-ocr page 1-

Vak 88

-ocr page 2-
-ocr page 3-
-ocr page 4-
-ocr page 5-

GEBEDEN EN GEZANGEN

TEN DIENSTE

DER BEDEVAARTGANGERS

VAN DE

leidsche processie

NAAR

KEVELAAR.

bij J. N. GEIJER,

4872.

rekening dezer Processie, en alleen verkrijg-baar bij de Broedermeesters.

-ocr page 6-

KERKELIJKE GOEDKEÜEIM.

GOEDGEKEURD.

HAARLEM,

den 23 Julij 1872.

H. van Beek

Vic. Gen.

-ocr page 7-

VOORREDE.

De Leidsclie Processie naar Kevelaar had behoefte aan eene vollediger verzamelingquot; van Gebeden en Gezangen. Daarin wenschte men door dit Handboekje te voorzien. Men vindt hier de gansche orde der Pelgrimsreis met de er bij behoorende oefeningen. Een ieder kan nu, ook op de rijtuigen, de Processie te gemakkelijker volgen; waardoor mede het gemeenschappelijk gebed zal bevorderd worden.

Strekke dan dit boekje tot grooter gerief der Bedevaartgangers, tot onderlinge stichting en tot meerdere eer van Jesus en Maria!

-ocr page 8-

B E E I G T

dGERS DEE

NAAR

KEVELAAR.

De Leidsche Processie zal jaarlijks vertrekken op Maandag, na 15 Augustus.

(Mogt hieromtrent eenige verandering geschieden, dan zal dit tijdig door de Broeder-meesters worden bekend gemaakt)

De reis geschiedt met den spoortrein tot Rotterdam; verder met de stoomboot naar Nijmegen; van waar de togt wordt voortgezet naar Kranenburg, om aldaar, 's namiddags plegtig binnen te trekken.

Is er eene stoomboot voor de heen- en terugreis afgehuurd, dan zullen de godsdienstige oefeningen op de boot worden aangegeven.

De Bedevaartsgangers zullen zich op de boot, op reis, in de verblijfplaatsen en vooral op de slaapkamers met alle ingetogenheid gedragen en zooveel doenlijk aldaar het stilzwijgen bewaren.

De Pelgrims moeten zich gedurende de processie in twee rijen scharen; de vrouwen vooraan, de mannen volgen; zooveel mogelijk altijd aansluiten.

Men onthoude zich in de kerken van rondzien, spreken en alle oneerbiedigheid.

-ocr page 9-

GEBEDEN;

—ooo—

MORGENGEBED.

Kom, H. Geest, vervul de harten uwer geloovigen, en ontsteek in hen het vuur uwer liefde.

v. Zend uwen Geest uit en zij zullen herboren worden.

R. En Gij zult het aanschijn der aarde vernieuwen.

Laat ons bidden.

God, die de harten der geloovigen door de verlichting van den H. Geest hebt onderrigt, geef ons, dat wij in denzelfden Geest, de ware wijsheid erlangen, en ons door zijne vertroosting gedurig mo-

1

-ocr page 10-

ü MORGENGEBED.

gen verblijden. Door Christus, onzen Heer. Amen.

Stellen wij ons in Gods aanbiddelijke tegen- » woordigheid. ' 1

Wij gelooven vastelijk, o God, dat Gij hier tegenwoordig zijt, ons ziet, en hoort; dat al de gedachten en genegenheden, ja de verborgenste bewegingen van ons hart U bekend zijn, en dat Gij bereid zijt, ons gebed te verhoo-ren.

Laten wij God voor alle ontvangene weldaden bedanken, en wijden wij ons geheel aan zijne dienst toe.

Mijn Heer en mijn God, wij bedanken U zeer ootmoedig voor al de genaden, die Gij, in uwe overgroote barmhartigheid, ons tot heden toe verleend hebt; en wel voornamelijk, dat Gij ons gedurende deze dagen zoo vele en buiten-

-ocr page 11-

MORGENGEBED, 3

gewone middelen ter hand stelt, om U, o goede God! ijverig te kunnen dienen; is het niet wederom een uitwerksel uwer goedheid. dat wij dezen dag mogen beleven ? Daarom willen wij dien geheel tot uwe dienst besteden. Wij dragen U alle gedachten, woorden en werken er van op. Zegen ze, o mijn God, opdat er geene zij, die niet bezield worde door uwe liefde en niet strekke tot uwe meerdere eer.

Laten wij een vast voornemen maken, om de zonden te vlugten en de deugd te beoefenen.

Aanbiddelijke Jesus, goddelijk voorbeeld der volmaaktheid, naar hetwelk wij moeten leven; wij willen alles aanwenden, om ons meer en meer aan U gelijkvormig te maken: ootmoedig, zuiver, geduldig , ijverig in het gebed, verdraagzaam en zachtmoedig jegens elkan-

-ocr page 12-

MORGENGEBED.

der, en in alles onderworpen aan uwen heiligen wil; wij zullen ons bevlijtigen om niet meer in die zonden te vallen welke wij zoo dik-werf bedreven hebben, en die wij opregt verlangen te verbeteren.

Smeeken wij hiertoe den bijstand der goddelijke genade af.

Maar, mijn God, gij kent onze zwakheid, wij vermogen niets zonder den bijstand uwer genade; weiger ons die toch niet, verleen hulp naar onze behoefte; geef ons genoegzame kracht, om al het goed te beoefenen dat Gij van ons verwacht, en om met geduld al de moeijelijkheden en tegenspoeden te verdragen, die het Ü zal believen ons over te zenden. Amen.

Onze Vader. Wees gegroet. Ik geloof in God den Vader, enz.

4

-ocr page 13-

morgengebed.

Laten wij de akten van Geloof, Hoop en

Liefde verwekken.

Akte van Geloof.

Mijn Heer en mijn God, ik geloof, dat gij één zijt in wezen en drievuldig in Personen; dat de tweede Persoon der H. Drievuldigheid voor ons is mensch geworden en gestorven , en dat Gij het goede loont en het kwade straft. Dit en alles wat Gij geopenbaard hebt en door de Heilio;e Kerk te gelooven voorstelt, geloof ik vas-telijk omdat Gij de oneindige waarheid zijt, die het ons geopenbaard hebt; in dit geloof wil ik leven en sterven.

Heer! vermeerder mijn geloof.

Akte van Hoop.

Mijn Heer en mijn God, ik hoop met een vast betrouwen, door de verdiensten van Jesus Christus van

5

-ocr page 14-

morgengebed.

U te zullen verkrijgen den hemel en alle middelen daartoe noodig; dit hoop ik, omdat Gij het beloofd hebt, die oneindig magtig, goed en getrouw in uwe belofte zijt. In deze hoop wil ik leven en sterven.

Heer! vermeerder mijne hoop.

Akte van Liefde.

Mijn Heer en mijn God, ik bemin U boven al, uit geheel mijn hart, omdat Gij het opperste goed in U zeiven, en alle liefde waardig zijt; ik bemin mijnen evennaaste gelijk mij zei ven om U, en wensch dat alle menschen U beminnen. In deze liefde wil ik leven en sterven.

Heer! vermeerdei mijne liefde.

6

-ocr page 15-

MORGENGEBED.

LITANIE VAN DEN ALLERH, NAAM JESUS,

Heer, ontferm U onzer. Christus, ontferm U onzer.

Heer, ontferm U onzer.

Jesus, hoor ons.

Jesus, verhoor ons. God, hemelsche Vader, ontferm U onzer.

God , Zoon, \ erlosser der wereld,

ontferm U onzer.

God, Heilige Geest, ontferm U onzer.

Heilige Drievuldigheid, één God,

ontferm U onzer.

Jesus, glans des Vaders,

Jesus, gloed van het eeuwior o.

hcht, g,

Jesus, Koning der glorie,

Jesus, zon der regtvaardigheid, Jesus, Zoon der Maagd Maria, ^ Beminnelijke Jesus, g

Wonderbare Jesus, S

Jesus, sterke God,

7

-ocr page 16-

MORGENGEBED.

Jesus, Vader der toekomende eeuw,

Jesus, Verkondiger van het groote

raadsbesluit,

Allermagtigste Jesus, Allergeduldigste Jesus, Allergehoorzaamste Jesus,

Jesus, zachtmoedig en ootmoedig van harte,

Jesus, Minnaar der zuiverheid, Onze Minnaar,

God des vredes.

Oorsprong des levens. Toonbeeld der deugden,

TT • I

IJveraar der zielen,

- Onze God,

| Onze toevlugt,

Vader der armen,

Schat der geloovigen.

Goede Herder,

Waarachtig licht.

Eeuwige wijsheid.

Oneindige goedheid,

Onze weg en ons leven.

8

-ocr page 17-

MORGENGEBED.

Vreugd der Engelen,

Koning der Aartsvaders, §

„ Meester der Apostelen, Üf

§ Leeraar der Evangelisten, 3

J Sterkte der Martelaren, cj

Licht der Belijders, 0

Zuiverheid der Maagden, n Kroon van alle Heiligen,

Wees genadig, spaar ons, Jesus. Wees genadig, verhoor ons, Jesus. Van alle kwaad, verlos ons, Jesus. Van alle zonde.

Van uwe gramschap.

Van de listen des duivels.

Van den geest der onkuischheid, X: Van den eeuwigen dood, ' 2-

Van het verwaarloozen uwer °

inspraken, 2 Door het geheim uwer H.

Mensch wording, ^

Door uwe geboorte, |

Door uwe kindschheid, •quot; Door uw goddelijk leven,

Door uwen arbeid.

-ocr page 18-

MORGENGEBED.

Door uw doodstrijd en lijden. Door uw kruis en uwe veria- lt; tenheid, H-

Door uwe smarten, 03

Door uwen dood en uwe be- § grafenis, i0

Door uwe verrijzenis, ^

Door uwe hemelvaart, g

Door uwe vreugden,

Door uwe glorie.

Lam Gods, dat de zonden der wereld wegneemt, spaar ons, Jesus. Lam Gods, dat de zonden der wereld wegneemt, verhoor ons, Jesus.

Lam Gods, dat de zonden der wereld wegneemt, ontferm U onzer, Jesus.

Jesus, hoor ons.

Jesus, verhoor ons.

Laat ons bidden.

Heer Jesus Christus, die gezegd hebt: vraagt en gij zult verkrijgen.

10

-ocr page 19-

M0R(3ENGEBED. ii

zoekt en gij zult vinden, klopt en ii zal geopend worden: wij smee-ken U, verleen ons, op ons bidden, het vuur uwer goddelijke liefde, opdat wij U met geheel ons hart, onzen mond en onze werken beminnen en nimmer ophouden U te loven.

Geef, Heer, dat wij eene voortdurende vrees en liefde hebben voor uwen H. Naam; want nooit berooft Gij hén van uwe leiding, die Gij in de hechtheid uwer liefde vestigt. Door onzen Heer J. C., uwen Zoon, die met U leeft en regeert in de eenheid des H. Gees-tes, God, door alle eeuwen der eeuwen. Amen.

-ocr page 20-

MISOEBEOEN.

de heilige mis,

gel ij k de Priester die aan het H. Altaar leest.

De Priester aan den voet des Altaars.

pr. In den naam des Vaders, en des Zoons, en des Heiligen Geestes. Amen. Ik zal ingaan tot het altaar Gods.

De Dienaar in naam des volks : Tot God, die mijne jeugd verblijdt.

pr. Oordeel mij, God, en beslis mijne zaak tegen het onheilig volk; red mij van den onge-regtigen en listigen mensch.

dr. Want Gij, God, zijt mijne

-ocr page 21-

MISGEBEDEN.

sterkte, waarom hebt Gij mij verstooten? en waarom treed ik droevig heen, terwijl de vijand mij kwelt?

pk. Zend uw licht uit en uwe waarheid: deze hebben mij uitgeleid en voortgeleid naar uwen heiligen berg en in uwe woontent.

dr. En ik zal ingaan tot het altaar Gods, tot God, die mijne jeugd verblijdt.

pr. Ik zal U op de citer belijden, God, mijn God! waarom zijt gij bedroefd, mijne ziel? en waarom ontroert gij mij? dr. Hoop op God; want eenmaal zal ik Hem belijden, het heil van mijn aanschijn en mijn God. pr. Glorie zij den Vader, en den

Zoon, en den H. Geest. dr. Gelijk het was in den beginne, en nu en altijd, en in de eeuwen der eeuwen. Amen.

13

-ocr page 22-

MISGEBEDEX.

PR. Ik zal ingaan tot het altaar Gods.

ur. Tot God, die mijne jeugd verblijdt.

PR. Onze hulp is in den naam des Heeren.

dr. Die hemel en aarde gemaakt heeft.

PR. Ik belijd voor den almagtigen God, voor de Heilige Maria, altijd Maagd, voor den Heiligen Aartsengel Michael, den H. Joannes den Dooper, de Heilige Apostelen Petrus en Paulus, voor alle Heiligen en voor u, broeders! dat ik zeer gezondigd heb met gedachten woorden', en werken, door mij ne schuld, door mijne schuld, door mijne allergrootste schuld. Daarom bid ik de Heilige Maria, altijdjMaagd, den H. Aartsengel Michael, den H. Joannes den Dooper, de Heilige Apos-

u

-ocr page 23-

MISGEBEDEN. 15

telen Petrus, en Paulus, alle Heiligen en u , broeders! tot den Heer onzen God voor mij te bidden.

dr. De almogende God ontferme zich over u, vergeve u uwe zonden en geleide u ten eeuwigen leven.

pr. Amen.

dr. Ik belijd enz.; maar voor: broeders! zc.fjt hij: Vader!

PR. De almogende God ontferme zich over u, vergeve u uwe zonden en geleide u ten eeuwigen leven.

dr. Amen.

pr. De almagtige en barmhartige God verleene ons kwijtschelding , ontbinding en vergiffenis van onze zonden.

dr. Amen.

PR. Wend u tot ons, o God! en Gij zult ons levend maken.

-ocr page 24-

16 MISGEBEDEN.

dr. En uw volk zal zich in U verblijden.

pr. Toon ons. Heer, uwe barmhartigheid.

dr. En geef ons uw heil. pr. Heer, verhoor mijn gebed. dr. En mijn geroep kome tot U. pr. De Heer zij met u.

dr. En met uwen geest.

De Priester bij het opgaan naar liet altaar.

Neem, Heer, bidden wij U, onze ongeregtigheden van ons weg; opdat wij met zuivere harten tot het heilige der heiligen mogen ingaan.

O O O O

Door Christus, onzen Heer. Amen.

De Priester buigt zich in het midden des Altaars en zegt:

Wij bidden U, Heer, door de verdiensten van uwe Heiligen, wier overblijfselen hier rusten, en van alle Heiligen, dat Gij mij al mijne zonden wilt vergeven. Amen.

-ocr page 25-

misgebeden.

Dc Priester aan de F-pistelzijcle.

Hij heeft hen met de bloem der tarwe gespijsd ., en met honig uit de steenrots verzaad. Juicht voor God onzen helper, jubelt voor den God van Jakob.

Glorie zij den Vader, en den Zoon, en den H. Geest.

De Priester in het midden des Altaars.

pr. Heer, ontferm U onzer.

dr. Heer, ontferm U onzer.

pr. Heer, ontferm U onzer.

dr. Christus, ontferm U onzer.

pr. Christus, ontferm U onzer.

dr. Christus, ontferm U onzer.

pr. Heer, ontferm U onzer.

dr. Heer, ontferm U onzer.

pr. Heer, ontferm U onzer.

Gloria.

Glorie aan God in den allerhootc-

o

ste, en vrede op aarde den men-

2

17

-ocr page 26-

18 MISGEBEDEN.

schen van goeden wil. Wij loven U; wij zegenen U; wij aanbidden U; wij verheerlijken U; wij danken Ü voor uwe groote glorie. Heer God, hemelsclie Koning. God, almagtige Vader. Heer Jesus Christus, ééniggeboren Zoon. Heer God, Lam Gods, Zoon des Vaders. Die de zonden der wereld wegneemt, ontferm U onzer. Die de zonden der wereld wegneemt, neem onze smeeking aan. Die aan de regter-hand des Vaders gezeten zijt, ontferm CJ onzer. Want Gij alleen zijt de Heilige, Gij alleen de Heer, Gij alleen de Allerhoogste, Jesus Christus , met den H. Geest in de glorie van God den Vader. Amen. pk. De Heer zij met u.

dr. En met uwen geest.

Laat ons bidden.

God, die ons onder het wonderbare Sakrament de gedachtenis

-ocr page 27-

MISGEBEDEN.

van uw lijden hebt nagelaten: verleen ons, bidden wij U, de heilige geheimen van uw ligchaam en bloed zóó te vereeren, dat wij de vruchten uwer verlossing gedurig in ons mogen gevoelen. Die leeft en regeert met God den Vader in de eenheid des H. Geestes, God, door alle eeuwen der eeuwen. Amen.

Les uit den Eersten Brief van den H. Apostel Paulus aau de Coriuthiërs.

Broeders, ik heb het immers van den Heer ontvangen Avat ik u ook heb overgeleverd, dat de Heer Jesus in den nacht waarin Hij geleverd werd, het brood nam, en dankende het brak, en zeide: Neemt, en eet, dit is mijn ligchaam, dat voor u zal geleverd wordeüi, doet dit tot mijne gedachtenis. Desgelijks ook den kelk, nadat Hij het avondmaal genomen had, zeggende: Deze kelk is het

19

-ocr page 28-

misgebeden.

Nieuwe Testament in mijn bloed; doet dit, zoo dikwijls gij dien zult drinken, tot mijne gedachtenis. Want zoo dikwijls gij dit brood zult eten, en den kelk drinken, zult gij den dood des Heeren verkondigen, totdat Hij kome. Derhalve, al wie onwaardig dit brood zal gegeten, of den kelk des Heeren gedronken hebben, hij zal schuldig zijn aan het ligchaam en het bloed des Heeren. Uoch de mensoh be-proeve zich zeiven, en zóó ete hij van dat brood, en drinke van den kelk. Want wie onwaardig eet en drinkt, hij eet en drinkt zich het oordeel, wijl hij niet onderscheidt het ligchaam des Heeren.

dr. God zij dank.

PR. Aller oogen hopen op U, Heer: en Gij geeft hun spijs ten bekwamen tijde.

v. Gij opent uwe hand, en vervult alle schepselen met zegening.

20

-ocr page 29-

MI3GEBEDEN'. 21

v. Mijn vleesch is waarlijk spijs, en mijn bloed is waarlijk drank: die mijn vleesch eet en mijn bloed drinkt, blijft in Mij, en Ik in hem.

Evangelie van den H. Joannes. H. VI.

In dien tijde , zeide Jesus tot de scharen der Joden: Mijn vleesch is waarlijk spijs , en mijn bloed is waarlijk drank. Die mijn vleesch eet, en mijn bloed drinkt, blijft in Mij, en Ik in hem. Gelijk de levende Vader mij gezonden heeft en Ik leef om den Vader, zoo zal ook hij die Mij eet om Mij leven. Dis is het brood, dat uit den hemel is nedergedaald. Niet gelijk uwe vaderen het manna gegeten hebben, en gestorven zijn. AVie dit brood eet, zal in eeuwigheid leven. dr. Lof zij U, Christus.

-ocr page 30-

MISGEBEDEN.

Credo.

Ik geloof in één God, den al-magtigen Vader, Schepper van hemel en aarde, van alle zigtbare en onzigtbare dingen. En in één Heer Jesus Christus, Gods ééniggeboren Zoon, en uit den Vader vóór alle eeuwen geboren; God van God, licht van licht, waarachtig God van waarachtig God; voortgebragt, niet gemaakt, medezelfstandig met den Vader, door wien alles gemaakt is. Die om ons menschen, en om onze zaligheid is nedergedaald van de hemelen. En is vleesch geworden door den H. Geest uit de Maayd Maria en is mensch (/eicorden. Hij is ook gekruist voor ons : onder Pontius Pilatus heeft Hij geleden en is begraven; en Hij is ten derden da^e, volgens de Schriften, verrezen.

O 7 o 1 1

En Hij is opgeklommen ten hemel, zit aan de regterhand des Vaders.

'22

-ocr page 31-

misgebeden.

En weder zal Hij komen in glorie, om te oordeelen de levenden en de al- dooden; aan wiens rijk geen einde ie- zal zijn. Ik geloof in den H. Geest» en den Heer en levendmakende, die er uit den Vader en den Zoon voort-ïn komt; die met den Vader, en den le Zoon te zamen aangebeden en mede-1, verheerlijkt wordt; die door de

in Profeten gesproken heeft. — Ik

3t geloof in eene Heilige Katholieke

n en Apostolische Kerk. Ik belijd

et één doopsel tot vergeving der zon-

n den. En ik verwacht de verrijzenis

n der dooden, en het leven der toe

komende eeuw. Amen.

- De Offerande.

r pr. De Heer zij met u.

i dr. En met uwen geest.

i pr. Laat ons bidden.

De priesters des Heeren dragen , ' aan God wierook en brood op, eu daarom zullen zij heilig zijn

23

-ocr page 32-

MISGEBEDEN.

voor hun God, en zijnen naam niet bezoedelen.

Bij het offeren van liet brood.

Neem, Heilige Vader, almagtige eeuwige God, dit onbevlekte oft'er aan, hetwelk ik , uw onwaardige dienaar, U , mijnen levenden en waarachtigen God , opdraag voor mijne ontelbare zonden en beleedi-gingen en nalatigheden; en voor alle omstanders; maar ook voor alle geloovige Christenen, levenden en overledenen, opdat het mij en hun tot heil verstrekke ten eeuwigen leven. Amen.

Bij liet vermengen van het water met den wijn.

God, die de waardigheid der menschelijke natuur wonderbaar geschapen, en nog wonderbaarder vernieuwd hebt : geef ons door het geheim dezes waters en wijns, deelgenoot te worden in de godheid van

24

-ocr page 33-

MISGEBEDEN.

Hem, die zich verwaardigd beeft, in onze menschheid te deelen, Jesus Christus, uw Zoon, onze Heer, die met U leeft en regeert in de eenheid des Heiligen Geestes, God, door alle eeuwen der eeuwen. Amen.

Bij het offeren van den kelk.

Wij offeren U, Heer, den kelk des heils en smeeken uwe goedertierenheid , dat dit offer voor het aanschijn uwer goddelijke Majesteit tot ons heil en het heil der gansche wereld met een geur van zoetheid opstijge. Amen.

[Met yehoyen hoofd.) Gelief, Heer, ons die in een geest van ootmoedigheid en met een verbrijzeld hart tot U komen, aan te nemen: en zóó worde heden ons offer voor uw aanschijn gebragt, dat het ü behage. Heer God! Kom, heiligmakende, alma-gtige eeuwige God, zegen dit offer, aan uwen heiligennaam bereid.

25

-ocr page 34-

MISGEBEDEX.

Bij het wasschen der handen.

Ik zal ouder de onschuldigen mijne handen wassclien, en uw altaar omgeven, Heer.

Opdat ik de stem van lof hoore en al uwe wonderheden verhale.

Heer! ik heb den luister van uw huis bemind, en de woonplaats uwer glorie.

Verderf, o God, mijne ziel niet met de goddeloozen, noch mijn leven met de mannen des bloeds.

In wier handen on^ereo-tio-heden

^5 o O ,

zijn, wier regterhand vervuld is van giften.

Doch ik wandelde in mijne onschuld : verlos mij en ontferm U mijner.

Mijn voet bleef op den regten weg staan: in de vergaderingen wil ik (J zegenen. Heer.

Glorie zij den Vader, en den Zoon, en den H. Geest.

•26

-ocr page 35-

MISGEBEDEN. '27

Gelijk het was; in den beginne, en nu, en altijd, en in de eeuwen der eeuwen. Amen.

De Priesler in het midden des Altaars.

Neem, H. Drievuldigheid, dit offer aan, hetwelk wij LJ opdragen ter gedachtenis van het lijden, de verrijzenis en de hemelvaart onzes Heeren Jesus Christus, ter eere van de zalige Maria, altijd Maagd, en van den H. J oannes den Dooper, en de HH. Apostelen Petrus en Paulus en van deze en van alle Heiligen, opdat het hun strekke tot eer en ons tot heil, en zij in den hemel voor ons gelieven te bidden, wier gedachtenis wij houden op aarde. Door denzelfden Christus, onzen Heer. Amen.

De Priester wendt zich tot_het volk en zegt:

Bidt, broeders, opdat mijne en

-ocr page 36-

28 misgebeden.

uwe offerande welgevallig zij aan :pR'

God den almagtigen Vader.

ur. De Heer neme de offerande DK'

uit uwe handen aan tot lof pR'

en glorie van zijn naam, als- rer!

ook tot nut van ons en van ^

zijne gansche H. Kerk. Se

pk. Amen. W1S

van

Dc sh'üe gebeden. -^ïe

Verleen, bidden wij U, Heer, 00* aan uwe Kerk genadig de gaven

op'

van eenheid en vrede, die door deze offerande geestelijker wijze

beteekend worden. Door onzen A0 Heer Jesus Christus, uwen Zoon,

die met U leeft en regeert in de 61

eenheid des H. Geestes, God door sC

alle eeuwen der eeuwen. 11

dr. Amen. 11

pr. De Heer zij met u. 21 ur. En met uwen geest.

pr. Harten omhoog! ^

dr. Wij hebben ze tot den Heer. '

-ocr page 37-

MISGEBEDEN.

lan PE- Danken wij den Heer onzen God.

ide dr. Dat is waardig en regtvaardig. [of PR. Waarlijk, het is waardig en is- regtvaardig, billijk en heilrijk, dat jn wij U altijd en overal danken: Heilige Heer, almagtige Vader, eeuwige God. Wijl door het geheim van het vleescheeworden Woord een

O

nieuw licht uwer heerlijkheid de oogen onzes eeestes heeft beschenen:

5 O O •. r

1 opdat wij, terwijl wij God op zigt-r- bare wijze kennen, door Hem tot

; de liefde van het onzigtbare ver

voerd worden. En daarom is het, dat wij met de Engelen en Aarts-engelen, met de Troonen en Heer-

o

schappijen, en met geheel de he-melsche Heerschare, den lofzang uwer glorie zingen en zonder einde zeggen :

Heilig, Heilig, Heilig, is de Heer God der heerscharen. Vol zijn de hemelen en de aarde van uwe glorie.

29

-ocr page 38-

MISGEBEDEN.

Hosanna in den hooge. Gezegend Hij die komt in den naam des Heeren. Hosanna in den hooge.

U dan, goedertierenste Vader, bidden en smeeken wij ootmoedig door Jesns Christus, uwen Zoon, onzen Heer: dat Gij deze gaven, deze geschenken, deze heilige, onbevlekte offeranden goedgunstig wilt aannemen en zegenen; inzonderheid die welke wij U opdragen voor uwe heilige Katholieke Kerk; gelief haar over den ganschen aardbodem in vrede te bewaren, te behoeden, te vereenigen en te besturen , te zamen met uwen dienaar onzen Paus..., en onzen Bisschop..., en alle regtgeloovigen, en vereerders van het Katholieke en Apostolische geloof.

Gedachtenis der levenden.

Gedenk, Heer, al uwe dienaren en dienaressen... en alle omstanders.

30

-ocr page 39-

MISGEBEDEN.

wier geloof U bekend en wier godsvrucht U niet verborgen is, voor wie wij, of die U deze offerande van lof opdragen voor zich en al de hunnen, tot verlossing hinmer zielen, tot hoop van hun heil en behoud, en die hunne geloften brengen aan U, den eeuwigen, levenden en waarachtigen God.

Gedachtenis der Heiligen.

[En dit doen wij] in gemeenschap en de gedachtenis vierende, inzonderheid van de glorierijke Maria, altijd Maagd, de Moeder van onzen God en Heer Jesus Christus ; maar ook van uwe gelukzalige Apostelen en Martelaren, Petrus en Paulus, Andreas, Jacobus, Joannes, Thomas, Jacobus, Philippus, Bartholomaeus Matthaeus, Simon en Thaddaeus: Linus, Cletus, Xystus, Cornelius, Cyprianus, Laurentius, Chrysogo-nus, Joannes en Paulus, Cosmas

3i

-ocr page 40-

MISGEBEDEN.

en Damianus en van al uwe Heiligen: wil om hunne verdiensten en voorbeden verleenen, dat wij in alles door de hulp uwer bescher-ming beveiligd worden. Door den-

O _ O

zelfden Christus, onzen Heer. Amen.

Vóór de Consecratie.

Neem dan, bidden wij U, Heer, dit offer der dienstbaarheid van ons, maar ook van uw gansch gezin , in genade aan, en beschik onze dagen in uwen vrede, en laat ons aan de eeuwige verwerping ontrukt en onder de schare uwer uitverkorenen geteld worden. Door Christus, onzen Heer. Amen.

Gelief Gij, bidden wij U, o God, dit offer in alles gezegend, aangenomen , bekrachtigd, redelijk en welbehagelijk te maken, opdat het voor ons het Ligchaam en Bloed worde van uwen allergeliefdsten Zoon, onzen Heer Jesus Christus.

32

-ocr page 41-

MISGEBEDEX.

Gebed bij de opheffing der H. Hostie.

Heer, Gij zijt de Christus, de Zoon van den levenden God. Gij zelf zijt hier waarachtig tegenwoordig. Ik aanbid L' met den diep-sten eerbied en in alle ootmoedigheid. Gij, mijne toevlugt, mijne hoop, mijne liefde! Gij zijt mijn God en mijn Al! Aan Ü draag ik mijn hart op; moge ik van nu af geheel voor ü leven. Amen.

Bij de opheffing van den kelk.

O waarachtig en levend bloed van Jesus Christus! Ik aanbid U met alle Engelen en Heiligen. Gij werdt tot mijn heil en tot verzoening vergoten. Wasch de menigte mijner zonden af, reinig en versterk mijne ziel tot het eeuwige leven. Amen.

33

-ocr page 42-

MISGEBEDEN.

Na de Consecratie.

o;

Daarom dan ook, Heer, zijn wij, uwe dienaren, alsmede uw liei- 1 ti

lig volk, liet zalig lijden, en de h

verrijzenis uit het graf en de glo- o

rierijke tenhemelopklimming van ai

denzelfden Christus, uwen Zoon, on- w

zen Pleer, gedachtig, en brengen aan w

uwe verhevene Majesteit van uwe ai

gaven en geschenken een zuiver B

offer, een heilig offer, een onbe- v

vlekt offer, het heilig brood des n

eeuwigen levens en den kelk van «

het altijddurend heil. ti

Wil op dit offer met een genadig en gunstig aanschijn neder-zien, en laat het u welgevallig zijn,

gelijk Gij eenmaal welgevallen hadt in de geschenken van uwen regt- e

vaardigen dienaar Abel, en in de h

offerande van onzen Aartsvader g

Abraham, en in de heilige offerande, r

het onbevlekte offer, door uwen ii

34

-ocr page 43-

MtSGEBEDEN.

hoogepriester Melchisedech aan U opgedragen.

Ootmoedig smeeken wij U, almag-tige God, laat dit offer door de handen van uwen heiligen Engel op uw verheven altaar, voor het aanschijn uwer goddelijke Majesteit, worden gebragt: opdat zoovelen wij, door deze deelneming aan het altaar, het hoogheilig Ligchaam en Eloed van uwen Zoon zullen ontvangen , met alle hemelsche zegening en genade mogen vervuld worden. Door denzelfden Christus, onzen Heer. Amen.

Gedachtenis der Overledenen.

Gedenk ook. Heer, uwe dienaren en dienaressen...., welke ons met het teeken des geloofs zijn voorgegaan, en in den slaap des vredes rusten. Verleen hun en allen die in Christus rusten, de plaats der

35

-ocr page 44-

MISGEBEDEN.

verkwikking, des lichts en des vre-des. Door denzelfden Christus, onzen Heer. Amen.

Ook ons, zondaars, uwen dienaren, die op de menigte uwer ontfermingen hopen, wil ook ons eenig deel en gezelschap schenken met uwe heilige Apostelen en Martelaren: met Joannes, Stephanus, Mathias, Barnabas, Ignatius, Alexander, Mar-cellinus. Petrus, Felicitas, Perpe-tua, Agatha, Lucia, Agnes, Cae-cilia, Anastasia, en al uwe Heiligen. Neem ons, bidden wij U, in hunne gemeenschap op, niet met onze verdiensten te schatten, maar met kwijtschelding te verleenen. Door Christus, onzen Heer. Door wien Gij dit alles, Heer, altijd voor ons goed schept, heiligt, levend maakt, zegent, en aan ons verleent. Door Hem, en met Hem en in Hem, is U, God, den almagtigen Vader, in de eenheid des H. Geestes alle eer

30

-ocr page 45-

misgebeden. 37

en glorie. Door alle eeuwen der

eeuwen.

dr. Amen.

pk. Laat ons bidden. Door heilrijke voorschriften vermaand, en door goddelijke onderrig-ting geleerd, durven wij zeggen : ^

Onze Vader, enz.

En leid ons niet in bekoring. dr. Maar verlos ons van den kwade. pr. Amen.

Verlos ons, bidden wij U, lieer, van alle verleden, tegenwoordig en toekomstig kwaad; en geef ons, op de voorspraak van de gelukzalige en glorierijke Moeder Gods Maria, altijd Maagd, en van uwe gelukzalige Apostelen Petrus en Paulus, Andreas en van alle Heiligen, genadiglijk vrede in onze dagen; opdat wij door uwe barmhartigheid geholpen, altijd vrij mogen zijn van zonde en veilig voor

-ocr page 46-

misgebeden.

alle ontsteltenis. Door denzelfden Jesus Christus, onzen Heer, uwen Zoon, die met U leeft en regeert in de eenheid des H. Geestes, God, Door alle eeuwen der eeuwen. dr. Amen.

pk. De vrede des Heeren zij altijd

met u.

dr. En met uwen geest.

Ue Priester laat een gedeelte der H. Hostie in den kelk vallen en zegt;

De vermenging en tenofferwijding van het Ligchaam en Bloed onzes Heeren Jesus Christus worde ons bij het ontvangen ten eeuwigen leven. Amen.

Lam Gods, dat de zonden dei-wereld wegneemt, ontferm U onzer.

Lam Gods, dat de zonden der wereld wegneemt, ontferm U onzer.

38

-ocr page 47-

MISGEBEDEN.

Lam Gods, dat de zonden dei-wereld Avegneemt, geef ons vrede.

Vóór de H. Communie.

PR. Heer Jesns Christus, die tot uwe Apostelen gezegd hebt: Ik laat u den vrede, mijnen vrede geef Ik u: zie niet op mijne zonden , maar op het geloof uwer Kerk, en gelief haar volgens uwen wil vrede en eenheid te geven. Die leeft en regeert, God, door al'8 eeuwen der eeuwen. Amen.

Heer Jesus Christus, Zoon van den levenden God, die naar den wil uws Vaders met medewerking des Heiligen Geestes , door uwen dood de wereld hebt levend gemaakt : verlos mij, door dit uw Hoogheilig Ligchaam en Bloed, van al mijne ongeregtigheden en van alle kwaad; en doe mij altijd uwe geboden naleven, en laat niet toe, dat ik ooit van U gescheiden wor-

39

-ocr page 48-

iO MISGEBEDEX.

de. Die met denzelfden God den Vader en den H. Geest, leeft en regeert. God, in alle eeuwen der eenwen. Amen.

Laat, Heer Jesns Christus, het ontvangen van uw Ligchaam, hetwelk ik onwaardige mij vermeet te nuttigen, mij niet tot veroordeeling en verwerping wezen ; maar naar uwe goedertierenheid, zij het mij tot beveiliging van ziel en ligchaam en tot middel van heil. Die leeft en regeert met God den Vader in de eenheid des II. Geestes, God, door alle eenwen der eenwen. Amen.

Communie.

Ik zal het hemelseh brood ontvangen en den naam des Heeren aanroepen.

De Priester zegt driemalen :

Heer, ik ben niet waardig, dat

-ocr page 49-

MISGESEDEN. M

Gij ingaat onder mijn dak, maar spreek slechts een woord en mijne ziel zal gezond worden.

Het Ligcliaam onzes Heeren Je-sns Christus beware mijne ziel ten eeuwigen leven. Amen.

Wat zal ik den Heer wedergeven voor al hetgeen Hij mij bewezen heeft? Tk zal den kelk des heils nemen, en den naam des Heeren aanroepen. Lofprijzend zal ik den Heer aanroepen en ik zal van mijne vijanden verlost zijn.

Het bloed onzes Heeren Jesns Christus beware mijne ziel ten eeuwigen leven. Amen.

Na de H. Communie.

Laat ons, Heer, wat wij met den mond nuttigden met een rein hart bewaren, en van eene tijdelijke

-ocr page 50-

4'2 MISGEBEDEN.

gave worde het ons een altijddurend middel van heil.

Uw Ligchaam, Heer, dat ik genuttigd heb, en uw Bloed, dat ik gedronken heb, blijve in mijn binnenste; en geef, dat in mij, nu ik met de zuivere en Heilige Sakra-menten verkwikt ben, geen vlek van misdaden overblijve. Die leeft en regeert in de eeuwen der een-wen. Amen.

Zoo dikwijls gij dit brood zult eten, en den kelk drinken, zult gij den dood des Heeren verkondigen, totdat Hij kome: derhalve, alwie onwaardig dit brood zal gegeten, of den kelk des Heeren gedronken hebben, hij zal schuldig zijn aan het ligchaam en bloed des Heeren. pr. He Heer zij met u.

uk. En met uwen geest.

Laat ons bidden.

Geef, bidden wij U, Heer, dat

-ocr page 51-

MISGEBEDEN. 43

wij door het altijddurend genot van uwe Godheid vervuld worden, gelijk het door het tijdelijk ontvangen van uw kostbaar Ligchaam en Eloed wordt afgebeeld. Die leeft en regeert met God den Vader in de eenheid des H. Geestes, God, door alle eeuwen der eeuwen. dr. Amen.

pk. De Heer zij met u.

DR. En met uwen geest. pr. Gaat, het otter isvolbragt. ur. God zij dank.

pr. Laat U, H. Drievuldigheid, de hulde mijner dienstbaarheid behagen , en geef , dat het offer, hetwelk ik, onwaardige, voor de oogen uwer Majesteit heb opdragen, U welgevallig en mij en allen, voor wie ik het opgedragen heb, door uwe erbarming, tot verzoening zij. Door Christus, onzen Heer. Amen.

-ocr page 52-

MISGEBEDEN.

De zegen.

pu. Zegene u de almagtige God, de Vader, en de Zoon, en de H. Geest.

dr. Amen.

pk. De Heer zij met u.

dh. En met nwen geest.

pr. Begin van liet H. Evangelie naar Joannes.

dr. Glorie zij U, lieer.

pk. In den beginne was het Woord, en het Woord was bij God , en het Woord was God. Dit was in den beginne bij God. Alles is door het Woord gemaakt ; en zonder Hem is niets gemaakt, wat gemaakt is, in Hem was het leven, en het leven was het licht der men-schen: en het licht scheen in de duisternissen, en de duisternissen hebben het niet aan-

44

-ocr page 53-

inSGEDEDES.

genomen. Er was een mensch van God gezonden, wiens naam was Joannes. Deze kwam tot getuigenis, om getuigenis te geven van het licht, opdat allen door hem gelooven zouden. Hij was het licht niet, maar om getuigenis te geven van het licht. Het ware licht was dat allen mensch verlicht, die in deze wereld komt. Hij was in de wereld, en de wereld is door Hem gemaakt, en de wereld heeft. Hem niet gekend. In zijn eigendom kwam Hij, en de zijnen namen Hem niet aan. Doch zoovelen Hem aannamen , hun gaf Hij raagt om kinderen Gods te worden, hun die in zijnen naam gelooven, die niet uit den bloede, noch uit den wil des vleesches, noch uit den wil des mans, maar uit God geboren zijn. En het

-ocr page 54-

MISGEBEDEN.

W o o r d i s v 1 e e s c h g e w o r-den en Het heeft onder ons gewoond, en wij hebben zijne glorie gezien, eene glorie als des Eéniggeborenen van den Vader, vol genade en waarheid.

God zij dank.

-ocr page 55-

KORTE B1ECHTGEBEDEN.

VÓÓR DE BIECHT.

-36—

DANK GOD VOOR ZTJXE WELDADEN.

Ik dank U, mijn God, voor al uwe weldaden, en bijzonder voor de groote genade van liet ware geloof. Ik dank U, dat Gij mij zoo dikwerf in de genademiddelen uwer H. Kerk doet deelen; en ik smeek onze lieve Moeder Maria, dat zij mij helpe danken, en bidden , om deze biecht met veel vrucht te mogen doen.

VRAAG LICHT OM UWE ZONDEX WEL TE KENNEN.

Barmhartige Zaligmaker, die het ware licht zijt en allen mensch verlicht, die in deze wereld komt;

-ocr page 56-

/i8 KORTE BIECIITGEBEDEN.

verlicht mijn geest en mijn hart, opdat ik al mijne overtredingen en verzuimenissen wel moge inzien, rouwmoedig beweene, en openhar-tisr aan uwen dienaar als aan U

O

zeiven belijde.

Onderzoek nu oplettend uw geweten: wat gij gedacht, gesproken, gedaan, of verzuimd hebt; ga ook de pligten van uwen staat en uwe hoofdfout na, en spreek vervolgens aldus

Heer Jesns Christus, waarachtig God en waarachtig mensch, mijn Schepper en Verlosser, het is mij leed uit den grond van mijn hart, dat ik U, mijn Heer en mijn God, beleedisd heb, U, dien ik als het Opperste Goed, bovenal moest be-minnen en nu ook zóó wensch te beminnen.

Ik neem mij vastelijk voor, niet meer te zondigen, alle gelegenheden

-ocr page 57-

KORTE BIECHÏGEBEDEN. 49

van zonde te vermijden, nu rouwmoedig te biechten, en de boete, die mij opgelegd zal worden, godvruchtig te volbrengen.

En tot voldoening voor mijne zonden, draag ik U uw heilig leven, lijden en sterven en al den prijs van uw voor ons vergoten bloed op, met al de verdiensten van uwe Onbevlekt Ontvangen Moeder Maria, vau uwen beminden Voedstervader Josef, van onze geliefde Beschermheiligen, en van al uwe Heiligen.

En ik vertrouw van uwe oneindige barmhartigheid, dat Gij mij al mijne schulden zult vergeven, en genade verleeuen, om een heilig leven te leiden en U ten einde toe getrouw te dienen.

God, wees mij, zondaar, gena-dig.

Jesus, Davids Zoon, ontferm U mijner.

4

-ocr page 58-

50 KORTE BIECHTGEBEDEN.

Erbarming, mijn Jesus. Amen.

Ga nu tot den Friester en kniel

voor hem neder, alsof gij voor g

Christus zeiven, wiens plaats hij s

bekleedt, nederknieldet. ^

NA DE BIECHT. 1

e

Ik dank U, allerbarmhartigste ]

Jesus, dat Gij met mij, onwaar- 1

digen zondaar, zooveel mededoogen 1

en geduld hebt getoond, mij tot U ( getrokken en mij in uwe goedertierenheid weder vergiffenis en kwijtschelding van schuld verleend hebt.

Neem, Heer, deze mijne ootmoedige schuldbelijdenis goedgunstig ( aan; en wat er ontbroken mogt a hebben aan het openleggen mijner \ zonden, of aan mijn berouw: ge- i lief dit door uwe oneindige barm- 1 hartigheid aan te vullen, en mij ( voor geheel ontbonden te houden c in den hemel. lt;

-ocr page 59-

KORTE BIECHTGEBEDEN. 51

Geef mij uwe hulp, dat ik U niet meer mishage, maar U getrouw diene; geef het, Heer, op de voorspraak van uwe glorierijke Moeder, altijd Maagd , van onze Gorkumsche Martelaren, die dit H. Sakrament met zooveel godsvrucht ontvingen, en van al uwe Heiligen, die van het begin der wereld U hebben behaagd, God vau ontferming, die leeft en regeert door al de eeuwen der eeuwen. Amen.

OPDRAGT VAN CHRISTUS' H. LEVEN EN LIJDEN.

Allerbeminnelijkste Vader, tot voldoening voor mijne zonden en tot verbetering mijns levens, draag ik U het volmaaakte leven op van uwen Eéngeboren Zoon, en al het lijden hetwelk Hij voor ons, ondankbaren, verduurd heeft van het eerste oogenblik zijner Menschwor-fling af, tot het, oogenblik dat Hij

-ocr page 60-

52 KORTE I3IECIITGEBEDEN.

aan liet kruis, met luid geroep en gebogen hoofd, U zijnen geest overgaf; en ik smeek U, om zijne oneindige verdiensten, dat Gij al mijne zonden nitdelgt, en mij de genade verleent van liever duizendmaal te sterven, dan U, mijn Opperste Goed mijn allerbeminnelijkste Vader, op nieuw te beleedigen; geef, dat ik van nu af U alleen beminne, aan U alleen zoeke te behagen, die alleen alle liefde van alle schepselen verdient. Amen.

Geloofd zij Jesus Christus. Amen.

-ocr page 61-

COMMUNIE-OEFENINGEN.

—32Gtgt;—

Dierbare Jesus, Goddelijke Verlosser eu Zaligmaker mijner ziel; o wat, gezegend oogenblik is weder voor mij aangebroken; andermaal zal ik mijne ziel mogen spijzigen met uw kostbaar vleesch en bloed. Van waar, o mijn God! komt mij dat onuitsprekelijk geluk? Wie beu ik toch, dat ik het durf wagen, zoo dikwerf aan uwe H. Tafel te gaan aanzitten, en mijne ziel te voeden met het brood der Engelen? Welaan, Heer, ik beken voor U, dat ik zondaar ben, en mij, door mijne menigvuldige zonden en overtredingen, deze weldaad geheel onwaardig heb gemaakt. Het is maar al te waar, o mijn God! dat mijne tallooze ongeregtigheden mij van

-ocr page 62-

54 COMMUNIE-OEFENINGEN.

uwe Heilige Tafel moesten verwijderen ; neen, Heer, ik ben niet, waardig, dat Gij in mijn hart komt; want niet alleen zijn mijne zonden zoo menigvuldig, maar ook zoo groot is mijne ondankbaarheid, dat, alhoewel ik reeds zoo menigmaal mijne ziel heb mogen voeden met dié kostbare spijs, ik tot heden toe noo- zoo weinig nut daaruit heb getrokken. Ik beken het voor U met schaamte, o mijn God! nog altijd ben ik dezelfde laauwe en onverschillige Christen, die de nietig-heden dezer wereld hooger acht, dan het belang mijner ziel. Uoch daarom, Heer, wijl ik ü zoozeer behoef, wil ik toch tot U naderen, om door die hemelsche spijs versterkt te worden; om kracht te erlangen tegen de gevaren der zonden , en voortaan alleen te leven voor uwe eer en de zaligheid mijner ziel. Ik zal dan, goede Jesus, tot

-ocr page 63-

COMMUNIE-OEFENINGEN. 55

u naderen met een groot vertrouwen op uwe oneindige barmhartigheid; van U de genade afsmee-kende, dat deze H. Communie mij niet ten oordeel, maar ten eeuwig heil moge strekken. Ik vraag Ü dit, o mijn Jesus, niet alleen voor mij zeiven, maar ook voor mijne broeders en zusters, die met mij aan deze groote weldaad zullen deelachtig worden; laat ons, ver-eenigd in uwe liefde, gesterkt door deze heilige spijs, enkel leven voor U en de zaligheid onzer ziel. Amen.

Akte van Geloof.

Beminnelijke Jesus! ik geloof en belijd vastelijk uit geheel mijn hart, dat Gij wezenlijk eu waarachtig tegenwoordig zijt in het Allerheiligste Sakrament des Altaars. Gij zijt daar verborgen onder de ne-de-ige gedaante van brood. Gij, dezelfde God, die voor ons hebt

-ocr page 64-

5() COMMUNIE-OEFENINGEN.

willen geboren worden, en sterven aan het kruis; Gij die thans aan de regterhand des Vaders in heerlijkheid zijt gezeten, en eenmaal als regter zult komen om de wereld te oordeelen; Gij zijt hier tegenwoordig met Godheid en mensch-heid, met ziel en ligchaain, met vleesch en bloed. Dit alles geloof ik vastelijk, omdat Gij die de opperste waarheid zijt, ons dit hebt veropenbaard , en uw onfeilbaar woord ons niet laat twijfelen. In dit vaste geloof uwer Kerk werp ik mij, in diepen eerbied, voor ü neder en hoop in datzelfde geloof te leven en te sterven.

Van ganscher harte geloof ik, en belijd ik hier voor uw aanschijn, dat Gij, mijn goede Jesus! die aan den Vader in magt en heerlijkheid gelijk zijl, waarachtig met godheid en menschheid in het heilig tabernakel geheel in mijne nabijheid

-ocr page 65-

COMMUNIE-OEFENINGEN. 57

woont en verblijft; Gij, die in de doeken der kribbe geweend hebt, en als slagtoffer voor mij aan het kruis gestorven zijt; Gij die als voorspreker aan de regterhand des Vaders zit, en als regter eenmaal zult komen; Gij, die als verborgen God in de enge ruimte des tabernakels woont, en onder den schijn van brood uw heilig vleesch en bloed, uw ligchaam en ziel, uwe godheid en menschheid, uwe glorie en onmetelijke grootheid verborgen houdt. Dat alles geloof ik zoo zeker en onwankelbaar, alsof ik het met mijne oogen zag. In dit geloof werp ik mij vol eerbied voor U neder, en aanbid U als mijn Schepper en Verlosser, als mijn hoogste Goed. In dit geloof wil ik leven en sterven. Heer, versterk en vermeerder dit mijn geloof.

-ocr page 66-

COM.MUNIE-OEFENIXGEN.

Akte van Hoop.

Goddelijke Zaligmaker, die ons zoo liefderijk uitnoodigt, om tot U te komen, daar Gij tot ons zegt: komt allen tot Mij die vermoeid en beladen zijt, en Ik zal n verkwikken ; wat mogen wij niet hopen van uwe oneindige barmhartigheid? Welk een overvloed van hemelsche zegeningen stort, Gij over dengene uit, die met een nederig hart en in het gevoel zijner onwaardigheid tot U nadert. Gij zijt de Almagtige, die altijd helpen kunt. Gij zijt de Barmhartige, die altijd helpen wilt. Gij schept er vermaak in, de schatten uwer genade uit te deel en aan hen, die er U met oot-moedieheid om vragen. Vol ver-

O O _

trouwen naderen wij dan tot uw heilig altaar, en smeeken van uwe oneindige barmhartigheid de genade af, die ons tot ons eeuwig ziele-

58

-ocr page 67-

COMMUNIE-OEFENINGEN. 59

heil zoo noodzakelijk is. Gij kent. Heer, in het bijzonder de behoefte onzer ziel. Gij weet, Heer, aan welke zwakheid wij het meest onderhevig zijn; daarom hoop ik door deze H. Communie meer en meer versterkt te worden in de deugd. Laat, Heer, mijne hoop en mijn vertrouwen op Ü niet beschaamd worden.

Akte van Lielde.

Beminnelijke Jesus, goddelijk voorbeeld der volmaakte liefde! hoe verre toch heeft uwe liefde tot ons

U niet eebraa't! Niet tevreden, met •

voor ons uw dierbaar bloed tot-den laatsten druppel te vergieten, gewaardigt Gij U nog, IJ zeiven geheel en al aan ons te geven in dit H. Sakrament. Mijn God! hoe eindeloos toch is uwe liefde; welk hart moet niet branden van wederliefde en dankbaarheid jegens

-ocr page 68-

60 COMMUNIE-OEFENINGEN.

U? Ja mijn Jesus ! ik bemin U uit geheel mijn hart, ten minste ik verlang U te beminnen met al die vurigheid, waartoe mijn zwak en zondig hart met uwe hulp in staat is. O hoe koud en ongevoelig moet het hart zijn, dat U geene liefde toedraagt. Ik bemin U om U zeiven, en om uwe eindelooze beminnelijkheden ; ook mijnen evennaaste bemin ik uit lietde tot U; en van ganscher harte vergeef ik aan hen die mij mogten beleedigd ol iets tegen mij misdaan hebben; Heer, in deze liefde wil ik leven en sterven.

Akte van Berouw.

Barmhartige God, voordat ik tot U kom, moet ik U eerst mijn leedwezen betuigen over mijne menigvuldige zonden en zwakheden. Helaas, Heer! ik beken het met schaamte, dat ik mij aan vele over-

-ocr page 69-

COMMUNIE-OEFENINGEN. (31

tredingen heb schuldig gemaakt. Gij hebt mij met weldaden overladen, en ik bedreef aanhoudend nieuwe zonden, waardoor ik U, mijn God en Schepper, dikwerf zoo grootelijks beleedigde. Maar, mijn God! voortaan geen zonde meer! liever sterven dan U ooit weer beleedigen!

Ik ben reeds gezuiverd, zooals ik hoop, van mijne zonden en gebreken door het H. Sakrament der Biecht, maar zuiver mij nog meer, dat in mijne ziel niet de minste vlek der zonden blijve, Schep in mij een nieuw en zuiver hart, en geef mij die onschuld, die mij in staat zal stellen, U waardig te ontvangen.

Akte van verlangen.

Mijne ziel! het oogenblik nadert, waarop gij u met uwen God gaat vereenigen; verheug u, want de

-ocr page 70-

62 COMMUNIE-OEFENINGEN.

Heer is nabij. Ja, mijn Jesus, nog slechts weinige oogenblikken en Gij komt in mijn hart! Kom spoedig, mijn Zaligmaker! want mijn hart verlangt naar U met al de vurigheid eener beminnende ziel. Wie zal mij vleugelen der liefde geven, om tot U heen te snellen? Kom dan, geliefde mijner ziel! dat ik in uwe liefde uit,ruste. Gij verlangt U aan mij te geven; ik wensch LT vurig te ontvangen. Heer, verzadig mij met den rijkdom van uw huis; naar U zucht en smacht mijne ziel. Liefelijk bovenal is uwe woning, en zalig is het in uwe nabijheid. Kom, o Koning der heerlijkheid! kom en heersch in mijne ziel, vertoef, Heer, niet langer, en mijne wenschen zijn verhoord. Mijn God nadert: Heer, ik ben niet waardig, dat Gij ingaat onder mijn dak, maar spreek slechts een woord, en mijne ziel zal gezond worden.

-ocr page 71-

COHMUNIE-OEFENINGEN. 63 Tot de H. Maagd.

Jl.]

g, Ook tot u, 11. Maagd! bid ik irt in dit genaderijk oogenblik om hulp ig- en bijstand. Wij zijn in deze hei-zal lige plaats gekomen, om uwe bij-ii, zondere voorspraak in te roepen; •m laat de eerste der genaden, die ik wij door uwe tussclienkomst vergt werven, deze zijn, dat wij met reine U harten naderen tot den troon van iig het Onbevlekte Lam. Verkrijg voor s; ons, Onbevlekte Maagd! dat deze el. H. Communie, welke wij op het punt zijn van te ontvangen, strek-d. ken moge tot meerder eer van God, 1! tot zaligheid onzer ziel, tot verbe-r- tering van ons leven, en dat wij ne de vruchten daarvan mogen genie-

)d ten in eeuwigheid. Amen.

g-

^ _

;n

-ocr page 72-

64 COMMUNIE-OEFENINGEN.

NA DE H. COMMUNIE.

Blijf eenige oogenblikkeu in overweging, van het groote geluk dat u is ten deel gevallen; verwek in uw hart de levendigste gevoelens van eerbied en liefde; zie u aan als het levende tabernakel, waarin het Heilige der heiligen rust. Keer u inwendig tot Jesus en verwek de volgende

Gevoelens van bewondering, liefde en dank.

Het wonder van Gods liefde en almagt, is in mij voltrokken. De God van hemel en aarde woont in mijn hart! waar zal ik woorden vinden om Hem te danken voor die onuitsprekelijke weldaad? O mijne ziel! verhef den Heer, en mijn geest! verheug u in God uwen Zaligmaker. Lieve Jesus! hoe verre brengt U toch uwe onbegrijpelijke liefde, dat Gij U gewaardigt, de spijs onzer ziel te worden. Wat kan ik anders doen, dan U beminnen, en mij verheugen over de groote weldaad, welke de Heer,

-ocr page 73-

communie-oefeningen. 65 die magtig is, aan mij heeft gedaan. O Jesus! mijne eeuwige liefde Wijf bij mij; U dank ik, U zegen ik, U wil ik beminnen in eeuwigheid ; wat zal ik U wedergeven voor al hetgeen Gij mij gedaan hebt? Gij hebt mij alles gegeven, wat Gij mij geven kunt; uw eigen vleesch en bloed, geheel U zeiven bezit ik in mijn hart. Wat ben ik in staat U aan te bieden ? Wat kan ik, nietig mensch, U wedergeven uit dankbaarheid voor zulk eene weldaad, voor zoo groot een geschenk? Het eenige wat ik U geven kan, is mijn hart, met al zijne begeerten en genegenheden; dat offer ik U op, en ik bid U, het te willen veranderen, zuiveren en reinigen, opdat het voor Halleen blijve kloppen en U behoore in eeuwigheid.

-ocr page 74-

6() COMMUNIE-OEFENINGEN.

Gebed.

Goddelijke Jesus, Gij hebt U dan gewaardigd, mij aan het grootste uwer liefdeblijken deelachtig te maken. Gij hebt in mijn hart willen komen, om de volheid uwer genade over mij uit te storten; wat mag ik dan niet hopen en verwachten van uwe oneindige barmhartigheid? Ik heb zooveel te vragen van uwe liefde; de behoefte mijner ziel is zeer groot; het is waar, Heer, Gij kent mijne behoeften nog beter dan ik zelf; maar het is uw wil, dat wij met nederigheid zouden vragen. Het eerste dan wat ik van uwe oneindige barmhartigheid afsmeek, is: de kennis mijner kwalen. Gij weet, barmhartige God! hoe menig maal ik (J heb beleedigd; hoe diep de wonden zijn, die de zonde in mijne ziel heeft geslagen. O! laat ik door die hemelsche spijs

-ocr page 75-

COMMUNIE-OEFENINGEN. 67

versterkt worden tegen de gevaren, die mij van alle kanten bedreigen; doe mij de zonde vlugten, en er mij ver van verwijderd blijven, opdat ik U met eene standvastige getrouwheid diene, al de dagen mijns levens. Laat dit, Heer, de eerste en voornaamste vrucht zijn der pelgrimsreize, die ik tot uw lof en glorie, en ter eere uwer H. Moeder aanvaard heb. Maar nog andere belangen zijn er, dierbare Jesus! die ik uwer liefde aanbeveel; Gij weet, lieer! wat ik te vragen heb. Gij weet, met welk doel ik deze pelgrimsreis ondernomen heb. ü mijn God! geef mij toch datgene wat ik zoozeer behoef; zult Gij mij dit kunnen weigeren, na dit zoo groote bewijs uwer liefde, dat ik zooeven van U ontvangen heb? Maar ik bid niet alleen voor mij zeiven: ik vraag ook uwe gunsten en genade

-ocr page 76-

68 COMMUNIE-OEFENINGEN.

voor anderen, en wel voornamelijk voor mijne bloedverwanten en betrekkingen ; verleen liun uwen god-delijken bijstand, en die genade welke zij het meeste noodig hebben. Gij kent ze, mijn God, in wie ik bijzonder verpligt ben belang te stellen: schenk hun toch al hetgeen hun naar ziel en ligchaam, voor tijd en eeuwigheid noodzakelijk of voordeelig is. Stort ook, bid ik U , de volheid van uwen zegen uit over mijne broeders en zusters, die met mij op deze plaats gekomen zijn, en aan uwe H. iafel mogten aanzitten. God van goedheid, verhoor toch de gebeden, die zij tot den troon uwer barmhartigheid opzenden; dat hunne verlangens vervuld worden, opdat zij uwe barmhartigheid in alle eeuwigheid mogen loven. Laat ons allen, Heer, in den geest van liefde en eensgezindheid onze pelgrims-

-ocr page 77-

COMMUNIE-OEFENINGEN. 69

reize volbrengen: dat wij elkander tot troost en stichting mogen verstrekken, en eenmaal de vruchten onzer goede werken in eeuwigheid genieten. Ten laatste roep ik ook uwe barmhartio-heid in voor de

_ O

zielen van mijne afgestorvene betrekkingen, mijne bloedverwanten, en allen die mij bijzonder aangaan, en vooral de zielen der afgestorven leden onzer Broederschap; opdat zij allen, door onze gebeden geholpen, spoedig uwe heerlijkheid ingaan. Amen.

Aanroeping der H. Maagd.

O vlekkelooze Maaed en Moeder

o

Gods, Maria, zeker ook aan uwe magtige voorspraak heb ik het te danken, dat ik het geluk gehad heb, met het goddelijk vleesch en bloed van uwen Zoon gespijsd te worden. Ik weet het, Moeder,

-ocr page 78-

70 COMMUNIE-OEFENINGEN.

dat uw goddelijke Zoon er behagen in neemt, al zijne gunsten en genaden door uwe handen aan ons uit te deelen; wat mogen wij dan van uwe moederlijke teederheid niet verwachten ? met welk een oog van moederliefde ziet gij ons nu vereenigd met uwen welbeminden Zoon? Ja voorzeker, H. Maagd, meer dan ooit durf ik mij heden aan uwe magtige voorspraak aanbevelen , verhoor mij dan, en allen die ter uwer eer hier vergaderd zijn; die u de wenschen hunner harten openbaren; hier op deze plaats toont gij meer dan elders de liefde van uw moederlijk hart; verhoor de smeekingen van zoo-velen, die hier als broeders vergaderd, uwe voorspraak komen inroepen. Toon ons allen, dat gij onze Moeder zijt; maar vooral verkrijg voor ons, H. Maagd, dat wij met zuivere harten wandelen

-ocr page 79-

COMMUNIE-OEFENINGEN. 71

voor uwe oogen, dat wij de zonden vlugten, de deugd beoefenen en eens, na onze pelgrimsreize, de vreugde des eeuwigen levens mogen binnengaan. Amen.

-ocr page 80-

AVONDGEBED.

Stellen wij ons in de aanbiddelijke tegenwoordigheid Gods.

Wij gelooven vastelijk, o God, dat Gij hier tegenwoordig zijt, ons ziet en hoort; dat al de gedachten, de genegenheden, en de verbor-genste bewegingen van ons htrt U bekend zijn, dat Gij bereid zjt, ons gebed te verhooren.

Bedanken wij God voor zijne weldaden.

Hemelsche Vader! welk een dank znllen wij U brengen voor al het goede wat wij van U genoten heiben. Gij hebt ons geschapen, met het dierbaar bloed van uwen Zooi verlost, en zelfs heden heeft uwe goedheid ons naar ligchaam en ziel nog zoo milddadig gespijsd; want

-ocr page 81-

AVONDCrEBEI). 73

hoe vele en buitengewone gunsten en genaden mogten wij dezen dag van uwe vaderlijke goedheid ontvangen. Geef o God! dat wij aan zooveel weldaden met een dankbaar hart beantwoorden, ü opregt dienen en beminnen, en nooit ophouden U te loven, Amen.

Bidden wij om de kennis onzer zonden.

Heilige Geest, licht der harten, maak ons het kwaad indachtig, dat wij van daag bedreven, en het goed, dat wij verzuimd hebben, en geef ons een groot berouw over al onze zonden.

Akte van leedwezen.

Mijn Heer en mijn God! het is ons leed uit den grond van ons hart, dat wij uwe goddelijke majesteit hebben vergramd. Wij haten en verzaken de zonden uit liefde

-ocr page 82-

AVONDGEBED.

tot u, en nemen ons vastelijk voor, met de hulp uwer genade boetvaardigheid te doen, en U, o God! nooit meer te beleedigen. Amen.

Wij belijden voor den almagtigen God, voor de H. Maria, altijd Maagd, voor den H. Aartsengel Michael, den li. Joannes den Doo-per, de HH. Apostelen Petrus en Paul us, en voor alle Heiligen: dat wij zeer gezondigd hebben met gedachten, woorden en werken, door onze schuld, door onze schuld, door onze allergrootste schuld. Daarom smeeken wij de H.Maria, altijd Maagd, den H. Aartsengel Michael, deiiH. Joannes den Dooper, de HH. Apostelen Petrus en Paulas, en alle Heiligen, tot den Heer onzen God voor ons te bidden.

De almogende God ontferme zich over ons, vergeve ons onze zonden, en geleide ons ten eeuwigen leven. Amen.

74

-ocr page 83-

AVONDGEBED. 75

De almagtige en barmhartige Heer verleene ons kwijtschelding, ontbinding en vergiffenis van onze zonden. Amen.

Laat ons bidden voor de levenden en overledenen.

Stort, Heer, uwe genade uit over onze ouders, bloedverwanten, weldoeners, vrienden en vijanden; bescherm al onze overheden, zoo geestelijke als wereldlijke; help de armen, de gevangenen, de bedroefden, de reizigers, de zieken en de stervenden; bekeer de zondaars, en onze dwalende broeders, en verlicht de ongeloovigen. God van _ goedheid en genade! heb ook tne'i delijden met de zielen in iret vagevuur, maak een eind© aan hare . ...) pijnen en geef aan allen de éeu^ ~ wige rust. Ampn.'

yvV'quot;' X'

-ocr page 84-

AVONDGEBED.

LITANIE TOT DE H, MAAGD MARIA,

Heer, ontferm U onzer. Christus, ontferm U onzer.

Heer, ontferm U onzer.

Christus, hoor ons.

Christus, verhoor ons. God, hemelsche Vader, ontferm U onzer.

God, Zoon, Verlosser der wereld,

ontferm U onzer.

God, Heilige Geest, ontf. U onzer. Heilige Drievuldigheid, één God,

ontferm U onzer.

Heilige Maria, bid voor ons. Heilige Moeder Gods,

Heilige Maagd der Maagden, — Moeder van Christus, S-

Moeder der goddelijke genade, lt; Allerreinste Moeder, B.

Allerzuiverste Moeder, o

Ongeschonden Moeder, S

Onbevlekte Moeder,

76

-ocr page 85-

AVONDGF.HED.

Minnelijke Moeder, Wonderbare Moeder,

Moeder des Scheppers,

Moeder des Zaligmakers, Allervoorzigtigste Maagd, Eerwaardige Maagd, Lofwaardige Maagd,

Maetige Maagd,

O O ^ ®

Goedertierene Maagd,

Getrouwe Maagd,

Spiegel der regtvaardigheid,

Zetel der wijsheid.

Oorzaak onzer blijdschap.

Geestelijk vat.

Eerwaardig vat.

Uitmuntend vat van godsvrucht,

Geheimzinnige roos,

Toren van David,

IJvoren toren.

Gulden huis,

Ark des verbonds,

Deur des hemels.

Morgenster,

Behoud der kranken.

-ocr page 86-

AVONDGEBED.

Toevlugt der zondaren.

Troosteres der bedrukten,

Hulp der Christenen, —

Koningin der Ensjelen, SJ

TTquot; * •

Koningin der Aartsvaders, lt; Koningin der Profeten, S,

Koningin der Apostelen, 0

Koningin der Martelaren, S Koningin der Belijders,

Koningin der Maagden,

Koningin van alle Heilieen, Koningin, zonder vlek ontvangen. Lam Gods, dat tie zonden der wereld wegneemt, spaar ons. Heer. Lam Gods, dat de zonden der wereld wegneemt, verhoor ons, Heer. Lam Gods, dat de zonden der wereld wegneemt, ontferm U onzer. Christus, hoor ons.

Christus, verhoor ons.

Onze Vader, enz.

GEBED.

Onder uwe bescherming nemen

78

-ocr page 87-

AVONDGEBED.

wij onze toevlugt, Heilige Moeder Gods! verstoot onze gebeden niet in onzen nood, maar verlos ons altijd van alle gevaren, o glorierijke en gezegende Maagd.

Wij bidden U, Heer, bezoek onze woningen, en verdrijf verre van haar alle listen des vijands; dat uwe heilige engelen daarin wonen, om ons in uwen vrede te bewaren; en dat uw zegen altijd over ons blijve. Door Christus, onzen Heer. Amen.

Bewaar ons. Heer, terwijl wij waken en behoed ons terwijl wij slapen, opdat wij niet Christus gewaakt hebbende, in vrede mogen rusten.

Bidt voor ons, Heilige Bewaarengelen, en gij onze Heilige Patronen, beschermt ons gedurende dezen nacht en geheel ons leven, en vooral in het uur van onzen dood. Amen.

79

-ocr page 88-

80 AVONDGEBED.

Jesus, Maria, Josef!* ik geef U mijn hart en mijne ziel.

Jesus, Maria, Josef! staat mij bij in den doodstrijd.

Jesus, Maria, Josef! laat mij eens in uw heilig gezelschap in vrede rusten. Amen.

het lied : A v o n d b e d e tot de Allerheiligste Maagd: Komt! nóg een groet en bede.

LITANIE

VAN HET

LIJDEN ONZES HEEREN JESUS CHRISTUS.

Heer, ontferm U onzer. Christus, ontferm U onzer. Heer, ontferm U onzer. Christus, hoor ons. Christus, verhoor ons.

-ocr page 89-

OXZES IIEEREN JESUS CHRISTUS. lt;81

U God, hemelsche Vader, ontferm U onzer.

mij God, Zoon, Verlosser der wereld,

God, H. Geest,

nij Heilige Drievukligheid, één God, in Jesus, die, nadat Gij den lofzang gezegd hebt, naar den , Olijfberg zijt uitgegaan, om

te bidden,

Jesus, die door de levendige g voorstelling van uw lijden §gt; benaauwd, bedroefd en zeer 3 beangst werdt,

Jesus, die U aan den wil des Vaders volkomen onderwor- g pen hebt, 3

Jesus, die in uwen doodstrijd water en bloed hebt gezweet, Jesus, die door eenen Engel

gesterkt zijt,

Jesus, die van Judas door een

kus verraden werdt,

Jesus, die door geregtsdienaars met banden gebonden werdt,

ü

-ocr page 90-

82 LITANIE VAN HET LIJDEN

Jesus, die door uwe leerlingen

werdt verlaten,

Jesus, die gebonden tot Annas

en Caïfas gebragt zijt,

Jesus, die van eenen dienaar een kaakslag hebt ontvangen, Jesus, die door valsche getuigen beschuldigd werdt, Jesus, die toen Gij getuigenis der waarheid gaaft, als een godslasteraar ter dood werdt veroordeeld,

Jesus, die Petrus, na U verloochend te hebben, met een blik van medelijden en ontferming aangezien en bekeerd hebt,

Jesus, die aan Pilatus, een

heiden, zijt overgeleverd, Jesus, die tot Herodes gezonden, door hem en zijn volk bespot zijt,

Jesus, die achter Barabbass gesteld werdt,

-ocr page 91-

ONZES HEEREN JESUS CHRISTUS. 83

Jesus, die uit spot met een purperen mantel werdt omhangen ,

Jesus, die met doornen gekroond werdt,

Jesus, die in uwe hand een riet tot een schep ter hebt ontvangen,

Jesus, die onschuldig door de 2

___ O t-J

Joden met een groot geroep ^ tot het kruis geëischt zijt, 3 Jesus, die door Pilatus tot den _ schandelijken kruisdood ver-oordeeld, en aan den wil der g Joden overgeleverd werdt, p Jesus, die met uw kruis beladen , naar den berg Calvarië gegaan zijt,

Jesus, die als een schaap ter

slagtbank werdt geleid,

Jesus, die onder den last des kruises bezweken zijt,

1 Jesus, die van uwe kleederen beroofd werdt,

-ocr page 92-

84 LITANIE VAN HET LIJDEN

Jesus, Hie wreedaardig aan het

kruis zijt genageld,

Jesus, die uwen Vader voor uwe vijanden hebt gebeden, Jesus, die met booswichten werdt

gelijk gesteld,

Jesus, die aan het kruis gelasterd en bespot werdt,

Jesus, die den boetvaardigen moordenaar in genade aangenomen , en hem het Paradijs beloofd hebt,

Jesus, die uwe Moeder aan den Heiligen Joannes hebt aan-bevolen,

Jesus, die aan het kruis geroepen hebt; „Mijn God, mijn God, waarom hebt Gij Mij verlaten!quot;

Jesus, die in uwen dood met

gal en edik gelaafd werdt, Jesus, die getuigd hebt, dat al wat er van U geschreven stond, volbragt was,

-ocr page 93-

OXZES HEEREN JESUS CHRISTUS. 85

Jesus, die stervende uwen geest in de handen uws Vaders hebt bevolen,

Jesus, die uw hoofd buigende, met een luid geroep den geest hebt gegeven,

Jesus, door wiens dood de honderdman en velen van het volk bekeerd zijn, 2

Jesus, wiens zijde mer, een speer

doorstoken is, s

Jesus, uit wiens zijde water en L

bloed vloeiden,

Jesus, die van het kruis afge- | nomen en begraven zijt, 2 Jesus, die na uwen dood zijt

nedergedaald ter helle,

Jesus, die ten derden dage uit

den dood zijt verrezen,

Jesus, die levenden en dooden

zult oordeelen.

Wees genadig, spaar ons, Jesus. Wees genadig, verhoor ons, Jesus. Van alle kwaad, verlos ons, Jesus.

-ocr page 94-

86 LITANIE VAN HET LIJDEN

Van alle zonde,

Van een haastigen en onvoor-

zieneu dood,

Van de listen des duivels, Van gramschap, haat en allen

kwaden wil,

Van pest, hongersnood en oor-

log, _ |

Van den eeuwigen dood, £ Door uwen doodstrijd en uw ^ bloedig zweet, g

Door uwe geledene kaakslagen

en geeseling, ^

Door uwe doornen kroon, | Door uw kruis en lijden.

Door uwen dorst, uwe tranen

en naaktheid,

Door uwen dood en uwe begrafenis ,

Door uwe heilige verrijzenis, In den dag des oordeels. Wij zondaars, wij bidden U, verhoor ons.

Dat Gij ons de vruchten van uwen

-ocr page 95-

ONZES HEEREN JESUS CHRISTUS. 87

uwen kruisdood wilt, deelachtig maken,

Dat wij eene groote genegenheid mogen hebben, om uw lijden en uwen dood dikwijls met dankbaarheid te overdenkenquot;, ^ Dat wij de dwaasheid van het ~ kruis hooger achten dan alle 5quot;. wijsheid der wereld, SÜ Dat wij, eens van de zonde » gezuiverd zijnde, U, o Jesus! ~ niet weder kruisigen, en ten spot en schande maken , 2 Dat wij door uw kruis de we- gf derwaardigheden des levens 2 leeren verdragen, o Dat wij altijd ons vertrouwen f-op de verdiensten van uw lijden en uwen kruisdood stellen, waardoor wij de verlossing, het leven en de zaligheid bekomen,

Dat wij, het voorbeeld van uw

-ocr page 96-

88 LITANIE VAN HET LIJDEN

lijden ons steeds voor oogen stellende, uwe voetstappen navolgen, s

Dat wij ons vleesch kruisigen ~' met al zijne driften en be- iquot; geerlijkheden, Si

Dat wij uit uw lijden leeren -kennen, hoe afgrijselijk de c; zonde is.

Dat Gij door uwen kruisdood ® ons wilt troosten en verster-ken in het uur van onzen ° dood, o

Dat Gij ons door uwe verdien- f-sten de eeuwige zaligheid wilt doen verwerven,

Lain Gods, dat de zonden der wereld wegneemt, spaar ons, Jesus. Lam Gods, dat de zonden der wereld wegneemt, verhoor ons , Jesus.

Lam Gods, dat de zonden der wereld wegneemt, ontferm U onzer, Jesus.

-ocr page 97-

ONZES HEEREN JESUS CHRISTUS. 89

Heer, ontferm U onzer.

Christus, ontferm U onzer.

Onze Vader, enz.

Heer, verhoor mijn gebed. En mijn geroep kome tot U.

LAAT ONS BIDDEN.

Almagtige, eeuwige God, die onzen Zaligmaker liet vleesch hebt doen aannemen en den dood des kruises ondergaan, opdat de mensch het voorbeeld van zijne ootmoedigheid zou navolgen: geef genadiglijk, dat wij naar de lessen zijner lijdzaamheid leven en deel verwerven i i zijne verrijzenis. Don* denzelfden Christus, onzen Heer. Amen.

—ooo—

-ocr page 98-

A

DE LITANIE VAN ALLE HEILIGEN, ^

-'gt; i

I

Heer, ontferm U onzer. ^ Christus, ontferm U onzer.

Heer, ontferm U onzer. !

Christus, hoor ons. I

Christus, verhoor ons. I

God, hemelsche Vader, ontferm I

ü onzer. I

God, Zoon, Verlosser der wereld, 1

ontferm U onzer. 1

God, Heilige Geest, ontferm U ]

onzer.

Heilige Drievuldigheid, één God,

ontferm ü onzer.

Heilige Maria, bid voor ons.

H. Moeder Gods, ST.

H. Maagd der maagden, ^

H. Michaël, §

H. Gabriël, 3

H. Raphael, S

-ocr page 99-

LITANIE VAN ALLE HEILIGEN.

Alle heilige Engelen en Aartsengelen ,

Alle Koren der zalige Geesten, H. Joannes de Dooper, H. Josef,

Alle heilige Patriarchen en Profeten ,

H. Petrus,

H. Paulus,

H. Andreas,

H. Jacobus,

H. Joannes,

H. Thomas,

H. Jacobus ,

H. Philippus, H. Bartholomaeus, H. Matthaeus,

H. Simon,

H. Thaddaeus,

H. Mathias,

H. Barnabas,

H. Lucas,

H. Marcus,

-ocr page 100-

LITANIE VAX

Alle heilige Apostelen en Evangelisten ,

Alle heilige leerlingen des Heeren, Alle heilige Onnoozele Kinderen, H. Stephanas,

H. Laurentius,

H. Vincentius,

Heilige Fabianus en Sebastianus, HH. Joannes en Paulus, HH. Cosmas en Damianus, HH. Gervasius en Protasius, Alle heilige Martelaars, H. Silvester,

H. Gregorius,

H. Ambrosius,

H. Augustinus, H. Hieronymus,

H. Martinus,

H. Nicolaus,

Alle heilige Bisschoppen en Belijders ,

Alle heilige Leeraars, H. Antonius,

H. Benedictus,

-ocr page 101-

ALLE HEILIGEN. 93

H. Bernard iis,

H. Dominicus,

H. Franciscus,

Alle heilige Priesters en Levieten ,

Alle heilige Monniken en Klui-

zenaars, £;

H. Maria Magdalena, 3

H. Agatha, lt;

H. Lucia, c

H. Agnes, 0

H. Caecilia, g

H. Catharina,

H. Anastasia,

Alle heilige Maagden en Weduwen,

Alle Heiligen Gods,

Wees genadig, spaar ons, Heer. Wees genadig, verhoor ons. Heer. Van alle kwaad, verlos ons, Heer. Van alle zonde, verlos ons. Heer. Van uwe gramschap,verlos ons. Heer. Van een haastigen en onvoor-zienen dood, verlos ons, Heer.

-ocr page 102-

LITANIE VAN

Van de listen des duivels, Van gramschap, haat en allen

kwaden wil,

Van den geest der onzuiverheid, Van bliksem en onweder.

Van den geesel der aardbeving. Van pest, hongersnood en oor-log,

Van den eeuwigen dood, c

Door het geheim uwer heilige lx

Mensch wording, »

Door uwe komst, 2

3 h-gt;

Door uwe geboorte, ®

Door uw doopsel en heilig vasten, g Door uw kruis en lijden, g Door uwen dood en uwe be- •quot;*

grafenis,

Door uwe heilige verrijzenis.

Door uwewondervolle hemelvaart. Door de komst van den H.

Geest, den Trooster,

In den dag des oordeels. Wij zondaren, wij bidden ü, verhoor ons.

94

-ocr page 103-

ALLE HEILIGEN. 95

Dat Gij ons wilt sparen,

Dat Gij ons kwijtschelding wilt

verleenen,

Dat Gij ons tot ware boetvaardigheid wilt brengen.

Dat Gij uwe heilige Kerk wilt

besturen en bewaren,

Dat Gij den Paus, en alle ker-kelijke overheden in de hei- £_■ lige godsdienst wilt bewaren, 5-Dat Gij de vijanden der hei- ö lige Kerk wilt vernederen, 5^ Dat Gij den Christen konin- ^ gen en vorsten vrede en ware ^ eendragt wilt schenken, g Dat Gij aan het gansche Chris-ten volk vrede en eenheid § wilt verleenen,

Dat Gij ons in uwe heilige dienst wilt versterken en bewaren, Dat Gij onze harten tot hemel-sche begeerten wilt opwekken. Dat Gij al onze weldoeners met

-ocr page 104-

LITANIE VAN

de eeuwige goederen wilt vergelden,

Dat Gij onze zielen, en de zie- £ len onzer broeders, vrienden en weldoeners voor de een- S-wio;e verdoeming wilt he- öquot;

o o

hoeden,

Dat Gij de vruchten der aarde -wilt geven en bewaren, c

Dat Gij aan alle overledene ge- g-loovigen de eeuwige rust wilt § geven,

Dat Gij U gewaardigt ons te | verhooren,

Zoon Gods,

Lam Gods, dat de zonden der wereld wegneemt, spaar ons, Heer.

Lam Gods, dat de zonden der wereld wegneemt, verhoor ons , Heer.

Lam Gods, dat de zonden der wereld wegneemt, ontferm U onzer.

Christus, hoor ons.

Christus, verhoor ons.

96

-ocr page 105-

ALLE HEILIGEN'. 97

Heer, ontferm U onzer.

Christus, ontferm ü onzer.

Heer, ontferm IJ onzer.

Onze Vader (in stilte).

v. En leid ons niet in bekoring.

R. Maar verlos ons van den kwade.

Psalm LXIX.

God, let op mijne hulp; Heer, haast U, mij te helpen.

Dat zij beschaamd en bevreesd worden, die mijne ziel zoeken.

Dat zij terugwijken en zich schamen, die mij kwaad willen.

Dat zij dadelijk met schaamte terugwijken, die tot mij zeggen: Goed zóó! goed zóó!

Laat allen die U zoeken, in U juichen en zich verblijden, en laat hen die uw heil beminnen, altijd zeggen: De Heer zij hoog geprezen!

Doch ik ben behoeftig en arm: o God, help mij.

-ocr page 106-

LITANIE VAN

Want Gij zijt mijn Helper en mijn Verlosser; Heer, vertoef niet.

Glorie zij den Vader, en den Zoon, en den H Geest.

Gelijk het was in den beginne, en nu en altijd, en in de eeuwen der eeuwen. Amen.

Maak uwe dienaren zalig.

Mijn God, die in U hopen.

Wees ons. Heer, een sterke toren.

Tegen onzen vijand.

Laat de vijand niets tegen ons vermogen.

En laat de zoon der ongeregtig-heid ons geen schade toebrengen.

Heer, doe ons niet naar onze zonden.

En vergeld ons niet naar onze ongeregtigheden.

Laat ons bidden voor onzen Paus N.

De Heer beware hem. en spare hem in het leven, en make hem zalig op aarde, en levere hem niet over in den wil zijner vijanden.

98

-ocr page 107-

ALLE HEILIGEN.

Laat ons bidden voor onze weldoeners.

Ge waardig U, Heer, allen die ons goed doen, om uwen naam, met het eeuwige leven te vergelden.

Laat ons bidden voor de overledene geloovigen.

Heer, geef hun de eeuwige rust, en het eeuwige licht verlichte hen.

Dat zij rusten in vrede.

Amen.

Voor onze broeders die afwezig zijn.

Mijn God, maak uwe dienaars zalig, die in U hopen.

Zend hun hulp. Heer, uit uw heiligdom.

En bescherm hm uit Sion.

Heer, verhoor mijn gebed.

En mijn geroep kome tot U.

LAAT ONS BIDDEN.

God, wien het eigen is, U altijd te ontfermen en te sparen:

99

-ocr page 108-

100 LITANIE VAN

neem onze smeeking aan, opdat de

ontferming uwer goedertierenheid fe

ons en al uwe dienaren, die met P

de ketenen der zonden gebonden g(

zijn, genadiglijk ontbinde. w

Verhoor, bidden wij U, Heer, h

de gebeden van al wie U rouw- b

moedig om vergiffenis smeeken, v en spaar de zonden van hen die

U schuld belijden; opdat Gij ons q

goedgunstig kwijtschelding tevens r

en vrede verleent. £

Toon ons genadig, Heer, uwe a

onuitsprekelijke barmhartigheid , c

dat Gij ons te gelijk van alle zon- (

den bevrijdt, en aan de straften, 1

die wij er voor verdienen, ontrukt. (

God, die door de zonde belee- ;

digd, en door de boetvaardigheid verzoend wordt, zie genadig neder op de gebeden van het U smee-kende volk, en wend de geesels uwer gramschap, welke wij voor onze zonden verdienen, van ons af.

-ocr page 109-

ALLE HEILIGEN.

Almagtige, eeuwige God, ontferm U over uwen dienaar, onzen Paus N...., en bestuur hem volgens uwe goedertierenheid op den weg van het eeuwige heil, opdat hij door uwe hulp begeere wat U behaagt, en het met alle kracht volbrenge.

God, van wien de heilige begeerten , de goede besluiten en de regtvaardige werken voortkomen, geef aan uwe dienaren dien vrede welken de wereld niet geven kan; opdat onze harten aan uwe geboden overgegeven zijn, en ook de tijden, zonder vrees voor vijanden, door uwe bescherming rustig mogen wezen.

Ontsteek, Heer, onze nieren en ons hart door het vuur van den H. Geest, opdat wij U met een zuiver ligchaam dienen, en met een rein hart behagen mogen.

God, Schepper en Verlosser van

101

-ocr page 110-

102 LITANIE VAN

alle geloovigen, verleen aan de zielen uwer dienaren en dienaressen vergiffenis van alle zonden, opdat zij de kwijtschelding, waar zij altijd naar verlangd hebben, door godvruchtige smeekingen mogen verwerven.

Wij bidden U, Heer, voorkom onze werken met den invloed uwer genade, en voltrek ze door uwe medewerking, opdat al ons gebed en al ons werk altijd van U beginne, en, alzóó begonnen, door U voltrokken worde.

Almagtige, eeuwige God, die over levenden en dooden heerscht, en U ontfermt over allen die Gij te voren weet, dat zij door geloof en werk de uwen zullen zijn: wij smeeken U ootmoedig, dat degenen voor wie wij ons voorgenomen hebben onze gebeden te storten, hetzij hen nog de tegenwoordige eeuw in het vleesch weerhoudt, of de toekomende hen reeds, van het

-ocr page 111-

ALLE HEILIGEN.

ligchaam ontdaan , heeft opgenomen , op de voorspraak van al uwe Heiligen, door uwe genadige barmhartigheid vergiffenis van al hunne zonden mogen verkrijgen. Door onzen Heer Jesus Christus, uwen Zoon, die met U leeft en regeert in de éénheid des Heiligen Geestes, God, door alle eeuwen der eeuwen, Amen.

Heer, verhoor mijn gebed.

En mijn geroep kome tot U.

De almagtige en barmhartige Heer verhoore ons.

Amen.

En dat de zielen der geloovigen, door Gods barmhartigheid, in vrede rusten. Amen.

ANGELUS, OF DE ENGEL DES HEEREN.

De Engel des Heeren heeft Maria geboodschapt,.

103

-ocr page 112-

'104 LITANIE VAN ENZ.

En zij heeft ontvangen van den H. Geest.

Wees gegroet.

Zie de dienstmaagd des Heeren.

Mij geschiede naar uw woord.

Wees gegroet.

En het Woord is vleesch geworden.

En Het heeft onder ons gewoond.

Wees gegroet.

LAAT ONS BIDDEN.

Wij bidden U, Heer, stort uwe genade in onze harten, opdat wij die door de boodschap des Engels de menschwording van Christus uwen Zoon leerden kennen, door zijn lijden en kruis tot de glorie der verrijzenis gebragt worden. Door denzelfden Christus, onzen Heer. Amen.

-ocr page 113-

LATIJISCHE KERKZASamp;EN.

VENi CREATOR.

SMEEKZANG TOT DEN H. GEEST.

Veni, Creator Spiritus, Meutes tuorum visita,

Imple superna gratia,

Quae tu creasti pectora.

Qui diceris Paraclitus, Altissimi donum Dei,

Pons vivus, ignis, charitas. Et spiritalis unctio.

Tu septiformis munere, Digitus paternae dexterae, Tu rite promissum Patris, Sermone ditans guttura.

Accende lumen sensibus, Infunde amorem cordibus, Infirma nostri corporis Virtute firmans perpeti.

-ocr page 114-

106 SMEEKZANG TOT DEN H. GEEST.

Hostem repellas longms, Pacemque dones protinus, Ductore sic te praevio, Vitemus omne noxium.

Per te sciamus, da Patrem, Noscamus atque Filium,

Teque utriusque Spiritum, Credamus omni tempore.

Deo Patri sit gloria, Et Filio, qui a mortuis Surrexit, ac Paraclito, In saeculoruin saecula. Amen.

PANGE LINGUA-

LOFZANG TEE E^KE VAN HET H. SAKEAMENT.

Pange, lingua, gloriosi Corporis mysterium, Sanguinisque pretiosi,

Quem in mundi pretium Fructus ventris generosi. Rex eftudit gentium.

-ocr page 115-

LOFZANG TER EERE VAN 107

Nobis datus, nobis natus

Ex iutacta Virgine,

Et in mundo conversatus,

Sparso verbi semine, Sni moras incolatüs Miro clausit ordine.

In supremae nocte coenae

Recumbens cum fratribus, Observata lege plene Cibis in legalibus,

Cibum turbae duodena e Se dat suis manibus.

Verbum caro, panem verum

Verbo carnem efficit,

Fitque sanguis Christi merum,

Et si sensus deficit, Ad firmandum cor sincernm Sola fides sufficit.

Tantum ergo Sacramentum

Veneremur cernui, Et antiquum documentum Novo cedat ritui;

-ocr page 116-

108 HET H. SAKRAMENT.

Praestet fides supplementum Sensuum rlefectui.

Genitori, Genitoque Lans, et jubilatio,

Salus, honor, virtus quoque Sit et benedictio,

Procedenti ab utroque Compar sit laudatio.

O Sacrum.

O Sacrum conviviiun, in quo Christus sumitur, recolitur meinoria 'passionis ejus; mens impletur gratia, et futurae gloriae nobis pig-gus datiu-.

ADORO TE.

AANBIDDING VAN HET H. SAKHAMENT.

Adoro Te devote, latens Deitas, Qnae sub liis figuris verè latitas: Tibi se cor meuin totum subjicit. Quia te contemplans totum deficit.

-ocr page 117-

AANBIDDING VAN HET H. SAKRAMENT. 109

Ave Jesu, Pastor fidelium,

Adauge fidem omnium in te creden-

tium.

In cruce latebat sola Deitas,

Sed hic latet si mul et humanitas: Ambo camen credensatque confitens, Peto, quod petivit latro poenitens. Ave Jesu, Pastor fidelium,

Adauge fidem omnium in te creden-

tium.

Pie pellicane, Jesu Domine, Me immundum munda tuo sanguine: Cujus una stilla salvum facere Totum mundum quitabomniscelere. Ave Jesu, pastor fidelium,

Adauge fidem omnium in te creden-

tium.

MAGNIFICAT,

LOFZANG VAN DE H. MAAGD MARIA.

Magnificat * anima mea Dominum. Et exultavit spiritus raeus* in Deo salutari meo.

-ocr page 118-

'110 LOFZANG VAN DE H. MAAGD MARIA.

Quia respexit humilitatem ancillae suae :* ecce enim ex hoe beatam me dicent omnes generationes.

Quia fecit mihi magna qui potens est :* et sanctum nomen ejus.

Et misericordia ejus a progenie in progenies,* timentibus eum.

Fecit potentiam in brae liio suo dispersit superbos mente cordis sui.

Deposuit potentes de sede ,* et ex-altavit humiles.

Esurientes implevit bonis,* et di-vites dimisit inanes.

Suscepit Israël puerum suuin,® record at us misericordiae suae.

Sicut locutus est ad patres nos-tros, * Abraham, et semini ejus in saecula.

Gloria Patri, et Filio, et Spiritui Sancto.

Sicut erat in principio, et nunc et semper ,* et in saecula saecu-lorum. Amen.

-ocr page 119-

DE GROETENIS DES ENGELS. 114 SALVE REGINA.

Salve Regina, Mater misericordiae, vita, dulcedo, et spes nostra, salve. Ad te clamamus exules, filii Evae. Ad te suspiramus, gementes et flentes in hac lacrymarum valle. Eja ergo, advocata nostra, illos tuos misericordes ociüos ad nos converte.

Et Jesum, benedict,um fructum ventris tni, nobis post hoe exi-lium ostende.

O clemens, o pia, o diücis Virgo Maria.

AVE MARIA.

DE GROETENIS DES ENGELS.

Ave Maria, gratia plena, Domi-nus tecum, benedicta tn in mulie-ribus, et benedictus fructus ventris tui, Jesus.

Sancta Maria, Mater Dei, ora pro nobis, peccatoribus, nunc et in hora mortis nostrae. Amen.

-ocr page 120-

DE LITANIE VAN

DE LITANIE VAN ONZE LIEVE VROUW.

Kyrie eleison.

Christe eleison.

Christe, audi nos.

Christe, exaudi nos.

De vrouwen. Maria, Maria ! wij hidden U: Ach help ons nu, en in den dood, O allerzuiverste Maagd Maria!

Pater de coelis. Deus,

Miserere nobis.

Fili Redemptor mundi Deus, Miserere nobis.

Vr. Maria, enz.

Spiritus Sancte, Deus,

Miserere nobis.

Sancta Trinitas, unus Deus, Miserere nobis.

Vr. Maria, enz.

Sancta Maria,

Sancta Dei Genitrix, SanctaVirgoVirgiimin,Ora pro nobis.

1-12

-ocr page 121-

ONZE LÏEVK VnoUW. 113

Vrouwen. Maria, enz.

Mater Christi,

Mater divinae gratiae,

Mater purissima, Ora pro nobis,

Vr. Maria, enz.

Mater castissima,

Mater inviolata,

Mater intemerata, Ora pro nobis.

Vr. Maria, enz.

Mater amabilis,

Mater admirabilis,

Mater Creatoris, Ora pro nobis.

Vr. Maria, enz.

Mater Salvatoris,

Virgo prudentissima,

Virgo veneranda, Ora pro nobis.

Vr. Maria, enz.

Virgo praedicanda,

Virgo potens,

Virgo clemens, Ora pro nobis.

Vr. Maria, enz.

Virgo fidelis,

Speculum justitiae,

Sedes sapientiae, Ora pro nobis.

8

-ocr page 122-

114 DE LITANIE VAN

Vr. Maria, enz.

Causa nostrae laetitiae, Vas spirituale,

Vas honorabile, Ora pro nobis.

Vr. Maria, enz.

Vas insigne devotionis,

Rosa nrystica,

Turris Davidica, Ora pro nobis.

Vr. Maria, enz.

Turris eburnea,

Domus aurea,

Foederis area, Ora pro nobis.

Vr. Maria, enz.

Janua coeli,

Stella matutina,

Salus infirmorum, Ora pro nobis.

Vr. Maria, enz.

Refugium peccatorum,

Consolatrix afflietorum,

Auxilium Christianorum. Ora pro nobis.

Vr. Maria, enz.

Regina Angelorum,

Regina Patriarcharum,

-ocr page 123-

ONZE LIEVE VROUW.

Regiua Prophetarum, Ora pro nobis.

Vr. Maria, enz.

Regina Apostolorum,

Regina Martyrum ,

Regina Confessorum. Ora pro nobis.

Vr. Maria, euz.

Regina Virginum ,

Regina Sanctorum omnium, Regina, sine labe concept,a, Ora pr. n.

Vr. Maria, enz.

Agnus Dei, — qui toll is — peccata mundi, — Paree nobis, Domme. Vr. Maria, enz.

Agnus Dei, — qui tollis — peccata mundi, — Exaudi nos, Domine. Vr. Maria, enz.

Agnus Dei, — qui tollis — peccata mundi, — Miserere nobis. Vr. Maria, enz.

Christe, audi nos.

Christe, exaudi nos.

Kyrie eleison.

Christe eleison.

Vr. Maria, enz.

115

-ocr page 124-

Hü LOFZANG TE UEUM.

LOFZANG TE DEUM,

Te Deum laudainus: Te Domi-num confitemur.

Te aeternum Patrem: omnis terra veneratur.

Tibi omnes Angeli: Tibi eoeli, et universae potestates,

Tibi Cherubim et Seraphim: in-cessabili voce proclamant:

Sanctus, Sanctus, Sauctus, Do-minuS Deus Sabaoth.

Pleni sunt coeli et terra: majes-tatis gloriae tuae.

Te gloriosus Apostolorum chorus, Te Prophetarum laudabilis numerus ,

Te Martyrum candidatus laudat exércitus.

Te per orbem terrarum, sancta confitétur Ecclesia,

Patrem immensae majestatis, Vcneraudum tuum verum et unicum Eilium,

-ocr page 125-

LOFZANG TE DEUM. 117

Sanctum quoque Paraclitum Spi-ritum.

Tu rex gloriae, Christe.

Tu Patris sempiternus es Filius.

Tu ad liberandum suscepturus hominem; non homiisti Virginis üterum.

Tu devicto mortis acüleo: ape-ruisti credentibus regna coelorum.

Tu ad dexteram Dei sedes, in gloria Patris.

Judex créderis esse venturus.

— Te ergo quaesumus, tuis fa-mulis sübveni; quos pretioso sanguine redemisti.

Aeterna fac cum sanctis tuis; in gloria numerari.

Salvum fac populum tuum, Do-mine: et benedic hereditati tuae.

Et rege eos: et extólle illos usque in aetérnum.

Persingvdos dies, benedicimus Te.

Et laudamus nomen tuum in saeculum: et in saeculum saeculi.

-ocr page 126-

118 LOFZANG TE DEUM.

Dignare, Domine, die isto; sine peccato nos custodire.

Miserere nostri, Domine: miserere nostri.

Fiat misericordia tua, Domine, super nos: quemadmodum speravi-mus in Te.

In Te, Domine, speravi: non confuudar in aetérnum.

-ocr page 127-

DAGORDE MET DE GEZAMEN.

«■

Maandag'.

's Morgens ten 5 uur de Smeek-zang tot den H. Geest: Veni Creator (blad. 105); de H. Mis met toespraak in de Broederschapslcerk van O. L. V. Onbevlekt Ontvangen.

Bij het intrekken van Kranenburg.

LITANIE VAN HET H, KRUIS.

Wijze : Maria, Moeder Jesu Christ.

Ontferm U over ons, o Heer!

Kyrie eleison. Zie gunstig op ons smeeken neêr.

Kyrie eleison. Hoor, Christus! met uw volk begaan, Hoor onze pelgrimsbeden aan. f Kyrie, Kyrie, Kyrie eleison.

-ocr page 128-

UTANIK

God, Vader! in des hemels woon. Kyrie eleison. Wij knielen neder voor uw troon.

Kyrie eleison. God, Zoon! die met uw kostbaar

[bloed

Voor 's werelds schulden hebt geboet, f Kyrie, Kyrie, Kyrie eleison.

God,Heiige Geest! die Trooster

[zijt,

En met uw gaven ons verblijdt. Drieëenig, eeuwig Opperheer! ^ U geven aarde en hemel eer. f ^

S*

O Heilig Kruis! wees onsgegroet, Bepurperd met het kostbaarst g'

[bloed. ? Wij groeten u, o ed'le stam! Gij, altaar van het godlijk Lam. f

O levensboom, wiens vrucht ons

[voedt,

En voor deneeuw'gen dood behoedt.

-ocr page 129-

VAN HET II. KRUIS. 121

O zegeteeken van den Held! Die dood en helmagt heeft sre-

[veld. f

Die óns ook ter verwinning wenkt, O heilbanier! die vrede schenkt; O sterfbed van des menschen

[Zoon!

Een offer- en een glorietroon. f

lt;lt;! h-J

O zoete troost in 's levens smart! 0 Verkwikking voor 't gebroken 2-

[hart. i'

O trouwe leerstoel aller deugd, e En milde bron van zielevreugd! f

O gids op onze pelgrimsbaan! Gij wijst den weg ten hemel aan. G ij wolk bij dag, gij licht bij nacht. Die onzen pelgrimstogt verzacht.f

O alverwervend zoenaltaar! Gij hoop en heil der Christenschaar.

-ocr page 130-

LITANIE

Ik sla mijn blikken naar omhoog: Gij staat in glorie voor mijn oog. f

Gij zijt der Zaal'gen Zielsgeneugt, Gij aller Eng'len eeuw'ge vreugd. Gij 't reddingsteeken na den val. Voorspeld van't oudProfetental.f

O scliepter van den Middelaar !

O heilstaf der Apostelscliaar! ^

Der Martelaren kracht en kroon, ^

Hun luister en onsterflijk loon.f ^

. Q*

O vreugde van het Paradijs! g* Gij, der Belijd'ren roem en prijs. P Die 't Maagdenkoor in 't blanke

[kleed,

Haar Bruidegom steeds volgen

[deedt. f

O rijksbanier van 's hemels Heer! En aller Heil'gen lof en eer; U zweren wij voor immer trouw, En roepen, ach! vol zielsberouw: f

-122

-ocr page 131-

VAN HET H. KRUIS. 123

O godlijk Lam! dat voor ons

[stierft,

Ons 't leven aan het kruis ver-

[wierft,

Wanneer mijn stervensuur zal ^

[slaan, ^

Laat dan mijn ziel in vrede gaan.f ®

oT

Ach! dat uw kruis dan voor ons gquot;

[pleit', F En onze ziel ten hemel leid'; Dan open' 't kruis in onze hand Ons, Pelgrims, 't eeuwig vaderhand ! f

Te Kranenburg in de kerk: het offeren van eene kaars; — Benedictie ; — toespraak; gelegenheid om te biechten; en ten 9 uur het Avondgebed (bladz. 72).

-ocr page 132-

J 24 OPWEKKINGSLIED

IMngfisclag-.

's Morgens kwartier vóór 5 uur het Morgengebed {bladz. 1)— op-wekking voor de H. Communie; daarna de H. Mis. — Ten 6'/, uur zal de Processie vertrekken.

Benedictie. — Vijfmaal het Onze Vader en Wees gegroet voor onze achtergebleven broeders en bloedverwanten.

Bij het uittrokken van Kranenburg.

ÖPffflliSLl TOT DE PELGRIMS.

Wij Zr.: Jesu dulcis mem or ia; — of: Creator alme side rum, en vele kerkzangen.

Komt, Pelgrims! ijlings opgestaan ! Verheft het kruis, ontrolt de vaan. De heilbanier der Christenheid, Dat ze ons naar Kevelaar geleid'.

-ocr page 133-

TOT DE PELGRIMS. 1 quot;25

Vaarwel dan, heilig Wonderkruis! Door ons vereerd in Jesus' Huis; Wees ons ten steun op't pelgrimspad En breng ons naar Maria's stad.

Breng ons vereend tot onzen Heer, En voer ons hier blijmoedig weêr. En gansch van alle schuld gered. Die soms nog onze ziel besmet.

Verdelg daar,Heer! d oor uwe kracht, Verdelg er alle zondemagt,

Dat wij geen kwaad ooit meer begaan. Maar tot den bloede wederstaan.

Wat Satans list of woede poog'. Uw dienaar heft uw kruis omhoog. Waarmee hij onbezweken strijdt, En zich, ook stervend, nog verblijdt.

Door 't kruis is alle last hem zoet; Een balsem wordt voor hem uw

bloed;

De nag'len in uw voet en hand. Ze strekken hem tot liefdepand.

-ocr page 134-

126 OPWEKKINGSLIED ENZ.

De wonden in uw heilig Hart Verzachten hem de stervenssmart; En zal hij voor uw oordeel staan, Hij ziet ze vol vertrouwen aan!

Ach Jesus! spaar 't gekrookte riet. Verstoot een droeven zondaar niet. Maar stel ons aan uw regterhand En geef ons deel in 't vaderland.

O dat ook deze pelgrimstogt Ons dit geluk bereiden mogt. En wij, van 't aardsche stof ontdaan, In 't bruiloftskleed dan vóór U staan.

Gij dan, die door uw kruis verwint, En ons ten einde toe bemint. Verlosser op uw glorietroon!

Geef aan uw Pelgrims 't hemelsch

loon.

Hierna bidden één rozenhoedje voor eene gelukkige reis;

één, dat onze verlangens mogen vervuld worden, als 't ons zalig is;

-ocr page 135-

MORGENLIED. I'i7

één, voor diegenen ivelke zich in onze gebeden hehhen aanbevolen, of voor wie wij bijzonder verpligt zijn te bidden;

één, voor den bloei der H. Kerk.

Bij het intrekken te Frassel.

mmim der pelgrims.

Wijze : Wees gegroet op kindertoon.

ü wat blijdschap voelt mijn hart! Zoete dag van 't pelgrimsleven!

Neen, mijn ziel kent hier geen smart In deez' stille, heil'ge dreven, Waar het hart van liefd e brandt) ^ En verzucht naar 't Vaderland.) ?

Laat ons zamen op deez' grond Voor den Schepper nederknielen;

Danken wij met hart en mond, Uit het innigst onzer z:elen.

Hem, die ons zijn liefde toont,) c-God die in deez' tenten woont.)

-ocr page 136-

128 MORGENLIED

Dank zij U clan toegebragt, Goede Vader! op deez' morgen;

Wil toch in uw liefde en magt Altijd voor uw kind'ren zorgen; Leid ons, veilig voor gevaar,), ■ Naar liet dierbaar Kevelaar.) ,ls'

Laat ons nu in vrede gaan. Laat uw zegen ons verblijden

Op onze aardsche pelgrimsbaan. Dat wij on verwonnen strijden Tegen wereld, vleeschen hel, K • En des vijands zielsgekwel. j J s'

Wees gegroet, o Moedermaagd! Naar wier lusthof we opwaarts

[trekken, Leer ons alwat u behaagt, Alwat ons tot deugd kan wekken; U te zoeken is de zucht,(i-U te vinden zij de vrucht, j s'

Dank en glorie zij aan God, Eén in wezen, drie Personen!

-ocr page 137-

DER PELG3IMS. 129

Die met eeuwig heilgenot 's Levens pelgrimschap zal loonen: Strijdt dan,Pelgrims! om den prijs, Die u wacht in 't Paradijs.

Benedictie.

Vijfmaal het Onze Vader en Wees gegroet voor de overledene leden.

Bij het uittrekken van Prassel.

1GMCAT.

Magnificat^ anima mea Dominum.

Allen herhalen: Magnificat anima mea Dominum.

Et exultavit spiritus meus* in Deo salutari meo.

Allen: Magnificat enz.

Quia respexit humilitatem ancillae suae :* ecce enim ex hoe beatam me dicent omnes generationes.

Allen: Magnificat.

9

-ocr page 138-

MAGNIFICAT.

Quia fecit mihi magna qui potens est:* et sanctum nomen ejus.

Allen: Magnificat.

O ^ , ,

Et misericordia ejus a progenie m progenies* timentibus eum.

Allen: Magnificat.

Fecit potentiam in brachio suo :* dis-persit superbos mente cordis sui.

Allen: Magnificat.

Deposuit potentes de sede,* et exaltavit humiles.

Allen: Masmificat.

O ^ • i!

Esunentes implevit boms:'* et di-vites dimisit inanes.

Allen: Magnificat.

Suscepit Israël puerum suum,* re-cordatus misericordiae suae.

Allen: Magnificat.

Sicut locutus est ad patres nostros,* Abraham et semini ejus in saecula.

Allen-. Magnificat.

Gloria Patri, et Eilio ,* et Spiritui Sancto.

Allen: Magnificat.

130

-ocr page 139-

MAGNIFICAT. 131

Sicut erat in priucipio, et nunc, et semper ■* et in saecula saecu-lorum. Amen.

Allen: Magnificat.

Daarna hidden een rozenhoedje voor Z. H. den PAÜS.

Bij den ingang van het Kranen-burgsche Bosch.

DE VIJF WÖPEN.

Wijze: O vijf werelds klare lichten!

Zing, mijn ziel! het vijftal Wonden, Die uw God draagt voor uw zonden, Eensaan 't kruis bebloed, gehoond. Thans met heerlijkheid gekroond, f Heer! ontferm U onzer.

O Maria, Koninginne!

' O

Moeder Gods en Kruisheldinne! Gij, die met uw Zoon gewond, Onder 't bloedig kruishout stondt. Bid voor ons, Maria!

-ocr page 140-

132 DE SMARTELIJKE

DE SMAETELIJKE WONDEN.

1.

Wees gegroet dan, vijftal bronnen! Waar het bloed kwam uitgeronnen, Dat eens 's werelds heil beslist En haar schuld heeft uitgewischt. f Heer! ontferm U onzer. O Maria, Koninginne! enz.

'k Wil in 't stof mij nederbuigen Voor die wonden, die mij tuigen, Hoe in 't kruisgeheimenis, Ach! een God mijn otter is. f Heer! ontferm U onzer. O Maria.

O ik zie het, hoe Ge uwe armen Tot mij uitstrekt in erbarmen, Dat ik, zondaar, vol van rouw, Jesus! tot U vlugten zou. .f Heer! ontferm U onzer. O Maria.

'k Zie uw handen openscheuren. Heel het wigt uws ligchaams beuren.

-ocr page 141-

WONDEN. 133

Opgezwollen, uitgerekt,... Mij, ja mij nog toegestrekt! f lieer! ontferm U onzer. O Maria.

't Is, o 't is, opdat uw zegen Uit die bronnen nederregen'. En we ons wassclien in den vloed Van uw alverzoenend bloed, f Heer! ontferm U onzer. O Maria.

God zijt Gij !... en 't zijn uw handen. Die de onmeetb'reheem'len spanden, 't Spoor besclireven, datnogde aard'

Met haar zonnenheir bewaart, f Heer! ontferm U onzer. O Maria.

En gij, zondaar! dorst het wagen, Naag'len door dat vleesch te jagen, Dat van pijnen krimpt en rilt, En uw hand heeft niet getrild?... f Heer! ontferm U onzer. O Maria.

Wil toch om uw zonden treuren. Die u hand en ziel besmeuren,

-ocr page 142-

134 DE SMARTELIJKE

't Vleescliverscheuren van uw God: Tot hoe lang met Hém gespot?... f Heer! ontferm U onzer. 0 Maria.

Lof zij God in drie Personen, Lof zij Hem wien doornen kroonen, Die het vijftal Wonden draagt, Lof zijn Moeder, altijd Maagd! f Heer! ontferm U onzer. O Maria, Koninginne! enz.

Vijfmaal bidden, het Onze Vader en Wees gegroet tot lafenis der afgestorvene zielen van Pausen , Bisschoppen en Priesters.

II.

Goede Jesus! laat mij groeten Uw zoo diep-doorboorde voeten; Ach, hoe zwollen zij niet op Van den wreeden hamerklop! f Heer! ontferm U onzer. O Maria,

-ocr page 143-

WONEEN.

Toen de hand U niet kon dragen, Moest de voet uw ligchaam schragen; Ach hoe vlijmend was dan 'twee, Dat uw scheurend vleesch doorsnee.

f Heer! ontferm U onzer. O Maria.

O dat ik met Magdalene,

Jesus! aan uw voeten weene.

Laat de tranen van mijn hart Balsem drupp'len in uw smart, f Heer! ontferm U onzer. O Maria.

'k Zou mijn lippen in verrukken Mét haar op uw wonden drukken. Kon ik slechts, mijn God en Heer! 'k Zou ze kussen keer op keer. f Heer! ontferm U onzer. O Maria.

Dierb're voeten! die nooit moede. Achter 'tzwervend schaapje spoedde. En niet rustte, hoe gewond. Tot ge 't schaapje wedervondt. f Heer! ontferm U onzer. O Maria.

135

-ocr page 144-

136 DE S5IARTELIJKE

En gij, zondaar! dorst het wagen, Naag'len door dat vleesch te jagen,. Dat van pijnen krimpt en rilt: En uw hand heeft niet getrild?... f Heer! ontferm U onzer. O Maria.

Ach, wil in u zeiven treden, Hoe gij zondigt met uw schreden. Zie nog eens die wond, dat bloed. Val, o val uw God te voet. f Heer! ontferm U onzer. O Maria.

Lof zij God in drie Personen, Lof zij Hem wien doornen kroonen, Die het vijftal Wonden draagt, Lof zijn Moeder, altijd Maagd! f Heer! ontferm U onzer. O Maria.

Vijfmaal het Onze Vader en Wees gegroet voor onze overledene ouders.

-ocr page 145-

WONDEN.

III.

Wees gegroet, doorstoken borste! Hartevvond, waar ik naar dorste, Gij, o teed're Pelikaan!

Biedt uw bloed ter laving aan. f Heer! ontferm U onzer. O Maria.

Open zij'! voor mij doorstooten, Waaruit bloed en water vloten, 'k Ving reeds zoeten drop bij drop Uit uw heil'ge bronwel op. f Heer! ontferm U onzer. O Maria.

'k Liet soms over de open lippen D' ademtogt niet henen glippen, 't Was, als ik dan stille zweeg. Of een zucht uw hart ontsteeg; f Heer! ontferm U onzer. O Maria.

't Was, of bij 't eerbiedig luist'ren, Ik een stemme hoorde üuist'ren: Naamloos zoet dan vraagde zij: Kind, mijn kind! bemint gij Mij? f Heer! ontferm U onzer. O Maria.

137

-ocr page 146-

138 DE SMARTELIJKE

En gij, zondaar! dorst het wagen, In die zijde een speer te jagen, 't Harte door, dat niet meer leeft: En uw hand heeft niet gebeefd?... f Heer! ontferm U onzer. O Maria.

Ach, doorwond uw hart van binnen, Om alleen uw God te minnen, Dat het Hem ten offerand Van ondoofb're liefde brand', f Heer! ontferm U onzer. O Maria.

Lof zij God in drie Personen, Lof zij Hem wien doornen kroonen. Die het vijftal Wonden draagt. Lof zijn Moeder, altijd Maagd! f Heer! ontferm U onzer. O Maria.

Vijfmaal het Onze Vader en Wees gegroet tot lafenis der ye-loovir/e zielen.

-ocr page 147-

WONDEN.

IV.

Mogt ik dieper nog doorgronden 't EinfTloos lijden al dier wonden. Maatloos als uw boezempijn, Jesus! moest mijn liefde zijn, f Heer! ontferm CJ onzer. O Maria.

„'klieb gezegd; 'k wil nu beginnen,quot; Met mijn' Heer en God te minnen; 'k Draag met eiken aderklop Hand en voet en hart U op; f Heer 1 ontferm U onzer. O Maria.

Dat ik U alleen behage, Uwe wonden met U drage, Immer om mijn zonden treur', Nimmer weer mijn ziel besmeur', f Heer! ontferm U onzer. O Maria.

Goede Jesus! door uw wonden, Zuiver mij van al mijn zonden, Handen, voeten, open zij'! Vijftal bronnen! heiligt mij; f Heer! ontferm U onzer. O Maria.

139

-ocr page 148-

140 DE SMARTELIJKE

Dat ik met mijn Jesus strijde, Dat ik om zijn liefde lijde. Handen, voeten, open zij'! Vijftal stemmen! spreekt voor mij. f Heer! ontferm U onzer. O Maria.

Laat mij stervend U nog groeten, Dierb're handen, dierb're voeten! Jesus! dan mijn veegen mond Klemmen op uw hartewond. f Heer! ontferm U onzer. O Maria.

Lof zij God in drie Personen, Lof zij Hem wien doornen kroonen. Die het vijftal Wonden draagt. Lof zijn Moeder, altijd Maagd! f Heer! ontferm U onzer. O Maria.

Vijfmaal het Onze Vader en Wees gegroet voor de overledene leden van de Processie.

-ocr page 149-

WONDEN.

DE VERlEPiLUKTE WölEi l.

Lieve Jesus! wil gedoogen,

Dat ik nu mijn bevende oogen, Waar Gij heerscht in de opperste eer, N aar uwschitt'rend ligchaam keer'. f Heer! ontferm U onzer. O Maria.

'k Zie geen strijden, 'k zie geen lijden. Maar verwinnen, zielsverblijden. Vijfmaal springt een stralenvloed. Die Gods heem'len juichen doet. f Heer! ontferm U onzer. O Maria.

O die wonden drupten zegen, Toen Gij uit uw graf gestegen. En verwinnaar van den dood, 't Oog- aan 't ongeloof ontsloot.

O O

f Heer! ontferm ü onzer. O Maria.

Ach in twijfeling verloren.

Moge ik, als uw leerling, hooren:

141

-ocr page 150-

142 DE VERHEERLIJKTE

„Breilg uw vingeren hier bij, „Leg uw hand in mijne zij'. quot; f Heer! ontferm U onzer. O Maria.

'k Zal als Thomas nederbnigen, Luide van uw Godheid tuigen: 'k Stort mij aan uw voeten neêr, 'k Roep als hij; „MijnGod enHeer!quot; f Heer! ontferm U onzer. O Maria.

Hier straalt eind'loos alvermogen In mijne overschitterde oogen, Goddelijk geheimenis:

Dat in wonden 't leven is! f Heer! ontferm U onzer. O Maria.

't Leven uit u heengevloten,... 't Leven uit u voortgesproten,... Heil'ge wonden! 'k hoor uw taal: 'tSterven is de zegepraal!

Heer! ontferm U onzer. O Maria.

Lof zij God in drie Personen, Lof zij Hem wien doornen kroonen.

-ocr page 151-

WONDEN.

Die het vijftal Wonden draagt. Lof zijn Moeder, altijd Maagd! f Heer! ontferm U onzer. O Maria.

Vijfmaal het Onze Vader en Wees gegroet voor die zielen welke yeene bijzondere voorsprekers hebben.

II.

Dierbre wonden! 'k zal niet vreezen. Wat op aard' mijn deel moog' wezen: Krankte, smarte, wonde of pijn, Moet niet gij mijn glorie zijn? f Heer! ontferm U onzer. O Maria.

Wordt mijn ligchaam ook doorstoken,

't Stervend harte mij gebroken, Daal ik. Heer! met U in 't graf: 'k Schud dan de aardsche boeijen af. f Heer! ontferm U onzer. O Maria.

143

-ocr page 152-

144 DE VERHEERLIJKTE

In uw wonden is genezen, quot;VVa

Uit den dood zijt Ge opgerezen, Yai

Wonden zijn de levensbron, ]

't Graf gaat vóór de gloriezon. j-

f Heer! ontferm U onzer. O Maria. -j- I

Waarom, Heer! ik mag 'tU vragen. Lo; De aardsche wonden nog gedragen. La Nu Gij in uw rijksgebied Reeds de Koningskroon geniet?...

f Heer! ontferm U onzer. O Maria. t '

O ze zijn ten glorieteeken,

Dat ze ons van uw zege spreken Over zonde, hel en dood. Die den hemel ons ontsloot, f Heer! ontferm U onzer. O Maria.

Blijft dan, wonden! zegepralen, quot;W

Schiet dan uit in gloricstralen, ]gt;

Laat ons voor Gods aangezigt.

Juichen in uw zaal'gend licht. -f Heer! ontferm U onzer. O Maria. -i-

-ocr page 153-

WONDEN.

Want ook zij die hier verwinnen, Varen ze eens uw hemel binnen, Danken 't eeuwig heilo-enot

O o

Aan de wonden van hun Go( . f Heer! ontferm U onzer. O Maria.

Lof zij God in drie Personen, Lof zij Hem wien doornen kroonen. Die het vijftal Wonden draagt. Lof zijn Moeder, altijd Maagd! f Heer! ontferm U onzer. O Maria.

Vijfmaal het Onze Vader en Wees gegroet, voor de overleden geleiders van deze Processie.

III.

Waarom, Heer! ik mao; 'tU vragen. De aardsche wonden nog gedragen,

... . O O O 1

Nu Gij in uw rijksgebied Reeds de gloriekroon geniet ?... f Heer! ontferm U onzer. 0 Maria.

145

10

-ocr page 154-

146 DE VERHEERLIJKTE

5t Is, opdat de zaal'ge kringen 'sHeeren zegepraal bezingen. Baden in dien purp'ren vloed, Die hen eeuwig juichen doet; f Heer! ontferm U onzer. O Maria.

't Is, opdat de godgetrouwen Op zijn glorie blijven schouwen, Dat soms in hun droeve ziel 't Sterkend licht derheem'len viel: f Heer! ontferm U onzer. O Maria.

Maar ook, diehun'God doorwondden. Hem herkruisten door hun zonden. Die het god'lijk offerbloed Spottend traden met den voet; -f Heer! ontferm U onzer. O Maria.

Zij de geesten die er vielen. En de duizend duizend zielen, Langs de breede zondebaan In den hellenacht gegaan: -f Heer! ontferm U onzer. O Maria.

-ocr page 155-

WONDEN. 147

Zij ook zullen zaamvergaren, Om die wonden aan te staren. Maar ten vloek!... als vlammend

[licht

Slaat om 't hooploos aangezigt!... f Heer! ontferm U onzer. O Maria.

Lof zij God in drie Personen, Lof zij Hem wien doornen kroonen, Die het vijftal Wonden' draagt, Lof zijn Moeder , altijd Maagd! f Heer! ontferm U onzer. O Maria.

Vijfmaal het Onze Vader en Wees gegroet voor onze overledene Biechtvaders.

IV.

Strenge Regter! als uw wonden 't Hellevonnis meêverkonden: „Weg, vervloekten! weg van Mij!quot; Als zij zinken aan uw zij'; -f Heer! ontferm U onzer. Ó Maria.

-ocr page 156-

148 DE VERHEERLIJKTE

Als uw goddelijke luister Heel den nacht van 's afgronds

[duister, -

Uw gehoond zich wrekend bloed Al hun boosheid peilen doet: f Heer I ontferm U onzer. 0 Maria.

God van eindeloos erbarmen! Ach, ontvang ons in uwe armen, Om uw wonden dan, o Heer! Zie genadig op ons neer. f Heer! ontferm U onzer. O Maria.

Laat nog eenmaal mij ü groeten, Uierb're handen, dierbre voeten! Open wond van Jesus' zij'! Heiligt, heiligt, heiligt mij! f Heer! ontferm U onzer. O Maria.

Lof zij God in drie Personen, Lof zij Hem wien doornen kroonen. Die het vijftal Wonden draagt. En zijn Moeder, altijd Maagd! f Heer! ontferm U onzer.

-ocr page 157-

WONDEN. 449

O Maria, Koninginne!

Moeder Gods en Kruisheldinne! Gij die, met uw Zoon gewond, Onder 't bloedig kruishout stondt. Bid voor ons, Maria !

Vijfmaal het Onze Vader en Wees gegroet tot lafenis van de gelooviye zielen.

Bidden: een rozenhoedje voor Z. D. H. den Bisschop;

een voor onze Pastoors;

een voor onze Biechtvaders; een voor de bekeering der zondaren en van alle afgedwaalden in ons vaderland.

-amp;o4~

T© Kessel een. lialf u.u.r rust*

-ocr page 158-

150 HET WEES GEGROET.

Bij het uittrekken van Kessel.

HEÏ WIS GEGROET.

Wees gegroet op kindertoon, Wees gegroet, Maria! Moeder

Van Gods Ééngeboren Zoon, Onzen menschgeworden Broeder; U, die onze Moeder zijt, ^ U zij ook mijn lied gewijd!

Alle gunst vondt gij bij God, Alle volheid van genaden;

Ach, zij ook zijn gunstgenot Mij ten troost op 's levens paden! Moeder Gods 1 o bid voor mij, ^ Dat ik Hem gevallig zij.

Mét u is uw God en Heer! Wie zou u geen glorie geven?

O mogt ik ook Hem ter eer, Altijd in zijn liefde leven!

Bid, Maria! bid voor mij, ^ Dat dit al mijn streven zij.

-ocr page 159-

HET WEES GEGROET. 151

Wie zal ons uw heil'ge jeugd, Wie, gezegendste aller vrouwen!

Vol genade en vol van deugd. Al uw heerlijkheid ontvouwen?

Bid, Maria! bid voor mij, , ■

Dat ook ik gezegend zij. ls'

Ja, dat mij uw God en Zoon, Aller Zaligmaker , zegen'!

Stroom' zijn liefde en gunstbetoon Op uw smeekgebed mij tegen!

Moeder Gods! o bid voor mii, ,.

Tv i. r? ■ • • ■ 0X8%

Dat uw /joon mijn jesus zij.

lieve Moeder! o mijn vreugd! Bid voor mij, en bid voor allen,

I'ie door godsvrucht, reine deugd. Steven naar uw welgevallen:

# O '

iid voor ons in allen nood gt; ,.

in in 't uur van onzen dood. lS'

len rozenhoedje voor de overledene familie.

Tijf maal het Onze Vader en Wees

-ocr page 160-

152 TER EERE VAN MARIA.

gegroet voor de helceering der zondaren en van alle afgedwaalden in ons vaderland;

een rozenhoedje voor onze tehuis gebleven betrekkingen;

een rozenhoedje tot eigtn meening.

Bij het naderen van Gocli.

TER EERE M 1RIA.

EENIGEN.

O beeld van 't reinste leven,

Maria, Josefs Bruid!

Zoo wij ons hart u geven, Gij deelt uw gunsten uit.

ALLEN.

Ach, dat ik u beminne,

In blijdschap en in smart; Druk diep, mijn Koninginne! Uw beeldt'nis in mijn hart.

-ocr page 161-

TER EERE VAN MARIA. 153

EEN1GEN.

O Josefs Bruid, mijn Moeder!

Mijn trouwe toeverlaat!

Werd niet uw Zoon mijn Broeder, Die nooit uw beê versmaadt?

ALLEN.

Ach, dat ik u beminne, enz.

EENIGEN.

Ach , was ik rein van zonden,

O vlekkelooze maagd!

Ik zou uw lof verkonden.

Gelijk liet u behaagt.

ALLEN.

Ach! dat ik u beminne, enz. EENIGEN.

'k Zou met uw trouwe scharen,

En 't juichend hemelheer,

Mijn dankkaar loflied paren. En jub'len u ter eer.

-ocr page 162-

TER HERE VAN MARIA.

ALLEN.

Ach, dat ik u beminne, em.

EENIGEN.

Helaas! hoe moet ik klagen.

Dat ik, onwaardig mensch, U zóó niet kan behagen.

Als ik het vurig; wensch.

O

ALLEN.

Ach, dat ik u beminne, enz. EENIGEN.

Maar 'k wil mij alle dagen,

Mijn Moeder! u ter eer, Godvruchtiger gedragen, En dienen mijnen Heer.

ALLEN.

Ach, dat ik u beminne, enz.

Benedictie.

Vijfmaal het Onze Vader en Wees gegroet voor de overledenen van dit jaar.

Ken u-iar rust.

154

-ocr page 163-

LOFLIED TOT DE H. MOEDER GODS. 155

Bij het uittrekken van Goch.

LOFLIED TOT DE fl, IEDER GODS,

Wijze: Ave rosa, sine spina.

Welkom, trouwe Pelgrimscharen! Die hier weer, als zooveel jaren, Om uw Moeder komt vergaren, Aan Maria onze groet!

Liefste Jesus! uwe Moeder Schonk ons eenmaal U als Broeder, Als Verlosser en Behoeder: O Maria! wees gegroet.

Wees gegroet, o lang verbeide! Wie ons eeuw aan eeuw voorzeide. Die het leven ons bereidde,

Jesus' Moeder! wees gegroet.

Gij, o Maagd uit koningsbloede! Heilig schild, dat ons behoedde Tegen Satans list en woede, O Maria! bid voor ons.

-ocr page 164-

156 LOFLIED TOT DE

Gij zoudt boven alle vrouwen, Om uw vroomheid en vertrouwen, God eens als uw Kind aanschouwen; Jesus' Moeder! wees gegroet.

's Heeren Engel uit den hoogen Zaagt gij. Moeder! ingetogen Aan uw voeten neergebogen, O Maria! wees gegroet.

Toen gij, op uw maagd'lijk schromen, 't Groote wonder hadt vernomen, Is het Woord tot u gekomen: Maagd en Moeder! wees gegroet.

Negen maanden zijn vervlogen. En wat zie ik voor mijne oogen! Hij, uw Kind, de God des hoogen!... Moeder Gods! wees, wees gegroet.

O wat zit gij daar bewogen. Vol van moederlijk meèdoogen, Jesus' tranen af te droogen: Droeve Moeder! bid voor ons.

-ocr page 165-

H. MOEDER GODS. 157

En uw Bruidegom verslagen, Voegt zich bij uw teeder klagen, Om den hemel hulp te vragen: Droeve Josef! bid voor ons.

Maar de juichende Eng'lenkoren Doen hun vreugdezangen hooren Voor het Kindjen, ons geboren; Blijde Moeder! bid voor ons.

Luid weerklinkt het op de velden; Herders, die van 't licht ontstelden, Hooren eer en vrede melden: Blijde Moeder! bid voor ons.

Om verheugd u hier te ontmoeten. En voor onze schuld te boeten, Dat nu voert ons aan uw voeten: O Maria! bid voor ons.

Dat wij nooit uw liefde derven. Maar altijd uw gunst verwerven, In ons leven en ons sterven: Moeder! dat is onze beê.

-ocr page 166-

d58 WEES GEGROET.

Geef het, Moeder! nooit volprezen, Hier te leven zonder vreezen, Een wig eens met n te wezen, In des hemels zaal'gen vreê.

Benedictie.

Voor hel beeld zingen liel

Wees gegroet, gij vol genade,

O Maria, Moedermaagd! (bis.) Die van alle Juda's docht'ren 't Meest den Schepper hebt behaagd. (bis.)

Gij, die onder alle vrouwen

Uitverkoren zijt geweest, (bis.) Om den Zoon van God te baren. Door de werking van zijn Geest.

(bis.)

-ocr page 167-

WEES GEGROET.

Mét u zij de Vrucht gezegend, Die , door uwen maagdenschoot

fbis.)

Aan de zuchtende aard' geschonken, Ons verloste van den dood. (bis.)

O Maria! om uw deugden.

Thans verheven bii Gods troon,

fbis.J

Stort, o Moeder! uw gebeden Voor ons, zondaars, tot uw Zoon.

(bis.)

Bid, zoolang we in zielsgevaren Zwerven in dit aardsche dal; (bis.)

Maar vooral wil ons gedenken. Als de dood ons naken zal. (bis.)

Bied, o Moeder! bied uw kind'ren Zóó uw liefderijke hand, (bis.)

Dat wij veilig door dit leven Opgaan naar ons Vaderland, (bis.)

159

-ocr page 168-

160 WEES GEGROET.

Amen, Amen! het geschiede,

Wat ons kinderhart u vraagt; (his.) O dan juichen we eeuwig, eeuwig Mét u, glorierijke Maagd! (bis.)

Een rozenkrans voor den bloei der H. Kerk; — daarna de Litanie van alle Heiligen {hladz. 90.)

Een rozenhoedje voor degenen die zich bijzonder aan den Eenv. geleider en in de gebeden der Processie hebben aanbevolen.

Een rozenhoedje tot eigen meening en voor een zaligen dood.

Een rozenhoedje voor den Eerw. geleider; — daarna de Litanie van den H. Naam Jesus {bladz. 7).

-ocr page 169-

SMEEKLIED. 161

Bij het intrekken te Wees.

SMOKUED.

Wijze: Nato Deo.

Welkom, Pelgrims! bij ons blij

[ontmoeten; Zingt hier, juicht hier! wilt hier [Jesiis groeten; Want zijn liefde kent voor u seen

u TT [palen,

-Hoort Hem roepen., duizend duidend malen: f komt tot Mij, gij allen! Die door heilloos schuldbedrijf Waart gestooten En gesloten Lit mijn hemelsch lustverblijf.

1 lengt hier tranen, laat uw droef-

„ [heid hooren:

k Werd voor u uit eene Maaod

r O

|geboren; 11

-ocr page 170-

162 SMEEKLIED.

'k Heb voor u den dood van t [kruis geleden, Stervend heb ik nog voor ugebeden, f Komt tot Mij, gij allen! enz.

O Ik wil ii al het mijne geven, U verwerft mijn bloed, mijn dood

het leven.

Zoo gij slechts met Mij uw kruis [wilt dragen. Niet meer over leed en last wilt

[klagen.

f Komt tot Mij, gij allen! enz.

Zijt gij, zondaar 1 nog zoo diep

[gevallen,

Klimt uw schuld ook boven maat

[en tallen;

Wil niet vreezen, ;!oo ge u gaat

[bekeeren,

Kom dan! Ik zal u mijn wegen leeren. f Komt tot Mij,' gij allen', enz.

-ocr page 171-

SMEEKLIED. 163

Zegt vaarwel aan al uwe euveldaden, Waar ge u thans nog mede voelt

[beladen;

Zijt gij eenmaal van uw schuld

[ontbonden, Keert dan, keert niet weder tot

uw zonden, f Komt tot Mij, gij allen! enz.

Nooit zal Ik uw misdaad meer

[gedenken,

'k Zal u weder al mijn liefde schen-

[ken;

Wilt dan welgemoed te beevaart

[spoeden,

'kZal u weder op uw togt behoeden, f Komt tot Mij, gij allen! enz.

Dank, o Jesus! voor uw gunstbe-

[ wijzen,

Immer zal mijn loflied tot U rijzen; 'k Ga mijn vreugd aan uwe Moeder

[melden,

Vrolijk trek ik over land en velden;

-ocr page 172-

164 SMEEKLIED.

f Daar roep ik: Maria!

Jesus' Moeder! uw gebed, Zoo lieftallig.

Godgevallig,

Heeft mij van den dood gered.

Zoo dan hoop ik, weêr gena te

ontvangen,

En ik spoed in vurig zielsverlangen, Jesus! naar de Kevelaarsche dreven. Om uw lieve Moeder lof te geven, f Daar roep ik: Maria! enz.

Laat ons, naar wij 't heilig doel meer naken, Meer als ware Pelgrims op ons waken; Dan zal 's Heeren geest ons ook

verzeilen ,

Blijde ons voor Maria's beeldt nis

stellen.

f Daar roep ik: Maria! enz.

Neen hier, Jesus! onze laatste groeten. Maar om U nog menigmaal te

ontmoeten;

-ocr page 173-

MARIA'S TENHEMELOPNEMING. 165

Laat uw Engel ons den weg bereiden, Veilig ons naar Kevelaar geleiden : Zoo roep ik: O Jesus!

Wees in 't Heilig Sakrament, Wees op heden.

Wees aanbeden,

Door 't geloof ons welbekend.

Beneilictie.

Een h.alf uur rust.

Vijfmaal het Onze Vader en Wees gegroet voor de overledene Ledeti.

Bij het vertrekken uit Wees.

MRIA'S TElEilLÖPiK.

Wijze: Maria, Moeder Jesu Christ!

Maria, Moeder van Gods Zoon,

Ave Maria.

Ging heden op naar 's hemels troon.

Ave Maria.

-ocr page 174-

166 MARIA'S

Maria, Moeder van Gods Zoon, Ging heden op naar 's hemels troon. Ave, ave, ave Maria.

God zond zijneEng'len tot haar af. Om haar té wekken uit het graf.

Zij voeren met hun Koningin, Verrukt den open hemel in.

Daar komt met heel een Eng'len-

stoet,

De Zoon zijn Moeder in't gemoet. ^

Wat onuitspreeklijk heilgenot! a Zij ziet Hem, haren Zoon en God! ^

Elkaar zien Zoon en Moeder aan: p ■ En zwijgend bleven de Eng'len

staan!....

Nu treedt zij in een zonnegloor, Aan Jesus'hand de heem'len door.

Een maagdelijke sterrenkrans Staat om haar hoofd in stillen

glans.

-ocr page 175-

TENHEMELOPNEMING. '167

Zij, vol genade als vol van deugd, Geniet de volheid aller vreugd!

Zij zetelt op den eeretroon.

Naast Jesus, haren God en Zoon.

Zoo is zij 's hemels Koningin, lt;

Maar Moeder ook van 't aardsch 0

gezin, g»

Zoo klimm' tot liaar ons smee- P kend lied:

Vergeet ons, arme Pelgrims, niet!

Verwerf ons bij uw Zoon gena, Wij zingen Hem Alleluja!

Een rozenhoedje, om het doel onzer reis nogmaals d) ivy end aan de H. Maac/d aan te bevelen.

Een rozenhoedje voor onze vrienden en bloedverwanten.

—oOo—

-ocr page 176-

LOFZANG AAN DE

Nabij Kevelaar.

LÖFZAI MN DE H, MAAGD 1PJA.

Wijze : Lieve Moeder van den Keer !

O wat zalig zielsgevoel Bij den troon hier onzer Moeder!

Hier nu zwijge 't aardsch gewoel Jesus zegt: Ziet hier uw Broeder! Diep gebogen in het stof,) ? • Zingen wij Maria's lof. j

Open, open vrij uw hart, Hoe ook onder 't leed gebogen,

Hier is troost voor alle smart; Heft bier vol vertrouwen de oogen Tot uw Moeder zonder smet, ( ^ Die op onze zuchten let. )

't Eerst dan wat ik vragen zal, 't Is de kennis mijner kwalen,

Zonden welligt zonder tal, Die ik niet kan achterhalen:

168

-ocr page 177-

H. MAAGD MARIA. 1P9

Dit, Maria! is mijn nood Dreigt mij mst onzaargen\ bis.

dood.)

Ach Maria! zie ons aan: 't Leven is vol zielsgevaren,

Waar zoo velen in vergaan; Wil toch, Moeder 1 ons bewaren , O Maria, ster der zee! j ^ Hoed onsvoor heteeuwigwee.1

Zie, met tranen in het oog. Staren wij op vroeger wegen;

Gaat soms onze blik omhoog, 's Heeren gramschap vlamt ons tegen; O Maria! bid voor mij, . ^ Dat ik óók nog zalig zij. i

Bid , o Moeder! bid uw Kind , Dat ik om zijn bloed en wonden,

Dat ik toch genade vind' En vergeving mijner zonden;

Voor de kracht van uw gebed; , Staat de gansche hel ontzet. *

-ocr page 178-

170 LOFZANG AAN DE H. MAAGD MARIA.

Onbevlekte Moedermaagd! 't Is tot « dan dat wij vlugten. Gij verhoort wie tot u klaagt,

■j- quot; O ?

Laat geen zondaars troost'loos zuchten;

Maagd en Moeder, goed en \

trouw!' ,. Vraag voor ons een waar ( ts' berouw.)

Reeds genaken wij het oord Van uw zoetste zegeningen.

Waar gij de arme Pelgrims hoort, Die daar uwe liefde zingen;

Leid ons veilig voor gevaar } ,. Naar uw dierbaar Kevelaar. f ?,ï'

Moeder! hoor nog eens ons aan; Als we op 't einde van ons leven Voor den Regter smullen staan, Om Hem rekenschap te geven: Help ons in dien jongstennood /, • Jn het uur van onzen dood. gt;' zs'

-ocr page 179-

SMEEKZAXG.

Bij het intrekken van Kevelaar.

SMEEKZAN6

voor het Mirakuleuse beeld te Kevelaar.

Wijze: Zondaars! komt, wilt u hekeeren.

Zalig uur! dat ons geleidde

Naar dit heilig pelgrimsoord. Waar ons zulk een rust verbeidde

En geen wereld ons bekoort; Verre van haar zielsgevaren,

Waar zoo menig in vergaat, Moge God ons steeds bewaren En ons hoeden voor het kwaad.

Ach, wie bragt ons tot die dreven, Voor den troon dier reine Maagd, Waar de ziel zich voelt ontheven Van de smarten, hier geklaagd? 'tls Gods Moeder, uitverkoren

Om haar vroomheid en gebed : Want het Kind, uit haar geboren, Heeft de zondige aard' gered.

171

-ocr page 180-

172 SMEEKZANG.

U zij onze dank en hulde,

Moeder van barmhartigheid! Die ons hart met hoop vervulde Op het heil, zoo lang verbeid. Zie nu niet op onze zonden.

Maar op onzen zielenood: Ach ! bij zóóveel droeve wonden, Vreezen wij te regt den dood.

Zonden uit vervlogen tijden

Grimmen ons nog dreigend aan, Toen wij, verre van te strijden, 't Lokkend kwaad zijn ingegaan! Ach, waar bleef ons jeugdig leven, L)at verwijtend vóór ons staat En geen vruchten heeft gegeven? Ach wij zuchten, maar te laat!

Wij beproefden duizendwerven,

Ons van onze schuld te ontslaan, En wij spraken: Liever sterven. Dan die zonde weêr begaan! En wij waakten, en wij streden En weerstonden menig tijd:

-ocr page 181-

SMEEKZANCi.

God zag neer op onze beden, O wat was ons hart verblijd!

Maar de driften, maar de zinnen, 's Werelds lust en sclnjngenot, Satans listen, — zij verwinnen !...

't Is weer zonde tegen God! Bleef men waken, bleef men vlugten. Vol van afschuw voor het kwaad. Bleef men trouw tot God verzuchten, 't Kwam niettotdien jammerstaat.

Toch niet van gena verstoken. Zagen wij naar redding uit. En het hart van rouw gebroken.

Snellen wij tot Josefs Bruid; Tot Maria, die ons wachtte In 't gezegend Kevelaar,

Baden wij bij dag en nachte: Red ons uit ons doodsgevaar!

God zij lof! wij zien u weder. Moeder van barmhartigheid! Zie ontfermend op ons neder. Gij die voor de zondaars pleit;

173

-ocr page 182-

174 SMEEKZANG.

•la, Gezegendste aller vrouwen, Kei]

Wij, al is de schuld ook groot. Wij toch komen vol vertrouwen;

Red uw kind'ren uit den dood! Als

]

Wil dan in deez' boetedagen. Als

Nu wij zuchten voor uw troon,

Wil voor ons vergeving vragen, La

Moeder, bij uw lieven Zoon;

Vraag het om zijn diepe wonden,

Want als gij geen redding biedt, 'tl Toont de boosheid onzer zonden Ons de hel reeds in 't verschiet. Df

Maar gij, Moeder! blijft nog spreken

Voor een diep gevallen kind; Li

Gij zult 's Heeren gramschap breken.

Dat ik nóg ontferming vind'.

Neen, 't is nimmer nog vernomen.

Dat ge een zondaar hebt versmaad:

Zie ook óns dan tot u komen. Om verlossing van ons kwaad.

-ocr page 183-

SMEEKZANU.

Eens ook, als ons oog verduistert, 't Hoofd reeds in den dood zich

buigt,

Als de mond naauw 't woord meer

fluistert, Uat van zielsberouw getuigt;

Als de ziel zich gaat ontbinden Tot de reis der eeuwigheid,

Laat ons, Moeder! u nog vinden, Die ons aan uw hand geleid'.

't Is ook, Moeder! voor die dagen, Als ons alle kracht ontzinkt.

Dat we nü reeds bijstand vragen, Dat reeds nü ons smeeklied klinkt;

Zóó nog hopen we eens te sterven In de liefde van uw Zoon;

175

Laat ons hier die gunst verwerven. Hier bij uw genadetroon.

JBenediclie.

-ocr page 184-

176 AVONDBEDE TOT DE

Toespraalc.

Vijf maal het Onze Vader en Wees gegroet, tot dankzegging voor de afgelegde reis.

s Avonds te 9 uur Avondgebed [bladz. 7 2); daarna zingt men:

AVONDBEDE

TOT DE

ALLERHEILIGSTE MAAGD.

Wijze: Maria's beeld te midden.

Komt, nóg een groet en bede

Maria toegebragt.

En dan in 's Heeren vrede

Den slaap weer ingewacht. Gerust en wel te moede. Vertrouwend op haar hoede, Maria, Maria, Moeder! zegen ons.

-ocr page 185-

ALLERHEIL10STE MAAGD. 177

In 't, beeld omgloord van stralen.

Met dat gelaat zoo zacht, Zien we U in 's hemels zalen,

Van waar ge ons tegenlacht, Ons die hier aan uw voeten U, lieve Moeder! groeten, Maria, Maria, Moeder! zegen ons.

Maria, zoo vermogend 1

. O

Bid gij voor ons den Heer, Ach Moeder! zie meêdoogend Op d'armen zondaar neêr; Geleid der zwakken schreden. Hoor aller vrome beden,

Maria, Maria, Moeder! bid voor ons.

Wij bidden U te gader

Bij 't einde van deez' dag. Vraag, Moeder! onzen Vader, Wiens wakend ooo- ons zag,

O o '

Dat Hij ons kwaad verschoone, Het goede or.s eenmaal loone, Maria, Maria, Moeder! bid voor ons.

12

-ocr page 186-

178 AVONDBEDE TOT DE

Beveilig uwe kind'ren,

Waak, Moeder! dezen nacht, Dan zal geen ramp ons hind'ren,

Dan is ons rusten zacht; Dan ziet ge ons spoedig weder, O Moeder goed en teeder! Maria, Maria, Moeder! weesgegroet.

Gegroet, gij vol genade,

Gij, Moeder van den Heer! Het klinke, - wie u smade, -

Te luider u ter eer.

O wil met de Eng'lenzangen, Ook onzen groet ontvangen, Maria, Maria, Ave, wees gegroet!

W oonsdag'.

's Ochtends ie 6 uur Jet Morsren-

O

gebed {bladz. 1); daarna de H. Communie.

Te half 9 het offeren van de kaars; — Processie, icaaronder men

-ocr page 187-

ALLERHEILIGSTE MAAGD. 179

zingt.-Pangelingua (hladz. 106); vervolyens de plegtiye Hoogmis; daarna de Rozenkrans; icaarbij de yehecle Processie dringend verzocht wordt tegenwoordig te blijven.

Omstreeks 12 uur /comen de Pelgrims, naar limine godsvrucht, hij de Mirakuleuse kapel te zamen, om eenige Lofzangen ter eere van de II. Maagd te zingen.

's Namiddags te 3 uur verzamelen zich de Pelgrims nabij de Groote kapel, om te vertrekken naar Oud-Kevelaar.

-ocr page 188-

180 LOFLIED OP MARIA'S

Voor de Mirakuleuse kapel zingl men dil

IÖFIIEÖ OP MARIA'S TEMlLOPMIffi.

Wijze: Wie zie 'k hier van de aard' vertrekken.

Wie, wie zie ik opwaarts zweven,

Van het zonnelicht omvloeid. Van een kroongesternte omgeven, Dat haar om het voorhoofd gloeit? Eng'len dartelen en spreijen

Edens bloemen voor haar voet. Waar zij onder 't blij geleijen Naar haar Welbeminde spoedt.

't Is de Maagd, van Gorl verkoren. Door der vad'ren stem voorzeid, Die uit Davids stam geboren ,

Eeuwen zuchtend was verbeid; Zij, na zooveel bange jaren,

Zij moest in een herderstal, 't Wichtje door een wonder baren. Dat de God was van 't heelal.

-ocr page 189-

TENHEMELOPNEMING. 181

Blij dan zij haar lof gezongen;

Van geslachte tot geslacht Worde door ontelb're tongen

's Werelds dank haar toegebragt: Zij, zij is het, die aan de aarde

Heil en vrede wedergaf;

Want het Wichtje, dat zij baarde. Sloeg ons Satans kluisters af.

O dat we immer met vertrouwen,

In het leven , in den dood, Opwaarts naar Maria schouwen.

Die haar kind'ren nooit verstoot; Waar Gods Eng'len, neêrgebogen. Staan om d' eeuw'gen glorietroon. Deelt zij Jesus' rijksvermogen. En beveelt ze ons aan haar Zoon.

Luide moet ons lied dan rijzen

Om de glorie die haar kroont. Luide Jesus' liefde prijzen, Die oneindig haar beloont.

-ocr page 190-

IS'i MARIA.

Heden dan met de Eug'lenkringen Juichen wij, vervoerd van min; Maar, nog aardsche bannelingen, Roepen we ook haar voorspraak in.

Hierna zin ff t men het Smeeklied tot

MAM, TRÖÖSTERESSE,

MANNEN.

Moeder des Heeren!

'k Wil u vereeren,

O troost voor 't hart in smart; Groot als uw lijden,

Is uw verblijden,

ü gij zoo goed, zoo zoet! (bis.)

EENIGEN.

Gij schenkt verkwikking aan de

zielen,

Die tot u roepen in den nood; Gij pleit voor wie in zonden vielen En redt hen van den eeuw'gen

dood.

-ocr page 191-

TROOSTERESSE,

ALLEN.

Moeder des Heeren! enz.

EENIGEN.

Uw teed're hand droogt onze tranen. Uw zoete stem verzacht ons wee; VV ie zich het diepst verlaten wanen, Gij zijt hun b:j met uwe beê.

ALLEN.

Moeder des Heeren! enz.

EENIGEN.

Uw moederhart, zuo vol meêdoogen,

Is met ons aller leed begaan; Gij ziet ons met verblijdende oogen, In leven en in sterven aan.

ALLEN.

Moeder des Heeren! enz.

183

-ocr page 192-

1 S4 MARIA . TKOOSTERESSE.

EENIGEN.

Wat ramp of kruisen mij dan treffen, Ik wijd ze aan u, mijn Moeder! toe; Ik zal tot u mijn blik verheffen, En blijf in smart nog blij te moe,

ALLEN.

Moeder des Heeren! enz.

In de kerk, LOB1,

Adoro Te. Zie hladz. 108. O Sacrum. „ „ 108.

Magnificat. „ „ 109. Benedicamus Domino.

Deo g rati as.

PKEKK.

Salve Regina. Zie hladz. 111.

Benedictie.

Daarna Processie naar het Roode Kruis; bij het optrekken zingt men den Smeekzang:

-ocr page 193-

STAB.iT MATER.

STAMT ITER.

Naast het kruis, met schreijende

oogen,

Stond de Moeder, diep bewogen, Daar de Zoon te sterven hing; En haar door het zuchtend harte, Overstelpt van wee en smarte, 't Zevenvoudig slagzwaard ging.

O hoe droef, hoe vol van rouwe, Was die zegenrijkste vrouwe

Om Gods Eéngeboren Zoon. Ach, hoe streed zij! ach, hoe kreet zij. En wat folteringen leed zij

Bij 't aanschouwen van dien hoon!

Wie, die hier niet schreijen zoude, Die het grievend leed aanschouwde.

Dat Maria's ziel verscheurt? Wie kan, zonder mee te weenen, Christus' Moeder hooren stenen, Daar zij met haar Zoon hier treurt?

185

-ocr page 194-

186 STABAT MATER.

Voor de zonden van de zijnen, Zag zij Jesus zoo in pijnen En in wreede geeselstraf; Zag haar lieven Zoon zoo lijden. Heel alleen den doodkamp strijden. Tot Hij zijnen geest hergaf.

Geef, o Moeder! bron van liefde. Dat ik voele wat u griefde, Dat ik met u medeklaag'; Dat mij 't hart ontgloei' van binnen In mijn' God en Heer te minnen. Dat ik Hein alleen behaag'.

Heil'ge Moeder! wii mij hooren! Met de wonden mij doorboren.

Die Hij aan het kruishout leed; A.ch, dat ik de pijn gevoelde Die uw' lieven Zoon doorwoelde, Toen Hij stervend voor mij streed.

-ocr page 195-

STABAT MATER. 187

Mogt ik klagen al mijn dagen, En zijn plagen waarlijk dragen

Tot mijn jongste stervenssmart. Met u ouder 't kruis te ween en, Met uw rouwe mij vereenen. Dat verlangt mijn weenend hart.

Maagd der maagden! nooit volprezen ,

Wil nu niet mij tegen wezen.

Laat mij treuren aan uw zij'; Laat mij al de wreede plagen En den dood van Christus dragen. Laat mij sterven zoo als Hij.

Laat mij, in zijn kruis verslonden, Laaf zijn wonden mij doorwonden,

de liefde van uw Zoon. Dan, in wederliefde ontstoken. Worde ik door u voorgesproken. Moeder! voor zijn regtertroon.

-ocr page 196-

188 UITNOOÜIGIXG TOT DEN'

Maak, dat mij het kruis beware, Dat dan Christus' dood mij spare,

Dat Hij mij gena bewijz'. En als 't ligchaam eens zal sterven, Doe mij dan de glorie erven Van het hemelsch Paradijs.

Bij het Kruis eeniye godvruchtige oefeningen volgens goedvinden van den Eer id. geleider.

Bij het vertrek bidt men een Rozenhoedje, ter eere van de Heilige Wonden onzes Heeren, naar eigen meening en voor een zaligen dood.

men,

Daarna zin at

ÜITIÖMII ÏÖT m LOF ra MAMA.

Wijze: Mijn stem! nu laat u zoetjes hooren.

Komt, spoedt u! komt Maria prijzen:

Zij is zoo groot!

Met snaar en stem haar eer bewijzen, Tot aan den dood.

-ocr page 197-

LOF VAX MARIA. 189

f Pelgrims! juicht toch haar ter eer. Looft de Moeder van den Heer, En verheft haar altijd meer.

Wees gegroet, wees gegroet, wees gegroet, Maria!

Ontlokt uw speeltuig zoete klanken!

Zij is zoo goed!

En laat uvvstem haar zingend danken.

Met blij gemoed, f Pelgrims! juicht toch haar ter

eer, enz.

Vlecht, maagden! om Maria te eeren.

Een leliekrans;

Eens moge uw leliewit verkeeren

In hemelglans.

f Pelgrims! enz.

O moeders! reeds uw zuigelingen

Zijn haar gewijd;

Vrij moogt gij hare zorg bezingen:

Zij waakt altijd, f Pelgrims! enz.

-ocr page 198-

190 UITNOODIGING TOT DEN

Gij, vaders! hoe vermoeid van 't,

zwoegen, Zingt haar ter eer; 'tWordt otferand en zielsgenoegen:

Wat wilt gij meer? f Pelgrims! enz.

O jong'ling! wijd uw schoonste jaren

Aan deze Maagd:

Zij redt uwe onschuld uit gevaren,

Zoo gij het vraagt, f Pelgrims! enz.

Wanneer de schapen veilig grazen

In klaverwei,

Dan moet de herder 't loflied blazen

Op zijn schalmei, f Pelgrims! enz.

En scheep'ling! komt na 't storm-

geklater

De kalmte weer,

Bezing dan vrij, voor lucht en water,

Maria's eer.

t Pelgrims! enz.

-ocr page 199-

LOF VAN MARIA. 191

Wanneer de dagtoorts met haar

stralen.

In 't Oosten glimt, Zij hoore, hoe tot haar drie malen

Het Ave klimt. f Pelgrims! enz.

En spreidt de zon in 't heete Zuiden

Haar glans en gloed, Dan moet de bedeklok weer luiden

Ten Engelgroet.

f Pelgrims! enz.

Maar zinkt het licht naar de Avondlanden ,

En daalt de nacht,

Heft dan tot haar uw hart en handen:

Groot is haar magt. t Pelgrims! enz.

Wij, op deze aarde vreemdelingen.

Gaan zuchtend voort; Zij leidt ons, die haar liefde zingen. Naar 't vaderoord.

-ocr page 200-

192 JUBELLIED AAN MARIA.

Pelgrims! juicht toch haar ter eer, Looft de Moeder van den Heer, En verheft haar altijd meer,

Wees gegroet, wees gegroet, wees gegroet, Maria!

Indien er 's avonds oefeningen geschieden, zal dit door den Eerw. geleider hij de terugkomst te Kevelaar worden beleend gemaakt. Ban zingt men de Litanie van Onze Lieve Vrouw {hladz. 112).

Achter de Litanie volgt het

MLLi m urn,

Wijze : IFees gegroet op kindertoon.

Lieve Moeder van den Heer! Laat ons om uw zetel dringen.

Laat uw kind'ren u ter eer 't Zielverrukkend feestlied zingen, 'tMoet weerklinken luid en blij: Moeder, onbevlekt zijt gij!

-ocr page 201-

ONBEVLEKT ONTVANGEN. 193

't Heeft reeds 't wijde wereldrond, En herscheppend overldonken,

't Woord door Piüs'mond verkond En uw kind'ren, vreugdedronken,' Jub'len op uw feestgetij : Moeder, onbevlekt zijt gij!

Neen, dat loflied zwijgt niet meer! Tot aan 's werelds verste palen, Zullen met het hemelsch heer Al uw kind'ren 't luid herhalen, 't Woord van 't zalig jubeltij: Moeder, onbevlekt zijt gij!

En we voegen dank en beê Aan de blijde feestgezangen;

Wie, wie dankt niet met ons meê Voor al 't heil door u ontvangen, In het zalig jubeltij.

Moeder, onbevlekt zijt gij!

Zonnezuiv're Moedermaagd! Om de glorie u gegeven.

Hoor ook wat ons hart u vraagt: Dat wij na een schuldloos leven

13

-ocr page 202-

194 JUBELLIED AAN MARIA, ENZ.

Eeuwig jub'len aan uw zij': Moeder, onbevlekt zijï gij!

Daarna Avondgebed {bladz. 72), en zingen: Avondbede tot de Allerheiligste Maagd, bladz. 170.

Dotnicx-ciag'.

Te half § Morgengebed {bladz. 1);

daarna de H. Mis.

Kwart vóór 6 uur zullen de Pelgrims zich vereenigen inde Groote kapel; de mannen vóór aan het jyj{ altaar, de vrouwen bij den ingang. \\r

Benedictie.

Vijfmaal het Onze Vader en Wees gegroet voor eene voorspoe- Mc dige reis. BL

-ocr page 203-

TOEWIJDING AAN MARIA.

Vertrek.

Voor hel Mirakuleuse beeld zingen

TÖETOM AAN MARIA.

Moeder! vol van teederheid, Vol van zoete majesteit, LT, onze hoop en vreugd! U wijden wc onze deugd.

Onze gansche levenstijd Zij ook, Moeder! u gewijd; Dan wachten wij ten loon Eene onverwelkb're kroon.

Met een leven, half-vergaan, Welk een offer biedt men aan? Een roos verfletst van kleur. En zonder glans of geur.

Moeder! van uw teed're jeugd, Bloeidet gij in alle deugd; Zóó doe wie niet in schijn Maria's kind wil zijn.

d95

-ocr page 204-

196 AFSCHEIDSLIED.

Geef, o goede Moeder! geef, Dat. in ons uw- liefde lev'. Getrouw in vreugd en nood. Getrouw tot in den dood.

AFSCHEIDSLIED.

Wijze: O beeld der schoone liefde! VROUWEN.

Vaarwel, vaarwel wij scheiden,

Gezegend Kevelaar! Kon langer zij hier beiden, Noo- bleef de Pelgrimschaar.

O 0

MANNEN.

Vaarwel, o goede Moeder!

En blijve in allen nood Uw Zoon ons tot Behoeder, In 't leven en den dood.

Vr. Doch schoon wij huiswaarts

streven,

-ocr page 205-

AFSCHEIDSLIED.

Wij laten 't harte daar: Zoo zoet is 't ons te leven, In 't vriend'lijk Kevelaar.

M. O mogt hij, die vermeten

Durft, spotten met ons lied, O mogte hij 't eens weten. Wat daar de ziel geniet!

Vr. Dat teeder klagen, kermen, Dat heilig smeekgeweld. Die kreten om ontfermen: Geen tons; die 't immer meldt!

M. 't Geloof dier smeekelingen, Him hoop tot in den dood, Hun liefdevlammend dringen. Waar 't harte vol bij schoot.

Vr. Nog trillen ons die klanken Van 't magtig pelgrimskoor. Dat loven, smeeken, danken De ontroerde ziele door.

197

-ocr page 206-

198 AFSCHEIDSLIED.

M. Wij zullen 't luid verkonden, In 't vaderland gekeerd, Hoe daar uit duizend monden Gods Moeder wordt vereerd.

Vr. Door Rijnlands vruchtb're

dreven, Weerklinke 't pelgrimslied. En neen! zoolang wij leven, Zwijge onze lofzang niet.

M. Moge aller harte gloeijen Van trouwe kindermin. En deugden godsvruchtbloeijen In 't R ij n 1 a n d s c h huisgezin.

Vr. Vaarwel, vaarwel, wij scheiden, O dierbaar Kevelaar!

Moog' God ons hier weer leiden Te beevaart, 't ander jaar!

ALLEN.

Vaarwel, o goede Moeder!

En blijve in allen nood

-ocr page 207-

AFSCHEIDSLIED. 199

Uw Zoon ons tot Behoeder, In 't leven en den dood.

Hierna bidt men een rozenhoedje, om door (h voorspraak van de II. Maagdeeneyelultkiye reis te erlangen.

Een rozenhoedje voor onze ach-teryehleven betrekkingen en vrienden.

Bij het intrekken van Wees.

Het smeeklied : Welk om, Pelgrims! {Bladz. 1G1.)

Benedictie.

Eij het uittrekken van Wees.

Het Loflied tot de H. Moeder Gods: Welkom, trouwe Pel-grimscharen! [B',adz. 155.)

-ocr page 208-

200 VERSCHILLENDE GEBEDEN.

Daarna bidt men een rozenkrans, om, door de voorspraak der H. Maagd, de vruchten van deze pelgrimsreis te bewaren.

De Litanie van den Allerhei-ligsten Naam Jesus. [Bladz. 7.)

Een rozenhoedje ter afwering van alle gevaren naar ziel m ligchaavi;

een rozenhoedje voer Z. li. den Paus;

een rozenhoedje voor de zieke Leden onzer Broederschap.

Daarna de Litanie op het Lijden van onzen Heer J, C. {Bladz. 80.)

Bij het intrekken, van Goch.

De Litanievan On ze Lieve Vrouw. {Blad:. 112.)

Beaedictie.

_Een a u,r rust.

ene die Lie.

-ocr page 209-

hulde en bede , enz. 201

V)or liet beeld der H. Maagd zinyen:

Toewijding aan Maria: Moeder! vol v a ii teederheid. {Bladz. 195.)

Bij het vertrekken uit Goch.

HULDE EI BEDE AM DE H. MD.

Eigen Wij zo, en ook: Wien Neérlandsch bloed.

Komt, heffen wij een loflied aan. Luid klimm' liet op van de aard'. Tot voor den troon, waar de Ens'-

len staan: 't Zij met hun lied gepaard. Wij zingen op den toon van 't stof.

En knielen voor u neer. Wij staam'len dankbaar uwen lof, O Moeder van den Heer! (öis.)

Dat onze lof u niet mishaag', O Hemelkoningin!

-ocr page 210-

202 HULDE EN BEDE

Al is de toon van 't stof te laag, Hij dring' ten hemel in.

Wat sterv'ling, die zoovéél vermogt. Wat haalt er bij nwe eer?

Nooit is nw hulp vergeefs gezocht! O Moeder van den Heer! {bis.)

Uw ootmoed was zoo gadeloos, Zoo minlijk in Gods oog.

Dat n zijn Zoon tot Moeder koos En neerkwam van omhoog;

O Morgenster der zaligheid! Hij daalde op aarde neêr,

De Redder eeuwenlang verbeid, O Moeder van den Heer! {bis.)

In woede sloeg de ontroerde hel Om 't heil van ons geslacht,

Toen u de Aartsengel Gabriël De hemelboodschap bragt.

Hoe Satan dreig' bij eiken tred. Wij vreezen hem niet meer:

Uw Zoon heeft hem den kop verplet, O Moeder van den Heer! {bis.)

-ocr page 211-

AAN DE H. MAAGD. 203

Hoe lieflijk klonk der Eiig'len toon

Voor de eerste maal op aard'. Toen gij, o zuiv're Maagd! Gods Zoon

In Bethrem liebt gebaard; Het hemelkoor juichte in ons lot

En daalde om 't kribje neer: Het zag—een menschgeworden God! U — Moeder van den Heer! (bis.)

Wij roepen nóg met heel de Kerk

Door de eeuwen heen u aan: Heeft Jesus 't eerste wonderwerk

Niet op uw bec gedaan? Ach, zie beschermend van omhoog

Hier op uw kind'ren neer, Aanschouw ons met meêdoogend

oog,

O Moeder van den Heer! (bis.)

O* Ö ^

Toen Jesus aan het kruishout hin

Ons 't eeuwig heil verwierf. Gaf Hij u aan zijn lieveling. Eer Hij voor allen stierf;

-ocr page 212-

HULDE EN BEDE

Gij werdt zijn Moeder, hij uw kind,

Wij deelen in die eer:

En óns hebt gij als hém bemind,

O Moeder van den Heer! {bis.) ^

Uw Moeder is zij, Pelgrimschaar! Al;

Die u getrouw bemint;

Zea, zeer in alle zielsa-evaar:

O 7 O O 1

Ach Moeder ! hoor uw kind!

Zie, lieve Moeder, vol gena!

Zie op uw Pelgrims neêr;

Uw liefde heeft geen wederga. Al

O Moeder van den Heer! {bis.)

V(

Ach, Moeder van barmhartigheid!

Onttrek uw hulp ons niet;

Als ons de wereld lokt en vleit

En gij ons wanklen ziet,

Of Satan ons zijn strikken zet.

Door wellust, goud of eer:

Ach, dat uw voorspraak ons dan

redd',

O Moeder van den Heer! {bis.)

204

Ac • U^

-ocr page 213-

AAN DE 11. MAAGD. 205

Wanneer behoefte ons dreigt of

drukt,

Of ramp bij ramp ons slaat; Als wat we ook pogen wreed mislukt.

Ons alle hoop vergaat;

Als ons deze aard' geen troost meer

biedt,

Zie gij dan op ons neer, En weiger ons uw hulp toch niet, O Moeder van den Heer! {bis.)

Als 't albeslissend sterfuur slaat,

En 's levens licht verdwijnt Voor de eeuwigheid, die opengaat

En aan de ziel verschijnt: Ach, dat ik dan mijn brekend oog,

Mijn Moeder! tot u keer'. Uw zoeten blik ontmoete omhoog, O Moeder van den Heer! {bis.)

Beveilig onze Pelgrimsbaan,

En waak aan onze zij';

Hoor, Moeder! hoor uw kind'ren aan En blijf ons altoos bij.

-ocr page 214-

206 HULDE EN ÜEÜE ENZ.

Wal lot ons in dit leven beid',

U zingen wij ter eer;

U zingen we eens in eeuwigheid , O Moeder van den Heer! {bis.)

Daarna bidt men een rozenhoedje voor de Leden der Broederschap.

Be Litanie van de II. Maagd. (Bladz. 76.)

Een rozenhoedje voor de aanwezige Bedevaartgangers, dat ieder naar zijne meening moge verhoord worden.

Een rozenhoedje voor verschillende meeningen, aan het Bestuur opgedragen.

Te Kessel een half uur rust.

-ocr page 215-

DAGORDE. 201

Bij het uittrekken

zingt men: Magnificat, hladz. 129.

Een rozenhoedje tot bekeering der vijanden van de II. Kerk;

een rozenhoedje, opdat God ons door de voorspraak van de II. Maagd voor oorlog en besmettelijke ziekte behoede ;

een rozenhoedje voor Z. II. den Paus.

Daarna zingt men den Smeekzang tot de Vijf Wonden : Zing, mijn ziel! het vijftal Wonden, hladz. 131.

Vervolgens bidt men de Litanie van alle Heiligen, hladz. 90.

Bij het intrekken van Frassel.

Het Smeeklied : Welkom, Pelgrims! bladz. 161.

-ocr page 216-

208 DAGORDE

Benedictie.

Bij het uittrekken , het Lof- Nijr:

lied tot de H. moeder gods ;

W e 1 k o m, trouwe Pel g r i m-scliaren! hladz. 155.

Daarna bidt men een rozenhoedje 07n de (/enade tot uitroeijing van ons hoofdgebrek ;

een rozenhoedje voor de bekeering van hen die in gewoonte van zonden zijn, en in de naaste gelegenheid van zonde blijven voortleven;

een rozenhoedje voor de zegepraal der II. Kerk.

Bij het intrekken van Kranenburg.

Men zingt de Litanie van Onze Lieve Vrouw, bladz. 112.

Benedictie en Toespraak; waarna het vertrek zal bekend gemaakt worden, alsmede het uur, waarop te

Nijr

de n.

-ocr page 217-

DAGORDE. 209

Nijmegen de 11. Dienst zal geschieden, en het uur van vertrek uit 0Fquot; Nijmegen.

OS :

m- —

die Vrij dag-avond bij de tehuiskomst ons ^ -'jei('cn gt; Ijof met Toespraak, en de Lofzang T e Dcu m 1 a u d a-mus: zie hladz. 116.

•mg den van

•aal

irg.

ran .12.

'.ma vor-v te

14

-ocr page 218-

GEZANGEN,

NAAR GELEGENHEID TE GEBRUIKEN.

AAN mU EER!

na de h communie.

Wijze: Dat Jesus lev1!

Aan Jesus eer!

Zoo stijge ons dankbaar smeeken. Aan Jesus eer! door aarde en

hemelheer!

O zoete naam, dien ik nimmer kan spreken, Of 5k voel te feller in liefde me

ontsteken, Aan Jesus eer! (öis.)

Aan Jesus eer!

Is 't lied der Christen scharen, Aan Jesus eer! Hem, onzen God

en Heer,

-ocr page 219-

AAN JESUS EER! 211

Die al wie trouw om Hem henen

vergaren,

Trouw in den strijd voor zijn naam zal bewaren, Aan Jesus eer! {bis.)

Aan Jesus eer!

Mag ook de zondaar zuchten. En tot zijn Heer ga Hij rouwmoedig weer; Geen boet'ling, neen! heeft zijn wrake te duchten. Hij heeft alleen in zijne armen te

vlugten, Aan Jesus eer! {bis.)

Aan Jesus eer!

Is 't lied van 't zielsvertrouwen, Aan Jesus eer! zoo roepen we immer weer; Hoe langer toch wij zijn wonden beschouwen, Hoe meer ons ook onze zonden

berouwen, Aan Jesus eer! (bis.)

-ocr page 220-

212 AAN JESUS EER!

Aan Jesus eer!

Is 't lied der hemelzalen, En 't Eng'lenheer valt diep aanbiddend neêr; Dat moet heel de aard' met haar tongen en talen, Dat al wat is door alle eeuwen

herhalen, Aan Jesus eer! (bis.)

Aan Jesus eer!

Nog eens het aangeheven! Aan Jesus eer! en immer, immer

meer!

Aan Hem alléén zijvan nu af onsleven, Aan Hem geheel ons ten oiiei

gegeven!

Aan Jesus eer! (bis.)

Aan Jesus ser!

Zoo blijve ons danklied stroomen, Aan Jesus eer! voor eeuwig onzen

Heer!

-ocr page 221-

AAN MARIA EER! 213

Hij zélf, Hij zélf is nu in ons gekomen ,

Hij zélf heeft ons tot de zijnen

genomen: Aan Jesus eer! {bis.)

AAN MARIA EER!

Wijze: Maria lev'I

Maria eer! wat liefde en luister

meng'len

Zich in dit hart, van alle smetten

vrij!

Maria eer! u, Koningin der eng'len, U, Moeder vol gena! u zingen wij. Maria, Moeder!

Ach, hoor uw kind; Eer aan Maria!

Die ons zoo teêr bemint.

Maria eer! komt, laat ons neder-

knielen,

-ocr page 222-

'214 AAN MARIA EER !

Ze is Dochter Gods, Gods Moeder, Godes Bruid; Maria eer! de toevlugt onzer zielen: Door hare hand stort God zijn gunsten uit. Maria, Moeder! enz.

Maria eer! zou ik haar ooit vergeten? 'k Zonk liever neer in 't immerzwijgend graf; En zou ik eens geen dankbaar kind meer heeten: Breek liever dan, o God! mijn

dagen af.

Maria, Moeder! enz.

Maria eer! zoo 'k in haar liefde leve, 'k Ben, als haar kind, voor kwaad noch dood beducht; De laatste klank, die van mijn lippen zweve, Zij, Moeder! nog een teed're liefdezucht.

Maria, Moeder! enz.

-ocr page 223-

LOFZANG AAN HET ENZ.

LOFZANG AAJf EET K. HART VAN 1RIA.

Eigen W ij z e.

O Maagd, o schoonheid nooit volprezen !

O Moeder van 't oneindig Wezen, Wat luister schittert van uw troon; De Seraf, aan zich zelf onttogen, Juicht, voor uw glorie neergebogen: O Koningin! wat zijt gij schoon.

{bis.)

Wij derven in het aardsche duister 't Genot nog van uw hemelluister, Maar smaken toch uw liefdegloed; De Seraf zinge uw heerlijkheden: Wij dan, wij juichen hierbeneden: O Moedermaagd! wat zijt gij goed. {bis.)

Ach, konden onze kinderklanken U voor de ontelb're gaven danken. Ons toegevloeid door uwe hand; Ontvang voor al die zegeningen, Maria! van uw gunstelingen,

215

-ocr page 224-

'il(i LOFZANG AAN IIET ENZ.

Hun hart ten eeuwig liefdepand.

[bis]

Zie, Moeder, altoos goed en teeder! O zie met welbehagen neder,

Op 't offer van ons kinderhart! O moog' het immer 't uwe wezen, Geen onheil is ons dan te vreezen: Wij zijn getroost in alle smart, {bis.)

Dan spann' de wereld vrij haar

strikken,

Dan dreig' de hel ons met haar

schrikken, Wat vijand onze ziel bestrijd': Wij weten, wij, op wie wij hopen. Uw moederhart staat voor ons open, O gij, die onze toevlugt zijt! {bis.)

Met u dan zullen wij verwinnen, Wij blijven eeuwig u beminnen. En zien u op uw glorietroon; Dan zullen met de hemelkringen, Ook wij, o Moeder: eeuwig zingen: Wat zijt gij goed, wat zijt gij schoon! {bis.)

-ocr page 225-

GEGROET ZI.IT GIJ, MARIA ! '217

GEGROET ZIJT GIJ, MARIA!

Wijze : Geloofd zij Jesus Christus! en andere melodiën.

O Hemelkoningin!

ik wng met hart en zin;

Gegroet zijt gij, Maria!

Wat heil heeft niet voor de aard' Dat hemelsch woord gebaard: Gegroet zijt gij, Maria!

De helmagt stond ontsteld,

Toen ii Gods Engel meldt: Gegroet zijt gij, Maria!

Die groet had het begin Van 's werelds redding in: Gegroet zijt gij, Maria!

Daarom zong luid en blijd. De Kerk ten allen tijd:

Gegroet zijt gij, Maria!

Nog zingt in vreugd en smart. Elk dankbaar kinderhart:

Gegroet zijt gij, Maria!

-ocr page 226-

218 GEGROET ZIJT GIJ, MARIA!

Ja, Moeder van Gods Zoon! Wie juicht niet op dien toon: Gegroet zijt gij, Maria!

De hemel gaat ons voor.

Daar zingt heel 't Eng'lenkoor Gegroet zijt gij, Maria!

En wij in 't aardsche stof. Wij zingen tot uw lof: Gegroet zijt gij, Maria!

Als Satan ons bekoort, Wij spreken 't magtig woord: Gegroet zijt gij, Maria!

En luid in allen nood.

Roep ik tot in den dood; Gegroet zijt gij, Maria!

En lig ik stervend neer, Dan zucht ik nog te meer: Gegroet zijt gij, Maria!

En stervend bidt uw kind, Dat eeuwig u bemint:

Gegroet zijt gij, Maria!

-ocr page 227-

GEGROET ZIJT GIJ, MARIA! 219

O dan in 's hemels stee, Dan juich ik eeuwig meê: Gegroet zijt gij, Maria!

DA1LIEÜ m ö, L l VAN KEVELÜR,

Wijze: Jesu, corona virginum, en andere kerkzangen en melodiën.

Zie, Moeder! Rijnlands Pel-

grimschaar Van 't u geliefde Kevelaar, Zij brengt hier, voor uw troon geknield ,

Den dank, die aller hart bezielt.

Gij, onze hoop en toeverlaat! Gij hoedt ons trouw voor alle kwaad; Gij bidt bij uwen lieven Zoon, Dat Hij ons zijn gena betoon'.

O Moeder Gods en altoos Maagd! Gij hebt van eeuwig Hem behaagd; Verborgen Roos! der maagden

bloem,

-ocr page 228-

220 DANKLIED.

Gij 's werelds vreugd en 's hemels

roem !

Gij zijt de tent, waar God in rust! Mijn zoete hoop en zielelust; In u, die aller toevlugt zijt, Is ook uw Pelgrimschaar verblijd.

O Koningin van 's hemels hof! Gods Eng'len zingen daar uw lof. En wij te dezer Heil'ge steê. Wij zingen met hun Koren meê.

Laat Cherubijn en Serafijn De tolken onzer liefde zijn: Wij, zondaars, vallen voor uneêr, O Moeder van den Opperheer!...

Maar toch, gij hoort ons Pelgrimslied ,

En smaadt ons dankgestamel niet; Vertoon ons aan uw lieven Zoon: Gij zijt zoo digt bij zijnen troon.

-ocr page 229-

INEOUD.

Bladz.

Voorrede...........III

Berigt...........IV

GEBEDEN.

Morgongeboden..............1

Akten van Geloof, Hoop en Liefde. . 5

Litanie van den Allorh. Naam Jesus. 7

Misgebeden..........12

Gebeden vóór de Biecht.....47

Gebeden na de Biecht......51

Oefeningen vóór do PI. Communie. . 53

Oefeningen na de H. Communie. . 64

Avondgebed........72

Litanie tot de H. Maagd Maria. . . 70

Litanie van het Lijden onzes Heereu J. C. 80

De Litanie van allo Heiligen. ... 90

Angelus, of do Engel des Heeren. 103

LATIJNSCHF. KERKZANGEN.

Veni Creator........105

Pange lingua........106

O Sacrum.........108

Adoro ïe.........108

Magnificat.........109

Salve Eegina........111

Avo Maria.........111

-ocr page 230-

222 inhoud.

BLADZ.

De Litanie van O. L, V. in 't Latijn. 112 Lofzang Te Deum.......116

DAGORDE MET DE GEZANGEN,

MAANDAG.

Bij het intrekken van Kranenburg: Litanie van het H. Kruis.....119

dingsdag.

Bij het uittrekken van Kranenburg: Opwekkingslied tot de Pelgrims. . . 124 Bij het intrekken te Frassel:

Morgenlied der Pelgrims.....127

Bij het uittrekken van Frassel:

Magnificat........129

Bij den ingang van het Kranenburg-sche Bosch:

De Vijf Wonden......131

De smartelijke Wonden. . . . 132 De verheerlijkte Wonden. . . 141 Bij het uittrekken van Kessel:

Het Wees gegroet......150

Bij het naderen van Goch:

Ter eere von Maria.......152

Bij het uittrekken van Goch:

Loflied tot de H. Moeder Gods. . . 155 Vóór het beeld zingen:

Wees gegroet........158

-ocr page 231-

INHOUD.

BLADZ.

Bij het intrekken te Wees:

Smeeklied..........161

Bij het vertrekken uit Wees:

Maria's Tenhemelopneming-. . . . 165

Nabij Kevelaar:

Lofzang aan de H. Maagd Maria. . 168

Bij het intrekken van Kevelaar: Smeekzang vóór het Mirakuleuse heeld

te Kevelaar........171

Avondbede tot de Allerh. Maagd. . 176 Dagorde van Woensdag. . . . 178

Vóór de Mirakuleuse Kapel:

Loflied op Maria's Tenhemelopneming. 180

Maria, Troosteresse.......182

Het Lof..........184

Bij het optrekk. naar het Roode Kruis: De Smeekzang Stabat Mater. . . 185 Bij de terugkomst vanhet Roode Kruis: Uitnoodiging tot den lof van Maria. 188

Jubellied aan Maria, Onbevl, Ontvangen. 192

Dagorde van Donderdag. . . 194 Vóór het Mirakuleuse beeld:

Toewijding aan Maria......195

Afscheidslied.........196

Bij het intrekken van Wees:

Smeeklied..........161

Bij het uittrekken van Wees;

223

-ocr page 232-

inhoud.

BLADZ.

Loflied tot do H. Moeder Gods. . . 155 Bij het intrekken van Goch:

Do Litanie van O. L. V.....112

Vóór het beeld der II. Maagd:

Toowijding aan Maria......195

Bij het vertrekken uit Goch:

Hulde en Bede aan do H. Maagd. 201

Bij het uittrekken van Kessel: Magnificat.........129

De Vijf Wonden.......131

Bij het intrekken van Frassel:

Smeeklied..........161

Bij het uittrekken van Frassel: Loflied tot de H. Moeder Gods. . . 155 Bij het intrekken van Kranenburg: Do Litanie van O. L. V.....112

GEZANGEN, NAAF, GELEGENHEID TE GEBRUIKEN.

Aan Jesus eer! (Na doH. Communie.). 210

Aan Maria eer !.......213

Lofzang aan het H. Hart van Maria. 215

Gegroet zijt gij, Maria! .... 217

Danklied aan O. L. V. van Kevelaar. 219

224

-ocr page 233-
-ocr page 234-
-ocr page 235-
-ocr page 236-