-ocr page 1-

Vak 119

DER ; w»'

149

-ocr page 2-
-ocr page 3-
-ocr page 4-

I

-ocr page 5-

GODVRUCHTIGE OEFENINGEN

TER EERE DER

HH. XIX MARTELAREN VAN GORKUM.

-ocr page 6-
-ocr page 7-

' ■)

GODVRüCHTICtE oefeningen

ter eere der

HH. XIX MARTELAREN YA^N GORKUM.

GESCHIEDENIS, NOVENEN. GEBEDEN EN GEZANGEN.

DOOR

P. VAN DER PLOEG, Pr.

Derde, vermeerderde druU.

te leiden ,

bij ,j. W. VAN LEEUWEN'. -1874.

-ocr page 8-

BISSCHOPPELIJKE GOEDKEURING.

IMPRIMATUR.

Datum Haulemi, G. P, WILIHEB,

die 20 Aprilis, Episcopus Harlemensis.

plfesto Fatrocinii s. Joseph!,

1874.

-ocr page 9-

VOORBERIGT BIJ DEN DERDEN DRUK.

Deze druk is geheel aan den vorigen , ook in de bladzijden , gelijk; enkel zijn er aan het einde eeni-ge liederen bijgevoegd , welke ook afzonderlijk bij den uitgever dezes verkrijgbaar zijn.

Wij verzoeken den godvruohtigen Lezer, dat hij hierachter , in het voorberigt van den tweeden druk , gelieve te zien , hoe onze Gorkumsche Martelaars ons tot bijzondere beschermers voor een zaligen dood zijn gegeven.

De aflaten, waarvan daar spraak is, zijn door Z. H. verleend als volgt:

J. Den 27 Jnnij 18G9. — Eeu volle aflaat, ook toe-voegelijk aan de zielen in het vagevuur, voor alle geloovigen , die, na gebiecht en gecommuniceerd te hebben, de parochie-kerk te Brielle bezoeken van de eerste vespers van het feest der Gorkumsche Martelaren , dat den 9en Julij gevierd wordt, en daar eenigen tijd godvruchtig bidden voor de uitbreiding des geloofs en naar de meening van Zijne Heiligheid.

2. Bovenstaande aflaat is, den 9™ January 1870, onder dezelfde voorwaarden uitgestrekt van de eerste

-ocr page 10-

VOORBERIGT.

vespers van het feest der Gorkumsche Martelaren, ot den 8sten Julij, tot het einde dier maand.

3. De aflaat, op het graf zelf te verdienen, staat vermeld in de Inleiding, bladz. 12.

Men vergunne ons eene eenvoudige maar noodige opmerking. Als men eenig lied wil aangeven, zegge men , wegens de verschillende drukken , niet de bladzijde, maar het zóóveelste (bijv. het zevende of tiende) lied; dan kan het ieder in zijne uitgave dadelijk naslaan. Doch men gedeuke, dat de eerste druk slechts negen, de tweede vijf en twintig en deze derde druk twee en dertig liederen bevat. Bladzijde 1 tot 126 zijn in alle drukken hetzelfde; tot zóóver dus kan men voor de gebeden de bladzijde opgeven.

Blijven wij , geliefde Lezer, elkaar aan onze dierbare Martelaars aanbevelen , en geve de barmhartige God, dat wij eens zamen hunne glorie in den hemel mogen zien.

Seminarie Warmond, P. v. d. P., Pr.

St. Petrus-Stoel te Antioohië ,

26 Februarij 1874.

VI

-ocr page 11-

VOORBERIGT BIJ DEN TWEEDEN DRUK.

Om de eer van onze geliefde Gorkumsche Martelaren verheugt het ons, dat eene aanzienlijke oplage dezer Oefeningen geplaatst, en eene nieuwe en vermeerderde uitgave verlangd werd. Voor het gemeenschappelijk gebruik is de eerste óruk , ooknaardebladzijden, onveranderd wedergegeven; alleen de Gezangen hebben, doch onder hetzelfde volgnummer, eene verdere plaats. Aan de Gebeden en die G e zangen is een tweede gedeelte toegevoegd , en daarin aan alle ons bekend geworden verzoek voldaan. Het Gebed (bladz. 153): He ili ge Mar t el aa r s , en de Hul de aan het H. Sak ra ment (bladz. 155), danken we aan de verpligtende welwillendheid van den Zeer Eerw. Pastoor C. J. van de Laar. Bij de Gezangen zijn bekende w ij z e n aangegeven ; M. beteekent de M e 1 o-diën, en N. M. de Nieuwe Melodiën, in het R. K. Jongens-Weeshuis te Tilburg gedrukt en alom verkrijgbaar. Het zal onnoodig zijn , te herinneren, dat men de Gezangen ook bij wijze van Geb ed kan gebruiken.

In de eerste uitgave herdachten we (bladz. 8 vv.), met welk eene geestdrift de Feestdag onzer Gorkumsche

-ocr page 12-

VOOKBEKIGT.

Martelaren in 1867 te Brielle gevierd werd; we teekenen nu op, dat die 9e Julij en volgende dagen in 1868 , ook om den toen verleenden aflaat, door een toevloed van duizenden pelgrims en door den grootsten feest-luister verheerlijkt is. Dezelfde gunst van een vollen aflaat zal nu, naar we vernemen, voor altijd op het Feest onzer Martelaren en verdere dagen aangevraagd en, zooals men vertrouwt, welwillend verleend worden. Het moge dan de godsvrucht onzer geloovigen te meer aanzetten , om op het graf zelf onzer Martelaren te komen hidden; wat overigens reeds sedert een geruimen tijd vrijelijk geschieden kan.

Ééne opmerking, beminde Lezer, willen we gaarne uwer aandacht voorhouden. Eeeds in de eerste uitgave dezer Oefeningen deden we in de Gebeden en de Gezangen uitkomen, dat onze Gorkumsohe Martelaars bijzondere voorsprekers zijn, om van God, hetzij voor ons zei ven of voor anderen, een zaligen dood te verwerven. Dit echter wenschen we , door den ijver onzer geloovigen opgewekt, met een enkel woord nader aan te dringen.

Ligt is het te begrijpen, dat onze Martelaars eigenaardige beschermers zijn in het uur van den dood, omdat zij zeiven niet door één dood slechts, maar als door menigen dood en doodsangst zijn heengegaan. Immers de meesten hunner verkeerden dertiendagen lang elk oogenblik in doodsgevaar; uren lang hadden velen hunner den smadelijksten dood van nabij voor hunne oogen, toen zij het galgevonnis aan hunne medebroeders zagen voltrekken; terwijl enkelen hunner, ook ua het voltrokken vonnis , nog zoo smartelijk lang in

VIII

-ocr page 13-

VOORBERIGT.

IX

dien toestand gezieltoogd hebben. Daarbij zagen onze Martelaars den gedurig bun voorgehouden dood onder allerlei gedaanten en verschrikkingen , onder allerlei bedreigingen en mishandelingen, onder allerlei smaad en hoon ; onder folteringen van het ligcbaam, en niet minder onder onzeggelijke zielesmarten, hun door den afval van parochianen, verwanten, ja van enkele medebroeders , die eerst met hen leden , veroorzaakt. De dood, verder, stond als vóór hen op allerlei plaats : dadelijk in het kasteel; in de kerkers, op het schip , bij de schandgalg eerst buiten en weder binnen den Briel, op de straten en voor den bloedraad aldaar. De dood ook vertoonde zich op velerlei wijze : uu als op ééns, bij lot of schot, door dolk en slagtmes , door knjgshamer of hellebaard ; dan weder door langdurige pjjnigiug en menigvuldige verwonding, waaraan zij nog-tans niet bezweken , gelijk het inzonderheid met den H. Gardiaan Nicolaus en zijnen Vicarius Hieronymus , met den Pastoor en Onderpastoor van Gorkam, de HH. Leonardns en Nicolaus, geschied is. En wijl zij door Gods genade in dit alles met zooveel heldenmoed hebben overwonnen, zijn zij ons — want naar het lijden is het loon — tot bijzondere beschermers voor het uur des doods gegeven. Onze geloovigen hebben dit als van zelf gevoeld en er ook naar gedaan. Gelijk men weleer, al spoedig na den gloriedood onzer Geloofshelden, in stilte op hun graf hunne hulp bij doodsgevaren ging inroepen : zoo doet men het; ook thans. Zelfs vrouwen gingen er, en soms geheel alleen, een zalig uiteinde voor dierbare echtgenooten afsmeeken, en mogten er zulke schoone gunsten verwerven. Ouders gingen er

-ocr page 14-

VOORBERIGT.

voor hunne kinderen , kinderen voor ouders, broeders of zusters voor elkaar , of voor medeleden van het gezin , vol vertrouwen bidden , en zij deden hetniet te vergeefs. Of konde men het graf zelf niet bezoeken, men hield voor hetzelfde einde eene Novene, en bad, als men kon, bij eene relikwie onzer Heiligen; ware het ons vergund, wij zouden treffende vertroostingeu mededeelen , welke door zoodanige inroeping van onze verheerlijkte broeders verkregen zijn. Van daar ook , dat we nu, buiten de verlangde Gebeden voor 'smorgens, 's avonds, bij de H. Mis , voor Biecht en Communie , bij het H. Sakra-ment, en voor enkele bijzondere omstandigheden , nog eenige oefeningen voor een zalig sterfuur aangeboden hebben.

Gebruik dan, waarde Lezer, deze vermeerderde Oefeningen met veel godsvrucht en vrucht; en gelief ook mij aan onze geliefde Martelaren aan te bevelen. Wederkeerig zal ik u gedenken.

Seminarie Warmond, P. v. d. P., Pr.

Pinksterfeest, 1 86 9.

X

-ocr page 15-

INHOUD.

Bladz.

Yoorberigt bij den derden druk. Yoorberigt bij den tweeden druk.

INLEIDING.

1. Onderrigt over de volgende Novenen

2. Be 9e Julij 1867 te Brielle. . . .

v

vii

1

8

GESCHIEDENIS.

1. Levensschets der HTI. XIX Alarlelaien van Gorkum. IS

2. Hun lijden van den 27quot; tot den 30quot; .lunij. . . 25

NOVENEN.

eerste novene.

Naar de negen laatste lijdensdagen onzer Martelaars, van den 1quot; tot den 9quot; Julij.

Dingsdag, 1 Julij. — Zij lijden met ofTervaardigen

heldenmoed voor hun geloof.........33

Woensdag, 2 Julij. — Feest van Maria-Bezoek. — De H. Leonardus, vooral om zijne verheerlijking

van Maria, met allen ter dood gezocht.....36

Donderdag, 3 Julij. — Onze Martelaars zijn, in hunne ootmoedigheid , vol wantrouwen op zich zeiven , vol vertrouwen op God........39

Vrijdag,4 Julij.— Het kwaad verwint tot hooger goed. 41 Zaturdag, 5 Julij. — Vurige liefde van onze Martelaren voor het heil der zielen........43

-ocr page 16-

xii inhoud.

Bladz.

Zondag, 6 Julij. — Jammerlijke toestand der afvalligen van het geloof...........45

Maandag, 7 Julij. — Het veelvuldig en heldhaftig

lijden onzer Martelaren..........47

Dingsdag, 8 Julij. — Hun strijd tegen velerlei verleiding..................

Woensdag, 9 Julij. ■— Driedubbele overwinning,

over foltering, verleiding en afval.......57

tweede novene.

Op de geloofswaarheden, door onze Martelaars beleden, en de voorname deugden, door hen beoefend.

Eerste dag. Dingsdag. — Gebed vóór elke oefening...................

Dankbaarheid voor de genade des geloofs. ... 62 Tweede dag. Woensdag. — Dankbare liefde voor

onze Moeder de H. Kerk..........65

Derde dag. Donderdag. — Kinderlijke liefde voor

onzen H. Vader.............67

Vierde dag. Vrijdag. — IJver voor de zielen. . 70 \ijfde dag. Zaturdag. — Dikwerf en godvruchtig

biechten..................

Zesde dag. Zondag. — Levendig geloof in het

H. Sakrament................

Zevende dag. Maandag. — Godsvrucht totMaria. 77 Achtste dag. Dingsdag. — Geest van gebed. . 80 Negende dag. Woensdag. — De genade van volharding en een zaligen dood....... . 83

derde novene.

(Zie de Inleiding, bladz. 3.)

De Litanie der HH. Martelaren van Gorkum. . . 86

-ocr page 17-

INHOUD.

vierde: novene.

(Zie de Inleiding, bladz. 3.)

Negental gebeden van eereboete.....

VIJFDE NOVENE.

(Zie de Inleiding, bladz. 4.)

Gemakkelijke Novene voor diegenen welke niet

kunnen lezen..............9^

(Zie nog eene Novene, bladz. 120.)

GEBEDEN.

I.

1. De Lofzang T e D e u rn, met de verzen en gebeden. 99

2. Smeekgebed tot de H. Maagd. Salve Regina. 102

3. Gebed tot de Moeder van Smarten. Interveniat pro nobis..............103

4. Lof op den marteldood der HH. Apostelvorsten Petrus en Paulus. Ibi Neronis feritas. . 104

5. De Litanie van Alle Heiligen. (Met het Latijn.) 105

6. Kerkelijk gebed, bij de besproeijing van het volk met gewijd water, en bij ziekenbedieningon. Asperges. Zeer gevoegelijk als Huiszegen te gebruiken...............

7. Smeekgebed voor de Overledenen. De profun-dis.................

8. Gebed op het graf onzer HH. Martelaars. . . . 118

9. Gebeden, bij eene relikwie onzer Martelaren of ook op hun graf te gebruiken. (Mede dienstig voor eene Novene bij besmettelijke ziekte en alle behoefte.).............120

10. Gebeden voor onzen H. Vader den Paus. De Litanie van de H. Maagd Maria. (Met het Latijn.) llftt

XIII Bladz.

. 91

-ocr page 18-

INHOUD.

II.

Bladz.

11. Morgengebed............. ^27

12. Avondgebed..........

13. De Mis der HH. Martelaren van Gorkum. . .133

BIECHTGEBEDEN.

14. I. Vóór de Biecht...................]4,7

15. II. Andere oefening vóór de Biecht......147

16. Na de Biecht............ ^49

COMMUNIEGEBEDEN.

17. I. Vóór de H. Communie.........ISU

18. II. Andere voorbereiding tot de H. Communie. . 151

19. III. Andere oefening vóór de H. Communie. , . 152

20. Na de H. Communie.......... 453

BIJ HET ALLEBIIEILIGSTE SAKRAMENT ,

IN DE H. MIS, IN VESPERS, OF LOF.

21. Verschillende oefeningen.........454

22. Akten van eerherstel.......... ^55

23. Hulde aan het H. Sakrament, in vereeniging met onze Gorkumsche Martelaars.......155

GEBEDEN VOOR VERSCHILLENDE OMSTANDIGHEDEN.

24. Akte van onderwerping of berusting in Gods heiligen wil, als ons gebed geene verhooring schijnt te vinden............158

25. Bij verhooring van gebed.........I59

26. Gebed van ouders of oversten voor kinderen , of

de hun toevertrouwde jeugd........-150

27. Gebed voor kweekelingen van het Heiligdom ,

of die het wenschen te worden.......160

28. Gebeden om een zaligen dood voor ons zeiven of voor anderen. (Zie het Voorberigt, bl. vin tot x.).................

XIV

-ocr page 19-

INHOUD.

GEZANGEN.

I. Blach. I. Lollied aan de Moeder van barmhartigheid.

SalveRegina..........163

II. Kerkhymne van de HH. Apostelen Petrus en

Paulus. Decoralux........'164

III. Jubellied op het XVIIIC Eeuwfeest van den

marteldood der HH. Apostelen Petrus en Paulus, dag der Heiligverklaring onzer Gorkumsche Martelaars, in 1867. . . . 165

IV. Kerkhymne van Alle Heiligen. — PIacare,

Christe,servulis........'167

V. Jubellied aan de HH. Martelaren van Gorkum. 168 VI. Lofzang aan de HH. Martelaren van Gorkum. 169 VII. Smeekzang tot de HH. Martelaars van Gorkum. -171 VIII. Pelgrimslied ter eere der HH. Martelaars van

Gorkum. . . ..........

IX. Eereboete-lied............''75

II.

X. Morgenlied. Jamlucisortosidere. .177

XI. Avondlied. Te 1 u c is ante t e r m i n u m. 178

XII. Danklied na de H. Mis....... .178

XIII. Akte van Geloof, Hoop, Liefde en Berou-.v. 179

XIV. Jesus' zoete gedachtenis. Jesu dulcis

m e m o r i a............

XV. Akten vóór de H. Conriinunie......18*2

XVI. Akten na de H. Communie.......quot;183

XVII. Kerkhymne van het H. Sakrament. Verbum

s u p e r n u m. Vóór of na de H, Communie, of bij het Allerheiligste........184

XVIII. Lofzang aan het H. Sakrament......185

XIX. Op St. Pieters-Stoel te Rome. Quodcumque

XV

-ocr page 20-

XVI INHOUD.

filadz.

XX. Klaagzang tot de Engelen en Heiligen in den hemel. Teedere verzuchtingen eener naar haren Bruidegom versmachtende ziel. 188 XXI, Smeeklied tot onze HH. Martelaars, als

onze geliefde Beschermers. . . . 190 XXII. Smeekzang tot onze Gorkumsche Martelaars,

als Patroonheiligen.......191

XXIII. Kerkhymne op HH. Martelaars. Bex glo-

riose Martyrum.........193

XXIV. Kerklied op HH. Martelaars. Sanctorum

meritis............193

XXV. Kerkhymne op een Martelaar. Deus tuo-

rummilitum..........195

III.

XXVI. Lied op onze Bedevaart........196

XXVII. Bij het naderen van den Briel.....198

XXVIII. Lof- en Smeeklied op het graf onzer HH.

Martelaren............200

XXIX. Smeeklied tot onze Gorkumsche Martelaars,

als Beschermheiligen voor een zaligen dood...........202

XXX. Nieuw Pelgrimslied op de HH. Martelaren

van Gorkum, bij de tenleerstukverklaring

der onfeilbaarheid van den Paus, in 1870. 203

1.—9 Julij 1572......... 203

2.—18 Julij 1870......... 204

XXXI. Smeekzang tot onze Gorkumsche geloofshelden , bij het Derde Eeuwfeest van hun marteldood, in 1872....... 206

XXXII. Afscheidslied der Pelgrims.......207

Bl. 23 r. 16 v. b, lees : medepriester. m 78 „ 9 „ o. „ blijft, n 199 gt;gt; 13 b. „ In haar.

-ocr page 21-

IN L EI D I N G.

],. ONDERRIGT OVER DE VOLGENDE NOVENEN.

De Heiligen, Gods dienaren en vrienden, onze he-melsche broeders vereeren, is verheerlijken wie de Vader verheerlijkt (Jo. xn , 20), is Christus verheffen in zijne trouwe navolgers en wederbeelden (i Cor. xi, 1). En zij, van hun eigen heil verzekerd en voor het onze bezorgd, zij spreken voor ons; want ook dit is hunne glorie , dat hun gebed in den hemel, naar hunne verdiensten op aarde, niagt heeft bij God.

Van nature reeds trekken die verheerlijkte broeders ons aan, met wie wij ons in bijzondere gemeenschap gevoelen : zij , die onze eigene taal spraken, op onzen grond geboren zijn , of daar althans geleefd, gearbeid en den hemel verdiend hebben : de Heiligen van ons Vaderland. Te meer nog ontgloeit ons hart, wanneer zij uitstekende geloofshelden, glorierijke bloedgetuigen voor Christus en zijne Kerk geweest zijn ; wanneer wij daarenboven moeten erkennen, dat wij in ons vaderland zooveel aan hun toonbeeld en hunne voorspraak te danken hebben , en wij in ons midden het geloof en de godsvrucht zoo bij uitnemendheid juist omtrent die punten zien leven, waar-

1

-ocr page 22-

2

voor zij den marteldood hebbeu ondergaan. Onze .0E

Gorkumsche martelaren nu hebben inzonderheid voor si,

het H. Sakrament, voor Maria, voor den Paus en de de

H. Kerk gestreden en geleden ; men zie slechts rond : s0

hoe blaken hier de harten van liefde tot het Aller- ve

heiligste, tot Jesus' Moeder, tot onzen H. Vader, vc tot Jesus' Bruid , de H. Kerk!

't Is dan voor ons wel een pligt van erkentelijkheid hl

en ons geestelijk belang, dat wij onze heilige land- b£

genooten verheerlijken en ons hunne voorspraak po- b(

gen waardig te maken. Dit doen wij reeds, zoo in wij hun leven en lijden, hun roemrijken marteldood

voor het geloof dankbaar blijven gedenken; méér dj

echter vereeren wij hen, en méér verdienen wij v

hunne broederlijke tusschenkomst, wanneer wij ons v«

hunne levens- en lijdensgeschiedenis eigen maken met d(

het doel, om hen , ieder naar onze roeping en staat, di

getrouw na te streven, en ten dien einde tevens g)

hunne verdiensten en voorbede bij God inroepen. k(

Met die gedachten voor oogen , hebben wij deze o

godvruchtige oefeningen ter eere van onze Gorkum- ac

sche martelaren bijeengebragt: novenen , gebeden, d(

gezangen; welke ons gedurig hunne daden en woorden ze

te binnen roepen. Daarom ook zijn eenige door hen t ( zeiven , of bij hunne marteling door anderen gebruikte gebeden hier opgenomen. Eene beknopte bekend-

making met onze geloofshelden gaat voorsi. g.

De eerste Novene volgt met den leu Julij verder 0)

bepaaldelijk de dagen van hun martelaarschap, en is zeer geschikt voor diegenen welke de negendaag-sche oefening op den 9en Julij zeiven, den feestdag

-ocr page 23-

3

onzer martelaren, hetzij te Brielle of te huis, willen sluiten. Van deze Novene is voor enkele dagen de oefening wel wat onevenredig lang; doch de geschiedenis bragt het zoo mede; en op zoodanig verschil zal de vrome vereerder onzer Martelaars, vooral bij eene Novene , niet zien.

In de t w e e d e Novene zijn de hoofdpunten vau hun leven en lijden weder zamengevat, doch in verband gebragt met de geloofswaarheden, door hen beleden, en met de voorname deugden, door hen in hun martelaarschap beoefend.

Eene derde Novene kan men houden, met enkel dagelijks de Litanie der HH. Martelaars van G o r k u m ') te bidden, waarin zij gezamentlijk verheerlijkt worden. Hoe neer er zich voor hetzelfde doel vereenigen , hoe beter, 't Is onnoodig te zeggen, dat men die Litanie mede zeer gepast op de pelgrimsreis en op het graf onzer Heiligen kan gebruiken. Ook de »Gebeden bij eene relikwie onzer Martelaren, of ook op hun grafquot;, achter in dit boekje onder de Gebeden te vinden , zijn in dienzelfden geest als de Litanie, en zeer dienstig voor eene Novene bijbesmet-telijke ziekten en alle behoeften.

Op die derde, meer algemeene Novene, volgt eene vierde van negen gebeden, welke men dagelijks , geheel of gedeeltelijk, bidt tot eereboete of eerherstel voor al hetgeen tegen den Heer

!) Deze Litanie is, door den Uitgever dezes, ook afzonderlijk tegen geringen prijs verkrijgbaar gesteld.

-ocr page 24-

4

in verschillende opzigteu of betvekkingen, bij het jei

martelaarschap onzer Heiligen , misdreven is. vai

Eindelijk geven we de manier aan voor eene vijfde sci]

Novene , welke iedereen, ook wie niet lezen kan en ]j

het hoort voorzeggen, gemakkelijk kan onthouden en jiej

houden. Die laatste oefening is bijzonder geschikt, jje

als men te bedevaart gaat naar den Briel en daar }ial

in stilte den martelweg volgt, langs welken onze ge- vo(

loofshelden kort na middernacht, op den 9en Julij 1572, (Jej

naar den galgedood zijn voortgedreven. ovi

En dit brengt ons tot het punt, waarop wij vooral Vm

de aandacht wenschen te vestigen. wjj

Houdt men gewoonlijk eene Novene, om eenige aa: geestelijke of tijdelijke gunst te verwerven: men kan

het met deze oefeningen tevens of ook alleen doen i0f in een geest van e e r e b o e t e of eerherstel.

Xiet slechts toch als Katholieken, maar ook als Ne- onl

derlanders, hebben wij eerherstel te brengen voor ier

hetgeen in Nederland jegens Nederlandsche Heiligen, ee] jegens de Kerk en haar zigtbaar Hoofd , jegens hare

leer, geheimen en plegtigheden, jegens de H. Moe- sn] dermaagd, en in dit alles tegen Jesus zeiven mis-

dreven is. Gij vindt al die versmadingen in de lij- ac!

densgeschiedenis van onze Gorkumsche martelaren 1-e]

opgeteekend; maar gelief het toch eens wél op te wi

merken, godvruchtige Lezer! wat er al bespot, ver- tic

gnisd en ontheiligd, en alzoo door ons te herstellen » j

is. Christus zelf onmiddellijk gesmaad in het H. xx Sakrament, en in 't onbloedig offer der H. Mis;

Christus gesmaad in zijne Moeder, in zijnen eersten si(

Plaatsbekleeder den H. Petrus, in diens medeapostel vo

-ocr page 25-

O

bet den H. Paulus , in al zijne Heiligen en liuune magt van voorspraak ; Christus gesmaad in onze Gorkum-

'de sohe martelaren, priesters en kloosterlingen ; in zijnen

en H. Stedehouder den Paus; Christus gesmaad in zijn

i en heilig kruis , in de ligchamen en overblijfselen zijner

kt, Heiligen; gesmaad in zijne Bruid de H. Kerk met

iar lial.e magt en gezag , hare leer en genademiddelen,

ï6quot; vooral in de H. Biecht en Communie; in hare gebo-

72, den , zooals het vasten; iu hare gebeden voor de overledenen ; in hare eeredienst, plegtigheden en ge-

ral bruikeu , zooals de besproeijing van het volk met gewijd water. Bijzonder valt het in het oog, hoe er

ige aanhoudend , door woord en daad , gespot is met de

[an kerkelijke processiën , met bedevaarten, eu ge-

gt;ei1 loften van bedevaarten.

el. Met de meeste godsvrucht derhalve willen wij aan ^e- onzen God en Heer Jesus Christus , in al die verschil-)or lende betrekkingen tot de zijnen en zijne Kerk, eenig en, eerherstel aanbieden; en dit te gelijk tot een zoenge-are bed opdragen voor allen die Hem op dezelfde wijze oe- smaden ; of thans, op nog andere wijze helaas! door 'is- algeheele verloochening van zijne godheid en zijn waar-li)- achtig middelaarschap , als den Zaligmaker der wei-en ^eld verstooten , en o gruwel! door allen verstoeten te willen hebben; als zochten zij deze zijne zoo pleger- tige betuiging te logenstraifen : » Zie , Ik ben met u len » al de dagen tot de voleinding der eeuw.quot; (Mt. H. xxxviii, 20.)

is ; Wat uu bepaaldelijk de zooeven genoemde procesten sie eu bedevaart betreft: is het niet opmerkelijk, itel vooreerst, dat er onder onze geloovigen altijd zulk

-ocr page 26-

6

eene godsvrucht voor processie en bedevaart is ge- E(

weest. Iu stilte gingen er al zeer spoedig naar de ei

martelplaats onzer Heiligen even buiten den Briel, om st

ddar op hun graf zelf hunne voorspraak in te roepen. ra

Kon men echter hier te lande het genot niet hebben h(

van eene openbare bedevaart en processie : hoe velen D

gingen het met geene geringe opoffering elders en verre al

zoeken , bijv. in het geliefde Kevelaar. En hoe gaarne 01

en hoe godvruchtig men plegtige procession in onze ki

kerken bijwoont, dat kunnen wij allen zeiven getui- s

gen. Is het niet opmerkelijk, ten andere, hoe de v;

Heer er behagen in schijnt te nemen , dat de geloo- 13;

vigen , die door de voorspraak van onze Gorkumsche j,

martelaren eenige gunst wenschen te verkrijgen, hun g,

smeekgebed ook aandringen door de gelofte eener be- sj

devaart naar hun graf; of zich althans op eenige jj wijze in naauwere gemeenschap stellen met hunne

heilige overblijfselen, of met hunne anders zoo een- c

zame rustplaats; gelijk men het ook doet door het j;

gebruik van het water uit de H. Put, vlak aan de n

plek van hun folterdood en graf gelegen. Wekt het ^

voor den geloovige reeds daardoor zulke dierbare her- p

inneringen : nog te meer , wijl, naar eene bestendige g

overlevering, het H. Sakrament in die dagen der ver- v volging in diezelfde waterkom zou geworpen zijn.

De even geleerde als vrome Estius , die de G e- j.

schiedenis onzer martelaren schreef, deed bij eene ^

langdurige en smartelijke ziekte met verscheurende j-

pijnen in de ingewanden , de gelofte , dat hij, zoodra ^

het veilig konde geschieden, hunne martelplaats zou ^ bezoeken, en hij erlangde zijne gezondheid weder. —

-ocr page 27-

Een Katholiek uit den Briel, die hevig aan het voeteuvel leed, kon ter naauwernood naar hunne grafstede voortkruipen , bad ootmoedig tot Hem die de martelaars daar ter plaatse had gekroond, en keerde hersteld, God dankende, naar zijne woning terug. — De twee oogenblikkelijke en algeheele genezingen van allerergste breuklijders, welke bij de zaligverklaring onzer martelaren 1) als onbetwistbare wonderen erkend zijn, hadden plaats bij eene plegtige processie met hunne relikwiën; en ook ter vervulling van gedane gelofte werd die processie door hen bijgewoond. Voor den eene, een kind van zes jaren, Joannes Dierckx geheeten. had de vader de gelofte gedaan; hij droeg het ongelukkige kind ter processie , en het was op eens en volkomen genezen. Dit had plaats te Brussel, den 18en October 1G18; op welken dag ook ter zelfder stede na die plegtige processie eene daar woedende pestziekte geheel ophield. De andere, een diaken en Benedictijner kloosterling, met name Egidius Tilman, vond zijne gelukkige genezing op den 22en October 1(319 in het thans onder Frankrijk behoorende Le Quesnoy ; waar hij, en uit godsvrucht geheel nuchter, de processie ging bijwonen en ook dadelijk herstelde.

Zoo zijn er een aantal voorb eelden van vroeger en later tijd , waarin spraak is van gelofte, om de martelaren, hetzij op hun graf zelf, of althans bij eene processie met hunne overblijfselen te vereeren en aan te roepen. Zeer treffende verhooringen zijn er betuigd ten opzigte van vrouwen'iu hoogst moeijelijken , ja

*) Door Paus Clemens X , op den 24en November 1675.

-ocr page 28-

hopeloozen arbeid, voor wie echtgenoot of kind of kc

andere betrekkingen eeue bedevaart naar den Briel be- or

loofden, of wel dadelijk begonnen, en waarop de ver- gi wonderlijkste uitredding volgde, met behoud van

moeder en kind beiden. Nogtans zijn er niet weinig ta

gebedsvervullingen enkel op liet godvruchtig aanroe- na

pen dier verheerlijkte dienaren van God verkregen , d(

vooral door het houden en h e r h a a 1 d e houden van -ze

eene Novene hun ter eer, hetzij dan met of zon- Zi

der het gebruik van het water uit de H. Martelaars- gi

put. Al duidelijker openbaart zich thans diezelfde v.

godsvrucht om naar die dierbare grafstede ter bede- n(

vaart te gaan ; en dit niet slechts bij enkele personen, ir

die er afzonderlijk in stilte door het jaar heentrok- w

ken: maar eene gansche menigte vau geloovigen zagen g

wij in den Briel vereenigd, toen daar, voor de eerste v

maal na de heiligverklaring onzer Geloofshelden, hun u

feestdag werd gevierd. Men zal het zeker niet onge- d past vinden , dat wij er eenige bijzonderheden van vermelden.

2. DE 9® JULIJ 1867 TE BRIELLE. n,

Het was van het geloof onzer Katholieken te wach- «

ten, dat zij met deze gelegenheid eene bijzondere hulde l,(

aan onze verheerlijkte Bloedgetuigen zouden brengen, 'k'

en hen op de plaats zelve van hunnen marteldood Z(

wilden vereeren en aanroepen. Reeds was men sedert d

enkele jaren met een klein getal, dat echter telkens 11

toenam, begonnen, den 9en Julij te Brielle zelf te gaan ^

vieren; en te meer opgewekt vond men zich aldaar, b

sedert men zeer bepaald en met alle zekerheid n

-ocr page 29-

9

kon zeggen: Daar is de gewijde plek, waar in 1572 ons heldhaftig Negentiental ter dood gemarteld eu begraven werd

Op den vooravond van dat feest zag men een aantal pelgrims uit verschillende gedeelten van ons land naar Brielle heentrekken, en niet zonder velerlei aandoening lagen daar dien s.vond een elftal priesters te -zamen in stilte op die heilige martelplek te bidden. Zulk een aantal priesters is daar wel nooit vereenigd geweest, en zóóveel offeranden, als op den 9en Julij van dat jaar 1867 , zyn er in die kerk op één dag nooit opgedragen; zóóveel Katholieken, als er toen in en rondom de kerk waren, zijn daar in geen eeuwen bijeen geweest. Meer :lan zes honderd pelgrims, van heinde en verre gekomen, waren er toen vereenigd. Onder hen bevonden zich mannen , die uren ver blootvoets en nuchter hadden afgelegd, om daar hunne godsvrucht te houden. Het aantal pries-

') Die zekerheid, en bet bezil van hel hcilijj martelveld, hebben wij vooral aan den onvermoeidcn ijver van onzen ómbtge-noot, den WarmontUchcn hoogleeraar J. W. L. Smit te danken. — Gaal men langs tien tegenwoordigen en nn eénigen toegang de weide op, dan plaatse men zich, met den rug naardien wegen het aangezigt naar de stad, vlak naast de heilige Pm (ofovale, thans zeer begroeide waterkom, den vischvijver van het voormalige klooster St. Elisabeth Ten liugge;) maar men plaatse zich verder zo(3, dal men die Pul van zeer nabij aan zijne linkerhand heelt ; dan heeft men aan zijne regterhand den gewijden grond waar destijds dc turfschuur stond, hel tooneel van hunnen doodstrijd en triomf, en waar zij ook allen, naar hel beloop der twee balken, begraven zijn. 't Is thans omstreeks een half kwartier bulten de Zuidpoorl der stad , en tegenover die zijde , waal-men te water nu in de Nieuwe haven aankomt.

-ocr page 30-

10

ters klom dien morgen tot zeventien, juist zoo- hiu

veel als er onder de XIX Gorkumsche martelaars vlij

priester waren. en

't Is opgemerkt, hoe toen, door méér toevallige om- J

standigheden, de gedachte onwillekeurig tot het mar- sci

teljaar 1572 werd teruggevoerd. De lange hoofd- bri

straat, vol uitziende nieuwsgierigen, bij het opgaan dei

van^zooveel priesters en Katholieken ; de uitgespan- tijc

nen scheepszeilen achter de te kleine kerk , waar- ter

onder de geloovigen nederzaten; de soldaten, die digt dei bij den martelweg voor tijdverdrijf lagen te dobbe- . op

len; de onkatholieke huurder van het martelaarsland, bvi

die aan den ingang van de pelgrims eenige schade- op

loosstelling ontving; engelachtige kinderen, die met scl

moeder of vader daar op het graf allerliefst lagen te da

bidden : het deed als van zelf, door eenige verre over- w(

eenkomst, denken aan hetgeen daar op die plek zelve de

tegen onze martelaren ook door kinderen was mis- ni(

daan '); aan hetgeen tegen hen te Brielle bij hunne M(

intrede 2), te Dordrecht met het uitgespannen zeil mi

op het schip 3), te Gorkum in den kerker met de dob - hu

belsteenen 4) is geschied. En wat heeft de opgewekte acl

geest toen al niet meer teruggeroepen en vergeleken !... de

Ter eere van de burgerij en het stedelijk Bestuur

van den Briel zij hier openlijk met allen dank be- ba

tnigd , dat er dien dag hoegenaamd niets is geweest, H(

wat de Katholieken ook maar eenigzins heeft kunnen da

') Zie lt;le Eerste Novene, op Woensdag, !) Julij , aan ge

het einde. ^

2) Zie in de Eerste Novene, op Maandag, 7 Julij.

3) Zie dezelfde Eerste Novene, op Zondag, 0 Julij.

4) Zie hel begin der Eerste Novene, op Dingsdag, 1 Julij,,

-ocr page 31-

11

0- hinderen; integendeel: algemeen heeft men zich berg vlijtigd , om de vele pelgrims vriendelijk te bejegenen,

en het hun onder alle opzigten genoegelijk te maken. a. Maar ook de pelgrims zeiven hebben met alle be-

r- scheidenheid van de daar gevonden gastvrijheid ge-

1- brnik gemaakt. en zich wijselijk vau al wat hin-,n deren kon, onthouden. Men zag hen , buiten den i- tijd der kerkelijke diensten, bij kleinere en groo-igt; tere groepen, zoo innig gelukkig ter stad uitteert den ; dan zwijgend en biddend den martelweg opgaan ; e- . op de heilige plek in stilte hunne godsvrucht vol-J, brengen, of zacht te zamen bidden ; bloemen plukken

op het graf of rondom de H. Put, en er water uit 3t scheppen. Dan ging men in de kleine kapel van het

;e daar digtbij gelegen huis Ten Rugge, ook een klooster

f. weleer, een tijdlang bidden , en keerde langs een an-

re der pad naar de stad terug , maar zóó gesticht, dat

s. menigeen dien weg meer dan eens heeft gemaakt.

Le Met blijkbare aandoening werden na de plegtige Hoog ■

iil mis de relikwiën der Martelaars vereerd, en lofliederen

)- hun ter eere gezongen; 's namiddags is, na deover-

e schoon e feestrede , de processie in de kerk met

de treffendste godsvrucht gehouden.

ir Zoo was de eerste groote , wel stille en toch open-

j- bare bedevaart naar de graven onzer geloofshelden,

t, Het was aan allen eu aan alles te zien, dat men zich

n daar , op dien 9en Jnlij , onder een hoogeren invloed

n gevoelde. Dat diep-innige zielsgenot, die wonderbare

genoegelijkheid en vredigheid, ja, dat zalig gevoel, wat men toen smaakte en lang daarna nog zoo levendig voor zich heeft: het laat zich niet in woorden

-ocr page 32-

uitdrukken; wie met ons daar zoo één van hart en één van ziel te zamen waren , zij moesten het allen om strijd getuigen. Wij verlustigden ons niet enkel in eene broederlijke gemeenschap ouder ons; maar het was ons , of wij van nabij met onze verheerlijkte broeders hadden gesproken en verkeerd. Ook hebben wij hooggeplaatste geestelijken en leeken, die er later voor zich te bedevaart waren gegaan , hoo-ren verklaren , dat het hun daar, vooral op het graf, zóó wél, zoo genoegelijk was geweest, dat zij er niet dan met moeite van konden scheiden en er nog eens wenschten heen te gaan ; een woord, dat ook aan ons en velen op dien gelukkigen Oen .Tulij is ontsnapt.

Wij vermelden hier nog, dat onze H. Vader Pins [X voor altijd een aflaat van zeven jaren en zevenmaal veertig dagen heeft verleend aan alle geloovigen welke op dien dag het graf ouzer Gorkumsche Martelaars bezoeken.

Elk Katholiek verheugt zich met ons over het aanvankelijk eerherstel, ook hiermede aan God en zijne Heiligen gebragt. Moge de zegenrijke godsvrucht jegens onze geliefde Martelaren met den dag in ons midden en allerwegen toenemen; moge , bij hetgeen reeds anderen zoo ijvei'ig deden, ook deze geringe arbeid hun ter eer , er iets toe bijdragen, en voor ons, voor u en mij , godvruchtige Lezer! en voor al de onzen, hunne broederlijke voorspraak verzekeren én nu én in het uur van onzen dood.

Seminarie Warmond,

.S t. Petrus-Stoel te Rome,

1 8 G 8.

P. VAN DER PLOEG, Pr.

-ocr page 33-

GESCHIEDENIS.

1. LEVENSSCHETS DER HH. XIX MARTELAREN VAN GORKUM.

Ofschoon onze Negentien geloofshelden digt bij de stad den Briel ter dood gebragt zijn , worden zij altijd de Martelaars van Gorkum genoemd ; vooreerst, omdat v ij f t i e n hunner in Gorkum woonden en gekerkerd zijn; ten andere , wijl zij meerendeels daar ter plaatse de meeste dagen , namelijk van middernacht 27 Junij tot den G Julij in den voornacht, geleden hebben , en eerst toen over Dordrecht naar den Briel gevoerd zijn.

Elf dezer martelaren behoorden tot de orde dei-Minderbroeders ; twee tot de orde van Premonstreit; één tot die der Predikheeren ; é é n was Regulier Kanunnik van den H. Augustinus; vier waren wereldgeestelijken. Behalve de twee leekebroeders onder de Pranciskanen , waren allen , en dus zeventien, priester.

Wij stellen hunne namen in die orde als ze ge-

-ocr page 34-

14

woonlijk worden opgegeven en deelen van eiken Hei- den

lige enkele bijzonderheden mede. 2.

1. De H. Nicolads Piek, het beminnelijke hoofd Hib;

der Minderbroeders, werd in 1534 te Gorkum gebo- oms

ren, deed zijne studiën te Leuven , arbeidde op ver- H.

schillende plaatsen met veel zegen, en werd, om het

zijne uitnemende deugden, tot Gardiaan verkozen van alle

het Minderbroeders-klooster te Gorkum. Hij had, bij voll

zijne diepe nederigheid en groote zuiverheid van ze- men

den , eene bijzondere liefde tot de armoede en ver- r a (

sterving. Hij was alijd even opgeruimd en plagt te het

zeggen: »Men moet Godblijmoedigdie- zone

n e n.quot; Met zijn innemend uiterlijk paarde hij eene van

eerbiedwekkende waardigheid en vastheid van ka- moe

rakter; hij was anders van een uiterst teêr ligchaams- lige

gestel; wat zijne onverschrokkenheid in het lijden de

nog te meer doet bewonderen. Welk een zielsver- voh

driet voor hem, dat twee eigen broeders van de 3,

voorvaderlijke godsdienst afvielen, en hij hen niet van

tot de Kerk kon terugbrengen. Zooveel te ijveriger gel«

versterkte hij anderen in het geloof, gelijk hij nog zien

in zijne voorlaatste preek met alle vuur Jesus' waar- Hij

achtige tegenwoordigheid in het H. Sakrament ver- iign

dedigde. Zijne vervolgers zeiven erkenden, dat hij stre:

gestorven is , omdat hij den Paus niet wilde verloo- beja

ohenen; de H. Nioolaus heeft derhalve, ook naar hun Agn

getuigenis, voor een leerstuk des geloofs , voor de alle

opperhoofdigheid van Christus' Stedehouder, den mar- 4.

teldood ondergaan. — Wat pogingen men ook aan- naai

wendde, de bezorgde Gardiaan wilde , in zijne vaquot; ^cl1

derlijke liefde tot de zijnen , niet van hen geschei- toe.

-ocr page 35-

den worden , en bemoedigde hen tot het einde toe.

2. Zoo deed ook zijn waardige Vicarius, de H. Hieronymus , te Weert in Limburg geboren, en toen omstreeks 50 jaren oud. Hij had als pelgrim het H. Land bezocht, en verbleef daar eenigen tijd in het Minderbroeders-klooster bij Jerusalem. Hij was in alles een voorbeeldig kloosterling, en een allerstiptst volbrenger van de bevelen zijner oversten. Waar men hem ook henen zond, hij noemde het zijn » p a-r a d ij squot;, wijl die plaats hem om de gehoorzaamheid het allerliefelijkste was. God verleende hem eene bijzondere magt over de kwellingen en begoochelingen van den helschen vijand. Zacht en zuiver van gemoed , gemakkelijk in den omgang, bezat onze Heilige zulk eene lieftalligheid, dat hij niet zijne rede de harten boog zooals hij wilde , en velen tot een volmaakter leven opleidde.

3. De H. Tiieodokicüs , of Theodouus van Emden , van Amersfoort geboortig, was even godvruchtig als geleerd, en wilde, ook als priester, van geene aanzienlijke bedieningen of hooga waardigheden weten. Hij verlangde met den H. Franciscus den armen Zaligmaker te volgen , en hield zich stiptelijk aan de strengere regeltucht zijner orde. Hij was reeds zeer bejaard, en Rector der Franciskanessen in het St. Agnes-klooster te Gorkum; welke bediening hij met alle zorgzaamheid en heiligheid vervulde.

4. De H. Nicasius Janssen , van Heze genoemd naar zijne geboorteplaats in Noord-Brabant, legde zich uit alle kracht op de evangelische volmaaktheid toe. Hij was bijzonder ervaren in de H. Schrift,

-ocr page 36-

16

welke hij voor een groot gedeelte van buiten kende. Zijn geestelijke raad en troost was zeer gezocht; altijd had hij plaatsen uit de Schrift, uit de Vaders en de levens der Heiligen bij de hand, om er zijne woorden mede aan te dringen. Hij vertaalde verschillende godvruchtige werkjes uit het Latijn en deelde die mildelijk uit. De H. Nicasius had de vervolging der Katholieken voorspeld en er zich op voorbereid ; in zijn langdurig martelaarschap toonde hij eene ongestoorde kalmte, een onafgebroken ijver iu het gebed, en eene groote zorg om de jongere of zwakkere broeders te versterken. Hij was omstreeks vijftig jaren oud.

5. De H. Wille had us of Wilhadus, een Deen van geboorte, verre de oudste der Gorkumsche Martelaars , was een negentigjarige grijsaard , lang van gestalte en mager als een geraamte. Om de woedende geloofsvervolging uit zijn vaderland Denemarken uaar Holland gevlugt, werd hij door zijne ordebroeders te Gorkum opgenomen, waar hij onze taal leerde, en een innig vereerd biechtvader was. Men stichtte zich aan zijne groote eenvoudigheid en zuiverheid van zeden, zijue spaarzaamheid in het spreken, en zijn geest des gebeds. Vroeg men hem, dat hij voor de rust der Kerk zou bidden ; igt;Dat doe ikquot; , was zijn antwoord , » onafgebroken dag en nacht.quot; Al den tijd zijner gevangenschap bad de stokoude man met Nicasius te zameu , schier aanhoudend ter aarde geknield , en zoo opgeruimd en zoo gerust, of de dood niet elk oogenblik dreigde.

6. De H. Godefridus , van Mervel, een dorp bij

-ocr page 37-

17

St. ïruye, was koster en bewaarder van al hetgeen tot de kerkelijke dienst behoorde. Den tijd die hem van zijne geestelijke bediening overschoot, gebruikte hij gaarne om prentjes van onzen Heer en zijne Heiligen te drukken en te kleuren, welke hij dan aan godvruchtige personen uitdeelde.

7. De H. Antoniüs , evenals de H. Hieronymus, te AVeert geboren, was een trouw prediker van Gods woord, trok onvermoeid van dorp tot dorp , en zamelde tevens het noodige onderhoud voor zijne broeders in. Bij het vrij harde leven dat hij leidde , was hij altijd even opgeruimd van gemoed. In zijne laatste preek maande hij de geloovigen nog bijzonder tot het gebed aan. »Zoo ooitsprak hij], » dan moet men » God mi allerdringendst bidden ; want het zwaard is » op de borst, de bijl is aan den wortel van den »boom gezet!quot; waarmede hij de op handen zijnde vervolging aanduidde.

8. De andere H. Pater Antonius was te Hoornaer, een dorp bij Gorkum , uit arme maar door en door Katholieke ouders geboren. Hij preekte met veel vrucht; zijne woorden vonden te gereeder ingang , wijl zijn eigen leven er geheel aan beantwoordde.

9. De H. Fkanciscus de Roy of de Roye , van Brussel geboortig , was nog niet lang priester. Vooral de twee laatste jaren had hij zich uit alle kracht op de studie der H. Schrift toegelegd, en zich met haren heiligen inhoud zoo vertrouwd gemaakt, dat hij reeds in zijne eerste preken uitnemend slaagde en groote verwachtingen voor de toekomst wekte.

10. De H. Petrus, van Assche , eene nietonaan-

2

-ocr page 38-

18

zienlijke plaats in Zuid-Brabant, was leekebroeder en had zijne geloften gedaan. Hij zorgde trouw en ijverig voor de tijdelijke benoodigdheden der broeders.

11. De H. Cornelius, van Wijk-bij-Duurstede, insgelijks leekebroeder , was met de dagelijkscbe dienst der broeders belast. Hij muntte uit door zijne goedhartigheid en zijne eenvoudige en volvaardige gehoorzaamheid.

Na dit heilig elftal der Minderbroeders , laten wij de vie r Martelaars volgen, welke ook dadelijk te Gorkum gevangen werden gehouden; dan vermelden wij de overige vier, die eerst later met dit heldhaftig vijftiental vereenigd zijn.

12. Do H. Leonardus Veciiel , Kanunnik, en oudste Pastoor van Gorkum , werd te 's Hertogenbosch geboren. Hij was een uitstekend godgeleerde en uitnemeud prediker, zoodat hij, tot Pastoor van Gorkum benoemd , welhaast in groot aanzien stond, zoo door zijne grondige wetenschap en zeldzame wolsprekendheid , als door zijne zuiverheid van leven-Zijne faam drong tot de omliggende plaatsen door , en vele afvalligen en afgedwaalden keerden tot de Kerk terug; vele wankelenden werden in het geloof versterkt en bevestigd. Vlug en gevat en onverwon-nen in het redetwisten , beschaamde hij de dwaalleeraars , die zich met hem niet meer durfden meten. Daarbij was hij een man van ondervinding, in den omgang zeer bescheiden en innemend , met zijne minzaamheid tevens eene groote achtbaarheid parend. Hoogst milddadig was hij jegens de armen , onvermoeid in zijne herderlijke zorg voor de zieken en

-ocr page 39-

19

de zondaren, die hij . als woorden niet baatten, op zijne knieën smeekte, dat zij toch hunne ziel zouden redden. De H Leonardus had bij al zijne zachtaardigheid een onverschrokken gemoed. Op een zondag zag hij de kerk vol nieuwgezinden en afvalligen, en de meesten met wapens onder hunne kleederen, om hem schrik aan te jagen. Na een vurig gebed tot God, beklom hij den predikstoel, en ofschoon hij niet dacht, er levend af te zullen komen , sprak hij van het begin tot het einde even onvervaard , toonde de waarheid van de Katholieke leer en weerlegde de opwerpingen van hare bestrijders. —

Intusschen namen de vijanden der Kerk iu aantal en stoutheid toe , zoodat de zuster van Pastoor Leonardus , en anderen met haar , hem door allerlei middelen zochten te overreden, dat hij het dreigende gevaar zoude ontwijken. » De goede herderquot;, was zijn antwoord , » geeft zijn leven voor zijne scha-» pen , en juist in het gevaar moet een vader bij zij-» ne kinderen wezen.quot; Dezelfde onverschrokkenheid heeft de H. Leonardus bij zijne marteling getoond; hij was toen omstreeks vijf en veertig jaren oud.

13. De H. Nicolaus Janssen , genaamd Poitel , uit Welde, een dorp in de Belgische Kempen , was Kanunnik, en tweede Pastoor van Gorkum. Ook hij was een degelijk en bezield prediker, hoewel minder welsprekend dan Pastoor Leonardus. Onvermoeid was hij in allen arbeid , en vooral in het onderwijzen van de kinderen. Om zijn aanhoudend zwoegen noemde men hem »h e t slaafjequot;, en dan was

-ocr page 40-

zijn gewone woord : «Hij slaaft wél die in God •-slaaf t.quot; — Bij het altijd toenemend gevaar van den kant der nieuwgezinden, kwam de vader van onzen Nioolaus zijnen zoon smeeken, en op allerlei wijze bij hem aanhouden , dat hij hunne woede ont-vlugten en zich naar zijne geboorteplaats begeven zou. Doch de H. Nioolaus hield zijnen vader voor , wat een herder voor zijne schapen moet wezen , en hoe Christus sprak : » Wie vader of moeder meer be-» mint dan Mij, is Mijner niet waardig.quot; — Met de meeste zorg waakte hij voor de veiligheid en de vereering van het H. Sakrament. Vermoedde hij gevaar^ dan bragt hij Het eiken avond in stilte naar het huis van den godvruchtigen Hessel Estius; hij mogt Jestis dan ook door eene bijzondere belijdenis van dit groote geloofsgeheim verheerlijken, en wordt daarom met een remonstrans in de hand afgebeeld. Toen hij zich op den laatsten dag in zijn beste gewaad naar het kasteel begaf, zeide iemand tot hem : » Mij dunkt, » mijnheer Pastoor! dat gij ter bruiloft gaat.quot; »In-» derdaadwas zijn antwoord, » zoo ben ik gezind ; »mogt ik voor het Katholieke geloof mijn bloed »storten!quot; God heeft zijnen wensch vervuld; hij telde toen nagenoeg veertig jaren , waarvan hij er veertien te Gorkum had gearbeid.

14. De H. Godefridus , genaamd van Düynen , van Gorkum geboortig, legde zich te Parijs op de vrije kunsten en niet minder op een godvruchtigen wandel toe ; hij leefde als een kluizenaar. Niet dan met veel moeite bewilligde hij er in, om het heilig priesterschap te ontvangen; wat hij altijd uit nede-

-ocr page 41-

21

vigheid had geweigerd. Doch hij dacht zoo diep over de verhevenheid van dat ambt en over zijne onwaardigheid na. dat zijn geest er een weinig door gekrenkt werd; wat later nog eenigzins toenam; evenwel niet zóó, of hij kon , naar Gorkum teruggekeerd , zeer goed de H. Mis opdragen en ook biecht-hooren. De naauwgezette priester leidde een schuldeloos en sober leven; vastte alle woensdagen en vrijdagen , en was uiterst Idesch en streng op al wat de eerbaarheid raakte. Nagenoeg den gansohen dag bragt hij in de kerk met bidden en godvruchtige werkzaamheden door; het was hem zulk een groot genoegen , als ouders hunne kinderen tot godsvrucht en vooral tot den geestelijken stand opleidden; waarin hij hen met raad en daad ondersteunde. Ketterij verfoeide hij als een pest en duivelswerk. Toen eens iu 1566 een nieuwgezinde buiten Gorkum stond te prediken, riep Godefridus tot al die daar waren; » Die prediker bedriegt u, gelooft hem niet, hoort » hem niet!quot; En als zij antwoordden : » De man is » onwijs , brengt hem weg !quot; hervatte hij: » Hierin » voorwaar ben ik niet onwijs ; maar hij dien gij hoort » bedriegt u ; want de duivel, die op zijne schouders » zit, geeft hem in wat hij zegt.quot; Gedurende zijn lang martellijden gaf de moedige grijsaard geen enkel blijk van geestverwarring; hij telde toen zeventig jaren.

15. De H. Joannes, te Oester wijk , niet ver van 's Hertogenbosch , geboren, behoorde tot de Reguliere Kanunniken van den H. Augustinus , en wel van het Brielsche klooster St. Elisabeth Ten Rugge , dat als

-ocr page 42-

22

de iiiartelplaats der Gorkumsche geloofshelden zoo beroemd ia geworden. Van hier was hij naar een nonnenklooster zijner orde te Govkum gezonden , alwaar hij de toen zeer arme zusters tot de volmaaktheid opleidde en hare groote armoede blijmoedig deelde; wat hem echter op zijne hooge jaren, en door den buikloop , waaraan hij veel leed , zooveel te moeijelijker viel. Daar vernam de vrome grijsaard , dat de nieuwgezinden den Briel ingenomen, zijn klooster verwoest, bij andere wreedheden ook een zijner ordebroeders gruwzaam mishandeld en eindelijk doorschoten hadden. »0 !quot; riep de oude man in vervoering uit, » gave God mij die weldaad, dat »ik ook zulk een dood mogt sterven !quot; Zyn vurig verlangen werd vervuld, en wel in eene schuur van zijn eigen verwoest klooster , zijn voormalig verblijf; waarvan de geheiligde grond , God zij geloofd! nu eindelijk weder in Katholieke handen is.

Aan dit heilig vijftiental martelaren , hetwelk dadelijk met de overgave van het kasteel te Gorkum gevangen gehouden was , zijn later nog de volgende vier toegevoegd.

16. Vooreerst nog een H. Joannes , een Predikheer uit de provincie van Keulen, en Pastoor te Hoor-naer, niet verre van Gorkum. Toen de geestelijkheid dezer stad gevangen zat, kwam hij er dikwijls heen om de heilige sakrainenten toe te dienen. Zoo werd onze Heilige eens geroepen om een kind te doopen, en door eenige nieuwgezinden, die den ijverigen priester haatten , opgeligt en te Gorkum bij de andere gevangenen in denzelfden kerker geworpen.

-ocr page 43-

23

De volgende twee priesters kwamen eerst bij de Gorkumsche martelaars , toen deze reeds in den Briel waren, en zich daar omstreeks een half uur in den kerker bevonden.

17. De H. Adriands, te Hilvarenbeek in Noord-Brabant geboren, trad vroegtijdig in de orde van Premonstreit, en verbleef vijf en twintig jaren achtereen in de abdij van Middelburg in Zeeland. Na het overlijden van den Pastoor van Monster bij 's Gra-venhage, die ook een Norbertijn of Witte Koorheer was, werd onze Adrianus tegen Paschen van 1572 in zijne plaats gezonden. Alzoo arbeidde hij daar slechts weinige maanden , doch met allen ijver te midden van eene reeds door de dwaalleer besmette gemeente. In den nacht vcór den 7'len Julij, werd hij met zijn medepriesters door verraderlijke zeeschuimers opgeligt, langs Ter-Heyde, een aan Monster onderhoorig visschersdorp , gevoerd, waar niemand hem wilde vrijkoopen , en vervolgens naar den Briel bij de andere gevangenen gebragt. Men zag in Adrianus eene innemende zedigheid en godvruchtigheid , eene groote zachtzinnigheid met eene onveranderlijke manmoedigheid uitschijnen, waardoor hij zijne lij-densgenooten niet weinig heeft gesticht en versterkt. Hij was omstreeks de veertig jaren oud.

18. Zijn medehelper in de heilige bediening, ook een Norbertijn en uit de abdij van Middelburg, was Jacobus , genaamd Lacops , van Oudenaarden in Vlaanderen. Hij was schrander van geest, ervaren in de talen, jeugdig en schoon van gestalte. Bij de beeldstormerij in 1566 , liet hij zich door de nieuwgezin-

-ocr page 44-

24

den verschalken en preekte en schreef' tegen het Katholieke geloof. Doch weldra door de genade getroffen , herriep hij zijne dwalingen , verbrandde zelf zijn geschrift, deed een tijd lang boete , en werd vervolgens bij zijn eigen broeder, den laatstoverledeu Pastoor van Monster , geplaatst, opdat hij door het godvruchtig voorbeeld van dien vromen en ervaren priester te meer nog zou gesterkt worden. Hij was omstreeks dertig jaren oud.

19. De laatste martelaar, dien wij te noemen hebben, de H. Andreas Wodteks , was reeds, ofschoon nog niet lang, te Brielle in den kerker , toen de gevangenen uit Gorkum daar aankwamen. Hij was Pastoor van Heynoort, een dorp bij Dordrecht, en werd door woeste vrijbuiters, welke die streken afliepen , in zijn huis gevat en naar den Briel ge-bragt. In Andreas scheen Gods genade nog bijzonder uit, wijl, naar de spraak ging , zijn gedrag niet zeer stichtelijk was ; wat hij dan door zijne heldhaftige belijdenis en marteldood wel heeft geboet en hersteld.

We geven nu een beknopt verhaal van hetgeen dit heilig heldental voor het geloof beeft uitgestaan , en het laatste gedeelte, bepaaldelijk ten gebruike voor eene Negendaagsche Oefening hun ter eer, naaide dagen der maand en week van hun martelaarschap. Houdt men die eerste Novene, dan beginne men den 30en Junij 's avonds , of buiten dien tijd , op een maandag-avond , ten einde op een woensdag, den dag van hunnen dood , te kunnen eindigen.

-ocr page 45-

25

Wat zij vóór den 30en Junij cndei-gingen, kan men zeer gevoegelijk , ter inleiding of voorbereiding , vóór het begin der Novene herdenken.

2. HET LIJDEN DER GORKUMSCHE MARTELAARS VAN DEN 27en TOT DEN 30™ JUNIJ.

Vrijdag, 27 Junij.

In den zeer vroegen morgen van den 27 Junij, niet lang na middernacht, werd het kasteel van Gor-kum, waar de priesters , kloosterlingen en vele lee-ken dier stad veiligheid gezocht hadden, aan den bendekapitein Marinus Braut overgegeven, onder uitdrukkelijk beding van vrijenaftogtvoor allen , n i e t é é n uitgenomen. Tegen de be-zworene overeenkomst in , behandelde Brant hen allen als gevangenen ; de leeken echter liet hij welhaast, op enkelen na , tegen grof geld heengaan; doch de priesters en kloosterlingen hadden nu van zijne beruchte Watergeuzen des te meer te verduren.

Hun is van de overgave des kasteels af, tot hunnen dood toe , geen rust gelaten , maar aanhoudend alle beschimping en mishandeling, allerlei kwelling en foltering zoo bij nacht als bij dag aangedaan. Al dadelijk greep men den Vice-gardiaan Hierony-mus met geweld bij de borst, gaf een soldaat den Gardiaan een hevigen slag in het aangezigt, en braakte men de afschuwelijkste bedreigingen tegen hen allen uit. Men sloot hen in een dievenkot en bood hun eindelijk , 't was v r ij d a g , tot stilling

-ocr page 46-

26

van den hongev vleesch aan; wat zij weigerden, omdat het hun ter bespotting van de kerkelijke wet werd aangeboden.

Om eenigzins te beseffen wat onze martelaren te verduren hadden, denke men zich die bezetting van het kasteel, welke meerendeels uit allerwegen opgeraapte roovers en moordenaars bestond, en naar hartelust met de gevangenen te werk ging. In den laten avond vooral, als zij meestal geheel of nagenoeg beschonken waren, kwamen zij die eerwaardige belijders bespotten , mishandelen , met de vuist in 't aangezigt slaan , baldadig schoppen, rukken en sleuren , met allerlei vervloekingen overladen. Was de eene bende vermoeid, dan kwam er eene andere', of men liet er nieuwsgierige priesterhaters van elders bij, zoodat er weinig rust voor de afgematte martelaars overbleef. Zoo vielen die bandieten den eersten nacht oververzaad in den kerker en schreeuwden : »Laat ons dien afgodendienaars de deelen, neus en ooren afsnijden en zoo aan een kruis hangen !quot; Ter schrikaanjaging hadden zij ook ladders bij zich, als wilden zij hen er naakt aan vastbinden en dadelijk gaan folteren. Op een valsch gerucht echter, dat de vijand naderde , bleven de martelaars eene wijl alleen, biechtten bij elkaar en wekten elkander tot volharding op. Weldra waren de beulen terug, plaatsten zich in een hoek en bevolen, dat de gevangenen een voor een bij hen zouden komen. Zij verwachtten niets anders dan dat men hun zoo dadelijk den hals zoude afsnijden. »Uit » die zwarten willen we er een !quot; riepen die woest-

-ocr page 47-

27

aards, daarmede de wereldgeestelijken aanduideude. » Ik ben gereed 1quot; antwoordde Pastoor Leonardus , stapte onverschrokken toe, zelf zijn hals en borst ontblootend, en knielde neder om er, naar hij meende, het hoofd te laten. Maar zij begonnen luidkeels te lagchen en vorderden zijn geld. Toen was de beurt aan Godefridus van Duynen, vervolgens aau den ouden Rector der Augustinessen, Joannes van Oosterwijk, van wien zij met het geweer op de borst de schatten van het klooster wilden weten. In hunne verwachting teleurgesteld, grepen zij nu te grimmiger Pastoor Nicolaus Poppel aan, op wien zij buitendien, om zijn preken tegen de ketterij, bijzonder verbitterd waren. ZLj plaatsen hem zoo in hun midden, dat hij zich niet heen of weder kon bewegen; vorderen, hem een geladen pistool voor den mond houdende , het verborgen goud en zilver af, en vragen onder allerlei smaad , of hij nu nog durft roemen, dat hij gaarne voor het Katholieke geloof wilde sterven. » Gaarne!quot; antwoordde Nicolaus onbevreesd , » en bijzonder voor dit mijn geloof : » dat het Ligchaam en Bloed zelf van onzen Heer » Jesus Christus in het Allerheiligste Sakrament des » Altaars onder de gedaanten van brood en wijn waar-» achtig tegenwoordig is.quot; Niet anders denkend , of de soldaat, die hem altijd het pistool voor den mond hield, zou losbranden, sprak hij met luider stem : » Heer ! in uwe handen beveel ik mijnen geest.quot; Maar die roovers wilden van de schatten hooren , sloegen hem het koord van een Pranciskaan om den hals , en het andere eind over de deur, en heschen hem

-ocr page 48-

28

herhaaldelijk zoo geweldig op , dat hij het bijna bestierf ; doch niets uit hem vernemend, stieten zij hem , buiten kennis , van zich weg.

Nu kwam men met hetzelfde doel bij de Eerwaarde Pranciskanen en begon met de jongsten te pijnigen. Een dezer riep van smart: » Wij weten van geen geld, » daarvoor zorgt de Gardiaan.quot; De beulen, den Vi-carius voor den Gardiaan houdende, zetten hem een dolk op de borst en eischen aanwijzing der schatten. De edelmoedige Vicarius maakt bij dit doodsgevaar den eigenlijken Gardiaan, Nicolaas Piek, niet bekend ; maar ook deze wil niet, dat een ander voor hem lijde , en roept luide , dat hij de Gardiaan is. Die onmenschen vliegen op hem aan , en slaan hem, dat zijn gansche ligchaam er van gekneusd was; daarop werpen zij hem zijn koord om den hals en over de deur, trokken hem , evenals zij het Pastoor Nicolaus Peppel hadden gedaan, wreedaardig op en neder , en wel zóó lang , dat het koord brak, en hij, zonder eenig teeken van leven , op den grond iueenzeeg. Toen rigtten zij Lam tegen den muur op , blakerden hem met brandende kaarsen het voorhoofd , de kruin, het gausche gelaat , lieten de vlam door den neus naar de hersenen spelen , verbrandden dan den mond van binnen , tong en verhemelte , en , hem dood wanende , schopten zij hem weg en zeiden : » 't Is maar » een monnik! wie zal er naar talen ?quot; — Dit was liet lijden van den eersten dag en nacht.

Zaturdag , 28 Junij.

Tegen aller verwachting kwam de zoo deerlijk mis-

-ocr page 49-

2!)

handelde Gardiaan weder bij, erlangde ook de spraak terug, en zijne eerste woorden waren om allen te bemoedigen, hun verzekerende, hoe hij nu bij eigen ondervinding wist, dat de pijn van het ophangen niet zoo erg was. »Hoe gaarnequot;, zeide hij, » had ik tot God gegaan : » maar wijl het Hem anders heeft behaagd , zoo ge-» sohiede al wat Hij over mij besloten heeft. Voor » zulk eene korte en iigte foltering zullen wij opsnel-» len tot het eeuwige leven, en 't zal in waarheid blij-» ken , hoe het lijden van dezen tijd niet te vergelijken »is bij de toekomstige glorie , welke in ons geopen-» baard zal worden.quot;

Zeer vroeg in den morgen kwamen eenige beulen met een bijl, om den Gardiaan , dien zij dood achtten , in stukken te hakken en die op de poorten dei-stad te spijkeren. Hem , tot hunne groote verbazing nog in leven vindende, begonnen zij den martelaar op nieuw te mishandelen , schopten hem met hunne vosten en trapten hem met hunne hakken in buik en zijden hem intusschen de smadelijkste woorden toevoegende.

Met den nacht stormde er weder eene beschonken bende den kerker in , en daaronder een dronken Fries, een kapitein, die den gevangenen beval de wangen op te blazen , en dan sloeg hij hun met de volle vuist herhaaldelijk in het gezigt, zoodat bij velen het bloed uit mond, neus en oogen sprong. Te gelijk overlaadde hij met zijne makkers die eerwaardige belijders met de vuilaardigste beschimpingen, en koelden zij aan hen op allerlei wijze hun boosaar-digen moedwil. Bij den morgen zag men, hoe hun gelaat misvormd en smartelijk opgezwollen was.

-ocr page 50-

Zondag, 29 Junij.

Feestdag vau de HH. Martelaren Petrus en P au 1 u s 'j.

Daags daarna beroemde zich die onbeschaamde Fries, bij den Schout aan tafel gezeten , op hetgeen hij dien nacht had uitgerigt als op een heldenstuk ; en eiken dag, doch vooral des nachts, hadden de gevangenen deze en dergelijke mishandelingen te verduren. Was de eene bende vermoeid, want verzaad waren die wreedaards nooit, dan trad er eene andere op; en kwamen er vreemden op het kasteel, zij mog-ten naar believen met de martelaars te werk gaan. Waren er die zich te voren door hen beleedigd waanden , men kon zich nu , met woord en daad, zooveel men slechts wilde , aan hen wreken.

Dat ook de feestdag der Apostelvorsten, bepaaldelijk van den H. Petrus , die de sleutels van het rijk der hemelen ontving, de afvalligen op de volgende beschimping bragt, laat zich gereedelijk denken. Zeker is het, dat zij vooral op dien dag het sakra-ment der Biecht hebben bespot. Zij knielden 'bij de oudste Paters neder en deden of zij biechtten; dan , als razenden, sloegen zij dien grijsaards in het aan-gezigt en op het hoofd. De stokoude Wilhadus zeide altijd zeer bedaard op eiken slag: » D eo g r a t i a s !quot;

1) Men gedenke het heden wel, dat onze Martelaarsjiist op dezen dag , met het XVIII Eeuwfeest van den marteldood der Apostelvorsten Petrus en Paultts , door Pi us IX, in 1867 heilig verklaard zijn.

-ocr page 51-

31

» God zij gedankt!quot; Een, die eene spotbieoht bij hem had gedaan , vroeg hem wat hij er op zeide : » Ik zal » God voor u bidden !quot; was zijn wijs en vriendelijk antwoord. Dat maakte den onverlaat nog woedender; als een bezetene greep hij den negentig jarigen grijsaard aan , en sloeg en mishandelde hem allergruwelijkst. En deze herhaalde immer; »Deo gratias!quot; » God zij gedankt!quot; — Zoo ging het eiken dag , en vooral des nachts , en met allerlei verschillende bespottingen en pijnigingen. Daarbij werden onze martelaars aanhoudend door vreeselijken honger en dorst gefolterd.

Maandag , 30 iunij.

's Avonds vóór de Novene.

Men leze de opmerking over hel beginnen dezer Novene, op bladz. 24 onder aan.

Op den 30en Junij zouden op bevel van Marinus Brant twee ijverige Katholieken, Dirk Bommer en Arnout Coninck, te Gorkum opgehangen worden. Zij verzochten om hun biechtvader, Pastoor Leonardus , die verlof kreeg om den kerker te verlaten en heffnaar de galg te begeleiden. Hij troostte en sterkte hen , en sprak hun van Jakobs ladder , waar engelen op- en afklommen, gelijk er ook nu engelen hen zagen en hielpen , en bun aanstonds de gloriekroon zouden toereiken. » Zijt manmoedig !quot; sprak de waardige herder , » nu is het uwe beurt, morgen welligt de mijne : » dezelfde straf, dezelfde schande, dezelfde dood staat » mij te wachten.quot; Ouder de hand vermaande en bezwoer hij ook nog andere geloovigen , dat zij toch

-ocr page 52-

tot het laatste toe zouden volharden in hetgeen zij van hun Pastoor geleerd hadden. De soldaten wilden hem nu naar het kasteel terugvoeren , doch de burgers verzetten er zich tegen, en men bragt hem naar het stadhuis. Daar werd hem verboden de Mis te lezen: ook mogt hij niet zonder verlof de stad verlaten. Dan moest hij op Maria-Bezoek in de kerk preken: hij wist nu , voegde men er bij, hoe hij voortaan te preken had.

Reeds dadelijk hadden de bloedverwanten van den Gardiaan zich beijverd om hem vrij te koopen; doch de vaderlijke kloosteroverste bleef' bij zijne herhaalde verklaring: dat hij niet dan met al zijne kinderen wilde bevrijd worden , en anders met allen wilde sterven. Datzelfde getuigde hij aau een bij hem toegelaten bloedverwant , en sprak : » O ! het is niet iets gerings , »voor het Katholieke geloof te mogen sterven!quot; — Wat ook de Vioarius in zijn vurig geloof met de meeste geestdrift herhaalde. Nog een ander bloedverwant, die heelmeester was, mogt den Gardiaan bezoeken , maar kon zijne tranen niet weerhouden: zóó misvormd en mishandeld zag de martelaar er uit. En toen die geneesheer sprak over die pijnlijke wonden: »0! t is slechts weinig,quot; riep hij in vervoering uit, »wat ik tot hiertoe leed voor den naam van 3 Jesus , mijn allerbemindsten Heer , die voor mij zon-» daar zoovéél geleden heeft: mogt ik voor het Ka-» tholieke geloof, lid voor lid, in stukken gehouwen » worden!... Laat ze met mij doen wat zij willen; laat » ze mij ontvellen , braden , ik ben bereid om er alles » voor te lijden !quot; En ook tegen hem wilde de in

-ocr page 53-

heilige liefde ontgloeide Gardiaan van geen bevrijding voor zich zeiven alleen hooren.

Wekken -wi) heden-avond aan al deze betuigingen van een zoo levendig geloof ook ons geloof op , om met des te meer vrucht deze oefeningen te houden. » Zonder het geloof toch is het onmogelijk, aan God te behagen.quot; (Hebr. xi, 6.) Spreken we met alle aandacht eene akte van geloof, en zeggen -svij vol vertrouwen :

Bidt voor ons, Heilige Martelaars van Gorkum.

Opdat wij de beloften van Christus waardig worden.

OnzeVader; Weesgegroet; Glorie z ij den Vader.

EERSTE NOVENE.

NAAR DE NEGEN LAATSTE LIJDENSDAGEN ONZEE MARTELAREN.

Dingsdag , 1 Julij.

Eerste dag der Novene.

Men beginne, des verkiezende, heden en de volgende dagen , de oefening met [het Onze Vader, Wees gegroet, en G I or ie zij den V a d ejr, enz., ter eere van onze HH. Martelaars.

Onze Martelaren^lijden'/met [offervaardigen heldenmoed voor hun geloof.

Op den Isten Julij kwam de afvallige Luiksche Kanunnik -Jan van Omal, een bloeddorstig priesterhater , onze gevangenen beschimpen, sloeg godslasterlijke

-ocr page 54-

34

taal tegen het Allerheiligste uit, en zeide , dat hij door Graaf van der Mark, die met zijne Watergeuzen vrijmagtig in den Briel als zijne zetelstad heersehte , naar Gorkum gezonden was, om hen allen te laten ophangen. Dadelijk antwoordde de vurige Hierony-mus: »l)oe gelijk gij zegt, wij zijn allen bereid!quot; Terwijl nu Omal als een dolzinnige tiert, scheldt en knarsetandt, komt er een beul in met koorden en laat ze hun dreigend zien. » God zij geloofd!quot; roept nu de Gardiaan Nicolaus met eenige anderen, » God zij » geloofd en gedankt! dat het zoo ver gekomen is.quot; Aan een groot deel der kloosterlingen ontnam men hunne kappen, en de beul hield ze, ofschoon dit alles slechts eene vertooning was; zoodat die martelaars, van nu af, enkel met een dun onderkleed gedekt bleven. Intusschen zong daar een afvallige uit spot een Latijnschen kerkzang op de HH. Petrus en Paulus, wier feestdag twee dagen te voren gevierd was. En wel toepasselijk was het, wat hij van Nero en die Apostelen deed hooren quot;); immers eene wreedheid zag men hier als van Nero, een heldenmoed, welke dien der Apostelvorsten herinnerde. En ook: onze martelaren leden voor hetzelfde geloof in Christus, en bijzonder voor hun geloof in de opperhoofdigheid van Christus' eersten Stedehouder, van den H. Petrus , den eersten Paus van Rome , en van diens opvolgers tot aan de voleinding der eeuw.

Met den nacht kwam daar weder eene bende beschonken beulen, om zich in een nieuw tooneel te

1) Zie die woorden onder de Gebeden.

-ocr page 55-

35

verlustigen. Zij bonden de kloosterlingen, die zich weder, gelijk bij elk nieuw gevaar, door de biecht tot den dood hadden voorbereid, twee aan twee en riepen : »Zingt nu , monniken ! met deze staatsie gaat » gij ter dood !quot; Onverwijld hieven zij het ï e D e u m ') aan , wat een soldaat uit spot ten einde toe met hen medezong. Zoo bragt men hen aan eeue welvoorziene tafel, waar er velen zaten te brassen , die hun , na veel smaad en hoon , dobbelsteenen aanboden, zeggende: » Werpt nu, wie 't eerst zal hangen, de an-» deren zullen op hun beurt volgen.quot; » Dat is ou-» noodig !quot; riep oogenblikkelijk de moedige Gardiaan gt; » ik bied mij zeer gaarne het eerst aan , ik ken toch » den strop, ik heb het nog pas ondervonden.quot; 't Was echter weêr boosaardige schrikaanjaging: de kloosterlingen werden , en weder in processie , naar hunnen ondcraardschen kerker teruggebragt. Voor de anderen was daags te voren, tegen geld, eene hoogere en eenigzins dragelijker gevangenis verkregen ; doch ook daar waren zij voor het graauw niet beveiligd, en inzonderheid had Pastoor Nicolaus Poppel veel van een afvallig parochiaan te lijden, die hem in godslasterlijke smaadtaal zijnen ijver voor de eer van het H. Sakrament verweet.

Tereeren wij heden den onverschrokken en offer-vaardigen moed onzer zoo herhaaldelijk met den dood bedreigde martelaren; en merken wij reeds hier wél op : hoe zij voor hun geloof, inzonderheid voor hun geloof in de opperhoofdigheid van den Paus, en .Tesus'

1) Zie het Te Deum onder ile Gebeden.

-ocr page 56-

36

waarachtige tegenwoordigheid in het H. Sakrament, van alles beroofd , gekerkerd , geboeid , beschimpt, mishandeld , en telkens met den schandelijksten dood bedreigd werden. Bidden wij vurig om volharding in dit ons zelfde geloof, en om genade voor alle af-gedwaalden , dat ook zij het met ons mogen belijden.

Bidt voor ons, Heilige Martelaars van Gorkum.

Opdat wij de beloften van Christus waardig worden.

Onze Vader; Wees gegroet; Glorie z ij den V a d e r.

Woensdag. 2 Juli], Feest van Maria-Bezoek.

Tweede dag der Novene.

De H, Leonardiis, vooral om zi jne verheerlijking van Maria 9 met allen ter dood gezocht.

Op den 2en Julij, den feestdag van M a r i a - B e-zoek, was de Groote kerk van Gorkum vol hoorders , en men zag onder hen eene menigte afvalligen en vreemde Calvinisten, die verwachtten , dat Pastoor Leonardus nu meer in hun geest zoude preken. Doch de trouwe herder, niet in het minst door dat aantal vijanden vervaard , sprak even rustig als te voren ; begon met den lof van de » Zalige Maagd en » Moeder Gods , Koningin des hemelsquot;, verdedigde tegen de nieuwgezinden met kracht van redenen hare uitnemende voorregten, en vooral hare voortdurende maagdelijkheid. Openlijk verzocht hij , dat zij die meer bewijzen verlangden, zich bij hem zouden ver-

-ocr page 57-

37

voegen. Vervolgens rigtte de goede herder zich tot de zijnen, wekte lieu in de teederste en vurigste taal op, dat zij toch vast zouden staan in het Katholieke geloof, en besloot aldus : » Volhardt dan, smeek » ik u , kloekmoedige en edele burgers ! volhardt, en » blijft standvastig in het Katholieke geloof!quot; Om deze preek zochten de Calvinisten nog te meer naar eene gelegenheid, om den onverschrokken Pastoor weder naar den kerker, en met de overige gevangenen ter dood te brengen; want openlijk geweld durfden zij op dit oogenblik, uit vrees voor het volk, niet gebruiken; zij wisten echter in hunnen haat al spoedig zulk eene gelegenheid te vinden.

Op denzelfden 2en Julij kwam de zuster vau Pastoor Leonardus hem uit '3 Hertogenbosch berigten, dat hunne moeder ernstig ziek lag , en vurig verlangde , haren zoon te zien. Reeds had die zuster, door anderen geholpen , van den bevelhebber Brant, die uit eigenbelang allen naar omstandigheden wilde believen, tegen geld een verlofbrief voor haren broeder verkregen ; doch wijl er iets in den vorm ontbrak , wilde hij er niet op vertrekken. Men ontving , alweder voor geld , en altoos onder verbindteuis , dat Leonardus dadelijk zou terugkeeren, een anderen verlofbrief. Naauw echter was hij tot Woudrichem gekomen, of opgehitste priesterhaters uit Gorkum , vreezende, dat die kostbare buit hun zoude ontsnappen , zetten hem na , vatten hem weder en schelden hem voor een verrader. Leonardus toonde het geteekende verlof ; men rukte het hem uit de hand , verduisterde opzettelijk het bewijs zijner onschuld ,

-ocr page 58-

en voerde hem onder allerlei soheldtaal naar Gorkuni terug, lutusschen had men daar het volk door den schandelijksten laster tegen den onschuldigen herder opgeruid, en hij werd door de menigte met alle verwoedheid ontvangen. Men vloekte , men sloeg, men schopte , men trapte hem het gansche ligchaam over, en schreeuwde om strijd : » Hang hem op , » hang hem op! weg, weg met hem!quot; Vergeefs beriep Leonardus zich op zijn vrijgeleide ; men sleepte hem naar het kasteel, waar Brant hem gelastte zich te ontkleeden: hij zou door de pijnbank tot bekentenis van schuld worden gebragt. Reeds stond Leonardus daartoe gereed , als Brant, wel bewust, dat nij het stuk geteekend had , tegenbevel gaf' en hem in de gevangenis der kloosterlingen deed werpen. De geloof'svervolgers , hiermede nog niet tevreden , hitsten de gemoederen tegen alle gevangenen gelijkelijk op , ten einde hunnen dood te verhaasten.

Doch ook van hunnen kant ijverden aanzienlijke Katholieken voor de bevrijding hunner martelaren; en beriepen zich nogmaals bij den bevelhebber op de bezworen voorwaarden der overgave van het kasteel. Hij kon dit niet ontkennen , maar gaf voor , dat de vrijlating niet meer in zijne magt stond , en de Prins van Oranje daarover beslissen moest. ïer-wijl zij zich nu tot den Prins wendden , zochten de alvalligen nog meer de teregtstelling te bespoedigenj en zonden eenigen naar den Briel, om den doodsvijand van priesters en kloosterlingen , den beruchten Graaf van der Mark, over den staat van zaken in ts lichten , en alzoo tot hun doel te komen.

-ocr page 59-

Merken wij heden op , hoe de heilige Leonavdus , vooral ook om zijne verdediging der voorregten van Maria, altijd Maagd en Moeder, en Koningin des hemels, met de zijnen ter dood werd gezocht; en volgen wij zijnen onverschrokken ijver in de verheerlijking van Maria, de Moeder van God en ook onze Moeder , quot;getrouw na. Bidden wij voor de ongeluk-kigen welke hare voorregten miskennen , en spreken wij ook voor die ondankbaren bij haar, die de Moeder van barmhartigheid en de toevlugt der zondaren is.

Bidt voor ons, Heilige Martelaars van Gorknm.

Opdat wij de beloften van Christus waardig worden.

Onze quot;V a d e r; W e e s gegroet; Glorie z ij den V a d e r.

Donderdag , 3 Juli).

Derde dag d e r N o v e n e.

Ome Marlclareu ziju , in hunne ootmoedigheid , vol wanlroaweu op zich zeiven . vol verlroawen op God.

Dezelfde Omal, die voor twee dagen in den kerker kwam , onze martelaars beschimpte en met den dood bedreigde, was inderdaad door Lumey naar Gorknm gezonden om alle priesters en kloosterlingen , welke hij daar in boeijen zou vinden, gevankelijk tot hem naar den Briel te voeren. Eerst echter wilde hij, door eenige nieuw gezinden daartoe aangezocht, de verovering der stad Bommel beproe -

-ocr page 60-

40

ven; wat hem als zeer gemakkelijk was voorgespiegeld. Die aanslag echter mislukte geheel, en met een groot verlies , kwam hij den 3den Julij woedend naar Gorkum terug. In zijne verbittering had hij nu gaarne de gevangenen of dadelijk omgebragt, of naaiden Briel vervoerd: hij durfde dit echter uit vrees voor het volk niet doen.

Onze martelaars baden intussohen te zamen, vermaanden en bemoedigden elkaar. De stokoude Wil-hadus en de vrome Nicasius lagen schier aanhoudend ter aarde geknield, in het gebed verzonken. Pastoor Leonardus leed veel aan de zware, vooral inwendige verwondingen, hem den vorigen dag toegebragt. Ook zijn medepastoor Nicolaus leed nog aan de gruwelijke mishandelingen van den eersten nacht, en niet minder de kloekmoedige Gardiaan, die, hoezeer ook weder door een bloedverwant daartoe aangezet, niet voor zich alleen, zonder zijne medebroeders , wilde vrijgekocht wezen; » onder de hulp » van Gods genadesprak hij, » wil ik met hen le-» ven en sterven.quot; Hij dan ook mogt, naar zijn bijzonder lijden, bijzondere inwendige vertroostingen smaken; en God scheen zijne trouwe dienaren thans te sterken tegen den zwaren strijd, dien zij welhaast voor zijnen naam zouden te verduren hebben. De diep-ootmoedige Leonardus , ofschoon geheel onschuldig aan de verhoogde verbittering hunner vijanden, smeekte 2.ijne medegevangenen herhaaldelijk om vergiffenis , dat hij hen aldus in nieuw levensgevaar had gebragt. Zoo had hij tot zijne zuster gezegd: » Als het God behaagt, dat ik hier sterven moet,

-ocr page 61-

41

» wijt bet, bid ik u , aan niemand anders dan aan » mij en mijne zonden.quot;

Merken wij heden op, hoe onze martelaren, in hunne diepe ootmoedigheid , vol wantrouwen zijn op zich zeiven, maar tevens vol vertrouwen op God; hoe zij alles doen om elkander te sterken en gedurig tot God om versterking bidden, die hun dan ook , in zijne vaderlijke liefde , zijne vertroosting niet onthoudt. Steunen ook wij aldus , bij een levendig besef van ons eigen onvermogen , op Gods alvermogen; en hoe ongenoegzaam wij ook zijn uit ons zeiven , wij zullen dan toch bij alle gevaar, bij alle bekoring, alles vermogen in Hem die ons versterkt. (Phil, iv , 13.)

Bidt voor ons , Heilige martelaars van Gorkum.

Opdat wij de beloften van Christus waardig worden.

OnzeVader; Weesgegroet; G 1 o r i e z ij den Vader.

Vrijdag 4 Julij.

Vierde dag der Novene.

Hel kwaad verwint lol hooger {gt;oed.

Toen de Katholieken, die voor de bevrijding der gevangenen ijverig werkzaam bleven , ondervonden , dat al hunne vertoogen niets baatten, besloten zij hunnen vrijkoop te beproeven. Eenige dagen te voren toch wilde men Pastoor Nicolaus voor eene bepaalde som uitleveren ; Pastoor Leonardus had ter-

-ocr page 62-

42

Ktoml dat geld bijeengebragt; doch het geraakte in handen van een afvalligen bedrieger , zoodat met het yeld toen de hoop op Nioolaus' redding verloren ging. Door deu invloed echter van den kerkerprovoost bij Brant, hoopte men nog te slagen , en er werden ernstige pogingen tot vrijkoop gedaan. Doch bij de terugkomst van Omal waren er verraderlijke lieden , die, onder den schijn van welwillendheid , die ijverende Katholieken aanraadden , dat zij toch bij Omal niet voor de gevangenen zouden spreken , maar wachten tot zijn vertrek; anders, zeiden zij , liep men gevaar, dat hij , in zijnen haat tegen de geestelijken , hen óf dadelijk ombrengen óf naar deu Briel overvoeren zou. Aldus verleid , deden de hierin al te ligtgeloovige welgezinden gedurende Omal's aanwezigheid niets , en lieten ook dien 4en Julij voorbijgaan. Den volgenden dag , vóór zijn vertrek, bleek het duidelijk , hoe valsch de bewering dier huichelaars was , daar Omal zich door een ander gevangene dan onze martelaars liet verbidden en hem voor geld op vrije voeten stelde. Zoo werd ook deze poging tot hunne bevrijding door bedrog en geveinsdheid verijdeld en ging de hoop op hun behoud verloren ; zoo , menschelijkerwijze gesproken , zegepraalde het kwaad over het goed !

Merken wij heden op , hoe dit alles door Gods voorzienigheid is toegelaten , omdat Hij aan de zijnen veel meer dan een kortstondigen tijd op aarde , en welhaast het eeuwige leven en de ouverwelkbare kroon dor glorie in den hemel wilde geven. Vertrouwen wij vastelijk , wanneer soms onze ijverigste

-ocr page 63-

pogingen mislukken , ot' onze gebeden geene verhooring schijnen te vinden, dat Hij, die altijd onze \ a-der is, iets ve'él beters voor ons heeft weggelegd , en blijven wij met onze martelaars bidden , dat zijn heilige wil geschiede gelijk in den hemel, zoo ook op aarde.

Bidt voor ons , Heilige Martelaars van Gorkum.

Opdat wij de beloften vau Christus waardig worden.

Onze Vader; Wees gegroet; Glorie z ij den V a d e r.

Zaturdag, 5 Julij.

V ij t d e d a g d e r N o v e n e.

Vurige liefde van onze Martelaren voor hel heil tier zielen,

Den 5en Julij maakte Omal zich gereed om met den avond te vertrekken, en te gelijk al de gevangenen naar den Briel te voeren. Uit vrees voor oproer , durfde hij hen te Gorkum niet ter dood brengen ; ook waagde hij het niet, hen bij dag in te schepen ; want eenige nieuwgezinden hadden hem verzekerd , dat de Katholieken er zich met alle geweld tegen verzetten zouden. In dien nacht dan (van den 5en op den Gen Julij),'kwamen de beulen onze martelaars van hunne mantels en togen en alle kleed van eenige waarde berooven , zoodat de meesten ter naauwer-nood gedekt waren. De negentigjarige Wilhadus vroeg tegen de koude een oud manteltje terug, en

-ocr page 64-

44

werd met kaakslagen en een vloed van beschimpingen en scheldwoorden bejegend ; waarop hij, als naar gewoonte, »Deo gratias!quot; » God zij gedankt!quot; antwoordde, en met gevouwen handen voor zijne vervolgers bad. Er was toen toch iemand die hem een oud stuk kleed toewierp. Pastoor Leonardus , in zijn zielenijver diep bedroefd, dat hij aldus midden in den duisteren nacht weggevoerd werd eu de zijnen nog met geen laatst woord tot volharding kou opwekken , wendde zijue betraande oogen naar de stad , eu riep als voorspellend uit: » Gorkum, Govkum ! o » wat al rampen hangen over u!quot; — en wel is dat woord spoedig door velerlei geesels over die stad vervuld.

Merken wij heden op , hoe de heilige Leonardus eu Wilhadus boven alles aan het heil der zielen denken eu hun eigen lijdeu vergeten; en hoe al die martelaren alles prijs geven en verlaten, liever dan met hun geloof ook hunne ziel te verliezen. IJveren ook wij naar ons vermogen voor de bekeering van afgedwaalden eu zondaren, en offereu ook wy liever alles op, dan schade te lijden aan onze ziel.

Bidt voor ons, Heilige Martelaars van Gorkum.

Opdat wij de beloften van Christus waardig worden.

Onze Vader; Wees gegroet; Glorie z ij den Vader.

-ocr page 65-

45

Zondag . 6 Julij.

Zesde dag der Novene.

gt;

Jammerlijke loeslantl der afvalligen van hel geloof.

Het was reeds na middernacht geworden , eer onze geloofshelden uit den kerker geleid en ingescheept waren. Zij voeren eenigen tijd op de Merwe voort, en werden toen zóó digt op elkaar in een mosselsohuit gepakt, dat zij van stank en benaauwdheid zonden gestikt zijn , had men hen niet op een vrachtschip overgeplaatst, waarmede zij nu dien zondag omstreeks negen uur te Dordrecht aankwamen. Daar ontnam men aan den ouden Wilhadus zijn versleten stuk mantel, en ook aan anderen wat zij nog aan kleeding overhadden. Terwijl ümal met zijn gevolg goede sier hield, liet hij de gevangenen in het schip zonder eenig voedsel, ten spot aan hunne wachters en het toestroomend gepeupel, dat zich in dit schouwspel kwam verlustigen, hen verguisde en begekte , op het Koom-sche geloof schimpte en smaalde. De soldaten spanden een zeil, om met dien toeloop hun voordeel te doen; slechts tegen eenig geld mogt men er achter komen en dan naar hartelust met de martelaars te werk gaan. Zoo kwam aldaar ook een befaamd Calvinist en begon tegen hen over het Allerheiligste Sa-krament te redetwisten. De Pastoors Leonardus en i Nicolaus, en Hieronymus de Vicarius verdedigden met

alle kracht en vuur de Katholieke leer , en Leonardus vooral, zoo welsprekend en geleerd , bragt zijnen be-striider zoodanig in het naauw , dat hij, gansch versla-

-ocr page 66-

46

gen en beschaamd, geeu woord meer wist te zeggen. Toen, bevend en knarsetandend van woede, begon hij te schelden en te vervloeken, en had al de gevangenen wel dadelijk over boord willen slingeren. De Gardiaan wisselde geen enkel woord met hem , en vermaande ook zijne medepriesters , het daarbij te laten , om toch het heilige niet voor de honden , en geeu paarlen voor de zwijnen te werpen (quot;Mt. VI1, 6).

Daar kwamen ook Katholieken , die zich tot wee-nens toe met de martelaars begaan toonden, en onder hen waren er , die , zoo men het toegestaan had , gaarne Theodorus van Einden en Petrus van Assche zouden vrijgekocht hebben. Maar die gansche menigte hield niet op met de vuilaardigste beschimpingen , verwijten en bedreigingen ; onze kampvechters voor het geloof waren hier in waarheid een schouwspel voor de wereld, voor engelen en menschen! (r Cor. iv , 9.) — Eerst in den namiddag , met het hoo-ger gerezen water zeilde men verder. De schipper, die opgemerkt had , dat de gevangenen nog niets hadden gegeten , gal hun wel zeer weinig maar toch eenig voedsel; men voer dien zondag voort tot op eene mijl afstands van den Briel; den nacht bragten de martelaars op het schip door , en leden weder veel van honger en van koude.

Merken wij heden op , hoe treurig de toestand van afvalligen is ; 't is alsof zij blind , verhard , ja verwoed zijn tegen de waarheid en dezer bondigste uiteenzetting : zij willen niet overtuigd worden , en brengt men hen door klem van redenen tot zwijgen ; tot wat al onwaardige wapenen nemen zij dan hunne

-ocr page 67-

47

toevlugt. O bidden, bidden wij toch vee'1 met onze heilige martelaren , die zoovéél voor de waarheid geleden, zoo vurig voor haar gestreden hebben , o bidden wij toch véél en eenparig voor zulke ongeluk-kigen, opdat eindelijk eens hunne oogen voor het stil en helder licht dier goddelijke waarheid mogen opengaan.

Bidt voor ons, Heilige Martelaars van Gorkum.

Opdat wij de beloften van Christus waardig worden.

Onze Vader; Wees gegroet; Glorie z ij den V a d e r.

Maandag, 7 Julij.

Zevende dag der N o v e n e.

Hel veelvuldig en heldhaftig lijden onzer Martelaren.

Vroeg in den morgen lagen onze gevangenen buiten den Briel aan het (oude) Havenhoofd , en wachtten er een uur op de komst van Graaf van der Mark , die zijne rooverbenden in bloeddorst en priesterhaat nog verre overtrof. Hier, waar de nieuwgezinden zich het eerst vestigden en hun zetel hadden , hier hebben onze thans verheerlijkte Martelaren , door de belijdenis van het aloude geloof, de gloriekroon verworven.

A] spoedig na hunne aankomst, snelden de bar-baarsche inwoners toe , en 't is niet te zeggen, wat zij al tegen deze eerbiedwaardige schaar van geestelijken uitsloegen; hoe godslasterlijk zij van het Allerheiligste spraken; hoe zij honderdmaal dreigden

-ocr page 68-

48

•iet galg en rad. De Graaf, anders gewoon, na zijn nachtelijk slempen tot laat op den dag te slapen , komt op het eerste berigt vol vreugde aangevlogen , en begon, het schip ziende, zoo vreeselijk te scha-terlagchen, dat hij achterover op zijn paard viel, en hij braakte op eens al wat zijn helsch gemoed hem ingaf, tegen de martelaren uit. Zijne soldaten bonden hen twee aan twee en leidden hen een en andermaal en voor de derde maal in processie rondom eene daar opgerigte galg; zij moesten er onder doorgaan, er achteruit omhenengaan, er in een kring voor neerknielen , en dit alles onder het zingen van opgegeven kerkzangen ter eere van Maria, zooals het Salve Regina '); zij waren toch gekomen , dus schimpten de soldaten , om de gelofte van een bedevaart of pelgrimstogt te volbrengen. Ondertusschen stonden tallooze toeschouwers te spotten , en bragt de beul een ladder aan de galg, alsof hij hen onverwijld zoude ophangen. Maar dit was slechts vertooniug en voorspel van hetgeen de martelaars verder zouden te verduren hebben. Want bij het langzaam naderen van hun einde, is telkens ook hun lijden toegenomen; in den eersten nacht echter en op dezen zevenden dag hebben zij wel het vreeselijkste geleden, waarom wij er ook langer bij moeten stilstaan.

Zoo dan tot spot trokken zij in processie naar de stad ; twee leekebroeders gingen voorop met spiesen , van boven met klitten en onkruid gesierd; de beul trad in t midden , met een gestolen kerkvaan in de Zie dit onder de Gebeden en de Gezangen.

-ocr page 69-

49

hand. In de stad gekomen , moesten zij weder zingen, het T e D e u m *), en bekende responsoriën. Twee soldaten reden er naast, en zweepten hun wreedaardig met van de hoornen gerukte takken in hals en aan-gezigt; dan vooral, wanneer iemand van vermoeijenis niet hard genoeg medezong. De Graaf zelf dreef hen te paard voort, en sloeg hen van tijd tot tijd geweldig met eene roede. En wat zij van de stedelingen moesten hooren en verduren, dat is onmogelijk te beschrijven; die grove spot en gemeene kwinkslagen , die vuige schandtaal en afschuwelijke gods-lasteiiijkheden: 't ging alles te boven wat men zich bedenken kan; bij hunne woorden voegden zij de daad en mishandelden onverhinderd de gevangenen naar hartelust. De gansche stad was uitgestroomd ; meu stond aan beide kanten in lange, digte rijen , en er was niemand , volstrekt niemand , die eenig mededoogen toonde; aan het getier en geschimp en het bespotten van kerkelijke plegtig-heden en gebruiken 2) was geen einde. Zoo kwam men op de markt, waar eene galg gereed stond , en alsof zij hier , gelijk zoo straks buiten de stad, dadelijk zouden opgehangen worden , moesten zij er driemaal omheengaan , onder het zingen der Litanie van alle Heiligen 3)en ander kerkgezang ; dan onder de galg knielen en hymnen van Maria zingen. Toen aan het eind geen der martelaars , zeker uit bescheidenheid , het gebed aanhief, moest

1) Zie de Gebeden.

2) Zie een voorbeeld niet het -Aspergesquot;, onder de Gebeden. 3) Zie de Gebeden.

-ocr page 70-

50

ook dit volgen, eu de oude Godefridus van Duyuen zong Let ') met eene heldere stem, en zóó vast eu gerust als hij het in het Lof gewoon was; waarop al de anderen met het » A m e nquot; besloten.

Het was nu acht uur vóór den middag. Welk een schouwspel! Daar werden eerbiedwaardige priesters, grijsaards van zestig, zeventig, ja negentig jaren door eene gansche stad, door alle gepeupel bespot, gehoond, geslagen, gestooten en getrapt; hals, borst, aangezigt, 't was alles doorstriemd, doorwond, blaauw en bebloed; de Gardiaan Nioolaus en Pastoor Nico-laus waren beiden daarenboven geteekend met de wurgstreep van het koord; en zoo toonde men hun dreigend den strop en beukte heu met stokken, onder het bulderend gejuich der menigte , en toen schreeuwden er: » Weg met hen! hangt ze aan de galg, die » monniken , die mispapen , die papisten !quot; En daar, o schande! daar waren ook vrouwen bij , die voor niemand onderdeden in wreedaardigheid. Eene afgevallen vrouw uit Gorkum sprak Pastoor Nicolaus met zijn naam aan, en riep, bij meer, hem toe: » Wat » zult gij nu schoon de galg versieren!quot; Ja, de trouwe Gorkumsche herders zagen er van hunne eigene parochianen , mannen en vrouwen, die hen uitscholden en het hun tot een verwijt maakten wat zij tot hun zieleheil hadden gezwoegd. » Dat was hem veel har-» derverklaarde Leonardus, hoezeer ook tot alles bereid , » dat was hem veel harder dan alle smaad » en de dood!quot;

1) Dit gebed staal achter deu zevenden dag van de t w e «c de Novene, en onder de Gebeden.

-ocr page 71-

Uitgeput en badend in hun zweet, werden de martelaars eindelijk in een allervuilst dievenkot gestoken ; hier vonden zij den Pastoor van Heynoort, en een half uur later bragt men er de twee bovengenoemde Norbertijnen van Monster. Daar , in dien ondersten , stikdonkeren kerker, waar alle onreinheid van twee hoogere gevangenissen in nederkwam, bleven zij , digt opeengedrongen, staan tot 's middags drie uur, en werden nu, altijd zonder eenig voedsel, naar het stadhuis geleid; alwaar zij , in Graaf Lumey's tegenwoordigheid , één voor één door geslepen Calvinisten ondervraagd werden. Toen Pastoor Leonardus, als naar gewoonte, een zeer vrijmoedig antwoord gaf, sloeg hem een soldaat met een hellebaard in den hals ; en op zijn wederwoord : » Slaat mijn vleesoh zoo-» veel het u lust en terwijl ge 't nog kunt, want lang zal » het niet duren !quot; sloeg een auder hem met een krijgs-hamer op het achterhoofd , dat het bloed er uit schoot. Al onze martelaren beleden eenparig al wat de H. Kerk leert. Broeder Cornelius, van Wijk-bij-Duur-stede, zeide eenvoudig, dat hij hetzelfde geloofde als zijn Gardiaan ; wel verzekerd , dat deze geloofde wat de Kerk leert. Na dit onderzoek bragt men hen naaiden kerker terug, doch nu , door sommiger tusschen-komst, naar een die hooger , minder donker en niet zoo morsig was. Eindelijk verkreeg Pastoor Leonardus met veel moeite , dat men hun, uitgeput van honger, vermoeijenis en pijnen , een vat water en eenig brood verstrekte.

Merken wij heden op , hoevéél, op hoevelerlei wijze , van hoevelerlei personen, in welk eene stemmino-

-ocr page 72-

52

en waarvóór onze martelaars op dezen schrikkelijken tlag hebben geleden; vergelijk met hen hunne verwoede vervolgers: welk eene tegenstelling! hoe strsialt hier de luister der waarheid, hoe maken hier de afvalligen zich zeiven en hunne dwaalleer te schande. Danken wij God toch vurig voor de genade van het ware geloof, en bidden wij te hartelijker voor de verblinden , die hun ongeluk niet inzien.

Bidt vóór ons , Heilige Martelaars van Gorkum.

Opdat wij de beloften van Christus waardig worden.

Onze Vader; Wees gegroet; Glorie z ij den Vader.

Dingsdag . 8 Julij.

Achtste dag der Novene.

Strijd te{;en velerlei verleiding.

In den middag van den 8en Julij bragt men zeven onzer martelaars naar het stadhuis , om , weder in Lumey's bijzijn , een nieuw en scherper onderzoek te ondergaan. Men koos hiertoe als de voornaamsten : de beide Pastoors Leonardus en Nicolaus; den Gardiaan met zijnen Vicarius en Godefridus , van Mervel; en de twee Norbertijnen. Kon men dezen overwinnen en tot afval bewegen , zoo dacht men , dan zouden de overigen wel volgen. Daar dan bevonden zich twee Calviniste predikanten, eenige edellieden uit Lumey's gevolg en anderen. De eerste vraag liep over den Paus, tegen wien de Graaf een doodelijken haat koesterde. En

-ocr page 73-

als de eene predikant, een oubesohaamde Gorkumsche schipper, niets met al zijn spreken uitrigtte, riep hij telkens: » Hangt ze maar op, hangt ze maar op!quot; De andere predikant, een gewezen pastoor van den Briel, zocht hen met allerlei schoone beloften eu voor-uitzigten , van den Paus en het geloof af te trekken waarop de manmoedige Gardiaan ook dit ten waardig; bescheid gaf: dat het Katholieke geloof hem meer was dan zijn leven, en hij gaarne met zyn bloed zyne prediking zou bezegeleu. Even volstandig en heldhaftig weigerde Pastoor Leonardus den Paus te verloochenen. » Gij geeft altijd voegde hij er bij, » hoog op van uwe » godsdienstvrijheid, en gij wilt mij dwingen, mijn ge-» loof tegen mijn geweten in te verlaten. Maar laat » ons een vrijen redestrijd voeren, en wie het wint, » die worde gevolgd.quot; Dat voorstel beviel den meesten aanwezigen, en de twee predikanten, hoezeer zij het ook zochten te ontduiken, werden gesteld tegenover Pastoor Leonardus en den Gardiaan. Het duurde niet lang, of de eene predikant, die de echtheid van zijn Bijbel te bewijzen had, raakte vast; dat bemerkten de Calvinisten en begonnen Pastoor Leonardus , die toen sprak, in de rede te vallen , en te schelden, en wierpen hem en den Gardiaan de raadzaal uit. Nu moest P. Hieronymus antwoorden , eu onvervaard, als altijd, beleed hij het Katholieke geloof. Toen leidde men de twee Norbertijnen voor, die, over de wezenlijke tegenwoordigheid van Christus in het H. Sakrament des Altaars ondervraagd , beleden en te gelijk bewezen, wat de H. Kerk over dat geloofspunt leert; waarop de verslagen tegenpartij hen met scheld-

-ocr page 74-

54

woorden overlaadde. Ook de nog overigen stonden vast in de belijdenis van het Katholieke geloof. Onderwijl had die Gorkummer schipper, gedurig in het naauw gebragt, niets anders geschreeuwd dan: » De » strop ! de galg! ophangen!quot; en de Graaf riep het herhaaldelijk met hem mede. Dat toch was hem en den zijnen het grootste genot, dat die geestelijken den smadelijksten dood zouden sterven.

Intusschen hadden de Katholieken te Gorkum, die zich tot den Prins van Oranje hadden gewend , den 7en Julij een gunstig antwoord ontvangen. Hij beval nadrukkelijk aan alle bevelhebbers van steden of plaatsen , dat men geen geestelijke of kloosterling mogt hinderen , maar dat zij allen denzelfden vrijdom als het volk zouden genieten. Brant gaf hiervan een afschrift voor Lumey in den Briel, hetwelk onverwijld den volgenden morgen (8 Julij) door een ijverig Katholiek werd overgebragt; hij moest tevens bij den Graaf voor alle gevangenen spreken , bijzonder voor Pastoor Leonardus, wiens zuster tienduizend dukaten ten losprijs had geboden. Tegen den avond kwam de bezorger van den brief in den Briel aan. Doch de trotsche Graaf riep bulderend uit: Hij, Lumey, was zoowel heer en meester als Oranje ; hij erkende hem noch iemand anders voor zijn meerdere; en te vergeefs nu was alle pleit ten voordeele der gevangenen.

Ook twee broeders van den Gardiaan waren in den Briel en lieten niets onbeproefd om hem te redden; zij verkregen voor geld, dat hij voor een of twee uren met hen in het huis van den provoost mogt gaan. Daar had hij gevaarlijke en herhaalde aanvaller!

-ocr page 75-

55

van zijne eigene broeders door te staau; zij boden hem hun huis aan, zouden voor zijn onderhoud zorgen, hem den handel leeren, zoodat hij een rijk bestaan kon hebben. Nicolaus antwoordde, dat hij liever terstond wilde sterven, dan ook maar in het minste van het Katholieke geloof en van God af te wijken; hij toonde hun aan, dat van den Paus af te vallen, afvallen is van de Kerk en afvallen van God ; » die » de Kerk niet tot Moeder heeft,quot; zeide hij met den H. Cyprianus, » kan God niet tot Vader hebben.quot; Nu bragten zij hem aan eene welvoorziene tafel, en toen de martelaar, die uitgeput was van honger en ver-moeijenis, zich genoegzaam versterkt had, en opgeruimd met hen sprak, zochten zij hem met bidden en smee-ken en allerlei middelen over te halen, dat hij slechts voor een wijl zijn geloof zou ontveinzen . om zijnen broeders de schande van zulk een dood te besparen. Met heilige verontwaardiging bestrafte hij hen , en verklaarde, dat hij dien reeds geproefdon dood niet vreesde. Toen bezworen zij hem , dat hij zich dan nu zeker zou laten vrijkoopen, daar hij zijne lotge-nooten toch niet redden kon. Onwrikbaar hervatte Nicolaus, dat hij volhardde bij hetgeen hij altijd gezegd had , en met zijne medebroeders wilde blijven in leven en dood. Verstoord over die halsstarrigheid , gelijk zij het noemden, gingen zijne broeders heen , en onze afgematte strijder strekte zich een oogenblik op een bank neêr en sliep gerust in het aangezigt van den dood!... Ook de andere gevangenen hadden eenige verligting en ontvingen, door zijn toedoen, van zijne broeders wat spijs en drank.

-ocr page 76-

- Middelerwijl zat de Graaf te slempen en had buitengemeen veel gedronken. Hij ziet het bevel van den Prins nog eens in, en merkt dat het slechts een afschrift is. Daarop barst hij in verwenschingen uit tegen Brant, tegen den Prins : hij zou dien nacht nog toonen, dat hij meester was en zich van niemand liet gebieden. Woedend en dronken als hij is, gelast hij den kerkerprovoost, dat hij al de gevangene priesters en monniken tot den laatste toe moest doen ophangen, en dat er niet één, tegen wat prijs ook, zich kon laten vrijkoopen. Afzonderlijk nog beveelt hij den wreeden Omal, voor de stipte en spoedige uitvoering te zorgen, 't Was elf uur ia den nacht, toen dat snoode doodvonnis onder zulke omstandigheden werd geveld! Eenige geregtsdienaars snellen naar het huis waar de Gardiaan nog rustig sliep; zij rukken hem wakker en hij sprak: » Wat de Heer geeft mag » ik niet weigeren; wilt gij mij, ik volg u gaarne.quot;

Merken wij heden op, hoe onze kampvechters voor het geloof nu op eene gansch andere wijze aangevallen zijn, en de bestrijders der waarheid zich van eene andere zijde deden kennen. Gisteren hadden onze martelaars allerlei geweld en smaad te verduren : heden moesten zij , en vooral de grootmoedige Gardiaan , aan velerlei verleiding en verlokkende aanbiedingen , aan vleesch en bloed weerstand bieden. Dat dubbele middel, geweld en verleiding, heeft de dwaling altijd tegen de waarheid beproefd, beproeft zij nog dagelijks, en verleidelijke beloften niet het minst. O leeren wij toch van onze onbezweken helden , voor geen aardsch goed cf genot,

-ocr page 77-

57

hoedanig ook, van ons heilig geloof af te wijken , en blijven wij met hen onzen Heer Jesus Christus in zijnen Stedehouder vereeren, en in zijn H.' Sakrament aanbidden.

Bidt voor ons, Heilige Martelaars van Gorkum.

Opdat wij de beloften van Christus waardig worden.

Onze Vader; Wees gegroet; Glorie z ij d e n V a d e r.

Woensdag, 9 Jul'i-

Negende en laatste dag der Novene.

Driedubbele verwinning, over foltering , verleiding en atval.

De martelaars hadden zich intusschen door de biecht tot den laatsten strijd voorbereid; de beulen binden hen twee aan twee en leiden hen in processie buiten de stadspoort; 't was nu reeds tegen één uur na middernacht, en alzoo woensdag , den 9den Julij. Soldaten te voet eu te paard omgaven de veroordeelden met groot gedruisch; ook van het volk kwamen er toegeloopen ; toen zelfs spaarde men hun geen scheldwoorden , geen verwenschingen en mishandelingen. Men zoekt naar eene plaats ter uitvoering van het vonnis, en komt aan de overgebleven turfschuur van het verwoeste klooster St. Elisabeth Ten Bugge, waar zij twee balken zien, geschikt voor hun doel. De martelaars bevelen allen hun jongsten strijd aan God, en vermanen elkander tot volharding. Men ontkleedt hen en voert den waardigen

-ocr page 78-

58

Gardiaan het eerst ter dood. Hij omhelst allen ée'n voor één , bemoedigt hen nog vaderlijk , wijst op de reeds wachtende kroon, en treedt blijmoedig deleer op, altijd nog vermanend, totdat het koord zijne stem onderbreekt.

Nu waren het Hiero nymns , Nicasius , en de beide Gorkumsche Pastoors , die de anderen versterkten; want daar waren ook Calvinisten en een vuilaardig predikant, die vooral aan de jongere kloosterlingen alles beloofden , indien zij » het Paapsche » geloofquot; wilden verza.ken. Dan trok Nicasius, altijd even kalm, hen in 't midden der overigen, om hen als te beschutten; en zoo dikwerf die verleiders aan de jongsten vroegen, of zij nu nog, om hun leven te redden, den Paus van Rome wilden verzaken, antwoordde hij dadelijk in hun naam : » Neen, dat 5 willen zij niet! Dat zullen zij nooit doen , zij wil-» len met ons leven en sterven !quot;

En toch, helaas ! hadden onze martelaars de smart dat de jongste hunner, de achttienjarige , nog niet geprofeste leekebroeder Henricus , die reeds gewankeld maar zich met God verzoend had , nu geheel voor de verleiding van den Calvinisten predikant bezweek en uit hun midden werd weggevoerd. Dat bedroefde vooral den zoo vurigen Vicarius en toen hij , bij het opgaan van de ladder , Maria , den H. Petrus en andere Heiligen aanriep en daarover door denzelfden predikant vermaand werd, dat hij zich tot God alleen moest wenden en de Paapsche bij-geloovigheden verzaken , gaf hij hem zulk een duch-tigen voetstoot, dat de snoodaard achterover op den

-ocr page 79-

59

grond viel; hij voegde hem tevens toe: »Gaweg, gij » boosaardigste der menschen! werktuig des duivels ! » want wat gij spreekt, 't is de duivel die het door »uw mond uitbrengt. Ben ik bedroefd, 't is niet » om den dood, maar omdat gij een onervaren jon-» geling tot uw verfoeijelijk gezelschap verlokt hebt.' De soldaten , hierdoor te meer verbitterd, doorkorven zijn gelaat, en sneden hem het Jerusalemsche pelgrimskruis uit de borst en den regterarm. Tot den laatsten adem toe, vertroostte hij de anderen; zoo deden ook Pater Nicasius en Pastoor Nicolaus.

Het was voor de nog overigen eene nieuwe smart , dat een tweede Minierbrotder, uit Luik , die priester was , jammerlijk afviel; deze vond kort daarna een rampzalig einde , terwijl de jonge Henricus naderhand rouwmoedig wederkeerde. Zoo is van nog twee , die reeds vroeger als wankelend van onze martelaars werden afgezonderd , do een , de Pastoor van Maasdam, toch na acht dagen opgehangen, terwijl de ander, Pontus Heuterus , in Omal's dienst gekomen , wist te ontsnappen en opregte boete deed.

Toen Pater Godefridus, van Mervel, de leer werd opgeleid, bad hij : » Vader vergeef het hun , want » zij weten niet wat zij doen.quot; —• Pastoor Leonardus behield tot het laatste toe zijne gewone onversaagdheid , en bleef zijne medebroeders tot volharding aanmanen. Toen hij, in gedachten verdiept, eenig-zins langzaam de ladder opging, voegde Godefridus van Duynen, in den waan dat dit uit eenige zwak-moedigheid voortkwam, hem toe : » Wel, Meester s Leonardus! waarom trekt gij niet wat haastiger

-ocr page 80-

60

» naav den ons bereiden disch ? Heden immers moe-» ten wij met God en het Lam feest houden in den » hemel.quot; Deze zeventigjarige grijsaard werd na al de anderen ter dood geleid. Reeds klom hij verheugd de leer op , toen eenige menschelijker soldaten hem wilden sparen; maar hij riep , in zijn heilig ongeduld : » Haast u , bid ik u , en brengt mij bij mijne broe-» ders , want ik zie de hemelen open !...quot;

En daar dan, in die hemelen , ziju straks die negentien heldhaftige verwinnaars vereenigd , en dragen de kroon, welke de Gardiaan zag blinken en het eerste ontving. Doch welk een schouwspel in de martelschuur!... Daar hangen zij allen, of gestorven, of nog zieltogend: vijftien aan e'e'ne lange balk; aan eene andere balk Godefridus van Duynen tussohen den Gardiaan en den leekebroeder Cornelius; Jacobus den Norbertijn, heeft men aan eene leer opgehangen. Uiterst ruw en achteloos gingen de beulen te werk; de eene martelaar heeft het koord in den mond, zooals Pater Nicasius , een ander onder de kin; bij anderen was het niet strak aangehaald , zoodat sommigen een langen doodstrijd hadden en bij den klaren dag en veel langer nog leefden, zooals de H. Nicolaus Poppel. Het had van twee tot vier uur geduurd, eer de foltering voor allen voltrokken was. En nog was de haat hunner beulen niet verzaad : zij verminken, zij openen en slagten bijna al die ligchamen, en... maar verder mogen wij niet gaan !... Zóó mishandeld bleven die heilige overblijfselen den ganschen dag hang-en , ten gruwzamen spot van de menigte die er kwam zien;

-ocr page 81-

61

ja troepen van kinderen dreven er hun dartel spel

dea aan en wierpen met steenen! Katholieken van Gor-

,1 de knm, die dit vernamen, verkregen eindelijk voor

d de geld , dat die eerwaardige ligohamen den volgenden

w;i. nacht afgenomen en hegraven werden. Men legde

Jd ; ze in twee groeven , welke men onder de beide bal-

•oe- ken had gedolven.

Merken we heden op , hoe onze geloofshelden

ue. thans tegen drie vereenigde vijanden te strijden had-

o-en den; niet enkel, gelijk eergisteren , tegen folteringen

het en a^e verschrikkingen des doods; niet enkel, gelijk

de gisteren , tegen velerlei verleiding en schoone belof-

or- ten, maar tegen beiderlei aanvallen vereenigd en

jo-e verdubbeld , en daarenboven tegen den heilloozen in-

en vloed van een dubbelen afval, en wel op dat oogenblik

lg. nog! wat die trouwe bloedgetuigen met eene nieuwe,

iei. onuitsprekelijke zielesmart vervulde. »Dat is dan

de de verwinning welke de wereld verwint, ons geloof

L-d (i Jo. v, 4); die in het kwade gestelde wereld, met

□- hare bedreigingen en schrikaanjagingen; die wereld

e- met hare beloften en verlokselen; die wereld met

j_ hare ergerlijke en aanstekelijke voorbeelden van ver-

f. dorvenheid. Wie daartegen wettig en volstandig zal

n gestreden hebben, zal met onze martelaren ook ge-

[. kroond worden.

j. Bidt voor ons . Heilige Martelaars van Gorkum.

b Opdat wij dé beloften van Christus waardig worden.

Onze Vader; Wees gegroet; Glorie z ij d e n V a d e r.

-ocr page 82-

62

TWEEDE NOVENE.

OP DE GELOOFSWAARHEDEN, DOOR ONZE MARTELAARS BELEDEN , EN DE VOORNAME DEUGDEN, DOOR HEN BEOEFEND.

EERSTE DAG.

Oingsdag.

Kom , H. Geest, vervul de harten uwer geloovigeu, en ontsteek in lien het vuur uwer liefde.

Zend uwen Geest uit, en zij zullen geschapen worden.

Eu Gij zult het aanschijn der aarde vernieuwen.

LAAT ONS BIDDEN.

God, die de harten der geloovigeu door de verlichting des H. Geestes hebt geleerd: geef ous in den-zelfden Geest opregt wijs te zijn , eu ons altijd iu zijne vertroosting te verheugen. Door onzen Heer J. C. , uwen Zoon. Amen.

Onze Vader; Weesgegroet.

OVERWEGING.

Dankbaarheid voor de genade des geloof's.

Overweeg , hoe , volgens de H. Kerkvergadering van Trente quot;'), het geloof het begin is van 's mensohen heil, de grondslag en de wortel van alle regtvaardig-1quot;) Sess. vi de Juslif. C. vm.

-ocr page 83-

making. Zonder het geloof, verklaart de apostel, is het onmogelijk aan God te behagen (Hebr. xi, 6), en tot de gemeenechap zijner kinderen te komen. Overweeg daarbij, hoe het geloof Gods gave en eene onverdiende genade is (Eph. n , 8 v.), en hoe de regt-vaardige moet leven uit geloof (Hebr. x , 38). Welk eene reden derhalve hebben wij tot dankbaarheid voorzoo groot een schat, die ons bewaard is ; en dat bij zoo lange en zoo velerlei vervolgingen als onze vaderen hebben verduurd. Wat hebben onze broeders , onze taal- en landgenooten, de thans verheerlijkte Martelaars van Gorkum voor dat geloof niet geleden, en hiermede voor de gansche wereld getuigd, hoe boven alles dierbaar hun de schat des geloofs was. » Zag » ik mij ook met duizend docden bedreigd sprak de H. Gardiaan Nicolaus, » nog zou ik , met Gods ge-» nade , mijn geloof niet verzaken.quot; — Hij, en zijn Vicarius met hem, hij beschouwde het niet als iets gerings , voor het Katholieke geloof te mogen sterven ; hij wenschte zelfs, dat hij er lid aan lid voor in stukken mogt gehouwen worden. quot;Laat zeriep hij in vervoering uit, »laat ze met mij doen wat ze » willen, laat ze mij ontvellen, braden: ik beu » bereid om er alles voor te lijden!quot; — » Alles had hij nog in zijne laatste preek gezegd , » alles, ook » zijn leven, moest men veil hebben voor het geloof!quot; — » Nooitverklaarde de H. Leonardus plegtig , » nooit zal ik, met Gods genade, hetzij ik leven of » sterven moet, iets anders leeren dan ik tot hiertoe » geleerd heb.quot; En reeds vroeger had hij openlijk getoond , hoe hij niets vreesde. Op een zondag den

-ocr page 84-

61

preekstoel opgaande , ziet hij eene groote bende gewapende afvalligen in zijn gehoor , maar verdedigt niettemin even vrij en onvervaard de Katholieke leer en doet al de drogredenen harer bestrijders te niet. — Voor den regter over zijn geloof ondervraagd, gaf hij zulk een vrijmoedig antwoord, dat een soldaat hem met een hellebaard, een ander hem met een krijgsha-mer op het hoofd sloeg, zoodat het bloed er uit sprong. » Slaat mijn vleesch voegde hij hun toe , » zooveel het u lust en terwijl ge 't nog kunt, want » lang zal het niet duren !quot; En al onze Crorkumsche martelaren toonden door hun ontzettend lijden , hoe boven alles dierbaar hun de schat des geloofs was.

Volgen wij hun voorbeeld, en toonen ook wij onze dankbaarheid , niet met woorden alleen , maar vooral in onze daden , in ons leven uit het geloof; toonen wij dit, ook bij onkatholieken, altijd het woord van onzen Heer gedachtig: » Alwie Mij voor de men-» sohen zal beleden hebben , Ik zal hem ook belijden » voor mijnen Vader , die in de hemelen is. Doch wie » Mij voor de menschen zal verloochend hebben , Ik » zal hem ook verloochenen voor mijnen Vader die in « de hemelen is.quot; (Mt. x , 32 v.)

GEBED.

Barmhartige Jesus, tot eenig eerherstel voor al den ondank en den smaad , door het ongeloof ook in ons midden ü aangedaan , spreek ik met een opgewekt geloof tot U: Grijzijtde Christus, Gij de Zoon van den levenden God! Gij hebt de woorden des eeuwigen levens. Ach , versterk mij,

-ocr page 85-

65

dat ik mij toch nooit sciiame, U ook voor de men-schen te belijden , maar mij in alles altijd dankbaar voor die onschatbare weldaad toone. Aan U zij eer en glorie van alle schepsel, nu en altijd. Amen.

Onze Vader; Wees gegroet; Glorie z ij d e n V a d e r.

Bidt voor ons , Heilige Martelaars van Gorkum.

Opdat wij de beloften van Christus waardig worden.

TWEEDE DAG.

Woensdag,

Dankbare liefde voor onzo Moeder de H. Kerk.

Kom , H. Geest, enz. , als bladz. 02.

o v E R w e ö i;; o.

Overweeg , hoe » Christus de Kerk heelt bemind en » zich zei ven voor haar heeft overgegeven, opdat Hij » haar zoude heiligen, en Hij zelf zich die Kerk glo-» rierijk zonde aanbieden , geen vlek of rimpel of iets » dergelijks hebbende , maar opdat zij heilig zij en s onbesmetquot; (Eph. v, 25 vv.); overweeg ook, hoe » die Kerk van den levenden God de zuil en grond-»vest is der waarheidquot; (i ïim. m, 15), en alzoo wie haar , de van Christus gestelde leermeesteresse dei-waarheid , niet hoort, voor ons moet wezen » als een gt; heiden en tollenaarquot; (Mt. xvm , 16).

Onze martelaren hebben die eene, heilige, onbe-

5

-ocr page 86-

66

vlekte , onfeilbare Kerk , hunne Moeder, zóó bemind ,

dat zij zich voor haar en hare leer in den smadelijk-

sten dood hebben overgeleverd. »Ik geloofquot;, sprak ;

de eenvoudigejleekebroeder Cornelius, » al wat de Gar- i

» diaan gelooftwel bewust, dat zijn Gardiaan ge- i

loofde wat de Kerk leert. »Liever wil ik dadelijk 1

» sterven !quot; getuigde de Gardiaan , » dan ook maar in \

» 't allerminste in woord of daad van het Katholieke ge- 1

» loof af te wijken.quot; Hetzelfde beleed de H. Leonar- li

dus met de andere martelaren : » Wij gelooven wat S » de Katholieke Kerk leert; daar spreekt Christus iu , r:

» zijne getuigen; daar verleent Hij zijnen Geest, om z

» in het geloof dier Kerk onbezweken te volharden , sl

» en voor niets ter wereld ook maar een haarbreed van d

» hare geloofsbelijdenis af te wijken.quot; A

Wekken wij ons tot dankbare liefde^ op jegens die goede Moeder , die ook ons heeft voortgebragt; gedenken wij wat de H. Gardiaan Nioolaus met den H.

Cyprianus zeide : » die de Kerk niet tot Moeder heeft, » kan God niet tot Vader hebben.quot; Toonen wij die dankbare liefde , met altijd gétrouw naar de leer en voorschriften der H. Kerk te leven, vooral ook bij onkatholiekeu. Laat toch geen laffe vrees voor men-sohen ons van het naauwgezette volbrengen harer geboden afhouden. Toonen wij die dankbare liefde ook met véél voor haar te bidden , naar het voorbeeld van den negentigjarigen Wilhadus, die aanhoudend,

dag en nacht, voor de rust der Kerk bad.

G F. B E D.

Gedenk , o eeuwige Vader , uwe Kerk , welke Gij (

-ocr page 87-

07

van Jeu beginne hebt bezeten. Verheerlijk haar als de Bruid van Jesus Christus, uwen eenigen Zoon, die al zijn bloed voor haar heeft gestort. Geef, dat zij 'in haar lijden en strijden steeds overwinne en zich uitbreide over de gansche aarde. Geef ook , dat al hare kinderen U met een ootmoedig en ijverig geloof verheerlijken en belijden : hen niet vreezende, die alleen het ligohaam kunnen dooden , terwijl Gij ziel en ligchaam beiden kunt storten in het eeuwig verderf. Sterk hen allen, die, waar of hoe ook, aan bekoringen en verleiding tot afval van het heilig geloof zijn blootgesteld. Dit bidden wij U door de verdiensten van denzelfden onzen Heer J. C., uwen Zoon, en door de voorspraak van onze Gorkumsohe Martelaren. Amen.

OnzeVader; Weesgegroet; Glorie z ij d e n V a d e r.

Bidt voor ons , Heilige Martelaars van Gorkum

Opdat wij de beloften van Christus waardig worden.

n E R D E DAG,

Donderdag.

Kinderlijke liefde voor onzen H. Vader.

Kom, H. Geest, enz., als op bladz. 62.

OVBUWEGINO.

Overweeg, wat de apostel Petrus op zijne belijde-

-ocr page 88-

68

ui? vau Christus' godheid uit den mond zijns Mees- j ters mogt vernemen : » Ik zeg u , gij zijt Petrus , en o » op deze Steenrots zal Ik mijne Kerk bouwen, en de o » poorten der hel zullen tegen haar niet vermogen. d » En u zal Ik de sleutelen van het rijk der hemelen z( » geven. En al wat gij gebonden zult hebben op aarde , H » zal ook gebonden zijn in de hemelen ; en al wat gij gi » zult ontbonden hebben op aarde, zal ook ontbonden zijn ve » in de hemelen.quot; (Mt. xvi, 18 v.) Overweeg, hoe deze vc hoogplegtige belofte , dat Petrus de onwrikbare grond- de slag van Jesus' Kerk , en zijn gevolmagtigde Stedehouder op aarde zou wezen , hare vervulling erlang- on de , toen de Heer , na zijne verrijzenis , tot Petrus bij ee: diens driewerf herhaalde liefdebetuiging sprak: »Weid bli » mijne lammeren , weid mijne schapen !quot; (Jo. xxi, thi 15 —18.) Eu wijl de Kerk, door Jesus op Petrus ge- do grondvest, moest voortduren »tot aan de voleinding uit » der eeuwquot; (Mt. xxvm, 20) , moest Petrus ook voort- we leven in zijne opvolgers, gelijk wij het, naar het god- ins delijk woord , tot heden toe zagen gebeuren , en ge- Hei lijk het evenzeer zijn zal tot aan het einde der dagen. we Voor dit geloofspunt inzonderheid; dat Petrus'op- Ste volger, of de Paus, de gevolmagtigde Stedehouder van Christus en het zigtbaar Hoofd zijner Kerk is , hebben onze Martelaars van Gorkum zooveel geleden en C dien gruwzamen dood ondergaan. Dat is door hunne strc vervolgers zeiven verklaard; dat blijkt gedurig uit Wd dezer verschillende pogingen , bedreigingen en belof- stig ten , om onze martelaars van den Paus afvallig te ver maken; dat blijkt uit de ontelbare smaadwoorden verlt; hunner vijanden , uit hunne ondervragingen over dat Hee

-ocr page 89-

69

punt, en herhaalde toezeggingen, tot zelfs op het oogenblik nog, toen men hen Je schanclladcler ging opleiden: men zou hen vrij laten , indien zij slechts den Paus wilden verloochenen. Maar onbewegelijk , zoo voor vijanden als voor eigen broeders , bleef de H. Gardiaan , hoe dubbel zwaar beproefd , onbewegelijk bleven zij allen op de Steenrots der Kerk gevestigd , en zijn aldus de eigenaardige bloedgetuigen voor de opperlioofdigheid en het stedehouderschap des Pausen geworden.

God zij geloofd! mogen wij hier uitroepen, dat ouder ons , dank zeker ook hun offer en gebed, zulk eene kinderlijke liefde voor Christus' Plaatsbekleeder bleef voortleven. God zij geloofd! dat die liefde zich thans vooral, ook door veelvuldig gebed en offer , ja. door de opoffering van zoovele jeugdige levens , zoo uitnemend betuigt. Bidden wij toch vurig, dat zij welke, met de afvalligen dier dagen, die goddelijke instelling miskennen en smaden, zich eindelijk m de liefdearmen van dien allerbemicnelijksteu Vader mogen werpen , en met ons spreken : Gij zijt Petrus! gij de Steenrots , waarop Christus zijne Kerk heeft gebouwd!

GEBED OERKERK.

God, die het verdoolde teregtwijst, en het verstrooide vergadert, en het vergaderde behoudt; stort, bidden wij U , de genade uwer vereeniging goedgunstig over uw volk uit: opdat het, alle verdeeldheid verwerpend , en zich met den waren herder uwer Kerk vereenigeud , U waardiglijk kunne dienen. Door onzen Heer J. C. , uwen Zoon. Amen.

-ocr page 90-

-f

70

Onze Vader; Wees gegroet; Glorie 1

zij den Vader. z

z

Bidt voor ons , Heilige Martelaars van Gorknm. ^

Opdat wij de beloften van Christus waardig wordeo, cl

O

VIERDE DAG. °

Vrijdag. ^

IJver voor de zielen. zi

Zlt;

Kom , H. Geest , enz. , als bladz. 62. »

d

OVERWEGING.

g

Overweeg, hoe de apostel, als getrouw dienaar b

en navolger van Christus, in de hem dringende liefde 9

voor het heil zijner broeders, alles voor allen werd, n

opdat hij allen mogt zalig maken (i Cor. ix , 22) ; al

hoe hij, bij al wat hij van buiten, naar het ligohaam, al

te verduren had, nog onuitsprekelijk veel leed door H

zijne zorg voor de zielen ; zoodat hij uitroepen kon: oi

gt;- Wie is er zwak , dat ik niet zwak ben ? Wie wordt vi

•gt; geërgerd, dat ik niet brand ?quot; Dat is : Wie onder hlt;

de broeders is er geestelijkerwijze zwak, dat ik er zi

niet door getroffen word ? wie hunner wordt geër- sc

gerd, tot ongeloof en zonde verleid, dat ik daarover n:

niet brand van zielesmart ? (ir Cor. xi, 28 v.) bi

Zulk eene liefde, zulk eene zorg, zulk eene ziele- m

smart zien wij ook in onze martelaren , bijzonder in oc

hen die herders en zielbestuurdera waren. Wat al O

zwakken zijn door hen gesteund, wat afvalligen te- n(

-ocr page 91-

71

ruggebragt. Op zijne knieën wierp de H. Leonardus zich voor de zondaars neder, eni smeekte hen , dat zij zich zouden bekeeren. In zijne laatste preken wekte hij de geloovigen, in de hoogste vervoering der liefde, tot getrouwheid op aan het Katholieke geloof; en bij het dreigend levensgevaar, door zijne zuster en anderen aangezet, het te ontwijken : »Hoe » zal ik sprak hij , » die herder ben, gaan vlugten?quot; De niet minder ijverige onderpastoor Nicolaus , door zijnen vader aanhoudend gesmeekt, dat hij zijn leven zou redden , antwoordt ; » De goede herder geeft zijn »leven voor zijne schapen.quot; De trouwe Gardiaan, gedurig door zijne eigen broeders en andere verwanten gebeden en bezworen , zich zeiven toch te redden gt; blijft van begin tot eind en altijd spreken: » Ik wil » met de mijnen leven en sterven.quot; De H. Hierony-mus , de manmoedige ondergardiaan, was altijd tot alles bereid , wat anderen tot heil kon wezen; deze allen , en vooral de H. Nicasius, die de jongeren als met vleugelen van vaderlijke bescherming scheen te omgeven , zij spoorden dag en nacht hunne medegevangenen tot moed en volharding aan. Maar ach ! hoe brandden die herders van zielesmart, toen zij zich op hun martelweg door eigen parochianen beschimpt zagen. » Dat was hemquot;, klaagde Pastoor Leonardus, » veel harder dan alle smaad en de dood!quot; Hoe brandden zij allen van zielesmart, toen er van hunne medegevangenen afvielen! en helaas! nog op het oogenblik zelf, dat zij de kroon gingen behalen!... O trouwe herders! om die liefde welke u drong en nog dringt, verwerft ons een vurigen ijver voor het

-ocr page 92-

72

heil der zielen; bidt met ons voor de ougelukkigen die vielen, hervielen, afvielen; inzonderheid voor..., en voor wie wij beloofd hebben te bidden.

gebed der kerk.

God, wien het eigen is , U altijd te ontfermen en te sparen : neem onze smeeking aan , opdat de ontferming uwer goedertierenheid ons en al uwe dienaren , die met de ketenen der zouden gebonden zijn , genadiglijk ontbinde. Door onzen Heer .T. C., uwen Zoon. Amen.

OnzeVader; Weesgegroet; Glorie z ij d e n V a d e r.

Bidt voor ons , Heilige Martelaars van Gorkum.

Opdat wij de beloften van Christus waardig worden.

v ij f d e D a G.

Zaturdag.

Dikwerf en godvruchtig biechten.

Kom , H. Geest, enz. , als bladz. 62.

o v e 1! w k g i n g.

Overweeg, hoe wij , volgens den apostel, onze lig-chamen als eene levende, heilige en Gode behagelijke offerande moeten aanbieden (Rom. xn, 1); hoe wij geroepen zijn, om heilig en onbevlekt voor Gods aan-gezigt te wezen (Eph. i, 4) , en wij ons alzoo moeten

-ocr page 93-

beijveren , om altijd zonder vlek en zonder smet voor den Heer bevonden te worden in vrede (11 Petr. m , 14) ; wijl ook niets wat maar eenigzins besmet is , den hemel kan ingaan (Apoc. xxi , 27).

En daar wij allen in veel struikelen (Jac. m , 2) en zelfs de regtvaardige herhaaldelijk valt (Prov. xxiv , 1G) , hadden ook onze zoo lang en zoo zwaar beproefde martelaars de grootste zorg , zich gedurig ook van de minste hun welligt overkomen besmeuring te zuiveren , en spraken zij dikwerf en godvruchtig, als altijd in het aangezigt des doods , hunne biecht bij elkander. Zoo deden zij reeds dadelijk , na de overgave van het kasteel; zij deden het weder in den eersten nacht van hunne gevangenschap ; en weder niet lang daarna, toen zij hunne terdoodbrenging verwachtten ; en telkens weder , wanneer men hun den dood dreigde , wat zoo dikwerf geschiedde ; en nog eens, met de meeste zorg, toen zij in den jongsten nacht tot den laatsten strijd werden heengevoerd.

Dat wij van die naauwgezette bloedgetuigen leeren, dikwerf ons geweten door de heilige biecht ook van de minste smetten te zuiveren, en met zulk eene voorbereiding , met zulk eene stemming , alsof die biecht de laatste van ons leven ware. Ach! dat zij het toch deden , die zóóveel reden hebben, om zich bezwaard te gevoelen , en toch zoo zorgeloos voortleven ; dat zij zich zeiven toch wél onderscheidden en oordeelden , om niet geoordeeld , naar hunne zonden geoordeeld , en alzoo door den regtvaardigen Regter veroordeeld te worden, (r Cor. xi , 31.)

-ocr page 94-

74

GEBED DER KERK. quot;W

a,]

Verhoor, bidden wij ü, Heer, de gebeden van .( alwie U rouwmoedig om vergiffenis smeeken, en spaar

de zonden van hen die U schuld belijden; opdat Gij a(

ons goedgunstig kwijtschelding tevens en vrede ver- ^ leent. Door onzen Heer J. C., uwen Zoon. Amen.

OnzeVader; Wees gegroet; Glorie ^

z ij den Vader. ee

da

Bidt voor ons, Heilige Martelaars van Gorkum. tu

Opdat wij de beloften van Christus waardig worden. ge

oo

ZESDEDAG. ^

Zondag. 136

» 1

Levendig geloot' in het H. Sakrament. » J

Kom , H. Geest, enz., als bladz. 62. ^

» a

OVEKWEGING. ny

ee]

Overweeg , hoe onze Heer in het laatste Avond- c|e;

maal aan zijne apostelen den last en de magt gaf , je

om ter zijner gedachtenis te doen wat Hij zelf daar had ijej

gedaan : om het onbloedig offer op te dragen; en ove

hoe zij en zeiven zijn Ligchaam ea Bloed moesten erl

nuttigen en het aan anderen mededeelen. Met den wa.

H. Chrysostomus , toonde de H. Gardiaan Nicolaus, in roe

zijne voorlaatste preek , allernadrukkelijkst eu aller- » ee

vurigst aan hoe overgroot de liefde van den goedea » q

Jesus is, dat Hij aldus in het H. Sakrament met ons (i (;

-ocr page 95-

75

wilde blijven tot aan het einde der dagen , en ■wij aldus zijnen dood moesten belijden en verkondigen totdat Hij zou komen, (i Cor. xi , 2'ó, vv.)

Inzonderheid ook dit leerstuk , van Jesus' waarachtige tegenwoordigheid in het H. Sakrament des Altaars, hebben onze Gorkumsche martelaars met hun lijden en sterven beleden. De H. Nicolaus Pop-pel , die zich altijd door zijne teedere zorg voor de eer van het Allerheiligste had onderscheiden , mogt dan ook het eerst openlijk voor dit Liefdegeheim getuigen. Tussohen de kerkerbeulen geplaatst, met een geladen pistool voor den mond , en gevraagd, of hij ook nu nog, gelijk hij vroeger roemde, voor het Katholieke geloof wilde sterven , antwoordde hij onbevreesd : » Gaarne ! en bijzender voor dit mijn ge-» loof: dat het Ligchaam en Bloed zelf van onzen Heer » Jesus Christus in het Allerheiligste Sakrament des » Altaars onder de gedaanten van brood en wijn waar-» achtig tegenwoordig is.quot; Hij ook , en de H. Hiero-nymus , en vooral de H. Leonardns verdedigden tegen een Calvinist predikant, op hun schip bij Dordrecht, dezelfde waarachtige tegenwoordigheid. Zij ook, en de Gardiaan , en Pater Godefridns , van Mervel, en de

1 beide Norbertijnen Adrianus en vooralJacobns, daar-

i over bepaaldelijk ondervraagd; zij allen betuigden

i en betoogden voor den bloedraad te Brielle diezelfde

n waarachtige tegenwoordigheid , zich daarbij ook be-

a roepende op de woorden des apostels : » Wie onwaardig » eet of drinkt , eet en drinkt zich het oordeel, niet

i «onderscheidende het ligchaam dep hberen.quot;

■s (i Cor. xi, 29.)

-ocr page 96-

70

Hoezeer zij cle martelaars ook voor liet H. Sakra-ment des Altaars waren , blijkt mede uit cle snoode bespottingen en cle gruwzame godslasterlijkheden , welke zij oyer de H. Mis en hare voornaamste deelen, moesten aanhooren; en dit van het begin tot het einde van hun martelaarschap , en wel van allerlei slag van personen. Wat zullen zij ook hierdoor bij huu levendig geloof, bij hunne brandende liefde tot dit aanbiddelijk Sakrament hebben geleden! En wat eeu smartelijk gemis voor hen, dat zij al die dagen de vertroosting dier HH. Geheimen moesten derven !... Zouden wij, Nederlandsche Katholieken , het vooral uiet ook aan onze Gorkumsche Martelaren te danken hebben , dat hier altijd zooveel geloof, zooveel eerbied en godsvrucht was jegens liet H. Sakrament ? Verwerven zij het nóg voor ons , dat die godsvrucht zich als met den dag verheft en uitbreidt? O worde ons dagelijksch leven altijd méér nog een vertrouwelijk verkeer , van nabij of van verre , met Jesus in zijn oneindig Liefdegeheim, ook ten eerherstel voor hetgeen tegen Hem ook daar, ach! ook daar misdreven werd of nog wordt! Zij cle goede Jesus, waar Hij zoo vriendelijk te midden van ons staat (Jo. i , 26), het genaderijk middenpunt onzes levens , dat ons altijd tot zich trekt.

GEBED DEK K E R K.

God , die ons onder het wonderbare Sakrament de gedachtenis van uw lijden hebt nagelaten: verleen ons, bidden wij U, de heilige geheimen van uw Lig-

-ocr page 97-

77

chaam en Bloed zóó te vereeren , dat wij de vrucht uwer verlossing gedurig in ons mogen gevoelen. Die leeft en regeert met God den Vader, in de eenheid des H. Geestes , God , door alle eeuwen der eeuwen. Amen.

OnzeVader; Wees gegroet: Glorie z ij d e n V a d e r.

Bidt voor ons , Heilige Martelaars van Gorkum.

Opdat wii de beloften van Christus waardig worden.

ZEVENDE DAG.

Maandag.

Godsvrucht lol Maria.

Kom , H. Geest, enz. . als bladz. 132.

O V E K W K G I N G.

Overweeg, wat Elisabeth, vervuld van den H. Geest, met luider stemme uitriep, en tot Maria sprak ; » Ge-» zegend gij onder de vrouwen , en gezegend de vrucht » uws ligchaams ! En van waar mij dit, dat de Moe-» der mijus Heeren komt tot mij ?quot; (Lc. i, 42 v.) Die verheerlijking van Maria door Elisabeth komt overeen met de plegtige begroeting van Maria door den aartsengel , en weder met Maria's zaligspreking, welke door eene vrouw uit de volksschare openlik tot haren Zoon werd gerigt: » Zalig de schoot die ü heeft ge-» dragen !quot; (Lc. xi, 27.) Diezelfde verheerlijking van de Moeder bleef in de Kerk altijd met de verheerlijking

-ocr page 98-

van den Zoon gepaard; en hoe levendiger geloof in Jesus , hoe vuriger godsvrucht tot Maria; altijd bleef vervuld wat de Moedermaagd bij Elisabeth in dankbare verrukking uitriep : » Zie, van nu af zullen al-»le geslachten mij zalig noemen.quot; (Lc. i, 48.)

Werd Maria altijd , en wordt zij thans vooral in ons vaderland zoo kinderlijk vereerd, zouden wij ook dit niet, ten deele althans, mogen toekennen aan het voorbeeld en de voorspraak onzer Gorkumsche Martelaren ? Hoe moedig heeft de H. Leonardus, op het feest van Maria's Bezoek aan hare nicht Elizabeth , Maria's lof verkondigd! Het was zijne laatste openbare preek , te midden van dreigende vijanden, die er op uit waren om hem weder in den kerker en ter dood te brengen. Daar begint hij onverschrokken met den lof van de heilige Maagd en Moeder Gods , de Koningin des hemels, en betoogt hare verhevene voorregten en vooral hare voortdurende maagdelijkheid ; bondig weerlegt hij wat vroegere of la-tere ketters tegen Maria, tegen hare vereering en aanroeping hebben gelasterd , en eindigde met deze woorden: »Volhardt dan, smeek ik u, kloekmoedige » en edele burgers! volhardt, en blijf standvastig in » het Katholieke geloof!quot; Om deze preek zochten de afvalligen te meer nog zijnen en aller dood. Ja, ook voor hunne trouwe liefde tot Maria , leden zij allen. Wat smaadwoorden hebben zij daarom moeten hoo-ren! Hoe moesten zij dadelijk bij hunne aankomst buiten den Briel processiesgewijs om en onder eene galg doorgaan en kerkzangen, zooals het Salve E e g i n a, ter eere van Maria aanheffen ; en weder

-ocr page 99-

T

in op de markt hetzelfde tooneel, bij en om eene galg'

ef Daar vorderden hunne beulen , dat een soort van Ma-

k- ria-lof met een gebed zou worden besloten; hetwelk

,1- de oude Godefridus van Duynen dan ook even rustig en krachtig als anders in de kerk , ten einde toe zong.

in Met dit kerkgebed, hetwelk wij aanstonds laten

ik volgen, bevalen onze martelaars, zich voor toen , en

et voor het uur van hunnen docd , in Maria's moederlijke

r- bescherming. Aan haar ook beval zich de H. Hierony-

et mus, toen hij de galgeladder werd opgeleid. Volgen wij

i , hun voorbeeld , en bevelen ook wij ons , met een kin-

a- derlijk vertrouwen, voor leven en sterven aan onze even

ie magtige als liefderijke Moeder aan. 't Is neg niet

er gehoord , dat men tot haar r.e vergeefs zijne toevlugt

m heeft genomen.

i ,

B- GEBED DOOR DEN H. GODEFRIDUS VAX DUYNEN

y- GEZONGEN.

X-

■n » Wij bidden U, Heer God, dat de glorierijke Maagd

ie Maria, uwe Moeder, voor ons en nu en in het uur

;e van onzen dood bij uwe goedertierenheid spreke ; zij ,

n door wier allerheiligste ziel in het uur van uw gezegend

f. lijden en van uwen bitteren dood het zwaard van droef-

k heid is heengegaan. Gij , die leeft en regeert in de

a. eeuwen der eeuwen.quot;

). Met al de andere Gorkumsche Martelaren antwoor-

st den wij: » A m e n.quot;

ie

e Onze Vader; Wees gegroet; Glorie

.j. zijdenVade r.

-ocr page 100-

80

Bidt voor ons , Heilige Martelaars van tiorkum.

Opdat wij de beloften van Christus waardig worden.

ACHTSTE D A. G.

Dingsdag.

Geest van gebed.

Kom, H. Geest, enz., als bladz. 62.

OVEKWEGING.

Overweeg, wat de Heer ons leert, dat wij altijd moeten bidden en niet moede worden (Lo. xvm, 1); gelijk ook de apostel ons weder vermaant: » Bidt » zonder ophouden , weest in alles dankbaar; want » dit is Gods wil in Christus Jesus in u allen.quot; (i Thess. v , 17 v.); en daarom vraagt dezelfde apostel allerdringendst , » dat er smeekingen, gebeden, voorbiddin-» gen , dankzeggingen geschieden voor alle mensohenquot; (i Tim. ii , 1). Immers door zoodanig verkeer met God , moeten wij onze dubbele verpligting van aanbidding en dank jegens Hem volbrengen , en kunnen wij onze dubbele behoefte aan verzoening , en altijd nieuwe genaden tot volharding in zijne dienst aanvullen. Het leven der geloovigen is een leven des ge-beds. Naar waarheid is het gesproken; » Zeg mij, hoe » gij bidt, en ik zeg u, hoe gij leeft.quot;

Véél, weder , kunnen wij ook hieromtrent van onze martelaars leeren. De vrome Gardiaan was in gedu-rigen omgang met God. Bij allo werk sprak hij ; » T e r e e r e Gods!quot; bij alle verzoek : » T e r 1 i e f-

-ocr page 101-

81

» de Gods!quot; In den kerker, bij alle mishandelingen en folteringen , scheen hij . evenals altijd te voren, met zijn rustig en opgeruimd gelaat, slechts hethe-melsche te beschouwen, met God te spreken en zich tot den marteldood te bereiden. Zijne beminnelijke spreuk was : »Men moet God blijmoedig dienen.quot; Door dienzelfden geest van gebed, verhief de H. Nico-laus Poppel zijn slafelijk leven tot eene aanhoudende dienst van God; zijne spreuk: »Hjj slaaft wél »die in God slaaft,quot; was de uitdrukking van zijn leven. De H. Leonardus , zoo geleerd , zoo welsprekend , zoo onvervaard , bad altijd veel , en bad v\i-rig eer hij den predikstoel beklom. Niet anders, om slechts eenigen te noemen, de vrome Adrianus , en Antonius, van Hoornaer , de vurige Hieronymus, en de onvermoeide Antonius, van Weert. In zijne laatste preek nog wekte deze martelaar de geloovigen tot het gebed op : » Zoo ooit,quot; sprak hij, » dan moet » men nu allerdringendst bidden; want het zwaard is » op de borst, de bijl is aan den wortel van den boom » gezet!quot; De oude Godefridus van Duynen bragt bijna den ganschen dag in de kerk door; de arme, afgeleefde Joannes van Oosterwijk had altijd het smeekend oog op de martelkroon gevestigd ; de stokoude Wil-hadus bad dag en nacht, inzonderheid voor de behoeften der Kerk; bij hem aangedane mishandelingen sprak hij: »God zij gedankt!quot; en bij beschimpingen : »Ik zal God voor u bidden!quot; Hij en de godvruchtige Nicasius waren , als altijd , ook gedurende het lange martelaarschap , even rustig en gerust en meestal geknield, in overweging en ge-

6

T

-ocr page 102-

82

bed verdiept; en hoe hebben zij en de overige priesters en martelaren voor de jongeren en zwakkeren gesmeekt om standvastigheid en volharding; hoe bevalen zij allen, bij de'martelschuurgebragt, hunjong-sten kampstrijd door vereenigde gebeden aan God , en wees de een den ander, naar de H. Geest het ingaf, op den geopenden hemel en de hen daar wachtende kroon!... Met het koord reeds om den hals, gedenken zij hunne beulen: »Heer!quot; roept de H. Go-defridus, van Mervel, »Heer! vergeef het hun , want » zij weten niet wat zij doen.quot; Een leven van offergebed werd met zoo schoon een offerdood voltrokken!... en sinds zwijgt de stem hunner voorbede niet meer! Sinds baden en bidden zij voor de Kerk , voor ons Vaderland , voor ons !...

O mogten wij van hen leeren , aldus te leven in een geest des gebeds, en hierdoor ons leven tot eene gedurige offerande voor God te verheffen; vragen wij ten dien einde byzonder ook de voorspraak onzer thans heilig-gekroonde vrienden en broeders.

gebed der kerk.

Wij bidden U , Heer , voorkom onze werken met den invloed uwer genade , en voltrek ze door uwe medewerking; opdat al ons gebed en 8,1 ons werk altijd van U beginne, en, alzóó begonnen , door U voltrokken worde. Door onzen Heer J. C., uwen Zoon. Amen.

OnzeVader; Wees gegroet; Glorie z ij den Vader.

-ocr page 103-

83

es- Bidt voor ons, Heilige Martelaars van Gorkum.

ren Opdat wij de beloften van Christus waardig worden, va-

ng. NEGENDE DAG.

^' Woensdag.

in-

,0^- De genade van volharding en een zaligen dood.

ge-

t.0. Kom, H. Geest, enz., als bladz. (32.

OVERWEGING.

ïer-

i!... Overweeg, wat de Heer heeit gesproken: » Het rijk 3er! » der hemelen lijdt geweld , en de geweldigen nemen ons » het inquot; (Mt. xi, 12); » gij zilt gehaat zijn bij allen » om mijnen naam, doch wie volhard zal hebben ten i in » einde toe, die zal zalig zijn'' (Mt. x , 22) ; » wees ;ene » getrouw tot den dood, en Ik zal u de kroon des .wij »levens geven.'quot; (Apoc. n, 10.) » Derhalve, mijne wel-nzer » beminde broeders!quot; zoo vermaant ous de apostel , » weest standvastig en onbewegelijk. altijd overvloe-» dig in het werk des Heeren, wetende, dat uw ar-»beid niet ijdel is in den Heer.quot; (i Cor. xv, 58.) me(. Immers: » zalig de dooden, die in den Heer sterven; uwe * van nu gt; zeot; de Geest, mogen zij rusten van werk a hunnen arbeid ; want hunne werken volgen hen.quot; or U (Apoc. xiv , 13.)

'oon ■ En wel door vele kwellingen zijn onze martelaars het rijk der hemelen ingegaan (Akt. xiv, 21). AI dadelijk wederregtelijk gevangen gehouden, worden ie zij beschimpt en gedurig met den dood bedreigd ;

uacht aan nacht door benden van beschonken ban-

-ocr page 104-

84

dieten gruwzaam mishandeld; de onderpastoor en vooral de Gardiaan, met het 'wurgkoord om den hals, tot den dood toe gefolterd , en de Gardiaan daarbij nog onmensehelijk gebrand en geblakerd; hij en Le-onardus bieden zich het eerst in den dood; en men schopt en trapt en kneust hen in de zijden en over het gansche ligohaam. Allen verduren zij honger en dorst, naaktheid en koude, onreine en afschuwelijke kerkerkotten , vuistslagen , kaakslagen , stokslagen , voetschoppen en al wat de boosaardigste brooddronkenheid en moedwil aan priesterhaters ingaf. Zij worden beschimpt, bespot, verguisd , uitgejouwd , gehoond, gelasterd; als vreemde dieren voor geld achter een scheepszeil te kijk gesteld ; uitgeput van gebrek en vermoeijenis, langs volle lange straten voortgezweept, en voor een moordlustigen bloedraad gedaagd. Nicolaus de Gardiaan wordt gegriefd door zijne eigene broeders, de beide Pastoors door ondank en smaad van eigene afvallige parochianen , zelfs van spottende vrouwen!... Hoe lijden allen door de vuigste smadelijkheden en de ijselijkste godslasterlijkheden tegen de heiligste geheimen: en dat alles wordt hun zelfs op hun weg naar den dood niet gespaard! En in de folterschuur daar, wat schriktooneel!... ea vooral wat zielsverscheuring weder, door den afval van enkele medegevangenen ! Den Vicarius doorkerft men nog levend het aangezigt en snijdt hem het pelgrims-kruis uit borst en arm; achteloos voltrekt men het beulenwerk en eenigen, zooals de H. Nicasius , en vooral de H. Nicolaus Poppel, hangen lang, zeer lang nog te zieltogen!.... En na hun dood, wat barbaarsche

-ocr page 105-

85

en verminking, opslagting !... Die onbezweken belden-

ils, schaar, trouw bij dit alles tot in den dood , mogt

•bij spreken : » Wie dan zal ons van Christus' liefde sohei-

Le- » den ? verdrukking ? of benaauwdheid ? of honger ? of

len » naaktheid ? of gevaar ? of vervolging ? of zwaard V

ver » gelijk er geschreven is: Om U worden wij den

en » ganschen dag gedood ; als slagtschapen zijn wij ge-

jke »rekend. Maar in dit alles zijn wij overwinnaar^

m , »om Hem die ons heeft liefgehad.quot; (Rom. vm,

on- 35 vv.)

Zij En het is nu voor immer wat de heilige grijsaard

d , Godefridus van Duynen aan Leonardus toeriep ; » He-

eld » den moeten wij feest houden met God en het Lam

an 8 in den hemel!quot; En verheerlijkt zijn zij allen dien

ten nacht, tot tweewerf toe, aau Gorkumsclie geloovigen

uad verschenen om hen te troosten en te versterken. En

3or hoe velen hebben sedert dat uur hunner zegepraal,

mk hunne magtige voorspraak ondervonden!... Bevelen

?-an ook wij ons in hunne broederlijke bescherming , om

;ste de genade van volharding, een zalig sterfuur en de

te- kroon der overwinning te verwerven.

elfs

in GEBED DER KERK.

iral

en- God, die uwe Heilige Martelaren , Leonardus en

len zijne Gezellen, om bunnen glorierijken strijd voor

ms- uw geloof, met de zegekroon der eeuwigheid hebt

het versierd: verleen genadiglijk , dat wij , door hunne

en verdiensten en navolging strydende op aarde, met

mg hen verdienen gekroond te worden in den hemel. Door

che onzen Heer J. C., uwen Zoon. Amen.

-ocr page 106-

86

'» n z e Vader; Wees gegroet; Glorie

z ij den Vader.

Bidt voor ons , Heilige Martelaars van Gorkum. Opdat wij de beloften van Christus waardig worden.

DERDE NOVENE.

(Zie de Inleiding, bladz. 3.)

I. i. t l 3 l l

VAN DE

HH. XIX MARTELAREN VAN GORKUM.

Heer , ontferm U onzer.

Christus , ontferm I] onzer.

Heer, ontferm U onzer.

Christus, hoor ons.

Christus , verhoor ons.

God , hemelsche Vader , ontferm U onzer.

God , Zoon , Verlosser der wereld , ontferm U onzer. God, Heilige Geest, ontferm U onzer.

Heilige Drievuldigheid, ée'n God, ontferm U onzer. Heilige Maria, Onbevlekt Ontvangen , bid voor ons. Heilige Moeder Gods , Koningin der Martelaren, bid voor ons.

Heilige Josef, Bruidegom van Maria en Voedstervader van Jesus , bid voor ons.

Heilige Apostelen Petrus en Paulus , bidt voor ons. H. Willibrordus, Apostel en Patroon van ons Vaderland , bid voor ons.

-ocr page 107-

87

i

H. jSTorbertus , bid voor ons.

H. Franciscus , bid voor ons.

H. Dominicus , bid voor ons.

Heilige Negentien Mart elui-eu van Gorkutn, bidt voor ons.

H. Nicolaus ,

H. Hieronymus,

H. Theodorus,

H. Nioasius ,

H. Wilhadus ,

H. Grodefridus,

H. Antonius,

H. Antonius, gj

H. Franciscus, lt;•

H. Petrus, °

H. Cornelius, o

B

H. Leonardus , 'f

H. Nicolaus,

H. Godefridus,

H. Joannes,

H. Joannes,

H. Adrianus,

H. Jacobus,

H. Andreas ,

Glorierijke Martelaren van ons Vaderland ,

Onbezweken strijders voor de Katholieke Kerk ,

a Die wederregtelijk , uit haat tegen het geloof, ^

ïs in den kerker geworpen zijt, ^

-S Die aanhoudend beschimpt, en gedurig met g

den dood bedreigd zijt , o

. Die nacht aan nacht allergruwzaamst mishan- ° t—| 0

K deld zijt,

H. Augustinus , bid voor ons.

-ocr page 108-

88

Die met vuisten in het aangezigt geslagen en

op allerlei wijze gepijnigd zijt,

Die «den ganschen dag gedood werdt, en als slagtschapen gerekend z ij t

Die »door geen honger of naaktheid, door geen vervolging of zwaard, van Christus' liefde te a scheiden waart,quot;

§ Die allerlei moedwil »en slagen, en boei-

-g jen en kerkers verduurd hebt,quot;

^ Die, hoe ook gefolterd, bespot en ten toon o a gesteld, voor uwe vijanden gebeden hebt, quot; s Die zoo dikwerf, en vooral bij uwe langzame g [B terdoodbrenging, uwe ziel aan God hebt aanbevolen,

Gij inzonderheid, die in het folterkoord zoo

lang gezieltoogd hebt.

Die allen bij uwen dood, in verheerlijkte gedaante, aan godvruchtige geloovigen verschenen zijt, Die » u i t groote vervolging gekomen, God nu voor zijnen troon dag en nacht moogt dienen,quot;

Wees genadig, spaar ons, Heer.

Wees genadig , verhoor ons , Heer. lt;

Van alle kwaad , verlos ons , Heer. §,

Van ongeloof en dwaling ,

Van onverschilligheid in het geloof, c

Van alle lafhartigheid en menschelijk opzigt, Van alle overtreding of minachting der goddelijke g1 en kerkelijke geboden ,

-ocr page 109-

89

Van alle verzuim der pligten van onzen staat,

Van een haastigen en onvoorzienen dood,

Om de verdiensten en voorspraak onzer Gorkum-

sche Martelaren ,

Om hunne kloekmoedige verdediging van uwe waarachtige tegenwoordigheid in het H. Sakra-ment, g

Om hunne standvastige vereering van uwe H. g Moeder Maria, g

Om hunne trouwe liefde jegens uwen H. Stede- quot; houder op aarde, ®

Om hunne onverschrokken belijdenis der leer van ®

uwe Bruid, onze Moeder de H. Kerk ,

Om de lange smarten en doodsangsten, door hen uitgestaan.

Wij zondaren, wij bidden ü, verhoor ons.

Dat wij de standvastigheid en al de deugden onzer Heilige Martelaars mogen navolgen, wij bidden U, verhoor ons.

Dat wij altijd in geloot' en godsvrucht tot het H.

Sakrament mogen toenemen ,

Dat wij uwe en onze lieve Moeder Maria altijd kin- o-, derlijk mogen vereeren, beminnen en aanroepen, Ê Dat wij in gehoorzaamheid en liefde jegens on- c

zen H. Vader den Paus mogen volharden, Dat wij als getrouwe kinderen van onze Moeder lt;■ de H. Kerk mogen leven en sterven , 2-

Dat Gij U gewaardigt, onzen H. Vader den Paus, § en al onze Geestelijke overheden te zegenen en 0 te bewaren,

Dat Gij ü gewaardigt, alle afgedwaalden in ons

-ocr page 110-

90

midden tot de H. Kerk terug te brengen ,

Dat Gij U gewaardigt, ons en ons Vaderland ^

voor alle besmettelijke ziekte te behoeden , Dat Gij de armen, de bedroefden, de lijdenden , § en de nu stervenden wilt vertroosten en ver- cj sterken,

üat gij ons een zalig sterfuur wilt verleeneu , g. Dat gij ons wilt geven, wat wij U door de voor- o spraak onzer verheerlijkte Martelaren afsmeeken 0 Zoon Gods! g

Lam Gods, dat de zonden der wereld wegneemt,

spaar ons, Heer.

Lam Gods, dat de zonden der wereld wegneemt,

verhoor ons , Heer.

Lam Gods, dat de zonden der wereld wegneemt ,

ontferm U onzer.

Christus , hoor ons.

Christus, verhoor ons. Onze Vader.

Bidt voor ons. Heilige Martelaren van Gorkum. Opdat wij de beloften van Christus waardig worden.

LAAT ONS BIDDEN.

God, die uwe Heilige Martelaren, Leonardus en zijne Gezellen, om hunnen glorierijken strijd voor uw geloof, met de zegekroon der eeuwigheid hebt versierd: verleen genadiglijk, dat wij, door hunne verdiensten en navolging strijdende op aarde, met hen verdienen gekroond te worden in den hemel. Door onzen Heer J. C., uwen Zoon. Amen.

-ocr page 111-

91

Heer , verhoor ons gebed.

En laat ons geroep tot U komen.

Dat de zielen der geloovigen door Gods barmhartigheid in vrede rusten. Amen.

VIERDE NOVENE.

NEGENTAL GEBEDEN VAN EEREBOETE.

(Zie de Inleiding, bladz. 3.)

*

Kom , H. Geest, vervul de harten uwer geloovigen, en ontsteek in hen het vuur uwer liefde.

Zend uwen Geest uit, en zij zullen geschapen worden. En Gij zult het aanschijn der aarde vernieuwen.

LAAT ONS BIDDEN.

tiod , die de harten der geloovigen door de verlichting des H. Geestes hebt geleerd ; geef ons in denzelfden Geest opregt wijs te zijn, en ons altijd in zijne vertroosting te verheugen. Door onzen Heer J. C. , uwen Zoon. Amen.

Bidt voor ons, Heilige Martelaars van Gorkum. Opdat wij de beloften van Christus waardig worden.

I.

Heer -Tesus Christus , Zoon van den levenden God ^

-ocr page 112-

92

Zaligmaker der wereld, die U nog dagelijks op onbloedige wijze in de H. Offerande der Mis voor ons aan den Vader opdraagt: wij belijden met onze Heilige Martelaren uwe goddelijke barmhartigheid en danken U voor uwe oneindige liefde ; wij danken U, ook ten eerherstel voor al hetgeen door ongelooyigen, afvalligen en zondaren tegen U in dit aanbiddelijk Liefdegeheim misdreven is.

Onze Vader; Wees gegroet.

Gezegend zij de naam des Heereu.

Van nu af tot in eeuwigheid.

II.

Heer Jesus Christus , Zoon van den levenden God, Zaligmaker der wereld , die in het H. Sakrament des Altaars wezenlijk, waarachtig en zelfstandig tegenwoordig zijt: wij belijden met onze Heilige Martelaren de goddelijke magt en liefde , waarmede Gij dit wonderbaar Geheim hebt ingesteld; wij danken U, ock ten eerherstel voor al hetgeen door ongeloovi-gen, afvalligen en zondaren tegen het Allerheiligste Sakrament misdreven is.

OnzeVader; Wees gegroet.

Gezegend zij de naam des Heeren.

Van nu af tot in eeuwigheid.

III.

Heer Jesus Christus , Zoon van den levenden God,

-ocr page 113-

93

Zaligmaker der wereld , die stervende aan het kruis , ons uwe Moeder tot Moeder gegeven hebt: wij belijden met onze Heilige Martelaren hare verhevene voorregten, dat zij Maagd en Moeder, en Koningin is van hemel en aarde; wij danken U voor de on-nitsprekelijke liefde aan haar en ons betoond ; wij danken U , ook ten eerherstel voor al hetgeen tegen U in haar door ongeloovigen, afvalligen , zondaren en ondankbare kinderen misdreven is.

Onze Vader; Wees gegroet.

Gezegend zij de naam des Heeren.

Van nu af tot in eeuwigheid.

IV.

Heer Jesus Christus , Zaligmaker der wereld , die door den H. Petrus als de Zoon van den levenden God zijt beleden, en hem tot het Hoofd uwer Kerk hebt gesteld: wij belijden met onze Heilige Martelaren den voorrang en het Opperherderschap , aan hem en zijne opvolgers verleend ; wij danken U voor uwe genaderijke liefde jegens den Vorst der Apostelen; wij danken U, ook ten eerherstel voor al hetgeen door ongeloovigen , afvalligen en zondaren tegen U in uwen eersten Stedehouder, den H, Petrus , misdreven is.

Onze Vader; Wees gegroet.

Gezegend zij de naam des Heeren.

Van nn af tot in eeuwigheid.

-ocr page 114-

94

V.

Heer Jesus Christus , Zoon van den levenden God, Zaligmaker der wereld , die geloofd moet worden in al uwe Heiligen, onze hemelsolie broeders ; wij belijden met onze Heilige Martelaren de goddelijke goedertierenheid , waarmede Gij zoo vele dienaren en vrienden verheerlijkt en ons tot voorsprekers gegeven hebt; wij danken U voor al die liefde en genade ; wij danken U, ook ten eerherstel voor al hetgeen door ongeloovigen, afvalligen en zondaren tegen U in uwe Heiligen misdreven is.

Onze Vader; Wees gegroet.

Gezegend zij de naam des Heeren.

Van nu af tot in eeuwigheid.

VI.

Heer Jesus Christus, Zoou van den levenden God , Zaligmaker der wereld , die voor uwen Vader belijdt wie U voor de meusohen belijden: wij eeren, naar uw woord en voorbeeld, onze Heilige Martelaren, die tot den bloede wederstaan en U tot in den dood en door hunnen dood beleden hebben; wij danken U voor de hun geschonken genade en glorie ; wij danken U, ook ten eerherstel voor al hetgeen door or geloo-vigen, afvalligen en zondaren tegen U in onze Heilige Martelaren misdreven is.

Onze Vader; Wees gegroet.

-ocr page 115-

95

Gezegend zij de naam des Heeren.

Van nu af tot in eeuwigheid.

vn.

Heev Jesus Christus, Zoon van den levenden God, Zaligmaker der wereld, die U uwe beminde Bruid , onze Moeder de H. Kerk , door uw eigen bloed hebt verworven: wij belijden met onze Heilige Martelaren wat Gij van haar hebt verklaard: Wie u hoort, hoort Mij, wie u versmaadt, versmaadt Mij; wij danken U voor alle magt en alle rijkdommen van genade en glorie haar verleend ; wij danken U , ook ten eerherstel voor al hetgeen door ongeloovigen , afvalligen en zondaren tegen U in uwe geliefde Bruid misdreven is.

Onze Vader; Wees gegroet.

Gezegend zij de naam des Heeren.

Van nu af tot in eeuwigheid.

VIII.

Heer Jesus Christus , Zoon van den levenden God , Zaligmaker der wereld en goddelijk Hoofd der Kerk , die in Petrus tot al zijne opvolgers gesproken hebt : Weid mijne lammeren , weid mijne schapen ; wij belijden met onze Heilige Martelaren. dat de Paus uw Stedehouder, de opvolger van den H, Petrus , het zigtbaar Hoofd uwer Kerk is; wij danken U, dat Gij voor haar en ons zulk een levend middenpunt van

-ocr page 116-

96

eenheid en kracht hebt gevestigd; wij danken U . ook ten eerherstel voor al hetgeen door ongeloovigen, afvalligen en zondaren tegen U in uwen H. Plaatsbe-kleeder misdreven is.

Onze Vader; Wees gegroet.

Gezegend zij de naam des Heeren.

Van nu af tot in eeuwigheid.

IX.

Heer Jesus Christus, Zoon van den levenden God, Zaligmaker der wereld en Koning der eeuwen, die in geheel uw geheimzinnig ligchaam, in uwe strijdende , lijdende en zegevierende Kerk moet verheerlijkt worden : geef ons, dat wij U met onze heilige Martelaren verheerlijken; dat wij hier op aarde met hen strijden en verwinnen, voor de lijdende zielen bidden, en in den hemel U met hen en al uwe Heiligen mogen loven en danken. Zoo smeeken wij , ook door hunne verdiensten , voor alle ongeloovigen , afvalligen en zondaren, tot ü, o allergenadigste Jesus , die leeft en heerscht in alle eeuwen der eeuwen. Amen.

Onze Vader; Wees gegroet.

Gezegend zij de naam des Heeren.

Van nu af tot in eeuwigheid.

Bidt voor ons , Heilige Martelaren van Gorkum.

Opdat wij de beloften van Christus waardig worden.

-ocr page 117-

97

VIJFDE NOVENE.

BIJZONDER VOOR DIEGENEN WELKE NIET KUNNEN LEZEN.

(Zie de Inleiding, bladz. 4.)

Men b e 1 ij d e eerst met de Grorkumsche Martelaren hetzelfde geloof en spreke aandachtig : Ik geloof in God den Vader, enz. Dan bidde men het

Onze Vader,

als al onze behoeften omvattend , voor dat einde waartoe men de Novene houdt; — vervolgens, naar het getal der XIX Martelaren,

negentien maal het Wees gegroet,

ter vereering van de H. Moedermaagd , door hen zoo dikwerf verheerlijkt en aangeroepen ; met nóg één Wees gegroet, ter eere van dien Heilige wiens voorspraak men bijzonder verzoekt; achter elk Wees gegroet zegge men, om te verkrijgen wat men dooide tusschenkomst van onze Martelaars vraagt:

Bidt voor ons, Heilige Martelaars van G o r k u m.

Opdat wij de beloften van Christus waardig worden.

7

-ocr page 118-

98

Men sluite, ten eerherstel aan den Drieëenigen God, thans door het ongeloof zoo schaamteloos gesmaad , met de kerkelijke lofverheffing:

Glorie zij den Vader, en den Zoon, en den H. Geest.

Gelijk het was in den beginne, en nu, en alt ij d, en in de eeuwen de reen wen.

Amen.

Zeer dienstig voor eene Novene zijn ook de Gebeden b ij e e a e relikwie onzer Martelaren, bladz. 120 tot en met 122. — Zie de Inleiding, bladz. 3.

-ocr page 119-

GEBEDEN.

I.

L O F Z A N G

TER EERF. VAN

DE ALLERHEILIGSTE DRIE EENHEID.

Door de Kloosterlingen op hel kasleel van Gorkum, bij de aankondiging van hunnen dood , cn door al onze Martelaars in processie, na het intrekken van den Briel, gezongen, l.ene gepaste dankzegging na de H. Comumnie , on bij hel sluiten dei-Novene. (Zie bladz. 35 en 49.)

TE D E U M.

» U , God , loveu wij, U , Heer , belijden wij. U , eeuwige Vader , vereert de gausche aarde. ü roepen alle Engelen, U de hemelen en alle magten,

U de Cherubijnen en Serafijnen, met eenparige stemmen onophoudelijk toe ;

Heilig, heilig, heilig is de Heer, God der legerscharen.

Vol zijn de hemelen en de aarde van de majesteit uwer glorie.

U looft het glorierijke koor der Apostelen , U de lofwaardige schaar der Profeten ,

TJ het schitterend heir der Martelaren.

ü belijdt over de gansohe aarde de Heilige Kerk, Den Vader van onmetelijke majesteit,

-ocr page 120-

100

Uweu aanbiddelijken, waarachtigen en eenigen Zoon,

Ook den Heiligen Geest, den Trooster.

Gij zijt de Koning der glorie , Christus !

Gij zijt des Vaders eeuwige Zoon.

Gij hebt, toen Gij, om den mensch te verlossen, de menschheid zoudt aannemen, den schoot eener maagd niet geschroomd.

Gij hebt, na het overwinnen van den prikkel des doods, den geloovigen het rijk der hemelen geopend.

Gij zit aan de regterhand Gods , in de glorie des Vaders.

Wij gelooven, dat Gij als Regter zult komen.

- ü dan bidden wij , kom uwe dienaren te hulp, die Gij door uw kostbaar bloed hebt vrijgekocht.

Geef, dat zij in de eeuwige glorie onder uwe Heiligen geteld worden.

Heer, maak uw volk zalig, en zegen uw erfdeel.

En heersch over hen, en verhef hen tot in eeuwigheid.

Dag aan dag zegenen wij U.

En wij loven uwen naam in eeuwigheid, en in eeuwigheid der eeuwigheden.

Gelief ons. Heer, dezen dag zonder zonde te bewaren.

Ontferm U onzer, Heer! ontferm U onzer.

Laat, Heer , uwe barmhartigheid over ons komen , gelijk wij op U gehoopt hebben.

Op L , Heer , heb ik gehoopt: in eeuwigheid zal ik niet beschaamd worden.quot;

-ocr page 121-

101

v. Gezegend zijt Gij, Heer , God ouzer vaderen. r. En lofwaardig , en glorierijk in eeuwigheid, v. Zegenen wij den Vader, en den Zoon, met den Heiligen Geest.

k. Laat ons Hem loven en hoog verheffen in eeuwigheid.

v. Gezegend zijt Gij, Heer, in het uitspansel des hemels.

k. En lofwaardig, en glorierijk, en hoogverheveu in eeuwigheid.

v. Zegen , mijne ziel, den Heer.

r. En wil al zijne vergeldingen niet vergeten. .

v. Heer , verhoor mijn gebed.

ii. En mijn geroep kome tot U.

laat ons bidden.

God, wiens barmhartigheid zonder tal, en wiens schat van goedheid oneindig is, wij danken uwe zoo goedertierene majesteit voor de verleende gaven , eu blijven te gelijk uwe barmhartigheid smeeken , dat Gij , die aan de biddenden het gevraagde verleent, hen ook niet verlaat en tot het eeuwige leven voorbereidt.

God , die de harten der geloovigen door de verlichting des Heiligen Geestes hebt geleerd ; geef ons, in denzelfden Geest opregt wijs te zijn , en ons altijd in zijne vertroosting te verheugen.

God , die niemand wie op U hoopt te zeer laat verslagen worden , maar aan het gebed goedertierene verhooring schenkt; wij danken U voor het aannemen

-ocr page 122-

102

onzer vragen en verlangens, en smeeken U met alle godvruchtigheid, dat Gij ons altijd voor alle tegenspoeden wilt behoeden. Door onzen Heer Jesus Christus, uwen Zoon, die met U leeft en regeert in de eenheid des H. Geestes , God, door alle eeuwen der eeuwen. Amen.

SMEEKGEBED TOT DB H. MAAGD.

Door ouze .Martelaar? {jezoii^en , toen zij eene galg buileu den Uriel moesien rondlrekken. (Zie bladz. 48.)

SALVE REGINA.

» Wees gegroet, o Koningin , Moeder van barmhartigheid.

Ons leven , onze zoetheid en hoop , wees gegroet lot ii roepen wij , ballingen, kinderen van Eva-Tot u verzuchten wij treurend en weeuend in dit dal van tranen.

O dan, onze voorspreekster, sla die uwe barmhartige blikken op ons.

En toon ons , na deze ballingschap, toon ons Jesus, de gezegende vrucht van uwen schoot.

O goedertierene, o goede, — o zoete Maagd Maria.quot;

v. Bid voor ons, Heilige Moeder Gods.

k. Opdat wij de beloften van Christus waardig worden.

-ocr page 123-

103

laat ons bidden.

Almagtige , eeuwige God , die het ligchaam en de ziel der glorierijke Maagd en Moeder Maria door de medewerking van den Heiligen Geest hebt bereid, om eene waardige woonplaats van uwen Zoon te mogen zijn: geef, dat wij door de liefderijketusschen-komst van haar, in wier gedachtenis wij ons verblijden , van het aanstaande kwaad en den eeuwigen dood verlost worden. Door denzelfden Christus, onzen Heer. Amen.

GEBED TOT DE MOEDER VAN SMARTEN.

Door den H. Godefridus van Duynen , in den Briel bij de {jalg op de markt ^ezonfien. (Z'e blaclz. 49 en 79.)

interveniaï pro nobis.

»Wij bidden U, Heer God, dat de glorierijke Maagd Maria , uwe Moeder, voor ons en nu en in het uur van onzen dood bij uwe goedertierenheid spreke; zij, door wier allerheiligste ziel in het uur van uw gezegend lijden en van uwen bitteren dood het zwaard van droefheid is heengegaan. Gij, die leeft en regeert in de eeuwen der eeuwen.quot;

Al de Manelaars antwoordden :

» AMEN.quot;

-ocr page 124-

104

LOF OP DEN MARTELDOOD

DtU

HH. APOSTEL VORSTEN PETRUS EN PAULUS.

Door een afvallig soldaat, in het kasteel te Gorkum, uit spot tegen onze Martelaars gezongen, Hoe treffend, dat zij juist op het feest dier Apostelen , en wel op hun XVIIIe Eeuwfeest, zoo allerplegtigst heilig verklaard zijn. (Zie bladz. 30 en 34.)

Bil N E R O N I S F E R 1 T A S.

»Daai (te Rome) heeft de wreedaardigheid vau Neio u, Vorsten der Apostelen, die in zoo meuigen strijd overwont, u, Petrus en Paulus! tot eene verschillende doodstraf verwezen. U , Petrus ! vereent het kruis met Christus, u , Paulus! zendt het bloedig zwaard tot Hem op.quot;

v. Over de geheeie aarde is hun geluid uitgegaan. k. En hun woord tot de uiteinden der wereld.

LAAT ONS BIDDEN.

God , die den dag van heden door het martelaarschap van de Apostelen Petrus en Paulus hebt gewijd : geef aan uwe Kerk , dat zij in alles het voorschrift van héu moge volgen door wie zij het begin der godsdienst heeft erlangd. Door onzen Heer J. C., uwen Zoon. Amen.

-ocr page 125-

105

DE LITANIE VAN ALLE HEILIGEN.

Onze Martelaars moesten driemaal eene galg op de markt in den Briel rondtrekken en deze Litanie 1) zingen. (Zie bladz. 49.)

Kyrie , eleison.

Christe, eleison.

Kyrie, eleison.

Christe, audi nos.

Christe, exaudi nos.

Pater de coelis Deus, miserere nobis.

Fili Redemptor mundi Deus. miserere nobis.

Spiritus sancte Deus, miserere nobis.

Sancta Trinitas unus Deus, miserere nobis.

Heer, ontferm Ü onzer. Christus, ontferm U onzer. Heer, ontferm U onzer. Christus, hoor ons.

Christus, verhoor ons. God, hemelsche Vader, ontferm U onzer.

God , Zoon, Verlosser der wereld , ontferm U onzer. God , Heilige Geest, ontferm

U onzer.

Heilige Drievuldigheid,één God,

ontferm U onzer.

Sancta Maria, ora pro Heilige Maria , bid voor ons. nobis.

Sancta Dei Genitrix , o H, Moeder Gods , =

Sancta Virgo virginum, 95 H. Maagd der Maagden, quot;


Sancte Michael,

Sancte Gabriel,

Sancte Raphael,

Omnes sancti Angeli, et Alle heilige Engelen en Aarts-

Archangeli, oratep. n. engelen, bidt voor ons. Omnes sancti beatorum Alle heilige Koren der zalige Spirituum ordines, orate Geesten , bidt voor ons. pro nobis.

1) Wij geven deze Lit anie en de Litanie vandeH. Maagd in het La-tijn en het Hollandsch naast elkaar, cpdat de geloovigen , wanneer dat gebed in de kerkelijke taal wordt voorgeschreven, het dan met te meer godsvrucht kunnen volge».

' H. Michaël, g. H. Gabriël, ?' H. Raphael,

-ocr page 126-

Iu6

H. Joannes de Dooper, bid

voor ons.

H. Josef, bid voor ons.

Alle heilige Patriarchen en Profeten , bidt voor ons.

H. Petrus ,

H. Paulus,

H. Andreas ,

H. Jacobus ,

H. Joannes,

H. Thomas,

o-

H. Jacobus ,

H. Philippus, lt;

H. Bartholomaeus . °

H, Matthaeus, §

H. Simon ,

H. Thaddaeus ,

H. Mathias,

H. Barnabas ,

H. Lucas,

H. Marcus ,

Alle heilige Apostelen en Evangelisten , bidt voor ons.

Alle heilige leerlingen des

Heeren ,

Alle heilige Onnoozele Kinderen ,

H. Stephanus , bid voor ons. H. Laurentius ,

H. Vincentius ,

Heilige Fabianus en Sebastia-nus, bidt voor ons.

Sancte Joannes Baptista,

ora pro nobis.

Sancte Joseph, or. p. nob. Omnes sancti Patriar-chae et Prophetae, orate pro nobis.

Sancte Petre ,

Sancte Paule ,

Sancte Andrea,

Sancte Jacobe,

Sancte Joannes,

Sancte Thoma, 0

Sancte Jacobe, 3

Sancte Philippe , quot;5 Sancte Bartholomaee, 3 Sancte Matthaee , §-Sancte Simon,

Sancte Thaddaee,

Sancte Mathia,

Sancte Barnaba ,

Sancte Luca,

Sancte Marce,

Omnes sancti Apostoli, et Evangelistae, orate pro nobis.

Omnes sancti discipuh

Domini.

Omnes sancti Innocen-tes.

Sancte Stephane, o. p. n. Sancte I.aurenti,

Sancte Vincenti,

Sancti Fabiane et Se-bastiane, orate p. n.

-ocr page 127-

1U7

Sancti Joannes et Pau-

le, orate pro nobis. Sancti Cosma et Damiane, Sancti Gervasi et Pro-tasi,

Omnes sancti Martyres , Sancte Silvester , ora

pro nobis.

Sancte Gregori ,

Sancte Ambrosi,

Sancte Augustine , Sancte Hieronyme, Sancte Martine,

Sancte Nicoiae,

Omnes sancti Pontifices et Confessores , orate pro nobis.

Omnes sancti Doctores , Sancte Antoni, ora pro

nobis.

Sancte Benedicte, Sancte Bernarde,

Sancte Dominice,

Sancte Francisce, Omnes sancti Sacerdo-tes et Levitae , orate pro nobis.

Omnes sancti Monachi

et Eremitae ,

Sancta Maria Magdale-

na , ora pro nobis. Sancta Agatha,

Sancta Lucia ,

Sancta Agnes,

HH. Joannes en Paulus , bidt

voor ons.

HH. Cosmas en Damianus, HH. Gervasius en Protasius,

Alle heilige Martelaars , H. Silvester , bid voor ons,

H. Gregorius ,

H. Ambrosius,

H. Augustinus,

H. Hieronymus ,

H. Martinus ,

H. Nicolaus , »

Alle heilige Bisschoppen en Belijders , bidt voor ons.

Alle heilige Leeraars , H. Antonius, bid voor ons.

II. Benedictus ,

II. Bernardus ,

H. Dominicus,

H. Franciscus,

Alle heilige Priesters en Levieten , bidt voor ons.

Alle heilige Monniken en Kluizenaars ,

H. Maria Magdalena , bid voor

OP3.

H. Agatha,

H. Lucia,

H. Agnes ,


-ocr page 128-

108

H. Caecilia, bid voor ons.

H. Catharina,

H. Anastasia,

Alle heilige Maagden en Weduwen , bidt voor ons.

Alle Heiligen Gods ,

Wees genadig , spaar ons, Heer.

Wees genadig, verhoor ons. Heer.

Van alle kwaad, verlos ons.

Heer.

Van alle zonde,

Van uwe gramschap, Van een haastigen en on-

voorzienen dood ,

Van de listen des duivels, _. Van gramschap, haat en sT allen kwaden wil , S ' Van den geest der onzui- f o verheid, o

c/ï ' s

'Van bliksem en on weder, quot;

O

| Van den geesel der aard- k 5' beving, p

• Van pest, hongersnood en oorlog,

Van den eeuwigen dood , Door het geheim uwer heilige Menschwording.

Door uwe komst,

ïüaneta Caecilia, ora pro

nobis.

Sancta Catharina,

Sancta Anastasia,

Omnes sanctae Virgines et Viduae, orate pro nobis

Omnes Sancti et Sanctae Dei, intercedite pro nobis.

Propitius esto, paree nobis , Domine.

Propitius esto, exaudi

nos^ D^nine.

Ab omni malo, libera

nos, Domine.

Ab omni peccato ^

Ab ira tua^

A subitanea et improvi-

sa morte,

Ab insidiis diaboli,

Ab ira, et odio, et omni

mala voluntate, A spiritu fornicationis,

A fulgure et tempestate, A flagello terraernotus,

A peste, lame et bello,

A morte perpetua, Per mysterium sanctae

Incarnationis tuae, Per adventum tuum ,

-ocr page 129-

109

Per nativitatem tuam , Door uwe geboorte,

Per baptismum et san- Door uw doopsel en heilig

ctum jejuniurn tuum, vasten ,

Per crucem et passio- {_. Door uw kruis en lijden ,

nem tuam, § ®

Per mortem et sepultu- quot; Door uwen dood en uwe

ram tuam, o begrafenis, g

Per sanctamresurrectio-~ Door uwe heilige ver rij-O

nem tuam, g zenis, CS

Per admirabilem ascen- g- Door uwe wondervolle he- 2

sionem tuam, quot; melvaai t,

Per adventum Spiritus Dooi- de komst van den sancti Paracliti, H. Geest, den Trooster,

In die judicii, In den dag des oordeels ,

Peccatores, Te rogamus Wij zondaren, wij bidden U,

audi nos. verhoor ons.

Ut nobis parcas , Dat Gij ons wilt sparen,

Ut nobis indulgeas, Dat Gij ons kwijtschelding

wilt verleeneu ,

Ut ad veram poeniten- Dat Gij ons tot ware boet-tiam nos perducere vaardigheid wilt oren- 3 digneris, H gen, ^

Ut Ecclesiam tuam san- Dat Gij uwe heilige Kerk £ ctam regere , et con- V wiit besturen en bewaren, § servare digneris, ^ G

Ut Domnum apostoli- ^ Dat Gij den Paus, en alle ^ cum, et omnes ecclesi- 5_ kerkelijke overheden in g. asticos ordines in san- _ de heilige godsdienst wilt § cta religione conser- S bewaren, 0

vare digneris , p

Ut inimicos sanctae Dat Gij de vijanden der Ecclesiae humiliare heilige Kerk wilt verne-digneris, deren ,

Ut regibus et principi- Dat Gij den Christen ko-

-ocr page 130-

no

bus christianis pacem et veram concordiam donare digneris, Ut cuncto populo christi-ano pacem et unita-tem largiri digneris, Ut nosmetipsos in tuo sancto servitio eonfor-tare et conservare digneris, H

Ut mentes nostras ad i

O

coelestia desideria eri-

gaS' 1 Ut omnibus benefaetori-

bus nostris sempiterna g.

bona retribuas , ~

Ut anirnas nostras, fra- S

trum, propinc(uorum,

et benefactorum

nostrorum ab aeterna

damnatione eripias,

Ut fructus terrae dare et conservare digneris,

Ut omnibus lidelibusde-functis requiem aeter-nam donare digneris, Ut nos exaudire digneris,

Fili Dei,

Agnus Dei, qui tollis pec-cata mundi, parce nobis , Domine.

ningen en vorsten vrede en ware eendragt wilt schenken,

Dat Gij aan bet gansche Christen volk vrede en eenheid wilt verleenen, Dat Gij ons in uwe heilige dienst wilt versterken en bewaren,

sj

Dat Gij onze harten tot he- _ melsche begeerten wilt |-opwekken, §

Dat Gij al onze weldoe- C ners met de eeuwige goederen wilt vergelden, Dat Gij onze zielen , en § de zielen onzer broe- 0 ders, vrienden en wel- p doeners voor de eeuwige verdoeming wilt behoeden ,

Dat Gij de vruchten der aarde wilt geven en bewaren ,

Dat Gij aan alle overledene geloovigen de eeuwige rust wilt geven , Dat Gij U gewaardigt ons

te verhoeren.

Zoon Gods,

Lam Gods , dat de zonden der wereld wegneemt, spaar ons , Heer.


-ocr page 131-

Ill

Agnus Dei, qui tollis pec-cata mundi, exaudi nos, Domine.

Agnus Dei, qui tollis peccata mundi, miserere nobis.

Christe, audi nos.

Christe, exaudi nos. Kyrie, eleison.

Christe, eleison.

Kyrie , eleison.

Pater noster (se-

creto).

v. Et ne nos inducas in tentationem.

R. Sed libera nos a malo.

Lam Gods, dat de zonden der wereld wegneemt, verhoor ons. Heer. Lam Gods, dat de zonden der wereld wegneemt, ontferm U onzer. Christus, hoor ons. Christus, verhoor ons.

Heer, ontferm U onzer. Christus, ontferm U onzer. Heer , ontferm U onzer. Onze Vader (in stilte).

v. En leid ons niet in bekoring.

r. Maar verlos ons van den kwade.


Psalm LXIX.

God, let op mijue hulp; Heer, haast U, mij te helpen.

Dat zij beschaamd en bevreesd worden, die mijne ziel zoeken.

Dat zij terugwijken en zich schamen, die mij kwaad willen.

Dat zij dadelijk met schaamte terugwijken, uie tot mij zeggen : Goed zóó ! goed zóó !

Laat allen die ü zoeken , in U juichen en zich verblijden , en laat hen die uw heil beminnen, altijd zeggen : De Heer zij hoog geprezen!

Doch ik ben behoeftig en arm : o God , help mij.

Want Gij zijt mijn Helper en mijn Verlosser; Heer, vertoef niet.

-ocr page 132-

112

Glorie zij den Vader, en den Zoon, en den H. Geest. Gelijk het was in den beginne, en nu, en altijd , en in de eeuwen der eeuwen. Amen.

Maak uwe dienaren zalig.

Mijn God , die in ü hopen.

Wees ons , Heer, een sterke toren.

Tegen onzen vijand.

Laat de vijand niets tegen ons vermogen.

En laat de zoon der ongeregtigheid ons geen schade toebrengen.

Heer, doe ons niet naar onze zonden.

En vergeld ons niet naar onze ongeregtigheden. Laat ons bidden voor onzen Paus N.

De Heer beware hem, en spare hem in het leven , en make hem zalig op aarde, en levere hem niet over in den wil zijner vijanden.

Laat ons bidden voor onze weldoeners.

Gewaardig ü , Heer , allen die ons goed doen, om uwen naam , met het eeuwige leven te vergelden. Laat ons bidden voor de overledene geloovigen. Heer, geef hun de eeuwige rust, en het eeuwige licht verlichte hen.

Dat zij rusten in vrede.

Amen.

Voor onze broeders die afwezig zijn.

Mijn God , maak uwe dienaars zalig die in U hopen.

Zead hun hulp, Heer, uit uw heiligdom.

En bescherm hen uit Sion.

Heer , verhoor mijn gebed.

En mijn geroep kome tot U.

-ocr page 133-

113

L A A T ONS B 1 D I) E

God, wien het eigen is , U altijd te ontfermen en te sparen! neem onze smeeking aan , opdat de ontferming uwer goedertierenheid ons en al uwe dienaren , die met de ketenen der zonden gebonden zijn, gemuliglijk ontbinde.

Verhoor, bidden wij Ü, Heer, de gebeden vau al wie U rouwmoedig om vergiffenis smeeken , en spaarde zonden van hen die U schuld belijden; opdat Gij ons goedgunstig kwijtschelding tevens en vrede verleent.

Toon ons genadig, Heer, uwe onuitsprekelijke barmhartigheid , dat Gï ons te gelijk van alle zonden bevrijdt, en aan de straffen , die wij er voor verdienen, ontrukt.

God, die door de zonde beleedigd , en door de boetvaardigheid verzoend wordt, zie genadig neder op de gebeden van het U smeekende volk , en wend de geesels uwer gramschap, welke wij voor onze zouden verdienen , van ons af.

Almagtige, eeuwige God, ontferm U over uwen dienaar , onzen Paus N.... , en bestuur hem volgens uwe goedertierenheid op den weg van het eeuwig heil , opdat hij door uwe hulp begeere wat U behaagt , en het met alle kracht volbrenge.

God, van wien do heilige begeerten , de goede besluiten en de regtvaardige werken voortkomen, geef aau uwe dienaren dien vrede welken de wereld niet geven kan ; opdat onze harten aan uwe geboden overgegeven zijn, en ook de tijden , zonder vrees

8

-ocr page 134-

114

voor vijiindeu , door uwe bescherming rustig mogen wezen.

Ontsteek, Heer, onze nieren en ons hart door het vuur van den H. Geest, opdat wij U met een zuiver ligchaam dienen , en met een rein hart behagen mogen.

God, Schepper en Verlosser van alle geloovigen, verleen aan de zielen uwer dienaren en dienaressen vergiffenis van alle zonden , opdat zij de kwijtschelding , waar zij altijd naar verlangd hebben, door godvruchtige smeekingeu mogen verwerven.

Wij bidden ü, Heer , voorkom onze werken met den invloed uwer genade , en voltrek ze door uwe medewerking, opdat al ons gebed en al ons werk altijd van U beginne, en , alzóó begonnen, door U voltrokken worde.

Almagtige , eeuwige God, die over levenden en dooden heerscht, en U ontfermt over allen die Gij te voren weet, dat zij door geloot' en werk de uwen zullen zijn; wij smeeken U ootmoedig, dat degenen voor wie wij ons voorgenomen hebben onze gebeden te storten, hetzij hen nog de tegenwoordige eeuw in het vleesch weerhoudt, of de toekomende hen reeds, van het ligchaam ontdaan, heeft opgenomen, op de voorspraak van al uwe Heiligen, door uwe genadige barmhartigheid vergiffenis van al hunne zonden mogen verkrijgen. Door onzen Heer Jesis Christus , uwen Zoon, die met U leeft en regeert in de éénheid des Heiligen Geestes, God, door alle eeuwen der eeuwen. Amen.

Heer , verhoor mijn gebed.

-ocr page 135-

115

En mijn geroep kome tot U.

De almagtige eu ba,rmhartige Heer verhoore ons.

Amen.

En dat de zielen der geloovisen, door (rods barmhartigheid , in vrede rusten. Amen.

KERKELIJK GEBED,

BIJ DE ÜESPROEIJING VAN HET VOLK MET GEWIJD WATER , EN BIJ ZIE KEN BEDIENINGEN 1).

'I'oen onze Heiii}gt;e Matlclaars, uilspol, in jiroctissie Joof tie lanjje slraut van tien Briel wertlen voorljjetlrcven , waren er 111e vóór hunne deur een val water naasl zich hadden guplaalsl, er bezems in slaken , en daarmede uil schimp onze voorbij-I rekke: uh: (jevangenen besproeiden, lerwiji die atvallifjen er luide de woorden bij zonden , welke zij \roe;;er zoo dikwerf in tie kerk hadden «ehoord.

(Zie bludz. 49.)

ASPERGES M E.

a Gij zult mij , Heer, met hysop Ijesproeijen, eu ik zal gereinigd worden; Gij zult mij wasschen eu ik zal witter worden dan sneeuw.

Ontferm IJ mijner, God , naar uwe groote barmhartigheid.

Glorie zij den Vader, en den Zoon , eu den Heiligen Geest.

Gelijk het was in deu beginne , eu nu , cn altijd , en in de eeuwen der eeuwen.

1) Dit ijebed kan men zeer 'jevoe^elijk , ter eere van onze UH. Martelaars , aU Huiszffr/eu bidden.

-ocr page 136-

no

Besproei mij , Heer, met hysop , en ik zal gereinigd worden; Gij zult mij wasschen en ik zal witter worden dan sneeuw.quot;

v. Toon ons , Heer , uwe barmhartigheid. k. En geef ons uw heil.

v. Heer, verhoor mijn gebed.

k. En mijn geroep koine tot U.

L a a ï o x s BIDDEN.

Verhoor ons, heilige Heer, almagtige Vader, eeuwige God , en gelief uwen heiligen Engel van den hemel te zenden , om allen die in deze woning verblijven te behoeden , te verzorgen , te beschermen , te bezoeken en te verdedigen. Door Christus , onzen Heer. Amen.

SMEEKGEBED VOOK DE OVERLEDENEN.

Volgen» eeue trouw-bewaarde overlevering, werden onze Heilige Marlelaren in den Uriel ook oiu de pomp , thans nog als quot;De p r o 1 u n d i s-p o m pquot; bekend , in processie heengedreven en inoesien inlnsschen , lot dubbele beschiaiping, dien boetepsalm voor de Overledenen zingen , gelijk het in de kerk geschiedt.

I) E P R O F ü n i) 1 S.

» Uit de diepten heb ik tot U geroepen, Heer! Heer, verhoor mijne stem.

Laat r.we ooren luisteren naar de stem mijner smeeking.

Indien Gij de ongeregtigheden gadeslaat, Heer ! Heer, wie zal bestaan V

-ocr page 137-

117

Want bij U is genade, en om uwe wet, Heev , heb ik U verbeid.

Mijne ziel heeft op zijn woord verbeid , mijne ziel heeft op den Heer gehoopt.

Dat Israël op den Heer hope, van den morgenstond tot den nacht toe.

Want bij den Heer is bai mhartigheid, en bij Hem is overvloedige verlossing.

En Hij zal Israël verlossen uit al zijne ongeresf-tigheden.

Heer , geef hun de eeuwige rust.

En het eeuwig licht verlichte hen.quot;

v. Van de poort der hel.

r. Verlos , Heer , hunne zielen.

v. Dat zij rusten in vrede.

r. Amen.

v. Heer, verhoor mijn gebed.

r. En mijn geroep kome tot U.

L A A T O X S B 1 n n K N.

God, Schepper en Verlosser van alle geloovigen, verleen aan de zielen uwer dienaren en dienaressen vergiffenis van alle zonden , opdat zij de kwijtschelding , waar zij altijd naar verlangd hebben, door godvruchtige smeekingen mogen verwerven. Dis leeft en regeert in de eeuwen der eenwen. Amen. v. Heer, geef hun de eeuwige rnst.

r. En het eeuwig licht verlichte hen.

v. Dat zij rusten in vrede. r. Amen.

-ocr page 138-

118

GEBED OP HET GRAP ONZER HH. MARTELAARS.

(Zie de Inleiding, blad. 3.)

Hier kniel ik dan op die gewijde, dierbare plaats, waar gij, onze heraelsche broeders, na zoove'él en zoo langdurig lijden , den goeden strijd volstreden , uwen loop voltrokken en het geloof ten einde toe bewaard hebt. Hier dan was het bloedig altaar, waar gij n voor Jesns' naam in den dood hebt opgedragen ; van hier zijt gij door de engelen afgehaald en ten hemel ingeleid, om van den regtvaardigen üegter, op dien dag uwer overwinning, de u weggelegde kroon te ontvangen. En uit zoo groote vervolging gekomen , inoogt gij flod nu dag en nacht voor zijn troon dienen.

Ziet, bidden wij u , verheerlijkte Martelaars van ons vaderland , ziet neder op uwe broeders , die als vreemdelingen nog omwandelen verre van den Heer, voor wiens aangezigt gij staat; ziet neder op ons , die nog zuchten en weenen in dit dal van tranen. Gij kent onze behoeften en ellenden ; gij weet, wat wij ii hier, op uw graf, waar gij door den dood hebt overwonnen en waar uwe geslagtofferde ligcha-men werden nedergelegd , gij weet wat wij u hier komen vragen.... O spreekt nu te zamen , onze beminde broeders , bij Jesus voor mij; v.-aagt Hem, in vereeniging met zijne Moeder, zoo openlijk door u verheerlijkt, dat Hij ons gelieve te geven wat wij hier nu door uwe tusschenkomst afsmeeken....

-ocr page 139-

110

Vol vertrouwen op uwe magt bij God , roepen wij u , die zijne geliefde dienaren en vrienden zijt, hier, op deze heilige martelplek, ook aan, ten eerherstel voor al hetgeen tegen u , en in n tegen uwen

Heer en Koning misdreven is. Wij vereenigen ons ,ts, ten dien einde met alle hulde en vereering, u on-en langs door de Kerk bij uwe heiligverklaring toegein , bragt; wij vereenigen ons met alle verheerlijking . toe u waar ter aarde ook, doch vooral in uw en ons ir, vaderland, en bijzonder hier op deze uwe dierbare jp- rustplaats aangeboden. O , mogten het eens allen lid met ons doen, met ons hier gevoelen wat wij ge-;en voelen !... Goede herders , die zóóveel voor het heil 3g- der zielen hebt gedaan, vraagt met ons om bekee-rer- ring en verzoening voor de ongeloovigen , afvalligen o.ht en zondaren; vraagt met ons, dat alle afgedwaalde» in ons midden tot den Opperherder hunner zie-fan len mogen wederkeeren; vraagt voor ons , en voor als de onzen, dat wij in het ééne ware geloof volhar-3er, den, getrouw uit dat geloof leven en eens zalig sterns , ven mogen.

ion. En daar gij, glorierijke Martelaars, uw leven vooral

wat hebt gegeven voor uw geloof in Jesus' waarachtige

ao d tegenwoordigheid in het Allerheiligste Sakrament;

;ha- voor de eer van zijne Moeder en zijne Heiligen; en

tiier inzonderheid ook voor uw geloof in het Opperher-

be- derschap van Christus' Stedehouder, en de ocfeil-

, in baarheid van zijne Kerk : verwerft dan , smeekeu wij

gt;r u u , bij onzen Heer en Zaligmaker, dat wij altijd in

wij godsvrucht tot zijn aanbiddelijk Liefdegeheim , in kinderlijke liefde tot zijne Onbevlekt-Ontvangen Moe-

-ocr page 140-

120

der, tot ouzen H. Vader en onze Moeder de H. Kerk mogen toenemen. Wij bevelen u die dierbare Kerk en al hare belangen, wij bevelen u onzen geliefden Paus Pius , die u heilig gekroond heeft, met dankbare harten aan. Wij bidden u voor al onze geestelijke en tijdelijke overheden ; wij bidden u voor alle lijdenden en nu stervenden, voor al onze dierbare afgestorvenen , voor alle overledenen, en bijzonder voor die zielen welke het meest verlaten zijn. Amen.

Bidt voor ons, Heilige Martelaars van Gorkum.

Opdat wij de beloften van Christus waardig worden,

OnzeVader; Weesgegroet; Glorie z ij d en V a d e r.

G E H E D E N,

BIJ HENK RKUKWIE ONZER PARTEI,ADEN OK OOK OP HUN (IRAF TE OERRUIKE.V.

lt;Me.le dienstig) toof cere Novene , bij besmettelijke ziekten en alb! beheefte.)

Godvruchtig voor die eerwaardige overblijfselen neder-geknield , make men eerst zijne bijzondere meening waarmede men die vrome oefening houdt, bijv. ten eereboete , of ter afwering van rampen , of ter verkrijging van eenige gunst , enz.

Dan bidde men : hetzij de Litanie onzer üorknm-sche Martelaren, bladz. 86; —

of wel: negen tienmaal het Wees g e 2 r o e t.

-ocr page 141-

1— 1

121

ter ecre onzer negentien bloedgetuigen, die in hun lijden hunne en onze Moeder Maria zoozeer hebben ver-; heerlijkt, met nog één Wees gegroet ter eerevan den H. Leonardus, die zoo bijzonder Maria's uitnemende voorregten heeft \erdedigd ; —

of men bediene zich van bet volgende gebed, hetwelk men uitbreide naar de godsvrucht het ingeeft; en, vol vertrouwen, voege men er zelf meer in 't bijzonder in. wat men door de tusschenkomst onzer Martelaren wenscht te verkrijgen.

S M H E K G K li E lgt;.

Dierbare Martelaren van ons vaderland, onze zoo goedige en magtige beschermers, onze hemelsche en zoo geliefde vrienden, broeders en weldoeners! hoe vertroostend en opwekkend is liet ons, bij deze uwe heilige overblijfselen te bidden, bij dit eerwaardig gedeelte van dat ligchaam zelf, waarin gij gestreden , geleden en overwonnen hebt!... O zoete gedachtenis , o kostbaar pand, o verteederende getuigenis , van ii ons bijgebleven!... Dat ligchaam clan was de schoone tempel van den H. Geestde wel-behagelijke woonplaats van mijn God, die het gebeente zijner Heiligen bewaarde dat ligchaam was het verheven werktuig, dat zooveel deugden beoefend en tot den bloede wederstaan heeft, maar daarom ook door den regtvaardigen Regter zal verheer-gt; lijkt worden. Dat toch was het ligchaam van een held, een held van geloof en liefde, die zich ten bloedig slagtoffer gaf voor Christus en zijno Bruid , ten slagtoffer ook voor Christus' eigero en waarach-

i

'_È

-ocr page 142-

122

tige tegenwoordigheid in zijn wonderbaar Geheim van geloof en liefde, het Allei'heiligste Sakrament des Altaars!... Gestorven, spreekt uw ligchaam nóg , en getuigt het nóg , wat gij, onverwonnen Strijders ! hebt geloofd en beleden , en wij door Gods genade , ook op uw offergebed , nóg gelooven en belijden. O helpt ons dat kostbare pand des geloofs getrouw bewaren , en verwerft het voor alle ongelukkigen die het derven...; bijzonder voor.... Verwerft voor onsen de onzen , dat wij altijd naauwgezet naar de voorschriften van ons heilig geloof leven ; en ach ! om al de smarten en doodsangsten , in dit ligohaam en iu uwe ziel verduurd : verwerft voor ons en de onzen , en voor alwie nu in doodstrijd zijn , een zalig stervensuur.

Gij, Heiligen en Regtvaardigen ! gij verheugt u nu in den Heer, die zich u ten erfdeel heeft verkozen ; uwe droefheid is in vreugde, uw lijden in glorie verkeerd; in het hemelsche rijk is uwe woning , en in eeuwigheid is uwe rust; ach , ziet op ons, hier bij uw eigen geslagtofferd ligchaam geknield , ziet met broederlijk mededoogen op ons neder , die nog te midden van zooveel behoeften en ellenden zuchten, en weert door uwe vermogende voorspraak deze ziekte.... en rampen.... van ons af. Houdt aan den goeden Jesus uwe met Hem volbragte offerande voor , gij inzonderheid, voor wiens gebeente ik hier bid; en verwerft voor mij, smeek ik u, deze gunst dat ik...; doch boven alles , verwerft voor mij: dat ik , als uw trouwe navolger, in Jesus' liefde-moge volharden en sterven. Amen.

-ocr page 143-

V E 11 /. U C II T 1 X (t

onder het vereéren der relikwie , en ook dikwerf als Schietgebed te herhalen.

Door de verdiensten eu voorspraak van onze Heilige Martelaren , Leonardns (of: Nicolaus, enz.) en zijne Gezellen :

Verleen e on? de Heev heil en vrede. Amen.

GEBEDEN VOOR ONZEN H. VADER DEN PAUS.

Laat ons bidden voor onzen Paus N,...

De Heer beware hem, en spare hem in het leven, en make hem zalig op aarde , en levere hem niet over in den wil zijner vijanden.

I, A A T O N' S IJ I I) I) E N.

Almagtige . eeuwige God, ontferm U over uwen dienaar onzen Paus N.... en bestuur hem , volgens nwe goedertierenheid, op den weg van het eeuwig heil , opdat hij door uwe hulp begeere wat U behaagt, en hot met alle kracht volbrenge. Door Christus , onzen Heer. Amen.

-ocr page 144-

124

LITANIE VAN DE H. MAAGD MARIA. ^

Kyrie, eleïson. lieer, ontferm U onzer. S

Christe , eleïson. Christus , ontferm U onzer. C

Kyrie, eleison. Heer, ontferm U onzer. V

Christe, audi nos. Christus, hoor ons. quot;V

Christe, exaudi nos. Christus, verhoor ons. V

Pater de coelis Deus, mi- God, hemelsche Vader, ont-

serere nobis. ferm U onzer. P,

Fili, Redemptor mundi God, Zoon, Verlosser der T

Deus, miserere nobis. wereld, ontferm U onzer. T

Spiritus Sancte Deus , mi- God, Heilige Geest, ontferm E

serere nobis. U onzer. F

Saneta Trinitas, unus Deus, Heilige Drievuldigheid, één J

miserere nobis. God, ontferm U onzer. S

Sancta Maria, ora pro nobis. Heilige Maria , bid voor ons. S

Sancta Dei Genitrix, Heilige Moeder Gods, H

Sancta Virgo virginum. Heilige Maagd der Maagden, C

Mater Christi, Moeder van Christus, Pi

Mater divinae gratiae. Moeder der goddelijke ge- F

nade, F

Mater purifsima, Allerreinste Moeder, I

Mater castissima, 0 Allerzuiverste Moeder, _ f

Mater inviolata, 3 Ongeschondene Moeder, ÈJ 1

Mater intemerata, Onbevlekte Moeder, 2 l

Mater amabilis, 3 Beminnelijke Moeder, 2 )

Mater admirabilis, §■ Wonderbare Moeder, p J

Mater Creatoris , ■/1 Moeder des Scheppers , 1

Mater Salvatoris, Moeder des Zaligmakers,

Virgo prndentissima, AllervoorzigligstJ Maagd, J

Virgo veneranda , Eerwaardige Maagd ,

Virgo praedicanda , Lofwaardige Maagd ,

Virgo potens, Magtige Maagd,

Virgo clemens, Goedertierene Maigd ,

-ocr page 145-

125

Virgo I'uU'lis,

Speculum jusUliae,

Sedes sapientiae,

Causa nostras laetitiae, Vas spirituale, Vas honorabile,

A'as insigne devotionis,

Rosa mystica,

Turris Davidica ,

ïurris eburnea,

Domus aurea,

Foederis area, 0

Janua coeli, p

Stella matutina, t

Salus infirmorum, _

Refugium peccatoruin, amp; Consolatrix afllictoruia , ■ Auxilium Christianorum, Regina angelorum,

Regina patriarcharum , Regina prophetarum,

Regina apostolorutn,

Regina martyrum,

Regina confessoruin,

Regina virginum,

Regina sanctorum omnium, Regina , sine labe concepta,

Agnus Dei, qui tollis pec-cata mundi,

Faroe nobis, Dornine. Agnus Dei , qui tollis pee-

Getrouwe Maagd ,

Spiegel der regtvaardigheid. Zetel der wijsheid ,

Oorzaak onzer blijdschap. Geestelijk vat,

Eerwaardig vat, Uitmuntend vat van godsvrucht ,

Geheimzinnige roos,

Toren van David ,

IJvoren toren,

Gulden huis,

Ark des verbonds , er-

Deur des hemels, ~

Morgenster, §

Behoud der kranken, ^ ïoevlugt der zondaren, 5 Troosteres der bedrukten, Hulp der Christenen , Koningin der engelen , Koningin der aartsvaderen. Koningin der profeten, Koningin der apostelen , Koningin der martelaren, Koningin der belijders , Koningin der maagden, Koningin van alle heiligen, Koningin , zonder vlek ontvangen ,

Lam Gods , dat de zonden der wereld wegneemt. Spaar ons, Heer. Lam Gods , dat de zonden


-ocr page 146-

cata luundi,

Exaudi nos, Doinine. Agnus Dei, qui tollis pec-

cata mundi,

Miserere nobis.

Christe, audi nos. Cliriste , exaudi nos. Pater n o s l e r.

Et ne nos inducas in ten-tationem.

•Sed libera nos a malo.

der wereld wegneemt, Verhoor ons, Heer. Lam Gods, dat de zonden

der wereld wegneemt, Ontferm U onzer. Christus, hoor ons. Christus , verhoor ons. Onze Vader. En leid ons niet in bekoring.

Maar verlos ons van den kwade.


LAAT Ü \ ü B I D D li

Ouder uwe bescherming nemen wij onze toevlugt, Heilige Moeder Gods, verstoot ouze gebeden niet iu onzen uood , maar verlos ons altijd van alle gevaren, o glorierijke eu gezegende Maagd, onze Vrouwe, onze Middelaresse , onze Voorspreekster, verzoen ons met uwen Zoon , beveel ons aan uwen Zoon, vertoon ons aan uwen Zoon.

Bid voor ons, H. Moeder Gods.

Opdat wij de beloften van Christus waardig worden.

laat ONS B i LI ii E .\.

Stort, bidden wij U, Heer, uwe genade in ouze harte.i, opdat wij die door de boodschap des engels de menschwording van Christus uwen Zoon leerden kennen, door zijn lijden eu kruis tot de glorie der verrijzenis gebragt worden, boor denzelf'den Christus, onzen Heer. Amen.

-ocr page 147-

127

M O li GENGEBED.

den

Geloofd zij Jesus Christus. Amen.

be-

L a a r O N 9' G O Igt; O O T M O li D J C. A A \ B 1 1) 11 K X |eI1 12 N HA N IC E N.

God, miju Schepper en uiijn Zaligmaker, ik lij^ hier voor U neder en aanbid U met al uwe Engelen jt, en Heiligen en onze HH. Martelaars. Met hen aau-

in bid ik U hier, in onze kerk,... en op alle plaatsen

in, waar Gij verborgen rust in het Allerheiligste Sakra-

e, ment. Ik bemin U uit geheel mijn hart en dank L'

d.lt; voor alle weldaden , welke Gij mij naar ziel en lig-

311 chaam hebt bewezen, en bijzonder, dat Gij mij dezen

nacht weder zoo genadig hebt bewaard.

U. V R A G E X w IJ u E N 11 K E 1! O M D E N Cl O ll 1 lt;i )■;

U E X A D E X V O O 11 HEZEN DA (i.

Goedertierene Jesus, neem mij heden onder uwe goddelijke hoede , en help mij in al mijne behoeften en ongenoegzaamheid. Maria, Moeder van barmhartigheid, goede Vader Josef, ik stel mij onder uwe magtige bescherming. Groote Aartsengel Michael, mijn Engelbewaarder , mijne Beschermheiligen , onze Gorkumsche Martelaren, staat mij bij, en bidt voor mij.

-ocr page 148-

128

M A K Ji X W I.) li E XE GOEDE M E E X I X Ü VOOR JJ E \V E R K' E X V A X D E Z E X 1) A li.

Mijn God en mijn Heer, alles wat ik heden zal denken, spreken , doen of lijden, draag ik U ten offer op. Ik vereenig al mijne werken en beproevingen met den arbeid en het lijden van Jesus , Maria, Josef, en vau onze HH. Martelaren. Ook wensch ik al de aflaten te verdienen, waaraan ik heden kan deelachtig worden.

M A K E X W JJ E E X V A S ï VOOR X E 11 E X , O M

Ll E 1 O X D E X T E V L U G T E N, EN VOORAL T E G E X O X Z E H 0 O F U F O U T T E WAKE N.

Barmhartige öod , die het willen en het volbrengen geeft, ik neem mij vast voor, heden met de hulp uwer genade, alle zonden te vlugten; ik bid IJ, mij om de liefde van Jesus, Maria, Josef, en om de standvastigheid van onze Gorkumsche Martelaren, de genade van volharding te willen verleeneu.

O mijn genadige Jesus , aan uw allerheiligst Hart draag ik dit mijn voornemen op, om heden vooral tegen deze zonde..., tegen dit mijn hoofdgebrek... te waken en te strijden, en mij bijzonder op deze deugd... toe te leggen.

Onbevlekt Ontvangen Maagd en Moeder Gods , Maria, en alle Gods lieve Heiligen, bidt voor mij , dat ik heden aan mijnen Heer en Koning in niets

-ocr page 149-

129

mishage. Hemelsche Engel aan mijne zijde, verlicht en bestuur mij, dat ik al mijne verpligtingen getrouw moge volbrengen. Amen.

Bid driemaal het Wees gegroet ter eere van Maria's Onbevlekte Ontvangenis, om de deugd van zuiverheid naar uwen staat.

Daarna; Onze Vader, Wees gegroet, Ik geloof enz., met de Akten van geloof, hoop, liefde en berouw , of Gez a ng XIII.

Bid dan nog, zoo er gelegeuheid is, de Litanie van de H. Maagd, bladz. 124; of van onze HH. Gorkumsche Martelaars, bladz. 86; of eindig met de Kerkhymne: «Het daggesternte licht weer aan/1 Gezang X.

AVONDGEBED.

Geloofd zij Jesus Christus. Amen.

LAAT ONS GOD VOOR AL ZIJNE WELDADEN BEDANKEN.

Hemelsche Vader , welken dank zullen wij U bewijzen voor al het goede dat wij van U genoten hebben. Gij hebt ons geschapen , met het dierbaar bloed van uwen eenigen Zoon verlost, met zoovele onwaardeerbare genaden begunstigd , en nog heden hebt Gij ons naar ziel en ligohaam zoo milddadig gespijzigd ; geef, Heer , dat wij aan zoovele weldaden met een dankbaar hart mogen beantwoorden, U op-regt dienen en beminnen , en nooit ophouden U te loven. Amen.

9

-ocr page 150-

130

weldoe overlie armen de zie onze d God met d

Heilige Geest, oorsprong des lichts, doe ons na- van...; gaan, in de droefheid onzer harten, het kwaad dat aan wij heden gedaan, en het goed dat wij verzuimd hebben. y e v e

a a

onderzoeken' \v ij ons geweten.

Laat ons nagaan, ot wij getrouw zijn gebleven aan de goede voornemens, die wij dezen morgen gemaakt hebben....

Heb ik die fout..., die gelegenheid... naarstig vermeden ?.,. die drift..., die verkeerde neiging... bestreden?... Heb ik die deugd... bijzonder beoefend?... dat voorgenomen goed werk gedaan?... Heb ik onder den arbeid nu en dan aan God gedacht?... mij in den geest met Jesus, Maria, Josef, en onze HH. Martelaren vereenigd ?...

Bid ootmoedig cene akte van berouw , en bepaaldelijk ook over die zonde of fout waarin gij, ondanks uw ernstig voornemen, mogt hervallen zijn.

Ouze Vader; Wees gegroet; Ik geloof De Tieu geboden van God; DeVijf geboden der H. Kerk.

bidden' w ij god om de kennis o n z e k ZONDEN.

laat ons bidden voor de levende en de overledene geloovigen.

Stort, Heer, uwe zegening uit over onze ouders.

-ocr page 151-

131

weldoeners, vrienden en vijanden; bescherm al onze overheden , zoo geestelijke als wereldlijke. Help de armen , de gevangenen , de bedroefden , de reizigers, de zieken en de stervencten. Bekeer de zondaars en onze dwalende broeders , en verlicht de ongeloovigen.

God van goedheid eu genade , heb ook medelijden met de zielen die in het vagevuur lijden , vooral van...; maak een einde aan hare pijnen en verleen aan allen de eeuwige rust. Amen.

B E V E L E X \V J.r ONS AAN DE H. MAAGD,

AAN' ONZE HU. ENGELEN, EN O N 7. E G O R K U M S C H E MARTELAREN'.

Onder uwe bescherming nemen wij onze toevlugt, H. Moeder Gods , verstoot onze gebeden niet in onzen nood; maar verlos ons altijd van alle gevaren, o glorierijke en gezegende Maagd, onze Vrouwe, onze Middelaresse , onze Voorspreekster ! verzoen ons met uwen Zoon, beveel ons aan uwen Zoon, vertoon ons aan uwen Zoon!

Wij bidden U , Heer, bezoek deze woning, en weer verre van haar alle listen des vijands; dat uwe HH. Engelen daarin wonen, om ons in vrede te bewaren, en dat uw zegen altijd over ons zij, door Jesus Christus , onzen Heer.

Heilige Martelaren van Gorkum, die zooveel avonden en nachten de gruwzaamste mishandelingen en smaadheden hebt uitgestaan: bidt voor ons, dat wij dezen nacht voor alle onheil naar ligchaam en ziel behoed blijven. Amen.

-ocr page 152-

132

Bid hier de Litanie der H, Maagd, bladz. 124; of weiden H ii i s z e g e n , ter eere van onze HH. Martelaars, bladz ^ il5 en 116, of de Kerkhymne: ü, Schepper! eer ong t licht vergaat,quot; Gezang XI, en eindig aldus:

Behoed ons , Heer , als wij waken , bewaar ons , als wij slapen, opdat wij met Christus waken, en in vrede rusten. Amen.

0 J e s u s, d o o r uw Wonden: Vergeef ons onze zonden.

J e s ii s , Maria, J o s e f,

Ik geef U mijn ligchaam en mijne ziel.

J e s u s, Maria, J o s e f,

Staat mij bij in mijnen doodstrijd.

Jesus, Maria, Josef,

Laat mijne ziel met U in vrede rusten. Amen.

•Jesus van Nazareth, Koning der Joden, Bewaar mij voor een haastigen en onvoorzienen dood.

Wend u in den geest naar de naaste kerk, en zeg allereerbiedigst ;

Geloofd, aangebeden en gedankt zij onze Heer Jesus Christus in het Allerheiligste Sakrament.

Hier, en op alle plaatsen der aarde , waar mijn Jesus rust. Amen.

-ocr page 153-

133

DE MIS DER HH. MARTELAREN VAN GORKUM.

OPDRAGT VÓÓR OF IN HET BEGIN DEK H. M I S.

God, hemelsche Vader , die mij naar uw beeld hebt geschapen; God , de Zoon , die om mij te verlossen , de menschelijke natuur aangenomen, uw kostbaar bloed vergoten en den bitteren kruisdood geleden hebt; God, de H. Geest, die mij in het H. Doopsel geheiligd, en tot het ware geloof geleid hebt; o Gij, allerheiligste Drieëenheid, geef mij de genade, dat ik dit H. Misoffer godvruchtig bijwone , en het met den priester, in vereeniging met alle offeranden over de gansche aarde, aan uwe goddelijke majesteit opdrage:

1. tot eer en glorie van uwen H. Naam; om te belijden, dat Gij de eenige God en Opperheer over ons menschen en alle schepselen zijt, wieu alléén dit offer toekomt;

2. tot dankbare gedachtenis , gekruiste Jesus, van uw bitter lijden en sterven;

3. tot eerherstel voor allen smaad, hetzij door ongeloof, door dwaling , door heiligschennis of andere zonden U, goede Jesus, aangedaan, inzonderheid hier,... en in ons vaderland;

4. tot dankzegging voor alle genaden en weldaden , vooral aan mij, onwaardige, en aan al de mijnen bewezen;

-ocr page 154-

134

5. tot voldoening voor al mijne zonden , overtredingen en ondankbaarheden; tot bekeering van alle •ngeloovigen , dwalenden , inzonderheid van...;

6. tot verwerving uwer goddelijke hulp voor uwe dierbare Bruid , onze Moeder de H. Kerk ; voor onzen H. Vader en het H. Concilie; voor onzen beminden Bisschop; voor onze herders , zielzorgers en al onze geestelijke en tijdelijke overheden ; voor alle geloovi-gen en bijzonder voor hen die vervolging lijden om uwen H. Naam;

7. tot heiliging, of tot herstel van het Christelijk huisgezin; tot bevestiging der dierbare jeugd in geloof , onschuld en deugd; voor de behoeften onzer geliefde ouders, bloedverwanten , vrienden en weldoeners , bepaaldelijk voor...; voor mi] zeiven, om de genade van eene ware boetvaardigheid , gelukkige volharding en een zalig sterfuur;

8. voor allen en inzonderheid voor de zondaars die op dit oogenblik in doodstrijd zijn, en o God ! aanstonds voor uw oordeel gaan verschijnen ;

9. voor alle overledenen , bijzonder voor...; ook voor hen die de eerste pijnen van het vagevuur verduren , en die het meest verlaten zijn.

Neem , barmhartige God , dit offer goedgunstig aan ; laat deze opdragt U welbehagelijk zijn, en verhoor mijn gebed, door onzen Heer Jesus Christus, uwen Zoon , die met U leeft en regeert in de eenheid des H. Geestes, God, door alle eeuwen der e«uwen. Amen.

-ocr page 155-

135

introïtus. Ps, lxxviii.

Laat, Heer, het gezucht der geboeiden voor uw aanschijn treden: geef onzen geburen zevendubbel weder in hunnen schoot: wreek het bloed uwer Heiligen dat vergoten is. Ps. God , de Heidenen zijn in uw erfdeel gekomen, zij hebben uwen heiligen tempel ontreinigd: zij hebben Jerusalem tot eene wachthut der boomvruchten gemaakt.

v. Glorie zij den Vader , en den Zoon , en den H. Geest.

r. Gelijk het was in den beginne, en nu, en altijd, en in de eeuwen der eeuwen. Amen.

Laat, Heer, het gezucht der geboeiden voor uw aanschijn treden: geef onzen geburen zevendubbel weder in hunnen schoot: wreek het bloed uwer Heiligen dat vergoten is.

Heer , ontferm U onzer (d r i e m a a 1). Christus , ontferm U onzer (d r i e m a a 1). Heer , ontferm U onzer (d r i e m a a 1).

gloria.

Glorie aan God in den allerhoogste , en vrede op aarde den menschen van goeden wil. Wij loven ü; wij zegenen U; wij aanbidden ü; wij verheerlijken U ; wij danken U om uwe groote glorie. Heer God , hemelsche Koning. God, almagtige Vader. Heer Jesus Christus, Ééngeboren Zoon. Heer God , Lam Gods, Zoon des Vaders. Die de zonden der wereld wegneemt, ontferm U onzer. Die de zonden der

-ocr page 156-

136

wereld wegneemt, neem onze smeeking aan. Die aan de regterhand des Vaders gezeten zijt, ontferm U onzer. Want Gij alleen zijt de Heilige, Gij alleen de Heer, Gij alleen de Allerhoogste, Jesus Christus, met den H. Geest, in de glorie van God den Vader. Amen.

GEBED.

God , die uwe Heilige Martelaren, Leonardus en nijne Gezellen, om hunnen glorierijken strijd voor uw geloof, met de zegekroon der eeuwigheid hebt versierd : verleen genadiglijk , dat wij, door hunne verdiensten en navolging strijdende op aarde, met hen verdienen gekroond te worden in den hemel. Door onzen Heer J. C., uwen Zoon, die met U leeft en regeert in de eenheid des H. Geestes, God, door alle eeuwen der eeuwen. Amen.

LES UIT HET BOEK DER WIJSHEID.

H o o f d s t. ui.

De zielen der regtvaardigen zijn in de hand van God, en de foltering des doods zal hen niet raken, lu de oogen der dwazen schenen zij te sterven , en hun uiteinde werd aangezien voor verdrukking en hun verscheiden van ons voor uitdelging: zij echter zjjn in vrede. Eu leden zij voor de menschen folteringen : hunne hoop is vol van de onsterfelijkheid. In weinig geteisterd, zullen zij in veel wél gesteld

-ocr page 157-

137

worden; want God keeft hen beproefd en zijner waardig bevonden. Als het goud in den oven, heeft Hij hen beproefd, en als een brandoffer aangenomen, en te zijner tijd zullen zij in aanzien wezen. De regt-vaardigen zullen schitteren en, als vonken door rietstoppels , rondsnellen. Zij zullen de heidenen oor-deelen, en over de volken heerschen, en de Heer zal over hen regeren in eeuwigheid.

k. God zij dank.

GRADUALE.

Exod. xv. Glorierijk is God in zijne Heiligen: verwonderlijk in majesteit, wonderdadig, v. Uwe regter-hand, Heer, is verheerlijkt in kracht: uwe regterhand heeft de vijanden verbrijzeld. Alleluja, alleluja, v. Eccli. xlix. De ligchamen der Heiligen zijn in vrede begraven, en hunne namen leven van geslachte tot geslacht. Alleluja.

VERVOLG VAX HET H. EVANGELIE NAAR

lucas. Hoofdst. xxi.

In dien tijde zeide Jesus tot zijne leerlingen: Wanneer gij zult hooren van oorlogen en oproeren, wilt niet verschrikken: eerst moet dit geschieden , maar nog niet terstond is het einde daar. Toen zeide Hij tot hen: Opstaan zal volk tegen volk en rijk tegen rijk. En groote aardbevingen zullen er alom wezen, en pestziekten, en hongersnooden; en verschrikkingen

-ocr page 158-

138

aan deu hemel en groote teekenen zullen ev zijn. Doch vóói- dit alles zullen zij hunne handen aan u slaan , en u vervolgen , u overleverende in synagogen en gevangenissen, u trekkende voor koningen en landvoogden om mijnen naam : dit nu zal n overkomen tot getuigenis. Stelt dan in uwe harten, niet vooruit te overwegen , hoe gij zult antwoorden; want Ik zal u mond en wijsheid geven, waaraan al uwe tegenstanders niet zullen kunnen wederstaan en tegenspreken. En gij zult overgeleverd worden door ouders, en broeders, en bloedverwanten, en vrienden, en zij zullen er uit u den dood aandoen ; en gij zult van allen gehaat worden om mijnen naam : en geen haar van uw hoofd zal vergaan. In uwe lijdzaamheid zult gij uwe zielen bezitten.

r. Lof zij U , Christus.

CREDO.

(Wanneer het gelezen wordt.)

Ik geloof iu één God, den almagtigen Vader, Schepper van hemel en van aarde, van alle zigtbare en onzigtbare dingen.

En in e'én Heer Jesus Christus , Gods Ééngeboren Zoon , en uit den Vader vóór alle eeuwen geboren, God van God, licht van licht, waarachtig God van waarachtig God ; voortgebragt, niet gemaakt, mede zelfstandig met den Vader : door wien alles gemaakt is. Die om ons menschen, en om onze zaligheid is nedergedaald van de hemelen. En isvleesch geworden door den Heiligen Geest uit

-ocr page 159-

139

de Maagd Maria, en is mensch geworden. Hij is ook gekruist voor ons : onder Pontius Pilatus heeft Hij geleden, en is begraven; en Hij is ten derden dage, volgens de Schriften, verrezen. En Hij is opgeklommen ten hemel, zit aan de regterhand des Vaders. En weder zal Hij komen in glorie om te oordeelen de levenden en de dooden; aan wiens rijk geen einde zal zijn.

En in den H. Geest, den Heer en levendmakende, die uit den Vader en den Zoon voortkomt; die met den Vader en den Zoon te zamen aangebeden en medeverheerlijkt wordt; die door de Profeten gesproken heeft.

En ééne Heilige , Katholieke en Apostolische Kerk. Ik belijd één doopsel tot vergeving der zonden. En ik verwacht de verrijzenis der dooden, en het leven der toekomende eeuw. Amen.

OFFERTORI E. Ps. LXVII.

Wonderbaar is God in zijne Heiligen; Hij, de God van Israel zal kracht en sterkte aan zijn volk geven : gezegend zij God, alleluja.

STIL GEBED (SECRETE) EN PRAEFATIE.

Wij dragen U , Heer , de geschenken onzer godsvrucht op : mogen ze én U om de eer uwer regt-vaardigen welbehagelijk zijn, én ons, in uwe ontferming , tot heil verstrekken. Door onzen Heer J. O. , uwen Zoon, die met U leeft en regeert in de een-

-ocr page 160-

140

heid des ïï. Geestes, God, — Door alle eeuwen der eeuwen, r. Amen.

v. De Heer zij met u.

k. En met uwen geest.

v. Harten omhoog!

k. Wij hebben ze tot den Heer.

v. Danken wij den Heer onzen God.

k. Dat is waardig en regtvaardig.

Waarlijk, het is waardig en regtvaardig, billijk en heilrijk, dat wij U altijd en overal danken: Heilige Heer, almagtige Vader , eeuwige God , door Christus onzen Heer : door wien de Engelen uwe majesteit loven, de Heerschappijen ü aanbidden, de Magten beven; de hemelen en de krachten der hemelen, en de gelukzalige Serafijnen ü met eenparig gejuich verheerlijken. Gelief, bidden wij U, met deze ook onze lofzangen aan te nemen, terwijl wij ootmoedig belijden en spreken :

Heilig, Heilig , Heilig , is de Heer God der heerscharen. Vol zijn de hemelen en de aarde van uwe glorie. Hosanna in den hooge. Gezegend Hij die komt in den naam des Heeren. Hosanna in den hooge.

BIJ DE GEDACHTENIS DER LEVENDEN.

Barmhartige God en Heer, zie op mij en allen die tot glorie van uwen grooten naam deze H. Offerande bijwonen , genadig neder; en opdat mijn gebed U te behagelijker zjj, vereenig ik het met de voorbede van de Onbevlekt Ontvangen Maagd en Moeder Gods

-ocr page 161-

141

Maria, van de HH. Apostelen, Martelaars en Belijders , Maagden en alle Heiligen. Laat, hemelsche Vader, deze Offerande, waarin uw Ee'ngeboren Zoon zich op eene onbloedige wijze opdraagt, mij en ons allen tot eeuwig heil verstrekken.

Ik smeek U, Heer , dat Gij uwen dienaar onzen Paus, onzen Bisschop , onze herders er. zielzorgers wilt verlichten en besturen, opdat allen die hun aanbevolen zijn , door him woord en voorbeeld, met uwe uitverkorenen vergaderd worden.

Ik smeek U, dat Gij aan mijne geliefde ouders, bloedverwanten, vrienden en weldoeners en allen voor wie ik verpligt ben te bidden tijdelijk en eeuwig welzijn wilt verleenen , en gewaardig U, dit mijn gebed te verhooren.

Ik smeek ü, dat Gij alle zondaren , en vooral...., tot ware boetvaardigheid wilt brengen, en alwie in zware bekoring zijn , met uwe krachtdadige genade wilt versterken en voor den val behoeden. Gelief ook. Heer, alle dwalenden en afvalligen, vooral in ons vaderland, gelief alle ongeloovigen tot de kennis van het ware geloof te roepen en te geleiden. Gedenk , hemelsche Vader, dat uw Ëéngeboren Zoon J. C. ook voor hen allen den bitteren kruisdood heeft uitgestaan, en verhoor ons om zijne oneindige verdiensten, Gij die den dood des zondaars niet wilt, maar dat hii zich bekeere en leve. Amen,

B IJ DE OPHEFFING DER H. HOSTIE.

Verwek, met alle eerbiedigheid en ootmoedigheid, akten vau

-ocr page 162-

142

aanbidding, dank, liefde, en vraag nu vooral, wat gij wenscht te verkrijgen.

Mijn God eu Zaligmaker, ik aanbid ü; ik dank ü voor al uwe weldaden;,., o Jesus, door uwe Wonden; vergeef mij mijne zonden;... barmhartige Hoo-gepriester, geef mij deze genade.... Amen.

B IJ DE OPHEFFING VAN DEN H. KELK.

Erbarming, mijn Jesus!... Eeuwige Vader, ik draag U het allerkostbaarste Bloed van Jesus Christus op, tot voldoening voor mjjne zonden, voor de behoeften der Kerk, eu om deze gunst... te verkrijgen. Amen.

NA DE CONSECRATIE.

Zie, Heer, van uw heiligdom en hooge hemelwo-ning neder, en aanschouw deze allerheiligste Offerande, welke ü onze Hoogepriester, uw Heilige Zoon, de Heer Jesus, voor de zonden zijner broeders opdraagt ; en laat U over de menigte onzer boosheden verzoenen. Zie, de stem des Bloeds van onzen Broeder Jesus roept tot U van het kruis. Verhoor, Heer! word verzoend. Heer! geef acht en doe! wil niet toeven, om U zeiven, mijn God, wijl uw naam over deze plaats en over uw volk is aangeroepen: en doe met ons naar uwe barmhartigheid. Amen.

EU DE GEDACHTENIS DER OVERLEDENEN.

Gedenk , Heer , uwe dienaren en dienaressen, die

-ocr page 163-

143

in het heilig geloof ons voorgegaan en in vrede ontslapen zijn; vooral de ziel van..., en de zielen die nu de eerste pijnen van het vagevuur ondervinden , en die het meeste verlaten zijn. Wij smeeken U, Heer, verleen haar en allen die in Christus rusten, de plaats van verkwikking, van licht en vrede. Door denzelfden Christus , onzen Heer. Amen.

P A. ï E K KOSTER.

Bid aandachtig hel Onze Vader, alsof gij hel den Heer woord voor woord nazeidel, en spreek daarna:

Verlos ons , bidden wij U , Heer, van alle verleden , tegenwoordig en toekomstig kwaad; en geef ons , op de voorspraak van de gelukzalige en glorierijke Moeder Gods Maria, altijd Maagd, van de gelukzalige Apostelen Petrus en Paulus en Andreas , en van alle Heiligen, genadiglijk vrede in onze dagen , opdat wij , door uwe barmhartigheid geholpen, altijd vrij mogen zijn van zonde, en veilig voor alle ontsteltenis. Door denzelfden J. C., onzen Heer, uwen Zoon, die met U leeft en regeert in de eenheid des H. Geestes, God, door alle eeuwen der eeuwen. Amen.

De vrede des Heeren zij altijd met ons. Amen.

AGNUS DEI.

Lam Gods, dat de zonden der wereld wegneemt, ontferm U onzer.

-ocr page 164-

144

Lam Gods, dat de zonden der wereld wegneemt , ontferm U onzer.

Lam Gods , dat de zonden der wereld wegneemt , schenk ons den vrede.

bereid u nader tot de geestelijke, of w e r k e l ij k e communie.

Goedertierene Jesus, Gij roept ons zoo minnelijk toe: Komt allen tot Mij , die vermoeid en beladen aijt, en Ik zal u verkwikken : zie ik kom dan met een diep gevoel van mijne onwaardigheid, maar ook vol vertrouwen tot U, om in de vruchten van dit H. Offer en Sakrament te deelen. Genadige Jesus , leid mij tot U, en bereid U eene welbehagelijke woning in mijn hart. Allerbeminnelijkste Bruidegom en Heer, naar wien mijne ziel verzucht, kom, kom tot mij en neem mij geheel voor ü.

Is er nog tijd , bid dan de Akten van Gezang XV.

zeg driemaal;

Heer , ik ben niet waardig, dat Gij ingaat onder mijn dak, maar spreek slechts een woord en mijne ziel zal gezond worden.

smeek godvruchtig met den PRIESTER.

Het Ligchaam van onzen Heer Jesus Christus beware mijne ziel ten eeuwigen leven. Amen.

-ocr page 165-

145

Spreek in stille met uw Jesus wat uw hart u ingeeft; aanbid en dank Hem allerootmoedigst; zeg en herhaal met de vurigste liefde:

Goede Jesua, laat niet toe , dat ik ooit van U gescheiden worde. Amen.

Gij kunt hier nog de Akten bidden van Gezang XVI ; of Gezang XIV : Hjesiis* zoele ge dachteni squot;.

COMMUNIE. BOEK DER W IJ SH. III.

En leden zij voor de mensclien folteringen : God heeft hen beproefd ; als het goud in den oven heeft Hij hen beproefd , en ak brandoffers aangenomen.

P O S T C O M M U N I E.

Verleen ons, bidden wij U, Heer, op de voorspraak van uwe Heilige Martelaren Leonardus en zijne Gezellen , dat wij hetgeen wij met den mond aanraken , met een zuiver hart ontvangen. Door onzen Heer J. C. , uwen Zoon , die met U leeft en regeert in de eenheid des H. Geestes , God, door alle eeuwen der eeuwen. Amen.

BIJ DEN ZEGEN.

Ons zegene de Almagtige God, de Vader, de Zoon, en de H. Geest. Amen.

BEGIN VAN HET H. EVANGELIE NAAR JOANNES.

In den beginne was het Woord , en het Woord

10

-ocr page 166-

146

was bij God, en het Woord was God. Dit was in den beginne bij God. Alles is door het Woord gemaakt : en zonder Hem is niets gemaakt, wat gemaakt is, in Hem was het leven, en het leven was het licht der menschen: en het licht schijnt in de duisternissen, en de duisternissen hebben het niet aangenomen. Er was een mensch, van God gezonden , wiens naam was Joannes. Deze kwam tot getuigenis , om getuigenis te geven van het licht, opdat allen door hem gelooven zouden. Hij was het licht niet, maar om getuigenis te geven van het licht. Het ware licht was dat allen mensch verlicht, die in deze wereld komt. Hij was in de wereld, en de wereld is door Hem gemaakt, en de wereld heeft Hem niet gekend. In zijn eigendom kwam Hij , en de zijnen namen Hem niet aan. Doch zoovelen Hem aannamen , hun gaf Hij magt om kinderen Gods te worden , hun , die in zijnen naam gelooven , die niet uit den bloede , noch uit den wil des vleesches, noch uit den wil des mans , maar uit God geboren zijn. En het Woord is vleesch geworden, en heeft onder ons gewoond, en wij hebben zijne glorie gezien , eene glorie als des Eéngeborenen van den Vader , vol genade en waarheid.

r. God zij dank.

Men kan sluiten met het Danklied na de H. Mis, Gezang XII; en , is men te Communie geweest, met de Gebeden na de H. Communie, bladz. 153.

-ocr page 167-

147

BIECHTGE BEDEN.

VOOR DE BIECHT.

I.

Eene gepasle voorbereicling 101 de biecht is de Overweging» met het Gebed, bladz. 72 tot 74. Men viage dan het licht van den H. Geest, om zijne zonden wél te kennen, met hel Gebed op bladz. 91; iren onderzoeke zijn geweien, bidde raet alle ootmoedigheid eene akte van berouw , en belijde op-regtelijk zijne schulden, als ware men niet onze Gorkumsche Martelaars in het aanschijn des doods , en stemme zich zód, ol het de laatste biecht van ons leven was.

II.

ANDERE OEFENING VOOR DE BIECHT.

DANK GOD VOOR Z IJ N E WELDADEN.

Ik dank U , mijn God, voor al uwe weldaden, en bijzonder voor de groote genade van het ware geloot'. Ik dank U, dat Gij mij zoo dikwerf in de genademiddelen uwer H. Kerk doet deelen; en ik smeek onze door U verheerlijkte Martelaren, dat zij mij hel -pen danken, en bidden , om deze biecht met veel vrucht te mogen doen.

VRAAG LICHT OM UWE ZONDEN WEL TE KENNEN.

Barmhartige Zaligmaker, die het ware licht zijfc

-ocr page 168-

148

en allen mensch verlicht, die in deze wereld komt: verlicht mijn geest en mijn hart , opdat ik al mijne overtredingen en verzuimenissen wel moge inzien , rouwmoedig beweene, en openhartig aan uwen dienaar als aan U zeiven belijde.

Onderzoek nu oplettend uw geweten : wat gij gedacht, gesproken , gedaan , of verzuimd hebt; ga ook de pligten van uwen. staat en uwe hoofdfout na , en spreek vervolgens aldus:

Heer Jesus Christus, waarachtig God en waarachtig mensch , mijn Schepper en Verlosser , het is mij leed uit den grond van mijn hart, dat ik ü, mijn Heer en mijn God, beleedigd heb , U, dien ik als het Opperste Goed , bovenal moest beminnen en nu ook 7.66 wensch te beminnen.

Ik neem mij vastelijk voor, niet meer te zondigen, alle gelegenheden van zoude te vermijden , nu rouwmoedig te biechten, en de boete , die mij opgelegd zal worden, godvruchtig te volbrengen.

En tot voldoening voor mijne zonden, draag ik U uw heilig leven , lijden en sterven en al den prijs van uw voor ons vergoten bloed op, met al de verdiensten van uwe Onbevlekt Ontvangen Moeder Maria , van uwen beminden Voedstervader Josef, van onze Gorkumsche Martelaren , en van al uwe: Heiligen.

En ik vertrouw van uwe oneindige barmhartigheid, dat Gij mij al mijne schulden zult vergeven , en genade verleenen, om een heilig leven te leiden en U ten einde toe getrouw te dienen.

God , wees mij , zondaar , genadig.

Jesus , Davids Zoon, ontferm U mijner.

Erbarming , mijn Jesus. Amen.

-ocr page 169-

149

Ga nu tot den Priester en kniel voor hem neder, alsof gij voor ^Christus zeiven. wiens plaats hij bekleedt, nederknieldet.

NA DE BIECHT.

Ik dank U, allerbacmhartigste Jesus , dat Gij met mij, onwaardigen zondaar, zooveel mededoogen en geduld hebt getoond , mij tot U getrokken en mij in uwe goedertierenheid weder vergiffenis en kwijtschelding van schuld verleend hebt.

Neem, Heer, deze mijne ootmoedige schuldbelijdenis goedgunstig aan; en wat er ontbroken mogt hebben aan het openleggen mijner zonden, of aan mijn berouw: gelief dit dooi: uwe oneindige barmhartigheid aan te vullen, en mij voor geheel ontbonden te houden in den hemel.

Geef mij uwe hulp, dat ik U niet meer mishage, maar ü getrouw diene ; geef het. Heer, op de voorspraak van uwe glorierijke Moeder, altijd Maagd , van onze Martelaren, die dit H. Sakrament met zooveel godsvrucht ontvingen, en van al uwe Heiligen , die van het begin der wereld U hebben behaagd , God van ontferming, die leeft en regeert door al de eeuwen der eeuwen. Amen.

O P D R A. G T VAN CHRISTUS' II. LEVEN EX L IJ D E X.

Allerbeminnelijkste Vader, tot voldoening voor mijne zonden en tot verbetering mijns levens, draag ik U het volmaakte leven op van uwen Eéngeboren Zoon, en al het lijden hetwelk Hij voor ons, on-

-ocr page 170-

150

dankbaren, verduurd heeft van het eerste oogenblik zijner Menschwording af, tot het oogenblik dat Hij aan het kruis, met luid geroep en gebogen hoofd , ü zijnen geest overgaf; en ik smeek ü , om zijne oneindige verdiensten , dat Gij al mijne zonden uit-delgt, en de genade verleent van liever duizendmaal te sterven, dan U, mijn Opperste Goed, mijn allerbeminnelijkste Vader, op nieuw te beleedigen ; geef, dat ik van nu af ü alleen beminne, aan U alleen zoeke te behagen, die alleen alle liefde van alle schepselen verdient. Amen.

Geloofd zij Jesus Christus. Amen.

COMMUNIEGEBEDEN.

VOOR DE H. C O M II U N I E.

I.

Indien men de bovenstaande H. Mis onzer Gorknmsche Martelaren godvruchtig medebidt, heeft men daarmede eene zeer gepaste voorbereiding; tot de H. Communie.

II.

Tot voorbereiding kan ook de Overweging met het Gebed dienen, bladz. 74 tot 77 ; waaraan men korte verzuch-tingc-n van geloofquot;, vertrouwen, liefde en zielsverlangen toevoege; en men vereenige zich met de vurige begeerte onzer Martelaren naar de H. Communie, toen zij in hun lijden die goddelijke verlrootling moesten derven. Wek vooral uwe godsvrucht met deze woorden :

-ocr page 171-

151

van den h. n j c 0 l a u s p o p p e l

(bladz. 27 en 75):

» Gaarne wil ik voor het Katholieke geloof sterven, en bijzonder vcor dit mijn geloof: dat het Ligchaam en Bloed zelf van onzen Heer Jesus Christus in het Allerheiligste Sakrament des Altaars onder de gedaanten van brood en wijn waarachtig tegenwoordig is.quot;

VAN DEN H. GARDIAAN NICOLAUS

(bladz. 63 en 66):

»Zag ik mij ook met duizend dooden bedreigd, nóg zou ik, met Gods genade , mijn geloof niet verzaken.quot;

» Liever wil ik dadelijk sterven! dan ook maar in 't allerminste in woord of daad van het Katholieke geloof af te wijken.quot;

van den h. leonardus (bladz. 66):

» Wij gelooven wat de Katholieke Kerk leert; daar spreekt Christus in zijne getuigen; daar verleent Hij zijnen Geest, om in het geloof dier Kerk onbezweken te volharden, en voor niets ter wereld ook maar een haarbreed van hare geloofsbelijdenis af te wijken.

van de h h. a d r i a n u s en jacobus

(bladz. 75):

die met den Apostel Paulus spraken:

gt; Wie onwaardig eet en drinkt, eet en drinkt zich

-ocr page 172-

152

het oordeel, uiet onderscheidende het liq-

chaam des hebben.quot;

VAN DEN H. GOUEFRIDUS VAN DUYNEN (bladz. 60) ;

» Heden moeten wij feest houden met God en het Lam.quot;

EN BESLUIT;

Bidt nu voor mij, onbezweken Bloedgetuigen voor het H. Sakrament.

Opdat ik mijn Jesus waardig moge ontvangen. Amen.

III.

ANDERE OEFENING VOOR DE H. COMMUNIE.

Bid eeiai eene oefening van b e r o u w ; daarna eene en andere oefening van geloof mee de bovenstaande woorden onzer HH. Martelaars. Wek uw vertrouwen op; Hij toch dien gij gaat ontvangen, Hij zelf is uw Zaligmaker, uw Jesus, die U allerminnelijkst uitnoodigt en dringt tot Hem te komen ; smeek Hem om al de liefde van zijn goddelijk Hart, dat Hij uw hart meer en meer in zijp.e liefde outsteke ; verlang naar Hem, gelijk onze Martelaars naar Hem hebben verlangd, en roep, in het diep bejel uwer onwaardigheid , hunne voorspraak in ;

Heilige Martelaars van Gorkum, glorierijke getuigen voor Jesus' waarachtige tegenwoordigheid in dit Allerheiligste Sakrament; tot U naderen wij met een bijzonder vertrouwen, en roepen uwe voorspraak in;

-ocr page 173-

153

vraagt voor ons bij Gcod vermeerdering eu volharding in het geloof aau dit aanbiddelijk Altaargeheim; vraagt voor ons een vast vertrouwen op dit hemelsch behoedmiddel tegen de zonde; vraagt voor ons eene brandende liefde voor deze gedachtenis der goddelijke liefde, om aldus én nu én dikwerf met de meeste vrucht deel te nemea aan dat Heilige Gastmaal , waarbij Gods Engelen tegenwoordig zijn en dienen. Amen.

Spreek nu langzaam de A kien vóór de H. Communie vaw Gezang XV.

NA DE H. COMMUNIE.

Ik aanbid 0 , mijn Jesus , in mijn hart;... ik dank U, mijn Jesus;... ik heb gevonden dien mijne ziel bemint , ik bezit U in mij, mijn God, en Zaligmaker, U, de hoop , het leven , de vreugde , de zaligheid mijner ziel. O mijn Heer en mijn Koning , wat zal ik U wedergeven voor al hetgeen Gij aan mij , onwaardig mensch, en ook nu weder geschonken hebt. Beschik over mij eu over alles wat ik door U ben of bezit. Scheuk mij altijd uwe liefde met uwe genade, en ik ben rijk genoeg. Amen.

TEEDERE VERZUCHTINGEN TOT JESUS.

Ziel van Christus , heilig mij.

Ligchaam van Christus, maak mij zalig.

Bloed van Christus , maak mij dronken.

Water van Christus' zijde , wasch mij.

-ocr page 174-

154

Lijden van Christus , versterk mij.

O goede Jesus, verhoor mij.

In uwe Heilige Wonden , verberg mij.

Laat niet toe, dat ik van U gescheiden worde.

(Dit verzucht men driemaal met eene vurige liefde.)

Voor den boozen vijand bescherm mij.

In het uur van mijnen dood roep mij.

En laat mij tot U komen ,

Opdat ik ü met uwe Heiligen love ,

In de eeuwen der eeuwen. Amen.

Zeg dan den Lofzang Te De urn, bladz, 99; of de Akten na de H. Communie van Gezang XVI,

BIJ HET ALLERHEILIGSTE SAKRAMENT.

IX D fj H. MIS, IN VESPERS, O F L O F.

/eer gepast kan tneu lt;laii hel Negental gebeden van eereboete, bladz. 91 tot 96, hetzij geheel, otquot; gedeeltelijk gebruiken; alsmede het E e r e b o e te-L i e tl, Gezang ÏX: ot trezang XIV, XVII, XVIII, XX; verder; het G e b e d op hl. 6i, en 6ö ; en deze

AKTEN VAN EERHERSTEL.

Gezegend zij God.

Gezegend zij zijn Heilige Naam.

Gezegend zij Jesus Christus, waarachtig God en waarachtig mensch.

Gezegend zij de Naam van Jesus.

Gezegend zij Jesus iu het Allerheiligste Sakramen t des Altaars.

-ocr page 175-

155

Gezegend zij de onvergelijkelijke Moeder van God r de allerheiligste Maagd Maria.

Gezegend zij have heilige en Onbevlekte Ontvangenis.

Gezegend zij de naam van Maria, Maagd en Moeder.

Gezegend zij God in zijne Engelen en Heil'gen.

Gezegend zij God in onze HH. Martelaren. Amen.

HULDE AAN HET HEILIG SAKRAMENT,

IN VEREEN IGINÖMET ONZE G O R K U M-S C H E MARTEL A A R S.

Werkelijk , ot' elders in den geest, voor iiet AUerheiligsle ne-dergeknield, ziet gij daar ook onze Gorkumsche bloedgetuigen bij dal aanbiddelijk Sakrament; ben spreekt gij toe, om ben voor hunne geloofstrouw te loven ; hen roept gij in , om met u Jesus in dat Geheim te verheerlijken , en die gunsten ot die bijzondere genade al' te stneeken , welke gij gaarne zondt erlangen.

Heer Jesus Christus , waarachtig God en waarachtig mensch , en in dit H. Liefdegeheim waarachtig tegenwoordig : wij aanbidden , wij loven en danken U met onze HH. Martelaren.

Heilige Martelaren, glorierijke getuigen van ons Katholiek geloof', dat Jesus waarlijk , wezenlijk en zelfstandig tegenwoordig is in het H. Sakrament : wij aanbidden . wij loven en danken Jesus met u.

Heilige Martelaren, standvastige verdedigers van het Allerheiligste Sakrament, het wonder van Gods wonderen : wij aanbidden , wij loven en danken Jesus met u.

-ocr page 176-

156

Heilige Martelaren, standvastige verdedigers van het Allerheiligste Sakrameut, de gedachtenis van het Lijden onzes Heeren: wij aanbidden, wij loven eu danken Jesus met n.

Heilige Martelaren, standvastige verdedigers van het Allerheiligste Sakrament, de allerzuiverste eu allerbehagelijkste Offerande : wij aanbidden, wij loven en danken Jesus met u.

Heilige Martelaren, standvastige verdedigers van het Allerheiligste Sakrament, de hemelsche spijze ter onsterfelijkheid : wij aanbidden, wij loven en danken Jesus met u.

Heilige Martelaren , standvastige verdedigers van het Allerheiligste Sakrament, de Teerspijze dergenen die in den Heer sterven : wij aanbidden, wij loven en danken Jesns met u.

Heilige Martelaren, standvastige verdedigers van het Allerheiligste Sakrament, die in uw langdurig lijden dien hemelschen troost hebt moeten derven : bidt Jesus voor ons , dat wij Hem dikwerf, en vooral in het uur van onzeu dood , mogen ontvangen.

Heer Jesus Christus, op het gebed onzer Martelaren , behoed ons voor het onwaardig nuttigen van uw Ligohaam en Bloed.

Heer Jesus Christus, op het gebed onzer Martelaren, behoed ons voor alle oneerbiedigheid ea onverschilligheid jegens uw Hoogwaardig Sakrament.

Heer Jesus Christus, op het gebed onzer Martelaren , behoed ons voor alle afwijkingen ec zwakheden, welke de vruchten van dit genaderijk Geheim in ons zouden verminderen of verhinderen.

-ocr page 177-

157

Heer Jesus Christus , op het gebed onzer Martelaren , geef, dat wij TJ altijd waardig en welbereid mogen ontvangen.

Heer Jesus Christus , op het gebed onzer Martelaren , gelief het geloof, den eerbied. de godsvrucht en de liefde tot dit H. Geheim gedurig in ons en de onzen te vermeerderen.

Heer Jesus Christus , op het gebed onzer Martelaren , gelief ons, bij leven en sterven, overvloedig in de vruchten van dit H. Sakrameut te doen deelen.

Bidt voor ons, Heilige Martelaren van Grorkum.

Opdat wij de beloften van Christus waardig worden.

LAAT ONS BIDDEN.

God, die ons onder het wonderbare Sakrament de gedachtenis van uw lijden hebt nagelaten: verleen ons, bidden wij U , de heilige Geheimen van uw Ligchaam en Bloed zóó te vereeren , dat wij de vrucht uwer verlossing gedurig in ons mogen gevoelen. Die leeft en regeert met God den Vader in de eenheid des Heiligen Geestes , God , door alle eeuwen der eeuwen. Amen.

-ocr page 178-

158

GEBEDEN VOOR VERSCHILLENDE OMSTANDIGHEDEN.

AKTE VAN ONDERWERPING OF BERUSTING IN GODS H. WIL, ALS ONS GEBED GEE NE VERHOORING SCHIJNT TE VINDEN.

Bid eer.^t aandachlig het Onze Vader en vervolg:

Ja, goede Vader in den hemel, wijl het ü xoo behagelijk is , onderwerp ik mij geheel aan uwen altijd aanbiddelijken wil; maar geef dan ook, smeek ik U, kracht aan uw kind , opdat ik dit kruis deze beproeving dit gemis... naar de beschikkingen uwer liefderijke voorzienigheid, tot mijn eeuwig .heil moge dragen. Greef mij kracht, om zelfs in het aanschijn van den dood, met den H. Nicolaus te spreken ; »Wat de Heer geeft, mag ik niet weigerenquot;; om met den H. Wilhadus bij alle leed van harte uit te roepen : »God zij gedankt!quot; — om met onze Gorkumsche Martelaren, altijd te erkennen : dat al het lijden van dezen tijd niet te vergelijken is bij de toekomstige glorie , welke in ons zal geopenbaard worden; om met ons goddelijk Toonbeeld, al was ik ook tot stervens toe bedroefd , nóg tot ü te bidden :

Vader, indien Gij wilt, laat dezen kelk van mij voorbijgaan : doch niet mijn , maar uw wil geschiede.

Mijn Vader, is het mogelijk, laat dezen kelk van mij voorbijgaan: doch niet zooals ik wil, maar zooals Gij. •

-ocr page 179-

159

Mijn Vader, alles is U mogelijk: laat dezen kelk van mij voorbijgaan : doch niet wat ik , maar wat Gij wilt. Amen.

W e e s gegroet.

B IJ VERHOORING VAN GEBED.

Meu zegge den Lofzang Te D e u m , met de Gebeden bladz. 99 tot 103.

GEBED VAN OUDERS, OF OVERSTEN VOOR KINDEREN, OF DE HUN TOEVERTROUWDE JEUGD.

Heilige Martelaren van Gorkum , Priesters en Herders , die uwe geestelijke kinderen met zooveel ijver hebt bewaakt en in de waarheden des geloofs onderwezen ; inzonderheid gij, trouwe medeherder van den vaderljjken Leonardus, altijd zwoegende Nicolaus, die, gelijk in allen priesterlijken arbeid, onvermoeid waart in het onderrigten en opleiden der jeugd : wij stellen ons zeiven en de ons van God gegeven panden onder uwe eenparige bescherming. Bidt voor ons, ouders en overheden, dat wij onze dure pligten jegens de onzen naauwgezet volbrengen; hen verre houden van al wat hun naar geloof of deugd kan schaden ; dat wij uit alle vermogen voor eene Katholieke opvoeding en onderrigtiug zorg dragen ; opdat onze lieve jeugd en al de ons toebetrouwden, door geen ongeloovig of verderfelijk woord of voorbeeld geschaad en in het ééne ware geloof grondig onder-

-ocr page 180-

100

wezen , als kinderen der ééne ware Kerk in de eene ware leer mogen opgroeijen en volharden ten einde toe. Dierbare Heiligen van ons vaderland, met glorie gekroonde Priesters en Herders van Jesus'Kerk! wij bevelen hen vol van vertrouwen aan u ; ach verwerft voor hen, dat zij nu en altijd leven tot hun eigen en tot ons zoo tijdelijk als eeuwig geluk; tot een sieraad van onze Moeder de H, Kerk; en in alles tot glorie vau ons aller Zaligmaker Jesus Christus, onzen Heer, die met den Vader en den H. Geest leeft en regeert door al de eeuwen der eeuwen. Amen.

GEBED VOOR KWEEKELINGEN VAN HET HEILIGDOM, OF DIE HET WENSCHEN TE WORDEN.

Verheerlijkte Martelaren van ons vaderland. Priesters des Heeren , Dienaren van het Heiligdom , die hier aan God het Onbloedig Offer van oneindigen lof mogt opdragen; die u zeiven, in uwe trouwe liefde, met Christus in den dood ten slagtoffer hebt aangeboden: ziet nu uit den hemel neder op ons, die , hoe onwaardig ook , uwe voetstappen wenschen te drukken , hier op denzelfden grond , waar gij gearbeid en uw leven voor het geloof gegeven hebt. Martelaars van het Priesterschap, Martelaars van het Hoogwaardig Geheim , dat gij als Offer en Sakra-ment hebt beleden, toonbeelden van priesterlijke • offervaardigheid tot in den dood : bidt gij allen nu in uwe glorie voor ons , dat wij aan onze roeping mogen beantwoorden en eiken dag het heilig pries-

-ocr page 181-

161

terschap waardiger worden. H. Godefridus, moedige grijsaard, die er altijd zulk een groot genoegen in vondt, als ouders hunne kinderen tot den geestelijken stand opleidden; liefderijke leidsman ! die zoo velen met raad en daad hebt ondersteund , om hen tot dat geluk te brengen: help ook mij, ondanks mijns onwaardigheid ; vraag voor mij de onverdiende gunst , dat de barmhartige God mij de middelen en de genade verleene , om eens tot het priesterschap te komen , en uwen arbeid hier, of waar ook , te deelen en voort te zetten tot glorie van onzen Heer Jesus Christus. Amen.

GEBED OM EEN ZALIGEN DOOD VOOR ONS ZELVEN OF VOOR ANDEREN.

Zie het Voorberigt, bladz. vm.

Het Gebed onzer HH. Martelaren zeiven tot de H. Maagd , bladz. 79.

Ot bid met die meening de Litanie der H H, Martelaren van Gorknni, bladz. 80.

'GEBED OM EEN ZALIGEN DOOD.

Onbezweken strijders, glorierijke verwinnaars, die zoo lang in het aangezigt des doods hebt geleden ; die den dood onder zoo velerlei gedaanten en verschrikkingen van nabij hebt aanschouwd; die door zoo menigen dood zijt heengegaan ; en gij inzonderheid die nog uren en uren zoo smartelijk gezieltoogd hebt; ziet mij hier (b ij uwe overblijfselen,

11

-ocr page 182-

162

of: op uw g r a f) nederknielen , en u ootmoedig smeeken, dat gij van onzen Heer een zalig sterfuur en een genadig oordeel gelieft te vragen voor...; en ook voor mij zeiven , als mijn uur zal gekomen zijn-Koningin der Martelaren , Maria, Moeder! door onze Martelaren tot in den dood luide verheerlijkt en aangeroepen, bid ook gij voor ons met hen en Vader Josef, uwen beminden Bruidegom; bid met allen te zamen , goede Moeder, tot uwen Zoon, onzen Heer en Zaligmaker; bid voor ons nu en in het uur van onzen dood. Amen.

-ocr page 183-

GEZANGEN.

I.

I.

LOFLIED

AAN

DE MOKDER VAX BARMHARTIf.HEID.

SALVE REGINA.

Wijze; O vijf werelds klare lichten! ot: * i'igj in ij n ziel! het v i j t' L a 1 Wonden.

Wees gegroet, o Koninginne Moeder , gij vol teed're minne ,

Gij ons leven , hoop , zoo zoet , We»s, Maria 1 wees gegroet;

Bid voor ons , Maria !

't Is tot ii dan , dat wij vlugten,

Onder tranen en veel zuchten;

Tot ii rijst ons klaaggeschal In dit aardsche tranendal;

Bid voor ons , Maria !

ü dan nu, wil voor ons spreken ,

't Goedig oog slaan op ons smeeken ,

Gij , die altoos voor ons pleit ,

Moeder van barmhartigheid 1 Bid voor ons , Maria!

lig ur en

)

jn-

iZe en en iet en ar

-ocr page 184-

164

En na dit ons ballingsleven ,

Toon ons Jesus, hoogverheven ,

Heil'ge vrucht van uwen schoot; Toon Hem ons bij onzen dood ; Bid voor ons, Maria !

O dan, Moeder vol ontferming !

Toon ons , kind'ren , uw bescherming, O gij Maagd! zoo vroom, zoo zoet, Wees , Maria ! wees gegroet; Bid voor ons, Maria I

II.

Tv i : 1J Tv 11 3I7S I-:

VAN DE

HII. APOSTELEN PETRUS Ei\ PAÜLÜS.

decora lüx.

Wijze, o, a, ; () Moeder Gods, o reinste Maa^ doch het vijfde vers op de herhaling van den vierde mnztekregel; — of: Maria! wees gebenedijd.

Het heerlijk licht der eeuwigheid Heeft zijn welzalig vuur verbreid En mild den gulden dag bespreid , Die beide Apostelvorsten kroont,

Der schuld den open heilweg toont. Gij , groote Leeraar dezer aard' !

En gij , die 's hemels poort bewaart! Die, Vaders, 't nieuwe Rome sticht, En , Regters , voor uw aangezigt De volken van uw zetels rigt.

-ocr page 185-

165

quot;Waar de een door 't zwaard zijn leven geeft, En de ander door den kruisdood sneeft, Verwinnen beiden door den dood,

Die hun de gloriepalmen bood ,

En 's levens Vorstenraad ontsloot.

O zalig Rome, als gij zijt!

Door zulk een kostb'ren vloed gewijd ;

Twee vorsten sierden door hun bloed U met zóó schoon een purpergloed,

Dat ge alle schoon hier zwichten doet.

Zij glorie U , Drievuldigheid!

En zonder einde toebereid;

Eer , magt en jubel U alleen ,

Die 't Al regeert, van wezen één ,

Door al der eeuwen eeuwen heen.

III.

J U I5E LLI ED

OP UET

XVIII0 EEUWFEEST VAN DEN MARTELDOOD DER HH. APOSTELEiV MTUUS EX PAULUS,

den 29steQ Junij 1867, den dag der Heiligverklaring onzer Gorkumsche Martelaren.

Wijze van vele kerkzangen, ais; Crealor al me si de-rum; — en: O Moeder Gods, o reinste Maagd! — alsook M. 27 , 09.

Heel de aarde looft met jubelschal De vorsten van 't Aposteltal,

-ocr page 186-

166

Nu achttiemnaal een eeuwkring sloot tiinds hun vereenden gloriedood.

Wat helmagt losbrak op de Rots, Onwrikbaar, als 't orakel Gods ,

Staat Petrus Stoel al de eeuwen door En straalde weer in hooger gloor.

Een in geloof, in hoop en min , Was heel het Katholiek Gezin ,

In de Opperherders uit heel de aard', Om t ééne Hoofd der Kerk vergaard.

Zij j vruchtb're Bruid van onzen Heer, Telt weêr een koor van Heil'gen meer , Uit alle rijk en eeuw en stand,

Ook van uw grond , mijn Vaderland !

Is 't Eeuwfeest voor heel 't wereldrond . Is 't Feest nog voor den Vadergrond , Die eigen kind'ren kroonen zag :

Voor óns dan , o wat Jubeldag !

Zij stierven , zij , door 't martelkoord , Voor hun geloof in Jesus' woord,

Voor hun geloof in 's werelds Rots, Den Paus, den Stedehouder Gods !

En zie ! nu Pils Gorkums rij \ an helden kroont op 't Eeuwgetij ,

Daar staat als krijgswacht om 't altaar De keur van Neèrlands jong'lingschaar ï

Gekroonden ! dat uw beè hen sterk'! Zij sterven ook voor Jesus Kerk :

Hém die u kroonde voor uw strijd , Hem ook is al hun bloed gewijd.

-ocr page 187-

167

O bidt nu, Neêrlands Heil'genschaar! Dat God en hen en ons bewaar', En 't hier, bij 't keerend Eeuwgetij , Reeds lang één Kudde, één Herder zij !

IV.

KERKHYMNE VAN ALLE HEILIGEN.

PLACARE, CH RISTE, SERVULIS.

Wijzen , als het vorige Lied III; ot ook : O J esu vleesch geworden Woord.

Sla, Christus ! weêr verzoend ons ga ,

Nu, bij uw zetel van gena ,

Zij voor ons spreekt, de teed're Maagd , En vrijspraak van den Vader vraagt.

Gij , in uw negenvoude sfeer,

Bescherm ons , zalig Eng'lenheer!

Weer wat ons schaadde , nóg ons schaadt , Weer al het ons nog dreigend kwaad.

Apostel- en Profeten-tal !

Verbidt den Regter van 't heelal,

Dat Hij, wie waarlijk schuld beween', Erbarming en gena verleen'.

Gij , Jlart'laars in uw purpergloor ! Gij , meèbekroond Belijd'renkoor !

Reikt aan ons , ballingen, de hand ,

Roept ons tot u in 't Vaderland.

-ocr page 188-

168

Gij, Maagdenkoor! zoo rein en Wij!

En wie de diepe woestenij Ten hemel zond: vraagt bij Gods troon, Een plaats voor ons in 's hemels woon.

Het trouweloos geslacht ontwijk'

Uit alle grens van Christus' rijk,

Dat ons één Schaapstal als weleer,

Eén Herder weer vereend regeer'.

Zij God den Vader lof gehoon,

En 's Vaders Ééngeboren Zoon;

Zij lof den Trooster ook bereid ,

Aran nu af tot in eeuwigheid,

V.

JUBELLIEü

AAN DE

HH. XIX MARTELAREN VAN GORKUM.

Wijzen , als Lied III; eu; O Deus, ego a m o Te.

Tot u, o Gorkums Heldental!

Weorklinke luid mijn lofgeschal;

Tot u, door wie mijn ziel ontgloeit , Van dankb'ren jubel overvloeit.

Gedenk ik, hoe ge op onzen grond Uwe onverwelkb're kroonen wont,

Dan juich ik bij uw heldenmoed;

Ook ik ben van uw Neèrlandsch bloed

Ik juich als ge in den dood niet buigt,

Maar trouw voor 't Hoofd der Kerk getuigt, Dat Pius, die u heilig roerat,

Ook ons zijn dierb're kindr'en noemt.

-ocr page 189-

169

Ik juich, als gij zoo onversaagd Maria Moeder prijst en Maagd En onze en 's hemels Koningin : Verrukt stemt heel mijn ziel het in!

Maar sterft gij voor 't Geheimenis, Waar Jesus zelf ons voedsel is : Dan, naamloos is mijn ziel verblijd, Dat ik het ook met u belijd.

Dat ik met u één God, één Heer , Één Geest, één ligchaam , doop en lew In de ééne Moederkerk beken, En onverdiend haar kind ook ben.

Drie eeuwen vloden sedert heen , En ons en uw geloof is één:

O voer' het. bij één hoop, één min , Ook ons uw Kerk der glorie in !

VI.

LOFZAJSG

AAN

HH. XIX MARTELAREN VAN GORKUM.

Wuzen , als Ij i e d V en IN .

Hij die aan 's Vaders zijde troont, Van eeuwig glorielicht omkroond , Hij, Offer nog en Offeraar,

Woont in ons midden op 't altaar.

-ocr page 190-

170

Al wie zijn godlijk woord gelooft, Aanschouwt Hem ook in 't zigtbaar Hoofd Der ééne Kerk , door Hem gesticht, Die voor geen hellemagten zwicht.

In 't stil Geheim, aan Liefde's Disch, Waar Hij der zijnen voedsel is.

Vereent Hij ze elk en onderling In altijd hooger levenskring.

Hij, de Opperherder die ons voedt,

Hij is 't, die ons onzigtbaar hoedt,

Door Petrus nóg diens broed'ren sterkt, Door 't zigtbaar Hoofd onze eenheid werkt.

Dat, onverschrokken Heldental!

Wier lof weerklinkt door 't wereldal, Dat, Heil'gen van mijn vadergrond !

Hebt gij door woord en dood verkond.

Van Gorkum's burg tot Brielle's stad , Gingt gij uw gruwzaam martelpad , Aan haat en moedwil van de hel Ten langgerekt en bloedig spel.

Gekerfd, geblakerd , vuig bespot,

Gesleurd in alle kerkerkot,

Zaagt ge u de schandgalg vaak bereid ,

Door dood aan dood u heengeleid.

Maar immer, tot het folterkoord De veege stem en adem smoort,

Streedt gij voor 't zigtbaar Hoofd der Kerk, En Liefde's blijvend Wonderwerk.

-ocr page 191-

171

Dien ge in 't geloof op Petrus' troon , En vóór u zaagt in de outerwoon , Aanschouwt gij thans in 't glorielicht, Van aangezigt tot aangezigt.

O smeekt, dat Hij 't geloof versterk' In 't zigtbaar Opperhoofd der Kerk, En 't wonderzoet Geheimenis ,

Waar Hij ons zelf ten voedsel is.

O smeekt Hem door uw martelbloed , Dat Hij ons vaderland behoed',

En wie hier doolt, om zijn altaar In de eenheid van zijn Kerk vergaar'.

VII.

SMEEKZAJNO

TOT DE

HH. XIX MARTELAREN VAN GORKUM. (bij besmettelijke ziekten.)

Wijzen , als het S l a b a t M a ter ; — M. 46 , en N. M. 5,

Gij , die hier geleefd , geleden ,

Hier uw zege hebt volstreden ,

Gorkum's zaalge Heldenschaar '•

Leonard met uw Gezellen Zie ons Neerland tot u snellen In 't aldreigend doodsgevaar.

-ocr page 192-

172

't Is met alle ziels vertrouwen ,

Dat wij tot u opwaart schouwen

In eenparig smeekgebed: Uw gebeente, rondgedragen,

Heeft een stad 1), door pest geslagen, Eens uit nood en dood gered.

Gij , die we onze broeders noemen , Thans zoo blijde Heilig roemen :

Om de glorie u gebragt,

Wilt u onzer nu ontfermen ,

En den dierb'ren grond beschermen, Die van droefenis versmacht.

Ach, het bloed, door u vergoten , Vraagt toch voor uw landgenooten

Geen te wélverdiende straf Maar , door u weer opgedragen ,

Keer' het alle geeselslagen ,

Ziekte en zonde van ons af.

Nieuwe lof moet u gezongen

Waar ge uw kruisstrijd hebt voldongen ,

Waar nu 's Heeren hand ons treft; Daiir wil Hij u nogmaals kroonen , Als ge uw martelweg zult toonen En voor ons uw stem verheft.

i) Brussel, in 1GI8. Zie do I n leiding, bladz. 7

-ocr page 193-

173

VUT.

PELORIMSLI EO

TER EERE DER

HH. MARTELAARS VANGORKUM.

Wijzkn: Mar i a's bee l cl te m idd e n, of: Komt, nóg een groet en bede; en: M. 61.

Wij gaan te beóvaart henen Naar Brielle's martelsteè,

Daar dankbaar ons vereenen In lofgeiang en beè ;

Bidt, Neêrlands Martelaren !

Voor Neêrlands pelgrimscharen ,

Gij ónze, gij ónze Heil'gen ! bidt voor ons.

Wij gaan ter grafstee knielen Waar gij uw leven boodt:

0 bidt voor onze zielen En nu en in den dood;

Bidt, Neèriands Martelaren !

Voor Neèriands pelgrimscharen,

Gij ónze, gij ónze Heil'gen! bidt voor ons.

Daar rigten we onze schreden, Met ingekeerd gemoed,

Langs 't pad , door u betreden , Verheerlijkt door uw bloed ;

Bidt, Neêrlands Martelaren

Voor Neèriands pelgrimscharen,

Gij ónze, gij ónze Heil'gen! bidt voor ons.

-ocr page 194-

174

Daar zal de bron ons drenken

Der heil'ge waterkom,

Waarbij ge uw bloed mogt schenken

Voor t hemelsch heiligdom ;

Bidt, Neêrlands Martelaren Voor Neêrlands pelgrimschami, Getrouwe, getrouwe Strijders ! bidt voor ons.

Daar geuren nog de bloemen

Ons toe van uwe deugd ;

Daar zullen wij u roemen

Als onze kroon cn vreugd !

Bidt, Neêrlands Martelaren Voor Neêrlands nelgrimscharen,

Geliefde, geliefde Heil'gen! bidt voor ons.

gÜ gt; sis in ons midden ,

O Gorkums Heldenschaar!

Gij zult daar met ons bidden

Bij 't u gewijd altaar;

Daar gloriepal m en kroonen Voor ons aan Jesus toonen ,

Geliefde, geliefde Heil'gen ! bidt voor ons.

Daar gaan wij 't weêr belijden .

't Geheim , door u geloofd;

Aan Jesus' Bruid ons wijden En aan haar Heilig Hoofd;

Daar Jesus' Moeder roemen .

En mét u zalig noemen ,

Gekroonde, gekroonde Helden! bidt voor ons.

Maar keert niet, Pelgrimscharen !

Of eerst smeekt gij op 't graf

-ocr page 195-

175

Van Neêrlands Martelaren ,

Het heil van Neêrland af;

Dat Jesus zaam ons hoede,

Aan d' eigen Disch weêr voede , Gij ónze, gij ónze Heil'gen ! bidt voor ons.

IX.

E ERE BOETE-LIED.

Wijzen; Wees gegroet op kindertoon, ot: Li Moeder van den Heer! — M. 50, en vele andere melodiën,

Jesus! Olïer van 't Altaar,

U, door 't ongeloof bestreden ,

U, door Gorkums Heldenschaar Tot hun jongsten snik beleden;

Jesus ! U zij lof bereid,

Nu en tot in eeuwigheid.

U, in 't Heilig Sakrament Ons ten gastvriend, spijs en leven ,

U , door 't ongeloof miskend,

Door uw Mart'laars hoog verheven; Jesus ! U zij lof bereid ,

Nu en tot in eeuwigheid.

's Vaders en Maria's Zoon! Ach! wat al ondankb'ren steken

Zoon en Moeder naar de kroon; Wij dan met uw Mart'laars sproken: U en haar zij lof bereid,

Nu en tot in eeuwigheid.

-ocr page 196-

176

Hemelkoning! ook gehoond In de u dierb're vriendenkringen,

Die Gij met uw glorie kroont ; Hoor ons met uw Mart'laars zingen : U en hun zij lof bereid,

Nu en tot in eeuwigheid.

ü, gesmaad in quot;t Heilig Hoofd Der vereende Christenscharen,

U , in hem door 't bloed geloofd Onzer trouwe Martelaren:

U en hem zij lof bereid,

Nu en tot in eeuwigheid.

Jesus ! in uw Kerk bespot, Met haar magt, haar leer en leven .

U , haar Bruidegom en God! Door uw Mart'laars luid verheven ; U en haar zij lof bereid,

Nu en tot in eeuwigheid.

U, voor wien zich alle knie Over t gansch heelal moet buigen .

Dat het U dan hulde biê Met uw Heil'ge Bloedgetuigen :

U zij aller lof bereid,

Nu en tot in eeuwigheid.

-ocr page 197-

177

II.

X.

MORGENLIED.

JAM LUC1S ORTO SI I1 ERE.

Wijzen , als het Latija , C re a t o r a i ra e si d er u m , en andere kerkzangen ; — O Moeder Gods, o reinste M a a g d ! — M. 27 , 69 , en vele melodiën.

Zie oott Lied V en IV.

Het daggesternte licht weer aan,

Laat ons tot God nu smeekend gaan;

Dat Hij bij 'tgeen wij daaglijks doen ,

Voor alle kwaad ons wil behoên.

De tong betoome en temper' Hij ,

Dat er geen schuwb're twistklank zij; Beschermend dekk' Hij onzen blik,

Dat ons geen ijdelheid verstrikk'.

Dat heel ons harte zuiver zij,

De geest van allen waanzin vrij ;

Het vleesch verleer' zijn trotsche wijs ,

Door soberheid in drank en spijs.

Opdat, is straks de dag gegaan ,

En voert de beurt den nacht weêr aan , Wij , door onthouding rein , te meer De glorie zingen vaa den Heer.

Geef 't , Vader , Gij zoo liefderijk!

En, Eén'ge Zoon 1 aan Hem gelijk ,

Die met den Geest, den Trooster , één, Regeert door de eeuw der eeuwen heen.

12

-ocr page 198-

178

XL

AVONDLIED.

T£ LUC1S ANTE TERMINUM. Wijzen, als bet vorige L i ed X,

U, Schepper, eer ons 't licht vergaat, U , bidden we , onzen toeverlaat; Dat Ge in uw goedertierenheid Ons uwe hoede en hulp bereidt.

Ver wijke 't nachtlijk droomgekwel, En aller beelden wufte spel;

Buig onzen vijand neêr, en zij Ons ligchaam gansch van smetten vrij.

Geef 't, Vader , Gij zoo liefderijk ! En , Één'ge Zoon ! aan Hem gelijk , Die met den Geest, den Trooster, één , Regeert door de eeuw der eeuwen heen.

XII.

DANKLIED i\A DE H. MIS.

Wijzen, als L i e d X.

Zoo is dan 't Offer van het Kruis Hier weer gebragt in 's Heeren huis; Het Lam, dat op Caivarie stierf,

Ons 't leven door zijn dood verwierf.

't Was Jesus, onze Middelaar,

Die Offer zelf en Offeraar,

Zich onder schijn van wijn en brood Voor ons den eeuw'gen Vader bood.

-ocr page 199-

Hij bragt aan 's levens OppeiUeer In onzen naam oneindige eer,

Den dank aan aller gaven Bron,

Zooals geen schepsel brengen kon.

Hij vroeg aan God, door ons vergramd,

Op ons te regt in toorn ontvlamd,

Vergeving door zijn ollerbloeü ,

En heeft ons , zondaars, vveèr behoed.

Hij bad met heel de Christenschaar ,

Hier neergeknield voor 't smeokaltaar,

Bij zijn verzoenden Vader mee ,

En vroeg verhooring onzer beè.

O god lijk Lam , voor ons geslagt!

U dan zij onze dank gebragt Wij smeeken door uw dierbaar Bloed ,

Dat Ge ons voor alle kwaad behoedt.

XIIL

AKTEN VAN GELOOF , HOOP, LIEFDE EN BEROUW.

V O lt;5 it OF NA DE BIECHT.

Wu zen: Lauda, Siou! Salvaiore ui. — s i a b a t Maler. — B ij s t a nd van wie voor u strijden. De melodie op bl. 77 der Gezangen, door .1. Beerfndonk. te Amsterdam uitgegeven. Laatste druk. — M. 4G. N. M. 5 , 44 en 65.

Akte van Geloof.

Ik geloof en zal gelooven Wat Gods Kerk, verlicht van boven,

Voorstelt als geopenbaard;

-ocr page 200-

180

Gij, mijn God! Gij kunt niet falen , En uw Kerk kan nimmer dwalen,

Naar Gij zélf ons hebt verklaard.

U belijd ik , nooit volprezen Drie Personen , ée'n in Wezen,

God de Vader, Geest en Zoon !

God de Zoon kwam tot ons neder,

Stierf, verrees, en keert eens weder, t Kwaad ten straf, en 't goed ten loon.

Akte van Hoop.

Vader ! 'k hoop. dat Ge ons zult geven Om uw Zoon het eeuwig leven ,

Met al 'tgeen ons heil vervult;

k Hoop het vast, daar Gij almogend , Goed, getrouw en mededoogend,

't Geven kunt, en wilt, en zult.

Akte van Liefde.

Heer ! ik wil uit hart en zinnen U steeds bovenal beminnen ,

Want Gij zijt het Opperst Goed ;

En om ü bemin ik allen ,

Die ik naar uw welgevallen Als mij zelv' beminnen moet.

Akte van Berouw.

God van goedheid! heel mijn harte Is vol rouw en boetesmarte,

Om al 't kwaad door mij begaan ;

:k. Wil het U ter liefde haten ,

Nooit, o nooit U meer verlaten ;

Neem mij in ontferming aan 1

-ocr page 201-

181

XIV.

J E S U S' ZOETE GEDACHTENIS. BIJ DE H. BIECHT OF COMMUNIE.

J E S U D U L C I S M E M O K I A.

Wijzen, als hel Lalijn , en Lied X.

Aan Jesus denken is reeds zoet,

't Geeft ware blijdschap aan 't gemoed ;

Maar Jesus' zoete bijzijn gaat Voor honig en al wat bestaat.

Niets zoeters brengt een zangtoon voort,

Niets streelenders wordt ooit gehoord , Aanininnigers wordt niets gedacht Dan Jesus! door God voortgehragt.

O Jesus! hoop voor al wie boet,

Wat zijt Gij voor den smeekling goed,

Voor wie U zoekt, hoe teêrgezind,

Maar wat voor hém wel, die U vindt !

Geen tong, neen , spreekt het immer uit,

Geen letter, die het ooit beduidt;

Wie 't smaakte , die geheimenis,

Hij weet, wat Jesus minnen is

Wees, Jesus ! onze zielevreugd ,

Die 't loon eens wezen zult der deugd ;

Zij onze roem in U alleen ,

Door al der eeuwen eeuwen heen.

-ocr page 202-

XV.

AKTEN VOOR DE H. COMMUNIE.

Wijzen, als L i c il IX.

Jesus Menschgeworden God,

Die niet in uw woord kunt falen ,

Gij rust hier in 't Sakrament;

Kan 't mijn geest niet achterhalen , God der waarheid ! 'k tuig het nu . Jesus 1 ik geloof in U.

God van almagt, liefde en trouw! 'k Ben beschaamd om al mijn zonden. Maar Gij , Heer ! hebt ze uitgewischt In het bloed van zóóveel wonden , Vol betrouwen kom ik nu ,

Goede Jesus ! 'k hoop op U.

God van liefde en opperst Goed !

Gij wilt spijzen ons en drenken,

In 't geheim der hoogste min Heel U zeiven aan ons schenken.

Liefste Jesus ! kom , kom nu ,

Ach mijn ziel verzucht naar U.

'k Ben niet waardig, groote God! Dat Gij ingaat in mijn harte;

Spreek, Heer! spreek een enkel woord , En, doorwond van liefdesmart.

Schrei ik ; Jesus ! kom toch nu ,

Kom , o kom ! ik smacht, naar U.

Eenigen.

Allen.

Eenigen.

Allen.

Eenigen.

Allen.

Eenigen.

Allen. |

Eenigen. k Zal dan aan den heil'gen Disch U, mijn Jesus ! gaan ontvangen ,

-ocr page 203-

183

U , mijn' God , mijn' grooten God , Aan mijn zalig harte prangen ,

Goede Jesns! kom toch nu , Kom , o kom ! ik snel tot U.

XVI.

AKTEN WA DE ïï. COMMUNIE.

W ij z E , o. a. , als N. M. 27.

Eere stem. Nu heeft mijn lieve Jesus dan Zich mij tot spijs gegeven , Die mijn verkwikte ziel bewaar'

In quot;t eindelooze leven ; Ach, goede God! U smeeken wij Blijf ons (bis) nu eeuwig hij.

Allen, j Eene stem.

Allen. | Eene stem.

AUen. | Eene stem .

Zoo is dan waarlijk 's Vaders Zoon

Tot mijne ziel gekomen ,

En heeft zijn zetel in mijn hart,

Mijn zondig hart genomen; Ach God ! ach God ! U smeeken wij Blijf ons (bis) nu eeuwig bij.

O dat ik al de stemmen had, Die opgaan van deze aarde, En 't nimmer-zwijgend hemelkoor

Zich aan mijn loflied paarde: U , God ! U , God ! aanbidden wij , Blijf ons (bis) nu eeuwig bij.

'k Aanbid , ik loof, ik dank U , God

Ach, zie mijn tranen beven; Wat zal ik , goede Jesus ! U Voor zóóveel liefde geven ?

-ocr page 204-

184

U , God ! U , God ! U danken wij , Blijf ons (bis) nu eeuwig bij.

ik wil, mijn Jesus! wat ik ben , Mijn hart, mijn vreugd en lijden ,

Mijn leven en mijn stervensuur Ten offerand U wijden ;

U, God ! U , God! beminnen wij , Blijf ons (bis) nu eeuwig bij.

Maar zwak is onze ziel, o Heer! Als 't ligt-bewogen riet;

Almagtig God! wij smeeken U: Verlaat, verlaat ons niet;

Nog eens, nog eens dan smeeken wij Blijf ons (bis) toch eeuwig bij !

Allen.

Eenc stem.

Allen. J Eene stem.

Allen.

)

XVII.

KERKHÏPE VAN HET H. SAKRAMEIT.

VERBUM S U P E RN U M.

VOOR OF NA DE H. COMMUNIE. OF BIJ HET ALLERHEILIGSTE.

Wijzkn , als Lied X.

Gods uitgaand Hemelwoord verliet De regterhand zijns Vaders niet,

En voor zijn werk toog Hij hier rond. En kwam aan 's levens avondstond.

Eer Hem zijn leerling straks ter dood In handen van zijn haat'ren bood,

-ocr page 205-

185

Biedt Jesus zich op wond're wijs Den zijnen aan ten levensspijs.

Hij wilde hun, bij dubb'len schijn , Met vleesch en bloed ten spijze zijn ,

Opdat Hij zoo den mensch geheel Zou voeden naar zijn dubbel deel.

Geboren , ons ten lotgenoot,

Hij, aan den Disch ten levensbrood , Hij , stervend , ten verlossingsprijs , Is Vorst en loon in 't Paradijs.

O heilrijk Olïer, dat ons redt,

En 's hemels poorten openzet,

Geef ons, om 's vijands druk te ontgaan ,

Geef krachten, en breng bijstand aan.

Aan d' Éénen en Drieëen'gen Heer

Zij nimmer-onderbroken eer;

Die 't leven door alle eeuwen heen

Aan ons in 't Vaderland verleen'.

XVIII.

LOFZANG VAN HET H, SAKRAMENT.

Wijze: Wees {gt;e(;roet, o 1 i etd e w o n d e n ! en andere melodiën, als het V a a u d e 11 i e d, en N. M. 30, 7; M. 2tï, 48, 59, 60.

Laten wij ons nederbuigen

Voor dit Hoog Geheimenis,

Laat en mond en hart getuigen :

Dat Gods eigen Zoon hier is.

Wat Hij sprak, hel kan niet falen,

»'t Is mijn Ligchaam , 't is mijn Bloedquot;; En zijn Kerk, hoe kan zij dwalen ,

Daar Gods eigen Geest haai' hoedt'!

-ocr page 206-

180

Hij dan rust hier voor onze oogen In dit Heilig Sakrament,

Die in liefde en alvermogen Mate noch beperking kent;

Hij , wien de Engelen aanbidden Op zijn hoogen hemeltroon ,

Hij kwam neder in ons midden , 's Vaders ongeschapen Zoon.

Die een Maagd heeft uitverkoren En voor alle smet bewaard ;

Die als Kind uit haar geboren , Met ons wonen kwam op aard' ;

Met ons werken , met ons weenen , 't Leven geven door zijn dood ;

Die door graf en voorbergt henen , 's Hemels glorie ons ontsloot.

Hij , wiens offer wij belijden In 't ornsluijerd Sakrament,

Hij is hier, als in 't verblijden Van des hemels glorietent;

Hij moet hier als daar geprezen , Hij, door wien wat ademt leeft!

Die verwinnend eens verrezen ,

Hier de onsterflijkheid ons geeft.

Hij is hier, die opgevaren ,

Aan des Vaders zij' regeert;

Die zich ons zal openbaren,

Als Hij op de wolken keert;

Die ten troost in 't sterflijk leven , Zélf zich hier ten onderpand

Van de glorie wilde geven ,

Die ons wacht in 't Vaderland.

-ocr page 207-

187

Hij , ja ! is de Heer der heeren, Die hier alles tot zich trekt;

Die door liefde wil regeren En door liefde liefde wekt.

Dat dan 't Ongeloof eens zwijge Bij dit godlijk liefdeblijk ;

Dat de liefdebede stijge :

,1 Laat toekomen , Heer ! uw rijk.quot;

Glorie dan zij Hém gegeven, Eindelooze lof en dank ,

Die op d' avond van zijn leven Ons zich gaf tot spijs en drank

Goede Jesus ! zie , wij knielen Diep-bewogen voor ü neer;

Wees de Koning onzer zielen ;

Liefde toch vraagt liefde weêr !

Al ons leven , lijden , strijden Zij ten dank U toegebragt.

Alle zegen en verblijden,

quot;Wat door U op aarde ons wacht;

Wil dan, Jesus! wil ons geven , Dat geen zonde ons van U scheid',

En wij U na 't sterflijk leven Zien in uwe heerlijkheid.

-ocr page 208-

188

XIX.

«ja it, lisifiii ?t tin,

QUODCUMQUE IN ORBE.

Wijzen, als het Latijn , en eigen melodie.

Al wat ge, o Petrus ! hier op aard' gebonden houdt, t Wordt als gebonden ook in 't hemelrijk beschouwd ; En wat gij hier ontbindt, door de u verleende magt, 't Wordt als ontbonden ook in 't hemelrijk geachtquot;; En regter in het eind' zijt gij van 't aardsch geslacht.

Zij aan den Vader nu en alle tijden eer;

Ook U verhellen wij , o eeuw'ge Zoon en Heer!

Zij hun' verheven Geest dezelfde heerlijkheid ,

Zij der Drieêenheid zaam gelijke majesteit,

En lof en glorie door alle eeuwen toebereid.

XX.

KLAAGZANG TOT DB ENGELENquot; EN HEILIGEN IN DEN HEMEL.

JËEDLIÏË VERZUCHTINGEN EE\Eli NAAK HAREN KRUIDEtiOM VERSMACHTENDE ZIEL.

W ij z E van vele kerkzangen , en als Lied X.

Hoort 's hemels Burgers ! hoort mij aan ,

Wilt, Eng'len Gods! mijn stem verstaan;

Hebt met een balling medelij'

Staat in dit tranendal hem bij.

Gij reeds in eeuw'ge vreugd vergaard .

Ik nog in ballingschap op aard':

-ocr page 209-

189

Bedenkt bij 't lijden wat ik draag,

Of 't wonder is , dat ik hier klaag.

Zoo lang te leven nog misschien ,

En Christusquot; aangezigt niet zien ;

O dat is voor de ziel te hard,

t)ie wegkwijnt in haar liefdesmart.

Te middag zoekt de Rruid vol angst Haar Bruidegom vol zielsverlangst,

En zij, moog Hij omsluijerd staan,

Bidt in 't Geloofsgeheim Hem aan.

Geloof en Hoop en Liefde zaam,

Zij roepen Jesus' zoeten naam ;

Waar woont Gij , Meester? waar- , waarheen?...

Wat doet Ge, als wilt Ge verder treèn ?...

— «O ziel! om mijne afwezigheid » Hier neen! zoo bitter niet geschreid i) 't Is dat te meer uw liefde ontbrand'

» Naar Mij in 't eeuwig vaderland.

ï) Hier troost' den balling in zijn rouw » Mijn drupp'lende genadedauw ,

» Alsmeê der broed'ren hulpbetoon ,

» En 't voor de smart bereide loon.

» Ik keer tot mijnen Vader weêr,

» En zend met Hem den Trooster neèr,

«Dat ge ook u in den Zoon verblijdt,

igt; Zoolang gij in de wereld zijt.quot;

-ocr page 210-

190

XXI,

SMEEKLIED

TOT OKZK HH. MAKTELAARS , ALS ONZK GKI.IKFDK BKSCHERMEES.

Wijze: M a r i a's beeld te m i d d e u , ot': K o m i n lt;5 g e e ii kinderbede; en M. 61. Na 's werelds strijd en lijden ,

In Jesus' kracht volbragt ,

Geniet gij zijn verblijden,

En deelt zijn gloriemagt;

O laat nu, goede Heil'gen ! Uw voorspraak ons beveil'gen ,

Geliefde Beschermers 1 bidt, o bidt voor ons. Wij nog bij 's levens plagen ,

Wij zijn in zielsgevaar;

Ach , hoort ons klagen , vragen .

Dat ons uw hulp bewaar';

O laat dan , goede Heil'gen ! Uw voorspraak ons beveil'gen,

Geliefde Beschermers! bidt, o bidt voor ons. Komt Satan ons bekoren,

Lokt vleesch , of wereld aan ;

Wilt onze smeekstem hooren,

Ach helpt! of wij vergaan.

O laat dan, goede Heil'gen Uw voorspraak ons beveil'gen,

Geliefde Beschermers! bidt, o bidt voor ons. God kroonde u aller leven

Met glorierijken dood:

Mogt op uw beê Hij geven ,

Dat 'k zalig de oogen sloot.

Laat dan , o goede Heil'gen

-ocr page 211-

191

Uw voorspraak ons beveil'gen-,

Geliefde Beschermers! bidt , o bidt voor ons.

O waar ge in d' eeuw'gen vrede

Nu Jests' aanschijn ziet Verwerft mij door uw bede,

Dat ik uw heil geniet'.

O laat dan , goede Heil'gen Uw voorspraak ons beveil'gen , Geliefde Beschermers! bidt, o bidt voor ons.

XXII.

SMEEKZA-TX Gr

tot onze gorkumsche martelaars , alh patroonheiligen.

W ij z e , als : K o m i t o t M ij ! of: quot; ü o d 1 ij k Hart!quot; zooals men dit Lied bij de Eerw. Tilburgsche Zusters zingt. De eerste, zesde en n e g e n d e versregel wordt herhaald.

Heil'gen Gods 1 (bis.)

Waar ge in 's hemels koren 't Godlijk aanschijn ziet,

Wilt het smeeken hooren Van ons Pelgrimslied;

Heil'gen Gods! (bis.)

Gij Patronen, ons in 't leven,

En in 't stervensuur gegeven,

Bidt voor ons! (bis.)

Dienaars Gods!

Aan uw Heer en Koning

Hebt ge uw dienst gewijd;

Groot is uw belooning

-ocr page 212-

192

Groot als de aardsche strijd; Dienaars Gods!

Ach daar wij in véél ontbreken , Wilt voor ons bij Jesus spreken , Bidt voor ons!

Vrienden Gods O wat zoet vertrouwen

Wekt dit minlijk woord ! God zal ons aanschouwen, Die uw bee verhoort;

Vrienden Gods !

quot;Wat gij vraagt zal Hij ons schenken , Blijft ons dan bij Hem gedenken,

I3idt voor ons!

Mart'laars Gods!

Méér. neen, dan uw leven

in uw folterdood,

Méér kondt gij niet geven Dan uw liefde bood:

Mart'laars Gods !

Naar uw liefde is uw vermogen ,

Ziet ons aan met mededoogen ,

Bidt voor ons!

Heil 'gen Gods!

Dienaars, Welbeminden ,

Mart'laars van den Heer I Om zijn gunst te vinden ,

Zingen we u ter eer;

Heil'gen Gods!

Tot Patronen ons in 't leven.

En in 't stervensuur gegeven,

Bidt voor ons!

-ocr page 213-

193

XXIII.

KERKHYMNE OP HH. MARTELAARS.

REX ÖLORIOSE MARTY RUM. Wij ze n , als Lied X. Der Martelaren Gloriehoofd,

En Kroon van wie in U gelooft Gij geeft, dat hij die de aard' verzaakt, Uw hemel tot belooning smaakt.

Neig haastig ons een gunstig oor,

Verleen aan onze stem gehoor,

En, bij ons heilig zegelied ,

Gedenk toch onze schulden niet.

Die in uw Mart'laars overwint,

Ontfermend uw Belijders mint:

Verwin ook wat misdreven is ,

Verleener van vergiffenis!

Zij God den Vader lof en eer ,

Zijn één'gen Zoon ook , onzen Heer ; Den Geest en Trooster, met Hen één , En nu , en door alle eeuwen heen.

XXIV.

K E K K L I E D

OP HH. MARTELAARS.

SANCTORUM MERITIS.

VV ij 2 e , als het Latijn , en eigen melodie.

Verhellen wij te zaam der Heil'gen hemelvreugd , Het hoogverheven loon van heldenmoed en deagd:

13

-ocr page 214-

m

Hen zingen wil de ziel, verwinnaars groot als zij, Hen zingen op hun feestgetij.

Zij zijn het, wie zoo dwaas de wereld heeft gehaat, Door hen als leeg van vrucht en dor van bloem versmaad ; Zij , goede Koning van het zalig hemelheer !

Zij streden , Jesus 1 voor uwe eer.

Zij hebben , zij voor U bedreiging , geeselsmart,

En al do razernij van wreedaards uitgehard; Hen scheurt de folterklaauw, maar vruchteloos, vaneen. En dringt niet tot het binnenst heen.

Gelijk het zwijgend lam, zijn zij door 't zwaard geslagt: Geen enk'le zucht weerklinkt, geen enk'le jammerklagt; Hun schuldelooze ziel, van heil'gen moed vervuld, Bewaart een onverstoord geduld.

Wat woord, wat menschentaal, die immer ons verklaart, Wat kostbaar loon Gij voor uw Martelaars bewaart; Zij sieren, rood van 't bloed, bij stroomen aangeboón , Zich 't hoofd met schitterende kroon.

U, hoogste en ééne God en Heer! U smeeken wij ; Weer alle schuld van ons , maak ona van onheil vrij , En geef uw dienaars vreê, dat we eindeloos uw lof Bezingen in het hemelsch hof

-ocr page 215-

XXV.

KERKHYMNE OP EEN MARTELAAR.

J) E ü S T U 0 R ü M M 1 L I T U M.

Wanneer ineti een LoHk-d op cén onzer XIX lltl. ^ïartelaa wil /in^cti.

Wu zk, als liet Latijn, en liieil \,

God! uwer strijd'ren zegekroon , Hun alvergeldend doel en loon :

Maak ons, bij 's Mart'laars lofgetij,

Van alle zondelioeijen vrij.

Hij toch zag 's werelds schijngeneugt, Kn 't valsclie louaas van haar vreugd ,

Als vol van gal , veracht'lijk aan,

Kn is ten hemel opgegaan.

Gerust ter folt'ring heengespoed,

Stond hij die uit met heldenmoed; Om 't Idoed , dat hij voor U vergoot,

Is hij nu 's hemels deelgenoot.

Daarom, zie, goedertieren Heer!

Op ons ootmoedig smeeken neèr;

Dat Gij , om 's Mart'laars zegestrijd , üw dienaars van hun schuld bevrijdt.

Zij lof en eeuwig eerbetoon Aan God den Vader , en den Zoon , En Heil'gen Trooster , met Hen één,

Door de altijddurende eeuwen heen.

-ocr page 216-

III,

me

XXVI.

LIED OP ONZE BEDEVAART.

W u zé: O beeld van 't reinste leven

EENIGEN.

Wat spoedt ge, o Pelgrimscharen

Ter vrome beevaart heen ,

Laat ge aardsche zorgen varen En denkt aan God alleen t ALLEN.

Wij zijn hier vreemdelingen ,

Ons doel is niet op aard' ,

Maar in Gods hemelkringen :

Zoo leert de bedevaart.

EENIGEN.

Wat spoedt ge, o Pelgrimscharen !

Ter heil'ge Hoogtijds-Mis,

En knielt gij om de altaren En Jesus' Liefdedisch ?

ALLEN.

Is Hij niet hier beneden

Als Pelgrim voorgegaan 1 Hem volgen onze schreden Op onze pelgrimsbaan.

EENIGEN.

O goddelijke goedheid!

Daar is Hij ons ten spijs, En smaken wij de zoetheid Van 't hemelsch paradijs !

-ocr page 217-

197

ALLEN.

Daar wordt voor 't aardsche leven

Ons alle troost en kracht,

Daar alle hoop gegeven Voor onzen stervensnachl.

EENIGEN.

Wat spoedt ge, o Pelgrimscharen

Naar Brielle's stede heen En brengt er jaar aan jaren Uw lof- en smeekgebeên 1

ALLEN.

Wij eeren onze Broeders,

Da4r voor 't geloof verinoord Daar werden ze onze hoeders, Wier bede God verhoort.

EENIGEN.

Daar dreef men onder slagen

Hen in processie om ,

En steen en straat gewagen Van al hun marteldom.

ALLEN.

Daar gaan we, o Pelgrimscharen

Waar 't heilig water welt, Ons in 't gebed vergaren Op 't roemrijk martelveld.

EENIGEN.

Daar zien zij van hun troonen

Ons bidden op hun graf, En bieden God de kroonen, Die hun zijn liefde gaf.

-ocr page 218-

108 AM.EN.

Zoo daalt genade neder

Voor ons in allen nood; Gesterkt gaan wij dan weder , Voor leven en voor dood.

xxvir.

B» HE? NADEREN VAN DEN BWEL.

NV ij /. e : K o in l (letten w ij een I o tl i e cl a a li , ot' W j e li N e ê r I a li d s c li li I o e tl, en andere inelo-diën.

Laat, Pelgrims! laat uw hlikken gaan

Waar gindsche toren ligt:

Het doel van uwe pelgrimsbaan ,

De 13riet rijst in :t gezigt!

De stad waar Neèrlands Heldental

Voor Goil het leven bood,

En tot een schouwspel voor 't heelal Gefolterd werd ter dood.

Nog gaan sinds driemaal honderd jaar

Er duizend stemmen om,

En markt en weg, en alles daar

Tuigt van hun marteldom.

Ginds , aan dien overdierbVen grond,

Is hun gebeent vertrouwd ,

Waarop hun ziel van 't hemelrond Met vreugde nederschouwt.

Wat is 't voor Priesters , vol .'an deugd , En strijders voor den Heer,

-ocr page 219-

19.1

Wat is het hun een zielevreugd ,

Uw ijver voor Gods eer !

Want huldigt gij hun heldennaam ,

Gij looa les Heeren werk ,

En aarde en hernel juichen zaam Tot glorie van zijn Kerk.

la , Pelgrims rljze uw jubelklank

Ten hoogen hemel heen ,

En stort uw diepgevoelrten dank

Met lof- en smeekgebeên :

't Is Gods gena , dat gij gelooft

In Christus en zijn Bruid ,

In hun onfeilbaar zigtbaar Hoofd , Hij spreekt, en 't pleit heeft uit.

■la dankt met Gorkums Broederschaar,

Van d' eigen geest bezield ,

Dat gij met hen om één altaar

En Liefdetafel knielt;

Dat gij ook de Onbevlekte Maagd

En Moeder van Gods Zoon Als kind'ren in uw harte draagt En aanroept op haar troon.

O Pelgrims, Pelgrims 't is gena ,

Gena, wat ons geschiedt ,

Ach slaat gij duizend and'ren gii ,

Uw heil, zij smaken 't niet !

Voor u gedankt, voor hen gebeên ,

En 't zoete Vaderland ,

Het zij in 't oud geloof weèr één, Door Willibrord geplant.

O God van oppermajesteit

-ocr page 220-

200

Aan U zij dank en eer; Zie , ach ! in goedertierenheid

Op onze smeekbeê neer;

Geef, geef ook om de foltersmart

Van Gorkums Heldenrij ,

Dat ik ten einde toe volhard' En met hen zalig zij.

XXVIII.

LOF- EN SMEEKLIED OP HET «KAF ONZER HH. MARTELARES.

Wijze; ü , J o s e t! w ij d ik ui i j n e n z a n

Gij , Helden Gods! ziet op ons af,

Hier neêrgebogen op uw graf;

Gekroonde Strijders van den Heer ! Uw broeders zingen u ter eer;

Zij , nog in 't aardsche stof,

Zij roepen 't hemelhof En alle taal en stemmen zaam,

Dat ze, o Broedertal !

Over 't wijd heelal De glorie melden van uw naam.

Gij , Helden Gods! ziet op ons al ,

Hier neergebogen op uw graf ;

Gekroonde Strijders van den Heer ! üw broeders zingen u ter eer;

Maar ook, hier smeeken zij ;

Staat ons toch altijd bij ,

Daar is zoo véél, zoo groot gevaar:

-ocr page 221-

201

Dat in allen nood ,

Nu en tot den dood,

Uw trouwe voorspraak ons bewaar'.

Gij, Helden Gods ! ziet op ons af,

Hier zingend, biddend op u w graf; Gekroonde Strijders van den Heer ! Hém zingen wij in u ter eer ;

Den Heer en zijne Bruid Verheffe ons maatgeluid,

Maar spreek' met ons uw martelbloed , Dat Hij door zijn kracht Haar voor 's vijands magt En hier en op heel de aard' behoed'.

Gij, Helden Gols ! ziel op ons af,

Hier zingend, biddend op uw gral;

Hier gingen eens ten hemeltop Gods Eng'len juichend af en op, En bragten u de kroon En voerden u ten troon En 't ligchaam . dat tot in den dood Tempal was geweest Van den Heil'gen Geest,

't Bleef hier ter rust in 's aardrijks schoot.

Maar eens nog, Vrienden van den Heer 1 Eens komen 's hemels Eng'len weêr; Aan al de hoeken van 'l heelal Weerklinkt hun luid bazuingeschal , En 't ligchaam uit het stof Vaart ook ten hemelhof;

Geliefde Broeders ! hoort ons aan :

Vraagt, o vraagt , dat wij ,

-ocr page 222-

■202

Dan voor eeuwig blij , Met u ter glorie binnengaan.

XXIX. SMEEKLIED

TOT ONZE

GORKUMSCHE MARTELAARS,

ALS BESCHERMHEILIGEN VOOR EEN ZALIGEN DOOO.

W u z e , als Lied XX VU.

Klink' Neêrlands Kerk ! uw feestgeschal

Voor kind'ren van uw grond ;

Voor Gorkums Heilig Broedertal

Klink' luid uw lofzang rond ! Ten derden maal kwam 't Eeuwgetij

Van hun roemruchten dood ,

Toen voor 't geloof die Heldenrij Zich God ten oft'er bood.

Verhef, mijn Kerk van Nederland!

De glorie ons geschied ;

Want neen! volmaakter olferand

Dan 't leven is er niet.

En niet een vlugtig oogenblik Schonk hun de zegekroon ;

Eerst lange, bange stervensschrik Verwierf hun 't hemelsch loon.

Maar daarom is hun marteldood

Zoo kostbaar in Gods oog.

Spreekt nóg die liefdedaad , zoo groot, Voor ons bij Hem omhoog ;

-ocr page 223-

•20:!

Voor óns , want de ónzen waren zij ,

Van landaard, taal en bloed En daarom, Neèrlands Heldenrij !

Neem onze hulde cn groet.

Maar vraag ook , dierb're Broederschaar

Dat, om uw martelpijn ,

God ons voor alle kwaad bewaar'

En we eenmaal mét u zijn ;

Die in 't geloof zijt voorgegaan ,

Trouw tot den folterstrik ,

Vraagt, dat ook wij onwrikbaar staan

Tot d' allerlaatsten snik !

En daar gij eerst na strijd op strijd

Uw zegepalmen wont En nieuwe Schutspatronen zijt

Voor 's levens jongsten stond ;

O vraagt dan , om uw .lubeluur,

O vraagt bij Jesus' troon ,

Voor ons een zalig stervensuur En 't eeuwig glorieloon.

XXX.

NIEUW P E L Gr R I M S L I E D

OP DE

HH. MARTELAREN VAN GORKUIW,

bij de lenleerstiikveikbring der onfeilbaarheid van den Paus.

Wijze: K i n d! r e n vat» Maria!

I.

9 Julij 1573.

fNeèrlands P e 1 g r i ms c h a ren! Klinke uw lofgeschal

-ocr page 224-

204

Voor uw Martelaren,

Gorkums Heldental.

Zij , als wij , beleden

Wat Gods Kerk gelooft,

Doch vooral zij streden Voor haar zigtbaar Hoofd. fNeêrlands Pelgrimscharen! snz.

Hem toch zij verkondden Als de onwrikb're Rots,

Hem , met al hun wonden ,

Als 't Orakel Gods ! f

Tuigden zij hun Vader,

In den folterstrik;

Wij met hen te gader ,

Tot den .jongsten snik. f

11.

18 .»iilij 18?0.

f Pelgrims! laat ons melden,

Wat nu is geschied;

Zingt van Gorkums Helden Met dit n i e u we Lied!

1 hans drie honderd jaren,

Zijn die Strijd'ren Gods Neêrlands Martelaren Voor Sint Pieters Kots.

fPelgrims! laat ons melden, enz.

't Is ook om hun beden ,

Om hun martelpijn,

Dat wij trouw tot heden Rome's kind'ren zijn. f

-ocr page 225-

205

Onze vad'rcn streden

Voor d' Onfeilb'ren Stoel;

Wij doen 't met deez' beden ,

In één zielsgevoel, f

Tal van Knüs-Zouaven Zond ons Nederland ,

Die der wereld staven ,

Hoe 't voor Rome brandt, f

Daar , bij 't raadsvergad'ren ,

Wat elk volk gelooft,

Juichten Neêrlands V ad'ren;

»L E V 'T O N F E I I. B A A R Hoofd !quot;t

0 hoe vreugdedronken Nemen wij het aan ,

't Woord ons toegeklonken Uit het Vatikaan. f

■»In geloof of zeden

,iW at de Paus bepaalt:

'tMoet nu vast beleden, »T) a t h ij nimmer faalt.quot;]-

J U L IJ zag de glorie Onzer Helden Gods ;

J U L IJ die Victorie Van Sint Pieters Rots ! -}•

Dankbaar dan nu stroome Aller smeekgeschal;

Dat heel Neêrland kome Tot den Herderstal. f

Dat men eind'lijk keere Uit de duisternis ,

-ocr page 226-

'200

Van een Vader leeie,

Die onfeilbaar is. f Voere 't Eeuwgetijde,

Mart'iaars! van uw dood Alwie dolen, blijde

In den moederschoot, f Nu , o nu wilt smeeken ,

Dat weèr 't Hoofd der Kerk 's Vijands magt moog' breken , In 'f geloof ons sterk' ! f

XXXI. SMBEKZANG

TOT ONZE

GORKUMSCHE GELOOFSHELDEN.

BIJ HET DERDE EEUWFEEST VAN HUN MARTELDOOD.

in 1872.

Wijze; O M a a gd , o s ch o o » h e i d u o o i i v o 1 p re-zen ! cn andere melodiën.

Laat , laat , geliefde Pelgrimskoren!

Laat nóg uw blijde zangen hooren !

Viert, één van hart en één van geest, Het Eeuwtij onzer Martelaren :

Het was sinds driemaal honderd jaren ,

Het was hun groot Ver winnings feest! Zij hebben hier geleefd , geleden ,

Hier trouw voor 't kruisgeloof gestreden ?

Zij , hoe verlokt, bedreigd , gehoond ,

Zij hebben 't afgemarteld leven Dooi t smaadlijk koord voor God gegeven. Die thans hun olferand bekroont.

-ocr page 227-

207

O ónze Mart'laars ! ónze Broeders !

Blijft gij ons, Pelgrims, tot behoeders En voorspraak in des levens strijd;

Dat wij , wat vijand moog' bekoren ,

Getrouw aan ïesus toebehooren ,

Met u verwinnen t' allen tijd.

Ver winnaars ! aan deez' grond ontsproten Gij onze land- en strijdgenooten!

Bidt om uw dood en ollerand,

Dat ongeloof en dwaling wijke,

Het kruis wéér alverwinnend pryke Door heel uw dierbaar Nederland!

Maar , Helden ! uit Gods Ivcrk geboren ,

U loven , smeeki'U alle koren

Van 't hier neg strijdend Godsgezin :

Gij die voor 't Hoofd dier broederleden .

Voor aller Vader hebt gestreden,

Bidt nu, dat Pius overwinnquot;.

O wilt nu , dankb're Hemelheil'gen!

Wilt nu dat dierbaar Hoofd beveil'gen;

Hij die naar de inspraak van Gods Geest, ü , Gorkums Holden ! heilig kroonde,

U met Gods Kerk zijn hulde loonde.

Hij deele ook in uw Zegefeest!

XXXII.

AFSCHEIDSLIED DER PELGRIMS.

Wijze, als het Vaandellied, ol liet O o s l e u r ij k-sche Volkslied.

Heil, o heil ons , Broederleden 1 Pelgrims in dit aardsche dal,

Zamen bragten we onze beden Op het graf van 't Heldental,

-ocr page 228-

^ 'i ' 208

En herdachten , hoe zij streden ,

In ons dankbaar lofgeschal.

t Was ons , of uit hooger kringen

Op het plegtig zegefeest,

Daar een stem tot ons kwam dringen gt;

Zoet als van een hemelgeest:

»We est ook Jesus' volgelingen ,

»Zóó als wij het zijn geweest!quot; Met liun heldenmoed voor oogen ,

Die de wereld overwint ,

Die den kampstrijd heeft voltogen

En ten einde toe bemind ,

Smeekten we in ons onvermogen :

«Sterk, o God ! uw wankel kind.quot; •Vaar gegrift ook is t daarbinnen : -

God, die 't hoort, ziet op ons af,-Trouw ook willen wij beminnen ,

Trouw tot in den dood en 't graf Om de gloriekroon te winnen ,

Die Hij onzen Broeders gaf.

Laat het, dankb're Pelgrimskoren !

Aan het eind der pelgrimsbaan ,

Laat het aarde en hemel hooren,

Wat in ons is omgegaan ;

t Zij voor God en mensch gezworen ,

Vast in ons geloof te staan !

Zóó dan spreekt gij ; »Amen , Amen!

Met de hand op 't hart geleid , »ln den Heil'gen Naam der namen

«Van Gods oppermajesteit ,

»Vader, Zoon en Geest te zamen , »A men ! in der eeuwigheid.quot;

-ocr page 229-
-ocr page 230-

___

_

_

-ocr page 231-
-ocr page 232-