-ocr page 1-

BB51

quot;MB

onder den titel van

Zoete Lieve Vrouw van den Bosch.

Door een Kath. Priester.

Het beeld is van 1C39 te Brussel bewaard, in 1853 21 IJeeember in de Cathedraal van st. Jan herstelden in 1878 27 December door Z. D. H Monseigneur A. Godschalk in naam van Z. H. Paus, Leo XIII met een gouden kroon versierd, een geschenk van de gezamenlijke Bosschenaren.

's-BOSCH,

W. VAN GULICK.

1883.

O-EBEID

-ocr page 2-
-ocr page 3-

OMSCHRIJVING

VAN HET

S4£Y1 E1SÏ14.

Wees gegroet Maria, koningin des hemels en der aarde. Wees gegroet, moeder van barmhartigheid, moeder der ellendigen, en dus mijne moeder. Met alle vrijmoedigheid vlngt ik tot u. neem mi j onder uwe bescherming. Wat heb ik te vreezen van eene moeder van barmhartigheid, of liever, wat mag ik van haar niet verhopen? De heilige kerk heeft u dien schoonen naam gegeven, omdat gij in oen hemel door uwe voorbede naar welbehagen beschikt over de schatten van Gods oneindige barmhartigheid ten gunste van allen, die gij onder uwe bescherming gelieft te nemen. Geen zondaar gaat verloren, die u aanroept, zijne zonden mogen nog zoo afschuwelijk, nog zoo menigvuldig zijn. Gegroet gij, ons leven, onze hoop. Wijl gij de moeder zijt van God , zijt gij ook de moeder der menschen. In den persoon van Joannes hebt gij van uwen stervenden Zoon ons voor uwe kinderen aangenomen.

In God hadden wij eenen vader van barmhartigheid, maar er ontbrak ons r.og eene moeder van barmhartigbeid en die

-ocr page 4-

_ 4 _

roemrijke eigenschap komt u toe. Dat bemoedigt mij, dat doet mij met de gansche kerk vol betrouwen u toeroepen: Wees gegroet, Maria, onze hoop! Tot u roepen wij, ballingen, kinderen van Eva, gebannen uit het paradijs des hemels. Eva heeft ons in het verderf gestort en in den dood, maar u heeft God uitverkoren om de schade te herstellen, die ons door de eerste vrouw was toegebragt. Gij geneest, die door haar gewond zijn, gij behoudt, die door haar verloren waren. Tot u verzuchten wij, kermende en weenende in dit dal van tranen. Wij zijn beladen met zoo vele zonden en schulden, geknakt en neergeslagen door allerlei ellenden en wederwaardigheden. Wij hebben een zwak lig-chaam, dat altijd overhelt tot het verbodene; wij leven midden in eene gevaarlijke wereld; voortdurend worden wij door den duivel bevochten ; onophoudelijk zijn wij in gevaar van te zondigen en van verloren te gaan. Maria, sla uwe oogen van rnededoogen op ons neder.

Wij hebben een éenigen middelaar en voorspreker bij den Vader in Jesus Christus, zijnen eenigen beminden Zoon, maar er ontbrak ons nog eene voorspreekster bij dien voorspreker, want deze is ook onze regter. Gij, o zoete moeder, zijt het, die God uitverkoren, en die hij van de aarde met ligchaam en ziel ten hemel opgenomen heeft, opdat gij onophoudelijk uwe bemiddeling ten onzen gunste zoudet aanwenden.

-ocr page 5-

Met liefde en betrouwen kniel ik als een geloovig kind van gcloovige voorvaderen hier vóór uw wonderbeeld neder; vóór datzelfde beeld, waarvóór onze katholieke voorouders zoo vele eeuwen (van 1381) neerknielden om troost en hulp af te smeeken in hunne geeste lijke en tijdelijke rampen; vóór datzelfde beeld, wiens vereering God op eene schitterende wijze heeft goedgekeurd door de menigvuldige mirakelen, die hij ten gunste van getrouwe vereerders hier ter stede verrigt heeft 1).

_ O verhevene koningin en medelijdende moeder, met een benaauwd hart verzucht ik lot u. Ik bid en smeek u, verleen mij door uwe voorspraak de gunst, die ik u hier van daag kom vragen. (Noem dezelve).

Wees mijne verzoenster bij God, den hemelschen Vader, wiens allerliefste dochter gij zijl, bij God den Zoon, wiens moeder gij zijl, en die u niets kan weigeren, bij God den heiligen Geest, wiens waardigste en teerbeminde bruid gij zijl.

Let niet, o, onbevlekt ontvangene moedermaagd, op mijne menigvuldige zonden, maar op den nood, waarin ik mij bevind, niet op de straffen, die ik verdiend heb, maar op de benaauwdheid, waarin ik verkeer, op de gevaren, die mij omgeven.

1) Pater Zylius verzekert, dat er meer dan honderd dooden weer in hot leven terug gekomen zijn. üphovius, zesde bisschop van 's-Bosch, getuigt, dat do schrijver, die deze mirakelen verhaalt, ten hoogste geloofwaardig is en uit echte bronnen geput heeft,

-ocr page 6-

Behoud door uwe vermogende hulp, die anders verloren zullen gaan; ondersteun, die anders zullen bezwijken; troost en beur op, die van iedereen verlaten zijn, die op het punt zijn van in wanhoop te vallen.

Mijne zoete moeder, tot wie zal ik in mijne wederwaardigheden mijne toevlugt nemen? Ik kom tot u als een kind tot zijne moeder, wanneer vader vergramd is.

Ik zeg tot u: gij zijt de oorzaak onzer blijdschap, de behoudenis der kranken, do toevlugt der zondaren, de troosteres der bedrukten, de bijstand der christenen, de koningin der maagden.

O allerheiligste maagd, gij kunt mij helpen; want God beeft u in den hemel alle magt gegeven. Eéne verzuchting van uw maagdelijk hart ten gunste van den zondaar is vermogender dan de gebeden der overige heiligen.

Gij wilt mij helpen, want gij zijt vol liefde tot de menschen, vooral tot de zondaars. Moeder zijnde van Jesus Christus, die naar de menschheid onze broeder geworden is, zoo zijt gij ook mijne moeder geworden. Gij hebt zoo vele anderen, die zondaars waren even als ik, ook wel geholpen. Gij hebt voor zondaars, die God lasterden, een waar berouw en eene opregte bekeering verkregen; gij hebt moordenaars tot de heiligheid hervormd; gij hebt van ongeloovigen verdedigers der ware godsdienst gemaakt; gij hebt aan ontuchtigen de deugd van kuischheid bezorgd; gij

-ocr page 7-

hebt uit de klaauwen des duivels verlost, die zich aan hein hadden overgegeven; gij hebt aan wanhopenden de hoop van vergeving hunner zonden, de vaste hoop van zaligheid ingestort.

Niets, o, magtige koningin van hemel en van aarde, is voor u onmogelijk. Ach, wil ook mij helpen. Ik ben geschapen van denzelfden God, verlost door hetzelfde dierbaar bloed, gij zijt zoowel mijne moeder, mijne voorspreekster als van zoo vele anderen. Gij zijt nog dezelfde die gij altijd waart. Uwe liefde, uwe barmhartigheid, uwe bereidvaardigheid is niet verminderd. Waarom zoudt gij mij dan niet bijstaan? Is ooit een zondaar van u verstoeten geworden? Lieve moeder, red mij in dit leven, red mij in mijnen doodstrijd, red mij in de eeuwigheid; vertoon mij na deze ballingschap uwen lieven zoon, niet in hoedanigheid van een beleedigden regter, maar van een beminnelijken zaligmaker.

Moeder van goedheid! Moeder van goedertierenheid! Zachtaardige, zoete maagd en moeder Gods Maria, heb medelijden met mij. Ik zal geen ondankbaar kind meer zijn; ik beloof het u, nu meen ik het op-regt; ik zal uwen lieven Zoon niet meer beleedigen zoo als voor dezen; ik zal er mij op toe gaan leggen om, geholpen door uwe voorspraak, met Gods genade uwe deugden na te volgen. Ik zal toonen, dat ik uw kind ben; toon gij dan ook, o, Maria, dat gij mijne zoele Moeder zijl. Amen.

-ocr page 8-

Imprimatur.

Datum in Haar en, J. Guijten ,

S Angmti 1882. Libr. Gens.

-ocr page 9-
-ocr page 10-
-ocr page 11-
-ocr page 12-