-ocr page 1-
-ocr page 2-
-ocr page 3-
-ocr page 4-
-ocr page 5-
-ocr page 6-
-ocr page 7-

3 ^ /

JESUS ONZE LIEFDE

X 1 E U W

V (1 O li

GODMINNENDE ZIELEN,

1 O O R

H. J. DB J O N (r,

Pastoor te DeUen.

Met kerkelijke goedkeiiri^;

•—, X «

s? O £

Derde \ cel vcnnoprderdo uil-^vvi'. -

- 1^1 ® ^ ®

AI.MHI.O, quot;3 i: ;;

-Si *'■ c ■ T. T. SO Al VI F; Iti

-ocr page 8-

i

M I' li 1 AT ATU li.

KAALTE , 18 Julij 1875.

G, PAS, T. i 1) r. C c n

-ocr page 9-

VOORJJE.IilCHT

Neemt het geloof onder de Katholieken van Nederland met eiken dag oj) eene in 't oog loopemie wijze toe; krijgt R. J^t aanhoudend nieuwen gloed, nieuw leven, dat zich

in de edelste oli'ers, niet slechts van geld en goed, maar van bloed en leven zelfs voor de belangen der Kerk en van het 1 aussebap openbaart; ziet men overal in ons O. PAS. vaderland de heerlijkste kerkgebouwen verrijzen en daar

binnen de indrukwekkendste geheimen van onze heilige ilir. Oen s. Godsdienst vieren met eene plechtigheid en luister niet alleen, maar ook met een eerbied en stichting, die Meidoen aan het Katholieke hart,, die luide getuigen van het geloof, waaruit zij ontspruiten; zien wij overal inzonderheid liet veelvuldig gebruik der H. Sacramenten , bet geloot, de liefde eu godsvrucht tot Jcsus in het naMddcljV AUaarsacramr.nt, dat Geheim zijner liefde, het middenpunt van (jeheel onze 11. Godsdienst met eiken dag nog toenemen; geen wonder dan, dat het vrome hart telkens nieuw voedsel, nieuwe opwekking vraagt voor die godsvrucht tot Jesns in dit aanbiddelijk Geheim. Dit nu: nieuw voedsel voor ben , die Jesus in het H. Altaarsacrament vurig wenscbeu lief te hebben, te eeren en te aanbidden, heeft de bewerker door dit Nieuw Communieboelcje aan Neerlands vrome Katholieken willen aanbrengen. Ik zeg nieuw voedsel,

-ocr page 10-

VOORBERICHT.

VI

omdat men de gebediMi hierin voorkomende, belioudens misschien enkele uit/.onderinnen , te vergeefs in andere 'Nederlanilschc Gebeden- en Com ut unie-boelen /al zoeken. Behalve uit de schril'ten van den H. Franeisens van Sales en andere geestelijke schrijvers zijn dc/.e gebeden voor het grootste gedeelte getrokken uit een Hoogduitseh werkje van G. Oit, dat in Uuitschland in betrekkelijk korten tijd tot negen malen herdrukt werd en waarvan een Dnitsch Recensent zegt : AVij begroeten de verschijning van dit Communieboekje met vreugde; want het leert ons in den geest op eene nuttige en heilige , wijze met Jesus verkeeren en in 't algemeen den Com-muniedng iroed doorbrengen. De gebeden en gevoelens komen uil het hart van een vroom priester en zullen daarom ook gemakkelijk weer den weg tot het hart vinden. quot; — Moue dus ook dit boekj»' onder tuis iets medewerken tot vermeerdering van het geloof, de liefde en gods vrucht jegens Hem, die, eeuwig God, in dit aanbiddelijk Geheim van li. fle de spijze onzer ziilen zijn wil, dan mag ik mijn vurigslen wensch en hartelijkste bede vervuld zien.

-ocr page 11-

OVER DE WONDERVOLLE UITWERKSELEN

VA A II; T

AANBlODEL!JK ALTAAR-SACRAMENT.

Do I I. Comiuunie oJ' liet wt-rkelijk nuttiifou van het nllerheiligst Licluuuu eu IMocd des Heeren brengt in eene wel voorbereide ziel de wond rvolste uitwerkselen voort. — Met weinige woorden wil ik u, vrunic /iel, mede-deelen, wat de II. K^rkvadiM-s en jrodvruehtifre selirijvers daa over ze^en, opdat irij Ie oneindige liefde van uw ^oddelijken Verlosser en de trenaden , die Fl ij bij 't naderen tot zijne 11. iali'l u wil mededeelen, wid inooq^t erkennen.

Het eerste uitwerksel der H.Communie is, dat zij u liet leven pieft. Jesns ze^t dit zelf: TFie mjn vleesch ee! en m jn oloed drmlt, heeft hel eeuw'xj lcvii-i. lief hroo l. duf II- n geven zal, h mjn vl.rsc'i 'voor hei leven der wereld. Zoo als de levende Vader M j gezonden heef! en 11 door den Vader leef. zoo zal ooi hj, die Mj eel , door Jij leven (Joan. VI.) Hij ontneemt ons het leven, dat wij van Adam liebbeu geërfd, het leven van hoogmoed, van eerzucht, van gehechtheid en liefdevoorde geschapene dingen, van zelfzuclit en boo.e lust, kortom het leven van alle hartstochten, die in 's meuschen hart wonen, en deelt ons /.ijn leven mede, een leven van zachtmoedigheid, ootmoed, geduld, heilige liefde en zelfverloochening, kortom een leven var alle deugden en goede werken. Tn de Heiligen is dit wonderbaar uitwerksel der II. Communie duidelijk zichtbaar. Hun heeft Jesus door de II Communie zijn heilig leven ingestort ,

-ocr page 12-

8

de volheid zijner deugden meêsedeeld, zoodat zy zijn

levendie afbeeldsel geworden zijn. .....

liet tweede uitwerksel der 11. Communie is, dat /.ij „MS Oil de innigste wijze met Jesus verecnigt. iriernj,, vleesch cd en )»';« bloed drinld, hljfl ui Mj en Ik hem. (Joan. Yl.) Vleze wondervolle vereemging omvat liclinam en ziel. Het vleeseh des Hoeren wordt één met uw vleeseh , zijn heilig bloed vermengt zich met uw bloed. Zijne ziel trekt de uwe aan zich; gij wordt één geest met Hem en komt in gemeenschap met de goddelijke natuur.

11 l'etr. 1.4.) Geene menschelijke tong is in staat om deze verecniging te schetsen, /ooals het \ocdsel, dat gij neemt door uwe ziel bezield wordt, leven krijgt , evenzoo begint ook de geest van Christus u te bezielen, zoodra gij door de H. Communie zijn lidmaat wordt. Jesus wordt dan de ziel van uwe ziel, het leven van uw leven : Hij denkt, siireekt, bemint, handelt in u, zoodat gij zeggen kunt : Christus is de mijne, en ik ben de zijne , Christus leeft in mij !

Het derde uitwerksel is, dat zij uwe ziel reinigt van dngelijksche zonden en voor doodzonde bewaart. Zij is , zegt de II. Kerkvergadering van Trente, een tegengift, waardoor wij van dagelijksehe zonden gezuiverd en voor doodzonde bewaard worden, weshalve ook de H.Ambro-sius zegt : Ik moet dagelijks liet bloed des Heeren ontvangen' opdat ik dagelijks vergiifenis krijge van mijne zonden; wijl ik dagelijks zondig, moet ik ook dagelijks het geneesmiddel tegen de zonde gebruiken.

Het vierde uitwerksel is, dat zij de booze nelgingen en de drift der hartstochten in ons verzwakt en meeruit-dooit. Jesus, de heiligheid zelve, duldt geene bezoedeling naast zich. II. I vuur drijft alle vochtigheid uit bel hout en zet het eindelijk zelf ook in vlammen, zoo ook drijft Jesus de booze neigingen uit ons bedorven vleeseh. li ij verstompt den prikkel der zonde, die in ons is en bestrijdt en matigt hel vuur onzer hartstoehteu en driften. y Zoo iemand van u, quot; zegt de H. Bernardns tot zijne Ordebroeders, -niet zoo erg meer wordt aangevallen door toorn, nijd. wellust en andere zond en, dan

-ocr page 13-

9

heelt hij dit aan 't vleeseh en bloed van onzen Heer en -Meesier te dunken.quot;

Het vijlde uitwerksel is, dat 4ij de ziel versterkt en veredelt, /ij ir,.ef| u kracht, ijver en moed, urn alles wat God behaag-t te volbrengen. Daarom wordt ook het allerheiligste Allaar-Saorament liet brood dei-sterken, de t a r w e der nit v e r k o r e n e n genoemd. Alle vrome en heilige zielen schrijven de verhevene en heldhaftige deugden, die zij beoefenden en de H. Martelaren hunne heerlijke zegepraal over de woede der dwingelanden aan de H. Communie toe. 1.1e H. Com-innnie veredelt ook de ziel, vermeerdert in u de heilik-makende genade. „ Het goddelijk bloed, zegt de H. Josiuncs C hrvs : der ziele sc loonlieid en adel en

belet door zijne voedingskracht, dut zij in alnnittim-vervalt Dit bloed is haar heil, het heiligt en veredelt haar. het ontvlamt haar en maakt haar helderder, dan ffoud en vuur. quot;

Het zesde uitwerksel is, dat zij in uw lichaam de kiem legt der onsterllijkhnid en er liet «ndernand eener heerlijke verrijzenis aan geeft. . Zij, die deze spijs en dezen drank nuttigen, zegt de H. Augustinus worden onsterflijk en onbederllijk.quot; Jesns zeil g.-tui-t dit, als Hij zegt : TFte mijn vleeseh eet en m'jn Hoed rh-hiH heep het eeuwig leem, V: zal hem opwellen ten jo»n-

sten (lage.quot; (Joan. VI.) Zoo is dus ......-lijk, volgens

de uitspraak der H. Kerkvergadering van Tiente , de H. Communie een onderpand onzer toekomstige heerlijkheid en eeuwige zaligheid. Ziedaar, vroine^ziel de voornaamste uitwerkselen, welke de H. Communie in een welvoorbereid hart te weeg brengt. Nader dus zoo dikwerf mogelijk — maar altijd met verlof van mv biechtvader,— tot Jesus in dit Geheim zijner liefde want Jesns zelf wil het, de 1]-. Kerk verlangt het, het heil uwer ziel vordert het ten dringendsle; laat u dus door alle ijdelc en dwaze voorwendselen van de II Com-niunie nimmer ternghouden; maar nader immer met een brandend verlangen , met een levendig geloof, met eene kinderlijke liefde, immer met steeds grooler afkeer

-ocr page 14-

10

van de zonde en vaster voornemen om in de deujjd , in de liefde van God toe te nemen; in één woord : na.ler steeds met de vere sehte voorbereiding en wijl van die vooibereSnu' de meerdere ot' mindere vrnelit der 11. Communie ailiangt, daarom Uier nog een enkel woord over de

VOOR BEKEI Dl XG

TUT DE II. COMMUNIE.

In liet boek der Navolging van Christus spreekt de lieer tot zij mm dienaar: Ik ben de minnaar der zui-„ verbeid en de sever van alle heiligheid. Tk zoek een „rein hart, daar is de plaats mijner ruste.... ^ ill lïij, „dat Ik tot u kome en bij u blijve, verwijder dan het „oude zuurdeeg en reinig de woning uws harten... ; ,, want al wie bemint, bereidt voor zijn geliefden vriend de beste en schoonste plaats, wijl men dan ruit de „liefde van dengene, die zijnen vriend ontvangt, leert kennen.quot;

Het hoofdvereisehte der vooibereiding tot de II Lom-munie is een zuiver geweten. Op het oo^enblik, waarop men het aanbiddelijk lichaam des Heeren ontvangt, moet onze ziel zuiver zijn van doodzonde. Zelfs moet men trachten , zooveel in ons is, alle kleinere zonden, welke de ziel bezoedelen, uit te wisschen. Het zou een allei-snoodst vergrijp en afschuwelijk verraad zijn jegens uw goddelijken Heiland, wanneer gij hel zoudr durven wagen, het allerzuiverst lichaam des Heeren in eene met zware zonde besmeurde ziel le ontvangen. Dan zoudt trij in uw hart een kruis oprichten, om er den Heiland op nieuw aan te klinken. En vleselijk zouden daarvan de irc.volgen zijn. (jij waart dan aan s; Heeren oordeel vervallen. D.ior eene seheiine liMilaliiiir van God zou eene verschrikkelijke verlatenheid, eene doodclijke onverschilligheid voor al wat heilig is en voor uw eigen zieleheil uw lot wezen; uw hart zou meer mi meer verharden en uw einde aan de wanhoop en het verderl

-ocr page 15-

11

van Judas gelijk zijn. Maar, neen, godminnende ziel, aan zulk ven;rijp /.uit i^ij u niet selmldig maken ; dat ware al te afgrijselijk.

Eeliter bestaat er 110^ eene andere reiniieiddes liarlen, waardoor men uit eerbied voor de Iieiliïlie d Gods /.ijne ziel van de «rerinirste zonde reinigt, dej?e!ieehtlieid aan de zonde in z.ie'i bestrijdt en de booze neigingen i-n hartstochten traeht te ond. rdrukken en in te toornen. Wij moeten het stof ook van de voeten wissehen , even alsde Zaligmaker vóór Int Avondmaal zijnen leerlingen deed. Het allerheiligste Sacrament toch is het brood der Engelen : daarom moet gij u beijveren met En'/el en reinheid ter II. Communie te naderen, Ik zeg: u beijveren, ernst in- er u op toeleggen, om door Gods genade gesteund, uwe gewone lonten te verbeteren en naarhooger volmaaktheid te streven , want op eene volmaakt waardige wijze de IT. Communie te ontvangen, is voor den zwakken mensch onmogelijk.

Wilt gij dus. godminnende ziel, die reinheid erlangen, maak u dan de laatste dagen vóór de II Communie ten nutte en bereid u daarop voor, zooals de II. Aloysiusdit immer gedaan heeft. Wees in die dagen aandachtiger in het gebed, trouwer en ijveriger in de vervulling der plichten van uwen staat. Wees waakzamer en oplettender op u-zelve. Maak 's morgens bij uw morgengebed een bepaald voornemen , om uw hoofdgebrek te verbeteren, de zoude, waarin i^ij telkens hervalt , ie vermijden en vernieuw dit voornemen op den dag. Denk meermalen aan den dag der 11. Communie en zeg dan: 0 mijne ziel, uwJesus noodigt u uit, weldra komt Hij tot u Ach , Heer! ik beloof het U, dat ik niet meer zoo dikwerf in mijneoude fouten zal hervallen. Hoe vurisr wenschte ik in 't geheel niet meer te zondigen, maar Heer, ik benzoo zwak; lieve Jesus, help en versterk mij!

Komt nu de da^ der 11. Communie, beijver u dan , om zooveel mogelijk met de gewenschte voorbereid!nir, in de heiligste gemoédsstemming tot de talVl des Heeren te naderen. Tracht daarom gevoelens van hel levetid'iy-slc geloof, van den diepst en ootmoed en eerbied, van de vurigste liefde en het grootste vertrouwen en ran een

-ocr page 16-

ia

brandend verlangen naar clil liemelsch brood ia u op te wekken.

W at lietgeluuf betreft, bedenk dat Jesus, de eeuwige waarheid , srezejjd lieeft, dat Hij zijn vleeseh eubloed tot spijs en drank uwer ziel zou geven en dat zij zonder die spijze niet zou kunnen leven. Stel u levendig voor, Jesus vóór u te zien, terwijl Jlij u zegt : Kom, o ziel, onder den last der kwelling neergedrukt , Ik zal u verkwikken; ol' wel, stel ii Jesus voor, alsof Hij zeil' u zijn allerheiligst lichaam toereikte. Zeg met den Apostel Petrus: lieer! tot wien zullen wij gaan? Gij hebt de woorden des eeuwigen levens; ik geloof alles , wat Gij ons geopenbaard hebt en uwe heilige Kerk ons leert.

Ooi moed en eerbied zult gij in u opwekken door te overwegen, dat Hij, die tot u komt, is de Heer, de Almachtige God, die alleen door zijn wil Hemel en aarde in het aanzijn riep, onderhoudt en bestiert en in 't niet kan doen terugzinken ; dezelfde, voor wien de Engelen des Hemels uit eerbied hun aangezicht bedekken en op wiens wenk de zuilen des hemels sidderen en beven. Sla daarbij dan tevens de ooiren op u-zelve, om uwe geringheid, uwe nietigheid, al uwe fouten en ellende te erkennen en nade r zóó tot de II. Tafel des Heeren met de gevoelens van den tollenaar, die 's Heeren altaar niet waagde te naderen, maar van verre staan bleef, op de borst sloegen uitriep: God! wees mij, armen zondaar, genadig; of met de woorden van den verloren Zoon : Vader! ik heb gezoüdisrd tegen den Hemel en legen u; of wel besproei met Magdalena Jesus' voeten met uwe tranen en roep met de 11. Elisabeth uit: Vanwamp;ar komt mij dat geluk, dat de moeder des Heeren, —de Heer ■/elf— tot mij komt ?

Om liefde en verfroinren in u op te wekken , moei gij u de oneindige barmhartigheid en liefde des Heeren voor o jiren stellen, die vooral in dit allerheiligst Sacrament uitschitteren. Want wie zou Hem niet liefhebben, die ons zoo zeer heeft liefgehad? U ie op Hem niet vertrouwen, die ons zooveel uocds bewees? Welk herder voedt zijn schapen met zijn eigen vleeseh? Ja, welke

-ocr page 17-

13

moeder peft haar eigen blood le drinken aan haar kind, u hett,- voeden eu te versterken ? Dal de Zoon Gods om den mensch te verlossen, de mensehelijke natnnr . nnnanmvaseen wondervol werk van liefde, maarsrrooler

Zïr r ''h- ■•r IS i!1J,quot;C llul'de dc quot;• ^quot;quot;'quot;inie, waar Hy zeil spys en drank wordt onzer ziel. En als alleen de aanraking van zijn kleed de vrouw van 't Evangelie van eene zware ziekte genas, moet gij dan niet veel meer hopen en vertrouwen, dat Hij nl'uwe ziele-

uwtTrtf ' IIij /'eli' ,JCzil WÜ nemen van

Eindelijk moet men tot de H. Comnmnie naderen met een vurig verlungeti. Overweeg, om dat verlangen

imJ' quot;i'i le,1VL 1 Vlf11 'l'5 eequot;e zij'le uw nruoten nood, uwe ellende, uwe gebreken. de behoefte aan de goddelijke hulp, uwe zwakheid, onstandvastigheid, verhlind-heid .n, zondigheid, en van den anderen kant de won-de h,iie uitwerkselen van dit II. Saerament , de groote lielde , waarmede Jesus bereid is n te zuiveren te ver-sterken, le verliehten eu fe •renezcn

Die overweging zal ongetwijfeld een vurig verkn^n opwekken om tot Jesus te naderen, zooals een dorstic naai de waterbron, een hongerige naar snijs een zieke naar den geneesheer verlangt. En waiiiieer gij dat h'ran-dend verlangen dien honger en dorst naar Jesus in u net gewaar wordt o verlang dan ten minste vurig om het te hebben en Jesus zal met uw goeden wil tevreden zijn zooals IIij aan de II. Meehtildis leerde: Wanneer gij tot de II. Communie nadert, verlang dan tut mijne eer al de begeerte en liefde te hebben , waarvan het gloeijendste hart ooit naar mij is outstoki'ii geweest '■li op deze wij/,,, moogt gij tof Mij komen-, wanl Ik

zal mijne oogen op die lielde ....... en haar a;.......men

quot; gu Verlangt, om ze ook zelve le he/itten Daarom zou het eene goede voorbereiding zijn, vóór de H. Communie recht hartelijk te verznehlen: „ O zoetste , Jesus ! met geheel mijne ziel verhing en begeer ik „ met dien geestelijken honger, dat brandend verlangen «tot uwe II. lalel te naderen, waarmede uwe Ueüi-

-ocr page 18-

14

, gen U steeds naderden en van die ^

gloeien, waan an het Imrt uwer 'f'1 MüLder pii vin uw i' 11. Apostelen steeds braudik.

quot; Ouk /.OU hei eene nuttige wij/.e va:. v»u^e;seld^j /iin vóór Je U. Commuiue, wanneer jiij, Nol^cnb üen raad van Jen 11. Bumuentnra, telkens eene plaatb mt

de levens- of lijdensgescliiedems des Heeiea ove™quot;quot;-quot; Immers de H. Communie is ook een gedenluekea vaJi s Hecren bitter lijden De II. ^

Wie Ie communie .^aat. zal, zoo diUm J nieeert. zich voorstellen als legde hij den mond op d kostbare wonde van Jcsus' zijde, om daar zijn he.1 bloed te. drinken en zich deelachtig J'quot; ;,A1'Fi',

los «al Jesus daarmede voor ons verdiend heelt. Inn deliik raad ik u aan, om voor de lï. Comiiiume, eenkc oo..-.,Wikke., met de ovcro^mg der uM nu.iTcn he/.iiT te honden ; lo. ïïm lomt lo. hij ■ •

, 'U,' In? 3«. iraarom lomt }Vj r welke aan elke ' nu,innie-oefcniivj; vooiafe.an, die gij niet slechts lezen , ii ui ar overwegen , ontwikkelen en op quot;f*2®1';®

„■„sen en die. als «g God daarhlj vurig om war. gods

v'rucin hidl , ongetwijfeld voor u van het grootste /ijn zullen.

-ocr page 19-

OVERWEGINGEN EIV GEBEDEN

tkk VOüKlihKtl hing

VOOR DE H. COMMUNIE. ]. OVERWEGING. *

VOOKKEUEIUIXHSGIiBEl) VQO); ItDliliK OVE .\VEGlX(i.

O g'üüdürtiercn Jesus, die op aurdc/.ijt gu-koiiicu, 0111 alle inonschcu te verlieliten, open de üoh'cii van mijne ziel en laat mij de üu-ciudifje liefde erkcmieu, waarmede (Sij liet allerheiligst Sacrament des Altaars hebt ingesteld, laat mij de onbenrijpelijke goedheid en gunst inzieu, waarmede Gij tot ons hebt willen afdalen, om bij ons, arme meiischeukiu-deren, uw intrek Ie nemen, ons met uw allerzuiverst vleesch te spijzen en met uw allerheiligst bloed te drenken; maar laat mii ook mijne armoede, mijneuietsw aardigheid en zondigheid inzien en erkeniieu, hoe rein en

* l)e/.e overvicgiiiseu kan men op den vooravond of ook s morgeus oj) deu Coiumuiiie-clHg ven idite:..

1

-ocr page 20-

16

heilig mijne ziel moet wezen, om U, den heiligen Gód . to ontvangen, opdat ik alle zorg bestede, om door ecne waardige voorbereiding 1 welgevallig en dö groote genade deelaehtig te worden van mij met U te vereeuigeu, met U, mijn goddelijken Heiland Jesus Christus, die met den Vader en den li. Geest leeft en lieerscht in alle eeuwigheid. Amen.

1.) /F/e komt lol mij? Christus, de Zoon van den levenden God , de beminde Zoon, in wien de Hemelsohe Vader zijn welbehagen genomen heeft; Christus komt tot mij, het AVoord, waardoor God alles gemaakt heeft, wat er gemaakt is. — Christus de eeniggebo-ren Zoon Gods, do afglans zijner heerlijkheid en zijn zelfstandig evenbeeld , die een van wezen met den Vaderen den H. Geest, in alles aan hen gelijk is, — Christus, de Zoon Gods , wiens rijk geen einde heeft, wiens troonde Hemel, en wiens voetbank de aarde is en voor wien de gansche wereld is als een druppeltje aan .den wateremmer, die'gewaard igt zieh tot, mij te komen. — Christus, de Zeon Gods , voor wiens ontzaehlijko Majesteit de Cherubs en Seraphs hun aangezicht in diepen eerbied bedekken, wien taliooze koren van Engelen dienen en lofzingen; Christus, dc eeuwige God , de Heer der heerseharen komt tot mij en gewaardigt zich mij te komen bezoeken. —

-ocr page 21-

17

2.) Jjj/. ioieu komt Hij? Tot mij, nietig | sterveling, door zijne hand uit liet stof der aaide gemaakt en gevormd. —Tot mij, arm meusehenkind, dat naakt, hulpeloos, van alles ontbloot, niet zoude bevlekt ter wereld kwam, dat van mij-zelven niets heb en niets kan, dan — zondigen!—Bij mij wil de Zoon des Aller-hoogsten zijn intrek nemen, die een afgrond van ellende, misschien van boosheid ben!.. Tot mij wil de Zoon Gods, de afglans des eeuwigen Vaders komen, tot mij, die van alle kanten van de melaatschlieid der zonde overdekt, bezoedeld ben van den moedersehoot af aan! — O, onbeschrijfelijke vernedering van mijn God en Heer! De almachtige Schepper wil zijn arm schepsel, de Heer des Hemels en der aarde een armen bedelaar bezoeken!...

o.) Waarom komt Hij / Om dien armen bedelaar uit het stof op te heften en den behoeftige uit het slijk te beuren, (ps. 113.) Om mij, het armzaligst menschenkind, met de schatten zijner liefde te verrijken. Om mij, arm schepsel, van zijn goddelijk leven , van zijne volmaaktheid mede te deelen, opdat ik, o wonderbare, onuitsprekelijke genade, aan zijne goddelijke natuur zou deelachtig \vorden! — Gods Zoon wordt de spijze mijner ziel; mijne ziel wordt door God met zijn \leescli en bloed gevoed ! O verbazingwek-

-ocr page 22-

18

kunde, onbegrijpelijke gnnst van » 'J ^od ^ Heer! O.iel, wat geeft gijUcm oen .00 oneiudige liefde en goedheid wedei ......

Jirde. Ü'Zoon van den leviMidL^Godïhoe is'l mogelijk , dat Gij /.00 diep u iit af laiu , on. 111 ij veraclitelijke aardworm, te W,oc

i-,. 1.0_Mu»-ik gelooveu, dat awe eeuwige

todheid, welke de Hemelen niet kunnea omvatten, mijn hart tol woonstede wll uf i-;,./,.!!? O ia dat geloof ik, wijl Gij z«,H

het'gezegd liebt, maar begrijpen kan ik het

„iot Te .root is de afstand Uisscheu U en mii • te diep lig' ik in het slijk der zonde neci ,

/.oodat ik hel ^elf niet wagen durf .myneoogeii

tot uw0ontzaglijke Majesteit op ^ ;

Maar ('ij zijt God en een God mu ge

liefde' iVe liefde, die geenepaleu kent,stuU mijn geloof en wekt mijn vertrouwen op O kom dan, rieveJesnsS.i kom spoedig; ...

viel verlaiiquot;'t, smacht naar uwe komst;/ondei

O kom dan, lie . eJe^iis, en toefuset lan^ei

11 OV.Kll\VEGlN(i.

VOOllBKli 1:11) 1 Nlt;■ W'iK14') (u's jl- lu ^

die'/.ichook een Zoon Divids.een menscl.t.

-ocr page 23-

19

zoon noemt .... Jesus komt tot mij , die in den sclioot der onbevlekte Moedernuui^'d de mensciielijk natuur heoft aangenomen , om de mensclieu, door de zonde van God gescheiden, weer met God te kunnen vereeniü'en,— diezelfde Jesus, dien dt; allerzaligste Jlaagd onder haar hart, in hare armen droeg, . . . die aan Maria en Joseph tijdens zijn verborgen leven in alles gehoorzaamde, . .. die drie en dertig jaren iu armoede, ellende en verachting op aarde wandelde, om allen goed te doen, allen te redden, om op te zoeken en zalig te maken wat verloren was. Jesns komt tot mij, die om mijnentwil de gedaante van een dienstknecht heeft aangenomen en gehoorzaam was aan zijn heimdschen Vader quot;tot aan den dood des kruiscs! . . . Diezelfde Jesus komt met godheid en rnen-chheid tot mij !

3.) Tot reien komt Hij:' Tot mij, arm men-schenkind, die reeds bij mijne ontvamrenis en bij mijne geboorte met de erfzonde besmet, een voorwerp was van gramschap en afschuw voor den driewerf heiligen God ! . . . Tot mij, die door het bloed van Jesus in de wateren des Doopsels gereinigd en tot kind van God gemaakt, echter dat kleed der onschuld weder bezoedeld en mij onwaardig gemaakt heb, om een kind van God te hecten en te zijn! . . . Tot mij. een mensch, die den adel

-ocr page 24-

i

30

der menscliclijke natuur dikwerf zoo weinig quot;•eaclit, uiiju licluuini zoo vaak outcoid ou aai zinnelijk -enot heb overgegeven! . . . lot. .11«, die dikwerf als een arme knecht nnjne h.atb-lochton gediend en mij tot slaaf \einedad heb van mijne lagere driften.....

' 3.) Waarom W Hij? Om mijne mensch-

lioid door den adelzijnerverhcerlijkte.mensc 1-

heid te verheamp;n; 0111 111 mij te ^ wat Hij Sïezoffd heeft: „zoo gij met wo dt ;1K kinderen, zult gij het rijk der Hemelen „iet ingaan! . . . om mij vromen kindeizm, kinderlijken eenvoud , kinderlijken ootmoed , kinderlijke zachtmoedigheid reinheid en on-M'Uitld, kinderlijke liefde te leeren . . . ü

niij de latse driften te onderdnikkeu, xau mij de gezindheid van een dieustkneeht weg te nemen, mij vrij te maken van (ic bl'llcle°, mijner booze neigingen en nnj de vnjheid dei kinderen Gods te schenken! . . . Om het kleed der onschuld mijner ziel te renngen dut ik door de zonde bezoedeld heb en het Soon en heerlijk te maken .n znn herhg

bloed ! . . .

Bede. O, mijn Jesus! schoonste onder de mensehenkinderen, reinste, heiligste Zoon dei ;.lüjd onbevlekte, heilige Maagd Mal ia .^ nj wilt tot mij komen, een mensch lee -

-ocr page 25-

31

inig zonde ontvangen, en die van de dagen mijner

aan geboorte af onder het juk van booze neigin-

mij, quot;'C!1 en driften verzuclittc. Gij wilt tot mij

irts- komen, mijn hart wilt Gij tot uwe woon-

lerd stede uitkiezen, mijn hart, dat door zoovele zonden bevlekt, U nog zoo weinig bemint! Is het mogelijk, dat uwe liefdequot; zoo ver

iscli- Saa' ? En toch hebt Gij gezegd : Zoo (jij mijn

isch- vleesch niet zult eten en mijn bloed niet zul!

keu , ! brinken , zult gij het leven in u niet hebben. ordt ; ^a' w'' leven, leven voor U, leven vol-

lelen r'0113 llw en voorbeeld. Zoo kom dan, o

rziu, Jesus! neem bij mij uw intrek en deel mij

oed , !lw hemelsch leven mede. Help mij, dat ik

ii ou- ^11 ootmoed en zachtmoedigheid, in reinheid,

. Om ''«irmhartigheid en gehoorzaamheid ü navolge

van en zóó uw hemelschen Vader behage on zalis:

weg worde. Amen.

nden

d der III. OVERWEGING.

liet

igeu, V00RBEREIDINGSGEIÏED (als bi. 15.)

li het

leilisr -'■) quot;te ^ mV- Jesus, die in de booge Hemelen heerscht, wien alle macht gegeven is in den Hemel en op aarde. Jesus, er de l'e Ivoning, opwienn schondcreu de heersehappij du der rust en op wiens kleed staat geschreven ■. ko-a! Gij NIN0 UI3K KONINGEN, HEERÜElUIEEBSCItAllEN. :ds in Jesus, die gebied voert op aarde, aan wien

-ocr page 26-

de Hemclsclie Vüder ^tvc^d heeft; Ferlany ,vc' ee run htij, i'v ik zal U de Heidenev lol erfdeel gvootci f/ereu en lol nweiyendom de nileindeii der aarde, j'quot;11 ' . Jesus.in wiimsnaam alle knieën zich buigen elle.iuli in don Hemel, op en onder de aarde, Jesus baren die ook door zijne wrekende gerechtigheid';

in de hel heerscht, voor wiens naam de hel- 'j lce^el legeesten beven; de Koning der koningen ^0'1 tc komt tot mij! —

2.) Tol icien homl Hij■ Tot mij , zijn arm sclnpsel, dat Hij uit stof heeft gevormd! —

Tot mij , zijn armzaligen onderdaan komt d(

koning van Hemel en aarde! — Mijn Heer en Koning gewaardigt zich mij te komen bezoeken! Is 't mogelijk , dat een koning ,

zich zoo diep vernedert, om bij een armen,

zieken bedelaar zijn intrek te nemen, wiens hut niets dan nood , armoede en ellende vertoont!! Eu als die arme bedelaar nu dien koning niet geëerd, niet gehoorzaamd, maar integendeel zijne geboden onbeschaamd overtreden . zelf veracht heeft, als hij tegen hem opgestaan, met zijne vijanden saamgespannen en hem meermalen zwaar en schamper belen-digd heeft, en die koning komt dan toch tot hem vol medelijden, vol liefde, vol erbarming en geeft hem, opdat hij in zijne ellende en nood niet omkome, niet goud of zilver,

maar zijn eigen vleeseh en bloed : is er dan

-ocr page 27-

38

vrlann we' eonc grootere afdaling un vorucdcriug, rfdeel grootcr liefde, genade en goedheid denk-uarde. baar ?! — Eu toch , zoo is 't : tot mij . dien 'iiigen ('llendigcTi,behoeftige]!, zondigen en ondank-Jesxis baren bedelaar wil Jesns, nüja Ood en Heer igheidi 11!l{iereiT, mij wil Hij met zijn allerheiligst e hel- 'vleescb en bloed spijzen, genezen en verster-inu'en ken ten eeuwigen leven!...

3.) Waarom lomt TTij? Niet om dien el-3 arm dendigen, ontrouwen en boozen knecht te

d!— •traffen, niet om hem te binden en in den

mt d( kerker te werpen, totdat hij den laatsten Heer penning zijner schuld betaald heeft. Waaromen mede toeh zou die arme bedelaar al zijne suing schuld kunnen afdoen? Christus, mijn Heer men , 1 en Koning geeft mij zijn allerheiligst vleeseh

viens cn kostbaarst bloed als offer voor mijne zon-

; ver- Jen, opdat ik daardoor de goddelijke gereeh-

dien tigheid bevredige en mijne scliuld bij God

maar betale.— Christus komt tot mij, om mijne over- j ziel uit de macht van Satan te bevrijden,

hem haar als met een muur tegen zijne aanvallen

nnen te omgeven , om haar te versterken en over

elee- al hare booze neigingen te doen zegevieren,

li tot Christus komt, om mij uit te noodigen , Hem

rbai- opden koninklijken wegdeskruiseste volgen,

ende en voortaan de zonde af testerven en alleen

Iver, voor Hem te leven!...

■ dan

-ocr page 28-

34

Bede. Ach! mijn Jesus, mijn Heer en Koning! hoe groot is toch uwe liefde en genade daar gij een armen, trouwloozen knecht , j

die zoo diep in het slijk der zonde verzonken ligt, wol wilt bezoeken! Met deuH. Petrus moest ik uitroepen ; „Ga weg van mij , Heer.

want ik ben een zondig mensch. ik ben zoo ;[j0C1

veel goedheid .liefde eu erbarming met waar- woo]

rïio-T— Ach, hoeveel wanorde heerscht er : waal

niet in mijne ziel, die nog zoo bezoedeld, zoo , mj

weinig los is van do wereld eu de schepse- ^0jjj

len ! Hoe toch kunt Gij, allerschoonste eu • tot

beminnelijkste Heer, welgevallen m haar ^de

hebben eu haar met uwe zoete tegeuwoor- dc ^

digheid verblijden ? Maar neen, — mijn Jesus. afmv

uwe eindelooze liefde versmaadt ook oen |ecl,| armen en ellendigon bedelaar niet. /ondoi

toch zou hij nooit vrij worden van de banden 1)ccl

der zonde en hartstochten,die zijne ziel nog om geboeid houden; zonder Lquot; zou hij niranier

ziine schuld kunnen betalen. O, kom dan, |ccl.-

o-oedertiereu Heer en Koning! Wil mijne . biocl

o-roote boosheid, waarmede ik U boleedigde , , |.u-s

vergeten, om slechts te denken aan de groote is _ _ behoefte, die ik heb, aan uwe goddelijke hulp.

Kom , o Jesus! neem bezit van uw eigendom, mjji

heersch en reseer over mij, geleid en bestier j on i

mij, opdat ik den weg béwandele, waarop mij Gij mij zijt voorgegaan, den weg des kruises, )

die voert tot eeuwige vreugde. Amen. 3

-ocr page 29-

35

IV. OVERWEGING.

VOORBEREIDÏNGSGEBED (als bl. 15.)

1.) Wie komt tot mij? Josus , dc hcmclsclio Leermeester, wiens woord geen mensehen-woord, maar het woord Gods is; die slechts waarheid leert en nimmer kan dwalen , wijl Hij de waarheid zelve is;—Jesus, de goddelijke Meester, die in alle goed onderricht, tot wien Petrus gesproken heeft : „ Gij hebt „ de woorden des eemoigen tevens.quot; — Jesus, dc Meester, die alleen mij den rechten weg aanwijst en mij geleidt; die mij niet slechts leert, wat ik doen moet om zalig te worden, maar die mij ook door zijn heilig voorbeeld voorgaat en mij liefdevol uitnoDdigt, om Hem na te volgen; — Jesus, de goddelijke Meester, die elke deugd, welke Hij leert, eerst zelf beoefend heeft; die mij gebiedt barmhartig, zachtmoedig, gehoorzaam, kuisch en rein te zijn en het zelf geweest iSj — Jesus komt tot mij, die niets van mij verlangt, wat boven mijne krachten is, die mijne zwakheid kont, en mij gaarne kracht en genade wil geven, om datgene, wat Hij mij gebiedt, te volbrengen! ....

3.) Tot wien Icomt TJij? Tot een onwetenden

3

/

-ocr page 30-

26

mensch, die niet kent, wat hem tot vrede strekt; tot een blinde, die zonder geleider den rechten weg nimmer vinden kan; tot nüi komt die goddelijke Moester, zonder wiens senade ik niet eens in staat ben, om zelts ccnc enkele goede gedachte te vormen; tot mij, die nog quot;zoo traag ben, om naar zijne goddelijke leer te luisteren en die zoo spoedig weer vergeet, wat ik gehoord heb; to. mij, die nog zoo gaarne aan do vleitaal der wereld, de stem der hartstochten, de uibla-zinn-en van Satan gehoor geef, in plaats van acht te slaan op de leer des Hemels, die alleen waarheid is en zalig maakt! lot mij komt de goddelijke Meester, wiens heilige woorden uit den mond des priesters zoo vaak aan mijne ooren en aan mijn hart klonken, zonder dat ik ze daarin opnam on vruchten liet dragen! - Tot mij komt die goddelijke Meester, wiens leer ik dikwerf zelfs veraclit eu aan de valsche grondbeginselen eener bedorven wereld heb achtergesteld

3 ) Waarom komt Hij ? — Om als een minnend vriend tot mijn hart te spreken; om mij te zeggen, hoe verkeerd ik geleefd neb, om mij voor de bekoorlijke stem der vei leiding te waarschuwen, om nrj de dwaalwegen te laten zien, waarop zij geraken, die naar zijne stem eu die zijner dienaren niet luis-

-ocr page 31-

21

teren! Om mij to zeg,ten, wat ik te doen gt; 0,n volmaakt te worden en zijn hemel-schen Vader te behagen! — Om aan mijne zwakheid tc Imlp te komen en mij te bemoedigen, om den weg to bewandelen, dien Hij mij heeft aangetoond en waarop Hij mij is voorgegaan. — Om mij de schoonheid en beminnelijkheid dier hemelsehe deunden tetoo-nen, die Hij geleerd en beoefend heeft on om mij aan te sporen, Hem daarin na te volgen. — Om mij te bewegen voortaan mijne oon-eu alleen te slaan op Hem : dm oorsprot//en rol/on/er van mijn gdoof — , opdat ik onder hetgetal van diegenen behoore, van wie Hij ?piak : Ztdiy zijn zij, die liet iroord Gods nan hoor en en het onderhonden. (Lue. xi.)

Bede. O Jesus, mijn Heer en Meester' oo dikwerf reeds hebt Gij tot mijn hart o-e-sprokeu en uw licht mij laten verlichten ; maar, helaas! tot hiertoe nog Zoo vruchteloos! Hoe komt het, dat Gij in weerwil daarvan U toch gewaardigt tot mij tc komen en mijne ziel te bezoeken? Gij vindt in mij slechts onwetendheid, blindheid en duisternis en toch komt Gij tot mij , om mij te onderrichten en uwe wegen te leeren, die ten Hemel voeren ! Ik erken mijne blindheid , waarmede ik tot hiertoe uw hoilio- woord niet behartigd en nageleefd heb, waarmede

I

-ocr page 32-

28

ik mil lie ooren voor uwe liemelsclie woorden bloten, en voor de bedricgelijke stem dei-werelden van het bedorven vleescli geopend heb, en bid ü uit den grond mijns halten , o-cliêve mij mijne boosheid te vergeven.— Kom o Jesus! mijn hart is bereid, om U te ontvangen ; spreek tot mij, Heer! uw dienaar . (dienares) hoort. Zeg mij, wat ik doen moet, om het eeuwig leven te bezitten 1 ik zal mync ooren neia'cn naar uwe stem; zwijg niet, II eei. maar spreek, spreek luid tot mijne zie ; uw woord is waarheid, uw woord is leven. Ach, hoe ongelukkig zou ik zijn als amp;1J quot;quot;'ƒ5 stem niet meer liet hooren! Wel had ik dit verdiend, maar aoiil waarheen zou ik gaan; want Gij alleen hebt woorden des eeuwigen levens ! Amen.

V. OVERWEÖINO.

VOOKBEllEIDIXGSGEBED ( als bl. 15.)

1,) Wie 1-oml lol mijf — Jesus, de liemelsclie Geneesheer, die gezegd hoeft: de gezonden hehhen den geneesheer niet noodig, maar wei de zieken.— Jesus, de barmhartige Samaritaan , die de olie zijner genade en den wijn zijner liefde uitstort inde wonden van hem, die in de handen van roovers gevallen is , om ze daardoor te genezen! — Jesus , de o-oddclijke Geneesheer, die onze krank lieden

-ocr page 33-

29

en wonden kent en zc genezen wil en kan ! — Jesns, dieliefdevolleGeneeslieer, die vau ons niets verlangt, dan dat wij Hem onze wonden vertrouw vol openbaren en Hem ootmoedig bidden, dat Hij ze geneze! — Jesus, die zijn allerheiligst bloed tot red- en geneesmiddel gaf voor onze zondenen die doorzijne wonden de wonden onzer zielen geneest! die Jesus , die door zijn almachtig woord alle soorten van ziekten genas en door de aanraking alleen van zijn kleed aan die ongelukkige vrouw de gezondheid wedergaf; deze alvermogende, liefdevolle geneesheer gewaar-digt zich tot mij te komen! —

3.) Tut wien komt Hij? Tot mij , die helaas 1 zoo ziek , zoo zwak, zoo wankelmoedig en ellendig ben, wijl mijne ziel met de nie-laatschheid der zonde geslagen is! Tot mij , die door mijne eigenliefde, mijn eergevoel, mijne opgeblazenheid en lichtzinnigheid, door mijne onbestendigheid en wankelmoedigheid mijne ziel zoo dikwerf vreeselijk verwond heb; tot mij komt die hemolsche geneesheer wiens voorschriften ik veracht, wiens geneesmiddelen ik versmaad heb. — Tot mij, wiens ziel doorzwakheidgeslagen, neergedrukt ligt onder hare booze neigingeu, die haar zoo machteloos maken om te doen, wat God van haar verlangt. — Tot mij, wiens ziel door de

-ocr page 34-

30

sleclito voorbeelden der bedorven wereld aan-gestoken, reeds walgelijk was door de zouden. Tot mij komt Jesus . tot mij, armenzieken, maeliteloozenbedelaar, diede grootheid mijner kwalen, de menigte mijner wonden, het gevaarlijke van mijne krankheid nog niet eens ken !

3.) Waarom komt Hij? Hij komt tot nuj., die liefdevolle geneesheer, om aan mijne kranke ziel het allerbeste geneesmiddel, zijn allerheiligst vleeseh en bloed toe te reiken ! li ij keutal mijne gebreken, al mijne wonden, Hij kent mijne kwaal geheel en al en kan die genezen. Toen i iij eertijds zich het kruis liet o]) de sehouderen leggen, toen heeft Hij ai onze krankheden op zich genomen en daarvoor in zijn bloed liet geneesmiddel bereid. — Hij komt metcindelooze liefde en hartelijk meae-lijdeu, om in zijn eigen bloed mijne ziel te zuiveren van de melaatschheid der zonde en haar nieuwe levenskracht in te storten, opdat zij niet bederve. — Hij komt in zijne goddelijke kracht, om mijne zwakheid weg te nemen, opdat ik opsta en moedig voortaan den weg zijner goddelijke geboden bewundele. Hij komt , om mijne ziel te reinigen en met het kleed der heiiigmakende genade te versieren!— Hij komt, om haar voor 't bederf te bewaren eu haar een verweermiddel te ge\ en tegen al zijne vijanden; ja, de goddelijke ge-

-ocr page 35-

31

f

in- neesheer, Jesus, mijn Verlosser, wil de red-

^n. ding, de genezing, het heil mijner arme

in, j ziel zijn! —

ier j

je- Bede. O mijn Jesus, Gij hebt gezegd : „ Ik

ma ' hun uw heil! (ps. 34.), zie toch hoe zwak en ziek ik beu, verwond en met melaatschheid

ij., p overdekt! Wie kan mij genezen, mij gezond

ne maken, wie mij uit mijne zwakheid opbeuren

ijn en mij kracht geven, om den weg, die ten

ii ! leven leidt, te bewandelen; wie anders, dan

n, (jij , mijn God ! (iij zijt de geneesheer, die het

ie eenig afdoend, middel weet en bezit om mijne

et i, ziel te geuezeu; Gij kent al hare gebreken

al I eu kunt ze verhelpen. Gij zijt het leven zelf;

or J hoe zou hij dus kunnen sterven, die U ont-

lij j vangt, die met uw levengevend vleesch eu

e- s' bloed gevoed wordt!—O kom dan, lieve

te [ Jesus, mij bezoeken. Wel is waar, ik beu

:ii ' dat geluk niet waardig, wijl ik zelf door mijne

p- lichtzinnigheid eu overmoed mij verwond en

ie • mij, zonder op mijne zwakheid te letten, aan

ig het gevaar van • jude heb blootgesteld. Maar

m goedertieren Heiland, hoe zal ik van al mijne

e. kwalen verlost worden, tenzij Gij, in Uwe

)t ^ barmhartigheid, in uw medelijdeu, mij ter

r- I hulpe snelt? O kom dan, zoete Jesus, mijne

■f ziel smacht van verlangen naar uwe komst,

;n | kom, o .losns! haar genezen, haar reinigen,

gt; haar versterken, kom haar gezond eu schoon.

-ocr page 36-

33

vlekkeloos cu zuiver maken, opdat zij weder welbeluigelijk worde voor de oogen uws Vaders , die in don llemel is. Amen.

VI. O VEE WEGING.

VOOKBEIIEIDISGSGEBED. (als bl. 15.)

1.) V ie liOnil tot mij? Jesns, de ürnidegom dor godminneudo zielen, die door den Profeet heeft gesproken : „ Ik verloof Mij aan u voor i-eimiij, en verloof Mij aan u door gereeldüjlieid, door genade en erhanning, Ik verloof Mij aan u door trouw; en gij zult erkennen , dat Ik de Heer hen:' (Osec, II, 19, 30.) Jesus, die mij ten einde toe bemind heeft en niet ophoudt mij lief te hebben , — Jesus, olie op zoo bloedige wijze mijn Bruidegom geworden is, wijl Hij voor mij aau 'tkruis stierf en al zijn bloed vergoot, — Jesus, die ter liefde van mij zijn heilig hart liet doorboren, opdat ik daarin een toevluchtsoord zou vinden. — Jesus komt tot mij. Hij wiens hart gelieol ontstoken is van liefde tot mij. Hij komt en staa : aan de deur van mijn hart en klopt en roept: „ Hoe open. mijn geliefde, mijne vriendin., mijne bruid.quot; Jesus , de sclioonste der menschen-kindcreu, wiens vermaak het is met de kinderen der menschen te sijn, komt zelf tot mij! —

-ocr page 37-

3.) Tot wien komt Hij? Hij komt tot nüj , die liet verbond van liei'd,; eu trouw, dat Hij in het H. Doopsel met mij gesloten Leeft, zoo dikwerf verbroken , zijne trouw zoo dikwerf geschonden heb; — tot mij , ontrouwe ziel, die geen woord gehouden, Hem nooit waarachtig bemind heb.— Hij komt tot mij, die mijn hart aan duizend ijdele dingen gehecht, mijne liefde aan vergankelijke schepselen geschonken, mijn vermaak in zondige genietingen gezocht heb! — Hij komt tot mij zoo liefdevol, nederig, vriendelijk en goedig, en wil mij bezoeken, die Hem dikwerf ontvlucht , Hem den rug gekeerd en met zijne vijanden geheuld heb! — Hij komt tot mij, die het bruiloftskleed gescheurd en bezoedeld heb; tot mij, die niets aan mij heb, wat Hem behagen of welgevallig zijn kan, die Hem niets heb aan te bieden, dan een zwak, bezoedeld harte ! — s

3.) Waarom kond Hij? — Niet, om mij te veroordeelen, om die trouwlooze ziel te bestraffen; niet, om mij zijne trouw op te zeggen, zijne belofte bij het, H, Doopsel gedaan terug te nemen; neen , zijne onbegrensde liefde, zijne eindelooze barmhartigheid wil mij mijne ontrouw vergeven; zijne liefde is niet verkoeld; nog klopt zijn Hart voor nüj, nog heeft Hij zich niet van mij verwijderd.

2 *

-ocr page 38-

34

Hij wil mijn koud kirt op uiouw iu liefde outstekcu on :i;ui /.ich verbinden- mijue ziel op uieuw bekleeikm met het bruiloftskleed der liefde eu met de scliatteu zijner geuade verrijken, haar raet de stralen van zijn goddelijk 1 icht verlichten,om haar hare armoede, hare ellende cn hare zoudevlekkeu te doen erkennen, haar te doen zien wat het is. Hem, de bron der reinste vreugde te verlaten, om de bedriegelijko hersenschimmen der wereld nu te ja-en. Jesus, mijn heilige Bruidegom komt.'O mijne ziel! zijt gij bereid? is uwe lamp gevuld met de olie van goede werken r of ledig, als die der dwaze maagden, tot wie de Bruidegom sprak ; „ Ik ken u niet : •. ■.

'Bede. — Ach ja! mijn Jesus, bominuens-waardige Heiland, ook ik heb verdiend uit uw mond te hooren ; „Ik keu u met. Uor. ik heb harde verwijten, het strengste oordeel over mijne ontrouw verdiend. Hoe heb ik u toch kannen vergeten, uwe zoo groote liefde met koudheid kumien beantwoorden en het schoonste, aanbiddenswaardigste wezen kuuiiou aehterstellcn achter de armzaligste schepselen? Voor uwe voeten iu'tstol neergeknield erken en belijde ik, o Jesus! mijne ontrouw, mijne liefdeloosheid . mijne ondankbaarheid en bid U uit het diepste mijns halten. wil mij om uwe oneindige liotde nog

-ocr page 39-

35

vergiflcuis scheuken en niet weigeren, mij to bezoeken. O Jesus! zonder U ga ik ten gronde, zonder ü versmacht en verdort mijne ziel. Gij zijt haar leven, haar voedsel, haar steun en haar staf, haar heil, hare vreugde, haar alles. O kom dan, lieve Jesus! reik mij uwe hand, trek mij tot U , want U wil ik toebe-hooreu, mij nooit meer van Lr afwenden, U breng ik mijn hart ten otfer; neem het aan en trek hetzoo sterk totL , dathet in eeuwigheid van U niet meer gescheiden worde. Amen.

VU. OVERWEGING.

VOOllBEltBIBINGEGED (als 1)1. 15.)

1.) // if- kou/./ Lot mij? Jesus th' r,um vau smarten die weet, wat lijden is , die al onze zwakheden en gebreken op zich genomen den kelk van bitter lijden tot den laatsten druppel geleedigd heeft! — Jesus, de man vau smarten, die van den dag zijner geboorte af het kruis immer voor oogen had en geheel zijn aardsch leven geen eukel uur zonder smarte was, die vanzijne kindsheid af bittere armoede en ellende, honger eu dorst, koude en hitte verdragen heeft;.... de Zoon Gods, die niet al onze zonden eu ongerephtigiieden beladeu, eenen melaatsche geleek, door de hand van God geslagen eu vernederd —

-ocr page 40-

3(3

Jesus, do man van smarten, die smaad on verachting tot ^ijn dcei licctt verkozen , die üieli als een misdadiger ter dood liet veroor-deelen, die het kruis zelf op zijne schouderen nam, aan 't kruis zijn bloed vergoot en stierf; diezelfde Jesns wil mijne arme ziel komen bezoeken!

3.) Tui wien komt Hij? Helaas! tot eene wekelijke, zinnelijke ziel, die van geeneboetvaardigheid , versterving en zelfverloochening wil hooren 1 Tot eene ziel 5 die voor kruis en lijden terug schrikt, die van geen vasten en waken, van geeuekruisiging des vleesches, van geene versterving der zinnen weten wil ; — die geene wederwaardigheden, geenekwelling of smart kan verdragen; die geene vernedering, geeue achterstelling, geene verachting of smaad wil dulden, die bij de geringste tegenspraak verbitterd wordt: — Tot eeue ziel die het vleesch niet kastijden, goede dagen hebben , en met Jesus uit den lijdensbeker niet drinken wil; die zich met rozen omkranst, terwijl de Heer met doornen gekroond is, op den breeden weg wandelt, terwijl haar Meester met het kruis op de schouderen den Calvaric berg bestijgt, die naar^vreugde en genoegens haakt, terwijl haar Heiland ann 't kruis van dorst versmacht!

-ocr page 41-

8.) Waarom Tcomt Hij? Hij komt, om mij to bowcgeii, mijn room ou mijne eer slechts in zijn kruis te stollen; om mij to toonon , hoe het der ware liefde eigen is, voor den geliefde te lijdon!— om mij nit te noodi-gen, hot kruis met Hem te dragen, om eens met Hem verheerlijkt to worden ! — Hij komt, om mij op te wekken, voor mijne zonden te boeten, en der wereld, die niets is dan ijdelheid en bedrog , af te sterven; om mijne zwakheid to ondersteunen, en mij lust en moed en kracht voor de versterving in te storten; om mij vriendelijk uit te noo-digen, zijne voetstappen te drukken en den weg des kruises, die alleen ten Hemel voert, te bewandelen! —Hij komt om mij in den strijd tegen het vleesch bij te staan en de zegepraal gemakkelijk te maken ; om mij aan te moedigen , hot mij tot ocue eer te rekenen , als ik miskend en veracht word , ja Hij komt mij aankondigen, dat ik nimmer zal declen in zijne heerlijkheid, zoo ik op aarde niet geleden , verdragen en ten bloede toe gestreden heb.

■ Bede. — O goede Jesns , Koning met doornen gekroond, die eenmaal het kruis tot troon, een rietstok tot rijkstaf, een spotmantel tot koninklijk gewaad, smaad en verachting tot spijze. galen azijn tot drank luidt,

-ocr page 42-

38

die niet zooveel Imdt, dut Gij er uw hoofd op koudot ucdei-lei'-geu! Gij wilt tot mij ko-uioii, Diotiu- en zwak meiiscli, die afschrik heb van kmis eu lijdou, die de zmuelijklieiil tocs.'cgcvi'u en mijne lusteu zoo weinig verstorven heb, — tot mij , die liciivk nutii tighedeu cn troost, maar deu kelk van lijdou verafsciniw , — tot mij, annou zondaar, die gerechte straffen verdiend heb, en er toch uiot v.-.ot boeten wil. Ach! thans zie ik het iu. lm. verkeerd ik gehandeld , hoe weinig :k lquot; lioiuiiul heb. Volgaarne wil ik mijn loven verbeteren, en den weg bewandelen, waarop (Jij mij zijt voorgegaan, en nwe lieve Moeder en alle Heiligen U gevolgd zijn, —don ko-ninklijkou weg des kruises!... Ja, ik \olg U , o Jesus! kom on sterk mij, geef mij moed eu kracht, opdat ik het ook vormoge ; want zoo groot is mijne zwakheid, dat ik zonder U mijn kruis niet dragen, der wereld niet al-gestorven zijn kan. Ó, kom dan, lieve Jesus! versterk mijn goeden wil en stort mij oen brandend verlangen in, om voor U te lijdou, voor U ie strijden , voor on met II te sterven, Amen.

VUL OVEliVVEGING.

VOOUIiEUElDlXGSGEBl® (als bi. 15.)

I.) //7,- komt tol mij'! Jesus, het voorbeeld aller deugden ■ de heiligheid eu reinheid zelve..

-ocr page 43-

89

Jesus, die gezegd heeft; „ wie van li kan Mij van zoude overtuigen? quot; Leert van Mij, dat ik y.uflitmoedig en ootmoedig van harte beu, quot; — iiet geduldige Lam, dat zwijgend ter slacht,-bank ging; Jesns, in wiens hart slechts liefde woont, die aan al zijne vijaudcu vergitteuis schonk en voor hen aan het kruis nog bad!.. die gehoorzaam was tot aan den dood, ja , tot den dood des kruises ! — Jesus, die aan allen weldeed en alle eer eu lof verachtte en ontvluchtte! — Jesus, de barmhartige, wiens hart van medelijden bewogen was bij den aanblik van armen en zieken ! — Jesus , de vredevorst, die den vrede bemint en gaarne vertoeft, waar vrede woont! — Jesus, die in den hof van Olijven bad : „ Vader, niet mijn, maar uw wil geschiede! quot; — die voor de zondaren stierf, wijl zijn hemelsein; Vader liet zoo wilde !

3.) Tol tcieu komt Hij? Tot een meusch , door God wel is waar naar zijn evenbeeld geschapen , maar die dat beeld in zich bezoedeld heeft! — Tot eeue ziel, die zoo weinig goeds en schoons in zich ontdekken kan, die aan een hol gelijkt, waarin slechts onkruid en distelen groeien! — die zoo weinig gelijkvormigheid, zoo weinige gelijkenis heeft mei haar goddelijk toonbeeld Jesus Christus, niet zuiver, niet zachtmoedia'. met ootiiioedig van

-ocr page 44-

40

harte is, maar dikwerf vol Loogmoed en op-creblazeulieid. — Tüt eeue ziel, die tie-lioorzaam, niet geduldig is, die voor elk lijden terugschrikt en bij elk kruisje, bij elke wederwaardigheid in moedeloosheid vervalt.— lot eeue ziel, die altijd liefde in den mond heeft cu haar weinig beoefeut, die weinig goeddoet cu traag is in werken van barmhartigheid! . Tot eeue ziel,die alleu haat en nijd en afgunst uog uiet overwon neu heeft en haar eigen wil nog zoo dikwerf boven den wil van God stelt 1 — Ja, Jesus, dat toonbeeld van alle deugden, komt tot eeue ziel, waarin zijn oog schier niets dan zoude ontdekken kan !

3.) Waarom Ivrnl Hij? Hij komt, om dat evenbeeld, dat ik in mij misvormd, bezoedeld had, te reinigen en te herstellen 1^ Hij komt, om dc trekken van ziju heilig voorbeeld in mijn hart in te drukken, om mij de schoonheid en glans der deugden, dio Hij beoefend heeft, voor te stellen en mij uit te uoodigen eu op te wekken , om die ua tc \ol-gcu. ilij komt om mij te zeggen, dat ik aan Hem gelijkvormig moet worden, zal de He-melsche Vader mij als zijn kind aannemen eu mij bet erfrecht met ziju ceuiggeboreu Zoon o-cven.— Jesus komt, om mij te versterken, opdat ik die schoone deugden ook n.oge beoefenen oucrmijn hart mede versieren, opdat

-ocr page 45-

41

Hij daarin gaarne ver wij le; iu één woord, ora mij aan Hom gelijkvormig te maken! —

hedti, O Jesus! Gij wilt dan uw intrek nemen in mijn arm; ellendig, onrein hart, en locli weet Gij, dat in dit kart geen bloempje eener schooue deugd bloeit, geene vrucht van eenig goed werk te vinden is. Helaas! mijn hart is zoo woest en ledig; zoo gaarne zou ik het U aanbieden; koo gaarne zon ik uitroepen ; ach! lieve Jesus kom i kom en blijf bij mij! maar mag ik het wel wagen, U, de heiligheid zelve, bij mij tenoodigen ? — Maar, goede Jesus, hoe ellendig en arm ik ook ben aan deugden en goede werken, toch wil ik niet moedeloos worden. De liefde, waarmede Gij bij arme zondaren uw intrek genomen, waarmede Gij arme zondarenU hebt aangetrokken, cl oet mij kinderlijk vertrouwen, dat Gij ook mijn arm en ellendig hart niet zult versmaden. Ach! wat ben, wat vermag ik zonder U ? Maar met de hulp uwer goddelijke genade ben ik bereid uw voorbeeld ua te streven, de deugden, die Gij ons geleerd hebt, te beoefenen. Kom dan, lieve Jesus, en help mij, opdat ik dit voornemen ook werkelijk in beoefening brenge, dat ik aan L1 gelijkvormig en zóó een waar kind van uw hemclschen Vader en eens deelgenoot worde van uw rijk van glorie. Amen.

-ocr page 46-

jiDm

Hut liciiUg Sncrameut der liiee'iit, gü(lmiunen(le zici, is ceu kobtteu-geuadesesclieuk der oneindige helde van Christus. — Jesus, de Zoon Gods, stieri aan t kruis, om voo- de zouden van alle niensclien te boeten en zijn allerheiligst en kostbaarst bloed stelde Hij als 't ware m de banden zijner priesters, opdat zi) allen, die ui ware vermorzeling des harten tot hen komen, hnn de me-laatseliheid hunner zonden openbaren, dat is, die hunne zouden opreelit en rouwmoedig belijden , met dit alier-lieiliquot;st bloed zouden afwassehen, reinigen en hunne ziel °veêr schoon en aangenaam maken voor Gods oogen. —Echter is 't niet genoeg, godminnende ziel, uwe zonden hartelijk te betreuren en opreelit te belijden, maar gij moet ook den ernstigen en vasten wil hebben, om bet booze in u, vooral nw liooldgebrek, uwe zonde van gewoonte met wortel en al uit te roeien en Jesus Christus waarlijk na te volgen Juist aan dien goeden, vasten en ernstigen wil ontbreekt liet dikwerl 'bij Je biecht en zoo komt liet, dat men altijd weder iu de oude zouden terugvalt. Maar ook de wil alleen is nog niet genoeg; gij moet ook inderdaad le li.uidem aan het werk slaan, reeds vóór de Uieclu en nog meei na de biecht alle middelen gebruiken, om over uwe booze neigingen te zegevieren, zeer waakzaam zijn, ijverig hidden, u zelve versterven en Jesus, uvv oorbeeld, geen enkel oogenblik uit het oog verliezen. Dan zal elke biecht u nuttig en heilzaam zijn, dan wordt gij met elke biecht reiner, schooner en meer welgevallig aan God dan worden al uwe communiën ook rijker m

-ocr page 47-

43

■vruchten en zult gij met Jesus altijd iimiger vereeuigd worden. — Toch kan liet gebeuren, dat gij in weerwil van de zorgvuldigste en oprechtste biecht en het beste voornemen nog weer valt. Word daarom volstrekt niet moedeloos, maar vertrouw op Gods goedheid en barmhartigheid, verootmoedig u en verdubbel u.ven ijver. Door meermalen goed te biechten, wordt ile genade Gods in u vermeerderd, ontvangt gij meer licht en kracht en zal het u van lieverlede gelukken, om uwe fouten uit te roeien en altijd volmaakter te worden. Stel u, zoo dikwijls gij te biechten gaat, voor aisol' het de laatste biecht uws levens ware, en bereid u dus zoo goed mogelijk, maar zonder augst ol'schroomvalligheid. Heb slechts een goeden wil en Jesus zal met u tevreden zijiu

CEDED TOT DEN H. GEEST.

OM ZIJNE ZONDEN WEL TE LEE .{EN KKNNEN.

O goddelijke, heilige Geest! brou van licht, van alle kennis en waarheid; oiiniogelijk is het mij, zonder, uwen bijstand , zonder uwe goddelijke verlichting alle vlekken, die mijne ziel bezoedelen, te erkennen,alle zouden, die mijn hart misvormen , in te zien en den grond 3 de wortelen op te sporen, waaruit het onkruid der zonde voortspruit; o. zend daarom een straal van uw hemelsch licht in het diepste mijns harten af, opdat ik alles erkenne, wat aan de oogen van mijnen Jesus, die bij mij zijn intrek wil nemen, mishaagt en wat zijn hemclsche Vader verafschuwt! —O, laat mij

-ocr page 48-

44

alle zelfs mij iic verborgenste gebreken, al mijue zoiulige gedachten, woorden eu werken, elk verzuim mijner plichten, elke ergernis, die ik misschien gegeven heb, duidelijk inzien eu erkennen. Laat niet toe, dat ik mijzelven be-driege, dat de eigenliefde mij verblinde of de hoogmoed mij misleide, zooals hij den l'ha-risee in den Tempel misleid heeft. Open mijne oogeu, toon mij al mijne overtredingen eu hare schuld; ontdek mij elke wonde, die ik mijner ziele geslagen heb en doe mij tevens de boosheid vau elke zoude inzien, opdat ik ze verafschuwe en van harte betreure. — Allerheiligste Maagd Maria, Moeder vau genade eu kennis! bid voor mij den H. Geest, die u zoo bij uitstek gezegend heeft, dat Hij ook voor mij ziju licht late schijnen, opdat mij iets ontga bij het nauwkeurig onderzoek mijner zouden, die ik gaarne alle oprecht wil biechten, om daarvan gereinigd in liet bloed van Christus, mijnen Heer en God weêr welgevallig te worden. Amen.

ONDERZOEK DES GEWETENS.

Zonder twijfel verlangt Rij, godminnende ziel, eene zeer ojireclite en volledige belijdenis te duen uwer zonden. Ou-derzoek daarom zoo uauwkeurig mogelijk nu geweten, d. i. denk ernstig en bedaard na over uwe zouden , hetgetal eu de omstandigheden, wijl de volledigUeid eu do geldigiisid

-ocr page 49-

45

der biecht daarvan afhangen. Zeker zal de H. Geest u in deze gewiehtijfe zaak verliehten, naar Hij wil ook , dat gij zelve het daarbij niet aan ijver laat ontbreken, fl'ilt gij dns nw zieletoestand, de zonden, gebreken, lonten, nalatigheden en booze neigingen uwer ziel goed leeren kennen en tot op den wortel nwer zonden doordringen , onderzoek dan dngeUjls, alvorens u ter ruste te begeven , uw geweten. Tiet dageljltsch orderzoek des gewetens hebben de Heiligen ijverig beoefend en dringend aanbevolen als het krachtigste middel, niet alleen om de zonden te leeren kennen, maar ook om ze uit te roeien. Dat dagelijksch gewetensonderzoek is of nlgrmecn ol bijzonder. Het algemeen gewetensonderzoek doet men dagelijks en bijzonder vóór de Biecht over alle fouten, die men door gedachten, woorden, werken en verzuim begaan heeft. Het hij:onder onderzoek, dat men daarmede verbindt, gaat meer over eene bepaalde zonde, vooral over die zoude, waarin men het meeste en gemakkelijkste vervalt, die daarom onze hoofdfout, ons hoofdgebrek genoemd wordt. Op die hoofdfont moet men bij bet dagelijksch gewetens-onderzoek bijzonder letten, dat gebrek voorat trachten te verbetereu en zich daarover in den biechtstoel bijzonder aanklagen.

Wanneer gij dus, godminnende ziel, uw geweten onderzoekt, stel u dan levendig voor den geest, alsof gij op uw sterfbed laagt voor bet aanschijn van den alwetenden lieebter; onderzoek dan, wat gij verkeerd en zondig ge-

i dacht, gesproken en gedaan hebt en vraag u zelvequot;ook a f dacht, gesproken en gedaan hebt en vraag u zelvequot;ook a f v-aarom, wear, met v'ini, hoe dihüerf ffij iets lt;»e-zondigd hebt. Doorloop oplettend de tien geboden Gods, de vijf geboden der H. Kerk, de zeven hoofdzonden, de negen vreemde zonden en de plichten van uwen staat.

-ocr page 50-

46

GKWKTENS-ONDKKZOKK VOOR IIKN , DIF. DIKWPKF BIKCHTKN EN COMilUNrCKEREN.

(kaar Lopf.wtjk van Grenat»a.)

Velen van lien, die zich ernsticr op de godsvrucht toe-lecrpren en gewoon zijn dikwerf te biechten, worden meer-nialen door trewetensan^sten gek« eld, wijl het hun niet zelden gebeurl, dat zij , na een nauwkeurig onderzoek ilos gewetens, nog niets weten te biechten. Daar zij nu van den eenen kant meenen en ook in gemoede zich verzekerd houden, dat zij niet geheel vrij zijn van zonden en toch van den* anderen kant geene zouden of overtredingen in hun geweten vinden, worden zij beangst en ontsteld en meenen, dat zij misschien nooit eene goede biecht doen.

Twee gronden kan men hiervoor aangeven ; de eerste is, dat de mensch zich niet gemakkelijk leert kennen ; want niet te vergeefs zegt de profeet ; „ Wie erkent zijne overtredingen? Reinig mij. Heer, van mijne verborgene zonden.quot; Ps. IS. De tweede oorzaak is. dat do zonden der rechtvaardigen dikwerf niet zoo zeer zonden met de daad als wel zonden van verzuim zijn, die men dikwerf zeer moeilijk kan leeren kennen. Eene waarlijk godminnende ziel, die ernstig naar de volmaaktheid. naar nauwere verecniging met haar Jesus streeft , zal zich lichtelijk wachten , om vrijwillig en met bewustzijn eene booze daad te bedrijven ; maar daarentegen zal het haar meermalen overkomen, dat zij verzuimt hare plichten tc vervullen, of een goed werk, eene deugd te beoefenen. Juist deze zonden van verzuim ziet men niet zoo gemakkelijk in; vandaar dat zulke personen bij bel biechten dikwerf verward en beangst zijn, wijl zij niet weten, waarover zij zich te beschuldigen hebben, Voor dezen kan het volgend onderzoek dienen, waarin vooral zonden van verzuim vermeld worden.

-ocr page 51-

47

Vuur alles zullen zij zich afvragen ;

Heb ik mij voor de bieelit behoorlijk voorbereid? ITel) ik grooten ijver besteed in liet dafrclijkscli onderzoek mijns gewetens? Heb ik werkelijk getrneht, een hartelijk he-ronw over mijne zonden te verwekken? Was mijn voorne-j men vast en oprecht ? Ben ik met de meest mogelijke sods-I vrncht ter H. Communie gegaan? Heb ik voorde H. Com-| mnme do oefeningen van geloof, van hoop en liefde, van | Ootmoed en verlangen met hartelijke godsvrucht verricht ? Heb ik sedert mijne laatste biecht werkelijk getracht mijne goede voornemens in beoefening te brengen ? Heb ik niijzelve moeile gegeven, om mij te beteren, om mijn j hoofdgebrek te bestrijden ?

_ Onderzoek u vervolgens over uwe plichten : 1. jegens God, 2, jegens u zeiven, 3. jegens uwe naasten. '

Jegexs odd zijn wij vorpliclit de drie goddelijke deug-den van geloof, hoop en liefde met allen ijver te beoefenen. Vraag u dus ;

In betrekking lot de liefde. Heb ik God van ganseller harte, uit geheel mijne ziel bemind, ol misschien de schepselen, de ijdelheden der wereld , ijdele eer, mijn eigen zin meer bemind, hooger geschat en de voorkeur gegeven? Heb ik alles ter liefde Gods gedaan en verdragen?

3. In betrekking tot het geloof. Heb ik uit inenschelijk opzicht mij in niets voor het geloot, voor de deugd en godsvrucht geschaamd .J die. waar het te pas kwant, onverschrokken verdedigd? Heb ik mij in alles

-ocr page 52-

43

uaar den geest der Kerk gericht, voor haar lieil geboden, en naar en uit het geloof ook geleefd ? Hob ik mijn hart bij God gehad of bij andere, ijdele, dikwerf gevaarlijke en zondige dingen ? Heb ik mijn hart dikwerf tot God verheven, vooral in gevaren en bekoringen en in vrome liofde-zuchtcn en gebeden mij tot Hem gewend?

8. In betrekking tot de hoop. Heb ik in voorkomende kwellingen en angsten mijne toevlucht tot God genomen of mij aan kleinmoedigheid overgegeven? Heb ik in wederwaardigheden en lijden troost gezocht bij do menschen, in plaats van zc te zoeken bij God? Heb ik bij kwelling en vervolging mij niet al te zeer aan droefgeestigheid overgegeven? Heb ik wel berust in den lioili-gen wil Gods?

4. In betrelching tot de goede meening. Heb ik eiken arbeid , elk werk met eene zuivere meening, alleen ter liefde Gods gedaan? Of heb ik mijne werken slechts uit gewoonte, of wijl het mij beviel, of om gezien en geprezen te worden verricht? Of heb ik daarbij misschien alleen tijdelijk voordeel beoogd ?

Heb ik ook aan do inspraken der goddelijke genade gehoor gegeven, en die op-

-ocr page 53-

49

gevolgd ? Of missoiiicii slcclits mijn eigen wil gevolgd cn do stem der eigenliefde gehoor gegeven? Heb ik do goede werken, waartoe do H. Geest mij aandreef, misschien uitvadzigheid, traagheid en gemakzucht verzuimd? Heb ik de wenken en vermaningen mijns biechtvaders stiptelijk opgevolgd? Heb ik zijn raad behartigd, of misschien zijn wil wederstreefd? Was ik dankbaar voor de weldaden en genadegaven Gods? Heb ik daaruit aanleiding genomen, om God nog ijveriger en trouwer te dienen ?

Heb ik allen tegenspoed tevreden van Gods haaid aangenomen en geduldig verdragen? Heb ik God voor die kruisjes bedankt? Heb ik mijne gebeden en overwegingen met eerbied en aandacht verricht? Hoe heb ik mij bij morgen- en avondgebed, bij het H. Misoffer, bij de godsdienstoefeningen en 't aan-lióoren van Gods woord gedragen, daarbij anderen gesticht?

Jegens u zelven zijt gij verplicht uwe zintuigen, uwe zielskrachten en neigingen naaiden wil Gods te gebruiken en tc regelen en uw vleesrh onderworpen te maken'aan den geest. Vraag u dus af :

Heb ik mijn lichaam met behoorlijke streng-

3

-ocr page 54-

lieid en boetvaardigheid behandeld? Heb ik mij zeiven in het eten cn drinken , m het slapen en dergelijke zaken cenige afbreuk gedaan ? Heb ik mijne oogen. mijne tong , mijne coren wel beteugeld ? Heb ik mijne verbeeldingskracht den vrijen loop gelaten ? Zweefde ik misschien met mijne gedachten in allerlei ijdcle, gevaarlijke dingen rond? Heb ik wel oogenblikkelijk weerstand geboden aan mijne booze neigingen en begeerten? Of misschien de bewegingen van het vleesch toegegeven? Heb ik mij in ootmoed en zachtmoedigheid, in gehoorzaamheid en stilzwijgen en in geduld geoefend? Was ik niet eigenzinnig, norsch, wederspannig, stijfhoofdig en twistziek? Was ik toegeeflijk, vredelievend, goedaardig en barmhartig ? Was ik niet afgunstig, achterdochtig? Had ik geen geheim genoegen in het leed. van een ander ? — Was ik in het gebed niet koud cn onverschillig; in den arbeid nier, traag en slordig en nalatig? Heb ik alle bevelen mijner oversten gewillig en trouw volbracht ? Was ik dienstvaardig?

Jegens den naaste is de Christen verplicht, hem lief te hebben al- zich zelvcn. Vraag u dus af :

-ocr page 55-

rgt;]

Heb ik mijn evcnmensch, wie iüj ook ware, van ganscher harte bemind? Was ik van hem niet afkeerig? Heb ik hem misschien ook iiaat of kwaden wil toegedragen? Heb ik hem alle goed tocgewcnseht en lt;re-gund? Of hem misschien benijd? Heb ik hem in nood gaarne, met liefde geholpen? Heb ik deelgenomen in zijn lijden en kwellingen en medelijden met hem gehad? Heb ik zieken bezocht, getroost, verpleegd en verkwikt? Heb ik voor mijn evenmensch ook gebeden? Zijne misstappen en zonden betreurd eu gebeden voor zijne bekeerinquot; ? Heb ik aan de armen gaarne iets medegedeeld? Ging ik gaarne met de armen en seringen om ? Is mijne vriendschap oprecht, niet zinnelijk of zondig of baatzuchtig? Meen ik het van harte goed met alle menschen? Heb ik mijn evenmensch op zijne fouten oplettend gemaakt, of daarbij uit mensche-'ijk opzicht gezwegen? Heb ik een goed voorbeeld of misschien ergernis gegeven ? Heb ik mijn naaste tot hot goede opgewekt? Met hem geenc ijdele, gevaarlijke gesprekken gevoerd? Heb ik zijne eer en goeden naam niet aangetast, maar verdedigd ? Heb ik zijne fouten en gebreken bekend gemaakt, ongun-

-ocr page 56-

stig en liefdeloos over hem geoordeeld en over zijne gebroken misschien gesproken? Heb ik alle plichten van mijnen staat ge-' trouw vervuld ?

Na het onderzoek des gewetens tracht men een levendig- berouw in zich op te wekken; dit moet uit het hart voortkomen, uit de liefde tot God ontspringen en met haat en afkeer tegen de zonde verbonden zijn. Een waar berouw, eene ware vermorzeling des harten wegens de zonden is echter in de eerste plaats eene gave Gods, even als de liefde, waaruit het voortspruit; daarom moet gij, godminnende ziel, den goeden God ijverig en vurig smeeken, om de genade van een hartelijk en innig berouw.

GEBED OM EEN WAAR BEROUW.

Mijn God en Vader, zie met zonden be-laden werp ik mij voor uw goddelijk aanschijn op de knieën neder, om uwe eindelooze barmhartigheid in te roepen en uit den d iepsten grond mijns harten om vergiffenis voor mijne fouten, gebreken en misdaden te smeeken. Maar zal uwe barmhartigheid tot mij nog afdalen , mag ik nog hopen op vergiffenis? Ach! zoo dikwerf reeds heb ik uwe heilige geboden overtreden , zoo dikwerf reeds mve liefde en goedheid misbruikt, zoo dikwerf reeds uw heiligen wil wederstreefd en veracht! —Mei den grootsten ondank heb ik uwe goedheid venrolden. Nauwelijks had ik d:e troostvolle

-ocr page 57-

53

I on woorden gehoord : „ ga heen, uwe zonden zijn

:en? n vergeven, quot; ot' ik dacht mei meer aan die

g0.- liefdevolle barmhartigheid en heb andermaal gezondigd en uwe eeuwige goedheid beleedigd. Neen, zoo innig, zoo hartelijk heb ik mijne

.■ven- ;:onden en misdaden niet betreurd en verfoeid,

liart als uwe gerechtigheid dit vorderde. Ik was

'quot;ft niet doordruugen van leedgevoel en smart over

is'™ mijne lichtzinnigheid en boosheid, waarmede

iods ^ solide op zonde stapelde; ik was niet vaste-

irom ^Bsloteu voor immer met de zoude te

J, (,„ breken en U alleen, mijn hoogste goed, van

i in- ganscher harte te beminnen. Helaas! ook mi is mijn hart nog koud en gevoelloos! Ik erken wel, dat ik gezondigd, dikwerf en veel ge-

| zoudigd , dat ik U, de hoogste en bemiulijkste

bc- Majesteit, veracht, bedroefd, vertoornd heb;

bijn ik erken wel, dat ik verdiend heb van ü ver-*

rm- stooten te worden, en toch is mijn hart nog

'ten niet vertecderd, niet gevoelig getroffen, niet

ijne met smart en bitterheid en droefheid vervuld.

:cn. Ach, beste der Vaderen, ontferm U dus mijner,

ai- heb medelijden met de ellende van uw zwak

ch! en ellendig kind, verteeder en vermorzel mijn

ien J ongevoelig hart, om het van innig leedgevoel,

en van waarachtig berouw over mijne zonden te

uw doordringen. Verleen mij die smart, die droef-

ilet heid des harten, die aan uwe goddelijke liefde

eid ontspruit, welke gij weleer aan L'etrns, aan

slle Magdaleua, aan den ootniocdigen tollenaar in

-ocr page 58-

54

den Tempel verleend liebt. Van U toch, barmhartige Vader! komen alle goede gaven, en Gij weigert die aan niemand, die er ootmoedig, vertrouw vol om vraagt. O verteeder dus mij n hart, laat het van waarachtig berouw, van bittere droefheid over zij ne misdaden wegsmelten, van haat en afschuw tegen de zonde en van de teederste liefde jegens U ontstoken worden, opdat ik de vergiffenis, die fiij aan al Ie rouw moedige zondaren beloofd hebt, door warme liefdetranen waardig worde. Amen.

OIHENING VAN BEEOUVV.

000li OVERWEGING VAN 's HEEllEN LIJDEN.

Ach ! mijn Jesus, Koning der Koningen en Meerder heerscharen! als een misdadiger staat Gij geboeid voor een heidensch landvoogd en iaat Gij U vonnissen. Gij, de reinste en on-schuldigste voor de schuldigen!! Ik moestuwe plaats innemen, ik geboeid voor de rechtbank staan, want ik heb gezondigd, ik heb uwe heilige geboden overtreden, ik was oproerig tegen uwe opperste Majesteit, ik heb den dood verdiend!! — Ach, mijn Jesus! hoerer heeft uwe liefde voor mij (J vervoerd! Ik moest veroordeeld werden, en Gij naamt mijne schuld en miju vonnis op U. Ontferm

-ocr page 59-

55

ij U mijner eu vergeef mij al mijne misdaden,

j Uit Jiet diepste mijner ziel grieft het mij , iuuigdoet liet mij leed, uw hemelsohen Vader

B1. *| zoo dikwerf, zoo bitter bedroefd te hebben,

i. Lieve Jesus! een zwaar kruis legt men U

rv. oji de schouderen en met dat kruis neemt

'| Gij den ontzettend zwaren last der zonden

- ian de gansehe wereld, ook mijne zonden op

ü. Met touwen gebonden , als een goddeloos boosdoener sleept men U naar de strafplaats. Als een lam, dat men ter slachtbank voert , logt Gij dien smartvollen weg af; Gij wankelt en siddert en valt eindelijk onder hot kruishout plat ter aarde neder. Helaas! het zijn mijne zonden, mijne vele en zware overtredingen , die U ten gronde werpen. En Gij valt, mijn Jesus! Gij lijdt die verschrikkelijke pijn ,

n om mij van don val op te heffen; ach! ver-

it giffenis en ontferming over mijue zoo dikwerf

ii herhaalde zonden. Helaas! hoe dikwerf heb

i- ik ze reeds gebiecht, hoe dikwerf ze reeds

e i betreurd en telkens ben ik weder hervallen,

k Vmó groot was mijne onvergeeilijke lichtzin-

e j nigheid , zóó spoedig vergat ik de heiligste

g J voornemens, de plechtigste beloften! Wat

u straffen zouden over mij reeds gekomen zijn,

r I zoo Gij in uwe eindelooze barmhartigheid U

Ie over mij niet ontfermd hadt! Aeh ! vergeef

t mij dan mijne onbegrijpelijke liehtzinuigheid ,

1 , versterk mij in den strijd ; met berouw en

-ocr page 60-

56

leedwezen werp ik mij voor uwe voeteu ueder eu bid U vurig, help mij om vau den val op te staan, U na te volgen on mij nimmermeer van U te scheiden. Acli, mijn Jesvis ! hoe vreoselijk verscheurd, met stof en bloed bedekt zijt Gij op den Calvarieberg aangekomen! Zelfs de gedaante van een mensch hebt Gij verloren, en nog laten die beulsknechten ü uiet met rust. Zij scheuren U de kleederen van het lichaam, rukken al uwe wonden weer open, werpen U op het kruis neder, om U daaraan te nagelen. Als een lam, zacht en zwijgend duldt Gij die marteling. Zelf strekt Gij uwe handen en voeten uit, om U voor mij te offeren. Ach! daar slaan zij die wreede nagels door uwe teedere handen en voeten. O, afgrijselijke foltering, ontzettend martelaarschap! En toch klaagt Gij uiet, neen. Gij bidt en bidt voor mij , armen zondaar! Helaas! mijn Jesus! ik ongelukkige, ik zelf heb U aan dat kruis gehecht. Mijne zouden waren de nagelen, die .uwe heilige handen en voeten doorboorden, O, vergeef mij toch mijne verregaande boosheid. Met diepe droefheid betreur ik mijne zonden. Ach! om die teedere liefde, waarmede Gij de smarten der kruisiging voor mij verdragen hebt, vergeef mij mijne zonden, die ik beween, die ik verfoei en verafschuw en nimmermeer wil bedrijven.

Allerbeminnelijkste Jesus! ik zieUpijnlijk

-ocr page 61-

57

uitgestrekt aan hot kruis liaiifïeii. Wat bloeden uwe smartelijke wouden! Wat is uw aau-i;'ezicht verbleekt, quot;'eheel uw licliaam verscheurd, wat zijt Gij een man van smarten , verzonken in eeno zee van lijden! Eu al die pijn en al dat lijdcu heb ik door mijne misdaden U veroorzaakt.... Ach, vergeef mij, lieve Jesus! zooals Gij den goeden moordenaar vergeven hebt, zooals Gij de boetvaardige Mag-daleua weer in genade hebt aangenomen. O ! ter liefde uwer bedroefde Moedor, die van Üjdou eu smart doorboord onder uw kruis staat en die Gij zoo teeder lief hebt, delg al mijne misdaden uit, verzoen mij met uw hemelschen Vader en geef mij do genade, dat ik mij weder zijn kiud mag noemen , eu zijn kind mag zijn en blijven in eeuwigheid. Amen.

OEFENING VAN BEROUW UIT WAKE L1E1I)E.

O goedertieren en barmhartig Vader in den Hemel! hoe onuitspreeklijk groot is uwe liefde jegens mij, nietig schepsel! in weerwil van alle lichtzinnigheid, waarmede ik uwe goedheid eu liefde bob uit hot oog verloren ; in weerwil van alle boosheid, waarmede ik uwe zoo nuttige en heilige geboden heb overtreden; in weerwil van alle verachting, waarmede ik uwe genaden verkwist heb, hebt Gij

3 *

-ocr page 62-

58

tocli niet opsjchoudeii mij lict'tu hebben en iiiij met alle soorten v;in weldaden te overladen! Aan U, o Alwetende, is het bekend, hoe dikwerf ik ü reeds beleedigde door mijne zonden, ontelbaar misschien als de zandkorrels aan de oever der zee. O! hoe menigmaal heb ik U reeds beloofd , niet meor te zullen zondigen en uw heiligen wil nauwgezet te vervullen, en zie, na weinige dagen bedreef ik al weder do oude zouden. Hoe dikwerf heb ik in deu biechtstoel mijne gebreken en zonden rouwmoedig beleden, met den vasten wil van ze niet meer te bedrijven; maar hoe kort duurde het, of onachtzaam en lichtzinnig vergat ik weder mijne voornemens en uwe barmhartigheid, waarmede Gij mij zoo liefdevol hadt vergeven. — De verloren zoon verliet zijn vader niet meer, de arme tollenaar bleef na zijne bekeering getrouw, de zondares Magdalena volhardde in uwe genade; maar ik , ik heb U weer vergeten, mijn woord weer gebroken, uw heiligen wil weer versmaad eu aan de verleiding der wereld en van mijne booze neigingen weer gehoor gegeven! — x\ch , wien zal ik van deze boosheid do schuld geven? Wien anders dan mij zeiven, mijne lichtzinnigheid, onachtzaamheid, liuwlieid en hoogmoed?! O, mijn God en Heer! treed met mij niet in't gerecht, hoe zou ik dan voor U kunnen bestaan? Zie, met de grootste

-ocr page 63-

59

schaamte. met het diepste leedwezen over mijne oudaulibaarheid en boosheid werp ik mij voor uwe voeten neder eubeiijde mijne sehnld. Ja, uit het diepste mijner ziel betreur ik al mijne zonden , niet uit vrees voor uwe gerechte straffen, maar alleen uit liefde, zuivere liefde tot U, mijn God, die het hoogste, het opperste goed, die alleen alle liefde waardig ziji. Ach, lieve Vader! vergeef mij dan, ter Helde van J es ut-. uwen Zoon, al mijne zonden en mijne ondankbaarheid en schenk mij uwe liefde eu genade weder. Ik beloof U met mond cn hart, U van nu af getrouw te dienen , zorgvuldig over mij zeiven on mijne zinnen te waken, elke gelegenheid, elke aanleiding tot zonde te vluchten, mijue booze neigingen te onderdrukken en de zoude als het grootste kwaad te verfoeien en te vermijden. — Geef mij slechts, lieve Vader, uwe genade om dit te vermogen, sta mij bij in den strijd eu voelen leid mij op uwe wegen. Ik ben zwak, hulpeloos en ellendig; zonder uwe alvermogende lui lp zou ik weder vallen. Verlaat mij dus niet, steun en geleid mij met uwe machtige hand, opdat ik in uwe liefde eu genade tot het einde toe volharde. Amen.

Wanneer gij n naur den biechtstoel begeeft, stel n dan in den geest voor, alsol'gij n met de boetvaardige Magda-Icna voor Jesns voeten nederwierpt om uwe zonden, even als zij, te beweenen en te belijden; of wel, alsof gij als een melaatsohe voor Jesns stondt Hem smeekende om u

-ocr page 64-

60

le reinigen, ol wel verbeeld u niet den verloren zoon voor de voeten zijns vaders te knielen of niet Magdalena den voet van het kruis te omvatten, opdat het bloed des lleilands op n nederdruppele en verzucht dan gedurende die korte overweging ;

O Jesus, Davids Zoon, ontferm U mijner!

Jesus ! reinig mijne y,ioi van de melaatscli-heitl dor zonde! O Jesus! laat slechts een enkel druppeltje van uw allerlieiligt bloed neervallen op mijne ziel, en zij zal van alle zondesmet gezuiverd worden! Lieve Vader! ik lieb gezondigd tegen den Hemel en tegeu Ü ! aeh! vergeef mij al mijne zonden! O Jesus ! laat mij die troostvolle woorden hooreu ; „ Ik wil, word gereinigd!quot;— „Ga heen, uwe zonden zijn U vergeven ! quot; —

GEBEDEN NA DE BIECHT.

DANKZEGGING VOOR DE VERGIFFENIS UEK ZONDEN.

O God en Heer ! hoe goed zijt Gij , hoe groot is uwe barmhartigheid . hoe grenzeloos uwe liefde! Wegens de lielitzinniglie .d, waarmede ik uwe heilige geboden overtrad, had ik verdiend van ü verstooten te worden, eu Gij neemt mij weder op als uw kind. Ik had verdiend in de banden der zonden, waarin ik mij vrijwillig verstrikt had, te blijven liggen en vol goedheid en medelijden hebt Gij

-ocr page 65-

61

dio banden verbroken. Ik luid verdiend, als die trouwloozo knecht, wegens mijne overj;rootc schuld in den kerker geworpen te worden, eu Gij scheldt mij die schuld kwijt. Ik heb mijne ziel bezoedeld, het kleed der heiligma-keude genade besmeurd, en Gij wascht en reinigt haar in het bloed uws goddelijken Zoons. — O ! wat zijt Gij eindeloos goed, onbegrijpelijk barmhartig jegens de armezon-daren! Wat wondervolle genade hebt Gij mij weder bewezen! Hoé kan, hoe zal ik ü dunken en loven voor zoo groote ontferming eu medelijdende liefde! Met de woorden van den boetvaardigen David roep ik uit : loof, mijne ziel, den Heer, en alles wal in mij is, loof zijn heiliyen Naam. Loof, mijne ziel, den lieer, en vergeet al zijne weldaden niet, want Hij heeft al uwe zwakheden genezen, Hij heeft uw leven van den ondergang gered eu u met genade en barmhartigheid gekroond. v Hij heeft u niet behandeld naar uwe zonden eu u niet vergolden naar uwe misdaden! Looft den Heer, al zijue Engelen, looft Hem al zijne machten, looft Hem al zijne werken, op alle plaatsenzijnerheerschappij, loof, mijne ziel, den Heer! — Ja, ik wil niet ophouden U te loven, o mijn God! nooit zal liet gevoel van dankbaarheid verflauwen in mijne ziel voor alle genaden, welke Gij in het 11. Sacrament der Biecht mij hebt bewezen.

-ocr page 66-

63

0 Maria, mijne allerliefste en gezeReiide Moeder, zequot;; gij voor mij den goeden Ood dank voor zijne groote barmluirtigheid, waarmede Hij mij weer in liefde en genade heeft aangenomen. Mijn heilige Engelbewaarder, mijne heilige Patronen en alle Heiligen des Hemels, looft en prijst den Heer en zijne eiudelooze liefde in alle eeuwigheid. Amen.

GEBED VOOll HET VOLBRENGEN DE» BOETE.

Met onbegrijpelijke liefde hebt Gij , o lieve .lesus! mijne ziel in nw allerheiligst bloed weer afgewassehen en uwe oneindige verdiensten in de weegschaal der goddelijke gerechtigheid gelegd en de schuld en de eeuwige straf mij kwijt gescholden, die ik voor mijne zonden reeds lang had verdiend. Ja, ik gevoel het in hot binnenste mijner ziel , mijne zonden zijn mij vergeven ; ik mag mij weder een kind van God noemen. Maar ook weet ik , dat ik, zooveel ik vermag, boeten moet voor mijne misstappen, dat ik der goddelijke gerechtigheid voldoening moet geven voor mijne zonden ; want ik heb stralfen veidiend voor mijne boosheid en ondankbaarheid. Maar hoe kan, hoe zal ik afboeten, wat ik misdreven heb ; wat zal ik doen, om eenigermate ile schuld te betalen , die ik op mijne ziel heb geladen, om weêr goed te maken, wat ik der goddelijke liefde heb aangedaan? Ach , lieve

-ocr page 67-

C3

Jesus! ik ben zwak', ellendis; en arm, ik kan niet volledig- afboeteu wat ik misdaan hel). Gaarne wil ik de boete volbrengen, welke de priester in den naam der H. Kerk mij heeft opgelegd; maar ik heb veel grooter straften verdiend. Vergoed Gij dus,goedertieren Jesus! wat mijne zwakheid niet vermag. Gedoog, dat ik al de kostbare, oneindige verdiensten, die Gij door uw leven, lijden en sterven verworven hebt, en alle verdiensten van uwe allerheiligste Moeder en van alle Heiligen , al de boetwerken van alle heilige boetelingen, van Adam at tot nu toe, aan uw heiuelschou Vader opoffere tot voldoening voor mijne zonden. In vereeniging met deze oneindige vol-^ doening en met alle goede werken, die ooit in uwe li. Kerk verricht zijn , wil ik nu met vermorzeld harte mijne boete volbrengen en zooveel ik vermag niet nalaten, de zonden in '', mij te straften. Neem, o Josusl dit verlang-en mijns harten genadig aan en verleen mij de genade om immer in don geest van boetvaardigheid te leven tot aan mijnen dood. Amen.

Volbreng nu nauwkeurig en aandachtig de opgelegde boete en verzuim niet, zoo de priester u dagelijks eenige boete mocht hebben voorgeschreven, die getrouw te vervullen.

VERNIEUWING VAN HET GOEDE VOOIiNE,MEN.

O, mijn Heer eu mijn God! zoo dikwerfquot;

1

-ocr page 68-

64

i-ccds liob ik beloofd niet meer te zondigen, -/oodikwcii'reeds liet voornemen gemaakt, om liever te sterven, dan U ooit weer te belee-(1 iü'en; zoo dikwerf reeds mij vastelijk voorgenomen, om mij tot de volgende biecht geheel zuiver te houden vau elke vrijwillige zoude. Maar nog altijd heb i1-: mij door mijne kwade neigingen en *i ii'ei::ii'culieden laten medeslepen en ben weder in de oude zouden hervallen. Toch wil ik nu, o mijn God! U weêr oprecht en vastelijk beloven , U met onwrikbare trouw te dienen, uwe liefde niet meer te versleten en elke overtreding van uwe heilige geboden zorgvuldig te vermijden. In uwe heilige tegenwoordigheid maak ik het vaste besluit, om liever te sterven, dan met opzet eene enkele zonde te bedrijven. Ik wil elke aanleiding tot zoude, elke gelegenheid, die mij tot hiertoe tot zonde bracht, zorgvuldig vermijden, met allen ijver over mijne zinnen eu neigingen waken en vurig bidden , om m de bekoring niet te bezwijken.—Maar, mijn God , en Heer! ik weet lioe zwak en onstandvastig ik ben, daarom vrees ik, dat ik weêr vallen zal, zoo Gij, algoede God, U over mij niet ontfermt eu mij door uwe genade voor den val niet bewaart. Daarom bid ik U , tceder, liefdevolle Vader! met al den gloed mijns harten, kom mij met uwe goddelijke genade te hulp en sta mij bij iu het uur der bekoring.

-ocr page 69-

65

Bustraal mij met uw goddelijk licht, opdat ik do uaulokseleii van satan erkouno; versterk mij j wanneer zwakheid eu moedeloosheid mij overvalt, beur mij op, wanneer ik struikel; geef mij een levendigen haat eu afkeer van elke zoude eu ontsteek iu mij het vuur uwer goddelijke liefde, opdat ik ijverig aan mijne verbetering arbeide en niet ophoude voor dat ik mot uwe genade de volledige zegepraal verworven heb.

O allerliefste, gezegendeMoedar Maria 1 ook tot u wendt zich uw arm en zwak kind eu smeekt u vurig om uwe voorbede eu hulp. Gij zijt immers mijne lieve Moeder en kunt toch niet toelaten, dat ik weêr het ongeluk zou hebben van in zonden te vallen en uw goddelijken Zoon op nieuw ,te kruisigen. O, verberg mij dus onder den mantel uwer moederlijke bescherming eu bewaar mij voor het grootste kwaad, de zonde. Ik zal uiet nalaten, bij elke bekoring tot u mijne toevlucht te uemen, zoo als eeu kiud bij elk gevaar zijne moeder te hulpe roept. Verleen mij dus uwe moederlijke bescherming . eu sta mij bij in den strijd. — O, Heiligen Gods, gij vooral mijne Beschermheiligen en mijn Engelbewaarder, bidt voor mij om de genade van trouw en volharding ten einde toe, opdat ik eenmaal in uw gezelschap wonen en met u iu den Hemel, ver van

-ocr page 70-

66

alle zoude 3 Gods heerlijke Majesteit auu-scliouweii, loveu en ])rijzeu moge in alle eeuwigheid. Amen.

VEliNlEÜWiNG DEU DOOPBELOFTEN.

Goddelijke Heiland, Jesus Christus! do liefde, waarmede (jij mij, armen zondaar, weder in genade hebt aangenomeu, geeft mij den moed, om liet verbond weder te vernieuwen, hetwelk Gij niet mij en ik met LI bij het IT. Doopsel gesloten, maar dat ik helaas ! zoo dikwerf geschouden en verbroken heb. (Jij hebt, o God, uwe belofte trouw vervuld. Gij hebt mij altijd bemind, mij geroepen, als ik mij van U verwijderde, aan mijn hart geklopt, als ik het wilde slniteu voor uwe goddelijke genade, en mij nimmer verlaten. Maar hoe trouwloos heb ik ondankbare met ü gehandeld I Ik ben over-ü'eloopen naar uw vijand en tegen U iu opstand gekomen, en toch hebt Gij U van mij niet afgekeerd en mij iu den afgrond, dien de zonde voor mij opende, niet laten vallen. Xu zie ik mijne boosheid, mijne on-dankbaarheid en mijne trouwloosheid in en erken ik do ellende, waarin ik verviel, toen ik mij van U verwijderde. En iu deze erkenning ijl ik tot U terug, tot U , bij wien alleen ware vrede, ware rust en zaligheid te

-ocr page 71-

67

vinden is. — Vaste lijk geloof ik alles, wat Gij geopenbaard hebt en uwe i i. Kerk mij te gelooveu voorstelt. Ik geloot', dat Gij , Zooa van den levenden God, in den tijd zijt mensch geworden en aan het, kruis gestorven, om mij te verlossen eu zalig te maken. Ik geloof eene heilige Katiiolieke Kerk, gemeenschap der Moiligen, vergiffenis der zonden, verrijzenis des vleesehes cn het eeuwig leven. Ik verzaak den duivel met al zijne werken cn al zijne hoovaardij. Ik verzaak de wereld met al hare ijdelheid cn vergankelijke lust. Ik verzaak alles, wat zoude is en tot zonde voert. Ik offer U op cn wijd aan U toe, o mijn God, mijn lichaam en ziel, vrij lioid cn wil, alles wat ik ben en wat ik lieb. Ik zweer U trouw tot aan den dood. Geef mij dus, lieve Jesns! kracht cu sterkte , om mijne belofte te honden en in tijd en eeuwigheid van uwe liefde niet meer af te wijken. Amen.

-ocr page 72-

OEFENINGEN OP DEN DAG DER H. COMMUNIE.

VOOltliKKEIDOiG.

Iiulinn nM'it noodzakelijk bekeiineii moet, zegt de H. Kerkvcr^uderini»; van Trente, dat er op aarde ireen heili-irer, ireen goddelijker werk gesehiedt, dau het H.MisoHer

— en voor den leek dus, dan de H. Comniunie, waardoor liij op de innigste wijze aan dat LI.Oder deel neemt,

— dan vol^t daaruit middagklaar, dat men al de zorg en al den ijver, waartoe men in staat is, moet aanwenden om die handeling met de grootste zuiverheid des harten en met de volmaaktste zoowel in- als uitwendige gods-vrueht, die maar mogelijk is, te verrichten. Genoeg ten bewijze, dat hier eene ernstige voorbereiding allernoodzakelijkst is, en geene voorbereiding is beter dan die , waarvan Jesus zeil' ons het voorbeeld gaf. Geheel het leven toeh van onzen goddelijken Zaligmaker was slechts eene onalgebrokene voorbereiding voor zijn H. Oller. Daarmede hield zijn geest en zijn hart zich zonder ophouden bezig. Desiderio desrderavï hoe pascha mandu-care vohiscum, brandend heb ik verlangd dit paaschlam met u te eten. Geheel ons leven, onze gebeden, ons gewetensonderzoek, onze goede werken, vasten, aalmoezen, lierdediensten, alles moeten wij in betrekking brengen, alles doen dienen tot voorbereiding voorde H. Communie.

Reeds daags te voren moeten wij vol zijn van het geluk , dat ons den volgenden dag wacht; reeds daags te voren inslapen met die zoete gedachte : Morgen weer zal ik aanzitten aan de tafel van den groot en Koning 1)'s morgeus terstond bij ons ontwaken moeten wij elke

1) (quot;ras etiaiu cum rege prausurus sum. Esth. 5 :12.

-ocr page 73-

09

gcdacMo, die vroomd is nan dn H. Communie van ons verwijderen , om met den psalmist ui) te roepen: O God mijn God! roor V waal: il; hij hel eerste daffUcM: 1) en vervól-sens een vnrijt verlansen naar vereei Vinp met Jesus den «elielde onzes harten m ons opwekken. — De daquot; der H Communie moet ons een feestdag onzerzielen zijn? Jesus' de hoogste Koning wil haar bezoeken en met den riikdoni zijner helde begunstigen. Wijden wij Hem daarom de eerste gevoelens van onsliarttoe; roepen wij met den proleet uit: „ J)H is de dng, dien de Heer gemanli! heeft,quot; de da» waaro]) mijne ziel bruiloft viert met het Lam Gods — Ivleeden wij ons in de grootste zedigheid . om ons vervolgens op de knieën neêr te werpen, ons voorstellende, als as-en wij vóór liet H. Tabernakel, o n met ootmoed' en Iieide ons morsrengebéd te bidden.

MOEGENGEBE D.

O mijn Heer eu mijn God , mijn licht en mijn heil, met liet eerste daglicht waak ik voor (J! -—Naar 17 dorst mijue ziel, naar Ü. o, een wiste schoonheid eu goedheid verlangt mijn hart. Stijge, dierbare Verlosser! van den vroegen morgen mijn gebed tot ü op. Lof, dank, zegen en verheerlijking zij U, zoete Jesus! toegebracht voor de groote liefde waarmede Gij mij dezen nacht zoogoedgunstio-bewaard en beschermd hebt. thans is de zalige dag voor mij aangebroken, waarop mij de hoogste genade zal ten deel vallen, waarop mijn Koning en Heer, mijn Eedder en Verlosser bij mi; zijn intrek nemen, waarop Hij

1) Deus , Pens mms, ad to de Incevigilo. Ps. B, 2.

-ocr page 74-

70

mijne arme ziel met zijn allerlieiligst vleescli al di

en bloed spijzen wil ten eeuwigen leven. O om d

zoetste Jesus ! welk een gelukkigen, welk een werk

zaligen dag laat Gij heden voor mij aanbre- seliei

ken; hoe kan ik U voor deze gave genoegzaam T)i

danken, hoe U daarvoor loven en prijzen? Gij i

Ach! hoe gaarne zou ik U, mijn Heer en schej

mijn God, daarvoor eenig offer tot teeken dien

mijner dankbaarheid en liefde aanbieden ; heerl

maai' wat heb ik, dal ik van U niet heb ontvan- geda

gen? Zie, al wat ik beu en wat ik heb is het bede

uwe. Mijn lichaam , mijn leven, mijne ziel is vaste

uw werk; iedere ademtocht komt van U. Gij onde

hebt mij geschapen. Gij onderhoudt mij, Gij te w

hebt mij voor den duren prijs van uw kost- dag c

baar bloed vrijgekocht; ik ben uw eigendom. cn a;

Wat zal ik U dan aanbieden ? V(

Maar Gij hebt mij een hart gegeven , dat. gods

U kan lief hebben ; dat hart is eene gave van ging

U; dat hart verlangt Gij van mij. Zie , dat laat

wijd ik l; ten offer. Neem het aan tot uw zond

voortdurend eigendom , en ontvlam het door loof

het vuur uwer liefde, opdat het niets anders verti

meer beminne dan U alleen, nergens anders nmi

meer vreugde en rustin zoeke, dan in U al- dert

leen en naar niets anders meer hake en ver- hoo] lange , dan naar ü alleen. Elke klopping van 1 mijn

dat hart. elke bewegingen aandoening zij ü mijn gewijd. O trek dit hart geheel tot ü , maak het één met uw allerheiligst Harten deel het

-ocr page 75-

71

3escli al die genaden mede, die het noodig heeft,

in. O om die deugden te beoefenen en die goede

k een werken tc verrichten, welke aan uw hemel-

ibre- schen Vader zoo wclbchagelijk zijn !

zaam j Dezen blijden en gelukkigen dag, waaro])

zen ? Gij in onuitsprekelijke goedheid tot mij, arm

sr en schepsel, wilt afdalen, om mij te bezoeken,

eken dien zaligen dag wijd ik geheel aan uwe ver-

den ; heerlijking. Met mijn hart offer ikü al mijne

.van- gedachten, woorden en werken, al mijne ge-

s het beden en godsvruchtoefeuingen; ik neem mij

iel is vastelijk voor, om elke neiïino- tot zonde te

■ Gij onderdrukken, aan elke bekoring tot kwaad . Gij te wederstaau en ieder oogenblik van dezen kost- dag door de herinnering aan ü, mijn Jesus ! dom. cn aan uwe liefde te heiligen. —

Verleen mij slechts eene hartelijke, vurige

dat godsvrucht bij al mijne gebedeu en overwe-

van gingen; bewaar mij voor elke verstrooiing en

dat laat niet toe, dat ik U door de geringste

■ iiquot;' zonde bedroeve. Geef mij een levendig ge-door loof aan ü en uw heilig woord, eeninnis: ders vertrouwen op uwen bijstand, eene tccdere, ders innige, kinderlijke liefde. Ja, zoo Gij, goe-: al- dertieren Jesus! mij deze genade verleent, dan ver- hoop ik, dat de dag van heden de gelukkigste van mijns levens en ceninaal mijne vreugde en ij U mijn troost op mijn sterfbed zijn zal. Amen. laak

het

-ocr page 76-

AANKOEPINO DKK ALLERITETLTGSTE MAAOD MATxTA.

Wees o]) deu das van heden g-egroet, duizendmaal gegroet, o allerreinste Maagd en Moeder Gods Maria. Van u tocli heeft Hij , die liet heil mijner zie! is, het menschelijk vleesch aangenomen en deze uw goddelijke inniggeliefde Zoon wilmot zijn allerheiligst vlcesch en bloed heden mijne ziel spijzen ten eeuwigen leven. O wees duizendmaal geloofd en geprezen voor het woord , dat gij gesproken hebt, toen de Engel u de boodschap braeht, dat gij den Zoon Gods van den H. Geest zoudt ontvangen. O mocht ik ook een zoo zuiver, rein en onbevlekt hart hebben als gij. om uw allerheiligsten Zoon daarin zoo waardig op te nemen, als gij er Hem in ontvangen hebt. Helaas ! ik voel mij zelvcn zoo vol ellende en vlekken en niet waardig, om uw goddelijken Zoon in zijn H. Tabernakel te groeten, veel minder om zelf heden eene woning voor Hem te worden. O allerheiligste Moeder! ik bid u uit het binnenste mijn harten, smeek voor mij bij uw goddelijken Zoon. dat Hij niet lette op mijne onwaardigheid, maaropzijne eigene grenzeloozc liefde,'die Hom beweegt bij een arm men-sclienkind zijn intrek te nemen. Heel mij liefdevolle Moeder, iets mede van de liefd:

-ocr page 77-

van uw heilig hart, cu bid voor mij dien geest van godsvrucht, van vermornelingen ootmoed af, waarmede Gods lieve Heiligen tot de tafel uws goddelijken Zoons naderden , om Hem in hunne harten tc ontvangen. O allcrgezegend-ste Aioeder ! neem mij dezen geheelen dag onder uwe bijzondere bescherming, opdat iilt; de groote en kostbare genade, die mij heden zal ten deele vallen, onverlet beware, uw goddelijken Zoon,mijn lieven Jesus doorgeene enkele zonde bedroeve, mar.r in liefde met Hem vereenigd blijve in eeuwigheid. Amen,

GEBED TOT ONZEN BESCHERMHEILIGE EN ONZEN ENGELBEWAARDER.

O mijn heilige Patroon (N.), die doordien goeden Vader in den Hemel mij tot een voorbeeld en bijzondere Beschermer gegeven zijt; ik zal dan heden naderen tot dien hemelschcn maaltijd. waaraan ook gij gedurende uw aardsch leven zoo dikwerf met innige liefde hebt aangezeten, waar ook gij de krachten geput hebt, om de wereld en de zonde te overwinnen en een Heilige des Hemels te worden. O smeek dan voor mij bij den troon Gods om do genade, dat ik met de vurigste liefde, met de innigste godsvrucht, met den diepsten ootmoed en het hartelijkst vertrouwen tot de tafel de^ Hoeren nadere en waardig Dengenc

4

-ocr page 78-

74

ontvange, dien mijne ziel lief heeft. Bewaar mij, door uwe voorbede, vooralle verstrooiing en lauwheid bij de H. Communie en help mij, om dezen dag Gode zeer weibehagclijk door te brengen. — Mijn heilige Engelbewaarder! Gij aanschouwt in den Hemel met de ontelbare schare van Hemelgeesten het aanschijn van Hem , die heden tot mij wil komen en zijne woonstede bij mij nemen. Smeek voor mij de genade af, dat ik zonder eenigen twijfel onwrikbaar geloove, wat gij in den Hemel het geluk hebt te zien en help mij , dat geene bekoring van den boozen vijand mij schade, dat mijne ziel zuiver en rein blijve van alle zon-desmetten, opdat Jesus er zijn welbehagen in vinde, wanneer Hij haar komt bezoeken en met zijn heilig vleesch en bloed komt spijzen ten eeuwigen leven. Amen.

XJI EFDKV KRZTJ CHTIN Gi-EN op den weg naar de Kerk.

Geloofd, gezegend en verheerlijkt zij nu en altijd en in de eeuwen der eeuv/en liet allerheiligst Sacrament des Altaars!

O Jesus, hoe onuitsprekelijk groot is uwe liefde en hoe weinig bemin ik U nog!

O Jesus! zonder U kan ik niet leven; ik ijl tot U, bron des levens, als oen dorstige naar de waterbron.

-ocr page 79-

75

Jesus, mijn Jesus! ach! ik verlang U van ganscher harte lief te hebben; o, ik verlang U te beminnen met den liefdegloed der Engelen.

O, mijn God , mijn lieve Jesus! welk eene groote genade wilt Gij mij lieden bewijzen en hoe weinig beu ik die waard! Gij wilt mij heden komen bezoeken, Gij, de Heer van Hemel en aarde; wie had het kunnen gelooven?

Zie, ik ben niets; ik ben arm en ellendig; maar toch kan ik U beminnen, en beminnen wil ik U; ja ik bemin ü, ik bemin U uit geheel mijne ziel, mijne ziel verlangt naarTJ!

Mijne ziel, het uur is daar, waarop uw Bruidegom komt, om zich met U te vereenigen. Sta op, ijl hem te gemoet op de vleugelen der liefde.

O Jesus! mijn hart is zoo koud, ontvlam het door het vuur uwer goddelijke liefde. O Jesus! mijn hart is woest en ledig, vervul en versier het met uwe hemelsche deugden.

O Jesus! Gij roept ons toe ; Komt tot mij die belast en beladen zijt; zie ik kom, om verkwikking en rust bij U te vinden.

O mijne ziel, verheug u en jubel van vreugde! zie uw koning komt tot u vol zachtmoedigheid, vol liefde, rijk aan alle genaden en Hij wil de uwe worden; hoe gelukkig, hoe zalig zult gij dan zijn!

Mijn geliefde Jesus! mijn hart verlangt één

-ocr page 80-

76

niet 1' te worden. Buiten U is er geen troost; Gij zijt de zoetste lafenis mijner ziel; boe getroost en gelukkig zal ik zijn, als ik IJ heb ontvangen! Beeds nu omhels ik^ U met de armen der liefde en druk ik U aan mijn hart. Wees duizendmaal gegroet!

O mijn H. Engelbewaarder! gij gaat mij ter zijde en treedt met mij binnen in het huis des Heeren; o help mij Jesus, dien gij aanschouwt, recht teeder liefhebben, help mij als ik bid, opdat ik de oneindige liefde mijns Verlossers, zijne goedheid, zijne erbarming, zijne vernedering en goedgunstigheid jegeus mij in eerbiedige stilte, maar met gloeiende godsvrucht overwege , bewon-dcre en prijze. Amen.

BIJ HET BINNENTREDEN DEK KEIIK.

Ziedaar de woning van den Heer der heerscharen; hoe lieflijk, Heer! is uwe woning, waar Gij op een troon van liefde zetelt, waar Gij, lieve Jesus! met godheid en mensch-heid, met vleesch en bloed wezenlijk, waarlijk en zelfstandig tegenwoordig zijt!

O God! wat zijt Gij goed, wat zijt Gij zoet! Gij wijst niemand van U af, zelfs den armen zondaar, zelfs mij niet.

Maar, mijn God! ben ik dan waardig voor U te. verschijnen? De heilige Engelen zweven knielend om uw H Tabernakel en bedekken

-ocr page 81-

77

uit eerbied voor uwe Majesteit hun aauge-ziclit; eu ik, wat zal ik doen? Mij verootmoedigen, nederkuielen, bewonderen, aanbidden en beminnen.

Zie, ik sta hier a!s de arme tollenaar in den Tempel; ik durf mijne oogen tot U niet opheffen. Ach, ontferm U mijner en wees mij genadig.

Ach, mijn Heer en God! in den diepsten ootmoed aanbid ik U; ja Have Jesus ! Gij zijt mijn Heer en mijn God . Gij zijt mij alles.

Voor uw aanschijn, innig geliefde! moeten Hemel en aarde, en al hunne pracht en heerlijkheid zwijgen , want wat zij ook schoons en lieflijks bezitten, dat komt van If, en haalt niet bij de heerlijkheid van uwen Naam. Gij zijt de bron der schoonheid. Gij zijt de bron der waarheid, der goedheid en der barmhartigheid,Gij wiens wijsheid zonder tal en wiens heerlijkheid en zaligheid zonder maat is ! —

GEBEDES ONSER OE H, iVI!SS£,

TEU VOOKBEIIE1U1NG VOOK DE H. COMMUNIE.

Stel u voor, gudiiLiunende ziel, alütif de goddelijke Heiland met zijn vau liei'de vlannaend harte voor u stond en met u sprak. Smeek Hem vurig, om oplettend naar Hem te mogen luisteren en verder om alle genaden, wélke gij bij deze heilige handeling uoodig liebt. Gedurende liet H. Misolfcr stroomt de bron der oneindige

-ocr page 82-

78

verdieusteu van Jcsus Christus, dpii Heiland der wereld , in rijken overvloed. Alles kunt gij door Jesus verkrijgen, zoo uw geloot'maar levendig, uw vertrouwen groot, uwe liefde gloeiend, uw gebed ootmoedig en overgegeven is.

VOORBEREIDING.

Christus. Mijn zoon, (mijne dochter!) Groot oneindig groot was en is nog altijd mijne liefde tot u. Voor de zaligheid van alle men-schen, ook voor u, heb Ik den schoot mijns Vaders verlaten, ben Ik op aarde neergedaald, beu Ik menseh, een klein kind geworden. Om uwentwille heb Ik van kindsbeen af in armoede geleefd, om uwentwille smaad en vervolging en eindelijk den bitteren dood des kruises geleden. U wilde ïk redden uit de banden der zonde en des doods, u wilde Ik den Hemel openen en den weg daarheen door leer en voorbeeld aanwijzen. Voor u heb Ik het werk der verlossing volbracht, maar nog niet voleind. Wat Ik eenmaal op aarde in leven en sterven verworven heb, mijne oneindige verdiensten zullen uw eigendom worden, door Mij zult gij vereenigd worden met den Vader in den Hemel. Aan 't kruis heb Ik mijn bloed voor u vergoten; hier, in de H. Misse wordt het in uwe handen gesteld , opdat gij u zoudt wasschen en reinigen ; aan het kruis heb Ik door mijn dood het losgeld verdiend, waarmede gij uwe schuld kunt afdoen; aan het kruis heb Ik u het recht, de

-ocr page 83-

79

aanspraak verworven, om eer. kind te worden van mijn hemeisclien Vader; in de H. Misse wil ik dour middel der H. Communie mij met u vereeuigeii, opdat gij door Mij één wordet met mijn Vader, die in den Hemel is. Daarom daal ik dagelijks van den Hemel af op het H. Altaar, en noodig Ik u heden uit, om de oneindige schatten van genade, die Ik voor u verworven heb, in ontvangst te nemen. — Waarmede toch zult gij anders uwe schulden betalen, dan door Mij? Hoe zult gij vergiffenis erlangen, dan door Mij? Hoe zult gij Hem genoegzaam loven, prijzen, aanbidden, dan door Mij ? Slechts door Mij komt gij tot den Vader, slechts door Mij kunt gij één met Hem worden. — O, erken dan toch de hooge gunst, die u te beurt valt, van mijn allerheiligst Offer te mogen bijwonen cn Mij door de H. Communie in uw hart te kunnen opnemen! Zie, het Altaar is de Calvarieberg, waar Ik op onbloedige wijze vernieuw , wat daar op bloedige wijze geschied is. Begeef u in den geest naar dien berg, plaats u daar met mijne geliefde Moeder Maria onder het kruis en offer u zelven met Mij aan mijn hemeisclien Vader op, —

De leerling. O mijn Jesus, mijn Heer en mijn God! hoe zou ik de grenzelooze liefde niet erkennen, waarmede Gij mij , arm schepsel, wilt redden en heiligen! Yol medelijden

-ocr page 84-

80

eu erbarmiug kebt Gij voor mij wel willen sterven eu nu vernieuwt Gij voor mijne oogen uw offerdood aan 't kruis en noodigt Gij mij met onuitsprekelijke goedheid uit, om dat offer bij te wonen en in de genaderijke vruchten daarvan te deelen. Van gan-seher harte zeg ik U dank voor die groote genade. Geef mij slechts een levendig geloof eu den geest van ware godsvrucht, van oprecht berouw en heilige liefde, opdat de rijke zegen, welke xüt dit heilig Offer over de gausche wereld uitstroomt, ook mijne arme ziel tot heil verstrekke. — Door dit heilig Offer wil ik de allerheiligste Drievuldigheid op de volmaaktste wijze aanbidden; door U den hemelschen Vader op waardige wijze dank zeggen voor alle gaven, die Hij in zijne goddelijke barmhartigheid aan de gansche wereld en aan mij in 't bijzonder bewezen heeft. Gij, o goddelijk Lam! wilt ' hans op het Altaar het slachtoffer zijn voor de schuld mijner zonden; duld dus, dat ik , arme zondaar , de verdiensten van uw geheimzinnigen offerdood aan de goddelijke gerechtigheid tot verzoening en uitdelging mijner groote schuld aaubiede. — Al mijn bidden eu smeeken en roepen om genade en barmhartigheid is niet waard verhoord te worden, zoo Gij mijn voorspreker niet zijt bij den hemelschen Vader, O allerliefste Jesus! Gij kent het ver-

-ocr page 85-

81

langen en de verzuchtingen mijns harten. Ik heb geene andere begeerte, dan zuiver te zijn van alle zondesmet, uw hemelscheu Vader te behagen en eeuwig met Hem vereenigd te worden. O laat dan toe, goedertieren Jesus! dat ik alle wenschen van mijn arm hart op het Altaar legge, om ze door uwe handen aan den hemelscheu Vader op te dragen, opdat zij in genade worden aangenomen en verhooring vinden. Amen.

J)E P1UESTEK VERSCHIJNT AAN HEÏ ALTAAK.

Christus. Ziet gij mijn plaatsbekleeder, den priester in mijnen Naam het altaar naderen met liet kruis op zijn gewaad, om het allerheiligst Offer te beginnen ? Zóó ben Ik eenmaal zuchtende ouder den zwaren last des kruises, beladen met de zondeschuld dergau-sche wereld den Calvarieberg opgestegen. Ook

hoe dikwerf ben Ik onder den last des kruises eu der zonden bezweken! De liefde alleen gaf Mij de kracht, om van pijn en smart niet te sterven, vóór dat men Mij aan hot kruis klonk. — O ziel, erken toch de grootheid mijner liefde en heriuner u, wat uwe zouden Mij berokkend hebben. Ik heb niet opgehou-

■1 *

-ocr page 86-

83

\i lief te hebben, nuju priester bidt in mijnen Xaam voor u om vergiffenis en die zult gij van mijn liemelsclien Vader verkrijgen, zoo gij maar in ootmoed en leedwezen uwe schuld erkent en vermorzeld van harte zijt.

I)e leerlintj. Ach ! goedertieren Jesus , hoe groot toch is uw medelijden met mij, armen zondaar! Gij naamt den last mijner zonden op Ü en gingt voor mij ter dood, opdat ik niet zou verloren gaan, en stelt mij heden uw bitteren kruisweg voor oogen, opdat ik niet zou vergeten, wat uwe liefde voor mij gedaan heeft. Ó allerliefste Jesus! hoe bitier heb ik misdaan toen ik zondigde en hoe groot was mijne boosheid, toen ik uwe liefde met zoo zwarte ondankbaarheid vergolden heb. O , druk uw heilig kruis diep in mijn hart en laat mij ten minste iets voelen van de smart, die Gij voor mijne zonden geleden hebt. Laat mij de misstappen en zonden, die ik van mijne kindschheid af bedreven heb, erkennen , de grootheid van mijne schuld begrijpen en geef mij tranen van het hartelijkste en volmaaktste berouw, opdat ik ze heel mijn leven lang beweene. Amen.

DE PRIESTER AAN DEN VOET DES ALTAARS.

C/tTistus, Beschouw mijn dienaar, hoe hij zich diep ter aarde nederbuigt en rouwmoedig

-ocr page 87-

83

op de borst slaande openlijk zijne schuld belijdt. Zoo lag Ik, de waarachtige H oogepriester, in het hofje van Olijven platter aarde ; angst en smart over uwe zonden persten Mij het bloedig zweet uit de aderen en in heldere druppels stroomde mijn bloed op den grond. — De handen wringend, in onuitsprekelijk hartzeer bad Ik mijn hemelschen Vader, dat Hij den kelk, dien de menschen door den gruwel der zonde Mij tot den rand toe gevuld hadden, zou laten voorbijgaan; maar het was de wil des Vaders, dat ik dien bitteren kelk-zou drinken , en Ik deed het uit liefde, ook ter liefde van u. — Erken dus, hoezeer Ik u bemiude! — Men bond Mij met koorden, als een boosdoener sleepte men Mij voor het gerecht. Ik verdroeg dien smaad, opdat gij zoudt verlost worden. — Zóó groot was mijn medelijden met u! — En dat medelijden heb Ik nog; mijn Vader in den Hemel weet het; om den bitteren doodsangst, dien Ik in het hofje heb doorgestaan, zal Hij u niet verstoeten , wanneer gij uwe schuld bekent en Hem rouwmoedig te voeten valt.

Be leerling. Vader in den Hemel! ik heb gezondigd tegen den Hemel en tegen U; ik ben niet meer waardig uw kind te heeten. De angst en de doodssmarten van uw geliefden Zoon drukken zwaar op mijne ziel, want om mijne misdaden heeft Hij zich vrijwillig aan-

-ocr page 88-

84

geboden, om den kelk des lijdens te drinken, dien uwe goddelijke gerechtigheid Hem heeft toegereikt. Ter wille van mijne arme ziel heeft Hij zich vernederd tot het stof en zich door verachtelijke touwen laten binden. O , zijne vernedering, zijne smart en zijn angst toonen mij de geheele grootheid van mijne schuld.— Ach, lieve Vader! mocht mijn hart van droefheid over mijne zonden barsten ! Ach! om de pijnen en kwellingen van uw goddelijken Zoon, die Hij in hot hofje heeft moeten verduren smeek ik U uit de diepte mijns harten, ontferm ü mijner, vergeef mij mijne schuld eu verwerp mij niet voor uw aanschijn. Neen, nooit meer zal ik zondigen, neen, nooit meer! O Maria, geze-gendste Moeder mijns Heeren! ach , bid voor mij om genade en barmhartigheid, dat ik vergiffenis mijner zonden verkrijge. Amen.

G15.BEDEN DEK KERK, EPISTEL EK EVANGELIE.

Christus. Drie zaken zijn voor het ware zielelevcn noodzakelijk, zonder welke de ziel verkwijnt en bederft; mijn woord, de genade en mijn vleesch en bloed. — Mijn woord moet gij aanhooren, in uw hart, opnemen en vruchten laten voortbrengen, en om de genade moet gij bidden. Mijn woord verkondigt ii mijne H. Kerk; aan haar heb ik her, zuiver

-ocr page 89-

85

en ODvervalsclit toevertrouwd; hare stem is mijne stem; in iedere H. Misse wordt hot in de Lessen en Evangeliën voorgedragen. Luister naar dat woord en volg hst op en gij zult leven. — Maar gij moet ook bidden om genade. Uit u-zelven zijt gij te zwak, te ellendig, om den weg te bewandelen door mijn woord u afgebakend en waarop ik u ben voorgegaan, zoo de genade u daarin niet ondersteunt en helpt en leidt en naar het ge-wensehte doel voort. Zie, alle dagen verzucht mijne H. Kerk door den mond des priesters om deze genade tot den hemelsehen Vader. — Haar gebed in mijnen Naam dringt door tot 'voor den troon mijns Vaders en vindt altijd verhooring. Vereenig uwe gebeden en verzuchtingen met hare gebeden en ook gij zult verhoord worden.

Be leerling. Mijn Heer en Meester! Gij hebt de woorden des eeuwigen levens; gaarne wil ik ze hooren. O, spreek tot mijne ziel en zeg mij, wat ik doen moet, om het eeuwig leven te verwerven. Zoo dikwerf hebt Gij door den mond der H. Kerk tot mijn hart gesproken, maar helaas! hoe dikwerf heb ik naar die woorden niet geluisterd, ze in mijn hart niet opgenomen en er mijn leven niet naar ingericht. Ach! vergeef mij mijne lichtzinnigheid, en zwijg niet. Heer! Want zoo Gij zweegt en tot mijn hart niet meer spraakt,

-ocr page 90-

86

dan was ik de ongelukkigste dei' menschen. O neen, zwijg niet, maar spreek; ik «al U hooren. Maar kom ook mijne zwakheid te hulp, wanneer ik uw heilig woord wil in beoefening brengen. Ik heb behoefte aan de goddelijke genade als aan het dagelijksch brood; mij-zelven kan ik niet helpen. Ik zou zoo gaarne U navolgen, den weg bewandelen , waarop Gij mij zijt voorgegaan, maar ach ! ik bezwijk, ik sterf op den weg, zoo Gij mij niet ondersteunt en bijstaat. Door den mond der H. Kerk roep ik niet een kinderlijk hart tot U, deel mij uit uw goddelijk Hart die genade mede, welke ik noo-dig heb en die Gij zoo overvloedig voor alle menschen hebt verdiend. Vooral smeek ik U, verleen mij de genade, dat ik U nimmermeer door eenige zonde beleedige, nimmermeer van U gescheiden worde, opdat ik eens moge ingaan in het rijk uws Vaders. Amen.

c k e d o.

Chridas. Eeeds op den eersten dag, dat gij liet levenslicht aanschouwdet, heb Ik u, mijn zoon (mijne dochter), zonder uwe verdiensten eene hoogo, onschatbare genade bewezen. Op deu dag van uw H. Doopsel heb Ik u in mijne H. Kerk opgenomen en u bet ware, katholieke

-ocr page 91-

87

geloof gesclionken. Waardeert gij die genade van Katholiek te zijn, kind te zijn van die H. Kerk, die Ik tot mijne bruid heb uitverkoren, waaraan Tk a! de schatten mijner genade en verdiensten heb toevertrouwd, buiten welke geene zaligheid te vinden is? Gij wilt mijn allerheiligst vleesch en bloed ontvangen tot voedsel uwer ziele. Slechts in de H. Katholieke Kerk vindt gij deze sprze des Hemels, in haar alleen dit allerheiligst Sacrament; slechtshare priesters hebben de macht, omhet brood en den wijn in mijn lichaam en bloed te veranderen. O hoevele duizenden door den geest der leugen bedrogen, tasten buiten mijne Kerk in de duisternissen van ongeloof en dwaling rond. U heb ik in genade in mijne H. Kerk opgenomen, waar gij mijne leer, mijne Sacramenten, licht voor uw verstand, troost voor uw hart, redding voor uwe ziele vindt. En gij, zoudt gij niet dankbaar zijn voor die groote genade; dat heilig geloof, dat de Kerk u leert, met geheel uwe ziel niet aanhangen; dat licht op uw levensweg door den nacht van dwaling niet volgen; zoudt gij geheel uw leven volgens dat heilig geloof niet inrichten en zelfs bereid zijn, zoo noodig, ei uw leven \üor ic geven? —

Be leerling. Ja, mijn Jesusl ik erken deze genade als dc grootste mijns levens. Wat toch

-ocr page 92-

88

zou ik zijn zonder dat lieilig Katholiek geloof? Alseeu kind van dwaling en duisternis, zou ik iu deu blinde rondtasten en versmachten op ■den weg, die ten leven voert en dien ik zonder het licht, dat in uwe H. Kerk straalt, niet zou vinden. Te vergeefs zou ik verlangen naar de spijze des Hemels, die Gij ons bereid hebt, om mijne ziel te verkwikken en te versterken. — Eeuwige dank zij U daarom gebracht, dat Gij mij terstond na mijne ge-boorie in uwe H. Kerk hebt opgenomen en mij de onschatbare genade des geloofs verleend hebt. Wat uw priester op dit oogen-blik aan het H. Altaar luide in naam dei-Kerk bidt, dat bid ik ook, mét hart en mond uitroepende; Credo, Domine! Ja, Heer! ik gelooi, met onwrikbare en innige overtuiging neem ik alles aan, wat Gij, mijn God, die de waarheid zelve zijt, geopenbaard hebt en uwe H. Kerk mij te gelooven voorstelt. En naar dit H. geloof wil ik ook mijn leven inrichten. Wat toch zou mij mijn geloof baten, zoo ik het door de werken weêr verloochende? Geef mij daarom, lieve Jesus, met de gave des geloofs ook de genade, om altijd volgens dat H. geloof te leven, daarin immer trouw te volharden, het overal onverschrokken te belijden en liever te sterven, dan er ooit in 't minste ontrouw aan tfl worden. ,Amen.

-ocr page 93-

89

OPOFFEKING.

Christus. Miju zoon ! (mijac dochter i) Alles zijt gij aan den Heer, uw God verschuldigd. Mijn Vader heeft u geschapen ; Ik heb u verlost en door mijn bloed vrijgekocht; de H. Geest heeft u in hot Doopsel geheiligd on tot zijn tempel gemaakt. Alles wat gij voor het leven uws lichaams noodig hebt, hebt gij van uw God en Heer ontvangen en talloos zijn de gaven door Hem u gesohoukeu. Wat gij dus hebt en wat gij zijt is zijn eigendom. En wat verlangt Hij uu ran u? Niets anders dan uw hart, uwe liefde en uw wil. Alle neigingen van uw hart zult gij Hem dus ten offer brengen, Hem toewijden, Hem alleen in trouw en volledige overgeving aanhangen. — Daar aan het altaar staat mijn dienaar met de offergaven van brood en wijn in de handen, die ik weldra door mijne almacht in mijn vleesch en bloed zal veranderen, om ze u tot eene goddelijke spijze in de H. Communie aan te bieden — Leg uw hart bij deze offergaven , breng u zeiven daarbij aan do goddelijke Majesteit volledig ten offer; want zoo gij in woord en daad n zeiven geheel aan den Heer uwen God overgeeft en toewijdt, o dan zal Hij zich zeker door u in vrijgevigheid en mildheid niet laten overwinnen, dan zal Hij u met schatten van

-ocr page 94-

90

gcu.idc verrijken en eens zelf uw overgroot Ioüu zijn.

Da leerling. O mijn Jesus ! gaarne en met vreugde wil ik uw woord opvolgen, want diep voel ik er do waarheid van. ik erken, dat ik verdiend had als een slachtoffer voor't aanschijn der goddelijke Majesteit te sterven. Maar Gij, o God! verlangt mijn dood niet; Gij wilt slechts, dat ik der wereld en mijne booze neigingen afsterve en voor U leve. Zie met de offergave des priesters wijd ik U toe en offer ik alle gevoelens en bewegingen, alle neigingen en wensclien en al de liefde mijns harten aan U op. Ik leg in de handen van uwen dienaar aan het Altaar mijne vrijheid en mijn wil, alle krachten en vermogens mijner ziel, de zintuigenen ledematen mijns licbaams en breng U dit alles ten offer met de heiligste belofte, dat ik ze alleen tot verheerlijking en welbehagen der goddelijke Majesteit zal gebruiken. — Gij , mijn Jesus! wilt lieden U zeiven voor mij ten offer brengen; en zou ik dan niet alles, wat ik heb en wat ik ben aan U opdragen ? Gij wilt boden in de li. Communie U zeiven geheel aan mij geven ; en zou ik dan mij zeiven niet geheel aan IJ toewijden? Neen , geen enkelen dag zal ik verzuimen. dit mijn offer plechtig te vernieuwen. Eiken dag zal ik op nieuw de booze neigingen en driften mijns harten beteugelen en vsrster-

-ocr page 95-

91

ven, eiken dag mijn weerbarstigeu wil met allo kracht uuar uw goddelijk welbehagen richten, eiken dag door een nieuw offer van versterving mijner eigenliefde U toewijden, liegen, o God ! mijn voornemenen versterk mijn goeden wil door uwe krachtige genade. Lieve Moeder Maria! gij, die onder het kruis van uw goddelijken Zoon het grootste, reinste en heiligste offer, het leven van uw goddelijken lieveling aan den hemelsehen Vader hebt opgedragen, o verwerf mij door uwe machtige voorbede, dat ook ik een volmaakt offer van liefde worde, opdat ik eens aan het einde mijner dagen nal kunnen zeggen: ik heb gedaan, wat ik beloofd heb; mijn offer is volbracht. Amen.

P R A E F A T 1 E.

Christus. Mijnzoon! ( mijne dochter!) hoort gij, hoe de priester aan het altaar roept ; 8UKSUM COlïDA! HEFT BE HARTEN OMHOOG! hef dan ook uw hart omhoog naar den Hemel , die ook voor u bestemd is. Laat nu alle gedachten aan de aarde met al haar streven en drijven varen , om slechts te denken aan hetgeen hier plaats heeft, de lofprijzing en dank der heilige zegevierende en strijdende Kerk. Hef uwe blikken ten Hemel en beschouw daar die scharen van zalige geesten, die vóór

-ocr page 96-

92

den troon vanGods ontzaglijke Majesteit eerbiedig nederknielen en het driewerf heilig, dat eeuwig in kot hemelsch Jerusalem weerklinkt in blijde akkoorden herhalen. — Met dezen lofzang der hemelsche geesten vereenigt de Kerk op aarde hare stem, terwijl de jjries-ter aan het altaar luide het driewerf heilig uitroept. O , stem dus ook in met dit blijde dank- en loiiied des Hemels, tot gij het eens met de Engelen daarboven eeuwig herhalen moogt. Vergeet niet, dat gij hier zijt, om de goddelijke Majesteit te verheerlijken; vergeet dit niet vooral in deze oogenblikken, waarop Ik op het punt sta op dit altaar af te dalen, om Mij voor de glorie mijns Vaders en ter verzoening voor u op te dragen. ïoen Ik inliet stalletje te Bethlehem als klein kind ter wereld kwam, zongen de Engelen des Hemels hun: Glorie zij God in den hooijen; toen ik op,Palmzondag zegepralend Jerusalem binnentrok, om als offerlam voor het heil der wereld weldra mijn bloed te storten, toen zong het volk ; Hosanna; en nu, nu Ik op het altaar wil nederdalen , 0111 mijn offer voor het heil der wereld, ook voor u, te vernieuwen, nu weerklinkt in den Hemel en op aarde het driewerf Heilig; en zoudt gij u dan met dat verheven dank- en loflied tot verheerlijking- van uwen God niet vereenigen ?

De leerling. O mijn Heer en God! hoe zal

-ocr page 97-

93

ik, — een monsch met onreine lippen, — U waardig prijzen, U volkomen danken; prijzen uwe boven alles verhevene goddelijke Majesteit, danken uwe oneiiulige liefde en goedheid ? Hoe kan ik in deze oogenblikken aan iets anders denken dan aan het verheven, heilig Offer, dat Gij voor mij wilt opdragen en waarvan ik de vruchten zal gaan deelachtig worden. O volgaarne wil ik met hart en mond instemmen in den lofzang der Engelen, in het glorievol danklied der H. l^erk en met den Priester juichend uitroepen ; limliij , heiliy, heilig is de Heer, de God der heerscharen : Hemel en aarde zijn vol van de Majesteii zijner glorie / Maar, mijn God! dit smeek ik U met aandrang en iiefde; laat niet toe, dat ik ooit aan dat ondankbare volk gelijke, dat op Palmzondag uitriep : Homnna den Zoon 'Davids, en ua weinige dagen liet : Kruisig Hem in blinde verwoedheid uitbraakte. O , laat niet toe, dat ik Ü ooit op nieuw krui-sige door mijue zonden. Neen , dat nooit meer, immer wil ik U loven, U prijzen, ü danken en verheerlijken, altijd en eeuwig; voor U, voor uwe eer en glorie wil ik leven, wil ik sterven. Amen.

VÓÓR DE CONSECRATIE.

Christus. Bemerk mijn zoon! (mijne dochter!) hoe mijn dienaar in feestelijke, eerbie-

-ocr page 98-

94

dige stilte aan liet Altaar bidt. Hij staat daar door een heilig ontzag aangegrepen voor het aangezicht van den Drioëenigen God, Heilig, hoogheilig is 't, wat hij spreekt , wat hij verricht. Op geheimvolle wijze vernieuwt hij mijn lijden en dood. — Plaats u nu in den geest op Calvarie's kruin ouder mijn kruis; dring met geloof en liefde in het grootc geheim van het Ofter, dat Ik weldra voor geheel hot mensehelijk geslacht, voor mijne H.Kerk en voor u ga opdragen. Weldra ga Ik afdalen op het Altaar, en in mijne almacht door mijn heilig woord het brood in mijn lichaam en den wijn in mijn bloed veranderen en mij zeiven voor uw heil aan den hemelschen Vader als een offerlam opdragen. Nu nadert het oogenblik, waarop gij door Mij alles kunt verkrijgen, waar gij om bidt. O, bid dan voor het heil uwer ziel , leg uwe wenschen en verlangens op het Altaar neêr, bid voor alle geloovigen, voor rechtvaardigen en zondaren, voor rijken en armen , voor lijdenden en bedroefden, voor levenden en overledenen. Ik zal uwe beden opvoeren voor den troon mijns Vaders.

De leerling. O mijn Heer en mijn God! Ontzag en vreeze grijpt mij aan, wanneer ik bedenk , welk een hoogheilig werk thans op het Altaar voltrokken wordt. Ja, zóoals weleer in de eerste tijden der Kerk zou ik thans mei de boe-

-ocr page 99-

95

telingen daar buiten de deur der kerk in rouw en hoete, weenend on klagend moeten nederliggen. Neen, ik ben niet waard dit allerheiligst Offer bij te wonen. Maar Gij ziet niet op mijne onwaardigheid, Gij hebt medelijden mot mijne ellende en daarom staat Gij mij toe in nw hnis te verwijlen en aan het heiligste geheim uwer liefde deel te nemen. Aeh, lieve Jesus! hoe gaarne zou ik in dit oogenblik met een levendig geloof, met een hartelijk vertrouwen, niet den diepsten ootmoed, met waarachtig berouw, vurige godsvrucht en gloeiende liefde willen bidden cn verzuchtenEn toch is mijn hart nog koud. Ach, Heer! trelc mijn hart tot TJ, verruim het, maak het los van al het aardsche cn geefmij degenade,datik,alsuwe H.Engelen, Ü met een vurigen gloed van godsvrucht begroete, aanbidde, love enprijze, wanneer Gij dit heilig geheim voltrekt. jSfeem ook het gebed genadig aan, dat ik door U tot den hemelschen Vader opzend , verhef en verheerlijk uwe Kerk, breid haar uit over do gansehe aarde en wil hare vijanden vernederen en bekeeren. Vervul de harten uwer ge-loovigen door het vuur uwer goddelijke liefde, sterk hen in hot geloof, bevestig hen in de 'loop on geef hun uwen vrede. Verlicht do mgeloovigen, breng de harten der afgodwaalden tot U terug eu verteeder de verharde

-ocr page 100-

96

zondaren. Bestuur en geleid den Paus, de bisschoppen r,n priesters op den wegdesheils, troost de on troostbaren, help de armen en noodlijdenden, verkwik de arme zielen in het vagevuur met hcmelsehe vertroosting en bevrijd ze van hare pijnen. Geef ons allen deel aan uwe oneindige verdiensten, verzoen ons met den Vader en vereenig ons met Hem door TJ , mijn Jesus! die op aarde gekomen zijt, om te zoeken en zalig te maken wat verloren was en die thans weder op dit Altaar afdaalt, om den Hemel met de aarde te verzoenen. A.mcn.

NA BE CONSECRATIE.

Christus. Nu ziet gij Mij met de oogen des geloofs op dit Altaar. Hoe diep heb Ik mij vernederd ter liefde van u. Den glans mijner goddelijke Majesteit heb Ik afgelegd; ouder de nederige gedaanten van brood en wijn ben Ik waarlijk, wezenlijk en zelfstandig tegenwoordig op dit H. Altaar. Uw lichamelijk oog ziet Mij niet en kan Mij niet zien; maar het geloof erkent Mij en de liefde voelt mijne tegenwoordigheid. Voor u heb Ik Mijzelven als vernietigd, voor u heb Ik Mij ten offer gebracht; erken dus de grootheid mijner liefde. Opdat gij zult leven, vernieuw Ik op geheimzinnige, wijze mijnen dood; opdat aan U genade en barmhartigheid, vergiffenis en verzoening ten deel vallen,

-ocr page 101-

97

leg Ik al mijne verdiensten aan de voeten mijns Vaders neder. Opdat gij u met Mij zoudt kunnen vereenigen, veranderde Ik brood en wijn in mijn vleescli en bloed tot spijs uwer ziele; erken dus do grootheid mijner liefde. — Ja, Ik wil Mij over u ontfermen, uwe zaak bepleiten bij mijn hemelschen Vader; Ik leg al mijne verdiensten in uwe handen, ter voldoening voor hetgeen gij schuldig zijt. Door Mij kunt gij alles voor het heil uwer ziel verwerven. Heb slechts geloof en vertrouwen en in uw nood zal voorzien worden. Zelf heb Ik u de beste wijze van bidden geleerd; wanneer gij in mijneu Naam en met mijne woorden bidt, hoe zou mijn Vader u dan niet verhooren ?

De leerüny. O hoe onuitsprekelijk groot, o Heer! is uwe vernedering en goedheid, hoe grenzeloos uwe liefde jegens ons , arme zondaren! Te recht staan Hemel en aarde verbaasd over de wonderen van liefde, die Gij dagelijks in uwe H. Kerk verricht. Thans zijt Gij op dit Altaar tegenwoordig; dit geloof ik zoo vast en zeker, als wanneer ik met den Apostel Thomas U met mijne oogen zien en met mijne handen mocht aanraken. Geheel doordrongen van dit geloof breng ik ü , o Godmensch Jesus Christus! mijne eerbiedigste hulde, ik aanbid U, ik loof on zegen U met alle Engelen en Heiligen. Van harte dank ik ü

5

-ocr page 102-

98

voor de oneindige liefde, die U weêr in de handen des priesters heeft doen nederdalen , om ons offer en onze zielespijze te zijn. Ik vereen ifr thans mijn gebed met dat der H. Kerken bid U, dat Gij een gunstig voorspreker voor mij bij uw hemelsehen Vader gelievet te zijn. Door U toch kan ik alles verkrijgen; met U heeft de hemelsehe quot;Vader mij alles geschonken. Maar vóór alles bid ik U, gelieve mij genadig de vergiffenis van al mijne zonden en de genade te verwerven van een zuiver leven te leiden in gerechtigheid en heiligheid. Deel mij uit uw van liefde vlammend Hart slecht eenige vonken mede van die oneindige liefde, waarvan uw allerheiligst Hart geheel ontstoken is. — Gij weet. Heer! dat ik met brandend verlangen naar het genot van uw allerheiligst lichaam en bloed haak. Ik kniel hier neder, als een arme, hongerige bedelaar en verzucht naar U, het broed des levens. Ach ! hoe zou het U mishagen, zoo ik zonder liefde tot U kwam en U ontving ! Geef mij dus liefde, groote liefde, vurige liefde , laat mij één worden in liefde met ü. Gij zijt de geliefde mijner ziel, bare vreugde, haar leven, haar vrede, hare rust, haar troost, hare verkwikking, hare zaligheid! — O! hoezeer verheug ik mij reeds in het oogenblik, waarop ik tot uwe H. Tafel zal moger. naderen en met U het liefdemaal zal mogen houden, waar

-ocr page 103-

95)

ik U bezitten , geheel nüju hart voor U uitstorten en metU als een vriend tot zijn vriend zn! mogen spreken. — Neem reeds vooruit . ; lieve Jesus ! mijn hart ten oifer aan , ruk het geheel los van alle banden, die het nog aan de wereld geboeid houden; ik wil U alleen liefhebben, U alleen dienen, de uwe zijn in tijd en eeuwigheid. Amen.

AGNUS DEI EN COMMUNIE.

Chrisins. Als een zachtmoedig quot;am, dat men ter slnehtbank voert, heb ik Mij zwijgend op het kruis laten uitstrekken en met nagelen daaraan laten vastklinken, ben ik geduldig daaraan gestorven. Pat deed Ik ook om uwe zouden, die Ik op mij had genomen en die Ik door mijn bloed van uwe ziel wilde afwas-sehen. — Hoort gij mijn dienaar aan het Altaar niet roepen : Ecce Agnus Dei! Ziedaar het Lam Gods! Ziet gij niet, hoe hij rouwmoedig op de borst slaat? Ja! Ik wil Mij over u ontfermen en al uwe zonden wegnemen , wanneer gij ze ootmoedig belijdt en betreurt. — Zie ik ben bereid u den kus des vredes te geven en n tot bewijs daarvan met mijn vleesch en bloed te spijzigen. Ik heb liet gezegd, dat het mijn rermuak is met de hinderen der menschen te zijn. Ik wil ook bij u, met u en in u zijn. Uwe ziel wil Ik tot

-ocr page 104-

loo

mijne woning nemen; zorg dus , dat zij bereid zij, gereinigd en met deugden versierd, wanneer Ik, uw Koning en Heer, met de volheid mijner genaden tot u kom. Neem Mij in ootmoed des harten op, want een ootmoedig hart versmaad ik niet. Zijt gij ook ellendig en arm, ziek en zwak, vrees daarom niet; want juist daarom wil Ik tot u komen , om in uwe armoede te voorzien, om u tc genezen en te versterken. Erken slechts, dat gij zonder mij niets doeu kunt, dat mijn arm u moet staande houden, mijne hand u geleiden, mijn licht u verlichten en mijn vleesch en bloed u voeden moet ten eeuwigen leven. Is die vrouw van het Evangelie door bet aanraken van mijn kleed reeds gezond geworden, wat zal dan uwe ziel niet ten deel vallen, wanneer Ik haar kom bezoeken en hare spijs zal worden! Bedenk dit wel en bereid u voor op mijne komst.

De leerling. O mijn Jesus! waar vind ik woorden genoeg, om te zeggen, wat mijn hart thans gevoelt ? Wanneer ik mij voorstel, dat Gij als een offerlam yip het kruis ligt, de handen uitgestrekt, om genade en erbarming ten Hemel roepend, o, dan grijpt mij de bitterste smart aan over mijne zonden , want zij waren het, die U zoo bitter hebben doen lijden. — En wanneer ik U op het Altaar zie in de handen des priesters, onder

-ocr page 105-

101

de gedaante van brood verborgen en U daar o]) geheimzinnige wijze zie vernieuwen , wat Gij eenmaal aan het kruis volbracht hebt, dan zou ik met luider stemme willen uitroepen: mijn Jesus! Gij zijt geheel liefde! Maar wat zal ik dan zeggen , wanneer ik bedenk, dat uwe liefde nog veel verder gaat, dat Gij zelf het voedsel en de lafenis mijner ziele wilt wezeu en mijn hart tot uwe woning wilt maken? Ja, dat is waarlijk eene overmaat van liefde; zóó kan een God, zoo kunt slechts Gij, mijn Jesus, beminnen, zoo ver kan slechts uwe liefde gaan! — En wat zal ik U voor al die liefde wedergeven ? Ach . ik lieb niets dan een arm hart , en dat behoort ü reeds, dat heb ik U reeds toegewijd. Wat heb ik noa: meer ? Niets dan het verlangen om mij zóó nauw, zóó innig met U te vereenigen, dat ik met den Apostel kan uitroepen: Ik leef niet meer, maar Christus leeft in mij!— Maar wie ben ik, dat ik zoo hooge genade durf verlangen? Gij zijt de hoogste Heer, deontzaglijkeMajesteit, mijn Schepper en Verlosser en ik ben een arm schepsel, stof enasch! Gij zijt de Koning dor koningen, de Heer der heerscharen en ik uw dienstknecht (uwe dienstmaagd)! Gij zijt de Allerheiligste en Allerreinste en ik een arme zondaar! Gij zijt de goedheid, de liefde zelve en ik een ondankbaar mensch, die uwe goedheid

-ocr page 106-

103

zoo dikwerf misbruikt, uwe liefde zoo vaak versmaad heb! O! Iioe durf ik het dan wagen tot U te naderen? — Maar Gij zelf, mijn Jesus, noemt u het Lam Gods , dat de /.ouden der wereld wegneemt, en Gij hebt immers ook gezegd, dat Gij niet voor de rechtvaardigen maar voor dc zondaren op aarde zijt gekomen. O, keer ü dan van mij niet af, mijn Jesus , wanneer ik aan uwe uitnoodigiug voldoe en toetrede tot uwe H. Tafel, lieeds lang verlangt mijne ziel naar die spijze des Hemels, die alle zoetigheid in zich bevat. Ik kan het oogenblik schier niet afwachten, waarop ik ü, mijn Jesus, wezenlijk in mijn hart zat ontvangen. O! uw priester geniet reeds uw allerheiligst lichaam, uw allerheiligst bloed. O kom intusschen reeds geestelijker wijze in mijne ziel, reinig en heilig haar, opdat ik waardig zij, U weldra werkelijk met vleesch en bloed , met godheid en menschheid te ontvangen, mij met U te vereenigen en in deze vereeniging te leven en te sterven. Amen.

ZEGES' EX LAATSTE EVANGELIE.

Christus. Mijn onbloedig otter heb Ik volbracht, weer heb ik IJ een bewijs mijnerliefds gegeven. Dc verheerlijking van den Drieëeni-gen God, uw heil , dc redding uwer onsterf-

-ocr page 107-

103

lijke ziel en hare vereeniging met Mij en met mijn hemelsehen Vader is liet doel van alle werken, die Ik verricht. Groote genaden werden u reeds aangeboden, nog grootere znllen u ten deel vallen. Ik wil aan het verlangen uws harten voldoen; ik wil komen en zelf u bezoeken en den maaltijd met u honden. Maar vergeet nooit, wie Ik ben en wie gij zijt. Niet zonder beteekenis leest mijn dienaar aan het H. Altaar het Evangelie van mijn Apostel Joannes. Ik ben het Woord Gods, God zelf, het Woord des Vaders, dat in den beginne, van eeuwigheid bij Hem was. Door Mij is alles gemaakt, wat er gemaakt is; ook gij zijt het werk mijner handen. Ik ben het ware licht en ben gekomen, om alle menschen te verlichten. Ik ben het leven; niemand kan waarlijk leven, tenzij door Mij en in Mij. Allen, die Mij in liefde aannemen, geef ik de macht om kinderen Gods te worden. Ook u wil ik tot kind mijns Vaders verheffen, wanneer gij Mij met een geheel toegewijd, ootmoedig , rein hart aanneemt. Wees getrouw aan de belofte, die gij gedurende het H. Offer gedaan hebt, en Ik zal volbrengen, wat ik beloofd heb. De zegen, dien de priester in mijnen Naam uitspreekt, kome met zijngan-sche volheid over u ; hij heilige en wijde uwe ziel en uw lichaam en make n waardig om mijne woonstede te zijn ; want Ik herhaal het;

-ocr page 108-

104

Ik moet tot ii komen en ii bezoeken, want zoudei- Mij kunt gij niet leven, zonder Mij zult gij niet glorievol verrijzen, zonder Mij zult gij niet ingaan in het rijk mijns Vaders, die in den Hemel is.

Be leerling. Mijn God en mijn alles; duizendmaal zij U dank gebracht voor de hooge genade, dat Gij mij uw heilig Offer hebt laten bijwonen en voor de onschatbare genadegaven, die daarbij aan mijne ziel ten deel werden. Gij wordt niet moede, mij met velerhande gaven te overladen, mij uwe oneindige liefde te tooncn en ik?... ach! ik maak mij die gaven zoo weinig ten nutte en erken zoo weinig uwe grenzelooze liefde.Ach! wanneer zal ik toch eens beginnen U van gaüfcher harte lief te hebben en met onwrikbare trouw te dienen, U eeuwig nieuwe schoonheid, en bronwel van alle barmhartigheid en genade I Zie van daag, nu ik op het punt sta tot uwe H. Tafel te naderen; van daag, nu Gij mij veroorlooft mijne ziel met uw allerheiligst vleesch en bloed te spijzigen; van daag nu ik U in mijn hart wil ontvangen, ü het brood der Engelen, U de vreugde en lust der uitverkorenen, U don Zoon van den levenden God; van daag, nu Gij, de Koning der k®-ningen, in grenzelooze goedheid, U vernedert, om mij armen zondaar te komen bedoeken; van daag maak ik het heiligste en

-ocr page 109-

105

vaste voornemen , doe ik U de pleclitigste belofte, om mij geheel aan uwe dienst toe te wijden en mij voor eeuwig in liefde en trouw geheel en al aan U over te geven. O! let niet op mijne onwaardigheid, op de vele gebreken; die aan mijne ziel kleven; let niet op mijne armoede en mijn volslagen gemis aan deugden en goede werken; maar denk aan uw bloed, dat Gij voor mij vergoten, waarmede Gij mij verlost cn vrijge-koeht hebt. Kom ter wille van dat heilig bloed mijne ziel bezoeken en haar het leven der genade mededeelen. Hier aan den voet van Uw Altaar, waar Gij in het heilig Tabernakel rust, betuig en verzeker ik U nog eens, dat al mijne zonden mij leed doen uit geheel mijne ziel; dat ik ze allen verfoei en verafschuw en voor niets ter wereld ooit uwe heilige geboden meer wil overtreden. Zegen, o God! deze mijne plechtige belofte en help mij door uwe genade, dal ik daaraan getrouw blijve tot aan mijnen dood. Amen.

vant Mij Mij [ers,

iui-

)OgC

itcil 'en, ieu. ndc ifdc die vei-zal irte v te en de! iwe mij gst . ik ; )od

[en

v»-

le-i)e-en

5*

-ocr page 110-

DE H. COMMUNIE.

De 11. Francisca Roiuana, die van liefde gloeiende bruid van den goddelijken Heiland, had eens, zoo verhaalt ons hare levensgeschiedenis, na de H. Communie het volgende hemelsche gezicht. Zij zag de II. Engelen een kostbaar altaar bereiden , waarop Jesus Christus in Engelengedaante nederdaalde. Uit alle wonden, die de liefde en de gehoorzaamheid Hem geslagen had, stroomde eene kostbare vloeistof. De U. Petrus in priesterlijk gewaad gehuld deelde van deze vloeistof onder de aanwezigen uit. Ook Francisca kreeg er van mede. — Daarop hoorde zij Jesus Christus tot haar spreken : „ Tk ben het vuur, dat ontsteekt maar zonder de harten , die Mij beminnen , te verbranden. Fk daal af van mijn troon om Mij met de ziel, die Mij lief heeft, te vereenigen; maar zij moet rein zijn, want mijne godheid kan in een onrein oord niet wonen.... Tk zoek, Ik verhef, Ik spijs en versterk de zielen in de H. Communie; de vereischten van ware en reine lielde zijn : de ootmoed, het vertrouwen en de gehoorzaamheid. quot; — Op H. Sacramentsdag knielde Francisca in geestvervoering aan den voet van den troon der allerheiligste Drievuldigheid neder. De troon rustte op eene reine vuurvlam en daarvoor stond eene rijke tafel, waarop zich brood en wijn bevond. Zij zag dat beide in het lichaam en het bloed des Heeren veranderd werden, maar het geheim kon zij niet begrijpen. Rondom de tafel bevonden zich ontelbare scharen van Engelen , die zich geestelijker wijze aan die goddelijke spijze verzadigden. Maria de Koningin des Hemels zag Franeisc.i vol liefde aan en sprak : „Francisca, neem deel aan den maaltijd, waarop mijn Zoon zich onder de gedaanten vf.n spijs en drank aan het menschelijk geslacht mededeelt, om het in alle volheid te verzadigen. Voor deze verhe vene gave

-ocr page 111-

107

verlangt mijn Zoon slechts — liefde; bewaar Ffom eene schoone en reine ziel, wees sterk en lt;gt;.gt;tmoedig , he-seheiden en vast in liet geloof.... Verneder u voor God niet berouw, met geloof, liooji en liefde.

Zie, godminnende ziel, wat deze Heilige in de eest zag en hoorde, dat gaat u ook aan. 3rood en wijn is in het lichaam en bloed van Jesns 1

Heiland veranderd. Het hemelsehe gastmaal is liereid, Ooku noodigt Maria, de Koningin des Hemels,

kostbare Tafel uit, opdat irij in alle voüieiii ver/adiijd wordet. Maar zuiver, zegt Jesns, moet uw hart zijn oprechten ootmoed, een vast geloof, onwrikbaar vertrouwen, vurige liefde vordert Hij van u; dan /al 1 [ij uwe /.iel verhellen, spijzen en versterken met het brood des Hemels . dat alle zoetigheid in zich bevat. O! verwek dan nu in u de goddelijke deugden van geloof, li iop en lictUc . een hartelijk en innig berouw ; verneder u /oo diep nm^elijk voor Goden nader dan tot de II. Tafel met een kinderlijk vertrouwen en een brandend verlangen en gij zult die gave des Hemels tot uw eeuwig hi-il onrvaiiLren.

KORTE OEFEN ING KN EN SCKI K TG KliKDKX VOOR DE 11. GOMMl WTK.

Oefening van (jeloof. —O Jcsu-, mijn God •ou Heer! Ik sjcloof zonder couisrcn rwijiVI al wat Gij ous geopenbaard liel)T en door uwe II. Kerk ous te geloovon voorstelt: inzonderheid geloof ik, dat (üj in hot allerheiligste Sacrament des Altaars waarlijk , wezenlijk en zelfstandig tegenwoordig zijt tot oene geestelijke spijs onzer ziel , dat (üj in uwe onbegrijpelijke, alles overtreffende liefde

-ocr page 112-

108

hier een gedenk leek en van al uwe wonderen hebt opgericht, O zeiven tot spijs gevende aan diegenen, die Uvreezen. (Ps. 1 10 : 4.) Dit gu-loof ik vastelijk, o God! want uw woord is onbedriegelijk, uw woord is waarheid. In dit heilig geloof wil ik leven en sterven.

Oefening van hoop. — O liefdevolle Verlosser ! uwe barmhartigheid is zonder grenzen , uwe waarachtigheid is onveranderlijk en eeuwig, uwe belofte onverbrekelijk. Gij wilt mij zalig maken en daarom wilt Gij beden tot mij komen, uwe woonstede oprichten in mijne ziel, om haar te zuiveren, te heiligen en voor een eeuwig zalig leven te bekwamen. Ik nader dus, lieve Jesus ! met het kinderlijkst vertrouwen in uwe goddelijke barmhartigheid , in uwe onbegrijpelijke goedheid, Wasch mij meer en meer van alle zouden, zuiver mijn hart, vervul het met uwe goddelijke genade, opdat het minder onwaardig worde, U, o God van Majesteit en liefde, in zich op te nemen.

Oefening van liefde. — O God van liefde , dierbare Heiland Jesus Christus ! Gij hebt alles, zelfs uw laatsten druppel bloed voor mij gegeven; vandaag wilt Gij U zeiven tot voedsel mijner ziel aan mij wegschenken. Hoe zal ik ooit uwe onbegrijpelijke liefde kunnen vergelden? Ach! mocht ik U toch beminnen , zooals Gij het verdient, zooals Gij het ver-

-ocr page 113-

109

laus^t! Mocht ik U toch liefhebben met den liefdegloed, waarmede uwe glorierijke Moeder, al uwe Engelen en Heiligen U beminuon! Ja, lieve Jesus! Ik bemin ü, ik bemin ü uit geheel mijne ziel; maar ik bemin U nog te weinig; vuriger wensch ik ü lief te hebben. Ontsteek in mijn hart hot vuur uwer goddelijke liefde, want in uwe liefde wil ik leven en sterven.

Oefening van beromo. — Ach! mijn God en Heer! hoe smart het mij op dit oogeblik, hoe bitter doet het mij leed, dat ik uwe liefde zoo dikwerf veracht, uwe goedheid zoo dikwerf beleedigd en bedroefd heb. O! kon ik met mijn bloed de zondesmetten afwasschen van mijne ziel, kon ik met mijne tranen de laatste sporen mijner zonden uitwissehen IJa, ik verzaak en verfoei ze van ganscher harte uit liefde tot ü en vernieuw hier plechtig mijne belofte , dat ik voortaan U alleen dienen en uw heiligen wil altijd en overal volbrengen wil.

Oefening van ootmoed. — Wie ben ik, o God! dat ik tot U durf naderen, ik arme, ellendige, nietige zondaar, totü, bron van heiligheid en reinheid , ontzaglijke Majesteit! Neen, ik ben niet waardig LT in mijn hart te ontvangen. Maar Gij kent mijne armoede en mijne «llcnde en toch noodigt Gij mij uit. O! spreek dan slechte een woord en mijne ziel zal gezond worden.

-ocr page 114-

no

Oefening van a anhidding. — 0 Jesus, Koning van onsterflijke glorie! In verecniging met alle Engelen en Zaligen in den Hemel, met alle vrome en godminnende zielen op aarde aanbid ik U in het geheim uwer liefde, in het allerheiligste Sacrament des Altaars. Eer en lof eu dank , zegen en aanbidding zij U in allo eeuwigheid i Ik aanbid ü als mijn lieer en God , mijn Schepper en Verlosser , mijn hoogste goed. In alles onderwerp ik mij steeds aan uw heiligen wil.

Oefening van opoffering. — O goddelijke Heiland! Gij hebt het grootste, het volmaaktste, maar ook het smartelijkste offer voor mij gebracht; zie thans breng ik mij zeiven, al wat ik heb en wat ik ben, volledig aan U ten offer. Ieder druppel van mijn bloed, elke klopping van mijn hart, elk oogenblik van mijn loven zij aan ü gewijd. Ik ben de uwe voor tijd en eeuwigheid.

Oefening van verlangen. — O! kom dan, o Jesus ! kom en bezoek mijne ziel. O, die ziel, zij verlangt, zij smacht naar (J, zij kan zonder U niet leven. Toef niet langer , o God. neem bezit van mijn hart; Let xal aan U slechts toebehooren. Waar zal dat harte troost en rust en sterkte en zaligheid vinden buiten U? O kom dan, mijn Jesus! maak mij één met ü. Gij zijt mijn leven. Gij het licht en de vreugde mijner ziel, Gij zijt

-ocr page 115-

Ill

mijn God en miju alles. O, kom dan en toef niet langer. Anion.

LIEFDE-VERZUCHTINGEN TOT JESUS.

ALS HE PRIESTER HET TABERNAKEL OPEIST.

O oneindig schoonc, oneindii; g-occic , oneindig heilige God, allerhoogste goed , eenig-ste goed, waarachtige goed mijner ziel! Ik aanbid U ; geloofd en gezegend zijt Gij in alle eeuwigheid !

O mijn Jesus! zend nu een liefdestraal van uw van lieidc giooijend Hart in mijn hart en ontsteek en ontvlam het, opdat ik niets anders racer beminne dan ü alleen.

O mijn God, levensvolle vreugde eener reiner ziele. Zie mij aan met de oogen uwer barmhartigheid en verwond mijn hart met de pijlen uwer heilige en goddelijke liefde. O liefde, gij brandt zonder ooit uit te gaan, ach ! ontsteek ook mij, God van liefdequot;!

O, kostbare vreugde mijner ziel ouder de gedaante van brood verborgen , leven van mijne ziel, leven aller zielen, leven van het leven! Gij, volheid en onuitputtelijke bron eener hemelsche en onvergankelijke gelukzaligheid , o kom, kom tot mij en sla voor immer uwe woning in mij op, O eeuwige schoonheid! vlecschelijke oogen zien U niet, maar de oogen des geestes en een zuiver hart.

t' 1 -Si quot; lt;

(r ii

-ocr page 116-

112

O wanneer tocli zal de dngaanbreken, waarop ik U van aanschijn tot aanschijn aanschouwen en uwe grenzeloözeliefde volkomen begrij])en ■/.air Gij, o Jesns! zijt het licht van mijnen geest, de spijze van mijn hart, de steun mijns levens! Hoe zou ik Uniet liefhebben, ü, mijn leven , U, de bronwel van alle goedheid , van alle vreugde en zaligheid! Beziel en ontvlam mij, o God! opdat ik U opzocke en vinde , opdat ik met al den gloed mijner liefde U omhelze. Ik ken geene andere zaligheid, o (iod! dan U toe te behooren!

O Maria! onbevlekte Maagd en allerreinste en zaligste Moedor! Uw Jesus, uw Zoon wil tot mij komen en in mijn hart zijn intrek nemen. O stem Hem gunstig voor mij , opdat Hij mijne armzaligheid niet versmade, maar bid Hem , dat Hij mijne arme ziel rcinige, heilige en volmake !

VERZUCHTINGEN ONDER 'T HEENGAAN NAAR DE TAFEL DES HEEUEN.

O Jesus! is 't mogelijk, dat ik stofenasch nadere tot U, den Koning van onsterflijke glorie?! Maar Gij roept, Gij noodigt mij uit: Koini tot mij dia heiast en heiaden zijl. Zie ik kom , gedrukt onder het juk mijner boozc neigingen , zuchtende onder den last mijner zonden.

-ocr page 117-

113

0 Jesus! wees mij een Jesus, Redder en Zaligmaker, neem mij genadig aan. Keer U niet af van een ollendigen bedelaar, van een armen dienstknecht, (van cone arme dienstmaagd.)

O Heilige Engelen, inzonderheid gij, mijn Engelbewaarder, alle Zaligen des Hemels, helpt mij door uwe gebeden, staat mij terzijde en begeleidt mij naar de Tafel des Hoeren.

O, Heer! ik ben niet waardig, dat Gij onder mijn dak komt; maar spreek slechts éen woord en mijne ziel zal gezond worden.

HEILIGE GEVOELENS EN OEFENINGEN

NA DE H. COMMUNIE.

Zijt ffij zoo gelukkig, godmiuneude ziel, het allerheiligst lichaam des Heeren outvangen te hebben, begeef u dan ingodvruchtigen ernst naar uwe plaats, werp u daar op de knieën en sluit oogen en ooren en al uwe zintuigen. — Weg van hier alle gedachten aan het aardsche ! Sluit u in den geest met uw zoo minnenswaardigen, liefdevollen Jesus in de kanier van uw hart op, om zijne zalige, vreugdevolle tegenwoordigheid te genieten. Stel u voor , alsof uw hart zijn troon is, werp u daar aan zijne voeten , druk ze aan uw hart en kus ze met de hartelijkste teeder-heid,als de H.Magdalena, O, de tijd, waarop Jesus in uw hart is, is de kostbaarste, de rijkste aan genade van geheel uw leven; zorg dus dien tijd wel te besteden. Spreek met Jesus als een kind tot zijn vader, als een vriend tot zijn vriend. Aanbid Hem, bewonder zijne almacht, zijne goedheid, zijne liefde, loof en prijs en dank Hem en vraag Hem dan alles, wat gij noodig hebt

-ocr page 118-

m

voor u, voor de uwen, voor de Xerk, voor rechtvaardigen en zondaren, voor levenden en overledenen.

Oefening van (jeloof. — Zoo heb ik dan ü, mijn Jesus! dicu mijne ziel lief liecft, in mijn ii.irt! Ja , ik wist liet wel, mijn God, dat Gij werkelijk niet lichaam en /.iel in dit goddelijk Sacrament tegenwoordig waart. De vreugde, de zalige blijdschap, die mijne ziel doortintelt, geeft mij de stellige zekerheid, dat Gij in uwe goddelijke goedheid uw intrek in mij genomen hebt. Ja, Heer! ik geloof, dat Gij met lichaam en ziel iu mijn hart zijt, dat uw lichaam , het schoonste van die der menscheu-k inderen, dat uwe heilige ziel en uwe aan-biddenswaardige godheid in deze oogenblik-ken in mij wonen en op de innigste wijze niet mij vereenigd zijn.

Oefeniny van hewondering. — O goddelijke Heiland en Meester! Wie zou het hebben durven denken, wie het hebben kunnen ge-looven, dat Gij tot mij zoudt komen, zoo Gij , God van eeuwige waarheid , het niel ten stelligste hadt verzekerd! Hoe is 't mogelijk, dat Gij , allerhoogste Koning van glorie, mijn Schepper en Verlosser, het geringste uwer scliepselen met een bezoek wilt vereeren en in uwe ontzaglijke, oneindige Majesteit tot mij, nietig, zondig aardworm wilt afdalen ! In dendiepsten ootmoed aanbiddenü Cherubs cn Seraphs en verhullen, verbaasd van uwe

-ocr page 119-

115

ontzagwekkende heerlijkheid. hunne alt;inge-ziehfen oi Gij komt tot mij? Hoe is 't mogo-iyk, hoogste, onbegrijpelijke Majesteit, dat Gij in mij woont, dat ik U in mijn arm hart aansehomv ! Gij hebt het grootst mogelijke wonder van liefde gewerkt, — een gedenk-teeken van al uwe wonderdaden opgericht, — om in mijn hart te komen wonen.quot;Ja, God vau liefde, zoo is het. — Kene heilige siddering grijpt mij aan. — god i.v mij !!

O God ! wie ben ik en wie zijt Gij ? ! Liefde, eeuwige liefde, ik kai U fleohts bewonderen en aanbidden.

Oefening van aantnddmy. —O! had ik nu de stem aller Heiligen on Engelen , om LT, allerhoogste Majesteit, waardig te kunnen' loven en prijzen! In vereeniging met de ge-lieele zegevierende, strijdende'en lijdende Iverk aanbid ik U; ik geloof ü, ik prijs U , ik verheerlijk U. Gij alleen y.ijt heilig, Gg alleen zijt groot. Gij alleen sdjt de Heer. Alleluja ! — xllle schepselen der aarde uoo-dig ik uit, dat zij met mij U, almachtig God, loven en verheerlijken, die alle aanbidding, alle eer en lof waardig zijt, O Maria, Koningin des Hemels, ik bid li', gelieve met geheel uw hemclsch hof mijn «rod-delijken Jesus, dien gij gebaard hebt , te loven en te prijzen. Liefdevolle Heiland , neem mijne diepste hulde en aanbidding

-ocr page 120-

116

genadig aan. Ik zal niet ophouden, U met groeten eerbied en diepen ootmoed te vei-eeren en te zegenen.

Oefening van dankzegging. — O mijn goede, mijn oneindig liefdevolle Heer en Meester ! Iioe zal ik U naar waarde danken voor de onschatbare genade , die (iij mij bewezen hebt? Neem voor mij, o God, alle dankgebeden genadig aan, die van het begin dei-wereld tot op dit oogenblik tot uw troon zijn opgezonden; alle dankgebeden der Heiligen en Engelen; alle dankzeggingen, die aan U , o God'! bij al de H. Misoffers, bij al de H. Communiën zijn opgedragen. Neem geheel mijn wezen, al mijne handelingen, al mijn lijden en kwellingen als een dankotter aan. Nooit zal ik ophouden uwe goedheid te danken, ja, geheel mijn leven zal een voortdurend dankgebed zijn.

Bede. — O mijn God en Heer. die gezegd hebt: „ op den tijd der genade zal Ik u verhooren en op den dag des heils zal Ik n helpen.quot; (Isaï; -t9); nu is 't voor mij de dag des heils, nu is 't de tijd van genade voor mijne ziel. Met den rijkdom uwer goddelijke genadeschatten zijt Gij thans bij mij, zijt Gij thans bereid , om al mijne verzuchtingen, al mijne beden te verhooren. Zelf hebt Gij gezegd ; Bidt en t/ij zult verkrijgen.. Eu hoeveel, o God j heb ik TT niet te vragen ? Voor alles bid ik U met al

-ocr page 121-

IJ 7

d SU Jifiidriiiig mijner ziel , « il mij al de züu-d.en, waarmede ik ü van mijne jeugd af be-1c :edigdo, genadig vergeven, mij reinigen van el ie zondesraet en mijne ziel bewaren in het. vhekkelooze kleed der heiligmakende genade. IV [et het kinderlijkst vertrouwen smeek ik Ü, ti 'ek mijn hartmet al zijne neigingen zoo sterk to x U, bind het zoo vast aan U, dat het nooit meer het geringste verlangen koestere n;iai iets, wat Ü mishagelrk is. Mocht ik de zoiuLcii zóó haten en verafschuwen, als Gij, o heilige God! ze zelf haat en verafschuwt! Geef .mij verder, dit bid ik ü uit den diep-sten g rond mijns harten, eene waarlijk innige, besten dige liefde tot U. Zelf immers hebt Gij gezegc 1: //' ie» gekomen om. het vuur op aarde te brei lyen, en wat wil Ik anders, dan dat het ontbraiide ? Ontsteek dan, ontvlam mijn koud hart ioor het vuur uwer eindelooze liefde. Doof dnarin alle aardsche liefde en elke andere liefde, die met de uwe in strijd is, uit en wees G ij , o God ! voor eeuwig het eenig voorwerp van mijne liefde enteederheid. OJesus, rijkste i; iron der zuivere, heilige liefde, schenk mij toah uwe goddelijke liefde! O, zoo de liefde öot U mijn hart geheel vervulde , hoe gelukkig, hoe zalig zou ik dan niet zijn! Dan zou ik Ü niet meer kunnen beleedigen. Want dat alleen vrees ik, o mijn God! dat ikU nog ooit weer zou kunnen bedroeven. Daarom bid

-ocr page 122-

118

ik Ü, lieve Jcsas, geef mij de genade van volharding'. Zelf zegt Gij ; zonder Mij kunt (jij niets doen. Hoe zou ik dan uit mij zeiven in -de liefde tot U volharden, hoe alle bekoringen kunnen wederstaan, die mijne arme ziel op jiieuwzullen bedreigen ? Gij kentmijne zwakheid en mijne onstandvastigheid, maar Gij kent ook mijn goeden wil. Steun mij dus, lieve Jesus, sterke, heilige, almachtige God, houd mij met uw machtigen arm vast , opdat ik niet valle ; geleid en bestier mij, Gij, helder eeu. wigstra lend licht, opdat ik niet afdvyale, bescherm mij, Gij leeuw van Juda, opdat de vijanden mij niet overwinnen en help mij, opdat ik de eeuwige trouw , die ik U titans opnieuw zweer, ongeschonden beware, dat ik ü trouw blijve tot in den dood.

Nog eene bede heb ik, lieve Jesus! op het harte. Gij hebt gezegd, dat heteenkenteeken is, dat wij uwe leerlingen zijn, als wij onze naasten hartelijk liefhebben. O, leer mij beminnen , zooals Gij 't ons bevolen hebt, zooals Gij zelf hebt liefgehad. Allen naderen wij tot dezelfde H. Tafel, allen nuttigen wij van die hemelsche spijze , allen noemen wij U onzen God en Vader; de band van liefde omsluit ons allen. Geef mij dus een hart, dat allen waarachtig lief heeft, zooals Gij hebt liefgehad; neem alle afgekeerdheid, alle vijandige gezindheid jegens mijn evenmenscL uit mijn

hart werk verv nauK neim geve beeh toon dan klin wete\ den mij lt; | zege bloe baar vade schv kcci hel] zich ! VOO den ziel hun bro

UWi

-ocr page 123-

119

hart weg en stort daarin die barmhartige, werkdadige liefde, waarvan uw heilig Hart vervuld was. Volgaarne wil ik al 't onaangename van de hand mijner medemensehen aannemen en elke beleediging mij aangedaan vergeven en vergeten. O! laat uw heerlijk voorbeeld mij altijd voor oogen zweven cn zoodra toorn of misnoegen in mijn hart opwelt, laat dan uwe bede aan 't kruis in mijne ooren j klinken: Vader, vergeef het hun, want zij ' weten niet wat zij doen. Verder bid ik ü uit den grond mijns harten, gelieve allen, die mij ooit wel gedaan hebben, met uw rijksten zegen te vergelden, Zegen mijne ouders en bloedverwanten, zegen do. Kerk, haar dierbaar Opperhoofd den Paus, zegen mijn biechtvader en alle priesters ; bewaar hen, die in onsehuid wandelen, versterk dc braven en bekeer de arme zondaren. Troost de zieken, help de weduwen en weezen en allen, die zich in mijne gebeden hebben aanbevolen en voor w ie ik beloofd heb of verplicht ben te bidden en verkwik , vertroost en verlos dc arme zielen in het vagevuur. Help allemenschen in hunnen nood en leid hunne harten tot U, de bron van allen vrede en zaligheid. Amen.

OKFKNINU VAN ON1IE11WKRPING KN Ol'OFFKUING.

Neen, lieve Jesus, niet genoeg was 't voor uwe liefde, dat Gij U voor ons, arme zonda-

-ocr page 124-

120

ren. als con lam ter slachtbank liet voeren en uw dierbaar leven prijs gaaft, om ons van den eeuwigen dood te redden; uwe onbegrijpelijke liefde ging nog verder. Tot het eindt ton, zooalsGijüeïfzegt,//lt;,j Oijonslief yehad, daar Gij ons U zeiven , uw allerheiligst vleesch en bloed tot spijs en drank hebt nagelaten. Heden hebt Gij mij alles gegeven; uwe liefde, uw leven, uwe oneindige verdiensten, alles wat Gij hebt en wat Gij zijt. Gij woont thans in mijn hart: ik bezii U geheel en al. O oneindige liefde, o overmaat van liefde, o grenzelooze goedheid en genade ! — En wat zal, wat kan ik IJ geven voor zooveel liefde ? Ach! nu eerst erken en gevoel ik de gansche grootte van mijne armoede en van mijn niets. Ach! wat kan een arme bedelaar U geven? Maar Gij, goedertieren Heer, troost mij met de woorden: mijn zoon, (mijne dochter,) geef mij uw hart. Mijn hart alleen verlangt Gij, met mijn hart zijt Gij tevreden. Zie, met vreugde ofl'er ik het aan U op, wijd ik het U geheel toe; o neem het genadig aan, aanvaard het als uw eigendom en handeier mede naar uw welbehagen. Ik offer bet U op met al zijne gevoelens en neigingen , met al zijne liefde. Ö hecht het aan ü, of liever sluit het in uw goddelijk hart op en laat het U nooit meer ontnemen. O! mocht toch mijn hart zoo innig, zoo onafscheidelijk met het

-ocr page 125-

131

uwe vereenigd zijn en blijven, dat het zich nimmermeer van U kou verwijderen ! Zie, o Jesus! ik leg mijn hart tot een volkomen brandoffer voor uwe voeten, verander bet geheel cn al en bewerk, dat het slechts van liefde tot U brande. Maar niet alleen mijn hart wijd ik IJ toe, maar ook mijne ziel met al hare vermogens, mijn verstand, mijn geheugen, mijn vrijen v/il, mijn lichaam met al zijne ledematen; ik wil geheel U toebehooren, geheel de uwe zijn, voor U slechts leven en sterven. O kon ik als de H. Martelaren voor U mijn bloed vergieten, dan ging ik gaarne voor U in den dood. Maar wijl ik dit niet kan, wil ik een martelaar van liefde worden. Ik wil mij zeiven en der wereld afsterven, mij alle genoegens en vreugde der wereld ontzeggen, aan mijne zinnen en neigingen niets toestaan, wat mij van U zou kunnen aftrekken. Ik wil al mijne hartstochten voortaan bestrijden en slechts U, mijn Jesus, met liefde volgen op den weg des kruises met uwe allerheiligste Moeder en al uwe lieve Heiligen. — Zegen, o Heer! mijn offer, zegen mijne goede voornemens en help mij, dat ook ik eens op mijn sterfbed getroost moge uitroepen : het is volbiïacht !

6

-ocr page 126-

122.

TOEWIJDING AAN DE GODDELIJKE LIEFDE.

Liefde, die iu mij do beettnis Üwer pfodheid hebt gedrukt; Liefde, die mij zoo goedgunstig: Aan de zonde hebt ontrukt; Liefde, steeds blijf 'k U gewijd Zonder paal of perk van tijd.

Liefde, die als mensch geboren

Ons gelijk scheent op deze aard, Liefde, die mij hebt verkoren, Eer ik 't leven liad aanvaard; Liefde, steeds blijf 'k U gewijd Zonder paal of perk van tijd.

Liefde, die hebt willen strijden

Tegen Satans hellemacht.

Liefde, die door strijd mij 't leven. Zaligheid hebt aangebracht; Liefde, steeds blijf 'k U gewijd, Zonder paal of perk van tijd.

Liefde, die mij altoos liefhebt,

Rustloos voor mijn ziele strijdt, Liefde, die door dood en lijden Van het kwaad mij hebt bevrijd; Liefde, steeds blijf 'k U gewijd. Zonder paal of perk van tijd.

-ocr page 127-

123

fjiefde, die mij hebt gibondeu Aan uw juk, dien vreugde troon;

Liefde, die mijn nietig harte Hebt verkoren tot uw woon; Lieide, steed.s blijf 'k U gewijd. Zonder paal of perk van tijd.

Liefde, die U zelv' tot spijze

Wegschenkt op mijn pelgrimsbaan;

Liefde, die aan 't eind der reize Me opvoert, waar uw Eng'leu staan ; Liefde, steeds blijf 'k Ü gewijd. Zonder paal of perk van tijd.

Liefde, die mij eens onsterflijk Doet verrijzen uit het graf;

Liefde, liefde , doe mij erven 't Rijk, dat U de Vader gaf; Liefde, steeds blijf 'k U gewijd, Zonder paal of perk van tijd.

TOEWJJDIKG AAN MARIA.

O Maria, onbevlekte Maagd en gezegende Moeder mijns Heeren! Zie, ik heb Hem, dien gij van den H. Geest ontvangen, dien gij onder uw hart gedragen, dien gij gebaard, gekoesterd , aan uw hart gedrukt en gevoed hebt, thans in mijn binnenste ontvangen.Hij is mijn gast, de spijze , het leven , de vreugde en zaligheid mijner ziel. üitu, zuiverste der

-ocr page 128-

124

maagden, heeft Hij vleeseh en bloed aangenomen, opdut Hij mij zou kunnen verlossen en de spijze worden mijner ziel. En zou ik u dan niet danken voor uwe toestemming in het geheim der mensehwording van mijn godde-ïijken Heiland en zou ik u niet loven als dc Moeder mijns Heeren, die mij heden zoo bij uitstek begunstigd en met zijne zoete tegeii-woordigheid vertroost en vereerd heeft. O allerliefste Moeder van mijnen Jesusenook mijne Moeder; verheug u met mij over het onmetelijk geluk, dat mij heden ten deel viel en help mij met geheel uw hemelsch hof uwen en mijnen Jesus loven en prijzen , die mij zoo groote barmhartigheid heeft bewezen. O allerzoetste Moeder, gij kent het verlangen mijns harten, om mij geheel en al aan dc dienst van uw goddelijkenZoon toe te wijden. Op nieuw heb ik Hem onschendbare trouw gezworen en ik wil voor Hem leven en stel-ven. Maar ach , ik ben zwak en ellendig, arm en onvermogend ; zonder hulp , zonder kraeli-tisen bijstand zal ik mijne belofte niet knnncn o-estand doen. Daarom kom ik met kindeilijk vertrouwen tot u en bid u met aandrang en liefde, mij onderuwe moederlrkebescherming te nemen en mijne lieve Moeder te willen zijn en blijven. O, vergun mij naast hot lieve kindje Jesus een plaatsje aan uw liefderijk-moederhart en sta mij toe, dat ik mijne ecuigc.

-ocr page 129-

125

mijne onsterflijke ziel in uwe handen stelle en mijn arm hart aan n overgeve. O, hoe i?oed ben ik bewaard, wanneer ik in nwe armen rust, hoe veilig wandel ik voorwaarts onder uwe bescherming. O, toon dan, dat gij mijne moeder zijt; ik wil uw kind zijn en blijven, u beminnen en dienen mijn leven lang. Werp een liefderijken blik op mij , als ik wankel, houd mij vast als ik vallen mocht, geleid en bestier mij, als ik mocht afwijken, bescherm mij, als de bekocrder nadert en versterk mij in alle gevaren mijner ziel. Gij hebt uw goddelijken Zoon tot aan zijn dood aan 't kruis niet verlaten, verlaat ook mij, uw kind, niet tot aan mijnen dood, opdat ik de genade verwerve eenmaal u met uw lieven Zoon Jesus in den Hemel te aanschouwen, te loven en te prijzen in eeuwigheid. Amen.

BKUfC TOT JKSTJS.

TER UITROEIING VAM HET 1100F11G LBREK.

Ook jjij, godminnende ziel, hebt zonder twijfel iiet een of ander gebrek, waarin gij, in weerwil van uwe goede voornemens , zoo dikwerf terugvalt, eene hoofdfout, een hoofdgebrek, waarvan gij zoo gaarne zondt willen bevrijd zijn. Leg die fout in oprechtheid des harten aan uw goddelijken Heiland bloot, toon Hem de geheime wonde uwer ziel en Jesus zal u genezen, wanneer gij Hem vol vertrouwen smeekt.

O mijn Jesus, goddelijke Geneesheer, die le ook de zwaarste wonden kan genezen,

-ocr page 130-

126

zie, de ziel, welke Gij lief hebt, is ziek , zij ligt daar overdekt met wonden, die haar afmatten eu onbekwaam maken, om zich geheel met U te vereenigen. Gij kent die fouten, waarin ik zoo dikwerf verval; Gij kent die ongeregelde neigingen, waaraan ik zoo dikwerf toegeef. O, hoe vaak heb ik ze reeds betreurd, hoe vaak mij reeds voorgenomen, ze voortaan te zullen vermijden eu nog altijd bega ik ze op nieuw. Ach! wat beu ik toch zwak; hoe groot is het verderf, dat in mij heerscht; iioe zwaar is de strijd! Ik ben arm eu ellendig, o Heer, help mij! — Ja, mijn Heer en mijn God, help mij, opdat ik over-winne. Uit don diepsten grond mijns harten wenseh ik zuiver van elke zondevlek voor uw aangezicht te wandelen; hartelijk verlang ik elke fout te vermijden, die aan uw zuiver oog mishaagt; maar ik vermag dat niet, zoo Gij mij niet krachtig-bijstaat. O Jesus, Almachtige God, Gij zijt thans in mijn hart. Ik laat U van mij niet weggaan, vóór dat Gij mij zegent en mij de genade geeft, om mijn hoofdgebrek [noem het hier /gt;. v. mijne liefdeloosheid, afgunst, eigenliefde) te overwinnen. Met uwe genade kan ik alles; zonder U vermag ik niets. Ik zal nier, ophouden over mijn hart en zijne neigingen te waken, mijne zintuigen, inzonderheid mijne oogen en mijne tong te beteugelen; ik zal alles, wat

-ocr page 131-

137

mij aanleiding: tot zonde s:even kan, ont-vluclitcu; maar Gij, lieve Jesus, verlaat mij niet, sta mij bij in den strijd en help mij tot uwe glorie de zege behalen. Amen.

BEDE TOT JESUS OM VEllGIFFENIS

VOOK DE ÏOÜTEN BIJ HE H. COMUUIUE BEGAAN.

ü mijn liefdevolle Jesus! Gij hebt groote dingen aan mij gedaan, heilig God! ja, een wonder van liefde hebt Gij aan mij voltrokken door uw genadevol bezoek. Heden is mijner ziele het grootste heil wedervaren. Gij , do Koning der koningen licbt U heden ge-waardigd tot haar af te dalen en haar met uwe zoete tegenwoordigheid te verblijden. O, hoe onbegrijpelijk groot is uwe liefde! Maar hoe heb ik U deze liefde vergolden; welke ontvangst heb ik U in mijn hart bereid? Helaas! met groote droefheid en diepen ootmoed moest ik mijzei ven zoo menige nalatigheid verwijten, waaraan ik mij bij uw genadevol bezoek schuldig maakte. Zoo lauw en koud was mijn hart, zoo gering mijne godsvrucht, zoo verstrooid mijn geest. Ik had U met de vurigste hartelijkheid moeten omhelzen en in de overweging van uwe onuitsprekelijke goedgunstigheid jegens mij geheel verzonken moeten zijn, en ik was daarentegen zoo onverschillig en mijn hart ont-

-ocr page 132-

138

stak niet iu helle liefdevliiuiiiieu tu bleef ongeroerd en kond. Ach, Jcsus! lieve Jesus! beschouw mijne ongevoeligheid en mijn ondank niet met de oogcn uwer gerechtigheid^ maar heb veeleer medelijden mot mijne zwakheid. Vergeef mij genadig de fouten, die ik bij het nuttigen van uw allerheiligst lichaam begaan heb, en herstel en maak door uwe liefdevolle erbarming en door uwe oneindige verdiensten weer goed, wat ik heb misdreven. Vergeef mij den smaad U aangedaan, door U in een hart, dat nog zoo vol was van gebreken, te ontvangen en verleen mij de genade, dat ik in de toekomst met betere voorbereiding en vuriger godsvrucht nadere tot uwe H, Tafel, om mij met U te vereenigen, die met den Vader en den H. Geest geloofd en geprezen zij in alle eeuwigheid. Amen.

MISGEBEDEN NA DE H. COMMUNIE.

VOORBE11EIDINGS-OE15E1).

Almagtige, eeuwige God! in diepen ootmoed werp ik mij voor uwe goddelijke Majesteit neder, om U met den versehuldigden eerbied te aanbidden en het onbloedig Ofl'er bij te wonen, dat uw eeniggeboreu Zoon eenmaal op oone bloedige wijze op den Calvarie-

-ocr page 133-

129

berg ten licile der gansche menschbeid en ook voor mij aan uwo strenge en heilige gereebtigbeid beeft opgedragen.

O goede Vader in deu Hemel! Zoozeer bebt Gij de wereld bemind, dat Gij uw eenig-geboren Zoon voor ons zondaren bebt overgeleverd en uw veelgeliefde , goddelijke Zoon beeft ons , arme mensebenkinderen , zoo lief gebad, dat Hij vrijwillig onze schuld op zieh nam, den troon zijner heerlijkheid verlieten zich met onze mensebelijke natuur bekleedde, om voor ons bet bitterste lijden en den smar-telijksten dood te ondergaan en onze schuld uit te delgen. O goedertieren God en Vader, wat kan ik U voor zoo groote liefde eu genade wedergeven ? welken dank zal ik U brengen? Zie, dat groote werk van eindelooze liefde, dat in dit H. Ofl'er tot uwe eer en tot voortdurend aandenken aan Jesus Christus, uw Zoon en onzen Verlosser, vernieuwd wordt, dat offer ik U als een waardig dankoffer op vooralle mij verleende genaden en weldaden, inzonderheid voor de allergrootste genade, dat ik heden bet allerheiligst vleescb en bloed van uw goddelijken Zoon , die mij zoo liefdevol is komen bezoeken , heb mogen ontvangen. Neem dit dankoffer uit de handen van uw eeniggeboren Zoon, in wien Gij uw welbehagen bobt, goedgunstig aan en verleen mij de genade, dat ik zijn allerheiligst Offer tot

C *

-ocr page 134-

130

licil mijner ziel met de hartelijkste en vurigste godsvrucht moge bijwonen. Amen.

VAN' HET BEGIN TOT AAN DE OFFERANDE.

Ach, barmhartige Vader! het bewustzijn mijner schuld en de last mijner ellende drukt zwaar op mijne ziel; nauwlijks durf ik het wagen van vérre de oogen naar uw heiligdom op te heften; daarom sla ik met den tollenaar rouwmoedig op de borst en roep met hem uit: lieer God, wees mij armen zondaar genadig! Jesus, uw goddelijke Zoon ofFert zich voor mij op. Hij, het Offer en de Hoogepriester zelf bidt voor mij, zooals Hij eenmaal aan 't kruis voor zijne moordenaars en voor alle zondaren gebeden heeft. Laat U daarom, he-inelsche Vader, verzoenen en oordeel mij niet volgens mijne werken; geef mij don geest van boetvaardigheid en delg ter w ille van uw Naam en van dit heilig Offer al mijne misdaden uit. Verheerlijk aan mij uwe eindelocze barmhartigheid en laat het U , wijl ik volstrekt geene verdiensteheb, wegens uwe grenzulooze goedheid welbehagclijk zijn , dat ik U de verdiensten van uw geliefdon Zoon Jests, die voor mij aan 't kruis zijn bloed vergoot, voor mij opdraag.

(ioddelijko Heiland JesusChristus,onzeMid-delaar bij den hemelschen Vader, onze leer-

-ocr page 135-

131

meester, onze geneesheer en herder. Gij hebt gcisegd ; Ik beu gekomen om te zoeken wal verloren wus, om die vermorzeld van harle zijn . te f/enezeu. Ja, uwe goedheid is nog altijd dezelfde, als toen Gij op aarde rondwandel-det. Goddelijke Geneesheer, g'euees mijne zieke ziel; genees haw var,, hare doofheid, opdat zij mv woord moge hooren en begrijpen; genees hare blindheid, opdat zij erkenne, wat haar tot vrede strekt. O goede Herder Jesus Christus, onvermoeid hebt Gij mij na-geloopen, mij bezocht en met uw eigen bloed gevoed, ach! ik bid U, laat mij immer uw getrouw schaapje blijven; laat mij nimmer aan uwe handen ontrukken en een roof worden mijner vijanden. Weid mij met uwe genade, voer en geleid mij met uw herderstaf, spijs en voed mij niet uw hemelseh brood. O eeuwig trouwe Herder mijner ziel; hoeveel heeft het U gekost,. om mij van het eeuwig verderf te redden en wat doet Gij nog altijd , om mij niet verloren te laten gaan ! Innig bedank ik U voor alle genade en liefde, die Gij mij bewezen hebt.

O Jesus, eeuwig licht der waarheid, hoe helder licht Gij mij voor door uw woord en voorbeeld! Ach, had ik U, het ware licht, immer gevolgd! O, vergeef mij mijne lichtzinnigheid, waarmede ik de duisternis dei-wereld meer bemind heb dan het licht, dat

-ocr page 136-

133

vuil U uitgaat en in de H. Kerk altijd seliijut. Goof, dat ik voortaan dat heilig licht immer getrouw volge !

O Jcsus, goede Heer en Meester, Heer vol liefde en erbarming, rijke en machtige Heer, zie, uw arme knecht (uwe arme dienstmaagd) ligt vol eerbied voor uwe voeten neder en stemt blijde in met het lof- en danklied, dat de Engelen en Heiligen in den Hemel en de strijdende Kerk op aarde aanheffen en voortdurend in den Hemel en op aarde laten weergalmen, Ja, TJ zij eer en dank en lof en aanbidding en kracht en macht en heerlijkheid in alle eeuwigheid! O! mochten toch alle men-schen ü als hun Koning en Heer erkennen , huldigen en vereeren! Ja Jesus, Gij zijt mijn Heer; ik reken het mij tot de hoogste eer en gunst en tot het grootste geluk uw dienstknecht (uwe dienstmaagd) te zijn. U wil ik dienen, altijd, U alleen, ü offer ik mijn wil, mijne vrijheid, alles, wat ik ben en wat ik heb. O, wees eeuwig geloofd en geprezen, dat Gij mij tot uw dienst hebt willen roepen; want een heer zoo goed, zoo liefderijk, zoo barmhartig als Gij, lieve Jesus, is nergens te vindon. Waar is een heer, die voor zijn trouwloozen knecht den verachte!ijksten en smartlijksten dood sterft; waar is een heer, die zijn knecht met ziju eigen vleesch en bloed spijst, zooals Gij, mijn Jesus, mijn

-ocr page 137-

133

Heer eu iniju God ! — O, duizendmaal dank voor zooveel genade, voor zooveel liefde en goedheid, waarvan ik niets verdiend had!

O mijn Jesus! laat mij toch nooit uw dienst vaarwel zeggen; laat toch nooit toe, dat ik de trouw verbreke, die ik U in het H. Doopsel beloofd heb. Onder uw kruisvaan, waarbij ik gezworen heb, wil ik strijden tot den dood, en door U hoop ik ook te zegevieren en de kroon te ontvangen, die Gij aan uwe trouwe dienaren beloofd hebt. Amen.

VAN DE OFFERANDE TOT AAN HET S A N C T U S.

Heer, almachtige God! zie met een genadig oog van uw verheven troon op dit zuiver Offer neer, dat de priester U thans opdraagt. Met deze offergave van brood en wijn vereenig ik alles wat ik ben, wat ik heb, vooral mijn hart. In ootmoed en berouw leg ik het op liet Altaar neder. Helaas , het is nietswaardig, mot zonden bevlekt; Gij kunt er geen waar welbehagen in vinden. Daarom wil ik het in don kelk des heils indompelen , opdat het gereinigd worde door de kracht der goddelijke liefdebron van liet bloed mijns Verlossers, dat tot vergiffenis dsr zoude is vergoten.

0.Jesus! wat is het offer van mij zeiven,

-ocr page 138-

134

wat is het leveu, wat zijn de gaven aller meuschen te^'en liet Ofi'er, dat Gij aan het kruis volbracht hebt en nog- dadelijks op het Altaar vernieuwt! Gij zijt God en mensch te gelijk; uw Offer is van oneindige waarde , het zuiverste en heiligste en rijkste aan genade. O wat zou ik, wat zou de gansche wereld zijn zonder dat Offer? Daarom dank , o God , eeuwige dank , dat Gij i' voor ons aan het kruis zoo liefdevol hebt opgeofferd en dit Offer van liefde tot aan het einde der dagen in de tl. Misse voortzet. Ik mag dus nu hopen, dat uw hemelsche Vader om uwentwille ook het offer van mijn hart niet versmaadt; ik mag nu hopen, dat miju zuchten en smeeken om genade en barmhartigheid, om vergiffenis en verzoening niet te vergeefs zijn zal. Dat alles klimt door U tot den Vader op; Gij zijt mijn alvermogende voorspreker bij zijnen troon; Gij toont Hem de heilige wonden , die Gij voor ons heil hebt ontvangen en uw hemelsche Vader laat daarop dat troostvolle woord hooren ; vergiffenis !

O Jesus! welk een troost ligt in dit geloof aan uw middelaarschap opgesloten Ach ! zoo ik U niet had, zoo Gij mijn Jesus niet waart, hoe ellendig en vol jammer zou ik dan niet zijn? Ja waarlijk, met U heeft de hemelsche Vaderons alles geschonken: genade op genade, cn door U, door uwe handen neemt Hij ook

-ocr page 139-

135

alles, zelfs het kleinste offer met welgevallen aaa. Maar, lieve Jesus! help mij dan ook, dat mijn leven voortdureua een leven van opoffering zij i dat ik elk uur van mijn leven in het geloof aan U en in de liefd'e tot U, als een offer aan den hemelsehen Vader op-drage, dat ik niet moede worde, mijne verkeerde neigingen, mijne gehechtheid aan de wereld, de uitspattingen mijner zinnen en de begeerlijkheid van mijn hart te versterven en afbreuk te doen. Help mij, dat ik mijn vleesch met zijne boo^e lusten kmisige, dat er geen dag voorbijga, waarop ik niet zeggen kan ; ik heb mijn God en Heer een offer gebracht. — Hezen mijn oprechten wil, om mij volkomen aan uw hemelsehen Vader ten offer te brengen, leg ik thans op het H. Altaar in de handen des priesters neder, die hier uwe plaats bekleedt en ik smeek ü zoo vurig en hartelijk mogelijk, dat Gij uw hemelsehen Vader gelievet te bewegen, om mijn goeden wil in genade aan te nemen. Amen.

van het sancïüs tot aan de

CONSECRATIE.

Almachtige, eeuwige, barmhartige God! ik ellendig en nietig schepsel werp mij zwijgend voor uwe voeten neder; ik aanbid U in diepen eerbied met de menigte uwer II. Engelen

-ocr page 140-

136

on breng uwe oneindige Majesteit de liulde mijns harten en mijn iunigsten dank voor alle genaden, die fiij mij van mijne kindsheid af, maar bijzonder heden in de H. Communie hebt bewezen. Met uwell. Kerk roep ik luide: ja, bet is billijk en heilzaam ü dank te zeggen voor alles, wat Gij in eindelooze goedheid mij geschonken hebt. Helaas! ik kau geene woorden vinden, om ü naar waarde te danken en had ik ook duizend tongen, dan nog zou ik U, heilige, almachtige, eeuwige God! niet genoeg kunnen loven en prijzen. Maar hoe arm mijne taal ook is, toch wil ik instemmen met den lofzang der H. Engelen en uit den diepsten grond mijns harten roepen :

Geprezen zijt Gij Heer, God , onze Vader! ü zij lof en glorie in eeuwigheid!

En geprezen de naam uwer heerlijkheid, die heilig is en waaraan lof toekomt in eeuwigheid !

(ioprezen zijt Gij in den H. Tempel uwer Majesteit! U komt lof en glorie toe in eeuwigheid !

Geprezen zijt Gij op den heiligen troon van uw rijk! U komt lof cn glorie toe in eeuwigheid!

Geprezen zijt Gij in deburchte des Hemels! U komt lof en glorie toe in eeuwigheid!

Dat al uwe Engelen en Heiligen ll prijzen;

-ocr page 141-

137

datzij Uloveu en verheerlijken in ecuwiglicid!

Dat de Hemel, de aarde, de üee en alles wat er in is, U prijze en U love en verlieer-lijke in eeuwigheid!

Heilig, Heilig, Heilig is de Heer, God der lieerscharen, Hemel en aarde zijn vol van zijne hoerlijklicid!

O ziel, verheug 11 en jubel, zie Gods heerlijkheid openbaart zich. De Hemelen openen zich en de Gezegende, die komt in den naam des Heeren, daalt op het Altaar neder. Hij daalt neder van zijn troon, de Eeniggeborene des Vaders, vol van genade en waarheid , om het Offer van liefde voor u te voltrekken. Hosanna den Koning der koningen, den Koning van heerlijkheid; Hosanna het Lam, dat van den beginne geslacht werd voor de zonden dei-wereld. Lof en dank e,n eer en glorie voor zijne liefde in alle eeuwigheid!

ONDER DE H. CONSECKAÏIE.

O mijn Jesus ! hoe groot is uwe liefde en goedheid! Welk verstand kan haar begrijpen, welk hart haar gevoelen ? Gij, de eeuwig heilige, almachtige God verandert het brood in uw allerheiligst lichaam en den wijn is uw allerheiligst bloed; Gij legt al uwe goddelijke schoonheid en heerlijkheid af en offert U voor mij onder de gedaanten van brood en wijn op.

-ocr page 142-

138

O liefde, onbegrijpelijke liefde vau mijnen God, wat zijt gij ouuitspvekelijk groot! — O, Jesus, waarachtig God eu ineusch, die aau het kruis zijt opgeheven; ik geloot iu U, ik aanbid U als mijn God en Heiland, waarachtig tegenwoordig in het allerlieiligste Sacrament des Altaars 1

O Jesus! voor U leef ik, voor U sterf ik; in dood en leven ben ik de uwe.

O allerheiligst bloed mijns Verlossers, dat eenmaal van den stam des kruises voor alle zondaren gestroomd heeft; o, ik aanbid U en smeek U rnet vermorzeld harte, wasch en reinig mijne ziel van alle zouden!

O Jesus! voor U leef ik; o Jesus! voor U sterf ik; o Jesus! iu dood en leven ben ik de uwe!

XA DE CONSECBAT1E TOÏ AAN DE COMMUNIE.

O Geliefde mijns harten , Jesus, goddelijke Bruidegom mijner ziel, Gij zijt dus wezenlijk waarlijk eu zelfstandig tegenwoordig op dit H. Altaar onder de gedaanten van brood en wijn. Met de oogen des geloofs zie ik ü op onbloedige wijze het geheimvolle Offer voltrekken; ik zie U als Offerlam op het Altaar en hoor U ten Hemel roepen om genade, vergiffenis en verzoening. Het bloed van den rechtvaardigen Abel riep om wraak ten Hemel; maar uw allerheiligst bloed roept om erbarming

-ocr page 143-

139

tot deu hemelschen Vader. 0, lioe onciudic; a root toch is uwe liefde! — Maar, lieve Jesus ! ^1 ij ^ijt met alleen ceu verisoeuiiii^sofFer, maar ook een dankoffer op dit Altaar. O troostvolle waarheid! Ach! hoe zou ik toch mv hemel-schcn Vader op eene waardige wijze kunnen dankzeggen voor al de ontelbare genadegaven, die Hij van het eerste oogenblik mijnslevens tot op dit uur mij bewezen heeft? Zijne oneindige goedheid heeft mij steeds omgeven, mij op de handen gedragen en mij geen oogenblik verlaten. Maar de allergrootste genade, het rijkste geschenk zijner goddelijke almacht en liefde heeft Hij mij in L , mijn Jesus! zeiven geschonken. Hij heeft tj op aarde gezonden, heeft U mensch laten worden en U, zijn teergeliefden Zoon, aan den smartelijksten dood overgegeven, en dat alles deed Hij voor mij ! Maar zijne liefde ging nog verder. Hij wilde mijne ziel met Hem vereenigen; zij zou één met Hem worden, zoouls Gij met Hem één zijt. En om dit wondervolle geheim te voltrekken, wilde Hij , dat uw allerheiligst vleesch en bloed de spijze mijner ziel zou worden. O oneindige goedheid , o genade boven alle genade!— Heden! lieve Jesus! hebt Gij uw intrek bij mij genomen; heden heeft uw hemel-sche Vader U geheel aan mij geschonken, heden heeft Hij mij met uw allerheiligst vleesch en bloed gespijzigd! O , hoe troostvol is het

-ocr page 144-

140

nu voor mij, dat ik uw licmelschen Vader door U, o Jcsus! het volmaaktste Dankoffer kan opdragen, dat de dank van mijn onwaardig hart door U tot den troon mijns Vaders kau opstijgen.

O! zie dan, goedertieren Vader! genadig neder op het Offer van uw eeniggeboren Zoon engewaardig U, in vereenigingmet de dauk-zeggingen, die Hij U op dit Altaar opdraagt, mijn geringen en onwaardigen dankgoedgim-stis; aan te nemen. Ik gevoel, dat ik alles wat ik ben en wat ik heb, aan U beu verschuldigd, dat wanneer ik ook duizend levens had, ik ze aan U zou moeten ten offer brengen. Maar ik weet, dat het leven van uw eeniggeboren Zoon alleen een volmaakt toereikend offer is, om uwe goddelijke gerechtigheid te bevredigen en dat Gij ter wille van dit heilig Offer uws goddelijken Zoons ook mijn goeden wil niet versmaadt. O! geef mij dan, hemel-sche Vader, om Jesus uws Zoons wille, de genade van U altijd boven alles te beminnen, alles uit liefde voor U te doen en te lijden eu in deze liefde te leven en te sterven. Amen.

VAX DE COMMUNIE TOT AAN HET EINDE DEli II. MISSE.

O goedertieren, liefderijke Jesus! Vol van genade en goedheid hebt Gij bezit genomen

-ocr page 145-

14]

van liet bart des priesters en hem gespijsd ten eeuwigen leven. Ook aan mij hebt 6ii heden diezelfde hooge genade bewezen, ook mij hebt Gij heden willen bezoeken. Ik kan niet ophouden, (J voor die liefdevolle zelfvernedering te danken, U daarvoor te loven en te prijzen. Ik weet niet, hoe ik het gevoel der innigste dankbaarheid, dat mijn hart thans bezielt, zal uitdrukken, hoe ik U mijn oprechten dank zal bewijzen. Maar toch, mijn Jesus, dit weet ik, dat ik U geen aangenamer dank kan betoonen, dan door don wil uws hemelschen Vaders in alles te volbrengen, U getrouw te dienen en uw heilig voorbeeld na te volgen. En dat wil ik doen , lieve Jesus, daartoe ben ik gaarne bereid. Van nu af wil ik uwe heilige voetstappen drukken , al die heerlijke deugden, die Gij op aarde beoefend hebt, wil ik naar mijne zwakke krachten ook in beoefening brengen. Ik wil in ootmoed wandelen voor uw aanschijn ; ik wil zachtmoedig en vredelievend zijn jegens alle menschen , elk leed, elke wederwaardig-heidgeduldigverdragen, alle menschen zonder uitzondering liefhebben en barmhartigheid bewijzen, waar ik slechts kan. Gij , lieve Jesus, zult mij voorlichten; welaan, ik volg U. — Bij al mijne gedachten, woorden en werken wil ik mij zeiven afvragen ; Zon mijn Jesus dit denken, zou Hij zoo spreken, zou

-ocr page 146-

142

Hij zoo handelen? Uwe heilige inspraken wil ik dus bereidvaardig opvolgen en zoo uw heiligen wil volbrengen. — Maar Gij mijn Jesus, kont mijne zwakheid, mijne onstandvastigheid en mijne lichtzinnigheid. O kom mij dus mot uwe krachtige genade te hulp. Zegen mijne goede voornemens, die ik bij de H. Communie reeds gemaakt heb en thans nog plechtig vernieuw en help mij, om ze tot uwe eer en mijne zaligheid nauwgezet te volbrengen. Amen.

:sr a m 11 gt; O ao-o kx^ k::st i^tg- k-iv .

OP DE COMMUNIEDAGEN.

Gij moet u, {jodminnende ziel, niet tevreden stellen met terstond na de H. Commnnie uw sroddelijken Heiland behoorlijk dank gebracht en de verschuldigde aanbidding en verheerlijking bewezen te hebben; maar de lieide moet n ook dringen, om nog na don middag uw lieven Jesus in het Allerheiligste Sacrament te gaan bezoeken en Hem uwe lieide, hulde en vereering te brengen. O , de Heiligen Gods verwijlden zoo gaarne voor het H. Tabernakel: hoe velen van hen brachten daar niet gansche nachten door, om hun hart in de vurigste liefdebetuigingen voor Jesus uit te storten? Dringend wekt de H. A-lphonsus de Ligu-orio daartoe op, als hij zegt: „ eet, dat de tijd, dien gij „ in godsvruchtoefeningen voor het H. Sacrament door-„ brengt , nooit beter kan besteed wore en en u in hetster-i, vensuur , ja de gansche eeuwigheid door, het meeste zal „ vertroosten.quot; — Verzuim dus niet deze devotie, die God zoo aangenaam is, ijverig te behartigen, bezoek uw Jesus in zijn 11. Tabernakel en smaal- en zie, hoe zoel de Heer is! — Kunt gij naar de kerk niet gaan, vereenig u dan te huis in den ffeest met alle Heiligen en vrome

-ocr page 147-

143

zielen, trek u in eene stille plaats een weinig terug en hond n met het gezicht naar de k^rk gekeerd, eenige oogenhlikken in aanbidding vaiTuw lieven Verlosser, in bewondering en liefde, in gebed en overweging bezig. Verricht deze oefening van aanbidding ook meermalen daags op andere dagen van de week, door vrome liefdeverzuchtingen en schietgebeden of ook des nachts zoo gij ontwaakt, en verbind daarmede immer eene geestelijke communie.

De geesteljle Comnunne bestaat volgens de leer van den II. Thomas van Aquinen in een brandend verlangen, om Jesus in het allerheiligst Sacrament les Altaars te ontvangen en in eene liefdevolle vereeniging met Hem , alsof men Hem werkelijk had ontvangen. — Deze godvruchtige oefening der geesieljle Commvn'e wordt door alle leeraars van het geestelijk leven en tlo^r de H. Kerkvergadering van Trente bijzonder aanbevolen. Zij deelt ons schier gelijksoortige genade mede als de werkelijke Communie en is een zeer goed middel, om ons daartoe voor te bereiden. Vandaar dat heilige zielen haar altijd vlijtig beoefend en er vele en groote genaden door verworven hebben. De H. Catharina van Siena — zoo lezen wij in hare levensbeschrijving — kon eens wegens ziekte niet com-municeeren; maar door brandend verlangen vervoerd woonde zij het H. Misoffer van haren biechtvader Ray-mundusbij, zonder dat deze zulks wist. Toen deze nu communiceerde bemerkte hij dat eene kleine partikel der H. Hostie verdween. Te vergeefs zocht hij daarnaar en werd daarover zeer ontsteld. In een gesprek nu, dat hij kort hierop met de H. Catharina voerde, bekende deze hem, dat Christus haar verlangen naar de H: Communie [bevredigd en zelf haar de heilige partikel had toegereikt. — Leer hieruit, godvruchtige ziel, hce welgevallig aan Jesus het verlangen is naar de H. Communie. Vol? dus

Iden raad van den H. Alphonsus, die wil, dat men bij ieder bezoek aan het allerheiligst Sacrament, alsook bij iedere ■ 11. Misse en ten minste eenmaal daa'.den raad van den H. Alphonsus, die wil, dat men bij ieder bezoek aan het allerheiligst Sacrament, alsook bij iedere ■ 11. Misse en ten minste eenmaal daa'.ps geestelijkerwijze zal communiceeren. Üe li. Teresia zegt: „ de geestelijke

-ocr page 148-

144

„Communie is zoer voordeelig; verzuim die niet, wanf „ daaruit leert de Heer kennen, hoezeer gij Hem lief „ hebt.quot;

GEBEDEN EN UITSTOllTINGEN DES HARTEN VOOK JESÜS IN MET ALLERBKIL1GSTE SACRAMENT.

Eeuwig scloofd, gedankt cn geprezen zij Jesvis in hot allerheiligste Sacrament des Altaars !

EERSTE UITSTORTING DES HARTEN VOOR JESDS.

Dat alle vleesch zwijge voor liet aanscliijn des Heeren , want Hij is opgestaan van zijne heilige woonstede.

Zach. II : 12.

Voor U, almachtige God ! in het stof neergebogen en van don diepsten eerbied door-drongen, aanbid ik U en ik smeek U, H. Geost Gods, mijn hart te willen reinigen en heiligen en mij de gaven van godsvrucht, van liefde en vreeze te verleenen. Wees geprezen , Vader van onzen Heer Jesus Christus, dat Gij mij dezeu dag hebt laten beleven, waarop i» uw gocdelijk liefdemaal aan mijne arme ziel zoo groote dingen zijn te beurt gevallen. O bevrijd mij in doze oosenblikkon van godsvrucht van alle aard-

-ocr page 149-

145

seho gehechtheden, opdat mijn geest ongehinderd naav U opzweve; gebied aan al mijne gedachten en aan mijne verbeelding rust en stilte, opdat ik in vereeniging met alle zalige Geesten U niet ingetogen hart love en verheeriijke. Wees geprezen, liefderijke Verlosser Jesns Christus, in het allerheiligste Sacrament des Altaars! Zegen mij bij den aanvang van mijn gebed en laat de uitstorting van mijn hart, dat U bemint en U boven alles wenscht lief te hebben, U welgevallig zijn. — O, gij troost en laatste einde mijner pelgrimstocht op aarde, die zoo vol is van kwellingen en lijden ; ach, mijn hart verlangt naar U, zonder Ü is de wereld eene woestenij. Verre verwijderd van mijn waarachtig vaderland wandel ik rond in een oord van ballingschap voor elke ziel, die U, o Heer, lief heeft. Zonder ü, o Jesus! levend brood des Hemels, moet ik versmachten op den iveg, die voert naar het vaderland, waar Gij in eeuwigen luister en heerlijkheid troont. — O! hoezeer dorst mijne ziel naar ü, o God ! ach, wanneer toch zal zij eens voor eeuwig met ü vereo-nigd zijn? — O Jesiis, Koning des Hemels , zie, ik klop vol vertrouwen aan de deur van uw liefdevol Hart, dat van medelijden en er-barming overvloeit. Gij hebt ons immers beloofd, datal wiekloptzal worden opengedaan. Gij bemindet mij immers reeds vóór ik gebo-

-ocr page 150-

146

ren was. Gij ricpt mij in het leven cn hebt mij tot hiertoe aan uwe genaderijke vaderhand geleid. Als een barmhartig: Herder daaldct Gij af van den Hemel, om mij, het verloren schaapje, op te zoeken en op goede weide te voeren. En de spijze, die Gij mij schenkt, is uw allerheiligst vleesch, dc drank, waarmede Gy mij laaft, is uw allerheiligst bloed. En opdat ik altijd van deze hemelspijze eten en van dezen hemeldrank zou kunnen drinken , verwijlt Gij dag en nacht in het H. Tabernakel en noodigt Gij mij uit , om tot U te komen en het liefdemaal met U te houden.— O liefde van mijnen God, wees eeuwig geprezen ! Met do H. Engelen, die ü hierin het H. Sacrament onzichtbaar omzweven en wier eeuwige vreugde Gij zijt, breng ik U, God van eeuwige ontferming, mijne diepste hulde en vereering. O, geef tranen aan mijne oogen, om , als zoovele vrome zielen, van berouw en liefde , van aandoening en heilige vreugde over uwe heilige tegenwoordigheid te wee-nen. Geef mij, als aan haar, vleugelen der reinste godsvrucht en der vurigste liefde, om al het aardsche te vergeten en naar U, de eeuwige, eenige liefde op te «weven.

Ach, mijn Jesus ! mijne ziel 's voor U als eene dorre aarde, diedoor geen water besproeid wordt. Ik zucht onder den last mijner menigvuldige gebreken, die mijn zwakken wil

-ocr page 151-

147

niet laten werken volgens uw heiligen wil. Talloozc gedachten,ongeregelde neigingenen driften wellen uit den grond mijns harten op en verdooven en verwarren mijne ziel, zoodat zij uwe stem niet kan hooren. O mijn Verlosser, sta op van uw H. Tabernakel en kom uw arm schepsel te hulp. Spreek slechts één woord en er zal stilte heerschen, mijn vleesch en mijne lusten zullen zwijgen en de kwalen, die mij omgeven, zullen verdwijnen. O, zuiver de oogen mijns harten, opdat zij zien en smaken, hoe zoet en aangenaam Gij zijt, mijn God en Heiland! Want daarom verwijlt Gij , mijn God en mijn Al, in dit H. Sacrament, om het verlangen en zuchten der zielen, die tot IJ, haar goddelijken Heiland, hare toevlucht nemen, te verhooren, om ze te troosten, op te beuren, tc versterken en te genezen, om ze met een heilig verlangen naar hare waarachtige bestemming, — de vereeni-ging met U en met uwen Vader en den H. Geest ui den.Hemel,— te vervullen en ze met uw licht voor te lichten, opdat zij den weg mogen vinden door het duistere tranendal dezes levens naar het licht uwer heerlijkheid en uwer zalige aanschouwing in het hemelsch vaderland.

Zie liefste Jesus! in diepen ootmoed cn hartelijke liefde kniel ik voor U neder en bid U , neem mijne hulde en mijn zuchten genadio-

-ocr page 152-

148

op in uw hcilia: en sroddelijk Hart on laat mij zonder oen woord van troost van U niet weggaan. O levendige afglans en zelfstandig evenbeeld des eeuwigen Vaders, verlicht de oogen van mijnen geest, opdat ik U moge kennen , TJ liefhebben enU naar waarde moge danken. O eeuwige liefdegloed van mijnen Jesus, tref en verwond mijn hart, verteer daarin alle aardsche liefde en maak, dat alles wat van deze wereld is, mij walge. Naar U alleen verlang ik, o Jesus, naar U, den al-lersehoonsten, den beminnelijksten Hoer, de zoetste vreugde van vrome en goede harten , U begeer ik, naar U verzucht ik , tot dat ik eenmaal onafscheidelijk met U vereenigd worde en.blijve in eeuwige liefde. Amen.

TWEEDE UITSTORTING DES HAKTEN VOOR JESUS.

Zie, Ik ben met u alle dagen tot aan de voleinding der wereld.

Matth. 28 : 20.

Met eerbiedvolle verbazing zie ik aanbiddend tot u o]), allerheiligst Sacrament, do kroon van Gods grootste wonderdaden. Verbazingwekkende wonderen hoeft uwe almacht o God! weleer uitgewerkt, om uw goddelijk wezen aan de menschen te openbaren. Maar door een nog veel grooter wonder verborgt Gij hier onder don sluier van do diepste geheimenis uwe godheid en menschheid, om

-ocr page 153-

149

de verdiensten van ons geloof te vermeerderen, om ons alle vrees voor uwe ontzaglijke grootheid te ontuemeu en onze harten met heilige liefde onkinderlijk vertrouwen te vervullen.— W ie toch zou tot U , o Heer! durven naderen, wanneer Gij op dit H. Altaar in de volheid uwer goddelijke Majesteit, in al den glans uwer heerlijkheid zichtbaar waart? Wie zou dan uwe aanschouwing kunnen verdragen? wie zou van vrees voor uwe oneindige glorie niet vergaan? wie zou het durven wagen met kinderlijk vertrouwen tot U te komen? Daarom hebt Gij, onze zwakheid kennende, de schitterende Majesteit uwer godheid afgelegd en verblijft Gij onder ons in het H. Tabernakel ouder de geringe gedaante van brood , opdat geene enkele ziel voor U vreeze, maar allen, groot en klein, arm en rijk met kinderlijk vertrouwen tot U zouden komen, om U hun nood te klagen, hunne liefde te betuigen en hunne hulde en aanbidding te bewijzen.

O liefdevolle Verlosser! op hoevelerlei wijze openbaart zich uwe liefde , en hoe kan men deze oneindige liefde overwegen, zonder buiten zich zeiven te geraken van verbazing en bewondering en van de warmste wederliefde jegens U ontstoken te worden? Wat zoekt Gij dan toch, mijn God! in dit tranendal, waaide ondankbare meuschen U bij uwe geboorte een ellendigen stal en eene krib met stroo

-ocr page 154-

150

tot verblijf aanboden, waar Gij veracht, vervolgd , beschimpt, geboeid, •jegeescld en gekruist wcrdt en tusschen twee moordenaars aan een schandhout hangende den laatsten adem moest uitblazen? Hoe kunt Gij, nu Gij eenmaal in uwe heerlijkheid zijt ingegaan, nog ouder zondaren verblijven, die U dag en nacht beleedigen? Hoe kunt Gij ouder verblinden verwijlen, die uwe weldaden niet willen erkennen, en die geen verlangen hebben, om de wouderen uwer liefde te zien; onder dooven, die hunne ooren sluiten voor uwe stem en uw heilig woord verachten, ouder trage en laffe knechten , die U meer bedroeven en beleedigen, dan zij U dienen? Gij kent onzen ondank , onze liefdeloosheid, onze verhardheid en boosheid, onze zouden zonder tal, onze armoede eu gebrekkelijkheid en toch verblijft Gij nacht en dag ouder ons eu juist onze ellende, onze zwakheid en zondigheid dringt uwe liefde, om ten einde toe bij ons te blijven, opdat toch hier of daar eene enkele zie! zich tot U bekeere, en door hare liefde en hare tranen U eeuige vergoeding geve voor zooveel hoon en smaad, die U door de zondaren, welke uwe liefde ontkennen en lasteren, zoo kwistig wordt aangedaan. O goddelijke, alles overtreffende liefde, wat kan met U ooit in vergelijking komen I

O nadert dan, gij alle door hot bloed van

-ocr page 155-

151

Jesus zoo duur ijekoclite zielen en overweegt de onuitputtelijko liefde van uwen God. Hoort hoc Hij, de oneindio- «oede, de barmhartige, de almachtige vol teederheid en liefde u toeroept : „Komt allen tot Mij, die belast eu beladen zijt en Ik zal u verkwikken.quot; Hoort, hoe de goddelijke wijsheid spreekt: „Komt en eet van het levengevend brood, dat Ik n bereid en drinkt van den wijn, dien ik u gemengd heb.quot; Ziet, hoe de eeuwige liefde dringt en roept en het eeuwig leveu belooft aan allen, die aan haren goddelijken maaltijd aanzitten ! O hoe diep doordrong die lieftallige stem de harten uwer Heiligen, o mijn God! Zooals een dorstig bert naar de frissche waterbron, zoo ijlden zij naar uw heilig gastmaal. — Maar wat beklaag ik nog anderen, terwijl ik zelf zoo traag eu onverschillig, zoo koud ben jegens uwe liefde, o mijn Jesus! terwijl ik zelf nu en dan aarzel of ik uwe stem wel zal gehoorzamen. — Gij roept zoo luide, o Heer! Gij klopt aan mijn hart en uoodigt mij uit, om U te bezoeken en genade op genade uit uwe hand te ontvangen en ik aarzel nog te komen. Een uur is mij in uwe lieflijke tegenwoordigheid reeds te langen op dit oogenblik is mijne liefde reeds uitgeput, mijne godsvrucht al vervlogen. Ach! hoe armzalig is toch het menschenhart!

O mijn Heer en mijn God! ontferm U mijner

-ocr page 156-

153

en kom mijnen nood te liulp. Verander mijne zwakheid in sterkte, mijne lauwheid in heiligen ijver, mijne onverschilligheid in vurige liefde. O tref mijn hart door de pijlen uwer liefde , zooals gij eenmaal het hart van uwe heilige dieuares Teresia getroffen hebt, opdat het voor U slechts gloeïe, naar U alleen verzuchte cn ik in levendige, vurige godsvrucht mij aan U volkomen toewijde en overgeve. Amen.

DEKUJi UlTSÏOimNG DSS HAKTEN VOOR JESUS.

Zie, mijn geliefde staat achter den wand, Hij ziet door de vensters eu schouwt door de traliën.

IIoogl. II : 9.

Wondervol, o mijn Jesus! zijn de wegen van barmhartigheid , waarop Gij zoo rijk aan zegeningen tot onze harten wilt doordringen, die tot U trekken, aan U verbinden en ze met de gaven uwer liefde verrijken en tot het hoogste geluk wilt opvoeren. Bij den troon uws hemelschen Vaders zijt Gij de machtigste voorspreker en middelaar voor ons; maar daar in den Hemel zijt Gij vooruwe liefde te ver van ons verwijderd, die hier op aarde in jammer en nood en in al,erleiellende ronddwalen. Daarom daalt Gij in oneindige liefde eiken dag, ja op elk uur van den dag en den nacht up onze altaren af, om ons

-ocr page 157-

153

T

nabij te zijn eu om het offer van verzoenina:, van aanbidding,hot dank- en smeekofter voor ons te wezen. Maar ook deze grenzelooze zelfvernedering is voor uwe liefde niet o-enoeigt;'. Gij wilt voortdurend, elk oogenblik bij ons zijn, midden onder ons wonen, als een vader onder zijne kinderen, als een vriend onder zijne vrienden. Gij wilt, dat wij U geheel zullen bezitten, met godheid en menschheid, met ziel en lichaam, met al uwe verdiensten , met den ganschen rijkdom uwer liefde, met al de schatten uwer genade, in het allerheiligst Sacrament des Altaars. Als een gevangene in de banden der liefde gekluisterd, verwijlt Gij in het H. Tabernakel. Terwijl de Bruid van het Hooglied, uwe H. Kerk, U daar ziet, roept zij in verbazing uit: „ Zie, mijngeliefde staat achter den wand. Hij ziet door de vensters en schouwt door de traliën. quot; Wat anders is deze wand, waarachter Gij schuilt, lieve Jesus! dan het H.Tabernakel, het moge dan van hout, of van goud of zilver zijn, en wat is dat venster, wat zijn die traliën, waardoor Gij ziet, dan de gedaante des broods, waaronder Gij uwe godheid en menschheid verbergt en op ons nederziet? Uwe oogen slaan nauwkeurig gade of ik U liefheb, met hoeveel trouw ik l) zoek eu voor U wandel. Gij ziet tot in den diepsteu grond mijns harten en kent al mijne neigingen. Maar ik

7 *

-ocr page 158-

150

tot verblijf aanboden, waar Gij veracht, vervolgd . beschimpt, geboeid, ii'eg'eescld eu u'e-kniist werdt eu tusschen twee moordenaars aan een schandhout hangende den laatsten adem moest uitblazen? Hoe kunt Gij, nu Gij eenmaal in uwe heerlijkheid zijt ingegaan, nog onder zondaren verblijven, die U dag eu nacht beleedigen? Hoe kunt Gij ouder verblinden verwijlen, die uwe weldaden niet willen erkennen, eu die geen verlangen hebben, om de wonderen uwer liefde te zien; onder dooven, die hunne ooren sluiten voor uwe stem en uw heilig woord verachten, ouder trage en lalfe knechten , die U racer bedroeven en beleedigcu, dan zij U dicuen? Gij kent ouzcu ondank, onze liefdeloosheid, onze verhardheid en boosheid, onze zonden zonder tal, onze armoede en gebrekkelijkheid en toch verblijft Gij nacht en dag ouder ons en juist ouze ellende, onze zwakheid en zondigheid dringt uwe liefde, om ten einde too bij ons te blijven, opdat toch hier of daar eene enkele ziel zich tot U bekeere, eu dooi; hare liefde en hare tranen U eenige vergoeding geve voor zooveel hoon en smaad, die U door de zondaren, welke uwe liefde ontkeuuen en lasteren, zoo kwistig wordt aangedaan. O goddelijke, alles overtreffende liefde, wat kan met U ooit in vergelijking komen!

O nadert dan, gij alle door het blood van

-ocr page 159-

151

Jesus zoo duur gekochte zielen en overweegt ile ouuitputtelijko liefde van uweu God. Hoort lioo Hij , de oneindig goede, de barmhartige, de almachtige vol teederheid eu liefde u toeroept ; „Komt allou tot Mij, die belast eu beladen zijt eu Ik zal u verkwikken.quot; Hoort, hoe de goddelijke wijsheid spreekt : „Komt eu eet van het levengevend brood, dat Ik u bereid en drinkt van den uiju, dien ik u gemengd heb.quot; Ziet, hoe de eeuwige liefde dringt en roept en hel eeuwig leven belooft aan allen , die aan haren goddelijken maaltijd aanzitten I O hoe diep doordrong die lieftallige stem de harten uwer Heiligen, o mijn üod! Zooals een dorstig hert naar de frissche waterbron, zoo ijlden zij naar uw heilig gastmaal. — Maar wat beklaag ik nog anderen, terwijl ik zelf zoo traag en onversehillig, zoo koud ben jegens uwe liefde, o mijn Jesns! terwijl ik zelf nu en dan aarzel of ik uwe stem wel zal gehoorzamen. — Gij roejit zoo luide, o Heer! Gij klopt aan mijn hart en noodigt mij uit, om U te bezoeken en genade op genade uit uwe hand te ontvangen eu ik aarzel nog te komen. Een uur is mij in uwe lieflijke tegenwoordigheid reeds te langen op dit oogenblik is mijne liefde reeds uitgeput, mijne godsvrucht al vervlogen. Ach! hoe armzalig is toch het menschenhart!

O mijn Heer en mijn God! ontferm U mijner

-ocr page 160-

152.

en kom mijnen nood te luilp. Verander mijne zwakheid in sterkte, mijne lauwheid in heiligen ijver, mijne onverschilliiiheid in vurige liefde, ü tref mijn hart door de pijlen uwer liefde, nooals gij eenmaal het hart van uwe heilige dienares Teresia getrofl'eu hebt, opdat het voor U slechts gloeïe, naar U alleen verzuchte en ik in levendige, vurige godsvrucht mij aan U volkomen toewijde en overgeve. Amen.

DERDE UITSTORTING DSS HAKTEN VOOR JESUS.

Zie, mijn geliefde staat achter den wand, Hij ziet door de vensters en schouwt door de traliën.

IIOOGL. II ; 9,

Wondervol, o mijn Jesuslzijn de wegen van barmhartigheid, waarop Gij zoo rijk aan zegeningen tot onze harten wilt doordringen, die tot ü trekken, aan U verbinden eu ze met de gaven uwer liefde verrijken en tot het hoogste geluk wilt opvoeren. Bij den troon uvvs hemelschen Vaders zijt Gij de machtigste voorspreker en middelaar voor ons; maar daar in den Hemel zijt Gij voor uwe liefde te ver van ons verwijderd, die hier op aarde in jammer en nood en in allerlei ellende ronddwalen. Daarom daalt Gij in oneindige liefde eiken dag, ja op elk uur van den dag eu den nacht op onze altaren af, om ons

-ocr page 161-

153

nabij te ziju en om het offer van verzoenina:, van aanbidding,liet dank- en smeekoffer voor ons te wezen. Maar ook deze grenzelooze zelfvernedering is voor uwe liefde niet genoeg. Gij wilt voortdurend, elk oogenblik bij ons zijn, midden onder ons wonen, als een vader onder zijne kinderen, als een vriend onder zijne vrienden. Gij wilt, dat wij U geheel zullen bezitten, met godheid en menscliheid, met ziel en lichaam, met al uwe verdiensten , met den ganschen rijkdom uwer liefde, met al de schatten uwer genade, in het allerheiligst Sacrament des Altaars. Als een gevangene in de banden der liefde gekluisterd, verwijlt Gij in het H. Tabernakel. Terwijl de Bruid van het Hooglied, uwe H. Kerk, U daar ziet, roept zij in verbazing uit: „ Zie, nüjngeliefde staat achter den wand. Hij ziet door de vensters en schouwt door de traliën. quot; Wat anders is deze wand, waarachter Gij schuilt, lieve Jesus! dan het H.Tabernakel, het moge dan van hout, of van goud of zilver zijn, en wat is dat venster, wat zijn die traliën, waardoor Gij ziet, dan de gedaante des broods, waaronder Gij uwe godheid en menschheid verbergt en op ons nederziet? Uwe oogen slaan nauwkeurig gade of ik U liefheb, met hoeveel trouw ik Ü zoek en voor U wandel. Gij ziet tot in den diepsteu grond mijns harten en kent al mijne neigingen. Maar ik

7 «

-ocr page 162-

154

zie U niet, uwe lieflijke schoouhcid is voor mijue oogen verborgen . iio gedaante des broods houdt haar voor mijue oog'en omsluierd. Maar ofschoon ik U ook met mijne lichamelijke oogen niet zie, leert mij toch het geloof, dat Gij daar in het Tabernakel rust; ik gevoel uwe tegenwoordigheid. Gij zijt daar zoo rustig, heilige stilte heerscht in de plaats uwer woning; Gij schijnt daar als dood te zijn, mijn Jesus! Gij beweegt en verroert U uiet, en toch zijt Gij het leveu en stroomt alle leven van U uit en zonder U leeft er niets eu beweegt zich niets. In LI leven wij , bewegen wij ons en zijn wij.

Midden onder de kinderen der menschen verblijvende hoort Gij onze gesprekken, zijt Gij getuige van onzen wandel, van onzen arbeid , onze zorgen en kommernis, van ons lijden en onze kwellingen, van onzen strijd en onze bekoringen. Gij ziet, hoe dezen met innige godsvrucht bidden en genen U lasteren ; hoe sommigen alles ter uwer eer doeu en anderen U geheel vergeten; hoe de eenen U danken voor elke genade en de andereu met onverschilligheid uwe gaven gebruiken en dikwerf zelfs misbruiken, om U te beleediiren. Gij ziet, hoe sommigen in de Kerk komen en tot uwe 11. Tafel naderen met eeue heilige vurigheid en geestdrift, anderen met lauwheid cn een zekeren weerzin, en weêrauderen

-ocr page 163-

155

mot eeu bezoedeld geweten en met zonden eu schulden beladen. En (üj, o wondervolle (ïod! woont in heilige rust eu stilte in het Tabernakel en geeft door geen enkel teeken noch uw welbehagen iu de liefde van dezen , noch uw mishagen in den ondank van genen te kennen. Niets vermag den vrede en de stilte van uw Heiligdom te storen. De liefde, alleen de liefde houdt U gevangen, de liefde is het, die U, levengevend leven, als dood maakt, tot een slachtoffer voor ons, arme zondaren !

O wondervolle God , o eeuwige wijsheid ! luide roept uw stilzwijgen, uweonbewegelijke rust mijne ziel toe, dat zij van U moet loeren sterven. Ja, sterven moet ik aan de wereld ; als een doode moet ik worden onverschillig voor de vreugden, voor de vergankelijke goederen der aarde, voor alle eer eu lof, afkeuring en verwijt van de kinderen dei-wereld. Hoe meer ik U iu de H. Coramunie ontvange, des te meer zal dat heilig afsterven, die verstorvenheid toenemen. — Slechts voor U moet ik leven, zooals Gij slechts voor mij leeft in het Tabernakel, om het leven mijner ziel te zijn. Mijne oogeu moeten gesloten zijn voor alle pracht en aanlokselen der wereld; ik moet doof worden voor de verleidelijke stem der zinnelijkheid en wellust; stom voornuttelooze, liefdoloozeen zedeloozc

-ocr page 164-

156

taal, vooi' vleitaal en leug-en ; onbewegelijk voor alle zinnelijke aantrekkelijkheid en alle ijdellieid; sterven moet ik voor de zonde, der zonde afsterven en dood zijn voor alles, wat tot zoude voert en voor U alleen slechts leven, U dienen, U liefhebben, mij aan U geheel overgeven met al de kraeht mijner ziel, aan U, den zoetsten Meester, den al-lersehoonsten God, het allerhoogste goed , de bronwel aller zaligheid !

Dit leert mij uw verborgen leven in dit H. Sacrament. Ik zie U daar den diepsten ootmoed , de grootste zachtmoedigheid , het on-overwinnelijkst geduld, de stiptste gehoorzaamheid, de liefderijkste barmhartigheid, de gloeïendste liefde beoefenen . zonder nogtans een enkel woord te spreken. Maar uw zwijgen spreekt luider dan de helklinkendste leerrede. — O eeuwig Woord des Vaders, geef mij kracht, om te volbrengen, wat uw zwijgen mij toeroept; geef mij kracht, om te doen, wat uw voorbeeld mij leert. Want helaas! nog leeft in mij de zondige mensch: nog verheft hij zich tegen den geest en stoort hij door voort-dureuden strijd mijn inwendigen vrede. Versterk mij daarom, o Brood des levens; ver-liclit mij , bronwel van alle licht; ontsteek en ontvlam mij, schitterend vuur der liefde en geleid mij, hemelsche wegwijzer, opdat ik een hemelsch leven leidc en door mij moer-

-ocr page 165-

157

malen met U iii liet H. Sacrament te ver-eenigon, eindelijk een nieuwe menscli worde, die naar uw welgevallen geschapen is. Amen.

GEESTELIJKE COMMUNIE.

Mijn Jesns, Zoon van den levenden God! ik sjeloof vast en zonder eenigen twijfel, dat. Gij hierin het allerheiligste Sacrament waarlijk, wezenlijk en zelfstandig tegenwoordig zijt. Dit leert mij de H. Kerk volgens uw goddelijk en onbedriegelijk woord, waaraan ik met verstand en hart vasthoud, terwijl ik in en voor dit heilig geloof immer wil leven en sterven. O mijn goddelijke Heiland, eenige hoop mijner ziel, op uwe barmhartigheid, goedheid en liefde stel ik al mijn vertrouwen en hoop vastelijk van U al die genaden te verkrijgen, welke ik noodig heb, om heilig te leven en zalig te sterven. Mijn God en mijn Alles in dit heilig geheim van liefde; ik bemin TJ, maar ik bemin U niet genoeg; ik wensch U veel meer, veel hartelijker en vuriger lief te hebben, ja U eindeloos, eeuwig te beminnen. Gij, o God ! zult het eenig voor-werp mijner liefde en van mijn verlangen zijn.

Uit liefde tot U betreur ik al mijne zonden, waardoor ik U ooit bedroefd heb. Zij zijn mij leed, hartelijk leed, o mijn God! omdat zij U, mijn grootsten Weldoener, mijn bosten

-ocr page 166-

158

Vader, mijn hoogste goed beleedigden. Ik iveusciitc ze mot mijne traneu, ja, met mijn bloed te kunnen uitwissclieu. Liever sterven wil ik, goede Jesusl dan ü ooit weêr met (iene enkele zonde vergrammen!

Mijne ziel , o Jesus I hongert en dorst naar U. O kom dan, neem bij mij uw intrek, kom en neem bezit van mijn hart, o kom dan en spijs mijne arme ziel met het brood des levens en drenk haar met den wijn, die maagden kweekt, die bron van levende wateren, die vloeit ten eeuwigen leven. Kom, o Jesus, kom geestelijker wijze in mijn hart' koin met uwe Jiclde, met uwe goddelijke ye-nadoen blijf bij mij, trek mij tot U, maak mij een met Ij ! — Zonder U, o Jesus! kan mijne ziel niet leven! O kom dan en beziel mij; kom en red mij van den dood; kom en maak mij zalig.

VraaR Hier uw lieven Jesus alles wat uw hart vcrlan'H wat pj voor u zeiven af anderen , naar ziel ofliehaam nSo-dig hebt en vraag dit met het hartelijkst en kinderliikst vertrouwen.

LITANIE VAN HET ALLEKHK1L1GSTE SACRAMENT.

Hoer, ontferm U onzer.

Christus, ontferm (J onzer.

Meer, ontferm U onzer.

Christus, hoor ons.

Christus, verhoor ons.

iod, hemelsche Vader, ontferm U onzer.

-ocr page 167-

159

God Zoon, Verlosserdcv wereld, outf. ü onzer. God Heilige Geest,

Heilige Drievuldigheid, ééu God,

Levend brood, uitden Hemel nedergedaald. Verborgen God, onder zichtbare gedaanten

schuilende.

Tarwe der uitverkorenen,

Wijn, die maagden kweekt.

Voortreffelijk brood en wellust der koningen.

Gedurig offer.

Reine spijsofferande, O

Onbevlekt Lam, s.

Allerreinste Tafel, §

Engelenspijze, ^

Verborgen Manna, c;

Gedenkteeken van Gods wonderen, o Bovennatuurlijk brood, S

Vleeschgëworden Woord, onder ons wo- ^

nende.

Heilig offer.

Kelk der zegening.

Troostvolle verborgenheid van ons geloof. Hoogwaardig en uitmuntend Sacrament, Allerheiligste Offerande,

Zoenoffer voor levenden en dooden, Hcmelsch behoedmiddel tegen de zonde. Wonder van (Jods wonderen.

Allerheiligste gedachtenis van het lijden des Heeren,

-ocr page 168-

160

Gesclicnk. dat alle volheid te boven piat, Voortreffelijk $!;edonkteeken der goddelijke liefde,

Overvloeieude bron van Gods milddadigheid, Doorluchtig en hoogheilig geheim. Krachtige spijs ter onsterflijkheid, Levendmakend, aanbiddelijk Sacrament, Brood, dat door de almacht des Woords O zijt vleesch geworden, 5-

Onbloedig Offer des nieuwen Verbouds, S Spijs en gastheer, =

Allerzoetste maaltijd, waarbij de Engelen c: tegenwoordig zijn en dienen, o

ïeeken van genade, 5

Band van liefde, P-

Hoogepriester, die zelf het Offer zijt, Geestelijke zoetheid en verkwikking der

heilige zielen.

Teerspijze dergenen, die in den Heer sterven,

Onderpand der toekomstige glorie.

Wees gen ad ia, spaar ons. Heer!

Wees genadig, verhoor ons. Heer!

Van het onwaardig nuttigen uws iichaams lt;!

en bloeds, verlos ons, Heer! :L

Van de begeerlijkheid des vleesches, o Van de begeerlijkheid der ooge.i, S

Van de hoovaardij des levens, quot;

Van alle gelegenheid tot zonde, g

Door de groote begeerte, die Gij hadt,

-ocr page 169-

161

om dit Pascha met uwe leerlingen eten, verlos ons, Heer.

Door deu diepen ootmoed, waarmede üij de voeten uwer leerlingen gewassehen hebt,

Door de onuitsprekelijke liefde, waarmede p Gij dit hoogheilig Sacrament hebt in- ^ gesteld, g

Door uw dierbaar bloed, dat Gij voor quot;

ons op het altaar hebt nagelaten.

Door de vijf wouden, die Gij voor ons in uw

allerheiligst lichaam hebt ontvangen. Wij zondaren, wij bidden ü, verhoor ons. Dat het U behage, het geloof, den eerbied en de godsvrucht jegens dit wonderbaar Sacrament in ons te onderhouden en te vermeerderen.

Dat het ü behage, ons door eene oprechte belijdenis onzer zonden tot het dikwijls 1 nuttigen dezer geestelijke spijze voor ' te bereiden,

i Dat Gij ons van alle ketterij, ongeloo- -vigheid en verblindheid des harten wilt bevrijden ,

Dat het'U behage, de onschatbare hemel-^ sche vruchten van dit allerheiligst Sacrament in ons overvloedig uit te storten, 5 Dat het U behage, ons in het uur des doods met deze hemelspijze voor de reis naar de eeuwigheid te versterken.

-ocr page 170-

163

Zoon Gods, wij bidden U, verhoor ons.

Liim Gods. dat vveo-neemt de zonden dei-

wereld, spaar ons. Heer!

Lain Gods, dat wegneemt de zonden der

wereld, verhoor ons. Heer !

Lain Gods, dat wegneemt de zouden der

wereld, ontferm U onzer !

Heer, ontferm U onzer.

Christus, ontferm U onzer.

Heer, ontferm U onzer.

V. Heer, verhoor mijn gebed.

E. Eu mijn geroep koine tot ü.

LAAT ONS BIDDKN.

O God, die ons in dit wonderbaar Sacrament de gedachtenis van uw lijden hebt nagelaten, geef, bidden wij U, dat wij de heilige geheimenissen van uw lichaam eu bloed zoo godvruchtig verceren, dat wi; de heilzame Vruchten uwer verlossing onophoudelijk in ons mogen ontwaren. Gij die met God den ^ ader in de eenheid des H. Geestes leeft en heersoht. God in alle eeuwen der eeuwen. Amen.

O Jesus! het unttigeu van uw allerheiligst lichaam en bloed is een voorsmaak der eeuwige, allerzaligste vereeniging met U in den Hemel; geef mij dus, dat ook ik door een herhaald eu heilig gebruik van deze goddelijke spijze eenmaal tot die blijde on zoete

-ocr page 171-

163

vereeniging gerake ou L', dien ik thans onder dc gedaante van brood scluiilende in iiet Tabernakel aanschouw , eenmaal van aanschijn tot aanschijn in den schoonen Hemel aanschouwen, bezitten en genieten moge. Amen.

GK15KD TOT DE ALLERHEILIGSTE EN ONliK-VLEKTE MOEDERMAAGD, IN BETREKKING TOT HET ALLEKUBILIGST SACRAMENT.

Wees gegroet, o glorierijke Maagd en Moeder des Allerhoogsten, die van eeuwigheid zijt uitverkoren, om onzen Heer Jesus Christus, het brood der Engelen en der menschen, het Offerlam voor de zaligheid der wereld, den Koning des Hemels en der aarde en overwinnaar van dood en hel in uwen schoot te ontvangen eu te baren. Wie kan n. uitverkorene Maagd en maagdelijke Moeder des Heeren, waardig loven en prijzen? Grootedingen heeft God aan u gedaan. Hij heeft u onbevlekt bewaard voor alle erfsmet, opdat Gij eene waardige Moeder zoudt worden van zijn eenig-geboren Zoon, dien ik hier met alle Engelen onder de gedaante van brood aanbid. Met heiligen eerbied en liefde vereer ik u. machtige Koningin des Hemels, die eenmaal, als eene nederige dienstmaagd des Heereu, zijne teederste kindsheid verzorgdet en als de reinste Maagd en gelukkigste Moeder in ootmoed,

-ocr page 172-

164

armoede en vurige liefde Hem dieudet. Geheel uw leveu was eeu zuiver lieiueiscli loflied, ecu geurige wierook voor deu lieer, die de volheid zijner genade in uw hart uitstor-te. l)en grootsten schat van zijn vaderlijk hart heeft Hij u toevertrouwd. O help mij dus, lieve Moeder, dat ook mijn leven voorliet aanschijn uws goddelijken Zoons een welriekende wierook en mijn hart Hem altoos ccne waardige woning zij, wanneer Hij in het allerheiligst Sacrament mij komt bezoeken.

O Maria! hulp der Christenen, trouwe voorspraak uwer geloovige kindereu, die uw Zoou met zijn kostbaar bloed heeft vrijgekocht, troostvolle toevlucht der rouwmoedige zondaren ! Zie neêr op mijne diepe armoede en verkrijg voor mij bij uwen Zoou de gave der liefde, die uw hart, dat geheel aan God was toegewijd, vervulde en al uwe handelingen bezielde; vraag voor mij, dat ook ik. even als gij , door volmaakte gehoorzaamheid den wil Gods moge volbrengen en eens de kroon des eeuwigen levens verwerven. O Moeder van mijnen Jesus, gij aanschouwt met uwe zuivere oogen het lieflijkst aanschijn van uw goddelijken Zoon; gij zijt in eeuwigheid met Hem ver-eenigd en bezit en geniet Hem in de zaligste liefde. Ik zie Hem nog slechts schuilende onder de gedaante van brood in het H. Tabernakel cn mag Hem slechts nu en dan in

-ocr page 173-

165

mijn hart ontvangen cn zijne goddelijke tegen-woordighoid genieten; o help mij dan, iieve Moeder, door uwe machtige voorbede, dat ook mij eenmaal het hoogste geluk, de grootste genade te beurt valle van uw glorierijken Zoon met n in den Hemel te aanschouwen cn voor eeuwig met Hem vereenigd te worden. Amen.

VOLMAAKTE TOEWIJDING AAN GOD IN MAAGDELIJKE ZUIVERHEID.

't Wijd U, God, mijn hart en zinnen; Hoor, ach, hoor mijn kinderbeên; Voor den tijd en eeuwigheên

God, mijn God! wil 'k U beminnen, TJ beminnen, U alleen.

'k Wil U dienen al mijn dagen,

Heer, wat wilt Gij, dat ik doe? Is het mooglijk? staat Gij 'ttoe?

God, mijn God! 'k wil IJ behagen:

Leer mij Heere, loer mij, hoe?

God , mijn God! ik wil U loven,

Altijd loven, altijd aan,

Van mijn sombren levensbaan

Stijg' voor U mijn geest naar boven, Blijv' voor ü mijn harte slaan.

-ocr page 174-

1G6

God , mijn God! 'k -vvil voor U lijden. Smarten lijden zwaar cn fel.

Zoo 't nw wil is, is 't mij wel. God. mijn God! 'k wil moedis: strijden Testen wereld, vleesoh cn hel.

Lieve God. 'k vvil alles derven. Om steeds maagd en rein te zijn; Zend mij armoe, smaad of pijn.

Laat mij leven, laat mij sterven.

Maar bewaar mij maagdelijn.

'k Wil mijn Jesns, U beliooren, U beliooren, niet aan mij;

Tot ik van het aardsehe vrij Staan zal in uw Hemelkoren.

Amen! amen! dat 't zoo zij!

GENEDEN TOT HET ALLERHEILIGSTE ALTAARSACRAMENT EN HET GODDELIJK HART VAN JESUS.

WAARAAN AFLATEN VEKBONTVES ZIJM.

OOTMOEDIG SMEEKGEBED VüüK HET H. SACRAMENT.

Met den diepsten eerbied, dien het geloof mij inboezemt, o mijn God en j-Ieiland .Tesns Christus, waarlijk God en waarlijk mensch , aanbid ik U cn ik bemin U van ganscher harte hier in het hoogwaardigste Sacrament

-ocr page 175-

167

des Altaars, om cuuigcrniate te herstellen al die oneerbiedigheden, onteering cu ontheiliging, waaraan ik mij tot mijn ongeluk ooit heb j schuldig gemaakt, of die ik nog op dit oogen-blik mocht begaan of in de toekomst — wat ttij, o mijn God, verhoede, — mocht kunnen begaan. Ik aanbid TJ dus, o mijn God! wel is waar, i niet zooals Gij dit waardig zijt of ik dit zou j moeten doen, maar ten minste zooveel ik vermag; en ik wenschte het mot die volmaaktheid te kunnen, waartoe alle met rede begaafde schepselen slechts in staat zijn. In-tusschen wil ik U aanbidden nu en altijd, niet slechts voor die Katholieken, die ü niet aanbidden en beminnen, maar ook tot vergoeding en ter bekeering van alle dwalenden, j afvalligen. Godslasteraars, Mahomedanen, Joden en Heidenen. Ach ja, mijn Jesus! mogen allen U kennen, aanbidden en elk oogonblik in het allerheiligste Sacrament mot dankbaarheid beminnen, loven en prijzen. Amen.

Paus Pius VII verleende den 21 Jan. 1815 een aflaat van 200 dagen, die ook aan de geïoovige zielen in het vagevuur kan worden toegevoegd, aan elk, die met berouw over zijne zonden, bovenstaand ootmoedig smeekgebed vóór tiet allerheiligste Sacrament zou bidden.

GEBED TOT HET ALLERHEILIGSTE SACRAMENT EN TIET 11. HART VAN J RSUS.

Zie, o mijn beminnelijke Jesus, hoe ver

-ocr page 176-

168

dc overmaat uwer liefde voor mij gegaan is. Om U geheel aan mij te schenken, hebt Gij mij uit n\v heilig vleesch en bloed eene goddelijke tafel bereid. Wat heeft U toch tot zulk een overmaat van liefde voor mij kunnen vervoeren ? Zeker niets anders dan uw liefdevol, goddelijk Hart. O aanbiddenswaardig Hart van mijnen Jesus,gloeiende oven dei-goddelijke liefde, neem mijne ziel in uwe heilige wonde op, opdat ik in die school van liefde leere, dien God lief te hebben en te beminnen, die mij zoo bewonderenswaardige bewijzen zijner liefde gegeven heeft. Amen.

Paus Pius VI verleende den 7 Nov. 17S7 een aflaat van 100 dagen, die ook aan de geloovige zielen in het vagevuur kan worden toegevoegd, aan elk, die bovenstaand gebed godvruchtig zou bidden.

OPDRACHT VAN HET KOSTBAAR BLOED VAN JESUS, OM GODS ZEGEN.

Eeuwige Vader, wij offeren U het allerkostbaarst bloed van onzen Heer Jesus Christus op, dat Hij met zooveel liefde zoo smartelijk lijdende uit de wonde zijuerrechterhand vergoten heeft en door de kracht en de ^ ei -diensten van dit kostbaar bloed smeeken wij ootmoedigst uwe goddelijke Majesteit, ons uwe heilige vaderzegen te willen verleenen, opdat wij' daardoor tegen onzs vijanden be-

-ocr page 177-

169

1

T

schermd eu van alle kwalen mogen bevrijd worden.

Dat de zegen van den almachtigen God des Vaders f des Zoons f en des Heiligen Gees-tes f over ons afdale en altijd bij ons blijve. Amen.

Paus Leo XII verleende den £'5 Oet. 1825 voor altijd een aflaat van 100 dagen aan a le jyeloovigen, die bovenstaand gebed tot den eeuwigen Vader ter verkrijging zijner hemelsche zegen met bijvoeging van één onze Vader en één Wees yeyroet niet Glorie zij den Fader, enz. tot de Allerheiligste Drievuldigheid, godvruchtig zouden bidden tot dankzegging voor alle ontvangene weldaden. Aan hen, die dit gebed eene maand lang dagelijks verrichten , verleen! hij een vollen ojlaat op een dag naar verkiezing, na gebiecht en gecommuniceerd en volgens de meening des JE. Vaders gebeden te hebben , welke aflaten ook aan de geloovige zielen kunnen worden toegevoegd.

VERZUCHTINGEN TOT JESUS IN HET H. SACRAMENT.

Ik aanbid U, mijn Heiland Jesus Christus ,

Die het ware brood des levens zijt.

O Hart van mijn Jesus en van Maria,

O zegen de smart, het berouw mijner ziel.

Ik schenk ü mijn hart, o Jesus Christus !

ü , die, heilig God, mijn Heiland zijt.

Moge de Heiland Jesus Christus in het grootste geheim zijner liefde door allen erkend en gedankt en zonder einde aanbeden worden. Amen.

: 1-i

'

f j

-ocr page 178-

170

Paus Leo XII verleent 100 dagen aflaat, die ook aan de geloovige zielen kan worden toegevoegd, aan allen, die bovenstaande verzuchtingen met een rouwmoedig hart uitspreken.

OPDRACHT AAN HET H. HART VAN JESUS.

O mijn beminnenswaardige Jesus! ik N. N. schenk U mijn hart, om U mijne dankbaarheid te toonen en mijn ontrouw te herstellen; ik wijd mij geheel aan U toe, en neem mij voor met uwe hulp niet meer te zondigen.

Paus Pius VII verleent aan alle geloovigen , die bovenstaand gebed dagelijks voor een beeld van het H. Hart van Jesus bidden een vollen ojlaat eens in de maand, als zij waardig biechten en communiceeren en een aflaat van 100 dagen, zoo dikwerf zij het godvruchtig bidden.

SCHIETGEBED.

O allerzoetst Hart van Jesus, geef, dat ik U altijd meer en meer beminne.

Onze Vader. Wees gegroet. Ik geloof in God den Vader.

Aan elk , die dit schietgebed dagelijks bidt,heeft Z. II. Pius VII vergund :

1°. vollen aflaat op den eersten Vrijdag van de maand, of den daarop volgenden Zondag, op de gewone voorwaarden.

2°. vollen aflaat op het feest van liet H. Hart, of den daaropvolgenden Zondag.

3«. zeven jaren en zeven quadrairener op de vier Zondagen, die het leest van het II. Hart voorafgaan.

-ocr page 179-

171

4°. zestijf dagen voor elk goed werk, ter vereering van liet H. Hart verricht.

5o. vollen aflaat in het uur des doods, mits men rouwmoedig, althans met het hart, den zoeten Naam van Jesus aanroepe.

GEBED VOOR HET ALLERHEILIGSTE SACRAMENT.

Zie nodtü-, o Heer! van uit uw heiligdom, aanschoinv vnu de hoog-te uwer hemelsche woning deze aanbiddelijke offerande, die IJ onze Hoogepriester, uw heilige Zoon Jesus voor de zonden zijner broeders opdraagt en laat U daardoor bevredigen ondanks onze menigvuldige boosheid. Zie, desmeekstem van het bloed van Jesus onzen broeder roept van het kruis tot Ü. Verhoor dan, o Heer! Laat o Hoer! ü verbidden, aanhoor en geef; om uwentwil, o mijn God! stel niet uit; want uw Naam is aangeroepen over deze stad en over uw volk, en handel met ons naar uwe barmhartigheid. Amen.

Pius VI heeft vollen aflaat verleend aan de geloo-vigen, die na waardig gebiecht en gecommuniceerd te hehben, op den eersten Donderdag van elke maand, dit gebed up de knieën zullen bidden vóór het allerheiligste Sacrament. — Verder onder dezelfde voorwaarden zeven jaren en zeven qnadragenen op al de andere Donderdagen.— Eindelijk 100 dagen op al de andere dagen van het jaar. Deze aflaten kunnen ook aan de zielen in het vagevuur worden toegevoegd. (17 Oct. 1796.)

-ocr page 180-

173

TEEDERE VERZUCHTINGEN TOT JESÜS.

Ziel van Christus, lieilig mij.

Lichaam van Christus, maak mij zalig. Bloed van Christus, maak mij dronken. Water der zijde van Christus, wasch mij. Lijden van Christus, versterk mij.

In uwe heilige wonden verberg mij.

Laat niet toe ~ dat ik van U gescheiden worde

{Uit verzucht men driemaal met eene vurige liefde.)

Tegen den boozen vijand bescherm mij. In het uur van mijnen dood roep mij. En laat mij tot U komen,

Opdat ik met uwe Heiligen U love In de eeuwen der eeuwen. Amen.

-ocr page 181-

TWEEDE COMMUNIE-OEFENING,

ON DEK AANIIOKI'IMG VAN H KT H. HART VAN JKSUS.

OEFENING VAN GELOOt'.

lii do oumctclijke licfdo vau uw goddelijk Hart, zijt Gij, lieve Jcsus, zoo diep tot mij afgedaald, dat ik de grootheid uwer goddelijke Majesteit bijna vergeten zou. Hoe is liet mogelijk, dat Gij ouder de gedaante van brood en wiju tot ons wilt komen! Immers toeu Gij als een arme dienstkneclit op aarde rondwandeldet, werdt Gij in weerwil van den glans uwer wonderen door de meesten veracht en bespot. En nu, in het allerheiligst Sacrament vernedert Gij U nog dieper, dau bij uwe menschwording ! Ach, Heer, zal onze oneerbiedigheid dan nog toenemen, naarmate Gij in uwe eindelooze ontferming meer tot ons afdaalt? Helaas! hoe dikwerf vergeet ik, wat ik aan uwe goddelijke Majesteit verschuldigd ben en nader ik tot U met eene koude onverschilligheid! Ik klop, wel is waar, op mijne borst en zeg met den Hoofdman: Heer, ik hen niet waardig; maar ik

-ocr page 182-

174

gevoel mijne onwaardigheid niet en heb een pierius; besef van de groote gunst die Gij mij bewijst.

Goede Jesus, verlevendig mijn geloof, toon mij uwe ontzaglijke Majesteit, opdat ik met den Apostel Thomas uitroepe : Mijn lieer en mijn God ! Dan zal ik mijn hoofd voor U buigen eu nog dieper mijn geest; ik zal uit de diepte mijns harten erkennen, dat ik niet waardig ben om tot U te spreken , veel minder om U te ontvangen.

Ik geloof, lieve Jesus, dat Gij hier in het allerheiligste Sacrament tegenwoordig zijt; ofschoon mijne oogen U niet aanschouwen , aanbid ik U in de volste overtuiging van mijn geloof. Ik verheug mij, dat ik aan uwe oneindige Majesteit dit oifer van mijn geloof kan aanbieden, vervul aan mij het woord, dat Gij eens gesproken hebt : Zalig zij , die niet gezien en toch geloofd hebben.

OEFENING VAN NEDERIGHEID.

Ik belijd van ganscher harre, dat ik onwaardig ben U tc ontvangen, omdat Gij mijn Schepper zijt en ik een nietig onwaardig schepsel, meer nog, een ondankbare zondaar ben. Ja, ondankbaar, meer dan anderen, die U niet beminnen, wijl zij U niet kennen; maar ik kende het volle licht der waarheid ;

-ocr page 183-

175

ik kende de liefde van uw goddelijk Hart, ik oim iiii;; uwe kostbaarste gaven en toch ik beminde U niet, ik dankte U niet voor zooveel liefde, voor zoovele weldaden; ik naderde tot uwe H. Tafel met eene sehaam-lelooze onversclülliglieid , waaraan ik geen naam weet te geven. Nog dezen morgen sprak mijn Engelbewaarder: Verheug u, mijn kind, want ik verkondig n eene blijde tijding : heden zult gij den Verlosser ontvangen , die Christus de Heer is. En mijn hart bleef nog koud , nog onverschillig, nog hield ik mij met aardsche beuzelingen bezig, en ijlde ik niet vol vreugde naar uw Heiligdom. O, allerzoetst Hart van Jesus, neem uwe ontferming van mij niet weg; blijf in barmhartigheid ncderzien op uw zwak en krank schepsel en beur mij op uit het slijk mijner ellende.

OEFENING VAN VEHÏROUWEN.

Vanwaar komt het, lieve Jesns, dat mijn hart zich verruimt, wanneer ik U de afzichtelijkheid mijner zielewonden bloot leg? Omdat Gij, barmhartige Samaritaan, daarin den olie en wijn uwer ontfermingen giet. O, hoe zoet is het, zijne schuld te belijden aan uw goddelijk Hart! Ik zal mij verheugen in den Heer en mij verblijden in God,

-ocr page 184-

176

mijn Jesus, want zijne barmhartigheid kent geene grenzen. Hij wil al ouze wonden genezen, al onze misstappen vergeven. Ja , hoe goed, hoe ontfermend zijt Gij voor mij , daar Gij niet een Engel zendt, maar zelf komt, om mij tc versterken, te heiligen , te volmaken door uw heilig vleesch en bloed.

Toen de grijze Simeon ü op zijne armen droeg, riep hij in heilige vervoering uit : Laat nu. Heer, uw dienaar in vrede gaan , want mijne oogen hebben uw heil aanschouwd. Wat zou die vrome grijsaard wel gezegd hebben, als hij die gunst had ontvangen, die Gij mij dezen morgen bereidt ! O , laat mijn hart zich dan verruimen. mijne ziel branden van verlangen, dorsten naar uwe komst. Kom, lieve Jesus, vereenig U met mij, opdat ik in eeuwigheid de ontferming prijze van uw goddelijk Hart.

OEFENING VAN LIEFDE.

Gij toont mij, lieve Jesus, mv minnend Hart en vraagt : bemint gij Mij ? Heer, als ik de onmetelijke liefde van uw goddelijk Hart beschouw, durf ik U niet antwoorden; want mijne liefde is nog zoo gering, zoo koud. Maar toch, ik verlang U te beminnen, ik bid U door den liefdegloed van uw goddelijk Hart, ontsteek in mij het vuur uwer

-ocr page 185-

177

goddelijke liefde. Geef, goede Jesus, dat ik voortaan in U alleen mij verheuge, dat ik in niets anders roeme, dan in de glorie , de majesteit, ds volmaaktheid en ontferming van mijnen God. Dat niets mijne ziel meer boeïe, niets mij smake buiten U. Dat ik niets begeere, dan U te behagen, met blijdschap al mijne lotgevallen in uwe handen stelle en nauwgezet mijne plichten vervulle. Dut ik geen ander verlangen koestere, dan in uwe liefde to arbeiden en te lijden, te leven en te sterven. O, Jesus I Gij zijt de God mijns harten, mijne liefde in eeuwigheid !

OEFENING VAN BEROUW.

In ootmoed voor U neergeknield belijd ik, lieve Jesns, andermaal mijne zonden en misstappen. Wel hoop ik door de liefde van uw goddelijk Hart er reeds in het H. Sacrament der Biecht de vergiffenis van bekomen te hebben. Maar nu ik U, God van heiligheid, zal gaan ontvangen, moet ik op nieuw mijne zonden betreuren, die tallooze fouten en gebreken, waardoor ik uw liefdevol Hart zoo vaak, zoo bitter bedroefd heb. Ja, ik verfoei mijne boosheid en smeek U, wasch mij meer en meer van mijne ongerechtigheden en zuiver mij van mijne zonden. Ach, koude ik tot ü naderen in dat kleed der onschuld, dat Gij

8*

-ocr page 186-

178

mij iu hut H. Doopsel geschonken hebt. Hehicis! ik kan liet bedrevene niot ongedaan maken; maar Gij, Heer, kuut mij volkomen zuiveren; neem alles weg, wat in mij aan uw goddelijk Hart mishaagt; door uwe genade gesterkt zal ik een geheel ander leven gaan leiden. Ik keu mij zelveu nog niet, maar zeg mij, lieve Jesus, waarin ik te kort schoot; mijn hart is bereid, om voortaan alles te doen, wat L1 behaagt. Neen, niet meer zondigen, geen zonde meer, lieve Jesus, neen, geen zonde meer!

OEFENING VAN VERLANGEN.

Kom dan, dierbare Verlosser, kom, welbeminde mijner ziel, kom, neem bezit van mijn hart. Ontsteek dat hart door het vuur uwer goddelijke liefde. Mijn hart verlangt naar U, het brandt van verlangen naar uwe komst; met U vereenigd, door den gloed van uw goddelijk Hart ontstoken, zal liet voortaan voorU sleclitskloppen, niets wenschen, niets verlangen, niets beminnen op aarde buiten U. O, kom dan, lieve Jesus, kom dan en toef niet langer. Amen.

Als de Priester de II. Hostie toont, zetlende : Zie het Lam Gods, dat de zoudeu der wereld wegneemt, vestig dan de oogen uwer ziel op liet goddelijk Hart, betnig nogmaals uwe onwaardigheid en ga dan tot Jesus met een onbeperkt vertrouwen en een brandend verlangen.

-ocr page 187-

179

GEBEDEN NA DE II. COMMUNIE.

OEFENING VAN AANBIDDING.

Wat zal ik zeggen tot U, lieve Jesus, die thaus in mijn binnenste v;oout ? Hoe zal ik , arm schepsel, U mijne hulde bieden? Allerzaligste Maagd Maria, alle Engelen en Heiligen , ziet wat groote dingen de Heer aan mij beeft gedaan, vereenigt U met mij om de ontferming van mijn Jesus te prijzen en zijue oneindige Majesteit te verheerlijken.

O Jesus, Gij zijt mijn God; met blijdschap erken ik uwe heerschappij over al het geschapene en mijne algeheele afhankelijkheid. Met innige onderwerping zal ik steeds naar uw woord luisteren en mij verheugen, dat ik mijn verstand aan uwe uitspraak mag onderwerpen; spreek. Heer, uw dienaar luistert naar elk woord , dat van uwe goddelijke lippen vloeit. Ik erken al de macht, die Gij over mij hebt, en ik zal uw gezag eerbiedigen , zoo dikwijls de H. Kerk, die in uwen naam onderwijst en bestuurt, tot mij zal spreken.

Op U stel ik al mijn vertrouwen. Laat de wereld op hare ijdelheden roemen, ik zal mij verblijden in U en in de ontferming van uw goddelijk Hart. Gij zijt het licht mijner ziel, de sterkte mijns harten, de troost in mijn

-ocr page 188-

178

mij iu liet H. Doopsel geschonken hebt. Helaas! ik kau liet bedrevene uiet onuedaan maken; maar Gij, Heer, kunt mij volkomen zuiveren; neem alles weg, wat iu mij aau uw goddelijk Hart mishaagt; door uwe genade gesterkt zal ik een geheel ander leven gaan leiden. Ik ken mij zelveu nog niet, maar zeg mij, lieve Jesus, waarin ik te kort schoot; mijn hart is bereid, om voortaan alles te doeu, wat L1 behaagt. Neen, niet meer zondigen, geen zoude meer, lieve Jesus, neen, geen zoude meer!

OEFENING VAN VERLANGEN.

Kom dan, dierbare Verlosser, kom, welbeminde mijner ziel, kom, neem bezit van mijn hart. Ontsteek dat hart door het vuur uwer goddelijke liefde. Mijn hart verlangt naar U, het brandt van verlangen naar uwe komst; met U vereenigd, door den gloed van uw goddelijk Hart ontstoken, zal het voortaan voorU slechts kloppen, niets wenschen, niets verlangen, niets beminnen op aarde buiten U. O, kom dan, lieve Jesus, kom dan en toef uiet langer. Amen.

Als de 1'riester de H. Hostie toont, zesseude ; Zie het Lam Gods, dat de zouden der wereld wegneemt, vestig dan de oogen uwer ziel op het goddelijk Hart, betuig nogmaals uwe onwaardigheid en ga dan tot Jesus met een onbeperkt vertrouwen en een brandend verlangen.

-ocr page 189-

179

GEBEDEN NA DE H. COMMUNIE.

OEFENING VAN AANBIDDING.

Wat zal ik zeggen tot U, lieve Jesus, die thans in mijn binnenste woont ? Hoe zal ik , arm schepsel, U mijne hulde bieden? Allerzaligste Maagd Maria, alle Engelen en Heiligen , ziet wat groote dingen de Heer aan mij heeft gedaan, vereenigt U met mij om de ontferming van mijn Jesus te prijzen en zijue oneindige Majesteit te verheerlijken.

O Jesns, Gij zijt miju God; met blijdschap erken ik uwe heerschappij over al het geschapene en mijne algeheele afhankelijkheid. Met innige onderwerping zal ik steeds naar uw woord luisteren en mij verheugen, dat ik mijn verstand aan uwe uitspraak mag onderwerpen; spreek, Heer, uw dienaar luistert naar elk woord , dat van uwe goddelijke lippen vloeit. Ik erken al de macht, die Gij over mij hebt, en ik zal uw gezag eerbiedigen , zoo dikwijls de H. Kerk, die in uwen naam onderwijst en bestuurt, tot mij zal spreken.

Op U stel ik al mijn vertrouwen. Laat de wereld op hare ijdelheden roemen, ik zal mij verblijden in U en in de ontferming van uw goddelijk Hart. Gij zijt het licht mijner ziel, de sterkte mijns harten, de troost in mijn

-ocr page 190-

180

lijden; met U beu ik rijker dan de vorsten der aarde.

U bemin ik boven al; mocht ik steeds zoo innig- met U vereenigd zijn, aan U altijd kunnen denken, met U zonder ophouden kunnen spreken, altijd met LJ en voor ü alleen kunnen bezig zijn! Maar ik leef te midden van aardsehe zorgen en verstrooiende bezigheden. Geef toch, dat ik daarom U niet uit het oog verlieze, dat ik zoo dikwijls mogelijk aan U denke, tot U verzuchte, dat ik steeds mijn arbeid verrichte ter liefde van U en ter verheerlijking van uw goddelijk Harte.

OEFENING VAN DANKBAARHEID,

In dit plechtig oogenblik gevoel ik, lieve Jesus, op eene geheel bijzondere wijze mijne volslagene onmacht. Ik zoek of ik niets kan vinden, om U met een dankbaar hart aan te bieden; maar ik zoek te vergeefs. Alles wat ik ben, alles wat ik heb behoort reeds lang aan U. Gij hebt mij geschapen, en hebt dus mijne toestemming niet noodig, om over mij en het mijne naar welgevallen te kunnen beschikken; Gij hebt mij daarenboven vrijgekocht; ik behoor U dus geheel en al toe. En welk nut is er ook voor U in mijne dienst en in mijne dankbare liefde gelegen ? Ik kan uwe glorie niet vermeerderen, noc'i uw geluk

-ocr page 191-

181

vergrooten; Gij zijt nüju God en hebt mijne gaven niet nootlig'.

Maar ook hier ondervind ik weder de goedheid van uw goddelijk Hart. Ofschoon Gij geen behoefte aan mij hebt, wilt Gij mij toch de verdiensten en de vreugde der dankbaarheid schenken. Waar ik niets kan vinden, geeft Gij mij uwe goederen , opdat ik ze terug geve met een dankbaar hart. Ofschoon Gij mij niet noodig hebt, vraagt Gij toch, alsof Gij mij noodig hadt, en zegt : mijn kind, geef Mij uw hart.

Lieve Jesus, gaarneen mot vreugde schenk ik het U, het is mijn vurigste wensch, dat het alleen voor U moge kloppen en dat het U nooit ontrouw worde. Gij kent al de zwakheid en onbestendigheid van dit hart; bevestig het in uwe liefde, herinner mij dagelijks aan de ontferming van uw goddelijk Hart over mij, opdat ik nooit ophoude uit al de krachten mijner ziel LF te danken en uwe onuitputtelijke liefde met wederliefde te vergelden.

O Maria, lieve Moeder, Engelen en Heiligen des Hemels, vereenigt ü met mij , om den Heer te danken, want zijne liefde kent geen grenzen, zijne barmhartigheid is zonder maat.

-ocr page 192-

182

HERN J EU WING Uiill COEDE VOOttN KMENS.

Schaamte overdekt mij , als ik er aan denk, hoe dikwerf ik reeds mijne goede voornemens hernieuwd heb, en ze, helaas, even dikwerf weer heb verbroken. Nog-taus vertrouwende op de goedheid van uw goddelijk Hart waag ik het op nieuw, om mijne voornemens aan uwe voeten neer te leggen. Heer, mocht Gij vooruit zien, dat ik U ooit grootelijks zon vergrammen, neem mij liever uit deze wereld weg. Is het voor mij noodig, dat tegenspoeden, lijden, armoede, ziekte en verlatenheid mij treffen, laat ze. Heer, over mij komen, zend ze mij toe in uwe oneindige barmhartigheid ; maar laat nooit toe , dat ik van U gescheiden worde.

Ik stel mij geheel in uwe handen; alles wat mij overkomt zal ik beschouwen als een geschenk uwer ontfermende liefde. Door uwe genade geholpen, zal ik met ijver waken en bidden. Dikwijls hebt Gij mij gewezen op mijne gebreken; ik zal ze bestrijden. Inzon-_ derheid neem ik mij vastelijk voor, lieve Jesus,' om mijn hoofdgebrek te bestrijden, om deze

bepaalde zonde..... niet meer te bedrijven

lederen morgen zal ik dit voornemen hernieuwen en iederen avond zal ik onderzoeken of ik daaraan ben setrouw gebleven.

-ocr page 193-

183

Zcgcu, lieve Jesus, door de goedheid van uw allerheiligst Hart, deze heilige voornemens, versterk ze door uwe goddelijke genade, geef dat ik daaraan getrouw blijve alle dagen tot aan het einde van mijn leven.

SMEEKGEBED.

Maar de liefde vordert, dat ik ook bidde voor anderen. Wie zou dat kunnen vergeten in deze kostbare oogenblikken ? Zegen daarom, lieve Jesus, mijne dierbare ouders, zegen hen voor al het goede mij bewezen, beloon hen met de eeuwige zaligheid; zegen mijne broeders en zusters, mijne naastbestaanden, vrienden en weldoeners, zegen allen, die zich in mijne gebeden hebben aanbevolen, allen, aan wie ik beloofd heb en voor wie ik verplicht beu, te bidden.

Bewaar de onschuldigen, bevestig en versterk de rechtvaardigen, bekeer de ongeloo-vigen, dwalenden en zondaren.

Ontferm U over de zielen in liet vagevuur, inzonderheid smeek ik U voor de meest verlatene en voor N. N.

Zegen onzen H. Vader den Paus, ondersteun hem in den zwaren strijd, dien hij in onze dagen van ongeloof tegen de vijanden der H. Kerk te voeren heeft, en voer liein met do hem toevertrouwde kudde tot de

-ocr page 194-

184

eeuwige zaligheid. Zegen den Opperherder van dit bisdom en alle zielenherders, opdat zij met ijver arbeiden aan de zaligheid der zielen. Zegen, lieve Jesus, de gansche heilige Kerk, neem de dwalingen, ergernissen en scheuringen weg, verbreid haar meer eu meer over de gansche aarde, en verhaast door de liefde van uw goddelijk Hart het oogenblik, waarop zij over al hare vijanden zal zegevieren, bloeieu en rijke vruchten dragen in alle deelen der aarde.

Bid vervolgens de Litanie van het allerlieilifrst Hart van Jesus eu de gebeden om den aflaat te verdienen.

-ocr page 195-

DERDE COMMUNIE-OEFENING.

ALS MEiN 1)£ II. .MISSE NIEÏ KAN UI.IWOSK.M.

OVERWEGINGEN EN GEBEDEN VOOll DE H.

COMMUNIE.

EEKSÏE OVERWEGING EN GEBED. — Wie zijt

Gij, mijn Heiland Jesus Christus! dien ik lieden in de H. Commnnie zal mogen ontvangen ? O mijn God, gij zijt de eeuwige, de eeniggeboren Zoon des Vaders, de afglans zijner heerlijkheid en zijn zelfstandig evenbeeld. Gij zijt almachtig, eeuwig, heilig, oneindig goed en rechtvaardig, als de Vader. Ofschoon Hemel eu aarde U uiet bevatten kunnen, was het nogtans voor uwe liefde niet genoeg onze menschelijke natuur aan te nemen, om het werk onzer verlossing te kunnen volbrengen; maar Gij wildet ü zei ven nog veel dieper vernederen, door middel van dit allerheiligst Sacrament in ons hart uw intrek nemen en daar uwe woonstede oprichten. Het was niet genoeg voor uwe liefde, drie en dertig jaren op aarde te verblijven, om voor ons te lijden en te sterven, maar Gij wildet nog den troon uwer genade zichtbaar op onze Altaren opslaan, om voortdurend onder ons te

-ocr page 196-

186

wonen, opdat wij teu allon tijde daarheen onze toevluclit uemcu, daav hulpen troost,

raad cu bijstand zouden vinden____

O eeuwiu; Woord des Vaders! Wat heeft U bewogen, om uwe oneindige glorie te verlaten, om onderde nederige gedaante van brood op onze Altaren af te dalen! Wat heeft U, Koning van glorie, die hoog boven alle Hemelen in oneindige Majesteit zetelt, wal heeft U bewogen, om ook op aarde op een /,00 nederigeu troon in het Tabernakel uwe woonstede te vestigen ? Wat drijft U aan, mij, nietig aardworm, te bezoeken eitde spijzemij-ner ziel te willen zijn? O, uwe liefde, uwe on-eiu dige liefde heeft U tot die diepe zelfvernedering gebracht. Zóó diep wilt Gij U vernederen , om mij tot U te kunnen opheö'en. Door zóó groote liefde wilt Gij mij bewegen, om U mijne wederliefde te toonen. O mocht ik U kunnen beminnen, zoo als Gij mij bemint! Mocht ik U kunnen eeren en verheerlijken, zooals Gij het verdient! Mocht ik U zoo waardig kunnen ontvangen, als uwe oneindige heiligheid en grootheid zulks zou vorderen! Maar helaas! hoe bezoedeld, hoe ellendig, ja, afschuwelijk is nog mijn hart, waarin Gij uw intrek wilt nemen! Ach goedertieren, genaderijke Verlosser! wil zelf mijn arm hart waardig voorbereiden, opdat het U welbehagelijk worde. Zie, ik betreur mijne zonden, zij zijn

-ocr page 197-

187

mij van ganscher harte leed, ik wenseh ze met tie vurigste liefdotraueu uit te wisschen en U nimmermeer te bedroeven. O, mijn hart verlangt naar l). Tot U moet ik naderen, U moet ik ontvangen, zoo ik waarachtig loven en hulp vinden wil in mijnen nood. O! gewaar-dig U dan, liefste Jesus! door een enkel woord mijne ziel te zuiveren en mijn hart te bereiden volgens uw goddelijk welbehagen. Amen.

TWEEDE OVEllWEGING EN GEBED. — O mijn Jesus, minnaar en vriend der zuivere zielen, hebt gij negen maanden hing onder het hart van Maria gerust en hare ziel met de heerlijkste genadegaven versierd,____hebt Gij bij

de komst uwer Moeder in het huis van Zacha-rias, den H. Joannes den Dooper geheiligd en moeder en kind metden H. Geest vervuld, zult Gij dan, daar uwe maeht en goedheid uog altijd dezelfde is, bij uwe komst in mijn hart, ook mijne ziel niet met de grootste genadegaven verrijken? En toen Gij laterals hulpeloos kindje in de kribbe laagt en door herders en wijzen aanbeden werdt, hoe rijk hebt Gij toen die dienst van godsvrucht beloond en zult Gij dan ook mij. zoo ik U met een levendig geloof in dat 11. Sacrament aanbid, uwe rijke gaven niet schenken? In nw openbaar leven hebt Gij al weldoende Jndea's velden doorwandeld en in steden cn dorpen

-ocr page 198-

188

aau allen wel gedaan, de zieken genezen en doodeu zell's teu leven opgewekt, en zoudt Gij mij dan in mijne diepe ellende laten ver-smaehten, mijne ziel niet genezen, niet opwekken tot liet leven der liefde en genade? Zijt Gij, om mij te verlossen, gevangen genomen , gebonden ,|gegeeseld, met doornen gekroond , bespot en aan het kruis genageld; liebt Gij aau het kruis voor uwe vijanden gebeden , den moordenaar vergiffenis geschonken en hem met ongehoorde goedgunstigheid het Paradijs beloofd; zult Gij dan, wanneer Gij mij komt bezoeken, ook mij mijne zonden niet vergeven, ook mij niet met gunsten overladen en aan de verdiensten van uw lijden en sterven deelachtig maken ? En bier in dit II. Sacrament zijt Gij nog altijd dezelfde, die Gij opaarde waart, dezelfde, die aan het kruis de hel overwonnen hebt, die glorievol van den dood opstondt, ten Hemel voert en daar aan de rechterhand des Vaders troont, van waar Gijeenszultwederkomen om levenden en doodeu teoordeelen. Dezelfde bediening als Hoo-gepriester aan het kruis, als verzoeter van onze zonden, als middelaar bij den hemelschen Vader, als rechter over de gansche wereld blijft U ook in het allerheiligste Sacrament bij. En Gij verlangt van ons, lieve Jesus! dat wij met hetzelfde geloof en met hetzelfde vertrou-T-ven tot U zullen naderen, als wanneer wij

-ocr page 199-

189

(J mot onze eigene oogen zagen, ü. o verborgen God, onder de gedaante van brood schuilende!....

Ja, mijn Jesus! ik geloof, dat Gij in het allerheiligste Sacrament des Altaars waarlijk en wezenlijk tegenwoordig zijt. Neen, niets ter wereld zal mij ooit in dit heilig geloof doen wankelen, terwijl ik kinderlijk vertrouw van U al die genade te verkrijgen, welke ik bij zoo heilige handeling dringend noodig heb. Ik aanbid, ik geloof en prijs U als mijn Heer en God, en val in den -geest met de H. Magdalena voor uwe voeten neder, om U ontfermingen vergiffenis voor al mijne zonden af te smeeken. Met die zieke vrouw raak ik den boord van uw kleed aan, opdat Gij mijne ziele moogt genezen; met den H. Thomas leg ik mijne hand in uwe heilige wonden, opdat Gij mijn verstand moogt verlichten, mijn geloof versterken, mijne liefde ontvlammen, opdat ifc uit het diepste mijns harten U kunne toeroepen; mijn Heer es mijn God! Amen.

uerde overweging en gebed. — Met hoeveel liefde en verlangen zijt Gij, mijn Jesus! niet opgetrokken naar de zaal van het laatste Avondmaal te Jerusalem, om daar het paasch-lam met uwe leerlingen te eten en vervolgens het allerheiligste Sacrament des Altaars in te stellen! Hoe ernstig, plechtig en liefdevol

-ocr page 200-

19(J

zeidct Gij toen aan uwe Apostelen : vurig heh Ik verlangd, dit paascJdam mei u te eten vuur dat Ik lijde. O! met datzelfde verlangen, met diezelfde liefde, wilt Gij nog heden dien god-delijken maaltijd met 7nij houden, zelf noghet paaschlam zijn, waarvan ik mag eten.-—Maar hoe groot was nietuw ootmoed, o mijn Jesus! toen Gij alvorens dit Geheim van liefde in te stellen, in onbegrijpelijkezelfvernedering voor uwe Apostelen nederkuieldet, om hun de voeten te wasschen, hen te reinigen en te zuiveren. Die zuiverheid des harten, die reinheid der ziele vordert Gij ook van ons, lieve Jesus! om aan dien goddeüjken diseh te mogen aanzitten; maar ook ons wilt Gij reinigen, onze zielen vanallezondesmetten afwasschen, wanneer wij maar in ootmoed en met waarachtig berouw U om vergiffenis bidden van onze zonden, en ze van ganscher harte betreuren.

Eindelijk naderde dan dat Jieilig oogenblik. Met heiligen en plechtigen ernst naamt Gij het brood in uwe heilige en eerbiedwaardige handen, en uw hemelsehen Vader dankende zaagt Gij op ten Hemel, en nadat Gij het gezegend en gebroken hadt, gaaft Gij het aan uwe leerlingen, zeggende : Neemt en eet dit is mijn lichaam. Insgelijks naamt Gij den kelk en dank zeggende zegendet Gij hem en gaaft hem over aan uwe leerlingen zeggende: Neemt en drinkt allen daaruit, want dit is mijn bloed. —

-ocr page 201-

] 91

Evenzoo. lieve Jesus! wilt Gij lieden onder de gedaante van brood waarlijk tot mij komen, indringen in mijne ziel en daar met mij liet heilig liefdemaal vieren. Geef toch , goede God, dat ik met den diepsten ootmoed, met een brandend verlangen, met vurige liefde tot U nadere. Hoe is 't toch mogelijk, mijn God , dat Gij verlangen kunt eene zoo innige vereenigingaan te gaan met eene ziel zoo arm, zoo ellendig als de mijne. Weet Gij dan niet, alwetend God! dat ik zoo vol ben van onrein lieden en zonden? En toch hebt Gij mij geleerd, hoe zuiver en rein ik wezen moet om U te ontvangen, toen Gij zelf de voeten uwer leerlingen gewassehen hebt! Ach! ik sidder en beef, om tot 1) te naderen, als ik aan uwe ontzaglijke Majesteit en aan mijne ellende en zonde denk. Maar juist de liefde , waarmede Gij uwen leerlingen de voeten gewassehen hebt, wekt in mij het vertrouwen op, dat Gij ook mijne ziel van al hare zonde vlekken zult zuiveren, heiligen en versieren. Met waarachtige vermorzeling des harten werp ik mij voor uwe voeten neder, en bid U, Heer! ook tot mij die troostvolle woorden te willen spreken ; Ik wil, word gereinigd; ja Heer, spreek slechts één woord en mijne ziel zal gezond worden.

Maar wanneer Gij, mijn .Tesns, vurig verlangt dit goddelijk Liefdemaal met mij te

-ocr page 202-

192

houden , met welk innig en vurig verlangen, met welke brandende begeerte moet dan mijne ziel niet vervuld zijn, om zich met U te vereenigen ! Als een dorstige naar de frissche waterbron, als een hongerige naar eetie welvoorziene tafel, zoo moet ik haken naar U, mijn Hoer en mijn God! Zie, met dat heilig, dat brandend verlangen van zoovele vrome en rechtvaardige zielen wenschte ook ik heden tot uwe H. Tafel te naderen, verlangt thans mijne ziel naar U, o mijn God, de bron dei-levende wateren.— Met de hartelijkste liefde gaaft Gij U zeiven in het li. Avondmaal uwen leerlingen tot spijs; met de hartelijkste liefde wilt Gij U ook heden op de innigste wijze met mij vereenigen, het geestelijke voedsel worden mijner ziel. Ach, mijn Jesus! hoe kan mijn hart dan nog zoo koud, zoo onverschillig, zoo gevoelloos zijn voor uwe onbegrijpelijke liefde? Ach, mijn Jesus! ontsteek Gij dan mijn hart door het vuur uwer goddelijke liefde, en geef, dat ik met dat liefdevuur, waarmede zoovele Heiligen ü in dc H. Communie hebben ontvangen, ook heden tot U moge naderen. O! kom dan, lieve Jesus! eu toef niet langer, kom, neem bezit van mijn hart; 't behoort aan U, het zal voor ü slechts kloppen; kom en vereenig ü met mij op de innigste wijze; kom, mijn hoogste goed, mijn God eu mijn Al! Amen.

..

-ocr page 203-

193

VERZUCHTINGEN VÓÓR DE H. COMMUNIE, VAN DEN H. FRANCISCDS VAN SALES.

O mijn Jesus, mijne liefde, mijn ware en volmaakte liefde, wat onbegrijpelijke goedheid, dat Gij tot mij ellendige wilt komen! O! kom dan, ja, kom, verlangen mijns harten, mijne ziel verzucht naar li. — Ik draagU, mijn God , deze H. Communie op, om te voldoen aan uw verlangen, om tot mij te komen en mij met U te vereenigen, met U, mijn God en mijn Al. — Owonder! om mijnentwille wileenGod uit den Hemel dalen en zijne Majesteit onder den nietigen sluier van brood en wijn verbergen. Hoe waar is 't, dat Gij, mijn Jesus! de uwen bemind , ja, tot het einde toe bemind hebt door de instelling van dit goddelijk Sacrament!

O mijn God! Gij zijt de goedheid, de liefde zelve, hoe is 't dus mogelijk, dat ik iets anders zou kunnen beminnen dan U? Ach, Heer! trek mij meer en meer tot U, verberg mij in het diepste uws harten. Aan uwe liefde, aan uwe goedheid geef ik de voorkeur boven alles, wat er in de wereld is. Gij zijt het eenig voorwerp mijner liefde en van al mijne verlangens. Ik wil alles verlaten, om U te beminnen. Geef mij uwe genade, om dit ten uitvoer te brengen, want zonder U kan ik niets.

;!

J

-ocr page 204-

] 92

houden , met welk innig en vurig verlangen, met welke brandende begeerte moet dan mijne ziel niet vervuld zijn, om zieh met ü te vereenigen! Als een dorstige naar de frissche waterbron, als een hongerige naar eene welvoorziene tafel, zoo moet ik haken naar U, mijn Heer en mijn God! Zie, met dat heilig, dat brandend verlangen van zoovele vrome en rechtvaardige zielen wenschteook ik heden tot uwe H. Tafel te naderen, verlangt thans mijne ziel naar ü, o mijn God, de bron der levende wateren.— Met de hartelijkste liefde gaaft Gij U zelven in het. H. Avondmaal uwen leerlingen tot spijs; met de hartelijkste liefde wilt Gij U ook heden op do innigste wijze met mij vereenigen, het geestelijke voedsel worden mijner ziel. Aeh, mijn Jesus! hoe kan mijn hart dan nog zoo koud, zoo onverschillig, zoo gevoelloos zijn voor uwe onbegrijpelijke liefde? Ach, mijn Jesus! ontsteek Gij dan mijn hart door het vuur uwer goddelijke liefde, en geef, dat ik met dat liefdevuur, waarmede zoovele Heiligen U in de H. Communie hebben ontvangen, ook lieden tot U moge naderen. O! kom dan, lieve Jesus! en toef niet langer, kom, neem bezit van mijn hart; 't behoort aan U, het zal voor U slechts kloppen ; kom cn vereenig U met mij op de innigste wijze; kom, mijn hoogste goed, mijn God en mijn Al! Amen.

-ocr page 205-

193

VERZUCHTINGEN VÓÓR DE H. COMMUNIE, VAN DEN H. FRAKCISCUS VAN SALES.

O mijn Jesus, mijne liefde, mijn ware en volmaakte liefde, wat onbegrijpelijke goedheid, dat Gij tot mij ellendige wilt komen ! O! kom dan, ja, kom , verlangen mijns harten, mijne ziel verzucht naar 1). — Ik draagU, mijn. God, deze H. Communie op, om te voldoen aan uw verlangen, om tot mij te komen en mij met U te vereenigen, met U, mijn God en mijn Al. — O wonder! om mijnentwille wil een God uit den Hemel dalen en zijne Majesteit onder den nietigen sluier van brood en wijn verbergen. Hoe waar is 't, dat Gij, mijn Jesus! de uwen bemind, ja, tot het einde toe bemind hebt door de instelling van dit goddelijk Sacrament!

O mijn God! Gij zijt de goedheid, de liefde zelve, hoe is 't dus mogelijk, dat ik iets anders zou kunnen beminnen dan U ? Ach , Heer! trek mij meer en meer tot U, verberg mij in het diepste uws harten. Aan uwe liefde, aan uwe goedheid geef ik de voorkeur boven alles, wat er in de wereld ia. Gij zijt het eenig voorwerp mijner liefde eu van al mijne verlangens. Ik wil alles verlaten, om U te beminnen. Geef mij uwe genade, om dit ten uitvoer te brengen, want zonder U kan ik niets.

-ocr page 206-

194

Ach, mijn Geliefde ! daar Gij wilt, dat ik komt. U nimmermeer verlieze, bewaar mij dan voor fijnen , U en trek mij door uwe genade sterk tot U. outvar Ik ben niets, ik kan niets, uit mijzelven ben ben n ik tot niets in staat; maar laat mij intusschen God v niet ondankbaar zijn voor zoovele genaden, werk die Gij mij reeds hebt gelieven te bewijzen, verlan Ik bied mij aan, om ter liefde van U geheel goedln beroofd te zijn van alle soort van gevoelige Kom vertroostingen en alle kwellingen te lijden, sier h welke het U mocht behagen mij over te harte zenden. Ik ben en zal geheel de uwe zijn, neem en ik brand van verlangen, om niet slechts voor! uwe gaven, maar ook U zeiven af te smeeken. meer ik verlang U te ontvangen, om mij meer met O v U te vereenigen. alles i

O eeuwige Vader! ik draag U het lijden dighe: van uwen Zoon op tot mijne zaligheid en kunne die der gansche wereld. Zie niet op mijne O 1 zonden, maar op de liefde van uw beminden lijden Zoon jegens ons, waardoor Hij zich in dit opdat H. Sacrament heeft tegenwoordig gesteld. Zoon Om deze liefde bid ik U, o mijn God , mede- naar : lijden met mij te hebben.

Ik ben overtuigd, lieve Jesus, dat ik al-leronwaardigst ben, om tot L te naderen en U te ontvangen , zoowel wegens de menigte mijner zonden als wegens de onreinheid mijns Zoi harten; daarom roep ik tot U : acli, Heer! Gelie ik beu niet waardig, dat Gij onder mijn dak aan i

-ocr page 207-

195

dat ik komt. En had ik ook al de liefde der Serail voor fijnen, no»' zon ik onwaardiaquot; zijn om ü te tot U. ontvangen; daarom herhaal ik het; Heer, ik in ben ben niet waardig. Maar kom juist daarom, ischen God van liefde, beminnelijke God, en beladen, werk in mijn hart datgene wat Gij van mij /ijzen, verlangt, ik ben een ellendige ; maar uwe ;eheel goedheid slaat geen acht op mijne ellende, oelige Kom in mijne ziel en reinig, heilig en ver-ijden, sier haar met deugden; neem bezit van mijn er te harten ontruk daaruit alles watU mishaagt; zijn, neem bezit van'mijn lichaam sn bewaar het lechts voor U en laat mij nimmer van uwe liefde ;eken. meer scheiden.

ir met O verslindend vuur, verbrand en verteer alles in mij, wat uwer goddelijke tegenwoor-lijden digheid onwaardig is en wat een beletsel zou lid en kunnen zijn voor uwe liefde en genade, mijne O Moeder van mijn Verlosser, heb medeinden lijden met mij,armen zondaar; bid voor mij, n dit opdat ik met eene volmaakte liefde uwen :steld. Zoon ontvange, en een hart, eene ziel worde nede- naar zijn hart. Amen.

ik al- DANKZEGGING EN TiEDE.

en en ka, he n. commtjnit:.

nigte

mijns Zoo mag ik dan eindelijk mijn Jesus, den

leer ! Geliefde mijner ziel, mijn God en mijn Heer,

n dak aan mijn hart drukken! Zoo zijt Gij dan in

-ocr page 208-

196

mij , liefdevolle. Verlosser! en woont Gij werkelijk in mijn hart!.....Vanwaar komt mij die

genade, dat mijn God en mijn Heiland mij bezoekt! O mogen de Engelen en Aartsengelen, de Cherubs en Serafs U met mij en voor mij aanbidden, loven en prijzen en danken, dat Gij U gewaardigd hebt bij een zondaar uw intrek te nemen en zijn gast te worden; ja, mogen alle Maehten des Hemels U prijzen en hun lofgezang aanheffen; Heilig .heilig, heilig is de Heer, God der heerscharen I Met David wil ik uitroepen; Loof den Heer, mijne ziel en al wat in mij is, loof zijn heiligen Naam ! — O Maria, machtige Koningin des Hemels, help mij met de reien der maagden uwen en mijnen Jesus loven en danken. — O ! gij heilige Aartsvaders en Profeten, roemwaardige Apostelen en Martelaren, looft den Heer, die zich gewaardigd heeft mij , arm schepsel, te bezoeken. O ! hoe gelukkig beu ik thans; de allergrootste genade is mij heden te beurt gevallen. Gij, mijn Jesus, de Koning van onsterflijke glorie woont thans in mijn hart. Ü Hemelen, staat verbaasd! Hij, die de hoogste van allen is , heeft zich met den geringste van allen vereemgd, de Schepper zijn arm schepsel bezocht! —Ach, mijn Heer en mijn God ! hoe gaarne zou ik U nu alle mogelijke eer bewijzen; maar ik ben zoo arm en ellendig. Welke hulde zal ik U aanbieden ,

-ocr page 209-

197

wat zal ik U geven? Gij hebt alles; Hemel en aarde is het uwe, de Engelen dienen U, de elementen gehoorzamen U en verkondigen de heerlijkheid van uwen Naam. Ik heb niets dan woorden , om U mijne dankbaarheid en liefde, mijne aanbidding, hulde en vereering te bewijzen;niets dan een arm hart, om dit geheel aan uwe liefde, aan uwe dienst toe te wijden. O neem dat hart, bind en keten het geheel aan U vast, opdat het nooit meer van U het hoogste goed verwijderd worde; neem het aan als een offer van dank voor alle genaden, die Gij mij bewezen hebt, en laat nimmer toe, dat er ooit eene andere liefde in wone dan de liefde tot U, mijn besten en zoeten Heer en Meester.

O laat ik U toch beminnen , beminnen met geheel mijne ziel, beminnen boven alles! Uwe liefde is het leven der ziel; zonder liefde blijf ik in den dood. Maar die liefde, die ware, heilige liefde komt slechts van U , die de bron van alle liefde zijt. — O! geef mij dus liefde, goede Jesus! verwond mijn hart met de pijlen uwer liefde, zooals Gij het hart uwer heilige dienares Teresia verwond hebt. Laat het verslindend vuur van uw van liefde vlammend Hart mijn hart ontsteken en het geheel in liefdegloed verteeren. Ja, lieve Jesus, ik bemin U, U alleen; in deze liefde wil ik leven en sterven. — Maar nog andere gena-

-

(

li

-ocr page 210-

198

den heb ik noodis; voor mijne arme ziel. Gij zijt immers thans bij mij met al de schatten uwer genade, om mij in alles te verrijken. Gij kont mijne armoede, mijne behoefte, mijnen nood. Gij weet, hoe zwak ik bon, hoo-vele goede voornemens ik reeds gemaakt, hoe-vele plechtige beloften ik U dikwerf gedaan en helaas! zoo spoedig weêr verbroken heb. Meermalen was eene kleine bekoring, eene nietige aanleiding genoeg, om mij weêr ontrouw te maken. O, almachtige God! geef mij dus kracht en sterkte om te overwinnen, help mij, om mijne oogen en mijne tong te beteugelen, sta mij bij, om toch niets toe te stemmen, wat U mishaagt. Geef mij een goeden wil eu kracht om dien te volbrengen.

O! mocht ik U altijd bij mij hebben, lieve Jesus! wat zou mijno ziel dan nog kunnen schaden ? O blijf dus bij mij en verlaat mij niet, Help mij, om geen enkelen dag te verzuimen, uw heerlijk voorbeeld na te streven. Leer mij zachtmoedig en ootmoedig van harte zijn. Sta mij bij, om in alles te gehoorzamen, om de ongelachtige deugd van zuiverheid nooit in 't geringste te kwetsen. Stort iu mijn hart eene werkdadige liefde tot den evenmensch en bestier al mijne gedachten, woorden en werken zoodanig, dat zij slechts tot uwe eer en tot mijne zaligheid verstrekken. Amen.

-ocr page 211-

199

LIEFDEZUCHTEN NA DE H. COMMUNIE.

VAN UEN H. FRANCISCUS VAN SALKS.

O overmaat van liefde! allerheiligste Hostie, ik aanbid U in mijn binnenste. Mijn Jesns! één hart is te weinig, om U te beminnen, eéne tong niet voldoende, om uwe goedheid te loven. Wat ben „k , o mijn Verlosser! U niet verschuldigd, iat Gij mij , arm sehepsel, hebt willen bezoeken ? Tot dankbaarheid voor eene zoo groote weldaad, offer ik mij geheel aan U op.

Neen, ik leef voortaan niet voor mij zeiven; Jesus alleen zal iu mij leven. Hij is de mijne, ik ben de zijne in eeuwigheid. —O liefde, liefde, neen, geene zonden meer! Nimmer zal ik de sroedheid en barmhartigheid van Jesns, miju Verlosser en mijn gast, vergeten. Ja, mijn God, ik geloof zonder eenigen twijfel, dat Gij met ziel en lichaam iu mijn binnenste zijt. Met godheid en menschheid zijt Gij op dit oogenblik in mij en met mij op 't innigste vereenigd.

Mijn zoete Zaligmaker, met een verteederd hart zeg ik U dank voor deze groote weldaad. Wees daarvoor duizendmaal gezegend; geef, mijn God, dat ik U dankbaar zij zooveel Gij het verdient, ten minste zooveel ik vermag. Mogen uwe allerheiligste Moederen alle

-ocr page 212-

200

Engelen en Heiligen des Hemels U voor mij danken, loven en prijzen! Al den lof en dank, welke U ooit door alle schepselen bewezen j zijn of nog bewezen zullen worden, draag ik U voor mij op.

O mijn God! Gij komt om U met mij te vereenigen, om de verdiensten van uw lijden overvloedig op mij toe te passen en mij te laeiligen. Bewerk dus in mij al hetgeen waarom Gij komt. Alwijze, almachtige God, laat de vrucht van uwe komst voor mij niet verloren zijn. Vereenig U met mij en mij met U door eene onafscheidelijke vereeniging en eene volmaakte liefde en maak, dat ik een geheel goddelijk leven leide.

O mijn Jesus! Gij weet, wat mij ontbreekt; , Gij kent mijne zwakheid; Gij weet, dat ik zonder U tot niets in staat ben. Heb dan medelijden met mij; geef mij nederigheid, zuiverheid des harten, liefde en overeenstemming met uw heiligen wil, sterkte tegen de kwade gewoonte, vergiffenis mijner zouden en de genade om er niet meer te bedrijven; geef mij eene volledige verachting van alle goederen dezer wereld, opdat ik niets anders bemin-ne dan U. Geef mij geduld, om uit liefde tot U alles te lijden , wat mij zal overkomen. Ik hoop alles van uwe goddelijke goedheid en liefde. O allerheiligste Maagd, mijne lieve Moeder, bid uwen Zoon, om de liefde, dieHij

-ocr page 213-

301

ii toedraagt, dat Hij mij datgene geve, waarom ik Hom vraag.

O mijn God, miju ceuig goed! ik verheug mij over uwe oneindige volmaaktheden , meer dan dat ze de mijnen waren; en ik verheug mij, dat niets ter wereld ze U kan ontnemen of verminderen. Kom dan op dit gelukkig uur, lieve Jesus, die altijd volmaakt en oneindig zijt; mijne liefde en mijn God, kom , om mij geheel de uwe te maken.

O God mijner ziel, die boven alle sehep-selen verdient bemind te worden. Ik verklaar, dat Gij het eenig voorwerp van mijne verlangens, van al mijne neigingen zijt, dat ik aan U de voorkeur geef boven alle goederen dezer wereld en boven mij zei ven. Ik wil U getrouw zijn en nimmermeer van U geseheiden worden.

Ik verlaat mij geheel op U, ik berust geheel in uw goddelijk welbehagen, door met allen eerbied en liefde al wat Gij over mij zult willen besluiten volgaarne te omhelzen. En ik bid U , dat alles vervuld worde , wat Gij in tijd en eeuwigheid over mij beschikt hebt; maar ik hoop eenmaal uw goddelijk aansehiju en uwe oneindige schoonheid te aanschouwen. O God! trek mij tot U, opdat ik Ubemiune, opdat ik brande van liefde tot U, welke liefde ik wensch , dat mij geheel moge verteeren. Verberg mij geheel in U,

-ocr page 214-

203

opdat dc schepselen mij voortaan niet meer vindon kunnen.

O eeuwige Vader! vervul uit liefde tot uwen Zoon mijn tcelieugen met heilige gedachten, die het noodzaken om steeds aan U en aan uwen Zoon te denken. Maak , dat ik altijd wete en doe, wat Gij van mij verlangt. En Gij, Heilige Geest, vervul mijn wil met heilige begeerten en neigingen en laat die vruchten van genade en liefde voortbrengen.

Mijn God en mijn Al! ik wil niets meer zoeken buiten U, omdat ik alles in U kan vinden. O beminnelijkste Vader! maak dat ik de grootste zorg hebbe voor uwe heilige dienst, zooals Gij die hebt voor mijne volmaaktheid. Ik wenschte, dat al mijne gedachten zich daarheen richtten , om verschillende wijzen uit te denken, om U te behagen, en mij zeiven voor zonde te bewaren, opdat ik U toch nooit meer bedroeve,

O vleesch geworden Woord! maak, dat ik XJbeminne en niets anders beminne dan U. Verwijder van mij alle gelegenheden, die mij van uwe liefde zouden kunnen scheiden. Neem mijn hart geheel in bezit, dat Gij door uw bloed hebt vrijgekocht; zie neer op mijne behoeften , verlicht en ontvlam mij en maak mij geheel bereid, om iu alles uw heiligen wil te volbrengen.

Almachtige Jesus! neem alles van mij weg,

-ocr page 215-

203

wat in mij een beletsel zou kunnen zijn, om uwe almacht en goedheid in mij te doen werken. Ik wijd U geheel mijne vrijheid toe. Heb medelijden met mij wegens het misbruik, dat ik er van gemaakt heb, en genees mij van alle onzuiverheden en ougetrouwheden, en vervul mij weder met uwe genade en wijsheid. Ik verlaat mij geheel op U, o mijn Jesus! ik wil geheel de uwe zijn; ik wil met ijver arbeiden ter uwer verheerlijking en met geduld alle kwellingen lijden; geef, dat ik mij alleen bezig houde met datgene, wat U tot genoegen kan verstrekken.

Mijn God, geef dat ik U zien moge door een levendig geloof, om U te leeren kennen en beminnen; dat ik uw wil zie en erkenne , om dien ten uitvoer te brengen; dat ik mg zeiven zie, oin te erkennen, hoe mismaakt ik ben, om een afschuw van mij zeiven te krijgen en mij diep te vernederen, en dat ik eindelijk in de eeuwigheid uw heerlijk aanschijn moge aanschouwen. — Heer! ik heb, als de verloren zoon, mijn goed verkwist, maar uwe barmhartigheid heb ik gelukkig niet kunnen verspillen. Vergiftenis dus en genade, o mijn God ! en geef, dat ik voortaan uw wil tot eenig richtsnoer van mijn leven neme, en niet mijne zinnen of het menschè-lijk opzicht. Schrijf in mijn hart de wet uwer liefde, opdat ik daarvan nimmermeer afwijke.

-ocr page 216-

204

Neen, Heer! s;eef mij nooit over aan de macht mijner vijanden, aan de kracht mijner ondeugden; vergeet niet, dat ik het werk uwer handen ben; laat niet toe, dat ik de prooi der duivelen worde. Ik ben een zondaar, ja, maar ik ben door uw goddelijk bloed vrijgekocht. Eeuwige Vader, beschouw het lijden van uwen Zoon, wiens verdiensten voor mij om genade en barmhartigheid roepen. Die verdiensten ofl'er ik U op, en uit kracht daarvan bid ik U, onthecht mij aan al het aardsche, ontsteek in mij het vuur uwer goddelijke liefde, geef dat ik leve en sterve in volledige overgeving aan uw goddelijken wil met een levendig geloof, eene vaste hoop en eene volmaakte liefde.

O mijn Jesus! geef door de eeuwige liefde, die Gij mij steeds hebt toegedragen, dat ik U voortdurend en hartelijk beminne al den tijd, die mij op aarde nog te leven overblijft, opdat ik U eens eeuwig kunne beminnen in den Hemel. O God van liefde! maak, dat ik alleen voor U leve. Wanneer zal ik toch eens geheel aau U toebehooren, /.ooals Gij geheel de mijne zijt ? Wanneer zal ik mij zeiven eens geheel afsterven, om geheel voor uwe liefde te leven. Ik kan mij niet geheel aan U geven , zooals ik het zou moeten doen; neem mij daarom zelf, o mijn God, en maak, dat ik geheel de uwe zij.

-ocr page 217-

205

Miju God! ik wil het g'ezicht niet gebruiken, dan om U en uwe heerlijke werken te aansehouweu en te bewonderen; mijne tong-niet, dan om van U te spreken, U te loven en te prijzen; mijn hart niet, dan om U te beminnen, mijn lichaam niet, dan om het U ten offer op te dragen , mijn leven niet, dan om het U toe te wijden. O God van liefde, geef mij uwe liefde. Oneindige almacht, kom mijne zwakheid te hulp. Eeuwige wijsheid, verlicht de duisternis van mijnen geest. Onmetelijke goedheid, vergeef mij mijne boosheid. Ualtijd oude, en immer nieuwe schoonheid, te laat heb ik U gekend, te laat heb ik U bemind. Doe nu met mij wat U behaagt, ik wil niets anders dan wat Gij wilt.

O heilige Maagd en teedere Moeder! ik verheug mij met u, dat gij genade gevonden hebt bij God , dat gij het hart van uwen God gewonnen hebt; o, vereenig mij geheel met uwen Zoon, bid Hem voor mij en maak, dat Hij mij de genade geve, om datgene te volbrengen, wat Hij mij zal gelieven in te geven. Leer mij die deugden beoefenen, welke gij op aarde zoo heerlijk beoefend hebt, onthecht mij door uwe krachtige voorbede aan alles buiten God, opdat ik met al de krachten mijner ziel Hem aanhange, Hem dieue. Hem liefhebbe in tijd en eeuwigheid. Amen.

1 f

ï 1 !

JL

-ocr page 218-

206

TOEWIJDING AAN MARIA.

O ailci'hoilisi'ste Maagd eu Moeder Gods Maria, mijne lieve Moederen sirootc Koningin! Zie hier voor uw troon een ondankbaar kind, dat quot;ij altijd hebt liefgehad, ofschoon ik het niet verdiende, daar ik uw lieven Zoon me-nigmaal door vele en zware zonden beleedigd heb. Maar gij hebt voor mij gebeden, omdat gij mij bemindet; gij hebt mij inden staat van zonde niet laten sterven, maar bij uw lieven Zoon genade, barmhartigheid en vergiffenis voor mij verworven. Ach, Moeder! zie dan met een oog van medelijden op uw arm en zwak kind neder. Ik kan u niets geven uwer waardig, maar al wat ik geven kan, dat schenk ik U van daag : geheel mij zeiven, met al mijne vermogens en krachten, met al mijne neigingen en verlangens. Ik offer u mijn lichaam door de H. Communie geheiligd, om u in kinderlijke liefde en trouw te dienen. Ik offer U mijneoogen, o pdat zij niets dan u en uw goddelijken Zoon aanschouwen. Ik offer u mijne ooron, opdat zij immer naar Jesus woorden luisteren. Ik offer u mijne tong, om steeds uw zoeten naam eu dien van Jesus met liefde uit te spreken. Ik offer u mijne handen, opdat zij voortaan slechts werken van deugd en liefde verrichten. Ik offer u mijne voeten, opdat zij immer den weg

-ocr page 219-

207

der gerechti^lieid bewandelen. Ik offer u mijne ziel, mijne wenschen eu verlangens, geheel mijzelveu tot uwe lieilige dienst; ik beloof ii eeuwige liefde en trouw.... En om deze mijne plechtige belofte te vervullen, geef ik u mijn hart eu smeek u liet in het Hart van Jesus te verbergen en mij uwen zegen te schenken. Ik stel mij van daag geheel onder uwe moederlijke bescherming. Onder die heilige hoede wil ik lever eu sterven en stervende wil ik nog uw zoeken naam , met dien van uw goddelijkcn Zoon en van uw heiligen Bruidegom vereenigd, in kinderlijke liefde aanroepen; Leve Jesus! leve Maria! leve Joseph! Jesus! Maria! Joseph ! ik geef u mijn hart en mijne ziel, in tijd en eeuwigheid. Amen.

-ocr page 220-

VIERDE COMMUNIE-OEFENING

OP DE FEESTEN 1gt;EK H. MAAGD MARIA.

GEBEDEN VÓÓR DE H. COMMUNIE.

1. Op het feest van Maria's onbevlekte ontvangenis.

O mijne glorierijke Koningin en gezegende Moeder! lioezeer verheugt liet mij , lieden niet de lofzangen dor g'ansolie Kerk te mogen instemmen, die aan het verheven geheim uwer onbevlekte ontvangenis gewijd zijn. Met de gansehe H. Kerk geloof en belijde ik, dat gij van het eerste oogenblik uwer ontvangenis voor alle erfsmet gevrijwaard, geheel rein en zuiver, zonder de geringste zoudesmet geweest zijt; dat de erfzonde uwe reinste ziel nooit in 't geringste bezoedeld heeft en gij aan de schuld van den zondigen Adam nooit het minste deel gehad , nooit een enkel oogenblik onder Satans macht verzueiit hebt. O verhevene Maagd en Koningin! hoe is hot toch mogelijk, dat iemand, die u als de heiligste Moeder des Verlossers erkent, deuken kan, dat de vlek der erfzonde ooit een eukel oogenblik aan uwe reine ziel zou hebben kunnen kleven? Neen, uwe waardigheid

-ocr page 221-

309

als Moeder Gods laat die gedachte uiet toe. — Jesus, de Zoou Gods, die uit u zijne raenschelijke uatuur aannemen, die van uw vleeseh en uw bloed zijn vleescli en zijn bloed ontvangen zou, kon en mocht niet dulden, dat aan u ooit de geringste smet van zonde of sebuld gekleefd had. Eeiner, heiliger, onschuldiger, vlekkcloozer dan de Engelen voor den troon Gods moest gij, zijne hoog gezegende Moeder, wezen. In niet te malen schoonheid, in onuitsprekelijke zuiverheid, in stralenden glans der hoogste onschuld staat gij heden voor mijne oogen, o allerzaligste, allerreinste Maagd, en ik kan de vreugde niet uitdrukken, die thans mijn hart gevoelt, eeno zoo geheel schoone, onbevlekte, smettelooze Moeder en Meesteres in den Hemel te bezitten en mij haar kind te mogen noemen. Maar hoezeer het mij ook verheugt, dat gij zoo rein en vlekkeloos zijt van de geringste adem der zonde, wordt nogtans deze vreugde in mij gestoord door de gedachte, dat ik, uw kind, van die vlekkelooze reinheid zooverre verwijderd ben, dat ik op u, mijne allerzuiverste Moeder, zoo weinig gelijk. Toen uw goddelijke Zoon mensch werd en in uw schoot, onder uw hart rustte en van u zijn vleeseh en bloed aannam, toen vond Hij geene schaduw van zoude in u, toen vond Hij alles zoo schoon, zoo geregeld, zoo rein en schul-

-ocr page 222-

VIERDE COMMUNIE-OEFENING

OP DE FEESTEN DEK H. MAAGD MAKIA.

GEBEDEN VÓÓR DE H. COMMUNIE.

1. Op het feest van Maria's onbevlekte ontvangenis.

O mijne glorierijke Koningin en gezegende Moeder! hoezeer verheugt het mij , heden niet de lofzangen der gansche Kerk te mogen instemmen, die aan het verheven geheim uwer onbevlekte ontvangenis gewijd zijn. Met de gansche H. Kerk geloof en belijde ik, dat gij van het eerste oogenblik uwer out-vangenis voor alleerfsmetgevrijwaard, geheel rein en zuiver, zonder de geringste zondesmet geweest zijt; dat de erfzonde uwe reinste ziel nooit in 't geringste bezoedeld heeft en gij aan de schuld van den zondigen Adam nooit het minste deel gehad , nooit een enkel oogenblik onder Satans macht verzuciit hebt. O verhevene Maagd en Koningin . hoe is het toch mogelijk, dat iemand, die u als de heiligste Moeder des Verlossers erkent, denken kan, dat de vlek der erfzonde ooit een enkel oogenblik aan uwe reine zie. zou hebben kunnen kleven? Neen, uwe waardigheid

-ocr page 223-

209

als Moeder Gods laat die gedachte uiet toe. — Jesus, de Zoon Gods, die uit u zijne inenschelijke natuur aannemen, die van uw vleesch eu uw bloed ziju vleescli eu zijn bloed ontvangen zou, kon en mocht niet dulden, dat aan u ooit de geringste smet van zonde of schuld gekleefd had. Eeiner, heiliger, onschuldiger, vlekkeloozer dan de Engelen voor den troon Gods moest gij , zijne boog gezegende Moeder, wezen. In niet te malen schoonheid, in onuitsprekelijke zuiverheid, in stralenden glans der hoogste onschuld staat gij heden voor mijne oogen, o allerzaligste, allerreinste Maagd, en ik kan de vreugde niet uitdrukken, die thans mijn hart gevoelt, eene zoo geheel schoone, onbevlekte, smettclooze Moeder eu Meesteres in den Hemel te bezitten en mij haar kind te mogen noemen. Maar hoezeer het mij ook verheugt, dat gij zoo rein en vlekkeloos zijt van de geringste adem der zonde, wordt nogtans deze vreugde in mij gestoord door de gedachte, dat ik, uw kind, van die vlekkelooze reinheid zooverre verwijderd ben, dat ik op u, mijne allerzuiverste Moeder, zoo weinig gelijk. Toen uw goddelijke Zoon mensch werd en in uw schoot, onder uw hart rustte cn van » zijn vleesch eu bloed aannam, toen vond Hij geene schaduw van zonde in u, toen vond Hij alles zoo schoon, zoo geregeld, zoo rein en schul-

-ocr page 224-

210

deloos, dat Hij van vreugde uitriep : gij zijf. geheel schoon, mijne vriendin , en er is geene vlek in u. Maar ach! kou üict liet er met mij uit? Mij Kal heden de onuitsprekelijke guust eu genade te beurt vallen, uw godde-lijkeu Zoon in de H. Communie te ontvangen. Hij wil bij mij zijn intrek nemen en mij spijzen met zijn allerheiligst vleeseh en bloed. De Allerheiligste, voor wieu de Engelen niet zonder vlekken zijn, wil mij heden bezoeken, en ik, helaas! nog zoo onrein, zoo vol smetten eu gebreken, zoo beladen met sehuld, nog zoo bezoedeld!... O onbevlekte, reinste Moeder, mag ik het wagen , tot de II. Tafel van uw goddelijken Zoon te naderen? Om u te vereeren. liefdevolle Moeder, wenschte ik heden de H. Communie te ontvangen, om zoo goed mij slechts mogelijk is het feest uwer onbevlekte Ontvangenis te vieren. O wanneer ik zoo zuiver, zoo vlekkeloos was, als gij, dan zou ik met vreugde, zonder vreeze tot de H. Tafel naderen; maar nu.... Wat zal ik doen? Ik weet, wat ik doen zal; ik neem tot u, liefste en zuiverste Moeder, mijne toevlucht eu bid u met al den gloed mijns harten, mijne voorspreekster te willen zijn bij uwen goddelijken Zoon. Van daag , nu Hij aan u de groote genade dei-onbevlekte ontvangenis bewezen heeft, nu Hij u door zijne oneindige verdiensten voor

-ocr page 225-

311

de erfsmet heeft gevrijwaard , van daag weigert Jesus, uw lieve Zoon, u geenc enkele bede. Niets smart mij meer, dan dat ik ooit zoo ongelukkig geweest ben, dien goeden Jesus door mijne zonden te bedroeven; o smeek Hem dus, dat Hij mijne ziel van allo zondevlekken reinige, dut Mij alles uit mijne ziel wegneine, wat Hem mishaagt en mijn hart tot eeue Hem waardige woonstede bereide. Het kost Hem immers slechts een woord en mijne ziel zal gezuiverd worden. Een druppeltje van zijn kostbaar bloed is voldoende, om aller zondesmetten af te wasschen. — Maar uw Goddelijke Zoon verlangt niet slechts een zuiver hart, maar ook een hart, dat Hem innig lief heeft en met schoone deugden versierd is. O Maria, Moeder der schoone liefde! deel mij, door uwe machtige voorbede, van die liefde mede, waarvan uw heilig hart immer geheel ontstoken is. Ik verlang toch uw lieven Jesus boven alles te beminnen; o kom dus mijn verlangen te hulp en sta mij bij om met de vurigste hartelijkheid tot de Tafel des Heeren te naderen en met de teederste liefde zijn allerheiligst vleesch en bloed te nuttigen. Verkrijg voor mij die hemelsche deugden, welke mijne ziel bij de komst van haren goddelijken Bruidegom moeten versieren; bid, dat ik aan alle vruchten eener waardige H. Communie deelachtig worde

-ocr page 226-

213

en daaruit kracht en sterkte putte om heilig te leven en zalig te sterven. Amen.

3. Op het feest van Maria-zuivering.

O allerheiligste Maagd en gezegende Moeder mijns Heeren! ik zie n heden met de bereidwilligste gehoorzaamheid den Tempel te Jerusalem binnentreden en daar de wet dei-zuivering in diepen ootmoed vervullen. Gij waart geheel zuiver en ousehnldig, geheel onbevlekt onder allen van uw geslaeht, en toeh vertoondet gij u in den Tempel voor den priester, om eene wet, die u niet kon verplichten , te volbrengen en u voor zuiver te laten verklaren. Alleen ootmoed en gehoorzaamheid kou u hiertoe aandrijven. Ach, mijne liefdevolle Moeder! mocht ik zoo onschuldig, zoo zuiver, maar ook zoo ootmoedig, zoo gehoorzaam zijn, als gij! Ik ben heden in den Tempel des Heeren verschenen, om uw goddelijken Zoon niet alleen te aanbidden en te vereeren, maar ook, om aan iien goddelijken maaltijd, dien Hij voor allen, welke naar Hem verlangen, bereid heeft, deel te nemen en mijne ziel met zijn vleeseh en bloed te spijzen. CTw lieve Zoon zelf noodigt mij daartoe uit; maar ik weet, dat Hij slechts met de kleinen, met die waarlijk ootmoedig van harte zijn, gemeenschap wil hebben. Hij

-ocr page 227-

213

zelf zcg't: zoo iemand klein is, dal hij tot Mij kome. Maar hoezeer ontbreekt mij nog die schoone deugd van ootmoed, van kinderlijke eenvoudigheid en zelfvernedering. Nog altijd heerschen in mij hoogmoed en trotschheid, eerzucht, eigenliefde en eigenzinnigheid. Ik moest mij zeiven veraehten, en veracht andoren; ik moest mij zeiven veroordeelen en veroordeel anderen; ik moest mij zeiven ver achter anderen stellen en wil voor anderen worden voorgetrokken. Ach , liefste Moeder en leermeesteresse der nederigheid! leer mij toch die schoone deugd, welke aan uw godde-lijken Zoon zoo welbehagelijk is. Toen op den dag van heden de grijze Simeon hctgoddelijk Kind uit uwe handen ontving, riep hij in geestverrukking uit, dat dit Kind een licht zou zijn tot verlichting der Heidenen. Zelf noemt zich Jcsus het licht der wereld , dat alle menschen verlicht. O bid dan, goedertieren Maagd, dat Jesus mij verlichte, mij de oogen opene en mij mijne ellende, mijne zondigheid, mijne onreinheid duidelijk mag leeren inzien. Ja, bid Hem, dat Hij een straal van zijn hemelsch licht mag afzenden in mijn hart, opdat ik de fouten, gebreken en vlekken inzie, die mij nog aankleven, dat ik daardoor mij zeiven diep leere vernederen en verachten en in het gevoel mijner armoede en ellende tot Hem nadere, die de bron van

-ocr page 228-

214

alle geuaden is. Gij , o vlckkclooze Maagd , hadt geene reiniging noodig, maar ik zooveel te meer. O bid dus, lieve Moeder, uw god-delijken Zoon, dat II ij ook, als weleer tot den melaatsche, tot mijne ziel zegge : Ik wil, word gereinigd! dan zal ook mijne ziel gezuiverd worden; want uwe bede slaat Hij niet af, u hoort eu verhoort Hij immer, U , goedertieren Maagd en Moeder Maria! Amen.

3. Op het feest van Mar ia-bood schap.

0 zalige dag, waarop de hemelsche Vader ii, o glorierijke Maagd! tot Moeder van zijn eeniggeboreu Zoon verheven heeft, waarop dc H. Geest het onbegrijpelijk geheim der menschwording van Gods Zoou in u heeft voltrokken, waarop Jesus, de Zoon van den levenden God, in u het mensehelijk vleesch heeft aangenomen ! — Welke hemelsche vreugde , welke onuitsprekelijke zaligheid moet uw hart,o wondervolle Moeder! opdieoogenblik-ken niet doorstroomd hebben , toen datgene geschiedde, wat u door den Aartsengel Gabriël werd aangekondigd, en gij van den H. Geest uw goddclijken Zoou hebt ontvangen. — Hoe groot was toch uw verlangen naar ie komst des Verlossers; hoe vurig hebt gij Hem van den Hemel afgebeden, opdat Hij het arme menschengeslacht uit de banden der zonde en des verderfs zou komen bevrijden , In uw

-ocr page 229-

215

diepen ootmoed dacbt gij er niet aan, dat «rij zelve die uitverkorene maagd zoudt wezen , uit wie de afgebeden Heiland moest geboren worden. En zie, de Heer lioeft neêrgezien. op ii, nederige dienstmaagd des Heereu ; zijn heilige Enge] brengt u de groet des Aller-hoogsten en kondigt u aan, dat gij die uitverkorene, die hooggezegende maagd zijt. Maar gij ontstelt, gij acht u zelve die hooge genade niet waardig. Eerst nadat de Engel u gerust gesteld en u verzekerd lieeft, dat het geheim der menschwording van Gods Zoon zonder kwetsing uwer maagdelijkheid in u zal voltrokken worden, durft gij uw mond tot toestemming openen : mij geschiede naar uw woord! — O Maria, hooggezegende Moeder! hoe zal ik uw diepen ootmoed, uwe maagdelijke zedigheid en bescheidenheid, maar ook de hooge genade, die God u heeft bewezen, de hooge waardigheid , waartoe Hij u verheven heeft, naar waarde loven, prijzen en verheerlijken? De Engel noemt u vol van genade; gij hebt genade gevonden bij God, zegt hij, en die genade vindt gij nog altijd bij Hem. O laat dan toe, dat ik uwe genadevolle voorbede voor mij afsmeeke. Zie, goede Moeder, ik wensch lieden uw goddelijken Zoou, die uit u het vleescli heeft aangenomen, in mijn hart te ontvangen en mijne arme ziel met zijn allerheiligst vleesch en bloed te spijzigen.

-ocr page 230-

216

Zonder die spijze des Hemels kan mijne ziel niet leven. Maar ik ben, helaas! die onuitsprekelijke genade niet waardig. Zoo gij u niet waardig achttet, de Moeder te worden van den Zoon Gods, hoe zal ik dan waardig zijn den Allerhoogste in mijn hart te ontvangen? Met siddering cn vreeze nader ik tot de H. Tafel des Heeren. Maar gij, lieve Moeder, hebt genade gevonden bij God. Verwerf mij dus door uwe maehtige voorbede, dat God mij reinige, zuivere en heilige, opdat ik Hem in het Geheim zijner liefde niet geheel onwaardig ont-vauge. Deel mij iets mede van die sehoone deugden, die gij in al hare volheid bezeten hebt, om daarmede mijne arme ziel te versieren. Deel mij iets mede van uw levendig geloof, uw kinderlijk en vast vertrouwen, uwe brandende liefde en uw vurig verlangen naar den Heiland der wereld; iets van uw diepen ootmoed , uwe eerbiedige vreeze en innige godsvrucht, opdat uw goddelijke Zoon om uwentwille mij niet versmade, maar tot mij kome , mij met zijne overvloedige genade verrijke en mijne ziel met zijn allerheiligst vleeseli en bloed spijze ten eeuwigen leven. Amen.

4. Op het feest van de ten Hemel opneming van Maria.

O roemwaardige Maagden verhevene Koningin! hoezeer moet gij u niet verheugd heb-

-ocr page 231-

317

ben , toon het ootrenblik naderde, waisrop sjij voor eeuwig met uw teergeliefden Zoon zoudt vereenigd worden, o'm in eeuwige liefde de onuitsprekelijke zaligheid des Hemels met Hem te deelen. Hoe heerlijk, hoe zoet en lieflijk was uw dood , hoe glorievol en sehit-j; ^rend uw zegepralende intocht in den He-z(ie •' O wie is in staat de heerlijkheid te te^ehrijven, waarmede de allerheiligste Drie-^e-nheid u gekroond heeft, toen gij daar 0.,iaats naamt op dien troon van glorie, dien quot;aw goddelijke Zoon voor U bereid had, en de Engelen en Heiligen u uls hunne Koningin huldigden! ü, duld, dat ik heden mede instemme in den jubel dor geheele H. Kerk en u mijne luiidc en vereering aanbiede. Wees geloofd, geprezen en verheerlijkt, hoogverhevene. Vrouwe en Koniuginne des Hemels, mijne Meesteresse eu Moeder! Ik ben uw dienstknecht, (uwe dienstmaagd). Ik reken het mij tot eenc groote eer, tot een groot geluk, u te mogen dienen, mij uw dienstknecht, (uwe dienstmaagd) te mogen noemen. Maar zie, ik ben arm, behoeftig en ellendig, genaderijke Vrouwe! Van daag vooral , op het feest uwer plechtige opneming ten Hemel , voel ik dubbel mijne armoede en ellende. Zie, mij zal heden de onbegrijpelijke hooge genade te beurt vallen, uw goddelijken Zoon in de H. Communie te ontvangen; ik

-ocr page 232-

318

zal mij met Hem, met wien gij heden voor eeuwig vereenigd werdt, in het Geheim zijner liefde mogen vereenigen; maar mijne machtige Koningin en lieve Moeder, hoezeer ben ik die hooge genade nog onwaardig; hoe durf ik het wagen, den allerhoogsten Koning van HemeU en aarde in mijn ellendig, gebrekkig en onM«I hart te ontvangen ? Ach! ik vertrouw op machtige voorbede; uw goddelijke Zoon hoort heden zondertwijfelaluwebeden. DaSI om bid ik u met een heiligen aandrang,'! Koningin des Hemels, gelieve uw allerliefster*! Zoon voor mij te bidden, dat Hij om uwent- lt; wille mijn hart zuivere , heilige en door het vuur zijner goddelijkeliefdeontsteke endaar-uit alles wegneme, wat Hem nog mishaagt. Tot uwe eer, allerschoonste en machtige Vrouwe, wensch ik heden dezell. Communie met de heiligste gesteltenis te ontvangen. O bereid dus mijne ziel, versier haar met die deugden, die u zoo welgevallig maakten aan God; bewaar mij voor alle verstrooiing en lauwheid en help mij, dat ik met een brandend verlangen, met eene vurige liefde en met diepen ootmoed nadere tot de H. Tafel des Heeren,en mij op de innigste wijze vereenige met Hem, bij wien gij thans voor eeuwig troont in den Hemel. Amen.

-ocr page 233-

319

5. Op het feest van Maria's geboorte.

O allerheiligste cn verhevene Maagd ! uwe heilige geboorte heeft der gausche wereld den noetsten t i'oost, do grootste vreugde aau-gebraeht. Want even als het morgenrood de k nst der zou, den helderen dag aankondigt, z(le heeft uwe geboorte aan de in de duis-teitiis vau zoude eu ongeloof liggende menseli-heid de naderende komst van de Zon der gerechtigheid, den Verlosser der wereld aangekondigd. Bij uwe heilige geboorte, o allerzoetste Maagd! hebben de Engelen des Hemels gejuicht, die in u reeds bij voorbaat hunne glorievolle Koningin begroetten. Naar uwe geboorte hebbendemenschen vurig verlangd, want zij zonden in u eene lieve Moeder en machtige Voorspreekster bezitten. 13ij uwe geboorte heeft de hel gesidderd , want door u zou hare macht verbroken, door uw godde-lijken Zoonzou satan verwonnen en do wereld aan zijne slavernij ontrukt worden. Met recht noemt u daarom de H. Kerk ; oorzaak onzer blijdschap; want nu kan ieder, die op u vertrouwt, die tot u zijne toevlucht neemt en volhardend uwe voorbede inroept, troost in lijden, bescherming in gevaar, redding in nood, verlossing uit de zondebanden , en de eeuwige vreugde des Hemels verwerven. Daarom, lieve Moeder, gevoel ik mij heden

-ocr page 234-

220

ook zoo verheugd en gelukkig en meen ik mijne vreugde cn dankbaarheid aan (-Jod voor uwe genaderijke geboorte niet beter te kun- | nen toonen, dan door mij in de H. Communie op de innigste wijze met uw godde-lijken Zoon te vereenigen. Maar, liefderijke • Moeder, ik voel mij zeiven die hooge genade zoo geheel onwaardig; mijne ziel verlangt wel naar die spijze des Hemels, ja, uw lieve Jesus noodigt mij zelf uit; maar hoe zal ik, nog altijd zoo vol van gebreken cn fouten, voor zijn goddelijk aanschijn durven naderen; hoe zal ik, die in mij zeiven niets dan onreinheid vind, den Allerheiligste in miju hart durven ontvangen? Ach, lieve Moeder, kom mij te hulp, help mij in mijnen nood en mijne.ellende en bid uw goddelijken Zoon, dat Hij barmhartig neerzie op mijne onwaardigheid, cn diegenen, die het meest belast en beladen zijn, gelieve te verkwikken, te troosten, te bemoedigen cn te versterken. Slechts in vertrouwen op uwe machtige voorspraak zal ik dus tot de H. Tafel dos Heeren naderen. Sta mij dan bij en verkrijg voor mij, dat ik met vurige liefdeen innige godsvrucht dit aanbiddelijk Sacrament ontvange en deelachtig worde aan alle genaden, welke Jesus, uw gehelde Zoon.aan diegenen beloofd heeft,die met vertrouwen en liefde tot tl em naderen en zich dooide H. Communie met Hem vereenigen. Amen.

-ocr page 235-

321

Ka een van deze gebeden verwekke men de volgende oefeningen van geloof, ootmoed berouw, liefde en verlangen ;

(iklooi-'. — O zie daar dau dieu aoddclijkeu Verlosser, die voor mij nou' altijd brandt van hetzelfde liefdevuur, waarvan Hij eenmaal op het kruis ontstoken was; voor mij daalde Hij van den Hemel op aarde af; voor mij verbergt Hij zich no;)' altijd onder de uitwendige teekenen van het H. Sacrament; Hij heeft op dit oogenblik, waarop ik mij voorbereid, om Hem in mijn hart te ontvangen, zijne goddelijke blikken op mij gevestigd, cu slaat nauwkeurig gade, wat ik bemin, wat ik verlang, welk offer ik Hem zal aanbieden. O mijne ziel, bereid u dus, om dien grooten, edehnoedigen God waardig te ontvangen, en zeg Hem met de gevoelens van het levendigst geloof : o mijn Welbeminde, van daag nog, binnen weinige oogenblikken wilt (Jij tot mij komen! O verborgen God, door zoo vele meuschen zoo schandelijk miskend: ik geloof, dat Gij hier wezenlijk tegen-w oordig zijt , ik aanbid U als mijn Heer en mijn God, en voor de verdediging van deze waarheid , zou ik al mijn bloed willen vergieten. Vermeerder mijn geloof, dierbare Verlosser, en geef dat ik tot mijn laatsten snik daarin volharde.

ootmoed.— ü mijn God ! ik zal dan nade-

-ocr page 236-

232

ren tot uwe H. Tafel. Ts het mogelijk, dat Gij, opperste Majesteit, de heiiistlieid zelve, wel wilt binnen gaan in eeue küo ondankbare ziel! Ter oorzake van mijne onwaardigheid, moest ik, o Jesus! mij veeleer van U verwijderen; maar tol wien zal ik gaan, zoo ik mij van U, die mijn leven zijt, verwijder, en wat zal dan mijn lot in de toekomst zijn? Neen, neen, ik wil, ik mag mij van U niet verwijderen ; integendeel, in weerwil van mijne onwaardigheid wil ik mij des tc nauwer aan U aansluiten, wijl Gij er roem in stelt, om mij uit mijne geringheid en nietigheid op te heffen en alles wat aan mij ontbreekt, aan te vullen. Ik kom dan tot U, o mijn Jesus! geheel beschaamden vernederd over mijne gebreken, maar vol vau vertrouwen op uwe oneindige barmhartigheid. Ik weet en ik beken, dat ik de onuitspre-lijke genade , die Gij mij bereidt, niet verdien, maar Gij zult, hoop ik, medelijden hebben met eeue ziel, die hare ellende kent en er over zucht.

berouw. —O mijn God! wat smart het mij, wat doet het mij innig leed, dat ik U niet altijd bemind , dat ik U daarenboven door mijue zonden zoo dikwerf zelfs vergramd heb ! Zou ik zonder bitterheid des harten mij zoo vele ondankbaarheden kunnen herinneren? O neen, Heer! en daarom, wijl ze

-ocr page 237-

223

mij heden levend voor den geest staan en ik ze uit geheel mijn hart verfoei, daarom zou ik duizend levens willen geven, om ze uit te wisschen en te herstellen. Daar Gij toch het Lam Gods zijt, dat. de zonden der wereld wegneemt, o dels dus al de mijnen uit en maak dat ik zo verfoei en betreur tot mijnen laatsten levenssuik. Engelen des Hemels, die onzichtbaar dit Altaar omgeeft en die weet, welke gevoelens van berouw en liefde diegenen bezielen moeten, die het H. Tabernakel naderen , verwerft voor mij de genade, waarmede weleer de profeet Isaïas begunstigd werd : reinigt en zuivert door eene vurige kool mijne lippen , die weldra Dengene , die gij slechts bevende aanschouwt, moeten aanraken en maakt, dat ik ook gloeien moge van een vuur zoo levendig en brandend als datgene, waarvan gij immer ontstoken zijt.

liefde. — O mijn beminnelijke Verlosser ! wat kondet Gij meer doen, om door mij bemind te worden? Was het niet genoeg, dat Gij mij, in weerwil van mijne onverschilligheid en ondankbaarheid, voortdurend met uwe genadegaven boirunstigdet? Moet Gij de overmaat uwer liefde nog zoo verdrijven, dat Gij mij heden aan uw hemelsch gastmaal toelaat, om mij met uw goddelijk vleesch en bloed te voeden? O onmetelijke, onbegrijpe--

_

-ocr page 238-

234

lijku liefde! Ja, ik zou de ondankbaarste der schepselen ziju en al uw luorn verdienen, nou ik U na zoo vele en zoo trefleude bewijzen uwer «roedlieid niet beminde. Ja, Heer! ik bemin ü , ik bemin U uit u-eheel mijn hart, ik bemin U boven alles, ik wil U voortaan beminnen lot aan mijn dood; niets , dunkt mij , zal mij voortaan van uwe liefde kunnen scheiden, want zonder U te beminnen zou ik niet meer kunnen leven.

VEKLAtfGBN. — O het gelukkig oogenblik , waarop (iij mij tot uwe H. Tafel roept, is gekomen. God mijner ziel en mijn grootste weldoener! Kom dan, goede Meester, aanbiddelijke Zaligmaker! Kom in mijne ziel, die naar U haakt en verlangt, als een dorstig hert naar de frissche waterbron. Kom, o mijn Jesus! en stel mijn geluk niet langer uit. Ik zou U met al dat liefdevuur willen ontvangen , dat de heiligste en vurigste zielen aan den voet uwer Altaren verteert; maar zoo ik al die gevoelens, die U zos aangenaam zijn, niet heb. Gij weet ten minste, hoe gaarne ik ze zou willen hebben. O mijn God, latenmijne onvolmaakthedenUdauuietweer-houden; ik verlang naar U, ik ben ongeduldig om U te ontvangen , ik lu.ak naar uwe 'komst! o kom toch, Jesus! lieve Jesus! kom toch en toef niet langer. Amen.

-ocr page 239-

GEBEDEN NA DE H. COMMUNIE.

ü Josus, eeuiggcboren Zoon des Allerhoog-steu, Konms; der Kouiua:en ! hoe hebt Gij U toch zoo diep kunnen vernederen, om bij eeu arm schepsel, als ik ben , uw intrek te nemen cn mijn Gast en Spijze tevens te worden. Groot was het wonder uwer liefde, toen Gij van den Hemel nederdaaldet en in het hei-liiisto en zuiverste hart uwer gezegende Moeder van haar vleesch en bloed uw allerheiligst lichaam gevormd hebt. Toen hebt Gij in Maria de onbevlekte Maagd, de schoonste en reinste ziel, het vlekkelooste met alle deus'den versierde hart gevonden. Met de gloeiendste liefde, niet heilige geestvervoering, met onbeschrijfelijken ootmoed en eerbied heeft Maria U opgenomen en zicli geheel aan U toegewijd, — maar nu komt Gij in de H. Communie tot mij met godheid en menschheid, met ziel eu lichaam; en wat vindt Gij in mij. o hemelsche Gast en Koning van glorie? Ach ! niets dan eene arme van deugden ontbloote ziel, een hart tot hut kwade geneigd, lauw en koud, zonder liefde, onreiu eu uog te gehecht aan de wereld.

10*

-ocr page 240-

336

Helaas! Gij vindt daarin niets, wat U zon kunnen beliasjen. — Eu toch weigert (ïij niet, dit hart le bezoeken, die arme ziel door uwe zoete tegenwoordigheid gelukkig te maken en haar uwe genade mede te dee-len. — In diepen ootmoed, lieve Jesus, werp ik mij voor U neder; ik aanbid U, ik loof en prijs U met alle Engelen en Heiligen. O! zoo gaarne zou ik U het een of ander geschenk ten teeken mijner innigste liefde en van mijn diepsten eerbied aanbieden ; maar Gij weet, goede Jesus! dat ik nifts heb. wat U niet reeds toebehoort. O Irat dan uwe allerheiligste Moeder, die ook 'aijne goede Moeder is, voor mij goed maken, wat ik niet vermag. Ik offer U al hare liefde op, die zij U toedroeg, toen Gij onder haar hart of quot;op hare armen rusttet en zij U als klein kind voedde en verpleegde. Ik offer U alle aanbidding en dankzegging van haar liefderijk hart op, hare zorgen en bekommeringen om uwentwege, hare trouw, waarmede zij U diende, hare goede werken, die zij in overvloed beoefende, haar lijden , dat zij onder uw kruis doorstond , hare overgeving aan uw heiligen wil en de liefde , waarmede zij IJ thans eeuwig in den Hemel geniet. Tk offer U al hare verdiensten op, die zij zieli hier op aarde verworven heeft, ca al hare beden, al hare tranen, al haar

-ocr page 241-

337

vurijï verzuchten voor het heil der menschen en ook voor mij, armen zondaar.

O goedertieren Jesus, die thans in mijn arm hart verblijft en geneigd zijt, om mijne smeekingen te verhooren en mij uwe genade mede te deelen; zie, ik bid ü niet om aardsch goed, niet om rijkdom of eer, niet om gezondheid of een lang leven, neen, maar hartelijk smeek ik U, geei mij eene zoo gloeiende liefde, als die. welke Maria's harte verteerde ; geef mij de genade, dat ik zoo ootmoedig, zoo zachtmoedig, zoo geduldig, zoo gehoorzaam , zoo rein en vlekkeloos voor U wan-dele als zij; geef mij dat ik , als zij, in onverbreekbare trouw U aanhange en verleen mij zulk een ijver voor uwe eer en voor alles , wat U behaagt, als het liart uwer gezegende Moeder immer jegens U koesterde. Trek mijn hart, lieve Jesus! tot U, stort mij een vurig verlangen in naar de hemelsehe goederen en help mij, opdat ik, even als Maria, de ijdel-heid der wereld inzie en verachte. — Maar bijzonder bid ik U, lieve Jesus! geef mij een onverwinlijken afschuw van elke zonde; versterk mij, om mijne booze neigingen te overwinnen; help mij. om in de bekoringen niet te bezwijken en sta mij bij , om die schoone deugden te beoefenen, die in uwe heilige Moeder uitschitterden. — Ach! mijn Jesus , U wil jk toebehooreu, U alleen, geheel en al;

-ocr page 242-

228

o verlaat mij dan niet, vóórdat Gij het offer mij us harten aangeuomeu eu gezegend en mijne smeekingen verhoord hebt.

U lieve Moeder Maria! wegens mijne herhaalde ontrouw vrees ik nog altijd, dat mijne beden niet zullen verhoord worden ; maar gij vindt altijd verhooring; onmogelijk kan uw geliefde Zoon u eene bede weigeren. O, bid Hem dan, beste Moeder, voor uw kind, om de genaden, die ik zoo even reeds gevraagd heb en om alles, wat gij weet, dat tot mijn heil en tot eer van uw goddelijken Zoon verstrekt. Mijn nood is u bekend, vol vertrouwen leg ik al mijne verlangens in uwe handen, terwijl ik vastelijk hoop alles door u te zullen verkrijgen. Amen.

andere oefeningen na bk h. communie.

dankzegging. — Ik heb dan eindelijk het geluk, o (gt;od mijner ziel, U in mijn binnenste te bezitten! Wat zal ik U, lieve Jesus ! voor eene zoo onschatbare gunst wedergeven 't1 Helaas! wat kan ik, zwak eu onvermogend schepsel, voor U doen, dan U zegenen, U bedanken, uwe goedheden verkondigen eu uwe barmhartigheden lofzingen? Zegen dvis, o mijne ziel, den Heer, eu dat alles wat iu mij is,zijn heiligen Naam prijze! ZegeutHem , y.alia'e Geesten des Hemels, dat liet gansche

-ocr page 243-

229

heelal weergalme vau zijn lof; ja liever sterf ik duu ooit eene zoo groote weldaad te vergeten !

liefde. — Hoe zou het mogelijk zijn, dat ik eeu (iod zoo vol goedheid niet beminde, die mij eene zoo teedere, vurige en edelmoedige liefde komt bewijzen ? Ja, God van goedheid, God van barmhartigheid, ik bemin U, ik bemin U uit geheel mijn hart, uit al de krachten mijner ziel, uit al het vermogen van geheel mijn wezen. Ach ! watrom hebik sreen duizend en nogmaals duizend harten brandende van het volmaaktste liefdevuur, om L: volgens al de uitgestrektheid mijner begeerten te kunnen beminnen!

ovehgeving en toewijding. — O mijn teedere Vader! Gij hebt U geheel aan mij gegeven; ik geef mij ook geheel aan U; ik wijd U mijn lichaam, mijne ziel, al mijne krachten en vermogens, mijn leven, mijne gedachten , mijne begeerten, alles wat ik heb en wat ik ben geheel en al toe, om het uitsluitend voor uwe glorie te gebruiken. Beschik daarover volgens uw goddelijk welbehagen; Gij zijt er volstrekt Heer eu meester van; ik stel mij geheel in uwe handen, ik geef mij geheel aan L over. Bewerk in mij wat Gij goedvindt ! breng in mij uwe heilige raadsbesluiten ten uitvoeren volg in alles met mij uw naiibiddelijken wil,

-ocr page 244-

380

jE-DE. — O mijn goddelijke Verlosser! wat kunt Gij mij weigeren , na U zeiven geheel aan mij tehebben weggeschonken?Zeker mets van alles, wat tot uwe glorie en mijne zaligheid kan bijdragen. Met een grenzeloos vertrouwen smeek ik U dus om de genade \an U lief te hebben en in uwe liefde te volharden ten eiude toe. Maar wijl ik in deze zoo gelukkige en troostvolle ooircnblikken niemand wil vergeten, vraag ik U ook met het gvoot-stc vertrouwen de bekeering der ongelukkige zondaren , en in het bijzonder alle tijdelijke en geestelijke weldaden voor mijne ouders, bloedverwanten en vrienden, de volharding'voor de rechtvaardigen, de verlossing der zielen in het Vagevuur en de verheffing van onze Moeder, de H. Kerk. Al deze genaden vraag ik ü door de kracht van het kostbaar bloed, dat Gij voor alle menschen vergoten hebt,'en waarmede Gij heden mijne ziel hebt willen voeden. Ik vraag hetU door al uwe verdiensten en die van uwe heilige Moeder en van alle Heiligen; door de liefde, welke Gij uw hcmelschen Vader toedraagt en die Gij ook voor mij koestert. Ja, ik hoop zelfs, dat Gij mij nog meer zult geven, dan ik U vraag, wijl ik weet, dat Gij oneindig goed zijt en dat Gij al onze behoeften veel beter kent , dan ik ze zelf kan kennen. Daarom vertrouw ik. lieve Jesus \ van uwe goedheiden bann-

-ocr page 245-

231

hartigheid, dat Gij ons waarachtig- lyelukki^ zult maken voor tijden eciavigheid. Amen.

L1KFDEVE11ZUCHTIXGEN NA DE H. COMMUNIE.

VAN DEN H. FRANCISCUS VAN SALES.

O mijn Jesus! daar Gij nu tot mij zijt gekomen, Gij, die het waarachtige levenzet, geef nn ook, dat ik der wereld afsterve, om alleen voor ( te loven. Verteer, o mijn Verlosser, door de vlammen uwer liefde, alles, wat U in mij nog mishaagt, 'ii geef mij een vurig verlangen , om U in alles'te behagen.

Geef mij ^ eene ware nederigheid ; leer mij de verachting en versmading van mij zelven beminnen en neem van mij elke zucht weg, om iets te willen schijnen. Geef mij den geest ^an versterving, ojjdatilc mij alles ontzegge wat tot uwe eer niet kan strekken en alles gaarne aanneme, wat aan de eigenliefde en de zinnen misvalt.

Geef mij eene volmaakte overgeving aan uw heiligen wil, door de pijnen en zwakheden, het verlies van goederen of bloedverwanten, mistroostigheden, vervolging en alles gelaten en tevreden aan te nemen , wat mij uit uwe handen zal overkomen. Ik offer mij zeiven geheel en al aan U op, opdat Gij naar uw welbehagen over mij moogt beschikken, Verleen mij de genade, om dat volle-

-ocr page 246-

332

disr offer van mij zei veil ultijd te vernieuwen, vooral op hot oogenblik van mijuen dood; o-eef, dat ik U alsdan mijn leven met al mijne neigingen opoöere, in vereeniging mei het otter van uw leven, dat Gij voor mij den heinelschen Vader hebt opgedragen. O mijn Jesus! verlicht mij, opdat ik uwe goedheid leere kennen en de verplichting, die ik heb, om U lief te hebben, vooral wegens de onbegrijpelijke liefde , die Gij mij bewezen hebt, door voor mij te sterven en u zeiven in het allerheiligst Sakramenttot spijze mijner ziel achter te laten. ^ .

O verlicht ook, bid ik L, die groote ; menigte van ongeloovigen, die l niet ken- ' nen, van afgedwaalden, die buiten deH. Kerk . en van zondaren, die van uwe genade beroofd voortleven. Ook beveel ik U al de zielen i m het Vagevuur, voornamelijk N. N. Verlicht de pijnen, die zij lijden en verkort den tijd barer ballingschap, waarin zij verstoken

zijn van uwe volzalige aanschouwing.Doedit,

lieve Jesus, door uwe verdiensten en die der allerheiligste Maagd Maria en van alle andere Heiligen.

O mijn God! ontsteek mij geheel van uwe heiliü'e liefde, opdat ik niets anders zooke , dan U Ie behagen, en verwijder uit mijn hart alles, wat U niet aanüenaam is. Geef dat ik altijd met eea oprecht hurt moge zeggen:

-ocr page 247-

233

mijn God, mijn God, ik wil U alleen en niets meer. ü Jesus, geef mij eeue groote liefde voor uw heilig lijden, opdat uwe smarten en uw dood mij zonder ophouden voor oogen zweven, om de liefde tot U in mijn hart te ontsteken en mij tot dankbaarheid voor zooveel liefde op te wekken. Geef mij daarenboven eene groote liefd e voor het allerheiligste Sacrament des Altaars, waarin Gij uwe groote liefde jegens ons ten toon spreidt. Gelieve mij verder eene teedere godsvrucht jegens uwe allerheiligste Moeder in te storten; geef mij de genade, dat ik haar altijd beminne en diene, altijd mijne toevlucht neme tot hare machtige voorspraak en ook anderen aansporc haar te vereeren en te beminnen. Geef aan mij en allen steeds een groot vertrouwen in de verdiensten van uw lijdeu en in de voorbede van uwe lieve Moeder.

Eindelijk smeek ik U , dat Gij mij een zaligen dood gelievet te verkenen, dat ik U dan met eene groote liefde in de li. Teerspijze moge ontvangen, opdat ik in uwe armen gekneld, brandende van heilig liefdevuur en met een groot verlangen om U te zien, uit dit leven schelde, om uwe voeten te omhelzen, wanneer ik het eerst liet geluk zal hebben van U te aanschouwen. O mijn Koning! kom en heersch Gij alleen in mijne ziel; neem geheel bezit van haar, ojjdat zij

-ocr page 248-

234

niets anders diene en gehoorzame dan uwe liefde.

O Lam Gods, dat op het kruis geslacht zijt ; vergeet uiet, dat ik eoiie dier zielen ben, die Gij mot zooveel kommer en zoo lievige smarten hebt vrijgekocht, fiij hebt U geheel aan mij gegeven, geef, dat ik U nimmer verlieze, dat ik geheel aan U zij en geen ander verlangen hebbe, dan U te behagen. Ik bemin li, oneindig good, om U genoegen te geven; ik bemin LT, omdat Gij het verdient. Mijne grootste straf is te zien , dat ik zoo 'langen tijd in de wereld geweest ben, zonder U te beminnen.

O mijn lieve Verlosser, maak mij aan de smarten deelachtig, die Gij om mijne zonden in het hofje van Gethsemane geleden hebt. Ach, mijn Jesus! ware ik dan maar vroeger gestorven of hadde ik U ten minste nooit, beleedigd ! O liefde van Jesns, Gij zijt mijne liefde en mijne hoop, mijn vertrouwen. Ik wil veel liever mijn leven , ja duizend levens verliezen , dan uwe genade.

Mijn God! was ik gestorven, toen ik in zonde leefde, dan zou ik U niet meer kunnen beminnen. Ik bedank U, dat Gij mij nog tijd geeft en mij roept om U lief te hebben. En nu ik kan, wil ik L ook beminnen uit geheel mijne ziel. Daarom hebt Gij zoolang geduld met mij gehad, opdat ik U

-ocr page 249-

235

nopr zou beminnen. Ja, mijn God, ik wil U beminnen. Ach, om het bloed, dat Gij voor mij verboten hebt, bid ik U, duld niet . dat ik U no^ ooit weêr verrade. Op U, o Hoer! heb ik gehoopt en in eeuwigheid zai ik niet beschaamd worden. Wat wereld ! Wat rijkdommen ! Wat goederen I Wat eer ! Neen, God, God alleen wil ik. Mijn God , Gij alleen zijt mij genoeg. Gij, die het oneindige goed zijt.

O mijn Jesus! bind mij geliee] aan uwe liefde en trek al mijne neigingeu tot U, opdat ik niets anders dan (J beminne. Maak dat ik geheel aan U toebehoore vóór dat ik sterf.

Ach, mijn God! Zoolang ik leef ben ik in gevaar van U te verliezen. Ach ! wanneer zal het oogenblik aanbreken, waarop ik tot U zal kunnen zeg-gen : mijn Jesus! ik kan U niet meer verliezen.

O eeuwige Vader! om de liefde van Jesus bid ik U, verstoot mij niet, neem mij aan , opdat ik U liefhebbe, geef mij uwe liefde. Ik wil U veel beminnen in dit leven, om U ook veel te beminnen in het andere.

O oneindig goed! ik bemin U, maar leer mij het groote goed, dat ik bemin, kennen en geef mij zulk eene liefde als Gij van mij vordert. Maak dut ik alles overwinne, om U genoegen te geven.

O Maria! gij die zoo vurig verlangt uw

-ocr page 250-

236

Zoon beniiud te zien, zie hier de lt;gt;iinst, die ik vüu u vraafi': niiuik , dat ik Hem beuiume, zoo lant; mij 11051; leven o\eiblijlï en ik ver-laua; niets meer. O Koningin, mijne Moeder! ik lioop op U, iïij verkrijgt alles, wat gij van God vraagt, gij bidt voor allen, die 11 genegen zijn, bid Hem dan ook voor mij, nu en in liet uur van mijnen dood. Amen.

UKIiliU TOT Uli ONBEVLEKTE MAAGD MAltIA KA DE H. COMMUNIE.

O mijne goedertierene Moeder Maria! uw goddelijke Zoon heeft zich heden zoo oneindig goedgunstig vernederd en mij met zijne zoete tegenwoordigheid bezocht. Hij , de he-melsche Gast, is tot mij gekomen, om mij zeer vele en groote genaden mede te dee-len. Ik heb Hem ook om vele en velerhande genaden gebeden; maar, ofschoon Hij zeli' gezegd heeft : die bidt, zal verkrijgen , vrees ik nogtans wegens nüjue 011 waardigheid geenc verhooring te zullen vinden, want ik ben een arme zondaar, ik heb rseds zoo veel kwaad gedaan , mijn harten mrnetong meermalen bezoedeld. Maar gij zijt mijne Moeder, u kan Hij niets weigeren. Gij verlangt zoo vurig naar ons geluk en hebt innig medelijden met onze ellende. Daarom wend ik mij vertrouwvol tot u en smeek u, gelieve uw

-ocr page 251-

337

allerlicfsten Zoon voor mij te bidden , dat Hij mij voor alle.? eenc innige, vurige liefde tot Hem in het hart storte. (rij heet ch-moeder dar schoone Liefde. Wil die schoone . zuivere, heilige liefde voor mij afsmeeken. Gij heet de moeder der vreeze. Die heilige vrees voor de zonde, voor elke helcodiging het hoogste goed aangedaan, o, vraag dio voor mij van uw lieven Jesus. Men nocTnt \i ook machtige Mactr/d. Smeek dus voor mij kracht en sterkte af, om in de bekoringen niette bezwijken en over al mijne verkeerde neigingen te zegevieren. Ook spier/el der ae-rechtigheid hzex moM u. Alle dsugden van uw goddelijken Zoon spiegelden zioh in u metden heldersten slans af. Smeek dns voor mij do genade af, dat ik die schoone deugden van uwen Jesxis, vooral zijn ootmoed . zachtmoedigheid, gehoorzaamheid, geduld en medelijdende liefde jegens alle menschen met ijver navolge. O lieve Moeder, gij weet, hoezeer ik verlang Hem te dienen en te beminnen. Help mij dus, om Hem getrouw te blijven tot aan mijn dood, opdat ik mij eens in die zaligheid, welke gij thans reeds bij Hem geniet, eeuwig moge verueuffcn. Amen.

-ocr page 252-

238

selijk

GEliEU TOT HET HAKT VAN MARIA. afliaDj

j Maagi

ü Hart van Maria, Moeder van God eu en de onze Moeder, minnelijkst Hart, voorwerp van van

het wel bellaren der aanbiddelijke Drieëenheid, bron

waardig van de Engelen en raenselien geëerd dmgs en bemind te worden! Hart het meest gelijk- moge. vormig aan dat van Jesus, waarvan gij het zegen volmaaktste afbeeldsel zijt! Hart vol goed-heid en zoo medelijdend met onze ellenden : heerl gewaardig u onze koude harten te verwar- Hart men; bewerk, dat zij alleen met het Hart Mari. van hun goddelijken Zaligmaker zich bezig pjus houden; stort daarin de liefde uwer deug- , ; den, ontsteek ze door dat zalig vuur, waar- : heu, d door het uwe onophoudelijk gebrand heeft. , Kik aa Waak over de H. Kerk, verdedig haar, wees hare toevlucht en bescherming tegen alle aanvallen harer vijanden. Wees onze weg, om tot Jesus te gaan, als de bronader, waardoor wij al de genaden, die ter zaligheid noodig zijn, moeten ontvangen. Wees onze bijstand in onze noodwendigheden, onze steun in onze kwellingen, onze sterkte in de beko-ringen, onze toevlucht in de vervolgingen,

onze hulp in al de gevaren, maar bijzonder in den laatsten strijd onzes lemens, het uur des doods, als de gansche hel, als ontketend,

onze zielen zal trachten te rooien, dat vree-

-ocr page 253-

339

selijk oogenblik, waarvan onze eeuwigheid afhangt! Ach! laat üus dan, o medelijdende Maagd, de goedheid van uw moederlijk hart en de kracht van uw vermogen op het Hart van Jesus gewaar worden, met ons in de bron van barmhartigheid eene heilige reddingsplaats te openen, opdat wij tot Hem mogen komen en Hem met u in den Hemel zegenen in alle eeuwen der eeuwen. Amen.

Gekend, geloofd, bemind, geëerd en verheerlijkt zij altijd en overal het goddelijk Hart van Jesus en het onbevlekt Hart van Maria. Amen.

Pius VII heeft bij rescript van 18 Aug. 1807 en 1 Febr. 1816 verleend 100 dag-en aflaat eenmaal daags aan hen, die dit gebed godvrnchtigr zullen bidden ; toepasselijk aan de geloovige zielen in het Vagevuur.

-ocr page 254-

VIJFDE COMMUNIE-OEFENING.

0\I KKNE BIJZONDERT GUNST VAN GOT) TE VERKRIJGEN.

GEBEDEN VOOR DE H. COMMUNIE.

O milddadiajHeer en Verlosser Jesus Christus !Gij noodigtallcellendigen,alledoorkruis en lijden . door kwelling en bekoringen bezochten zoo liefdevol uit, om tot U te komen, dat ik uwe liefde en goedheid werkelijk zou beleedigen, zoo ik aan uwe zoo liefdevolle uitnoodiging geen gehoor gaf. — En al riept Gij mij ook niet, zon ik immers toeli tot U moeten komen ; want er is ons geen andere naam sregeven , waarin wij kunnen zalig worden, dan de uwe; er is immers in den Hemel en op aarde niemand, die ons beter helpen kan, dan Gij, goddelijke Helper in allen nood, dan Gij, Verlosser uit alie gevaar en kwelling!— Gij zijt de allerbeste vriend, de zoetste vertrooster, de zekerste geneesheer; Gij zijt het licht voor de blinden, de sterkte voor de zwakken, het heil voor de zieken, de weg voorde afgedwaalden, het brood des levens, de deur des Hemels, de rijkste gast, de reis-spijze voor den afgematten wandelaar, het

-ocr page 255-

241

onderpand der verrijzenis, het erfdeel der uitverkorenen, de bron üller genaden. Met den H. Petrus moet ik uitroepen: Heer! tot wien zal ik gaan, Gij hebt de woorden des eeuwigen Slechts één woord uit uw allerheiligsten mond en ik ben geholpen. Wel ben ik niet waardig om tot TJ te naderen, want Gij zijt do Allerheiligste, de Kouing van glorie, de Kechter van levenden en dooden , en ik ben een arm zondisï menschenkind, stof en aseh, behoeftisr en ellendia', naar ziel en lichaam vol gebreken; maar uwe oneindige liefde, waarmede Gij het allerheiligste Sacrament voor de arme, zwakke en ellendige menschen-kinderen hebt ingesteld, geeft mij moed, ora tot uwe heilige Tafel te naderen en U in de H. Communie te ontvangen.

Ik geloof, dat Gij in het allerheiligste Sacrament waarachtig tegenwoordig zijt; ik geloof, dat Gij mijn God, mijn Heiland , en Verlosser, het licht en het leven mijner ziel zijt.

Ik hoop van uwe almacht en oneindige goedheid al die genaden, die mijne ziel noodisr heeft, om het rijk der Hemelen te verwerven; ik hoop door U ook zekere hulp in mijnen nood te erlangen en die bepaalde gunst, waarvoor ik deze H. Communie bijzonder opdraag, van U te verkrijgen, want Gij hebt gezegd : Die hidt, zal verkrijgen, en Gij zijt getrouw in uwe belofte.

11

-ocr page 256-

342

Ik bemin U, o mijn beminnenswaardig God en Heer! Ik bemin U uit selieel mijno ziel boven alles, omdat Ciij in Ü zeiven lie. hoogste , oneindig volmaakte goed zijt. O , kon ik U toch liefhebben met den liefdegloed uwer allerheiligste Moeder en van alle Engelen en Heiligen! O, laat toch mijn verlangen, om U van ganscher harte, boven alles lief te hebben, U welbehagelijk zijn!

Mijne ziel verlangt, dorst naar U . zoetste Jesus, alseen hert naar de waterbron. Gij hebt gezegd ; Open uwen mond en ik zal dien vervullen. O bevredig dus mijn vurig verlangen , kom toch en neem geheel mijn hart in bezit.

Maar ach! hoe durf ik het wagen, U, don allersehoonsten en besten gast in mijn ellendig en gebrekkig hart te ontvangen; hoe durft een arm aardwormpje het wagen zijn Schepper en Heer uit te noodigen, om tot hem te komen? Maar Gij hebt U immers gewaardigd de arme bedelaars tot uw gastmaal te roepen, ja, zelfs gedrongen om te komen en aan uw goddelijk liefdemaal deel te nemen. Ik nader dus met vertrouwen op uw woord. Neen, Gij zult dus ook mij, terwijl ik vrijwillig met vurig verlangen tot U kom , niet afwijzen, maar mij van de vol held uwer genaden, die Gij den armen van geest beloofd hebt, rijkelijk mededeelen. Amen.

-ocr page 257-

243

irdigf) A XT)EK F, OEFENINGEN VÓÓü J)E H. COMMUNIE, mij 11 o

quot; he. OISFKNING VAN «KLOÜP.

Tk geloof, o mijn God, dat Gij wezenlijk 3n zelfstandig- tegenwoordig zijt onder de Sa-cranienteele gedaanten. Ik aanbid U, o ver-borgen God, uit geheel mijn hart. Mijne zintuigen en mijne rede begrijpen dit aanbid-deliik geheim niet; maar 't is genoeg, dat Gij , o eeuwige waarheid, gesproken hebt. Mijn verstand onderwerpt zich geheel en al aan uw waarachtig woord'.

Aan het kruis verborgt Gij alleen uwe godheid ; hier verbergt Gij ons ook uwe mensch-heid; ik geloof ze beide tegenwoordig in .dit H. Sacrament; geef mij de genade , dat ik ze eenmaal in deu Hemel aanschouwe.

Ik vraag U niet, als de H. Thomas, om uwe wonden te zien en aan te raken. Ik geloof, ook zonder te zien, dat Gij Jesus Christus , j waarlijk God en waarlijk meiisch zijt. Wanneer, o mijn Verlosser! zal ik L ontvangen ? i Wanneer zal ik U in mijn hart bezitten; wanneer uwe zoete tegenwoordigheid genieten ?

Het oogenblik nadert, o mijn God ! ik verlang er naar en ik vrees. Ik verlang , want met U komen alle genaden over diegenen.die : U beminnen; ik vrees, want die U onwaardig durven ontvangen, eten en drinkenhunne

-ocr page 258-

344

veroordeeling:. Wie zijn wij, o almachtige God! dat Gij ü f;evvaardigt in ons te komen wonen? De Hemel en de Hemelen der Hemelen kunnen U niet omvatten en toch komt Gij tot ons.

Wees dus eeuwig geprezen over uwe ein-delooze goedheid; bereid U in mijn hart eene U aangename woonstede; zuiver mijn hart door een levendig geloof, eene vurige liefde en een oprecht berouw. Ja, Heer! ik geloof. Kom mijne ongeloovigheid te hulp, versterk mij, zoo ik mocht wankelen, en help mij r om volgens mijn geloof te leven. Kom, Heer Jesus! kom, mijn hart verlangt naar U, kom en overlaad mij met uwe weldaden.

OEFENING VAN HOOP.

sel d W pen • blijfl aard' onze O mi hoop le vei zijn,

Mijn God en Heer! Op U zal ik hopen en ik zal niet beschaamd worden. Eens zal ik U zien, U bezitten in den Hemel; met de zaligste vreugde zult Gij mij vervullen door 't-zien van uw goddelijk aanschijn ; in ü zal ik alle goed zien en genieten in eeuwigheid. Dit-is mijne hoop, mijn troost en mijn leven.

O God! welk onderpand hebt Gij mij gegeven , om mij van uwe goedheid en van mijn eeuwig geluk te verzekeren ? Uw woord , uwe belofte, uwe waarheid. Maar hier is nog een want ander onderpand : uw lichaam en bloed, o zjjne

-ocr page 259-

245

Heer Jesus Christus! Hoe zou ik er aan kunnen twijfelen, dierbare Verlosser, of Gij U in den Hemel aan mij wilt geven, daar ik U reeds ■op de aarde bezit? O mijne ziel, zegen den Heer en dat al, wat in mij is, zijn heiligen Naam iove. Gij behoort aan mij, lieve Jesus! want Gij geeft U geheel en al in dit H. Sacrament, uw lichaam, uw bloed, uwe heilige ziel, uwe eeuwige godheid, geheel uw aan-biddelijken persoon. Gij geeft mij alles, alles is het mijne.

Maar Heer! zoo ik U in dit ballingsoord verborgen bezit, in den Hemel zal ik Ü on-gesluiërd bezitten. Kom dan, Heer Jesus! kom. Vervul mij geheel en al. Laat mij reeds bij voorbaat de zoetigheden van dat hemelsch gastmaal smaken, waar Gij het eeuwig voedsel der mensehen en der Engelen zijn zult.

Wat hebben wij hier op aarde toch te hopen ? Alles gaat voorbij, alles verdwijnt, niets blijft, onze dagen zijn als eene schaduw op aarde, onze ijdele vermaken snellen henen en onze glorie vervliegt in een enkel oogenblik. O mijne ziel, kom dan met Jesus eene betere hoop smaken. Ja, Heer! eens zal ik met U leven en heerschen; mijne ziel zal gelukkig zijn , want zij zal uw licht aanschouwen, mijn lichaam zal verheerlijkt en vol leven wezen, want uw lichaam, dat ik zal ontvangen, zal zijne kracht op mij uitoefenen. Die U eet,

1

-ocr page 260-

.

246

sterft niet eeuwig; maar Gij zult Hem opwekken ten jonasten dage. En wanneer een- • maal den dood nadert, zult (iij zelf, lieve Je- ; sus! mijne zoete reisspijze zijn ; dan zal ik te midden der doodscliadnwen zeiven niet vreezen, wijl Gij met mij zijn zult. Mijn vleesch zal in vrede rusten, het bederf zal mij niet terughouden. Gij zultraij den wegdesHemels : wijzen. mij door uw heerlijk aanschijn met vreugde vervullen, en ik zal eeuwig overladen zijn van hemelsehe geneuchten.

OKPI'.mtiG VAN LIKFDE.

Kom . Heer Jesus, kom , de langverwachte , der volkeren , het licht der wereld . de vreugde des eeuwigen Vaders en het voorwerp van zijn goddelijk welbehagen. Gij wilt, daï wij bij het vieren uwer heilige geheimen aan U i zullen denken. Ja, mijn God. wie zou aan U niet denken, wie zou uwe weldaden en de onmetelijke liefde, die Gij ons toedraagt, kunnen vergeten ? Neen, nooit zal ik het vergeten, dat Gij ter liefde van ons don schoot uws Vaders verlaten en hot menschel ijk vleesch hebt aangenomen; dat Gij ter liefde van ons U zeiven aan het kruis hebt opgeofferd en in het aanbiddelijk Sacrament U nog geheel aan ons geeft, en die wegschenking van U zeiven is een zeker onderpand, dat Gij L ook in de

-ocr page 261-

247

eeuwige glorie aan ons zult sjeven, om ons iu alle eeuwigheid sjelukkisr te maken, O mijn God! al die kostbare bewijzen uwer liefde zullen nooit uit mijn geheugen gewiseht worden; ik zal ze mij steeds herinneren en mijne ziel zal bij het herdenken van zooveel goedheid vertecderd en van wederliefde ontstoken worden.

Ja, ik bemin U, lieve Jesus! die mijne sterkte, mijne hoop, mijn hoogste goed en mijn le^cu, mijn steun en mijne kroon zijt. Welzalii zij, die in uwe woning verblijven, zij znlbu U prijzen in de eeuwen der eeuwen. Gij ve'geeft mij al mijne zouden; Gij geneest al mine kwalen, Gij bevrijdt mij van den dood, Gij kroont mij door uwe eeuwige barm-hartgheid , en zult mij eindelijk op den dag der Jpstanding vernieuwen en eeue eeuwige jentd hergeven. Mijne ziel, zegen den Heer en verireet nimmer zijne eindelooze barm-hatigheid.

Veh, mijn God! Waarom heb ik al den ijcr, al het liefdevuur niet, waarvan alle En-gtien en zalige zielen voor U ontstoken zijn? J;, wanneer ook alle levende en onbezielde wizens in liefde veranderden, zoudt Gij nog net zooveel bemind worden als Gij goed en b,minnelijk zijt.

Ach, mijn God! zou ik U nog ooit weer kinnen beleedigen, U uog ooit weêr kunnen

-ocr page 262-

248

bedroeven na deze H. Communie? Neen , dan liever sterven, mijnJesns! dan liever sterven!

Ach, mijn God! zou ik zoo bedorven van smaak zijn, dat, ik na U gesmaakt te hebben, noa; smaak en genoegen vond in andere zaken? O mijn Jesus! geef mij dan oe genade, dat ik , na de zoetigheden van deze bemelsche spijze geproefd te hebben, door geere andere zoetheid ooit weer bedrogen worde. 0, kom dan en trek mij tot U, laat ik U beninneu, o mijn God! en dat allen, die mij d;erbaar zijn, U beminnen, dat de geheele we-eld U liefhebbe en dat ik U geheel en al toebihoore en liever sterve, dan U ooit te misbaren.

GEBEDEN O N M mi) RL UK VÓdlt DE H. COMMXNIE.

Heer, ik ben niet waardig, dat Gij onler mijn dak komt; maar spreek slechts één woird en mijne ziel zal gezond worden.

Kom, Heer Jesni, kom.

Heer, ik ben niet waardig! Kom, Hen-Jesus, kom; ik ben niet waardig, want k ben slechts een zondaar, een nietig aareworm; maar kom, Heer Jesus, kom; waii Gij zijt gekomen , om de zondaren op te zoekei en zalig te maken. Gij zijt de eenige stem mijner zwakheid, het eenige geneesmid del voo: mijne kwalen; Gij zijt het brood en het voedselquot;, dat mijne uitgeputte krachten herstelt

-ocr page 263-

249

fiij zijt mijn leven eu mijne hoop; Gij zijt eindelijk mijn eenig, mijn hoogste goed in dit leven en in het andere.

O Heer, ik ben niet waardig! Kom , Heer Jesus, kom. Wie ben ik. Heer! Wie zijt Gij? Wat, mijn God en Heer! Gij wilt tot mij komen? O kom, HeerJesns, kom.

O Heer! zou ik nog ooit zoo ongelukkig, zoo ondankbaar zijn, van U nog weer te beleedigeu ? liever dood dan, mijn God ! liever dood!

O lieve Jcsns ! Gij zijt dan eindelijk de mijne. Gij schenkt U geheel aan mij. O Jesus! ik geef mij geheel aan U. Ik wil geheel en onverdeeld de uwe zijn. (Bossuet.)

GEBEDEN NA DE H. COMMUNIE.

Zie, mijne ziel! de Heer en bestierder van alles, uw God en Koning is met al den rijkdom zijner genadeschatten tot u gekomen. Gezegend, ja duizendmaal gezegend zij Hij, die komt in den naam des Heeren, die reeds in mijn harte woont. O wees gegroet, wees gezegend. Gij, zon van gerechtigheid en genade, schoonste, beste en heiligste gast! Laat het vuur uwer liefde mij ontsteken, het licht uwer genade mij verlichten, de stralen uwer liefde mij verwarmen en in mij alles, wat U mishaagt, verteren. Vanwaar komt

11 *

-ocr page 264-

250

mij toch de genade, dat niet de Hoeder des wat Heeren, maar de Heer zelf, mijn Schepper, i noff mijn Verlosser en mijn God tot mij komt! allen De Hemelen der Hemelen kunnen U niet Vriei omvatten , veel minder het huis mijner ziel drins en van mijn lichaam. — Zoo hebt Gij dan, ,/jj v, o Heer 1 uw woord gehouden en mij belaste o-e^e en beladene, mij armen bedelaar aan uwe kunt

heilige Tafel laten aanzitten. Ja, zoo diep _j\]

hebt Gij U vernederd , dat Gij zelf tot mij xlw ^ gekomen en in het diepste mijns harten zijt lijdes afiredaald, om mij met uw allerheiligst vleeseh uw \ en bloed te spijzen! Gij hebt mijne armoede, mij i mijnen nood, mijn behoeftigen en gebrekke- : ééne lijken toestand niet versmaad en hebt in de | njet armzalige hut mijns harten uw intrek geno- Deze men. O wees dan duizendmaal gegroet; heb bloed dank, duizendmaal dank voor uwe zoo diepe diens vernedering en overgroote goedgunstigheid ! ! verhc In u kan ik met uwen heiligen dienaar Francis- het \ cus in waarheid uitroepen : o mijn god en verlo mijn alles! Gij hebt ü in mijne macht gege- zij n ven, milddadige Jesus! ik bezit IJ in mijn die ( hart, ik kan en zal Ü niet loslaten, vóór j mij. dat Gij mijne beden verhoord hebt. Gij hebt i wens toch gezegd, dat Gij de armen altijd verhoort. ; meer Thans is het kostbare oogenbiik aangebroken, | bezoc waarop ik met U mag spreken, mijn zuchten mijn en verlangen voor U mag bloot leggen, — i van a Gij kent mijne behoeften, Gij weet, Heer! | jjaar

-ocr page 265-

351

wat mij ontbreekt, (üj kent mijnen nood, uoar vóór ik dien openbaar. O Helper in allen nood, o Vader van troost, o beste Vriend, Jesus, help mij en verhoor mijne dringende bede. (Noem hier de gunst, welke (jij vooral verlangt.) U toeh is alle macht gegeven in den Hemel en op de aarde. Gij kunt mij helpen, voor ü is alles mogelijk! — Maar toch , goede Jesus ! niet mijn , maar uw wil geschiede ! Moet ik den kelk des lijdens drinken, mijn kruis nog langer dragen, uw wil geschiede! Gij weet het beste, wat mij tot vrede, tot heil verstrekt. Slechts ééne zaak vraag ik ü, en deze zult Gij mij niet weigeren, red toch mijne arme ziel. — Deze bede kunt Gij niet afslaan, want uw bloed, uw kruis, uw dood en oneindige verdiensten zijn mij tot borg, dat Gij mij zult verhoeren. Het moge mij dan gaan, zoo het wil, als Gij mijne ziel maar niet laat verloren gaan. Leid mij dus. Heer! opdat, zij niet verloren ga, op den rechten weg, die Gij zelf zijt; ondersteun mij, versterk mij, drijf mij aan en breng mij tot het ge-wenschte einde. — O, laat mijne ziel nooit meer door eene enkele zonde gewond ot bezoedeld worden; trek en bind en hecht mijn hart geheel aan U vast; maak mij los van al het aardsche en richt mijn verlangen naar den. Hemel, waar Gij in Juister en^alig-

■ des tper,

0 int! niet

;• ziel dan, daste uwe diep t mij

1 zijt 3escli je de, ■kko-iu de ;euo-; heb iiepe icid ! ncis-U EN

ïege- | mijn vóór ; hebt i oort. iken, :hten u. — leer!

-ocr page 266-

353

heid troont, en den armen wandelaar, die het ware doel bereikt heeft, met eeuwige vreugde en zaligheid vervult. Amen.

dankzegging na de h. communie.

Wie zal mij een hart geven , om uwe ein-delooze barmhartigheid te gevoelen , en een mond, om haar naar waarde te loven en te prijzen? O heilig Geheim, waar de liefde zich verbergt, 0711 zuiverdergezocht te worden! O wonderbaar geheim der liefde van mijn God! Wat heb ik toch gedaan, om U te verdienen ! Brood dor Engelen ! Gij geeft TJ aan hen, die de grootste zondaren waren; wat zal ik doen , om mij geheel aan U te geven? Alles ontbreekt mij, om zooveel genade dankbaar te erkennen. Ik belijd mijne onmacht en mijneomvaardigheid; mij ontbreken de gevoelens voor een zoo beminnelijk geheim. Maar, o liefde! Gij hebt er behagen in , om in ons sliik te schitteren ; laat dan uwe wonderen in dit bedorven hart uitblinken, bemin U zelve in mij en dompel uw schepsel , om het te vernieuwen, in de liefdevlammen des H. fJeestes ! O God , o liefde ! ik vernedermij voor ü, ik dank ü,ik beminü.

-ocr page 267-

253

die GEVOELENS VAN LIEFDE.

i'ige 1

O üod mijns harten! O God, mijn erfdeel in eeuwigheid! Wie kan U kennen, zonder U lief te hebben, U die in schoonheid, in deugd, in grootheid, in macht, in goedheid, ein- in milddadigheid, in heerlijkheid, inallesoor-een ten van volmaaktheden en wat mij van meer i te nabij aangaat, in liefde voor mij alies over-efde treft, wat de geschapene geesten kunnen den! begrijpen? De eerbied en de ongelijkheid, nijn tusschen ü en mij moesten , naar het schijnt, f te mij terughouden, maar Gij veroorlooft mij, ft Ij wat zeg ik. Gij beveelt mij, ü te beminnen, ren; O God! ik ken mij zei ven, ik bezit mij zel-J te ven niet meer.

veel O heilige liefde! kom mij ten spoedigste iljne genezen; kom de wond, die Gij mij geslagen bre- hebt, nog dieperen levendiger maken; ontruk 'lijk mij aan alle schepselen ; zij hinderen mij en igen zijn mij lastig; Gij alleen zijt mij voldoende dan en ik ivil niets meer dan ü.

lin- Wat! do dwaze minnaars der wereld zouden

uw hunne dwaze hartstochten tot de uiterste ge-

fde- . voeligheid drijven , en men zou U maar tot 'de ! ' eene zekere hoogte, met zekere lauwheid be-nU. minnen. Neen, neen, mijn God! de liefde der wereld mag het van de liefde tot God niet winnen.

Toon dus wat Gij vermoogt op eeu hart,

-ocr page 268-

254

dat aan U geheel toebehoort; de toegang' is voor U geopend, de weg daarheeu is U bekend; (ïij weet, wat de genade in staat is daarin op te wekken en uit te werken. Gij wacht slechts op mijne toestemming , op de toetreding van mijn vrijen wil. Een en ander geef ik U duizend en duizendmaal. Neem alles ; handel als God ; ontvlam mij ; verteer mij, /wak en onmachtig schepsel als ik ben; ik kan U niets geven dan mijne liefde. Vermeerder die, Heer ! en maak die Uwer meer waardig.

O, was ik toch in staat, om groote dingen voor U te doen! O, kon ik toch veel voor U opofferen! Maar alles, wat ik kan, is niets. NaarU verzuchten, kwijnen van verlangen naar U, U beminnen en sterven, om U meer te beminnen , dat is alles, wat ik voortaan wil, dat is mijn eenigst verlangen.

I K11 KL) VAN I'.hNiL ZIKL , DIK ZICH ZONDKR VOOR-

BEHOUU AAN GOD WENSCHT TOK ÏK WIJDEN.

Mijn God ! ik wil mij aan L toewijden; geef mij daartoe den moed, versterk mijn zwakken wil, die naar U toeneigt; ik reik U de hand toe, wil die aannemen. Zoo ik geene kracht genoeg heb, om mij aan U W3g te schenken, trek mij dan tot U door de zoetigheden uwer genade; sleep mij dun mede aan dc banden

-ocr page 269-

255

uwer liefde. Heer! aan wien zal ik toch toe-behooren, zoo ik do uwe niet beu? Wat harde slavernij aan zieh zei ven en zijne hartstochten te zijn prijs gegeven! O ware vrijheid der kinderen fiods, men kent u niet. Gelukkig degeue, die ontdekt heelt, waar zij te vinden is en die haarniet meer zoekt, waar zij niet is !

Duizendwerf gelukkig hij, die in alles van God afhangt, ora voortaan van Hem alleen afhankelijk te zijn.

Maar hoe komt het dan, dat men nog bevreesd is, om zijne ketenen te verbreken? /ijn dan de vluchtige ijdelheden meer waard, dan uwe eeuwige waarheid, dan Gij zelf? Kan men nog vreezen, zich aan 1' over te geven? O monsterachtige dwaasheid! men zou dan bevreesd zijn . om gelukkig te worden ; meu zou vreezen Egypte te verlaten, om het beloofde land in te gaan, morren in de woestijn en walging hebben van het Manna bij de gedachte aan de vleeschpotten van Egypte.

En eigenlijk ben ik het niet, die mij aan U geef, maar Gij. o mijne liefde. Gij geeft IJ geheel aan mij; ik aarzel dan ook niet langer U mijn hart te schenken. Welk geluk , aan U toe te behooren en niets meer te hoo-ren en te zeggen, wat ijdel en nietig is, om naar U slechts te luisteren! O oneindige wijsheid! Zult Gij mij niet over betere zaken spreken, dan die ijdele mensclien ? Gij, o mijn

-ocr page 270-

256

God, zult U met mij üiiderhoudcn, Gij zult mij onderrichten , mijdeijdellieid cnhetbedrog doen vluchten, mij voeden met U zelven en iu mij alle ijdele nieuwsgierigheid tegenhouden. Heer! wanneer ik uw juk beschouw, dan schijnt het mij zelfs te zoet toe, al moet ik ü dan ook alle dagen van mijn leven uw kruis nadragen. Behoef ik geen bitterder kolk van lijden tot den bodem toe te ledigen ? Is dat al de boete, die ik voor mijne zonden verdiend heb? O liefde. Gij doet niets dan beminnen , Gij slaat niet. Gij spaart mijne zwakheid. Zal ik na dat alles nog aarzelen, om tot [T te naderen? Zouden de kruisen mij kunnen afschrikken? Alleen die, welke de wereld oplegt, moeten ons schrik aanjagen; hoe dwaas is 'tniet, die niet te vreezen!-

O eindelooze ellende, die slechts door uwe barmhartigheid kon overtrolfen worden ! Hoe Tuinder licht en moed ik had, des te meer was ik uw medelijden waardig. O God! ik heb mij Uwer onwaardig gemaakt; maar ik kan een wonder uwer genade worden. Geef mij alles, wat mij ontbreekt en alles, wat in mij is, zal uwe gaven verheffen en uw heiligen Naam loven en prijzen. Amen.

-ocr page 271-

ZESDE COMMUNIE-OEFENING.

EEKSÏE OEFENING VOOK DE H. COMMUNIE. Gebed om eene waardige voorbereiding.

VAN DEN H. ANSZSLMUS.

Mijn God, aan wiens goddelijk liefdemaal iie, 1 lieden zal aanzitten: ontferm U over mijne irilc ellende, verwerp mij niet om mijne stoutheid, t te waarmede ik liet waag, U den almachtigen en ontzaggelijken God zonder genoegzaam be-uwe rouw en boetvaardigheid te loven en te aan-Hoe blddenT- Wanneer de Engelen des Hemels ieer voor U sidderen, hoe zal ik, zondaar, U dan ! ik naderen, zonder van schrik te ontstellen en rik kranen van berouw te weenen? Maar ach, Jeef 'nijn God ! dit kan ik niet. Wat ben ik toch t in ellendig en armzalig, dat mijne ziel nog niet gen eens bequot;'0?'^ wordt, als zij voor God staat en tot Hem zal naderen; wat ben ik toch (ellendig, dat mijn hart nog zoo koud, mijn oog nog zoo droog blijft, terwijl ik mij met mijn God ga vereenigen, het schepsel

;ult rog en ou-

LW ,

oet uw der ;di-ijne loet lart lar-

Jjl

-ocr page 272-

258

mot den Schepper, het stof met de eeuwige alniiirht!

Xic, Heer! ik stel mij hier voor uw quot;-od-delijk cianschiju en wil mijue selieimste ire-dachten over mij-zelven voor U niet verbergen. Gij zijt rijk inerbarmiug en goedertieren en milddadig; schenk mij uwe genadegaven, opdat ik daarmede uitgerust, U oprecht dieue. Vervul mij met uwe vreeze en verblijd mijn hart in uwen Naam. Geef mij, o gever van alle goed! reinheid des hartenen opgeruimdheid des.gemoeds, opdat ik met waardigen ' lof en in/volmaakte liefde U ontvangen en onderviuden moge, hoe zoet Gij zijt, o Heer! Geef mij,de zoetheid der hoop, opdat ik mij in U verblijde; laat mij al mijn vertrouwen stellen op Ü, opdat ik in dit tranendal bij Ü hulpe vinde. Schenk mij een kuisch hart, opdat ik de zaligheid, der zuiveren verwerve en eens in uwe hemelsche woning U eeuwig love. Amen,

GELOOP, 11001' UN LIEFDE.

VAN H. AUGUSÏIKTJS.

Heer Jesus Christus! ik: bid ü, door het vergieten van uw kostbaar bloed, waardoor wij verlost zijn , schenk mij een hartelijk berouw en tranen van boetvaardigheid, inzon-

-ocr page 273-

35!)

■ derheid wanneerik U mijne gebeden opdraag wanneer ik uw lof zing* of vtwkondiü:, wan-neer ik de H. Geheimen, schittureude bewijzen uwer liefde, bijwoon, en waaneer ik uw altaar nader, met een vurig: verlautcen om dit goddelijk geheim van liefde met alien eerbied en godsvrucht te ontvangen, dat Gij, onze Heer, ter herinnering aan uw lijden en sterven, tot ons heil en ter verbetering onzer dagelijksche zwakheden hebt ingesteld. Laat mijne ziel zich sterken door uwe tegenwoordigheid in dit H Sakrament, laat zij uwe aanwezigheid gevoelen en zich in ü verheugen. O Jesus! eeuwig onveranderlijk licht; vuur, dat immer brandt; licht, dat altijd' schijnt; brood des levens, dat ons voedt en in zich nimmer afneemt; dat dagelijks genoten en nimmer verteerd wordt: verlicht, ontsteek, ontvlam en heilig mij; verlos mij van het kwaad, vervul mij met uwe genade, opdat ik thans tot heil mijner ziel uw allerheiligst lichaam geniete en door dit genot voor IJ leve, tot U kome en eeuwig m U ruste. Amen.

Mijn Jesus! ik geloof en belijde met den mond, dat de Eeuwige Vader, die in zich zeiven hoogst zalig, machtig, volmaakt is en aan niemand behoefte heeft, ons nogtans volgens zijne eindelooze barmhartigheid zoozeer beminde, dat Hij U, zijn eeniggeboren

-ocr page 274-

260

Zoon, ons tot Verlosser gaf; ik geloof ook, dat Gij-zelf, in alles aan den Vader gelijk, door uwe onbegrensde liefde van den schoot mvs Vaders in den schoot der Allerheiligste Maagd zijt neergedaald en nienseh geworden; dat Gij uit liefde tot ons dit H. Sacrament in het laatste Avondmaal ingesteld, en daarin uw waarachtig vleesch en bloed ons tot spijs hebt nagelaten en dat Gij eindelijk aan uw hemelsehen Vader gehoorzaam tot den dood U-zelven aan 't kruis voor ons hebt opgeofferd.

Daarom, o Heer! stel ik op U al mijne hoop en kom ik met het grootste vertrouwen tot U, die om mijnentwil zoo groot een wonder hebt willen verrichten , en zoo bitter hebl willen lijden. En zoudt Gij mij wel iets kunnen weigeren , nu Gij U-zelven uit liefde voor rail hebu weggeschonken?

Ik bemin U ook, zoete Jesus! met de ge-heele liefde mijns harten, en wil U ook immer en eeuwig met uwe genade liefhebben. Wat zal ik U echter geven, o Heer! voor alles, wat Gij mij gegeven hebt? Zie, ik geef mij-zelven met lichaam en ziel aan de leiding van uw heiligen wil over; en hebt Gij eenmaal mijn hart in bezit genomen , o! heersch daarin dan als de eenige heer en meester; beschouw mij als uwen dienaar en laai niet toe, dat ik andere Goden nevens U

-ocr page 275-

2(il

stelle; want U-alleen wil ik dienen; voor U-alleen leven en sterven. Amen.

OPDRACHT.

VAN DEN H. FKAttCISCÜS VAN SALES.

Mijn Heer en mijn God, één in wezen, drievuldig in personen ! ik breng U eenwigen dank voor de instelling van het aanbiddelijk Altaarsacrament, voor hst lijden en sterven, voordeglorievolle Verrijzenis van onzen Heer en Verlosser Jesus Christus, voor het volbrachte Verlossingswerk, voor onze bevrijding uit de slavernij van Satan en voor de veilisre en zekere hoop van ons hersteld heil. Even-zoo eeuwige Vader, zeg ik U dank voorde onuitsprekelijke vreugde, waarmede Hij,gedurende veertig dagen, door zijne herhaalde verschijningen, zijne allerheiligste Moeder, zijne Apostelen en leerlingen, de H. Maria Magdalena en anderen vervulde. Dit alles draag ik U op, om de genade te verkrijgen eener waardige heilige Communie; ik loof en prijs U in eeuwigheid en bid U , door het geheim der heilige Verrijzenis, mij te helpen om den ouden mensch met al zijne kwade begeerlijkheden af te sterven en tot een nieuw, vroom en heilig leven te verrijzen.

Met dezelfde meening dank ik U voor de

-ocr page 276-

363

wonderbare Hemelvaart van onzen godde-lijken Heiland; voor de eer on quot;lorie, waarmede Gij Hem aau uwe, rechterzijde geplaatst hebt, voor de hoogste maeht, die (Tij Hem verleend hebt, om alle schepselen in den Hemel, op en ouder de aarde te oordeelen, en eindelijk voor de zending van den H. Geest over de Apostelen. Voor dit alles dank en prijs ik U in alle eeuwigheid eu bid ik U om de genade, om aan al het aardsche te verzaken eu met geheel mijn hart naar het eeuwige te streven, opdat ik eene waardige woning worde van den H. Geest en zijne gaven tot mijn eeuwig heil steeds aanwende. Amen.

VERLANGEN NAAR JESUS.

NAAR DEN H. AÜGUSTINTJS.

Jesns, mijn Verlosser! Gij die mijn hart doorschouwt, laat ook ik L leereu kennen: toon U aan mij, mijn Vertrooster, opdat ik U ,het licht mijner oogen.zie. Kom, vreugde mijner ziel, verkwikking mijns harten, dat ik U beminne, Gij leven van mijnen geest. Verschijn toch aan mij, mijn grootste genoe-2:en, mijn zoetste troost, mijn leven, mijn God en mijn Heer! Laat mij U vinden. Gij verlangen mijns harten , eu mij aan U vasthouden, Gij, leven mijner ziel! U omhels ik.

-ocr page 277-

2 BS

mijn hemelsche Bruidegom en mijn alles; ü wil ik in mijn hart bezitten, Gij, zalig leven , hoogste vreugde mijner ziel! ü wil ik liefhebben , o Heer! wees mijne kracht, mijne sterkte, mijne toevlucht en mijn Verlosser, mijn heiper, een sterke toren en de zoetste hoop in eiken nood. Mijn hoogste goed, zonder 't welk niets goed is, open mijn oor voor uw woord, dat scherper is dan een zwaard, opdat ik uwe stem hqore; verlicht mijn oog, opdat het zich niet naar de wereld ^ en het aardsche keere. O eeuwig iicht, verhelder mijn blik, opdat ik ü-aileen zien moge; geef mij dien geestelijken reuk, dat ik alleen naar den geur uwer zalvingen hake en dien smaak, waardoor ik proeve en er-ikenne, hoe zoet Gij zijt, o Heer! voor die-I genen die U liefhebben. Geef mij een hart, j dat voor L1 klopt, eene ziel, die ü bemint, : een zin, die U vereert, een verstand, dat : U erkent, een wil, die naar L' verlangt. O leven, dat mij doet leven, zonder 't welk ik sterf, waar toeft gij? Waar vind ik Li, dat ik voor mij-zelven sterve, om slechts voor | U te leven? O kom, vervul mijn hart en mijne ziel, ik bemin U en zal ü eeuwig be-minnen 1 Trek mij tot ü, mijne vreugde; mijn hart springt op, als ik aanU denk. Voed en versterk mij als de spijs mijner ziel, geleid mij als mijn leidsman, wees mijn licht.

-ocr page 278-

364

mijne vreugde, mijne verzadiging. Kom in mijne ziel, opdat ik in ü raste, U erkenne en beminne. Verdrijf de duisternissen van mijnen geest, opdat ik mij zeiven vergete en U liefhebbe, mij-zelven verlate en slechts in U mij zalig voele.

Heer, God des Hemels en der aarde. Koning der eeuwigheid! neig uw oor naar mijne smeekingen en vergeef mij, wat ik als menseh door zwakheid misdreven heb. Verhoor, o Heer, dat hart, dat rouwmoedig U aanroept; zie niet op mijne zonden, maar op de smart mijner ziel. Verlos mij van mijne boo/,e werken en vergeld mij niet naar mijne daden. Ik werp mij voor uwe goddelijke milddadigheid neder; erbarm U over mij, zuchtende onder den last mijner boosheid; bevrijd mij van hare banden en genees mijne verborgene wonden, die U-alleen bekend zijn, aan U, die traag zijt in het straften , maar gereed tot erbarming. Eeik mij uwe weldadige handen trek mij uit het slijk der zonden , Gij, die het ongeluk der menschen niet wilt en niemand verwerpt, die tot U zijne toevlucht neemt. Verhoor, o Heer! mijn smeeken tot U, verlicht mij door uwe komst in mijn hart, verander mijne angsten in vreugden, verscheur het kleed mijner droefheid , stort uw geluk en uwe zaligheid in mij uit, opdat ik, met U vereend, alles bezitte, en U niet den Vader

-ocr page 279-

265

(in don lieilin-en Geest eeuwig- love en prijze. Amen.

GEBED

tot de alleuheiligste maagd, om den

heer Waardig te ontvangen.

VAN DEN n. ILDEPIIONSÜS.

Ik werp mij voor uwe voeten neder, o allerzaligste Maagd on Moedor Gods Maria! Gij die zoo voortreffelijk hebt medegewerkt met de meuschwording van Josus, opdat gij mij de vergiffenis mijner zonden, de bevrijding van al mijne boosheden on een vast vertrouwen op uwe macht verwervet. Leer mij, hoe zoet uw goddelijke Zoon is en bewaar in mij het onwrikbaar geloof aan Hem. Verkrijg voor mij, dat ik aan Hem en aan ii steeds onderworpen zij, dat ik Hem en u steeds getrouw diene, Hem als mijn Schepper, u als zijne Moeder, Hem als mijn God, u als do Moeder Gods; Hem als mijn Verlosser, u ais de medewerkster der verlossing, wijl zijne menscholijko natuur uit u genomen is. Ik smeek u dus, heilige Maagd , help mij nu, om uw goddolijken Zoon met dien geest to ontvangen , waarmode ook gij waardig waart Hem te ontvangen. Verwerf mij de genade, dat mijne zie! Hem met diou

12

-ocr page 280-

266

geest opneme, waarmede uw allerzuiverste schoot Hem outving en dat, zooals gij Jesus erkend, ontvangen en gebaard hebt; ik ook Hem in liefde erkennen, in dit Sacrament Hem waardig ontvangen en in eeuwige trouw immer met Hem vereenigd blijven moge. Amen.

OEFENINGEN NA DE H. COMMUNIE.

GEBED OM DB ZALIGE UITWERKSELEN DER H. COMMUNIE ÏE ERLANGEN.

VAN DEN II. THOMAS VAN ACJUINEN'.

Lof en eer en dank zij U, heilige Heer , almachtige Vader, eeuwige God! dat Gij mij, armen zondaar, uw onwaardigen dienaar, zonder eenige verdiensten van mijnon kant, alleen door de overmaat uwer barmhartigheid met het kostbaar Lichaam cu Bloed van uwen Zoon, onzen Heer, Jesus Christus hebt willen voeden.

Ik bid U , laat deze heilige Communie mij geene oorzaak van straf, maar een heilzaam middel ter vergiffenis zijn. Laat zij mij strekken tot een wapen dos geloofs, tot een schild van goeden wil, tot uitroeiing mijner gebre-

-ocr page 281-

2 P. 7

ken, tot onderdrukking mijner kwade lusten en begeerten , tot vermeerdering van liefde en geduld, van ootmoed en gehoorzaamheid an van alle deugden, tot eene sterke bescherming tegen alle hinderlagen mijuer ;ichtbare en onzichtbare vijanden, tot, volmaakte rust van al mijne vleeschelijke en lichamelijke bewegingen. tot onwrikbare trouw aan U , den eenen en waren God en tot een gelukkig en zalig uiteinde mijns levens. Verder smeek ik U, dat Gij mij, zondaar, eenmaal daarboven tot dien onuit-sprekelijken maaltijd gelievet toe te laten waar Gij, met uw Zoon en den H. Geest, voor uwe Heiligen het ware licht, de volledige bevrediging, de eeuwige vreugde, het voltooide geluk en de volmaakte zaligheid zijt. Door denzelfden Christus onzen Heer. Amen.

OPDRACHT VAN JESUS' VEKDIENSTEN AAN DEN HEMELSCHEN VADER.

VAU UK» H. ATJGIISTraiTS.

Almachtige God en Vader! zie, nu heb ik uw geliefden Zoon ontvangen; Hem draag ik U als het dierbaarste en kostbaarste offer op. Niets behoud ik mij zeiven voor, wat ik aan uwe eeuwige Majesteit niet opdraag;

-ocr page 282-

268

niets heb ik daar nop; bij tc voeden, want Hij n Hij is mijn Al. Neem uw goddelijken Zoon tot d als mijn Voorspreker bij U aan, Hem stel da.n.v ik als Middelaar tusscher U en mij; ik neem to Hem tot voorspraak, door wien ik hoop op y vv. de vergiffenis mijner zonden en herinner Ui verlji, daarom aan zijn allersmartelijkst lijden , dat, en ve Hij voor mij heeft doorgestaan. Ik geloof, ^ (j dat uw goddelijke Zoon onze menscbeüjke verz0 natuur heeft aangenomen, waarin Hij voor geene slagen euboeïen, hoon en bespotting, aangt quot;kruis en nagelen is teruggedeinsd. Deze WaJquot; menschelijke natuur, waarin Hij als kind lee(l;, weende, in windselen lag, in arbeid zweette,! g te zich door vasten verstierf, door waken boete weo.e-deed, op reis zich vermoeide, door geesel- we£e. slagen outvleescht werd, aan 't kruis stierf goon en heerlijk weêr verrees, — die menschelijke natuur heeft Hij in de vreugde des Hemels jvyjjD binnengevoerd en aan de rechterhand uwer hetb heerlijkheid ten troon verheven. Zie dus . zon([(. Heer! welk een Zoon Gij voortgebracht en welk een dienstknecht fiij verlost hebt. Sla uwe oogen op den Schepper en veracht het schepsel niet. Omhels den Herder en zie „ het schaapjen genadig aan, dat Hij op zijnei vel.di schouderen draagt. Zie, mijn Heer en mijn de God. de goede Herder brengt U terug, watl (üj Hem hebt toevertrouwd. Door Ü werd Hij gezonden, om mij te verlossen ; nu geeft

tot tc erbar mij b; tot g

geef berg trouv

-ocr page 283-

269

Hij mij gereinigd aan U terug ; Hij brengt tot den scliaapstftl weder, wat de roovers daarvan ontvreemd .liadden. Door Hem kom ik tot U terug, nadat ik door de zonde van U was weggevlucht, en heb ik al straffen verdiend, zoo hoop ik door Hem op genade en vergiffenis. Van mij-zelven, o Vader, kon ik ü wel beleedigen, maar mij met ü niet verzoenen; daarom is uw lieve Zoon mijn helper geworden en heeft Hij mijne natuur aangenomen, om mijne zwakheid te genezen. Wat dus bij mij de oorzaak is, dat ik U be-leedigde, is voor Hem reden, om mij met U te verzoenen. Moet Gij mij al verwerpen wegens mijne zonden, wees mij dan genadig wegens de liefde uws Zoons. Zie neêr op den Zoon en geef den knecht vergiffenis ; zoo dikwerf de wonden uws Zoons blinken , verdwijnen ook mijne misstappen; zoo dikwerf het bloed van zijn hart stroomt, worden mijne zonden uitgewischt. Daar mijn vleesch U tot toorn opwekte, laat zijn vleesch U om erbarraing smeeken, opdat, wijl mijn vleesch mij bracht tot schuld , zijn vleesch mij brenge tot genade. Veel heb ik door mijne boosheid verdiend, maar nog veel meer wordt door de liefde mijns Verlossers vergeven. O, vergeef mij dus om uws Zoons wille; ik verberg mijne koudheid in zijne liefde, mijne trouwloosheid in zijne trouw, mijne drift in

want

i Zoon m stel

: ueern' lop op: mer U| u, dat :eloof J belijke j voor! jtt.ins, Dezej 3 kind eette ,1 bootc ;eescl-stierf iielijke Icniels L uwer ! dus , 3lit en bt. Slaj lit liet: en zie p zijne

ii mijn g, wat

werd i geeft

-ocr page 284-

370

zijne zachtmoedigheid. Verbeter door zija ootmoed mijne trotschheid, door zijne goedheid mijne hardvochtigheid, door zijn vrede mijne onrust, door zijne zachtheid cu vredelievendheid mijne afgekeerdheid en haat. O, laat mij mijnen Verlosser gelijkvormig worden , Hem liefhebben, zooals Hij mij liefheeft en van nu af immer zijn leerling zijn en blijven. A.men.

GEB El) OM EEN E IIKANÜENUE M El'DE TOT JESUfci.

V.\M OEN 11. iSONAVKVi'UKA.

Doorgloei, o allerzoetste Heer Jesus, het binnenste mijner ziel met het vuur uwer teederste en heilzaamste toegenegenheid eu met eene ware, oprechte en krachtdadig heilitre liefde tot U, opdat mijne ziel alleen uit smachtverlangen naar U als vertere en van bovennatuurlijke begeerten ontvlamd, in uwe voorhoven als wegkvvijne van verlangen, om ontbonden te worden en met U te zijn. Geef. dat mijne ziel slechts hongere naarü, die het brood der Én gel en, de verkwikking der heilige zielen, ons dagelijksch geestelijk brood zijt, dat alle zoetheid van geur en smaak en alle lieflijkheid in zich bevat; dat mijn hart steeds naar U hake eu U, wien

-ocr page 285-

271

de Engelen zoo vurig wenschen te aanschouwen , geniete en mijn binnenste door uw zoeten geur vervuld worde; laat inijue ziel steeds dorsten naar U, de bron des levens, de bron van wijsheid en wetenschap, de bron van 't eeuwig licht, den stroom van het hemelsch genot, den overvloed van het huis Gods; laat zij naar U steeds verlangen , U zoeken, U vinden, naar U streven, tot U komen, aan U denken, van U spreken en alles verrichten tot lof en glorie van uwen Naam , met ootmoed en bescheidenheid, met liefde en behagen, met opgeruimdheid en ver, met volharding ten einde toe, en wees ij en Gij-alleen altijd mijne hoop, mijn heil en mijn vertrouwen, mijn rijkdom, mijn genot, mijn vermaak, mijne vreugde, mijne kalmte en rust, mijn vrede, mijne zoetheid, mijn behagen; mijne spijze, mijne verkwikking, mijne toevlucht, mijne hulp, mijne wijsheid, mijn erfdeel, mijne bezitting eu mijn schat, waarin mijn hart en inijue ziel immer vast en onwrikbaar geworteld en bevestigd blijven. Amen.

-ocr page 286-

m

UITSTOimNG l)Ell VURIGSTE LIEFDE VOOR DEN GEKRÜISTEN GODMENSCU.

VAN DEN H. FKANCISCDS XWEKIUS.

O (iod! ik miu U tooder;

Dit uiut zoozeor, opdat Gij mij zoudt zaligen , Of niet, omdat Gij hen, die IJ niet minnen , In 't eeuwig hei-vuur straft;

Maar Gij, mijn Jesus, hebt aan 't kruis Mij heel en al omvat;

Gij hebt de nagels en de lans Eu allen smaad en schande En peilloos leed en zweet eu angst, Den dood zelfs aangenomen,

En dat om mij, en voor mij, armen zondaar. Waarom dan zou ik Ü niet minnen, O allerliefste Jesus, uit heel mijn hart en

[zinnen ?

Juist niet, opdat Gij me eens ten Hemel

[op doet varen, Of niet, opdat Ge mij voor 't hellevuur zult

[sparen,

Of niet op hoop van eenig loon;

Maar zóó Gij-zelf mij hebt bemind. Zóó min ik Ü en wil ik IJ steeds minnen : Alléén wijl Gij mijn Kowimj zijt.

En wijl Gij God— mij alles — zijt.

-ocr page 287-

373

GEBED TOT DE AL LEK HEILIGSTE MAAGD.

VAN DEN ZALIGEN l'tïRUS CAMS1US.

Allerheiligste en veïhevene Maagd Maria, die, na den Schepper en Heer van alles, dieu ik zoo even mocht nuttigen , in nw maasi'de-lijken schoot ontvangen en gebaard te hebben, uwe dankbaarheid in de heerlijkste geestvervoering hebt uitgestort, en die daarna nog zuiverder in rie oogen der menschen, nog heiliger en boliagelijker zijt geworden aan God: o, bewerk toch, dat ik , door de kracht van Hem, die zich aan mij geschonken heeft, nüj-zelven geheel mijn leven lang van alle vlek van doodzonde beware, en dat ik, wel verre van mij ondankbaar te toonen jegens een zoo milddadig Verlosser, mij voortaan hierop alleen toelegge, om Hem in alles mijne onwrikbare trouw te bewijzen. Amen.

'U :

ia*-

-ocr page 288-

274

EENIGE MINUTEN BIJ III'T ALLERHEILIGSTE SACRAMENT DOORGEBRACHT.

Mijn kiud, om mij te behajreii is liet niet nooclig veel te weten, het is genoea: mij veel te beminnen.

Spreek eenvoudig met mij, zooals gij met uw besten vriend zoudt spreken.

iïebt gij niemand aan te bevelen? — Noem mij uwe ouders, uwe broeders, uwe zusters, uwe vrienden ; voeg achter ieder van die namen, wat irij verlangt, dat ik voor die personen doen zal.. .. Vraag veel, zeer veel; ik houd van edelmoedige harten, van harten, die zich zeiven vergeten, om voor anderen te vragen. Spreek mij over de armen, die ?ij zoudt willen ondersteunen, — over de zieken, wier lijden u getroffen heeft, — over de zondaars, wier bekeering gij wenscht,— over de personen, die met u in onmin zijn, en wier genegenheid prij gaarne tcrujj zoudet bekomen. Bid vurisr voor die allen. Herinner mij, dat ik beloofd iieb elk gebed, dat uit het hart opstijgt, te zullen verhooren , en zeker bidt het hart, als men gebeden stort voor hen, die men bemint en door wie men bemind wordt.

Hebt gij mij geene genaden te vragen voor u zeiven ? Schrijf, ais ge wilt al de behoeften uwer ziel op, maak er eene groote lijst van en kom mij die voorlezen met vertrouwen, met liefde.

Zes mij eenvoudig, hoe ainnelijk uij nog zijt, hoe dikwerf se u no? schuldig ma-ikt aan hoogmoed, lichtgeraaktheid, baatzucht, lafhartigheid en traagheid, aan onvoorzichtigheid in woorden en werken en vraag mij om u te hulp te komen, om de pogingen te ondersteunen , die ffii ter uwer verbetering aanwendt.

Arm kind! bloos niet: er zijn in den hemel een aantal uitverkorenen, die uwe gebreken hadden; — zij hebben tot mij hunne toevlucht srenomen en langzamerhand hebben zij zich verbeterd.

Vraag mij ook gerust tijdelijke zaken; — gaven voor het lichaam, voor den geest; gezondheid, een goed ge-

-ocr page 289-

375

heugen, het welslagen uwer ondernemingen .... Ik kan alles geven, en ik geef altijd, wanneer datgene, wat men mij vraagt, strekken kan om de zielen heiliger te maken. Wat wilt gij, dal ik u van daag zal geven , mijn kind? — Wist gij eens, hoezeer ik verlang u wel te doen! Vormt ge geene plannen? Vertel mij, wat ge

bij u zeiven overlegt, in al zijne bijzonderheden.....

waarmede houden zich uwe gedachten bezig? Wat wenscht ge ? Zoudt ge gaarne eenig genoegen verschaflen aan een broeder, aan eene zuster, aan een vriend ol* vriendin, aan diegenen, onder wie gij staat? Wat wilt ge voor hen doen ?

Zijt ge er ook niet op bedacht, om iets te doen uit ijver voor mijne eer, voor den luister der godsdienst ? Wilt gij niet een weinig het zielenheil bevorderen van uwe vrienden, van diegenen, die gij bemint en die vvj wellicht vergeten ?

Zeg mij, in wie gij belang stelt, welke beweegreden

u aandrijft, welke middelen gij wilt gebruiken ?.....

Vertel mij, waarin gij niet geslaafd zijt, en ik zal er u de oorzaak van aanwijzen. Wiens medewerking wilt gij inroepen ?

Ik ben de meester aller harten, en ik voer ze zachtjes daarheen, waar ik ze hebben wil.....ik zal u de

medehelpers geven, die u noodig zijn; wees gerust, verlaat u op mij.

Hebt gij geene moeïelijkheden ? O, mijn kind, verrel mij die moeïelijkheden in haar jjeheelen omvang; — wie heeft u leed veroorzaakt ? wie u gehinderd ? wie heeft u minachting getoond ?

Zeg mij alles, en vopüt er ten slotte bij, dat gij vergeeft, dat gij venreten zult.....en dan zal ik u zegenen.

Vreest gij iets onaangenaams? Zijt gij ook bezield met eene ongegronde vrees, met eene vrees, die wel onredelijk is, maar die toch de ziel kan kwellen? Vertrouw ten volle op mijne Voorzienigheid. Ik ben bij u, ik zie alles en zal u niet verlaten.

Zijn er om u heen harten, die u niet meer zoo sre-negen schijnen als vroeger, die u door hunne onver-

-ocr page 290-

276

scliillig:lieid bedroeven , zonder dat u bewust zijt, daartoe aanleiding te hebben ire^even, bid voor hen , en ik zal ze beter stemmen jegens u, als u dit ter zaligheid voordeelig is.

Is er niets, waarover gij u verheugt ? Waarom laat gij mij niet deelen in uw geluk? Vertel mij alles, wat u sedert gisteren vertroosting, blijdschap, vreugde verschaft heeft. Was het een onverwacht bezoek, dat u goed deed, — eene vrees, die eensklaps verdween , — een blijk van welwillendheid, dat ge ontvingt, — eene beproeving, waarin ge sterker waart, dan ge veronder-steld hadt.....

Dat alles had ik voor u beschikt, waarom zoudt ge er u niet dankbaar voor loonen, waarom niet nog eens hartelijk herhalen : ik dank U, mijn God?

13e dankbaarheid verkrijgt nieuwe gunsten; een weldoener heeft gaarne, dal men hem zijne weldaden herinnert .....

Hebt Gij mij niets te beloven ? Ik doorgrond, gij weet het, de geheimen des harten, men kan de men-schen bedriegen, doch God niet, wees dus oprecht... .

Hebt gij besloten, u niet meer aan die gelegenheid . tot zondigen bloot te stellen ? — u te ontdoen van dat voorwerp, wat u tot zonde brengt, — dat boek niet meer te lezen, hetwelk op uwe verbeelding een verkeerden indruk maakt, die vriendschap te verbreken, die u den vrede der ziel ontrooft, dat gezelschap te vermijden , wat voor u zoo nadeelig is ?

Zult gij u voortaan aanstonds minzaam, voorkomend ge-dragen jegens degenen, die u gehinderd mochten hebben ?

Dan is het goed,ga nu. ga mv dagelijksch werk hervatten ; bemin de stilzwijgendheid, wees zedig, ondergeschikt, liefderijk, tevreden met de schikkingen mijner Voorzienigheid; bemin van gmscher harte de H.Maagd, mijne Moeder, beveel u dagelijks aan den H. Joseph. En kom dan morgen tot mij met een hart nog meer vervuld van ijver en liefde.

Morgen zal ik u ook nieuwe genaden, nieuwe gunsten schenken.

-ocr page 291-

377

L J T A N I E

VAN HET

H. HART VAN JESUS.

Heer, ontferm U onzer.

Christus, ontferm ü onzer.

Heer, ontferm U onzer.

Christus, hoor ons.

Christus, verhoor ons.

Cod, hemelsehe Vader, ontferm U onzer. God, Zoon, Verlosser der wereld, ontferm U onzer.

God, Heilige Geest, ontferm U onzer. H. Drievuldigheid, één God, ontferm U onzer.

Hart van Jesus, met het Woord Gods zelfstandig vereenigd, ontferm U onzer, Heiligdom der Godheid,

Tempel dor Drieëenheid,

m Afgrond van wijsheid, £

S Oceaan van goedheid, —.

Troon van barmhartigheid, i

g Nooit uitgeputte schat,

gt; Wiens overvloed ons allen verrijkt, ^ Onze vrede en onzo verzoening, 2 ZZ Toonbeeld van alle deugden, g

Oneindig beminnend en oneindig be-

minneusvvaardig,

Springader des eeuwigen levens,

-ocr page 292-

278

Waarin do Vader zijn behagen schept, VerzoeninopaUaar voor onze zonden: Voor ons met bitterheid gelaafd, In Gethsemanc tot stervens toe benauwd.

Met verguizingen verzadigd,

Van liefde gewond,

Dat al uw bloed aan het kruis vergoot, c m Verbrijzeld om onze snood lieden, 5-S Dat nog dagelijks in liet Geheim uwer g liefde door de ondankbaarheid der 5 p zondaren getroffen wordt, cj

gt; Toevlucht der zondaren, o

quot;S Sterkte der zwakken, §

p Troost der bedrukten, §

Volharding der rechtvaardigen,

Heilbron van die op ü vertrouwen. Plechtanker voor die in U sterven. Troostvolle bescherming voor uwe vereerders ,

Zaligheid van alle Heiligen,

Onze hulp in overstelpenden nood . Lam Gods, dat wesjneemt de zonden der

wereld, spaar ons, Jesus,

Lam Gods, dat wegneemt de zonden der

wereld. verhoor ons, Jesus.

Lam Gods, dat wea'neemt de zonden der

wereld, ontferm U onzer, Jesus. Christus, hoor ons.

Christus, verhoor ous.

-ocr page 293-

279

Hart van Jesus brandende van liefde voor ons, Ontvlam in ons hart eene brandende liefde voor L1.

LAAT OXS BIDDSX.

Almachtig-e God! wij bidden U, verleen ons, dat wij, die in liet allerheiligst Hart nws üe-liefden Zoons al onzen roem stellen en daaraan de voornaamste weldaden van zijne liefde dank weten, ook in de werking' en vruchten daarvan ons mogen verblijden. Door denzelf-den Christus, onzen Heer. Amen.

TOEWIJDING AAN HET H. HART VAN JESUS.

O aanbiddelijk Hart van mijn Jesus! het teederste, het beminnelijkste en edelmoedigste van alle harten, doordrongen van dankbaarheid bij de overdenking uwer weldaden, kom ik mij geheel en voor altijd aan U toewijden. Ik wil al mijne krachten inspannen, om uwe vereering uit te breiden en om. zoo zulks mogelijk is, alle harten voor ü te winnen. O Jesus, ontvang heden mijn hart, of liever neem Gij het zelf, verander het, zuiver het, om het Uwer meer en meer waardis; te doen worden, en maak mijn hart gelijk aan het uwe, ootmoedig, zachtzinnig, geduldig, vol

-ocr page 294-

280

van heilige, van edelmoedige liefde. Verberg mijn hart met al de harten, die U beminnen, in het uwe, en iaat nimmer toe, dat ik het terugneme. Ja, ik wil liever sterven, dan ooit uw aanbiddelijk Hart bedroeven. Hart vanJe-sus! het verlangen mijns harten is, U altijd te beminnen , L altijd te eeren, U altijd te dienen, U altijd toe te behooren en in het levcu en in den dood en in alle eeuwigheid. Amen.

O Hart van Jesus, naamloos zoet.

Voor mij een ware liefdegloed.

Geef dat mijn hart ook gloeie als Gij, Voor U als vuur van liefde zij!

ACTE VAN EERHERSTELLING.

Goddelijke Jesus, Verlosser van alle men-schen ! zie. hier eenige ondankbaren ootmoedig voor U neergeknield, doordrongen van de bitterste droefheid bij het herdenken der vreese-lijke beleedigingen, welke U aangedaan zijn en nog dagelijks aangedaan worden. Gedoog, dat wij, door de oprechtheid onzer hulde, al die ondankbaarheid, waaraan wij ons schuldig erkennen, zooveel mogelijk vergoeden. — Hart van Jesus, het heiligste, het teederste, het beminnenlijkste aller harten, wathebtGij niet üedaan. om van ons bemind te worden? Voor

-ocr page 295-

281

;ra,- ons, o goddelijke Verlosser, hebt gij U van ;ii, den glans u wer goddelijke Majesteit ontdaan; iet voor ons zijt Gij mensch, zijt gij een klein oit kind geworden; voor ons hebt Gij alles ver-Je- laten, alles ten offer gebracht; voor ons hebt iijd Gij U met geesels laten verscheuren, met door-te nen laten kroonen; voor ons hebt Gij U laten het ' nagelen aan het kruis, om daar, te midden iid. van de onbegrijpe lij leste smarten, ons ter zaligheid den laatsten druppel van uw bloed te vergieten. Eu dit was nog weinig voor uwe liefde. Door eene krachtige poging uwer almacht en door eene onbegrijpelijke uitvinding , uwer goedheid hebt Gij een middel gevonden

om, ofschoon tot uwen Vader teruggekeerd, tot de voleinding der eeuwen in ons midden te wonen, om ons iis deze woestijn des levens tot troost, tot beschutting, tot lichtbaak, tot en- voedsel te verstrekken. Mijn God, kon uwe dig • almacht meer voor ons doen, dan Gij gedaan bit- hebt? — En wij, wat hebben wij gedaan, jse- om aan zooveel liefde te beantwoorden? En-zijn gelen des Hemels, staat verbaasd.... en gij , og, Machten des Hemels, siddert van verontwaar-, al ; diging. In plaats van liefde met wederliefde Idig | te vergelden, houden wij niet op Hem te ver-lart grammen. Jegens elk ander weldoener willen het wij dankbaar zijn, doch wanneer het U geldt, niet o aanbiddelijke Heiland, dan is het, alsof men ''oor I het zich tot eer rekent, om ondankbaar te

-ocr page 296-

282

wezen, om de sïrootste weldaden met den

UTOotsten ondank te verbelden.-—Ycr^ittenis ro

dan. o Jcsn», versiiffcnis ! Vergiffenis, o vrij- lu

maciitiir Vloer der wereld! Vergiffenis vooral ()

de beleedi'Jiinsi'cn uwer opperste Majesteit aan- vs

sjedaan! Vergiffenis, o onsterfelijke Koning 1 ai voor al de verguizingen, waaraan zoo vele god -

delooze wereldslaven zich jegens Ü schuldig Se

maken. Vergiffenis voorde vermetelen, die ü hi

zelfs aan den voet van uw heiligen troon te

durven trotseeren. Vergiffenis,oGod van hei- h;

Hgheid! vergiffenis voor zoo vele heiligschen- l)j

nissen, voor zoovele onwaardige Communiën. di

Vergiffenis, o goedertieren Herder, die niets di

kent dan beminnen en lijden. O vergiffenis | te ook voor ons, vergiffenis voor de bitterheid,

waarmede wij ook uw heilig Hart laven, ver- ^

giffenis voor onze onverschilligheid jegens U, ^ yf

voor onze koele en lauwe Communiën, voor y

onze oneerbiedigheid in de Kerk, voorliet ver- j 0i

zuim der H. Missen; vergiffenis voor ons zin- ' A .nelijk, onverstorven en wereldsch leven.

Getrouwe zielen, die over de ongetrouw-heden van Israël zucht, vereenigt u met mij;

komt, werpen wij ons neder voor den troon j hf

der oneindige barmhartigheid, verzuchten wij 1 ),]

samen over de wonden, aan het heilig en lief- clf devol hart van Jesus toegebracht, betreuren

wij het, dat wij een zoo teeder en beminnelijk ti' Hart hebben bedroefd.

-ocr page 297-

283

O Jesus, Lam Gods! dut dc zonden der wereld wegneemt, versfeet al onze oudankbaar-iieid , al onze misdüden, al odzc snoodheid. O laat nou- eens uw heilig bloed ter gunste van ons spreken, hot zal luider roepen dau a! onze boosheden.

Mocht de rechtvaardigheid van uw hemelsloten Vader voldoening vorderen; v/ij, die hier voor uwe voeten liggen, zijn bereid die te geven. O konden wij met onze harten de harten van allemensehen vereenigen en inliet bijzonder al de harten van de bewoners van dit huis, van deze plaats, van dit rijk, om die allen op het altaar der liefde ten offer te brengen.

Liefderijke Jesus! het gelnkke ons hierdoor de straffen, die wij zoozeer verdiend hebben, van ons af te wenden, en verzoend met uwen Vader, eenmaal waardig geacht te worden, om met U in den Hemel gelukkig te leven. Amen.

GEBED MET VOLLEN AFLAAT.

Al wie, na gebiecht en gecommuniceerd te hebben, het volgende gebed godvruchtig vooit eksig bkejlu van itEN G i k KUISTE leest en daarenboven eenigen tijd naar de meening van Z. H. den Paus bidt, verdient een vollen aflaat, weike ook aan de zielen in liet Vagevuur kan worden toesevoegd. ( Door Paus Pius IX bekrachtigd, 31 Juli 1858).

-ocr page 298-

284

amp; Jfl B E D.

Ziu , ü o-oedo en allerzoetste Jesus, ik werp mij voor uw aangezicht op mijne knieën neder en bid en smeek U met al den gloed mijner ziel, dat Gij levendige gevoelens van geloof, hoop en liefde, oen waar berouw over mijne zonden en een vasten wil, om ze te verbeteren, in mijn hart wilt drukken; terwijl ik met groote aandoening en smart uwe vijf wonden bij mij zelveu overdenk en in den woest beschouw, voor oogen hebbende, wat reeds de profeet David , van U, o goede Jesus, in den mond nam: Zij hebben mijne handen en mijne voeten doorboord, zij hebben al mijne beenderen geteld. (Ps XXI, 17 18.)

-ocr page 299-

AFLAAT-GEBEDEN.

VOOKBEREIDEND GEBED.

Almachtige en eeuwige God, ik betrouw dat mijne zonden mij in het Sacrament van boetvaardigheid zijn vergeven, wat de schuld en de eeuwige straffen betreft. Maar daar ilc aan uwe rechtvaardigheid wellicht nog door tijdelijke straffen voldoening moet geven, neem ik mijne toevlucht tct den schat der overvloedige voldoeningen van onzen Heer JesnsChris-tns , deH. Maagd en de Heiligen. Uwe Kerk , die daarvan de uitdeelster is, veroorlooft mij heden uit die onuitputtelijke bron te senie-ten, om aan te vullen, wat aan mijne werken ontbreekt. Laat mij deelen, o barmhartige God , in dien kostbaren aflaat, welken ik afsmeek. Ik verfoei op nieuw mijne zonden en ik neem mij vast voor, met de hulp uwer genade, daarin niet meer te hervallen.

GEBED TOT GOD DEN VADER.

VOOR HE VERHEITING DER IT. KEKK.

Gedenk, o eeuwige Vader, uwe Kerk, welke Gij van den beginne hebt bezeten. Ver-

-ocr page 300-

ft

heerlijk haar als de Bruid van Jesus Christus, uw eenigcu Zoou , die al zijn bloed voor haar «jestort liecft. Wil, bid ik U , haar verheffen , met zulk een glans van heiligheid doen schitteren eu met zulk een overvloed van genade vervullen, dat zij in haar strijden en lijden steeds overwinne en meer en meer haren goddelijken Bruidegom gwlijkvormig worde. Geef, dat al hare kinderen U door een levendig geloof kennen , U niet een vast betrouwen aanroepen en met altijd toenemende liefde beminnen.

Onze Vader; Wees aer/roet,; Glorie zij den Vader.

GEBED TOT GOD DEN ZOON ,

VOOR .UK UITR0l.mG ])r,K KETTERIJEN.

. O Jesus. waarachtig lichtdat allen mensch, die in deze wereld komt, verlicht; ik smeek U de duisternis, de dwaling en de scheuring te doen verdwijnen. Geef. dat allen het licht der waarheid volgen eu zich haasten, in den schoot der Kerk terug te keeren. O goede Herder, breng de verdwaalde schapen tot den schaapstal terug, opdat er maar ééne kudde en één Herder zij.

Onze Vader: Wees e/eyroet; Glorie zij den Vader.

-ocr page 301-

387

GEBED TOT JU KM H. GEEST.

VüOK UEN VREÜfi TÜSSOHEN 1»K CIIRSTESVORSTE».

O goddelijkb Geest, Geest van liefde en vrede, die zoo vele volken in de eenheid des geloofs hebt vereenigd: stort de volheid uwer genade uit over de vorsten en hunne dienaren. Vervul hunne harten luet dien geest van liefde, welken Gij op deze aarde gebracht hebt. Geef, dat zij zich nooit door eenigen hartstocht laten vervoeren; dat zij nimmer iets ondernemen tegen uwe glorie en de eensgezindheid uwer Kerk , maar zich integendeel beijveren, om de volken, die Gij hun hebt toevertrouwd, naar de vreugde des eeuwigen levens te geleiden.

Onze Vader; Wees (j eg roet: Glorie zij den Vader.

GEBED TOT DE H. DRIEVULDIGHEID.

VOOR DE VERBKEIDISG DES GELOOFS.

H. Drievuldigheid, Vader, Zoon eu H. Geest! gedenk, dat de zielen der ongeloovi-gen het werk uwer handen zijnen Gij ze naar uw beeld hebt geschapen. Dat uwe rechtvaardige toorn bevredigd worde door de gebeden dor godvruehtigezielenen der 11. Kerk. Maak een einde aan hunne blindheid, zend tot de heidensche volken apostolische mannen, die

-ocr page 302-

288

zich in uwe liefde beijveren , om het geloof onder hen te verbreiden , U te doen aanbidden en beminnen.

Onze Vader; Wees gegroet; Glorie zij den Vader.

GEBED VOOK ONZEN H. VADER, DEN PAUS.

O God , Herder en Bestuurder van allege-loovigen ! zie op uwen dienaar N, dien Gij tot Herder uvi er Kerk hebt willen aanstellen, genadig' neder ; geef hem , bidden wij U . dengenen over wie hij gesteld is; door woord en voorbeeld tot heil te verstrekken, opdat hij samen met de hem toevertrouwde kudde tot het eeuwig leven moge geraken. Door onzen Heer, Jesus Christus, uwen Zoon.

Onze Vader; Wees f/eqroet; Glorie zij den Vader.

/0

-ocr page 303-
-ocr page 304-
-ocr page 305-
-ocr page 306-