IN DE
OF
BEVATTENDE
GEBEDEN EN TEBELARINGKN DER HEILIGE HANDELINGEN EN PLECHTIGUEDEN VAN HET H. MISOFFER»
ALSMEDE
vele Litaniën en toepasselijke Aflaat- en andere Gebeden. Verzameld door J, Th, ion de Burgt» II. K. Priester.
'S.1IERTOGENBOSCII,
Ter voorkovdng van nadruk, waarhij soms aanmerkelijke veranderingen zouden kunnen ontstaan, zijn alle eehte exemplaren geteekend
Eene der levensbronnen van ons heilig Geloof is voorzeker het heilig Sacrificie der Mis: naar-^mS mate de kennis van deszelfs wezen, handelingen mt- en plechtigheden bij de geloovigen ontwikkeld is, 1 naar die mate fal hun geloof levendiger, hun genegenheid en eerbied om het bij te wonen, vuriger wezen.
Deze kennis uit te breiden, was het voorname — doel der uitgave van dit kerkboek : daartoe de verklaring der ceremoniën en heilige handelingen, welke bij het heilig Sacrificie plaats hebben; daartoe de overeenstemming der Misgebeden wat den inhoud betreft, met de getcone Latijnsche gebeden, welke de priester spreekt. (Eene woordelijke vertaling der gewone Latijnsche Misgebeden in de moedertaal, is om gewichtige redenen door de Kerk verboden.)
Aangezien in een kerkboek, behalve Misgebeden, ook andere, op onderscheidene tijden te spreken, verlangd worden, zijn onder meer andere de volgende opgenomen: vele Litaniën; bij voorkeur, ge-
VI
beden, niet door bijzondere personen opgesteld, maar kerkelijke uit het Misboek vertaald, alsmede zoo veel mogelijk zulke, welke, doordien zij met aflaten verrijkt zijn, eene kerkelijke goedkeuring hebben. Deze laatste zijn ontleend aan de olliciecle uitgaaf der „Kaccolta di orazicni e pieoperecollindulgenze. Verzameling van gebeden en vrome werken met Aflaat. Homequot;.
Met welwillende toestemming der uitgevers van eenige kerkelijke hymnen te Tilburg 1871, en te 'sBosch bij Stokvis, zijn eenige lofzangen overgenomen.
Mocht het aangegevene doel tot meerdere verheerlijking van God en 's menschen zaligheid bereikt worden 1
( p'quot; : ... ^ .. '! I , ' ƒ
Het jaar bevat 12 raaandea, ot 5i weken, en één dag, of 365 dagen en bijna 0 uren.
Viermaal G uren maken elke 4 jaren één dag uit; het jaar, waarin die dag invalt, wordt Schrikkeljaar genoemd, en bevat 306 dagen.
Behalve de groote Vaste vóór Paschen, ïijn nog vastendagen:
de „Quatertemperdagen, daags vóór Pinksteren, vóór Petrus en Paulus, vour O. L \'. Hemelvaart , vóór Allerheiligen en voor Kerstmis. Op St. Mareusdag en de Kruisdagen is het geboden, den geheelen dag vleesch te derven en te vasten tot den middag.
Overigens onderhoude men de voorschriften van elk Bisdom.
De Quatertemperdagen vallen immer op de eerste Woensdagen, Vrijdagen cn Zaterdagen, na den derden Zondag van den Advent, na den eersten Zondag van den Vaste, na Pinksteren en na Kruisverheffing.
OOCOOOOOCOCOOOCCOOOOCOCOCOOOCOOO O«Cc0C0C0 00 00 C0 00 C0C00000^1-J^
ton-'olt;oco-gt;aosü« oobsi—'ococo-^
(—quot;«COSC^OCOGO-O-^lObO»— OSOSkf».
quot;g-g-gS-ggS-S-g-g-gS-S-ëS-
►Ö aT'TS gt;-0 -Ö TS TS ^3 ►TS fT-Ö^ ^
2. 2. *2. 2. 2. 2. 2. 2. fc9 2. 2. s3 2* 2. 2.
CH
C3
— w to ^ . Üï en co o co ;
C-i
^ ff lt; C •quot;S P JJ H^ p i—i
t3 2. 2. ö B re. D O o O p co
to to co to I—'to gt;—■ to I—' ro oö~ OCOÜXOI—'COtf^J^tOd^OOOS-QtvOOi—'
D S.
CH !gt; CH ^ CH «H -quot;■-»lt;3 P^s Ca c 2. B 2. B B
® 2 0 o quot;* Oquot; co
f— to —
■ os cc ai o i
I CO O =H g
1 a Besnijdenis onzes Eeeren.
2 b Octaaf van den h. Stephanus.
3 c Octaaf van den h. Joannes.
4 d Octaaf der Onnoozele Kinderen.
5 o quot;Vigilie van Drie-Koningen.
G f Openbaring des Hoeren. Brie Koningen.
7 g 2de dag van het Octaaf.
8 a 3de ,, n »
9 b 4de „ „ „ „
10 c 5de „ ff ff ff
11 d 6de j, ff ff ft
12 e i de jj }) ff
13 f Octaaf.
14 g H. Hilarius, Biss. Bel. en Lecraar.
15 a H. Paulus, eerste Eremiet.
1Gb H. Maroellns, Paus en Martelaar.
17 c H. Antonius, Abt.
18 d Zetel van don h. Petrus te Rome.
19 o H. Canutus , Koning en Mart.
20 f HU. Pabiamis en Sebastianus, Mart.
21 g H. Agnes, Maagd en Mart.
22 a HH. Vincentius on Anastasius, Mart.
23 b li. Raymundus van Pcnnafort, Bel.
24 e H. ïimotheüs, Bisschop en Mart.
25 d Bekcering van den Apostel Paulus. 2G e H. Polycarpus, Bisschop en Mart.
27 f H. Joan. Chrysost. biss. Bel. en Lecraar.
28 g H. Agnes. (voor de tweedemaal).
29 a H. Pranc. do Sales, Biss. en Belijder
30 b H. Martina , Maagd en Martelares.
31 o H. Petrus Nolascus, Belijder.
1 d H. Ignatius, Biss. en Martelaar.
2 e Zuivering der Maagd, Maria.
3 f H. Blasius, üissoliop en Martelaar.
4 g H. Andréas Corsinus, Bisschop en Bel.
5 a H. Agatlia, Maagd en Martelares.
6 b H. Titus, Bisschop en Belijder.
7 e H. Romualdus, Abt.
8 d H. Joaunes van Matha, Belijder.
9 e H. Apollonia, Maagd en Mart. 10 f H. Scholastica. Maagd.
lig
14 c H. Valentinns, Priester en Mart.
15 d HH. Paustinus en Jovita. Mart.
18 g H. Simeon, Biss. Mart.
22 d Zetel van den li. Petrus te Antiocliië.
23 o H. Petrus Daraianus, Biss. Bel. en Leer.
24 f H. Mathias, Apostel.
26 a 2? b 28 c
Vrijdag na Passie-Zondag, het feest dei-Zeven smarten van de Maagd, Maria.
1 d
2 e
3 f
4 g H. Casimirus , Belijder.
5 a (i b
7 e H. Thomas van Aquino, Bel. on Leeraar.
8 d H. Joannes do Deo, Belijder
9 o H. Pranoisoa Romana, Wed.
10 f I1H. 40 Martelaren.
11 g
12 a H. Gregorius I, Paus, Bel. ou Leeraar.
17 f H. Patritius, Bisschop en Bel.
19 a H.Josef, Bel. en Bruideg. d. Moed. Gods
21 c H. Beuedictus, Abt.
24 f Boodschap aan de H. Maagd Maria.
Derde Zondag na Pascben, het feest der Bescherming van den H. Josef.
I s
3 a H. Fraucicus v. Paula, Belijder.
4 c H. Isidorus, Bisschop, Bel. enLeeraar.
5 d H. Viuceutius Eerrenus, Bel.
8 g
9 a 10 b
II c H. Leo, Paus, Belijder en Leeraar. 12 d
13 o H. Hcrmenogildus, Martelaar.
14 f HH. Tiburtius, ValeriaDusen Maximus.M.
15 g 10 a
17 b H. Anicetus, Paus en Mart.
21 f H. Anselmus, Bis. Bel. n Leeraar.
22 g HH. Soter en Cajus, Paus en Mart.
23 a H. Goorgius, Martelaar.
b H. Pidelis v. Sigmaringa, Martelaar. 25 c H. Marcus, Evangelist.
^0 d HH. Cletus en Marcell., Pausen en mart. 37 o H. Petrus Canisius, Belijder.. ?8 f H, Paulus a Cruce, Belijder. !9 g H. Petrus, Martelaar.
10 a H. Catliarina van Sienna, Maagd.
1 b HH. Philippus en Jacobus, Apost. 3 c H. Athanasius, Biss. Bol. cn Leeraar. 3 d De vinding van liet H. Kruis. 5 c H. Monica, Wed.
5 f H. Pius V, Paus en Bel.
6 g H. Joannes voor de Latijnsche poort.
7 a H. Stanislaüs, Bisschop en Mart.
8 b Dc Verschijn, v, d. h. Michaël, Aartseng.
9 c H. Greg. v. Naciancen, Bis. Bel. en Leer.
10 d H. Antoninus , Bisschop en Bel.
11 e HH. Nerius, Achillleus, Mart. H. Domi-
tilla. Maagd, en Pancratius, Mart.
14 a H. Bouifacius, Mart.
16 c H. Ubaldus, Bisschop en Bel,
17 d H. Paschalis Baylou, Bel.
18 e H. Venantius, Martelaar.
19 f H. Petrus Coelestinus, Paus en Bel.
20 g H. Bernardinus van Sienna, Bel.
24 d H. Maagd, Maria. Bijstand d. Christenen.
25 e H. Gregorius VII, Paus en Bel. 2G f H. Philippus Nerius, Bel.
27 g H. Maria Magdalena van Pazzis, Maagd.
28 a
29 b
30 c H. Eelix, Paus en Mart.
31 dH. Angela Mericia, Maagd.
1 e
9 f HH. Marccllinus, Petrus, Erasmus, Mart. 3 g
4 a H. Franoiscus Caracciolo , Bol.
6 c H. Norbertus, Bisschop en Bel.
9 f HH. Primus en Pelieianns, Mart.
10 g H. Margaritha, quot;nrod.. Koningin.
11 a H. Barnabas, Apost.
12 bH. Joannes van Santo Facundo , Eel.
13 c H. Antonius van Padua, Bel.
14 d H. Basilius de Groote, Bis. Bel. .en Loer.
15 e HH. Vitus, Modestus, Croseentia, Mart,
16 f 17 g
IS a HH. Marcus en Marcollianus, Mart.
19 b H. Juliana van Palconeriis, Maagd.
20 c H.Silverius, Paus en Mart.
21 dH. Aloysius van Gonzagua, Bel.
22 e H. Paulinus, Bisschop en Bel.
23 f Vigilie van St. Jan, den Hooper.
24 g De Geboorte van St. Jan, den Dooper.
25 a H. Guiiëlmus, Abt.
20 b HH. Joannes en Paulus, Mart.
27 c 4de dag van het Octaaf van St. Jan.
28 d H. Leo II, Paus en Belijder.
29 e ZïR. Petrus en Paulus , Apost.
30 f Ho gedachtenis v. d. H. Paulus , Apost.
1 f H. Aegidius, Abt.
2 gH. Steplianus, Belijder.
3 a
5 e H. Lauventius Justinianus, Bis. Bsl.
0 d
7 e
S f De Geboorte der II. Maagd, Maria. 9 g 2de dag van liet Octaaf.
10 a H. Nioolaus ran Tolentino. Bel.
11 b Ido dag van het Octaaf.
13 c 5de » jj jj
lo d Gde j) j? jj _
14 e H. l)e verheffing van iiet H. Kruis.
15 f Ssto dag der Geb. v. d. H. J.Iaagd, Maria. 1G g H. Cornelius en Cyprianus, Pans enMart.
17 a Ue Indrukk. d. H. Wonden v. d.H. Franc.
18 b H. Josef van Cupertino. Bel.
19 c H. Januarius, biss. en Mart.
20 d 11. Eustachius en gezellen, Mart.
21 e H. Matthaeus, Apostel en Evangelist.
22 f 11. Thomas van Villanova, Bis. Bol.
23 g H. Linus, Paus on Mart.
24 a Instel! v. li. orde, tor eere d. II. M., Maria,
om do verloss. d. gevang, doord.ongeloov.
25 b
26 c H. Cyprianus en Justina, Mart.
27 d H. Cosmas en Damianus, Start.
28 e H. TV enceslaüs , Mart.
29 f Toewijding aan den II. Michael, Aarts.
30 g H. Hioronymus, priester, Bel. Leeraar. .9-3 2
1 ii li. Komigius, Bis. en Bel.
2 b HH. Engelbewaarders.
3 c
4 d H. Praiicisc. van Assisic, Bel.
5 e H. Plaeidus en gezellen, mart. 6f II. Bruno, Bel.
7 gH. Marcus, Paus en Belijder.
8 a II. Birgitta, Weduwe. quot;J b H. Dionysius, Bisschop.
10 e II. Pranciscus v. Borgia, Bel.
13 1 H. Eduardus, Bol.
14 g H. Calixtus, Paus en mart.
15 a H. Teresia, Maagd.
J 7 c II. Iledwigis, Wed.
18 d H. Lucas, Evangelist.
19 e 11.Petrus van Alcantara, Bel.
20 f H. Cantius, Belijder.
21 g H. Hilarion, Abt.
OA ^ rïll-Glirysanthus en Daria, mart. ~J 0 li- Kvaristus, Paus en Mart.
27 f Vigilie.
28 g HH. Simon en Judas Apost.
4amp;J il
30 b
31 c Vigilie.
1 tl Allerheiligen.
2 e Do gedaclit. van alle goloovige overled.
3 f 3dequot; dag van het Octaaf.
4 g H. Carolus Borromacus, Bis. en Bel.
5 a 5do dag van liet Ootaal.
G b Ode „ „ ,, „
7 e / do jj j, J, „
8 d 8ste „ „ „ „
9 e Wijding d. Basiliek v. d. allorh. Verlosser.
10 f H. Andreas van Avellina.
11 g H. Martinus Bis. en lie!.
32 a H. Martinus Paus en Martelaar:
13 b H. Didacus, Bel.
14 c
15 d H. Gertrudis, Maagd.
1(J e
17 f H. Gregorius Thauraaturgus, bis. en Bel.
18 g Wijding der Basilieken v. Petr. en Paulus 1(J a H. Elisabeth, weduwe.
20 bH.Polis v. Valeis, Belijder.
21 c Opdracht der H. Maagd in don tempel.
22 cl II. Cecilia, Maagd cn Mart.
23 o H. Clemons, Paus en Mart.
24 f H. Joannes a cruco. Bel.
25 g H. Gatharina, Maagd en Mart.
20 a H. Petrus van Alcxandrië, Bis. Mart,
27 b
28 c
29 d Vigilie.
30 c H. Andreas, Apostel,
2 g-H. üibiaua, Maagd on Mart.
3 a H. Pranciseus Xaverius, Bel.
4 b H. Petrus Chrysologus, Bis. Bel. en Leer.
5 e H. Sabbas, Abt.
C d H. Nicolaiis, Biss., en Bel.
7 e H. Ambros. biss. Bel. en Leeraar.
8 f Onbevlekte Ontvang, der II. Maagd, Maria. 'J g 1 ste dag van liet Octaaf.
10 a 2de „ „ „
]1 bH. Damasus, Paus en Bol.
12 c 5de dag van liet Octaaf.
13 d H. Lucia, Maagd en Mart.
14 e 7de dag van het Octaaf.
15 f Sste dag van liet feest.
If) g H. Eusebius, Bis. en Mart.
17 a IS b-
20 d Vigilie.
21 c 11. Thomas, Apostel.
24 a Vigilie.
25 b Geboorte Cnzes Ileeren J. C.
26 n IJ. Stephanus, eerste Mart..
27 d 11. .Toaunos Apostel en Evangelist.
28 e Hll. Onnoozelc kinderen, Mart.
29 f II. Thomas, v. Kantelb., Bis. en Mart.
30 g Zondag ouder het octaaf der Geboorte.
31 a H. Silvester, Bel.
Voor deii. JMorgen.
Tracht by het opstaan stee«l« het volgende In acht te nemen :
1. Zeven uren slapen. Ij gelijk een spreekwoord zegt, genoeg voor jong en oud.
2. Bepaal een vast uur van opstaan, en zoo mogelijk, zeer vroeg; want de vroege morgen is de geschiktste tijd van den dag, om God te dienen, te stndeeren en te werken.
3. Zoodra het bepaalde uur van opstaan daar is, sta dan zonder eenig uitstel op.
4. Ontwaakt gij vóór liet bepaalde uur, boud dan uwen geest bezig met op God te denken, op beilige zaken, of wel met bidden; docb gevoelt gij lust om meer te slapen, traebt dan door bet verdrijven van elke soort van gedachte, weer in te slapen.
5. Verzuim nimmer bij het opstaan te bidden. „Hij verdient den naam van Christen nietquot; zegt de godvruelitige en geleerde Kardinaal Bona, „die „ten minste niet tweemaal daags, 's morgens cu
MORGENGEBED.
's avonds, zijn hart tot God verheft, en eenigen tijd vurig bidt.quot;
6. Gebeurt het soms, dat om dringende reden, uw gewoon morgengebed moet uitgesteld worden, verricht het dan zoodra mogelijk.
7. Beschik uwe zaken zoo, dat steeds behoorlijke tijd voor het gebed overblijve. — Hoe zeer ook iemand met bezigheden overladen is, neemt hij evenwel altoos den noodigcn tijd, om te eten en te rusten; doch veel meer moet hij tijd nemen, om 's morgens God te bidden.
(Grootcndorls genomen nlt do schriften toii den II. Kerk-leernar A/phonnu Maria do Liguorio.)
BIJ HET OPSTAAN ZEGENE MEN ZICH MET WIJWATER ZEGGENDE:
In don naam des Vaders, en des Zoons, cn des Heiligen Geestes ga ik opstaan.
MEN BIDDE VERVOLGENS ONDE» HET KLEEI'EN:
In den naam van Josus, Christus ben ik 'opgestaan; Hij zegene, besturo, beware en brenge mij tot het eeuwige leven. Amen
22
MOJIGEKGEBED.
Godoog niet o Jesus, dat ik mij hier op aarde zóó kleede, gelijk do rijke man in het Evangelie, dio door de vlammen dor hol omgeven is. Amen,
NA DAT MEN GEKLEED IS, BIDDS MEN OP DE KN1EÖN :
I. Mijn God, ik aanbid U van gansoher harto.
TI. Ik bedank U voor allo weldaden, maar vooral, omdat Gij mij, dezen nacht bewaard hebt.
III. Ik offer U o God, al mijn doen en lijden, in vereeniging mot de werken en het lijden van Jesus en Maria.
IVquot;. Ik maak het voornemen, door al mijn doen en lijden, heden alle mogelijke aflaten te verdienen.
V. Ook maak ik het besluit, heden allo zonden te vermijden, maar vooral— (/tier malce men het besluit, de zonde ts vluchten, waarin men het zwakste is.)
VI. Om de liefde van Jesus tot mij, bid ik U, o God 1 mij do genade van volharding in Uwe liotde te verleenen.
VII. Ook maak ik het voornemen, mij in alle moeilijkheden, steeds met uwen H. Wil
33
24 ItOKGINÖEBED.
te vereeiiigen 011 te zeggen: O Heer, Vio wil geschiede.
Mijn Jesus houd de hand aan mij.
GEBED TOT BE ALLEHH. MAAGD MARIA. I) Wees gegroet, enz.
O mijne Vorstin, o mijne Moeder; ik offer mij geheel aan U op; en ten bewijze, dat ik U ben toegedaan, wijd ik U van daag toe mijne oogen, mijne ooren, mijn mond, mijn hart, geheel mij zelmi. Dewijl ik ü toebehoor o mijne moeder, bewaar mij, bescherm mij als uw goed en eigendom. Amen.
GliBED TOT DEN H. EN6EL-BE1VAAKDEa. 2)
Engel Gods, die mijn bewaarder zijt, en aan wien ik door de Goddelijke goedheid ben
1) Z. H. Paus Pius IX verleende den 5 Aug. 1851, aan alle geloovigen die dit gebed 's morgens en 's avonds, na het bidden van één fiWees gsgroet» cerbiediff uitspreken;
lo. Telkens 100 dagen Aflaat.
So. Een vollen Aflaat aan die liet gedurende ééne maand, alle dagen doen, te verdienen op een dag naar verkiezing, mits Biechtende, Coramimiceerende en biddende in cene openbare kerk volgens het inzicht van Z. II. den Paus.
2) Z. 11. Paus Pius Vil, verleende den 15 Mc. 1821, aan alle geloovigen, die dit gebed gedurende ééne maand , dagelijks rouwmoediq en eerbiedig uitspreken :
lo. Telkens 100 dagen aflaat.
.MORGENGEBED.
toevertrouwd; wil mij (teen dag bewaren, verlichten, geleiden en besturen. Amen.
Na dit gebed verwekke men de Aeten van Geloof, Hoop, TAefde en Berouw, en bidde het Onze Vadergt; liet Wees gegroet, Lk Geloof1) en driemaal bet Wees gegroet, om de zuiverheid der H. Maagd Maria te vereeren.
2o. Een vollen Aflaat aan die het gedurende ééne maand dagelijks doen; te verdienen op een dag naar verkiezing; mits Biechtende, Communiceerende en biddende in eene openbare kerk volgens het inzicht der Kerk.
3o. Een vollen Aflaat in het doodsuur aan die het dikwijls in hun leven hebben gebeden.
NB. Deze Aflaten kunnen aan de zielen in het vagevuur toegevoegd worden.
1) Z. II. Paus Ben. XIII , verleende den 15 Jan. 1728 aan alle geloovigen , Godvruchtig va. van harte verwekken de acten van Geloof, Hoop en Liefde.
lo. Een aflaat van zeven Jaren en zevenmaal veertig dogen, telkens.
2o. Een vollen Aflaat aan die het gedurende een maand, dagelijks op gezegde wijze doen; te verdienen op een dag naar keuze; mits Biechtende, Commu-niceerende en biddende volgens de intentie der Kerk.
3o. Een vollen Aflaat in het doodsuur aan die alsdan deze oefeningen op gezegde wijze doen, en indien het mogelijk is, Hiechten en Communiceeren.
NB. quot;Deze Aflaten kunnen aan de zielen in het vagevuur toegevoegd worden.
25
MOKGENGEBED,
Godvruchtige Oefeningen op den dag.
GEBED BIJ HET SLAAN DER KLOK.
O God, verleen ons oen zalig uur in leven en sterven. Amen.
GEBED BIJ MOEILIJKHEDEN Of TEGENSPOED.
Heer, Gij hebt het alzoo gewild; ik wil liet insgelijks.
GEBED IN BEKOBING TOT ZONDE.
Jesus, Maria, Josef, staat mij bij.
ALS MEN IN ZONDE IS GEVALLEN OE DAARAAN ITVIJEELT.
Mijn God, liet doet mij leed, U beleedigd te kobben; oueindige Goedheid, ik zal nimmer meer zondigen.
HOE ZICH VÓÓR EN NA DEN MAALTIJD TE GEDRAGEN.
Geef acht op hetgeen Christus, de gevei' aller spijzen en onze leermeester dienaangaande zegt:
26
^IORGENGEBEI).
„Let op li zeiven, opdat uwe harten niet bezwaard worden met overdaad, dronkenschapquot; enz. De Zaligmaker at nooit, noch spijzigde anderen, dan na de spijzen gezegend en na den maaltijd zijnen Hemelschen Vader dank gezegd te hebben.
Verzuim nimmer vóór den maaltijd de zegening der spijzen, door een „Onze Vader,quot; een „Wees gegroetquot; en het kruisteeken; en mi den maaltijd, de dankzegging door dezelfde gebeden te doen.
HOE ONDER DEN MAALTIJD ZICH TE GEDRAGEN.
„Laat onsquot; zegt de H. Augustinus, „de spijzen nemen even als een zieke, die, de geneesmiddelen nemende, daarin geen genoegen zoekt, maar aan de noodzakelijkheid zich onderwerpt.quot;
Er bestaat in vele christelijke huisgezinnen een zeer loflijk en navolgenswaardig gebruik, namelijk: onder den maaltijd wordt uit een stichtend boek voorgelezen; waardoor niet alleen ijdele, cerroo-vende en onzedige gesprekken vermeden worden, maar de aanhoorders tot goede gedachten en voornemens opgewekt.
De H. Augustinus liet het lezen uit een stichtend boek nooit na; boven zijne tafel stond te lezen;
„Wien 't lust, zijns naastens eer, met booze tong to krenken,
„Weet, dat men aan dees disch, hem nooit een plaats zal schenken,quot;
27
MOKGEKGEBED,
Oudemcht over het Avondgebed en Gewetens-Onderzoek.
„Met gebedquot; zegt de H. Chrysostomns, „moeten wij den dag aanvangen en eindigen.quot;
„Wat gij op den dag gedaan hebt,quot; zegt de H. Basilius, „overweeg dat 'savonds in nw gemoed.quot;
In een tniii, waarin het onkruid niet wordt opgezoeht en uitgeroeid, zullen geene kostbare bloemen noch kruiden opkomen en groeien: doch veel minder zullen deugden aangekweekt worden in de ziel van een menseh, die door het gewetensonderzoek, zijne booze driften en zonden niet opzoekt en uitroeit.
—O—
Do volgende gebeden spreke men gcbnieM uit.
GEBED VAN DANKZEGGING AAN GOD VOOH DE WELDADEN OP DEN DAG GENOTEN.
O Alffoede God, mijn Schepper en Verlosser, U loof en prijs ik in veroeniging raat Uwe lieve Moeder, do lieilige Eugeleu en uitverkorenen; ik zeg ü dank voor alle wel-
28
AVONDGEBED. 2Ü
daden, welke Gij mij van daag en geheel mijn leven, naar ziel en lieliaam hebt bewezen.
GEBED OM LICHT BIJ 1IEÏ GEWETENS-ONDEEZOEK.
Kom Heilige Geest, en werp op mij uit den hemel, eenige stralen van uw lieht. Verlicht de duisternis van mijn geest en hart, opdat ik de zonden, welke ik van daag heb bedreven, zie, orkenne en verfoeie. Verwek daarna een acte van Berouw.
gebed van overgeving van zichzelven aan god, aan de h. maagd makia, aan den engelbewaakdek en aan den besciiehm-heiIjIge,
In uwe gezegende handen, o Heer; iu dan schoot uwer barmhartigheid, o H. Maagd, Maria, mijne lieve moeder; en onder uwe bescherming o mijn Engelbewaarder en mijn Patroon N.N., stel ik nu en altijd, mijn ziel en liebaam. Amen.
(Na deze gebeden staat men op en ontkleedt zich, herhalende middelerwijl het „Onze Vaderquot; en „Wees gegroet;quot; of wel, men overdenke het smartelijk ontkleeden van cnzeii Heer Jesus Christus.)
AVONDGEBED
Zich te bed bcgeTOnde neme men wijwater en zegge :
In den naam van onzen Heer Jesns Christus, voor ons gekruist, ga ik rusten. Hij zegene, bcsture, beware en geleide mij ten eeuwigen leven. Amen.
Op do legerstede bldde mea :
In Uwe handen o Hoer, beveel ik mijnen geest; Gij hebt mij verlost, o waarachtige God. O Engel Gods, die mijn bewaarder zijt, aan wien ik door do Goddelijke goedheid ben vertrouwd, wil mij bewaren, verlichten, geleiden en besturen. Amen.
Moge ik in Gods liefde slapen en rusten!
(Leg u daarna op de reehterzijde, met de armen kruisgewijze over de borst neder; herinner u, dat God bij u tegenwoordig is, en iioud uwen geest met godvraehtige gedachten bezig, totdat gij inslaapt.)
30
I. INSTELLING VAN HEI HEILIG SACRIFICIE DEK MIS.
Jesus Christus, ouzo Heer en God, heeft bij het laatste avondmaal, in den naeht, toen Hij werd overgeleverd, het H. Sacrificie der Mis ingesteld. Ziohzolven tot Priester in eeuwigheid verklarend, heeft Hij onder de gedaante van brood en wijn, zijn Lichaam en Bloed aan God den Vader opgedragen. Onder diezelfde gedaante heeft Hij aan zijne Apostelen, die Hij toen aanstelde als priesters van het Nieuw Verbond, zijn Lichaam en Bloed te nuttigen overgegeven, en hen en hunne opvolgers in het Priesterschap met het verrichten van hetzelfde Offer belast, zeggende: „doet dit ter mijner gedachtenis.quot;esus Christus, ouzo Heer en God, heeft bij het laatste avondmaal, in den naeht, toen Hij werd overgeleverd, het H. Sacrificie der Mis ingesteld. Ziohzolven tot Priester in eeuwigheid verklarend, heeft Hij onder de gedaante van brood en wijn, zijn Lichaam en Bloed aan God den Vader opgedragen. Onder diezelfde gedaante heeft Hij aan zijne Apostelen, die Hij toen aanstelde als priesters van het Nieuw Verbond, zijn Lichaam en Bloed te nuttigen overgegeven, en hen en hunne opvolgers in het Priesterschap met het verrichten van hetzelfde Offer belast, zeggende: „doet dit ter mijner gedachtenis.quot;
HET H. JIISOÏÏEB.
II. DOEL EN VRUCHTEN,
Door do instelling vau liet hoogheilig Misoffer wilde Christus aan zijne beminde bruid, de Kerk, een zichtbaar üffer achterlaten, wat het bloedige, op het kruis te brengen Offer, op eene onbloedige wijze zou tegenwoordig stellen; waardoor deszolfs gedachtenis tot het einde der wereld zou voortduren, en deszelfs heilzame kracht, tot vergeving der zonden, die wij dagelijks bedrijven, zou weiden toegepast. Het H. Sacrificie der Mis ia derhalve een waar en wezenlijk zoenoffer, waardoor wij barmhartigheid zullen verkrijgen en genade vinden, zoo wij met een oprecht hart, en een waar geloof, met vrees en eerbied, berouwvol en bootvaardig tot God naderen. Want de Heer, door deze Offerande verzoend, genade en de gave van boete schenkend , vergeeft misdaden en zonden, de groole niet uitgenomen. Ho H. Mis wordt dan niet alleen voor de zonden en straffen, voldoeningen en andere noodwendigheden dor levende geloovigen opgedragen, maar ook voor die in Christus overleden, en nog niet geheel gezuiverd zijn.
sa
HET II. MISOITER.
III. WIE HET II. SACRIFICIE AAN DEN HEMELquot; SC1IEN VADER OPDRAAGT.
In dc H. Mis moot men het Sacrilicio ondorsclioidon van de vele gebeden en ceremoniën, die het vergezellen. De gebedenen ceremonies geschieden door den priester. Het Sacrificie wordt op de eerste plaats door Christus zeiven opgedragen. Hij is de eerste en voornaamste Offeraar in de H. Mis; want Hij is priester in eeuwigheid; Hij heeft en behoudt den wil zijn Lichaam en Bloed in iedere Mis aan God den Vader op te dragen; het Misoffer is volgens de leer der H. Kerk één en hetzelfde met het Kruisoffer. In beide dus offert Christus zijn Lichaam en Bloed aan God, den Vader. Hij deed het zichtbaar aan hot kruis; Hij doet het op een onzichtbare wijze in do H. Mis.
Ook do priester draagt hot H. Sacrificie op; Hij is in dc H. Mis de zichtbare offeraar en dienaar van Christus. In naam en in de plaats van Christus offert hij op eene zichtbare wijze, verricht hij uitwendig de offerdaad, draagt hij een zichtbaar offer op. Hij is de offeraar van het zichtbare offer.
De geloovigen kunnen ook in zekeren zin 93 3
33
34 TIKT H. MISOrPER.
modcofferaars genoemd worden; in zooverre namelijk zij met deu priester in hot opdragen van het H. Sacrificie zich vereenigen; door b. v. de Mis te dienen, haar bij te wonen, eenige gebeden te gelijk met den priester to spreken, oene H. Mis te laten doen.
IV. GEBEDEN EN CEKESIONlëN.
De opperherders dor H. Kerk hebben geboden en ceremonies voorgeschreven, die door den priester in de li. Mis te verrichten zijn. De gebeden , die alle eene grooté Gods-vruelit en heiligheid ademen, en den geest verheffen naar God, dienen om den priester waardig en eerbiedig het li. Sacrificie te doen opdragen. Do ceremonies strekken, om de majesteit van zoo groot een Sacrificio te doen uitkomen, en door zichtbare teekenen van eerbied en godsvrucht, het gemoed der ge-loovigen tot het beschouwen der verhevene dingen, dio het Sacrificie bevat, op te wokken.
Er is eenig verschil van gebeden ba ceremoniën bij de Mis, op te dragon door de priesters dor Wostorscho eu dor Oostorsohe landen. Het wettig geestelijk gezag, door Christus over zijne Kerk aangesteld, heelt
HET II. ilISOÏTEK.
dat zoo bepaald, en kan steeds voranderins; in die gebeden en ceremonies aanbrengen. Niet in het Saerilicic kan iets veranderd worden. Het Sacrificie is niet verschillend in de verschillende wereldstreken. Overal is 't hetzelfde; overal onveranderlijk, overal is hot Lichaam en Bloed van Christus onder de gedaante van brood en wijn, net slachtoffer; overal zijn Christus en de priester de offeraars; overal wordt het Sacrificie aan God den Vader opgedragen.
V. mSKLEEDEEEJf EN HUNME BETEEKENIS.
De Miskleeren van den priester aan het altaar zijn, de amict, de alhe, de cingel, de manipel, de stool, het kasuifel.
De Amict is het eerste kleedingstuk, waarmee de priester zich, ter opdracht van het Sacrificie, kleedt. Het is een witte linnen doek, die om hals, schouders en borst wordt heengeslagen. Bij hot aandoen legt de priester hem eerst op het hoofd en bidt inmiddels: „Plaats o Heer, op mijn hoofd, den helm des heils, ter bestrijding van do aanvallen des duivels.quot; Dat gebed herinnert aan de geestelijke wapenrusting, waarvan de Apostel Paulus
35
HET H. MISOrPER.
spreekt. De amict beeldt derhalve den geestelijken helm, do geestelijke beschutting, waarmee do priester steeds bedekt moet wezen. Hij moot gedenken, dat hij do strijder bij uitnemendheid is in het rijk Gods hier op aarde, en ten strijde uitgerust, den holm des geestelijken strijds moot dragen. Deze betooko-nis kwam vroeger nog meer uit, toen die doek als een helm, het hoofd bleef bedekken, tot do H. Mis begon; op welk oogenblik hij rondom den hals werd neergelaten. In eenige kloosterorders wordt nu nog dat oorspronkelijk gebruik bewaard; men ziet don priester met dien doek, als een helm op het hoofd naar het altaar gaan.
Do Albe is het witte linnen kleed, wat geheel het lichaam tot op do voeten bedekt. Bij hot aantrekken bidt de priester: „Maak mij wit, o Heer, on reinig mijn hart, opdat ik wit gemaakt in het bloed van het Lam, de eeuwige vreugden moge genieten/' De albe derhalve verbeeldt het witte en onbevlekte kleed der gelukzaligen, wat in het bloed van het Lam gereinigd is; hij verbeeldt de reinheid, waarmee de priester aar. het altaar moet verschijnen.
De Cingol dient, om de albe op te bieden.
36
II ET II. MISOFFER.
Een slepend wit kleed zaï licht en spoedig besmeurd worden, zoo do drager niet zorgt, het op te sehorten. Tot zulk doel dient de gordel; hij beveiligt het kleed tegen bezoedeling; hij is een gordel voor reinheid. Zoo ook is de eingel der Albe; hij dient, om hein op te schorten; hij is oene waarschuwing aan den priester, om voor de blijvende reinheid van zijn wit kleed zorg te dragen. Daarom, als hij hem aangordt, moet hij bidden: „Omgord mij Heer, met den gordel der zuiverheid, en doof in mijne lendenen alle vocht van wellust; opdat de deugd van onthouding en reinheid in mij blijve.''
De Manipel hangt aan den linkerarm van den priester. Eertijds was het een gevouwen zweetdoek; thans eene strook van hetzelfde stof als hot kasuifel. De zweetdoek is een zinnebeeld van den arbeid; hij komt don noesten werkman ter verfrissing dikwijls zeer te nutte. De priester is de geestelijke werkman bij uitstek; zijn manipel verbeeldt en herinnert hem aan het arbeidzaam leven zijner roeping, wat dikwijls met verdriet en smart vergezeld gaat. Daarom bidt hij; „Moge ik dragen Heer, den manipel van geween en smarte; opdat ik met blijdschap verkrijge de bclooning des arbeids.quot;
37
HET IT. MISOFÏEB.
De Stool liangt om den hals, en daalt neer tot do knieën. Reeds vroegtijdig was de stool een oorckleed. Na nog beschouwt haar de Kerk als zoodanig, en wol als een eere-kleed, wat do eer dor onsterfelijkheid voorstelt, die wij door de schuld van onzen eersten vader hadden verloren. Zij doet daarom den priester bij het aandoen, bidden: „Geef mij weder, o Heer, het kleed dor onsterfelijkheid, wat ik in de overtreding van mijn eersten vader heb verloren, en alhoewel ik onwaardig uw H. Sacrificie nader, moge ik toch do eeuwige vreugde verdienen.quot;
Het K a s u i f e 1 is hot gekleurde kleed, wat over de andere heen wordt aangetrokken. Hot is een zinnebeeld van het juk des Hoeren, wat do priester te dragon op zich genomen heelt. Hij bidt daarom bij het aantrekken: „Heer, die gezegd hebt, mijn juk is. zoet, en mijn last is licht; maak, dat ik bet zóó kunne dragen, dat ik uwe genade verkrijge.quot;
De Miskleeren kan men ook in verband brengen met het lijden van onzen Goddslijkon Zaligmaker. Het Misoffer is één en hel,zelfde als het Ivruisoffer. De Amict kan voor ons zijn de doek, waarmede het aanbiddelijk gelaat van Christus in het huis van Cdphas
38
HET U. MISOFFER. SlJ
bedekt werd; ook de doornen kroon, in het lioofd van den Zaligmaker gedreven. De Albe het witte spotkleed, wat Hem in het huis van Herodes word aangetrokken. De Gordel kan ons herinneren aan de koorden der geesel-kolom en andere koorden, die bij zijn lijden gebruikt zijn. — De Manipel kan doen denken aan den zweetdoek van Veronica; de Stool aan den purperen spotmantel; hot Kasuifel aan het kruis en lijkkleed dos Zaligmakers.
TI. KLEUREN DER KAStTIPBLS EU HARE BETEEKENIS.
De kasuifels zijn in vijf soorten onderscheiden. Ze zijn wil, rood, groen, paarsch, zwart. De kleur regelt zich naar hot feest van den dag, naar het jaargetijde, naar de dagen van boete, naar het bijzonder oogmerk, waarvoor de H. Mis wordt opgedragen ; b. v. tor eere van do Allerh. Maagd, tot lafenis dor geloovige zielen.
Wit is de kleur dw onschuld en reinheid; zij is eigen aan de feesten van den Zaligmaker, van de H. Maagd en van Heiligen, die niet martelaar zijn.
liood herinnert aan den dood van Christus,
TIET H. MISOFFER.
aan de vurige tougon op Pinksterdag, aan het bloed der Martelaren. Daarom wordt die kleur gebruikt op do feesten van bet H. Kruis, op Pinksterdag, op feesten van Martelaren.
Groen is de kleur van hoop op vreugde en overvloed na verriebten arbeid. Zij is de kleur van Lente en Zomer, de kleur der hoop op bet genoegen, wat de zomer, en op den overvloed, dien de herfst aanbrengt. Zij wordt gebruikt van af Drie Koningen tot Septuagesima, en van af Pinksteren tot den Advent op dagen, dat geen feest gevierd wordt.
Fuarsch is voor de Kerk de kleur van boete; de kleur van den Advent, van Septuagesima tot Pasohen en op andere dagen van boete door het jaar.
'Zwart is de kleur van rouw, de kleur des doods; bestemd daarom, zoo er geen beletsel is, voor Missen van overledenen.
VII. HEI ALTAAR MET TOEBEHOOHEN.
Het Altaar is een zinnebeeld van Christus zeiven. Het verbeeldt verder den Calvarieberg, waar het bloedig Offer werd gebracht. Het Kruisbeeld volmaakt die beteekenis. — De
40
HET H. MISOFFEH.
altaartafel herinnert aan do tafel van het laatste avondmaal, waarop het onbloedig Sacrificie is ingesteld. — quot;De geheole altaartafel, of het middengedeelte, waar na de Consecratie het Lichaam des Hoeren wordt neergelegd, en de kelk met het H. Bloed staat, is van steen, in herinnering aan het steenou graf van Christus. — Het altaar is hoog, het staat verheven, reen klimt er heen met trappen; waardoor wordt aangeduid, dat men het aardsche moet verlaten, om te kunnen opklimmen tot God. — In het altaar worden eenige overblijfselen van Heiligen bewaard, ingevolge de oude gewoonte, om boven de lichamen van Heiligen het H. Misoffer op te dragen, en tevens om de voorspraak van die Heiligen tot cene eerbiedige en waardige dienstverrichting des priesters in te roepen.
Do Kandelaren met licht. Licht is eea teeken van vreugde. Licht op het altaar is een zinnebeeld van het ongeschapen Licht, van Gods Zoon, die op aarde gekomen is, om den mensch, gezeten in de duisternis van dwaling en zonde, te verlichten. Licht op het altaar, is ook een zinnebeeld van het eeuwig licht des hemels. Het licht der kerken verblijdt, het verhoogt de plechtigheden, het
41
het ir. misoiteh.
doet mot dankbaarheid en vreugde deuken aan de heilige geheimen, die hot voorstelt.
De tabellen behelzen eeuige gebeden, welke do priester niet gevoeglijk uit het Misboek kan lezen.
Hot Missaal of Misboek bevat de gebeden en H. handelingen, welke depriester onder de H. Mis moet verrichten: als ook de afzonderlijke gebeden. Epistels en Evangeliën, die hij op olkeu dag, bij de gewone gebeden der II. Mis moet voegen.
De Ampullen dienen, om den wijn en het water, bij het H. Sacrificie bonoodigd, te bevatten.
De Altaarbcl wordt gebruikt, om de geloovigen op de voornaamste doelen dor H. Mis aandachtig te maken.
viii. kelk met ïoebeiiooeen.
Do Kelk moet, althans wat hot bcvenste deel, het kuipje betreft, uit zilver, binnen verguld en geconsacreerd of geheiligd wezen. Hij dient, om den wijn te bevatten, die in het Eloed van Christus zal veranderd worden, en dat daarin tot de Nuttiging zal blijven.
Do Pateen uit zilver, binnen verguld en
42
HET II. MISOTEEn.
geconsacreerd , is als het deksel van den Kelk. Het is een plat en rond schoteltje, dat dient, om daarop eerst het brood bij de opdracht, cu na de breking dor 11. Hostie, liet Lichaam des Heerea neer te leggen. Kelk en pateen zijn volgens de gebeden bij hunne consecratie, als een nieuw graf voor het Lichaam en Bloed desHeeren; zij doen ook deuken aan het graf, waarin Christus Lichaam werd neergelegd, en aan den steen, waarraeê het gedekt werd.
Do Pal la is een vierkant wit linnen deksel, dat ter beveiliging tegen stof enz. op den kelk golegd wordt.
De Corporaai is een vierkante linnen doek, waarop eerst het Misbrood en na de consecratie het Lichaam des Heeren wordt neergelegd. quot;Vroeger grooter yau vorm dan thans, diende hij tegelijk voor palla.
Het Purificatorium (zuiverings doekje) van wit linnen, dient vooral, na de nuttiging van het H. Bloed, om don kelk na do zuivering met wijn on water, uit te droogon.
Het Velum (kelkkleed), een vierkante zijdon doek, in kleur gelijk aan hetkasuifel, is bestemd, om den kelk te dekken van af het begin der H. Mis tot aan de opdracht
43
IIBT II. MISOFFEE.
van het brood en na de Communie tot aan het einde dor H. Mis.
De Palla, de Corporaal, het Purifi-catorin m en hot Velum kunnen de doeken beduiden, waarin het lichaam des Heeren, na den dood gewikkeld werd.
IX. BEOOD EN WIJN.
Gedurende de eerste eeuwen der Kerk, offerden de geloovigcn bij liet altaar brood en wijn, ten gebruike voor hot H. Sacrifleie, voor de Communie der geloovigen en tot onderhoud dor priesters en armen. Toen het dagelijks commuuiceeren der geloovigou onder de H. Mis ai'uam, verminderden ook die offers; men begon bij voorkeur offers in geld te brengen, waardoor de priester het noodige voor hot 11. Sacrificie kou aanschaffen en in zijn onderhoud voorzien. Thans noemt men zulk offer eene aalmoes aangeboden om de H. Mis volgens het verlangen van den gever te doen opdragen, en don priester in zijn onderhoud behulpzaam to zijn.
X. LAIIJNSCIIB TAAL BIJ DE H. MIS.
Niet de gewone volkstaal wordt, in de H. Mis gebezigd. Volgons het Kerkelijk voor-
44
HET H. MISOFFER.
45
schrift moet de Latijnsclio taal in do Wester-sche, andere oude talen in de Oostersche landen gebruikt worden. ]Je meeste geloovigen verstaan die talen niet; evenwel kan gezegd voorschrift niet veroordeeld, nocb afgekeurd worden; want het Sacrificie is volgens de Goddelijke instelling eanshandeUnff, vowoclaad, en niet eene woordelijke ondsrriehting dor geloovigen. Bijgevolg is het n:et noodig de gebeden der H. Mis in de volkstaal te doen. Wel bevatten die geboden heilige, opwekkende godaohton en vermaningen; maar de Kerk voorziet in het gemis door hot bovol, dat do herders hunne geloovigen in alles, wat tot do H. Mis behoort, voldoende moeten onderrichten. — Gemeld verplichtend gebruik der Latijnsehe en andere oude talen is niet alleen niet afkeuringswaardig, hot is daarenboven zeer wijs, ton hoogste heilzaam en doelmatig, want de volkstalon zijn voortdurend aan vele veranderingen onderworpen : werd do H. Mis in de gewone volkstaal gelezen, dan zouden de geboden in hare bewoordingen en uitdrukkingen dikwijls worden gewijzigd, en daardoor blootstaan aan het insluipen van vele afwijkingen van den waren zin, aan dwalingen, aan ketterij.
44 HET n. MISOFPEE.
van het brood en na de Communie tot aan hot einde der H. Mis.
De Palla, de Corporaal, het Purifi-catorium en het Velum kunnen de doeken beduidon, waarin het lichaam des Heeren, na den dood gewikkeld werd.
IX. BEOOD EN WIJN.
Gedurende de eerste eeuwen der Kerk, offerden de geloovigon bij liet altaar brood en wijn, ten gebruike voor het H. Saerifleie, voor de Communie der geloovigen en tot onderhoud dor priesters en armen. Toen het dagelijks eommunioeeren der geloovigen onder de H. Mis afnam, verminderden ook die offers; men begon bij voorkeur offers in geld te brengen, waardoor de priester het noodige voor hot II. Sacrificie kon aanschaffen en in zijn onderhoud voorzien. Thans noemt men zulk offer eene aalmoes aangeboden om do H. M.is volgens het verlangen van den gever te doen opdragen, en den priester in zijn onderhoud behulpzaam to zijn.
X. LATIJNSCHE TAAL BIJ DB H. JII.3.
Niet de gewone volkstaal wordt ia de H. Mis gebezigd. Volgens het Kerkelijk voor-
HET II. MISOITEB.
45
schrift moet de Latijnsohe taal in do Westov-sche, andere oudo talen in da Oostersclie landen gebruikt worden. Ue meeste geloovigen verstaan die talen niet; evenwel kan gezegd voorschrift niet veroordeeld, noolï afgekeurd worden; want het Sacrificie is volgens de Goddelijke instelling eens handeling, eawedaad, en niet eeue woordelijke onderrichting dor geloovigen. Bijgevolg is het niet uoodig de gebeden der H. Mis in de volkstaal te doen. Wol bevatten die gebeden heilige, opwekkende gedachten en vermaningen ; maar de Kerk voorziet in het gemis door het bevel, dat de herders hunne geloovigen in alles, wat tot do H. Mis behoort, voldoende moeten onderrichten. — Gemeld verplichtend gebruik der Latijnsche en andere oude talen is niet alleen niet afkeuringswaardig, het is daarenboven zeer wijs, ten hoogste heilzaam en doelmatig, want de volkstalen zijn voortdurend aan vele veranderingen onderworpen ; werd de H. Mis in de gewone volkstaal gelezen, dan zouden de gebeden in hare bewoordingen en uitdrukkingen dikwijls worden gewijzigd, en daardoor blootstaan aan het insluipen van vele afwijkingen van den waren zin, aan dwalingen, aan ketterij.
HET II. MISOFFER.
Nu is dat onmogelijk, dewijl de oude talen, niet meer levende talen, onveranderlijk zijn, en derhalve do vastgestelde gebeden niet door den priester kunnen gewijzigd worden.
Ook bij de bediening der H. Saeramenten en bij andere Kerkelijke handelingen is de Latijnscho taal voorschrift, waardoor men ook in die dienstpliehten aan hetzelfde gevaar ontkomt. — Ue noodzakelijkheid, die uit de voorgestelde wet voortvloeit, dat do priester de Latijnsehe taal kenne, heeft ook dit onschatbaar voordeel, dat in Concilies en andere samenkomsten, de geestelijkheid van verschillende volken en talen onderling spreken en handelen kan, en dat de noodzakelijke gemeenschap met het hoofd der Kerk, den Paus van Rome, gemakkelijk blijft.
XI. GETKOTJW BIJWONEN DEE H. MIS.
Indien men nadenkt, wat het Misoffer is, welk doel het heeft, welke vruchten het kan aanbrengen, wie als Offeraar in do Mis handelt, voelt men zich sterk aangezet, bij dio hoogheilige Offerande zoo veel mogelijk tegenwoordig te zijn. Mochten toch alle geloovigen deszelfs voortreffelijkheid om deze redenen
46
HET n MISOmSK. 47
levendig beseffen! Hoe velen zoudenzicli beijveren, om niet sleehts op de gebodene dagen, maar ook zoo veel mogelijk eiken dag de H. Mis bij te wonen. Men zcu zorg dragen, dat zoo veel doenlijk minstens één der liuisgenooten, dagelijks aan eene H. Mis deelnam. Hoe menige land- en ambachtsman zou dezelve eiken dag komen bijwonen, niet alleen zonder sehade in zijne tijdelijke werkzaamheden; maar ook onder Gods milden zegn, tot voordeel zijner geestelijke en tijdelijke belangen.
XII. EERBIEDIG BIJWONEN.
Jesus Christus is met zijne Godlieid en menschheid in het H. Saerifieie, onder de gedaante van brood en wijn tegenwoordig; Hij biedt zich daar aan zijn hemelsehen Vader als offer voor onze zonden en schulden; duizende Engelen omgeven het altaar, loven en aanbidden Hem. Diepe eerbied derhalve, hoog ontzag, groote vrees, zoet vertrouwen, hartelijk berouw moet onder de H. Mis onze ziel vervullen. „De hemel,quot; zegt de H. Gre-gorius Naz. „gaat open, zoodra de priester de woorden dor Consecratie spreekt, en de Engelen dalen neder, om daar tegenwoordig tezijn.quot;
48 HET H. MISOFFEE.
De H. Chrysostomus schrijft: „Als de eerste „Christenen eene kerk binnentraden, kusten „zij ootmoedig den drempel, namen vervolgens „zulke stilte in acht, als of niemand in do „kerk was. De Engelen staan bij den priester, „do hemelsclie Krachten heffen hunne stemmen „aan en de Koeren der Engelen omringen „het altaar, om Hem te vereeren, die daar „wordt opgedragen; want de hovelingen van „het hemelsclie hof zullen zich wel wachten, „dien oppersten Koning alleen te laten.quot; De „Liturgie van den II. Jacobus vermaant: „Allen „moeten een diep stilzwijgen bewaren; een „ieder worde met vrees en angst bevangen; „en denke aan niets anders meer, dewijl de „Koning der koningen, onze Heer Jesus „Christus zal komen, om geslachtofferd en „tot spijs gegeven te worden.quot;
XIII. WAT TE DOEN, OM HET GODVEUCHTIG EN EERBIEDIG BIJ TE WONEN.
1. Zich zedig kleeden; steeds vóór het begin der H. Mis in de kerk aanwezig zijn; eene intentie maken of het voornomen tot welk einde men de H. Mis wil bijwonen; een berouw verwekken. 2) Den priester In de
HET H. MISOFFER.
11. Mis zoo veel mogelijk volgen; dat is: op hetzelfde oogenblik met den priester zoo veol mogelijk dezelfde gebeden doen. Is men soms met de gebeden vooruit, men waelite en bidde b. v. inmiddels het gebed des Heeren. Met den priester op de borst kloppen; mot hem het Kruisteeken maken, 200 menigmaal hij dit over zichzelven ot over de geloovigen doet. Hot hoofd buigen: a. a,ls do H. Naam in de H. Mis voorkomt; 4. onder het Confiteor, hot Oremus, de Consecratie, do Opheffing van het H. Liehaam en Bloed, het Lam Gods, lieer ik ben niet waarclir/, de Nuttiging en do laatste zegening. 3) Blijven staan onder de beide Evangelien; onder de overige doelen geknield zijn, vooral onder de Consecratie en de Nuttiging.
XIV. WAT TE VERMIJDF.N.
De oogen niet wenden naar de binnenkomenden en uitgaanden ; geen acht geven op hunne kloederen, hunne ;iouding in do kerk; ben door een of ander teeken groeten. Spreken zonder noodzakelijkheid. Lachen, onbehoorlijk neerzitten op banken of stoelen; want niets van dit alles zou men zich in 02 '4
49
HET H. MISOFFER.
het bijzijn van een aardsclien koning durven veroorloven.
Willens cn Tvotens zicli verstrooien. Zijne zitplaats verlaten, alvorens de priester het altaar afklimt.
XV. ONDERSCHEIDENE WIJZEN, WAAROP MEN
ZICTI GEDURENDE DE H. MIS KAN BEZIG HOUDEN.
De H. Kerk heeft aan de geloovigen geen bepaalde wijze of te verrichten geboden voorgeschreven, om de H. Mis bij te wonen. Zij leert ons, dat men mot een oprecht hart, met een waar geloof', met vrees en eerbied, berouwvol en boetvaardig dezelve moet bijwonen, om aan de vruchten daarvan deelachtig te worden.
Men kan onder do H. Mis den llozenkrans bidden; uit een kerkboek gebeden en Litaniëu lezen; men kan niet aandacht op de verschillende deelen der H. Mis oplettend zijn; over het lijden dos Hoeren nadenken; op elko andere godvruchtigo wijze zich bezig houden.
Zeer heilzaam en doelmatig is hot, zich met den priester te vereenigen , dat is : aan God vragen, wat hij vraagt, en met kennis
50
HET It. MISOPFEE,
der verschillende handelingea en plechtigheden , die de priester stelt, op alles nauwkeurig acht geven.
Mot dat doel zijn do volgende Misgebedon en verklaringen der heilige handelingen en plechtigheden onder de heilige Mis opgesteld.
NB. De vertaling der gewone Latijnsehe gebeden onder de H. Mis. is om gewichtige reden door de Kerk verboden.
XVI. VEKANDERENDE EN ONVEEAKDEEENDE GEBEDEN DER H. MIS.
De gebeden, welke de priester in de H. Mis gebruikt, kunnen tot twee soorten gebracht worden, namelijk: eenige zijn altijd dezelfde, eenige worden dan eens achtergelaten dan eens door andere vervangen, en zijn vooral op het feest, dat op dien dag gevierd wordt toepasselijk; men verdeelt ze derhalve in veranderende en onveranderende gebeden.
De voornaamste onveranderende zijn; Het Confiteor iot aan het Gloria. Het gebed „zuiver mijn hartquot; voor het Evangelie. De gebeden bij de opdracht van het brood en don wijn tot aan het stille gebod. De Canon. De geboden van af het Pater noster (het eerste
51
het jr. misopree.
geboii na het Agnus Dei uitgenomen) tot aan het dekken van den Kelk. Het gebed „Behage U, H. Drievuldigheid, en het St. Jans Evangelie, dit laatste op eenige dagen uitgenomen.
De voornaamste veranderende zijn: de Psalm Judica. Hot Gloria. Het gebed of do gebeden ua het Gloria. De Epistel. Het Evangelie. Het Credo, Het siillo gebed. De Prefatie. Het gebed of do geboden der Nacommume. Hot Ite Missa est. Benedioamus Domino, lioquiesoant in pace.
gebed voor den aanvang dek h. mis.
Kom Heilige Geest, vervul de harten uwer geloovigen, en ontsteek in hen het vuur uwer liefde.
gebed.
O Heer, God, die mij naar uw beeld geschapen hebt, geef mij de genade, dat ik dit heilig Sacrificie met behoorlijke aandacht en eerbied bijwonc:
1. Tot uwe meerdere verheerlijking.
2. ïot dankzegging voor alle weldaden.
3. ïot voldoening voor al mijne zonden en schulden.
sa
HEILIG SACMFICIE DER MIS. 53
4. Tot verkrijging van nieuwo genaden in mijne geestelijke en tijdelijke belangen, en tot hulp in de zaak N.
5. Tot gedachtenis van uw heilig lijden en der instelling van het allerheiligste Sacrament des Altaars.
0. Voor mijne ouders, vrionden en weldoeners, voornamelijk voor N. N.
7. Voor de overledenen, bijzonder voor de zielen van N. N.
O Heer, dat dit mijn voornemen ü behage; en verhoor mij om de verdiensten van uwen Heer, Jesus, Christus. Amen.
EN
verklaring der lieiliae Handelingen, Cermoniën of Flecliti^heden onder dezelve,
EERSTE DEEL
der gebeden, heilige Handelingen en Cermoniën of Plechtigheden onder de heilige Mis van af het Begin tot de Opdracht van brood en wijn aan God, den Vader.
Bemerking. Het Misboek bevat voor dit deel der heilige Mis, de Gebeden en Plechtigheden, waardoor hart en geest van den priester en der omstanders worden voorbereid tot een heilig en heilzaam opdragen van het H. Misoffer.
GEBEDEN ONDER DE H. MIS. 55
De priester, met de H, gewaden bekleed, en den Kelk in den linkerhand voor de borst dragend, begeeft zich, door den Misdienaar voorafgegaan naar het altaar. Na den kelk op het altaar te hebben geplaatst, daalt hij terstond de altaar-trappen af.
Denkende aan zijne onwaardigheid tot het opdragen van zoo groot een Sacrificie, gaat hij beneden aan den voet van het altaar, eene nieuwe voorbereiding beginnen. Daar beneden zal hij zich opwekken tot betrouwen op Gods hulp en barmhartigheid; hij zal daar zijne zonden in nederigheid en berouw belijden, en om vergeving voor zich-zelven en voor de geloovigen smeeken. En al wat hij daarna op het altaar tot aan de Opdracht van brood en wijn verricht, dat alles blijft strekken , om door plechtigheden, gebeden en lofzangen gt; lezingen uit het heilig Schrift en geloofsbelijdenis , voor zich en de omstanders cener heilige gesteltenis te verkrijgen.
1. DE PSALM „JUDICA, OORDEEL MIJ O GOD.quot;
(liet begin der Latijnscho gebeden, welke de priester uit het Misboek leest, wordt bij elk gebed aangegeven.)
50 GEBEDEN
(Op sommige dagon wordt deze Psalm in de H. Mis achtergelaten.)
BemeThiny. De priester bidt beurtelings met den Misdienaar, die steeds in den naam der omstanders antwoordt, dezen Psalm aan den voet van het altaar. Daar begint hij met het krnis-teeken ov_r ziehzelven te maken, zeggende tegelijk „Tn den naam des Vadersquot; enz. Hij maakt het krnisteeken, waarmede, een christen al zijne goede handelingen met vertrouwen aanvangt, als het teeken van overwinning over zijne vijanden, als het teeken van vertrouwen op de alvermogende hulp der verdiensten van Christus door het kruis behaald. Hij zegt tegelijk „In den naamquot; enz. dat is; namens en door de maeht der drie Goddelijke Personen, die door het kruis met vertrouwen willen aangeroepen worden, begin ik deze Misofferande.
In den naam des Vaders, en des Zoons, en des Heiligen Geestes. Amen.
Om U o allerheiligste Drievuldigheid, Vader , Zoon en Heilige Geest, do verschuldigde eer en aanbidding te bewijzen, willen wij heden de onbloedige Offerande bijwonen, en ons in den geest met den priester voreenigende, U deze opdragen.
Laat door uwe hulp ons hart gevoelen, wat
ONDEE DE H. MIS.
het op don Calvarieberg zou liebben moeien gevoelen, waren wij daar bij de bloedige Offerande tegenwoordig geweest.
2. HET „CONPITEOE , IK BELIJB.
lïe belijdenis en gebeden om Torgetlng-
De priester bidt diep gebogen aan den voet van het altaar, en klopt driemaal op de borst.
Bemerking. Hij is in eenc neerge'iogene hou-dine;, welke den zondigen mensch past, en berouw hebbende op de borst kloppend, belijdt hij zijne zonden, en vraagt voor zichzelven daarvan de vergeving.
Zeg even als hij en de Misdienaar het „Confiteor,quot; en klop op de borst bij de woorden „door mijne schuld, door mijae schuld, door mijne allergrootste schuld.quot;
Ik belijd aan God almachtig, aan de heilige Maria, altijd Maagd, aan den heiligeu Michael Aaitsengol, aan den heiligen Joannes den Dooper, aan do heilige Apostelen Petrus en Paulus, aan alle Heiligen en aan u broeders, dat ik zeer gezondigd heb met gedachte, woord en werk, door mijne schuld, door mijne allergrootste schuld. Daarom bid ik de heilige Maria, altijd Maagd, den heiligen
57
58 GEBEDEN
Michael Aartsengel, don heiligen Joannes den Dooper, de heilige Apostelen Petrus en Paulus, alle Heiligen en u broeders, voor mij te bidden bij den Heer, onzen God. Amen.
(Herhaal met den Misdienaar het „Confiteor,quot; en in plaats van broeders zeg „ Vader.quot;
3. HET MISEKEATUE, „OKTFEEME ZICH.''
De priester biddend rltht zich op^ doch Is terstond neergebogen.
Hij vraagt voor zich en de omstanders vergeving der zonden.
O God, verleen ons de kostbare gaaf van berouw en vergilTenis, welke Gij zelfs aan de grootste zondaars beloold hebt, wanneer hij voor U en voor den priester zijne zonden belijdt en berouw heeft, ü, die de oneindige goedheid zijt, beleedigd te hebben. Amen.
4. HET GEBED „ATJFEIl A NOBIS, NEEM VAN ONS WEG.quot;
Do prioster biddend klimt het altaar op.
Hij vraagt de genade, waardig aan het al'.aar te verschijnen.
Gelukkig hij o God, die in zijne zwakte door uwe hulp gesteund, waardig wordt, uwe
ONDER BE H. MIS.
heilige verblijfplaats ia te gaan, U daar ie bezoeken en te aanbidden: verleen ons, o Heer, die genade. Amen.
5. HET GEBED „ORAMUS TE, WIJ BIDDEN U.quot;
De priester bidt netrgeboercn in bet midden van het altaar en kust het*
Bemerhing. In heiligo vress neemt hij eene ootmoedige, neergebogene houding aan, en blijft een oogenblik bidden. Vervolgens kust hij de altaartafel, om zijne liefde en zijnen eerbied te betuigen tot de plaats, waar hij het Goddelijk zoenoffer zal opdragen, en tót de Heiligen, van wie overblijfselen daar rusten, om hen als bijzondere beschermers en voorsprekers te nemen ter vergeving zijner zonden.
Verwaardig U o God, ons door do tusschen-komst der Heiligen, de genade der verzoening met U te vorleenen, welk op aarde het begin is van den vrede, welken uwe Heiligen in uwen schoot daar genieten. Amen.
0. DB „INTROÏTUS , INGANG.quot;
Bemerking. Als de priester naar het altaar gaat, wordt in eene gezongene Mis, door het koor een lofzang of onderrichting aangeheven, welke
59
GEBEDEN
na liet altaar gekust te hebbeu, door den priester aan de Epistelzijde herhaald wordt. De inhoud, gewoonlijk uit liet H. Sehrift genomen, is toepasselijk op het feest, dat dien dag gevierd wordt.
Aan het gebruik, dien lofzang of die onderrich-ting op dit oogenblik aan te heffen, wordt de naam „Introïtus, Ingangquot; (tot het altaar) ontleent.
De priester begeeft zich naar do «Epistelzijde» van het altaar, aizoo geheet en, omdat aan die zijde do «Epistel» gelezen wordt. Hij maakt het kruisteeken.
Gij hebt, o Heer, bij de Heiligen van liet Oude quot;Verbond, een vurig verlangen opgewekt, uwen eenigen Zoon, ter verlossing van het verloren menschdom, naar de aarde te zien afdalen: deel ons een weinig van dat verlangen mede; en verleen, dat wij, ondanks de ellende en moeilijkheden van dit leven, in ons een heilig verlangen ontwaren, ons met TJ door eene vurige liefde te vereenigen. Amen.
7. HET „KYllIE ELEISON, HEER ONTEEHM TJ ONZER.quot;
De prletter bidt aan .lo Epistelzijde f in het midden van bet altaar.
Hij bidt gezamenlijk met den Misdienaar, driemaal om ontferming tot God don Vader, driemaal tot God den Zoon, driemaal tot God den Heiligen Geest.
Heer ontferm ü onzer. Heer ontferm U onzer. Heer ontferm U onzer.
60
OHDEK DE H. MIS.
Christus ontferm TJ onzer. Christus ontferm TJ onzer. Heer ontferm U onzer.
Heer ontferm U onzer. Heer ontferm U onzer. Heer ontferm U onzer.
S. DE LOFZANG „GLOKIA IN EXCELSIS DEO ,
HEEIILIJKHEID AAN GOD IN UET ALLERHOOGSTE.quot;
(Deze lofzang wordt op sommige dagen in de H. Mis achtergelaten.)
De priester staat In het midden van hel altaar.
Bemerking, Het begin van dezen lofzang werd door do Engelen bij de geboorte van den Zaligmaker gezongen; het vervolg is in latere tijden, door de Kerk er bij gevoegd, Het geheel is eene lof- en dankzegging aan de allerheiligste Drievuldigheid voor de verlossing van ,het mjnschdora.
Bij de eerste woorden strekt de priester de handen uit, verheft ze, en voegt ze weer samen. Tn dit gebaar ligt„ de uitdrukking eener vurige liefde tot de hemelsehe dingen, die men zou willen in bezit nemen en omarmen.
Meermalen buigt de priester het hoofd, ten teeken van innige aanbidding en dankzegging. —-Bij de laatste woorden maakt hij over zich het kruisteeken, wat eene nieuwe bede is om
öl
GEBEDEN
barmhartiglieid, die hij zoo even iu dezen lofzang aan den Verlosser gevraagd heeft, door de verdiensten van zijn lijden en kruis, te verkrijgen.
Heerlijkheid (zij) aan God in het allerhoogste. En. vrede op aarde aan de mensehen van goeden wil.
Wij loven IJ,
Wij verhellen U,
Wij aanbidden ü.
Wij verheerlijken U,
Wij danken U om uwe groote heerlijkheid, o Heer, God, hemelscheKoning, God, Vader almachtig.
O Heer, eeniggeboren Zoon, Jesns, Christus. O Heer, God, Lam Gods, Zoon des Vaders, dat wegneemt de zonden der wereld, ontferm ü onzer; dat wegneemt de zonden der wereld, neem onze smeeking aan; die zit aan de reehterhand des Vaders, ontferm U onzer; want Gij alléén zijt de Heilige, Gij alléén de Hoer, Gij alléén de allerhoogste o Jesus, Christus, met den Heiligen Geest in de heer-Ljkheid van God, den Vader. Amen.
62
ONDER DE H. MIS.
9. HET „DOMINUS VOBISCUM, DE HEER (Zij) MET IJ.quot;
Bemerking. De priester kust het altaar, wat Christus verbeeldt, om van den Heer den vrede te ontvangen, welken hij aan de omstanders wen-schen zal: zich naar hen keerende, zegt hij „de Heer (zij) met u,quot; en strekt tegelijk de handen tot hen uit, als genegen, om hm alle goed te schenken j alle goed : want indien i wat de priester toewenscht) de Heer met ons is, bezitten wij alles. In dat goed wordt vooral beoogd de genade, om met hen goed te kunnen bidden , en de beste gesteltenis te verkrijgen gedurende het H. Misoffer.
Door den Misdienaar antwoorden de omstanders „En met uwen gunst,quot; wat zeggen wil: ook de Heer zij met u , om waardig en verdienstelijk het H. Misoffer op te dragen.
10. IIET GEBED OF DE GEBEDEN AAN DE EPISTELZIJDE.
Bemerking, De priester noodigt de omstanders uit, om gezamenlijk te bidden, hij zegt „Oremus, Laat ons bidden,quot; hij maakt inmiddels eene hoofdbuiging , en strekt de handen uit tot het Christusbeeld, ten teeken van eerbied en betrouwen op de hulp van Christus. — Biddend houdt hij de handen uitgestrekt cn opgeheven: wat de uit-
63
64 GEBEDEN
drukking is van een vurigen wenscli, om verhoord te worden. Na eindiging van liet gebed of dui' gebeden antwoordt de Misdienaar „Amen,quot; wat ' soms beteekent „liet zij zoo,quot; soms „liet is zoo,quot; dat afhangt of iets gevraagd of beleden is.
O Heer, verleen ons door do voorspraak dor allerheiligste Maagd eu Moedor Gods Maria en van alle Heiligen, alle genaden, welke de priester, uw dienaar, voor zich en voor ons afsmeekt: ons niet zijn gebed ver-eenigende, verzoeken wij U, ook genadig neer te zien op allen, voor welke wij verplicht zijn te bidden; verleen ons allen o mijn God, al die genaden, welke Gij weet, dat wij behoeven, om de eeuwige zaligheid te verkrijgen; wij verzoeken U deze gunsten in don naam en om de verdiensten van Jesus, Christus, onzen Heer, die met IJ leeft cn regeert, in de eenheid van don Heiligen Geest; door alle eeuwen der eeuwen. Amen.
11. DE EPISTEL.
De priester plaatst de handen op het altaar of cp het boek.
Bemerhing. Hij verlaat zijne biddende houding, om cene lezing uit het H. Schrift te doen, toepasselijk op het feest van den dag. Aan het slot antwoordt de dienaar „Deo gratias, Gode (zij)
ONPrB DE H. MIS.
danlc,quot; wat «eggen wil: wij danken U God, voor de heilzame les, ons door uw woord gegeven.
O God, boven zoo vele andereu, die nog in de duisternis dor dwaling verkeeren, Lebben wij liet geluk, uwe heilige wet te kennen; uit geheel ons hart onderwerpen wij ons daaraan; met eerbied zullen wij luisteren naar de Godspraken, welke Gij out door uwe Profeten ea Apostelen hebt verkondigd, en met allo onderwerping, welke de inenscli aan zijnen God verschuldigd is, zullea wij dezelve vereeren.
13. HEX (JKADTJALE, DE PEOSB OF HïilNE.
Do priester houdt stseils de handen op het aitaar of op het buek geplaatst.
Bemerking. Na het eindigen van de Epistel leest de priester een gezang, dat in verband staat jnet liet feest, dat gevierd wordt, en is daarvan de uitdrukking. Eertijds werd dat gezang door den voorzanger, op de trappen van een gestoelte of verhevene plaats bij het altaar aangeheven; van daar de benaming „Gradualequot; van het Latijnsche vfooxh-gradus, trap.
De „Prose of Hymnequot; is een berijmd gebed, waarin het eigenaardige van de gevierde geheimnis of van het feest vermeld wordt; dit heeft plaats 92 5
65
GEBEDEN
op enkele feestdagen, zoo als Pasclien, Pink steren, heilig Sacramentsdag, op bet feest der Zeven smarten der Moeder Gods en in de Missen voor overledenen.
Uwo lessen, o Heer, onderwijzen en behagen ons, en doen ons hopen, ü eenmaal inden hemel, ons vaderland, te zullen zien.
13. HET GEBED „MUNDA COa MEUM, ZUIVEB MIJN HAKT.quot;
De priester is diep neergebogen in hel mhidnn van hot aitaar.
Bemerking. (liet boek wordt omgedragen.)
Als verkondiger van bet Evangelie of Gods woord aangesteld, vraagt de priester, alvorens bet te lezen, dat God zijn bart en lippen reinige, om geheel zuiver, met veel ijver en liefde zieb van die taak te kwijten; bij bidt daarom neergebogen voor het altaar.
ü Hoor, verlicht ons verstand en zuiver ons hart, opdat wij do lessen van uw heilig woord mogen kennen en getrouw nakomen; behoed ons voor ongelool, waardoor in onze dagen zoovele christenen besmet worden, en straf ons nimmer, door ons list licht des geloofs te ontnemen. Amen.
cc
ONDER DE II. MIS.
14. HET EVANGELIE.
De priester gaat naar de Evangeliezyde Tan het altaar, zoo
geheeten, omdat dat daar bet ETangelie wordt gelezen,
Bemerhing. Aan de Evangeliezijdc gekomen, wensclit hij eerst aan het volk „de Heer zij met u wat door den Misdienaar in den naam des volks wordt beantwoord „En met uwen geest/' Daarna zeggende „Het begin of het vervolg van het Evangelie volgens Matthëus „of Joannes'1 enz,, maakt hij vier kruisjes: het eerste op het boek bij het begin van het Evangelie; ten teeken, dat het bevat woorden of een levensverhaal van Christus, voor ons gekruist. Het tweede op het voorhoofd, den zetel der schaamte: ter belijdenis, dat hij zich niet zal schamen over de leer des kruises. Het derde op den mond: om te beteekenen, dat hij de leer des kruises zal belijden door woorden. Het vierde op de borst, om te beduiden, dat hij de leer van den Gekruiste in zijn hart zal bewaren, haar beminnen en haar in beoefening brengen. Tevens zijn de drie kruissen een gebed, om door de kracht der verdiensten van Christus kruis, zich niet te schamen over die lec-r, haar steeds te belijden, te beminnen en beoefenen.
Om datzelfde tweevoudig doel — belijdenis en bede — maken ook de geloovigen een kruis op
67
GEBEDEN
barmliartiglieid, die hij zoo even in dezen lofzang aan den Verlosser gevraagd heeft, door de verdiensten van zijn lijden en kruis, te verkrijgen.
Hoerlijklieid (zij) aan God in hot allerhoogste. En vrede op aarde aan de mensehen van goeden wil.
quot;Wij loven U,
Wij verhellen U,
Wij aanbidden U,
Wij verheerlijken U,
Wij danken U om uwe groote heerlijkheid, o Hoer, God, hemelsche Koning, God, Vader almachtig.
O Heer, eeniggeboren Zoon, Jesns, Christus. O Hoer, God, Lam Gods, Zoon des Vaders, dat wegneemt de zonden der wereld, ontferm U onzer; dat wegneemt de zonden der wereld, neem onze smeeking aan; die zit aan de rechterhand des Vaders, ontferm TJ onzer; want Gij alléén zijt de Heilige, Gij alléén de Heer, Gij alléén de allerhoogste o Jesus, Christus, met den Heiligen Geest in de heerlijkheid van God, den Vader. Amen.
62
ONDER DE H. MIS. 63
9. HET „DOMINUS VOBISCUM, DE HEER (zij) MET U.quot;
Bemerking. De priester kust het altaar, wat Christus verbeeldt, om van den Heer den vrede te ontvangen, welken hij aan de omstanders wen-schea zal; zich naar hen keerende, zegt hij „de Heer (zij) met uen strekt tegelijk de handen tot hen uit, als genegen, om hun alle goed te schenken; alle goed : want indien 'wat de priester toewenscht) de Heer met ons is, bezitten wij alles. In dat goed wordt vooral beoogd de genade, om met hen goed te kunnen bidden , en de beste gesteltenis te verkrijgen gedurende het H. Misoffer.
Door den Misdienaar antwoorden de omstanders „En met uwen gunst,quot; wat zeggen wil: ook de Heer zij met u , om waardig en verdienstelijk het H. Misoffer op te dragen.
10. HET GEBED OF DE GEBEDEN AAN DE EPISTELZIJDE.
Bemerking. De priester noodigt de omstanders uit, om gezamenlijk te bidden, hij zegt „Oremus, Laat ons bidden,quot; hij maakt inmiddels eene hoofdbuiging , en strekt de handen uit tot het Christusbeeld, ten teeken van eerbied en betrouwen op de hulp van Christus. — Biddend houdt hij de handen uitgestrekt cn opgeheven: wat de uit-
m
fi-1 GEBEDEN
drukking is van een vurigen wenscli, om verhoord te worden. Na eindiging van het gebed of di..,lt; gebeden antwoordt de Misdienaar „Amen,quot; wat soms beteekent „liet zij zoo,quot; soms „liet is zoo,quot; dat afhangt of iets gevraagd of beleden is.
O Heer, verleen ons door de voorspraak der allerheiligste Maagd eu Moedor Gods Maria en van alle Heiligen, alle genaden, welke de priester, uw dienaar, voor zieh en voor ons afsmeekt: ons met zijn gebod ver-oenigende, verzoeken wij U, ook genadig neer te zien op allen, voor welke wij verplicht zijn te bidden: verleen ons allen o mijn God, al die genaden, welke Gij weet, dat wij behoeven, oin do eeuwige zaligheid te verkrijgen; wij verzoeken U deze gunsten in den naam en om da verdiensten van Jesus, Christus, onzen Heer, die met IJ leeft en rejeert, in de eenheid van den Heiligen Geest; door alle eeuwen der eeuwen. Amen.
11. DE EPISTEL.
ï)fc priester plaatst de handen op het altaar of op het boek.
Bemerking. Hij verlaat zijne biddende houding, om eene lezing uit het TT. Schrift te doen, toepasselijk op het feest van den dag. Aan het slot antwoordt de dienaar „Deo gratias, Gode (zij)
OJiPFE DF. H. 3118.
dank,quot; wat ïeggen wil: wij danken U God, voor de heilzame les, ons door nw woord gegeven.
O God, boven zoo vele andoren, die nog in de duisternis der dwaling verkeeren, hebben wij liet geluk, uwe heilige wet te kennen: uit geheel ons hart onderwerpen wij ons daaraan; met eerbied zuilen wij luisteren naar de Godspraken, welke Gij ont door uwe Profeten ea Apostelen hebt verkondigd, en met alle onderwerping, welke do menseli aan zijnen God verschuldigd is, zullen wij dezelve ver-ceren.
12. HET GEABTJALE, DE PKOSE OP HÏSINE.
De priester houdt stseils de handen Op het altaar of op het buek geplaatst.
Bemerking. Na het eindigen van de Epistel leest de priester een gezang, dat in verband staat met liet feest, dat gevierd wordt, en is daarvan de uitdrukking. Eertijds werd dat gezang door den voorzanger, op de trappen van een gestoelte of verlievene plaats bij het a!taar aangeheven j van daar de benaming „Gradualequot; van het Latijnsche woord gradus, trap.
De „Prose of Hymnequot; is een berijmd gebed, waarin het eigenaardige van de gevierde geheimnis of van het feest vermeld wordt; dit heeft plaats 92 5
65
GEBEDEN
op enkele feestdagen, zoo als Paschen, Pink steren, heilig Saeramontsdag, op liet feest der Zeven smarten der Moeder Gods en in de Missen voor overledenen.
Uwe lessen, o Heer, onderwijzen en behagen ons, en doen ons hopen, U eenmaal inden hemel, ons vaderland, te zullen zien.
13. HET GEBED „MUNDA. COK MEUM, ZUIVEB MIJN HAKT.quot;
De priester is diop neergebogen in hel midden van hot aUunr.
Bemerking. (liet boek wordt omgedragen.)
Als verkondiger van het Evangelie of Gods woord aangesteld, vraagt de priester, alvorens het te lezen, dat God zijn hart en lippen reinige, om geheel zuiver, met veel ijver en liefde zich van die taak te kwijten; hij hidt daarom neergebogen voor het altaar.
U lieer, verlieht ons verstand en zuiver ons hart, opdat wij de lessen van uw heilig woord mogen kennen en getrouw nakomen; behoed ons voor ongeloof, waardoor in onze dagen zoovele christenen besmet worden, en straf ons nimmer, door ons het licht des geloofs te ontnemen. Amen.
oc
ONDER DE H. MIS.
14. HET EVANGELIE,
De priester gaat nnar de Evangeliezyde Tan hot altaar, zoo
geheeten, omdat dat daar het ETungelie wordt gelezen,
Bemerking. Aan de Evangeliezijdc gekomen, wenscht hij eerst aan het volk „de Heer zij met u jquot; wat door den Misdienaarin den ncam des volks wordt beantwoord „En met uwen geest.quot; Daarna zeggende „Het begin of het vervolg van het Evangelie volgens Matthëus „of Joannesquot; enz., maakt hij vier kruisjes: het eerste op het boek bij het begin van het Evangelie; ten teeken, dat het bevat woorden of een levensverhaal van Christus, voor ons gekruist. Het tweede op het voorhoofd, den zetel der schaamte: ter belijdenis, dat hij zich niet zal schamen over de leer des kruises. Het derde op den mond; om te beteekenen, dat hij de leer des kruises zal belijden door woorden. Het vierde op de borst, om te beduiden, dat hij de leer van den Gekruiste in zijn hart zal bewaren, haar beminnen en haar in beoefening brengen. Tevens zijn de drie kruissen een gebed, om door de kracht der verdiensten van Christus kruis, zich niet te schamen over die ledr, haar steeds te bölijden, te beminnen en beoefenen.
Om datzelfde tweevoudig doel — belijdenis en bede — maken ook de geloovigen een kruis op
67
GEBEDEN
het voorhoofd, den mond en de borst. —Zij staan, terwijl de priester het Evangelie leest of zingt: ter belijdenis, dat zij bereid zijn, de lessen ea het voorbeeld van Christus in hunne handelingen te volgen.
Het Evangelie geeindigd hebbend, betuigt de priester door het Evangelie te kussen, zijne grooto liefde en ingenomenheid met Christus leer en levensdaden.
De dienaar, in naam der omstanders God dankend voor de zaligmakende les van het Evangelie, zegt „Lof (zij) U Christus.quot; — Nadat de priester het Evangelie gekust heeft, bidt hij, dat het vocr-gelezene Evangelie vrachten moge dragen; dat die heilzame woorden ons tot berouw mogen bewegen, en alzoo kwijtschelding onzer zonden verwerven.
Wij richten ons op o opperste Wetgever, om le betuigen, dat ■wij bereid zijn, de eeuwige waarheden, welke in het Kvangelic vervat zijn, ten koste van ons levea te verdedigen. Gij leert ons, dat niet allen, die zeggen: Hoer, Heer, of slechts het Evaugelie met den mond belijden, het rijk Her hemelen zullen ingaan; maar dat alléén zij het zullen bezitten, wier werken gelijkvormig ziju aan uwe geboden; verleen ons door do genade,
68
OKDEll DE n. MIS.
dat wij zóó getrouw uw Goddelijk woord mogen vervullen, als Gij ons standvastigheid inboezemt, om bet te gelooveu. Helaas, welk nut zon het ons aanbrengen, wanneer wij voor U verschijnen zullen, wel geloofd, doch geene goede werken beoefend te hebben: onze veroordeeling zou zwaarder, en ons eeuwig lot vreeselijker wezen.
O Barmhartige God, oordeel ons niet volgons den voortdurenden strijd, welke er tussohen uwe leering en onze handelingen heeft plaats gehad; en geef ons uwe hulp, om te le\en volgens uwe leer. Amen.
15. HET „CItEBO.'' DE GELOOFSBELIJDENIS.
(Het wordt op sommige dagen in de H. Mis achtergelaten.)
De priester doet de Gcloofsbelüdenls In hel middeu tan het altaar.
Bemerking. Hij leest de Geloofsbelijdenis, opgesteld door de Apostelen, heeft de Kerk haar later verklarend uitgebreid, ter oorzake van ketterijen aangaande God, den Vader, en God, den Zoon, en God, den Heiligen Geest. — Bij het uitspreken der woorden „Ik geloof in één God,quot; heft de priester de handen op en voegt ze weer
69
GEBEDEN
samen, daardoor beteekenend zijne innige liefde tot God, en de verheffing van zijn geest naar het hemelsche. — Bij de woorden „En Hij is mensch geworden,quot; knielt hij: hierdoor aanduidend de groote vernedering van Gods Zoon in zijne aardsche geboorte, en onze diepe aanbidding. — Bij de laatste woordenquot; En het leven dor toekomende eeuw,quot; maakt hij over zich het kruisteeken : belijdend aldus, dat het eeuwige leven slechts verwacht kan worden uit de verdiensten van Christus, aan het kruis verkregen.
Ik geloof in één God, Vader almachtig, maker van hemel en aarde, van alles wat zichtbaar en onzichtbaar is.
.En in één Heer Jesns Christus, eenig-geboren Zoon Gods; en uit den Vader geboren vdór alle eeuwen; God van God, licht van licht, waaraehtigen God van den waarachtigen God. Geboren, niet gemaakt, medezelfstandig met den Vader; door wien alles gemaakt is. Die om ons mensehen, en om onze zaligheid is nedergedaald van de hemelen. En Hij is vleesch geworden door den Heiligen Geest uit de Maagd Maria : Eu is mensch gcwoiden. Gekruist is Hij ook vooi- ons; onder Pontius Pilatus heeft Hij geleden , en is Hij bcgraren. En Hij is verrezen op den derden dag volgens
70
ONDEE DE H. MIS.
de Schriftuur. En Hij is opgeklommen ten hemel: Hij zit aan de rechterhand des Vaders. En weder zal Hij komen met heerlijkheid oordeelen de levenden en dooden: wiens rijk geen einde zal hebben.
En in den Heiligen Geest Heer en levendmakend; die uit den Vader en den Zoon voortkomt, die met dea Vader en den Zoon tegelijk aangebeden ea verheerlijkt wordt; die gesproken heeft door de Profeten.
En ééae. Heilige, Katholieke en Aposto-lieke Kerk.
Ik belijd één doopsel tot vergeving der zonden.
En het leven der toekomstige eeuw. Arnen.
TWEEDE DEEL
der Gebeden, heilige Handelingen en Plechtigheden onder de II. Mis, van at' de Opdracht of aanbieding van brood en wijn aan God den Vader, tot aan het slot van het stille Gebed of tot aau de Prefatie.
Bemerking. Alles wat tot nu toe heeft plaat 3 gehad, is eene gezamenlijke Godsdienstige oefening van den priester en de omstanders, dienende om eene heilige gesteltenis in belden op te wekken. Deze
71
GEBEDEN
du verondersteld, gaat de priester brood en wijn, door eene herhaalde opdracht of aanbieding aan God den Vader, afzonderen en bestemmen, om in het midden der H. Mis in het Lichaam en Bloed van Christus veranderd te worden, en die Hij nis offer aan zijnen Vader zal aanbieden.
]. HET „DOMINUS VOBISCUM, ]gt;E HEER (ziJj MET U.
Dit deel der H. Mis begint met een weder-keerigen wcasch van Gods hulp, door den priester en de omstanders,
2. HET „OFPERTORirnvr, DE OFFERING, OFFERGEBED.quot;
Bemerking. „Het woord „0^fertorium,' beteekent Offering 3 Offergebed, en wordt aan eene spreuk of onderrichting uit de heilige Schrift gegeven, welke op het geheim of op het feest, dat gevierd wordt, toepasselijk is, en na het Evangelie of het Credo door den priester wordt gelezen. De naam daarvar. is aan liet volgende ontleend. In de eerste eeuwen der Kerk, terwijl op dit oogenblik de zangers een of meer heilige spreuken zongen, kwamen processiegcwijze eerst de mannen en dan de vrouwen, brood en wijn bij den ingang van het priesterkoor aanbieden, en daar werden deze offers door den subdiaken ontvangen.
72
ONDER DE II. MIS.
Na het offeren werd zooveel brood en wijn aan het altaar gebracht, van het overige brood en den wijn afgezonderd en bestemd voor het Misoffer en het groot getal Communiecanten, die toen dagelijks communiceerden, als noodig was. Het overige werd voor andere dagen, voor het onderhoud der priesters en armen bewaard.
Het lezen of zingen van deze spreuk of onderrichting is in voege gebleven; doch het offeren of aanbieden van brood en wijn doDr de geloovigen is afgeschaft. Thans neemt de priester brood, dat is cenc ongeconsacreerde 1) hostie mede; die hostie is rond, uit zuiver tarwemeel, helder wit en met een kruisbeeld gemerkt. Wijn uit druiven geperst, wordt ten vereischten tijde, door den Misdienaar overhandigd.
73
O God, zuiver ons hart van allo zonden en ongeregelde neigingen; stort daarin eene vurige liefde: opdat wij gezamenlijk met den priester, het Sacrificie van uwen Goddelijken Zoon, die zich weldra aan ü zal offeren, waardig mogen aanbieden.
((Hostie» is de naam, welken wij aan hel ofler-brbod gewoonlijk geven, omdat het besiernd is om veranderd te worden in het Lichaam des Heeren, het aSiachtofferquot; ivan het Nieuwe Verbond).
3. de opdracht of aanbieding van bbood,
bekoodigd voor de consecratie, aan
god den vader.
'Bemerking. Zoo even is gezegd, dut de priester brood en wijn voor het Sacrificie bestemd, door eene herhaalde opdracht of aanbieding aan God den Vader opdraagt, om in het Lichaam en Bloed van Christus veranderd te worden, enz.
Dat opdragen is een heilig en plechtig afzonderen van dat brood en dien wijn, ten gebrnike voor het Sacrificie. En dat herhaaldelijk opdragen of aanbieden staat in verband met een tweevoudig doel van het II. Misoffer: het wordt namelijk opgcoli'erd ter vergeving der zonden; het wordt ook opgedragen ter gedachtenis van Christus dood, verrijzenis en hemelvaart. Daarom wordt in dc eerste opdracht van het brood en den wijn gebeden, dat het Offer ons moge strekken tot vergeving en zaligheid; en in dc andere opdracht na de handen-wassching, wordt gebeden, dat aangenomen moge worden het Offer, wat wij brengen ter gedachtenis van Christus lijden, verrijzenis en hemelvaart.
4. het „5uscipe, aanvaard heilige vader.quot;
Bemerking, Na het „Offertoriumquot; ontdekt de priester den Kelk, en spreidt het Corporaal voor
74
zich open. Hij lioadt de ongeconsacreerde hostie of het Misbrood, op de pateen geplaatst, hemelwaarts, vermits dit God wordt aangeboden. Hij wendt de oogen naar boven, omdat hij God aanspreekt; doch terstond ziet hij naar beneden, omdat hij gaat bidden, dat het Sacrificie moge strekken tot vergeving zijner zonden en alhr geloovigen en ootmoediglijk erkennen een onwaardig dienaar van het H. Offer te zijn.
Heilige Vader, almaclit.igo, eeuwige God, wij bieden U gezamenlijk met den priester het brood en het, aanstaande Offer aan, waarbij liet brood iu het Lichaam van uwen Zoon Jcsus Christus zal veranderd worden. Wij smeoken uwe barmhartigheid af voor de zouden van don priester, van alle omstanders, van alle mijne nabestaanden, en van allo geloovigen, zoowel levenden als dooden. Amen.
Bemerhing. Aan het einde der Opdracht, maalct de priester met de pateen het kruisteeken over het voorgedeelte van het Corporaal, en legt daar het offerbrood of de hostie neder als op het kruis , waaraan Christus zich zeiven als zoenoffer voor onze zonden aan zijnen Hemelschen Vader heeft opgedragen.
75
GEBEDEN
4. HET SCHENKEN VAN W]JN IN DEN KBLK.
Het gebed «Deus, qui humanae substanliae dignitatem, God die de waardigheid der menschelijke natuur.quot;
De priester schenkt aan de Epi-stdzgde den wyn in den kolk, eaToegt er na het gezegend te hebben een weinig water by.
Hij vraagt, dat hij en de omstanders door het H. Bloed, eenmaal aan de Goddelijke natuur mogen deelachtig worden.
Bemerking. De wijn is bestemd, om door de Consecratie in het Bloed des Heeren veranderd te worden. Een weinig gezegend water wordt bij den wijn gevoegd, om daardoor hot voorbeeld van Christus te volgen, die op het laatste avondmaal vermoedelijk den wijn met water gemengd heeft; verder nog om voor te stellen het water ea Bloed, die uit de zijde van Christus aan het kruis gevloeid zijn; en eindelijk, om aan te duiden, dat het geloovige volk, wat door het water verbeeld wordt, door de verdiensten van den gekrnisten Christus, mot Hem, die door den wijn wordt aangeduid, vereenigd is.
O God, verleen ons, dat, even als hier wijn met een weinig water innig vereenigd wordt, wij door liet heilig Bloed, ■vaariu dc wijn terstond zal veranderd worden, een-
70
OKDER DE H. MIS. 77
maal mot uwe Godheid vereenigd mogen wezen.
5. BE OrDHACIIT OF AANBIEDING VAN WIJN AAN GOD, DEN VADEK.
Het gebed «Offerimus tibi Domino, Wij bieden U Hoer».
Do priester staat in het miilden Tan het altaar.
Bemerking. Gedurende dit gebed hondt de priester de oogen hemelwaarta tot God gericht: want daarin maakt hij geene melding van zijne zonden; daarin komt geen enkel woord voor, wat hem bewegen zon, het oog naar beneden te wenden. — Even en met hetzelfde doel, aU met de pateen, waarop het brood, zegent hij nu met den kelk, het middendeel van het Corporaal, waar hij den kelk neerzet.
Hij bidt, dat hot goddelijk Bloed, waarin de wijn weldra veranderd zal worden , tot voor Gods troon opstijge tot zijn heil, van alle omstanders en der geheele wereld.
Wij bieden U, o Heer, gezamelijk met den priester den wijn aan, die weldra in hot goddelijk Bloed zal veranderd worden: eu sraeeken U, dat liet voor het aanschijn uwer
GEBEDEN
goddelijke Majesteit bevallig opstijge tot heil van ous en der geheele wereld. Amen.
Ö. DE OPDRACHT VAN DEN PRIESTER EN DER OMSTANDERS VAN ZICHZELVEN AAN GOD DEN VADER.
Het gebed «In spiritu humilitatis, In een geest van nederigheid.»
De priester bidt ueergnbogcn.
Hij biedt zichzelven en de omstanders aan God aan en verzoekt de genade van berouw en barmhartigheid.
Bemerkiry. Hot brood en de wijn zijn aan God opgeofferd, om in het Lichaam en Bloed van Christus veranderd te worden, en alzoo om een Goclo behaaglijk offer te wezen. De priester gevoelt wat nog ontbreekt, namelijk; heiligheid in zichzelven, heiligheid in de omstanders. Hij zegt, dat hij, bedienaar van het goddelijk Offer, wenscht nooit gezondigd te hebben; hij wenscht de omutanders rein te zien: hij vreest, dat het offeren door zijne hand aan God mishage, en dat gebrek aan ver-eischte gesteltenis, de toepassing belette der vruchten vaa het Saerifieie. Daarom bidt hij in smcequot; kende houding, zich neerbuigend, de handen samenvoegend en op het altaar geplaatst, de genade van berouw en barmhartigheid af.
O God, stort in ons een nederig en berouwvol
78
ONDEU DE H. MIS.
hart: opdat het de offergiften, eu het aanstaand Offer, voor zoover het ons oiïer is, u behaaglijk zijn.
7. DE AANHOEPING VAN GOD, DEN HEILIGEN GEEST.
Het gebed «Veni Sanctificator, Kom Heiligmaker.»
De priester richt handen en oogen ten hemel, en maukt een kruin over het hrood en den wijn.
Bemerking. Het brood en de wijn zijn nn door de opdracht aan God den Vader, afgezonderd en bestemd ter verandering in het Lichaam en Bloed van Christus. Alle heiligmaking wordt aan God den Heiligen Geest toegeschreven ; daarom wordt hier de Heilige Geest gebeden, de offergiften te willen zegenen, dat is, te willen veranderen in het Lichaam en Bloed van Christus, en deze als een bevallig Offer van ons te willen aannemen. — Smeekend en biddend den Heiligen Geest, richt de priester handen en oogen ten hemel; ook maakt hij een kruis over het brood en den wijn: want door de kracht en verdiensten van Christus kruisdood, hoopt hij den zegen te erlangen, dien hij vraagt.
O Goddelijke Geest, die heilig maakt: heilig deze giften en het aanstaand Sacrificie, op-
79
GEBEDEN
dat wij daardoor vele hemelsclie zegeningen erlangen.
8. DE HANDEN WA SSCHING AAN DE EPIS-ÏBLZIJDE.
Do Tnalm „L.iTabo , Ondor de onBchuidlgen.quot;
Bemerking. Met opgehevene, samengevoegde handea, begeeft zich de priester naar de Epistel-zijde, om de uiteinden van daim en wijsvinger te wasschen biddende den Psalm XXY —• De handen opheffen en te zamenhonden is eene uitdrukking van eerbied; daarom doet de priester dat altijd onder de heilige Mis, tenzij een gebed of eeaige handeling hem een ander gebruik der handen voor-sehrijve. — Gezegde afwassching gesehiedt, om de gedeelten der vingers, die de H. Hostie zullen aanraken, van alle vlekken te zuiveren. — In geestelijken zin hetcekent zij, dat de priester ook van de minste zondenvlek zich moet zuiveren.
O God, verwaardig U, onze ziel van alle vlekken der zonden te reinigen; vernietig in haar de minste onvolmaaktheid, ea maak haar door uwe hulp één zoo zuiver, ala zij was onmiddelijk na hot heilig Doopsel. Verleen ons o Heer, de genade, dat wij ons nimmer, teu koste onzer ziel hechten aan zondige
80
ONDER DE H. MIS.
dingen; dat wij ontvluchten de gevaarlijke vermaken, die den mensoh verlagen en bedwelmen; dat wij nimmer zoeken de goederen, welke de zie! in het eeuwig verderf storten; dat wij nimmer trachten naar wereldsche grootheid, welke zoovele rampzalige slacht-ofTers maakt; opdat wij U steeds met eene zuivere ziel mogen dienen en beminnen. Amen.
9. DE OPDRACHT OE AAKBIEDING VAN HEI BROOD EN DEN WIJN AAN DE ALLEll-HEILISSTE DEIEVULDIGIIEID.
Het gebed «Suscipe Sancta Trinilas, Aanvaard Allerheiligste Drievuldigheid.»
De prlcsler keert naar Let middon ran het nltnar terug; wendt de ougen een oogenblik hemelwaarts; en is biddend neergebogen.
Bemerking. Het heilig Sacrificie der Mis, even als het Sacrificie des kruises, wordt eigenlijk tot God den Vader gericht. Om die reden is ook liet brood en de wijn, bestemd ter verandering in 's Heeren Lichaam cn Bloed, aan God den Vader aangeboden. Evenwel wordt het II. Sacrificie aan geheel de H. Drievuldigheid opgedragen, dewijl om de eenheid van wezen der drie Goddelijke Personen, geene vercering kan gebracht worden aan den Vader, zonder dat die gebracht wordt 92 G
81
GEBEDEN
tegelijk aan den Zoon en den Heiligen Geest-Overeenkomstig die muirlieid, heeft nu aan de allerheiligste Drievuldigheid eene uitdrukkelijke opdracht plaats van het brood en den wijn, alsmede van het Sacrificie, dat ter herinnering aan Christus' dood, verrijzenis en hemelvaart zal worden opgedragen.
Aanvaard, o heilige Drievuldiglieid, de offergiften , en liet heilig Sacrificie, hetwelk wij ü zullen aanbieden tot gedachtenis van het lijden, der verrijzenis en hemelvaart van onzen Heer Jesns Christus, opdat wij daardoor het eeuwige leven bekomen. Amen.
.10 HET „OKATE EBATBES, BIDT BKOEDEES.quot;
De priester kast het altanr, ea keert zich tot do omstanders.
Bemerking, Hij noodigt de omstanders uit, om te bidden, dat zijne en hunne toekomstige opdracht of aanbieding van het Sacrificie Gode aangenaam zij. Het altaar stelt Christus voor; de priester kust het uit eerbied en liefde tot Christus. — Zich keerend tot de omstanders zegt hij „Bidt broeders,quot; en strekt inmiddels de handen uit, en voegt ze weer samen: alsdus een gebaar van dringende uitnoodiging toevoegende aan zijne woorden. De dienaar antwoordt en bidt in naam der aanwezigen.
82
ONDER DE H. KIS. 83
Ja, eeuwige Vader, dat het Sacrificie, voor zoover liet is ons work en van den priester, U behage: opdat Gij daardoor verheerlijkt, én ons heil én uwer heilige Kerk vermeerderd worde. Amen.
11. HET STILLE GEJiED.
De priester bidt ia stilte, met opgeherene iinmlen , éón of meer gebeden*
Bemerking. Dit gebed strekt genoegzaam in alle Missen, om God te verzoeken, dat Hij gunstig de offergiften en het aanstaand offer aanneme, met het oog op liet geheim, of onder aanroeping van den Heilige, wiens gedachtenis dien dag wordt gehouden.
Maak ons, o Hoer, deelachtig aan al de genaden, welke U de priester iu het stille gebod voor ons vraagt: wij veroenigen ons geheel met hem, en vragen ü al, wat hij vraagt, om de verdiensten van onzen Heer Jesus Christus. Die met U leeft eu heerscht in de eenheid van den Heiligen Geest, door alle eeuwen der eeuwen. Amen.
GEBEDEN
der Gebeden, heilige Handelingen en Plechtigheden onder de heilige Mis; van af de Prefatie tot aan den Canon.
Bemerking. Het Misboek schrijft voor dit deel der heilige Mis eenige plechtigheden en ecne uit-noodiging tot de omstanders voor, om hunne ziel tot God te verheffen, en Hem in vereeniging met de Engelen, een dank- en aanbiddinglied aan te bieden, ten einde Hem voor alle goddelijke weldaden, en vooral voor het groote wonder, dat terstond door de Consecratie zal plaats hebben te danken en te loven. Met luider stem sluit de priester het stille gebed, om de omstanders op deze uitnoodiging meer indachtig te maken.
1. DE PREFATIE, INLEIDING OF VOOREEDE TOT DEN CANON
Bemerking. Prefatie beteekent Inleiding, Voor» rede, Voorwoord; zij bevat een gezang, iat eene inleiding of voorwoord is tot de Gebeden, heilige Handelingen en Plechtigheden van den Canon of het allerheiligste deel der Mis, waaronder de Consecratie en het allerheiligst offer van Christus aan zijnen hemelschen Vader plaats heeft. In iit lied van dank en aanbidding vereenigt de priester zijne
84
ONDEK DE H. MIS.
stem met het koor der zalige geesten in den hemel; zeggende „De harten omhoogquot; duidt de priester ook deze uitnoodiging aan, door de opheffing der handen, — Bij de woorden „Laten wij dankzeggen aan den Heer, onzen God,quot; voegt hij uit eerbied de handen samen, en wendt de oogen hemelwaarts, om te beduiden, wien hij dank zegt; en terstond de oogen nederig neerslaande, maakt hij eene hoofdbuiging, ter vereering van G-od, dien hij noemt.
Biddend met opgehevene handen, zet hij de Prefatie tot aan het „Sanctusquot; voort.
Eeuwige Vader, liet oogeublik, waarop uw Goddelijke Zoon, Jesus Christus, onze Zaligmaker, uit den liemel zal afdalen, is aanstaande. Niets wat aardscli is moet ons bezig houden; reinig ons hart door het vuur uwer liefde, opdat het slechts behagen seheppe in heraelsohe zaken.
Door welke dankbaarheid zullen wij immer uwe ontelbare weldaden kunnen erkennen; doeh vooral de weldaad van dat Zoenoffer, hetwelk eiken dag, en zelfs duizendinalen eiken dag, voor ons de offerande vernieuwt, welke hot eens op den Calvarieberg heeft opgedragen, om voor ons barmhartigheid te verwerven.
85
SEBEDEN
O Eeuwige Vader, om Jesus Christus, uwen zeer beminden Zoon, verheerlijken wij U, en bieden U gezamenlijk met alle Engelen onze dankzegging aan; laat toe, dat wij zondaars onze loftuigingen met de hunne vereenigen, en dat wij in verrukking van vreugde, dankbaarheid en verwondering uitroepen :
2. HET „SANCTUS, HEILIG.quot;
Depriester Is neergebogen en hondt de hsnden saamgeroegd.
Dc Misdienaar geeft met de bel een teeken., dat de Canon gaat beginnen.
Bemerking Het „Sanctus,, of het driemaal herhaald „Heilig,quot; is eene voortzetting der Prefatie ; het is een lofzang ter aanbidding der allerheiligste Drievuldigheid, welke met eene nederige houding behoort gepaard te gaan.
Heilig, heilig, heilig is de Heer, God der Heirscliareu;
Hemel en aarde zijn vol van zijne heerlij kheid.
Dat de gelukzaligen Hem loven in den h emel!
3. HET „BENEDICTUS, GEZEGEND.'1
De priester richt zich op, en maakt het brnisteelon.
Bemerking. Deze lofzang, insgelijks mi;t de Prefatie verbonden is eene toejuiching der Joden,
86
ONDER DE H. MIS.
toen zij Christus bij zijne intrede in Jerusalem vergezelden. — Zeggende „Gezegendquot; rielit zieli de priester op ten teeken van vreugde. — Hij maakt over zieli eea kruis, belijdend, dat wij aan den zegen van Christus, door de verdiensten van zijnen kruisdood, deelachtig worden.
Gezegend zij Hij, die op aarde komen zal, God en Heer: even als die Hem afzendt.
der Gebeden, heilige Handelingen en Plechtigheden onder de H. Mis, van afliet Tl eg in des Canons tot aan het Slot bij het «Pater Noster, Onze Vader.»
Bemerking, Het eerste deel der heilige Mis, „de voorbereidingquot;, bevatte Gebeden en Plechtigheden, ter opwekking cener heilige gesteltenis in den priester en in de omstanders. Het tweede deel „de Opdracht of Aanbieding van brood en wijn,quot; omvatte Gebeden, heilige Ilaudelingen en Plechtigheden, dienende om de offergiften of brood en wijn af te zonderen en te bestemmen ter verandering in het Lichaam en Bloed van Christus. Het derde deel hield Gebeden en Plechtigheden in, ter voorbereiding van den priester en der omstanders tot den Canon of het allerheiligste deel der Mis. Het vierde deel omvat de Consecratie
87
GEBEDEN
of verandering van liet brood en den wijn in het Lichaam en Bloed van Christus; daarenboven houdt het in Gebeden en Plechtigheden vóór en na de Consecratie.
Het Misboek bevat voor dit deel der heilige Mis, de Gebeden, heilige Handelingen en Plechtigheden, die den Canon vormen. Het woord Cako» is uit de Grieksche taal overgenomen, en beteekent Regel, Richtsnoer: omdat de Canon de onveranderlijke heilige Handelingen of den regel bevat, volgens welken de Consecratie of de verandering van het opgedragen brood en den wijn in het Lichaam en Bloed van Christus plaats heeft. Het is het allerheiligste deel der Mis, omdat daarin de Consecratie geschiedt, en llod de Zoon zich aan zijnen Hemelschen Vader aanbiedt of offert, om voor ons op nieuw geslachtofferd te worden.
De Canon bevat de Consecratie en zes gebeden, welke tot even zoovele onderscheidene doeleinden gedaan worden.
EERSTE DEEL VAN HET EERST3 GEBED DES CANONS.
ftïe igitur, ü dan.»
De priester strekt smeekciul de hauden nit eu vereen.gt ze; wendt de oogen ten hemel, huigt zich vervolgens diep ieder : spreukt de eerste Moorden vn:i den Cuuon nil; kust het altaar; maakt driemaal het krnlsteeken overhel brioden den nyn en gaut vervolgens Toert met bidden.
Bemerking, Het uitstrekken en vereenigen der
88
ONDER DE TI. MIS.
handen, het opslaan der oogen naar den hemel, het bidden diep neergebogen, dat alles is eene uitdrukking van een zeer vurig en nederig verlangen, om verhoord te worden. De kus is een vernieuw dteeken van kliramenden eerbied en liefde tot het altaar en tot Christus, die weldra daar zal nederdalen. — De priester vraagt :n dit eerste gebed, dat God de Vader het aanstaand offc r vu n het Lichaam en Bloed des Heeren, waarin de offergiften (brood en wijn) weldra zullen veranderd worden, door de verdiensten van zijnen gekruisten Zoon, goedgunstig gelieve aan te nemen voor de geheele heilige Kerk, en wel bepaaldelijk voor den Paus N. N., voor N. N, den Bisschop der plaats, voor alle overige bestuurders der Kerk, als ook voor alle priesters, die aangesteld zijn om het Katholiek en Apostoliek Geloof te verspreiden en te handhaven.
In het tweede gebed vraagt de priester, dat God het Offer aanneme voor eenige bepaalde personen, voor de omstanders en voor hen , voor welke zij bidden ; in het der de \ dat God de opgedragene offergiften verandere in het Lichaam en Bloed des ITeeren,
In het eerste gebed na de Consecratie biedt de priester het opgedragen Offer aan voor die de heilige Communie zullen ontvangen; in het tweede voor de overledene geloovigen; in het derde voor zich en de omstanders.
89
GEBEDEN
Wij smoekon U gezamenlij k met den priester, o goedertierenste Vader, om Jesua Christus, uwoa gekruisteu Zoou, onzen Zaligmaker het goddelijk Offer genadig aan te nemen en te zegecen; hetwelk wij U zullen aanbieden tot heil uwer heilige Katholieke Kerk, vooral voor onzen Paus N. N..., onzen Bisschop N.N., alle bestuurders en voortplanters van het heilig Geloof.
HET TWEEDE DEEL VAN HET EERSTE GEBED DES CANONS.
«Memento, Gedenk» Het gebed over de levende geloovigen.
De priester verheft en vereenlgt smeekend de handen, nm God te bidden dat lly het aanstaand Offer aanm'mi' tot liell van eenige bijzondere |iersonen welke hy nadenkt. Vervolgens strekt hy do handen Moderura uit, om (iod te verzoeken, dat 11^] het offer ook aanneme tot heil van alle omstanders die het voor zich of voor anderen met den priester of dragen.
Wij bevelen, o Heer, in uwe barmhartigheid vooral aan N. N., en allen, voor welke wij uit rechtvaardigheid, erkentenis ot liefde verplicht zijn te bidden; ook allen, die hier tegenwoordig zijn, en U deze Offerande voor zich of voor hunne nabestaanden aanbieden.
90
onder de h. mis.
dekde deel van het eeeste gebed des
canons.
Gommunicantes, «In gemeenschap.»
De priester bidt met opgeheven handen , doch \ereenigt zo by helslot \an dit gebed dei Canons.
Bemerking. De heilige Kerk wetende, dat God ten gevalle en op de bede der Heiligen, zijne uitverkorene vrienden, verleent wat wij zondaars niet zouden durven vragen, doet den priester de gemeenschap der Heiligen, als zijnde ledematen der Kerk, en hunne voorspraak inroepen, opdat God het Offer met meer bevalligheid aanneme tot heil van hen, voor welke hij dit in de twee eerste deelen verzocht heeft. — Aan het einde van dit gebed vereenigt de priester de handen, daardoor uitdrukkende het groot verlangen, om verboordde worden.
En opdat ons gobod o God, U bevalliger zij, beroepen wij ons op onze vereeniging met de heilige Maagd Maria, den heiligen Josef, alle Apostelen, Martelaren, Belijders, Maagdon en alle Heiligen: zie neer op hunne verdiensten, en verleen ons, dat wij door hunne hulp verhoord worden; doch vooral door de verdiensten en tusschenkomt van Jesus Christus, onzen Verlosser. Amen.
91
GEBEDEN
TWEEDE GEBED DES CANONS.
«Hanc igilur oblationem, Deze oirerande dan.»
De {triester biddend t strekt de hauden u5t over het brood en den wya.
Beyierkiticj. Xn het Oude Verbond werd den priester gekst, do handen te leggen op den kop van het offerdier, dat ten offer zijner zonden moest geslacht worden, om daardoor duidelijker uit te drukken, dat hij het dier met zijne zonden belastte en daarvoor offerde. —- Biddend om verzoening en tijdelijkeu en eeuwigen vrede voor alle aanwezigen en alle Christene geloovigen, plaatst de priester in denzelfden geest de handen op de offergiften, aanduidende, dat hij God verzoekt, het Offer aaxi te nemen als een offer voor de zonde, en om hier en in het ander leven met Hem in vrede te leven.
Wij smeoken IJ, o Heer, do hulde gunstig aan te nemen, welke wij in vereeniging met den priester door dit Oller bewijzen: verleen ons als vrucht daarvan, dat Gij hot welgevallig gelieft aan te nemen, en dat Gij ons en alle christen geloovigen den tijdelijkeu en eeuwigen vrede schenkt, door Christus, cnzeu Hoer. Amen.
Ü2
ONDER DE II. quot;.MIS.
DERDE GEBED DES CANONS.
«Quam oblationem, Welke opdracht.»
De priester mankt drie kruisen crPzamenlyk over het brood cn den iriyn, één afzonderlijk over het brood en één over den wfln.
(De Misdienaar geeft een leeken met de bel, dat de Consecratie gaat beginnen.)
De priester bidt, dat het goddelijk Offer voor allen moge worden een zegen, eene aanneming of inschrijving in het boek des levens; dat die zegen blijvende zij; dat hij ons gedrag redelijk make en bevallig aan God; dat tot ons heil of voordeel de verandering van het brood en den wijn geschiede. Hij maakt bij die beden een kruis over het brood en den wijn;daardoor belijdend, dat slechts uit de verdiensten van Christus' Kruisdood, wat gevraagd wordt kan verkregen worden. Bij de woorden „opdat zij voor ons het Lichaam en Bloed worden van onzen Heer,quot; maakt hij een kruis afzonderlijk over het brood en een afzonderlijk over den wijn, omdat krachtens de woorden der Consecratie, het brood in het Lichaam , en de wijn in het Bloed van den gekruis-ten Christus veranderd, en de scheiding van het Lichaam en Bloed op den Calvarieberg wordt aangeduid.
Wij bidden U, o God, deze opdracht, welke
93
GEBEDEN
dc priester ü Looft aangoboden, to willen zegenen en bevallig aannemen; opdat zij door de Consecratie voor ons worde oene bron van vele genaden, en een krachtig middel voor onzo oenwigo zaligheid, door onzen Heer, Jesns Christus. Amen.
DE CONSECEA.TIE
of verandering van het brood en den wijn in het Lichaam en Bloed van Christus.
Bemerking. Het vorige gebed geëindigd hebbend, gaat de priester tot de Consecratie over, waardoor het brood in het Lichaam en de wijn in het Bloed des He eren veranderd worden, en krachtens de de woorden der Consecratie Christus' Lichaam van zijn Bloed gescheiden wordt, en Hij Zijn Lichaam en Bloed aan Zijnen Hemelschen Vader opdraagt.
Van het brood en den wijn blijft door de Consecratie niets meer over, dan de gedaantej dat is, de kleur, de smaak enz.
Door de Consecratie van het brood en dan wijn wordt de instelling van het heilig Sacrament des altaars, en de scheiding van Christus Lichaam en Bloed of Zijnen kruisdood herdacht.
Eerst consacreert de priester het brood; aanbidt dan knielend het Lichaam van Christus, en heft
94
ONDEll DB H. MIS.
het op ter aanbidding der geloovigen. Vervolgens consacreert hij den wijn ; aanbid'; het heilig Bloed, en heft den kelk met het heilig Bloed omhoog, opdat de geloo eigen het aanbidden.
Inmiddels geeft de Misdienaar een teeken met de bel, om de geloovigen op het oogenblik van aanbidding opmerkzaam te maken.
Bid middelerwijl en aanbid in nederig geloof, in vurige hoop, in teedere liefde Jesus Christus, God en mensch, op dat oogenblik in het allerheiligste Sacrament waarlijk, wezenlijk, zelfstandig tegenwoordig.
Gebed onder de Consecratie en bij de Opheffing van het Lichaam des Heeren.
Ik aanbid uw heilig Lichaam, o Jesus, opgchoven aan het kruis; ik aanbid U, die door de handen van den priester, U zeiven aan God, den Vader voor ons opdraagt. O allergenadigste Vader, sla uwe oogen op de Offerande van uwen geliefden Zoon en ook op ons, die ons zeiven geheel met Hem en door Hem aan U aanbieden. Door Hem aanbidden wij U. Door Hom danken wij ü voor al uwe weldaden: verwaardig U, ons om zijne verdiensten in uwe genade aan te nomen. Ameu.
95
GEBEDEN
Gehed onder de Consecratie en bij de Opheffing van het heilig Bloed
Ik aanbid o Jesus, uw dierbaar Bloed, voor ons op het kruis vergoten. Beschouw, o he-melsehe Vader, dit genade-roepend Bloed van uwen geliefden Zoon, dat wij IJ voor de vergeving onzer zonden, met Hem en door de handen van den priester aanbieden; wij hopen met een vast betrouwen, dat wij door het Offer van uw Bloed, uwe genade zullen verwerven.
(In de plaats der heide voorgaande gebeden, kan zeer gepast, de volgende lofzang van den heiligen Thomas van Aquino uitgesproken worden.)
Verborgen Godheid, onder schijn van spijs en drank Waarachtig schuilende op de altaren, neem den dank. De hulde en eerbied van een hart, ia U verslonden. Dat XJ in quot;t stof aanbidt; maar vruchtloos zou doorgronden;
Gezicht, gevoel en smaak, 't schiet alles toch te kort: Alleen 't gehoor, dat door het woord getroffen wordt. Strekt veilig hier 't geloof ten gids. Dat woord des
H eeren
Gedoogt geen twijfel; maar eischt nediig ziels-
vei-neeren.
'k Geloof uw Godheid dan, die eenmaal zich alléén Op 't kruis verborg, terwijl de menschheid hier
meteen
90
ONDER DE H. MIS.
Omhuld is, en belijd ze beiden; maar rouwmoedig Roep ook ik, als aan 'tkruis demoorder, overvloedig Genade in; en, ofschoon ik niet, als Thomas deed , Wiens oog de wond moest zien, aleer hij ü beleed. Zoo breng ik hulde hier aan God — en mensehheid
beiden,
Met bede, dat Geloof en Liefde en Hoop nooit scheiden In mijn vermorzeld hart; gevoed door't Hemelbrood, Dat levend teeken van des Heeren Offerdood. Barmhartig Pelikaan, moog mijne ziel U smaken! Wiens Bloed met eenen drup een wereld rein kan
maken,
Die onder zondeschuld gebukt ging —- Jesus, Heer, Hier voor mijn oog bedekt, o schouw genadig neer. En geef, dat ik, na zooveel smachtend zielsverlan gen, Dat glorielicht, door uw verdienste, eens moge ontvangen ,
Dat van uw aanschijn straalt, daar, waar Gij onverhuld ,
De heêmlen met geluk en heerlijkheidvervult! Amen.
NA DE CONSECRATIE EN OPHEFFING VAN HET LICHAAM EN BLOED DES HEEREN.
Eerste bemerking. Van nu af tot de Nuttiging is het onbloedig Offer van het Nieuw Verbond, Christus zelf, als Offer op het altaar tegenwoordig; dat Hij er is als Offer, wordt vooral uitgedrukt door de 92 7
97
GEBEDEN
dubbele Consecratie en de tweevoudige gedaante van liet brood en den wijn, waaronder Hij verborgen is. Doch vermits de verrezene God-mensch niet meer kan sterven of zijn Lichaam van zijn Bloed niet meer gescheiden worden, is dus onder de gedaante van het brood niet alleen zijn Lichaam, maar ook zijn Bloed, en onder de gedaante van den wijn ook zijn Lichaam tegenwoordig; de woorden der Consecratie' van het brood en van den wijn, alsmede derzelver afzonderlijke uitspraak herinneren wel aan de werkelijke scheiding op het kruis, doch veroorzaken deze niet.
Ter herinnering aan die werkelijke scheiding noemt de priester na de Consecratie, afzonderlijk de heilige Hostie het Lichaam, en wat in den Kelk is, het Bloed van Christus.
Tweede bemerking. De heilige Kerk laat den priester na de Consecratie in drie verhevene, zeer vrome bewoordingen, zijne gebeden tot toepassing van het goddelijk Offer, tot aan het slot van den Canon, voortzetten, In het eerste (zoo als reeds is aangemerkt) biedt hij God den Vader hei; Ofier aan voor hen, die door de Communie aan het Offer zullen deel nemen; in het tweede^ dat het voor de geloovige overledenen voordeelig moge wezen; in het derde, dat het strekke tot de eeuwige zaligheid van hem en der aanwezigen.
98
ONDER DE H. MIS.
EERSTE DEEL VAN HET VIERDE GEBED DES CANONS.
cUnde et memores, Daarom ook gedachtig »
De priester lgt;ljjft na de Consecratie met opgcbeven handen bidden ; hy maakt drie krnlien gezamcnltyk over het Lickaam en Bloed des Heeren ; en één af/oinicrlyk over bet heiiig Lic-baam, en (éa over bet heilig Biotd.
Hij biedt God den Vader het goddelijk slachtoffer aan, dat zich aan Hem heeft opgedragen.
Bemerking, Nu het goddelijk Offer zelf op het altaar tegenwoordig is, dient het kruisteeken niet meer om te zegenen of te heiligen ; doch tot herinnering aan de wijze, waarop het aanwezige zuiver, heilig, onbevlekt slachtoffer, waarover de drie kruisen gemaakt worden, zich heeft opgedragen.
Het afzonderlijk kruis maken over het Lichaam en Bloed, wijst op de scheiding van het Lichaam en Bloed van den Gekruiste, welke er krachtens de woorden der Consecratie plaats heeft; terwijl deze geheimzinnige scheiding herinnert aan de wezenlijke scheiding van het Lichaam en Bloed des Gekruiste op den Calvarieberg.
Dit eerste deel van het eerste gebed na de Consecratie, is eigenlijk 'geen gebed, maar slechts eene aanbieding van het Offer aan den Hemel-schen Vader door den priester.
99
GEBEDEN
Terwijl wij dan, o Hemelscho Vader, volgens uw bevel, door dit Sacvifieie, liet zalig lijden van Christus, Uwen Zoon, onzen Heer lier-denkcn, bicden wij U door de handen van don priester, het zuiver, heilig onbevlekt Offer aan van uwen gekruisten Zoon, wiens Liehaam en Bloed voor ons eenmaal op het kruis vloeiden.
TWEEDE DEEL VAN HET VIERDE GEBED DES CANONS.
«Supra quae, Op welke gelieve.»
üe priester bidt steeds met opgehevene handen»
Hij vraagt, dat God dc Vader bet goddelijk Offer, voor zoo ver hij dit als bedienaar van Christus, mede heeft opgedragen, als een behaaglijk Offer aanneme De priester doet dit verzoek met het doel, om door dit offer te verkrijgen wat hij op het einde van dit gebed, en in de twee volgende van den Canon vragen zal.
Bemerking. Den Hemelschen Vader behaagt oneindig het Offer, dat door de Consecratie is opgedragen, zoo wel wat het geofferde, Christus, als wat den voornaamste^ Offeraar, Christus betreft; doch, dewijl om gebreken* en gemis van eene heilige gesteltenis van den kant des bedienaars in het offeren, of des volks, dat door zijne tusschcnkomst
100
ONDEB, DE H. MIS.
het Offer aanbiedt, soms nist bevallig zou kunnen wezen, denkt hij aan zijne onwaardigheid, en smeekt, dat God hem genadig aanzie, en zijn offer met die genegenheid aanneme, waarmede Hij van Abel, van Abraham, van Melchiaedeeh offers heeft aangenomen.
O God, dio mot welbehagen op de offers van Abel, Abraham en Melehisedech hebt neergezien, omdat zij U deze mot eene zuivere meoning aanboden; verleen ons ook zulke heiligo gesteltenis, opdat hot Offer vau uwen beminden Zoon, ook om ons, die het U aanbieden, welgevallig zij.
DEEDE DEEL VAN HET EERSTE GEBED DES CANONS.
«Supplices, Ootmoedig »
De priester bidt diep neergebogen, plaaUt de handen saam* gevnnwen op het nltuar, hij riHit zich op ; kust het nltaar, maakt éön kruis over liet Lichaam êén over bet Itloed des Gekrnistu en één over zichzeiven.
Opdat de aanbieding van hel goddelijk Offer aan den Hemelschen Vader bevallig moge wezen , roept de priester de hulp van Gods Engel in, opdat door dien zuiveren Geest bijgestaan, het Sacrificie ten voordeele van hen opstijge, die hij in het sfot van dit en in de twee volgende gebeden zal voordragen.
Bemerking. Het gebed des priesters neemt ia
101
GEBEDEN
aandrang toe; daarom de bede, dat Gods Engel belast worde, zijne gebeden of Let Offer aan den hemelschen Vader aan te bieden; daarom de nederige, diepe buiging bij de eerste woorden van dit gebed; daarom vervolgens het plaatsen der saamgevouwen handen op het altaar, en deszelfs kussen uit liefde en verlangen tot Christus, daarom het kruisteeken over het Lichaam en Bloed van den Gekruiste; daarom het kruisteeken over zich-zelven, als bede om zegen en- uitdrukking van vaste hoop op verhooring door de verdiensten van Christus, voor hem gekruist.
De priester vraagt op het einde van dit gebed, dat allen, die door de Communie aan het Offerzul len deelachtig worden, met allen zegen en genade vervuld worden.
O God, aangozien wij niet waardig zijn, U dit Goddelijk Offer aan te bieden; zoo ver-zookon wij met allen aaüdrang en ootmoedig, uwen heiligen Engel in onze plaats te stellen; om door zijne hulp, allen h^melselien zegen en genade te verkrijgen voor allen, die door de Communie aan dit Offer zullen deelac'itig worden; door deuzelfden Christus, onzen Heer. Amen.
102
ONDER DE 11. MIS.
VIJFDE GEBED DES CANONS.
«Memento, Gedenk ook.»
De priester houdt het hoofd roor ecu oogenhlik neergebogen.
Hij bidt voor eenige overledenen in het bijzonder; vervolgens hoofd en handen ophelTend, bidt hij voor alle geioovige overledenen , dat door het goddelijk Offer allen, de plaats van verkwikking, licht en vrede genieten mogen.
Gelieve ook, o Heer, liet goddelijk Offer aan te nemen voor uwe dienaren en dienaressen, die uit deze wereld gescheiden, in het ware Geloof gestorven zijn; doch bijzonder voor de zielen van N. N., verleen haar en aan de zielen mijner nabestaanden en weldoeners de plaats van verkwikking, lieht en vrede; door Christus, onzen Heer. Amen.
ZESDE Oï LAATSTE GEBED liES CANONS.
«Nobis quoque peccatoribus, Insgelijks aan ons, zondaars»
De priesler biddend en op de borst kloppend, spreekt de
eerste woordvn van dit gebed hoorbnar uil, en houdt steeds
de handen opgeheven.
Hij bidt, dat God het goddelijk OfTer aanneme voor de eeuwige zaligheid van hem en van alle aanwezigen.
Bemerking. „Insgelijks aan ons, zondaarsquot; zegt
103
GEBEDEN
de priester niet verheffing van stem, rouwmoedig op de borst kloppend; opdat ook de aanwezigen belijdende, dat zij zondaars zijn, zich met hem in een berouwvol gebed vereenigen, dat God het goddelijk Offer voor hem en voor alle aanwezigen aan-neme, ten einde eenmaal in het eeuwig gezelschap der Heiligen, waarvan hij er eenige noemt, opgenomen te worden.
Wij belijden, o Heer, dat wij zondaars zijn, eu niet verdienen, verhoord te worden, wanneer wij voor ons zeiven bidden; daarom kloppen wij even als de priester op do borst; doch steunende op de bevalligheid van bet goddelijk Offer, dat wij U aanbieden, bidden wij U liet voor ons aan te nemen; opdat wij eenmaal eenig aandeel bobben in liet gezelschap van uwe heilige Apostelen, Martelaren, Belijders, Maagdon en alle Heiligen, dat Gij ons beloofd hebt door Christus, onzen Heer.
HET PLECHTIG SLOT VAN HET ZESDE OF LAATSTE
GEBED DtS CANONS.
«Per ipsum, door Hem.»
Bemerking. Onder den Canon had de verandering van brood en wijn in het Lichaam en Bloed van Christus plaats, en offerde Hij zich voor ons aan
104
ONDER DE H. MIS.
zijnen hemelsclien Vader; doch alvorens de Kerk het allerheiligste deel der Mis, door den priester laat eindigen, belijdt hij onder het maken van vele kruisen en het opheffen van den Kelk, dat om die goddelijke weldaden, ons door den gekruisten Zoon bewezen, aan de allerheiligste Drievuldigheid, den Vader, den Zoon en den Heiligen Geest, alle lof en verheerlijking toekomt.
De priester maakt drie kruisen gezamenlijk over het Lichaam en Bloed des Heeren; ontdekt den Kelk en knielt ter aanbidding van het heilig Bloed neder; vervolgens maakt hij met de heilige Hostie drie kruisen over het heilig Bloed en twee voor den Kelk; hij heft gezamenlijk de H. Hostie en den Kelk omhoog, plaatst de palla er op, en knielt neder.
De dienaar geeft een teeken met de bel. dat de Canon gaat eindigen.
EERSTE DEEL VAN HET SLOT DES CANONS.
Bemerking. Alvorens de priester in het eerste deel van het slot des Canons, de palla van den Kelk neemt, maakt hij onder het uitspreken van eenige woorden drie kruisen gezamelijk over het Lichaam en Bloed des Heeren Hij noemt daar in het kort op al het goede, dat de Vader gedaan heeft, om door zijnen Zoon het goddelijk Offer voor ons tot stand te brengen, namelijk: door
105
GEBEDEN
Hem heeft Hij het brood en den wijn geschapen. Hij heeft ze om den Gekruiste geheiligd, ze hij de Opdracht aannemende; bestemd tot een heilig doel, ter Consecratie. Door den Gekruiste heeft Hij ze levend gemaakt in de Consecratie, ze veranderd in het levend Lichaam en Bloed van den Gekruiste. Door den Gekruiste zegent Hij ze, dat is, verbindt Hij allen zegen aan deze Offergiften, ze veranderend in het allerheiligst Sacrament. Door Christus verleent Hij ons in de heilige Communie, het Lichaam en Bloed des Heeren.
TTVEEDE DEEL VAN IÏET SLOT DES CANONS.
Bemerking. Nadat de priester de palla van den Kelk genomen en geknield heeft, en de heilige Hostie boven het heilig Bloed houdende , en zeggende door Hem, en met Hem, en in Hem, maakt hij daarmede driemaal het kruisteeken over het heilig Bloed, beduidende, dat de heilige Hostie en de Kelk onafscheidelijk hetzelfde Lichaam en Bloed van den gekruisten Christus bevatten. — De twee kruistcekens met de heilige Hostie voor den Kelk geven te kennen, dat door de Consecratiewoorden het Bloed van den gekruisten Christus, op eene geheimzinnige wijze van Zijn Lichaam is gescheiden geworden. — Bij de woorden „alle eer en gloriequot;, heft de priester den Kelk en de heilige
OKDEE DE II. MIS,
Hostie een weinig op; welk gebaar hetzelfde uitdrukt als de woorden, verheffiag namelijk, eer en glorie aan God. — Zeggende met luider stem „door alle eeuwen der eeuwen,quot; noodigt hij de omstanders uit, om alle eer en glorie aan God te brengen voor al het goede, dat Hij ons door het goddelijk Offer bewezen heeft.
In den naam der aanwezigen geeft de Misdienaar zijne toestemming door „Amen.'
Door uwen beminden Zoon , o Heer, brengt Gij het brood en den wijn voort, benoodigd voor bot heilig Offer; bij do Opdracht bestemt Gij ze tor verandering in het Lichaam en Bloed van den Gekruiste; door uwen gekrnis-ten Zoon worden zij veranderd in zijn Lichaam en Blood; door don Gekruiste is aan het Offer alle zegen verbonden; daarenboven geeft Gij Hem aan ons in do 11. Communie tot spijs onzer ziel; daarvoor zij door Hem en met Hem en in Hem U en don Heiligen Geest allo lof en verheerlijking; door alle eeuwen der oenweu. Amen.
107
GEBEDEN
der Gebeden, heilige Handelingen en Plechtigheden
onder de heilige Mis, van af het «Pater Noster,
Onze Vader,» tot de Nuttiging of de Communie.
Bemerking. Nadat het goddelijk Offer is opgedragen, ter toepassing zijner vruchten, en gebeden, en God dank en lof is gebracht, begint de priester de voorbereiding tot de heilige Communie. Overeenkomstig de instelling en het bevel des Zaligmakers moet het Offer van zijn Lichaam eu Bloed, door de nuttiging daarvan opgevolgd worden.
Bemerking. Het Misboek bevat voor dit deel der heilige Mis, de Gebeden, heilige Handelingen en Plechtigheden, waardoor de Priester zich zeiven en allen, die de heilige Communie zullen ontvangen, voorbereidt, om het waardig te doen. Hij begint met het „Onze Vader,quot; het waardigste gebed; doch alvorens het uit te spreken, verontschuldigt hij zijne vrijmoedigheid.
1. INLEIDING OF VOORBEREIDING TOT HET „ONZE VADER.quot;
De priester zegt, ,,Oremus, Laat ons bidden,quot;
Bemerking. Hij noodigt de omstanders tot een gezamenlijk gebed uit, waarin hij God zeiven Vader
108
ONDER DB H. MIS. JO'J
gaat noemen, en zaken van het grootste aanbelang vragen; doch hij bekent, dit niet te durven doen, als de goddelijke Zoon zelf het niet bevolen had.
Het gebed, o God, dat uw beminde Zoon ons onderwezen heeft, doet ons zulke gewichtige zaken vragen, dat wij het niet zouden durven uitspreken, als Hij zelf het ons niet bevolen had; met vertrouwen durven wij dus in zijnen naam zeggen.
9. HET PiTEK NOSTEH, „ONZE VADER.quot;
De priester houdt do handen opgeheven.
Onze Vader, die in de hemelen zijt: Geheiligd worde uw Naam:
Uw rijk kome:
Uw wil geschiede, zoo als in den hemel,
ook op aarde.
Geef ons heden ons dagclijksch brood : En vergeef ons onze schulden, gelijk ook wij
vergeven aan onze schuldenaren:
En leid ons niet in bekoring;
(De Misdienaar antwoordt in den naam der aanwezigen)
Maar verlos ons van den kwade.
(De priester antwoordt) Amen.
GEBEDEN
3. HET GEBED „LIBEKA NOS, VEBLOS ONS.quot;
De priester houdt de pateen opgeheven, maakt daarmede over zich het kruiamp;teekcn, en kust dezelve.
Bemerking. De priester ontwikkelt de laatste bede, in het „Onze Vaderquot; uitgesproken: hij bidt om van alle kwaad, vooral van de zonde, bevrijd te worden, en smeekt door de verdiensten der heilige Maagd Maria, der heilige Apostelen, die hij opnoemt, en van alle Heiligen, om den vrede te verkrijgen, vooral den vrede des gewetens, die alle zonden uitsluit, de wet Gods volbrengt, en eene waardige gesteltenis is voor de heilige Communie. — Om dien vrede, welke den vrede met God en den naaste insluit, zal de priester nog meermalen voor de heilige Communie bidden.
Terwijl hij om vrede bidt, maakt hij een kruis-teeken over zich, ten teeken, dat hij dien voor zich verwacht door de verdiensten van den Gekruiste, Hij maakt het kruis met de pateen, omdat hij deze in de hand heeft; uit eerbied kust hij deze, want hij zal daarop terstond het Lichaam van den Vorst des vredes neerleggen.
Verlos ons, o Heer, van de gevolgen der vergevene zonden, vergeef ons de zonden, die ons nog aankleven; behoed ons voor volgende zonden; bevrijd ons van alle tegenwoordige
110
ONDER DE H,. MIS.
in- en uitwendige rampen: Verleen ons door do tusschenkomst der allerheiligste Moeder van God, van uwe Apostelen en van alle Heiligen don vrede des gewetens, zoo noodig voor eene waardige Communie.
4. HET BREKEN DER HEILIGE IIOSTIE,
eu liet slot van het vorige gebed «Per eumdem Do-minum, Door denzelfden Heer.quot;
De priester neemt de palla van dea Kelk,
Hij knielt ter aanbidding neer. breekt de heilige Hostie boven het heilig Bloed in drie deelen; plaatst plaatst de twee deelen naast elkander op de pateen, welke hij bij de Communie op elkander zal leggen, om ze gemakkelijker te nuttigen; het kleinste gedeelte houdt hij boven het heilig Bloed, terwijl bij de laatste woorden «Per omnia saecula saeculorum, door alle eeuwen der eeuwen» luid uitspreekt.
Bemerking. Met grond mag men veronderstellen, dat in het begin der Kerk, het brood ter Consecratie, een grooteren omvang had dan thans, zoodat het voorbeeld des Heeren, het geconsacreerde en gebrokene Brood aan het kleine getal aanwezige Christenen mede te deelen, nauwkeurig kon nagevolgd worden; doch toen de Christenen en het dagelijks communlceeren vermeerderden, was het gewone geconsacreerde Brood niet moer toereikend, men brak het voor de communie der talrijke geloo-
111
GEBEDEN
vigen niet meer; doch opdat de geloovigen dit niet tegenstaande, aan het heilig Misoffer, door de Communie zouden kunnen deelachtig worden, werd en wordt het thans niet meer tot dat doel gebroken; de Kerk laat den priester onder de heilige Mis, tegelijk met het brood, noodig voor het heilig Sacrificie, een of meer afzonderlijke Misbrooden (Hostiën, van kleinen omvang) consacreeren, welke niet behoeven gebroken te worden, en door den priester onder de heilige Mis worden uitgedeeld, of in het Ciborie voor eene andere gelegenheid bewaard,
Niettegenstaande de Kerk de wijze, om de geloovigen aan het geconsacreerde Brood deelachtig te maken, heeft veranderd, heeft zij evenwel het breken van het geconsacreerde Brood onder de heilige Mis behouden; niet alleen om het nuttigen daarvan , als zijnde van grooteren omvang dan dat der geloovigen, te vergemakkelijken; maar vooral om ons te herinneren aan al wat bij de instelling van het heilig Sacrificie heeft plaats gehad.
O Minnelijke Jesus, die aan uwe discipelen uw heilig Lichaam hebt medegedeeld, en hun en hunne opvolgers bevolen, ook aan do geloovigen hetzelve te geven, wij danxen U voor die oneindige liefde; die God zijnde leeft en regeert door alle eeuwen der eeuwen. Amen.
112
ONDER DE It. MIS.
5. HET „l'AX DOMINI, DE VBEDE DES IIEEREN.quot;
De priester mankt met liet derde deeltje der heilige Hostie ,
drie kruisen boven het heilig Bloed, en wenscht inmiddels
aan do omstanders den vrede met (gt;od.
BemerJcing, Dat alles heeft betrekking op den vrede Gods, zoo noodig tot de heilige Comniiiuic: de wenseh namelijk des priesters aan de omstanders; het knüsmaken met het heilig lichaam van Christus, die onze vrede is; het kruistooken over het heilig Bloed, eene belijdenis, dat hier het heilig Bloed is, waardoor de vrede tussehen God en den menseh hersteld werd.
Verleen ons steeds, o Heer, den vrede met U, welke de grooto zonden uitsluit en onmisbaar is, om de heilige Communie waardig te ontvangen; dien vrede, welke door den kruisdood van uwen gokruisten 'Zoon, wiens Bloed hier aanwezig, hersteld is.
C. DE VERMENGING VAN HEI LICHAAM EN BLOED DES IIEEREN.
D.e priester laat het derde deel der heilige Hostie ia het heilig Bloed neder.
Hij bidt, dat het Goddelijk OlTer, in de Consecratie voltrokken en de heilige Communie allen strekken ten eeuwigen leven.
Bemerking, Do geheime beteekenis dezer ver-
93 8
113
GEBEDEN
menging wordt door Paus, InnocentinsIII aldns aangegeven : „Door de tweevoudige afzonderlijke Con-„seeratie wordt eene geheimzinnige scheiding van „het Lichaam en Bloed des Heeren, dus zijn lijden „en dood aangeduid; en door de vermenging der „beide gedaanten, de vereeniging van zijn goddelijk „Lichaam en Ziel, bijgevolg zijne verrijzenis.quot;
Geef, o Heer, dat wij allen, door dit Offer en de heilige Communie gesterkt, liet eeuwige leven mogen verkrijgen.
7, HET „AGHTJS DEI, LAM GODS.quot;
De priester is neergebogen , Leeft de oogen op de heillgo
Hostie gevestigd, en klopt biddend driemaal op de borst.
Bemerking. Zeer nabij is het oogenblik, waarop de priester het Goddelijk Lichaam en Bloed zal nuttigen. — Zeer nederig en verlangend wendt hij zich nog eerst tot den Zaligmaker, die daar voor hem onder de gedaanten van brood en wijn tegenwoordig is. — Hij noemt Hem „Lam trods,quot; een nat.m, die de grootste zachtmoedigheid uitdrukt, — en neergebogen op de borst kloppend, bidt hij herhaaldelijk om ontferming; en eindelijk om den vrede Gods, die na zondenvergeving wordt geschonken, en een vereischtc is voor eene heilige Communie.
114
ONDER DB H. MIS.
Lam Gods, dat wegneemt do zonden der wereld, ontferm U onzer.
Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld, ontterm U onzer.
Lam Gods, dat wegneemt do zonden der wereld, geef ons vrede.
8. HET GEBED „DOHINE JESÜ CIIEISTE, IIEEE JESTJS CIIEISTUS.quot;
(Dit gebed wordt in de H, Mis, welke in de zwarte kleur wordt opgedragen, achtergelaten.)
De prlesier is necr»ebogcu, Iiondt de saam^erouwen hnudeu op liet altaar geplaatst , en biddend de oogeu op de beillgo Hostie gevestigd.
Bemerking. Met den ineesten eerbied en groot vertrouwen aanbidt de priester den Zaligmaker om. vrede voor dc geloovigen onderling: vrede met God, met zichzelven en met den naaste is tot een waardige Communie noodzakelijk. Vrede met God en met zichzelven heeft de priester reeds verzocht; in dit gebed vraagt hij den onderlingen vrede voor de geloovigen, omdat allen, die met hem aan het Goddelijk Lam willen deel nemen, onderling in vollen vrede moeten leven; dit is de hoofdgedachte en de strekking van den vrede kus, welke in de eerste eeuwen der Kerk op dit oogenblik plaats had. De mannen ontvingen dien door een Diaken,
115
GEBEDEN
welke denzelven aan elkander mededeelden, en de vrouwen door eene Diakonea, welke dien aan de vrouwen overbracht, en deze elkander door omhelzing toonden, wat in hun binnenste omging.
Wij smeekeu U, o Heer Jesus Christus, om vrcdo voor al de gelooven ouderling: verwaardig U, hun de genade te verleenen, dat zij elkander beminnen, alle afgekeerdheid en vijandschap jegens allen afleggen: opdat zij steeds U, den God des vredes waardig in hun hart ontvangen; en na dien ouderlingen vrede, eeuwig in vrede met U rusten; die God zijnde, leeft en regeert door alle eeuwen. Amen.
9. IIET GEBED „DOMINE JESÜ CHRISTE, IIEEB JESUS CIIRISTÜS.quot;
Oe priester bljjft op dezelfde als In het vorige gebed
bidden.
Bemerking. Vertrouwende door de barmhartigheid van zijnen Goddelijken Verlosser vrij te zijn van groote schuld, drukt de priester de hoop uit, dat de heilige Communie hem tot alle heil zal strekken, vooral tot bevrijding van al wat God in hem mishaagt en van alle kwaad; dat zij ham een steun zij, om altoos Gods geboden tc onderhouden, en met Hem vereenigd te blijven.
116
ONDEU DE II. MIS.
O Heer Jesus Christus, die door uwen dood aan do wereld bet leven hebt gegeven: verleen ons, zoo menigmaal wij do heilige Communie ontvangen, dat wij als vrucht daarvan gesterkt worden, om uwe geboden te onderhouden; dat wij beveiligd zijn tegen alle kwaad, en in dit en in het andere leven met U vereenigd blijven; die God zijnde leeft en regeert door alle eeuwen der eeuwen. Amen,
10. HEI GEliED „PEECEPIIO, HET ONTVANGEN.quot;
De priester biyft steeds op dezelfde wyze , als b^j de twoe Toorgaande gebedeu, bidden.
Hij verzoekt als vrucht der heilige Communie, dat zij hem niet zij eene oorzaak zijner veroordeeling; maar een middel van beveiliging en genezing voor ziel en lichaam.
Mogen wij, o Heer Jesus Christus, U in de heilige Communie steeds waardig ontvangen; opdat zij ous niet strekke tot eene eeuwige veroordeeling; maar tot bewaring en een geneesmiddel van ziel en lichaam; die God zijnde, leeft en regeert met God, den Vader, in de eenheid van den Heiligen Geest, door alle eeuwen dor eeuwen. Amen.
117
GEBEDEN
dei- Gebeden, heilige Handelingen en Plechtigheden onder do heilige Mis; van af de Nut li ging of de heilige Communie tot aan het dekken van den kelk.
DE NUTTIGING VAN HET LICHAAM DES HEEREN.
Bemerking, De Nuttiging door den priester behoort tot de volledigheid of voltrelfking van het heilig Misoffer, zonder deze is het Offer niet voltrokken ; zoo luidt de instelling door Christus.
1. HET GEBED, „DOMINE, NON SUM DIGNUS, HEER, IK BEN NIET WAARDIG.quot;
De priester knielt tor aanbidding neer, hondt de heilige IIoHtie boven de pateen, en klupt diep neergebogen driemaal op de borftt*
De Misdienaar geeft een teeken met de bel, dat de Nuttiging gaat beginnen.
Bemerking, Alvorens de heilige Communie te ontvangen, bekent de priester herhaaldelijk zijne onwaardigheid; hij verzoekt daarbij, dat zij Lie ziel van alle vlekken gezuiverd worde.
Heer, ik ben niet waardig, dat Gij komt onder mijn dak; doch spreek slechts één wcord, cn mijne ziel zal genezen worden.
(Herhaal dit gebed, even als de priester nog tweemaal.)
us
ONDER DE H. MIS,
2. HET GEBED „COHPUS DOMINI, HET LICHAAM
ONZES IIEEREN.1'
Het hoofd buigende en zich. met het Lichaam des Heeren zegenende, bidt de priester, dat het hem ten eeuwigen leven beware.
Do priester naitigt het Lichaam des Heeren»
Hij blijft daarna in overdenldng over de ont-vangene Communie.
3. HET GEBED „QUID KETRIBTJAM, WAT ZAL
IK DEN HEEK WEEHGEVEN.quot;
De priester ueemt de palla van don Kelk en knielt ter aan-bhhüuc van het heillc Bloed.
Hij verzamelt de deeltjes der heilige Hostie in den Kelk, welke zich soms op de pateen of op het Cor-poraal bevinden.
Middelerwijl hij deze deeltjes verzamelt, spreekt hij een dankgebed uit voor de mittiging van het Lichaam des Heeren, en bereidt zich door een ander gebed voor tot de mittiging van het heilig Bloed.
DE NUTTIGING VAN HET BLOED DES HEEREN.
119
De priester neemt den Kelk aan, en het hoofd
GEBEDEN
buigende, maakt over zichzelven liet Kruisteeken, ten einde den zegen, dien hij afsmeekt, door de verdiensten van den Gekruiste te verkrijgen: liij vraagt namelijk, dat het heilig Bloed hem ten eeuwigen leven beware.
De priester nuttigt het Bloed des Ucercu.
Bemerkhuj. Middelerwijl de priester onder de gedaanten van brood en wij a het Liehaam en Bloed des Heeren nuttigt, kan men den volgenden lofzang en het gebed uitspreken.
O heilige maaltijd, waarop Christus wordt genuttigd; want daarop wordt ons zijn dood herinnert, 's menschen ziel met genade vervuld, en ons oen onderpand der toekomstige heerlijkheid gegeven.
O mijn Jesus, die zoo oneindig goed, beminnelijk en heilig zijt: wat is de priester gelukkig, dewijl hij U, God en mensch, in zijn hart wezenlijk mag ontvangen: o mochten ook wij in datzelfde geluk dealen; mochten ook wij, ons met U in de heilige Communie dikwijls vereenigen, die onze kracht, ouzo hoop en onze liefde zijt; kom in ons hart, ten minste door uwe Goddelijke liefde, en ontsteek ons meer en meer door liefde tot U. Amen.
120
ONDEK DE H. MIS.
Ook kan men gedurende de Communie van den priester, zeer gepast eene geestelijke Commttr.ie doen, dat is, eene Communie in zijnen geest of in zijne gedachte; door namelijk in zich, nadenkende Gods grooto liefde en de vruchten eener heilige Communie, een verlangen opwekken, om ook eenmaal het groot geluk te genieten, het allerkostbaarste, goddelijke Lichaam in Bloed des Heeren wezenlijk te ontvangen.
7. HET GEBED „QUOD OBE STJMPSIMÜS, WAT WIJ MET DEN MOND GENOMEN HEBBEN.quot;
De priester biedt den kelk den Hlsdicmiar ann , om een long tv ij ii er in te gieten , en duarmodt! uit mund en kelk het bellig bloed to vern-|jderea'
Bemerking. Hij bidt inmiddels, dat de heilige Communie hem en allen, die deze ontvangen hebben, een middel ter zaligheid zij. Daarna nuttigt hij den wijn.
8. HET GEBED „COlirUS TUTTM, UW LICHAAM.quot;
De priester zuivert aan de Kpistelzijde, den Kelk en do vingers met wjjn en water.
Hij vraagt, dat het Lichaam en Bloed des Heeren zijne genegeoheden zoo beware en heilige, dat geen zondevlek in hem overblijve.
121
GEBEDEN
De priester in het midden van het altaar weergekeerd, nuttigt het mengsel wjjn en water.
Bemerking. Middelerwijl de priester den Kelk en dc vingers zuivert en zijne gebeden doet, kan men het volgend gebed uitspreken,
O Heer Jesus Christus, verleen ons de genade, dat wij TJ dikwijls in de heilige Communie waardig ontvangen, dat deze al onze genegenheden zóó zuivere, dat wij nimmer door eeuige zonden besmeurd worden, en door eene vuvige liefde altoos mat U vereenigd blijven; die leeft en regeert door alle eeuwen der eeuwen. Amen.
ZEVENDE DEEL
der Gebeden j heilige Handelingen en Plechtigheden onder de heilige Mis; van af het dekken des Kelks tot aan het gebed «Flaceni beharje U.))
Bemerking. Het Misboek bevat voor dit deel der heilige Mis, 1° eene spreuk of onderrichting, 2° tweemaal den gewonen wenseh, „de Heer zij met ü,quot; tot de omstanders, 3° een of meer gebeden, 4° het „Ite missa est.quot;
Het Misboek wordt van de Evangelie- naar de Epistelzijde overgebracht.
122
ONDER DE H. MIS.
lo. DE ANTIPHOON „COMOTNIEquot; GEHEETEN.
De priester dekt den kelk, eu leest aan de Eplstelz^de do ( , ,,Communie.quot;
Bemerking. Tijdens de Communie van de ge-loovigen, na de nuttiging van liet heilig Bloed, door den priester werd uitgedeeld, zong men oudtijds een Antiphoon, welke naar aanleiding van dat oogenblik „Communiequot; wordt geheeten; het is meestal eene spreuk of onderrichting, uit de heilige Schrift genomen, toepasselijk op het feest, 5 dat dien dag gevierd wordt. De priester leest deze
steeds, er mogen geloovigen al dan niet de Communie onder de heilige Mis ontvangen.
Al wie dit brood onwaardig zal gegeten liebben.... zal pliohtig zijn aan bet Lichaam en Bloed des Heereu.
3°. HET „DOMINUS VOBISCUM, DE HEEK (zij) JtBT U.quot;
De priester keert naar het midden van het altaar terug, kust het en brengt den omstanders den gewonen wensch.
3o. DE „POST-COMMUNIE, DE NACOMMUNIE.quot;
De priester naar de Epistelzijde weergekeerd, zeggende „Oremus, Laat ons bidden,quot; noodigt de
123
GEBEDEN
omstanders tot een of meer gezamenlijke gebeden uit, welke „Nacommuniequot; worden geheeten.
Bemerking. Dit gebed wordt „Nacommuniequot; genoemd, omdat het na de Communie van den priester gedaan wordt.
De priester vraagt in dit gebed, dan eens deze, dan gene gunst, en geeft als beweegreden daarvan meestal aan, de beilige Communie, die heeft plaats gehad; ook wel eens het geheim, dat herdacht of de verdienste yan den Heilige, wiens feestgevierd wordt.
Minnelijko Zaligmaker, iu de licilige Communie geeft Gij ons uw Lichaam en Bloed tot spijs onzer ziel; daar worden wij zóó innig met U vorcenigd: verleen ons, zoo menigmaal wij U onder do gedaante van brood ontvangeu, als vrucht daarvan, dat wij in do liefde tot U mogen leven en sterven; die God zijnde, met God, don Vador leeft en regeert, in do eenheid van den Heiligen Geest, door alle eeuwen der eeuwen, Amen.
4°. HET „DOMINÜS VOBISCUM, DE IIEEE ZIJ MET U.quot;
Nadat de priester het Misboek heeft gesloten , keert hij naar het midden van het altaar terug; doch alvorens aan de omstanders het einde der
124
OUD-ER DE H. MIS.
heilige Mis aan te kondigen, doet hij hun den gewonen zegenwensch.
5°. HET „ITE, MISSA EST, GAAT, HET IS DE WEGZENDING.quot;
Bemerking. Niet op alle dagen komt in de heilige Mis het „Ite missa estquot; voor; wanneer geen Gloria gezegd is, namelijk op dagen van boete, zegt de priester niet Ite missa est, maar „Bene-dieamus Domino, Laat ons den Heer loven.quot; Dit verschil wordt hierdoor verklaard, dat in vroegere eeuwen de geloovigen op die dagen , na het Misoffer in de Kerk bleven, om met den priester nog andere kerkelijke gebeden te doen.
Op beide toespraken van den priester antwoorden do omstanders door den Misdienaar „Deo gratias, Gode (zij) dank;quot; dat woord past uitmuntend op beide toespraken van den priester: want de omstanders zenden met die woorden een dankgebed, en loven God voor de allerheiligste en allerheilzaamste daad, die in hun midden volbracht ia.
In de heilige Mis, voor de overledenen in de zwarte kleur opgedragen, wordt het „Ita missa estquot; vervangen door de woorden „Requiescant in pace. Dat zij rusten in vrede.quot; Ook dan werden de aanwezigen oudtijds niet aanstonds na de heilige Mis ontslagen, o^idat gewoonlijk de begrafenis van het lijk onmiddelijk op het heilig Misoffer volgde.
125
126 GEBEDEN
Wii gfian hoen, o God, gezuiverd, naar -wij hopen, door het heilig Ofi'er: door uwe genade bijgestaan, zullen wij traehten, ons te bewaren voor al wat U zou kunnen beleed) gen.
ACHTSTE DEEL
der Gebeden, heilige Handelingen en Plechtigheden onder de heilige Mis tot aan het einde. Het Misboek bevat voor dit deel der heilige Mis: het gebed «.Placeat tïbi, hehage U; de zegening der omstanders, en het Begin van het Evangelie van St. Jan.
Bemerking. Oudtijds was met het gebed de „Nacommunie,quot; de heilige Mis geëindigd. Met de woorden „Het is de wegzendingquot; zond de priester de vergaderde menigte weg. Naar de Sacristie terugkcerende had hij het gebed „Behage U en het Begin van het Evangelie „volgens St. Jan.quot;
Toen het dagelijksch of dikwerf communioeeren onder de heilige Mis minder in gebruik kwam, was de Kerk er op bedacht, om die schade eenigs-zins te herstellen, en plaatste zij den zegen des priesters aan het einde der heilige Mis. Sedert ruim 350 jaren zijn do laatste drie deelen, door den heiligen Paus Pius V, als verplichtend, aan de heilige Mis toegevoegd.
ONDEE DE H. MIS.
1, HET GEBED „PLAOEAT, BEHAGE TJ.quot;
De priester keert zich tot Let altaar; Inddcmi plaatst hy de snamgevomreu handen op het altaar, en is ueergebogeu.
In dit gebed komt een beknopt verbaal voor van hetgeen de priester in de heilige Mis verricht en verzocht heeft. Hij zegt namelijk, dat bij door het opgedragen Sacrificie, aan de heilige Drievuldigheid een bewijs heeft willen geven van zijne onderwerping en afhankelijkheid; hij verzoekt, dat dit bewijs Haar een behagelijk Offer zij; dat het goddelijk Offer Haar, om zijne onwaardigheid, als bedienaar, niet misbage; dat het door de goddelijke barmhartigheid een v erzoenoffer zij voor hem en voor allen, voor welke hij het heeft opgedragen.
O Allerheiligste Drievuldigheid, geef goen acht op onze onwaardigheid, maar op uwe onuitputbare barmhartigheid cn op de verdiensten van het goddelijk Lam, dat zich in de heilige Mis geofferd heeft, om de zonden der wereld weg te nemen: laat door dit allerheiligst Offer, een overvloed van zegeningen over ons afdalen.
127
GEBEDEN
2. HEI ZEGENGEBED „BENEDICAI VOS, ■ü ZEGENE.quot;
Dc priester knst het altaar; wendt oogen en handen ten hemel; vouwt de handen samen, en maakt het krulstoeken over do aanwezigen.
Bemerking. Dit gebed tot de heilige Drievul-digheid geëindigd hebbende, en alvorens de omstanders weg te zenden, vraagt de priester voor hen den zegen Gods, dat wil zeggen, hemelsche weldaden. Om die te verkrijgen, kust hij het altaar, daardoor eene betuiging van liefde doende aan Christus, door het altaar voorgesteld, en tevens de voorspraak der Heiligen inroepend, van wie overblijfselen in het altaar rusten; smeekend rieht hij handen en oogen ten hemel, van waar hij den zegen verwacht, en met luider stem bidt hij „zegene U de almachtige Goddaarna keert hij zich om, zet zijn zegengebed voort, zeggende „De Vader, en de Zoon en de Heilige Geest, inmiddels over de geloovigen het kruisteeken makend, als het teeken der zoete hoop op Gods zegen, door de verdiensten van Christus kruisdood. Eigenlijk niet de priester, maar de almachtige God zegent de omstandersj de priester bidt slechts om zegen, en maakt over hen het kruisteeken. — In de heilige Mis in de zwarte kleur opgedragen, wordt dc zegen niet gegeven.
128
ONDER DE IT. MIS.
O heilige Drievuldigheid, verleen ons uwen zegen, om zóó te leven, dat wij eenmaal mogen hooren „Komtgezegenden mijns Vaders, bezit het rijk, dat voor u van af het begin der wereld bereid is.quot;
3. HET „INITIUM, HET BEGIN VAN HET EVANGELIE VOLGENS ST. JAN.quot;
Na den zegen uitgesproken t3 hebben, keert zich de priester naar de Evangeliezij de, brengt den omstanders voor het laatst den gewonen wensch; maakt het kruisteeken op het altaar, op het voorhoofd, den mond en de borst, en knielt bij de woorden,, En het Woord is vleesch gewordenquot; neder. Aan het einde antwoordt de Misdienaar:.,Deo gratias, Gode (zij) dank.quot;
Bemerking. Zeggende „ Het begin van het Evangelie volgens Joannes,55 teekent de priester met het heilig kruis het altaar en zichzelven, met hetzelfde doel, als bij het eerste Evangelie verklaard is. Daarna volgt de lezing van St. Jans Evangelie. Bij^de woorden „En het Woord is vleeseh gewordenquot; knielt hij, om Gods Zoon te aanbidden, die zich vernederd heeft, tot zelfs ons vleesch aan te nemen. —- Aan het einde zegt de Misdienaar „Gode (zij) dank.quot; — En zoo eindigt de heilige Mis met eene diep verschuldigde dankzegging. — 92 9
129
120 GEBEDEN
Wij gaau hoen, o God, gezuivord, naar wij hopen, door het heilig Oll'or: door uwe genade bijgestaan, zullen wij trachten, ons te bewaren voor al wat U zou kunnen beleedigen.
ACHTSTE DEEL
der Gebeden, heilige Handelingen en Plechtigheden onder de heilige Mis tot aan het einde. Het Misboek bevat voor dit deel der heilige Mis: het gebed iPlaceai tihi, lehage U; de zegening der omstanders, en het Begin van het Evangelie van SI. Jan.
Bemerking. Oudtijds was met liet gebed de „Nacommnniede heilige Mis geëindigd. Met de woorden „Het is de wegzendingquot; zond de priester de vergaderde menigte weg. Naar de Sacristie terugkcerende bad hij liet gebed „Behage U en het Begin van het Evangelie „volgens St. Jan.quot;
Toen het dagelijkseh of dikwerf communieeeren onder de heilige Mis minder in gebruik kwam, was de Kerk er op bedacht, om die schade eenigs-zins te herstellen, en plaatste zij den zegen des priesters aan het einde der heilige Mis Sedert ruim 350 jaren zija de laatste drie deelen, door den heiligen Paus Pius V, als verplichtend, aan de heilige Mis toegevoegd.
ONDER BE II. MIS.
1. HEI GEBED „PLACEAT, BEHAGE U.quot;
De priester keert zich tot bet altaar; biddend plaatst hij de saamgevouwen banden op bet altaar, en Is neergebogen.
In dit gebed komt een beknopt verhaal voor van hetgeen de priester in de heilige Mis verricht en verzocht heeft. Hij zegt namelijk, dat hij door het opgedragen Sacrilicie, aan de heilige Drievuldigheid een bewijs heeft willen geven van zijne onderwerping en afhankelijkheid; hij verzoekt, dat dit bewijs Haar een behagelijk Oiler zij; dat het goddelijk Offer Haar, om zijne onwaardigheid, als bedienaar, niet mishage; dat het door de goddelijke barmhartigheid een verzoenofier zij voor hem en voor allen, voor welke hij het heeft opgedragen.
O Allerheiligste Drievuldigheid, geef geen acht op onze onwaardigheid, maar op uwe onuitputbare barmhartigheid en op de verdiensten van het goddelijk Lam, dat zieli in de heilige Mis geofferd heeft, om de zonden der wereld weg te nemen: laat door dit allerheiligst Offer, een overvloed van zegeningen over ons afdalen.
127
GEBEDEN
2. HET ZEGENGEBED „BENEDICAT YOS, IT ZEGENE.quot;
De priester knst Let nltnar; wendt oogen en Immlon ten hemel; vouwt de handen snraen, en maakt het kruiateeken over do aanwezigen.
Bemerleiny. Dit gebed tot de heilige Drievnl-diglicid geëindigd hebbende, en alvorens de omstanders weg te zenden, vraagt de priester voor hen den zegen Gods, dat wil zeggen, hcmelsehe weldaden. Om die te verkrijgen, kust hij het altaar, daardoor eene betuiging van liefde doende aan Christus, door het altaar voorgesteld, en tevens de voorspraak der Heiligen inroepend, van wie overblijfselen in het altaar rusten; smeekend rieht hij handen en oogen ten hemel, van waar hij den zegen verwacht, en met luider stem bidt hij „zegene U de almachtige Goddaarna keert hij :;ich om, zet zijn zegengebed voort, zeggende „De; Vader, en de Zoon en de Heilige Geest, inmiddels over de geloovigen het kruisteeken makend, als het teeken der zoete hoop op Gods zegen, door de verdiensten van Christus kruisdood. Eigenlijk niet de priester, maar de almachtige God zegent de omstanders; de priester bidt slechts om zegen, en maakt over hen het kruisteeken. — In de heilige Mis in de zwarte kleur opgedragen, wordt de zegen niet gegeven.
128
ONDEK DE II. MIS.
O heilige Drievuldigheid, verleen ons uwen zegen, om zóó te leven, dat wij eenmaal mogen liooren „Komt gezegenden mijns Vaders, bezit hot rijk, dat voor u van af het begin der wereld bereid is.quot;
3. HEI „INITIUM, HET BEGIN VAN HET EVANGELIE VOLGENS ST. JAN.quot;
Na den zegen nitgesproken te hebben, keert zich de priester naar de Evangeliezijde, brengt den omstanders voor het laatst den gewonen wensch; maakt het kruisteeken op het altaar, op het voorhoofd, den mond en de horst, en knielt bij de woorden,, En het Woord is vleesch gewordenquot; neder. Aan het einde antwoordt de Misdienaar;„I)eo gratias, Gode (zij) dank.quot;
Bemerking. Zeggende „ Het begin van het Evangelie volgens Joannes,quot; teekent de priester met het heilig kruis het altaar en ziehzelven, met hetzelfde doel, als hij het eerste Evangelie verklaard is. Daarna volgt de lezing van St. Jans Evangelie, liij^de woorden „En het Woord is vleesch gewordenquot; knielt hij, om Gods Zoon te aanbidden, die zich vernederd heeft, tot zelfs ons vleesch aan te nemen. — Aan het einde zegt de Misdienaar „Gode (zij) dank.quot; — En zoo eindigt de heilige Mis met eene diep verschuldigde dankzegging. — 93 9
129
130 GEBEDEN
Soms, in plaats van uit het Evangelie van St. Jan, wordt uit een ander Evangelie gelezen; in welk geval de priester niet op het altaar, doch op het hoek een kruis maakt.
Het begin van St, Jans Evangelie, dat de priester leest, bevat eene belijdenis der voornaamste geheimen des Geloofs, namelijk, der allerheiligste Drievuldigheid, der schepping, dermenschwording van Christus, welke de priester belijdt in zijnen naam en der Kerk.
In den beginne was liet Woord, en hot Woord was bij God, en God was liet Woord. Dit was in den beginne bij God. Alles is door lietzelve gemaakt; en zonder hetzelve is er niets gemaakt, wat gemaakt is. In hetzelve was het leven, en het leven was het licht der menschen en het licht schijnt in de duisternis, en do duisternis heeit het niet begrepen. Er werd een mensch door God gezonden, wiens naam was Joannes. Deze kwam tot getuigenis, om getuigenis te geven van het licht, opdat allen door hem gelooven zouden. Hij was het licht niet, maar om getuigenis te geven van het licht. Het ware licht was, wat verlicht ieder rncnsch, die in deze wereld komt. Hij was in de wereld, en de wereld is door Hem
ONDEB, DE H. HIIS.
gemaakt, en de wereld heeft Hem niet gekend. In zijn eigendom is Hij gekomen, en de zijnen namen Hem niet aan. Maar zoovelen Hem ontvangen hebben, hun heeft Hij de macht gegeven, kinderen Gods te worden; hun, die in zijnen naam gelooven; die niet uit den bloede, noch uit den wil des vleesehes, noch uit den wil des mans, maar uit God geboren zijn. En het Woord is vleesch geworden, en het heeft onder ons gewoond, en wij hebben zijne heerlijkheid gezien, eene heerlijkheid als die van den eeniggeborona des Vaders, vol genade en waarheid. Godo (zij) dank.
Bemerking. Na eindiging der heilige Mis , neemt de priester den Kelk en verlaat het altaar, ten ware hem andere gebeden waren voorgeschreven.
Hij begint in stilte het lied van dankzegging, dat de heilige jongelingen te Babel in den vuuroven baden, om alle schepselen en kraehten van hemel en aarde uit te noodigen. God den Heer voor het voltrokken Sacrificie dank te zeggen.
GEBED NA DE HEILIGE MIS.
Psalm CXVI.
Looft den Heer alle geslachten; Looft Hem alle volkeren;
131
GEBEDEN ENZ.
Want zijne barmhartighoid is bevestigd over ons, en do waarheid des Heoren blijft eeuwig.
Eere zij den Vader, en den Zoon, en den Heiligen Geest.
Gelijk hot was in het begin, en nu, en altijd, en in de eeuwen der eeuwen. Amen.
132
HEILIGE HANDELINGEN EN PLECHTIGHEDEN
zonder verlclaringen. EERSTE DEEL
der gebeden enz. van af het Begin der heilige Mis tot de Opdracht van brood aan God, den Vader.
DE VOORBEREIDING VAN DEN PRIESTER EN DER GELOOVIGEN.
1. DE PSALM „.JÜDICA, OORDEEL MIJ.quot;
De priester by den voet yan het altaar staando, maakt een kruis, en bidt dezen Psalm.
In den naam dos Vaders, en des Zoons, en des Heiligen Geestes. Amen.
Pmm U de verschuldigde oer en aanbidding te bewijzen, o allerheiligste Drievuldig'
134 GEBEDEN ONDEB, DE H. MIS
lieid, Vader, Zoon en Heilige Geest, willen wij lieden de onbloedige Offerande van liet Nieuwe Verbond bijwonen, en ons in den geest met den priester vereenigende, U deze aanbieden.
Laat door uwe hulp ons hart gevoelen, wat het op den Calvarieberg zou hebben moeten gevoelen, ware het bij do bloedige Offerande tegenwoordig geweest.
2. HET „CONriTEOE, IK BELIJD. De priester bidt diep gebogen , eu klopt driemaal op de borst.
Hij belijdt zijne zonden voor God en voor de omstanders.
Ik belijd aan God almachtig, aan de heilige Maria, altijd Maagd, aan den heiligen Michael Aaitsengel, aan den heiligen Joannes den Dooper, aan de heilige Apostelen Petrus en Paulus, aan alle Heiligen en aan u broeders, dat ik zeer gezondigd heb met gedachte, woord en werk, door mijne schuld, door mijne schuld, door mijne allergrootste schuld. Daarom bid ik de heilige Maria, altijd Maagd, den heiligen Michaël Aartsengel, den heiligen Joannes den Dooper, de heilige Apostelen Pe'irus en Paulus, alle Heiligen en u broeders, voor
ZONDEK VEEKLARINGEN. 135
mij te bidden bij den Heer, onzen God. Amen.
(Herhaal met den Misdienaar liet „Confiteor,quot; en in plaats van broeders zeg „ Vaderquot;
3, HET MISEKEATUll, „ONTEEEME ZICH.''
Dc priester biddend richt zich op» doch buigt zich terstond een weinig.
O God, verleen ons de kostbare gaaf van berouw en vergiffenis, welke Gij zelfs aan de grootste zondaars belooid hebt, wanneer bij voor U en voor den priester zijne zonden belijdende, berouw heeft, L , die de oneindige goedheid zijt, beleedigd te hebben. Amen.
4. HET GEBED „AUPEE A NOBIS, NEEM VAN ONS WEG.quot;
De priester klimt biddend het altaar op.
Gelukkig hij o God, die in zijne zwakte door uwe hulp gesteund, waardig wordt, uwe heilige verblijfplaats in te gaan, U daar te bezoeken en te aanbidden; verleen ons, o Heer, die genade. Amen.
136 GEBEDEN ONDER DE n. MIS
5. HET GEBED „OEAMUS TE, quot;H'IJ BIDDEN U.quot;
De priester kust het altaar.
Verwaardig ü, o God, ons door de tusschen-komst der Heiligen, van wie overblijfselen in het altaar rusten, de genade der verzoening met U te verleenen, dio op aarde liet begin is van den vrede, welken uwe Heiligen, in uwen schoot daar genieten. Amen.
0. DE „INTROÏTUS , INGANG.quot;
De priester staat aaa de Kplstelzydc van het altaar.
Gij hebt, o Hoer, bij de Heiligen van het Oude Verbond, een vurig verlangen opgewekt, uwen eenigen Zoon, ter verlossing van het verloren menschdora, naar de aarde te zien afdalen: deel ons een weinig van dat verlangen mode; en verleen, dat wij, ondanks de ellende en moeilijkheden van dit leven, ia ons een heilig verlangen ontwaren, ons door eono vurige liefde met U te vereenigen. Amen.
ZONDER VERKLARINGEN.
7. HET „KYKIE ELEISON, HEER ONTFERM U ONZER.quot;
De priester bidt aan de Kplstelzyde of In het midden ran
het altaar.
Heer ontferm 'D onzer. Christus ontferm U onzer. Hoor ontferm U onzer.
(Zeg dit gebed driemaal.)
S. DE LOFZANG „GLORIA IN EXCELSIS DEO HEERLIJKHEID AAN GOD IN HET ALLERHOOGSTE.quot;
De priester zegt dozen lofzang In het midden van liet altaar, verheft en houdt de handen samen; buigt menigmnal het hoofd, en maakt by het einde het krnisteeken over zich.
Heerlijkheid (zij) aan God in het allerhoogste. En vrede op aarde aan de menschen van goeden wil.
quot;Wij loven U,
Wij verheffen U,
Wij aanbidden U,
Wij verheerlijken XJ,
Wij danken U om uwe groote heerlijkheid, o Heer, God, hemelseho Koning, God, Vader almachtig.
O Heer, eeniggeboren Zoon, Jesus Christus. O Heer God, Lam Gods, Zoon des Vaders,
137
138 GEBEDEN ONDEK DE H. MIS
dat wegneemt de zonden der wereld, ontferm ü onzer; dat wegneemt de zonden der wereld, neem onze smeeking aan; die zit aan do rechterhand des Vaders, ontferm U onzer; want Gij alléén zijt do Heilige, Gij alléén do Heer, Gij alléén de allerhoogste o Jesus, Christus, met den Hciligeu Geest in de heerlijkheid van God, den Vader. Amen.
9. UET „DOMINTTS VOBISCUM, DE HEEK (zij) MEI TJ.quot;
De priester kust het nKaar, brengt den gewonen zegenwensvh aan «le omstanders, ca nooiligt hen aan de tpislcl/.ydc uit, _oin oen of weer gebeden to doen,
O Heer, verleen ons door de voorspraak der allerheiligste Maagd en Moeder Gods Maria en van alle Heiligen, alle genaden, welke de priester, uw dienaar, voor zieh en voor ons afsmeekt: ons met zijn gebed ver-eenigende, verzoeken wij U, ook genadig neer te zien op allen, voor welke wij verplicht zijn te bidden: verleen ons allen, o mijn God, al die genaden, welke Gij weet, dat wij behoeven, om de eeuwige zaligheid te verkrijgen ; wij verzoeken U deze gunsten in den Laam en om de verdiensten van Jesas, Christus, onzen Heer, die met IJ leeft en regeert, in
ZONDEB. VERKLAEINGEN. 139
de eenheid van don Heiligen Geest; door alle ecuwon der eeuwen. Amen.
10. DE EPISTEL.
De priester blyft nan «le Kpistelzytle en plantst «ie handen op liet bock of op het altaar.
O mijn God, boven zoovele anderen, die nog in de duisternis der dwaling verkeeren, hebben wij het geluk, uwe heilige wetten te kennen; uit geheel ons hart onderwerpen wij ons daaraan; met eerbied zullen wij naar uwen wil luisteren, welken Gij ons door den mond uwer Profeten en Apostelen verkondigd hebt, en met alle onderwerping, welke do mensoh aan het woord van zijnen God verschuldigd is, zullen wij dezelve verecren.
11. TIET GRADUALE, DE PROSE GE HYMNE.
De priester blyft steeds aan de Eplstel/^jde.
Uwe lessen, o Heer, onderwijzen en behagen ons, zij verheugen ons, en doen ons hopen, U eenmaal in don hemel, ons vaderland, te zullen aanschouwen.
140 GEBEDEN ONDEJl DE n. MIS
12. HET „MUNDA COK 3IETJM, ZUIVEK MIJN IIAHT.quot;
Dc priester bidt diep neergebogen in bet midden van het altnar.
Het boek wordt omgedragen.
O Heor, verlicht ons verstand eu zuiver ons hart, opdat 'wij de lossen vau uw heilig Evangelie mogen kounon en getrouw na,komen; behoed ons voor ongeloof, waardoor zoovele christenen in onze dagen besmet worden, en straf ons nimmer, door ons hst licht des geloofs te ontnemen. Amen.
13. HET EVANGELIE.
De prluster gaftt naar de Kvangeliezyde, brengt den gewonen zegenweusch aan de omstanders , en maakt eenige krul«jei. lan het slot van het Erangelie, kunt h\j het Kvangelieboek.
Wij richten ons op, o opperste Wetgever, om te betuigen, dat wij bereid zijn, de eeuwige waarheden, wolkc in het Evangelie vervat zijn, ten koste vau ons leven te verdedigen. Gij loert ons, dat niet allen, die zeggen: Heer, Heer, (dat is, die zich tevreden stellen, uw Evangelie slechts met den mond te belijden, zonder daarnaar te leveu) het rijk
ZONDER VEBKLAMNGEN ] 41
der hemelen zullen ingaan; vermits slechts zij hot zullen bezitten, wier werken gelijkvormig zijn aan uwe geboden.
Verleen ons de genade, dat wij zóó getrouw uw Goddelijk woord mogen vervullen, als Gij ons standvastigheid inboezemt, om het te geloovea. Helaas, welk nut zou het ons aanbrengen, wanoeer wij voor ü verschijnen zullen, wel geloofd, doch geene goede werken beoefend te hebben: onze veroordealing zou zwaarder, en ons eeuwig lot vreeselijker wezen, ü God, van barmhartigheid, oordeel ous niet volgons den voortdurenden strijd, welke er tusschen uwe leering en onze handelingen heeft plaats' gehad; en geef ons uwe hulp, om te leven volgens ons geloof.
14. HET „CREDO. IK GELOOP.quot;
De prlcuter doet de GeloofsbeiydenH in het midden van het altaiir.
Ik geloof in één God, Schepper van hemel en aaide, van allo zichtbare en onzichtbare dingen.
En in één Heer Jesus Christus, cenig-geboreu Zoon Gods; en vóór alle eeuwen uit den Vader geboren; God van God, licht van
142 GEBEDEN ONDER DE H. MIS
liolit, waarachtigen God van don waarachtigen God; Geboren, niet gemaakt, medezelfstandig met den Vader; door wien alle dingen gemaakt zijn; die om ons menselien, en om onze zaligheid uit den hemel is afgedaald, en is vlcesch geworden door den Heiligen Geest nit de Maagd Maria; Ea is mensch geworden. Gekruist is Hij ook voor ons; onder Pontius Pilatus heeft Hij geleden , en is Hij begraven. En Hij is verrezen op den derden dag volgens de Schriftuur; en Hij is opgeklommen ten hemel; Hij zit aan do reehterhand des Vaders; Hij zal met heerlijkheid weder komen, oor-deelen do levenden en dooden: wiens rijk geen einde zal hebben.
En in den Heiligen Geest, Heer en levendmakend; die uit den Vader en den Zoon voortkomt, die met den Vader en den Zoon te zamen aangebeden en verheerlijkt wordt; die door do Profeten gesproken heeft.
En ééne. Heilige, Katholieke en Aposto-lieke Kerk.
Ik belijd één doopsel tot vergeving der zonden.
En ik verwaeht de verrijzenis der dcoden.
En het leven der toekomslige eeuw. Amen.
ZONDEK VERKLAEINGEN. 143
TWEEDE DEEL
der Gebeden, heilige Handelingen en Plechtigheden onder de II. Mis, van af de Opdracht of aanbieding van brood cn wijn aan God den Vader, tot aan het slot van het stille Gebed of tot aan de Prefatie.
1. HET „OPFERTORIUM, IIEï OFFEREN, OFFER-
GIFT, Ol'i-EHGEBED.quot;
De priester kast liet nltaar en klcdt den omstanders den gewonen zegeinrensch aan.
O God, zuiver ous hart van alle zonden en ongeregelde neigingen; stort daarin eene vurige liefde: opdat wij gezamenlijk met den priester, het Sacrificie van uwen Goddelijken Zoon, die zich weldra aan ü zal offeren, waardig mogen aanbieden.
2. DE OPDRACHT 03? AANBIEDING VAN BROOD, BENOODIGD VOOR DE CONSECRAIIE, AAN
GOD DEN VADER.
Het gebed «Susoipe, Aanvaard.»
De priester ontdekt den kelk, en de oogen hemelwaarts slaande, biedt bei brcod, dat op de pateen ligt, Uod den Vader aaugt;
Heilige Vader, almachtige, eeuwige God, wij bieden U gezamenlijk met den priester het
144 GEBEDEN ONDER DE II. MIS
het aanstaande Ofler aan, waarbij liet brood weldra iu hot Lichaam van uwen Zoon, Jesus, Christus zal veranderd worden; en dragen het op voor den priester, voor de zonden van alle omstanders, van mijne nabestaanden, en van alle geloovigen, zoowel levenden als overledenen. Amen.
3. HEI GEBED „DEUS, QUI HU3IANAE, GGD,
DIE DE WAARDIGHEID.quot;
De priesler schenkt aan de EpistclzQde den wijn in den kelk, en voegt er, na ket gezegend te hebben, een weinig water bjjt
O God, verleen ons, dat, even als hier wijn met een weinig water innig vereenigd wordf; wij door het heilig Bloed, waarin de wijn terstond zal veranderd worden, eenmaal met uwe Godheid vcreonigd mogen wezen.
4. DE OPDRACHT VAN WIJN AAN GOD, DEN
VADER.
Hot gebed «Offerimus, Wij bieden U aan.»
De priester staat in het midden van het altaar, biedt God den Vader den wyn, bcnoodigd voor het heilig Sacrificie aan.
Wij bieden U, o Heer, gezamenlijk met den priester het heilig Blood van uwen Godde.
ZONDER VERKLARINGEN.
lijkon Zoon aan, waarin weldra de wijn veranderd zal worden: en smeekcn uwe Goddelijke barmhartigheid, dat Het voor het aan-sehijn uwer Goddelijke majesteit, tot ons heil en der gehcele wereld, bevallig opstijge, Amen.
5. HET GEBED „IN SPIRITU HXTMILITATIS, IN EEN
GEEST VAN NEDERIGHEID.quot;
Den kelk gedekt iiebbcndc, buigt rich de priester een weinig*
O God, stort in ons een nedei-ig en berouwvol hart: opdat hot aanstaand Offer, voor zoover het ons offer is, U behaaglijk zij.
G. HET GEBED „VENI SASCIIPIOATOR, K;0]M IIEILIGMAKEE.quot;
De priester biddend richi handen en oogen ten hemel) oa maukt een kruis over het brood en den vrjju,
O Goddelijke Geost, die heilig maakt: heilig en zegen het aanstaand Offer; opdat wij daardoor vele liemelsehezegeningen erlangen. Amen.
7. DE PSALM „LAVABO, IK ZAL MIJNE IIANDJiN WASSCHBN.
De priester •nasoht de handen aan de tpistclzijdc.
-O God, gewaardig U, onze ziel van allo vlekken der zouden te reinigen; opdat wij van 03 10
145
i4G GEBEDEN ONDER DE H. MIS
de minste vlek gezuiverd, het heilig Offer met deu priester opdragen. Vernietig in ons de minste onvolmaaktheid, en maak door uwe hulp onze ziel zóó zuiver, als zij was on-middclijk na het heilig Doopsel. Verleen ons o Heer, de genade, dat wij ten koste onzer ziel ons niet hechten aan zondige zaken; dat wij ontvluchten de gevaarlijke vermaken, die don mensch verlagen en bedwelmen; dat wij niet zoeken de goederen, welke 'smenschen ziel in het verderf storten; dat wij niet trachten naar wereldsche grootheid, welko zoovele rampzalige slachtoffers maakt: opdat wij U met eene zuivere ziel steeds mogen b3minnon. Amen.
8. DE OPDRACHT 01' AANBIEDING VAN HET OITER
AAN DE ALLERHEILIGSTE DRIEVULDIGHEID.
Het gebed «Suscipe Sancta Trinitas, Aanvaard Allerheiligste Drievuldigheid.»
De priester bidt In het midden Tan het altanr neergebogen.
Aanvaard, o heilige Drievuldigheid, de offergiften , en het goddelijk Offer, dat wij U zullen aanbieden tot gedachtenis van C hristus dood, verrijzenis en hemelvaart; opdat Hot tot ons eeuwig heil verstrekke. Amen.
ZONDER VERKLAKINGEN.
9. HET „OilATE FRATRES, BIDT BROEDERS.quot;
Ja, eeuwige Vader, dat het Sacrificie, voor zoover liet is ons werk en van don priester, U bohage; opdat Gij daardoor verheerlijkt, én ons heil én uwer heilige Kerk vermeerderd worde. Amen.
10. DB „SECRETA, HET STIL/.E GEBED.quot;
De priester bidt ia stilte , met opgehevene handen , één of meer gebeden»
Maak ons o Heer, deelachtig aan al do genaden, welke de priester in het stillo gebed voor ons verzoekt: wij vereenigen on! van harte met hem, en vragen U al, wat hij vraagt, om de verdiensten van ouzen Heer Jesus Christus. Die God zijnde met U leeft on regeert, in de eenheid van den Heiligen Geest, door alle eeuwen der eeuwen. Amen.
147
148 GEBEDEN ONDER DE H. MIS
DERDE DEEL
der Gebeden, heilige Handelingen en Plechtigheden onder de heilige Mis; van af de Prefatie lot aan den Canon.
1. DE PREFATIE, INLEIDING OF VOORREDE TOT DEN CANON.
De priester houdt önder liet grootste gedeelte der Prefatie de bnnden oitgelieven,
Eeuwige Vader, liet oogenblik, waarop uw Goddelijke Zoon, Jesus Christus, onze Zaligmaker, uit den Uomel zal afdalen, om zich voor ons op te offeren, zal weldra daar zijn. Niets, wat aardse!) is, moet onzen geest of ons hart bezig houden: reinig zo door het vuur uwer goddelijke liefde; opdat zij slechts bchagon scheppen in hemelsoho zaken.
Door welke dankbaarheid zullen wij immer uwe ontelbare weldaden kunnen erkennen; doch vooral de weldaad van dat Zoenoffer, hetwelk eiken dag, en zelfs duizendmalen eiken dag, voor ons de offerande vernieuwt, welke het eens op den Calvarieberg heeft opgedragen, om voor ons barmhartigheid te verwerven.
O eeuwige Vader, om Jesus Christus, uwen
ZONDER VEBKLARJNQEN. 149
zocr bomiuden Zoon, verheerlijken wij U, en bicdon U gezamenlijk met alle hemellingen, ons lof- en danklied aan. Laat toe, dat wij zondaars, onze lof- en dankzeggingen met die der hemelsehe Geesten vereenigen, en dat wij gezamelijk met hen, in verrukkingvan vreugde, dankbaarheid en verwondering uitroepen;
2. HET „SANCTUS, HEILIG.quot;
De priester Ih uoergebogen» en gaat de 1'reratlo eindigen.
De Misdienaar geeft met de bel een teeken, dat de Canon gaat beginnen.
Heilig, heilig, heilig is de Heer, God dor Heirsciiaren;
Hemelenaardezijn vol van zijne heerlijkheid.
Dat de gelukzaligen Hem loven in den hemel!
3. HET „13ENEDICTUS, GEZEGEND.quot;
Do priester mankt over ïlch zeiven het kruisteeten.
Gezegend zij Hij, die op aardo komen zal. God en Heer: even als die Ilcm afzendt.
150 GEBEDEN ONDER DE H. MIS
VIERDE DEEL
dor Gebeden, heilige Handelingen en Plechtigheden onder de H. Mis, van af het Begin des Canons tot aan het Slot bij het «Pater Noster, Onze Vader.»
EEKSTE DEEL VAN HET EEHSTE GEBED DES CANONS.
«Te igitur, U dan.»
Do priester biddend Blaat de oogen tep hemel en maakt drie kralsen geznmeulyk OTer liet brood en den wyn.
Wij smeek on U, o goedertierensto Vader, i door Jesus Christus, uwen Zoon, onzen Zaligmaker, bet aanstaand Offer van zijn Liehaam en Bloed, waarin liet brood en de wijn weldra zullen veranderd worden, om de 1 verdiensten van ziju kruisoffer, goedgunstig aan te nemen: voor uwe heilige Kerk, voor onzen Paus N. N..., onzen Bisschop N. N..., voor alle bestuurders der Kerk en voort- i planters van ons heilig Geloof.
HEI TWEEDE DEEL VAN HET EERSTE GEBED
DES CANONS.
«Memento, Gedenk.» Het gebed voor de levenden.
De priester vouwt de handen samen gt; en bl^ft een o ogenblik In overweging, nadenkende de personen, *oor welke hQ het heilig Sacrificie wenscht op te dragen.
Wij bidden U, o Hoor, U te gewaardigen
ZONDER VERKXAEINGEN.
do vruchten van het Sacrificie too to passen, vooral aan N. N., en aan allen, voor wolko wij uit rechtvaardigheid, erkentenis ot liefde verplicht zijn te bidden; alsmede aan allen, die hier tegenwoordig zijn, on U deze Offerande aan-bioaen voor zich of voor hunne nabestaanden.
DERDE DEEL VAN HEX EERSTE GEBED DES CANONS.
Communicantes, «in gemeenschap.»
Ds priester biddeud houdt d« handen opgeheTeu.
En opdat ons Offer, o God, U bcvalligcr zij, beroepen wij ons op onze vereeniging mot do heilige Maagd Maria en met alle Apostelen, Martelaren, Belijders, Maagden cn met allo Heiligen: zie neer op hunne verdiensten, en verleen ons, dat onze smeekingen, welke wij U voor uwe Kerk, hare bestuurders en hare ledematen gedaan hebben; door hunne hulp verhoord worden; doch vooral door de verdiensten en tusschonkomst van onzen Hoer Jesus Christus. Amen.
J51
GKBUDEN ONDER DIS II. MIS
tweede gebed des canons.
«Hare igilur oblationem, Deze offerande dan.»
Re i»rieslor bidilend. strekt de handen uit over het hrood en den wyn.
Wij smookeu Lquot;, o Hoer^ het lioilig Olfor, hotwolk wij, uwo dienaren, U met den priester weldra zullen aanbieden, aan te nemen: verleen ons als vrucht daarvan, tijdens dit loven den vredo mot U, die alléén van ü komt; bewaar ons voor de eeuwige verdoemenis, en plaats ons onder hot getal uwer uitverkorenen; door Christus, onzen Hoor. Amen.
deude gebed des canons.
oQuam oblationem, Welk O fier.»
Do priester mankt drie kruisen gozamenlyk over liet ])rood en
den wjjn) één aizonderlijk over het brood en één over den wjjn.
(De Misdienaar geeft een teeken met de bel, dat de Consecratie gaat beginnen.)
Wij bidden U, o God, deze opdracht van brood on wijn, welke wij U gezamenlijk mot do priester liobbon aangeboden, door do ver-dionston van hot kruisoffer te willen zegenen en bevallig aan to nomen; en dat deze voor
152
ZONDEK VEHKI.AKINGEN. 153
ous worde hot Lichaam eu Bloed cn het Goddelijk Offer van uwon Gokruistcii Zoou.
DE CONSEOKA.TIE VAN HET BROOD EN DEN WIJN.
Eerst consacreert de priester hot brood, aanbidt dan knielend het Lichaam des Heeren, en heft het op ter aanbidding der geloovigen. Vervolgens consacreert hij den wijn, aanbidt dan knielend het heilig Bloed, en heft den kelk met het heilig Bloed omhoog, opdat de geloovigen het aanbidden. Bij elke ophefling ge^ft dc Misdienaar een teeken met dc bel, dat de opheffing plaats heeft.
Bid middelerwijl cn aanbid in nederig geloof, in vurige hoop, in teedere liefde, Jesus Christus, God en mensch, in het allerheiligste Sacrament waarlijk, wezenlijk eu zelfstandig tegenwoordig.
Gebed ondor de Consecratie on bij de Opheffing van het Lichaam des Heeren.
Ik aanbid o Jesus, uw heilig Lichaam, opgohevou aan het kruis; ik aanbid ü, die door de handen van den priester, U zeiven aan God, don Vader voor ons opdraagt. O allorgenadigsto Vader, sla uwe oogeü op do Offerande van uwen geliefdon Zoon on ook op ons, dio ons zei ven geheel met Hem en
154 GEBEDEN ONDEB DE It, MIS
door Hom aan IJ aanbieden. Door Hom aanbidden wij U. Door Hom danken wij U voor al uwe woldaden: gewaardig U ons, om zijno verdiensten in uwe gonade te ontvangen. Amen.
Gebed onder de Consecratie en bij de Opheffing van het heilig Bloed des Heeren.
O Jesus, ik aanbid uw heilig Bloed, voor ons op hot kruis vergoten. Beschouw, o hemolsehe Vader, dit genade-roepend Bloed van uwen geliefdenZoon, hetwelk wij U voor de vergeving onzer zouden, met Hom en door do handen van don priester aanbieden; wij hopen met oen vast betrouwen, dat wij door het Offer van uw Bloed, uwe genade zullen verwerven. Amen.
(In de plaats der beide voorgaande gebeden kan zeer gepast de lofzang van den heiligen Thomas van Aquino, zie bladwijzer uitgesproken worden.)
EEBSTE DEEL VAN HET VIEKDE GEBED DES CANONS.
Na de Consecratie en Opheffing van het Lichaam en Bloed des Heeren.
«Unde et memores, Daarom ook gedachtig»
Do priester Mdt met op^ohevcu hnnden, en mankt drlemnal het kruisteeken ; over het brood en den w^jn; eens over het brood en eens over den kelk.
Terwijl wij dan, o Homelsehe Vader, volgens
ZONDER VEBKLABINGEN. 155
uw bevel, door dit Sacrificie, hot zalig lijden, do verrijzenis en do luistervollö hemelvciart van Christus, uwen Zoon, onzen Heer gedenken, bieden wij ü aan door de handen van den priester, het zuiver, heilig, onbevlekt Offer van uwen gekruisten Zoon, wiens Lichaam en Bloed voor ons op het kruis gescheiden werden.
TWEEDE DEEL VAN HET VIERDE GEBED DES CANONS.
«Supra quae, Op welke gelieve.»
De priester bidt steeds met opgehevene handem
O God, die mot welbehagen op de offers vau Abel, Abraham eu Melchisedech hebt uoergezien, omdat zij U deze mot eeno zuivere meening aaubodou; verleen ous ook zulke heilige gesteltenis, opdat het Offer van uwe, Zoon, hetwelk wij ü aanbieden, door U worde aangenomen.
DEKDE DEEL VAN UET VIEIIDE GEBED DES CANONS.
«Supplices, Ootmoedig.»
De priester bidt diep ueergehogen; plaatst de sanmgevonwen liauden op bet altaar en kust bet; by riebt zich op; maakt 66u kruis over het Licbaam, één over bet Bloed en één over zichzelvvn.
O God, aangezien wij niet waardig gonoeg
156 geleden onder de ii. mis
zijn, U dit Goddelijk Offer ann to bioJtu; verzoekon wij ü, in odzo plaats te stellen; uwen heiligen Engel: ora door dat bevallig aanbod en dezo kraehtige tnssclienkomst, alle hemelsclie zegeningen te verkrijgen voor allen, die door de heilige Communie, aan dit Goddelijk Ofler zullen deelachtig worden; door don-zelfden Christus, onzen Heer. Amen.
viol'de gebed des canons.
«Memento, Godenk ook.» Tiet gebed voor de overledene Geloovigen.
Do priester blyft steeds met opgehevene hnnden bidden, doch een oogenblik het hoofd buigende, voegt h^j ze hamen.
Gelieve, o Heer, dit goddelijk Offer ook aan te nemen voor uwe dienaren en dienaressen, am wie, alhoewel in uwe liefde gestorven, nog zondenvlekken aankleven; neem vooral dit goddelijk Offer aan voor de zielen van N. N...., verleen haar en aan de zielen mijner nabe staanden en weldoeners, do plaats van verkwikking, licht en vrede; door Christus, onzen Hoer. Amen.
ZONDER VBBKLJUUNGEN.
ZESDE or LAATSTE GEBED DES CANONS.
«Nobis quoque poccatoribus, Insgelijks aan ons, zondaars.»
Bc priester Mililentl op tie liorst fcloppeml, spreeltt slechts do eerste woorden van dit gebed lioorlmnr uit, Uy Itidt stoeds met opgchevtrn handen.
Wij belijden, o Heer, dat wij zondiiars zijn, en niet verdienen, verhoerd te worden, wanneer wij voor ons zelvea bidden; daarom kloppen wij, oven als de priester, op do borst; doch steunende op liet goddelijk Offer, dat U zeer behaagt, en dat wij U aanbieden, bidden wij U, hot ook voor ons aan te nemen; opdat wij eenmaal eenig aandeel mogen hebben in het gezelschap uwer heilige Apostelen, Martelaren, Maagden en alle Heiligen, dat Gij ons beloofd hebt door Christus, onzen Heer.
HET rLECIITIG SLOT VAN HET ZESDE 03? LAATSTE GEBED DES CANONS.
«Per ipsum, door Hem.»
De priester maakl relc kruisen: heft den Keikop; knielt neder ter annbidding van het hfliiig Blood des Ileeien , en sluit den Conou, zeggende: ,,Per ouinia saeeula saocuiorum, Door alle eeuwen der eeuwcn•,,
liij de opheffing van den Kelk geeft de Misdienaar een teeken met de bel, dat de Canon gaat eindigen.
Door uwen beminden Zoou o Heer, brengt
157
158 GEBEDEN ONDEE DE H. MIS
Gij het brood on den wijn voort, benoodigd voor het heilig Offer; bij de Opdracht neemt Gij ze aan, om veranderd te worden in het Lichaam en Bloed van uwen Gekruisten Zoon; door uwen gekruisten Zoon worden zij veranderd in zijn Lichaam en liloed ; door uwen Gekruisten Zoon is aan het Offer voor levenden en doodcn alle zogen verbonden; daarenboven geeft Gij Hem aan ons in de heilige Communie; daarvoor o Vader, zij Hem en U en don Heiligen Geest allo lof on verheerlijking; door alle eeuwen der oeuwen. Amen.
VIJFDE DEEL
[ier Geboden. heilige Handelingen en Plechtisheden onder de heilige Mis, ter voorbereiding tot de heilige Communie van af liet «Pater Noster, Onze Vader,» tot de Nuttiging.
1. INLEIDING OF VOOEBEEEIDINO TOT HET „PATER NOSIEE, ONZE VADEE.quot;
Dc priester hondt de Lauden enmen.
Het gebed o God, dat uw beminde Zoon ms onderwezen heeft, doet ons zulke gewich-
ZONDER VEEKLAKINGEN. 159
tige ZLikcu vragen, dat wij het niet zouden durven dtspreken, als Hij zelf het ous niet bevolen had; met vortrouweo durven wij dus in zijnen naam zeggen :
3. HET riTEll KOSTEIl, „ONZE VADEK.quot;
De priester bidt met opgehevene handen.
Onze Vader, die in de homelen zijt: Geheiligd worde uw Naam :
Uw rijk kome:
Uw wil geschiede, zoo als in den hemel,
ook op aarde.
Geef ons heden ons dagelijkscli brood: En vergeef ons onze schulden, gelijk ook wij
vergeven aan onze schuldenaren :
En leid ons niet in bekoring;
Maar verlos ons van den kwade. Amen.
3. HET GEBED „LIBERA NOS, VERLOS OKS.quot;
De priester biddend houdt de pateen op het nltaar opgehcren, maakt daarmede oter zichzelven het hruibteeken ^ en knst dezelve»
Verlos ons, o Heer, van de gevolgen onzer vergevene zonden, vergeef ons de zonden, die ons nog besmetten; behoed ons voor volgende zonden; bevrijd ons van alle in- en uitwen-
160 GEBEDEN OSDER DE H. MIS
dige rampen: Verleen ons door de tussclien-koinst der allerlioiligste Moeder Gods, Maria, van uwe Apostelen en van alle Heiligen don vrede des gewetens, zoo noodig tot eene waardige Communie.
4. HET BKEKEN DEK HEILIGE HOSTIE,
en hot slot van het vorige gebed «Per eumdem Do-minum, Door denzeïfden Heer.quot;
O minnelijke Josus, die aan uwe discipelen uw heilig Lichaam hebt medegedeeld, eu hun en hunne opvolgers bevolen, hetzelve aan de geloovigen te geven; verleen ous do genade, dat wij hetzelve altoos in vrede met ü ontvangen; die God zijnde leelt en regeert met God, den Vader, in de eenheid van den Heiligen Geest, door allo eeuwen der eeuwen. Amen.
5. HET „PA.X DOMINI, DE VKEDE DES HEEJIEN.quot;
Dc priester biddend, maakt met de beliigo Hostie, drie krui-(•en over bet be2lig ISioed.
Heer, verleen ons den vrede met ü, altoos zoo noodig; doeh vooral tot eene waardige Communie.
ZONDER VERKLARINGEN.
6. DE VERMENGING VAN HET LICHAAM EN BLOED DES IIEEREN.
De priester Iaat het derde doel der heilige Hostie In bet hellip Bloed neder»
Geef, o Heer, dat wij allen, door dit Goddelijk Offer en de heilige Communie gesterkt, liet eeuwig leven verkrijgen. Amen.
7. HEI „AGNUS DEI, LAM GODS.quot;
De priester is neergebogen , beeft de oogen op de heilige Hostie gevestigd, eu klopt biddend driemaal op do bont.
Lam Gods, dat wegneemt do zonden der wereld, ontferm U onzer.
Lam Gods, dat wegneemt do zonden dor wereld, ontferm U onzer.
Lam Gods, dat wognoomt do zonden der wereld, geef ons vredo.
8. UET GEBED „DOIIINE JESXT CIIHISTE, HEEK JESUS CHRISTUS.*3
Wij smeeken U, o Heer Jesus Christus, om den vrede mot U, weikon Gij ons hebt aehter-gelaten; verleen ook vredo aan alle geloo-vigen onderling, opdat zij elkander steeds beminnen, alle afgekeordheid en vijandschap «2 11
161
1G2 GEBEDEJÏ ONDEE, DE H. MIS
jogons elkander afleggen: en daardoor waardig worden Ü, den God des vredes heilig in hun hart te ontvangen; en na dien vrede, eeuwig in vrede ruston; die God zijnde, leeft en'regecrt door alle eeuwen der eeuwen. Amen.
9. HET GEBED „DOMINE JESU CIIRISTE, 1IEE11
JESUS CIIEISIÜS.quot;
Dc i)ricslcr biyft op dezelfde wjjze als ia hei vorige gebed bidden»
O Heer, Jesus Christus, die door uwen dood aan de wereld hot loven hebt gogeven: verleen ons, zoo menigmaal wij de heilige Communie ontvangen, als vrucht daarvan, gesterkt te worden, om uwe geboden te onderhouden; dat wij beveiligd zijn tegen alle kwaad, on in dit en in hot andore leven, mot U voreenigd blijven. Amen.
10. EET GEBED „PEKCEPIIO COEPOKIS TUI, HEI
ONTVANGEN VAN TJW LICHA/JSl.quot;
Do jirieslor blijft steeds op dezelfde wyze , nis bjj de twee Toorgunnde gebeden, bidden.
Mogen wij, o Hoer Josus Christus, U in de heilige Communio steeds waardig ontvangen;
ZONDEK VERKLARINGEN. 103
opdat zij ons niet strekke tot ccnc eeuwige reroordeeling; maar tot bewaring en een geneesmiddel van ziel en lichaam; die God zijnde, leeft en regeert met God, den Vader, in de eenheid van den Heiligen Geest, door alle eeuwen der eeuwen. Amen.
ZESDE DEEL
der Gebeden, heilige Handelingen en Plechtigheden onder de heilige Mis; van af de Nuttiging of de heilige Communie tot aan het dekken van den kelk-
DE NÜTTIGING VAN HET LICHAAM DES HEEREN.
De Toorhereiding.
1. HET GEBED, „D01I1NE, NON SÜM I1IGNUS, HEER, IK BEN NIET WAARDIG.quot;
Do priester knielt tor aanbidding neer, houdt de heilige llustie boven de pateen, en klopt dlop neergebogen driemaal op de borftt.
De Misdienaar geeft een teeken met de bel, dat de Nuttiging gaat beginnen.
Heer, ik bon niet waardig, dat Gij komt onder mijn dak; doch spreek slechts een woord, en mijne ziel zal genezen worden.
(Herhaal dit gebed, even als de priester nog tweemaal)
1G4 GEBEDEN ONDER DE H. MIS
2. HEI GEBED „CORPUS DOMINI, HET LICHAAM
ONZES HEEREN.''
De priester bnigt het hoofd, en zegent zich met het Lichaam des Heeren.
De priester nuttigt het Lichaam des Heeren#
3. DE DANKZEGGING VAN DEN PRIESTER VOOR DE NUTTIGING VAN HET LICHAAM DES HEEREN „QUID RETRIBUAM, TV AT ZAL IK
DEN HEER WEERGEVEN.quot;
De voorbereiding tot de nuttiging van het Heilig Bloed.
4. HET GEBED „CALICEM SALUTARIS ACCIPIAM, IK ZAL DEN KELK DES IIEILS AANNEMEN.quot;
Middelerwijl de priester deze gebeden doet, verzamelt hij in den Kelk de deeltjes der heilige Hostie, welke zich soms op de pateen of op het Corporaal bevinden.
5. HET GEBED „SANGUIS DOMINI NOSTRI, HET BLOED VAN ONZEN HEER JESUS CHRISTUS.quot;
De priester buigt hot hoofd, en zegent zich met het Bloed des Heeren.
ZONDEK VEEKLARItiGE». 165
Do priester nuttigt het BIot)d des Ileerem
(Middelerwijl de priester het Lichaam en Bloed des Heeren nuttigt, kan men den volgenden lofzang en het gebed uitspreken.)
O heilige maaltijd, waarop Christus wordi genuttigd; want daarop worit ons zijn dood herinnerd, 'stnenschen ziel mer,genade vervuld, en ons een onderpand der toekomstige heerlijkheid gegeven.
O mijn Jesus, die zoo oneiudig goed, beminnelijk en heilig zijfc: wat is de priester gelukkig, dewijl hij U, God en mensch, in zijn hart wezenlijk mag ontvangen: o mochten ook wij in datzelfde geluk deelen; mochten ook wij, ons met U in de heilige Communie dikwijls voreenigen, die onze kracht, onze hoop en onze liefde zijt; kom in ons hart, ten minste door uwe Goddelijke liefde, en ontsteek ons meer en meer door liefde tot U. Amen.
7. HET GEBED „QUOD OKE SUMPSIMUS , WAT
WIJ MET DEN MOND GENOMEN HEBBEN.quot;
De priester znitert den kelk met
166 GEBEDEN ONDER DE H. MIS
8. 11 ET GEBED „CORPUS TUÜM, TJW LICHAAM.quot;
Do priester znltcrt aan de Kplstelzflde, den Kelk en de vingers met wijn en irater.
(Middelerwijl de priester den Kelk en de vingers ïuivert kan men het volgend gebed nitspreken.)
O Hoer Josus Christus, vcrloon ons clo genade, dat wij uw heilig Lichaam dikwijls ■waardig ontvangen, en dat het al onze genegenheden zóó zuivere en heilige, dat wij nimmer door eenigc zonden besmeurd worden, en altoos door eene vunge liefde , met IJ vereenigd blijven; die leeft en regeert door alle eeuwen der eeuwen. Amen.
ZEVENDE DEEL
der Gebeden, heilige Handelingen en Plcehtighcdon onder de heilige Mis; van af het dekJcen des Kelts tot aan het gebed «Placeal, hchage U.d
1. DE SPREUK OP ONDERRICHTING „COMMUNIEquot; GEHEETEN.
Do priester dekt den kelk, liet Itlialioek wordt omgedragen; hy leest aan de Kpisteliyde eeue spreuk of ontlerriciiting*
Wat zullen wij U, o Heer, wedergeven
ZONDEK VERKLARINGEN.
voor de genadevolle instelling van dien goddo-lijken maaltijd, waartoe Gij ons uitnoodigt, lioo zullen wij U de verseluildigde dankbaarheid voor deze zoo cneindige liefde, betoonen?
2°. HET „DOIIINUS VOBISCüjr, DE HEER (zl-j) MET U.quot;
De priester keert naar het midden van het altaar terug, kust het en brengt den omstanders den gewonen wenseh.
3o. DE „POST-COHMTINIE, BE NACOMOTNIE.quot;
Dc priester noodlyt lgt;y de Eplsfelzy;lc «1c omstanders tot oen of meer gezamenlijke geboden uit.
Minnelijke Zaligmaker, in de lieiligo Communie geeft Gij ons uw Lichaam en Bloed tot spijs onzer ziel; daar worden wij zóó iunig mot U vereenigd: verleen ons, zoo menigmaal wij U onder do gedaante van brood ontvangen, als vrucht daarvan, dat wij in do liefde lot U mogen leven en sterven; die God zijnde, met God, don Vader loeft eu regeert, in de eenheid van don Heiligen Geest, door alle eeuwen dor eeuwen. Amen.
Iü7
1G8 GEBEDEN ONDER DE H. MIS
4°. HET „ÜOMINUS VOBISCUM, DE HEER ZIJ MET ü.quot;
De priester heeft het Misboek gesloten, en loet in het midden van het altaar den gewonen wenseh.
5°. HET „ITE, MISS A EST, GAAT, HET IS DE ■WEGZENDING.quot;
De prloHter staat tot de om^tftnilers gekoerd.
Wij gaan lieon, o God, gozuivord, naar wij liopon, door het heilig Offer: door uwe genade bijgestaan, zullen wij trachten, ons te bewaren voor al wat U zou kunnen beleedigen.
ACHTSTE DEEL
dor Gebeden enz., onder do boilige Mis; van af bet gebed «.Plaaat, lehage U; tot aan het einde.quot;
1. HET GEBEID „fLACEAT, BEHAGE U.quot;
Do priester keert zleh tot hot nltnar; Mddead plaatst hQ de Baamgevoinven linndon op Let aitnui'j en !b neergebogen.
O Allerheiligste Drievuldigheid, geef geen acht op onze onwaardigheid, maar cp uwe onuitputbare barmhartiglicid en op de ver-
ZONDER VEKKIuVKINGEN ]C9
diensten van het goddelijk Lam, dat zich in de heilige Mis geofferd heeft, om de zonden der wereld weg te nemen: laat door dit allerheiligst Offer, een overvloed van zegeningen over ons afdalea. Amen.
2. HET ZEGENGEBED „ÜENEDICAT VOS,
TJ ZEGENE/'
De prletitcr knst het nKanr; wondf oogen en hnnden ten hemel; vouwt de hnnden samen, on mnakt het kruisteeken over de aunwezlgen.
O heilige Drievuldigheid, verleen ons uwon zegen, om zóó te leven, da,t wij eenmaal mogen hooren „Komt gezegenden mijns Vaders, bezit hot rijk, dat voor u van af het begin der wereld bereid is.quot; Amen.
3. HET „INIIIUM, HET BEGIN VAN HET
EVANGELIE VOLGENS ST. JAN.quot;
Dc pr'OKter ann dc F.vangeltezyde maakt Tlermnal het kruis* toeken , hij de woorden „Kn het Woord Is vlousch gewordenquot; knielt h^j.
Iu den beginne was het Woord, zie bi. 130
voor het
-5quot;
geboi lot den lltiligcu (iecst, om het gewetensondcrroek hchixii-iyk in to slcllcu.
Godod voor wien elk hart open ligt; die ieders wil kout en voor wicu geeu geheim bestaat: reinig door de instorting des Heiligen Geestes, de gedaeliton mijns harten, verhelder mijne ziel door uwe waarheid; opda. ik al mijne zonden met getal en noodige onstau-diglieden erkenne, oprecht verfoeio en bolijde: om deze genade bid ik door do verdiensten
BIECHT0EF12NIK GEN.
van uwen eeniggeboren Zoon, onzen Heer Jesus Christus, van de allerheiligste Maagd , Maria en van al uwe Heiligen. Amen.
ONDERZOEK DES GEWETENS.
Hier kunt gij nadenken, op welke wijze en hoe menigmaal gij hebt gezondigd :
Door heiligschennis (bij voorbeeld in eene vorige Biecht of Communie); door zonden tegen het Geloof, de Hoop en de Liefde ; door oneerbiedigheid, nalatigheid in het gebed 's morgens, 's avonds, in de Kerk —; door trotschheid —;
Door Godslastering; valschen eed; breken van beloften.
Door op Zon- en Feestdagen slaaflijk werk te verrichten, of de II. Mis geheel of gedeeltelijk te verzuimen.
Door zonden tegen den eerbied, de liefde, gehoorzaamheid aan ouders of andere oversten verschuldigd —; door nalatigheid in zorg, onderrichting, berisping en voorbeeld jegens kinderen en onderdanen —; door plichtverzuim in arbeid, toezicht, waakzaamheid enz.
Door beleediging; kwetsing; mishandeling; door gramschap; nijd; afgekeerdheid; haat —; door overdaad in spijs; dronkenschap; breken van de vaste.
171
BIECHTOEFENINGEN.
Door onkuischlieid in werken (met wie, met wat, waar of hoe) —, in woorden, (gezangen, lezing, gesprekken, dubbelzinnige uitdrukkingen) —; in vrijwillige gedachte, begeerte enz.
Door onreebtvaardigbeid, als: stelen, bedrog in handel en overeenkomsten, benadeeling; achterhouding; meewerking •—■; door begeerte; verkleefdheid aan 't aardsche —; door gierigheid.
Door valsche getuigenis; leugentaal, laster; kwaadspreken; lichtvaardig oordeelen.
Door ergernis; verzuim en traagheid in plichten —; door zich zonder reden aan 't gevaar van zonde bloot te stellen enz.
(Na het gewetensonderzoek verwekke men een berouw over de bedrevene zonden.)
ACTE VAN BEROUW.
Moge ik U, mijn God en Hoer, var. gan-sclier harte, met geheel mijne ziel en met al mijne krachten boven alles lief hebben. Moge ik U beminnen, gelijk de Engelen en uitverkorenen in den hemel U beminnen, en in uwe liefde volharden! Gij weet, o God, dat ik U bemin en steeds weuscli U meer en meer te beminnen; dat ik liever duizendmaal wil sterven, dan tot mijne vorige zonden terug, keeren. 01 Koe betreur ik het, dat ik ü.
172
BIECHTOEPBNINGKN.
het opperst en bemiunolijkste goed, ooit heb beleedigd! Op uwen bijstand steunend, maak ik een vast en welgemeend voornemen; U nooit meer, zelfs door de minste zonde te beleedigen; want Gij zijt om Uzelven, alle liefde, oer en aanbidding waardig; en ik beloof U, uwen allerheiligste wil in alles getrouw te zullen volbrengen. Amen.
(Blijft er nog tijd over, alvorens aan den Biechtvader zijne zonden te belijden, kunnen nog andere gebeden naar keuze gedaan worden.
In den Biechtstoel, na den zegen van den Biechtvader ontvangen te hebben, zegge men;)
Ik belijde voor God almachtig, voor de heilige Maria, altijd Maagd, voor alle Heiligen en voor U vader, dat ik zeer gezondigd heb, door gedachte, woorden en werk; door mijne schuld, door mijne schuld, door mijne allergrootste schuld; mijne
laatste Biecht is geweest..... (Hier drukke men den
tijd uit der laatste Biecht en legge eene ootmoedige, berouwvolle, duidelijke en volledige bekentenis zijner zonden af, met zoo veel mogelijke opgave van getal eu noodzakelijke omstandigheden, even als of men zich te beschiddigen had voor den levenden God, wien niets is verborgen. Men ant-woorde den priester zóó op zijne vragen, als of men Christus zeiven zou antwoorden. Nadat men zich van alles beschuldigd heeft, zegge men:)
173
174 BIECHIOEFENINGEN.
Van deze en van alle zonden, die ik niet indachtig ben, belijd ik mijne schuld; ik bid God om vergiffenis door de verdiensten van Christus, en vraag U Vader, om eene zalige penitentie en absolutie, als ik het waardig ben.
(De vermaningen des Biechtvaders en de penitentie, welke hij tor voldoening voor de zonden oplegt, neme men met een bereidwillig gemoed aan, als kwamen zij van God zeiven, en stelle men zich voor, als lag men, gelijk de verloren Zoon, voor het aangezicht van zijnen vader, of gelijk Magdalena aan de voeten van Jesus geknield: men verwekke onder de absolutie een hartelijk leedwezen over de zonden.)
GEBEDEN na het H. Saex-ament der Bieeht.
Laat, o Heer, door do verdiensten der glorievollo Maagd Maria, uwe li. Moeder; alsmede door die van allo Heiligen, deze mijne Bieeht U welgevallig wezen; eu wat er nu of ooit, aan het innige van miju berouw of aan het oprechte en volledige mijner solmldbe-kentenis ontbreekt, moge uwe milde barmhartigheid dat genadig aanvullen, en ik op grond daarvan, volkomene vergiffenis in den hemel verworven hebben. Amen.
BIECnTOEPENINGEN.
DANKZEGGING met hot oog op don gereinigden Melaatsclio,
Tot U, o allergocderticrenste Jesus, keer ik terug: ik dank U, dat Gij mij vau de afzichtelijke melaatsohlieid der zonde hebt gezuiverd. Wees, o Jesus, daarvoor eeuwig geprezen. Waarlijk, o Jesus, Gij zijt de Verlosser, die niemand, hoe zeer ook besmeurd, van U verstoot; die allo opreelit bootvaardigen in uwe vriendseliap en onder uwe kinderen opneemt. Ik erken on omhels, o Jesus, uwe grooto barmhartigheid, en wijd mij voor de toekomst geheel aan uwe dienst. Kom, ik smeek het ü, mijne zwakke hoop te hulp; opdat ik nimmer, de door U mij bewezen woldaad, vergetend, door eenig vermaak, noeh door eenigen aandrang eeuer ongeoorloofde genegenheid, in zonde hervalle en van U gescheiden worde. Hecht door uwe liefde, mijn hart en mijne ziel zoo zeer aan U, dat ik met den Apostel mogo zeggen: ^cie zal mij van Christus liefde scheiden.
GEBED OM GODS ZEGEN.
ü Jesus, die mij heeft gereinigd van al
175
BIECHTOEFENINGEN.
mijne zonden, bevrijd van al mijne kwalen en volkomen gezond gemaakt: geef mij uwen allerheiligsten zegen, waardoor ik moge heengaan in vrede en niet meer zondigen. Amen.
ALGEitEENE MIDDELEN TEGEN ALLE ZONDEN.
1. Eene dikwerf herhaalde en nauwkeurige Biecht bij denzelfden biechtvader, en een waardig ontvangen van het allerheiligate Sacrament des Altaars. 2. Dagelijks het geweten onderzoeken en dikwerf op den dag verwekken een akte van berouw. 3. Den lediggang, de gelegenheden en kwade gezelschappen vermijden, waardoor men gewoonlijk in zonde valt. 4. Bedwang der zintuigen, vooral der oogen, tong, handen en ooren. 5. Een oplettend aanhooren der predicatiën en andere christelijke onderrichtingen. C. Dagelijks lezen in een geestelijk boek. 7. Een ijverig en aandachtig gebed. 8. Zich herinneren de tegenwoordigheid Gods, en van den Engelbewaarder. 9. Eene overdenking van het leven, en vooral van het lijden vc,n Christus; van den dood, het oordeel, de hel en de eeuwige zaligheid. 10. Dikwerf God aanroepen door godvruchtige verzuchtingen. 11. Kastijding van het lichaam door vasten en andere boetedoening. 13. Aalmoescn en verdere werken van liefde en barm-
176
biechtoefeningen.
hartigheid doen. 13. Weerstand bieden aan het begin der bekoring.
bijzondere middelen tegen de meest
bedrevene zonden.
I. On-lcuiscliiieicl.
1. Vlucht, zoodra gij de geringste bekoring tot doze zonde gewaar wordt. Tegen andere zonden kan men strijden; doch deze wordt slechts door de vlucht overwonnen. Niet zonder reden zegt de II. Schriftuur: i Cor. vi. 18. Vlucht da ontucht. Spreuk xxr. wellust is een vuur, dat te f dier brandt en woedt gt; naarmate men het meer voedsel geeft; het is nooit uitgebrand: het zegt nimmer, het is genoeg. Gehoorzaamt gij het heden, dan zal het morgen veel grootere dingen gebieden ; joeigert gij, dan zal het gevjeld gebruiken.
Wanneer men den wellust dient zegt de H. Aug. lxxxvi Belijd, c. 5. ontstaat daaruit eene gewoonte en hierop volgt harde dioang.m die helaas den mensch het jufc der slavernij oplegt.
2. Bewaar uwe oogen, handen en ooren: opdat aajr deze booze zonde alle toegang versperd worde. Ih heb, zegt de H. man Job, xxxi. \. een verbond met mijne oogen aangegaan, dat ik aan ge ene maagd denlce; want welk deel zou anders God aan mij hebbtn? liet is den mensch goed
92 12
177
BIECHTOEFENINGEN.
zegt de H. Schriftuur, x. Cor. xi. 1, dat hij geene vrouw aanrahe.
3. Vlucht de gelegenheden en de gezelschappen , waardoor gij reeds vroeger bekoord zijt; doch vooral den omgang met het ander geslacht. Vit de kleederen, zegt de II. Schriftuur, Eccl. xxxn. 13. ontstaat de mot, en uit de vrouw de loosheid des mans. Spreuk, xxvm. Zij bedriegt door de vleier Hen harer tong,
4. Bedenk de veelvuldige schade aan .or, goederen, gezondheid; de onrust des gemoeds, de droefgeestigheid. de verbijstering des verstands en andere onheilen, die, behalve de beleediging van God en het verlies zijner genade, uit deze zonde voortvloeien. Daarom, zoo hoor mij, zegt de H. Schriftuur, Spreuk vu. mijn zoon; opdat mo hart niet op de wegen van den wellust geralce: het huis van den wellust is eene baan 7:aar de hel, een spoor, dat uitloopt tot op het diepste des doods
5. Overweeg, dat weinigen, die aan deze zonde verslaafd zijn, zalig worden. De H. Remigius zegt; de kleine kinderen uitgezonderd, zullen weinige der volwassenen, om de onkuischheid zalig worden. En geen wonder, want de H. Schriftuur zegt: Eccli. xxr. 18. Wanneer een wellusteling een wijs woord hoort, zal het hem mishagen, en hij zal het verwerpen. De H. Schriftuur zegt verder: „Zij
17S
BIECHTOEFENINGEN.
zullen hunne gedachten niet zoodanig inrichten, dat zij tot hunnen God wederkceren ; omdat de geest van onkuischheid in hun midden is.quot;
Tengevolge van deze zonde is niet alleen Sodoma en Gomorrha door een vuur uit den hemel, maar geheel het menschdom door den zondvloed uit-gedelgd.
6. Breng u de tot de verrotting overgegane, 'loze zo wormen geknaagde lijken uwer bekenden
levenutó voor oogen, en zie, of gij ze minstens wel zoudt willen aanraken. Hoor, wat zij u toeroepen : Eccl. xxxvnr. 25 : denk aan mijn vonnis ; ook het moe zal zóó zijn: mij gisteren, en u heden,
7. Bedenk de kwellingen, welke de onkuischen in den brandenden poel van zwavel lijden. Ach een oogenblik van lust baart eeuwige smarten : die dit hier niet bedenken, zullen hierna met do verdoemden eeuwig uitroepen ; wij zijn dan van den weg der waarheid afgedwaald. Alles is als eene schaduw verdwenen. Boek der Wijsheid v.
8. Herinner u de tegenwoordigheid Gods; van uwen Engelbewaarder. Werwaarts gij u ooJc heen begeeft, denk, dat Hij u ziet. Gen. xx. 16.
9. Neem uwe toevlucht tot de uitgestrekte armen van uwen gekruisten Zaligmaker; die u tot liefde noopt, en uwe omhelzing verbeidt. O hoeveel grootere vreugde zal dan uwe ziel doorstroomen.
179
BIECIITOEriCNINGEN.
dan wel het vermaak van den wellust, u door de zinnelijkheid beloofd. Snel dan toe, en zeg uit den grond uws harten: hier is mijne rustplaats, hier wil ik wonen.
10. Betengel de dartelheid des vleesches door vasten, en gebruik andere middelen, welke onder de algemeene zijn aangewezen.
IT. HoovaarcliglieicL en ijciele roem
1. Let wel op hetgeen de H. Schriftuur zegt Eccl. x. 15. Be hoovaardij is de wortel van alle Jcwaad: die daarmede beheht is, zal met vervloekingen vervuld worden,
2. Stel u uwe zonden en onvolmaaktheden voor oogen; de grootte en het aantal er van zullen u alle reden tot eigen lof en roem benemen. De trotsche koning Manasses werd door de overdenking zijner bedrevene zonden gedwongen, uit te roepen ; „ik ben niet waardig, naar den hoogen hemel de oogen op te heffen.quot;
3. Onze lieer Jesus Christus heeft zich zeiven vernederd. Phil, n. 3. en een aardworm zou zich verhoovaardigen?
4. En welk nut brengt de ijdele roem aan? Zij bekoort ons tot het weven van een spinweb, en neemt het eeuwige loon weg.
Zie toe, dat gij uwe gerechtigheid niet doet voor
180
BIECHTOEFENINGEN. 181
het oog der menschen, om van hen gezien te worden; want zoo doende zoudt gij er geen loon voor hebben bij uwen Vader gt; die in den hemel is, Mattli. vi.
5. Leert de ondervinding niet, dat wie naar ijdele eer streeft, haar ook bij de mensehen verliest? Want hij wordt veracht door hen, bij wie hij eer en roem zoekt. Daarom laat ons de heilzame raadgeving des Heeren opvolgen, Jerem. vim. 2-i. JFie zich beroemt, hij beroeme zich er op, dat hij weet en belijdt, dat ik de lieer ben,
IIT. Grramsch.ap en liaat jegens den naaste.
biechtoefeningen.
schatten zijner goedertierenheid, geduld en lang-moedigheid? Rom. n. 4,
3. Hoeveel duldt niet sleclits God in u, maar hoeveel verdragen zelfs uwe medemensclien van u, wat gij, door eigenliefde verblind, zelf niet opmerkt. Zoo meet dan eens anderen gebreken met dezelfde maat, waarmee gij uwe eigene wilt hebben uitgemeten.
4. Zie toe en handel naar het voorbeeldgt; dat u op den berg (Calvarië) is gegeven. Exod. xxv. 40, Die, als Hij gelasterd werd, niet weder lasterde, en zijn lijden onderging zonder te bedreigen. I Petr. ii. 33.
5. Denk, dat gij door eene heldhaftige zelfoverwinning, in een oogenblik van gramschap of haat, meer bij God verdienen kunt, dan door vele gebeden, vasten en kastijdingen des liebaams. David heeft God den Heer geon welgevalliger offer gebracht, dan toen hij Saül, zijn gezworen vijand, vergeving schonk.
IV, Kwaadsprelcemilieid.
1. Denk, dat deze zonde gelijk of liever grooter is dan diefstal. Een goede naam is beter dan vele rijkdommen. Spreuk xxti. 1. En gelijk de zonde van diefstal niet kan vergeven worden, zonder dat het gestolene wederkeere tot zijnen eigenaar, even-
182
biechtoefeningen.
min de zonde van kwaadsprekendlieid. Hoe moeije-lijk is het dan de geschondene eer te herstellen 1
2. Bedenk, hoeveel en hoe groote zonden uit het kwaadspreken ontstaan, en dat de eerroover zich aan al die zonden schuldig maakt: want hoe dikwerf en op hoeveel plaatsen wordt een kwaad, dat eenmaal geopenbaard is, niet door anderen herhaald? Zulke tony is gelijk %an een klein vuur-, en wat een groot bosch steekt het in brand! Jac. ill. G.
3. Welk nut ontstaat uit het kwaadspreken? Wat de kwaadspreker op anderen smadelijks werpen wilde, keert op zijn eigen hoofd terug, want waarin iemand een ander oordeelt, daarin veroordeelt hij zichzelven. Rom. n. 1.
V. üroiikeiisoliap.
1. Denk aan de vreeselijke straffen, waarmede God hen dreigt, die zich aan dronkenschap overgeven. Over wien is jammer; over wiens vader is wee; wie heeft twist; wie stort in den kuil; wie wordt zonder oorzaak gewond; wien zijn de oog en verduisterd; wie anders , dan die onophoudelijk hij den dronkenmakenden dravk zitten? Spreuk. xxiit. 29. Ontucht, wijn en dronkenschap verteer en het hart. Oseë m. 11. Vergist u niet, geen on' kuische, geen dief of dronkaard zal het rijk Gods bezitten. 1. Cor. vi. 10. De dronkenschap is de
183
biechioefeningen.
moeder van alle hoosheid gt; eene vijandin van alle deugd. H. Bas. over de dronkenschap. Waar de dronkenschap huisvest, daar heerscht de duivel. H. Chrys. lvii. Hora.
3. Denk, hoe diep, zelfs anders voortreffelijke mannen, door dronkenschap gevallen zijn: Loth, wien de goddelooze stad Sodoraa niet tot zonde verleiden kon, viel door dronkenschap tot groote zonde. Sarason werd in dronkenschap aan zijne vijanden overgeleverd, enz. Daarom vermaant ons Christus: Neem 2c in acht^ dat uw gemoed niet bezwaard worde door slemperij en dronkenschap, Luc. xxi. 34.
3. Onthoud u van brassen en drinkpartijen, om het veelvuldig verlies, hetwelk lichaam en ziel daarbij lijden. Zie den dronkenmakenden drank niet aan — hij vloeit zoo zoet over de lippen ; maar eindelijk zal hij u een heet toebrengen als een slang, en als een hasiliskus gift in u uitstorten. Da7i zullen uwe oog en naar vreemde vrouwen omzien, en uw hart verkeerde dingen spreken; en gij zult wezen als een, die slaapt te midden der zee, en als een stuurman, die ingesluimerd is en het roer verloren heeft. Spreuk xxm. 31 en volgende.
Neem daarom geen deel aan de gasterijen der dronkaards, noch aan het hrassen der slempers; want die in 7 gelag vertoeven en in gulzigheid
184
BIECHTOEFENINGEN.
voortleven, zij zullen te niet gaan. Spreuk xxm. 20 en volgende.
VI. Speelzuclit.
1. Denk: aan het verlies van den kostbaren tijd, dien God ons verleent tot het bewerken onzer zaligheid, en, die zonder zonde te plegen, niet kan verspild worden door hen, die weten, dat ons leven slechts een korten tijd duurt, Sap. xv. 12. Daarom roept de Apostel ons toe : Zie, nu is het de aangename tijd) nu is hei de dag des heils. 1 Cor. vi. 2., die niet wederkeeren zal.
2. Overweeg, welk voordeel uit het spel voortvloeit: de winst, die gij somtijds behaalt, vergaat als rook: want God sehenkt geen zegen over goederen, die zoo verkregen zijn.
Behaagde het God, dat ieder met Sara, de vrouw van Tobias konde zeggen : Nooit heb ik mij vermengd met hen, die spel en lichtzinnigheid, bedreven. Tob. m. 17.
3. Bedenk, welk bedrog, twist, tweedracht, haat, verwensehingen, vloeken enz. bij het spel niet zelden ontstaan. Die zulke dingen doen, zij zullen het rijk der hemelen niet bezitten. Gal. v. 21.
quot;VII. Overmatige droefgeestiglieid. en onrust des gemoeds.
1. Leg u er op toe, uw geweten, vooral van
185
BIECHTOErENING EN.
groote zonde, zuiver te houden, want onze vreugde en roem is deze) zegt de Apostel 1 Cor. i. 12. de getuigenis van ons geweten. ., dat wij in Gods genade verkeerd hehben. Maak daarenboven veelmalen gebruik, om Hem ia de H. Communie te ontvangen, die zegt: Ik geef u mijn vrede. Joan. xiv. 27.
2. Be vlij tig u steeds, om zaclitmoedig, nederig en aan Gods wil onderworpen te zijn; want Christus zegt: Leert van Mij, dat Ik zachtmoedig en nederig van harte hen, en gij zult rust vinden voor moe zielen, Matth. xi. 29. Verneder u in allesgt; naarmate gij groot zijt, en gij zult hij God genade vinden, Eeeli. m. 19.
3. Onderhoud wat de wijze man zegt Eeeli. m. 19. Zoek niet naar de dingen, die hoog er zijn dan giji en onderzoek niet de zaken, die machtiger zijn dan gij, maar overweeg altijd Gods geboden. Als men hoog klimt is men aan vele moeielijke en vijandelijke ontmoetingen blootgesteld: al wie met het geringe en nederige tevreden leeft, seniet den zoetsten vrede en vergenoegen.
4. Wikkel u niet in de zaken van onderen, volgens den raad van den wijzen man Eeeli. xr. 9.: Twist niet over eene zaak, die u niet aangaat. Breng u dikwijls te binnen wat Christus aan Petrus zeide: wat gaat het u aan. En denk aan hetgeen Th. a Kempis zegt: Wij zouden veel vrede kunnen hehben, als wij ons niet met de woorden en daden
186
BIECIITOEEBNINGBN. 187
van anderen, en met zaken, waarvoor wij niet te zorgen hebben, wilden inlaten,
Hoe kan hij lang in vrede leven, die zich met de zorgen van anderen inlaat. Navolg. XI. 1 Boek.
5. Geef u geheel en al over in de liand Gods, en vertrouw u aan zijne Voorzienigheid toe, en zeg met den Psalmist: He lieer regeert mij, en niets zal mij ontbreken. Ps. xxn. 1.
MET GEBEDEN TEGEN DE ZEVEN HOOFDZONDEN, *)
(vooral tot gebruik vóór en nd do Biecht.)
—«:«gt;—
1. BOETPSALM.
Psalm VI. Bevat een gebed van een boet-vaardigen zondaar.
Heereer bestraf mij niet in uwe verbolgenheid: noch luchtig mij in uwe gramschap.
Ontferm ü mijner, o Heer; want ik ben zwak: genees mij, o Heer; want mijne beenderen zijn ontsteld;
En mijne ziel is zeer ontsteld: maar Gij , o Heer, tot hoe lang?
Keer U weder tot mij, o Heer, en bevrijd mijne ziel: red mij om uwe barmhartigheid;
■) Z. H. Paus Pius v, verleende don 9 Juli 1508, aan alle geloovigen, die de Zeven Boetpsalmen bidden: een allaat van 40 dagen, telkens.
DE BOETPSALMEN.
Want or is niemand, die U in den dood gedenkt: en wie zal Ü in de hel loven.
Ik ben vermoeid van znehteu; alle nachten zal ik mijn bed wasselien, en met mijne tranen mij no legerstede besproeien.
Mijn oog is ontsteld vau verontwaardiging on ik bon verouderd ondei al mijne vijanden.
Wijkt van mij gij allen, die boosheid pleegt; want do Heer heeft de aten: van mijn geween verhoord.
De Heer heeft mijne smocking verhoord; de Hoer heeft mijn gebed aangenomen.
Dat al mijne vijanden beschaamd cn hevig ontsteld wordenquot;; dat zij zich omkeeren en zich zeer haastig schamen.
Eero zij den Vader, enz.
GEBED TEGEN IIOOVAARDIGHEID.
Onzo Heer Jesus Christus heeft zichzolven vernederd, en is gehoorzaam geworden tot den dood; ja, tot den dood des kruises; cn ik, ollcndigo aardworm, ik stof en asch, ik do grootste zondaar, dio duizendmaal de hel verdiende, ik zou mij niet schamen, hoo-vaardig hot hart tc verheffen ? Zijt mij genadig, o lieer; ik belijd on verafschuw mijne doom-
189
DK BOETPSALMEN.
waardige aanmatiging. Stort mij niet met den hoovaardigen Lucifer in den afgrond der hel: koor U tot mij, en bewaar mij om uwo barmhartigheid. „Ik heb meer verkozen, aelitor-gostold te worden in het huis van mijnen God, dan te wonen ondor de tenten dor zondaars.quot;
II. BOETPSALM.
Psalm XXXI. Inhoud. Die zijne zonden verzwijgt wordt gekweld; die ze belijdt wordt opgebeurd en krijgt vergiffenis. Daaruit leeren de geloovigen, tijdig boetvaardigheid doen. Do slagen , welke God den zondaar toezendt, zijn voor hem een tengel, waardoor hij tot den weg der gerechtigheid wordt teruggevoerd.
Gelukkig zij, wier misdaden vergeven on wier zonden bedekt zijn.
Gelukkig de man, wien de Heer goone zonde heeft toegerekend, en in wiens geest geen bedrog is.
Omdat ik zwoeg, zijn mijne beenderen verouderd, terwijl ik den gausohen dag riep.
Want uwo hand drukte dag en uaeht, zwaar op mij; in mijnen diepen kommer, toen ik dooide doorn doorstoken werd, ben ik bekoord.
Ik heb mijn misdrijf aan ü beleden; on ik heb mijne onrechtvaardigheid niet verborgen.
190
DE LOETPS1L3IEN. 191
Ik zeide: ik zal tcgon mij mijne ongerccli-lieid aau den Hoer belijden; en Gij liebl, de boosheid mijner zonde vergeven;
Daarvoor zal ieder heilige U bidden ten gesehikten tijde, ja, ah er groote watervloeden zijn, zullen zij hom niet naderen.
Gij zijt mijne toevlucht tegen de verdrukking, die mij omgeven heefb: Gij mijne vreugde, verlos mij van hen, die mij omsingelen.
Ik zal u verstand geven, en n in den weg, langs welken gij gaan zult, onderwijzen : ik zal mijne oogen op U gevestigd houden.
Wilt niet worden gelijk een paard en muilezel, die geen verstand hebben.
Breidel hunne kaken mot gebit en toom, die niet tot U naderen.
Vele zijn de goesels der zondaars: maar hem, die op den Heer vertrouwt, zal barmhartigheid omgeven.
Verheugt u in don Heer, en juicht rechtvaardigen, en gij, die oprecht van harte zijt, legt groote vroolijkhoid aan den dag.
Eere zij den Vader, enz.
GEBED TEGEN GlEKIGIIEID.
Wat heb ik in den hemel te verwachten,
DE BOETPSALMEN.
eu wat wil ik op aardo buiten U, o God van mijn liart, en mijn deel. God in eeuwigheid ? Het oog wordt evenmin verzadigd als het oor: ik zal verzadigd worden, zoo haast uwe heerlijkheid mij verschijnt. Ach, dat ik den geldduivel tot dusverre zoo ijverig gediend heb! En wat zal het mij baton, wanneer ik geheel de wereld winne, maar schade lijdc aan mijne ziel ? Allo mannen dos rijkdoms sliepen hunnen slaap, en niets werd gevonden in hunne handen. Ik zal tegen mij aan den Heer mijne ongerecli-tigheid belijden, en Gij zult, naar ik hoop, de boosheid mijner zonde vergeven : ik zal voortaan don noodlijdende helpen, het on-reclitvaardig verkregene terug geven, en mij met ijver aan uwen dienst toewijden. Help mij, o Heer, mijn verlangen vervullen.
Psalm XXXVII. Inhoud. Beschrijving der ellende van den zondaar. Gods gramschap wordt verbeden , en zijne hulp tegen de vijanden der ziel afgesmeekt.
lieer, straf mij niet in uwe verbolgenheid, cn kastijd mij niet in uwe gramschap:
Want uwe pijlen steken in mij, en Gij hebt uwe hand zwaar op mij geplaatst.
192
DE BOETPSALMEN.
Er is niets gezonds aan mijn vloescli om uwo gramschap; er is geen vrede in mijn gebeente om mijne zonden.
Want mijne ongerechtigheden zijn tot boven mijn hoofd gegaan, cn als een zware last hebben zij mij bezwaard.
Mijne geslotenc wonden zijn ontstoken, en vuil geworden om mijne dwaasheid.
Ik ben ellendig geworden, en gekromd tot het uiterste: den gansohe dag ging ik bedroefd heen en weer;
Omdat mijne lendenon vervuld zijn met bespottingen; en niets gezonds is in mijn vleesch.
Ik wordt gekweld en diep vernederd: ik schreide van weemoedigheid des harten.
O Heer, voor uw aanschijn is al mijn verlangen, en mijn zuchten is ü niet verborgen.
Mijn hart is ontsteld, mijne kracht heefi mij verlaten: ja zelfs het licht mijner oogen is niet bij mij.
Mijne vrienden en nabestaanden zijn tegen mij genaderd, cn hebben stand gehouden.
En die nevens mij waren, hebben van verre gestaan.
En die naar mijn leven stonden, deden geweld. Eu die voor mij kwaad zochten, spra-92 13
193
194 de boetpsalmen.
ken ijdcllicden, on beraamden den gohcelcn
dag bodrog.
Ik daarentegen, als een doove hoorde niet, en als een stomme opende mijn mond niet.
En ik ben geworden als een menscli, die niet hoort, en die geen wederspraak in zijn mond heeft.
Omdat ik op U, o Heer, heb gehoopt zult Gij mij, o lieer, mijn God, verhooren.
Omdat ik gezegd heb : dat toeh nooit mijne vijanden zich over mij verblijden, en als mijne voeten struikelden, roerden zij trots tegen mij hunnen mond ;
Omdat ik voor geeselroeden bereid ben, en mijn berouw altijd voor mijne oogen is;
Omdat ik mijne misdaden zal bekennen, en bekommerd zijn over mijne zonde.
Doeh mijne vijanden leven, en zijn machtiger dan ik, en die mij wederrechtelijk haten, zijn vermenigvuldigd.
Die goed mot kwaad vergelden, lasterden mij, omdat ik het goede volgde.
Verlaat mij niet, o Heer, mijn God; ga niet heen van mij.
Donk op mijne hulp, Heer, Gij, God mijns boils.
Eere zij don Vader enz.
DE BOETPSALMEN.
GEBED TEGEN ;')E GBAMSCIIAP.
Do monsch voedt gramschap legon zijnou naaste, en hij zoekt vergeving bij God! Hij betoont een ander, zijns gelijken, geen barmhartigheid, en hij bidt om de vergeving zijner zonden! Met deze woorden spreekt gij, o Heer, God door uwen dienaar, Siraehs Zoon, tot mij. En ik zou het voortaan nog wagen, tegen iemand, wie hij ook ware, gramschap ot haat te kweeken. Verschoon, o Heer, vergeef mij do boosheid en halstarrigheid, waarin ik tot dusverre bleef volharden. Hartelijk vergeef ik thans allen, die mij ooit op eene of andere wijze beloedigd hebben; en bid ootmoedig, dat Gij mij, o Heer, niet straft in uwen toorn, noch kastijdt in uwe gramschap; laat mij voortaan als een doove niet hooren, en als een stomme den mond niet openen, wanneer mijne vijanden tegen mij opstaan en zij, die mijne ziel strikken spannen, geweld plegen! Verlaat mij niet, o Heer, mijn God, wijk niet van mij: want Gij zijt mijn geduld.
195
DE BOETPSALMEN.
IV. BOETPSALM
Psalm l. Inhoud. Gebed van den boetvaar-digcn zondaar. Een vermorzeld en ootmoedig bart is een krachtig offer aan God.
Ontferm U mijnor, o God, volgons uwo grooto barmliartiglieid.
En volgons do menigte uwor ontfenningen delg mijn boosheid uit.
Wascli mij moer van mijne ongerechtigheid, on zuiver mij van mijne zonde.
Want ik erken raijno ongerechtigheid, en mijne zonde zweeft altijd voor mijuo oogen.
Tegen U alléén heb ik gezondigd, en kwaad voor nw aanschijn gedaan; opdat Gij gerechtvaardigd wordt in uwe woorden, en overwint, als men U beoordeelt.
Want zie ik werd in boosheden ontvangen, ou mijne moeder ontving mij in zonden.
Want zie, Gij hebt de waarheid lief gehad, Gij hebt mij de onbekende en verborgene geheimen uwor wijsheid veropenbaard.
Besproei mij mot hysop, en ik zal gezuiverd worden; wasch mij, eu ik zal witter dan sneeuw worden.
Geef vreugde on blijdschap aan mijn gehoor,
196
DE BOETPSALMEN,
on mijne vornederde beenderen zullen van vreugde opspringen.
Keer uw aanschijn af van mijne zonden, en delg uit al mijne misdaden.
Schep in mij, o God, oen zuiver hart, on hernieuw oen opreehten geest in mijn binnenste.
Verstoot mij niet van uw aanschijn, en neem uwen heiligen Geest van mij niet weg.
Geel mij weder de vreugde uws heils: en versterk mij door een leidenden Geest.
Ik zal aan do boozen uwe wegen onderwijzen: en de goddeloozen zullen zich tot TJ bekeeren.
Ontsla mij van bloedschulden, o God, Gij o God mijns heils, en mijne tong zal met blijdschap uwe rechtvaardigheid verheflen.
O lieer, open mijne lippen, en mijn mond zal uwen lof verkondigen.
Want hadt Gij een offer gewild; ik zou het voorzeker gebracht hebben: do brandoffers zullen ü niet bevallen.
Een boetvaardige geest is eene offerande aan God; een vermorzeld en verootmoedigd hart zult Gij, o God, niet versmaden.
Handel genadig, o Heer, volgens uwe goedgunstigheid met Sion ; opdat de muren van Jerusalem opgebouwd worden.
197
DE BOETPSALMEN.
Alsdan zult gij cou offer van rechtvaar-dighoid, opdraeliton on brandoffers aannemen; aladun zullen zij offerdieren op uwe altaren aanbrengen.
Eere zij den Vader, enz.
GEBED TEGEN ONKUISCHHBID.
Vader, ik heb gezondigd tegen den hemel en in uwe tegenwoordigheid, en nu ben ik niet waardig, uw zoon genoemd te worden. Wat zal ik ellendige doen ? Immers uw geest zal niet in den menseh blijven, dewijl hij vleeseh is. Ach, ontferm U mijner, ontferm U. Dat ik niet met zoo vele duizenden, welke de afschuwelijke pest der onkuisohhoid in de hel werpt, daarin gevallen ben, wijt ik alleen aan uwe oneindige goedheid dank. Zal ik dan wederom zondigen? Zal ik wederom dat kostbaar Bloed, hetwelk Gij o Jesus! tot uitwis-sching mijner boosheden vergoten hebt, om dierlijke lusten, niet voeten treden? Verre, o Jesus! zoor verre zij dat van mij; ik bid U, o Zoon van do allerzuiverste Maagd Maria, verlos mij van den geest dor onkuisel held. Wasch mij meer en moer van mijne bootheid, en reinig mij van mijne zonde. quot;Verwerp mij
198
de boetpsalmen. 199
niet van uw aanschijn, en neem uwen heiligen Geest van mij niet weg.
V. BOETPSALM.
Psalm ci. In li oud. Bode om afwending dor straffen voor do zonden.
Heer, verhoor mijn gebod on mijn geroep kome tot u.
Keer uw aangezicht van mij niot af, op wat dag ook ik gekweld worde; neig uw oor tot mij.
Op wat dag ik U aanroepe, verhoor mij spoedig;
Want mijne levensdagen zijn als rook verdwenen en mijn gebeente is verdord als verdroogd hout.
Ik ben neergeslagen als hooi, en mijn binnenste is verdroogd, omdat ik vergeten heb mijn brood to eten.
Om 't geluid mijns zuchten kleeft mijn gebeente aan mijno huid.
Ik ben geworden als een pelikaan in do eenzaamheid; ik bon geworden als esn nachtraaf in een huis.
Ik ben zonder slapen gowoost, en geworden als oene eenzame musch op het dak.
200 DE BOETPSALMEN.
Den gansclieu dag beschimpten mij mijne ■vijanden, en die mij prezen, zwoeren tegen mij.
Omdat ik aseh als brood atj en mijnen drank met tranen mengde;
Om uwe gramschap en verbolgenheid, omdat Gij mij verheven en neergeworpen hebt.
Mijne dagen zijn als cene schaduw vervlogen, en ik ben als hooi verdord.
Maar Gij, o lieer, blijft in eeuwigheid, en uw gedenkfceeken van geslacht tot geslacht.
Gij zult opstaan, cn U over Siou ontfermen; wijl het tijd is, om er U over te ontfermen, want de tijd is gekomen.
ant hare steenen bevallen aan uwe dienaren: en zij zullen zich over haar stof ontfermen.
Imi de volkeren zullen uwen naam vreezen, o Heer, cn allo Koningen der aarde uwe heerlijkheid.
Omdat de Heer Sion heeft opgebouwd, en Hij zal zich in zijne heerlijkheid vertooneu.
Hij heeft op het gebed der vernederden acht gegeven, en hunne smeeking niet verworpen.
Men schrijve deze dingen voor het volgende geslacht; en het volk, dat geschapen zal worden, zal den Heer loven;
Want Hij heeft neergezien uitzijn verheven
DE BOETPSALMEN.
heiligdom; do Hoer heeft nsorgezien van den hemel op de aarde.
Om de zuchten der gevangenen te hooren; om do kinderen dor verslagenen te redden;
Opdat zij in Sion don naam des Ileeren verkondigen, en zijnen lof to Jerusalem,
Als de volkoren te zamen komen, en do koningen, om don Heer te die»en.
Hij heeft hem op den weg zijner sterkte gezegd: maak mij het klein getal mijner dagen bekend.
Neem mij niet weg in hot 'midden mijner dagen; uwe jaren duren van geslacht tot geslacht.
In het begin hebt Gij, o Heer, het aardrijk gegrondvest, en de hemelen zijn werken uwer handen.
Zij zullen vergaan; maar Gij blijft, en zij allen zullen als een kleed verouderen.
En Gij zult ze als een mantel veranderen, en zij zullen veranderd worden; doch Gij blijft altoos dezelfde, en uwe jaren zullen niet eindigen.
Ue kindoren uwer dienaren zullen woningen hebben, en hunne nakomelingen zullen eeuwig gevestigd zijn.
Eere zij den Vader, enz.
201
DE BOETPSALMEN.
GEBED TE SEN ONMATIGHEID.
Ik rampzalige! Ik lieb U, mijn Heer ca God, do (brou dos levenden waters verlaten, en groef mij eene poel van aardsehe genoegens i eene uitgedroogde poel, welke geen water kan behouden. Waarlijk ik vergat mijn brood to eten, het brood des levens, dat zoet is, en al wat behaagt in zieh bevat, en heb mij er op toegelegd, om mijn lichaam door uitwerpsels te vullen. Eens, als de spijs nog was in don mond dor kinderen Israels, zie, dan kwam Gods toorn over hen. Daarentegen o Pleor, hebt Gij mij zoo menigmaal verschoond, als ik uw beeld eu gelijkenis door overdaad in spijs en drank, aan hot redeloos veeniet zelden heb gelijk gemaakt! Laat mij voortaan aseh in plaats van brood eten, on mijnen drauk met tranen mengen! cd moge mijne spijs zijn, dat ik in alles voibrenga uwen wil, o Gij, die ons zult drenken uit de bron uwer vreugde.
Psalm exxrx. Inhoud. Gebed om vergiffenis dor zonden.
Uit de diepten heb ik tot U geroepen, o Heer;
202
ur boetpsalmen.
o Hoer, verhoor mijne stem: laat uwe ooren oplettend worden op do stem mijnor smeeking.
Indien Gij, o Hoor, op dc ongereclitighoden acht geeft: wie zal, o Heer, bestaan ?
Omdat er bij U genade is; en om uwe wet, o Heer, heb ik mij op ü verlaten.
Mijne ziel heeft zich verlaten op zijn woord; mijne ziel heeft op don Heer gehoopt.
Dat Israel van de morgenv/ako tot den nacht op den Heer hope; want bij don Heer is barmhartigheid, en bij Hem is overvloedige verlossing.
En Hij zelf zal Israël van al zijne ongerechtigheden verlossen.
Eero zij den Vader, enz.
gebed tegen nijdigheid.
Zoozeer, mijn God, hebt Gij de wereld lief gehad, dat Gij uwen ceniggeboren Zoon prijs geeft; opdat oen iegelijk, die in ü gelooft, niet verloren ga; maar het eeuwige leven bozitte. Gij laat uwo zon opgaan over boozen en goeden, on laat den regen vallen over rechtvaardigen en goddeloozen. En ik, ik zou van nijd verteerd worden , wanneer het anderen welgaat; ik zou wenschon, dat mij
203
204 DE BOETPSALMEN.
alles naar wcnsoli ga; cn het geringste voordeel van mijn naaste hindert en grieft mij! O onmen-schclijke boosaardigheid! O helsch venijn! vergeef mij, o barmhartigste Vader, al wat ik tot nu too onder dit opzicht misdaan heb. Gij zijt mild cn vol ontferming. Geef, dat ik als een uitverkorene Gods, van dit oogonblik af, aandoe een hartelijk medelijden, langmoedig-hcid cn bovon dit alles behartigo, uwe liefde to bezitten, die dc band dor volmaaktheid is.
VII. BOETPSALM.
Psalm cxxxxir. I n h o u cl. Gebed om van den weg der zonde terug te keeren.
O Heer, verhoor mijn gebed; luister naar mijne smeeking volgens uwe waarheid: verhoor mij volgens uwe rechtvaardigheid.
En treedt niet in hot gerecht met uwen dienaar; want geeu levend monsch zal voor uw aanschijn gerechtvaardigd worden;
Want de vijand heeft mijne ziel vervolgd: hij heeft mijn leven op de aarde vernederd;
Hij heeft mij in 't duistere gesteld, even als die sedert lang dood zijn.
Mijn geest is in mij beangstigd: mijn hart is in mij ontsteld geworden.
DE BOETPSATjMEN. 205
Ik heb mij de oude dagen herinnerd, ik heb al uwe werken overwogen: ik heb overwogen do werken uwer handen.
Ik heb mijne handen naar U uitgestrekt: mijne ziel is voor ü als een land zonder water.
Verhoor mij spoedig, o Ileerl mijn geest is bezweken.
Keer uw aangezicht van mij niet af: anderszins zal ik worden gelijk degenen, die in den kuil dalen.
Laat mij 's morgens uwe barmhartigheid hooren: want op U heb ik gehoopt.
Leer mij den weg kennen, waarop ik wandelen moet; want tot U heb ik mijne ziel verheven.
Verlos mij, o Heer, van mijne vijanden, tot U ben ik govlueht:
Leer mij uwen wil volbrengen, want Gij zijt mijn God.
Uw goede geest zal mij brengen op den rechten weg.
Om uwen naam, o Heer! zult Gij mij verlevendigen; door uwe billijkheid zult gij mijne ziel uit de verdrukking trekken,
Eu door uwe barmhartigheid zult Gij voor mij mijne vijanden verdelgen,
En Gij zult hen allen, die mijne ziel kwel-
200 DE BOETPSALMEN.
Ion, ten gronde richten; want ik ben uw dienaar.
Eere zij den Vader, enz,
GEBED TEGEN TRAAGHEID.
Wanneer, o mijn God, zal ik toch eindelijk aanvangen, U te beminnen en te loven uit geheel mijn hart, uit geheel mijne ziel en uit al mijne krachten, zoo als het betaamt; daar Gij ons met een voortdurende liefde bemind, en U aan ons verbonden hebt in eeuwigheid. Ach! mijne ziel is van traagheid ingesluimerd. Wee mij, dat ik tot dusverre, zoo flauwhartig was in mijne dienstvervulling! Mag ik niet met reden vreezen, dat Gij mij uit uwen mond zult spuwen ? Doch, o Heer, spaar mij: treed niet met uwen dienaar in het gerecht, want voor uw aanschijn zal geen levende ziel gerechtvaardigd worden. Ik hef mijne handen tot U omhoog: mijne ziel is voor U als een land zonder water. Verhoor mij onverwijld, o Heer; mijn geest zal te niet gaan; uw goede geest echter zal mij voeren naar het ware land, en om ü, o Heer, zult Gij mij levend maken.
VÓoa DE
—O» '^6 *0™
NB. Be gebeden met een f kruisje gemerkt behoor en tot de openbare geleden der Kerk,
O God , voor wien elk hart bloot ligt, en tot wien elke wil spreekt, en wien geen geheim verborgen is; zuiver de gedachten van ons hart door de instorting van don II. Geest: opdat wij verdienen, U volmaakt te beminnen en waardig to loven.
Ontsteek, o Heer, onze nieren en ons hart door het vuur van den H. Geest: opdat wij
208 GEBEDEN DEK KEEK
U met con kuisch hart dionca ou met eca reiu hart behagen.
Wij bidden U, o Heer, dat de Vertrooster, die van IJ voortkomt, ons vorstand verlichte, en het bronge die volgons do belofte van uwen Zoon tot alle waarheid. Laat, bidden wij U o Heer, de kracht van den Heiligen Geest bij ons zijn: opdat deze én onze harten genadig zuivere ón van alle onheil bevrijde.
God, die de harten der geloovigen, dooide verlichting van den H. Geest, onderwezen hebt; geef ons in dienzelfden Geest, wat recht is kennen en ons over zijne vertroosting altijd verheugen.
Wij bidden U, Hoor, reinig door uw bezoek ons geweten; opdat onze Heer Jesus Christus, uw Zoon bij zijne komst een voor He.n bereid verblijf in ons aantreflb. UioGod zijnde, met U leeit en regeert, in do eenheid van don Heiligen Geest, door alle eeuwen der eeuwen. Amen.
VOOR DE H. COMMUNIE.
f - VI.
Ü Genadige Heer Jesus Christus; ik, zondaar, die mij om mijne verdiensten niets aanmatig, maar op uwe barmhartigheid vertrouw, ik vrees en sidder, om tot den aller-zoetsten Maaitijd te gaan; want mijn ziel en lichaam is door vele misdaden besmeurd, ea ik heb mijn gemoed en mijne woorden niet zorgvuldig bewaard. Daarom, o genadige Godheid, o ontzaggelijke Majesteit, begeef ik mij ellendige door benauwdheid gekweld , tot U, de bron van barmliartigheid; naar ü snol ik heen, om genezen te worden; onder uwe bescherming vlucht ik; en Hem, wien ik als rechter niet kan verdragen, wensch ik als Verlosser te hebben. — Aan U, o Heer, toon ik mijne wonden: ü maak ik mijne schaamte bekend. Ik weet, dat ik vole en zware zonden heb bedreven, om welke ik vreés. Ik hoop op uwe barmhartigheid, welke eindeloos is. Zie dan op mij neer met uwo barmhartige oogeu, o Hoer Jesus Christus, eeuwige Koning, God en mensch, om den mensch gekruist. Verhoor mij, die op U hoopt: ontferm U mijner, die vol ben van ellenden en zonden. Gij, die nooit zult op-Si 14
209
GEBEDEN DEB KEEK
210
hoiidon , do bron van barmliartigheid to laten vloeion. Wees gegroet, o heilzaam slaelitoffer, dat voor mij en geheel liet mensclidora op hot kruishout zijt geofferd. quot;Wees gegroet, o edel kostbaar Bloed, dat uit de wonden van mijn gokruisten Heer Jesus Christus vloeide en de zonden der geheele wereld afwieseh-Gedenk, o Heer, uw schepsel, dat Gij door uw Bloed hebt afgekocht. Het doet mij leed, gezondigd te hebben; ik verlang te verbeteren wat ik heb bedreven. Neem dan, o allergoede-tierenste Vader, van mij weg al mijne misdaden en zonden: opdat ik gezuiverd naar ziel en lichaam, verdiene, waardig het Heilige der heiligen to nuttigen: en verleen, dat hot heilig ontvangen van uw Lichaam en Bloed, tot welke ik onwaardige wil naderen, de vergeving zij mijner zonden, eeno volmaakte zuivering mijner misdaden, een middel ter verdrijving van slechte gedachten, eene wederopwekking van goede genegenheden, een heilzaam middel ter uitvoering van werken, die U behagen, eu ook een allerveiligst schild voor ziel en lichaam tegen de Iiindorlagcn mijner vijanden.
VOOB DE H. COMMUNIE.
f VII.
GEBED VAN DEN H. THOMAS VAN AQÜ1NO.
Almaclitigo, oouwigo God, zio ik ga tot hot Sacrament van uwen ooniggcborenon Zoon, onzon Hoor Josus Christus: ik kom als eon zioko tot don gever des levens; als eon zondaar tot do bron van barmhartigheid; als oon blinde tot hot licht dor eeuwige helderheid; als een arme en behoeftige tot den Hoer van hemel en aarde. Daarom vraag ik den overvloed uwer eindoloozo mildheid, en dat Gij I) gewaardigt, mijne krankheid te genezen; mijne onreinheid af te wasschen; mijne blindheid te verlichten; mijns armoede te. verrijken; mijne naaktheid te lileeden: opdat ik het Brood dor Engelen, don Koning dei-koningen, den Heer aller heoren, met zulken eerbied en nederigheid, met zulk berouw en godsvrucht, met zalko reinheid en geloof, met zulk voornemen en doel ontvange, als tot mijn zieleheil kan strekken. Verleen mij bid ik U, dat ik niet alléén ontvange het Sacrament van uw Lichaam en Bloed, maar ook deszelfs kracht en werking.
O Liefdevolle God, geef mij, dat ik liet
211
212 GEBEDEN DER KEEK
Lichaam van uwen ceniggeboren Zoon, onzen Heer Jesus Christus hetwelk Hij uit de Maagd Maria heeft genomen, zóó ontvange, dat ik waardig zij, bij zijn geheimzinnig lichaam te worden ingelijfd en onder zijne ledematen gerekend. — O allerminnelijkste Vader, verleen mij, dat ik uwen beminden Zoon, wolken nu verborgen ik ga ontvangen, eindelijk zichtbaar eeuwig moge aanschouwen, die God zijnde, met U leeft en regeert, in de eenheid van den Heiligen Geest, door alle eeuwen dor eeuwen. Amen.
f VIII.
Heer Jesus Christus, Zoon van den levenden God, die om den wil des Vaders, onder medewerking van den Heiligen Geest, door uwen dood de wereld hebt levend gemaakt: bevrijd mij door dit uw allerheiligste Lichaam en Bloed, van al mijne ongerechtigheden en van alle kwaad: maak, dat ik aan uwe geboden altijd gehecht zij, en verleen, dat ik nooit van U goscheiden worde, die God zijnde, leeft en regeert mot denzelfdcn God den Vader, en den Heiligen Geest in do eeuwen der eeuwen. Amen.
VOOK DE H. COMMUNIE. 213
Hot ontvangen van uw Licliaam, Heer Jcsus Christus, dat ik, onwaardige, mij verstout to nuttigen, kome mij niet ten oordeel en tor veroordeeling: maar door uwe goedheid diene het mij, om ziel en lichaam te bevestigen en versterking te verkrijgen, die God zijnde, leeft en regeert met God den Vader in do eenheid van den Heiligen Geest, door allo eeuwen der eeuwen. Amen.
ONDERRICHT.
OVER HET GOGENBLIK DFIl HEILIGE COMMUNIE. 1.
[Volgens tijd en devotie, kunnen vóór do H. Communie, zeer gepast de Litanie van liet allerheiligste Sacrament en do daarbij gevoegde gebeden gedaan worden.
Bid alvorens tot de H. Tafel te gaan, het volgende gebed:)
Sta mij bij, o allerheiligste Maagd Maria, met uwen bruidegom den H. Josef; zoo ook gij mijn Eugelbowaarder, en gij mijne Bescherm-
GEBEDEN DEB KE11K
lioiligon N. N., bereidt mij deu weg tot do Tafel dos Hoeron: opdat ik mijuen Josus, oudor de gedaante vau brood waardig outvango, eu Hom eoumaal epou als Gij, van aanschijn tot aanschijn in den homol aanschouwe, lovo eu prijze in allo eeuwigheid. Amen.
Aim de H. Tafel koude men zich bezig met gemoedsverheffingen tot God, en lette nauwkeurig op de woorden des priesters, als hij do H. Uostic in de hand houdend zegt:
„Ziet het Lam Gods, dat wegneemt do zonden der wereld, enz.quot;
Daarna zegge men driemaal, telkens op de borst kloppend ;
„Heer, ik bon niet waardig, dat Gij komt onder mijn dak; doch spreek slechts één woord, on mijne ziol zal genezen worden.quot;
Wanneer de priester het H, Sacrament aanbiedt, spreek dan inwendig den wensch uit, dien hij udoet:
Het Lichaam van onzen Hoer Jesus Chris-
2i-J.
VOOll DE 11. COMMUNIE.
lus beware vwo (zeg mijne) ziel ten eeuwigen leven. Amen.
(Blijf na dc II. Communie in overdenking over de wezenlijke tegenwoordigheid van den God-menseli bij u; — over zijne liefde tot u, ellendig schepsel; —• vraag Hem de genade, die gij het vurigste wenscht.)
LOFZANG DER DllIE HEILIGE JONGELINGEN IN DEN VUUROVEN IE BABEL.
Zingen wij den lofzang der drie jongelingen, dien zij den Heer lovende in den vuuroven zongen.
Looft alle werken des Heeren dea Heer; prijst en verheft Hem boven alJes in eeuwigheid.
Looft alle Engelen dea Heeren den Heer; looft hemelen den Heer.
Looit allo wateren, die boven de hemelen
2 l(i GEBEDEN DEE KERK
zijn don Heer; looft allo kraolitcn dos Hoeren dea Hoer.
Looft zon en maan don Hoer; looft sterren des liemols den Heer.
Looft allo slagregens en dauw den Heer; looft alle winden van God den lieer.
Looft vuur en gloed den Heer; looft koude en hitte dea Heer.
Looft nevels en ijzol den Heer, looft vorst en koude den Hoer.
Looft ijs en sneeuw den Heer; looft nachten ea dagea den Heer.
Looft lioht en duisternis den Hoer; looft bliksems en wolkon den Heer.
De aarde love den Heer; zij prijzo en vor-hefle Hem boven alles in eeuwigheid.
Looft bergen ea heuvelea den Heer; looft alles, wat op aardo ontspruit don Heer.
Looft bronnen den Heer; looft zeeën en stroomen den Heer.
Looft groote zesvissehen ea al wat zich in de wateren beweegt don Heer; looft alle vogelen des hemels dea Heer.
Looft alle dieren ea vee den Heer; looft kinderen der mensehon den Heer.
Looft Israël den Heer; hij prijzo en verheffo Hem bovoa alios ia eeuwigheid.
na db ii communie.
Looit priesters des lieeren den Heer; looft dienaren des Heeren den Heer.
Looft geesten en zielen der rechtvaardigen den Hoer; looft Heiligen en ootmoedigeu don Heer.
Looft Ananias, Azarias, Misael den Heer; prijst en verheft Hem bovor. alles in eeuwigheid.
Loven wij den Vader en den Zoon met den Heiligen Geest; prijzen en verheffen wij Hem boven alles in eeuwigheid.
Geprezen zijt Gij, o Hoor, in het uitspansel des hemels; en prijzenswaardig en roemvol, en boven alles verheven in eeuwigheid.
CL. Psalm.
Looft den Heor in zijne Heiligen; looft Hem in het uitspansel zijner maeht.
Looft Hem in zijne krachten; looft Hem volgens de menigte zijner grootheid.
Looft Hem met trompetgeschal; looft Hora met citaar on harp.
Looft Hom met trom en reigozang; looft Hem met snaren en orgel.
Looit Hem met welklinkende eimbalen, looft Hem met juiehonde eimbalen; allo geost love den Heer.
317
GEBEDEN DEK KËKK
Euro zij dou Vader, ouz.
Zingen wij den lofzang, enz.
Heer, ontferm U onzer. Christus, ontferm U ouzcr. Hoer, ontferm ü onzer.
Onze Vader, enz.
v. Dat al uwe werken o Heer, U belijden-
k. En dat al uwe Heiligen U prijzen,
V- De Heiligen zullen juichen in de heerlijkheid.
b. Zij zullen zieh verblijden in hunne rustplaatsen.
v. Niet aan ons, o Heer, niet aan ons;
E. Maar geef verheerlijking aan uwen naam.
v. Hoer, verhoor mijn gebed;
B. En mijn geroep kome tot ü.
O God, die do vlammtn dos vuurs voor do drie jongelingen hebt verzacht: verleen genadig, dat ons, uwe dienaren geen ■dam van ondeugden verbrande. Voorkom, bidden wij, o Heer, onze werken door uwe ingeving en bevorder ze door uwe hulp; opdat al ons gebed en werk altijd met ü beginne, en begonnen door U eindige. Verleen ons, bidden wij.o Heer, dat wij de vlammen onzer ondeugden uitdooven, Gij, dio aan den heiligen Laurentius
218
NA DJS II. COMMUNIE.
verleond hebt, den. braud zijner martelingen tc overwinnen, door Christus onzen Hoer. Amen.
Wat zal ik den Hoer weorgevou voor alles, wat Hij mij verleend Leeft? Ijovend, zal ik don Hoor aanroepen, eu .k zal tegen mijne vijanden beveiligd zijn.
t III.
Laat ons, o Heer, wat wij met den mond genuttigd hebben, mot eou zuiver hart out-vaugen: en moge ons van eeu tijdelijke gift, een eeuwig hulpmiddel worden.
TV.
Uw Lichaam, o Hoer, dat ik genuttigd, en hot Bloed, dat ik heb gedronken, klovo aan mijn binnenste; eu verleen, dat geen zoudcnvlok in mij overblijve, wien zuivere on heilige Saoramenteu verkwikt hebben, die leeft en heorseht in de eeuwen dor eeuwen. Amen.
210
GEBEDEN DEK KERK
t V.
GIBED VAN DEN H. THOMAS VAN AQUINO.
]k dank U, lioiligo Hoer, almachtige Varlor, eeuwige God, die mij, uwouwaardigeiidienaar, niet om eenigc mijner rerdiensteu, maar alléén omdat uwe barmhartigheid zieh gewaardigd heelt, mij te verzadigen met liet kostbaar Lichaam en Bloed van uwen Zoon, onzen Heer Jesus Christus. — En ik bid U, dat deze heilige Communie mij niet strekke tot reden vaa straf; maar tot een heilzaam middel van vergilfonis. Zij diene mij tot oen wapentuig des geloofs en tot een schild van goeden wil Zij strekke tot wegruiming mijner fouten, tot uitdelging der kwade begeerlijkheid en vlee-sehelijke lusten, tot vermeerdering van goddelijke liefde en geduld, van nederigheid en onderwerping, en van alle deugden; tot een krachtig bolwerk tegen de listen van al mijne zichtbare en onzichtbare vijanden: tot geheele bedaring van alles, zoo wel vleeschalijke ais geestelijke driften. Aan U, eenigcu en waanieh-tigen God blijve ik verknoeiit, wees daarom de gelukkige voltrekking van mijn einde. — Ook bid ik U, dat Gij U gewaardigt mij, zondaar,
220
NA DE II. COMMUNIE.
tot dien onuitsprekkclijkon Maaltijd te voeren, alwaar Gij met uwen Zoon en don Heiligen Geest, voor uwe Heiligen zijt het-waarachtige licht, do volledige verzadiging, do eeuwige vreugde, het volkomen genoegen en de volmaakte gelukzaligheid, door denzelfden Christus, onzen Heer. Amen.
f VI.
GEBED VAN DEN HEILIGEN BONAVENTUKA.
Doorboor, allerzoetste Heer Jesus, het binnenste mijner ziel met eene aller aangenaamste eu allerheilzaamste wonde uwer liefde, door eene oprechte, blijmoedige en allerheiligste genegenheid tot U: opdat mijne ziel altijd kwijne en smelto, alléén door liefde en genegenheid tot ü; dat zij U vurig begeere en in uwe voorhoven bezwijme; dat zij wen-sehc ontbonden te worden en met U te zijn. Verleen, dat mijne ziel hongere naar U, hot Brood der Engelen, de verzadiging der heilige zielen, ons dagelijksch brood, dat allerkrachtigst is, en allo zoetheid en smaak, en al wat behaagt in zich bevat. Naar U, op wicn do Engelen weusehen te zien, hongere en niet U verzadige zich altoos mijn hart, en door
221
222 GEBEDEN DEK KERK, ENZ.
don zooteu smaak vau U, worde het binnenste mijner ziel vervuld: zij dorste altijd naar U, do bron dos levens, do bron van alle wijsbeid en wetenschap, do oorsprong van het eeuwige licht, de stroom van genoegen, de overvloed der woning Gods: zij verlange altijd naar U, zoeke U, vindo ü, neige zich tot TJ, genake tot U, donke aan U, spreke tot U, en verriohto alles tot lof en verheerlijking van uwen naam, mot nederigheid en beschei-denhoid, mot liefde en genoegen, met gemak en aandoening, mot volharding tot het einde. — En wees Gij alléén mijne hoop, mijn gansch vertrouwen, mijn rijkdom, mijn vergenoegen , mijn welbehagen, mijne vreugde, mij no rust en tevredenheid, mijn vrede, mijn lust, mijn geur, mijne zoetheid, mijne spijs, mijne ver-kwikking, mijne toevlucht, mijne hulp, mijne wijsheid, mi^n deel, mijne bezitting, mijn schat, in wien mijn geest en hart altoos vast, krachtig en onbeweeglijk gevestigd zijn. Amen.
— ^£o?gt; —
quot;Wat een Aflaat is.
! EJT Aflaat is cene door do Kerk buiten de Biecht 1—verleende kwijtschelding yan die tijdelijke straffen, welke wij na do vergeving der zonden, hier of in het vagevuur zouden moeten afboeten.
De Kerk daartoe door God gemaehtigd, scheldt ons de verschuldigde straffen der zonde kwijt, daarvoor aan do Goddelijke rechtvaardigheid de voldoening nemende nit de onuitputtelijke schatten der voldoening van Christus, der allerheiligste Maagd en d-ir Heiligen.
Om dit wel te begrijpen, geve men acht, dat de voldoening van Christus voor onze zonden, door zijn hjden en dood veel grooter is, dan de straffen of schuld, welke wij voor onze zonden verdiend hebben; immers zij is oneindig; één droppel van zijn kostbaar Bloed, zelfs de minste zijner handelingen, den ïlemelschen Vader aangeboden, zou toereikend zijn geweest, om duizenden werelden te verlossen.
224 ONDERRICHT OYER DE
Even zoo is het zeker, dat een groot getal Heiligen door hunne vrijwillige boetplegingen, of na een onschuldig leven, door het Martelaarschap of andere verdienstelijke werken, meer voldoening aan God gebracht hebben, dan zij om hunne zonden schuldig waren.
De allerheiligste Maagd, die nooit eenc zonde bedreef, die meer uit liefde tot God geleden heeft dan andere Heiligen, en die door zoo vele deugden uitmuntte, behoefde dus voor haar zelve aan Gods rechtvaardigheid niet te voldoen, en toch was geheel haar leven eene rijke voldoening. Deze overvloedige voldoening van Christus, der Maagd Maria en der Heiligen is alzoo een on uitputbare bron of mijn van schatten, waaruit de Kerk krachtens de macht haar door God verleend, de Aflaten put, of ons deelachtig maakt aan de overvloedige voldoeningen van Christus, der allerheiligste Maagd en der Heiligen.
Nut der -A-flaten.
lo. AHaten delgen de tijdelijke schuld der zonden. Wie wenscht niet, terstond nn zijnen dood den hemel in te gaan, en tot de zalige beschouwing van God te komen, of voor 't minst, niet zoo lang in de pijnen van het vagevuur te blijven, tot dat de laatste penning voldaan is:
AP LATEN.
2°, De aflaten sporen .ie geloovigen aan tot eene ware boete, daar zij zonder deze voorwaarde niet verdiend kunnen worden.
3°. Eindelijk bevorderen de Aflaten het dikwijls ontvangen der H. Saeramenten en ket doen van goede werken.
quot;VerdeeliiTjr der A.flalen.
Er zijn volle en gedeeltelijke aflaten.
Door een vollen Aflaat worden alle tijdelijke straffen der zonde zoo kwijtgescholden, als had men algeheele voldoening daarvoor aan God gedaan. Eene ziel, die zoo gelukkig is, een vollen Aflaat geheel te verdienen, is gelijk aan de ziel van een pas gedoopt kind, volkomen zuiver van zon-densehuld en vrij van straf; zuiver van zondenschuld door de voorafgegane, tot het verdienen van den Allaat noodzakelijke boete; vrij van straf door den verdienden xVflaat. Wanneer iemand in zulk een toestand deze wereld verliet, zou hij bijgevolg zonder de smarten van het vagevuur een oogenblik te gevoelen, terstond den hemel binnengaan.
Doch het is onmogelijk te weten, wanneer de volle Aflaat in zijne volle uitgestrektheid verdiend wordt; dit hangt af van het berouw des zondaars, van zijne liefde tot God , en van het volbrengen der voorgeschrevene werken. Daarenboven moet men vergiffenis hebben van alle dagelijksche zonden ;
92 15
225
ONDERiaCHT OVER DE
want deze worden ook, alhoewel sleclit? tijdelijk, door God gestraft; van deze zonden kunnen wij geene ver-gilTcnis krijgen, indien wij daarover geen belioor-lijk berouw hebben; maar hoe weinige Christenen strekken hun berouw tot de dagelijksehe zonden uit!
Hieruit volgt nu, dat men dikwijls moet traeh-fen, een vollen aflaat te verdienen, ten einde de verdiende straf zoo veel mogelijk te verminderen; alsmede, dat wij de dagelijksehe zonden ten zeerste moeten vluchten en verfoeien.
Een Gedeeltelijke Aflaat bepaalt zieh tot de kwijtsehelding van sleehts een deel der tijdelijke straften, die wij aan Gods reehtvaardigheid schuldig zijn; deze Aflaat is derhalve tot een zeker getal van b. v. 40, 100 dagen, 7, 10 enz. jaren beperkt.
Wanneer het Opperhoofd der Kerk een Aflaat van een bepaald getal dagen, weken of jaren verleent, dan wil hij daarmede nie-: de pijnen van het vagevuur juist zoo veel dagen of jaren verminderen; zijne meening is, om zooveel kwijtschelding der tijdelijke straf te vergunnen, als men in de eerste eeuwen der Kerk door gedurende zoo veel dagen, weken, jaren, openbare kerkelijke boetpleging, bij God zoude verdiend hebben; zoodar het werk, waaraan een gedeeltelijke Aflaat verbonden is, thans dezelfde verdienste heeft, als eene openbare kerkelijke boetpleging van vroeger, gedurende dent jd als door het Opperhoofd der Kerk wordt aangegeven.
220
AFLATEN, 227
Derhalve bctceltont 1). v. een Aflaat van 7 jaren en 7 maal 40 dagen de kvrijtsolielcling van zoovce] tijdelijke straf, ak men bij God zou kannen afdoen, wanneer men 7 jaren en 7 maal 40 dagen, volgens de oude kerkelijke regels boete gedaan had.
Oefenen wij aan dikwijls gcede werken en doen wij gebeden, waaraan gedeeltelijke Aflaten verleend zijn.
Vereischten om eer^ aflaat te verdienen,
1°. Om een vollen of gedeeltelijken Aflaat te verdienen, moet men in staat van genade wezen; want een Aflaat neemt slechts weg de verschuldigde of overgeblevene straf, en veronderstelt, dat de zonde en eeuwige straf bij God zijn afgelost.
2o. Men moet ten minste oen algemeen voornemen hebben, den Aflaat te verdienen.
3o. Vermits een of meer goede werken noodig zijn om een Aflaat te verdienen, zoo moeten deze op den bepaalden tijd, plaats enz. geschieden.
Bijna voor alle Aflaten zijn gebeden voorgeschreven : voor vele en schier altoos is voor een vollen Aflaat noodig het Sacrament der Biecht en de H. Communie.
Wegens het volbrengen der vereischte werken behoort men de drie volgende Besluiten der II. Congregatie voor de Aflaten te kennen:
lo. Wat betreft het H. Sacrament der Biecht
?2S ONDERRICHT OVER DE
heeft (leze Congregatie bij een besluit van 9 December 1763, door Clemens XIII goedgekeurd, bepaald , dat „voor hen, die de godvruchtige gewoonte „hebben, ten minste 's wekelijks te biechten, „en niet wettig belet zijn, de wekelijksche Biecht „voldoende is, om al de Aflaten te verdienen; „welke op de andere dagen der week te verdienen „zijn; mits men de andere voorgcschrevene werken „volbrenge, zonder dat het verder noodig is, eene „nieuwe Biecht te doen.quot; Eene nieuwe Biecht zou echter bchooren, indien iemand zich sedert de laatste Biecht, aan eene groote zonde pliehtig maakte.
Ook is eene nieuwe Biecht verplichtend, om den Allaat van een gewoon en buitengewoon Jubilc te verdienen.
2o. Nopens de H. Communie, welke bijna altijd voor oen vollen Aflaat vereischt wordt, heeft de genoemde Congregatie, bij een Besluit van 12 Juni 1822, door Pius VII goedgekeurd, toegelaten, tot de H. Communie te naderen daags vóór het feest, waarop de Aflaat kan verdiend wolden.
3o. Pius VII heeft een besluit der genoemde Congregatie van 29 Februari 1820 goedgekeurd, waarbij bepaald wordt, dat de Aflaten, welke aan eenige gebeden, als: het „Rozenhoedjede „Hozen-krans,quot; „Litanicn,quot; de „Engel des Heercnquot; en soortgelijke gehecht zijn , kunnen verdiend worden , cis men ze beurtelings met anderen bidt.
AFLATEN,
De tijd en dag, waarop de voorgeschrevene werken behooren gedaan te worden , zijn niet altijd dezelfde. Op gewone dagen geeft men acht op den natuurlijken dag, zoodat al de voorgeschrevene werken van af middernacht tot middernacht moeten gebeuren. Doeh voor een Aflaat, die op een feestdag te verdienen is, behoort men den kerkdijken dag in het oog te houden ; op zulken dag kan men de voorgeschrevene gebeden of goede werken daags voor het feest, namelijk op liet uur, dat de eerste Vespers gebeden worden, beginnen, terwijl alles op den feestag zeiven voor zonneondergang moet volbracht wezen.
Alhoewel het uur, waarop de eerste Vespers in den namiddag gebeden worden, volgens het jaargetij en de plaatselijke gebruiken soms veranderlijk is, kan men evenwel op plaatsen, alwaar deze niet in het openbaar gebeden worden, ten drie uur na den middag, met de voorgeschrevene gebeden en goede werken beginnen.
33e Allaatgebedeii in betrekking tot
Iriet inzicht, waarmede zij moeien gedaan worden.
Ten slotte zij nog aangemerkt, dat de Opperpriesters, om een vollen Aflaat te verdienen, bijna altoos bepalen, dat men oolc bidde tot dat einde of inzicht, waartoe de Kerk wenscht; dit doel of
229
ONDERRICHT OVER DE
inzicht der Kerk is namelijk: a. om verheerlijking en bloei der heilige Kerk; b. om nitroeiing der ketterijen en scheuring; c. om uitbreiding van het Katholiek Geloof onder de heidenen; cl. om bevordering van den vrede en der eensgezindheid onder de Christen-vorsten.
Men voegt bij die meening of dat inzicht deze : om voor het heil van onze H. Vader, den Paus van Rome te bidden.
Bij dat voorsclirift, geven de Opperpriesters gewoonlijk, de gebeden niet aan, welke in betrekking tot het inzicht of de meening der Kerk, moeten uitgesproken worden, doch volgens het algemeen gevoelen en gebruik is minstens vijfmaal het Onze Vader en Wees gegroet tot het inzicht of de meening der Kerk uitgesproken, voldoende.
Men kan zich echter, naar tijd en devotie, zeer gepast van de volgende gebeden, waarin het bovenstaande inzicht der Kerk geheel uitkomt, en die algemeen te Rome gebruikt worden, bedienen.
GEBED TOT VOORBEREIDING.
Almachtige, eeuwige God, ik vertrouw, dat door het II. Sacrament van Boetvaardigheid, al mijne zonden en de eeuwige straffen vergeven zijn; doch des niet te min blijft mij over, aan uwe Jlechtvaardigheid voor de
230
APLATEST.
tijdolijko straflen to voldoen; dewijl mijne zwakke ou onvolmaakte werken niet in staat zijn, daarvoor genoegzame voldoening te geven. Daarom neem ik mijne toevincht toe de overvloedige voldoeningen van onzen HeerJesus Christus, der H. Maagd Maria en van allo Heiligen. Uwe Kerk, die daarvan de uitdeelster is, staat mij heden toe, uit dien sehat, ter ondersteuning mijner armoede, te putten. Gowaardig U, o God van barmhartigheid, mij aan dozen kostelijken Aflaat deel-aelitig te maken. ik verfoei op nieuw al mijne zonden, en bolooi U, dat ik daarin door uwe liulp nimmer zal hervallen.
I. GEBED TOT GOD DEN VADER,
om do verheoriijking en don bloei onzer moeder de H. Kerk.
O eeuwige God, zijt uwer Kerk, die Gij van den beginne harcr stichting in bezit hebt gehad, gedachtig. Erken haar als de bruid van uwen eeniggeboren Zoon Jcsus Christus, die voor haar al zijn Bloed vergoten hoeft. Gewaardig
') Indien men den Ailiiat aan de zielen in het vagevuur wenscht toe to voegen, zegge men; «en welken ik wensch, aan de zielen in het vagevuur, en bijzonder aan de zie! van N. N. toe to voegen.»
231
ONDEEMCUT OVER DF,
U, haar to verheerlijken, haar door deu glans van heiligheid zóó te doen schitteren, haar door zulk een overvloed van heiligheid te overladen, dat zij zich zulkcn goddelijkon Bruidegom en zulken aflossingsprijs waardig betoone. Verleen, dat al hare kinderen U met een levendig geloof erkennen, met een vast vertrouwen aanroepen, en met oone vol-maakte liefde beminnen.
Onze Vader. Wees yeyroet.
II. GEB LD TOT GOD DEN i,OON, om uitroeiing der Ketterijen en Scheuring.
O Jesus, waarachtig licht, dat alle men-schen, bij hunns komst in de wereld bestraalt; ik smeek U, gewaardig alle duisternis dei-dwaling en verdeeldheid te verdrijven. Verleen, dat allen het lieht des Geloofs volgen, en zich haasten mogen in den schoot dor ware Kerk terug te keeren. O goede Herder, breng do de verdwaalde schapRii tot don schaapstal terug, opdat er slechts één horder en éónc kudde zij.
Onze Vader. Wees gegroet.
232
AFLADEN.
III. GEBED TOT DEN HEILIGEN GEEST,
om bevordering van vrede en eensgezindheid onder de Christen-Vorsten.
O goddelijke Geest, Geest van liefde en vrede; die zoovele en verscliillende volken, in de eenheid dos Gelcofs verzameld hebt; verleen aan de Christen Vorsten en hunne raadslieden, do volheid uwer genaden. Doorsteek hunne harten met den geest van liefde, welken Gij op aarde zijt komen brengen: verleen, dat zij nimmer door eenigen drift vervoerd worden ; dat zij niets ondernemen, waardoor uwe eer verkort, noch do vrede uwer Kerk verstoord worde; laat hen veeleer met vereende krachten streven, om zichzel-ven en hunne onderdanen tot don eeuwigen vrede to geleiden.
Ouzo Vader, Wees gegroet.
GEBED TOT DE ALLERHEILIGSTE DKIEVITL-DIGHEID,
om uitbreiding van het Katholiek Geloof onder de heidenen.
O heilige Drievuldigheid, Vader, Zoon en Heilitre Geest: sedenk, dat do zielen der
233
334 ONDEKiaCfIT OVER DE, ENZ.
ongeloovigsn liet werk uwer handen zijn, en dat Gij ze naar uw beeld hebt geschapen Laat uwe rechtvaardige gramschap, door de smeekingen der Heiligen eu der Kerk, verbidden. Xiaat huime verblindheid ophouden; zond hun apostolische mannen, welke zich beijveren, het Xatholick Geloof onder lion te verspreiden. Verleen hun eindelijk do genade, U te kennen, te aanbidden en te beminnen.
Onze Vader. Wees gegroet.
GEBED VOOR ONZEN H. VADER, DEN PAUS VAN ROME.
O God, Herder en Beschermer aller goloo-vigen, worp een blik van voorliefde, op uwen dienaar N., wolken Gij aan uwe Kerk tot Opperpriester hebt gelieven te geven; verleen hein de genade, zijne kudde, welke Gij hem toevertrouwde, door woorden en voorbeeld, tot de deugd te vormen, opdat hij met haar liet eeuwige leven bekome.
Onze Vader. Wees gegroet.
TOT DE
Heor, ontferm U onzer.eor, ontferm U onzer.
Christus, ontferm U onzer.
Heer, ontferm U onzer.
Vader, uit wien alles is,
H. Geest, in wien alles is, S;
Heilige en onverdeelde Dnevuldighcifl, g cón God, (-I
Oneindige Wijsheid,
Onuitputbare Goedheid,
Albeheerschendc Kracht,
Wetgevende Godheid,
Eeuwige Waarheid,
GEBEDEN
Koning, almachtigo God,
Gij, die Drievildig en Éamp;n God zijt. Ia Wion wij loven, ons bewegen cn zijn. Wiens heerlijkheid geheel de aarde vervult, Wien alléén room en eere toekomt. Gij, die ons troost in onzen tegenspoed. Gij, die alléén wondervolle werken voortbrengt,
Gij, die zijt, waart, on wezen zult, Koohtvaardig en vreesolijk in het oordeel, Room- en wondervol in heerschappij, Ongeboren Vader,
Eoniggeboren Zoon,
Heilige Geest, van don Vader en don
Zoon voortkomende,
O heilige Drievuldigheid, één God,
Zijt ons genadig, spaar ons. Hoor.
Zijt ous genadig, verhoor ons. Hoor. Van allo kwaad, bewaar ons. Hoor,
Voor alle zonde,
Voor alle trouwloosheid.
Voor do overtreding uwer geboden.
Voor do versmading uwer gaven.
Voor de veronachtzaming dor heilige zaken. Voor den eeuwigen dood.
Door uwe Almacht,
Door uwe Wijsheid,
230
01' ZONDAG.
Door uwe onoindigo Goedheid, bewaar ons Heer.
Door uwe groote Barmharfciglioid, bewaar ons Heer.
Door uw Geduld en Lankmoedigheid, bewaar ons Heer.
Wij, zondaren, wij bidden U, hoor ons. Dat wij U, don waarachtigon God, altijd
en op alle plaatsen belijden mogen, Dat wij ü, Één God in do Drievuldigheid vereoron, en de Drievuldigheid in de eenheid aanbidden mogen, ^
Dat Gij U gowaardigt ons te verleonen, g;
dat wij U van ganseher harte beminnen, p Dat Gij U gowaardigt, het aan uwen d H. Naam toegewijde volk te behouden _ en zalig te maken, o
O ' ^
Dat Gij U gowaardigt aan do dwalenden 0 hot licht, om op den rechten weg terug S te keeren, to verleene n,
Dat Gij U gowaardigt aan allo geloovigo
zielen do eeuwige rust te schenkcu. Dat Gij U gowaardigt, ons te verhooren, O heilige Drievuldigheid, verlos ons, O heilige Drievuldigheid, red ons.
O heilige Drievuldigheid, verlevendig ons. Hoor, ontferm U onzer.
GEBEDÏN
Christus, ontferm U onzer.
Heer, ontferm U onzer.
Onze Vader, enz.
v. .Laat ons verheerlijken den Vader, en den Zoon en den Heiligen Geest.
b. Laat ons Hem loven en lioog verheffen in eeuwigheid.
v. Verheerlijkt zijt Gij in het uitspansel des hemels.
k. Ln lotwaardig, en luistervol, en hoog verheven in eeuwigheid.
v. God zegpno ons, onze God, Godzegene ons.
E, En dat alle grenzen der aarde Hem vroezen.
GEBED.
Almachtige, eeuwige God, die aan uwe dienaren, door de belijdenis van het waarachtig Geloof verleend hebt de heerlijkheid der eeuwige JJriovuldigheid te erkennen, en in de macht der heerlijkheid do Eenheid te aanbidden: wij smeeken U, dat wij door de onwankelbaarheid van datzelfde Geloof, tegen allo wederwaardigheden mogen beschermd worden, door onzen Heer Jesus Christus,
23S
Ol' ZONDAG. 239
uwen Zoon, dio God zijnde mot U leeft on regeert, iu de eenheid des Heiligen Gocstes door allo eeuwen der eeuwen. Amen.
Ons zegono do Goddelijke Majesteit en do oonige Godheid; do Yader, en de Zoon, en do Iloiligo Goost.
LOFZANG
VAN DE HEILIGE AMBKOSIUS EN AUGUSIINUS. Tc Deum. U , o God, loven wij.
U, o God, loven wij; U erkennen wij denHeer. U, den eeuwigen Vader, vereert geheel do aarde.
U, (roopen) alle Engelen, U (roepen) do Hemelen en alle Machten,
U, roepen do Cherubijnen en Seraphijnen onafgebroken toe:
Heilig, Heilig, Heilig, Heer, God der Heerscharen.
Ue hemelen en aarde zijn vol van de heerlijkheid uwa luistors.
U looft hot schitterend koor der Apostelen, Uo lofwaardige schaar der Profeten, Do luisterlijke legerschaar der Martelaren. TJ erkent de heilige Kerk over geheel de aarde
GEBEDEN
(Ala) don Vader der onmetelijke heerlijkheid;
Uwen aanbiddelijken, waaraehtigen en eenigon Zoon3
Alsook den Heiligen Geest, den Vertrooster.
O Christus, Gij zijt do Koning dor heerlijkheid ;
Gij zijt do oouwigo Zoon dos Vaders;
Gij hebt, toen Gij liot ondernaamt, den meuseh te verlossen, don schoot der Maagd niet gosohroorad;
Gij hobt den prikkel des'doods overwinnond, den goloovigen het hemelrijk geopend;
Gij zit aan de rechterhand des Vaders;
Wij golooven, dat Gij als rechter zult komen.
Daarom bidden wij U: kom uwo dienaren to hulp, die Gij met uw kostbaar Bloed hobt vrijgekocht.
Geef, dat zij in de eeuwige heerlijkheid, onder uwe Heiligen geleld worden!
Heer, behoed uw volk on zegen uw erfdeel;
En bestier hen en verhef hen in eeuwigheid.
Dagelijks loven wij U,
Eu eeuwig prijzen wij uwen naam, en in de eeuwen der eeuwen.
240
01' ZONDAG.
Gewaardig U, o Heer, ons heden van allo zonde to bewaren;
Ontferm U onzer, o Heer, ontferm U onzer!
Uwe barmliartiglioid komo ovor ons, gelijk wij op IJ gehoopt hebben.
Op U, o Hoor, hob ik gehoopt; in eeuwigheid zal ik niet oeschaamd worden. Amen.
I. APLAAÏGEBED 1)
tot de allerheiligste Drievuldigheid.
Heilig, Heilig, Heilig is do Hoor, do God dor Heirseharon; do aarda is vol van zijne hoerlijkhoid. Eero zij don Vader, oore zij don Zoon, eero zij den Heiligen Geest.
1) Z. II. Paus Clemens XIV, verleende den 20 Juni 1870, aan alle geloovigen, die dit gebed aandachtig en rouwmoedig uitspreken :
io. Een aflaat van 100 dagen, eenmaal daags te verdienen.
2o. Op alle Zondagen en alle dagen onder het octaaf van het feest der H. Drievuldigheid, kan deze Aflaat driemaal daags verdiend worden.
3o Wie het op die wijze, één maand lang, allo dagen eees doet, verdient op een dag naar keuze, een vollen Aflaat; mits Biechtende, Communicee-rende en biddende volgens de intentie der Kerk. 92 10
241
GEBEDEN
II. ATTiAA-TGEBED.
Dankzegging aan de allerheiligste Drievuldigheid voor de bijzondere genaden, die zij aan de II. Maagd Maria, vooral, om Hare Opneming ten hemel, verleend heeft.
1. Z. H. Pans Pius VII verleende den 11 Juli 1815, 100 dagen Allaat aan alle geloovigcn, die Js morgens, 's middags en's avonds driemaal den lofzang: Eere zij den Vader enz. tot liet bovenstaande einde uitspreken, hetgeen voor eiken dag 800 dagen uitmaakt.
2. Wie een maand lang dezen lofzang driemaal daags uitspreekt, verdient op een dag naar keuze, een vollen Allaat; mits Biechtende, Communi-ceerende en biddende volgens de intentie der Kerk.
NB. Deze allaten kunnen aan de geloovige zielen toegevoegd worden.
III. AFLAATGEBED,
tot hetzelfde einde als het voorgaande.
(Men aanbidde den eeuwigen Vader, ter zijner eere zeggende „1 Onze Vader, 1 Wees gegroet, 1 Eere zij den Vaderquot; Vervolgens bidde men :)
Ik aanbid U o eeuwige Vader, net geheel het hemelsehe hof, als mijn God en Heer, en zeg U, in den naam der if. Maagd Maria,
242
OP ZONDAG.
uwe zeer beminde Dochter, don hoogsten dank voor alle genaden en gunsten, waarmede Gij haar overladen hebt; doch vooral voor de macht, die Gij haar sedert hare luistervolle Opneming ten hemel, geschonken hebt.
„1 Onze Vader, 1 JFees gegroet, 1 Tiere zij den Vader quot; om Gods Zoon te aanbidden
Ik aanbid U, o eeuwige Zoon, met geheel hel hemelsche hof, als mijn God, mijn Heer en mijn Verlosser, en zeg U in den naam der H. Maagd Maria, uwe zeer beminde Moeder, den hoogsten dank voor alle genaden en gunsten, waarmede Gij haar overladen hebt; doch vooral voor do macht, die Gij haar sedert haro luistervolle Opneming ten hemel, geschonken hebt.
„1 Onze Vader. 1 Wees gegroet. 1 Eere zij den Vader,quot; om den Heiligen Geest te aanbidden.
Ik aanbid U, o Heilige Geest, Trooster, als mijn God en mijn Heer, en zeg U, met geheel het hemelsche hof, in don naam der H. Maagd Maria, uwe zeer beminde Bruid, den hoogsten dank voor alle genaden en gunsten, waarmede Gij liaar overladen hobt, en bovenal voor die volmaakte en goddelijke liefde, waarmede Gij haar allerzuiverst en
243
GEBEDEN
allerheiligst hart ontstoken hobt op het oogenblik, dat zij ton hemel werd opgenomen. Ik smoek U nederig, in den naam van deze onvergelijkelijke Bruid, mij de vergeving van al mijne groote zonden te verleenen, welke ik sedert het ongeluk had, sedert liet gebruik mijner rede tot nu toe te bedrijven; gelieve het diepe leedwezen, dat ik daarover heb, en het- vasto besluit, in de toekomst liever te sterven dan uwe goddelijke Majesteit te belee* digen, aan te nemen. Ik verzoek U daarenboven, door do verdiensten en do krachtige tussehonkomst van do heilige Maagd, uwe waardige Bruid, mij als ook aan N., de kostelijke gaaf uwer vriendschap en dor goddelijke liefde te schonken, en mij dat licht en die bijzondere genade niet to weigeren, door wier hulp uwe Voorzienigheid van eeuwigheid besloten heelt, mij zalig te maken.
Vervolyens zegge men driemaal:
Heilige Maria en Gij alle Heiligen, komt ons bij den Heer te hulp, om voor ons den bijstand zijner gonado on de eeuwige zaligheid te verkrijgen.
244
OP Z0N3A6.
GEBED TOT DE IIEILIamp;E MAAGD MARIA.
Ik groet u, o heilige Maagd, Koningin des hemels en der aarde, en breag u mijne nederige hulde, als aan do Dochter van den eeuwigen Vader, do Moedor van Zijnen beminden Zoon, en de geliefde Bruid van den Heiligen Geest, Aan uwe voeten neergebogen, smeek ik u met den diepsten ootmoed, dooide Goddelijke liefde, waarmede gij bij uwe luistervolle Opneming ten hemel vervuld werd, mij onder nwe machtige bescherming te nemen, en mij onder het getal van die gelukkige Christenen toe to laten, welke gij in uw hart draagt. Gewaardig u, mijn hart, hoe ellendig het ook moge wezen, mijn geheugen, mijn wil, al de krachten mijnor ziel en al de zinnen mijns lichaams aan to nemen. Ik draag u op mijne oogen, mijne ooren, mijn mond, mijne handen en mijne voeten; opdat gij alle bewegingen er van regelt, volgens den wil van uwen Goddolijken Zoon. Ik wensch door elke dezer bewegingen u te eeren en te verheerlijken, zoo als het behoort. Ik smeek u dringend door de diepe wijsheid, u door uwen Zoon geschonken, voor mij het
245
GEBEDEN
noodige licht te vragen, om mijzelveu goed te kennen, mijne nietigheid in te zien, mijne zonden te verfoeien, en do listen en aanvallen des duivels te overwinnen. Eindelijk, o Moeder, vol van barmhartigheid, ik vraag u deze of gene gunst. {Bier zal men de yunst nadenken, welke men verlangt-, vervolgens zal men driemaal zeggen):
Ongelijkere Maged,
Hoven al aanminnig.
Maak ons vrij van zouden,
Zuiver en zachtzinnig.
Wij bidden U, o Heer, schenk aan uwe dienaren vergeving van de zonden, waaraan zij plichtig zijn; opdat wij in onze onmacht, om ü door onze werken te behagen, door de tussohenkomst der H. Moeder van uwen Zoon Jesus Christus zalig worden, die God zijnde leeft en heerscht door alle eeuwen. Amen.
Ous zegene en beware de almachtige en barmhartige Heer, de Vader, en Je Zoon, en de Heilige Geest. Amen.
Z. H. Paus Pius VII verleende dea 10 Juli 1S22, voor de bovenstaande gebeden de volgende Aflaten aan alle geloovigen, dit ze bidden ter eere
246
OP ZONDAG.
der allerheiligste DrievalcUglioid; om Haar dank te zeggen voor de gunsten aan de H. Maagd Maria, bij hare Opneming ten hemel, gesehonken:
1. Een A Haat van 100 dagen, eenmaal daaga.
2. Een volleü Aflaat, eenmaal in de maand te verdienen door allen , die ze alle dagen gedurende een maand hidden, te verdienen op een dag naar keuze; mits Biechtende, Communieeerende en biddende volgens de meening der Kerk.
IV. AFLAAT GEBED
ter cere der Allerheiligste Drievuldigheid, om een zaligen dood tc sterven.
J. Laat ons aan dc allerheiligste Drievuldigheid do verdiensten van ïTcsus Christus opdragen; om Haar dank te zoggen voor het kostbaar Bloed, dat Hij in den Olijf hof voor ons gestort heeft; en smeeken wij Haar, ons door de kracht dier verdiensten de vergeving der zonden te verleenen.
Onze Vader. Weesgegroet, Eerezijden Vader.
2. Laat ons aan de allerheiligste Drievuldigheid de verdiensten van Jesus Christus opdragen; om Haar voor den sraartelijken dood, dien Hij voor ons op het kruis ondergaan heeft, dank te zeggen, en smeeken wij Haar, ons door de kracht dier verdiensten
2i7
24s geubden
do vergeving der straffen voor ouze zouden te verleeuen.
Onze Vader, Weesgegroet. Here zij den Vader.
3. Laat ons aan de allerheiligste Driovul-diglicid de verdiensten van Jesus Christus opdragen; om Haar voor do onuitsprekelijke liefde dank te zeggen, welke Hem bewogen heeft, uit don hemel op do aarde af te dalen, om onze naluur aan te nomen, to lijden en te sterven op een kruis, en smeeksn wij Haar, door do kracht dier verdiensten, onze zielen na onzen dood in don hemel too te laton. Onze V'ader. M^eesgegroet. Tjerezijdeu Vader.
Z. H. Paus Leo XII, verleende den 31 October 1833, aan alle geloovigen, die dese gebeden aan-dachlig lidden ter vereering der allerheiligste Drievuldigheid, en om een zaligen dood ie sterven: lo. Een Aflaat van 100 dagen telkens. 3o. Een vollen Aflaat aan allen, die ze gedurende één maand alle dagen bidden; te verdienen op een der laatste dagen der maand; mits Bicehtende, Communiccerende en biddende volgens de intentie der Kerk.
NB. Deze Allaten kunnen aan dc zielen, in het vagevuur toegevoegd worden.
01' ZONDAG.
V. Al'LA Al GEBED,
ter vereering der allerheiligste Drievuldigheid.
Z. H. Paus Leo Xfl verleende den 3 AprU 1827 aun alle geloovigen, die godvruchtig en ronw-moeilig de volgende gebeden uitspreken :
1. ien aflaat van 300 dagen, eenmaal daags te verdienen.
3. Een vollen Aflaat aan allen, die ze dagelijks gedurende één maand uitspreken, mits op een der drie laatste dagen der maand Biechtende, Communiceerende en biddende in eene openbare kerk tot intentie der Kerk.
NB. Deze Aflaten kunnen aan de zielen ia het vagevuur toegevoegd worden.
O Vader, Zoon cn Heilige Geest! o allerheiligste Drievuldigeid, o Jesus! o Maria, o Engelen en Heiligen des hemels, verwerf mij do volgende genaden, welke ik U, om het allerkostbaarste Bloed van Jesus Christus verzoek :
1. De genade, altoos Godswil te volbrengen.
He genade, altoos do vereouiging met God to behouden.
3. l)c genade, altoos aan God te denken,
4. Ho genade, alleen God te beminnen.
5. He genade, al mijne werken alléén om God te verrichten.
219
250 GEBEDEN, ENZ.
6. Do genado, in alles slechts de eere Gods te betrachten.
7. Do genade, mij slechts te heiligen, om God te behagen.
8. De genado, duidelijk mijnen niet te kennen.
9. De genade, al meer en meer Gods wil to kennen.
10. Eindelijk de genade.,., [liier zal men de
bijzondere genade Ujvoegen die men wenscht.)
ü heilige Maagd Maria, gowaardig U, aan uwen homelschen Vader op te dragon het allerkostbaarste Dloed van Jesus Christus, voor de zaligheid mijner ziel, tot verlichting der zielen in hefc vagevuur, voor de noodwendigheden der heilige Kerk, voor do bokoering der zondaren en voor de gansohe. wereld.
Hierna bidde men:
lo. Driemaal het Here zij den Vader, ter vereering van het allerkostbaarst Bloed van Jesus Christus.
2o, Eenmaal het Wees gegroet, ter vereering der zeven droefheden van Onze Lieve Vrouw.
3o, Voor de zielen in liet vagevuur eenmaal het Heer, verleen aan de geloovige ïielen de eeuwige rust en het eeuwige lieht verlichte haar. Amen.
LITANIE TOT DEN HEILIGEN GEEST,
Heereer, ontferm U onzer.
Christus, ontferm U onzer.
Heer, ontferm U onzer.
Heilige Geest, die van don Vader, en van
don Zoon voortkomt.
Geest des Heeren, God van Israël, Die het menschdom beheerscht.
Die de geheele aarde vervult.
Die allo kracht bezit.
Die al het goede uitwerkt en voor alles
zorg draagt.
Die do hemelen versiert, onveranderlijk en heilig.
Geest, die de Waarheid zijt, alles ingeeft en uitdeelt.
GEBEDEN
Geest, die wijsheid eu verstand verleent,
ontferm U onzer.
Geest, die raad, sterkte, wetenschap en
godsvrucht schenkt,
Geest die de vreezc des Heeren en Voorzichtigheid leert.
Geest, door wiens ingeving, de heilige
mannen Gods gesproken hebben.
Geest, die toekomende dingen aankon' digt.
Geest, die zijt de gave eu belofte des
Geest, die zijt de Vertrooster .en do we- Éf reld overtuigt, ~
Geest, door wien de duivelen uitgedreven ^
N
Gesst, uit wieu wij herboren worden, Geest, door wien Gods liefde in onze
harten wordt uitgestort.
Geest , die ons tot kinderen Gods aanneemt,
Geest van genade eu barmhartigheid,
Geest, die onze zwakheid te hulp komt, en onzen geest getuigt, dat wij Gods kinderen zijn,
Geest, die bevallig, goedaardig en zoeter zijt dan honig.
252
OP MAANDAG. 253
Geest, onderpand onzer zaligheid, ons gelei-dend op don rechten weg, ontierm ü onzer. Uitmuntend Geest, lovendmakcnd en versterkend ,
Geest, die heil, oordcel en blijdschap geeft, Geest, die geloof, vrede cn ijver verleent Geest, die nederigheid, liefde en kuisch- g, heid schenkt, Ëf
Geest, die welwillendheid, goedheid, lank- 3 moedigheid en zachtmoedigheid verleent, ^ Geest, die berouw, belofte van beterschap, | vernieuwing en heiliging des levens f? instort.
Geest, die leven, geduld, ingetogenheid
en heiligheid verleent.
Geest, die alle genaden schenkt ,
Wees genadig, spaar ons, Heilige Geest. Wees genadig, verhoor ons. Heilige Geest. Van den geest der dwaling, verlos ons Geest
van den levenden God,
Van den ouzuivcrcn geest, bewaar ons. Geest
van den levenden God.
Van den geest der Godslastering, bewaar ons
Geest van den levenden God.
Van alle verharding in het kwaad cn van wanhoop, bewaar ons. Geest van den levenden God.
GjrBEDfN
Van alle vermetelheid en tegenspraak der bekende tjeloofswaarkoden, bewaar ons Geest van den levenden Geest.
Van n'ie boosaardiglieid en kwade gewoonte, Van het benijden der broederlijke liefde, Van onboetvaardigheid tot het einde van
Door uw voortkomen van den Vader, g en vau den Zoon, ^
Door uwe onziehtbare zalving, g
Door al de volheid dor genade, waarmede C2 Gij van de Maagd Maria altijd bezit g hebt genomen, lt;
Door den overstroomenden afgrond van c heiligheid, waarvan Gij de Moeder Gods g' bij do ontvangenis van het goddelijk ^ Woord hebt doen overvloeien, 3
Door uwe heilige verschijning bj den ^ Doop van Christus, p
Door uwe heilvolle komst over de Apostelen, ® Door uwe onuitsprekelijke goedheid, waar-mede Gij de Kerk bestuurt, hare Opperhoofden vereenigt, hare Martelaren versterkt, de Leeraars verlieht en de geestelijke Orden instelt.
Wij zondaren bidden IJ, hoor ons.
Dat wij volgens den Geest leven, in do
254
OP MAAÏIDa-
bogoorlijkhoid dos vlcesches nigt;gt;, involgen, wij bidden U, hcor ons.
])at Gij ü gewaardigt, alle Kerkelijke Orden in don heilige Godsdienst te bewaren, wij bidden U, hoor ons.
Dat Gij U gewaardigt, geheel het Christenvolk één geest en één hart te geven, wij bidden U , hoor ons.
Dat Gij U gewaardigt, ons do vervulling aller deugden te verleenen, wij bidden U, hoor ons.
Lam Gods, dat wegneemt do zonden dor wereld, stort in ons den Heiligen Geest. Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld, zend over ons den beloofden Geest des Vaders.
Lam Gods, dat wegneemt do zonden dor
wereld, verleen ons den goeden Geest. Heer, ontferm ü onzer.
Christus, ontferm U onzer.
Heer, ontferm U onzer.
-j- GEBED.
O God, die do harten der geloovigen door do verlichting van don Heiligen Geest hebt onderwezen: verleen ons, dat wij door den-zelfden Geest het ware kennen, en ons altijd
255
GEBEDEN
over zijne vertroosting verheugen , door Christus, onsen Heer. Amen.
f APLAATGEBED
ter vereering van den Heiligen Geest. 1)
Iopzang: „Veni Creator, Kom Schepperquot; enz.
Kom Sehepper, Heilige Geest daal neer, Bezoek Gij de uwen heden weêr.
Vervul van boven met uw kracht, Ue harten door TJ voortgebracht.
Gij, die de Trooster wordt genoemd, Als gaaf des Iloogsten steeds geroemd. Als levensboom, vuur, liefde-gloed , En zalving voor den geest zoo zoet.
I) Z. II. Paus Pius VI verleende den ^6Mei 17110. aan alle geloovigen, die rouwmoedigt eerbiedig en tot het inzicht der Kerk uitspreken liet «Veni Creator, enz. Kom Sehepperquot; of wel het «Veni sancie Spiritus , Kom, Jleilige Geest enz.»
lo. Een Aflaat van lOO dagen telkens, als men een der beide gebeden uitspreekt.
2o, Een vollen Atlaat aan die het gedarende één maand dagelijks op gezegde wijze doen; te verdienen eenmaal in de maand, op een dag naar verkiezing; mits Biechtende , Communiceerende en biddende voor de noodwendigheden der Kerk.
3o. Een Aflaat van 300 dagen telkens, als men op Pinksterdag of gedurende het octaaf, een van beiden op gezegde wijze uitspreekt.
NB. Al deze Aflaten kunnen aan de zielen in het vagevuur worden toegevoegd.
256
OP MAAS DAG,
Uw ze ven gaven roemen wij. De vinger van Gods liancl zijt Gij, Als gift dos Vaders Gij geeord; Die uw gotroivwen 't spreken loert.
Ontsteek uw licht in ons vorsjand. Dat ons 't gemoed van liefde brand', Ea dat uw kracht tei] allen tijd Sterke onze zwakheid in den strijd.
Drijf Satan verre op enze beê, Verleen ons uwen zoeten vree, Ga steeds ons voor door uwen raad, Opdat we mijden alle kwaad.
Leer Gij ons kennen hier beneon Den Vader, en don Zoon meteen : Geef, dat wij ü, hun beider Geest, Belijden immer onbevreesd.
257
i
Aan God deu Vader eeuwig eer, Ziin oenigen Zoon ook onzen Hoor, En God , den Trooster zij bereid Dezelfde lof ia eeuwigheid.
17
93
GEBEDEN
f AFLAATGEBED
ter vcroering van den Heiligen Geest.
LOFZANG: „Veni Sancte Spiritus, Kom, o kom Heiligen Geest.
Kom, o kom, o hoiligo Goest,
Zond, gelijk op 't Pinksterfeest Vau uw hemelseh lieht een straal.
Vader, kom, van 't arm gemoed,
Gever, kom, van allo goed.
Kom, o licht der harten, daal.
]3osto Trooster, kom Gij nu.
Zoete Gast, wij nooden U,
Milde koelte blaas ons aan.
Kuste van des arbeids leod.
Van do hitte droogt Gij 't zweet. Ook der droeven stiile traan.
Kom , o allerheiligst licht,
Dat het laatste duister zwicht In uw trouwen, op hun beê.
Zonder dat Gij hulpo biedt,
Is er in de wereld niet Eéue ziele zonder wee.
258
OP MAAK DAG.
Reinig wat Gij vindt besmeurd;
Drenk al wat van dorheid treurt,
Heel al wat Gij ziet gewond.
Buig wat zieli iu 't booze stijft,
Koester al wat te koud U blijft,
Breng wat dwaalt, op veügeu grond.
Zij aan al uw trouwen saam,
Die steeds hopen in uw naam,
't Heilig zevental bereid.
Geef der deugd 't verdiende loon Geet een dood, die 't al bekroon' Met oen eeuwige zaligheid. Amen.
f ANDEKE GEBEDEN DEE KERK TOT DEN HEILIGEN GEEST,
Wij smeeken U, o lieer, dat de kracht van den Heiligen Geest ons bijblijve, welke onze harten genadig zuivere en van alle wederwaardigheden bevrijde.
O God, voor wien elk hart open ligt, tot wieu elks wil spreekt, en voor wien geen geheim verborgen is; reinig door de instorting van den Heiligen Geest, de gedachten van ons hart: opdat wij U volmaakt beminnen en naar waarde prijzen mogen.
259
GEBEDEN
Wij bidden U, o Heer, stort gouadigden Heiligen Geest in onze harten uit, door wiens wijsheid wij zijn geschapen, en door wiens voorzienigheid wij bestuurd worden, door onzen Heer Jesus Christus. Amen.
GJ-cxivruclitii^e verzuclitin^eri tot den Irleiligen. Geest, om zijne Keven Gaven.
I. OM DE GAVE VAN WIJSHEID.
Kom Heilige Geest, en moog een vonk van 't goddelijk licht, dat glansrijk U omgeeft, ons in den boezem stralen.
Kom, o Geest Y'dnWijsheicl, onderricht mijnen geest, opdat ik de hemelsche goederen wete hoog te schatten, te beminnen, en boven de aardscho te stellen. Toon mij den v/eg, waardoor ik zo verwervo en eeuwig bezitte.
Ouze Vader.
II. 011 DB GAVE VAN VERSTAND.
„Kom, Heilige Geest,quot; enz. als boven.
Kom o Geest van Verstand-, verlicht mijn verstand: opdat ik allo geheimenissen ter zaligheid kenno en goloove, en eindelijk door uw licht het eeuwige licht aanschouwo en tot
200
OP MAANDAG. gö]
ecno volledige kennis van TI, van den Vader, cn van den Zoon gerake. Onze Vader.
m. 031 DE GATE VAN EAAD.
„Kom, Heilige Geest,quot; enz. als hoven.
Kom , o Geest van Raad-, sta mij bij in allo zakon van dit wisselvallige loven, neig mijn hart tot liet goede, wond het van het kwade af, en breng mij langs hot reehte pad uwer geboden, tot den gewensehfen eindpaal dor eeuwige zaligheid. Ome Vader.
IV. OM DE GAVE VAN STERKTE.
„Kom, Heiligo Geest,quot; enz. als boven.
Kom, o Geest van Sterkte-, verleen mijn hart kracht, steun het in alle kwellingen en wederwaardigheden dezes levens ,en geef het sterkte tegen de verderfelijke aanvallen mijner vijanden; opdat ik nooit verwonnen, van U, mijn hoogste goed, gescheiden worde. Onze Vader.
V. CM DE GAVE VAN WETENSCHAP.
„Kom, Heilige Geest,quot; enz. als hoven.
Kom , o Geest van Wetenschap; verleen, dat ik do ijdelheid dor vergankelijke goederen
2G2 GEBEDEN, ENZ.
dezer wereld begrijpe, ze versmade, ze niet anders gebruike dan alléén ter uwer verheerlijking en mijner zaligheid, en dat ik hot eeuwige leven boven al hot aardsehe schatte. Onze Vader.
VI. OM DE GAVE VAN GODSVKUCIIT.
„Kom, Heilige Geest, enz. als hoven. Kom, o Geest van Godsvrucht-, neig mijn hart tot ware godsvrucht en tot eene heilige liefde jegens mijnen Heer en God: opdat ik in al mijne genegenheden, alloos naar Hem trachte, en oprecht biddend, Hem vinde. Onze Vader.
VII. CM DE GAVE VAN VBEËZE DES HEEREN.
„Korn, Heilige Geest,quot; enz. ah boven. Kom, o Geest van Vreeze des Heeren-, doordring mij geheel met eene vreeze jegens U: opdat ik U, mijn Heer en God, altijd als bij mij aanwezig besehouwe, en zorgvuldig alles vormijde, wat aan uw allerzuiverst oog kan mishagen. Onze Vader.
ILL
TER VERE.iRING
VAN DEN ALLERH. NAAM JESUS. ')
Heer, ontferm ü onzer.eer, ontferm ü onzer.
Christus, ontferm U onzer.
Hoer, ontferm u onzer.
Jesns, hoor ons.
Jesus, verhoor ons.
God, Hernolsche Vader, ontferm ü onzer. God, Zoon Verlosser der wereld,
God, Heilige Geest, 5-0 1
Heilige Drievuldigheid, één God, |
Jesus, Zoon van don levenden God, ^ Jesus, Glans des Vaders.
Jesus, Klaarheid van liet eeuwig Lieht, n
Jesus, Koning der glorie, P
•1) Z. H. Paus Pius IX verleende den 7 April 1870, aan allo geloovigen, die deze Litanie godvruclilig bidden: Een Aflaat van 3U0 dagen.
GEBEDEN
Josus, Zon dor roclitraardighoid, ontferm U onzer.
Josus, Zoon der Maagd Maria,
Beminnelijke Josus,
AVonderbaro Jesus,
Jesus, sterke God,
Jesus, vader dor toekomende eeuwigheid,
Josus, engel des grooten raads,
Allermaohtigsto Jesus,
Allervorduldigste Jesus,
Allorgelioorzaamste Jesus,
Josus, zaclitmoodig en nederig van harte, §
Jesus, minnaar dor kuischheid, 5quot;
Jesus, oorsprong des levens, g
Josus, voorbeeld dor dougden, S
Josus, ijveraar dor zielen,
Jesus, onzo God,
Jesus, onze toevlueht,
Jesus, vader der armen,
Josus, schat dor geloovigon,
Jeamp;ns. goedo herder,
Jesus, waarachtig licht,
Jesus, eeuwige wijsheid,
Jesus, oneindige goedheid,
Jesus, onze weg en ons leven.
2G4
Jesus, vreugd der Eugnlen , ontferm U onzer. Jesus, Koning der Aartsvaders,
Jesus, Meester dor Apostelen, g.
Jesus, Leeraar der Evangelisten, gquot;
Jesus, sterkte dor Martelaren, ^
Jesus, lielit der Belijders, ^
Jesus, zuiverheid der Maagden, g
Jesus, kroon van allo Heiligen, r-
Wees genadig, spaar ons, Jesus.
Wees genadig, verhoor ons , Jesus.
Van alle kwaad, bewaar ons, Jesus.
Voor alle zonde.
Voor uwe gramsehap ,
Voor de lagen dos duivels.
Voor don geest der ontucht, g'
Voor don eeuwigen dood.
Voor de veronachtzaming uwer geboden, Door hot geheim uwer monschwording, ])oor uw geboorte.
Door uw kindschheid.
Door uw allergoddelijkst leven,
Door uwe vormoeijonissen.
Door uwen doodstrijd en lijden.
Door uw Kruis en verlatenheid.
Door uwe uitputtingen,
Door uwen dood en begrafenis,
Door uwe verrijzenis.
p
^00 GEBEDEN
Door uwo hemelvaart, bewaar ons, Jesus. Door uwo vreugde, bowaar ons, Jesus.
Door uwe glorie, bowaar ons, Jesus. Lam Gods, dat wegneemt de zonden dor
wereld, spaar ons, Jesus.
Lam Gods, dat wognocmt de zonden dor
wereld, verhoor ons, Jesus,
Lam Gods, dat wegneemt do zonden der
wereld, ontferm ü onzer.
Jesus, hoor ons.
Jesus, verhoor ons.
Hoero, Jesus, die gezegd hebt: vraagt en gij zult verkrijgen, zoekt en gij zult vinden, klopt en u zal worden opengedaan; geef ons, dio er om vragen, do gevoelens uwer goddelijke liefde, opdat wij U uit geheel ons hart, met mond en werken bemiunen, en nimmer ophouden to loven:
Geel ons, o Heer, dat wij altijd uwen heiligen Naam te gelijk vreezen en beminnen, daar Gij nooit uwe leiding onthoudt aan hen, die Gij in uwe liefde hebt gegrondvest, door onzen Hoer Jesus Glristus, uwen Zoon, die met U loeft en heeraeht in de eenheid des ïl. Geestes, God door alle eeuwen der eeuwen. Amen.
OP DINSDAG,
LOFZANG : „Jesu dulsis memoria, aan Jesus denken.quot;
Aan Jcsus donken is reeds zoet:
'tls reine weelde voor 't gemoed,
Maar ver gaat 't boven alle goed,
Wat .fesus vriondlijk bijzijn doet.
Niets zoeter, dat do tonge kweelt,
Mets zoeter, dat ooit do ooren streelt.
Niets zoeter, dat 't verstand zich beeldt. Dan Jesus, Godes oigen teelt.
O hoop van die in boete klaagt O Jesus, mild voor die U vraagt,
Goed voor die zoekend naar U jaagt,
Maar wat voor die in 't hart U draagt ?
O Jesus, bron, die eeuwig leeft, 't Verstand verlielit, 't hart zoetheid geelt, Die allo heil te boven streeft.
Wat ooit do raenseh gezonnen heeft.
Geen tonge, die liet ooit vertelt.
Geen stifte, dio 't in letters spelt; Het minnend hart laat onvermeld,
Hoe zoet 't van Jesus liefde zwelt.
267
208 GEBEDEN
'k Zoek JCSU3 lüor in do conzaamhoirl, In mijn gesloten hart bereid;
k Zoek Jesns, waar Gods hand mij leid', Wat lot mij in de wereld beid'!
II. aflaatgebed ter vereering van den allerheiiigsten Naam Jesus.
Z. H. Paus Pius VII, verleende den 23 Juli 1801, aan alle geloovigen, wellce met een rouw-moediff hart, de volgende loftnigingen, ter vereering van Gods heiligen Naam en ter herstelling van de versmadingen, welke Hem door godslasteringen worden aangedaan, uitspreken :
Telkens een aflaat van een Jaar.
De Hoer worde verheerlijkt.
Zijn heilige Naam worde verheerlijkt.
Jesus Christus, waarachtig God en menseh , worde verheerlijkt.
Do heilige Naam Jesus words verheerlijkt.
Jesus wordo in hot allerheiligste Sacrament des Altaars verheerlijkt.
De heiligo Maagd Maria worde verheerlijkt.
De heilige naam van Maria, Ma:,gd en Moeder le samen, worde verheerlijkt.
God worde in zijne Engelen en Heiligen verheerlijkt.
OP DIKSDAG.
III. AÏLAATGEBED 1)
tot Jesus, Maria en Josef.
Jesns, Maria, Josef; ik goef U mijn hart en mijne ziel.
Jesus, Maria, Josef; staat mij bij in den laatsten doodstrijd.
Josus, Maria, Josef; o mocht ik mijno ziel in vrede geven, in vereeniging mot U.
1) Z. 11. Paus Pius VII hechte den 28 April 1807 aan deze drie schietgeheden, als zij godvruchtig, rouwmoedig en met het doei, om een zaligen dood te sterven gedaan worden, de volgende aflaten.
1. Een aflaat van 300 dagen telkens, als dezo 3 schietgebeden gedaan worden.
2. Een aflaat van 100 dagen , als één daarvan gebeden wordt.
N.B. Deze aflaten kunnen aan de geloovige zielen toegevoegd worden.
269
Hcor, ontferm U onzer,cor, ontferm U onzer,
Christus, ontferm U onzer.
Heer, ontferm U onzer.
God, Hemelsche Vader, ontferm ü onzer. God, Zoon, Verlosser der wereld, ontferm U onzer.
God, Heilige Geest, ontferm U onzer. H. Maria, bid voor ons.
H. Mieliaël, die altijd de beschermer van g Gods volk zijt geweest, ^
H. Mieliaël, die Lueifer met zijn wcur- g spannigen aanhang uit den hemel hebt gedreven,
H. Michael, die den beschuldiger onzer
GEBEDEN OP WOENSDAG.
broeders in den afgrond dor liol hebt worpen, bid voor ons.
H. Gabriël, die aan Daniël de goddelijke
verschijning hebt geopenbaard, PI. Gabriel, die de geboorte en bediening van Joannes den üooper hebt aangekondigd ,
H. Gabriël, die door God gezonden werdgt; om de Mensohwording van liet goddelijk Woord aan te kondigen, H. Kaphaël, die Tobias behouden vergezeld en terug gebracht hebt, H. Kaphaël, die van Sara don boozen
geest hebt verdreven,
TI. Kaphaël, die den ouden Tobias het
gezicht hebt weergegeven,
H. Engelen, bidt voor ons.
Die voor Gods hoogen en verheven troon stclcltjj
Die Gode onophoudelijk. Heilig, Heilig,
Heilig toejuicht.
Die de duisternis verdrijvende, ons verstand verlicht,
Die den menschen goddelijke zaken bekend maakt,
Die door God tot beschermers der menschen gesteld zijt,
GEBEDEN
Dio altoos ziet hot aanschijn des Vaders,
die iu den hemel is, bid voor ons.
üie u verheugt over een zondaar, die
boetvaardigheid doet.
Die de ontuchtige inwoners van Sodoma
niet blindheid hebt geslagen.
Die Loth en de zijnen uit het midden
dor zondaars geleid hebt,
Die langs de ladder van Jacob op- en
afgeklommen zijt.
Die op den berg Sinaï Gods geboden
aan Moses hebt overhandigd,
Die bij de geboorte van Christus, den «-menschen vreugde hebt verkondigd, o Die Christus in de woestijn hebt gediend, ^ Die Lazarus in den schoot van Abraham c
CA
hobt overgebracht.
Die in witte kleederen, bij hot graf van
Christus waart gezeten.
Die bij do Hemelvaart van Christus, aan
zijne leerlingen versehonen zijt, Die Christus, als hij zalkoraen,omtooordee-Ion, met het kruistecken zult voorafgaan. Die op het einde der wereld, de uitverkorenen zult bijeen vergaderen,
Die do goddeloozen van do rechtvaardigen zult scheiden.
272
OP WOEMSDAO. 273
Die onze gebeden tot God overdraagt, bid
voor ons.
Die de stervenden bijstaat,
Die de zielen der reehtvaardigen, van alle smetten gezuiverd, ten hemel overbrengt,
Die door do maelit Gods, wonderen verricht,
Die afgezonden wordt ton dienste dergenen , die den erfsehat der zaligheid zullen bekomen, „
Die over -Babylon wakende, en vermits ^ het voor uwe roepstem doof bleef, o daaruit gegaan zijt, °
Die over de koninkrijken en landen ge- § stold zijt,
Die de legers der vijanden menigmaal
verstrooid hebt.
Die de dienaren Gods menigmaal uit kerkers en uit andere levensgevaren verlost hebt.
Die de martelaars menigmaal in de pijnigingen getroost hebt.
Die de Hoofden er. Prinsen der Kerk en hare kudde, gewoonlijk met bijzondere zorg beschermt.
Alle heilige Orden der zalige geesten, 93 18
27-1 GEBEDEN
Van alle gevaren, bewaar ons Heer, door
uwe II. Engelen,
Van de listen dos duivels, bewaar ons Heer door nwo H. Engelen,
Van alle geloofsdwaling on seheuring, bewaar
ons Heer, door uwe H. Engelen. Van pest, hongersnood en oorlog, bewaar
ons Heer, door uwe II. Engelen. Vau een haastigen en onvoorzienen dood, bewaar ons Heer, door uwe H, Eugoleu. Van den eeuwigen dood, bewaar ons Heer ,
door uwe H. Engelen.
Wij zondaars, wij bidden U, hoor ons Heer.
Door uwe heilige Engelen,
Dat Gij ons genadig zijt, quot;Zl
Dat Gij U gewaardigt, uwo heilige Kerk g: te besturen en bewaren, g
Dat Gij ü gewaardigt, de Apostolische overheden en alle Katholieke Orden te beschermen, ^
Dat Gij U gewaardigt, aan de christen g Koningen en Vorsten vrede en een- ^ dracht te verloeuen, g
Dat Gij U gewaardigt, aan de aarde vruchten te geven en ze te beivaren.
OP WOENSDAG. 275
Bat Gij U gewaardigt, aan alle geloovige zielen de eeuwige rust te vorleonen, wij bidden U, boor ons.
Lam Gods, dat wegneemt de zonden der
wereld, spaar ons, lieer.
Lam Gods, dat wegneemt de zonden der
wereld, verhoor ons. Heer.
Lam Gods, dat wegneemt de zenden der
wereld, ontferm U onzer.
lieer, ontferm U onzer,
Christus, ontferm TJ onzer.
Heer, ontferm U onzer.
Onze Vader, enz.
O God, die door eene wonderlijke rangschikking, de diensten der Engelen en mensehen uitdeelt, verleen ons genadig, dat door hen, die dienende, U altoos in den hemel omgeven, ons leven op aarde beveiligd worde, door onzen Heer, Jesus, Christus, uwen Zoon, die God zijnde met U leefc en regeert in de eenheid van den Heiligen Geest, door alle eeuwen der eeuwen. Amen.
GEBEDEN
LITANIE TOT DEN H. ENGELBEWAARDER.
Hcor, ontferm IJ onzer.cor, ontferm IJ onzer.
Christus, ontferm U onzer.
Hoer, ontferm IJ onzer.
Christus, hoor ons.
Christus, verhoor ons.
God, hemelsehc Vader, ontferm U onzer. God, Zoon, Verlosser der wereld, ontferm U onzer.
God, Heilige Geest, ontferm U onzer. H. Drievuldigheid, één God, ontfsrm U onzer. II. Maria, koningin der Engelen,
Engel des hemels, die mijn bewaarder zijt,
- welken ik als mijnen koning eerbiedig ,
die mij liefdevolle vermaningen geeft, ^
§ die mij wijzen raad geeft, g
^ die jegens mij, do bediening van een ^ ^ ijverigen voogd uitoefent,
^ die in mijne noodwendigheden voorziet,
a die mij teedor bomint,
^ die mijn trooster zijt,
OP W03NSDAG.
die als een goede broeder aan mij ge-
lieoht zijt, bid voor ons.
die mij mijne pliehten en do waarheden ter zaligheid leert,
die van al mijne werken getuige zijt, die mij in allo voorvallen te hulp komt, die altoos over mij waakt,
| die mij in al mijne ondernemingen c ~ steunt, ^
cn
die voor mij bidt, o
■3 die mij op de handen draagt,
Jj3 die mijne schreden richt op al mijne wegen,
die mij steeds ijverig verdedigt,
die mij met wijsheid geleidt,
die mij tegen gevaren beveiligt, die mijne duisternis doet verdwijnen en mijnen geest verlicht,
Lam Gods, dat wegneemt de zonden der
wereld , spaar ons, Heer.
Lam Gods, dat wegneemt de zonden der
wereld , verhoor ons , Heer.
Lam Gods, dat wegneemt do zondou dor
wereld, ontferm U onzer.
v. Bidt voor ons, heilige Engelbewaarders, li. Opdat wij de beloften van Christus waardig worden.
277
GEBEDEN
Almogeudo cn eeuwige God, die door een uitwerksel uwer onuitsprekelijke goedheid, aan allen, van af hunne geboorte, eenen Engel hebt gegeven, om de beschermer hunner ziel en huns liehaains te zijn: verleen, dat ik den Engel, wolken Gij voor mij, in uwe barmhartigheid bestemd hebt, zoo veel liefde en eerbied toedrage, dat ik door de gaven uwer genade en door zijnen bijstand geholpen, waardig worde , ü even als hij en de andere gelukzalige geesten van het hemelseh vaderland, in den glans uwer heerlijkheid, te aanschouwen. Amen.
Al'LAATGEBED tot don Engclbowaarder, (I)
O Engel Gods, die mijn bewaarder zijt, en aan wiens zorgen ik door de goddelijke goedheid ben aanbevolen: gelieve mij te verlichten, te bewaren, te geleiden cn te besturen. Amen.
(1) Z. H. Paus Pius VI verleende dsn 2 October 1795 aan allen, die dit gebed bidden:
lo. 1Ü0 dagen Aflaat.
2o. Vollen aflaat ééns in de maan:! aan allen, die het gedurende een maand, eenmaal daags
278
OP WOENSDAG.
bidden; te verdienen op een dag naar verkiezing; mits Biechtende, Communiceerende en biddende in eene openbare kerk, volgens de intentie der Kerk.
3o. Vollen aflaat op bet feest der Engelbewaarders aan die dagelijks, 's morgens en 's avonds, dit gebed uitspreken, en op dien dag Bleekten , Communiceeren, en in eene openbare kerk bidden volgens de intentie der Kerk.
4éO. Vollen Aflaat in ket uur des doods aan allen, die gedurende bun leven dikwijls dit gebed nitspreken.
N.B, Al deze Aflaten kunnen aan de zielen in bet vagevuur toegevoegd worden.
279
TOT HET
ALLERHEILIGSTE SACRAMEIT DES ALTAARS,
eer, ontferm U onzer.
n Christus, ontferm U ouzor.
Heer , ontferm U onzer.
Christus, hoor ons ,
Christus, verhoor ons.
God , hemelsche Vader ,
God, Zoon, Verlosser dor wereld, §
H. Drievuldigheid, één God,
Lovend Brood, dat uit den hemel go- G daald zijt , §
Verborgen God en Zaligmaker, pi
Tarwe der uitverkorenen.
Wijn, die maagden kweekt,
Voedzaam brood, eu lust der koningen,
GEBEDEN OP DONDERDAG. 281
Altijddurend offer, outferm U ouzer.
Onbevlekt offer,
quot;Vlekloos Lam,
Allerzuiverste spijs,
Spijs der Engelen,
Verborgen liemelseh Brood,
Gedachtenis van Gods wondoren,
Allervoedzaamst Brood,
Woord, dat is vloesch geworden cn onder
ons verblijft,
Heilig slachtoffer,
Drinkbeker van zegening,
Hoogverheven en eerbiedwaardig bacra-
Waarachtig zoenoffer voor levenden en dooden,
Hemelsch behoedmiddel tegen do zonden. Verbazend wonder boven alle wonderen. Allerheiligste gedachtenis van het lijdon
des Heeron,
Gave, die alle gaven overtreft,
Uitstokendst gcclenktcekon der goddelijke liefde.
Overvloeiende bron van Gods milddadigheid ,
OEUEDEN
Allcrlieiligst en eerbiedwaardig Sacrament,
outferra U onzer.
Geneesmiddel der onsterflijkheid. Eerbiedwaardig en levendmakend Sacrament,
Brood, door do almogendlieid dos Woords
Vloesoh geworden ,
Allerzoetste maaltijd, waarbij do Engelen § tegenwoordig zijn en dienen, c-j
Offeraar en Offerande ,
Geestelijke zoetheid, die in haar eigen
oorsprong gesmaakt wordt,
Verkwikking der heilige zielen.
Teerspijs van die in den Heer sterven.
Pand der toekomende heerlijkheid.
Wees genadig, spaar ons, Heer.
Wees genadig, verhoor ons, Heer.
Van het onwaardig nuttigen uws Liehaams
en Bloeds, bewaar ons. Heer.
Van de begeerlijkheid des vleesches, bewaar ons Heer.
Vau de begeerlijkheid der oogen, bewaar ons Heer.
282
OP DONDEKDAG.
Van do hoovaardij des levens, bewaar ons lieer.
Van alle gevaren der zonde.
Door uwe groote begeerte, om het
Door uwe vurigste liefde, in;tellend dit 0 goddelijk Sacrament, S
Door uw kostbaar Bloed, dat Gij ons gt;x| op het Altaar hebt nagelaten, £5
Door do viji wondon in dit uw allerheiligst Lichaam, welke Gij voor ons ontvangen hebt,
Wij zondaren, wij bidden U, hoor ons. Dat Gij U gewaardigt, het geloof, den eerbied en de liefde jegens dit wonder- ^ baar Sacrament, in ons te vermeerderen on te bewaren, g]
Dat Gij U gewaardigt, ons, door eene g-oprechte belijdenis onzer zonden, tot ^ hot dikwijls nuttigen van dozen heili- P gen Maaltijd voor te bereiden, gquot;
Dat Gij U gewaardigt, ons van alle S ketterij, ongeloof on verblindheid des 2 harïon te bevrijden.
Dat Gij U gewaardigt, ons aan de
283
GEBEDEN
kostelijke ou Lemelsche vrucliten van dit allerheiligste Saorameut deelachtig te ma-keu, wij bidden ü, hoor ons.
Dat Gij U gewaardigt, ons in do ure des doods, met deze hemelsche teerspijs te versterken cu te wapenen, wij bidden U, hoor ons.
Zoon Gods, wij bidden ü, hoor ons.
Lam Gods, dat wegneemt do zouden der wereld, spaar ons. Heer.
Lam Gods, dat wegneemt de zouden dei-wereld, verhoor ons. Heer.
Lam Gods, dat wegneemt do zouden dei-wereld, ontferm U onzer.
Christus, hoor ons.
Christus, verhoor ons.
Heer, ontferm U onzer.
Christus, ontferm U onzer.
Heer, ontferm U onzer,
Ouzo Vader, enz.
f LOFZANG : Pange lingua, Zing mijn tvvy. (•)
Zing mijn tong, 't geheim des Hoeren;
Maak het Godlijk Lichaam groot,
(1) Z. II, Paus Pius VII. verleende den 25 Augustus
1818, aan alle geloovigcn, die rouwmoedig dezen lolzang, het daarop volgend vers en gebed uitspreken.
284
OP DONDERDAG.
Jiln het Blood, niol to waardeeren. Dat, do spruit van oedlen sclioot, Hij, de Vorst der hemolsfeerou, Voor liet heil dor aard vergoot.
Ons geboren, ons gegeven,
Zoon der reine hemelbruid.
Strooit Hij in zijn sterllijk lovou, 't Zaad van 't godlijk leerwoord uit. Tot in 't end een hoog verhoven Working zijn omwandling sluit.]
Aan den laatsten disoh gezeten. Met den vollou broedronkring,
Biedt Hij, na het Paasohlam eten. Volgens 'wettige ordening ,
Hun, dio zijne broodren heoten,
Zelf ziohzolf ter nuttiging.
lo. 300 dagen Aflaat, eenmaal daags. 2o. 1Ü0 dagen Aflaat, eenmaal daags, aan hen, die de twee laatste strofen; Knielt dan enz. en Lof den Vader enz. met het gezegd vers en gebed doen.
3o. Vollen Aflaat, te verdienen driemaal in het jaar, aan hen, die minstens tienmaal in de maand.den geheelen Lofzang enz. of slechts: knielt dan en lof zij enz bidden, namelijk; op Witten Donderdag, op H. Sacramentsdag of wel op eender dagen onder het Octaaf, en op een dag naar verkiezing. Om deze volle Aflaten te verdienen, is noodig, dat men Biechte. Communieeere, eene kerk bezoeke en daar bidde volgens de intentie der Kerk.
Nfi. Deze Aflaten kunnen aan de zielen in het vagevuur toegevoegd worden.
285
GEBEDEN
't Woord in 't vleesch doot brood verkeeren Boor liet woord in 't vleesch: en wijn In 'fc aanbidd'lijk Bloed des Heeren:
Fale ook 't zintuig bij den schijn,
Voor het harte, dat wil loeren.
Zal 't Geloof voldoende zijn.
Knielt dan voor het glorierijke Sacrament aanbiddend neer;
Voor deez' Godsvercering wijke Do eeredienst der Oude Leer;
En waar 't zintuig ook bezwijke,
Stoune 't vast Geloof ons weêr.
Lof den Vader in den hoogen.
Lof zijn eengeboren Zoon;
Hun zij eer en alvermogen.
Hun ons zeegnend lied gehoon;
En don Geest in 's hemels bogen Eén mot Hen, alle eerbetoon. Amen.
v. Gij hebt hun Brood uitden hemel gegeven. k. Dat al wat behaaglijk is in zich bevat
O God, die ons in het wonderbaar St,era-ment, de gedachtenis uws lijdons hebt nagelaten, wij bidden U; verleen ons, dat wij do heilige geheimen van uw Lichaam en Bloed zóó voroeren, dat wij de vruchten uwer ver-
286
01' DONDEEDAG.
lossing voortdurend smaken , die God zijnde, leeft en heorsclit met God den Vader in de eenheid van den H. Geest, door alle eeuwen der eeuwen. Amen.
f LOFZANG : Lattda Sion.
Zing Sion een lied, uw Verlosser ter eer, Verhef in uw zangen den Leidsman, den Herder; Stem liooger den jubel, zooveel gij 't vermoogt, Eu toch zal uw lof nooit naar waarde Hem prij-
zsn.
Het levend en leven ver wekken de Brood, Dat aan de verbroederde Twaalf werd gegeven Ten spijze, in den naeht, aan den heiligen disch. Geeft stof voor opzetlijke loflieds-akkoorden.
Zoo klink dan uw zang uit de volheid van 't hart. En dartel de ziel in betaamlijke vreugde: De feestdag wordt lieden toch plechtig gevierd. Die 't eerst dezen godlij ken disch aan zag richten.
Het Pascha van 'toude Verbond wijkt voor 't
Nieuw,
En neem t in hetNachtmaal des Heeren een einde. Zoo vliedt voor do waarheid do schaduw daarheen ,
Denachtvoordendag,en het oude voor't nieuwe.
287
288 GEBEDEN
Wat Christus volbracht ia don nacht vóór zijn
flood.
Ten avonddisch, onder de jongren gezeten, Dat doen wo op zijn woord ter gedachtenis
steeds na,
En heiligen 't brood en den wijn tot een offer.
Dat het brood wordt zijn Vloesch en de wijn wordt zijn Bloed, Is leer des Gcloofs, Jesns volgren gegeven, Eu vat ook 't verstand ot hot zintuig dit niet, 't Geloof toch houdt vast wat hier boven natuur
gaat.
Daar huist iets voortreflijks hier onder den
schijn
Der beide gedaanten — slechts teekons, geen
zaken: —
De spijs is het Vleesch, en do drank is het
Bloed,
En Christus blijft hier onder elke gedaante.
Hij wordt niet gebroken, ontleed of verdoold. Maar door die Hem nuttigt, volledig ontvangen; En duizend, of één, elk erlangt evenveel. Doch, schoon ook genuttigd, verteert Hij toeh
nimmer.
OP BONDEBDAG. 289
Eu goeden eu kwaden ontvangen die spijs, Tot leven of dood, naar 't verschil van hun
toestand.
Do braven ten zegen, de snooden ten straf. Zoo schoolt het gevolg, hier van de eigenste
Nutting.
Al wordt dan het Brood ook veelvuldig gesplitst, Geen twijfel bevang u toch daarom het harte. Want weet, dat er zooveel verschuilt in elk
doel.
Als onder 't aanbiddelijk geheel ligt verborgen.
Ue zaak staat in 't minst aan de scheiding niet
bloot,
Maar enkel het teeken des broods wordt gebroken.
En zoo wordt noch staat, noch gestalte van
Hem,
Die hier is verholen, gedeerd of geschouden.
Beschouw, hoe der Engelen Brood tot een spijs, Van den Christlijken pelgrim, op aard is geworden :
Hot Brood van de kindren des eeuwigen rijks, Een spijs, die geen honden ten voedsel mag
strekken.
92 19
290 GEBEDEN
Werd Isaak nan God tot ecu oflor gobraclit, Hot Paaseli lam aan Isrel ter slachting bevolen. En 't manna don vadren ter spijze vergund, Zoo is door dat alles ons Kruislara beteokond.
O minzame Herder, waaraclitigo spijs, ü Josus, wil onzer U liefdrijk ontfermen, Bescherm ons, en hoed ons, en doe ons m 't land Dor levenden de eindlooze goedren aanschouwen.
Verlosser, die alles doorgrondt en vermoogt, Die ons hier op aard reeds zoo hemelzoet spijzigt, ü laat ons hiernamaals, ten eeuwigen disch. Ons erfgoed, in 't bijzijn der zaalgon, genieten.
Amen.
II. AÏLAATGEBEI)
ter ecro van het allerheiligste Sacrament.
Zie dan, o mijn beminnelijkste Jesus, tot hoe ver uwe overgroote liefde zich heeft uitgestrekt. Gij hebt voor mij eene Goddelijke Tafel bereid, waarop Gij Uzelvon geheel aan mij geeft; dewijl Gij daar opdiseht uw aanbiddelijk Vleeseh om te nuttigen, en uw kostbaar Bloed om te drinken. Wat heeft
OP DONDEEDAG.
U tot zulk cene ongehoorde liefde kunnen vervoeren? Ach! zij is zeker een uitvloeisel van uw Hart. O aanbiddelijk Hart van mijnen Jesus, brandende oven van goddelijke liefde; plaats mijne ziel in uwe heilige wonde; opdat zij in die school van liefde moge lecren, liefde voor liefde te schenken aan dien God, die haar zoo vele wonderlijke bewijzen van zijne liefde heeft gegeven. Amen.
Z. H. Paus l'ius VI verleende don 7 November 1787, aan alle geloovigen, die dit gebed godvruchtig bidden : 100 dagen Aflaat, eenmaal daags te verdienen.
III. AFLAATGEBED
ter vcreering van het allerheiligste Saerament.
Z. H. Paus Pins VII verleende den 30 Juni 1818 en 7 Deeember 1819 aan alle geloovigen, welke godvruchtig en rouwmoedig, het voegende schietgebed, ter vereering van het allerheiligste Sacrament uitspreken.
lo. 100 dagen Aflaat, eenmaal daags te verdienen.
2o. Deze Aflaat kan eiken Donderdag en alle dagen onder het Octaaf van Sacramentsdag, drie. waal daags verdiend worden.
291
30. Een vollen Aflaat eenmaal in de maand aan hen, die liet gedurende een maand dagelijks uitspreken; te verdienen op een dag naar verkiezing; mits Biechtende. Commnnieeerende en biddende voor de noodwendigheden der Kerk.
40. Alhoewel de Aflaat van 100 dagen , boven genoemd, slechts eenmaal daags vergund is, kan men evenwel, hetzelfde schietgebed godvruchtig en rouwmoedig uitsprekende, telkens een anderen Aflaat van 100 dagen, in de twee volgende omstandigheden verdienen; namelijk:
Bij de Opheffing in de H. Mis, welke men bijwoont; alsook op een teeken met de klok, dat in ecne Kerk, de zegen met het H. Sacrament
gegeven wordt.
NB. Al deze Aflaten kunnen aan de zielen in het vagevuur toegevoegd worden.
Dat liet allerheiligste en goddelijke Sa-cramout, elk oogenblik geprezea en verheerlijkt worde.
aanbidding van christus in het allee-
ü Heer Jesus Christus, waarachtig God en tnensch. Ik belijd, dat Gij hier in liet allerheiligste Sacrament wezenlijk tegenwoor-
Oï' DONDERDAG. 293
dig zijt. Ik aanbid U ootmoedig, on ik voed niot don minsten twijfel aangaande de tegen-woordigheid van uw lovend Vlecsoli en Bloed, en van uw Lichaam en Ziol. O moclit ik U zóó kunnen aanseliouwcn, kennen, beminnen) loven en verheerlijken, als zoo vele duizenden heilige Engelen met het grootste genoegen U in den hemel aanschouwen, kennen, beminnen en verheerlijken! Want hoeveel ben ik U verschuldigd, omdat Gij uit liefde tot mij, uit den Hemel zijt nedergedaald en U O]) liet altaar des Kruises, voor mij ten offer, en ü zeiven aan mij tot een onsterflijk gedenk-teeken uwer liefde, in het allerheiligste Sacrament hebt nagelaten. Wee mij, indien ik deze liefde met liefde niet vergeld!
OEFENING VAN GELOOF, HOOP EN LIEFDE, BIJ HET ALLERHEILIGSTE SACRAMENT.
O oneindige Wijsheid, o eeuwige Waarheid, o onmetelijke Goedheid; die noch bedriegen noch bedrogen kunt worden; ik geloof aan U, en aan alles, wat Gij geopenbaard hebt, en mij door de H. Kerk te gelooven voorhoudt; maar vooral geloof ik, dat Gij in dit allerheiligste Sacrament tegenwoordig zijt;
GEBEDEN
aangezien Gij zulks met duidelijke woorden hebt gezegd, waaraan ik meer geloof lieeht, dan aan mijn verstand en aan al mijne zinnon.
En voor dit geloof ben ik, met uwe genade, bereid to sterven.
Ik vertrouw op U, o oneindige Goedheid, en hoop, dat Gij mij, door uwe onuitputbare barmhartigheid en onschatbare verdiensten, vergilTenis, genade, en do heerlijkheid die mij beloofd is, zult verleenen.
O oindelooze bron van goedheid; ik bemin U, en zal U beminnen, en alles, wat Gij bemint, om U; omdat Gij alle liefde verdient.
Ik verheug mij over uwe oneindige vol maaktheid, zaligheid en beminnelijkheid, en over don eerbied, lof, oere en verheerlijking die uwe uitverkorenen en alle schepselen U ooit bewezen hebben, en in eeuwigheid bewijzen zullen.
Ik onderwerp mij in alle opzichten, aan ü en aan uwen heiligen wil, en vereer cn omhels U mot het innigste gevoel van eerbied, vertrouwen, liefde en godsvrucht.
Al mijne gehechtheid aan het geschapene, breng ik over op U alleen.
Al wat ik in alle eeuwigheid verrichten of lijden zal, strekke tot uwe verheerlijking.
294
OP DONDEKBAG.
Ik beu gohool de uwe: handel met mij naar uw welbehagen, nu, en in eeuwigheid. A.men.
LOF VAN HET ALLERHEILIGSTE SACRAMENT.
Verheerlijkt zij het pllorheiligste Sacrament mot zooveel loftuigiugen, als er zijn sterren aan den hemel, vonken in het vuur, onzichtbare stofjes in de lucht, druppelen in de zee, stofjes op de aarde, bloemen in dc Lente, zaadkorrels in den Zomer, bladeren in den Herfst, sneeuwvlokken en hagelkorrels inden Winter; en schepselen in de geheelc wereld; want Gij verdient het, o Heer, die onder dc gedaante van brood en wijn verborgen zijt.
Verheerlijkt zij het allerheiligste Sacrament met zooveel loftuigingen , als ooit door werken kan bewezen worden: als aller menschen tongen ooit kunnen of zullen uitspreken; als do harten aller menschen ooit hebben kunnen of zullen donken: want Gij verdient het, o Heer, onze Vader; die ons dagelijks spijzigt en laaft, door wiens kostbaar Bloed wij verlost zijn.
Verheerlijkt zij het allerheiligste Sacrament, door zoovele loftuigingen, als alle Engelen, ja, als de allerheiligste Drievuldigheid zelve.
295
29C GEBEDEN, ENZ.
in hare almacht voortbrengen, in hare wijsheid denken, en in hare goedheid wenschen kan; waut Gij zijt het waardig, o Ileero (Jod, Gij, die mij niet alléén uwe Mensehheid, maar ook uwe Godheid, tot spijs geeft. Gij die zijt mijn Heer en God, waarlijk lofwaardig en heerlijk en hoog verheven in eeuwigheid.
AANBEVELING VAN ZICHZELVEN AAN JESUS llï HET ALLERHEILIGSTE SACRAMENT,
Ik beveel mij aan U, o liefdevolle Jesus ; verberg mij in uw allerzoetst hart, en duld niet, dat ik immer van U gescheiden worde. Wees mijn troost in het leven, mijne teerspijze in deu dood, eu mijn loon iu de eeuwigheid. Dat vraag ik TJ voor mijzfclven, voor al mijne vrienden en voor alle menschen: door uwe tranen, door uwe zweotdroppelen en door uw vergoten Bleed. Amen.
TEK HERINNERING AAN HET
Lira EN Lil OMSIIEEEEN JESUS CHRISTÜS.
Heer, ontferm U onzer.eer, ontferm U onzer.
Christus, outfenn U onzer.
Heer, ontferm U onzer.
Christus, hoor ons.
God, Zoon, Verlosser der wereld, 2
God, Heilige Geest,
Heilige Drievuldigheid, één God, o
Jesus, die uit de Maagd Maria, zijt r1 geboren,
Jesus, die door uwe Moeder zijt aangeboden, Jesus, die in doeken zijt gewonden,
GEBEDEN
Jesus, die in ecue krib zijt neergelegd, c
ferm IJ onzer.
Jesus, die door de herders zijt erkend, Jesus, die door de wijzen zijt aangebeden, Jesus, die in den tempel zijt opgedragen, Jesus, die naar Egypte zijt gebraeht, Jesus, die door rlorodes, om U to dooden,
zijt gezoeht,
Jesus, die te Nazareth zijt opgevoed, Jesus, die in den tempel zijt gevonden, Jesus, die aan uwe ouders onderdanig
zijt geweest,
Jesus, die door Joannes zijt gedoopt, Jesus, die in de woestijn bekoord zijt, Jesus, die mot de mensehen hebt verkeerd, Jesus, die zonder roden gehaat werdt, Jesus, die veracht werdt,
Jesus, die op den berg, van gedaante zijt
veranderd,
Jesus, die als een zachtmoedig Koning
Jerusalem zijt ingetreden,
Jesus, die uit medelijden over Jerusalem
hebt geweend,
Jesus, die ons, menschen, tot het einde
toe hebt lief gehad,
Jesus, die tot toeken uwer liefde cn tot gedachtenis van uw bitter lijden, ons
298
OP VRIJDAG. 299
uw Vleosch en Bloed , tot spijs en drank hebt gegeven, ontferm U onzer.
Jesus, die IJ voor de voeten uwer leerlingen hebt neergebogen,
Josus, die door Judas voor dertig zilverlingen zijt verkocht,
Jesus, die biddend, plat ter aarde waart gelegen ,
Jesus, die in den doodstrijd, mot bloedig
zweet overdekt waart,
Jesus, die met een kus door Judas werdt
Jesus, die door gerechtsdienaren werdt jT gebonden, ^
Jesus, die door uwe leerlingen werdt d verlaten, §
Jesua, die als een misdadiger, voor Annas p
en Caiphas werdt gebracht,
Josus, die door oen dienaar des Hoogo-priesters ia 't aangezicht werdt ge. slagen,
Jesus, die door valsche getuigen werdt
aangeklaagd,
Jesus, die den dood schuldig werdt verklaard,
Jesus, die bespot, bespuwd, gesmaad en gehoond wordt,
ÖUU GEBEDEN
■Tosus, die door Petrus, driemaal wordt vcr-
looeliend, ontferm ü onzer.
Jesus, die gebonden aan Pilatus wordt
overgeleverd,
Jesus, die mot een wit kleed bcliangen,
door Herodes werdt bespot,
Jesus, die aolitor Barrabas, den moordenaar werdt gesteld,
Jesus, die wreedaardig wordt gegeeseld, Jesus, die ter bespotting, met een purperen mantel werdt omhangen, § Josus, die met doornen wordt gekroond, o* Jesus, die mot oen riet werdt geslagen, 3 Jesus, wiens kruisdood, door de Joden c;
werdt geeischt, o
Jcsus, die tot don smaad vollen kruisdood ro
wordt veroordeeld,
Jesus, die aan don wil dor Joden werdt
overgeleverd,
Jesus, die onder den zwaren last dos
kruises waart gebukt,
Jesus, die als lam ter slachtbank werdt geleid,
Jesus, dio meermalen onder het kruis
zijt bezweken,
Jcsus, die van uwe klecderen werdt beroofd,
OP VEIJDAG.
Jcsus, die mot nagelen ami het kruis werdt
geklonken, ontferai U onzer.
Jesus, die uwen Vader voor uwe vijanden hebt gebeden,
Jesus, die aan het kruis door de Joden
werdt gelasterd en bespot,
Jesus, die door den kwaden moorde. naar mot verwijtingen werdt overladen,
Jesus, die aau den goeden moordenaar
het Paradijs hebt beloofd,
Jesus, die uwe Moeder aan den H, Joannes
hebt aanbevolen,
Jcsus, die aan uwe Moeder den H. 3
Joannes tot Zoon hebt gegeven,
Jcsus, die aan het kruis hangende ge- g roepen hebt, dat Gij van uwen Vader S waart verlaten,
Jcsus, die dorstend, met gal en edik werdt gedrenkt,
Jcsus, die hebt getuigd, dat al wat
over U voorzegd was, volbracht is,
Jcsus, die stervend uwen geest in de handen van uwen hemelschcn Vader hebt aanbevolen,
Jesus, die tot den dood des kruises gehoorzaam zijt geweest.
301
GEBEDEN
Jesus, wiens zijde mot eenc lans werd
doorstoken, ontferm ü onzer.
Jesus, die onze verzoening zijt geworden, Jesus, die van liet kruis werdt afgenomen, Jesus, die heerlijk vau de dooden zijt
opgestaan, g
Jesus, die ten hemel zijt geklommen, cT Jesus, die bij den Vader onze voor- ^ spreker zijt, c;
Jesus.die den Heiligen Geest, den Trooster, g aan uwe leerlingen hebt gezonden, ^ Jesus, die uwe Moeder boven alle kooreu
der Engelen hebt verheden,
Jesus, die de levenden en dooden zult
oordeelen,
Wees genadig, spaar ons, Jesus.
Wees genadig, verhoor ons, Jesus.
Voor alle kwaad,
Voor gramsehap, haat cu allen kwaden $ wil, S
Voor pest, hongersnood en oorlog, g Voor alle ziels- en liehaamsgovaren,
Voor den eeuwigen dood, Squot;1
Door uwe allerzuiverste ontvangenis, S Door uwe wondervolle geboorte,
Door uw Doopsel en heilige vaste.
302
OP VRIJ DAG.
Door uw arbeid en nachtwaken, bewaar ons Heer.
Door uwe pijnolijke gecseling en krooning, gquot; Door uw dorst, uwe tranen en naaktheid, ^ Door uw kostbaren dood en uw kruis, ^ Door uwe heerlijke verrijzenis en hemel- | vaart, ^
Door do zending van den Heiligen Geest, g
den Trooster,
Op den dag des oordeels, wij zondaars, wij
bidden U, hoor ons.
Dat Gij ons spaart,
Dat Gij ons vergeelt.
Dat Gij U gewaardigt, ons tot ware
boetvaardigheid te brengen, ^
Dat Gij U gewaardigt, de genade des ^ Heiligen Geestes in onze harten testorten, Ei Dat Gij U gewaardigt, uwe H. Kerk g
te verdedigen en uit te breiden,
Dat Gij U gewaardigt, alle vereenigin-gen in uwen Naam vergaderd, te g bewaren en te vermeerderen , ^
Dat Gij U gewaardigt, oasden waren vrede, S
nederigheid en liefde te verloenen. Dat Gij U gewaardigt, ons te geven, dat wij in uwe genade en heiligen dienst volharden,
303
GEBEDEN
Dat Gij U gcwaardigt, ons van alle on-kuisclic gedachten, van. de bekoringen dos duivels en van de eeuwige verwerping te bevrijden, wij bidden U, hoor ons. Dat Gij U gewaardigt, ons in het gezelschap uwer Heiligen op te nemen,
Dat Gij U gcwaardigt, ons te verhooren. Lam Gods, dat wegneemt de zouden der
wereld, spaar ons, Jesus.
Lam Gods, dat wegneemt de zouden der
wereld, verhoor ous, Jesus.
Lam Gods, dat wegneemt de zouden der
wereld, ontferm ü onzer.
Christus, hoor ons.
Christus, verhoor ons.
Heer, ontferm U onzer.
Christus, ontferm U onzer.
Heer, ontferm U onzer.
v. Wij aanbidden U, o Christus en loven U;
B. Omdat Gij door uw heilig Kruis de wereld hebt verlost.
v. Heer, verhoor mijn gebed, K. En mijne roepstem komo tot ü.
f O Heer Jesus Christus, die uit uws Vaders schoot, van den hemel op aarde zijt
304
OP VrlJDAG.
neergedaald, en uw kostbaar Bloed tot vergeving onzer zonden, vergoten hebt; wij bidden U ootmoedig, dat wij in don dag des oordeels, aan uwe rechterband verdienen te hooren: komt gezagenden, die leeft en regeert in alle eeuwigheid. Amen.
VEXILLA REGIS, Des Koning amp; standaard enz.
Des Konings standaard treedt hervoort, 't Geheimnisvolle Kruishout gloort,
Waarop het leven ging ton dood.
En door dien dood het leven bood.
De wreode spits der speer ontsluit In 'slevens zijde oen bron, waaruit Ter onzer reiniging een vloed Van water neerstroomt en van bloed.
Wat David in 't geloovig lied Gezongen heeft, is thans gesehied,
Als hij den volken profiteert:
God heeft van 't hout uit geregeerd,
ü schoone boom , die heerlijk straalt Van 's Konings purper, waar go in praalt, O uitverkorene, wiens stam Mocht dragen 't heilig Oflerlam.
93 ' 20
305
GEBEDEN
Welzalige , mm wiens armen hing l)c losprijs onzor zaliging ,
Als weegscliaal, dio hot Lichaam woog, En aan do hel don roof onttoog.
O Ivrnis, onze eengo hope, zijt Gegroet in dezen lijdenstijd,
Stort meer genade in 't vrome hart, En waseh hem, die bezoedeld word.
Drieéénig God, genadebron ,
U lovo, wat ooit loven kon;
Geef hun, die Gij verwinnen doet,
Door 't Kruis ton loon, hot hemelseh goed.
306
Amen.
Zie mij, o goedo en allerzoetste Jesus; ik werp mij voor uw aansehijn op de knieon ,
01' VRIJDAG.
on ik bid on bozwoor U met den moesten ijvor mijner ziel, dat Gij iu mijn hart gelieft te prenten de levendigste gevoelens van geloof, lioop en liefde, oen waar berouw over mijne zondon, on den sterksten wil, om mij te botoren ; terwijl ik mot oen diep govoel van liefde en berouw , uwe vijf wonden beschouw en overwoog, heb ik, o goodo Jesus, voor oogen hetgeen David de profeet van U zeido: „Zij hebben mijne handen on voeten doorboord: zij hebben al mijno beenderen geteld. (Ps. xxxi. 17. IS.)
Z. H. Paus Pius Vil, verleende den 10 April 1S21, aan alle geloovigen, die dit gebed doen : telkens een vollen Aflaat; mits biechtende, com-municeerende, en rouwmoedig en godvruchtig uitsprekende voor een kruisbeeld, of een beeld, den gekraisten Christus voorstellende, en biddende volgons de intentie der Kerk.
N.B. Deze Aflaat kan ook aan de zielen in het vagevuur toegevoegd worden.
11. AFLAAIGEBED
tot den gokruisten Jesus en zijne vijf bloedige wonden,
Z. H, Paus Pius VII, verleende den 14 Februari
307
GEBEDEN
1815, aan alle geloovigen, welke de volgende gebeden godvruchtig uitspreken:
lo. Telkens 100 dagen Aflaat.
2o. Vollen Aflaat aan hen, die ze gedurende de twee laatste weken van de vaste, eiken dag uitspreken; mits Meehtende, op Paaschdag eom-municeerende en biddende volgens de intentie der Kerk.
GEBED TOT VOORBEREIDING.
AKTE VAN BEllOUW.
Terwijl ik mij, o gekruiste Jcsus, minnelijke Verlosser mijner ziel, voor U nederwerp, verwijt mij liet geweten , dat ik U telkens aan het kruis hoclitto, wanneer ik, hoogst ondankbaar, groote zonden bedreef. O mijn God, mijn hoogste goed; die om uwe voortdurende weldaden, alle toegenegenheid mijns harten verdient; hoe zeer wensch ik, TT nimmer beioedigd te hebben ; doch belaas ! dat is thans niet meer in mijne macht. Ach! Ten minste verfoei ik al mijne ver-ledeno misslagen. Het doet mij grootelij ka leed, uwe oneindige goedheid daardoor versmaad te hebben; en, voor uwe voeten neergeknield, zal ik trachten medelijden te
308
01' VUIJDAS.
hobbeu met uwe smarten, U dankte zeggen, U vergiffenis van mijne misdaden en do genade te vragen, van ze te herstellen, uit geheel mijn hart zeggende;
Tot de Wondo in den Linkervoet.
Ik aanbid n, o allerheiligste Wondo in den Linkervoet van mijnon Jesus. O mijn Verlosser; ik heb medelijden met de gruwelijke smart, welke Gij verduurd hebt; ik dank U voor de liefde, welke U bewogen heeft, U te vermoeien, om mij op de wogen des verdorfs, tusschen de zonden op to zoeken, welko gelijk doornon, uw Bloed hebben doen vlooien. Ik bied den eeuwigen Vader aan, do smarten en liefdo van uwe allerheiligste Mensohheid, tot boeting voor mijne misdaden, welke ik verfooi mot een groot en oprecht berouw.
Ome Vader. Wees gegroet. Here zij. enz.
O heilige Moeder, verwerf mij , dat de wonden van mijnon Zaligma'-.er altoos in mijn hart diep gedrukt zijn.
Tot do twoode Wonde in den Bcclitervoet.
Ik aanbid n, o allerheiligste Wonde in don quot;Rechtervoet van inijncn Jesua.
309
GEI! ED EN
O niiju Verlosser; ik heb medelijden met de gruwelijke smart, welke Gij verduurd hebt. Ik dank ü voor de liefde, welke U bewogen hoeft, aan hot kruis genageld te worden, en uw Bloed te storten, om voor mijne buitensporigheden ou zondige genoegens te boeten, die ik aan mijne zondige driften heb toegestaan. Ik bied den eeuwigen Vader aan, de smart en liefde uwer allerheiligste Monschheid; en ik bid Hem, mij do genade te verleenen, mijne verlodcne zonden diep te beweeuen, en voortaan in hot goede te volharden, zonder mij ooit meer aan do gehoorzaamheid te onttrekken, die ik verplicht ben aan zijne geboden.
Onze Vader. Wees gegroet. 'Eere zij, enz.
O heilige Moedor enz.
Tot do derde Wondo» ia de Linhcrhuud.
Ik aanbid U, o allerheiligsto Wondo in do Linkerhand van mijnen Jesus. O mijnVerlosser, ik hob medelijden met de gruwelijke smart, welke Gij verduurd hebt; ik dank U voor do liefde, wclko U bewogen heeft, de straffen en do eeuwige voroordeeling uit te stellen, die ik om mijne misdaden verdiend had. Ik
310
OP ■VEIJDAG.
biod den ccuwigou Vader aan de smart en de liefde uwer allerheiligste Mensehheid, en bid Hom, mij de genade to verleeuen, den tijd, die mij nog overblijft, to besteden, om waardige vrachten van boetvaardigheid te doen, en daardoor de rechtvaardigheid Gods, zoo rechtmatig op mij vertoornd , te ontwapenen.
Onze Vader. Wees yegroet. Here zij enz.
O heilige Moeder, enz.
Tot do vierde Woudo In de Rccütcrliand.
Ik aanbid U, o allorliciligste Wonde in de Rechterhand van mijnen Jesus. O mijn Verlosser, ik heb medelijden met de gruwelijke smart, welke Gij verduurd hobt; ik dank U voor de eeuwige liefde, die U bewogen heeft, mij, niettegenstaande mijne ondankbaarheid, met weldaden te overladen. Ik bied den eeuwigen Vader aan de smart en do liefde uwer allerheiligste Mensehheid, en bid Hom, mijn hart en mijne genegenheden zóó te veranderen, dat in do toekomst al mijne handeliagen aan Gods wil gelijkvormig ziju.
Onze Vader. Wees rjeyroet. Here zij enz.
O heilige Moedor, enz.
311
GEBEDEN
Tot de vijfde Wonde in de zydo.
Ik aanbid U, o allerliciligste Wonde in de Zijde van mijnen Jesus. O mijn Verlosser, ik hob medelijden met de gruwelijke mishandeling, welke Gij verduurd hebt; ik dank U voor de liefde, die U bewogen heeft:, te dulden, dat men uw Hart doorboorde, en om onze zaligheid, de laatste bloeddruppelen, met water vermengd, te storten. Ik bied don eeuwigen Vader aan deze mishandeling en de liefde uwer allerheiligste Monsohheid, om de genade te verkrijgen, dat mijne ziel dat liefdevolle Hart, immer bereid de grootste zondaars op te nemen, voor altoos moge ingaan.
Onze Vader, Wees gegroet. Here zij enz.
O heilige Moeder, enz.
GEBED TOT DE BEDEOEFDE MOEDER.
O heilige Maagd Maria, Moeder van God, Martelaresse van droefheid en liefde; op hot aanschouwen dor versmadinge i en bespottingen van Jesus hebt gij deelgenomen aan de weldaad mijner verlossing, door uwe talloozo droefheid, en door aan den eeuwigen Vader, zijnen en uwen Zoon aan te bieden, als
312
OP VRIJDAG.
slaclitoiTor en zoenoffer voor mijne zonden. Ik heb medelijden met de diepe droefheid , welke Gij verduurde. Ik dank u voor de selder oneindige liefde, die u bewoog, de vrueht uws liehaams, waaraehtig God en meusch, ter liefde van een zondaar, zoo als ik ben, tot oen offer aan te bieden. Wond bij den Vader en den Zoon uwe steeds heilzame tusschenkomst aan, en verwerf mij do noodige genade, dat ik inijne zeden verbetoro, don Verlosser, die mij zoo zooi- bemind beeft, door geene zonden meer op nieuw kruisigc, tot in den dood in zijne liefde volharde, en door de verdienste van zijn lijden en kruisdood het eeuwige leven verdiene.
(Men bidde driemaal liet Wees gegroet^)
GEBED.
O Heer Jcsus Christus, Zoon van den levenden God, die omstreeks het zesde uur, om de verlossing der wereld gekruist werdt, en die tot vergeving onzer zonden uw kostbaar Bloed hebt vergoten. Wij smeoken U ootmoedig, ons na onzen dood de deuren van het paradijs te openen; opdat wij hot blijde mogen ingaan. O Heer Jesus Christus,
313
GEBEDEN
wij smeekca U mot den meeston aandrang, dat de allerzaligsto Maagd Maria, uwe Moedor, wier lieiligo ziel bij uw lijden door een zwaard van droefheid doorboord werd, ons bij uwo barmhartigheid to hulp komo, nu, on in het uur van onzen dood. Amen.
III. AriAATGEBED,
ter vereering van het Lijden en den Dood onzes Heeren Jesus Christus.
Z. H. Paus Pins VII, verleende den 35 Augustus 1820 aan alle geloovigen, die het volgend gebed 'uitspreken ;
lo. 300 dagen Aflaat, eenmaal daags te verdienen.
2o. Voflen Aflaat aan hen, die het gedurende één maand alle dagen doen; mits Biechtende, Communieeerende op een der drie laatste dagen der maand, en biddende volgens de intentie der Kerk.
NB. Deze Aflaten kunnen aan de zielen in het vagevuur toegevoegd worden. Ook kan dit gebed gedaan worden voor iemand, die in den doodstrijd ligt; men voegt er dan bij, wat tusschen twee haakjes staat.
GEBED.
O God, die om do wereld te verlossen, geboren, besneden, door de Joden ver-
OP V1UJDAG.
stootcn, door Judas, den verrader, met een kus geleverd, met koorden gebonden , gelijk een onschuldig lam ter slachtbank geloid, en voor Annas, Caïphas, Pilatus en Herodes schandelijk gebracht, door valsche getuigen beschuldigd, door gecselslagen en versmadingen gekweld, bespuwd, met doornen gekroond, door vuistslagen gepijnigd, met een rietstok geslagen, geblinddoekt, ontkleed, met nagelen aan een kruis gehecht, op hot kruis bespot, mot moordenaars gelijk gesteld, met gal en azijn gelaafd en met eene lans gewond hebt willen worden:
O Heer, door deze uwe allerheiligste smarten, welke ik onwaardige herdenk, en door uw heilig Kruis en dood, bevrijd mij (en dezen uwen dienaar N. of deze uwe dienaresse N., die in den doodstrijd ligt) van de pijnen der hel, en gewaardig U, mij (Iwrn, haar) tot de plaats van den moordenaar, die even als Gij, gekruist was, te brengen; die met den Vader en den H. Geest leeft en regeert door alle eeuwen der eeuwen. Amen.
Men bidde vijfmaal Onze Vader, Wees gegroet. Here zij enz.
315
t LITANIE TOT ONZE LiEVE VROUW,
ONDER DEN TITEL
God, Hcmelsche Vader, ontferm U onzer.
1) Z. H. Paus Pius Vil, verleende den 30 September 1817 aan alle geloovigen, die deze Litanie tot onze Lieve Vrouw godvruchtig en rouwmoedig bidden : lo. 300 dagen Aflaat, telkens.
2o. Vollen Aflaat aan hen, die deze dagelijks bidden, te verdienen op hare vijf voorname feestdagen, namelijk; hare Onbevlekte Ontvangenis, Geboorte, Boodschap, Zuivering (Lichtmis), en Opneming ten hemel; mits Biechtende, Communiceerende en biddende in eene openbare kerk tot intentie dei Kerk.
NB. Deze Aflaten zijn toepasselijk aan de zielen in het vagevuur.
OP ZATERDAG.
God, Zoon, Verlosser der wereld, ontferm U onzer.
God, Heilige Geest, ontferm U onzer. Heilige Maria, bid voor ons.
Heilige Moeder Gods,
Heilige Maagd dor maagdon.
Moedor van Christus,
Moedor dor Goddelijke (Tonade, Allorzuiversto Moeder,
Allorkuisclisto Moeder,
Oageseliondene Moeder,
Onbevlekte Moedor,
O
Allervoorzichtigste Maagd, quot;
Eerwaardige Maagd,
Lofwaardige Maagd,
Maeiitigo Maagd,
Goedertiereno Maagd,
Getrouwe Maagd,
Spiegel der rechtvaardigheid
Zetel der 'wijsheid,
Oorzaak onzer blijdschap,
Geestelijk vat,
Verhoven vat,
GEBEDEN
Schoon vat van devotie, bid voor ons.
Vorborgcu roos, 1)
Toren van David,
Ivoren Toren,
Gulden huis,
Ark dos Verbonds,
Deur des hemels.
Morgenster,
Behoud der kranken.
Koningin der Aartsvaders, quot;
Koningin der Profeten,
Koningin der Apostelen,
Koningin der Martelaren,
Koningin der Belijders,
Koningin der Maagden,
Koningin van allo Heiligen ,
318
Koningin zonder zonde ontvangen,
Worden de Latijnsche of Kerkelijke eeretitels «Vas Spirituale, Vas honorabile, Vas insigne devo-tionis, Rosa mystica» vertaald door «Kunststuk van den Heiligen Geest, kunststuk tot eei verheven doel, Uitmuntend kunststuk den Heere toegewijd, Gelijkende op de roos,» dan is de vertaling minder raadselachtig , nauwkeuriger, en doet de verhevenheid van Gods Moeder meer uitkomen.
OP ZAT1EDAG.
Lam Gods, dat wegneemt dc zonden der wereld, spaar ons, Heer.
Lam Gods, dat wegneemt do zouden der wereld, verhoor ons. Hoer.
Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld, ontferm U on^or.
Christus, hoor ons.
Christus, verhoor ons.
f LOFZANG „Ave maris s'ella, {Wees gegroet o Zeester.)
Wees gegroet o zeester,
Moeder vau don Heere,
Immer reine Magod,
Hemelpoort vol eere.
Do Eugel deelde u 't Ave Van don hemel mede,
Maak dat omgekoerdo Eva ons ten vrede.
Slaak de boei dor schalden.
Schaf weer licht den blinden. Doe ons, vrij van 't kwade.
Al wat goed is vinden.
31lt;J
GEBEDEN
Toon u immor Moeder,
Moog door u, ons hoorcn Hij, die ons tot redding,
Uit u word geboren.
Ougelijkbro Maged,
Eovon al aanminnig,
Maak ons vrij van zonden. Zuiver en zachtzinnig.
Loer ons vlekloos loven.
Veilig onze gangen;
Om met u bij Jesus, l)e eeuwge vreugd te erlangen.
Lof zij aamp;n den Vader, Christus ook, den Heers En don Hcilgen Trooster, Den Drie-eene eéne core, Amen.
Or ZATERDAG.
lofzangen dek keek iot de alle1uiei-ligsie maagd.
t i. lofzang „Alma Redemptoris, Roemwaardige Moeder.quot;
(In den Advent er. tot LiclUmis.)
Verheven Moeder, uit vier schoot Ons aller Zaligmaker sproot;
Gij, hemelpoort, die open staat,
Gij, zeester, die ons niet verlaat:
Breng 't vallend volk, dat op wil staan, Breng gij het uwen bijstand aan.
Die, waar natuur verbaasd op staart, Uw heilgen Schepper hebt gebaard; Gij, Maagd zoo vóór als na dien stond, Ncom 't Ave uit des Engels mond.
En zie, o Moeder van den Heer, Ontfermend op ons, zondaars neer.
v. Ue Engel des Hoeren boodschapte aan Maria.
e. En zij ontving van den H. Geest.
Stort, smeeken wij o Heer, uwe genade in onze harten; opdat wij, die door de boodschap des Engels, de Menschwording van Christus, uwen Zoon gekend hebben, door zijn lijden 92 21
321
GEBEDEN
cu kruis, tot do heerlijke vcrrijzcuis overgebracht worden, door denzelfden Christus, onzen Heer. Amen.
{Van Kerstavond tot Lichtmis wordt na den voorgaanden lofzang gebeden;)
v. Na het baren, zijt gij eenc ongoschou-done Maagd gebleven.
li. Moeder Gods, kom ons te hulp.
ü God; die door den vruchtbaren Maagd-dom der heilige Maria, aan hot menschdora do gaven ter eeuwige zaligheid hebt verleend, geef, bidden wij; dat wij voor ons do hulp van haar gevoelen, door wie wij verdiend hebben, den Gever van het loven te ontvangen, onzen Heer Jesus Christus, uwen Zoon. Amen.
f ii, LorzANS „Ave Rei/im Coelortm. Geyroet, o Hemelkoningin.
(Van Lichtmis tot Witten Donderdag uitgesloten.)
Gegroet o Hemelkoningin,
Gegroet, dor Engelen Vorstin,
Heil u, o spruit, o zaalgo sclioot!
Waaruit der wereld 't Licht ontsproot
Wees, glorierijke Maagd verblijd,
322
OP ZA'CXJRDAG.
])io ouder allen 't schoonste zijt: Gegroet o gij, zoo vol van oer!
Eü bid voor ous bij onzen Heer.
v. Gewaardig n, dat ik u love, o geheiligde Maagd;
a. Geef mij kracht tegen uwe vijanden.
O barmhartige God, verleen steun aan onze zwakte: opdat wij, die de gedachtenis der heilige Moeder Gods houden, door den bijstand harer tusschenkomst, uit onze zonden opstaan, door denzelfden Christus, onzen Heer. Amen.
f Hl. lofzang „Iteyina coeli, Vorstin des hemels!'
(Van Paaschovond tot de Vespers van Zaterdag na Pinksteren.)
Vorstin des hemels juich verblijd. Alleluia, Want Hij, dien gij baarde iu den tijd, alleluia,
Stond op, gelijk Hij had voorzoid, alleluia. Uid gij voor ons den llcere, alleluia, v. Verheug en verblijd u. Maagd Maria; alleluia.
li. Want de Heer is waarlijk verrezen, alleluia.
323
GIÏBËDBN
O God, dio door de verrijzoEis van uwen Zoon, onzen Hoor Jesus Christus, U ge-waardigd hebt, do wereld te verblijden: verleen, bidden wij, dat wij door den bijstand zijner goddelijke Moeder, de Maagd Maria, do vreugde dos eeuwigen levens verwerven, door denzelfdeu Cliristus, onzon Heer. Amen.
t iv. lofzang „Salve Rfffina. Wees (jegroet o Koninginnequot;
(Van de eerste Vespers der allerh. Drievuldigheid tot de eerste Vespers van den Advent ingesloten.)
Wees gegroet o Koninginne,
Moeder van barmhartigheid.
Wees gegroet, die hoop en leven. Hemelwellust ons bereidt. Wij verbannen om de zonde.
Voortgebracht uit Adams val. Hoepen u, en smeeken schreiond,
Droei van uit dit tranendal.
Gij, de voorspraak van ons albn,
Zond uw blik meêdoogend neer: Toon ons na dit balling-leven
Moeder des Gekruiston Heer,
Toon ons Jesus, na 't volstrijden,
Wen ons do oeuwge morgen daagt. Goedertieren Vrouw, Maria,
Onbevlekte Moeder Maagd.
OP ZATERDAG.
v. Bid voor ons, o lioilige Moedor Gods;
B. Opdat wij de beloften van Christus waardig worden.
Alraaclitigc, eeuwige God, die het liehaam en de ziel der luistervolle Moeder-Maagd Maria, door de medewerking van den Heiligen Geest, lot een waardig verblijf uws Zoons hebt voorbereid ■ verleen dai wij, die ons, om de herdenking aan haar verheugen, door hare liefdevolle hulp, van alle toekomende rampen en van den eouwigen dood bevrijd worden, door denzelfden Christus, onzen Heer. Amen.
II. APL A A.TGEB ED.
Z. H. Pans Pius VI verleende den 5 April 1786, aan alle geloovigen, die 's morgens bidden den lofzang „Salve Regina; met het vers; „Gewaardig u, o gelieiligde Maagd, dat ik u love,quot; en het antwoord; „Geef mij kraeht tegen uwe vijanden,quot; als ook: Lof zij God in zijne Heiligen.quot; En 's avonds het gebed „Wij vluchtenquot; enz., met het bovenstaande vers en antwoord, met het doel, om de oneer aan de H. Maagd en alle Heiligen te herstellen;
Iquot;. Een Aflaat van 100 dagen, telkens.
325
GEBEDEN
2°. Eiken zondag, een Aflaat van 7 jaren en zevenmaal ] 00 dagen.
3°. Vollen Aflaat, wanneer men de gezegde gebeden dagelijks uitspreekt, te verdienen op twee zondagen der maand naar keuze, op alle feestdagen der heilige Maagd en op den feestdag van Alle-heiligen; mits Biechtende, Communiceerende en biddende tot intentie der Kerk.
4°. Vollen Aflaat in het uur des doods aan allen, die gedurende hun leven, deze gebeden steeds verrichten; mits Biechtende en Communiceerende; of wel, indien zij daartoe niet in staat zijn, een oprecht berouw hebbende over hunne zonden.
III. APLAATGEBED.
De ((Rozenkrans.»
Bemerking. De Moeder Gods zelve maakte aan den H. Dominicus de wijze bekend, om den Rozenkrans te bidden. Het is eene verzameling en herhaling der twee uitmuntendste gebeden, het „Onze Vaderquot; en het „Wees gegroet,quot; gepaard met eene overweging van 15 voorname geheimen, vooral nit het leven, het lijden en de verrijzenis van Jesus, en die te zamen als een kratis vormen; terwijl de gebeden en overwegingen zelve, rezen worden gehceten, omdat, even als de roos is de Koningin der bloemen, schitterend door hare kleuren, lieflijk
326
OP ZATERDAG,
door haren geur, ook de Rozenkrans onder alle gebeden allersclioonst, verdienstelijk of schitterend en bevallig is aan God en zijne heilige Moeder. Dit gebed dan biddende, bieden wij aan beiden als een krans van rozen of een Rozenkrans aan, Om het 15 maal herhaald „Onze Vaderquot; en het 150 maal „Wees gegroet'quot;' te onthouden, bedient men zich voor het „Onze Vaderquot; van 15 groote en voor het „Wees gegroetquot; van 150 koralen of ronde doppen , welke aaneen geregen, als een krans vormen, en insgelijks een Rozenkrans worden geheeten.
De 15 Mysteriën, welke overwogen worden, verdeelt men in blijde, droevige en glorievolle mysteriën.
Z. H. Paus Bcnedictus XIII verleende den 13 April 172G aan alle geloovigen, die den geheelen Rozenlirans, of slechts een derde gedeelte daarvan {een Rozenhoedje) bidden:
lo. Een Aflaat van 1 00 dagen voor elk „Onze Vaderquot; en voor elk „Wees gegroet.quot;
2°. Een vollen Aflaat aan die een jaar lang dagelijks een Rozenhoedje bidden; te verdienen op een dag naar verkiezing; mits Biechtende, Communiceerende en biddende voor de noodwendigheden der H. Kerk.
Om deze Aflaten te verdienen is het noodig
327
GEBEDEN
lo. Dat dc aaneen gesnoerde of geregene koralen of doppen, door een daartoe gemachtigden priester gewijd zijn. 2°. Dat men bij elk tiental „Wees gegroetquot; overdenke of aclit geve op het geheim, dat bij het begin van elk tiental quot;wordt genoemd of herinnerd. Zij echter, die bij gebrek aan kennis deze overweging niet kunnen doen, volstaan met eerbiedig den Rozenkrans of het Rozenhoedje te bidden.
WIJZE, WAAROP DE HOZENKBAINS GEWOONLIJK GEBEDEN WORDT.
lo. Bij de eerste groote koraal bidde met het „Geloofquot; en het „Onze Vader.quot;
2quot;. Bij elk der 3 volgende kleine koralen het „Wees gegroet, terwijl men voor het eerst „Wees gegroetquot; zegt: „Ik groet u. Dochter van God, den Vader.quot; Voor het tweede: „Ik groet u, Moeder van God, den Zoon.quot; Voor het eerde „Ik groet u. Bruid van God, den Heiligen Geest.quot;
3o. Bij de tweede groote koraal zegge men het „Eere zij den Vader.quot;
40. Vervolgens beginne men het eerste tiental van „Wees gegroet,quot; dat voorafgegaan wordt door cene overweging van het eerste gsheim der 15 mysteriën, en door een „Onze Vader.quot;
5o. Na eindiging daarvan zegge men: „Eere zij
328
OP ZATERDAG. 3amp;9
den Vader. Dat de namen van Jesus en Maria gezegend zijn.quot;
Op deze wijze ga men voort met de overige 14 tientallen.
De vijf Blijde Mysteriën. *)
Bij het eerste tiental overdenke men: de Mensch-w or ding van Christus,
Bij het tweede tiental overdenke men: de Bezoeking der 11, Maagd hij hare nicht Elisabeth.
Bij het derde tiental overdenke men ; de Geboorte van Christus,
Bij het vierde tiental overdenke men: de Opdracht in den tempel.
Bij het vijfde tiental overdenke men; de Tin-ding in den Tempel.
De vijf Droevige Mysteriën. **)
Bij het eerste tiental overdenke men: het Bloedzweet van Christus.
Bij het tweede tiental overdenke men: de Geese-ling van Christus.
') Deze herinneren ons ook aan vijf levensomstandigheden der H. Maagd, die met het werk onzer verloszing in nauw verband staan,en waarin zij met groote blijdschap overladen werd.
quot;) Deze brenge ons voor den geest de oogenblikken, waarop de Zaligmaker voor onze verlossing zoo smartelijk lieeft geleden, en toen zijne Moeder diep bedroefd was.
GEERDEN
Bij het derde tiental overdenke men; de Kroo-icing van Christus.
Bij het vierde tiental overdenke men ; de Kruisdraging van Christus.
Bij het vijfde tiental overdenke men, de Kruisiging van Christus.
De vijf Luistervolle Mysterien. 1)
Bij het eerste tiental overdenke men : de Verrijzenis van Christus.
Bij het tweede tiental overdenke men: de Hemelvaart van Christus.
Bij het derde tiental overdenke men: de Zending van den Heiligen Geest,
Bij het vierde tiental overdenke men; de Opneming van Maria ten hemel.
Bij het vijfde tiental overdenke men: de Krooning van ilaria in den hemel.
IV. AFLAATGEBEr cDe Engel des Heeren.»
330
Z. H. Paus Benedictus XII verleende den 14 September 1724 de volgende Aflaten aan hen,
Deze doen ons vooral denken aan voorvallen uit het leven van Jesus alsook van Zijne Moeder Maria , waardoor beiden hoogst verheerlijkt werden, en wij op een eeuwig geluk, door samenwerking van beide, zoo zeer mogen betrouwen.
OP ZATEHDAG.
die rouwmoedig, op een teeken der bedeldok, 's morgens, 's middags en 's avonds bidden: de Engel des Eeeren enz., of in den Paaschtijd den Lofzang: Vorstin des Hemels} juich verblijd Alleluia'.
lo. Telkens een Aflaat van 100 dagen.
2°. Een vollen Aflaat, eens in de maand te verdienen op een dag naar keuze, aan allen, die het getrouw eenmaal daags bidden; mits Biechtende, Communiceerende en biddende volgens de gewone intentie.
NB. Zaterdagavond en 's Zondags doet men het staande. Gedurende den Paaschtijd bidde men in stede van: de Engel des Ueeren, staande den Lofzang Vorstin des Hemels enz. met het daarbij gevoegde gebed. Zij, die het gebed: „ Vorstin des Hemelsquot; niet van buiten kennen, volstaan met staande te bidden: de Engel des Heer en.
Alhoewel het een vereischte is, de Engel des Heer en bij het luiden der bedeklok te bidden, kunnen evenwel zij, die het niet hooren de Aflaten verdienen; mits het gebeden worde ongeveer op den tijd, dat het teeken daartoe moet gegeven worden,
v. De Engel des Heeren heeft aan Maria geboodschapt, en zij ontving van den II. Geest. — Wees gegroet.
r. Zie de dienstmaagd des Heeren; mij
331
GEBEDEN
geschiede naar uw woord. — Wees gegroet. En liet Woord is vleesch geworden, en Het koelt onder ons gewoond. — Wees gegroet.
Volgens een algemeen gebruik wordt het volgend gebed er bij gevoegd; doch dit ia geen vereischtc.
v. Bid voor ons, o heilige Moeder Gods;
k. Opdat wij der beloften van Christus waardig worden.
Wij bidden U, o Heer, stort uwe genade in onze harten: opdat wij, die door de bood ■ schap des Engels de Monschwording van Christus, uwen Zoon hebben gekend, door zijn lijden en kruis tot de heerlijkheid der opstanding mogen geraken, door denzclfden Christus, onzen Hoor. Amen.
V. AFLAATGEBEI).
Z. H. Pans Leo XII verleende den 10 Mei 1838 aan alle geloovigen die rouwmoedig de volgende gebeden verrichten:
Telkens 200 dagen Aflaat.
O Allerheiligste Maagd, Moeder van het vleesch geworden Woord, uitdoelsfer van genaden en toevlucht dor ongalukkige zon-
332
OP ZATERDAG.
daars; mot cou levendig geloof vluchten wij tot uwe moederlijke liefde, en verzoeken u de genade, om den wil van God en den uwen te volbrengen. Wij bieden u onze harten aan; wij vragen u gezondheid naar ziel en lichaam, en wij hopen vastelijk, dat gij u zult gewaar, digen ons te verhooren, omdat gij onze moedor zijt, en ons teederlijk bemint: daarom bidden wij met een levendig geloof:
Wees rjeyroet,
(Dit wordt driemaal gebeden en men sluit met het gebed:)
Wij bidden U, o lieer, behoed uwe dio-naren van alle zwakte, door de tusschenkomst van de heilige Maria, altoos Maagd; en daar zü zich met den diepsten ootmoed voor IJ nederwerpen, gewaardig l), hen goedertieren tegen alle lagen hunner vijanden te beschermen, door onzen Heer Jesus Christus. Amen.
VI. APLAATGEBED
Z. H. Paus Leo XII verleende den 21 October 1823 aan alle geloovigen, welke de drie volgende gebeden en driemaal het Wees gegroet bidden, met bet doel, de H. Maagd to verzoeken, dat zij
333
GEBEDEN
zich gewaardigc ons bij te staan in dc beoefening der Cliristelijkc deugden, en vooral der deugd van ZLiiverlieid;
1». Telkens een Aflaat van 100 dagen.
2°. Vollen Allaat, eenmaal in de maand aan allen, die ze gednrendc een maand, dagelijks bidden; te verdienen op een der laatste dagen dier maand, mits Biechtende, Communiceerendc en biddende volgens de intentie der Kerk.
1. O Allerheiligste Maagd; ik vereer u uit geheel mijn hart, meer dau alle Engelen en allo Heiligen van het paradijs, als do Dochter van don eeuwigen Vader; en ik wijd u toe mijne ziel met al hare vermogens.
Wees gegroet.
2. O Allerheiligste Maagd; ik vereer u uit geheel mijn hart, meer dan allo Engelen en allo Heiligen in liet paradijs, als do Moeder van den eenigeu Zoon van üod; en ik wijd u too mijn liehaam met al zijne vorinogens.
IVees gegroet.
3. O Allerheiligste Maagd; ik vereer u uit geheel mijn hart, meer dan alle Engelen eu allo Heiligen van het paradijs, als de zeer bomindo Bruid van den Heiligen Geest; en ik wijd u ioe mijn hart met al zijne neigingen; en
I
■
33'!
or ZATaKDAG. 335
verzoek u, voor mij vau de heilige Dricvul-heid te verwerven alle hulp, die voor mijne zaligheid noodig is.
Wees gegroet.
VII. AFLAA^GEBED,
Z. H. Paus Pius Vil, verleende den 10 Januwi 1815, aan alle geloovigen, die het volgende gebed, godoruchtig en rouwmoedig ter vereering der H. Maagd cn der H. Anna bidden:
1°. Telkens 100 dagen Aflaat.
3o. Vollen Aflaat den 26 Juli, feestdag der Anna, aan allen, die dat gebed minstens tienmaal in de maand bidden; mits Biechtende; Commu-niceerende, op dien feestdag eene openbare kerk bezoekende, en daar biddende volgens de intentie der Kerk.
Ik groot u, vol van genade, de Hoer is met u; uwe genade zij met mij; gij zijt gezegend boven de vrouwen; en do heilige Anna, uwe moeder, zij gezegend, waaruit gij o Maagd Maria, zonder vlok van zouden zijt voortgekomen, cn uit u is Josus Christus, de Zoon van deu levenden üod geboren, Amen.
GEBEDEN
VIII AÏXAA.TGEBED.
Z. II. Paus Leo XII, verleende den 10 Mei 182S, aan alle geloovigen, die romvmoedig het volgend gebed met driemaal het „Wees gegroetquot; uitspreken:
Allerheiligste Maagd, Moeder van het vleesch geworden Woord, uitdeelster van genaden en toevlucht dor ongelukkige zondaren; met een levend geloof begeven wij ons tot uwe moederlijke liefde, en vragen u om de genade, altoos den wil van God en van u te volbrengen; wij geven u onze harten, wij vragen u de gezondheid van ziel en lieliaam, en vertrouwen vastelijk, dat gij u wilt verwaardigen, ons te verhooren, omdat gij onze moeder zijt, en gij ons zoo teeder bemint; daarom zeggen wij met een levend geloof:
(Men bidde driemaal het „Wees gegroetquot; en eindige niet het volgend gebed:)
Behoed , o Heer, wij bidden het U, uwe dienaren van alle krankheid, door de tussclion-komst der zalige Maria, altoos Maagd; en vermits zij die zich uit den gro.id huns harten voor U nederwerpen, gewaardig U, hen goedertieren te beschermen tegen de listen
336
OP ZATEBDAG. 337
hunner vijanden; door onzen Heer Jesus Christus, Amen.
LOFTXIIGING TOT DE ALLERHEILIGSTE MAAGD.
Dat u, o Maagd Maria, met uwen Zoon, tien duizendmaal loven: allo heilige Engelen, in wier gezelschap ik hoop, in deu hemel u te aanschouwen en te voreeren. Amen.
Dat u, o Maagd Maria, met uwen Zoon, twintig duizendmaal loven; allo Heiligen van het Oud Verbond, in wier gezelschap ik hoop, in den hemel u te aanschouwen en te vereeren. Amen.
Dat u, o Maagd Maria, met uwen Zoon, dertig duizendmaal loven: alle heilige Apostelen, Evangelisten, Leerlingen des Heeren en Martelaren, in wier gezelschap ik hoop, in den hemel u te aanschouwen en te ver-oeren. Amen.
Dat u, o Maagd Maria, met uwen Zoon, veertig duizendmaal loven: alle heilige Belijders, Bisschoppen, Leeraars, Kloosterlingen en Eremieten, in wier gezelschap ik hoop, in den hemel u tc aanschouwen en te vereeren. Amen.
Dat u, o Maagd Maria, met uwen Zoon, 92 22
338 GEBEDEN, ENZ.
vijftig duizendmaal loven: alle heilige Maagden en quot;Weduwen, in wier gezelschap ik hoop, inden hemel u te aanschouwen en te vereeren. Amen.
Dat u, o Maagd Maria, met uwen Zoon honderd duizendmaal loven : allo Heiligen des hemels, in wier gezelschap ik hoop, in den hemel u te aanschouwen cn te vereoren. Amen.
GEBED TOl' DE ALLERHEILIGSTE MAAGD, opgesteld door den H. Bernardus.
Gedenk, o gocdcrtierenste Maagd Maria, dat het nooit gehoord is, dat iemand, die tot uwe bescherming zijne toevlucht nam, uwen bijstand verzocht, of uwe voorspraak inriep, door n verlaten is geworden. Door dit vertrouwen bezield, o Maria, Maagd der der Maagden, Moeder van Jesus Christus, vlucht ik tot u, kom ik tot u, snel ik tot u, en, arme zondaar als ik ben, sta ik hier en sidderend voor u, O gij. Meesteres dei-wereld, Moeder van hot eeuwigo Woord, o wil niet, mijne bede versmaden, maar haar gunstig aannemen, en mij, ellendige, die uit dit tranendal tot u roep, verhoeren. Sta mij bij, ik smeek het u, in al mijn nood, nu en altijd, maar vooral in het uur van mijnen dood, o goedertierene, o liefdevolle, o zoeto Maagd Maria.
WES^SSSSSaf^
ANDERE GEBEDEN P? ELKËN DAG DER WEEK.
Heer, ontferm U onzer.eer, ontferm U onzer.
Christus, ontferm U onzer.
Hoor, ontferm U onzer.
Christus, hoor ons.
Christus, verhoor ons.
God, liemolsche Vader, ontferm TJ onzer. God, Zoon, Verlosser der wereld, ontferm U onzer.
God Heilige Geest, ontferm U onzer. H. Maria, bid voor ons.
H. Moeder Gods, bid voor ons.
ANDERE GEBEDEN
H. Maagd dor Maagden, bid voor ons. 11. Michaël,
H. Gabriël,
H. Raphael,
Allo H. Engelen en Aartsengelen,
Alle H. Kooron der zalige Geesten, H. Joannes de Dooper,
H. Josef,
Alle H. Patriarchen on Profeten, H. Petrus,
H. Philippus ,
H. Partholoraciis,
H. Mattheüs,
H. Simon,
H. ïhaddeüs ,
H. Matthias,
H. Barnabas ,
H. Lucas ,
H. Marcus,
Alle H. Apostelen en Evangelisten,
Alle H. Leerlingen des Heercn ,
340
H. Onnoozele Kinderen, bidt voor ons.
H. Stephanas,
H. Laurentius,
H. Viucentius,
H. Fabianus on Sebastianus,
H. Joannes en Paulus ,
H. Cosmas on Damianus ,
H. Gervatius en Protas^us,
Alle H. Martelaren,
H. Silvester,
H. Gregorius,
H. Martinus,
o
Allo H. Pisscboppcn en Belijders,
Alle H. Leeraars ,
H. Antonius,
H. Benedictus,
H. Bemardus,
H. Dominions,
H, 'Franciseus,
Allo H. Priesters en J jovioteu ,
Alle H. Monniken en Kluizenaars, H. Maria Magdalena,
H. Agatha ,
342 ANDERE GEBEDEN
H. Lucia, bid voor ons.
II. Agues,
H. Cecilia,
H. Catharina,
H. Anastasia,
Alle H. Maagden eu Weduwen ,
Alle Gods Heiligen,
Wees genadig, spaar ons, Heer!
Wees genadig, verhoor ons. Heer!
quot;Van alle kwaad, bewaar ons. Heer.
Van alle zonden ,
Van uwe gramschap.
Van eeuen haastigen en onvoorzienen dood.
Van de listen des duivels.
Van gramschap, haat en allen kwaden wil.
Van den geest der oukuischheid ,
Van bliksem en onweder,
Van den geesel der aardbeving,
Van pest, hongersnood en. oorlog.
Van den eeuwigen dood.
Door het geheim uwer heilige mensch-
wording,
Door uwe komst.
Door uwe geboorte,
Door uw doopsel en heilig vasten.
Door uw kruis en lijden,
Door uwen dood en uwe begrafenis,
OP ELK EN DAR DEB WEEK. 343
Door uwo heilige verrijzenis, bewaar ons, Hoer. Door uwe wonderbare hemelvaart, bewaar ons Heer.
Door do komst van den Heiligen Geest, don
Vertrooster, bewaar ons, Hoor.
In den dag dos Oordeels, bewaar ons, Hoer, Wij zondaren, wij bidden U, hoor ons. Dat Gij ons wilt sparen ,
Dat Gij ons wilt vergeven,
Dat Gij U gewaardigt, ens tot eene ware
boetvaardigheid to geleiden,
Dat Gij ü gewaardigt, uwe H. Kerk te
besturen en te bewaren, ^
Dat Gij U gewaardigt, hot kerkelijk ^ Opperhoofd en alle kerkelijke rangen g in de iioilige Godsdienst te bewaren, gquot; Dat Gij U gewaardigt, de vijanden der ^
H. Kerk te vernederen.
Dat Gij U gewaardigt, aan do Christen 5 koningen en vorsten vredo en ware een- ^
O
dracht te vorleenon , g
Dat Gij U gewaardigt aan alle christen volkeren vrede en eendracht te schonken. Dat Gij U gewaardigt, ons zeiven in uwo H. dienst te versterken en te bewaren. Dat Gij U gewaardigt, onzo gemoederen tot hemelsche begeerten op te wekken.
ANDERE GEBEDEN
Dat Gij U gewaardigt, al onze weldoeners met de eeuwige goederen te vergelden, wij bidden U, hoor ons.
Dat Gij U gewaardigt onze zielen en de ^ zielen van onze brooders, vrienden en weldoeners voor de eeuwige verdoemenis % tc behoeden, ST
Dat Gij U gewaardigt aan de aarde ^
vruchten te geven, eu zo te bewaren, quot; Dat Gij U gewaardigt, aan alle gelooviga g overledenen de eeuwige rust te geven, ^ Dat Gij U gewaardigt, ons te verhoeren, g Zoon Gods,
Lam Gods, dat wegneemt do zonden der
wereld, spaar ons. Heer!
Lam Gods, dat wegneemt de zonden der
wereld, verhoor ons, Heer!
Lam Gods, dat wegneemt de zonden dor
wereld, ontferm U onzer.
Christus, hoor ons.
Christus, verhoor ons.
Heer, ontferm ü onzer.
Christus, ontferm U onzer.
Heer, ontferm U onzer.
Onze Vader, enz.
344
op el ken dag der week.
Psalm lxviiii.
O God! zie neer, om mij to helpen : Hoor! haast U, om mij te helpen.
Dat zij besohaamd worden, en tot schande komen, die mijne ziel zoeken:
Dat zij terug wijken en zich schamen, die mij kwaad willen.
Dat zij spoedig mot schaamte terug gedreven worden, die mij zoggen; Ha, zeer wol.
Laat hen allen verheugd en verblijd zijn, dieU zoeken, en dat zij, die uwe verlossing beminnen, altijd zeggen ; de Heer ! zij hoogst geprezen.
Daar ik arm en behoeftig bon, o God, kom mij te hulp.
Gij zijt mijn Helper en Verlossser: Heer, stel niet uit.
Eere zij don Vader, en den Zoon, on don Heiligen Geest.
Gelijk hot was in don beginne, en nu, en altijd, en in allo eeuwen der eeuwen. Amen. v. Behoud uwe dienaren,
u. Mijn God, die op U vertrouwen, v. Wees ons eeno sterke burcht,
k. In 't aanwezen van onzen vijand. r. Laaf de vijand geen voordeel op ons behalen,
345
andehe gebeden
b. En laat de booze zich niet verstouten, ons te sehaden.
v. Heer, handel niet met ons, volgens onze zouden,
b. En straf ons niet, volgens onze boosheden, v. Eidden wij voor onzen Opperpriester N.: ti. De Heer beware hem, en verlevendige hem, en make hem gelukkig op aarde, en levcre hem niet over aan deu wil zijner vijanden.
v. Bidden wij voor onze weldoeners: k. Heer, gewaardig U allen, die ons om uwen naam goed doen, het eeuwige leven te vergelden. Amen,
v. Eidden wij voor do afgestorvene geloo-vigen.
b. O lieer, geef hun do eeuwige rust, en hot eeuwige licht verlichte hen.
v. Dat zij rusten in vrede.
b. Amen.
v. Bidden wij voor onze broeders, die afwezig zijn.
b. Behoud uwe dienaren mijn God! die op U vertrouwen.
v. Zend hun, o Heer, hulp uit de heilige plaats.
E. En bescherm hen uit Sion.
346
OP ELK EX DAG DEB WEEK. 347
v. Heer, verhoor mijn gebed.
k. En mijn geroep kome tot U.
O God! wien liet eigen is, altijd U te ontfermen en te sparen: ontvang onze smee-king; dat de erbarming uwer liefde ons en al uwe dienaren, wie de boeien der zonden klemmen, genadig vergeve.
Wij bidden U, o Heer, verhoor de gebeden der ootmoedigen, en spaar de zonden van hen, die U belijden: opdat Gij ons weldadig èn vergiffenis èn vrede schenkt.
Toon ons, o Heer, goedertieren uwe onuitsprekelijke barmhartigheid: opdat Gij ons ontslaat en van alle zonden, en van alle straffen, welke wij er door verdiend hebben.
O God, die door do zonden beleedigd en door de boetvaardigheid verzoend wordt; zie genadig neder op de gebeden van uw volk, dat U ootmoedig bidt, eu wend de geesels van uwe gramschap af, welke wij voor onze zonden verdienen.
Almachtige, eeuwige God, ontferm U over uwen dienaar, onzen Opperpriester N., en bestuur hem, volgens uwe goedertierenheid, op den weg der eeuwige zaligheid: opdat hij door uwe hulp, begeere wat U behaagt, en het met alle kracht volvoere.
ANDERE GEBEDEN
O God, van wicn de heilige verlangens, de goede raadgevingen en de heilige werken komeu; geef aan uwe dienaren dien vrede, welken de wereld niet geven kan; opdat onze harten aan uwe geboden verknocht worden, en do vrees voor vijanden geweerd ?ijnde, de tijden, door uwe bescherming rustig blijven.
Ontsteek, o Hoer, onze nieren en ons hart door het vuur van dea H. Geest: opdat wij U met 'een kuisch lichaam dienen, en met een zuiver hart behagen.
O God, Schepper en Verlosser van alle geloovigen; verleen aan de zielen uwer dienaren en dienaressen vergiffenis van alle zonden: opdat zij de barmhartigheid, welke zij altijd verhoopt hebben, door godvruchtige smeek ingen verwerven.
Voorkom, smeekon wij o Heer, onze handelingen door uwe ingeving, en vergezel ze met uwe hulp: opdat al onze gebeden en werken altijd met U beginnen, en, door U begonnen, met U eindigen.
Almachtige, eeuwige God, die over levenden en doodou heerscht, en ü entfermt over allen, van wie Gij te voren weet, dat zij door geloof en goede werken, de uwe zuilen worden: wij smeeken U ootmoedig, dat zij, voor wie
348
OP ELKEN DAG DEE WEEK.
wij besloten hebben te bidden, hetzij zij op deze aarde nog in hun lichaam verblijven, of van hun lichaam ontdaan, in de eeuwigheid zijn opgenomen, door de tusschenkomst van al uwe Heiligen en door uwe gocder-tierene liefde, vergiffenis van al hunne zonden verkrijgen, door onzer. Heer Jesus Christus. Amen.
v. Dat de almachtige en barmhartige Heer ons verhoore.
H. Amen.
v. Eu dat de zielen der geloovigeu, door Gods barmhartigheid rusten in vrede.
e. Amen.
349
ANDERE GEBEDEN
VOOR
Heer, ontferm U onzer.eer, ontferm U onzer.
Christus , ontferm U onzer.
Hoer, ontferm TJ onzer.
Christus, hoor ons.
Christus, verhoor ons.
God, Hemelsche Vader, ontferm U over de geloovige zielen.
God Zoon, Verlosser der wereld, ontferm IJ over de geloovigen zielen.
God, Heilige Geest, ontferm U over de geloovige zielen.
H. Maria, bid voor do geloovige zielen.
H. Maagd dor Maagden, bid vcor do geloovige zielen.
H. Michaiil, bid vcor de geloovige zielen.
350
OP EI,KEN DAG DEE WÈEK.
Alle Heilige Engelen en Aartsengelen, bidt
voor do geloovige zielen.
Alle Heilige rangen der zalige Geesten, H. Joannes, do Doopor,
H. Josef,
Alle heilige Aartsvaders en Profeten, H. Petrus,
Alle heilige Apostelen en Evangelisten, o H. Stephanns, °
H. Laurentius,
II. Ambrosius,
Alle heilige IJissehoppen en ]5elijdors, p Alle heilige Kerkleeraars,
Alle heilige Priesters en Levieten,
Alle heilige Monniken en Eremieten, H. Maria-Magdalena,
H. Catharina,
H. Barbara,
Alle heilige Maagden en Weduwen, komt
haar te hulp.
Alle Heiligen Gods, komt haar te hulp.
351
352 ANDERE GEBEDEN
quot;Wees genadig, spaar haar, Heer.
Wees genadig, verhoor haar, Heer.
Van alle kwaad, verlos haar. Heer.
Van uwe gramsehap.
Van de strengheid uws oordeels.
Van de macht der duivelen.
Van den knagcndcn worm des gewetens
Van do langdurige droefheid.
Van de wroede vlammen.
Van de ondraaglijke koude.
Van de verschrikkelijko duisternis.
Van hot schroomlijk klagen en weenen
Door uwo wonderbare Ontvangenis,
Door uwe heilige geboorte.
Door uwen allerzoetsten Naam,
Door uw Doopsel en heilig vasten,
Door uwe diepe verootmoediging.
Door uwe nauwkeurige gehocrzaamheid
Door uwe oneindige liefde.
Door uwe benauwdheden en Kwellingen
Door uw bloedig zweet.
Door uwe boeien en banden.
Door uwe geeseling.
Door uwe krooning.
Door uwe kruisdraging.
Door uwen bitteren dood.
Door uwe allerheiligste wonden.
OP ELKEN BAH DEE WEEK.
Door uw kruis en smartelijkst lijden, verlos haar. Heer.
Door uwe heilige verrijzenis, verlos haar, Heer. Door uwe wonderbare hemelvaart, verlos haar Heer.
Door de komst van den Heiligen Geest, den
Vertrooster, verlos haar Heer.
Op den dag des oordeels, verlos haar, Heer, Wij zondaren, wij bidden U, hoor ons. Die aan Maria vergiffenis verleend, en
den moordenaar verhoord hebt,
Die uit genade zalig maakt.
Die de sleutels van dood en hel hebt, Dat Gij U gewaardigt, dc zielen onzer J. ouders, nabestaanden en weldoeners uit cr de pijnen van den afgrond te verlossen, g; Dat Gij U gewaardigt, allo geloovige § overledenen tot dc eeuwige vreugde te d geleiden, ^
Dat Gij U gewaardigt, U te ontfermen 8 over die zielen, waarvan op aardo geene o uitdrukkelijke gedachtenis gehouden v wordt,
Dat Gij U gewaardigt, haar te sparen,
en kwijtschelding te verleenen.
Dat Gij U gewaardigt, haar verlangen te ■ vervullen, 92 23
353
ANDERE GEBEDEN
Dat Gij U gewaardigt, haar in het gezelschap uwe uitverkorenen op te nemen, wij bidden U, hoor ons.
O Koning der ontzaglijke heerlijkheid, wij
bidden ü, hoor ons.
O Zoon Gods, wij bidden ü, hoor ons. Lam Gods, dat wegneemt do zonden der
wereld, geef haar de rust,
Lam Gods, dat wegneemt de zonden der
wereld, geef haar de rust.
Lam Gods, dat wegneemt do zonden dor
wereld, geef haar de eeuwige rust. Christus, hoor ons.
Christus, verhoor ons.
Hoer, ontferm U onzer.
Christus, ontferm U onzor.
Hoer, ontferm U onzer.
Onze Vader, enz.
v. Van de poort der hol,
it. Verlos, Heer, hare zielen.
v. Heer, verhoor mijn gebed, e. En mijne roepstem komo tot U.
f Wij bidden U, o Heer, betoon aan de zielen van uwe dienaren en dienaressen, uwo eeuwige barmhartigheid: opdat het haar tot eeuwig heil verstrekke, dat zij in U gehoopt
354
OP EL KEN DAG DEE WEEK. 355
en geloofd hebben, door onzeu Hoer Jesua Christus, uwen Zoon, enz.
v. Heer geef haar de eeuwige rust, E. Eu het eeuwige licht verlichte haar. v. Dat zij rusten in vrede.
B. Amen.
f DE TREÜRZA.NG „Vies Irue. De toornedag.
De toornedag, die dag snelt aan,
Zal de aard in vlammen op doen gaan, Gelijk Sibyl en David spelleu.
Wat angst treft dan niet ieders borst, Wanneer Hij, do Üpperhemelvorst, Het vonnis over de aard komt vellen!
En 't graf, op schel bazuingeluid.
Van schrik verbleekt, zijn schoot ontsluit,
Om allo stof te zien ontwaken
Terwijl natuur, verbaasd en stom.
Dien onafzionbren volkendrom.
Dos Ilechters vierschaar ziet genaken.
Dau wordt het schuldboek aangebracht, Waarin heel 't mcnschelijk geslacht Zijn good en kwaad zal zien geschreven; Eu hoeft de Hechter 't pleit beslist.
Zoo is daarbij geen feit gemist,
Geheim of openbaar bedreven.
ANDERE GEBEDEN
Ach mij, ellendige, als ik beu.
Die hier in 't stof reecis schuld beken,
Hoe zal ik 't vonnis daar ontvluchten ?
Wie keert dan 't vreeslijk vonnis af
Der mij beschoren hellestraf,
Baar zelfs de Heiligen nog duchten?
Gij Heer, ontzagbre Majesteit,
Die louter uit barmhartigheid ,
Den uwen 't rijk des hemels opent;
O red ook mij, door uw genii;
Eu kom mij Jesus Bloed te sta,
quot;Waarop ik vol vertrouwen hopend,
Alleen mijn uitzicht heb gesteld. Ach Rechter, eer Gij 't vonnis volt. Bedenk, dat Ge ook om mij, kwaamt sterven. Dat Gij ook mij kocht met uw Bloed; Ach, zie mij kermend aan uw voet. Ach, laat mij uwe gunst niet derven,
Gij hebt mij onvermoeid gezocht.
Aan 't folterhout mij vrijgekocht.
En is dat al voor mij verloren?
O Hechter, streng, maar liefderijk.
Geef mij van uwe ontferming b'ijk, V6or dat uw toornedag zal gloren.
356
OP ELKEN BAG DER WEEK. 357
Ik zucht, met schaamte op 't aangezicht, ïe pletter liggend onder 't wicht Van talloozo en afgrijsbre zonden;
En toch nog blijft de hoop bij mij ;
Want heeft de moorder aan uw zij,
Maria zelfs geen heil gevonden ?
Wel is mijn bede uw oor niet waard.
Doch Gij, die liefst vergeeft en spaart.
Zult mij aan 't vuur dor hol uiet wijden; Maar eerder aan uw rechterzij,
Een plaats bestemmen ook voor mij,
Bij 't bokken en lamren scheiden.
Wanneer Gij 't doemtal van U stoot, Eu neerploft in der vlammen schoot,
O zij mijn lot dan met de vromen! In 't stof gebukt, voor U geknield,
Hoep ik, het hart met rouw bezield,
O laat me in 't einde tot U komen!
Ja met veel jammer, breekt hij aan Do dag, als do aard in vlam zal staan. Gelijk Sibyl en David spellen;
De stond als 't schepsel in 't gericht Gedaagd wordt voor Gods aangezicht, Om 't eeuwig vonnis te zien vellen.
AKDEKE GEBEDEN
Verhoor den zondaar, die hier schreit. Bewust van 't kwaad door hom bedreven, Ach, geef door 't overkostbaar Bloed, Waarmee Gij hebt voor hem geboet, Die steeds op U hoopt, 't eeuwig leven.
I. APLiATGEBEDEN VOOB. DE OVEBLEDENEtf.
Aan alle geloovigen, die onderstaande gebeden, voor de geloovige zielen, rouwmoedig en met bijvoeging eener godvmclitige overweging van het lijden onzes Heeren uitspreken, verleende Z. TI.Paus Pius VII, den' 7 Februari 1817:
lo, 300 dagen Aflaat telkens.
S-1. Vollen Aflaat, op een dag naar keuze, eenmaal in de maand, aan allen, die ze dagelijks bidden; mits Biechtende, Commnnieeerende en biddende volgens de intentie der H. Kerk.
N13. Deze Aflaten kunnen aan de zielen in het vagevuur toegevoegd worden.
Men bidde vijfmalen het Onze Vader, en vijf-malenhet Wees gegroet.
v. U smeeken wij dan, kom uwe dienaren te hulp, welke Gij door uw kostbaar Bloed verlost hebt.
r. Heer, geef haarde eeuwige rust, en het eeuwige licht verlichte hen.
Dat zij rusten in vrede. Amen.
358
OF ELKEN DAG DER WEEK. 359
II. AiXAATGEBED
Aan een der onderstaande gebeden op den aangewezen dag, godomchtig en rouwmoedig uitgesproken, met bijvoeging van één Onze Vader , één Wees gegroet, en den Psalm De profundi», Uit de diepten, verleenie Z. H. Paus Leo XII, den 18 November 1820:
1. 100 dagen Aflaat.
NB. Deze Aflaat kan aan de zielen in het vagevuur toegevoegd worden.
Op Zondag.
O Heer, almachtige God, ik bid U door bet kostbaar Bloed, dat uw goddelijke Zoou Jesus ia don Olijf hof gestort heeft, U te gewaardigen, de zielen in het vagevuur te verlossen; en ik verstout mij, mijue gebeden tot U te doen, ten voordeele vooral van de ziel, die het meest verlaten is; opdat het U behage, haar in den schoot uwer heerlijkheid te geleiden, alwaar zij U zal kunnen loven eu verheerlijken in alle eeuwen der eeuwen. Amen.
Onze Vader, Wees gegroet. De profundis, ■uit de diepten.
ANDERE GEBEDEN
Op Maanciag.
O Hoor, almachtige God, ik bid U door het kostbaar Elood, dat U Goddelijke Zoon Jesus in zijne smartelijke goeseling vergoten heeft, U te gewaardigen, de zielen uit het vagevuur te verlossen, en ik durf U in het bijzonder smeeken voor die ziel, welke het oogenblik van verlossing hot meest nabij is ; opdat zij welhaast in staat gesteld worde, U te loven en te verheerlijken door alle eeuwen dor eeuwen. Amen.
Onze Vader, Wees gegroet. Be profundis.
Op Dinsdag.
O Heer, almachtige God ; ik bezweer U bij het dierbaar Bloed, dat uw goddelijke Zoon Jesus, door de onmenschelijke kroning met doornen gestort heeft, ü te gewaardigen, de zielen uit hot vagevuur te verlossen; ik verstout mij U te bidden, vooral haar te hulp to komen, welke veroordeeld is, cm bet laatst uit die plaats van verschrikkelijke beproeving verlost te worden: opdat zij niet zoo lang toeve, om ü te gaan loven in den schoot uwer heerlijkheid, en ü te danken door alle eeuwen der eeuwen. Amen.
Onze Vader, Wees gegroet. De profundis.
360
OP ELKEgt; DAG DEB WEEK. 361 Op quot;Woensclag.
O Heer, almachtige God, ik smeek U door het kostbaar Bloed, dat uw goddelijke Zoon Jesus, gestort heeft, toen Hij de straten van Jerusalem doorgaande, hot kruis op zijne heilige schouderen droog, U te gewaardigen, de zielen uit het vagsvuur te verlossen; en ik durf U, vooral die ziel aan te bevelen, welke voor uw aanschijn do meeste verdiensten heeft; opdat, als zij zich bevindt op de plaats, welke voor haar in don schoot uwer heerlijkheid is bepaald, zij daar luide uwon lof late weergalmen, en zij zich met niets anders bezig houde, dan met U te danken door alle eeuwen der eeuwen. Amen.
Onze Vader, Wees yegroct. De profundis.
Op Donderdag,
O Heer, almachtige God; ik smeek ü door hot Lichaam en Bloed van uwen Qodde-lijkon Zoon Jesus, dat Hij daags vóór zijn lijden, tot spijs en drank aan zijne beminde Apostelen gaf, en dat Hij aan zijne gansche Kerk tot eene altijddurende offerande en tot een levondmakoud voedsel der geloovigen heeft nagelaten, ü te gewaardigen, de zielen
362 ANDERE GEBEDEN
uit hot vagevuur te verlossen, en bijzonder haar, welke het meest aan dat geheim van onmeetbare liefde gehecht was, opdat zij U en uwen Goddelijken Zoou en den H. Geest in den schoot uwer heerlijkheid, voor deze groote woldaad gedurende de gansehe eeuwigheid love. Amen,
Onze Vader, Wees gegroet. De profmdis.
Op quot;Vrijdag.
O lieer, almachtige God, ik bezweer ü bij het kostbaar Bloed, dat uw goddelijke Zoon Jcsus, op den kruisboom gestort heeft, maar vooral door dat Bloed, dat uit zijne heilige handen en voeten vloeide, U te ge-waardigen, de zielen uit het vagevuur te verlossen: laat mij toe, o mijn God, dat ik mij verstoute, U te bidden, bijzonder voor haar, voor wie ik het meest verplicht ben te bidden; opdat ik mij geen verwijt kunne doen, dat Gij haar niet spoedig in het bezit uwer heerlijkheid stelt, om daar uwe lofzangen te zingen en ü te bedanker gedurende de geheelo eeuwigheid. Amen.
O/ize Vader, Wees yeyroet. De pro/mtdis.
OP ELKEN DAG DER WEEK. 363 Op Zaterdag.
O Heer, almachtige God, ik smeek U door het, kostbaar Bloed, dat uit de zijde van uwen goddolijken Zoon Josns vloeide, en wel terwijl zijne heilige en diepbedroefde Moedor tegenwoordig was, U te gewaardigen, de zielen uit het vagevuur te verlossen; doch bijzonder haar, welke zich het meest onder-soheideu heeft door hare gehechtheid aan deze verhevene Koningin: opdnt zij zonder uitstel, in den schoot uwer heerlijkheid worde toegelaten, om U daar in haar en haar in ü to loven door allo eeuwen der eeuwen. Amen,
Onze Vader, Wees yegroet. Be profundis.
II. APLAATGEBEDEN VOOK DE ZIELEN IN HET VAGEVUUR.
Z. H. Paus Clemens XIV, verleende den 14 Augustus 1730, aan alle geloovigen, welke '3 avonds, een jaar lang, na liet Angelus, godvruchtig geknield en lij het kleppen met da klok, bidden den Psalm De profundis, Vit het diepste , blz. 202 en liet „Heer verleen haar, ens''
1». Telkens een allaat van 100 dagen.
2o. Een vollen Aflaat aan hen, die ze dagelijke uitspreken; te verdienen op een dag naar verkie-
ANDERE GEBEDEN
zing, mits Biechtende, Comtnunicecrende en biddende volgens de intentie der Kerk.
NB. Die dezen Psalm niet kennen, volstaan , met op dezelfde wijze te bidden, eenmaal het Onze Vader en eenmaal het Wees gegroet, met bijvoeging van het: 0 Heer, verleen haar enz.
Die zich op eene plaats bevindt, alwaar het genoemd teeken niet gegeven wordt, verdient dezelfde Aflaten, als hij deze gebeden, op dezelfde wijze en op het genoemde nur, uitspreekt.
* AFLA ATGEBEDEN EN OEFENINGEN ter vereering van het Allerheiligste Hart van Jesus,
Z H. PausPius VII, verleende den 7 Juli 1S15 aan alle geloovigen, op den feestdag van het H. Hart van Jesus, hetzij deze Vrijdags na het Octaaf van H. Sacramentsdag, hei;zij deze door den Bisschop der plaats, op een anderen dag is overgebracht:
Vollen Ailaat; mits Biechtende, Communieee-rende en bezoekende eene Kerk of oneubare bidplaats, en daar biddende voor de noodwendigheden der Kerk.
NB. Deze Aflaat kan aan de zielen in het vagevuur toegevoegd worden.
* In alle tijden was het H. Hart van Jesus
364
OP ELKEN EA.G DER WEEK. 365
een voorwerp van godsvrueht der beroemste Heiligen ; doch. Het is dit vooral voor alle Godvruchtige Christenen geworden, sedert de zalige zuster Margarctha Maria Alacoque, religieuse der Visitatie in het klooster van Paray-le-Monial, Bisdom van Autun, (Frankrijk) door Jesus Christus zei ven , omstreeks het jaar 1675, belast werd, deze godsvrucht te doen kennen en te vermeerderen; zij werd door de Opperherders der Kerk goedgekeurd, en op den 23 April 1856, maakte Z. H. Paus Pius IX daarvan een algemeen feest voor geheel de Kerk. Ten einde deze devotie bij alle Christenen te bevorderen, gaf dezelfde Paus, door eene uitnoodiging aan alle Bisschoppen der Katholieke wereld den vurigen wensch te kennen, dat, in het Jubeljaar van 1875 den 16 Juni, alle geloovigenzich plechtig aan het H. Hart van Jesus zouden toewijden; waaraan dan ook door de geloovigen met den meesten ijver en luister is beantwoord.
ANDEBE GEBEDEN
LITANIE TOT HET H, HART VAN JESUS.
Hoor, ontferm U onzer.oor, ontferm U onzer.
Jesus Christus, ontferm U onzer.
Heer, ontferm U onzer.
Jesus Christus, hoor ons.
Jesus Christus, verhoor ons. God, Hemelsche Vader, ontferm U onzer. God, Zoon, Verlosser der wereld. God, Heilige Geest,
Heilige Drievuldigheid, cén God, g
Hart van Jesus, zelfstandiglijk verecnigd g; mot het Woord, 3
g woonplaats der H. Drievuldigheid, o ^ bron van wijsheid, g
g zeo van goedheid,
-g troon van barmhartigheid, B onuitpulbare schat.
3ö6
OP ELKEN BAG DEE WEEK. 367
Hart van Jesus, uit welks volheid, wij alles ontvangen hebben, ontferm U onzer.
onze vrede eii verzoening',
voorbeeld aller deugden,
dat oneindig bemind en beminnenswaardig is,
bron, die tot het eeuwige leven ont springt,
voorwerp van het welbehagen des ho-
melsehen Vaders,
verzoening voor onze zonden,
S aan het kruis uitgeput van Eloed, p door droefheid verbrijzeld om onze zonden,
nog aanwezig in het allerhoiligsto Sacrament der liefde ,
door de monsehen beleedigd en versmaad,
toevlucht der zondaren,
sterkte der zwakkeu,
troost der bedrukten,
volharding der rechtvaardigen.
368 ANDEHE GEBEDEN
Hart van .Tosus, heil van hen, die op U
Iiopen, ontferm U onzer.
Hart van Jesus, hoop der stervenden, g_ Hart van Jesus, gewensohte steun van al g
uwe aanbidders,
Hart van Jesus, genoegen aller Heiligen, ^ Hart van Jesus, onze hulp in rampen, g die over ons worden uitgestort, p
Lam Gods, dat wegneemt de zonden der
wereld , spaar ons, Heer.
Lam Gods, dat wegneemt do zonden dor
wereld , verhoor ons , Heer.
Lam Gods, dat wegneemt de zonden der
wereld, ontferm U onzer.
Jesus Christus, hoor ons.
Jesus Christus, verhoor ons.
I. AFLAATG-EBED.
tot het H. Hart van Jesus,
(Vit de liaccolta di orazioni etc,)
(Z. H. Paus Pius Vil verleende 26 September 1817, aan alle geloovigen, die onderstaande toewijding aan het H. Hart van Jesus, rouwmoedig en bij eene afbeelding daarvan uitsprelccn:
lo. 100 dagen Aflaat, eenmaal daags te verdienen.
OP ELKEN DAG DER WEEK. 369
2'3. Vollen Aflaat £,an hen, die het één maand lang, dagelijks bidden; en op een dag, naar verkiezing, Biechtende, Communiceerende en biddende volgens de meening der Kerk,
N.B. Deze Aflaten kunnen aan de zielen in het vagevuur toegevoegd worden.
O mijn minnelijke Jcsus, ik, N. N., om U mijne erkentelijkheid te ietuigen, en mijne tronwlooslieden te herstellen, geef U mijn hart, en ik wijd mij geheel aan U toe; en, met de hulp uwer genade, maak ik het voornemen, in het vervolg niet meer te zondigen.
II. AFLAATGEBED tot liet II. Hart van Jesus.
Z. H. Paus Pius VII verleende den 12 Februari 1808, aan alle geloovigen, die onderstaande gebeden tot het H. Hart van Jesus godvruchtig bidden, er bij voegende driemaal het Onze Vader. Wees gegroet, Here zij den Vader, enz.
1°. 300 dagen aflaat, eenmaal daags.
2o. Vollen Aflaat, eenmaal in de maand aan allen, welke ze gedurende een maand, alle dagen bidden; te verdienen op een dag naar keuze; mits Bieehtende , Communiceerende en biddende voor de noodwendigheden der Kerk.
92 24
ANDERE GEBEDEN
N.B. Deze Aflaten kunnen aan de zielen ia het vagevnnr toegevoegd worden.
Het Woord is vleesch geworden, en Het heeft onder ons gewoond.
Eeuwig Woord , uit liefde tot ons mensch geworden; zie, ootmoedig voor uwe voeten liggende, bidden wij U aan met den diepsten eerbied; en, om'onze verledene ondankbaarheid, voor eene zoo groote weldaad te herstellen, vereenigen wij ons met allen, die U liefhebben, en brengen U onze nederigste en hartelijkste dankzegging. Getroffen door de groote mate van ootmoed, liefde en zachtmoedigheid , die wij in uw goddelijk Hart ontwaren j bidden wij U, ons de hulp uwer genade te verleenen : opdat wij U in deze, U zoo bevallige deugden, mogiïn navolgen.
Onze Vader. Weesgegroet. Here zij den Vader.
Die voor ons werd gekruisigd, geleden heeft onder Pontius Pilatus, en is begraven geworden.
O Jesus, onze beminnenswaardige Verlosser, zie, ootmoedig voor uwe voeten liggende, bidden wij U aan met den diepsten eerbied; en, om U een bewijs te geven onzer droefheid, welke wij gevoelen om onze ongevoe-
370
OP ELK EN BAS DEE WEEK. 371
lighoid orcr al den smaad en do smarten, welke uw liefdevol Hart tot ons heil in uw smartelijk lijden en slermi, wilde verduren, vereenigen wij ons mot allen die U liefhebben, om U uit geheel ons hart, dank te zeggen. Wij bewonderen het oneindig geduld en de grootmoedigheid van uw goddelijk Hart, en smeeken U, onze harten met dien Christelijken geest van versterving te vervullen, die ons alle lijden kloekmoedig zal doen aannemen, en die in de toekomst onzen grootsten troost en al onzen roem in uw kruis zal doen stellen.
Onze Vader. Weesgegroet. Here zij den Vader.
Gij hebt ons eene Spijs uit den hemel gegeven, welke al wat behagelijk is, in zich bevat.
O Jesus, brandende van liefde tot ons; zie, ootmoedig voor uwe voeten liggende, bidden wij U aan met den diepsten eerbied, en, om ü schadeloos te stellen voor do beleedigingen, welke uw Goddelijk Hart dagelijks in het allerheiligste Sacrament des Altaars worden aangedaan, vereenigen wij ons met allen, die U liefhebben, en die U het meest voor uwe weldaden dankbaar zijn. Wij beminnen in uw Hart dat onbegrijpelijk vuur van liefde, waarmede het tot uwen hemelschen Vader ont-
ANDERE GEBEDEN
stoken is; en wij smcekon U, ontsteek onze harten door eene brandende liefde tot U en tot onzen naasten.
Onze Vader. Weesyeyroet. Eerezijden Vader.
Eindelijk, o beminnenswaardige Jesus,smee-ken wij U door de gooderticrenhoid van uw goddelijk Hart, de zondaren tebokcoren, de bedroefden te troosten, do stervenden bij te staan, en do zielen in liet vagevuur op te beuren. Vereenig onze harten door den band van vrede en liefde; behoed ons voor een on-verwaehten dood, en Iaat ons einde heilig en kalm zijn. Amen.
v. Ilart van Jesus, brandende van liefde tot ons.
E. Ontvlam onze harten door eene vurige liefde tot U.
Verleen ons, wij smeekeu U er om, o almachtige God, dat even als wij, door ons op het allerheiligste Hart van uwen zeer beminnelijkeu Zoon te beroemen, op nieuw de voornaamste weldaden zijner liefde tot ons vereerd hebben, wij ons evenzoo in de mede-deeling en de vruchten, welke zij in ons zullen voortgebracht hebben, mogen verblijden, door denzelfden onzen Heer Jesns Christus, die God zijnde, met U leelt en regeert, enz. Amen.
372
OP ELKEN DAG DEE, WEEK. 373
O Goddelijk Hart van mijnen Jesus; ik aanbid U met al de krachten mijner ziel, en wijd U deze voor altijd toe, als ook al mijne gedachten, mijne woorden, werken en al wat ik btn. Ik wenschte, dat al mijne werken van aanbidding, van liefde en loltnigingen, zoo veel dit mogelijk is, overeenkwamen met die, welke Gij uwen hemelschen Vader betoont. quot;Wees, ik bid het U, de beheerscher mijner fouten, de beschermer mijns levens, mijne toevlucht en mijn toevluchtsoord in de ure van mijnen dood. quot;Verleen mij, ik bezweer het U door de smarten en bitterheden, waarmede Gij, gedurende uw sterflijk leven op aarde uit liefde tot mij overladen zijt geweest, een oprecht berouw over mijne zonden, eene verachting der aardsche goederen, een vurig verlangen naar de eeuwige heerlijkheid, een groot vertrouwen op uwe oneindige verdiensten, en de volharding in uwe genade tot mijn einde.
O Hart van Jesus, dat louter liefde zijt; ik draag U deze nederige geboden op voor mijzelven en voor allen, die zich met mij .vereenigen om U te aanbidden; verwaardig U, ze in uwe oneindige liefde aan te nemen en te verhooren, vooral voor hem, die onder ons, het eerst zijn sterflijk leven zal eindigen.
ANDERE GEBEDEN
O Allerzachtmoodigst Hart van mijuon Verlosser , stort bij zijnen doodsangst, uwe oneindige vertroostingen in zijne ziel uit, neem hem op in uwe heilige wonden, reinig hem in dien liefde-oven van alle vlokken, en verwaardig U, hem in uwe heerlijkheid op te nemen: opdat hij daar bij U, worde een voorspreker voor allen, die nog op deze aarde van ballingschap zullen blijven.
O allerheiligst Hart van mijnen beminne-lijken Jesus; ik wil zoo lang ik leef, ieder oogenblik mijns levens, deze oefeningen van aanbidding en deze gebeden vernieuwen, en ze U opdragen voor mij zeiven, ellendige zondaar als ik beu, en voor alleu, die zich vereenigd hebben om U te aanbidden. Ik beveel aan uwe hoede, o mijn Jesus, de heilige Kerk, uwe zeer geliefde bruid en onze waarachtige moedor, de rechtvaardige zielen, de arme zondaars, de bedroefdan, de stor-vendou en alle mensclien; gedoog niet, dat uw Bloed, hetwelk voor hen gestort is, voor hen vruchteloos zij. Eindelijk gewaardig U, dezo gebeden tot verkwikking der zielen in het vagevuur aan te nemen, en bijzonder voor haar, die in haar leven, ecne heilige genegenheid hadden, om U te aanbidden.
374
OP ELKEN DAG DER WEEK. 375
O beminnelijkste Hart vau Maria, gij, die onder alle harten van alle schepselen zijt het zuiverste, hot meest van liefde brandende tot hot Hart van Jesus, en het meest vervuld van medelijden jegers ons, arme zondaars; vonvert voor ons van Jesus Hart, onzen Verlosser, de genade, om welke wij u bidden. Moedor der barmhartigheid, een enkelo zucht, oen enkele beweging van uw vlammend Hart tot het Hart van nwon goddelijken Zoon, kan ons eone gehcele vertroosting aanbrengen; verleen ons dan deze genado, on dat goddelijk Hart van Jesus zal, bewogen door de kinderlijke liefde, die het had en altoos tot u zal hebben, zeker niet ontbreken, ons te verhooren. Amen.
III. KRANS VAN AÏLAATGEBEDEN TOT HET H. HART VAN JESUS.
Z. H. Paus Pius VH, hcehtte den 20 Maart 1315, aan de volgende gebeden, rouwmoedig en godvruchtig uitgesproken;
lo, 300 dagen Allaat, telkens.
3o. Vollen allaat, eenmaal in de maand aan allen, welke ze gedurende één maand, eenmaal daags bidden ; te verdienen op een dag naar keuze; mits Biechtende, Communiceerende en biddende voor de noodwendigheden der Kerk.
ANDEBE GEBEDEN
O God, zio neer, ora mij te helpen.
O Heer, haast U, om mij bij te staan.
Eero zij den Vader.
O beminnelijke Jesus; als ik denk aan do goedheid van uw Hart, en ontwaar, dat het vervuld is met medelijden en zachtmoedigheid tot de zondaars, gevoel ik het mijne van vreugde opspringen; ik durl dan met vertrouwen hopen, dat Gij U zult gewaardigen, mij gunstig te ontvangen. Ik heb waarlijk eene grooto menigte van zouden bedreven; doeh thans, in navolging van Petrus en Mag. dalena, verfoei en beween ik zo, omdat Gij, die het hoogste goed zijt, daardoor beleedigd zijt; schenk mij daarvan eeno volledige vergeving. O mocht ik, alvorens U wederom t3 beleedigen, door uw lieidovol Hart, ik bid het U, sterven, en slechts leven, om U te beminnen.
(Hier bidde men één Oma Vader, vijfmaal Here zij den Vader en het volgende gebei) :
O beminnelijk Hart van mijnen Jesus, verleen mij, dat ik U meer en meer beminne.
2. Ik loof, o mijn Jesus, uw allerootmoedigst Hart, cn zeg U dank, omdat Gij hetzelve tot voorbeeld stellende, mij niet alléén krachtdadig opwekt, om het na te volgen, maar ook
370
OP ELKEN Igt;AQ DEE WEEK. 377
omdat Gij door uwe vernederingen er mij den weg toe aanwijst en opent. O hoe ondankbaar en ongevoelig was ik; hoe menigmaal ben ik afgedwaald! Schenk mij vergilTenis: neen, geen hoogmoed, geeno verheffing meer! Ik wil U voortaan in uwe vernedermgon, met een nederig hart volgen, en den vrede en de zaligheid erlangen. Verleen Gij zelf aan mij de noodige sterkte, en ik zal altoos uw Hart loven.
Één Onze Vader; vijfmaal hot Here zij den Vader, en het gebed; O beminnelijk Hart.
■ 3. Ik bewonder, o mijn Jesus, de lijdzaamheid van uw Hart, en zeg U dank, omdat Gij ons zoovele wonderbare voorbeelden van eeue on-verwinbare lijdzaamheid hebt gegeven. Helaas! te vergeefs tot nu toe, verwijten zij mij mijne teergevoeligheid, welke niets kan onderstaan. Aohl mijn Jesus, stort in mijn hart eene brandende en blijvende liefde voor de kwellingen , kruisen, verstervingen en boeten: opdat ik, U naar den Calvarieberg volgende, met U moge genaken tot de heerlijkheid en vreugde van het paradijs.
Eén O'ize Vader; vijf maal het Eere zij den Vader, en het gebed: o beminnelijk Hart.
4. Op het zien van uw Hart, dat zoozeer
1
378 ANDERE GEBEDEN
vau zachtmoediglieid vervuld is, o goddelijke Jesus, heb ik eeu afkeer van het mijne, dat zoo zeer van hot uwe verschilt. Helaas! het is waar, dat ééne bewoging, één scherp woord, één niets in staat zijn, mij te verstooren en te bedroeven; vergeef mij mijne oploopend-heid en verleen mij de genade, voortaan jegens al hetgeen mij weerstreeft, uwe onveranderlijke zachtmoedigheid na te volgen, en daardoor altoos een heiligen vrede te bezitten.
Eén Onze Vader; vijfmaal Eerezijden Vader, en het gebed: o beminnelijk Hart.
5. Ja, o mijn Jesus, men zinge loftui-gingen ter eere van uw edelmoedig Hart, dat hol en dood overwon; hot verdient deze lof-tuigingen zeer. Wat mij betreft, ik ben meer dan ooit beschaamd, als ik beschouw, dat het mijne zóó kleingeestig is, dat het de geringste uitdrukking en de minste beloediging vreest; doch voortaan, zal het zóó niet meer wezen. Van ü verzoek ik den noodigeu moed, om in mijn leven de vijanden mijner zaligheid te bevochten en te overwinnen; opdat ik vervolgens met U in de vreugde van het paradijs moge zegepralen.
Één Onze Vader; vijfmaal Eere zij den Vader, en het gebed: O leminnelijk Hart.
OP ELKEN DAG DER WEEK. 379
(Wenden wij ons thans tot de H. Maagd Maria, en met vol betrouwen op haar moederlijk Hart, bidden wij haar, terwijl wij ons aan haren dienst toewijden:)
Heilige Maagd Maria , Moeder van God en ook de mijne; ik smeek ü door do ontelbare verdiensten van uw zachtmoedigste Hart, verkrijg voor mij eene waarachtige en standvastige toegenegenheid tot het heilig Hart van uwen goddclijken Zoon; opdat ik, aan hetzelve toewijdende al mijne gedachten en al mijne genegenheden, mijne plichten steed.3 moge vervullen, en mij altoos en vooral van daag daarop moge toeleggen, Jesus mot eene heilige vreugde te dienen.
v. O Hart van Jesus, brandende van liefde tot ous ,
n. Onsteek onze harten door het vuur uwer liefde.
Wij bidden U, o Heer, Jat de Heilige Geest ons door dat vuur outsteke, hetwelk onze Heer Jesus Christus, uit het diepste zijns Harten genomen heeft, om het op aarde te brengen, en dat Hij zoo vurig wenscht, daar te zien branden. Hij, die God zijnde, leeft en regeert met God den Vader, in de eenheid van denzelfden Heiligen Geest in alle eeuwen der eeuwen. Amen.
ANDERE GEBEDEN
Patroon der EC. Kerk.
Heer, ontferm U ouzer.eer, ontferm U ouzer.
Christus, ontferm U onzer.
Heer, ontferm U onzer.
Christus, hoor ons.
Christus, verhoor ons.
God, hemolsche Vader, ontferm U onzer. God, Zoon, Verlosser der wereld, ontferm U onzer.
God, Heilige Geest, ontferm IJ onzer. II. Drievuldigheid, cón God, ontferm U ouzer. Heilige Maria, Bruid van den H. Josef, Heilige .Tosef, Bruidegom van de H. Maagd o-Maria, ^
Beschermer en voedstervader van Jesus, g Man volgens Gods Hart,
Getrouwe en voorzichtige dienaar, g
Bewaarder van Maria's maagddom,
Geleider en troost der H. Maagd Maria,
380
OP ELKEN DAG DER quot;WEEK, 381
Allerzuiverst in maagdolijklieid, bid voor ons. Allerdiepst in ootmoedigheid,
Allervurigst in liefde tot God, Allerverhevenst in beschouwing van goddelijke zaken,
Die volgons de getuigenis van den Heiligen Geest zeiven, een rechtvaardig man zijt bevonden.
Die boven alle anderen, met do H. Geheimen bekend waart .
Die over het heilig geheim der Menseh-wording van het Woord, door don hemel ^ zijt ingelicht, pj
Die met de Maagd Maria, toen zij, uwe g gehuwde Bruid, bevrucht was, naar ° Bethlehem zijt heengereisd, g
Die, geen verblijf in de herberg vindend, quot;
u naar eenen stal hebt begeven, Die waardig waart, tegenwoordig te zijn, toen Christus werd geboren en in eene krib gelegd,
Die Christus, bij zijne besnijdenis, den
naam van Jesus hebt gegeven.
Die met Maria, zijne Moeder, het Kind Jesus in den tempelaan den Heer hebt geollerd. Die, door den Engel gewaarschuwd, Jesus opgenomen hebbende, met zijne Moeder naar Egypte zijt gevlucht.
ANDERE GEBEDEN
Die na Herodes dood, met hot Kind en zijne Moeder naar liet land van Israël zijt weergekeerd, bid voor ons.
Die Hem, zittend in het midden der leer- g; ami, ua drie dagen, blijde hebt terug- lt; gevonden, °
Die don Heer der hoeren, op aarde als g uwen onderdaan hebt gehad, ^
Wiens Loftitel in het Evangelie is; Eeht-genoot van Maria, uit wie Jesus geboren is,
Onzo voorspreker, hoor ons, H. Josef.
Onze beschermer, verhoor ons, H. Josef. In al onze noodwendigheden, heipons H. Josef. In al onze benauwdheden, hely ons, H. Josef In het uur van onzen dood, help ons H.
Door uw allerknisehst huwelijk, ^
Door uwe vaderlijke zorg en trouw.
Door uwe zeer hooge verheffing e i eeuwige gquot; gelukzaligheid, °
Door uwe getrouwe tussohonkomst, §
383
OP ELKEN DAG DEK WEEK.
Wij, uwo beschermelingen, wij bidden U hoor ons.
Dat gij u gewaardigt, Gods Kerk op aarde, die u als Beschermer heeft geko. zen, door uwe gebed en te besehermcn , Dat gij u gewaardigt, allo vereenigiugen, die in uwen naam vergaderen 011 ouder uwe bescherming zijl ingesteld, met ecne vaderlijke hulp altoos bij te staan , Dat gij u gewaardigt, voor allo christelijko ^ vergaderingen oene volmaakte liefde en «=: eendracht van God te verzoeken, Squot;.
t .. . P-i
Dat gij u gewaardigt, allo huisvaders in de g-Christelijke opvoeding hunner kinderen 13 behulpzaam te wezen,
Dat gij u gewaardigt, voor alle maagden o en gehuwden, do hunnen staat betamende ° kuischhoid, af tc smeeken, §
Dat gij u gewaardigt, ons getrouw aan quot;
Jesus en Maria aan te bevelen.
Dat gij u gewaardigt, allen, die zich op uwe bescherming verlaten, te behoeden, Dat gij u gewaardigt, voor ons aau Jesus vugifffnis onzer zondente verzoeken. Dat gij u gewaardigt, ons in de ure van onzen dood, met Jesus en Maria te bezoeken en te helpen,
383
ANDEBE GEBEDEN
Dat gij u gewaardigt, alle geloovige overledenen door uwe tussclienkomst bij te staan, wij bidden U, hoor ons.
O kuisehs Bruidegom van Maria, wij bidden
U, hoor ons.
O getrouwe Voedstervader van Jcsus, wij
bidden U, hoor ons.
O Beschermer van Gods Kerk, wij bidden
U , hoor ons.
O heilige Josef, wij bidden U , hoor ons. Lam Gods, dat wegneemt de zonden dor
wereld, spaar ons , Heer.
Lam Gods, dat wegneemt de zonden der
wereld, verhoor ons. Heer.
Lam Gods, dat wegneemt de zonden der
wereld, ontferm U onzer.
Christus, hoor ons.
Christus, verhoor ons.
Heer, ontferm U onzer.
Christus, ontferm L' onzer.
Heer, ontferm ü onzer.
Onze Vader, enz.
f Wij bidden U, o Heer, dat wij door de verdiensten des Bruidegoms uwer allerheiligste Moeder geholpen worden; opdat hetgeen wij niet door ons zeiven kunnen verkrijgen,
384
OP EL KEN DAG DER WEEK. 385
ons dit door zijne tussoheukomst vcrlccmd worde', die God zijnde, met God, den Vader leeft en regeert, in do eenheid van den Heiligen Geest, in alle eeuwen der eeuwen. Amen. v. Eid voor ons H. Josef,
e. Opdat wij de beloften van Christus waardig worden.
AFLAATGEBED
ter vereering van den H. Josef.
Z. H. Paus Pins Vil hechtte den 9 December 1819 aan de volgende gebeden, rouwmoedig uii-gesprolcen, om de zeven smarten en de zeven vreugden van den H. Josef te vereeren:
lo. 100 dagen Allaat, eenmaal op den dag te verdienen.
Zquot;. 300 dagen Aflaat eiken Woensdag, en op eiken der negen dagen vóór het Hoogfeest van den H. Josef (den 19 Maart) en op eiken der negen dagen vóór zijn Patroonfeest (den derden Zondag na Pasclien.)
3q. Vollen Aflaat den 19 Maart en den derden Zondag na Paselien, deze oefening biddende; mits Biechtende en Communiceerende.
4o. Vollen Aflaat op een Biecht- en Communiedag naar keuze, eenmaal in de maand aan allen, die gezegde gebeden gedurende een maand, dagelijks uitspreken. 25
ANDEKE GEBEDEN
N.B. A.1 dezo Aflaten knnuen aan de zielen in het vagevuur toegevoegd worden.
Daarenboven verleende Z. H. Paus Pius IX den 23 Maart 1847, aan alle geloovigen, die de volgende gebeden rouwmoedig ter vereering der zeven smarten en vreugden van den II, Josef, op zeven elkander volgende zondagen, uitspreken :
lo. Een vollen Aflaat aan hen, die op elk dier zeven zondagen, deze gebeden uitsprekende, gebiecht en gecommuniceerd hebben, en eene openbare Kerk bezoekende, daar godvruchtig bidden volgens het inzicht van Z. H.
2o. Die deze gebeden niet kunneu uitspreken, verdienen denzelfden Aflaat, biddende zesmaal Onze Vader. Wees gegroet. Eere zij den Vader. en volbrengende de andere voorgeschrevenc werken.
I. AFLAATGEBEDEN ,
om de zeven smarten en de seven vreugden van den H. Josef te vereeren.
1. O allerheiligste J?ruidegoin van Maria, verlieorlijkte H. Josef; zoo smartelijk als de droefheid en angsten van uw hart waren, toon gij dacht, u van uwe onbevlokto Bruid te moeten scheiden; even zoo levendig was uwe vreugde, toen do Engel u het geheim der Menschwording openbaarde.
380
OP ELKBN DAS DER WEEK. 387
Door deze droefheid eu door deze vreugde, bidden wij u : u te gewaardigén, onze zielen nu en in onze laatste oogcublikken te troosten, door de genade voor ons te vorkrijgen, dat wij een heilig loven leiden, on dat wij eeuen dood, gelijk aan den uwen sterven, tussohon de armen van Jesus en Maria.
Onze Vader. Wees gegroet. Here zij den Vader.
2. O allergelukkigsïo Patriarch, vorheor-lijkte H. Josef, uitverkoren tot do uitstekende waardigheid van voedstervader des vleeseli geworden Woords ; de smart, welke gij onder-gingt, toen gij het Kind Jesus in zoo groote armoede zaagt geboren worden, word spoedig in eeno hemelsche vreugde opgelost, toen gij den zang der Engelen vernaamt, en getuige waart van de heerlijke voorvallen in dien luistervollon nacht.
Door deze smart en door deze vreugde, bidden wij u: o wil ons de genade verwerven, dat wij na dit loven, worden toegelaten, om de heilige lofzangen der Engelen te hooren, en den glans dor hemelsche heerlijkheid te genieten.
Onze Vader. Weesgegroet. Eere zij den Vader.
3. O volmaakt toonbeeld van onderwerping aan Gods geboden, verheerlijkte H. Josef;
388 andere gebeden
de beschouwing van liet kostbaar Bloed, dat de Verlosser in zijne kindsheid, bij zijne besnijdenis heeft vergoten, drukte uw hart door droefheid; doch toen gij Hem den naam van Jesus gaaft, werd het opgebeurd, en met vertroosting vervuld.
Door deze smart en door deze vreugde, verkrijg voor ons, dat wij, na al onze zonden in dit leven uitgewischt te hebben, met blijdschap mogen sterven, terwijl wij mot hart eu mond don allerheiligsten naam van Jesus aanroepen.
Onze Vader. Wees gegroet. Here zij den Vader.
4. O allergetrouwste Ueilige, verheerlijkte H. Josef, aan wien de geheimen onzer verlossing worden geopenbaard; veroorzaakte u de voorzegging van Simeon eene doodelijko smart, toen gij daardoor vernaamt, wat Jesus en Maria zouden moeten lijden; maar toch vervulde zij u tevens met eene heilige vreugde; omdat zij u aankondigde, dat die smart zou opgevolgd worden, door de redding van eene ontelbare menigte zielen , die tot het leven zouden opstaan.
Door deze smart en door deze vreugde, verzoek voor ons, dat wij tot het getal mogen behooren van hen, die door de verdiensten
OP EIKEN DAG DER WEEK. 389
van Jesus Christus, en door de voorbede dor Maagd Maria, tot de Leerlijklieid zullen opstaan
Onze Vader. Weesgegroet. Here zij den Vader.
5. O allcrwaakzaamsto Bewaarder van Gods mensoli geworden Zoon, verheerlijkte H. Josef; hoeveel hebt gij doorgestaan, om den Zoon des Allerhoogsten te dienen en in zijn onderhoud te voorzien, vooral op do vlucht naar Egypte; doch hoe moest het u tevens opbeuren, dat gij den Zoon Gods steeds bij u had, en dat gij bij zijne nadering, da afgodsbeelden der Egyptenaren zaagt ter aarde storten.
Uoor dezo smart ^en door deze vreugde verwerf ons, dat wij, terwijl wij steeds den helschen vijand van ons verwijderd houden, vooral door de vlucht van gevaarlijke gelegenheden , verdienen te zien , dat alle afgoden van aardscho genegenheden uit onze harten verdwijnen, en dat wij,geheel aan den dienst van Josus eu Maria toegewijd, alléén ter hunner eere leven, en mot vreugde onze laatste ademhaling hun opdragen.
Onze Vader Wees gegroet. Eere zij den Vader.
6. O Engel der aarde, verheerlijkte H. Josef, die met verwondering den Koning des
ANDERE GEBEDEN
hemels op uwe wenken hebt zien gehoorzamen; ■werd de troost, dien gij bij zijne terugvoering uit Egyple smaakte, door de vrees voor Ar-chelaüs gestoord; docli door den Engel gerust gesteld, verblceft gij met vreugde te Nazareth, in het gezelschap van Jesus en Maria.
Door deze smart en door deze vreugde, verwerf voor ons, dat wij, van alle vrees, welke ons schadelijk zou kunnen zijn, bevrijd, den vrede des gewetens genieten; dat wij met Jesus en Maria vercenigd, in veiligheid leven, en dat wij onze zielen, op het oogenblik van onzen dood, in hunne handen overgeven.
Onze Vader. Wees gegroet. Here zij denVader.
7. O toonbeeld van heiligheid, verheerlijkte H. Josef; die, toen gij het Kind Jesus zonder uwo schuld verloren had, het gedurende drie dagen, diep bedroefd hebt gezocht, tot op het oogenblik, dat gij het, tot uwe grootste vreugde, welke gij ooit in uw leven gevoelde, in don tempel, onder do leeraren terugvondt.
Door deze smart en door deze blijdschap bidden wij u, u te gewaardigen, uwen invloed bij God te gebruiken; opdat wij Jesus nimmer door eene doodzonde verliezen; doch mocht ons dat ooit overkomen, dat wij Hem dan,
390
OP ELK EN DAG DER WEEK. 391
met de diepste droefheid op nieuw zoeken, tot dat wij Hem genadig wedorvinden, vooral op het oogenblik vau onzeu dood, ten einde Hem ver volgons in den hemel te gaan genieten, en met u zijne goddelijke barmhartigheid, gedurende do gansehe eeuwigheid, te pr'jzen. Onze Vader. Wees gegroet. Here zij den Vader. Jesus omtrent dertig jaren oud, was, aaar men meende, de zoon van Josei.
v. Eid voor ons heilige Josef,
E. Opdat wij de beloften van Christus waardig worden.
f O God, die door eenc onuitsprekelijke voorzienigheid, TJ gewaardigd hebt, don H. Josef tot den Bruidegom uwer allerheiligsf e Moeder te kiezen; verleen, wij bidden U, dat wij, die hem op aarde ris onzeu beschermer vereeren, verdienen mogen, hem in den hemel als voorspreker te hebben; die God zijnde, met den Vader leeft en regeert in do eenheid vau den Heiligen Geest, in alle eeuwen der eeuwen. Amen.
ANDEKE GEBEDEN
GEBED TOT DEN H. JOSEP OM DE DEUGD VAN KÜISCIIHEID.
O heilige Josof, beschermer en voorbeeld van de Maagdom, aan -wiens getrouwe bewaring, de kuisehheid zelve, Christus Jesus, en de Maagd der Maagden, Maria was toevertrouwd : ik bid en smeek U, verkrijg voor mij door deze twee allerliefste panden, Jesus en Maria, dat ik van alle onzuiverheid bevrijd, met een onbevlekt gemoed, met een zuiver hart, meteen kuisch lichaam, Jesus en Maria altoos allerkuiseht moge dienen. Amen.
S92
OP ELK EN DAG DEE WEEK. 393
TOT DE
II, MAAGD EI MARTEIMSSE BAEBARA,
OM EENEN ZALIGEN DOOD.
Heer, ontferm U onzer.eer, ontferm U onzer.
Christus, ontferm U onzer.
Heer, ontferm U ouzer.
Christus, hoor ons.
Christus, verhoor ons.
God hemelsche Vader, ontferm U onzer. God Zoon, Verlosser der wereld, ontferm U onzer.
God Heilige Geest, ontferm ü onzer. H. Drievuldigheid, één God, ontferm TJ onzer.
H. Maria, bid voor ons.
Heilige Maagd der Maagden, bid voor ons.
Koningin der Martelaren, bid voor ons.
ANDERE GEBEDEN
Heilige Barbara, bid voor ons.
Getïouwc dienstmaagd des Heeren, Kuische bruid vau Jesus Christus,
Wijze en voorzichtige Maagd,
Moedige Martelares,
Toevlueht van hou, die zich in doodsgevaar bevinden.
Troosteres der zieken,
Machtige beschermster in het uur des doods,
Heilige Barbara, kom ons te hulp. Heilige Barbara, bid den Heer voor ons. Opdat wij Hem met een zuiver hart dienenj
en Hem daardoor bevallig zijn.
Opdat uoch lijden, noch kwellingen, noch de dood in staat zijn, ons van Gods liefde te scheiden,
Opdat wij door waken en bidden, bij zijne
komst, bereid mogen wezen,
Opdat wij eiken dag zóó leven, alsof hij
de laatste van ons leven ware.
Opdat wij van eenen haastigen en on-voorzienen dood mogen bevrijo'. blijven) Opdat wij vóór onzen overgang tot de eeuwigheid, de H. Sacramenten der ster. venden waardig en met volle kennis ontvangen,
394
OP EIKEN D\G DEK WEEK. 395
Opdat wij den dood der rechtvaardigen sterven, bid voor ons.
In alle gevaren, sta ons bij, H. Barbara. In bet uur van onzen dood, sta ons bij,
H. Barbara.
Lam Gods, dat wegneemt de zonden der
wereld, spaar ons. Heer.
Lam Gods, dat wegneemt dc zonden der
wereld, verhoor ons, lieer.
Lam Gods, dat wegneemt de zonden der
wereld, ontferm U onzer.
Jesus, sterkte der Martelaren, hoor ons. Josus, zuiverheid der Maagden, verhoor ons.
v. Heilige Maagd en Martelaresse Barbara, bid voor ons;
K. Opdat het uur van onzen dood zalig zij.
-j- Do voorbode van uwo If. Maagd en Martelaresse Barbara kome ons, bidden wij o Hoor, to hulpe; opdat wij vóór onzen dood, door oprechte boetvaardigheid en cone vol-komenc Biecht voorbereid, waardig zijn, het allerheiligste Sacrament van het Lichaam en Bloed onzes Heeren Jesus Christus te ontvangen, die God zijnde, met U leoft en regeert, in do oenhoid van den Heiligen Geest, in alle eeuwen dor eeuwen. Amen.
ANDERE GEBEDEN
ZEVEN GEBEDEN TOT DE II. BABBABA.
I. Om versmading der aardsche ijdelheden.
O begenadigde Maagd, H. Barbara, die in den eerbtou bloeitijd uwer jeugd, na alle aardsche geuoegeus en ijdelheden versmaad te hebben, u geheel aan de oefening der deugden hebt toegewijd , bid voor mij, opdat ook ik mij geheel en al aau de aardsche bekommernissen onttrekke, en mij onverdeeld aan den dienst van Christus wijde. Amen.
Onze Vader.
n. Om de gave van kuischheid.
O geliefde Bruid van Christus, H. Barbara, die uwe maagdelijke kuischheid aau Jesus Christus voor eeuwig ton offer hebt gebracht; bid voor mij, opdat ook ik mij beijvcre, dienzelfden Jesus Christus, mijnen Heer, steeds mot een kuisoh lichaam en vlekkeloos hart te behagen. Amen.
Onze Vader.
lil. Om de kennis van God.
O wijze en voorzichtige Maagd, H. Barbara die met eeno ongewone kennis der allerheiligste Drievuldigheid, door God aijt bevoer-
396
OP EIKEN DAG DEB WEEK. 397
recht geworden, en die deze aan de onge-loovigen hebt medegedeeld, bid voor mij, opdat ook ik evenzoo, iu dezelfde konnis Gods, tot zijne eer en tot mijuo zaligheid, dagelijks meer en meer toeneme. Amen.
Onze Vader.
iv. Om standvastigheid in de deugden.
O deugderijke Martslaresse, H. Barbara; die in het Geloof, in de Hoop en in de Liefde, tot den dood toe standvastig zijt gebleven, bid voor mij, en verwerf mij de genade dei-volharding in de booeiening der zoo heilzame deugden, totdat het Gode zal behagen, mij uit dezen levensloop, tot zijn rijk over te brengen. Amen.
Onze Vader.
v. Om hulp in ziekten,
O uitverkorene Dienstmaagd van Christus, 11. Barbara, wier doodclijke wonden Jesus, door het aanraken met zijne hand, in don kerker genezen heeft, bid voor mij, opdat dezelfde Jesus, mijn Verlosser, zich gewaar-dige mij in mijne ziekten te bezoeken, en al de wonden mijns harten en mijner ziel te genezen. Amen.
O/ize Vader.
ANDERE GEBEDEN
vi Om sterkte in wederwaardigheden.
O dappere Kerkholdin, H. Barbara, die met mannelijken moed de vorsmadiiigen, kwellingen en pijnigingen, welke men u aandeed, ter liefde van Christus verdragen hebt, bid voor mij, opdat ook ik alle kwellingen in dit leven sieods met een ongestoord gemoed aanneme, en ze geduldig doorsta. Amen.
Onze Vader.
vil. Om de H. Sacramenten der stervenden te ontvangen.
O uitstekende troost der stervenden, H. Barbara, aan wie boven andere Heiligen de genade verleend is, om do hulpbehoevenden in den doodstrijd bij te staan, bid voor mij, opdat ik verdiene uit deze wereld niet te scheiden, dan na de Sacramenten der Kerk behoorlijk ontvangen te hebben. Amen.
Onze Vader.
39S
OP ELKEN DAG DER WEEK. 399
TEJl HERINNERING VAN DE
ZEVEN DROEFHEDEN DER II, MAAGD MARIA.
Heer, ontferm U onzer.eer, ontferm U onzer.
Christus, ontferm U onzer.
Heer, ontferm U onzer.
Christus, hoor ons.
Christus, verhoor ons.
God, Hemelsche Vader, ontferm U onzer. God Zoon, Verlosser der wereld, ontferm U onzer.
God, Heilige Geest, ontferm U onzer. Heilige Drievuldigheid, één God, ontferm U onzer.
Diep-bedroefde Moeder, bid voor ons. Die te Bethlehem in do herberg geeno plaats
hebt gevonden, bid voor ons.
Dio in een stal uw verblijf hebt moeten nemen, bid voor ons.
ANDERE GEBEDEN
Die uwen eerstgeborea Zoon in eono krib
hebt neergelegd, bid voor ons.
Die de besnijdenis van uwen Zoon met
medelijden hebt aangezien,
Die gehoord hebt, dat uw Zoon tot een teeken zou gesteld worden, dat weersproken zou worden.
Die door den grijzen Simeon vernomen hebt, dat ook door uwe ziel een zwaard zou gaan.
Die met uwen Zoon naar Egypte hebt
moeten vluchten.
Die don moord der onnoozele kinderen hebt beweend,
lt;
Die uwen twaalfjarigen Zoon, in den g tempel achtergebleven, drie dagen be- ^ droefd hebt gezocht, S
Die den gestadigen haat tegen uwen Zoon
hebt gevoeld.
Die op den dag van het laatste Avondmaal , van uwen Zoon, toen Hij naar Jerusalem toog, een diep'bedroefd al-scheid hebt genomen,
üie vernomen hebt, dat uw Zoon , door Judas was verraden en gevangen genomen.
Die gezien hebt, dat uw Zoon als een
400
OP ELKEN DAG DER WEEK. 401
misdadiger aan de Opperpriesters was overgeleverd, bid voor ons.
Die gehoord hebt, dat uw Zoon onschuldig was aangeklaagd,
Die vernomen hebt, dat het gezegend aangezicht van uwen Zoon door eenea vreeselijken vuistslag werd gepijnigd. Die veruomen hebt, dat uw Zoon door de Joden en beulen vrseselijk werd mishandeld ,
Die gehoord hebt, dat Barabbas boven
uwen Zoon gekozen werd,
Die uwen Zoon, gegeeseld en met door- JT nen gekroond, hebt aanschouwd, ^
Die het onrechtvaardigste vonnis tegen § uwen Zoon hebt hooren uitspreken, 0 Die uwen Zoon, met het kruis beladen, S
to gemoet zijt gegaan ,
Die de gezegende handen en voeten, van uwen Zoon mot zware nagelen hebt zien doorboren,.
Die de laatste woorden van uwen ge-
kruisten Zoon hebt opgevangen. Die . uwen Zoon, in den doodstrijd zijt
bijgebleven.
Die het lijk van uwen Zoon, toen het van het kruis was afgenomen, in uwen 92 30
ANDERE GEBEDEN
moederlijken schoot hebt ontvangen ,* bid voor ons.
Die van hot graf uws Zoons, diep bedroefd en troosteloos, naar uw verblijf zijt weêrgokeerd, pJ
O steun der kleinmoedigen,
O toevlucht der zondaren.
Door het allerbitterst lijden en den dood van uwen Zoon, bevrijd, ons o Koningin der Martelaren.
Door de diepe smarten van uw hart, cf Door uwo overgroote droefheid on veria- § tenheid, ^
Door uwe verschrikkelijke benauwdheden, S
Door uwe zuchten en tranen, p*
Door uw moederlijk medelijden, § Door uwe allesvermogende bescherming, ^
Van alle gelegenheid en gevaar van g
Van versteendheid des harten, 2
7 P
Van ou boet vaardigheid.
402
OP ELKEN DAG DER WEEK.
Van-eenen haastigen eii onvoorzienen dood,
bewaar ons, Koningin der Martelaren. Van de eeuwige verdoemenis, bewaar ons,
Koningin der Martelaren.
Wij, zondaren, wij bidden U, hoor ons. Dat gij U gewaardigt, ons in het ware Geloof, de Hoop en de Liefde door uwe tnsschenkomst te bewaren,
Dal gij U gewaardigt, voor ons van o-uwen Zoon een volmaakt berouw en g; boete over onze zonden te verwerven, B Dat gij U gewaardigt, allen die U aan- d
I roepen te troosten en te helpen, _ roepen te troosten en te helpen, _
Dat gij ü gewaardigt, ons in den doods- § angst bij to staan, 0
Dat gij U gewaardigt, ons oen gelukkig P
levenseinde te verwerven.
Moeder Gods, Koningin dor Martelaren, Lam Gods, dat wegneemt de zonden der
wereld, spaar ons. Heer.
Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld, verhoor ons, Heer.
' Lam Gods, dat wegneemt de zonden der
i wereld, ontferm U onzer. wereld, ontferm U onzer.
Christus, hoor ons.
Christus, verhoor ons.
Heer, ontferm U onzer.
403
andere gebeden
Christus, ontferm U onzer.
Heer, ontferm U onzer.
Onze Vader. Wees gegroet.
v. In al onze kwellingen en benauwdheden,
h. Kom ons te hulp, o allerheiligste Maagd Maria.
f Wij bidden U, o Hoor, laat de allergelukkigste Maagd Maria, uwe heilige Moeder, wier ziel bij uw lijden met een zwaard van droefheid doorboord werd, nu, en in de ure van onzen dood onze voorspraak bij uwe goedertierenheid zijn, die leeft en regeert met den Vader en den H. Geest in alle eeuwen der eeuwen.' Amen.
f TREURZANG; „Stabat Maler. Naast het kruis.quot;
Ter yereering der bedroefje Moeder Gods. 1)
i) Z, H. Paus Innocentius XI, verleende dea 1 September 1681 aan alle geloovigen, die dezen treurzang godvruchtig uitspreken:
100 dagen Aflaat, telkens.
Naast het kruis, met schreiende oogen,
Stond de Moeder, diep bewogen.
Daar de Zoon te sterven hing.
401-
OF ELKEN DAH HER WEEK. 405
En haar door hot zuchtcnd barte, Overstelpt van wee en sraarte 't Zevenvoudig slachtzwaard ging.
O lioe droef, hoe vol van rouwe Was die zegenrijkste vrouwe,
Moeder van Gods eengen Zoon.
Wat ze schreide, wat ze snikte, Als zij op do doodstraf blikte Van haar Kind, zoo eindloos schoon!
Wie, die hier niet schreien zoude, Die het grievend leed aanschouwde, Dat Maria's ziel verscheurt?
Wie kan, zonder mcê te weenen, Christus Moeder hooren stenen.
Daar zij met haar Zoon hier treurt?
Voor de zouden van do zijnon, Zag zij Jesus vol van pijnen En in wreede geeselstraf.
Zag zij haren Lievling sterven, En Hem alles, alles derven.
Toen zijn mond don doodsnik gaf.
Geef, o Moeder, bron van liefde. Dat uw zwaard ook mij doorklieve. Dat ik treuren moog als gij;
406 ANDERE GEBEDEN
Dat mij 't hart ontgloei van binnen, In mijn God en Hoer te minnen, Dat ik Hem alleen behaag!
Heiige, Moeder 'k bid u, hoor het, 't Lijden des Gekruisten boor het Krachtig wondend, mij iu 't hartl
Mot uw Zoon, die om mijn zonden. Zich zoo gruwzaam liet verwonden, Moge ik deelen in do smart!
Mocht ik klagen al de dagen. En zijn plagen waarlijk dragen. Tot mijn jongste stervenssmart.
Met u onder 't kruis te woenen, Met uw rouwe mij vereenen, Dat verlangt mijn weenend hart.
Maagd der Maagden hoog verheven Wil mijn bede niet weêrslreven. Laat mij met u droevig zijn;
Laat me dragen Christus plagen, Deelgenoot zija zijner slagen,
Immer deuken aan zijn pijn.
Laat mij in zijn kruis verslonden. Laat zijn wonden mii doorwonden, üm de liefde van uw Zoon!
OP ELKEN DAG DER WEEK. 407
Dan, in wederliefde ontstoken.
Worde ik door u voorgesproken.
Moeder! voor zijn rechtertroon.
Geef dat mij het Kruis beware,
Dat dan Christus dood mij spare.
Dat Hij mij gena bewijs.
En als 't lichaam eens zal sterven. Doe mij dan de glorie erven Van het hemelsch Paradijs. Amen.
II. AÏLAAKIEBED.
Ter vereering der bedroefde Moeder Gods. Z. H. Paus Pius Vil, verleende den 14 Januari 1815, aan alle geloovigen, die godvruchtig de volgende gebeden, fer vereering van het bedroefde Hart van Maria, uitspreken:
300 dagen Aflaat, telkens.
NB. Deze Aflaat kan aan de zielen in het
vagevuur toegevoegd worden.
v. O God zie neer op inijne hulp. K. O Heer, haast ü, mij te helpen.
Eere zij den Vader.
I. O Maria, moeder van smarten: ik heb medelijden met uwe droefheid, welke uw teeder hart, door de voorzegging van don heiligen grijsaard Simeon gevoelde. Verwerf mij, o
ANDERE GEBEDEN
beminnelijke moeder, door uw aldus gepijnigd hart, de deugd van ootmoed, en de gave van heilige vreeze Gods.
Wees gegroet.
II. O Maria, moeder van smarten; ik heb medelijden met uw verdriet, hetwelk uw gevoelig hart leed op de vlucht en tijdens het verblijf in Hgypte. Verwerf mij, o minnelijke moeder, door uw aldus wreedelijk gekweld hart, do deugd van milddadigheid, vooral jegens de armen en de gave van godsvrucht.
Wees gegroet.
III. O Maria, moeder van smarten, ik heb medelijden met de angsten, waarin uw hart verkeerde, bij het verliezen van uweu beminden Zoon Jesus. Verwerf mij, o minnelijke moeder, door uw aldus bekneld hart, de deugd van kuischheid en de gave van wetenschap.
Wees gegroet.
IV. O Maria, moeder van smarten; ik heb medelijden mot de ontsteltenis, welke uw moederlijk hart ondervond bij het ontmoeten van Jesus, toen Hij zijn kruis droeg. Verwerf mij, o minnelijke moeder, door uw liefdevol en aldus gedrukt hart, de deugd van geduld en de gave van sterkte.
Wees gegroet.
408
Oï ELKEK DAG DEK WEEK. 40Ü
V. O Maria, moeder van smarten; ik heb medelijden met de pijniging, welke uw edelmoedig hart onderging, toen gij Jesus, op het kruis zaagt sterven. Verwerf mij o minnelijke moeder, door uw aldus gekweld hart, de deugd van matigheid en do gave van raad.
Wees gegroet.
VI. O Maria, moeder van smarten; ik heb modelijden met de wonde, welke uw meewarig hart ontving, toen de lans de zijde van Jesus en zijn minnelijk hart doorstak. Verwerf mij, o minnelijke moeder, de deugd van broederlijke liefde en do gave van verstand.
Wees gegroet.
VII. O Maria, moeder van smarten; ik heb medelijden met den weemoed, wolken uw hart ondervond bii de begrafenis van Jesus. Verwerf mij, o minnelijke moeder, door die overgrooto droeflieid van uw heilig hart, de deugd van waakzaamheid en de gave van wijsheid.
Wees gegroet.
v. Eid voor ons, diep bedroefde Maagd;
p. Opdat wij de beloften van Christus waardig worden.
f AVij bidden U, o Heer, dat do allergeluk-
410 ANDERE GEBEDEN
kigste Maagd Maria, uwe heilige Moeder, wier ziel bij uw lijden met een zwaard van droefheid doorboord werd, nu en in het uur van onzen dood, bij uwe goedertierenheid onze voorspreekster zij; die leeft en regeert met den Vader en den Heiligen Geest in alle eeuwen der eeuwen. Amen.
III. AFLAATGEBED.
Ter vereering der bedroefde Moeder Gods.
Z. H. Paus Pius VI, verleende den 8 Juli 1785, aan allen, die do onderstaande gebeden rouwmoedig verrichten:
Zevenmaal liet Wees gegroet bidden en telkens daarop laten volgen:
Heilige Moeder! Druk te zaraeii Al de wonden, al do stramen Des Gekruisten, in mijn hart.
lo. 300 dagen Aflaat, eiken dag eenmaal te verdienen.
2o. Vollen Aflaat, die ze gedurende een maand dagelijks biddenjt e verdienen op een dag der maand naar keuze; mits Biechtende, Cemmunieeerende' en biddende volgens de intentie der Kerk.
N.B. Deze Aflaten kunnen aan de zielen in het vagevuur toegevoegd worden.
OP ELKEN DAG DEll WEEK. 411
IV. AÏLAATGEBED,
ter vereoring der bedroefde Moedei' Gods.
Z. H. Paus Benedict'js XIII, verleende dea 26 Septemljer 1274 aan alle geloovigen, die op de Vrijdagen, alle dagen van de veertigdaagsche \ asten, het feest der zeven Droefheden en alle dagen van deszelfs octaaf bidden den volgenden krans, van gebeden voor elk „Onze Vaderquot; en „Wees gegroet,quot;
lo. Een aflaat van 3U0 dagen.
2o. Op alle andere dagen van het jaar voor elk „Onze Vader en „Wees gegroetquot; een Aflaat van 100 dagen.
So. Een Aflaat van 7 jaren en zevenmaal 40 dagen, bebaive den genoemden Aflaat, aan hen, die den geheelen krans hetzij gezamenlijk of alleen bidden.
N.B. Om deze Aflaten te verdienen behoort men te Biechten, of minstens het voornemen te hebben het dit te doen.
A-U te van. Berouw.
O mijn omige on minnelijkste Heer, aan-scliouw mij hier in uwo goddelijke tegenwoordigheid, geheel beschaamd op het zien der groote beloedigingen, welke ik U heb aangedaan ; van ganscher harte vraag ik U daar-
ANDERE GEBEDEN
over vergiffenis; uit liefde tot U heb ik daarover berouw, en denkende aan uwe oneindige goedheid, verfoei ik ze en beb daarvan een grooter afkoer dan elk ander kwaad. Ik wensehte duizendmaal gestorven te zijn, alvorens ik U beleedigde; ik heb besloten, liever duizendmaal te sterven, dan U andermaal te beleedigen. O gekruiste Jesus, ik maak het vaste voornemen, mijne ziel te reinigen in uw kostbaar Eloed door het waardig ontvangen van het H. Sacrament der Biecht.
En gij, o mededoogende Maagd, Moeder van barmhartigheid en toevlucht der zondaren, vraag voor mij, door uwe smartelijke droefheden, de vergiffenis mijner zouden, waarnaar ik verlang; terwijl ik biddende volgens de intentie van den Opperpriester, om de heilige Aflaten aan uwen krans van gebeden verbonden, te verdienen, vertrouw de vergiffenis der straffen te verkrijgen, welke ik verdiend heb.
I. Door dit vertrouwen aangemoedigd, overdenk ik de eerste droefheid der gelukzalige Maagd, Moeder van God, toen zij in den tempel haren eenigen Zoon Jesus offerde, en toen de H. grijsaard Simeon Hem in de armen nemend, haar zeide: „een zwaard van droef-
412
OP EL KEN DAG DER WEEK. 413
heid zal uwe ziel doorborenquot; wat haar het lijden en den dood van haren Zoon Jesus aankondigde.
1 Onze Vader, 7 Wees yegroet.
II. De tweede droefheid der H. Maagd was, toon zij gedwongen werd naar Egypte te vluchten om de vervolging te ontgaan van den wreeden en goddeloozen Herodes, die haren beminden Zoon zocht te dooden.
1 Onze Vader, Wens gegroet
III. Do dorde droefheid dor H. Maagd was, toen zij met haren bruidegom den H. Josef en haren minnelijksten Jesus, op het Paaschfeest te Jerusalem zijnde, bij hare terugreis dien goddelijken Zoon verloor, en het verlies van Hom gedurende drie dagen beweende.
1 Onze Vader, 7 Wees gegroet.
IV. Do vierde droefheid dor H. Maagd was, toen zij haren zeer beminden Zoon Jesus ontmoette, die oen zwaar kruis op zijne teedere schouders dragend, den Calvarieberg beklom om daar gekruist te worden.
1 Onze Vader, 7 Wees gegroet.
V. De vijfde droefheid dor H. Maagd was, toon zij haren goddelijken Zoon aan het kruis zag hangen, terwijl zijn Bloed uit alle
414 ANDERE GEBEDEN
deelen van zijn allerheiligst Lichaam vloeide.
1 Onze Vader. 7 V/ees gegroet.
VI. De zesde droefheid dor H. Maagd was, toon zij tussohen hare armen ontving het levenloos en met eene lans doorstoken Lichaam van haren zeer beminden Josus, op het oogenblik, dat Hij van het kruis was afgenomen.
1 Onze Vader, 7 Wees gegroet.
VII. Do zevende en laatste droefheid der H. Maagd Maria, do bijzondere voorspreekster van hare dienaren en der ongelukkige zondaren was, toen zij het Lichaam van haren goddelijken Zoon in het graf zag neergelegd.
1 Onze Vader, 7 Wees gegroet.
Bid voor ons , zeer bedrukte Maagd;
Opdat wij de beloften van Jesus Christus worden.
f Wij bidden U, o Heer, dat de allergelukkigste Maagd Maria, uwe H. Moeder, wier ziel bij uw lijden door een zwaard van droefheid doorboord werd, ons bij uwe goedertierenheid te hulp kome, nu en in het uur van onzen dood: Gij die leeft en regeert met don Vader en den H. Geest, in alle eeuwen der eeuwen. Amen.
OP ELKEN DAG DEK quot;VVEEK. 415
V. AFLAATGEBED,
Z. H. Paus Pius IX verleende den 33 December 1847, aan alle geloovigen, die godvruchtig en rouwmoedig het volgend gebed uitspreken.
.300 dagen Aflaat telkens.
Wees gegroet Maria, vervuld met smarten; do Gekruiste is mot u; do Gezegende Vrucht uws liohaams Josus. Heilige Maria, Moeder des Gekruiston, verleer, ons, die uwen Zoon kruisten, tranen, nu en in het uur van onzen dood. Amen.
ANDERE GEBEDEN
TOT HET
Meer, ontferm U onzer.
' ' Christus, ontferm U onzer.
Heer, ontferm U onzer.
Christus, hoor ons.
Christus, verhoor ons.
God, Hemelscho Vader, ontferm ü onzer.
God Zoon, Verlosser der wereld, ontferm U onzer.
God, Heilige Geest, ontferm ü onzer.
Heilige Drievuldigheid, één. God, ontferm U onzer.
H. Maria, verwerf ons de genade der goddelijke liefde.
H. Moeder Gods, verwerf on» de genade der goddelijke liefde.
410
OP ELKEN DAG DER WEEK. 417
Hart vau Maria, alleMuiverste in uwen ooi-sprong, verwerf ons de genade der goddelijke liefde.
vol van genade,
gezegend boven alle harten,
levend afbeeldsel van Jcsus lï. Hart, voorwerp van het welbehagen des g
t-i
brandende oven van liefde tot God, ji,
CD
„ onpeilbare zee van goedheid, ^
■§ wonder van onschuld en heiligheid, g g spiegel der goddelijke volmaaktheden, d waarin het Bloed van Jesus Christus, p..
gt; de spijs onzer verlossing, gevormd is, ^ quot;g dat door uw vurig verlangen, de zalig-W heid der wereld bespoedigd hebt, amp; dat voor de zondaars genade verwerft, «S dat de woorden van Jesus getrouw
bewaarde,
door een zwaard van droefheid door- 9 stoken,
bij het lijden van Christus, met smarten vervuld,
met den gekruisten Jesus aan het kruis gehecht,
92 27
418 ANDERE GEBEDEN
Hart van Maria, Jesus in het graf volgende, verwerf ons do genade der Goddelijke liefde, bij de Verrijzenis van Christus, eon
nieuw loven aannemende, ^
bij de Hemelvaart van Josus, met eene §. onuitsprekelijke vreugde overstelpt, § •g bij de nederdaling van den Heiligen amp; kS Geest met een nieuwen overvloed van 'g genade begiftigd, g
p ■
quot;E toevlucht der zondaren, g
W hoop oii schuilplaats van allen, die u ^
hulp en steun der stervenden, -Z vreugde en genoegen der Engolen en
van allo Heiligen in den hemel, P
Oneindig goedo God, die voor de zaligheid dor zondaars on voor do toevlucht der bedrukten, aan het Onbevlekte Hart van Maüa, eene heilige gelijkenis van liefde en barmhartigheid, met het aanbiddelijk Hart van uwen goddelijken Zoon hebt geschonken ; verwerf voor ons, dat wij de gedachtenis van dat beminnelijk en altoos heilig Hart vierende, door zijne verdiensten, een hart mogen erlangen, volgens don wensch van hot Hart van
OP EIKEN DAG DEll WEEK. 419
■
het Hart van Josus, door denzelfdon Jesus Christus, die God zijnde, met U leeft en regeert in do oeahoid van den Heiligen Geest, door allo eeuwen der eeuwen. Amen.
TOEWIJDING VAN ZICHZELVEN AAN IIET H. HAKT VAN MAEIA.
1
O Hart van Maria, altoos Maagd en onbevlekt, het heiligste, het zuiverste, het volmaaktste Hart, hetwelk de Almogende voor een onkel schepsel geschapen heott; vol van genade , onuitputbaro bron van goedheid en teederhoid, troon van liefde en barmhartigheid, voorbeeld van alle deugden, beeltenis van het aanbiddelijk Hart van Jesus, dat God meer bemind hebt, dan de Serafijnen; dat aan de allerheiligste Drievuldigheid meer verheerlijking hebt toegebracht, dan al de Heiligen te zamen; dat ter onzer liefde, aan don voet des kruises zoo bittere smarten geleden hebt, en dat met alle recht aller menschcn ■ eerbied, liefde en dankbaarheid waardig zijt: aanvaard heden welwillend mijne zwakke J hulde.
Voorn, o allerheiligst Ilart, neergeworpen, bedank ik u voor alle weldaden, die uwe
420 ANDERE GEBEDEN
onvergelijkelijke goedheid mij verworven heeft; ik vereenig mij met al de zielen, die haar genoegen en vertroosting vinden, in u te beminnen, te loven en to eeren.
O allerm innelijkst Hart, dat de Engelen ■ en Heiligen van bewondering verrukt; voortaan zult gij; na het Hart van Jesus, te gelijk met het hart van den. heiligen Josef, het voorwerp mijner teederste vereering waren. Gij zult mijn toevlucht in den druk, mijn vertroosting in mijn lijden, mijn schuilplaats tegen do vijanden mijner zaligheid, en in de ure van mijnen dood, het voorwerp van mijn vertrouwen wezen.
AÏLAATGEBED,
tot het H. Hart der Maagd Maria.
Z. 11. Paus Pius VII verleende den 18 Augustus 1807, den 1 Februari 181G en 26 September 1817, aan alle geloovigen, die dit gebed uitspreken ter vereering van het H. Hart van Maria:
10. Een Adaat van 60 dagen, eiken dag eenmaal te verdienen.
2quot;. Vollen Aflaat op de feestdagen dor Geboorte , Hemelvaart en van het H. Hart van Maria, aan ' allen, die dagelijks gedurend'! één jaar dit gebed uitspreken; mits Biechtende , Communiceerende,
OP ELKEN DAG DER WEEK. 421
eene kerk of ten minste een altaar aan de H. Maagd toegewijd bezoekende, en daar biddende volgens de intentie der H. Kerk.
3°. Vollen Aflaat in bet doodsmir aan allen, die in hun leven dit gebed dikwijls bidden.
NU. Deze gebeden kunnen aan de zielen in het vagevuur toegevoegd worden.
O Hart van Maria, Moeder van God ca van ons, o allerbeminnelijkst Hart, voorwerp van liet welbehagen der aanbiddelijke Drievuldigheid, en waardig, van alle Engelen cn menschen vereerd cn bemind te worden; o Hart, liet meest gelijkend op dat van Jesus, waarvan gij liet volmaaktst afbeeldsel zijt; Hart vol van goedheid en zoo geschikt, om met onze rampen medelijden te hebben! gewaardig U, onze ijskoude harten te breken en maak, dat al onze neigingen zich richten tot liet Hart van Jesus ; plaats daarin de liefde tot uwe deugden, en ontvlam ze door dat heilig vuur, waardoor gij steeds brandt: waak over de heilige Kerk, bescherm haar, en wees voor haar steeds een aangenaam toevluchtsoord en cone onneembare sterkte, waarin zij veilig is tegen de aanvallen harer vijanden. Wees onze weg tot Jesus, en het kanaal, waardoor ons de noodige genaden
422 ANDERE GEBEDEN, ENZ.
voor onze zaligheid toevloeien. Wees onze toevlucht in onze noodwendigheden, onze troost in droefheid, onze kracht in bekoringen, ons toevluchtsoord in vervolging, eindelijk onze hulp in alle gevaren; doch vooral op het oogeublik vau onzen dood, in dien laat-sten strijd tijdens ons leven, wanneer zich de gehcelc hel zal wapenen, om onze zielen te roven, in dit angstig oogenblik, op dat verschrikkelijk tijdstip , waarvan ons eeuwig geluk afhangt, o mededoogende Maagd, laat ons dan gevoelen geheel de goedheid van uw moederlijk hart en al het vermogen uwer macht bij dat van Jesus, door ons te geven een veilig toevluchtsoord in de bron zelve der barmhartigheid: opdat wij met u in den hemel mogen loven dat heilig Hart, gedurende alle eeuwen der eeuwen. Amen.
Dat het Goddelijk Hart van Jesus en het onbevlekt Hart van Maria altoos en overal gekend, geloofd, geprezen, bemind, gediend en verheerlijkt worden. Amen.
tot den
Heereer ontferm U onzer.
Christus, ontferm U onzer.
Hoer, ontferm U onzer.
Christus, hoor ons.
Christus, verhoor ons.
God Homelsche Vader, ontferm U onzer. God Zoon, Verlosser der wereld, ontferm U U onzer.
God Heilige Geest, ontferm U onzer.
Heilige Drievuldigheid, ééu God, ontferm U onzer.
Heilige Maria, bid voor ons.
Heilige Moeder Gods, cr
Heilige ïranciseus, geestelijke vader en
beschermer van den H. Antonius, g Heilige Antonius van Padua, ^
Roem van Portugal, uw vaderland, g
424 LITANIE TOT DEN
Licht van Frankrijk, bid voor ons. Fakkel van Italië en Spanje,
Liefde aller volkeren,
Navolger van den H. Franciscus, Getrouwe onderhouder van zijn regel. Wonder van boetvaardigheid, O/erwinnaar dor verleidelijke wereld, Minnaar van Christus' Icruis, Overwinnaar dor kwade begeerlijkheid, Voorbeeld van kuischheid, armoede en
gehoorzaamheid,
Verkondiger van het Evangelie, Godspraak van den Heiligen Geest, IJ veraar voor de waarheid cn liefde Gods, Schrik der booze geesten.
Toonbeeld voor do volmaakte zielen, Beeld van het apostolische loven, Doorgronder van het geweten,
Ijokeerder der onwetenden,
Trooster dor bedrukten.
Verdediger der onschuld.
Uitblinkend in heiligheid.
Machtig in wondere werken,
Uio vereerd zijt geweest met- de verschijning van het Kind Jesus,
Die voor de zaligheid dor zielen hebt geijverd,
IT. ANTONIUS VAN PADUA. 425
Die met den geest van voorzegging begiftigd
zijt geweest, bid voor ons.
Die dooden hebt opgewekt.
Die de hoop zijt van hen, die in gevaar j verkeeren, ^
Wiens bescherming ziéli doet gevoelen o aan hen, die u aanroepen, ^
Die met vrucht wordt aangeroepen, bij liet g
opzoeken van verloren zaken,
Heilige Antonius, roem van de orde der
Minderbroeders,
Lam Gods, dat wegneemt de zonden der
wereld, spaar ons, Heer.
Lam Gods, dat wegneemt de zouden der
wereld, verhoor ons. Heer.
Lam Gods, dat wegneemt de zonden der
wereld, ontferm U onzer.
Christus, hoor ons.
Christus, verhoor ons.
v, Bid voor ons, H. Antonius, beroemde verkondiger des Geloofs ;
li. Opdat wij, onder uwe bescherming, tot het geluk des eeuwigen levens geraken.
f O God, moge do plechtigheid ter eere van den heiligen Antonius uwen belijder , de Kerk verheugen, opdat zij steeds door
426 MTANIB TOT DEN, ENZ.
geestelijke hulp gesterkt eu waardig worde, eenmaal de eeuwige vreugde te genieten, door onzen Heer Jesus Christus.
Wij bidden U o Heer; verleen ons tot voorspreker bij U, den H. Antonius, uwen belijder, wiens deugden, lessen en wonderwerken hunnen glans cn room aan U verschuldigd zijn, door onzen Heer Jesus Christus. Amen.
GEBED OM HET VBKLOBEJfE TERUG TE VERZOEKEN.
O vermogende voorspreker, H. Antonius van Padua , die do wereldsehe goederen versmadende om do hemelsche te winnen, van God een bijzonder voorrecht verkregen hebt, om verlorene en ontnomene zaken terug te bozorgou: bid voor mij, opdat ik de voorwerpen, welke ik verloren bob of' die mij ontnomen zijn, tot meerdere verheerlijking der Goddelijke Majesteit en tot lof van uwen glorievollen Naam, moge terug bekomen. Amen.
tot den
Heekeek, ontferm U onz-ar.
Christus, ontferm U onzer.
Hoer, ontferm U onzer.
Christus, hoor ons.
Christus, verhoor ons.
God, Hcmelsche Vader, ontferm U onzer.
God, Zoon, Verlosser der wereld, ontferm U onzer.
God Heilige Geest, ontferm U onzer.
Heilige Drievuldigheid, één God, ontferm U onzer.
H. Maria, Patronesse van den H. Aloysius van Gonzagua, bid voor ons.
H. Aloysius, met zegeningen door God overladen, bid voor ons.
H. Aloysius, vervuld met den Heiligen Geest, bid voor ons.
litanie tot den
H. Aloysius, allerwaardigst belijder van Jesus Christus, bid voor ous.
allergodvruchtigste aanbidder van bot
H. Sacrament des Altaars,
trouwe dienaar der H Maagd, Maria, edelmoedige veraebter der aardsche
vermaken,
voorbeeld van edelmoedigheid,
minnaar der armoede,
volmaakt in gehoorzaamheid , amp;
wonderbaar in geduld,
gi zeer vermogend in deu hemel, g
^ die de duivelen hebt doen vluchten, ^ ^ eer en roem der jeugd, S
patroon der studeerende jeugd,
nastrever van het evangelische leven, spiegel der Maagden ,
allerzoetste vertrooster der bedrukten , gewisse toevlucht der kranken,
eer en sieraad der Sociefeit van Jesus,
glansrijk licht der Kerk,
uitmuntend door vele wonderwerken, Lam Gods, dat wegneemt de zonden der
wereld, spaar ons, Heerl Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld, verhoor ons, Heer!
428
It. ALOYSIUS VAN GONZAGUA. 429
Lam Gods, dat wegneemt de zonden der
wereld, ontferm U onzer.
Chrittus, hoor ons.
Christus, verhoor ons.
Heilige Aloysuis, bid voor ons.
Opdat wij de beloften van Christus waardig worden.
GEBED, 051 DE GENADE VAN BOETVAARDIGHEID.
f O God, bedeeier Cer hetnelsohe gaven, die in den engelaehtigen jongeling Aloysius eene zonderlinge onschuld des levens met eene oven groote boetedoening vereenigd hebt; verleen door zijne verdiensten en voorbede, dat wij, die hem in zijne onschuld niet gevolgd hebben, hem ten minste in zijne boetpleging navolgen, door onzen Heer Jesus Christus. Amen.
Al'LAATGEBED ,
tot den H. Aloysius, om de gave van kuischheid.
Z. H. Paus Pius VI verleende den 6 Maart 1803 aan alle geloovigen, die liet volgend gebed godvruchtig en rouwmoedig hidden, met bijvoeging van ée'n Ovze Vader en een Wees gegroet:
100 dagen Aflaat, eenmaal op den dag te verdienen.
430 LITANIE TOT DEN, ENZ.
O H. Aloysius, dio versierd waart met eene engelachtige zuiverheid; hoe onwaardig ook ik daarvoor moge zijn, ovenwei beveel ik u de zuiverheid van mijne ziel en van mijn lichaam aan; ik smeek u door deze engelachtige deugd, welke gij zoo zeer beoefend hebt, mij aan te bevelen aan het Lam zon4or vlekken, onzen Heer, Jesus Christus, alsook aan zijne allerheiligste Moeder, de Maagd der Maagden,
Üewaar mij van alle doodzonden; gedoog niet, dat ik ooit door eonige vlek van onzuiverheid besmet worde; en als gij mij in bekoring of in gevaar van deze zonde ziet, verwijder dan uit mijn hart alle onzuivere gedachten en begeerten; breng mij dan te binnen de gedachte aan de eeuwigheid en aan Jesus, hangende aan het kruis; druk diep in mijn hart het gevoel der heilige vreeze des Hoeren; ontsteek er in hot vuur dor Goddelijke liefde; opdat ik, ua u in dit leven nagevolgd (e hebben verdienen moge even als gij God in den hemol te bezitten. Ameu.
Onze yader, Wees gecjruet.
tot de
HEILIGE MARTELAREN YAN GÖRCÜM.
Heereer, ontferm L' onzer.
Christus, ontferm U onzer.
Heer, ontferm U onzer.
Christus, hoor ons.
Christus, verhoor ons.
God hemelsche Vader, ontferm U onzer. God Zoon, Verlosser dor wereld, ontferm U onzer.
God Heilige Geest, ontferm U onzer. Heilige Drievuldigheid, één God, ontferm U onzer.
Leonardus en Nicolaüs, bid voor ons. ^ Nicolaüs en Kieronymus, St
Nieasius, Willehaldus en Eranciseus, 0 Petrus en Cornelius, S
LITANIE TOT 1)E
Heilige Godefridns en Joannes, bid voor ons. Moedige Kampvcohlers voor het allerheiligste Sacrainont des Altaars,
Kinderlijke vereerders dor H. Maagd, Trouwe verdedigers van het Opperherder-
schap des Pausen,
Die te Gorcum om het geloof gevangen werdt genomen,niettegenstaandeuonder eed loven en vrijheid verzekerd waren. Die van alles beroofd, in een vochtig en afzichtelijk hok gebracht, de gruwelijkste godslasteringen moest aanhooren, gt Die honger, dorst, koude en naaktheid ^
verduurd hebt, §
i-i
Die dertien dagen en nachten gerukt, 0 gestooten, geslagen en geschopt en door S allerlei boosaardige mishandelingen van meest dronken soldaten en andere onverlaten onmenschelijk gemarteld wordt. Die gesterkt door het heilig Sacrament dor Biecht en do H. Communie, mot engelachtig geduld al die onmensehc-lijkheden doorstondt.
Die voor uwe vijanden en voor uwe medegezellen biddende, niet ophieldt elkander tot volharding aan te moedigen,
Heilige Joannes, die op den weg naar
433
HEILIGE MABTBLARKN VAN GOKCUM. 433
Gorkura, om een kind te doopen, als een verrader aangehouden. bij de andere Martelaren in de gevangenis geworpen werdt, bid voor ons.
Heilige Martelaren, die in eene stinkende mosselsclmit, als koopwaren op elkander gepakt weidt, om naar denüriel overgevoerd te worden,
Die te Dordrecht, als iets zDndorlings, voor een drinkpenning wordt len toongesteld, en den bittersten spot prijs gegeven. Die bij den Briel onder de grofste belee-digingen van 't gemeen ontscheeptj £ gedwongen wordt voor don wreeden Lumeij te knielen, 8
Die door Godslasteringen en slagen go- o noodzaakt werdt, onder 't hoongelach 5° van Lumeij en zijne woestelingen, het „Te Deumquot; en do lofzangen ter eere van de H. Maagd Maria te zingen, terwijl gij twee aan twee gebonden, bij wijze van processie, rondom de galg werdt geleid, middelerwijl de beul deze voorbereidde,
Heilige Adrianus, Jacobus en Andreas, die in uwe pastoriën opgelicht, te Briello, met de Martelaren van Gorkum in een 92 28
434 LITANIE TOT DB
akeligen kerker wordt opgesloten, bid voor ^'e
Heilige Martelaren, die voor den bloed- v
raad van Lumeij en zijne edelen over §
uw geloof ondervraagd , moedig bcleedt -D113
te gelooven, al hetgeen de H. Koomsch- s
katholieke Kerk voorschrijft to geloo- ^!C
Die met marteling en dood bedreigd, zoo a
gij volharddet in het geloof aan de we- v zenlijke tegenwoordigheid van Jesus
Godheid en Menschheid in het H. Sa- ET ^ c
crament des Altaars, en aan het Opper- ^al
priestersehap des Pausen, antwoorddet: g 0
dat gij bereid waart, daarvoor, al ware Vai
het aanstonds, te sterven, g ^ Wier vijanden, door de bewijsredenen der
geleerden onder u beschaamd, tot uwe ^
rechters schreeuwden : „hangt zo op, 1
hangt ze maar aanstonds op,quot; ^ Wier terechtstelling door den bloeddor.
stigen Lumeij, na eene woeste drink- Da
Die uw vonnis vernomen hebbende, steeds t Da vuriger badt, en elkander tot standvastigheid bleeft aanmoedigen, zoolang gij spreken kondt,
HEILIGE MARTELARBN VAN GOKCUM. 435
Die omstreeks twee uren na raiddernaelit, buiten den Briel, in de turfschuur van het verwoeste klooster, „ton Rugge,quot; aan eenc galg zijt opgehangen, bidt voor ons. Die gelijk Jesus, ook na uwe terechtstelling mishandeld werdfc, êT. Die in den morgenstond, met glanzend ^ gelaat en gouden kronen op het hoofd, g aan eenige inwoners van Gorkum zijt ^ verschonen, S Wees genadig, spaar ons, Heer.
Wees genadig, verhoor ous, Heer. Van onverschilligheid en ongeloof, bewaar ons. Heer.
Van alle traagheid in den dienst van God,
bewaar ons, Heer.
Van alle menscholijk opzicht, bewaar ons. Heer. Van alle kleinmoedigheid in beproeving, bewaar ons. Heer. =9 Wij zondaren, wij bidden U, hoor ons. ^ Door de verdiensten uwer H. Martelaren, g Dat wij in oprechte toegenegenheid tot § het H. Sacrament des Altaars toenemen, cj Dat wij steeds met onzen H. Vader, den g-Paus, het zichtbaar hoofd der H. Kerk ° veroenigd blijven, en zijn Opper-Pries- g terschap erkennen,
436 1ITAN1B TOT DE
Dat wij tot den dood too, in ons heilig ge- .
loof volharden, wij bidden U, hoor ons. jj
Bat gij u gewaardigt, onzen H. Vader,
don Paus en al onze geesteliike over-, 0 J genat
heden te beschermen en te versterken, ver(jj
Dat gij u gewaardigt, onze afgedwaalde ^ jn ^
broeders, tot don schoot dor ware Kerk ê-' ,i„
J ' door
Dat gij u gewaardigt do vijanden der cl
Kerk to vernederen,
Dat gij u gewaardigt, ons dierbaar vader- g
land van besmettelijke ziekten onder ^
menschen en vee te bewaren, S
Dat wij in een gelukkigen vrede mogen leven,
Dat wij zalig sterven.
Lam Gods, dat wegneemt do zonden der
wereld, spaar ons, Hoer!
Lam Gods, dat wegneemt de zonden der
wereld, verhoor ons. Hoer!
Lam Gods, dat wegneemt de zonden der
wereld, ontferm u onzer.
Christus, hoor ons.
Christus , verhoor ons.
v. Bidt voor ons, heilige Martelaren,
n. Opdat wij u in de belijdenis des Geloofs navolgen.
HEILIGE MAIIT-ElAKIN VAN GOBCUM. 437
3 f O God, die den roem vollen strijd uwer
0I1S' H. Martelaren, Leonardos en zijne gezellen,
' met de eeuwige kroon versierd hebt: verleen
r genadig, dat wij op aarde strijdende, door hunne
' verdiensten en navolging verdienen mogen,
^ g! in den hemel oven als zij bekroond te worden,
o- door onzen Heer Jesus Christus. Amen.
Dofs :
ft
tot den
beschermheilige tegen de kazernij.
Heekeek, ontferm U onzer,
Christus, ontferm U onzer.
Heer, ontferm U onzer,
Christus, hoor ons.
Christus, verhoor ons.
God, hemelsohe Vader, ontferm U onzer. God, Zoon, Verlosser der wereld, ontferm U ja' onzer. ^
God, Heilige Geest, ontferm U onzer. H. Drievuldigheid, één God, ontferm U onzer. H. Maria, bid voor ons.
H. Moeder Gods, bid voor ons.
Heilige Hubertus, bid voor ons.
Heilige Hubertus, die zoo veel liefde hadt
tot de Moedor Gods, bid voor ons.
Heilige Hubertus, die van dc Moeder Gods, den wouderstool hebt ontvangen, bid voor ons. Heilige Hubertus, die door Jesus Christus,
IIIANIK TOT DEN H. 1IUBEETUS.
geroepen werdt, de bedorven zeden uit te roeien, bid voor ons.
die aan uwe roeping door Jesus Christus
zoo nauwkeurig beantwoordde , die de aardselie grootheid zoo kloekmoedig versmaadde,
die door een Engel zijt geroepen, om den H. Lambertus als Bisschop op te volgen,
wonderbare verkondiger van Gods woord,
b die zc!o zeer ijverde voor de zaligheid 'S der zielen,
quot;S allervurigst ijveraar voordeuitroeiing
^ der afgodendienst,
■Jf die zoo zeer ijverde voor de verspreiquot;
'3 Jinn- van het Christendom, H 11
vUrige bestrijder der ondeugd,
ijvengo voorstander der kerkelijke ge-
beden en eeredienst,
uitmuntend voorbeeld van alle deugden,
wiens liefde tot God zoo vurig was,
wiens ziel door een vast en boven.
natuurlijk betrouwen zoo zeer werd
opgebeurd,
beschermheilige tegen do Razernij,
Heilige Hubertus, wiens geloof zoo
vast en kloekmoedig was.
439
LITANIE TOT DEN
Hoilige Hubertus, die do ootmoedigheid stadig beoefende, bid voor ons. die zoo ijverig en voel badt,
die zoo milddadig waart in aalmoezen, wiensnaam alléén de duivelen verschrikt, die met hemelsche weldaden waart
overladen,
die overvloedig de gaven van den
H. Geest ontvingt,
dio door Gods hulp, thans nog zoovele g verbazende wonderen verricht, £ liefderijke geneesheer van arme zieken, die door Gods hulp nog dagelijks men-schen en zelfs dieren geneest,
Jrfi die door Gods hulp razendcn en bo-quot;S zei enen geneest,
schroom der hol,
geesel der duivelen,
die do toovorij verdrijft,
die in het gezelschap der Engelen zijt
opgenomen,
deelgenoot der Aartsvaders,
opvolger der Apostelen,
navolger der Martelaren,
parel der Bisschoppen,
toonbeeld der kuische zielen , voorwerp van blijdschap voor alle Heiligen ,
440
H. HUEERTUS.
Lam Gods, dat wegneemt do zonden der wereld, spaar ons , Heer.
Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld, verhoor ons. Heer.
Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld, ontferm U onzer.
Heer, ontferm U onzer.
Christus, ontferm U onzer.
Heer, ontferm U onzer,
Onze Vader, enz.
v. De Hoer had hem lief en versierde hem; B. Hij deed hem een heerlijk kleed aan. v. Bid voor ons. Heilige Hubertus; li. Opdat wij vau razernij en alle onheil bevrijd blijven.
Heilige Bissehop en dienaar van God; met liet meeste vertrouwen plaats ik mij onder uwe bescherming; en vermits de almachtige God u wonderlijk heeft doen zijn tegen de razernij en elke andere wanorde naar ziel en lichaam, smeek ik om uwe heilige tusschenkornst bij Hem; opdat ik van al dusdanig onheil bevrijd blij vo, en eenmaal moge waardig worden, in uw gezelschap dienzelfden God eeuwig te loven. Amen.
441
tot den
besoheem-heilige tegen pest en andeke besmettelijke ziekten.
Heeeeee, ontferm U onzer.
Christus, ontferm U onzer.
Heer, ontferm ü onzer.
Christus, hoor ons.
Christus, verhoor ons.
God, hemelscho Vader, ontferm U onzer. God Zoon, Verlosser der wereld, ontferm U onzer.
God, Heilige Geest, ontferm U onzer. H. Drievuldigheid, één God, ontferm U onzer. Heilige Maria, bid voor ons.
Heilige Moeder Gods, bid voor ons.
Heilige Rochus, bid voor ons.
Trouwe dienaar des Heeren, bid voor ons. Minnaar en verdediger van het Kruis, bid voor ons.
LITANIE TOT EEN II. EOCHUS. 443
Navolger van Jesus Christus, bid voor ons.
Verachter dor aardsche ijdelheid,
Voorbeeld van boetvaardigheid,
Spiegel van godsvrucht,
Voorbeeld van alle deugden,
Machtige beschermer tegen pestziekten.
Voorstander der Christenen,
Door uwe vurige liefde tot God en de men-
scheu, wij bidden u, kom ons te hulp. Door uwen eerbied voor de Engelen,
Door uwe uitstekende toegenegenheid tot J.
Door uwe godvruchtige bedevaart, gi
Door de strengheid uwer boete, e
Door uwen aanhoudenden arbeid, oquot;
Door uwe diepe nederigheid, waarmede 5 gij do zieken bijstond, g
Door de wonderbare genezingen, welke g-gij door het teeken van het heilig kruis g-
Door het wonderbaar geduld, waarmede gij de pestziekte doorstondt,
444 LITANIE TOT DEN
Door al uwe verdiensten, wij bidden u, kom
ons te hulp.
Hoor ons, arme zondaars.
Wij bidden u, dat gij onze voorspreker bij God gelieft te zijn, om vergiffenis onzer zonden en verlossing onzer rampen te verwerven, hoor ons gebed.
Dat gij u gewaardigt, de geloovigen, die u godvruelitig aanroepen, van een haastigen en onvoorzienen dood te bewaren. Dat gij u gewaardigt, de gramschap Gods gquot; en zijne geesels; als pestziekten, hongers- ° nood en oorlog van ons af te wenden, g Dat gij u gewaardigt, door uwe voor- ^ spraak den arm van den verdelgenden §-Engel te weerhouden , p-
Dat gij u gewaardigt, do goddelijke barmliartigheid voor de zielen in liet vagevuur af te smeeken, opdat zij do eeuwige rust verwerven.
Lam Gods, dat wegneemt do zonden der
wereld, spaar ons. Heer.
Lam Gods, dat wegneemt de zonden der
wereld, verhoor ons, Heer.
Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld, ontferm U onzer.
v. Heilige lloehus, bid voor ons;
H. EOCHUS.
R. Opdat wij van pestziekten en een haastigen dood bevrijd blijven.
jquot; Wij bidden ü, 0 Heer, behoed uw volk door eene voortdurende goedertierenheid; en door bemiddeling der verdiensten van den heiligen lloehus, beveilig het van allo besmetting naar Ziel en Lichaam, door onzen Heer Jesus Christus. Amen.
445
Beschermheilige tegen de schadelijke uitwerksels van Donder, Blihem, Hagel, Stormwinden, Stortregens en alle onweder.
(Als men deze Litanie bidt ten tijde van onweder, verwekke men eerst een oprecht berouw over alle zonden, en bcsproeie zicli en het huis waarin men zich bevindt, met wijwater door middel van een gewijden palmtak.)
Heor, ontferm U onzer.eor, ontferm U onzer.
God, hemelsohe Vader, ontferm U onzer. God Zoon, Verlosser der wereld, ontferm U onzer.
God, Heilige Geest, ontferm ü onzer. Heilige Drievuldigheid, één God, ontferm U onzer.
LITANIE TOT DEN H. DONATUS, MAET. 447
Heilige Maria, bid voor ons.
Heilige Moeder Gods ,
Alle H. Engelen en Aartsengelen,
Allo H. Oudvaders en Profeten,
Alle H. Apostelen en Discipelen van Christns,
Allo H. Martelaren en Martelaressen,
Allo H. Eisselioppen, Leeraars en Belijders,
Alle H. Priesters, Monniken on Kluizenaar^ Alle H. Maagden en Wedu-xen,
Alle H. bewoners des hemels, ^
Heilige Donatus, onze besehermer, £
Die over de wereld, den duivel en het f
vleesoh zoo roemrijk gezegepraald hebt. Bijziendere besehermer tegen alle onweder: donder, bliksem, hagel, stormwinden en stortregen,
Opdat wij van de vreeselijke uitwerksels
des onweders bevrijd blijven,
O waardige Martelaar Gods, opdat de kerkgebouwen, steden, dorpen, gehuchten, menseheu en akkers, door windenj hagel, donder, bliksem, stortregen niet beschadigd noch vernietigd worden,
LITANIE TOT DEN
O Heilige Donatus, opdat wij door oprechte boetpleging ons bekeeren, de zonden vluchten, christelijk leven, en alzoo den beloe-digden God verzoenen en zijne straffen van ons afweren, bid voor ons.
O heilige Donatus, het onweder bedreigt ons;
bid voor ons.
quot;Wees genadig, spaar ons, Heer.
Wees genadig, verhoor ons, Heer.
Van alle zonden, verlos ons. Heer.
Van uwe gramschap en verdiende straffen j Van alle aanvallen der booze geesten op mensehen, woningen, vee en vruchten der aarde, roquot;
Van alle schadelijke beroeringen der lucht g door stormwinden, hagel, donder, blik- ^ sem en stortregen, g
Van schade door brand in onze personen ^ of bezittingen, §
Van schadelijke regens, droogte en water-
overvloed ,
Van cen;!n onvoorziene dood.
Van den eeuwigen dood,
Door uwe oneindige goedheid en barmhartigheid , hoor ons , Heer.
Door allo Mysteriën van uw heilig loven, lijden en sterven, hoor ons, Heer.
4é8
H. DONATTJS, MAETBLAAB. 449
Door do voorspraak der allerheiligste Maagd
Maria, hoor ons Heer.
Door de voorspraak van don 11. Donatus,
onzen beschermer,
Door de voorspraak van alle Heiligen, o Opdat wij in rast on vrede U beminnen 0 eu dienen,
Opdat alle zondaars, ketters en ongeloo- W vigen zich bekeeren, ®
Opdat alle rechtvaardigen in uwen dienst volharden,
Lam Gods, dat wegneemt de zonden der
wereld, spaar ons, Heer!
Lam Gods, dat wegneemt de zonden der
wereld, verhoor ons. Heer!
Lam Gods, dat wegneemt de zouden der
wereld, ontferm IJ onzer.
Christus, hoor ons.
Christus, verhoor ons.
v. Heilige Donatus, Martelaar van Christus, bid voor ons;
E. Opdat wij van alle zonden en van schade dos onweders bevrijd blijven.
O eeuwige en almachtige God; die door het gevaarlijk onweder uwe almacht laat blijken, ontferm U onzer, die in U gelooven, 92 39
450 LITANIE TOT DEN, ENZ.
die op U hopen, die U beminnen, ea oprecht bedroefd zijn, ü beleedigd te hebben; neem deze ootmoedige gebeden aan; bevrijd ons van schadelijke winden, hagel, regen, droogte, watervloed, donder, bliksem, en van een haastigen en onvoorzienen dood; opdat wij U tijdens dit loven, in rust en vrede beminnen en dienen, en in de eeuwige heerlijkheid ons met U verblijden, door Jesus Christus, onzen Heer. Amen.
O allerheiligste Maagd Maria; heilige Do-natns roemrijke Martelaar, onze beschermer; alle H. Engelen, onze beschermers; alle heilige bewoners des hemels, wij verheugen ons in uw allerhoogst geluk, wij loven den goeden God, die n in de heerlijkheid gekroond heeft; bidt voor ons, opdat wij van alle schadelijk onweder bewaard worden, en door een christelijk leven eenmaal mogen behooren tot uw eeuwig gezelschap in den hemel. Amen.
GEBED TOT DE H.H. JOACHIM EN ANNA.
O eerbaar, zalig tweetal, Joachim en Anna, u zijn alle schepselen dank verschuldigd; want door u hebben zij den Schepper de kostbaarste aller gaven gebracht, namelijk de kuische
GEBED TOT DE H.H. JOACHIM EN ANNA. 451
Moeder, zij, die alléén den Schepper waardig was. Uwe verbevenlieid wordt door de vlekke-looze vrucht van uwen echt gekend, welke gij gewillig voor altijd aan don dienst van God hebt toegewijd: o draag mijn hart, bid ik u, als een offer aan dit offer verbonden,
door uwe handen aan den almachtigen God op; en door de genade, welke gij bij God verkregen hebt, gelieft alles aan te vullen,
wat aan dezen mijnen plicht nog ontbreekt.
AFLAATGEBED TOT DEN IE. WILLIBKOKDUS.
Bisschop, Belijder en Beschermheilige van Nederland.
Z. H. Paus Plus IX verleende den 11 Juni 1653 aan alle geloovigen, die het volgende gebed godvruchtig en rouwmoedig bidden :
1°. 300 dagen aflaat eenmaal daags.
2o. Vollen Aflaat aan hen, die liet gedurende een maand eenmaal daags bidden ; te verdienen op een dag naar keuzo, op de gewone voorwaarden.
Almachtige en barmhartige God; die door de prediking van den H. Willibrordus, onze voorouders verlicht, en hen van slaven hunner driften, tot vrije mensehen in Christus gevormd hebt geef ons, dat wij door de voorspraak vau dienzelfden Heilige in dat weldadig
'il?
■ IK
452 AFtAATGBB. TOT DEN 11. WILLIBROKD,
licht voortdurend leven, en de verkregene vrijheid zóó gebruiken, dat wij uwen wil steeds betrachten. Verleen aan Neerlands Kerk waardige herders, die den apostolischen mau in ijver en bekwaamheid volgen; opdat het geloovige volk zoo wel in deugden als in getal gestadig toeneme, door Jesus Christus, uwen Zoon, ouzen Heer en Verlosser. Amen.
AI'LAAIGEBED TOT DEN H. NICOLAÜS
Bisschop en Belijder.
Z. II. Paus Gregorins XVI verleende den 82 November 1832 aan alle geloovigen, die rottw-moedig dc volgende gebeden, ter vereering van den H. Nicolaüs, uitspreken :
Een Aflaat van 50 dagen eenmaal daags te verdienen.
lloemwaardige H. Nicolaüs, nüju bijzondere Beschermer, sla uit uw verblijf in het eeuwig licht, alwaar gij do goddelij ke tegenwoordigheid geniet, goedertieren uwe oogen op mij, en verwerf mij do genade en de geschikte hulp in al mijne noodwendigheden, zoo wol naar ziel als naar lichaam, doch vooral do genade N. N., voor zoover deze voor mijne zaligheid dienstig is. Kom, o roemwaardige
AFLAATGEBED TOT DEN H. NICOLAÜS. 453
H. Kieolaüs, te hulp onzen Opperpriester, de H. Kerk en de H. Stad. Ook bid ik, breng de zondaars, en die in de duisternis der onwetendheid, der dwaling en der ketterij gewikkeld ziju, op den rechten weg dos heils terug. Troost de bedrukten, sta de gobrekkigen bij, beur do kleinmoedigen op, verdedig de verdrukten, verleen hulp aan de zieken, en verkrijg, dat allen de vruehten uwer vermogende beseherming, bij den Gever van alle goed ondervinden. Amen.
O/ize rader. Weesgegroet. EerezijdenVader. v. H. Nicolaüs, bid voor ons;
e. Opdat wij de beloften van Christus wara-dig worden.
O God, die den roemwaardigen en heiligen Nicolaüs, uwen Eelijder en Bisschop, door ontelbare wonderen versierd hebt en nog dagelijks verheerlijkt: verleen, smeeken wij U, dat wij door zijne verdiensten en gebeden van do vlammen der hei en van alle gevaren bewaard worden, door Christus, onzen Heer. Amen.
.
VOOR
ALGEMEEi E BIJZÖMRE iöBWEMGHEDEN,
GEBED OM HULP, BIJ EENE VERVOLGING DEU
KERK DOOR ONGELOOVIGEN, KETTERS, VRIJDENKERS EN ANDERE VIJANDEN,
Ps. LXX VIII.
OGod, de heidenen zija gevallen in uw erfdeel, zij hebben uwe heilige woonplaats onteerd; zij hebben Jerusalem tot eene wacht-plaats der boomvruchten gemaakt.God, de heidenen zija gevallen in uw erfdeel, zij hebben uwe heilige woonplaats onteerd; zij hebben Jerusalem tot eene wacht-plaats der boomvruchten gemaakt.
Zij hebben de lichamen uwer dienaren aan de vogelen des hemels tot spijs gegeven; het vleesch uwer Heiligen aan het wild gedierte op aarde.
Zij hebben hun bloed rondom Jerusalem als water vergoten; en er was niemand dio ze begroef.
Wij zijn aan onze geburen tot smaad
ÜNDEESCHEIDEWE liEBEDEN, ENZ. 455
geworden; tot hoon en spot van die ons omgeven.
Hoo lang o Heer, zult Gij zoo zeer vertoornd wezen, en zal uw ijver als een vuur branden?
Stort uwe verbolgenheid over de volkeren uit, die U niet kennen, en over de Koninkrijken, die uwen naam niet aanroepen.
Want zij hebben Jacob uitgeplunderd en zijne woonplaats verwoest.
Gedenk onze vroegere misdaden niet; moge uwe barmhartigheid ons spoedig genaken; want wij zijn zeer ellendig geworden.
Help ons, o God, onze Verlosser, en bevrijd
ons, o Heer, om de eer uws Naams, en wees .
onze zonden genadig, om uwen Naam.
Opdat, zij soms niet zeggen onder de heidenen : waar is hun God ? en opdat voor ons oog, ouder de volkoren niet bekend worde do wraak dos bloods uwer dienaren, dat vergoten is.
Het zuchten der geboeiden stijge voor uw aangezicht: neem volgens do kracht uws arms do kinderen der gesneuvelden in bezit.
En vergeld zevenvoudig in don schoot onzer geburen hunnen smaad, dien zij ü, o Heer, hebben aangedaan.
Doch wij, uw volk en de kudde uwer
456 onderscheidene gebeden voor
weiden, zullen U prijzen in eeuwigheid: wij zullen uwen lof verkondigen van geslacht tot geslacht.
Dere zij den Vader, en den Zoon, en den Heiligen Geest;
Gelijk het was in den beginne, en nu, en altijd, en ia alle eeuwen der eeuwen, Amen. Heer, ontferm U onzer.
Christus, ontferm ü onzer.
Heer, ontferm U onzer.
Onze Vader.
v. Echoed ons,
r. Mijn God, die op ü betrouwen, v. Zend hun, o Heer, hulp uit Uw heiligdom, B. Eu beschorm hen uit Sion.
v. En de vijand vermoge niets op ons, B. Eu de boosdoener onderneme niet, ons te schaden.
v. Handel niet met ous naar onze zonden; e. Noch vergeld ous naar onze boosheden, v. Heer, verhoor mijn gebed. r. En mijne roepstem kome tot u.
f O Heer, verhoor genadig de gebeden uwer Kerk: opdat zij, na verwijdering van alle wederwaardigheden en dwalingen, U in veilige vrijheid moge dienen.
ALSEM. EN BIJZ. NOODWENDIGHEDEN. 457
f Barmhartige God, wij bidden U, verleen aan uwe Kerk: dat zij, die door den Heiligen Geest verzanibld is, door gecne vijandelijke aanvallen gestoord worde.
f Wij bidden U, o Hoer, verneder den hoogmoed onzer vijanden en werp door uwe machtige hand, hunne hardnekkigheid ter neer.
f Almachtige God, versmaad uw volk niet, dat in verdrukking tot U roept: maar kom, om de eer van uweu Naam, de verdrukten genadig te hulp, door onzen Heer, Jesus Christus, die met U leeit en regeert in alle eeuwen. Amen.
v. De hulp Gods blijve steeds met ons
r. Amen.
f GEBED TEN TIJDE VAN OOHLOG.
Litanie lot alle Heiligen, (zie bladz. 339.)
O God, die do oorlogen verwijdert en de vijanden van die op U hopen, door uwe machtige bescherming bevecht: kom uwe dienaren, die uwe barmhartigheid inroepen, te hulp: opdat wij U, nadat de wreedheid onzer vijanden onderdrukt is, door eeue voortdurende dankzegging mogen loven, door onzen Heer Jesus Christus, Amen.
458 ONDERSCHEIDENE GEliEDEN VOOH
f GEBED OM VHEDE.
O God, van wien alle heilige verlangens, raadgevingen en rechtvaardige werken voortkomen: verleen aan uwe dienaren, dien vrede, welken dc wereld niet vermag aan te brengen; opdat als ouze harten tot uwe geboden geneigd, en de vrees voor vijanden zal geweken zijn, de tijden door uwe bescherming, rustig mogen wezen, door onzen Heer Jesus Christus. Amen.
f GEBED TEGEN BESMETTELIJKE ZIEKTEN.
O God, die niet den dood der zondaren, maar hun berouw en boete verlangt: zie genadig neer op uw volk, dat zich tot U wendt: opdat Gij, als het U toegenegen zal zijn, daarvan den geesel awer gramschap gelieft af te wonden.
f Verhoor, ontfermend, o Hoer, de beden uws volks; opdat wij, die naar verdiensten om onze zonden bezocht worden, ter verheerlijking van uwen Naam, genadig bevrijd worden. Verleen ons, o Heer, het uitwerksel van ons dringend gebed, en weer genadig de besmcitclijke ziekte van oas af: opdat de
algem. en bijz. noodwendigheden. 459
harten der stervelingen erkennen, dat dusdanige geesels van uwe gramschap uitgaan, en door uwe barmhartigheid weer ophouden, door onzen Heer Jesus Christus. Amen.
G-ebeden tot cie HL Maagd. Maria 1 egen. besmettelijke ziekten.
O Maria, gij zijt daü voortreflijk werktuig van den Heiligen Geest, den Vertrooster. Gij zijt die luistervolle stad Gods. Gij zijt die sterke Vrouw, welke don Kop der slang verplet hebt. Gij zijt meer sehitterend dan de zon, lieflijker dan de maan, glansrijker dan het [morgenrood, meer blinkend dan de sterren. Laten wij, zondaars, tot haar naderen, berouwvol op de borst kloppende en zeggende: Heilige, Heilige, Heilige Maria, onze barmhartige en toegenegene Moeder! Nadat gij ons van besmettelijke ziekten, van oenen haastigen dood en van alle kwellingen, door uwe heilige gebeden bevrijd hebt, maak ons dan aan de hcmelsehe heerlijkheid deelachtig, v. In alle onze kwelling en bcnaauwdheid. e. Kom ons te hulp, o allcrgoedertierensto Maagd Maria.
God van ontferming. God van liefde. God
4G0 ONDEKSCIIEIDENE GEBEDEN VOOK
van vergeving, die U ontfermd hebt over de droefheid uws volks, en tot den Engel, die do uwen sloeg, gezegd hebt: het is genoog, houd uwe hand in: Om uwe liefde en van uwo verheerlijkte Moeder, wier kostbare borsten Gij togen het venijn onzer misdaden gezogen hebt, verleen ons de hulp Uwer genade; opdat wij van alle besmettelijke ziekte, en van een onvoorzienen dood bevrijd, en van den aanval eens geheelen ondergangs gered worden, door U, o Jesus Christus, Verlosser der wereld, Koning der heerlijkheid, die God zijnde, mot God den Vader en den Heiligen Geest, leeft en regeert, door alle eeuwen der eeuwen. Amen. v. Heer, verhoor mijn gebed, b. En mijne roepstem kome tot U.
GEBED TOT DE H.H. SEBASIIANUS, BOCHUS, EN ANTONIUS , ABT.
tegen bosmeltolijke z.ekten.
O gij, heilige Sebastianus, Roehus en Antonius, komt ons te hulp bij onzen Heer Jesus Christus; opdat wij van besmettelijke ziekten en van allo krankheid naar liehaam en ziel bewaard worden.
ALGEM. EN BIJZ. SOODAYENDIGIIEDEN. 461
v. Eidt voor ons, o heilige Sebastian us, Roclms en Antonius,
k. Opdat wij de beloften van Christus ■waardig worden.
Almachtige, eeuwige God, die door de verdiensten uwer Heiligen, Sebastianus, Rochus en Antonius, het menschdoni van besmettende ziekten bevrijd hebt: verleen aan uwe smeekenden, dat wij, die o:-H dezelfde genade tot U naderen, door hunne tussehenkomst, aan alle gevaar van besmettende ziekten onttrokken worden, door onzen Hoer Jesus Christus. Amen.
Gebeden tegen bliksem, donder, stormwind. stortregen en andere vervaarlijke natuur-ver-scbijnselen.
Ps XC- Ter opwekking van vertrouwen op God.
Wie ouder de hulp des Allerhoogste woont, zal blijven onder de bescherming van den God des hemels;
Hij zal tot den Heer zeggen; Gij zijt mijn beschermer en mijne toevlucht: Hij is mijn God; op Hem zal ik hopen.
Want Hij heeft mij bevrijd van den strik dei: jagers en van harde woorden.
463 ONDERSCHEIDENE GEBEDEN YOOK
Mot zijno schouderbladoren zal Hij u overlommeren; en onder Zijne vleugelen zult gij hopen.
Zijne waarheid zal u met een schild bedekken ; gij zult niet vreezen wat 's nachts vervaarlijk is;
Noch den pijl, die bij den dag aansnort , noch hetgeen door de duisternis zweeft, noch den aanval des duivels op helderen dag;
Duizend zullen neerstorten aan uwe linkerzijde, en tien duizend aan uwe rechterhand; maar tot u zal Hij niet naderen.
Doch met uwe oogen zult gij het aanschouwen , en de vergolding dos zondaars zien;
Want Gij, o Heer, zijt mijne hoop; in den Allerhoogste hebt gij uw toevluchtsoord plaats gesteld.
Geen kwaad zal tot u naderen, en geene plaag zal uwe woonplaats naderen;
Want Hij heeft zijne Ergelen jegens u bevolen: dat zij u zouden bewaren op al uwe wogen;
Op de handen zullon zij u dragen: opdat gij uwen voet niet zoadt stooteu aan cenigen steen.
Over adders en basilisken zult gij wandelen, cu leeuwen cn draken zult gij vertreden;
AL'-.EM. EN BIJZ. NOODWENDIGHEDEN. 403
Omdat hij op Mij zijne hoop heeft gevestigd, zal Ik hsm redden: Ik zal hem beschermen; omdat hij Mijnen Naam beleden heeft.
Tot Mij zal hij roepen, en Ik zal hem verhooren: in kwelling ben Ik bij hem: Ik | zal hem redden en verheerlijken.
■ Met lengte van dagen zal Ik hem vervullen, en Ik zal hem Mijn heil doen aanschouwen. Met lengte van dagen zal Ik hem vervullen, en Ik zal hem Mijn heil doen aanschouwen.
Eere zij den Vader, en den Zoon, en den Heiligen Geest;
Gelijk het was in den beginne, en nu, en j; altijd, en in alle eeuwen der eeuwen. Amen.
f Wij smeeken U, o Heer, dat idle aanvallen der booze geesten van uw huis worden
I afgewend: en alle schadelijke beroeringen der lucht verdwijnen, door onzen Heer Jesus g Christus. Amen. afgewend: en alle schadelijke beroeringen der lucht verdwijnen, door onzen Heer Jesus g Christus. Amen.
ANDERE GEBEDEN TOT IIEIZELEDE DOEL.
'
IAntiph.Antiph. Jesus van Nazareth.
Ps. vi. Heer sla mij niet, enz. (Zie den
eersten Boetpsalm, biz. 189.)
Antiph. Jesus van Nazareth, Koning der Joden! Deze titel der zegepraal behoede eu beseherme ons. Ziot hot Kruis des Heeren :
464 ONDERSCHEIDENE GEBEDEN VOOR
Vlucht gij, weerspannige benden; want de Leeuw uit Judas stam, de wortel van David heeft gezegevierd. Alleluia.
Heer, ontferm ü onzer. Christus, ontferm ü onzer, Heer, ontferm U onzer.
Onze Vader; enz.
v. Loven wij den Vader, en den Zoon, en den Heiligen Geest.
R. Prijzen wij en verheerlijken wij Hem hoog in eeuwigheid.
f Verhoor ons, o Heer, die tot U roepen, en verleen, dat op onze beden de helderheid en kalmte der lucht herstellen, opdat wij, die met recht om onze zonden verdiend hebben gestraft te worden, door de hulp uwer barmhartigheid uwe goedertierenheid ondervinden, door Jesus Christus onzen Heer. Amen.
GEBED TOT DE ALLERHEILIGSTE JIAAGD EN ALLE HEILIGEN.
tot hetzelfde eincle.
O liefdevolle Moeder des Heeren, Maria, gij lichtende ster der verzoening van het menschdora mot God; gij, H Maagd, bronwel aller genaden, die de gramschap des hemelschen Vaders hebt uitgedoofd door do
ALGEM. EN BIJZ. NOODWENDIGHEDEN# 465
opoffering van uwen gezagenden Zoon; en gij, Voorlooper des Heereu;gij H H. Apostelen, Martelaren, Belijders en Maagden; gij alle Gods lieve vrienden en uitverkorenen, o komt ons te hulp, opdat dit noodweer door uwe gebeden gestild worde. Weerhoudt des Ileeren uitgestrekte hand; ten einde Hij in zijne gramschap niet straffe en ons voor eeuwig van zich afatoote, door onzen Heer Jesus Christus. Amen.
GEBED BIJ DTJUETE EN HONGERSNOOD.
Wij bidden U , o Heer, geef ons smeekgebed de gewensehte uitwerking, en wond verzoend met ons, den hongersnood af; opdat de harten dor mensohen erkennen, dat niet alléén zulke geesels vau U uitgaan, als Gij vergramd zijt, maar ook, dat zij door uwe ontferming ophouden, door onzen Heer Jesus Christus. Amen.
f GEBED 011 HEG EN.
God, in wien wij leven, ons bewegen en bestaan; zend ons een vruehtbaar makenden regen : opdat wij genoegzaam van tijdelijke hulpmiddelen voorzien, met meer vertrouwen 92 30
466 ONDEESCHEIDENE GEBEDEN TOOE
naar de eeuwige mogen verlangen, door onzen Heer Jesus Christus. Amen.
f GEBED OM GUNSTIG WEDEB.
Verhoor ons, o God, die U smeekcn; en verleen ons, die U bidden, gunstig weder: opdat wij, die verdiend hebben, gekastijd te worden, door do tussehenkomst uwor barmhartigheid uwe goedertierenheid ondervinden, door Jesus Christus, onzen Heer. Amen.
f GEBED TEGEN VEEZIEKTE.
O God, die aan den mensclielijken arbeid ook do hulp der stomme dieren hebt toegevoegd: wij bidden I] ootmoedig; laat niet toe, dat zij, zonder welke het menschdom niet gevoed wordt, ophouden tot ons gebruik te dienen, door Jesus Christus , onzen Heer. Amen.
f GEBED IN ALLE NOODWENDIGHEDEN.
O God, onzo toevlucht en sterkte; Gij, die zelf do bron van medelijden zijt; verhoor de beden uwer Kerk en verleen; dat hetgeen wij met aandrang vragen, wezenlijk erlangen, door Jesus Christus, onzen Heer. Amen.
ALGEM. F.N BUZ. KODDWENDIGHEDEN. 40 7 f GEBED VOOR ONZEN H. VADEK, DEN PAUS.
O God, Opperherder en Bestuurder van alle goloovigcn; zio genadig op uwen dienaar N., dien Gij als Opperherder uwer Kerk verkoren hebt: verleen hem, bidden wij U, dat hij allen, waarover hij gesteld is, door woord en voorbeeld voorga: opJat hij met do hem toevertrouwde kudde, tot het eeuwige leven moge geraken, door Jcsus Christus , onzen Heer. Amen.
f GEBED vooa T)RN AAETSBISSCIIOP O]?
BISSCHOP.
O God, die met goedheid over uw volk waakt, en het met liefde geleidt; verleen uwen dienaar N., onzen Bisschop, wien Gij do zorg, om ons te besturen, hebt toevertrouwd, den geest van wijsheid en den overvloed uwer genade; opdat hij jegens ons, getrouw de pliehten van het priesterambt vervullc, on in de eeuwigheid do belooning van eenen trouwen dienaar ontvange, door onzen Heer Jesus Christus. Amen.
468 ONDEESCHEIDENE GEBEDEN VOOE
GEBED VOOR ZIJNE OUDERS.
O Heer, die mij toelaat, U mijn Vader te noemen, en ü gewaardigt het daadwerkelijk Ie zijn; gedenk hen, die ten opzichte van mij, even als Gij, eene zoo teedere benaming hebben. Verhoor de beden, welke de gehoorzaamheid aan uwe bevelen mij voorschrijft, en wien oen gevoel van toegenegenheid bezielt, dat Gij zelf in mijn hart gegrift hebt. Bewaar voor mij deze zoo dierbare personen, aan wien ik, na U, al do gunsten en weldaden te danken heb, die op aarde mijn deel zijn. Stort over hen uit allerlei geestelijke en tijdelijke zegeningen; doch behoed hen bovenal, voor het grootste aller onheilen, de zonde. Geef, dat ik nimmer die verschrikkelijke vervloekingen uit-lokke, die soms voor gansche familiën de gevolgen zijn der misdaad eens eenigen. Laat mij, o mijn God, in hunne'waakzaamheid en zorgen, een en raad, eene toevlucht, eenen steun. voor het vervolg mijns levens vinden, zoo als ik hun, door mijne volmaakte gehoorzaamheid, — met hunne verlangens zelfs te voorkomen, — al den troost hoop te verschaffen, welken zij met recht van mij
ALGEM. EN EIJZ. NOODWENDIGHEDEN. 469
mogen verwachten. Verleen vooral, dat hunne liefde matig zij, en heilig de plannen, die zij ten opzichte van mij vormen, zonder dat ooit mijne tijdelijke belangen in iets mijn eeuwig geluk in den weg staan. Bekroon eindelijk al uwe gaven door de grootste aller genaden, namelijk, dat een en hetzelfde geluk voor altijd in den hemel hen vereenige, welke zoo vele banden op aarde zoo nauw aan elkander sloten. Amen.
f GEBED VOOK ANDERE NABESTAANDEN.
Behoed, bidden wij, o Heer, door de tus-sehenkomst der H. Maria, altoos Maagd, onze nabestaanden van alle wederwaardigheden: en daar zij met geheel hun hart voor ü liggen neergeworpen, gelieve hen genadig van allo onheil te bewaren, door Jesus Chrisius, onzen Heer. Amen.
f GEBED VOOR VRIENDEN.
O God, die door do genade van den Heiligen Geest, in de harsten der geloovigen, de gaaf der liefde gestort hebt; verleen aan uwe dienaren en dienaressen, voor wie wij uwe goedertierenheid afsmeeken, heil naar
|
tl
li'i
1
li
I
H!
470 ONDEESCIIBIDBNE GEBEDEN VOOR
ziel cn lichaam, opdat zij U uit al hun macht beminnen, en al wat ü behaagt, met do meeste toegenegenheid volbrengen, doorJesus Christus, onzen Heer. Amen.
•|- GEBED VOOR VIJANDEN.
O God van vrede, minnaar cn behoeder van liefde; verleen aan al onze vijanden den waren vrede en liefde, schenk hun vergiffenis van alle zonden, en onttrek ons krachtdadig aan al hunne listen, door Jesus Christus, onzen Heer. Amen.
f GEBED voon ZIEKEN.
Almachtige, eeuwige God, eeuwig heil van allo geloovigeu; verhoor ons voor uwen zieken dienaar, voor wien wij de hulp uwer barmhartigheid verzoeken; opdat bij, na herstel zijner gezondheid, ü in uwen tempel dank zegge, door Jcsua Christus, onzen Heer. Amen.
f GEBED VOOR IIEIZENDEN.
Geef gehoor, o God, aan onze beden, en verleen, dat de weg van uwen dienaar ge-
ALGEM. EN BIJZ. NOODWENDIGHEDEN. 471
riclit worde tot vermeerdering van het heil dat Gij geschapen hebt; opdat hij tusschon de afwisselingen der reis en van dit leven, steeds door uwe hulp beschermd worde, door Jesus Christus, onzen Heer. Amen.
f GEBED VOOR ZEEVAAHDEES.
O God, die onze vaders door do roodc zee geleid en door diepe waters hebt overgebracht, middelerwijl zij den lof van uwen Naam bezongen: wij bidden U ootmoedig, dat Gij aan uwe dienaren op het schip, na afwering van allen tegenspoed, de steeds gewenschto haven en eene voorspoedige vaart wilt verleenen, door Jesus Christus, onzen Heer. Amen.
f GEBED VOOB EEN GEVANGENE.
O God, die den H. Petrus, den Apostel, van do boeien bevrijd en ongehinderd hebt laten gaan; maak de boeien los van uweu dienaar, die zich in do gevangenis bevindt, en verleen: dat hij door de verdiensten van uwen Apostel, ongehinderd kunne heengaan, door Jesus Christus, onzen Heer. Amen.
472 ONDERSCHEIDENE GEBEDEN VOOR f GEBED OM KTJISCHHEID.
Ontsteek, o Heer, ons binnenste en onze harten door het vuur van deu Heiligen Geest: opdat wij ü met een kuisch lichaam dienen, en door een zuiver hart behagen , door Jesus Christus , onzen Heer. Amen.
f GEBED OM OOTMOED.
O God, die de hoovaardigen weerstreeft en aan de ootmoedigen genade schenkt: verleen ons de deugd van waarachtigen ootmoed, waarvan uw eeniggeboren Zoon in zich het beeld getoond heeft: opdat wij nimmer door hoovaardigheid uwe verontwaardiging opwekken; maar veeleer door onderwerping de gaven uwer genade erlangen, door Jcsus Christus , onzen Heer. Amen.
f GEBED OM GEDULD.
O God, die door het geduld vamp;u uwen eeniggeboren Zoon, de hoovaardigheid van den ouden vijand verbrijzeld hebt: wij bidden TJ, verleen ons, dat «'ij waardig herdenken al wat Hij voor ons zoo gaarne geleden hoeft, en dat wij zóu door ziju voorbeeld,
ALG1M. EN BUZ. -NOODWDDIGHEDEN. 473
alle wederwaardigheden geduldig verdragen.) door Jesua Christus, onzen Heer. Amen.
f GEBED 011 LIEFDE.
O God, die bewerkt dat aan uwe minnaars alles ten goede keert; verleen aan onze harten eene onschendbare genegenheid uwer liefde; opdat de verlangens door uwe ingeving ontstaan, bestand zijn, docr goene bekoring veranderd te worden , door Jesus Christus onzen Heer. Amen.
GEBED OM EEN ZALIGEN LEVENSSTAAT.
Barmhartige God, doe mij kennen in weiken levensstaat Gij wenscht dat ik U diene, verlicht mijn verstand, opdat ik dat beroep kieze, in hetwelk ik het zekerst mijne zaligheid zal bewerken.
O Heilige Geest, geleid mij door uwe goddelijke ingevingen tot dien levensstaat, in welken ik U het meest zal behagen.
O heilige Maagd Maria, verwerf mij de genade, den staat te kennen, waarin uw goddelijke Zoon wil, dat ik Hem diene.
Mijn H. Engelbewaarder, sta mij bij in de verkiezing van een staat, om ais een gehoor-
474 ONDERSCHEIDENE GEBEDEN VOOB
zaam kind, overeenkomstig Gods wil te handelen en mijne zaligheid te bewerken. Amen.
f Grebeden alvorens eene reis te ondernemen.
(Lofzang van Zacharias Luc. I.)
Gezegend zij de Heer, de God van Israël; want Hij heeft zijn volk bezocht en zijne verlossing bewerkt.
En Hij heeft ons een reddingshoorn opgericht in het huis van David, zijnen dienaar;
(Zoo als Hij gesproken had door den mond der heiligsn, zijne aloude Profeten.)
lledding van onze vijanden, en uit de hand van allen, die ons haten;
Om barmhartigheid te doen aan onze vaderen, en gedachtig te wezon aan zijn heilig verbond,
Aan den eed, dien Hij zwoer aan Abraham, onzen vader, dat Hij ons zou geven;
Dat wij uit do hand onzer vijanden verlost. Hom zonder vrees zouden dienen;
In heiligheid en gerechtigheid voor Hem, al onze dagen.
En gij kind! gij zult een Profeet des Aller-
ALGEM. EN BIJZ. NOODWENDIGHEDEN. 47S
hoogsten genoemd worden; want gij zult den Heer voorafgaan, om zijne wegen te bereiden;
Om aan zijn volk kennis dos heils te geven, ter vergeving der zonden;
Door de groote barmliartigheid van onzen God, door welke Hij ons bezocht heeft. Hij die opdaagde van uit den hooge;
Om te verlichten hen, die in de duisternis en in de schaduw des doods zijn gezeten, ten einde onze voeten te richten tot den weg des vredes.
Eerc zij den Vader, en den Zoon, en den Heiligen Geest;
Gelijk het was in den beginne, en nu, en altijd, en in alle eeuwen der eeuwen. Amen.
Antiph. Geleid ons, almachtige on barmhartige Heer, op den weg van vrede en heil: en de Engel Raphael vergezclle ons op den weg; ten einde wij in vrede, welstand en vreugde huiswaarts wederkeeren.
Jesus, ontferm U onzer.
Christus, ontferm U onzer.
Heer, ontferm U onzer.
Onze Vader, enz.
v. Behoud uwe dienaren,
m. Mijn God, die op U vertrouwen.
470 ONDEllSCIIEIDBNE GEBEDEN VOOK
v. Zend ons hulp, o Heer, uit het heiligdom ,
K. En bescherm ons uit Sion,
v. Zijt ons, o Heer, een sterke toren,
K. Voor het aanschijn des vijands.
v. De vijand verraoge niets tegen ons,
e. En de booze onderneme het niet, ons te schaden.
v. Geprezen zij de Heer ten allen tijdo,
b. De God onzes heils geve ons eene voorspoedige reis.
v. Wijs ons, o Heer, uwe wegen aan,
e. En leer ons, uwe paden kennen,
v. Mogen onze gangen bestuurd worden,
e. Om uwe gerechtigheden na te komen,
v. Het kromme zal recht worden,
e. En het oneffene een effen baan.
v. God heeft u aau zijne Engelen aanbevolen,
e. Dat zij u behoeden op al uwe wegen,
v. Heer, verhoor mijn gebed,
e. En mijne roepstem kome tot U.
O God, die do kinderen Israels droogvoets, te midden door de wateren der zee heengevoerd, en de drie Wijzen door eene ster* den weg tot U hebt aangewezen; wij bidden U, verleen ons eene voorspoedige reis en
ALGEM. EN BIJZ. KOODWENDIGnEDEN, 477
kalm weder; opdat wij door uweu H. Engel geleid, gelukkig den eindpaal onzer reis en eindelijk de haven der eeuwige zaligheid mogen bereiken.
O God, die na uwen dienstknecht Abraham uit Ur , het woonoord der Chaldecrs, uitgevoerd te hebben, hem op alle wegen zijner pelgrimsschap bawaard hebt; wij bidden TJ, gewaardig U ons, uwe dienaren te beschermen: wij bidden U, o Heer, wees ons bij de toebereiding tot do reis eene hulp, op den weg eea troost, in de hitte eene schaduw, in regen en koude eene beschutting, in vermoeienis eene verkwikking, in wederwaardigheid een schild, op moeielijke wegen een staf, bij schipbreuk eene haven; ten einde wij, onder uw geleide, gelukkig den eindpaal bereiken, en eindelijk onverlet tot onze haardsfedc terugkccren.
Wij bidden U, o Heer, verhoor ons smeekgebed , en verleen, dat de weg van uwe dienaren gericht worde tot vermeerdering van het heil, dat Gij geschapen hebt: opdat wij tusschen alle afwisselingen van den weg en van dit leven, altoos door uwe hulp beschermd worden.
478 ONDEBSCHEIDENE GEBEDEN.
Wij bidden U, o almachtige God, verleen dat wij den weg naar de zaligheid bewandelen, en dat wij, het voetspoor uws Voorloo-pers, den ïï. Joannes den Dooper volgende, veilig tol Hem geraken, diou hij verkondigd heeft, onzen Heer Jesns Christus, die God zijnde met U leeft en regeert in de eenheid van don Heiligen Geest, door allo eeuwen der ecuwen. Amen v. Laat ons in vrodo vertrekken, K. In den naam des Heeren. Amen.
OVER HET BEZOEK
VAN HET ALUM, SACRA1NT DES ALTAARS
EN EER
H. MAAGD MARIA.
Het Katholiek Geloof bert ons, dat onder de gedaante van het geconsacreerde brood Jesus Christus, de tweede Persoon der allerheiligste Drievuldigheid, God van alle eeuwigheid, medezelfstandig met God den Vader en den H. Geest, wezenlijk tegenwoordig is met zijne Godheid en Menschheid, met ziel en lichaam, zoo als hij verheerlijkt in den hemel is. Dag en nacht verblijft Hij verborgen in het tabernakel op het altaar, als op een troon van liefde en barmhartigheid, om om zijne genaden uit te deelen en zijne liefde te bewijzen. Allerminzaamst noodigt Hij ons uit, om Hem daar te komen aanbidden, zeggende : „Komt allen tot Mij, die belast en beladen zijt, en Ik zal u verkwikken.quot;et Katholiek Geloof bert ons, dat onder de gedaante van het geconsacreerde brood Jesus Christus, de tweede Persoon der allerheiligste Drievuldigheid, God van alle eeuwigheid, medezelfstandig met God den Vader en den H. Geest, wezenlijk tegenwoordig is met zijne Godheid en Menschheid, met ziel en lichaam, zoo als hij verheerlijkt in den hemel is. Dag en nacht verblijft Hij verborgen in het tabernakel op het altaar, als op een troon van liefde en barmhartigheid, om om zijne genaden uit te deelen en zijne liefde te bewijzen. Allerminzaamst noodigt Hij ons uit, om Hem daar te komen aanbidden, zeggende : „Komt allen tot Mij, die belast en beladen zijt, en Ik zal u verkwikken.quot;
Hoe gegrond is dus de uitnoodiging van den
480 ONDERRICHT OVER HET BEZOEK
II. Kerkleeraar Alphonsus de liiguori, wanneer hij zegt:
„Onder alle godvruchtige oefeningen, is het „bezoek van Jesus Christus in zijn H. Sacrament, „het behagelijkst aan God en het heilzaamst voor „den mensch. Tracht dan de gewoonte aan te „nemen, om zoo niet dagelijks een half uur, dan „toch minstens een vierde uurs of dikwijls eene „kerk te bezoeken, alwaar Hij in het tabernakel „rust en u steeds opwacht. Neem eene proef, „en gij zult bevinden, dat gij van dat bezoek „vele vruchten zult plukken. Weet, dat de tijd, „dien gij daar doorbrengt, het nuttigst in uw „leven zal besteed wezen; daarenboven zult gij „daar vertroostingen genieten, welke voor u van „groot nut zullen wezen in het uur van uwen „dood en in de eeuwigheid,
„Weet daarenboven, dat gij in een vierde uurs „van zulk gebed, waarschijnlijk meer verdienen „zult, dan door alle andere oefeningen gedurende, „den dag.
„O hoe genoeglijk zijn de oogenblikken, die „men met een levendig geloof en eene teedere „godsvrucht, bij Jesus in zijn tabernakel doorbrengt, en zich met Hem daar onderhoudt, „die u daar zoo gepast kan ontvangen en aan-„hooren. Vraag Hem daar vergiffenis uwer zon-„den; leg Hem daar al uwe noodwendigheden
V. H. ALLERH. SACRAM. DES ALTAARS. 481
„bloot, even als een vriend aan zijnen vriend „doet, in wien hij vertrouwen stelt, en van wien „hij hulp verwacht; vraag Hem zijne genade, „zijne liefde en de eeuwige zaligheid, maar vooral „zijne hulp, om bewijzen van liefde te geven „aan Hem, die zelfs van af het altaar, alwaar „wij Hem van liefde tot ons zien branden, zijnen „eeuwigen Vader voor ons bidt. Zijne liefde is „zoo groot, dat hij te vreden is met in het H. „Sacrament te verblijven, zelfs al wordt hij door ondankbaren veracht. Doch waartoe nog meerdere „woorden? Beproeft en ondervindt.quot;
Z. H. Paus Pius IX verleende den 8 Augustus 1859 aan alle geloovigen, die het volgende gebed „o Jesus, mijn God,quot; hij het 11. Sacra-menty rouwmoedig en vervolgens het gebed „Allerheiligste en Onbevlekte Maagdquot; hij een heeld der 11. Moeder Gods uitspreken:
lo. Een Aflaat van 300 dagen , telkens. 2o. Vollen Aflaat aan die gedurende een maand dagelijks minstens één der twee genoemde gebeden op gezegde wijze doen; to verdienen op een dag naar keuze, mits biechtende, communi-ceerende en biddende tot intentie van Z. H. den Paus.
1
11 II
Jipj] li
I
i ii
I
ff:
N. B. Deze gebeden kunnen aan de zielen in het vagevuur toegevoegd worden.
31
92
GEBEDEN TEE, EEB.E
AFLAAIGEBED.
Om Jesus in het allerheiligste Sacrament te bezoeken, opgesteld door den H. Kerkvader, Alphonsus Maria de Liguori.
O Jesus, mijn God, die uit liefde, welke Gij allen menschen toedraagt, dag en nacht in dit H. Sacrament van liefde en barmhartigheid verblijft. Gij wacht, noodigt en ontvangt daar allen, die U komen bezoeken: ik geloof, dat Gij in het allerheiligste Sacrament des Altaars wezenlijk tegenwoordig zijt; ik aanbid U uit het diepste mijns harten, en zeg Ü dank voor alle weldaden, welke Gij mij hebt geschonken, maar vooral omdat Gij ü zclven in dit Sacrament geheel aan mij , en mij uwe Moeder tot beschermster gegeven en mij hebt opgewekt, om U in deze kerk te bezoeken.
Ik groet uw beminnelijk Hart, en doe dit om drie beweegredenen. ïen eerste om U dank; te zeggen voor dat overgroot geschenk, ten tweede, om alle beleedigingen uit te wisschen, die U door uwe vijanden , in dit Sacrament worden aangedaan; ten derde, tracht ik door dit bezoek U op alle plaatsen te aanbidden, alwaar Gij in uw Sacrament niet
482
VAN HET ALLEMI. SACEAMEKT. 483
waardig genoeg vereerd en liet meeste ver laten zijt.
Mijn Jesus, ik bemin ü van ganscher harte; het doet mij leed, dat ik uwe oneindige goedheid, zoo menigmaal in het verlodene beleedigd heb. Ik maak het besluit, U in de toekomst, met de hulp uwer [genade, nira-mer meer te beleedigen. Thans, hoe onwaardig ook, draag ik mij zelven geheel aan U op; ik geef U en doe afstand van geheel mijnen wil, van mijne genegenheden, van mijne verlangens en van al wat ik bezit. Maak in do toekomst van geheel mijn wezen al wat Gij verlangt, en van hetgeen mij toebehoort, al wat Gij begeert.
Ik vraag U sleehts uwe liefde, do volharding tot het einde, en het vermogen, uwen wil in alles te volbrengen. Ik beveel TJ de zielen in het vagevuur aan; doch vooral haar, die in haar leven, U in het allerheiligste Sacrament en aan uwe allerheiligste Moeder de meeste toegenegenheid betoonden. Gelieve insgelijks alle arme zondaars te gedenken. Eindelijk mijn beminde Zaligmaker, vereenig ik al mijne genegeiiheden met die van uw allerheiligst Hart, en deze vereenigd draag ik uwen hemelsohen Vader op, welken ik in
GEBEDEN TER EEB.E
uwen naam smeek, ze uit liefde tot U aan te nemen en te verhooren. Amen.
AFLAATGEBED,
om de allerheiligste Maagd Maria te bezoeken.
Allerheiligste en Onbevlekte Maagd en 3nijiie Moeder Maria; tot U, die zijt de Moeder van mijnen Hoer, do wereld-Koningin, de verdedigster, de hoop en de toevlucht der zondaren, begeef ik mij geheel gelijk ik ben, do ellendigste aller menschen. Ik vereer u, o verhevene Koningin, en zeg u dank voor alle weldaden, welke gij mij tot heden toe bewezen hebt; vooral, omdat gij mij van do hel, welke ik zoo menigmaal verdiende , bewaard hebt. Ik bemin a, o allerminnelijkste Vorstin, en uit liefde tot u, beloof ik, dat ik u altoos zal dienen en al doen, wat in mijn vermogen is, opdat ook anderen u beminnen.
Ik stel al mijn vertrouwen en al mijn heil in u; neem mij als uwen dienaar aan, en plaats mij onder uwe bescherming, o barmhartige Moeder! En dewijl gij bij God zóó vermogend zijt, behoed mij van alle bekoringen, of wel verwerf mij de kracht, om
484
VAN HET ALLEBH. SACRAMr.ïJT. 485
ze tot mijnen dood te overwinnen, ü verzoek ik om eene ware liefde tot Jesus Christus; van u verhoop ik eenen zaligen dood. Om uwe liefde tot God, o mijne Moeder , bid ik u, mij altoos bij te staan, doch vooral op het laatste oogenblik mijns levens. Houd niet op, mij te beschermen, alvorens gij mij zalig ziet in den hemel, om u te loven en uwe barmhartigheid to bezingen door,de gansehe eeuwigheid heen. Amon.
GEBED OM DE GENADE, JESUS DIKWIJLS IN HET
ALLEBHEILIGST SACRAMENT TE BEZOEKEN.
O God, o onbegrijpelijke liefde, Gij, die ons vele bewijzen van eene oneindige liefde hebt gegeven, en daarenboven, om in dit leven met ons te zijn, in uw H. Sacrament op onze altaren blijft rusten; ik maak het voornemen, U daar dikwijls te komen bezoeken , om zoo veel mogelijk uwe zoete tegenwoordigheid, die het geluk der zaligen in den hemel uitmaakt, to genieten.
O weid hot mij toegestaan, hier altoos te blijven, om U te aanbidden, en gebeden van liefde tot U te storten! Roep mij tot U, zoo ik ooit uit traagheid, of om tijdelijke bezigheden zou willen nalaten, U te bezoeken.
486 GEBEDEN TEE EEKE, ENZ
Mijn allerzoetste Jesus, verleen mij een vurig verlangen, om dikwijls bij U te zijn, hier in dit Sacrament verborgen.
O minnelijke Jesus, waarom heb ik U hier niet dikwijls bezocht? Doch da gedachte, dat ik niet alléén in den hemel, maar ook op aarde den tijd heb, tl te beminnen en te bezoeken, is mij een troost; ja, lieve Jesus, ik kan U hier nog beminnen en bezoeken: ik heb vast besloten, daarmede op dit oogen-blik een begin te maken; ik wil U beminnen, en ü in uw H. Sacrament dikwijls bezoeken. Ik bemin U, mijn hoogste goed, mijne liefde, mijn al; ik zal U dikwijls bezoeken. Verleen mij de genade, als ik U, hier verborgen, dikwijls kom aanbidden, dat ik U na dit leven, van aanschijn tot aanschijn moge aanschouwen, en eeuwig in uw gezelschap verblijven. Amen.
(De Litanie en verdere gebeden op Donderdag en de gebeden onder de Vespers en liet Lof zijn zeer gepast, om Jesus in het allerheiligste Sacrament te bezoeken.)
Wordt Jesus in denordt Jesus in den voormiddag door den priester in liet H. Sacrificie der Mis, als een onbloedig Offer opgedragen en door de geloovigen aangebeden; die aanbidding onder de gedaante van brood , wordt in den namiddag, vooral op zon- en feestdagen, door algeuicene openbare gebeden van den priester en der geloovigen, in zijn heilig huis voortgezet.
Tot dat einde heeft alsdan eene uitstelling van het H. Sacrament gewoonlijk plaats.
Middelerwijl worden door den dienstdoenden priester gebeden en door het zangerskoor lofzangen aangeheven ter vereering en aanbidding van het H. Sacrament. Die gebeden en lofzangen worden gewoonlijk gevolgd door een lofzang en gebed ter vereering der H. Moeder van God, om hare vermogende hulp voor onze belangen in te roepen. Bij gelegenheid dier aanbidding wordt gewoonlijk de zegen met het H. Sacrament gegeven, op sommige plaatsen bij het einde , op andere bij het begin en einde.
Ili
mm
lil 1)11 [r
il I :ï\
lil
ili
i f i ■: 5 i
488 ONDERRICHT OVER DE, ENZ.
Aangezien het aan de geloovigen moeilijk is, de Latijnsche kerkgezangen, die volgens de onder-sclieidene zon- en feestdagen menigmaal veranderen, te volgen, kunnen zij zich ter aanbidding en vereering van het H, Sacrament, zeer gepast van de onderstaande gebeden of van andere bedienen, b. v. de Litanie en geleden op Donderdag. De lofzang van den H. Thomas van Aquino „O mijn Godquot; Gebed, om Je sus in het allerheiligste Sacrament te bezoeken,
^ 0
OND.EE DK
(Wordt bij liet begin do zegen gegeven, dan bidde men met het koor „Tantum ergo.quot;)
Knielt dan voor 't glorierijke Sacrament aanbiddend neêr;
Voor deez Godsvereering wijke Ue eeredienst der Oude Leer;
En waar 't zintuig ook bezwijke,
Steunc 't vast Geloof ons weêr.
GEB. ONDER DE VESPERS OP HET LOP. 480
Z. H. Pans Pius VI, verleende den 24 Mei 1776 aan alle geloovigen, die rouwmoedig en eerbiedig, dit schietgebed ter vereering van het H. Sacrament uitspreken :
lo. Een aflaat van 100 dagen, eenmaal daaga.
2o. Deze aflaat van 100 dagen kan eiken Donderdag en alle dagen van het octaaf van H. Sacramentsdag, driemaal daags verdiend worden.
3quot;. Een vollen Aflaat aan die het gedurende één maand, dagelijks doen; te verdienen op een dag naar keuze; mits Biechtende, Communicee-rende en biddende voor de belangen der Kerk.
40. quot;Wie dit schietgebed bidt op het oogenblik der opheffing van het H. Sacrament in de H. Mis welke hij bijwoont; of wel die het bij het teeken, met de klok, op het oogenblik dat de zegen me^ het H, Sacrament wordt gegeven, op dev oornoemde wijze uitspreekt, verdient telkens een Aflaat van 100 dagen.
II. APLAATGEBED.
Tot vereoring van het aanbiddelijk Sacrament.
Z. H. Paus Pius VI verleende den 17 October 1796 aan alle geloovigen, die het volgende gebed om de goddelijke barmhartigheid af te smee-ken, rouwmoedig en geknield voor het H. Sacrament uitspreken, hetzij het is uitgesteld of in het tabernakel is rustende:
490 GEBEDEN ONDER DE
1°. Vollen Aflaat op den eersten Donderdag van elke maand; mits biechtende, communicee-rende en biddende tot intentie der Kerk.
2°. Een Aflaat van zeven jaren en zevenmaal veertig dagen, op andere Donderdagen; mits biechtende, communiceerende en biddende tot intentie der Kerk.
3°. 100 dagen Aflaat op alle andere dagen; mits het op dezelfde wijze gebeden wordt. (De biecht en communie zijn dan geen vereischte.)
N. B. Al deze Aflaten kunnen aan de zielen in het vagevuur worden toegevoegd.
Zie o Hcor, van uit uw heiligdom en uit uwe verkcveno hemel woning neer, en aanschouw doze allerheiligste Hostie, welke U onze verheven Hoogepriester, uw goddelijke Zoon, de Heer Jesus Christus, voor de zonden zijner broederen opdraagt: laat U verzoenen over de menigte onzer misdaden. Zie, de stem des Bloeds van Jesus, onzen broeder, roept tot U van het kruis. Verhoor ons, o Heer; laat U verzoenen, o Heer; geef acht en voer uit: wacht om U zei ven niet meer, o mijn God; omdat uw Naam over deze stad en over uw vclk is aangeroepen ; en handel met ons volgens uwe barmhartigheid.
VESPEKS OF HET LOF,
III. AFLAiiTGEBED.
Eereboete tot herstel van alle oneer aan Jesus in Zijn aanbiddelijk Sacrament,
Z. H, Paus Pius Vil verleende den 21 Januari 1015 , aan alle geloovigen, die godvruchtig en rouwmoedig het volgende gebed en de drie daarbij gevoegde schietgebeden uitspreken:
lo. Ben Allaat van 300 dagen telkens.
2o. Een Aflaat van 100 dagen, als men slechts de drie schietgebeden uitspreekt en het volgend schietgebed er bijvoegt.
Dat liet allerheiligste en goddelijke Sacrament door alle menschen en altoos gekend, aangebeden en gedankt worde.
EEKEBOETE,
O mijn God en mijn Verlosser, Jesus Christus, waarachtig God en waarachtig mensck, ik aanbid U met den diopsten eerbied, welken het geloof mij inboezemt; en U, die in het hoogwaardigste Saoramont tegenwoordig zijt, bemin ik, niet alléén om te herstellen de oneerbiedigheden, ontheiligingen en heiligschennissen, welke ik zelf tot op dit oogenblik het ongeluk heb gehad te bedrijven, maar ook van alle, die tegon
491
492 GEBEDEN ONDEB DE
U misdreven zijn, of die, wat God verhoede; U zullen worden aangedaan. Ik aanbid U, o mijn God, niet zoo als Gij het waardig zijt, noch zelfs zoo als het mijn plicht is, doch zoo veel het in mijn vermogen is; en ik wcnschte liet zoo volmaakt te doen, als het een schepsel kan doen. Eindelijk maak ik het voornemen, U thans en altoos te aanbidden, niet alleen voor die katholieken, die TJ niet kennen, noch aanbidden, noch liefhebben; maar ook voor alle ketters, scheurmakers, goddeloozen, godverzakers, too venaars, mahomedanen, joden en heidenen; ten einde hunne bekeering te verkrijgen. Ach! ja, mijn Jeans, o mocht Gij door alle men-schen en elk oogenblik, in het allerheiligste en goddelijk Sacrament gekend, aangebeden en bemind worden. Amen.
SCHIETGEBEDEN.
1. O levend Hemel-Brood, wonderbaar Sacrament, ik aanbid U elk oogenblik!
2. O Jesus, eenig voorwerp van liefde der H. Maagd Maria, zegen mijne ziel!
3. O Goddelijke Jesus, mijn Verlosser, aan U alléén geef ik mijn hart.
VESPEKS OP IIET LOP. 493
IV. GEBED TOT HET ALLEEIIEIHGSTE SACRAMENT,
Z. H. Paus Pius VI verleende den 7 November 1787, aan alle geloovigen, welke het volgende gebed godvruchtig bidden:
100 dagen Aflaat, eenmaal daags.
Zie dan, o mijn zoer beminde Jesus, hoe verre uwe grenze-ilooze liefde zich heeft uitgestrekt.: Gij hebt mij eene goddelijke tafel toebereid, waarop Gij U zeiven geheel aan mij geeft; want Gij biedt mij uw vleesch aan, om te eten, en uw bloed om te drinken. Wat heeft U lot zulke overmaat van liefde kunnen bewegen? Ach! voorzeker uw Hart.
O aanbiddelijk Hart van mijnen Jesus, brandende oven van goddelijke liefde, neem mijne ziel in uwe heiligo wonde op; ten einde j zij in die liefde-school leere, liefde voor liefde aau dien God terug te geven, die haar zoo vele wondervolle bewijzen van. de zijnen gegeven heeft. Amen.
V. APLAATGEBED.
Z. H. Paus Pins VII verleende den 26 Augustus 18 H, aan alle geloovigen. welke godvruchtig de volgende oefeningen van aanbidding en herstel
49é GEBEDEN ONDEll DE
van oneer doen, er bijvoegende vijfmaal het Onze Vader, Wees gegroet, Eere zij den Vader: 300 dagen telkens.
N.B. Deze Aflaat kan aan de zielen in het vagevuur toegevoegd worden.
OEFENINGEN VAN AANBIDDING EN HEKSIE1 VAN ONEEK.
1. Nederig, o mijn Jesus, aanbid ik ü, verborgen in het allerheiligste Sacrament des Altaars; ik belijd te gelooven, dat Gij daar waarlijk met Godheid en Mensohheid ver-eenigd tegenwoordig zijt. Door deze aanbidding tracht ik de ongevoeligheid van vele christenen te vergoeden, welke langs uwe tempels en zelfs soms voorbij uw H. Tabernakel komen, alwaar Gij alle uren van dag ea nacht verblijft, van verlangen brandend, om met uwe kinderen in betrekking te zijn; doch die zich geen groete, noch bezoek ge-waardigen, en die, even als de Israëlieten in de woestijn, door hunne onverschilligheid toonen, een afkeer van dat hemelsehe Manna te hebben. Tot herstel dier zoozeer stuitende traagheid bied ik U het allerkostbaarst Bloed aan, dat uit uwen linkervoet vloeide; en in dio wonde verscholen zal ik duizend- en
VESPEBS Oï HET LOF.
duizendmaal herhalen: Elk oogenblik zij het allerheiligste en goddelijisc Sacrament gedankt en geprezen.
Onze Vader. Weesgegroet. Eerezij den Vader'
II. Nederig, o mijn Jesus, aanbid ik ü, ik belijde te gelooven, dat Gij waarlijk in uw H. Sacrament tegenwoordig zijt. Door deze aanbidding tracht ik de ondankbaarheid van vele Christenen te herstellen, die U niet vergezellen, als men U naar de arme zieken brengt, welke Gij gaat versterken voor de groote reis naar de eeuwigheid, en die zich nauwlijks gewaardigen, U op dat oogenblik een uiterlijk toeken van aanbidding te bewijzen. Tot herstel van zoovele koelheid, bied ik U het allerkostbaarste Bloed aan, dat uit de wonde van uwen rechtervoet vloeide; en in deze wonde verscholen , zal ik duizend en duizendmaal herhalen: Elk oogenblik enz.
Onze Vader. Weesgegroet. Here zijden Vader.
III. Nederig, o mijn Jcsus, waarachtig Brood voor het eeuwige leven, aanbid ik U. Door deze aanbidding tracht ik de smarten te verzachten, welke eiken dag uw Hart worden aangedaan, door de onteeringen uwer tempels, alwaar Gij gewild hebt, onder de Sacramenteele gedaante van brood te verblij-
495
496 GEBEDEN ONDER DB
ven, om daar van alle geloovigon aangebeden en bemlad te worden. Tot herstel van zoo velo onoerbiedigheden, bied ik U liet allerkostbaarste Bloed aaa, dat uit uwe linkerhand vlooide; en in die wonde verscholen, zal ik elk oogenblik herhalen; Elk oogen-blik enz.
Onze Vader. Wees gegroet. Here zij den Vader.
IV. Nederig, o mijn Jesus, levend Brood uit den hemel gedaald, aanbid ik U. Door deze aanbidding wensch ik zoo vele oneerbiedigheden te herstellen, welke dagelijks bij de H. Mis plaats hebben, waarin Gij door overmaat van liefde, het Offer, alhoewel op cene onbloedige wijze vernieuwt, dat Gij op het kruis voor ons heil hebt opgedragen, ïot herstel van zooveel ondankbaarheid, bied ik ü hot allerkostbaarste Bloed aan, dat uit uwe rechterhand vloeide, en in deze wonde verscholen, zal ik mijno stem met die der Engelen, welke ü omgeven, vereenigen , en even als zij, zal ik zeggen; Elk oogenblik enz.
Onze Vader. Weesgegroet. Here zij den Vader.
V. Nederig, o mijn Jesus, waarachtig slachtoffer om onze zonden uit te wisschen., aanbid ik U. Ik draag U deze aanbidding op, tot boeting voor allen smaad en ontee-
VESPEHS OE HET LOF. 497
ringen, welke ü zoovela ondankbare Chris tenen aandoen, die zich verstouten, met een geweten door doodzonden bezwaard, ü in de H. Communie (e ontvangen. Tot uitdel-ging dier gruwelijke onteeringen, bied ik U nog de laatste druppelen Uloeds aan, die uit de wond in uwe zijde vloeiden, en in deze wonde verscholen, zal ik U aanbidden, loven en beminnen; ifc zal dan, even als alle harten, die tot het H. Sacrament genegen zijn, herhalen: Elk oogenblik enz.
Onze Fader. Weesgegroet. Here zij den Vader.
(Men eindigt deze oefeningen met het volgende) TANTUM EEGO.
Knielt dan voor het glorierijke. Sacrament aanbiddend neer;
Voor deez Godsvereering wijke T)e eeredienst der Oude Leer;
En waar 't zintuig ook bczwijke.
Steun het vast Geloof ons weêr
GENITOBI.
Lof den Vader in den hoogen.
Lof zijn eengeboren Zoon, 93 32
498 GEBEDEN ONDER DE
Hem zij lof en almunogen ,
Hem ons zeegnend lied geboon ;
En den Geest, in 's Hemels bogen, Een met Hem, alle eer betoon.
Amen.
v. Gij hebt hun Brood uit den hemel gegeven,
b. Dat al wat behaagt in zich bevat.
God, die ons onder liet wonderbaar Sacrament, de gedachtenis van uw lijden hebt nagelaten, verleen ons: dat wij de geheimen van uw Lichaam en Bloed zóó vereeren, dat wij do vrucht uwer verlossing altijd in ons gevoelen; die God zijnde, leeft en regeert met God den Vader in de eenheid van den Heiligen Geest, door alle eeuwen dor eeuwen. Amen.
VI. APAAIGEBED.
Z. H. Paus Pins VII verleende den 11 Augustus 1818, aan alle geloovigen, die godvrtichtiy en Touwmoedig de volgende vijitig oefeningen van liefde tot God, en vijfmaal het Onze Vader uitspreken :
lo. 300 dagen aflaat, eenmaal daags.
2o, ^uilen Aflaat, eenmaal in het jaar te ver-
VESPERS OF HET LOF. 499
dienen door allen, welke deze gebeden in den loop van het jaar dikwijls, namelijk, minstens tienmaal elke maand doen; te verdienen op een dag naar verkiezing; mits Biechtende , Communiceerende en biddende volgens de intentie der Kerk.
KRANS VAN LIEFDEGEBEDEN TOT GOD.
1. Miju God, mijn hoogste goed, ik weiischte) ü altoos bemind to liebton.
2. Mijn God, ik verfoei den tijd, waarop ik ü niet bemind heb.
3. Hoe is liet mogelijk, dat ik zooveel tijd, zonder uwe H. liefde, geleefd heb.
4. En Gij, mijn God, hoe hebt Gij mij kunnen dulden?
5. Ik zeg U dank, mijn God, voor zulk groot geduld.
G. En nu, nu wil ik TJ altoos beminnen.
7. Ik wil liever sterven, dan ü niet beminnen.
8. Ontneem mij het leven, o mijn God! als ik opboude, U te beminnen.
9. De genade, die ik U vraag, is deze: U altoos te beminnen.
10. Met uwe heilige liefde zal ik gelukkig wezen.
Eere zij den Vader.
500 GEBEDEN ONDER DE
1. Ik verlang, o mijn God, U door alle mensclien bemind te zien.
2. quot;Welk een geluk voor mij, als ik mijnen laatsten druppel bloeds mocht vergieten, om TJ door alle mensclien te doen beminnen.
3. Al wie IT niet bemint, is waarlijk blind.
4. O mijn God, verlicht de ongelukkigen, die U niet beminnen.
5. U niet beminnen, U, ons hoogste goed, is het eenig ongeluk, dat wij waarlijk moeten vreezen.
G. Ik wil niet, o mijn God, tot het getal dier ellendige blinden behooren, welke U niet beminnen.
7. Gij zijt o Heer, geheel mijne vreugde, en geheel mijn bezit.
8. Ik wil IJ altoos toebehooren.
9. En wat zal mij ooit van uwe heilige liefde scheiden?
10. Komt o schepselen, vereenigt U met mij, om mijnen God te beminnen.
Eere zij den Vader
1. O mijn God, ik wcnschte, duizend harten te bezitten, om U te beminnen.
2. Ik wensehte in het bezit der harten
VESPEKS OP HET LOF.
van alle mensclion te wezen, om zo aan uwe heilige liefde op te dragen.
3. Ik zou gelukkig wezen, als er meer werelden bestonden en alle bewoners quot;ü moesten berainncn.
4. Ik zou gelukkig wezen, als ik U konde doen beminnen door de harten van alle mogelijke schepselen.
5. Gij zijt het waardig o mijn God!
6. Mijn hart is te arm en te koud, om TJ te beminnen.
7. O rampzalige onverschilligheid der men-schen, om het hoogste goed to beminnen.
8. O vreeslijke verblindheid der menschen, welke de waarachtige liefde niet kennen:
9. Wat zijt gij gelukkig, o heilige hemelbewoners, die deze liefde kennen en behar-tigen:
10. O welke gelukkige noodzakelijkheid, waarin gij zijt, om God te beminnen.
Eere zij den Vader.
1. Wanneer, o mijn God, zal ik van liefde
tot U branden?
3. Hoe gelukkig en kostbaar zou die toestand voor mij wezen!
3. Doch, aangezien ik niet weet, U te
501
j! i.J
Jl
11
F fc \n
511
quot; t !■
11 i i 1
0 5
n\
ii
502 GEBEDEN ONDER DE
beminnen, verblijd ik mij, dat er zoo vele anderen zijn, die U met geheel hun hart beminnen.
4. Vooral verheug ik mij , dat Gij door allo Engelen en gelukzaligen in den hemel bemind wordt.
5. Ik vereenig mijn arm hart met het hunen. 0. Vooral wensch ik, U met dezelfde liefde
te beminnen, waarmede de Heiligen, die tot U do meeste liefde hadden, beminden.
7- Ik wensch U met dezelfde liefde te beminnen, welke U de heilige Maria-Magdalena, Catharina en Theresia toedroegen;
8. Met dezelfde liefde, welke U, de heilige Augiistinus, Dominicus, Franciscus-Xaverius, Philippus Nerius en Aloysius van Gonzagua beloonden;
9. Met dezelfde liefde, welke de heilige Apostelen, vooral de H. Petrus, de H. Paulus en de geliefde Leerling, tot U koesterden;
10. Eindelijk met dezelfde liefde, welke de verheven heilige Josef IJ betoonde,
Eere zij den Vader.
1. Wat meer is, ik wensch U met dezelfde liefde te beminnen, welke U de allerheiligste Maagd Maria tijdens haar loven op aarde toedroeg ;
VESPERS OP HET LOÏ. 503
2. Met dezelfde liefde vooral, welke zij voor U had, toen zij uwen goddelijken Zoon, in haren maagdelijken schoot ontving; toen zij Hem baarde, met hare borsten voedde en Hom zag sterven;
3. Met dezelfde liefde, welke zij U in den hemel toedraagt, en gedurende de ganselie eeuwigheid zal toedragen;
4. Doch, o oneindig goede God, om U naar uwe verdiensten te beminnen, is zelfs dit alles niet voldoende;
5. Daarom wensoh ik U te beminnen, zoo als hot vleeschgeworden Woord U beminde ;
0. Zoo als Hij u, bij zijne geboorte beminde;
7. Zoo als Hij u op hot kruis beminde;
8. Zoo als Hij u voortdurend in het heilig tabernakel bemint, alwaar Hij uit liefde tot ons verborgen is;
9. Zoo als Hij U in den hemel bemint, on gedurende de gansche eeuwigheid zal beminnen,
10. Eindelijk, ik wensch U met dezelfde liefde te beminnen, welke Gij Uzelven toedraagt; doch aangezien dat niet mogelijk is, verleen mij, o mijn God! de genade, U volgens
504 GEBEDEN ONDfB DE
al mijue vatbaarheid en zoo veel Gij wenschtj lioo:
en
O God, die do onzichtbare goederen voor- I
uwe dienaars bereid hebt; stort in onze harten lad uwe Goddelijke liefde; opdat wij door U ini
alles en boven alles te beminnen, de vergel- gei ding, welke al onze verlangens overtreft!
en die Gij ons beloofd hebt, verdienen : door aa onzen Heer Jesus Christus.
t DE LOFZANG „MAGNIFICAT.quot; ^ H
MIJNE ZIEL VERHEET DEN IIEEE.
Danklied door do allerheiligste Maagd uitgesproken.
Mijne ziel verheft den Hoer,
En verheugd heeft zich mijn geest in God, mijn heil;
Omdat liij neer zag c p do geringheid zijner dienstmaagd; want zie, van nu af zullen allo geslachten mij zalig noemen;
Dewijl Hij groote dingen aan mij gedaan heeft, do Machtige, en heilig is zijn Naam;
En zijne barmhartigheid is van geslacht tot geslacht voor die Hem vreezen.
Kracht heeft Hij uitgecefend door zijn arm:
VESPERS 01' HET LOI'. 505
uscht,. hoogmoocligen lieeffc Hij door de gedachte | zijns harten verstrooid;
Machtigen heelt Hij afgezet van den troon, en geringen heeft Hij verhevea;
i voor Nooddruftigen heeft Hij met goederen over-lartenj laden, en rijken heeft Hij ledig weggezonden; U inj Hij heeft Israël, zijn dienstknecht aan-erge!-| genomen, indachtig zijner barmhartigheid; rtreftj Gelijk Hij gezegd had tot onze vaderen, door aan Abraham en zijne nakomelingen in een-wigheid.
Eere zij den Vader, en den Zoon, en den. H. Geest;
Gelijk het was in den beginne, en nu, en altüd en in de eeuwen der eeuwen. Amen.
'oken. • , J tr f
(Wordt bij het begin en einde der Vespers ot
van het Lot de zegen met het Allerheiligste Sacrament gegeven, aanbidde men met het koor, bij de laatste zegening, zeggende: „Genitoriquot;)
Lof den Vader in den hoogen. Lof zijn eengeboren Zoon,
Hem zij lof en alvermogen.
Hem ons zeegnend lied geboón; En den Geest in 's hemels bogen Één met Hem, alle eerbetoon.
Amen.
ÖUb GEBEDEN ONDER DE, ENZ.
(Ia de zegen bij het begin niet gegeven, bidde men met liet koor het „ïantnm ergo. Knielt dan voor zulkquot; en bet Renitori, Lof den Vader,quot; en met den priester:
v. Gij liebt hun Brood uit den hemel gegeven,
R. Dat al wat behaagt in zich bevat.
En het gebed : God, die ous onder hot wonderbaar Sacrament, onz.
Terwijl de zegen gegeven wordt zegge men :
Geprezen en vereerd zij ten allen tijde het allerheiligste en Goddelijke Sacrament.
OVER HET
I. HOE DE PEEDIKATIE MOET AANGEHOORD WORDEN.
1. Iedere leerrede, die door een wettigen dienaar der Kerk, 't zij liij ook weinig geleerdheid en vroomlieid scliijne te bezitten, wordt voorgedragen, beschouwe men als kwam zij uit den mond van God zeiven.
Gij zijt het niet, zeide Christus tot zijne Leerlingen, die daar spreekt, maar de Geest uws Vaders, die in u spreekt.
2. Wanneer gij naar de Predikatie gaat, zoo meen niet, dat gij wijzer en geleerder zijt, dan de bedienaar van Gods woord; want, alzoo heeft God het verordend, dat de eene mensch door den anderen onderwezen worde ; ten einde de ootmoed —• de grondslag van het Christelijk leven, bewaard en bevorderd worde.
508 ONDERRICHT OVER HET
II. HOE NUTTIG EN ZALIG HET IS, DE PRE.
DIK ATI E AAN TE HOOREN.
Ons hart, door de zonde verduisterd, verkeerd en tot het kwade geneigd, wordt door het goddelijk woord voor alle goed weder vatbaar gemaakt. De verklaring van Gods woord verlicht, en geeft den kleinen verstand. Vw woord is eene lamp voor mijnen voet en een licht op mijne paden.
Het goddelijk woord is voor het hart een spiegel j waarin het zijne gebreken ziet, ze leert kennen, en waardoor het tot zuivering daarvan aangespoord wordt. Is het verhard in de boosheid, alsdan is het woord Gods, gelijk een hamer, die ook de rotsen vermorzelt, Is het hart door banden van schadelijke begeerten aan bet aardsche gekluisterd, het woord Gods is scherper, dan een tweesnijdend zwaard, en dringt door tot aan de scheiding van ziel en geest. Is het hart koud in ijver, het woord van God is dis een vuur, Is het hart verdord, het woord Gods is als d^e regen, die van den hemel nederdaalt 1 en de aarde drenkt.
Is het hart onvruchtbaar, het woord Gods is een zaad y dat vruchten voortbrengt ten eeuwigen leven. Is' het hart bang en vreesachtig, het woord Gods is een schild dergenen, die op Hem betrouwen, Is het hart met bitterheid ve rvuld, het woord Gods is zoeter dan honig. Zalig dus die het woord Gods aanhooren en bewaren.
AANIIOOREN DER PREDIKATIE.
III. WAT MEN VOOR DE PREDIKATIE BEHOORT TE DOEN.
1. Door zuivere begeerte gedreven, en niet uit nieuwsgierigheid, moeten wij liet woord Gods aanhooren ; opdat wij daardoor tot iccnnis onzer zonden en onvolmaaktlieden geraken, en tot ware levens verbetering aangespoord worden.
2. Reinig uw hart door het verwekken van een oprecnt berouw: want de wijsheid wil in eens Tcwctadwillige ziel niet woven , noch in een lichctawi, dat de slaaf der zonden is. Verzamel al uwe gedachten en verban daaruit alle aardsebe zorgen; want hetgeen van het zaad des Godde!ijken woords, op den weg, dat is, in een verstrooid hart valt, gaat verloren.
IV. quot;WAT MEN ONDER DE PREDIKATIE TE BETRACHTEN IIBEET.
1. De predikant moet aangehoord worden als een gezant van God. Ziet, ik zend U, zoo spreekt Gods Zoon.
2. Al hetgeen tot bestrafling of verbetering gezegd wordt, passe men niet op anderen, maar op zich zeiven toe.
ONDERRICHT OVER HET
GEBED VÓÓR DE PREDIKATIE.
Ik wonsch te hooren wat dc Heer in mij spreekt; o Jesus,Gij, het licht der wereld , vei helder mijn verstand: opdat ik den zin van uw goddelijk woord goed verstaan mogo, reinig mijn hart, opdat do zaden van uw goddelijk woord daarin de gewensehte vruchten voortbrengen. Amen.
V. WAT ONZE PLICHT IS IfA DE PREDIKATIE.
1. Breng God, den Heer, uwen dank; want Hij heeft u een grooter weldaad bewezen, dan wanneer Hij uw lichaam met vergankelijk voedsel spijzigt.
2. Tracht het gehoorde te bewaren, en bovenal, cp nwen handel en wandel toe te passen. Volgt de vermaning der H. Schriftuur zijt volhrengers des icoords, en niet alleen hoorders, u zeiven misleidende. Want voor God zijn niet rechtvaardig de hoorders, maar de volhrengers der 2vet,
GEBED NA DE PREDIKATIE.
U zij dank, o Heer, dat Gij U gewaardigd hebt, mijne ziel met uw woord te spijzigen. In de naleving uwer geboden wil ik mij oefenen, en uwe wegen nasporen. O Heer, richt mijne schreden naar uw woord.
510
AANHOOREN DSR PREDIKATIE. 511
VERKLARING VAN HET H. EVANGELIE.
Z. H. Bcncdictus XIV verleende den 31 Juli 1756 en Pius VJ den 12 December 1784, aan alle geloovigen , welke de verklaring van het Evangelie door de herders hunner parochie op de zondagen en de grootc feestdagen, overeenkomstig de besluiten der Kerkvergadering te Trente, godvruchtig bijwonen :
lo. Een Aflaat van 7 jaren en zevenmaal veertig dagen.
2°. Vollen Aflaat aan alle geloovigen. welke even zoo de verklaring van het Evangelie bijwonen op Kerstmis, Driekoningen, Paschen, Pinksteren en op het feest van Petrus en Paulus, mits Biechtende en Communiceerende.
oinde zia\ de stervenden aan G-od aan te bevelen
Heer, ontferm U onzer.eer, ontferm U onzer.
Christus, outferm U onzer.
Heer, ontferm TJ onzer.
-Heilige Maria, bid voor liaar.
Alle heilige Engelen en Aartsengelen, bk,
voor haar.
li. Abel, bid voor haar.
Alle rangen der rechtvaardigen, bidt voor haar. H. Abraham, bid voor haar.
H. Joannes de Dooper, bid voor haar. II. Josef, bid voor haar.
Allo 11. Aartsvaders en Profeten, bidt voor haar.
H. Joannes, bid voor Jiaar.
H. Andreas, bid voor haar.
H. Paulus, bid voor haar.
H. Petrus, bid voor haar.
JJquot; GEBEDEN VOOR ZIEKEN. 513
Allo lioiligo Apostelen en Evangelisten, bidt
voor haar.
Alle heilige Discipelen des Heeren,
Alle heilige onnoozele Kinderen, H. Stephanus,
H. Laurentius,
H. Augustinus ,
Alle heilige Opperpriesters en Belijders, ^ H. Benedietus, T1
H. Frauoiseus,
Alle heilige Monniken en Eremieten, H. Maria Magdalena,
H. Lucia,
Alle heilige Maagden en Weduwen,
Alle Gods Heiligen,
Zijt genadig, spaar haar Heer.
Zijt genadig, verlos haar Heer. ^
Van uwe gramschap, bewaar haar. Heer. Van het doodsgevaar.
Van een kwaden dood,
Van de pijnen dor hel,
Van alle kwaad.
Van de macht des duivels.
Door uwe geboorte,
92 33
si
K
■
514 GEBEDEN
Door uw kruis en lijden, gquot;
Door uwen dood en begrafenis,
Door uwe roemvolle verrijzenis.
Door uwe wondervolle emelvaart, 5
Door de genade van den Heiligen Geest,
Wij, zondaren, bidden U, lioor ons. Dat Gij haar moogt sparen, wij bidden U,
boor ons.
Heer, ontferm U onzer.
Christus, ontferm U onzer.
Heer, ontferm U onzer,
GEBED, WANNEER DE ZIEKE IN DEN DOOD-STRIJD LIGT.
Vertrek uit deze wereld, o Christen ziel, in den naam van God, den almachtigen Vader, die ü gesehapen heeft: op do stom van Jesus Christus, den Zoon van don levenden God, die voor u geleden heeft: op de stem van den Heiligen Geest, die in u is uitgestort; op de stem dor Engelen en Aartsengelen: op de stem der ïroonen en Heerschappijen: op de stem der Kraehten en Machten : op do stom der Cherubijnen en Seraphijnen: op de stem der
VOOR KIEKEN.
i
515
Aartsvaders en Profeten: op de stem der heilige Apostelen en Evangelisten: op de stem der heilige Martelaren en Belijders: op de stem der heilige Monniken en Eremieten: op de stem der heilige Maagden en van alle heiligen Gods: heden zij in den vrede uw verblijf, en uwe woning in het heilige Sion, door denzolfden Christus, onzen Heor. Amen.
GEBED.
Barmhartige God, goedertierene God, God, die om uwe groote barmhartigheid, de zonden der boetvaardigen uitwiseht, en de vlekken der gepleegde misdaden door het schenken van vergiffenis te niet doet: Zie genadig neder op dezen uwen dienaar (deze uwe dienares) en verzoend verhoor hem (haar) die met vol-komene openhartig lieid de vergeving van al zijne (hare) zouden vraagt.
Herstel in hem (haar) o algoede Vader, al wat door mensohelijko zwakheid bedorven, of al wat door satans listen geschonden is; vereenig dit lidmaat der verlossing met de eenheid des lichaams der Kerk. Ontferm ü, o Heer, over zijne (hare) tranen, ontferm U over zijne (hare) zuchten; en dewijl hij (zij)
516 GEBEDEN
goen vertrouwen heeft dan op uwe barmhar- 'l tiglieid, verleen hem (haar) toegang tot het ^nSe^
den s nacht.
Da' worde
Sacrament uwer verzoening, door Christus, onzon Hoor. Amon.
Ik beveel u, dierbaarste broeder (zuster), aan den almachtigen God, en geef u aan Hem over, wiens schepsel gij zijt, opdat, wanneer ^on' gij het verschuldigde der menschelijke natuur door den dood betaald hebt, tot uwen Schepper,
die u uit het stof der aarde gevormd heeft, moogt wederkeeren. Dat dan do schitterende Engelenschaar uwe ziel, bij het verlaten van het lichaam, te gemoet kome: de rechterstoet der Apostelen genake u: het in sneeuwwit feestgewaad gehulde leger der zegepralende Martelaren onthale u; do lelioblauko, schitterende rei der Belijders omgovo u; het koor dor jubelende Maagdon neme u op: in het bezit eener zalige rust, in den schoot der Patriarchen,
blijvo uw deel: hot zac'itmoedig en blijde aanschijn van Josus Christus vertoono zich aan u, en neme u op ondar het gezelschap van die Hem altijd omringen.
Dat u onbekend blijve al wat verschrikt in de duisternis, al wat knerst in de vlammen, al wat pijnigt in de folteringen. Dat do schrikwekkende satan en zijne wachters voor u wijken:
VOOK ZIEKEN. B17
dat hij siddere, als gij bij uwe komat door ^ jjgj Engelen vergezeld zijt, en dat hij vluchte in istus den schrikkeliiken afgrond van den eeuwigen nacht.
ster) Dat God opsta, en zijne vijanden verstrooid worden, en dat zij voor zijn aangezicht vluch-
aneer ■'®em ^a'':ei1-
ituur Kat zij verdwijnen, gelijk de rook verdwijnt:
pper Selyk 'le'' was voor vuur sme^gt; a'z00 eeft' de boozen voor Gods aanschijn vergaan : doch •endé ^ rechtvaardigen blijden maaltijd houden, L en zich voor Gods aanichijn verheugen.
Dat dan de helsche krijgsbenden verlegen gemaakt worden en zich schamen, en de dienaren des satans zich niet verstouten, uwen weg te stuiten. Christus, die voor u gekruist is, verlosse u van de kwelling. Christus, die zich gewaardigd heeft voor u te sterven, bevrijde u van den eeuwigen dood. Christus, de Zoon van den levenden God, plaatse u binnen do altoos nieuwe genoegens van zijn paradijs, en Hij, die waarachtige Herder, er-kenne u als één zijner schapen. Hij ontsla u van uwe zonden, en plaatse u in het lot zijner uitverkorenen aan zijne rechterhand. Het worde u gegeven, uwen Verlosser te zien van aanschijn tot aanschijn, en daar eeuwig ver-
GEBEDEN
blijvende, met uwe zalige oogen de waarheid in al haar licht te aanschouwen. Zoo dan, gerangschikt onder de scharen der zaligen, geniet de zoetheid dor aanschouwing van God, gedurende de eeuwen der eeuwen. Amen.
GEBED.
Neem o Heer, uwen dienaar (uwe dienares) op in de plaats van. verlossing, welk hij (zij) van uwe barmhartigheid moet hopen. Amen.
Verlos, o Heer, de ziel van uwen dienaar (uwe dienares) van alle gevaren der hel , van alle banden der straffen cn van alle kwellingen. Amen.
Bewaar, o Heer, do ziel van uwen dienaar (uwe dienares), gelijk Gij Enoch en Elias voor den algemeenen dood bewaard hebt. Amen.
Bewaar, o Heer, de ziel van uwen dienaar (uwe dienares), gelijk Gij Noü voor den zondvloed bewaard hebt. Amen.
Bewaar, o Hoer, de zij] van uwen dienaar (uwe dienares), gelijk Gij Abraham uit Ur der Chaldeürs verlost hebt. Amen.
Bewaar, o Heer, de ziel van uwen dienaar (uwe dienares), gelijk Gij Job uit zijn lijden verlost hebt. Amen.
518
VOOR ZIEKEN. 519
Bewaar, o Heer, de ziel van uwen dienaar (uwe dienares), gelijk Gij Isaiik van den oirerdood en uit de handen vau Abraliatn, zijn vader verlost kebt. Amen.
Bewaar, o Heer, de ziel van uwen dienaar (uwe dienares), gelijk Gij Lot uit Sodoma en van do vlammen des vuurs bewaard hebt.
Bewaar, o Heer, de ziel van uwen dienaar (uwe dienares), gelijk Gij Moses uit de handen van Pharaö, den Egyptischen Koning, verlost hebt. Amen.
Bewaar, o Heer, de ziel van uwen dienasv (uwe dienares), gelijk Gij Daniël uit den leeuwenkuil verlost hebt. Amen.
Bewaar, o Heer, do ziel van uwen dienaar (uwe dienares), gelijk Gij do drie jongelingen uit don brandenden oven en uit ds handen van den goddoloozen Koning verlost hebt. Amen.
Bewaar, o Heer, de ziel van uwen dienaar (uwe dienares), gelijk Gij Susanna van onschuldige aantijging verlost hebt. Amen.
Bewaar, o Heer, de ziel van uwen dienaar (uwe dienares), gelijk Gij David uit de hand van den Koning Saül en Goliath verlost hebt. Amen.
Bewaar, o Heer, de ziel van uwen dienaar
GEBEDEN
(uwe dienares), gelijk Gij Petrus cu Paulus uit de kerkers verlost hebt.
Eu gelijk Gij de allerheiligste Theela, uwe maagd en martelares van de gruwelijkste , drievoudige foltering verlost hebt, zoo ge-waardig U, ook de ziel van dezen uwen dienaar (deze uwe dienares), te bewaren, en laat haar zich met U in de hemelsche goederen verheugen. Amen.
f GEBED.
Wij bevelen U, o Heer, de ziel van uwen dienaar N. (uwe dienares) aan, en^smeeken ü, o Heer Jesus Christus, Zaligmaker der wereld, dat Gij haar, om welke Gij uit barmhartigheid naar do aarde zijt afgedaald, niet weigert in den schoot uwer Aartsvaders op te nemen. Erken, o Heer, uw schepsel, dat niet door vreemde Goden, maar door U, den eenigen, levenden eu waaraehtigen God geschapen is: want er is buiten ü geen andere God, en geen is er, die uwe werken kan evenaren.
Verblijd, o Heer, zijne (hare) ziel door uwe aanschouwing, en wil hare vroegere ongoreeh-tighedec en vervoeringen, ontsproten uii drift )f opwelling der kwade begeerlijkheid, niet gedachtig zijn; want heeft zij ook al gezondigd.
520
VOOR ZIEKEN.
zoo verloochende zij toch niet den Vader, en den Zoon, en den Heiligen Geest; maar zij gelooide, en had ijver voor God, en heeft God, die alles gemaakt heeft, trouw aan. gebeden.
f GEBED.
Wij bidden U, gedenk niet, o Heer, de zonden en onwetendlieid zijner (harer) jeugd: maar volgens uwe groote ontferming, herinnar U zijner (harer) in den glans uwer heerlijkheid. Dat de hemelen voor hem (haar) geopend worden; dat de Eugelen zich met hem (haar) verheugen; neem o Heer, uwen dienaar (uwe dienares) in uw rijk op. Dat de heilige Michael, Gods Aartsengel, die verdiend heeft, het hoofd der hemelsche legerscharen te wezen , hem (haar) opvoere. Mogen Gods heilige Engelen hem (haar) tegensnellen, en naar de hemelsche stad Jerusalem geleiden. De H. Apostel Petrus, wien God de sleutels van het hemelsche rijk heeft gegeven, ontvange hem (haar). De H. Apostel Paulus, die verdiend heelt, een uitverkoren werktuig te zijn, sta hem (haar) bij. De H. Joannes, Gods beminde Apostel, wien hemelsche geheimen zijn geopenbaard, diene hem (haar) tot voor-
521
gebeden
spraak. Dat alle heilige Apostelen, aan welk do Heer de macht gaf, om te binden on to ontbinden, voor hem (haar) bidden.
Dat alle Heiligen en uitverkorenen Gods, die om Christus naam hier op aarde kwellingen verdroegen, hem (haar) te hulp komen; opdat hij (zij) van do banden dos lichaams bevrijd, verdienen moge de heerlijkheid van het hemelsche rijk binnen te gaan, door de medewerking van onzen Heer Jesus Christus, die met den Vader, en den Heiligen Geest leeft en regeert in alle eeuwen der eeuwen. Amen.
(Bij het aanhouden van den doodstrijd kannen de Litanien ter vereering van den Naam Jesus, en van het lijden O. H., tot O, L. Vr,, alle Heiligen enz. gebeden worden.)
Als de ziel gescheiden is, bidde men:
e. Heiligen Gods, komt zijne (hare) ziel te hulp; Engelen des Heeren snel haar te gemoet, haar ontvangende en brengende tot het aanschijn des Allorhoogsten.
v. Christus, die u geroepen heeft, neme u aan, en de Engelen voeren u over in den schoot van Abraham; uwe ziel opnemende en brengende voor het aanschijn des A.llerhoog-sten.
522
VOOK ZIEKEN.
v. Heer, geef haar do eeuwige rust, en het eeuwige licht bestrale haar.
Heer, outferm U onzer.
Christus, ontferm ü onzer.
lieer, ontferm U onzer.
Onze Vader.
v. En leid ons niet in bekoring; li. Maar verlos ons van den kwade, v. Verleen haar, o Heer, de eeuwige rust. e. En het eeuwige licht bestrale haar. t. Van de poort der hel.
B, lied zijne (hare) ziel.
v. Zij ruste in vrede.
k. Amen.
v. Heer, verhoor mijn gebed. b. En mijne roepstem kome tot ü.
O Heer, wij bevelen U aan de ziel van uwen dienaar N. (uwe dienares) aan; opdat zij voor het oog der wereld afgestorven, voor U leve: en neem door vergiffenis, ontspruitende uit uwe allerbarmhartigste goedheid , de zondo weg, welke zij uit zwakheid van het menschelijk leven moge bedreven hebben, door Christus, onzen Heer. Amen.
523
ONDERRICHT OM HET INWENDIG GEBED,
DE MEDITATIE OP OVERWEGING DEK EEUWIGE WAARHEDEN, ALSOOK DE GEESTELIJKE LEZING MET VEEL VRUCHT TE DOEN.
(Genomen uit de schriften van den H. Kerkvader Alphonsus Maria de Ligorio.)
Het inwendig gebed bestaat uit drie deelen: de voorbereiding, de eigenlijke overweging caliets/o^.
EERSTE DEEL.
De Voorbereiding.
Deze bevat eene oefening 1quot;. van geloof, 2o. van verootmoediging, gepaard met een berouw over de zonden, 3quot;. een gebed, om het noodige licht bij de overweging te verkrijgen.
I. Oefening van geloof: Mijn God, ik geloof vastelijk, dat Gij hier tegev.woord\g tijt, en ik aanbid U van ganscher harU.
II. Oefening van verootmoediging, gepaard met
GEBEDEN, ENZ. 525
een berouw over de zonden: O Heer, om mijne zonden, had ik verdiend, thans in de hel te zijn,
III. Gebed, om de noodige inlichting voor de overweging: Mijn God, om uwe liefde tot Jesus en Maria, verlicht mij in de overweging; opdat zij mij heilzaam moge zijn.
Bid vervolgens één Wees gegroet tot de H. Maagd Maria, en één Here zij den Vader ter vereering van den II. Josef, van uwen Engelbewaarder en uwen heiligen Patroon; opdat zij van den Drieeenigen God door hunne voorbede voor u het noodige licht verkrijgen.
TWEEDE DEEL.
De eigenlijke Meditatie of Overweging.
Bedien u bij de overweging of geestelijke lezing van een boek; lees de eeuwige waarheden aandachtig na; houd een weinig op, als eene uitdrukking u roert. Op het einde der lezing verwek;
I. Een gebed van liefde en berouw: Mijn God, ik bemin U van ganscher harte. Ik wil in alles uwen wil volbrengen. Ik verheug mij, dat Gij eeuwig gelukkig zijt.
II. Vraag God om ootmoedigheid of eene andere deugd; een zaligen dood, het eeuwig leven; doch vooral zijne liefde en de genade van volharding tot het einde.
III. Neem, alvorens het twee deel, de eigenlijke
526 ONDERRICHT OVER IIET
overweging of de geestelijke lezing te eindigen , een besluit, om iets bepaalds te doen of te laten, b. v., u zeiven van deze of gene bepaalde gebreken te zuiveren; eene gevaarlijke gelegenheid te vluchten; de eene of andere deugd te beoefenen enz.
DERDE DEEL.
liet Slot.
Na eindiging der eigenlijke overweging sluit men door de volgende oefeningen:
I. Aan God wordt voor het verleende licht dank gezegd :
Mijn God, ik dank JJ voor het licht, dat Gij mij lij deze overweging verleend hebt; ik smeek V, verleen, dat het mij altoos bijblijve; opdat ik V meer en meer kenne en beminne.
II. Vernieuw het gemaakte voornemen.
III. Vraag God om hulp :
Mijn God, van wien alle hulp komt en zonder wien wij niets vermogen; verleen, smeek ik TJ, uwen krachtigen bijstand, om hetgeen ik besloten heb, ter vermeerdering uwer eer na te komen.
IV. Eindelijk besluit men door één Onze Vader en één Wees gegroet voor de zielen in het vagevuur, voor de bestuurders der Kerk , alle zondaren, ouders en vrienden.
inwendict gebed or memïatib. 527
Z. H. Paus Bened. XTV verleende den 16 December 1746 aan alle geloovigen, welke dagelijks gedurende een half of minstens een vierde uur, een inwendig gebed of meditatie doen :
Een vollen Aflaat, eenmaal in de maand, te verdienen op een dag naar verkiezing ; mits Biechtende, Communiceerende en biddende volgens het inzicht der Kerk.
NB. Deze volle Aflaat kan toegevoegd worden aan de zielen in het vagevuur.
,
-ten,
ge-
d te enz.
nen
icht
Gij ieek t zk
der
ten ^en. der ur, ers
ONDEEEICHT OVER DEN H, KRUISWEG,
1. TFAI DE H. KKTIISWES IS.
De weg binnen en buiten de stad Jerusalem, langs welken Christus het Kruis heeft gedragen, en waarop alstoen eenige merkwaardige voorvallen i plaats hadden, wordt de II. Kruisweg geheeten. Het bezoek van dien weg door de Christenea, begon reeds, volgens eene algemeene overlevering, • en te oordeelen naar het eenwig gedenkwaardig voorval, onmiddelijk na Christus dood: Zijne bedroefde Moeder bezocht dikwijls de plaatsen, die haar innig geliefd Kind met zijn dierbaar Bloed besproeid had.
Op haar voorbeeld beijverden zich de Apostelen en de eerste Christenen, dien smartelijken weg, [ overwegende en biddend^ te bezoeken.
De H. Keizerin Helena, moe Ier van den grooten Keizer Constantijn, ondernam eene bedevaart naar het heilig land, bezocht daar vele plaatsen door Christus tegenwoordigheid geheiligd, en ontdekte daar na vele pogingen de gedenkteekenen onzer verlossing. Haar volgde eene menigte teekenen
ONDERRICnT OVER DEN H. KRUISWEG. 529
onzer verlossing. Haar volgde eene menigte Christenen uit alle oorden, om die H. plaatsen te bezoeken. De Pausen verleenden aan de bezoekers dier heilige plaatsen, vele volle en gedeeltelijke Aflaten; doch vooral aan veertien plaatsen, door Christus Bloed, toen Hij zijn Kruis droeg geheiligd; zij worden gewoonlijk geheeten: de Veertien Statiën of 'Rustplaatsen van den Kruisweg,
Toen in latere eeuwen door de ongeloovigen het bezoek der H. plaatsen, aan de geloovige bezoekers lioogst moeilijk en menigmaal zeer gevaarlijk werd gemaakt, stonden de Pausen toe, dat men van veertien voorname gebeurtenissen, die plaats hadden sedert Christus het Kruis had opgenomen, afbeeldingen maakte: door druk, schildering , hout, steen enz. Zij verleenden aan de bezoekers dier afbeeldingen, onder zekere voorwaarden, dezelfde gedeeltelijke en volle Aflaten, welke aan de bezoekers van den wezenlijken Kruisweg te Jerusalem vergund zijn.
2. IIOE GEWOONLIJK DE KRUISWEG IN ONZE KERKEN BEZOCHT WOEDT, OM DE AFLATEN TE VERDIENEN.
lo. Het ontvangen van het H. Sacrament der Biecht en der H. Communie is daarvoor niet noodig; doch om voor zichzelven één der volle Aflaten geheel te verdienen, behoort men in staat van genade tc wezen en vrij van alle dagelijksche 92 34
530 ONDERRTCnT OVER DEN
zonden. Het is echter onzeker, of hij , die niet in staat van genade is, de volle en gedeeltelijke Aflaten aan de zielen in liet vagevuur kan toevoegen.
2o. Er zijn voor liet bezoeken van den Kruisweg geene bepaalde gebeden voorgeschreven ; doch het is noodig en voldoende, dat men bij elke afbeelding of statie, het lijden van Christus bij zich-zelven of door middel van een boek overwege.
3o. ^len begeve zich van de ecne statie naar eene andere, en daar komende, kniele men volgens een algemeen gebruik neer , middelerwijl zeggende : Wij aanhielden TJ Christus en loven V; omdat Gij door uw Kruis de wereld hebt verlost.
Men kan zich onmiddelijk oprichten en de meditatie, een noodzakelijke vereischte, staande doen. Na de meditatie over hetgeen van het lijden van Christus bij de statie is afgebeeld, bidde men ge'knield een „ Onze Vader3' en één „ Wees gegroet31 Ontferm TJ onzer, o lieer; ontferm TJ onzer, En dat de zielen der geloovigen door Gods barmhartigheid in vrede rusten. Amen,
Als de Kruisweg plechtig bezocht of gevolgd wordt, en de ruimte der plaats of de menigte der aanwezigen een afzonderlijk bezoek der statiën verhindert, is het voldoende, op zijne plaats blijvende, zich naar elke statie te wenden, en de overige gebruikelijke bewegingen te doen,
4°. Volgens een algemeen gebruik bidde men na het eindigen van het bezoek, zesmaal het „Onze
H. KRUISWEG.
Vader,quot; en zesmaal het „Wees gegroet,quot; tot intentie of het inzicht, waartoe de H. Kerk wenseht, dat ze gebeden worden.
5o. Die door ziekte enz. in de onmogelijkheid zijn, een kerkelijk opgericliten Kruisweg te bezoeken, kunnen zich van een tot dat einde gewijd kruisbeeld bedienen; in dit geval behooren zij dit beeld in de hand te nemen, inmiddels veertien maal van plaats te veranderen, om daardoor de veertien Lijdensstatiën aan te duiden; en bij elke rustplaats eenmaal het „Onze Vader,quot; en „Wees gegroet,quot; te bidden.
Ten slotte behooren zij te bidden vijfmaal het „Onze Vader,quot; en „Wees gegroet,quot; tot intentie der H. Kerk, en eenmaal het „Onze Vader,quot; en „Wees gegroet,quot; voor Z. H. den Paus.
0°. Vermits men voor zichzelven slechts één vollen Aflaat kan verdienen, make men het voornemen , de overige volle en gedeeltelijke Aflaten aan de zielen in het vagevuur toe te voegen.
3. OVERWEGINGEN EN GEBEDEN OP DEN HEILIGEN KRUISWEG.
(opgesteld door den Zaligen Leonardus van Porto-Maurilio.)
V001113ERE1D1NGS-GEBED.
Mijn God, het doet mij zeer leed, uwe oneiüdige goedheid zoo menigmaal beleedigd te hebben; doch ik maak thans het vaste be-
531
532 OVERWEGINGEN EN GEBEDEN
sluit, U in liet vervolg nimmer door eenige zonde te beleedigen. Ik draag U het bezoek van dezen weg op met het doel, om alle Aflaten te verdienen, welke de Opperhoofden der Kerk daaraan verbonden hebben; en ik neem mij voor, tot dat dool te bidden, dat zij op het oog hadden, toen zij dien schat verleenden.
Gewaardig U, o God, mij de noodige gesteltenis te geven, om die Aflaten te verdienen , zoo wel voor mij zeiven, als voor de zielen in het vagevuur, en bijzonder voor die, welke ik op liet oog heb.
Mocht ik door deze H. oefening, uwe barmhartigheid in dit leven verdienen, om daardoor in het gezelschap dier lijdende zielen, uwe heerlijkheid in het andere te bezitten! Amen.
Jesus wordt tot den Kruisdood veroordeeld.
Wij aanbidden U Christus en loven U;
Omdat Gij door uw Kruis de wereld hebt verlost.
Overweeg, o mijne ziel, dat tTesus zieli uit liefde tot U, vrijwillig aan het doodvonnis onderwerpt. — elke stof ter overweging!
OP DEN H. KRUISWEG.
Gij, die zoo menigmaal een eenwig doodvonnis hebt verdiend, gij weigert do geringe wederwaardigheden geduldig te dragen, die God n toezendt, om uwe zouden uit te wisschen. — Begeef u dan tot uwen goddelijken Zaligmaker, en zeg Hem uit den groud uws harten: Ik ben verlogen, o mijn hoogste goed, als ik do liefde beschouw, die U bewoog liet onrechtvaardigste doodvonnis voor mij aan te nemen; ik ben beschaamd, als ik moet bokcanen, dat ik zoo menigmaal geweigerd heb, de geringste wederwaardigheid om U te verdragen. — Dit berouwt mij zeer; doch ik maak het besluit, in het vervolg alle boleedigingen en versmadingen zonder eenig verzet, uit liefde tot U te verduren, en ook met het doel, om voor de zware straffen, die mijne zonden verdienen, te voldoen.
Onze Vader. Wees gegroet.
Ontferm U onzer, o Heer; ontferm U onzer. En dat de zielen der geloovigen, dcor Gods barmhartigheid in vrede rusten. Amen.
TWEEDE STATIE.
Jesia draagt het Kruis, Wij aanbidden U, enz.
533
534 OVERWEGINGEN EN GEBEDEN
Overweeg, o mijue ziel, met welken moed Jesus. zijn zwaar kruis draagt. — Wees beschaamd, dat gij u aan ongeduld en gemor overgeeft, als gij een geringe moeilijkheid of tegenspoed oudorvindt. —■ Volg slechts eenmaal uwen Josus, met het Kruis beladen, zeg Hem: Ik ben beschaamd, o mijn Jesus, als ik aanschouw met welke groote liefde Gij uw kruis draagt, dat mijne zonden zoozeer verzwaard hebben. — En ik weiger de lichte kruisen te dragen, welke Gij mij zoo liefdevol bereidt! — Ik smeek U daarover vergiffenis. Ik bid U, mij de hulp te verleenen, om zo in het vervolg met blijdschap te dragen, en wel uit liefde tot U.
Onze Vader. Wees gegroet.
Ontferm U. En dat de zielen.
BERDE STATIE,
Jesus stort onder het Kruis ten eersten male neder.
Wij aanbidden U, enz.
Overweeg, o mijne ziel, do bcleedigingen en versmadingen, waarmede uw Verlosser overladen werd. — Evanwel zwijgt Hij en verdraagt ze uit liefde tot U. — Eu gij, wanneer gij eene ongestsldheid of droefheid
OP DEN H. KKTJISWEG. 535
te verduren hebt, welk ongeduld toont gij dan niet; welke klachten laat gij dan niet hooren! — Ach! schaam u op hot zien van dit voorbeeld. — Zeg tot Jesus:
O mijn goede Jesus, het doet mij leed, dat ik U zoo menigmaal heb beleedigd. Ge-waardig Ü, mij de genade te verleenen, dat ik mij van mijnen val oprichte, en dat ik in da toekomst, U op uwen weg naar den Calvarieberg vo'ge. en uit liefde tot U alle soort van smarten verdure, welke Gij mij volgens uw welbehagen zult gelieven over te zenden.
Onze Vader. fVeet- geyoet.
Ontferm TJ. En dat de zielen.
VIERDE STATIE.
Jesus ontmoet zijui hedroefde Moeder.
Wij aanbidden U, enz.
Ach, welke bittere droefheid doorboorde het teedere hart van Gods Moeder, bij deze wreede ontmoeting! — Wie vermag te verklaren al wat Jesus op dat oogenblik verduurde! — Ween mijne ziel. — Tracht door droefheid overstelpt, en de Moeder én haar lijdend Kind te troosten , zeggende :
j
S36 OVERWEGINGEN EN GJSBEDEN
Zie, o H. Maagd, Lier voor uw aauschim dieu schuldige, die door zijue zonden uwen goddelijken Zoon zoo menigmaal in de handen zijner vijanden 01 ergeleverd en uw hart met een zwaard van droefheid doorboord heeft. — Ik ben daarover bedroefd. — Ik smeek n en uwen goddelijken Zoon daarover vergiffenis. Barmhartigheid, o H. Maagd, barmhartigheid, o mijn Jesus!
Onze Vader. Wees gegroet.
Ontferm U. En dat de zielen.
De W
ümon van Cyrene wordt gedwongen, Jesus /cruis
te dragen, O',
Wij aanbidden U, enz.
J ' vrou'
Overweeg, o mijne ziel, welke boleediging lijk : Simon Jesus aandeed, toen hij met weerzin en uit dwang Christus kruis droeg. — Doch helaas! Gij beleedigt Hem ia hooge mate,
wanneer gij do kruisen ontvlueht, welke Hij u toezendt, of als gij ze niet dan gedwongen draagt. — Verfoei hier uwe zwakheid, zeggende;
Ik belijd, o mijn Jetius, dat ik, meer ondankbaar dan Simon, tot op dit oogenblik niet dan met weerzin de kruisen, uwe bezoekingen
OP DEN KRUISWEG. 537
heb gedragen. — Wat heb ik menigmaal geweigerd, ze uit liefde tot ü te dragen! — iden Thans beken ik mijn misslag. — Jk streek met U daarover vergiffenis uit geheel mijn hart. — — Ik bid U, mij de genade te verleenen, in. u en het vervolg alle moeilijkheden te verdragen, inia. welke Gij mij zult gelieven over te zenden, leid. Onze Vader. Wees gegroet.
Ontferm U. {Ca dat de zielen.
De II. Veronica, droogt Jem aanschijn, af.
Wij aanbidden U, anz.
■ruis
Overweeg, o mijne ziel, de goedheid van Jesus; Hij vergeldt het liefdeblijk dezer vrome vrouw, door de gelaatstrekken van zijngoddo-:ing lijk aanschijn op een doek te drukken, waar-i en mede zij hetzelve, door zweet en bloed bedekt, och afdroogde. — Ach! indien gij door liefde-te, werken naderde tot dien goddelijken Verlosser, Hij
uw eenigst hoogste goad, zou Hij even zóó ?en jegens u handelen, u gelijk maken aan zijn. de; goddelijk beeld. — Daarom behoort gij Hem uk- thans al uwe toegenegenheid te betoonen liet
O mijn goddelijke Verlosser, ik erken, dat
; —i
538 OVEE/WEGINGEN EN GEBEDEN
ik U nog niet draag, door onuitwischbare trekken in mijn hart gedrukt. De oorzaak daarvan is mijn geringe ijver, om met uwe smarten medelijden te hebben. Ik verfoeimijne verledene ongevoeligheid. — Ik maak liet besluit, uwe smarten in hot vervolg dikwijls te overwegen, om steeds het geheugen van al wat Gij voor mij hebt geleden te bewaren. Onze Vader. Wees gegroet.
Ontferm U. En dat de zielen.
ZEVENDE STATIE.
Jesus stort onder het kruis ten tweeden male neder.
Wij aanbidden TJ, enz.
Ziet gij dan niet, o mijne ziel, dat uwe hoovaardigheid uwen Verlosser andermaal neerwerpt! — Om u zeiven te verheffen, hebt gij den Koning van alle heerlijkheid ter aarde geworpen, en Hem, om zoo te spreken, onder de voeten vertrapt. — Aeli! beween thans deze droevige trotschheid. —Van droefheid doordrongen zeg dan tot Hem :
Ja, o mijn Jesus, ik verfoei mijne trotschheid, die oorzaak was van uwen val. — Thans wil ik mij vernederen beneden alle schepselen; vermits ik nederig erken, dat ik niet dan
OP DEN H. KRUISWEG. 539
versmadingen waardig ben. Sta mij bij,o Jesus, en leer mij mij zeiven vernederen.
Onze Vader. Wees yegroet.
Ontferm U. En dat do zielen.
ACHTSTE STATIE.
Jesus troost de weenende vrouvjeu.
Wij aanbidden U, enz.
Overweeg hier, o mijne ziel, dat de tranen, welke men voor Jesus stort, en de goddelijke vertroostingen, waaruit zij vloeijen, onafscheidbaar zijn. — Mocht gij tot op dit oogenblik geene vertroosting genoten hebben, is dit een duidelijk blijk, dat gij nog geene tranen over de smarten van uwen Verlosser hebt gestort.
O mijn goede Jesus, ik erken, dat ik mijne zonden moet beweenen. Ik verfoei zo, omdat zij de oorzaak uwer pijnen zijn. — Gewaardig U, mijne tranen goed te keuren, even als Gij de tranen der weenende vrouwen van Jerusalem hebt aangcnomén: opdat ik nu en in het uur van mijnen dood, door U moge gehoord worden.
Onze Vader. Wees gegroet.
Ontferm ü. En dat de zielen.
540 OVERWEGINGEN EN GEBEDEN
NEGENDE STATIE.
Jesns stort onder het kruis ten derden male neder.
Wij aanbidden U.
Beschouw, o mijne ziel, uwen Verlosser, die met uwe groote zonden beladen, den last uwer ondankbaarheid niet langer kan dragen. — Eesluit dan, daaraan een einde te maken, en Jesus te troosten.
O minnelijke Verlosser; het is maar al te waar, dat mijne ondankbaarheid jegens uwe weldaden, de oorzaak is geweest van uwen herhaalden val, — Ik verfoei dezelve uit geheel mijn hari. — Ik maak het besluit, zoo veel mij mogelijk is, inliet vervolg, met uwe genade mede te werken. Wees Gij zelf, o Jesus, mij behulpzaam, om mij op te richten; ten einde ik niet meer hervalle.
Onze Vader. Wees gegroet.
Ontferm U. En dat do zielen.
TIENDE STATIE.
Jesus wordt van zijne leleederen beroofd en met gal gelaafd.
Wij aanbidden U, enz.
Overweeg, o mijne ziel, al wat de maagde-
OF DEN H. KRUISWEG, S1!!
lijke zedelijkheid van Jesns op dat oogenblik te verduren had. — Denk aan den bitteren drank, waarmede zijno stervende lippen bevochtigd werden. — Jcsus iaat zich van Zijne kleederen berooveu, on te voldoen voor uwe onzuiverheden, en voor do pracht en ijdelheid uwer kleedereu, die u van het kleed der onschuld beroofd hebben. — Hij verdraagt het bittere van don drank, om uwe zouden van onmatigheid en zinnelijkheid in spijs en drank, uit te wissehen.
O mijn Verlosser, ik bowecu en verfoei mijne ijdele gedachten, mijne kwade begeerten en al mijne aardscho genegenheden. Verleen mij de genade, in het vervolg matig en zedig te leven, om U te behagen.
Onze Vader. Wees geyroet.
Ontferm U. En dat de zielen.
Jesus wordt aan het kruis genageld.
Wij aanbidden U, enz.
Ach! mijne ziel, uwe driften zijn de scherpe nagelen, welk de handen en voeten van uwen Jesus doorboorden. — Uw bedorven wil; ziedaar den hamer, die de nagelen heeft
■i
543 OVERWEGINGEN EN GEBEDEN
ingedrukt. — Vraag nu vergiffenis en barm-hartigheid zeggend;
O Jesus, die uit liefde tot mij zijt gekruist; ik vraag U ootmoedig vergiffenis van al rnijne zonden. — Neen, ik wil U nimmer meer op nieuw kruisigen. — O! mocht ik, terwijl ik het besluit maak, niet meer te zondigen, van droefheid sterven, dat ik U ooit ^ beleedigd heb.
Onze Vader. Wees gegroet.
Ontferm ü. En dat do zielen.
TWAALFDE STATIE.
Je sus sterft aan het Icmis.
Wij aanbidden U, enz.
Breng U, o mijne ziel, de overgroote liefde van Jesus te binnen, die alvorens te sterven , voor zijne beulen en voor u in het bijzonder heeft gebeden. — En gij weigert eene belee-diging, één smaadwoord te vergeven! — Eu i evenwel hebt gij Jesus niet alleen beleedigd, maar gij hebt Hem ter dood gebraeht. Schaam u, o mijne ziel, over dat gedrag; doch ontmoedig u niet; begeef u tot uwen barmhar-tigen Verlosser; Hij zal uw berouw aannemen.
Het besluit is gemaakt, o goddelijke Ver-
OP DEN II. KRUISWEG,
losser: volgens uw voorbeeld vergeef ik van ganscher harte aan allen, die mij ooit hebben beleedigd. Ik vraag U vergiffenis, dat ik het zóó lang heb uitgesteld. — In het vervolg zal ik kwaad met goed beloonen; opdat ik eenmaal uit uwen mond de troostvolle woorden moge hooren: „heden zult gij met mij ia het paradijs zijn.quot;
Onze Vader. Wees gegroet.
Ontferm U. Ea dat de zielen.
DERTIENDE SÏAÏIE,
Jesus wordt van het Jcruls ajgp.nomen en in den schoot sijner Moeder neergelegd.
Wij aanbidden U, enz.
Welko bittere droefheid, o mijne ziel, gevoelde de goddelijke Moeder, toen zij het Lichaam van haren Goddelijken Zoon in haren schoot ontving. — Helaas! deze droefheid hebt gij hernieuwd, zoo menigmaal als gij zonder behoorlijke voorbereiding, dat aanbiddelijk Lichaam, in de H. Communie ontvangen hebt. — Yraag daarover van Jesus Christus vergiffenis, zeggende:
Het is, o H. Maagd, maar al te waar, dat ik uwe smarten heb vermeerderd, toen ik tot
543
544 OVERWEGINGEN EN GEBEDEN
de 11. ïafei naderde, zoo niet in staat van doodzonde, dan toch niet behoorlijk voorbereid.— Ik heb daarover een groot berouw. — En ik beloof u, in hot vervolg al mijne zorgen te zullen besteden, om mij voor te bereiden tot hot waardig ontvangen van uwen goddelijken | Zoon in de H. Communie.
Onze Vader. Woes gegroet.
Ontferm U. En dat de zielen.
VEERTIENDE STATIE.
Jeszis vjordt in het graf gelegd.
Wij aanbidden U, enz.
Overweeg, o mijne ziel, dat het graf van Christus nieuw was, en dat zijn aanbiddelijk Lichaam, nadat het in fijne doeken gewikkeld en met kostbare reukwerken gebalsemd was, in het graf werd gelegd. — Doch gij, gij zijt in de oogen van Jesus geen nieuw graf meer; vermits gij do woonplaats der zonde zijt geweest. Ja, o mijn Zaligmaker; mijn hart is tot nu een graf geweest, vervuld met zonden en onvolmaaktheden. — Doch ik vraag U een nieuw hart, een zuiver hart, dat ik door eene gedurige herinnering aan uw lijden, en door den aangenamen geur vau deugden
OP DEK' KRUISWEG.
zal versieren; opda,t Gij daarin voor altijd uwe verblijfplaats vestigt.
Onze Vader. Wees gegroet.
Ontferm IJ. En dat de zielen.
Ten slotte Wdde men zesmaal het „Onze Vaderquot;, zesmaal het „Wees gegroeten zesmaal het „Eere zij den Vader,quot; volgens de intentie de H. Kerk.
545
ood-i.—
in ik i te
1 tOj
jken
van ■lijk :eld 'as,
gij ÏUW
dor
er;
uld
i ik i
tik !
311,
len
92
35
Haauen, 20 Novembris 1870.
J. CUIJTEN,
Lidr, Cens.
li L ADZ.
Voorrede...........5
Kalender...........7
ONDEEKICHT OM DEN DAG CIIEISTELIJK DOOB TE BEENGEN.
Morgengebed........
Godvruchtige oefeningen op den dag Onderricht over den maaltijd. . . Hoe zich vóór en na den maaltijd te
gedragen .........
Hoe onder den maaltijd .... Onderricht over hot Avondgebed
Gewetens-onderzoek.....
Avondgebed.........
23 26 ib.
ib. 27
ib. ib
ONDEEEICHT OVEE HET H. SACEIFICIE DEE MIS.
I. Instelling van het H. Sacrificie
III. Wie het H. Saerifleie aan den
Hemelsohen Vader opdraagt . 33
IV. Gebeden en Ceremoniën ... 34
V. Miskleederen en derzelver betee-
kenis.........
YI. Kleuren der Kasuifels en hare
beteekenis.......
VII. Altaar met toebehooren . . . YIII. Kelk mot toebehooren ....
IX. Brood en wijn.......
X. Latijusche. taal in de H. Mis .
XI. Getrouw bijwonen der H. Mis .
XII. Eerbiedig bijwonen.....
XIII. Wat te doen, om het godvruch
tig en eerbiedig bij te wonen.
XIV. Wat te vermijden......
XV. Onderscheidene wijzeu, waarop
men zich onder do H. Mis kan bezig houden......
XVI. Veranderende en onveranderende
gebeden der H. Mis. . . . Gebed voor don aanvang dor H. Mis . Gebeden onder do H. Mis, verklaring der heilige HaEdelingen onder dezelve. Gebeden onder de H. Mis zonder ververklaring . . .. .......
HET H. SACRAMENT DEE BIECUT.
Gebeden en onderricht voor het Sacrament der Biecht........
Gebeden na het H. Sacrament der Biecht. 174
gr Algcmeene middelen tegen alle zonden. 176 Bijzondere middelen tegen de meest be-
40
^2 II. Hoovaardij en ijdele roem . . . 180
III. Gramschap en haat jegens den naaste. 181
., IV. Kwaadsprekendheid ..... 182
VII. Overmatige droefgeestigheid en on-
^(j De zeven Boetpsalmen mot gebeden
tegen de zeven hoofdzonden . . . 188
BB H. COMMUNIE.
50
Gebeden der Kerk vdor do H. Communie. 207
51 Onderricht over hot oogenblik der
Gebeden der kerk ua de H. Communie. 215
54 Onderricht over de Aflaten.....223
GEBEDEN OP ZONDAG.
133
Litanie tot de allerh. Dricvaldighoid. 235
5 Aüaatgebeden tot de allerheiligste Drievuldigheid .......241
-f s
550 INHOTTD.
GEBEDEN OP MAANDAG.
Litanie tot den Heiligen Geest . . . 251
Lofzang „Veni Creatorquot;......256
Godvruchtige verzuclitingen, om de
zeven Gaven van den Heiligen Geest. 260
GEBEDEN Oï DINSDAG.
Litanie ter vereering van den allerheiligsten Naam Jesus.......2G3
Lofzang „Jesu dulcis memoriaquot; . . . 267
GEBEDEN OP WOENSDAG.
Litanie tot de heilige Engelen . . , 270 Litanie tot den H. Engelbewaarder. . 276 Aflaatgebed.........
GEBEDEN 01 DONDERDAG.
Litanie tot het allerheiligste Sacrament
Lofzang „Pange lingua.quot; Aflaatgebed. 284
Lofzang „Lauda Sionquot;......287
278
Aanbidding van Christus in hot allerheiligste Saerament.......293
Oefening van geloof, hoop eu liefde bij het allerheiligste Sacrament. . . . 293
Lof van het allerheiligste Saeraraent . 295
GEBEDElf OP VRIJDAG.
Litanie ter herinnering aan het loven
en lijden onzos Heoren Jesus Christus. 297
Lofzang „Vexilla .Rogisquot;.....305
GEBEDEN OP ZATEHDAG.
316
319
321
322
323
324 335
Litanie tot Onze Lieve Vrouw. Aflaat-
gebed..........
Lofzang „Ave maris stellaquot; . . Lofzang „Alma liedemptorisquot;. . Lofzang „Ave Regina Coelorumquot; Lofzang „liegina eoeli, allelujaquot;.
5 Aflaataobeden .
Loftuiging tot de allerheiligste Maagd. 337
ANDERE GEBEDEN OP ELK.EN DAG DER WEK. Op Zondag.
Litanie tot alle Heiligen......339
552 INHOUD.
Op Maandag.
Litanie voor de zielen in het vagevuur, 350 Treurzang „Dies Iraequot;......305
Op Dinsdag.
Litanie tot liet II. Hart van Jesus. . 3öG
Op quot;Woensdag.
Litanie tot don H. Josef.....380
Gebed om de deugd van kuisehlieid . 393
Op Donderdag.
Litanie tot de H. Barbara.....393
Zeven Gebeden tot de H. Barbara . . 390
Op quot;Vrijdag.
Litanie ter herinnering aan de Zeven
Droefheden der H. Maagd Maria. . 399
'Treurzang „Stabat Mater.quot; Aflaatgebed. 404
Op Zaterdag.
Litanie tot het H. Hart der Maagd Maria. 410 Toewijding van ziohzelven.....419
Litanie tot deu H. Aloysius van Gon-
Litanie tot de H.H. Martelaren van
Litanie tot den H. Hubortns .... 438
Litanie tot den H. Koehus.....442
Litanie tot den H. Louatus .... 446
Gebed tot de H.H, Joaeliim en A.nna. 450
Aflaatgebed tot den H. Willibrordus . 451
Allaatgebod tot den H. Nicolaüs. . . 452
ONBEKSOIIEIDENB REKKELIJKE GEBEDEN VOOR ALGEMBENE EN BIJZONDERE NOODWENDIGHEDEN.
Gebod om hulp bij eene vervolging der
Gebed ten tijde van Oorlog .... 457
Gebed tegen besmettelijke ziekten . . ib. Gebeden bij onweder, wind, stortregen en andere vervaarlijke natuur-versolujn-
554 INHOUD. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
inhoud. 555
Aflaatgebed, om de allorh. Maagd Maria
te bezoeken.........484
Gebed om de genade, Jesus dikwijls in liet allerh. Sacrament te bezoeken . 485
ondebriciii over de vespers ejt het lof.
6 Aflaatgebeden onder de Vespers en het Lof ter aanbidding van Jesus in zijn
Do Lofzang „Magnificatquot;.....504
onderricht over hei aanhooren eener predikatie.
Hoe de Predikatie moet aangeboord
Hoe nuttig on zalig het is, dezelve aan
Wat men vóór de Predikatie behoort
Wat men onder de Predikatie te betrachten heelt.........509
onderricht over het inwendig gebed oe de meditatie.
Voorbereiding
525
•82
INHOUD.
Eigenlijke Meditatie of Overweging. . 526 SIot................
ONDE11RIC1IT OVEE DEN H. KRUISWEG.
556
Overweging en gebeden op den H. Kruisweg; opgesteld door den gelukzaligen Leonardus van Porto Mauritio. . . 531
EINDE VAN DRN INHOUD.
Ilc heb het
H. Doopsel ontvangen, den 18
Mijne eerste ïL Commnnie gedaan den 18
Het H. Vormsel ontvangen den 18
Mijn jaarlijlcsch biduur is den
of op den Feestdag
van
d5
/•a /r*~s ---lt;cL/^r