;„v
i
5:r:-
'
BETREFFENDE
HET BEHEEE V4N BE 60EDEEEN EN EONDSEN
DER
NEDERDUITSCHE HERVORMDE GEMEENTE
VAN 'S GRAVENHAGE,
BN HET TOEZIGT DAAROP.
: 1
üer fJsd, HQr.
J
JT
BETREFFENDE
HEÏ BEHEER VAN DE GOEDEREN EN FONDSEN
NEDERDUITSCIIE HERVORMDE GEMEENTE
EN HET TOEZIGT DAAROP.
'S G RAVEN H AGE, H. ?. DE SWART RN ZOON. 1870.
-
■
§ I. Van het beheer en toezigt.
Het beheer van de Kerkgebouwen eu van alle andere goederen en fondsen der Nederduitsche Hervormde Gemeente van 'sGravenhage, met uitzondering van die, welke ouder beheer ol' toezigt van den Kerkeraad zijn, wordt gevoerd door een Colleyie van negen Kerkvoogden.
Art. '2.
Het toezigt op dat beheer wordt, namens de gemeente, uitgeoefend door een Collcgie van een en twintig Notabelen.
§ II. Van de verkiezing van Notabelen.
Art. 3.
Notabelen worden gekozen door de stemgeregtigde leden der gemeente.
Zij moeten zijn lidmaat der Hervormde Kerk, meerderjarig, en minstens sedert één jaar binnen 's Gravenhage gevestigd.
Om de drie jaren, op den 1 April, treedt een derde der Notabelen af, volgens te maken en bij te houden rooster.
De aftredenden zijn terstond weiier verkiesbaar.
4
Art. 4.
Bij het tusscheutijds openvallen eener plaats van Notabele, geschiedt hare wederaanvulling op een door Kerkvoogden te bepalen dag.
Indien liet getal ontbrekende Notabelen meer dan vijf bedraagt, heeft de aanvulling zoodra mogelijk plaats.
Die ter aanvulling eener tusschentijds opengevallen plaats tot Notabele gekozen is, treedt af op hot tijdstip waarop degeen, welken hij vervangt, moest aftreden.
Art. 5.
Notabelen mogen elkander of aan Kerkvoogden niet nader bestaan dan in den derden graad van bloedverwantschap of zwagerschap.
Opkomende zwagerschap verpligt niet tot aftreding, doch belet eene herkiezing.
Bij gelijktijdige verkiezing van bloed- of aanverwanten in den verboden graad, wordt de oudste in jaren voor gekozen gehouden, of, wanneer de ouderdom gelijk is, beslist het lot.
üe zwagerschap houdt op door het overlijden der vrouw die haar veroorzaakte.
Niet benoembaar zijn Predikanten in werkelijke dienst, en zij die, krachtens benoeming van Kerkvoogden, Kerke-raad of Diakenen, eene kerkelijke bediening bekleeden, waarin zij aan deze Collegien ondergeschikt zijn.
Art. 6.
Stemgeregtigd zijn alle manslidmaten der Nederduitsche Hervormde Gemeente te 's Gravenhage, welke zijn meerderjarig, en ten minste één jaar geleden, of bij den Kerkeraad geloofsbelijdenis afgelegd hebben, of, op
ingediend bewijs van lidmaatschap, als lidmaten der gemeente erkend zijn; een en ander onverminderd het bepaalde in art. 11, tweede lid, omtrent de lijst van stemgeregtigden.
Art. 7.
Van de stemgeregtigdheid zijn uitgesloten zij die
a. in het jaar, dat aan de stemming of verkiezing voorafgaat, door eenig armbestuur bedeeld zijn;
h. kerkelijk gecensureerd zijn;
c. onder curatele staan;
d. tot eene ontecrende straf veroordeeld zijn;
e. in gebreke blijven, na daartoe te zijn aangemaand, hunnen hoofdelijken aanslag te betalen.
Art. 8.
Jaarlijks vóór de maand November herzien Kerkvoogden de lijst der stemgeregtigden, en leggen die na gedane afkondiging ter inzage voor belanghebbenden in een der kerkgebouwen.
Gedurende veertien dagen na de afkondiging, hebben alle manslidmaten, die verineenen dat zij ten onregte niet op tie lijst voorkomen, of dat onbevoegden daarop geplaatst zijn, liet regt, om schriftelijk hun bezwaar in te leveren bij Kerkvoogden.
Binnen acht dagen na verloop van voorzegden termijn beslissen Kerkvoogden op de ingeleverde bezwaarschriften, en geven kennis van hunne beslissing aan den belanghebbende tegen afgifte van een bewijs van ontvangst.
Tegen die beslissing is, binnen acht dagen na ontvangst der kennisgeving, hooger beroep toegelaten bij Notabelen.
Notabelen doelen hunne uitspraak binnen acht dagen na verloop van voorzegden termijn mede aan Kerkvoogden.
O
Kerkvoogden stellen vervolgens, met inachtneming der uitspraak van Notabelen, de lijst vast, en leggen die, na voorafgaande afkondiging, gedurende eene week ter inzage neder.
De aldus vastgestelde lijst blijft geldig tot dat zij op de hierboven omschreven wijze zal zijn herzien.
Art. 9.
üe stemming geschiedt in de maand February, bij on-geteekende briefjes, volgens door Kerkvoogden te bepalen model, in een bus, die van eene behoorlijke sluiting is voorzien.
Heeft gelijktijdig, ter vervulling eener tusschentijds ontstane vacature, verkiezing plaats, zoo wordt daarvoor eene afzonderlijke stemming vereischt. Zoo noodig geschiedt alsdan de stemming op briefjes van verschillende kleur.
De voorzitter van Kerkvoogden benoemt het stembureau; hij kan daartoe des noodig ook Notabelen aanwijzen.
Ten minste acht dagen vóór den ter verkiezing bestemden tijd, ontvangt elk kiezer van het Collegie van Kerkvoogden een gesloten oproepingsbrief, vermeldende dag, tijd en plaats voor de verkiezing bepaald, en bevattende een stembrielje, waarop het zegel der gemeente staat afgedrukt.
De kiezer, die zijn stembriefje verloren of er geen ontvangen beeft, kan er een aan het stembureau bekomen.
Art. 11.
De inlevering der stembriefjes vangt aan des morgens ten 9 ure en duurt tot des namiddags 4 ure.
7
Tot de stemming worden alleen zij toegelaten, die op de lijst van stemgeregtigden voorkomen.
Het stembriefje wordt door den stemgeregtigde in persoon in de bus gestoken.
Art. 12.
De stemopnemers houden aanteekening van de namen der stemgeregtigden, die aan de stemming deelnemen. Zij onderteekenen met den Voorzitter van bet stembureau de aldus door ben gebonden lijsten.
Art. 13.
Zoodra de tot de stemming bepaalde tijd verstreken is, worden alleen de alsdan tegenwoordige stemgeregtigden tot bet inleveren van stembriefjes toegelaten.
Daarna wordt de bus onmiddelijk gesloten, met bet zegel der stemopnemers verzegeld, en aan den Voorzitter van bet stembureau in bewaring gegeven.
Van deze bandelingen wordt proces-verbaal opgemaakt in bijzijn van de aanwezige stemgeregtigden.
Art. 14.
Op den eerstvolgenden werkdag, 'smorgens ten 10 ure, beeft in tegenwoordigbeid der stemgeregtigden, voor zoover die aanwezig zijn, de opening der brieljes plaats, nadat bet stembureau zicb beeft verzekerd, dat de bus behoorlijk gesloten en de zegels ongeschonden zijn.
Art. 15.
Vóór het openen der briefjes worden deze geteld en hun getal vergeleken met dat der stemmen, die blijkens de gehouden lijsten zijn uitgebragt.
De inhoud dier briefjes wordt daarna door den Voorzitter overluid voorgelezen, door één der stemopnemers nagezien en door beide stemopnemers opgeteekend.
Van onwaarde zijn de briefjes die niet van wegeKerkvoog-ilen uitgereikt, ongezegeld of onderteekend zijn, geen persoon duidelijk aanwijzen, niet ingevuld zijn, andere stem-brieljes omvatten, of daaraan opzettelijk zijn vastgehecht.
Het stembureau beslist over de waarde of onwaarde van een briefje; de Voorzitter deelt die beslissing mede.
Art. 17.
Briefjes, die meer of minder namen bevatten dan er personen zijn te kiezen, zijn geldig. De na het vereisebt getal in een briefje vermelde namen komen niet in aanmerking en worden niet voorgelezen.
Art. 18.
Terstond na den afloop dei- opening wordt door den Voorzitter bekend gemaakt het getal der briefjes, die, na aftrek der van onwaarde verklaarde, overgebleven zijn, en het getal stemmen op eiken persoon uitgebragt.
Bij eene eerste stemming wordt niemand benoemd dan bij volstrekte meerderheid van stemmen.
Indien de volstrekte meerderheid door meer personen dan er plaatsen te vervullen zijn, verkregen is, worden diegenen hunner welke de meeste stemmen bekwamen, en, bij gelijkheid van stemmen, de oudste in jaren, voor verkozen gehouden. In geval van gelijken ouderdom beslist bet lot.
Bij herstemming, die vereisebt wordt wanneer de volstrekte meerderheid bij die eerste stemming niet is verkregen, wordt men verkozen met de meeste stemmen.
Indien do stemmen staken, is de oudste van jaren
9
benoemd; ingeval van gelijken ouderdom, beslist liet lot.
De verkregen meerderheid geldt niet, wanneer daarop een tusschen het getal der in debus gevonden stembriefjes, en dat der volgens het proces-verbaal uitgebragte stemmen bestaand verschil, van invloed beeft kunnen zijn.
Art. k2().
Nadat de stemming is afgeloopen, maakt de Voorzitter den uitslag daarvan bekend aan de aanwezige stemgereg-tigden.
Van deze handelingen wordt een proces-verbaal opgemaakt, dat door het Collegie van Kerkvoogden wordt bewaard, even als, — doch slechts gedurende een jaar, — de lijsten en de in een verzegeld pakket besloten stembriefjes.
Art. 21.
Wanneer bij eene eerste stemming geene volstrekte meerderheid is verkregen, wordt door het stembureau uit het proces-verbaal eene lijst opgemaakt, bevattende tweemaal zooveel namen als er personen te benoemen zijn. Op die lijst worden gebragt zij, die bij de eerste stemming de meeste stemmen hebben erlangd.
Ingeval, bij de eerste stemming, de stemmen tusschen meer dan het in do eerste zinsnede bedoeld getal personen waren verdeeld, worden op de lijst allen geplaatst, die aldus de meeste stemmen hebben verkregen. Deze lijst wordt gebragt ter kennis van stemgeregtigden.
De herstemming over de op de lijst geplaatste personen geschiedt binnen drie weken na de eerste stemming.
Daarvoor gelden dezelfde regelen, als die voor de eerste stemming in de artikelen 10 tot en met 18 voorgeschreven.
lü
Art. 22.
Aan de verkozenen wordt terstond door liet slembureau tegen bewijs van ontvangst kennis gegeven van hunne benoeming.
Do benoemde, die binnen veertien dagen, na bekomen kennisgeving, niet schriftelijk berigt heeft aan Kerkvoogden, dat hij de benoeming aanneemt, wordt geacht daarvoor te hebben bedankt.
Art. 23.
Binnen tweemaal vier en twintig uren, na de bekendmaking in artikel 20 eerste lid voorgeschreven, is ieder stemgeregtigde bevoegd, met opgave zijner bezwaren, en kennisgeving aan den gekozene, tegen de gedane keuze bij Kerkvoogden schriftelijk op te komen.
Binnen acht dagen na ontvangst wordt op het bezwaarschrift overeenkomstig artikel 20 y. beslist, en van de beslissing aan den verkozene en aan hem, the in bezwaar kwam, kennis gegeven.
Bij nietigverklaring der verkiezing, wordt ten spoedigste eene nieuwe verkiezing uitgeschreven.
Art. 24.
Nadat de gekozene zijne benoeming heeft aangenomen, de termijn van bezwaar verstreken, of, nagedaan bezwaar, daarop afwijzend beschikt is, wordt van den uitslag dei-verkiezing door Kerkvoogden kennis gegeven aan den Algemeenen Kerkeraad, en aan de Gemeente, bij afkondiging van den predikstoel.
§ 111. Van de bevoegdheid en werkzaamheden van Notabelen.
Art. 25.
Notabelen waken voor de naleving van dit reglement.
Zij oefenen liet bij artikel 2 hun opgedragen toezigt uit overeenkomstig de navolgende bepalingen.
Art. 26.
Notabelen vergaderen in vereeniging met Kerkvoogden of afzonderlijk.
In voreenigde vergadering komen zij bijeen:
a. tot het vaststellen en wijzigen der begrooting;
b. tot het opnemen der rekening, waarbij echter Kerkvoogden zich van medestemmen onthouden;
c. tot het beoordeelen, of een hoofdelijke omslag zal worden geheven; tot bepaling van hot bedrag, de grondslagen en wijze van invordering daarvan, en tot benoeming eener Commissie, om over de klag-ten aangaande don omslag te beslissen;
d. tot het beoordeelen of eene procedure namens de gemeente, bij eisch of verwering, zal gevoerd worden;
e. over het aangaan van geld leeningen, met aanwijzing, indien tot eene geldieeningbesloten wordt, der middelen, waaruit renten en aflossing zullen worden gevonden;
f. over het sluiten van overeenkomsten van blij vonden aard, het verkoopen of bezwaren van kerkelijke eigendommen, met dien verstande, dat geen Kerkgebouw vervreemd of aan zijne bestemming ten behoeve van de openbare godsdienst-oefening mag
onttrokken worden, dan ingevolge een bij meerderheid van stemmen genomen besluit van stcm-geregtigden;
tot het doen van uitspraak op bezwaarschriften, ingevolge artikel 215 tegen eene vei'kiezing ingediend;
li, om te beslissen bij het ontstaan van eenig verschil van zienswijze tnsschen Kerkvoogden en Kerke-raad, onverminderd het bepaalde in art. 08;
i. tot bet besluiten over zoodanige zaken als verder volgens dit reglement de goedkeuring of medewerking der vereenigde vergadering behoeven.
lu afzonderlijke vergadering komen Notabelen bijeen:
a. tot benoeming van Kerkvoogden;
b. tot bot doen van uitspraak in hooger beroep, volgens artikel 8 over bezwaren tegen de kiezerslijsten.
Art. 27.
Als posten van uitgaaf worden op de begrooting gebragt:
1° bet onderhoud der kerkgebouwen;
2° de kosten van de uitoefening der eeredienst;
3° de toelagen, welke aan Predikanten zijn of mogten worden verleend;
4° de jaarwedden en bezoldigingen in artikel 44 en 50 bedoeld;
5° de verdere kosten fier kerkelijke administratie, als lands- en gemeente-belastingen, onderhoud van eigendommen, enz.
0° verschillende uitgaven, als: schrijfbehoeften en drukloonen voor huishoudelijk gebruik van den bijzonderen en algemeenen Kerkeraad, benevens vuur en licht voor deze Colleglenen voor Kerkvoogden en Notabelen, gelijk mede bot aandeel der gemeente In don omslag voor de klassikale kosten.
7° interessen en allossingen van opgenomen ol'verschuldigde gelden;
8° buitengewone uitgaven, zooals beroepingskosten, tot aanvulling van andere posten der begrooting en ter bestrijding van onvoorziene uitgaven.
Art. 28.
De voorzegde uitgaven zullen gevonden worden uit de navolgende posten, als ontvangst op de begrooting te brengen.
1° het batig slot, voor zooverre er een bestaat, van de laatst vastgestelde rekening;
'2° de opbrengst der kei'kelijke fondsen en eigendommen;
3° de opbrengst van huur der zitplaatsen in de kerken;
4° de uitkeering wegens begrafenisregten;
5° de opbrengst van collecten voor de kerk;
Gquot; giften, legaten en buitengewone ontvangsten;
7quot; de opbrengst van den hoofdelijken omslag, indien deze later mogt blijken noodig te zijn.
Art. '20,
Bijaldien Notabelen, hetzij in eene vereenigde, hetzij in eene afzonderlijke vergadering, aanmerkingen op, of voorstellen hetreffende het beheer van Kerkvoogden meenen te moeten maken, zijn Kerkvoogden gehouden die in hunne eerste bijeenkomst in overweging te nemen en hun gevoelen in de eerstvolgende vereenigde vergadering mede te deelen.
Art. 30.
In zake, waaromtrent de beslissing niet bij dit reglement opgedragen is aan de vereenigde vergadering of aan Notabelen, blijft het aan Kerkvoogden voorbehouden te besluiten, zoo als zij in hot belang der kerkelijke administratie noodig zullen oordeelen.
in do vereonigde vergadering worden het Voorzitterschap en Secretariaat waargenomen door Voorzitter en Secretaris van Kerkvoogden.
In de afzonderlijke vergaderingen van Notabelen worden liet Voorzitterschap en Secretariaat waargenomen door twee Notabelen, jaarlijks in de eerste vergadering des jaars door dezen uit hun midden daartoe te benoemen.
Art. 32.
Alle vergaderingen worden belegd door den Voorzitter van Kerkvoogden, zoo veel mogelijk met opgaaf der te behandelen zaken.
De Voorzitter voormeld is gehouden de vergadering van Notabelen te beleggen, behalve in de gevallen bij dit reglement voorzien, zoo dikwijls hij daartoe door minstens vijf Notabelen schriftelijk en met opgaaf van redenen is uitgenoodigd.
In het geval van art. 55 wordt eene nieuwe vergadering van Notabelen afzonderlijk door den Voorzitter van Notabelen belegd.
§ 'V. I ran Kerkvoogden, hunne verkiezing en werkzaamheden.
Art. 33.
Kerkvoogden worden gekozen door Notabelen. Artikel 3 tweede lid is op Kerkvoogden toepasselijk.
Om de twee jaren, op den lstequot; Junij, treedt een derde der Kerkvoogden af, volgens te maken en bij te houden rooster.
De aftredende Kerkvoogden zijn terstond weder verkiesbaar.
Art. 34.
Een Kerkvoogd, ilie tusschentijds ontslag neeml. blijft
lid van liet Collegio, tot dat zijn opvolger zitting hoeft genomen.
Artikel 4, laatste lid, is op de Kerkvoogden toepasselijk.
Art. 35.
Kerkvoogden mogen elkander of aan Notabelen niet nader dan in den derden graad van bloedverwantschap of zwagerscljap bestaan.
Artikel 5 is overigens ten deze toepasselijk.
Art. 30.
liet Collegie van Kerkvoogden verkiest een van zijne leden tot Voorzitter en een tot Secretaris.
In bijzondere omstandigheden kan het Collegie, onder goedkeuring van de vereenigde vergadering, buiten zijn midden ecnen Secretaris benoemen, voor wien artikel 3 tweede lid almede geldt.
Art. 37.
Het Collegie van Kerkvoogden voert het beheer van al de goederen en fondsen, in artikel l vermeld, en is deswege verantwoordelijk aan Notabelen.
Het maakt een staat op van al die goederen en fondsen en zorgt dat die naauwkeurig worde bijgehouden.
Het voorziet uit de inkomsten der gemeente in de kosten van hare eeredienst.
Art. 38.
In alle regtsgedingen, het beheer der kerkelijke goederen en fondsen betreffende, treedt de Voorzitter van Kerkvoogden namens de gemeente als eischer of verweerder op.
Art. 39.
liet Collegie verdeelt en regelt voorts zijne werkzaamheden, zoo veel noodig, in een reglement van orde, aan Notabelen in afschrift mede te doelen.
KI Art. 40.
De begrooting voor het volgende jaar, loopende van l January tot 31 December, wordt jaarlijks door Kerkvoogden opgemaakt in October, en vóór 15 November aan de vereenigde vergadering aangeboden.
De aangeboden begrooting wordt voor stemgeregtigden ter inzage nedergelegd gedurende acht dagen, na gedane afkondiging.
Tusschen die nederlegging en de behandeling der begrooting moeten ten minste veertien dagen verloopen.
Inmiddels zijn stemgeregtigden bevoegd bij de vereenigde vergadering schriftelijk bezwaren tegen de begrooting in te zenden.
Devereenigde vergadering besluit aangaande de bezwaarschriften bij de behandeling der begrooting, en deelt hare beslissing mede aan hen. die in bezwaar kwamen.
Art. 41.
Geen uitgaaf boven het eindcijfer der begrooting, of boven den aangewezen begrootingspost mag gedaan worden, zonder voorafgaande goedkeuring van Notabelen.
Uitgaven boven bet cijfer der begrooting of boven den aangewezen begrootingspost gedaan, of die zijn aangewezen op een post, waarmede de uitgaven niet overeenstemmen, blijven, wanneer die door Notabelen niet nader worden goedgekeurd, voor rekening van Kerkvoogden, tenzij deze door uittreksel uit de notulen bewijzen, daartoe niette hebben medegewerkt.
Art. 42.
De rekening van het laatst verloopen jaar wordt door Kerkvoogden vóór 1° Mei aan do vereenigde vergadering-met al de daarbij beboerende bewijsstukken tor opneming en vaststelling aangeboden.
17
De aangeboden rekening, zonder de bewijsstukken, wordt voor stemgeregtigden ter inzage nedergelegd.
Artikel 40 lid 2—5 is op de rekening toepasselijk.
Goedkeuring der rekening door Notabelen verstrekt aan Kerkvoogden tot volledige ontlasting wegens hot gevoerd beheer.
Art. 415.
Kerkvoogden zijn verpligt aan Notabelen alle door hen verlangde inlichtingen, hun beboer aangaande, te verstrekken, hetzij in dezelfde, hetzij in de eerstvolgende vergadering.
Art. 44.
Behoudens het bepaalde in artikel 50 behooren aan Kerkvoogden de aanstelling, de schorsing en het ontslag-van alle kerkelijke beambten en bedienden, alsmede de vaststelling van hunne instruction, bezoldigingen en inkomsten.
Het bedrag der vaste jaarwedden blijft echter aan de goedkeuring der vereenigde vergadering onderworpen.
Alle kerkelijke beambten en bedienden, ook zoo mogelijk de organisten, moeten zijn lidmaten der gemeente.
§ V. Van den kerk dijken ontvanger.
Art. 45.
Kerkvoogden benoemen tot wederopzegging eenen ontvanger, aan wien alle uitgaven en ontvangsten zijn aanbevolen.
De ontvanger mag geen Kerkvoogd of Notabele zijn.
Art. 46.
Hij geniet eene jaarweddebij zijne aanstelling tebepalen.
-18
Hij aanvaardt zijne bediening niet, dan na vooraf voldoenden zakelijken borgtogt te hebben gesteld, voor een bedrag, door de vereenigde vergadering vast te stellen, en des noodig in vervolg van tijd door haar naar behoefte te verhoogen.
De ontvanger is verpligt al de op de begrooting vermelde inkomsten stipteiijk op den vervaltijd in te vorderen en is voor alle nalatigheid verantwoordelijk.
Hij vermag geene uitgaven te doen, dan op schriftelijken last van Kerkvoogden, geteekend door hunnen Voorzitter en Secretaris.
Art. 48.
Geen uitgaven zullen hem in rekening geleden worden, welke in strijd met artikel 41 gedaan zijn, teu ware die door de vereenigde vergadering nader mogten goedgekeurd worden.
Art. 49.
Hij is gehouden ten allen tijde aan het Collegio van Kerkvoogden opening van zaken te geven, zijne boeken te vertoonen en te doen blijken, dat de meer ontvangen dan uitgegeven gelden voorhanden zijn.
Iedere drie maanden doet liij aan Kerkvoogden schriftelijk opgave van den staat der kas.
§ VI. Van de betrekking tusschen Nutabelen en Kerkvoogden en den Kerkeraad.
Art. 50.
Het bedrag van de bezoldiging der krankbezoekers, catechiseermeesters en voorzangers, wier aanstelling door den Kerkeraad geschiedt, wordt bepaald door Kerk-
19
voogden in overleg met den Kerkeraad en onder de goedkeuring der vereenigde vergadering bij het vaststellen der begrooting.
Art. 51.
Voor de kosten van verlichting, verwarming der kerkgebouwen, enz. voortvloeijende uit verandering in de regeling der predikbeurten, wordt de toestemming van Kerkvoogden vereischt.
Art. 52.
Kerkvoogden zorgen voor de handhaving der orde in de kerkgebouwen; zij trachten daarbij te voldoen aan het hun te kennen gegeven verlangen van den bijzonderen Kerkeraad , inzonderheid ten aanzien der bediening van den H. Doop en van het H. Avondmaal.
Art. 53.
De kerkgebouwen staan uitsluitend ten dienste der gemeente.
Behalve tot alle door den Kerkeraad vastgestelde Godsdienstoefeningen wordt het gebruik der kerkgebouwen niet toegestaan door Kerkvoogden, dan onder goedkeuring van den bijzonderen Kerkeraad.
ITet bespelen der kerkorgels is hieronder niet begrepen.
§ VII. Algemeene hepalimjen.
Art. 54.
Op gcene vergadering van Kerkvoogden en Notabelen , gezamenlijk of afzonderlijk, mag beraadslaagd of besloten worden, zoo niet meer dan de helft der leden tegenwoordig is.
20
Ait. 55.
Wanneer liot in het vorig artikel vereisclit getal leden niet is opgekomen, wordt eene nieuwe vergadering, minstens 'i-i uren na de vorige te houden, belegd.
Wanneer ook dan het vereisclit getal niet is opgekomen, beraadslagen en besluiten de tegenwoordige leden over de in de oproepingsbriefjes vermelde onderwerpen.
Art. 56.
Alle besluiten worden door volstrekte meerderheid der stemmende leden opgemaakt. Bij staken van stemmen, wordt het nemen van het besluit tot eene volgende vergadering uitgesteld. Indien de stemmen dan weder staken, wordt het voorstel geacht niet te zijn aangenomen.
Art. 57.
Over alle zaken wordt mondeling en bij hoofdelijke oproeping gestemd; doch bij het doen van keuze van personen bij ongeteekende briefjes.
Wanneer eene keuze van personen is to doen, benoemt de Voorzitter twee leden tot stemopnemers. Zij onderzoeken of' het getal briefjes gelijk is aan dat der tegenwoordig zijnde leden. De inhoud van elk briefje wordt door een der stemopnemers overluid voorgelezen, dooiden andere nagezien en opgeteekend.
Art. 58.
Er hebben zooveel stemmingen plaats als er personen te kiezen zijn.
Niet of niet behoorlijk ingevulde briefjes worden tot bepaling der meerderheid afgetrokken van het getal der leden, die bij de stemming tegenwoordig geweest zijn. Ingeval van twijfel over den inhoud van een briefje, beslist de vergadering.
Art. 59,
Eene verkregen meerderheid van stemmen geldt niet, wanneer de vergadering besluit dat daarop een tusschen liet getal der briefjes en dat der tegenwoordig zijnde leden bestaand verschil van invloed heeft kunnen zijn.
Art. 00.
Do stemming is nietig, indien het getal behoorlijk ingevulde brieljes niet grooter is dan de helft van dat der leden van de vergadering.
Art. 01.
Wanneer niemand bij de eerste stemming de volstrekte meerderheid heeft verkregen, wordt tot eene tweede vrije stemming overgegaan.
Is ook bij deze geene volstrekte meerderheid verkregen, dan wordt de stemming bepaald tot de twee personen, die bij de tweede stemming de meeste stemmen hebben verkregen, of, zijn de meeste stemmen tusschen meer personen verdeeld, tot allen, die aldus de meeste stemmen hebben erlangd. Is ook hierdoor geene volstrekte meerderheid van stemmen verkregen, zoo heeft er eene vierde stemming plaats over de twee personen die bij de derde stemming de meeste stemmen hebben erlangd. Indien bij de derde of vierde stemming de stemmen staken, beslist het lot.
Art. 62.
Kerkvoogden en Notabelen ontvangen geene belooning voor hunne werkzaamheden.
üe betrekkingen van Kerkvoogd en Notabele zijn onvereenigbaar.
'22
Art. 03.
Ilet is aan Kerkvoogden, Notabelen en den kerkelijken ontvanger verboden, middelijk of onmiddelijk deel te nemen aan onderhandsche pacht van goederen ot' inkomsten der gemeente, aan leveringen of aanneming ten haren behoeve, aan het koopen van betwiste vorderingen ten haren laste.
Art. 04.
Zij, die verkeeren in een der gevallen vermeld in artikel 7, houden van regtswege op Notabele of Kerkvoogd te zijn.
Zij, die in strijd handelen met artikel 03, zijn verpligt hun ontslag te nemen, of worden, bij gebreke daarvan, door de vereenigde vergadering ontslagen.
Zij zijn binnen de drie eerstvolgende jaren niet herkiesbaar.
Art. 05.
Afkondigingen, volgens dit regiement te doen, geschieden door voorlezing, en des noods ook door aanplakking op zigtbare plaatsen in de Kerkgebouwen.
Art. 00.
Drie jaren na het in werking treden van dit regiement wordt door Notabelen en Kerkvoogden opzettelijk overwogen, in hoever dit aan de behoefte der gemeente voldoet, dan of eenige verandering daarin noodig is.
Ook voorstellen tot aansluiting aan eenige organisatie ter verbinding van meer gemeenten, kunnen door hen in overweging genomen worden, maar behoeven, om van
tgt;:!
kracht te zijn, de goedkeuring der stemgeregtigden, op de wijze'in het volgend artikel omschreven.
Art. G7.
Om veranderingen in dit reglement te maken wordt vereischt, dat de stemgeregtigden, door Notabelen en Kerkvoogden daartoe opgeroepen, die verandering bij meerderheid van stemmen hebben aangenomen.
Art. 08.
Geschillen over de toepassing van dit reglement tus-schen Kerkvoogden en Notabelen onderling of tusschen deze en den Kerkeraad ontstaande, worden onderworpen aan de beslissing van drie scheidslieden, waarvan door beide partijen een benoemd wordt. De twee aldus benoemde scheidslieden voegen zichzelven een derde toe.
Indien de benoeming van scheidslieden op voornoemde wijze niet kan tot stand komen, wordt de Algemeene Kerkeraad, voor zooverre die zelf geene partij is, door Kerkvoogden of Notabelen uitgenoodigd, tot de benoeming van het vereischt getal scheidslieden over te gaan.
Kerkvoogden en Notabelen zijn verplicht, zich aan de uitspraak der scheidslieden te onderwerpen.
Overgangsbepalingen.
Art. 09.
Over de aanneming of verwerping van het tegenwoordig reglement wordt bij meerderheid van stemmen der stemgeregtigde lidmaten der Nederduitsche Hervormde Gemeente van 'sGravenhage beslist.
24
Van die stemming wordt een behoorlijk proces-verbaal opgemaakt, dat in het archief van Kerkvoogden wordt nedergelegd.
Het reglement treedt in werking op i Januari 1871.
Van dit Reglement en alle latere wijzigingen wordt kennis gegeven aan den Algemeenen Kerkeraad.
liet wordt in druk verkrijgbaar gesteld, tegen betaling der kosten.
Aldus vastgesteld door de stemgerechtigde leden dei-Gemeente bij gehouden stemming op 19 November 1870.
Namens Collegic van Kerkvoogden,
PAPE,
Voorzitter.
II. VAN HOGENDORP, Lid en Secretaris.