN MIERIS,nbsp;Charlerb. II. bl. 349.nbsp;n bl.
4)nbsp;Zie sciiRAssERT,nbsp;Besdir. der stadt Harder-.vijK,
5)nbsp;Zie VAN MIERIS,nbsp;Charlerb. II. bl. 819.
6)nbsp;Zie VAN MIERIS,nbsp;Charlerb. lil. bl. 86. lY. bl.
-ocr page 33-Jottcrclarn, die aldaar koorn en beminge aanbragten 1). I?ij
j. agenaar £) vinden wij vermeld, dat aan Amsterfam door Pin-
^Ps den Sclioonen 4 Jan. 1499 brieven werden verleend, waarbij
a de ingezetenen van Ttreclit, Harderwijk en andere steden
j^l de grenzen gelegen, die gedurende den oorlog aldaar niet vrij
^^ üeu mogen verkeeren, vergund werd, voortaan ongehinderd in
l'®nbsp;^quot;i^^en, zoolang die van Am-
genoemde steden niet wegens achterstallige renten be-
merd werden. Niet lang echter bleven zij in het genot dier
oorlog op nieuw, en in 1504 ver-
Schoone aan zijne onderzaten weder allen han-
^ela Gelderland 3). Bij den Spaanschen opstand vielen de
V'a^nbsp;den Spanjaarden niet zoo spoedig af als de Hollanders
^oni. 'nbsp;^^^^ Gelderland een placcaat des
'^odej^^® ^^'erd afgekondigd, waarbij alle handel met Holland ver-
Ntej^''^quot;quot;^' «soe lange ter tyt en wylen toe deselve tegens ons
^ederspennig ende rebel blpen sullenquot; 4), terwijl
ee?nbsp;^^^^nbsp;Stadhouder Eeque-
tegen het handel drijven met den vijand werd
ï, '^^^l^ig'I 5).
'iJigg^ rieslana plagt oudtijds een algemeene haat tegen vreemde- v
Knbsp;bijzonder tegen Hollanders te heerschen. Kwam
Of Vjig^f'^^e^i^S ^^ ^^et land, dan gaf men hem eenige moeije-
ü woorden uit te spreken, zooah//p-dt me ryrn lyne,
^lyrc?^nbsp;^^ ^^^nbsp;krolherede llyrch :
^Vej^^^Ü ^^nbsp;en kon hij deze niet goed uitspreken,
^«emanbsp;gedompeld, ja zelfs soms verdronken,
(lo^^^gestelq*^-^^^nbsp;, hetwelk volgens van lelyveld 6)
quot;(^'ellfnbsp;wapel, een werktuig dat men daarbij gebruikte,
volgens Mr. ji. c. van hall 7) water en wel
1) ^ ^ ' ^
l\nbsp;Charlerb. lü. bl. 132.
5\ ^'e Gp, « Amslertlam, 1. bl. 198.
Swr^'^^gelnbsp;'»quot;^inagii. ülr. 1767, pag. 5.
S, S. blnbsp;quot;quot;fliegen, 1)1. 233. Zie ook gabbuia,nbsp;Verhaal van
' iuri.nbsp;p , gt; Slaalsr. der Ver. Ned. I. bl.nbsp;251. Aunt-
'nbsp;^elg. pars 1, lit. 12 § 4.
riesinnil.
IG
voornamelijk vuil water beteekent, en dfiphiga,nbsp;^jg^a^e
Bij de meerdere beschaving der zeden heeft echter deze vijai^^^^^.^^^
gezindheid langzamerhand voor eene meer welwillende
plaatsgemaakt, en ofschoon die oude geaardheid, inhet ij
tegen de Hollanders, somtijds nog wel eens bovennbsp;dei^
onder anderen blijkt uit het verbond in 1433 tusschen l^ee^^^^ ^^^
en Groningen gesloten , waarbij aan de Hollanders in die s e^^^
burgerregt ontzegd werd 1), zoo kunnen wij toch menig voor^ ^^ ^^^^
brengen ten bewijze, dat over het algemeen ook in Yrieslanc^e^ ^^^^^
ningen even als in de naburige gewestenden vreemdeling
behandeling ten deel viel, zoo als ook omgekeerd reeds ^
1298 door Jan I voor de burgers en kooplieden der stadnbsp;„q.
de havens op de Maas en elders in zijne landen werden
steld, waarbij hij tevens bepaalde, dat de Groningers te^^^^^^yg).
van den tol te Dordrecht met andere vreemden zouden g^b-'.^^rjiaiugl'®
Zoo beloofden in het jaar 1314 Grietman en Kegter van ^^^^^
en Westergoo en in het volgende jaar ook de I^^^^^'^J^yijk
Eranekerdeel en Wenbrendsie aan de burgers van Har^^ g^ po»'^
........................................„ H«*'/,
scherming en veiligheid, en bedreigden eene boete J^^^J^^^^agteii^j'
tegen diegenen die hen in lijf of goed eenig nadeel ^^ jjiieP ^^
Zoo treffen wij ook in Julij 1317 een verbondnbsp;de
Vriezen van Oostergoo en de stad Harderwijk, ^^^ bijl'^^^'^!
derzijdsche ingezetenen bescherming beloofd werd, Jggcbe
van de geschillen welke tusschen die stad en eenige ^^ Jiege^^^^
lieden gerezen waren 4). Op gelijke wijze verzekerde^ ^^^^^ goc
van Harlingen in 1321 aan de burgers van HardenviJ ^^^
bejegening in die stad, terwijl hun hetzelfdenbsp;i^et
Landvoogden van Westergoo werd toegezegd 5). ^^^ ^^ de
van Willem VI met die van Oostergoo,nbsp;^^
Staveren werd 1 Aug. 1411 aan de onderzatennbsp;op
oorloofd «veiligh ende vry te varen, merren ende ^^^^^^ ^^ed
den onsen te water ende te lande mit horen
V£l»
1)nbsp;Zie GABiiEHA, Verhaal van Leeuwarden , hl. 39.
dc jure albinagii, pag. 5.nbsp;j^ederlaquot;^''®quot;
2)nbsp;Zie Jhr. Mr. f. e. bekg vas mibdelbuhcu, «e
Banse-verbond. Utr. 1833, bi. 131.nbsp;.. ji. hl'^'
3)nbsp;Zie scHRAssEitr, Beschr. der sladt
HardermicKnbsp;^^
4)nbsp;Zie SCHWARTZEKBERO, Charlerb. van Vneslanrt , ^^ lU,
5)nbsp;Zie sciUiAssERT, Besciir. der sladt Hardervvijc ,
liet
en
S.
Cr®nbsp;gt;gt;ii 'l» tnsscl L fa
m i ^quot;r Tlnbsp;lt;gt;quot;«i„g vrijheid bX
quot; quot;nbsp;l'«lgt;™mg beloofd i,/h t
'nbsp;en de Eegeerie«
^quot;Z^'TT lnbsp;quot;quot; Hnnsingo , fivelgt
quot;nbsp;Ook bij^h t verdrag
^ ™ G»™gen van 6 Ang. 1«0 I
, * f«gestaan .tho varen nnd th„ feren n, der em
? d t® ï 'nbsp;quot;ter nnd tho Ld »
t » 1 gednrende l™,tig jaren 5), Zoo werd ook 1 Wr'
gt; O Lquot;^''^t-seben Groningen en Ommelanden n d,e
Sen O tnbsp;eveneens bij het verbond
»«td. » Oostergoo en de stad Groningen 25 Anril 11« l u
If-vJÈquot;:;«^quot;''™ a„e e„ep,5de„ «.tquot;'^^^ iT/^t
«t^ 'l em t l T '' ™nbsp;Westergoo ver-
- voers?. lande
«1,1- 'vt„. 1nbsp;me die in den voersz. lande
« '»lenbsp;«J-nofhiernamaels wonen sullen , die ,
« ^^nbsp;-ogen endevredeli
J 'nbsp;quot;quot;quot; ''quot;g »»tier argelistquot; S). In het vol-
2\nbsp;Vvv
2 ^ie V,!nbsp;Charter]). IV. M. 172
4nbsp;IV. 1,1.173.quot;
quot; ^Asnbsp;Charter!), van Vrieslantl. I. bl 410
I- anbsp;Charlerb.
-ocr page 36-..ende jaar bepaalde hij ook, dat die van Oostergoo en ^^^^^^er-
goo, die hem gehuldigd hadden, «mit hoeren lyve, scep
comanscepe overall in onsen landen ende steden en^e ^^
^.v bewynt over hebben, veylich ende vredehc comen, ^ .
narren ende verkeren moigenquot;l), welke belofte ^7 Maart
herhaald werd 2), terwijl daarna ook Johan van Brabanü
1425 hun dezelfde bescherming toezeide in Holland en Ze^la» ^^^^
nen steden ende dair buten, te water ende te lande
gaande de betrekking der Vriezen onderling valt nog te ve ^^^^^^^
het verbond tusschen Leeuwarden, Bolsward, Sneek ^^ ^
A-an 20 April 1482, waarbij wederkeerig aan de burgers ^^
werd in die steden vrij te koopen en te verkoopen en
reizen 4). Hetzelfde werd 24 Maart 1484 bepaald bijnbsp;T^eeü'
van vrede en vriendschap, voor twintig jaren gesloten tussche
warden en Franeker 5).nbsp;^plinge'^*^
De goede behandeling welke hier te lande aan vreeina
beurt viel bepaalde zich niet tot hen die afkomstig
naburig gewest hetwelk onder het gebied van eenen '^^'^^'^^^.ijderde
of Heer stond, ook vreemdelingen afkomstig uit meer '' ^^^erk^'
rijken, welker taal, regeringsvorm en instellingen sonisnbsp;j^et
lijk van die van ons vaderland verschilden, kondennbsp;^oo
algemeen van eene welwillende bejegening verzekerd lionbsp;.
werd door Floris V 29 Maart 1276 aan de
land alle bescherming beloofd 6), terwijl de Koning ^^ ^ijö^
A an zijne zijde 3 Aug. 1309 hetzelfde aan de HoU«^ ^^^ de
landen verzekerde 7). Een tiental jaren later evenwel sci J ^iheS
derzijdsche onderzaten van Hollanden van Engeland ^'^^y^ggde
ten voet met elkander te hebben omgegaan, althans
1)nbsp;Zie VAN MIERIS, Cliarterb. IV. bl. 700.
2)nbsp;Zie VAN MIERIS, Charterb. IV. bl. 717.
3)nbsp;Zie VAN MIERIS, Charterb. iV. bl. 778.
3)nbsp;Zie VAN MIERIS, Charter!). IV. hl. //ö.nbsp;^^^ yjO.
4)nbsp;Zie SCHWARTZENBEBG, Charlerb. van Yrieslaii.l. l-nbsp;^25.nbsp;.^^as
5)nbsp;Zie scnwARTZEHBERG, Cbarlerb. van Vriesland. ' eotia'» itS
6)nbsp;Zie VAN MIERIS, Charterb, I. bl. 382: «tequot;quot;'
ireugas et securura conductum conferiraus unwersis ^^^^^nbsp;sU ^ ^c
ferrae veslrae Angliae, veniendi in lerrara noslrain ^^^^^^^
randi in ea, inercandisias suas €t alia negolia Uc'unbsp;nos^
secure redeundi, dummodo similes lileras conducu
feratis.»
7)nbsp;Zie VAK MIERIS, Cbarlerb. II. bl. 87.
Kiigclanil.
Koning van Engeland 14 An^. iqpfi i.quot; tt-h
den Baljuw IrZuMH l ' f f J^'«™»»'quot;«tana rfelamp;n
gt; Dordreci r rnbsp;-Ie Schepenen en Men
J, 'nbsp;' ^■•^«ferfe be™ri„g zonden hon
TCfii,: r ™nbsp;po^to» van Zierikzee gege
«SS ™ t'™ l^oamg van Engeland, dat die vm 7;„-l
, . Ka,npen, Vamp;singen, Brielle Do^ecM I 1'tquot;
J, Piaataen een Bngebch schip Wd hadden IT f
5)nbsp;fi^® ^en honderdsten penning voor tol be
'' ^^illnbsp;] ^ ^ijnegunst, M^elke belofte 10 Dec 1419
i Il^tr'tnbsp;voorreden™
^clela^f,nbsp;®nbsp;toegekend aan de Enlt;.dsche
-«gten W, stapel te Middelburg h Sen
^ ^ d tnbsp;l^-i^g; onder meerdere .ol'
oner Tnbsp;^^ biezen, die L t
-Ikezij daartoe zonden aan2
g*n-uitspraak zonde doen 7
«ok tnbsp;'nbsp;' quot; ^^^^^^ 1S8G bevestigd 8)
«elcnbsp;quot;it Londen verzekerd
^nbsp;^^^ brodeghesyn 1: j
^'eylich te oLnbsp;een goet, vry, vast ende zeker
^i^ecomen, te varen , te merren en te keren overal
3] nvnbsp;W. 237.
^ V,,nbsp;Charterb. II. bl. 259.
n:v ! Cl^^'-lerb. 11. bl. 441.
VA.Xnbsp;Charterb. 11. LI. 504.
U, ZIT'nbsp;W. 257. IV. bl 223
Charlerb. lil. bl. 384.
Charterb. IH, bl. 396, 433.
onsen lande tot allen steden, ^^ateren ende heersea^^^^^^^^^^
L Lt volgende jaar in hetnbsp;i»
verleend 2). Daarentegen vergunde A^iHem Vi,nbsp;.j^ven,
o^tg zijnde, 14 Juni] 1410 aan de poorters B-u.-^ iJe
die 1 deSehottenop zeenbsp;^
ingezeten van dat rijk te verhalen 3 . ^^^^ ^^Jfquot; tU^'
ter'in die jaren de vriendsehapsbetrekhngnbsp;« ^^ vi.ae'^
althans van eene dergelijke vergunning omtrent Lngel^ ^ ^
.ij destijds geen gewag gemaakt, terwijl ook aan de Seh^ te
UI, op niLw algemeene bescherming eB -jheid ^ o^^
drijven beloofd werd, zij mogten mt hun midden een «nbsp;^oü'
veienrs kiezen, die over hunne ondeAnge
den doen 4). In het jaar 1425 tretfen wi] een paar v
: rtuichen dein ezetenen van Holland en Engebnd^^^^^^^^^^
;Lhillen, daar Johan van Braband 17 Maart aan^
L Middelburg vergunde, de hem door eenigo ^^f
zetenen toegebragte schade op alle inwoners diex ^^^^ ^^loof^e ^
die hij in Holland of Zeeland aantrof 5). f e.zoo ver
aan twee poorters van ter Tholen die ^jj^-f «ve ^
Sandwijk in Engeland, «dat zij die van Sandt.jclc ^^^^^ ,, C
in onsen landen van Hollant ende van Zeeland
bevinden können, arresteren ende becommeren sulle ^^^^^ bre
bimluyden mit rechte aenspreken van ^^^ken scaf o^ Ja.
sy an dien van Sandtwyck voirsz. ^e^^^;, ^aW' ^^ Ibr-
Schotland was men toen niet in de bestenbsp;^^quot;tig^^^'^
werd echter weldra hersteld, en P^ihps de Goed be ^^ de
1426, op verzoek van Middelburg, aan de Sch^
regten ^4lke zij van Willem YI verkregen hadden
1)nbsp;Zie VAN MIEF.IS, Charlerb. lU. b!. 5i9.
2)nbsp;Zie VAX mEHis, Charlerb. HL U. 585, 5oO.
3)nbsp;Zie VAN mieris, Charlerb. IV. bl. 146.
4)nbsp;Zie VAN jiieris, Charlerb. IV. bi. 378.
5)nbsp;Zie VAN MIERIS, Charterb. IV. bl. 770_nbsp;''
6)nbsp;Zie VAN .UER.s , Charlerb. IV. hl. 787
7)nbsp;Zie VAN -MiKKis, Charlerb. IV. bl. öiu.
van Vriesland. L bl. 468.
^^eu wordt door van zurck 1) gewag gemaakt vau een privilegie
^oor flulips aau de Erigelsclien verleend , dat de liun toebehoo-
^eiide goederen, welke zij bij verzuim of uit misverstand op de
«len met behoorlijk hadden aangegeven, niet mogten worden ver-
beurdverklaard; tegen bedrog was echter eene boete bedreigd van
le of viermaal de waarde van datgene waaromtrent het bedrog
aaunbsp;Karei den Stouten werden
de Engelschen vele voorregten geschonken, terwijl door Maxi-
laan en Maria 12 Julij 1478 op nieuw een verbond van vrijen
Hsi r ^ quot;quot;quot; visscherij met Engeland werd gesloten, hetwelk in
bevestigd werd. Ook vernieuwde Eduard lY in 1478 een
vriendschap en koopliandel met de Vriezen 2). Bij-
^^^Qere vermelding verdient het tractaat van entrecours iu 1495
^^^^gegaan door Philips den Schoonen met Hendrik VII, waarbij
anderen bedongen werd : « quod mercatores qui subditi sunt
poterint tenere et liabere in villis et
«Uis •'nbsp;principis domos et habitationes pro ipsis et rebus
'Mei!^nbsp;recipiendas, servandas et exponendas, ibidemque
' libertatibus et franchisiis utentur et gaudebunt,
^si et gavisi sunt ante quinquaginta annos ultimo
praecedentes welk tractaat in de jaren 1507 , 1515 ,
1053 en 1559 verniemvd is 3). Met Koningin
Schotland sloot Keizer Karei V 15 Dec. 1550 een
aau ^ ^^^nbsp;en VerloncU, waarbij op nieuw
onderzaten alle hulp en bescherming werd
iNl t ' ^^^^Steii zonder eenig vrijgeleide of paspoort veilig
' baridel drijven en vertoeven zoo lang zij wilden 4).
^'edejnbsp;ontstond er onder de Regering van Koning Philips
' evenwel werd bij placcaat van 29 Dec. ] 564
^^i'^^erzaten der beide laiiden «vrye handel en negotiequot;
tot drie weken na het eindigen van de onderhandeling te
1)
lit^ ®igt;lavus V. Eiigdant § 7.
t'J ^ie v^^f« . Hollands rijkdoni. 1. |,|.
quot;quot;fi ' Va^^^quot;^' gehoiulen door de ilecren 11. va^ üeverxixgk . w. nieu-
''ERiiEenA. p. jüsgestal, als Gedeputeerden en Exlraordi-
de^rquot;^^nbsp;Ilecren Slaaten Generaal der Vereenigde Neder-
quot;^^'ti Urnbsp;K'iPtelandt. 's Gravenhage 1725 ; bl 656, 657.
18/ IV. bl. 262. VAK zuRGK, Codex Batavus v. Com-
-ocr page 40-Brugge; ook bij plaecaat van 15 Julij 1566 werd de ^el
en weder vrijgesteld, met bevel de wederzijdsche kooplieden « ^eU
ken, vruntlicken ende gunstelyckenquot; te behandelen 1). In mii
1569 daarentegen verbood de Hertog van Alva allen handel m ^
Engeland, welk verbod ook in Vriesland U Maart 1569 door ^^^
Stadhouder den Graaf van Megen werd afgekondigd 2). J^® Jg.
1573 echter werd de handel met Engeland weder opengest^ic
en werd het tractaat van entrecours op nieuw bevestigd. _
Met Erankrijk werd 10 Jan. 1295 een of- en iefensiel ^^
bond gesloten door Eloris Y, die daarbij beloofde uit zijn a
zetten «tous ceux que nous sçavons et sçavoir pourrons e
dudict Eov de Erance , exceptés les marchands non armés de ^^
premier jour de May, sauf avecque ceux d'Allemagneqni s
mes seront en nostre terrequot; 4). Gedurende de oorlogen
schen Frankrijk en Engeland gevoerd werden, kozen Holla
Graven veelal de partij van Engeland en geraakten daardoor na
in onmin met Erankrijk, en dit bleef dan ook met zonder^^^^^^
op de behandeling der Hollanders in Erankrijk en dernbsp;op
Holland, zooals onder anderen Willem VI 23 ^^^^^nbsp;el'
verzoek van Dordrecht, bevel gaf om die van Eouaan, ^^^^^ in
St. Walrik aan lijf en goed te arresteren 5). Daarentegen ^
jaar 1482 bij den vrede van Atrecht door Maximiliaan
wijk XI aan de wederzijdsche onderzaten vrijenbsp;^ij
vaart en handel toegestaan 6). Hetzelfde werd bedoii.
verdrag tusschen Keizer Karei V en Erans I in 1524_ ^^ gept-
rende zijnen oorlog met Erankrijk echter verbood de Kei ^ ^^
1551 allen handel met dat land en beval daarenbovnbsp;^^^^en
daaraanvolgende, dat geen geboren Eranschmannbsp;j^.dceJ
blijven mogt, maar dat zij die er sedert een jaar g«^'' ^^^ bacl'^'
binnen eene maand, en zij die er geene vaste wooni '
__..t wa«^'
TTl bl quot;
1)nbsp;Zie scrivvARTZENBERG, Charterb. van Vriesland, lii- '
ÎÎAAR , Amsterdam. I. bl. 302.nbsp;„o, Cl»»!'
2)nbsp;Zie WAGENAAK, Amsterdam. I. bl. 318. Schwahïzegt;
van Vriesland. III. bl. 765.
3)nbsp;Zie WAGENAAR, Amsterdam. 1. bl. 332.
4)nbsp;Zie VAN MIERIS, Charterb. I. bl. 563. ^
5)nbsp;Zie LüZAG, Hollands llijkdom. 1. bl. 176.nbsp;puJio^quot;''
6)nbsp;Zie KLUIT, [list. focd. llelgii foederali I. pag- 'nbsp;^
dipl, 3. 2. 100.nbsp;^ ^^^ Qorvs ilipl- 4-
7)nbsp;Zie KLUix, llist. feed. L pag. 158. Dumoni, Cori
-ocr page 41-Wen achtdagen moesten vertrekken I). Bij den vrede van Kn
^^njk tussehen Koni.g Philip, en liLdrik^II werden dTvrt-quot;
vLlT'T.r'^''nbsp;ook de ingezetenen dezer
'idenm Frankrijk van het droit d^ aubaine werden vrijgesteld 2)
toe rnbsp;''''' Mechelezi stond willem III 18 Oct 1309
. e «varen bhven ende keren met horen goede ende met hore
^^^ .soap rusteho doir alle onse lande onghemoyt ende on^Me
Mei 1322 aan zekeren Jan Mïeeren Arnouds Li, poo'Ï
^lerikzee, «ta panden op die van der poirt van Ghent, op
scade te verhalen , die hem
-tnsebier ende sine helpers ghedaen hebbenquot; 4). Met Her
W'i '''''nbsp;® 1328 een verbond van
^ aschap, waarbij aan de wederzijdsche onderzaten alle bescher-
VL?nbsp;^^^nbsp;^^nbsp;bijzondere
Nerenbsp;® '''''' kooplieden van Iperen, die laken en
''^^gw^T Tnbsp;invoerden 6). Eene goede bejege-
^MJnbsp;onderzaten over en weder verzekerd bij het
vriendschap 20 Mei 1366 aangegaan door Hertog
fnbsp;Wenceslans van Luxemburg, Lotharingen
'^^^'Jadi.nbsp;«i^t men geene zware
f'^^^Ref^^^ ^et eene land in het andere zoude
r^elL ^^^'^«quot;tegen verbood de Heer van Purmerend, als
Febr. 1413, op verzoek van
001^ 7^ ^^^Boi^rgondie , allen handel met Antwerpen 8) ter-
denbsp;S Sept. 1424 aan zijne beambten bevel
bel rnbsp;^^^ persoon en goederen te arresteren, totdat
v^uonderzaten wegens de door hen geleden schade
^ e steden van Duitschland, aan welker ingezetenen door
1)
2)nbsp;y.
3)nbsp;^»e
5j ^ie
8) ^'e
liiiltscli-
land.
Zie
Corp.s dipl. 5. 1. 34.
«lEws, Charlerb. II. bl. 223.
N miebis, Cbancrl). 11. bl. 291.
^^quot;Eft.s, Charlerb. II. bl. 465.
^'eris, Cbarlerb. II. bl. 585.
vl;nbsp;Charlerb. III. bl. 188.
« mieius, Charlerb. IV. bl. 227.
Cbarlerb. IV. bl. 733.
Bi-aStnnd
enz.
de Graven van Holland voorregten -«f
het eerst gewag gemaakt van Hamburg en Lubeek ,
Willem II17 Aug. 1243 beloofde met hunne goederen m be ^
ndng te zullen nemen, zoo lang zij zieh op .zijn g^b^^^^^^
Dit privilegie werd 23 Dee. 1248 ook aan burgers van D
26 Lart^252 aan de onderdanen van den Mar-kg-al ^^^
Brandenburg en 12 Junij 1252 aan de burgers van 13rei
Staden verleend 1). .nbsp;tt ^Wfr 2l ^ep^'
Onder Eloris T verkregen de kooplieden van Itoburg ^
1237, en onder Jan I in het jaar 1298 ook die yan Lübeck oi ^^^^^ ^
aanzienlijke voorregten, welke hun later m 1316, ^^ ^geleid''
1338 , 1349 en 1357 bevestigd zijn
beloofde ook de Eegering van Zierikzee m
den en burgers van Hamburg et ommbus ex Älbea '' ^
terwijl hun Albert Heer vanVoorne in hetzelfde jaar ^^ .^^^jliiig
vrije regtspraak toezeide in de oneenighedem tusschen hen ^^^^^^
of metdeYlamingengerezenS). Ook in Ltrecht,nbsp;aar
1122 vele kooplieden aan de Oostzee wonende hunne go ^^^^^ 331«-
bragfen, werden de burgers van Lubeck in het l^ar
schop Guido in bet genot van vele voorregten gesteld
Gelderland en Noord-Duitschland bestonden reeds mnbsp;ool^
eeuw handelsbetrekkingen, terwijl zich in de ^e^x ^e
te Stavoren eene afzonderlijke vereeniging van HamOnbsp;0»
Heden vestigde, die zich voornamelijk ^fnbsp;^a va^ f
ledi. hielden 5). Willem III schonk 7 Mei 1313 vr jhe^^^^^^
aand de kooplieden «van Oosilande die met hoeren con ^^ ^^^ oi-
bider zee in onse lande brengen ende geheelre last opco ^^^^
porte van Dordrechtquot; 6), waardoor ^^ bloei van die ^^^^^enUf
kelijkbevorderd werd, zoodat dezelve dan ook ^^^ ^.^s er
handel met Duitschland dreef en vele Duitsche h m ^^^^^
handel met imuscmuuu uic^^
kwamen nederzetten, zooals ouder anderen m
hl.
bl.
1gt;1.
1)nbsp;Zie MEERMAN , Gescli. van Graaf Willem van
311, 361, 364.nbsp;Hansevcrbquot;«quot;
2)nbsp;Zie BERG VAN MIDDELBURGB, (Ie JNcd. en ne
VA^ M.E.US. Charlerb. 1. bl. 394. II. bh 442. „^„^everboöj
3)nbsp;Zie BERG VAN MIDDELBURGH , dc Ne.l. fnbsp;everbo»'!'f '
4)nbsp;Zie BERG VAN MIDDELBIIRGH , de Ned. en bel ^.g^jjon'l-
5)nbsp;Zie BEiiG VAN AiiDDELBURon , de Ncd. eu het uan
6)nbsp;Zie LüzAC, Hollands lUikdoin. 1. BÜ^^S«
Holland.
-ocr page 43-jjkckooplieden nit Kenlen het geval was, die te Dordrecht hui-
gran ''nbsp;schepen, waarmede vele koopwaren, als
W.; tT'quot;^nbsp;naar die stad werden afge-
garetnbsp;Willem lY 22 Mei 1340 en door Mar-
^^ ta in 1346 bescherming beloofd aan de kooplieden uit Pruissen
7 ^^vestphalen, hetwelk door Hertog Albrecht 22 April 1363 en
^ook q Afnbsp;Duitschland werd uitgestrekt, terwijl
^^■estjJnbsp;de voorregten van de kooplieden der Hanzesteden
Vl •nbsp;''''''nbsp;^^ ^ebr. 1422 die van Dit-
Klabescherming 3), en Philips van Bourgondie be-
Avnbsp;bii liet bestand te Koppenhagen met de
Vend,sehe steden Lübeck, Hamburg, Eostock, Stralsund
Li^üenburg gesloten, dat «alle die ingezetenen van de
zes steden sullen mogen vrj en veilig varen en keeren met
ov^^ cüepen, goederen en koopmanschappen, te water en te lande
ede voorschreve landen van Holland, Zeeland en Yriesland
koopmanschap aldaer te hantieren in sulckei- maniere enalsoo
^o^tyden en van ouds plegen te doen, ende alle de
rnbsp;' ^nbsp;^nbsp;en Yriesland voorsz. op
^nbsp;^ede af, te niet
Hnbsp;geenre waerde syn en blyven,quot; hetwelk wederkeerig
Holland, Zeeland en Yriesland in ge-
li V^Hnbsp;^«S l^er in aanmerking
=nbsp;^nbsp;^^ ^^^^^^ Junij
C 7 b^P^'^ld ' ^^'erd : « Praeterea subditi utriusque principis
feir^re' quot;'e, redire, morare, conversari ac negotiari in
dominiis poterunt solvendo jura et vecti-
C^^'^teog et consueta, sicut proprii ejusdem principis subditiquot; 5)
-^^'^epej^^ ^^^^^^nbsp;placcaat van 17 Aril 1545^'
lt;le Embden komende aan te houden en van dezelve
regten te vorderen,
van retorsie, dewijl aldaar van Nederlandsche schepen
n't ^^^ M'WELBuriGH, (Ie Ned. en het lIansevcrl)ori(!. hl. ISa
'»■^«'s. Charterb. 11. bl. 637, III. bl. 145, 461, 5231
'As
en het Ilanseverbond. bl. 136.
S) Gp pCharter!). IV. bl. 623
'' Goij iV. 254.
ii- I. bl.'s.
-ocr page 44-en goederen nieuwe tollen en belastingen waren gelle^en, ^
vooral de Groningers bezwaard werden 1).
Lrlg Albrecht van 9 Eebr. 1383 waarbij hij besche^J
loofde aan alle kooplieden uit Lombardije Spanje , ^ ^^^ibiiïg
ci... cUi zinbsp;die in Zeeland in het algeme^i en ^
in het bijzonder kwamen handel drijven 2). Ook Portunbsp;^
lieden genoten in Zeeland bijzonderenbsp;^^^^^^^^^^^
van 3 ipril 1390, zij mogten te Middelburgnbsp;^^^^^^^^ ove^
en uit hun midden eenen Gouverneur kiezen die tu^^^^^^
hunne onderlinge geschillen -gt .oude spreken,nbsp;^ lél
10 Dec. 1412 bevestigd werdnbsp;^'' ,chepef ^^
geleide, veilich te comen , te varen ende te trecken op^ pe
L ende binnen onsen lande, dair hem S-oegen s^lnbsp;u
zelfde beloofde 18 Mei 1416 ook aan die van ^pennbsp;) e
nit Denemarken vrijen handel en veihgheid ^^besc^^^
Keizer Karei Y zeide bij het eeuwig edict 4 Oct^ i
mingtoe aan alle vreemdelingen die alhier ^oude^J^^^^en vo«^^
drijven , « tot groote nutte, profyte ende welvaren ^ an
landen ende die ondersaten van dien o).nbsp;^aakt«
Opnbsp;de voorreg-ten aan vreemdelingen toegcken
dikv^jls eene uitzondering tenaanzien der Joden cü
lande veel minder vervolgd werden
III stond zelfs aan de Joden, die uit MKnj- '^^^^.garnbsp;i^
te Bergen in Henegouwen eene geheele straat toenbsp;^
dienstoefening en eenige neringen werden vi^gnbsp;f ^^^
waarschijnlijk, dat zich toen ook velen van hen inbsp;1.0
hebben. Ook aan Hertog Reinald 11 van Gelder gnbsp;vr^^,
lYin het jaar 1349 eenen gunsfcbrief, m weiK ^^^^^rioeo'
gaf om in zijn gebied Joden op te nemen en
1) Zie Geld. PI. I?. 1. bl- 19- ,,
2nbsp;Zie van mieuis, Charlerb.nbsp;bl.
3nbsp;Zie TAN MIERIS, Charterb. UI. bl. 555. IV.
Zie VAN MIERIS, Charterb. IV.
5) Zie Gr. PI. B. I. bl. 313.
-ocr page 45-Rauhet gevolg was, dat zich aldaar vele Joden nederzetteden die uit
band verjaagd waren. In de vijftiende eeuw werd te Arnhem
feu inbsp;stads-geneesheer aangesteld. Ook in Utrecht wa-
^ ^ajo' ^nbsp;^i'iden dier eeuw eenige Joden «ad
rnbsp;en in 1444 werden de Joden
^ Cle stedelijke Regering van Utrecht uit die stad gebannen,
Ne /Ïnbsp;Jo'ïenin Holland gedu-
^tigw!'^nbsp;het Bourgondische huis niet gun-
C- ■nbsp;de Eegering van Keizer Karei V
Sor-,^ inbsp;'^J vervolgingen bloot. Zoo
^^fecl!nbsp;^^ in het Sticht van
^Hei,nbsp;Gelderland eenige Joden te ontvangen, met bevel
jrnbsp;reeds waren om binnen eene maand te vertrekken 2)
tnbsp;Pl^^^^ten 14 Aug. 1532 en
Nii Yrnbsp;n Holland en Zeeland,
N^r. V nnbsp;^nbsp;Stad-
kXd. ATnbsp;''' Vriesland, in naam des Keizers, de zoo-
^^te^ 'nbsp;Christenen, die uit Portugal herwaarts sedert de
pITquot;quot; overgekomen, gelast werden te vertrekken 3)
Hij ^bihps vaardigde 17 Mei 1570 op nieuw een placcaat uit
ei 1 ' ^^nbsp;wouden mogen
. fnbsp;^^'^^én, binnen veertien da^en
sSWeUnbsp;^^^ vreemdelingen
V^'^lotidnbsp;'''' steeds een gestreng toezigt
^^ bei^Qnbsp;ben die in deze landen aankwamen , dat men
en 1 ^nbsp;onderzocht, welke vreemdelingen zich herwaarts
naanf^'nbsp;bescherming weigerde aan lieden die niet
V'Sbeidnbsp;geenszins in strijd met
V , daardoor zich onze voorvaders zoozeer onderscheidden
H.
strekte den vreemdeling juist ten waarborg, dat de
J- koenen, Gesch. der Joden in Nederland Utr. 1843,
rnbsp;^^ Ge]d.Pl.B.I.bl. 16.
'p,nbsp;(Ier Joden in Ned. bi. 129. Geld. Pi. B. 1 bl 59
'^elcinbsp;Vriesland. III. bl. 211.nbsp;quot; '
■nbsp;I. bl. 442.
-ocr page 46-l,e,„ gedane verzekering v». besehermmg eu veAgW g
ofte zonde riin, »ant, -naalte
goeden en sleehten, schonk men «gt;n al en S^ijie ^ „
lepdebescïeming aan den goeden vree,ndeb,g e
allerlei vreemd gespnis en --«»fnbsp;,f' ,nbsp;t „»ä^d ?
zonden Kier eene wijkplaats hebben gezocM, tot
de veiligheid van personen en goederen,nbsp;^ j ,,.„ äequot;
zigt heeft men belet, dat ons vaäerland eene ^eri ^^^
vfn allerlei sehuim van volk ennbsp;,,„orh««
Staten opleverden, fit eenige er bovennbsp;^c. ^
heeft men reeds knnnen opmerken dat ™ jl^
vreemdelingen beloofdnbsp;quot; ^ *nbsp;quot;quot;f »
'slands vijanden en degenen die zreh aannbsp;m - y
talrijke® voorbeelden .orden bijgebra^, ons ^fgt,;« Jolf;
dJrts eenige weinige aan te halen. Zoo l-«!--«® quot;nbsp;M J
van Vlaanderen en Graaf Wem Inbsp;Jocr
keur van
Middelburg, dat geen vreemdelmg geA ^^^ ^icft
xnogt gaan, zoo hij niet eenen burger als geleide
verLiL hij zulks, dan moestnbsp;^nbsp;he^ fj !)■
handen aan hem slaan, en het reg^ van den Graaf
namelijk 3 pond voor den Graaf e^ 1 pond ^nbsp;fj
Hetzelfde werd door ïloris IVnbsp;jaar 1.2 ^^
45 van de keur van AVestkappel, ^oor J to ^nbsp;^
bij die vanZierikzee, en ^oor denzelfden ^ ^^^^
ai 46 van de keur van Middelburg ) Ook^ ^^^ . ^
men doorgaans zeer gestreng, zoo f ^egen he ^^^^^^ te ^^
gebied of uit de stad gebannennbsp;.ijnde ^^
als tegen hen
die elders wegens misclnjinbsp;.j^deie^^ /^^if^n-
wilden overkomen. Margaretanbsp;J ^an recf^^^
gouwen beloofde 15 Oet. U56 ondernbsp;d«^
lloris V , dat zij geen ballingen mt Hol and - 1,5 , v^^
gebied zoude gedoogen. Hetzelfdenbsp;^ ,,, de-
Graaf Guy van Vlaanderen beloofd 3). m
n Zie VAN MIERIS, Cliarterb. 1. b . 173^nbsp;oT^-
2)nbsp;ZicvANMiER.s,Cbarterb.l. bl
3)nbsp;Zie van mieris, Cbarleib. 1. W- '
-ocr page 47-^e^and werd 23 Oct. 1256 door Floris V bepaald: «Alle die-
ikWv wonen binnen deser cliora snllen gaen mitten Grave om
^^^ UHlhnghen te bereydene of init sinen Burchgrave, ist dat sake
aei, pnbsp;Sl^emaekt syn. Die des niet doen en willen hy sal
Knbsp;^nbsp;verwonnen ballinc hont
^^ l^y ^^ ambacht, hi zalt
^ie I Ir ®nbsp;genaden. Wanneer die Grave of Bnrchgrave
öallmgen willen beryden, soe en salment hem niet wey-
'^^fave''nbsp;^^ederseggen, ende des Graven mannen snllen den
S-d ?nbsp;panden doen, van die ballinghen mede te
^nbsp;ballingen evenwel mogten degenen die «binnen
^ Hvnbsp;woonden, volgens art. 14lt;, «met hem houden soodat
.-»einant en noozen quot; 1). Deze laatste bepaling wordt ook gevon-
V „nbsp;Zeeland van 13 Nov. 1290, art. 86 : «So wie bin
^ „ ore woont, hi mach wel vreemde ballinghe houden van bu
Cqjnbsp;^nbsp;viccmue uauingne nouüen van bu-
t ''nbsp;op^tlant, daer si uut
natuurlijke zoon van Floris V, ver-
e de keur van Haamstede in het jaar 1300, art.
^nbsp;..... —nbsp;lu iicü jaar j.öuu , art. zy :
Nko gemeenschap heeft meteenen verbannen man, die valt in
aiTr^^'nbsp;orconden drie Sonnendagen, des
f hiiU , anderenquot; 3). Ook het handvest, door Willem III
Oh^^^'lnbsp;quot;quot;Tvquot;.nbsp;imiiuvcöL, uuor vvmem lii
^^^^ Vlissingen verleend, hield in : «Yoirt soe wie van
Vnbsp;Seependoem wort verbannen van deser cliore, wie
fie^' ^ïie/snbsp;l^'^i^en synen scepe, wort hire of verwonnen
die verboert jegliens ons 10 pont, endejeghens
endehy sal ghelden des misdadichs scout quot; 4). Bij
4 ^KU^ tusschen Willem V van Holland en den Bisschop
^^^ ^^^nbsp;quot;^en overeen'
^Soenbsp;xu XÏXCI X-JÜX Jivvain men overeen:
^^^ ballingen wt onser Greefflicheit, noch diegene
besoenen , gheen onthout hebben in den Stichte van
^ ieTn- ^^eefflicheit schade the doen. Ende desghelycks
quot;V ^ die} ir Greefflicheit schade the doen. Ende desghelycks
J, ^reeffl,, ^S®nbsp;voirsz. gheen onthout hebben in
IInbsp;Stichte van Utrecht schade the
V ietzelfde werd 24 Julij 1352 bepaald bij het verdrag
Charlerb. I. bl. 313, 314.
Charlerb. I. bl, 518.
Charlerb. II. bl. 18.
Ciiarlerb. III. bl. 158.
Charterb. II. bl. 791.
z'e va.
Zie
zio v ;
''' »quot;Eras
5)
der stad moesten blijven ; in bet volgende jaar ^^
onlnsten het verblijf in de «tad ontzegd aan eemge ^^^^ ^^^^
tenlieden, onder anderen aan ballmgen nrt Lerd n en ^
In eene willekeur van garden 1518 werd bepaald: «I e .biij
arme luyden te herbergen binnen onser «tedenbsp;^^^
en niemandt langher int gasthuys te bijeen ^an jn e , ;
dan binnen veertien daghen niet weder Wn der^ ^^ ta
bij 5 st.quot; 6). De Markgraaf van der Yeerenbsp;^
hLer Generaal, en de Eaden des Komngs verbodeBJnbsp;^^
aan alle stuurlieden, schippers en anderen, ^ ^
onbekende personen te vervoeren, dan ™
hebben gegeven aan den Hoofdofficier der ^aats ..a^ ^
waren, en van hem verlof daartoe te
van verbeurdverklaring van het schp en^t scheep^
arbitraire correctie 7). Zoo mogten, -nbsp;oP
1559, zij die elders gebannen waren te s Gra en^ 1^6 ^
houden 8). Ook beval de Eegering van Amst^r ^^^
aanschrijving van de Landvoogdes Margareta,
,lef
1)nbsp;Zie VAN MIERIS, Charlerb. II. bl. 811.
2)nbsp;Zie VAN MIEKIS, Charlerb. II. bl. 854
3)nbsp;Zie VAN MIERIS, Charlerb. III. b .l8J.
4)nbsp;Zie VAN MIERIS, Charlerb. IV-
5nbsp;Zie WAOENAAR, AuislerdaiH I.nbsp;ende
c!nbsp;Zie llantveslen, Privilegien, \Viilekeuien ^^
Sladtnbsp;Aeraslelredain. 1613. bl. XL.nbsp;j^gr
7)nbsp;Zie Gr. PI. B. II. bl. 2074. . _nbage
8)nbsp;Zie VAN ZÜRCK , Code. Balavus v. 's Graveni o
bc'
gcmeUen Bisschop mot Gravin fJl®
ootd^ Willenr V aan die van f «S ^geb»»»»
die .ij verbanden ook uit Holland, f »
.oudei rijn 2). Zoo verbonden .tcb f fnbsp;a1U«W ,
van Lnxembnrg, Lotharingen,nbsp;™ l^C i»
bij het 20 Mei 1366 gesloten verdrag van ™^setap,nbsp;j
laid geene zware misdadigers of balhngen W andere ^^^^
gen 3), en ook Jan van Braband wgerde 17 Jnn) en ^nbsp;„ƒ
Lehe'r;ning aan vreemdelingen, ie aan f
andere h«de feiUn sehddignbsp;'^quot;«quot;'Tquot;:!
werd 29 Deo. ub bevolen, dat allenbsp;j.v^jb«^
der stad moesten blijven ; in iet volgende F«nbsp;f^j«» ^^
zijnen naam en zijne herberg moest opgeven, en dat alle her-
^ giers de namen hunner gasten aan de Eegering moesten bekend
tu^s?nbsp;volgende jaar, bij gelegenheid van de onlusten
^ieK- ^^°™®^bgezinden en Hervormden, dat alle vreemdelingen,
en . ^^ ^^^^ ^^'eken in de stad gekomen varen, binnen vie^
j^^Jintig uren moesten vertrekken, op boete van 6 gulden, tenzij
KTnbsp;of waardinnen zich bij den Schout vervoegden en borg
Twee jaren later deed Koning Philips een
^kCnbsp;dat niemand in deze landen noch in eenige juris-
^'Oüeï,^^''nbsp;'quot;quot;^St vestigen, tenzij hij kon ver-
^^^^ behoorlijke certificatie van goed gedrag en de belofte af-
SeiUe ^^^ ^^^ ^^^ Catholijke geJoof te zullen volharden 3); en Bur-
Aüg ®®teren. Schepenen en Eaden van Leeuwarden vaardigden 36
Ï^'Cquot;«/op bevel van het Hof van Vriesland, eene ordonnantie
-iesej ' Personen, binnen den tyd van een maendt herwaerts
H ^ ^^^^^ gecomenzynde, ende heur aldaer onderholdende bin-
tteri'T'?nbsp;publicatie van desen heur laeten ersch^ien
J -Kaecltdeser Stede, ofte Gecommiteerde van dien- eelvck
Vflh .sellondpi,nbsp;11 _ T •,nbsp;^ °
V eeli 1 V---- 'nbsp;van aien; gelycJc
gt; a'^-esente doen alle die ghene, die nae date
y tenbsp;van deesen sullen binnen dese Stede comen, om al-
^^oire. r®nbsp;ontholden, ende dit alles omme t^
S ^stey.nbsp;^ henluyden van weegen Conincklycke
Henbsp;by pene, die van sulck te doene in
i.-» ^^ Wesen, te verbueren de somme van 25 Carolus gul-
' endpnbsp;^^^uavxKii ue somme van üó Uarolus gul-
^^^^^^ ^^^^nbsp;voorschreven Stadt gedreven te
d ^^^nbsp;^^^ omstandigheid aanleiding
Velen uit het platte land te Leeuwarden waren ge-
(iM ^H^eï? ^^^^nbsp;inkomsten of met handwerken kon-
tienbsp;Tot de buitengewone maatregelen van dit tijd-
^^^^nlandsche verdeeldheid behoort ook eene ordonnan-
Va V^nbsp;^^
^'»U d' vriesland door de Wethouders niemand mögt worden
^an ? ^^nneer hun gebleken was bij attestatie van den
»-eeu^arden of van den Pastoor, dat hij was van de
ffolnbsp;j-aotuuj., uau mj was van ae
SQienst. Herbergiers en anderen moesten, volgens
^CeT'^quot;' ^'»s'ei-dam. I. bl. 276.
p scR^']^^quot;. Amsterdam. 1. bl, 300.
Cbartcrb. van Vriesland. Hl. bl. 766.
tzenbeug, Charlerb. van Vriesland. Hl. bl. 905.
huize vertoe-
nrt. aogelijks de uamen opgeveu van de ten hunnennbsp;^^^^^ ^
ende' vreUelingen , op straffe van 6 C-lus ^nbsp;de
eerste, van 10 voor de tweede en van arbitraire orre
derde keer 1). Vervolgens beval in gelijken geest de
George van Lalaing, Graaf van Bennenberg, ^ ^a bin^^^
I steden goed dag- en naeht..cht te ^^ ^-
te laten zonder te weten wie hij was, en voortsnbsp;.
In naar de thans in de steden vertoevende vree^^^^^^
Wke ordonnantie 11 Mei 1580 vernieuwd werd ^^^ te
Tets bepaald, dat niemand mögtnbsp;aa. ^
,oet en ongewapend, en dat die wapenen voor ledenbsp;e^
.ertrek zouden worden bewaard 3) Tegen
landloopers werden talrijke en zeer gestrenge placcaten^^^^^^^^ ji.e^
einde het land niet door deze zoude worden oAerstroo
behooren in Gelderland de placaten van 28nbsp;^^ov-1 ^
1545, 22 Maart 1547, 21 Sept. 1548, 19 Dee. lo49 ^nbsp;-
4 Dec. 1554, 15 Maart 1555, 15 Febr. 1556
8 Mei 1556, 30 April 1557 , 17 Mij 1558nbsp;^e^,
Febr. 1562, 11 April 1570 , 11 Dec 1571 f)^nbsp;J
caten van Keizer Karei van Mei 1530,9 Oct. 1532, ^^^^
15 Febr. 1537, 6 Febr. 1539 , 18 Sept. 1542, ^^
die van den Stadhouder en de Kaden van het Hot ^
cue van ueu »ji—------------------------„ 3O i.fneo^
11 Maart 1555, 20 Nov. 1562, 25 Oct. 1569,nbsp;al^i» ..
DlarKten
lOiS-
11.
11 Maart 1555, 20 INov. iooz, v^o.. ^^ ■
die van Koning Philips van 2 Sept. 1560 en 18
dienbsp;vannbsp;het stedelijk bestuurnbsp;van Utrecht vannbsp;30nbsp;unbsp;^^^^^nbsp;^^
en 8 Mei 1571 5); in Vriesland die van 28 leW- ^ pec-
1533, 27 Sept. 1536, 9 Mei 1537,25 Mei loS^^
20 Maart 1538, 7 Oct. 1542 , 2 Sept lo6O
Dec. 1569, 26 Aug. 1578, 24 Vü 1579 6).^ ^^
Een gestreng toezigt kwam ook vooral te
bij gelegenheid van welke zoo vele vreemde i'
1) Zie scHWARTZKNBEnc., Charlerb. van Vrieslnnj- ,
2nbsp;Zie scHWAnrzENBEUO, Cbarlerb. vanW jv. ll^o,
3nbsp;Zie SCHWABTZENBEBO, Charlerb. van Jno^Iaquot; ^^^^ ,76,
4nbsp;Zie Geld. Pl. B. T. W- 12,16. 26 41, -
192 203. 238, 246, 251, 265 282 84 ^4 ^
5) Zie Ulr. Pl. B. 1. bl. 691 vgg. IU- ,,„d. HJ
6 Zie SCHWABTZE.BEBO, Charlerb J«^ 774,1208
689, 697,714.718, 868. III. bl. 528. ,
-ocr page 51-l^ierwaarfs kwamen, waardoor er bij de groote volksmenigte die
sdan op de been was zooveel aanleiding tot ongeregeldheden be-
knel]). Niet alleen werden dan ook bijna overal uitdrukkelijk
geweerd 's Graven vijanden, degenen die uit de stad of uit het laud
ö^bannen waren, en zoodanige vreemdelingen die zich aan zware ver-
^'■iJpen hadden schuldig gemaakt 2) , maar ook misdrijven op de
Die toevloed van vreemde kooplieden en kramers was vooral groot op
ennbsp;alleen op de jaannarklen vrijstond hunne waren
VjQnbsp;verkoopen. Zoo leest nieu in de keur
üls , van 14 April 1246 art. 64: « Voert negheen coopraan wuytheems.
^^ ciie weent buyten der vriheyde van Deltr, en zal moeten slaen in die
y ®^'lt;einarcle . wuylghenoeraen jaerinarcten , alzoe dat zy haer goet ontdoen
j)efnbsp;te vercoepen, 't zy vaa linnen ofte van wollen laecken vercoo•
wat anihacht dat zy coopluyden zyn.» Zie van mieuis ,
bepalingen omtrent de jaarmarkten en
llS^'^^'^l^len te Bolsvvard en te Sneek in het Stadsboek van Bolsward van
54 en in dat van Sneek van April 1456 bij schwartzenberg ,
^^■elise^'^'^'nbsp;, 558, 584. Dergelijke beperkingen,
'^'^estal in verband stonden met de voorregten aan de gilden toege-
'•^le Anbsp;heneden in § 3 van deze Aftleeling alsmede in ^ 3 dor
^edenbsp;van het tweede Hoofdstuk gelegenheid hebben meer in het
bespreken.
Vlii^ dergelijke bepaling gemaakt door Willen 111 omtrent de beide jaar-
'■^'get ^^ ^^quot;l^'eH'urg 1 31ei 1323 bij vax mieius, Charterb. II. bl. 316;
Vnnbsp;vyandcn , jof dengecnen die wie onse lande gewcese bal-
'^^'^^luet^^quot;' jof dengeenen die hem selven wte onsen lande omme haero
^^nbsp;hebben »; door Herlog Albrecht omtrent de jaarmarkien
20 Maart 1376 en 3 Jan, 1381 bij van mieris III. bl. 320 en
'^'tiolj ^' 'o'ieset die onse vyande syn of ballinc ons lands»; door Bisschop
Hoorn omtrent de jaarmarkten te Utrecht in het jaar 1378 bi.j
v^ ^^^^ii 1nbsp;« wtghenomen diegene die ballinge of vre-
1nbsp;Uirecht, ofte die ons Heren
ij'^'i'entnbsp;'Ier stat vyande zyn»; door den Heer van Beaumont
tlfH jaarmarkt op Texel 20 April. 1383 bij van mieris II!. bl. 39!):
lo!^'^^'anlis^ ^quot;'ch man, die ballinc ware der Graeflichede van iïollant
([.quot;^quot;'ile y ^ leghen ons misdadich ofte viant, die en soude dese voer-
Xv^^de i, -balen noch
in staden slaen»; door Hertog Albrecht om-
}yquot;ernnbsp;Ie Weesp 8 Jan. 1386 bij van mieris, III. bl 431; door
''Celnbsp;marklen te Gorinchem24 Aug. 1412 bij van mieris
dat onse vyanden zyn off brnechechlich mit
P^^iien voirwaerden off van Scepenen brieven van .«icoude , lt;lie sy
'^'■'^ingnbsp;^«rwijl ook door Koning Philips 24 Aug. 1580 van de be-
^feenidelingen op de paardenmarkt te Gorinchem beloofd, wer-
-ocr page 52-jaarmarkten zelve ge^^eegd werden deerns —^^^^^
i-estraft. Zoo bepaalde onder anderen Witte ,
M V, ^et jaar 1300 bij de kenr van Haamstede Soe .
f^^LUn iisdoed, dat men
Middelbm- bepaalde Willem III aangaande de beidenbsp;^
l Mei 1323: «ende soo wat twistelycken -ecken dat^i
aermarckt geseliiede, dat sal mennbsp;, ^i.
.elfde werd 17 Eebr. ^^^^ verordei^ doornbsp;^^
omtrent misdrijven op de
1413 door Willem omtrent misdr^;eB Jfnbsp;^^
chem 3) Te Ylaardingen bedreigde Willem III 6 Jan. lö. ^
e^^ temdeling die op de jaarmarkt vocht eene boete van lo P
__________________________Hollaquot;'^
«buYlon ghesloten onse enJe onser voorschreven landen
tl^^Lle'dengheenea die onsen ende
houdende ofie daeruit ghehannen zynde.» Zie Vl. ü.nbsp;DU
d r Jakoba van Beijeren oaitrenl denbsp;^ U A . u
IV lil 417' (cutgcnomen onse vjanile oi aenb o»«®'
gt; 24 uiigescheyden onse vianden , die balbngea ende n n
nsen v irsl. landen ende die ons ende onsenbsp;Vler-^^fJ.
ruWich snllen syn»; door Koning Philips omlrenl de ba e ^^ ^
Leiden Mei 1565 bij v..nbsp;Handv. van L^ , ''.Usga^le^^, ..
nomen fugiliven , ballingen ende d.e crnn.nele po.s nennbsp;, 1
'vianden v^esende ende hon.lende onsenbsp;-' gt;nbsp;,,
omtrenl de paardenmarkt te 's Gravenbage 8 Jannbsp;^^nbsp;^^^^
irenl Gorinchem en Goes gezegd gt;s. Z,e «r-
de stedelijke Regering van Utrecht omtrent de ^^nbsp;, genaden
1493 in iet Utr.%1. B. IIL bl. 845 : « uy.gesondernbsp;^ ^f ^ ,
1 ______ 1 T(nbsp;( H-r»!
l,:.11inffp. of voorvlUCii'.cquot; '
1493 inhetUtr. PI. B. UI- bl. öto : «'i;quot;','quot; zy» -
of onser stad van Utrecht vyande ballinge of
koeren of van broken uytonso stadzyn, ende ^^'-f^l^eie.
cbnlt, onsen genaden Heeren of onser '«rgeren m enbsp;tf^^ oV
^ia'gende, cL welke ^oleydebe be„ .
V omtrenl de weekmarkt Ie Rhenen Oct. 1546 m hei ^ ^^ ^^^ ^fie
«uylgescheyden die vyand of vredeloos des
breuckachtig, ofte die van schade o te van schuil uy g
1)nbsp;Zie VAN MIERIS, Charlerb. IL bl. lo.
2)nbsp;Zie VAN MIERIS, Charterb. II. bl. 310.nbsp;oiö-
3)nbsp;Zie VAN MIERIS, Charterb. lH. W. 34/.
-ocr page 53-'^velke i]i gewone tijden sledits 10 jjond bedroeg 1). Te iScliiedaiu
stelde dezelfde 4 Mei 1315 op het vechten gedurende de jaarmarkt
boete van 10 pond 2); te Leiden werden zij die op de jaarmarkt
® eenich gevecht oft rumoer deden volgens privilegie van Philips
l'eii Sclioonen I)ec. 1497, gestraft met eene boete «navolgende de
'^üdveste van der poorterye tot bescheydinge van de Schepenen onser
^^Ottsz. stedequot; 3); terwijl ook te Harderwijk door Graaf Otto van Gel-
in 1231 en door Graaf Eeinald in 1348 bepaald was, dat
® ^ die aldaar op eene jaarmarkt vocht, zijne regterhand of 40
j^ollandsche ponden zoude verbeuren 4). Zoo verbood ook Keizer
^»^tel 30 Jan. 1545, remissie te verleenen van delicten op ker-
'^^ssen van de steden en dorpen gepleegd 5). Overigens beijverde
zich zeer om ter gelegenheid van die jaarmarkten uitheemsche
en herwaarts te lokken, en beloofde men aan allen die dezelve
^.^^^^'^bten bescherming en veiligheid , tot aanmerkelijke bevordering
^ ^^ het verkeer en daardoor van de welvaart des hiïds, terwijl ook
^^'^ïd weekmarkten in het bijzonder de binnenlandsche handel
aangemoedigd. 6). Op sommige plaatsen zelfs werd aan de
^ie VAN MiKRis, Charter!). II. hi. 377.
van jiieris, Charlerb. II. 1)1. 161.
^ie van 3heris, HanJv. v. Leiden, id. 324.
schrassert , Besclir. der stadt Ilarderwijck. I. bl. 181 , 182.
Gr. PI. B. 1. bl. 384.
do^p'® bescherming beloofd door Bi.s.«chop Godelialdin bet jaar 1127
Arnold van lloorn in bet jaar 1378 aan de bezoekers
•lüor Q •'®lt;'quot;''nariaen te Utrecht, bij bur-iian, ülr. Jaarb. 1. bl. 292 vgg.;
^oeiJ''®^ Otto van Gelder in 1231 en door Graaf Reinald in 1348 aan dc
de jaarmarkten te Harderwijk, drie dagen vóór de oprigting
^'tiiJtnbsp;de wegneming van het kruis, hij schrassërt, Beschr. der
pitiam^g^^i^ck I. bl. 182; door Graaf Otto 13 Junij 1233 en door
.'•i i«Viio quot;y ^^^^nbsp;bezoekers van de jaarmarkten te Arnbem ,
Nftle ^«^'lenkvv. uit de gesch. van Geld. 1. bl.XXX, 133. 134; op
Cl ^an df ^nbsp;Bisschop van Ulrecht Sweder van Bosincherii 7 Dec.
(l'^'^^erl, j®nbsp;van de beide jaarmarkten te Vianen , hij van mieris,
\ ' hl. 366; door Willem 111 1 Mei 1323 aan de bezoekers vau
Gn. jaarnbsp;' vviiiem lu i luei 1020 aan cle bezoekers vau
Je 8 inbsp;Middelburg, bij van mieris 11. bi. 316; door Wil-
AlÏ Vlaa^j ^^^^nbsp;Aibrecht 22 Sept. 1379 aan kooplie-
(lo ternbsp;braband, Denemarken of uit welk land ook, die te
C/^^lein^lvkwamen, bij van miefas 11. bl. 626. III. bl. 357;
bii ^^nbsp;IJt'zoekers van de jaarmarkten te
3 Jannbsp;Aibrecht 20 Maart
aan de bezoekers vau de jaarmarkten Ie Naarden,
l)
2)
3)
4)
5)
6)
vreemdelingen , die nldaar op de jaarmarktennbsp;^^^^
toegekend, dat zij gedurende dezelve voor geene
Wen aangehouden dan voor die, welke op e ja^U^^^ ^.ge-
ren aangegaan , hetwelk ook soms tot de weekmarkten ^^er
strekt. 1).
___ _nbsp;,16 Febr-
III. bl. 320, 370; door lt;1 en lieer A.n BeaunJ
1379 aan de bezoekers van de jaarmarkt te Tholen, bij van
il/L; door denzeirden 20 Apnl 1383 aa„
markt op Texel, bij van miois 111. bl ^^^^'nbsp;^ ^„ebis
1386 aan de bezoekers van de jaar..arkt tenbsp;^ '„-.versbav^»;
bl. 431; door denzelfden aan de bezoekers van de markt te Bro ^^^
b VAN rnKBis Hl. bl. 560; door WHem Y1 24 Aug. ^^^ -^rwij'^
k rs van de markten te Gorincbern b,jnbsp;vaj
.elfde ook door Koning Pbd.ps 24 Aug 1580
T^nrdenmarkt te Gorincbern beloofd werd. Zie Gr. Tl. B- p po
C Sa van Beijeren 7 Aug. 1417 en clo^-Ko-g^ 4I
de t^o^ers V. de .arma anbsp;^ ^^^^^^ ^^ ^^^
de jaarmarkt te Leiden kwamen, vier dagen - ^bl-
na bet einde van deztlve, bg van mieius, Handv. van l.
door Koning Philips Mei 1565 aan de bezoekers van e l^^^i
„wkten te\eiden, en 14 Jan.nbsp;^ .quot;.^r
aldaar, Mj van mieb.s, Handv. van Leiden ^6 Jf,
8 Jan. 1581 aan de bezoekers van P-quot;»^^nbsp;^ing van ^^ jj.
i„ bet Gr. Pl. B. YlH. bl. 427; oor ile
24 Mei 1493 aan de bezoekers van de
11L bl. 845 ; door Keizer Karei Y Oct. 1540 aan a
bet u
ende gasten die te Rl.enen op denbsp;^^^^^^'
B. IU. bL 1101; door den Grietman en bet g'^quot; « ^ 1'«; jlaar^
Vijfga 12 Nov. 1466 aan de bezoekers van de ;ve(kmai k anbsp;Y
Charterb. van Vriesland I. bl. 615; door Keizernbsp;^^
zENBKRG, Charterb. van vnesiaim 1.nbsp;'nbsp;'Vbii vaO
1536 aan de bezoekers van jaarmarkten te Beesle -a .^^^^^,^^^^ ^^^^^
BKBG'lI.bl. 683; door denzelfden 18 Juli, 1554 aan ^^^ _ ^oo
^veekmarkt te Franeker, bij schwartzenbebg lljnbsp;en fyl^f/
Philips 4 Aug. 1559 aan de bezoekers van de ^^ekn^^faennbsp;lU'
f Sloten, b scwabtzenbebg III. bl. 474;nbsp;rnW-^T^^^ie;;;
.an de bezoekers van de jaarmai U te S avoren
b,. 573; en evenzoo in Maart 1574 aan cl.
Anna Parochie in de Grieten« van be Biidt.N cH ^ jle.nbsp;^
n Zie dit onder anderen bepaald doorWiHewnbsp;1 D
.le beide jaarmarkten te Middelburg bij Y« f 'j^nnarkt «P
door Hertog Albrecht 20 Apnl 1383nbsp;^, 7 A^S'
.an miebis 1H. bl.399;d.or Jakoba van Be-jer
-ocr page 55-Een voornaam punt, waarin almede onze voorouders zich gunstig «lt;«■quot;gt;«-»■
oven vele andere volken onderscheidden, was de meerdere zorg die
Regering aanwendde om de goederen, door vreemdeliugen bij
^eliipbreuk of stranding op onze kusten verloren, aan de eigenaars
erug te geven. Ofschoon in de eerste tijden ook in deze landen
gestrande goederen gerekend werden tot de domeinen van den Graaf
® behooren 1), zoo kwam daarin echter langzamerhand eene aan-
merkelijke verzachting, die voorwerpen werden doorgaans op last
Regering behoorlijk geborgen, en aan de eigenaars werd het regt
^ ^gekend dezelve binnen eenen zekeren tijd 2) terug te vorderen
^^gen betaling van bergloon 3). Meldde zich de eigenaar binnen
gestelden termijn niet aan, dan eerst vervielen dezelve aan den
^^af of aan dengenen, aan wien deze zijn regt op gestrande goede-
^had afgestaan 4). Eeeds vroegtijdig treffen wij hiervan voor-
—----
Piiilips 23 Dec. 1580 oinirenl de jaarmarkt te Goes, bij
J's IV. bl. 417 en in bet Gr. PI. 13. VUL bl.42Gj door den Grietman
^ 'ei gemeene liegt van liasker Vijfga 12 Nov. 1466 omtrent de week-
ï»|)j|. ^'''daar, igt;ij schwartzenbekg, Cbarlerb. van Vriesland I. bl. 615; door
„i^JI's den Schoonen in Dec. 1497 omtrent de jaarmarkt te Leiden, bij van
Sir^' ''quot;'iflv. van Leiden bl. 324; iloor Koning Philips 24 Ang. 1580
'lienbsp;paardenmarkt te Gorinchem, en evenzoo 8 Jan. 1581 omtrent
j Oravenhage, in het Gr. PI. B. Vlll. bl. 424, 427.
ii. Zie de cnooT, Inl. tot de Holl, rechtsgel. 2. 4. § 36. Zie ook Mr.
k. ' Nagelatene verliaudelingeu en redevoeringen. Amst. 1822. 1
,2)
'lil
h -^ón,!nbsp;^^^^nbsp;quot;quot;^este privilegiën op jaar en dag bepaald. Eene
daarop maakt een handvest door Albrecht van Beijeren aaii
quot;J* denbsp;gegeven : «Item alle 'tgoet dat men vind in zee dryvende
, dat zall men brengen den Regter, ende die zall 't bonten
3)nbsp;naardien dat men vind. » Zie van mieris , Charlerb. 111. bl. 562.
■gt; 4nbsp;iiegtsgeleerd, praclicaal en koopmanshandboek,
ORAswixKicr., Speciale beschrijvingh van h-t
(1 Siquot; ''«''delijcke bezitting van opperste macht der Èd. Groot J\Io3.
s®quot; Hollandten Westvrieslandt bl. 312 vgg. Kluit, HisL
Seeiienbsp;W. 436. Dat bergloon bedroeg echter op sommige pfaat-
pl^'^en ^^''inge som ; zoo werd onder anderen bij den vrede tusschen Gro-
'üi^'quot; quot;Item'quot;*^'''quot;^''^quot;nbsp;Oostergooen Weslergoo 1 April 1422 be-
(le ^'erde 'nbsp;saecke dat jenich schip van de voorgenoemde
,1nbsp;® Soedt daer ofl' geborgen worde , daer salinen mede volgen
Cl]nbsp;'^at is toe verslaen wie dat goedt berget die sali hebben
jy. de coopman de twee penningen.» Zie van mii ris ,
^Otiisj'quot;,^^^- S'^i'WAiiTziiNBERG, Chartert), van Vriesland. I. bl. 446.
'-'^de de Graaf die voorwerpen met de bergers, zooals onder
beelden aan. Eeedsin het jaar 1252 hato
Stad Soest van den Hoomsch Koning Wülein II bevn] lxquot;gnbsp;^
strandregt aan de Hollandsehe knsten ver.^rven 1 • J
stond 18 Sept. 1276 aan de kooplieden -- ^evmter ^
Zwolle Wilsem en andere omliggende plaatsen toe, ü ^^
Strandegoederen te reclameren «mit wittachtigen orcondei ^^^^^^^^
waerachtigenteyken;quot; indien de eigenaars zelve «verleden
werden de voorwerpen op dezelfde wijze aan hnnne eifgenan ^^
geven 2); hetwelk door Eloris Y 28 April 1278 ten behoeve vai ^^^^^^^
Deventer, door Willem 10 25 Nov. 1304 en 7 Mei
door Hertog Albrecht 20 April 1400 ten behoeve van die
pen, en door Willem III 8 April 1308 ten behoeve van y
Lolle bevestigd werd 3). Hetzelfde voorrregt werd
21 Sept. 1277 verleend aan kooplieden uit Hamburg ^^^^
lem III in 1324 aan die van Denemarken 5) en 1 Sept. j^^^p-
kooplieden uit Lübeck 6), door Willem IV 22 Mei 13^
lieden uit Pruissen 7), door Hertog Albrecht fnbsp;l^»^
7 Mei 1389 aan alle kooplieden nit Duitschland 8), t)^ ^^^ pn ^
aan de Engelsche kooplieden van den stapel der ^vo
________ ^
auderendoor Hertog Albrecht bij hetnbsp;^nbsp;'^^fot
lel^'
lllgt;0'
.ans!'«quot;'
r.OO
Avas: «Komt daar quot;binnen geen klager, zoo zuil dienbsp;^^^..jgve
helft ende die brenger d^ander helft, maar mogte die U-.^ gron^'; , „
waarheden, dallet an 'l last vaste woorden ware op quot; ^^^^
zoude die Ileerc hebben twee deelen ende den brengen gt; gedeeHe ,
Zie VAK ...n.s, Charlerb. lil. bl. 562. Soms ook werd^ee^ ^^^^ ßeijo^^^
de kerk afgestaan. Zie dit on.ler anderen bepaahl 'lo^r
bij den vrede met de Vriezen 4 Nov. 1420, b,j ^^^nbsp;onsß ^
«ende en quame nyemant binnen jnire ende dage ,nbsp;^ (/iö^
M onser behoef nemen dat een dordendeel, endenbsp;; der
bergen dat ander dordendeel, ende dat derde doruer
dair die goede acnamen tvairen. »nbsp;„verhoquot;^'' ''
1)nbsp;Zie ÜEEG VAN wiDDEiBüRon , dc Ned. en bet Hans
2)nbsp;Zie van mieris, Charterb. I. bl. 385.nbsp;^gy lH ^'
3)nbsp;Zie VAN MIERIS, Cbarterh. I. bl. 396. II. bl. 44 ,7- -
4)nbsp;Zie van mieris, Chaiterb. 1. bl. 394.
5)nbsp;Zie van der linden, Reglsgclecrd, pracUcaalen k
Bfu knbsp;4. Afd. 2. § 8.
6)nbsp;Zie VAN MiEKis, Charlerb. II. bl. 442.
7)nbsp;Zie VAN MIERIS, Charlerb. II. bl. 038-
8)nbsp;Zie van mieris, Charterb. III. bl. 140, 5-a.
9)nbsp;Zie VAN MIERIS, Charlerb. III. W-
-ocr page 57-V'il 1390 aan kooplieden uit Portugal 1), terwijl Willem VI, bij
l^iet verdrag van koophandel met den Koning van Schotland 1 Aug.
bil6, aan de Schotten te dier zake dezelfde vrijheid beloofde als
^ijne eigene onderzaten genoten 2). Ook Jan van Beijeren verze-
quot;'^rde 30 April 1424 aan de kooplieden van de Duitsche Hanze-
steden het voorregt om hunne gestrande goederen tegen betaling
J^au bergloon terug te vorderen 3), terwijl door Philips den Sclioo-
in het jaar 1495 op dit punt almede een verdrag met En-
f'^ aud gesloten Averd 4). De bewaring van gestrande goedereii ten
i^ehc
^20
oeve van hunne eigenaars werd door Jan van Beijeren 4 Nov.
en 3 April 1421 in het algemeen bevolen omtrent alle voor-
j^^fpeu uit schepen, welke op de kusten van Vriesland schipbreuk
gj ^^ geleden 5). Maria van Bourgondië verordende bij het
^ oot privilegie van 14 Maart 1477 hetzelfde overal in hare lan-
6)^ en Philips de Schoone bepaalde in Aug. 1493 bij het
wen der keur van Zeeland, dat zij die zich wederregtelijk
^^^^ Zulke voorwerpen meester maakten, met roovers zouden wor-
V gelijk gesteld en lijf en goed jegens den Graaf verbeuren. 7). Ook
Karei Y gebood bij placcaat van 16 Maart 1529 zijne amb-
de verongelukte goederen te bewaren voor de eigenaars,
%nbsp;tegen een redelijk bergloon zouden worden afgegeven,
^oe ^^^ in de landen van Holland en WesLvriesland toi nog
\yer-honden
7cas geweest, terwijl hij ook 10 Dec. 1547 ver-
^ ^'quot;^t het zijne meening niet was zulke verdronhen gelden f
P'i^of^te te ap^pliceren, maar te denhen diè te laaten volgen
Ik
van HIEISIS, Charterb. IH. bl. 555.
7-
3\ van mieris , Charterb. IV. bl. 378.
' 4ie
4) Van- mieris, Charterb. IV. bl. 722.
•eis a van DEK lixdek , Regt-Sgelccrd, practicaal en koopniaiisbandboek.
^''ürtep'i''''nbsp;Charterb. IV. bl. 560, 573. Sghwauizenbeiig ,
ir. ' ï 1 -r 1 1
soo wanneer eenige scbeepen bij
6) j'. ^«n Vriesland. I. bl. 420, 428.
'quot;^saiill®^''- Pl- U. 11. bl. 666: «Item,
5 ®aruitnbsp;zee veriooren vvortien , aat een yegeliKen alsdan zyn
luiclenbsp;bij der zee of anders slrangde , dryvende, of oid^ by
//^'''^eedg f Sebragt weesende, sal mogen vry aantasten ende z^'n profyt
'nbsp;plaatsen of landen in die onderdanigheid ende
li ivenbsp;naakornelingen die goederen gevonden
liei^ij^f'^' betaalende reedelik bergloon dengenen die gevonden of be-
-ocr page 58-äemjheenen dien ze toebelooren 1). Door Koning PliiHp
ondeisclieidene placcaten in gelijken geest uitgevaardigd. Bij da
2 Junij 1562 beval hij, allen als dieven te behandelen, die ^^
zuimd hadden van de in Yriesland gevondene goederen
en twintig uren aan den naastgezeten Officier aan^fte te
de Officier was gehouden van deze aangifte binnen drie dagen ^ ^^^^^
nis te geven aan President en Ptaden van Yriesland, die
de bergers door den Rentmeester Generaal een redelijk bexg^^^
zouden doen uitbetalen 2). Nog gestrenger bepaling komtvo»^^^
de ordonnantie op de zeevaart van 31 Oct. 1563 : « ende o ^^^^^
mandthem vervorderde, eenige genaufrageerde goederen J^j ,er
ende achterhouden, sal gepunieert worden, indien 't een sc^ ^^^
of schipman is, metter galgen, ende des niet min ge^ioude^
tot restitutie van den achtergehouden goeden quot;3). ^^ _ ^f-
1570 werd in Yriesland op nieuw een placcaat des ^om^»^ ^^
gekondigd, waarbij hij, met bedreiging van de doodstraf ^^^l^^give
overtreders, eiken vinder van gestrande goederen gelastte ^^^ ^^
binnen vier en twintig uren, tegen betaling van bergloon
geven aan den Officier, Grietman of Dorpsregter, die ^^^ ^jg hy
inventaris zoude opmaken «omme daervan redenen te ge^^^.
des verzocht sal wesen''4). Bij het placcaat van l5 ^^nge-
Averd op de handhaving der bestaande verordeningen
drongen, terwijl tevens de termijn, binnen welken de vo
aan den Eeutmeester des Konings of zijnen Substitun^^^^^
worden ter hand gesteld, van vier en twintig op ^^
verkort werd 5).
1)nbsp;Zie GRAS, Nagelalene veihaiulolingeii en reilevoerinjjen.
2)nbsp;Zie scnwARTZENDEiiG, Charlerb. van Viiesianil. IH- ''
3)nbsp;Zie Gr. PI. 15. I. bl. 810.nbsp;g-ß.
4)nbsp;Zie sciiwARTZEfTBERG, Cbarleib. van Vrieslaml.
5)nbsp;Zie Gl. PI. B. 11. bl. 2117.
27
Eegfstoestand der vreemdelingen.
a. staat der peesonen.
j Aangaande den persoonlijken staat van vreemdelingen hier te
yj l' ^^^nbsp;v^'^ag betreft, of en in hoe ver de regten waar^-an
oo], ?nbsp;geboorte uit dien hoofde genot hadden hen
gïtan inbsp;^ ™oals oudtijds in het Prankische rijk door-
■ ® het geval was geweest 1) , daaromtrent is ons uit den tijd
^fir n „nbsp;—nbsp;-l; j U'jaiuiuij.fni is ons mr aen nja
v^j^rafelijke Eegering weinig of niets bekend. In Braband was
^fenszYPAEüs 2), in het jaar 1312 bepaald: «ut quialiundein
^eautnbsp;^^ eorumque liberi libertate gau-
jwuiwiuiu venient ea ipsi eorumque liberi hbertate gau-
^^^^ uterentur: dummodo legitimi conjuges fuerintquot;,
Holi schrijver daarbij echter vermeldt, of dit beginsel ook
^ïetit 1nbsp;^^ ^^^^^^^ gewesten van ons vaderland gold. Om-
Vorsten verleenden adel wordt bij vax
? 4nbsp;3) een placcaat aangehaald van Jan van Beijeren van
S'ïiscilnbsp;inhoudende, dat zij die hunne brieven van den
Vnbsp;®nbsp;ontvangen, de voorregten daarvan hier
^^let mogten genieten, terwijl ook bij placcaat van Keizer
^^ hetnbsp;1549 verklaard werd, dat zoodanige brieven
2nbsp;vreemde Vorsten verkregen in Braband niet
li?nbsp;'nbsp;by voi™ van patent onder
tl ^era ^^^^^ Keizers waren gedepecheerd 4). Iets derge-
'^^tie wnbsp;bepaald teii opzigte van de elders verkregene legi-
ae ïille Tquot;quot;-nbsp;^^ ^^^^ ''' Vriesland afgekondigd:
«S^ ^quot;«rleeutnbsp;Palatinos van nu voort-
Vnbsp;Onbsp;gheexpedieert zullen worden , nul, machteloos
^oWvan
zal !nbsp;legitimatiën ghelet noch ghe-
.nbsp;^^^ alleenlijck op diegene die onder onsen
^ciinpszeghel zullen zyn gheëxpedieert 5).
f Tu^''wnbsp;iiml Rechtsge-scliichle. I. § 192,
ï'^Wn quot;-'^Sici. Antwerpen. 1635, pag. 245.
5) V,,nbsp;publici. I. 2. c. 25 ^ 9.
^'^quot;^VAiirz'!!nbsp;Halavus, v. edeJcn. § 2. N. 3.
' ^enbekc , Cliarterb. van Vriesland. II. bl.810. IV. bl. 1142.
^^ 2.
l. KIGENDÜM.
Om eigenaar van vaste goederen te worden werd ^^«esta ^^^
eisetó, dat men bnrger ware of wierd van de plaats alwaar ^
deren gelegen waren, of dat men er althans zijne woonste
tigde. Willem II bepaalde 11 Maart 1253 in de_ kei^r van
delburg, art. 45: «ï^iemant en moet coopen erve m Midü ^^^^
Inne hore ten seependomme van Middelburgh.
buyten en moet maken noch coepen steen huns binnen MkW ^^^^
Alle die steen huyse sal men deelen onder die erfnamen, ei ^
en salse niet breken. In soe wat manieren eenen man x
poort van Middelburgh een steen hnus of een deelnbsp;^
huse ancomt, hij moet vercoopen binnen een^n jare na me
ancomen is den naesten erfnamen die poortere is ol eene ^^.jt
poortere wilt sine erfname niet, Mne loille selve poorten e ^en
oec nyement copen , soe salt hem die poort gelden na üe ^^ j^^t
segghen dat waert esquot; 1). Het bezit van het burgerscM
oogenblik dat men die goederen verkreeg was alzoo gee^^^ ^^ le
tende voorwaarde, het was voldoende wanneer men
verkrijging terstond tot bekoming van het burgerscliap ^^idej
Of diselfde verpligting ook in het vervolg te Middelbu^^^. ^.f^O
heeft, blijkt niet stellig, zeker is het dat nog ''^ j ovd'lf
het missen van het burgerschap op zich zelf tennbsp;••^ixig, %
van vaste goederen geen beletsel was voor hunne veri^^^J^^^^^
xvij inde costumen dier stad, in dat jaar verzameld. ^^^^^jbo
onroerende goederen, bypartyen verkocht zynde, ^.^^j^^^ascbquot; P^^^
deert of genadert worden binnen ses weecken v^i
soonen, ende binnen een jaer voor uj/tlandtscke ^er^ ^^^ ^t bl^^^
die gifte of leveringe gedaen is , en dat nytnbsp;iüP^
tot den vierden graed incluys, deel en grond,nbsp;^^^r ^^^^gt
gendequot; 2); terwijl ook reeds vroeger, in Aug.nbsp;het leg^^
den Schoonen, bij de vernieuwing der keur van Zee^^ ^^^^^
vreemdelingen om vaste goederen binnen het ge ^^^^^^gtnk ^ j^gn'
bezitten erkend was, daar art. 2 van hetnbsp;jdeo
paling inhield, dat men bij verjaring eigenaar K ^^^ ^^^-ptig
goederen of andere goederen, na een tijdsverlooi
1)nbsp;Zie VAN MIERIS, Charlerb. 1. bl. 274.
2)nbsp;Zie Gr. PI. B. IV. bl. 1017.
-ocr page 61-4:3
h^n inlanders, en van dertig jaren tegen vreemdelingen 1)
j^^Al wje onroerend goed verkreeg in het hof en ambacht van Delf-
Tnbsp;wonen, volgens privilegie van Willem III
^^ -lan. 1316, die er de volgende strafbepaling bijvoegde: «ende
^ Wiedes niet en dede, die sal ons gheven 10 pont Hollants,
e dat erve dat sal vri bliven in onse hand, onsen vrien wille
e te doenequot; 2). Te Ylaardingen was de iiiwoning geen ver-
' ^^^nbsp;^^^^ handvest van Willem IH 6 Jan.
Kunbsp;dat zoowel zij die buiten als die
goederen, welke hun daarbinuen
^eïnbsp;belasting moesten betalen «tote den ghemeenen oirbair
Poirte, ghelike anderen poortersquot; 3). Evenzoo'mogt een vreem-
Zwijndrecht, daar Willem III 26 Aug.
«^^ooï'^s negheen poorters noch man vm ónj^tm sal
narecht landt noch goet hebben, het en sal schot ende here-
pleghen ten Zeeuwschen rechte
ente.J'nbsp;die in Swindrecht woonen^^ö). Te Domburg daar-
Vi^ 'nbsp;men poorter zijn of worden, wanneer men aldaar
kocht, anders was de koop niet gelditj, volgens privi-
De, ^^^'illem III 20 .Julij 1336 6). Ook bebofde Willem V
^f^eu 1nbsp;d® ®tad Leiden: «Voort so en sullen wij onsen
inbsp;capelrien of geestelicken goede, provende of ker-
Ssznbsp;gi^te of an ons comt of comen sal binnen onser stede
H.^/^'^oiaüde geven, % en sy uyie palen gehören van Noort-
linT'^''''nbsp;der ende die sei wonaeUieh
be^ef®; «f eeïi broeder of een zuster of vrouwe te Hollandt
^ïen vrg^nbsp;boren dienst hebben wildequot; 7). Te Zutphen
i^itr?''^quot;'^''''nbsp;eigendom vau vaste goederen niet
^^ in v f ®toten: volgens eene ordonnantie van de Eegering dier
^ jaar 1373 uitgevaardigd, mogten de burgers hun huizen
^re'^P'-B. IV. 1,1. 985.
4nbsp;Charterb. 11. bl. 165.
Sl^WS^nbsp;li- W. 377.
5) v'^nbsp;vreemdelingeii gesproken in Je rui-
7 ® ^AN 3t.rquot;nbsp;' burgers van Zwijndrecht waren
tnbsp;l^b 1574.
Van , 'nbsp;^'^^'tcrb. II. bi. 580.
•quot;■^«'s, Cbarterb. II. bl. 807.
u
verkoopen of op eenige andere wijze vervreemdennbsp;quot;
geldigheid van den koop steeds de toestemmmgnbsp;ge^e
cisclit, terwijl tevens op de niet nakommg van dat ge«
boete van 40 pond gesteld was 1).
C. eepopvolging.
oucltij^l^
Wat de erfopvolging betreft, zoo valt op te merken, da
vreemdelingen alhier niet bij uitersten wil over hunne goe(ie
ten beschikken, maar dat deze na hunnen dood aan cle
beid vervielen onder den naam van strapersgoecl 2). ^ ^^^ae»
nen oorsprong in de gewoonte welke vroeger ook hier
als deel der Frankische monarchie, bestond, dat de vre
lijfeigenen werden of althans onder de bescherming of yoog j^^^^ette'
rie) kwamen van den lieer onder wiens gebied zij
den, en ofschoon die inbreuk op de persoonlijke vrijheafnbsp;li^t
van tijd in onbruik geraakte of werd afgeschaft, zoonbsp;^^
regt van den Heer op de nalatenschap van den quot;^^^^^l^rijk
althans indien deze zonder kinderen stierf; vooral mnbsp;eeïquot;^^
het zeer lang onder den naam van droit d' aubaine 3), eo ^^^^
bij de wet van 6 Ang. 1790 afgeschaft ten opzigte van^^^^ ^^ dï^
komstig waren uit rijken, met welke niet reeds vr
1) Zie Mr. L. A. J. w. Baron sloet, Dal Kondicl.boeU der « ^^^^^^^
medegedeeld en eenigzins opgehelderd, in de Ned. Jaarl). ^^^^^ VU-
meaegeueeici en eenigzins opgehelderd, in de i\ea. jaa.». _ yil. ^^
heid en Welgeving , van Mrs. c. a. den tex en J. vas
Zie de gkoot. Inl. lot de Holl. rechtsgel. 1. y
lloomsch Iloll. recht. 1. 10. 5 2 , en Censura foreusis- • ^^^
3) Omtrent de afleiding van het woord «quot;''«''^^^Jgire du
niet eens: sommigen, onder anderen de lauiuère, ^ hetafplag
çais 1. pag. 88 vgg. en ducange , gloss, v. albanare, le ^^^^ ^,gernc ;
otAngli. zooals men in FranUryk de vreemdehngen ' ^ ^^^ ah''^
te noemen; cujacius leidt hel af van ndvena;nbsp;^ vaquot;
weder anderen van Albù, de Elbe, welke voordennbsp;fran
Karei den Grooten werd gehouden; sapey les quot;eene^.„d® quot;
1'ancien et le nouveau droit. Parijs 1843 pag. 52 vgg.nbsp;, J^^^e^'j
voor en vindt den oorsprong van dennbsp;^^ ^vijzenbsp;-
register waarin de collecteur des mainmortes op g inbsp;opt''® ^
praetor peregrinus, de namen der vreemdehngenbsp;^ernbsp;jU _
volgenshelwelk hun eene jaarlijksche belasiui„nbsp;j^elW'.!^»'
Zie over die verschillende alleidingen ook n. r- - ^ „n^jnaius. ^^
albinagii. Ulr. 1767. a. m. de rouville , di«- ^ J
H'^i^teeii tractaat gesloten was, en zelfs na dien tijd bleef inen in
Fraiische regt nog van droit d' aubaine spreken 1). Het is dan
oor,quot;^^^* te verwonderen dat onder de eerste Graven, die hun gezag
spronkelijk van de Frankische Koningen ontleenden , dit regt ook
^^^eze gewesten algemeen gold 2), en het is minder juist, wanneer
^iiia^^^™^^ ^^nbsp;inHollanclia peregrinorum bona
Onbsp;^^nbsp;devolvebanturquot;; niet zoozeer als heer-
^nbsp;^^^^nbsp;toekomende nala-
Vej.) Pnbsp;lijfeigenen, of wel als belooning voor de hun
g^^eende bescherming, nam de Graaf de goederen door vreemdelin-
^j^ïiagelaten tot zich. Dit regt behield hij of voor zich zeiven, of
er anderen mede, zoo als onder anderen de Duitsche Ko-
'loornbsp;II 3 Sept. 1003 het regt op de goederen, te Utrecht
Uitheemsche priesters nagelaten, aan de kerk aldaar afstond 4).
^'ajinbsp;perste Graven in het algemeen hun regt op de nalatenschap
langzamerhand echter geraakte zulks
onbruik, en ofschoon enkele voorbeelden van het
Ilrnbsp;worden bijgebragt, zoo als onder anderen Wil-
tiala/ ^^^^nbsp;Baljuwen en Eegters beval, voor hem
zekeren « Meyster Wouter, die beel-
Vee/ Gat^vyc, van hnten onsen lande ghehorenquot; 5), zoo zijn
gevallen voorhanden, waarin reeds vroegtijdig de Gra-
? ^ichnbsp;afstand deden ten behoeve der naaste erfgenamen,
ajnbsp;stelden met zulke nalatenschappen, waarbij zich
go 1 ^ regthebbenden aanmeldden, en die derhalve als heer-
Q?^®^^ volkomen regt aan den Graaf vervielen. Ph. de
tij(j {'nbsp;de veertiende eeuw schreef, zegt dat zulks te zij-
eeng^^^^® algemeen gebruikelijk was, en stelt het voorbeeld
lakser, te Leiden gestorven, wiens boedel niet aan den
Ve^nbsp;erfgenamen was overgegaan. Zoo maakte Wil-
^'^Zei/o- ^^ ^^^^ bekend: «dat wi ghegheven hebben ende ghe-
\nbsp;wonen twisken Alcmer
-nbsp;biunen dierre dikinghe in onzen vrjen ambachten,
nj ^-le (Ig
'i^^f^'^'moT^ ^^ ^^^^nbsp;du droit d'aubaine
4)nbsp;^^^ sPiEr.EL , Oorsprong der vaderl. rechten , caj). 4. ^ 16.
vl quot;■''■ogalis. ad lit. C. comm. de success. ^ 5.
v,VK ' Cliarterb. I. bl. 56.
-ocr page 64-IC)
zoe wat dYustmaii dierin woent ofte in te wonen coemi, ^^^^^
e™ op^zine. erfnamen,
boeMen^binnen den palen voirszquot; 1). üok H^ognbsp;^ ^
gunde 6 Jan. 1372 aan zekere AVendelmoet, «die een ^
Tsquot;, wier erfgenaam hij regtens had moeten worden, hare b
bii testament aan haren echtgenoot te maken 2).nbsp;^j^ze
Ook gold oudtijds de gewoonte, waarvan de sporen n gnbsp;,
tegenwoordige wetgeving te vinden zijn 3), dat eennbsp;4);
erfenis mogt aanvaarden, welke hem in eenige plaats oi ^
doch ook deze gewoonte werd slechts in den tijd der eer
in al hare gestrengheid gehandhaafd, later werden mee=_ ^^ ..
vreemdelingen als inlanders tot het aanvaarden eener erten ^^^^ ^^^ ae
ten, althans wanneer zij afkomstig waren mt plaatsen, ^^^
bur-ers der gemeente waar de nalatenschap opengevaUei ^^
vair de erfopvolging waren uitgesloten. Stierf er dan le® ^ere^
erfgenamen onbekend waren, dan werien de nagelat^^^^^.^^hi^
doorgaans op last der Regering gedurende jaar en dag ^^ ^.jeeJU'
nen welken termijn de naaste regthebbenden,nbsp;e»
delingen, zich konden aanmelden en hunne aanspraak
eerst nadat de gestelde termijn verstreken was, verne ^^^^ 11
bona vacantia of caduca aan den Graaf 5). Zoo wer ^^^
jaar 1190 door Graaf Otto III van Gelder in een
phen bepaald, dat de nalatenschap van eenen aldaar ge ^^^^^j^eü ®^
deling, wiens erfgenamen onbekend waren , door donbsp;ü
iens erfgenamen onbekend waren , door n^nbsp;a«^
jaar en zes weken moest bewaard worden; meldde zio
tijd niemand aan, dan zoude de erfems aan den ^^^^gifdeo ^^^^
Gelijke bepaling komt voor in het privilegie door^^nbsp;juüj
Gelijke bepaling komt voor in het privilegie doo
Deutinchem gegeven, alsmede in de privilegiën \ van
31 Mei 1233 en 15 Sept. 1247 , in dat van
1233, in dat van Lochem van 16 Julij 1233 en
AVageuingen van 12 Junij 1263 6).
,01! gt;
1)nbsp;Zie van JIIEIIIS, Charlei-1). II. hl 482.
2)nbsp;Zie VAN MiEius, Cliarlerb. III. bl. 264.
3)nbsp;ZieB. W. art. 884. 957, 1718.nbsp;. ,6 § 1-
4)nbsp;Zie DE GiiOOT, lul. tol de Holl. rechtsgel.
Roonisch Holl. recht 1. lO. § 2.nbsp;, #
5)nbsp;Zie KLUIT, Hist. der Holl. Slaalsr. IV.nbsp;399 , ^^
6)nbsp;Zie i.ONDA.gt;., Charterb. van Gelderland, l.nbsp;^^^^ . «at
421, 463, 560. In bel privilegie van Ji^nnnernt
Iii oen lianchest 21 Jan. 1311 aan den Grooten Waard van
'üid-Holland gegeven verordende ■Willem III: «Yoirt alle erlfe-
^^sse j die aen ons van besterfenis comen moglien, of namaels tot
tijt comen mach , die hebben wy al te malen overghegheven
j ^ dattie erffenisse der voirsaten den naeste in der maechschap ont-
sullen, alsof zi in den voirsz. Waert woenden of daer huten.
^^ts te verstaen, dattie erffenisse der dooder sal weder worden
^Heert
daer si comen is , ende daeromme of yement van varren
in den voirsz. Waert woonde, ende higheen erfoamen en had
^^ Oïisen lande, die goeden zullen wij houden jaer ende dach. Ende
dat binnen den voirsz. tyt gheen erfnamen en quamen, so
. ^at een deel comen an onsen Schout ende die ander twee deel an
Iy'^)' hetwelk ook 12 jS^ov. 1337 omtrent cle erfopvolging te
ili^J^^recht bepaald werd 2). Evenzoo leest men in een privilegie
^Villem III 28 Oct. 1320 gegeven aan hen die tusschen de
'^dtnbsp;woonden: « dat elc mensche, wie dat Iii es, wane
jof tote tvat recht dat hi koerd, die woent binnen onsen
t^jjj^^^Tden lande, erven sal na siere doet sine eyghelike goet up sine
tlat; Sh^boren erfnamen van maechscappen. Ende es dat zake ,
^^tt^jj erfnamen niet linnen den lande en sien, zoo zelmen dat goet
gtietrouwer ware bi ons ende bi den Ambochtshere jare
^at ^ ^She algheheel tote onser behoef anevaen. Ende soe wat goet
^ïi^g ^^terft van overlantschen inden, dat zelmen deelen tenden jare
ons twie dele ende den Ambochtsheren derdendelequot; 3)
^nbsp;bepahng komt voor in het privilegie van Oudgiessen van
in dat van Alblas, Blokwaar en Donllferslote van
i^j^^^^t 1323^ in dat van Bewesterschelde van 18 Maart 1327
Htejj^ Beoosterschelde van 7 April 1328 4). De bewaring
f^Vv ^^^^nbsp;behoeve der erfgenamen werd ook voor-
^^^^ door Reijrrout Heer van Brederode en Gennip 21 Jan.
aanzien Yan erfenissen opengevallen binnen Papendrecht,
«ex
j, • «aj ' '-'Osdam meent echter, dat men even als in de andere lezen
ÏC(, ^ionbsp;et sex septimanas. »
Cofj/^/^EKis, Charterh. 11. hl. 139. Gr. PI. K. H. hl. 15G1. vas
successie ^ 31. N. 2.
4 ^^ie Va!nbsp;Charlerb. II. bl. 482.
U. ,, ^ie vav^quot;^'quot;®' Charlerb. II. bl. 244.
1597nbsp;Charterh II. bl. 271, 308, 419, 452. Gr. PI. B.
-ocr page 66-Yinkenlancl cn Matena 1), door Willem YI 24 Aug.
handvest van Gorinchem, en door denzelfden 2 Apiu
aanzien van de nalatenschap van zekeren Lowijs Jammen,
houder te Oudewater 5).nbsp;^^ Sch»^^^
Te Utrecht werd in het jaar 1447 verordend: «ciat^^^^ab
van der Stat gene goeden aenslaen of hem dier ondervvio ^^^^
die aen wfkeemsche luden geërft werden, tenzi] met ver
recht hy alsulken koer als daer op van outs overdra,
terwijl ook in de ordonnantie van 1456 behelzende ü
dier stad c. 13 art. 24 de bepaling voorkomt dat, -
iemand stierf zonder bekende erfgenamen, de Schout ^^^^^
schap in beslag moest nemen en jaar en dag bewaren, ^^ jj^grliC'
binnen dien tijd niemand aan, «so sal die Scout ^^^^ .^eiire
hevt wegen die erfnisse onder behouden tot behoef üe .
da'ertoe gerecht mogen wesenquot; 4). Bijzonder
wij lezen in de costumen van Ttrecht bekrachtigd
Karei A' 30 Sept. 1550 c. 23 art. 10, volgensnbsp;„tvi'^S;
vier jaren duurde, waarvoor de Schout den 50stequot;
na die vier jaren was de nalatenschap «tot profyte -
niet te min, indien yem.ani van den hloede van denO'
^nbsp;.nbsp;-ïnbsp;7nbsp;l^r^AAil^vi. ld'
aeï^
met te min, -muien ycuiam .....nbsp;_ fia
linnen den tyt van den derdendeel van liondert ja r^^g
leijden, zullen hem die goederen gereslitueert werde ^^^^^^^^^^^^
pen werd in Sept. 1506 bepaald, dat kleinkinderen a ^^^^ ^ij
ouders en neven en nichten van hunne ooms en n ^^jtge«^ eïS
sentatie zouden erven, zelfs al wa,ren zij geen burg ^
diegenen die afkomstig waren uit plaatsen, a
van Kampen van de erfopvolging werden quot;itge ^^
werd in 1519 en 1563 te Zwolle vastgesteld, en
inZallant, Twente, A'ollenhove en Deventernbsp;^^^i^lica.^^gU
Ook te Groningen mogt een vreemdeling, ^ .j^jlene ei ^^^jgr»
Burgemeesteren en Baden van 1553, aldaar openga reg
vrij aanvaarden, mits den burger van Groniugeii
1)nbsp;Zie VAX MIEIIIS, Charlerb. III. bl. 456.
2)nbsp;Zie VAN jiiEius, Charterb. IV. bl. 219 , 23quot;-
3)nbsp;Zieütr. PI. B. III. bl. 291.
4)nbsp;Zie Ulr. Pi. B. lll. bl. 307.
5)nbsp;Zie Utr. PI. B. III. bl. 354.nbsp;......,iet
Ilollaquot;
u. 111. UI. ^^|n;i -
6) Zie Mr. n. van deu vou^i , verharu^eUn? ^ ^^^^^
landsch en Westvrieslandsch versterfregt. '' ^^ 4l4.
Mr. v. j. blondeel. Amst. 1774. bl. 407,
't
^quot;e|estaan ter plaatse van waar de vreemdeling afkomstig was 1).
^ iractaten tot verzekering der regten van de wederzijdsche onder-
eji op de hun in het andere land opkomende erfenissen, eu tot
^eiierkeerige afschaffing van het droit d^aubaine, werden gesloten
Schoonen met Koning Hendrik YII van Engeland
^iifc 1nbsp;'nbsp;^ Koning Frans I van Frank-
en Trquot;^ ^^^^ ^^nbsp;vernieuwd tussdien Koning Philips
'^Hendrik 11 3 April 1559 2).
^-er de nalatenschap en erfopvolging der vreemdelingen handelende,
^gt;nwijookno quot;
van
er?* we.
., ^ opreken van een zeker aftogtsregt, hetwelk van som-
Vnbsp;geheven werd onderden naam van regt van issue,
%nbsp;oi pondgeM. Men merke evenwel op, dat dit regt van
niet uitsluitend geheven werd van de erfenis van vreemdelin-
Jiiï' ^^^^ ^^et algemeen van alle pederen die buiten het regtsgebied
werden, hetzij wanneer iemand zijne woonstede
^annbsp;hetzij wanneer eene nalatenschap werd overgemaakt
'^^I^o^en die buiten liet regtsgebied dier plaats woonachtig M^a-
^Pïontnbsp;^^^^ ^^^een betaald van erfenissen, maar is oor-
^''evpÜ i^' ^^^^ algemeen te beschouwen als eene belasting, welke
o/,nbsp;. . 1nbsp;, / , .
emde hen m dat verhuizen te belemmeren, en
s
ten
? l^etnbsp;mogelijk de gegoede ingezetenen in de gemeente of
j^^^and te behouden, of althans het verlies, hetwelk eene plaats
We^lnbsp;^^^^^nbsp;^ eenigermate te dekken. Yan
ö]) ^ het ook betaald door hen, die elders wonende eene hun
Ienbsp;andere plaats opengevallene erfenis naar hunne woon-
rbragten, en het gold dus niet uitsluitend de erfenissen van
,nbsp;maar ook die van burgers wier erfgenamen vreemde-
ofschoon het toch in de meeste gevallen wel de er-
v^^tifle laatstgenoemden zal getroffen hebben, dewijl de na-
Ci^'^^Wenbsp;meestal elders gevestigd waren. Met het regt
M ^^, quot;^^^^etwelk gevorderd werd van hen die met der woon ver-
^^ ?nbsp;buiten ons onderwerp liggende, ons
houden, en meer uitsluitend spreken van dataiene
i^uj ^'eUg
' privilegiën, willekeuren ende ordonnantiën der stadt
W. 36.
gt; Corps dipl. 111, p. 2. p. 411 col. I. Arntzexids , Inst. juris
^'enbsp;§ (gt;. A. m. derouville, diss, de jure albinatus, pag. 27.
, liist. foed. i3eigii Ibederati. I. pag. 404.
-ocr page 68-..t van de erfenissen die naar elders Wen venW g^^-en
lo vorderde men onder anderen te Groningen een ^^]fde ^
de nalatenschappen, die aldaar opkwamen aan pe soj-
Zde aan de overzijde van de Eems en e Lan^ o
fort Coevordenl), en bepaalde Jan van fnbsp;allen
len vrede met de Vriezen: « Wij snllen hebben die toll n ^a ^^^
g I dat men wt den lande ^^
lernscUn Uyäen^^ 2). LangzameAand ^^^^ ^nbsp;tne^^
niet zich omdragen, en voor het licht van laternbsp;«
Xkg moeten wijken. Zoo was het ook met het reg
„.en meende eensdeels daardoor de bnrgers eener ^
aldaar steeds te blijven wonen, en alzoo ^nnne go de
honden, en ten anderende erfgenamen der in die sta
„e vreemdelingen te bewegen, zich met der wc^n Ida
worden, of wel waar zij bij later vertrek ,nbsp;b^« J
rige woonplaats, hetzij naar elders misschien ter^^^en ^
handel, een gedeelte hnnner goe eren als
offer brengen. Zij verkozen dns die i^aatsennbsp;^ dej
t«en. Door alzoo de inwonende vreemdebng ^^ ^ n^a
te leggen v.rlnnderde mende aanwmst vannbsp;in fj f
regel'miste dus zijn doel. ü-renboven vorde deJ
stad het regt van exuwe van hen die naar de an ^^^^^^^^^ de^^^^^^
van de nalatenschappen welke derwaarts ^^'erciei ^^^^^treg^^ ^jj
stad hief dus de belasting tegen de andere, en ^^^^ ,-00
op deze wijze als het ware geneutraliseerd.
----- quot;nbsp;1 liil'^.P®-'quot;'
1) Zie ARSTZENIUS, Inst.jjuis Belg. pars 1 Uinbsp;^^ ^^^^
diss. de jure albinagü. pag. 12nbsp;Yrie^land. I-
2) Zie scinvARTZEKBEKG, Charlerb. van Nne.i
-ocr page 69-jemand met der woon van Leiden naar Delft, dan vorderde de
/IS van Leiden liet regt van exnwe, maar daar nu ook te Delft
^etzelfde werd gevorderd van hen die van daar naar Leiden ver-
^•^okken, zoo kwamen deze minder gegoed te Leiden aan dan an-
jrs het geval zoude geweest zijn, en men verloor dus aan de
^ ne zijde weder het voordeel dat men aan de andere meende ver-
^l^egen te hebben; het nadeel was zelfs grooter, want de goederen
e men nu minder in de stad ontving hadden tot een productief
^ ruik kunnen dienen, terwijl hetgeen men van den vertrekken-
^^ persoon hief in de kas kwam en zeker niet zelden tot een im-
^^Jluctief einde besteed werd. Daarenboven, om bij het gekozene
^jörbeeld te blijven, vertrok iemand uit Leiden naar Delft, dan
''^quot;as
■'us*^-^ toch veelal zijne nabestaanden te Leiden wonen, en het
hV^nbsp;der stad, dat deze althans zijne geheele nalaten-
^^Uwnbsp;kunnen bekomen, maar door nu zelf een regt van
VoegJj^^®nbsp;scheen men wederkeerig aan Delft dezelfde be-
heid toe te kennen, en zoo bleef er dan een gedeelte van
al j^.^'J^atenschap in de kas te Delft achter, indien de erfgenamen
^ievj ' de belasting te ontgaan, zich aldaar nederzetteden en
e ^^^^nbsp;fortuin, dat misschien gering was, het regt
^iets ^^^nbsp;Leiden betaalden. Dat deze belasting
^ziejj^^ nadeel opleverde begon men dan ook langzamerhand in
^^^^ ^^ meeste plaatsen werd zij afgeschaft ten aanzien van
^aujg of goederen verhuisd of vervoerd naar plaatsen, alwaar zoo-
^^torsig^,^^nbsp;behield men het alleen als maatregel van
4 die plaatsen alwaar het nog niet was vernietigd. Zoo
Sega^jj ^^^art 1427 tusschen Delft en Oudewater een verdrag aan-
tot ' ^^'^a^hij de Regering van laatstgenoemde stad beloofde T «dat
j^^Herg^^®^ dagen van de erfnissen nog van bestervenissen, die hare
^ant inwoonderen in het regtsgebied van Oudewater mog-
Vaii^f^^^'®^^ belasten nog beswaren en sullen met eenig pond-
j^^'^^tets v^^ ^^nbsp;^^ nemen, ten waar datter de Burge-
v'^^^terej^ ^^nbsp;wegen van Delf voor en eerst van haar
te^^^^gvv^T ^quot;dewater eysscheden en nemenquot; 1). Een gelijk
'^^tnbsp;door Delft in het iaar 1452 met Botterdam en Dord-
S^sloten
1)
in het jaar 1452 met Botterdam en Dord-
en 18 Julij 1545 ook met Leiden, hetwelk
Vannbsp;Rooniscli lIolJ. recht. 3. ïl. § 13.
^eeüwek, Handvesten vanßijnlaud, bl. 419.
-ocr page 70-8 Febr. 1567 voor veertig jaren verlengd vverd 1).
Lter Iret regt van exnwe te Delft geenszms algem^ af e ^^^ . ^
het octrooi vL die stad tot heffingnbsp;f ii^rt
den brand van het jaar 1536 verloren gmg,nbsp;van
door Keizer Karei V verniewd en daarby vergund ^ oo r ^^
exuwe te mogen heffen, opbeuren en omvangen ^^n ^ de
ning van alle goeden succederende of andersms gaande b-)
sJe van Delf, mitsgaders ook so veel te -gen ^ .e
wngen van den inwoonders of goeden mt ^erseher ^ede
Landere plaatsen, als die Wethouders fa-^-^--^^^^
der? van Delf, hetsij den 10-, 12aen ofnbsp;^ goede'
Te Leiden moest de 10^« pennmg betaald
.en van hen die uit die stad vertrokken en van ^^ ^ ^^^
pen welke aan elders gevestigde erfgenam^r vervielen, ^ol.
Lt van Maximiliaan en Philips den Schoonen van ^ ^ joo
bevestigd door Keizer Karei Y 3 ^ov 525, g hand^nbsp;.
het Hof van Holland bij uitspraak van 17 lebr 1527 en . ,
bevestigd door Keizer Karei 14 Nov.nbsp;^fnbsp;den ^^^ 1
HogmaSs aan de Begering van Lerden vergunde .egennbsp;^e
ten staat der fmantiën, bij ^-^'^durnig dat r^
halve de boven vermelde verdragen met Delft
ook met andere steden vele derg*e ^^^
voorbeeld m.et Amsterdam 11 Dec. 1551,nbsp;^ t n^e ^^ ,
kwam, gedurende twintig jaren het regt vannbsp;^^^.ekT^eP^
heffen van personen uit de eene stad naar de andere
noch van erfenissen in de eene aan burgers f i.eidf'^iij-
komen; diehiervan genot wilden hebben moesten ek^ ^^^^^^^^^^^^^
dat zij gedurende zes jarennbsp;{^Vtquot; .1 53 oollt;
ven woL. Zulk een verdrag werd 31 Maar-t lo5 ^ ,,,
met Gouda, en 4 Dec. 1562 met Haarlem waarb^^ Kotte^^^^f
cautie wordt gewag gemaakt, 28 April i5b0nbsp;^^g.
,ijf en twintig jaren, 13 Julij 1565 met Ltrecht
rp''
•inV
ae
met ^s Gravenhage 4).
Te Dordrecht moest, volgens de keur van öü a
_______gjß,
]) Zie T,vN MIERIS, llandveslcn vaa Leiden, bl. ' J3.
2)nbsp;Zie VAN LEEUWEN, Uoomsch Holl, recht. ^ va:lt;
3)nbsp;Zie van mieris, Handvesten van Leiden, w-
Roomsch Holl, recht. 3. IL § 13.nbsp;vgg-
4)nbsp;Zie van mieris, Handvesten van Leiden, iJ^
-ocr page 71-penning betaald worden van alle erfenissen die aan elders wonende
personen te beurt vielen, hetwelk evenwel in liet jaar 14iO beperkt
^l'frd tot hen die afkomstig waren uit steden of landen, alwaar zooda-
^quot;g regt van de poorters van Dordrecht geheven werd; terwijl ook
e verdragen tot afschafTmg van het regt van exuwe met andere
^eclen werden aangegaan: als 15 Nov. 1454 met Rotterdam, 28
ec. 1475 met Haarlem, 7 Oct. 1525 met Schoonhoven, 7 Sept.
met Middelburg, 19 Oct. 1541 met Utrecht, 26 Oct. 1543
^et Amsterdam, 8 Junij 1546 met 's Gravenhage, 17 Junij 1547
Gorinchem en 3 Febr. 1553 met Brielle 1).
^^^ e bevoegdheid der Regering van Haarlem tot het heffen van
seli/^^? van exuwe werd bij eene keur van 1440 erkend 2). Tus-
die stad en Amsterdam werd 17 April 14G4 een accoord aan-
goea^^^ ■nbsp;wanneer enige poorteren vaii Amsteldam enige
sted ^^ erfnissen toekomen en anbestorven sullen zyn binnen der
^^^nbsp;sullen mogen en daarme
hnbsp;'nbsp;Haarlem of jemand anders
^atnbsp;pondgeld daar of te geven of te betalen: en voort
ïlaaji
van Amsteldam, komende metter woon binnen
iHogp ^^ ƒ ^llen tyden als 't hun believen sal wederom vry sullen
^^^l^varen, sonder yets daar over te gelden, behoudelyk dat
Mlejj^^,^®^® van Haarlem gelyke vryheid in de stede van Amsteldam
^Ho.nbsp;Wag ENA AU 4) geeft als aanleiding tot die over-
door de pest veroorzaakt was , en
Sergej.^ij , dat de Regering van Amsterdam altijd bereid was om
dejj^ J e verdragen aan te gaan, ten einde den toevloed van vreem-
''ettej iiiet te missen, die er zicli des te eerder kwamen neder-
^^'^^^^eer zij verzekerd waren dat hunne nalatenschap zonder
^''^an hunne elders wonende erfgenamen zoude kunnen over-
Jet ij het jaar 1453 werd dan ook dit regt wederkeerig opgeheven
prdrecilt''®®' ^^nbsp;Deventer, 26 Oct. 1543 met
V ^nbsp;^^^^nbsp;twintig jaren , hetgeen echter ook na
van dien termijn heeft voortgeduurd), in 1553 met
^t»nbsp;^VALT., IlaiKlvesten van Dordrecht, hl. 523, 524, 592,
' 1029, 1082, 1100, 1118, 1153. Alkemade en vak
' ^quot;quot;^^hr. van de stad Briele. II. hl. 176.
WtJnbsp;Amsterdam III. hl. 18.
der Stadl Aemsleircdam. 1613. bl.36, 68. vam leeu-
^'«sleïï '•^'^ht 3. 11. 5 13.
I. bl. 157,
-ocr page 72-Alkmaar li Dec. 1554 met Leiaen, in hetzelfde jaar met DeHt,
fl'T met .Gravenhage, in 1557 -t Schoonhov^r nr
niet Enkhmzen, in het volgende jaar menbsp;de
ILrsfoorten in 1579 met Brielle 1).
belasting als maatregel van -torsie tegen plaatsen,^.^r^
aanzien van Amsterdam met was afgeschaft,
van den lö^en penning, volgens beslmt der stedelijke Bger^n
Xil 1495 , L ware men in eene andere plaats nog hooger
van burgers van Amsterdam vorderde, in welk geval o^ da
hoogde W te Amsterdam moest betaald worden
1561 betoonden sommige personen zich onwillig om dien 15 ^ j
ning te voldoen, bewerende dat de stedelijke Eegering ni t be
die belasting te heffen. Deze weidde zich daarop tot ^ ^ ,,
beimen Eaad te Brüssel, met verzoek om bij ha r g^d r
worden gehandhaafd. De Gehenne Eaad gelastte
1561 deLersten Deurwaarder te Amsterdam naar da reg^
zoek te doen, en, zoo hij bevond dat de stad het.elv^ v
plagt te heffen, elk te bevelen hetzelve voortaan te beta ^
IQden Julij daaraanvolgende werd dan ook het reg; a an
,in. van Amsterdam erkend en bevestigd door Koning ^e
op grond dat die belasting steeds geheven was, « mnrers
dat geen memorie van menschen en is ter contrarie 3)nbsp;«f^
T: Naarden gaf Keizer Karei Y 13 Meinbsp;ecu ocü ^^
als regt van exuwe den 15lt;iequot; penning te mogen heffen ^nbsp;i,
deren die een poorter de stad verlatende met zich n ^nbsp;^^
erfenis uit de stad gingen 4), en evenzoo m het «a ^^^^ .
octrooi aan de zes Waterlandsche dorpen 5)
in dien tijd de belasting alleen als t^g^VT^^SO bii
ook te Utrecht door Keizer Karei 31 Maart 1530 b,^^^
tigen van een vroeger privilegie bepaald werd: «dinbsp;^
sullen sulck recht van besterffenisse ofte J.u moge^
jegens poorters ende inwoonders van andere Keyseri
vaN
------------------------------j 230
1)nbsp;Zie Handv. enz. der stadl Amslelredam. 174«- ^^tenla-«-
mieris, Handvesten van Leiden, bl. 31L Wagenaa», ^
157. III. bl. 19.
2)nbsp;ziewarenaar, Amslcrdam. III.nbsp;,, ,lt;?.
3 Zie WAOE.AAR, Amslerdain. I. bl. 269. U^ ^1. 1
4)nbsp;Zie llantv. enz. der stadt Aemstolredam.
5)nbsp;Zie wagen aar, Amsterdam. lU- W. i •
-ocr page 73-deze Ned, liggende, als men aldair tegeus haerluyden useert^^-
envijl het regt van exuwe 13 Oct. 1441 wederkeerig tusschen
u trecht en Dordrecht en 17 Jan. 1578 tusschen Utrecht en Brielle
^^'erd afgeschaft 1).
j ^ an het regt van exuwe moet men wel onderscheiden eene be-
^astuig die in sommige steden van alle nalatenschappen geheven
en waaraan allen, zoowel burgers als vreemdelingen, gelij-
Maaren onderworpen, hetzij de erfgenamen binnen of buiten
® stad woonden 3).
let
^le „nbsp;---------------- —.....^ «luiicwio lu
Utrecht, in het jaar 1570 verzameld, lezen wij:
fille certificatien, buyten gepasseert onder behoorlijke zege-
d. HANDELINGEjS'.
ïiet?^ beginsel, hetwelk later hier te lande erkend werd, dat
^.^^een door vreemdelingen naar de regten van hun land aldaar
V ^^^ ook hier als wettig werd aangemerkt, ook reeds ge-
Voli^^*^® de Grafelijke Eegering bestond, kunnen wij niet met
zekerheid bepalen; uit het weinige evenwel dat ons
jj^^'^omtrent bekend is zouden wij opmaken, dat deze vraag in
4 ^gemeen toestemmend moet worden beantwoord: althans in
--------TT,nbsp;.nbsp;.nbsp;......... _nbsp;_
1) .r^
Oquot;''®
gö'^i'uf^! i'-ooals Wijkt uil twee
die v^^quot; 'nbsp;Regering van ütreclil lü Aug. 1475 en 13 Aug. 1479
Nt Vj-y?quot; I^otlerdam gegeven : «dal alle dieghene, Jjulen onser sladt ende
I woenaflicii ofte gezeten mojgen wezen, dien enige er fnisse van
^■''er^nbsp;binnen onse stadt gelegen, aenbeslorven ende aengheërfl
/ gt; dii-nbsp;uiisu siani gciuf^eii, ueuDB.sturven encie aengheérli
ilie'l^'^^^'quot; ^'f'iisse vry aentasle oude hoereu orbair daer mede doen,
lieinnbsp;Stadt vryheyde voeren ende brengen moigen
öf 'belieft, zonder ons ofte oiisür stfliU vocrscreve djamp;r ycl von Ic
voej.^Ende want dan die usaneiën van onser sladt aklus,.
'^aerv-^'^quot;^quot;nbsp;dagelyck glicüseerl ende geliantiert
^Vv die nnnlrnrv nipt' nvn nliolinopt • rrliol-i /-I hnbsp;I» rtl
die contrary oick nye ghehoert ghehadt en hebbeitagt;
'W ^'^'e^r,nbsp;421. ■
1 S ^ Jiinnbsp;regt van successie onder anderen bepaald le Scbia-
Oquot; 1320.nbsp;tusseiien Mervve en Lek 28 Oct. 1320; in Oud Giessen
' m Alblas , ßlokwaar en Donkerslote 28 Maart 1323 ; Bewes-
lt;02 ' H VA^.nbsp;1327 ; Beoostersclielde 7 April 1328; le Leiden 14 April
m.'quot; ''etQ,quot; p'!'®' Charter!). L bl. 464, IL bl. 244, 271, 308, 419,
415*nbsp;JUCRis, Haudvesleu van
-ocr page 74-len, worden in regten ontfangenquot; 1). Buitenlanasclie vonnissen
echter mogten niet worden ten uitvoer gehigd, dan na
men van letteren executoriaal, zoo als door het Hof van
20 Dec. 1555 verklaard werd, terwijl ook op dit punt ^^
1574 tusschen Holland en Utrecht eene overeenkomst gc^^® ^
werd 2). Evenzoo helioefden de bullen van den Paus en and«^
kerkelijke verordeningen, om geldigte zijn, in den regel de goe
keuring der llegering 3).
e. eegtsplegikg.
In judiciis, zegt van deh keessel 4), nunc deterior nunc nieh^^
■est conditio peregrinorum alibi habitantium quam civium ^^
larum. Zien wij, hoe het hiermede gesteld was onder de
lijke llegering, en wel in de eerste plaats ingeval de
eischer en de inlander of burger gedaagde was. In het alge ^^^
gold het beginsel, dat de burgers zoowel door vreemdelinge»
door hunne medeburgers voor den Eegter mogten gedagvaar
den, opdat de eersten daardoor des te eer zouden aange»i
worden deze landen te bezoeken. Bij de meeste privileg^^^ ^^jgj
dan ook dit regt van den vreemdeling uitdrul^kelijk erkend^^^^
anderen bij het privilegie van Middelburg van 1217 ,nbsp;,
lezen: « Byaldien een butenwoonder den burger met twist a»^^^
sal den burger hem een Schepen-weete doen, endenbsp;g(il
ontfangen, maer byaldien den burger hiertegens
ballinck wesen ende van 't ballincschap niet ontlast zyn ya»
hy 't Schependom voldoet. Hiertegens txllc
'ene»
den burger met clagte wert gedreven, sal terstont Schep ^ ^^^ j^gnr
nis voldoenquot; 5). Is^agenoeg dezelfde bepaling komt voor j^et-
van Westkappel van Mei 1223, in die van Domburg^ ^^^ ^^ter^
zelfde jaar , in die van Zierikzee van 11 Maart 1247, ^^
1)nbsp;Zie Ulr. PI. B. III. bl. 366.nbsp;slij!
2)nbsp;Zie van der müelen, Ordontianlic enrlc instructie op^^
manier van procederen voor den Hove van Utrecht, luetee v
gen ende aanmerkingen op dezelve. 1706.1. bl. 126. Utr. Pl- mr. 1
3)nbsp;Zie a. a. a. besiek, diss. de juris placelihistoria m
4)nbsp;Theses selectae juris llollandici el Zeelandici, ih.
5)nbsp;Zie VAN MIERIS, Charlerb. 1. bl. 173.
Vrceiii'
«Oeling el
».cher.
^eur van Middelburg van 11 Maart 1253, alsmede in die van Yljg-
j^'igen van 2 April 1315 1). Zoo verordende ook de Heer van
^^aumont6Nov.l348 omtrent Goes : «Item, so wie regts begeerd
.1 clen anderen of op zvn liavelyk goed, alse een buurman op
Voo^r van buiten, of iemand van buiten op enen buurman die
Va/1nbsp;buiten op den andereu
'l™ Scliepenen den
^ sonen oft goet beseiten. Item so w^e komt van buiten ende
boï/?nbsp;^^nbsp;te kopen, ende dat iemand
^ieif''nbsp;^^^^ ^quot;^^'^en, of dat die van binnen
»Hetnbsp;verkopen ende borgen, die mag zine schout winnen
Schepenen of met meer, of met drie lijfskoopsluiden of
ïietnbsp;, die Schepenen v^'itagtig kennenquot; 2).
vreemdeling werd almede erkend door Dirk van
^OotTr ^^ privilegie 18 Maart 1313 aan Brielle verleend, en
^/lertog Albrecht 1 April 1374 in een privilegie van Eeijmers-
Saalanbsp;een handvest van Brouwersha^-en
? y^ïJquot;'nbsp;yemand van buyten hevet te klagen
S ^Tnbsp;flie zall
^^öUPfinbsp;by der keure van den dorpe van saken die
^ijzonbsp;gesclnenquot; 3).
aat^ J^ïidere voorregten werden door Hertog Albrecht 3 April 1390
lt;lt;)jii^Jtügesche kooplieden te Middelburg verleend: zij mogten
^^nbsp;ende enen portere , ten vermanen van den oVer-
s^^'^'itl.e 1nbsp;sinen ghebode, arresteren alle per-
ste^ij, ^'^'^l^eden scnldich sullen syn van sculde die binnen on-
''Wiede/?quot;'^- g^^'^^^^ect sullen wesenquot;4). Ook aan Duitsche
t'^-eünbsp;bij 7 Mei 1389 de meest onbeperkte vrijheid ge-
schuldenaren te vervolgen: «Item wart so dat
VI,^ ^lide 1nbsp;voirsz. vercoften goet binnen onsen lan-
'iticli ^^^^^ehepie voirsz., ende die copere van den worde vor-
^a^?' siïiernbsp;Soet betaelt hadde, danne die voirsz. ver-
bat 1 Roer!nbsp;''''''nbsp;g«et vinden
^fit syj^ bewisinghe, of mit sinen merke goet doen mach
goet ghewesen hebbe, so sal men den voirsz. verco-
I)
Zie
VAX
vl'!quot;quot;' Cliarlerb. I. hl 18G, 192,-241, 273. II. bl. 158.
i)nbsp;Charterb.'II. hl. 757.
I:''quot;''®''^-nbsp;III. bl. 373, 5C0.
^ Charter:.. lU. bl. 555.
-ocr page 76-pere syn goet weder te leverieren , waer dat men vindet sonder ^
te vexvolghende. Item waert so, dat alsdane -rvlnehtig ^
enigher stede binnen onsen landen ende heerscepie voirsz
vonden worde, dat men den bonden sal in vangbenesse de ^^^^
wente toter tyt dat hi voldaen heeft voir d^ senlt die ü
coplieden voirsz. seuldieh esquot; 1); terwijl ook het verbond tr ^^^^^
Holland, Zeeland en Yriesland en de zes ^endisdie ^
Lubeek, Hamburg, Bostock, StralsundWismar en Lui .
in het jaar IMd gesloten, de bepaling mhield, dat üe ^^^^^
van Denemarken drie personen zoude mogen benoemen,
hadden om in Holland voor den Baad alle i^^^tulden ^^^^
volgen van zijne Deensche onderdanen ten laste van die
land. Zeeland en Vriesland 2).
Te Dordrecht mögt, volgens privilegie van 28nbsp;\
vreemdeling eenen poorter vrijelijk dagvaarden voor ^^^^^ i»
einde zijne schulden te voldoen, en mögt zelfs ^e scliui
de magt van den schuldeischer worden overgegeven: « gce-
poirter eenen gast of eenich gast eenen poirter simnbsp;i^e te'
penen-kennisse gelovede, en syne penningen tot sekere ^^^^
betaliiige gestelt niet gecrigen en konde, soe sullen ^^ ^ pie^'
denaer bedwingen met pand of met geld; en waers cia ^ ^eJ^
en hadde waer of hi betalen mocht, soe sjmnbsp;in«''
persoon den schulteysser over te geven quot; 3); welke .^^gje v^
genoeg dezelfde bewoordingen mede voorkomt in het p
Schiedam van 18 Maart 1274 4).nbsp;^^^eamp;i ,
Ook te Ltrecht werd het regt van den vreemdelm. ^^^^
de costumen dier stad van 1342, alwaar wijnbsp;,, V'f
man of wyf de enich goet cofte weder enen ^ ärie ff
om reet geit, ende hi hem syn geit nyet en gave biu^
na uien uitu ii_y uc.;nbsp;,-------o—-
leggen in den toorn , ende de stat sal hem geven
ende daer en sal hi nyet uyt comen, hi en he ^^^^
moede ende des gastsquot; 5). Zoo kwam men ook J
ujij.nbsp;—— —------------^nbsp;-nbsp;3g diß«
na dien dat hyhetloofde, ende de gast dat croena , ^^^^^
11_____ „„-.-cyTi waicj-nbsp;c
1)nbsp;Zie VAN MIERIS, Cliarlerb. HL bl. 526.
2)nbsp;Zie VAN MIERIS, Charlerb. IV. bl. 257.
3)nbsp;Zie VAN MIERIS, Charlerb. 1. bl. 265 en
WALL, llaiidv. van Dordrechl. bl. 27.
4)nbsp;Zie VAN MIERIS, Charlerb. I. bl. 373.
5)nbsp;Zie Ulr. Tl. li. Hl. bl. 280.
vAf'
vaii
■aiit.
Jaarbij de a
tussclien Gelder en Kleef van 25 Jan. 1359, alsmede bij dat van
Sept. 1378, overeen, dat men den wederzijdsclien onderzaten
?P hunne vorderingen regt zoude doen wedervaren 1); terwijl almede
^ het Kondicliboek van Zutphen, in bet laatste gedeelte der veer-
'lOe eeuw geschreven, de bepaling voorkomt: «Beclaget een gast
poerter, so sal die poerter daerop antworden neen ofte ja. Wat
tv^ die poerter bekent, dat sal hi dien gaste gelden binnen veer-
^ nachte. En doet hi des niet, so mach oen die gast doen
j^^'^den vor dat hi oen becant heeft. Ende die pande sullen we-
Ijj^^^^^volghet, also dat men sy to bant vercopen mach sonder op
gg^ ^^ï'enboven had de vreemdeling het voorregt, dat op zijnen eisch xermun.
gejnbsp;spoediger regt werd gedaan dan op dien van den bnr-
kiv' ^^^^ voorregt dat vooral aan die vreemdelingen zeer te stade
sjgpj^^' die ter zake van hunnen handel hier kwamen en dikwijls
teïjj^..^ ^'oor korten tijd in de eene of andere plaats vertoefden. Die
^^iler'^ op sommige plaatsen bepaald op des anderen daags, op
hiunen drie dagen of over dweersnaclit 3). Zoo leest men
^«jj j ^ van Middelburg \an 11 Maart 1253: «So wat manne
jfg^lf^lg.yg^ die recht wil hebben van onghesekerde scout
leji Ij van Middelburch, die Eechtere ende die Scepenen sul-
ïecht doen oj} den anderen dach na dien dat hi recht
^cI^oqj^ gt; welke termijn ook werd vastgesteld door Philips den
Grop*^^ ^^ ■^^''S- 1495 bij de vernieuwing der keur van Zeeland 5).
WavJnbsp;1nbsp;TT.nbsp;1nbsp;, T
'^^'erd, volgens een handvest van den Heer van Beaumont
1)
2) jj® ïfïnoFF, Gederikw. uil (Ie gesch. van Geltl. IJ. bl. 113. III. bl. 63.
V ^quot;flornbsp;sLüET, dat Kondichboek enz. bi. 452.
^n i^,.'quot; ^^'^'eersnacht of dwarsnacht versloml men eene tijdruimle van
cti ^aslp'^'^nbsp;zie arxtzesiüs, Inst. juris Belg. pars 1. lit. 12.
ßeftnbsp;Censura forensis pars 2. lib. 1. c. 23. ^ 9. Alkejiade
' ßf'schr. van de stad Briele. I. bl. 281. Kilian ,
'le ?-^ en
''weersnacbl. Men teble de geregtelijke termijnen bij
feciij'^'^^en ^^ dagen, van daar hel formulier: « beer rechter wyst of
^^^ikf!'' 4- (tquot; 2,ie van deu spiegel, Oorsprong der vaderl.
''^e ^'^'ïusquot; ' ge^voonte hadden reeds de oude Germanen, van
lico. j coii'
i'oribus Gennaniae c. 11. schreef: noctium non dierum
löquot; alsmede de Galliërs, volgens caesar, de bello Gal-
^^ qT p?quot;quot; ' Charterb. I. bl. 273.
' IV. bl. Ö83.
D;
van 1312, op den eisck van eenen vreemdeling, «die
ghet van seluüde des komende voor den belmntate l^n
Irden dagU regt gedaan 1), terwijl Hertog
te Brouwershaven bepaalde: «Item den Eegter zalnbsp;^pe-
,chennbsp;over dweersnagis, ten ware dat üi ^^^^^^^^
nen kenden bij haren eed, dat s/s niet vroet en waren ^
soo mogten zy 't vertrekken op den derden dag Z).nbsp;^.„v.
® ,nbsp;-1 wm__TT rlA l-p.iirvan
10 mogren zy tnbsp;........^nbsp;'
Ook te Haarlem verordende Wülem II by de keur van .
1H5 • « Wair dat sake dat een van buten gJieen poirter en
voir 't gereehte treckede, die Eeehter soude dennbsp;^ deS
recht doen Unnen den derden daghen, om dienbsp;v^i^
vreemden mansquot; 3), welke bepaling mede voorkomt m ü
Delft van 14 April 1246 , in die van Alkmaar van 11
in die van Medemblik en in die van Monnikendam , ^^^^ prt-
25 Maart 1288 4). Te Botterdam moest men volgen
vilegie door Willem III 25 Julij 1328 aan die stad gege^ e^
re-ten over dwersnagty{]^■o■n.n\^^ der Gesworen, ende a ^^^^^ diiJ
begeeren op eenen buyrman die niet tot huis en ware,
klager gaen tot elcke veertien dagen tot dien dagenbsp;^
„en ware. Eude soo wie synen dag niet en hielde dienbsp;K
tot elcken 2 sch. ende tot uytterste dage 10 sch. 5)^ j^ven«
te Brielle die termijn op over dwarsnacht bepaald wa
werd te Enkhuizen door Willem Y 16 Haaxt 13oonbsp;^
denzelfden 19 Nov. 1357 en te Grootebroek dooi Her
üenzeiiüen xc -lgt;vv. -u-^«. ----------- _nbsp;yt'^v..-
2 Aug. 1364 verordend, dat over den eisch van eennbsp;ae ^^
binnen den derden dagh regt zoude worden gedaan.nbsp;^ve
mijn voor regtsgedingen tusschen burgers aldaar inbsp;^^^^^^
gesteld was 7).nbsp;van ^eizer ^^^ iieH
Op gelijke wijze leest men in de ordonnantie ^anbsp;^
op de admimstratie van de politie en van de pi ^^ jlei ^
vL Oct. 1546 cap. 69 en in die van Amersfoort
Zie VAN MIERIS, Charlerb. II. bl. 757.
Zie VAN MIERIS, Charlerb. III. bl. 5G3.
Zie VAN M.ERis, Cl.arlerb. 1. bl. 223.nbsp;437.
Zie VAN MIE.US, Charlerb. 1. bl. 232, gt;
. CL'quot;
1)
2)
3)
5! Zgt;e van .lEHis, Charlerb. H. bl. 4 •nbsp;,, voe. lUquot;»«'^
6)nbsp;Zie (leze bepalmg in de cosumien ditinbsp;van d«^'
opgeleekead , bij alkemade en van der sguellin ,,
1. hl. 253.nbsp;,, M «-51 III. bl 31'
7)nbsp;Zie VAN MiEius, Charlerb. U. bl. 831.
-ocr page 79-40: «Ttem een man van hiyten willende spreken met recht
'^P eenige burger oft inwoonder, salmen denselven kort ende on-
ei'togen recht doen, 't vvelck men heet over dive^-snacUnbsp;1).
^ ^^'tzelfde gold ook te l'trecht bij vorderingen van uitheemschen
burgers , terwijl aldaar bij regtsgedingen tusschen burgers de
acht dagen was, volgens de door Keizer Karei Y 30 Sept.
bekrachtigde costumen dier stad c, 18 art. 1 en 2 2).
^.^^ie korte termijn was ook in Gelderland in gebruik, zoo als blijkt
het bovengemelde Kondichbcck van Zutphen 3), alsmede uit den
J^^'rt'ief door Hertog Arnold in het jaar 1445 aan Overbetuwe
ojj ^^j alwaar wij lezen : lt;i.Noiii vremde iceghvoerdige koipluyden
itinbsp;Imjden die in den ampt niet geguet en syn, dies geregts
^'erbetou te doen hebben, salmen onvertocht regt laeten weder-
linnen drie daegen 4).
'^hjk regt gold ook te Bolsward, volgens het stadsboek van 1455
ijj «Wanneer enich man van luien lande comet ende claget
stadtrecht op enen burger off buirman, soo sullen die
ïecij^l^^^^en den dager een eynde behelpen nae vuytwysinge syns
' ^^nnen drie daegen, ende des derden dagis syn gued toe-
^Is ^quot;-^de vuyt te penden, indyen dat dye burger toe huys is.
fis 4-
eenen vreemdeling eenig misdrijf gepleegd, dan werd Misdru.
^iiej^ II het algemeen evenzeer gestraft als een dergelijk feit tegen *
^^eltlg ^^Ser. Yan het tegendeel kunnen slechts zeer weinige voor-'
ven tegen
reeinfie*
Jingen.
^^'^quot;^den bijgebragt, en wel uit het begin der Grafelijke
yde hij voorbeeld de door Eloris Y 30 Dec. 1275 bekrach-
Vajj ■^^^'^ning van Jan van Persijn, Heer van ^Yaterland, met
^ ^^erland, waarin de bepaling voorkomt: «Item, of een
hiitenslants gestocket worde of ghequetset of ten
^ }squot; ^ ^odgeslaglien , daer in bewint hem onse recht in gheenre
^^ ^^ ^'^^'^lamelijk op die oude tijden slaat clan ook het gezegde
dat eertijds doodslagen en ander ongelijk aan
1*1. B. lil. 1,1. 1072, 1093.
. ï'l- B. in. bl. 350.
Goi /'nbsp;Baron si.oet , dat Kondichboek enz. bl. 453.
B. 11. .pp. W. 38.
^ie vai, V/'^^'^^'ßEiiG , Cbarterb. van Vriesland. 1. bl. 556.
Itil. iQ^ , Cbarterb. 1. bl. 379.
Holl, rcchtsgel. 1. 13. ^ 2.
-ocr page 80-vrcemaelingen overkomen minder gestraftnbsp;^^^^^^^
inlanders was misdreven. Teel ta rrjker z,n de J eschiedac;
den vreemdeling ook in dit opzrgt Iner tenbsp;J ^^ Graaf
.00 namen reeds Gravin Margaretanbsp;de ver-
Horis Y van Holland bij hnn verbond van 21nbsp;en
putting op zieh, de wederzijdsehekoophe en ^gen ^ .traf'
L'oovfng te beveiligen, - ^ Xj
fen 1). Op gelijke wijze beloofde Bisschop Gny ^an ^^ ^e-
Nov 1305 den vreemden koopman tegen alle onr gt e ^ ^^^^
l;men: «ende soo wie dien koopman ven ge o J ^ens f
den koopman ^t zyne weder snllen doen geven ^an de . ^^.^^aet
tL, L dat gedaen hadde, ende -btans^ ^
doen beteren als 't recht is terwijl ook in f^'l^lo^,.. «ei^
in met het Sticht 11 Sept. 1319 de « ^^nbsp;^
waer iemant die den coepman arresteerde of
Lden si met malcanderen also naerstebke bereto^^^^^^^nbsp;,,, M
dats den coeplnden ghenoghen sondequot; 2). In
art. 8 van de regten, bij den Upstalboom 18 Se^-
bevestigd, op het dooden van eenen vreemdelmg ^^ ,,, d
van 60 sterlingen aan den Eegter en 6 aan de erfgenam ^^^^^^ . ^
verslac^eneS). Ook Hertog Reinald van Gelder en Graanbsp;oi
^Ärboidenzich 25 Jan. 1359 elk
derzaat van den anderen «sinen schade, schand ot^
.elpen weren ende verhneden tot allen ^^^^nbsp;^t
sonder arghelist. Yoert gWnexle enich moertnbsp;^^^^
venkenisopter straten, op ten fnbsp;^^ ^^ die/ ^o.^
pelegrm of anderen varenden
ten of stroem bonweden, ende omme de Aville ..jidet^®' ^
llondenen of sme macht, Amplnde of Me^,
daet, so snelen die anderen van ons -rb ^
gheens die die navolghinge dede, hem te richts^«
Lder weder rede te hnlpe comen mitten hnlpen
1)nbsp;ZiovMMiEms,Cl.arlerb. l. bl 301
2)nbsp;Zgt;e VA. MIEU.S, Cbarlerb. . b • 5 ü
3 Zie VAN MIERIS, Charlerb. II. bl. 327.
vAiw«.......^,nbsp;Over bel
3) Zie VAN MIERIS, Charlerb. II. W-nbsp;„.pest ^^ ^eigt;ï^f„ij
,ers liaiulelen arU 4 en 12 : cUe eenen ed.nbsp;^ o^^ „ aaquot; ..e^l
aie eenen priesler doodde Uen^u ignbsp;^^
die eenen priesler doodde lienvoudig aan c.e . ^^ ^^
geven; doodde een lijfeigene zijnen Heer oni g
met den brandslapel geslrafl.
Zoo kamen ook Willem van Gulik Hertog van Gelder en
^^i'aaf Adolf van Kleef bij hun verbond van 12 Sept. 1378 over-
« Ende weert sake dat ymant enighen schade dede uyter onss
^ens lande in des anderen lande, soe welken van onss den die schade
«l^esciet were in sinen lande, die otf die syne mochten den hantde-
^ jghen naevolghen in des anderen lande, die hantdedinge te van-
jj^ï^te slaen, te halden, buten enighe broeke tegen den van ons
^ren vurscr, daer dat ghesciede, ende daertoe sal die Ilere in
^ «es lande van ons dat ghescieden ende sine Amptlude na all hoere
Va^^ den naevolghereia behulpelich toe wiesen, alsoe verre als sy dat
iHel weghen doen moegenterwijl eene dergelijke bepaling
jjj^^® Voorkomtin het verdrag door denzelfden Hertog 23 Oct. 1390
Vooj.nbsp;Johanna van Braband aangegaan 4). Bijzondere
verleende Hertog Albrecht van Beijeren 7 Mei 1389
® Duitsche kooplieden die zijne landen kwamen bezoeken:
waert sake dat enich dief der coepliede goet stalen, of
lïiis^ ^^oi'denaer eymant van den voirsz. coeplieden misdaden of
woude van sinen live , dat si die dieve of mordenaer selven
^^^flet'^ houden to der tyt dat die Here ofte die wet toe come,
^^aej-j.'^ ^ïoke of misdoen, om justicie daer over te doene. Item
^^ïoijjg^^ dat enich goet gherovet ware in anders Heren lande of
^^H ^^de die roverer ofte dat goet qname binnen onsen lande,
^'ide ^ ^^ salinen moghen houden ende justicie daer over doen,
^acli ig ,'^oepman syn goet weder te liveriren, bi also dat hyt
mit syner merke of mit goeder informacie, al Avaert
^ Op ^.^j^arkeden coftquot; 2).
^I'^jf tegg^ plaatsen gold het beginsel, dat de burgers wegens mis-
^Teeujj ^'.^^emdelingen met dezelfde straf werden gestraft, welke
g^j-plaatse van waar zij afkomstig waren trof
iij'*' ^^^^ oin feiten tegen de burgers dier gemeente gepleegd.
anderen uitdrukkelijk bepaald door Hertog Albrecht
tf ^^quot;ard y ^^^^ Brouwershaven, alsmede in het Stadsboek van
J^^^'isdri^^ 1455 en in dat van Sneek van April 1456 3). Om-
tegen inwoners van het Sticht van Utrecht begaan,
' ^«^'enkw. uil de gescli. van Gelderland. II. W. 111, 113.
■k.nbsp;Char(erl). III. bl. 527.
574'quot;''quot;^' Cbarlerb. III. bl. 561. Schwartzenberg , Cbarlerb.
-ocr page 82-heteUae Wmg van -ifnbsp;CfuOl e»
Amsteltad .. Gooihud van 15 Maart 13 S Jnbsp;va«
25 Maart 14-07, in dat van Onde«ter van laOOnbsp;jo
Monnikendam van 16 S.pt. UOO , m tó van Go m be ^^^^^
Lrt 145«,nbsp;in den land.no » ^Tflr door a^;
«etiiigen
Maart 1458, alsmcdo m den lanaoiioinbsp;,„„r
1408 aan die van Maas en Waal en .n eennbsp;j, Bec.t
rftden mede in dat jaar aan Bommelerwaa d ftete
en Eenoij en Henvarden gegeven 1); v,.aamrt Unue» 1nbsp;1
a tos bestond aldaar nog onder de Eeger'ng vannbsp;, ^
„ae eom,ptele van drie dagen .ten lande te g^jnnbsp;«
aen dootiag tegens den Here v„ tenbsp;of oPnbsp;,
gaan totdat lgt;y borge gestelt hadde den d^e te ve^-nbsp;jl^«
Lae te voldoen.» Dit misbrnA ^^ ^oor f fnbsp;^
15S1 afgesebaft, die daarbij
eenen doodslag op eenen ,.ee,ndebng j quot;fl 2).
eenen doodslag op eenen bnrgei zoude uorden gestra ^
Baarentegen mogten aanvarielijk in vde stedj-» »^a ee^^ ;
land vreemdelingen in regh=n geenenbsp;gee»» „gt ;
poorter; konden rij afeoo tot stavmg tonner aanU^nbsp;,nbsp;,
L aJs getnigen bijbrengen, dan werdnbsp;f.^i«. ^^^^ ia
gedaan. De oorsprong dier ge«onte rs, ^
Zoozeer te zoeken in eenig -ntromven ^sof ..
den regel valsebe getnigen waren, maar
regtsgebied der stad geene genoegzame g ede e» ^„„je W ^
men in geval van valsebe getn.gems, de se»
^ïllen. 'zoo gold te Middelburg, f
en .an 11 Maart 1233 niet het f'»'«f^.'och
geen ert noebte bnys in Middelbnrelr ennbsp;t
Leken bekent en is», welke bepalmgnbsp;PCquot;»
van Westkappel van Mei läää art. 43, m d,e
-.1,1.4«
., Zie VA. ...s, Charterb. iH. bl. ^«J' jttiS^^
Pl.B.ll.app.bl.14.80.
Hug. Grolii Inlrocluct. ad jnnsprud. Holl. nu.
grinis. Leiden 1839, pag. 17.
'2) ZieUtr. PI. B.lU.bl.322nbsp;„05 1. pag.
3) Commentaril de Republica Batava.
sre-
1)
hetzelfde jaar art. 13, en in die van Zierikzee van 11 Maart 1247 1).
^ok in de keuren van Haarlem van 23 Nov. 1245, van Delft van
April 1246, van Alkmaar van 11 Junij 1254, van Medemblik
^^van Monnikendam van 25 Maart 1288, alsmede in die van Be-
^erwijt van 11 Nov. 1298, leest men: %Gn.gast en maeli geen oir-
•^onde dragen tgegens enen poirterquot; 2). Hetzelfde gold te Dordrecht,
^'^Igeus het handvest van 28 Jan. 1252 3), terwijl ook te 's Herto-
^^ïibosch door Hertog Jan van Lotharingen, Braband en Limburg
het jaar 1329 verordend werd: «een man van hiyten en sal
^gheenssints mogen tughen tegen eenen poirterquot; 4). Te Brielle
volgens den giftbrief, door Dirk van Voorne in 1342 aan
1 ^^ stad gegeven, niemand «orcunde dragen die yemene scaden of
sal mogen, dan twee Scepenen of drie wittachtige porters of
ijl dien Scepenen dinct dat te geloevene esquot; 5); en te Rotter-
^^^ Werd door Willem IV bij het privilegie van 7 Junij 1340
^^ ald: «ende geen %iynieemsclien m,an en sal mogen tuygen over
Wvnbsp;saecken die binnen der poorten geschienquot;, welke
Va^-^^g mede voorkomtin dehandvestenvanEnkhuizenvan 1355,
^dam van 19 Nov. 1357 en van Grootebroek van 2 Aug. 1364 6).
'^«i-e vrijheid in het afleggen van getuigenis verleende \^^illem VI
^Va^j^^ Pri'^'ilegie van Hoorn van 20 Eebr. 1411, daarbij aan elk,
^^^jn^^^ gezeten, toestaande te getuigen over feiten binnen het
van Medemblik bedreven 7). Op dez^e wijze werden
voorschriften op dit punt langzamerhand verzacht,
geheel M'erden afgeschaft of in onbruik geraakten.
• d
dejj quot;^'er hebben wij gezien , dat vreemdelingen in deze landen negtsge,
clop^^Sel de bevoegdheid hadden om hun regt tegen burgersquot;quot;quot;«^quot;
seiden,
en dat ook deze naar behooren gestraft werden,
eenig misdrijf tegen den vreemdeling hadden gepleegd.
1)
2) VAjfnbsp;Cliarlerb. L bl. 173, 186, 191 , 242 , 274.
V Zie v''^nbsp;Charlerb. L bl. 226, 235, 289, 485, 490, 602.
W ^'e c'^quot; ^^ ' Hantl^'eslen van Dordrecht, bl. 28.
quot;^^quot;yiien ende usantien der Hooftstadt ende Meyerve van 's Iler-
11, Zienbsp;224.
•^1)1. 'EMAßE en vAJf BEU sGHELtiKG, Beschr. van de stad Briele.
«jiss zie va^
libquot;nbsp;Charlerb. II. bl. 639. IILbl.33, 169. j.ii.ecgers,
13nbsp;ad Hug. Grolii Inlroducl. ad jnrisprud. Holl,
^ie van^*^nbsp;peregrinis, pag. 12.
Cbarterb. IV. bl. 162.
sehen
vreeniile»
lingen.
CG
Ma. niet alleen tegen bnvge. , ook tege^nbsp;v^^
werd hnn regt gedaan,nbsp;Beauinont
ben aangetroffen in liet handvest,nbsp;een
rATov'l348 aan Goes verleend 3).
.i^i;. van Tholen van 7 Pec.nbsp;«Wle^
Salinen den eenen van den anderen reeht d en 2) h ^^^^^^^
Sept. 1389 bevestigd werd,nbsp;met de bijvoeg ng_
II;! toen giclnetzy, of d^ ^^ ^^
teplegenevoir Rechter ende Scepenen 4).nbsp;äe^'
gcLit in eene onde kenr van Dordrecht • « Het is te . eten
ignen, aisoe vcxi^nbsp;ikon schli^^ ^^
,n esquot;; en komt mede voor in de m het jaar 1570 op ^^ei
bragte costnmen , alwaar men
bragte costnmen, alwaar men leest: « aatnbsp;^ _stiën
nisse nemet tnsscben luyden van Uyten van alsnlcke q ^^^^ d
qnerelen die sylnyden malcanderen moegennbsp;, ten ^^^^^
Ltracten binnen de voorsz. stede met gemaect en ^^^ ^^e^
nochtans dat in de contracten ^evoorwaart waere d ^^^ gt;
tot Dordrecht gelevert sonde ^Tordenquot; 5). Evenzo^^ ^^
delburg, volgens de in hetzelfde jaar
,tad, twee vreemdelingen elkander m
contracten of schulden aldaar aangegaan «of bn t^^^^ ^^ ^ tcrj
maeckt om binnen Middelburgh ^^ol^racht te_ ^vo..nbsp;^ quot; ^^
ook te Amsterdam aan -mdd^en ^ , V
ook te Amsterdam aan vreemdelingen zoodanige J
toegekend ter zake van loopende schu den; are ^^^^^.gde
partijen uit dezelfde plaats afkomstig , dan k n ^^.
zoeken dat de zaak naar hunnen dagelijkschen r ^nbsp;^^
zen, in welk geval de Schepenen van Amstera.
1)nbsp;Zie V..N MIEIUS, Charter!). 11. W.
2)nbsp;Zie VAN MiEius , Cliarterb. III. bl. 203.
3nbsp;Zie VAN MIEIUS, Charlerb. UI. bl. 535.
4)nbsp;Zie VAS MIERIS, Charlerb. iV. bl. 121^.
kennis mogten nemen 7).
4)nbsp;Zie VAS MIERIS, Liiarieri). i.. -nbsp;■ ^ 1,1. 1335-
5nbsp;Zie VAK DE WALL , Handvesleu van DonUechl,
6)nbsp;Zie Gr. Pl. IV. bl. 1013.nbsp;jdS. H-
7)nbsp;Zie Ilanlveslen enz. der stadt Amslelredam.
.HeUs teivetcnä»*^®
scmaakt meeneonae Keui-..........,nbsp;v«n
L,nvreen.,U nan to meieren niet ae,^veken en m ..
,cMaen am ^ W Dorärecht gemaeckt , ja s-J
hv daar o£ haäJe, al^'Hlvtnbsp;'fnbsp;r^S
t^nhaligl,»«, alsoe verre als dennbsp;° »-«'f';; J,rift
De bloeijende toestand waarin de handel verkeerde en de menigte
Vreemde kooplieden, die deze gewesten onafgebroken bezochten,
saven aanleiding tot het besluit van Koning Philips van 8 Aug.
, om bij art. 10 der Instructie van den Hoogen Eaad van
^ieclielen, aan dezen Eaad, welke als het opperste geregtshof in
j^e Nederlanden met de hoogste regtsmagt bekleed was, ook de
ennisneming in eersten aanleg op te dragen der geschillen van
vreemde IcoopUeden herwaartsover levende onder privilegie,
woonsteeden hebbende, of van diversclie hooplieden ooch
weesende, in diversche plaatsen woonende onder verschey-
resortenquot; 1). Door dezen maatregel werden de kooplieden
^^kelijk gebaat; daardoor toch werden lastige twisten over de
^^petentie van den regter, voor wien zij gedaagd waren, ver-
j^eclen, terwijl daarenboven Mechden, als in het middelpunt des
gelegen, voor allen toegankelijk was, en zij aldaar steeds
' ^^ kundigste regters van den lande te zullen
staan. Zulk eene bijzondere regtspraak had vroeger nooit in
^^^ algemeenheid bestaan, ofschoon toch reeds in de veertiende
Pïivl ^^ Graven van Holland aan sommige vreemde kooplieden het
Wel]! verleend liadden, van zoowel in burgerlijke regtsgedingen
^or'^j^^*' o^^'lerling te voeren hadden, als ter zake van misdrijven
tegte ^^nbsp;anderen gepleegd, te regt te staan voor
Vatj hunne landgenooten gekozen, waarop echter ten aanzien
ïegts^^^^'^^ zware misdaden eene uitzondering was gemaakt; eene
tij(j welke eenigzins overeenkwam met die , waarmede in later
^ee^nbsp;landen de Consuls van vreemde Mogendheden be-
Verijj ,Zoo hebben wij boven reeds op bl. 19 een privilegie
lie^gnbsp;Hertog Albrecht 6 Jan. 1382 aan de Engelsche koop-
V \ ^ an den stapel der wol te Middelburg verleend, waarbij
^ticlej,^ n ^^^gestaan eenen « Gonvernerre die him ghenoeghet ende
'^evoßg^j^^^'^iei's ende dieners van hore gheselscapquot; te kiezen , die de
'^'^St te '''^ouden hebben, zonder iemand van 's Graven wegen,
^ '^P^'eken indien «enich ghescil of twiste viel tviischen coman
jof^^ stapel voerscreven toebehorende, het ware van
ei^ighe ander parlemente, daer glicen doetslach, leemte
^''^edt'quot;'nbsp;lgt;IoeijeiKlen hanilel indien
^(v quot;nbsp;•quot;^o'^^praak over vreemde kooplieden e. defacqs , Ancien
Cocl?nbsp;analytique des lois et coutumes observées en Belgique
civd.nbsp;Brussel 1816. livr. 1 pag. 9 vgg.
-ocr page 86-CS
»,quot; n quot;Evenzoo veigmide liij S Apn' '
„f videteoke cnwaoi 1). f™™quot; -jl^jw eenen OveBte te
.an ae Pertngesebe ''quot;Pnbsp;^^^^^^^^^^^^ = „Ue zaken J«
kiezen, die .veel,t endenbsp;„f .„jeren gtesoB®
.allen tnsschen l»en quot;fnbsp;Seenwaehter laat gegeven
.an eomanseepen», te^jUevensnbsp;^nbsp;horequot;
„erd, den koopman ofnbsp;^nbsp;jL seonde ot ngt;fe
Oversten in die van^«.,^ ^e -nbsp;_ ,,
die hi misdaen mochte hebben tiegnenbsp;ter
ende honden mit srdken '»f^^^'^^^^trnoSt snllen svn «
r Sltipl-i. dezelfde voorregten gesehonken,
TlSSS aan de feen. door de
^sfafiii
f,te aan de
^rt 1 ^(ll en 7 Mei dSÏÏ aan die van Rampen , 8 ^P^jieeaJ-
86 Nov. W«^;quot;'1327 aan die van l-bf
I ; ^dXquot;» of bnnne ge^r (^f
ris onde^ng,
beteren bij nitspraak van fnbsp;,„„de de B« ^ JJ»
voebten zij daarentegen op het land, daarovernbsp;bef
spreken naar de wetten des lan s ^ ,
ttT 9 \mil 1315 teu aanzien \an alle m
taepcepe JnaMeh ende comen m onse
quot;^quot;^zi^MiEnis. Charlerk HL W- 38L
2nbsp;Zie VA.nbsp;, Charlerb. U . bL 5 -nbsp;^^^ 2.
3nbsp;Zie VA. MiER.s, Charlerb. f„^f-394, 390.nbsp;' oo^ ,
1 ZievA.mEnis, Charlerb. '
•gt;87 442 In hel privilegie van Lubeck
minking (niulüalin)nbsp;j p.u.uKT , op ^
Conseil cl' Elal van 20 No^^ 1806 bUnbsp;pag- ^^^
^cde lnjFAUST.Nma.E,lraile del Inslr.
-ocr page 87-poert te betenie, wat malcandereii bin liareu scepeii misdoet, wtglie-
^iomen menke ende doetslach, dat willen wy dat hare meysterscap
herecht binnen haren scepen sonder verboernisse 1).
Yoor het geval dat burgers regtsgedingen hadden te voeren tegen
^eemdelingen, maakte men onderscheid tusschen hen die in eene
plaats gekomen Avaren met het doel om aldaar hunne woonstede te
^quot;estigen, en hen die er slechts tijdelijk vertoefden. De eersten
^^erden, wat het regtsgebied aangaat, meestal met de burgers gelijk
''^^teld, en deelden in het voorregt van deze, van alleen voor den
'egter van hun domicilie te regt te staan, al hadden zij dan ook
geene regten van burgerschap of inboorlingschap verworven; en
kan men aannemen, dat, wanneer in de handvesten gesproken
^^dt van onderzaten, ingezetenen of inwoners, daarmede in de
i f ® plaats de burgers en inboorlingen bedoeld zijn, zoo waren
lei
gedomicilieerde vreemdelingen doorgaans onder die uitdruk-
j^^^g mede begre]Den. Zoo werden bij den brief van den Roomsch-
Willem II 18 Junij 1253 in dit opzigt met de burgers van
lietquot;^^^'' de in civitate ipsa manenles gelijk gesteld, en werd ook in
Philips van Bourgondië en Bisschop Rudolf van Diep-
het ^^ gesloten en 26 Sept. 1462 bevestigde Concordaat in
ges ^^e^^eeii de ondersaten van Holland, Zeeland en Yriesland
^eui ^nbsp;Utrecht in regten mogten worden betrokken «om
ïecij^^ ®^ecken wille, alsoo verre als diegeene die men dagen wille te
hnbsp;den geestelycken ofte wereltlyckeu Rechter, daar
iJetej • i®quot; j ■^'an welk voorregt alzoo de vreemdelingen die hunnen
liiejj ^^ Holland gevestigd hadden niet waren uitgesloten; terwijl
tigij^^^de leest in de door Keizer Karei Y 30 Sept. 1550 bekrach-
^ïj-gg^^^^^^^^men van Utrecht: «Item, dieborgers of ondersalen van
^etej, d'ingeamp;etenen der selver stads vr/jlieut en zullen malkan-
in ^'oor
lt;1.
P ïlonbsp;betrecken noch aensprekenquot; 2). Evenzoo was door
Onbsp;Hendrik in het jaar 1310 het privilegium
^aaf]^ ?°eando geschonken aan allen die onder het gebied van
van Gelder gezeten waren (hominihns in sua terra et
''quot;'^titutisj, hetwelk later in dc jaren 1543, 1544, 1547
7-
^^ Zilnbsp;Cliarterb. H. bl. 158.
l^h 15. UI. bl. 276, 350. Gr. Tl. B. II. bl.
Vrcemdc-
llng
gednngtlo.
cElicertlt»
vreemd».
Ilnisen,
^ tecl^j.nbsp;vremde rechten buyten der stad in personele actie
n n^ogen betrecken noch aensnrekenquot; 2quot;!. lVpm7,nn wn« Hnnv
en 1577 op nieuw bevestigd is 1). Hetzelfde werd bepaald du^^
Maximiliaan en Philips den Schoonen in Febr. 1494 omtrent ^^^^
ondersaten ende imwnende der stad Brielle en de ingesetene van
land van Yoorne 2) , alsmede bij de 21 Maart 1570 op Bca ^^
gebragte costumen van Middelburg omtrent de poorters of f9^
tenen dier stad 3). Philips van Bonrgondië schonk 11 Junij ^
het Privilegium de non evocando in liet algemeen aan at
ondersaten van Holland en Vriesland, uitgezonderd vier
waarin zij zouden teregt staan voor hem zeiven en zijnen ^^^^^
Eaad 4). Zoo wordt ook in het groot privilegie van Man^^
14 Maart 1477 art. 9 in het algemeen van higesetencn ,
art. 220 der Instructie voor het Hof van Holland van ^ ^^^
1531 van ondersaten gesproken, terwijl men mede ^^^^
rescript van het Hof van Braband van 12 Maart 1553: « ^^
nelyk en notoir is, dat de ingesetenen van desen Neerlan eii^ ^^^^^^
wat staet ofte conditie deselve soude mogen syn, nie ^^g^on
daebaar of te rechte betrekbaar buiten 's landts, nog W
noch bij procureur, selver ook niet voor het hoff van Eoo ^^^^
Ook deelden de hier gevestigde vreemdelingen veelal in ^
de burgers verzekerde regt van noch in burgerlijke nocn ^^^.ijeel'l
zaken te worden gearresteerd dan in enkele gevallen,nbsp;aiiH
indien er vrees voor ontvlugting bestond of indien
zware misdaden hadden schuldig gemaakt. In de oude ^^^^ j^e
van Overijssel onder anderen werd zulks toegekend aan^^^ ^^^^^ gie
50 hiyssytUnde sijnt und so geguedet hinnen lannäes, ^^^^^^ de
met eren gude to rechte bringen machquot; 6) , en ook quot; -lieci^'
ingezetenen van Zalt-Bommel was 8 Dec. 1378 door Hernbsp;aef
teld van Gelder bepaald: «Soe wat mensche die ininbsp;df^
stadt van Zaltboemell woenafftich is oft naemaels ^^^ Tiel^J
men die nergent tot Zaltboemell, in Boeinelrewert, ^gugci
wert inmaenen noch ingebieden en sali noch en mac i ^
33
Si-
--------------------J pfr' jl
1)nbsp;Zie sciiR.vssERT, praclicae oliservationes Hanlerw.nbsp;jjriele
2)nbsp;Zie alkemade eii van d; r schelling, Beschr. van t
h\. 114, 115.
3)nbsp;Zie Gr. P!. B. IV. 1)1. 1014.nbsp;gis,
4)nbsp;Zie Gr. PI. B. II. hl. 679.
5)nbsp;Zie Gr. Pl. B. II. 1)1. 062, 75-i. van leeuwegt; ,nbsp;^^^^^^
pars 2. 1. 1 c. 15. 5 17.nbsp;, v,nl va» J-'
6)nbsp;Zie wiMiOFF, Landrecht van Averissel, meiaa
hl. 289.
^i ljebbeopenbaerlick geb.oeckt, daerom dat die acht Scepenen van
Va, -. ,nbsp;voervluchtich warequot; 1). Te Utrecht was bij de ord
C^r ^quot;ftgesteld: «Item, men en mag onser lorger nog on-
men goede bjnnen onser stat nogte stat vrjhede niet besetten
opnbsp;^^^^ sinen hnysraet geladen vonden
4rW •nbsp;of drivende of dragendequot;, hetwelk mede
^ 0 komt m de ord. van den Stadhouder, den Graaf van Hooc.-
80 r;nbsp;^^^^ ^nbsp;' de door Keizer Karei V
^ ^ept looO bekrachtigde costnmen van Utrecht c. 19 art 2
^«ort ° ITnbsp;en in die van Amers'
IWnbsp;Holla^id werd dit voorregt toegekend door
aan allen « dienbsp;zvn in die
Ijjjouschap van Medenblick ende in den Ban van Enchuysenquot; en
nJ?nbsp;aan allen « binnen onsen ambachte van den Ha^e
^^ïM'Kl ^ 1 ÏT ^ ^^^^ door Willem VI bevestigd werd 3)
^le Lr ,nbsp;d^^^^lfde vrijheid
quot; Zuyt-Hollant woenachtkK' waren 4)
iT '' postumen van Middelburg, in het jaar 1570
'teldnbsp;in dit opzigt alle ingesetenen gelijkge-
^^gen {'nbsp;^^^ Amsterdam geen arrest plaats hebben
goederen van iemand «die solvent ende
^endenbsp;domicilium binnen deser stede is hou--
''^iüarirr'.'quot;''quot;^^nbsp;leghen poorters,
^ ter Vierschare geprocedeertquot; 6)
jlaarentegen een burger «ene vordering in te stellen tegen
If^nbsp;slechts:tijdeIijkop eene plaats vertoefde, dan-'--quot;quot;
t ^^zette'nbsp;dat laatstgemelden mögt aanhouden ^
tenbsp;waardoor hij gedwongen werd
li^^^genr?.'^''''nbsp;door
^nbsp;tnbsp;nrct te vertrekken voordat
^.^^^^c^igde voldaan had. Men stelde als algemeenen regeh
Ik 11!quot;°!!' G^'enfcquot;'- uit ileGi-sdi. van GeJd. lil. IA. OU
l\ Iknbsp;li'- W. 305, 324, 350, 1073 , 1093.
J liü , 'nbsp;Charlerl). III. bi. 91, 725. IV. bl. 89.
fi ^ie r;nbsp;Charlerb. IV. hl. 402.
^i« G ;nbsp;l''- 1012, 1013.
verscheyrlc keuren en coslunien,
van procederen binnen de sladl Ainslerdam. 1656Jjl.79.
■nlcllievrda
'recmcSu-
lingcn..
arred fundeert jumdictie. Personele arresten mogten ten opzig
vau vreemdelingen zelfs gedaan worden door eenen stadsbode zo^^^
gt; der voorafgaande magtiging van den regter 1). Het regt om
vreemdeling te arresteren werd dan ook bij onderscheidene pr^^^
legiën uitdrukkelijk erkend. Zoo leest men in een handvest ^^^
Dkk van Voorne 18 Maart 1313 aan Brielle verleend : «
poorter van den Briel mach doen heskllen binnen der vryhey
den Briel eenen van luien die hem goet scoudich is, en
bestellingen sal doen die Hechtere off een Scepen olï der
o:f een poerter van den Briel. Item, soe wie van buten ttn^^
ter van den Briel goet scoudich es of waere , ende ten 'Briei
otnme vordeel van den marcdaghe, soe en sal men hern r ^^^
marctdach in scaden staen, meer dan de eerste marctdach a
ten Briel quam. Ende wanneer die poerter van den Briel ^ ^^^^^^
maken mach mit twien poerters dat by synen scout ^'ermaen
soe mach hy dien van buten doen bestellen wanneer hy ^vll
Hem als een v?'eemt man in der harinctyt hem verbint met eei^=gt; ^^^^^
bande scult off tot eenigen tyden binnen der vryhcyt ^J^^^jeJiS
Biiel ende voer Scei)enen, vaert hy wech sonder cerloft .^^^^^„seu
dien hyt goet scoudich is, waer soe men daerna L ^^
lande van Yoerne, mach men legghen voer synenbsp;'iu
laatste komt nagenoeg in dezelfde bewoordingen mede ^o^
handvest door Hertog Aibrecht aan Brouwershaven verleei^^^'^^ ^g^eï
ook in het algemeen bepaald werd, dat «alle dienbsp;^isulkquot;
vr}lieyt wonen, die mogen ïiytlandsche luyden besetten^^^^
schuld als zy hem schuldig zyn ; maar draget die ^^^^ yeo
10 pond, die moeten zy keiinelyk maken met drie ^^^^^ niet
binnen, ende is soo daar beneden, zoo meugent zynbsp;j^gjbeiS
wettagtige gebueren.quot; Was een vreemdeling, na mnbsp;^^^^
vernacht te hebben, heengegaan zonder den waard e ^^^^ on
geen hij dezen schuldig was, «komt hy daarnanbsp;^o
saakt die schuld, die waard mag hem halen tuss^ ^^^^^ ^^^
grooten Tlaemsquot;. Eenen vreemdeling die ^^ertrokken^^..^ ^^ ^ij
zijne schulden te hebben betaald, na daartoe g^-eg
31.
1)nbsp;Zie van leeuwen, Roor.isdi llüli. recht 5. 7.§nbsp;Jjcl'
KEESSEL, theses selcctae juris Ilollandici el ^eeland.c,, U ^ ^om
jure civitatis 1. 3. sect. 2. c. 1. § 15 vgg. r.
Rechtsgeleerd Woordenboek. Amst. 1777. v arres.
2)nbsp;Zie VAN MiEius, Charlerb. II. bl. 674. G/b.
Arrest.
^ingesproken, mogt niemand huisvesting verkenen, op straffe vau
l ei'soonhjk aansprakelijk te worden 1). De bevoegdheid om eenen
j eemdehng wegens schulden te arresteren werd ook door Heer
aii van Beaumont 6 Nov. 1348 toegekend aan de poorters van
^ ^es alsmede 7 Dec. 1366 aan die van Tholen, door Jakoba
^ Q Beijeren 16 Julij 1417 aan die van den Grooten Waard van
^Jü~Holland, door Gravin Maria 14 Maart 1477 en door haren
jjOn Philips den Schoonen in Aug. 1495 aan die van Zeeland 2)
tzelfde gold ook te Middelburg, volgens de in het jaar 1570
^^ schrift gebragte costumen dier stad, te Amsterdam, volgens
Costumen van datzelfde jaar, alsmede te Dordrecht, ahvaar
beperkt was tot het geval dat «die coepe of't con-
Vij-nbsp;geschiet is, ofte die leveringe ende vol-
Igp^^iiige van 't contract binnen deser stede besproken isquot; 3) Zoo
Dalinbsp;Kondichboek van Zutphen: « Queme enich
^^eitd'inbsp;bezetten met des
HerVquot;''nbsp;^ii^e of dan onse burgher des Hertogen be-
oen niet en hedde, oft dan die gast onsen burgher ont
Hl ,nbsp;^ — —nbsp;quot;iicv.il uuiyiicr uiit-
l^^ettep ' burgher dien man met tween mannen
' He .......
1 'quot;'ten J 1 nnbsp;111„,H iiicu inccu mannen
holden, sonder broecke tegen die stat, thent Iiv
- Knbsp;'nbsp;— -b^^inbsp;iiieuL nv
gol^ ertoghen bezetter daer bi brachtequot; 4). Hetzelfde beginsel
? j V- 1^'trecht, volgens de ord. van 1456, 1481 , 1508
rMt ?nbsp;door Keizer Karei V 30 Sept. 1550
% '§de costumen c. 19 art. 3 , alsmede te Amersfoort volgens
Sleoltquot;'^^ 1554 5).
J'^'^iïiauf''^®''''^'' voorbeelden kunnen worden aangevoerd van
arresteren van vreemdelingen geheel was
e)^ geschiedde onder anderen in eene oude keur van
^'^^and^elnbsp;Amsterdam, die op de boete van 10
verboden, vreemdelingen van den zeekant
.nbsp;^«en 6).
Borgtogt.
rente.
=Sen was het bijna overal gebruikelijk, dat men den
v^^nbsp;Charlerb. TIL bl. 561 vgg.
ir ï?quot;!!'' Cbarlerb. II. bl. 757. III. bl. 202. IV. bl. 402
% Xiec'^l JV- W-984.
' vaquot;nbsp;Aemslelrectaui.
Bl,.. ^ ^VALL, llamlveslen van Dordrecht, bl. 1344.
6) f'® lltr pi'^nbsp;flft Kondichboek enz. bl 439
quot;Wonnbsp;^^^ ' 323, 350, 1073. '
• »-nz. der stadt Aeinstclredam. 1613. bl. lOi.
-ocr page 92-vreemdeling niet mogt arresteren wanneer hy voldoe^^ ^^^^
heid stelde, en dat men hem die reeds gearresteerd ^^
.00 lang in het arrest mogt houden , totdat die ^ke ^ ^^^^^
hem gegeven was. Op sommige plaatsen kon de gedaa^c
met ee^en eed volstaan. Zoo treffen w, reeds in het^^^jji
verbond tusschen de Graven Phüips van Ylaande.en ei ^ ^
van Holland 27 Pebr. 1168, alsmede in het tractaat ^ ^
Gravin Margareta en iloris Y 21 Oct. 1^56, de b
dat Ylaamsche kooplieden, op hunne reis door Holland o ^^^^^^
aangesprokenen die loochenende, zich, terwijl zij m hu
pen waren, met eenen eed mogten zuiveren, zonder
Lte mogen worden belet; was de eischer h™denbsp;e^,
daan , dan moest hij den koopman volgen ter plaatje
woonachtig was, en moest de zaak aldaar bij vonms v ^
penen beslist worden; werd de koopman door den eisch ^^^^^ „s
opgehouden, dan zoude de Graaf van Holland
4llen 1). Evenzoo verordende Jakoba van Beij eren ib ^^.^^j^de.'
in den Groot., Waa,d van Zuid Hollandnbsp;J
dat men m aeu vjiuuucunbsp;77quot; ^nbsp;:
ling uit het arrest moest ontslaan, met alleennbsp;ede' ^
stelde, maar ook wanneer hij «him ontrecht heeft mit syn^^^^ ^^.pro^
In de handvesten van Amsterdam wordt van geenen ^^^ j^ö
ken, men mogt aldaar evenwel, ^Ig^^f^beve^S
en 26 Junij 1401, door Keizer Karei Y 2 Oct.nbsp;gi]^^
aLede vol^ de costumen van 9 Jan 1570,nbsp;.oUloe;^;
dagen, vangen noch bekommeren aan li^ «f goe^^ ^.inc^
borg stelde. De borg werd dan «m absentie . an ^^^^^
aenghesproken als principael, sulck dat een poorter
borchtochte hem niet en mach behelpen met zyn 1
iio'
lerc»
1) Zie VAN ..EKts, CharLerb. 1. bl. 112, 301:nbsp;e
rum Flamlriaeperterram Co.nilis Holkuuliae irans.e , „egave^^ ' e sol»
debilo aliquo impelieril, mercator Iransiens,nbsp;reprel'f '
sua, ne moram facial, juramenlum impelenli facens s
manu se purgabit. Quod si impelens a-pere nol e
villam in qua mercator manet eum sequetur, e quot; -„petens quot;'«^ji.odu^«
oppidi vel villae causa inter eos termmab.lur, ^^^ ^^ Coings
ra boe detinuerit et retardatie m daiunnm p. n ^
lotmn damnum mercalori restituet yel restam lac.enbsp;^ ^^ ^ 94
21 Zie VAS MIERIS, Charterb. IV. bl.nbsp;i7,
3) Zie Hantv. enz. der stadt Aemstelredam. l^i •
wacenaau , Amsterdam. 1. bl. 406.
-ocr page 93-hetzelfde werd bepaald door Hertog Albrecht 24 Mei 1386 bij
privilegie van Kruijningen en Nieuwland , alsmede door Gravin
^laria 14 Maart 1477 en door Philips den Schoonen in Aug. 1495
opzigte van Zeeland 1). Met eenen eed kon de gedaagde
^^^Istaan te Bolsward, volgens het Stadsboek van 1455 , en evenzoo
^^ Sneek volgens dat van April 1456 2); terwijl hetzelfde mede
IJtrecht bij de ord. van 1481 en 1482 bepaald was; naar luid
gt; de door Keizer Karei V 30 Sept. 1550 bekrachtigde costumen
^^ oefde de eischer evenwel met zulk eenen eed geen genoegen te
Onnquot; 'nbsp;gearresteerde steeds onder «cautie süffisante'^
s^j ®»ageu worden, «wel verstaende dat zulken cautionaris ontslagen
niits leveringe van den persoon of goederen gearresteert in
state ende weerden als die waren ten tyde van den arrestequot; 3).
^oq ^^ stJ'afzaken werd soms ontslag onder borgtogt toegelaten.
^nbsp;III 1 Sept- 1327 aan de koopbeden uit Lübeck
lio^l^^^'ilegie, dat zij wegens misdrijf niet mogten worden aange-
quot;letd?..®^ gevangen gezet, wanneer zij borg stelden, uitgezon-
^^^htnbsp;verminking, en verordende ook Hertog Al-
dat vreemdelingen, die te Brouwershaven eenig misdrijf
Sevj^j^'^ gepleegd , door den Baljuw slechts zoo lang mogten worden
gehouden, totdat zij «zeecker gemaakt hadden haar
'»iftelg^ beteren by den Gerechte van den dorpequot;, welke bepaling
wordt in een privilegie van het land van Putten
N 15 1434 4). Te Utrecht mögt, volgens de costumen
' de gevangene vreemdeling steeds onder borgtogt worden
uitgezonderd «in delicten daer die punitie is van lyve,
quot;^Penbaer schavotteringe, geesselinge of diergelykequot; 5).
V^'^^^lelhlnbsp;opgemerkt voor het geval dat de^ermun.
y'^^en eischer Avas, zoo stond hij ook meestal als gedaagde
^^ eenpj^^^®^ korten termijn teregt. Te Tholen werd op den eisch
poorter tegen eenen vreemdeling over dwermacht regt
^annbsp;Charlerb. III. bl. 440. Gr. Pl. B. II. bi. 609. IV.
3)
4 ^ieij.nbsp;^enberg, Charterb. van Vriesland. I. bl. 555, 575.
k v^; ■ II'- !gt;'• 311, 312 , 350, 351.
»'lEius, Charlerb. II. bl. 443. III. bl. 563. Gr. Pl. B. IV.
P'. R. UI. bl. 361.
gedaan, volgens privilegie van 7 Dec. 1366 1), welke t^rniiju^ool^^
te Brielle in gebruik was , alwaar tevens voor regt gold dat m ge
ceval een arrest langer dan veertien dagen mögt duren 2), ter« J^
ook in Zeeland door Philips den Schoonen in Aug. 149 o
dend werd, dat gearresteerde vreemdelingen zouden ^regt
.Unnen den derden dage, is 't mogelyckquot; 3). Te Dolsward
hetzelfde in alle zaken waarin vreemdelingen als eischers
daagden betrokken waren, volgens het Stadsboek van 1 ^ ^^^^
Te Utrecht werd eiken Zaturdag regt gesproken overnbsp;^^
heemsehen lieden die leset zyn, uitgezonderd op heilige dag^ ^^^
jaarmarkten, of wanneer op dien dag een doodvonmsnbsp;^^^
uitvoer gelegd, of de klok geluid om het landvolk op den^^^ ^^^^
elders te roepen; begeerde de gearresteerde op eenen andei -
i-egt, «zo zal men dengenen die des rechts begeerde
dagen over dwersnacM een onvertogen recht doenquot;, .qS e^^
paald was bij de ord. van 1456, 1482, 1484 , 19 Juhj ^ ^^o
31 Julij 1^32 5). Bij de door Keizer Karei Y 30
bekrachtigde costumen was de termijn nog korter gestelnbsp;^e
als yemant beset is, sal hy terstont te rechte gestelt ^ ^^ ^y
weten des sehen daechs of ten lanchsten daechsnbsp;^^^tsi'^'quot;
gebreke van dien sal die gearresteerde van den arres e ^^^^^ ^
wesen, ende die besetter gecondemneert in de oncosten^^^^
den, tot taxatie van den Gerechte, ten ware dat
hevlich dag ware, ende in dien gevalle ^s daechs dae ^^^^
welk eveneens voorkomt in de ord. vannbsp;' ^^ ^aP. vir
cap. 68 en in die van Amersfoort van 20 Mei
Die korte termijn van des anderen daags was ook ^Jf quot; ^
Willem III 18 Maart 1327 in een privilegie aan ^ ^^^^
terschelde en 7 April 1328 in een privilegie aan ^^
terschelde verleend, alsmede door Jakoba vau ^^, f'^lt
in het handvest van 'den Grooten Waard van Zuid-i^
voorkomt: «Item off yemant in onsen lande vaU
de s'
1)nbsp;Zie VAN MiEitis, Charlerb. 111. bl.nbsp;^^^^^
2)nbsp;Zie ALK.MADE CM VAN DER SCHELLING, ßCS
I. bl.nbsp;252, 253, 295.
3)nbsp;Zie Gr. PI. B. IV. bl. 990.nbsp;. j. bl.
4nbsp;Zie ScHWAurzENBERG, Charlerb. van Jnesl-nd. ^^^ ^ 3.8.
5nbsp;ZieUlr.PLB. 111. bl. 305,311, 3 2, .10,
6nbsp;ZicUtr.Pl.B. 111. 351,1072, 1003.
•ielf'
pn
iia'l
^oempt van buyten, ende daer nyet in geervet en is, die moegen
j^^se goede lyden besetten ende recht daer ofF nemen, ende begeert
J wech veerdich recht, dat sal hy hebben alsoe verre alst hy
jnender sonne is, ende ist daernae, soe sal hy des ändert
over den noenen recht hebbenquot; 1). Te Naarden werd bij
^^^^ bijzondere termijn aangewezen, maar
n bepaald dat een gearresteerde vreemdeling öjï^^;^^« e^r^fe«
^ Zonde teregt staan 3).
sommige privilegiën werd nitdruktelijk bepaald, voor wel-„ ,
^^^en 1nbsp;moesten M-orden aangesproken. Zoo ver-
„^.^^^le Willem II in Mei 1246 bij de kenr van 's Gravezande:
saj^ ^^e ^ande van schuit toegesproken wort die daer gemaeckt is
% ooek homr-
ÏSernbsp;^^^^ bynbsp;van Zierikzee: «Beklaghet oic een
riTquot;quot; ' ''''nbsp;^^^^ ^«ïiepen-
Jati ^^^elke bepahng eveneens gevonden wordt in het handvest
tu ^/«singen van 2 April 1315, alsmede in vele andere 3)
van 11 Maart 1253 leest men .'
i '^^elbi/unbsp;tien portres van
r Wdinbsp;^^^^ Middelburch, dat mach men op
/S^e^e 'nbsp;waren; moghen oec die
vT'^salnbsp;ïiiet bedwinghen, die
hK ^toj ^^-^^^g^ien te siere naester comstquot; 4). Te Eeijmers-
r'^egienbsp;vreemdelingen voor den Graaf teregt, volgens
1 April 1380, inhoudende: «Soo wat man die
ï^exj''*'nbsp;S^iedaen om poorters klaghe
WT^'^nbsp;^^^nbsp;beweldighen tot synre
C'ï^^lCnnbsp;^^gter voor
aangewezen door Margareta 14 April 1346
Vnbsp;^^nbsp;^^^ tle poorters van
^oov^quot;quot;''' vreemdelingen wegens schulden te dag-
aen Provisor of Deken van AYalcheren, hetwelk
enTT'nbsp;'J'- 419, 451. IV. 1)1.402.
vquot; ^Asnbsp;Aemslelredam. 1613. LI. XXXIX.
v!' „ Charlerb. I. hl. 237, 241. II. bl. 158.
/.enbsp;Charlerb. I.hh 273.
Charlerh. III. bl. 372.
-ocr page 96-door Wniem YI 30 Junij 1413 eveneens aan de poorteis van
Goes werd toegestaan 1).nbsp;, . . .nbsp;steden oveiquot;
Soms werden ook tusschen versclnllende landen of stecie ^^^^
eenkomsten gesloten, waarbij de regter werdnbsp;^tasn-
Wien de wederzijdsche onderzaten of burgers zouden t.re ^^^^
Zoo kwamen de steden Utrecht en Amersfooi-t 29
overeen, dat de geschillen tusschen denbsp;^
beslecht door een gemengd collegie , bestaande uit de . ^de
teren van Utrecht en van Amersfoort « ende eens van ^
deer die van Amersfoerde toe settenquot; 2) ; terwijl 13 J- ^^^^
door Hertog Eeinald van Gelder en den Bisschop
bepaald werd, dat de Hertog de vorderingen zijner 0
tegen de Utrechtschen zoude opzenden naar den Raad va
en omgekeerd de vorderingen van Utrechtschen teg« stej
Gelderland moesten worden ingediend bij den overstennbsp;^Jiei^
te Arnhem 3). Evenzoo leest men omtrent deze aa»« ge-
in een verdrag 1 April 1475 tusschen Leiden ® ^ ^yaei^
in een verdrag 1 Aprilnbsp;lusscnen x^eiac.. ^ ^^^'
sloten: «dat van lange jaeren ende oude tyden aannbsp;eef
gewoonlyk is, dat men van de penniglicke schulden die
poorter op ten anderen te seggen oif te spreeken ^o. ^^^ p^eö
ende die een den anderen arresteeren ende becommere
die altyd van ouder gewoonte ofgeschreven heeft en ^^
lyx ofschryft, te verstaen, wort een poorter van ^ ^ gdi .
x-si 1nbsp;_j_____1____ .-1 ,-vnbsp;^Tnm*
,of
lyx ofschryft, te verstaen, wort een poorter vannbsp;gci^^^
goet ter Goude gearresteert ende becommert voor pen
L, die word bv der stede van Leyden ofgeschreven,^^^^^^ ^e ^^
by die van der Goude geremitteert tot Leyden zy
soekenquot;, en zoo ook omgekeerd 4).nbsp;^^taeior
In strafzaken stonden de vreemdelingennbsp;,
quot;quot;quot;'quot;quot;quot;•■de Schepenen der plaats alwaar het feit gepleegnbsp;ia, ^^e
aerd bij zware misdrijven of bij die ^gen de amp;rat
over de Graaf zelf regt sprak 5). Hit werd biJ
Zie VAN- MIERIS, Charlerb. II. bl. 705, 8d4.
Zie VAN MIERIS, Charterb. II. tó. 593
3nbsp;Zie VAN MtEUis, Charlerb. IV. bl 265.nbsp;'
4nbsp;Zie VAN M.EK.S, ïïandveslea Leulen H Jnbsp;^
5) De Schepenen oordeelden over quot; Jf^^^haar va«
.val daar boven was behoorde tot denbsp;d^t
alleen waren sommige
steden hiermmzoove. -nbsp;a.' „ve'
r.aarheid nemen moest mei Schepen^,^ verban^^'
Gezworenen genomen werd. Aie van
liandvesten uitdrukkelijk bepaald, ouder anderen door Floris V in
privilegie van Delft 11 Dec. 1287 , door Wülem III in een
^J^dvest van Ylaardingen 6 Jan. 1326, en door Willem VI in
^^^ privilegie van Schiedam 27 Aug. 1412 , alwaar als uitzonde-
j^J genoemd wordt: «ten waer ofF liy ons onsen tollen ontvoert
K]',,''^nbsp;gebroeckt hadde dat onsen Heerlicheyde tegen
te Jnbsp;vreemdelingen in den regel voor de Schepenen
^eJ? «tonden was ook in andere gewesten van ons vaderland
^ üikelijk, onder anderen in Gelderland, zooals blijkt uit het
31 en uit een privilegie door Hertog
Hnbsp;^^^ ^^ S'^dwijk verleend 2), als-
m Vriesland, gelijk blijkt uit het Stadsboek va,n Bolsward
en uit dat van Sneek van April 1456 3).
SoSnbsp;'nbsp;vreemdelingen konden worden ««-r.
quot;^i^arH 'nbsp;P^^^tsen voor sommige
Ner verschillend van die welke tegen burgers bedreigd was,
fij^^ anderen te Vl aardingen, alwaar volgens het handvest van
_ een vreemdeling die tegen eenen poorter vocht met
r Poo.? ^^nbsp;^ terwijl de boete voor
^ tonnbsp;^^ schellingen bedroeg-
J a r®^®nbsp;gevorderd indien de vreem-
'''''''nbsp;t'eiden gelijk 4). Aan
V opzigt tnbsp;11^'tog Albrecht 7 Mei 1389 in
voorregt, dat hunne goederen niet mogten worden
mo a ' ™nbsp;dats te weten
reeroef, vrouwen vercraft of vredebroke, die
^ Cènbsp;ghegheven haddenquot; 5).
^ooïnbsp;vreemdelingen het privilegie verkregen van
Mr^'T^nbsp;schulden of misdrijven in regten te mogen «'sp
burgerlijke zaken was dit onder anderen'
Onbsp;Floris V 28 April 1278 aan de kooplieden van rZ
lietnbsp;i^'^mt^.
''quot;Hoiquot; ^GelSquot;^nbsp;fier aloiKle hooge of Grafelijke vier-
b te vV'quot;nbsp;Zeeuwseh Genootschap der we-
r^) ^As /'''-^'quot;Sen. Middeih. 1771. II. M. 60 v-
\ ftlp.nbsp;Charterb. I. bl. 472. II. bl. 377. IV. bl. 221.
^-ie^quot; ^l- '^PPnbsp;^^^nbsp;enz. bl. 440.
^^nbsp;I- 559, 579.
'nbsp;II. bl. 377.
' Charter!,. III. bl. 526.
-ocr page 98-Deventer en 21 Sept. 1277 aan die van Hainbnrpnbsp;'X
Willem III 1 Sept. 1327 aan die van Lnbeck 1),
ook wederkeerig bedongen werd door den Bissebopnbsp;^ij
Prederik van Blankenlieim en de Vriezen bewesten denbsp;yje
den landvrede van 21 Dec. 1113 2); in strafzaken werdnbsp;e ^^
verleend door Willem IV 18 Mei 1416 aan dre van ^
Warden nit Denemarken 3), en inliet algemeen, ^ ^^^ ^e
gerlijke als in strafzaken, door Willem lY 21 M^r 1310
Loplieden van Prnissen, door Hertog Albrecbt 22 AP^^^^ de
en 7 Mei 1389 aan die van Duitschland, 6nbsp;gdie
Engelsche wolhandelaars en 3 April 1390 mede aan de
kooplieden, en door Willem VI 1 Aug. 1416 ook aan ^^^^
Schotland 4). Het werd ook wederkeerig bedongen b^^ ^
bond tusschen Groningen en Omme anden en Ooste go
tergoovan 1 Febr. U22 5), alsmede bij het concordaa ^^^^ g).
Keizer Karei V en den Hertog van Kleef van 13 Ju^^^J
____________- ^^
•---- ~quot;
1)nbsp;Zie van mieris, Ciiarterb. I. bl. 394, 396. II. bl.
2)nbsp;Zie SCHWARTZESBERG, Cbarterb. van Vriesland. 1.
3)nbsp;Zie VAN MIERIS, Cbarterb. IV. bl. 370.nbsp;383,
4)nbsp;Zie VAN mERis, Cbarterb. II. bl. 638. lil. bl. 146, 3»
MIERIS, Cbarterb. IV. bl.. 618. ScnwAnrzKNB.KO,
van Vriesland. I. bl. 446.
6) Zie Geld. PI. B. I. bl. 10.
Si
§ 3, Bevoecjäheul van vreemdelingen tot let uitoefenen van
heroepen en Ut aanvaarden mn hedknlngen en umUm.
a. belloepek.
de meeste steden van ons vaderland bestonden voor vele
totnbsp;wilde iemand als meester eenig ambacht uitoefenen
^Idp?nbsp;vereeniging behoorende, dan moest hij vooraf als
^ Inbsp;aangenomen, waartoe veelal teveus het bezit van
^^^ vereischte was; vreemdelingen derhalve , die het
H ^^'«^bap nog niet gewonnen hadden, waren aldaar van het uitoefe-
an zulke beroepen als meester uitgesloten; als knecht of leerling
toegelaten, zoo als onder anderen uit-
^«Hi JJ^ ^P^^l«^ was door Schout, Schepenen enEaden van Lei-
^'^^Cïi 1nbsp;^^^^nbsp;kkenreederij en vollerij, in-
'Mie^ J®. ^^^ binnen de vrijlieid der stad zoude mogen werken
cl.f ,nbsp;heeft van twee knapen of mit synen ede houden
ij , ' ^^ ^^yen steden gewrocht heeftquot; 1). Op gelijke
«eJc ^^t men m eene keur van Dordrecht van 18 Jan. 1447-
^^J^'^one die van goede name en fame is mach t' Dordrecht in
/quot;'^oovlï^tnbsp;''' knaepscappen dair in werckenquot;, en
gt; öieu ' ^^^^nbsp;Iloll^nd wel besloten,
^nbsp;geen leerlingen mogt aannemen dan met
iscli^^ Waardijns, maar daarbij van geen burgerschap als ver-
Oqinbsp;gemaakt 2).
^^^'''^'^^^uitTnbsp;toegelaten werd het poorterschap onder
^arukkelijk gevorderd te Dordrecht 3), te Woerden 4)
1)
® vav
\inbsp;Ha^'J^cslen van Leiden, ld. 364.
l! if 'nbsp;Dordrecht, bl. 583. Wagenaap,,
van Schepenen en Raden van Dordrecht 1 Sept. 1367,
alsineT^''^ ^^ Dec. daaraanvolgende goedgekeurd en 8 Dec. 1369
CbJ,nbsp;s'e^leiyke llegering van 30 Mei 14J5 bii
217, 245, en bij
VAN DE WALL, llandvcslen
Xh''et;,,;nbsp;301, 574.
vl, 'nbsp;All,recht 12 Maarl 1371 aan die stad
^quot;^«is, Charterb. Hl. hl. 256.
-ocr page 100-.l.mcdc te. Sneek 1) tcu opzigte van alle gilden, en tennbsp;^^^
L'ar de Eegering in het jaar 1390nbsp;ander
bnrger mogt worden aangenomen, dre ^^^^ vooraf het en ^^^^
gild gewonnen had, jnist het omgekeerde van hetgeen ^^^^^^ i„g
fteden gebrnikelijk was. En 4aar nn alleen bnrgers ^^ ^^^ Jeden
zittins konden hebben, zoo lieten zich te Utrecht vele ^
neen^giia opnemen, ominhet ^estnur der stad beno^
De gilden stonden dns aldaar zoowel voor vreemdeling n
biir'ers open, de eersten hadden evenwel nog met terstond ^
O ^ame L 'allen deele gelijke regten met hnnne med
loren bnrgers waren ; zij moesten, volgens dennbsp;^ ^
1492, eenen eed afleggen, binnen tien jaren in
«te morgenspraakquot; te komen, was er echter «f^^^^^^^jne^
van hoeden gilden wegenquot;, dan mogten zij daar ooknbsp;^teia.
Eerst in het jaar 1502 werd door het stedelijk bestnnr v ^ .^^^e»
dat de Ondermannen geen gildebroeders mogten_ aaiinem . ^^^gers
hnn niet bleek bij handschrift van den Secretaris, dat J
waren, op verbeurte van dubbel burgergeld 3). ^ ^^sterf
Of dit laatste reeds onder de Grafelijke Regering t® ^^ ^^fce e
bedongen werd, blijkt niet stellig slechts ten ^'^«^.en« lt;
dlden was zulks uitdrukkelijk bepaald, eenenbsp;daquot;
dening daaromtrent Is ons niet voorgekomen , enernbsp;gje
onderscheidene voorbeelden worden bijgebragt, ^d. ^^^ j^ee . ^
somtijds vreemdelingen werden toegelaten om een ber^t icwaiP^^ y
uit te oefenen, waarvoor een gild bestond
1512 de JFaardifns der lalenen overeen met e ^^ ^ete^^^
uit Parijs, om in hunne stad zijn handwerK ^^^^
cn werd ook in het jaar 1527 door de Eegering ^^
gulden geleend aan eenen lakenverwer mt ivr ^^^ ^^t
mede te Amsterdam zijn ambacht te beginnen. ^ ^^^ ^a^iP
__•nbsp;• 7 T 1 j____ .^f.i^rt ml
name in
_ ........
1) Zie het sladsboek van Sneek van April 1456, by ^ ^^^^^
Cliarterb. van Vnesland. 1. bl. 589. _ . _ ^g.nondnbsp;'
ilaquot;quot;
443-
larterb. van Vriesland. 1. bl. ööy.nbsp;^^^^^ jTgtnoquot; ^^[gs
2) Zie de ord. van den Stadhouder Maxnnd.aan
Amsterdam zijn ambacnt te oegiu^— ^^^
het Bergenvaardersffild,UeY mede one
......... OOnbsp;^f^AO hii snuWARTZUXBERG ,nbsp;,
Jaarb-
lUr.
liuren van 29 April 1542, bij schvvartzenberg
quot;3rZifu,r.Pl.B.lIl.bl.91,267.
CjO
OO
ol^e/doopej^^^^^nbsp;konit het burgerschap niet als ver--
^chte voor nr de ord. van 10 Pebr. 1539, waarbij alleen werd bedol
ë n, dat men twee jaren te Bergen als knecht gediend of twee zomers
zoodamg gevaren moest hebben; die als meester zijne eerste
^^ ^quot;-en ^d, betaalde 5 grdden, die het als knecht deed
W hT ]nbsp;^nnenaltaar in de Oude kerk
^t^elk door dit gild onderhouden werd 1).
e Leeuwarden behoefde men tot het doen van nering de toestem-
van het plaatselijk bestuur, zonder dat het blijkt, of deze
w gegeven mogt worden aan hen die geen poorters waren 2). Te
^^^^um schijnt mede het poorterschap geen vereischte te zijn ge-
althans bij de gildeartikelen voor de kuipers van 20 April
Snbsp;wijze bepaald, waarop vreemdelingen die aldaar kwa-
^nbsp;dat gild konden winnen 3), terwijl ook van de opname
Vnbsp;vreemdelingen, die nog geene regten van
^ï^boorhngschap hadden verworven, in Holland, Gel-
'falr-- ^^ ^'^'lesiand niet waren uitgesloten 4).
verordeningen, ter gunste van de gilden uitge-
i^Vf' '''''nbsp;gildebroeders waren het ver-
i'^'^iiarl rnbsp;verboden, èf alleen op vrije
S^lT 'VT weekmarkten onder bepaalde voorwaard^
gt; in ee!''-nbsp;treffen wij zulk eene verordening
Sgjj^^^ handvest door Dirk YII aan Dordrecht verleend, waarbij
egeen lid van het wantsnijdersgild was verboden werd eenige
Vilnbsp;te doen 5). Te Delft mogt, volgens de keur van 14
^^Vc ' Tnbsp;^ '^ie zvoent Uyten der
\ lt;nbsp;de jaarmarkten linnen of wollen lakenen
he?, Soederen verkoopen, niet op de weekmarkt 6). Even-
te Utrecht in het jaar 1342 op eene boete van 3 pond
I. LI. 249. II. bl. 441 458
belt/r/''quot;.?'''''quot;quot;'''^''nbsp;E.mon.1 van 30
^quot;V Tnbsp;^nbsp;bij soavv.nxzE.-
4) Zie ^^ • Vriesland. II. bl. 311 , 479.
1'etnbsp;Charlerb. van Vriesland. 11. M. 221.
13 Van Vnbsp;Schoonen van 2 Fehr. 1502, de ord
J ecs^'^'-'l I55Inbsp;^ 1544. en d,e van Keizer Karei V
) i/'Jnbsp;Charterh. van Vriesland.-111 bl
vas ■nbsp;quot; quot;quot;quot;quot;
Zi
Va»
bl. 2732. Geld. Pi. B 1. bl. 101.
^ali. Handvesten van Dordrecht, bl 295.
, Cbarterb. I. bl. 235.
Si
vreemdelingen verboden , aldaar want tenbsp;,
20 April 1572 bij de ord. op de drapernen aan -ter^ en ^^^^^^
die van elders in de stad kwamen werkennbsp;^^^^^^^^^^ te .ij«^
staan een of twee getonwen op te rigten , -^^er genood^^^^^^^^^^^^
het bnrgerscbap of het gild ^
bekomen moesten .ij zich aanmelden by bchout en Bnrgem
«leverende betoon van haar laatste residentie gt; ^nbsp;daa^
ketterye, haeresie, nog eenige qnade feyten «/fnbsp;opg-
geweeken en zyn^ hnnne namen werden ^^ ^^ en ^^
feekend , en hnn werd een eed van getronwheid aan den ^
1 de tadafgenomen. «Maar indien zy selver drapen er^ ^ te
zoo snllen zy ^honden zyn burgerschap te winnen ende - J
voldoen, sJo geringe zy een laaken
hebben.quot; Ten behoeven van dit gild verordende de Rege n n ^.^^ed
volgende jaar, dat vreemde kooplieden
.nogten invoeren en verkoopen, «ten zy saecke dat de g^ ,ƒ
nierders het selve eerst te kennen geven , ende daaj gei ^^^ ^oj
zvn met den bode daartoe geordonneertquot; opnbsp;ee^e ^^ ,
amlers niet geldig zonde zijn en de overtreder daarenbo^e^^^ ^^
van 1 gnlden zonde moeten betalen , welke bij de era.
1574 tot 4 gnlden verhoogd werd 1).nbsp;_nbsp;^^je .g
Timmerwerk mögt niemand te Dordrecht verng
het timmerliedengild was opgenomen
Overlieden, toen Philips vanBonrgondie door recm ^^^^^ ^^
eenig bontwerk voor de artillerie in die f^^^e
waarop deze hnn 11 Julij 1156 beloofde dat ^^ ^^ende
geen nadeel zonde toebrengen aan de hnn wet gnbsp;,
regten, maar dat zij «dairinne alsoe g^^eelnbsp;^ . ^^^
zv waeren voer die coopmanscep encle conseuj ^^ ^^ei
werd ook te Amsterdam door de stedelijke li«« ^^^^^
eene boete van 10 pond voor den Heer en IJ pootte^ er
schild voor het gild bedreigd tegennbsp;'
debroeder te zijn, eenige nering deed het Stnbsp;g^aeb^
liedengild betreffende; was hij Voo^^^^ l.y
dan betaalde hij alleen 1 gonden wi hto^^^^^^^^nbsp;Ap^^
Evenzoo mögt te Sneek, volgens het staü.
1)
2)
3)
n 3OI '
Zie ütr. Pl. B.lll. bl.
Zie VA. OE WALL,nbsp;1748. U^'
Zie lianclv. enz. der sUd Amslelredam.
po
■2h
ber. -I inbsp;smedengild was opgenomen als meester het
uitoefenen van grofsmid, hoefslager, slotenmaker, goud-
koperslager en dergelijke «die mitten hamer'uten vier nve
C TSr ^nbsp;volgens de keur van 15
^^'crn'en Tï'nbsp;^^l«® «P ^e Maandagsmarkt in voor-
ïïCfdnbsp;^quot;^«^^ngild behoorende mogten handel drijven,
^^m^^rinbsp;tnbsp;van het kuipersgild verordend,
1nbsp;^^ ^Pquot;^ 1566 op het verkoopen
eik stuk door anderen dan leden van genoemd gild een boete
^ Urolusguldens gesteld werd 1).
bakkersgild waren vele beperkende maat-
^tite Snbsp;®nder anderen mogten vreemdelingen te Bolsward
hT 1nbsp;^veekmarkten rogge en brood verkoo-
^Clffnbsp;^^^^^^^ ^quot;^^l^nd werd .ntgestrekt2)
T ïnbsp;^^erboden bij de keur van 17 Maart 1530
^0,1nbsp;overtreder voor de eerste maal met verbeurte van het
boete van 1 schellino-
. Vl?nbsp;^^^ derdemaal 1 gulden bedroeg 3)!
,,nbsp;bepahngen werden ook ten aanzien van het verkoo-
Naeh-.nbsp;Hoorn, alwaar zulks aan
^nbsp;op weekmarkten, en
v!gt;4w '' ^^ ' werd toegestaan 4); te Briele, alwaar
(iNcle nrquot;quot;.;nbsp;J^™ van Beijeren 1 Maart 1408
h£ T' ^^f'nbsp;^^^^nbsp;^^bter ook op gewone
Snbsp;verkoopen 5), hetgeen eveneens te Sneek ver-
iiio^' aaar luid van het stadsboek van April 1456 6).
^ Amsterdam geen nering in Engelsch bier gedaan
Selat ' f'^i« Burgemeesteren
589. III. bl.
65 s
Charlerb. van Vriesland. I. bl. 5
bl scnr'nbsp;Arnstehedani. 1748. UI. bh 1249
Cl.arlerb. van Vriesland
^ie
I. bl. 557, 584.
Hand
«Ier stad Anisleh-edara, 1748. III. bl. 1181.
met aant. van sebas-
Alt.nbsp;19-
en uur sc/jelh.\g, Reschr. van de stad Uriele
G. Charlerb. van Vriesland, I. bl. 585.
resolutie der Vroedschap van 19 Julij 1559, eene boete van 6 gulden
werd gesteld benevens 6000 dubbele Leidsche steen, ten belioe
van de stad te koopen en te leveren 1).nbsp;^^^^^^
Zelfs de bier- en wijndragers vormden op onderscheidene
een gild, waarvan men nog heden ten dage de sporen vindt
kraankinderen, aan wie deze werkzaamheden in vele steden bij m
ting zijn opgedragen. Te Amsterdam onder anderen was, bij e
van 22 Jan. 1558, het dragen van bier of wijn verboden aan e ^^^^^
het poorterschap en het bier- en wijndragersgild niet gewonnen
op de boete van 3 Hollandsche ponden 2).
Het verkoopen van wijn echter werd op vele plaatsen aan^^ ^^^
delingen vergund , onder anderen te Dordrecht bij de keure
30 Aug. 1370 en 24 Oct. 1402, mits den dubbelen
talende en geen wijn verkoopende die in de stad gekoch
fite-
Evenzoo mogten vreemdelingen te Boiswarü wijn tappen, grien-
ten daarvoor tweemaal zoo veel betalen als poorters , namelij
ren uacirvuui tv-iccmcmi /ÜUU uv.vai^Lx ^^^ ^—-----,nbsp;jnel^o
gelen van eiken aam, terwijl van de poorters slechts
gevorderd werden 4).nbsp;_ rniïiig®
Voor de chirurgijns en de barbiers bestond almede in so ^^^^
den een gild, onder anderen te Amsterdam, alwaar ^^ .gj^ be» ^
4 Mei 1552 eene boete van 2 gulden bedreigd werd
die zonder poorters en gildebroeders te zijn, als ^^'^'^^f^^i^in^réK
bier werkzaam waren 5). Te Utrecht schijnt het ^dat de^
en barbiers aanvankelijk met de wantsnijders in één g^
waren, althans verordende de Eegering dier stadnbsp;te
dat niemand als «meyster barbier hem latens tan e
noch cuTurgie ondera^ynden en sali, hy en zy dair V^ne
geoeffent, ende by den Oudermans van der wantary = n eH
weerdich te wesen , die kunst ende dat ambacht te ban^ ^^^^^^
delike dat een ygelick barbier, die hair ghilde gewonn
in-? bl.
1) Zie Ilaiilv. enz. der stadt Aemsielredain.nbsp;^99.
Zie Ilantv. enz. der stadt Aemstelredam. Ibnbsp;302, 3/^-
2nbsp;iie Ilantv. enz. «er siauinbsp;. ,nbsp;-
3nbsp;Zie VA« DE WALL, Handvesten van Dordrecbl. ■
4)nbsp;Zie bel stadsboek van Bolsward van 14amp;ö,
Cliarlerb. van Vriesland. 1. bl. 504.nbsp;jj ,,]. 957.
5)nbsp;Zie Handv. enz. der stad Amslelredam 174ö.
-ocr page 105-i^en zeil, waell liair selieren mach ende den lieden daer ynne dieuequot;
Maar niet alleen in de steden, waar gilden .bestonden, mogten
emdelmgen geene nering doen tot het een of ander gild behoo-
üde de uitslniting van allen die niet in hetzelve wa;en opgeno-
i bepaalde zich dikwijls niet binnen de muren der gemeente, maar
%tret r; ,nbsp;^^^nbsp;binnen den
^ jek van derdehalve mijl van de stad burgen of vesten maken
U ' / rnbsp;wooninge, daar de muyr anderhalve steen
»»»iiler.1 1nbsp;^nbsp;den omtrek van drie
j^ Jen lat i^ogt reeden 2). Van meer algemeene strekking was
placcaat van Keizer Karei V van 11 Oct. 1531, dat niemand
^^aroni'nbsp;Graveidiage en Alkmaar
üder begrepen, voortaan weverijen, looijerijen of timmerijen
^quot;^b^^^^ten en neringen bezig
7nbsp;beslotene steden te doen^
SvJfnbsp;bakkerijen of tapperijen binnen zeshonderd roe-
1 !nbsp;^deuwe brouwerijen ten platten
^^ ^«^ten afbreken en
aan ^ 1nbsp;S); terwijl hij ook
Naenbsp;-f 'fnbsp;gelijken geest
los^, '^bjke Privilegien schonk, zoo als 9 Oct. 1541 en 7 Mei
iu het bijzonder ten voordeele der laken-
Neeï'nbsp;^ ^^^^nbsp;1544 aan Amersfoort ten
? Me I r r?''nbsp;dan ook
herhaalde malen gestreng gehandhaafd, onder ande-
Ht, .°^drecht, alwaar de Regering in het naburige Papendrecht
toeliet, waarvan jaarlijks eene recognitie ten
f «^fdengild moest betaald worden, gelijk blijkt uit
1)gt;ae t, p ^'^bepenen van 2 Dec. 1538 en 14 Maart 1557 5)
J i^^Chlil u'nbsp;«P verzoek van
x^'^W ,nbsp;^i^ter Cornelis Garreel gelastte,
jj ^^nbsp;breken , welke hij omstreeks twee honderd roeden
oudhedeueiislalistiek van Ulrccht.
4! G? ^if^^^VEX, Handvesten van Rijnland, bl. 378.
Sj^^iinÉtnbsp;Handvesten van Rijnland, hl. 236, 395, 39G.
Va^ ^nbsp;van de stad Amersfoort. Utr. I7G0, bl. 770.
WALL, Handvesten v;m Dordrecht, bl. 1202.
-ocr page 106-vau de stad had opgerigt, en voortaan in het land van Voonie niet
meer te bouwen 1).nbsp;, een
Ook in Vriesland werd 8 Julij 1515 ter gunste der guae^
dergelijk privilegie op naam des Keizers aan Franeker
den Stadhouder Graaf Floris van Egmond, die baarbij ^^^ ^^
dat niemand in de omstreken dier stad zich met bakken, broix^^^^^^^
eenige andere neringen mögt bezig houden, maar dat znlke^ ^^^^^^^^
bij uitsluiting moesten uitgeoefend worden door hen , die a s
in de stad gevestigd daartoe geregtigd Avaren 2).nbsp;_ ^ ^enoteo
Tot de vreemdelingen die eene bijzondere bescherming
behooren de zoogenaamde Lombardiers, kooplieden die me^s^
spronkelijk uit Lombardije en Toscane afkomstig waren
nijverheid bestond in het wisselen van geld, in het voorscn^
penningen op roerende of onroerende goederen, en soms o^^
sluiten van verzekeringen. Aan deze werden dikwijls ^^^^
regten verleend, hetgeen zich mede daaruit laat verklaren^
A oor de uitoefening van hun beroep doorgaans eenenbsp;^^^
nitie aan den Vorst of aan de stad uitkeerden; niet ^^jga»-^quot;
dan ook de mate van de hun geschonkene gunsten gee^e ^^^ ga,t
het bedrag der recognitie welke zij te betalen hadden-^^^^-^pg te
Graaf Eeinald van Gelder 8 Jan. 1333 aan eenige
Zaltbommel, en 13 Dec. 1332 mede aan eenige van deze^^^^ ^^^^ep
te Arnhem en te Gelre, gedurende tien jaren vrijheid om ^^^^ .-oor
nit te oefenen, tegen betaling van eene jaarlijkschenbsp;poiid
Zaltbommel op 100 en voor xVrnhem en Gelre op
l^aald was. Daarbij beloofde hij hun vrij geleide ^^-^eden _ ^
overal in zijne landen, schonk hun alle regten en^^v
burgers toekomende, en stelde hen zelfs vrij pg^geUj^® '^li'S
en diensten waartoe de poorters verpligt waren.nbsp;^^^
regten werden ook in andere steden van Gelderland a^^^^^^ ^^^
verleend, somtijds echter met de bepaling,
brieven ten laste der burprs slechts gedurendenbsp;hetg^'^!? .[e
zouden zijn en dus jaarlijks vernieuwd moestennbsp;hetp^^'j fr
onder anderen verordend vinden door Hertog Eeinai^ ^^^^
A an Venlo van 9 Sept. en in dat van Goch van 10 Oc •nbsp;^^
____________ van de sia'l ß'-'quot;'
1)nbsp;Zie ALKEMADE eu VAN DER scHF.LLiKG, Beschr. va
])]. 174 vgg.nbsp;, , II bi.nbsp;fiilt;
2)nbsp;Zic'scnwARTZEKBERG, Cbarlerb. van Vrieslan.L ^^ ^^Sl,
3)nbsp;Zie KYHOFF, Gedenkw. uil de gesch. van üc .
289 vgg. 11. 1j1. 277 , 280.
^00 werd in liet jaar 1338 en op nieuw in 1354 aan zekere Lombar-
j^^iers te Dordrecht onder meerdere voorregten het burgerregt geschon-
den met de bevoegdheid om gedurende vijf en twintig jaren, met
'tsluiting van alle anderen, hun beroep aldaar uit te oefenen,
j^^urende welken tijd zij tevens vrij zouden zijn van «scote, van
e, van waken, van heervaerden ende van allen syse van drancke
^le sy drincken binnen haren huze mit haren huysghesinde ende
^'et te vercopenquot; 1). Te Haarlem vergunde Hertog Albrecht 3 Nov.
^^ ö9 aan vijf Lombardiers, tegen eene jaarlijksche uitkeering van
pont grote payments van horen sonchequot;, gedurende vijftien jaren
^opmanschap te doen en zoodanige vrijheid te genieten als de Lom-
^/diers te Delft, zonder dat daarbij echter opgegeven wordt,
^^arin die vrijheid bestond 2). Bijzondere voorregten werden te
j^^^echt bij eenen lombaardbrief van 1375 aan eenige daarbij opge-
personen verleend, toen die stad door het maken van de
j| 2en te Vreeswijk in schulden geraakt was, tot welker voldoening
oor deze Lombardiers te betalen recognitie mede strekken moestt
s^jSeu eene jaarlijksche betaling van 100 « goede gulden Vrancryc-
J'^^nckenquot; werd hun toegestaan, gedurende twintig jaren te
^^ lombard te houden; daarenboven werd hun voor dien tijd
lie^ ^^quot;gerregt geschonken, en werden zij in alles gelijk gesteld met
®flt;lert tien jaren burgers geweest waren, met deze ééue
Vjnbsp;dat zij niet in de Eegering der stad zouden benoem-
genoten zij vrijdom van alle schattingen, van
Nerp ? ^reervaart, met bepaling evenwel dat, indien zij zich met
^ger ^^P'^^^ï^schap bezig hielden, zij daarvan even als andere
® accijns moesten betalen 3).
h. bbdibniïsgen.
SlCeJnbsp;het Hof van Holland, hetwelk
U S^^refJ^ ^ ^^nbsp;quot;^oor de Landvoogdes
V quot;-^trnbsp;1526 op zestien bepaald was, acht ordinaris en
.^'^^^inaris, mogten, naar het schijnt, ook vreemdelingen
iiaoi iict ouiujui, uoit vreemaenngen
gelaten ; althans leest men van geene uitsluiting en wordt
]7jgQnbsp;II- 611. VAN DB WALL, Handvesten
^^ ie Ti7nbsp;Charlerb. HL bl. 243.
PI. B. II. bl. 719.
hl
voor die bediening geen ander vereischte opgegeven, dan den leeftijd
van vijf en twintig jaren bereikt en een examen afgelegd te hebben.
Ook voor de procureurs bij den Hoogen Raad van Mechelen vor-
derde Koning Philips bij de ord. van 8 Aug. 1559 alleen, dat ziJ
vijf en twintig jarsn oud waren en geëxamineerd «ende souffisan
bevonden bij authoritejt van den Hoove.quot; Advokaten moesten g®'
gradueerd zijn in eene vermaarde Universiteit en bij den Eaad ten ee ^
ontvangen. Ook daar waren dus vreemdelingen niet uitgesloten )•
Jfotarissen werden te Amsterdam aangesteld door Burgemeester^quot;
lac-
en Schepenen, na geëxamineerd en beëdigd te zijn, volgens P ^^^
caat van Keizer Karei V in het jaar 1521 uitgevaardigd, abvaarv»^
geen burger- of inboorlingschap wordt gewag gemaakt -
of'
vreemdelingen als zoodanig niet uitdrukkelijk waren uitgesloten ? ^^^
schoon men wel kan aannemen, dat in den regel alleen P^^^^^'^^^Ueii
meer bekend met de plaatselijke wetten en gebruiken, daartoe z
aangesteld zijn. Evenmin komt zoodanig vereischte voor ten
zien van makelaars te Amsterdam in de keur van 1530 , ^^^^ g,i
alleen gevorderd werd, dat zij die de makelaardij wilden ..
vooraf door het Geregt moesten worden bevoegd verklaard;
den door Burgemeesteren toegelaten en beëedigd 2). Te ^^..-jegie
daarentegen moesten de makelaars poorters zijn, volgens p^
door Ploris Y in 1284 aan die stad verleend, alsmede
keur der stedelijke Eegering van 18 Oct. 1291; in het J^ueeU
van 8 Pebr. 1334 wordt evenwel van geen poorterschap
van het doen van eenen eed gesproken 3).
.ingt;
C. AMBTEK.
Van het bekleeden van ambten waren niet overal (e ^^^ ^jigeH
lingen uitgesloten. De giioot en anderen 4) spreken dan
.—---- ^ ^^^^
1)nbsp;Zie MERÜLA, Manier van procederen in denbsp;^[ji. l8 ..
Zeelandt en Westvrieslandt belangende civile zaaken,
§ 4-7. Gr. Pi. B. V. bl. 845. _
2)nbsp;Zie Hanlv. enz. der stadt Aemslelredam. 1613. bl-
Amsterdam. II. bl. 407.
jL) LK lianiV. enz. Uer Siaui Jiuniaicncuaui.
Amsterdam. II. bl. 467.nbsp;168. '^'^e.
3) Zie VAN DE WALL , Handvesten van Dordrecht, bl. «nbsp;pr»®
SCHER, Theses juris pnbiici ad leges Foederati Belgn fundanbsp;^^^^ ^
„ ...r,.,^.. P-nn^Lor. 17/lß naff 514.nbsp;f R.
H. TROTZ, Iraneker 174b. pag. m.nbsp;vanI'quot;
4) Zie DE GKOOT, Inl. tot de Holl, rechtsgel. 1. l-»- S ^ ^ j.c.quot;-^
Roomsch Iloll. recht 1. 10. § 2 cn Censura forensis. pa
B™hoek 1) geeft als reden voor
Zrnbsp;Bourgondisehe en Oostenrijksche Vorste.
Cs ^ f^^^^^^ over d Hollanders en Zeenwen waren begonnen
en o' V quot; '' g^-^kkelijker te kunnen doen, Bour-
-lezelvrnbsp;P^jl^S'ën vroeg, ten einde voortaan den toegan^ tot
e V voor vreemdelmgen te sluiten. Dergelijke privilegiën, warli
^^^t nboorbngschap als vereischte voor de beroembaarherd t^t zeker'
echter reeds onder de Regering der
^^n O. 'nbsp;tegen de Brabanders dan tegen de Bourgondiërs
hunner geboorte, in den regel minder in
kwamen dan de eersten. Daarenboven mogt men
gewee' • T.nbsp;tijd poorter
I^ij itnbsp;dit Hoofdstuk nader zullen handeLl
v,^ ben beiioembaar waren, moet men letten zoowel op den aard
w J de personen die hetzelve te begeven hadden.
''nbsp;de stedelijke Rege-
vlnbsp;opmaken, al bestond er geen be-
^ ^ü aHnbsp;vreemdelmgen waren uitgesloten
.nbsp;zal hebben
^'quot;'''^gt if . f'nbsp;zoodanigen welke in die stad het bur-
W J'Y^^dden bekomen , zoo al niet jure, dan toch meestal facto
^^•i^vorl ^ dezer ambten werden geweerd. Hetzelfde kan ge-
benoeming door den Graaf
a 'te b^rnbsp;^^^^ plaatselijk bestuur of door de aanzien-
t ^teu iJquot;quot;'' gemaakte nominatie, hetgeen meestal met regerings-
1 ^^^'^deblrlnbsp;^^^^ ^^^^^^^^^ ^en iemand
POtr 'nbsp;Graaf zal hebben voorgedragen,
datT 'r;nbsp;^^^ dus met nog meer vertrouwen
al] ^^eel a . ®®^delingen waren uitgesloten.
Wnbsp;dei*^ nnbsp;^^^ aanzien van ambten, welker vervulling
^^ ^^^J slechtsnbsp;^^^^^^^ voorafgaande nominatier Hierin
beperkt door de privilegiën, welke sommige steden of
van Donlrecht, bl. 479.
-ocr page 110-9?,
'landen verkregen hadden, en waar dus de zulke niet bestonden,
waren vreemdelingen niet u.itgesloten. En dat deze werkelijk nU
en dan benoemd werden, blijkt juist uit de privilegiën, waarbij ziJ
voor het vervolg werden geweerd, welker grond meestal moet gezocht
worden in de vroege benoeming van uitheem sehen, die ongeschikt
waren voor hun ambt, of voor wier willekeur of kwade praktijken
de burgers bevreesd waren. Tot voorbeeld hiervan kan dienen eequot;
privilegie door Hertog Albrecht 27 Jan. 1368 aan Alkmaar verleen^
bij hetwelk hij beloofde, voortaan niemand in de vierschaar
zullen aanstellen, die er niet ten minste sedert drie jaren als poorter
gewoond had, als reden uitdrukkelijk opgevende, dat vroeger
het geregt van Alkmaar aangesteld waren vreemde luyden, ^
hnyten komen, dien 't recht van onser slede niet hondigh en
Het inboorlingschap wordt als vereischte genoemd in äe
lijksvoorwaarden van Jakoba van Beijeren, waarbij zij
beloofde f
haren llaad te zullen benoemen «van den besten en nutsteo
wy vinden zullen mogen , en geboren zullen wezen van den voof^^ ^ ^^
ven landen en van genen vremdenquot; 2). Ook aan Middelbnrg^^^^
zij 8 Maart 1418 het privilegie, dat alleen geboren Zeeuwei^
Schepenen zouden zijn; later werd door Karei V in 1518
dat de Burgemeesteren en de Schepenen dier stad binnen
schelde moesten geboren zijn, hetgeen door Koning Philips quot; ^^^^
1561 bevestigd Averd, en mede voorkomt in de in het ja^quot;^
verzamelde costnmen vau Middelburg tit. 1 art. 5 3)
Aan de stad Dordrecht beloofde Jan van Beijeren U Ap
in het slot van Gorinchem en in het land van Arkel geen
noch drossaard te zullen aanstellen, die niet in
Holland of
geboren was 4), en Jan van Braband schonk 8 Febr.
landen Zeeland het privilegie, « dat wy diesel ve lande ^.ggierei^'
ende van Zeelandt van nyemande en zullen laten noch doen ^^^^^^^ ^
noch enighe Tresorieren, Kentmeesteren , Castelleynen, ^ ^^^^^^ in
Baeliuwen, Schouten noch geenrehande amptUden noch lt;-11 ^^jieU
den lauden ende steden voirsz. setten noch doen setten no
Lie
steö
dan Hollanders off Zeelanders, die in deu landen en^
1)nbsp;Zie*VAN MIERIS, Cliarterb. III. bl. 222.
2)nbsp;Zie Gr. Pl. B. III. bl. 7.nbsp;bi-
3)nbsp;Zie van mieris, Charterb. IV. bl, 471. Gr.nbsp;j, iS-F'
i de aaiit. vaii sciiorer op de groot , Inl. lot de lloll. to
4)nbsp;Zie vak de wall, llaiKlvcsteii van Dordrecht, bl. 4/
-ocr page 111-Voorsz. geseten ende trnwelic by onsen lieven oem voirsz. gebleven
1). Hierdoor waren alzoo de vreemdelingen van alle Grafe-
bjke ambten, groote en kleine, uitgesloten. Het schijnt echter,
«at de volgende Graven uit het Bourgondische huis zich daaraan
J^eiiiig gestoord, en vele vreemdelingen met ambten begiftigd heb-
ben , hetgeen onder anderen blijken kan uit de boven aangehaalde
plaats van den beroemden van bynkekshoek 2). Zoo werd dan
bij de instructie voor den Stadhouder en de leden van de Kamer
J»!! den Rade te 's Gravenhage door Karei den Stonten 4 Sept. 1462
^^een bepaald, dat de leden van dat Hof zouden zijn «notable
^ ^nnen , wel besocht ende geëxperimenteert in saecken van justitiequot;,
j^^'der dat daarbij van het inboorlingschap werd gewag gemaakt 3).
duurde tot aan de regering van Maria, die bij het groot pri-
^^^f^gie van 14 Maart 1477 beloofde, niemand in Holland, Zeeland
te zullen aanstellen tot Eaad, Hoofd van den Eaad,
j^^jjRer, Eentmeester, Drossaard, Kastelein , Tresorier, Dijkgraaf,
Schout, noch tot geenclerhande andere officiën ïleyn of
9eh° 'nbsp;^^^^nbsp;mogen, dan die van den voorsz. landen
«f^sew, ende niet van vreemde landen.quot; Om aan hare
^es te meer kracht bij te zetten, voegde zij er bij : «ende
«Us o^fnbsp;giften van den voorschreven officiën of diensten by
tennbsp;voorsaten contrarie van deser ordonnantie ghegeven wa-
^^ h' ons of onse nakomelingen in toekomenden tyden gege-
fiiitle^*^^^^®quot;-nbsp;^ «^ie sullen nu als dan ende dan als nu doet
'^^epe^^ geenre weerden zijn ende blyvenquot; 4). Hoe deze belofte,
«^H ^^^nbsp;en onbedrevene Yorstin, zwak van geest
^Oof rnbsp;'ïoor buiten- en binnenlandsche beroerten benaauwd ,
opgg^l raadslieden geprangd en in de stad Gent als het ware
door hare opvolgers werd nagekomen, blijkt reeds da-
^aHvjjJ'l!' hetgeen door haren zoon Philips den Schoonen bij de
^ilegjg zijner regering verrigt is, die zelf van het groot pri-
^^^fle. dat het verkregen was a la sinistre poursuite et au
^Oitit (lij Miunis, Cliarlerb. IV. bl. 751. In het Gr. Pl. B. Ill.bl.13
^'^'''Iila ^nbsp;voor onder de dagleekening van 27 Febr. 1424 en iiij
van procederen enz. 1. 4. lil 9. c. 1. ^ 4 onder die van
^'e nal-
^ lip rnbsp;in tle Holl. consullaliön. lil. No. 2. bl. 632.
' Pl- B. II. hl. 660.
F'i
pronßt de nos pais de IloUandel); terwijl zelfs al gedureiule het
leven van genoemde Yorstin niet altijd overeenkomstig hetzelve ge-
handeld was, blijkens onder anderen de benoeming in het jaar U -
van eenen Vlaming tot Kapitein over de steden Brielle en Woederee J
en het land van Voorne, waaromtrent evenwel door Maximihaan^e^
Maria op de klagt van de Eegering dier steden verklaard werd, dat
aanstelling «niet magh ofte behoore prejudiciëren of bejegenen^^^^
voorsz. supplianten, noch den voorsz. steden van den Briele, ^^
deree ende lande van Voorne, nogh oock den inhoudene van ^^^
voorsz. privilegiën ende declaratiën van den usantiën die sy
hebben, noch dat voorsz. officie magh keeren in consequenciën, ^^
den toekomenden tyt, in wat manieren dat het syquot; 2).
Schoone dan bevestigde bij zijne huldiging 12 Dec. 1491 ^^^ j-jk
land de vroegere privilegiën, doch zonderde daaivan uitdruK ^
die uit, welke sedert den dood van zijnen grootvader
geven waren, die hij alle, op weinige uitzonderingen
ceerde en casseerde. Evenwel beloofde hij 14 Dec. 1495 quot;^^-gn
het begeven van ambten, « dat niemant eenige diensten ofte o^ ^^^^
binnen onsen voorschreven landen van Hollandt ende Vriesland^ .
ben nochte gebruycken sal mogen, tot dat wij totternbsp;^ie
van vyf en twintigh jaren gelcomen sullen wesen, dan deg ^^^
binnen den lande van Hollandt Zeelandt ofte Vrieslandt
ofte die bannerye in denselven lande hebben quot; 3). He ^^^jj^jig-
dit privilegie was dns beperkt tot op het tijdstip dernbsp;^^er
heid van Philips, en dat werkelijk vreemdelingen tot
anibten ^
IICIIJ. van X lilUJJO , OU u.u,u irvjixvvjiijj». Vnbsp;-^VCf
den bevorderd blijkt uit de klagten die daarover ge® j^O^
Zoo beklaagden zich de Staten van Holland 18 .^^^^^genide'
bij Margareta van Oostenrijk over de benoeming vannbsp;gn in'
lingen tot leden der Eekenkamer, met verzoek hen te on s^^ ^^ ^iet
boorlingen in hunne plaats aan te stellen; zij gaf hieraannbsp;^^
terstond gehoor, maar beloofde de partijen te ^quot;^^'^^.gyzeke^''^
dan te «ordonneren, als 't behooren sal,quot; daarbij ß
, Staatsr-'^f
1)nbsp;Zie KLUIT, Hist. der Holl, Staatsr. IV. bl. 249. vasnbsp;53VrV
Ver. Ned. I. bl. 274 vgg. van sl.ngklakdt , Staalk. geschr'fi^n^^ jjr,ei •
2)nbsp;Zie alkemade en van der schelling, Bcsclir. vbhnbsp;^^^^
II. bl. 95.nbsp;a.FB'^' ïïec.
3)nbsp;Zie Gr. PI. B. IV. bl. 5. Zie beUelfde ook bij va^nbsp;^^
van Leiden, bl. 55, alwaar hel voorkomt ondernbsp;jjoll-
1495, en hel daaromtrent aangeteekende door kluit . Ui^ •
IV. bl. 2G9.
-ocr page 113-Sevoiide, ten aanzien van het begeven van ambten in het algemeen te
bullen handelen, zoo als gedaan was «bij tyden van wylen den Ko-
ning Philippus van Castiliën saliger gedachten ende tot syn overlv-
^en toequot; 1).
^ De veelvuldige benoemingen van vreemdelingen, in het bijzonder
^an personen afkomstig uit Braband, alwaar de Hollanders van het
ekleedenvan ambten waren uitgesloten, deden gedurig in de ver-
gadering der Staten klagten ontstaan. Den IG^en April 1550
^^^sloten zij, bij gelegenheid van eene nieuwe petitie den Kei-
te verzoeken, voortaan niemand tot eenig ambt, dat van Stad-
^^^^der uitgezonderd , te benoemen dan geboren Hollanders of Zeeu-
dewijl die van Braband reeds een dergelijk privilegie van den
^^eizer verkregen hadden. Of toen werkelijk aan dat besluit gevolg is
l^Seven, blijkt niet stellig, zeker is het dat het verzoek twee jaren
de Landvoogdes geantwoord
Wsei quot;^^tg^duyrende desen oorlogh een onbequame tydt was omme
H ^^^'ervolghte doen, ende dat daaromme sy deselve saeck uytstel-
ïioeg'''-^^^'nbsp;bequamer tydtquot;, waarmede de Staten toen ge-
te ^^^^^ namen. Den 16lt;ien Maart 1554 werd besloten het verzoek
'nbsp;Vil daaraanvolgende evenwel vond men het
lang duurde,
''^ïon 1 ' ^^nbsp;wederom daartoe besloten, doch
^Isnbsp;den President Yiglius ten antwoord gegeven werd, «dat
Kvcltvf®^ tydt en was daarvan te spreecken, ende dat de Majes-
^^nbsp;^quot;quot;quot;quot;'quot;Sinne daerop nu niet en soude willen dispone-
t Uiennbsp;^^^nbsp;doen hadde
offlej.^^«. evenwel geen Brabanders en soude admitteren tot eenige
''^^ludee ? Ilol^aiidt ofte andere landen, soo lange zy de andere
g^^ige^nbsp;Ofschoon dit antwoord gunstiger luidde dan het
v^^aartV^^'quot;^^ de Staten hiermede toch niet te vreden; 30 en
ji^^^'^jaarnbsp;^^^^^ hetzelfde besluit als in het
tC^^^ üiak ^^ ^^^ ^^ bepaling dat zij geene uitzondering daarbij
te^^quot;quot;® schee^ ^^^^^^nbsp;Stadhouderschap, «ende want
zyT t®nbsp;prejudiciabel, alsoo de Keyserlicke Majes-
or?^ tot e nasaeten, nyt krachte van deselve clausule, souden
^^^iiieren Stadhouder een Spangiaert ofte een Engelschman
I)-/ ^^^^ ^^ ^^nbsp;gaarne toegelaten en soude
^ ^ ^^ ^ ^^^^ ^'erd op het verzoek gunstig beschikt, en of-
^ie Op
9G
schoon hetzelve niet in allen deele werd toegestaan, zoo ver-
kregen zij toch 7 Mei 1555 het privilegie, dat geen personen
in Holland met'eenige ambten zonden bekleed worden, die a-
komstig waren uit landen waar de Hollanders van zulke benoemin^
gen waren uitgesloten, noch ook iemand niet geboren m
landen van herwaarts over, noch personen die de Nederlandse
taal niet verstonden. Hierop werd nogtans uitdrukkelijk
■zondering gemaakt ten aanzien van hen die toen reeds in ^
met ambten waren begiftigd, alsmede van de Stadhouders en de ^^^
ders van het gulden Ylies. Toen nn kort daarop de Keizer van ^^
troon ten behoeve van zijnen zoon afstand zoude doen,nbsp;ji-
Staten den 8«»«« October, den Koning de bevestiging van di ^^^^
vilegie te verzoeken , waarop de President Yiglius antwoordde,
daerinne geen swarigheydt vallen en soudequot;, en hetnbsp;j^ps
in der daad 2 Nov. 1555 en 18 T)ec. 1556 door Koning ^
bevestigd 1). In plaats van de algemeene uitsluiting, welke
^root privilegie van Maria was vastgesteld, en waarop ook d®
hadden aangedrongen, werd deze alzoo beperkt tot hen
landen van herwaarts over niet geboren en tot hen die der
niet kundig waren, terwijl er tusschen die gewesten onder '^^^gjen
prociteit ontstond. Yolgens dit beginsel waren onder ^t^^x,
■die van Mechelen en die van Ylaanderen in Holland beo ^^^^gte
lt;lewijl de Hollanders aldaar niet waren uitgesloten. ^^'^^^^gdieU
van die van Utrecht was reeds 17 April 1531 quot;^quot;'J^derzate^
de beide gewesten overeengekomen, dat de wederzijdschenbsp;^ge-
in beide landen tot het bekleeden van ambten zoudennbsp;a^»
gelaten. Uitgesloten waren daarentegen de Brabanders, ^
ook de Staten van Holland 8 Nov. 1556 het besluit nanbsp;er
Brabanders te schorsen, die tot Boden warennbsp;j^^aban^^ '
onderzoek zoude gedaan zijn, of en op welke wijze m
denquot;.
vergadering van de Slaalen dier provincie gehouden, '' q 55U.
«oks. A™sI. 1791. III. bl. 45, 377, 473, 48 ^nbsp;„
IV. bl 28, 33, 118, 131. Gr. Pl. B. 11. bl.nbsp;quot;nbsp;quot;
2. c.
CfiJis'
37, 89. VAN RYNKERSHOEK, Qiiaeslioiies juris publici ^
Manier vau procederen enz., I. 4. lil 9, c. 1. § 7.
forensis, pars I. 1. 1. c. 6. 5
quot;nbsp;S-^-tteerd 1). Op de handhavin.
van ^t verkregen pnvdegie werd herhaalde malen door de Stated
aangedrongen daar de Koning zich weinig aan hetzelve bekrennde
n vele Brabanders, zelfs Spanjaarden en andere vreemdelingen, in
Hand met ambten bezigde. Zoo verzochten zij in het jaar'l559 ,
^ t de «sterckten en frontieren bewaert sonden werden by perso
mog^nne tot haren raedt ende assistentie sonde gestelt werden
cloofdenTquot;'quot; quot;quot;nbsp;uytheemsche», waarop
aer ^van de raadsliedei
^ffeettquot;nbsp;Staten daarin zijne «vaderlijke
eetie zonden erkennen,nbsp;gelijk deze reeds bleek nit de benoemL
CLT' znster tot landvoogdes, die steeds «singnliere affecti^
CscleTrtrtnbsp;''nbsp;de
^^vie tnbsp;^^ verzekering, dat zij bfnnen drie
VdeT 1 ' fnbsp;Staten zorg droegen
si dt 2nbsp;hetwelk in hunne .laatstquot;
aangenomen worden 2). Het
Ko ^-nbsp;^^-tie niet groot was, altlL da
gt;lt;den quot;dnbsp;?nbsp;aie der Staten over-
™nbsp;-bten benoemd,
0,7 1nbsp;beklaagden zich d
onderscheidene n-eemdeling.
'ettednbsp;^^bten hadden weten te verkrii^en en ver
'^Vd ' f'I ° ,^^ntmeester, dewijl de Hollanders steeds in
. ïü XJt ^ het bekleeden van ambten werden geweerd 3)
tS^ Tannbsp;^Igen^eene uitsluiting van ^reem-
stad Ffnbsp;^«e^t de
H f' HetSe t fnbsp;«hoer oude haer comenquot;
Burgemeesteren, Overste Oudermannen en Ka-
'alKetVx^'t'^^nbsp;^nbsp;de
Holia„rnbsp;^ IV. bl. 559.
reem- utrecht.
raeraars veroraencl 1). Zoo beloofde ook Bisschop Jan van Verne-
borch 19 Mei 1365, bij de bevestiging der landregten van Twente,
dat hij niemand tot Pander zoude aanstellen, die geen gehören
dienstman des SticJds van Utrecht was 2), en verzekerde Ar nol
van Hoorn bij den landbrief van 1375: «Yoorts so en selwi ofoQse
nacotnelingen Bisscopen t' TJytrecht voersz. niemand Borchsate se-
ten in enich van onser kerken slote noch ambachte, noch hem ^
bevelen, hi en zi een welgeboren man ende tvel ghegoedet in den^
sticMéquot;; hetgeen daarna door eene reeks van opvolgers bevestigd is gt;
Koning Philips schonk 2 Nov. 1555 omtrent het bekleeden va^^
ambten aan Utrecht hetzelfde privilegie dat daaromtrent^ aan
land verleend was ; vreemdelingen waren dus ook hier niet
waardelijk uitgesloten, met name werden in het Hof van L^re
dikwijls personen benoemd, die elders geboren waren 4). ^^^^
Ook in Gelderland waren vreemdelingen tot hertogelijke a®^ ^^
benoembaar, ofschoon ook daar evenals in Holland de ^^^^^^
hunne uitsluiting aandrongen. De Hertogen gaven daaraan^^b^^^
gehoor, en behielden dus het regt om aan testellen wiezij quot;vvi^ ^^
Hertog Arnold beloofde in het jaar 1418 alleen : «Yoirt
soelen wy gheen amptliede setten, nocli nyemant onse sloit®'
off ampte bevelen , then soelen Gelresche off Zutphensche syn » ^^ ^
ren, off then mynsten wonafftich ende geguedt in denselven ^g^jte,
waardoor alzoo de vreemdelingen wel voor het grootste g^c ^^^^^
maar toch niet volkomen werden geweerd. In het jaar l^ te
de Staten op nieuw aanzoek bij Hertog Karei om het pi^^' °
1)1
1)nbsp;Zie Ulr. PI. B. III. LI. 77 , 201, 308. Buuman, TJtr. Jaarb- H-
2)nbsp;Zie van mieris, Charlerb. III. bl. 175.nbsp;_ ^laquot;''®'''
z; /iie VAfl »IILHI», v^iiaiiciu. All. »1.nbsp;1. van 1 nr
3)nbsp;Düor riorisvan Wevebchoven in 1379, door Freilenk ^^^^^ ao^
beim 14 JYov. 1393, door Zvveder van Kuilenburg 18 Aug- ^^urgo'quot;''
Budolf van Diepholt 4 Jan. 1427 en in 1433, door David ^'»quot;pi^jijps
6 Aug. 1456, door Frederik van Ba.len 8 Nov. 1490, do^ ^nbsp;^^
Bourgondië 19 Mei 1517 en door Hendrik van Beijeren 5 'nbsp;^^
Ulr. PI. B. 1. bl. 29.nbsp;^ vindt nie»
4)nbsp;Zie Uir. PI. B. II. bl. 1048 v^g. III. bl. 93.
Naarden en llector Hoxwier, allen vroeger Baden m betnbsp;^ j,
in 1532, 1538 en 1541 benoemd ; Georgius Bataller, zoo^ ^enoe'
van hel Hof van Vriesland , vroeger Baadsheer te Mechelen^ ^^^
5)nbsp;Zie NYHOFF, Gedenkw. uit de gesch. van Geld.
«elfter-
land.
verkrijgen, waarbij de toegang tot ambten alleen voor inboorlingen
van Gelderland werd opengesteld, doch dit werd hun niet toegestaan
de Hertog wilde in dit opzigt geheel vrij blijven, en beloofde alleen
zoo te zullen handelen, «dat onse landtschap daerby tot geene
schade kommen en salquot; 1).
Zoo komt mede in het tractaat van 1538 tusschen Herto^^ Ka-
rel van Gelder en den Hertog van Gulik en Kleef de bepa-
ïng voor, dat de ambtlieden van het Vorstendom Gelder en het
^iraafschap Zutphen zouden zijn van de Ridderschap, en de Keg-
,ersen officianten «guede froeme luyden, alle geboren Gelrissche
^ landsaten, of genoigsaem, geseten ind loetig genoegJi, idt en
^eer dan saele dat idt guede, uprecJite, froeme ind daegsame per-
oenen weeren ind oeren F. G. trouwelieh gedient Jiadderi' 2). Even-
Averd door Keizer Karei V uitdrukkelijk van het inboorlingschap
^^^ vereischte tot de benoembaarheid gesproken, toen hij in 1543
^ Venlo beloofde, de ambten en officiën te zullen doen bekleeden
r «luyden daertho nut ende bequaem synde binnen dieselve
stendommen, die de tale spreeken sullen ende hoere ampten ende
jj^ len persoenlyck bedienenquot;, eene belofte, door Koning Philips
«ia. fnbsp;bevestigd 3). Eindelijk M-erd in 1577 op den land-
1nbsp;bepaald, dat de provinciale Eaden en alle andere
Ell ^^ officieren moesten zijn inboorlingen en wel geërfd
^onie ^ «ende wes des tractait voer Venloe contrarie is voirge-
dat 't selve aenstondt sali werden redintegriertquot; 4).
■lil Y •nbsp;.....-^^^i^wiiviu ociii vvcrueu reuiniegriert
oudtijds zeker geen vreemdelingen met ambten vHe«,«„.,.
plagtnbsp;algemeen tegen uitheemschen
^eeij ^ quot;estaan, was voldoende reden om hen uit alle ambten te weren,
^^^ïsch^^*^quot;^nbsp;^^^ friezen, toen zij eindelijk onder de
Hollandsche Graven kwamen, bij deze op die uitslui-
aandrongen, aan welk verlangen Hertog Albrecht 2 4
Oostergoo en Westergoo het
'nbsp;andere ambtenaren
Stoute Onbsp;aldaar gezeten. Zoo bepaalde ook Karei
'Hisac Vnbsp;Potestaat een Vries zoude zijn
^nbsp;patriae nostrae Prisiae gratus et utilisquot; 5). Ge-
1)
2)
si ^ o^^/ f-Mquot;.».«-
kaf!'nbsp;app. hl. 198.
Zi t -l'- I. M.14.
artzenbeug, Charterb. van Vriesland. I. bl. 285, 638.
-ocr page 118-heel uitgesloten bleven de'vreemdelingen evenwel niet, de vr eemde
Vorsten die over Vriesland heerschten trokken het regt tot beno
ming van alle ambtenaren aan zich, ook van de Grietmannen, ü
vroeger steeds door de ingezetenen zelve waren aangeste d, en
gebeurde dan ook nu en dan dat vreemdelingen met die
werden begiftigd; het eenige wat de Vriezen konden bewerken w. ,
dat de Bourgondische Vorsten de verpligting op zich namen,
mand tot Grietman te benoemen, dan die in Vriesland ^vas ge
tigd en aldaar een jaarlijksch inkomen van 40 of 50 gondg^^ ^^^
aan vaste goederen bezat, welke som door Keizer Karei V
1539 op 18 of 20 goudguldens «in liggende erve of goede oi
bare rentenquot; verminderd werd 1). Hierdoor waren wel ^^
doch niet alle vreemdelingen geweerd, en op de lijst der
tijd benoemde Grietmannen komen dan ook onderscheidene n.
voor van personen buiten Vriesland geboren, tot groot ongen ^^^
der Staten, die eindelijk in het jaar 1578 , met goedvjnde^^.^^^
den Stadhouder, besloten, de door den Koning aangestelde^^^^^^
mannen af te zetten, en eene nominatie te maken, waaruit
houder nieuwe kiezen zoude 2).
1)nbsp;Zie schwartzenberg, Charlerb. van Vriesland. II. H- ' J^jeiniaquot;'
2)nbsp;Zie Jhr. Mr. n. baerdt van sminia , Nieuwe naamlijst g^ikun^ig®
nen van de vroegste tijden af lot het jaar 1795, met eenige gescnbsp;,
aanteel^eningen. Leeuwarden. 1837. bl. 3 vgg., 91, 92, dersd'quot;''
208, 212, 304, 375, 376, 399, alwaar van de benoeming va« va»
dene vreemdelingen, zoo wel van Groningers en jen,
Brabanders, Henegouwers, Duitscbers en zelfs van Spanj
gewag gemaakt.
-ocr page 119-TWEEDE AEDEELING.
verkrijgisa vas de regies van burger- elf inboorlingschap.
§ 1. VerekeUen tot Jmt hiirgerscJiap.
Wij hebben in de vorige Afdeeling gezien, dat aan vreemdelingen
hier te lande doorgaans eene goede behandeling ten deel viel, zoodat
hun toestand over het algemeen gunstig kon genoemd worden. Wan-
neer zij zich hier vestigden, dan werd die toestand nog gunstiger,
^aar hun in dat geval niet zelden het genot werd verzekerd van
^egten, welke oorspronkelijk alleen aan burgers of inboorlingen toe-
namen. Evenwel stonden zij altijd nog in menig opzigt ten ach-
ten bij de burgers der gemeente, waar zij zich hadden neder-
S zet en het was dus voor hen van groot gewigt het burgerschap
^ erlangen, indien zij volkomen met deze wenschten gelijk gesteld
ziju. En deze weg stond steeds voor hen open : over het algemeen
^^ het den vreemdeling zeer gemakkelijk, in eene stad het burger-
poorterschap 1) te winnen. Slechts in enkele gemeenten be-
Vau 7 legering tot het verleenen van hetzelve de toestemming
^üen Vorst 2), meestal stond het aan de Schepenen, hetzij met
VfirsLnbsp;maken een onderscheid tusschen burgers en poorters, en
de n onder de eersten dezulken die bet burgerregt door geboorte, onder
^ie v!^^^quot;nbsp;door koop, huwelijk of schenking verkregen hadden
ieeuvven, Roomsch Holl, recht 1. 10.^4 en Censura forensispars
meeste handvesten en keuren echter wordt van
Boe*^quot; poorters gesproken als woorden van gelijke beteekenis, Mr. to-
oiid!.^'nbsp;privilegie en poorterregt, bl. 5, verstaat dan
scl
Oiiclei.nbsp;uil puuiienegi, ui. o, verstaat dan
akin..nbsp;^ll»^« quot;'lie het poorterregt door geboorte, huwelijk.
Anbsp;nn - ...............Jjcuuune, iiuweiiJK ,
'^^'erdam i ,nbsp;verkregen of gekogt hebben. » Zie ook wagenaar
li ^^ Deznbsp;lust. juris ßelg. pars 1. tit. 11. § 1 en 2.'
b '^ald v^^nbsp;anderen gevorderd bij een handvest, door Graaf
^nbsp;Bommel verleend, in het Geld.
«J^ieniant sal aldaer tot een borger aangenomen
ö ^'^ié ^^^ ^^ helieven des Landlsheeren»; alsmede bij een
quot;^«nkcn T'nbsp;Utrecht 17 Mei 1303 aan Vredeland
' van mieris, Charterh. LH. bl. 148: « Voort so en sal onse
-ocr page 120-of zonder den Schout 1), soms ook alleen aan de Burgemeestereu,
vrii tot poorters aan te nemen wie zij wilden, en werd dan ooK
bii vele handvesten uitdrukkelijk bepaald, dat het burgerregt voor
eiken aankomeling zoude toegankelijk zijn 2). Zulks belette echter
südl van Vre^lanTniemant aennenien ofontfangen tot haeren borger, tequot;
sy by consent ende wil onses ofte onsen nacomelingen, Bisschoppen
Utrecht, ofte diegeen die Casteleyn is in dier tyt tot Vredelant opten hujf
met onsen wille ofte onsen nacomelingen. Bisschoppen t' Utrecht.»
1)nbsp;Zoo vorderde Floris V 11 Aug. 1270 te Rotterdam de medewerki o
van den Stadhouder. Zie van mieris , Charterb. 1. bl. 352 , die echter ^
echtheid van dezen brief betwijfelt. To Leiden werd men tot burger aan^o^^
nomen door den Burggraaf cn de Schepenen, volgens de pnvilegie»
13 Febr. 1274, 1 Mei 1306 en 5 Jan. 1315, bij van mieris L bl. ^^^^
II. bl. 56, 149; te Schiedam door den Regter en de Schepenen, voi^^^^
handvest van 18 Maart 1274, bij van mieius I. bl. 374; te Woerden ^^^
den Schout en twee Gezworenen , volgens privilegie van 12 Maart ^^^
bij van mieris III. bl. 256. Be medewerkins; vau den Schout
gevonlerd door Willem IV in bel jaar 1342 tot het aannemen ^an po^^^^^,
te Amsterdam ; bij het handvest van 4 Nov. 1411 evenwel werd znH^^^
gelaten aan Burgemeesteren met een of twee Schepenen, en by ^^
20 Sept. 1413 aan de Burgemeesteren alleen. Zie van mieris
Ilantv. enz. der stadt Aemstelredam 1613 bl. 2. 19. Wagexaar,
dam I. bl. 109, 112. III. bl. 156. Boel, Amstelredams
poorlerregt, bl. 12. Te Amersfoort en te Rhenen werden nieuwe P^^
aangenomen door Schout, Burgemeesteren en Schepenen, volgdequot;® Je
van Oct. 1546 en 20 Mei 1554, in het Utr. Pl. B. III. bl. 1077 . ^ ool'
meeste steden echter geschiedde die aanneming door de ^'^''^Pj^^gut, bet-
wel door de Burgemeesteren , zonder medewerking van deu bt; ^^^^^
geen onder anderen te Middelburg reeds door Willem H bij ®
II Maart 1253 bepaald was. Zie van mieris L bl. 272.nbsp;vaquot;
2)nbsp;Zoo leest men in de keur van Haarlem van 23 Nov. 1-4 . ^^^^ ,ii
MIERIS, Charterb. L bl. 227: «Al so wie van ivat side dal «yj^gangl'®
der voirseyde stede, ende wdde poirter werden , die poirte ende^t^ ^^^ ^^^ j^gu
sullen hem open syn. » Hetzelfde werd bepaald door Wülei« ^^ ^^^ Äh-
ren van Delft 14 April 1246, van 's Gravenzande Mei I24tgt; ^^^
maar 11 Junij 1524; door Floris V in die van Mederabhknbsp;,
kendam 25 Maart 1288; door Jan 1 in die van BeverwÜk 1 ^ibrecb''
door Willem V in die van Edam 19 Nov. 1357; door He^r^^n
die van Grootebroek 2 Aug. 1364, bij van mieris i- ' ''|ieiidi'llt;
483, 487, 599. IILbl.31, 166; door de Duitsche ^on^e
31 Aug. 1230, Richard 22 3Iei 1257 en Rudolf 10 Sept. ^^^ bU^
Nijmegen, bij bondam, Charterb. van Geld. Lnbsp;' j en
mieris I.bl.426; door Hertog Jan van Lotharingen , üra« ^^^^^ynien
liet jaar 1329 bij een handvest van 's Hertogenbosch, m u ^^^^ -
usantiënder Hooftstadt ende Meyerye van 's Hertogenbossci
üfet, dat de zoodanigen geweerd werden die dit voorregt onwaardig
^ n hetzelve met behielden, indien later bleek dat zij niet te'!
der naam en faam stonden. Zoo verordende Willem IV 16 April
13 4 by een pnvdegie van Haarlem: «dat niemand voertïïn
po ter worden mach iroUnbsp;Ueß eer U ,oir
^nbsp;1 , en komt ook m vele handvesten en kenren nitdrnkkelhk
m-et f ' ^^yo^^^naj^e is enäeonlernß, daer en sullen
^ Sept. Ulé vmdtmen die bepaling niet meer, de stedeliike
rquot;'-nbsp;—gebonde;, en
Niet d. 1nbsp;berucht wa-
en t quot;nbsp;^^^ nieuwe poorters
^^^afgTwd ^n^ — --genomen en den eed had-
T l i f burgerregt onwaardig waren 3). Ook te
J werd door Willem V 30 Mei 1355%erordend, dat een
l lTjrnbsp;terwijl
'' 1368 Tnbsp;'nbsp;Vroedschap van 1343
gt; l'aZnbsp;teworden bewijzen moest ...
tot burgers mogten ont-
^^^^Ven , ^ •nbsp;plaatselijke besturen van
off Conen mocUe 6), en leest men ook in de costumen
2) ^J^VA^-nbsp;Charter!,. II. hl. C82.
IV- W'nbsp;^t-'tAenistdrecL-un. 1613. M. 2. 19.
' AiïistpHnbsp;. Reciieil vau keuren enz. bl. 16 Wa
S 2'e v^r llï- ^57.nbsp;• ^^^
e ütrnbsp;f^^h^'-terb. II. bl. 849.
^het^t,;//^l-W.266, 267, 279.
'nbsp;T^tquot;quot; 'nbsp;Apni
^feUG, Charterb. van Vriesland. I. bl. 556, 582.
IM,
van Middelburg van 1570, dat ieder die aldaar kwam wonen poorter
worden mögt, mits goet lescJieyt hebbende van de wereldlijke en
geestelijke overheid van zijne laatste woonplaats 1).
Behalve misdadigers en personen van een kennelijk wangedra^
waren in sommige steden nu en dan ook uitdrukkelijk 's Graven vij-
anden en degenen die hem zijne jaarlijksche bede schuldig waren
gebleven, uitgesloten. Dit laatste vinden wij onder »nderei^
verordend te Delft in de keur van 14 April 1246 , terwijl oo _
Willem IV 19 Julij 1342 de Eegering dier stad berispte, omdat J
onderscheidene Noord-Hollanders die in dat geval verkeerden
burgers aangenomen had, tegen den inhoud van hare handvesten ^^^
dende «dat sy gliynen man in Noorthollandt woenende, ^^^
Graeve sgnJaerliwe hede schuldich is, tot eenen poorter binnen^^^^^
ontfaen en moeghenquot; 2). 's Graven vijanden en zelfs hunne
werden met name geweerd door Willem V in de privilegien ^^^ ^
dam 23 Dec., van Leiden 25 Dec. en van Eotterdam 28 Dec. 1
alwaar wij lezen : «dat alle dieghene, die ten deesen oorloge»'^
illtttltli. vvljnbsp;. »u.u/u ll-iiv. vai^yj^ilv^üv/ , »^iv, --------- -nbsp;au
wy nu tertyd hebben tegens onse vyanden, binnen onsen lan e ^^^
ser steden voorscreven gevangene geweest hebben, off ^le
wapent hebben jegens onse stede voorscreven, otf voorvluch i ^^
weest hebben vuyt onse landen van Hollandt off van Zeelan ^^^
die op die huse geleghe hebben jegens ons off onse stede, o
den stryde op Maze jegens ons geweest hebben, si noch
deren, nemermeer poirter wesen en seilen noch werden mogö'^^
derselver stedequot; 3).nbsp;onder
Voorts werden in sommige steden lijfeigenen geweerd, o
deren te Harderwijk bij de privilegien van 1231, 1^40 ^
uitgezonderd wanneer hun Heer zulks uitdrukkelijk ^oesto^^ ^^^^^^
was ook te Utrecht door de Vroedschap in 1343 en ^^^ ^ ^^es*
dend, dat ieder, alvorens tot burger ontvangen te wor
, ______li l-nbsp;nOr)
aantoonen dat hij niemands lijfeigene was; bleek later
gendeel, dan zoude hem het verkregen burgerregt niet ^ ^ ^^pijl
men 5); terwijl mede door den Heer van Patten en Stry lijf'
1337 van de stad Dordrecht werd bedongen, dat geen ^^^^ ^^^ er
eigenen aldaar als burger zoude toegelaten worden,
1)nbsp;Zie Gr. Pl. R. IV. LI. 1014.
2)nbsp;Zie van miebis,- Cliarterb. 1. bl. 232. II. bl- bö»-
3)nbsp;Zie VAN MIERIS, Charterb. II. bl. 806, 807.
4)nbsp;Zie sctiRAssERT, Beschr. dei stad Harderwyck. 1-
5)nbsp;Zie Uir. Pl. B. HI. bl. 267, 279.
-ocr page 123-een jaar gewoond te hebben 1). Doch de geheele mtsluiting van lijf-
^'geiwn was verre van algemeen te zijn, in de meeste steden mogten
ok deze het poorterschap winnen, doch werd tevens aan hunnen Heer
et regt toegekend, hen binnen eenen zekeren termijn op te eischen
iiij enkele handvesten werd ook aan de Regering verboden
^^^^oners eener bepaalde plaats of streek tot burgers hunner stad
ü te nemen, gelijk door Willem V 16 Maart 1355 te Enkhuizen
J zoodanig werden geweerd de burgers van Medemblik en de «nae-
IS^Tnbsp;«verleecker ambachtquot; 2) , en te Hoorn 27 Maart
• degenen die woonachtig waren binnen de Baljuwschappen van
. nnemerland. Vriesland en Medemblik, uitgezonderd wanneer zij
Well ^^ ^^^ poorters binnen eene vrije stad gewoond hadden •
Jk verbod evenwel in 1383 door Hertog Aibrecht opgeheven is 3)!
'eue^ inwoning van zes weken komt als vereischte voor in een
Hleppip VPn Spliiu/^tiTvi TTOK, IC TVT___j. i r, n j j ^ rr.
i
1
}
l)tivinbsp;^es weicen Komt als vereischte voor in een
^ ilegie van Schiedam van 18 Maart 1274 4). Te Utrecht was
'^volgens eene resolutie der Vroedschap van 1368, « een oude
^en .quot;quot;tequot;, dat men geen burger mogt aannemen, dan die zulks
^jaar te voren verzocht had, zonder dat het evenwel blijkt of
gedurende dat jaar verpligt was in de stad te wonen,
'^'^ïtr 1 quot; ®quot;^Semeester of Oversten Ouderman die dat voorschrift
had was de straf bedreigd van twee jaren uit de Rege-
W rwijderd te worden. Somtijds werd evenwel hiervan afgewe-
gt; Vo Jnbsp;'''nbsp;^Se^'^'S aan «alle degene
Sets ^nbsp;Utrecht, die also ghegoet zyn dat zi
V^ 'P ^lïineii mogenquot;, vergunde poorters te worden a sonder
hier en onser Vrouwen Lichtmisse.^' Een bepaald
, cl ^ '''nbsp;gesteld, toen het stedelijk bestuur
V^^ ^en'nbsp;het burgerregt te verleenen aan iemand die niet
t^^^^Sedunbsp;^^^ gewonnen had, hetgeen tot in 1502 heeft
on^^^'nbsp;omgekeerde verordend werd, geliik wii
• gezien hebben 5).nbsp;''
v'^^lite^^J''nbsp;vereischten voor hen die poorters
^^e worden, en was op deze wijze het burgerschap in het
l:
2nbsp;quot; DnlVnbsp;Staatsr. IV. bl. 120. vak de wall, flaml-
3nbsp;^ienbsp;67, 174.
V ^'e Vavnbsp;Charferb. II. b!. 831.
^quot;nsITquot;'nbsp;W-865. Velujs, Chronyck van Hoorn,
5 ^ie Vavnbsp;bl. 15, 19.
Charlerb. 1. bl. 374.
•^'•B.ai.bl.266, 267. Burmax, Ulr. Jaarb. I. bl. 440 vgg.
algemeen toegankelijk voor ieder die het verlangde en te goeder
naam en faam stond, zoo was men ook omgekeerd in sommige
gemeenten verpligt, althans wanneer men genoegzaam gegoed was^
na eene inwoning gedurende eenen zekeren tijd, zich tot bekomii a
van het burgerschap aan te melden , hetgeen onder anderen vero^ ^
dend werd in het privilegie van Wieringen van 10 Aug. 1 quot; ^^
alsmede in het stadsboek van Bolsward van 1455 en in dat ^^^^
Sneek van April 1456. Te Bolsward moest het verzoek binn^^
een jaar na de vestiging gescliieden, te Sneek zoodra het p ^
lijk bestuur daarop aandrong , en werd het verzoek g®^^'®^»® ^
dan moest men jaarlijks eene zekere som aan de stad ^^^^^^
welke te Bolsward 7 en te Sneek 6 «olde vleemschquot; ^^f'^J^^e
waarop evenwel ten behoeve van «guede schamelen luyden
uitzondering gemaakt werd 1). Somtijds werd ook van d'e ^^^
pligte verwerving van het burgerschap dispensatie verleend, ^^ ^^^
als 24 Dec. 1557 de Regering van Hoorn bekendnbsp;te
wie van nu voortaan binnen deze stede met ter woon
komen, zou mogen komen te wonen, zyn renten leven ^^^^
manschap doen, zonder dat dezelve gehouden zon roezen
wordenquot; 2); terwijl mede de Staten van Vriesland 22nbsp;als
bevalen, « dat de steden gehouden sullen zyn, t' allen
d' ingeseetenen van de platte landen believen sal, in tyi^ ^^^^^ jniii
haerlieden met hun wyven en kinderen en goederennbsp;ge-
poorten in de steden in te nemen en te laeten woonen, ^^^jer
nietende burgers profyten en draegende burgers '^^^^^^^fgefi^ ^
dat de huislkden voorsz. gehouden sullen syn eenige^ ^ of
winnenquot;, met bepaling evenwel dat « nieuwe
natuurlijke ingeboorne derselven onser landen'' in deze »
zouden deelen 3).nbsp;, j.,
__ ' ClJiquot;quot;'
1)nbsp;Zie vANMiEKis, Charterb. IV. bl. 1004. SenwARTzES^fG v^
I. bl. 556 , 582. Vergelijk hiermede de Pruissische Siatll ^^^ ^^^ yo
1831, § 15, welke evenals die van 1808 in menig ''''j'^^.greenl«quot;quot;''^;,.,
nialige iiirigting van bet gemeentewezen in ons vaderlandnbsp;'
2)nbsp;Zie vELius, Chronyck van Hoorn, met aant. van sib.nbsp;^^^^^
bl. 679.nbsp;Foederati Be'gquot;
3)nbsp;Zie F. VAN ALTEXA, Thfiscs jnris pnbhciad leges r
dauientales, praeside c. n. trotz, pag. 50.
-ocr page 125-§ 2. Wijze waafojo liet burgerschap verJcregen werd,
^ Het burgerschap eener stad kon door vreemdeHngen verkregen Ko„p.
orden bij koop, huwelijk of schenking. De meest gebruikelijke
^Piiame was die door koop, zij die langs dezen weg het burger-
gewonnen hadden werden gehocMe poorters genoemd. Men
j^^^esfc zich daartoe aanmelden bij het plaatselijk bestuur, en wan-
1 ï men dan de vereischten in zich vereenigde, of wanneer, waar
Oh!^ iiiet bepaald waren, de Eegering of diegenen aan wie zulks
^^^edragen was zich bereid verklaarden den vreemdeling tot burger
te nemen, moest de zoodanige eene bij de handvesten vastge-
Mv^ som voldoen, welke naar mate van de meerdere of mindere
ïïaa?^*^nbsp;verschilloid, doch doorgaans niet groot was. Te
^^ti ^^nbsp;andere steden bedroeg zij 4 penningen aan
Hen ' ^ penning aan den Bode en 3 schellingen aan de
^üH 1). te Delft 4 penningen aan den Schout, 2 peimingen
^ PeiJ^-nbsp;^ schellingen aan de stad 2), te 's Gravezande
^ l^ottquot;^®^^nbsp;^^^^ ^ schellingen aan de Schepenen 3),
^tf ^^nbsp;6 Hollandsche ponden, waarvan 3 voor den Stadhou-
^^gen ^nbsp;Schepenen 4), te Leiden 40 Hollandsche pen-
tusschen den Burggraaf en de Schepenen verdeeld
3 te 's Hertogenbosch 5 pond aan den Hertog en de
grooten tornoysen aan de St. Janskerk, 2 grooten aan
l ^^ ^ ^
/ Junijquot;^^® 'meuren van Haarlem van 23 JYov. 1245, van Alkmaar van
l^eve ' Mederablik en van Monnikendam van 25 Maart 1288,
VjN vylj^^'i'^ van 11 Nov.1298, van Enkbuizen van 16 Maart 1355, van'
SgJ 2nbsp;Maart 1356, van Edam van 19 Nov. 1357, van Groolebroek
H' bl'nbsp;Cbarterb. L bl. 223, 286, 483, 487,
183 quot;Ie Pruinbsp;I^I- 31, 166. Vergelijk over dit onderwerp
ï) eT'-^ Stadle-Ordnung van 1808. ^ 24 en 25, en die van
lj| '-ie (Ie ?
^ 3)nbsp;^an Delft van 14 April 1246, bij van miekis , Charterb.
van 's Gravezande van Mei 1246, bij van mieris, Charterb.
I.nbsp;Rotterdam van 11 Aug. 1270, bij van mieris,
'ij V, ^ie dg •
H v^ ue ■ •
quot; -^^'i-BisrV'®^'quot;quot; 13 Febr. 1274, 1 Mei 1306 en 5 Jan. 1315
' ^'»arierb. 1. bl. 372. II. bl. 56, 149.
den Eegter en 1 engelschen aan den Yorster 1). Te Utrecht moest
men, volgens eene resolutie der Vroedschap van 1343, aan üe
stad 20 grooten en aan den Stadsschrijver en den Stadsknaap el
6 engelsche betalen. In het jaar 1377 vYerd aan elk die genoeg-
zaam gegoed was en binnen de stad woonde vergund, het buj^^
gerschap te winnen tegen voldoening van 1 mark zilvers, doc^
dit was slechts een tijdelijke maatregel. Later, toen niemand^^^^
burger mogt worden aangenomen die niet vooraf een gild
neu had, kwam er eene verandering in de vroeger vastge. e^^^
som, en werd bij den gildebrief van 1455 bepaald, dat
de opname als gildebroeder en als burger te zamen 5 oude s^
den zoude betalen benevens aan de Stadsdienaren hun rantsoe ^^^
het gild. Nadat echter sedert 1502 het omgekeerde plaats ^^^^
en geene gildebroeders werden aangenomen zonder vooraf al^^^ ^^
gerste zijn toegelaten, hield ook deze bepaling op van ^ra^^^-s
zijn, en betaalde men voor het burgerschap 6 gulden en 8 s
ten behoeve van de stad en 16 stuivers ten behoeve van de^^^^p^r-
secretaris, den Secretaris der Oudermannen en de beide Sta^^
waarders, alzoo te zamen 7 gulden en 4 stuivers, welke s^ ^^^^
de resolutie der Vroedschap van 15 Oct. 1550 op ^^^quot;^^^^joeiie
vastgesteld 2). Te Amersfoort en te Rhenen was de t® ^
veel geringer, elk nieuw burger betaalde aldaar s ^^y-
som VCCJ. goiiij^vi,nbsp;—---- ----O— -nbsp;•
stuivers aan de stad en 3 stuivers aan den Secretarisnbsp;het
in Gelderland was zij blijkbaar niet groot, vermits te Ar ^^^^^^^tig
burgerregt in 1352 door dertig, in 1368 door vijf eu ^^^ ju
en in 1379 door vier en vijftig personen gewonnen wernbsp;^^^ jje
de meeste steden moest even veel betaald worden doo^nbsp;^^^^ iiet
reeds vroeger burger was geweest als door dengenen inbsp;,
eerst in de stad kwam 5) , ook was het bedrag doorgaan
liet^e
der
litiß
Jle'
va»
Aièa
1)nbsp;Zie het privilegie van 1329, in de Cosluymen ende
Hooftstadt ende Meverye van 's Ilertoglienhossche , hl. 23 •
2)nbsp;Zie Ulr. PI. B. III. bl. 84, 259, 266, 268, 269. ^^^ jUS
3)nbsp;Zie dc ord. van Keizer Karei V op de administratie ^^ ^^ 20
en van de politie te Rhenen en te Amersfoort van Oct.nbsp;,
1554, in het Utr. PI. B. III. bl. 1077 , 1099. bet
4)nbsp;Zie Mr. g. a. de meester , Hoe lang en hoe ^^''^''jjieuvve vaiquot;
van volkskeuze zich in Gelderland doen gelden? m dej-^^ ^^^ g»
voor Regt.sgeleerdheid en Wetgeving, van Hrs. c. a-nbsp;^
HALL. II. bl. 16.nbsp;1 düor ac Rege'''quot;
5)nbsp;Zie dit onder anderen uitdrukkelijk verordenu
-ocr page 127-^'oor een ieder , van waar ook afkomstig, waarop slechts op enkele
plaatsen eene uitzondering gemaakt werd, onder anderen te Am-
sterdam bij de resolutie der Yroedschap van 24 April 1574 , waarbij
Hzelve voor eenen Hollander op 15 en voor iemand buiten Holland
^-^oren op 21 gulden gesteld werd ; vroeger was het voor allen
, namelijk 5 ponden of kroonen, benevens aan den Secreta-
^^ en andere stadsdienaren zooveel «als costumelyck isquot;, welke som
Sept. 1413 op 2 kroonen en 11 grooten verminderd werd; ook
^^«r bij de resolutie van 3 Junij 1578 wordt van dat onderscheid
gewag gemaakt en alleen verordend, dat elk 5 gulden aan
stad, 6 stuivers aan den Secretaris en 3 gulden aan het wees-
betalen zoude 1). Te Bolsward, te Sneek en waarschijnlijk
^ in andere steden van Yriesland maakte men onderscheid tus-
^eu Yriezen en anderen, zoo moest te Bolsward een Yries 14
l^^en Duitscher 28, te Sneek een Yries 10 en een Duitscher 20
l^^^schen aan de stad voldoen, terwijl de Secretaris van elk 1
J^che ontving 2).
^ ^^renboven moest men, alvorens van het regt van burgerschap
te kunnen hebben , in handen van het plaatselijk bestuur den
\ getrouwheid aan den Yorst en aan de stad 3), soms alleen
ït^jj stad 4), afleggen , terwijl men ook in vele steden zekerheid
v^^®^ moest, gedurende een bepaald aantal jaren poorter te blij-
^' beding waardoor men verhoedde, dat niet de een of ander
^'^orterschap begeerde , om bij voorbeeld vrijdom van tollen te
V''^^Var!quot;nbsp;^^^^'nbsp;'nbsp;^^' a'sniede te
fies} het stadsboek van 1455, bij schwartzenberg , Charterb. van
1) I. bl. 556.
'nbsp;IV. bl. 186. Hantv. enz. der stad Aem-
'12 • ^613. j9_ I5oel , Amstelredams privilegie en poorterregt,
jnbsp;agenaar, Amsterdam. I. bl. 112, 111. bl. 155.
J'^het stadsboek van Bolsward van 1455 en dat van Sneek van April
^'^hwartzenberc, Charterb. van Vriesland. I. bl. 556, 582.
C I2i ^^ ^^^^ onder anderen verordend le Haarlem bij de keur van
Jv'^Iou^il^nbsp;Alkmaar bij die van 11 Junij 1254, te Medemblih en
v^quot;nbsp;25 Maarl 1288, te Beverwijk bij die van H
27 jj^; Enkhuizen bij die van 16 Maarl 1355, te Hoorn bij die
'^'J van 19 Nov. 1357, te Grootebroek
i' 599nbsp;1364, bij VAN MIERIS, Charterb. I.bl.223, 286, 483,
%nbsp;111.31,166.
' TTnbsp;Utrecht, volgens eene resolutie der Vroedschap vaa
^et Utr. P). B, 111. 1,1. 266.
-ocr page 128-.bieten, e„ na ^et ^otap»nbsp;l«:
zieh met der «on elders be^, , , wl L-teu diag« «•
teis die tan aandeel in de taigevlijfe lastennbsp;= ^ rf.
Had de vreemdeling de daartoe staande som vol aarr, den ecl
Segd, en waar Jlks gevorderd .erd de .ekerhcdnbsp;,
Ld iii in het register der targers ingesohreven, ter,-,.,l he
n enWe steden glbrmlehjk «s, dat de namen der n,en«e » .
L in het openbaar «rden belend gemaakt, onder anderen te
f ht ahJde Eegering inhet jaar 1470 we,gerde Ären amp;
Hermansse als burger te erkennen, omdat bnrgersehap n«t
klokke was afgekondigd ü).nbsp;.nbsp;, lirf
Behalve door koop kon men m somm,ge steden quot;»quot;»^e.
verrigten van zekere diensten het bnrgersehap bekomen, onte ^
quot;te Ureeht, alwaar eene bepaalde soort van bnrgers onto^j
naam vannbsp;bekend was, aan w,e zoodanig regt «
werd, opdat rij de brr,ggen, kerkhof en andere pubheUp.^
zonden schoon honden; kwamen zij te kor in ^^
hnn opgedragene taak, dan werd hnn hetnbsp;eeU^!
Van deze slijkbnrgers vindt men nog gednrende de .e^^en ^^^^
in onderscheidene placcaten gewag gemaakt Hl ^ele ^an ^^^ j
xnet het verlies van het hnn toegekende regt bedreigd ^e
dien zii niet beter aan hunne verpligting beantwoordden. ^ ie
tU'de Vroedsclrap 7 Tebr. 1603 , hun het burgers«
,e-en en hunne werkzaamheden te doen verngten
daartoe aangestelde vuilnis- of aschlieden 3).
. [i
~^Zoo moest men te Haarlemnbsp;^^^
leiL gedurende vijf. te Brielle gedurende drie le An «nbsp;«
gedurende drie, te Amersfoort gedurende zes en e Dordnbsp;l ^^^
L jaren poorter te blijven; in laatstgenoemde s.^l kon^ j^^^^i^ecby
eenen eed volstaan. Zie van de wall,nbsp;quot;nbsp;^^^
1345. Rooseboom , Ilecueil van keuren enz. bl. lUb- vanbsp;^^^
van de stail Amersfoort, bl. 753.nbsp;- j,esloot ' ^^jf
2)nbsp;Zie Ur.PL B. lH. bl. 266, 268. I« ^-t jaarnbsp;„en
gering: «ende dat eerste dat men dan buersprake va»
kundigen , dat si ingekomen zyn niilter woene, ende
voert boer borgerscap stade doen sei.»nbsp;np.uUer^^'^'^^'u.flH l'J
3)nbsp;Zoo bad men slijkburgers op de V.ebrug, ^^^ ^ o
brug. Gaartbrug, Weertbrug, voor betnbsp;Juicolaa^'^''^.':
,1e Minrebroeders, op den aftogt en den wal voor n
4e Beijerbrug, op den aftogt bij St. Agniele aan
Het voornaamste onderscheid tusschen deze en de gewone gekochte
poorters bestond daarin, dat de eerste slechts tot wederopzeggens
toe van het burgerregt genot hadden, en dat hetzelve ook uiet op
üünne kinderen overging 1), terwijl daarentegen de laatste op alle
«aaraan verbondene regten aanspraak konden maken , totdat zij het-
elve opzeiden, zich elders met der woon nederzetteden, of wegens
^angedrag ontpoorterd werden; en ook de kinderen der laatste
etzij voor of na dien tijd geboren, werden als burgers beschouwd'
et uitsluiting van hen die, op het oogenblik dat^hun vader het
orterregt won, reeds uit zijne magt ontslagen waren, alsmede
«voorkinderen 2). Joodsche poorters te Amsterdam evenwel
'den hun burgerregt niet aan hunne kinderen mede, zoodat deze
'Noodzaakt waren het op nieuw voor zich te koopen 2)
testr^^quot;quot;^quot;quot;nbsp;waardoor men het burgerschap winnen kon,H„.ve,uR
Poortnbsp;aangaan van een huwelijk met de dochter vaneenen
^its ^^nbsp;Steden werd men op deze wijze terstond poorter,
an?^^ ^^ ^^^^^nbsp;vestigde en den poortereed aflegde'
^'ellfe ® ^^^^ daarenboven de betaling eener som gelds gevorderd'
^en ,nbsp;doorgaans veel geringer was dan die, voor welke
3). Deze wijze van opname komt reeds
H . ^ de keur van Middelburg van 11 Maart 1253, alsmede
R, . Van W^rvrT-. -C-0« 0 7 1\;r„„„J. -lOr'O ^ . ^
^^nbsp;^an
, formaliteiten of van het betalen eener geldsom wordt gewag
4). Te Amersfoort werd men door het huwelijk zelf nog
van leeu-
, oi i,T ^nbsp;----' ' ----------- quot;quot; costumen van
'■^V'j -^i-KKnbsp;P'- I^- 1014, die van
jS'nbsp;quot; ''^'^quot;elling, Beschr. van de stad B.iele i.
^^^e Merssegracht, enz. Zie over deze
in ^'v placcalenvan 28 Mei 15G9, 24 Mei 1574, 6 Sept 1587
^nbsp;Deo. 1599, 23 April en 14JunijlG02'
III- 269.
367nbsp;I^'t'cclil van 1570 art. 56, in het Utr. Pl. B.
Cl'nbsp;Ilwlensdaegse rechtsgeleertheyt, 1. 4. § 38.
Mly^S vl ofquot;'*'' I- I- c- 6. 5 6; alsmede de cos
Til Tgt; t\T II -t n, i
-V,.nbsp;^msieruam ijij noosEüooM, llecueil van keuren enz.
^quot;st • Van
Nnquot;'^nbsp;Holl, recht, 1. 10. § 3. Arntzekim,
rechtsgel.
wiEßis, Charlerb. I. bl. 272. II. bl. 865.
-ocr page 130-Te Amsterdam moest aanvankelijk degene die met eene P
leter gehuwd was, binnen zes weken na ^e voltrekkingJes
tS^Ïfn de stad komen wonen en ^en poortereed afleg^- , -
Termiin van zes weken is later in -^miknbsp;ae
.icb te Amsterdam vestigen wanneer men wild^ m^r ƒ
voordeden van het burgersebap met voordat -- ^
had hetgeen vóór 1579 binnen eene maand en sedert om
tien'dagen na de vestiging geschieden moest 2)nbsp;^^^
Daa Lboven hadden de plaatselijke besturen het regt' ^ig'
seuenking. DaaieuoovBnbsp;___^^^^nbsp;of om andere g
.. Daarenboven hadden de Plaatselijke besturen n we,. ^
'kele personen, wegens bijzondere
Seidenen, het burgerregt te, schenken. Yoorbeelden . an b^
She^en wij reeds boven op bl. 89 aangetroff^/^^ee^
Seidene Lombardiers, aan wie door de
. ...nbsp;^.,lpr7,Pt,tp,den het burgerschap om niet verie^ j-
cheidene Lombardiers, aan wie üoor aenbsp;^^
alwaar zij zich nederzetteden het burgerschap om niet verle
t: eeni algemeene schenking vindennbsp;S.aV ^^^
beeld in het verbond, tusschen Alkmaar, Mt ^^nbsp;^^
het iaar 1420 gesloten, waarbij men overeenkvvam de ^p d
'^den wederkferig als eigene .ingeborenen te ^schj-
iaarmarkten werden zij dan ook wederzijds a « ^ j^fouae^^^^'
in niet zelden gebeurde het, dat poorters van AJkmaar
of te Delft in de Eegering benoemd werden ö).
2)nbsp;Zie Hantv. enz. der stadt Aemsieueua.u....... -
pnvilegieenpoorterregt, hl. 15. Wao^ur , A.sterd
Booseboo«, Becueil van keuren enz. b. 95
3)nbsp;Zie c. BOOMKAMP, Alkmaer en deszelfs geschiea
1747, bl, 11.
753.
1) Zie^vAN BEMMEL, Beschr. van de stad
2nbsp;Zie Hanlv. enz. der stadt Aemstelredam. 1613. bl. 0^
____an nnnrlfirreat.
bl.15. WAGEN.UR,Amsi-quot;-
§ 3. Flujten der Uirgers.
Eene van de voornaamste verpligtingen, waaraan men zich bij »»«-«-'quot;s.
de verkrijging van het poorterschap onderwierp, was de voortdurende
inwoning in de gemeente 1). Het was evenwel niet overal een ver-
mischte binnen de muren der stad te wonen , mits men slechts in het
ïegtsgebied zijne woonplaats vestigde. In vele handvesten treffen
dan ook de bepaling aan, dat diegenen die tot op zekeren af-
stand buiten de stad woonden, mede genot van het poorterregt
gouden hebben, onder anderen te Haarlem, alwaar Jan 114 Eebr.
297 vaststelde, dat « alle die gemiene liede die an Harlem woenen
^Un muren, beide over die bregghe ende te Euttsevoert, te Sco-
.^iiwaert ende in den Hout, butet grafte, die an der grafte woenen,
horen poortrechte eude in horen coere van den poertequot; zouden
^rt en blijven tot wederzeggens toe 2). Op gelijke wijze bepaalde
^^^»lem III 25 Julij 1328, dat zij die in het Baljuwschap van
^^ leiand woonden te Rotterdam als poorters zouden worden aan-
^elfff ^^' ™nbsp;'''''' Braband 28 Eebr. 1425 aan
Vs bet privilegie, dat zij die ten zuiden van de stad tot aan de
tj^^® binnen veertien roeden aan beide zijden vau de vaart geves-
dezelfde regten zouden genieten als de ingezetene
nuts zulks aan het plaatselijk bestuur verzoekende 4).
'^ïenboven waren er velen, wier beroep medebragt buiten de
Oj.|. , ------ .w^xwx ..J, vcicu, wier ueroep meoeoragt buiten cle
^•^Iks Inbsp;molenaars, bleekers en anderen, aan wie
Sereedelijk werd toegestaan, zonder dat dit buiten
^'^^rheeTr^ ^^^ het genot van het burgerregt toebragt 5). Een
^ Vhtnbsp;een besluit der Eegering van
^ ^an 1435: «dat alle molenare voirscreven bij horen mole-
1) ~ ~
e 2) ^an leeuwen-, HooihscIi lloil. rocht, 1. 10. § 5.
' Charlerb. 1. bl. 582. Boel , Amstelreclams privile-ie
3) quot;^^St, hl. 7 , 340.
Onbsp;II. hl. 4^3.
5' i^eclu 1 10'tT'nbsp;bl. 702. Bij vax leeuwen, Boom.^ch
for ^ie va'vnbsp;privilegie de dagteekening van 28 Fehr. 1420
Cquot;' pars 1 'quot;''^VEN,nbsp;Roomsch Holl, recht, 1. 10. § 3. en Censura
burl'nbsp;^ ' Hollandsch rechtsgel. woor-
o^ S»
-ocr page 132-nen naeht ab dach Uten mmn, mer binnen onser stadt vryha-
den wesen mogen ende dair op woenen seilen ende hau ampt dair
; Ln, als vLcrevenis, ende dair op bnrgerscappen ^nn-
dl geen bürgeren en zyn, ende ho.r borgerscappen ^l-r be.a^^^
ende bescntten, off sy in onser stadt Wenmneren
ren , dnrende also lange als sy dat ampte selver doen ze len , zm^
argJlistquot; 1). Behalve aan deze werd znlks ook m enkele g ƒ ^^
aan Edelen, die op hnnne landgoederen gezeten waren ^
aan anderen 3) vergnnd; zelfs had men m sonxmige «teden
bepaalde soort van bnrgers, onder den naam van ^--äpoorters,^^^^^^^
poorters, hnitenhurgers oï grashurgers, die bmten mogten won
Isniettegenstaande de voordeelen van he ^nrgerschap gen^
Paardoor werd echter de Graaf soms aanmerkelijk in
benadeeld, daar velen in eene stad landpoorter wordende en
1) Zie miRMAK , Ulr. Jaarb. I. bl. 462.
2i Dergelijke vergunning om builen de stad te wonen ^n desn.
bel burgerregt te blijven genieten werd onder anderen verleend^ hel
door HcW Albrecht 11 Aprill404 aan de Vrouw van Dulfel en
plaatseliik beslunr in bet volgende jaar aan den R.dder Jan van u
I Leiden door Hertog Albreehl 5 Mei 1404 aan dengenen die op c
Woulerswert in bel ambacht van Soelerswoudenbsp;Fr^.*;
Leiden was; en Ie Ulrecht door hel plaatselijk bestuur m 1403 aa ^^^^
van Drakenborch, wonende op den Huize Drakensteui m 14^
uien Enge, wonende te Langbroek, en in 1439 aan Steven^ ,,,
wonende te Vleuten. Zie va. de wall , Handves en van Dord^nbsp;5 6
van miebis, Charterb. UI. bl. 789. Bubman ,
3) Zoo werd te Dordrecht door Schepenen en Radennbsp;var
Lombardiers vergund, mei behoud van bun Poorterregt tenbsp;^.de
ende keeren waer ende wanneer dat si willen buten onser snbsp;, c^o^
wanneer of tot wat liden dat hem belieft, baren orbaer ^
Herlog Albred.t 16 Junij 1363 aan Meester Abel,nbsp;b«»^quot; en
Bledegom, en zijne nakomelingen, om, wonendenbsp;ek^va»»®quot;'„ler
drecht, alle vrijheden te genieten , welke aannbsp;4 aan
door bet plaatselijk bestuur op gelijke w.jze 15 Dcc. rnbsp;„a^ ^^
Scboenboul, en 16 Dec. 1536 aan Claes Maertynszoonnbsp;gt;
lin-en , «alzoe verre als zy boer drie hoechlulen jairliKnbsp;loi
verware» ; te Leiden door Karei den Stouten 4 Maart ^ ^^^ ^^^^ pj
Willemsz., en door Maxiraihaan en Maria 7nbsp;^..r bl I^^pn va»
Enschuysen. Zie van miebis, Charterb. II. bl. 611. ^ • ^^^^^.esie
wall, Handvesten van Dordrecht, bl. 274. van mu^b' '
Leiden, bl. 290,292.
ten platten lande gevestigd blijvende, de betaling van bet aan den
dnbsp;sehot en ongeld trachtten te ontduiken en tol-
^iijheid te bekomen. Dit was dan ook de reden waarom Willem IV
m het jaar 1342 aan al zijne Baljuwen gelastte zorg te dragen,
d d Eegermgender steden geene landpoorters aannamen, ^aa^
dat eik poorter binnen de gemeente moest wonen, of anders het
b ^gerregt zouce verliezen 1); welk verbod evenwel niet lang stand
hield, daar Willem V reeds 11 Mei 1355 aan die van Oudewater
ergunoe, «dat sy alle hoer landpoerters, die buten onsen lande
gneseten ^ behouden moghen ende andere poerters ontfaen, alsoe
erre alst jeghens de zoene van Utrecht niet en draechtquot;, waarbij
Bogtans aan het genoemde bezwaar trachtte te gemoet te komen
oor te bepalen, dat de zoodanigen geenen vrijdom van tollen ^e-
^ eten zouden 2). Ook te Delft waren landpoorters, die echter in
t aar 13,9 «p bevel van Machtelt van Lancaster en Hertog Al-
eht hun regt verbeurden, omdat zij «op troost van bescherme-
je der stede van Delf dat opset maekten, ende deden die ondaet
4nbsp;wtghecomen isquot; 3) , terwijl
TT f-nbsp;''nbsp;^-ordende, dat de Ee-
aaiuiel ''nbsp;toestemming geene landpoorters meer
^ eiuen mögt en dat dit poorterschap niet op hnnne kinderen
Zlr^ L t?nbsp;^--«-berg gaf hij daaren-
1 , ^^^^ privilegie, twee honderd landpoorters te
Willem Ti oa^J'''nbsp;denzelfden 6 Sept. 1389 en door
^iis \ ,nbsp;^^^^ tot vierhonderd verhoogd werd 5). No^-
^^^ Srnbsp;^^nbsp;'l'-^t allen die buiten gezeten wL
^^geuo ®êquot;®quot;®taande zij m eenige stad als landpoorters mogten zijn
^^^stenT^'inbsp;schot en ongeld
Mf^e^ „'^'^talen en geene tolvrijheid zouden genieten 6). In den-
^eu 1 ;nbsp;.u.vxtjuciu :^ouaen genieten ui. m aen-
gC ''nbsp;^^ 1395 eenen maat-
innbsp;Eegering van Dordrecht, alwaar
^^ bo en 1366 landpoorters bestonden, verbood, voortaan
Zienbsp;Cliarlerb. II, bi, 671.
) Zie v^^nbsp;II. bl. 841.
i) Zi^^^^'^'iEms, Charterb. III. bl. 93.
Zie V,!nbsp;Charterb, III. bl. 27, 63.
iV , ^ievvquot;/quot;quot;quot;®' ^'quot;»'■'erb. III. bl. 488, 533. IV. bi. 6
■ ; ' Charterb. IV, bl, 176, Klcit , llist. der Ml Staatsr.
8X-
-ocr page 134-dczumen aan te nemen die niet in Znid-HoUana
die dan jaarlijks eene vaste som zonden voldoen 2) en met^ol
zijn, dan wanneer zij zieh binnen de stad vesügden 3). Joor
: rd haar gelast, binnen twee maanden sehrütel.ke OP^ ^ ^^^^^^^
van de naLn der landpoorters, «omme die toetten
bouekequot;, welke opgave zi, jaarlijks moesten aanvullen -t quot;
van hen die intussehen als zoodamg waren aangenomen é) ^
bevoegdheid van het plaatselijk bestuur van Bordreeht om o*
zl^ voorwaarden landpoorters te houden, werd ook in het v.r.o .
nderseheidene handvesten , alsmede bij art 34 der co^n^eu
van 1570, erkend 5). Aan de Eegering van Gouda werd nog
1505 een; dergelijke vergunning door Philips en Sehoonenj^^
leend 6), en ook te Ebenen en te Amersfoort vyaren d^ ^oj
nigen onder den naam vannbsp;bc^.end; z,
evL als elders enkele regten aan inwonende poorters toekome^^_
zoo als vrijdom van tollen en benoembaarheid tot ambten, en Q
ten jaarlijks 1 wilhelmussehild aan de ^^^^nbsp;'nbsp;die
van het burgersebap, tot dat Keizer Kare V .n Oet. 1546 ^
van Ebenen en 20 Mei 1554 aan die van Amersfoort verbood,
aan grasburgers aan te nemen , met bevel om aan hen die ei ^^^
hun regt op te zeggen, onder bedreiging van eene boete
...........-............ jjintiequot;
1)nbsp;Door Willem VI werd zelfs 3 Sept. 1414 vereischt, dat zU
Zuid-Holland minstens tien morgen lands in huur hadden , aan «e^ ..
ter van Dordrecht sedert jaar en dag toehehoorende. Sedert lu
was het echter voldoende dat zij in Zuid-Holland gezeten waren.
te WALL, Handvesten van Dordrecht, hl 431, 451nbsp;W
2)nbsp;Die som bedroeg, volgens het pnvdegie van 28 Ap. Inbsp;t.o
volgens dat van 3 Sept. 1414, 3 Dordrechtsche guldens w ^^
derde voor den Graaf en een derde voor de stad; volgens
1418 een halve nobel en driejaren later 1 l^^oon voor de stad,
van 4 Sept. 1520 2 en volgens dal van 6 Nov. 1536 1 Phdipsgul ^^
van de helft voor den Graaf en de helft voor de stad. A'e
Handvesten van Dordrecht, 358, 431 451 890 8 •
3)nbsp;Bij de privilegiën van 20 Junij 1418 en 4 Sept. ^^^
eene uitzondering gemaakt ten behoeve der voortbreng en Vc
Zie VAN DE WALL, Handvesten van Dordrechl, H- 451, i^gvolen^'
)rivilegie van 15 Sept. 1409 werd de opg-i-
meiï
4)nbsp;Bij het privilegie van 15 Sept. 1409 werd de opga- -„„eii^ing
clne, en bij dat van 3 Sept. 1414 binnen acht quot; ^.ebt, W-
eiken landpoorter. Zie van de wall , Handvesten van voi
5)nbsp;Zie VAN DE WALL, Handvesten van DororecU , •
6)nbsp;Zie van de wall, Handvesten van Dordrecht, •
Carolusguldens en arbitraire correctie tegen « diegene die daar over
staan^sullen, 't zy Scbout, Borgemeester, Schepenen ende Secre-
taris.quot; Evenwel werden ook na dien tijd, althans te Amersfoort
weder grasburgers toegelaten 1). Te Utrecht daarentegen waren zij
reeds in 1463 afgeschaft, toen de Vroedschap het besluit nam,
voortaan niemand als burger te zullen aanmerken, dan die zijne
vaste woonplaats in de stad hield, tenzij hem in vorige tijden het
buitenverblijf bij een bijzonder Raadsbesluit ware toegestaan. Vroe-
ger bestond er te Utrecht, behalve de speciale vergunningen aan
enkele personen waarvan wij boven gewag maakten, ook eene bij-
zondere soort van burgers ouder den naam van huitenlwgers, aan
^velke in het jaar 1410 werd toegestaan, tegen eene jaarlijksche
etaling van 1 ouden Erankrijkschen schilt, en mits in de stad een
omicilie aanwijzende «daar men sy bieden en rechtvorderinge,
gfieestelick of weerlick, op doen machquot;, waak- en dienstvrij te zijn
finnen «ende vry van den molensys buten der stat in horen husen,
^^^de mede van allen reysen die men doet, daar der stat banner
^jet mede uyt en isquot;, evenwel moesten zij «den klockeslach volgen
■ bes]^-^^ ^'^tersnoot isquot;, op welke laatste verpligting bij een Raads-
jaaV^^^ ^^^^ ^^^^nbsp;aangedrongen. In het volgende
VaiJquot;nbsp;termijn gesteld, binnen welken zij, op verbeurte
de poorterschap, in de stad moesten komen wonen, waarbij
len ^^'^quot;^g tevens te kennen gaf, geen buitenburgers meer te zul-
Welci^^^^^®^^^^'nbsp;^^^^ maatregel was slechts voorbijgaande,
op2'^^ ^Verden zij op nieuw toegelaten, ofschoon dan ook in menig
geliQ^ bij de inwonende poorters ten achteren staande, en onder
iji h , r^^beid om jaarlijks eene som aan de stad te betalen, welke
jaar 1443 op 100 pond gesteld werd 2).
^vas alzoo dat men, om van de gezamenlijke
^oestnbsp;burgerschap genot te kunnen hebben, in de stad
^^^^^ ■*^onen 3); in sommige gemeenten zelfs waren de oiieuwe
1)nbsp;y.
Aml^^''-nbsp;W. 1077, 1099. VAN BEMMEL, Beschr. van tle
2)nbsp;p'fon, bl. 757.
12.1, 12'® PI. B. III. bl. 268, 290. Blirjian, Ulr. Jaarb. I.bl.101 ,
^nbsp;U. 15, 39, 449.
Jw Au.l^to^^''''^^'^ inwoning vermeld in de privilegiën van Bollerdum
6 ^ en 5°jnbsp;^ Junij 1340; van Leiden van 13 Febr. 1274, 1 Mei
1326^quot;'nbsp;Zallbomrael van 1316; van Vlaardingen van
j'iH'en^ 16 Hnbsp;aangehaalde gebod van Willem IV aan al zijne
Jee. 1342 , in het privilegie van Dordrecht van 21 Julij 1348
-ocr page 136-US
poorters verpligt Mn donrieilienbsp;^^^ f
ie brengen, welke in de eene op veertien 1) , m de andere i
vee iTSg n 2)' of zes weken 3) bepaald was. Deze yerpbgte n-
lg bfagt Lnwel niet mede, dat men de stad nimmer ^
Velten het was meestal voldoende dat men er z,n
meid. BÜ sommige privilegiën werd nitdrnkkelijk n
de bnrgers vergnnd, eenen zekeren tijd,nbsp;^^^^^ ^^^^
jaar gednrend^den zaaitijd en den oogsttijd bn^en ^ ---
Lo leest men in de kenr van Haarlem van 23 Nov. 124o . DI^
poirter, is dattet noet is, mach veerli, äagle sittenwter poirte te
wesen in die hoeymaente, in die oestmaentenbsp;/j«^
hoey ende syn coern te vergaderen ende also memgen dach n ci
herLe te s'ayen, alsoe als die voerseyde tyt vonle eys a
weder come ter poirte aldair te bliven ende te wonen 4) , het
ook in vele andere steden voor een of twee maanden 5), voor
cn in de costumen dier stad van 1570 art. 43; m de handvesten van Z
Holland van 10 Mei 1346 en 16 Julij 1417; in verzoenmg pn B^ ^
J,„ vanArkelmet Willem V 25 Mei 1351 en met Margareta 24 Ju^
het privilegie van Woerden van 12 Maart 1371; alsmede ,n lmtsta. _ ^^^
van BoLwar^ van 1455 en innbsp;.Jfnbsp;V
Charterb. 1. ld. 352, 372. II. bl. 56, 149 ^ ' , 633 671 ^^^^
792, 811. III. bl. 256. IV. bl. 402, in bet Geld. Pl. B II. PP;
byv^DKWALL, Handvesten van Dordrecht, bl. 210, 1345, en b,j .0«
ZENBEKC, Charterb. van Vriesland. 1. bl. 556 o82.nbsp;,
1)nbsp;Zie het privilegie van Beverwijk van 11 Nov. 1298, b,j va.
Charlerb. 1. bl. 599.nbsp;„ van ^^
2)nbsp;Zie de keuren van Haarlem van 23 Nov. 1245
April 1246, van Alkmaar van 11 Junij 1254, van Medembbke
nikendam van 25 Maart 1288, vannbsp;^^jlaarl ^^ te-
Doorn van 27 Maart 1356, van Edam van 19 «ov. 135. eu va^^^ ^87.
broek van 2 Aug. 1304, bij van mieris , Charterb. I. bl.
483, 487. 11. bl. 831, 865. UI. 31, 167.nbsp;^^^ jjjanlequot;
3)nbsp;Zie de handvesten van Amsterdam van 9 Dec. 134. ,nbsp;göO.
en van Weesp van 20 Mei 1355, bij van mieris, Charterb.
848. 849.nbsp;1
4)nbsp;Zie VAN MIERIS, Charterb. 1. bl. 223.nbsp;Alkmaar ^a»
5)nbsp;Zie de keuren van Delft van 14 April 1246, van A'K^
Junij 1254, van Bledemhlik en van Monnikendam ^annbsp;' ^355, v
Beverwijk van 11 Nov. 1298, van Enkhuizen jan
Hoorn vau 27 Maart 1356, van Edam van 19 Novnbsp;287,
broek van 2 Aug. 1364, bij van mieris, Charlerb. 1- •
487, 599. 11. bl. 831, 865. UI. bl. 31, 167.
-ocr page 137-tig dagen 1) of zes weken 2) werd toegestaan. De grond vau vele
dezer privilegiën is te zoeken in de vroeger bestaan hebbende lijf-
eigenschap: de n].eeste steden hadden, gelijk wij boven reeds op-
merkten, het privilegie dat de nieuw aangenomene poorters, voor een
groot gedeelte gevlugte lijfeigenen, na verloop van zekeren tijd, niet
öieer door hunne Heeren mogten worden opgeëischt; was nu deze
termijn nog niet daar, dan had men te vreezen dat die lieden,
indien zij buiten de stad kwamen, door huune Heeren niet onge-
moeid zouden worden gelaten, en om zulks te voorkomen stond
Jmn de Graaf toe, zonder hunne vrijheid te verliezen , tweemaal
lil het jaar ter bebouwing van den grond en ter inzameling van
den oogst op het land te vertoeven 3). Doch behalv« deze ver-
Sunning treffen wij ook in onderscheidene handvesten de bepa-
ling aan, dan men slechts een klein gedeelte van het jaar in de
®tad behoefde door te brengen en overigens veilig buiten mogt
J^'onen, hetgeen reeds 11 Maart 1353 werd vastgesteld door Wil-
^111 II in de keur van Middelburg, alwaar wij lezen: «Niemene
mach portre wesen in Middelburch, hine Avone van Karsdage
Sinte Marie LicJdmisse ende van half Meye tot Sinte Jans-
^^sse binder portquot; 4); den overigen tijd van het jaar mogt men
vrijelijk buiten de stad doorbrengen, en dit heeft onder de
Heele Grafelijke Eegering voortgeduurd, daar wij in de costumen
1570 nog dezelfde bepaling aantreffen 5). Zoo werd ook te
in het jaar 1439 vastgesteld, dat de poorters zoo dik-
^ ® zij wilden tijdelijk de stad mogten verlaten, mits daarbinnen
^^^ting, vier ende licht houdende, en werd aldaar ook bij art.
^ der costumen van 1570 alleen diegene met verbeurte van het
^y^.^^'i'egt bedreigd die lt;imit alïnger synre woenstede buyten die
P^rlj'^^^^^t^ van Zuythollant voere te woenenquot;, en daarbij nog de be-
^^^g gevoegd:
«ten ware hy eenloepen warequot; 6) j eenloopende ge-
^aii 9 ile privilegien van RotlerJain van 7 JuniJ 1340, van Amsterdam
1342, van Dordreclit van 21 Julij 1348 en vau Weesp van 20
't^'ndve I 'nbsp;' Charterb. 11. bl. 638 , 609 , 849. vaiv de wall ,
2)nbsp;^ ^'an Djrdrecht; bl. 210.
iloll. s/'® 'let privilegie van VlaarJi
3)nbsp;IV.
4)nbsp;Aki-uiï, llisi. der lloll. Staatsr. IV. bl. 119.
5)nbsp;. ® mieris , Charterb. I. '' quot;quot;quot;
6)nbsp;Gr. Pl. u jji 266.
laarJingen van 1273, bij kluit, Hist, der
} Zienbsp;' Charterb. I. bl. 272.
DE WALL, Handvesten van Dordrecht, bl, 1345, 1346,
zelleu derhalve, die geen vrouw noch huisgezin hadden genoten
in dit opzigt nog meerdere vrijheid. Op gelijke ..jze
te Utrecht, alsmede te Rhenen en te Amersfoort eerst dan
burgerregt, wanneer men jaar en dag buiten de stad gewoond a .
zonder daarbinnen IkU en vuer gehouden te hebben; alleen ^ ^^^^
te Utrecht in 1443 eene uitzondering gemaald omtrent hen üie^
Schepen, Raad of Ouderman gekozen waren; deze verbeurden tersr
het burgerregt, zoodra zij elders gingen wonen 1).nbsp;^
Eene tweede voorname verpligting der nieuwe ^^f ^^ ^est^
«.engten, daarin, dat zij gehouden waren met de ovenge de lasten te ü ^^
en de diensten te verrigten, welke ten behoeve van den \ ox ^^
van de stad aan de gezamenlijke poorters waren opgelegd / ■
meeste steden hadden haren oorsprong te danken aan de J ^^
klaring door den Yorst van eigene of hofhoorige lieden die ^^^
Vorstelijke landen ontslagen werden van alle slaafsche dikste
hunne personen en voor de binnen het bereik van dien b ^^^
liggende onroerende goederen; maar daarbij werd doorgaa ^^^^^^
dongen , dat, tot schadevergoeding voor den eyns of ^j/««; ^
anders uit dat terrein, nu eenen vTijgemaakten grond, ^
Grondhecr toekwam, de gezamenlijke poorters jaarlijks eeii^^^^^.^
som fannm quaedam pensio) en daarenboven nog iets bij ^^^^^^^ijte
gelegenheden aan den Yorst zouden betalen. poorter . ^
dus vrij van schot, maar de stad zelve werd, om harei^ jeo
bij verdrag op zeker schot gesteld 3). Die gewone belastm^^^
Graaf bedroeg te Haarlem jaarlijks 20 pond 4) , te Heli '^^^^j^-cte
landsche schellingen 5), te 's Gravezande «een matige eiid^ ^^^
bedequot; 6) , te Dordrecht 60 Hollandsche ponden 7), te Au^ ^^^^^
quot;TT Zie de resoluliënder Yroedscliap van Ulredit van ^^^f' fet^'^f'^no
1398 en 1443, alsmede de ord. van Rhenen van OcLnbsp;^^y^lOJ '
Amersfoort van 20 .11 ei 1554, inhelUlr.Pl. B. 111. hl. 260, 290,
2) Zie van leeuwen, Roomsch Holl, recht, 1. 10. % ö.
3 Zie KLUIT , Hist. der Holl. Staatsr. IV. hl. 106 vgg. (^^laftef •
4) Zie de keur van Haarlem van 23 Nov. 1245, bij van mi^R '
I bl 2^3nbsp;quot; C'^^
' 5)quot; z'ie'de keur van Delft van 14 April 1246, hij van «lEUi., ^^ ^^^^^^^
^ 6) Zie de keur van 's Gravezande van Mei 1246, bij van miequot; ^^^^^^
I. bl. 236.nbsp;^^nbsp;^'lu
7) Zie de keur van Dordrecht van 28 Jan. 12a2, bij ^ an _ ^^ ^
1. bl. 265. van de wall, Handvesten van Dordrech ,
deze som nog le zijner tijd door de stad Dordrecht bctaa
1-Zl
«bede iu gesette tyden, als wy mit onsen Eade ende nut de stede
Schepenen redelicke schattenquot;!), te Leiden «de caligia dewelke
Dottinge genoemt wordt, die van het derde tot het derde jaer woidt
lïigezamelt, te weten dat dezelve niet te boven gaande 3 ponden
en 5 schellingenquot; 2), te Rotterdam jaarlijks 20 pond 3).
Als buitengewone belasting moesten door Ouderkerk 10 Holland-
sche ponden worden betaald, wanneer de Graaf zich naar den Keizer
egaf, eenen oorlog voerde of een huwelijk sloot, en6 ponden wan-
neer zijn broeder of zoon tot Ridder werd geslagen, of zijne zuster ,
^chter of zooneen huwelijk aanging 4); door Geertruidenberg 100
J^llandsche schellingen, wanneer «den Grave sigh begeeft naar't
ofi des Keysers, ende over de brugge by Maestricht trekt, of wel
den oorlogh gevangen wert, of ingevalle syn soon Ridder werde
j. ®yn dogter haer ten houwelyck begavequot; 5); door Delft 20 schel-
Ha?^' quot;»^'anneer de Graaf in het huwelijk trad. Ridder werd of zich
het Hof des Keizers begaf, en 15 schellingen wanneer zijn
Zoo^ Ridder werd, of bij het huwelijk van zijnen broeder, zuster,
l^jj^J^^^flochter 6); door's Gravezande eene nader te bepalen som
^üste^nbsp;van den Graaf of bij die van een' zijner broeders of
^^acl^^^ ; door Alkmaar «alsoo menigh pond als wy mit onsen
mit Schepenen derselver poorteren redelicke taxeren ende
iwr-—
bl oo keur van Alkmaar van 11 Junij 1254, bij van mieris, Cbarterb.
2)quot; t
^'iarierj'®''®'^nbsp;^'an Leitien van 19 Dec. 1266, bij van mieris,
'quot;-quot;iT i-nbsp;SO!quot; quot;'^aar tot 13 Dec. 1583 betaald. Zie
3)nbsp;der Holl. Staatsr. IV. bl. 110.
^''^npri'^!quot;^^ privilegie van Rotterdam van 7 Junij 1340, bij van mieris,
4)nbsp;639.
^'^^•quot;lerb^T^®' handvest van Oudeiierk van 15 Junij 1097, bij van mieris,
^•^quot;iiUigg^ ' 76. Over de dagteekening van dit handvest is verscliil,
hetzelve veel later ten tijde van Floris K Zie Mr. j. van
, l4ile „ ^quot;'^•ijke handvesten en keuren in Holland en Zeeland in de 13^6
Hegj• in derzelver onderling verband, in de Nieuwe Bijdragen
]{■nbsp;en Wetgeving, van Mrs. c. a. de.v tex en j. vas hall ,
ihr n ., ® over den aard van die buitengewone opbrengsten kluit ,
12?nbsp;vgg.
bii Vnbsp;van Geertruidenberg van 1 Oct. 1213 en 23 Jan.
1 7 Xienbsp;Charterh. I. bl. 158, 371.
'5 235_nbsp;van Delft van 14 April 1246, bij van mieris, Charterh.
ï ^ ^ ^ '
'sGravezande van Mei 1246, bij vas mieius , Cbarterb.
-ocr page 140-ordineren snllenquot;, bij het gaan naar den Keizernbsp;quot; ^
lijk van hem of een' der zijnen 1) ; door Leiden 10 Hollands^
ponden bij dezelfde gelegenheden, alsmede wanneer de Graat,^J
Ln of broeder tot Ridder werd geslagen 2) ; door Medemblik^^^
door eenige andere steden «precaren ofte beden, soo ^^^^^
als wy met onsen Kade ende met Schepenen van Medenbli^ ^ ^^^
lycken sullen taxeren ende ordinerenquot;, even als te Leiden ó ^^^^
door Eotterdam eene nader te bepalen som, wanneer «wy o ^^^^
zoone Eidder worden, of wyven nemen, of dochters doen
of tot Coningen van Aelmagniën of der Keyseren Hoven
Behalve deze sommen, die jaarlijks of bij buitengewone gei
heden aan den Graaf voldaan werden, en waartoenbsp;^^
moest bijdragen, waren de burgers ook gehouden belasting ^^^^^
talen ten behoeve der gemeente hunner inwomng, om _ci^ ^^^^^^
de huishoudelijke uitgaven te bestrijden. Yan dienbsp;,
dan ook in sommige handvesten uitdrukkelijk melding S
onder anderen in dat van Ylaardingen van 6 Jan. 1336 » ^
Willem III verordende : « dat alle deghene, die_ binnen cie^^
woonachtich zyn ende goet hebben binnen der poirte, tote c
meenen oirbair der poirte van dien goede dat sy daer bmoe
oost doen ghelike anderen poortersquot; 5).nbsp;^^
Daarenboven houden bijna al de vermelde handvesten^^^ ^^^t
ling in, dat de stad in tijd van oorlog den Graaf .^g^s
aantal manschappen moest bijstaan. Ook waren de Pquot;
pligt de stad te helpen verdedigen en de regten hunner ^^^ ^^^^ j^lt'
te beschermen. Zoo leest men onder anderen in
maar van 11 Jnnij 125é, alsmede in de bovennbsp;,
Medemblik, Monnikendam, Beverwijk, Enkhuizen ,
--------------
1)nbsp;Ziedekeurvan Alkmaar vannbsp;11 Junij 1254,nbsp;bijnbsp;VANnbsp;WIE»nbsp;'nbsp;^^^^^
I.nbsp;bi. 390.nbsp;bij
2)nbsp;Zie bet privilegie van Leiden van 19 Dec. l^»'''
Cbarlerb. I. bl. 345,nbsp;,..ndam ^a» ^^
3)nbsp;Zie de handvesten van Medemblik en van MonniKen ^^ jlaart
1288 , van Beverwijk van 11 Nov. 1298 , van Enkbuuen v^^^ ^ ügt; ^^^^
van Hoorn van 27 Maarl 1356, van Edam vannbsp;^sO, ^^
broek van 2 Ang. 1364, bij van miehis, Ciiarlerb. 1- ' jj,
II.nbsp;bl. 835 , 865. 111. bl. 34 , 169,nbsp;.nbsp;bij '
4)nbsp;Zie bet privilegie van Rotlerdara van 7 Jmnj
Charlerb. II. M. 639.
5)nbsp;Zie VAN MiCRis, Charlerb. 11. bl. 377.
-ocr page 141-en Grootebroek: «Yoort soo wat poorter der gemeenten niet en
^lelpe die nytheemsclie Inyden te verdryven, opdat sy doen teghens
^echt der poorteren van Alcmaer, soude ons gelden 10 pont ende
die poorte een jaer Verliesenquot; 1).
Tot aankweeking van zelfstandigen burgerzin en om eiken schijn
l'^ii afhankelijkheid van een ander gezag te vermijden, was het voorts
de burgers in sommige steden op gestrenge straf verboden, de
eederen van eenen anderen Heer te dragen, zoo als Willem III
. 1308 aan den Baljuw, Schout en Eaadvan Zierikzee beval:
y bidden ende ontbieden u ende willen, dat ghy verbiedt ge-
^^eenlyck in onsen poorte voorsz. van onsent wegen, dat niemandt
^ eoene en sy eenich mans cleederen dragJien die huyten der poorte
cleederen, onsen Burchgraves van Zeelandt,
^aj f draecht, dat hy syn poorterschap verwint twee jaer
^ick ^^^^ incomende sonder weder ontfangen ende 10 pont, also
itie^^ als hy se aentrekt, sonder yemandt te verdragenquot;; gelijk
«Kiit'^ de stedelijke Regering van Utrecht in het jaar 1409 het be-
dej^^ ■ quot; ^^^nbsp;tyt voert gheen onzen borger ofte on-
H ^^ ^^^kf^er Heren ofte andere luden, glieestelike ofte weerUke,
yetU caproen, nocUe gheenreliande zae draglien en seilen; ende
liorejj die dit verbrake, dat woude die Raet aen hem rechten tot
®nclg ^^'^etdoncken, ten waer dat zy hoer stede huysgesinde waren
ïeij^ ^^ghehx in horen cost waren, die mogen horen Heren clede-
l'nnbsp;ofte zac draghen sonder brücken quot; 2).
^^tzelvg^ ^ plaatsen ook verloor men het burgerregt, wanneer men
^ders gewonnen had, in andere moest men, om het
^^tdfiii daartoe vergunning vragen aan het stedelijk bestuur,
'l® -^Ws^g quot;^ii^ gewigtige redenen het verzoek toestond. Zoo was
op gj ^ bet aannemen van het poorterschap in eene andere
va^^^^nbsp;voldoende om hetzelve te verbeuren, naar
ianbsp;oi^de keur: «Ende waer eiiich poirter, die anders
betoopfnbsp;dorpe poirter of buer worde, die soude
^^ bringen binnen vier daghen nadat hy poirter of
^^^^lits ^l^^^^'o^'den, by 4 pont Hollants; ende dit sal staen tots
evingi^^g^^ Stelliger nog verordende de Regering
SßP ^ie vav
ixnbsp;oTquot;'®' f^liarlerb. I. bl. 289, 486, 491 , 603. II. bl.834,
3 Zie v^quot; ^^ '169-
^ie wTgpquot;quot;''''' ^'quot;'•lerb. II. b.. 76. Bürman , Ulr. Jaarb. I. bl. 95.
^^-^ar , Atnslerdara. III. bl. 160.
Andere
pllgteii.
van Utrecht in het jaar 1342 : «Waer ymand van onsen borgeren
die ergens anders waar borgerscap of poerterscap gewonnen hadde
of nog wonne ter stad wedenoille, die waar zyn borgerscap quyt;
also verre als hi dat gedaen hadde, ende nimmermeer zyn borger-
scap weder te verkrigen, ten, ware dat gedaan ladde ofte nog
hi oorloveder statquot; 1).nbsp;.
Andere verpligtingen van minder bèlang op te sommen ot
zoodanige, waaraan slechts in enkele steden de bnrgers onderworp
pen waren, zoude ons bestek niet gedoogen; het kwam ons
doende voor, van de voornaamste melding te maken, die
meeste handvesten gelijkelijk worden genoemd, en welker nakomi^»
men dus zeggen kan dat in het algemeen gevorderd werd van ^^^^
die in eenige stad van ons vaderland het burgerschap verkre»
hadden.
1) Zie Utr. PL B. III. bl. 266, 281.
-ocr page 143-§ 4. Nakiralisaüe.
^ Tot dus ver hebben wij gesproken over het burgerschap, het-
welk door de stedelijke Regeringen aan vreemdelingen kon verleend
^ orden. Daareirboven had de Vorst het regt van naturahsatie, waar-
door hij iemand tot inboorling verklaarde 1). Omtrent de wijze
^^enwel waarop dat geschiedde, is ons niets bekend ; de groot zegt,
^ zulks van ouds niet «in de macht der Graven alleenquot; is ge-
l^d^est, zonder nadere toelichting, en de aanteekenaars op dat werk
^^^^'eren daaromtrent mede een diep stilzwijgen. Ook de Heer
geeft op dit punt geen meerdere opheldering, zesgen de:
^^|%iuissima tempora (namelijk de Grafelijke Regering) plane
^^ tnnus, qmppe quibus omnia quae ad hoe argumentum pertinent
Possnbsp;, ut certi quid in medium proferre nos
bedoeling van de giioot is waar-
^onde^quot;'^' ^^^ ^^ Graven geene naturalisatie mogten verleenen
HeeJ ^«^^^temming van de Staten des lands; als eene regelmatig
'ijtleiinbsp;vergadering treffen wij deze evenwel eerst na het over-
aan^ Karei den Stouten, bij de opvolging zijner dochter Maria,
itinbsp;de naam van Staten voor het eerst genoemd wordt
'^^Ha ^ ^'an verzoening tusschen Pldlips van Bourgondië en
^er ^e Beijeren van 3 Julij 1428, ofschoon toch reeds vroe-
^amen of afzonderlijk bij enkele gele-
^»^^'ennbsp;^en Graaf waren bijeengeroepen, doch alleen tot het
J^gel ^^^'ies 3). Waarschijnlijk is het dat de Graaf in den
K gevoj® iiaturalisatie zal hebben verleend, zonder daaromtrent
^^ïolfljgj^^^.^an zijnen Raad of van de steden die in de zaak konden
te hebben ingeAVonnen, zonder echter aan dat advies
/^i'hetnbsp;'nbsp;^^ enkele gevallen beloofde de Graaf zich
M^lr^'''nbsp;gedragen, en
de naturalisatie nergens genoemd 4). Hoe dit ook
^ie
,.^'ss. conti
Squot; ^ part isquot;quot;?nbsp;a.1 IIii- Grolü Inlroduct. ad jurisprud.
Vaknbsp;peregrinis, pag. 55.
4) ,nbsp;C'^^rlerb. IV. hl. 917. VVagenaar , Vad. Hist. III.
^^ hel feil, waaruil raepsaet , hist, de l'origine etc.
-ocr page 144-.ii er heerseht op üit punt groote onzekerheidnbsp;^^^^^^^^^^
l;redd van Le gednrende de
naturalisatie kunnen vinden, en het is ooknbsp;j^en
:l;fz:idenzal zijn verzoeht 1) : door
het regt van inboorlingsehap : was nu hieraan ^^^ ï^^^f^Sg^ch^P
Le of andere stad niet verknoeht, dan_ hielp
onder poorterregt den vreemdeling weimg; - ^ J
de naturalisatie iemand tot poorter maken, dannbsp;^or-
teinig behoefte gevoeld zijn, dewijl poo^^^^^^^^^ veel
lingsehap voor de meesten genoegnbsp;bekorr^«^
dat het kon worden toegestaan.
--------------------der 'i'®quot;quot;
r ™—...... i. ra.
' T) 1„ FranUrijU, waar hel ch-oil d' aubame .n ^ ^^^ ^ t^-oek«« ^
vreemdelingen werd loegepasl, beslond ,neer grond ol bd v
natnralisalie. De eersle brieven van d.en aardnbsp;f ^^^^^„„es
Zie .sAMBERT, n.cRUsv el .oobdak , Recueil général desanc.e
çaises. 1824. VI. pag. 783.
-ocr page 145-DE 11 DE AFDEELING.
ntr.tkx aa.\ iiet ßueger- ex inboorlij'gsciiap verbosdo.
§ 1. Hegten door let lurgerscJiap verkregen.
erd iemand burger, dan kwam hij in het bezit van onder-
^^^neidene regten j sommige van deze verkreeg hij terstond bij zijne
Ptiame, tot andere werd hem eerst na eenig tijdsverloop de toe-
geVlnbsp;termijn was hij volkomen met alle burgers
^^jiJJi gesteld; de regten toch, tot welker genot in enkele gemeenten
geboren burgers werden toeplaten, zijn uiterst gering in getal,
j^^^algej^pe^^g regel was, dat hij op dat genot terstond aanspraak
^ dat daan^an alleen die regten waren uitgezonderd,
sl^y ^ij de handvesten met name waren opgegeven als bij uit-
tet/^^S toekomende aan hen die sedert eenen bepaalden tijd'poor-
geweest. In sommige privilegiën lezen wij dan ook uit-
^igdg «eiide als hi dat gedaen heeftquot; (namelijk de verschul-
Voit^ Solden betaald en den eed afgelegd) «soe sei hi gebruken
Hit^^*^^ ^^^ Poiï^te rechtquot; 1). In enkele steden daarentegen, doch
weinige, werd men tot het genot van geen aan het bur-
'^'^^erejj^ yerknocht regt toegelaten dan na eene inwoning gedurende
tijd^ Qj^^gj. anderen te Woerden, alwaar Hertog Albrecht
dat een nieuw poorter zes weken in de
^^ poorthebben «met synre alinger woonstadt, eer hy
'^gen'^^^^^ genieten mach, dat gedaen, mach hy sulcker vry-
alse wy onser stede voorschreven gegeven hebbenquot;2).
1284''quot;«nbsp;Haarlem van 23 Nov. 1245, van Alkmaar van
Milt ' j\ip',nbsp;loeiden van 13 Febr. 1274, van Dordrecht van 14 Sept.
^aiiV''quot; U fljnbsp;en van Monnikendam van 25 Maart 1288, van Bever-
Ui ^^Wrtnbsp;Enkhuizen van 16 Maart 1355, van Hoorn
% 1364 Inbsp;' 'an 19 Nov. 1357, en van Grootebroek van
II' i!i'nbsp;Charterb. I. bl. 223, 286, 372, 443, 483,
VA:nbsp;831, 865. 111. bl. 31, 166.
'nbsp;Charterb. 111. bl. 256.
-ocr page 146-Veiscliilleiid waren de regten die iemand ten gevolge ^ van he
hnrgerschap, hetzij dan terstond hetzij na verloop van eenigen tijc,
verkreeg , verschillend ook naarmate van de stad waarvan hij hurgei
geworden was. Met al die niteenloopende regten en privilegiën
zullen wij ons hier niet bezig houden 1), maar ons bepalen tot
voornaamste, die aan de burgers van de meeste steden g®®^®^,
waren, en van welke men dus in het algemeen zeggen kan ^at«^
aan den vreemdeling het genot verzekerd werd ten gevolge van
door hem verkregen poorterregt.
a. VEIJHEID VAN LIJFEIGENSCHAP.
Onder de oudste privilegiën der steden kan voorzeker dat
schikt worden, krachtens hetwelk alle lijfeigenen, die al^^'^^^jgt
poorters waren aangenomen, terstond vrij werden, of althans ^^^^
dan binnen eenen zekeren tijd door hunnen Heer konden
opgeëischt. Te Helft werd die termijn door quot;Willem II
1246 op jaar en dag gesteld 2), en evenzoo te Dordrecht, ^ ^^^^^
28 Jan. 1252 verordend werd: «Waert sake dat jementsJ^» j^j
man quame te wonen binnen der vriheit van Dordrecht, e ^ ^^^
jaer en dach ongheëyscht van sinen Here blyft, dien sn
dien last quyt ende vry houden quot;3). Hetzelfde gold ook
1)nbsp;Zoo mogten in vele steden alleen poorters in zekere
ten worden opgenomen, onder anderen te Amsterdam, alwaar' ^^^jVVeeS-
51 Maart 1523 besloot, dat uitslnüend kinderen van poorters 1» ^^^ ^iege'
huis zouden worden verpleegd; 16 Jan. 1554 werd dit beper
nen, wier ouders een van beide gedurende zeven jaren P»®'quot; poor'®
weest. Ook in het Oude mannen- en vrouwenhuis werden anbsp;a^^
en poorteressen opgenomen , volgens eene resolutie vannbsp;tloii
dergelijke gestichten nogtans werden zij die geen poortersnbsp;„fscH ^^^
onder anderen stond de toegang lot het Dolhuis onbepaaU^^^ ^^^^tefS
men ook daar, volgens de resolutie van 15 Junijnbsp;.gjaoi- ^^
voorkeur geven moest. Zie Hantv. enz. der stadt Aeroste i
79,80. Wagexaar, Amsterdam I. bl. 531.nbsp;je
2)nbsp;Zie van mieris, Charlerb. I. hl. 232.nbsp;27.
3)nbsp;Zie van i)e wall , Handvesten van Dordrecht, „orter te»
privilegie van 14 Sept. 1284 wordt gezegd, dat elk
in de voordeden van hel burgerregt zoude doelen, ' ^^.grd gt; .[je»
LI. 67, afleidt, dat sedert dien t^d een lijfeigene lerstom^ ^^^^^^ eii
zich dan ook het boven vermelde beding van den Heer
van 1337 gemakkdijk laat verklaren.
megen 1) en te Stavoren 2). Daarentegen was te Haarlem, te Alk-
maar, te Meclemblik, te Monnikendam, te Beverwijk, te Enkhuizen
te Hoorn, te Edam en te Grootebroek geen termijn bepaald, in de
handvesten dier steden wordt alleen gezegd: «Yoort after dien dat een
man poorter is geworden, en is niet schuldigh yemants dienstman te
^sen, maer hy sal die vryheyt ghebruycken na der reehten der
poorteren. Het sehijnt dus dat lijfeigenen in die steden terstond na
het verkrijgen van het burgerschap ontslagen waren, waarvoor van
öE WALL als reden opgeeft, dat men daardoor deze lieden des te
meer wilde uitlokken om in de Westvriesche steden het poorterschap
e winnen, het «^elk toen ter tijd, welligt wegens de waterachtigheid
Ier landstreek, minder gezocht werd 3). Evenmin komt zulk een
^rmijn vnor in het privilegie van 's Hertogenbosch van 1329 4)
in Overijssel daarentegen behield de Heer gedurende dertig jaren
^«e stad tot poorter aangenomen 5),
i. tolvbijheid.
Êijnaalle steden van ons vaderland hadden het privilegie, dat
burgers met al hunne koopmanschappen 6), of althans met
^'aardon? rnbsp;^quot;«--quot;anieliik verleend met
L rnbsp;'' bevorderen; wanneer
'ietalgemeen van goederen gesproken wordt, moet men
aan l ''el privilegie door den Roomsch Koning Rudolf 10 Sept 1282
Joegen verleend, bij van mieius , Charterb. I. |jl i^G
^^ n/';nbsp;door Floris V 1 April 1292 aan Stavoren verleend,
quot; mieris , Charterb. 1. bl. 544.
^^ Jununbsp;Nov. 1245, van Alkmaar van
y Ihvnbsp;Medeinbbk en van Monnikendam van 25 Maart 1'gt;88
1 vaTof J'quot; ^^ 1298 , van Enkhuizen van 16 Maart 1355 van
^«n 2 ? rJf^-''quot; ^^
V ^ 602 1. ,nbsp;Charterb. I. bl. 227, 289 486
gt; vat n 'l-'f'nbsp;-kvANnEv^f nfn :
J w ^ evenwel de Heer aldaar zijne lyfeigenen binnen veertig dagen
Hooftstadt ende Moverye van
ö) quot;'Jossche, bl. 226.nbsp;quot;
Dpnbsp;H'st- der Holl. Staatsr. IV. bl. 120.
het
dus
enkele derzelve, vooxbij alle of sommige Vorstelijke tollen mo^en
varen en trekken, zonder tot eenige betaling gehouden te zijn,
voor welken vrijdom in vele steden de Regering eene bepaalde som
aan den Vorst uitkeerde. Dit voorregt van tolvrijheid vinden wi]
reeds in de vroegste handvesten vermeld, het oudste in Holland is
dat van 15 Junij 1097, waarbij Moris II die van Ouderkerk van
de betaling van alle tollen onthief 1). In de volgende eeuwen
werden dergelijke vrijdommen door de Vorsten zoowel m Holland
als in andere gewesten van ons vaderland in menigte verleend, en
niet alleen aan hunne eigene onderzaten, maar ook veelal aan de
burgers van andere gemeenten, met welke die onderzaten handel
dreven. Door alzoo het burgerschap te winnen, bekwam mennie«
alleen het genot van tolvrijheid binnen het gebied van den Vorst,
waaronder die stad gelegen was, maarniet zelden ook tot ver ove
de grenzen. Eene volledige lijst te leveren van alle steden wie
burgers dat voorregt bezaten, zoude ons te ver heen voeren,
zullen ons bij de voornaamste in de verschillende gewesten van
vaderland bepalen, met bijvoeging van het tijdstip, waarop die g
meenten zoodanig privilegie verworven hebben,
Wanneer wij alzoo in de eerste plaats de onderscheidene V^ ^^^
'legiën nagaan, door de Graven van Holland verleend, dan ^
moeten wij als een der eerste een handvest van Geertruidenbej^
waarbij Willem I 1 Oct. 1213 beloofde: «een yder sal
met syn goederen vry vaeren op de marcten van Hollandt;
de poorters van 's Hertogenbosch syn vry van tollen van St-
trudenberg, soo syn oock die van Geertrudenberg tot Boschquot;; he
door Eloris V 23 Jan. 1274 bevestigd werd 2).
Nog ruimer waren de voorregten door Willem II 23
aan de poorters van Haarlem geschonken; mogten die van tf^^
denberg tolvrij varen op de markten, die van Haarlem
vrijdom overal in 's Graven landen «van alre tolne
bescattinge van tolne after water ende after landequot;, terwijl
hen 30 April 1407 ook vrij verklaarde van de markttollen
daaronder in den regel koopmanscliappen verstaan; van ^quot;^'^^^Jab»
L. v. huisraad, werd dan ook doorgaans tol betaald. Zie ^^^
sterdam III. bl. 144.nbsp;, je '
1)nbsp;Zie VAN MIERIS, Cbarterb. I. bl. 76. Zie echter oniirei
kening van dit privilegie het boven op bl. 121 aangemerkte.
2)nbsp;Zie VAN MIERIS, Charterh. I. bl. 159, 372.
Ilollaiicl.
toom, hortWnbsp;te betalen
Jriohem en te Heus ™ t/wiflTquot;™ ™ ^^--quot;'»Hen te Won-
1356 door den bJ^nbsp;H tv™;*
e ,nbsp;Wassenaar
II Jnnii lalr 20 Mnbsp;quot;quot; ™n Alkmaar
•quot;quot;■»l 8 sént nZ ï ],nbsp;Ooi Floris V
gt;- of tofeM tt'st Tquot;™nbsp;^^ hon ^en
1284 T\nbsp;te vorderen, en bevesfiJe ?
hM vroeger toegekende voorre-lén ^T ,
)»„°«Pt, nog vermeerderd f», --i i 'quot;quot;quot;egten. ileze werden
gt; ^^iit rnet aHe 1 I ^nbsp;'''''''nbsp;doer al
dat zii vLtat '^-'f-^eäerseggenquot;, alsmede 27 Juui
fei
o-™ niet - •
-^^rdenbsp;^^^ 3 Sept. 1414 van alle markttolleu vrij
''nbsp;WAO..AA., A.U-
J)nbsp;342. n. bl. 858. IV bl 61
9-x-
-ocr page 150-Bij onaerscheldene privilegiën waren dergelijke g^^sten ook aa«
de poorters van Leiden geschonken , aan welke door Plons Y 19 Pee.
1266, door Willem III 1 M.i 1306 en 5 Jan. 1315 en door Bar
gareta 30 Mei 1346 werd toegestaan, overal door 's Graven geo ^^
hunne koopmanschappen te voeren, zonder eenigen tol schuldig
.ijn, terwijl hun mede Willem YI 3 Oct. 1413 beloofde, dat
met hunne goederen ongehinderd de markten in zijne landen mo
bezoeken, zonder dat van hen eenige tol, stal-of ander ongeld zon
geëischt worden 1).nbsp;. cf.
Hetzelfde werd door Ploris Y in 1270, 24 I^ov. 1273 en ^^
1281, door Willem lY 4 Jan. 1340 en door Willem YI
1413 ten aanzien der poorters van Schiedam verordend 2); te
Floris Y 23 Julij 1272 mede aan die van Gouda vrijdom verzeil
van alle grafelijke tollen , « met allen hoeren eygen schepen en
hoere eygene goeden'Ven zulks 15 Aug. 1282 nader heve^
« alsoe verre als dat goet niet ne leghet op sceepsbodem dat ^^^^
bare sy.quot; Hertog Albrecht schonk hun in het jaar 1^90 op ^^^^
tolvrijheid in zijne landen, en Willem YI onthief henl
van de markttollen te Woudrichem en te Heusden.nbsp;yegie
genoten zij een gelijk regt in Gelderland, volgens eene pr
hun 17 Maart 1372 door den Hertog van Gelder Jan van
verleend 3).nbsp;vaderl^Ji'!
Zeer begunstigd in de verschillende gewesten van ons ^^^^.jja
waren de poorters van Amsterdam, wier handel zich
en zijd uitstrekte. Algemeene privilegiën ten opzigte ^ j^^^r-
lijke tollen bekwamen zij van Floris Y 27 Oct. 1275 ^
1291, van Willem III 11 Oct. 1317 , van Willem H ^^
van Jan van Beijeren 18 Jan. 1421 en van Koningnbsp;t '
1574. Onder de bijzondere treffen wij eene ovexeenamp;^^^^^^^ede
door bemiddeling van de Heeren van Brederodenbsp;W^ss^
22 April 1360 met den Burggraaf van Leiden Hn'K njlsc»
naar aangegaan , waarbij de stad Amsterdam tegen eenej^^
uitkeering van 32 Hollandsche ponden voor harenbsp;legenl^®^^
erlangde op de Wassenaarsche tollen, uitgezon er
van de jaarmarkten te Ylaardingen, Voorschoten
bl
1)nbsp;Zie VAN MIEIUS , Charlerb. 1. bl. 345. 11. bl. 55 ,,nbsp;bl.
2)nbsp;Zie VAN MIERIS, Charlerb. I.bl. 355, 371,414. U- 'oC,
3)nbsp;Zie VAN MIERIS, Charterb. l. bl. 303, 425. IH- '
Gr. PI. B. UI. bl. 751.
Mrfnbsp;quot;quot;quot; Maxi,niliaan ea Maria beve.
«a werd toen èe tollen door het utoterven van den ond r»
slam van Wassenaar aan de Grafeliiklirid v™ n„ll T m
ïnbsp;uitkeeLgdoor Her-
«4n ™ ^'r''quot;quot;™' ^nbsp;quot;«zondering voor de
'»Ile?/ w ,nbsp;quot;quot;^Wing op de markt-
W oaJquot; T™'™'quot;quot;quot; ™nbsp;Holind en zTelnd
'We ' 7nbsp;toopmanscbappen de rivieren
j^« tsSd BH' '''' '7nbsp;:'
Sid d£ii Mf, H : ?nbsp;«-as
d»; f'nbsp;G™ of op te Vaertquot;
vaT; V? quot;!.nbsp;«eds van oods in he
1 .nbsp;;nbsp;^quot;iieunoe- ai Alaart 1475 te
N^ianf. 7nbsp;medepoirteren, als een lit van
datpnncipaelste lit van dien, sculdich syn met
'iaer omtrent, tollenvrj te wesen
'fi^-^eer
C^^ .. rnbsp;''^^i^-^rie ge-
Va! Tiin quot;VT t ''nbsp;^'^«^quot;Seven misschien wel
ï l^^^ferdam u ' Tl'nbsp;'ï« poorters
al ha, te Kampen, reeds vroeg tolvrij erkend zijn.
; quot; f etahngvandenKotertol of Katartol
pX t ; f .«-delykna herhaalde vergeefsche
^an Alt;nbsp;^^ ^«paling, dat de
^^asnbsp;voortaan dien tol niet zouden betalen van
Ifaas ennbsp;zouden betalen van
van De. . '''nbsp;quot;quot;quot;nbsp;twaalf
ivraart 1469 eene overeenkomst gesloten, waarbij
-ocr page 152-die vau iimsterdam vrij verklaard werden van den Bisschopstol
welken Zwolle in erfpacht had, op voorwaarde dat van de bur-
gers dezer stad te Amsterdam geen hooger regt zoude worden
gevorderd dan van de ingezetenen zelve; terwijl mede de Regering
van Stavoren 19 Junij 1353 verklaarde, dat de poorters der vrije
steden van Holland, en dus ook die van Amsterdam, tolvrij waren
ten opzigtevan den Bisschopstol aldaar 1).nbsp;_
Veel meer beperkt dan die van Amsterdam was de tolvnjheK
der poorters van Rotterdam; geene andere privilegiën althans ziJ»
ons voorgekomen dan die van 1298 en 7 Junij 1340 betreffende
alle grafelijke tollen, en van 12 Aug. 1412 betreffende de mar^
tollen 2).nbsp;,
Onder de vrijdommen door Eloris Y aan andere steden ^oege^^
komen voorts nog in aanmerking die van 16 Dec. 1280, ^va^i^^^
de poorters van Brielle werden ontheven van betaling voor al hui ^^
goederen, in wat schip ook, «als ze maar verdeeld leggen o
dezelve met eenig vast merk van andere goederen zouden konn^^
onderscheidenquot;, waartegen die poorters gehouden waren, de^i
en de Gravin «in 't komen en henengaan met eene kogge of ^^^
schepen te voeren en te geleiden over de Maasquot;, zoo dikwij'® ^^
verlangd werd. Willem YI verklaarde hen 20 Maart 1415 «
Sparendam, Beverwijk en Wijk op Zee, alsmede van de '^^p.^^ot'
te Heusden, Wondrichem en Gorinchem 3); terwijl een gef\l
regt 31 Mei 1290 en 28 Aug. 1357 werd geschonken aan de^l ^^^
ters van Hensden, die 13 Oct. 1356 door Hertogin
Luxemburg, Lotharingen, Braband en Limburg tevens oi^^ ^^^
werden van de betaling van land- en watertollen in
Vervolgens verdient naar de tijdorde het eerst melding
gemaakt van een privilegie door W^illem III 7 Sept. 1320 aan-
verleend 5).nbsp;de P®quot;'^'
Twee jaren later schonk die Vorst gelijken vrijdom a»
______________________jj 1,1. Jl^
1)nbsp;Zie VAN MIEIUS, Charlerb. I. bl. 379. II. bl. 189.
vgg, 209, 687. IV. bl. 118, 566. Ilantv. enz. der . ,„sier.!ai« L'
1613. bl. 1, 2, 6, 11, 18. VANZURCK, Codex Balavus, v-^^^^ ^gg.,
Wagenaar, Amsterdam 1. bl. 3, 116 vgg., 333. lU-
schwartzenberc., Cliarlerb. vau Vriesland, I. bl. 211.nbsp;j^, gil.
2)nbsp;Zie van mieris, Charlerb. L bl. 596. II. bl. 638. iv-
3)nbsp;Zie VAN MIERIS, Charlerb. I. bl. 411. IV. bl. 31«-
4)nbsp;Zie van MiEBis, Charterb. I. bl. 505. III. bl. 6,
5)nbsp;Zie van MIERIS, Charlerb. II. bl. 242.
-ocr page 153-ters van Schoonhoven, die 17 Maart 1372 ook met hetzelfde voor-
regt m Gelderland werden begiftigd 1), en 6 Jan. 1326 eveneens
aan die van Ylaardingen , «ten ware of huere eenich ander liede goet
tollenbaer name te varen endehy seyde dattet sine ware, want loos-
lieyt niemant beschutten zal, zoo soude hy der voorschreve vrihede
qmte wesen, als so verre als men dat proeven mochte mit twien
wittachtigenoircondenquot;, en tevens met bepaling, dat, indien zij met
nunne goederen buitenslands voeren, zij deze moesten verkoopen
«ter hoogster markt, of willen si goede copen buten onsen lande
^ onsen lande te brenghen, dat zullen si coepen ter hooghester
parite, of zy zullenre tollen of geven ghelyke of zy gheene vri-
hede en hadden2).
Onder de privilegiën door Willem Y verleend komen hier nog in
jnmerkmg die van 16 Maart 1355 aan Enkhuizen, 20 Mei 1355
ü Naarden en in hetzelfde jaar aan Monnikendam, welks poorters
Junijl400, evenals die van Enkhuizen in 1367 , door Hertog
te ^ ^^erden verklaard van de tollen te Sparendamen
en ^ ?nbsp;1414 mede te Woudrichem
^'erdnbsp;voorregten die Medemblik genoot
^aunbsp;1556 ook aan de poorters van Hoorn toegekend.
Vannbsp;^^Ibrecht 15 Mei 1401 mede vrijdom verleende
^ille^nbsp;Sparendam, te Heusden en in Oostvriesland, en
la YI van de markttollen te Woudrichem en te Heusden 4)
leej? quot;® quot;^^brecht schonk 12 Maart 1370 hetzelfde privilegie aan
h betwelk 7 April 1407 door Willem YI bevestigd werd;
^annbsp;Woerden, en 18 Mei 1373 en 10 Sept. lioó
ï 4 .p^venhage, bevestigd 6 Nov. 1407 door Willem YI, die
al]nbsp;^^ ^^^^ ^^ poorters van Gorinchem
betaling van tollen te land en te water onthief 5).
gelijk wij zagen, de Hollandsche steden op dit punt niet^-i-a.
j , -nbsp;u ^nbsp;------ujj uiu jjuni mei
naar eigen gewest begunstigd, maar ook in Zeeland, als
1)
Zie
2) jTjg mieris, Ciiarlerb. II. bl. 285. III. bi. 260.
n^) Zienbsp;II. bl. 377.
«tl/'-nbsp;847. 111. bl. 722. IV. bl.272.
4\ ^'^lihuis quot;nbsp;Bislorie der vermaarde zee- en koop-
l' Zie vnbsp;sf,basri.4an gextex. Hoorn 1747. bl 17
Zie va''nbsp;11- l^l- 865. 111. bl. 737. IV. bl. 162*
'nbsp;Charterb. III. bl. 216, 256, 278, 725. lV.bl.55,
-ocr page 154-tot het gebied vau denzelfden Graaf behooreude , wederkeerig geuoteii
de Zeeuwsche poorters een gelijk voorregt in Holland, waarvan wij
reeds onder de liegering van Floris een voorbeeld aantreffen in die
van Zierikzee, aan welke 13 Jan. 1289 het privilegie verleend werd,
zonder tol te betalen overal door 's Graven landen te mogen varen-
Hierin werden zij door onderscheidene opvolgende Graven gehand-
haafd , als door Willem III 15 Jan. 1321 en 10 Aug. 1327 , door
Willem lY 28 Oct. 1338, waarbij Graaf Jan van Blois in Mei l36o
nog den vrijdom voegde van zijnen tol te Sparendam 1).
Op welk tijdstip Middelburg tolvrijheid verkreeg, is ons niet g^
bleken, het schijnt evenwel dat zij mede van de Regering van Iloiis
dagteekent, althans beval Willem III 25 Febr. 1305 aan zijne tol-
lenaren , de poorters van Middelburg ongehinderd te laten varen
« met alsulcken regte, als zy plaegen te vaerene in des Graven i
rens tyden en des Graven Jans syns soonsquot;, terwijl zijn opvolg®^'
Willem IV 10 Junij 1340 op nieuw het bevel uitvaardigde, li^
overal in Holland en Zeeland te land en te water te laten «
ende keerenquot;, zonder eenige betaling te vorderen «ende zonder eni^^^
belet; hemlieden te doene, meer dair zy up comen zullen ende o
teyken van porterscippen toghen ende orlof nemen an onse toluaei^^^^^
ende also daermede vry varen met hoeren goede , als voerscreven
en Willem YI hen 30 April 1407 mede vrij stelde van de niar^^^
tollen te Woudrichem en te Heusden 2). Hetzelfde voorregt
2 April 1315 toegekend en 8 Mei 1477 bevestigd aan de
van Ylissingen, 15 Dec. 1340 aan die van AYestkappel,
1344 en 25 Maart 13(51 aan die van Brouwershaven , 15
ewelycl aan die van ïholen , en 25 Julij 1416 ook aan die van
welke volgens een handvest van 1 Aug. 1355 mede vrij
tollen op de Hont, en zelfs reeds voor dat die plaats ^^^hmii
was verheven , in de landen van Hertog Jan van Lotharingen ^ ^^qv
en Limburg vrijdom genoten, zoo als blijkt uit een \''^jjagti^
hem 7 Nov. 1298 geschonken aan « alle de luiden die ^^ ^^
zyn ofte namaals woonagtig seilen syn ende die behoren ^
dorpe , dat men heet ter Goes.quot; Dezelfde had reeds ^
1291 verklaard, dat die van Tholen «van alle tollen ende b^
lil-
1)nbsp;Zie VAN -■HIEP,IS, Charterb. I. bl. 494. II. bl. 249, 438
bl. 346.nbsp;,
2)nbsp;Zie VAN MIERIS, Charterb. II. bl. 46, 640. IV. bl. 0-
-ocr page 155-1-S29 toXrt f,nbsp;Hertog«,«h in het jaar.......
IS JnmTlfsI ® t» quot;IJ verklaarcl, en Hertogin Johanna
Jnm, 1384 eveneens te Woudriehem. Daarenboven waren zii
^ ZVorl'quot;'quot; rnbsp;i™ar
door F ' m ,quot; ™°™8quot;=n hnn door Keizer Karei i„ 549
n verzefad. -San den vnjdom te Geertmidenberg hebben wii
CÓrif'T quot; quot;'»'«d-n verkreeg de'tad's Hr-
B*nbsp;quot;quot;nbsp;quot;Üi™ overal
öolland enZ«land, door Jakoba van Beijeren en haren gemaa
lir Vf'-nbsp;van 9000 Eet
C ^'■ ^■•»quot;quot;oor Philips van Bonrgondié en 31 4 ^80
^^ Maxumhaan en Maria bevestigd 21nbsp;^
rquot;quot;'-'quot;-« onhetere privilegie
^Vd K ,nbsp;wij in Gelderland tolvrijheid
»laa S;-: ^^^ Jquot;»-nbsp;aan de bn gers der ont
iCTviTtoft' quot;'ff ^ verzeC.'L;
«Sq ,nbsp;»11 tot al zijne toBen werd nitlt;»estrelct en ln gt;? .
itT quot;»quot;i-SEndolf bevestigd, terwijl de ^steL jquot; 7''
Zt l vquot;'^nbsp;™ ^-»-»lijken Wel.
IvV;» VC;;™™ »lt;!«nbsp;,ler H0„ns,a. end. Meyeryevan „er-
5nbsp;..«.s Clwerb. I.LU59, k'lü. u ' ,
300 Ann ' ..... •nbsp;W. 265, 281.
-'«flerWen.
/■lilnbsp;('t ,nbsp;. tlMerli. 'ai. Geld. 1 |,| 931
'nbsp;^URc/ r i Pnbsp;382, 648
de r. , 'nbsp;Batavus, v. JViiaie'^en ff i w
Sesch. van Geld. I. bl. XXIIl. ° ' ^ ^^
-ocr page 156-Onder de oudste privilegiën behoort mede dat van Zutphen waarby
Graaf Otto II de burgers dier stad in het ll^« ^^^^^
al zijne tollen in Gelderland, hetwelk hun 7 Febr 1375 door Her
togin Meehtelt op nieuw verzekerd werd, terwijl zij «^ede ee
8 Maart 1206 door den Roomschkoning Philips vnj waren verklaar
van den tol te Keizerswaard 1).nbsp;hq t v 1233,
Drie en veertig jaren later dan aan Zutphen, 13 Julij
vinden wij dezelfde gunst in Gelderland verleend aan de b^gers
Arnhem, 1 Jan. 1237 aan die van Doesburg, en 12 J^^th?)-
aan Wageningen, met uitzondering evenwel van den tol te UU^J^
Of zii ook buiten hun gewest tolvrij waren blijkt met steiii.,
daarentegen van de poorters van Grave, die ^ij onderseheidene J^^
vilegiën in Holland en Zeeland verklaard werden van de beu ^^
dezer gelden ontheven te zijn 3). Onder de vrijdommen ^ ^^^
veertiende eeuw en vervolgens verleend, komt m de eerste
in aanmerking die welken de burgers van Zaltbommel , vol^
handvest van 1327, overal in Gelderland, uitgezornlerd te ^ ^
en te Roermond, genoten 4). Bijzondere vermelding verm' ^^^^
de hanzestad Tiel, welker voorregten in de jaren 13bi ^^j^re
door de Hertogen van Gelder op nieuw werden erkend, ge
burgers mede in Utrecht, Overijssel en Braband toljnj^^
varen 5); voorts de steden Goch en Roermond, die ^^nbsp;io
1371 en 1372 , Yenlo hetwelk in 1371, en Kuilenburg ^^^^aelü'^
1388 in het genot van dien vrijdom werd gesteld Bj, en .ggie
mede de stad Harderwijk, welker burgers naar luid van ue^nbsp;iU
van 1425 in Gelderland en volgens dat van 10 ^P^^ 7)'
Westvriesland overal mogten varen zonder tol schuidib
Geae»quot;^'
va!»
'T) 'Zie BONDAM, Charter!,, van Geld. 1. bl. 249, 301. xNvnorr ^^^^ ^^^
uit de gesch. van Geld. III. bl. 21.nbsp;^nbsp;l^'-»
2)nbsp;Zie BONDAM, Charterh. van Geld. 1-W-^Oo f O' ^
bevestiging der privilegiën van Doesburg 28 Febr. 1381 ennbsp;^^^^
mhoff, Gedenkw. uit de gesch. van Geld. 111. bl. , Ja«-
3)nbsp;Zie de privilegiën van 22 April 1290, 4 Dec.
en 13 Nov. 1427, bij van mieris, Cbarterb. I. bl. 504.
4)nbsp;Zie Geld. PI. B. II. app- bl. 74.nbsp;2I8 ojS
5)nbsp;Zie Mr. e. d. rink, Beschr. der stad T.el. i806. ^^
6)nbsp;Zie NYHOFF, Gedenkw. uil de gesch. van Geia. ^^^^
290. III. bl. 7, 9, 10, 151. Zie ook de bevestiging
Roermond 20 Febr. 1479 bij nïhoff V bl. 103.nbsp;bl- '
7)nbsp;Zie KYHOFF, Gedenkw. uil de gescli. van i^e •
mieris, Charlerb. II. bl. 54.
Vannbsp;Jagteelenrng zelfs flau die m Gelderland de
Jdommen waan,, men .ich in het Stieht mogt verheugen Hrt
£ t; ' rKK^^' rquot;'quot;-nbsp;-indenverdereX
vC;, , r quot;quot;quot;nbsp;quot; äit opzigt uitnemend
erregten verkregen Tan .leu tol te Keizerswaard werden zij 2 Aug
°n r^ ™ quot;nbsp;Of -»wdoorFrederik lI
sS d'nbsp;äen Graaf van Gelder
tol* ' ?nbsp;den Bisschop van Utrecht met geene
O
^ollpTi inbsp;quot;nbsp;vau uirecni met geene
en te bezwaren, gehjk vroeger reeds m het jaar 1177 door den
vnn riol^^o,.nbsp;TTJ.____1 I 11
^rant?nbsp;nnbsp;111 licu jaar jlx// ooor den
tol r ? ' r fnbsp;burgers ten opzigte van den
laudnbsp;l^^ten waren opgelegd. In Holland en Zee-
ksche betalmg vannbsp;400 oude schilden, welke 11 Oct 1415
T/Z quot;^Znbsp;^^^^ b^^^^^tigd werd, terwijl
Ntersf^^ ^Pquot;^nbsp;besliste, dat hare
Vul!nbsp;of zwijgenden tol te Ameide
'^^t^ent Tnbsp;^^ Antwerpen , waar-
^^nbsp;besturen eene
' ^^ ™ ^ij reeds in het jaar 1270
''l'^teVlf ^nbsp;^^^ ^^ Stade
privilegiën kunnen wij van Amers-
.nbsp;«^^«hoon aldaar toch één tak van
^elfs ^^^ ^bijzonder bloeide, namelijk het brouwen van bier, zoo
ï ^ ^rot,/ ty'^^t^Pnbsp;^vaarop naar men beweert het getal
on' ^evord ''''''''''nbsp;Amersfoort drie honderd vijftig bedroe-
200nbsp;nering M^as de stedelijke Eegering er steeds
CV' verkjquot;'^nbsp;^^ervoer van
C'^^an'S'nbsp;.tegen eene jaarlijksche
Gravnbsp;kroonen, herhaalde malen
^^^ Holland werd toegekend. Ten opzigte van
Jhr.
Van hl?nbsp;^^^nbsp;• Gesclucdkunflige be-
Gebi t quot;'^»''els^erkeer der stad üirecbt, bl. 425. Bondam
355 nnbsp;Cbarterb.I.bl. 118, 2^
bl Lf ini!^quot;-nbsp;387, 453;
• ■'^'io, lOól. Bürman, Utr. Jaarb, I. bl. 197.
-ocr page 158-andere koopmanschappen werden zij 1 Aug. 1388 door Hertog Al-
brecht met de burgers van Utrecht gelijk gesteld, terwijl Willem VI
hen 14 Sept. 1413 wegens alle goederen zonder onderscheid op
zijne tollen vrij verklaarde 1).
Ook aan de burgers van Wijk bij Duurstede werd door Willeia
IV 1 April 1341 het genot van tolvrijheid in Holland en Zee-
land te Avater en te land verzekerd, «het en ware van ghoede
dat die voirsz. poirters van Wyc coften op den stroem, dair sul-
len si tollen of gheven gheliken anderen copmannen die gheue
vryhede en hebben, dat es te verstaen van al den ghoede da
si in den water copen beneden Coelen of beneden Vellen. quot;V^r
soe en moghen si en ghen zout vercopen in den water
hoeren schepen in anderen scepen te leveren beneden Coelne^^^
beneden Veine, ende dat zout sullen si copen in onse stede
Dordrechtquot; 2).
Overijssel. Ouder de steden van Overijssel, welker poorters vrijdom van ^^^
len hadden verkregen, verdienen vooral Zwolle en Kampein
noemd te worden, aan welke 8 April 1308 door W^illem IH ^^^
privilegie geschonken werd, dat hare burgers overal in zijne
tolvrij zouden mogen varen, hetwelk door Hertog Albrecht i ^^
1363, 12 Aug. 1390 en 20 April 1400 aan die van Kamp^'^.^g
nieuw verzekerd werd. Daarenboven werden de poorters van ^^^^^^
steden, alsmede die van Hasselt, 7 Mei 1328 door den quot;ü
schen Bisschop Jan van Diest vrijgesteld van tol en
Twente 3). Van de begunstiging van die van Zwolle te Ams
hebben wij boven reeds gesproken.nbsp;_ HoH^^^^
Vriesland. Ook aan de poorters der Vriesche stad Stavoren was in
en Zeeland tolvrijheid toegekend door Ploris V 1 April
Willem IV 7 Dec. 1340 en 29 Nov. 1342 , «also verrenbsp;gt;
gheen ghoet en hebben in den scepe dan hem selven toe
(1
1)nbsp;Zie de privilegiën aan de poorters van Amersfoortnbsp;jSO^'
Wniem in 10 Dec. 1326, door Hertog Albrecht 1 Aug-13» ^^^^ ^ Jo
door Willem VI 14 Sept. 1413, door Jakoba van Beijeren
Jan van Beijeren in 1422 en door Keizer Karei V in 1^23, ^ pfjJiP '
Charterb. II. bl. 407. III. bl. 498, 503. IV. bl. 250, en D J
Beschr. van de stad Amersfoort, bl. 776 vgg.
2)nbsp;Zie VAN MiEms, Charterb. 11. bl. 649.
3)nbsp;Zie VAN MIEIUS, Charterb. II. bl. 72, 455, iH-
-ocr page 159-ond^tei 1nbsp;quot;quot; n'nbsp;-rt bepaalden tot hnnne—-
n^OoTnbsp;ni 7 Mei 1313 , de koopHeden
;^i Oostlande; tolvnj ten opzigte van alle koopman chappen
^ by der zee :n onsen landen bringhen en gheheeire laïfon^or
o.ser poorte van Dordrechtquot;, h'etgeen echtequot;^^^^^
- Holland gekocht, terlijl zij 1 tJ
^'CdreXnbsp;«hoeren last brLn/er ;
^ ordrecht quamen^'. en kende Hertog Aibrecht 33 q ^ Tsss
aan de koonbV^lpn t .^u..^nbsp;'
»lade
liiiC Vp^ui quot; ■ / 7nbsp;quot;quot;quot;quot; ëcciiz,ins te verwonderen
^-h daarover grootelijks beklaagden, bewe-
^i^^ten t-nnbsp;vreemdelingen werden bezwaard. Ein-
^nbsp;^^^ te brengen, dat Jan van Braband
I)
ölerlp T quot; , ^ -vxiiic, AjciLog üiDreclit 33 Oct 1 ^«S
Ki'nbsp;^«f-^- Lombardije, Genua, Lucet C ta
^^tnbsp;Spanje, Florence en Portugal het privile. e toe
? t ^^ Holland en Zeeland gelijken v^L ! '
den genieten 3). iZZs ^'Z n
Tnbsp;te Arnhem, mits geene goederen
t llo3 rvf r -^^^-ngende , 'en doL deT
I^otWnbsp;he aigei^een de onderdanen van den Herto.
^.^Jharingen van alle tollen op den Eijn 3)nbsp;^
de handel
f'rrnbsp;^^^^^ toch
^^nbsp;^^h^tkist een niet gering
^-ordent , 'nbsp;-^-za 2
£ ^^^^ telnbsp;ook geenzins te verwonderen
lettende op de algemeene .. .
-ocr page 160-ac gemaal van Jakoba van Beijeren , 9 Febr. 1425 ^eloo ^
aan aan niemand bniten Holland en Zeeland
vrijdom van tollen te verleenen, dan «by eonsente ende goetdu
kenquot; van zijne «Raden ende steden der landen voirsz ,
Mofte mede voorkomt in het privilegie van Helft van den 28
Februarij van dat jaar. Hieraan sehijnt men zieh echter in h t ven |
Wnig gestoord te hebben, althans Philips van Bonrgond^
dien vrijdom op eigen gezag onder anderen aan de
's Hertogenbosch en Bergen op Zoom, waarover de Staten ^
klaagden als over een tegen hen gepleegd onregt en eene sehen
der bezworene privilegiën. Het gevolg daarvan was dat ^
op nienw zich verbinden moest, zonder hnnne toestemming ^^
vrijdom of vermindering van tollen toe te f l^^/^aan aan ^^^^
of personen «van bnten zyne voirsz. landenquot;, n^et bepahng t
dat, indien in het vervolg van dezen regel werd afgeweJ^
privilegiën niet geldig zonden zijn, «maer als nn en dan
ceeren ende doen te niet mit dezen onsen voirsz. brieve alie ^^^^
dat contrarie van dien verleent ende ghegonnen sonden ^^er
of om watsaecke datter ware.» Die belofte werd sedert ^^.gheid
Karei Y in het jaar 1518 vernieuwd, die nogtans geen
maakte om aan de burgers van Gent en anderen op nlen^
te verleenen, tot groot ongenoegen der Staten 1).
In de eerste tijden waren voor het genot ^roP
nerlei voorwaarden bepaald, elk poorter eener stad
punt een privilegie verkregen had, mogt zich op
beroepen, en 's Graven ambtenaren laadden slechts te ^^ ^^^ ui
of de zoodanige in der daad poorter was, hetgeennbsp;aÄ
den.
een certificaat of eenen tolbrief door het pla^^selijk ^^^^^ ^^^tij^
ven. Hieruit ontstonden echter zwarigheden: het geo«^^^ ^^ge^eg
dat iemand, die reeds sedert eenigen tijd If j^^^^^^^rief ^^pg
of verloren had, zich nog met dien verouderden ^ ^elas^^
tollenaren vertoonde en op dien grondnbsp;j'^^oni
trachtte te ontduiken. Hit was dan ook de reden, wa ^ „itvaai^^^^^,
16 Dec. 1342 een algemeen gebod aan zijne BaiJ ^^ ^-arcn ^^^
inhoudende, dat niemand vrij voorbij de tollen^ ^^^ j^^^ste
op vertoon van eenen tolbrief, in den loop va
bl-
Zie VAN MIERIS, Charterl.. lY. bl. 753, 761. Gr. PI-
J. H. EGGERS, diss. pag. 43 vgg.
door de Eegering zijner stad afgegeven of verniemvd, «ten waer
zy bnytenlandts soo langhe gbeweest hadden, dat sy binnen den
J^are met vernienwen en mochte.quot; Had de schipper of voerman dien
iet met bij zich, «soo sal hy weder achterwaert varen ende halen
yn betooch, ende daermede soude hy vry wesen.quot; Ook bij sommige
Jijzondere handvesten zooals bij dat van Amsterdam van 9 Dec
en bij dat van Monnikendam van 10 Junij 1400, werd die
j arlyksche vernieuwing verordend 1), en in het algemeen bij de
^ordonnantie van Keizer Karei V van 13 Mei 1518, bevestigd
Philips 23 Jan. 1560, welke tevens de bepaling
leid, dat ieder poorter, alvorens den tolbrief te bekomen, den
^^^^ moest afleggen, dat het daarin gestelde merk zijn eigen en
^^ oou merk was, en dat hij «geene goederen van onvryen»
oij s lands tollen zoude laten voeren, van welke eedsaflegging
tlaaj.'quot;''nbsp;gemaaU worden. Werd hij
Öennbsp;overtuigd, dan verbeurde hij terstond
^tond''quot;nbsp;burgerregt gewonnen had zich ter-
star-^'quot;^nbsp;poortereed op de tolvrijheid van
^^ennbsp;inwoning beroepen. Bij de ord. van dat jaar daar-
alsmede bij die van 1518 en 1560 , werd den plaatse-
iaanbsp;verboden tolbrieven af te geven aan hen die nog
gt; of''/'' poorters waren, hetzij deze het burgerregt door
^•^•ieïe . ' liuwelijk verworven hadden, ofschoon de laatsten in
stel^ gev^len doorgaans met geboren burgers waren gelijkge-
dienbsp;bestonden evenwel enkele uitzonderingen: zoo
van Amersfoort reeds na een half jaar tolvrij, die van
l)
Zie
ne, ^ ^elr^un.nbsp;LI. 103. Hoe., Amstelreclanis privilegie en
V •nbsp;Amsterdam UI. bl. 155.
rClV t^llenbsp;'' Codex
Heofp ^ ofte da 1 ^nbsp;, Speciale beschr. van het
^■»quot;sieM^'^ten V.Th ?®nbsp;Ed. Groot Mog.
. Hl blnbsp;Westvrieslandt, bl.381, 385. Wagoaar,
® dit'
verordendnbsp;bij de boven aangehaalde privilegiën van
'•tl 'sKp 7nbsp;^'J ^an Ondewater van 1 Sent
' • hï.nbsp;^ ^^quot;'««is. Charterb.'
-ocr page 162-Dordrecht tot op het einde der Grafelijke Begering terstond na
hunne opname tot poorters 1).
Daarenboven moest men, volgens de genoemde ordonnantie ,
zijne woonplaats in de stad gevestigd hebben, gelijk dan oo^^,
zoowel bij het algemeen gebod van Willemnbsp;Sept 14U
bij onderscheidene bijzondere handvesten, uitdrukkelijk bepa
was , dat de landpoorters steeds den tol moesten blijven betalen
C. GEEEGTELIJKE PRIVILEGIËN.
Kampenlt;
Gelijk bekend is plagt men gedurende de middeleeuwen, ^^^
hier te lande, duistere regtsgedingen meermalen bij
ander bewijs door een kampgevecht te beslechten 3). ® lüh
renswaardige gewoonte trachtten de Vorsten, die over de _
lende gewesten van ons vaderland het gebied voerden, aU
keer te gaan, en van daar vinden wij reeds vroegtijdig mnbsp;,
vesten van vele steden aan de burgers het privilegie
dat zij noch door vreemdelingen noch door hunne _nbsp;gg.
ten tweestrijd mogten worden gedaagd, maar dat zij ^ ^^ ^yer
houden waren hunne geschillen voor den gewonen ^gter ^^^j^i^jid
gen. De oudste privilegiën op dat punt treffen wij m ^^^^ di^^
L, alwaar Graaf Otto II reeds in het jaar 1190 verorde
aan, alwaar wraai uiio xiiccus i^v^unbsp;•nbsp;,,,
iemand die eenig geschil had met eenen poorter van
tegenpartij niet tot een kampgevecht mogt noodzaken, 1
dering moest instellen bij de Schepenen dier stadnbsp;^^^iieiö'
aermg muccunbsp;— i.nbsp;i * 1 pm
regt vervolgens ook verleend werd aan Emmerik, Arnnei ;
pß
VAgt;'
f vaquot;»
vaquot; „ va»
---------
1)nbsp;Zie vas bemmel, Beschr. van de stad Amersfoort,
wall, Handvesten van Dordrecht, hl. 1134.
2)nbsp;Zie dat algemeene gebod, alsmede de P'-'^'dPS'en;^^^
2) Zie dat algemeene gebod , alsmeue uenbsp;5 vaquot; ' va»
1 sU 134.5 en 11 Mei 1355 , van Naarden ^«n 20 Moi 13^ y^erd «
van 28 Aug. 1357 , van Leerdam van 12^rt 137« , j^..nbsp;j^fi.
12 Maart 1371 en van Dordrecht van 28 Apnlnbsp;„preg«'
Charterb. II. bl. 697, 841. 847. III. bl. 27, 246,6, ^^^ , la^P^^
Zie alkemade en van der schelling, Behandtim^ver
Rot . 1740. van .dsinga, Staatsr. der Ver. Ned. 1. bquot; VerUan^fVquot;
Hist. III. bl. 118. Mr. l. p. c V.. „E.
de oude wijze van strafvordering m Gelderland, Holia
1842. bl. 97 vgg.nbsp;,g
4) Zie BONDAM , Charlerb. van Geld. I. bl. ^^
-ocr page 163-en
Ook in Zeeland werden aan de bnrgers reeds vroeg privilegiën
op it pnnt toegekend : zoo bepaalden in 1217 Gravin JoLnn^
elbnig « t is den bnrgeren ongeoorlooft d' een den anderen in
mpvegt aen te tasten oock en staetet niet vry dengeenil but»
Wd lbnrgh woonende den inwoonders totten campgevei te noo
t'nbsp;quot;quot; r'^ quot;nbsp;quot;nbsp;1253 fees Tnequot;
Wpoortrene mach camp nemen weder den anderen ne man
U dinbsp;^^g-oeg dezelfde bepaling vin quot;quot;
vmden wij het eerst gewag gemaakt van Haarlem, Delft en
r znbsp;= heb ik dl ;
Ct.nbsp;^^^^^^nbsp;ä^t gi- gast no l
1 . ndder noch emch ander mensche enigen bnrger in enigher
te e ' , '^rnbsp;nacomelin.er.
Mot . f 'nbsp;Me-
..^^^JJ^hmzen, Weesp, Hoorn, Edam en Grootebroi 4).
1) 2-
^ ^^nhj'nbsp;31 Mei 1233 en 15 Sent. 1247
Ct l^^^^^^ van Lochern van 16 ij,233, vL^ot
46?' Bol rf'.Tnbsp;Wapeningen van 12 Jnlij
linbsp;dnbsp;GeW. I. hi.399, 405, 408, 420 421
e^nbsp;KnilenhurgvanlSlSenll!^
^201. en VAN DER ,SCHELL,NO, Behandeling vau 'l kampregt, LI.
en^^ ^ie Iel186, 192, 241 274
ctnbsp;23 Nov. 1245 , va; B^t u April
ti) ALK^rnbsp;Charterb. I. bl. 226
4) 197.nbsp;^^^ SCHELLING, Behandeling van 't kamp!
van Alkmaar
25 va„nbsp;^an beulen van 19 Dec. 1266 en 1 fflei 1306 van
1274, van Medemblik en vau Monnikendam n
Beverwijk van 11 Nov. 1298, van Vlaardingen van
lÜ
-ocr page 164-rlp hnrwrs van Utrecht sedert het jaar
quot;teXe -spreien ennbsp;, ^et v^ - jf^
ren onsen poktas ™nnbsp;,nbsp;™nbsp;die van
not van hetzelfde legt ivaren die v an Anieiaoo ,nbsp;i^a^n van
's Heriogenhosch volgens een handvest van 1329 md landen
Hertog Jan van Lotharingen. Brahand en — ^^
Bij het beoordelen dezer bepahngen nioet men steeds »nbsp;^
honden, dat daarbij een voorregt aan ^TX n Sfer-
en dat rij derhalve, althans m den regel, ^ ™ ^^^
bod van Upgeveebten »-ten wden aangenrft^ aj^o ,
gelkt, .hy en v,ü hem selve daer in v.r,nll«oe™ en «
Lr deze niet voorkomt moet men haar toeh nr d n e ^^^
onderstellen, en zoo mogten derhalve ««nbsp;^gt;er
„eltekamp laten dagen, indien z,, znlks geraden ^nde^ .
onder anderen te Utrecht deze vvajze om een -Ȋ^ te mak n^
sommige twistgedingen geenszms was atgesehaft h feeën ^
eene acte van Bisschop Ghje. «arb, h, ™ ^ quot; ^
klaarde: .dat wy niet en honden voer regt ol '»^quot;rtl»^'
stat ofte van den lande van L'treeht d,en eamp ^ G^. ,
manenMejlk Hendrik de Engelsehnbsp;^nbsp;8)'
• 7».7__________l-iïiTP. stat refft en naer
manenMeylk Heindrik de l^ngeiscn
eenen wilkhoef, behouden hare stat regt en haer
__________________9 pe«'
3 Jan. 1326, van RoUenlain van 7 Junij 1340, van Ainsterda^^, va.
342 van E'nUliui.en van 16 Maart en van ^eesp van 20
Hoor; van 27 Maart 1356. van Edam van 19 No 135/ ennbsp;, ,
broek van 2 Aug. 1364, bij v.n miep.is , Ciiarlerb. I. bl. 265 j 33,
405,490,602.^1.bl.56, 377, 638,669,83nbsp;C^
1)nbsp;Zie ALKEMADE CU VAK HER SCHELLING , Behandeling ^ an
200 201. VAN MIERIS, Cbarlerb. II. bl. 634. Cosluy menend
Hoofisladt ende Meyerye van 's Hertogbenbossche bl.
2)nbsp;Zie ook WACENAAU, Amsterdam. I. bl. 1 4. ^^^ ua^p-
3)nbsp;Zie ALKEMADE CU VAN DER SCHELLING, Bebande
bl. 201. Bij de Engelschen vooral .ijn de«ereglehjke uvnbsp;.
mige reglsgedmgen zeer lang in zwang gebleven -'f;icH
zake van e«ie beschuldiging van doodslag bet bewijs f 'quot;^Voonie
gevecht aangeboden, en eerst in 1819 deze verouderde g
En dit lag ook in den aard der zaak: want ofschoon de bedoeling
was, de eigen rigting zoo veel mogelijk tegen te gaan, den ggï-
bied voor het wettig gezag te versterken, en daardoor de rust
des lands te bevorderen, zoo komt toch het niet te Jcamp ge-
äaugd te worden in de handvesten steeds voor als eene gunst,
Waardoor de burgers ontheven werden van de verpligting om hunne
geschillen door middel van eenen geregtelijken tweestrijd te beslech-
ten , en het stond dus ieder vrij, van die gunst al of niet gebruik
te maken. Wilde alzoo iemand zijn geschil met eenen burger door
Irenen kamp beslechten, dan had deze de bevoegdheid dit middel af
c wijzen en te vorderen, dat de zaak aan de beslissing van den
gewonen regter onderworpen wierd; wilde hij echter daarvan geen
gebruik maken en stemde hij toe in het door de tegenpartij xoorse-
Jlt;;elde middel, dan bleef hij geheel vrij in zijne handelingen, quot;en
^bemand kon hem het aan de burgers zijner stad verleende voor-
opdringen. Deze meening wint nog in waarschijnlijkheid,
^^amieer wij opmerken , dat in geen der genoemde privilegiën eenige
bedreigd werd tegen hen die eenen tweestrijd voerden ter
^^'^mdiging hunner geschillen, zoodat, al wilde men genoemde
^ Pahng als een geheel verbod van kampen aanmerken, dezelve
slechts een voorschrift zoude zijn, hetwelk straffeloos mogt
tiend ^vorden. Eerst op het laatst der veertiende en in de vijf-
tlan^ ® eeuw vinden wij in enkele handvesten eene straf bedreigd , en
^ ^og alleen tegen dengenen die eenen burger te kamp gedaagd 1),
al I3- ^
Sliï^g^®quot;® wet afgeschaft. Zie meyer, Instntions jutliciaires II. pag. 228.
Hreii'^''quot;'^'®'^ •nbsp;, schottische und nordamerilianisclie Strafver-
%npquot;n ^''langen. 1851. pag. 14. Lobü Cajimell , the lives of the Lord
VII. pag. 342.
tnbsp;^quot;quot;quot;Gcht in 1380 eene hoete van 6 pond be-
enf^ «lengenen die eenen poorter van Reijrnerswale te kamp gedaagd
'^'^tlric}nbsp;^^ liandvest van
lï é^quot;^nbsp;liet land van Altena verordend : «Niemand zal den anderen
1nbsp;op verlioirte van zijn regterhand; » terwijl mede door de
^'quot;fgerennbsp;Amersfoort daaromtrent bepaald werd: «Eenigh van onse
(g^ tlienbsp;anderen aensprak ten campe, dien zeiven borger ontvvaer
ir ^^''dennbsp;gt; en wy verwillekoeren hem nimmermeer onse borger
Hlquot;nbsp;Oquot;®® ®'ads vrvheid te laten komen: en dien zoud men
dienbsp;en kwam by daer en booven binnen onser stad
en rnbsp;anlasten en zetten in onser stad slot, en geven
^ sghenbsp;»quot;eius, Cbarterb. III. bl.371. Alkemade en
Scnnbsp;Kniiiii^i , uiiai u^i u. Hl. UI. 0/1. ALI
«^t-WNG, Behandeling van 't kampregt, bl. 196, 350.
-ocr page 166-niet tegen den gedaagde die zieh vrijwillig aan dat middel on-
quot;^XTr gewlgtigste regten aan bet »bap verbonden ^
Privilegium de non evocando, waarbij aan de poorters een bepaalde
egterinde stad bnnner inwoning werd aangewezen, van wien^j
niet mogten worden afgetrokken, zoodat ieder die eene vorder^»
tegen hen had in te stellen hen voor dren reg er ^loest en ^
voor geenen anderen mogt dagvaarden. Vreemdehngen verk eg n
dus L het winnen van het poortersehap ook dien waarborg en o
vele plaatsen zelfs, gelijk wij boven in ^^ -rste Afdeehng zag^
reeds v66r die opname door het enkel vestigen hunner v^oonste
in eene gemeente welke in het bezit van dat previlepe was. X
de oudste handvesten, kraehtens welke over eenen burger aHe^
de Schepenen van de stad zijner inwoning regt mogten spreke ^
behoort de keur van Middelburg van 1217 inhoudende : «gt;
inwoonders van Middelburgh sullen ondereen ^egt gehouden
den, ende yder is gehouden syn medeburgernbsp;^^ p ^
Wie buten Middelburgh woont ende een burger van Middeio «
ballinck maeckt, van wat schuit het ballincschap ende sclinl^
en sal geensins vermogen totter tyt hy in 't ngthuys van
Uralt metUn Schautet ende synne Schepenen syn ballmcscliai ^^^
hebben vercondigt, ende alsdan sal den Officier der stadt en
Schepenen het ballincschap ende beteringe doen betalen ^^^^^
deren van den ballinck.^ Hetzelfde komt voor ni de later
van 11 Maart 1253 en heeft tot op het einde der GrateUJ ^^^^^
gering aldaar gegolden, blijkens de costumen van 21 Maar
waarbij wij verordend vinden, dat de burgers of ingezetene
der ter eerster instantie voor geenen anderen regter mogtequot; ^
ken dan voor Burgemeesteren en Schepenen , uitgezonder
van «fugie of suspicie van dien.quot; Om geenerlei zakennbsp;^ij
ven mogten zij buiten de stad gedagvaard worden, dan
crimen laesae majestatis 1).nbsp;wji^^
Hetzelfde voorregt werd in de dertiende eeuw geschon ^^or
poorters van Westkappel, Domburg en Zierikzee 2), ^^ '
-------------------^ Gr.
1)nbsp;Zie VAN MIERIS, Charlerb. I. bl. 172, 173, 272. •nbsp;^^^
bl. 1014.nbsp;^ .923 en J'^terlJ-
2)nbsp;Zie ile keuren van Weslkappel en Dongt;burg van ^ ^^^^^^^ Qh^t
Zierikzee van 11 Maart 1247 en 3 Maart 1297, bij vaS
I. bl. 185, 191, 241, 582.
Privilegt«
um de non
C'vocando.
Hertog Aibrecht mede aan die van Eeijraerswale, ten waer of su
fmnalware verhonden j off verwüJcoerden, en met uitzonderin-van
aisdrijven ter zake van de Grafelijke tollen, waarover de tolle-
naar uitspraak zonde doen 1); terwijl ook door Maria van Bour-
gondië 14 Maart 1477 in het algemeen aan de burgers en ingeze-
tenen van alle steden van Zeeland het privilegie werd toegekend
van alleen voor Schepenen gedagvaard te worden 2).
In Holland werd aan Haarlem, Delft, 's Gravezande en Alkmaar
ïeeds door Willem II het privilegie verleend, dat, indien iemand
^ts m regten van eenen poorter te eischen had, .die en souder
«let of hebben dan Schepenen vonnisse , want wy noch onse na-
Jomelmgen en sullen ander recht daer of eysschen^', hetwelk in 1426
oor Jakoba van Beijeren aan Alkmaar en in 1477 door Maria
an Bourgondië aan Delft op nieuw bevestigd is 3).
Ook Dordrecht was reeds vroeg inhet bezit van het privilegium
non evocando 4), waarop de Eegering zich in het jaar 1299
CVrnbsp;van Zuid-Holland Aloud, daartoe aangezet
^nbsp;Borselen , in strijd daarmede eenige poorters voor
regterstoel wilde teregt stellen 5). Dit voorregt kwam niet
^verA-^nbsp;Dordrecht woonachtig waren, maar
^trekfnbsp;handvesten ook tot de landpoorters nitge-
Wdnbsp;wanneer zij voor den Baljuw van Zuid-Hol-
tiw''nbsp;^ «P zoogenaamde brieven van «hantsluy-
'loL''' alleydingequot; van de Schepenen aan de regtspraak van deze
worden overgegeven 6).
® alve de genoemde werden ook vele andere Hollandsche steden ,
1)
1380 1privilegiën van Reijinerswale van 1 April 1374 en 1 April
2)' ^an mieris, Charlerb. Hl. bl. 289, 372.
y.nbsp;quot; JUII.H13 , Ulldliero. 1
3) Gr. PI. B. 11. bl. 669.
fi.' tip. ,i„ 1.. .
J ennbsp;^245 , van Delft van 14 April
1254nbsp;'s Gf'a^ezande van Mei 1246 en van Alkmaar 11
1 ' 286 IV ^^nbsp;'''Jnbsp;Charlerb. I. bl. 223, 232,
•1. P • IjI. 840, en bij vas leeuwen, Censura fore n sis, pars 2.
h
privilegiën van 28 Jan. 1252, 21 Dec. 1270 en 14 Sept. 1284,
^ H,l ■-■■quot;'-öicu vau^ojaa. IZOZ, Zl Ui
? IkT' ^'^'»'-terb. I. bl. 265, 354, 443.
Iknbsp;, Vad. Hist. IU. bl. 116 vgg,
i4 Sept. 1520; 6Nov. 1536,
1570 art. 34 en 35, bij v.,, de wall. Handvesten van
357. 358, 890, 985, 1342.
K)0
.„„ uls Geertraidenbe.g, Gouda, Medeinblik Monnikendam Be-
venrijk en Sehiedam, reeds in den loop der der^^ende eemv m h
geno van dit privilegie gesteld 1). Le.den bekwam he m he
L 1308 en weigerde op dien grond nog m het jaar 1569 de
Trtoerfegging van eejig« door den Bloedraad over Le.dscbe
poorters gevelde vonnissen 2).
Ook aL Seliooiihoven vverd door Heer Jan van Beanmont 4 Jan-
1320 beloofd «elek man recht te doen binnen onsen poortm vai
Schoonhoven by Schepenen vonmsse sonder wederseggen , en t.
iaren later door Willem III, dat de poorters dier stad nergens zonde
teregt staan «dan binnen vryen steden. Ut en zy dat ^^^ ,
mlcoren voor eenighe ghewaerde BeeUer ende voer zeven iuerenj
voer Scepenen, off dat zy ergent misdaden ende mense mtter v
seher daet hegrepe, dat sonden zy beteren alsoe dan recht ware da^
zy misdedenquot; 3).nbsp;^ -,.nbsp;t de
Op gelijke wijze mogt over die van Ylaardmgen,
handvesten van 6 Jan. 1326 en 23 Ang. 1407 , noch m bnr,^^^
lijke zaken noch wegens aldaar gepleegde misdrijven een au^^^^,
regter dan de Schepenen dier stad vonnis geven 4), hetgeei ^
Willem IV 7 Jnnij 1340 ook aan die van Rotterdamnbsp;.ij
Averd. Ter zake van hetgeen daarbuiten geschied was, »^quot;»^^aat
derhalve elders voor het geregt geroepen worden, en zelfs vo
..eval stond Willem YI 2 Dec. 1407 aan de laatstgemelden i
ïilegium de non evocando toe, indien zij , na het plegen
feit, onvervolgd in de stad waren terug gekomen 5)
Het privilegie van de poorters van Amsterdam op ^it^^aer'-^®
mede bij onderscheidene handvesten erkend 6), evenwel ^^^^^^
1)nbsp;quot;^e handvesten van Geertrnidenbcrg van 4 Julij 1271
van 23 Julij 1272, van Mederal.lik en Monnikendam vaunbsp;j^jjv^-
van Beverwyk van 11 Nov. 1298 , van Schiedam van 21 JuUj
mieius, Charterb. I. bl. 357, 363, 482, 487, 599, 604^ ^^^
2)nbsp;Zie de privilegiën van 1 fflei 1306 en 5 Jan. 131amp; quot; J
Charterb. H. bl. 56 , 149. Zie ook van leeuwen , Censnra
1 2. c. 15. 5 21, en van juebis, Handvesten van Leiden,
' 3) Zie VAN MIERIS, Charterb, II. bl. 236, 285.
4)nbsp;Zie VAN MIEBIS, Charterb. II. bl, 377. IV. bl. 73-
5)nbsp;Zie VAN MIEBIS, Charterb. II. bl. 639. IV. JJ'„ 26 Jquot;«^' ,crb-
6 Zie de handvesten van 9 Dec, 1342, 15Maart 138« quot;
6) Zie de handvesten van 9 Dec, 1342 , 15 maannbsp;Cb^''
alsmede de costumen van 9 Jan. 1570 art. 15, bij van ^^ .^cnistcquot;'
II. bl. 6G9. III. bl. 486, en in de Hantv. enz. der st
1613. bl. 9, 17, 93.
gunstige bepaling waarvan wij zoo even omtrent Botterdam gewalt;y
maakten. Gelijk regt gold te Enklmizen, Hoorn, Edam en
Grootebroek 1); in het handvest van Hoorn van 20 Eebr. 1411
vinden wij zelfs door Willem Y1 verordend, dat de poorters 'wegens
misdrijven bniten de stad in het Baljuwschap van Medemblik begLn,
indien zij onbezet en onbelet terugkwamen, te Hoorn voor° den
Schout zouden teregt staan, even alsof die zaken binnen de stad
geschied waren, terwijl dezelfde Vorst 2é Aug. 1412 eveneens aan
de inwonende burgers van Gorinchem de gunst verleende van , ook
wanneer zij buiten de stad of buitenslands «tegen malcanderen
Vochtenquot;, geen ander vonnis dan van de Schepenen hunner woon-
plaats te ontvangen 2).
Niet minder dan de steden van Holland was Utrecht bevoorregt
iieeds 18 Junij 1252 had Koning Willem II bevolen: «ut nullus
Pnnceps, marchio, dux, comes vel nobilis, ecclesiastica vel secula-
rs persona aliquem ipsorum civiuin vel in civitate ipsa manen tin m
muros civitatis ejusdem, nisi Imperator vel Eex, super bis
^^ae ad judicium seculare spectant duntaxat, possit ad judicium
^^ocare, citare seu etiam coram aliquo convenire, cum parati exis-
^^^iit coram Episcopo Trajectensi, coram domino vel judice qui pro
^empöre fuit deputatus ab ipso in civitate Trajectensi praedicta,
distnbsp;jnstitiae complementum. Unde praesenti edicto
tranbsp;inhibemus, ne quis ipsos contra haue concessionem nos-
siCnbsp;molestare. Quod qui facere prae-
®erit disgratiam nostrae Celsitudinis se noverit incursurum, et
te/?quot;® ^^^ poenam centum marcas auri fisco nostro componatquot; 3),
«eJanbsp;gildebrief van 1304 de bepaling voorkomt:
bed ^ ^^^nbsp;borgher is enen ander borgher
^^^^agen buten der stat om enigherhande dinghequot;, met bedreiging
dienbsp;van het burgerregt gedurende een jaar tegen dengenen
door dnbsp;overtrad 4). Dit regt der poorters werd later zoowel
Bisschop als door de stedelijke Begering herhaalde malen
III. hl 276.
Zie
^'an 27 jT hau'lveslen van Enkhuizen van 16 Maart 1355, van Iloorn
Groouquot; ^^^^nbsp;^^
ijj ^''oek van 2 Aug. 1364, bij van mieris, Ciiarterlj. II. bl. 831,
2)nbsp;2,1nbsp;^66 en bij velius, Chronyck van Hoorn, bl. 31.
3)nbsp;'i- mieris , Charterb. IV. bl. 162, 219.
n quot; ' lt;^lgt;arterb. 1. bl. 267. ütr. Pl. 11.
^»e Utr. pj. ji,
bevestigd en gehaudiiaafd 1), en bet gold niet alleen burgerlijke
regtsgedingen, ook in strafzaken stonden de burgers voor den regter
bnnner woonplaats teregt, al was bet feit ten platten lande gepleegd,
alleen over zware misdaden deed de Bisschop uitspraak. Buiten-
burgers evenwel konden zich op dit privilegie niet beroepen, in-
gevolge de ord. van 1113 en 1411 2).
In het jaar 1364 beloofde de Bisschop in het algemeen dat geen
burger eener stad onder zijn gebied gelegen door hem of door
iemand van zijnentwege van zijnen gewonen regter zoude worden
afgetrokken. Met name wordt aldaar gewag gemaakt van Utrecht;
A^rsfoort, Ebenen en A^redeland, welke laatste stad reeds in het
vorige jaar op dat punt een privilegie verkregen had, evenwel niet
bepäing, dat hare burgers wel voor den Bisschop alsmede nie
brieven van den Paus mogten gedagvaard worden. Die van Mont-
foort waren minder begunstigd, zij stonden wegens alle door hen
gepleegde misdrijven voor den Bisschop teregt 3).
Te Amersfoort was het aan de burgers ten strengste verboden
elkander elders voor eenen geestelijken of wereldlijken regter
betrekken , en ook aan die van Ebenen werd het privilcgiuin
non evocando bij de ord. van 1546 op nieuw verzekerd 4).
In Braband heerschten dezelfde beginselen, blijkens de belo^^^
aan 's Hertogenbosch in het jaar 1329 door Hertog Jan van
haringen, Braband en Limburg gedaan: «Toert waert dat
dat yemandt iet werende weer teghen eenigen poirter vau der
van den Bosch, daer en sal deghene niet anders af l^ebben
vonnisse der Schepen, noch wy ende onse nakomelinge
daer af niet anders eysschen noch soeckenquot; 5), terwijl derge
-------------g^ejc-
1)nbsp;Zie de ord. van den Bisschop van 15 Dec. 1362 en die van u
lijke Regering van 1365, 1377, 1397, 1403 en 1438, alsmede^le ^^^^
luen van 1343 en 1550 c. 19 art. 1, in hel ülr PI. B. 111.^ uir-
289, 350, bij van mieris, Charlerb. III. bl. 142, en bijnbsp;'
Jaarb. 1. bl. 498. 11. bl. 48.nbsp;p. ß. lÜ'
2)nbsp;Zie BURMAS , ülr. Jaarb. I. bl. 121 vgg. II. bl. 15. Ulr. f •
bl. 268.nbsp;, u. if:
3)nbsp;Zie ülr. PI. B. II. bl. 946 vgg. van mieris, Charlerb.^^^^
4)nbsp;Zie omlrenl Amersfoort de keuren der stedelijke Begenquot;?^ ^ 4O,
en 1438, alsmede de ord. van Keizer Karei V van 20 lgt;lei lö» g^^clif-
en omtrent Rhenen de ord. van Oct. 1546 art. 75 , bij van «e»quot; if t
van de stad Amersfoort, bl. 754 vgg., en in bet Ulr. PI. B-nbsp;^ ^.gn's
5)nbsp;Zie Cêstuymen ende iisanliën der Uooflstadt ende Mev .
togenbossche, bl. 214.
bepalingen mede in de handvesten van onderscheidene steden van
*jeJderland worden aangetroffen 1)
der^rnlnbsp;^nbsp;^^^^^ ^^^ Schepenbank
aer woonplaa s gedagvaard te worden stond het aan vele steden
t egekende prmlegie_, dat hare bnrgers niet dan in enkele bepaa d
^ tgedrukte gevallen m persoon of in hunne goederen mogten wieden
e« stelden Zoo leest men in de handvesten van Dordrecht
Cd unbsp;^^nbsp;«Onse lieve poorteren van
J drecht mogen m Zuyt-Hollant om geene voorgaende oorsaek of
C:nbsp;de vryMdvan onse stad van Sinte Geeriruy-
ae^r T rnbsp;gearresteert ofte
^oZl rnbsp;^^ hare goeden, fenzy voor
quot;nbsp;^^^^^ m voor den waere
quot;^eene?nbsp;'^'''Oelyche zalen gemaeUieU, welke ge-
r'^nbsp;''' of ^^^rder ge-
'4de'nbsp;verlydenisse of heJcentenisse van de voor-
^«Hl/ fnbsp;Ook wanneer de
fr''nbsp;schuldenaar «ruymen ofte
^^ »o!^ 'nbsp;van 24 Aug. 1451
«^^'«^'^^hillig of hij poorter was'of niet;
Van ;nbsp;bekommeren tot hare sommé
Ni n!^nbsp;oock van den onkost die hem ontbrackquot;
1570 op het privilegie
' ^-titlT^'''^^'^^^ uitzondering gemaakt werd: «
f' voorvlueUieh ofte suspeet van vhehte waerequot;; welk
B
, ' .......
vyy ff tywojJOKyO VUft C'UttCflïC WÜCTC * WCilv
^^ gtans met mogt geschieden dan met toestemming van den
'Ur:
^^gsinepsf ^7 ^ ^nbsp;—quot; quot;quot;quot;quot;nbsp;vcixi uen
in Vinbsp;een poorter van Dordrecht te
^^'^8-ens dyfpenciënquot; of om eenige audere reden
rflcl^datl--'quot;quot;'^ had Philips van Bourgondië 11 Nov. 1425 be-
^i^'^^ijl^e bo ïnbsp;worden ontslagen onder
^nbsp;2?nbsp;^«gt hij'zich op dit privilegie
handvesten van Zallbommel van 1327en8Dec.
^ Cnbsp;una''^}^nbsp;van Koennond van 26 Julij
I 2) V Vnbsp;Gedenkw. uit de gescli. van Geld. lU. J,i 57 '
MiEa ; n quot;quot;nbsp;'nbsp;Tiel. LI. 232. '
-ocr page 172-Hetzelfde privilegie ak ™ Dordreeht, met dezelfde mtzoi^e-
noch nemen om eenigherhandenbsp;J ,
iorge setten magl e. .U .oor ^^^ ^ ll teZ taande
obreren stecie recU te komr^;^ ---dnbsp;yet
«te gysel ghedaeght, die sal t' hnys mogen blyven
daeraen te verbenrenquot; 2).nbsp;.nbsp;. g j^pïil
Die van Ondewater waren, volgens denbsp;en
139^ en 1 Sept. 1345 , mede vri van arrest m bnrgerlijlce
t Inzien , indien zij zik zelve of hnn goed niet had ^ ,,
koort in anders onsen steden voor Schepenen bmnen
in ambachte voer den gewaerden Hechterquot; en zes of zeven
gen 3). Evenmin mogten poorters v-^otterdam of ^
onverplogender schontquot; ergens bezet worden,nbsp;^^^^^^^^^
.Jplooer^der schontquot; d.i. vannbsp;of gel^po hefe^^
alsml ter zake van brenken tegen
felijke beden, in welk laatste geval Z13 evenwel,
van 26 Mei 1480, even als dre van Haarlem, ^t' ^ j
Amsterdam, niet in besloten gevangenis maar .. een^ oe^^^^^
zonden gegijzeld worden 5). De poorters van laa^^^^
waren medevrij van arrest in persoon en goeder n ternbsp;0
rSe ofte van schonde onverwillekenrtquot; ten ^en ^ 3 ^^
den de Maas, volgens de handvesten van 9 Dec^lj ^j^f
1422, herhaalde malen onder anderen xn 1560 doo ^^nbsp;v
Holland gehandhaafd en mede bevestigd bij art. 16 ^^^^^^^trent ^^
9 Jan. 1570; evenzoo in AVaterlan , vo gensnbsp;^^^^^
Heer Jan van Persijn geslotene overeenkomst terM J ^ g
Herteg Albrecht in het jaar 1388 verzekerd was,
------- li-
1) Zie vak mieius, Charlerb. 1. bl. 357.nbsp;^^ ,,1. U-
2nbsp;Zie va. MIERIS, Charlerb. I. bl. 486 487nbsp;jl.
3nbsp;Zie va. m.e«is, Charlerb. 11. W- f 1,nbsp;, C
4nbsp;Zie hel privilegie van 7 Junij 1340, mj ^^^Jj^eobl,
bl. 638. Zie ook van de wale , Hanilveslen van Dou
5) Zie wacenaar , Ainslerdain. h bl. 18-
-ocr page 173-niet te worden gegijzeld , gevangen of bekommerd, indien zij ten ge-
noegen van Schepenen zekerheid stelden, uitgezonderd bij moord
brandstichtmg, verkrachting, zeeroof en gewapenden wederstand
tegen de hooge oyerheid. Daarenboven verbood Koning Philips
^ov. 1575 , hen in Gelderland te arresteren of beslag te leo-lt;.en
P hunne goederen wegens schulden van de Staten van Holland^!)
baarden verkreeg 20 Mei 1355 eveneens vrijdom van arrest ten
Platten laude voor zijne burgers, uitgezonderd ingeval «zy hmi
^miUeJceurden voor Eechtere off voor wettachtise luyden, of dat
y met verscher misdaet begrepen worden, of dattie dager met opene
leven betooghen mochte.quot; Hetzelfde werd aan die van Weesp
a noorden van de Maas verleend, waarbij evenwel niet van het
Verf ^rnbsp;gesproken wordt, en Jan van Beijeren
^.^bood 6 Nov. 1107 aan zijne ambtenaren, op straffe van ontslag
™ huurlieden van Naarden,
Wd ' Weespen Gooiland gevangen te nemen, indien zij borg
''^en stellen 2).nbsp;0
ennbsp;®nbsp;burgers van Hoorn 3), 's Gravenhage
'^^^'o^^i-egt, uitgezonderd wanneer zij op heeter daad
^^I^e nnbsp;'^'^^cbuldigd van zware misdrijven, waaronder be-
^^ijven ' quot; Amsterdam vermelde ook genoemd worden , mis-
^'^^ntd)''nbsp;wildernissen, valschlieid in geschrift en valsche
tifi».!^ terwijl ook te Brielle, volgens de costumen der veer-
- eeiinr — 1___T
^ijven • ' ^i-fnsteraam vermelde ook genoemd worden, mis-
^'^^ntd)''nbsp;wildernissen, valschlieid in geschrift en valsche
ieudenbsp;l^rielh, volgens de costumen der veer-
gerT'nbsp;^^^^ goederen eens poorters mogt wor-
■'^»vannbsp;^^^ zake van huishuur of erfhuur, op de overtreding
.nbsp;privilegie van 18 Aug. 1477 eene boete van 10
^ r^^delburg was eveneens ^ volgens de costumen van 21 Maart
^'larterb. 11. bl. 669. IV. bl. 66!. van ziirgk
l.l, 9?®' costumen. § 2. Hantv. enz. der stadt Aerasielredam.'
■ Iji. gg- RoosEitooM, Recued van keuren, bl. 200, 203. Geld. Pl.
Zie
H^^ Zienbsp;Charterb. II. bl. 847, 849. IV. bl. 49.
1^1.nbsp;1359 en 1398, bij veluis, Chronyck van
] ' Zie ' ^^^ ■
J® ^''legiën van 's Gravenhage van 10 Sept. 1400 en 6 Nov.
^WJTnbsp;'' April 1407 en 24 Aug. 1412, bij vas
l. J Zienbsp;W- 725. IV. bl.55, 89, 218.
'nbsp;en van der sciieluxNg, Beschr. van de stad Bricle
bl, 88.
1570, beslag alleen geoorloofd «in eas van fngie of yan lyImpe
mcU nysbnyre, kelderlmyrequot;, in strafzaken mogt niemand worden
anbsp;Wer verlof van .die van de W', terw.l reeds A^ü;
lem YI Ang. 1412 den Baljmv verboden bad eenen bnrgex g
vangen te nemen, die naar het oordeel van Burgemeesteren en du^
S hepenen voldoende zekerheid kon stellen 1). Hetzelide v.o ^
gaf Mips van Bonrgondië aan de poorters van Zrenkzee te Sn ,
Lgezonderd bij «qnade faeytenquot;, en ook Mana --^^e 14 M^
1477 voor al de bnrgers in Zeeland op het privilegie van arxes ^^^
burgerlijke en strafzaken alleen eene uitzondering ten opzigte
hare domeinen 2).nbsp;.nbsp;-r^oliant^-
Ook buiten Holland en Zeeland treft men in onderseheidene ha
vesten op dit punt voordeelige bepalingen
onder anderen in dat van 's Hertogenbosch van 1329, al^aar^^^^
eenige nitzondering misdrijven genoemd worden , wegens welJce
zijn lijf verbeurd had 3).nbsp;aan
Niet minder begunstigd waren de burgers van LttecM, ^^^^^^
reeds in 1351 en 1352 vrijdom van arrest was verzekerd «tu g
der Noede ende Bodegravenquot;, hetgeen 24 Juni] ^^^^nbsp;tege»
Albrecht bevestigd werd, met uitzondering evenwel van breuk ^ ^^^^
de Grafelijkheid 4). Binnen de stad zelve konden zi] , vo . ^jj
cildebrief van 1455, alleen gevangen worden genomen,
beschuldigd waren van .opsetten, moerdaäehken saken en
en die na der v^'Aeove^ Mi,f verboert hehhen,nbsp;d^e
nen dryvencle ende dragende vynf; overigensnbsp;arrf
« by nachte ofte dage onseedicheyt bedrevequot;, slechts ^^^ gerUj^^'
.enomen worden tot dat hij zekerheid gesteld had 5). In ^ .^tei'^
zaken mogt geen beslag worden gelegd op het
«dan van huyshuyr, ten wair of men smen huysraet g
den op wagen of in scepen , of drivende of dragende
1213.
Zie VAN MIE.US, Charterb. IV. bl. 213. Gr. Pi. B- 1 eGf
2 Zie vak mieb.s, Charlerb. IV. bl. 829. Gr. P . B-^ va»
3)nbsp;Zie Costuymen ende usantiën der Hooftstadt ende lutj
loghenbossche , bl. 229.
4)nbsp;Zie VAN MIERIS, Charlerh. II. bl. 792, 811. Hl-»
5)nbsp;ZieUtr. Pi. B. 111. bl. 83.nbsp;c. i-
6)nbsp;Zie de ord. van 1456 en die van 31 JuUj ^^ hetÜ^«quot;'^
mede de costumen van 30 Sepl. 1550. c. 19. art. i
hl. 305, 324, 350.
-ocr page 175-l^epaling mede in de ord. van Ebenen en Amersfoort gevonden
1). ö
In vele handvesten treffen wij mede eene bepaling aan in het
elang der nagelatene betrekkingen van eenen poorter, die lijf enquot;
goed verbeurd had, opdat zij niet onsehuldig zouden boeten voor
ene misdaad waaraan zij persoonlijk vreemd waren, en gevrii-
^^ard wierden vandoor de veroordeeling van hunnen echtgenoot
vader tot den bedelstaf te geraken. Daarom hadden onderschei-
j_ne steden het privilegie verkregen, dat hare poorters boven hun
en slechts eene zekere som of een bepaald gedeelte hunner goe-
en mogten verbeuren, en dat het overige aan de vrouw en
somnbsp;^^nbsp;erfgenamen moest gelaten worden. In
gemeenten was dit privilegie beperkt tot het geval dat de
j^^^oordeelde gehuwd of weduwenaar was, in de meeste echter had
Hnbsp;ongehuwde poorters betrekking, terMdjl enkele handves-
öeeltnbsp;bevatten, dat kinderen alleen een zeker ge-
j^e van het goed hunner ouders mogten verbeuren
^Cdnbsp;^nbsp;'''nbsp;dat tegen wettig
^■ïiH poorters van Gouda bij doodslag geen verbeurdverklaring
ëoecleren zoude worden uitgesproken, maar dat in dat geval
^C^'i quot;quot;nbsp;betaald te worden ; Graaf Jan van
clo,^ strekte dit 14 Jan. 1373 tot alle misdrijven uit, die met den
' 1nbsp;he^^^aUe het bedrag op de helft der
op gQ , hetwelk nogtans door Philips van Bourgondie 28 Sept
pond werd teruggebragt 2).
® voorregten op dit punt dagteekenen echter van het
'allein ' toen Margareta bij drie algemeene privilegiën aan
^■eesen.; j!,® ^^ woonaghtigh zyn of namaals woonaghtigh sullen
il 'tvtiel 1nbsp;Zuid-Holland gelijk in Kennemerland en
Vnbsp;^''ijven h lnbsp;' niemand wegens doodslag of andere
Vr'^ïennbsp;^yf ^eer ^an de helft zijner goederen zoude
^ Yjnbsp;v^n laatstgenoemd gewest door
^ Aioril 1415 bevestigd ^verd 3).
quot;2! '''^'s^VefiL';nbsp;Oct. 154G a.t. 74 en die van Amers.
\\nbsp;^554, in liet Ulr. Pi. B. 111. hl 1073, 109.3.
h^) tliartpwquot;quot;!?/''^'quot;' privilegie en poorterregt, LI. 292, 293.
Vnbsp;^'••pj u v ■
' • 337nbsp;Charterb. IV. LI. 330.
gt; od» , 352.
catie.
Behalve deze werden ook aan onderscheidene steden afzonderlijke
handvesten geschonken, in welke veelal enkel van doodslag gespro-
ken werd, zoodat de poorters zich bij andere misdrijven op de
algemeene konden beroepen. In hetzelfde jaar 1346 kwamen lU
het toenmalig Noord-Holland Ylaardingen en Schiedam en 13 Mei
1355 eveneens Rotterdam in het bezit van eenen zoodanigen bijzon-
deren giftbrief, terwijl te Schiedam door Willem YI 27 Ang. 1412
en te Eotterdam door Koning Philips 13 Febr. 1580 het maximum
der bij doodslag te verbeuren som op 80 pond gesteld werd p-
Te Delft bedroeg het maximum bij doodslag 80 en bij andere mis-
drijven 60 2), te Leiden bij alle capitale feiten 00 pond, op gron
waarvan alsmede van het privilegium de non evocando de^ Eege-
ring dier stad, gelijk boven reeds gemeld is, in het jaar 1569 e
ten uitvoerlegging weigerde van eenige vonnissen van den Bloe '
raad, waarbij tegen poorters van Leiden de doodstraf en confiscatie
van al hunne goederen was uitgesproken 3). Zoo komt
een handvest van Woerden van 14 Jan. 1402 de bepaling voor , da
een poorter, die zich aan doodslag had schuldig gemaakt, '«el ziji^
lijf maar niet zijne goederen verbeuren mogt 4), en leest
de costumen van Oudewater : « dat soo yemandt eenen doodslag o^^
andere diergelyke groote misdaadt deede, hy daardoor verbeurt z}
lyf ende goedt, wel verstaende dat daarin des misdaadigers
vrouwen goederen niet legrepen sxdlen zyrC' 5).nbsp;. , l 3I-
Ook in Westvriesland werd zoodanig voorregt behalve in he ^^ ^
gemeene in vele bijzondere handvesten aan de poorters
onder anderen reeds in het jaar 1346 in zake van ^^^^^ J^oof
Westzaanen en Krommenie en aan Monnikendam, ahvaar e ^^ ^^^
Willem V 23 Nov. 1356 ook tot andere misdrijvennbsp;Jo
door Hertog Albrecht 10 Oct. 1395 nader bevestigd werd j- -
1)nbsp;Zie BOEL , bl. 290, 293, 294 , 297.nbsp;, bl-
2)nbsp;Zie de bandvesteu van 6 Julij 1394 en 28 Oct. 1464,nbsp;7I,
93, 291, en bij d. vas bleyswyck, Bescbf. der stadt Delf'-bij vMquot;
3)nbsp;Zie bet privilegie van 20 Aprd 1418, by boel, bl.
ïHERis , Charterb. IV. bl. 482, en Handvesten van Leiden, J •
4)nbsp;Zie vak mieris, Charterb. III. bl. 753. Boel , bl.nbsp;498.
5)nbsp;Zie J. VAS HEEMSKERK, Batavisclic Arcadia. Amst.nbsp;^
6)nbsp;Zie deze privilegiën, welke ook aan Westzaanen ennbsp;^^^
Dfic. 1396, 30 Junij 1492 en 13 Maart 1497 bevestigd ^veiJJ^nbsp;efl^'
bl. 343, 362, bij vaji mieris, Charlerb. 111. bl. 8, en m
der stadt Aemstelredain. 1613, hl. III, XII.
1355 ontvingen Amsterdam, Haarlem, Alkmaar en Medemblik,
in het volgende jaar Enkhnizen en Hoorn, en in 1357 Edam pri-
vilegiën van gelijke strekking. Aan die van Enkhuizen werd zulks
3 Maart 1451 op nieuw beloofd, terwijl het maximum der te
Verbeuren som te Haarlem door Hertog Albrecht 16 Junij 1394 bij
•ïoodslag op 80 en bij andere misdrijven op 60 pond, te Hoorn
^oor Philips den Schoonen 22 Aug. 1504 in het eerste geval op
60 pond van 40 groot, dus op 80 Hollandsche ponden van 30 groot,
gesteld werd 1). Over den zin van het privilegie van Amsterdam
J^in later tijd verschil van gevoelen ontstaan, daar Hertog Albrecht
Jij de bevestiging van hetzelve 15 Maart 1388 en 26 Junij 1401
^paald had: «Voort so en mach niemant meer verbeuren in
^^sen lande voorschreven van geenen saeclen dan half zyn goet, ende
^lö ander helft sal hebben zyn wyf ende zyn kinders of zyn rech-
j^^ii erven .quot;Sommigen meenden dat men zich daarop ook beroepen
in zake van misdrijven waarvoor men zijn lijf niet verbeurd
tit 't gevoelen werd voorgestaan door bout in zijn tract. crim.
Ynbsp;■ No. 135, 138—140, alsmede door Mr. abeahaji westeu-
ÏAü^ ^^ ^^^ ^^ h®^nbsp;daarover uitgebragt advies; Mr.
^^ i-üs büys en anderen echter beantwoordden die vraag in eenen
^genovergestelden geest. Behalve de genoemde giftbrieven beloofden
^^ mem VI 21 Maart 1405 en Keizer Karei V 2 Oct. 1549, dat
lOo van Amsterdam in geen geval boven zijn lijf meer dan
^ ^^ stuivers verbenren zoude , welke privilegiën door
van Holland herhaalde malen, onder anderen in de jaren
Q en 1539, zijn gehandhaafd 2).
Wij ^e steden van Zuid-Holland komen behalve Gouda, waarvan
^e^i}, ^eeds gesproken hebben, nog in aanmerking Geertrui-
' ^nbsp;, Schoonhoven, Gorinchem, Heusden en
lielftnbsp;welker poorters alle boven hun lijf niet meer dan de
^ ünner goederen mogten verliezen 3) ; in de vier laatstge-
1)
bl. 104, 105, 339, 340, 341, 353, ::54, 358. van
'jj^'^^rtcrb. III. bl. 4, 609. Vel.üs, Cbronyck van Hoorn, bl. 16,
. 2)nbsp;enz. der sladt Aemstelredam. 1613. bl. 4.
94 lyquot;';'; 'nbsp;29 vgg., 38 vgg., 376, van mieris, Charterb. III.
HoosEnbsp;^'^quot;tv. enz. der stadt Aemstelredam. 1613. bl. 9, 18,
Vnbsp;^^ Zie 'nbsp;' ^^^ gt; ^04.
lï Womiri.Vquot;'''^''®quot; Geertrni.lenberg van 1355 en 1 Sept. 1520,
van C quot;quot; Tquot; ^^^^ ^^nbsp;Schoonhoven van 4 Dec.
^oniichem van 11 Nov. 1382, van Heusden vau 27Meil403,
-ocr page 178-noemde plaatsen Imd zulks evenwel alleen op gehuwde poorters be-
trekking , het werd nogtans te Gorinchem door Willem YI 24 Aug.
1412 ook tot ongehuwden uitgestrekt 1). Het maximum der te
verbeuren som was aldaar reeds vroeger, 7 April 1407, voor elk
burger zonder onderscheid op 10 pond gesteld 2).
Daarenboven mogten ook te Brielle en te Geervliet de poorters
in geen geval meer verbeuren dan 50 Hollandsche ponden 3), welke
som door Maria van Bourgondië 16 Aug. 1477, bij een algemeen
privilegie aan het land van Yoorne, tot 100 ponden van 40 groo
en dus tot ruim 133 Hollandsche verhoogd werd. Tevens verze-
kerde zij, dat geen man het goed zijner vrouw, geen vrouw ^^^
haren man, en geen kind dat van zijne ouders zoude verbeuren gt;
Laatstgenoemde bepaling komt mede voor in het boven aangehaa
handvest van Amsterdam van 1388, terwijl Schoonhoven reeü
4 Dec. 1356 van Graaf Jan van Blois het privilegie verkregen h»^^
« dat onse poortere kynderen aldaer , die inhems zyn ende m ^^^^
vaders ende moeders broodezjm, voert meer jegens ons
verbueren moghen vanhuers ouderen goeden dan 10 pont Hollau s
In Zeeland werd mede aan Eeijmerswale door Hertog -'^^biecj ^^
1380 toegestaan, dat de vrouw van eenen veroordeelden pooi; e^^^
helft der goederen behouden zoude en door Willem YI ^^nbsp;pa-
aan Zierikzee, dat geen poorter meer zoude verbeuren dwi^^^^
rijsche ponden voor den Graaf en 10 voor de stad,nbsp;^^ gO
die van Brouwershaven door Koning Philips 30 Dec.
en van Heukelom van 1433, bij boel , bl. 81, 83, 306, SüS,^!^'
323, en bij van juebis , Cbarterb. 111. bl. 10, 512, 514, ^p^h el
1)nbsp;Zie VAN MIERIS, Cbarterb. IV. bl. 216: Geen nian en^ ^„jer^
mach syns wyffs goet verbueren, noch geen wyff boirs man
dan elck syn helfte van hoiren gemeynen goede, % j^gir goet,
noch wyff en sal noch en mach meer verbeuren dan ''«'w ^^^^ van
welck dallet verbuerde , daer sal bekende scout voir a» b ■
gemevnen goede.»nbsp;.-^t
2)quot;nbsp;Zie van mEBis, Charterh. IV. bl. 56.nbsp;Geer^
3)nbsp;Zie de privilegiën van Brielle van 18 JJov. 1407 equot; ^^ j^y «oE
van 3 April 1429, bij van mieius , Charterh. IV. bl. 90, 'nbsp;^^^^^
bl. 101,303.nbsp;.Philips
4)nbsp;Dit privilegie is aan het land van Voorne «»or emsk®'quot;^'
in Dec. 1494 bevestigd. Zie boel, bl. 327, 331. v .
Arcadia , bl. 438.nbsp;vas'quot;®'''®'
5)nbsp;Zie R00SEB0031, Becueil van keuren, hl. •
HI. bl. 10,
ïlollandsche ponden ^yerd gesteld, met bepaling evenwel, dat alleen
diegenen welke jaar en dag poorters waren daarvan genot zouden
tiebben 1). Daarenboven schonk Philips de Schoone inlietiaar 1495
nan Zeeland in het algemeen het privilegie, dat geen man het goed
zijner vrouw, en geene vrouw dat van haren man mogt verbeuren 2)
ennbsp;^Ij-^g® en te Yeere geene confiscie geoorloofd !
en te Middelburg alleen bij voortvlugtigheid van eenen wegens cani-
tale misdrijven beschuldigde 3).nbsp;^
Ook in andere gewesten van ons vaderland vinden wij die straf
P onderscheidene plaatsen uitgesloten. Aangaande het Sticht blijkt
^ulks uit eenen brief door Willem VI in het jaar 1413 geschreven,
^aann de volgende zinsnede voorkomt: «want het een oud land-
^ cht IS in den Gestichte van Utrecht, dat niemand syn goederen
Jlaar verbeuren mag.quot; Zoodanige bepaling vinden wij ook inden
Crnt.r ƒnbsp;quot;nbsp;^^^ ^^trecht van 31
vlu! 1nbsp;.nbsp;Oct. 1546; zelfs bij voort-
i; nnbsp;hoogstens 80 Carolusguldens 4)
Cvanülnbsp;Tfr;f^
ïieWnbsp;^^^^ Bommelerwaard,
aatnbsp;lienojen Herwarden van 1409, inhoudende
^erbeïr'nbsp;^^^^ ^an de helft hunner goederen zouden
het vT'quot;'/''nbsp;Pnvilegie van Tiel, waarbij Hertog Eeinald in
^■^ndp. jaar aan de poorters verzekerde, dat bij veroordeeling
^erd r Tquot;quot;nbsp;gemeenen boedel zoude gevor^
^'ime , , } 'nbsp;zoodanig voorregt mede in Overijssel^, met
Var, T3nbsp;I^eventer, en in Braband , met name aan
ÏS'or4nbsp;^ooiii^ was toegekend 6).
^eriïigtr'nbsp;sommige der aangehaalde handvesten uitzon-
Geerfcn?.'quot;'?'^^nbsp;''''''''''' enkele misdrijven , onder anderen
bij crimen laesae majestatis; zoo verbeurden scha-
^nbsp;Keizer Xarel V
l] »0^7387nbsp;Boel, bl. 388, 390, 391.
ifi'nbsp;quot;quot;quot; Vlissingen van 2 en van Veere van 11 Maart
170 • «'han bnbsp;van Middelburg van 1570, bij boel, bl. 388,
'1 bpt rnbsp;, Jiiridique observaliën. 's Grav. 1758 bl'
t\ Uir P,'- n •nbsp;1012.
6 Geld p, n !;nbsp;322. Boel, bl. 394, 396.
bl 397 'm 40^ beschr. der siad Tiel, bl.232.
-ocr page 180-16:2
kers te Gorinchem al humie goederen, en gold tc Utrecht volgens
de costumen van 1530 het genoemde privilegie niet nr geval van
crimen laesae majestatis, rebellie, commotie «of diergelycke groote
excessen ende delictenquot;. In het land van Yoorne werd zelfs eene
uitzondering gemaakt ten opzigtevan «moordt, moordbrandt,
vrouwekragt, straatroof, zeeroof, kerkroof, wanhoop, opkoop van
eetwaaren tot verduuringe derselver , opstandt tegen den Heer mcle
doodslagen met ingesetter laage, daar af deugdelyke blyke ij-
Tot de geregtelijke privilegiën behoort mede dat van de poorters
van Amsterdam, volgens hetwelk zij niet mogten worden gepij-
nigd dan met voorafgaande toestemming van Burgemeesteren
Schepenen 2). ïe Middelburg gold hetzelfde regt, volgen^^
costumen van 1570 , waarbij tevens bepaald was, dat, ^^^ .
toepassing der pijnbank op eenen poorter noodig geoordeeld w
deze eerst op eene wettige wijze moest verklaard worden ^an
burgerreat vervallen te zijn 3). Daarenboven was ni onderscheia ^^^
steden de verjaring van de ver\-olging wegens misdrijven ter gr»^
der poorters op een jaar gesteld 4), terwijl in sommige g^^^
nog meer gelijksoortige voorregten aan het burgerschap ^er^ ^^^^
waren, welke wij hier evenwel met stilzwijgen zullen voor ij^
rerkende
De genoemde privilegiën hadden evenwel geene ^^'^^^^^.^epen
kracht, zoodat de nieuwe burgers zich daarop niet konden ^^^^
ten aanzien van misdrijven vóór hunne opname gepleeg
gebeurde somtijds dat aan de zoodanigen in geval van schu
ring , als aan onwaardieen, het burgerregt weder ontnomen
~ 1) Zie BOEL. lil. 306, 319. Ulr. Pl. B. III. bl. 322. van heemsi^''
Bat. Arcadia, bl. 438.
2)nbsp;Zie BOOSEBOOM, Recued van keuren , bl. 30.
3)nbsp;Zie Gr.Pl. B. IV. bl. 1212, 1213.nbsp;Aoisier''quot;quot;'
4)nbsp;Zie onder anderen bet boven aangehaalde handvest ^nbsp;^^^ j,iEnis,
van 1388, alsmede dat van llaailein van 16 Junij 1394, l»J
Charterb. UI. bl. 484, 609. utrecht aa»'
5)nbsp;Eene uitzondering op dat beginsel treffen wijnbsp;jjp, ee^^
alwaar in bel jaar 1475 iemand lol burger werd aange^ g^edebj'^«
doodslag op eenen buitenman begaan had, en aan wiennbsp;loel^'^'^Jgval
ring vergunde terstond genot te hebben van het aan de pnbsp;tl^^^'.fje
voorregt {door Keizer Karei V teregt corruplelenbsp;op
slechts met eene geringe geldboele tc worden geslrall^, ^^^^^nbsp;jcp.
misdaad tegen oenen poorter gepleegd de dood ges e t
Iltr. JaarlU. bl. 122.
Andere
privilc«
Kien.
Vroegere
mtsdrijgt;
ven.
Te Brielle was het te dien opzigte de gewoonte , dat de Burg;emees-
ter aan elk die het poorterschap won terstond bij zijne opname pleg-
tig aankondigde , « dat die stede hem niet verantwoirden en sal van
broken die hy voir die tyt gedaen moge hebbenquot; 1).
De vervolging wegens zulke feiten moest echter doorgaans binnen
het jaar geschieden, bij gebreke waarvan er op de nieuwe burgers
geen verhaal meer zoude zijn, hetgeen wij onder anderen uitdruk-
kelijk verordend vinden te Botterdam, Haarlem, Hoorn en Am-
sterdam 2). Te Weesp schijnt het dat de regtsvordering ook nog
i^a dien tijd mogt aangevangen worden, althans in het handvest
^'an 20 Mei 1355 wordt van geen termijn gewag gemaakt, men
^eest er alleen: «Voort soo wien dat sy te poorter ontfaen, die
Sal alle broke of doen, die hy tegens ons ende ons heerlyckheyt
Qiisdaen heeft eer hy poorter wert; ende al waer dat sake dat wine
^let beschuldigt en hadden eer die tyt dat hy poorter werde, so
®oiidt onse Bailliu nochtans berechten als onser Heerlycheit toe-
behoortquot; 3).
d. BEVOEGDHEID TOT HET UITOEFENEN VAN BEEOEPEN.
öietnbsp;^^^^nbsp;Afdeeling gezien, dat, ofschoon
overal het burgerschap een uitsluitend vereischte was tot het
^^yven van eenig beroep, toch in vele steden de meeste beroepen
'^en door poorters mogten worden uitgeoefend. Al werden der-
1. j^j alkemade en van deu schellmr,, Beschr. van de stad Briele.
2)nbsp;7
xvie ■nbsp;handvest van Botterdam van 7 Junij 1340, inhoudende : « Soo
liy poQ^^'^'y^l^s poorter wordt, alsuicke brooke als hy misdaen hadde eer
ßailli^ '^^fnbsp;'nbsp;waerheyt vinden mogten , die magh die
\ dagelyksche Rechter , daer hy onder misdaen hadde, rechten
Haarl'^'^ 'bersten jaren, gclyck of hy geen poorter en ivaere )gt;; die
Van aquot;^nbsp;Hoorn van 27 Maart 1356, alsmede
J^'^andtnbsp;4 Nov. 1111 en 2 Oct. 1549: «Maer waert dat
, djj^quot; aenghenomen poorteren tegens ons te vooren ghehreuckt
„e^nbsp;'^y ons beteren na den recht van den lande daer die
l^'^^en (/gnbsp;. ende des soo soudmen hem van den breucken aldaer
7nbsp;y yaere i/flcr naest volgende aenspreken met rechte , of
16^0 IVnbsp;ivesen^gt;, bij van mieris, Charterb. 11, hl. 638,
bl. 10nbsp;l^ö) en in de Hantv. enz. der stadt Aemstelredam.
sueius , Charterb. II. bl. 850.
-ocr page 182-halve vreemdelingen niet altijd belemmerd, indien zij het een of
ander ambacht bij de hand wilden nemen om zich en de hunnen
een middel van bestaan te verschaffen, zeker is het, dat zij door
het verkrijgen van het burgerregt zich den toegang geopend zagen
tot alle zoogenaamde poortersneringen 1), hetzij terstond, hetzij na
eenen zekeren tijd, of na in een gild opgenomen of op eenige andere
wijze bevoegd verklaard te zijn. In vele gemeenten vinden wij zulks
uitdrukkelijk bij de handvesten bepaald, onder anderen te Ylissin-
gen bij het privilegie van 2 April 1315, alwaar wij lezen: «Ende
wy willen dat alle die ghene, die binnen der vryhede van Ylissin-
gen woenen off coemen sullen woenen, moghen coepen ende vercoe-
pen, tappen, backen , brouwen ende alrehande coemenscepe die sy
hebben ende mit haren goede haer oerbaer doen, na dien dat hem
nuttelik ende oerbaerlik sal doncken, soe wanneer dat sy daer
linnen woenen ende poerters syif 2). Wilden de nieuwe burgers in
een gild worden opgenomen, zoo moesten zij zich bij de Dekens o
Overlieden aanmelden, die hen dan, indien zij overigens de daartoe
vastgestelde vereischten in zich vereenigden , tot de uitoefening va»
zoodanig beroep als meester toelieten, na het afleggen vau eeue
proef en het betalen van het inkomgeld, hetwelk evenwel op
plaatsen meer bedroeg voor gekochte dan voor geboren poorters J-
Voor het overige kunnen wij kortheidshalve verwijzen naar hetge •
omtrent de beroepen boven in de eerste Afdeeling gezegd is-
e. bekoeiibaauheid tot ambten'.
;tal het
ïileer nog dan tot het uitoefenen van beroepen wasnbsp;j^gt
burgerschap een uitdrukkelijk 4) of stilzwijgend vereischte o
200
42. 1quot;
1) Vergelijk ile Pruissische SlüclLe-Orclnung van 1808. ^ ^^ .^quot;(T i5 aa»
die van 1831 konil deze bepaling niet meer voor, maar wordt U ^OO
allen die een beroep iiiioerenen , betwelk bun een zuiver inkomen ^^
tot 600 lUblr oplevert, de verpbgting opgelegd, het burgerschap
2)nbsp;Zie VAN MIERIS, Charterh. II. bl. 156.nbsp;^447 , het
3)nbsp;Zoo bedroeg te Dordrecht, volgens de keur van 18 ^.^or gebo'
inkomgeld voor kinderen van gildebroeders 1 Hollandschnbsp;Zuid-quot;quot;''
ren of aangehuwde poorters 2 nobelen, voor inboorlingen v ^^^^ „ebore»
land 24, ben die buiten Zuid-Holland docb in Holland of wai'^quot;
waren 3 , en voor hen die buiten Holland en Zeelana ^^^
5 nobelen. Zie van de wall. Handvesten van üordrecbt, ynbsp;J43I,
-ocr page 183-bekleeaen van ambten, althans van regeringsambten, wanneer de
benoeming daartoe onmiddelijk van liet plaatselijk bestuur of van
de aanzienlijkste ingezetenen uitging, of door den Vorst geschiedde
mt eene voorafgaande nominatie. Had een vreemdeling het burger-
regt gewonnen, dan werd hij, hetzij terstond, hetzij na eenfgen
tijd, mits in de stad wonende 1), aldaar tot alle ambten verkies-
baar 2) , met uitzondering van zeer weinige betrekkingen, welke
alleen door geboren burgers mogten bekleed worden, gelijk wii
boven op bl. 97 opmerkten, en zelfs tot deze werd men soms toege-
ate,n, wanneer men door een huwelijk met eene poortersdochter
het burgerschap verkregen had, daar dezulken doorgaans met ge-
boren burgers gelijke regten genoten.
In de meeste steden moest men gednrende eenen zekeren tijd
poorter geweest zijn, om in de Eegering benoemd te kunnen wor-
lIoQ ^^nbsp;^vas die tijd bij het privilegie v-an 25 Aug
. 99 voor alle ambten op een jaar gesteld; twee jaren vroeger had
iiiem VI alleen het poorterschap gevorderd 3).
eiinbsp;S^^ve«^®* zijn om te Hoorn
sin. unbsp;of Eaad, te Alkmaar, Bar-
berhorn en Haringhuizen alsmede te Brielle tot Schepen te
'lam r o ^^^nbsp;3481, van Weesp van 2 Dec. 1445, van Scliie-
^nbsp;Maart J477 en 1527, alsmede van Edara van
^'^«•nerh uA','quot;nbsp;537 en bij va. m.ebis,
1) y'. 994.
jaren 1440'quot;' uitdrukkelijk bepaald door de Regering van Utrecht in de
^nbsp;BiJ^^A»' Utr. Jaarb. II. bl.^ 39, 167. Zie ook
i^jnbsp;van bemmkl, ßesclir. der stad Amersfoort, bl. 357.
^''^'^'-en ff t evenwel beschouwden dit als een voorregt, te Leiden onder
quot;^ï^^eiden^nbsp;'telden dat lakenfahriekanten het poorterschap
benoeming verschoond le blijven. Hiertegen
V gt; «'at dr^'^ ^^^^ zeer gestrenge placcalen uit, cn verordende 3 Nov.
t!quot; e^uwe mnbsp;Holland zouden gebannen worden en het re^t
öa quot;^^'er of wTegen hen die, tol Burgemeester, Schepen,
Vol flochtnbsp;aan^'ankelijk die betrekking aan-
a\ jaarnbsp;burgerregt opzeiden, bedreigde bij in het
goei ''^Poorterdquot;'nbsp;Carolusguldens, met bepaling dat zij
llt;liiv als re^.f'quot;'''''quot; morden, alvorens den lOJen penning van al hunne
^vonen 7nbsp;'nbsp;stad
Vannbsp;MIEIUS, Handvesten van Leiden, bl. 150, 292.
Charterb. IV. bl. 56, 128.
-ocr page 184-Medemblik tot Burgemeester, Scliepen , Kerkmeester of Gastbuis-
voogd benoembaar te zijn 1).
Een poorterschap vau vijfjaren werd gevorderd voor den Baljuw,
de Schepenen en Eaden te Botterdam, voor Burgemeesteren cn
Schepenen van Delft, alsmede voor Schepenen in de stad en het
land van Wieringen 2); van zes jaren voor Schepenen te Monni-
kendam en voor Schepenen en Eaden te Schoonhoven 3).
Te Amsterdam mogt niemand aangesteld worden tot Schout,
Schepen, Eaad of Weesmeester, dan die zeven jaren lang het bur-
gerregt bezeten had 4). Hetzelfde gold te Leiden voor de betrek-
kingen van Schout, Schepen-Eaad, Kerkmeester, Heiligengeest-
meester, Secretaris en Bode, naar luid van de privilegiën van i
Junij 1351 en 15 Junij 1386. In het volgende jaar werd door den
Burggraaf Philips ,van' Wassenaar, met goedvinden van Hertog
Albrecht, die tijdvoor den Schout op vier jaren verminderd, ra^
hij onafgebroken in de stad gewoond had, hetgeen echter geen
vende maatregel schijnt geweest te zijn, blijkens de acte van no
prejudicie, door Keizer Karei Y 10 Oct. 1532 aan die ^'^n Leide^
verleend, toen hij iemand met den post van Schout bekleed
die nog geen zeven jaren poorter geweest was, terwijl ook van ^^^
zevenjarig poorterschap als vereischte voor alle ambten nog ^
van
1)nbsp;Zie cle privilegiën van Alkmaar van 27 Jan. 1368, van
19nbsp;April 1396 en 10 April 1412 , van Barsingerhorn en liaringiii
12 Mei 1414, van Brielle van 4 Jan. 1416, en van Bledemb^ v, ^^
1422, bij VAN MIERIS, Cbarterb. IIL bl. 222. IV. bl. 197,nbsp;^^^^
hij ALKEMADE en VAN DER SCHELLING, Besclir, van de slad Briele • ^^^ j^t
Vroegere handvesten dier steden spreken alleen vannbsp;f' ^edoBg®''
van Brielle van 18 Maart 1342 alwaar hetzelfde voor den bcUou ^^^
wordt, cn dat van Medemblik van 1379. In een later bandve^^ ^^^
maar van 12 Nov. 1401 wordt die termijn op zes jaren gewao •
MIERIS, Charterb. 11. hl. 674. Gr. PI. B. III. hl. 537. ^^^^ ])elftva»
2)nbsp;Zie de privilegiën van Rotterdam van 13 Maart 1382» charterJ'-
20nbsp;Dcc. 1417 en van Wieringen van 10 Aug. 1432 , bij van mieb'» ,
111. bl. 386. IV. bl. 439, 1004.nbsp;^ 22
3)nbsp;Zie de privilegiën van Monnikendam van 16 Sept. 1 ^ v^nJHEk'®'
1405, en van Schoonhoven 4 Dec. 1356 en 3 Maart 1382,
Charterb. III. bl. 9, 385 , 726, 790.nbsp;.. en
4)nbsp;Zie de handvesten van 21 Jan. 1395 en 26Junijnbsp;^^ fc.
lutie der Vroedschap van 27 Jan. 1563, bij van 81,
622, in de Hantv. enz. der stadt Aemstelredam. 161^. ■
wagenaar, Amstcrdam. I. bl, 130. III. bl. 142,
placcaat des Keizers van 24 Julij 1543 en iu eeu adres der He-
gering aan den Prins van Oranje van 14 Oct. 1574 wordt gewag
gemaakt. Somtijds evenwel werd hiervan dispensatie verleend, onder
anderen 2 Maart 1447 door Philips van Bourgondië, die aan het
plaatselijk bestuur toestond, zekeren Meester Eeinier Klaaszoou van
Eten tot Secretaris te benoemen, dewijl «die voornoemde Meester
Keynier een notabel geleert persoon is, gelicencieert in beyden rech-
ten, ende van alsulcken faemen dat het onse ende onse voorsz.
stede groote eer ende orboir is, alsucken notablen persoon aldair
Clerck ende Secretarys te wesenquot;, en op gelijke wijze door Keizer
Karei 28 Jan. 1553, daar «zy op desen tyt nyemandt en weten
bequaem, die zoo langen tyt poerter derzelver stede geweest is,
omme 't selve oiïicie te bedienenquot; 1).
Te Dordrecht verordende Willem YI 15 Sept. 1409, dat men
eerst na tien jaren tot «Achtequot; of tot Deken zoude kunnen benoemd
Worden, voor de Schepenen was evenwel een poorterschap van vijf
3aren voldoende 2). Eerstgemelde termijn gold ook te Utrecht voor
^ehepenen, Eaden en Oudermannen, alsmede voorde Kasteleinen
de sloten aan deze zijde van den Yssel 3). Om Schout, Bur-
^ 1) Zie van mieris, Charlerb. II. bl. 796. III. bh 444, 475, en Hant-
^^^len vau Leiden, bl. 150, 153, 223, 227. van leeuwen, Handveslen
^^^ Rijnland, bl. 379. Dezelfde, Rooinsch Holl, recht 1.10. § 4, zegt, dat het
voi!quot;''^'^'^ poorterschap mede gevorderd werd voor de Schepenen te Gouda,
^^gens een privüegie door Floris V aan die slad geschonken «donderdags
20 ^l^'^/'^ßstdag der H. H. Peter en Paul», en te Kaarden volgens dat van
ÏI 11nbsp;laatstgenoemde evenwel (bij van mieris , Charterb.
VgJj ■ ^47) is eene dergelijke bepaling niet le vinden, en ook ten opzigte
Vannbsp;blijkbaar vergist. Hij bedoelt zeker het privilegie
door ß '''quot;oS'laegs na Ma''g™lendage» of 23 Julij 1272, bevestigd
van UlreclU «des donderdaeghs op St. Pieter ende St.
daarbinbsp;«'^arbij zulks echter niet bedongen was; wel werden
^^idea ^^^ poorters van Gouda dezelfde regten toegekend als aan die van
kan gegjjnbsp;handvest van Leiden waarnaar aldaar verwezen wordt
l^epaijij ^quot;''er ^''Jquot; '^at van 19 Dec. 1266, waarin nogtans zoodanige
^^''eisclunbsp;voorkomt j eerst in 1351 vinden wij te Leiden gemeld
2)nbsp;vastgesteld. Zie van mieris, Charterb. I. bl. 345, 363.
3)nbsp;^vall, Handveslen van Dordrecht, bl. 413.
14081nbsp;van 1342, de resolutiën der Vroedschap van 1364
^en aanzien inbsp;van 1455 art. 10, alwaar hetzelfde werd bepaald
der Overste Oudermannen, die sedert 1450 geboreu burgers
-ocr page 186-gemeester of Kameraar te worden moest men geboren burger zijn,
gelijk wij boven zagen, hiertoe waren dus in geen geval vreem-
delingen benoembaar , al hadden zij het burgerregt gekocht.
Nog langer, sedert elf jaren, moest men te Haarlem poorter
geweest zijn, om het ambt van Schout, Schepen of Raad te
kunnen bekleeden , de langste termijn echter was te Zierikzee voor
de Schepenen gevorderd, namelijk een poorterschap van twintig
jaren 1).
hadden moeien zijn, in het Ulr. PI. B. III. bi. 70, 82, 201, 281, 308.
Zie ook BUISMAN, Ulr. Jaarb. I. bl. 81,
1) Zie de handve.sten van Haarlem van 16 Junij 1394, en van Zierikzee
van 13 Maart 1426, bij van miebis, Charlerb, III. bl. 610. IV. bl. 826.
§ 2. -Regten door de naturalisatie verkregen.
Welke regten vreemdelingen door de naturalisatie verkregen, is,
by het ontbreken van de noodige bronnen, niet met zekerheid te
bepalen. Evenzoo xs het gesteld met de beantwoording der vraa.
« degenaturaliseerden meerdere regten genoten dan zij die hel
U gersehap gewonnen hadden. Maakte de naturalisatie den vreem-
eimg totmboorhng van eene bepaalde stad, dan was zeker de zoo-
? fbevoorregt boven hen die het burgerschap
seicocht hadden, hij werd dan als een geboren poorter aangemerkt
kon terstond de daaraan verbondene regten uitoefenen, althans
het afleggen van den poortereed, welke men in sommige ste-
^ , met name te Amsterdam, ook van geboren poorters vorderde
boori- T daarentegen door de naturalisatie alleen verklaard in-
^Ulk ^nbsp;banden in het algemeen, dan stond
vreemdeling verre bij eenen gekochten
der h . achteren. De voordeden aan het inboorlingschap zon-
verknocht, waarvan hij in dat geval genot
^'Sinmnbsp;voornamelijk bepalen tot het privi-
^^^^^ om evocando op sommige plaatsen, en tot de bevoegd-
n-f?nbsp;bekleeden, voor welke het inboorling-
Nte K^^^^'-^kkelijk als vereischte bepaald was. Aangaande het
^^^epej?quot;quot;.nbsp;aanmerken, dat om zich daarop te kunnen
Nete.'quot;quot;!nbsp;het burgerschap en in andere als-
eiscij^^ ^nbsp;^^^^^ dikwijls alleen het ingezetenschap als ver-
™ het eerste geval mogt de genaturali-
f^'^^ïWaT'quot;''nbsp;^^et tevens
om rquot;quot;nbsp;g^®^® naturalisatie noodig
Ro'^^'^^'^igevnbsp;privilegie te scheidden, eene
O tnbsp;woonplaats ware daartoe voldoende
t^v^^oorlin? ^^nbsp;benoembaarheid tot zekere ambten waarvoor
H)^ ^^ora^ ?nbsp;be-
^^nbsp;fnbsp;^^^ij kluit 1) die bekwaam-
naturalisatie aannemen, dan valt het niet
a zoodanige privilegiën veel, zoo niet alle waarde
ili
Staalsr. IV. bl. 533.
-ocr page 188-verloren. Wanneer toch. de Graaf aan den eenen kant zich plegtig
verbond, geene anderen dan inboorlingen tot zekere ambten te be-
noemen, en hij behield zich aan de andere zijde het regt voor om
iederen vreemdeling te naturaliseren en daardoor bevoegd te maken
voor dat ambt, dan had zulk een privilegie al zeer weinig te be-
duiden. Het eenige bezwaar dat dit dan voor den Graaf opleverde,
bestond daarin, dat hij nu twee besluiten in plaats van vroeger
één te onderteekenen had; vroeger kon hij dadelijk eenen vreemde-
ling benoemen, en door het privilegie werd hij genoodzaakt, löquot;
dien hij den zoodanigen met het een of ander ambt wilde begif'
tigen, hem eerst te naturaliseren en dan bij een volgend beslui*
te benoemen. Heze zwarigheid vermindert, wanneer wij met n®
GiiooT 1) stellen, dat tot het verleenen van naturalisatie de toe-
stemming der Staten gevorderd werd, eene meening waarvoor echter
geene bewijzen worden bij gebragt, en waarvoor wij er ook
hebben kunnen vinden.
1) Inl. tot de Holl. Rechlsgcl. 1. 13. § 6.
-ocr page 189-republiek deu VEEEENIGDE nedelllanden.
toestand der vreemdelingen.
^ 1. Begrip van vreenuMing. Toelating van vreemdelingen Uer
te lande.
^r? Tlnbsp;«ff allengs eenigermate ge-ee......
if fnbsp;beginsel ^rooten-
^^^f^^yke Eegering. In de%teden
««^/^o Tquot;quot; onderscheiding tusschen burgers, ingezetenen en
dootnbsp;burgers verstond men dan allen, die hetzij
^^ïkïefnbsp;bet burgerschap ver-
houdernbsp;'nbsp;of inwoners waren diegenen welke
^r?woonplaats in de stad ge-
^^^ île ^nbsp;^^^ '^en naam van aankomelingen gaf
^^^^che! ynbsp;'^quot;'^bts tijdelijk vertoefden 1). Het onderscheid
^'^quot;^öiind quot;^'^/'^^^billende klassen werd evenwel bij verloop van
genomen, met name werden aan de
Wenbsp;dan vroeger, vele regten toege-
1 ^'oorspronkelijk alleen aan burgers toekwamen.
va. nf^'f provinciën onderling aangaat, zoo deed
knbsp;ZFl [nbsp;^^^^nbsp;band
orf^l' van vT ? behalve de boven opgenoemde nog een derde
^ eenennbsp;zwang kwam, en men met dien naam
meer beperkten zin diegenen bestempelde, welke bui-
, 1)
rccliisgel. b. 4. c. 22. Meijer, I„slitulions
-ocr page 190-ten het gebied der Yereenigde Nederlanden waren geboren en in
deze landen geene regten van burger- of inboorlingschap hadden
verworven, maar die band was toch niet zoo vast als men opper-
vlakkig zoude vermoeden 1): ons vaderland bleef eene federative
republiek, Nederlandsche staatsburgers in de hedendaagsche betee-
kenis des woords kende men toen nog niet, elk gewest werd naar
zijne eigene regten bestuurd, de Staten Generaal konden slechts
in enkele gevallen, waarin de belangen der geheele republiek be-
trokken waren, zoo als bij de verdediging des lands tegen den ge-
meenschappelijken vijand, aan de Staten der provinciën bevelen
geven, overigens stond elk gewest geheel op zich zelf, en blee
men in het eene de onderzaten van het andere, althans in zekere
mate, als vreemdelingen aanmerken 2).
Ook zij die in de koloniën geboren waren werden meestal als
vreemdelingen beschouwd. Sommigen strekten dit zelfs uit tot hen
die aldaar uit Hollandsche ouders waren gesproten, welke vraag
nogtans ten opzigte van laatstgenoemden door de Staten van '
land 11 Maart 1712 en 27 Nov. 1716 ontkennend werd beant-
woord. Zoo verklaarden ook de Staten Generaal 2 Dec. 1634^
dat zeker persoon, die in het jaar 1621 naar Oost-Indië
en aldaar in 1632 overleden was, moest gerekend worden m ^
kolonie slechts forensis te zijn geweest en zijn domicilie in /-ee
te hebben behouden, en adviseerde cokn. bosch 12 April
dat in het algemeen diegenen, welke naar Oost-Indië
waren, daardoor regtens hunne woonstede hier te lande niet i'
den verloren 3).nbsp;. . ■ andere
_______ quot;VYaren derhalve de onderzaten der eene provincie m ne ^^^
king «ns-niet in allen deele met inboorlingen gelijk gesteld, zoo befton ^^
quot;tusschen hen toch de meest vriendschappelijke betrekking^^' ^^^
werden zij wederkeerig met de meeste welwillendheid on v c
sehen lt;le
onderza
ten der
provinci-
ën onder-
ii »8.
1775. I-
1) Zie PIETER PAULUS, Verkhiriiig der Unie van Utrecht.
2)nbsp;Zoo werd aan Johan van Oldenbarneveld na eenenbsp;^ als
twee en dertig jaren nog verweten , dat hij een vreeinde)iquot;c „gboort® gt;
Amersfoort geboren. Zie Waarachtige bist, van 't geslacbte^^ ^ 2O6.
leven enz. van Wijlen den Heer j. van oldenbarkevelt , Rol-'-^^
Zie ook van bynkehshoek , Quaestiones juris publici. 1. 2. c.nbsp;§ _
3)nbsp;Zie van zürck , Codex Batavus, v. Oost-Indische Comp b^^^
v. naturalisatie § 2. N. 2. Gr. Pl. B. II. bl. 1322. Holl. Con •
bl. 574.
Betrek-
Eeeds 8 Nov. 1576 had men zich bij de pacificatie van Gent ver-
bonden, «dat van nn voortaen d' inwoonderen ende ondersaten
v^i d een en d' ander zyde, van wat landen van herwaerts overe
ofte van wat staete, qnaliteyt of eonditie ly zy, overalle zullen
mogen hanteren, gaen ende keeren, woenen en trafEcqueren coon-
inanschgewyse ende andersints, inallevrydom ende versekerthevt'^
n ni het volgende jaar sloten Holland, Zeeland en Utrecht ;en
aecoord da de wederzijdsche onderzaten vryelijk in die gewesten
^ogten handel drijven, terwijl men 29 Jan. 1579 bij de Unie^
fa-ech overeenkwam, dat de provinciën zouden verbonden blijven
' rï quot;quot;TT ^l^of syluyden maar één provheie
Znbsp;en/fschoon dit laatste inzonderheid sloeg op de ^e-
^^eensehappehjke verdediging tegen den vijand, oefende zulks toch
ov^er^^f t? mvloed nit op de betrekking der onderzaten
-^'^s t^nbsp;-inbsp;ons hier
Wl V 'nbsp;van de Eegerin.. van
elden m dese stad komende wonenquot;, voor den ti/d
fjnbsp;vnjdom van «tocht ende wachtquot; beloofde, terwijl
J^lii 1614, hetwelk daarna jaa -
^^^ «Je Utrechtsche jaarmarkt bezociten
e,^^ cnmmeel veroordeelden en vijanden uitgezonderd) «goet
geclnrende'denvooLLl
gt; ennbsp;te mogen komen han-
. ^ ^VelVnbsp;^oopmanschaps-gewyse ende andersindsquot; 2)
r^ten . rnbsp;ingezetenen der naburige 4'
^^nbsp;Holland werd hetzelfde be-
ï^oS als^elnbsp;' ?nbsp;Jaarmarkten kwa-
lt; erooirf! Wkersvan de beide veemarkten te
verordenden hetzelfde
--nbsp;Paarden- en beestenmarkten te Zutphen,
^^ Zie G ^
3) Utr! l\ inbsp;Ulr. PI. B. I. bl. 43, 50, 59.
^'etlenllnbsp;600, 678.
Hle/'' bet ocirlnbsp;Briele. 11. bl. 200 210
. bl.nbsp;^gt;Iaart 1624, bij va. .k.s, ïlaniv'Jtt van
-ocr page 192-te GeMermalsem, te Eist, inde Heerlijkheid Geut, te Barneveld
en in de Heerlijkheid Horssen 1).
vreemde. Wat pcrsoneu betreft, afkomstig uit landen buiten den kring
iingeu uiteer Vereenigde Provinciën gelegen, zoo hebben wij boven gezien,
r'TfKom^da^ aan deze onder de Grafelijke Eegering eene welwillende beje-
ten deel viel; en was zulks toen reeds gebruikelijk, lö
geene geringere mate voorzeker kan men hetzelfde getuigen van
deEepubliek, welker onderzaten bij voortduring toonden niet on
aard te zijn van de door tacittjs zoozeer geprezene gastvrijheid de
Germanen. 2).
Slechts enkele voorbeelden kunnen worden bijgebragt van ge ^^^
sub» igt;c- len, waarin vreemdelingen door onze voorouders werden
hnndeiins.nbsp;gTj^gtig behandeld, namelijk U indien het personen fl'a
die men gevaarlijk achtte voor de rust van den staat of van
zondere personen, bf bij oorlog of maatregel van represaille. ^^^
de laatste soort behoort eene aanschrijving van Gedeputeerden ^^^
Staten van Vriesland, op aanzoek van den Eaad van S^^^^'^^eO
11 Nov. 1585, waarbij bevolen werd alle kooplieden
en hunne goederen aan te houden, als wedervergelding
geen in die stad met Kapitein Onno van Enssum g^^enrd ^^^^ ^^
Zoo bevalen ook de Staten van Holland 26 April 1657
leggen op alle schepen, koopmanschappen, penningen,
wisselsen uitstaande schulden, aan Franschen toekomende
boden zij den lld^nMei van hetzelfde jaar den ^^^^j^J^^ugiistu®
brengselen van landbouw en manufacturen, en den 8« ^^^^lïï^
daaraanvolgende allen handel met en alle scheepvaart naar^^^^ ^^^en
alsmede het aannemen van ^spoorten van dennbsp;i^oH^^ gt;
Augustus evenwel werden die placcaten reeds weder mg
1720;
1) Zie de placcalen van 15 Mei 1643, 18 Sept. 1716 , ^^^ pj J}.
27 Junij 1724, 19 Sept. 1726 en 23 Febr. 1736, m hei
bl 307. HI. bl. 188, 191, 324, 435 en 537.
l. 3U7. lu. Dl. loo,nbsp;CU uu.. , J^ 1, 1)«. - V
2)nbsp;Zie VAN ZURCK, Codex Balavus, v. amten, ^ ^ rep«'^''''
Aanwysing der heilsame politike gronden en maximen vanbsp;^^^
Holland en Weslvriesland, deel 1. cap. 15. ^ 553-
3)nbsp;Zie SCHWARTZENBERG, Charlerb. vannbsp;zelfs
gelijk besluit namen de Stalen van Vriesland 6 Dec ^^^ Stell'^^ter
van die van Overijssel, omdat aldaar eenige ingezeten^nbsp;j)e
Wesleinde waren aangehouden en gevankelyk naar
gevoerd. Zie schwartzenberg IV. bl. 123J.
met bevel dat men zich voortaan zoude houden aan het tractaat
van marine, tusschen dat rijk en de Hanzesteden 10 Mei 1655
gesloten. Eveneens dreigden de Staten Generaal 31 Jan. 1731
maatregelen van retorsie te zullen nemen wegens de harde behan-
deling der protestanten te Oudenaarden, en besloten die van Hol-
and den iQden April van hetzefde jaar, zulke vreemdelingen te we-
en m wier land de onzen niet werden toegelaten 1).
-Doch dergelijke gevallen waren zeldzame uitzonderingen, de al-
.emeene regel was, dat vreemdelingen die te goeder naam en faam
onclen parne werden toegelaten en de meeste bescherming geno-
n; «schot en lot betalende,quot; zegt eomeik oe hooghe 2), «wa-
. ^nbsp;borgerlyke ommegang
j^nder onderscheyd leefde elk gerust.quot; Yan daar dan ook daï zich
Tei qf rnbsp;vreemdelingen nederzetteden, en pes-
j t^^^gt neggen kon : «externorum inde ab ortu reipublicae
lt;lel ' oonfluentium multitudo ingens.- De bloeijende han-
^ecrdnbsp;ondervond, de
quot;quot;Kr^Tfnbsp;godsdienst, de vrijheid van drukpers die
ns lacto hier bestond 4), lokte vele vreemdelingen van aller-
^«^enlf fnbsp;nitheemschen aan,
'^^^ni. r''nbsp;landman zijnen oogst inzamelen, tot be-
ter^viji ? ' P™ gebruikte men vele Jutten, Denen en Noren
^^aarin geene vreemdelingen
vonnbsp;^quot;'^^'^^^heid werd ons vaderland het toevlugts-
'^i^^-oTl'nbsp;rampen des oorlogs had-
rstelen, of vervolgd of verdreven waren 6), vooral kwa-
547, 549, 551. VI. bl. 369. m. van
» Zi
Jissnbsp;rU ■nbsp;quot;quot;nbsp;'
Sni.:nbsp;, naturalisalionis. Ulr. 1763. pa- II.
ïïn ^ienbsp;republica Balava. Leiden. 1782. pag. 46.
ianbsp;^nbsp;. Inslitlltinnc!nbsp;— tit- ____ jn/i
6(1 •'luquot; Mrnbsp;' '
herropnnbsp;mdilkekk , de Réfugiés inde
'«n d ttJZAc »quot;nnbsp;I. bl. 301 vgg.
'O''rijkdom. III. bl. 3: «De constante polilique
^fVDlJt'nbsp;en altoos
quot; ■ een verdnbsp;verdrukte vreemdelingen: geen
I , ' Drtquot;?'nbsp;juchciaires IV pag. 420.''lil.' Mr. h. w
Ve
M - geen verdracr quot;quot; ------quot;quot;nbsp;-.gt;=cu.uciuigen : geen
^»quot;««^^'■alie voor eenig Vorst, en geen ver.
deese ;nbsp;''nbsp;''^^»^en, geweest, om
«escbermmg en beveiliging dergeene, die hunne toe-
Gunstige
Igt;ehande'
men zicli velen hier vestigen, die om der godsdienst wille waren
uitgeweken, onder welke eene menigte zeer bekwame en injvere
lieden, die door hunne overkomst de welvaart niet wenng bevor-
derden; men kan dan ook met volle overtuiging stellen, dat de aan-
merkelijke vermeerdering in bevolking, aanzien en bloei, welke
meeste steden, inzonderheid van Holland, in de zeventiende een
ondervonden, voor een groot gedeelte moet worden toegeschreve ^
aan de talrijke vreemdelingen, die zich aldaar met der woon k^v
men nederzetten 1}.nbsp;^^^
otgc. Eeeds in de zestiende eeuw vestigden zich velen, die wegens ^^^^
xvek.nen Qorlog uit Brabaud, Ylaanderen en naburige streken waren
vóór 1085. ^ i^igj. te lande en werden er met de meeste bereidwillig ^^^^
ontvangen. De Staten van Holland namen ten hunnen voor
5 Mei 1584 een besluit, dat geeneregters hen mogten ^'^roox^
len tot betaling van schulden of « achterwesenquot;, noch provisi ^^^
arresten tegen hen verkenen, dan ingeval zij overtuigd waren^^^^^^^
de gedaagden middelen hadden om te betalen 2). Onder die
sche vlugtelingen bevonden zich uitstekende geleerden en zeer er\^ ^^^
koopbeden 3) , die niet weinig toebragten tot dennbsp;joor
vaderland, vooral te Leiden en te Haarlem werd de ^^Y^^^pelft
een aantal dier vlugtelingen aanzienlijk vermeerderd. Oo
kwamen in het jaar 1596 onderscheidene Tlaamsche hm^.
aan, daar de Eegering, die hen vroeger uit vrees voor^
der Spanjaarden had geweerd , zelfs premiën uitloofde aa ^^
welke in de stad wilden komen wonen en nering
St. Urselenklooster ten hunnen behoeve met eenenbsp;2oo
woonhuizen deed betimmeren en met straten doorsnij e^^^^.^
waren reeds uit Engeland gedurende de Eegering van ^^ ^^^tig
naar het vaste land geweken, wier getal door hoopt ^^^ ^^ jje-
duizend begroot wordt, en van welke de meesten zicnbsp;^^^
derlanden begaven.nbsp;, uitvaaiquot;'^
Toen Hendrik III in het jaar 1585 een eclic
------------Zie ook
vlugl in .lit land gcnoonien hebben , te doen afwyken.^ ^^^nbsp;^ ^^^
Comnienlarii de republica Batava. Leiden. 1795. L p.'n-^
1)nbsp;Zie biciig, bl. 5 vgg. Blr. n. j. koenes, i-e^^cn.
den invloed der Franscbe vlugtelingen in Ned. bl. ^ •
2)nbsp;Zie Gr. Pl. B. IL bl. 2161.nbsp;346. ^ 740-
3)nbsp;Zie eenige van deze opgenoemd bij koenes , n .nbsp;vg.quot;
4)nbsp;Zie VAN beelswvck, Bescbr. der stadt üelft, bl. 1-
5)nbsp;Ned, hist, I. bl. 12.
-ocr page 195-den last inhoudende, dat alle Calvinisten binnen zes maanden Frankriik
moesten verlaten, namen onderscheidene van deze de wijk herwaarts
en na de overgave van Eochelle werd hun getal nog vermeerderd'
terwijl mede gedurende den dertigjarigen oorlog vele Duitschers tol
ons overkwamen 1).
Jfnbsp;der zeventiende eeuw nam op nieuw de emi-
gratie mt Frankrijk naar deze gewesten aanmerkelijk toe • de wei-
nige vrijheid van drukpers welke elders bestond deed vele geleerden
en letterkundigen tot ons overkomen 2), maar vooral de vervol^ins
^'aaraan de protestanten bloot stonden, was oorzaak dat zoo velen
tt^Ti? Znbsp;^^^y^Pl^^t^ het oog geves-
1?nbsp;Hugenoot, Jean Barton
iarqms de Montbas, als Commissarisgeneraal aan het hoofd van onze
uiterij geplaatst 3) terwijl het getal der Fransche Edelen, die van
^7o tot 168o zich hier nederzetteden, door capefigue 4) op viif
quot;^üizend wordt begroot.nbsp;^ ^
cles Koniogs van 17 Junij 1681, in-
J^t V1nbsp;protestanten , zoodra zij hun zevende
bereikt hadden tot de Catholijke godsdienst mogten worden
^^ genomen, aanleiding tot het voornemen van vele zijner onderda-
^mow r 7nbsp;Franschman,
ii^et S ' Tnbsp;^^ '' Gravenhage, en beraamde
inbsp;vroegere staatkundige betrekkin-en
^..jaarg Mnbsp;de Staten Generaal genoot, de middelen om Ln
^akeunbsp;deze gewesten gemakkelijk te
^'^^e örn'''nbsp;gezamenlijk een vertoog op, het ontwerp behel-
^^ï^^'aartnbsp;belangrijke nijverheidsondernemingen uit Frankrijk
' fs over te brengen, indien de stedelijke Regeringen aan die
1)nbsp;y.
2)nbsp;Q® ^enen, bl. 74, 75.
W inl?''' bekleedden Jnrieu en Pierre Bayle eene voorname plaats
lnbsp;?nbsp;«l-ar laatstgenLindê
taa?^ 'otiionbsp;werd aangesteld. In 1684 werd
lt;le i^iideaerofr''''quot;nbsp;^quot;aije letteren en Hebreenwsche
Vergt;»Plaau v!f nquot;^'quot;nbsp;welke stad reeds in 1629
trok toen hnbsp;ge^^orden was, die tot in 1649 hier te lande
A SA quot;quot;tnoodiging van Koningin Christina naar Zweden ver-
4 ï'« «VLvrl r:nbsp;221. II. pag. 37.
^^ . II. pag. 141.
-ocr page 196-vlugtelingen ruime voordeelen wilden toestaan. De Burgemeesteren
van Amsterdam benoemden daarop eene commissie, welke 7 uc .
1681 rapport uitbragt en voorstelde, hun het burgerregt te schen-
ken, hen te ontheffen van de verpligting om een gild te wmnen,
en hun daarenboven voor drie jaren vrijdom van stadsaccijnsen en
burgerwacht te verleenen, terwijl zij overigens op alle mogeU]
bescherming zonden kunnen rekenen 1). Overeenkomstig het rappor
werd besloten, met dit gevolg dat nog in hetzelfde jaar zich veie
Amsterdam vestigden, onder anderen Pierre Poulam , Matüneu
Noble en eenige anderen, die aldaar hunne weverij voortzetten ,
welke zij in Frankrijk hadden moeten verlaten. Men koos ^^
Regeringsleden, om op de aankomende Franschen het toezig
houden, en zoo veel mogelijk zorg te dragen dat zij aan werk ƒ
holpen wierden. Hunne zieken werden in het gasthuis verpleeg '
en de armen ontvingen behoorlijk bedeeling van de diaconie
Waalsche gemeente, aan welke men daarvoor m dat jaar een
sidie van 20,000 gulden verstrekte 2).
In hetzelfde jaar, den 2 ö^teü September, beloofden de Staten ^^
Holland vrijdom van extraordinaris lasten en schattingen voo^^^^
tijd van twaalf jaren aan alle huisgezinnen van de
godsdienst, die uit andere landen, van waar zij wegens cle ^^ ^^^^
ging hadden moeten vertrekken, zich herwaarts begaven ^^^^^^^
doel om in Holland hunne woonstede te vestigen, en zicü ^^^ ^^^
aanmeldden bij en lieten inschrijven door de Magistraten ^^^
meente, waar zij hun vast verblijf wilden houden. ^^
besluit nadrukkelijk werd gehandhaafd, kan onder ^^^'^^'.y^grdeu^
uit de resolutie van 17 Sept. 1688, waarbij de Staten v«
dat de Fransche vlugtelingen diensvolgens vrij waren van ^^^^^^ ^jj
penning of de halve verponding van alle vaste goederen,
in het vorige jaar hadden aangekocht 3).nbsp;placca^J
Eeeds 7 Mei 1681 hadden de Staten van Yriesland enbsp;^^t
uitgevaardigd, dat alle vreemde geloofsgenooten,nbsp;^^gaudeer®'^
der woon in die provincie kwamen nederzetten, zoquot; en ^^^ .^^^ge-
van alle privilegiën, vryheden en gerechtigheden ^^^ aan aH®
tenenquot;, «i beloofden zij den lö^en October daaraaiwolgB
uitgewekenen om der godsdienst wille, die zicn u
1)nbsp;Zie KOENES , M. 75, 76, 362 vgg.
2)nbsp;Zie wAGENAAn , Amsterdam. I. bl. 608-
3)nbsp;Z'e Gr. Pl. B. UI. W. 1414. IV. bl. 930, 9/4,
-ocr page 197-bij de Grietmannen ten platten lande of bij de Magistraten in de
steden, alwaar zij zich wenschten te vestigen, eveneens voor den
tijd van twaalf jaren vrijdom van alle extraordinaris lasten of schat-
tmgen, met vergunning aan hen , die ter hunner laatste woonplaats
meesters geweest waren, om ongehinderd hun handwerk nit te
oefenen, zonder genoodzaakt te zijn eenig gild te winnen of eenige
recognitie te betalen 1). Opmerkeiijk is het, dat die besluiten ge-
nomen werden, voordat er nog dergelijke uitgewekenen in Vriesland
aankwamen 2). Toen deze werkelijk gekomen waren, meestal land-
bouwers, terwijl de fabriekanten en kooplieden voor het grootste
gedeelte naar de steden van Holland togen, namen de Staten op
Hieuw een besluit, waarbij hun onderscheidene voorregten werden
toegekend. Men stond hun namelijk eenige landen ter bewoning
af, die aan desolate boedels behoorden, en over geheel Vriesland
Werd eene collecte uitgeschreven, uit welker opbreugst hun hetnoo-
^ige tot bebouwing der landen en tot hun onderhoud werd verstrekt;
k oorts genoten zij gedurende tien jaren vrijdom van hoofd- en schoor-
^teengelden en floreenschatting 3).
Ook het stedelijk bestuur van Groningen trachtte reeds in 1681
^e Uitgewekenen door het uitloven van allerlei voordeden derwaarts
lokken. Zoo verklaarden zij den Ö^i«quot; September « aen alle gros-
of koopluiden van buyten inkomende ende in't gros haer koop-
dryvende, mitsgaders aen alle sydewerckers, drapiers
Hennbsp;heerensayen, fusteinen, sergiën, bombasynen , grogrei-
bajen, baratten, rassen, lakenen ende alle andere diergelycke
en handwercken, mitsgaders derselver verwers , de-
ko 1,nbsp;^^^^ familiën in dese stadt tot 't dryven van den
lïiQ^ J^^'^el in 't gros, 't wercken van voorschreven manufacturen
gerre ^^men ter neder setten , te sullen vereeren 't ghemeen bor-
^its 1nbsp;ghilde deser stadt voor haer ende haere kinderen,
tieunbsp;vry dom van wachtgelt, alles voor den tydt van gelycke
tayr ' daerenboven alle derselver onverarbeyde syde, wolle ,
'tnbsp;mitsgaders kottoengaren en andere waren, tot
gereq^^j- ^^^ voorsz. coopmanschappen ende hanteringe wordende
^nderenbsp;^^ inkomen, ende haere alhyr gewrochte lakenen off
nen by 't uytgaen, t^eximeren van onses puntkamer accyn-
1) ^
e schwartzekbero, Charlerb. van Vriesland. V. bl. 1193 1197
3)nbsp;, bl. 79.
®chwarizekberg , Charlerb. van Vriesland. V. bl. 1214.
-ocr page 198-sen, impositiën van craene, waege en wipgeHen. Sullen oock de
Weesen in't groene ende blauwe kinderbuys mitsgaders iu 't borger-
weeshuys deser stadt voor't toekomende geen ander kleedinge van
linnen ofte wollen mogen gebruycken, als alhyr zyn of mochten
worden gewrocht ende gemaekt^' 1).
Aan Pierre Baille, een' voornaam fabriekant van Clermont m
Languedoc, die zich met zijne familie uit acht personen bestaande
te Amsterdam vestigde, werd door de Eegering 26 Sept 1682 he
voormalig aalmoezeniers-ziekenhuis afgestaan en een renteloos voor-
schot van 10,000 gulden verstrekt, om hem in staat te stellen
aldaar zijne manufacturen en étoffes de laine et de soie en diverses
sortes onder de firma van Jean Baille et Kis voort te zetten, eo
vooreerst aan honderd Fransche vlugtelingen werk te verschaften.
In het volgende jaar, toen hij reeds zestig weefgetouwen had opge-
rigt, en het geheele Noordsche Bosch met zijn werkvolk bezet ,
werd hem nogmaals eene som van 10,000 en later nog eene
15,000 gulden voorgeschoten, terwijl men daarenboven 4,400 gn '
den bankgeld op wisselbrieven voor hem betaalde, na inzage
zijne boeken genomen te hebben. Ook werd hem vergund ,
honderd veertig meisjes uit de wees-, aalmoezeniers- en
huizen aan het werk te stellen om point de Yenise en andere
te naaijen. Aan Dinant Laures werd ter zelfder tijd onder gnn ^^^^
voorwaarden de oprigting toegestaan van vijftig getouwen ^^ ^^^^
weven van wollen stoffen, en aan Jean Pineau een voorsc^ ^^^^^^
strekt van 4,000 gulden, mits hij de doorhem vervaardigd
de Nîmes aan de'^stad ter hand stelde, terwijl ook aan den- ^^^
quot;pTauscnquot; j
de Yenours eene woning werd ingeruimd voor jonge
vrouwen, die aldaar kant zouden werken. Igt;en 28sten Janna ^^^
besloot de Eegering van Amsterdam, jaarlijks ten
gewekenen twee collecten te doen en de opbrengst ter ^^^^^^t
te stellen van de Waalsche diaconie. In het volgende ] ^^
zij aan eenige vlugtelingen, die eene fabriek van serges^ ^^^^^ j^j
hadden opgerigt, op de vervaardigde goederen tot e^^^^ p/ru-
waarde voor, welke gunst mede werd toegestaan aan ^^^^^
neau, mits deze zich verbond, minstens vijftig S^^^gterdam ^^^
king te brengen van manufacturen welke te voren te
vervaardigd waren 2).nbsp;,
1)nbsp;Zie FEiTH, diss, de gildis Groninganis 1838. pag_nbsp;M-^®^'
2)nbsp;Zie WAGENAAR, Amsterdam, I. bl. 608. Beug, bl. 10amp;.
-ocr page 199-Het grootste gedeelte der Praiische uitgewekenen kwam echter
eerst na de herroeping van het edict van Nantes 8 Oct. 1685 tot
ens over, onder welke vele uitstekende geleerden 1) en een aantal
vermogende lieden 2). Eene maand na de herroeping van het edict
Avaren te 's Gravenhage reeds twee en dertig Hugenoten-Officieren
aangekomen, die dagelijks in de antichambre van deu Prins van
Oranje om eene betrekking aanhielden; de Prins wilde voor hen
twee regimenten oprigten, doch dit voorstel vond tegenkanting bij
de Staten van Holland, die het leger niet zoo aanzienlijk wilden
vemeerderen; bij de resolutie van 15 Jan. 1686 werd hun nogtans
100,000 gulden in het jaar toegestaan 8). Tot ondersteuning der
Uitgewekene Predikanten hadden de Staten reeds 22 Dec. 1685 eene
Jaarlijksche som vau 12,000 gulden aangewezen, welke in het vol-
pnde jaar tot 25,000 verhoogd werd 4). De Prinses trok zich in
^et bijzonder het lot der vrouwen aan, en nam het onderhoud
^ de opvoedmg van een aantal dochters van uitgewekenen voor
^are rekening; vele inrigtingen daartoe waren onder hare bescher-
bekTnbsp;waaronder dat te Haarlem eene voorname plaats
ian ' betwelk daarenboven van de Staten van Holland eene
awijksche toelage van 2,000 gulden genoot 5).
lect.nbsp;de Vroedschap 9 Nov. 1685 de beide col-
die in 1683 voor twee jaren ten behoeve der Fransche vlug-
fio!c ? ^«quot;erdam zetleden zich in 1685 Jacques en Henri Basna-e du
'sQravnbsp;Superville, ia Plantte, Jaquelol en Ancillon neder; te
slecht/quot;nbsp;Predikant Claude eene gereede opname, aan wien
lervyjjinbsp;t^vintig uren waren gelaten om uit Frankrijk te vertrekken,
tot (le j o^'erige Predikanten daartoe veertien dagen tijd hadden gehad •
behoort de welsprekende redenaar Jacques Saurin[
^raveninbsp;te Londen beroepen, kort daarna eene reis naar
Ï^' ûien h^^® 'nbsp;P'^e^lf^'og eene geestdrift verwekte,
totaa terstond de betrekking van Ministre des nobles opdroeg, welke
quot;ï f,'!quot;®quot;nbsp;''«quot;ft- Zie sayous , Hist. de la littérature
Opnbsp;-ï- Pquot;^?- 291. H. pag. 90, 107.
fr'^^enten '''quot;quot;quot;'S« schepen werd zelfs tot 300,000 kroonen in goud en edel-
g'^nsche quot;^^''oerd. Vooral in het laatst van 1687 trokken vele rijke
^^ollandp*^!^®quot; herwaarts. Zie Négociations de m. le co.iite n' avacx
j 3)nbsp;VI. pag. 53. Koeien, bl. 89.
■nbsp;de 31. le co.mte b' avaux. V. pag. 97, 102,
109,
5) xf/quot;'^«'^^, bl.85.
87.
UKgewo-
kcneu na
ie83.
telingeu vergund waren, nogmaals voor
eene maand vroeger was aan aolit van de bekwaamste Predikant n
uit hun midden eene jaarlijksche toelage van 200 gu den voor elk
verleend, mits zij zich te Amsterdam vestigden en aldaar de pre-
dikdienst waarnamen, terwijl 5 Jan. 1686 nog aan vier andere
Predikanten eene gelijke som werd verstrekt. Aan Jan Cabrie ,
die te Amsterdam de taffetas lustreerde, schonk de Kegering 23 tgt;ct.
1685 in eens 500 en jaarlijks daarenboven 200 gulden, op voor-
waarde dat hij zijne kunst aan geene buitenlieden zoude eeren.
Ook rigtte men de schermschool op de Prinsengracht tot eene t^ e
Waalsche kerk ten behoeve der uitgewekenen in, en stond n
daarbij 22 Dec. 1685 van stadswege twee wonmgen af voor
diaconie en den Koster. In het volgende jaar werd aan de labi
kanten van gouden, zilveren, zijdenen wollen stoffen de nood|
ruimte aangewezen tot het oprigten hunner werkplaatsen, en 20 IU
1688 stelde men nog ten behoeve der arme 1 rausche vlugteliDg ^
eene belasting in van 3 stuivers op iederen zak tarwe en va
stuivers op ieder anker wijn, alsmede 18 Jan. 1689 eene bela ^
op de courtage der makelaars in Oost- en West-Indische ac^^
Toen echter ten gevolge der wreedheden , op last van J^ou
het jaar 1689 in den Paltz aangerigt, vele Hugenoten m ^^
waarts de wijk genomen hadden, genoodzaakt werden dat ^^^^
ruimen, en zich meestal naar de Nederlanden, en met nam^
Amsterdam, begaven, werdende behoeften der Waalsche ^^^
zoo groot, dat de Eegering dier stad 31 Julij 1690 begoot
de Franscbe uitgewekenen toegekende vrijheden eenigzins ^^^ ^ ^^^
ten, mede op de klagt van sommige burgers we ke be^^
zij door die gunsten in hunne nering ennbsp;^.^.cn vr«'
kelijke schade leden. Men besloot derhalve, dennbsp;^..taa»
dom van de stadsaccijnsen ende ontheffing van ^^^nbsp;.i^gte-
niet meer aan nieuw aangekomenen te verleenen, ennbsp;^^^ je
lingenin alles, ook in het verkrijgen van het ^^irg®^ -nbsp;de
overige inwoners gelijk te stellen, met vergunning ejnbsp;^^.„keiie
Burgemeesteren, om in enkele gevallen de vroege. ^ ^^^^
voorregten alsnog toe te staan aan hen die regt^treeksnbsp;^
overkomen. Daarbij werd aan de Laa sche diacome
kommerlyken tydquot; eene som van 50,000 ff- ^gedaan. ^^^
verstrekt en haar daarenboven haar verschot te «
1) ZiewAGENAA., Amslerdaui. 1. bl. 090,695.
-ocr page 201-bepaling tevens, dat de plaatsen der overledene of vertrokken Pie-
dikanten niet weder zouden vervuld worden. In de jaren 169é en
1695 ontving de diaconie een subsidie van 30,000 en later zelfs
van 40,000 gulden jaarlijks, terwijl haar vau 1700 tot 1703
wegens de duurte der levensmiddelen daarenboven 30,000 , in
1707 tot dekking van het te kort 19,000 en in 1708 nogmaals
8,365 gulden verstrekt werden. In het jaar 1709 besloot de Be-
gering echter , haar voortaan met geen grooter subsidie dan 40,000
gulden te ondersteunen.
Was men vroeger reeds begonnen de buitengewone voorregten der
•Fransche uitgewekenen te Amsterdam eenigzins in te korten, bij
^e resolutie van 31 Jan. 1720 ging men op nieuw daartoe over,
•loor te verordenen, dat diegenen onder hen, welke wenschteu
opgenomen te worden in het St. Jozefs- of timmerliedengild, ge-
J^ouden zouden zijn even als anderen bij den Deken en de Over-
deden proeven af te leggen; en ook bij de overige gilden werden
^^lengs alle vroeger verleende vrijdommen ingetrokken 1).
Hebben wij uit het bovenstaande gezien, welk eene gunstige op-
aan de Fransche uitgewekenen te Amsterdam ten deel viel,
jJl^t minder welwillend werden zij te Haarlem ontvangen, alwaar
reeds vóór de herroeping van het edict van Nantes gedurende
jaren vrijdom van stedelijke accijnsen, toelating in de gilden
iiinbsp;voorregten beloofd waren, en in 1682 ten hunnen behoeve
e protestantsche kerken eene collecte gedaan was welke 7,645
dej ^^ opgebragt. In het jaar 1686 schreef de Eegering we-
sojj^'^ eene collecte uit, met dat gevolg, dat haar de aanzienlijke
doQj. 85430 gulden werd ter hand gesteld, waarvan zelfs 2,886
I687 ^ l^oomschen was bijeengebragt. Bij de resolutie van 11 Jan.
ficcijj^ ^^'^rd hun op nieuw voor drie jaren vrijdom van stedelijke
hlijjjj toegezegd, waarvan de uitslag was, dat eene menigte
^^eh te Haarlem nederzetteden, Avaardoor de Haarlemsche
beiden ^nbsp;hoogen trap van bloei stegen, even als die te
beijverde aan de réfugiés een goed
Ook te
geldp]--, °rdrecht werd hun het burgerregt, vrijdom van accijnsen
e ondersteuning geschonken, waardoor de fabrieken in
I Zie
Amsterdam. I. bi.706, 709, 710, 724, 728, Bebc,
^^ Zie b/'quot;'' iOO, 110, 277, 278.
«S hl 41, 42, 201 vgg. Koenen, bl. 269 vgg.
-ocr page 202-die stad meer dan ooit bloeiden; terwijl mede de Regering vau Gouda
in bet jaar 1692 de van buiten inkomende lakendrapiers begunstigde
met eene premie voor elk getouw dat zij opzetteden, boven de
onkosten van vervoer, en de Burgemeesteren aldaar driejaren later
nog eene overeenkomst maakten om acht of twaalf lakengetouwen
op te rigten 1).
Iu Zeeland bleef men niet ten achteren om eveneens, door i ^
toekennen van vele voorregten, de uitgewekenen derwaarts te lo
ken. Middelburg besloot 21 Oct. 1685, in de Couranten te doe^
bekend maken, dat de gereformeerden, die zich ter zake van
godsdienst aldaar met der woon kwamen nederzetten, m alle gi
Lder betaling zouden worden opgenomen, ^^^ f ^^^^^^^^^ f )
vrij zouden zijn van stedelijke lasten. Ingevolge ^it besamt ^^^
een poortersboek der vlugtelingen aangelegd, waaruit
zich van 1685 tot 1693 in die stad vijf honderd twee en ^es^D ^
giés hebben gevestigd. De Staten verstrekten daarenboven
1686 eene som ven 4,000 gulden tot ondersteuning der .tia ^^^^
Predikanten, en bevalen eene collecte in de geheele provincie
behoeve van hen die derwaarts de wijk hadden^ genomen )• ^^^^^
Onder de steden van Noord-Braband zullen wi] alleen van
togenbosch spreken, alwaar hun 17 Dec. 1685 zelfs ^'^ox
jaren vrijdom verleend werd van het poorterregt, van de _ ^^^^^
accijnsen, van het ijsbijten, van inkwartiering ennbsp;^i^ikel
de schutterijen, met bepaling tevens, dat elknbsp;het
zijne nering of hantering mogt doen, zonder verplig ^
burgerschap te koopen of iets aan de gdden te b^anbsp;^g^e
Evenzoo vaardigde de Regering van Utrecht 16 Nov.
publicatie uit, dat alle gereformeerden, die wegens ®nbsp;i^uis-
uit hun vaderland hadden moeten wijken en zich me ^ «chap,
gezinnen aldaar wilden nederzetten, «vryheyt van ^^ ^^^ ^gn
tocht ende wachtquot; en voorts gedurende twaalf J^'^^^^gten
familiegeld, extraordinaris middel en andere personel ^ ^^^-jelijk
genieten, met toezegging aan alle handwerkslieden, ^^^ ^^ g^ideu
hun ambacht zouden mogen uitoefenen zonder iets ^^gg ^ op
verschuldigd te zijn 4). Ook werd te Utrecht m het j
1)nbsp;Zie BERG, bl. 211.
2)nbsp;Zie KOENEN, bl. 368, 369.
3)nbsp;Zie BERG, bl. 40, 195.
4)nbsp;Zie ülr. PI. B. IU. W. 274.
-ocr page 203-last der Staten Generaal, eene compagnie uitgewekene kadetten
opgerigt, bestaande uit vijftig man onder bevel van twee Kapiteins,
welke tot in 1709 in stand bleef, toen na den slag van Malpla-
qnet, volgens resolutie der Staten Generaal, uit dezelve en uit de
bestaande compagnie grenadiers drie compagniën gevormd werden,
om bij de drie bataljons gardes te worden ingedeeld 1). En dat
lt;ie Fransclie vlugtelingen te Utrecht eene goede ontvangst genoten,
^aarvan strekt de gedenkpenning ten bewijze, M'elken zij in het
Jaar 1688 lieten slaan met het opschrift: « Ahnae Matri Trajectensi
l^eipub. Galli reformati ad ipsam religionis causa profugi omnes ut
Propria viscera excepti plerique pia alumnorum sorte donati hunc
^iimmum grati offerebant A. D. MDCLXXXVIHquot; 2).
In Groningen vermeerderden de Staten 5 Febr. 1686 de vroeger
°egestane voordeelen nog met vele vrijdommen voor den tijd van
^^ertien jaren; ook mogten zij vrijelijk bij testament als ander-
j^tfts over hunne goederen beschikken , en bij hnn vertrek al hunne
verkoopen of vervoeren, zonder daarvoor iets verschuldigd te
Bij de Fransche Gemeente werden elf predikanten op een
'^^oorlijk traktement beroepen 3).
Me^'^nbsp;bun, gelijk wij bovenzagen, reeds zoo-
g ^ oo'-'i'^gten waren geschonken, werd ten hunnen behoeve door
^^ aten 9 Febr. 1686 op nieuw eene collecte uitgeschreven 4).
^'olo.nbsp;^^^''tek te buiten gaan, wanneer wij hier achtereen-
Vau*^^^® opsommen, welke voordeelen in de verschillende steden
liet vaderland aan de Fraiische uitgewekenen werden toegekend,
^esclie ^^^^^ genoeg op te merken, dat zij overal de meeste
tier of^^^^-^® genoten, en dat er bijna geene stad was, die niet meer-
Mkenbsp;weldadige gevolgen ondervond van de nijverheid,
^elfs^^*^ quot;^'lugtelingen herwaarts overbragten.
^ius '^ïize koloniën zetteden vele zich neder. Op St. Eusta-
JoiiVeJig ^^^^ hunner, Vignon, tot Griffier en Secretaris van den
^^etz ^ ]3enoemd. Te St. Thomas was Marcel, afkomstig uit
^ ^^^'^^^ant gevestigd. De Heer van Aerssen van Som-
j Zelf raet eene Fransche vrouw gehuwd, voerde reeds in
1)
Ziejf
'sx'quot;nbsp;le comte d' avaux. V. pag. 120. Gr. Pl. ß.
^ï quot;vav^ formulier van hunnen eed in het Gr. Pl. li.IV.bl. 166.
4)
^ ^ie bJnbsp;Historiepenningen. 111. bl. 355.
Iknbsp;193. Koenen, bl. 84, 370 vgg.
Charterb. van Vriesland. V. bl. 1248.
-ocr page 204-September 1683 een groot aantal uitgewekenen, mede onder ge-
leide van den Franschen Predikant Dalbus, met zicb naar Suriname,
onder welke vele handwerkslieden en landbouwers. In het begnr
van 1686 vertrok nog het schip de Profeet Samuel derwaarts, eene
menigte zoodanige vreemdelingen met vrouwen en kinderen aan
boord hebbende. Naar de Kaap de Goede Hoop stevenden almede
eenige réfugiés, onder aanvoering van eenen bloedverwant van den
Admiraal Duquesne. In het jaar 1684 werden op kosten der Oost-
Indische Compagnie tachtig huisgezinnen derwaarts overgebragt,
die zich in de zoogenoemde Drakensteinsche kolonie vestigden,
alwaar zij eene aanmerkelijke verbetering in den wijn- en ooftbouw
teweeg bragten. In de registers van het bestuur der Kaapkoloni'
treft men ook de namen van vele Burgemeesters aan, die mt
Fransche vlugtelingen gekozen waren 1).
Het getal der protestanten, die uit Frankrijk naar ons vaüe ^
land de wiik genomen hebben, wordt door den Abt de caveiB
1 iiprc*'
op vijftig duizend begroot, welk getal echter nog te laag
kend is 2).nbsp;a nver-
In het leger, waarmede Willem III in 1688 naar Engeland
stak, bevonden zich niet minder dan zeven honderd zes en ^^^^
Hugenoten-Offtcieren, aan wier hoofd de Hertog Frédéric
de Schömberg. Vooral de hoop op terugkeer naar hun va^e ^^^^
deed hen hunne schatten aan Willem III voor dien togt te
brengen 3),nbsp;.-j, jX^
In 1703 toen, na den dood van Willem III,
zich van het Prinsdom Oranje geheel meester inaaMe, ^^^^^
ook van daar vele protestanten tot ons over. I^a ^^^^^ ^e
van Utrecht, toen de stad Eijssel en omstreken weder
magt van Frankrijk geraakten, vlugtten eene H^^mgte ^^^^^
genooten uit de streken van Eijssel, Armentières, inbsp;aeH
naar deze gewesten, en zetteden zich later voorname
omtrek van Almelo neder. Door de Eegering van
werd ten hunnen behoeve eene buitengewone collecper-
In het jaar 1733 zijn in Holland nog omstreeks vier n
en
sonen uit de valleijen van Piémont overgekomen
________________________________s'i 376
1)nbsp;Ziei.ERG,bl. 51 vgg. KüESEN.bl. 69,98, 99,2nbsp;,nbsp;^^^^^
2)nbsp;Zie koeken, bl. 95.nbsp;gg, 153.
3)nbsp;Zie Négociations de m. le comte d' avaux.
bl. 28, 66 vgg. Koenen, bl. 101 vgg., 133 vgg.
bij de vernieuwing van de vervolging der protestanten in Frankriik
onder Lodewijk XV, namen weder eene menigte van deze naar
üe JNederlanden de wijk 1).
Doch niel alleen door eene welwillende behandeling van zooda-
J ge vreemdehngen welke wegens de godsdienst hun vaderland—'-
aen moeten verlaten, onderscheidden zich onze voorouders in
net algemeen kon ieder, van M^aar ook afkomstig, mits hii te
goeder naam en faam stond, zoowel ten tijde der Republiek als
nder de Grafelijke Regering, zich van eene goede ontvangst ver-
ekerd houden. Reeds in de eerste Afdeeling hebben wij gewag
^ «t van onderscheidene voorregten aan de Engelsche kooplie-
Cr. M i'iïi^'^nbsp;wolhandelaars die hunnen
ge sc^be lakenfabrieken m vollen bloei, een genootschap Engelsche
H ;nbsp;^^^^ Duitschland
Sve ünbsp;, 'nbsp;^^nbsp;' ^^ hier te lande
Woofflnbsp;'' T quot;quot;nbsp;^nbsp;^^ Staten Generaal
1587, indien zij zich hier wilden neder-
^eu 4nbsp;enprivüegiën, als zij elders bezaten of had-
rV ^^^nbsp;lien te Mid-
^' doch het grootste gedeelte der avonturiers begaf zich in
de^ jaar deze landen, nadat zij van Keizer Rudolf II bevel had-
^ J-^li ilTjquot; ??nbsp;By quot;'Strooi van
Vwd^nbsp;S^Pt- 1608. 23 Mei 1617 en 4 Aug. 1631 ver-
.oht,^ werden hun
nogmaals vele voorregten toegestaan, zij mogten
K gebi d koopmanschappen in geene steden of plaatsen onder
N^n stl 1 ,nbsp;Nederlanden invoeren, dan waar zij
^Pel hielden, op straffe van verbeurdverklaring dier -oe-
.^«^erei, .''Verscheidene Hollandsche gemeente-besturen, onder
J.? ^llerleTt'fr l^o^drecht, gaven zich veel moeite, hen
d! zii .nbsp;^^nbsp;«tad neder te
C ^-^^inZ'lr'^!'' Middelburg de voorkeur, alwaar hun
Uit^'i? l^f'^beth het voorregt werd geschonken, dat alle
^r'^ avontnbsp;quot;quot;quot;quot;nbsp;uitgevoerd, aan het genoot-
oo/ ^^^^ aanzie moesten geleverd worden, \yaardoor Middel-
. quot;quot; ^^nzage/ Cnbsp;^quot;'^welk anderen met nijdige
^^^ ' dan ook niets onbeproefd lieten, om het Hof
^ BEtlG )j|
'' 49, 55, 73. Koenen, hl 100, 101, 104.
-ocr page 206-van Engeland te bewegen, den stapel naar elders te verleggen.
Uit Dordrecht werd daartoe in bet jaar 1616 de Pensionaris Johan
Berck naar Londen gezonden, doch zijne pogingen bleven vruchte-
loos. In 1621 nogtans verlieten zij Middelburg en begaven zich
naar Delft, en van daar in 1635 naar Botterdam, alwaar zij tot
aan den oorlog met Cromwell verbleven, toen zij elders heentrok-
ken. Na het sluiten van den vrede bereikte Dordrecht eindelijk
zijn oogmerk, zij vestigden er in 1655 voor vijftien jaren hunne
court en genoten aldaar bijzondere voordeden en vrijheden, als
vrijdom «van waecken, wachten ofte houden van garnisoenenj
ende van alle contributiën, taxatiën ende subsidiën.quot; Men begon
echter langzamerhand de lakenen in Engeland zelf te verwen e^^
dezelve aldus bereid naar Holland te zenden, waarover onze ver-
wers luide klagten aanhieven en van de Staten het verbod van ni^
voer van geverwde Engelsche lakenen wisten te verkrijgen.
gaf eerlang aanleiding tot het verval van dezen tak van hande •
wel werd er aanvankelijk eene schikking met Engeland gemaak ?
en vastgestdd, dat er tot een zeker getal ongeverwde lakenen he^^
waarts zoude gezonden worden, doch het mogt niet baten. ^^^^^
wilde de Engelschen bewegen hunne lakenen hier te lande te a^^^
verwen, en alzoo een dubbel voordeel genieten, en wat v^'as
gevolg? Door te veel te verlangen bekwam men in der daa ^^^^^
en verloor daarbij nog hetgeen men had, de meeste dezer ^^^^
lieden verlieten ons vaderland, en er bleef ten slotte niets ^^^^^jge»
eene les voor de nakomelingschap, welke jammerlijke ge^
verbodswetten na zich slepen. In het jaar 1669 werden ^^^^er
dommen der avonturiers door de Staten vernietigd, ^^^^^^^^ yroß'
bleven echter te Dordrecht wonen en genoten aldaar nog
ger verleende vrijdommen van lands- en stads-accijnseu ^^^^
Aan alle wederzijdsche onderzaten werd bij art.nbsp;^Qjgxai^ gt;
taat van Cromwell met de Staten Generaal 28 April 1054 ^^^^ ^jj
vrijelijk in elkanders landen te komen en te blijven zoo
zouden goedvinden, en aldaar in alle soorten van gocce ^^^^
te drijven; ook mogten van hen geene meerdere ^elas^^» ^^^gje
positiën, tollen of schattingen gevorderd wordennbsp;^j^oc^^'
vreemdehngen die ter zake van den handel deze ge^es
__________________________________________________________. ^ I, bl.
1) Zie Gr. PI. B. I. bl. 757 vgg. Lüzac, Hollands ''«'^^^vesteö
vgg. Wagenaar, Amsterdam. 1. bl. 416. van dk wall,
Dordrechl, bl. 1742 vgg.
ten. Evenzoo mogten de Engelschen volgens art. 16 van het trac-
taat van Sept. 1662 hier te lande veilig komen met of zonder hunne
goederen, en zich begeven werwaarts zij wilden ; gewapend nogtans
Werden er niet meer dan veertig te gelijk toegelaten. Nagenoeg
dezelfde bepaling komt voor in art. 2é van het tractaat van 31
•Julij 1667 ; art. 34 stond mede aan de onderzaten over en weder
toe, met oorlogschepen in de havens binnen te loopen, hetzij door
onweder of gevaar van de zee gedwongen, hetzij om de schepen te
^erstellen of levensmiddelen aan te koopen, evenwel met niet meer
«an acht oorlogsvaartuigen te gelijk en niet langer dan tot de
Reparatie of den inkoop noodzakelijk was; alleen in geval van
^torm of door eenig geweld of nood gedrongen, mogten er meer
^^n acht binnenloopen, mits daarvan terstond aangifte doende aan
j^® plaatselijke overheid, die dan den tijd van het verblijf bepaalde.
lt tractaat werd later 9 Junij 1703 en 24 Febr. 1716 uitdruk-
^^^ijk bevestigd 1).
Schotland vernieuwden de Staten Generaal 14 Sept. 1594
taatnbsp;Karei Y 15 Dec. 1550 geslotene trac-
sehe'nbsp;wederkeerig verbond de onderzaten te be-
ooknbsp;beide landen zouden komen. Zoo werden
Sedertnbsp;voorregten bevestigd der Schotsche kooplieden, die
^^leen •nbsp;hunnen stapel te Yeere gevestigd en dien
^tdat ^^^^ wegens den oorlog naar Brugge verlegd hadden,
^^^^ ^^^^nbsp;wederkeerden. In 1668 werd die
verplaatst, alwaar de Eegering hun vele vrij-
lir^^ïi toestond en beloofde, « ter vergaderinge van haer Ed. Groot
e^de ^^^ Heeren Staten van Hollandt ende Westvrieslandt
sulleQ^'^^^®^® Generaliteyt alle goede ende mogelycke devoiren
P^'^den^^ ^en wenden, ten eynde de Schotsche stapel waren souden
ende vrygestelt van inkomende convoy ende
Y ^^e ovenbsp;^^^^nbsp;te Dordrecht over
eennbsp;'nbsp;^^^^nbsp;^^ de stad
hef ^^^^^^ verdrag aan en keerden derwaarts terug, alwaar
'^^^rvolg steeds zijn gebleven, terwijl de hun toegekende
® jaren 1697, 1718 , 1736 en 1748 opnieuw beves-
m
^^^'erden 2)
tei?^ Zie Grquot; pl' ^'-526 , 2877. ULLI. 330, 332. V.LL415, 540.
^ Vannbsp;bl. 260 vgg. van zürck, Codex Batavus, v.Schot-
Staat?nbsp;Handvesten van Dordrecht, bl. 1806vgg., 1825.
Ver. Ned. X. bl. 177 vgg.
-ocr page 208-Frankrijk. J)q Fraiischeii mogten, ingevolge het tractaat van 31 Oct. 1596,
in de jaren 1608, 1609, 1624, 1630, 1635, 1636, 1643,
1644 en 1647 vernieuwd, «vryelyk en veyliglyk frequenteeren ,
kopen, verkopen, mangelen, ligten en transporteeren alle soorten
van waaren en koopmanschappen bniten en in alle V ereenigde
Provinciën, steden en landen van dien.quot; Den 27«ten April 166^
werd met Lodewijk XIY het beroemde tractaat van commerci^
voor den tijd van vijf en twintig jaren gesloten, waarbij art. ^^
aan de wederzijdsche onderzaten vrijheid gaf om met hunne scliepe^
en koopmanschappen in elkanders landen te komen en handel ^^
drijven, uitgezonderd in traan, welke de Nederlanders in
rijk niet mogten invoeren tegen het privilegie aan de Co^ï''»
van de walvischvangst verleend. Dewijl men echter van onze s _ ^
pen aldaar hoogere inkomende regten vorderde dan van inlands ^^^
namen de Staten Generaal in het volgende jaar het besluit,
van de Praiische schepen die onze havens bezochten dezelfde
ten te heffen. Later heeft gedurende den oorlog bijna alle han^^^
met Frankrijk opgehouden, daar over en weder de invoer ot g ^^^
verboden bf door hooge inkomende regten bezwaard was. ^^
vrede van Nijmegen werd evenwel 10 Aug. 1678 weder
taat aangegaan, inhoudende dat « de onderdanen van ^^^^^^
teyt ende van de Heeren Staten Generael der Yereeniglide^^
landen sullen reciproquelyck ghenieten deselve vryheytnbsp;^^^^^
van commercie en navigatie, die sy gehadt hebben ^^quot;^^^j^ciëJi'
voor desen oorlogh in alle koninghrycken, staten ende P^'^j^.jgfldjlc
van den eenen ende van den anderen.quot; Ook bij quot;lat jan ^^^
van 20 Sept. 1697 werd in art. 6 en 7 op nieuw vrijbei^^^^^^p^ji,
del bedongen in alle soorten van waren en koopman^^^^^^^ al®
waarvan de handel en het vervoer niet aan ieder, zoo on^^^^^ ji
vreemdeling, verboden was, terv\djl mede bij hetnbsp;^^t ^^
11 April 1713 de vroegere voorregten werden ^eves
bepaling dai, er tusschen de wederzijdsche onderzaten go^^^^^^ ^^g'
schap en correspondentiequot; zoude bestaan. Euimere ^^^^^^^g^ae
nagenoeg op den voet van het verdrag van 1662, verz^^^ ^ig
over en weder bij het tractaat van 21 Dec. _1739,nbsp;de^
echter werden onze landgenooten herhaaldelijk g^^^^^^^ daa^^^^^
oorlog tusschen Frankrijk en Engeland en ondervc^_^^^ ^^^^^ ct^^
de nadeeligste gevolgen, totdat eindelijk na het b ^^^^
vrede , 8 Nov. 1785 , de Staten Generaal op^ nie ^^^^^^j^ting ''
komst met Frankrijk aangingen, waarbij men
-ocr page 209-een nader tractaat, beloofde elkanders onderzaten dezelfde bescher-
ming te verleenen als aan de meest bevoorregte natie, hetgeen tot
1793 stand hield, toen de Fransche repubhek aan onzen Stadhou-
der den oorlog verklaarde 1).
Onder de steden van Duitschland waarmede onze landgenooten
de vroeger aangeknoopte handelsbetrekkingen onderhielden, bleven
Hamburg, Lubeck, Bremen en andere leden der Hanze eene voor-
name plaats bekleeden. Met Lubeck werd in Mei 1613 de «oude
^'ereeniginge ende vriendtschapquot; hernieuwd, men waarborgde elkan-
der «vrye navigatie, commercie en trafßquenquot; in de Oost- en
J^^oord-zee en bescherming tegen allen die de wederzijdsche onder-
laten zouden «hinderen ende turberenquot; inhet genot van de hun
oekomende «vryheyden, rechten, privilegiën ende welherghebrachte
giebruycken.quot; Een gelijk verdrag werd in April 1616 met de tien
^ostersche Hanzesteden Hamburg, Lubeck, Bremen, Rostock,
Wismar, Magdeburg, Brunswijk, Lunenburg en Greifs-
der, ^angegaan , en reeds 5 April 1614 had de Koning van Zwe- marken.
Het 1 ^dolf zich aan het tractaat met Lubeck aangesloten,
dat in 1640 te Stockholm en in 1645 te Bromsebrö tusschen
st^j^ijJ^ en de Staten Generaal vernieuwd is. Yan de goede ver-
iiavi . tusschen beide landen getuigde mede het tractaat van
nS^ commercie van 31 Maart 1676 , waarbij over en weder
^auscinbsp;werd om handel te drijven in alle waren en koop-
art. Q mappen, coiitrabande uitgezonderd, welke bepaling ook in
^ïwiji^^ ^^ ^^^ tractaat van 12 Oct. 1679 wordt aangetroffen,.
Woofd^^*^® 15 Junij 1701 tusschen deze gewesten en Denemarken
vtip^ ^erd, te water en te lande «een oprechte en bestendige
^'i'oewgj.g^ P nabuyrschapquot; te onderhouden, waarbij men tevens
^ij r^'esoi ^I^'^^^ten, met name dat van Spiers van 1544, bevestigde,
^«ennbsp;der Staten Generaal van 14 Mei 1714 evenwel werd,
alle ^Nederlanders in de Oostzee belemmering ondervonden, aan
^^nd ge^??^®^ ^'an ons vaderland die aldaar handel dreven ver-
g^j® d met geweld te keeren, en den 2den Jnüj daaraanvol-
de eigenaars vrijheid om hunne door de Zwe-
IV^!' ^oederarquot;^'nbsp;rijkdom, 111. bl. 346, 347. Kluit , hist. foed.
IV; } 316.nbsp;245 vgg. Gr. Pl. B. II. bl. 2910, 2921. III. bl. 369.
• 65 vi ^ ' 477. DE MARTEKs, Recueil des principaux traités,
' ^ pag. 444.
den verbeurd verklaarde scbepen en goederen weder te aanvaarden,
waar zij deze ook vinden mogten 1).nbsp;t i n
rortuga,. Ook aan de Portugezen, met wie onze voorouders reeds onder de
Grafelijke Eegering eenen aanzienlijken handeldreven ^verden hier
te lande onderscheidene voorregten toegekend ^oor de Staten ^n
Holland bij hunne resolutiën van 19 Julij 1581, 21 0^^ /584,
2 Oct. 1600 en 1602, en hunne Hoog Mögenden verklaarden
12 Sept. 1603, dat hunne meening bij het verleenen van sauve
garden aan de Portugezen was, dat diegenen onder hen die ln
woonden en hunne vrouwen, kinderen en verdere l^^xisgenoo ^
zoo voor zich als voor hnnne goederen de bescherming der b®
zouden genieten, zelfs t^.anneer zij die goederen uitvoerden , ^
zulks niet geschiedde naar vijandelijke havens. Ook in de .
der West-Indische Compagnie beloofden de Staten Generaal 16^
1625 aan de onderdanen van den Koning van Portugal, Bra^
anen en anderen, dezelfde voorregten als aan hunne eigene on ^
zaten, zelfs zouden zij tot publieke bedieningen benoembaar^^
In het jaar 1661 sloot men op nieuw een tractaat met i-o ^^^^^^
waarbij wederkeerig alle bescherming en volkomene
kerd werd, om met hunne schepen in elkanders havens te
aldaar te blijven zoo lang zij wilden, en te vertrekken i-
tijdstip zij zouden goedvinden 2).nbsp;m msterscl^®^
«„«„.e. Ten opzigte der Spanjaarden hield art. 4 van den ^ ^ on-
vrede van 30 Jan. 1648 de bepaling in, dat de wederzij ^^^^^
•derzaten mogten «komen ende blyven in de landtschappnbsp;.He
van de andere, en daer doen haer tratfiqne ende commnbsp;eH
verseeckertheyt, soo ter zee, andere wateren, als e ^ je
bevatte art. 8 het voorschrift, dat de ^oop^'f^n g^
regten en imposten in elkanders landen monden öcx^^^^^^^^
ingezetenen. Evenzoo leest men in art. 11 van üe ^^^^ ^^goe^
vrede en commercie van 26 Junij 1714, dat over en j^^-^ijUei
. , ,nbsp;-1 L- »Jnbsp;u^o onn en dai-
vlov^c cunbsp;j -------- -nbsp;j
vriendschap en correspondentiequot; zoude bestaan, en
zoude hebben om in het andere land te komen, ver^
en handel te drijven; art. 12 vergunde aan de Spaan.
------------------I blnbsp;j20
1) ZievASAiTzEMA.SakenvanStaetenO^
O. i. VKEEDE, Nederland en Zweden m staalkuml^^
Pl-
G. w. VREEDE, iNeclerlanu en /.«euci.nbsp;^ „ jgSl.
^gg. Gr.Pl. B. 111. bl. 357, 1396. 1398/'nbsp;gr.
2) Zie VAN ZÜRCK. Codex Balavus, v. Portugal, ^
1325, 2300 , 2861, 2862.
om in Nederland hunne eigene huizen , magazijnen en kelders te
hebben en zoo ook omgekeerd, en art 13 stelde den handel open
in alle artikelen, waarvan die niet aan allen, zoowel onderzaten
aJs vreemdelmgen, verboden was 1}.
Ook met de beide Siciliën werf in het jaar 1753 een han-^-ape., ..
delstractaat gesloten, volgens hetwelk des Konings onderdanen hier
te lande en de Nederlanders in zijn rijk vrijheid hadden om handel
te drijven in allerlei koopmanschappen, evenals de ingezetenen zelve-
^ij mogten zich vrijelijk in deze gewesten in alle plaatsen neder-
zetten, zonder evenwel daardoor eenig regt van inboorlingscliap te
Verkrijgen, ten ware zij behoorlijke brieven van naturalisatie beko.,
ölen hadden 2).
Op de gunstige behandeling der vreemdelingen maakte men no^-ruru.u
ans ten aanzien der Turken eene uitzondering. De Staten Gene^-atl
gesloten 11 Maart 1651 en 8 Julij 1676, dat tegen Turken en
, ooren, die gevonden waren aan deze zijde van Knisterre, inde
^ gt van het Kanaal in de Noordzee of daaromtrent, het oude reo-t
toegepast, en dat de renegaten ter-
j M met den dood zouden gestraft worden; en de Staten van Hol-
namen 15 Julij 1676 het besluit, de Turken op de Tijger van
^eiijnen gekregen naar Spanje te zenden en aldaar als slaven te
^^oopen 3).
■eemlnbsp;boogescholen , de uitstekende geleerden zoowel
«erenbsp;als inlanders die aldaar werkzaam waren, en demeer-
staaj^ ^^^ ^^ bet geven van onderwijs was toege-
.' had ten o-pvnlo'p ooTiQnbsp;----- __„.-i i i
lijk ver.
keer
ajj ;nbsp;iii iicu geven vau uiiuerwijs was loege-^
Eurnbsp;dat eene menigte jonge lieden uit alle landen umiee,,..
^chap Inbsp;herwaarts begaven om in de geheimen der weten-
seile pro.
fessoren
en studen-
ten.
fnbsp;' uitstekende geleerden zoowel wc.e„.
vïk?^ f inlanders die aldaar werkzaam waren, en de meer-quot;-quot;«pp«'-
tl Ê
I quot;nbsp;ucgaveu urn in ue geneimen der weten-
^iigswe^^^quot;^^'^™ ingewijd. Daarbij werden deze studenten van Eege-
^^^eiiden 7nbsp;begunstigd. De Staten van Holland
'delfde , , «^an. 1641 aan de uitheemsche studenten te Leiden
^ezgji^^nbsp;_______________________ ^^ ojciucu
^^^gten als aan de inlandsche, zoo vrijdom van tollen als
jj quot;quot; — quot;quot;nbsp;, Viijuum van rollen ais
_ ■ bij art. 3 van de statuten der Leidsche hoogeschool
l) ^
vofnbsp;512. Utr. PI. B. I. LI. 96.
en ''Pt Irapi^^',ariikel rakende den koophandel en de scheepvaart,
Zie G ü • I
Zie vi J- VllI- bl. 261, 262.
Cedes Balavus, v. Turken, ^ 1.
L quot;et tract quot;quot;quot;'Cl laivciuie iieii Koopiianoei en tie scheepvaart
^'Mil , quot;■''ctaat v^n''quot; ^'^»^^te^^^ehen vrede 4 Fehr. 1648 vastgesteld.'
2? ' het Utr pr«quot;' ^^nbsp;verduidelijking van dat
3nbsp;Gr. pi « V,?;nbsp;105 vgg.
^ Zie
-ocr page 212-waren de Professoren en studenten vrijgesteld van alle gemeene be-
lastingen , daarenboven werden zij 1 April 1681 door de Staten
van Holland ontheven van de quotisatie op het middel van het zout,
de zeep en het redemtiegeld, en 21 Maart 1693 van den impost en
de quotisatie op de koffij en thee, terwijl de Eegering Tan Leiden
17 Mei 1751 aan de Professoren en hunne weduwen mede vrijdom
schonk van de stedelijke accijnsen. Zoo besloot ook de Eaad van
Utrecht 23 Maart 1640, dat allen «die aireets in de academie
alhier tot doctoren, licenciaten ende artium magisters gepromoveert
zyn, als die nog gepromoveert zullen worden , vry zullen wesen van
deser stads ordinaris borgerwagten ende jaarlykse optogt ende wa-
pencieringe, mitsgaders van de jaarlyks ordinaris wagtcontributieii,
beheltelyk dat zy tot Lieutenants ende Yendrigs verkosen zuil O
mogen worden, ende verders van sodanige conditie zyn als andei
borders ende contribuantenquot; 1).
Qok in het handhaven van het regt der eigenaars op de clooj
schipbreuk of stranding verlorene goederen bleven onze voorou^^^
zich voortdurend gunstig boven vele andere volken ondersclie^^^^
Zoo gaven de Staten Generaal 9 Jan. 1587 aan de Engelsche
turiers de bevoegdheid om die voorwerpen tegen betaling van
loon op te vorderen , en stelde de Eegering van Dordrecht_ h®
Nov. 1655 in dat opzigt met de burgers gelijk, terwijl
1668 hetzelfde omtrent de Schotsche kooplieden verordende
Nadat reeds bij de tractaten van 27 April 1662 en 10nbsp;yij
zoodanig regt der Pransche onderdanen erkend was, sloot
dat van 20 Sept. 1697 op nieuw daaromtrent eene ^^^^lepe»^^'
bepalende dat over en weder de goederen uit gestrande
komstig binnen jaar en dag door de eigenaars konden ger ^^
J4.UUlölig UUUIOU jaaj.nbsp;---------O----------„.pcrCVen quot;
en aan deze tegen betaling van bergloon moesten overg ^ ^.^gen
den , en ook in het verdrag van 1713 komen op dit punt i^^^occO
voor. Ook met Zweden was in het jaar 1679 en zelfs me
24 Sept. 1610 en 26 Mei 1683 overeengekomen, dat ^e^ë^ ^g^tig
voorwerpen wederzijds tegen betaling van bergloon
gegeven worden, terwijl men mede leest in de ^
bl'
Leiden
1)nbsp;Zie Gr. Pl. B. I. ld. 292. VAN MIERIS, Handvesten
562, 563, 577, 582. Utr. Pl. B. III. 1)1. 600.nbsp;pord'''^''
2)nbsp;Zie Gr. Pl. B. I. hl. 762. vandewall, Handveste
bl. 1744, 1814.
-ocr page 213-vrede tusschen de Staten Generaal en Algiers van Nov. 1662:
«Indien eenige schepen van wederzyds doorstorm ofte andersins
quamen schipbreuck te lyden op eenige derselver kusten, de perso-
nen sullen vry zyn, en de goederen gebergt en aan de eygenaars
M'eder gelevert werdenquot; 1).
Ten aanzien van alle gestrande goederen, van waar ook afkom-
stig, verordenden de Staten van Holland 4 Nov, 1606, dat deze
binnen twaalf uren nadat zij gevonden waren aan den llentmeester
Van de Espargne of aan zijne Substituten in bewaring moesten
gegeven worden, en maakten de Staten Generaal 7 Junij 1617 en
6 Junij 1629 bekend, dat niemand in Vlaanderen zulke voor-
wierpen mogt aanslaan of bewaren, dan die daartoe door hen
gemagtigd was 2).
Bij onderscheidene placcaten op het stuk van de pilotage werd
aan de schippers of loodsen ten strengste, op eene boete van 50
gnlden behalve schadevergoeding, verboden, het schip of wrak of
heilig voorwerp onder zich te houden totdat er een accoord zou zijn
Semaakt, met last om ten spoedigste alle hulp te verleenen , en met
^'e^gunning om een schip of schuit te huren ten laste van den eige-
ll^ar, om daarmede de geborgene goederen te vervoeren waar het
ehoorde, en om er een' persoon bij te stellen die het bergloon
'^^^de ontvangen 3).
^ I^e Gecommitteerde Eaden van Zeeland waarschuwden 2 Oct. 1670
^P^ nieuw tegen het eigenmagtig terughouden van opgevischte ankers,
mair^ andere verongelukte voorwerpen, en de Prins van Oranje
ila ^nbsp;bekend, dat de overtreders met verbeurdver-
^S van al hunne goederen en daarenboven «criminelyck naer
B.II.bl.2205. IV. bl.294, 300, 321. VAN «ER linden ,
2)nbsp;praclicaal en koopmansbandboek, boek 4, afd. 2. ^ 8,
1613 ok Pkiccalen, alsmede die van de Slalen van Holland van 24 Mei
2 Üec' irrquot;^'quot;''''nbsp;31 Oct. 1626, 4 Febr. 1648, 17 Mei 1651 en
3)nbsp;bet Gr. PI, B. I. bl. 1072. II. bl. 2303, 3081.
'^ge op ^ placcaten van de Staten van Holland op bet sink van de pilo-
^''•■•'cbellinquot;'^''quot;'quot;™' Helderen omliggende plaatsen, op Vlieland en
ïlei igV^quot;quot; 20 April 1619, 29 Oct. 1620, 4 Oct. 1623, 1 Aug. 1624
^OSeptnbsp;1628, 1 Ang. 1630, 1 Jan. 1634, 25 Julij 1635'
'^et (ij. pf ' 21 Sept. 1668 , 31 Mei en 18 Dcc, 1680 en 15 Sept. 1685 '
J-öl, en'datnbsp;1055. lil. bl. 1288, 1296. IV. bl. 1294,
430nbsp;Oct. 1698, bij van iiamelsveld , Ned. Pandecten,
-ocr page 214-ghelegentlieyt van saeckenquot; zouden gestraft worden. Het schijnt
echter dat zulks nog geen gewenschten uitslag had om den strand-
roof geheel te fnuiken, althans 24 Febr. 1698 ging er wederom
eene waarschuwing van den Prins uit, houdende dat dezulken zou-
den gestraft worden als « dieven en andere die de luyden haer goed
nemen en onthoudenquot; 1).
Op enkele eilanden , zoo als Terschelling en andere, werd aan-
vankelijk een gering strandregt geheven , doch door de Staten van
Holland 12 Dec, 1663 afgeschaft, uitgezonderd ten opzigte van lie-
den afkomstig uit streken, alwaar zoodanig regt omtrent Nederlan-
ders in gebruik was, In 1706 nogtans hief de Yorstin Douairière
van Nassau steeds een strandregt van den tienden penning op Ame-
land, door de Staten van Holland den 28sten Augustus erkend; de
bergers genoten een derde gedeelte der geredde goederen, waarop
evenwel, volgens de ord. van den Prins van Oranje van 30 Sept-
1750, alleen diegenen aanspraak konden maken, die het burgerschap
van de Heerlijkheid bezaten. Zoo handhaafden ook die van de Eeke-
ninge van Gelderland, met goedvinden van de Staten dier proviö
cie, 22 Dec, 1737 het strandregt van Walter Jan van Haersolte iquot;
de landen van den huize Bijssel, tegen betaling eener jaarÜjk®^^^^
recognitie van 5 stuivers 2). Doch zoodanige gevallen behooren
de zeldzame uitzonderingen.
Gestrenge bepalingen tegen strandroof maakten op nieuw de ^^
van Holland 4 Jan. 1724, in sommige gevallen daarop zei^^^^^
doodstraf stellende, en voorts aan ieder gelastende, de m ^^^
zijnde schepen zooveel mogelijk hulp te verleenen, ook tot he
gen der goederen; niemand mogt echter aan boord van een
komen zonder uitdrukkelijke toestemming van den schipp^
den stuurman,'of bij hunne afwezigheid van het scheepsvo^^ ^^^^^^
mogt de zoodanige toegelaten zijnde niets ondernemen dan ^^^^^^ e»
vinden van hen die hem daartoe verzocht of aangesteld ^^^^^geii
moest zich zorgvuldig onthouden van eenig letsel toe e
aan personen of goederen 3).nbsp;.. ■, g ha^^®^'
Dewijl er nog steeds nu en dan strandrooverijen plaa ® ^gude,
meende het Hof van Holland 28 Jan. 1739, in overweging
«dat de placcaten m ordonnantiën op het stuk van e
1)nbsp;Zie Gr. Ph B. III. bl. 736. IV. bl. 606. VIH. f ^J'f576-
2)nbsp;Zie Gr. Pl. B. VIL bl. 1062, 1070. Geld. Pl.
3) Zie Gr. Pl. B. VI. bl. 797.
-ocr page 215-goederen, koopmanschappen en andere zeedriften van tyd tot tvd
gedaan emaneeren, door baatsoekende menschen worden geviline^i
deert en overtreedenquot;, op nienw in het openbaar daartegen te moe-
ten waarschuwen, en de belanghebbenden herinneren aan de be-
staande verordenmgen, onder verzekering dat deze gestreng zouden
worden toegepast. Ook de Staten Generaal gaven 7 Maart 1749
Wijken van hunne aanhoudende zucht om het regt van eigendom
ï^aauwettend te handhaven, doortogen de overtreLs derpfalten
ü het kwartier van Sluis in Vlaanderen geesseling en brandmerk en
in sommige gevallen zelfs den dood te bedreigen. Gaf men echter
« voorwerpen binnen vierentwintig uren aan den Rentmeester aan
an zoude men eene derde gedeelte als bergloon genieten 1)
^oor de Staten van Zeeland werd 14 Junij 1751 een nieuw re^^Ie-
ent vastgesteld, waarbij zij den Rentmeester aanbevalen te zor-^en
rnbsp;spoedig mogelijk hulp wierci
^^ ^trekfc, zonfe dat iemand zich eenig heerlijk regt mogt aanma-
^bnofvoorzynen bijstand eenige recognitie van den schipper vor-
^an dennbsp;!nbsp;overgegeven
^^^Rtïdnbsp;Waterbaljuw of Ambachtsheer of hunne ge-
^ezl; V 'nbsp;^«hoeveder eigenaars bewaard te worden die
•^ieii tilnbsp;reclameren. Werden zij binnen
l teruggevorderd, dan vervielen zij aan de Grafelijkheid
Geschillen over
^'lere onkosten werden door Gecommitteerde Raden be-
^trafT,nbsp;overtreders in dit reglement onderschei-
1 het nt,nbsp;ke bepalingen treft men mede aan
Holland van 22 Junij 1772 omtrent
^'lissino. ^ '''''' geborgene goederen uit gezonkene schepen De
Cb?nbsp;bewaarloonen 'enz
' Pilotage ^nbsp;opgedragen aan den Commissaris van
^ok in V.nbsp;Gecommitteerde Raden 2)
^Vlen r T^ ^^^^^ ^^^^ ^^^^ ^^hteren in het nemen van
Sr^'^^'^aanl.nbsp;De gestrande voorwerpen
^'ier enTnbsp;^^astbijzijnden Grietman of Magistraat
de ^^'eder bT^nbsp;deze maakte
^'^erfelij],^ , Tnbsp;uren eenen inventaris en deed
goederen m den loop van acht of veertien da-en
^^ Zie G^
^^ Gr. Pl l' V-nbsp;VII. bl. 1067.
• Vni. bl. 907 vgg. IX. bi. 811 vgg.
-ocr page 216-in liet openbaar verkoopen. Meldde zicli de eigenaar binnen het jaar
niet aan, dan werden dezelve verkocht en de opbrenget aan den
llentmeester der Domeinen ter hand gesteld , na aftrek van 10 per
cent voor den Grietman of Magistraat en van een derde voor de
bergers 1).
T«o,.ist. Hebben wij onderscheidene voorbeelden bijgebragt ten bewijze van
'de welwillendheid onser voorouders jegens vreemdelingen , niet min-
der talrijke voorbeelden kunnen wij aanvoeren, waaruit blijkt dat
er even als vroeger op de aankomende personen steeds een naauvv-
lettend toezigt werd gehouden , hetgeen des te noodzakelijker was m
een land, waar de bloeijende handel en milde wetgeving zoo velen
uitlokte om zich derwaarts te begeven, onder welke zich uit den
aard der zaak niet alleen enkele misdadigers moesten bevinden , maar
ook velen die, in hun vaderland geene genoegzame middelen va»
bestaan hebbende , elders een goed heenkomen zochten, en vcela^^
niet met de noodige kennis of arbeidzaamheid toegerust, na eemg®
jaren alhier vertoefd te hebben, aan de armbesturen zouden vervaj
len en alzoo ten koste van onze gastvrije voorouders onderhou e^^
worden. Op het weren van dezulken van wie men dien la®^^^^^
vreezen had was men steeds bedacht 2); talrijk waren de
in de verschillende provinciën tegen vreemde bedelaars
den uitgevaardigd ; gestrenge straffen werden tegen hen ^^/^^Jjeo
zoo als geesseling en brandmerk , waarna zij voor altijd
werden , zelfs bij recidive werden zij soms met den dood ges ^
1)nbsp;Zie schwartzenbekg, Charlerb. vati Vriesland. V. bl. 58 •
2)nbsp;Zie obaswinckel, Speciale beschryvingh van het gebruyc' ^^^ ^^^
opperste macht der Staten van Hollandt ende Westvrieslandt, ^' ^^^i^tsgel-
van zurck , Codex Batavus , v. bedelaars , ^ 2. Hublr , Heedens( •
Maur't^
va»
b. 1. e. 23. § 43. b. 6. c. 14. 5 10.nbsp;. IVIaur't^f
3) Zie ondersclieidene placcaten van Prins Willem, Pr'quot;® ^^^^^^^^ ^l,
Staten van Holland, bij vaszurck. Codex Hatavus , v. sfaR^,^^quot;® ^ jji.ö^J?;
en in het Gr. PI. B. 1. bl. 475 vgg. IV. bl. 509. VI-bl-
van de Vroedschap van Arasterdam, in de Hantv. enz. de'' ®nbsp;^ '
van de Vroedschap van Arasterdam, in de Hantv. enz. de^nbsp;|,et o
redam. 1613. bl. 123, 125, 233; van de Staten van 'ae stedelj) ^
PI. B. 1. bl. 498, 503. IV. bl. 1031; van de Slalen en ^ 'JO'i-^
Regering van ülrecht, in het Utr. PI. B. 1. bl. 702 vgg-,
Gelderland-
762,
in %
bl.'423^,' 546 vgg., 555, 562; van de Slaten van ^^^Wf''quot;^i, 317 -
Pi.B.I.bl. 63, 119, 134, 170, 190, 222, 240' 24.. '^le Sua-^»
445, 603, 644, 647. 111. bl. 82, 87, 250, 404;
Vooral gedurende den Spaanschen opstand noopten de tijdsom-
standigheden de verschillende besturen, zoo gewestelijke als plaat-
selijke , naauwlettend toe te zien op hen die zich onder hun ressort
kwamen nederzetten. Eeeds bij de Unie tusschen Holland en Zee-
land van 15 April 1576 was men overeengekomen, dat in de eene
stad geene burgers of inwoners uit de andere zouden worden toege-
laten dan met toestemming van de Eegering hunner laatste woon-
plaats, en had men zich wederkeerig bij de pacificatie van Gent
8 Nov. daaraanvolgende verbonden, uit het land te verdrijven en
daar buiten te houden niet alleen de Spaansche soldaten maar ook
alle andere a uytheemsche ende vreemde , gepooght hebbende buyten
■^vege van rechte den Heeren ende Edelen 't leven te benemen , den
ïyckdom van den lande te hmiwaarts t' appliqueren ende die ge-
Kieynde voorsz. in eeuwiger slavernye te brengen ende houdenquot; 1).
Te Leeuwarden werd 12 Julij 1580 op last van den Prins van
Oranje verordend, dat gedurende de jaarmarkt alle vreemde en on-
bekende manspersonen, die er geene noodzakelijke bezigheden hadden
teverrigten, zich des avonds een half uur na gedanen trommelslag
de stad moesten verwijderen, en werd aan elk verboden den-
^^Iken huisvesting te verleenen, en in het volgende jaar verscheen
eene publicatie van Burgemeesteren, Schepenen en Eaden, dat
leder des avonds, op straffe van 1 pond groot en arbitraire correctie,
^Pgave moest doen van de ten zijnent vertoevende vreemdelingen, en
. ^iemand hun huizen of kamers mogt verhuren zonder toestem-
der Eegering, welk verbod 23 Dec. 1587 herhaald werd 2).
moesten te Utrecht, volgens de ord. van 6 Nov. 1595, de
^ ^committeerden van den Eaad en de Burgerhoplieden bij de dag-
de poorten zorgvuldig allen die zij niet kenden daar buiten
j^erijssel, jg Laiidrecblen van Overyssel. Deventer. 1724. bl. 70 vgg.,
^annbsp;'le Slalen van Vriesland, bij schwaützenüerg , Cliarlerb.
694nbsp;IV. 1)1.862, 881, 918. V. bl. 322, 323, 640, 665, 681,
bl.nbsp;751, 775, 828; van de Staten Generaal, inliet Gr. Pl. B. I.
lx. blnbsp;547. VIII. bl. 752, 753, 764.
Uoligfijinbsp;' alsmede de overeenkomsten op dit punt door de Staten van
öietnbsp;met the van Gelderland 23 Oct. 1709 en 11 Julij 1725
1) ^ 310.
I.bl.n7® n*quot;-nbsp;1- W-3. II. bl. 2127. Kluit, Hisl. der Holl. Staatsr.
bl -jn^ ^^rècht 9 Aug. 1725, in hel Gr. Pl. B. V. bl. 909.
308, 310.
2] i ' ^«'^SVVISCKEL, bL 671, 709, 1026.
^schwautzekberg, Charlerb. van Vriesland. IV.bl. 180,260, 691.
^■acht
houden, voorts alle vreemdelingen die gewapend of ongewapend iu
de stad kwamen naauwkeurig afvragen, van waar zij kwamen en
waar zij nachtverblijf wilden houden, en hunne namen, woonplaatsen
en herberg doen opteekenen en daarvan des avonds aan de wacht
kennis geven; hadden zij op iemand vermoeden van verraad, ver-
spieding of iets dergelijks, dan moest de zoodanige in verzekerde
bewaring gesteld en daarvan kennis gegeven worden aan den Schout
en de Burgemeesteren; daarenboven mogten zij geene vreemdelingen
in schepen, schuiten of op wagens de stad laten binnen gaan,
maar alleen te voet, uitgezonderd «Gedeputeerden van de Steeden
ofte gequaliflceerde ende bekende persoonen, daarop men discretie
dragen salquot; 1). Ten tijde van Leicester hadden ook de Staten vau
Holland in 1586 het besluit genomen, dat vreemdelingen in alle
steden den eed van getrouwheid moesten afleggen aan de Vereenigde
Nederlanden in het algemeen en aan de provincie Holland en de
stad hunner inwoning in het bijzonder; weigerde iemand den eed,
dan moest hij «binnen 's daegs sonne] ischynquot; de stad en binnen
zes dagen de provincie ruimen, zonder ooit te mogen terugkeeren,
op stralfe van arbitraire correctie en verbeurdverklaring van goede-
ren. Als voorbeeld van de toepassing dezer verordening kunnen ^vij
het bevel der Regering van Gouda aanhalen, waarbij in dat jaai
het verblijf in de stad en in de provincie ontzegd werd aan Nicolaa®
de Drivere, die door den Graaf van Leicester aangesteld was oni
fraudateurs te achterhalen en den eed geweigerd had. In Oct.
werd mede te Gouda om dezelfde reden als ook wegens
smadelijke
bejegening van dén Magistraat zekere Ambrosius Martini veroordee
om 12 gulden boete te betalen en daarenboven de stad zelfs bin»®^
twee uren en de provincie binnen drie dagen te verlaten 2)-
Doch niet alleen in die onrustige dagen werden dergelijke
gelen genomen, onze voorouders begrepen teregt dat meuten ^^^
tijde een waakzaam oog op de vreemdelingen houden moest; .
r.i------- , Tnbsp;1,1-1 ,nbsp;T , 1nbsp;—stvrijn
bleven steeds aan het beginsel getrouw, dat de ware gast^nj^ ^^
met eene goede politie hand aan hand moet gaan. Zoo
Utrecht herhaalde malen aan de herbergiers de verpligting ''P».
om eiken avond opgave te doen van de vreemdelingen die ^^^J ^^^
hunnen intrek hadden genomen, op de boete van 3 g^^
1)nbsp;Zie Utr. PI. B. III. bL 588.
2)nbsp;Zie GRAswi-NCKEL, bl. 728 vgg.
-ocr page 219-persoon 1). De Schouten van de buurten waren gehouden een waak-
zaam toezigt te houden op de «vreemde geringe menschenquot; 'die
lu hunne buurt woonden, ter belooning waarvan zij vrijdom geno-
ten van togt en wacht, indien de Hoofdman onder wien zij Ston-
den hen die gunst waardig keurde 2). Geen vreemde personen mog-
ten m de stad komen wonen dan na van de Regering het regt van
inwoning te hebben bekomen, lietwelk niet verleend werd dan op
Vertoon van eene acte van het bestuur hunner laatste woonplaats,
^'aarbij het zich verbond hen in geval van armoede weder tot zicli
e nemen, welke acte zij aan den Schout van de buurt moesten ter
and stellen, die voor zijne nalatigheid telkens 3 gulden zoude ver-
beuren. Van de verpligting om zulk eene acte te vertoonen en om
Jt regt, van inwoning te verzoeken waren nogtans ontheven «ren-
^ niers en andere gequalificeerde persoonen, dewelke uit Holland of
de,'''nbsp;nedersettenquot;, alsmede ongehuwde dienstbo-
O^-erigens mogt
. and aan hen die niet in het bezit eener acte waren huizen of
Ver^f'.nbsp;op straffe van persoonlijk voor hun onderhouden
^'eror?quot;? aansprakelijk te zijn. Bij onderscheidene gelegenheden
iïide TTnbsp;dat vreemde behoeftige personen die
^rtniinbsp;^^^^ inwoning hadden binnen eenen zekeren
S'^boorVnbsp;naar de plaats van hunne-
ej^ ® ^ ^orig verblijf moesten vertrekken, en dat de vrou-
^oeiae^nbsp;^^^ soldaten zich moesten begeven naar de garni-
'^^^nwel^^quot; iinnne echtgenoten en vaders, op welke laatste bepaling
daaT^ uitzondering werd gemaakt omtrent burgeressen, mits
^ennbsp;toestemming van de Vroedschap verzocht en beko-
^ ^en 3). Zoo verbood men ook 2 Maart 1729 en 4 Julij
t) ^^
la '^P'-iU^fi^^tT'- 4 Febr. 1623, 16 Julij 1629, 29 Sept. 1665 en
k^nbsp;594. Hetgeen hier en in het vervolg
Oquot;'-®quot;'! a\nnbsp;het jaar 1728 hebbenrie plaats gehad,
Publicatiën en Vroedschapsresolutiën
Sj ^iö de r ''quot;e^ht.
•i?''- 1740'n?''quot;!!quot; Vroedschap van 28 April en 13 Mei 1726
^ l Ziedenbsp;ß- in. bl. mn
en
4 nnbsp;Pilnbsp;iii. UI. uwu.
1/77 1755 8 quot;quot;quot; 24 Dec. 1744, 7 Febr. 1747, 18 Febr, 1751
quot;a.i,; de nako,nbsp;^^ ^aart 1761, 21 Dec. 1765 en 27 Dec!
tgt; .quot;f. ^^'^Ike de Regering 20 Oct. 1787 en 8 Mei 1790
gequallfinbsp;^^ ^^^^nbsp;'er gunste der
Jceerde personen gemaakte uitzondering opgeheveu.
-ocr page 220-1730 het houwen of herstellen van woningen voor arme lieden die
van buiten kwamen zonder toestemming der Regering, op eene
boete van 150 gulden voor de eigenaars en verbeurte van het bur-
gerregt voor de werkbazen. Toen in het jaar 1793 vele Franschen
in de stad gekomen waren , vaardigde de Eegering den 5den Maart
op nieuw eene publicatie uit inhoudende dat elk hunner binnen twee-
maal vier en twintig uren na zijne aankomst zich vervoegen moest
ten stadhuize ten einde, na opgave van zijnen naam, qualiteit en
vorige woonplaats, een certificaat van inwoning te erlangen; werd
hem hetzelve geweigerd, dan moest hij binnen tweemaal vier en
twintig uren de stad ruimen.
In Eijnland waren mede alle uitheemschen gehouden, binnen
vier dagen na hunne aankomst aan den Officier te vertoonen «be-
hoorlyk bescheyt van de laatste plaatse haarder residentie ende i»
wat voegen sy hen aldaar gedragen hebbenquot;, op de boete van 1
ponden van'40 groot. Niemand mogt hun, op dezelfde boete^
huisvesting verleenen of woningen verhuren voor dat zij zekerhei^
gesteld hadden aan den Schout en de Ambachtsbewaarders, quot;
het Ambagt ende den Heyligen Geest met sodanige personen ^^^
en sullen werden belast quot; 1). Een naanwkeurig toezigt werd ook ü
Willem III 14 Jan. 1688, in het vooruitzigt van den naderen^^^^
oorlog, bevolen, bepalende dat de Officieren aan de poorten der ^^^
den alle van buiten inkomende vreemdelingen zonden
naar hunne qualiteiten, de plaats van waar zij kwamen en ^^g^^^j^gn
verblijf wenschen te houden 2). Evenzoo verordenden de ^^^^
Generaal gedurende de achttiende eeuw in verscheidene P^^^^^^g^jgeH^
Generaliteitslanden, dat de vreemdelingen die er zich wdden v
behoorlijke attestatiën moesten vertoonen van hunne laats
stede benevens een borgbriefje voor de kinderen die zij quot;^^j^^jjjeü'
ten, opdat deze later nietten laste der armbesturen zouden^^^
met bepaling dat hun geene huizen mogten worden ver i ^
dat zij zekerheid hadden gesteld ter somme van 300 gni ^ ^^ j-eso'^^'
lingen tijdens den laatsten oorlogevenwel mogten, volgei^^' q^Ij
tie van 29 Maart 1749, onvoorwaardelijk worden toegelaten
1)nbsp;Zie VAN LEEUWEN, Coslumcn van Rijnland, ld. 478,
2)nbsp;Zie Gr. Pi. Bl. IV. bl. 173.
2)nbsp;Zie ür. ri. JJI. IV. bl. 173.nbsp;.. j g„ Heuquot;7j(5,
3)nbsp;Zie de placcalen der Staten Generaal omtrentnbsp;j2 Pec.
van 25 Mei 1709, omtrent bet kwartier van Kempenland ^ ^^^^j^ft '
van Palland van 18 Maart 1717, omtrent bet ambt van
^^^^^ zorgwekkende tijden
Jee. 1747 eenepnbbcatie nit, dat allen die aan vreemdelingen voor
geld nachtverblijf verleenden of woningen verhuurden hunne namen
uahtejten en laatste woonplaats moesten opgeven en daarvan be-
oorhjke hjsten houden. Later, in 1764, was de al te groote toe-
dat1nbsp;^^-einig .vaarborgen aanboden oorzaak,
at de Staten Generaal de toelating verboden van Dnitsche en an-
ere emigranten, indien deze niet voorzien waren van eene acte van
permissie door hen afgegeven op den voet waarop zulks ook vroeJer
n het laatst in 1753 had plaats gehad. Eene schriftelijke opgave
ü hunne namen, woonplaatsen, qualiteiten of beroepen, van waar
C 17o1nbsp;Tnbsp;mede 10
teitsi 1 ^Pö^'ierd van alle uitheemschen die in de Generali-
^anden binnenkwamen; deze biljetten moesten door hen bij wie
den Of-
gesteld'nbsp;'''nbsp;«taat waren aan de
^^idlrnbsp;en de hunnen de noodige
tien V ''^'^b^^taan te verwerven, dan werd hun aangezegd b'n-
^nbsp;staten Generaal
Öeii d r • ^^^nbsp;i'vf^nknjk verorden-
öat niemand uit het land van den vijand of uit de door dezen
öernbsp;plaatsen, binnen de republiek, hetzij in eene
^^^g«nbsp;Generaliteit, komen mogt
'■quot;«i-zien ® ' ®nbsp;S'^helde en den Eijn, zonder
Stat f''quot;' van behoorlijke door de Staten Generaal,' den Eaad
Oranje afgegevene brieven van paspoort,
^^J aantl ^^^^^en vertoonen ter secretarie van de eerste gemeente waar
1).
f''quot;quot;eu Znbsp;^^^^ misdadigers en andere gevaarlijke
^ %ril T^lnbsp;van Holland bedacht bij het placcaat van«quot;-
stedeifnbsp;inhoudende aan degenen, die uit
^Holland of van eenige andere der Vereenigde Pro-
^laart
vin^'f-Jnbsp;3 febr. 1720, van
I70J i7ornbsp;de Meijerij van 's Hertogenbascb
l.et r quot; 2a Ji; ;nbsp;die van 7 Febr. 1731. 12 Fehr. J734. 27 Oct.
V iJ t'/quot;nbsp;^^ ^^^^nbsp;Oorsehot, in
inbsp;biquot; 452 ^®'nbsp;911. VLbl. 660, 682. Vli.
VII. 11.775. IX. bl. 20, 50, 132, 134.
-ocr page 222-viuciën gebannen Avaren, om terug te komen zonder uitdrukkelijke
toestemming der Staten, op straffe van gevat, van hunne goederen
beroofd en voor altijd gebannen te worden. Op gelijke wijze bepaalde
Prins Maurits 6 Julij 1595, dat zij die uit andere plaatsen om de-
licten of qtmet regiment verdreven waren, te 's Gravenhage geen
herberg mogten houden, en verordenden de Staten Generaal 5 Aug.
1612, dat niemand gebannen personen, begrepen in de in Mei
en December van het vorige jaar te Utrecht gevelde vonnissen, bij
zich mogt ontvangen, maar dat men de zoodanigen moest overle-
veren in handen der justitie, waarvoor den aanbrenger eene beloo-
ning van 100 halve gouden rijders per persoon zoude worden toe-
geteld 1). Zoo kwam ook gewoonlijk in de met Engeland geslo-
ten tractaten de bepabng voor, dat men wederzijds geen rebellen
zoude toelaten 2), en werd dien ten gevolge in bet jaar 1686 aan
een aantal Engelschen het verblijf in deze gewesten ontzegd, met
bevel om binnen veertien dagen het land re ruimen 3). Hoe ge'
streng men zich aan die tractaten hield, daarvan kan hetgeen ^^
1699 voorviel ten bewijze verstrekken, toen niet alleen de Staten
Generaal den l^tfn Augustus op nieuw eene waarschuwing uitvaar-
digden, het bevel inhoudende aan alle Engelsche rebellen om bin-
nen tien dagen het land te verlaten, maar zelfs die van Geldei'
land den 2dea December dien maatregel toepasten op zekeren
Barnevel, die reeds sedert twintig jaren aldaar gevestigd was,
aschnld
Hollao'l
bevel evenwel 29 Maart 1707 werd opgeheven, toen zijne ons
gebleken was 4).
In het Graafschap Kuilenburg verboden de Staten van ^^^
4 Mei 1664 nadrukkelijk het geven van vrijgeleide aan
delinquenten, malitieuze hanleroetiers en dergelijken die vane ^^^
aldaar aankwamen 5). Ruim eene eeuw later, 15 Nov. 1792, g
riodc-^
1)nbsp;Zie Gr. Pl. B. I. bh 431, 434. II. bl, 2221. van zürck,
Balavus, v. herbergen, ^ 5. v. 's Gravenhage, ^ 5.nbsp;]7
2)nbsp;Zie de tractaten van 1654, Sept. 1662, 31 Julij 1667,
Aug. 1685 en 24 Aug. 1689, in het Gr. Pl. B. II. bl. 2870.
en bij VAN ZURCK, Codex Batavus, v. Engelant, ^ 1. v. vlugtehngen , ^^gjjö,
3)nbsp;Zie de placcaten der Staten Generaal van 20 Mei en 4 Jn^'J
in hel Gr. Pl. B. IV. bl. 382, 384.
4)nbsp;Zie Gr. Pl. B. IV. bl. 393. Geld. PL B. III. bl. 8, lOOj ^^^^^a^aë
5)nbsp;Zie VAN ZURCK, Codex Batavus, v. Kuilenburg, § 1-nbsp;Haquot;®
hiertoe was de schaking van Jonkvrouwe Catrina van Orleans ^^^^ ^^ ^gg,
Diderik van Mortaigne. Zie boel, Decisiëu en obs. van eoesids,
zij niede last, dezulken te weren die zich in hun vaderland aan
eenig bedrijf hadden schuldig gemaakt, hetwelk hen tot het voor-
Merp van recherches of reclames zoude kunnen maken, en in het
volgende jaar deden zij een gebod afkondigen tot verwijdering van
suspecte Fransche vreemdelingen of emigranten 1).
Het aanhouden en uitleveren van vreemde misdadigers die naar
leze landen gevlugt waren, werd door de Staten Generaal 28 Aprilquot;quot;«-
Aööl bevolen, mdien vreemde regterlijke overheden zulks verzoch-
en terwijl aan deze van onzen kant eene premie van 100 gulden
jerd beloofd, wanneer zij aldaar gevlugte moordenaars, doodsla-
gers brandstichters, roovers en andere «enorme delinquentenquot; in
anden stelden van den criminelen Officier, onder wiens ressort het
Jt gepleegd was 2). Zoo werd ook 3 Febr. 1745 het verzoek toe-
^^^^taan van den Cancelier, Yicepresident en Eaden van den Gulik-
en en Bergschen Hofraad van den Keurvorst van den Paltz tot
^^ evering van twee van moord beschuldigden, indien men hen hier
174^1nbsp;Staten van Holland 19 Dec
ïn^pl 1nbsp;toe van eenen van hetzelfde feit beschuldigden
''^^Zu 'nbsp;^^ ^^^^nbsp;^^^^ ten aandien
geen ,,'Tf^Engelsche matrozen, ofschoon daaromtrent
overnbsp;beding in de tractaten voorkwam, welke alleen
Staten Vnbsp;handelden 3). In het jaar 1751 stonden de
He Q Holland ook de uitlevering toe van eenen te 's Graven-
'quot;^leider quot;quot; ï'i'anschman, die zich in zijn vaderland aan onder-
fïociteit'^-'^'f'^'J''®'' schuldig gemaakt, onder beding van reci-
Zoo^a ^^nbsp;gevallen 4).
^'sdrijvg^^^^ ^Jitlevering had evenwel alleen plaats ter zake van zware
zij^'dnbsp;een behoorlijk onderzoek , herhaalde malen
^^g-nbsp;geweigerd, onder anderen door de Staten Generaal
^^nbsp;ten opzigte van zekeren Tancrède de Hauteville, be-
Of ^quot;^«d van'^'vf •nbsp;^^' ^2. Zie onderscheidene voorbeelden op-
AnI'' J'^ö'dehngen, aan wie in dien lijd het verblijf in het land
blnbsp;''y L.n.BOüWENs, Aanzynecoinnntlenten.
O Zie Gr p, ^
Z'e Grquot; p-nbsp;IV. bl. 506.
..„: •nbsp;VII. bl. 972, 977, 980. Zie de tractaten lot we-
28 jj ^'tleverinwnbsp;. --■ ----- v... nLviaicu tui vve-
liet Gnbsp;en 3 anbsp;Engeland van 12 Maart 1745,
i] B. VIInbsp;Zweden van 21 Maart 1747, in
'^'«Gr. p, VIm®^' 205, 316, 368.
■ ^HI. bl. 755.
gehuldigd van valschheid en van het uitgeven in Engeland van een
schotschrift tegen den Koning van Frankrijk, dewijl het hun niet
genoegzaam gebleken was, dat hij zulke zware feiten zoude gepleegd
hebben ten gevolge waarvan het verzoek van den Eranschen gezant
kon worden ingewilligd. Evenzoo beschikten die van Holland 3 Mei
1792 afwijzend op het verzoek van denzelfden gezant tot uitlevering
van iemand die valsche assignaten had vervaardigd en te Amsterdam
gevat was, op grond dat deze, een geboren Paltzer, slechts eenigen
tijd in Frankrijk en sedert onafgebroken te Amsterdam gewoond had,
weshalve hij in laatstgenoemde stad moest teregt staan 1).
Ook tusschen de provinciën onderling waren overeenkomsten ge-
sloten tot wederkeerige uitlevering van misdadigers 2), en werd dien
ten gevoke door de Staten van Gelderland 15 Julij 1713 het ver-
^ 1 n ßll
zoek toegestaan van den Substituut Hoogscbout van de staci ^^
Meijerij van 's Hertogenbosch ter zake van eenen burger van 's Uei-
togenbosch, die aldaar eenen manslag had begaan en naar Ge er
land gevlugt was 3).nbsp;^nbsp;gt
,i„os.pcr. Doch niet alleen misdadigers werden geweerd, ook^ de
soiiagiën. ^^ zoodanigen werd bemoeijelijkt, wier verblijf uit een po i ^^^
oogpunt in sommige gevallen minder gewenscht kon zijn. ^oo ^^^^
paalden de Staten van Holland 4 Aug. 1653, ter gelegenlieu^^^^^
Karei II van Engeland zich naar de Nederlanden wiW®
dat geene hooge personagiën onder hun gebied zoudennbsp;en
gelaten, zonder daarvan vooraf aan de Staten kennis gege
hunne toestemming verwon-en te hebben 4).nbsp;_nbsp;^ggeii
JCïUÏtCU Zeer gestreng ijverde men gedurende de Eepubliek ®nbsp;ge-
see.te. Jezuïten en leden van andere geestelijke orden, ^ jjoge^'
quot;quot; vaarlijk achtte voor de rust van den staat. Hunne P i^et j^»'^
den vaardigden 26 Febr. 1622 een placcaat uit, hetwel
B. Vlil. LI. 772. IX. bl. 728.nbsp;ioor^f,
2)nbsp;Dergelijke overeenkomsten werden onder anderen • v ^nbsp;gt;
Staten van ütrecbl mei Gelderland 10 Mei 1709 en met Uoiw'^nbsp;17.^1
door die van Gelderland met Overijssel 27 Maart 1709 en ^^nbsp;i
met Holland 8 Mei 1711 en 4 Julij 1725, terwijl zUnbsp;iluquot;
met den Vorst van Kleef en 5 Maarl 1709 met dennbsp;^^^^^^
verdragen op dat punt hadden gesloten. Zie Utr. pl. »- g^^ Schba^
Geld. Pl. B. 111. bl. 140, 142, 143, 148, 182, 4-4,
Codex Gelro-Zutphanicus, v. Cleefsche , § 3.
3)nbsp;Zie Geld. Pl. B. III. bl. 229.
4)nbsp;Zie Gr. Pl. B. III. bl. 85. van züRck , , ,geiten
niën, § 3. Günther , Europäisches Völkerrecht m 1 neu
Iljkc or
lt;lCli»
•iiflquot;'
cer
Zie Gr. PI. B. III. bh 85. van zorck , ^'^[tzcn^.
1638 op nieuw in Gelderland werd afgekondigd, dat alle Jezuïten
en andere geordende personen van de Roomsclie godsdienst uit de
Vereenigde Nederlanden zouden worden geweerd, en de Staten vau
Holland verboden 30 Aug. 1641 en 25 Mei 1720 aan Jezuïten,
priesters, papen, monniken en andere geordende personen van de
Roomsehe godsdienst in Imune provincie te komen en verblijf te hou-
den 1). Te Utrecht was reeds vroeger, 18 Junij 1580, bij ord. van
den Stadhouder, den Schout de Burgemeesteren en Schepenen aan
priesters en geordende personen de bevoegdheid ontzegd om de Eoom-
sche godsdienst uit te oefenen, op straffe van 10 gulden boete en ar-
bitraire correctie, welk verbod 11 Julij 1588, 23 Dec. 1589 en
Jan. 1608 herhaald werd met de bedreiging, dat de overtreders
V'ervallen zouden zijn van hun prebende of alimentatie en daarenbo-
tot betaling eener boete van 50 gulden en bij onvermogen tot
^bitraire correctie zouden worden veroordeeld. Voorts beval de
/roedschap 11 Jan. 1636 aan alle Jezuïten enz. binnen zes dagen
e weertrekken en niet terug te keeren «op poene van voor goeden
P'^inse gehouden te werden ende rantsonnabel als 's lands vyanden,quot;
Uitzondering nogtans van hen die geene Jezuïten waren en
in de stad hadden gewoond, terwijl mede 28 Nov. 1655
ge?-?nbsp;kloppen, geestelijke dochters, Jezuiteressen en der-
j^^yke een termijn van vier weken gelaten werd om de stad te rui-
t^^ng te mogen komen dan met toestemming van de
^^rd kï^' op boete van 50 gulden, welke voor de tweede keer
^ieu^t •nbsp;worden ; inboorhngen der stad moesten zich binnen
alsnbsp;secretarie aanmelden « om te ontfangen sodanigen ordre
gej-j. ^^ werden gegevenop straffe van verbeurte van het bur-
^tate^^*^^ gelijk gesteld te worden met de buitenkloppen 2). Ook de
^ene n] Utrecht en die van Gelderland vaardigden onderschei-
^^est^V^^^^^nbsp;verblijf en de toelating van dergelijke
J 3), in welke laatstgenoemde provincie mede bepaald was.
Zi! T^quot;''-nbsp;290. Gr. PI. B. Vlll. bl. 279.
17^nbsp;quot;I-b'- 466 vgg.
la ' '0 hPt £nbsp;''er Sluten van Ulrecht van 9 April 1639 cn 23 Hei
29 ^an 12 fT'nbsp;^02, en die der Slaten van Gelder-
164? Onbsp;26 Nov. 1638, 27 Aug. 1640, 2 Sept. 1641,
tlT 19 Onbsp;' 12 Oct. 1652, 24 Maart 1681, 3 Nov
S inbsp;P'- II- 323, 335. 513.
' Jezuïten ^'^quot;'''^ssERr, Codex Gelro-Zutphanicus, v. doppen,
dat testamentaire beschikkingen ten hunnen voorcleele nietig zouden
zijn 1).
Ook tegen de Joden werden soms harde maatregelen genomen.
Zoo verordende de Eegering van Utrecht 4 Oct. 1712 en 13 Julij
1713 , dat geene « vremde Hoogduytse Joden of Smoussen , der-
selver wyven of kinderen binnen dese stad, zelfs niet op devrymark-
ten, zullen mogen komen of alhier langs de huysen haar koopman-
schappen lopen doen, veel min daarinne vernagten, op poene van
bij de kop gevat, in deser stads tuchthuys geconfineert of ander-
sints arbitralyk gestraft te worden na bevind van saken.quot; Zij die
hnn huisvesting verleenden zouden eene boete van 50 gulden betalen
en arbitrair en zelfs aan den lijve gestraft worden , indien die JoiJ^
in de stad hadden gestolen of besmette goederen ingevoerd 2).
de publicatie van 8 Oct. 1736 werd die boete op 25 gulden ver-
minderd en aan de Joden vergund op de jaarmarkt te kome^-
Zeer gestreng was mede het placcaat der Staten van hetzelfde ge^
west van 30 Aug. 1713 , waarbij de toelating van alle
Joden in de provincie verboden werd 3) , en ook die vannbsp;^^^^
bevalen in het jaar 1726, dat niemand van hen zich ten pl»^^®^
lande mogt nederzetten, op straffe van geesseling voor de ee ^^
geesseling en brandmerk voor de tweede en den dood voor^ ^^
derde maal; tegen hen die eenig misdrijf pleegden ofnbsp;,
in vereeniging met anderen werden aangetroffen werd ®
tegen hen die aan de zoodanigen huisvesting ye^l^^^^^^^^g^maat-
bedreigd p). Niet op alle Joden evenwel werden die ^vree^ ^^^^^^
regelen toegepast, bij de genoemde placcaten in
men uitdrukkelijk eene uitzondering ten aanzien ^'^quot;^^gj.gcbeidene
kooplieden, en op vele plaatsen waren dan ook on ^^^^
rijke Joden gevestigd. Te Amsterdam onder anderen ^^
in het laatste gedeelte der zestiende eeuw vele vooi'^g®^^
mogende lieden nit Portugal nedergezet, en ook nit P ^^ ^^jjige
men aldaar in 1603 twee schepen met tiennbsp;gesteveud.
jongens aan, die oorspronkelijk naar Embden quot;waren
de
ord-
.. 1(599 cn -
1)nbsp;Zie de res. van de Stalen van Gelderland van 8 Jung jyjl, i
op de lestamentraaking in hel kwartier der Veluwe van
het Geld. Pl. B. II. bl. 654. III. bl. 170, 654.
2)nbsp;Zie Utr. Pl. B. III. bl. 465, 466.
3)nbsp;Zie Utr. Pl. B. I. bl. 412.nbsp;§ 1-
«loden.
h
4)nbsp;Zie SCHRASSEUT, Codex Gelro-Zutphanicus,
■ü
-ocr page 227-Te 's Gravenhage vestigden zich vooral in het laatste gedeelte der
zeventiende eeuw vele Portugesche Joden. Te Middelburg hadden
zij reeds vödr 1705, en sedert te Ylissingen en elders in Zeeland,
te Amersfoort, alsmede te Leeuwarden, Harlingen en andere plaat-
sen in Vriesland synagogen. In de Meijerij van 's Hertogenbosch
mogten zij zich, volgens eene ord. van 1767 , Uyven nederzetten 1),
en te Utrecht, alwaar men zoo uiterst gestreng tegen hen had
geijverd, werd mede 16 Eebr. 1789 bekend gemaakt, dat men
Voortaan ook aan Joden op hun verzoek het regt van inwoning
Zoude verleenen, indien zij bewezen van een onbesproken gedrag
te zijn en bekwaam om op eene eerlijke wijze te bestaan.
1) Zie KOENEN, Gesch. der. Joden in Ned. bl, 143, 205, 227 vgg.
-ocr page 228-§ 2. Regtstoestand der vreemdelingen.
*nbsp;a. STAAT DBB PEBSONEN.
Konden wij over dit onderwerp nit den tijd der Grafelijke Bege-
ring slechts weinig in het midden brengen, stelliger mogen wiJ
thans, tot een minder verwijderd tijdperk genaderd, verzekeren,
dat gednrende de Eepnbliek naar het algemeene regtsbeginsel het
statntnm personale den vreemdeling ook hier volgde. De persoonlijke
bevoegdheid , welke hem in het land zijner geboorte toekwam , '«'^r
alzoo in deze gewesten mede erkend, zonder dat hij daardoor even-
wel meerdere regten dan een inlander kon verkrijgen ; de vreem e^
ling behield de hoedanigheid welke hij in zijn vaderland bezat, ö
mogt derhalve aanspraak maken op het genot van alle regten we ^^
aan onze landgenooten in gelijke iDCtrcklciIl^ t06lcWclIïl6.il ^ ^
was hem niet alles geoorloofd wat hij elders had mogen v^mg^^^^
indien znlks hier te lande aan inlanders van gelijken toestand ^
boden was 1).
Was een vreemdeling wettig gehnwd, dan werd bij ookas^
danig hier te lande erkend, na de bewijzen daarvan »an ^e^ ^^^
ring der plaats waar hij zich wilde vestigen geleverd te he ^^^ ^^
genoot alle regten waarop gehuwde lieden konden aanspraak nia ^^^^^
Wenschten vreemdelingen een huwelijk aan te gaan, ai
hun zulks vrij, indien zij de vereischten hadden welke v^an ^^ ^^
ders in gelijk geval gevorderd werden. Zoo leest men ^'J^^gjaal fS
39 van het echtreglement, vastgesteld door de ^^aten ®nbsp;,
Maart 1656 voor de steden en het platte land onder denbsp;van
dat diegenen welke uit vreemde plaatsen kwamen totnbsp;^^f Ser-
attestatiën vertoonen, dan moesten zij onder eede ver
ook
iiatis,
1)nbsp;Zie HUBER , Heedenstl. rechlsgel. b. 1. c. 3.p6, 41,
1. 3. sect. 4. c. 1. § 26 vgg.nbsp;Zie
2)nbsp;Zie HüBER, Heedensd. rechlsgel. b. 1. c. 3. amp; yanSFebr-^''
ord. vau Prins Willem op bet stuk van de politie m Zeelanc
art. 10, in het Gr. Pi. B. I. bl. 353.
-ocr page 229-zij ongehuwd waren «ende mits de ongelegentheyt der plaetsen geen
attestatiën van haere bloetverwanten ofte voochden können versoec
ke^ ofte bekomenquot;; krijgslieden moesten daarenboven van hunne
Ulfacieren getuigschriften overleggen, dat zij eerlijke soldaten en
voor zoo ver bekend, met niemand ondertrouwd of getrouwd waren 1)'
Dergelijke bepaling komt ook voor in art. 8 der echtordening door
de Staten van Gelderland 9 Oct. 1660 vastgesteld: « Item so verre
eenige vremde onbekende personen man off vrouw sigh met den
anderen verloven wilden, sollen die niet uytgeroepen, ingese^ent
locb aengenomen worden, zy en hebben dan te vorens getoont
bOet schynende bescheyt haeres heerkommens, wandels ende wesens
nde voornamentlyck dat sy anders waer niet getrouwt ofte gehylickt
an 6 Oet. 1581 bepaald, dat, indien bij een te sluiten huwelijk in
uitheemschen waren,
tooH . ' ''''nbsp;huwelijksvoltrekking be-
W r ! ^nbsp;Magistraat of in de
Welr r. ^^^oonplaats, waarvan zij het bewijs moesten
Tnbsp;^^oltrekking kon overgaan 3). Even-
^'ariTi ^ aarden Hunne Hoog Mögenden in het
jaar 1748 , dat
^nder^nbsp;Generaliteit zich personen in
rtr wilden laten opnemen, die er nog geen jaar en zes
^^^n gewoond hadden, deze plegtigheid, volgens het echtregle-
^'^mi vn^ verblijf geschieden moest, hetgeen ook te Amsterdam
^'^^^^n knbsp;^^^^ ȕie aldaar nog geen drie
^^mim ^ ^^ gewoond, blijkens art. 18 der instructie voor de
ssarissen der huwelijkszaken 4).
NteV'JTquot;^^quot;^'quot;® tenzijnent meerderjarig, dan werd hij ook
Nakend nnbsp;aangemerkt, en werden hem alle regten
) '^an t,nbsp;^^^ meerderjarigen toekwamen. Als voorbeeld
van 9TI ^yb^e^Sen eene resolutie der Staten van Hol-
1nbsp;^^ aWaar genoemd geval
«^erd, dat de meerderjarigheid door iemand ten zij-
li ^
2)
3)
Zie G n^'-nbsp;2437.
Zinbsp;B. II. bl. 385.
Zie G tT^'nbsp;''l- 436.
^ bl 52^
'-obn-,,
■éli
Boel, Decisiëa en observaliên van
-ocr page 230-neut verkregen ook in Holland van kracht behoorde te zijn 1).
Evenzoo werd de doctorale graad, elders verkregen, in Holland
erkend, daar de Staten 7 en 13 Eebr. 1671 nitdrnkkelijk ver-
klaarden , dat het, om in Holland als doctor te worden beschouwd,
geen bepaald vereischte was aan de Hoogeschool te Leiden gepro-
moveerd te zijn 2).nbsp;,
Op brieven van adeldom, van vreemde Torsten afkomstig, Kon
men zich echter hier te lande niet beroepen. De Staten ^'^n Hdlana
besloten 21 Jnlij 1621, dat geene brieven van quot;Vrijheer Hidder o
Adel, buitenslands verleend, in hunne provincie zonden worde
erkend of geregistreerd, en 11 Dec. 1666, «dat geene quaMei en
of eertytulen, 't zy van Princen, Graven, Edelluyden of anderen^
hoedanigh die oock souden mogen wesen, van uytheemsche J^e
ren. Koningen, Princen of Stalen verkregen, binnen den lan
van Hollandt ende Westvrieslandt können of mogen eerden ger ^^
pecteert tot sulcken effecte , dat yemandt andersints onghequaliüc
zynde uyt dien hoofde de jaeht binnen dese provincie «^erce
of eenige andere praeëminentiën ende voorrechten, t zy van b
ringe , magistrature, bedieninge of andersints directelyck ot m
telyck soude können of mogen ghenietenquot; 3). Evenwel
resolutie van 9 Jan. 1593 de vreemde edelen in Holland woon ^^^^^
met de inlandsche gelijk gesteld, voor zoo ver het priviie«
redemtie van confiscatie betrof 4).
niet
Van de verkrijging van vaste goederen warennbsp;veiquot;
itgesloten 5), zelfs treft men tijdens de Republiek het v
. pl-
1)nbsp;Zie HüBER. Heedensd. rechtsgel. b. 1. c. 37 vgg-
bl. 534.nbsp;ff 1 N 2. O, R.
2)nbsp;Zie VAN ziRCK, Codex Batavus, v. doctoren, Snbsp;Qr. P'-
3)nbsp;Zie van zurck , Codex Calavus, v. edelen, S 2. • '
lll- bl- 609.nbsp;nnMERUa,®»»quot;'quot;''
4)nbsp;Zie de aant. van iulios en van der linden op
procederen enz. 1. 4. lit. 2. c. 13.nbsp;31 Oct.
5)nbsp;Zie 0. a. het accoord tusschen Holland en U^JJ^^^t van vr^Jquot;
bij VAN züRCK, Codex Batavus, v. boedels, § 8;nbsp;^^^^ ^^ pi.
commercie met Spanje van 26 Junij 1714, f^^- .. van
bl. 5J2; het tractaat van commercie met de l)C.de bici.
in hel Gr. Pl. B. VIII. bl. 262.
Gr.
-ocr page 231-melde beding, dat men wonen moest ter plaatse waar deze gelegen
waren, niet meer aan. Niet geheel en al stonden vreemdelingen
nogtans op dit punt met inlanders gelijk, daar zij in sommige
gemeenten bij de overdragt hunner eigendommen eene hoogere
belasting moesten betalen 1). Ook bestonden er op den gemelden
regel enkele uitzonderingen: zoo mogten bij voorbeeld in Gelder-
land geene leengoederen gemaakt worden dan aan leenheereu, die
«van desen Furstendomb ende Graeffschap releveerdenquot;, zoo als
blijkt nit eene waarschuwing van den Erfstadhouder en Eaden in
aaam der Staten van Gelderland van 13 Febr. 1690 2).
Ten aanzien van de vaste goederen, welke vreemdelingen bezaten
lïiogten zij zich niet beroepen op de wetten van hun land, maar
gold steeds het regt der plaats alwaar dezelve waren gelegen 3).
C. ERFOPVOLGING,
^ Zoowel in het maken van testamenten als in het aanvaarden vau
®«enissen stonden vreemdelingen in het algemeen met inlanders
Het droit d'aubaine werd dan ook hier te lande niet
^^egepast dan in zeer enkele gevallen als maatregel van retorsie
opzigte van personen afkomstig uit landen , waar zoodanig regt
lafTnbsp;iii zwang was 5), en daar in Frankrijk onze
^ «genooten in Aug. 1597 daarvan vrij waren verklaard 6), ging
2i z'e arntzeniüs, Inst. juris Belg. pars 1. til. 12. 5.
gj Zie Geld. Pl. B. II. bl. 573.
Va^ Q Je res. der Staten Generaal aangaande de Engelsche avonturiers
tgt;et Jïquot;- Ï587, in het Gr. Pl. B. I. bl. 762; hel tractaat van commercie
het Versnbsp;262;
Deventer en dat van Aardenburg, bij van der vorm '
fnbsp;. met aant. van
^ 17, V ' quot;'-^OO, 580. Zie ook van zukck, Codex Balavus, v. ingezeten,
èiinbsp;, 5 6; uubeb, Heedensd. rechtsgel. b. 1. e. 3. § 45
Tertlif'AV'quot;'^'''''nbsp;4- c. 1. 5 22 vgg.; voet, ad tit. 1). ad
^e Holl ^nbsp;5 j alsmede een advies van r. van ajisteluedam ,
4)nbsp;xlenbsp;bl. 74.
5)nbsp;' Speciale beschr. enz. van de opperste macht enz., bl. 309, 310.
in hl quot;quot;'•'■quot;'^'^eliik verklaard door de Staten van Gelderland 4 Mei
6)nbsp;Zie n Pl- B. III. bl. 360.
vat';. nnbsp;ßalavus, v.successie,
Droit des gens, 1. 2. ch. 8. § 112. Zie ook een cerlL-
-ocr page 232-ook, althans zoo lang men in dat rijk die belofte gestand deed,
de nalatenschap van alhier gestorvene Transchen steeds op hnnne
erf-enamen over 1). Alleen op heerlooze goederen kon de schatkist
aanspraak maken, zoo als onder anderen blijkt nit een placcaat der
Staten van Gelderland van 22 Oct. 1717, alsmede nit de costnmen
van 's llertogenbosch van 1606 alwaar wij in tit. 1 art. 29 lezen ■
«Item alle vreemt goet, dat men niet en weet wie dat toebehoort,
voh^ht den Heerenaer die behoorlycke publicatie daervan gedaen
Toen aan de herwaarts uitgewekenen en aan hunne kinderen üe
Lue. regt ontzegd was op de nalatenschap van hunne nabestaanden i
Frankrijk, besloot men ook van onzen kant het droit d'aubaine,
althans eenigermate, toe te passen op de onderdanen van d
Franschen Koning, die zich als erfgenamen aanmeldden van i
te lande overledene réfugiés. Daarom vaardigden de Staten Ue ^^
raai 31 Oct. 1709 een placcaat uit, «dat diegeene, die onaer
geUedvan den Koning van Franhyk met er looon zynnbsp;'
nog uit zaake van huwelyksche voorwaarden, nog zaake van
cessie ab intestato of ex testamento, het zy by erffenisse ot
op of teegen de gerefugeerden hier U lande noch op of mt ^^^
zeiver boedels eenige vorderingen zullen mogen doen, a^
relatie niet alleen tot het geene hierna of in het toekomen ^^^
voorvallen, maar ook tot hetgeene reeds voorgevallen dog
regter nog niet uiterlyk gedecideerd isquot; 3). Het verdient^ ^^^^^ ^^
opmerking, dat deze gestrenge maatregel alleen betrekkin«
de nalatenschap van de wegens de godsdienst uitgewekene ,
die van andere vreemdelingen hier te lande vertoevende
ook alleen uitgesloten waren die nabestaanden,nbsp;wa*
gebied van den Koning van Yrankryk met'er woon ge^
----—nbsp;t CoJe^
ficaat van het Hof van Gelderland van 16 Julij 1614, bij schkas^ '
Gelro-Zutpbanicus, app. bl. 66.nbsp;„1 12
1)nbsp;Zie dit uitdrukkelijk verklaard door de Stalen Generaa
in het Gr. Pl. B. II. bl. 2359.nbsp;goedere^
2)nbsp;Zie scnKAssEur, Codex Gelro-Zutphanicus v. heer ^^ ^^
§ 2. Costumen ende usantiën der Hoofisladt ende iVIeyer,
bossche, bl. 16.nbsp;, 7 Me'
3)nbsp;Zie Gr. Pl. B. V. bl. 74.nbsp;s.aten Generaal ^
4 Dit werd o. a. uitdrukkelijk verklaa. doornbsp;oe-
1733, in antwoord op eene missivenbsp;h^''
Parijs, le vinden bij van der vorm, vernanaeiu,bnbsp;^^^^
Weslvr. versterfrecht, oiel aant. van biondeel , j^i- '
-ocr page 233-reu, en niet diegenen welke alhier waren gevestigd, terwijl ook
geene schenkingen onder de levenden zelfs aan -die uitgeslotenen
verboden waren. Wagenaau 1) meldt, dat de Utrechtsche vrede van
1713 de wederzijdsche gestrengheid deed ophouden , doch dit duurde
met lang, spoedig werden in Frankrijk die harde bepalingen weder
toegepast op allen die sedert Aug. 1669 dat rijk hadden verlaten
en op hen die uit zoodanige Fransche ouders waren gesproten,
hetgeen aan Hunne Hoog Mögenden aanleiding gaf om de vroe-
gere maatregelen te vernieuwen en uit te strekken tot de nalaten-
schap van de kinderen der uitgewekenen, en diensvolgens 7 Mei 1726
te verordenen, « dat zoo lang de boovengemelde rigoureuse wetten
in Vrankryk subsisteeren, de dispositie van onze bovengemelde
publicatie van 31 Oct. 1709 ook zal plaatze hebben omtrent die-
geene, die nit Vranlcryl zyn geretireerd seedert het edict van de
naand Ang. 1669 en tot diegeene die uit zoodanige zyn gesprootenquot;;
als erfgenamen zouden alleen worden toegelaten «zoodanige, die
buyten Yrankryk in deeze of in andere landen, waervan 't aan de
^ngezeetenen gepermitteert zy in deeze landen te mogen erven, jaar
dag voor de vacatuur van alle zulke successiën met 'er'woon
^nilen ^zyn geëtabliseert geweest of aan zoodanige zullen zyn ge-
Jomvtquot;. Noch bij dit placcaat noch bij dat van 1709 werd even-
het droit d'aubaine in zijne volle gestrengheid toegepast, de
^^noeaae nabestaanden waren wel uitgesloten, maar de erfenis
narfnbsp;toegekend aan de
estaanden in eenen verderen graad; alleen «by foute van andere
k^i^anbsp;^^^ ^^ quot;Vrankryk actueelyk met 'er woon zullen zynquot;,
^Ullc*^ «te profyte van het gemeens landquot;, en dan nog niet op
Iteurnbsp;^^^ ^^nbsp;geheele bedrag naar wille-
beschikken, integendeel moest steeds een derde gedeelte
»ändertnbsp;quot;nbsp;' ™ particulierlyk tot beeter
Voüdennbsp;Fransche of Waalsche gemeente, daar die ge-
geen Fnbsp;onderhoud van de ordinaris armen, zoo daer
Walsche gemeente zig bevindquot; 2).
Zetten ^'erordening kwamen vele Franschen zich hier neder-
blo^rlnbsp;nalatenschap hunner vroeger uitgewe-
^'gtsgedir'^'''^^''^®quot; bekomen, hetgeen aanleiding gaf tot vele
gen, daar men aan de zoodanigen veelal het regt betwistte
Gr. Pl. B. yi^
-ocr page 234-om op die goederen aanspraak te maken. Deze personen wendden
zich dan dikwijls met een verzoekschrift tot de Staten Generaal en
bekwamen daarop niet zelden de verklaring, dat de placcaten van
1709 en 1726 op hen niet toepasselijk waren en zij derhalve regt
hadden op de nalatenschap hnnner nabestaanden, mits aan de
Hoven van Justitie of aan het bestuur hunner woonplaats de be-
wijzen overleggende, dat zij in Frankrijk uit gereformeerde ouders
waren geboren en zelve altijd dezelfde belijdenis waren toegedaan
geweest; voorts moesten hunne namen worden opgeteekend en ge-
registreerd met bijvoeging van de plaats van waar zij gekomen
waren, en werd van hen eene plegtige verklaring gevorderd, dat
zij voor goed hunne woonstede in Frankrijk hadden verlaten met
het voornemen om hun leven lang hier te la,nde gevestigd te blij-
ven en alzoo als onderzaten van dezen staat te worden beschouwd ;
daarenboven moesten zij beloven, geene gelden of goederen uit de
hun open gevallen nalatenschap gedurende een zeker aantal jaren
te zullen vervoeren of vervreemden, waarvoor die goederen ver-
bonden bleven; begaven zij zich binnen den gestelden termij»
buitenslands, dan zoude de geheele nalatenschap op de overige
hier aanwezige erfgenamen ab intestato overgaan 1). Hierdoor
werden echter die twistgedingen niet beëindigd, daar de
partij veelal de bevoegdheid der Staten Generaal ontkende om aa ^
hunne placcaten eene authentieke interpretatie te geven, be^^^^^
rende dat de toepassing daarvan aan de regterlijkenbsp;quot;^^et
worden overgelaten 2). Eindelijk sloot men 27 Julij 177 ^^^^^
Frankrijk een verdrag, waarbij de onderzaten over en wedex ^^^^
den vrij verklaard van het droit d'aubaine of eenig ^^^^^
onder welke benaming ook met afschaffing van alle
uitgevaardigde verordeningen 3). In het aangehaalde ^^^^^
VAN DER VOEM lezeu wij echter, dat dit verdrag ^er
uiet is gepubliceerd, en uit eene resolutie der Staten van
19 AU-.nbsp;T
1)nbsp;Zie o. a. de resolutie der Staten Generaal van pjerre Lata»®'
zake van André Brun , en die van 9 Nov. 1750 Ier zake van
in bet Gr.Pl. B. VIII. bl. 610, 612.
2)nbsp;Zie Ned. Jaerboeken. 1754. bl. 650 vgg.nbsp;CotiiHienia''quot; „
3)nbsp;Zie bero, De réfugiés enz. bl. 65. Zie ook pestel , ^^^^^^^ ec»
republica Batava, I. bl. 266, alwaar mede gewag gemaaiv
dergelijk tractaat in 1774 met Zweden gesloten.
-ocr page 235-van 23 Julij 1777 blijkt ook, dat de placcaten van 1709 en
1726 nog in dat jaar in die provincie zijn toegepast 1).
Op de Velnwe bleef men nog eenen geruimen tijd van de nala-
tenschap van vreemdelingen een regt heffen onder den naam van
keur, waarvan wij reeds boven op bl. 5 gesproken hebben. Daartoe
moesten de Schouten aldaar van het overlijden dier personen tel-
kens aangifte doen aan den Keurmeester, hetgeen hun door de
Staten van Gelderland bij onderscheidene placcaten tot in 1703
bevolen werd. Van dit regt waren evenwel de Predikanten benevens
hunne vrouwen en kinderen vrijgesteld bij de resolutie van 27 Maart
1618, en reeds 26 Maart 1593 hadden de Statenbesloten, dat
tle keur niet zoude gevorderd worden van ingezetenen van die
Provmcien, alwaar van de nalatenschap van aldaar overledene Gel-
^erschen geenerlei legt aan den lande behoefde betaald te worden
-^lenten gevolge werd de keur afgeschaft ten opzigte van inboor-
hngen van Overijssel 29 Maart 1601, van Hollanders 22 Mei
»^ll en van Htreehtschen 15 Sept. 1658 2).
Ook moest op sommige plaatsen nog het regt van exuwe worden
^ aaici door hen die zich met der woon elders begaven of van
^ atenschappen welke uit de stad of uit het land werden ver-
Vïednbsp;^en Munsterschen
direlnbsp;' «Niemant en sal ter eenre ofte andere zyde
Wiet ^ iBdirectelyk in 't veranderen van syne woonplaats
telasf^^'®^*^®quot;'nbsp;cle rechten claertoe staendequot; 3) Deze
ing bedroeg te Haarlem den 10lt;'en penning ten aanzien van
gekortnbsp;v^n iemand die van buiten
tenbsp;^'as, te Leiden den lO^en penning zonder onderscheid,
vo^ Vnbsp;raadsbesluit van 1587, het tiende gedeelte
^taa „eTnbsp;weeskinderen van de binnen de vrijheid dier
^IhierV^''quot;® goederen , nagelaten door «vrembde personen soe
derselver fryheitt sterven und geene
gedeeltenbsp;lyfsgebuerte nalatenquot;, te Groningen een vierde
taeff?'' erffenissen ofte goederen in dese stadt ende
^^^ers P i 'quot;'^''^^orven op uytheemsche luden buiten de Eeems
^ _nbsp;Coeverden gesetenquot; 4). Zoo beval dan ook de Ee-
pfi Zie irnbsp;649. Gr. PI. B. 11. hl 537.
'I- quot;V.'gTsrö Gelro-Zutphanicus, v. keur, vgg. Geld.
OEI, vouM, I,!. 414, 420.
Keur.
Hes» vnu
exuwe.
gering dier stad 22 Mei 1690, dat de erfgenamen van eenen per-
soon die uit Westphalen geboortig was 80 gulden moesten betalen.
Professoren, studenten en Predikanten waren evenwel van alle
betabng ontheven, ingevolge de resolutiën van 6 Nov. 1658 en
15 Febr. 1670. De nalatenschap van lijfeigenen verviel geheel
aan den Eegter en aan de stedelijke kas, Avaarvan wij nog in
1745 een voorbeeld aantreffen , toen de goederen nagelaten door
eenen natuurlijken zoon van zekeren Jan Jans Groot, te Yeen-
dam overleden, die de Luthersche diaconie aldaar tot erfgename
had ingesteld, werden vervallen verklaard , op grond dat hij «geen
vry maar een eigen persoon op het territoir van den Koning van
Pruissen was geweest.quot; Men besloot nogtans, dat de nalatenschap
zoude worden verdeeld tusschen de armen der gereformeerden en
der Lutherschen te Yeendam , dewijl de Eegter voor zijne twee
derde afstand had gedaan, hetgeen de stad nu ook deed voor haar
derde deel 1).
Meestal echter werd het regt van exuwe alleen
goederen vervoerd naar plaatsen, alwaar zoodanige belasting
gebruik was, waarvan wij boven reeds uit den tijd der GfiafebJ^^
Eegering vele voorbeelden hebben aangehaald, en hetgeen ^ ^
uitdrukkelijk door de Staten van Holland 3 Junij 1672 verklaar^
werd 2). Evenzoo betaalde men te Amsterdam den tienden^ P^®^^
ning alleen dan, wanneer men niet kon aantoonen, dat ter p
werwaarts men de goederen vervoerde minder of niets ^^^^
voldaan te worden, en meldde de Eegering dier stad 22 Oc ' j.g
aan de Staten van Vriesland, dat, daar tegen de Amster
noch te Leeuwarden noch elders in Vriesland het regt van ^^^^^
in gebruik was , ook wederkeerig de Vriezen tenbsp;gtate»
dat regt ontheven waren 3). Op gelijke wijze vergunden ^^^ ^^^
van Utrecht 27 Mei 1606 aan Abcoude en 3 Dec. ^^^
Nichtevecht een regt van exuwe te heffen, doch aU®®^^^ ^^^^^ die
deren vervoerd naar plaatsen alwaar het tegen ingezetene^ ^^^ ^^
gemeenten in gebruik was 4). Geheel afgeschaft
eu
hel
1)nbsp;Zie Prof. a. ypey en Mr. n. o.feith, Oudheden van
Groningen. 1836. bl. 226 vgg.
2)nbsp;Zie VAN ZURCK, Codex Balavus, v. exue , § l-nbsp;^^ ^ Gbarl^f
3)nbsp;Zie wagenaar, Amsterdam. 111. bl.19. sohwabtzenb-
van Vriesland. V. bl. 1198.
4)nbsp;Zie Utr. Pl. B. I.bl. 475, 476.
-ocr page 237-Hulst door de Staten Generaal 31 Dec. 1619, docli 2 Maart 1726
hersteld «tot eenig redres van stads vervalle fiuantiequot;, ofschoon met
onderscheidene beperkingen en op voorwaarde, « dat hetselve regt
niet sal geëxerceert werden omtrent de inwoonders van landen,
steeden of plaatsen, alwaar de burgers en inwoonders van Hulst
niet phouden zyn eenig regt van issue te betalen.quot; Ook werd
nog in 1766 te Axel een dergelijk regt geheven van aldaar ge-
erfde vaste goederen welke door « vreemde of afgeseetenenquot; werden
Verkocht, zoo als blijkt uit eene resolutie door Hunne Hoog Mö-
genden den Isten October van dat jaar genomen 1).
Was alzoo het regt van exuwe in het algemeen slechts bij wijze
Van wedervergelding in gebruik, talrijk zijn de verdragen met
andere steden of landen aangegaan, waarbij men zich wederkeerig
Verbond gemeld regt niet te heffen. Yan Amsterdam alleen treffen
^ij uit den tijd der Eepubliek meer dan zeventig zulke verdragen
^an met verschillende steden en landen gesloten, van Medemblik
tot Zweden en zelfs tot New-Yorktoe 2), terwijl mede de Staten
generaal 16 Febr. 1666 met den Keurvorst van Brandenburg over-
^enkwameu, « dat van het regt van issue of decimatie, 't welk by
^^i'trek van familiën of verval van herediteiten komt te ontstaan,
^ eclerzyds onderdanen vry en exempt zullen zyn en blyven gedu-
j de dese alliantie.quot; Bynkeeshoek 3) oppert de vraag, welken
^^ tlit verdrag had op die steden welke ten opzigte van het
^tatnbsp;^^^^nbsp;privilegie waren, hetwelk de
op Generaal haar niet ontnemen mogten, en beantwoordt die
^add*^ ^o^gende wijze: dat, indien gemelde steden het verdrag
HiQ gezien en goedgekeurd voordat het gesloten was, zij alsdan
^eda ^^ gerekend worden stilzwijgend van hun privilegie afstand
ïegt ^ t® bebben, en dat zij in het tegenovergestelde geval wel geen
^^^ exuwe mogten heffen, dewijl het verdrag haar zulks ver-
2) ^jg Pl- B- bl. 2393. VI. bl. n95. 11. bl. 265.
verdragen van de Regering van Amslerdam , bij wacesaar,
v • i- bl qonbsp;Handv. enz. der stad Amstelredam.
Boquot; Van Tnbsp;bl. 1661 vgg., tweede vervolg hl. 11 vgg.-
- ^ v(»o..nbsp;, bij van mieris. Handvesten van Leiden, bl. 316 vo-o-
örii V;innbsp;..........„'nbsp;DO'J
- ....nbsp;ïAix quot;t, yvAuu, iiaijuvesien van
^ • 1437, 1601, 1889, 2046, 2049, 2050; van die van Gro-
J ^'•ey en FEiTH, bl. 228, 349.
i^V''® ®'^rdrecbt, bij van de wall. Handvesten vLi
Vn, Ij'. 1437, 1601. 1889. 2046. 2049. 20.-10 •
^^'«estiones jurirpiiWici'; iTris.
-ocr page 238-bood, maar dat de Staten alsdan verpligt waren haar daarvoor
schadeloos te stellen.
Onafhankelijk van het regt van exnwe moest op vele plaatsen
van de collaterale successiën eene belasting betaald worden, welke
doorgaans wel voor vreemdelingen en inlanders dezelfde was, maar
toch hier en daar voor de eerstgenoemde meer bedroeg, onder an-
deren in Groningen, alwaar de Staten 24- Maart 1670 verorden-
den, dat «van alle roerlicke ende onroerlicke goederen, actiën,
crediten, heerlickheden ende gerechtigheden in dese provincie ge-
legen ofte uitstaande, die imandt van syne bloetvrienden in 3e
collaterale ende sydtlinie, ofte oock van vreemde luiden in dese
provincie, Drenthe ende Westerwoldingelant woonachtigh, door
successie ab intestato, door testament ende uiterste wille, do^r
opdracht in eevelgangh, mitsgaders door gifte soo ten respect van
den doodt als vrywilligh uit de handt, de summa van 200 Car-
guld. excedeerende , koomt te erven ofte te verkrygen, sal d®^
taalt werden hj de ingesetenen van dese provincie, Drenthe en
Westerwoldingelant den Zysten, ende hy den uitheernscJienJ' ^
^Osten penninchquot; 1). Zoo werd ook in het kwartier van
gen van de collaterale successiën door inheemschen de 40^'® en ^^^
uitheemschen de 20ste penning betaald, waaromtrent de Staten ^^^
Gelderland 17 Oct. 1733 besloten, dat voortaan de
ingezetenen in dat opzigt niet meer als uitheemschen
gemerkt, en alzoo van hen slechts de 40ste penning z^u e
vorderd worden 2).nbsp;^elio»®'^
VrUe erf- Behoudens deze weinige uitzonderingen genoten vree j^jgjin
opvolging, op het punt der erfopvolging de meeste vrijheid en ston ^ ^ ^^^^
geheel met inlanders gelijk 3). Aan de Engelsche
door Hunne Hoog Mögenden 14 Julij 1598 verpnd^,^^
over hunne nalatenschap te beschikken, met bepaling j^g^grlan»!
testamenten, naar de Engelsche wetten in Engeland of m ^^^
over hunne roerende goederen gemaakt, alhier ^''^^'^^^Jgjen zi^^^
zouden zijn, doch dat zij ten opzigte der vaste
moesten regelen naar het regt der plaats alwaar äie g
pyvelingo
1)nbsp;Zie deze ord. achter hel Landreciit van Ilunsingo,
het Westerquartier enz. 5lt;le druk. Gron. 1664.nbsp;^
2)nbsp;Zie Geld. Pl. B. lll. hl. 508.nbsp;ii,lland7
3)nbsp;Zie dit uitdrukkelijk verklaard door de Staten van
in het Gr. Pl. B. VI. bl. 490.
negt van
succegile.
ren 1). Evenzoo vaardigden de Staten van Zeeland ten behoeve
der vreemdelingen welke zich in die provincie hadden nedergezet
16 Dec. 1735 een placcaat uit inhoudende, dat, zoo zij wensch-
ten dat de erfopvolging ab intestato van hunne kinderen geschiedde
volgens het regt der plaats van waar zij gekomen waren, hun de
vrijheid zoude worden gelaten dat regt te verkiezen, mits daarvan
kennis gevende aan den Magistraat hunner woonplaats, die er be-
hoorlijk aanteekening van moest houden 2). In Overijssel was
mede 12 Maart 1630 door de Staten bij deel 2 tit. 5. art. 2 van
het toen gearresteerde landregt aan eiken vreemdeling de bevoegd-
heid toegekend om naar goedvinden over zijne nalatenschap te
beschikken; waren die testamenten vooreenig stad- of landgeregt
aldaar gemaakt, dan golden zij overal in de provincie, ook ten
opzigte van goederen welke niet onder dat geregt gelegen waren,
öiits die beschikking voor laatstgenoemd geregt binnen zes weken
jja het openvallen der erfenis wierd bekend gemaakt, hetgeen op
^e boete van 4 oude schilden geschieden moest. Tevens hadden
^itheemschen even als inheemschen, ingevolge tit. 7 art. 9, het
^Qorregt van boedelbeschrijving, en mogt de regter zelfs ten linn-
en behoeve den termijn voor het opmaken van dezelve verlengen 3).
Het regt van vreemdelingen op de hun in deze landen openge-
len erfenissen werd uitdrukkelijk erkend bij art. 62 van den
^^nsterschen vrede van 1648, alsmede bij art. 25 van den
van 1713. Yijanden van den staat werden echter niet
toegelaten, blijkens hetgeen de Staten van Holland
de 1672 verordenden; diensvolgens werd in het jaer 1695
iii ^^nschap vervallen verklaard van iemand, wiens erfgenamen
goede^^^^^^'i^ woonden 4). De vrije opvolging in de nagelaten
^loea^!^^^ hunner onder het ressort der Generaliteit overleden
verzekerden Hunne Hoog Mögenden mede 20 Jan.
^ aan de
ingezetenen van het Hertogdom Lotharingen, voor
Nhecht fanbsp;I-nbsp;quot;et^elfde werd door de Regering van
h ''quot;quot;Pliednbsp;^^^^ ^^ Engelsche avonturiers en 1 Oct, 1668 aan
^^^esten^quot; ^^n den fichotschen stapel verzekerd. Zie van de wall,
\
1820.
z quot;;'quot; liordreclu, bl. 1753,
3)nbsp;Zie 1 ■ P'- B- VI. bl. 1150.
4)nbsp;J:»nchechten van Overyssel. Deventer 1630. bl. 24, 35.
.'J'-eclu in pnbsp;I- 96. III. bl. 248. Günther, Europäische VöL
I. 1nbsp;, 1. pag. 342. van bijskershoek , Quaestiones juris
-ocr page 240-zoo ver aldaar gelijk regt gold ten opzigte van de onderzaten van
dezen staat, hetgeen volgens hunne verklaring van den 28st€n Eebr.
reeds van overoude tijden in het Hertogdom Braband gebruikelijk
was geweest 1). Eveneens komt in art. 10 van het tractaat 12 Oct.
1679 met Zweden gesloten de bepaling voor, dat de goederen van
eenen in Nederland gestorven Zweed jaar en dag door den Magis-
straat ten behoeve van zijne erfgenamen zouden bewaard worden,
en leest men in art. 39 van het tractaat met de beide Siciliën
van 1753: «de onderdanen der contracte,erende partyen zullen
over en weeder in weederzydsche landen en Staaten van hunne
goederen by testament, donatie of andersints moogen disponeeren,
en hunne erfgenaamen zynde onderdaanen van eene der partyen
in de landen van de andere of wel elders woonagtig zullen derse-
ver nalaatenschap können ontfangen, zelfs ab intestato, hetzy i
persoon hetzy by hun procureur of by gemagtigde, schoon zygee^
brieven van naturalisatie zouden moogen hebben geobtineert, zon'
der dat het effect van die commissie hun zal können werden D
twist onder pretext van eenige regten of voorregten van provi
ciën, steeden of particuliere persoonenquot; 2). Zelfs de onderdan^^
van den Keizer van Marocco waren geregtigd tot de
hunner nabestaanden hier te lande, blijkens art. 10 van
taat van 24 Sept. 1610 , terwijl wij mede in het tractaat, 7 ^^^^
1631 door de Staten Generaal met den Koning vannbsp;jp
gegaan, bepaald vinden , dat de goederen door eenen ^^^ireveD
deze gewesten nagelaten, van Regeringswege behoorlijk besc
en ten behoeve der afwezige erfgenamen in goede bewarni»
men zouden worden 3).
d. HANDELINGEN.
rigt
Handelingen, door eenen vreemdeling elders wettig
ren ook hier te lande van kracht 4). Ten aanzien van^^^ ^^^^ jjet
hebben wij boven reeds gezien dat deze, door iiithee^sc^ ^^^^^^^ ^^is
regt hunner vorige woonplaats aangegaan, ook m ^
1)nbsp;Zie Gr. Pl. B. YIl. bl. 92, 858.
2)nbsp;Zie Gr. Pl. B. III. bl. 1398. VIII. bl. 268.
3)nbsp;Zie Gr. Pl. B. II. bl. 1320, 2265.nbsp;Dquot; j«quot;-®
4)nbsp;Zie HCBER , Heedensd. rechtsgel. b. 1. c. 3. ^ »
talis, 1. 3. sect. 4. c. 1. 5 20.
-ocr page 241-wettig werden beschouwd. Hetzelfde gold omtrent de min of meer
beperkte gemeenschap van goederen tusschen echtgenooten 1), als-
mede wat de testamenten betreft, waarvan wij boven reeds een
voorbeeld hebben bijgebragt aangaande die der Engelsche avonturiers.
Op gelijke vrijze bepaalden de Staten van Gelderland 28 April 1711,
dat elders wettig gemaakte testamenten op de Veluwe van kracht
zouden zijn, mits gedurende het leven van den erflater geregistreerd
bij den Landschrijver van Veluwe en Veluwenzoom. Hetzelfde werd
20 Maart 1724 verklaard overal in Gelderland regtens te zijn, en
tomt dan ook voor in het landregt van de vier Bovenambten, in
^at van Tieler- en Bommelerwaard, in het reglement van Arnhem,
lö dat van Tiel, alsmede in het stadregt van Bommel; volgens het
landregt van Zutphen, moest de «testieringe und maeckinge gerig-
telyck^ geschieden voor den Eichter, waer onder die testateur und
^aecker gesetenquot; 2).
Evenals uiterste willen, zoo waren ook alle contracten, elders
^^ttig aangegaan, hier te lande geldig, waarvan wij een voorbeeld
^'^Utreffen in eene publicatie der Staten Generaal van 5 Nov. 1777,
^ houdende dat men van notariëele acten, te Marseille gepasseerd,
vrijelijk gebruik mogt maken, mits zij door den aldaar re-
Y ^fenden Nederlandschen Commissaris der Marine waren gele^a-
Vrd 3).nbsp;^
gg^o^ konden vonnissen, door den competenten regter elders vol-
uit ^ ^^^nbsp;^i® plaats uitgesproken, in Holland worden ten
gelegd, indien men zulks verzocht en zij niet in strijd M'a-
de het regt dezer landen. Zoo stonden de Staten 8 Sept. 1585
Iq uitvoer legging toe van een vonnis te Antwerpen gewezen,
^ed ^^^^ ^i® ^^^ vonnis van het Hof van Zweden, als-
Vajj^l Dec. 1599, 23 Oct. 1652 en 7 Oct. 1666 van arresten
cle I'arlement van Parijs. Wanneer echter in andere landen
Praken van Nederlandsche regters niet of slechts onder zekere
1)nbsp;y
^'Wiaii^nbsp;Heedensd. rechtsgel. h. 1. c. 3. ^ 33 vgg. en De jure
2)nbsp;sect. 4. c. 1, § 21.
[atis I 3® quot;quot;ßER, Heedensd. rechtsgel. b. 1. c. 3. § 12 vgg. De jure civi-
GelT'^'quot;nbsp;S ^SS- Geld. Pl. B. III. bl. 167. Schrassert,
44] '^'^quot;Z'^lpbanicus, v. testamenten, ^ 5 en Practicae observationes,
3)
taiis^ 1/3nbsp;Heedensd. rechtsgel. b. 1. c. 3. § 18 vgg., De jure civi-
• 4. c. 1. 5 18, 19. Gr. Pl. B. IX. bl. 539.
-ocr page 242-voorwaarden mogten worden ten uitvoer gelegd, had hier hetzelfde
plaats omtrent de aldaar gewezen vonnissen. In Franlcrijk onder
anderen had dikwijls geene executie plaats van uitspraken onzer
regters dan na voorafgaande kennisneming, waarom de Staten 16
Jan. en 22 Sept. 1618, 4 Maart 1619 en 2 April 1667 aan onze
landgenooten vergunden hetzelfde te verzoeken, indien de executie
gevraagd werd van gewijsden van het parlement van Bordeaux, het-
geen ook nu en dan plaats had ten opzigte van die van het Parijsche.
Op gelijke wijze werd 30 Julij 1700 afwijzend beschikt op een
verzoek tot executie van een vonnis van den regter te Munster,
dewijl aldaar geene uitspraken van Amsterdamsche regters mogten
worden ten uitvoer gelegd 1),
Was alzoo in Holland de ten uitvoer legging regel, het omge-
keerde had in Gelderland plaats. Op dien grond weigerden de Sta-
ten van dat gewest 16 Jan. 1611 die van een vonnis van n^
leengeregt te Brussel en den 15lt;len October daaraanvolgende ze^^^
van eene uitspraak van den Hoogen Baad. In het jaar 1679
klaarde het Hof evenwel, dat, ofschoon een elders gewezen vonn
geen regt gaf op parate executie, het nogtans de zaak liquide maa '
en dat «voor de schuld daerbij toegewezen gepeyntquot; kon
Ook maakte men eene uitzondering aangaande IQeefsche vonn^^^^^
ingevolge een tractaat door de Staten van Gelderland met de ^^^^
ring van Kleef gesloten, op grond waarvan dan ook 1nbsp;gj,
de ten uitvoer legging van een zoodanig vonnis wxrd toegesi^
e. BEGTSPLEGIKG.
vrccm. Evenmin als inlanders werden vreemdelingen belemme^d^^^^^ ^^^
tieiing instellen van regtsvorderingen tegen ingezetenen dezer ge
eischer.nbsp;, .
----------------Clquot;''
1)nbsp;Zie hüber, lleetlensd. reglsgel. b. 1. c.3. ^24,nbsp;gente»'
lalis, 1. 3. sect. 4. c. 1. ^ 42 vgg., van zurck , Codex Batavu ,
tiën , 5 21, 23 , 24, 25.nbsp;^ . /ulpbanfquot;*®'
2)nbsp;Zie Geld. Pl. B. II. bl.124. Schrassert, Codex Gelro-^
v. sententie, § 1, v. concordaten, § 3, app. bl. 163. „ ^^jrecht eO quot;J®
3)nbsp;Zie 0. a. het concordaat tusschen de Regering van v ^^^^^ ^ gaoj
Engelsche avonturiers van 29 Nov. 1655 art. 21, bij vand ^^ 01
vesten van Dordrecht, bl. 1754, alsmede het landregt
ambten, gearresteerd door Burgemeesteren en Raden van ^^^ Hoof'^quot;'^
1618. boek 1. 5 29, en de instructie voor den ^ieutenaninbsp;jj^oquot;'
, Secretarissen en Dienaren van de geregtskamer der P^ ^ 22.
, gearresteerd door de Staten 2 Maart en 17 Nov. Ao '
nen,
gen, gearresteerd
Li sommige steden hield men zelfs afzonderlijke regtdagen waarop
uitheemschen hunnen eisch konden aanbrengen; te Amsterdam
onder anderen werd, volgens de keur van 8 Dec. 1601, tweemalen
in de week gastregt gehouden, en te Middelburg was bij de ord
van den Baljuw, de Burgemeesteren, Schepenenen Raden van 20
April 1660, art. 23, de Woensdag bepaald voor zaken van uitlan-
ders tegen burgers 1). Alleen in tijden van oorlog maakte men
eene uitzondermg ten opzigte van onderdanen eener vijandelijke
Mogendheid. Zoo vaardigden de Staten Generaal 2 Oct. 1590 een
placcaat mt, dat niemand komende uit 's vijands landen, al was
ny van een behoorlijk paspoort voorzien, iets voor eenig geregt
zoude mogen eischen bij personele of reële actie, maar dat men den
zoodanigen a limine judicii moest afwijzen, waarvan die van Hol-
den 29«ten October daaraanvolgende de nakoming in hunne
provincie bevalen. Deze gestrenge bepaling betrof evenwel alleen
n die uit het land waarmede men in oorlog was kwamen, zoodat
^naerdanen van eenen met den vijand bevrienden staat, doch die niet
hiel!qnbsp;''' vredebreuk was, de bevoegdheid be-
^ ^den hunne schuldenaren voor den Nederlandschen regter aan
spreken; volgens de resolutie der Staten van Holland van 1 Maart
«ciul^™quot;'''^''''nbsp;een vierde gedeelte van het bedrag der
mdvordering aan het gemeene land afstaan 2).
biezennbsp;gedaagde domicilie
koT, wnbsp;waar het regtsgeding aanhangig was gemaakt,
^er u ^atstgenoemde, indien de vreemdeling niet gegoed was on-
eti vonbsp;^^^^^ regter, zekerheid vorderen voor de kosten
de hetgeen hij bij reconventie zoude kunnen eischen; bewees
evenwel geene voldoende borgen te kunnen'vinden,
''^^onna nbsp;eed volstaan 3). Bij art. 507 der
den ^nbsp;''''nbsp;^^nbsp;procederen
^^^ l€04nbsp;Braband en de landen van Overmaze van 31
1)
---- — .nbsp;yuixi UX
werd de cautio judicatum solvi zelfs gevorderd vaniede-
Zie S'p?'nbsp;1205.
St ^ ZievAw • 2209. VAN ZÜRCK . Codex Batavus, v. regters, ^ 2.
Pr ' W'annbsp;Roomsch Holl, regt, b. 5. d. 17. 9 , 10. Mehula,
''ori Patrvquot;nbsp;c. 1. 5 1, 2. w. de ghoot, Isagoge ad
W ^msteï?^'' 1 1. c. 9. ^ 11 en de aant. daarop van a. de pape.
Seb quvinbsp;sccrelary, bestaande in formulieren van Schepen-
wvorZ 'nbsp;' schalbrieven en andere. die gewoonlyk daar
1714. bi. 91, 101 , 102.
-ocr page 244-ren eischer en gedaagde, zoo inlander als vreemdeling, die niet be-
^^zrntonvolLndfgegoed te ziinl). ^^fquot;nbsp;ilSti
Staten van Utrecht op de administratie van de pohtie en de psfa ^
Inbsp;Ïontfoort van 24 Oct 1665 wordt mede van ecantro 3ndic^
.olvi melding gemaakt, zonder opgave evenwel van de gevallen
w in z^ mog? gevorderd worden 2). In Overijssel moest een vreern-
IInbsp;ng al eisrhe? optredende zekerheid stellen voor alle kost b
Id'en en interessel voorts dat hij om dezelfde-zaak den ge a g^
voor geenen anderen regter zonde aanspreken, en dat ^^ ^^
wijsde zonde voldoen of nakomen, naar Imd van het door de Stete^
diL provincie 12 Maart 1630 gearresteerde ^andregt deel
art 4 3). De cantio de non conveniendo alibi werd ook m
land van nitheemschen gevorderd, blijk^is de ^tspra^ van
Hof van 23 Sept. 1689; was men echter bniten staat om voldoe ^^^
borgen te vinden, dan kon men met eenen eed volstaan, zoo
hetzelfde Hof 26 Sept. 1681 besliste 4). _
xermun. Overigens waren vreemdelingen in sommige opzigten zeit ^^^^
inlanders bevoorregt, daar hun doorgaans kort en o^J^toge ^
werd gedaan, waarvan wij nit den tijd der Grafelijke Eege^g
menig voorbeeld hebben bijgebragt, en hetgeen 10 Aug.
de Staten van Holland ook verordend werd ten opzigte van ^^^^^^^
tenen van Yenetiê, die tegen Hollanders eemge vordenng
. , ,nbsp;.1___;innr Hnnne H002Mögenden
tenen van venerie, uic tc^cn ------------- -- cnbsp;inJ-quot;'
hl te stellen, alsmede in het door Hunne HoogMogendei^^^
met de beide Siciliën gesloten tractaat, «omme de ^ei^^nbsp;te
cianten met alle de vaardigheid, die de commercienbsp;g^^ten
verhaasten ende voort te zettenquot; 5). Zoo verordenden ^^^je
van Utrecht 21 Maart 1594 , dat men dwarsnacia ^
doen op den eisch van uytleemschen, U weten denge^' ^
, ,nbsp;. ..7,nbsp;„V, Unriciïllrlfi Cienbsp;-, Mit'
)(ren
doen op den eisch van uytneemscimn,
den lande van UtreeU woonende zyn, en bepaaldenbsp;^^^
St. Jan 23 Junij 1598: «belangende de iuytenwoond'l^^^^^ ^^-Ueii
heemse, die alhier in de proostdye eenennbsp;tß
aanspreken, werd denselven toegelaten extraordmaiie ^
1)nbsp;Zie Gr. Pl. B. II. bl. 918,
2)nbsp;Zie Utr. Pl. B. lü. bl. U15.nbsp;i2.
3}nbsp;Zie Landrechten van Overyssel. Deventer.nbsp;, § 2,
4)nbsp;Zie SCHRASSERT, Codex Gelro-Zutphan.cus,nbsp;j pag- „^p
beemscbe, § 1. Zie ook denzelfden Pra^e^ 5 3.
e observe—
TflL'DE^GROox', Inl. tot de_ Holl, rechtstel.nbsp;. Cod«^
KEESSEL
lavus
Lie DE GROOT, ini. lOl ue I.V.quot;.nbsp;p.nbsp;züBCü.
SEL , Theses selectae juris Holl, et ZeeL tu. i/^-nbsp;263.
3,v. vrenidelingen,5 2. N. 1. Gr. Pl. B. •
doen, namentlyk van vier en twintig miren divarsnagirecM',
terwijl men mede in de kenr der Eegering van Amsterdam van
8 Dec. 1601 de bepaling aantreft: «Item soo wie gheboden wert
voor reckte ten naesten gastrecht off ten anderen, off en antwoorde
hy dan niet, soo sondet een dimrsnacht overstaen, dat is des
anderen daechs voor middach te antwoorden, ende en dede hy des
niet, zoor waer hy veilich ende overwonnen, ende hy verbeurde
alsulcke boeten alsoo daertoe behooren nae den rechtequot; 1).
Ook in Groningen werd den vreemdeling spoediger regt verschaft
op zijne vordering dan den inlander. Terwijl bij het landregt van
Hunsingo, Mvelgo en het AVesterkwartier, gearresteerd door de
Staten 31 Oct. 1601, boek 2 § 1, de termijn voor inlanders op
een en twintig dagen gesteld was, leest men in § 2 : «Is de dager
ee« man van liiyten, te weten wonende luyten de Eemse ende Zau-
^erse, sal de Wedman ofte Eichters Diener den schuldener uyt
bevel des Eichters aenseggen, dat hy den dager voldoe binnen
lt;116 naeste drie dagen, by poene als voorsz. ende met den rechte
Voort te varen, oft dat hy come des anderen daegs voor recht ende
Snbsp;andachte ontledigequot;, en in het landregt van de beide
Wambten , gearresteerd door Burgemeesteren en Eaden van Gro-
^^^gen 7 Febr. 1618, boek 1 § 39 : «dat de landsaten mogen van
^ t dagen tot acht dagen, de vreemde man van drie dagen tot
/^e dagen laeten dagen, te verstaen omme schulde halven ende
^ P®®®essoriis te Znydbroeck ofte daer die Drost in den Old-
quot;quot;^ten residentie sal holdenquot; 2).
Vannbsp;w^® te Deventer in gebruik, naar luid
Jq oe costumen van 10 Maart 1642, deel 2 tit. 9 art. 1 vgg:
ijj ^ vreemden man tot cort recht te .h'dpen, sal deselve onse
is, ^^^ voor hoofts ofte in syn woonplaet^e, so hy in der stadt
eengnbsp;tweemael doen verdagen, eens voormiddags,
Vpjnbsp;, ende des volgenden daegs ten derden mael; by
^es vj^^ ingeseten ten derden male niet erschynt, sal op
teyinbsp;aenspraecke recht gedaen worden, ende sal
Verloopnbsp;daerop pantleveringe geschieden, om deselve nae
^^^ ingeset^ veertien dagen door den pandverkooper te verkoopen;
verweerder tegens een vreemt gast schriftelick han-
Zi
h ^^ zt lL^'-,®- 230- bl- quot;80. E'-g-^hs, diss. pag. 35.
Oldamllnbsp;15. Landrecht der
®quot;len. Gron. 1654. bl. 11.
-ocr page 246-delende, snllen de termynen van drie dagen tot drie dagen ge-
stelt worden, ten ware de gewicliticheyt der saken langer termynen
vereyscliedequot; 1).
Was hier te lande tegen eenen vreemdeling een misdrijf ge-
pleegd dan werd zulks steeds evenzeer gestraft als een dergelijk feit
tegen eenen inlander. Zelfs beloofde de llegering van Dordrecht
29 Nov. 1655 aan de Engelsche avonturiers en evenzoo 1 Uctj
1668 aan de kooplieden van den Schotschen stapel, elk die ieman
van hen doodsloeg, kwetste of eenig onregt of schade toebrag
« voor zyne misdaet soo swaerlyekquot; te zullen straffen «als sal ciie
nen tot exempel van alle anderequot; 2). Als voorbeeld, hoezeer me
waakte voor de veiligheid en het goed regt der vreemdelingen, ^a^
mede dienen eene publicatie van het Hof van Holland van
Maart 1688, waarbij eene premie van 1000 gulden werd
loofd aan dengenen die eenige aanwijzing zoude doen omtren ^^^
onbekende personen, die op zekeren avond te 's Gravenhage een^
Schotschen edelman verraderlijk hadden aangevallen en gewon
daar het Hof van oordeel was, dat « soodanige ondernemingej^^^^
een landt van justitie onlydelyck , andere ten exempel na de w
rigoureuselyk behooren te werden gestraftquot; 3).nbsp;^
Daarenboven werden de vreemdelingen niet meer bezwaar ^^^^^^
belemmerende bepalingen aangaande het getuigenbewijs, ^^^^^^
tijdens de Regering der Graven meermalen het geval was g
toen op sommige plaatsen, gelijk wij boven opmerkten,
genis van vreemdelingen in regten niet werd
land althans mogten gedurende de Republiek zoowel vre ^ ^^^^^^^
als inlanders als getuigen optïeden en zelfs bij
gedwongen worden, blijkens de resolutie derSt[d;en van 3 Uc
dan ^^^^^
Had de eene vreemdeling geschil met dennbsp;^j^^ken.
,.hij ook dit iroor den Nederlandschen regter aanhangig
konden vreemde kooplieden elkander ter eerster instantie^^^^^^^g^ 5).,
voor den Hoogen Raad, even als vroeger voor dien van
1644. l''-
Zie Rechten emie gewoonten der stadt Deventer. 1 ^^^^^ jsib-
Zie van de wall, Handvcstcn van Dordrecht, w-
Zie Gr. Pl. B. IV. bl. 386.
Zie Gr. Pl. B. VIII. bl. 740.nbsp;„ , 31 m
«j Aie ur. rj. u. »1x1. ui.nbsp;.
.5) Zie art. 18 der instructie van den Hoogen Raa«
MiadrIJven
vrcomdci
llngsngt;
nrgtsse-
«lliigen tus
«clien
Trcemdcquot;
lingvn.
Zoo nam ook te Deventer het geregt kemiis van zaken tusschen
vreemdehngen, en waren bij de costumen van 10 Maart 1642 deel 2
tit.d daartoe aan den eischer dezelfde regten verzekerd als aan den
burger m een gelijk geval 1), hetgeen eveneens te Amsterdam plaats
had, zoo als de Burgemeesteren dier stad 6 Febr. 1697 verklaar-
den 2). Waren evenwel beide partijen aan hetzelfde regtsgebied on-
derworpen, en had haar geding geene bijzondere betrekkin^ op za-
ken voorgevallen of contracten aangegaan onder het ressort van den
regter, voor wien de eischer de zaak wilde aanhangig maken, zoo-
dat het gevoegelijk door haren eigenen regter kon worden beslist
dan nam eerstgenoemde daarvan doorgaans geene kennis en verwees
de geschilvoerenden naar hunnen dagelijkschen regter. Zoo besliste
het Hof van Ltrecht 20 Nov. 1627, dat twee Hollanders elkander
ü Utrecht met mogten arresteren tot het doen van rekening omtrent
^etgeen ZIJ met elkander in vennootschap hadden verhandeld, en
J^erd 23 Aug. 1657 tusschen de beide provinciën eene overeen-
omst gesloten, dat geene Utrechtschen elkander in Holland noch
Jioilanders m Utrecht in persoon of goederen mogten arresteren
_ zake van personele vorderingen, uitgezonderd bij voortvlugtig-
eid of vrees daarvoor, in welk geval echter de gearresteerde naar
^ jnen gewonen regter moest worden verwezen om aldaar teregt te
sch''linbsp;quot;quot;nbsp;woonplaats van dien
^^^nidenaar, mogt de regter onder wiens ressort het arrest had plaats
ad van de zaak kennis nemen, welke bepaling mede voorkomt
door Holland 11 Junij 1674 met Zeeland,
^^-erd 3)nbsp;^^
vvaff'^®'' geschillen echter betrekking op hetgeen hier te lande
mogten deze steeds door den Nederlandschen
1593 quot;quot;nbsp;^^^^^ vergunden de Staten Generaal 14 Julij
^ ^ aan de Engelsche avonturiers, op gelijke wijze als wij in
'n het Gr P
lulil ^nbsp;merdla, Manier van proc. met aant.
b'V^oo'I^'™'quot;'nbsp;Heedensd.
1) 7} Ä lU
^^ Zienbsp;gewoonten der stadt Deventer, bl. 34.
3) Zig ^'^«^ïfAAR, Amsterdam. Hl. bl. 24.
'«ntie en?'nbsp;^^^^'nbsp;W- 1030.
ende maniere van procederen voor
'an w. van der müelex. Utr. 1706.
f^quot; Hovenbsp;'quot;^''•quot;ctie op de styl
hl. 127 quot;nbsp;met aant. v,
-ocr page 248-liet eerste Hoofdstuk zulks aaugaande de Eugelsclie wolhandelaars
te Middelburg bepaald vonden, «civile jurisdictie, omme hj hen
luyden recht ende justitie over ende tusschen de suppoosten van de-
selve societeyt, Engelschenwesende, gheadministreert te worden, m
conformiteyt van heure rechten, costuymen ende andere privilegiën,
bij hen luyden in dese ende andere landen verkregen ende gebruycktquot;;
in strafzaken nogtans waren zij aan het regt dezer landen onderwor-
pen. Dezelfde bevoegdheid kende de Eegering van Dordrecht 29
Nov. 1655 aan den Gouverneur der avonturiers toe, niet alleen m
zaken tusschen leden der societeit, maar ook «over allen ende
yegelycken der ondersaten van de republycke van Engelaut comende
binnen de jurisdictie van onze stadt, al ist dat zy niet vry en zjn
in de voorn, societytquot;, en 1 Oct. 1668 aan den Conservator der
kooplieden van den Schotschen stapel, ook in strafzaken, evenwe
zonder die uitbreiding, op gelijke wijze als zulks te Veere was ge-
bruikelijk geweest 1).
Te Amsterdam bestond een afzonderlijk collegie onder den naai
van Commissarissen van de zeezaken, die in eersten aanleg kenujs
namen van «alle saken ende questiën, die sullen mogen voorva^^
len tusschen koopman en schipper, tussschen koopman en boo^^^
gesel, tusschen schipper en schipper, tusschen schipper en bo^^^^
gesel, item tusschen koopman en lootsman ende tusschen loo^®quot; ^^^
en schipper, mitsgaders tusschen inladers en inladers,
reders, als oock schippers met hare redersin saken de
aengaende, uygeseyt in cas van asseurantie en avaryen ® ^^
aenkleven van dien, die als voor desen beslecht sullen ^vor ei
Commissarisen van den kamer van asseurantiequot; 2). _ i 753 ge'
Het tractaat van commercie met de beide Siciliën m ^^^
sloten bevat een bepaald voorschrift omtrent de beregting ^^^^ ^^^
schillen tusschen de schippers en hunne matrozen in de ha\
eene der contracterende partijen ; kon eene zoodanige ^ ^^^^^^
der minne worden bijgelegd door tusschenkomst van^
residerenden Consul, dan moest de Magistraat van die p
den verweerder eene schriftelijke verklaring vorderen, dat^ ^j^twooiquot;
vaderland voor den bevoegden regter op de zaaknbsp;jioch
den; inmiddels mogten de matrozen het schip niet ver.-
-----van
1)nbsp;Zie Gr. PI. B. 1. bl.763. vandewall, Handvesten ^^^
bi. 1750 vgg., 1817. Tegenwoordige staat der Ver. Ned. •
2)nbsp;Zie Booseboom , Recueil van keuren, bb 281.
-ocr page 249-den schipper op eenige wijze verhinderen in hef voortzetten zijuer
reis; waren zij wederspannig, dan moest de Magistraat den schip-
per de behulpzame hand bieden om de schuldigen in hechtenis te
nemen en weder tot hunnen pligt te brengen. Dergelijke overeen-
komst bestond niet tusschen dezen staat en Denemarken, op grond
waarvan Hunne Hoog Mögenden 11 April 1751 afwijzend be-
schikten op het verzoek van den Deenschen Gezant, die de beslis-
sing van dergelijke geschillen w^enschte overgelaten te hebben aan den
Deenschen Consul, daarbij overwegende, dat de gewone manier van
procederen te dezen opzigte moest in acht genomen worden, dewijl
öeze ook met het regt en de billijkheid overeenkwam, aangezien
zelfs door eenige nadere conventie of schikking de zaak op geen
eenvoudiger of beteren voet voor den handel der wederzijdsche on-
derzaten zoude kunnen geregeld worden 1).
Had een inlander eene personele vordering in te stellen tegen vreemde,
eenen vreemdeling, die zich hier te lande met der woon had neder- »quot;8 8®quot;
Sezet, dan moest deze gedagvaard worden voor den regter zijner
^^'oonplaats, al had hij nog geen regt van burger- of inboorlingschap r.nterdl
^rkregen. In dit opzigt werd, nog meer algemeen dan onder de vreemde,
^afelijke Eegering, geen onderscheid gemaakt tusschen burgers
ingezetenen, in Yriesland evenwel kon men hen in eersten aanleg
^ het Hof betrekken 2). Door geene arresten konden zij wor-
genoodzaakt voor eenen anderen regter te verschijnen dan voor
^an hunne woonplaats; arrest was alleen geoorloofd tegen den
stnbsp;insolvent was of bij wien vrees voor ontvlugting be-
op^^^ Zoo verboden de Staten van Utrecht 21 Maart 1594
e boete van 10 gulden het arresteren of bezetten voor eenige
2? (ir. Pl. H. VIII. bl. 264, 824.
taatnbsp;Heedensd. rechtsgel. b. 4. c. 22. ^9. p. vbomans, Trac-
nostrij^° competenti.nbsp;bl. 129: «sonder dat moribus
t'^ '■^'''^iictie plaats heeft, die gegeven werd bij veie curi
seteunbsp;ingeseten ofte borger, want ofte iemand i
curieuse men-
is een in^e-
regten ^^^nbsp;poorter en ingeseten te samen , soo mag hy egter
^Is ingesgfnbsp;werden voor dien regter, onder wiens jurisdictie hy
1692 ^^ quot; 2,ie ook de ord. der Regering van Middelburg van 30 Aug.
^^1.152nbsp;Wagenaar, Amsterdam. III. bl.
3)nbsp;^'^quot;Rassert, Practicae observaiiones, I. pag. 34.
Bata^quot;quot;'''^^'nbsp;•• tit. 41. c. 1. 5 2. van zurck,
, V. arrest, § 10.
-ocr page 250-geregten ten platten lande in persoon of goederen van de huislieden
ofte anderen woonende in den lande van Utrecht, uitgezonderd bij
voortvlugtigheid 1). Ook in Overijssel mogt men, volgens de land-
regten van 12 Maart 1630 deel 1 tit. 5 art. 1, niet met arrest
tegen ingezetenen procederen, en waren te Deventer, volgens de
costumen van 30 Maart 1642 deel 2 tit. 3 art. 2, niet alleen de
burgers maar ook alle ingezetenen van arresten vrij, «ten ware den
Burgemeesteren in der tyt ware condt gedaen, dat sodanige perso-
nen niet waren te vinden, ende hare goederen in andere gerichten
wilden vluchten ende verbrengenquot; 2). Hetzelfde was in Gelderland
regtens, naar luid van de landregten der vier Bovenambten tit. 3
art. 7, van de Veluwe c. 10 art. 5 en 6, en van de stadregten
van Zutphen tit. 9 art. 1 en 8, van Arnhem art. 2 en 3, van
Bommel c. 6 art. 4, van Harderwijk deel 2 c. 4 art. 12 en 20,
en van Elburg c. 3 art. 6, alsmede in Groningen, naar luid van
het landregt van Selwert van 28 Aug. 1673 , boek 1 art. 93 en
94 , uitgezonderd bij misdrijven , waartsgen lijfstraf was bedreigd 3).
Niei gcdo- Vertoefde daarentegen de vreemdeling slechts tijdelijk hier te lani
miciueer. ^^^ j^^g^ j^jj ^ in^ieu hij zich althans niet op eenig privilegie ^op
quot;quot;liiTseTquot; dit pnnt kon beroepen, voor den regter van de woonplaats ^^^^
eischers o-edaasd worden, die hem, evenals vroeger, doornn
Arrest.nbsp;DDnbsp;'nbsp;'nbsp;t •■nbsp;^^
van een arrest kon noodzaken voor dien regter te verschijnen
dit gold niet alleen personen buiten de provincie woonachtig ^^^^
in het algemeen allen die buiten het regtsgebied gezeten waren^^^
Te Amsterdam blijkt zulks uit eene turbe van 9 Sept. ^ '
alwaar wij lezen : « dat hier persoonen gheen poorters ofte ^
zynde ende heure goederen ghearresteert mogen werden vow ^^^
pretensiën ende schulden 't zy liquide oft illiquide,
alsulcke arresten stadt houden ende valideren, sulcks dat
arresteerden alhier int recht moeten compareren en dispo®^ ^ ^^^^^
Schepenen verwachtenquot;, hetgeen door de stedelijke Begeiquot;^
----------■nbsp;, sabce'quot;^® '
1)nbsp;Zie ütr. Pl. B. II. bl. 1180. Zie ook een advies van i-
in de Ulr. Cons. III. bl. 410,411.nbsp;„cwooniequot;
2)nbsp;Zie Landrechten van Overyssel, bl. 15. Rechten ende g
sladt Deventer, bl. 33.nbsp;t i
3)nbsp;Zie SCHRASSERT, Codex Gelro-Zntpbanicus, v. arreslci , ^
Landtrecbt des gerichls van Selwerdt. Gron. 1673. bl. 24. ^^^^^ \Tj-
4)nbsp;Zie van oer keessel , Tbcses selectae juris Holl, et
van leeuwen, Roonosch Holl. recht. 5. 7. 5 ^ gt;
5)nbsp;Zie MEIJER, Instilutions judiciaires, IV. pag. 386.
-ocr page 251-haalde malen, met name tegen Eotterdam en Middelburg, ge-
handhaafd is 1). Evenzoo mogten te 's Hertogenbosch, volgens
de costumen van 1606 tit. 4 art. 2, alle buitenlieden in tegen-
woordigheid van twee poorters wegens schulden worden gearres-
teerd 2), en was zulks in het land van Putten, volgens de 11
Junij 1722 vernieuwde keuren, geoorloofd omtrent all™ die aldaar
niet woonachtig waren 3). Meer bijzonder op personen uit andere
gewesten afkomstig doelde het besluit der Staten van Holland van
16 Mei 1611, dat «alle uytheemsche persoonen op Maaslandsche-
sluys komende, handelende ende verkeerende, aldaer gearresteert
Gil bctOj^cii suIIgü mogen worden binnen 's dycks tot
den wegli streckende na de Zuytbuert, buyten 's dycks tot in de
Mase toe, ende aen beyde de zyden van de dycken twee hondert
hoeden lenghte buyten de leste huysenquot; 4).
Het leggen van arrest op de personen of goederen van vreem-
delingen was ook in Utrecht 5), Gelderland 6) en Overijssel 7) in
^^^'ang, terwijl een der bedingen van den Munsterschen vrede van
Jan. 1618 medebragt, dat wederkeerig wel geene personen of
goederen om politieke redenen mogten worden aangehouden, doch
^^ daaronder niet begrepen waren «de aenslagingen ende arresten
V(igt;n 7nbsp;. .nbsp;o inbsp;oj^iiijjcn cl
sch Unbsp;^^ ordinaris wegen ter oorsaecke van eygen
tec^e ' obHgatiënnbsp;ende bondige contracten van denghenen,
.^beiis denwelcken de voorsz. aenslagingen sullen zyn gedaen, daer-
geprocedeert salnbsp;worden gelyck gebruyckelick is na recht en
bepaling treft men aan in de tractaten met
^^nd van 28 April 1654 art. 12 en Sept. 1662 art. 18 9),
AmL^'®nbsp;der stadt Aemstelredam. 1613. bl. 129. Wagexaaii
III. 1,1. 24.nbsp;quot; '
'^glietiKnbsp;ende usantiën der Hooftsladt ende Meyerve van 'sHer-
3) V33.
4 Gr. PI. B. VI. bl. 759.
5)nbsp;2 Gf- PI. B. VIII. bl. 585.
tlquot;nbsp;Tractaat de foro competenti, bl. 122. Utr. Cons. II.
Ük bij n'®nbsp;van Amersfoort van 7 Febr. 1654 art. 62 van
1605 art ]nbsp;van 29 Jan. 1656 art. 55, van Montfoort van 24 OcL
6)nbsp;Zienbsp;III- W. 1087. 1111 , 1117.
') Zienbsp;Gelro-Zutphauicus. v. arresten, § 1.
I' end '^quot;'•recht van Overijssel van 12 Maart 1630. dee! 1. lii. 5,
^^ Zie rtnbsp;^'an Deventer van 30 Maart 1642. deel. 2. tit. 3. art 1
Zie r r. I- 87.
I-l- B. II. bl. 529, 2878.
-ocr page 252-eu zoo wezeu de Staten Generaal ook 15 Junij 1751 het verzoek
af van den Eesident van den Keurvorst van den Paltz ten behoeve
van een' Gnlikschen en Bergschen ingezeten, op grond dat het in
de Nederlanden in het algemeen en in Braband als een patria
arresti in het bijzonder steeds eene gewoonte was geweest, vreem-
delingen wegens schulden in persoon of goed te arresteren, met
dat gevolg dat de jurisdictie van den regter, onder wien zoodanig
beslag geschiedde, daardoor in alle opzigten volkomen werd geves-
tigd 1). Vriesland maakte daarop eene uitzondering, aldaar waren
geene arresten in gebruik, noch tegen Vriezen noch tegen vreem-
delingen , dan alleen in enkele gevallen als maatregel van weder-
vergelding 2).
Borgtogt. De genoemde gewoonte werd echter in hare toepassing aanmer-
kelijk verzacht, daar men aan het beginsel getrouw bleef, dat een
arrest slechts zoo lang duren mogt, totdat de gedaagde behoorlijken
borgtogt had gesteld, waartoe hij een of twee personen moest aan-
wijzen onderworpen aan het regtsgebied der plaats, alwaar het arrest
gelegd was 3). De zekerheid die gevorderd werd was meestal de
cautio jndicio sisti, soms ook de cautio judicatum solvi4).
laatste werd in Vriesland, even als het arrest, slechts ge^ez^g^
tegen personen afkomstig uit plaatsen alwaar die door Vriezen inoe^^
gesteld worden, en ook de cautio jndicio sisti werd alleen g^®^®''^^
wanneer er vrees bestond voor ontvlugting, overigens vergenoeg^^^
men zich doorgaans met de vordering tot het kiezen van
Te Leiden echter werd men niet dan onder de cautio judicio amp; ^^
^. hetp-een ook te Deventer bii de costumen van ^^
hoofï,
ontslagen 6), hetgeen ook te Deventer bij de costumen
Maart 1642 deel 2 tit. 3 art. 16 bepaald was 7), en eve--^
Maastricht, alwaar nogtans , bij gebreke van borgstelling, ^
1)nbsp;Zie Gr. Pl. B. VIII. bl. 722.nbsp;vromasS'
2)nbsp;Zie HüBER, Heedensd. rechtsgel. b. 4. c. 31. § 4 vgg.
Tractaat de foro competenli, bl. 122.nbsp;iioek' '''
3)nbsp;Zie VAN DER LINDEN, Rechtsgel. pract. en koopraansbafli ^^ ^^ ^gn
d. 1. afd. 4. ^ 5. Advies van r. van a.mstelredam 16 Maart ^ ^^ 393 gt;
GROENEWEGEN en VAN DER MADE 8 JuUj 1644, iu dc Holl. con»-
319. Rooseboom, Recueil van keuren, bl.245.
4)nbsp;Zie over bet onderscheid tusschen deze een advies van
de Utr. cons. III. bl. 206 vgg.
5)nbsp;Zie HÜBER, Heedensd. rechtsgel. b. 5. c. 19. § 4 vgg-
6)nbsp;Zie vROMAKs, bl. 52, 205.nbsp;^g
7)nbsp;Zie Rechten ende gewoonten der sladt Deventer, b •
-ocr page 253-eed de reintegrando toties quoties somtijds genoegen Averd genomen 1)
Bij liet Hof van Holland moest men daarenboven zekerheid stellen
voor het gewijsde, blijkens eene uitspraak van 1611 2). Hetzelfde
was te Amsterdam regtens 3), en zoo wordt ook in de Holl,
cons. IV. bl. 215 een voorbeeld aangehaald, dat in 1588 van iemand
die te Delft gearresteerd was de cautio judicatum solvi gevorderd
werd. Later schijnt dit echter in onbruik te zijn geraakt, en kon
TOen in Holland meestal met eene keuze van domicilie volstaan 4).
Te 's Hertogenbosch moest, volgens de costumen van 1606 tit. 4
art. 6, de gedaagde borg stellen «van hier te rechte te staen,
t recht te verwachten ende 't gewysde te voldoenquot;, doch hadden
lt;ïe Wethouderen de bevoegdheid, iemand die zulk eene zekerheid
juet geven kon, op zijnen eed te ontslaan 5). Ook in Utrecht had
let ontslag plaats, zoodra de gedaagde «süffisante borgen in de
®tede of vryheyt gegoet zyndequot; aanwees, «van de gearresteerde
personen of goederen t' allen tyde weder in arreste te sullen sis-
.eren, of 't gewysde te voldoenquot; 6) ; eveneens in Overijssel 7) en
^^^ Gelderland, alwaar men soms met eenen eed genoegen nam,
de eischer ten verzoeke van den gedaagde, zekerheid moest
^^eilen voor de schade en interessen welke hij, in geval het arrest
i^^^^^i^egte gedaan was, daardoor zoude lijden. Dit laatste was
^|elijks te Leiden en bij het Hof van Holland gebruikelijk 8).
^^^erder was de eischer te 's Hertogenbosch, volgens de costu-Tcrmij„.
lOnbsp;tit. 4 art. 11, en te Deventer, volgens die van
^inne 1642 deel 2 tit. 3 art. 6, gehouden, de zaak uiterlijk
^^ zes weken op de rol te brengen, anders was het arrest
StatLnbsp;regl. op de Regering van Maastricht, goedgekeurd door de
580.
Zie
'aten rnbsp;- .nbsp;„ „nbsp;- u
2)nbsp;y®neraal 5 Jan. J665, in het Gr. Pl. B. IV. bl.
3)nbsp;^^ l^oll- cons. III. No. 1. app. bl. 35.
vhojjans , bl. 52. Amsterdamsche secretary, bl. 101.
5)nbsp;^j® , ad tit. D. qui satisd. cog. (2. 8.) No. 6.
^quot;^S'ienbn? , '^'quot;ynen ende usantiën der Hooftstadt ende Meyerve van 's Her-
6)nbsp;' 35.
Febr^^i fi?^'quot; ^^^ Staten van Utrecht op de regtspleging te Amersfoort
l^ te Momrnbsp;' ^^^nbsp;'^nurslede van 29 Jan. 1656 art.
1087_ iij, van 24 Oct. 16G5 c. 3. art. 7 , in het ütr. PI. R. 111. hl.
m ^^ ^''enbsp;Overyssel, bl, 17. Veomaks, bl. 52.
Gelro-Zutphanicus, v. arresten, ^ 11. Vuo-
' , 205.
-ocr page 254-vervallen, en leest men in die van laatstgenoemde stad ook:
'fnbsp;a Wanneer een arrest op nytlieymsclie personen wordt gedaen , sal
de saecke vervolgt worden van drie tot drie dagen, ende sal de
gearresteerde persone den dach mogen eerder nemen, ende den
arrestant voor den schnltengerichte laten verdagen om linnen vier
en twintig uren redenen van 't arrest voor te stellenquot; 1). Dat de
gedaagde binnen eenen korten tijd moest te regt staan, was bijna
overal gebruikelijk, even als wij zulks boven gezien hebben voor
het geval dat de eischer een vreemdeling was 2). Yolgens de 11 Jnnij
1722 vernieuwde keuren van Putten moest zulks geschieden binnen
drie dagen na het overleveren der acte van arrest 3), en te Mont-
foort was 24 Oct. 1665 door de Staten van Utrecht bij beslag
op den persoon die termijn op des anderen daags, en bij dat op
de goederen op veertien dagen bepaald 4}.
Vrljfloni Daarenboven waren er velen die geheelen vrijdom op dit pun
»„n «rrcst. genoten. Dat in Vriesland arresten slechts bij uitzondering plaat®
hadden hebben wij reeds vermeld. Geen zoo uitgebreiden vrij^oiO
hadden de vreemdelingen te 's Gravenhage, het aanhouden
hunnen persoon nogtans was verboden, en zelfs waren somnng®^'
onder anderen de burgers van Maastricht, in het bezit van het p^^
vilegie dat ook op hunne goederen geen beslag mogt worden geleg '
Hetzelfde vergunden de Staten Generaal meermalen aan vverkn _
ter bedijking van polders in Ylaanderen 6), alsmede de Reg ^^
van Dordrecht 29 Nov. 1655 aan de Engelsche avonturiers
1 Oct. 1668 aan de kooplieden van den Schotschen stape
terwijl de Staten van Overijssel 14 April
1719 verordenden, '
in alle pandbare saken so wel tegens inheemsen als
met pandingen en niet met arrest op de goederen geproce
vao
1)nbsp;Zie Costuymen ende usantiën der Hoofistadt ende Meje
's Hertoghenbossche, bl. 37. Rechten ende gewoonten der s a
ter, bl. 34.nbsp;.„keesseIquot;
2)nbsp;Zie de groot, Inl. tot de Holl. rechtsgel. 1.13. § 3. v »
Theses selectae juris Holl. el Zeel., th. 175.
3)nbsp;Zie Gr. Pl. B. VI. bl. 759.
4)nbsp;Zie Utr. Pl. B. IU. bl. 1117.nbsp;^ i,
5)nbsp;Zie VAN züHCK, Codex Balavus, v. arrest, § 14, 46- • gQjunÖ
6)nbsp;Zie de octrooijen van 9 Jan.. 13 Febr. en 21 Maart lo pi. 1gt;.
1617, 18 Aug. 1623, 4 Junij 1638 en 10 Febr. 1639, m
11. bl. 1900, 1902, 1910, 1912, 1932, 1954, 1958.
7)nbsp;Zie van be wall, Handvesten van Dordrecht, bl.
-ocr page 255-moeten wordenquot; 1). Ook mogt doorgaans op jaarmarkten geen
arrest geschieden dan wegens schulden gedurende dezelve gemaakt,
zoowel in Holland 2) als in de Generaliteitslanden 3) en in Over-
ijssel 4).
Op dit punt werden onderscheidene verdragen gesloten, niet
alleen tusschen naburige gemeenten 5), maar kwamen ook de Staten
van Holland 11 Junij 1674 met die van Zeeland overeen, «dat
quot;diegene, die voor haer persoonen gevonden werden op de plaetsen
daer sy hebben geeontracteert en gehandelt, over de voorsz. con-
quot;tracten en handelingen sullen mogen werden geconvenieert en
betrocken, oock te rechte mogen staen voor den rechter van de
plaets daer zy geeontracteert ende gehandelt hebben, soo wanneer
voor hare personen in deselve plaetse gevonden souden mogen
^Vörden ende anders niet, sonder ecUer ter saechevan dien in hare
ï'^noonen of goederen te mogen werden gearresteert of geïncommo-
«eerre), en bepaalden die van Gelderland 26 Oct. 1661, dat
^en geene ingezetenen van het Yorstendom Kleef en het Graaf-
^chap Mark in ^rsonen of goederen mogt arresteren, uitgezon-
wanneer zij in Gelderland verbindtenissen hadden aangegaan
Van het privilegie der concordaten afstand gedaan 7). Zoo werd
bij de tractaten met Frankrijk van 20 Sept. 1697 en 11 April
viod ï^ader regl. op de verbetering van de rechtspleging, art. 4, le
achter bet Landregt van Overyssel. Deventer. 1724, bl. 14.
IQ J Brielle volgons de res. der Staten van Holland van 18 Dec. 1610,
23 ]yj Pl- D- Vm. bl. 437 j te Leiden, volgens octrooi der Staten van
laij^ 1624, bij var mieris, Handvesten van Leiden, bl. 335; in het
rs^^?. Pullen, volgens de 11 Junij 1722 vernieuwde keuren , ia het Gr.
3)nbsp;bl. 759.
lt;lenera / cRegering van Maastricht, goedgekeurd door de Stalen
4)nbsp;5 Jan. 1665, in het Gr. Pl. B. IV. bl. 580.
5)nbsp;l^andrechten van Overyssel. 1630. bl. 16.
(Gr. 'quot;'aren, volgens res. der Staten van Holland van 16 Mei 1614
^'uis en j quot;nbsp;585), die van Maasland vrij van arrest te Maasland-
Maaslandsluis te Maasland. Zie ook het accoord tusschen
Vrije t quot;nbsp;Graafschap Middelburg en die van het collegie van
3,nbsp;goedgekeurd door de Staten Generaal 30 Junij 1618,
i ^^^ accoord tusschen die van den Vrije en de stad Sluis,
B. II , de Staten Generaal 30 April 1660, art. 1, in het Gr.
Zier ^^'2619.
Pl. B. II. bl. 389.
-ocr page 256-1713 art. 5, en met Spanje van 26 Junij 1714 art. 8 bedongen,
dat men de wederzijdsche onderzaten niet wegens schulden van
den staat mogt arresteren 1).
Boedelaf' Voorts onderscheidde zich ons vaderland daarin gunstig, dat
stand, vreemdelingen niet waren uitgesloten van het voorregt van boe-
delafstand, indien zij afkomstig waren uit landen, alwaar zulks
aan Nederlanders niet ontzegd werd 2). Dit gold evenwel alleen
daar waar boedelafstand in gebruik was, zoo als in Holland, niet
in Gelderland, dewijl dat voorregt in dat gewest zelfs niet aan
inlanders werd toegekend, gelijk dan ook de Staten 12 Maart 1664
afwijzend beschikten op een verzoek van eenen vreemdeling, op
grond «dat het beneficie van cessie in dese provincie ii07jt t'i^
pracücque aengenomen is geweest, en daerdoor aen vele sorghlos®
luyden aenlaet sou de konnen gegeven worden tot ongebondenthe}^
van leven ende dilapidatie haerer goederen, als sullende sigh ver'
laeten op sodanigh beneficiequot; 3).
verjariuR. Daarentegen stonden vreemdelingen ten aanzien der verjaring op
enkele plaatsen bij inlanders ten achteren, daar tegen hen e®'^
langere termijn bepaald was 4).
In strafzaken werden vreemdelingen in het algemeen uiet vo-
bezwaard dan inlanders, zelfs waren aan sommige
S(rafzakcn.
paalden de Staten Generaal 14 Julij 1598, dat, indien een ^^^
niet ex officio en bij formele accusatie maar op de aanüag^ ^^^
voorregten verzekerd. Ter gunste der Engelsche ^^onturi^®^^^^
anklagt
een' ander in hechtenis was genomen, als dan de ^^^^^^Qgsi
verzoeke van den beklaagde ook den aanklager in arrest
stellen en zoolang daarin houden, tot dat het misdrijf be'^
bij gebreke daarvan de beschuldigde op staanden voet ^^^^'n^^ctro^i gt;
deloos ontslagen zoude zijn. Ook leest men in geiroeao ^^^^ ^g.
dat «niemant van de voorsz. societeyt ter cause van
liet daer lyf of lith aen hanght, by dienaren sonder jen^/^^
van haer principalen en anderen geperpetreert, en ^^ ^ gjjoogeD'
in ayne goederen confiscatie of andersints schade te S ^ jjn-
midts dat de inghesetenen van dese landen van ghely''
1)nbsp;Zie Gr. P1. B. IV. bl. 316. V. M.477,511. ^ p.
2)nbsp;Zie van leeuwen, Ccnsura forensis, pars. 1. ^
Decisien en observatien van loenius , bl. 576 vgg., 600 vgg-
3)nbsp;Zie Geld. PI. B. II. bl. 399.nbsp;lo ^ 5.
4)nbsp;Zie AHNTZE.MUS, Inst, juris Belg. pars. 1. tit. U- Sgt;
-ocr page 257-gelandt sullen ghenieten quot; 1). Zoo verordenden de Staten Generaal
ook 21 Febr. 1603, dat de Engelsche soldaten in onze dienst ter
zake van misdrijf in de dienst of tegen andere Engelsche gepleegd,
zouden te regt staan voor eenen eigenen krijgsraad, bestaande uit
acht Engelsche Kapiteins onder het voorzitterschap van den Bevel-
hebber der Engelsche troepen; zaken evenwel betreffende active of
passive eenige andere natiën of tusschen Engelsche en andere
stonden ter beregting van den algemeenen krijgsraad van het leger,
J-aarin ook een zeker aantal Engelsche Officieren zitting hadden!
Evenzoo mogten de Zwitsers in Nederlandsche dienst niet van den
«oor hunnen Kolonel Generaal benoemden krijgsraad worden af-
getrokken , ingevolge de overeenkomst met het kanton Bern van
Jan. 1714 2). Een bijzondere regter was mede aangewezen voor
e studenten te Leiden, zoo uitheemsche als inheemsche, die in
® rafzaken even als in burgerlijke voor niemand mogten te regt
^^aan dan voor den Bector en Assessoren met de Burgemeesteren
^ twee Schepenen der stad; Professoren werden in eersten aanleg
het Hof van Holland geda.g\'aard 3).
Overigens werden vreemdelingen betrokken voor den regter onder
VaTw^^^^®^ ^^^ misdrijf gepleegd was 4). Daarom wezen de Staten
dennbsp;^^nbsp;bet verzoek af van de Kleefsche Ba-
van uitlevering van Hendrik Sticke, Agent van den Keurvorst
straf geinaakt, en werd in Augustus daaraanvolgende de dood-
Voort?^nbsp;Amsterdam voltrokken 5). Was een misdadiger
quot;^gtig, dan mogt men hem overal waar men hem vond aan-
2)nbsp;2 ® Gr. Pl. B. I. bl. 763.
quot;^'aiionsnbsp;Hodsset, Recueil hist. d'acles, nego-
3)nbsp;j'^^®®oires et traités, 's Grav. 1728. L pag. 465.
quot;Sebuyri^quot;'quot;^'^''^^^® maakte men eene uitzondering len aanzien van
y^rgers en'p°™ ^rfscheydingen servituten, of diergelyke saken» tusschen
^itoiiAKsnbsp;studenten , waarvan Schepenen kennis namen.
Han'flnbsp;210. van leeuwen, Batavia illustrata, LI.
DE WALL, Handvesten van
b/^ Zie'vBoinbsp;li'- 211 vgg.
inbsp;119nbsp;'nbsp;' Decisiën en observaliën van loeniüS,
Gr pquot;i Tnbsp;res. der Staten van Holland van 16 Dec. 1678
S)nbsp;:nbsp;IV. bl. 500.
I^ederlTr'nbsp;^ l'
ötlen Zweden in staatkundige betrekking, 2deAfl.bl.VHI.
-ocr page 258-houden, overigens werd de gearresteerde doorgaans, uitgezonderd
bij zware vergrijpen, onder borgtogt ontslagen. Bleef de borg in
gebreke den beschuldigde weder in de gevangenis te leveren, dan
werd eerstgenoemde aangesproken, zonder evenwel tot eene hoogere
straf dan geldboete te worden veroordeeld, indien hij althans zon-
der boos opzet gehandeld hadl).
Slechts in enkele gevalen stonden vreemdelingen bij de inlanders
ten achteren. Wegens jagtdelicten op de Veluwe was onder ande-
ren tegen uitheemschen eene dubbele boete bedreigd 2). Ook mogt
in Holland aan vagabonden, landloopers en dergelijke personen die
nergens eene vaste woonplaats hadden, geene revisie pro deo worden
toegestaan 3).
1)nbsp;Zie een advies van j. treslong en r. van amstelredam , in de HoU'
cons. 1. bl. 348. Zie ook sgiuiassert , Codex Gelro-Zutphanicus, v. arreS'
ten, 5 11, v. debnquent, 5 1.
2)nbsp;Zie de placcaten op het stuk van de jagt in het kwartier van de »
luwe van 30 April 1675. art. 5 en 30, van 4 April 1678. art. 28, en va»
21 Jan. 1680. art. 28, in het Geld. PI. B. II. bl. 440, 475, 503.
3)nbsp;Zie het regl. van 1728 tot bekorting van de processen voor de
Hoven van Justitie, art. 5, in het Gr. Pl. B. VI. bl. 649.
§ 3 BevoegcUeid van vreemdelingen tot let uitoefenen van
beroepen en let aanvaarden van bedieningen, ambten
en waardigheden.
a. beroepen.
Werden reeds tijdens de Grafelijke Regering vreemdelingen niet
Ïtld Ir 'nbsp;beroepen uitgesloten, veel minde
^estond zulk een a gemeen verbod gedurende de Eepubliek. Te
ge' d'^T' ''nbsp;^^ quot;ap vast!
ge teld, dat allen, «van apparentie zynde haar selven eerlvk te
XerW ^^^^^nbsp;l^etburgerregt te koopen allli
a^erken en nenngen mogten opzetten, mits den eed van ge-
le' r -Tnbsp;Burgemeesteren afleggendel). Dit nfl
demeestefmbaehtinalsme::
Hb frn fnbsp;vooraf het gild moest gewonnen
Cl't : quot;nbsp;het poorterschap een
CCde! Tnbsp;Eene uitzondering hieropquot;^ maakte
ïnitsnbsp;te Amsterdam eene lakenfabriek op te rigten
T.nbsp;^^ aan eiken
Ven, e? .nbsp;terug te ge-
''''nbsp;^^^^bod gereede-
teliunbsp;^^^^^ «^e menigte nijvere Pransche vluc.-
Amsterdam nederzetteden zonder gehouden
ver^nfnbsp;hebben wij reeds gesproken; daaren-
^^ rmeldt wagenaau, dat de aangehaalde ordonnantiën niet
1)
'nbsp;poorterregt, bl. 15. Zie het
M- m ^^nbsp;Amslerdamsche
„ I Zie
en 1749nbsp;-an 15 Jan. 1641, 8 Maarl 1656
iLo^ '^agenav«nbsp;? Handv. enz. der slad Amstelredam. 1748.1. bl. 138
om, ' Novnbsp;Utrecht die van 7 Maar
aV--.nbsp;ï: ; alsmede omtrent Vrie«:
i) .....
15 Jan. 1641, 8 Maarl 1C56
ynbsp;(ie nantlv PIT/ rtnrnbsp;A .v,.,i„I__ 1.
. 11
Snt T,
iT^ quot;quot;«er Iir,'nbsp;quot;er slad liel, bl. 282; 1
^ ^i« UTfTunbsp;22. 5 5.
'' hollands rijkdom. I. bl. 351,
-ocr page 260-in alle gilden naanwgezet werden nageleefd, en dat men nu
en dan personen tot gildebroeders aannam die geen poorters wa-
ren, Om aldaar eenen zeilenmakerswinkel te openen, was het ook
vóór 1750 voldoende, eenen meesterknecht te hebben die zijne
proef gedaan had, eerst bij de keur van 30 Jan, van dat jaar werd
verordend, dat men die zelf gedaan moest hebben 1), Eenen ge-
heelen vrijdom verleenden de Staten Generaal in het jaar 1629 aan
elk die te 's Hertogenbosch eenig beroep wilde uitoefenen, het be-
sluit nemende, «dat alle gildens, ten minsten voor den tyd^ van
drie jaaren, behoorden open te staan, en een yder van buiten diende
toegelaaten syn ampt aldaar te pleegen en te woonen, hoewel hy
het gild of de proef niet had voldaan, nog syn poorterschap ofm-
koomenvan 't gild niet had betaald quot;2), Euim eene eeuw later
treffen wij in dezelfde stad ten opzigte van een bijzonder gild eene
dergelijke vergunning aan, toen Hunne Hoog Mögenden 1 Aug-
1749 aan vreemdelingen toestonden aldaar vleesch te verkoopei^
«ter tyd en wylen toe, dat die van het vleeschhouwersgilde gedis-
poneert en in staat sullen weezen om de ingezetenen en de mditi®
van het garnisoen het noodige versch vleesch te verzorgen tot zo«^
danigen prys als hetzelve in nabuurige steden verkocht werdquot;. °
vergunden zij ook 14 Aug. 1751 aan de eigenaars der geruïneer^
pachthoeven en gebouwen in de buitenpoorterijen van
Zoom, tot de herbouwing van deze vreemde bazen en
te gebruiken 3). Te Utrecht vinden wij eene uizondering op ^^^
algemeenen regel in eene keur van 11 Maart 1747 inhouden^.J
dat het, om in het wolspinnersgild te worden opgenomen. ^^^
noodig was burger te zijn, mits men het regt van inwom»S
bekomen.nbsp;^er-
En al was dan ook het burgerschap voor de meesters
«ischte, als knecht of leerling werd de vreemdeling steeds
ten. Te Amsterdam was zulks 27 Julij 1579 voor het b
of timmerliedengild uitdrukkelijk bepaald, de bazen moes
voor elk die geen poorter was 4 stuivers in het half jaar
later tot 15 stuivers jaarlijks verhoogd 'gorden5
welke som later
voor eenen poorter slechts 10 stuivers behoefde voldaan ^^^^^^^ Je
-ook hadden knechts die den poortereed hadden afgeleg j ^
1) Zie WAGENAAR, AmsterclaiD. II. bl. 433, 477.
Zie Politike discoursen, bl. 48.
3) Zie Gr. PI. B. VII. bl 786. VIII. bl. 450,
keur van 4 Oct. 1623, steeds het regt te vorderen, in plaats van
vreemden m dienst genomen te worden. Hetzelfde gold, volo-ens
ae keur van 14 Aug. 1579, voor de knechts van het metsekarquot;
.lid waarbij de te betalen som op eenen halven stuiver daags ge-
teld werd en evenmin waren bij het scheepstimmerliedengild vreeL
d ingen als kneclits nitpsloten, tot klein werk mogten de bazen
üen zelfs onbepaald gebruiken, zonder gehouden te zijn hen ter
gunste van eenen poorter te ontslaan 1). Evenzoo mogten te Utrecht
üe leden van het bijlhouwersgild vreemde knechts in dienst nemen
üie twee jaren m eene bemuurde stad het ambacht geleerd hadden'
en werd die bevoegdheid bij de ord. van 19 Sept. 1597 en 11
r^ '''' ï goudsmeden toegekend, tegen eene jaar-
1 ksclie betahng van 6 stuivers voor ieder 2), terwijl de Vroed-
schap ook 17 Nov. 1738 bepaalde, dat vrLndeli4-en knecih
^^ogt 1 Mj ae leden van het boekverkoopers-, bo'ekdrukW
boekb,^ders gdd mits zich binnen acht dagen aanmeldende bij
D kens en Rheden, die hunne namen zouden opteekenen
aan ,vie ZIJ 10 stnivers ten behoeve van het gild betalen moes-
hetquot; hn 7nbsp;. ^nbsp;^^ bevoegdheid der leden van
oedenmakersgild erkend om Eransche, Duitsche en andere
dat ^nbsp;^'^^toon van eenen brief, ten bewijze
Wde! 'Tl!nbsp;leerjaren
toedp^J rnbsp;vreemdelingen te Amsterdam
^.^^^^-^/^knechts worden, volgens de keur van 5 Febr. 1632 3)
d^t vreemdelingen als knechts bij
^alin.v- ™ •nbsp;in dienst konden treden, tegen be-
solden ,nbsp;l^et^M, welke som 6 Febr. 1662 tot 2
en 10 stuivers verhoogd M^erd 4),
Hoefde^'®nbsp;vreemdelingen als inlanders zijn, zij
eenen Tnbsp;™n het plaatselijk bestuur, hetwelk
uitoefnbsp;instructie gaf, naar welke zij zich
liitopf -nbsp;: -i-^-iuui^ic gai, naar weiJje zii zich
^ eiening vannbsp;hun beroep moesten gedragen 5). Eveneens
^'ag^!!!quot; Tnbsp;^««telredam. 1748. III. bl. 1289, 1293,
2) Zie tli quot;'nbsp;II- W. 459 vgg.
Z '^^rkeiii,!-nbsp;751. .. j. düot van flensbubg. Archief
Zi
Zi,
k T), placcantnbsp;quot;J. D4ö.
' I- hl. 304iquot;nbsp;^^
' «erkeiij. quot;nbsp;»«quot;t van fle
a} ^ienbsp;wereldlijke geschiedenissen. IV. bl. 383.
Zie ■ III- bl. 1264.
Gr L Placcrnr'quot;^quot;'quot;'nbsp;648.
' B. T 1,1 1 de Staten van Holland van 19 .Spnt
-ocr page 262-werd het houden van eene hank van leening, op gelijke wijze als
tijdens de Grafelijke Eegering, veelal aan vreemdelingen toegestaan-
De A''roedschap van Leiden vergunde zulks 12 Oct. 1588 voor vijf-
tien jaren aan zekeren Syon Luz uitPiemont, tegen eene jaarlijksche
recognitie van 200 gulden, en de Staten Generaal verleenden 18
Mei 1740 aan de kinderen van zekeren Yalzolio, in leven tafel-
houder te Maastricht, verlenging van het octrooi voor vijf en twin-
tig jaren 1). ïe Utrecht werd 28 Aug. 1581 aan zekeren persoon
en zijne erfgenamen voor zestien jaren octrooi gegeven, tegen eene
jaarlijksche recognitie van 400 gulden gedurende de eerste vier en
van 350 gedurende de overige twaalf jaren, aan wien de Eegering
onder meerdere voorregten beloofde, hem regt te laten wedervaren
«achtervolgende de ordonnantie en styl van borgerrecht, gelyck an-
dere onse medeborgeren en ingesetenenquot;. Dit octrooi werd 25 Julij
1597 voor vier en twintig, «n 6 Junij 1620 op nieuw voor een
gelijk aantal jaren verlengd, en de recognitie op 600 gulden jaar-
lijks gesteld. Bij het einde van dien termijn verleende de Vroed-
schap een nieuw octrooi voor vier en twintig jaren, waarbij geew^
recognitie werd gevorderd, en de houder van de bank onder an
ren vrij verklaard van «logeringc of fouriering van krygsvolk, oo^
haarluyder personen ende domesticquen van de borgerwacht en^^
contributie van dien quot; 2). Te Amersfoort werd mede 23 Febr.
aan eenen vreemdeling het regt gegeven om eene bank van
te houden, en in het jaar 1751 stelde de Eegering ^^ne quot;^e
ordonnantie vast, waarbij zij aan den pachter der bank be
s't vrye borgerschap voor hem, syn huysvrouw en hinderen
gaders allerhande hor gerneringen vrv te mogen exerceren, ®
gildwinningequot; 3).nbsp;, ^gj^oor-lf'
Tot de bedrijven waartoe vreemdelingen geregtigd waren
ook de vischvangst op de kusten van Holland; daarmede i»
zij zieh vrij bezig houden, althans indien ten hunnent aan ^^ ^^
landers hetzelfde vergund was 4); in Zeeland werd daartoe
Pl.
1)nbsp;Zie VAN MIERIS, Handvesten van Leiden . bl. 358 vgg- ^^
VI. bl. 703.
2)nbsp;Zie Utr. Pl. B. III. bl. 720 vgg.nbsp;g.
3)nbsp;Zie van demmf.i., Bescbr. der stad Amersfoort,nbsp;recbls^^V
4)nbsp;Zie DE GROOT, Inl. tot de Holl. rechtsgel. 2. 1-5 l»- ^ grav. '
vraagen uit de Inl. enz. van wylen Mr. nuco de groot, enz-
bl. 54 vgg.
-ocr page 263-drukkelijke toestemming der Staten vereischt, zonder deze was znlks
aan uitheemschen op hooge boeten verboden; de placcaten daartoe
strekkende werden 2 Junij 1707 en 22 Junij 1775 vernieuwd 1).
Om visch te verkoopen behoefde men doorgaans niet in een gild
te zijn opgenomen, personen elders woonachtig betaalden slechts eene
zekere som aan het vischverkoopersgild 1), en verkregen daardoor
de bevoegdheid hunne waar aan den man te brengen, evenwel niet
aan de huizen der ingezetenen, maar ter plaatse daartoe door het
stedelijk bestuur aangewezen. Te Amsterdam mogt dit, volo-ens
de keur van 20 Jan. ] 649, drie maal in de week, en volgens die'^van
16 Sept. daaraanvolgende dagelijks van 8 tot 12 uur, en naar luid
^au die van 21 Julij 1651 tot 1 uur geschieden; in het jaar 1691
Jerd die vrijheid weder ingekrompen ea de tijd tot drie maal in de
J^eek teruggebragt. Gerookten zalm mogten zij, naar luid der ord.
aii 16 Julij 1648, alleen op marktdagen verkoopen, terwijl aan
^^ Joden 28 Jan 1737 alle handel in visch verboden werd 2). Te
recht mogten buitenlieden des Woensdags en Zaturdags haring
^ bukking langs de straten en dagelijks op den afslag verkoopen,
moJ ^'roedschap 6 Sept. 1633 verordende; Bunschoters
ïivienbsp;karren tot 11 uur op het Oudkerkhof staan om
afslag 1nbsp;te bieden, zeevisch moesten zij op den
»n'aaf-nbsp;vreemde riviervischverkoopers hadden vrijheid vier
ieder ^^^ ^^ ^^^^^ ^^ Utrecht ter markt te komen, ook was het aan
Volo-eJ^^®™'^ dagelijks in gedroogde schollen handel te drijven 3)-,
de^J'' '''''' ^^nbsp;^e® Zaturdags
^Inizennbsp;karrelieden uit
^^reken ^^^ ^^nbsp;^^^^ bepaald, dat zij geen last mogten
kii)g j ^^ ter plaatse waar de verdeeling en verkooping der buk-
Allee^®^ te geschieden, op de boete van 6 gulden,
^eell?quot;nbsp;Rijnschippersgild mogten in Holland
^^üden échten aannemen, schippers uit andere provinciën
^^^gte logg- ^'nbsp;zij beladen scheeps aankwamen, na vol-
^^^ ^varen^® ^^^^^^^ aannemen naar de plaats van waar zij geko-
l^'^iininge^j tnbsp;bedongene vracht-
^ verbeuren en telkens eene boete van 100 gulden- te
^'ellamu •nbsp;1251. IX. bl. 1308.
Wa./nbsp;Amslelredam. 1748. IL bl. 811 vr- 111.
H-bl. 434.
B- III. bl. 819 vgg.
-ocr page 264-betalen 1). Zoo mogten ook de vreemde scbippers te Amsterdam
vracht aannemen voor de terugreis, mits de toestemming verkre-
gen hebbende der Overlieden van het groot binnenlandsvaarders-
gild, indien de schepen boven, en van het klein binnenlandsvaarders-
gild, indien zij beneden 15 en sedert 1669 beneden 24 last
maten. Bij groote drukte was zelfs aan diegenen welke ongeladen
waren aangekomen hetzelfde vergund, mits 12 gulden aan het gild
betalende voor eene vracht van 200 en 9 voor eene van 150 gul-
den naar Braband, 6 voor eene naar Rotterdam of Dordrecht,
3 voor eene naar Texel of het Ylie, en voor eene vracht naar
eenige andere plaats binnenslands zoo veel als bedongen zoude
worden. Wilde men als beurtschipper varen naar Rouen , Londen,
Hamburg , Bremen of elders buitenslands, dan moest men he
burgerregt en het buitenlandsvaardersgild gewonnen hebben 2). He
schippers op het Yeer te Yianen werden geadmitteerd door de Re-
gering van Utrecht, niets belette echter dat regt aan vreemdelinge»
te verleenen, de daartoe strekkende ordonnantiën stellen allee»
als vereischten den leeftijd van twintig jaren bereikt en minsten^
een jaar gevaren te hebben 3). Zoo vorderden ook de Staten ^a»
Holland 3 Dec. 1777 van den veerman tusschen Ylieland en Tes®^
alleen, dat hij ware een «bekwaam en nuchter persoon, i»
scheepvaart wel ervarenquot; 4). Daarentegen bepaalde het
bestuur van Zwolle 5 Dec. 1645 bij art. 2 der ord. voor de
viekcUpperen: «Item, sal van nu voortaen niemant in ^ ^^
mogen vaeren ofte om eenige vrachten mogen speelen,nbsp;^^
te voorents vier jaren, zyn horgerschap gewonnen Jiehhe ge'ia
gediryrende die voorsz. vier jaren zyne huysholdinge ^nmen ^^^^
stadt geholden, mede alle borgertochten, wachten ende
gerlicke lasten neffens andere borgeren ende schipperennbsp;- -
Yreemde schippers mogten zonder toestemming der ^ ^^
geene goederen laden , op de boete van eenen goudgulden
•aaroP
-----van Zeela'i''
1)nbsp;Zie placcaat der Staten van Holland van 24 Jan. 1660 en va
van 30 Jan. 1662, in het Gr. Pl. B. 11. bl. 2600, 3035.nbsp;i022'
2)nbsp;Zie de keuren van 15 Dec. 1583, 17 Dec. 1621, ^^^o Jan-
26 Jan. 1652, 11 Febr. 1659, 26 Jan. 1763, 18 Septnbsp;jji. bl-
1709, in de Handv. enz. der stad Amstelredam. 1748. I. W-
1206 vgg., tweede vervolg, bl 176.nbsp;, Maart 1^83.
3)nbsp;Zie de ord. van 23 Nov. 1628, 27 Jan. 1657 en 15 1»''
het Utr. Pl. B. 111. hl. 913.
4)nbsp;Zie Gr. Pl. B. IX. bl.801.
-ocr page 265-nogtans eene uitzondering werd gemaakt ten aanzien vau lien die
afkomstig waren uit plaatsen, alwaar het inladen van goederen aan
Zwolsche schippers geoorloofd was 1).
De voerlieden vormden in vele stedeneen gild; te Utrecht vinden
wij daarvan eerst in de ord. van 1 Nov. 1686 gewag gemaakt, in-
houdende : «sal ook niemand tot het voerwerk geadmitteert worden
dan diegene die bij speciale acte van myn Heeren van de Yroedschap
daartoe geadmitteert zyn, en die alvorens eenige vrachten te voeren
of daarom te werpen aan den Commissaris en Dekens van ^t gild
deselve vertoont sullen hebben en de gerechtigheyd van 't gild vol-
daan In de vroegere ord. van 17 Mei 1602, 9 Dec. 1628 en
ä7 Febr. 1640 werd tot de uitoefening van dat beroep alleen de
toestemming der Yroedschap gevorderd 2). Later zijn ook ter gunste
Van hun gild vele beperkende bepalingen gemaakt; zoo mogten, vol-
gens de resolutie van 16 Febr. 1784, vreemde kooplieden uit de
Zoutkeet wel met hunne eigene karren en paarden vrij en ongehin-
derd zout halen, maar moest, wanneer de paarden en karren niet
het eigendom van den koopman maar gehuurd of geleend waren, voor
elke kar vracht als schadeloosstelling 3 gulden aan het voerlieden-
gild voldaan worden,
Zoo mogt ook niemand wijn, bier, keOrn, hout enz. dragen dan
die daartoe was aangesteld of het daarop betrekkelijke gild had ge-
^^onnen. Te Amsterdam was zelfs eene boete van 25 gulden gesteld
bet vervoeren van wijn, bier, brandewijn of azijn, waartoe alleen
^gezworen bierdragers geregtigd waren 3). Tot het lossen van
'°orn mogten de kooplieden slechts éénen bediende gebruiken en
overigejjg geadmitteerde koorndragers, op de boete van 6 gulden;
8®ene waagbare goederen mogten door au deren vervoerd worden dan
gezworen waagdragers; ook moest men zich van deze personen
j^^Qieneu voor het op de zolders brengen der van elders ingevoerde
g^^^^^ijes, alleen mogt men nevens hen een of twee huisbedienden
^^ het ^ygj.]^ stellen; evenzoo was het aan de buitenlieden verboden
olnbsp;ord. achter de Landrechten van Overyssel 1724.
3 Jl^l^tr. Pl. B. IIL hl 916, 919 , 925.
14 F 1 ord. van Amsterdam van 19 JuUj 1586, 27 Julij 1657 cn
bl. ijggnbsp;in de Hantv. 1613. bl. 204, en in de Handv. 1748. III.
1627 ■ ' alsmede omtrent de bierdragers le Utreebt die van 10 Mei
1581nbsp;1632, en omtrent de kraankinderen die van 17 Febr.
684 'ol. 1605 cn 12 Julij 1650, in het Ulr. Pl. B. U. bl. 671,
' J59, 972
liunne ongewogeiie kaas te doen afleveren door anderen dan waag-
dragers van het kaasveem, alles op hooge boeten 1). Dergelijke
maatregelen werden in vele steden ook ter gnnste der zakkendra-
gers of tnrfdragers 2), der houtschilden 3), der vischgrommers i) en
anderen genomen.
Het verkoopen van wijn was verboden aan elk die het wijnkoo-
persgild niet gewonnen had, te Dtrecht onder anderen op de boete
van 50 gulden 5), Te Amsterdam nogtans was het aan elk vrij-
gelaten , ook zonder gildebroeder te zijn, handel in het groot in
Eransche, Rijnsche en Spaansche wijnen te drijven 6). Het stoken
van brandewijn was te Amsterdam alleen aan burgers geoorloofd,
en evenzoo het brouwen van bier, zoo aldaar als te Utrecht, aan
geene anderen dan aan leden van het bromversgild. De handel
in overzeesche bieren echter stond in eerstgenoemde stad aan
vreemdelingen vrij, aanvankelijk in het groot en sedert 1668 ook
iu het klein 7). Yoor de tappers van wijn, bier of sterkendrank
werd behalve het lidmaatschap van het gild de uitdrukkelijke
toestemming der Eegering, van tijd tot tijd te vernieuwen, en
soms ook het stellen van zekerheid vereischt 8). Te Utrecht bc-
1)nbsp;Zie (le ord. van 25 Nov. 1613, 26 Maart 1616, 29 Jan. 1635 ,
28 Julij 1639, 1 Oct. 1658, 31 Jan. 1726, 20 Mei 1740, 30 Jan. 1759
en 30 Jan. 1767, in de Handv. enz. der stad Amstelredam. 1748. H- b'-
799, Î079, 1080, 1111. lil. bl. 1470. tweede vervolg, bb 132, 165.
2)nbsp;Zie O. a. de ord. der Regering van Amsterdam van 20 Oct. '
in de Handv. enz. lll. bl. 1441. van Utrecht van 3 Sept. 1578, 29 Aug-
1580, 17 Nov. 1581 en 21 Mei 1599, in bet Utr. Pl. R. III. bl. 933 vg-
3)nbsp;Zie de ord. van 11 l)ec. 1654, 2 Sept. 1676 en 9 Junij l^öquot;'
Ulr. Pl. B. III. bl. 948.
4)nbsp;Zie de publ. der Regering van Utrecht van 13 Jan. 1738.
5)nbsp;Zie WAGENAAR, Amsterdam. II. bl. 469. Ulr. Pl. R. iH- bb
6)nbsp;Zie de keuren van 16 Oct. 1659 en 15 Febr. 1661, in ile Hai^ •
enz. 111. bl. 1480, 1482.nbsp;22,
7)nbsp;Zie de keuren van Amsterdam van 30 Nov. 1581, 2 Maart 1
17 Apnl 1624 en 25 Aug. 1668, in de Handv. enz. I. bb 138. H-
877, en bet placcaat van de Gedeputeerden der Staten van Utrcci
31 Jan. 1628, in het Utr. Pi. B. II. bl. 674.nbsp;je Ha»^'''
8)nbsp;Zie omtrent Amsterdam o a. de keur van 18 Oct. 1597, iquot; ^ ^^
enz. 1613. bl. 128, en de formulieren der aan de lapp'^''s af legt^^^^^^
van consent, in de Amsterdamsche secretary, bl. 305, 306, ^^ ^^^^ ^
trent Utrecht de ord. der Gedeputeerden van de Staten van 24 Apn
10 Mei 1627, 22 Dec. 1630, 13 Julij 1632 en 20 Jan. 1648 , ei^
Vroedschap van 28 April 1597, 4 McilOOS, 4Febr. 1609, 31 AUo-
stond een afzonderlijk gild voor de sterkendrankverkoopers bii de
groote maat, die eveneens behalve de opname in het gild eene
acte van consent van het stedelijk bestuur moesten hebben beko-
men 1). Die toestemming vorderden ook de Staten van Vriesland
17-nnbsp;tappersneringen, terwijl zij reeds vroeger
Dec. 1591 verordend hadden, dat ten platten lande in de groote
dorpen met meer dan twee en in de kleine één herbergier zoude
gorden toegelaten, ten ware de gelegenheid van tijd en plaats
^uiks anders medebragt, hetgeen ter beoordeeling zoude staan van
en bnetman en het Geregt, na oproeping en ingewonnen advies
'in de voornaamsten uit het dorp 2).
dalrfnbsp;^^'^^^^v'oor behalve het lidmaatschap van het
aaitoe betrekkelijke gild nog eene schriftelijke toestemming der
verfr'®nbsp;apothekers, welk
W met gegeven werd dan nadat men de noodige bewijzen van
^^^^^^aamheid pleverd liad 3). Vreemdelingen mogten teAmster-
kwaa, 1nbsp;^^^echts in dienst treden, na blijken hunner be-
miieid te hebben gegeven aan de Inspectores collegii medici 4).
«P delnbsp;chirurgijns, ook van die welke
tijdeliiinbsp;aangesteld. Vreemde operateurs
^laaXnbsp;vertoevende moesten jaarlijks 4 ponden
^quot;'hgeuonbsp;^nbsp;werden tot knechts
Totnbsp;twee jaren bij eenen meester geleerd hebbende 5)
eu 1nbsp;belioorden ook de barbiers, de haar snij-
invoei P^^'^'^-^^^h^^^-ers, ter gunste van welke herhaalde malen
^ van vreemde paruiken en het « houden van correspon-
1660, 9 Julij 1090, 2 April 1728. 10 Mei 1749
1)IZot:
2)nbsp;zj' Publ. van 10 Oct. 1749.
iJ} Zienbsp;Chartcrb, van Vriesland. IV. bl. 1159
23 T ITZnbsp;^«n 27 Aug. 1638 en 23 Maart 1639 ,
1655nbsp;«^f 'lie van Utrecht van 23 Oct. 1643 en
- - in hetnbsp;Utr. Pi. B. 111. bl. 537, 538.
^^eureu yan 27 Aug. 1638 en 28 Jan. 1757, in de Ilandv.
1655nbsp;«^f 'lie van Utrecht v
en ^ Ziej, ''quot;''etUtr. Pi. B.lll. bl. 537, 538.
95nbsp;27 Aug. 1638 en 28 Jan.
irl Zie (Ie /-nbsp;vervolg, bl. 152.
173.7'-1621nbsp;van 30 Mei 1597, 13 Jan. 1606
1728' Ilandvnbsp;' ^^nbsp;^^nbsp;1^85 en 30 Jan.'
Ap, lAo'nbsp;961 vgg., en die van Utrecht van 16 Aug.
1^39. Utr. PI. B. ni. bl. 1065.
deiitiequot; met vreemde paruikenmakers ten strengste verboden werd ;
te Utreebt maakte men bij de publ. van 22 Dec. 1753 eene uit-
zondering voor «fatsoenlyke liedenquot;, welke voor hun eigen ge-
bruik van elders paruiken mogten ontbieden, echter niet meer dan
twee te gelijk 1).
Ons bestek gedoogt niet achtereenvolgens al de gilden op te noe-
men met de talrijke beperkende maatregelen welke ten hunnen
voordeele genomen werden, wij moeten ons vergenoegen den lezer
voor het overige te verwijzen naar de bestaande verzamelingen van
handvesten en stedebeschrijvingen, met name naar de Handvesten
van Amsterdam en het Utrechtsche Placcaatboek, alwaar zulke
verordeningen in menigte zijn te vinden. Het zij hier voldoende
op te merken, dat vreemdelingen daardoor in het uitoefenen^ van
zeer vele beroepen werden belemmerd, zoodat zij onderscheidene
voorwerpen alleen op marktdagen of slechts ouder zekere voor-
waarden aan gildebroeders mogten verkoopen. Ook in het weren
van neringen ten platten lande bleef men de placcaten van Keizer
Karei nadrukkelijk handhaven 2).
Tot de beroepen, waarvoor geen gild bestond, behoorde ^^^^^^^
onderwijzers, waartoe doorgaans alleen de toestemming der ^
gering vereischt werd. Te Utrecht mogt niemand, volgens de «r
van 12 Oct. 1586 en 2 Nov. 1597 , Latijnsche, I'ransche^
Duitsche of andere scholen houden, die daartoe niet was bek^^.^^
gekeurd door den Eector en de Gecommitteerden tot het op^»^
over de scholen, en daarop de toestemming had verkregen van
stedelijken Eaad, op de boete van 10 gulden, bij herhaalde
treding werd men met eene dubbele boete en arbitraire cor ^^^^
gestraft. Bij placcaat van 20 Febr. 1613 werd eene
6 gulden voor de eerste en van 12 voor de tweede maal ^ ^^^^^
tegen hen die zonder vergunning van den Eaad ^^^ool ^^^^
aannamen, en bij die van 23 Dec. 1631, 14 Dec. lOi»
Aug. 1650 verordende de Eegering, dat ieder die
wilde openen of zich als huisonderwijzer vestigen hare toeamp;^
moest verzoeken, welke alleen zoude verleend worden aan
------ j^jj
1)nbsp;Zie de keuren van Amsterdam van 20 Jan. 1649, 27 ^^ ^g jao.
30 Jan. 1687, 29 Jan. 1704, 29 Jan. 1706, 31 Jaquot;- ,
1757 , in de Handv. enz. 111. bl. 1240 vgg. tweedenbsp;van
2)nbsp;Zie omtrent dit laatste o. a. van de wall , Handve
drecht, bl. 1549 vgg., 1569, 2031.
iien van de gereformeerde godsdienst, die de acte bij de Dordselie
synode voorgeschreven hadden onderteekend, de schoolmeesters
die hiertegen handelden betaalden 3 en de huisonderwijzers 6 gul-
den boete 1). Vreemdelingen waren alzoo niet bepaaldelijk uitge-
sloten, en zoo stelde de Vroedschap ook in het jaar 1748 vast,
dat bij eene vacatuur aan de diaconiescholen in de courant zouden
worden uitgenoodigd «zoodanige personen, als begaafd met de
vereischte beqnaamheden hiertoe zullen willen geëmployeerd wor-
den.quot; ^ Te Delft was het mede «van ouwer tyden gebruyckelyckquot;
dat niemand eene school mogt houden dan na het bekomen eenei-
acte van consent 2), zonder dat daarbij nogtans van het burger-
schap als vereischte wordt gewag gemaakt. Op dezelfde wijze was
te Utrecht, volgens de ord. van 3 Jan. 1661, het geven van
onderwijs in vocale of instrumentale muzijk slechts met schriftelijke
toestemming der Vroedschap geoorloofd, waarbij tevens de vroegere
ord. van 30 Oct. 1643, 28 Febr. 1644, 12 Febr. 1650 en 9 Jan
16al vernieuwd werden, naar luid van welke eveneens op de boete
Van 12 gulden verboden M'as, bij plegtige maaltijden, banketten
ü bruiloften andere muzijkanten te gebruiken dan de zes mmi-
^ens der stad of zoogenaamde stadstrompers 3),
^ Waren vreemdelingen alzoo van het geven van onderwijs in dc
en en in de muzijk niet uitgesloten, anders was het met de
^ hilderkunst. Het uitoefenen van deze en het verkoopen van
^ idderijen was te Utrecht alleen aan de leden van het schilders-
^^^egie geoorloofd, die tevens burgers moesten zijn. Eene uitzon-
j^^'^jug nogtans maakte men ten aanzien van hen die slechts voor
«ienbsp;^^ vertoefden, deze mogten , na kennisgeving aan
blev-^^^^^-^ ^^ ^^ betaling van 5 gulden, als meesters schilderen;
güld^^nbsp;dan zes maanden, dan moesten zij wederom 6
^l^^en betalen, bleven zij jaar en dag, dan betaalden zij 2U gul-
^^-orde'quot;''nbsp;daarvoor, mits burgers zijnde, in het collegie
peil opgenomen 4). Te Amsterdam was insgelijks het verkoo-
to^ ^'^b'Werijen niet onbepaald verboden, men moest daartoe
^stemming der Burgemeesteren hebben bekomen. Openbare
W. 588.
^ieüir. PI. B. III. bl. 499, 501.
3)nbsp;bleyswïck , Beschr. der sladt «elft,
4)nbsp;Ltr. Pl. B. III. 1,1. 504, 505.
malnbsp;24 Febr. en 22 Aug. J644, 17 Maarl 1651 cn 10
' 'n het Utr. Pl. B. 111. bl. 541, 543, 544.
-ocr page 270-verkoopingen van schilderijen, beelden en prenten hadden plaats
in tegenwoordigheid van den knecht van het St. Lncasgild, aan
welks Overlieden de catalogus eenige dagen te voren moest M'orden
toegezonden. Buiten de quot;Vereenigde Nederlanden vervaardigde schil-
derijen mogt men alleen op de jaarmarkten verkoopen, op de boete
van 12 gulden voor elk stuk 1). Dergelijke bepalingen werden
ook 6 Tebr. 1662 te Delft vastgesteld 2).
h. bediexixgen.
Voor de betrekking van advokaat of procureur vinden wij nergens
in ons vaderland het burger- of inboorlingschap uitdrukkelijk als
vereischte opgegeven. Bij het Hof van Holland werden de advo-
katen na voorafgaand onderzoek op vertoon van hunnen promotie-
brief en na het afleggen van eenen eed aangenomen door den Pre-
sident of een' der Eaden daartoe gecommitteerd. Zij moesten belijders
zijn van de Christelijke godsdienst, op grond waarvan in 1658 de
admissie geweigerd werd van eenen Jood Mozes Israël d'Acosta,t6
Harderwijk gepromoveerd. In Holland den doctoralen graad verkre-
gen te hebben was geen vereischte, waarvan vele voorbeelden kn®
nen worden bijgebragt, onder anderen van ^Ir. Josua de Voocht, ge
promoveerd a Comité Palatino, die in 1611 als advocaat werd toe
gelaten. Alleen werden volgens de placcaten van 12 Maart
12 Maart 1595 de zoodanigen geweerd, die hunne studiën vol r^ë^
hadden aan eene vreemde hoogeschool, alwaar zij zich hadden ^ ^^
ten verbinden «tot bescherminge van de Eoomsche dwalingen ^^^
superstitiënquot;, op grond van welke bepalingen 13 Mei 1660 e ^^^
missie geweigerd werd van Mr. Marcellus van Goeij, die te
gepromoveerd was, gelijk ook voet verhaalt, dat g^duren ^ ^^
professoraat zoodanig iemand eerst later, na op nieuw te Ltre ^ ^^^
doctor in de regten bevorderd te zijn, bij het Hof van Ho
advokaat werd aangenomen. Het getal der advokaten ^^^
paald 3), niet alzoo dat der procureurs, zoo als wij reeds
-----O t 1623 ,
1)nbsp;Zie de keuren van 10 Nov. 1608, 10 Oct. 1613, ^^ ^'iredaoi-
17 Jan. 1659 en 9 Febr. 1701, in de Handv. enz. der stad
1748. III. bb J369 vgg., 1373, en bij wagexaar , Amslexdaui.
2)nbsp;Zie van blevswvck, Bescbr. der stadt Delft, bl.nbsp;33,,t.
3)nbsp;Zie mehula , Manier van proc. 1- 4. tit. 17. § l—f 'nbsp;Ü. 'quot;
LüLius en VAN HER 1.1NDEN. Gr. Pl. B. 1. bl. 223. oet ,
postul. (3. 1.) § 2.
dc
Gerste Hoofdstuk aanmerkten, deze waren tevens werkzaam bij den
Hoogen Eaad, gelijk daarenboven nog vier buitengewone procu-
reurs. Noch voor die bij het Hof van Holland noch voor die
bij den Hoogen Eaad -^vorden andere vereischten opgegeven dan
meerderjarigheid en het leveren van blijken huimer bekwaamheid;
voordat zij hunne betrekking aanvaardden legden zij eenen eed af.
Advokaten voor dien Eaad moesten zijn «gegradueert in een ver-
maerde ende bekende universiteytquot;, naar luid van art. 121 der in-
structie van 31 Mei 1582, overigens gold omtrent hen hetzelfde
Wat aangaande de advokaten bij het Hof gezegd is, ook het verbod
^ an admissie dergenen die bij hunne promotie aan eene vreemde
Hoogeschool zich hadden moeten verbinden tot bescherming van de
Eoomsche godsdienst, van welke bepaling nogtans de Staten van
Holland dispensatie verleenden, onder anderen 13Maart 1721 aan
Ernest Daniel de Schadenberg, die te Leu\en gepromoveerd was 1).
■^rt. 286 der ord. van 31 Mei 1604 op de manier van procederen
Voor den Eaad van Braband vorderde van de advokaten, dat zij waren
quot;geleerde persoonen ende ten minsten licentiaten in de geestelycke
oft wereltlycke rechten, hebbende goede eloquentiequot;, terwijl de
procureurs, volgens art. 322, den leeftijd van twintig jaren moes-
ten hebben bereikt en voorts ter ordonnantie van den Cancelier
S^ëxamineerd zijn en « sufficiënt, nut ende bequaem quot; bevonden 2).
/^'eumin wordt inde door Hunne Hoog Mögenden 15 Oct. 1661
instructie van den Eaad van Vlaanderen voor de advo-
^ten eenig ander vereischte gesteld dan te zijn «gegradueert in een
^ maerde ende bekende academiequot;, en voor de procureurs bekwaam-
Te 's Hertogenbosch vorderde men voor de laatstge-
ftoe
■'^de, naar luid der costumen van 1606 tit. 1 art. 26, alleen
sent van de stedelijke Eegering 4), en ook het door de Staten
Jjnbsp;5 Jan. 1665 goedgekeurde reglement op het bestuur van
Vastnbsp;bevat dienaangaande alleen de bepaling, dat zij to^ een
iij^y^ 5oor de Heeren Commissarissen Deciseurs «ter nomi-
katgjj ^^^ Eersamen Eaedtquot; zouden worden aangesteld; advo-
iiioesten bewijzen gepromoveerd te zijn «in eene voorname
2) y'® ^'ERula, 1. 4. lit. 18. e. 1. Gr. Pl. B. 11. bl. 808. VII. bl. 942.
zie r'-
n. bl. 2722.
^quot;^Sbenboss Inbsp;ende usantiën der Hooftstadt ende leyerye van's Her-
quot;e, 1)1.15.
-ocr page 272-en geauthoriseerde nniversiteyt, ten minsten ad gradum lieentiaequot; 1),
Om bij bet geregt der stad Hulst als procureur werkzaam te zijn,
moest men, volgens art. 1 der door Hunne Hoog Mögenden 20
Sept. 1726 vastgestelde instructie, vooraf aan den Magistraat blij-
ken van bekwaamheid hebben gegeven en in handen van den Thesau-
rier eene som van 100 gulden gestort 2). Yoor de procureurs te
Amsterdam worden in Vroedschapsresolutiën van 1745 en 1755
geene vereischten opgegeven, advokaten moesten bij het Hof van
Holland beëedigd zijn 3). Hetzelfde leest men ten opzigte der
advokaten in art, 80 der ord. van 20 April 1660 op de manier
van procederen te Middelburg, terwijl volgens art. 82 niemand
als procureur mogt werkzaam zijn dien Burgemeesteren en Schepe-
nen niet kenden als «eerlyck, bequaam ende geoeffend in de styl
van procedeeren binnen deese stadt'^ 4). Yoor het procureurschap
bij de Hooge Vierschaar van Putten werd bij de 11 Junij
vernieuwde keuren niets anders gevorderd dan eene acte van ad-
missie, afgegeven door den Ruwaard en de Leenmannen 5). Ofli
zoodanige admissie te bekomen bij de kamer van justitie te Vianet
behoorde men vooraf aan de Eaden proeven van bekwaamheid gej
geven te hebben ; advokaten moesten aan eene bekende hoogeschoo_
tot doctoren of licentiaten in de regten bevorderd zijn; waren^
reeds bij het Hof van Holland beëedigd , dan behoefden zjJ
Vianen niet op nieuw den eed af te leggen, blijkens de resold
der Staten van 11 April 1741 6).
Even als in Holland konden ook bij het Hof van Utrecht ai
die «in eenige fameuse universiteitquot; gepromoveerd waren, ^^^^^
afleggen van den eed als advokaat worden toegelaten, prquot;*^quot;
werden vooraf door President en Eaden geëxamineerd, n^ar
der instructie van 3 April 1583 7).nbsp;. ^-^n
In Overijssel moesten de advokaten , volgens het landreg ^^^^^
12 Maart .1630 deel 1 tit. 2 art. 1, «vrome, ^^^^Se^^Sg^tiate»
gegradueeerde personenquot; zijn, « der rechten doctoren,
1)nbsp;Zie Gr. Pi. B. IV. bl. 578, 579.
2)nbsp;Zie Gr. PI. B. VL bl. 661.
3)nbsp;Zie vvAGEKAAR, Amsterdam. IH. bl. 328.
4)nbsp;Zie Gr. PI. B. V. bl. 1211.
5)nbsp;Zie Gr. PI. B. VI. bl. 750.
6)nbsp;Zie Gr. PI. B. VII. bl. 993, 990.
7)nbsp;Zie Utr. PI. B. II. bl. 992, 994.
-ocr page 273-ofte andere rechtsverstandigen, van de Staten deser provincie om
te mogen practiseren toegelaten, tot welcken eynde sy an Ridder-
schap ende steden requeste sullen presenteren ende by haere ad-
missie den behoorlicken eedt doen.quot; Zelfs stond het aan partijen
vrij advokaten te gebruiken, die bij een ander geregt buitenslands
Waren aangesteld, de schrifturen van deze behoefden nogtans, om
in regten te vrorden aangenomen, de onderteekening van eenen
«geadmitteerde rechtsghepromoveerde deser provinciequot;, welke bepa-
ling mede gevonden wordt in de costumen van Deventer van 10
Maart 1642 deel 1 tit. 11 art. 2. Als procureurs werden, vol-
gens art. 3 van het genoemde landrecht, door de Staten toege-
laten «vreedelievende bequame personen van tamelicke experientie,
staende ter goeden naem ende faem, mede wel ende correct schry-
ven konnendequot; 1).
In de beide Oldambten mogten «eerlycke, vroome ende den
Rechten ervaerne personenquot; den eed als advokaat atleggen, volgens
bet landregt van 7 Febr. 1618 boek 1 art. 19 en 20. Voor advo-
aten bij het geregt van Selwert worden in het landregt van die
van 28 Aug. 1673 geene vereischten opgegeven, in art.
Van boek 1 lezen wij alleen, dat zij hunne van de Regering
Groningen bekomen acte van admissie aan den Ambtman van
J^^^vert moesten vertoonen. Evenzoo vorderden de Staten van dat
est voor de advokaten en procureurs bij de provinciale geregts-
bij art. 59 en 60 der instructie van 2 Maart en 17 Nov.
g alleen dat zij «daertoe nut ende bequamquot; waren en den
yiadden afgelegd 2).
^^ aren vreemdelingen alzoo van de bedieningen van advokaat
Ygj.j^.^'^^^reur niet uitgesloten, evenmin werden zij op vele plaatsen
dig^^^^^^d iu het uitoefenen der pneeskunde, indien zij de noo-
oj^ ekwaamheid bezaten. ïe Utrecht onder anderen was bij de
^^cto^^ 13 Julij 1655 uitdrukkelijk bepaald, dat ieder die tot
®f licentiaat in de medicijnen gepromoveerd was aldaar als
1)nbsp;Z'
^^quot;óiuen'^,nbsp;Overijssel. 1630. bl. 5, 6. Rechten ende ge-
2)nbsp;Sladt Deventer, bl. 49.
quot;■echt des Vnbsp;Oldambten. Gron. 1754. bl. 6, 7. Land-
endeï^'quot;^ Selwerdt. Gron. 1673. bl. 13. Instructie voorLieu-
,nbsp;mitsgaders Secrelariën ende Dienaren van de Ge-
bl. 34 provincie van Stadt Groningen en Ommelanden. Gron,
-ocr page 274-geneesheer mogt practizeren, mits aan tle stadsdoctoren daarvan
behoorlijke certificaten vertoonende. Te Amsterdam evenwel moesten
zij poorters zijn, volgens de keur van 28 Jan. 1641 1).
Notarissen werden doorgaans aangesteld door de Staten op voor-
dragt der plaatselijke besturen en na voorafgaand onderzoek van het
Hof 2). Tegen hen die zonder zoodanige admissie acten verleden
bedreigde de Vroedschap van Utrecht 17 Aug. 1697 eene boete
van 300 gulden voor de eerste en van 600 voor de tweede maal.
In de toelating echter was men meestal geheel vrij, en al werden
dan ook zelden de zoodanigen aangesteld die aan de plaats hunner
functie vreemd waren, zoo waren vreemdelingen toch niet bepaal-
delijk uitgesloten, althans werden te Utrecht in de ord. van
Jan. 1606 geene andere vereischten opgegeven dan meerderjarig-
heid en goed gedrag; alvorens hunne betrekking te aanvaarden
legden zij in handen der Eegering eenen eed af, en moesten ook^,
volgens de resolutie van 21 Maart 1760, eene recognitie van
gulden aan de stads parochiescholen betalen 3). Te Maastrid
werden zij «by beurten van religie, op de nominatie van e»
Eersamen Eaedtquot;, door de Staten Generaal en den Bisschop va^^
Luik aangesteld, volgens het reglement van 5 Jan.
welk omtrent hunne vereischten alleen de bepaling bevat, ^^^
« de Eersame Eaedt wel sal hebben te letten, dat sy
bequame subjecten en presenterenquot; 4). Ook te Amsterdam ^^^^^
in de kenr van 28 Jan. 1682 geen ander vereischte dan^^^ ^^
derjarigheid voor 5), terwijl door het Hof van Holland
April 1585 was bepaald, dat diegenen, welke «by
van andere provinciën, creatie van de Heeren van de ^^ ^^^^
Staten van dien ofte oock Comitibus Palatinis gbeadmitte^^^^
mits dat deselve in exercitie ende possessie daervan m an ^^^^^^^
vinciën zyn geweest, wesende luyden met eeren
omme 't officie van Notarischap te bedienen, by den ^^^^^jjuuaii-
mede mogen gheadmitteert werden op de brieven van
Handv. enz. der stad Agt;»
1)nbsp;Zie Utr. Pl. B. III. bl. 536
I. bl. 138.
2)nbsp;Zie VAN LEEuwEN , Rooiusch Holl
Recbtsgel. woordenboek, v. notaris.
3)nbsp;Zie Utr. PI. B. I. bl. 459. HI. bl. 394.
4)nbsp;Zie Gr. Pl. B. IV. bl. 579.
5)nbsp;Zie WACENAAR, Amsterdam. HI. bl. 328.
-ocr page 275-cbtie van de steden ofte plaetsen, daer sy 't selve snllen versoecken
te Menen, sonder vorder aggreatie van de Heeren Staten van
Hollant daerop te requirerenquot; 1).
Amsterdam, volgens de ord. van 27
aldLnbsp;Irquot;quot;nbsp;^«^den aangesteld, sedert vormden zij
aldaar een gild en waren vijfhonderd in getal, nameliik vie
honderd vijftig Christenen en vijftig Joden, ^ier erpl^l^^^^
?e F • rnbsp;en 26 Jan. 1746 nader werin^^a'
Te Utrecht vinden wij het poortersehap niet als vereischl opi
geven m de ord. van 25 Febr. 1669 en 14 Nov. 1687, en evet
mm te Enkhmzen in die van 1639, alwaar alleen voorkomt dat
ZIJ door de Regering werden benoemd en beëedigd 2)
Jen nitL,Ïf'iTnbsp;vreemdelingen niet bepaaldelijk
en het amp;nbsp;T'^ ^^^ ^^nbsp;- de Maas
4 de lo? fnbsp;^^ Gedeputeerden
an denbsp;^^nbsp;Commissarissen, zij moesten
^^nbsp;tnssdienvijf en twintig en vijftig aren ond
Ook V LrJrrnbsp;^nbsp;bevaren 3)
C on t quot;nbsp;™ ^ij -itgesb-
W laatl rft^r'nbsp;^^ Ter-Schelliiig/voor
vortj'quot;'^^^nbsp;vereischten bekwaamhdd ge-
^^^^van et f lnbsp;en ontvingen ten blijke
si:nbsp;ordonnantie 4). Loodsen van het Strijen-
^'^ütCr^' Dordrecht, Rotterdam, Hellevoetslnis of daarom-
^en^ Tnbsp;onderzoek benoemd door den Baljuw
SCquot;quot;!quot;'quot; ^^ eenige Gedeputeerden uit de Regering der stad
'^•1702nbsp;!nbsp;^^ Bekenmeesters van 9
eenen leeftijd tusschen vijf en twintig
j) Zie nl'f'
È.® HhanrlÜ! ^^^ Aemslelredam. 1613. bl. 229. j ie ioat
Vnbsp;vg,. mr. P,. B m u m:
deorT I T 'nbsp;Enkhuizen. II. bl. 91.
k 'i680nbsp;^an 21 Sept. 1668, 31 Mei en
-ocr page 276-.n zestig jaren alleen Iret wonen in het Stn^nsehe Sas en den
Mo rdijk lorderden. Nagenoeg hetzelfde bepaalden z, 9 Jnn, 1^46
tenaax^^ien der loodsen van de Willemstad -ar Dordreeht, Rot-
terdam, Hellevoetslnis, Yeere, ^smgen en Middelburg, d^
moesten onder het regtsgebied
poorterschap werd gevorderd door de Regenng van Amsterdam bij
de ord van 29 Jan 1773, inhoudende: « dat alle de lootsheden
zo vaste lieden als noodhulpen, van deeze stad, ^^
sende op Texel of op de Yliestroom, zullen moeten zyn bur.ei
deezer steedequot; 2).
C. ambten en waaedigheden.
Om stedelijke regeringsambten te bunnen bekleeden moest
steeds poorter zijn, hetgeen in den r^el ooknbsp;^ ^^
de benoenrbaarheid tot die posten welke door het ^-stu« ^^^;^
vergeven. ^Daarop bestonden slechts zeer enkele uitzondering
onder anderen te Middelburg, alwaar tot Commissarissen vo^^^^.
kleine zaken en tot Weesmeesters personen mogten worden ^^^^^
steld die geen poorters waren, mits zij terstond na hunne
ming het burgerregt kochten 3).nbsp;-R.^pringsledeü
Daarenboven waren er vele steden, alwaar de »ege«
niet alleen sedert eenigen tijd poorters maar «^k inboori ^^
provincie moesten zijn, zoo als te Haarlem, Edam,
Gouda, Schoonhoven, Gorinchem, Dordrecht ennbsp;^te^
laatstgenoemde stad was het vóór 1728 voldoende sedert
1)nbsp;ZieGr. P1.B. V.bl. 929. VH. bhl534.
2)nbsp;Zie Handv. enz. tweede vervolg, bl. 223.nbsp;^ Gr-P'-
3)nbsp;Zie de ord. van 24 Aug. 1643 en 10 Dec. 1G89, •»nbsp;^^
IV. bl. 1026. V. bl. 1216.nbsp;jjoiiand
4)nbsp;Zie oralrent Haarlem de resoluliën der Stalen van trent
Junij 1651, 23 Febr. 1718, 15 Aug. 1730 en 1 Sept. 1/56■ ^
die vau 16 Blaart 1651; omtrent Enkbuhen d.e van 1nbsp;13
irent Gouda die van 21 Dec. 1650; omtrent Schoonho^^ Ir-
1651, 17 Febr. 1714, 24 Junij 1728 en 25 ^PfV-^'Igl ■
dicm die van 23 Aug. 1652, 5 Mei 16G0 en 13 Jquot; «nbsp;die v^«
drecht die van 20 April 1740 en 7 Mei 1780 omtrent linbsp;i
Mei 1728, in het Gr. PI. B. IV. W- 399, 409, 4l5nbsp;597-
431. V. bl. 737, 740. VI. bl. 580, 581, 583, 5J4.
1)1. 468, 478, 482.
ambfcii.
als poorter gewoond te hebben 1). Te Dordreclit daarentegen
moest men voor 1740 geboren burger zijn 2), hetgeen ook te
Leiden regtens was, blijkens de resolutie vau 11 Junij 1673,
waarbij zich de Vroedschap beklaagde over de door den Prins van
Oranje in strijd daarmede gedane benoeming van zekeren Carel
Crucius 3). Met geboren burgers werden doorgaans na eene
inwoning van een bepaald aantal jaren de zoodanigen gelijk ge-
steld, die het poorterregt door huwelijk hadden gewonnen 4). ^
^ Zoo waren ook te 'sHertogenbosch alleen geboren of genatura-
liseerde Brabanders tot Schepenen benoembaar, in de Meijerij even-
wel werden vreemdelingen niet geheel uitgesloten, de Staten Gene-
raal bepaalden slechts, dat men aldaar bij het aanstellen van Sche-
penen , Tien-, Acht- en Vijfmannen aan Brabanders de voorkeur
zoude geven 5). Te Maastricht bestond de Regering voor de eene
lielft uit Brabanders en voor de andere uit Luikschen 6).
_ Het inboorlingschap was echter volstrekt geen algemeen ver-
mischte, in onderscheidene steden was het voldoende, sedert eenige
Jaren in het genot van het burgerregt te zijn geweest, om met
l'en ambt begiftigd te kunnen worden, met name waren meerma-
en kundige regtsgeleerden, uit andere provinciën afkomstig, in
Sommige gemeenten als Pensionarissen werkzaam, onder anderen
de zestiende eeuw te Rotterdam Johan van Oldenbarneveld en
^ Leiden Paulus Buis, beiden geboren te Amersfoort, alsmede in
zeventiende de Utrechtenaar Panhuis te Schoonhoven en de
^Jemven Jakob Cats en Jakob de Jonge van Ellemeet te Dor-
.^^echt en te Brielle, van welke de eerste later tot Raadpensionaris
Verheven; ook komt in een vertoog van de Eegering van Utrecht
Pphrnbsp;resohitiën der Stalen van Holland van 21 Aug. 1620, 14
■ ' 1651 en 23 Aug. 1672 , in het Gr. Pl. B. IV. hl. 423, 426.
tquot;^''® resolutiën van 22 Julij 1652, 25 Julij 1669, 24 Maart 1674
V.nbsp;1703, in het Gr. Pl. B. III. hl. 44. IV. bl. 394, 397.
3) ■ 2 •
4j VAN MIERIS, Handvesten van Leiden, bl. 138.
^Viiejian'^ n*^. genoemde resolutiën aangaande Dordrecht, alsmede Mr. n. w.
P- b! 'n ® voorlezingen over de voormalige staatspartijen in de Ned.
• Zie
het cnbsp;Staten Generaal van 12 Maart en 1 April 166'0,
6) ƒ B. II. bl. 2608. VI. bl. 713.
i'■esolutiën der Staten Generaal van 5 Jan. 1665 en 17 April
Gr. PI. B.IV. bl. 567, 594.
aan de Staten van Holland 23 Oct. 1587 de zinsnede voor: « de Ad-
vokaat 's lands van Holland en met hem omtrent vyf Pensionaris-
sen van de vyf voornaamste steden zijn aUen buiten Holland ge-
urenquot; 1). De Staten van Holland verordenden evenwel 14 Mei
1658 dat «de Pensionarissen, Secretarissen of andere Ministers,
by dé steden in deze vergadering geïntroduceerdquot;, in Holland
moesten geboren zijn; sedert dien tijd werden vreemdelingen eerst
genaturaliseerd als zoodanig toegelaten, hetgeen onder anderen 4
Aug. 1733 geschiedde met Martinus van Lansbergen, die 17 Vec.
1722 brieven van naturalisatie bekomen had 2).
Voor den Raadpensionaris wordt bij de instrnctiën van 16 Pebr.
'^quot;quot;quot;■quot;'quot;quot;■1737, 1 Sept. 1746 , 5 Julij 1749 en 26 Nov. 1772 alleen als
vereischte opgegeven, een persoon te zijn van goeden naam
faam, van de gereformeerde godsdienst, «hebbende ervaarent^ci
kennisse van 's lands saaken, en ten minste, nevens de ^eae
duitsche, in de Latynsche en Pransche taaien geverseert ^ ® ^ ^^
vinden wij ook in den buitengewonen tijd van 1787 den
van de Spiegel zonder naturalisatie tot Raadpensionaris van
land aangesteld 3).nbsp;Tlnlland
Voor de overige Gecommitteerden ter vergadermg van no
of der Staten Generaal was slechts voorgeschreven, dat ziJ »i ^^^^
dienst of eed van andere Mogendheden mogten zijn 4), en ^^^
algemeen waren vreemdelingen ook niet volstrekt mtgeslo ^^^^^^^^
landsambten, althans wanneer Hollanders ten hunnent ^^
toegelaten 5); slechts dan wanneer zulks niet het geval
den zij geweerd, waarvan wij in het jaar 1587 een mer ^^^^^^
voorbeeld aantreffen, toen de Utrechtsche Burgemeeste
Prouningh, Brabander van geboorte en gunstebng van ^^^^^^
niet in de vergadering van Hunne Hoog Mogenden ^v
----------------------------V tEË«^^®^'
1) Zie van zurck, Codex Batavus, v. araten , § 12-nbsp;l44.
Batavia illustrata, bl. 1440. Kluit, Hist. der Holl. Staatsr.
tfe'cr. Pl. B. HL bl. 97. VII. bl. 1059.
3 zfe g' Pl. B. VI. bl. 83. VII. ld. 93, 128.nbsp;, 212 vgjquot;
Gescb. des vaderlands , uUgeg. door BIr. h w xydeman . Xi • ^ j6 Ja
4)nbsp;Zie de resolntiën der Staten van Holland van ^^ 1. bb OJ
en 23Aprdl624, en 19 Dec. 1715, b«nbsp;en van ül^ecW'
en in bet Gr. Pl. B. V5I. bl. 68, alsmede cbe van de Staten
^ April 1668, in het Utr. Pl. B. L bl. 32/.
5)nbsp;Zie pr.sTEL , Commentarii de rep. Kat. i. «i-
ten.
laten, tenvljl de Staten ook later bij onderscheidene gelegenheden
onder anderen 19 April 1631, dit beginsel handhaafden 1).
Uit het aangehaalde voorbeeld blijkt reeds, dat men in Utrecht UtrecJit.
nog minder dan in Holland vreemdelingen weerde, ofschoon men
toch steeds aan inboorlingen de voorkeur gaf; slechts tot enkele
ambten, zoo als dat van Schout, waren deze bij uitsluiting be-
noembaar, waarom zich de Staten 31 Aug. 1587 bij den Graaf
van Leicester beklaagden over de aanstelling van zekeren Brabander
Charles van Trillo 2).
Ook in Zeeland schijnt men de genoemde uitzondering niet in
acht genomen te hebben, althans lezen Mij in het gemelde ver-
toog der Eegering van Utrecht van 23 Oct. 1587: «'t meesten-
deel van de Gecommitteerde Eaden in Zeeland, Tresorier, Advo-
kaat, Balliuwen, zyn Brabanders en Vlamingenquot; 3).
In Gelderland daarentegen was als regel gesteld, dat geene «e,..er
«oftciën of beneficiënquot; vergeven werden dan aan «aangeboorne
landsatenquot;, met bepabng evenwel dat uitheemschen , met «inlandt-
®che dochteren ofte weduwenquot; gehuwd, niet waren uitgesloten,
^its voor Gelderschen ten hunnent hetzelfde gold. Dien ten ge-
0 ge komt ook in het landregt van Zutphen uitdrukkelijk de be-
taiing ,.oor, dat de Schout een geboren Gelderschman moest
J^'.nbsp;'^^bter week men van dien regel af: zoo vinden
^ J xn het jaar 1736 ter Staten Generaal afgevaardigd Mr. Wig-
llar 1 'nbsp;Gravenhage, en vraren in 1783 te
. ^derwijk en te Lochern vreemdelingen in de Eegering benoemd,
JKeus de klagten welke die steden toen daarover uitten 4).
Overijssel schijnt hetzelfde beginsel van uitsluiting geheerscht «vcrij„«i.
1) J.
^ViSct.nbsp;BiJNKEnsiioEK, Quaeslioiies juris publici, 1. 2. c. 11. Gras-
. bl.nbsp;736.
^Ir. pfnbsp;ord. enz. voor den Hove van Utreebt, 1 bl 12
3)nbsp;w. 95.nbsp;■ ■
4)nbsp;Hist. der Holl. Staatsr. 11. bl. 404.
^^'ii'rik 'v ^^nbsp;P'lns Maurits van Aug. 1591 , voor Frederik
r'*'^ ^eldeTnbsp;quot; ^647, de resolutie der Staten
Jeld. Plnbsp;^an 29 Maart 1593, en van Holland van 20 Jan. 1736.
P'Ts. 1nbsp;r', 'i'quot; Arntzenius, Inst. juris
w '^eiiiciquot;nbsp;meester, dc Slaten van Geld.
v ^8evin„nbsp;gescbiedenis,
in dc Ned. Jaarb. voor Hegtsgeleerdhoid en
513nbsp;^^^^' 264, 266.
land.
te hebben, althans hi het landregt van 12 Maart 1630 en in de
instructie van 11 April 1713 wordt voor de betrekking van Drost,
Eegter, Schout en andere mindere ambten het inboorlingschap als
vereischte opgegeven 1).
. Daarentegen hield het landregt van Drenthe van 1614 de be-
paling in, dat tot Etten, Schouten en Bijzitters inboorlingen bij
voorkeur zonden worden aangesteld, zoodat vreemdelingen niet
volstrekt geweerd werden 2).
Hetzelfde vinden wij in Groningen verordend voor den Land-
schrijver der beide Oldambten en voor den Secretaris van Selwert,
en zelfs wordt deze voorkeur niet vermeld ten aanzien van den
Drost der gemelde Oldambten, noch voor den Ambtman van Sel-
wert, waartoe door de Eegering van Groningen benoemd werden
«aanzienlyke, eerlyke, vrome, opregte, verstandige en gequalifi-
ceerde personenquot;; de Bijzitters werden gekozen uit de Gemeente
vau het Gevegt, de Schouten moesten ingezetenen zijn. Evenzoo
wordt als eenig vereischte voor den Ambtman van Sappemeer en
zijnen Substituut opgegeven, dat hij een persoon ware vau goeden
naam, van de gereformeerde godsdienst, aldaar wonende of
nederzettende 3). Zelfs in de provinciale Staten waren vreemde-
lingen verkiesbaar na eene iiiAvoning van twaalf jaren, of v^i^
wanneer zij met eene inboorlinge gehuwd waren 4).
Tn Yriesland stelde men 1 Maart en 16 Mei 1662 als reg^j
dat de ambten zouden worden « uytghedeelt aen bec|uame
ende naturaliseerde personen, die machtig syn, het landt e ^^^
ven dienst te doen , soo ende als nae natuerlycke, godtlycke e ^^^
fundamentele wetten deser landen behoort.quot; Evenwel bepaa ^^^^^^
Staten 27 Sept. 1672, dat ook uitheemschen benoembaar
zijn, indien dezenbsp;tien jaren continuelych linnen dese f ^^^^^
hunne huyshoudinge met haer familiën gehadt sullen hel^e''^
1)nbsp;Zie Landrecliten van Overyssel. 1630. bl. 1. Nader regi-
2)nbsp;Zie Jhr. Mr. b. j. l. de geer , Onuitgegeven landregtnbsp;c»
van 17 Febr. 1614, in de Nieuwe Bijdragen voor Regisge^®®'quot;'
Wetgeving , II. bl. 214, 216. . 3,
3)nbsp;Zie Landregt der beide Oldambten van 7 Febr. 1618. boe^v ^ on'-
Landregt van Selwert van 28 Aug. 1673. boek. 1. •quot;'iquot;'-.„^ a'ien vaigt;
op de rechtsbedieninge over Sappemeer met de dependentiën
17 Febr. 1636. art. 5.nbsp;„ jc K*-'quot;quot;
4)nbsp;Zie Regl. omtrent de reg. van de Ommelanden tuss
cn de Lauwers van 19 April 1659. art. 33.
C-l-onln-
e«».
alhier begoedight synquot;, en verordenden de Stadhouder en de Gede-
puteerde Staten 10 Jan. 1680 alleen, «dat niemant tot eenige
charge , soo politycq als militair, sal mogen werden erweelt ende
vercooren, als die machtig is den lande hy het aenstellen ejfecti-
velyeh te connen dienenquot;!). Met name werden dikwijls personen,
buiten Vriesland geboren, tot Grietmannen aangesteld, vooral in-
dien deze met eene Vriesche vrouw gehuwd waren 2).
Was alzoo de uitsluiting van vreemdelingen geenszins de alge-
meene regel, vele ambten kunnen wij opnoemen, waartoe in der
daad vreemdelingen zijn aangesteld of althans konden benoemd
Avorden. Zoo bedong men in het jaar 1580 bij de onderhande-
ling met den Hertog van Anjou alleen, dat hij hier te lande «voor
principale Officiers van syn en huysequot; inboorlingen zoude hebben,
en dat hij de overige mogt kiezen naar goedvinden, «met con-
ditie nochtans, dat de meestendeel van de Edelluyden sullen wesen
yan dese landenquot; 3). Nog minder beperkt is hetgeen voorkomt
in de voorwaarden waarop in 1583 de Grafelijke waardigheid aan
Prins Willem van Oranje werd opgedragen, alwaar art. 41 dus
^nidt: « Hy zal H meerendeel zyner voorname Ambtenaren en Mei-
lieden van zynen huize en van zyn' persoon nemen uit inboorlingen
^es landsquot; 4).
Voor het lidmaatschap van den Eaad van State was bij art. 4
quot;^'an het verdrag, waarop de Aartshertog Matthias als Gouverneur
^^ Kapitein Generaal der Nederlanden werd aangenomen, het in-
oorhngschap als vereischte opgegeven. Aan den Hertog van Anjou
^i'gnnde men evenwel in het jaar 1580, twee vremdelingen of
''angoisen te benoemen, « by consent of gedoge van de provincie
deselve aengenaemquot;, de overige moesten lt;/.naturele ingehoorne
de geünieerde landen ende goedé:bekende patriottenquot; zijn, ten
ptale van dertig door de verschillende gewesten te benoemen,
iT?^® cle resolntiën der Staten Generaal van 27 Dec. 1579,
^^ -cebr. 1580 en 13 Jan. 1581, uit welke die van Holland bij
I^aad^'^^^^^ ^er Grafelijke waardigheid aan Prins Willem eenen
^ quot;^an twaalf personen besloten toe te voegen, waarbij de Prins
841^ jj,'® schwartzenberg , Charterb. van Vriesland. V. bl. 673, 679,
862, 1169.
58 oto
VAN sMoiA, Nieuwe naamlijsl van Grielniannen, bl. 7
rj. gt; 219,
''ie kluit , Hist. der Holb Staatsr. 1. bl. 343.
irorbc*
amblt;cii»
Raad vau
Slate*
iiog twee B-mtschers voegen mogt. Bij de instructie van 18 Aug.
1581 voor Prins Maurits en den Baad van State werd het getal
der leden op achttien bepaald, «van de bequaemste en gequalili-
ceerste derselver landenquot;, en den Graaf van Leicester gaven de
Staten Generaal 1 Febr. 1586 het regt, aan twee Engelschen in
den Baad zitting te verleenen, welke Koningin Elisabeth zoude
aanwijzen; deze bleven tot in 1627 alszoodauig werkzaam, «en het
had veel arbeids en zorgs in zich, zegt kluit, hen uit denzelven
zonder aanstoot weg te krygen.quot; In de volgende instructiën van
12 April 1588 en 18 Julij 1651 wordt het inboorlingschap der
Vereenigde Nederlanden niet uitdrukkelijk vermeld, en alleen be-
dongen dat de leden moesten zijn «gequalificeerde, bequame ende
in materie van staet geverseerde mannen, van de ware Christelyke
gereformeerde religie en niet zynde in eedt, gagie of dienst van
eenige Koningen, Prinsen, Heeren in- of uytheemschequot;, ofschoon
het niet waarschijnlijk is, dat de Staten daartoe anderen dan in-
boorlingen zouden hebben gecommitteerd 1).
Hoven van De Icdcn vau het Hof van Holland en evenzoo die van den
juBfitie. jjoQggj^nbsp;werden bij beurten benoemd door de Staten van
Holland en van Zeeland, het was evenwel niet volstrekt verboden
die betrekking op te dragen aan personen buiten huune provincie
geboren 2). Zoo werd ook van de Raden van Ylaanderen niets
meer gevorderd dan doctoren of licentiaten in de regten te zijn 3).
Te Utrecht daarentegen, alwaar wij gezien hebben dat tijdens de
Regering van Karei Y vele personen uit andere gewesten afkom-
stig tot leden van het Hof waren aangesteld, verklaarde de stede-
lijke Regering 16 Febr. 1680, «dat zy voor goedvind, dat men
die van den Rade geheelyk doet casseeren ende andere ingeboornen
van den lande van Utrecht, daartoe nut en bequaam, aanneeme op
1)nbsp;Zie Gr. Pl. B. IV. bl. 61 , 72, 76, 81, 120, 126. V. bl. 28. Uf.
Pl. B. I. bl. 53, 72. SüHWAHTZESBERG , Gbafterb. van Vriesland. Vf-
110, 131. Graswingkel, bl. 602 vgg. Kluit, Hist. der Holl. Siaatsr.
11. bl. 69, 465. 111. bl. 7.
2)nbsp;Zie omtrent het Hof de overeenkomsten tusschen de Staten van Holland
en van Zeeland van 15 April 1576, 7 3Iaart 1607 en 22 Jan. 1687, e»
omtrent den Hoogen Baad de instructie van 31 Mei 1582 en de overeen-
komsten van 3 Aug. 1587, 20 Sept. 1596 en 7 Junij 1669, in het Gr- P'-
II. bl. 777, 792, 842, 845, 2134. UI. bl 689. IV. bl. 563. V.bl.967.
Zie ook merula, Manier van proc. 1. 4. tit. 9. c. 1. ^ 1, 8.
3)nbsp;Zie de in.str. van 15 Oct. 1661 art. 4, in het Gr. Pl. B. II. hl. 2/Ü-'
-ocr page 283-sulkeii instructie als de Staten maken en ordonneeren sullen.quot; In
de resolutiën der Staten van 10 Mei 1649 en 14 Febr. 1667
evenwel wordt alleen gemeld dat zij «gerenommeerde of geprac-
tiseerde advokaten of regtsgeleerdenquot;, van de gereformeerde gods-
dienst en minstens acht en twintig jaren oud moesten zijn , en bij die
van 10 Jan. 1669 werden uitdrukkelijk vreemdelingen benoembaar
verklaard, indien zij tien jaren lang in de provincie gewoond hadden I).
Tot Secretaris van den Raad van State mogten, althans ten®
tijde van Leicester, alleen inboorlingen worden aangesteld 2). Dit
vereischte wordt niet opgegeven voor den Secretaris der Gecommit-
teerde Raden van Holland, noch voor dien van de provinciale
Rekenkamer 3), en schijnt eveiimin gegolden te hebben voor de
betrekking van Griffier van het Hof van het Overkwartier van
Gelderland, waartoe door de Staten Generaal in 1757 zekere
Heerkens uit Groningen aangesteld was, welke benoeming kort
Jaarna werd ingetrokken , evenwel niet om die reden, maar op
üet verzoek van den toenmaligen Griffier, die door den benoemden
Verkeerdelijk als overleden was opgegeven, eu nu, «niet kunnende
Penetreeren, van waar de gerugten van zyn dood zouden zyn
^iitstaan , als hebbende , hoezeer wegens een klein ongemak aan het
^een eenige dagen het huis hadde moeten houden, eghter zyne
^edieninge, zoo veel het faisabel was, in zyn huis waargenoomen,
^^'g hadde verpligt gevonden, om van zyn tegenwoordige volkomen
^eistand aanhaar Hoogh Mogende te verwittigenquot; 4). Zoo waren
^^eemdelingen ook in Ltrecht niet bepaaldelijk uitgesloten als
J^cretaris van de provinciale finantie- en rekenkamer of van de
I^^btie 5).
. ^e Generaliteitsrekenkamer bestond uit veertien personen twee
k\v provincie, en die van Holland uit negen «van de be- «.«r
j^^jaamste en ervarenste dezer landenquot;, namelijk een uit de Ede-
' vijf uit het Zuider- en drie uit het Noorderkwartier 6). Waren
Zie Ulr. PI. B. IL bi. 1044, 1045 , 1053. van dek muelen. I. bl. 12.
z'e graswikckel , bl. 643.
175]nbsp;inslrucliën van 24 Nov. 1724, 11 Julij 1736 en 28 Aug.
4nbsp;' bet Gr. Pl. B. VI. bl, 45, 74. VIII. 1,1. 77, 84.
5nbsp;Gr. Pl. B. Vlll. bl. 106.
g^ Zie de inslrucliën van 6 Dec. 1670 , in bet Ulr. Pl. B. I. bl. 334, 34ft
1C07 2lnbsp;Generalileilsrekenkamer de inslrucliën van 5 JVov.
'''«tniciipnbsp;en 30 Sept. 1651, eu omtrent die van Holland de
van 28 Aug. 1751, in bet Gr. Pl. B. IV. bl. 134. Vlll. bl. 80.
-ocr page 284-liiertoe derhalve vreemdelingen niet benoembaar, van den post van
Ontvanger Generaal waren zij niet volstrekt uitgesloten 1), noch van
dien van Advokaat fiscaal van de gemeene lands middelen voor
het collegie van Gecommitteerde Eaden, waartoe verkozen moest
worden « een babil en naarstig persoon, staande ter goeder naam
en faam, van de gereformeerde religie, regtsgeleerde en zeer goed
costumier en practizyn, vooral ervaren in het stuk van de gemeene
lands middelen mitsgaders van de placaten en ordonnantiën zoo
generale als particuliere dienaangaande geëmaneerdquot; 2). De Com-
miezen fiscaal en de Controleurs moesten daarenboven geboren Hol-
landers zijn 3), terwijl ook in Gelderland alleen inboorlingen tot
Controleurs mogten benoemd worden, zonder dat zij echter burgers
behoefden te zijn van de stad alwaar zij hunne betrekking waarna-
men 4) ; in Zeeland en in Utrecht was zoodanig vereischte voor
eerstgenoemde niet opgegeven 5). quot;Voor den Collecteur van de
verponding te Oorschot bedongen de Staten Generaal alleen, dat
hij aldaar gegoed en geërfd ware 6), en in Holland mogt elk Col-
lecteur worden van de belasting op de turf, waag, rondemaat enz-
die «nuchter en bekwaam quot; was, «van een eerlyk comportement
en gedrag, kunnende behoorlyk leesen en schryvenquot;7). OoK
schijiit het dat vreemdelingen konden worden aangesteld tot Com-
mies der posterijen, althans waren zij in Holland niet bepaaldehj
uitgesloten 8); te Utrecht werden de beide postmeesterambten steeds
1)nbsp;Zie de instruclie van 28 Ang. 1751 , in het Gr. PI. B.nbsp;'go j
3)nbsp;Zie de instructiën van 13 Julij 1730, 11 en 18 Junij 1750, i
Gr. PI. B. VI. bl. 65. VIII. bl. 1007, lOlO.nbsp;.g^,
4)nbsp;Zie de resolutiën der Stalen van 19 Febr. 1592, 22 Maart ^ ^^^
29 Oct. 1716, 11 Sept. 1728 en 2 Mei 1732, in het Geld. Pl-
5)nbsp;Zie omtrent Zeeland de instructie van 21 Aug. 1760, m he ^^^ p|.
B. IX. bl. 1167, en omtrent Utrecht die van 6 Dec. 1670, m
B. ï. bl. 336.nbsp;2826.
6)nbsp;Zie het regl. van 9 Juny 1662, in het Gr. PI. B. U-nbsp;pj, B-
7)nbsp;Zie de instructiën van 20 Sept. en 2 Oct. 1748, m 'iel
VIII. bl. 991, 995, 997.nbsp;. .^aal equot;
8)nbsp;Zie de instructie van 7 Oct. 1773 voor den Commies ueu ^^ ^^^^
van 3 Dec. 1777 voor den Commies der posterijen op Vhelan ,
Pl. B. IX. bl. 790, 796.
-ocr page 285-door leden van de Vroedscliap vervuld, welke dan gedurende dien tiid
aldaar geene zitting mogten hebben 1).
Predikanten behoefden geene inboorlingen der provincie te zijn,
alleen werd, wanneer al het overige gelijk stond, aan deze de
voorkeur gegeven. , Zoo antwoordden de Gedeputeerde Staten van
Utecht 1 Dec. 1630 op een rekwest van de Gedeputeerden der
drie Classen, «dat geene uytheemsche proponenten tot de bedie-
ninge der kerken deses Gestichts sullen worden geadvanceert ofte
geadmitteert, voor en aleer deselve twaalf maanden syn geprobeert
geweest, mits in paribus praefererencle de Stichtse Alumnen die le-
quaam syn voor anderen, opdat haar Ed. Mog. onkosten daertoe
aangewend niet te vergeefs besteed wordenquot;, en verklaarden de
Staten van Vriesland 21 Eebr. 1668 , dat de kerken in de steden
en ten platten lande bij hare gewone vrijheid in het beroepen van
1 redlkanten zouden worden gelaten, des dat eaeteris paribus he-
hoorlyh acU op de ingezetenen dezer provincie worde genomen 2)
Jhj de Waalsche gemeenten mogten ook Predikanten uit andere
landen worden beroepen, waarvan wij boven van de réfup-iés ge-
Wagende vele voorbeelden hebben aangetrotfen, en zelfs sloot men
diegenen niet uit welke afkomstig waren uit landen alwaar Weder-
Janders met tot de predikdienst werden toegelaten, zoo als de
^taten Generaal 8 April 1711 uitdrukkelijk te kennen gaven bij
e afwijzende beschikking op een verzoekschrift van J. G. de
haufepié, die op het weren der zoodanigen had aangedrongen 3).
^ Uders was het ten aanzien van Eoomsche Priesters, als zoodanig kon-
volgens het placcaat der Staten van Holland van 20 Sept. 1730,
^^^een geboren onderzaten der Vereenigde Nederlanden tot eenige
^ atie benoemd worden, en zoo wezen.ook Hunne Hoog Mogenden
^j^ Sept. 1755 het verzoek af van de Eoomsche ingezetenen van
V'an^finbsp;Onderpastoor eenen candidaat uit het Seminarium
ï'ast ^^^^^nbsp;aannemen, maar lieten vrij om, wanneer de
iiinbsp;meer in staat zoude zijn tot het waarnemen der dienst,
^^nbsp;testellen «een weerelds Priester, geboren onder-
aan den Blaat en bereid te aghtervolgen die ordres welcke
en 7 jj resolntiën der Vroedschap van 18 Junij 1708, 14 Julij 1710
2) ZieT^'nbsp;W- 879, 886.
V Inbsp;ScHWAnTZE.^iiEnc , Charlerb. van Vries-
/ /67.
Zie Gr. Pi. yn. ],i. 6(;2.
-ocr page 286-by baar Hoogh Mog. res. van 19 Julij 1730 en 12 Maart 1731
voorgesclireeven en vereischt wordenquot;. Evenzoo bevalen zij 13 en
27 April 1759 aan de Conventualen te Yenlo, voortaan geene Priores
te verkiezen uit een klooster buiten het gebied der Generaliteit ge-
legen, en geene andere dan inboorlingen en onderdanen van den
staat als Conventualen te ontvangen 1).
Hoogleer. Onder de betrekkingen dikwijls door vreemdelingen bekleed ver-
area enz. yooral Vermelding die van Hoogleeraar, niet alleen benoemde
men daartoe meermalen ingezetenen van andere provinciën, maar
zelfs beijverden zich onze voorouders de uitstekendste vernuften van
buitenslands herwaarts te lokken en hun eenen leerstoel op te dra-
gen , tot aanmerkelijke verhooging van den bloei onzer instellingen
van hooger onderwijs. Wanneer wij de namen der Professoren aan
de hoogescholen en athenaea nagaan, dan treffen wij onder deze eene
menigte vreemdelingen aan, inzonderheid Duitschers en Eranschen 2),
te Harderwijk werd zelfs in 1618 een Pool, Rutgerus Hermannides,
tot Hoogleeraar aangesteld 3). Zoo werd mede van den Eegent van
het collegium theologiae te Leiden slechts kennis gevorderd van de
Nederduitsche taal 4), een bewijs dat voor die betrekking ook vreem-
delingen in aanmerking konden komen, gelijk eveneens in de ver-
schillende provinciën meermalen Duitschers en andere vreemdelin-
gen als Praeceptoren of Eectoren van Latijnsche scholen werkzaam
waren 5).
Werden vreemdelingen in het algemeen uit burgerlijke ambten
niet geweerd, veel minder nog was zulks met militaire het geval,
zelfs geheele regimenten van Engelschen, Schotten, Zwitsers,
Duitschers en anderen namen de Staten in dienst, en ook bij de
overige waren meermalen buitenlandsche Officieren aangesteld, het-
geen zich gemakkelijk laat verklaren uit de geaardheid van het volk,
hetwelk in den koophandel een voornaam middel van bestaan vindende,
meer neiging gevoelde tot de kunsten des vredes dan tot die van
1)nbsp;Zie Gr. Pl. B. VHI. bl. 302, 313, 314. IX. bl. 169.
2)nbsp;Zie j. G. TE WATER, jTarralio ile rebus acaclemiae Lugduno-Batavae.
1802. Dr. H. BouMAs, Gescb. van de voormalige Geldersciie boogescboo-
Utr. 1844.
3)nbsp;Zie BOüMAN. I. bl. 180.
4)nbsp;Zie de ord. der Staten van Holland van 1 Oct. 1631, in bet Gr-
Pl. B. I. bl. 293.
5)nbsp;Zie BooMAN. I. bl. 159, 194. II. bl. 70, 133, 251 vgg.
MilKaire
aiubteii.
üen oorlog. Alleen voor de Adjudanten, Secretarissen en Klerken
der Yeldmaarschalken en Generaals stelden de Staten Generaal 18
April 1704 het inhoorlingschap als vereischte, met bepaling echter
dat zij om gewigtige redenen en niet dan eenparig daarvan dispen-
satie zouden kunnen verleenen. Voor de Veldmaarschalken zelve was
zulks niet bedongen, ook tot die hooge waardigheid konden derhalve
vreemdelingen verheven worden, waarvan wij een voorbeeld aan-
treffen in de resolutie der Staten van Holland van 3 Oct. 1682,
waarbij de Vorst van Waldeck als zoodanig werd aangenomen IV
In Gelderland was alleen verordend, dat men aan landzaten dé
voorkeur zoude geven bij de vervulling van Officiersplaatseu 2).
Hetzelfde was door de Staten van Vriesland 27 Sept. 1672 vast-
gesteld, die bovendien eenige jaren later, 30 Junij 1683, het besluit
namen, «dat voortaen geene loge militaire clarges sullen worden
geconfereert als op ingeborene off genaturaliseerde personen, en in
de vergevinge der mindere bedieningen de ingesetenen voor vreem-
delingen altoos sullen worden gepraefereert 3). In Overijssel daar-
entegen bet men vreemdelingen onbepaald toe, en het was te ver-
geefs, dat Capellen tot den Pol in het jaar 1773 in tegenwoordig-
heid van AVillem V ter Statenvergadering aandrong op het gebruik
öiaken van brave vaderlanders boven vreemdelingen in de hooge en
öiindere bedieningen van het leger 4).
Niet zoo vrijgevig was men in Overijssel iu het beschrijven tot
^e Ridderschap van Edelen mt andere gewesten afkomstig, waarvan v«« ^o
«ezelfde Capellen tot voorbeeld verstrekt: deze, te Tiei geboren,
.edert zijn huwelijk in 1766 met eene Overijsselsche jonkvrouw
h P^v'incie woonachtig en reële en personele lasten gedragen
^ebbende, ontmoette de grootste zwarigheden, toen hij in 1770 een
'erzoek tot toelating in dat collegie had ingediend, niettegenstaande
reglementen van 1622 en 1713 uitdrukkelijk de bepaling inhiel-
dat «tot de landdaagen verschreeven zullen worden die uit
^
in^i t?'! de instructie van 1722 voor Willem IV, bij Mr. g. a. de meester ,
3Nnbsp;voor Regtsgel. en Wclg. XI. bl. 456.
) Zie SCHWARTZENBERG, Charterb. van Vriesland. V, bl. 860, 1213
OveL ?nbsp;'nbsp;^^^^nbsp;I^'Jderschap van
fleer van den Pol, Appel-
' ^iworst, Hagen enz. Leiden. 1785. bl. 87, 88.
Itidder.
■chnp.
andere provinciën of landen inkomen, alwaar de Eidderschap een
stand maekt en de Eiddermatigen deeser provmcie gelyk regt ge-
nieten, waervan zy behoorlyk acte znllen uitbrengen en daerbene-
vens aentoonen, dat haere voorouderen voorden jaere 1622 aldaer
in de Eidderschap verschreeven zyn geweest.quot; Aan al die vereisch-
ten was door hem voldaan, hij had bewezen gesproten te z^n
uit een adelijk geslacht van het graafschap Zutphen, alwaar zijne
voorouders reeds voor 1622 in de Eidderschap waren beschreven
geweest, terwijl hij eene acte overlegde, door gemelde Eidderschap
9 Junij 1770 afgegeven, inhoudende, «dat de Overysselsche
Edelen, aen het reglement op de verschryving van de Edelen in
de Eidderschap van hetzelve graafschap beraemd voldoende, in de
Eidderschap aldaer admissibelquot; waren, en desniettemin werd hy
eerst na herhaalde beraadslagingen op de uitspraak van den
stadhouder 20 Oct. 1772 toegelaten. Waarschijnlijk moet zulks
evenwel aan bijzondere inzigten worden toegeschreven, althans m
]^et aangehaalde werk van van deu kemp komen eenige voorbee '
den voor van andere personen, omtrent wie men met zoo vei
bedenkingen maakte.nbsp;r, ^^hpn
Dat het beginsel van reciprociteit m het kwartier van Zutphei
gold' zagen wij uit het bovenstaande ; hetzelfde was reeds 20 V^
1609 door de Staten in het algemeen omtrent Gelderland__vastg
steld, en komt mede voor in het reglement van 10 Junij 1'
voor'het kwartier van Nijmegen, alwaar, even als m gem
c^raafschap, daarenboven bedongen werd, dat men een zeker iquot;
men aan vaste goederen bezat en er sedert zes jaren had gewoonc
Ook in Utrecht werden vreemde Edelen met geweerd,
instructiën voor Prins Maurits, Frederik Hendrik en
leest men: «sal ook geene andere Edelen ter dagvaart van de
ten van Utrecht beschrijven, dan die sedert een jaar hei_ ^^
beschreven syn geweest, sonder expresse consent van de ^^^ ^^^
besonder van de Edelen die jegenwoordig beschrevennbsp;jjgeH
en 13 April 1660 bepaalden de Staten uitdrukkelijk, ^^t met
inboorlingen zouden worden toegelaten, maar ook zij ^^ijd
jaren achtereenvolgens in de provincie hadden gewoond, ^
- .
n Zie SCHUASSERT , Code.K Gelro-Zutphanicus, v. riddermatige gt;
BE MEESTEU, 111 de Ned. Jaarb. enz. X. bl 280 282.nbsp;ji.ad
2) Zie de instructiën van 6 Febr. 1590, 23 Junij 1C25 en
1647, in het ülr. Pl. B. 1. bl. 165 vgg.
23 Julij 1667 tot de helft verminderd werd voor hen die met eene
adelijke jonkvrouw getrouwd waren en eene riddermatige hofstede
hadden gekocht, tot vier jaren indien zij deze door erfenis had-
den verkregen, en tot twee voor het geval dat hunne echtgenoot
eene erfdochter M'as 1).
Geene zitting verleende men nogtans aan hen die in dienst
van vreemde Mogendheden waren, zelfs aan hen die reeds zitting
hadden werd in zoodanig geval het lidmaatschap voor het verquot;
volg ontzegd. Zoo liet men 14 Nov. 1709 in de vergadering
van Utrecht Frederik van Nassau , Heer van Wagestein, als lid
van de Eidderschap slechts na de stellige verklaring toe, dat
hij geen pensioen van Engeland trok, noch aldaar genaturali-
seerd was, en protesteerde Amsterdam in 1690 tegen de toela-
ting in de Statenvergadering van tlolland van Willem Bentinck,
Heer van Ehoon, sedert 1676 lid van de Eidderschap, op grond
dat Willem III hem in Engeland met eerambten bekleed^, tot
Graaf van Portland verheven en als zoodanig zitting in het Hoo-
gerhuis verleend had 2). Overigens mogten in Holland evenals
in andere provinciën, volgens de resolutie der Eidderschap van 8
Febr. 1666, vreemdelingen zitting hebben, mits met eenparige
toestemming «van al de Heeren die alsdan de orde zullen com-
Poseren Vroeger waren zij geheel uitgesloten, en zoo werden in
1619 Daniel de Hartaing, Heer van Marquette en François van
Aerssen, Heer van Sommelsdijk, ofschoon het jaar te voren gena-
turaliseerd, eerst op aanhoudend verlangen van den Prins en
^ûder acte van non prejudicie toegelaten 3).
Behalve in de Yereenigde Nederlanden zien wij ook in onze Ambten m
koloniën gedurende het tijdperk der Eepubliek vele vreemdelingen
rte kolo-
^'^et ambten begiftigd. Tan de réfugiés die zich aldaar neder-
zetteden en meermalen daartoe werden benoemd, hebben wij reeds
^'^^proken. Daarenboven hadden de Staten Generaal 13 Oct. 1629
. erordend, dat het collegie van Eaden der te veroveren plaatsen
^yest-Indië zoude bestaan uit «ingeboornen der Geünieerde
quot;^ovinciën ofte in deselve ghewoont hebbende den tyd van zeven
niën.
JJ Zie Ulr. Pl. B. I. bl. 292 , 293.
i Zie Ulr. Pl. B. 1. bl. 319. Wagenaar, Araslerclam. I. bl. 700.
•»ist y^'® zürck, Codex Batavus, v. edelen, § 7. Wacejïaaii, Vad.
öist y , ,nbsp;'
bl. 332 vgg.
-ocr page 290-jarenquot;, hetgeen eveneens 23 Aug. 1636 voor Brazilië werd vast-
gesteld, alwaar reeds in 1625 Portugezen, Brazilianen en andere
benoembaar waren verklaard «tot publieke bedieningen, ter dis-
cretie van onsen Eaedt, so die qnaliteyten van de persoonen sulcks
meriteerdenquot; 1). Alleen in art. 13 der instructie van 5 Julij 1642
voor de Eegering van het Zuider district op de kust van Afrika
lezen wij: « de militie sal ghecommandeert worden by den Capiteyn
Major, zynde van Nederlandsche natie uyt de Geünieerde provin-
ciën of 't resort van dienquot; 2).
1)nbsp;Zie Gr. Pi. B, II. bl. 1235, 1251, 1255 vgg., 2300.
2)nbsp;Zie Gr. Pl. B. II. bl. 1270.
-ocr page 291-TWEEDE AEDEELING.
verkrijging van de regten- van burger- eff inboorungscflap.
§ 1. Burgerschap.
a, vebeischten.
^Bepaa de vereischten voor de verkrijging van het bnrgerregt vinden
nj in het algemeen gedurende de Eepubliek evenmin als vroeger ge-
steld, het aannemen van poorters hing geheel af van de stedelijke be-
duren, die daarin doorgaans zeer vrijgevig te werk gingen, waarvan
^ ] een merkwaardig voorbeeld aantreffen in de Eegering van Am-
sterdam, welke in Dec. 1682 geene zwarigheid maakte om den
tw 1 Tnbsp;^ie het Engelsche parlement als een
eede Cato tegen hare stad geijverd had, als burger toe te laten,
de Q,quot;'. , ™nbsp;«Carthago non adhuc deleta Comitem
öhaftesbury m gremio sno recipere vultquot; 1). Te Dordrecht
jaicte men 29 Nov. 1655 en 1 Oct. 1668 ten opzigte van En-
^^schen en Schotten eene beperking, belovende niemand van deze
^ bürgerte zullen aannemen zonder toestemming van den Gouver-
avonturiers of van den Conservator der kooplieden van
y^chotschen stapel 2).
«00nbsp;''' aannemen van poorters doorgaans zeer vrij-^evi^
'nbsp;^ie uiet i^loedei
^^ïvol/'' quot;quot; stonden, of van wie men vreezen kon dat zij in
'^ïaerl'^''''nbsp;^^^besturen zouden komen; daarom
^^ Eeenbsp;verzoeker een certificaat, afgegeven door
bering zijne laatste woonplaats, inhoudende dat hij van
2) Zi'enbsp;'nbsp;Chancellors. III. pag. 373.
»E WALL, Handvesten van Dordrecht, bl. 1751, 1818.
18
-ocr page 292-eenen onbesproken wandel was en de noodige middelen van be-
staan bezat 1).
Ook moest men in sommige steden eenen zekeren tijd gewoond
bebben, voor dat men onder bet getal der bnrgers mogt worden
opgenomen, te Maastricht was die termijn op zes maanden en te
's Hertogenbosch op twee jaren bepaald, waarvan de Staten Ge-
neraal nogtans somtijds dispensatie verleenden, zoo als 22 Sept. 1755
toen zij Mr. Cornelis Baart, Commissaris van de kleine bank vau
justitie te Haarlem, «admissibel en capabelquot; verklaarden tot het
poorterschap van 's Hertogenbosch, «zonder dat hy vooraf aldaar
twee jaren zyn permanent domicilinm zal behoeven te houden quot; 2).
Geweerd werden somtijds personen die de Boomsche gods-
dienst beleden, onder anderen te Utrecht, alwaar de Yroed-
schap 12 Junij 1655 het besluit nam, aan geene Eoomschgezin-
den het burgerregt te verleenen, «tenwaare om eenige merkelicke
redenen de Vroedschap eenpaarlych quame goet te vinden, in do-
sen eenigermate te dispenserenquot;. In het jaar 1674 werd dit even-
wel beperkt tot diegenen welke buiten de provincie en in 1740 tot
hen die buiten de Vereenigde Nederlanden geboren waren, ook
vorderde men niet langer eenparigheid van stemmen, en zoo wer-
den op deze wijze 10 Sept. 1677 eenige Boomschen als
aangenomen 3). Ook in onderscheidene steden van Gelderland hc
men geene anderen dan gereformeerden tot het burgerschap toe gt;
terwijl mede in de costumen van Heventer van 1642 deel 1 ^^^^
art. 6 de bepaling wordt aangetroffen , dat allen, alvorens ^^^^^^^
den aangenomen, voor Schepenen en Eaden verklaren nioes
«voorstanders te syn van de waere gereformeerde rehgie,
dese provintiën opentlyck wert geoeffent, ende dat sy een »
hebben van alle papistische superstitiënquot; 5).
5 Jaquot;'
1)nbsp;Zie 0. a. liet reglement op de regering van Maastricht va ^^^^
1C65, in het Gr. Pl. B. IV. bl. 566, en de resoluliënder Vroedsc
Utreebt van 19 Maart 1604, 21 Jan. 1611, 27 April 1629, 21 vl •
en 12 Junij 1655, in het Utr. Pl. B. III. bl. 270, 271. ^^^ yer-
2)nbsp;Zie behalve genoemd regl. van Maastricht de costumen va
logenbosch van 1606. lit. 16. art. 1 (hl. 40), en de res. der amp; a
raai van 22 Sept. 1755 in hel Gr. Pl. B. Vlll. bl. 101.
3)nbsp;Zie Ulr. Pl. B. 111. bl. 271, 272.
4)nbsp;Zie Brieven van joiian de witt. 1. bl. 451.nbsp;^
5)nbsp;Zie Rechleu ende gewoonten der stadl Deventer, W.
-ocr page 293-l. wijze van veekeijging.
Ook in de wijze waarop het burgerschap vervv^orven werd is ge-
durende de Eepubliek weinig verschil met den vroegeren tijd op
te merken; evenals toen won men hetzelve door koop, huweliik
of schenking.nbsp;^
Zij die het poorterregt wilden koopen vervoegden zich tot deKoop.
Vroedschap of tot hen aan wie zulks opgedragen was, met verzoek
om als burgers te worden erkend. Te Amsterdam bleven de Burge-
meesteren daarmede belast; ook vrouwen mogten aldaar het bSr-
gerregt koopen, doch hadden er slechts genot van zoo lang zii
ongehuwd bleven, met eenen nietpoorter trouwende konden zii er
geen gebruik van maken, indien haar echtgenoot zich niet als be-
huwd poorter had doen aanteekenen 1). Te Utrecht moest het
verzoek worden ingediend bij den eersten Kameraar, doch geschiedde
üe aanneming door de Vroedschap m pleno collegw 2). Te Mid-
delburg hielden Burgemeesteren en Schepenen eiken Dingsdag zittin-
tot het aannemen en beëedigen van poorters 3). Te Maastricht
«eldde men zich aan bij de meesters van eenig ambacht, die de
erzoekers vervolgens aan Hoogschouten en Burgemeesteren voor-
roegen 4). Te Sloten werd het burgerregt verleend door de Vroed-
ci^p ten overstaan van den voorzittenden Burgemeester 5).
-De som die voor het poorterregt moest betaald worden was naar
ate van plaats en tijd verschillend: te Amsterdam werd deze
on ^^nbsp;® stuivers, in 1630 op 30, in 1034
P 40 en in 1650 op 50 gulden gesteld 6); te Utrecht besloot
Vroedschap 4 Jan. 1608, ten einde te beletten dat onvermo-
^ löe heden het burgerschap kochten, voortaan 25 in plaats van
^ gulden te vorderen , drie jaren later werd die som tot 50 gulden
^^ ^^^^ 'Pnbsp;teruggebragt; zij die
de stad geboren waren behoefden slechts de helft te vol-
2I WAGENAAK, Amsterdam. III. hl. 156, 158.
hlnbsp;^^ ^^^^ Jiiiiij 1655, m hel Utr. PI. B.
271.
4)nbsp;lilnbsp;20 April 1660 art. 13, in hel Gr. Pl. ß. V. hl. 1205
5)nbsp;'■^g'- van 5 Jan. 1665, in het Gr. Pl. B. IV. hl. 566.
^''^^'erb vlfvquot;'^''nbsp;schwartzenberg,
6)nbsp;Vi-iöi^land. V. bl. 429.
wacesaar, Amsterdam. 1. bl. 531. III. bi. 155, 156.
-ocr page 294-doen 1). In sommige steden onderscheidde men tweederlei soort
van burgers , groote of volle en Ue'ine of Imlve, zoo als te Zutphen ,
te Tiel, te Deventer en te Groningen, en was de te betalen som
ongelijk, naarmate men het groote of het kleine poorterregt be-
geerde; te Deventer was het verschil zeer aanmerkelijk, daarvoor
bet kleine 12 en voorliet groote 300 gulden gevorderd werd 2). In
1662 voerde men ook te Amsterdam dit onderscheid in, als een
middel om de stadskas te stijven, daar men in de laatste jaren zoo
vele uitgaven had moeten doen tot den aanleg van vestingwerken
cn den opbouw van een nieuw stadhuis, en besloot men diens-
volgens, voortaan voor het kleine burgerregt de gewone som van
50 en voor het groote 500 gulden te vorderen. De uitkomst
beantwoordde evenwel niet aan het doel dat men zich had voorge-
steld, slechts édne enkele maal werd het groote poorterschap m
den tijd van zestien jaren gekocht, en de Eegering besloot der-
halve 25 Maart 1668 hetzelve weder op te heffen, «alsoo mync
Heeren van den Geregte in ervaringe komen, dat het onderscheytl
tusschen groot en klyn poorterschap, by willekeure van den 31
January 1652 gemaakt, niet en is geweest van sodanigen effect,
als daar van wel gehoopt wierdequot; 3).
Eerst na de betaling der vastgestelde som werd men tot ne^
afleggen van den eed toegelaten, waarna men eene burgerce «
ontving en in het register der gekochte poort^s werd
ven; te Amsterdam werd nogtans, ingevolge de keur van 25 ^
1668, het poortergeld van vreemde meesterhandwerkslieden
jaren te goed gehouden. Te Maastricht waren twee soorten
burgers, Brabandsche en Luiksche, ieder had de keus in ^^^^^
register hij wilde ingeschreven worden, doch deed steeds den ^^
van getrouwheid zoowel aan den Bisschop van Luik als aan
Staten Generaal en de stad 4).
1)nbsp;Zie TJtr. Pl. B. HL bl. 270.nbsp;gc-
2)nbsp;Zie nisK, Beschr. der slad Tiel, bl. 222, 282. Re^lU«quot; pars-
woonleii der sladl Devenler, bl. 5. Arntzenius , Inst. juquot;«-
7!e IrjEXAAR, Amsterdam. I. bl. 582. Boel, Anislelredanis P''
vilegie en poorterregt, bl. 12 vgg.nbsp;,„iipnde
4) Zie waoenaau , Amsterdam. I. bl. 619, en denbsp;secre-
len der eedsalleggingen en burgercedullen , in denbsp;^ i,et
tary, bl. 296 vgg. Zie hel formulier van den eed tenbsp;^ 275 5 ^^
PI.'b. IV. bl. 566; te Utrecht in het Ulr. Pl. b. Hl- »1. '
Amersfoort bij van bemmel, Beschr. der stad Amersfoort, hi-
Door huwelijk verkreeg men het burgerregt, niet alleen wan-quot;««-quot;J...
neer de vrouw eene poortersdochter, maar ook wanneer zij eene
poortersweduwe was, in sommige steden moest men daarenboven
eene zekere som betalen, welke te Utrecht eu te Deventer de
helft bedroeg van hetgeen van eenen gekochten poorter gevorderd
werd. Het stond doorgaans den zoodanigen vrij, den eed af te
leggen wanneer hij wilde, althans te Amsterdam werd op de na-
koming der vroeger (bl. 112) vermelde verordening, dat dit bin-
nen veertien dagen geschieden moest, in vervolg van tijd niet
aangedrongen en werden sommigen zelfs na den dood hunner echt-
genooten tot de eedsaflegging toegelaten, alleen bepaalde men
7_ April 1634 dat de kinderen van hen die zulks verzuimd hadden
niet in het weeshuis mogten worden opgenomen 1).
Geschonken werd het burgerregt soms aan geheele klassen, soms se.ok,«,.
aan bijzondere personen , als eene hulde aan uitnemende verdien-
sten of omdat men zich van hun verblijf en beroep in de stad
Veel voordeel beloofde. Tot de eerste soort behoorden de Predi-
kanten en Professoren, en te Leeuwarden ook de Edelen en de
^eden en Suppoosten van het Hof; te Utrecht werd behalve aan
e Professoren ook aan hen die met den kap gepromoveerd waren
t burgerregt om met toegestaan, de overigen die na «publique
^^augurale disputatiequot; den graad van doctor verkregen, genoten
Jeen vrijdom van togt en wacht 2). Onder de bijzondere per-
ien, aan wie het burgerregt geschonken werd, hebben wij boven
^^ztj^quot;quot; Fransche vlugtelingen gewag gemaakt, doch nevens
kan menig voorbeeld worden bijgebragt van nijvere lieden,
^van de stedelijke Regering deze gunst ontvingen, hetgeen onder
in 1614 met eenige lakenfabriekanten uit Aken te Am-
^^llt? geschiedde, alwaar hetzelfde 11 Maart 1661 in het alge-
^inkelnbsp;^^^^ «meesters van buyten hier komende, om
te zetten tot het maken van baayen, perpetuaanen en
1)nbsp;y.
299nbsp;Amsterdam. III. bL 155. Amsterdamsche secretary,
270. Hechten ende gewoonten der stadt
2)nbsp;Zie
Vroedschap van Amslerdam van 9 Aug. 1667, bij
I67i'nbsp;I. hl. 610. III. bl. 158; van Utrecht van 13
^'•272, 274nbsp;24 Sept. 1708, in het Utr. Pl. B. Hl.
■ 22. ^ ^ 'nbsp;Vriesland huber , Heedensd. rechtsgel. b. 4,
-ocr page 296-diergelyke wolle manufacturenquot; 1). Te Utrecht werd zoodanige
toezegging reeds vroeger, 39 Dec. 1656, gedaan aan «alle dra-
piers van buyten inkomende voor 't begin van den jare 1660 ende
langer nietquot;, welke 6 Jan. 1662 herhaald werd 2) , terwijl mede
de Regering van Dordrecht 2 Oct. 1683 aan de reeders van wal-
vischvangers het burgerschap om niet verleende 3). Als voorbeeld,
dat aan vreemdelingen ook wegens hunne verdiensten het burger-
regt geschonken werd, kunnen wij bijbrengen eene resolutie der
Vroedschap van Amsterdam van 20 Oct. 1662, volgens welke die
eer te beurt viel aan Philips van Zesen, geboren te Priorau in
Meissen en Raadsheer van den Prins van Anhalt, die eene Duit-
sche beschrijving der stad had in het licht gegeven 4). Te Utrecht
kende men dit voorregt meermalen toe aan studenten die door
ijver en bekwaamheid uitmuntten, zoo als 30 Jan. 1637 aan
Justus Krien uit Vriesland, die «door syne bequaamheyt en goede
geleertheyt d' Academie eer ende luister bygebracht heeftquot;, 5 Nov.
1638 aan Aernout Straat den Jonge, uit hoofde van «de luister
die hy de Academie en Hoge Schole alhier van eerste aan byge-
bracht heeft ende noch dagelyks bybrengt, hem loffelyk quytende
met disputatiën ende andere publicque exercitiënquot; en om «andere
jonge luyden te animeren tot gelyke industrie en neerstigheyt ,
alsmede 1 April 1639 aan Nicolaas Hamel, «in concideratie van
de goede specimina syner studiën ende de goede diensten van
Avylen zynen grootvader, in sjm leven Advocaat van de Staten
deser provinciequot; 5).
e. PLIGTEN DEH BTJUGERS.
van
Onder de veriDligtingen, waaraan men zich bij het
het burgerregt onderwierp, bleef de inwoning eene voorname
bekleeden. De Staten van Holland bepaalden 24 Maart
24 Dec. 1674 uitdrukkelijk, dat men, om van dat regt ge^^^
te hebben, met zijn geheele huisgezin in de stad zijne woonp
1)nbsp;ZieLuzAfi, Hollands rijkdom. I. bl. 351. le long,
van Arast. bl. 329.
2)nbsp;Zie Utr. Pl. B. HI. bl. 273, 274.
3)nbsp;Zie BERG, de Béfugiés enz. I. bl. 209.
4)nbsp;Zie wagenaar , Amsterdam. III. bl. 158.
5)nbsp;Zie Ulr. Pl. B. 111. bl. 273.
koophandel
De
moest vestigen, terwijl van cle Eijnscliippers, naar luid van het
placcaat der Staten van Zeeland van 30 Jan. 1662, eene beëedigde
verklaring gevorderd werd, « dat zy hun regt van burgerschap be-
bekomen met intentie om met de daet hun domicilie aldaer te hou-
denquot; 1). Ook was in onderscheidene steden vastgesteld, dat men
na eene afwezigheid van jaar en dag het burgerregt verbeurde 2), het-
geen evenwel niet plaats had, wanneer men in de stad een domi-
cilie koos en aldaar eenen zekeren tijd vertoefde, welke te Amster-
dam op twee maanden en te Utrecht op zes weken bepaald was 8).
Zelfs hadden sommigen vrijheid om voortdurend buiten te wonen ,
mits jaarlijks eene zekere som betalende en een domicilie kiezende,
alwaar men geregtelijke acten aan hen kon beteekenen. Zoo wa-
ren er te Maastricht, volgens het reglement van 1665, adelylce
huitenhurgers, en werd op gelijke wijze te Utrecht, onder anderen
7 Mei en 3 Nov. 1677, 2 Julij 1711, 27 Nov. 1719 en 30
Maart 1761, het burgerregt aan sommigen die elders gevestigd ble-
ven verleend, mits jaarlijks de keuze van domicilie vernieuwende
en daarvoor telkens 12 gulden en 10 stuivers betalende. Ook te
Amersfoort liet men van tijd tot tijd even als vroeger grashirgers
toe, terwijl het regt der stad Dordrecht om landpoorters te houden
4 Dec. 1675 op nieuw bevestigd werd. 4). Te Amsterdam ver-
klaarde de Yroedschap 30 Jan. 1647 tevens uitdrukkelijk, dat men
tet burgerregt niet verbeurde, indien men ter zake van koophandel
of studie of in dienst van land of stad zich elders heen begaf, al
buurde de afwezigheid langer dan een jaar, mits men het voorne-
men behield om terug te keeren; in dat geval was zelfs het aan-
1) Zie vAMzuKGK, CoJcx Baluvus, v. ingezeleiien, 1 vgg.
Zie (Ie keur van Amsterdam van 31 Jan. 1652 , bij booseboom , lle-
^quot;eil van keuren , bl. 209; de res. der Staten van Holland van 8 Aug.
in het Qj. Pl 121 |ji 1420; de costumen van Veere, in de Utr.
1. 255; het regl. van Maastricht van 5 Jan. 1665, inhet Gr. Pl.
B. IV.
Amsterdamsche secretary ,
hl. 567; de publ. der Regering van Utrecht van 7 April 1761 ;
coTtquot;^quot;quot;' Gelderland schrassert, Practicae obs. II. pag. 689; alsmede de
van Deventer deel 1. tit. 3. art. 9 (bl. 6).
bl L ^^^'^enaar , Amsterdam. I. bl. 533. Amsterdai
-04 Utr. Pl. B. III. bl. 267.
fiejiinbsp;111-nbsp;276. van
vm^n^' ^eschr. der slad Amersfoort, bl. 757. van de wall, llandvestea
llurdrecht, bl. 986, 1896.
280
vaarden van een ander poorterschap geen beletsel; alleen door bet
aannemen van een ambt voor zijn leven hield men op poorter te zijn,
hetgeen onder anderen in 1586 bepaald werd ten aanzien van
Pieter Pauw Adriaanszoon die tot Eentmeester te Alkmaar was
aangesteld, en zelfs in later' tijd erlangden dezulken niet zelden
eene verklaring van de Vroedschap, dat zij en hunne kinderen
desniettegenstaande poorters zouden blijven 1).
1) Zie WAGENAAR, Amslerdao). III. bl. 159, 160.
-ocr page 299-§ 2. Naturalisatie.
Het regt tot het verleenen van naturalisatie ging van den Graaf
op de Staten der provinciën over. Sedert 1670 kende men in Holland
tweederlei soort van zulke brieven, namelijk van gewone oSMeine en
van groote naturalisatie of ad honores. Bepaalde vereischten om die
te kuiinen verkrijgen waren niet gesteld, het hing geheel van de
Staten af, wie zij daarmede wilden begunstigen; die van delaatsts
soort werden evenwel doorgaans niet dan om gewigtige redenen af-
gegeven, bij voorbeeld aan hen die met eene inboorlinge getrouwd
of die m den vreemde uit Nederlandsche ouders gesproten waren
m deze komen dan meestal de woorden voor: «om binnen den
voorsz. landen in Staaten en officiën gebruikt te mogen werdenquot;.
In Holland vervoegde men zich tot het bekomen van briJven
yan naturalisatie bij de Staten, die op zoodanig verzoek het advies
inwonnen van de Eekenkamer, en, toen dit collegie in 1728 was
Pgeheven, van de Gecommitteerde Baden. Was het advies gun-
ig, dan moest de vreemdeling ten genoege van de Regering der
gemeente waar hij zich wilde nederzetten zekerheidstellen, dat hij
^JQe woonstede binnen de provincie zoude houden, «en dat hy uit
selve vertrekkende tot verrigting van zyne particuliere affaires
längsten binnen den tyd van een jaar na zyn vertrek weederom
nen^deese provinciequot; zoude terugkeeren , gelijk de Staten 15
Jaarnbsp;verordenden, met bepaling dat men, langer dan een
^oude vf^ blijvende, het regt van inboorlingschap verbeuren
Voor inbsp;betaalde men de daartoe vastgestelde som, welke
1748nbsp;naturalisatie, ingevolge de resolutie van 30 Auo-
^ezenbsp;H^-len bedroeg , en werden de namen van hen die op
^-^stemd 'nbsp;inboorlingschap bekwamen in een daartoe
opgeteekend, hetgeen bij de resolutie van 15
^'^^rbeelde ?nbsp;nietigheid was voorgeschreven 1). Yele
^^'quot;and dlnbsp;bijgebragt van personen, aan wie in
gt;nbsp;Maart 1585
'' PriviL geboren in Oranje, die reeds tegen den inhoud
^^ öen tot Luitenant Houtvester was aangesteld, waarom
P'-^ö/va'^lJJ^oJ^ 1670 LI. 445, 1687 LI. 221, 1700bl. 606.
-ocr page 300-men besloot, « omme het gemeene land hi syne privilegiën niet
te praejndicieeren, dat teegens hem proces voor den Hove sal
worden gemaakt, sonder nogtans hetselve ten uittersten te vervol-
gen , in aensieninge van de goede diensten by hem syne Excellentie
lange jaaren gedaanquot;; 5 Maart 1610 aan Isaak van de Voorden,
doctor in de regten, geboren te Antwerpen doch sedert vijf en
t^vintig jaren in Holland woonachtig, « uit Sonderlinge gratie ende
mede ten aansien van de bequaamheid en geschiktheid van den
suppliantquot;; 19 Oct. 1618 aan Daniel de Hartaing, Heer van Mar-
quette en François van Aerssen, Heer van Sommelsdijk, over wie
wij reeds vroeger gesproken hebben; 23 Julij 1625 aan Gerard
Pelgrum, gewezen Schout te Breda, getrouwd met eene Dordsche
vrouw; 15 Maart 1687 aan Isaac Brevet, geboren te Eochelle,
twintig jaren te Lissabon gewoond hebbende en thans poorter van
Rotterdam; 8 Dec. 1706 aan de drie zonen van Hugo Pieterszoon
de Groot, iu leven Drossaart van het markizaat van Bergen-op-
Zoom, en in het volgende jaar aan Dirk Ruisch van derDussen,
geboren in Frankrijk ; 26 Nov. 1721 aan Jacob en evenzoo H
Julij 1736 aan Elbert de Hocliepied, beide zonen van eenen Ne-
derlandschen Consul, den eersten geboren te Konstantinopel, den
laatsten te Smirna; 17 Dec. 1722 aan Jacobus van Veckhovenj
geboren te Tiel, en aan Martinus van Lansbergen; 12 Sept.
aan Willem Buys, geboren te Hamburg uit Hollandsche ouders,
alsmede 9 Mei 1766 aan Everhardus Gustavus van Sonen, geboren
te Riga, alwaar zijn vader, poorter van Hoorn, in een handels
huis was werkzaam geweest 1).
Reeds in de eerste Afdeeling merkten wij op, dat personen
Oost-Indië , zelfs uit Hollandsche ouders, geboren, veelal als
delingen werden beschouwd, en ofschoon er hierover verschil ^^
gevoelen bestond, zoo verkozen velen, ten einde alle zwarigne^^^^
te vermijden , zich tot de Staten te wenden tot het bekomen ^^^
brieven van naturalisatie, welke wij dan ook meermalen vin ^^
verleend, onder anderen 21 Dec. 1677 aan Andries ^'^n Swaa^^^^
wyk; 15 Dec. 1700 aan Johan van Groenesteyn, geboren ^
tavia; in 1707 aan Nicolaas Frederik Boogaert, 14 Jnlij ^
1) Zie Register vau Holland 1585 bl. 186, 1610 bl.nbsp;^^^[gn gt;
798, 1625 bl. 520, 1687 bL 221, van zirck. Codex Batavus, j. ^^^^
§ 18, v. naturalisatie, ^ 2. N. 1, Gr. PL B. VL bL 58, 73, 4/ •
bL 1059. n, bl. 21, 170.
Wülem Dekker, Heer van Urshem; in het volgende jaar aan Cor-
nehs Chastelam, geboren te Batavia, en aan Diderik Christiaan
Ji'ielat, geboren op Ternate; alsmede in 1736 aan Antlionis Sliclier
geboren op het eiland Onrust, aan Jan Adriaan Oets en aan de
gebroeders Thiereus 1).
Voorbeelden van eene geheele klasse van personen die genatura-
liseerd werden treffen wij aan in de besluiten der Staten van Hol-
land van 18 Julij en van Gelderland van 16 Oct 1709 van
Zeeland van 17 Maart 1710 en der Staten Generaal van 21 Oct
1715 volgens welke deze gunst te beurt viel aan allen die uit
frankrijk wegens de godsdienst herwaarts waren uitgeweken. Om
daarvan genot te hebben moesten zij zich aanmelden bij en hunne
namen doen mschrijven door de stedelijke Eegeringen of de Schon-
ten en Geregten der dorpen, alwaar zij zich wilden vestigen, na
te hebben aangetoond, «dat sy om de belydenisse van de waare
gereformeerde religie aldaar syn gerefugeerd.quot; Hierdoor bekwamen
de TTtnbsp;naturalisatie, daar gemelde placcaten
e UI drukkelijke bepaling inhielden: «sonder dat egter hierdoor
gecpabficeert of gerechtigt sullen sjm tot eenige magistrature,
*n, digniteyten, officiën of beneficiën, daarioe eenige andere
^Wisatie of quaïJficatie nodig soude Iwnnen synquot; 2).
doo Gelderland werden de brieven van naturalisatie! afgegeven
r het Hof na voorafgaande magtiging der Staten, waarvan wij
autorTTnbsp;resolutie van 5 Junij 1641, houdende
^ r satie om zulke brieven te verleenen aan Matthias Eomer,
reu Tnbsp;in het land van Kleef gebo-
« ende in dese provincie sterck gegoedetquot; 3).
lande!nbsp;Mögenden ook soms voor de Generaliteits-
resolnrnbsp;mboorlingschap toekenden, hebben wij uit de
Werf V ^^nbsp;^^^^ Sezien, een ander voorbeeld daarvan
ï^rabl inbsp;naturalisatie als geboren
ser vau Tr'quot;quot;?nbsp;genoemden Cornelis Baart, geboren bur-
togenb. ,nbsp;^et de dochter van eenen Schepen van ^s Her-
^^quot;osch gehuwd 4).
quot;idvus V. naliiralisatip (V 9 iv t n,. di u irr ,,nbsp;''
Bat.vnbsp;1700 LI. 606. van zcin,
2) Zip r 'nbsp;. § 2. N. 1. Gr. Pi. B. VI. LI. 71 v-.^
-ocr page 302-Eenen eigenen en vrij zonderlingen weg volgde men ten aanzien
van personen te Maastricht woonachtig. Die stad stond gedeeltelijk
onder de Staten Generaal, gedeeltelijk onder den Bisschop van Lnik,
gelijk wij boven zagen dat aldaar ook twee registers van poorters
gehouden werden. Behoorde men tot de Luiksche, dan was men
niet benoembaar tot ambten van de Staten Generaal, en zoo om-
gekeerd, en daarom gebeurde het niet zelden dat Luiksche poorters
van de gereformeerde godsdienst liever Brabandsch, en Brabandsche
Eoomschgezinden liever Luiksch wilden worden. In zulke geval-
len had er eene soort van ruiling plaats, de Luikschen werden dan
door den Bisschop gedenaturaliseerd en door de Staten Generaal
genaturaliseerd, telkens tegen verwisseling van eenen Brabander
die door Hunne Hoog Mögenden gedenaturaliseerd en door den
Bisschop genaturaliseerd werd. Op deze wijze denaturaliseerden de
Staten Generaal 15 Eebr. 1743 den Brabandschen advokaat Jan
Willem Moers tegen verwisseling van den Luikschen burger Arnold
Jacob Eoss, 12 April daaraanvolgende Arnold Loyens tegen Arnold
deMeuse, 30 Junij 1744 Johannes Eranciscus Camps tegen Mat-
tliieu d'Olne, alsmede 1 Mei 1758 Petrus Josephus Bannen tegen
Johau Hendrick Boso de la Calmette 1).
1) Zie Gr. Pl. B. VH. bl. 754 vgg. Vlll. bl. 511.
-ocr page 303-BERDE AFDEELING.
hegten aan het burger- en ineoorlikgschap verbondey.
§ 1. Hegten door het lurgerschap verkregen.
^ Omtrent dit onderwerp kunnen wij kort zijn. De oude privile-
giën bleven van kracht, voor zoo ver zij niet allengs in den loop
des tijds waren gewijzigd of in onbruik geraakt.
Zoo kon er, nadat de lijfeigenschap had opgebonden te bestaan,
van het ontslag uit dien band geene sprake meer zijn. Anders was
het met de tolvrijheid, daarop konden zich de burgers bij voort-
during beroepen, in dit opzigt werden hunne oude regten meer-
malen uitdrukkelijk erkend en bevestigd. Zoo verklaarden de Sta-
ten Generaal 14 Sept. 1629, toen ^s Ilertogenbosch onder huune
magt gekomen was, «dat die stad zal getracteerd worden by hare
fegten, costumen, vryheden, exemtiën en alle andere privilegiën
zy van ouds gehad heeft te water en te lande de stad en daax
«mten in Braband, Gelderland, Holland, Zeeland, op den Rhyn
andere provinciën, plaatsen en stroomenquot;. Hetzelfde werd bc-
ongen in het accoord tusschen de Staten van Zeeland en de stad
^^nbsp;terwijl die van Holland reeds 16 April
vro bepaald hadden, dat de burgers van Utrecht van de op de
oiiv^?-^^^ bjsten niet vermelde voorwerpen een derde van den door
eene^''-'^^ verschuldigden tol zouden betalen, waarvoor de Regering
vestlnbsp;recognitie van 810 gulden voldeed. Evenzoo be-
Hattf^^nbsp;Gelderland 23 Dec. 1602 de burgers van
^lo-lVnbsp;en Hunne Hoor?
van tÏquot;quot; ^^ ^^^^nbsp;^^ 2 Junij 1705 die
^'^noemdnbsp;''' Overkwartier. Laatst-
place''nbsp;'''nbsp;Utrecht, blijkens
^eedsnbsp;'^^er Staten van gemelde provincie van 1660, gelijk
^■ederklp,nbsp;tusschen Tiel en Deventer een verdrag tot
^ quot;ge tolvrijheid was gesloten 1).
'nbsp;, V. 's Hertogeiibosch, ^ 1, 2. ütr.
• 1047, 1048. Schrassert, Codex Gelro-Zutphanicus, v.
-ocr page 304-Ook de eertijds gestelde voorwaarden, zoo als het bezit van bet
poorterregt sedert jaar en dag, de voortdurende inwoning en de
eedsaflegging, bleven dezelfde 1). Te Deventer evenwel bekwam
men bet genot hiervan terstond na het winnen van het kleine bur-
gerschap, te Tiel konden alleen de grootburgers daarop aanspraak
maken 2).
Het genot der geregtelijke privilegiën daarentegen bekwam men
iijkequot;prT. onmiddellijk nadat men burger was geworden. Yoor geenen
viicgiën.nbsp;regter mogt men in personele vorderingen worden be-
trokken, noch in persoon of goederen gearresteerd dan in zeer
enkele gevallen, hetgeen herhaalde malen in verschillende streken
van ons vaderland aan de burgers werd gewaarborgd 3), door de
Staten van Holland in het jaar 1726, op aandrang van Dord-
recht en Leiden, zelfs aan poorters van genoemde steden die
beschuldigd waren van misbruik van staatsgeheimen , welke mis-
daad als «rakende de Hoogheid van het landquot; het Hof gemeend
had dat tot zijn kennisneming behoorde 4).
Evenzoo was het gesteld met het privilegie van boven zijn leven
niet meer dan eene bepaalde som te verbeuren 5), waarop men
alleen eene uitzondering maakte in het geval van majesteitsschen-
nis 6), ofschoon men ook alsdan meermalen den afkoop der ver-
Hatlem, § 5. Gr. Pl. B. V. bl. 940, 941. Rink, Bescbr. der stad Tiel,
bb 219, 221.nbsp;24
1)nbsp;Zie O. a. de res. der Stalen van Holland van 24 Maart 1662 en ^^
Dec. 1674, bij van Zukck, Codex Balavus, v. tollen, § 13; die van
Regering der stad Utrecht van23 Oct. 1638, 6Aug.l753en7Apnll' J
Utr. PL B. 111. bl. 1058; die van de Staten van Gelderland van 21
1709 en 7 Sept. 1728, in het Geld. PL B. III. bl. 466. Arntzexiüs, W^J
juris Belg. pars. 1. tit. 10 § 4. Zie het formulier van eenen tolbriet i
Amsterdamsche secretary, bl. 290.nbsp;Besdquot;''
2)nbsp;Zie Rechten ende gewoonten der stadt Deventer, bl. 5. Rif^'
der stad Tiel, bL 221. '
3)nbsp;Zie Cosluymen ende usantiën der Hooftstadt ende Meyerye van ^^^^^ ^
toghenbosscbe, bl. 41 , 43. Rechten ende gewoonten der sladt Deve
bl. 32. Schrassert, Codex Gelro-Zulpbanicus, v. Zutphen, ^ j
4)nbsp;Zie van de wall , Handvesten van Dordrecht, bL
5)nbsp;Zie BOEL , Amstelredams privillegie en poorterregt, ^ ' 2 Sep'quot;
6)nbsp;Zie de placcalen der Staten van Holland van 19nbsp;2653 ?
1594, 21 Maart 1606 en 6Julij 1610, inhelGr.PL B. I. '
2669,2679. Zie ook schrassert , Codex Gelro-Zulphanicus,
calie, § 1.
-ocr page 305-beurdverklariiig tegen de vastgestelde som toestond, onder anderen
15 Nov. 1625 aan de kinderen van Ilogerbeets 1).
De eerstgenoemde privilegiën kwamen zelfs niet meer uitsluitend
aan de poorters toe, maar werden doorgaans tot alle ingezetenen
uitgestrekt, gelijk wij reeds vroeger (bl. 231) opmerkten, terwijl
de verbeurdverklaring van goederen na verloop van tijd geheel werd
afgeschaft, ook bij gekwetste majesteit, als door de Staten van
Holland in 1732, van Zeeland in 1735 en van Gelderland in
1778 2). In Utrecht was zulks wel reeds 18 Febr. 1629 geschied,
doch werden desniettegenstaande in de tweede helft der achttiende
eeuw de goederen van sommige burgers verbeurd verklaard, wes-
halve zich in het jaar 1788 velen die hetzelfde vreesden tot de
Staten wendden met verzoek om in de amnestie te worden begre-
pen, hetwelk hun dan tegen betaling eener hooge som werd toe-
gestaan 3).
Was het derhalve niet volstrekt noodzakelijk het burgerregt ge- Beroepen,
bonnen te hebben om op het genot der geregtelijke privilegiën
aanspraak te kunnen maken, dewijl dit aan allen verzekerd werd
quot;le in de stad gezeten waren, zoo bleef de verkrijging van het
poorterschap toch van veel belang voor hen die tot de uitoefening
hun beroep in een gild wenschten opgenomen te worden; in
dommige van deze werd men zelfs eerst na eenigen tijd toegela-
onder anderen te Amsterdam na een jaar in het buitenlands-
gaarders- en in het bierbeschooijersgild, na twee jaren in het bak-
^ers-^ wijnkoopers-, smeden- en binnenlandsvaardersgild, ofschoon
ten aanzien der bakkers en binnenlandsvaarders daarop eene
Sondering gemaakt werd indien men het dubbel inkomgeld vol-
2)nbsp;y.'®nbsp;Decisiëti en obs. van loeniüs, bi. 226 vgg,
tiori tnbsp;kruyfp, Diss. de publicalione bonorum jure Romano et reccn-
aanziennbsp;Cornelisz , Iets rakende de confiscatie en wat ten deezen
•quot;egtensnbsp;'anden van Utrecbt overeenkomstig de wetten als van ouds
^an ji^jjj^^' l^tr. 1789. bl, 77. Zie de lijst dier personen in de Verdediging
1791. bl. 433 vgg., alwaar onder anderen de
^erardus^^p van Jacobus Ilenricus de Ridder , Heer van Almkerk ,
^quot;e'ifeslooinbsp;Andries Strick van Linscboten, Heer van
vaa'nbsp;^f* 14,000 gulden gesteld was, terwijl het
^^gt;000 crnn ■ 1'endrik Jakob van Hengst niet dan tegen betaling van
^^Wen werd toegestaan.
deed 1). Ook was bij eenige gilden dit geldhooger voor gekochte
dan voor geboren en behnwde poorters, zoo als bi] de bakkers
binnenlandsvaarders, kleedermakers, huidekoopers en looijers 2).
Joden waren geheel van het doen van poortersnermg uitgesloten ,
volgens de keur van 29 Maart 1632, waarvan nogtans bi] enkele
gelegenheden werd afgeweken, onder anderen 30 Dec. 1655 toen
L Eegering aan twee Portugesche Joden de oprigting vergunde
van eene suikerrafhuaderij, mits duizend pond suiker en een vat
siroop tegelijk verkoopende 3).
,nbsp;Ook bleef het winnen van het burgerregt steeds de weg om tot
quot; het bekleeden van ambten te geraken, uitgezonderd die met welke
alleen inboorlingen mogten worden begiftigd. In de steden waar
onderscheid bestond tusschen groote en kleine poorters mogten ai-
leen de eerste in de Eegering zitting nemen. Na drie ]aren was men
daartoe benoembaar te Schiedam, Delft, Purmerend, Alkmaar en
Sloten 4), na vier te Ilarlingen en Dokkum 5), na zes te moi
nikendam, Zwolle en Deventer 6), na zeven te Amsterdam 7),nc
1)nbsp;Zie Handv. enz. der stad Amstelredam. 1748. ï. bl. 138. lH-
1183, 1191, 1209, 1213, 1315. vervolg bl 85 ,115.
2)nbsp;Zie Handv. III. bl. 1182, 1186, 1213, 1275 vgg., 1306,
Vervolg bl. 77.
3)nbsp;Zie Handv. I. bl. 138.nbsp;„ Dec.
4)nbsp;Zie omtrent Schiedam de res. der Slaten van Holland van
1650 en 19 Maart 1704, in het Gr. Pl. B. V. bl. 727; omtrent De
van 26 Sept. 1776, in het Gr. Pl. B. IX. bh 469, vroeger, 24 Nov. i
was die termijn op vijf jaren gesteld; omtrent Purmerend dienbsp;ters
1788 vroeger, 23 Maart 1669, waren alleen geboren en gehuvMie F
ienoe'mbaar^. zie Gr. Pl. B. IV. bl 436. IX. bl. 475; omlren^ ^^^
die van 26 Mei 1728, terwijl de termijn vroeger, 9 Dec. tuo
jaren bepaald was, zie Gr. Pl. B. IV. bl. 427. VI. bl. 580; «'quot;^^^quot;^j^^rterb.
de res. der Staten Generaal van 18 April 1637, bij scHWARTZENiiF-RG,
van Vriesland. V. bl. 429.nbsp;bii sciiWaB^'
5)nbsp;Zie de res. der Staten Generaal van 4 en 18 Aprd Ib.^/ , J
ZENDERG, Charterb. van Vriesland. V. bl. 414, 429.nbsp;^ U
6)nbsp;Zie omtrent Monnikendam dc res. der Staten v;an lo
Jnhj 1651, in het Gr. Pl. B. IV. bl. 432; omtrent ^«'ol^^^ ..ar
24 Jan. 1703, waarbij tevens personen afkomstig uit ^en, J^«
geene Zwolschen mogten benoemd worden geheel waren . ^^^^^^^ je
Ltzekius, Inst. juris Belg. pars. 1 lil. 10- 5 4; omtrent
costumen van 1642, deel 1. lit. 1 art. 7 (hl. 2J.nbsp;^^^ ^8 Jan. 172^
7)nbsp;Zie de keuren van 31 Jan. 1652, 25 Maar
in de Handv. I. bl.137, en bij uooseboom. Recued van keure
-ocr page 307-tien te Utrecht en Amersfoort 1), na twaalf jaren te Groningen 2)
Voor behuwde poorters was de termijn in vele steden op de helft
gesteld, in sommige mogten zij zelfs terstond in de Eegering
verkozen worden.
1)nbsp;Zie omtrent Utrecht de ord. van 13 Nov. 1584, 24 Julij 1618 23
Fehr. 1784 en 21 Julij 1785. ütr, Pl. B. III. bl. 94, 97. Bij de 'res
van 10 Maarl 1783 worden onderscheidene stedelijke ambten opgenoemd
tot welke geborenen binnen de provincie na Iwee, binnen de Vereenigde
^Nederlanden na vier en daarbuiten na acht jaren benoembaar waren Zie
omtrent Amersfoort de ord. van 11 Dec. 1654, 21 Mei 1655 en 13 Dec
lb58, bij vak bemmel, Beschr. der stad Amersfoort, bl. 506, 759. Zij
bèkltde^ '''nbsp;^^oeringsambten
2)nbsp;Zie arhtzeniüs, Inst. juris Belg. pars. 1. tit, 10, § 4.
-ocr page 308-§ 2. Begkn door de naturalisatie urlregen.
Ofschoon er gedurende de Eepubliek meer reden bestond om de
naturabsatie te verzoeken dan onder de Grafelijke Eegering, zoo
was zij toch niet van dat overwegend bdang, dat vele vreemde-
lingen haar begeerden in de plaats van of behalve het poorterschap
der stad waar zij zich vestigden. Yoor al de gewone naturalisatie
was in vergelijking daarmede van weinig imt; door deze toch ver-
kreeg men, ingevolge de resolutie der Staten van Holland van 25
Sept. 1670, alleen «het regt van protectie over syn persoonen goe-
deren, mitsgaders van de maintenue by de gestabilieerde jurisdictie
en onder den competenten regter, volgens de wetten van den lande,
en voorts van alle andere gemeene vryheeden en seekerheeden den
ingezeetenen deeser landen in het generaal competeerendequot;, met
uitsluiting van «adelyke of andere speciale praeëminentiën, prae-
rogativen, exemtiën, immuniteiten of andere particuliere voorreg-
tenquot;, alsmede van de benoembaarheid tot «eenige magistrature,
ampten, digniteiten, officiën of beneficiën, waartoe sy voor date
van de voorsz. haare naturalisatie niet admissibel waarenquot;. Deze
naturalisatie verschafte derhalve veel minder voordeelen dan he^
burgerschap, alleen aan hen die geen poorters waren kon zij be-
geerlijk voorkomen. Op bescherming van persoon en goederen im^
mers mogt elk, zoo vreemdeling als inlander, in het gastvrije i
derland veilig rekenen, terwijl het privilegium de non ^voc»» ^
aan eiken ingezeten werd toegekend, en althans de po»^ ® _
daarop een verkregen regt hadden. Slechts dan wanneer de
deling eerst sedert korten tijd herwaarts was overgekomen en^^^
vreezen kon nog niet in alle opzigten als ingezeten^ te
aangemerkt, strekten hem de brieven van naturalisatienbsp;^jj
borg, dat hij in de regten der onderzaten mogt deelen, j'- ^^^^
niet aan buitenlandsche Mogendheden zoude worden
noch in eenig geval van zijnen competenten regternbsp;^^ ^e
en toch, al deze regten verwierf hij eveneens door zich _
stad zijner inwoning onder het getal der burgers te doen ^^^^^
men, hetgeen met zoo weinige zwarigheden gepaard
door werd hij insgelijks onderzaat, op wien allenbsp;wij
gendheden geslotene tractaten van toepassing waren, wa^
een merkwaardig voorbeeld aantreffen in het jaar
geval van zekeren François Anthony Jabach, geboren te Keulen
die 1 April 1721 te Middelburg het burgerregt gewonnen had en
daarna 26 April 1732 door het collegie van de Admiraliteit in
Zeeland tot Commissaris te Livorno benoemd Avas. Toen deze uit de
nalatenschap zijner broeders vaste goederen in Frankrijk bekomen
had, maakten de Eeceveurs généraux du domaine zwarigheid om
hem als Nederlandsch onderdaan tot den eigendom derzelve toe te
laten en alzoo van het droit d^ aubaine vrij te stellen, bewerende
dat daartoe eene naturalisatie noodig zoude zijn, waarop de Staten
Generaal 9 Aug. 1753 uitdrukkelijk verklaarden, dat hij, als sedert
1721 poorter van Middelburg zijnde, «by haar Hoogh Mogende
ais een genaturaliseert ingeseeten van deezen staat geconsidereert word
en dat soodanige admissie onder de burgeren in de steeden deeser pro-
^ïncren genoegh is om als onderdaanen van den staat, op wien de
raetaten met de Kroon van Vmncryh subsisteerende hunne applicatie
^nden, U worden geconsidereert, sonder dat daartoe eenige andere
neven van naturalisatie van de Staaten der respective provinciën ae-
^hneert behoeven te wordenquot; 1). Kon elk poorter op deze regten aan-
bak maken, zoo verschafte het burgerschap den vreemdeling daar-
privilegiën, welke de genaturali-
Jde moest missen , dat het niet te verwonderen is , dat althans de
J one naturalisatie zelden begeerd werd en de vreemdeling zich liever
''^ïiiQelddetot het verkrijgen van het burgerregt
' daardoor werd men
vincie^nbsp;ambten, waarvoor het inboorlingsdiap der pro-
ûiet vereischte was, alsmede tot die welke de vreemdeling vroeger
landgenooten ter plaatse zijner ge-
hem dnbsp;uitgesloten. Niet tot alle ambten echter werd
^PnrerkT^'''' ^^nbsp;geopend, er waren er vele, gelijk wij reeds
sedert k 'nbsp;diegenen konden benoemd worden , die
hii^^^iT^^ ^^ längeren tijd poorters waren; door de naturalisatie
^^^■^cle 4ad inboorling der provincie, geenszins poorter eener be-
^Oïiden U f ^^ ^^nbsp;uitsluitend aan het poorterschap ver-
^^^^ de ^^^ uitgesloten, zoodat zelfs de naturalisatie ad honores
^'^^gerregt'^^,^^® herwaarts overgekomene vreemdelingen niet boven het
van de stad hunner inwoning verkozen Averd.
Zie
B. Vlll. I,]. 260.
-ocr page 310-N A S C H B I F T.
Met de omwenteling van 1795 begint een nieuw tijdvak inde
geschiedenis des vaderlands, ook voor ons onderwerp. Waren
vroeger de zeven provinciën slechts als even zoo vele souvereine
staten bondgenootschappelijk vereenigd, ten gevolge der veranderde
orde van zaken werd die scheidsmuur opgeheven, de provinciën
werden departementen der één en ondeelbare republiek, en zoo
ontstond het begrip van Nederlandsch of Bataafsch burger, hetwelk
vroeger onbekend was geweest. Als vreemdelingen beschouwde men
alleen diegenen welke buiten het Bataafsch gebied geboren waren,
en deze werden even als vroeger met de meeste welwillendheid be-
jegend 1). Ieder die in de republiek een zeker aantal jaren had
gewoond 2) en de overige constitutionele vereischten bezat, was stem-
geregtigde en werkte als zoodanig mede tot het benoemen van
kiezers voor de nationale vertegenwoordiging en de departementale
en plaatselijke besturen. Wel bleef het poorterschap in de steden
bestaan, maar het verloor veel van zijne waarde, de oude privi e-
giën hielden allengs op van verbindende kracht te zijn. Beeds in
het begin van 1795 waren alle vrijdommen van belastingen en to en
ingetrokken 3), terwijl in Holland de Grafelijkheidstollen ^el^e ^
de publicatie van 5 Maart van dat jaar werden vernietigd.
gelijk lot trof de gilden in 1798 , elk had dus volkomen vrijUe
1) Zie Staatsregeling van 1798 alg. lïep. art. 50; «de raaatschappy^o ^^
vangt alle vreemdelingen , die de weldaaden der vrylieid vreedzaam
te genieten, in liaar midden, verleenende denzelven alle zekeriicu
scherming.»
2)nbsp;Volgens art. 11 der staatsregeling van 1798 warennbsp;geo
na eene inwoning vau tien en v( Igens art. 24 van die op
verblijf van zes jaren stemgeregtigd. Bij eerstgenoemde was (le^^ ^^^^^^
zeven jaren verminderd voor hen die de republiek te water o
diend hadden.nbsp;nmwcntcl'quot;»'
3)nbsp;Zie c. üOGGE , Tafereel van de gescliiedenis der jongste
Amst. 179G. bl. 476.
.delingen
vn,n beroep, behoudens het toezigt der Eegering, zoo als op het
vervaardigen van gouden en zilveren werken, op het gewigt en de
deugdelijkheid van het brood, op den verkoop van eetbare waren '
en in het algemeen op het uitoefenen van kunsten of wetenschap-
pen welke onmiddelijk betrekking hadden op de gezondheid der
ingezetenen 1). Evenzoo was het bezit van het poorterschap gedu-
rende een bepaald aantal jaren geen vereischte meer voor de be-
noembaarheid tot stedelijke regeringsambten, een vijfjarig verblijf
in de gemeente was daartoe voldoende 2), terwijl in het algemeen
voor nationale , departementale en plaatselijke ambten bij de publi-
catie van het uitvoerend bewind van 2 Eebr. 1801 niets anders
gevorderd werd dan de inschrijving in het stemregister. In de Ee-
gCTmg van land of provincie alsmede tot hooge regterlijke betrek-
kingen moesten evenwel meestal inboorlingen benoemd worden 3)
en toen ons vaderland in 1806 onder het bestuur van eenen vreem-
den Vorst kwam, bedong men bij art. 8 van het tractaat van 26
iviei: «de ambten en bedieningen van den staat, buiten diegene
rpni ,nbsp;1798 alg. bep. art. 53. Publ. van bet üitvoe-
end bewmd van 25 Mei en 24 Dec. 1798. Staatsregeling van I80I. art. 4.
alscballing der gilden ontmoette echter vele zwarigheden, ontslaan deels
^ (le vereffenmg der belangen van de tot dus ver bestaan hebbende ver-
'nbsp;misverstand der staatsregeling. Zie de publ. van
j Uitvoerend bewind van 28 Maart en 28 Junij 1798 en van het Staats-
Ovenbsp;^^nbsp;voor Zeeland, Braband, Utreebt, Gelderland
20 iflnl™''quot;'quot;'' Groningen. Onder Koning Lodewijk werd zelfs
'oor de
het crim.
^eten ' quot;nbsp;vciiidimciiiif^eii van iiei z,eeuw,
quot;schappen. IV, 1ste stuk. Middelb. 1821. bl. 9.
^^^^nbsp;Uitvoerend
3) 7/quot;quot;
im quot;''quot;''«fegeimg van 1798 art. 32, van 1801 art. 29, 54, 62, 89,
hetnbsp;^^'nbsp;, 71. Zie ook de publ.
^'«■ecbt pvan 29 April 1802 voor Holland, Zeeland, Braband,
®'aatsregelinr 'nbsp;' friesland en Groningen. Dij art. 156 dor
'^'^ental'e b^ ^^^^ evenwel vorderde men voor de leden der depar,
bjjnbsp;slechts de inwoning sedert zes jaren in het deparle-
'^^fsch burinquot;nbsp;'■^Stcrlilke ambtenaren in het algemeen het Ba-
^''^'eglshof bet rnbsp;nationaal
hdmaatscbap van een der departementale geregtshoven.
Heri/®' ^^^^nbsp;gemaakt «tot vorming van de corporatiën v
xveiij^'^quot; ' '»quot;i^^cbten en bedryven. » Vergelijk art. 7. No. 13 van hel ^,.„1
«''scbafrquot;quot;'quot;nbsp;Holland. Eerst onder Napoleon bad de geheele
•^^gddequot;quot;nbsp;Prijsverhandeling van Mr. h. w. tydeman over
^^'etenquot;,' Nieuwe verhandelingen van het Zeeuwscb Genootschap der
quot;y''appen. IV, 1ste stuk. Middelb. 1821. bl. 9.
'■^indnbsp;van 1798 art. 193. Publ. van h
3) 9 Junij en 20 Oct. 1800 en 6 Febr. 1801.
« 180^° Staatsregeling van 1798 art. 32, van 1801 art. 29,
mm
welke behooren tot den persoonlyken dienst van het huis des Ko-
nings, zullen aan geene anderen dan aan nationale kunnen wor-
den toevertrouwd.quot;
quot;Van de bescherming in het algemeen aan vreemdelingen verze-
kerd waren echter in den aanvang van dit tijdperk de Pransche
emigranten uitgesloten , en ook naderhand diegenen welke afkom-
stig waren uit landen, waarmede de Fransche en dien ten gevolge
ook de Bataafsche republiek in oorlog was. Vooral aan de Engel-
schen droeg men eenen bijzonderen haat toe, in de openbare staats-
stukken sprak men van den haatzucMigen Brit, van een volh voor-
heen vriend der Nederlanders in sehyn, en verbood herhaalde malen
allen handel met dat land en allen invoer van Engelsche manu-
facturen. De Franschen daarentegen betitelde men met den naam
van medebroeders en bondgenooten. Wel kwam ons dat bondge^
nootschap duur te staan, daar zij zich daarvoor ruimschoots deden
betalen, zelfs geheele streken zich toeeigenden en nog meer vor-
derden, zoodat Zeeland 12 April 1795 een wanhopig vertoog bij
de Staten Generaal inleverde, verklarende: «dat eer de zee onze
kostbare dyken verwoeste en door haar golven ons noodzake eeri
ander verblyf op te zoeken, dat eer het geweld en overheersching
een einde maake aan ons bestaan, dan dat wy tot zulke gruwe-
len de hand leenenquot; 1) ; maar desniettegenstaande bleef men de
Franschen steeds als beschermers aanmerken, tot dat eindelijk die
bondgenoten, na ons volk op allerlei wijze te hebben uitgeput,
tot nadere bevestiging der vriendschap, aan onze landgenooten
treurige eer bewezen, hen met de groote Fransche natie in een te
smelten en tot Fransche onderdanen te maken. Eerst in l^^^
hernamen wij onze nationaliteit onder het bestuur van eenen Yoi®^
uit den voorvaderlijken stam.
1) Zie Tractaat van alliantie van 16 Mei 1795. Staatsregeling van
iirt. 68. Rogge, bl. 460, 494 vgg., 523 vgg., 541.
11.
.J^m, probanda sententia quam proposnit elyeks , verbis edicti
idetur»
III.
Pi
'Siiore obpignorato res ipsa pignori data non vi
IV.
Jure
tenetur, etiamsi
'^Wtti divortio dissolutum sit.
V.
Qui X' ■
potest.nbsp;^etatis iinpetravit exsecutor tes
stamentarius esse
-ocr page 314-296
YI.
Peregrinus in patria nostra manens a peregrino hie citari potest
etiam propter obligationes in alia regione contractas.
Yn.
Societas innominata extra patriam nostram constitnta hie agere
non potest.
YIII.
Yoce loon in art. 4.48 C. M. significatur etiam pars mercedis
nondum soluta.
IX.
Qui aedes suas inhabitatas in loco solitario inceudit, ex art-
434; C. P. puniri nequit.
X.
Qui secundum art. 22 C. Q. C. querelam instituit, »b
desistere nequit eo effectu ut Ministerium Publicum non amp^
agere possit.
XI.
ali'
Art. 21 Legis Municipalis non impedit quominus E^x ^^^
quem Burgimagistrum eligat, cujus cognatus vel affinis in P
vel secundo gradu adscriptus sit concilio municipali.
XII.
Peregrini non arcendi a muneribus publicis.
-ocr page 315-Oppositio systliematica quae dicitur improbanda.
Quod de concilio ordinum generalium adscribendfs administris
regus in art. 89 Legis Fundamentalis cavetur: lt;.lt;.ten ware zy tot
l^den der vergadering mogten benoemd zijnquot;, omittendum videbatur.
Nocent quae usuris modum imponunt leges.
SISMOXBI (Nouv. Princ. d^ Ec. pol. II. pag. 317);
Ionnbsp;générale, toutes les fois que la demande pour la
surpasse les moyens qiCon a de produire, toute
^^^^^ ^^^ ^^(^a^Wes ou dans les arts est un
fai-fnbsp;société, parce qu'elle donne les moyens de satis-
proanbsp;existants. Toutes les fois au contraire que la
''»ihlahquot;''nbsp;« la consommation, toute découverte
des CO ^^ ^^^ ^^ calamité, puisqu' elle n' ajoute aux jouissances
^^nbsp;« meilleur mareU, tandis
^^ plser^^''''^^nbsp;des producteurs. Il serait odieux
^^ l'avantage du bon marché contre celui de l'existance.quot;
'''' ^^o^vatquot;quot;nbsp;(Dictionnaire de F Ec. pol. voce droit
quot;^^Onrnf-S '' seuls sont en position de combattre les
U^rnetii^ jnbsp;ue comvaw,
pour
économique et le privilège industriel pour un mai:'
-ocr page 316-AAN
BIJ ZIJNE OPENLIJKE BEVORDERING TOT DOCTOR
IN DE REGTEN.
Heden vloeijen mijne toonen,
^t Is de dag, zoo lang verbeid,
Dat Minerva's eerekroonen
Mijnen broeder zijn bereid.
Allen, die u bier beminden,
Trouwe leidsliên, bartevrinden,
Têedre moeder, zoete bruid,
Stemmen in dit feestgeluid.
Ylocbt voor zooveel zorg en zwoegen
Pallas n dees lauwerblaên;
Tot dien prijs is waar genoegen
Aan ons menscben toegestaan.
Moog* de Hemel, bij uw streven,
Zijnen besten zegen geven.
Pat der groote maatschappij
Vruchtbaar al uw pogen zij.
Toondet g' ons de groote vadren,
Hoe hun land den vreemdeling.
Die den vrijen grond mogt nadren,
Vol van liefd' en zorg ontving; —
Ons wou Neerland, als zijn zonen,
Grooter liefd' en zorg betoonen;
Daarom onze kracht en vlijt
Aan het vaderland gewijd.
/
Maar een straal van reiner leven,
Zucht uit beter vaderland ,
Liefde heeft ons God gegeven,
Schoonste gaaf van Zijne hand;
Moogt gij daar den vrede vinden;
Aan de hand der teêrbeminde
Rustend van de zorg der aard,
Zij u rein geluk bewaard.
Moog' een rij van wakkre zonen,
Tredend in der vadren spoor,
Uwen dierbren echt bekroonen,
Of een bloeijend dochtrenkoor
Uwe levensbaan omkranzen
En als reine paarlen glanzen;
Dat uw' ouderen, verheugd.
Lang nog deelen in uw vreugd.
Blijf ook voor uwbroedren, magen,
En voor heel uw vriendenrij
Steeds dezelfde liefde dragen:
In uw zegen deelen zij.
EindToos noem' men 's menschen weten;
('k Wil zijn grenzen thans niet meten;)
Maar het Tiart is eindloos wijd,
Liefde blijft in eeuwigheid,
W. A. J. van Geuns.
-ocr page 318-YEEBETERING.
Bl. 6 regel 1 staat: in de dertiende lees: vooral in de dertiende.
C. C. B. L.