ÊLanfri;.^. A'ïuju •• ï
UtooA tint ik nrucu ^al.is miiu ulf fsfh xnnir lift U-ucn iVr un-n UUiv mi^ cct.itic quot;al IfWfn itm miytcwl wtl.
.fottn. '7
VOOR
bevattende
van, en op den
als:
MORGEN-, AVOND- EN MI3GEBEDEN, VERSCHEIDENE GODVRrJCHTIGE OEFENINGEN BIJ DE H. COM-MGNIE, BENEVENS OVERWEGINGEN EN GEBEDEN ONDER DE NAMIDDAG-GODSDIENST.
NAAR HET HOOGDU1TSCII.
ITaarlemnierdijk over do R. K. Kerk.
HOE EENE GODVKUCHTIGE ZIEL ZICH OP DEN VOORAFGAANDEN AVOND TOT DE H. COMMUNIE VOOEBEREIDEN KAN.
——
Kit gescliiedt op zeer nuttige wijzen: 1. Door zich te onthouden van dagelijksohe zonden, als ook van anders geoorloofde uitspanningen en vermaken. 2, Door iets minder te eten en te drinken dan gewoonlijk, door eone aalmoes of een ander werk van boetvaardigheid, en door onbevlekte zuiverheid der ziel en des ligchaams. 3. Door het staken van alle zorgen en onnoo-dige huiselijke bezigheden, voor zoo veel tijd en omstandigheden het sleehts gedoogen. 4. Door oefeningen van liefde en verlangen naar Jesus in de heilige Communie^ 5. Door een opregt verlangen, om in de liefde Gods voortgang te maken. 6. Door eene godvruchtige herinnering aan het lijden van Jesus^ Christus en het geheim der liefde, welke hij ons in het allerheiligste Sacrament des Altaars betoont. 7. Een goed middel, om de heilige Biecht en Communie met behoorlijken ijver en naarstigheid, en met de meest mogelijke waardigheid
6
te ontvangen is, dat men zich altijd vóór cn na liet ontvangen voorstelle, als moest men terstond van daar naar het oordeel Gods gaan. 8. Men kan bij iedere heilige Communie een bijzonder oogmerk hebben, b. v. ter verkrijging van deze of gene deugd, om deze of gene slechte neiging of gewoonte af te leggen, om deze of gene bekooring te overwinnen, enz. Dit zoude door do heilige Communie voor den toestand der ziel zeer heilzaam worden.
Christelijke ziel! indien gij u goed tot de heilige Communie voorbereidt, zoo wees verzekerd, dat n al die uitstekende genaden ten deel zullen worden, welke Jesus diegenen beloofd heeft, die
zijn yleesch en bloed waardig ontvangen.
—----
GEBED.
Mogt ik toch, 6 goddelijke Vriend der zielen, mijne zonden opregt verfoeijen, en U zoo van harte beminnen, dat ik tot uwe heilige tafel komen en U in mijn hart opnemen durfde! Doch ik vrees, dat ik daartoe nog niet genoeg voorbereid ben. Daarom bid ik II, ó Jesus! kom ten minste door uwe genade in mijn hart; reinig mij steeds meer en meer van de zondige begeerten, enz. Ontvlam mijn hart steeds meer van liefde jegens U, opdat ik morgen waardig tot uwe heilige tafel moge naderen. Amen.
TOT VOORBEREIDING- VAN HET ONTVANGEN DEK HEILIGE SACRAMENTEN DER BIECHT EN DES ALTAARS,
Ik ben een minnaar der zuiverheid en een uitdeeler der heiligheid. — IJpn zuiver harte zoek Ik, en daarin is de plaats mijner rust. — Bereid mij eene ruime, versierde eetzaal, en Ik zal paschen bij u houden met mijne leerlingen. Indien gij wilt dat Ik tot u kome en mijn verblijf bij u neme, ruim dan het oude zuurdeeg der zonde weg, en reinig de woning uws harten. Ban de gcheele wereld er uit en allen opstand der zonden; zit als de musch eenzaam op het dak, en overdenk uwe misdaden in de bitterheid uwer ziel; want ieder die waarlijk bemint bereidt zijnen geliefden vriend de beste en schoonste plaats, wijl daardoor het minnend gevoel van dengene erkend wordt, die den geliefde opneemt.
Weet echter, dat gij niet in staat zijt, om deze voorbereiding uit de eigene verdienste uwer werken te volbrengen, indien gij u ook een geheel jaar voorbereidet, en gij niets anders van zins waart; maar alleen door mijne goedertierenheid en genade wordt u vergund, tot mijne tafel te naderen. Doe dan, wat gij vermoogt te doen; doe het echter zorgvuldig, niet uit gewoonte, niet uit dwang, maar ontvang met
8
heilige vrceze, eerbied en liefde het ligchaani van uwen geliefden Heer en God, dio zich ge-waardigt, tot u te komen, — Ik hen het, die u geroepen heeft; Ik heb bevolen, dat het geschieden moest; Ik zal in uwe behoeften voorzien; kom slechts, en neem Mij in uw hart op!
Indien Ik u de genade der godsvrucht geef, zoo dank uwen God, niet wijl gij dezelve waardig zijt, maar' omdat Ik mij over u ontferm. Indien gij deze godsvrucht niet hebt, maar u veeleer koel en droog gevoelt, zoo volhard in het gebed, zucht en klop aan, en houd niet op tot gij gewaardigt wordt, een broodkruimeltje of een droppeltje heilzame genade te ontvangen. — Gij hebt Mij noodig, niet Ik u; gij komt niet, om Mij te heiligen en te verbeteren; gij komt, opdat gij door Mij geheiligd en met Mij veree-nigd wordet, opdat gij nieuwe genade ontvangen en op nieuw tot verbetering dos levens aangespoord worden moogt. — Veizuiin deze genade tocli niet, maar bereid met alle zorgvuldigheid uw hart, en leid uwen beminde bij u binnen.
Gij moet u echter niet alleen vóór dc heilige Communie tot godsvrucht voorbereiden, maar u ook na het genieten van het heilige Sacrament zorgvuldig in dezelve bewaren. Ook wordt er geene geringere waakzaamheid na, dan eene godvruchtige voorbereiding vóór het ontvangen vcr-eischt. Want eene strenge waakzaamheid na het ontvangen is de beste voorbereiding, om steeds meerdere genade te verkrijgen. Terwijl daardoor namelijk iemand zeer onvoorbereid wordt,
9
indien hij zich aanstonds te zeer in uitwendige vertroostingen gaat verstrooijen. Wacht u voor veel praten, en houd u in de eenzaamheid en geniet uwen God; wart gij bezit Dengene, dien de geheelc wereld u niet ontrooven kan. Aan Mij moet gij u geheel overgeven, zoodat gij in het vervolg niet meer in u zeiven, maar slechts in Mij in rust en vrede leeft.
Een Onse Vader en een Wees Gegroet. Na den naam •Testis voeg er bij; ,,Die ons steeds don geest van boot-vaar Jigheid^ gelieve te vcrleenen, eer wij '!om ontvangeu.quot;
©eïjeden op den Vooravond van den M. Cosssrsmnicdag.
PLEGTIGE EEREBOETE AAN JESÜS CHRISTUS.
(Door den FT. Alpltonsiis van Liyvori).
Mijn Heer en mijn Heiland, Jesus Christus! ik, die U morgen aan uwen diseh bezoeken zal, om U zeiven te nuttigen, ik wil voortaan van ganseher harte niets meer beminnen dan U. Ik wil, dat Gij liet eenige voorwerp mijner liefde zijt, en wensehte wel van droefheid te sterven, wanneer ik er aan denk, dat ik vroeger de schepselen bemind en verre van U mijne vreugde gezocht heb, en dat ik van U, die de oneindige goedheid zijt, weggevlugt ben. Dewijl Gij echter niet Tvildet, dat ik verloren ging, daarom hebt Gij mij met zoo veel geduld verdragen, en
10
om mij te straffen, hebt Gij mijn hart met zoo veel liefdeschichten doorwond, dat ik U niet langer wederstaan konde, en mij eindelijk geheel aan ü, en wel heden nog, als een geschenk over-gcve. Ik erken, dat Gij verlangt, dat ik U geheel zal toebehooren; nu dan, wijl Gij het verlangt, Gij mijn liefderijkste Jesus! zoo bewerk het derhalve ookt Geef, dat ik alle verkleefdheid aan het aardsohe en alle eigenliefde verzake, en dat ik aan niets anders denke, dan aan XJ, van niets anders spreke, dan van U, en niets anders wensche, dan Ü te bezitten, en dat ik naar niets anders hake, dan van liefde tot U ontstoken te zijn, dan voor U alleen te leven en voor U te sterven. O zoete liefde tot mijnen Jesus! kom ontvang geheel mijn hart, en verdrijf er alle andere liefde uit, waarvan God het voorwerp niet is. Ik bemin U, o mijn Jesus, mijn leven, mijn kleinood, mijne zaligheid en mijn al. Vergeet daarom het verledenel Ook in het vervolg wil ik, met uwe hulp, er beter zorg voor dragen, dat ik alle aardsche neigingen uit mijn binnenste verbanne, welke mij hinderlijk zijn om die genaden deelachtig te worden, welke Gij mij mogt willen mededeelen. Doch ook na de heilige Communie wil ik, 7,00 goed als ik kan, er op bedacht zijn, om van U den heilzamen bijstand te verkrijgen,, ten einde in de liefde tot U meerdere en snellere vorderingen te maken. Verleen mij slechts de genade, om mijne goede voornemens ook ten uitvoer te brengen. Ach, mijn Jesus! hoe weinig heb
11
ik er. vroeger aan gedacht om U te beminnen, Doeh de tijd, welke uwe barmhartigheid mij nog overig laat, is voor mij een tijd, om mij tot den dood voor te bereiden, en door mijne liefde de belecdigingen weder goed te maken, die ik U heb aangedaan. Zie, ik wil dezen tijd doorbrengen, met mijne zonden te beweenen eu TJ te beminnen. Ik bemin U, 6 Jesusl mijne liefde! Ik bemin U. Gij mijn eenigste goed! Ontferm U mijner en verstoot mij niet! O Maria, gij Moeder van mijnen goddelijken Heiland, bid voor mij, opdat ik Jesus toch getrouw blijve in mijne beloften. Amen.
Een Onze Vader en een Wees gecjroel. Na den naam Jesus voeg er bij: „Die ons aan zijne heilige tafel voor alle zondige gedachten gelieve te bewaren.quot;
GEBEDEN TOT DE H. ENGELEN.
Deze gebeden zullen vele genaden te weeg brengen, vooral indien zij op don communiedag vóór het ontvangen van het heilige Sacrament, of op den vooravond, als voorbereiding daartoe, gebeden worden.
1. Heilige Michael! ik beveel n het uur van mijnen dood aan; houd den helschen vijand dan gebonden, opdat hij mij niet verzoeke en mijne ziel geene schade toebrenge. Een Onze Vader.
12
2. Heilige G;ibriel! venverf mij van God een levendig geloof, ecne onwrikbare hoop, cene vurige liefde en groole godsvrueht tot het heilige Saeramunt des Altaars. Een Onze Vader.
3. Heilige llaphaël! geleid mij altijd op Jen regten weg der deugd en der volmaaktheid. Een Onze Vader,
4. Heilige Engel-Bewaarder ! verwerf mij goddelijke ingevingen en de bijzondere genade Gods, om dezelve te kunnen opvolgen. Een Onze Vader.
1. O gij van liefde brandende Serafijnen ! verwerft mij eene vurige liefde tot God. Een Onze Vader en drie Wees ge/jroeten, ter eere van de heilige kooren der Engelen.
2. O gij verliehte Cherubijnen I verwerft mij ecne uitstekende kennis van God, Een Ome Vader en drie Wees rjegroeten.
?/. O gij voortreffelijke Troonen ! verwerft mij de inwendige rust dos harten. Een Onze Vader en drie Wees gegroetcn.
4. O gij heilige Heerschappijen 1 verwerft mij de overwinning ov(;r al mijne slechte neigingen. Een Onze Vader en drie Wees gegroeten,
5. O gij wonderdadige Krachten! verwerft mij de volheid aller deugden en volmaaktheden. Een Onze Vader en drie Wees gegroelen.
6. O gij onoverwinnelijke Machten! verwerft mij sterkte tegen alle - helsehe magt. Een Ome Vader en drie Wees gegroeten,
13
7. O gij iloorluchtigste Vorstendommen ! verwerft mij volmaakte gehoorzaamheid en regtvaar-digheid. Een Onze Vader en drie Wees gegroe-ten.
8. O gij heilige Aartsengelen ! verwerft mij gelijkvormigheid aan den goddelijken wil. Een Onze Vader en drie Wees gegroeien.
9. O gq heilige Engel-bewaarders! behoedt mij voor alle kleinmoedigheid, en verwerft mij den waren ootmoed en een grout vertrouwen op Gods barmhartigheid. Een Onze Vader en drie Wees gegroeien,
VERZOCHTINGEN.
O God mijns harten ! wanneer zal ik volmaakt met U vereenigd worden ? Wanneer zal ik dooide genade en bovennatuurlijke liefde geheel in Ü veranderd worden ?
O Jesus ! Gij zult dc liefde mijner ziel zijn. Aeh, liefste Jesus! neem spoedig bij mij uwen intrek.
Jesus, mijn God en mijn al, wat wil ik meer cn wat kan ik zaligers verlangen! Gij schept een gerust hart, Gij geeft vrede en feestelijke vreugde. Zonder U kan niets lang behagen ; maar indien iets aangenaam zal zijn, dan moet het gekruid worden, met het kruid uwer wijsheid.
O Jesus, eeuwig licht, zend mij eenen straal van uw licht, opdat het mijn hart doordringe. Kcinig, verblijd, verheerlijk cn verlevendig mijnen
14
geest, opdat hij aan U gehecht zij in jubelende blijdschap.
O, wanneer zal die zalige en gewenschte stond komen, dat Gij mij verzadigt met uwe tegenwoordigheid, en in alles mijn al zijt ? Zoo lang mij dat niet verleend wordt, kan mijne vreugde niet volmaakt zijn.
Een Onze Vader en oen Wees gegroet. Na den naam Jesus voeg er bij: „Die een innig verlangen naar dit Brood des hemels in ons gelieve op to wekken.quot;
Bid ten slotte godvruchtig uw avondgebed, en de Litanie tot de heilige Moeder Gods, met de meening, dat zij u door hare voorbede eene waardige Communie verwerven moge; ontvang vervolgens de geestelijke Communie en leg u te slapen met de gedachte:
Verheug u, mijne ziel ! morgen zal Jesus, uw geloof, nwe hoop en liefde, uwe vreugde en uw al, zich met u vereenigen.
Tracht met deze en dergelijke gedachten, nadat gij u met wijwater besproeid hebt, des avonds ia te slapen; groet Jesus nogmaals iu hot allerheiligste Sacrament des Altaars, zeggende:
Geloofd en aangebeden zij ten allen tijde het allerheiligste en goddelijke Sacrament des Altaars !
i
15
GEHËIUEN YAH DEN EOaENKUANS, ALS VOORBEREIDING TOT DE H, COMMUNIE.
1. Jesus: die in het allerheiligste Sacrament
als hemelsche geneesheer onze zieke ziel gelieve te genezen.
2. Jesus: die als goede herder onze ziel op
zijne hemelsche weide der genade gelieve te leiden.
3. Jeaus: die als leeraar ons in de waardige
voorbereiding gelieve te onderwijzen.
4. Jesus; die als onbevlekt Lam de onreine • - woning onzes harten niet gelieve te
versmaden.
5. Jesus: die ons met het bruiloftskleed der
zuiverheid en der liefde tot zijnen heiligen maaltijd gelieve te versieren.
rWEEDE ROZENKRANS.
•Jf
1. Jesus: die een brandend verlangen naai;
zijnen heiligen maaltijd in ons gelieve op te wekken.
2. Jesus: die ons de vereischte ootmoedigheid
gelieve te verkenen.
3. Jcsus: die met zijn heilig bloed al onze
onreinheid gelieve af te wasschen.
4. Jesus: die ons ecne ware verheffing des
harten tot God gelieve te verleeueii.
5, Jesus: die als het levende brood des Hemels, ons het ware leven in Hem gelieve te veileenen.
Aanmerking. Deze beide Rozenkransen vpor de heilige Communie, kim men op de beide dagen die do heilige Communie vooraf gaan bidden, op iederen dag een, of ook wel op oenen anderen tijd naar goedvinden: als op den vooravond, of op den morgen van den heiligen C.ommuniedag. Die verre van de kerk wonen, kunnen dezelve als voorbereiding onder weg bidden. Hebt gij echter geheel geenen lijd, zoo bid een Onze Vader en tien Wees g eg roeten, en voeg er na den naam •lesus een dezer lien punten bijen wel naar de rij af.
Igt;ï*ie Uiito-siicai, GELOOP, EIOOS» en LIEFDE.
Aanmerking. Deze lilanien kunnen op iederen lijd, voornamelijk op den vooravond, des morgens, onder de heilige Mis, en bij den namiddag- en avondgodsdienst op communiedagen geleden worden.
LITANIE VAN HET GELOOF.
Heer, ontferm U mijner!
Christus, ontferm-U mijner!
Heer, ontferm U mijner!
God heraekche Vader, ontferm U mijner!
God Zoon, Verlosser der wereld, ontferm li mijner!
God Heilige Geest, ontferm U mijner!
17
Heilige Drievuldigheid, één God, 0
Gij die als de eeuwige Waarheid niet ba- amp; driegen kunt, p
Die als de Alwetende niet bedrogen kunt
Die uwe Kerk op eene onoverwinnelijke S_ steenrots gebouwd hebt, 5'
Die aan uwe Kerk uwen gedurigen bijstand 2. beloofd hebt,
Dat Gij do eenige ware God zijt, die het goede beloont cn hot kwade straft, geloof ik vaste-lijk, ö God!
Dut Gij één in wezen en drievuldig in personen zijt,
Dat uwe goddelijke Zoon mcnsch geworden is,
Dat hij voor het heil der wereld aan het
kruis gestorven is,
Alles, wat Gij ons in de heilige Schrift ^ geopenbaard hebt, g
Alles, wat Jesus Christus ons in de hei- ^ lige Evangelien geleerd heeft, ^
Alles, wat de heilige Apostelen gepredikt S hebben, lt;£
Alles, wat de algemeene, wettige vergade- *=• ringen der Kerkvaders als geloofswaarheden verklaard hebben,
Alles, wat de katholieke Kerk gebiedt te o gelooven, —
Alle, zoo wel geschrevene als ongcsclire-,
ven geloofsartikelen,
Onvoorwaardelijk cn zonder allen twijfel, Met geheele onderwerping mijns verstands,
18
Met volkomene toestemming des wils, .Met innerlijke en uiterlijke beKjclenis,
Öm uw hoogste gezag,
Om uwe waaraehtigheid en onfeilbaarheid, gquot; Al zoude ik daarom ook vervolgd worden,
Al zoude ik daarom ook have en goed « verliezen, nogthans g-
Al moest ik daarom ook mijn ligchaam en
' leven ten beste geven, nogthans In vereeniging met het levendige geloof al-
In vereeniging met het standvastige geloof S
aller heilige Martelaren,
In vereeniging met het volmaakte geloof
der maagdelijke Moeder Maria,
Lam Gods, dat wegnedmt, enz. {driemaal, gelijk
in andere Litarien),
Heer, ontferm U mijner!
Christus, ontferm U mijner!
Heer, ontferm U mijner !
Onze Vader, enz.
GEBED.
O God, die in de overmaat uwer goedheid mij tot het ware, katholieke geloof geroepen hebt, schenk mij ook de gfnade, dat ik tot aan het einde mijns levens daarin bestendig volharde ; zie ook genadig neder op zoo vele ketters en ougeloovigen, waarvoor uw goddelijken Zoou
19
zijn dierbaar bloed vergoten heeft. Verlicht cn versterk hen met uwe bovennatuurlijke genade, opdat zij de ware, alleen zaligmakende Kerk erkennen, zich zonder rnensohenvrees, zonder geveinsde tegenwerpingen, grootmoedig met dezelve vereenigen, en alzoo door eene opregte en werkdadige belijdenis des geloofs hunne eeuwige zaligheid verwerven mogen. Door Jesus Christus, onzen Heer. Amen,
----
UT AN IF. VAN DE HOOP.
Keer ontferm ü mijner !
Christus, ontferm U mijner!
Heer, ontferm U mijner!
God Zoon, Verlosser der wereld,
Heilige Drievuldigheid, een God,
Die mij in alles kunt helpen,
Die mij in alles weet te helpen, ,2;
Die mij in alles wilt helpen, S
Die zoo dikwijls beloofd hebt mij te zullen helpen,
Alle noodzakelijke, zoo wel natuurlijke als bovennatuurlijke genade, hoop ik, ö God!
P
20
De gezondheid des ligchaams, Het dagelijksche voedsel,
Uwen bijstand in al mijn doen cn laten, De bewaring voor ongelukken en gevaren, Uwe vermogende hulp in bekooring en aanvechting tot zonde,
Sterkte en geduld in alle kwellingen en wederwaardigheden,
De vergiffenis mijner zouden,
De ernstige verbetering mijns levens, Den voortgang in alle deugden,
Den wasdom in uwe genade.
De volharding in hel goede,
Eenen verdienstelijken en deugdzamen dood, De eeuwige vreugde en zaligheid bij U in
den hemel,
Dit alles zonder angstvallige vreeze,
Zonder kleinmoedigheid wegens vertraagde hulp, ■
Al mogt alle onheil mij ook treffen, nogthans Al mogt ook alles tegen mij zamenspan-
nen, nogthans Al mogt het ook schijnen, dat Gij zelf mij
verlaten hadt, nogthans Niet op mij zeiven en op mijne kraeliten. Niet op de gunst en hulp der menschen. Niet op het vernuft, op de schranderheid
en magt der wereld.
Slechts op U alleen,
Op uwe almagt, voorzienigheid en goedheid, Op uwe onfeilbare trouw in het vervullen van datgene, wat Gij beloofd hebt,
21
Op inve genade, welke Gij niemand laat
ontbreken, die U aanroept,
Op de oneindige verdiensten van uwen ZooHj die onze leriosser, onze Middelaar en Voorspreker is, — Op de voorbede van allo Heiligen, ° In vereeniging met die onwrikbare hoop,
welke alle regtvaardigen des ouden Ver- .f7quot;
bonds op U gesteld hebben, cgt;
In vereeniging met die kinderlijke hoop, ' q welke alle regtvaardigen des Nieuwen E.
Verbonds op U gesteld hebben,
lu vereeniging met die volmaakte hoop,
welke uwe maagdelijke Moeder Maria op U gesteld heeft.
Lam-Gods, dat wegneemt, enz, (driemaal, gelijk
in andere, Litanien)
Hear, ontferm U mijner I Christus, ontferm U mijner!
Heer, ontferm U mijner!
Onze Vader, enz.
GÏ.BED.
O God, die niemand verlaat of te schande maakt, die op U hoopt; ik bid U door uwe vaderlijke goedheid en door Jesus, uwen geliefden Zoon, geef mij een kinderlijk vertrouwen op U en een bestendig mistrouwen op mij zeiven, opdat ik in allen kommer, nood en gevaren mijnen eenigvn toevlugt tot U neme; want Gij kunt mij het beste helpen, Gij weet wat mij
22
nuttig is. Aan U en uwe liefderijke Voorzienigheid laat ik alles over. Geef slechts, ó God, dat ik U nooit mishage, maar U altijd getrouw blijve, tot ik daar moge komen, waar Gij de hoop der uitverkorenen volkomen vervult. Door Jesus Christus, onzen Heer. Amen.
LITANIE VAN DE LIEFDE GODS.
(Door den eerwaardigen Paus Pius VI),
Heer, ontferm U mijner!
Christus, ontferm U mijner I Heer, ontferm U mijner!
God Zoon, Verlosser der wereld, ^
Heilige Drievuldigheid, één God,
Die de oneindige liefde zelve zijt, ^
Die mij met uwe liefde zijt voorgekomen,
Die mij gebiedt Ü te beminnen, g'
Die uit liefde tot mij uwen eenig gebore- «
nen Zoon hebt overgegeven,
Met geheel mijn hart, bemin ik ü, ó God! Met geheel mijne ziel, bemin ik U, ó God ! Met geheel mijn verstand, bemin ik U, 6 God! Uit al mijne krachten, bemin ik U, ó God!
23
Meer dan alle vreugden en vermakelijkheden,
Meer dan alle eer en goederen,'
Meer dan mij zeiven en al het mijne,
Meer dan alle vrienden en bekenden»
Meer dan alle Engelen en rnenschen,
Meer dan al het geschapene in den hemel
en op aarde.
Slechts alleen om U zei ven.
Wijl Gij het allerhoogste goed zijt.
Wijl gij oneindig beminnenswaardig zijt, ^
Al haddet Gij mij ook den hemel niet be- g
Al dreigdet Gij mij ook niet met de hel,
nogthans j-h
Al mogt Gij mij ook met rampen en wederwaardigheden beproeven, nogthans In overvloed en armoede, ^
In aanzien en verachting,
In vreugde en lijden.
In gezondheid en ziekte,
In leven en dood,
In tijd en eeuwigheid,
In vereeniging met die liefde, waarmede alle Engelen en Heiligen U beminnen, In vereeniging met die liefde, waarmede uwe
maagdelijke Moeder Maria U bemint, In vereeniging met die oneindige liefde,
waarmede Gij U zeiven bemint en eeuwig beminnen zult,
Lam Gods, dat wegneemt, enz, (driemaal, gelijk in andere Lilanien),
24
Heer, ontferm U mijner!
Christus, ontferm ü mijner!
Heer, ontferm U mijner!
Onze Vader, enz
GEBED.
O God, die in ccne onbegrijpelijke overmaat al-!es bezit, wat ooit volmaakt en beminnenswaardig zijn kan; bluseh alle zondige, zinnelijke en onredelijke liefde tot de schepsekn in mij uit, en ontsteek in mijn hart bet reine vuur eener op-regte, vurige en bestendige liefde tot U, opdat ik niets anders beminne, dan U alleen of om Uwentwil; tot dat ik eindelijk, door uwe heilige liefde verteerd, daar beginne te leven, waar ik U met alle uitverkorenen op het volmaakste genieten, bezitten en eindeloos beminnen zal. Door Jesus Christus, onzen Heer, Amen.
HEILZAME LESSEN EN VERMANINGEN TOT BOETVAARDIGHEID.
O menscli, schepsel Gods, waarom zorgt gij in het sterfelijke vlcesch zoo weinig voor dü eeuwige heerlijkheid! Indien gij wist hoe groot
25
zij is, zoo zoudet gij buiten haar nrar niets dorsten, en niet zoo naar liet ijdele en vergankelijke aardsclie trachten. Eu indien gij de straffen der hel erkendet, hoe veelvuldig en groot zij zijn, zoo zoudet gij zekerlijk uwe vleesehe» lijkc begeerten vaarwel zeggen, en met regt uwo tallooze zonden in woorden, werken en gedachten diep bewogen beweenen. Zoo groot zijn de vreugde der Heiligen, zoo groot de kwellingen der verworpelingen, dat geen verstand beider grenzeloosheid kan bevatten, tot dat na den dood, de ziel het lot der goeden te beurt valt, of onvoorbereid bij de schaar der boozeri gevoerd wordt. Als het vleesch bsgraven wordt, 6 dan weet men van den geest niets, of hem thans vreugde of straf ten deel viel, daar wordt ook nu weinig naar gevraagd. Men huichelt wel is waar treurigheid, doch de naaste bloedverwanten denken met vreugde aan de te dee-leu nalatenschap, cn bij het deelen ontstaat er dikwerf onder hen twist, haat cn strijd. Bij de begravenis gaan de overige nabestaanden cn bekenden eten en drinken, en zondigen zelfs in liet aangezigt van den dood door onmatigheid cn buitensporigheid; ja zelfs de dood, in plaats van ernstige gedachten van boetvaardigheid in hen te doen ontstaan, is hen eene aanleiding tot zonde. Men ziet- immers dikwijls den dronkaard beschonken van de begravenis zijns medezondaars komen! Ach, zoude men geloo-ven, dat zulk eone verstoktheid mogelijk ware? l)c overledene door gebeden en goede werken
te helpen, daar denkt men niet racer aan. — Goeden sterven, kwaden sterven, doch een hoogst ongelijk lot Tall hun ten deel; het eeuwige leven of het eeuwige verderf. Dan is er geen tijd tot boetvaardigheid meer; geene mogelijkheid meer voor die rampzaligen, om hier terug te keeren, geene plaats, waarheen zij vluchten kunnen; slechts om voor den Eegter gebragt en voor de oogen van de geheele wereld geoordeeld en met schande overladen te worden, zullen zij weder uit den afgrond te voorschijn worden gehaald; dan zal u niets baten indien gij Jesus niet bemind, Maria niet geöerd en u geenen patroon verworven hebt.
Daarom laat ons thans, daar het nog tijd is. een heilig leven verkiezen, en in deze wereld hot kwaad beweenen, dat wij bedreven hebben.
AVio goed biecht zal ook goed leven en — zalig sterven. Goed biechlen wil echter niet zeggen, slechts in rouwmoedige stemming zijne zonden aan den priester belijden en de voorgeschrevene gebeden te spreken; maar mot do genade Gods ook tevens er naar streven, om den vroegeren zondigen zin en wandel in eenen deugd-zamcn en godbehagelijken le veranderen — en al het gepleegde kwaad en onregt, aan zich zeiven en anderen, naar vermogen weder goed te maken. Al;;oo slechts, wanneer de biecht u gebeterd heeft, of gij u ten minste de opregte getuigenis geven kunt, van ernsjg en mot der daad naar verbetering gestreefd te hebben, dan hebt
27
gij goed gebiecht. Kies u tot dit hoogst gewigtigo werk eenen biechtvader, aan -wien gij met het volste vertrouwen uwe geheele zielsgesteldheid opregt openbaart; houdt u steeds bij don zelfden, opdat bij u immer beter leere kennen, om u des te zekerder te kunnen besturen en leiden; kies ook het liefste uwen biechtvader uit de geestelijken uwer gemeente, dis aangesteld zijn om u den weg ten hemel aan te wijzen en eens uwe laatste biecht op het sterfbed te hooren. Zonder de genade Gods kunt gij volgens de woorden des Apostels geene goede gedachte opvatten, alzoo ook niet goed biechten. In deze meening doe God uwe
DAKKZEGG1NG VOOR DE ONTVANGENE GENADE.
O allerheiligste Drievuldl^iieid, eéa God, Vader, Zoon en Heilige G-eest, ik arm zondaar werp mij voor den troon uwer oneindige barm-liartigheid neder, en zeg U den innigsten dank voor alle genaden en weldaden, welke Gij mij gedurende mijn leven tot op dit uur bewezen hebt; ik dank U, dat Gij mij geschapen, verlost, geheiligd, en in uwe ware, alleenzaligmakende katholieke Kerk geroepen hebt; ik dank U, dat Gij mij om mijne zonden niet eeuwig gestraft en van U verstooten hebt. — Uit oneindige goedheid hebt Gij mij boven zoo vele duizenden nog tijd tot boetvaardigheid gegeven, om mij door de heilige biecht weder met tl te kunnen verzoenen. Hoe zal ik U vergelden, ö Heer, wat Gij aan mij gedaan hebt! Zie, van mij zeiven heb ik niets, — Uit dankbaarheid echter voor deze onwaardeerbare genade, offer ik U het liefste
28
op, wat ik U brengen kan; het dierbare blosd van mijnen Heiland, Jesus Christus, hetwelk Hij tor uitdeining der zonden uit oneindige liefde vergoten heeft.
Bid na do dankzegging var, niéuws oolmoeJig om do genade, om uwe zonden regt te erkennen door het volgende
GEBED.
Csoedertierendste Jesus, Gij hebt het heilige Sacrament van Boetvaardigheid in uwe ware Kerk ingesteld, opdat wij zondaren een krachtig, onfeilbaar middel zouden hebben, om door hetzelve vergiffenis onzer zonden te verkrijgen. Door die onbegrijpelijke liefde en goedheid, welke U bewogen om dit heilig Sacrament in te stellen, bi 1 ik U, schonk mij dc krachtige genade, dat ik dit kostbare middel ook goed gebruike. Jesus, Gij die het ware licht der wereld zijt, verlicht mijn geheugen, opdat ik goed moge inzien, waarin ik mij tegen ü bezondigd heb; Jesu?, Gij God mijns harten, roer en tref hetzelve, opdat ik een waar berouw hebbe over al mijne zonden; Jesus, Gij eeuwig Woord des Heraelschcn Vaders, bestuur mijne tong, opdat ik mijne zonden oprecht biechte, en door het heilige Sacrament van boetvaardigheid, uit kracht van uwe oneindige verdiensten,, volko-menc vergiffenis derzelve verkrijge. O Heer, mogt ik mij zelvcn toch goed kennen; mogt ik toch tot ceno heldere kennis van al mijn) zonden
29
cn gebreken komen, waarmede ik tut dus verre eeu gruwel in de oogen uwer goddelijke Majesteit was.
AAK ROEPING VAN DEK HEILIGEN GEEST.
O goddelijke. Heilige Geest! die gelijk God zijt met den Vader en den Zoon, verlicht mijn verstand, opdat ik mijne zonden, derzelvcr getal, grootte, booslieid en ook alle omstandigheden die daarbij plaats hadden, moge kennen ; tref mijn hart, opdat ik dezelve hate en ver-foeije, betreure en beweene; dat ik ze allen onbevreesd en onbeschrocmd voor den priester be-lijde. Versterk mijnen wil, opdat ik mij ernstig betere, en geene, ook niet de geringste zonde meer bedrijve. Amen,
GEBED TOT DE HEILIGE MOEDEU GOD3.
O heilige Maria, tocvlugt der zondaren, bid thans voor mij, cn verwerf mij door uwe voorbede die goddelijke genade, welke mij noodig is om mijne zonden goed te kennen, goed te betreuren en opregt te biechten. Alle Heiligen ^ Gods, voornamelijk gij, die door ijverige boet-plegingen zalig geworden zijt, bidt voor mij, opdat ik in uwe voetstappon treden en ware boetvaardigheid doen moge.
Onderzoek uw geweten. — Denk nu zoo over alle zonden sedert uwe laatste geldige biecht na, alsof het (i de laatste maal in uw leven ware, cn gij terstond voor
30
dcu eeuwigen alwetenden Regler verschijnen moest; wees niet ligtzinnig en verontschuldig u niet wegens uwe feilen; wees ook niet te angstvallig, — God wil den dood des zondaars niet, — maar wees oprcgt. Onderzoek U over alle pligten van uwen staat; onderzoek u ook over de zonden nws harlen, uw gedachten en begeerten; biecht ook deze en maak den biechtvader voornamelijk op uwe hoofdzonden en uwe hoofdneiging opmerkzaam. Klaag u tevens ook aan, hoe het gekomen is, dat gij in de vorige zonden hervallen zijt, misschien wijl gij de gelegenheid niet vermeden of de vermaningen uws biechtvaders niet opgevolgd hebt.
Verwek na het onderzoek des gewetens een waar berouw. Zonder dit is de biecht niet geldig; het waar berouw echter is zulk eenen afschuw van de zonde hebben, dat gij liever alles in de wereld, zelfs gezondheid en leven, bereid zijt te verliezen, dan ook maar in eene zonde te willigen. Zie, of gij zoo gezind zijt en dus een waar berouw hebt, dit te hebben is ook eene genade, doe daarom een
GEBED OM WAAK BEROUW.
Almagtige, eeuwige God, ik zondig mensch waag het wederom voor uw goddelijk aanschijn te verschijnen, van wiens aanschouwing ik door mijne zonden verdiend heb, voor eeuwig verstoeten te worden. Ja Vader, ik ben niet waardig mijne oogen tot U in den hemel op te heffen, wijl ik gelijk een verloren zoon voor U gezondigd heb. O mijn Vader, dien ik beleedigd heb, doch die nogthans barmhartig zijt, ik ben bevreesd ; ik sidd.er voor U, 6 mijn regtvaardige God, dien ik zoo herhaaldelijk door mijn zondig leven vertoornd heb. Doch waarheen zoude ik vlugten? waarheen anders dan tot uwe
31
liefde eu ontferming. Ik weet, Gij wilt den dood des zondaars niet, maar dat hij zich bekeere en leve: ik weet, dat Gij mij mijne zonden kunt en wilt vergeven; want Gij verstoot niemand, die met een berouwhebbend hart tot ü .komt. Zie, ik verlang, ik verzucht naar een boetvaardig, vermorzeld hart, Ik kom, ik keer tot U terug, 6 Vader, ik, de verlorene zoon; verstoot mij niet, maar neem mij weder in uwe genade aan ; dan zal mijne ziel ü, mijnen goedertierendsten God, beminnen en loven in eeuwigheid.
Geloof, Sloop, Liefde cn Berouw, voor «3c ffiieehtt
SELOOF.
O alwetende en waarachtige God, ik geloof en houd voor zeker en onfeilbaar alles, wat Gij geopenbaard hebt; ik geloof het vastelijk, dat Gij de regtvaardigste, barmbartigste, almagtige cn getrouwe God zijt, een belooner van het goede en een straffer van het kwade; ik geloof dat Gij het hoogste goed, het laatste doel en einde van den mensch zijt; ik geloof dat U niets mishage-lijker is dan de zonde, welke Gij den boetvaar-digen zondaar nogthans door het heilige Sacramentder Biecht wilt kwijtschelden. Dit en al het overige, wat Gij mij door uwe ware Kerk voor-
32
gesteld liobt tc geloovciij geloof on houd ik voor zeker, wijl Gij, die de eeuwige Wijsheid en onfeilbare AVaarheid zijt, zulks gezegd hebt.
hoop,
O regtvaardige God, ik belijd voor U en voor alle heraelsche Heerseharen, dat ik door mijne vele en zware zonden uwen regtvaardigen toorn dikwerf en menigmaal verdiend heb; ja ik heb verdiend, om mijne zonden door U gestraft en eeuwig verstoeten te worden ; echter hoop ik dooide kraeht van het heilige Sacrament van Boetvaardigheid de vergiffenis mijner zonden te verkrijgen, en door de verdiensten van Jesus Christus en mijns eigene medewerking die eeuwige zaligheid, waartoe Gij mij gesehapon hebt; ook hoop ik al datgene, wat mij tot het verkrijgen er van nocdig en nuttig is, want Gij almagtige en getrouwe God, hebt genadiglijk geloofd mij het te zullen geven. Op ü hoop ik, en ik zal niet te schande worden.
liefde.
O gocdertierenste God, die aller liefde waardig zijt, ik bemin U boven alles uit den grond mijns harten, omdat Gij het oneindig volmaakste Goed zijt, en wensoh van harte, dat alle men-schen U mogten kennen, eeren en beminnen. Indien er ook geene hel, geen heinol, geene bcloo-ning en geene straf ware, uit liefde tot ü ben ik nogthans bereid om uwe heilige geboden en
'J.
33
wcltcn tc onderhouden tot aan het einde van mijn loven toe, en in alles slechts alleen volgens uwen allerheiligsten wil te leven. Ach, dat ik U altijd bemind hadde! —
LITANIE VAN 11 ET BEROUW.
(Door den Eerwaardigm Paus Pais VI-)
Heer ontferm U mijner!
Christus, ontferm U mijner!
Heer, ontferm U mijnor!
God hemelsche Vader,
God Zoon, Verlosser der wereld.
God, Heilige Geest.
Heilige Drievuldigheid, óéti God,
Die uwe almagt en goedheid door sparen en
geduldig toezien openbaart.
Die de bekeering der zondaren zoo geduldig afwacht.
Die de zondaren zoo liefderijk tot boetvaardigheid uitnoodigt, g
Die U over de bekeering der zondaren zoo TL. i zeer verblijdt.
Dat ik gezondigd heb! is mij van harte leed, ö God!
Dat ik zoo dikwijls en zoo zwaar gezondigd heb, is mij van ha'.te leed, ó God!
Dat ik met gedachten, woorden en werken gezondigd heb, is mij van harte leed, ö God!
o
H
B
c! B
34
Dat ik zoo voorbedachtelijk en moedwillig
gezondigd heb, B Dat ik met ontelbare nalatigheden en ver-
Dat ik uwe heilige wetten zoo vermetel ^
Dat ik uwe almagt niet gevreesd heb, ^
Dat ik uwe liefde veracht heb, Squot;
•Dat ik uwe goedheid en langmoedigheid Pquot;
Dat ik de wonden en smarten van uwen q
Qoddelijken Zoon vernieuwd heb,
Dat ik mij aan uwe regtvaardige straf in deze —
en in de andere wereld schuldig gemaakt heb.
Om dit alles! Is^-het mij van harte leed, 6 God!
Doch nog veel meer en vooral ora U zeiven, »•
Omdat ik D niet boven alles beminde, B In vereeniging met dat eeuwige berouw der
liefde, hetwelk ooit alle heilige boetelingen S
gehad hebben, ^ In vereeniging met dien uitersten afschuw van de allerminste zonde, welken de
maagdelijke Moeder Maria altijd gekoes- ff terd heeft,
In vereeniging met die onbegrijpelijke smar- ogt;
ten, welke uwe goddelijke Zoon op den q
Olijfberg om mijne zonden en die der ^
geheele wereld heeft doorgestaan, quot;• Lam Gods, dat wegneemt, enz, fdriemaal: gdtjk in andere LitaniënJ
J f
35
lieer, ontferm ü mijner!
Christus, ontferm U mijner!
Heer, ontferm ü mijner!
Onze Vader, enz.
GEBSIO,
O God! wien het eigen is, altijd te sparen en genadig te zijn, zie niet op de menigte en boosheid mijner zonden, maar op de grootte uwer barmhartigheid. Ach! versmaad mijn vermorzeld en verootmoedigd. hart niet; met uwe hulp wil ik mijn leven beteren, alle gevaren en slechte gelegenheden vlugteü, ja, liever wil ik sterven, dan nog eenmaal eene zonde bedrijven. Tuchtig mij, ó mijn Heer en mijn God, die zoo dikwijls en zoo zwaar door mij bcleedigd zijt, gelijk het U behaagt, ik heb alles verdiende Slechts hierom bid ik U door uwen geliefden Zoon, die voor ons zondaren gestorven is, verstoot mij niet voor eeuwig van uw aanschijn, onttrek mij de genade niet, om nog in dit leven waardige vruchten van boetvaardigheid voort te brengen, opdat ik eens in den hemel met alle heilige boetelingen uwe quot;indelooze ontferming, eeuwig loven en prijzen tioge, door Jesus Christus onzen Heer. Amen.
üod wil den dood der zondaren niet, maar dat hij zich «keere en leve. — Wilt gij vergiffenis, zoo maak een •nstig voornemen van verbetering. Dat het ernstig is, int gij slechls door uwe veranderde gezindheid en uwen quot;boterden levenswandel bewijzen.
lil U
36
VOORNEMEN.
ïk neem mij nu ernstig voor, ö mijn God, U nooit weder vrijwillig te willen beleedigcn, wat ik tot dus verre zondigs bedreven heb, boetvaardig te biechten, en uwer regtvaardigheid zoo veel mij mogelijk is te voldoen. Slechts U alleen wil ik in het toekomende van ganseher harte beminnen, en niets zoo zeer vermijden en haten dan do zonde; ik wil ook dc gelegenheden en gevaren van te zondigen vlugtijn, mij zeiven alle geweld aandoen, om mijne slechte neigingen en hartstogten uit te roeijen en elke zondige opwelling te bedwingen. Verleen Gij, ö barmhartige God, mij daartoe uwe genade; want uil mij zeiven kan en vermag ik niets, in U en met U echter vermag ik alles. O God, kom mij te hulp; lieer, haast U om mij te helpen, Amen^
SLOTGSBED VOOK DB BIECHT,
O God, uwe ontferming is eindeloos^ Gij hebt mij tot dus verre met geduld er. langmoe-digheid verdragen. Gij hebt mij tijd cn gelegenheid tot boetvaardigheid gegeven. Gij nooJigt mij zelfs liefderijk uit, om door eene opregte be- T keeling tot U terug te keeren, cn '.vLt mij door het bloed van Christus zuiveren van fdle schuld. In het vertrouwen op Jesus, onzen Venosscr, sta ik op cn kom tot U. — Bij den dood van mijnen Heiland aan liet kruis, bij zijne licilitre won-
! 37
den beloof en zweer ik, voortaan elke zonde te zullen haten; — ja, liever wil ik sterven, dan U ooit weder verachten en beleedigen.
Schonk mij echter ook uwen goddelijken bijstand, opdat ik voor don priester, uwen plaatsbeklee-der, eene boetvaardige belijdenis van al mijne zonden, die ik sedert mijne laatste geldige biecht beging, afleggc; dat ik. mij aan zijne vaderlijke leiding bereidwillig overgeve, zijne vermaningen getrouw opvolge, en vervolgens uit zijnen mond uw woord van begenadiging verneme: tWces getroost, uwe zonden zijn u vergeven.quot;
Als gij in den biechtstoel zjt, zoo maak het teoken des heiligen kruises cn spreek :
Eerwaardige Vader, geef mij uwen zegen, opdat ik al mijns zonden goed volmaakt moge belijden. — Ik arm zondig mensch belijde voor den almagtigen God, zijne heilige moeder Maria, alle lieve Heiligen, cn voor U, Vader, stedehouder Gods, dat ik dikwijls en veel gezondigd heb met gedachten, woorden, werken, cn het verzuimen van vele mijner pligten; liet is mij no schuld, ja mijne schuld, en mijne allergrootste schuld. Inzonderheid beschuldig ik mij, dat ik sedert mijne laatste biecht die ik voor.... gesproken heb, mij bezondigd heb als volgt:
Als gij al uwe zonden gebiecht heb, zoo spreek: Deze cn al mijne andere zonden, dia ik mij
38
nu niet berinneren kan, zijn mij leed uit den grond mijns harten, omdat ik God, liet hoogste en beminnenswaardigste Goed, daardoor vertoornd heb. Ik heb mij vastelijk voorgenomen, om met de genade Gods mijn leven te boteren, en bid derhalve U eerwaarde om eene heilzame boete en de vrijspreking mijner zonden, indien gij mij waardig oordeelt.
Onder de absolutie bid stil bij u zeiven ;
Jesus Christus, ik betreur nog eenmaal uit den grond mijns harten alle zonden van mijn geheele leven, omdat ik U, mijn hoogste goed, daardoor beleedigd heb. Ik bid U, o lieer, vergeef mij dezelve, door uw bitter lijden en sterven.
GEBEDEN NA DE BIECHT.
Gij hebt de bezaligende uitspraak vernomen : „Ga heen, uwe zonden zijn u vergeven;quot; vergeet echter de vermaning niet; „doch zondig voortaan niet meer, opdat u niet wat urgers overkome.quot; God heeft u door den mond des priesters uwe zonden vergeven, zeg
GOD UWEN DANK.
Hoe onbegrijpelijk, 6 barmhartige God, is
uwe goedheid jegens mij zondig mensch. Zoo dikwijls heb ik om mijne zonden de eeuwige
30
straffen verdiend, en Gij hebt mij nogthans zoo vaderlijk, zoo liefderijk weder in uwe liefde aangenomen. Dank, eeuwige dank zeg ik U, voor de onschatbare genade, welke Gij mij in het heilige Sacrament van Boetvaardigheid, dooide vergiffenis mijner zonden bewezen hebt; geloofd en geprezen zij uwe barmhartigheid jegens mij. Ach, hadde ik zoo vele tongen als er zandkorrels aan den oever der zee, als er sterren aan den hemel zijn, om TJ zonder ophouden te kunnen loven en prijzen; gij Kooren der zaligen, Gij Heiligen Gods, voleindigt den dank, dien ik niet naar waarde vermag uit te spreken ; met u wil ik instemmen in den lof van den Algoede, met u wil ik nu en in eeuwigheid den Albarmhartige prijzen, zeggende: Heilig, lieilig, heilig is de Heer, de God der Heerscharen ; hemel en aarde zijn vervuld met uwen roem en uwe heerlijkheid; gezegend zij Hij, die komt in den naam des Heeren! Eer zij Hem in den hoogenl
Neem nu nog eenmaal de vermaning van den biechtvader goed ter harte, vernieuw bet besluit, om dezelve getrouw te willen opvolgen, en bid vervolgens ootmoedig :
Hemelsche Vader, Gij hebt mij door de verdiensten van mijnen Heiland Jesus Christus weder als uw kind genadig aangenomen. Zie, in vereeniging met alles, wat mijn Heiland, uw welbeminde Zoon, voor de zonden der ge-hcele wereld gedaan, cn uwev strenge regtvaar-
40
diglieid ten offer gebragt heeft, wil ik nu die boete verrigten, welke de priester mij ter voldoening voor mijne zonden heeft opgelegd. Daarbij offer ik U alle goede werken op, welke ik onder den bijstand uwer goddelijke genade ooit verrigt heb ; alle aflaten die ik verdiend heb; ik offer U op, alle wederwaardigheden, alle kruis en lijden, welke ik nog te dulden en te dragen zal hebben. Gewaardig U, o mijn God, dit alles genadig van mij aan te nemen, en laat het mij tot heil mijner onsterfelijke ziel strekken.
Verrigt de boetgebeden, of zijn dezelve voor eenen anderen tijd besterad, zoo vernieuw het vooruemon, van alles in het werk te zuilen stellen, om de heden gedane belofte van verbetering ook zeker te houden. Die u het willen gegeven heeft, zal u ook het volbrengen geven; bid Hem, bid Hem er dagelijks om, vooral indien ten tijde van bekoring uw besluit begint te wankelen.
Ja, mijn God, het besluit is genomen, nooit wil ik weder zondigen, nooit ü weder vrijwillig beleedigen. — Uwe goedheid jegens mij is zoo groot: hoe heb ik tl toch kunnen beleedigen ? Ach, hadde ik U vroeger zoo goed gekend eii ü ijveriger gediend ! — Niets berouwt mij zoo zeer, dan die tijd, weikon ik in den dienst der zonde heb doorgebragt. O, konde ik al die oogenalikken herroepen, koude ik al die daden ongeschied maken! — Doch te vergeefs! — In het toekomende echter zal mijn geheel leven, al mijn doen en laten slechts aan uwe eer en uwen dienst zijn toegewijd; ik wil mij cr ernstig en ijverig op toe-
41
leggen, om te herstellen, wat ik tot dus verre nagelaten of verzuimd heb. Niets wil ik zoo hoog schatten, niets zoo vurig beminnen, dan ü, mijnen God; niets wil ik zoo zeer haten en vlugten, dan de zonde, wijl zij eene zoo ^roote beleediging uwer goddelijke Majesteit is.
Dit is mijn ernstige wil en mijn vast voornemen : door uwe genade, ó mijn God, heb ik dit voornemen gemaakt, en ik vernieuw het nu voor uw aanschijn en wil het met uwe genade houden tot aan het einde mijns levens. Doch Heer, Gij weet hoe dikwerf ik mij zulks reeds heb voorgenomen en helaas! mijn voornemen niet ten uitvoer bragt; Gij kent mijne zwakheid en onbestendigheid, slechts Gij alleen kunt mij versterken, opdat ik uitvoere, wat ik in dezen heiligen stond besloten heb. — Met U, ó sterke God, kan en vermag ik alles, zonder U ben ik zwak. ïoon dan, ó sterke, ö almagtige God, aan mij de kracht uwer ontferming, ca geef mij de genade der volharding in het goede, waarom ik U door de verdiensten van Jesus Christus ootmoedig bid. Gij zijt mijn God, mijn Verlosser, mijne sterkte, mijn toevlugt; versterk mij in alle gevaren, bescherm mij tegen alle listen en lagen van den boezen vijand, laat mij nooit weder, zelfs niet in eene zonde hervallen ; geef mij eenen leveudigen, onverzoenlijken haat tegen de zonde, en eenen waren, duurzamen ijver in uwen dienst; want voor U alleen wil ik voortaan leven, voor ü wil ik sterven, U wil ik toebehooren in het leven en in den dood»
42
O heiligo Maria, gij toevlugt van die zondaren, welke zich ernstig tot God willen bekeeren; zie, nu met God verzoend zijnde, is het mijn vaste wil, Hem niet weder te beleedigen, maar met alle krachten mijner ziel te beminnen en te eeren. Wees gij mijne voorsprekeres bij God, opdat ik door zijne genade versterkt mijn voornemen niet weder verandere. Heilige Maria, bid voor mij.— Gij Heiligen Gods, bidt ook gij voor*mij, opdat ik sterk moge zijn, om de genade, die ik heden ontvangen heb, nooit weder uit ligtzinnigheid of kwaadwilligheid te verbeuzelen; bidt voor mij, opdat ik standvastig tegen alle bekoringen kunne kampen, en naar uw voorbeeld, liever mijn leven dan de goddelijke genade verlieze; bidt voor mij, opdat dit uur voor mij een waarachtig begin zij van een echt christelijk, Gode behagelijk leven, van eenen vurigen ijver in zijnen dienst, en van cene onverbreekbare liefde tot het hoogste Goed. Gij Heiligen Gods, bidt voor mij.
God, hemelsehe Vader, ontfermt U mijner en versterk mij in mijn voornemen; God Zoon, Verlosser der wereld, ontferm U mijner en bewaar mij in uwe genade; God Heilige Geest, ontferm U mijner en ontsteek mijn hart met het vuur uwer goddelijke liefde. Heilige, drieëonige God, ik beveel mij U aan, laat mij nooit weder door de zonde van U gescheiden worden. Amen.
43
..........
Laat u do communiedag eea bijzonder heilige dag zijn; zoodra gij dos morgens ontwaakt, godvruchtige ziel, zoo vestig uwe eorte gedachten op God en :'\ven Jesus, wien gij lieden het groote geluk hebt te ontvar,.,?n ; gjfest uwen Verlosser en Zaligmaker met de lofspraak: Gelooft zij Jesus Christus! Besproei u met wijwater, en teeken u met het heilig kruis, en spreek, u in den geest lot het Hoog^ waardige uwer parochiekerk wendende:
GELOOFD EN GEZEGEND ZIJ HEI ALLERTTEILIGSTE SACRAMENT DES ALTAABS! Kü EN ALTIJD EN IN ALLE EEUWEN DEB EEDWEN ! AMEN.
M08GKNGEBED OP DEN H. COMMUNIEDAG.
Tot eenen bij uitstek feestelijken dag hebt Gij mij op dezen morgen doen ontwaken, liefderijke hemelsehe Vader; want op het plegtigste, weldadigste en treffendste zal ik heden van uwe liefde verzekerd worden, flie U bewogen heeft, uwen eenig geborenen Zoon voor ons allen in den dood over te geven. — O, hoe verheugd is mijne ziel, dat de dag weder aangebroken is, dat de ure weder nadert, waarin ik het ligchaam mijns Ver-
44
lossers in zijnen maaltijd ontvangen zal; koe plcg-tig is mij deze dag! Dag mijner hoogste vreugde en zaligheid! Dag der eere, waarop mijn Verlosser, de stichter mijner rust en gelukzaligheid, zijn intrek bij mij nemen will Verleen mij. toch, ó hemelsche Vader, de genade, dat ik alle gedachten en gewaarwordingen mijner ziel op het heilige offer vestige, hetwelk ik nuttigen zal, om met Diegene op het innigste vereenigd te Worden, aan Wien gij uw grootste welbehagen hebt. Eewaar mij voor alle verstrooijingen, opdat ik het goed ter harte neme, welk een geluk liet is, tot do dischgenooten van uwen Zoon te behooren.
Goddelijke Heer en Heiland, Jesus Christus, vervul aan mij het woord der belofte: ,,Zoo iemand mijne stem hoeren en mij .zijn hart ontsluiten zal, bij dien zal Ik ingaan en het avondmaal met hem houden.quot; — Het nuttigen van uw heilig vleescli en bloed zij mij gezegend tor versterking van mijn geloof, ter bevordering der godsvrucht, tot geduld in lijden, en tot eene zalige hoop des eeuwigen levens. Ja ik wil geheel in ü berusten: alles wil ik aan uwen wil overlaten, aanhoor slechts nog deze eenige bede: Laat mij liever sterven, dan U beleedigen; vermeerder in mij het gelo.of, de hoop en de liefde. In het beoefenen dezer deugden wil ik volharden, tol; dat ik tot U kome, ó Jesus 1 Amen.
MOKGEKGEBED TOT DE H. MAAGD MARIAi
Heilige Maagd, gij koningin des vredes, ?er-
/
45
werf mij van uwen Zoon de genade, dat ik dien vrede erlange, dien Hij zijne leerlingen als erfdeel heeft nagelaten. Bid voor mij, 6 gezegende Maagd en moeder des heils, die God zoo welbehagelijk waart! Mogt ik toch doer u toegang bij uwen Zoon en in uwe oogen genade vinden, opdat gij mij, gelijk zoo velen uwer kinderen, tot de tafel uws Zoons vergezeldet! Gij vermoogt immers alles bij uwen goddelijken Zoon, Sta mij bij, ó goe-dertierenste Moeder, opdat, als uw Zoon tot mij komen zal. Hij eene aangename woning in mij vinden moge. Amen.
GEBED Tor DE HEILIGE ENGELEN.
Alle mijne geliefde Heiligen en Engelen, en vooral gij, mijn Bescherm-engel, die tot dus verre getuigen mijner misstappen geweest zijt, bidt voor mij en vergezelt mij tot de Tafel des Heeren, en houdt alles van mij verwijderd, wat mijne godsvrucht zoude kunnen verstoren. Bidt voor mij, dat deze heilige eommuniedag, die misschien de laatste mijns levens is, mij tot volkomene genezing mijner ziel strekke; staat mij ter zijde met uwe voorbede, heden en altijd, opdat niets ter wereld mij van Jesus, mijnen Heiland, scheide, en ik eens daar kome, waar ik Hem, mijnen Heer en God, dien ik heden bedekt onder de gedaante van brood, ontvangen zal, met u van aanschijn tot aanschijn aanschouwen en prijzen zal in eeuwigheid. Amen.
46
Een Onze Vader cn oen Wees gegroet, benevens drie Wees gegroeten tot do allerheiligste Maagd, om de deugd der volharding in het goede, en om U door hare voorspraak in do liefde Gods te bewaren.
DE STEM VAN DEN 11. ENGEL-BEWAARDER OP DEN WEG NAAR DE KEEK.
Mijn pleegkind, dat mij door God zijt toevertrouwd, gij gaat naar de Kerk, om aldaar uwen Heiland te ontvangen. Verheugd vergezel ik u in de woning, die God zich onder de menschen heeft uitverkoren; bereid u voor, door godvruchtige gedachten en korte gebeden, gelijk het tot het ontvangen van het heilige Sacrament zijn moet; stel alle huiselijke bezigheden en tijdelijke zorgen ter zijde; tracht nu dit alles te vergeten en ontsla u niet slechts van het nuttelooze, maar ook zelfs van het noodzakelijke. Alles heeft namelijk zijnen tijd; na verrigte godvruchtige oefeningen hebt gij weder tijd om aan de pligten van uw beroep te denken. Bereid Jesus, dien gij voornemens zijt te ontvangen, eene zuivere woning in uw hart en denk na over de volgende
DRIE VRAGEN,
DIE MEN VOOB HET ONTVANGEN DER II. COMMUNIE ERNSTIG TËU HARTE NEMEN EN WELKER WAARACHTIGE BEANTWOORDING MEN GRONDIG OVERWEGEN MOET.
1. Wicn zal ik ontvangen? Gij zult Jisus
47
Christus ontvangen, den Zoon Gods, den Heer der Heerlijkheid, diengene, die menseh geworden is, geleden heeft, gestorven en uit het graf verrezen is, en nu aan de regterhand des Vaders zit, wien alle magt gegeven is in den hemel en op aarde. Hem zult gij ontvangen, van wien David zegt: „Indien ik U slechts heb, ó Heer, wat vraag ik dan naar hemel en aarde!quot;
2. Waarom zal ik Christus ontvangen? Omdat de menseh slechts dan, wanneer hij weder met God vereenigd wordt, waarachtig gelukkig en zalig worden kan.
Daarom zeide Jesus zelf: „Voorwaar, voorwaar Ik zeg u: Indien gij het vleesch van den Zoon des menschen niet eet en zijn bloed niet drinkt, zoo zult gij het leven in u niet hebben. Die mijn vleesch eet en mijn bloed drinkt, die heeft het eeuwige leven.'' — Joann. TI. 54, 55.
Word dus door Christus met God vereenigd, en gij verkrijgt het eeuwige leeen ; blijf in deze vereeniging, en gij hebt het eeuwige leven in u.
3. Hoe moet ik Christus ontvangen ? Hoe ge« wigtig is deze vraag! Zelfs de Apostel Paulus vermaant de christenen van Corinthe: ,,Wie onwaardig dit Brood eet of den Kelk des Heeren drinkt, die zal schuldig zijn aan het ligchaam en aan het bloed des Heeren. Dat de menseh dan zich zeiven beproeve, en aldus van dit Brood ete en uit dezen Kelk drinke. Want wie er onwaardig van eet en drinkt, die eet en drinkt zich
48
zolvcn hel oordeel en den dood, niet onderscheidende het ligchaam des Heeren. Daarom zijn er onder u zoo velen zwak en ziek, en velen die sterven.quot; 1 Cor. XI. 27—30.
Alzoo beproef u te voren wel; overweeg goed, met welk eene godsvrucht, met welk een verlangen, met welk levendig geloof, met welke hoop, met welke heilige liefde, met welk innig berouw, met welken diepen ootmoed gij uwen Heer en God, uwen Verlosser en Zaligmaker ontvangen moet. Stel n regt vcor, met welke godsvrucht, ootmoed en aanbidding de Apostelen de eerste maal het ligchaam en bloed des Heeren uit zijne hand ontvangen hebben. O, indien gij regt erkennen kondet, wat het zeggen wil, Christus zeiven te mogen ontvangen, hoe grootelijks zoudet gij u verheugen, hoe diep zoudet gij u voor Hem buigen!
EERSTE GROET AAN JESÜ3 CHRISTUS IN HET H. SACRAMENT J)E3 ALTAARS.
OEFENINGEN DER GODDELIJEli: DEDGDEN EN GODVKÜCn-IIGE VEKZDCUTISGEN, WELKE ZOO WEL ALS MEN IN DE KERK KOMT, ALS OOK OP ELKES ANDEREN TIJD NUTTIG TE GEBRUIKEN ZIJN,
GELOOF.
Mijn God in het heilige Sacrament! Ik geloof aan TJ, ik geloof alles, wat een christen ver-
49
pligt is te gelooven, omdat Gij die de eeuwige, onbedriegelijke Waarheid zijt, dit gexegd en go-openbaard hebt. Bijzonder echter en zonder allen twijfel geloof ik aan uwe wezenlijke tegenwoordigheid bij ons mensehcn onder deze geconsacreerde gedaante des Broods,
HOOP.
Op U, ó mijn God, hoop ik! Zeer zeker hoop ik van U, voor zoo veel het namelijk van U afhangt, dc eeuwige gelukzaligheid, wijl Gij mij daartoe geschapen en met uw bloed verlost hebt, en omdat Gij in uwe beloften een oneindige getrouwe en almagtige God zijt. En daar gij Ü reeds op aarde geheel aan mij overgeeft, wat moet ik dus in het toekomende niet van U hopen ?
LIEPDE.
Mijn God in het heilige Sacrament! Ik bemin U boven alles als het hoogste goed.
En hoe zoude ik God niet beminnen, die mij zoo grenzeloos bemint, dat Hij mij zelfs voedt met zijn eigen vleesoh en bloed?
AANBIDDING.
Ik aanbid U, o mijn God, die hier verscholen zijt onder de gedaante des broods! Ik erken Ü voor mijnen Heer, aan wien ik mij in den dicp-sten ootmoed ontwerpe.
50
LOF.
Ik loof, eer en verheerlijk U, .ó mijn God in het heilige Sacrament, uit geheel mijn hart, met alle Heiligen in den hemel en met alle mensclien op aarde.
DANKZEGGING.
Ik zeg U dank, u mijn God in het heilige Sacrament, voor de overvloedige genaden, welke Gij in dit allerheiligste geheim zonder ophouden over ons uitstort.
OOTMOED.
Op het diepste verootmoedig ik mij voor U, ü mijn God in het heilige Sacrament! Wat is echter mijn ootmoed bij den uwen in dit groote geheim ?
BEROCW.
Mijn God in het allerheiligste Sacrament des Altaars, van ganseher harte betreur ik al mijne zonden, voornamelijk echter die, waarmede ik U zoo dikwijls in hetzelve onteerd en beleedigd iieb.
VUEDGDE. .
Mijn God, ik verheug mij van harte over de eer en heerlijkheid, die Gij, zoo wel uit U zeiven bezit, als ook die U van al uwe schepselen wordt aan-gedaun, vooral in dit hoogheilige Sacrament.
51
DBOEFHEID,
Mijn Heer en mijn God, hos zeer smarten mij alle beleedigingeu en oneerbiedigheden welke U in dit hoogwaardige Sacrament door ondankbare men-schen worden aangedaan!
IJVEE,
O mijn God in het heilige Sacrament, dat toch alle mensehen U kennen en U den schuldigen eerbied cn liefde betoonen mogten!
VERLANGEN.
Mijn God in het heilige Sacrament, wat is mijn verlangen op aarde ? Gij alleen zijt het! slechts naar U verzucht ik. Ik verlang U door de genade in den tijd, en door de heerlijkheid in de eeuwigheid te bezitten.
OPOITERING.
Mijn God in het heilige Sacrament! Gelijk Gij U steeds voor mij aan uwen hemelschen Vader opoffert, even zoo offer ook ik mij geheel aan U op.
OVERGEVING IN DEN GODDELIJKER WIL.
Mijn God in liet heilige Sacrament! Ik zie U geheel van den wil van nnderen afhangen, daar Gij
52
U op het woord des priesters onder dc gedaanten van brood en wijn bedekt, en IJ door hunne handen naar hun goedvinden, nu hier en dan daar laat dragen. En ik zoude mijnen wil doen willen ? Neen, ik verzaak denzelven ten eenen maal en geef mij geheel en al in den uwen over. Niet mijn, maar uw wil geschiede, hier in den tijd en in eeuwigheid, Amen.
LOF VAN HET ALLERHEILIGSTE SACRAMENT.
Geloofd en aangebeden zij ten allen tijde liet allerheiligste en goddelijke Sacrament!
53
Gebeden andci' de heiïige Mis, op den. day teaarop men de heiliye Vom-mnnie ontvansit»
VOOB DB HEILIGE COMMUNIE,
Gelijk eens do leerlingen bij het lamp;atste Avondmaal met den Heer aan tafel zaten, zoo wilt ook gij nu tot zijne heilige tafel naderen en eten zijn vleesch en drinken zijn bloed ten eeuwigen leven; zie wel toe, of ook gij tot diegenen behoort, van welke de Heiland toenmaals zeggen konde : „Gij zijt rein.quot; Hebt gij uoor eene opregte biecht uwe ziel gezuiverd en dooreen levendig geloof, eene vaste hoop, eene innige liefde, door verlangen en eerbied, uw hart tot eene waardige woning van uwen Heiland en uwen eenigen Regter bereid? — Wel zult gij reeds to voren er dikwijls aan gedacht hebben, dat het besluit onveranderlijk bij u vast staat, om van nu af niet meer da wereld, maar slechts Hem alleen te willen toebehooren met uwe gedachten, woorden en werken. — Zie, deze belofte hebt gij, of althans in uwen naam uw peet, bij den heiligen doop afgelegd. Hebt gij dezelve gehouden? Ach, uw geweten zal u helaas ! het tegendeel zeggen. Vernieuw daarom na het morgengebed als
VOOKBEEEIDING TOÏ DB KLEILTGE MIS, DM DOOPBELOFTEN.
Earmliartige en eeuwige God, Gij hebt mij
door het heilige Sacrament der Biecht wederom als uw kind jn genade aangenomen; zie, daarom kom ik heden in uwen heiligen tempel, in uwe woning, om te eten van hot brood dat Gij uwen kinderen van den hemel gegeven hebt, het vleescli en bloed vau uwen eenig geborenen Zoon, onzen Heer en Heiland Jesus Christus. O Heer, slechts uwe liefde en ontferming alleen kan mij daartoe waardig maken, want ik heb immers het verbond verbroken, dat ik in den heiligen doop met U gesloten heb, en U door de zonde zoo zeer beleedigd. Gij hebt mij vergeven, en wilt mij tot het genot van het hemelsehe brood waardig achten. Daarom vernieuw ik, heilige Drievuldigheid, nu voor uw aanschijn dat heilige verbond, hetwelk ik op dien dag met U gesloten heb, waarop ik door den heiligen Doop een kind Gods geworden ben. Ik dank U, God hemelsehe Vader, dat Gij mij uit onverdiende genade tot uw kind hebt aangenomen; Ik dank U, God Heilige Geest, dat Gij in den heiligen Doop mijne ziel geheiligd en tot uwe woning bestemd hebt. O, ware ik dit verbond steeds getrouw nagekomen ; doch ach, ik ben U door zoo vele zonden en misstappen maar al te dikwijls ontrouw geworden. Ontferm U, o Vader, over uw zwak kind en vergeef mij mijne zonden; want ik heb ondervonden, dat de zonde des menschen verderf is; slechts bij U mijn God, in uwen dienst, is ware vreugde en ware vrede. Daarom verzaak ik heden nogmaals plegtig den duivel, de
00
wereld eu al hunne pracht en al hunne werken; ik verzaak alle hoovaardij, Eille ijdelhekl en alle onzuiverheid der ziel; ik beloof daarentegen hier voor uw altaar, in tegenwoordigheid van alle Engelen en Heiligen, en voor alle hier vergaderde geloovigen, dat ik U slechts dienen en uwe heilige geboden in alles gehoorzamen wil; ik wil ook gehecht blijven aan Jesus Christus, zijn heilig evangelie eu de heilige onfeilbare Kerk ; Hem wil ik getrouw blijven in alle aanvechtingen, in mijn leven en in mijn sterven.
Allerzaligste Maagd, Moeder Gods Maria, aan U draag ik deze vernieuwing mijner doopbeloften op ; verwerf mij van uwen goddelijken Zoon de genade, om dezelve altijd te houden.
Heilige Engel-Bewaarder, aan wien mijn ziele-heil is toevertrouwd, neem mij in uwe bescherming en bewaar mij voor degenen, die mij het geloof of de onschuld mogten willen ontrooven.
Heilige Patronen, wier namen mij bij den doop gegeven zijn, opdat ik steeds aan liet voorbeeld uwer deugden zoude gedenken, verwerf mij vau God de genade, om uwe voetstappen na te volgen, opdat ik Hem eens eeuwig met u moge loven en verheerlijken.
Deze tegenwoordige vernieuwing mijner doopbeloften bekrachtig en bevestig ik door het heilige teeken des kruises, waarmede ik bij den doop geteekend ben. j In den naam des Vaders, j eu des Zoons, f en des Heiligen Gccstes. Amen.
56
BIJ HET BEGIN DER HEILIGE MIS.
Jesus, mijn goddelijke Heiland, in gevolge uwer liefderijke uitnoodiging verschijn ik heden in uwen tempel, om ü, het brood des levens en het voedsel mijner ziel te ontvangen. O, ware toeli mijn hart getooid met de reinheid uwer uitverkorenen , met die reinheid, welke de Serafijnen in de heiligste liefde doet ontvlammen! Ach, mijn geliefde Heiland , ik ben niet waardig U in mijn hart op te nemen , want Gij, de Heiligste, kiest slechts zuivere en vrome harten tot uwe. woonplaats; Gij, Heer des Hemels en der aarde , kunt slechts eene plaats vinden , waar de heiligste liefde, de zoetste godsvrucht, de reinste deugd U eenen tempel bereid hebben. En ik — ó mijn Heer en mijn God, ik zondaar, ik onwaardig, zwak mensch, wil tot uwe tafel naderen? Ach, ontferm U mijner!
Doch, waarom zoude ik treurig zijn, waarom mij bedroeven? Ik wil op den Heer vertrouwen, op Hem, wiens oneindige liefde mij roept en uitnoodigt! Hem wil ik smeeken, dat Hij eenen straal van zijn licht afzende, die mijn hart verlichten en reinigen, en het tot eene waardige woning van zijnen Zoon bereiden moge.
Liefste Jesus, uw goddelijk licht geleide mij tot uwen heiligen berg, tot den troon uwer genade, opdat ik zie en smake, hoe liefderijk Gij zijt, Gij, het licht en leven mijner ziel.
57
Doch wanneer ik de tallooze zonden mijns levens gedenke, ach 1 hoe bedrukt wordt dan mijn hart, en tranen vloeren over mijne wan-gen. Dikwijls en zwaar beleedigde ik U, die mij uit het niet te voorschijn riept, mij verlostet toen ik verloren was, mij met weldaden naar ziel en ligchaam overladet, voortgingt mij te beminnen toen ik zondigde, en mij uwe genade niet onttrekt, toen ik mij in het verderf stortte. O, hoe groot en zwaar is niet mijne schuld! Doch zie, 6 goede God, ik betreur dezelve voor U in de bitterheid mijner ziel, en smeek U om vergiffenis. Ik gevoel mijne verkeerdheid; doch ik waag het nu, voor uw aanschijn en bij het gastmaal uwer uitverkorenen te verschijnen, om het brood der Engelen te ontvangen.
Heiligste Moeder Maria, gij reine tempel des Woords, hetwelk uit liefde tot ons het vleesch heeft aangenomen ; heilige Voorlooper Joannes, gij engel en stem der woestijn; heilige Apostelen en Leerlingen des Heeren, die met liefderijke harten den Koning der Heerlijkheid ontvingt, en Hem nu in gelukzalige aanschouwing geniet, ó smeekt voor mij bij God om barmhartigheid, dat Hij mij mijne zonden kwijtschelde en mijne ziel volkomen zuivere, opdat ik in heilige vreugde en met vertrouwen naderen kunne, om het Sacrament des levens tot mijne eeuwige zaligheid te ontvangen.
58
%
BTJ HET KYRIE ELEISON.
Ontferm (J mijner, 6 liefderijkste Heiland! Zie ik l)en arm en behoeftig; verrijk mij daarom met de hemelsclie spijs, die uwe barmhartigheid den armen bereid heeft. Ontferm U mijner, ó Jesus.
Ais gij nog tijd over hebt, zoo bid: Oefening van Outmoed en Oefening van Berouw, in do tweedo Commu-nieoefening, bladz. 95, 96.
BIJ HET GLOEIA IJf EXCEL SIS,
Eer zij God in den hoogen, en vrede den menschen op aarde, die van goeden wil zijn. Wanneer, o Heere, komt dun die vrede dien de Engelen verkondigd hebben en Gij in de wereld gebragt hebt, eindelijk ook in mijn hart! In mijn hart is nog veel onrust en strijd der zorgen en hartstogten, nog zoo veel liefde en verkleefdheid aan het aardsche; nog zoo vele bekoringen bestormen mijne ziel en laten mij naauwelijks een oogenblik, rust vinden. Goddelijke Vredevorst, Gij wilt heden uwen intrek in mijn hart nemen; 6 breng mij den vrede, uwen vrede, dien de wereld mij niet geven, doch ook niet ontnemen kan; dien vrede, welken Gij ons door strijd en lijden, door uwen dood en overwinning verworven hebt, en waaraan allen deel zullen nemen, welke Gij uit hun geloof en hunne goede werken als de uwen
59
erkent; allen, welke met een zuiver hart en eenen kinderlijken vromen zin naderen tot uw heilig Saerament.
Als gij nog tijd over hebt, zoo bid: Oefening van Verlangen, in de tweede Communieoefening, blad. 97.
GEBED DER KERK.
O God die ons in dit wonderbaar Sacrament de gedachtenis van uw lijden hebt nagelaten; wij bidden U, geef, dat wij de heilige geheimen van uw ligchaam en bloed zoo eerbiedig eeren, dat wij de vruchten uwer verlossing gedurig in ons gewaar worden. Die met den Vader en den Heiligen Geest leeft en heerscht, God in alle eeuwigheid. Amen.
EPISTEL VAN DEN HEILIGEN PAULDS AAN DE coRiNTHiëas. J. XI : 23—29.
Broeders, wat ik van den Heer ontvangen heb, dat heb ik u overgeleverd. In den nacht, toen de Heer Jesus verraden werd, nam Hij het brood; en gedankt hebbende, brak Hij hetzelve, en zeide: „Neemt en eet, dit is mijn ligchaam, dat voor u zal geleverd werden; doet dit tot mijne gedachtenis!quot; Desgelijks nam Hij ook na het avondmaal den kelk en zeide: „Deze kelk is het nieuw verbond in mijn bloed! Doet dit, zoo dikwijls gij hem drinken zult, tot mijne ge-
60
dachtenis!quot; — zoo dikwijls gij alzoo dit brood zult eten en dezen kelk zult drinken, zult gij den dood des Hecren vei kondigen, tot dat Hij komen zal. Derhalve wie onwaardig dit brood eten of den kelk des Hoeren onwaardig drinken zal, die zal schuldig zijn aan het ligehaani en bloed des Heeren. lgt;e mensch beproeve dus zich zeiven, en ete dan van dit brood en drinke van dezen kelk. Want, wie er onwaardig van eet en drinkt, die eet en drinkt zijn eigen oordeel, wijl bij niet onderscheidt het ligchaam des Heeren.
BIJ DEN EPISTEL EN HET EVANOrELIE.
Minnelijkste Heiland! met een getroffen hart dank ik IJ, dat Gij mij voor zoo vele duizenden tot het licht van uw heilig Evangelie geroepen hebt, en mij door uw goddelijk Sacrament kracht verleent, om den weg te kunnen bewandelen, die naar het rijk der hemelen voert, O mogt toch heden uwe liefde in mij zoo krachtig worden, dat ik uwe geboden, die Gij mij tot mijn heil gegeven hebt, tot aan het einde mijns levens met alle trouw vervulle en onophoudelijk naar U, mijne eenige gelukzaligheid streve. ~ Amen.
EVANGELIE VAN DEN HEILIGEN JOANNES.
In dien tijd zeide de lieer Jesns tot zijne
61
leerlingen: ,.Mijn vleesch is waarlijk spijs en mijn bloed is waarlijk drank. Die mijn vleesch eet en mijn bloed drinkt, die blijft in mij en ik in hem. Gelijk de levende Vader mij gezonden heeft, en ik door den Vacer leef, zoo zal ook degene die mij eet, door mij leven. Dit is het brood, dat van den hemel gedaald is; niet gelijk het manna, dal uwe vaderen gegeten hebben en gestorven zijn. Die dit brood eet, zal leven in eeuwigheid.quot;
BIJ HET CKE^O.
(Geloof.)
O Heer, Jesus Christus, die uw vleeseh en bloed tot spijs en drank gegeven hebt, en om ons aan de vrueliten uwer verlossing ten volle deelaehtig te maken, ons dat geheim in uWe almagt hebt nagelaten, terwijl Gij zeidet: Doet dit tot mijne gedaehtenis; hoe wonderbaar openbaart zich hier uwe almagt, wijsheid en goedheid; wij bidden U door deze liefde en genade, dat wij dit groote geheim met een levendig geloof, en mot behoorlijke eerbiedigheid en godsvrucht ontvangen mogen. Door het heilige geloof ben ik verzekerd, dat gij in dit heilige Sacrament waarachtig en wezenlijk tegenwoordig zijt; geen aardsch biood, maar Gij zelf, mijn goddelijke Verlosser, zijt hier tegenwoordig. Dit geloof ik met zekerheid, schoon mijne ligcliamclijkc oogen het niet zien ; in oot*
moed onderwerp ik mij a versland en mijne zintuigen, en houd mij aan het woord, dat Gij gesproken hebt: Ztdig zijn degenen, die niet gezien en toch geloofd hebben,quot; en roep aanbiddend uit: „Mijn Heer en mijn God, Gij alleen hebt woorden des eeuwigen levens,quot; Alles, wat uw mond gesproken heeft, geloof ik met een blijmoedig hart en belijd dit geloof met de geheele heilige Kerk, zeggende: Ik geloof in God, den almagtigen Vader, enz.
Als gij nog tijd over hebt, zoo bid: Oefenintj des Geloofs, in de tweede Communicoefen ing, bladz, 93.
BIJ DE OFFERANDE.
{Liefde.)
öit oneindige liefde hebt Gij, mijn beste Heiland, ü geheel voor mij opgeofferd, alles, spijs en drank, alle aardsehe vermaken wildet Gij ontberen; G-ij leedt zoo vele smarten en sterft met uitgestrekte armen op het altaar des kruises. Zie, brood en wijn wordt op het altaar bereid, opdat Gij cok heden het offer voor mij worden kunt; ook heden onttrekt Gij U uit liefde tot mijne arme ziel aan den luister uwer Godheid, opdat gij mij alles worden kunnet. Hoe kan ik U eehter ontvangen, ó mijn Jesus, indien ik niet uit de reinste wederliefde U ook alles geve, wat ik ben en bezit? Zoo offer ik U dan heden al mijne ge-
63
dachten, woorden en werken op; Gij, 6 Jesus, zult van nu at' mijne eerste gedachte zijn bij het opstaan, en mijne laatste bij het slapen gaan ; nergens wil ik liever van spreken, dan van ü en uwe liefde, die Gij mij heden weJerom betoont; al mijn doen en laten zal slechts ü gewijd zijn, zoo dat van nu af slechts Gij alleen in mij leeft. Amen.
Als gij nog tijd over hebt, zoo bid do Litanie van do liefde quot;Gods, bladz. 22.
BIJ DE PKAEFATIE EN BIJ DEN CANON.
(Hoop.)
Hijs op, mijn hart! verlaat de aarde en verhef u ten hemel. Zie, daar aanbidden de Engelen met den diepsten eerbied,quot; daar zinken de hemelsehe Magten voor de oneindige Majesteit Gods op limine aangezigten neder; daar zijn de reine zielen der heilige menschen in diepe aanschouwing der eeuwige liefde verzonken, en onuitsprekelijk zalig in het genieten der onthulde Godheid , zingen zij onophoudelijk lofzangen van dankbaarheid. O, dat ook ik met hen instemmen en uit den vollen gloed mijns harten uitroepen konde ; i Heilig, heilig, heilig zijt Gij , God der Heerscharen: hemel en aarde zijn vol van uwe eeuwige heerlijkheid. Gezegend zij Hij, die komt in den naam des Heeren, Hosanna in den hooge!quot; Doch Heere, zwak en uwer onwaardig is deze lof nog in
64
mijnen mond; want ik wandel nog op aarde, en de weg tot den hemel, tot mijne zalige voleinding is nog zoo verre; zoo vele onvolmaaktheden drukken mij nog ter neder, zoo vele gevaren omringen mij ; de wereld is zoo boos en ik ben zoo zwak; en indien ik ook heden uwen lof zinge. Gij weet, hoe nabij de bekoring is, die zich weder vijandig tussehen mij en mijne biddende ziele dringt. — Doch Heere, Gij hebt immers versterkend brood voor de zwakke pelgrims op aarde, ja Gij zelf zijt dit brood der ziele; wie daarvan eet. heeft op aarde reeds het eeuwige leven in zich. Zulk een brood hebt Gij beloofd mij te zullen geven; Heer, geef mij altijd van dit brood opdat ik niet wankele en van uw pad niet afwijke, opdat ik op dozen pelgrimstogt niet be-zwijke en neêrzinke, maar daar zeker komen moge, waar ik U met uwe uitverkorenen in eeuwigheid loven en prijzen kan. Ik hoop vastelijk, 6 mijn Heiland, dat Gij mij dit zult toestaan. O mijn Jesus, verlevendig en vermeerder mijne hoop.
Bid hier, zoo gij tijd over hebt, de Litanie van de Hoop, bladz. 19.
BIJ DE CONSECRATIE.
EU DE OPHEFFING DER HEILIGE HOSTIE.
Mijn Heiland, miju God en mijn Koning, ik geloof dat Gij hier tegenwoordig zijt. ' Diep in het stof gebogen, aanbid ik U, o verborgene Jesus Christus. Heer, Gij Schepper aller dingen,
65
)
ó hoe vernedert Gij U in de geringe gedaante des broods!
Geloofd en aangebeden zij ten allen tijde Het allerheiligste en goddelijke Sacrament!
BIJ DE OPHEFFING VAN HET HEILIGE BL03D.
O dierbare Heiland, drie uren hingt Gij smartelijk aan het kruis; overvloedig vloeide het hier verborgene bloed uit uwe heilige wonden. O dierbaar bloed, wasch mij rein van al mijne zonden, en laat ons allen in U het losgeld onzer zielen vinden.
Eeuwige Vader, ik offer u het dierbare bloed van Jesus Christus op, tot vergoeding voor mijne zonden en voor de behoeften der heilige Kerk.
NA DE CONSECRATIE.
(Verlangen.)
Weldra zal de zalige stond nu daar zijn, waarin mij de genade zal te beurt vallen, dat ik U, ó liefste Jesus, eindelijk vinde; dat ik U bezitten en mijn geheele hart voor U uitstorten kan ; dat ik met U spreken mag, gelijk een vriend met zijnen vriend. O mijn Heer en mijn God, konde ik mij zeiven toch zoo geheel vergeten en één met U zijn ! Gij zijt de uitverkorene mijns har-
G6
ten; bij U to ziju alle dagen mijns levens, is liemelsche wellust; Gij zijt mijn vredevorst, wantin ü vind ik alleen waren vrede, ware rust, en buiten U slechts smart en kwelling. Hoe liefelijk, 6 Heer, is uw geest; Gij zijt onzen God, en allen die in U gelooven, zoo onuitsprekelijk nabij. Om ons hart dagelijks te verkwikken en te verblijden, geeft Gij U aan ons tot een dagelijksch genot, tot eenen dagelijkschen maaltijd der liefde. O grenzenlooze liefde, die zich geheel ten beste der menschen heeft opgeofferd. Wat zal ik den Heer voor deze genade, voor deze liefde, kunnen wedergeven? Er is geen geschenk dat ik Hem geven, geen, dat Hem welgevalliger zijn kan, dan een berouwhebbend en ootmoedig hart; dit wil ik Hem geven, geheel en voor altijd, opdat het volmaakt één met Hem worde. Dan zal Hij tot mij zeggen: Ik ben gaarne bij u, moogt gij ook gaarne bij Mij zijn ? En ik antwoorden: Lieve Heer, blijf bij mij, ik wil zoo gaarne bij U zijn; want het is mijn eenigst verlangen, dat mijn hart één met TJ worde en één met ü blijve in eeuwigheid. Amen.
Als er nog tijd is, zoo verrigt het gebed; Liefde en verlangen naar don Heiland, in do tweede Communie-oefening, bladz. 92.
BIJ HET AGNUS DEI.
( Ootmoed.)
O mijn Jesus, ik weet, dat Gij een ootmoedig
67
en vermorzeld hart niet verwerpt; ik erken mijne zonden en misdaden, waarmede ik U zoo dikwijls en zoo zeer beleedigd hsb. Weemoedigheid daarover vervult geheel mijn hart; niet omdat ik daardoor uwe belooningen cie Gij mij beloofdet verloren, en uwe straffen waarmede Gij mij dreig-det verdiend heb, maar omdat ik ü, mijnen besten quot;Vader, mijnen bcminnnenswaardigsten Weldoener beleedigd heb. — Konde ik toch met mijn bloed mijne gepleegde zonden afwassehen, ik zoude het gaarne geven! Doch reinig Gij mij, ö mijn Verlosser, die uw bloed voor mij vergoten, en den dood voor mij geleden hebt; genees de wonden mijner ziel, opdat ik rein en U welgevallig, U in mijne ziel ontvangen kan. O Gij Lam Gods, dat de zonden der wereld wegneemt; ontferm U mijner!
BIJ DE COMMUNIE DER PEIESTEES,
Goddelijk hart van Jesus, gij woonstede der reinste liefde, trek mijn hart met eene gelijke liefde tot U, 6 mijn hoogste goed; laat het, zoo als gij geweest zijt, een altaar zijn, dat onverteerbaar brand door den vurigsten gloed der liefde.
Zie, 6 Jesus, mijn smachtend verlangen; zie mijn oog vol heete tranen, die mij slechts door uwe liefde ontvloeijen. Laat mij ü, o Jesus, beminnen, laat ik mij steeds meer en meer in de liefde oefenen, die voortkomt uit uw goddelijk hart.
G8
Weg, ö wereld, ik heb het beloofd j de bandon die mij zoo lang aan u boeiden zijn verbroken ; weg, 6 quot;wereld, ik zeg het vrijmoedig, uwe liefde is slechts leugen en uwe vreugde slechts bedrog; Jesus, Jesus alleen is getrouw.
O, hoe brand ik van verlangen, om U, ó mijn Jesus te ontvangen! Neem mij op in uw hart; met dit goddelijke hart wcnsch ik mij te vereenigen : en in U, 6 mijn Jesus verzonken te- blijven zal mijn troost en mijn leven zijn,
BIJ I£ET EINDK r)ER HEILIGE MIS.
Zegen, ó menseh geworden Woord des eeuwigen Vaders, dit hart dat U ontvangen zal; verlicht mij, ó Licht dor wereld, opdat ik de grootte uwer majesteit en mijne diepe nietigheid erkenne. O God der heerlijkheid, sidderend, doch ook met een levendig geloof aan uwe oneindige goedheid, nader ik tot uwe heilige tafel; niettegenstaande mijne gebreken en overtredingen komt Gij tot mij, want Gij, liefderijke Heiland, verstoot den zondaar niet, indien hij met een opregt berouw tot ü terug keert. O Heer, ik hoop wel dat ik door het heilige Sacrament der Biecht voor U van zouden gezuiverd ben ; echter, wat is de zwakke zondige menscli voor U, de Allerheiligste! Aan den voet uws altaars vernieuw ik nogmaals het berouw over mijne zonden, en den diepen afschuw van mijne ondankbaarheid en ongehoorzaamheid. Keinig mij meer en meer; schep in mij een zuiver hart.
69
Zegen mijao goedo voornemens, dat zij toch dezen keer, van dit uur af, volbragt mogen worden; laat eindelijk uwe genade al het kwade in mij, en de neiging tot hetzelve overwinnen, op-4 dat ik van na af de zonde afgestorven zijnde, slechts in geregtigheid leve.
Nu dan, o goddelijke Verlosser, met het verlangen om: Een te zijn met U; om zoo heilig en schuldeloos, zoo ootmoedig en zachtmoedig, zoo | onvermoeid in het weldoen te zijn gelijk Gij; met dit vurige verlangen nader ik tot uwen heiligen disch, dien Gij mij bereid hebt. Laat mijne ge-^ zindheid de uwe steeds gelijkvcrmiger, en mijne vereeniging met U steeds volmaakter worden. ^ Amen.
DKIE LIUFDEZDCHTEN TOX JESOS,
VOOR DE H. COMMUNIE.
1. O Jesus! ontsteek mijn hart, hetwelk ik s U ten offer breng, met het vuur uwer liefde, en
bluseh alle vlammen van aardsche liefde in hetzelve uit, opdat buiten U, niets in de wereld mij behage. In uwe liefde wil ik leven en sterven,
2. Uw roep, ö Jesus is: „Komt allen tot ! mij die belast en beladen zijt, en Ik zal u verkwikken.quot; Met uitgestrekte armen verwacht Gij
Imij aan het kruis. Zie, ó Jesus! ik kom. Neem mij op, bid ik U, en eeuwig wil ik door uwe liefde omarmd met U vereenigd blijven.mij aan het kruis. Zie, ó Jesus! ik kom. Neem mij op, bid ik U, en eeuwig wil ik door uwe liefde omarmd met U vereenigd blijven.
13. Het is mij geboden, niet ledig voor U te verschijnen. Doch wat zal ik u geven, ö mijn Jesus? Neem de geschenken uwer godheid en3. Het is mij geboden, niet ledig voor U te verschijnen. Doch wat zal ik u geven, ö mijn Jesus? Neem de geschenken uwer godheid en
70
de krachten mijner ziel aan, die ik U teu uwen dienste toe wijde; neem roijn verstand, mijn geliou-gen en mijnen wil aan. Aan U alleen wil ik denken ; niets wil ik weten, buiten U, niets wil ik beminnen, buiten U, en in niets geschiede mijn wil, maar alleen de uwe. Ik kom, wijl Gij mij gebiedt te komen, wijl ik zonder U niet gelukkig zijn kan. Zoo neem mij dan op, ó Jesus, en vervul aan mij, hetgeen Gij belooft hebt. Jesus, ik geloof in U; Jesus, ik hoop op U; Jesus ik bemin U, nu en tot in alle eeuwigheid. Amen.
GEBED BIJ HET HEENGAAN ÏOT DE H, COMMUNIE.
Staat mij bij, ö allerheiligste Maagd met den heiligen Josef. Mijn heilige Engel-bewaarder, en gij mijne geliefde beschermheiligen N. N. staat mij ter zijde, en bereid mij den weg tot de tafel des Heeren.
O Heer, ik ben niet waardig dat Gij onder mijn dak, in mijne ziel komt; doch spreek slechts een woord, en mijne ziel zal gezond worden.
Na deze gebeden nader (ot de heilige tafel met al den eerbied, zedigheid en ootmoedigheid, welke deze eerwaardige handeling en hooge genade vereischt. Nader met vertrouwen, want het is uw Heiland zelf, die u uituoodigt om Hem te ontvangen ; hoop alles van Hem. — Terwijl gij den Heiland ontvangt, zoo denk er levendig aan, dat de Ileiiujsle en Hoogste, uw Schepper en Verlosser zijn intrek bij u neemt, on spreek in uw hart met den priester :
Het ligchaam onzes Heeren Jesus Christus beware mijne ziel ton eeuwige leven. Amen.
71
© B B S3 © B M na «1c EBeillge CJommunïc.
OKDEFvRIGT.
Hot is niot noodig, dit ondomst iodcrcn keer tc lozen. Het komt er meer op aan, dat raon overwege, wal or in ligt opgesloten.
Nadat gij, christelijke ziel, Jcsuk ontvangen hebt, en Hij met zijne godheid on menschheid zich gewnnr-digd heeft plaats te nemen in do arme herborg uws harten, zoo vereer uwen hoogcn gast ook naar uw beste vermogen; want naar waarde zijt gij hot niot in staat. Hoe echter? Het onderwerp uwer godsvrucht rnogo het volgende zijn : 1) Geloof dat Jesus inuzelvon tegenwoordig is; val neder en bid Hem aan. 2) Dank Hom voor zijne liefde, die Hem heden tot u gevoerd heeft. 3) Betreur nogmaals uwe zonden. 4) Beloof Hem nu standvastige trouw in zijnen dienst, dat is, standvastige verbetering des levens, ö) Bid Hem om genade, on draag Hem uwen kommer en uwe ellende, uwo rampen en tegenspoeden voor; vorgeeLniet, om eene bijzondere genade te bidden, en voornamelijk om die, welke u het noodzakelijkste is; vergeet niet voor uwe naasten, als ook voor do'zielen in het vagevuur te bidden. Bidt gij met vertrouwen — zoo zult gij alles vorkrijgen. Bodenk wolk onuitsprekelijk geluk het is, diongene te bezitten, welken hemel en aarde niot kunnen bevatten, den oorsprong aller genaden, Josus Christus, uwen Verlosser en hoogsten Heor aller dingen. Begeef u naar eene plaats, waar gij stil in u zelve gekeerd, en vrij van alle verstrooijing, u met dozen hemolschen bruidegom ondorhourlen kunt, en zog: .,Nu heb ik gevonden (iicn mijne ziel bemint: Ik zal Hem
vasthouden en Hem niet laten gaan. Mijne geliefde is de mijne en ik ben de zijne,quot; of gelijk de aarlsvader Jacob; ,,Ik zal U niet laten gaan, tenzij Gij mij gezegend hebt.quot; of gelijk Pauius; „Ik leef, doch niet meer ik, maar Jesus leeft in mij. Wie of wat zal mij van de liefde van Christus kunnen scheiden ?quot; Overweeg wel, dat deze oogenblikken kostbaar zijn, en dat men God dezelve allen schonken en wijden moet. Stort uvv hart uit in heilige gevoelens en begeertens, oefen uin liefde en vertrouwen; zweer de zonde eeuwigen haat, en offer u geheel aan God op. Hebt gij eenigen tijd om U in stilte met Jesus te onderhouden, zoo kunt gij ter aanwakkering uwer godsvrucht de volgende gebeden verrigten.
GEBED VAN DEN 11. IGNATIUS,
Ziel van Christus heilig mij,
Ligchaam van Christus maak mij zalig.
Bloed van Christus drenk mij.
Water uit de zijde van Christus wascli mij.
Lijden van Christus versterk mij.
O goede Jesus verhoor mij,
Verberg mij in uwe heilige wonden.
Laat niet toe dat ik van U gescheiden worde. Bescherm mij tegen den boozen vijand.
Eoep mij in het uur van mijnen dood.
En gebied dat ik tot TJ kome;
Opdat ik U met al CJwe Heiligen love in alle eeuwigheid. Amen,
Jesus, voor U leef ik; Jesus, roor U sterf ik; Jesus, ik ben do uwe in het leven en inden dood. O mijn Jesus, ik geloot in U, ik hoop op U, ik bemin ü van ganscher harte.
73
AANBIDDING NA DE H. COMMDNIE.
•
O mijn .lesus. van waar komt het, dat Gij, mijn groote God, U gewaardigd tot mij te komen ! Met den diepsten eerbied aanbid ik U als mijnen Heer en mijnen God; eeuwigen dank zeg ik U, en offer U mijne ziel en mijn ligehaam, ja alles wat ik heb tot uwen heiligen dienst op. Blijf nu bij m)j met uwe genade, en versterk mij door de kracht van dit heilige Sacrament nu en in het uur van mijnen dood. O mogten toch alle volkeren der aarde U erkennen, en mogteu alle ketters, die U ia r'.it aanbiddenswaardig geheim lasteren, en alle slechte christenen, die dit heilig liefdemaal zoo dikwijls onteeren, door het onwaardig te ontvangen, zich tot U bekeeren, en U de schuldige eere geven. Ja, aanbidding, lof en roem zij U, koning der eeuwige heerlijkheid ! Daarom roep ik in het stof vernederd, vol eerbied mot de hemelsche geesten uit: Heilig, heilig, heilig is de Heer, God Sabaoth! Hemel en aarde zijn vol van zijne heerlijkheid! Hosanna in den hooge! Gezegend zij Hij, die komt in den naam des Heeren! Hosanna in den hooge! Geloofd en gezegend zij het allerheiligste Sacrament des Altaars, nu en altijd en in alle eeuwigheid! Amen.
DANKZEGGINS.
Zoo hebt gij nu gevonden, dien uwe ziel bemint. Houd wat gij hebt, dat niemand u de kroon ontroove,
3
74
opdat van nu af niet meer gij, maar Jesus Christus in u levo. — Groote dingen heeft do Heer aan u gedaan, dat Hij uw hart tot zijne ^Y0ning verkoos; zeg Hem dank door het volgende
GEBED,
Ik heb ü in mijn hart, 6 Jesus, mijn Heiland en Verlosser, U mijnen God, mijnen troost, mijne rust en mijn al. Wees duizendmaal gegroet, eeuwig, hoogste goed mijner ziel: wees gegroet Gij heil der wereld, Gij oorsprong aller liefde en ontferming, Gij mijn toevlugt, mijn Heer en mijn God. Ik bemin U als mijn hoogste goed, ik omhels U als mijn Heiland en Zaligmaker. Welk eene groote genade is het voor mij, dat Gij, mijn Heer en mijn G-od, de Koning des hemels en der aarde, ü gewaardigt, tot mij, uw zondig schepsel, te komen. Van waar komt mij deze genade, ó mijn Jesus? Slechts alleen van uwe oneindige goedheid en barmhartigheid! — Welken dank ben ik ü daarvoor schuldig 1 Geene grootere weldaad hadt Gij mij ooit op de wereld kunnen bewijzen. Eindeloozen dank zeg ik U, ó mijn Jesus; en wat ik niet kan, namelijk ü daarvoor waardig prijzen, dat zullen in plaats van mij uwe Heiligen doen, benevens alle schepselen des hemels en der aarde.
Heilige Maria, Moeder van dengene, dien ik thans in mijn hart heb opgenomen; zog mijnen Jesus dank voor de groote genade die Hij mij bewezen heeft, dank Hem m^t mij van nu af tot
75
in eeuwigheid. Gij Heiligen Gods, zegt mijnen God eeuwigen dank voor de grenzelooze liefde, die Hij mij, zijn ellendig schepsel, thans bewezen heeft. Alles, wat geschapen is, love mijnen Jesus in eeuwigheid; Hij, de Almagti-ge en Barmhartige heeft groote dingen aan mij gedaan.
BLIJDSCHAP OVER HET BEZIT VAN JESUS, EN VERLANGEN OM HEJI TE BEHOUDEN.
Waarlijk, groote dingen heeft God aan ü gedaau! Engelen mogen zijn aanschijn slechts aanschouwen, en bij u — heeft Hij zijnen intrek genomen! — Welk otler der liefde wilt gij Hem daarvoor brengen ? O, vrees Hem te verliezen ! Spreek daarom tot Hem met gevoelens van liefde en blijdschap het volgende
GEBED|
OM JESÜS STEEDS TE BEMINNEN.
jesus, van nu af leef ik voor U alleen. Gij zijt de Konina: mijns harten, en Gij zult het zijn en blijven. Heersch over mij volgens uw goddelijk welbehagen; ik wenseh niets te zoeken, dan U ; — niets te willen, dan U ; — niets te beminnen, dan IJ; — niets wenschelijks heb ik op aarde, geene zaligheid heb ik in den hemel, buiten U, ó mijn Jesus. mijn heil en mijn erfdeel in eeuwigheid.
76
BESLUIT,
OM JESUS NA TE VOLGEN.
Overweeg, hoe groot de liefde van Jesus tot zijnen liemelscliec Vader en tot de menschen is; overweeg zijne minachting der aardsche vermaken, zijne zachtmoedigheid, zijnen ootmoed, zijn geduld en alle overige eigenschappen, die Hij getoond heeft, om u tot voorbeeld te dienen. Opdat echter Christus uw erfdeel worde, zoo moet gij zijn eigendom blijven. Doch gij weet, hoe vele vijanden u om het bezit van dit erfdeel belagen. Bid God om kracht, om zijn eigendom te kunnen blijven en spreek in deze meening tot Hem de volgende
OPOFFERING EN OTEKGEVINQ.
O Jesus, offer der liefde, Gij hebt U in dit aanbiddenswaardig Sacrament geheel tan mij overgegeven. Zie, ook ik wil mij thans geheel aan U toewijden. Ik offer U mijn ligohaam op, dat Gij thans door uwe tegenwoordigheid heiligt; ik offor u mijn hart op, om U te beminnen en de zonde te haten; mijn verstand, om uwe volmaaktheden steeds beter te leeren kennen; mijn geheugen, om mij aan uwe liefde te herinneren; mijne oogen, om de wonderen uwer werken te beschouwen; mijne ooren, om slechts van U en uwe ontfermingen te hooren; mijnen mond, om slechts uwen lof te verkondigen; mijne handen, om IJ welbehagelijke werken te verrigten; mijne voeten, om de wegen uwer geboden % bewandelen, Ik geef mij geheel aan U over, doe met mij, wat U behaagt. Ik wil voortaan slechts
77
leven, om U te beminnen, te aanbidden en te verheerlijken. Ik beken het, mijn Verlosser, dat, deze offergift uwer zeer onwaardis; is; want ik bep slechts een onnutte knecht. Doch zoo ik U weinig geve, zoo geef ik U nogthans alles, wat ik in staat ben te geven. Gij zult dus mijn offer niet versmaden, en ook eene onvolmaakte gift, om de zuiverheid der bedoeling en des goeden wils welgevallig aannemen, Jesus Christus, laat den duren prijs van uw heilig bloed aan mij niet verloren zijn. O Jesus, verstoot die ziel niet, welke Gij U gewaardigd hebt binnen te gaan. Gekruiste Jesus, verhoor mij!
VERZOEK 031 DEN ZEGEN BIJ AL ONZE 'WEllKEN,
Wij allen hebben in dit moeijelijk anrdscïle leven, waarin wij met zoo vele moeijelijkheden beiaden, aan zoo veel gevaarlijken strijd, aan zoo vele drukkende rampen 'onderworpen zijn: in ouzo bekommeringen, kwellingen en tegenspoeden troost en bijstand noodig. Tot wien zouden wij ons anders wonden als tot Jesus Christus, om vertroost, versterkt en bewaard te blijven. Uw Heiland, uw vriend, uw grootste weldoener is bij U; doe Hem allo bekommeringen uws harten kennen, en bid om zijnen zegen door het volgende
GEBED,
Zegen mij, o Jesus, in mijn leven met de genade van alles te erkennen, te zoeken en te volbrengen, wat U welbehagclijk is; versterk mij in welvaart en tegenspoed, opdat ik mij in
78
gene niet verheffe, en in deze niet bezvvijkc, laat niets mij verblijden, dan hetgeen mij nader tot U brengt, en niets mij bedroeven, dan hetgeen mij van U verwijdert: geef ook, dal ik niemand trachte te behagen en niemand vreeze te mishagen, dan slechts U alleen. Schenk mij 6 mijn God, een hart, dat U opregt en ernstig bemint; een hart, dat de gepleegde zonden smar-lelijk betreurt; een hart, dat door niets ter wereld zich meer van U laat scheiden,, noch in bet leven noch in den dood.
Zegen mij, ó mijn Jesus, ook in het sterven. Bewaar mij voor eenen haastigen, ongelukzaligen dood; bescherm mij tegen alle aanvechtingen van den duivel, en laat mij niet sterven, zonder het waardig ontvangen van dat heilige Sacrament, hetwelk Gij voor mij en alle zondaren tot hulp en troost in uwe ware Kerk liebt ingesteld. Versterk mij door deszelfs kracht in de smarten des ligchaams. Verlaat mij niet in mijn laatste uur, en bewaar mij voor alle vermetelheid en voor alle kleinmoedigheid.. Geleid mij, 6 Heer, en bestuur mij, opdat ik in uwe genade leve, in uwe genade sterve, en U eens met uwe Heiligen in den hemel eeuwig loven en prijzen moge.
Uw goddelijke zegen kome ook over allen die mij dierbaar zijn, over mijne ouders, bloedverwanten, huisgenoot.en, weldoeners, vrienden en bekenden, ook over mijne vijanden, bijzonder N. N. — Gij kent hunnen kommer, hunnen nood en hunne behoeften, Ook bid ik U voor diegenen, welke ik niet
79
kenne, doch die uwo hulp bijzonder noodig hebben, zoo wel levenden als overledenen; kom allen te hulp en wees hen genadig. Uw goddelijke, weldadige zegen kome over ons allen, en blijve bij ons van nu af tot fa eeuwigheid, Amen.
GEBED TOT MA.RIA,
' OM ZICH AAN DEN DIENST DEZER ALLERHEILIGSTE MAAGD TOE TE WIJDEN.
O Maria, reinste Maagd, magtige Koningin des Hemels en der aarde, en zeer beminde Moeder van mijnen God en Heiland ; zie hier voor uwe voeten een arm kind, dat onder uwe moederlijke bescherming verlangt opgenomen te worden. Heden heb ik het geluk gehad, Jesus Christus, uwen aanbiddenswaardigen Zoon in het heilige Sacrament des Altaars te ontvangen: heden heb ik mij geheel met Hom vereenigd, en mij op nieuw aan zijnen heiligen dienst toegewijd en opgeofferd. Hij wil mij nu weder als zijn kind aanzien en mij zijne liefde gevoelen laten. Mijn geluk ware volmaakt, indien ook gij, 6 zeer geliefde Moeder mijns Verlossers, mij onder het getal uwer pleegkinderen opnemen en van uwe vermogende bescherming verzekeren wildet. Gij vermoogt alles bij uwen goddelijken Zoon, Hij wil en kan u niets weigeren, en wat wij uithoofde van onze onwaardigheid niet verdienen te verkrijgen, dat kunt gij ons verwerven, indien gij u gewaardigt, onze voorspraak bij Hem te zijn.
80
Vergun mij dus, ó minnelijke Moeder van mijnen Jesus, dat ik u ook mijne moeder noeme, mij aan uwen dienst toewijde, en naast God al mijn vertrouwen op u stelle. Het is immers nog nooit gehoord, dat er een uwer pleegkinderen verloren is gegaan. Ik neem dan mijnen toevlugt tot u, 6 magtige beschermster en voorsprekeres, en in al mijne geestelijke en ligcliamelijke rampen en gevaren wil ik mij tot u wenden, in de vertroostende hoop, verhoord en gered te zullen worden.
Ik geef derhalve heden en alle dagen mijns levens, en voornamelijk in het uur van mijnen dood, mijn ligchaam en mijne ziel, alles wat ik ben en wat ik bezit, aan u over. Op u stel ik mijne hoop en mijnen troost, u beveel ik mijn leven en mijnen dood aan, opdat al mijne gedachten, woorden en werken, tot meerdere eer en verheerlijking van mijnen God mogen strekken.
Ik neem mij ook vastelijk voor, om de ver-cering van u naar mijn vermogen te verbreiden, uwe eer steeds moedig te verdedigen, en niets toe te laten, wat dezelve zoude kunnen bena-deelen. Inzonderheid wil ik mij echter beijveren, om u door het beoefenen van die deugden te vereeren, welke zoo helder in u uitblinken: uwe diepe ootmoedhrheid, uwe onvergelijkelijke zuiverheid , uwe zachtmoedigheid en lijdzaamheid, uwe onderwerping aan den goldelijkeu wil. En indien ik mijn leven zoo naar het uwe inrigte, dan ben ik zoo wel van uwe moederlijke bescherming als van mijne eeuwige zaligheid verzekerd.
81
O Maria, minnelijke Moeder, versmaad mijne dringende bede niet, wees mijne middelares en voorsprekeres bij irven goddelijken Zoon, mijnen strengen Regter, opdat ik voor Hem bestaan moge, een genadi.5 oordeel venverve, en waardig bevonden worden, om Hem in alle eeuwigheid met u en alle zalige geesten te loven en te verheerlijken. Amen,
GODTEUCHTISE GEVOELENS NA DE H. COMMUNIE.
IVu ben ik rijk aan schatten !
De vrede is nn mijn deel.
Geluk en zaalge vreugde Vervullen mij geheel.
De hemel schonk de reinste lust! Welzalig 't hart dat daarin rust!
Meer dan ik durfde hopen
Heeft Jesus toegestaan;
Hij gaf zich mij tot spijze:
Wat eer deed Hij mij aan! Ontvang, 6 Heer, voor zulk een schat Mijn harte dat U thans bevat.
82
'k Wil nooit den Heer verlaten, Die liefdrijk tot mij kwam;
Maar trouw wil ik hem zweeren.
Mijn Bruiclgom, 'tgoddelijk Lam! Ik wijd' Hem eeuwgc liefde toe,
Niet anders ben ik wel te moo.
Wil Jesus bij mij blijven!
Versterk mij in den strijd, In droefheid en in vreugde
Van mijnen levenstijd.
'k Bid dat Gij, Heer, mij niet verlaat, Wanneer mijn laatste ure slaat.
83
Codvrnchtlgc VcrEoekcn na do H. Communie-
VERZOEK OM VERGIFPENIS DER FEILEN DIK MEN BIJ DE H. COMMUNIE BEGAAN HEEFT.
Op uwe uitnoodiging, 6 goederticrenste Jcsus, ben ik tot het groote gastmaal gekomen, niet alsof ik deze eer geloofde te verdienen, maar, wijl ik mij op uwe oneindige goedheid en barmhartigheid verliet. Ik onwaardige heb uw ligchaam en uw bloed genoten , w ant l^ij hebt gezegd: i Indien gij het vleesch van den Zoon des menschen niet zult eten, zoo zult gij het leven in u niet hebben.quot; Minnelijke Jesus! ik bid U, gedenk mijne zonden niet, waarmede ik bijna geheel mijn leven bevlekt heb: zie ook niet op de achteloosheden, die ik bij deze heilige communie begaan heb. Ach! hoe weinig moeite heb ik mij gegeven, om mijn geweten te zuiveren! Hoe koel was het berouw over zoo vele en zulke afschuwelijke zonden,^ die ik bedreven heb! Hoe ongevoelig was mijn hart, toen ik tot dit Sacrament der liefde naderde! Hoe weinig tijd heb ik tot de voorbereiding en schuldige dankzegging besteed! Indien Gij de zonden en achteloosheden gedenkt,^ Heer! Heer, wie zal bestaan? Ik beken dat ik verkeerd ge-
84
gedaan heb; Gij echter, hoop ik, zult mij mijne zonden vergeven. Groot is het vertrouwen eens zondaars, wien de liefde des Heilands bekend is. Vergeef, 6 Jesus, vergeef mij alle feilen, die ik bij het naderen tot uwen heiligen diseh begaan heb, en maak dezelve weder goed door uwe barmhartigheid en uwe oneindige verdiensten. Daarom bid ik ü van harte. Amen.
VERZOEK, Olt NOOIT WEDER DOOR EENE DOODZONDE VAN JESUS GESCHEIDEN TE WORDEN.
O mogt ik toch in het toekomende door zulk een' vasten band met U, ó Jesus! vereenigd blijven, dat ik in eeuwigheid niet weder van U gescheiden werd! Maar ach! er woont in mij, namelijk in mijn vleesch, niets goeds; wel maak ik besluiten, om het goede te doen; doch ik vind de kracht niet in mij, om het te volbrengen ; want ik doe niet het goede, dat ik wil: maar ik doe het kwade, hetwelk ik niet wil. Daarom wend ik mij tot U, ó Jesus, die mijn onvermogen ziet, en uit wien al mijre kracht is. Geleid G-ij , o leidsman mijner ziel, mij voor uwe oogen op uw pad, geleid mij volgens uwe regtvaardige geboden. Zonder U vermag ik niets; doch alles kan ik door ü, die mij versterkt. Help mij dus, opdat ik meer dan alle overige zonden, waartoe de boosheid en zwakheid
85
jjjne mijner bedorvene natuur maar al te zeer geneigd is, voornamelijk deze , . . vermijde; dat ik echter onder de overige deugden, naar welke te streven ik helaas zoo traag ben, bijzonder naar die . . . . trachte. lleik mij, ó Jesus, uwe behulpzame hand, en ik zal uwe magt prijzen. Maak mijne vereeniging met U zoo naauw en duurzaam, dat ik uitroepen kan: »Wie zal mij scheiden vau de liefde van Christus?quot;
Dquot; TEEZOEK, DAT ONZE VRIENDEN AAN DE VRÜCHTKN
!VAN DIT SACSAMENT DEEL MOGEN HEBBEN.VAN DIT SACSAMENT DEEL MOGEN HEBBEN.
O Jesus! aan U hebben wij den krachtigsten voorspreker bij God den Vader; Gij zijt het Ïj Zoenoffer voor onze zonden; ja, niet alleen voor de onzen, maar ook voor de zonden der ge-heele wereld; Gij hebt ook uw vleeseh voor j, het leven der wereld gegeven, en Gij wilt, dat alle mensehen zalig worden. Geef, bid ik U, dat allen nu en bijzonder in het uur van hunnen dood aan de vruchten van dit allerheiligst j' Sacrament deelachtig worden, voornamelijk mijne
ouders en weldoeners, N . . mijne vrienden en vijanden, N . . . Breng hen met mij tot het eeuwige leven, boezem onze harten de genade in, om onze zonden opregt te betreuren en te ver* zoenen, de deugden te beminnen en ons dezelve te verwerven, opdat wij eens in het huis uws Vaders, in de eeuwige heerlijkheid verdienen te
rend Jen, isch loor ien-
86
komen. Zalig zijn degenen, die in uw huis wonen, 6 Heer! zij zullen U loven van eeuwigheid tot eeuwigheid.
GEBEDj
OM VOOR EEN KRUISBEELD TE BIDDEN.
Zie, ö mijn goede en zoete Jesus-! in uwe allerheiligste tegenwoordigheid werp ik mij op mijne knieën neder, en bid en bezweer U met al de vurigheid mijner ziel, dat Gij mijn hart wilt doordringen met levendige gevoelens van geloof, hoop en liefde, en met een waar berouw over mijne zonden; en schenk mij eenen on wrikbaren vasten wil, om mijn leven te verbeteren, terwijl ik zeer getroffen en in de droefheid mijner ziel uwe heilige vijf wonden besehouwe en daarbij behartige, wat de heilige profeet David van U, 6 mijn Jesus, voorzegd heeft: gt; Zij heihen mijne handen en voeten doorboord; zij heiben al mijne beenderen geteld. Ps. XXI: 17, 18.
Als de tijd het toelaat ware het goed, te bidden het volgende of dergelijk,
ALGEMEEN GEBED OM EENEN TOLLEN AFLAAT TE VERDIENEN.
Orn eenen door cle Kerk verleenden aflaat te verdienen moet men in staat van genade zijn, en na gebiecht en
87
gecommuniceerd te hebben, moet men volgens bet voorschrift der heilige Kerk voor het welzijn der Christenheid bidden, namelijk om verheffing der katholieke Kerk, om uitroeijing der ketterijen, om vrede en eensgezindheid onder de christelijke vorsten, op de volgende of dergelijke wijze.
O Jesus, die in deze wereld gekomen zijt, opdat wij liet leven bezitten en hot overvloedig bezitten zouden; ik geloof, dat gij met dit inzigt aan uwe heilige Kerk de sleutelen van het rijk der hemelen hebt toevertrouwd, met de belofte, dat alles, wat zij op aarde binden of ontbinden zoude, ook ia den hemel gebonden of ontbonden zoude worden. Daarom geloof ik, dat Gij, ó Jesus, aan uwe heilige Kerk de magt gegeven hebt, om aflaat te verkenen, en dat gebruik van den aflaat heilzaam is. Mogt ik tot het getal van die boetvaardige en verzoende zondaren behooren, waarop Gij met welgevallen nederziet, en die Gij met de volheid uwer genade beloont! Ik hoop het, u mijn Verlosser, en met dit vertrouwen verschijn ik voor ü, om de laatste voorwaarde te vervullen die de Kerk ons voorgeschreven heeft, namelijk, om U zoo wel hare groote belangen, als die der geheele christenheid voor te stellen,
OM VEUHEPEING DEK H. KATHOLIEKE KERK.
O God, opperste Herder en Vader der goloovi-gen, die door uwen Heiligen Geest het geheele
ligchaam der Kerk bestuurt en heiligt, en door Jesus Christus de heerlijkheid van uwen Naam aan alle volkeren hebt bekend gemaakt: Bewaar het werk uwer ontferming, opdat uwe heilige Kerk in al het goede toeneme, zich uitbreide over de geheele aarde, en in de belijdenis van uwen heiligen Naam standvastig volharde.
Dat Gij uwe heilige Kerk wilt beschermen en bewaren. — Wij bidden U, verhoor ons!
Tweemaal Onze Vader: Wees gegroet: Eer zij den Vader, enz.
OM EENDEAGT DEE CIIRISTELIJKE VOESTEN.
O God! die den vrede geeft en de eensge- il
zindheid bemint; geef alle christelijke vorsten, TS uwe dienaren, volmaakte eendragt; verwijder alle • z
oorlogen en twisten, opdat uwe geloovigen ü in v
volmaakte vrijheid des geloofs mogen dienen. \
Dat Gij de christelijke koningen en vorsten d
vrede en ware eendragt wilt verleenen. — Wij l bidden U, verhoor ons!
Tweemaal Onze Vader: Wees gegroet; Eer i
/
OM UITEOEIJING DEK KETTERIJEN.
Almagtige, eeuwige God! die alleu aalig ma-
89
ken, en niet wilt, dat er een verloren ga; zie
genadig nedev op do zielen, die de arglistigheid van den boozeh vijand bedrogen heeft! — Geef dat uwe christenen alle verdeeldheid eindigen, alle dwalingen nlleggen en tot de eenheid uwer waarheid terug koeren, door Jesus Christus , onzen Hoer. Amen.
Dat Gij de vijanden der heilige Kerk wilt vernederen. — Wij bidden (J, verhoor ons.
Tweemaal Onze Vader; Wees gegroet: Eer zij den Vader, enz.
VOOR ZIJNE HEILIGHEID DEN PAUS.
Opperste en eeuwige Herder, Jesus Christus, ik beveel U onzen heiligen Vader :r.n, don Paus N . . . uwen plaatsbekleeder op aarde! Verhoor zijne gebeden en wensohen, die uwe eer en het welzijn der Kerk beoogen. Geleid en verlicht, versterk, verdedig en ondersteun hom, opdat hij de heilige Kerk altijd waardig moge besturen. Amen.
Dat Gij den paus en al de geestelijkheid in uwen heiligen godsdienst wilt bewaren. — Wij bidden ü, verhoor ons!
Eenmaal Onze Vader: Wees gegroet: Eer zij den Vader: Ik geloof in God, enz.
GEBED.
.O God der ontferming! Gij hebt aan uwe
90
heilige Kerk de magt verleend, cm te binden en te ontbinden. Dankbaar maak ik gebruik van de genaden, die zij mij aanbiedt. Laat mij nooit vergeten, dat slechts ware boetvaardige zondaren, welke hun hart door boetvaardigheid gereinigd hebben, de' kracht van den aflaat en de kwijtschelding der tijdelijke straffen, die wij hier of hiernamaals moeteu voldoen, deelachtig worden. Vergoed, wat wij bij de strenge boetplegingen der eerste christenen te kort komen, door uwe liefde en door de oneindige verdiensten van Jesus Christus, in welke alle christenen genade en verlossing hebben, en waardoor wij van uwe ontferming de zaligheid des hemels verwachten, Amen,
Gebed,
oji den aflaat voor eenen overledene op te offeren,
Jesus, mijn God en Heiland! ik smeek uwe oneindige barmhartigheid, dat gij den aflaat dien ik door mijne heilige communie verdiend heb, de ziel van N , , . ter harer verlossing wilt laten strekken. Mogt deze ziel echter de voorbede niet meer noodig hebben, zoo schenk dezelve aan die ziel, welke het naast aan de verlossing is, opdat zij ü, ö goede God, in den hemel ook in mijnen naam beminne, love en aanbidde, en inzonderheid voor mij bidde, opdat ik door eenen gelukzaligen dood in haar gezelschap in den hemel
91
moge opgenomen worden, om U to beminnen, te loven en te aanbidden in alle eeuwigheid. Amen.
Bid zevenmaal het Ome Vader, en Wees gegroet, en even zoo dikwijls: Heer, geef hun de eeuwige rust, benevens: Ik geloof in God, enz.
DE STEM VA.\ DEN II. ENGELBEWAARDER BIJ HET VERLATEN DER KERK,
Uwe godsvrucht en stille overdenkina;, mijn mij door God toevertrouwd pleegkind, moet geen einde nemen, zoodra gij de Kerk verlaat. De pligtea van uwen staat roepen u naar huis, daarom moet gij echter den tempel uws harten niet verlaten; want hoe ondank.oaar zoudt gij jegens uwen God zijn, die in hetzelve'woodt, indien gij Hem alleen liet, en u zoo geheel in de uitwendige dingen verlustigdet, dat gij niet meer aan Hem dacht! Indien gij ver te gaan hebt, zoo bid den heiligen rozenkrans of andere korte schietgebeden; zoek u geen aangenaam gezelschap; maar tracht, zoo veel mogelijk is, alleen te gaan. Kunt gy dit niet, zoo zoek uw gesprek op godsdienstige onderwerpen te brengen; want verschrikkelijk ware het voor u, indien gij uwen zoo wel als mijnen God, die zich zoo vol ontferming met u vereenigd heeft, door liefdelooze of onzuivere gesprekken -terstond uit uw hart verdreeft, wat bij zoo veleu geschiedt, eer nog do communiedag ten einde is. Breng, na de godsdienstoefening in do kerk, dezen geheiligden dag door mot het lozen van godsdienstige boeken, houd den kruisweg, of bid dien tehuis. Bezoek en verkwik, zoo gij kunt, eenen zieke. Bespaar, onthoud u zeiven iels, opdat gij op den communiedag den armen iets meer dan anders geven kunt; daardoor zult gij u voor den hemel kostbare schatten verwerven.
92
ALS MEN DE HEILIGE MIS TE VOREN NIET BIJWONEN KAN.
LIEFDE EN VERLANGEN NAAR DEN HEILAND.
(Door den zaligen Thomas van Kempen).
Isïet de grootste godsvrucht en vurigste liefde, met al het verlangen en den gloeijendsten ijver mijns harten wensch ik ü, ö Heer, te ontvangen, gelijk vele Heiligen en godvruchtige zielen in de Heilige Communie naar U verlangden, die door de groote heiligheid huns levens en de vurigheid hunner godsvrucht IJ het meest behaagd hebben. — O mijn God, eeuwige Liefde, mijn hoogste Goed, eindelooze gelukzaligheid, ik wensch U met het allervurigste verlangen en met den diepsten eerbied to ontvangen, die ooit eenige Heilige- gehad heeft, of heeft kunnen gevoelen. — En ofsolioon ik ook onwaardig ben, al die gevoelens van godsvrucht te bezitten, zoo offer ik TJ nogthana al de begeerten mijns harten op, alsof ik al die brandende begeerten der Heiligen alleen hadde. — Ja, wat ooit eene godvruchtige ziel bedenken of verlangen kan om U in dit heilig Sacrament te eeren en te verheffen, dit alles offer ik U op met de hoogste vereering en
93
met de innigste liefde. Niets wensch ik voor mij te behouden, maar mij zeiven en alles wat ik bezit, offer ik U gewillig en zeer gaarne op. — O Heer, mijn God, mijn Schepper en mijn Verlosser! ik verlang U heden met zulk eene godsvrucht, eerbiedigheid en hoogachting, met zulk eene erkentenis, waardigheid en liefde, met zulk een geloof, hoop en zuiverheid te ontvangen, gelijk uwe allerheiligste Moeder, de luisterrijke Maagd Maria, U ontving en naar U verlangde, toen zij den engel, die haar het geheim uwer menschworüing verkondigde, ootmoedig en godvruchtig antwoordde: ,)Zie de dienstmaagd des Heeren, mij geschiedde naar uw woord.
GEBEDEN VOOR EN NA DE H. COMMUNIE.
(Door den II. Alphonsus van Liguori).
I. OEFENING VAN GELOOF.
Welaan dan, mijne ziel, haast u om Jesus te ontvangen; bereid uw hart ernstig voor door het geloof. Zeg Hem: Ach, mijn Heiland en mijn Verlosser, zoo zult Gij dan binnen weinige oogenblikken tot mij komen. O Gij verborgene en door het meerendeel der menschen miskende God, ik geloof in U, ik belijd U, ik aanbid U in het allerheiligste Sacrament als mijnen Heer en Heiland. Gaarne zoude ik mijn leven willen verliezen om deze waarheid te bevestigen. Gij
94
komt tot mij, om mij met uwe genaden te verrijken en om U geheel met mij te vereenigen. O hoe groot moet mijn vertrouwen op uwe zoo liefderijke komst zijn!
II OEFENING VAN HOOP.
Vergroot uw hart, mijne ziel; uw Jesus kan u met alle goederen vervullen; en wijl Hij u zoo onbegrijpelijk vurig bemint, zoo hoop dan groote genaden van dezen uwen Heer, die door liefde aangedreven, ja geheel in liefde veranderd, tot U komt. Ja, mijn liefste Jesus, mijne Hoop, ik stel al mijn vertrouwen op uwe goedheid; ik hoop, dat daar Gij U heden aan mij schenkt, Gij de liefelijke vlam uwer heilige liefde in mijn arm hart ontstekea, en mij een opregt verlangen, om slechts enkel uw welbehagen te zoeken, geven zult, opdat ik van nu af in het vervolg niets anders moge willen en begeeren, dan slechts datgene, wat ü behaagt.
III. OEFENING VAN LEEFDE.
Ach, Gij eenige en ware liefhebber mijner ziel, mijn God en mijn heil, wat kondet Gij nog meer doen om van mij bemind te worden? — Hij was U niet genoeg, o Gebieder mijner ziel, om voor mij te sterven: Gij hebt dit Sacrament willen instellen, om U geheel aan mij te geven, om uw hart met het hart van een zoo ellendig ondankbaar mensch, als ik ben, te kunueu ver-
95
eeuigen en uaauw te verbinden. O eludelooze liefde, ö onbegrijpelijke liefde, ö onmetelijke liefde! Mijn God wil zicli geheel aan mij schenken, wil zich geheel aan mij tot spijze geven!
Mijne ziel, gelooft gij dit? En zoo gij het gelooft, wat doet gij dan, wat zegt gij ^er van? Ach, mijn God, mijn minnelijkste God! 6 oneindig beminnenswaardig, zelfstandig Wezen! Gij eenig voorwerp, dat waardig is, om door den hemel en de aarde met liefde gehuldigd te worden ! Ik bemin ü, uiü geheel mijn hart, ik bemin U boven alles; o konde ik toch bewerken, dat de harten aller menschen U zoo beminden, gelijk Gij verdient bemind te worden. Ik bemin U, ó beminnenswaardigste God ; ik vereenig mijn ellendig hart met dat der heilige Serafijnen, met het van liefde blakende hart der allerzaligste Maagd Maria, eu met alle harten der uitverkorenen in den hemel en op aarde. Nu bemin ik ü dus, ó oneindige Goedheid, met al de liefde, waarmede alle Heiligen en Maria, de Koningin van alle Heiligen, U beminnen. Ik bemin U alleen daarom, wijl Gij waardig zijt, boven alles bemind te worden.
IV. OEFENING VAK OOTMOED,
Mijne ziel, gij gaat nu heen, om u met het allerheiligste vleeseh van Jesus te spijzen; zijt gij zulks echter ook waardig? O mijn God, wie ben ik, en wie zijt Gij ?. Mijn God, ik
96
erken uwe allerhoogste majesteit en tevens mijne groote nietigheid.
Gaarne zoude ik mij uit eerbied van U verwijderd houden; doch waarheen zal ik gaan, indien ik mij van U verwijder? Tot wien zal ik mijne toevlugt nemen? Wat zal er van mij worden? !Neen, mijn Heer en mijn God, nooit wil ik van U wijken. Zeer verootmoedigd cn rood van schaamte wegens mijne zonden, kom ik dezen morgen tot U. Bij dit alles ben ik echter vervuld met een vastquot; betrouwen op uwe goedheid en onbegrensde liefde, die Gij U verwaardigt mij toe te dragen.
V. OEFENING VAK BEROUW.
€5 God mijner ziel, hoe doet hot mij leed, dat ik U tot dus verre niet bemind heb, ja veeleer, in plaats van U te beminnen, mijne lusten en verkeerde neigingen bevredigd en uwe oneindige goedheid zoo dikwijls bedroefd en be-leedigd heb. Ik haat en verfoei meer clan alles alle beleedigiugen, zoo wel de grooten als do geringen, die ik U heb aangedaan, omdat Gij er door zijt beleedigd geworden, die de oneindige Goedheid zelve zijt. Ik hoop wei is waar, ó mijn God, dat Gij mij mijne misdaden reeds vergeven hebt; mogt dit echter nog niet geschied zijn, dan bid ik U niet een vermorzeld en verootmoedigd hart, dat Gij mij de genade uwer vaderlijke vergiffenis wilt doen geworden, eer ik ü nog onfvnnge; wnsch eerst
97
met uw bloed mijne ziel af, waarin Gij weldra wilt binnengaan om er in te wonen.
VI. OEFENING VAN VERLANGEN.
Zoo verhef dan uwe begeerten, mijne ziel: die gelukkigste stond uws levens is genaderd, waarin uw Jezus wil komen, om in uw hart te worden opgenomen. Zie, de Koning des hemels, zie, uw God en Verlosser komt werkelijk reeds tot u! Sta bereid, om Hem met liefde op te nemen ; roep Hem en verzucht naar Hem met een hevig verlangen; zeg Hem: kom, ó mijn Jesus, kom in mijne ziel; want zij verlangt naar U! Eer gij U echter aan mij sch'enkt, wil ik IJ mijn ellendig hart als een geschenk en een offer geven; zie, ik geef het U inderdaad over. Neem deze wel is waar geringe, doch nogthans mijne allerbeste gave, van mij aan; kom en toef niet, om er bezit van te nemen.
VIL GEBED TOT DE ALLERHEILIGSTE MAAGD MARIA.
O allerheiligste Maagd en mijne Moeder Maria, zie, ik nader reeds tot het altaar, om uwen allerliefsten Zoon te ontvangen. Ach, konde ik uwe zuiverheid en liefde bezitten, waarmede gij Hem in dit Sacrament ontvangen hebt. O Moe-
98
dor der barmhartigheid, reik mij dezen morgen uwen Zoon Jesus zoo toe, gelijk gij Hem eens den herders en den Wijzen uit het oosten toegereikt hebt. Uit uwe allerreinste handen begeer en verlang ik Hem heden te ontvangen. Zeg Hem, dat ik een uwer dienaren ben; dan ben ik verzekerd, dat Hij mij met veel liefderijker oogen aan-sien, en mij veel inniger bij zijne komst met zich vcreenigen zal.
Als de priester do heilige Hostie toont, zeg dan met hem de volgende woorden driemaal:
Heer, ik ben niet waardig, dat Gij onder mijn dak komt, maar spreek slechts een woord, en mijne jüel zal gezond worden.
DANKZEGGING NA DE H. COMMUNIE.
I; OEFENING VAN GELOOF.
O grenzelooze goedheid, o onbeperkte barmhartigheid, 6 oneindige liefde! Een God komt, om zich met mij te vereenigen, om mij geheel tot de zijne te maken. Mijne ziel, gij die thans zoo naauw met Jesus verbonden en een met Hem geworden zijt, wat zult gij doen? zult gij Hem niets zeggen? zult gij u niet met uwen God onderhouden? Bedenk, dat ontelbare engelen u omringen, en hunnen God, die nu in uw hart woont, aanbidden. Bid gij dus ook dezen uwen Heer in uw binnenste aan, keer in u zelve, verzamel aile
99
krachten van uwen geost verdrijf alle vreemde gedachten uit uw hart.
II, oefening vaï? begkoeting,
Mijn Jesusj mijn Beminde, mijn oneindig goed, mijn alles! geloofd en gezegend zij van mij en van al uwe schepselen uwe komst in het armza»
lige hutje mijner ziel!
III, oefening van dankbaakheid.
Mijn Heer en mijn God! ik dank TI voor de genade, die Gij mij deze morgen bewezen hebt, dat Gij U verwaardigdet tot mij te komen en in mijn hart te gaan wonen.
Ik wensch U eene dankbaarheid te betuigen, die de grootheid uwer genade, die Gij mij bewezen hebt, waardig is en er mede overeenkomt. Doch hoe kan ik ellendig menseh U ooit naar waarde danken?
IV. oefening van opoffering.
Mijn goddelijke Heiland, ik offer heden aan U op en geef U alles over wat ik ben en alles wat ik bezit; mijne verlangens, mijne inwendige en uitwendige zinnen, mijne gedachten, mijne begeerten, mijne vermaken, mijne neigingen, mijne geheele vrijheid, de ledematen mijns^ ligehaams en eiken druppel van mijn bloed. Kortom, alles.
100
ziel en ligchaam leg ik als een offer voor uwe allerheiligste voeten neder.
Kom, ó verteerend vuur, ö goddelijke liefde! en verteer alles in mij, wat het mijne is en uwe allerreinste oogen mishaagt, opdat ik van nu af aan U geheellijk toebehoore, en enkel daarom leve, om niet slechts alleen uwe geboden en uwe raadgevingen, maar ook alle begeerten van uw goddelijk hart en uw heilig verlangen op te volgen en te vervullen. Amen.
V. OEFENING VAN VEKZOEE,
Mijne ziel! de tegenwoordige oogenblikken zijn de kostbaarsten uws levens. Laat er geen van voorbijgaan, zonder het nuttig besteed te hebben. Geene genade ia er in de onoverzienbare schatten der rijkdommen Gods te vinden, of gij kunt dezelve verkrijgen. Zie, hoe minzaam de eeuwige Vader op u nederblikt, terwijl Hij zijnen geliefden Zoon in D ziet, het allerbehagelijkste voorwerp zijner almagtige vaderliefde.
Jesus zelf spreekt tot u: wat verlangt gij, dat Ik u bewijzen zal? Ik ben gekomen, om u van mijne rijkdommen mede te deelen, en uwe behoeften te bevredigen. Begeer van Mij met vertrouwen; gij zult alles zeker verkrijgen, wat gij verlangt.
Houd een weinig sfil en verzoek van Jesus eene bijzondere genade, voornamelijk echter die, dat gij uwe lioofdneiging moogt overwiunen. Vergeet niet, om voor de bekeering
i
101
k
der zondaren en voor de verlossing dergeloovigo zielen in het vagevuur te bidden.
Eeuwige Vader! Jesus Christus, uw eenigc geboren Zoon, heeft ons zelf met deze woorden verzekerd : t Voorwaar, voorwaar Ik zeg u, zoo gij den Vader in mijnen naam om iets zult bidden, zoo zal Hij het u geven.quot; (Joan. XVI.) Verhoor mijn gebed uit liefde jegens dezen uwen Zoon, dien ik thans in mijn hart draag, en verleen mij cn allen, voor welke ik heden tot u bid, datgene, wat ik van U begee r.
Jesus en Maria, gij liefelijkste voorwerpen mij-nor liefde,' uit liefde tot TI wil ik leven, uit liefde tot U wil ik lijden, en uit liefde tot U wil ik sterven. O dat ik U toeh geheel toebehooren en geen deel meer aan mij zeiven hebben mogt!
Geloofd en gezegend zij ten allen tijde het allerheiligste Sacrament des Altaars, en gezegend zij de heilige en onbevlekte ontvangenis der allerheiligste Maagd Maria!
LIEFDEZUCHTEN NA DE HEILIGE COMMUNIE.
Zoo zijt gij, Jesus, nu bij mij
Giin dat ik ü omarme,
Blijf, ó geliefde, blijf nu hier. Wijk nooit meer van mij arme.
102
Voor U, ö zoete bruidegom!
Wil ik van nu af leven;
U Jesus, 't ware Lam van God! Wil ik mij overgeven.
O Jesus, ach, wat wierd van mij
Zoo Gij mij gingt verlaten?
Geen vreugde heb ik zonder U, Wat zou mij alles baten?
O maak mijn hart quot;tot uwen troon,
O Jesus, mijn beminde;
En dat ik met U, Zoon van God! Voor eeuwig mij verbinde.
Zie nu zijt Gij mijn eigendom.
Ach, wees en blijf het immer; Versmaad uw trouwe bruid toch niet, Verlaat haar nooit en nimmer.
Mijn hart zij gansch uw eigendom,
Slechts U zal het behagen;
Doch ook uw harte zij het mijn, En niets wil ik meer vragen.
Met U, ó Jesus, welk geluk!
Reeds hier in ramp en smarte; Uw' liefde en uw' genade stilt 't Verlangen van mijn harte.
Doch zonder U, wat smart zou 't zijn !
Moest ik mij van U scheiden, 'k Wou dan zelfs in den hemel niet, Hij bragt mij niets dan lijden.
Ja, slechts de hoop die beurt mij op,
Dat ik eens zal aanschouwen U, die lhans in mijn hart verhuld Aanziet mijn vast vertrouwen.
103
Ea tot dien tijd wil ik mijn hart
U rein en vroom bewaren,
En mijne liefde zal in leed Of vreugde niet bedaren.
En door uw vleesch en bloed gesterkt
Wil ik met vreugde sterven;
Laat dan, ó Jesus, hoogste Goedl Laat mij den hemel erven.
Om den Aflaat te verdienen verrigt het gebed, bladz. 86-91.
-3-8-
104
D E EDE
Communie-oefening.
Wp de Feestdagen van de allerheiligste Maagd Maria.
VOOR DE HEILIGE COMMUNIE.
Liefde en verlangen naar den Heiland, bladz. 92.
Tot ü verzucht ik op uwen huidigen luisterrijken feestdag, o heilige Moeder Gods, Moeder van mijnen lieer Jesus Christus, dien mijne ziel nu godvruchtig verlangt te ontvangen, — en Moeder aller christenen, die in dit tranendal tot ü zuchten! Sta mij bij, ó goedertierene voorspre-keres dier zielen, die Jesus beminnen en van een vurig verlasgea naar de heilige vereenig ing met Hem blaken! O goedertierene en milddadige Maagd, open uwe bloemrijke handen, versier met uwe zeldzame deugden mijn ledig hart en bereid hetzelve tot een bed van leliën, waarin de geliefde en eenig geborene Zoon uws harten, eene liefelijke en aangename rust vinde!
O uitverkorene dochter des eeuwigen Yadeis, die Dengene, dien de hemelen der hemelen niet
105
bevatten, in uwen zuiveren solioot gedragen hebt; welk een hoogst verheven voorbeeld zijt fi;ij voor alio zielen die dezen Zoon des Allerhoogsteu iii de heilige Communnie ontvangen ! Voor^ Hem uwen God en HiK-r alleen, hebt gij alle minuten uws levens gesleten; ecne bestendige en zulk eene bovennatuurlijke voorbereiding was uwe ia alle deugden uitmuntende en maagdelijke levenswandel geweest, dat gij reeds vol von de genade des Heiligen Geestes waart, toen gij Hem ontvana'en hebt. En even zoo is geheel uw verder leven, toon gij Hem ontvangen hadt, in hoogst loffelijke dankzegging en steeds toenemende heiligheid voorbij gegaan. — En zie, o goddelijke Moeder van mijnen Heer, naauwelijks bon ik in staat, om nvj eoiien zoo kovten iijo. lot zijne heilige ontvangst voor ta bereiden; en zoodra is Hem, don aüerhoogstén Heer des hemels en der aarde ontvangen heb, vei val ik reeds weder in. ijdelo verstrooijingen dezer wereld. Ach, in zuchten en klagen moot ik zoo vele verloopene jaren mijns levens b. treuren; en wegens de teugelooze ligtzinnighcid mijns harten — vopr den nog overigen tijd mijns levens sidderen.
Ach voorwaar, ik beu ellendig, en arm en naakt aan alle deugden ! In het bewustzijn mijner geheele onwaardigheid val ik aan uwe heiiig'o voeten neder, ó wonderbare Maagd, om u in ootmoed aan te roepen, dat gij mij heden als ecne liefderijke moeder bijstaan, inijiie onvolmaaktheden uit de volheid uwer genaden vergoeden, en mij loeren wilt, hoe ik Jesus ontvangen moet, Dien
IOC
gij, het eerst van allen, van den Heiligen Geest ontvangen en tot onze onnitsprekolijke blijdschap, voor onze zaligheid en voor onze verlossing gebaard hebt; het zelfde ligchaam mijns Heeren zal ik heden ontvangen; Hem zal ik dragen en in mijne ziele baren.
O Moeder der barmhartigheid, toon u heden als eene moeder; versier mijn hart met uwe zuiverheid, met uw onwankelbaar geloof, met uwen stillen ootmoed, met uwe standvastigheid in het werken en lijden, met uwe serafijnsehe godvruehtigheid en liefde, opdat ik uwen god-delijken Zoon waardig in mijne ziel moge opnemen, voor wiens eer uw moederlijk hart zoo zeer ontgloeid is, en tot wien wij door u toegang hebben, ó deur des Hemels, toevlugt der zondaren, en Koningin aller uitverkorenen!
En Gij, ó mijn goddelijke Heiland! neig uw oor naar de woorden uwer zeer beminde Moeder, en verleen mij door hare genadige voorspraak, wat ik wegens mijne onwaardigheid niet verkrijgen kan, opdat ik TJ mot een vurig verlangen en met alle godsvrucht cn liefde ontvangen, en | tot aan het einde mijns levens steeds in een getrouw hart dragen moge. Amen.
Oefening van Geloof, Uoop, Liefde en Berouw bladz. 93—96.
Drie liefdezuchten Lot Jesusgt; bladz, 69.
107
NA DE HEILIGE C03IMUNIE.
I. Oefening van Geloof, bi'adz. 98. II. Oefening van Begroeting, bladz. 99,
III. Oefening van Dankbaarheid, bladz. 99i
IV, Oefening van Opoffering en Verzoek, bladz, 99—100.
GEBED TOX J£SOS EN MARIA,
O Jesus, Zoon der zeer gezegende Maagd, ik aanbid ü in allen ootmoed en met alle vurigheid mijns harten. Ontferm U mijner, ó mijn Verlosser, ter liefde uwer roemwaardige maagdelijke Moeder, door welke Gij Ü verwaardigd hebt ouzo moeder te worden ! Ik offer alle godsvrueht, alle getrouwheid en aanbidding van haar van. liefde vlammend hart, al hare getrouwe voorbeden voor ons zondaren, alle martelingen harer ziel, welke het zwaard der droefheid doordrongen heeft, en alle blijdschap der hemelsehe heerlijkheid, waarin zij ü nu eeuwig bemint, aanbid en ver-verheerlijkt, aan ü op.
O Maria, onze middelares, zie, mij ontbreekt bij dit heilige bruiloftsmaal ten eenen maal de wijn der godsvrucht, die de heilige zielen zoo zalig: verrukt en bedwelmt! O, spreek edn woord, en Jesus zal u verhooren; want nog nooit en nimmer heeft Hij u, zijne zeer beminde Moeder, een verzoek geweigerd! Gezegende Maagd, die het beste .deel verkozen hebt, dat u nooit zal ontnomen worden: zie, ook ik verkies hetzelve;
108
doch al, al te zeer moet ik vreezen, dat het mij wegens mijne grootc laamvhcid ontnomen cn aan diegenen gegeven worde, die overvloeijen van o-oede werken! Daarom smeek ik tot uw hart, dat zoo rijk is aan ontferming: Verwerf mij de genade der godsvrucht eu standvastige volharding tot aan het einde mijns levens 1
O Jesus, met Maria wil ik aan uwe voeten zitten eu de zoete woorden des heils uit uwen mond vernemen; want Gij alleen, ö levend Woord des Vaders, hebt woorden des eeuwigen levens. O doordring mijn hart met uwe vurige woorden, opdat zij daar herleven en in heilige werken der liefde veranderen! Vervul mijn hart met eene stille liefde, die elk uwer heilige inboezemingen in alle opregtheid verneemt, en met eenen heiligen ijver voor uwe goddelijke eer opvolgt, opdat ik met de vurige godsvrucht van Maria de werkzame zorgvuldigheid van Martha veree* nice; en, om hoe vele dingen mij ook bekommerende, het eene noodzakelijke altoos voor oogen hebbe, hetwelk uwe wonderbare Moederbij dat bruiloftsmaal tot uwe dienaren gesproken heeft en ook mij heden toeroept: „Dost alles, ivat Hij u zeggen zal!** Want zalig is de sclioot die U gedragen heeft; zalig zijn de borsten, die Gij gezogen hebt; doch niet minder gelukkig zijn zij, tïie het woord üods hooren en hetzelve volbrengen.
O mijn Heiland, schenk mij door uwe allerheiligste vereeuiging met mij, uw onwaardigst schepsel, en door de krachtdadige voorbede mij-
109
ner hemelsche Koningin, uwer maagdelijke Moeder, deze dubbele zaligheid, dat ik volgens de woorden de3 Apostels, U, mijnen God, bestendig in mijn ligchaam drage, en uw heilig woord vervulle, opdat ik na dit kven de vreugdevolle woorden vernerae: „Welaan, gij getrouwe knecht, gaat binnen in de vreugde uivs Heeren?'' en daar met Maria en het geheele hemelsche hof U eeuwig beminne en zegene! Amen.
Gsbed tot de H. Moeder Gods. bladz. 79.
Gebed van den H, Ignatius, bladz. 72.
Verrigt, om den aflaat te verdienen, de gebeden op bladz. 86—91.
De vrome vereerders der allerheiligste Maagd Maria zullen zeker gaarne haar ter eere den H Rozenkrans bidden (bladz. 15) om door hare voorbede waardig de heilige Communie te ontvangen : en als godvruchtige oefening op den namiddag, een van de Rozenkransen, bladz. 133—134, tot dankzegging, en om Jesus altijd getrouw teblyven.
110
Op den Feestdag van eenen SIcilfge.
Deze communie-oefening kan vooral dan dienen, wanneer het feest van den Beschermheilige eener kerk gevierd wordt, of wanneer men ter eere van den Heilige wiens naam men draagt, de heilige Communie ontvangt, zoo als inzonderheid op diens naamdag vele godvruchtige christenen gewoon zijn te doen.
VOOK DE H. COMMDNIE.
I, De Doopbeloften, bladz. 53.
II. Liefde en verlangen'van den Heiland, bladz. 92, III. Geloof., Hoop, Liefde en Berouw, biadz. 93-96.
Heilige N. . « , boe onuitsprekelijk groot is de vreugde der goJvmcbtige ziel, die plaats neemt aan dien heiligen maaltijd, waar Jesus zelf, uw en baar eenigc geliefde, baar opgedisebt wordt! Hoe zoet zoude mij elke traan zijn, die ik in Jesus tegenwoordigheid uit de vurigheid mijns harten konde weenen, zoo als Magdalena zijne voeten met tranen bevochtigd beeft! Waar wordt echter deze vurigheid, dit heilig weenen aangetroffen? Ach, gloeijen moet mijn hart in tegenwoordigheid vau Hem en zijner heilige Engelen, en vreugdetranen moest ik vergieten; want ik heb Hem in het heilige Sacrament waarachtig tegenwoordig, alhoewel bedekt onder de gedaante des broods. Onze oogen zouden bet ' niet verdragen kunnen, indien Hij zich in zijne
%
goddelijke heerlijkheid vertoonde; daarom houdt
Hij zich om onze zwakheid in het heilige Sacrament verborgen. Hier heb ik waarachtig en hier aanbid ik Diegene, Dien de Engelen met U in den hemel aanbidden; gij wel is waar terwijl gij Hem werkelijk aanschouwt, doch ik slechts in het geloof. Nogtlians wil ik tevreden zijn met het licht des geloofs, en in hetzelve wandelen, tot dat ook voor mij de dag der volmaakte helderheid aanbreekt en de duisternis verdwijnt. O, wanneer zal dit geschieden? Wanneer, zalige bewoner des hemels. Heilige N. . . , sal ik met u Diengene van aanschijn tot aanschijn genieten, Dien ik thans bedekt onder de gedaante van brood aanbMde? Heilige N. . . , gij kunt mij door uwe vermogende voorbede deze genade, waarnaar ik zoo vurig verlang, verkrijgen. Wees mijne voorspraak, gij groote vriend (vriendin) van God! Bid, dat de tegenwoordigheid van Jesus mij geheel en al ontvlamme, en mij volkomen in hem veran-dere, opdat ik door middel van de genade der innerlijke vereeniging, door het vuur zijner liefde versmolten, slechts één geest met Hem zij 1 Heer, wat uwe Heiligen, die zich bij U in den hemel verheugen, geloofden, dat geloof ook ik ; wat zij hoopten, dat hoop ook ik; en waar zij gekomen zijn, daar wensch ik door middel van uwe genade ook te komen. Ik geloof, dat ik in het allerheiligste Sacrament des Altaars uw vleesch waarlijk ete, en uw bloed waarlijk drinke. Ik hoop, dat ik niet onverzadigd van U zal weggaan, maar dat Gij barmhartig jegens
112
mij zijn zult, zoo als Gij het eertijds jegens uwe Heiligen waart. En wat is mijn verlangen buiten U, mijn Jesus, Gij God mijns harten?
Gelijk do Heilige, wiens (wier) feestdag heden gevierd wordt, in de blijdschap des Heiligen Geestes bij uwe tegenwoordigheid opsprong, als hij (zij) in dc heilige communie hart aan hart met U was, door even zulk een verheven en heilig verlangen wenschte ook ik ontvlamd te zijn, en op het innigste met U vereenigd te worden. O, dat ik zoo diep geroerd ware, als die vrome zielen, die van een brandend verlangen naar dit heilig Sacrament en van gloeijende liefde des harten, dikwerf hunne tranen niet konden weêr-houden ! Ach 1 hoe schaam ik mij en hoe verslagen ben ik, indien ik bedenke, met welk eene vurige godsvrucht en begeerte sommige vrome harten tet uw heilig Sacrament naderen, terwijl ik koel en droog, zonder ware godsvrucht en vurigheid des harten blijve! O Jesus, oneindige Goedheid, ontferm ü mijner!
En gij Koningin aller Heiligen, zoetste Moeder Maria, verwerf mij, dat ik Jesus Christus, uwen Zoon, met dio godsvrucht en liefde ont-vange waarmede Hem de Heilige N. . . , in het heilige Sacrament ontvangen heeft gedurende zijnen (haren) wandel op aarde! Maak, dat mijn hart door zijne liefde ontvlamd worde, door welke ook het hart van dezen Heilige jegens Jesus ontgloeid was!
Drie liefdezuchten iot Jesvs, bladz. 69.
113
KA DE H. COMMUNIE.
I. Aanbieding, bladz. 73.
II. Dankzegging, bladz. 63.
III. Opoffering, bladz. 76.
GEBED TOT JESUS EN DE HEILIGEN.
Heer, wie ben ik, stof en asch, dat Gij mij zoodanig voor U verheerlijkt, en mij onder diegenen plaatst, over welke Gij uwe ontfermingen laat komen, daar Gij mij met uwe kinderen van uwen koninklijken discli het voedsel des levens aanbiedt, mij, die niet waardig ben, gelijk de hondjes van de broodkruimelen tc eten, die van uwe tafel vallen.
Heere Jesus, welken lof, of welken dank, of welke aanbidding zal mijne ziel, uw veraehtelijk schepsel, dat Gij met zoo vele genaden bekroont, U voor deze overmaat uwer goedheid toebrengen? — Oneindige dank zij U, Heer Jesus 1 eeuwige dank. Schepper en Verlosser der menschen! dat Gij, om aan de geheele wereld uwe liefde te openbaren, een heerlijk gastmaal bereid hebt, waarbij Gij ons uw allerheiligst vleesch en bloed tot spijs en drank geeft, ons daardoor vermaakt, en met alle geneugten des hemels vervult!
Koning der Engelen en Koning aller Heiligen, die Gij in ü verheugt en door U zalig maakt! wees geroemd en geprezen in alle uwe Heiligen!
114
Alle koren uwer engelen en geliefde uitverkorenen moeten voor U nedervallen, en U, den levenden God, ten eeuwigen tijde aanbidden! Inzonderheid moet TJ met den geheelen hemel zoo aanbidden uwe heilige N. . . , die voor uw aanschijn staat, U bemint, prijst, bezit, en dien Gij alles in alles zijt 1 Ik echter ó Heer! lig hier voor U in het stof, en huldig U, loof en verheerlijk U, in hartelijke blijdschap, dat Gij voor ü en alle Heiligen de eeuwige glorie, vreugde en verheerlijking uit U zei ven zijt. Ik dank ü voor alles, wat Gij voor het heil van mij en alle men-schen, bijzonder echter voor de zaligheid en glorie van dezen Heilige gedaan hebt.
O Jesus, kroon en luister uwer uitverkorenen! aan U geloof ik, op U hoop ik, op U stel ik al mijn vertrouwen, naar U verlang ik, ü omhels en bemin ik, aan U geef ik mij over en schenk ik mij — met die zelfde teedere liefde, waarmede uwe Heilige N . . . zich met ziel en ligchaam en alles, wat hij (zij) bezat, tot het grootste welbehagen van uw allerheiligst hart, als een eeuwig ofFer aan U opgeofferd heeft.
Heer! het ontbreekt mij aan kracht en verstand, om II, zoo als ik het schuldig ben, te aanbidden, U te begroeten, op ü te hopen, U te beminnen, te prijzen en mij aan ü te schenken; doch zie, ik heb in den persoon van dezen Heilige eenen borg, den man uwer genade (de maagd uwer glorie), dien (die) Gij 6 Heer ! in uw heilig rijk en in uw groot rijk verheerlijkt hebt! Dezen (deze) zend ik dus tot U af, als
115
den (de) beminde uws harten, als den (de) aangename voor uwe oogen, opdat hij (zij) in den naam van mijn zeer geringen persoon betamelijke lof en dankzegging bij uwe hoogste majesteit moge voldoen.
Welaan, Heilige N . . . ! bekleed mijne plaats! Begeef U voor liet aanschijn van het inensch gewordene Woord, van Jesus Christus, en loof Hem en dank Hem voor mij, zoo als ook ik voor mij van ganseher harte en uit al mijne krachten Hem danke!
O sieraad dos hemels en deelgenoot zijner heerlijkheid, van harte wensoh ik u geluk, dat gij gewaardigd zijt- geworden in zulk eene mate uit de bron der hemclsolie gaven cn genaden te mogen putten. Ten innigste verheug ik mij, dat gij het rampzalige lot der kinderen van Adam ontkomen, en voor eeuwig van uwé zaligheid verzekerd zijt. Dankbaar kus ik de zeer weldadige hand Gods, die zich uit den hemel aangeboden, en u aan den algemeencn ondergang ontrukt heeft. Daarvoor bid ik echter, dat gij, u mijner ook bijzonder aantrekken, en zoo wel voor de Majesteit van uwen God als voor zijne heiligste Moeder mij bij mijn leven en bij mijnen dood als uw geliefd pleegkind voorstellen wilt. God heeft u voor zoo vele duizenden bemind, met het gewaad der heerlijkheid bekleed, en u de kroon der vreugde op het hoofd geplaatst. Maak, dat ook ik op uwe voorbede door God in genade aangezien, en aan uwe heerlijkheid deelachtig worde! Maak dat ik naar
116
uw voorbeeld heldhaftig strijde, in den strijd volharde tot aan het einde, en zoo met geweld den hemel verovere; — dat ik in de beproevingen dezes levens getrouw blijve, en nimmer ophoude. God, mijnen Heer, uit geheel mijn hart te beminnen ; — dat ik om zijnentwil, die u en mij meer dan zich zeiven bemind heeft, vermits Hij voor ons gestorven is, alle moeijelijkheden overwinne, en die kroon des levens behalve, wier eeuwige glans en eeuwige zaligheid alles en alles waard is! Maak dat ik uw voorbeeld en dat van zoo vele Heiligen steeds voor oogen hebbe, om mijnen geest tot het navolgen van diegenen, die ik vereer, op te wekken, en eenS' den dood der regt-vaardigen te sterven!
HeerI Gij zijt mijn helper,en verlosser; van U verwacht ik deze genaden door de verdiensten en voorspraak uwer Heiligen.
Indien gij, christelijke ziel, langer tijd hebt, zoo bid nog het volgende;
I. Oefening van Geloof, bladz. 98.
II. Oefening van Begroeting, bladz. 99.
III. Oefening van Verzoek, bladz. 100.
IV. Liefdezuchten, bladz. 101.
V. Godvruchtige Verzoelcen. bladz. 83—85. VI. Gebed tot Maria, om zich aan den dienst dezer
heiligste Maagd toe te wijden, bladz. 70.
Om den aflaat te verdienen, verrigt het Gebed, bladz. 86—91.
117
Indien do tijd het toelaat, zoo hes bij het avondgebed met oplettendheid:
I. Middelen ter bevordering van het geestelijke leven, bladz. 135.
II. Over de vruchten der H, Communie, bladz, 150.
III. Over de veelmaliqe Communie, bladz. 151.
IV. Vermaning tol het veelmalig ontvangen der H. Communie, bladz. 104,
118
Je mi hu de in on in \vt
de
op den IVamidday van Communie dat) en»
ONDERKIGT OVER HET BEZOEKEN VAN HET ALLERHEILIGSTE SACRAMENT DES ALTAAES.
Op de dagen, als men de heilige communie ni( ontvangen heeft, behoort men ook des namiddags uw de kerk te bezoeken, en Jesus aldaar in het hei- bii lige Sacrament des Altaars nogmaals zijne dankbaar- de heid en zijnen eerbied te betuigen. Bid Jesus aa aan, offer Hem nogmaals uw hart op; vernieuw lol uw gemaakte goede voornemens en de beloften, die gij bij de Biecht en de heilige Communie gedaan hebt, en bid Hem om hulp. Ia x all 't alsemeen is het dikwerf bezoeken van het allerheiligste Sacrament des Altaars niet genoeg aan te bevelen. De heilige Liguori zegt hierover: „Houd voor zeker, dat de tijd, welken gij tot het bezoeken van het allerheiligste Sacrament des Altaars besteden zult, die tijd is,
welke u in het leven en in den dood het grootste voordeel, en in alle eeuwigheid onuitspre-kelijken troost aanbrengen zal.quot; O christelijke ziel, volbreng dikwijls vol vertrouwen uw ver- m schuldigd en ootmoedig bezoek bij uwen Heer •
en Heiland, Jesus Christus, in de kerk. O t
119
welk eeue zaligheid, een enkel oogenblik bij Jesus te hebben dorgebragt. Kunt gij des namiddags de godsdienstoefening wegens dringende huiselijke bezigheden niet bezoeken, en den geliefden Heiland in het heilige Sacrament des Allaars in de kerk niet aanbidden, zoo neem u voor, om te huis eene godvruchtige oefening tot Jesus in het allerheiligste Sacrament te verrigten, en wend u in den geest naar uwe parochiekerk, en de dierbare Heiland zal u van verre uwe liefde en godvrucht tot Hem rijkelijk beloonen; communiceer zeer dikwijls geestelijker wijze te huis bij uwe bezigheden, en overal waar gij zijn moogt ; bid Jesus zeer dikwijls in het heilige Sacrament des Altaars aan, offer u zeiven en uwen arbeid aan Hem op, en groet Hem zeer dikwijls met de lofspraak :
Geloofd en aangebeden zij ten allen tijde het allerheiligste en goddelijke Sacrament.
-3-S-
Ovef wegingen en Gebeden op Comtnuniedagen.
VOORBEREIDEND OEBED.
O goddelijke Geest, verlicht mijn versland, zuiver mijn hart, open mijnen mond en doe mijnen ijver ontvlammen, opdat ik mija gebed godvruchtig en oplettend verrigte. Verhoor mijn
120
Bmeekeii) hemelsche Vader! Ik bid II in den naam van uwen Zoon, in den naam van Jesus! Amen.
Heer, doe mijne lippen open.
En mijn mond zal uwen lof verkondigen.
O God! kom mij te hulp.
Heer, haast U om mij te helpen.
Eer zij den Vader en den Zoon en den Heiligen Geest, gelijk het was in den beginne, nu en altijd en in eeuwigheid. Amen. Alleluja.
DE quot;WERELD VEKA.CHTEN EN GOD DIENEN IS ZOET.
(Duor don zaligen Thomas van Kempen).
Nu zal ik spreken, Heer, en niet zwijgen. In de ooren van mijnen God, van mijnen Koning, die in den hoogen woont, zal ik zeggen; O, Heer! hoe groot is de menigvuldigheid uwer zoetigheid, die Gij weggelegd hel^t voor degenen die U vreezen! — Maar wat zijt Gij voor hen, die U beminnen? wat voor hen, die u van gan-seher harte dienen? Waarlijk, onuitsprekelijk is het genoegen uwet aanschouwing, hetwelk gij verleent aan hun, die U beminnen! Daarin vooral hebt gij mij het zoete uwer liefde getoond, dat Gij mij het aanzijn gegeven hebt, toen ik nog niet was, en mij, toen ik verre
121
van U afdwaalde, tot uwen dienst terug gebragt hebt, en mij bevolen hebt, U te beminnen. O bron der eeuwige liefde! wat zal ik van U zeggen! — Hoe zoude ik U kunnen vergeten, die U verwaardigd hebt mijner te gedenken, zelfs toen ik bedorven en verloren was? — Gij hebt, boven alle hoop, uwen dienstknecht barmhartigheid bewezen, en hem, boven allo verdienste, genade en vriendschap betoond. — Wat zal ik U voor die genade wedergeven? Want het is aan alle menschen niet gegeven, om met verzaking van alles, der wereld vaarwel te zeggen, en het kloosterleven te omhellen. Is het dan iets groots, dat ik U diene, wien alle schepselen dienen moeten? — Dat ik U diene, mag mij niet groot toeschijnen; maar dit schijnt mij veeleer groot en bewonderenswaardig, dat Gij U verwaardigt, zulk eenen arme en onwaardige tot uwen dienstknecht op te nemen, en onder uwe geliefde dienstknechten te plaatsen. Zie, al wat ik heb en waarmede ik U dien, is het uwe. In waarheid, hoe volmaakt en getrouw ik U ook dienen moge, Gij dient mij omgekeerd meer dan ik U. Want hemel en aarde, welke Gij tot des menschep dienst geschapen hebt, zijn altijd gereed en doen dagelijks, wat Gij hun hebt opgelegd. En dit is nog weinig: zelfs do Engelen hebt Gij tot den dienst der menschen bestemd. Maar, wat dit alles nog te boven gaat, Gij hebt U zelfs verwaardigd, den menscli te dienen, en beloofd, ü zeiven aan hem te zullen geven, Wat zal ik U wedergeven voor al die ontelbare gunsten en weldaden? Ach! dat
122
ik U dienen mogt al de dagen mijns levens! Ach! dat ik slechts éénen dag U waardig dienen konde! Want Gij zijt waarlijk allerlei dienst, allerlei eer en eeuwigen lof waardig. Want Gij zijt waarlijk mijn Heer, en ik uw arme dienstknecht ; ik ben schuldig, U uit al mijne krachten te dienen en mag nimmer in uwen lof verflaau-wen; dit wil ik ook, dit verlang ik, en wat mij mogt ontbreken; verwaardig Gij dat aan te vullen ; want het is eene groote eer en een groote roem U te dienen, en alles om U te versmaden! Groote genade zullen zij bekomen, die zich gewillig aan uwen heiligen dienst onderwerpen. Zij, die uit liefde tot U alle vleeschelijke genoegens hebben verzaakt, zullen den aangenamen troost des Heiligen Geestes vinden. Zij zullen eene groote vrijheid des harten genieten, die om uwen naam den engen weg bewandelen, en alle wereldsche zorgen ter zijde stellen.
O aangename en genoegelijke dienst van God, waardoor de mensch waarlijk vrij en heilig wordt! O zalige staat der geestelijke dienstbaarheid, die den menscli gelijk maakt aan de Engelen, beha-gelijk aan God, geducht voor de duivelen, en bij alle geloovigen achtenswaardig! — O beminnens-en altoos wenschenswaardige dienst, waardoor het hoogste goed verdiend en eene vreugde verkregen wordt, welke zonder einde zal duren!
O mijn Heer en mijn God! geef, dat ik voor ü alleen leve en al het overige verachte.
123
Verhond def ziel niet Jesus Christus, om voor altijd een godvrvichtig leven te leiden.
(Door den heiligen Alphonms van Liguori.)
GEBED EENEB GODVRUCHTIGE ZIEL, OM MET JESUS VEREENIQD TE BLIJVEN.
O mijn Jesus, dit alleen zoek ik bij U en dit alleen wil ik steeds in de heilige communie zoeken; dat wij waarlijk met elkander vereenigd blijven en nooit weder scheiden mogen. Ik; I weet, o mijn Jesus, dat Gij U nooit van mij scheidt, indien ik mij niet eerst van ü schelde. Doch juiit dit vrees ik, dat ik mij door de zonde weder van U zal scheiden, zoo als ik het vroeger, helaas! gedaan heb. O mijn geliefde Verlosser, laat zulks niet toe; laat niet toe dat ik mij van U schelde. Ach, tot aan het uur van mijnen dood toe ben ik m gevaar, om dit te doen, en daarom bid ik U, dat Gij mij, - om de verdiensten van uwen dood, liever wilt 1 laten sterven, dan dat ik U op nieuw zulk eene ,grooto beleediging toevoege. Ik herhaal het en bid ü om de genade, het altijd te kunnen her-
Ihalen: Laat niet toe, dat ik mij van U scheide. 0 God mijner ziele, zie, ik bemin ü, ik wil U altijd beminnen, ik wil slechts U alleen beminnen. Voor het aanschijn des hemels en derhalen: Laat niet toe, dat ik mij van U scheide. 0 God mijner ziele, zie, ik bemin ü, ik wil U altijd beminnen, ik wil slechts U alleen beminnen. Voor het aanschijn des hemels en der
124
aarde betuig ik het, dat ik slechts U beminnen wil, en anders niets. O moeder der barmhartigheid. allerzaligste Maagd Maria, bid derhalve voor mij en verwerf mij de genade, dat ik mij nooit weder van Jesus selieide, dat ik nooit iets anders beminne, dan Jesus alleen.
Bid drie Onze Vaders en drie Wees Gcgroelen en voeg er na den naam van Jesus bij :
Die ons door de heilige Communie voor eeuwig met zich gelieve te vereenigen.
GEBED OM JESÜS STEEDS MEER TE BEMINNEN.
O mijn aanbiddenswaardigste Jesus, nadat Gij zoo veel voor ons gedaan hebt, kunt Gij ons thans geen grooter bewijs uwer liefde meer geven! Want zie, Gij hebt uw leven voor ons aan het kruis willen geven. Ja, Gij hebt zelfs in het allerheiligste Sacrament des Altaars bij ons willen blijven, opdat wij ons met uw , heilig vleesch mogten voeden, en Gij wenscht zoo vurig, dat wij U ontvangen, O gij verkleefdheid aan het aardsche, wijk uit mijn hart; want gij alleen belet mij, om mijnen Jesus tc beminnen, zoo als Hij mij bemint. Waar zoude ik wel zulk een groot liefdeblijk vinden, ö mijn Heiland, gelijk dat, hetwelk Gij mij gegeven hebt? Uit liefde tot mij hebt Gij uw leven ten offer willen brengen; uit liefde tot
125
mij hebt Gij zulk eenen bitteren en schandelijken dood ondergaan; uit liefde tot mij hebt Gij U als het ware vernietigd, daar Gij in het allerheiligste Sacrament des Altaars eenc spijs hebt willen worden, om U geheel en al aan mij te kunnen schenken. Ach, mijn God, laat niet toe, dat ik, nadat Gij mij zoo vele bewijzen uwer goedheid gegeven hebt, nogthans ondankbaar jegens U blijve. Ik dank U, dat Gij mij nog tijd geeft, om de beleedigingen, die ik
U aansredaan heb, te beweenen en om IJ de
f . . • •
nog overige dagen mijns levens te beminnen.
Het is mij leed, ó hoogste Goed, dat ik vroeger uwe liefde zpo zeer veracht heb; ik bemin ü, o oneindige Liefde, die eene oneindige wederliefde waardig zijt. Help mij, 6 mijn Jesus, opdat ik alle genegenheden, waarvan Gij het voorwerp niet zijt, uit mijn hart verdrijve, opdat ik van heden af aan niets verlange, niets zoeke en niets beminne, dan U alleen. O mijn geliefde Heiland, geef, dat ik U altijd vinde, geef, dat ik U altijd beminne. Ontneem mij geheel mijnen wil, opdat ik nooit weder iets anders wil, dan hetgeen U behaagt. O mijn God, mijn God, wien zoude ik wel beminnen willen, indien ik U niet beminde, die immers alle goederen in U bevat. Ja, slechts U wil ik beminnen en anders niets. O Maria, mijne Moeder, ontvang mijn hart en vervul het met eene zuivere liefde tot Jesus Christus.
Bid drie Onze Vaders en drie WeeiGegroeteneayoeg er na den naam van Jesus bij:
126
Die ons door de heilige Communie steeds eene grootere liefde gelieve te schenken,
GEBED OM STANDVASTIG IN DE GENADE GODS TE LEVEN,
Zie, ö mijn God, hoe ellendig ik ben; doch waarom beklaag ik mij over mijne zwakheid, dat ik zoo dikwijls in de zonde hervallen ben. Ach, zoude ik wel de aanveclitingen der hel hebben kunnen weerstaan, naardien ik mij van IJ verwijderde, die al mijne kracht zijt. 'Al hadde ik mij meermalen tot de heilige Communie begeven, dan zouden mijne vijanden mij zeker niet zoo dikwijls overwonnen hebben; in 't vervolg wil ik niet meer zoo handelen: Op U, 6 Heer, heb ik gehoopt, ik zal in eeuwigheid niet te schande worden. Neen, neen, ik wil geen vertrouwen meer stellen in mijne goede voornemens! Gij alleen, ó mijn Jesus, zult mijne hoop zijn. Gij moet mij de kracht verleenen, om niet weder ia de zonde te bewilligen. Ik ben wel is waar zwak, doch Gij moet in de heilige Communie de noodige kracht mededeelen, om de bekoringen te kunnen wederstaan. AUes is mij mogelijk door dengene, die mij versterkt. Vergeef mij, o mijn Jesus, alle beleedigingen, die ik U heb aangedaan, en die mij van ganscher harte berouwen; ik neem mij voor, liever te sterven, dan U ooit weder te beleedigen, en ik hoop, dat Gij mij om
127
uw bitter lijden zult bijstaan, om tot aan het uur van mijnen dood in uwe genade te volharden. Op ü, 6 Beer, heb ik gehoopt, ik zal niet te schande worden. Hetzelfde roep ik ook U, mijne lieve Moeder Maria, met den heiligen Bonaventura toe: Op U ó mijne Koningin, heb ik gehoopt, ik zal niet te schande worden.
Bid drie Onze Vaders en drie Wees Gegroeten en voeg er na den naam van Jesus bij:
Die ons door de heilige Communie de volharding in het goede tot aan ons einde gelieve te verleenen.
GEBED OM VERGIFFENIS VOOR ALLB VERSTROOI-
JINGEN BIJ HET BIDDEN, EN 011 DE GENADE EENER GOEDE VOORBEREIDING TOT DE EERSTVOLGENDE HEILIGE COMMUNIE.
O God der liefde. Gij wenscht zoo vurig, ons uwe genaden mede te deelen, en wij zijn er zoo weinig op bedacht, U om dezelve te bidden! O welk een berouw zal het ons in het uur van onzen dood veroorzaken, indien wij aan deze onze nalatigheid denken, die ons zoo schadelijk geweest is. ü mijn God, vergeet het verledene; zie ik wil mij in 't vervolg met uwe hulp beter tot de heilige Communie voorbereiden en er zorg voor dragen, om mijne aardsche neigingen uit mijn hart
128
te verbannen, wijl zij mij beletten om al die genaden te ontvangen, welke Gij mij wenscht mede te deelen. Doch ook na de heilige Communie wil ik, zoo goed als ik kan, er op bedacht zijn, om den nöodigen bijstand van D te erlangen, ten einde in def liefde tot U vorderingen te maken. Schenk mij de genade, om mijne goede voornemens ten uitvoer te brengen. Ach, mijn Jesus, hoe weinig heb ik er vroeger aan gedacht, om U te beminnen! Doch, de tijd, dien uwe barmhartigheid mij nog overig laat, zal voor mij een tijd zijn, om mij voor te bereiden tot den dood, en om door mijne liefde de beleedigingen weder goed te maken, die ik U heb aangedaan. Zie, ik wil dezen tijd er mede doorbrengen, om mijne zonden te beweenen en U te beminnen. Ik bemin U, ó Jesus, mijne liefde; ik bemin ü, mijn eenigste Goed; ontferm ü mijner en verlaat mij niet 1 Verzuim ook gij niet, Maria mijne hoop! om mij door uwe voorspraak bij te staan.
Bid drie Onz-e Vaders en drie IFees Gegrnslen en voeg er na den naam van Jesus bij :
Die steeds een hartgrondig verlangen naar d:t brood des hemels in ons gelieve op te wekken, en ons de genade gelieve te schenken, om altijd regt waardig te communiceren,
129
GEBED TOT JESDS CHRISTUS, VOOR ALLE MEN- , SCHEN, OP COMMÜNtEDAGEN,
Heere Jesus Christus! Zoon van den levenden God! die ü gewaardigd hebt, mijn onwaardig hart in te gaan, en mijne zieke ziel met de goederen uwer genade gezond te maken; u beveel ik ^ heden en altijd mijne ziel, mijn ligeliaam en mijne zintuigen, en al mijne zwakke beginselen in de deugd aan, opdat Gij ze dag en nacht, alle uren ^ en oogenblikken moogt bewaren. Verhoor mij, o mijn goddelijke Verlosser en Heiland! Bewaar mij voor elke zonde, vooral voor de doodzonde, voor alle heimelijke lagen en bekoringen des satans, der zigtbare en onzigtbare vijanden, door het ,gebed der patriarchen, door de verdiensten der profeten, door de voorbede der apostelen, door de standvastigheid der martelaren, door het geloof der belijders, door de zuiverheid der maagden, waaraan Gij van het begin der wereld af uw welbehagen hadt.
Verdrijf uit mij den trotschen zin, en vermeerder in mij de vermorzeling des harten. Verdelg mijnen hoogmoed en maak mij waarlijk ootmoedig. Beweeg mij tot weenen en vermurw mijn hard, versteend gemoed.
Verhoor mij, mijn Heer en mijn God! verhoor ^Üi Gij licht mijner oogen f Indien Gij uwen blik van mij keert, dan sterf ik; ziet Gij mij weder aan, dan leef ik van nieuw op! Wilt gij bij mij
130
op geregtigheid zien, ach, dan verschijn ik voor U als een levenloos lijk; ziet Gij echter met uwe barmhartigheid op mij, dan wekt Gij mij, die reeds de lucht der verrotting van mij geef, uit het graf op.
Verwijder verre van mij, wat U aan mij mishaagt, en boezem mij den geest der wijsheid en liefde, der ootmoedigheid en kuischheid in, opdat geene mijner beden, wat ik U ook verzoeken moge, U mishagelijk zij. Ontneem mij, wat mij schadelijk is. en geef mij, wat tot mijn best strekt. Verleen mij, o Heerl eene artsenij, waardoor de wonden, die de zonde mij geslagen heeft, genezen kunnen worden. Geef mij, o Heer! uwe vreeze, vermorzeling des harten, ootmoedigheid van geest en een zuiver geweten. Verleen mij, 6 Heer, dat ik altijd in de broederlijke liefde tot den naaste volharden moge, mijne zondigheid nooit vergete, en naar het doen en laten van mijnen mcdemensch niet onderzoeke, en niet oor-deele noch veroordeele, opdat ik — arme zondaar — ook niet door U onbarmhartig geoordeeld en veroordeeld worde.
O Gij liefderijke Heiland aller heilbegeerige ge-loovigen! Spaar mijne ziel, wees toegevend ten aanzien van mijne zonden. Zie mij aan, want ik ben zwak; verpleeg mij, want ik ben ziek; genees mij, want ik ben krachteloos, en verkwik mij, want ik ben dood. Heer-geef mij een hart dat IT vreest; een gemoed, dat Ü bemint; een verstand, dat U erkent; ooren, die ü hooren, en oogen die U zien. Ontferm U mijner, o mijn
131
God, ontferm U mijner! Zie op mij neder van den heiligen troon uwer majesteit, en verlicht de duisternis mijns harten met eenen straal van uw licht. Geef mij, 6 Heer, de ware wijsheid, opdat ik altijd datgene moge erkennen en kiezen, wat voor uw heilig oog regtvaar-dig is; dat ik uwe leer in het hart, uw voorbeeld voor oogen hebbe, en mijnen zin en wandel daarnaar inrigte.
Heilige en onbevlekte Maagd Maria, Moeder Gods en Moeder van onzen He» Jesus Christus! bid voor mij bij diegenen, wiens tempel gij zijt geworden; heilige Michael! heilige Gabriël! heilige Eafaël! alle heilige koren der engelen en aartsengelen , der patriarchen en profeten, der apostelen en evangelisten, der martelaren en belijders, der maagden en aller Heiligen, — ik geloof dat ik U door Diengene mag bidden, die U uitverkoren heeft, en in wiens aanschouwing gij u thans verheugt: Bidt, ö bidt voor mij arme zondaar, opdat ik uit alle bekoringen en van den eeuwigen dood moge gered worden. Schenk mij, ó mijn goddelijke Zaligmaker! volgens uwe goedheid en genadige barmhartigheid het eeuwige leven.
Schenk — ó eeuwige Hoogepriester en onzigt-baar Hoofd uwer heilige gemeente! eensgezindheid onder de priesters! rust en vrede aan do koningen en vorsten, die de geregtigheid handhaven. — Ik bid U, 6 Heer, voor de geheele heilige katholieke Kerk, en voor alle leden derzelve: voor geestelijken en leeken, voor allo bestuurders der
132
christenheid, voor allen, die aan U gelooven, en — toegerust met uwen Heiligen Geest, — voor de uitbreiding van uw rijk arbeiden, opdat zij standvastig in hunne goede werken volharden.
Heer, eeuwige Koning 1 verleen aan de maagden de kuischheid, hun die zich aan ü verloofd hebben de onthouding, den gehuwden eenen heiligen wandel, der weduwen en weezen onderhoud, den armen verzorging, den boetvaar-digen vergiffenis, den bedroefden vertroosting, den reizenden eene gelukkige terugkomst, den zeevarenden de bereiking der haven des behouds, den overledene geloovigcn de eeuwige rust. Verleen, 6 Gij minnaar der onschuld en geregtigheid, aan de godvruchtigen, dat zij bestendig in de godsvrucht volharden, den wankelmoedigen, dat zij in U versterking zoeken, den boosdoeners en zondaren, zoo als ik armzalige ben, dat zij zich zonder uitstel beteren willen.
O allerzoetste, barmhartige Heer Jesua Christus ! Zoon van den' levenden God, Verlosser der wereld ; ik belijde voor U en voor alle Heiligen, dat ik een armzalige zondaar ben; doch Gij Al-goede, die U over een ieder ontfermt, laat mij van uwe barmhartigheid niet uitgesloten zijn. Indien uwe oneindige genade mijn leven nog verlengt, 6 versterk dan in mij het godvruchtige besluit, dat ik voort wil gaan om mijn leven te verbeteren. Wek mijn gemoed op, dat het U zoeke, slechts naar U verlange, ü steeds boven alles beminne, U vreeze en uwen wil vol-brenge.
133
Inzonderheid bid ik IJ echter, ó Heer, heilige God, die in alle eeuwigheid geloofd en verheerlijkt zult zijn, voor diegenen, die mij in hun gebed gedachtig zijn, of zicli in mijn onwaardig gebed hebben aanbevolen j die mij de eerie of an* dere liefdedienst, of zorgvuldigheid voor mijne ziel bewezen hebben j insgelijks voor diegenen, die mij door de banden des bloeds of der vriendschap dierbaar zijn, zij mogen nog leven, of reeds onder de overledenen zijn, dat Gij hen vol-gens uwe barmhartigheid van hot verderf bewaren en zalig maken wilt. Schenk alle nog levende christenen uwen bijstand, en alle overledenen vergiffenis hunner zonden, en de eeuwige rust. Amen.
Bid drie Ome Vaders en drie Wees geqroelen en voee er na den naam van Jesus bij ;
Die alle menschen gelieve te geven, wat voor hunne tijdelijke en eeuwige welvaart dienstig is.
Als gij nog tijd over hebt, bid dan de Litanie van het Geloof, de Hoop en de Liefde. Bladz. 16—24.
GEHEIltEN VAN DEN ROZENKRANS, NA DE HEILIGE COMMUNIE.
EEKSIE EOZENKEANS.
1, Jesuss Die ons door dit heilig Sacrament kicicht tot eiken strijd gelieve te o'uyen»
134
2. Jesus: Die als bruidegom der zielen, onze
zielen in eene volmaakte liefde met zich gelieve te vereenigen.
3. Jesus : Die ons door dit Sacrament de heilige
standvastigheid gelieve te schenken.
4. Jesus: Die ons op ons sterfbed als heilige
teerspijs gelieve te bezoeken.
5. Jeius: Die ons door dit heilige Sacrament,
eens in de heerlijkheid zijner uitverkorenen gelieve te brengen,
TTTEEDE EOZENKRANS.
Dien gij, ö heilige Maagd, en alle schepselen in den hemel en op aarde voor zijne liefde en vernedering wen-schen te loven en te danken.
Die nu de mijne is, en ik de zijne. Die ons, die belast en beladen zijn, gelieve te verkwikken en te versterken. Die elke ongeregelde liefde tot de schepselen in ons gelieve uit te roeijen. Die onze vrienden en weldoeners en alle menscheu zijne genade gelieve te schenken.
Aanmerking. Deze beide Rozenkransen na de heilige Communie kan men op de beide dagen, die op de hei-lige Communie volgen, bidden, of, ook wel des namiu-dags in de kerk of te huis, bij liet bezoeken van het heilige Sacrament, enz. Die ver van de kerk wonen, kunnen dezelve onderweg bidden, als ook des avonds bij het avondgebed. Een ieder nomo daartoe eenen lijd
1. Je sus;
2. Jesus:
3. Jesus;
4. Jesus ;
5. Jesus:
135
naar goedvinden, waarop hij die godvruchtige oefening het vredigste verrigten kan. En wie zoo veel tijd niet heeft, om eenen geheelun Rozenkrans te bidden, die bidde op eenen gelegen lijd een Onze Vader en tien Wees gegroeten en na den nuum Jesus ieder maal een der tien spreuken van deze Rozenkransen na elkander.
Jfliddelen lev herordering van het fjeestelijlse leven.
Geliefde christen, lees deze middelen op communiedagen, of ook anders op'zondagen langzaam en met aandacht over. Huud bij ieder punt een weinig stil. en denk er over na, — en wat het gewigtigste is — pas het op u toe en rigt uw leven er naar in. Gij zult ondervinden, dat het u voor uw zieleheil nuttig is; gij zult dan hier in het leven gelukkig en tevreden zijn, en u hiernamaals bij uwen Heiland eeuwig verheugen.
1. Zich in eene bestendige afhankelijkheid van den Geest Gods bewaren, en Hem nooit bedroeven. Oplettend zijn, om te erkennen wat Hij van ons verlangt; Hem dikwijls om raad vragen, en indien Tvij niet weten, welke partij wij kiezen moeten, Hem met vernieuwden ijver bidden, om het licht onzes harten te zijn. 2. Den eigenen wil verzaken, zelfs wanneer men hem volgt; dat wil zeggen: niets uit eigenen smaak, uit eigene, neiging, maar uit het grondbeginsel des geloofs doen, alles voor God alleen I God alleen? — 3. Met vreugde, dankbaarheid en liefde de kleine onaangenaamheden verdragen,
136
die ons ieder oogenblik overkomen; Dit is eene bestendige oefening der versterving, waaruit wij veel nut kunnen trekken, — 4. Wanneer de ziel droog is, en treurigheid haar ter neder buigt, in den geest tot Jesus bij den Olijfberg gaan, daar nevens Hem nederknielen, met Hem bidden en den kelk aannemen, die ons wordt aangeboden : „Vader, niet mijn, maar uw wil geschiede,quot; — 5. Ons verootmoedigen wegens onze gebreken, doch ons er niet over verwonderen of ontstellen. De onrust verzwakt de ziel, en heeft deze arme niet al hare kracht noodig, om tegen de vijanden te strijden, die zij in zich draagt, en die onophoudelijk haar innerlijk wezen aanvechten? De ziel leeft van liefde en vertrouwen, en de blijmoedigheid is voor haar eene onuitputtelijke bron der heiliging. — 6. Goed op onze hoede zijn, dat wij de vrijheid des geestes niet verliezen, die liefelijke vrijheid, die hemelsche en onuitsprekelijke vrede der kinderen Gods, zonder welke men niets volbrengt, wat waarlijk goed is. Om die te bewaren moet men zich vast aan God sluiten, en in zijne tegenwoordigheid wandelen met een hart, waarin de vrede heerseht. — 7. Getrouw zijn, zelfs in de geringste zaken, doch zonder dwang en zonder angstvalligheid. Vreezen wij niet in onze bezigheden, zelfs niet in onze gebeden gestoord te worden; opgemimd en tevreden van geest moeten wij ze altijd verlaten, en weder tot dezelve terug keeren. Zijn wij in de dienst der Voorzienigheid, wat behoeven wij dan meer! — 8, Ons in onze beziglieden niet
137
overhaasten; niet willen, dat zij zoo schielijk voortgaan als onze gedachten; de tegenheden gelaten bestrijden; zonder moedeloos of driftig te worden. Gelukt ons iets, dan prijzen wij God ; gelukt liet ons niet, dan prijzen wij Hem ook. gt; God wil het zoo!quot; dit woord zegt alles. — 9. In de betrekkingen met den naaste, zich zoo veel mogelijk wachten, om anderen door een al te streng uiterlijk voorkomen af te schrikken ; vriendelijk en zachtzinnig met hen spreken, hunne zwakheid verschoonen. — 10. Dikwijls aan God denken, terwijl wij ons met de mensdien onderhouden, ons ingetogen houden, om in stilte te bidden, doch zonder dwang', zonder vermoeijende inspanning, met eene groote eenvoudigheid der liefde. — 11. Naar God luis-teren in het inwendige gebed; het oor des harten voor Hem openen, om zijn heilig woord te ontvangen ; zich voeden met dit liefelijke manna, er mets van verliezen, en hetzelvequot; met dankbaarheid genieten. — 12. Onze behoeften en onzen nood aan onzen Vader, die in de hemel is, met een ootmoedig vertrouwen klagen. In het gebed ons niet met geweld inspannen, om ons lot verhevene beschouwingen te verheffen; als God ons roept, ons trekt, den trek der genade volgen, met de eenvoudigheid eens kinds, dat zich bij de hand laat leiden. —-13. Tevreden zijn bij den wandel in het geloof. Niet alles vooruit zien, niet alles voorkomen willen; doen wat men kan en wat men moet, wanneer men geene inenschelijke ondersteuning
138
vindt, zich bedaard in de armen des Verlossers nederleggen. — 14. Nooit iets uit ijdelheid beginnen of opgeven, quot;Want de ijdelheid komt slechts, om de verdienste van het weinige goede, dat wij mogten doen, te rooven : God is altijd dengene nabij, die voor zijne eer arbeiden. Hij strijdt met ons, indien wij voor Hem strijden; zoo lang als ons oogmerk opregt is, hebben wij niets te vreezen. — 15. Op onze hoede zijn tegen den geest des ongeloofs, en tegen de, valsche grondbeginselen, welke in deze booze dagen vele christenen medeslepen; tegen de eigenliefde en onverschilligheid , welke tot verachting of vmvaarloozing der gewone oefeningen en gebruiken verleiden , die door de goedkeuring der Kerk en door bet voorbeeld der Gods dienaren geheiligd zijn. Vie zich daaraan schuldig maakt, bedroefd den Heiligen Geest, die zijne genade slechts aan de kleinen en ootmoedigen schenkt, en het kan voor zijne zaligheid treurige gevolgen hebben. — 16. Ons dikwijls herinneren, dat wij christenen zijn, dat wil zeggen: kinderen Gods en erfgenamen^ van zijn rijk. — Ja, bewonderen moeten wij het verhevene van onzen staat, ons er dagelijks mede bezig houden en ons met de Engelen er over verwonderen, dat ellendigen zoo als wij — ledematen van Jezus Christus geworden zijn, vrijgekocht met zijn heilig bloed, gevoed met zijn heilig vleesch; dat wij in al onze werken deel nemen aan zijne oneindige verdiensten, dat wij door Hem aan de bescherming van Maria,
189
zijne heilige Moeder en der Engelen overgegeven en aan de leiding zijner onfeilbare Kerk to'-ver-trouwd zijn geworden; dat wij dienstvolgens met eere overgroote liefde op aarde geroepen zijn, om eens eeuwig met Hem in den Hemel te heer-sehen in onuitsprekelijke vereeniging met zijnen Vader, en als het ware aan zijne goddelijke natuur deel te nemen. — 17. Eindelijk dikwijls, ja zonder ophouden met vertrouwen en liefderij. ken ootmoed onze toevlugt nemen tot Let hei-lige hart van Jesus, den oorsprong aller genaden, het toonbeeld aller deugden, als ook tot het onbevlekte hart van Maria, het levendige afbeeldsel van het hart van Jesus, dewijl door haar ons de hemelsche zegeningen in de eerste plaats toestroomen.
Goddelijk hart van Jesus, ontferm U onzer! Onbevlekt hart van Maria, bid voor ons!
Avondgebed op Heilige Communledagcn.
ONDERBIÖT.
Blijf des avonds niet in gebreke, om den Heiland in uw gebeden op nieuw voor de heilige Communie en de daarmede verkregene gennden te danken. Bid Hem tevens, dat Hij u de kriicht moge verleenen, om den volgenden dag zoo wel als alle dagen uws levens goed ' e besteden, en de godvruchtige voornemens ten uitvoer le brengen, welke gij op dezen dag gemaakt hebt. Om
140
daar in grooteren voortgang te maken, zoo vernieuw allo dagen tot aan uwe volgende Communie de gemaakte voornempns en geef d(?; avonds bij het onderzoek des gewetens wel acht, of gij in dit of dat punt uw woord niet gehouden hebt, opdat gij u verbeteren en den volgenden dag zorgvuldiger over uw binenste waken kunt.
GEBED.
Alle lof en dank, die ik ü, 6 Jesus! mijnen Heer en mijnen God ! heden aan de heilige Tafel heb toegebragt, wenschte ik in dit avonduur met een geroerd hart te vernieuwen. Doch enkel woorden zijn de ware dankbaarheid niet. Uwen wil vervullen, Ü gehoorzamen, alle wederspannigheid der eigenliefde uit te roeijen, dat is U in waarheid danken. En mij daarop toe te leggen, dat beloof ik ü op nieuw. Laat mij in uwe liefde volharden; steeds zweve mij uwe heilige gehoorzaamheid voor oogen! De diepe indruk, dien uw geheimzinnige offerdood op mij gemaakt heeft, blijve onuitwischbaar in mijn gemoed aanwezig. Bewaar uwe woning in mijne ziel, waarin de zonden geene plaats meer vinden zal. Openbaar uw heilig leven in mijne gezindheid en handelingen; laat mij de vreugde genieten, van te kunnen zeggen: „Ik leef niet meer — maar Jesus leeft in mij!quot; Leer mij werken en lijden naar uw voorbeeld; Gij hebt [J immers heden op hef, innigste met mij vereenigd. Deze vereeniging is voor mij het onderpand der eeuwige zaligheid. Wel mij! ik zal eens eeuwig bij U in den hemel zijn, waar licht cn duisternis niet meer af-
141
wisselen, waar Gij zelf eeuwig de zon zijt, die niet meer ondergaat. Doch ook dan nog zal niets zoo zeer aan U bewonderd en aangebeden worden, dan uw dood voor het heil der men-schen — dan uwe liefde tot aan den dood des kruises.
Zoo wil ik dan nu in U, ó mijn Jesus, rusten. Laat uw geest in mij waken, als mijn lig-chaam slaapt. Weg, 6 wereld, wijkt van mij gij ijdele gedachten, wijkt van mij gij aardsehe zorgen ! Ik wil in God rusten. Liefderijkste Heiland, zoo geef dan, dat ik U alleen beminne, slechts voor U leve en voor U sterke; dat ik voor mij zei ven niets, voor U echter alles zij. Geloofd en gezegend zij ten allen tijde het allerheiligste Sacrament des Altaars! Geloofd en geprezen zij ten allen tijde Gods barmhartigheid jegens mij! Amen.
GELOOF, HOOP EN LIEFDE.
GrEJjOOF.
Ik heb U, mijn Goddelijke Verlosser, heden uit de hand van uwen priester ontvangen. Mijn vurigst verlangen is nu vervuld, en de band der liefde tusschen U cn mij naauwer toegehaald ; het is na mijn pligt om steeds vast te blijven staan in het geloof. Doch Heer, ik ben zwak; verlaat mij dus niet, 6 mijn Jesus, en aanhoor genadiglijk mijn smeeken, Laat het licht des geloofs steeds
142 ^
ff—
in mij branden, laat het nimmer uitgaan, maar ? vermeerder mijn geloof. Dat men mij alles ont-roove, slechts dit mijn goddelijk geloof niet. Door het geloof zal ik alle listen en lagen des duivels en elke zonde overwinnen, dewijl Gij, ó Jesus, zelf in mij zijt,
HOOP.
Ik hoop, 6 mijn Jesus, dat Gij mij versterken en uwen bijstand schenken zult, wanneer bekoringen mij bedreigen, gedurende mijn leven en in het uur van mijnen dood. Op ü kan ik zeer zeker en vastelijk vertrouwen, en op U wil ik mijne hoop vestigen, wijl gij mij niet verlaten zult. Al mijne hoop en mijn vertrouwen, beruste dus in TJ, in U het brood des hemels, dat ik voortaan dikwijls ontvangen wil, tot vertroosting in mijnen nood en ellende. Ik verlaat mij nu geheel en al op uwe goedheid en trouw. Neem mijn harte aan, ó Jesus, dat ik u thans voor eeuwig toe wij de,
LIEFDE.
O mijn Heiland, welk eene liefde hebt Gij mij heden betoond ! Ik gevoel mij vervoerd van dankbaarheid en mijn hart is geheel en al ver-teederd. Op eene wonderbare wijze gaaft Gij mij heden uw heilig vleesch tot spijze en uw dierbaar bloed tot drank! Gij zijt tot mij gekomen en hebt U met mij vereenigd als de vriend mijner
143
'iele, en het is uw wil en verlangen om mij voor eeuwig gelukkig te maken. Voor deze uwe liefde wil ik nu door de vurigste wederliefde aan U gehecht blijven tot aan het einde van mijn leven, en U in dit heilig Sacrament dikwijls met eene teedere liefde ontvangen.
GEBED TOT DE HEILIGE MOEDER GODS,
Ik loof en vereer u, ó allerheiligste Maagd, en zeg u den innigaten dank voor al het goede, dat ik dezen dag op uwe voorbede ontvangen heb. Even als dezen morgen, :;oo beveel ik mij ook nu in den avond u aan. Bewaar mij, als uw kind, in uwe moederlijke bescherming, vooral bij mijn laatste einde. Amen.
GEBED TOT DEN H. JOSEF.
Heilige Josef, voedstervader van Jesus en bruidegom der zuiverste Maagd Maria; ik verkies u heden en altijd tot mijnen bijzonderen patroon in het uur van mijnen dood, en bid u, dat gij mij door uwe veelvermogende voorbede een gelukzalig sterfuur wilt laten verkrijgen! Amen.
GEBED TOT DEN H. ENGELBEWAARDER.
Ik dank u, mijn heilige Engel-bewaarder, voor uwe leiding en alle goede ingevingen, waaraan gij
1 /
144
het mij ook lieden niet hebt laten ontbreken. Vergeef mij, dat ik dezelve niet altijd opgevolgd en mij dikwijls als doof jegens u getoond heb. Waak ook dezen keer over mij 1 Bescherm mij tegen de lagen van den boozen vijand! Loof God voor mij, terwijl ik slaap. Zoodra ik echter morgen weder ontwaak, vermaan en help mij dan, om mijn hart tot God te verheffen, en dat ik mijn bed op den bestemden tijd zonder dralen verlate. Amen,
GEBED TOX ALLE HEILIGEN IN DEN HEMEL.
Gij Heiligen, die in den hemel woont, bidt voor mij, opdat mij eens het geluk ten deel valle, van met u in het rijk der eeuwige heerlijkheid te zijn. Amen.
Verleen, ó Hoer, den regtvaardigeu volharding, den zondaren eene ware bekeering, en der lijdende zielen in het vagevuur de eeuwige rust. Ons zc-gene de allerheiligste Drievuldigheid, God de Vader, de Zoon en de Heilige Geest. Amen.
LITANIE TOT HET ALLERIIETLIÖSTE SACKAMENT.
Heer, ontferm U onzer!
Christus, ontferm U onzer!
Heer, ontferm U onzer!
Christus, hoor ons 1 Christus, verhoor ons
145
G-od hemelsclie Vader,
God Zoon, Verlosser der wereld,
God Heilige Geest,
Heilige Drievuldigheid, één God,
Levend brood, dat uit den hemel gedaald zijt.
Eeuwig Woord Gods, mensch geworden en
onder ons wonende,
Verborgen God en Zaligmaker, bedekt onder
zienlijke gedaanten.
Tarwe der uitverkorenen,
Wijn, die maagden voortbrengt,
Voedzaam brood en vermaak der koningen, Sterk schild tegen alle bekoringen.
Geestelijk hulpmiddel voor alle zonden en
krankheden,
Onuitputbare schat van genade,
Altijddurende offerande.
Zuivere opdragt,
Lam zonder vlekken,
Allerzuiverste maaltijd,
Verborgen hemelsch brood.
Gedachtenis van Gods wonderhedeu, Bovennatuurlijk brood,
Heilig slagtoffer,
Kelk des Heils,
Geheim des geloofs.
Hoogwaardig en uitmuntend Sacrament, Allerheiligste offerande,
Zoenoffer voor levenden en dooden,
Wonder van Gods wonderen,
Allerheiligste gedachtenis van het lijden des Hoeren,
5
146
Geschenk, dat alle volheid to boven gaat, Voortreffelijk gedenkteeken der goddelijke liefde,
Overvloeijende bron van Gods milddadigheid, Overheilig en wonderlijk geheim,
Krachtige spijs der onsterfelijkheid, Aanbiddelijk en levendmakend Sacrament, Brood, dat door de almogendheid des
Woords zijt vleesch geworden,
Onbloedige offerande.
Allerzoetste maaltijd, daar de Engelen bij
tegenwoordig zijn en dienen,
Teeken van genade,
Baud van liefde,
Opperpriester, die zelf de offerande zijt, Geestelijke zoetheid, die in haren eigen
oorsprong gesmaakt wordt,
Verkwikking der heilige zielen,
Teerspijs dergenen, die in den Heere sterven, Pand der toekomende zaligheid,
Wees genadig; spaar ons, Heere!
Wees genadig; verhoor ons, Heere!
Van het onwaardig nuttigen uws ligchaams • en bloeds, verlos ona, Heere!
Van de begeerlijkheid des vleesehes.
Van de begeerlijkheid der oogen,
Van do boovaardij des levens.
Van allo ketterij, ongeloovigheid en verblindheid des harten,
Van alle oneerbiedigheid en misbruik ten
opzigte van dit heilig Sacrament,
Van alle zwakheden en zonden, die de
147
vruchten van dit heilig Sacrament verminderen en beletten,
Van alle gelegenheden der zonde,
jHoor de groote begeerte, .dio Gij gehad hebt, om dit Piiaschlam met uwe leerlingen te eten,
Door de diepa ootmoedigheid, waarmede Gij de voeten der leerlingen gewasschen hebt om hen tot dezen maaltijd te bereiden, Door de onmeetbare liefde, waarmede Gij
dit heilig Sacrament hebt ingesteld,
Door^ de onuitsprekelijke goedheid waarmede • Gij ons tot het nuttigen van uw heili»-ligchaam en bloed opwekt.
Door uw dierbaar bloed, dat Gij ons op het
altaar hebt nagelaten,
Door-de vijf wonden, die Gij in uw allerheiligst ligchaam voor ons ontvangen hebt, W ij zondaars: wij bidden U, verhoor ons ! Dat het U believe, het geloof, do eerbiedigheid en de begeerte tot dit wonderlijk Sacrament, in ons te vermeerderen en te bewaren,
^ het U believe, ons door eene ware belijdenis onzer zonden, tot het dikwijls nuttigen dezer geestelijke spijze te bereiden. Dat het U believe, de hemelsehe vruchten van dit Sacrament, in ons mildelijk uit te storten, •
Dat wij, door het nultlgeu van uw heilig ligchaam en bloed, mogen blijven in Ü en Gij in ons,
148
Dat wij, alle boosheid en wereldsclie geneigdheden verlatende, altijd in matigheid, regtvaar-digheid en godvruchtigheid mogen leven, wij bidden U, verhoor ons!
Dat het U believe, ocs in het uur des doods met deze hemelsehe teerspijze te versterken en te beschermen, wij bidden U, verhoor ons! Zoin van God! wij bidden tl, verhoor ons! Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld!
spaar ons, Heere4 Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld!
verhoor ons, Heere!
Lam Gods, dat wegneemt dc zonden der wereld !
ontferm IJ onzer, Heere!
Christus, hoor ons !
Christus, verhoor ons!
Heer ontferm U onzer!
Christus, ontferm U onzer!
Heer ontferm U onzer!
Onze Vader, enz,
V. Heer verhoor mijn gebed,
A. En mijn roepen komc tot U.
Lalen wij hielden,
•
O God, die ons onder dit wonderlijk Sacrament, de gedachtenis van uw lijden hebt nagelaten ; wij bidden U, geef, dat wij de heilige geheimenissen van uw ligchaam en bloed zoo eerbiedig eeren, dat wij de vruchten uwer verlossing gedurig in ons gewaar worden ; Die met
149
den vader en den Heiligen Geest leeft en heerscht in alle eeuwigheid. Amen.
Bid ten slotte drie Onze Vaders en drie If'ces gcgroelon en voeg er na den naam van Jesus bij:
1. Die ons de zaligheid van dezen dag nooit
gelieve te laten vergeten.
2. Die ons op ons sterfbed met dit brood der
Engelen gelieve te verkwikken.
3. Die ons tot het eeuwige gastmaal in den
hemel gelieve te brengen.
150
eamp;n JioofdsaJeelijls tniildsl tot de christelijlse volmaaktheid,
OVER DE VRUCHTEN DER H, COMMUNIE,
^ Ue vruchten, welke de heilige Communie in diegene voortbrengt, welke met behoorlijke voorbereiding en godsvrucht, dus zoo veel mogelijk waardig, het allerheiligste ligehaam des Heeren ontvangt, zijn zoo heerlijk en heilzaam, dat men dezelve niet genoeg prijzen kan. Zes van dezelve zijn bijzonder vermeldenswaardig:
De eerste: De heilige Communie vereenigt ons met Christus, wat Hij zelf duidelijk te verstaan gaf, toen Hij sprak : «Wie mijn vleesch eet, en miju bloed drinkt, die blijft in mij en Ik in Hem.quot; (Joan. VI. 57).
De tweede: Zij bewaart en vermeerdert iu_ ons de heiligmakende genade, dat is, zij bewaart ons in de vriendschap en als kind van God, en maakt, dat wij God steeds welbehagelijker worden, en quot;gedurig meer toenemen in alle deugden en goede werken. Want de Heiland zegt; «Wie mij eet, die zal ïeven om mijnentwil.quot; (Joan, YI. 58); eu : „Wie in mij blijft
en ik in hem, die brengt vole vruchten voorts (Joan. XL 5.)
De derde: Zij vermindert in ons de booze lust en begeerlijkheid.
De vierde: Zij schenkt ons meer licht, moed en kracht, om hot goede te doen en het kwade te laten.
De vijfde: Zij wischt de dagelijksche zonden uit, en bewaart voor do doodzonden.
Do zesde: Zij brengt ons tot de heerlijke verrijzenis en tot de eeuwige zaligheid, naardien de Heiland zegt: »Wie mijn vleesoh eet cn mijn bloed drinkt, die heeft hot eeuwige leven, en ik zal hem opwekken ten jongston dage.quot; (Joan. YL 55.)
II.
over de veel1ialige oohmtjnie,
Wie christelijk en vroom wil loven, die moet ook dikwijls, zeer dikwijls tot de tafel van zijnen goddelijken Heer komen, en deszolfs goddelijke spijze genieten, om zijne ziel door dit hemelsch brood te voeden en te versterken. Waar wil en zal uwe ziel, mijn geliefde christen, haar voedsel en hare versterking anders gaan halen en, ontvangen, dan in dezen oorsprong van alle leven? — Wie godvruchtig, deugdzaam en volmaakt wil worden, die moet de bron des levens, der heilige geestdrift en der sterkte, in en door de heilige Communie zoeken, en dit des te vaker, hoe meer bij de zwakheid zijner ziel kent, en
152
hoc grooler de gevaren zijn, waardoor hij met den ondergang bedreigd wordt. — Komt tot mij, allen die belast en beladen zijt, en ik zal u verkwikken.
Zoudt gij, mijn waarde christen, deze uitnoo. diging van uwen Verlosser en Heiligmaker niet gaarne en _ blijmoedig volgen? ~ Welk eene on-dankbaarheid zoude het zijn, deze minzame uit-noodiging af te wijzen! — Zal de christen mogen hopen _ eens van zijnen goddelijken Eegter de uit-noodiging tot den hemel te hooren, die op aarde zijne uitnoodiging versmaad heeft?
Aan dezen wenseh en het bevel van Jesus Christus voldeden zijne heilige Apostelen en leerlingen getrouw en stiptelijk, zoo als de heilige geschiedenis der Apostelen het bewijst. — Dezen wenseh en dit bevel van Jesus Christus werd ook door alle tijden heen steeds door zijne goddelijke bruid, onze heilige Moeder de katholieke Kerk opgevolgd; het was, is en blijft, van de eerste tijden af, ook haar wenseh en wil, haar vermanen en smeeken, dat hare kinderen, de geloovio-e christenen dikwijls, zeer diktvijlx de heilige Communie mogten ontvangen.
In de eerste tijden der Kerk was de daaelijh-e Communie gebruikelijk. .Alle geloovi4n volhardden eensgezind in het breken des broods en in het gebed.quot; — De menigte der geloovigen waren een hart en eene ziel. (Hand. II. 42.)
Dewijl het getal der christenen echter dagelijks vermeerderde en dezelve te zeer in tijdelijke bezigheden gewikkeld werden, om zich dagelijks
153
belioorlijk te kunuen voorbereiden; en ook laau-wer werden, zoo werd de dagelijksclie Communie steeds zeldzamer, en de zon- en feestdaagsehe meer gebruikelijk, —
Eindelijk na de vervolgingen verkoelde de ijver der christenen, en de laauwheid nam steeds meer de overhand. En zoo zag de Kerk zich genoodzaakt, om de geloovigen ten minste drie maal 's jaars, tot de heilige Communie to verpligten, namelijk op Paschen, Pinksteren en het feest van de Geboorte des Hoeren, In latere tijden werd eindelijk ook dit gebod tot eenmaal 's jaars, tot Paschen beperkt.
Maar dit bewijst geenszins, dat het meermalen communiceren niet zeer prijzenswaardig is ; het dient slechts ten bewijze, dat de ijver, welke in den beginne in de Kerk bloeide, met den tijd afgenomen en verkoeld is.
Eenmaal in het jaar is dus een gebod der Kerk, en de Kork ziet het gaarne, noodigt ons dringend uit en spoort er ons toe aan, om dikwijls aan dezen disch der genade te komen. Wie slechts eenmaal in het jaar volgens het strengste gebod der Kerk aan de tafel des Ileeren verschijnt, die behoort zeker tot de laa-nve christenen, en zoo ook niet veel minder diegene, die slechts twee of drie keeren in het jaar er heengaat.
De heilige Pranciskus van Sales wenscht, dat de christen alle veertien dagen de heilige Communie mogt ontvangen; diegenen echter, die zeer ernstig naar de christelijke volmaaktheid streven (en zulks nioc?len wij toch allen) eu een groot verlangen
154
naar de heilige Communie gevoelen, raad deze Heilige, om alle acht dagen lot de hdlige Communie te gaan. De heilige Alphonsus van Liguori heeft verscheidene verhandelingen geschreven, waarin hij met het getuigenis der heilige Vaders en Kerkvergaderingen bewijst, dat de achtdaagsche Communie nog niet tot de veelmalige Communie gerekend worden kan. Het ware te wenschen dat alle christenen ten minste alle acht dagen tot de heilige Communie gingen. Indien gij het gaarne zoo dikwerf doea wilt, als het voor uw zieleheil liet beste is, dan ontvang de heilige Communie zoo dikwijls, als uw biechtvader het u veroorlooft. Zoo heeft het onze Kerk bepaald. Ieder, die het spoor niet bijster wil worden, moet de gehoorzaamheid beoefenen, moet zich ten eenen maal aan den biechtvader onderwerpen.
VEKJIANING TOT HET VEELMALIGE ONTVANGEN DEK HEILIGE COMMUNIE.
Laten wij ons niet van den weg brengen, niet storen, niet weerhouden door het gepraat en de bespotting, door de verachting en vervolging der wereld — wij weten immers, dat de wereld en Christus niet met elkander overeenstemmen, dat de wereld Christus en zijn goddelijk licht haat en vliedt.
Met de wereld — met de groote menigte mogen wij het immers in geenerlei opzigt houden,
maar bij de weinigen, bij het kleine getal der ware cliristeneu moeten wij ons aansluiten en hen volgen; op den breeden weg, die ten ver-dervo leidt, mogen wij nimmer gaan, maar op den snaallen, engen weg moeten wij wandelen — naar den hemel?
— Wij zien toch dagelijks, helaas! maar al te duidelijk met onze eigene oogen, hoe het er met den levenswandel van zulke wereldsgezinde menschen uitziet, die zoo zelden tot de tafel des Heeren komen, en zijn goddelijk brood versmaden, zijne artsenij ontvlugten!
Zeer zeker bestaat eena gewigtige, diepe en opmerkenswaardige oorzaak van de steeds meer toenemende zedeloosheid, bedorvenheid en boosheid van onzen tegenwoordigen tijd — in het steeds zeldzamer, laauwer en onwaardiger ontvangen van de heilige Sacramenten der Biecht en des Altaars.
O mogt toch slechts hel dikwijls ontvangen dezer heilige Sacramenten, weder meer algemeen en meer gebruikelijk worden, zeker, het zou er weldra beter in do christenheid uitzien. God geve het! 't kan weder zoo worden, — Dan ■ zoude weldra geloof, naastenliefde, regtvaardig-heid, eerlijkheid, onderlinge hulp en vertrouwen — ware deugd, waar christendom in 't algemeen, weder voor den dag komen; en daarmede ook ware inwendige en uitwendige vrede, vergenoegdheid en welvaart toenemen, en Gods zegen zigtbaarder en tastbaarder worden.! — Juist in dc tijden, als het met de godsdienst
156
f
cn c!e zeden tier christenen liet slechtste .gesteld was, heeft de christelijke Kerk altoos liet ijverigste cn nadrukkelijkste op het vlijtig ontvangen der heilige Communie aangedrongen.
Vermits wij ook het vurige verlangen van onzen lieven Jesus en den innigen wenseh en wil van onze geliefde moeder, de heilige Kerk, zoo duidelijk kennen, wat zou ons dan terug houden, om aan dit verlangen en dezen wensch te beantwoorden cn zeer dikwijls tot de heilige Communie te gaan ? Niels — indien onze eigene traagheid het niet doet. — Voor lasteringen zijn wij gedekt door den bijval der geheele onfeilbare Kerk.
Wacht u echter, christelijke ziel, voor u zelve, opdat gij in dezen u zelve niet bedriegt; opdat gij door uwe veelmalige Communie den lieer niet meer oneer, dan eer aandoet. Menige bedroevende ondervinding bewijst helaas! dat veelmalige Communie en zonde (b. v. eigenzinnigheid, ongehoorzaamheid, zelfbehagen, enz.) gepaard kunnen gaan. — Beproef u dus, volgens de ernstige waarschuwing van den Apostel (I Cor. XI. 28—29) eerst zelve, opdat gij de veelmalige Communie onder hare vijanden niet nog meer aan afkeuring blootstelt, en u aan den dood van Jesus — en aan het oordeel schuldig maakt. Herinner u toch, ik bezweer liet u, dat bij het woord Communie altoos het woord waardig, dat is, christelijk, godvruchtig, is gevoegd geworden. De Comtünie zonder christelijke godsvrucht kan noch eens, noch
157
meermalen Gode aangenaam en deu meusch heilzaam zijn! — Het dikwijls ontvangen der heilige Communie, en daarbij een laauwe, onverschillige en lichtzinnige levenswandel zoude eene groole, zwaar te verantwoordene ergernis voor de wereld zijn. — De levenswandel moet met het vcelmalig gebruik dezer heiligste spijze overeenstemmen. — Welk een aanstoot en welk eene ergernis zoude dit ook voor de wereld zijn, indien de levenswandel met de veelmalige heilige Communie niet zoude overeenstemmen! Welk een nadeel voor de goede zaak in hot algemeen, welk een beletsel vooral voor de bevordering en verbreiding van het vlijtig ontvangen van het allerheiligste Sacrament! — Welk eene verantwoording daarvoor ! — De wereld oordeelt altoos en terstond streng, liefdeloos en algemeen, oppervlakkig; en zonder onderscheid.
Laten wij ons niet van het naarstig ontvangen der heilige Communie afschrikken door de tegenwerpingen en uitvlugteu, die velen maken, en waarmede velen hunne nalatigheid en traagheid willen verontschuldigen, namelijk:
1. Ik hen het niet waardig omen liter zoo dik-ivijls te ontvangen ; ik durf niet, het kon eene ont-eering van Jesus, mijnen God, en eene ontheiliging van het allerheiligste Sacrament zijn!
Geloof mij, mijne ziel, indien gij niet waardig en voorbereid zijt, om uwen Heer dikwijls te ontvangen, dan zult gij het nog minder zijn, Indien gij Hem zelden ontvangt. — Hoe veel moeijelijkcr en slechter zal dan de voorbereiding zijn! Hoe
158
zal diegene voorbereid zijn tot het ontvangen, die eens of eenige malen in het jaar tot de tafel des Ileeren gaat, wien dus zeer weinig aan deze heilige spijs gelegen is, zoo als hij door zijn nalatig en zeldzaam ontvangen duidelijk genoeg te kennen geeft.
2 . Ik hel geenen tijd, om mij behoorlijk tot de heilige Communie voor te hereidcn!
Deze_ verontschuldiging en uitvlugt geldt voor G-od niet! — Men moet den tijd nemen — het zieleheil is en blijft de hoofdzaak, is de eerste en noodzakelijkste bezigheid. — Om te sterven en om voor het oordeel Gods te verschijnen moet men ook den tijd nemen! —- Met eencn ernstigen, vasten wil, met eenen waren ijver voor zijne zaligheid, met de genade Gods, laat zich veel moge-lijk, ja zelfs gemakkelijk maken, wat den wereld-liug onmogelijk schijnt, — De eerste christenen' hadden ook hunne beroepsbezigheden, en zij vonden daarom toch tijd, om zelfs dagelijks tot de heilige Communie te gaan, — God zegent dezen korten tijd, dien wij aan Hem en aan onze arme ziel schenken, rijkelijk, en vergoed denzelven duizendvoudig. — De Heilige Geest verschaft raad, middelen en uitwegen.
Gij hebt geenen tijd? — Indien gij iederen keer, als gij communieeerdet, eenen gulden kreegt, zoudt gij dan niet vaker komen ? Misschien kwaamt gij dan alle zondagen, ja zelfs nog vaker; de guldeu is u dus liever, dan uw Heiland!
3. Die zoo dikwijls naan biechten en communiceren, zijn met altijd de besten, zeggen vooral die-
159
genen, welke zelveu laauw en nalatig zijn in het ontvangen der heilige. Sacramenten, om hunne eigene laauwheid te regtvaardigen.
Dat niet allen, die dikwerf communiceren, ook de beste en godvructtigste christenen zijn, dut kan soms wel wezen; ook onder de leerlingen van Jcsus bevond zich een Judas; doch zijn diegenen beter, die men zelden aan de tafel des Heercn ziet? Zouden althans niet allen naar de opgenoemde uitwerkingen van het veelmalige waardigs gebruik des heiligen Avondmaals de besten kunnen zijn ? hebben zij daartoe niet alle middelen aan de hand? — Zijn zij het niet, dan ligt de schuld enkel aan hen zeiven, dooh niet aan de veelmalige Biecht en Communie.
4, Ik wil geen zonderlinge zijn!
Dat wil zoo veel zeggen als — ik wil geen waar christen zijn! — Want ik heb vroeger reeds gezegd, dat slechts verreweg het kleinere getal, het getal der ware christenen is ; dat wij het diens-volgens met het grootere getal niet mogen houden. — Geheel alleen zult gij toch de zonderlinge niet zijn, althans eenige zulke zonderlingen zult gij toch overal en altijd aan de tafel des Heeren vftiden en aantreffen. — De Heere Jesus, die voor de wereld de eerste zonderlinge was, heeft toch altoos en overal eenigen, die het met Hem houden en zijn woord en voorbeeld volgen. De Heiligen waren louter zulke zonderlingen.
O mogt slechts het getal van zulke christelijke zonderlingen in dezen ongeloovigen en bedorvenen, dreigenden en gevaarlijken tijd spoedig zeer ver-
160
meerderd worden! 't Is hoogst noodzakelijk, om dc nakende straffe Gods te wenden, en nog te redden, wat te redden is.
Met regt klaagt een eerwaardig Kerlieeraar op de volgende wijze ;
Ach, hoe veel te meer kan men in onze treurige dagen die klagt uitbrengen!
Sedert het roemwaardige Sacrament des Altaars verlaten werd, dat alleen de oorsprong van een godzalig leven is, en de dvvalenden uit de duisternissen naar het licht voert, namen alle zonden en misdaden de overhand. Met regt worden wij van God verlaten, bedrukt en met allerlei soort van rampen bezocht, vermits wij TJem dfin rug toekeeren, die in ons midden woont. Waar is nu die ijver, waar die goede en heilige werken, waaraan die tijden zoo vruchtbaar waren, toen alle christenen de heilige Communie dagelijks ontvingen? — O onverschilligheid van onzen tijd! De godsvrucht gaat thans door voor huichelarij, en do goddeloosheid neemt steeds meer de overhand ; en worden er hier en daar nog enkele godvruchtige zielen gevonden, die het brood des levens dikwerf ontvangen, dan zijn zij het mikpunt van den spot en den laster der slechte menschen.
Ook de booze vijand wil ons van het ontvangen van het heilige Sacrament des Altaars afhouden, wijl hij zeer wel weet, hoe heilzaam deze goddelijke spijze is, en dat de christen, is bij van dit hemelsch voedsel beroofd, steeds zwakker wordt in het goede, zich aan zijne drifter, en de zonde
161
overgeeft, cn zoo ongemerkt zijnen dood en ondergang nadert. —
O mijne cliristelijke ziel, begin slechts, of indien gij begonnen zijt, zoo ga voort, om naarstig en dikwijls te communiceren; gij zult zelve in korten tijd hel groole, onbeschrijfelijke nut er van ondervinden ; smaak en geniet slechts zeer dikwijls dat goddelijke hemelsbrood, en gij zult zien, hoe zoet en heilzaam het is; ja, zelve, moet gij het ondervinden; beschrijven en verklaren laat zieh de noodzakelijkheid en het nut, dc kracht en de werking van dit allerheiligste Sacrament zoo niet. —
JKoofjgejtvexcn. mij Jestss Christus
in de instetlikg van hst heilige
Alles tot meekdeue eeue Gods, en toi het heil dek zielen!
liladz,
Gededen op den vooravond van den H. Coji.wu-
Plegtige eereboete aan Jesus Christus . . , , 9.
Gebeden tot de H. Engelen........M,
Verzuchtingen . . . ..........13.
Geheimen van den Rozenkrans, als voorbereiding tot de H. Communie .........lö.
Litanie van het Geloof....... . ,|G.
Litanie van de Hoop..............
Litanie van de Liefde..........22.
Biecut-oefeningen...........24.
Heilzame lessen en vermaningen tot boetvaardigheid 24.
Gebeden voor de Biecht....... . 20.
Aanroeping van den H. Geest.......29.
Gebed tot de H. Moeder Gods.......29.
Gebed om waar berouw.........30.
Geloof, Hoop, Liefde en Berouw, voor de Biecht. 31.
Slotgebed voor de Biecht........30.
Gebeden na de Biecht.........38.
Morgen-oefeningen op den H. Communiedag . . 43.
Morgengebed op den heiligen Communiedag . . 43.
Morgengebed lot de H. Maagd Maria .... 44.
Gebed tot de H. Engelen........43.
De stem van den H. Engel-Bewaarder op den weg naar de kerk...............
Drie vragen, die men voor het ontvangen der H. Communie ernstig ter harte nemen en welker waarachtige beantwoording men grondig
overwegen moet. '.............40.
Eerste groet aan Jesus Christus in'het H. Sacrament des Altaars, als men in de kerk komt 48.
black.
Communie-Oefeningen.......; . . 33.
Gebeden onder de heilige Mis, op deu dag waarop men da H. Communie ontvangt.....58.
Drie liefdezuchten tot Jesus, voor de H. Communie. 69.
Gebed bij het heengaan tot de H. Communie . 70.
Gebeden na de H. Communie..............•
Gebed van den H. Ignatius...... • 72.
Dankzegging.............
Blijdschap over het bezit van Jesus, en verlangen
om Hem te behouden . .......73.
Besluit om Jesus na te volgen. Opofiering en cvergev. 7(i.
Verzoek om den zegen bij al onze werken . . 77.
Gebed tot Maria, om zich aan den dienst dezer
allerheiligste Maagd toe te wijden . . -. . 79.
Godvruchtige gevoelens na de H. Communie . . 81.
Godvbuciitige verzoeken na de H. Communie . 8-3.
Verzoek om vergiffenis der feilen die men bij de H. Communie begaan heeft.......83.
Verzoek, om nooit weder door eene doodzonde van Jesus gescheiden te worden.....84.
Verzoek, dat onze vrienden aan de vruchten van dit Sacrament deel mogen hebben.....83.
Gebed om voor een kruisbeeld te bidden. . . 80.
Algemeen gebed om eenen vollen aflaat te verdienen 80.
Gebed om den aflaat voor eenen Overledene op te offeren.............
De slem van den H, Engel-Bewaarder bij het verlaten der Kerk..........'J' •
Tweede Communie-oefening. Als men de H. Mis
te voren niet bijwonen kan......92.
Liefde en verlangen naar den Ileiland ... 92.
Gebeden voor de H. Communie ......93.
Dankzegging na de H. Communie.....98.
Liefdezuchten na de II. Communie.....'101.
Derde Communie-oefening, Or de feestdagen
van de allerheiligste maagd maria. . . . 104.
Gebeden voor de H. Communie......'104.
Gebedfcu ua de 11. Cummuuie .
Vimde Commumb-Oefekino. Oi- den feestdag
WP* EENEN HEILIGE ....
Gebeden voor de H. Communie . . ' ' ' ,i,in' Gebeden na de H. Communie ' ' ' ' ., '
De wereld verachten en God dienon is zoet' ' Ho Verbond der ziel met Jesus Christus, om voor altijd een godvruchtig leven te leiden .
roh^T quot;J63quot;/ ste0ds mecr t0 Zominnen' .' .' 'llf' Gtbed om sfandvastig in de genade Gods te leven
verS'ffe-/oor ane verstrooijingen bij et bidden en om do genade eener soede voor-bereidwg tot de eerstvolgende 11. Communie .107
CoUuSgen nS.tUS. V(!0r.a!1.e menschen 0P ] quot;
Geheimen van den Rozenkrans na de H. Communie Ir'
A vïïn , be}'0''dc'''ns van het geestelijke leven A\o^dcebeu oi' Heilige Cojimuniedagen Onderngt .... • • .
Gebed
Geloof, Hoop en Liefde Gebed tot do II. Moeder Gods Gebed tot den II. Josef.
Gebed tot den H. Engel-Bewaarder .
bebed tot alle heiligen ...
Litanie tot het allerheiligste Sacrament .
VEELJIALIGE CojIMUKIE EEN HOOFDZAKELIJK
T0T DE CHRISTELIJKE VOLJIAAKT.IEID . 4 Kfl
Over de vruchten der H. Communie . . ' -IHo' Over do veelmalige Communie. '
Communie'0' 111,1 veelmalig ontvangen derquot; H.' 151 * ............, -154,
■123.
135. 139,
139.
140. 1U. 143. 143.
143.
144. 144.
De uitgevcï dezes debiteert mede met succes
VOOE
OM BIJ HET
TE DIENEN.
Piijs : 10 cent.
•7^: