HEER! TJW WIL GESCHIEDE
ey\9
N0. 64.
(S
If. lG^/'(/^
fyU^A^t
INSTITUTION DE L' KL'CIIAKISTIE. THK LAST SIT'I'EH.
/'quot; Uo/fhtn// / 'Jif JU/r.
VOOR
Met Goedkeuring. — 1873.
in Haaef.n hac 11 Februarii 1865.
J. CUIJTEN, prees. Sem. IA.br. Censor
DER
1
T: a cz |
ZOND. |
! | |
LETTER |
ASCUDAG. |
PASCUEM. ) PINKSTER | |
1 |
■1874 187o ■1876
1877
1878
1879
1880 1881 1882
1883
1884 1883 1886
1887
1888
1889
1890
1891
1892
1893
24 16
4 20
D C Ü A G F Ë D C B \
G F E 1)
C B A G F E D B C A
j 2 maart. j22 febr. 14 febr. 7 febr.
18 febr.
10 maart, 23 febr. 14 febr.
6 maart.
19 febr.
11 febr.
2 maart. 13 febr.
18 febr. ■10 febr. | 1 maart. ■14 febr. | 6 maart. ;26 febr. '11 febr.
S april. 28 maart.
16 april. 1 april.
21 april. 13 april.
28 maart.
17 april. 9 april. 1 april. 13 april. 5 april. 23 april. 10 april.
1 april. 21 april. 0 april.
29 maart. 17 april.
2 april.
mei. mei.
4 junij. 20 mei. 9 junij. 1 junij.
16 mei.
0 junii.
28 mei. 20 mei.
1 iunij.
24 mei. 13 iunij.
29 mei. 20 mei.
9 junij.
25 mei.
17 mei.
5 junij. 19 mei.
Waakt en bidt opdat gij niet in bekoring valt. Matth. 26-41.
Vraagt en u zal gegeven worden; zoekt en gij zult vinden; klopt en u zal worden geopend.
Matt. 7-7.
Komt, verheugen wij ons in den Heer: laat ons met blijdschap zingen voor God, onzen Heiland. Laat ons voor zijn aanschijn gaan; laat ons zijne grootheid bewonderen en zijnen lof verkondigen; want de Heer is de groote God, de groote Koning, die boven alle magt verheven is. Hij heeft zijn volk niet verworpen; Hij die het heelal in zijne hand houdt, en die de verborgen grondvesten der bergen ziet. De zee behoort Hem toe, Hij heeft haar gemaakt; de aarde is het werk
MORGENGEBED.
8
zijner handen. Komt, laat ons Hem aanbidden; laat ons voor God nedervallen; laat ons wee-nen voor den Heer, Hij heeft ons gemaakt, Hij zelf is onze Heer en onze God, wij zijn zijn volk en zijne kudde, die Hij voedt in zijne weiden. Als gij heden zijne stem zulthooren, verstokt dan uwe harten niet, gelijk ten dage der verbittering toen het volk Hem tergde in de woestijn. Daar, zegt Hij, hebben uwe vaders mij getergd; zij hebben mij beproefd en mijne werken gezien. Veertig jaren lang was ik vergramd op dat geslacht, en ik zeide: Altijd dwalen hunne harten: zij hebben mijne wegen niet gekend, en daarom heb ik gezworen in mijne gramschap,
MORGENGEBED.
dat zij in mijne rust nietznllen binnen gaan.
Ik aanbid u, ik loof u7 ik verheerlijk u. o allerheiligste Drievuldigheid! Ik dank u, dat ik onder uwe bescherming, na dezen nacht, weder in gezondheid hebben mogen ontwaken. Hoe vele zondaars zijn in dezen zelfden nacht gestorven, en, naar hunne verdiensten, tot de eeuwige straffen verwezen! Waarmede zal ik het u, o mijn hoogste goed, vergelden dat gij mij eene zoo bijzondere liefde hebt betoond ? Ik bid u, o goedertierenste Moeder en allerzuiverste Maagd Maria! ook u, mijnen Engelbewaarder! en u, mijne Beschermheiligen! looft en verheerlijkt den Heer met mij, nu en altijd. Amen.
64 i.
9
MOKGENGEBED.
O eeuwige Yader, met de grootste bereidwilligheid offer ik ii mijn hart, de krachten mijner ziel, de zinnen van mijn ligchaam; en al wat in mij is. Neem mij, uwe schepsel aan; neem al het mijne aan in ver-eeniging met uwen welbeminden zoon, onzen Heer Jesus Christus. O Yader! wanneer zal ik komen, en in het genieten van uw aanschijn zalig zijn?
O allerzoetste Jesus, die de weg, de waarheid en het leven zijt! vastelijk neem ik mij nu voor, in de wegen uwer geboden te wandelen, en vooral op dezen dag dit werk van godsvrucht ... te verrigten. Al mijne werken en ieder in het bijzonder draag ik u op, tot verheerlijking van uwen naam. O
10
MORGENGEBED.
Jesus, mijne hoop en mijn leven! mogt ik u van daag en ten allen tijde, zoo dikwijls ik adem haal, beminnen, vereeren, verheerlijken; mogt ik alle schepselen bewegen om uwen lof te verbreiden. Neem, o Jesus! dezen mijnen wil aan, en voorzie door uwe oneindige verdiensten in datgene ^waartoe mijne krachten niet toereikend zijn.
Kom, H. Geest! troost en sterkte mijner ziel, opdat ik standvastig aan de bekoringen moge wederstaan. Zal ik dan die zonden... wetens en willens nog weder bedrijven? Helaas! te dikwijls ben ik er in hervallen , van dezen dag af verhoop ik eene duurzame verbetering. Sta mij bij, o H. Geest, met
11
MORGENGEBED.
de hulp uwer genade, dan zal ik wandelen over de adder en de slang, en ik zal den leeuw en den draak vertrappen.
Staat mij ook bij, o gij uitverkorenen Gods! ter uitvoering mijner goede voornemens. O H. Moeder van God, Maagd Maria, met uwen allerheiligsten bruidegom den H. Jozef! en gij, H. Engel, mijn trouwe bewaarder! gij ook, mijne bijzondere beschermers HH... en gij, wier gedachtenis heden wordt gevierd, reikt mij eene behulpzame hand, waarschuwt mij in mijne onbedachtzaamheid, brengt mij op den weg, als ik dwaal, opdat ik al, wat ik mij heb voorgenomen, van daag volbrengen moge. Gij, mijn God en mijn al! beziel alles met uwe kracht.
12
MORGENGEBED.
Onze Vader, Wees gegroet, enz. Ik geloof in God den Vader, enz.
Gewaardig u, Heer! ons dezen dag zonder zonden te bewaren. Ontferm u onzer, Heer! ontferm n onzer. Uwe barmhartigheid, Heer! kome' over ons, gelijk wij op u gehoopt hebben. Op u, Heer! heb ik gehoopt; in eeuwigheid zal mij die hoop niet beschamen.
O allerbeminnelijkste Jesus! van daag en altijd beveel ik mij in uwe handen, gelijk gij, stervende aan het kruis, u in de handen uws vaders hebt bevolen, en gelijk uwe allerheiligste Moeder zich aan u bevolen heeft. Geef, dat ik naar uwen wil leve en in u sterve. Geef diezelfde genade aan allen:
13
MORGENGEBED,
aan mijne vijanden en aan mijne vrienden, bijzonder aan....; dit smeek ik u, door de verdiensten van uw lijden en van uwen dood, en door de voorspraak van uwe allerzaligste Moeder en al uwe Heiligen. Am.
CJ
Zegen mij goedertieren Jesus! met den Yader en den H. Geest en breng mij tot het eeuwige leven. Amen.
14
Hier hielt men de litanie van den heiligen naam Jesus. (Zie op den Dingsdag).
SCCCsfe
Als des morgens, des middags en des avonds het teeken wordt gegeven tot de groetenis des Engels.
1. De Eng-el des Heeren heeft aan Maria gebooclscliapt, en zij heeft ontvangen van den H. Geest. Wees gegroet enz.
2. Zie de dienstmaagd des Heeren, mij geschiede naar uw woord. Wees gegroet, enz.
3. En het Woord is vleesch geworden, en heeft onder ons gewoond. Wees gegroet, enz.
Wij bidden u, o Heer!stort uwe genade in onze harten, opdat wij, die door de bood-
1 6 GEBEDEN bOOR DEN DAG.
schap des Engels, de mensch-wording van Christus uwen Zoon gekend hebben, door zijn lijden en kruis tot de heerlijkheid der verrijzenis mogen geb-fagt worden. Door denzelfden Jesus Christus onzen Heer, Amen.
6}
Komt, gij allen, die den Heer dient, looft nu zijnen H. Xaam. Komt gij die woont in het huis des Heeren, en die in de voorzalen der heilige plaats vergaderd zijt. Heft in den nacht uwe handen op naar het heiligdom, en looft den Heer, den Schepper van hemel en van aarde, die uit de hoogte van Sion zijnen zegen over u allen hoeft uitgestort.
O Goedertieren God, mijn Schepper, mijn beschermer en Verlosser! u zegen ik, u loof ik, u verheerlijk ik met alle
AVONDGEBEDEN.
Enarelen en uitverkorenen. Ik
lt;—j
dank u voor alle gaven en weldaden, die gij mij van daag en immer naar ziel en ligchaam geschonken hebt. Wat zal ik n wedergeven, o Heer! voor al hetgeen gij aan mij gegeven hebt ? Mij zeiven en al wat ik van n ontvangen heb, met de gevoelens van dankzegging en liefde van alle Heiligen, in vereeniging met het lijden en de verdiensten van Christus, draag ik u als eene verschuldigde dankbetuiging op. Neem, o eeuwige Vader! dit mijn offer aan: mogt ik u met warmer uitstorting van ziel nu en in eeuwigheid met al uwe schepselen loven en verheerlijken! Mijn hart is bereid, o God! mijn hart is bereid.
18
avondgebeden. 19
Kom, H. Geest! en zend uit de hoogte der Hemelen eenen straal van uw licht op mij neder, verlicht de duisternissen van mijn verstand, opdat ik do zonden, die ik van daag heb bedreven, en mijne nalatigheid moge kennen en verfoeijen.
Onderzoek h ier mugeweten, als waart gij verzekerd nog dezen nacht voor God te zullen verschijnen, Doorloop alle uren van den dag, en zie welk goed gij verzuimd, wat kwaad gij bedreven hebt, met gedachten, ivoor den en luérken.
O mijn Heer en mijn God! wat heb ik u dan wedergegeven, voor al hetgeen gij aan mij gegeven hebt! niets anders dan zonden, verzuimenissen en
AVONDGEBEDEN.
ondankbaarheden. Ach, hoe smart het mij, dat ik n, o God, mijn hoogste goed, wien ik boven al bemin, ooit vergramd heb! Tegen u alleen heb ik gezondigd, en voor nw aanschijn heb ik kwaad gedaan. Ik heb gedwaald als een schaap, dat verloren was. Zie op mij en ontferm n mijner! vergeef mij, o God- vergeef mij, om de zuchten, de tranen, het lijden en den dood van uwen welbeminden Zoon, mijnen Heer Jesus Christus.
Zie, mijn Jesus! op u alleen is mijne geheele hoop gevestigd. Ik bid u ootmoedig, dat gij al mijne zonden en misdaden verdelgt iu uw allerheiligst bloed, en dat ik in uwe oneindige verdiensten alles vinde, wat aan
20
avondgebeden. ^ »
mijne voldoening ontbreekt. Gij immers zijt de verzoening voor
onze zonden.
Zal ik nu wederom zondigen! Zal ik nog langer, o Jesus! uwe heilige wonden en uw dierbaar bloed, dat voor mij gestort is, verachten! Ik schaam mij mijne oogen ten hemel op te slaan; ik beken, dat ik het leven niet waardig ben; zoude ik u dan weder vergrammen? zoude ik die zonden nog weder herhalen? zoude ik die gelegenheden niet vlugten ? zoude ik nog langer diolusten, boven u, de voorkeur geven? Ik heb het gezegd; nu zal ik beginnen, o Jesus! reik mij uwe hand, sta mij bij met uwe hulp. Ik zal mijne vijanden, mijne zonden, vervolgen. Komt mij te
22 AVONDGEBEDEN.
hulp, o hemellingen! gij vooral, Moeder van barmhartigheid! gij, mijn Engelbewaarder! gij ook, mijne Beschermheiligen! staat mij bij, help mij, opdat ik voortaan alle zonden, en wel voornamelijk deze... vermijden moge. Bevestig, oHeer! het werk, dat gij in mij begonnen hebt.
Onze Vader, Wees gegroet, enz. Ik geloof in God den Vader, enz.
OEFENING VAN GELOOF.
Mijn Heer en mijn God! ik geloof vastelijk al wat gij geopenbaard hebt en de II. Kerk ons voorhoudt te gelooven, omdat gij de opperste en onfeilbare waarheid zijt.
In, dit geloof toil ik leven en sterven.
AVONDGEBEDEN.
OEFENING VAN HOOP.
Mijn lieer en mijn Gocl! ik hoop met een vast betrouwen, door de verdiensten van Jesus Christus, van u te bekomen het eeuwige leven en al wat mij daartoe helpen kan, omdat gij oneindig goed zijt tot ops, almagtig en getrouw in uwe beloften.
In deze hoop wil ik leven en sterven.
OEFENING VAN LIEFDE.
Mijn Heer en mijn God! ik bemin u bovenal uit geheel mijn hart, uit geheel mijne ziel en uit al mijne krachten, omdat gij in u zeiven het opperste goed zijt, en alle liefde waardig. Mijnen naaste bemin ik, gelijk mij zeiven om u
23
AVONDGEBEDEN.
In deze liefde wil ik leven en sterven.
OEFENING VAN BEROUW.
Mijn Heer en mijn God! het is mij leed uit den grond van mijn hart , dat ik uwe goddelijke Majesteit en goedheid vergramd heb; ik haat en verzaak al mijne zonden uit liefde tot u; ik maak een vast voornemen van mijne zonden te biechten en mijn leven te beteren: ik wil liever sterven dan u nog te vergrammen.
Ik zal bijzonderlijk mijn best doen om dit gebrek.... te verbeteren; om die gelegenheid.... te schuwen; om in die deugd.... voortgang te doen. Yerleen mij hiertoe uwe genade, o God! zon- ■ der welke ik niets vermag.
24
AVONDGEBEDEN.
GEBED TOT DE H. DRIEVULDIGHEID
om eenen zaligen dood.
Eeuwige Yacler! door uwe oneindige goedheid, door het leven en sterven van uwen welbeminden Zoon, verleen mij dat ik in uwe genade altijd leve en sterve. Amen,
Goedertierenste Jesus! door de liefde 7 met welke uw Yader u van eeuwigheid heeft bemind 7 door de laatste woorden, met welke gij, aan het kruis hangende, uwen geest aan uwen Vader hebt aanbevolen ? bid ik u 7 neem ook mijnen geest aan ? als ik van deze wereld scheiden zal.
H. Geest! ontsteek in mij eene volmaakte liefde, en versterk daarin mijne ziel op het einde mijns levens.
04 2
25
AVONDGEBEDEN.
H. Drievuldigheid, één God, ontferm u mijner, nu en in het uur van mijnen dood. Amen.
LOFZANG.
Yoor het einde van den dag wenden wij ons tot u; o opper-magtige Schepper van alle dingen ! Wij bidden u, dat gij ons onder uwe bescherming neemt, volgens de goedheid die u eigen is.
Yerwijder van ons de droomen en de schrikbeelden van den nacht, en bedwing onzen vijand, opdat hij de zuiverheid onzer ligchamen niet besmette.
Geef ons die genade, o almag-tige Vader! door JesusChristus onzen Heer, die leeft en heerscht met u in de eenheid van den H. Geest. Amen.
26
AVONDGEBEDEN,
Verlos ons Heer! terwijl wij waken, bewaar ons terwijl wij slapen; opdat wij met Jesus Christus waken en in vrede rusten mogen.
Bewaar ons, Heer! als den appel van uw oog.
Bescherm ons onder de schaduw uwer vleugelen.
Bezoek, bidden wij, Heer! dit huis, en, verwijder van hetzelve alle listen van den vijand; mogen uwe H. Engelen daarin hunne woning nemen, opdat zij ons in vrede bewaren, en uw zegen zij altijd over ons! Door Jesus Christus onzen Heer. Amen.
Onder uwe bescherming nemen wij onze toevlugt, o H. Maria, Moeder van God! versmaad onze gebeden niet in onzen nood, verlos ons altijd van alle gevaren.
27
AVONDGEBEDEN.
H. Michael! verdedig ons tegen de vijanden van den nacht.
H. Maria, Beschermlieiligen, en alle Heiligen Gods! bidt voor ons.
Engel van God aan wiens zorg ik ben toevertrouwd! bewaar mij in dezen nacht.
De zielen der geloovigen rusten door Gods barmhartigheid in vrede. Amen.
Hier hielt men de litanie tot de heilige Maagd Maria. (Zie op den Zaturdag).
28
GE I5EÖE1N
Gebeden vóór de Mis.
Kom H. Geest! vervul de harten uwer gelooven, en ontsteek in hen het vuur uwer liefde; gij die door de verscheidenheid van alle talen de volkeren in de eenheid des geloofs vergaderd hebt.
Zend uwen geest af, en alles zal herschapen worden.
En gij zult het aanschijn der aarde vernieuwen.
64 2.
AVONDGEBEDEN.
God, die de harten der ge-loovigen door de verlichting van den H. Geest geleerd hebt!geef dat wij in dienzelfden Geest Verstaan wat regt is, en ons altijd over zijne vertroosting verblijden mogen. Door J esus Christus onzen Heer. Amen.
GEBED.
Ik geloof vastelijk, o mijn God! dat de mis de onbloedige offerande is vanhetligchaamen bloed van Jesns Christus, uwen Zoon. Geef,, dat ik heden bij dezelve tegenwoordig zij met die aandacht, dien eerbied en die vrees, welke zoo verbazende geheimen van mij vereischen.
Ik vereenig mij met den Priester en geheel uwe heilige Kerk, om uwe goddelijke Majesteit
30
ONDER DE H. MIS. 31
deze offerande op te dragen: 1. Tot meerdere eer en verheerlijking van uwen heiligen Naam, wien alleen dit offer mag opgedragen worden. 2. Ter gedachtenis van uw lijden en uwen dood, gelijk gij geboden hebt, dat zulks bij dit offer geschieden zoude. 3. Tot dankzegging voor alle weldaden; die gij mij bewezen hebt. 4 Tot voldoening der straffen, die ik voor mijne zonden verdiend heb, en die ik in dit offer door uw heilig bloed hoop uit te wisschen. 5. Tot verkrijging van uwe genade en hulp in die zaak... 6. Yoor mijne ouders, bloedverwanten, vrienden en weldoeners, bijzonder voor... 7. Yoor de overledene geloovi-gen, voornamelijk voor... Neem, Heer! deze mijne meening aan,
GEBEDEN
en verhoor mij. Door Jesus Cliris-tns onzen Heer. Amen.
Zeg vervolgens me t den Priester en den Misdienaar.
Priester. Ik zal optreden tot liet altaar van God;
Dienaar. Tot God, die mijne jeugd verblijdt.
p. Verdedig mij, o God! en trek u mijne zaak aan, tegen een onzalig volk; verlos mij van de menschen die vervuld gaan van boosheid en bedrog.
d. Want gij zijt de God mijner kracht: waarom hebt gij mij verstoeten? En waarom word ik door droefheid gekweld, terwijl mijn vijand mij vervolgt?
p. Toon mij het licht van uw aanschijn en de waarheid uwer beloften: zij zullen mij geleiden
32
ONDER DE H. MIS.
naar uwen heiligen berg, naar de plaats uwer eeuwige woning.
cl. Dan 2:al ik optreden tot het altaar van God; tot God, die mijne jeugd verblijdt.
p. Ik zal uwen lof zingen, o God! mijn God! Waaromzijt gij toch bedroefd, mijne ziel! en waarom ontstelt gij mij?
d. Hoop op Go(l; want de tijd zal komen, dat ik hem nog loven zal; op Hem zijn mijne oogen gevestigd, Hij is mijn heil en mijn God!
p. Eere zij den Yader, en den Zoon en den H. Geest.
d. Gelijk het was in het begin, nu en altijd, en in eeuwigheid. Amen.
p. Ik zal optreden tot het altaar van God;
d. Tot God! die mijne jeugd verblijdt.
33
GEBEDEN
p. Onze hulp zij in den naam des Heeren!
d. Die hemel en aarde gemaakt heeft.
Ik beschuldig mij voorn, mijn God! van al de zonden aan welke ik pligtig ben; ik beschuldig mij daarvan in de tegenwoordigheidvan de allerzuiverste Maagd Maria, in de tegenwoordigheid van alle Heiligen en van alle ge-loovigen; ik belijd dat ik gezondigd heb met gedachten, woorden, werken; met nalating van deugden, door mijne schuld, door mijne allergrootste schuld. Daarom bid ik de H. Maria, altijd Maagd, alle Heiligen en allege-loovigen voor mij te willen bidden.
De almagtige God zij ons genadig, Hij vergeve ons onze
34
ONDER DE H. MIS.
zonden, en geleide ons tot het eeuwige leven.
De almasrtiffe en barmhartige
o o jp
Heer veiieene ons genade, kwijtschelding, ontbinding en vergeving van al onze zonden. Amen.
p. 0 God! gij zult u tot ons wenden , en ons doen herleven;
d. En uw volk zal zich inu verblijden.
p. Toon ons, o Heer! uwe barmhartigheid,
d. En verleen ons uwe zalige hulp.
p. Heer! verhoor mijn gebed; d. En mijn geroep kome tot u. p. De Heer zij met u; d. En met uwen geest.
INTROÏTUS.
Gezegend zij de H. Drievuldigheid en onverdeelde Eenheid 1
35
GEBEDEN
wij zullen haar loven, omdat zij ons hare barmhartigheid getoond heeft.
Eere zij den Vader, die ons geschapen heeft.
Eere zij den Zoon, die ons verlost heeft.
Eere zij den H. Geest, die ons heeft heilig gemaakt.
Eere zij der allerhoogste en ondeelbare Drievuldigheid; onzen God in eeuwigheid. Amen.
GLORIA IN EXCELSIS.
Glorie zij God in het allerhoogste, en vrede op de aarde den menschen, die van goeden wil zijn. Wij loven u, wij zegenen u, wij verheerlijken u, wij danken u om uwe groote glorie, o Heer God, Koning der hemelen, God almagtige Yader I
36
ONDER DE H. MIS.
o Heer Jesus Christus, eenig-geboren Zoon, Heer God!Lam Gods, Zoon des Yaders! die wegneemt de zonden der wereld, ontferm u onzer; die wegneemt de zonden der wereld, neem ons gebed aan; die daar zit aan de regterhand des Yaders, ontferm u onzer. Want gij zijt alleen heilig, gij zijt de eenige Opperheer, gij alleen zijt de Allerhoogste, Jesus Christus, met denH. Geest, in de heerlijkheid van God den Vader. Amen.
COLLECTE, EPISTEL, GRADUALE.
Yerhoor, o God! de gebeden van uwe H. Kerk, die u in den naam van uwen welbeminden Zoon, onzen Heer Jesus Christus; ootmoedig smeekt, dat gij in allen nood ons bijstaat met
GA 3
37
GEBEDEN
uwe hulp, alle rampen van ons afwendt, en ons in uwe genade versterkt. Amen.
OEFENING VAN GELOOF.
Ik geloof, o mijn Heer en mijn God! alles wat gij door uw woord door uwen eenigen Zoon, onzen Heer Jesus Christus, en door zijne H. Apostelen geopenbaard hebt; ik geloof het, zoo als gij het mij door de H. Kerk, die de zuil en de grondslag der waarheid is, te gelooven hebt voorgesteld. In dit Geloof wil ik; met uwe genade, leven en sterven. Amen.
OEFENING VAN HOOP.
Op u, goedertierenste Vader, Vader van barmhartigheid en God van alle vertroosting! heb ik mijne hoop en vertrouwen ge-
38
ONDER DE H. MIS.
vestigd. Groot en menigvuldig zijn wel mijne misdaden, maar oneindig veel grooter is toch uwe goedheid, die den dood des zondaars niet wil , maar dat hij zich bekeere en leve. Yast steunende op deze uwe oneindige goedheid, verwacht ik van u de vergiftenis mijner zonden en de kroon des eeuwigen levens. Amen.
OEFENING VAN LIEFDE.
Wie zou u niet beminnen; o beminnelijkste God! die ons tot het einde toe bemind hebt, en uwen eenisren Zoon voor ons hebt
O
overgeleverd. Niets wenschikin den hemel, niets zoek ik op de aarde buiten u. Wanneer zal ik komen, o mijn God! wanneer zal ik gaan, om in uw bezit eeuwig zalig te zijn?
39
40 GEBEDEN
HET EVANGELIE.
Heer Jesus, clie volgens den wil van uwen eeuwigen Vader de blijde tijding van het Evangelie der wereld hebt aangekondigd, gij, die ons geleerd hebt, dat niet allen, die zeggen: Heer! Heer! in het rijk der hemelen zullen binnen gaan; maar dat diegenen alleen zalig zijn; die den wil van God zullen volbragt hebben, met zijne geboden te onderhouden, en de pligten van hunnen staat getrouw te vervullen; gij, die ons ook geleerd hebt zachtmoedig en nederig van harte te zijn, onze vijanden te beminnen, ons zeiven te verzaken , onophoudelijk onze bedor-vene neigingen te bestrijden, ons kruis geduldig te dragen, en een
ONDER DE H. MIS.
verstorven en boetvaardig leven te leiden, geef, dat wij uwe heilige wet verstaan, dat wij dezelve beminnen en met onze werken volbrengen mogen, opdat wij, na hier uwe stem gehoord te hebben, ook eens met uwe uitverkorene schapen van u hoo-ren mogen: komt; gezegenden mijns Vaders!
CREDO.
Ik geloof in een en God, al-magtigen Yader, Schepper van hemel en aarde, en van alle zigt-bare en onzigtbare dingen. En in eenen Heer Jesus Christus, den eeniggeboren Zoon van God, die uit den Yader, vóór alle tijden geboren is; God van God; licht van licht; waarachtig God van denwaarachtigen God; ge-
41
GEBEDEN
42
boren en niet gemaakt, mede zelfstandig met den Yader, door wien alles gemaakt is, die om ons menschen, en om onze zaligheid uit den hemel is nedergedaald: die het vleeseh heeft aangenomen door den H. Geest uit de Maagd Maria, en mensch is geworden; die ook voor ons gekruisigd is onder Pontius Pi-latus, geleden heeft en begraven is, en op den derden dag is verrezen, volgens de Schriftuur; Hij is opgeldommen ten hemel, waar Hij zit aan de regterhand des Yaders; Hij zal wederkomen met glorie om te oordeelen levenden en dooden, en zijn rijk zal geen einde hebben. En in den H. Geest, den Heer, die levend maakt, die uit den Yader en den Zoon voortkomt, die met
ONDER DE H. MIS
den Yader en den Zoon te zamen wordt aangebeden en verheerlijkt; die door de Profeten gesproken heeft. En in eene heilige , Katholieke en Apostolische Kerk. Ik belijd een Doopsel tot vergeving der zonden. Ik verwacht de verrijzenis des vlee-sches en het eeuwige leven. Am.
DE OFFERANDE.
Almagtige God, Vader aller menschen! neem, bidden wij dit offer aan, dat wij uwer oneindige Majesteit opdragen. Het is slechts nog brood; dat wij u offeren; maar dit brood zal weldra door de woorden der Consecratie het voorwerp onzer aanbidding worden: het zal dat zuiver en onbevlekt offer worden, dat gij tot verlossing onzerzielengevorderd
43
GEBEDEN
hebt. Wij dragen liet nop, als een offer, dat uwer waardig*is. Neem ook den kelk aan, die weldra tegen duizend werelden zal kunnen opwegen.
Hoe verlang ik, o God! mij te vereenigen met uwen Zoon Jesus Christus, en mij zeiven geheel met Hem als een zoenoffer aan u op te dragen! Ik offer u mijn ligchaam, mijne ziel, en al wat ik van uwe goedheid ontvangen heb. Verander mij, o Heer! opdat ik slechts één worde met uwen welbeminden Zoon, en dat ik ingelijfd worde in Hem, gelijk dit brood en deze wijn in zijn ligchaam en bloed zal veranderd worden. Aanbiddelijke Drievuldigheid! zegen en heilig deze offerande; die ik u opdraag, in vereeniging met den Priester,
44
ONDER DE H. MIS.
tot vereering van uwe oneindige Majesteit, tot dankzegging voor uwe genaden en weldaden, tot voldoening voor mijne zonden, en om van uwe goedheid verder al die hulp te verkrijgen, welke ik tot mijne zaligheidnoodigheb.
BIJ HET WASSCHEN DER VINGEREN.
Wasch mijne ziel,, o mijn God! en reinig haar van alle ongeregtigheden; zuiver mij van alle besmettingen der zonden, verdelg in haar de minste onvolmaaktheden ; dan zal ik met de Heiligen uw altaar omringen, en u eeuwig loven in de woonzalen uwer heerlijkheid.
OSATE FRATRES.
Verhoor de gebeden van uwe geloovigen, die hier vereenigd zijn, om u dit aanbiddelijk offer
64 3.
45
GEBEDEN
op te vragen; neem het aan, bidden wij u, tot verheerlijking van uwen heiligen Naam, tot ons bijzonder heil, en tot welzijn van uwe geheele Kerk. Gewaar-dig u onze harten zoodanig te neigen; dat wij met nut en vrucht bij dit groote offer van onze Godsdienst tegenwoordig zijn: heilig den Priester, die uwe goddelijke geheimen viert; zuiver zijne handen en zijn hart, opdat hij in staat zij uwe genaden voor zich en voor ons te verkrijgen.
DE PREFATIE.
Tot u, o God! verheffen wij onze harten, en aanbidden uwe goddelijke Majesteit; want het is waarlijk waardig en regt, billijk en zalig, dat wij u altijd
46
* ONDER DE H. MIS. 47
en op alle plaatsen danken; heilige Heer, almagtige Vader! eeuwige God! door Christus onzen Heer, door wien de Engelen uwe Majesteit loven, door wien de heerschappijen u aanbidden , en de magten u vreezen; door wien de hemelen der hemelen , de krachten, met de Serafijnen u met eenparige blijdschap vereeren. Met al deze, smeeken wij u, dat gij onze stem wilt aanhooren, terwijl wij met hen ootmoedig roepen: heilig, heilige heilig, o Heer, God der heerkrachten! Hemel en aarde zijn vervuld met uwe glorie. Heil Hem, die woont in het allerhoogste! Gezegend is Hij, die komt in den naam des Heeren: heil Hem, die woont in het allerhoogste!
GEBEDEN
VOOR DE CONSECEATIE.
Aan u alleen, almagtige Schepper van al wat buiten n bestaat! komt de offerande en aanbidding toe. Ge waardig u de oogen uwer barmhartigheid te slaan op ons uwe dienaren, en het offer aan te nemen, dat wij uwe oneindige Majesteit durven opdragen, in vereeniging van Jesus Christus uwen Zoon, Neig uwe ooren naar de stem van ons gebed, en laat ubewegen door de voorspraak van de allerheiligste Maagd Maria en van al uwe Heiligen. Geef, hemelsche Yader, dat deze offerande in welke uw eenige Zoon onbloedig wordt opgeofferd, behagelijk zij voor uw aanschijn, en de gaven uwer oneindige goedheid
48
ONDER DE R. MIS.
over ons en over uwe ^eheele H. Kerk trekke.
Yerlicht en bestuur, o Heer! de hoofden uwer Kerk, den Paus, de Bisschoppen en alle herders en zielzorgers; geleid hen volgens uwen H. Geest, opdat de zielen, die gij hun hebt toevertrouwd, door hunne leeringen en voorbeelden, onder het getal der uitverkorenen komen, en met hen u in het eeuwige leven bezitten mogen.
Bescherm en bewaar de vorsten der aarde, geef hun uwen vrede en vereenig hen in de eenheid des geloofs; opdat zij, volgens de middelen, die gij hun gegeven hebt, uwe eer en de heiligheid van uwen naam tegen uwe vijanden verdedigen mogen.
Stort uwen zegen uit over
49
GEBEDEN
mijne ouders, mijne bloedverwanten, mijne vrienden en weldoeners, die nog in dit leven zijn, en voor wie ik verschuldigd ben te bidden. Bijzonder bid ik u voor,... en opdat gij onze gebeden verhooren moogt, geef dat wij u vragen wat u behagelijk is.
Geef, eeuwige Vader! volharding aan de regtvaardigen en eene ware bekeering aan de zondaars; versterk met uwe genade hen, die in gevaren en bekoringen zijn, opdat zij onder de aanvallen hunner vijanden niet bezwijken.
Hemelsche Yader! wij hadden den dood verdiend door onze zonden; maar door uwe oneindige barmhartigheid leggen wij onze schulden neder op het Lam,
50
ONDSR DE H. MIS.
dat van het begin der wereld geslagt, de zonden der menschen heeft weggenomen, uw eenige Zoon is de verzoening voor onze zonden. Hij heeft het handschrift van het vonnis, dat tegen ons was geslagen, aan zijn Kruis genageld; door Hem hebt gij ons in genade aangenomen. Wij offeren u nog eens zijnen dood, tot kwijtschelding van den eeuwigen dood, dien wij door onze zonden verdiend hadden.
Heer Jesus, die aan het kruis voor mij gestorven zijt! verlicht mijn geloof, versterk mijn hart met uwe liefde, opdat ik, bij de onbloedige vernieuwing van uw offer op het altaar, u aanbidde, met u sterve, en door uwen dood en met uwe genade een nieuw leven beginne. Amen.
51
GEBEDEN
ONDER DE CONSECRATIE.
Jesus, ik geloof in u, omdat gij de eeuwige waarheid zijt!
Jesus, ik hoop in u, omdat gij de oneindige barmhartigheid zijt!
Jesus, ik bemin u boven alles, omdat gij boven alles beminnelijk zijt: het is mij leed, dat ik u vergramd heb.
NA DE CONSECRATIE.
O Jesus, verborgen onder de gedaante van brood en wijn! ik aanbid u als het waardigste voorwerp van onze vereering en aanbidding. Ik erken u, hier op het altaar, als mijnen Koning en mijnen God; ik verneder mij voor u in het stof om uwe opperste Majesteit te vereeren. Ik vereenig mij met de Engelen en
52
ONDER DE H. MIS.
Heiligen, die u zonder ophouden aanbidden, en die voor uw aanschijn van vrees en eerbied doordrongen, sidderend uwen lof verkondigen.
O aanbiddelijk ligchaam van mijnen God! o dierbaar bloed van mijnen Zaligmaker! o Jesus, vreugde en wellust der Heiligen in den hemel! o Jesus, opper-magtige Heer van alle dingen! wie is in staat u niet te beminnen, als hij u, uit liefde tot ons , zoo verborgen, zoo vernederd in dit geheim aanschouwt? Hoe zouden wij u onze harten kunnen weigeren, nadat gij u geheel voor ons vernietigd hebt? Ach! ik geef u mijn hart, o beminnelijke Jesus! ik geef het u geheel. Ik schenk u al mijne liefde en genegenheden; en mosrten miine
o / r) o
53
GEBEDEN
wenschen verhoord worden, mogten mijne begeerten vervuld zijn, dag en nacht, o zoete Jesus! zou mijn hart van de vurigste, de teederste en volmaaktste liefde branden. Engelen en zaligen des hemels! geeft mij, ik bid het u, geeft mij uw hart, opdat ik mijnen Zaligmaker en mijnen God volmaakt beminnen moge.
Ontsteek in mij, o Heer! het heilige vuur uwer goddelijke liefde, en geef, dat ik eerder ophoude te leven dan u te beminnen.
Wees gedachtig, barmhartige Jesus! aan de zielen der geioo-vigen, die in uwe genade uit dit leven gescheiden zijn. Weest indachtig de zielen onzer bloedverwanten , vrienden en weldoeners, en voornamelijk de ziel
54
ONDER DE H. MIS.
van... Vergeef haar de overblijfselen harer zonden , en verleen haar de eeuwige rust en de vreugde des hemels.
Eeuwige Yader! niets is goed, niets is u behagelijk, dan in Jesus Christus, uwen Zoon; gif bemint ons alleen, omdat wij zijne ledematen zijn, en alleen om zijne verdiensten stort gij uwe genade over ons neder. Ontvang dan ook door Hem onze dankzeggingen; wees gezegend in Hem, door Hem en met Hem, o God, almagtige Yader! in de eenheid des H. Geestes, in alle eeuwigheid. Amen.
PATER NOSTER.
Onze Vader, enz.
Heer! wij zijn geheel omgeven met kwaad, verlos ons van alle
55
GEBEDEN
verleden, tegenwoordig en toekomstig kwaad; van aiie rampen, die wij ons zeiven hebben toe-gebragt door de zonde; van de rampen, waarmede wij over-stelpl worden onder de ellenden van dit leven, en van de nog grootere rampen, die wij tot straf van onze misdaden verdienen. Laat vrede heerschen in onze dagen op de voorspraak der H. Maagd en van alle Heiligen ; verlos ons van alle onrust; bevrijd ons van de zonde, en geef ons de ware vrijheid. Door Jesus Christus, onzen Heer, die leeft en heerscht met u en met den H. Geest in alle eeuwigheid. Amen.
AGNUS DEI.
Lam Gods, dat wegneemt de
56
ONDER DE H. MIS.
zonden der wereld; ontferm u onzer!
Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld, ontferm u onzer!
Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld, geef ons vrede!
Heer Jesus Christus! die aan uwe heilige Apostelen hebt gezegd : Ik laat u den vrede, m geef u mijnen vrede; geef ons dien waren vrede; dien gij alleen geven kunt, den vrede des gewetens, den vrede met u, en verlos ons van de zonde, die ons daarvanbe-rooft;geef ons den vrede en eene volmaakte eendragt met al onze broeders; geef den vrede aan uwe H. Katholieke Kerk, en verlos ons van alle scheuring, van allo verdrukking en van alle onheil.
57
GEBEDEN
DOMINE, NON SUM DIGNUS.
Heer, ik ben niet waardig, dat gij onder mijn dak komt, maar spreekt slechts één woord, en mijne zielzal gezond worden. Driemaal.
Ik geloof, o mijn God! dat de H. Hostie, die ik op het Altaar zie, het Brood der Engelen is; dat Jesiis; uw Zoon, in deze Hostie verborgen is; dat het die eenige Zoon is, dien gij in den schoot der allerheiligste Maagd hebt gevormd, die te Bethlehem geboren en op den Calvarieberg voor ons gestorven is; ik geloof, dat Hij dezelfde is die nu met u regeert in den hemel. Heer! versterk mijn geloof.
Goddelijke Jesus, die de zonden der wereld wegneemt! wasch
58
ONDEK DE H. MIS.
en reinig de mijne in uw bloed. Laat slechts een druppel van dat dierbaar bloed nedervallen op mijne arme ziel, die doordrongen van smart over zoo vele misdaden, waarmede zij zich bezoedeld heeft, niets vuriger verlangt, dan zuiver te zijn voor uwe oogen, en zich metu door eene ijverige Communie te vereen igen.
Ach! wanneer, o mijn beminde, mijn liefderijke Zaligmaker! wanneer zal ik u in mijn hart ontvangen?
Kom spoedig, o mijn Jesus! kom tot mij; o mijne liefde, mijne ziel brandt van verlangen om zich met u te vereenigen. Kom, vereenig u zoo naauw met mij; dat niets ons voortaan meer scheiden kan. Gelukkig,
59
GEBEDEN
o duizendmaal gelukkig zij? die u ontvangen kunnen!
Heer? mijn God! ais ik u niet in uw Sacrament ontvangen mag, zoo als de Priester, kom dan ten minste tot mij in den geest, en bezoek mij met uwe gunsten en genaden.
DE LAATSTE GEBEDEN.
Yerieen ons, o God! door de verdiensten van het offer, dat wij u hebben opgedragen, vergiffenis onzer zonden, en alle genaden, die ons noodig zijn, om zalig te worden. Beziel ons met eene brandende liefdejegens u, met eene heilige vrees van u te mishagen, met eene groote begeerte en zorg om ubehagelijk te zijn. Geef ons de genade van ijver in het vervuilen onzer be-
Kü
ONDER DE H. MIS. 61
roepspligten, van geduld in droefheden, van zachtmoedigheid in liefde jegens onze naasten , van ootmoed, van zuiverheid , van matigheid en van versterving onzer zinnen. Zuiver ons hart van alle verkleefdheid aan de aardsche goederen, aan de vermaken en gr oothedendezer wereld, zend in ons den geest der ware boetvaardigheid, opdat wij de zonden van ons verloopen leven beweenen mogen; vervul ons met een opregt verlangen om dezelve te boeten, en met een vast besluit van er niet meer in te hervallen en alle gelegenheden te vermijden. Eindelijk,o God! geef ons alle genaden, die noodig zijn, om zoodanig te leven, dat wij eens den dood der zaligen sterven, en de zalige
04 4
GEBÉDEN
eeuwigheid mogen binnen treden.
ALS DE PRIESTER DEN ZEGEN GEEFT.
De zegen van den almagtigen en barmhartigen God, den V ader, den Zoon en den H. Geest, kome over ons en blijve altoos met ons. Amen.
HET LAATSTE EVANGELIE.
In den beginne was het Woord, en het Woord was bij God, en het Woord was God. Het was in het begin bij God, alle dingen zijn .door het Woord gemaakt, en van alles wat gemaakt is,, is niets gemaakt zonder het Woord. In het Woord was het leven, en het leven was het licht der men-schen; en het licht scheen in de duisternissen, en de duisternissen
62
ONDER DE H. MIS.
63
hebben het niet begrepen. Er was een man van God gezonden; wiens naam was Joannes; hij kwam om getuigenis te geven van het licht, opdat allen door hem gelooven zouden. Hij was het licht niet, maar hij was gekomen om getuigenis te geven van het licht. Het was het waarachtig licht, dat allen mensch verlicht, die in deze wereld komt. Hij was in de wereld, en de wereld is door Hem gemaakt en de wereld heeft Hem niet gekend. Hij is onder de zijnen gekomen, en de zijnen hebben Hem niet aangenomen; maar aan allen, die Hem aangenomen hebben, en die in zijnen naam gelooven, heeft Hij de magt gegeven om kinderen Gods te worden, en die niet uit het bloed, noch uit den
GEBEDEN
wil des menschen, maar uit God geboren zijn: en het Woord is Vleesch getvorden en het heeft onder ons gewoond, en wij hebben zijne glorie gezien, eene glorie als van den eeniggeboren Zoon des Vaders, vol genade en waarheid.
DANKZEGGING NA DE MIS.
Dank zij u, o God! voorde genade, die gij mij gegeven hebt van bij deze heilige offerande der mis tegenwoordig te zijn geweest , en voor al de gunsten, die gij mij hier hebt bewezen. O H. Engelen, en gij gelukzalige Geesten! dankt, zegt eeuwig dank voor mij. Gij, hemel en aarde; zegent den Heer, looft altijd zijnen H. Naamvoorde weldaden, die Hij mij heeft betoond. En u,
64
ONDER DE 11. MIS.
65
o goddelijke Zaligmaker! u smeek ik bij de oneindige liefde, die gij mij zoo even hebt betuigd, met u voor mij op het Altaar op te offeren, verleen mij de genade van dezen dag, die mij alleen tot mijne heligmaking gegeven is, en die misschien cle laatste van mijn leven zal zijn, heilig en voor u te mogen besteden.
GEBEDEN
VOOR OVERLEDENEN;
INTROÏTUS.
Heer! geef hun de eeuwige rust, en dat liet eeuwige licht hen verlichte. Mijn God! in Sion moet men u loven, en in Jeruzalem zal men u geloften doen. Verhoor mijn gebed, want alle vleesch moet tot u komen. God hemelsche Vader! ontferm u over de zielen in het vagevuur.
Zij zijn het werk uwer handen,
GEBEDEN ONDER DE H. MIS, ENZ. G7
vervul hun verlangen! Doe hen in vrede rusten!
God Zoon, verlosser der wereld ! ontferm u over de zielen in het vagevuur. Doe hen de vruchten van uw lijden en van uwen dood genieten ! Maak hen zalig.
God H. Geest! ontierm u over de zielen in het vagevuur. Gij hebt ze geheiligd; verlos ze uit hare pijnen!
DE COLLECTE.
O God! die door uwe oneindige barmhartigheid; altijd gereed zijt te sparen en te vergeven! wij smeeken ootmoedig voor de ziel van uwen dienaar (van uwe dienares) N. die gij (heden) uit deze wereld hebt doen scheiden, geef haar niet over aan het geweld van den vijand, en
(58 GEBEDEN ONDER DE H. MIS
vergeet haar niet eeuwig; maar beveel aan uwe H. Engelen haar te ontvangen en in den Hemel | te voeren, opdat zij, na in u gehoopt en geloofd te hebben, de straffen der hel niet lijde, maar de eeuwige zaligheid geniete. Door onzen Heer Jesus Christus, uwen Zoon, die leeft en heerscht met u in de eenheid van den H. Geest, in alle eeuwen. Amen
EPISTEL VAN DEN HEÏLIGEN PAÜLUS AAN DIE VAN THESSALONICA 4. vs. 13.
Maar, Broeders! wij willen niet, dat gij onwetend zijt, van hetgene gij weten moet, aangaande diegenen, die ontslapen zijn, opdat gij u niet bedroeven zoudt, gelijk de anderemenschen, die geene hoop hebben; want indien wij gelooven, dat Jesus
VOOR OVERLEDENEN.
69
Christus gestorven en verrezen is, zoo moeten wij ook gelooven, I dat God diegenen, die in Jesus ontslapen zijn, ook alzoo met Hem zal opvoeren. Ook zeggen wij u in den Naam des Heeren, dat wij, die leven, en tot zijne aankomst overblijven, degenen^ die reeds ontslapen zijn, niet zullen voorkomen. Want zoodra het roepteeken door de stem van den Aartsengel, en door den klank der bazuin zal gegeven zijn, zal de Heer zelf van den Hemel afdalen, en diegenen, die in Jesus Christus gestorven zijn, zullen het eerste verrijzen. Daarna zullen die in leven zijn, en tot dien tijd levend zijn overgebleven, te zamen met hen opgevoerd worden in de wolken, om den
7 O GEBEDEN ONDEB BE H. MIS.
Heer te ontmoeten in de lucht, en alzoo zullen wij eeuwig leven met den Heer. Trooste dan elkander met deze waarheden.
GEADUAAL.
Heer! geef hun de eeuwige rust, en het eeuwige licht ver-schijne hun. De gedachtenis des regtvaardigen zal eeuwig zijn; hij vreest geene kwade tijding. Yerlos, Heer! de zielen van alle overledene geloovigen van alle banden harer zonden, en geef door den bijstand uwen genade, dat zij verdienen het oordeel van wraak te ontgaan, en de zaligheid van het eeuwige licht genieten.
VOOR OVERLEDENEN.
EVANGELIE VAN DEN H. JOANNES.
In dien tijd zeide Martha tot Jesus: Heer! waart gij hier geweest, mijn broeder zou niet gestorven zijn: maar ik weet dat God u ook nu alles zal toestaan, wat gij van Hem zult vragen. Jesus antwoordde haar: Uw broeder zal verrijzen. Martha zeide Hem; ik weet wel, dat hij verrijzen zal in de verrijzenis op den jong-sten dag. Jesus antwoordde; ik ben de verrijzenis en het leven, die in mij gelooft, ofschoon hij ook dood ware, zal leven: en die leeft en in mij gelooft, zal in eeuwigheid niet sterven. Uelooft gij dit? Martha antwoordde Hem: Ja, Heer! ik geloof, dat gij de Christus,
71
GEBEDEN ONDER DE H. MIS
zijt de Zoon van den levenden God, die in deze wereld gekomen zijt.
OFrERANDE.
Heer Jesns Christus, Koning der Heerlijkheid! verlos de zielen van alle overledene geloo-vigen van de straffen der hel en van den diepen afgrond: verlos haar van den muil des leeuws, dat de hel haar niet verslinde, en dat zij in de duisternissen niet struikelen; maar dat veeleer uw H. Engel Michaël haar tot het heilige licht bren-ge, hetwelk gij weleer aan Abraham en zijne nakomelingen beloofd hebt.
Wij offeren u, Heer! offeranden en gebeden; ontvang die, bidden wij u? voor die
72
VOOR OVERLEDENEN. 73
zielen, wier gedachtenis wij lieden vieren. Doe haar, Heer! na den dood geraken tot het leven, hetwelk gij weleer aan Abraham en zijne nakomelingen beloofd hebt.
Wees bijzonder indachtig de ziel van uwen dienaar N. (uwe dienares N.) voor welke wij u dit zoenoffer en deze gebeden opdragen, opdat zij, volkomen gereinigd door het bloed van Jesus Christus, onzen Verlosser , moge ingaan in uwe eeuwige rust.
PREFATIE EN SANCTÜS.
Heilig! heilig! heilig! is de Heer, de God der Heerkrachten , en daarom mag niets wat besmet is, binnen gaan in zijne heerlijkheid. Wij weten het, o
74 GEBEDEN ONDER DE H. MIS
God! maar gij zijt immers een God van liefderijke ontferming. O! ontferm a dan over die zie- ^ len, die onder uwe straffende hand in lijden zuchten. Wees gedachtig aan de getrouwheid, met welke zij u gediend hebben in haar leven, en vergeet de misdaden, die menschelijke zwakheid haar somtijds heeft doen bedrijven. Yerlos haar uit de plaats van smarten en duisternissen, en breng haar over naar de eeuwige woonstede van rust en licht.
VOOR DE CONSECRATIE.
Verhoor, o genadige God! onze ootmoedige smeekingen, en verleen de genade der volledige kwijtschelding aan die zielen, voor welke wij bijzon-
VOOR OVERLEDENEN. 75
der moeten bidden. Door den naam en de verdiensten van i uwen welbeminden Zoon, die op zich heeft genomen voor ons allen te voldoen, smeek ik het u O liefderijke God! ik zou het niet wagen, de werkingen van uwe heilige en billijke r egt vaardigheid te willen tegenl tonden, maar ik weet, dat gij liever als een Vader van Barmhartigheid, dan wel als een God van strenge wraak wilt aangeroepen worden. Ach! uwe overgroote goedheid neigt u tot vergeving; voldoe aan die neiging van uw goddelijk Hart. Om de liefde van u zel-* ven, verleen aan die bedrukte zielen eene volledige kwijtschelding van die schulden, welke uwe regtvaardige streng-
74 GEBEDEN ONDER DE H. MIS
God! maar gij zijt immers een God van liefderijke ontferming. O! ontferm ü dan over die zie-len, die onder uwe straffende hand in lijden zuchten. Wees gedachtig aan de getrouwheid, met welke zij u gediend hebben in haar leven, en vergeet de misdaden, die menschelijke zwakheid haar somtijds heeft doen bedrijven. Verlos haar uit de plaats van smarten en duisternissen, en breng haar over naar de eeuwige woonstede van rust en licht.
VOOR DE CONSECRATIE.
Verhoor, o genadige God! onze ootmoedige smeekingen, en verleen de genade der volledige kwijtschelding aan die zielen, voor welke wij bijzon-
VOOR OVERLEDENEN. 75
der moeten bidden. Door den naam en de verdiensten van i uwen welbeminden Zoon, die op zich heeft genomen voor ons allen te voldoen, smeek ik het u O liefderijke God! ik zou het niet wagen, de werkingen van uwe heilige en billijke regtvaardigheid te willen tegenhouden, maar ik weet, dat gij liever als een Vader van Barmhartigheid, dan wel als een God van strenge wraak wilt aangeroepen worden. Ach! uwe overgroote goedheid neigt u tot vergeving; voldoe aan die neiging van uw goddelijk Hart. Om de liefde van u zel-ven, verleen aan die bedrukte zielen eene volledige kwijtschelding van die schulden, welke uwe regtvaardige streng-
76 GEBEDEN ONDER DE H. MIS. •*
heid haar wel billijk, maar | zoo smartelijk doet boeten.
Door den gelieiligden arbeid, gt; van uwen eenigen Zoon, onzen Verlosser, door zijnen smarte-lijken doodstrijd, door zijne dierbare tranen 7 door het bloed, dat hij zoo overvloedig vergoten heeft, en hetwelk Hij u noo^ in dit oosrenblik, door de
o •
handen van den Priester, als een offer van verzoening zal opdragen op het altaar, door de oneindige verdiensten van zijn leven en van zijnen dood; door de onbevlektheid en al de deugden der allerheiligste Maagd Maria, door al de verdiensten, boetoefeningen; r voldoeningen en goede werken van al uwe Heiligen; verleen aan deze zielen de vervulling r
VOOR OVERLEDENEN. 77
van hare vurige begeerten, doe haar uw goddelijk aanschijn / genieten. Amen.
NA DE CONSECRATIE.
Laat, o Heer! onze gebeden en offeranden u aanzeil aam zijn, en neem de zielen, voor welke wij bidden, die gij geschapen, verlost en geheiligd hebt, in genade aan. Laat haar dit zoenoffer ten deel worden, hetwelk wij aan u voor haar opdragen; neem hare overgeblevene zonden en gebreken weg; laat de voldoening; welke gij, o Jesusldoor uwen dood hebt aanoebraot,
O o 7
ook haar ten goede komen; ontferm u over die zielen, gelijk gij u over uwe boetvaardige medegekruisigden ontfermd hebt.
7 8 GEBEDEN ONDER DE H. MIS.
Almagtige en barmhartige God! ik smeek u, de verdiensten van het lijden en den smartelijken dood van uwen Zoon te willen toeëigenen aan de ziel (of zielen) van N. En indien zij nog niet geheel aan uwe regtvaardigheid voldaan hebben, vergeet dan hunne zonden, en doe hun weldra de eeuwige gelukzaligheid, welke gij ons beloofd hebt, en naar welke zij verlangen, voor altijd genieten.
Jesus! Verlosser der men-schen! wees ook een Verlosser van die ongelukkige zielen; en gij, H. Maria, teedere Moeder van onzen Zaligmaker! • • • • ^
voeg bij mijn gebed uwe vermogende voorbede en bescherming, om de genade der ver-
VOOR OVERLEDENEN.
giffenis, welke ik voor de ziel van N. vraag, te verkrijgen.
AGNUS DEI.
Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld, geef hun rust!
Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld, geef hun rust!
Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld, geef hun de eeuwige rust!
ONDER DE NUTTIGING.
Heer Jesus Christus, die volgens den Avil van uwen Yader, onder de medewerking van den JEL Geest, door uwen dood de wereld hebt levend gemaakt en verlost, verlos door dit uw allerheiligst Li^chaam
O CD
en Bloed mij en de overledene
79
80 GEliEDEN ONDER DE H. MIS
geloovigen van alle zonden en van alle straffen, en laat allen, die in u geloofd hebben, eeuwig met u vereein^d worden.
o ^ o
Laat, bidden wij , Heer! de nuttiging van uw heilig Lig-chaam en Bloed aan hetwelk de overledene geloovigen in hun leven zoo dikwijls deel genomen hebben, hun ook na hunnen dood tot verlossing en zaligheid voordeelig zijn.
Laat, Heer! dit offer, dat wij uwer Majesteit hebben opgedragen, den levenden en overledenen tot heil verstrekken.
Geef dat wij, die nog in leven zijn, door hetzelve vergiffenis van het verledene, en genade en sterkte tegen toekomende gevaren verkrijgen, maar vooral laat dit offer den
VOOR OVERLEDENEN.
oyerledene geloovigen tot vertroosting en verlossing dienen, opdat zij door hetzelve gezuiverd eii gereinigd, en van alle banden der zonden ontslagen, mogen ingaan tot liet eeuwig leven.
NA DE NUTTIGING.
Verhoor, o Heer! de ootmoedige gebeden, die wij u voor de verlossing van alle overledene geloovigen voor den troon uwer barmhartigheid opzenden; zuiver hen van alles, wat hen van het genot der zaligheid verwijderd houdt, en laat hen voor u geregtvaardigd worden door liet bloed van Jesus Christus, uwen Zoon, dat eens voor hen aan het kruis vergoten, nog dagelijks op onze altaren wordt opgeofferd.
lt;j4 5.
81
82 GEBEDEN ONDEK DE H. MIS.
Geef inzonderheid almagtige God! dat de ziel van uwen dienaar N. (van uwe dienares N.), aan welke wij ons van daag herinnerd hebben, door deze offerande gezuiverd, en van hare zonden ontslagen zijnde, vergiffenis bekome, en binnen ga in de eeuwige rust. Door onzen Heer Jesus Christus. Amen.
OP HET EINDE DER MIS.
O God! gij zult mij ook eens van de aarde roepen, en ik weet niet wanneer. Misschien ben ik maar weinig schreden van het graf verwijderd. Leer mij dan mijne pligten vervullen, opdat ik in het uur des doods mij niets te verwijten hebbe. Leer mij den tijd; wel-
VOOR OVERLEDENEN.
83
ken ik nu nog heb; zorgvuldig waarnemen, en niets verschuiven tot eene onzekere toekomst; opdat de nacht des doods, in welken niemand meer zal kunnen werken, mij niet onverhoeds, en voor dat ik bereid ben, overvalle. Laat mij nooit vergeten, dat het aardsche vergankelijk is; dat noch aanzien , noch rijkdom; maar alleen de goede werken mij volgen kunnen m de eeuwigheid. Leer mij ook het lijden dezes levens met geduld en standvastigheid verdragen, opdat het in mij een eeuwigdurend geluk voort-brenge. Met volle berusting in uwen heiligen wil, stel ik mijnen langeren of korteren levensloop en al deszelfs wisselvalligheden, ter uwer goddelijke beschikking.
84 GEBEDEN ONDER DE H. MIS, ENZ.
Maak mij ijverig in het geloof, getrouw aan u en de onderhouding uwer geboden. Bewaar mij van eenen haastigen, on-voorzienen en ongelukkigen dood. Laat mij vóór mijn sterven de H. Sacramenten AYaar-dig ontvangen. Laat mij sterven onder de bescherming van de allerheiligste Maagd Maria, van mijnen Bewaar-Engel en van mijne hemelsche Beschermers. Ontferm u over allen, die in doodstrijd liggen. Yer-sterk de zwakken; help alle kranken, wees den weezen een vader en een beschermer der Weduwen; vertroost hen, die met treurige harten hunne tranen voor u uitstorten; wees ons allen genadig. Door onzen Heer Jesus Christus. Amen.
G E B E D E N
Ontfermende God, die altijd bereid zijt den rouwmoedigen zondaar in genade aan te nemen en hem te vergeven! sla de oogen uwer barmhartigheid op eene misdadige ziel, die tot u wederkeert, zich aan uwe voeten nederwerpt, en zich in de heilzame wateren der boetvaardigheid van hare vlekken reinigen wil. Verleen mij, o God! de genade om dezelve met de vereischte gesteltenissen te naderen. In de bitterheid mijns harten zal ik mijne jaren overdenken: ik heb tegen
GEBEDEN
u gezondigd, o Heer? ik heb kwaad voor uwe oogen bedreven. Maar ik heb gezegd: ik zal tegen mij zeiven mijne misdaden belijden, en gij zult mij mijne boosheid en mijne zonden vergeven. Yerlicht dan mijnen geest, opdat ik al mijne zonden kenne; beweeg mijn hart opdat ik dezelve verfoeije; open mijne lippen, opdat ik dezelve be-lijde, en zij mij vergeven worden.
AANEOEPING VAN DEN H. GEEST,
H. Geest! oorsprong van alle licht! stort in mijn hart een'van uwe stralen, en help mij mijne zonden kennen. Doe mij dezelve zien, zoo duidelijk als ik ze zien zal, wanneer ik bij mijn scheiden uit dit leven, voor uw oordeel verschijnen zal.
86
VOOR DE BIECHT.
87
Doe mij kennen, alwetende God! het kwaad, dat ik bedreven heb, en het goed dat ik verzuimd heb te doen. Toon mij het getal en de grootheid mijner nalatigheden in uwe dienst. Geef , dat ik wete hoe dikwijls en in hoe verre ik den naaste heb be-leedigd, welk kwaad ik tegen mij zeiven hel) bedreven, en hoe zeer ik gezondigd heb tegen de pligten van mijnen staat. Yerlicht mijn verstand, o God van Waarheid! en laat niet toe, dat eene misdadige eigenliefde mij verblinde en misleide; neem den sluijer weg, die mijne oogen bedekt, opdat niets mij verhindere mij zeiven te kennen, en mij te doen kennen, zoo veel het noodig
gast
.
88 GEBEDEN
#
is, aan hem, die hier uwe plaats bekleedt.
V
ONDERZOEK UW GEWETEN.
Hoe lang is het geleden, dat ik mijne laatste biecht heb gesproken? Heb ik mijne boete volbragt? Welke zonden heb ik sedert gedaan met woorden, werken, gedachten en verzui-menissen, als ook tegen de tien geboden Gods en de vijf geboden der H. Kerk? Met wien heb ik omgang gehad ï Hoe heb ik mij gedragen in huis, in de kerk, op de straat,
enz.
OEFENING VAN BEROUW.
O Heer! mijne boosheden zijn vermenigvuldigd boven de haren van mijn hoofd, ik be- ^
VOOR DE BIECHT. 89
zwijk onder den last. Hoe zal ik, o mijn God! voor uwe strenge regtvaardigheid kunnen bestaan ? Waar zal ik voor uw aanschijn vlugten ? hoe kan ik leven, hoe heb ik kunnen berusten in dezen toestand? Hoe ongelukkig ware ik, indien ik op dit oogenblik stierf. Eeuwig werd ik in de einde-looze afgronden, in de poelen van zwavel en vlammen neder-geworpen; eeuwig ware ik de prooi van den verslindenden worm van jammerlijk tandengeknars, van alle straffen der hel.
Hoe moet ik mij schamen, o God! dat ik altijd in dezelfde zonden verval, zoo dikwijls, zoo ligtvaardig, en nadat ik ^ u zoo dikwijls heb beloofd
90 GEBEDEN
dezelve niet meer te zullen bedrijven! Hoe heb ik toch voor uw aanschijn kunnen zon- ^ digen, terwijl ik wist hoe zeer de zonde u mishaagt; terwijl ik uwe weldaden zelve misbruikte , om u te vergrammen ?
O mijn God! o mijn Vader, o goedertierenste en geduldigste onder alle vaders! o laat uwe gramschap bedaren, vergeef mij en straf mij niet volgens uwe regtvaardigheid!
Laat u bewegen , o mijn God!
door het berouw van een waarlijk vermorzeld hart, van een hart, dat zijne misdaden verfoeit,
meer omdat zij u beleedigd hebben, dan om de straf, die zij verdienen. Laat u bewegen door het berouw van een hart, dat opregt bedroefd is, omdat het f
VOOR DE BIECHT.
aan u heeft mishaagd, aan u, die oneindig goed zijt^ en zoo waardig oneindig bemind te worden.
■ Vader! ik heb gezondigd tegen den Hemel en tegen n. Ik verdien nietlanger uw kind genoemd te worden; uwe weldaden hebben bij mij geene dankbaarheid, uwe goedheid geene lielde te weeg gebragt. Vergeefs hebt gij mij zoo lang gewacht tot
boetvaardigheid; uwe barmhar-
• •
tigheid zelve heeft mij den moed gegeven om u te vergrammen. O goede, o barmhartige God! waarom ben ik niet gestorven, liever dan u te mishagen ? Duizendmaal sterven, o Heer! duizendmaal sterven, liever dan u te vergrammen.
Zoo heb ik dan; o mijn Jesus,
91
GEBEDEN
mijn Zaligmaker! zoo heb ik uw bloed vertreden, met hetwelk gij mij hebt vrijgekocht; zoo heb ik dan nogmaals uwen smartelijken kruisdood vernieuwd! En nog reikt gij mij onwaardigen zondaar , uwe hand; nog opent gij mij uwe armen; nog ziet gij mij met goedheid en ontferming aan. U zal ik dan ook mijn geheel leven lang beminnen; gij alleen zult mijn hart bezitten.
Vergeef mij, barmhartige Vader! al het kwaad, dat ik bedreven heb, en dat ik anderen heb doen bedrijven. Vergeef mij al het goed, dat ik niet gedaan heb, en dat ik doen moest, of dat ik niet behoorlijk heb gedaan; vergeef mij alle zonden, die ik ken, en ook die mij onbekend zijn.
92
VOOR DE BIECHT.
Ik verfoei ze, ik haat en verzaak ze; mogt ik ze kunnen uitwissclien met mijn bloed; mogt ik, met al wat mij dierbaar is, het ongenoegen kunnen herstellen, dat zij u veroorzaakt hebben.
O, mogt toch mijn berouw gelijk zijn aan mijne zonden! Vergoed gij mijne droefheid, o Jesus! die door droefheid voor mijne zonden , op den Olijfberg met den dood hebt geworsteld; stort in mijn hart slechts één druppel van die zee van bitter-. heid, in weke uwe geheele ziel toen verzonken lag, dat ik bedroefd zij over mijne zonden, en bedroefd tot aan den dood.
OPWEKKING.
TOT EEN GOED VOORNEMEN.
Ja, o God! liever moest ik
93
281
94 GEBEDEN
sterven, dan u vergTammen; maar dewijl ik in dat ongeluk vervallen ben; en ik het verle-dene niet meer terug kan roepen, daarom zal ik nu zulke vaste besluiten voor het toekomende nemen, dat ik; met de hulp uwer genade voortaan op mijne hoede en meer oplettend zal zijn, om niets te doen, wat u mishaagt. Zorgvuldig zal ik mij wachten voor de zonde, voor alle gelegenheden en oorzaken der zonde, en wel voornamelijk voor de zonde, die ik ook door gewoonte, door boosheid, of zwakheid ligt vaardiger plagt te bedrijven.
Opregt wil ik daartoe ook de middelen aanwenden, die mij door uwen dienaar zullen worden aangewezen; ik zal zijne woor-
VOOK DE BIECHT.
den aanhooren, als kwamen zij uit uwen mond; volledig overtuigd, dat gij het zijt, o God! die tot mij spreekt in zijne heilzame raadgevingen, dat gij het zijt, wien ik antwoord en voor wien ik mijne beloften ne-derleg, in de antwoorden en in de beloften, die ik uwen dienaar geven zal.
OPWEKKING
TOT HOOP EN VEIITli OUWEN.
Ik weet, o God! hoe zeer ik u vergramd heb, en wat ik van uwe verontwaardiging zou moeten verwachten, indien uwe oneindige barmhartigheid, en de verdiensten van Jesus Christus, mijnen Zaligmaker, uwe regtvaardigheid niet bevredigden, en voor mij om genade riepen.
95
GEBEDEN
Ja, Heer! ik ben verloren, als gij u niet over mij ontfermt, maar gij zijt goed en uwe barmhartigheid gaat al uwe werken te boven. O Jesus! uwe gehoorzaamheid tot aan den dood des kruises, heeft voor mijne ongehoorzaamheid, voor mijne ondankbaarheid voldaan.
Neen, Heer! gij zult niet verwerpen het gebed van dien beminnelijken en onschuldigen Zoon voor eenen zondaar, die zijne misdaden erkent, en die dezelve gaat belijden aan uwen dienaar, wien gij de maet hebt gegeven.
In deze hoop, o God van goedheid! nader ik de heilige vierschaar; vol vertrouwen, dat, wanneer ik mijne zonden opregt en nederig belijd, gij in den
96
VOOR DE BIECHT.
hemel het vonnis der ontbinding zult bekrachtigen, dat op de aarde over mij zal worden uitgesproken.
AANBEVELING.
AAN DE H. MAAGD EN AAN DEN ENGEL BEWAAEDEK.
H. Maagd, Moe der van genade, Moeder van barmhartigheid en veilige toevlugt der arme zondaren! wees in dit oogenblik mijne voorspraak, opdat de belijdenis, die ik ga afleggen, mij niet nog schuldiger make, maar dat ik daar vergiffenis vinde van al het verled ene, met de noodige genaden, om voortaan niet meer te zondigen.
En gij, mijn goede Engeli getrouwe leidsman en bewaarder mijner ziel, gij hebt mijne zonden gezien, gij zijt getuige
64 ' '■ 6.
97
98 gebeden
geweest van mijnen val, help mij nu opstaan, en maak, dat ik in dit Sacrament de genade vinde, om niet weder te vallen.
VOOE DAT MEN IN DEN BIECHTSTOEL GAAT.
Ik heb in mijn hart gezegd: ik zal mijne boosheden tegen mij zeiven belijden: ik zal ze belijden, Heer! aan Hem, wien gij de magt hebt gegeven om dezelve kwijt te schelden; aan den Priester, die uw gezant, nu de uitdeeler is van uwe genaden; aan wien gij, in den persoon uwer H. Apostelen hebt gezegd: Ontvang den H. Geest: wiens zonden gij zult vergeven, dien zullen zij vergeven zijn: wien gij d.e zonden zult houden, dien zullen zij gehouden blijven. Ik zal
VOOR DE BIECHT.
hem mijne zonden ^aan belijden; geene schaamte zal mij beletten, al mijne zwakheden te belijden.
Toen; o God! moest ik mij geschaamd hebben, toen ik u vergramde; maar ik zal mij niet schamen, mij onder mijne be-drevene zonden te vernederen. Ik zal aan de bevelen van uwen dienaar, en aan zijne uitspraak gehoorzamen. Het zij dat hij mijne zonden vergeve, het zij dat hij het voor mijn welzijn raadzaam oordeele, dezelve te houden, ik zal mij nederig onderwerpen aan de heilzame boetpleging, die hij mij zal opleggen. Zend, Heer! uwen H. Geest af over uwen Priester, en stort in mij den geest van nederigheid en berouw. Amen.
99
GEBEDEN
Ja, Heer! ik ben verloren, als gij u niet over mij ontfermt, maar gij zijt goed en awe barmhartigheid gaat al uwe werken te boven. O Jesus! uwe gehoorzaamheid tot aan den dood des kruises, heeft voor mijne ongehoorzaamheid , voor mijne ondankbaarheid voldaan.
Neen, Heer! gij zult niet verwerpen het gebed van dien beminnelijken en onschuldigen Zoon voor eenen zondaar, die zijne misdaden erkent, en die dezelve gaat belijden aan uwen dienaar, wien gij de magt hebt gegeven.
In deze hoop, o God van goedheid! nader ik de heilige vierschaar; vol vertrouwen, dat, wanneer ik mijne zonden opregt en nederig belijd, gij in den
96
VOOR DE BIECHT.
hemel het vonnis der ontbinding zult bekrachtigen, dat op de aarde over mij zal worden uitgesproken.
AANBEVELING.
AAN DE H. MAAGD EN AAN DEN ENGEL BEWAARDER.
H. Maagd, Moeder van genade, Moeder van barmhartigheid en veilige toevluot der arme zon-daren! wees in dit oogenblik mijne voorspraak, opdat de belijdenis, die ik ga afleggen, mij niet nog schuldiger make, maar dat ik daar vergiffenis vinde van al het verledene, met de noodige genaden, om voortaan niet meer te zondigen.
En gij, mijn goede Engel! getrouwe leidsman en bewaarder mijner ziel, gij hebt mijne zonden gezien, gij zijt getuige
64 ' 6.
97
98 GEBEDEN
geweest van mijnen val? help mij nu opstaan, en maak, dat ik in dit Sacrament de genade vinde, om niet weder te vallen.
VOOR DAT MEN IN DEN BIECHTSTOEL GAAT.
Ik heb in mijn hart gezegd: ik zal mijne boosheden tegen mij zeiven belijden: ik zal ze belijden, Heer! aan Hem, wien gij de magt hebt gegeven om dezelve kwijt te schelden; aan den Priester, die uw gezant, nu de uitdeeler is van uwe genaden; aan wien gij, in den persoon uwer H. Apostelen hebt gezegd: Ontvang den H. Geest: wiens zonden gij zult vergeven, dien zullen zij vergeven zijn: wien gij d,e zonden zult houden, dien zullen zij gehouden blijven. Ik zal
VOOR DE BIECHT.
hem mijne zonden gaan belijden; geene schaamte zal mij beletten, al mijne zwakheden te belijden.
Toen; o God! moest ik mij geschaamd hebben, toen ik u vergramde; maar ik zal mij niet schamen, mij onder mijne be-drevene zonden te vernederen. Ik zal aan de bevelen van uwen dienaar, en aan zijne uitspraak gehoorzamen. Het zij dat hij mijne zonden vergeve, het zij dat hij het voor mijn welzijn raadzaam oordeele, dezelve te houden, ik zal mij nederig onderwerpen aan de heilzame boetpleging, die hij mij zal opleggen. Zend, Heer! uwen H. Geest af over uwen Priester, en stort in mij den geest van nederigheid en berouw. Amen.
99
GEBEDEN
OEFENING VAN GELOOF.
Kan ik gelooven, o mijn God! dat ik, die nog voor eenige oogenblikken een misdadige zondaar was, nu door de genade van het Sacrament geregtvaar-digd en van al mijne vlekken gereinigd ben? Ja, God van goedheid! ik heb de ontbinding ontvangen, en deze uitspraak van barmhartigheid herstelt mij in uwe liefde en genade, indien ik gelijk ik wensch, en gelijk ik hoop gedaan te hebben, mijne belijdenis door de vereischte
GEBEDEN, ENZ.
gesteltenissen heb doen vergezellen.
Dank, eeuwig dank zij uw dierbaar bloed,quot;dat gij voor mij vergoten hebt, o beminnelijke Verlosser der menschen! Aan dat bloed, aan uwe heilige wonden , wier kracht de wonden van mijne ziel genezen heeft, ben ik mijne verzoening en mijn heil verschuldigd.
Laat dan, door de verdiensten van uwejTl. Moeder en van al uwe Heiligen deze mijne belijdenis u aangenaam en welgevallig zijn: en zoo nu of immer te voren iets aan de gehoorzaamheid van mijn berouw, of aan de volledigheid mijner belijdenis, tegen mijaen wil, mogt ontbroken hebben; o! laat uwe ontferming en uwe barmhartig-
64 6.
101
GEBEDEN
OEFENING VAN GELOOE.
Kan ik g-elooven, o mijn God! dat ik, die nog voor eenige oogenblikken een misdadige zondaar was, nu door de genade van het Sacrament geregtvaar-digd en van al mijne vlekken gereinigd ben? Ja, God van goedheid! ik heb de ontbinding ontvangen, en deze uitspraak van barmhartigheid herstelt mij in uwe liefde en genade, indien ik gelijk ik wensch, en gelijk ik hoop gedaan te hebben, mijne belijdenis door de vereischte
GEBEDEN, ENZ.
gesteltenissen heb doen vergezellen.
Dank, eeuwig dank zij uw dierbaar bloed, dat gij voor mij vergoten hebt, o beminnelijke Verlosser der menschen! Aan dat bloed, aan uwe heilige wonden, wier kracht de wonden van mijne ziel genezen heeft, ben ik mijne verzoening en mijn heil verschuldigd.
Laat dan, door de verdiensten van uwejTL Moeder en van al uwe Heiligen deze mijne belijdenis u aangenaam en welgevallig zijn: en zoo nu of immer te voren iets aan de gehoorzaamheid van mijn berouw, of aan de volledigheid mijner belijdenis, tegen mijnen wil, mogt ontbroken hebben, o! laat uwe ontferming en uwe barmhartig-
64 6.
101
GEBEDEN
lieid dit vergoeden, en mij in den hemel als geheel en volkomen ontbonden erkennen.
OPWEKKING TOT DANKBAARHEID.
O mijne ziel, dank den Heer uwen God, en erken de wonderen van barmhartigheid, die Hij in u heeft uitgewerkt. Gij waart veroordeeld, gij hadt verdiend de schrikkelijkste straffen te lijden; en die G od van goedheid wil zich vergenoegen met eene geringe voldoening. Hij wil alles vergeven, alles vergeten. O Heer! men moet wel zijn wat gij zijt, een God, vol zachtmoedigheid en ontferming, om met nietswaardige en zondige schepselen zoo te handelen.
Hoe zoet zijt gij, o mijn God! hoe zoet is het mij, dit van
102
NA DE BIECHT. 103
daag te ondervinden! Maar hoe zal ii\ n daardoor mijne dank-Y baarheid kunnen betuigen? Het minst; wat ik kan doen, o goddelijke Zaligmaker! is, u van daag en al de dagen mijns levens een offer van dankzegging op te dragen, uwe oneindige barmhartigheid, zonder ophouden te loven en te verheffen.
Dit doe ik uit geheel mijn hart, o mijn God! en ik zal het blijven doen tot aan mijnen dood. Geheel mijn leven lang zal ik mijnen God verheerlijken, die zoo goed, die de beste aller heeren, de zachtmoedigste en beminnelijkste aller vaderen is.
ANDERE DANKZEGGING,
NAAR HET VOORBEELD VAN DEN GEZUIVERDEN MELAATSCHE.
Goedertieren Jesus! ik kom
GEBEDEN
104
tot u terug, ik dank u, dat gij mij van de afschuwelijke me-laatschheid mijner zonden hebt willen reinigen. Geloofd en verheerlijkt zij uw naam, o mijn Jesus! tot in eeuwigheid. Waarlijk een Jesus, een Zaligmaker: gij, die niemand, hoe misdadig hij ook zij, van u verstoot, alle opregte boet vaardigen in genade ontvangt, en onder het getal van uwe kinderen aanneemt. Ik erken, ik omhels, o Jesus! de ingewanden uwer barmhartigheid, en van nu af aan, en voor altijd, wijd ik mij toe aan uwe dienst. Help, bid ik u, mijne zwakheid, 'opdat ik, nimmer uwe aan mij bewezene weldaden vergetende, door liefde tot eenig vermaak, of eenige overblijvende verkleefdheid, in mijne vorige
NA DE BIECHT.
zonden hervalle, en op nieuw van u gescheiden worde. Omvat mijn hart en mijne ziel in de armen uwer liefde; verbind mij zoodanig metu, dat ik voortaan met den Apostel zeggen durf: Wie zal mij losrukken uit de liefde van Christus?
VERNIEUWING VAN HET GOED VOORNEMEN.
Barmhartige en genadige God! de onschatbare weldaad, die gij zoo even aan mij bewezen hebt, boezemt mij eenen nieuwen haat in tegen de zonde, en doet mij andermaal het besluit nemen, van dezelve niet meer te bedrijven. Ik smeek u dan, o mijn God! voltooi het werk, dat gij in mij begonnen zijt; vermeerder het verlangen.
105
106 GEBEDEN
dat ik gevoel, om mijn leven te veranderen; versterk met uwe genade het voornemen, dat ik heb om niet meer te zondigen, en geef, dat ik mijn besluit volbrenge, van alle gelegenheid tot zonde te vermijden, en bijzonder van die zonde.... die u reeds zoo lang in mij heeft mishaagd.
Ik ga beginnen, o mijn God! van dit oogenblik af aan, zal ik doen zien, dat ik het geluk heb gehad, mij met u te verzoenen. Yan dezen dag af aan zal het uit de geregeldheid van mijn gedrag-bi ijken, dat gij in mij zijt, ik zal daartoe alle middelen aanwenden, bijzonder die, welke mij docr den Priester, uwen dienaar zijn voorgeschreven;
na de biecht.
ik za] mij zeiven het uiterste geweld aandoen, ik zal mij zei ven onophoudelijk bestrijden; terwijl ik, vast vertrouwende op uwe hulp, zeker ben van de overwinning, en nog zekerder dat, indien ik moeds genoeg bezit, om mij zeiven te overwinnen op de aarde, ik het geluk zal hebben, eeuwig met u zalig te zijn in den hemel. Amen.
LOFZANG, psalm 102.
Looft den Heer, mijne ziel! en al wat in mij is, verheerlijkt zijnen H. Naam.
Loof den Heer, mijne ziel! en vergeet nooit de genaden, die gij van Hem ontvangen hebt.
Hij heeft uwe misdaden vergeven en van uwe krankheden
107
GEBEDEN
heeft Hij u genezen.
Hij heeft uw leven gered uit de handen des doods; met barmhartigheid en ontferming heeft Hij u overladen.
Met eenen overvloed van goederen heeft Hij uwe begeerten vervuld, in de kracht van den arend zal Hij uwe jeugd doen herleven.
De Heer doet barmhartigheid; Hij doet regt aan allen, die verdrukking lijden.
Hij maakte zijne wegen bekend aan Mozes; en zijnen wil aan de kinderen van Israël.
De Heer is barmhartig en ontfermend. Hij is langmoedig en ontfermend boven mate.
Hij zal niet ten eeuwigen dage in zijne gramschap blijven , Hij zal niet altijd zijne
108
I
NA DE BIECHT.
bedreigingen doen hooren.
Hij heeft niet gehandeld met ons, volgens onze zonden, en Hij heeft ons niet doen lijden, wat onze misdaden verdienen.
Want zoo hoog de hemel verheven is boven de aarde, zoo verre heeft Hij zijne barmhartigheid gevestigd over degenen, die Hem vreezem
Zoo ver het Oosten verwijderd is van het Westen, zoo ver heeft Hij onze zonden van ons verwijderd.
Gelijk een vader zich ontfermt over zijne kinderen, zoo heeft de Heer genade betoond aan hen, die Hem vreezen, omdat Hij onze boosheid kent.
109
L *
LI
11
g
Hij is indachtig geweest,
dan stof zijn
j IQ GEBEDEN
dat het leven van den mensch voorbij gaat als liet gras, dat hij bloeit gelijk eene bloem op liet veld.
De wind heeft over haar gewaaid, en zij is verdord: en er is geen overblijfsel van haar op aarde te vinden.
Maar de barmhartigheid des Heeren is van eeuwigheid, en zij blijft tot in alle eeuwigheid over diegenen, die Hem vreezen.
En zijne regtvaardigheid beschermt de kinderen der kinderen van hen, die zijn verbond onderhouden.
En die zijne geboden indachtig zijn, om dezel vete volbrengen.
De Heer heeft zijnen troon op-gerigt in de hemelen, en alles zal aan zijne magt onderworpen zijn.
Looft den Heer, gij allen, zijne
NA DE BIECHT,
Engelen! gij die groot zijt in magt, en onderdanig aanzijn woord; die maakt, dat men gehoorzaamt aan zijne stem.
Looft den Heer, gij allen, zijne krachten! gij, die zijne dienaars zijt, en zijne bevelen ten uitvoer brengt.
Looft den Heer! gij allen, zijne werken! looft Hem zoo ver zijne almagt heerscht; o mijne ziel, loof den Heer.
Eere zij den Yader, enz.
OEFENING VAN DANKBAARHEID.
Ik dank u, genadige God! dat gij door het H. Sacrament mijne zonden vergeven hebt. Gezegend zijt gij. God van oneindige barmhartigheid! Eere zij den Yader, den Zoon en den H. Geest, drie Personen, één
111
112 GEBEDEN, ENZ.
God, nu en in eeuwigheidI Amen. Ik dank en zegen u, barmhartige Jesus! ik loof en zegen u, dat gij mijne zondige ziel in uw dierbaar bloed hebt gezuiverd 5.... tot dankbaarheid verzaak ik op nieuw al mijne zonden, die ik heb gedaan, met vast voornemen van dezelve nooit meer te doen', help mij, 0 Heer ! door uwe genaden;,... tot dankbaarheid offer ik u mijne ziel, mijn ligchaam, al mijne krachten enlidmaten, om dezelve voortaan alleen te gebruiken tot uwe eer. Geef, mijn God! dat ik en alle menschen voortaan christelijk leven, en de zonde haten, u in alles behagen, en eindelijk eenen zaligen dood stei-ven mogen. Door de verdiensten van Jesus Christus. Amen.
G E B E D E N
VOOR DE
OEFENING VAN GELOOF.
Gocl van Hemel en aarde! Verlosser en Zaligmaker der
CJ
menschen! gij komt tot mij, en ik zal het geluk hebben, u te ontvangen! Wie zou dit wonder kunnen gelooven, als gij het zelf niet gezegd hadt ? Ja Heer Jesus ! ik geloof, dat gij wezent-lijk en zelfstandig onder deze gedaanten tegenwoordig zijt.
GEBEDEN
Ik weet dat het noch brood, noch wijn meer is; het is uw aanbiddelijk ligehaam, het is uw dierbaar bloed; want gij hebt het gezegd, Heer! gij, die de waarheid zelve zijt, en aan wiens woord alles onderdanig is. Ik geloof, dat ik u zeiven in dit Sacrament ontvangen zal.
Ik aanbid u uit geheel mijn hart, o verborgene Godheid! mijne zintuigen en mijne rede begrijpen niets van dit geheim; maar het is genoeg, dat gij gesproken hebt. Gij zelve zijt hier tegenwoordig, die in eene krib geboren, voor mij aan het kruis hebt willen sterven, en die, hoe verheerlijkt gij ook zijt in den hemel, evenwel onder deze aanbiddelijke gedaanten verborgen blijft
114
VOOR DE H, COMMUNIS. 115
ij.
Ik geloof het, o mijn Jesus! en ik ben er zekerder van, dan indien ik het met mijne oogen zag. Ik geloof het, omdat gij het gezegd hebt, en omdat ik uw heilig woord aanbid. Ik geloof het, en wat ook mijne zintuigen en mijne rede zeggen mogen, ik wil mijne zinnen en mijne rede niet hooren om mij geheel gevangen te geven onder de gehoorzaamheid van het geloof.
Ik geloof het, en moest ik ook duizendmaal sterven voor de belijdenis van deze waarheid, met behulp van uwe genade, o God! zou ik den dood ondergaan, liever dan in dit punt tegen mijn geloof en mijne godsdienst te handelen.
......11 1 r
GEBÉDEN
OEFENING VAN OOTMOED.
Wanneer dan zal ik u ontvangen , o mijn Yerlosser 1 wanneer zal ik n in mijn hart bezitten? wanneer zal ik het genot van uwe tegenwoordigheid smaken ? Het oogenblik is nabij, o Jesus! ik verlang en ik vrees. Ik verlang, want met u komen alle genaden over hen, die u beminnen; ik vrees, want zij die u onwaardig durven ontvangen, eten en drinken hun oordeel. Wie zijn wij, almagtige God! dat gij u gewaardigt in ons te wonen? De hemel en de hemelen der hemelen kunnen u niet omvatten, en evenwel komt gij tot ons! Wie ben ik, o God van glorie en majesteit! wie ben ik; dat gij u gewaardigt
116
VOOR DE H. COMMUNIE.
uwe oogen op mij te slaan? Yan waar komt mij dit geluk dat mijn Heer en mijn God tot mij wil komen? Ik een zondaar, verachtelijker dan het niet, ik durf eenen zoo heiligen God naderen, ik zal het brood der Engelen eten, mij met een goddelijk vleesch verzadigen! Ach, Heerlik verdien het niet, nimmer zal ik het waardig zijn!
Koning des hemels, Schepper en bewaarder der wereld. Opperheerscher van het heelal! ik vernietig mij voor u, en ik wenschte mij zoo diep voor uwe glorie te kunnen vernederen, als gij u zeiven uit liefde tot ons quot;in dit Sacrament vernietigt. Ik erken met alle nederigheid uwe oneindige grootheid, en mijn verachtelijk niet. De
64 7.
117
GEBEDEN
gedachte van uwe Majesteit en van mijne ellende, o mijn God! vervult mij met eene schaamte, die ik niet kan uitdrukken, dit alleen kan ik met eene nederige opregtheid zeggen, dat ik de genade, die gij mij van daag betoonen wilt, geheel en al onwaardig ben!
OEFENING VAN BEROUW.
Gij komt tot mij, God van goedheid en ontferming!Helaas! mijne zonden moeten u veeleer van mij verwijderen; maar ik verzaak ze, o mijn God! in uwe tegenwoordigheid. Diep bedroefd over het ongenoegen, dat zij u veroorzaakt hebben, getroffen door uwe oneindige goedheid, opregt van zins die
118
VOOR DE H. COMMUNIE. I 19
niet meer te bedrijven, verfoei ik mijne zonden uit geheel mijn hart, en vraag ootmoedig van u vergiffenis. Vergeef mij Vader, beminnelijke Vader! want nog bemint gij mij, nog vergunt gij mij van daa^ tot u te naderen; vergeef mijl
Reeds ben ik gereinigd, gelijk ik hoop, door het Sacrament der Biecht; maar, Heer! reinig mij nog meer; zuiver mij van de geringste smetten; schep in mij een nieuw hart en vernieuw tot m het diepste mijner ziel dien geest van onschuld, die mij in staat zal stellen, om u waardig te ontvangen.
OEFENING VAN HOOP.
Op u, o God! zal ik hopen,
GEBEDEN
120
en in eeuwigheid zal die hoop mij niet beschamen. Ik zal de goederen des Heeren zien in het land der levenden. Eens, Heer! zal ik u zien, ubezitten in den Hemels en in het genot van uw aanschijn zal ik zalig zijn. Ik zal u zien, en in u zal ik alles zien; eeuwig zal ik u genieten, dit is mijne hoop, dit is mijn leven. Groote God! welk onderpand hebt gij mij gegeven, om mij van uwe goedheid en van mijn eeuwig geluk te verzekeren! Uw woord; uwe waarheid ; maar zie hier een nieuw onderpand: uw ligchaam, o Jesus! en uw bloed. Zou ik nog kunnen twijfelen, o mijn Zaligmaker! dat gij u aan mij wilt geven in den Hemel, terwijl ik u reeds bezit op de
VOOR DE H. COMMUNIE. 121
aarde? Loof den Heer, o mijne ziel! en al wat in mij is, ver-heerlijke zijnen H. Naam. Gij behoort aan mij, o Jesus! want gij geeft n zeiven geheel in dit Sacrament; uw lichaam, uw bloed, uwe heilige ziel ,uwe eeuwige Godheid, uwen geheelen aanbiddelijkenpersoon, gij geeft mij alles; alles is het mijne.
Maar, Heer! als ik u verborgen bezit in dit ballingsoord , in den hemel zal ik u onbedekt bezitten. Kom dan, Heer Jesus! kom, en vervul mij met u zeiven; laat mij vooraf de zoetheden smaken van dat hemelsche gastmaal, waar gij het eeuwige voedsel zult zijn van de menschen en van de Engelen.
Gij komt tot mij, goddelijke
GEBEDEN
Zaligmaker der zielen! wat moet ik van u hopen, wat moet ik niet verwachten van Hem, die zich zei ven geheel aan mij wil geven?
Ik kom dan tot u, o mijn God! met al het vertrouwen, dat uwe oneindige magt en uwe oneindige goedheid van mij verdienen. Gij kent mijne behoeften, gij kent en gij wilt in dezelve voorzien, gij roept mij tot u, gij belooft mij te zullen helpen; zie, ik kom op uw woord. Ik verschijn voor u met al mijne zwakheden, mijne verblindheid, en mijne ellenden; ik hoop, dat gij mij zult versterken, dat gij mij zult verlichten, ondersteunen en veranderen.
Ik hoop zonder vrees, niet
122
VOOR DE H. COMMÜNNIE. 123
in mijne verwachting bedrogen te zullen worden. Gij immers, o God! zijt de Heer van mijn hart, en gij zult volgens uw welbehagen uwe woonplaats versieren.
OEFENING VAN LIEFDE.
Is het wel mogelijk, o God van goedheid! dat gij tot mij komt, en dat gij komt met een vurig verlangen, om u met mij te vereenigen ? O kom, welbeminde van mijn hart! kom, Lam Gods, aanbiddelijk vleesch, dierbaar bloed van mijnen Zaligmaker, kom en voed mijne afgematte ziel! Laat mij u zien, o God van mijn hart, mijne vreugde, mijn wellust, mijn God, mijn al!
Wie geeft mij vleugelen om
GEBEDEN. ENZ.
naar u te vliegen? Ach! zoo ver van u verwijderd, kwijnt mijne ziel zonder u; zij verzucht naar n, o mijn God, mijn Jesus! mijn eenigste goed, mijn troost, mijn schat, mijn geluk en mijn leven, mijn God en mijn al!
Kom dan, beminnelijke Jesus! en hoe onwaardig ik ook moge zijn u te ontvangen, spreek slechts één woord, en ik zal gereinigd zijn. Mijn hart is gereed, en ware dit ook niet, met éénen oogslag kunt gij het bereiden, verteederen en ontvlammen. Kom! Heer Jesus, kom!
124
GEBEDEN
OEFENING VAN AANBIDDING.
Aanbiddelijke Majesteit van mijnen God! voor wien alles wat groot is in den hemel en op de aarde, zich onwaardig erkent te verschijnen, wat kan ik hier in uwe tegenwoordigheid doen, dan zwijgen, en u in de diepste vernedering mijner ziel vereeren!
Ik aanbid u, heilige God! ik bewijs den versclmldigden eerbied aan die opperste grootheid, voor welke alle knieën buigen, in wier vergelijking alle magt slechts zwakte, alle
GEBEDEN
voorspoed slechts ellende, en
het schitterendste licht slechts
dikke duisternissen zii'n.
♦/
U alleen, groote God,Koning der eeuwen, onsterfelijke God! u alleen komt alle eer en glorie toe. Eer, heil en zegen zij Hem die komt in den naam des Heeren. Gezegend zij de eeuwige Zoon des Allerhoogsten, die zich heden zoo naauw met mij heeft willen vereenigen, die bezit genomen heeft van mijn hart.
OEFENING VAN LIEFDE.
Ik heb Hem gevonden, dien mijne ziel bemint; ik zal Hem niet weder verlaten. Ik heb dan het geluk u te bezitten, o God van liefde! Welke goedheid! Ach, mogt ik toch aan
126
NA DE H. COMMUNIE. 127
die liefde kimnen beantwoorden, mogt ik u zoo zeer beminnen, als gij verdient bemind te worden, en niets beminnen dan u. Ontvlam, o God! brand, en verslind mijn liart met het vuur uwer liefde. Mijn welbeminde is bij mij; Jesus, de beminnelijke Jesus, geeft zich zeiven aan mij... Engelen des hemels, Moeder van mijnen God.... Heiligen des hemels en der aarde, leent mij uwe harten, geeft mij uwe liefde om mijnen beminnelijken Jesus te beminnen.
Ja; ik bemin u, o God van mijn hart! ik bemin u uit geheel mijne ziel, ik bemin u bovenal, ik bemin u alleen om u, en met het vaste besluit, van nimmer iets te beminnen
GEBEDEN
clan u. Dit beloof ik, dit zweer ik; maar bevestig; en versterk gij zelf, o mijn God, die heilige voornemens in mijn hart, dat ii thans toebehoort.
OEFENING VAN DANKZEGGING.
Met welke dankzeggingen, o mijn God! zal ik de weldaden vergelden , die gij mij van daag bewezen hebt. Niet tevreden dat gij mij zoodanig bemind hebt van voor mij te sterven, ge-waardigt gij u nog wel, God van goedheid, in persoon tot mij te komen, en n zeiven aan mij te geven: o mijne ziel; loof den Heer uwen God! erken en bewonder zijne goedheid , verkondig zijne barmhartigheden tot in de eeuwigheid. Met een hart vol liefde en dankbaarheid, o lief-
128
NA DE H. COMMUNIE, ï 29
derijke, Zaligmaker! dank ik u voor de onschatbare genade, die gij u gewaardigt mij te betoonen. Ik was ontrouw, helaas! ik heb uw woord veracht , ik heb uwe geboden overtreden, maar ik wil niet ondankbaar zijn. Eeuwig zal ik mij herinneren, dat gij u op dezen dag aan mij gegeven hebt, en geheel mijn volgend leven zal ik de groote verpligtingen toonen, die ik jegens u heb, o mijn God! met mij zeiven geheel en volmaakt aan u te geven.
VERZOEK OM GENADE.
Gij zijt in mij, onuitputbare bron van alle goed, gij rust in mijn hart vol liefde jegens mij, met al de schatten uwer genaden, die gij gereed zijt in
130 GEBEDEN
mijne ziel uit te storten. Goedertieren en liefderijke God! stort uwe gaven in mij uit in overvloed, gij kent mijne behoeften, en grenzeloos is uwe magt. Volbreng in mij liet doel, met hetwelk gij tot mij gekomen zijt: verwijder alles uit mijn hart wat u mishaagt, en vervul het met datgene, wat mij aangenaam kan maken in uwe oogen. Zuiver mijn ligchaam. heilig mijne ziel; voeg mij de verdiensten toe van uw leven en van uwen dood, vereenig umet mij; kuische Bruidegom der zielen, vereenig mij met u, leef in mij, opdat ik leve in u, dat ik leve door u, en altijd voor u.
Volbreng in mij, beminnelijke Zaligmaker! het doel, met hetwelk gij tot mij gekomen zijt;
NA DE H. COMMUNIE. 131
geef mij de genaden, die gij weet dat mij noodig zijn. Geef diezelfde genaden aan allen, voor wie ik verpligt ben te bidden. Zoudt gij mij iets kunnen weigeren, o mijn Jesus! nadat gij van daag u zeiven aan mij gegeven hebt?
OPDRAGT AAN GOD.
Gij overlaadt mij met uwe gaven, God van barmhartigheid! en dewijl gij u zeiven aan mij geeft, wilt gij dat ik voortaan niet meer leve dan voor u. Dit is ook mijn verlangen, o mijn God! niets begeer ik meer dan geheel aan u en voor u te zijn. Ja, ik wil, dat alle gedachten , die ik voortaan zal hebben, alle begeerten, die ik voortaan zal vormen of ten uitvoer bren-
GEBEDEN
gen, dat alles geregeld zij naar die volkomene gehoorzaamlieid, die ik u verschuldigd ben.
Ik wil, dat alles, wat van mij alhangt, mijne gezondheid, mijne krachten, mijne vermogens , mijne goederen, dit alles besteed worde voor de belangen van uwe glorie. Onderwerp dan aan u, o Koning van mijn hart! al de krachten mijner ziel, heersch en regeer over mijnen wil, ik onderwerp dien aan den uwen. Na de gunsten en weldaden, met welke gij mij nu hebt vereerd, wil ik niet dat iets meer in mij zij, wat u niet volkomen toebehoort.
VERNIEUWING
VAN HET GOEDE VOOENEUEN.
O God, God van oneindige
132
NA DE COMMUNIE.
liefde en onbegrensde barmhartigheid! Wat zou mij voortaan van u kunnen scheiden:' Uit geheel mijn hart verzaak en verlaat ik alles, wat mij tot hiertoe van u verwijderd hield, en ik neem mij voor met de hulp uwer genade, niet meer in mijne verledene zonden te hervallen.
Neen, liefderijke God en Vader! geene gedachten, geene begeerten, geene woorden noch werken meer, die in het minst tegen de eerbaarheid of tegen de liefde strijden: geene ongeduldigheden meer, noch vloeken, noch leugentaal, noch twisten of kwaad spreken; geene nalatigheden meer in mijne pligten; noch traagheden in uwe dienst; geene zinnelijke vriendschappen meer, noch
64 8
133
134 GEBEDEN ^
vleeschelijke genegenheden, geene verkleefdheid meer aan mijne gevoelens, noch gevoelig- ^ heid over de verachting en gesprekken der menschen, noch begeerten om van de wereld geacht en vereerd te worden. Liever sterven , o mijn God! liever sterven, dan dat ik u nog immer na deze Communie vergrammen zou.
Goddelijke Jesus! gij zijt thans midden in mijn hart; het is in uwe tegenwoordigheid, dat ik deze voornemens maak,opdat gij dezelve zoudt bevestigen, en dat zij door uw aanbiddelijk Sacrament, dat ik zoo even ontvangen heb, als met een zegel zouden bekrachtigd worden , welke ik nimmer zal mogen verbreken. Versterk en bevestig -f
NA DE H. COMMUNIE, 135
dan; o God van goedheid! het verlangen, dat ik gevoel om geheel aan u te behooren, en niet meer te leven, dan voor uwe glorie. Amen.
GEBED
OM DEN ZEGEN TE VKAGEN YAN HET II. SACEAMENT.
Goddelijke Verlosser en Zaligmaker der zielen die in het allerheiligste Sacrament des Altaars uw aanbiddelijk vleesch en uw dierbaar bloed hebt willen achterlaten! ik aanbid u daar met diepen eerbied, ik danku nederig voor alle genaden, die gij daar aan ons bewijst 5 en dewijl gij daar de oorsprong zijt van alle zegeningen, smeek ik u dezelve van daag uit te storten over mij en over al
GEBEDEN
diegenen, voor welke ik voorgenomen heb u te bidden.
Maar opdat niets den stroom uwer zegeningen tegenhonde, smeek ik u ook, o God! alles uit mijn hart te verwijderen wat u mishaagt; vergeef mijne zonden, ik verfoei ze opregt uit liefde tot u; zuiver mijn hart, reinig mijne ziel; zegen mij, o God! met dien zegen, dien gij aan uwe leerlingen gaaft, toen gij hen verliet om ten hemel op te varen. Zegen mij met eenen zegen, die mij verandert, die mij volmaakt met u ver-eenige, die mij met uwen geest vervulle, en die mij reeds in dit leven, een zeker onderpand zij van den zegen, dien gij bereid hebt voor uwe uitverkorenen. Ik vraag u dien ze-
136
NA DE H. COMMUNIE. 137
gen in den naam des Araders, des Zoons en des H. Geestes. Amen.
Men kan hij deze gebeden voor en na de II. Communie voegen de Litanie van den heiligen Naam Jesus, de Litanie van het H. Sacrament, de gebeden onder het Lof, enz.
8.
*
64
HERNIEUWING
DER
Eeuwig ben ik u mijne dankbaarheid verschuldigd, barmhartige God! die de goedheid hebt gehad, mij door het Sacrament des Doopsels uit de slavernij van Satan te verlossen en onder het getal uwer kinderen aan te nemen; maar ook weet ik, dat die weldaad mij tot verderf zou strekken, indien ik de beloften, welke mijn peter en mijne meter voor mij hebben afgelegd, verbrak, en mij daardoor op
HERNIEUWING, ENZ.
nieuw aan die ongelukkige slavernij onderwierp. Het is daarom, dat ik die beloften vernieuw, dat ik ze bekrachtig en bevestig, dat ik dezelve geheel mijn leven lang met getrouwheid volbrengen zal.
Ik verzaak dan aan Satan, zijn bedrog en zijne ingevingen, en ik onderwerp mij aan de wet van Jesus Christus, en aan zijn heilig Evangelie. Ik verzaak den duivel, zijnen aanhang en allen, die zich openlijk tegen God verklaren; ik verzaak de goddeloozen, de ongeloovigen, de ketters en allen, die niet aan de Kerk onderdanig zijn.
Ik verzaak ook de pracht des duivels, de grondstellingen en regels der wereld, die strijdig zijn met het Evangelie, de
139
140 HERNIEUWING
ijdelheclen der wereld, de overdaad en ijdele eer; en ik beloof mijn opdrag te zullen inrigten naar de leer van Jesus Christus, naar zijne grondregels en zijne voorbeelden.
Ik verzaak eindelijk de werken des duivels; de zonden, vooral de zonden, die enkel uit boosheid geschieden en al wat tot de zonden leiden kan.
Ik geloof, Heer! en, ondersteund door uwe genade, zal ik tot aan mijnen laatsten adem gelooven in éénen God in drie personen, den Yader, den Zoon en den H. Geest.
Ik geloof in u almagtige Yader ! die mij geschapen hebt om u te dienen en om u te beminnen.
Ik geloof in Jesus Christus
DER DOOP-BELOFTEN. 1 4 1
uwen eenigen Zoon, die mensch is geworden, en die den dood geleden heeft, om mij van de zonde en van de hel te bevrijden.
Ik geloof in den li. Geest, die ons verstand verlicht om het goede te kennen, en ons de genaden geeft om ons heilig te maken.
Ik geloof aan de onsterfelijkheid der ziel, de verrijzenis der ligchamen, een eeuwig leven van zaligheid voor de regtvaardigen; en de hel voor diegenen, die in staat van doodzonde sterven.
Eindelijk, ik geloof alles wat uwe Kerk; de Eene, Heilige, Katholieke, Apostolische en Roomsche Kerk, mij voorstelt te gelooven.
Ik ben Christen en Katholiek door uwe genade; aan dezen heiligen naam wil ik door mijn ge-
HERNIEUWING
loof beantwoorden; en clenzelven door mijn gedrag vereeren. Bevestig, Heer! deze heilige voornemens; geef, door de verdiensten van Jesus Christus, dat ik mij nooit schame als Christen, als een opregt leerling van Jesus Christus, te spreken en te handelen, en dat ik daardoor waardig worde eeuwig de belooningen te genieten, die gij bestemd hebt voor hen, die de beloften van hun Doopsel en de pligten van het Christendom getrouw zullen volbragt hebben.
H. Maagd, Moeder van God! u offer ik deze vernieuwing mijner Doop-beloften op; verkrijg voor mij de genade om dezelve altijd te onderhouden. Engel des hemels, die ter mijner
142
DEB DOOP-BELOFTEN, 143
bewaring waakt! verdedig mij tegen allen; die mij het geloof zouden willen ontnemen. Ook gij, mijn Beschermheilige! ondersteun mijne getrouwheid door uwe voorbede. Gij eindelijk , heldenmoedige Martelaren! verkrijgt voor mij de genade , dat mijn bloed stroome met het uwe, voor dat ik dever-bindtenissen verbreek, die ik hier heb aangegaan.
Ik bevestig en bekrachtig die verbindtenissen, Heer! terwijl ik mij teeken met het heilig teeken des kruises, waarmede ik bij mijn Doopsel ben geteekend geworden; f In den naam des Vaders, en des Zoons, en des. H. Geesten. Amen.
GEBEDEN OM DE VOLLE AFLATEN TE VERDIENEN,
VOOR ZICH ZELVEN OP VOOR DE ZIELEN IN HET VAGEVUUR.
VOORBEREIDEND GEBED.
Almagtige en eeuwige God! ik vertrouw, dat door het Sacrament der Biecht, de eeuwige verdoeming; die ik voor mijne zonden had verdiend, mij is kwijtgescholden; maar dewijl ik uwer regtvaardigheid nog door tijdelijke straffen voldoening moet geven, neem ik mijne toevlugt tot den schat der verdiensten van onzen Heer Jesus Christus, uwen eenigen Zoon, en van de Heiligen,om
GEBEDEN, ENZ.
door middel van deze onuitputbare rijkdommen mijne ongenoegzaamheid en mijne behoeften aan te vullen. Ik ben nu bereid tot alles ? wat men tot dat einde onderhouden moet. Gewaardig u, o Yader der barmhartigheden! dit weinige, wat ik doen zal, aan te nemen in vereeniging met het lijden en den dood van uwen Zoon, en mij, hoe onwaardig ik ook zij; aan dezen aflaat deelachtig te maken. Amen.
Onze Vader, Wees gegroet, enz.
I. GEBED.
TOT GOD DEN VADER, VOOR DE VERHEFFING VAN OUZE HEILIGE MOEDER, DE KATHOLIEKE KERK.
Wees gedachtig, eeuwige Va-der! uwe Kerk, welke gij van het begin af bezeten hebt. Erken
^64 9
145
146 GEBEDEN OM DE VOLLE
haar als de bruid van Jesus Christus , uwen eenigen Zoon, voor welke Hij zijn bloed vergoten heeft. Ge waardig u, haar uit-tebreiden, haar te verheffen, haar te doen schitteren met zulken glans van heiligheid, haar te overladen met zoo overvloedige genaden, dat zij haren goddelijken Bruidegom en den oneindigen prijs van hare bevrijding waardig schijne. Werp een' blik van goedheid op de kinderen van deze zelfde Moeder ; vereenig met hen alle volken, opdat allen u door een levend geloof erkennen, u met eene vaste hoop aanroepen, en u met eene volmaakte liefde be- -minnen, met Jesus Christus, onzen Verlosser, en den li. Geest. Amen.
AFLATEN TE VEEDIENEN. 147
Onze \ ader, Wees gegroet, enz.
Laat ons bidden voor de H. Kerk Gods.
Heer! zie op haar, uit den hoogen hemel, bezoek en verzorg dezen wijngaard, dien uwe hand geplant heeft.
GEBED.
Wij bidden u, eeuwige Yader! werp uwe blikken neder op dit huisgezin; voor hetwelk Jesus Christus, onze Zaligmaker, zich in de handen der boozen heeft laten overleveren, en de smarten des kruises heeft willen ondergaan , die nu leeft en heerseht met u in de eenheid van den H. Geest door alle eeuwen der eeuwen. Amen,
GEBEDEN OM DE VOLLE
II. GEBED
TOT GOD DEN ZOON VOOK DE UITKOEIJING DEK KETTERIJEN.
O Jesus, waarachtig licht, dat eiken mensch verlicht, die in deze wereld komt! ik bid u, ge-waardig ii, door de onwaardeerbare kracht van uw lijden en van uwen dood, de duisternissen der ketterij en der dwaling te verdrijven , en geef dat allen het licht der waarheid volgen; en zich haasten, om in den schoot der Kerk in te gaan. O goede Herder! die uw leven hebt gegeven voor uwe schapen, bescherm uwe kudde; en verdedig haar tegen de magt en de strikken van hen, die komen onder den uitwendigen schijn van schapen, en die van binnen
148
AFLATEN TE VERDIENEN. 149
slechts verscheurende wolven zijn» Geef; dat allen eenen eenigen en denzelfden Herder erkennen, en dat er slechts een eenige schaapstal zij. Blijf met ons, Heer! dewijl gij gezegd hebt: Zie ik ben met u al de dagen tot aan het einde der eeuwen. Toon dat uwe Kerk gebouwd is op de rots, en dat de magten der hel haar niet kunnen overweldigen. Amen.
Onze Vader, Wees gegroet,enz.
Lever hen, die uwen naam belijden, niet over aan de boozen.
En vergeet uw arm volk niet voor altijd.
GEBED.
Laat u bewegen, Heer! dooide gebeden van uwe Kerk, en doe haar zegevieren over alle
1 50 GEBEDEN OM DE VOLLE
rampen, die haar drukken, en over alle dwalingen, die haar bestrijden, opdat zij ndienein volle vrijheid en volmaakte rust. Door onzen Heer Jesus Christus, uwen Zoon, die leeft en heerscht met u in de eenheid van den H. Geest, door alle eeuwen der eeuwen. Amen.
III. GEBED
TOT GOD DEN H. GEEST, VOOR DE EENDKAGT DEK CHRISTEN VORSTEN.
H. Geest! Geest van liefde en vrede, die zoo vele en zoo verschillende volken in de eenheid des Geloofs vergaderd hebt, stort den overvloed uwer genade uit over de Christen vorsten en hunne staatsdienaars, en vervul hunne harten met die liefde, welke Jesus Christus
AFLATEN TE VERDIENEN. 151
beval aan zijne leerlingen, toen Hij van deze wereld scheidde, opdat de menschen daardoor erkennen, dat zij moeten beschouwd worden als behoorende tot het getal uwer uitverkorenen , en dat zij den naam van Christen waardig zijn. Geef dat zij zich door geene hartstogten laten vervoeren, en dat zij nimmer iets ondernemen, dat strijdig is met uwe eer en de een-dragt uwer Kerk; maar dat zij veeleer hunne krachten vereenigen , en al hunne pogingen aanwenden, om de volken, die hun onderworpen zijn, met zich te geleiden tot het genot des eeuwigen vredes, en tot het bezit van het hemelsche Jerusalem. Am.
Onze Vader, Wees gegroet enz. Heer! verzeker ons den vrede,
152 GEBEDEN OM DE VOLLE
En den overvloed, die met den vrede komt.
GEBED.
O God! van wien de heilig begeerten, de goede gedachten en de regtvaardige werken voortkomen, geef aan uwe dienaars dien vrede dien de wereld niet geven kan, opdat onze harten uwe geboden toegedaan, en wij geenen vijand meer vreezende, onder uwe bescherming vreedzaam leven mogen. Door onzen Heer Jesus Christus, uwen Zoon, die leeft en heerscht met u in de eenheid van den H. Geest in alle eeuwen der eeuwen. Amen.
IV. GEBED
TOT DE H. DRIEVULDIGHEID , OJI HAAR DE HIER VOREN BESCHREVENE WERKEN OP TE DRAGEN OM DEN AFLAAT TE VERDIENEN.
Allerheiligste Drievuldigheid,
AFLA.ÏEN TE VERDIENEN. 153
ik geloof nu gedaan te hebben: hetgeen voorgeschreven is; om den vollen aflaat te verkrijgen der straffen, die voor de zonde verschuldigd zijn; wij hadden veel meer moeten doen, om aan uwe goddelijke Majesteit te voldoen, wij die u in zoo menig op-zigt, zoo veel verschuldigd zijn. Het is uwe oneindige goedheid en uwe milddadigheid, die, hoe onwaardig wij dezelve ook zijn, jegens ons geene grenzen heelt, die u de zwakke werken uwer dienaars zoo mildelijk doet be-loonen. Ontvang dan, o aanbiddelijke Drievuldigheid! datgene wat ik gedaan heb; voorzie in het ontbrekende door het lijden en den dood van onzen Heer Jesus Christus, en door het dierbaar bloed, dat Hij voor ons
64 9-
1 54 GEBEDEN OM DE VOLLE
vergoten heeft; en ge waardig u mij (of de ziel van N.) deelgenoot te maken aan dezen vollen aflaat, en moge hemel en aarde n met mij voor deze weldaad danken van nu af tot in alle eeuwigheid.
Onze Vader, Wees gegroet,enz.
Om de aflaten te verdienen, moet men in staaivangenadezijn: men moet de voorgeschrevene gebeden godvruchtig lezen en de andere vereisclüe voorwaarden volbrengen; men moet de meening hebben orn de Aflaten te verdienen] en men moet zich losmaken van alle verkleefdheid aan de zonde.
Om eenen vollen Aflaat te verdienen moet men 1. een waar en opregt leedwezen hebben over zijne zonden; 2. eene goede biecht doen:
aflaten te verdienen. 155
3. de IL Communie ontvangen;
4. God vurig bidden volgens de hier voren beschrevene meening der H. Kerk.
DE ZEVEN BOETPSALMEN.
I. PSALM 6.
Heer, straf mij niet in uwe verbolgenheid, en kastijd mij niet in uwe gramschap!
Ontferm u mijner, Heer! want ik ben zwak; genees mij. Heer! want mijn binnenste is geheel onsteld.
En mijne ziel is zeer ontroerd; maar gij, Heer! hoe lang vertoeft gij met uwe hulp ?
DE BOETPSALMEN.
Keer u tot mij, Heer! en red mijn leven, behoud mij om uwe barmhartigheid!
Want niemand is uwer gedachtig in den dood, en wie zal u in cle hel loven?
Ik ben afgemat van zuchten: alle nachten wasch ik mijne legerstede ; met mijne tranen zal ik mijne rustplaats besproeijen.
Mijn oog is van verdriet als verteerd : ik ben verouderd van wege al mijne vijanden.
Gaat weg van mij, allen die ongeregtigheid pleegt; want de Heer heeft de stem van mijn geween verhoord.
De Heer heeft mijn smee-ken gehoord: de Heer heeft mijn gebed aangenomen.
Dat al mijne vijanden beschaamd en zeer verschrikt wor-
157
158 DE BOETFSALllBN.
den, dat zij haastig tot inkeer komen, en zich schamen,
Eere zij den Yader, den Zoon, en den H. Geest; gelijk het was in den beginne, nu en altoos, in alle eeuwen der eeuwen. Amen.
II. PSALM 31.
Gelukzalig zijn degenen, wier overtredingen vergeven en wier zonden bedekt zijn.
Gelukzalig de mensch, wien de Heer de zonde niet toerekent, en die geene bedriegelijke voornemens in zijn hart heeft.
Omdat ik zweeg, daarom is mijn gebeente verteerd: terwijl ik den ganschen dag riep.'
W ant dag en nacht is uwe hand zwaar op mij: in mijne ellende heb ik mij tot u gekeerd, terwijl ik met doornen werd gestoken.
DB BOEI PSALMEN.
Ik heb u mijne zonden beleden , en mijne schuld heb ik niet verheeld.
Ik sprak; mijne misdaden zal ik tegen mij zeiven voor den Heer belijden, en gij hebt de boosheid mijner zonden vergeven.
Daarom zal ook ieder Heilige tot n bidden in den tijd, dat er genade is te vinden.
Want als er groote watervloeden zijn, zullen zij tot hem niet genaken.
Gij zijt mij eene wijkplaats in de verdrukking, die mij omvangen heeft; mijne vreugde zijt gij. Yerlos mij van hen, die mij omringen.
Ik zal u onderwijzen en u den wegleeren, dien gij moet gaan: ik zal mijne oogen op u gevestigd houden.
159
DE BOETPSALMEN.
Wees een paard of muilezel niet gelijk, die geen verstand hebben.
En die men muilbandt met breidel en tooom; omdat zij anders niet willen luisteren, nocli tot u komen.
Yele smarten wachten den goddelooze; doch hem, die op clen Heer hoopt, zal de barmhartigheid omringen.
Verblijdt u in den Heer en verheugt u, gij, regtvaardigen, en juicht in hem, gij allen, die opregt zijt van harte.
Eere zij den Vader, den Zoon, en den heiligen Geest; gelijk het was in den beginne, nu en altoos, in alle eeuwen der eeuwen. Am.
III. PSALM 37.
Heer, straf mij niet in uwe
160
DE BOETPSALMEN. 1 fi 1
verbolgenheid, en kastijd mij niet in uwe gramschap.
Want uwe pijlen zijn diep in mij gedaald, en gij hebt uwe hand op mij doen nederzinken.
Er is geene gezondheid meer in mijn vleesch, van wege uwen toorn; er is geen vrede meer in mijne beenderen, van wegemijne zonden.
Want mijne ongeregtigheden zijn tot boven mijn hoofd gestegen, en gelijk een zware last drukken zij mij.
Mijne wonden zijn verouderd en gansch vervuild, van wege mijne dwaasheid.
Ik ben ellendig geworden en ga gebogen, gekromd; ik ga den ganschen dag bedroefd.
Mijn binnenste is aangetast van eene schandelijke kwaal,
DE BOETPSALMEN.
en niets gaafs is er meer aan mijn ligchaam.
Ik ben verbroken en uitermate verguisd: mijn liarteleed breekt los in angstigheid.
Yoor ii, o Heer! ligt alles open, wat ik wensch: mijn zuchten zelfs is voor u niet verborgen.
Mijn hart is ontroerd, mijne kracht heeft mij begeven; het licht mijner oogen — ook dat is weggeweken.
Mijne vrienden en mijne naasten zijn tegen mij opgekomen en opgestaan.
Die te voren voor mij waren, bleven van verre, en die naar mijn leven stonden, deden geweld.
En die kwaad tegen mij zochten, spraken bedrog; en smeedden onophoudelijk listen.
162
DE BOETPSALMEN. 163
Doch ik, gelijk een doove, hoorde niet; en gelijk een spra-kelooze^ deed ik mijnen mond niet open.
En ik was als een mensch, die niets hooren kan, en die geene tegenrede heeft in zijnen mond.
Want op u; Heer, heb ik gehoopt, gij. Heer, mijn God, gij zult mij verhoeren.
Daar ik bad: dat mijne vijanden zich toch nooit om mij mog-ten verheugen, naardien mijn wankelen hen trotschelijk tegen mij zou doen spreken.
Want ik ben tot de kastijdingen bereid, en mijne smart is mij altoos voor oogen.
Want ik zal mijne euveldaad bekennen, en bekommerd zijn van wege mijne zonden.
DE BOETPSALMEN.
Doch mijne vijanden leven en zijn magtiger dan ik, en zij; die mij ten onregte haten, zijn vermenigvuldigd.
Die goed met kwaad vergelden, lasterden mij; hoewel ik het goede najaagde.
Verlaat mij niet, o Heer;mijn God, wijk toch van mij niet af.
Haast u ter mijner hulp, Heer, God mijns heils.
Eere zij den Yader, den Zoon, en den H. Geest; gelijk het was in den beginne, nu en altoos, in alle eeuwen der eeuwen. Amen.
IV. PSALM 50.
Ontferm u mijner, o God! naar uwe groote goedertierenheid.
En naar de menigte uwer ontfermingen, delg mijne boos-
164
DB BOETPSALMEN. 165
Wasch mij volkomen van mijne ongeregtigheid, reinig mij van mijne zonde.
Want, ik erken mijne onge-regtigheid; mijne zonde is altijd voor mijne oogen.
Yoor ii aléén heb ik gezondigd , voor nw oog deed ik het kwade. Gij wordt in uwe raadsbesluiten regtvaardig bevonden, en behoudt regt, als gij geoordeeld wordt.
Zie, ik ben in ongeregtigheid geboren, en in zonden heeft mijne moeder mij ontvangen. Zie, gij bemint de waarheid. De ver-borgenste geheimen uwer wijsheid hebt gij mij geopenbaard.
Besproei mij met hijsop, en ik zal gereinigd worden: wasch mij af, en ik zal witter worden S dan sneeuw.
1 66 BOETPSALMEN.
Doe mij de blijde boodschap hooren ? clan zullen al mijne beenderen, hoe verbrijzeld zij nu ook zijn, wederom van vreugde opspringen.
Wend uwe oogen van mijne zonden af, en delg al mijne euveldaden uit.
Schep in mij, o God! een rein hart, en vernieuw in mij den regten geest.
Verwerp mij niet van uw aanschijn , en neem uwen heiligen Geest van mij niet weg.
Geef mij weder de vreugde uws heils, en versterk mij met eenen geest, die ten goede bereid is.
Dan zal ik den goddeloozen uwe wegen leeren; dan keeren de zondaren tot u terug.
Verlos mij, o God! van de
DE BOETPSALMEN. 167
bloedschulden, God, gij God mijns heils! en mijne tong zal uwe regtvaardigheid verheerlijken.
' Ontsluit, o Heer! mijne lippen, en mijn mond zal uwen lof verkondigen.
Bijaldien gi] Offeranden gewild haddet, hoe gewillig zou ik u die opgedragen hebben; in brandoffers'hebt gij geen behagen.
Het offer, dat u aangenaam is, is een verslagen geest; een verbrijzeld en rouwbetoonend hart zult gij, o God! nimmer versmaden.
Doe naar uwe goedgunstigheid Sion verder wel, opdat de muren van Jerusalem opgebouwd worden.
Dan zult gij wederom in schul-
168 DE BOETPSALMEN.
delooze offers uw welbehagen vinden, in dank- en brandoffers; dan zullen er weder op uw altaar offerdieren rooken.
Eere zij den Yader, den Zoon, en den H. Geest; gelijk het was in den beginne, nu en altoos, in alle eeuwen der eeuwen. Am.
V. PSALM 101.
Heer! verhoor mijn gebed, en mijn geroep kome tot u.
Keer uw aanschijn niet van mij af; ten dage dat ik verdrukt worde, neig uw oor tot mij.
Op wat dag ik u aanroepe, verhoor mij haastiglijk.
Want mijne dagen zijn vergaan als rook, en mijn gebeente is dor geworden als verdroogd hout.
Ik ben geslagen als hooi; en
DE BOETPSALMEN.
mijn hart is uitgedroogd, zoo dat ik vergeten heb mijn brood te eten.
Yan het geluid mijner zuchten kleeft mijn gebeente aan mijn vleesch.
Ik ben aan eenen pelikaan der wildernis gelijk geworden: ik ben geworden als eene nachtraaf in een huis.
Ik ben zonder slapen, en geworden als eene eenzame musch op het dak.
Den ganschen dag beschimpten mij mijne vijanden: en die mij eertijds prezen, spanden tegen mij te zamen.
Ik at asch als brood, en mengde mijnen drank met tranen.
Om uwe gramschap en verbolgenheid: omdat gij mij verheven en weder neergeworpen hebt.
04 10
169
DE BOETPSALMEN.
Mijne dagen zijn als eene schaduw verdwenen, en ik ben verdord als liooi.
Maar, gij, Heer! blijft in eeuwigheid, en uwe gedachtenis van geslacht tot geslacht.
Gij zult opstaan, en u over Sion ontfermen; want het is tijd, dat gij u harer ontfermt, de tijd is gekomen.
Want hare steenen behagen aan uwe dienaren, en zij hebben medelijden met haar puin.
En de volkeren zullen uwen naam vreezen, Heer! en al de Koningen der aarde uwe heerlijkheid.
Als de Heer Sion heeft opgebouwd , en in zijne heerlijkheid zal gezien worden.
Hij heeft acht gegeven op het gebed der ootmoedigen; en hij
170
DE BOETPS.UMEN. 171
heeft hunne bede niet versmaad.
Men schrijve deze dingen voor het volgend geslacht, en het volk, dat geschapen zal worden, zal den Heer loven.
Naardien hij hoog uit zijn heiligdom heeft nederwaarts gezien; de Heer heeft van den hemel nedergezien op de aarde.
Om het zuchten der gevangenen te hooren: om de kinderen der gedooden in vrijheid te stellen.
Opdat zij den naam des Hee-ren verkondigen in Sion, en zijnen lof in Jeruzalem.
Als de volkeren zich zullen verzamelen ^ en de koningen om den Heer te dienen.
Hij heeft mijne krachten midden op mijnen levensweg doen afnemen.
DE BOETPSALMEN.
Doch ik heb gezegd: neem mij niet weg ter helft van mijne dagen; ii vve jaren zijn van geslacht tot geslacht.
In den beginne hebt gij Heer! de aarde gegrondvest, en de hemelen zijn het werk uwer handen.
Die zullen vergaan, maar gij blijft altoos; zij zullen als een kleed verslijten.
En als een gewaad zult gij ze verwisselen; en zij zullen verwisseld zijn.
Maar gij blijft dezelfde, en uwe jaren zullen nooit eindigen.
De kinderen uwer dienaren zullen woningen hebben, en hun kroost zal in eeuwigheid bestaan.
Eere zij denYader, denZooa, en den H. Geest; gelijk het was in den beginne, nu en altoos, in alle eeuwen der eeuwen. Am.
172
DE BOETPSALMEN. 173
VI. PSALM 129.
Uit de diepte heb ik tot u geroepen, o Heer,Heer!verhoor mijne stem.
Laat uwe ooren opmerkzaam zijn op de stem mijner smeekingen.
Zoo gij, Heer! de misdrijven gadeslaat, wie zal dan bestaan?—
Omdat er bij u genade is; en om uwe wet, o Heer, heb ik u
verbeid.
Mijne ziel heeft zich op zijn woord verlaten: mijne ziel heeft op den Heer gehoopt.
Dat Israel op den Heer hope van den morgenstond af tot den
nacht toe.
Want bij den Heer is barmhartigheid en bij hem is overvloedige verlossing.
64 l0-
fiHÉÜB
DE BOETPSALMEN.
En hij zal Israël verlossen van al zijne ongeregtigheden.
Eere zij den Vader, den Zoon, en den H. Geest; gelijk het was in den beginne, nu en altoos, in alle eeuwen der eeuwen. Am.
VII. PSALM 142.
Heer! verhoor mijn gebed: leen het oor aan mijne smeekingen om uwer waarheid wille, verhoor mij naar uwe resrtvaar-digheid.
En treed niet in het regt met uwen dienaar; want niemand, die leeft, zal zich voor uw aanschijn regtvaardigen.
Want de vijand heeft mijne ziel vervolgd; hij heeft mijn leven ter aarde vernederd.
Gij doet mij leven in duistere holen, als degenen; die reeds
174
DE BOETPSALMEN.
lang dood zijn, en mijn geest is in mij beangst, mijn hart is in mij ontsteld geworden.
Toen ben ik indachtig geweest de oude tijden; ik overwoog al uwe daden, de werken uwer handen overdacht ik.
Mijne handen heb ik tot u uitgestrekt; mijne ziel is voor u gelijk aan eene landstreek zonder water.
Verhoor mij haastiglijk, Heer! mijn geest is bezweken.
Keer toch uw aangezigt van mij niet af; of ik word hun gelijk , die ten grave dalen.
Doe mij vroegtijdig de stem uwer barmhartigheid hooren, want op u heb ik gehoopt.
Maak mij den weg beken d, dien ik moet bewandelen; want tot u heb ik mijn ziel opgeheven.
175
DE BOETPSALMEN.
Yerlos mij van mijne vijanden, Heer! want gij zijt mijne eenige toevlugt; leer mij uw welbehagen cloen, want gij zijt mijn Gocl.
Uw goede geest zal mij brengen op den regten weg: om uwen naam, Heer! zult gij mij doen leven, naar uwe regtvaardiglieid.
Gij zult mijne ziel uit de verdrukking redden: en om uwe barmhartigheid zult gij mijne vijanden uitroeijen.
Gij zult ze allen ten onder brengen; die mijne ziel beangstigen; want ik ben uw dienstknecht.
Eere zij den Yader, den Zoon, en den H. Geest; gelijk het was in den beginne; nu en altoos, in alle eeuwen der eeuwen. Amen.
Heer! wees onze zonden niet
176
DE BOETPSALMEN.
177
indachtig, noch de zonden onzer vaderen, en neem geene wraak over de misdaden, die wij bedreven hebben.
LITANIE
quot;VAN 1LLE HEILIG-Elf.
lieer, ontferm ii onzer.
Christus, ontferm u onzer.
Heer, ontferm u onzer.
Christus, hoor ons.
Christus, verhoor ons.
God, Yader in den hemel, ontferm u onzer.
God, Zoon, Verlosser der wereld, ontferm u onzer.
God, heilige Geest, ontferm u onzer.
B. Drievuldigheid, één God, ontferm u onzer.
Heilige Maria, bid voor ons.
Heilige Moeder Gods, bid voor ons.
LITANIE, ENZ. 1
Heilige Maagd der Maagden,
Heilige Michael,
Heilige Gabriël,
Heilige Raphael,
Alle Hei] igeE ngelei i en Aarts-
Engelen ,
Alle Heilige Kooren der zalige Geesten,
Heilige Joannes de dooper. Heilige Josef,
Alle heilige Aartsvaders en
Profeten,
Heilige Petrus,
Heilige Paulus,
Heilige Andreas,
Heilige Jacobus(de meerdere). Heilige Joannes,
Heilige Thomas,
Heilige Jacobus (de mindere), Heilige Philippus,
Heilige Bartholomeus, Heilige Mattheus,
LITANIE
Heilige Simon,
Heilige Thadeüs,
Heilige Matthias,
Heilig Barnabas,
Heilige Lucas;
Heilige Marcus,
Alle Heilige Apostelen en
Evangelisten,
Alle Heilige Leerlingen des
Heeren,
Alle Heilige onschuldige Kinderen ,
Heilige Stephanus,
Heilige Laurentius,
Heilige Vincentius,
Heilige Fabianus en Sebasti-anus,
Heilige Joannes en Paulus, Heilige Cosmas en Damianus, Heilige Gervasius en Prota-sius,
Alle Heilige Bloedgetuigen,
180
VAN ALLE HEILIGEN. 181
Heilige Sylvester,
Heilige Gregoriiis;
Heilige Arnbrosius, Heil'
Heil
O*
o'e Au justin as,
O O 7
ge Hieronymus,
Heilige Martinus,
Heilige Nicolaus;
Alle heilige Bisschoppen en
Belijders,
Alle heilige Leeraars der amp; Kerk, lt;
Heilige Dominicus,
Heilige Franciscus,
Alle heilige Priesters en
Levieten,
Alle heilige Monniken en
Kluizenaars,
Heilige Maria Magdalena, Heilige Agatha,
04 . 11
LITANIE
Heilige Lucia,
Heilige Agues,
Alle heilige Maagden en g Weduwen, ^
Alle Heiligen Gods;
Wees genadig, spaar ons. Heer! Wees genadig, verhoor ons, Heer! Yan alle kwaad, verlos ons, Heer! Yan alle zonden,
Yan alle gramschap,
Yan een' haastigen en onvoor- ^
zienen dood,
Yan de listen des duivels, ^ Yan gramschap, haat en allen g kwaden wil, ^
Yan den geest der onkuisch- o heid,
Yan schadelijk onweer, Yan pest, hongersnood en oorlog.
182
VAN ALLE HEILIGEN.
Yan den eeuwigen dood,
Door het geheim uwer
menschwording,
Door uwe komst,
Door uw doopsel en heilig ÉL vasten, S
Door uw kruis en lijden, g Door uwen dood en uwe be- i0 grafenis, ffi
Door uwe wonderbare hemel- ~ vaart,
Door de komst van den heiligen Geest, den trooster, Op den dag des oordeels, Wij zondaren, wij biddenu, verhoor ons.
Dat gij ons wilt sparen, wij bidden u, verhoor ons.
Dat gij onze zonden kwijtscheldt; wij bidden u, verhoor ons.
183
184 LITANIE
Dat gij ons tot ware boetvaardigheid wilt brengen, Dat gij uwe heilige Kerk wilt bewaren en beschermen,
Dat gij den Paus en alle kerke- _ li jive overheden in de Ui-, Godsdienst wilt bewaren, ^ Dat gij de vijanden der Hei- g;
lige Kerk wilt vernederen, g Dat gij den Christen Konin- amp; gen en vorsten vrede eneen- ^ dragt wilt geven, _ ^
Dat gij aan de geheele Chris- o tenheid vrede en ware een- ^ dragt wilt verleenen, | Dat gij ons in uwe heilige ^ dienst wilt bevestigen en bewaren,
Dat gij onze harten tot heinel-sehe begeerten wilt opwekken ,
VAN ALLE HEILIGEN.
Dat gij al onze weldoeners met de eeuwige goederen wilt vergelden, ^
Dat gij onze zielen, en de zie- «3: len onzer broeders, vrien- ^ den en v/eldoeners, voor ê de eeuwige verdoemenis § wilt behoeden, p
Dat gij de vruchten der aarde lt;!
wilt geven en bewaren, Dat gij aan alle overledene § geloovigen de eeuwige rust ^ wilt geven; g
Dat gij ons gebed wilt verhoo- '
ren,
Zoon Gods;
Lam Gods, dat de zonden der wereld wegneemt, spaar ons, Heer!
Lam Gods, dat de zonden dei-wereld wegneemt, verhoor ons, Heer!
185
186 LITANIE
Lam Gods, dat de zonden der wereld wegneemt, ontferm u onzer.
Christus, hoor ons.
Christus, verhoor ons.
Heer, ontferm u onzer.
Christus, ontferm u onzer.
Heer, ontferm u onzer.
Onze Vader, enz. ,
En leid ons niet in bekoringen; Maar verlos ons van den kwade. Amen.
PSALM 69.
O God! wees opmerkzaam op mijne hulp 5 Heer! haast u om mij te helpen.
Laat ze beschaamd en bevreesd worden, die mijne ziel zoeken.
Laat ze terug wijken en zich schamen, die mij kwaad willen. Laat ze schielijk met schaam-
VAN ALLE HEILIGEN.
te afdeinzen, die met mijne verdrukking den spot drijven.
Laat allen, dien zoeken ^ zich in u verheugen en verblijden, en laat hen, die uw heil beminnen, gedurig zeggen: hoog geloofd zij de Heer!
Doch ik ben ellendig en arm: o God! help mij! —
Want gij zijt mijn helper en verlosser; Heere! toef niet! — Eere zij den Vader, den Zoon; en den H. Geest: gelijk het was in den beginne, nu en altoos en in de eeuwen der eeuwen. Am. Maak uwe dienaars zalig,
Mijn God! die in u hopen. Heer! wees ons een sterke toren,
Tegen onze vijanden.
Laat de vijand niets tegen ons vermogen;
187
LITANIE.
En laat cle zoon cler boosheid ons geen nadeel toebrengen.
Heer, handel niet met ons naar onze zonden.
En vergeld ons niet naar onze boosheden.
Laat ons bidden voor onzen Paus,...
De Heer behoede hem, spare hem in het leven, make hem zalig op aarde en levere hem niet over aan den wil zijner vijanden.
Laat ons bidden voor onze weldoeners;
Heer! gewaardig u, allen, die ons Avel doen, om uwen naam, met het eeuwig leven te vergelden. Amen.
Laat ons bidden voor de ge-loovigen, die overleden zijn.
Heer! geef hun de eeuwige
188
VAN ALLE HEILIGEN.
rust, en het eeuwige licht ver-schijne hun.
Laat hen in vrede rusten.
Amen.
Voor onze broeders, die afwezig zijn;
Mijn God, maak uwe dienaren, die in u hopen, zalig!
Zend hun hulp van uw heiligdom.
En bescherm hen uit Sion.
Heer! verhoor mijn gebed,
En mijn geroep kome tot u.
LAAT ONS BIDDEN.
O God! wien het eigen is, altijd barmhartig te zijn en te sparen, verhoor onze ootmoedige bede, opdat wij, en al uwe dienaren, die met de ketenen der zonden gebonden zijn, door de ontferming uwer goedertie-
189
190 LITANIE
renheid genadig ontbonden worden.
Wij bidden u, Heer! verhoor de gebeden der ootmoedigen; en spaar degenen, die hunne zonden belijden, opdat wij èn vergeving èn vrede van uwe goedertierenheid mogen erlangen.
Heer! verheerlijk aan ons genadig uwe onuitsprekelijke barmhartigheid: maak ons van alle zonden vrij, en scheld ons tevens de straiten kwijt, die wij door dezelve hebben verdiend.
O God die door de zonden be-leedigd, doch door de boetvaardigheid verzoend wordt, zie genadig neder op de gebeden van uw volk, het welk zich voor u verootmoedigt, en wend de geesels uwer gramschap van ons af, die wij door de zonden verdienen.
VAN ALLE HEILIGEN. 191
Almagtige, eeuwige God! ontferm u over uwen dienaar, onzen Paus N..., en geleid hem volgens uwe goedertierenheid, op den weg des eeuwigen levens; opdat hij door uwe hulp begeere hetgeen u behaagt, en hetzelve met alle kracht volbrenge.
O God! van wien de heilige begeerten, de goede voornemens , en alle regtvaardige werken voortkomen, geef uwen dienaren dien vrede, welken de wereld niet kan geven, opdat onze harten uwe geboden zijn toegedaan, en wij geene vijanden meer te vreezen hebbende, onder uwe bescherming in rust mogen leven.
O Heer! ontvonk onze nieren en harten door het vuur van den H. Geest; opdat wij u met een
LITANIE
zuiver ligchaam dienen, endoor een rein hart behagen.
O God! Schepper en Verlosser van alle geloovigen, verleen aan de zielen van uwe dienaren en dienaressen vergeving van alle zonden; opdat zij de Kwijtschelding , naar welke zij altoos verlangd hebben, door godvruchtige smeekingen mogen verwerven.
Wij bidden u, o Heer! voorkom onze werken door den invloed uwer genade en voltrek die door uwe medewerking; zoo dat al ons bidden en werken altijd van u beginne, en, alzoo begonnen , door u voltrokken worde.
Almagtige, eeuwige God! die over levenden en dooden heerscht, en u ontfermt over allen, die gij te voren weet;dat
192
VAN ALLE HEILIGEN, 193
door het g eloof en de goede werken de uwen zullenzijn; wij bidden u ootmoedig, dat zij voor welke wij ons hebben voorgenomen te bidden, hetzij ze nog in deze wereld leven, of reeds door den dood van hier zijn weggevoerd, op do voorspraak van al uwe Heiligen, naar uwe barmhartigheid; vergeving van al hunne zonden mogen verkrijgen, door onzen Heer Jesus Christus, uwenZoon, die met u leeft en heerscht in de éénheid des heiligen Geestes, God in alle eeuwigheid. Amen. Heer! verhoor mijn gebed, En mijn geroep kometotu. De almagtige en barmhartige Heer verhoore ons! Amen.
En dat de zielen der geloovi-gen door Gods barmhartigheid in vrede rusten. Amen.
LITANIEN
OP AL DE DAGEN DER WEEK.
TOT BE ïï. MIEVÏÏLDIamp;HEID.
(OP ZONDAG).
Heer, ontferm u onzer. Christus, ontferm u onzer. Heer, ontferm u onzer. God Vader, uit wien alle dingen zijn. ontferm u onzer. God Zoon, door wien alle dingen zijn, ontferm u onzer.
LITANIE, ENZ, 195
God H. Geest, in wien alle
dingen zijn,
Heilige en ondeelbare Drievuldigheid, één God, Onbegrijpelij ke Majesteit, Onbeperkte magt.
Oneindige Wijsheid, Onuitputbare goedheid, o Heer der heerschappijen, §; Eeuwige Wet, g
Eeuwige waarheid, ^
God, almagtigeKoning, 0 Die alleen God en één God zijt, g In wien wij leven, ons bewe-gen en het aanwezen hebben ,
Wiens Majesteit de aarde vervult ,
Aan wien alleen de glorie en de
eer toekomt.
Die ons troost in onze droefheden.
196 LITANIE TOT DE
Die alleen groote wonderen doet,
Die zijt, die waart, en die
komen zult,
Regtvaardig en verschrikkelijk in uw oordeel, ts_ Heerlijk en wonderbaar in o5 uw rijk, B Die alleen de onsterfelijkheid c bezit, en het ongenaak- g baar licht bewoont, o Eeuwige Yader,
Eeniggeboren Zoon,
Heilige Geest, van beiden
voortkomende, H. Drievuldigheid, één God, Wees genadig, spaar ons. Heer! Wees genadig, verhoor ons. Heer!
Wees genadig, verlos ons. Heer! Van alle kwaad! verlos ons, Heer! Yan alle zonden verlos ons, Heer!
H. DRIEVULDIGHEID.
Yan alle ongeloovigheid en
dwaling,
Yan cle overtreding uwer geboden ,
Yan het veronachtzamen en misbruiken uwer genade, Yan de verwaarloozing der ^ heilige dingen, g,
Yan den eeuwigen dood, g Door uwe almagt, g
Door uwe wijsheid,
Door uwe oneindige goeder- ^ tierenheid, o
Door uwe overgroote barm- ^
hartigheid,
Door uw geduld enuwelang-
moedigheid.
Wij zondaren, wij bidden u, verhoor ons.
Dat gij ons de genade wiltver-leenen, om altijd en overal te belijden, dat gij de ware God
197
LITANIE TOT DE
zijt, wij bidden u, verhoor ons. Dat gij ons de genade wilt ver-leenen, om u te vereeren en, één God in de Drievuldigheid van Personen en de Drievuldmheid in de een- ^ heid van uw wezen te aan- ^
bidden, ol
^ j
Dat gij ons de genade wilt ver- g leenen, om u uit geheel ons S hart lief te hebben, ^
Dat gij het volk, hetwelk £L uwen heiligen Naam is toe- § geheiligd, wilt behouden 2 en zalig maken, g
Dat gij de dwalenden op den ' weg der geregtigheid wilt terug voeren,
Dat gij u gewaardigt, ons te
verhooren, ïï. Drievuldigheid, maak ons zalig!
198
H. DRIEVULDIGHEID. 199
H. Drievuldigheid, maak ons
levend!
Heer, ontferm u onzer.
Christus, ontferm u onzer.
Heer, ontferm u onzer.
Onze Vader; enz.
LAAT ONS BIDDEN.
Almagtige en eeuwige Grod, die aan uwe dienaren de genade verleend hebt, door het licht van het ware geloof, de heerlijkheid uwer eeuwige Drievuldigheid te erkennen, en, in uwe oppermagtige Majesteit, hare eenheid te aanbidden; verleen ons, dat wij, door de kracht van dat zelfde (ieloof ten allen tijde voor alle kwaad mogen bewaard worden, door Jesus Christus uwen Zoon, onzen Heer, die met u, als waarachtig God^
LITANIE TOT DE
leeft en heerschappij voert; in de eenheid des Heiligen Geestes, in eeuwigheid. Amen.
LOFZANG: TE DEUM.
O God, wij loven u, wij erkennen u, wij verkondigen, dat gij zijt de eenige Opperheer.
De geheele aarde aanbidt en belijdt dat gij de eeuwige Vader zijt.
Alle Engelen, alle hemelen, alle magten.
De Cherubs en Serafs houden nimmer op voor u te zingen;
Heilig! Heilig! Heilig!
Is de Heer, de Godderleger-krachten;
Hemel en aarde, zijn vol van de Majesteit uwer heerlijkheid.
Het glorierijke koor der Apostelen.
200
H. DRIEVULDIGHEID.
De eerwaarde menigte der Profeten,
Het wit gekleede heer dei-Martelaren, verkondigen eenstemmig uwen lof.
De H. Kerk belijdt uwen naam over de geheele aarde.
Zij belijdt u, als den eeuwigen Vader, wiens Majesteit oneindig is.
En uwen waren en eenigen Zoon, die alle aanbidding waardig is.
En uwen li. Geest den Vertrooster.
O Jesus, gij zijt de Koning der heerlijkheid.
Gij zijt de eeuwige Zoon des Vaders.
Toen gij mensch zijt geworden, om de menschen te verlossen, hebt gij niet gevreesd in
201
LITANIE TOT DE
den schoot eener maagd neder te dalen.
Gij hebt den dood verwonnen, hem zijnen prikkel ontnomen, en het rijk der hemelen voor de geloovigen geopend.
Gij zijt gezeten aan de reg-terhand Gods in de heerlijkheid des Vaders.
En wij gelooven, dat gij zult komen om de wereld te oordeelen.
Daarom smeeken wij n: kom uwe dienaars te hulp; die gij door uw dierbaar bloed hebt vrijgekocht.
Geef, dat wij onder het getal uwer Heiligen, in de eeuwige heerlijkheid, gesteld worden.
Verlos uw volk. Heer! en zegen hen, die uw erfdeel zijn.
En geleid hen, en verhef hen tot in eeuwigheid.
202
H. DIEVÜLDIGHEID. 203
Al de dagen onzes levens prijzen wij u,
En wij loven uwen naam? die lofwaardig is tot in de eeuwen der eeuwen.
Gewaardig u? Heer! ons dezen dag van alle zonden zuiver te bewaren.
Ontferm u onzer, Heer! ontferm u onzer.
Stort Heer! uwe barmhartigheid over ons uit, gelijk wij altijd op u gehoopt hebben.
Op u. Heer! heb ik gehoopt: ik zal niet beschaamd worden in de eeuwigheid.
GEBED.
O God! opperste beschermer dergenen, die op u hopen, zonder wien niets in den mensch standvastig of heilig wezen kan,
204 LITANIE, ENZ.
doe ons meer en meer de uitwerkselen uwer barmhartigheid ondervinden; opdat wij, u altijd tot geleider en bestuurder hebbende, de tijdelijke en vergankelijke goederen mogen doorgaan, zonder de eeuwige te verliezen. Dit bidden wij u door onzen Heer Jesus Christus, uwen Zoon, die God zijnde, met u leeft en heerscht in alle eeuwen der eeuwen. Amen.
LITANIE
TOT Dm ÏÏEILIG-EU ff EEST.
(OP MAANDAG.)
Heer, ontferm u onzer. Christus, ontferm u onzer. Heer, ontferm u onzer. Christus, hoor ons.
Christus; verhoor ons. God, Vader in den hemel, ontferm u onzer.
S* God, Zoon, Verlosser den wereld, ontferm u onzer. God, heilige Geest, ontferm u onzer.
64 12
206 LITANIE
H. Drievuldigheid, één God, H. Geest, die van den Yader
en den Zoon voortkomt,
Geest der waarheid, die alle
waarheid leert,
Geestvan wijsheidenverstand, Geest van raad en sterkte. Geest van wetenschap en 0 godsvrucht, g.
Geest van de vreeze des g5 Heeren, B
Geest van liefde, blijdschap ^ en vrede, ^ e
Geest van langmoedigheid, p goedertierenheid en goed- * heid.
Geest van zachtmoedigheid, getrouwheid en zedigheid. Geest van eerbaarheid en
reinheid.
Geest des Heeren, die de gansche aarde vervult,
TOT DEN H. GEEST.
Heilige Geest, die in ons
woont,
Geest van genade,
Geest van heiligmaking,
Geest van moed en matigheid, H. Geest, door wiens ingeving, de heilige mannen spraken, H. Geest, die de dolende zondaren te regt brengt, § H. Geest die al uwe ware ge- §gt; loovigen één van hart en g ziel maakt, V
H. Geest, die de ware vrij- g heid verleent, §
H. Geest, die de dubbelhar- ^ tigen en veinsaards ont-vlugt, en niet woont in een ligchaam, dat aan de zonde is onderworpen,
H. Geest; die, zonder maat, aan onzen Heere Jesus Christus zijt gegeven,
207
• LITANIE
H. Geest, ziel van Iret lig-chaam der Kerk van Christus,
H. Geest, die ons het duistere der heilige Schriften, door uwe onfeilbare Kerk, verklaart,
H. Geest, die alleen ons Gods
wet kunt doen volbrengen, § H, Geest, die zelf de gever ^ van het bidden zijt, g
H. Geest, die zelf, voor ons ^ en inons,metonuitspreke- o lijke verzuchtingen bidt, § H. Geest, die ons hart van ^ droefheid en kwelling verlost,
H. Geest, die de liefde Gods
in onze harten uitstort, H. Geest, die in uwe geloo-vigen, als in uwe tempels woont,
208
TOT DEN H. GEEST.
H. Geest, die uit uwe geloo-vigen stroomen van levende wateren doet voortvloei-jen,
H. Geest, door wien wij nu niet meer slaven zijn, maar kinderen en erfgenamen van God,
H. Geest, door wien de slaaf- § sche vrees is weggenomen, en Gods kinderen, met lief- § de en vertrouwen, tot hem, c hunnen Yader, bidden, g H. Geest, die ons naar de vol- g trekking onzer aanneming ^ en verlossing doet zuchten en verlangen,
H. Geest, die in ons wonende, onze sterfelijke ligchamen zult levend maken, H. Geest, die ons in onze zwakheid te hulp komt,
64 12.
209
210 - LITANIE.
H. Geest, die onze harten doorliet Geloof reinigt, ontf. u onzer. H. Geest; Trooster, die met ons blijft in eeuwigheid, ontferm u onzer.
Wees genadig, spaar ons, heilige Geest!
Wees genadig, verhoor ons,
heilige Geest!
Van den geest der dwaling, Yan den geest der onkuisch- ^ heid,
Yan den geest der godslaste- i ring, _ g
Yan alle volharding in heti« kwaad, en van vertwij feling, a Yan alle vermetelheid en van q het bestrijden der geopen- g baarde waarheden des Christendoms,
Yan alle boosaardigheid en zondige gewoonte,
TOT DEN H. GEEST.
Van het krenken der broederlijke liefde, Yan onboetvaardigheid in ons sterfuur,
Yan allen kwaden geest, Yan allen geest, die maar
eenigzins met u strijdig is, o Doom we eeuwige voortkomst cT van den Yader en den Zoon, ^ Door uwe onzigtbare zalving, g Door de volheid der genade,^ waarmede gij de heilige g. MaagdMariahebtbegiftigd, crq * Door den vloed van heiligheid, ^ waarmede gij de Moeder des o Heeren, bij cle ontvangenis des Woorcls, als overstroo-men deedt,
Door uwe verschijning bij den
dood van Christus,
Door uwe heilrijke nederda-ling over de Apostelen,
211
LITANIE
Door de onuitsprekelijke goedheid, waarmede gij de Kerk bestuurt; de Opperhoofden vereenigt, de Martelaars versterkt, de leeraars verlichten geestelijke orde instelt, verlos ons, heilige Geest! Wij zondaars, wij biddenu, verhoor ons.
Dat, gelijk wij in den geest leven, wij alzoo ook naar den ^ geest mogen wandelen, «d: Dat wij de werken van het ^ vleesch, door den geest mogen dooden, c
Dat wij u nimmer bedroeven, Dat wij u; o Geest der genade! 2 geene versmadingen aan- gquot; doen, o
Dat wij altijd trachten de een- g heid des geestes, door den 50 band van vrede te onderhouden ,
212
TOT DEN H. GEEST.
Dat wij naar u mogen leven, en de begeerlijkheden des vleesches niet involgen, Dat wij allen geesten niet ge-looven, maar dezelve beproeven, of zij uit God zijn, Dat wij, steeds gedachtig, dat S: wij uw tempel zijn, vreezen deszelfs heiligheid te schen- §* den, g
Dat wij degenen die vallen ,j=: met eenen geest van zacht- lt;! moedigheid mogen te regt g. brengen, g
Dat wij in u zaaijen en van u ^ het eeuwige leven maaijen g mogen,
Dat het u behage, ons een nederig gevoelen van ons zeiven te doen hebben, enonze harten van rijkdom los te maken,
213
214 LITANIE
Dat het u behage, ons zachtmoedig te doen worden, Dat het u behage, ons de genade van eene zalige droefheid en heiligende tranen te verleenen, ^
Dat het u behage, ons honge-^ rig en dorstig naar de ge- ET regtigheid te doen worden, è Dat het u behage, ons ware § gevoelens van liefde en s barmhartigheid in te boeze- ^ men,
Dat het n behage, in ons een if zuiver hart te scheppen en S den regten geest te vernieu- o wen, ï0
Dat wij vredelievend enwaar-dig mogen wezen kinderen Gods genoemd te worden, Dat wij alle vervolging om de geregtigheid, kloekmoedig
TOT DEN H. GEEST.
en standvastig mogen verduren , wij bidden n, verhoor ons.
Dat wij mogen vrij zijn van die zonden, welke noch in deze, noch in de toekomende Avereld vergeven worden, wij bidden u; verhoor ons.
Dat gij nimmer van ons wijkt, wij bidden u, verhoor ons.
Dat wij n nimmer wederstaan, wij bidden n, verhoor ons.
Dat gij ons tot het einde toe in het goed leven wilt bevestigen, wij bidden n, verhoor ons.
Geest Gods, wij bidden u, verhoor ons.
Lam Gods, dat de zonden der wereld wegneemt; stort nwenhei-ligen Geest over ons.
Lam Gods, dat de zonden derwe-reld wegneemt; zend over ons den beloofden Geest des Ya-ders.
215
LITANIE
Lam Gods, dat de zonden der wereld wegneemt, geef ons den goeden Geest.
Heer, ontferm u onzer.
Christus; ontferm u onzer.
Onze Yader, enz.
De genade des heiligen Geestes, Yerlichte onze zinnen en harten. Amen.
LAAT ONS BIDDEN.
O God! die de harten der ge-loovigen door de verlichting van den H. Geest onderwijst, verleen ons uwe genade, opdat wij door denzelfden Geest leerenverstaan wat goed is, dat ons verstand verlicht; ons hart gereinigd worde, en wij ons ten allen tijde over zijne vertroosting verheugen; door onzen. Heer Jesus Christus uwen Zoon 7 die met u en den
216
TOT DEN H. GEEST. 217
H. Geest, een eenig God, leeft en regeert in eeuwigheid. Amen.
LOFZANG: VENI CREATOR.
Kom, H. Geest! o Schepper! daal neder in de zielen derge-loovigen, en vervul met uwe he-melsche genade de harten, die gij geschapen hebt.
Gij zijt de Vertrooster; gij zijt de gave van den allerhoogsten God, de bron des levenden waters; het heilige vuur, dat de harten ontsteekt, de liefde, en de zalving onzer zielen.
Gij, die tot ons komt met de zeven gaven uwer genade; gij, de vinger van God , doorwien Hij zijne wonderheden uitwerkt; gij, wien de Vader aan de Kerk heeft beloofd; gij, die over de Apostelen zijt neergedaald, en
64 13
LITANIE
hunne tongen welsprekend hebt gemaakt.
Bestraal onzen geest met uw licht, ontsteek onze harten met uwe liefde, en versterk de krankheden onzes ligchaams met den voortdurenden bijstand uwer genade.
Verdrijf verre van ons onzen vijand; quot;doe ons uwen vrede smaken, wees gij zelf onze geleider, en veilig onder uwe bestiering, zullen wij alles vermijden, wat ons in het kwaad kan doen vervallen.
Geef ons, dat wij door u den eeuwigen Vader kennen, dat wij ook den Zoon kennen, en dat wij altijd gelooven in u, die de geest van beide zijt.
Eere zij in alle eeuwigheid den Vader; den Heer van het heelal;
218
TOT 0EN H. GEEST.
eere zij den Zoon, die van de dooden is opgestaan; eere zij den H. Geest, onzen Vertrooster. Amen.
GEBED.
God, voor men alle hart open ligt, wien alle wil spreekt, en wien geen geheim verborgen is! reinig door de instorting van den H. Geest, de gedachten onzer harten, opdat wij u volmaakt mogen beminnen en waardig loven mogen.
G eef, smeeken wij, barmhartige God! dat uwe Kerk door den H. Geest vereenigd blijve, en door geene vijandelijke aanvallen verstoord worde. Door Jesns Christus onzen Heer. Amen.
219
LITANIE
YAN DEN ALLEM. MAM JESÏÏS.
(OP DINGSDAG).
Heer, ontferm u onzer. Christus, ontferm u onzer. Heer; ontferm u onzer.
Jesus Christus, hoor ons. Jesus Christus, verhoor ons. God, Vader in den hemel, ontferm u onzer.
God, Zoon, Verlosser der wereld,
ontferm u onzer.
God H. Geest, ontferm u onzer. H. Drievuldigheid, één God, ontferm u onzer.
LITANIE, ENZ.
Jesus, Zoon van den levenden God,
Jesus, Zoon van de H. Maagd
Maria,
Heiligste Jesus,
Almagtigste Jesus, Volmaaktste Jesus, Roemwaardigste Jesus, 0 Ootmoedigste Jesus, p
Zachtmoedigste Jesus, o5
O 'I-S
Geduldigste Jesus, B
Jesus, Verlosser der wereld, ^ Jesus, Middelaar tusschen g God en ons menschen, cd Jesus, goede Herder,
Jesus, onze toevlugt,
Jesus, Vriend van reine zielen, Jesus, waar licht der wereld, Jesus, eeuwige Wijsheid, Jesus, oneindige goedheid, Jesus, Spiegel der volmaaktheid,
221
222 LITANIE TOT DEN
Jesus, Toonbeeld aller deugden,
Jesus, Vader der armen,
Jesus, Trooster der bedroefden,
Jesus, vreugde der Engelen,
Jesus, Koning der Aartsvaders,
Jesus, Verlichter derProfeten,
Jesus, Meester der Apostelen,
Jesus, Leeraar der Evangelisten ,
Jesus, sterkte der Martelaren,
Jesus, Licht der Belijders,
Jesus, Bruidegom der Maagden,
Jesus, Kroon van alle Heiligen,
Weesgenadig, spaar ons, o Jesus!
Wees genadige verhoor ons, o Jesus!
Wees genadig, verlos, ons Jesus!
1
o
ö
f—K
(TD
O ö
N CD
H. NAAM JESUS.
Yan alle zonden,
Van alle helsche aanvechtin-gen,
Van de overtreding uwer geboden ,
Van alle ongeluk,
Door uwe mensehwording, ^ Door uwe geboorte, g
Door uwe hemelvaart,
Door uwe heerlijkheid inden hemel.
Door de voorspraak van uwe heilige maagdelijke Moeder,
Door de voorspraak van al
uwe Heiligen,
Lam Gods, dat de zonden der
223
224 LITANIE TOT DEN
wereld wegneemt, spaar ods, o Jesus!
Lam Gods, dat de zonden der wereld wegneemt, verhoor ons, o Jesus!
Lam Gods, dat de zonden der wereld wegneemt, ontferm u onzer, o Jesus!
Jesus Christus, hoor ons!
Jesus Christus, verhoor ons! Heer, onferm u onzer.
Onze Vader, enz.
Gezegend zij de naam des Hee-ren.
Van nu af tot in eeuwigheid.
LAAT ONS BIDDEN.
O God, die den roemwaardi-gen Naam van Jesus Christus uwen Zoon, onzen Heer, voor uwe geloovigen liefelijk en aan-minnelijk, voor de booze gees-
H. NAAM JESUS,
ten daarentegen; vreeselijk en verschrikkelijk doet zijn! verleen genadiglijk, dat allen, die den H. naam vaü uwen Zoon, op aarde^ eerbiedig vereeren, hier in dit leven, het zalige der heilige vertroosting ontwaren, en eens daar boven aan de eeuwige vreugde en de oneindige zaligheid des hemels deelachtig worden. Door Jesus Christus, uwen Zoon, onzen Heer, die met u en den H. Geest leeft en re-geert; waarachtig God in de eeuwen der eeuwen.
GODVRUCHTIGE ZUCHTEN TOT JESUS.
Jesus, waarachtig God, wees mij een God, een beschermer en eene toevlugt, opdat gij mij zalig maket.
Ó Jesus, Zoon dermenschen!
64 IS.
225
LITANIE, ENZ.
die, als gij waart in de gedaante Gods, de gedaante van eenen slaaf hebt aangenomen, laat nooit de hoovaardigheid in mijnen zin heerschappij hebben.
O Jesus, mijn Verlosser! ik behoor u toe ontvang mij, want door uw bloed hebt gij mij gekocht.
O Jesus, goede lierder! die uwe ziel gesteld hebt voor uwe schapen! om uwen naam zult gij mij geleiden en opvoeden.
O Jesus, licht der wereld! zend uit uw licht en uwe waarheid ; deze zullen mij leiden en brengen tot op uwen heiligen berg, en in uwe Tabernakelen.
O Jesus, onze voorspreker bij den Vader! wees de verzoening, niet alleen mijner zonden, maar ook van de zonden der geheele wereld. Amen.
226
LITANIE
TOT DE H. ENGELEN.
(OP WOENSDA.G).
Heer, ontferm u onzer. Christus, ontferm u onzer.
Heer, ontferm u onzer. Christus, hoor ons.
Christus, verhoor ons. God hemelsche Yader, ontferm u onzer.
God Zoon, Verlosser der wereld,
ontferm u onzer.
God H. Geest, ontferm u onzer. H. Drievuldigheid, één God; ontferm u onzer.
228 LITANIE TOT DE
Heilige Maria, bid voor ons. Heilige Moeder Gods,
Heilige Maagd der Maagden, Heilige KoninginderEngelen, Heilige Michaël,
Heilige Gabriel,
Heilige Raphael,
Heilige Cherubijnen,
Heilige Serafijnen,
Heilige Troonen,
Heilige Heerschappijen, Heilige Overheden,
Heilige Magten,
Heilige Heerkrachten, Heilige Aartsengelen, Heilige Engelen;
Heilige Engelen, die Gods
verheven troon omringt, Die altijd het aanschijn des
Yaders aanschouwt. Die onophoudelijk God het driemaal Heilig toezingt,
H. ENGELEN.
Die des Heeren bevelen volvoert,
Die aan de menschen den goddelijken wil bekend maakt,
Die n over onze boetpleging
verblijdt.
Die te onzer dienste wordt afgezonden, cr Die ons bewaart en beschermt, gi Die ons leert en onderrigt, g Die ons vergezelt en geleidt, o Die ons waarschuwt en ver- o maant, 50 Die onze gebeden aan God
opdraagt,
Die voor ons bidt.
Die de geboorte des Heilands aan de herders bekend maaktet,
Die bij de geboorte des Zaligmakers; met gejuich en ge-
229
LITANIE TOT DE
zang God verheerlijktet, Die den Heer in de woestijn
diendet,
Die in witte kleederen, aan het graf van den verrezen Middelaar waart neergezeten,
Die onmiddellijk na de hemelvaart van den Zoon Gods, aan de Apostelen ver-scheent,
Die eenmaal met trompetgeschal alle menschen zult dagen , om voor den Regter-stoel van Christus te verschijnen.
Die den Zoon des menschen zult vergezellen, wanneer hij, als Regter, ten alge-meenen oordeel der wereld zal komen.
Die bij de algemeene op-
230
H. ENGELEN.
standing der dooden de uitverkorenen zult vergaderen, bidt voor ons.
Die de goddeloozen van de regt-vaardigen zult afzonderen, bidt voor ons.
Heilige Engelen Gods, bidt voor ons.
Alle kooren der zalige Geesten,
Jesus, vreugde der Engelen, wij bidden u; verhoor ons ootmoedig smeeken.
Yan alle rampen en gevaren, verlos ons, Heer!
Van alle listen en lagen des duivels, verlos ons, Heer!
Van alle scheuring, ketterij en ongeloof, verlos ons. Heer!
Van eenen onvoorzienen dood, verlos ons. Heer!
Van het eeuwige verderf, verlos, ons. Heer!
231
LITiNIE TOT DE
A¥ij zondaren, wij bidden u, verhoor ons.
Dat het u behage, ons door uwe heilige Engelen, voor de ligchaams en zielsgevaren te behoeden, waaraan ^ wij gedurig zijn blootge-^: steld,
Dat het u behage, door uwe heilige Engelen, in al onze e behoeften te voorzien enf2 ons bijstand te verschaffen, lt; Dat het u behage, ons door uwe heilige Engelen, in het § uur der bekoring te onder- ^ steunen, opdat wij; staande g blijvende, derzei ver kracht * overwinnen.
Dat het u behage, ons door uwe heilige Engelen tot ware boetvaardigheid op te leiden,
232
H. ENGELEN.
Dat het u behage, ons door uwe heilige Engelen, in onze droefheden en rampspoeden onderwerping, troost en bemoediging te ^ verleenen,
Dat het u behage op de veel- K vermogende voorbidding uwer heilige Engelen, uwe 0 regtmatige verbolgenheid van ons af te wenden, c Dat het u behage, door hei- g-lige Engelen, ons op ons § doodsbed verkwikking en ^ lafenis te doen erlangen, g Dat het u behage, onze ziel * na het verscheiden door uwe heilige Engelen te doen opnemen en tot u ten hemel te voeren,
Jesus, vreugde der Engelen, Lam Gods, dat de zonden der
233
LITANIE TOT DE
wereld wegneemt, spaar ons, Heer!
Lam Gods, dat de zonden der wereld wegneemt, verhoor ons, Heer!
Lam Gods, dat de zonden der wereld wegneemt, ontferm u onzer.
Heer, ontferm u onzer. Christus, ontferm u onzer.
Heer, ontferm u onzer.
Onze Vader, enz.
LAAT ONS BIDDEN.
Almagtige God,onuitsprekelijk liefderijke Yader! die u verwaardigt, de Engelen ten dienste van ons, zondige menschen, af te zenden, geef dat wij ten allen tijde hunne bescherming en bijstand, het vermogen en de kracht van hunne voorbidding, onder-
234
H. ENGELEN.
vinden, en eenmaal, door de verdiensten van Jesus Christus,in hunne zalige gemeenschap, u en uwen welbeminden Zoon, altoos en eeuwig dankbaar verheerlijken. Amen.
GEBED
TOT DEN H. ENGEL BEWAAEDER.
H. Engel, die mij zoo getrouw op mijne levenspaden vergezelt, wien God mijne bewaring heeft aanbevolen — mijn verdediger en mijn beschermer, die nimmer mijne zijde verlaat! Welken dank zal ik u bewijzen voor uwe trouw, uwe liefde, en de ontelbare weldaden, die gij mij bewezen hebt? Gij waakt bij mijne legerstede, wanneer ik slaa p: gij troost mij in droefheid;gij beurt mij op in neerslagtigheid; gij
235
LITANIE TOT DE
236
weert de gevaren af, die mij bedreigen; gij houdt mij terug van de zonden; gij wekt mij op tot het goede; wanneer ik gevallen ben, spoort gij mij aan tot boetvaardigheid, en gij verzoent mij met God. Reeds lang misschien was ik in de eeuwige afgronden neergeworpen, indien gij door uwe gebeden de goddelijke gramschap niet van mij hadt afgewend. 0! ik bid u, verlaat mij toch nooit; troost mij in tegenspoed; doe mij nederig blijven in voorspoed; bescherm mij in de gevaren; help mij in de bekoringen^ opdat ik nimmer onder dezelve bezwijke. Gewaar-dig u altijd mijne gebeden, mijne smeekingen en al mijne godvruchtige werken voor het aanschijn Gods op te dragen, en
H, ENGELEN. 237
maak, dat ik in genade uit dit leven scheidende, het eeuwige leven verkrijge. Amen.
LITANIE
TAN HET ALLEEH. SACRAMEIfT.
(OP DONDERDAG.)
Heer, ontferm u onzer. Christus; ontferm u onzer. Heer, ontferm u onzer. Christus, hoor ons.
Christus, verhoor ons. God, Vader in den hemel; ontferm u onzer.
God, Zoon, Verlosser der wereld,
ontferm u onzer. God, heilige Geest, ontferm u onzer.
LITANIE, ENZ. 239
H. Drievuldigheid, één God, Levend Brood, hetwelk uit den Hemel zijt nedergedaald ,
Verborgen God en Zaligmaker,
Tarwe der Uitverkorenen, Wijn, die Maagden kweekt, 0 Voortreöelijk Brood, en lek-
kernij der Koningen, % Gedurig Offer, B
Spijs der Engelen,
Verborgen Manna, Gedenkstuk van Gods wonderen ,
Bovennatuurlijk Brood, 1 Vleesch geworden Woord,
onder ons wonende,
Heilige offerande.
LITANIE TOT HET
Drinkbeker der zegening, Geheim des geloofs, Hoogwaardig en uitmuntend
Sacrament,
Allerheiligste Offerande, Zoenoffer voor levenden en doodeii,
Hemelsch behoedmiddel, 0 door hetwelk wij voor de » zonden bewaard worden, o5 Wonder van Gods wonde- 3 ren, c
Allerheiligste gedachtenis van §
het lijden des Heeren, o Geschenk, dat alle volmaakt-
heid te bovengaat, Yoortreftelijk gedenkteeken
der goddelijke liefde, Overvloeijende bron van
Gods milddadigheid, Allerheiligst en doorluchtig geheim.
240
H. SACKAMENT.
Krachtige spijs der onsterfelijkheid,
Levendmakend; aanbiddelijk
Sacrament,
Brood, hetwelk door de almogendheid des Woords zijt Vleesch geworden, Onbloedig offer, 0
Tafelgeregt en Gastheer, Allerheiligste Maaltijd, bij o2 welken de Engelen tegen- 3 woordig zijn en dienen; ^ Teeken van genade, §
Band van liefde, o
7 t—£
Hoogepriester, die zelf het *
offer zijt,
Yerkwikking der heilige zielen.
Teerpenning dergenen, die in
den Heer sterven.
Onderpand der toekomende
glorie,
(■'
241
242 LITANIE TOT HET
Wees genadig, spaar ons, Heer! Wees genadig, verhoor ons, Heer!
Van het onwaardig nuttigen uws ligchaams en bloeds, verlos ons. Heer!
Yan de begeerlijkheden des
vleesches, o
Yan de begeerlijkheid der g-oogen, ^
Yan de hoovaardij des le- g vens,
Yan alle ongeloovigheid, g? verblindheid des harten en g. ketterij,
Yan alle oneerbiedigheid, en misbruik met opzigt tot dit Hoogheilige Sacrament, Yan alle zwakheden en zonden, welke de zalige uitwerkselen van dit aanbiddelijk Sacrament kunnen
F!. SACRAMENT,
verminderen en tegenhouden,
Van alle gelegenheid tot
zondigen,
Door de groote begeerte, die gij hadt, om dit Paaschlam met uwe Leerlingen te eten. Door den diepen ootmoed, waarmede gij de voeten ® uwer Leerlingen waschtet, oquot; Door de allervurigste liefde, ^ met welke gij dit heilige g Sacrament hebt ingesteld, ^ Door uw dierbaar bloed, het- ® welk gij voor ons op het ^ altaar hebt- gelaten.
Door de vijf kruiswonden, welke gij in het allerheiligste ligchaam, dat gij voor ons aaunaamt, hebt ontvangen,
Wij zondaren, wij bidden u, verhoor ons.
243
244 LITANIE TOT HET
Dat het u behage, ons geloof, onzen eerbied en onze godsdienstige gemoedstemming ten opzigte van dit wonderbare Sacrament te onderhouden en te vermeerderen, sJ. Dat het u behage, ons door ^ eene ware belijdenis onzer gi zonden, tot het dikwijls nut- S tigen dezer geestelijke spij- j=i ze voor te bereiden, ^ Dat het u behage, de kostba-re, hemelsche vruchten van § dit allerheiligste Sacrament ^ in ons overvloedig uit te | storten, ^ Dat liet u behage, ons in het uur van onzen dood, met deze hemelsche spijze tot de reize naar de eeuwigheid te versterken.
H. SACRAMENT.
Zoon Gods, wij bidden u, verhoor ons,
Lam Gods, dat de zonden der wereld wegneemt, spaar ons. Heer!
Lam Gods,-dat de zonden der wereld wegneemt, verhooroDS, Heer!
Lam Gods, dat de zonden der wereld wegneemt, ontferm u onzer.
Heer, ontferm u onzer, enz.
Onze Vader, enz.
Heer, verhoor mijn gebed. En mijn geroep kome tot u.
LAAT ONS BIDDEN.
Heer Jesns, die ons in dit wonderbare Sacrament, eene al-toosdurende gedachtenis van uwe liefde en van uw lijden en sterven hebt nagelaten, geef,
64 14
245
LIANIE, ENZ.
dat wij de gelieimen vanuwlig-chaam en bloed met zulk eene ware godsvrucht vereeren, dat wij al den zegen, al de heilrijke gevolgen van onze verlossing onophoudelijk mogen ontwaren. Gij, die met den Yader en den heiligen Geest, één eenig God, leeft en regeert in eeuwigheid. Amen.
SCHIETGEBED.
Geloofd, aanbeden en gedankt zij ten allen tijde, het H. Sacrament des Altaars.
246
LITANIE
TAN HET LIJDEN YAIJESÏÏS CHRISTUS.
(OP VRIJDAG.)
Heer, ontferm u onzer. Christus, ontferm u onzer. Heer, ontferm u onzer.
Christus, hoor ons.
Christus, verhoor ons. God Vader in den hemel; ontferm u onzer.
248 LITANIE OP HET LIJDEN
God Zoon; verlosser der wereld,
ontferm u onzer.
God H. Geest, H. Drievuldigheid, één God; Jesus, die, nadat gij het heilige Avondmaal, dat eeuwige gedenkstuk van uwe oneindige liefde, ingesteld en den lofzang gezegd hadt, o u van Jeruzalem, over de ^ beek Cedron, naar den | Olijfberg begaalt; om uw ^ gebed te doen, g
Jesus, die door de levendige ^ voorstelling van uw ver- ' schrikkelijk lijden, be-naauwd, bedroefd en zeer beangst werd,
Jesus, die tot het lijden bereidvaardige u aan den wil van uwen hemelschen Vader onder wierpt.
VAN JESUS CHEISTÜS. 249
Jesus, die in uwen doodsangst water en bloed zwee-tende, door eenen Engel werdt gesterkt,
Jesus, die door JudasIscari-otus, eenen van uw geliefkoosd twaalftal Leerlingen; werdt verraden,
Jesus, die door eene bende g
huurlingen werdt geboeid, Jesus, die door uwe leerlingen § werdt verlaten, ^
Jesus, die geboeid voor An- 0 nas en Caïphas werdt ge- § bragt, ^
Jesus, die van een' dienaar
een' kaakslag ontvingt, Jesus, die door valsche getuigen werdt beschuldigd, Jesus, die getuigenis der waarheid gevende, als een godslasteraar, ter dood werd veroordeeld.
250 LITANIE OP HET LIJDEN
Jesus, die Petrus, nadat hij u had verloochend, door een' blik van medelijden en ontferming bekeerd hebt, Jesus, die aan Pilatus, een heiden, werdt overgeleverd, Jesus, die voor Herodes ge-bragt, door dezen en door zijn hofgezin bespot werdt, g Jesus, die gesteld werdt ach- gi ter den oproerigen moor- g denaar Barabbas,
Jesus, die wreedelijk werdt o gegeeseld, n
Jesus, die ter bespotting met r-eenen purperen mantel werdt omhangen,
Jesus, die ter bespotting met
doornen werdt gekroond Jesus, wien men ter bespotting , een riet tot schepter in de hand gaf,
Jesus, wiens kruisdood door
VAN JESUS CHRISTUS.
de Joden zei ven, onder oen ontzettend geschreeuw ge-eischt werd,
Jesus, die door Pilatus tot den smaadvollenkruisdood veroordeeld, en aan de woede der Joden overgeleverd werdt,
Jesus, die in het dragen van o den kruisbalk onder des-zelfs zwaren last gebukt ^
Jesus, die als een schuldeloos lam, ten slagtbank geleid § werdt, |
Jesus, die van uwe kleederen ontbloot werdt,
Jesus, die voor onze boosheden gewond werdt,
Jesus, die vol verschoonende liefde, uwen Yader om vergiffenis voor uwe vijanden en moordenaars badt,
251
252 LITANIE OP HET LIJDEN
Jesus, die met de booswichten werdt gelijk geacht, Jesus, die nog aan het kruis gelasterd en bespot werdt, Jesus, die den geloovenden en berouw hebbenden moordenaar in genade aange-
men en hetParadiisbeloofd ^ hebt, |
Jesus, die uwe Moeder den heiligen Joannes hebt aan- 3 bevolen, ö
Jesus, die aan het kruis han- § gende, riept: mij a God! o mijn God! 'waarom hebt gij ^ mij verlaten f Jesus, die in uwen dorst, met gal en edik gelaafd werdt, Jesus, die betuigdet, dat het al volbragt was, wat wegens u was geschreven, Jesus, die stervende, uwen
VAN JESUS CHRISTUS.
geest in de handen uws Yaders hebt bevolen,
Jesus, die, uw hoofd buigende, onder een luid geroep den geest gaaft,
Jesus, door wiens sterven, de honderdste man en velen uit het volkbekeerd werden, c Jesus, wiens zijde met eene » speer doorstoken werd, o Jesus, uit wiens doorstoken B zijde water en bloed vloeide, c Jesus, wiens ligchaam door § twee eerwaardige mannen o van het kruis afgenomen ^ en begraven werd,
Jesus, die na uwen dood ne-derdaaldet ter helle, om de zielen der afgestorvene regtvaardigen te verlossen, Jesus, die op den derden dag na uwen dood, vol heerlijk-
64 ID
253
LITANIE OP HET LIJDEN
heid; uit uw graf verrees t, ontferm u onzer.
Jesus, die levenden en dooden zult komen oordeelen, ontferm u onzer.
Wees genadig, spaar ons, Jesus! Wees genadig, verhoor ons; Jesus!
Van alle kwaad, verlos ons,
Jesus!
Yan alle zonde,
Yan eenen haastigen en on-
Yan de listen des duivels, g-Yan gramschap, haat en allen m kwaden wil, g
Yan pest; hongersnood en
Yan den eeuwigen dood, ^ Door uwen doodstrijd en uw
bloedig zweet.
Door uwe geeselingen en
254
VAN JESUS CHRISTUS.
uitgestane mishandelingen, ^ Door uwe doornen kroon, ^ Door uw kruis en lijden, § Door uwen dorst, uwe tranen g en naaktheid, i0 Door uwen dood en uwe be- ^ grafenis, g Door uwe opstanding, — In den dag des oordeels. Wij zondaren, wij bidden u; verhoor ons.
Dat wij de dwaasheden des krui-ses hooger mogen achten dan al de wijsheid der wereld, wij bidden u, verhoor ons. Dat wij bovenal mogen bezorgd zijn, u, den gekruisigden Christus, te kennen, wij bidden u, verhoor ons.
Dat wij, ons het voorbeeld van uw lijden voorstellende, uwe
255
LITANIE OP HET LIJDEN
voetstappen mogen navolgen, wij bidden u, verhoor ons. Dat wij dagelijks ons kruis opnemen en u mogen navolgen,
Dat wij, daar gij onze zonden aan het kruishout in uw ligchaam hebt gedragen, Jj. der zonden afstervende, ct-
7 )—u •
voor de regtvaardigheid g mogen leven, g
Dat wij op u, den aanvoerder c en voltrekker van ons ge- ^ loof; steeds het ooggeves- ^ tigd mogen houden, o Dat wij naar uw voorbeeld, ^ als wij gescholden worden, g niet weder schelden, als ' wij beleedigd worden niet dreigen, maar onze zaak aan u bevolen laten, die regtvaardig oordeelt.
256
VAN JESUS CHRISTUS.
Dat het verre van ons zij, in iets anders, dan in uw kruis; o Heer Jesus! te roemen, Dat uit liefde totu, de wereld ons gekruisigd zij, en wij zulks der wereld zijn.
Dat wij, hetgeen wij voor ge-Jl win gerekend hebben, om cr uwent wille, als verlies mo- g gen aanmerken, g
Dat uw bloed ons van alle c doode werken reinige, om ^ u, den levenden God, te ^ dienen, g
Dat wij, die voor eenen hoo- g gen prijs gekocht zijn, uin g onze ligchamen verheerlijken mogen.
Dat wij ons vleesch met zijne driften en begeerlijkheden mogen kruisigen.
Dat, gelijk wij deelgenooten
257
258 LITANIE OP flET LIJDEN
des lij deus zijn, wij ookalzoo der vertroosting mogen deelachtig worden, wij bidden u, verhoor ons.
Lam Gods, dat de zonden der wereld wegneemt, spaar ons, o Jesus!
Lam Gods, dat de zonden der wereld wegneemt, verhoor ons, o Jesus!
Lam Gods, dat de zonden der wereld wegneemt, ontferm u onzer.
Jesus Christus, hoor ons. Jesus Christus, verhoor ons.
Onze Yader, enz.
Heer, verhoor mijn gebed. En mijn geroep kome tot u.
LAAT ONS BIDDEN.
Laat, o lieer Jesus Christus! al de zegeningen van uw lijden
VAN JESDS CHRISTUS.
259
en sterven over mij komen. Verwek in mij den levendigstcn afkeer tegen de zonde. Verleen mij uwe genade, opdat ik de zonden, welke mij zoo diep verlagen, den Hemel ontroovenen mij van u scheiden, die uw bloed voor mij gestort hebt, in mij geheel en al uitroeije. Verleenmij het zalige vertrouwen, dat mij mijne zonden, om uwent wille, die tot verzoening zijt gestorven, genadig zijn vergeven. Schenk mij uwe hulp, opdat ik heilig worde; maak mij getrouw, en sterk mij in alle beproevingen van dit vergankelijk leven;geef rust en verkwikking aan mijn hart in dagen van droefheid en lijden. O gij, die mij tot uw eigendom gekocht hebt, wees mij genadig, en daar gij, goddelijke,
260 LITANIE OP HET LIJDEN
dierbare Verlosser! zelf met den dood geworsteld hebt, zoo verlaat mij niet in mijn sterfuur. Laat^ zoo lang ik nog hier op aarde leef, het denkbeeld mij steeds vergezellen, dat het mijne zonden zijn, die u ter neder velden, verwondden en aan het kruis bragten. Laat mij, zalig in hoop, van hier gaan en in mijn laatste uur uwe stem hoo-ren: quot;Reden zult gij met mij wezen in het Paradijs?
GEBED.
O liefderijke Jesus, die mij een Bruidegom des bloeds hebt willen wezen! ik werp mij voor uwe voeten; om u mijne liefde en dankbaarheid te toonen. Maar wat zal ik u wedergeven, die mij tot het einde toe bemind
VAN JESÜS CHRISTUS.
261
64
hebt? Gij hebt mij in uwe handen en voeten, ja zelfs in uw hart geschreven. Wie zal mij geven dat gelijk gij mij, ik u alzoo in mijn hart geschreven draag.., en gelijk gij op mij altijd denkt, ik alzoo u nooit vergete? o Jesus! met welk een overvloed van liefde hebt gij mij bemind , die niet alleen uwe handen en voeten, maar ook uwe borst voor mij hebt willen openen; opdat gij met de oneindige rijkdommen der geestelijke schatten mijn hart zoudt vervullen.
lo-
LITANIE
VAN DE ALLEEÏÏ. MAAGD MARIA.
(OP ZATURDAG.)
Heer, ontferm u onzer. Christus, ontferm u onzer. Heer, ontferm u onzer. Christus, hoor ons.
Christus, verhoor ons. God, Yader in den hemel, ontferm u onzer.
God, Zoon, Verlosser der wereld,
ontferm u onzer.
God H. Geest, ontferm u onzer.
LITANIE, ENZ.
H. Drievuldigheid, één G
ontferm u onzer.
H. Maria, bid voor ons. H. Moeder Gods,
H. Maagd der Maagden, Moeder van Christus, Moederdergoddelijkegenade, Allerkuischte Moeder, Allerreinste Moeder, Ongeschondene Moeder, Onbevlekte Moeder, Lieftallige Moeder, Wonderbare Moeder,
Moeder des Scheppers, Moeder des Zaligmakers, Aller wij sste Maagd, Yereerenswaardisfe Maa^d,
( gt; O /
Roemwaardige Maagd, Yeelvermogende Maagd, Goedertierene Maagd, Getrouwe Maagd,
Spiegel der regtvaardigheid,
LITANIE TOT DE
Zetel der wijsheid,
Oorzaak onzer blijdschap, Kunststuk van den heiligen Geest,
Werk tot een verheven gebruik,
Uitmuntend werk, den Heer
toegeheiligd,
Gelijk aan eene roos.
Toren van David, Elpenbeenen Toren,
Gulden Huis,
Ark des verbonds,
Deur des Hemels, Morgenster,
Behoud der kranken,
Toevlugt der zondaren,
Troost der bedroefden;
Hulp der Christenen, Koningin der Engelen, Koningin der Aartsvaders, Koningin der Profeten,
264
II. MAAGD MARIA.
Koningin cler Apostelen, cn Koningin der Martelaren, ^ Koningin der Belijders, o Koningin der Maagden, S Koningin van alle Heiligen, o Koningin zonder smet ont- p
vangen.
Lam Gods, dat de zonden dei-wereld wegneemt, spaar ons, Heer!
Lam Gods, dat de zonden der wereld wegneemt, verhoor ons. Heer!
Lam Gods, dat de zonden dei-wereld wegneemt; ontferm u onzer!
Heer, ontferm n onzer. Christus, ontferm u onzer. Heer, ontierm u onzer.
Jesns Christus, hoor ons.
Jesus Christus, verhoor ons. Wees gegroet, Maria, enz.
265
LITANIE TOT DE
Onder uwe bescherming nemen wij onze toevlngt, o H. Moeder Gods! versmaad onze gebeden niet in onzen nood; maar verlos ons altijd van alle gevaren, o roemwaardige en gezegende Maagd, onze Vrouw, onze Middelares; onze Voorspreekster, verzoen ons met uwen Zoon, beveel ons aan uwen Zoon, vertoon ons aan uwen Zoon.
Bid voor ons, o H. Moeder Gods,
Opdat wij der beloften van Christus waardig worden.
LAAT ONS BIDDEN.
Wij bidden u, o Heer! stort uwe genade in onze harten ^opdat wij, die door de verkondiging des Engels, de Menschwor-
266
H. MAAGD MARIA,
ding; van Christus, uwen Zoon, gekend hebben, door zijn lijden en kruis tot de heerlijkheid der verrijzenis gebragt worden. Door Christus, onzen Heer. Amen.
GEBED.
Herinner u , o goedertieren-ste Maagd Maria! dat het nimmer gehoord is, dat iemand, die tot u zijne toevlugt nam, uwe hulp inriep, of uwe voorbede verzocht, door u verlaten is geworden. Met dit vertrouwen bezield, neem ik ook mijne toevlugt tot u; o Maagd der maagden, Maria, Moeder van Jesus Christus! ik kom tot u, ik haast mij naar u; verzuchtend als een zondaar, sidderend sta ik voor u. Ik bid u, o Beheerscheres der wereld! o Moeder van het een-
267
268 LIANIE, ENZ.
wig Woord! versmaad mijne gebeden niet, maar hoor mij aan in genade; verhoor mij ongelukkige; die tot u uit dit tranendal zijne stem verheft. Sta mij bij, smeek ik u, in al mijne behoeften, nu en altijd, en vooral in het uur van mijnen dood. O genadige! o goedertierene! o zoete Maagd Maria!
TOT ME DOOI).
LITANIE
TOT JESUS OM ZALIG TE STERVEN.
Heer Jesus, goedertieren en barmhartige Go cl! ik verschijn voor u met een ootmoedig, verslagen en vermorzeld hart, en beveel u mijn laatste uur, en al hetgeen op hetzelve volgen zal.
Wanneer het verstijven mijner voeten mij zal verwittigen, dat mijn wandel in deze wereld wel-
VOORBEREIDINGS-GEBEDEN
dra voleind zal wezen, barmhartige Jesus 1 ontferm u dan mijner.
Wanneer mijne oogen door den naderenden dood verduisterd en gebroken, zich stervende tot ii zullen wenden , barmhartige Jesus! ontferm u dan mijner.
Wanneer miine bevende koude lippen voor de laatste maal uwen aanbiddelijken naam zullen aanroepen , barmhartige Jesus! ontferm u dan mijner.
Wanneer mijn aangezigt verbleekt, lood verwig en misvormd in hen, die mijn sterf bed omringen, medelijden en afschrik zal verwekken en het uitbarstende doodzweet mijn aanstaand einde zal verkondigen, barmhartige Jesus! ontferm u dan mijner.
Wanneer mijne ooren, reeds gesloten voor alle menschel ij ke
270
TOT DïïN DOOD.
taal, nog naar het uitspreken van het vonnis zullen luisteren, dat mij van het getal der levenden zal afscheiden, barmhartige Jesus! ontferm u dan mijner.
Wanneer mijn geest, verontrust door het beschouwen van mijne menigvuldige zonden, en bevangen door de vrees voor uw oordeel, met den Engel der duisternissen zal worstelen, die alsdan mij het betrouwen op uwe oneindige barmhartigheid zal trachten te benemen, om mij daardoor tot wanhoop te brengen, barmhartige Jesus! ontferm u dan mijner.
Wanneer mijn afgemat en onder de smarten bezwijkend hart, door de vrees voor den dood bevanaen, en door den strijd tegen den vijand mijner
271
272 VOORBEREIDINGS GEBEDENquot;
zaligheid, krachteloos en uitgeput 7 breken zal, barmhartige Jesus! ontferm u dan mijner.
Wanneer ik mijne laatste tranen zal storten, neem dan dezelve aan als tranen van berouw, opdat ik als een boetvaardige sterve; in dat angstvol oogen-blik, barmhartige Jesus! ontferm u dan mijner.
Wanneer mijne bloedverwanten en vrienden, ontsteld door mijnen ellendigen staat, u voor mij zullen aanroepen, barmhartige Jesus! ontferm u dan mijner.
Wanneer ik bet gebruik van mijne zintuigen geheel zal verloren hebben, de gansche wereld voor mij zal verdwenen zijn, en ik zieltogend uitgestrekt zal liggen , barmhartige Jesus! ontferm u dan mijner.
TOT DEN DOOD.
Wanneer de laatste zuchten van mijn hart, mijne ziel en mijn ligchaam zullen doen scheiden, zie dan deze laatste zuchten aan, als verzuchtingen van een heilig verlangen om met u te zijn, en, barmhartige Jesus! ontferm u dan mijner.
Wanneer mijne ziel reeds op mijne lippen zwevende, voor altijd afscheid zal nemen van deze wereld, en mijn ligchaam koud, verstijfd en levenloos zal achterlaten, ontvang dan de vernietiging van mijn aardsch leven als een teeken van vereering en erkenning van uwe Oppermajesteit , en barmhartige Jesus! ontferm u dan mijner.
En wanneer, eindelijk, mijne ziel voor uwen regterstoel zal verschijnen, en voor de eerste
273
274 VOOR BEREID IN G S-G E BEDE N
maal den luister uwer heerlijkheid zal aanschouwen 7 verwerp haar dan niet van uw aanschijn, maar gewaardig u haar in den schoot uwer barmhartigheid te ontvangen; opdat zij uwen lof zinge in alle eeuwigheid,barmhartige Jesus! ontferm u mijner, en wees mij dan genadig.
GEBED.
0 God! die ons tot den dood veroordeeld hebt, doch het oogenblik en het uur van ons sterven voor ons verborgen houdt, geef dat ik al de dagen mijns levens in regtvaardigheid en heiligheid doorbrenge, opdat ik, door uwe genade, eenmaal in vrede en in uwe heilige liefde deze wereld verlate. Door onzen Heer Jesus Christus, uwen Zoon,
TOT DEN DOOD.
die leeft en heerscht met u, in de eenheid des H. Geestes. Am.
GEBED OM EENEN ZALIGEN DOOD.
Groote God! God van oneindige regtvaardigheid en van grenzelooze barmhartigheid, geef , dat ik nimmer vergete, dat door de zonde van den eersten mensch de dood in de wereld is gekomen, doe mij aanhoudend het beeld des doods voor de oogen zweven, opdat ik mijn hart losrukke van de wereld en hare begeerlijkheden — dat ik dagelijks mijne aardsche genegenheden afsterve, en altijd voortgaande in de wegen uwer geboden, in uwe vrees; in uwe liefde ook ieder uur bereidvzij, om door den dood van hier te gaan. Ach, Heer! hoe verlang
275
276 VOORBEREIDINGS-GEBEDEN
ik met u, en met mijnen Zaligmaker, Jesus Christus, te zijn! Hoe verlangt mijne ziel den dood der zaligen te sterven, en in het bezit van uw aanschijn, in het genot uwer zaligheid, eeuwig, oneindig gelukkig te wezen ! O Jesus! om het dierbaar bloed, dat gij voor mij vergoten hebt, om de verdiensten van uwen dood, die de wereld heeft vrijgekocht, geef mij de genade van eenen zaligen dood. Beziel mij in mijn leven met den geest van ootmoed en boetvaardigheid; daii zal ik noch de wereld, noch iets, wat tot de wereld behoort, beminnen; en versterkt door uwe genade, gezuiverd door uwe Sacramenten; gespijsd met uw eigen vleesch en bloed, vol geloof, vol vertrouwen, vol
TOT DEN DOOD. 277
liefde, zal ik altijd, en vooral in mijn laatste uur, bereidwillig u de offerande van mijn leven opdragen, Zoo, o Jesus! zult gij mij heilig doen leven, zoo zult gij mij zalig doen sterven; en noch leven, noch dood zal mij immer kuimen scheiden van uwe liefde, o Jesus! Amen.
GEBED IN EENE SMARTELIJKE ZIEKTE, OF ANDERE GR00TE DROEFHEID,
O goedertierenste Jesus! ge-waardig u, mij met uwe genadige vertroostingen te ondersteunen. Mijn hart is in mij ontsteld, en ik ga den geheelen dag bedroefd, omdat door... {Hier voegt men de reden van zijne droefheid hij) de rust en vreugde van mijn gemoed mij ontnomen zijn. O mijn Jesus! gelijk
278 V00RBEREIDINGS-6EBBDEN
gij ten tijde van uwe droefheid in den hof der Olijven, zoo word ook ik nu als gedwongen om uit te roepen: Mijne ziel is bedroefd tot den dood toe! Wee mij, omdat ik gezondigd heb, daarom heeft de droefheid mijn hart vervuld. O Heer! mijn God, ik belijd u mijne misdaden; doch, met betrouwen op uwe barmhartigheid, smeek ik om vergiffenis derzelve, en om de kwijtscl leiding der straffen, die ik aan uwe regtvaardigheid verschuldigd ben. Ontferm u mijner, o Jesus, kom mij in mijnen nood en mijne zwarigheden te hulp; verlos mij van hetgeen mij naar ziel en ligchaam bedroeft; verleen mij ten minste die hulp,
door welke ik mijn lijden en tegenspoed zoo geduldig ver- ^
TOT DEN DOOD. 271)
drage, dat ik in mijne droefheid ii nooit vergramme, maar voor het lijden van dezen tijd de eeuwige vertroosting van n bekome. Amen.
GEBED IN EENE DOODELIJKE ZIEKTE.
O Jesus! mijn Zaligmaker, in wien ik geloof, op wien ik hoop, en wien ik bemin: de tijd is eindelijk gekomen; dat het stof in stof moet verkeeren, en dat mijne ziel zal wederkeeren tot u, die haar geschapen en haar hier gezonden hebt. Open haar; o Jesus! de deur des levens; ontvang mij, o mijn God! volgens de grootheid uwer barmhartigheden, gij, die eenen moordenaar, die u aan het kruis aanriep , niet verstoeten hebt. Wie ben ik, o God! dat ik tot u mijne
280 VOORBEKEIDINGS-GEBEDEN
toevlugt durf nemen? Een zondaar ? sedert lang in boosheid gevoed, een dood ligchaam, vol bederf en verrotting, eene spijs der wormen. Vergeef mij mijne zonden, o mijn (iod! Zou hetu eene roemrijke zegepraal zijn tegen mij te strijden en mij te overwinnen, die voor u minder ben dan een stroohalm, die door den wind wordt geslingerd? Vergeef mij dan mijne zonden, en hef den arme op van dezen mesthoop. Sta op en kom mij te hulp, sta op, verwerp mij niet voor altijd: mijn gebed klimme op tot u, en uwe hand strekke zich uit om mij zalig te maken. Van het hoofd tot de voeten is er in mij geene gezondheid; en indien gij niet voor mij aan het kruis gestorven waart, zou
TOT DEN DOOD.
mijne ziel niets anders verdienen dan de hel. Verstoot niet een deel van hetgeen gij zoo duur hebt gekocht; versmaad geen schepsel, waarvoor gij uw dierbaar bloed hebt gestort. Gij hebt beloofd; o God! dat een zondaar, op wat uur hij zijne zonden beweenen zal, zalig zal worden; ik beken ze, ze zijn mij leed, al mijne ongeregtigheden staan voor mijne oogen.
Ik verdien niet meer uw zoon genoemd te worden, want tegen den Hemel en tegen u heb ik gezondigd, maar laat mij een woord van troost en blijdschap hooren, keer uw aanschijn van mijne zonden af, wisch al mijne boosheden uit, volgens uwe oneindige barmhartigheid; handel niet met mij volgens mijne
64 '10.
281
282 VOORBEREIDINGS-GEBEDEN
verdiensten; maar volgens uwe goedheid: neem mij in genade op in de woonplaats uwer heerlijkheid, opdat ik mijne lofzangen eeuwig moge voegen met degenen, die u daar loven en danken in der eeuwigheid.
OEFENING VAN VOLDOENING.
Om te voldoen aan u, o goddelijke regtvaardigheid! zoo veel als ik kan, aanvaard ik van harte den naderenden dood.
Het is regtvaardig; dat de ziel, die zich zoo menigmaal heeft afgescheiden van God om hare driften te volgen, nu ook gescheiden worde van haar ligchaam.
Ik ben te zeer gehecht geweest aan de schepselen, en daarom ben ik bereid die alle te verlaten.
TOT DEN DOOD.
Ik heb u, mijn God! verbeten, toen ik leefde; het is dus regtvaardig, dat ik nu ook vergeten worde door de menschen.
Al mijne zinnen hebben mij gediend tot zonde, het is dus redelijk, dat ik hun gebruik nu moet missen.
283
YOOR AFGESTORVESEN.
GEBED
VOOR BISSCHOPPEN EN PRIESTERS.
O God! die uwen dienaar N. tot de waardigheid van Bisschop of van Priester verheven hebt, hem deel gevende aan het Priesterschap der Apostelen, geef ook, dat hij met hen de hemel-sche glorie eeuwig genieten moge. Door onzen Heer Jesus Christus. Amen.
GEBED VOOR EEN' MAN.
Verhoor, Heer! de gebeden, door welke wij uwe barmhartigheid ootmoedig smeeken, dat gij de ziel van uwen dienaar N.
GEBEDEN, ENZ.
dien gij uit deze wereld geroepen hebt, in het verblijf van -vrede en licht plaatsen en haar in de glorie uwer Heiligen wilt doen deelen. Door Jesus Christus onzen Heer. Amen.
GEBED
VOOR EENE OVERLEDENE VROUW.
Heer! die oneindig goed zijt7 wij smeeken u, ontferm u over de ziel uwer dienaresse N, en geef haar deel aan de eeuwige zaligheid, na haar van de besmetting dezes sterfelijken levens verlost te hebben. Dit bidden wij u door Jesus Christus, onzen Heer. Amen.
GEBED
VOOR VRIENDEN EN WELDOENERS
O God, die den zondaren vergiffenis schenkt en behagen
285
286 GEBEDEN VOOR
schept in de zaligheid der men-schen! wij smeeken uwe barmhartigheid, door de voorspraak* van de gelukzalige Maria, altijd Maagd, en van al uwe Heiligen, dat gij onze broeders,bloedverwanten en weldoeners, welke uit deze wereld gescheiden zijn, tot de eeuwige gelukzaligheid toelaten wilt. Door Jesus Christus onzen Heer. Amen.
GEBED VOOR ALLEGELOOVIGE ZIELEN.
O God, Schepper en Verlosser van alle geloovigen! schenk aan al uwe dienaars en dienaressen vergiffenis van hunne zonden, opdat zij de genadige kwijtschelding, naar welke zij altijd verlangd hebben, door onze ootmoedige gebeden mogen verwerven. Gij, die leeft en re-
AFGESTORVENEN.
geert in alle eeuwen der eeuwen. Amen.
GEBED VOOR VADEE OF MOEDER.
O God! die ons bevolen hebt vader en moeder te eeren, ontferm u over de ziel mijns vaders {of mijner moeder, of over de zielen mijner ouders). Vergeef zijne (hare of hunne) zonden, en geef, dat ik hem (haar o/hen) eenmaal in hst verblijf der eeuwige glorie aanschouwen moge. Door J. C., onzen Heer. Amen.
GEBED OP DEN STERFDAG.
Heer! wij bevelen u de ziel aan van uwen dienaar (o/van uwe dienaresse) N; opdat hij (of zij) der wereld afgestorven zijnde; bij u leven moge: en het-gene, wat hij (of zij) door de
287
288 GEBEDEN, ENZ.
menschelijke handelingen misdreven heeft, door uwe genadige goedertierenheid moge uitgewischt worden. Door Jesus Christus, onzen Heer. Amen.
GEBED OP EEN JAARGETIJDE.
O God, aan wien het eigen is te sparen en genadig te zijn! verleen aan de zielen uwer dienaren en dienaressen, wier jaargetijde wij houden, de plaats van verkoeling, de rust der zaligheid en den luister van het eeuwige licht. Door Jesus Christus, onzen Heer. Amen.
Heer geef (hun of haar) de eeuwige rust.
En dat het eeuwige licht (hun of haar) verschijne.
Dat hij (of zij) ruste in vrede.
Amen.
DAGELÏJKSCHE HERINNERINGEN
VOOll DE
GELOOVIGE ZIELEN
IN HET VAGEVUUR.
ZONDAG.
Voor de ziel, die het meest verlaten is.
O aanbiddelijke Jesus! ik bid u door uw allerdierbaarst bloed, dat gij vergoten hebt in den Hof der Olijven, verlos de zielen uit de vlammen des vagevuurs, bijzonder de ziel, die liet meest verlaten is, en breng haar bij u in de hemelsche glorie, opdat ze u aldaar love en zegene in eeuwigheid. Amen,
Onze Vader, Wees qeqroet.
G4 ' 17 A
290 HERINNERINGEN VOOR
MAANDAG.
Voor de ziel, die het naast hij hare verlossing is.
O aanbiddelijke Jesus! ik bid u door uw allerdierbaarst bloed, dat gij vergoten hebt in uwe gee-seling, verlos de zielen, uit de vlammen des vagevuurs, bijzonderlijk de ziel, die het naast bij hare verlossing is, en breng haar in uwe hemelsche glorie, opdat ze ü aldaar love en zege-ne in eeuwigheid. Amen.
Onze Vader, Wees gegroet.
DINGSDAG.
Voor de ziel, die het meest moet lijden.
O aanbiddelijke Jesus! ik bid u door uw allerdierbaarst bloed,
DE AFGESTORVENEN.
dat gij vergoten hebt in uwe kroo-nmg7 verlos de zielen uit de vlammen des vagevuurs, bijzonderlijk do ziel, die het meest moet lijden, en breng haar bij u in de hemelsche glorie, opdat ze u aldaar love en zegene in eeuwigheid. Amen.
Onze Vader, Weesgegroet.
WOENSDAG-
Voor de ziel die de meeste verdiensten heeft.
O aanbiddelijke Jesus! ik bid u door uw allerdierbaarst bloed; dat gij vergoten hebt in uwe kruisiging, verlos de zielen uit de vlammen des vagevuurs; bijzonderlijk de ziel, die de meeste verdiensten heeft, en breng haar bij u in de hemelsche glorie,
291
HERINNERINGEN VOOR
opdat ze u aldaar love en zege-ne in eeuwigheid. Amen.
Onze \ader^ Weesgegroet.
DONDERDAG-
Yoor de ziel die aan de aller-
heüigste Maagd het aangenaamste is.
O aanbiddelijke Jesns! ik bid n door uw allerdierbaarst bloed, dat gij vergoten hebt, ten tijde dat gij aan den galgenboom des kruises hangende waart, verlos de zielen uit de vlammen des vagevuurs, en bijzonderlijk de ziel, die aan uwe lieve Moeder de aangenaamste is; en breng haar bij u in de hemelsche glorie, opdat ze u aldaar love en zegene in eeuwigheid. Amen.
Onze Vader, Wees gegroet.
292
DE AFGESTORVENEN.
VRIJDAG-Voor de ziel, aan welke gij meest verhonden zïjt.
O aanbiddelijke Jesus! ik bid u door uw allerdierbaarst bloed, dat gij na uwen dood in liet zuivere lijnwaad gedrukt hebt, verlos de zielen uit de vlammen des vagevuurs, bijzonderlijk de ziel, aan welke ik het meest verbonden ben, en breng haar bij u in de hemelsche glorie, opdat ze u aldaar love en zegene in eeuwigheid. Amen.
Onze Vader, Weesgegroet.
ZATURDAGr.
Voor de ziel, die aan mijnezonden
en mijn lasteren het meest is ondericorpen geweest.
O aanbiddelijke Jesus! ik bid
293
294 HERINNERINGEN, ENZ.
u door uw allerdierbaarst bloed, hetwelk na uwen dood en lijden op den grond gedrupt is, verlos de zielen uit de vlammen des vagevuurs, bijzonderlijk de ziel, die aan mijne zonden en mijn lasteren het meest is onderworpen geweest, en breng haar bij u in de hemelsche glorie, opdat ze u aldaar love en zegene in eeuwigheid. Amen.
Onze Vader, Wees gegroet.
VESPER-PSALMEN
OP ZOOAGr.
O God! zie op tot mijne hulp.
Heer! haast u om mij te helpen.
Eere zij den Yader, den Zoon en den H. Geest.
Gelijk het was in het begin nu en altijd, en in de eeuwen der eeuwen. Amen. Alleluja.
Van Septuagesima tot Paschen, zegt men in plaats van Alleluja:
Lof zij u, o Heer, Koning der eeuwige heerlijkheid!
I. PSALM 109.
De Heer heeft tot mijnen Heer gezegd: zit aan mijne reg-terhand.
VESPERPSALMEN
Tot dat ik uwe vijanden tot eene bank uwer voeten zal stellen.
De Heer zal uit Sion den schepter uwer magt doen komen : heersch in liet midden uwer vijanden.
Bij u is het vorstendom ten dage uwer kracht met vollen luister van heiligheid, vóór den dageraad heb ik u uit den schoot voortgebragt.
De Heer heeft gezworen, en het zal hem niet berouwen: gij zijt Priester in eeuwigheid, volgens de orde van Melchisedech.
De Heer is aan uwe reg-terhand: hij heeft in den dag zijner gramschap de Koningen vernield.
Hij zal regt doen onder de volkeren: Hij zal de verwoes-
296
OP ZONDAG. 297
tingen vermeerderen: de hoofden van vele landen zal Hij verdelgen.
Hij zal op den weg uit de beek drinken: daarom zal Hij zijn hoofd opheffen.
Eere, zij den Vader, enz.
ir. PSALM 110.
Ik zal ii loven, Heer! uit geheel mijn hart in den raad der regtvaardigen en in de vergadering.
De werken des Heeren zijn groot; zij zijn uitgelezen volgens al zijn welbehagen.
Zijn werk is lof en heerlijkheid, en zijne regtvaardigheid duurt in alle eeuwigheid.
De genadige en barmhartige Heer heeft een gedenkteeken zijner wonderen gesteld; Hij
64 1quot;-
298 VESPER-PSALMEN
heeft eene spijs gegeven aan hen, die Hem vreezen.
Hij zal in eeuwigheid aan zijn verbond gedenken: de kracht zijner werken zal Hij aan zijn volk bekend maken.
Om hun het erfdeel der Heidenen te geven. De werken zijner handen zijn waarheid en geregtigheid.
Al zijne bevelen zijn getrouw voor eeuwig bevestigd: zij zijn in waarheid en regtvaardigheid.
Hij heeft verlossing aanzijn volk gezonden; Hij heeft zijn verbond in eeuwigheid gehouden.
Heilig en ontzaggelijk is zijn naam; cle vrees des Heeren is het beginsel der wijsheid.
Het verstand is goed voor allen, die er naar handelen:
OP ZONDAG.
zijn lof blijft in alle eeuwigheid.
Eere, zij clenYader, enz.
III. PSALM 111.
Gelukkig is de man, die den Heer vreest, die groot vermaak schept in zijne geboden.
Zijn zaad zal magtig zijn op aarde; het geslacht der opregten zal gezegend worden.
In zijn huis zal luister en rijkdom wezen; en zijne regt-vaardigheid duurt in alle eeuwigheid.
Voor de opregten is in de duisternis een licht opgerezen; de genadige, barmhartige en regtvaardige God.
Welbehagelijk is aan God de mensch, die medelijden heeft, en uitleent; hij zal zijne woorden met oordeel beschikken, want
299
VESPER-PSALMEN
hij zal in eeuwigheid niet wankelen.
De regtvaardige zal in een eeuwig aandenken zijn; hij zal voor geen kwaad gerucht vreezen.
Zijn hart is bereid om op den Heer te vertrouwen; zijn hart is versterkt: hij zal niet ontroerd worden, tot dat hij op zijne vijanden nederziet.
Hij beeft den armen zijn goed uitgedeeld: zijne regt vaardigheid duurt in alle eeuwigheid, en zijne magt zal met luister verheven worden.
De zondaar zal het zien, en gram worden; hij zal op zijne tanden knarsen en uitteeren: de begeerte der goddeloozen zal vergaan.
Eere, zij den Vader, enz.
300
OP ZONDAG.
IV. PSALM 112.
Looft den Heer, gij, dienaren, looft den naam des Hoeren!
De naam des Heeren zij verheerlijkt: van nu af tot in eeuwigheid.
Yan den opgang der zon tot haren ondergang, is de naam des Heeren lofwaardig.
De Heer is verheven boven al de volkeren; en boven de hemelen is zijne heerlijkheid.
Wie is gelijk den Heer, onzen God, die in het hooge woont, en die uit den Hemel op het nederige en op de aarde zijne oogen slaat?
Die den behoeftige uit het stof opwekt, en den arme uit het slijk oprigt?
Om hem te zetten bij de vor-
VESPER-PSALMEN
sten, bij de vorsten van zijn volk.
Die de onvruchtbare in een talrijk huisgezin doet wonen; en haar eene blijde moeder van kinderen maakt.
Eere, zij den Yader, enz.
V. PSALM 113.
Als Israël uit Egypte trok, het huis van Jacob uit een vreemd volk.
Toen werd het Joodschevolk aan God toegeheiligd: Israël werd zijne heerschappij.
De zee zag het en vlugtte;de Jordaan keerde terug.
De bergen sprongen op als rammen en de heuvelen als lammeren der schapen.
Wat was u, o zee, dat gij vlugttet en gij, Jordaan, dat gij terugkeerdet!
302
OP ZONDAG. 303
Dat gij, bergen, opsprongt als rammen ? en gij, heuvelen, als lammeren cler schapen?
De aarde daverde voor het aanschijn des Heeren: voor het aanschijn van den God van Jacob.
Die den harden steen veranderde in overvloedige wateren, en de rots in waterbronnen.
Met ons. Heer! niet ons, maar geef de eer aan uwen naam.
Om uwe barmhartigheid en uwe waarheid, opdat de heidenen nooit zeggen: waar is hun God?
Doch onze God is in den Hemel; Hij doet al wat Hem behaagt.
De afgoden der volkeren zijn zilver en goud: werken van 's menschen handen.
Zij hebben eenen mond, doch
VESPER-PSALMEN
sten, bij de vorsten van zijn volk.
Die de onvruchtbare in een talrijk huisgezin doet wonen; en haar eene blijde moeder van kinderen maakt.
Eere, zij den Yader, enz.
V. PSALM 113.
Als Israël uit Egypte trok, het huis van Jacob uit een vreemd volk.
Toen werd het Joodschevolk aan God toegeheiligd: Israël werd zijne heerschappij.
De zee zag het en vlugtte;de Jordaan keerde terug.
De bergen sprongen op als rammen en de heuvelen als lammeren der schapen.
Wat was u, o zee, dat gij vlugttet en gij, Jordaan, dat gij terugkeerdet!
302
OP ZONDAG.
Dat gij, bergen, opsprongt als rammen? en gij, heuvelen, als lammeren cler schapen?
De aarde daverde voor het aanschijn des Heeren: voor het aanschijn vandenGod van Jacob.
Die den harden steen veranderde in overvloedige wateren, en de rots in waterbronnen.
Niet ons, Heer! niet ons, maar geef de eer aan uwen naam.
Om uwe barmhartigheid en uwe waarheid, opdat de heidenen nooit zeggen: waar is hun God?
Doch onze God is in den Hemel; Hij doet al wat Hem behaagt.
De afgoden der volkeren zijn zilver en goud: werken van 's menschen handen.
Zij hebben eenen mond, doch
303
VESPER-PSALMEN
spreken niet; zij hebben oogen maar zien niet.
Zij hebben ooren,maarhooren niet; zij hebben neuzen, maar rieken niet.
Zij hebben handen, doch voelen niet; zij hebben voeten, maar wandelen niet; zij maken geen geluid met hunne keel.
Dat zij, die dezelve maken, hun gelijk worden, en allen, die er op vertrouwen.
Het huis van Israël hoopt op den Heer: Hij is hun helper en beschermer.
Het huis van Aaron hoopt op den Heer, Hij is hun helper en beschermer.
Degenen, die den Heer vreezen , hopen op Hem: Hij is hun helper en beschermer.
De Heer is ons indachtig ge-
OP ZONDAG.
weest en heeft ons gezegend.
Hij heeft het huis van Israël gezegend; Hij heeft het huis van Aaron gezegend.
Allen, die den Heer vreezen, heeft Hij gezegend, zoo kleinen als grooten.
De Heer zegene u meer en meer, u en uwe kinderen.
Wees gezegend van den Heer; die hemel en aarde gemaakt heeft.
De bovenste hemel is voor den Heer; maar de aarde heeft Hij gegeven . aan de kinderen der menschen.
De dooden, o Heer! zullen u niet loven, noch allen, die in het graf dalen.
Maar wij, die leven, loven den Heer, van nu af tot in eeuwigheid.
Eere, zij den Yader, enz.
305
VESPER-PSALMEN
LOFZANG VAN MARIA LUC. 1.
Mijne ziel verheft den:Heer.
En mijn ^eest heeft zich ver-heugdin God, mijnenZaligmaker.
Omdat Hij de nederigheid zijner dienstmaagd heeft aangezien; want zie van nu af zullen alle geslachten mij zalig noemen.
Omdat Hij, diemagtigis,aan mij groote dingen gedaan heeft: zijn naam is heilig.
En zijne barmhartigheid is van geslacht tot. geslacht over hen, die Hem vreezen.
Hij heeft magt door zijnen arm gedaan: Hij heeft degenen, die hoovaardig in de gedachten van hun hart zijn, verstrooid.
Hij heeft de magtigen van den zetel afgezet, en de nede-rigen heeft Hij verheven.
306
OP ZONDAG.
Hij heeft de hongerigen met goederen vervuld, en de rijken ledig heen gezonden.
Hij heeft Israël zijnen dienaar, opgenomen, indachtig zijnde zijner barmhartigheid:
Gelijk Hij tot onze voorvaders gesproken heeft, tot Abraham en zijn nageslacht in eeuwigheid. Eere, zij den Yader, enz.
307
ANTIPHONEN
TER EERE VAN MARIA, WELKE OOK IN HET LOF GEBRUIKT WORDEN.
Roemwaarde Moeder, die den
Zaligmaker baarde,
Die ons den toegang- baant tot
'themelsch hof en schijnt Gelijk eenquot; ster op zee, die nooit
uit 'toogverdwijnt!
Help ons, die struikelen en vallen hier op aarde,
Maar wenschen op te staan: gij
immers Moeder zijt üw scheppers (schoon natuur dit
wonder tegenstrijdt.)
O gij; die voor en na bleelt Maagd! laat ons u wenschen. Met Uabriël het: Weesgegroet, Maria, Moeder honig zoet!
ANTIPHONEN.
En toon tocli uwe gunst aan zwakke en kranke menschen. De Engel des Heeren heeft Maria geboodschapt,
En zij heeft ontvangen van den H. Geest.
LAAT ONS BIDDEN.
Stort, bidden wij u, Heer! uwe genade in onze harten; opdat wij, die door de boodschap des Engels de Menschwording gekend hebben van Christus ,uwen Zoon, door zijn lijden en kruis tot de glorie van zijne verrijzenis mogen geraken. Door denzelfden Christus onzen Heer. Amen.
309
ANTIPHONEN.
Van Kersavond tot des avonds vóór Lichtmis zegt men, in plaats van het vorige vers en gebed:
Na het baren zijt gij eene onbevlekte Maagd gebleven.
O H. Moeder Gods! wees onze voorspreekster!
LAAT ONS BIDDEN.
O God, die door de vruchtbare zuiverheid van de H.Maria aan het menschelijke geslacht de gave der eeuwige zaligheid vergund hebt! wij bidden u dat wij de kracht van hare voorspraak mogen gewaar worden door wie wij verdiend hebben te ontvangen de bron des levens, onzen Heer Jesus Christus, uwen Zoon. Amen.
310
ANTIPHONEN.
Van Lichtmisdag tot den woens-dag in de goede week.
Ik ^roet u, i's hemels Koningin, Der Engelen roem, en hun
Vorstin,
O zegenbron, o eed'le Stam, O deur, waar ons het Licht door kwam!
Ik groet u, hoogverhevene Maagd,
Die zonder weerga God behaagt! Wel aan, bid Jesus uwen Zoon, Dat Hij ons met zijn zegen loon'. Ge waardig, o H. Maagd! dat ik u love.
Geef mij sterkte tegen uwe vijanden.
LAAT ONS BIDDEN.
Ondersteun, o genadige God! onze krankheid door de kracht van uwe genade; en gun dat wij,
311
ANTIPHONEN.
die de gedachtenis houden van de H. Maagd en Moeder Gods, door den bijstand van hare voorspraak mogen opstaan van onze zonden. Door Jesus Christus, onzen Heer. Amen.
\an Faasch avond tot zaturdag voor ff. Drievuldiglieidsdag.
Verheug u, o Koningin des hemels! Alleluja.
Omdat Hij, dien gij verdiend hebt in uw ligchaam te dragen. Alleluja.
Verrezen is gelijk Hij gezegd
heeft. Alleluja.
Bid God voor ons Alleluja,
Verheug en verblijd u, O H. Maagd Maria! Alleluja.
Want de Heer is waarlijk verrezen. Alleluja.
3! 2
ANTIPHONEN.
LAAT ONS BIDDEN.
O God, dieugewaardigdhebt door de verrijzenis van uwen Zoon onzen Heer Jesus Christus de wereld te verblijden! geef, bidden wij, dat wij door de voorspraak van zijne Moeder, de allerheiligste Maagd Maria, de vreugd mogen genieten van het eeuwige leven. Door Jesus Christus onzen Heer. Amen.
Van zaturdag na Pinksteren tot den Advent
Wees gegroet, o Koningin, Moeder der barmhartigheid! ons leven, onze zoetigheid en onze hoop, wees gegroet! Tot u roepen wij, verbannen kinderen van Eva. Tot u verzuchten wij, kermende en weenende in dit dal
64 18
313
ANTIPHONEN.
der tranen. Wel aan dan, onze Middelares! keer uwe barmhartige oogen tot ons. En toon ons na deze ballingschap de gezegende vracht uws ligchaams, Jesns. 0 genadige, o mededoo-gende, o zoete Maagd Maria.
Bid voor ons, H. Moeder Gods!
Opdat wij waardig worden der beloften van Christus.
LAAT ONS BIDDEN.
Almagtige, eeuwige God, die het ligchaam en de ziel van de glorierijke Maagd en Moeder Maria, door de medewerking van den H. Geest bereid hebt, om eene waardige woonplaats te worden voor uwen Zoon! geef, dat wij, die ons in hare gedachtenis verheugen, door haregoe-dertierene voorspraak van het te-
314
ANTIPHONEN. 315
genwoordige kwaad, en van den eeuwigen dood mogen verlost worden. Door Christus onzen Heer. Amen.
De goddelij ke hulp blij ve altijd met ons. Amen.
Eindelijk hielt men het Onze Yader, het Wees gegroet, en het Geloof, gansch in stilte.
GEBEDEN
ONDER HET LOF-
ONDER DEN EEESTEN ZEGEN.
Geloofd en gedankt zij ten allen tijde het allerheiligste en goddelijke Sacrament des Altaars. Zegen mij, o Heer Jesns! met den Yader en den H, Geest, versterk mij door uwe genade, om zoo te leven volgens uwen H. wil, dat geheel mijn leven tot uwe meerdere eer en gloriestrek-ke. Geef aan de regtvaardigen volharding, aan de zondaren vergiffenis en aan de geloovige zielen de eeuwige rust; help ons allen, nu en in het uur van onzen dood. Amen.
GEBEDEN, ENZ.
GEBEDEN
TOT JESUS IN HET HEILIG SACR AMENT.
Ik aanbid n, o Jesus! die hier tegenwoordig zijt in het allerheiligste Sacrament. O onbegrijpelijke liefde van n, mijn Jesus! die u zoo laat vernederen, en wil nederkomen tot ons, waarover de Engelen zei ven verwonderd en verbaasd zijn; en hoe bezwijk ik niet oJesns! van liefde en dankbaarheid, als ik dit hier voor u overdenk.
De Ark des Yerbonds in de oude wet was maar eene af beelding van dit II. Sacrament, en nogtans de heilige Profeten kwamen daar tot hunnen Heer en God met eene groote eerbiedigheid en betrouwen, Hem hunnen nood vertoonende. Zij rie-
64 ''18.
317
GEBEDEN
pen met verwondering; O God der Heerkrachten, hoe liefelijk zijn uwe tabernakelen hoe wen-schelijk en zoet is het vertrouwen voor uwe Altaren, en hoe is het mogelijk, dat een God wil wonen met de mensdien! Maar hoe veel te meer moeten wij clit zeggen van het Allerheiligste Sacrament, in hetwelk gij, o Jesus! tegenwoordig zijt met uwe heerlijkheid, gelijk gij zijt in den hemel, en ons zoo nabij. Stort dan in mij een groot en levend geloof ten opzigte van dit allerheiligste Sacrament, waaruit spruit de groote eerbiedigheid en liefde, met welke wij voor u in hetzelfde H. Sacrament moeten verschijnen.
O mijn Jesus! de Engelen en heilige Ouderlingen omringen
318
ONDER KET LOF.
uwen troon in den hemel (gelijk uw Apostel Joannes zegt) alwaar gij dat geslagte Lam zijt; zij werpen zich neder voor u, en zingen den nieuwen lofzang van zegening, omdat gij zijtge-slagtofferd, zeggende: Het Lam, dat is gedood, is viaardig te ontvangen kracht, goddelijkheid en wijsheid, sterkte, eer, glorie en zegen. Gij zijt. o Jesus! dat zelfde geslagte Lam, hier tegenwoordig in het heilige Sacrament, alwaar uwe Engelen verschijnen, en neder vallende, u aanbidden, gelijk zij doen in den hemel.
Geef mij, dat ik, een arm wormpje, eenigzins mag navolgen de diepe vernedering en vurige aanbidding van de he-melscheGeesten, geef mij, dat ik mij zei ven hier aanzie als ge-
319
GEBEDEN
mengd onder hen, met hen roepende: Heilig, heilig, heilig!
Ik wensch duizendmaal, dat aan u, o, in dit H. Sacrament verborgen God! bewezen worde door geheel de wereld alle eerbiedigheid, dankbaarheid en liefde, en dat alle knieën voor u gebogen worden met de allerdiepste nederigheid, voorzoo vele onteeringen, lasteringenen ongelijk, welke u ooit in dit allerheiligste Sacrament zijn aangedaan.
O Jesus! doe mij zien uwe liefde, die gij ons toont in dit H. Sacrament; en gelijk gij in hetzelve uw vermaak schept te zijn met de kinderen der men-schen, en ons te voeden met uw eigen vleesch en bloed; dat ik mijn vermaak scheppe in hier te
320
ONDER HET LOF.
komen bij u, en bij u te blijven, en ii te beminnen. En dat deze liefde in mij vermeerdere, zoo dikwijls als ik hier kom, omute aanbidden en uwe wonderbare liefde te bemerken.
O Jesus, o goddelijk vuur van liefde! o vuur, dat altijd brandt, en niet vergaat! o liefde, die mijn G od zijt, ontsteek mij! Geef mij, dat ik hier overdenkende; dat Gij uit liefde voor mij zijt gestorven, door wederliefde ontstoken worde, om nu niet voor mij zeiven, maar voor u te leven.
Gij weet, o Jesus! hoe ellendig en arm wij van ons zeiven naar de ziel zijn, en dat wij zonder u niets kunnen doen; maar onze troost is: dat gij, zittende aan de regterhand des Yaders,
321
GEBEDEN
u ^ewaardigt te zijn onze middelaar en voorspreker; spreek dan voor ons; opdat wij door uwe bemiddeling de genade ontvangen, u getrouwelijk te dienen.
Heer Jesus! gij liebt ons in dit IL Sacrament achtergelaten de gedachtenis uws doods, dien gij nog gedurig opdraagt aan uwen N ader in den hemel en in dit heilig Sacrament: geef mij, dat ik, uwen dood hier gedenkende, denzeive mag navolgen met alle dagen te sterven aan de zonde en aan de wereld, en ten laatste den dood mag sterven in uwen geest, in den geest van opoffering, in den geest van boetvaardigheid en gehoorzaamheid — en dat ik dien lijd als een zondaar, tot straf en voldoe-
322
ONDER HET LOF.
ning voor mijne zonden; als schepsel, hetwelk wordt geslagt-offerd voor zijnen Schepper, als een christen, die u, o Jesuslwil navolgen, en aan u tracht gelijk te worden, en dat ik alsdan mijne ziel mag bevelen in uwe vaderlijke handen. Amen.
Hierbij kan men voegen de Litanie van het IL Sacrament, enz. zie hladz. 2S8.
GEBEDEN TOT DE H. MAAGD MARIA.
Ik groet u, allerheiligste Maagd, Dochter van God den Vader, Moeder van God den Zoon, Bruid van God den H. Geest, Tempel van de allerheiligste Drievuldigheid, ik groet u duizend en duizendmaal met al de Cherubijnen en Serafijnen, met al de Engelen en Heiligen
323
GEBEDEN
324
des hemels; ik verheug mij over de groote genade, met welke God u heeft begaafd. Wie zal uitspreken den lof en dankzegging, die u toekomt; gij, die door uwe bijzondere toestemming de verlorene wereld te hulp gekomen zijt, die door eene ongehoorde en glorierijke ontvangenis Christus, God enMensch, hebt ter wereld gebragt. Welken lof en dankzegging zal de boosheid van het menschelijk geslacht u daarvoor geven ? Maria, gij zijt onze Moeder, gij hebt onder het kruis ons ontvangen voor uwe kinderen, wij keeren ons tot u met groot betrouwen; gij weet, in welke gevaren en ellenden wij zijn; gij kent onze krankheid. Wie is er ooit door uverstooten geworden, die opregtelijk zijn
ONDER H10T LOF,
toevlugt tot ii heeft genomen? Tot u dan roepen wij, ballingen en kinderen van Eva, tot u zuchten wij, weenende en zuchtende in dit dal der tranen. Keer dan, o Maria, tot ons barmhartig de oogen uwer genade, en toon ons na deze ballingschap, Jesus,de gezegende vrucht uwsligchaaras. Amen.
ANDER GEBED.
Allerheiligste Maagd! wij kunnen u niet aangenamer zijn, dan, dat wij trachten te onderhouden al hetgene Jesus ons heeft bevolen; wij bidden u, verkrijg voor ons, dat wij God altijd boven alles beminnen; opdat wij met u eeuwig mogen genieten het onuitsprekelijk groote loon, dat
64 19
325
GEBEDEN
hij heeft bereid voor die hem beminnen.
Verkrijg ook voor ons, dat wij onzen naaste beminnen met eene ware 'liefde, opdat wij opregte leerlingen van uwen Zoon zijn mogen.
Uw leven, o Maria! is een altijddurend gebed en eene gedurige verkeering met Gocl geweest; verkrijg voor ons;datwij ten minste van verre u mogen navolgen 7 met dikwijls ons hart te verheffen tot God, en hem te bidden.
Als gij arm waart naar de wereld en rijk in deugden, zijt gij verkoren, om te wezen de Moeder van God, opdat wij zouden leeren, meer te trachten naar een deugdzaam leven, dan naar de rijkdommen der wereld.
326
I f-
ONDER HET LOF. 327
De Engel Gabriel, o Maria! heeft u gevonden 7 niet in het openbaar onder de menschen, maar alleen binnen's huis, opdat wij zouden leeren, dat het is in de eenzaamheid, alwaar de goddelijke inspraken , de goede gedachten en bewegingen des harten het best worden verstaan en gevoeld.
Ootmoedige Maagd! als gij verkoren waart om de Moeder van God te zijn, zoo vernederdet gij u zoo veel te meer. Gij gingt zelve uwe nicht Elisabeth bezoeken , om haar te dienen; leer ons navolgen uwe ootmoedigheid en ^ de bezoeken gebruiken om elkander gedienstig te zijn, en door godvruchtige zamenspraken el-K kander te stichten.
O Maria! hoe dikwijls zijt gij
GEBEDEN
gedurende uw leven met uwe gedachten in den stal van Bethlehem geweest! verkrijg voor ons, dat wij u hierin navolgen: dat wij dikwijls overdenken, wat het is, dat de Allerhoogste, Al-lermagtigste en Allerrijkste zoo vernederd, magteloos en arm wordt, uit liefde tot ons; en dat wij mogen inzien, welke liefde en dankbaarheid wij hem daarvoor schuldig zijn.
H. Maagd, gij hebt uwen Zoon opgedragen in den tempel, ons toonende, dat gij altijd bereid waart, hem aan God over te leveren : verkrijg ons, dat wij hieruit mogen leeren, ons hart niet vast te hechten aan eenig schepsel; maar altijd bereid te zijn alles te verlaten, als het hem zal 4 believen.
328
ONDEK HET LOF. 329
O Maria! hoe spoedig zijt gij met Jesus vervolgd en verjaagd geworden, vlugtendenaar Egypte: wat willen wij arme zondaars klagen, als wij iets moeten lijden. Verkrijg ons, dat wij al de kruisen, die ons overkomen; mogen lijden met die verduldigheid en liefde, met welke gij die geleden hebt.
Ten laatste, o goede Moeder! verkrijg voor ons uwen aard, uwe genegenheden en uwe deugden; dit alles vermoogt gij door uwe gebeden en verdiensten bij hem, die ons aan u heeft aanbevolen: verwerf ons zijne heilige genade, dat wij als uwe ware kinderen u mogen gelijken, en li navolgen al de dagen onzes levens. Door Christus onzen Heer. Amen.
GEBEDEN, ENZ.
Hier kan men bijvoegen eene der Antiphomn ter eere van de heilige Maagd, volgens den tijd (zie bladz. 308), of d.e Litanie ter eere van Maria, enz. (bladz. 262).
ONDEK HET AVE MARIA.
De Engel des Heeren, enz. (zie bladz. 15.)
WANNEER DE LAATSTE ZEGEN GEGEVEN WORDT.
Zep^en mij, Heer Jesus! met den Vader en den H. Geest, en geef mij genade, om uwen allerheiligsten wil in alles, nu en in het uur van mijnen dood te omhelzen en te volbrengen. Amen.
330
VOORBEKEIDEND GEBED.
I. O God! ik aanbid uwe liefde, wijl gij uwen eenigen Zoon voor mij ten beste gegeven hebt, en u, lieve Jesus! bedank ik duizendmaal voor de onbegrijpelijke goedheid, die gij mij geloond hebt, met voor mij aan een schandelijk kruis te sterven... Uit kinderlijke dankbaarheiden wederliefde kom ik bier j om u op uwen heiligen kruisweg na te volgen.
H. KRÜISWEG.
2. O God! ontvang volgens uwe barmhartigheid de oefening, welke ik ga beginnen, tot erkentenis uwer glorie en Majesteit, tot dankzegging voor het groote werk der verlossing, tot vergiffenis mijner zonden; tot lafenis der geloovige zielen, tot bekeering der zondaren en geloovi-gen, tot volharding der regt-vaardigen.
3. Ik draag u deze oefening op, in vereeniging der verdiensten van Jesus Christus, van de H. Maagd Maria en alle Heiligen.
Ik bid u, barmhartige God, om de aflaten, gunsten en genaden, aan de oefening van den kruisweg te willen toevoegen, zoo 4 wel aan mij als aan de cjeloovige zielen in het vagevuur, bijzonder
llcill.... _
332
H. KRUISWEG.
I. STATIE-
Jesus wordt tot den dood des kruises veroordeeld.
Wij aanbidden en loven u, Christus!
Omdat gij door uw H. Kruis de wereld verlost hebt
O Jesus! mijne misdaden hebben het onregtvaardige doodvonnis tegen u afgeroepen.
Ik zou van droefheid over mijne zonden moeten sterven. Geef mij genade, opdat ik niet ophoude, dezelve te beweenen.
Onze Vader, Wees gegroet.
Ontferm u onzer, Heer! ontferm u onzer.
God, wees ons, zondaren, genadig.
338
19.
H. KRUISWEG.
II. STATIE.
Jesus neemt het kruis op zijne schouders.
Wij aanbidden u, enz.
O Jesus! die u gewaardigd hebt den zwaren boom des krui-ses op uwe verscheurde schouders te nemen, verleen mij genade, om met verduldigheid de kruisen, welke uwe Voorzienigheid mij overzendt, te dragen.
Onze \'ader, enz.
III. STATIE.
De eerste val van Jesus onder het kruis.
Wij aanbidden u, enz.
O Jesus! die, beladen met den zwaren last mijner zonden, vermoeid onder uw kruis ter aarde
334
.r H. KRUISWEG. 335
zijt nedergevallen, ach; laat niet toe, bid ik u, dat ik in dezelve nog liervalle.
Onze Vader, enz.
IV. STATIE.
Jesus ontmoet zijne Moeder.
Wij aanbidden ii, enz.
0 allerbedruktste Moeder! bekom mij van uwen lieven Zoon tranen van eene ware boetvaardigheid over mijne zonden, die oorzaak zijn geweest van zijn en uw lijden.... Sta mij bij in al de ellende van dit leven... Yerlaat mij niet in het nar van mijnen dood. Amen.
Onze Vader, enz.
H. KRUISWEG,
V- STATIE.
Simon van Gyrene helpt Jesus het kruis dragen.
Wij aanbidden n, enz.
O Jesus! geef mij de kracht, om met liefde het kruis mijns lij-dens op te nemen, en met Idoek-moedigheid u na te volgen... Ik zal mij gelukkig achten, u in iets te gelijken, en uwe smarten door de mijne te eeren.
Onze Vader, enz.
VI. STATIE.
Veronica droogt het aangezigt van Jesus af.
Wij aanbidden u, enz.
O Jesus! druk de gedachtenis van uw smartelijk lijden zoo levendig in mijn hart, dat ik het-
336
H. KRUISWEG.
zelve gedurig overwege en aangemoedigd worde, om uwe bloedige voetstappen na te volgen.
Onze Vader, enz.
VII. STATIE.
De tweede vcd van Jesus onder het kruis.
Wij aanbidden u, enz.
O Jesus! mijne hoovaardig-heid heeft u nedergeworpen onder den last des kruises. Ach, leer mij zoetaardig en ootmoedig van harte zijn. Ik wil alle vernederingen en versmadingen geduldig lijden, opdat ik, u navolgende in uwe vernederingen, met u deel moge hebben in de glorie.
Onze Vader, enz.
337
H. KRUISWEG.
VIII. STATIE.
Jesus troost de weenende vrouwen.
Wij aanbidden u, enz.
O Jesus! geef eene bron van tranen aan mijne oogen, opdat ik dag en nacht mijne zonden beweene... Ach, gewaardigu mij meer en meer van mijne onge-regtigheden af te wasschen, en mij van mijne zonden te reinigen.
Onze Vader) enz.
IX. STATIE.
Derde val van Jesus onder het kruis.
Wij aanbidden u, enz.
O Jesus! reik mij eene helpende hand toe in het midden der gevaren, aan welke ik bloot-
338
H. KRUISWEG.
gesteld ben, opdat ik in de zonde niet valie... Verdedig mij tegen de vijanden mijner zaligheid, opdat ik onder het geweld hunner bekoringen niet bezwijke. Onze \ader, enz.
X. STATIE.
Jesus wordt van zijne Ideederen ontbloot en met edik en gcd gelaafd.
Wij aanbidden n, enz. O Jesus! geef, dat ik mijne booze gewoonten aflegge, mijn hart onthechte van al wat aardsch en vergankelijk is, mijn dartel vleesch kastijde, mijne zinnen versterve, en gaarne met u uit den bitteren kelk des lijdens drin ke.
Onze Vader) enz.
339
H. KRUISWEG.
XI. STATIE.
Jesus wordt aan het kruis gehecht
Wij aanbidden u, enz.
O Jesus! hecht mij met u aan het kruis, ik wil met u, gelijk gij, en om u lijden, opdat ik levende, lijdende en stervende in uwe liefde, eeuwig met u en door u moge gelukkig zijn.
Onze Vader, enz.
XII. STATIE.
Jesus sterft aan het kruis.
Wij aanbidden u, enz.
O Jesus! door de bittere smarten, welke gij voor mij aan het kruis geleden hebt, bijzonder toen uwe ziel uit uwe gezegend lig-chaam is gescheiden, ontferm u
340
H. KRUISWEG. 341
over mijne ziel, als zij deze wereld zal verlaten.
i. Onze Vader, enz.
Jesus wordt van het kruis genomen.
Wij aanbidden n, enz. O Maria! verdun, dat ik mijnen gekruisigden Zaligmaker, uwen lieven Zoon, tussclien uwe armen aanbidde, en mijne tranen met de uwe menge... Door uwe magtige voorspraak bewaar mij van het ongeluk, van uwen Jesus door mijne zonden wederom te kruisigen, en dus met een nieuw zwaard uw moederlijk hart te doorsteken.
Onze Vader, enz.
-f
■
H. KRUISWEG,
XIV. STATIE.
Jesus ivordt in het grof gelegd.
Wij aanbidden u, enz.
Ik zal eens sterven en begraven worden gelijk gij, o mijn Zaligmaker! Go waardig u in mijn sterfuur, i nij door uwen kruisdood te vertroosten, en mijn ligchaam, wanneer gij liet weder zult opwekken, met uwe glorie te verheerlijken.
Onze Vader, enz.
Hierna zal men hidden; vijfmaal het Onze Vader, vijfmaal het Wees gegroet, en zoo veelmaal Glorie zij den Vader, ter eere van de vijf ivonden van Jesus ; en een Onze Vaderen Wees gegroet met Glorie zij den Vader, ter intentie van Z. 11. den Paus van Rome.
342
LITANIE
VAU HET DIERBAAR BLOED
VAN ONZEN
HEER JESUS CHRISTUS.
Heer, ontferm u onzer.
Christus, ontferm u onzer.
Heer, ontferm u onzer.
Christus; hoor ons.
Christus, vei hoor ons.
God hemelsche Yader, ontferm u onzer.
God Zoon, Verlosser der wereld, ontferm u onzer.
God H. Geest, ontferm u onzer.
H. Drievuldigheid, één God, ontferm u onzer.
Jesus, bloedige bruidegom, ontferm u onzer.
Litanie van het
Allerzoetst bloed van Christus, verzadig- ons.
H. Bloed van het Lam Gods, zuiver ons.
van het nieuwe en eeuwige testament, maak ons zalig, fontein van alle goed, laaf ons. zee der barmhartigheid, wees
ons genadig.
licht der blinden, verlos ons. ^ geneesmiddel der wereld, heel
quot;quot;S ons.
g toevlugt der zondaren, be-• vrijd ons.
troost der regtvaardigen, vertroost ons.
prijs onzer zaligheid, verlos ons.
door hetwelk alle zonden ver- 11 geven worden, wees ons barmhartig.
vuur der goddelijke liefde, ontsteek ons.
344
DIERBAAR BLOED. 345
onze heiligmaking, heilig ons. blijdschap der Engelen, verblijd ons.
standvastigheid der Aposte-^ len, verkloek ons. ^ sterkte der Martelaren, ver-^ sterk ons.
. overwinning der Belijders, ® verheug ons.
sieraad der maagden, versier onSo
Zaligheid van alle Heiligen, heilig ons.
Wees ons genadig, spaar ons, Heer!
Wees ons genadig, verhoor ons. Heer!
Yan den boozen geest; verlos
ons, Heer!
Yan de begeerlijkheid des vlee-sches en der oogen; en van de grootschheid des levens, verlos ons, Heer!
Litanie van het
Allerzoetst bloed van Christus,
verzadig ons.
H. Bloed van liet Lam Gods, zuiver ons.
van het nieuwe en eeuwige testament, maak ons zalig, fontein van alle goed, laaf ons. zee der barmhartigheid, wees
ons genadig.
licht der blinden, verlos ons. ^ geneesmiddel der wereld, heel ^ ons.
g toevlugt der zondaren, be-• vrijd ons.
troost der regtvaardigen, vertroost ons.
prijs onzer zaligheid, verlos ons.
door hetwelk alle zonden ver- * geven worden, wees ons barmhartig.
vuur der goddelijke liefde, ontsteek ons.
344
DIERBAAR BLOED. 345
onze heiligmaking, heilig ons. blijdschap der Engelen, verblijd ons.
standvastigheid der Aposte-„ len, verkloek ons. % sterkte der Martelaren, ver-^ sterk ons.quot;
. overwinning der Belijders, ^ verheug ons.
sieraad der maagden, versier
onSo
Zaligheid van alle Heiligen, heilig ons.
Wees ons genadig, spaar ons, Heer!
Wees ons genadig, verhoor ons, Heer!
Van den boozen geest, verlos
ons. Heer!
Van de begeerlijkheid des vlee-sches en der oogen; en van de grootschheid des levens, verlos ons, Heer!
346 litanie van het
Yan alle onzuiverheid en on-regt,
Van haat 7 nijd en kwaden wil; Yan het overtreden uwer geboden ,
Yan het misbruik van uwen H. Naam,
Yan het onteeren van uw H. ^ bloed, É
Yan eenen haastigen, on voor- oquot;
• ï GO
zienen en kwaden dood 7 o Yan de eeuwige verdoemenis, amp; Door uw onschuldig Bloed, dat ccj gij in uwe besnijdenis ui tge- o stort hebt,
Door uw heilig bloedig zweet
in den Olijfhof,
Door uw heilig Bloed, dat gij gestort hebt in uwe geese-ling.
Door het heilige Bloed, dat de scherpe doornen u hebben
DIEEBAA.E BLOED.
uitgeperst inuwekrooning, Doorliet heilige Bloed, dat met de voeten vertreden is in uwe kruisdraging,
Door het heilige Bloed, dat gij vergoten hebt in uwe kruisiging , lt;1 Door het heilige Bloed, dat uit ^ uwe doorstoken zijde ge- g vloeid is g Door de vijf bloedige wonden, i0 die gij uit liefde voor ons K aan het kruis ontvangen ^ hebt,
Door uw H. Bloed, dat voor ons opgeofferd wordt in het heilige Misoffer;
Door uw H. Bloed, dat gij ons geeft in het allerheiligste Sacrament des Altaars, Wij arme zondaren, wij bidden u, Jesus! verhoor ons.
347
LITANIE VAN HET
Dat gij onze zonden wilt vergeven;
Dat alle zondaren door uw H. Bloed mogen bekeerd worden,
Dat de gedachtenis van uw dierbaar Bloed in ons altijd ^ mosre voortduren en waar- —: digevruchtenvanboetvaar- ^ digheid voortbrengen, ^
Dat gij ons belieft te geven ^ eene ootmoedige eerbiedig- ^ heid en opregte godvruch- ^ tigheid tot uw H. Bloed, if
Dat gij in ons belieft te ont - S steken een levend geloof, § eene vaste hoop en eene ^ brandende liefde tot uw H. Bloed,
Dat gij ons belieft te verlossen en bewaren van alle ketterij , ongeloovigheid en
348
DIERBAAR BLOED.
verblindheid des harten, Dat gij van ons belieft weg te nemen alle geestelijke en ligchamelijke kwalen en ellenden, en ons te beschermen tegen alle bekoringen des duivels,
Dat gij ons belieft te verleenen
het eeuwige leven,
Dat gij uwe Kerk, welke gij £ door den prijs van uw dier- ^ baar Bloed verlost hebt, ^ zuiver en onbevlekt belieft ^ te bewaren, ^
Dat gij door uw dierbaar Bloed cT aan de Koningen en chris- ° ten Vorsten en aan alle ge- § loovigen den waren vrede ^ en eendragt belieft te verleenen.
Dat het u belieft alle zielen des vagevuurs de eeuwige rust te geven,
40 20
349
350 LITANIE VAN HET
Dat gij u gewaardigt ons te ver-hooren, wij bidden u, verhoor ons.
Lam Gods, dat de zonden der wereld wegneemt, spaar ons, Jesus!
Lam Gods, dat de zonden der wereld wegneemt, verhoor ons, Jesus!
Lam Gods, dat de zonden der wereld wegneemt, ontferm u onzer; Jesus!
Heer, ontferm u onzer. Christus, ontferm u onzer.
Heer, ontfermuonzer.
Onze Vader, enz.
En leid ons niet in bekoring-Maar verlos ons van den kwade.
Jesus, door uw dierbaar Bloed en uwe heilige wonden.
Yerlos ons van alle zonden.
DIERBAAR BLOED,
GEBED.
Heer Jesus Christus, die van den hemel uit den schoot uws Yaders op de aarde nedergedaald zijt, en uw dierbaar Bloed tot vergiffenis van onze zonden uitgestort hebt! wij bidden u oot-moediglijk, dat wij in den dag des oordeels aan uwe regterhand mogen waardig zijn te hooren: komt gij, gezegenden! Die leeft en heerscht met God den Vader, in de eenheid des I-LGeestes,in alle eeuwen der eeuwen. Amen.
SCHIETGEBED TOT DE H. VIJF WONDEN.
Heer J esus Christus! kom, door de vijf wonden, die gij aan het kruis uit liefde tot ons hebt ontvangen, uwe dienaren te hulp, die gij door uw dierbaar bloed hebt vrijgekocht. Amen.
351
HEILIGE ROZEKEANS.
In den naam des Yaders, enz. Ik geloofin God den Vader, enz. Glorie zij den Vader, enz.
Onze Vader, enz.
Ik groet u. Dochter van God den Vader, Wees gegroet, enz. Ik groet u, Moeder van God den
Zoon. Wees gegroet, enz. Ik groet u, Bruid van God den H.
Geest. Wees gegroet enz. Glorie zij den Vader, enz.
H. ROZEKRANS.
DE V BLIJDE GEHEIMEN.
I. DE BOODSCHAP DES ENGELS.
De namen van Jesus en Maria moeten zijn gezegend, van nu af tot in eeuwigheid.
Onze Vader, enz.
1. De H. Drievuldigheid heeft toegestemd in de Mensch-wording van Christus,
2. Maria is tot Moeder van % Christus verkozen, S
3. De Engel Gabriel brengt^ Maria de blijde boodschap,^
4. Maria was ia de eenzaam- 2 heid in haar ^ebed, ~
5. De Engel zeide: Wees ge- g groet, vol van genade, de ' Heer is met u,
6. Maria was verbaasd, toen zij den Engel hoorde,
7. Eie Engel zeide: Maria, wil
64 20.
353
H. ROZEKRANS.
niet vreezen, want gij zult ontvangen door den H. Geest, ^
8. Maria zeide: zie de dienst- o maagd des Heeren:mijge-tfq scliiede naar uw woord, rjq
9. Maria is van den H. Geest o overlommerd geworden,
10. En het Woord is Yleesch g geworden en het heeft on- .N der ons gewoond,
Glorie zij den Vader, enz.
II DE BEZOEKING VAN MARIA AAN HARE NICHT ELISABETH.
De namen van Jesus en Maria, enz.
Onze Vader, enz.
1. Maria gaat uit ootmoedigheid hare nicht Elisabeth bezoeken, wees gegroet, enz.
2. Maria geleid door den H.
354
H. ROZEKRANS.
Geest, wees gegroet, enz.
3. Maria met haast opstaande, gaat over het gebergte,
4. Maria werd met veel liefde door hare nicht Elisabeth ontvangen,
5. Johannes is gezuiverd en van blijdschap opgespron- ^ gen in zijns Moeders lig- g chaam, ™
• CTQ
6. Elisabeth zeide: gezegend^ is de vrucht uws 1 igchaams, 3
7. Maria heeft uitgeroepen; g. Mijne ziel maakt groot den ^ Heer, n
8. Elisabethzeide: welk geluk geschiedt mij dat de Moeder des Heeren tot mij komt,
9. Het huis van Zacharias is door dekomst van Jesusen Maria gezegend,
10. Maria heett hare nicht drie
355
H. R0ZEKR4NS.
maanden met veel liefde gediend, wees gegroet, enz.
Glorie zij den Vader,enz.
III. DE GEBOORTE VAN CHRISTUS.
De namen van Jesus en Maria, enz.
Onze Vader, enz.
1. Maria heeft gebaard en zij is Maagd gebleven,
2. Maria heeft Jesus in eenen ^ stal gebaard; en in doeken g gewonden, ^
3. Maria heeft Jesus met lief- fg de en verwondering aan- 3 schouwd,
4. Maria heeft Jesus omhelsd g en aan haar hart gedrukt, ^
5. Maria heeft Jesus met hare H borsten gevoed,
6. Maria heeft Jesus in eene krib gelegd,
356
H. ROZEKRANS.
7. Jesus lag op hooi en stroo tusschen os en ezel,
8. De Engelen hebben gezongen: Glorie zij aan God in het allerhoogste, en vrede g op de aarde aan de men- g schen, die van goeden wücr zijn,
9. De herders zijn het godde- g lijk Kind komen bezoeken, ^
10. De drie Koningen zijn het § Kind komen aanbidden en ^ hebben hunne giften geofferd,
Glorie zij den Vader, enz.
iv. de opdragt van christus in den tempel.
De namen van Jesus en Maria, enz.
Onze Vader, enz.
1. Maria gaat om haar heilig
357
358 H. KOZEKRANS.
Kind te offeren, w. gegr. enz.
2. Jesus en Maria onderwer-ipen zich aan de Wet van Mozes,
3. Maria gaat door moeijelijke wegen naar Jeruzalem,
4. Maria heeft Jesus op hare armen gedragen,
5. Maria vervolgt al biddende g haren weg, S
6. Maria heeft Jesus in den ^ Tempel geofferd, ^
7. Maria heeft aan de wet § voldaan met de offergift^ der arme menschen, §
8. Anna de profetes, looide God voor de verlossing van Israël,
9. De oude Simeon heeft Jesus omhelsd en op zijne armen genomen,
10. Simeon zeide: Heer; laat
H. ROZEKEANS. 359
nu uwen dienaar g-aan in vrede, naar uw woord, wees gegroet, enz.
Glorie zij den Yader, enz.
V. DE VINDING VAN HET VERLOREN KIND JESUS.
De namen van Jesus en Maria, enz.
Onze Yader. enz.
i
1. Maria heeft haar lief Kind verloren, ^
2. Maria heeft haren schat g gemist, cg
3. Maria heeft hem al weenen-
1 5
4. Maria heeft hem lanirs alle ^ wegen en straten gaan g zoeken,
Ö. Maria heeft Jesus na drie
dagen gevonden,
6. Maria vindt Jesus in den Tempel,
360 H. ROZEKRANS.
7. Jesus, twaalf jaren oud ^ zijnde, leerde de Leerarea, g
8. Maria zeide: Zoon, waarom ^ hebt gij ons bedroefd, ^
9. Jesus is met hen afgegaan 3 en was hun onderdanig, S-
10. Maria bewaarde in haar o hart al de woorden, die § Jesus tot haar sprak,
Glorie zij den Vader, enz.
GEBED.
O Maria! allergoedertieren-ste Moeder, verkrijg voor mijn hart eene ware droefheid, en voor mijne oogen tranen van berouw, om te beweenen, dat ik Jesus door de zonden zoo dikwijls heb verloren, vergun mij hem wederom te vinden en altijd te behouden. Amen.
H. ROZEKRANS.
DE V DROEVIGE GEHEIMEN.
I. DE BENAAUWDHEID VAN CHRISTUS IN HET HOFJE.
De namen van Jesus en Maria, enz.
Onze Vader, enz.
1. Jesus gaat naar het hofje van Olijven,
2. Jesus' valt plat ter aarde neder, ^
3. Jesus volhardt in het ge- m bed, cg
4. Jesus is bedroefd tot den^ dood toe, o
5. Jesus zweet water en bloed,
6. Jesus stelt zijnen wil in den § wil van zijnen hemelschen Vader,
7. Jesus vermaant zijne Leerlingen om te waken en te bidden,
64 21
361
cri~
O
362 H. ROZEKRANS.
8. Jesus wordt van zijnen Apostel met eenen kus ver- ^ raden ? m
9. Jesus wordt van zijn be-mind volk gevangen,
10. Jesus wordt vreeselijk ge- § bonden en gesleurd van den eenen regter tot den ande- § ren.
Hoe lief heeft God den menschge-had, dathij zijneneenigenZoon niet gespaard, maar hem overgeleverd heeft tot den dood, ja tot den dood des kruises.
II. DE GEESELING VAN CHRISTUS.
De namen van Jesus en Maria, enz.
Onze Vader, enz.
1. Jesus wordt door de Joden aan de Heidenen overgeleverd, wees gegroet, enz.
H. ROZEKRANS.
2. Jesus wordt bij Pilatus val-schelijk beschuldigd,
3. Jesus wordt van zijn volk achter Barabbas gesteld,
4. Jesus, hoewel onschuldig verklaard^ werd geleverd om gegeeseld te worden, ^
5. Jesus kleederen worden g uitgerukt, ^
6. Jesus stond daar naakt en ^ bloot, 2
7. Jesus aan eene kolom ge- ^ bonden, g
8. Jesus wordt wreedaardig ' gegeeseld,
9. Jesus bloed vloeit langs de aarde,
10. Jesus is gewond om onze zonden;
Hoe liefheeft God den mensch, enz.
363
H. ROZEKRANS.
III. DE KROONING VAN CHRISTUS.
De namen van Jesus en Maria, enz.
Onze Vader, enz.
1. De soldaten hebben Jesus eene doornen kroon bereid 1
2. Zij hebben de doornen kroon in Jesus hooid gedrukt, %
3. Jesus hoofd langs alle m kanten doorwond, ^
4. Jesus hoofd druipende van ^ het bloed, S
5. Jesus met een' purperen mantel bespot, §
6. Zij hebben Jesus een riet voor scepter in de hand gegeven,
7. Zij hebben met het riet op het gekroonde hoofd van Jesus geslagen.
364
H. ROZEKRANS. 365
8. Zij hebben in Jesus gehei- g ligd aangezigt gespuwd, ®
9. Jesus overladen met ver- cg smaadheden, ^
10. Pilatus heeft Jesus aan 2 het volk vertoond, zeggen- ^ de: Ziet den mensch, §
Hoe lief heeft God den mensch, enz.
IV. DE KRUISDRAGING VAN CHRISTUS.
De namen van Jesus enMaria,enz. Onze Yader, enz.
1. Jesus werd veroordeeld ^ om gekruist te worden, g
2. Jesus heeft zijn kruis met^ liefde omhelsd, ^
3. Jesus heeft zijn kruis op g zijne doorwonde schoude-i5-ren gedragen, g
4. Jesus werd tusschen twee ^ moordenaren opgeleid,
H. ROZEKRANS.
5. Jesus bezwijkt onder het kruis om onze zonden,
6. Jesus beladen met zijn kruis, ontmoet zijne bedroefde moeder, g
7. Jesus wordt beweend door g de godvruchtige vrouwen cg van Jeruzalem, crq
8. Jesus zeide tot haar:Han- g delt men zoo met het groe-ne hout, wat zal er dan met § het dorre geschieden,
9. Niemand wilde Jesus zijn kruis helpen dragen,
10. Jesus klimt voor ons op den berg van Calvaric,
Hoe lief heeft God den mensch, enz.
V. DE KRUISIGINO VAN CHEISTUS.
De namen van Jesus en Maria, enz.
366
H. KOZEKRANS.
Onze Yader, enz.
1. Jesus werd onmenschelijk op het kruis uitgerekt,
2. Jesus handen en voeten door nageld,
3. Jesus werd aan het kruis opgerigt, en zijne wonden vloeiden van het bloed, ^
4. Jesus bidt voor zijne vijan- g
5. Jesus belooft den moorde-^ naar het Paradijs, o
6. Jesus beveelt den H. Joan-nes aan zijne lieve Moeder, g
7. Jesus dorst hebbende, is ^ met gal en edik gelaafd,
8. Jesus heeft uitgeroepen: Mijn God! waarom hebt gij mij verlaten?
9. Jesus zeide; Het is volbragt,
10. Jesus heelt zijnen geest gegeven, en zijn hart voor
307
868 H. ROZEKRANS.
ons laten openen, wees gegroet, enz.
Hoe lief heeft God den mensch, enz.
GEBED.
O Jesus! ik bid u door uwe smarten en uwen bitteren dood, door uwe doornagelde handen, doorboorde voeten; doorstokene zijde, en al uwe gezegende wonden, ontferm u mijner, en druk uw heilig lijden zoo in mijn hart, dat mij niets anders behage dan gij, mijn Jesus! die voor mij gekruist zij t. Amen.
DE V GLORIERIJKE GEHEIMEN.
I. DE VERRIJZENIS VAN CHRISTUS.
De namen van Jesus en Maria, enz.
Onze Vader. enz.
H. ROZEKRANS.
1. Jesus is den derden dag glorierijk verrezen,
2. Jesns heeft dood en hel overwonnen,
3. Jesus troost en verlost de Oudvaders,
4. Jesus verblijdt zijne H. Moeder, ^
5. Jesus verschijnt als een g hovenier aan Maria Mag-dalena, rg
6. Jesus vertoont zich aan 3 Petrus en heeft hem geze-Jagend, ^ g
7. De Discipelen van Emaus zeiden: Waren onze harten niet van liefde brandende als hij tot ons sprak,
8. Jesus staat in het midden van zijne Discipelen en wenscht hun allen den vrede,
64 21.
369
H. ROZBKRA.NS
9. Jesus toont zijne heerlijke wonden aan clen H. Thomas, wees gegroet, enz.
10. Thomas roept uit: O mijn Heer en mijn God! wees gegroet, enz.
Geloofd en gedankt zij Christus in het allerheiligste Sacrament des Altaars. De voorstander van hetzelve; de heilige vader Dominicus, met zoo veel lofzangen en eer als hij waardig is.
11. DE HEMELVAAET VAN CHKISTUS.
De namen van Jesus en Maria, enz.
Onze Vader, enz.
1. Jesus vaart heerlijk ten hemel, wees gegroet, enz.
2. Jesus klimt op door zijne eigene magt, wees gegroet, enz.
370
H. RÜZEKRANS.
3. Jesus scheidt van zijne lieve vrienden,
4. Jesus belooft met hen te blijven 7 tot het einde der wereld,
5. Jesus joelooft hun den H. Geest,
6. De leerlingen hebben Jesus % aanschouwd, en hij heeft ^ hen allen gezegend, ^
7. Jesus heeft voor ons den ^ hemel geopend, o
8. Jesus zit aan de regter-^ hand van zijnen hemelschen g Yader,
9. Jesus toont zijne EL Wonden voor ons aan zijnen hemelschen Yader,
10. Jesus is onze middelaar in den hemel,
Geloofd en gedankt, enz.
371
H. ROZEKEANS.
III. DE ZENDING VAN DEN H. GEEST.
De namen van Jesus en Maria, enz.
Onze Vader, enz.
L Jesus heeft den H. Geest gezonden,
2. Jesus heeft den Trooster gezonden,
3. Jesus heeft het vuur op de ^ wereld gezonden, g
4. De H. Geest heeft de har-^ ten met liefde ontstoken, ^
5. De H. Geest heeft de ver- 2 standen verlicht; ^
6. De H. Geest heeft de har- g ten versterkt,
7. De H. Geest heeft verschillende talen doen spreken,
8. De H. Geest heeft zijne
U gaven uitgedeeld,
9.;Kom, H. Geest! bezoek de
372
-
! H. ROZEKRANS. 373
I
harten van uwe geloovigen, wees gegroet, enz. 10. Kom, H. Geest! ontsteek in ons het vuur uwer liefde, wees gegroet, enz.
Geloofd en gedankt, enz.
IV. DE HEMELVAART VAN MARIA.
De namen van Jesus en Maria, enz.
Onze Vader, enz.
1. Maria is opgenomen ten hemel, g
2. De hemelsche Vader ont- g vangt zijne geliefde Doch- cg ter, ^
3. Jesus omhelst zijne lieve § Moeder, ^
4. De H. Geest verwelkomt g zijne lieve Bruid,
5. De Serafijnen groeten Maria,
H. ROZEKRANS.
6. De Engelen dienen Maria,
7. Geheel de hemel is verblijd g door Maria, g
8. Maria zit het naast bij ^ Jesus, ^
9. Maria is onze Moeder en 2 middelares in den hemel, ^
10. Maria is onze voorspraak g bij haren lieven Zoon;
Geloofd en gedankt, enz.
V. DE KROONING VAN MAEIA.
De namen van Jesus en Maria, enz.
Onze Vader, enz.
1. Maria is heerlijk gekroond in den hemel, wees gegroet, enz.
2. Maria gekroond, om hare se-rafijnsche liefde, wees gegroet, enz.
3. Maria gekroond om hare engelachtige zuiverheid; wees gegroet, enz.
374
H. EOZEKRANS.
4. Maria gekroond om hare groote ootmoedigheid,
5. Maria gekroond om hare volmaakte gehoorzaamheid , ^
6. Maria gekroond om hare g heilige voorzisTtisrheid, 20
O O O 7 ffQ
7. Maria gekroond om hare ro groote verduldigheid, 3
8. Maria gekroond om hare S-ijverige dankbaarheid, quot;o
9. Maria gekroond om hare n volharding in alle deugden;
10. Maria boven alle Engelen en Heiligen in den Hemel gekroond, gelijk de Moeder van God toekomt.
Geloofd en gedankt, enz.
GEBED.
Ik offer u, allerzuiverste
Maagd en allerglorierijkste Moe-
375
H. ROZEKRANS.
der Gods Maria, in vereeni-ging van al uwe deugden; verdiensten en volmaaktheden, deze geestelijke kroon van gebeden en groetenissen; ge waardig u ze te ontvangen met al de lofzangen, die op de aarde en in den Hemel gedaan worden, en verkrijg voor mij en al degenen, voor welke ik gehouden ben te bidden, van uwen lieven Zoon, de genade om wel te leven en zalig te sterven. Amen.
Een Onze Yader, tot dankbaarheid, dat God ons de genade verleend heeft van den Ko-zekrans te bidden. Onze Vader, enz.
Een Wees gegroet, opdat Maria ons verstand opdrage aan den hemelschen Vader, en wij in eeuwigheid zijne barmhar-
376
H. ROZEKRANS.
tigheicl mogen gedenken. Wees gegroet, enz.
Een Wees gegroet, opdat Maria ons geheugen opoffere aan haren Zoon, en wij gedurig zijn leven en bitter lijden indachtig mogen wezen. Wees gegroet, enz.
Een Wees gegroet, opdat Maria onzen wil toeëigene aan den H. Geest, en hij gedurig in ons van liefde moge branden. Wees gegroet j enz.
Het geloof zullen wij bidden, opdat ons gebed aan God moge aangenaam zijn, dat het moge strekken tot zijne meerdere eer en glorie, tot welzijn der H. Kerk, tot bekeering der zondaren en afgevallen Christenen, en tot welstand der gemeenten. Ik geloof in God den Vader, enz.
377
H. ROZEKRANS,
De almogendheid des baders beware ons.
De wijsheid des Zoons onderwijze ons.
De liefde des IT. Geestes ont-steke ons.
In den naam des Vaders, enz.
GEBED DER H. KERK OP HET FEEST VAN DEN H. ROZEKRANS.
God, wiens eeniggeboren Zoon ons door zijn leven, zijnen dood en zijne verrijzenis, den prijs der eeuwige zaligheid heeft bezorgd! wij bidden u, geef ons, dat wij, die deze geheimendoor het bidden van den Rozekrans van de H. Maagd Maria overwegen en eeren, navolgen hetgeen zij behelzen, en bekomen wat zij beloven. Door denzelfden onzen Heer Jesus Christus uwen Zoon. Amen.
378
OP 1)E VOORNAAMSTE FEESTDAGEN EN IN DE VASTE.
HET KERSFEEST
OF BE GEBOORTE DES ZALIGMAKERS.
OVER DE VERHEVENE WELDAAD DER MENSCHWORDING VAN JESUS.
Ik aanbid u, goddelijke Verlosser! Koning des hemels,licht der aarde, Heer der heerscharen, Yorst des vredes; kracht Gods en wijsheid des eeuwigen Vaders — Ik aanbid u. Verzoener des menschdoms, Voorspre-i ker der zondaren, verkwikking
OEFENINGEN
380
der vermoeiden, troost der be-droefdeo, oneindige Belooner der regtvaardigen! — Ik aanbid u, brood des levens,geneesmiddel der ziel, Verlosser der wereld, liefderijk offer des vredes, die het hart nws Vaders hebt bewogen, om op onze rampen neder te zien, onze verzuchtingen te verhooren en ons in genade aan te nemen! Nieuwgeboren Verlosser! heden kom ik bij uwe krib, om uwe onschatbare goedheid te prijzen, en u mijnen dank te betuigen voor de tallooze weldaden, welke gij, zonder eenige mijner verdiensten, mij bewezen hebt. Ach! wij waren weleer een verloren geslacht; wij waren kinderen des toorns, kinderen der vervloeking; wij waren onnutte, den dood schuldige knechten.
OP DE FEESTDAGEN.
en gij hebt u over ons ontfermd; gij hebt van uwen verhevenen troon nedergezien op onze ellende, op de rampen uws volks; gij verliet den troon uwer heerlijkheid, en kwaamt zelf om ons te verlossen. — Gij, de ware en eeniggeboren Zoon Gods, die door uwe almagt al het geschapene onderhoudt, en alles met wijsheid bestiert; in wiens naam alle knieën moeten gebogen worden, gij hebt u vernederd, den troon uwer heerlijkheid verlaten, om onze ellende op u te laden en u met het hulsel onzer sterfelijkheid te bekleeden, ten einde door uwe kracht onze zwakheid weg te nemen, en onze sterfelijkheid in een eeuwig leven te veranderen.
Niet eenen uwer Engelen, hebt
381
OEFENINfiEN
gij tot dit groote werk der verzoening gezonden ? niet eene Seraf of Cherub, maar gij wildet zelf tot ons komen volgens den wil van uwen hemelschen Vader, wiens oneindige goedheid, inu, zijn levendig beeld openbaarde; gij zelf wildet uwe goddelijke natuur met de menschelijke vereenigen..... O wonderbare ver-
eeniging, welke alle menschelijke begrip te boven gaat! De Heer der eeuwige heerlijkheid , vereenigt zijne oneindige Godheid met de nietigheid onzer menschheid! De Schepper der wereld vernedert zich zoo zeer, dat hij de gedaante eens dienstknechts aanneemt, en ofschoon de heiligheid zelve, zich onder de zondaren rangschikt! O liefderijke Jesus! hoe ver voerde u uwe
382
OP DE FEESTDAGEN.
liefde tot onsï Gij waart niet te vreden onze Heer, onze Schepper en Beschermer te zijn; gij wildet ook onze broeder, ons vleesch en bloed worden.
Men zag u, den almagtige, als een arm menschenkind in doeken gewonden in eene krib, O onuitsprekelijke vernedering, o nooit volprezene armoede! o ondoorgrondelijke liefde! Beschouw, hoe de onmetelijke God, wiens heerlijkheid hemel en aarde vervult; hier in eene krib ligt! hoe hij in de krib weent, voor wien de krachten der hemelen beven, en de Cherubs hunne aan-gezigten bedekken met hunne vleugelen! En waartoe, liefderijke Godmensch 1 diende deze nederige geboorte? Waartoe deze
O o t
vernedering en armoede? Gij
383
OEFENINGEN
wildet ons reeds bij uwe geboorte door uw voorbeeld ootmoed, den grond aller deugden leeren.
En wat zal ik zeggen van de onbeschrijfelijke armoede, waar gij geboren werdt; daar een stal uw koninklijk paleis, eene krib uwe wieg, een weinig stroo uw bed, slechte doeken uw purper waren?
Waar is een zoo ongevoelig hart, mijn Jesus! dat niet van liefde gloeit, wanneer het uwe armoede niet alleen, maar ook de oneindige liefde overweegt, welke gij ons hier betoond hebt! Even zoo arm als gij voor u zeiven werdt, zoo rijk werdt gij voor ons, armen! Gij naamt mijne menschheid aan, om mij uwe Godheid te schenken; gij werdt een menschenkind, om mij een
384
OP DE FEESTDAGEN.
kind Gods te maken, en mij den geest der liefde te verwerven, met welken vervuld ik tot God mag roepen; Ahha, Vader!
En wanneer ik uw leven van de krib tot op Golgotha overweeg, dan kan ik niet uitspreken liet ziels- enligchaamslijden dat gij voor mij hebt verduurd, het voorbeeld der verhevenste deugden, dat. gij mij gegeven hebt. Trouwens, wat was uw gansche leven anders, dan een licht en een spiegel der volmaaktste deugden? Uw heilig leven is voor mij een spiegel, waarin ik mij zeiven kan beschouwen, en zien kan wat mij ontbreekt. In hetzelve vind ik ware gehoorzaamheid, diepen ootmoed, vrijwillige armoede, wonderbaar geduld , onwrikbare standvastig-
04 22
385
OETENINGEN
heid, ongeloofelijke lankmoedigheid, alles overtreffende liefde. In een woord, alle bedenkelijke deugden vind ik in u oorspronkelijk zuiver.
Hoe kan ik dan, liefderijke, dierbare Jesus! u zoovele weldaden vergelden,-' Waarlijk Heer! indien ik de levensjaren van alle Adamskinderen, al hun lijden en verdiensten in mij kon vereenigen , zou dit alles nog niet toereikend zijn, om zells de geringste weldaden te vergolden. Dewijl ik dan door mij zeiven niets ter zaligheid vermag, o Heer! en gij dit alles voor mij gedaan hebt, smeek ik u ootmoedig: voeg bij de veelvuldige genaden, welke gij mij reeds bewezen hebt nog deze, dat ik voor zoo vele liefdeblijken mij
386
OP DE FEESTDAGEN.
dankbaar moge betoonen, en u van ganscher liarte dienen inoge.
Goddelij Ke, weldadige en liefderijke Verlosser! wees op den feestdag uwer genaderijke geboorte met diepen eerbied van mij gegroet! wees welkom in ons dal van tranen! In naam van alle menschen loof ik u om uwe onuitsprekelijke goedheid. Alles wat ik ben en bezit, mijn hart en alle mijne krachten offer ik aan u op. Ik wil dezelve tot uwe eer besteden, en hierom bid ik u, zie genadig op mij neder, versterk mij tot het goede; laat mij steeds levendig beseffen, dat gij gekomen zijt, om mij met den hemelsehen Vader te verzoenen, en door uwe grenzelooze ontferming gelukkig te maken. Gij hebt den hemel voor mij ge-
387
OEFENINGEN
opend; en wanneer ik uw woord onderhond en uw voorbeeld navolg , zal hij mijn deel zijn.
Geleid mij op uwe wegen, opdat ik na mijne loopbaan hier op aarde te hebben voleind, de eeuwige belooning moge erlangen. Heer Jesus! verhoor mijn gebed. Amen.
II. Het woord is vleesch geworden, en het heeft onder ons gewoond. Joan. I. 14.
Prijs den Heer, mijne ziel, en alles, wat in mij is, loof zijnen heiligen naam! — De Zoon des eeuwigen Yaders in menschen gedaante 7 is de Heiland der wereld! — De glans zijner heerlijkheid en het beeld zijns wezens, is de Verlosser der wereld. — Prijs den Heer, mijne ziel, en
388
OP DE FEESTDAGEN. 389
alles, wat in mij is, loof zijnen heiligen naam!
Heden vieren wij de gedachtenis van dien heiligen nacht, die door den glans van het ware, van het hemelsche licht bestraald werd, van dien heiligen nacht, in welken Jesus uit Maria, de heiligste Maagd werd geboren.
Wie is in staat de oneindige, de onuitsprekelijke liefde te bevatten, welke u, eeuwige Vader! bewogen heeft, voor ons, ongehoorzame kinderen, voor verdwaalde, aan het verderf prijs gegevene zondaren uwen gelieiden, uwen eeniggeboren Zoon te geven? Wie is instaat de onuitsprekelijke liefde te bevatten, welke u, Jesus Christus! uit den hemel op de aarde; uit het verblijf der geluk-
G4 ^ 22.
OEFENINGEN
zaligen in het dal van tranen deed afdalen? —
Begrijpen kan ik deze onuitsprekelijke liefde, deze oneindige ontferming en genade wel is waar niet; maar geloo-ven, beminnen, danken, aanbidden, en mijne vreugde met de jubeltoon en der hemelsche heerscharen vereenigen, dat kan ik — dat wil ik. —
Eer zij u; hemelsche Vader in de allerhoogste! Gij hebt ons uwen Zoon gegeven, en met hem alles, wat ons waarlijk gelukkig maakt. Door hem zijn wij met u verzoend geworden; door hem hebben wij vrijen toegang tot den troon uwer genade, en de magt bekomen om kinderen Gods te worden.
390
OP DE FEESTDAGEN.
391
Eer zij u, eeniggeborene — eeuwig woord des Yaders! als een zwak, hulpbehoevend, arm kind komt gij in de wereld, welke gij gemaakt hebt. Als de Verlosser der menschen, begint gij reeds bij uwe geboorte alle lasten der arme menschen zelf te dragen, al het bittere zelf te proeven, de ellendigen te verkwikken, de neerslagtigen op te beuren, de beladenen van hunnen last te bevrijden, ten einde aan allen rust te schenken voor hunne ziel! Gij verbergt uwe goddelijke majesteit onder het hulsel der menschelijke natuur, opdat wij zonder vrees tot u zouden naderen, en vertrouwend met u zouden kunnen omgaan. Welk sterveling zou anders u,
OEFENINGEN
u, God! in uwe heerlijkheid met zijne oogen kunnen aanzien!
Wonder der eeuwige ontferming en liefde, goddelijk kind Jesus! geef mij de genade; dat ik u met ootmoedig vertrouwen aanbid, u, het voorwerp van de lofzangen dei-Engelen, van de verzuchtingen der profeten en regtvaardigen, van de vereering aller vromen, van de vreugde aller geloovi-gen. Verwek in mij de innigste, de levendigste vreugde over uwe menschwording. Leer mij de waarde kennen, welke gij door uwe menschwording aan de menschelijke natuur geschonken hebt? Leer mij levendig gevoelen, hoe dierbaar wij menschen zijn in uwe oogen.
392
OP DE FEESTDAGEN. 393
Allerhoogste! wiens verhevenheid geene gedachte bereiken kan, gij schaamt n niet, u zeiven onzen broeder te noemen. En wij durven n wederzijds broeder te noemen. U Heer der heerscharen, Heer van hemel en van aarde! Welk eene verheffiing, welk eene waarde der menschelijke natuur! --- Door u zijn wij ledematen geworden van een. lig-chaam, welks hoofd gij zijt, vereenigd met u, door eenen eeuwigen, onverbreekbaren band, — vereenigd, gelijk de rank met den wijnstok. En dit is ons leven en onze zaligheid, dat wij met u vereenigd zijn. Trouwens buiten u is dood, duisternis en verderf. Slechts in het geloof aan u en in de
OEFENINGEN
getrouwe onderhouding uwer geboden^ is geluk en zaligheid.
Kom dan, o Goddelijk kind! laat mij met u vereenigd worden door eeuwige liefde. Bevredig mijn verlangen, om u, almagtigen menschenvriend te bezitten; blijf in mij, werk met uwe genade in mij en schep in mij eenen nieuwen geest en een van liefde gloeijend hart, opdat ik u standvastig bemin-ne, u getrouw diene en in alles uwen heiligen wil vervulle. Amen.
394
OP DE FEESTDAGEN.
HET BESNIJDENIS-FEEST.
Nadat de acht dagen vervuld waren, dat het kind zou besneden worden i werd zijn naam Jesus genoemd. Luc. 11. 21.
GEBED TOT JESUS.
Met u — Jesus Christus — en in uwen naam begin ik dit nieuwe jaar. — Wees gij; wiens dierbare naam mij bijzonder ge-wigtig is, heden van mij geprezen!
Eedder; Verlosser en Zaligmaker van al degenen, die in u gelooven! ik geloof in u; ontferm u mijner, en laat dit jaar voor mij een jaar zijn van genade.
Wees gij mij, zoo als uw
395
OEFENINGEN
naam te kennen geeft, een ware helper zoo als niemand helpen kan een versterker en vertrooster zoo als niemand sterken of troosten kan.
Uwe liefde jegens alle men-schen — uwe liefde ook jegens mij openbare zich voortdurend; en de vreeze Gods, dien gij uit den hemel op aarde gebragt hebt make mij meer en meer gelukkig. In uwen heiligen naam stel ik al mijn vertrouwen. In zwakheid zijt gij mijne sterkte, in droefheid mijne vreugde 1 in lijden mijn helper; in een woord; gij zijt mijn Zaligmaker, mijn hoogste goed, hierom vernieuw ik heden mijn verbond metu.
Wanneer ik leef, leef ik voor u; wanneer ik sterf, sterf ik voor u; hetzij ik leve of ster-
396
OP DE FEESTDAGEN. 397
ve, eeuwig wil ik u, o Jesus! toebehooren. Amen.
Litanie van den Allerh. Naam Jesus, bladz, 220.
GEBEDEN OP NIEUWJAARSDAG
DANKZEGGING, BEROUW EN VOORNEMEN.
Heer mijns levens! door uwe liefde en goedheid heb ik weder een jaar beleefd. Mijn hart verheuge zich over uwe goedheid, en mijne tong prijze uwe vaderlijke langmoedigheid! Onuitsprekelijk veel goed hebt gij, onvermoeide weldoener! mij in den loop dezes jaars bewezen; voor ontelbare gevaren be w aard: duizende bewijzen uwer wijze voorzienigheid gegeven; (luizende goede gedachten en heilige gewaarwordingen in mij doen
04
398 OEFENINGEN
geboren worden,op duizende wijzen mij geleerd, gewaarschuwd, opgewekt, getroost en gesterkt.
Op eiken dag; in elk uur hebt gij mij bewijzen gegeven, dat gij liefde zijt, en dat gij uw genoegen schept in de menschen gelukkig te maken. O gij, wiens liefde nimmer verflaauwt, ontvang mijne aanbidding en mijnen hartelijken dank, voor al hetgene gij mij gegeven hebt; versterk mijn vertrouwen op uwe onwankelbare trouw en op uwe voortdurende zorg voor mij.
Ach! mijn hait en mond moest van dankgevoel en vreugde overstroomen, dat gij, Yader, mijn Vader zijt. en echter durf ik het naauwelijks wagen mijne oogen tot u op
op de feestdagen. 399
te slaan; ik moet mij schamen over de ongevoeligheid; onachtzaamheid en traagheid, waarmede ik uwe weldaden aannam, en niet zelden, in strijd met uwe heilige inzigten, misbruikte.
Hoe meer ik over mijne vorige levensdagen nadenk, hoe meer ik verschrik voor de menigte mijner dwaasheden; zwakheden en overtredingen. Wat zou er van mij worden, liefderijke Vader! indien gij met mij wildet handelen naar mijne zonden, en niet volgens uwe barmhartigheid? — Ik beken het, met schaamte en berouw , beken ik het. Fleer! ik ben de l barmhartigheid en liefde, wel-^ j ke gij mij bewezen hebt, on-gt; waardig. Wees mij ongeluk-
OEFENINGEN
400
kigen zondaar genadig, en geef mij kracht en sterkte om de heilige voornemens te volbrengen , met welke ik dit jaar in den naam van Jesus aanvang; te weten, om mijne misstappen te verbeteren en in deugden toe te nemen. Indien gij mij nog dit jaar verleent, dan zal gedurende hetzelve mijn ernstig streven zijn, mij in de deugd te oefenen, en behagelijker te worden in uwe oogen. Weiger mij uwe genade niet, liefderijke Vader, geef mij niet slechts het willen, maar ook het volbrengen. Mijn leven snelt voorbij, mijne dagen verdwijnen. --- Dood en eeuwigheid naderen met rassche schreden. — Heer! leer mij mijne dagen tellen,
OP DE FEESTDAGEN.
derzelver waarde kennen, en eiken derzelve op eene u be-hagelijke wijze besteden.
Het verloopene jaar zal het laatste geweest zijn mijner ligt-zinnigheid Vader! vertronwvol beveel ik mij zeiven en de mijnen aan uwe onveranderlijke goedheid.
Onveranderlijke liefde, wees gij voortaan steeds mijne hoop en mijn troost, mijne toevlugt en mijne vreugde! Met kinder-lijk vertrouwen werp ik mij in uwe armen als uw kind, als een lidmaat der Heilige Kerk van Jesus, in Avien ik u dagelijks wensch te aanbidden. Amen.
401
OEFENINGEN
HKT DRIE-KONINGENFEEST
0? BE OPEJBARIM EES HEEREN AAN DE ÏÏEIDEIEK.
GEBED.
Heer Jesus Christus! heden hebt gij aan drie Oostersche Wijzen door eene ster u wonderbaar geopenbaard, door deze ster geleid, zochten zij n op, en brag-ten n, zoo als David voorspeld heeft, hunne hulde door goud, wierook en myrrhe op te dragen; goud, wijl gij de Koningzijt van hemel en aarde; wierook, wijl gij de ware God zijt en de Hoo-gepriester volgens de orde van Melchisedech, en myrrhe, wijl uwe Godheid onze zwakke, sterfelijke natuur heeft aangenomen.
lieden, hebt gij de wonderbare raadsbesluiten Gods geo-
402
OP DE FEESTDAGEN.
penbaard, dat alle volken door ii kunnen zalig worden; heden, hebt gij uwe genaderijke komst bekend gemaakt aan drie Wijzen, die, ofschoon Heidenen,opeene wonderbare wijze tot u geroepen en geleid zijn geworden. Voor deze onuitsprekelijke groo-te genade danken wij u uit den grond onzes harten, en wij bidden u ootmoedig, laat ook de ster uwer genade in onze harten schijnen, en ons bewegen om u te zoeken, te aanbidden en u alleen te dienen.
Wij bidden li ook. Heer! gelijk gij door uwen Engel de drie Wijzen voor den koning Herodes hebt gewaarschuwd, en hun eenen anderen weg hebt aangewezen naar hun vaderland, bewaar ons ook zoo door uwe hei-
403
404 OEFENINGEN
lige Engelen voor alle aanvallen onzer geestelijke vijanden 7 en geleid ons op den weg, die ons voert naar net heinelsch vaderland, om daar n met den Vader en den heiligen Geest — een eenigen God — eeuwig te loven en te aanbidden. Amen.
GEBED EN OVERDENKING.
Mijn God! met vertrouwen en vreugde kom ik tot u. Ik vind niets in mij zei ven, doch alles in ii alleen. Hoe arm ben ik, en hoe rijk zijt gijl Doch waarom zou ik rijk moeten wezen, daar gij het voor mij zijt? Ik vereer den eeuwigen rijkdom uwer genade, en ik ben te vreden met mijne armoede en nietigheid. Verleen mij uwen geest, opdat ik heden overwege hoe uw god-
OP DE FEESTDAGEN.
delijke Zoon. Jesus, door de Wijzen werdt aangebeden. Ik kniel met hen neder, om hem in den geest te aanbidden.
Deze eerbiedwaardige mannen volgen de leiding der ster, zonder te redetwisten. Zij ge-ven hun verstand gevangen, om aan het goddelijk bevel te gehoorzamen; zij offeren alles op, hun gemak, hunne bezigheden, zij storen zich niet aan de gesprekken des volks. Wat zal men van hen denken? Zij gaan, zonder te weten waar heen. „Wat is van deze mannen geworden, die over anderen gezag voerden? welke ligtgeloovigheid! welk een blinde ijver!quot; Zoo mag men wélligt over hen geoordeeld hebben toen men hen zag afreizen. Zij bekommeren zich echter niet
64 23.
■
405
OEFENINGEN
406
om den smaad der menschen^ noch over het verlies hunner achting, zij achten zelfs de bedenkingen niet, welke hunne rede hier tegen inbrengt. Zij vreezen niet voor dwazen gehouden te worden, en willen zich zei ven niet eens regtvaardigen. Zij ondernemen eene lange moeijelijkereis, zonder te weten met welk gevolg dezelve zal bekroond worden. Zij ontdekken wel is waar eene buitengewone ster; doch hoe vele andere sterrekundige mannen vonden in deze verschijning niets bovennatuurlijks. Zij alleen gevoelen zich verlicht en geroerd. Een inwendig licht geleidt hen zekerder, dan het licht der ster. En bijgevolg kan men zich niet meer verwonderen, dat zij zonder te aarzelen een arm
OP DE FEESTDAG BN.
kind in de krib aanbidden. O hoe klein zijn zij geworden, deze grooten der aarde! Hoe zeer is hunne wijsheid vernietigd! Zijt gij, Wijzen uit het Oosten gekomen, om hier een kind te aanbidden, dat gelijk andere kinderen gevoed wordt en weent? Mij dunkt dat zij mij hierop antwoorden; het is de wijsheid Gods, aan welke onze wijsheid zich onderwerpt. Hoe geringer het voorwerp schijnt te zijn, zoo veel Gode waardiger is zijne bedoeling, wanneer hij ons ter aanbidding van hetzelve vernedert. Gij Wijzen! moet zeiven wel kinderen geworden zijn, om den waren God in het kind Jesus te erkennen.
Doch wie geeft mij ook die kinderlijke liefde en die heilige
407
408 OEFENINGEN
eenvoudigheid der Wijzen? Yer-re zij van mij de goddelooze en noodlottige wijsheid van Herodes en van de stad Jeruzalem. Men raadpleegt zijn verstand; men schept behagen in zijne eigene wijsheid; men waant, zelfs onbegrijpelijke zaken te bevatten. O hoogmoedige, noodlottige wijsheid! u vrees ik, u haat ik, u wil ik niet meer aanhooren. Mijn eenig verlangen is gelijkvormig te worden aan het kind Jesus. De onverstandige wereld moge zeggen wat zij wil; zij moge zich hieraan ergeren. Wee de wereld om de ergernis! Ik wil voortaan meer de versmading en zelfverloochening (de armoede en gehoorzaamheid) des Heilands beminnen. Al het overige wil ik vaarwel zeggen.
r»i—
OP DE FEESTDAGEN. 409
Geen menschelijk opzigt, geen vrees voor spotternijen of oordeelvellingen van valsche wijzen, zal mij in mijn voornemen doen wankelen.
Gelukkig voornemen! hoe zal ik echter hetzelve ten uitvoer brengen? Gij, Heer, die het voornemen in mij hebt doen ontstaan, geef mij ook moed om hetzelve te volbrengen. Geen ander licht bestrale mij, dan dat van boven. Geen ander verstand geleide mij, dan dat de onderwerping mijner rede als offer verlangt. O God! eeuwige waarheid, reine, hoogste wijsheid! wees mijn eenig licht, dat mij verlichte te midden van de duisternissen dezes levens.
OEFENINGEN
DE GEBEDEN DER KERK.
God! die door de vernedering' wordt bewogen, en door de boetvaardigheid verzoend wordt, neig uw oor genadig tot ons smeeken, en stort over nwedie-naren, wier hoofden met asch zijn bestrooid, de genade van uwen zegen uit, opdat zij met den geest van een waarachtig berouw vervuld 7 werkelijk verkrijgen, hetgeue zij vragen, en dat, wat zij verkrijgen, in hen bestendig bevestigd en onbesmet bewaard blijve, door Jesus Christus, onzen Heer. Amen.
Almagtige, eeuwige God! die den bewoners van Ninive, welke in asch en haren kleederen boet-
410
IN DE VASTE.
vaardigheid pleegden, de heilmiddelen uwer kwijtschelding genadiglijk betoondet, verleen ons, hen zoo in ons boetvaardig gewaad te volgen, dat wij ook de gewenschte vergeving bekomen, door Christus, onzen Heer. Amen.
Heer! verleen aan uwe ge-loovigen, dat zij den heiligen tijd van de vaste met godsvrucht beginnen en met godsvrucht eindigen, door Jesus Christus, onzen Heer. Amen.
GEBED IN DE VASTE.
Almagtige, eeuwige God! met ootmoed ons tot u wendende, vieren wij thans de veertigdaag-sche vaste, tot eene heilzame gedachtenis van dat vasten, door hetwelk onze liefderijke Verlos-
411
OEFENINGEN
ser en Zaligmaker, Jesus Christus, ons voorbeeld geworden is. Geef mij, o barmhartige God, de genade, dat ik dit kerkelijk gebod, te vasten, volgens den geest van Jesus, en volgens de bedoeling der Kerk beschouwen en getrouw onderhouden moge.
TV ij vasten, en wij onthouden ons van sommige spijzen, niet alsof deze spijzen op zichzelven ons zouden ontreinigen, daar uw onfeilbaar woord ons leert; dat elk schepsel goed is, en niet hetgege den mond ingaat den mensch besmet, maar omdat wij weten, dat eene gehoorzaamheid aan het gebod uwer Heilige Kerk, hetgeen ook uw gebod is, ons zoude ontreinigen; wij vasten, wijl gij ons door uwen god-delijken Zoon verzekert, dat gij
412
9
IN DE VASTE. 413
op een ootmoedig vasten met welbehagen nederziet, en hetzelve zult beloonen; wijl gij ons in de Mniviten geleerd hebt,
Idat het boetvaardig vasten een middel is, om de straffen door onze zonden verdiend, af te wenden , en de schulden, die wij nog bij u kunnen hebben, te betalen; om onzen geest te versterken, en hem zoo veel te gemakkelijker in het gebed tot u te verheffen, hoe minder de last des ligchaams denzelven aan de aarde boeit; om ons gebed krachtiger en behagelijker te maken in uwe oogen; om door het bedwingen van onzen ongeregel-den eetlust de aanvechtingen van het vleesch, hetwelk ons steeds eenen hardnekkigen krijg verklaart, te verzwakken. Wijdat het boetvaardig vasten een middel is, om de straffen door onze zonden verdiend, af te wenden , en de schulden, die wij nog bij u kunnen hebben, te betalen; om onzen geest te versterken, en hem zoo veel te gemakkelijker in het gebed tot u te verheffen, hoe minder de last des ligchaams denzelven aan de aarde boeit; om ons gebed krachtiger en behagelijker te maken in uwe oogen; om door het bedwingen van onzen ongeregel-den eetlust de aanvechtingen van het vleesch, hetwelk ons steeds eenen hardnekkigen krijg verklaart, te verzwakken. Wij
OEFENINGEN
414
vasten, niet als of wij daardoor het gebrek aan deugden wilden vergoeden, maar gebruiken het als hulpmiddel der deugd, van hetwelk de Heiligen ten allen tijde zich met het heilrijkste gevolg bediend hebben. Hierom achten wij het zelfs nuttig, vrijwillig te vasten opdagen, waarop geen gebod der H. Kerk ons hiertoe verpligt; opdat wij, door ons te versterven in datgene, wat op zich zeiven geoorloofd is, eene vaardigheid erlangen om ons standvastig te onthouden, van hetgene zonde is. Wij vasten, om uwen goddelijken Zoon Jesus Christus, die veertig dagen en nachten gevast heeft, eenigermate na te volgen, op dat wij, na met hern te hebben geleden, ook met hem mogen verheerlijkt worden.
IN DE VASTE. 4 j 5
Prent derhalve het gebod van te vasten diep in mijn hart; spreek Heer! want uw dienaar hoort.
Bekeert u tot mij, zoo spreekt gij, uit geheel uw hart, met vasten, met weenen en met klagen. En scheurt uwe harten, en niet awe kleederen, en bekeert u tot den Heer, mven God, want hij is genadig en barmhartig, lang-inoedig, rijk in goedertierenheid, en mild in het vergeven der boosheid. — Breekt uw brood voor de hongerigen, brengtdebehoef-tigen in uw huis, kleedt den naakte. Dit is een vasten, welk ik verkozen heb.
Ja, thans zijn het dagen des heils, der boetvaardigheid, des gebeds en der christelijke weldadigheid. —
OEFENINGENquot;
416
Tot dat einde wil ik den tijd der vaste besteden. Ik wil, o God! geel mij bij dat willen ook het volbrengen — ik wil mij los maken van de verstrooijingen, waaraan ik mij dikwijls zoo gaarne overgaf; ik wijl in mijn gemoed keeren en mijn geweten onderzoeken, ten einde mijne zonden en overtredingen te kennen , te verfoeijen en met uwe genade mijn leven te beteren. Ik wil mijne zinnen verzamelen, en door waakzaamheid en gestrengheid de heerschappij des geestes in mij bevestigen. Het overtollige, hetgeen aan het lig-chaam onttrokken wordt, zal mij in staat stellen , weldadig te zijn jegens mijn behoeftigen natuurgenoot. Eene zuivere en onbevlekte godsdienst in uwe
IN DS VASTE.
oogen, iiemelsclie Vader! is, weduwen en weezen in hunne kwellingen te bezoeken, en zicli zuiver te bewaren voor deze wereld.
Goddelijke Heiland! deze heilige vastetijd is inzonderheid aan de dankbare overweging van uw heilig lijden en den dood gewijd. O vlekkeloos Lam Gods, dat de zonden der wereld wegneemt, hoe zal ik gedurende dezen heiligen tijd, u ook maar eenigermate kunnen vereeren? Hoe u danken voor uwe eeuwige, onschatbare liefde? Hoe de oneindige waarde van uw lijden en den dood genoegzaam erkennen? — Hoe uw heldhaftig geduld , uwe gehoorzaamheid, uwe kinderlijke onderwerping aan God en uwe allervurigste liefde
417
OEFENINGEN
zelfs tot uwe vijanden; getrouw navolgen? — O goddelijke lang-moedigheid in m enschengedaan-te, beziel mij toch geheel en al met uwen geest, opdat ik uw lijden en sterven mij regt levendig voorstelle; verlicht mij, goddelijke Middelaar! verlicht mij, opdat ik de vruchten van uwen offerdood, de waarde van uw vergoten bloed, de uitgestrektheid uwer liefde regt leere kennen, u pligtmatige wederliefde bewijze, mij aan u opoffere, ge-Hjk gij u voor mij zondaar, voor mij verlorene hebt opgeofferd, ten einde ik vergeving, genade en het eeuwig leven erlangen zoude! —
Heer! gij weet alles; gij weet ook, dat ik u bemin! gij kent echter ook mijne zwakheid! —
418
TN DE VASTE.
Versterker der zwakken! toon uwen magtigen arm ook aan mij, opdat deze heilige dagen voor mij onvergetelijk, en derzei ver heilzalme werking in mij vruclit-baar worden! — Laat mij deel nemen in uw heilig lijden en sterven! Laat mij de zonden afsterven, gelijk gij tot uitwis-sching der zonden gestorven zi jt, opdat ik deelachtig moge worden aan uwe roemrijke verrijzenis en aan uwe gelukzaligheid in het land der verheerlijking. Amen.
AANWIJZING OM HET LIJDEN VAN JESUS MET VRUCHT TE OVERDENKEN.
1. Waarom vrllde Jesus lijden? Wat bewoog u, o godde-lijk menschenvriend! om het
419
OEFENINGEN
verschrikkelijkste lijden, den smartvolsten en pijnlijksten dood vrijwillig te ondergaan? Ach! het was uwe onuitsprekelijke liefde, uwe liefde voor ons ongelukkige menschen: Wii
O O u
zachtten in de schandelijkste dienstbaarheid der zonde en in de ketenen des eeuwigen doods. De heilige regtvaardigheid Gods vorderde eene, met hare majesteit overeenkomstige voldoe-
O
ning. Gij, nooit volprezen God-men sch! naamt deze voldoening op li. Op u laadde de Yader al de zonden der menschen; en gij zoudt slechts getuchtigd worden , voor hetgene wij door onze zonden verdiend hadden. Uwe smarten zouden ons van de onbeschrijfelijke ellende der zonde bevrijden; uwe wonden zouden
420
IN DE VASTE.
de ziekte onzer ziel genezen; uw bloed zou ons losgeld, uw dood ons leven zijn. Aan u hebben wij dus alles te danken; gij zijt waarlijk onze redder; gij kondet met regt zeggen: ,.niemand heeft grootere liefde voor de zijnen, dan die zijn leven voor hen geeft.quot;
Ontfermer! hoe hartelijk moet ik u danken, hoe vurig u beminnen, wanneer ik overweeg, dat zonder uwe grootmoedige liefde ik verloren zou geweest zijn, en dat ik nu door u met den Almagtige verzoend ben en als zijn kind ben aangenomen! Hoe krachtig moet de overdenking van uw lijden en dood mij afschrikken van de zonde, en aansporen tot de beoefening der deugd; hoe zeer moet uwe lief-
64 24
421
422 OEFENINGEN
de mij dringen om u in uwe voetstappen te treden en uw voorbeeld na te volgen. Yerleen mij de genade, dat ik van nu af u steeds aankleve, en door goede en behagelijke werken u elk oogenblik mijns levens toe wij de. Amen.
2. Wat heeft Jesus geleden? o mijne ziel! zie uwen Zaligmaker in doodsangst in den liof van Olyven, zie, hoe liet bloed van zijne bevende leden afdruipt! hoe een zijner leerlingen hem overlevert aan zijne vijanden ; hoe de wreedaards hem mishandelen , in het aangezigt slaan en van regter tot regter slepen; beschouw, hoe hij als een onwaardig vorst in een wit kleed wordt Ijespot; hoe zijn gezegend ligchaam door geeselslagen en
IN DB VASTE.
doornen gewond en verscheurd wordt; hoe zijn eigen volk ,hetwelk hij met zoo vele weldaden heeft overladen, hetwelk hij zoo gaarne had willen redden, in blinde woede hem ter dood doemt! Beschouw het schulde-looze lam, hoe het zonder zijnen mond te openen, het kruis op zijne schouders laadt, en op den Calvarieberg sleept; hoe liet geduldig zich de handen en voeten laat doorboren, en daar hangt drie smartvolle uren — in spot en hoon, zonder troost! onder het onbeschrijfelijkste lijden, met brandenden dorst, tot dat ten laatste alles volbragt is; en dat aanbiddelijk aangezigt, hetwelk de Engelen met vreugde aanschouwen , zijnen dood aanduidt.
Dit alles heeft uw Verlosser
423
OEFENINGEN
voor u geleden, wijl hij u beminde en gelukkig- wilde maken; gij zijt de prijs zijns bloeds! O Jesus! hoe ontaard zou ik moeten zijn, indien zulk eene liefde mij niet roerde! Ik wil u steeds dankbaar zijn, en geheel mijn leven aan uwe dienst toewijden.
3. Hoe heeft Jesus geleden? Gij, mijn Verlosser! hebt geleden, omdat gij gewild hebt, uw lijden en uw dood was een vrijwillig offer ter redding van ons allen. Gij zelf hebt zulks getoond, toen gij door een woord uwer almacht de gansche bende uwer vijanden ter aarde wierpt. Waart gij niet vrijwillig tot den dood gegaan, ach! dan was eene bede tot den Yader genoeg geweest, en meer dan twaalf legioenen Engelen zouden zich rondom
424
IN DE VASTE
gt;- ' uwen persoon hebben geschaard^
^ om u te aanbidden, en de u aan-3 L gedane beleedigingen te wre-ken. Gij waart echter met kin-
[e derlijke onderwerping aan de
[s eeuwige regtvaardigheid ge-
n hoorzaam tot den dood, ja, tot
q den dood des kruises;gij dronkt
i? tot den laatsten druppel uit den
3- bitteren lij denskelk, en gij stierft
w uit liefde tot ons, opdat wij, die
ij- den dood verdiend hadden, eeu-
is wig zou den leven!
d, 4. Op welke wijze, moet ik
er mijnen Verlosser hiervoor clan-
ex ken? O mijn goddelijke weldoe-
,rt ner! Wat ben ik u schuldig voor
)d zulk eene onuitsprekelijke lief-
3e de. — Slechts wederliefde, dank-
■it, baarheid, overgeving in uwen
en heiligen wil, en het onderhouden
425
mi uwer geboden, dit vordert gij
64
24.
OEFENINGEN
van mij; volgaarne wil ik u ook hierdoor naar mijn vermogen dank betooneu. Ik ben wel is waar een zwak, en tot ligtzin-nigheid geneigd mensch, maar ik weet ook, dat gij mij gaarne met uwe genade wilt ondersteunen ; mogten dan ook uwe heilige geboden lastig zijn voor mijne bedorvene natuur, uw goddelijke bijstand en mijne liefde tot u zullen dezelve ligt maken.
Met ootmoed en vertrouwen smeek ik u derhalve, o Jesus! ondersteun mijne zwakheid door uwe genade, opdat ik geduren- 1 de mijn geheele leven, u harte- ] lijk en boven alles liefhebbe; | opdat ik met blijdschap uwe lt; geboden onderhoucle, mijn kruis 1 j opneme, u navolge, en als een 1
426
IN DE VASTE.
getrouwe leerling onder uwe oogen wandele en zalig worde! Amen.
Litanie van het lijden onzes Heeren Jesus Christus. Bladz. 247.
OP WITTEN DONDERDAG.
DANKZEGGING VOOR HET INSTELLEN
YAN HET ALLERH. SACRAMENT DES ALTAARS.
Jesus! mijn Heer en mijn God! grootste weldoener en vriend mijner ziel! mijn redder, mijn eenig goed! Gij hebt de uwen, die in de wereld waren bemind, ja tot het einde toe bemind , en op den huidigen avond, voor dat gij heengingt om voor onze zaligheid te sterven, het allerheiligste Sacrament des Altaars ingesteld, als een gedenk-
427
OEFENINGEN
maal uwer onuitsprekelijke liefde, en als een onderpand des eeuwigen levens.
Aanbiddenswaardige God-mensch! ik dank u voor uwe liefde, dat gij onder ons wilt wonen, ons voortdurend zegenen en onze zielen voeden wilt ten eeuwigen leven. Wie zon zulk een wonder van liefde kunnen gelooven, indien gij zelf het niet gezegd hadt. — Gij zijt de waarheid; hierom geloof ik met de Katholieke Kerk uwe ware en wezenlijke tegenwoordigheid met vleesch en bloed, met ziel en ligchaam, met Godheid en menschheid in het allerheiligste Sacrament des Altaars. Mijne gansehe ziel aanbidt u; in vervoering mag ik uitroepen: waar is een volk; hetwelk de Heer zoo nabij is, als hij bij ons is!
428
IN J)E VASTE 429
Lof en eer zij u7 God derma-jesteit en der eeuwige ontfer-mingen! Hemel en aarde zijn vol van uwe heerlijkheid. Lof en eere zij ugt; Zoon des eeuwigen Vaders! die als een Yader onder zijne kinderen, als een vriend onder zijne vertrouwelingen, als een dierbare weldoener onder hulpbehoevende men-schen woont. Hoe vertrouwelijk kan ik mij tot u wenden, oneindige liefde! Trouwens bij de instelling van dit heilig Sacrament was uw doel, dat wij dankbaar zouden gedenken, hoe veel goeds gij ons bewezen hebt, dat wij u in de heilige Communie zouden ontvangen en uw offerdood op eene onbloedige wijze zoude hernieuwd worden. Hierom woont gij in ons mid-
OEFENINGEN
den, liefderijke Verlosser! opdat wij bij u raad zouden vinden in verlegenheid, bescherming in gevaren, sterkte tegen de bekoringen, troost ten tijde van droefheid en lijden, en hulp in allen nood. Gij wilt ten opzigte van ons allen in den eigenlijken zin datgene waar maken, wat gij weleer tot uwe apostelen gezegd hebt: „Ik ben met ulieden tot aan het einde der wereld.quot;
Mijn weldoener! God der zuiverste, der heiligste liefde! aan u wijd ik mijn hart toe; het bemint u, en het is slechts bedroefd, dat het u niet ten allen tijde heeft bemind; en dat het thans u nog niet zulk eene vurige liefde toedraagt als ik wensch. Laat mij steeds meer
430
IN DB VASTE.
481
en meer van getrouwe vaderlijke liefde en zorg overtuigd en doordrongen worden, opdat ik steeds dankbaar; getrouw en bestendig u mijne wederliefde betoone, opdat ik liate, hetgene gij haat, en hetgeen mij diep rampzalig maakt, — de zonde; en beminne, hetgene gij bemint, de deugd. Hierin bestaat de dankbaarheid, welke gij voor uwe belangloo-ze lieide van mij verlangt, en welke ik u volgaarne wil be-toonen. Alwetende! aan wien de geheimste gevoelens en gewaarwordingen mijns harten bekend zijn, gij ziet mijnen op-regten wil om deugdzaam te worden, om in uwe voetstappen te treden en u na te volgen; gij kent echter ook de
OEFENINGEN
zwakheid, de ijdelheid en onbestendigheid mijns harten, en hierom hoop ik, dat gij mij niet zult verlaten. Ik vertrouw op u, die mij helpt en ondersteunt.
Liefdevolle Jesus! zegen deze mijne voornemens! dit oogen-blik zij het begin van een nieuw leven. Al hetgene ik denk, spreek of verrigt, zij u geheiligd. Niets zal mij van u kunnen scheiden. Ik leef, doch ik niet meer, gij, mijn Jesus! leeft in mij, gij zijt mijn leven, en sterven is een gewin voor mij. Amen.
VERZUCHTINGEN TOT JESUS IN HET
ALLERHEILIGSTE SACRAMENT.
O oneindig geheim, aan hetwelk de huidige dag ons herinnert! O wonder der almagt
432
IN DE VASTE. 438
en godheid, dat eeu arm, zondig mensch zijnen Heer en God zal nuttigen! Mijn God en Heiland! hoe onbegrijpelijk groot zijn de bewijzen uwer liefde! Met uw eigen vleesch en bloed wilt gij ons een kostbaar, een hemelsch gastmaal bereiden, en u zeiven geven tot eene spijs ten eeuwigen leven! — 0 levendig, o oneindig zalig brood, dat ons het leven mededeelt! met den diepstcn eerbied werp ik mij voor uw heilig altaar neder, om u te aanbidden. — Jesus, mijn leven en mijn alles! naar u verzucht mijn hart; naar de vereeniging met u verlangt mijne ziel! Bestraal dezelve met het licht des geloofs; ontvonk mijn hart door het vuur uwer liefde; schenk
64 25
434 OEFENINGEN
mij een onwrikbaar vertrouwen, opdat ik op dezen plegtigen en heiligen dag, het geheim van nw ii^chaam en bloed met vurige godsvrucht vereere en aanbidde, en deze Leilige spijs mij steeds verstrekke tot het leven mijner ziel en tot een versterkend middel in mijne zwakheid. Jesus! wees mij genadig; schenk mij de vergiffenis mijner zonden, en geleid mij ten eeuwigen leven. Amen.
Litanie van het H. Sacrament des Altaars, bladz. 238.
BEMERKING.
De Christen kan hij het he- . zoeken en aanhielden van Jesus in het allerheiligste Sacrament — op de7xn (lag een hei-Ug en pligtmatig gebruik — |
IN DE VASTE.
behalve van deze gebeden, zich zeer geschikt bedienen van de gebeden voor het heilig graf van Jesus, op goeden vrijdag en van de gebeden op den H. Sacramentsdag.
OP DEN GOEDEN VRIJDAG.
GEBEDEN GEDURENDE DE PLEG-TIGHEDEN VAN DEZEN DAG.
Heiliger dan ooit een dag, mijn Heer, mijn God en Heiland! zij mij deze dag, aan de gedachtenis van uw onbeschrij-telijk lijden en van uwen smart-vollen dood voor het zondig menschdom toegewijd. Uwe heilige Geest ontvonke dan in mijn hart de innigste, de heiligste wederliefde en trouw voor uwe onuitsprekelijke liefde tot den dood.
Deze dag onzer verlossing van
435
436 OEFENINGEN
de zonde en van de eeuwige verdoemenis, deze dag van heil en zaligheid voor ons, welk een verschrikkelijke dag was dit voor u, allerreinste onschuld! Lijden verdrong lijden! mishandelingen verdrongen mishandelingen, smarten verdrongen smarten!
Ik aanbid u, eeuwige, allerzuiverste liefde, ook voor mij doemwaardigen zondaar leedt gij vrijwillig al deze pijnen; uit uwe wonden vloeide mijne redding en mijn heil voor eeuwig! Niets zal voortaan mij scheiden van u, o eeuwige liefde! Ik aanbid u, geduldig Lam Gods; dat u ter slagt-bank liet voeren zonder uwen mond te openen! U wil ik navolgen; het lijden en de rampen dezes levens wil ik met
IN DB VASTE. 437
geduld en met overgeving in den goddelijken wil dragen.
Ik aanbid u, allergehoor-zaamste Zoon des hemelschen Vaders! die gehoorzaam zijtgeworden tot den dood, — ach! en tot welken dood? totdensmart-volsten, den geweldigsten en allerpijnlijksten dood — tot den dood des krnises! —
Welbehagen des Vaders; vreugde des hemels, eer der menschheid! mijne toevlngt in lijden, mijne hoop in het uur des doods, mijn heil in eeuwigheid! Ik wil — o bevestig en versterk gij mijnen wil door uwe genade — ik wil van dit oogenblik af de zonde, welke u aan het kruis deed sterven, verfoeijen en vlugten als het grootste kwaad! — Ik wil de
OEFENINGEN
zonde afsterven; wijl gij voor de zonden gestorven zijt? en aan u gehoorzaam zijn tot den dood, gelijk gij aan uwen hemel-schen Vader zijt gehoorzaam geweest tot den dood des krui-ses! Zegen, o gekruisigde Jesus! zegen mijn voornemen, en verleen mij uwe genade, opdat ik uwen heiligen sterfdag heilig gedenke, en aan de verdiensten van uw bitter lijden en dood deelachtig worde. quot;
WANNEER DE PRIESTER HET KRUIS ONTBLOOT, EN HETZELVE TER VEREERING AAN HET VOLK VERTOONT.
Beschouw mijne ziel! het kruishout, aan hetwelk het heil der wereld gehangen heeft; kniel neder en aanbid uwen Verlosser,
438
IN DE VASTE. 439
Dierbaar zijt gij mij, o kruis! want aan u hing ons heil, ons leven; aan n hing hij, die onze verrijzenis is. Gij zijt mij een eerwaardig teeken, want dooiden dood van Jesns aan n zijn wij kinderen Gods geworden. De moordenaren van Jesus kozen u, o kruis! tot werktuig hunner wreedheid; Jesus echter, mijne eenige liefde koos u, om aan u het werk dei-verlossing te voltrekken; genen kozen u, om aan u den regt-vaardige te dooden; hij koos u, om door u den zondaar van den dood te redden.
Ik stel mijnen roem in het kruis van onzen Heer Jesus Christus. Hij is ons heil, ons leven en onze verrijzenis. Door hem zijn wij geheeld en verlost geworden.
OEFENINGEN
GEBED TOT JESUS.
Aan dit kruis, o Jesus! hebben uwe liefde tot mij, mijne ondankbaarheid en mijne zonden u geklonken! gij bloedt, gij sterft den smartvolsten dood, wijl ik den dood verdiend had.
O liefde zonder palen! Zal ik dan langer de zonde aankleven, en gevoelloos blijven jegens u? Neen! mijn berouw over mijne zonden vereenig ik met uw lijden; gelijk uw bloed en uwe wonden bij den hemelschen Vader om vergeving roepen, zoo roep ik ook tot hem en zeg: God van barmhartigheid! voor uw heilig aanschijn en voor mijnen stervenden Yerlosser, verzaak en verfoei ik al mijne zonden en misdaden, en ik neem
440
Iff dp: vaste.
het vaste besluit^ om de zonden af te sterven, gelijk gij voor de zonden gestorven zijt, en met uwe genade een nieuw, u beha-gelijk leven te beginnen. Heb medelijden met den verdwaalde! üw eeniggeboren Zoon heeft mij opgezocht, en mij gevonden; en nu sta ik voor u, o mijn God! vol berouw en schaamte. Vergeef mij mijne zonden; wisch mijne schulden uit door de verdiensten van Jesus Christus; schep in mij een nieuw zuiver hart; wasch mij in het bloed des lams, dat op het altaar des kruises voor ons is geslagt geworden. Amen.
DANKGEBED TOT DEN VERLOSSER AAN HET KRUIS.
Ik zou verloren geweest zijn
64 ' 25.
441
OEFENINGEN
442
liefderijke ontfermer, Jesus Christus, indien gij geen medelijden gehad hadt met mijnen treurigen toestand. Uit liefde tot mij verliet gij de heerlijkheid des hemels, naamt gij de gedaante eens dienstknechts aan, en leiddet gij gedurende drie en dertig jaren een arm en kommervol leven, uit liefde tot mij wordt gij aan uwen Vader gehoorzaam tot den dood, om voor mijne ongehoorzaamheid te voldoen, en gij werdt vrijwillig het offer voor mijne zonden en voor die van alle menschen. Gij leedt de wreedste mishandelingen uwer vijanden, om mij voor de pijnen eener ongelukkige eeuwigheid te behoeden; uw bloed kocht mij vrij van de vreeselijke dienst-
IN DE VASTE. 44;'.
baarheid der zonde; uw dood gt; werd mijn leven. Gij waart het, die het hemelrijk voor mij opendet, die mij als uwen broeder, als erfgenaam uwer heerlijkheid aannaamt; gij verwierft mij de liefde uws hemelschen Vaders, en verhieft mij tot de waardigheid zijner kinderen.
O # 'J
Gij zijt mijne hoop en mijne toevlugt; o hoe zal ik, hoe kan ik u genoeg danken voor uwe ieide? Gij zeil hebt mij : geeerd; hoe ik u danken moet; ; die mijne geboden onderhoudt, die is het, die mij bemint. Zie ■ goddelijke Verlosser! ik neem mijne toevlugt tot uw kruis; ik stel mijn roem in hetzelve; ik zal leven volgens uwen wil. De weg der deugd moge met
doornen bezaaid zijn; het is j_
OEFENINGEN
genoeg voor mij; dat gij den-zelven bewandeld hebt. Gij hebt voor mij geleden, mij een voorbeeld achterlatende; opdat ik uwe voetstappen zoude navolgen; verleen mij hiertoe uwe genade. Dan zal ik, na hier met u te hebben geleden, ook eenmaal met u vereenigd worden.
Litanie van het lijden onzes Heeren Jesus Christus. Bladz. 247.
GEBEDEN
VOOR HET HEILIGE amp;RAF VAN JESUS.
I. OM DE GENADE, HET LIJDENEN STERVEN DES HEEREN STEEDS TE GEDENKEN EN MET HEM TE LIJDEN.
Jesus Christus, zoon des le-vendigen Gods, mijn Heer en mijn Heiland! Gij zijt in de
444
IN DE VASTE.
445
wereld gekomen, om voor mij te lijden, en aan het kruis te sterven; prent toch dit uw lijden en sterven diep in mijne ziel, en verleen mij de genade, dat ik in uwe voetstappen trede en u navolge; dat ik alle belee-digingen en rampen als van uwe hand aanneme, en mij ver-heuge, ook iets voor u te kunnen lijden. Indien de menschen mij ook met alle bedenkelijke smaadwoorden overlaadden, wat zou dit nog zijn in vergelijking bij hetgene gij voor mij geleden hebt? en nu zou het mij te veel zijn een hard woord of eene onvriendelijke bejegening te verdragen? — Ver zij van mij elke klagt, elke onwilligheid om te lijden; met heilig geduld en met veroot-
446 OEFENINGEN
moediging des harten, wil ik bij elke gelegenheid bekennen, dat mijne zonden onvergelijkelijk meer verdiend hebben, dan de menschen mij kunnen aandoen.
Ik heb de ware liefde niet, indien ik aan mijne beleedigers niet van ganscher harte vergeef, indien ik geen medelijden met hen heb, niet voor hen bid, hen niet voor u en voor de menschen verontschuldig, en u niet dankbaar ben, dat gij mij de gelegenheid gaaft om mij in geduld te oefenen. Schenk mij toch de ware liefde, welke dit alles gaarne doet. Ik heb nog zoo veel te boeten. indien ik voor mijne overtredingen voldoen wil. En door het mij aangedane ongelijk met
IN DB VASTE.
447
geduld te verdragen, te vergeven en voor mijne vijanden te bidden, kan ik ook voor de nog overgeblevene straffen mijner zonden voldoen. Gij? de reinste onschuld, die aan het kruis badt voor degenen, die u kruisigden, hebt mij het voorbeeld der ware liefde gegeven. Bid ook voor mij zondaar tot den \rader, opdat hij de verdiende straffen kwijtschelde; en zijne liefde en genade mij weder schenke. Gij zijt onze regt-vaardige en getrouwe voorspreker bij den Yader; gij hebt ons vrijgekocht door uw bloed, en door uw heilig voorbeeld uitgenoodigd. om u in volmaakte ootmoedigheid, zachtmoedigheid en geduld na te volgen.
OEFENINGEN
Verleen mij de genade, dat ik ten tijde van rampspoed niet afwijk van den weg des ge-dnlds, hoe zeer hij ook met doornen moge bezaaid zijn. Maak; dat ik bereidwillig over de doornen tot u kome, en mij weldra verheuge in u redding en hulp gevonden te hebben. Ach, hoe vele doornen liggen niet op onzen weg! wie zal hem kunnen bewandelen zonder den moed te verliezen ? Ik ten minste verlies denzei ven zeer spoedig; dit ziet gij, o God! zoo dikwijls gij mij kleine beproevingen toezendt.
Open voor mij de schatkamer uwer ontfermingen, en ontdek voor mij het wondervolle en verhevene geheim van uw lijden, in hetwelk elke zwakke
448
IN DE VASTE.
en elke lijdende kracht en sterkte vind; door hetwelk elkeregt-vaardige wordt aangevuurd, en elke boetvaardige zondaar getroost wordt.
Mijn Jesu8; bron van genade! leer mij de bitterheid kennen van uwen lijdenskelk, ten einde hierdoor het bittere; dat ik moet smaken, verzoet worde. Doorboor mijne handen en voeten met de nagelen uwer liefde, opdat er niets ijdels of vleeschelijks meer in mij leve. Leef gij in mij, en maak dat ik in u leve, en laat niets meer in staat zijn ons te scheiden. Noch voorspoed, noch tegenspoed scheide mij van uwe liefde; hetzij in leven of dood, ik zal bereidwillig uwe stem volgen. Uw kruis make zulkeenen
449
450 OEFENINGEN
indruk op mij, clat ik vermaak schep in het mijne. Ik heb het bereids op mij genomen, bij den aanblik van het eeuwige leven; doch ik bezwijk onder hetzelve, indien uwe hand mij niet ondersteunt; doch indien zij mij ondersteunt en geleidt, dan wordt uw last ligt voor mij, en de doornenweg wordt een rozenpad. i
Liefderijke Jesus! de oogen-blikken, welke ik bij u door- ] breng zijn hoogst dierbare oo-genblikken. Prent derhalve de ] gedachtenis van uw lijden en j van uwe liefde diep in mijn i hart, en trek mij geheel tot u,
opdat ik de zoetigheid uwer lt; liefde meer en meer smake, j niet vermoeid worde in uwen ] lof te zingen en mijn leven naar 1 uw voorbeeld inrigte. Amen.
IN DE VASTE.
II. OM DE GENADE EENER VRUCHTBARE OVERDENKING VAN 'S HEILANDS LIJDEN.
Gij mijn goddelijke Heer en Heiland, Jesus Christus! hebt voor mij gebloed aan het kruis; zie, ik lig in het stof voor hetzelve. Om eene zaak slechts smeek ik u, namelijk, laat mij een innig en heilaanbrengend medelijden gevoelen met u en met uwe geliefde Moeder Maria; laat mij met Johannes onder het kruis, van hetwelk uw bloed voor mij afstroomde, tranen vanver-teedering en liefde plengen.
V er vul gij, van wien alle goede gaven afdalen, dit mijn verlangen naar uwe verheerlijking. Mogt gij, mijne liefde, aan het kruis geklonken, uwe Moeder
451
OEFENINGEN
en uw leerling Johannes naast hetzelve staande, steeds het voorwerp mijner overdenkingen zijn; laat bij deze beschouwing mijn hart zich meer ontsluiten en mijne gevoelens meer aan de uwen gelijkvormig worden. Uwe kruisiging zij het geliefkoosde voorwerp mijner overdenking ? en de smarten uwer Moeder verstrekken mij tot troost.
Hoe zou ik uwen schrikvollen dood kunnen aanzien, zonder dat mijn hart door medelijden bewogen werd, en mijne oogen in tranen wegsmolten? — Laat mij; dierbare Jesus! bij de overdenking van uw bitter lijden en dood, steeds die gevoelens van medelijden, van liefde en van gehoorzaamheid in mij ontwa-
452
IN fiE VASTE. 453
ren, welke gij aan zoo vele godvruchtige zielen geschonken hebt.
III. VOORNEMEN, OM DE ZONDEN AF TE STERVEN, GELIJK CHRISTUS VOOR DE ZONDE GESTORVEN IS.
Wat hebt gij misdaan, minzame Zoon! dat men u veroordeelde? Waardoor hebt gij gezondigd, liefderijke Jesus! dat men u zoo wreedelijk mishandelde? — Wat was uwe schuld; uwe misdaad? was ikwelligtde oorzaak, dat men u doemde tot den dood der grootste boosdoeners? - Ik, ja ik ben de oorzaak van uw lijden, ik ben de oorzaak van uwen dood! Ik ben de zondaar, voor wien gij gestorven zijt! op mij rustte de misdaad, welke gij door uwen dood wildet uitwis-
OEFENINGEN
schen! Ik heb uwe wonden geopend, en al die onuitsprekelijke smarten voor u bereid! Hoe wonderbaar is deze tuchtiging! hoe geheimvol dit raadsbesluit! hoe aanbiddenswaardig uw verzoeningsdood, o Jesus!—
De misdadige komt vrij, en aan den onschuldige wordt de zonde gestraft! De schuldige ontgaat de wraak, en de regt-vaardige wordt veroordeeld! Hetgene de booze verdiend heeft, lijdt de vrome. Voor hetgene de knecht schuldig is, boet de Heer! Hoe diep, o Zoon Gods! hoe diep hebt gij u in uwen ootmoed vernederd! hoe ver heeft uwe liefde ugedreven!
Ik heb ongeregtigheid gepleegd , en gij leedt de straffen. Ik was hoogmoedig, en gij hebt
454
IN DE VASTE.
ii om mij verootmoedigd; ik was ongehoorzaam, en gij zijt voor mij gehoorzaam geworden tot den dood, ja tot den dood des kruises; ik volgde mijne ongeregelde hartstogten, en gij volg-det voor mij de neiging uwer liefde om voor mij te sterven, ik was onmatig, en gij versmach-tet van dorst aan het kruis, ik voldeed aan mijne zinnelijkheid, en gij dronkt voor mij gal: ik misbruikte mijn ligchaam om te zondigen, gij echter liet het uwe met spijkers doorboren.
Heer der heerlijkheid, hoe groot is uwe barmhartigheid: en hoe veelvuldig daarentegen mijne boosheid! Hoe zal ik uwe liefde versrelden! In het men-
O
schelijk hart kan wel is waar niet gevonden worden, hetgeen
455
OEFENINGEN
met het offer eener dusdanige liefde gelijk staat, en het men-schelijke verstand kan niets uitvinden, hetgeen met de barmhartigheid Gods kan vergeleken worden.
Onvergelijkelijk zijn uwe ontfermingen , o God! ik kan slechts verstommen, door uwe genade ondersteund, aanbidden, mijn vleesch met deszelfs begeerlijkheden kruisigen, voortaan voor u leven, mijn kruis dragen en voor u sterven.
Geef aan mijne gewonde ziel hare vorige gezondheid weder. Vervul mijn hart met ware wederliefde, opdat ik de wereld verachte, en de zonde verfoeije als het grootste kwaad.
Ik smeek u, dierbare Jesus! laat niets mij liefelijk, behagelijk
456
IN DE VASTE.
of bekoorlijk zijn buiten u. Laat mij steeds verlangen, hetgene gij verlangt; haten, hetgene gij haat. Uw naam zij verkwikking voor mij; en de herinnering aan ii, mijn troost. Laat mij u steeds getrouw blijven in mijn leven en bij mijnen dood! Ja, mijn Jesus! voor u wil ik leven, voor u wil ik sterven, aan u wil ik toebehooren, in mijn leven en na mijnen dood. Amen.
IV. DANKBETUIGING VOOR HET LIJDEN VAN JESUS.
Eeuwige dank en lof zij u gewijd , heiligste onder de kinderen der menschen! Hoe dierbaar moet ik niet zijn aan uw hart, daar gij voor mij het kostbaarste - u zeiven gegeven hebt! Elk uwer wonden is een bewijs
64 26
457
OEFENINGEN
uwer vurige liefde voor mij; ach, mogten dezelve diep in mijn hart gedrukt zijn!
Uw kruis werd een boom des levens, een boom van eer en zaligheid, en hemelsche vertroostingen stroomen van denzelven in het gewonde, in het lijdende menschenhart. Onder het kruis, waar Maria en Johannes zich bevonden, wil ik ook staan, en in heiligen weemoed overdenken, wat gij, mijn Verlosser! voor mij geleden hebt, ten einde meer en meer aan u gelijkvormig te worden.
Uw aangezigt, weleer zoo schoon, is nu niet meer kenbaar! Het was de vreugde der Engelen, het schitterde op Thabor helderder dan de zon; en nu is alle schoonheid verdwenen, en
458
IN DE VASTE.
wel, opdat ik uw goddelijk aanschijn eeuwig zou mogen aanschouwen.
Gij zijt van alles, zelfs van uwe kleederen beroofd geworden, opdat ik mijn hart van alle ongeregelde liefde en verknochtheid aan de goederen dezer wereld zoude losmaken, u navolgen, en met het kleed der eeuwige heerlijkheid zou versierd worden.
Gij werdt bespot en veracht, ten einde mij ellendige met eer te overladen. Gij werdt beschuldigd, opdat ik in u eenen middelaar zou erlangen. Gij werdt veroordeeld, om mij aan de eeuwige verdoemenis te ontrukken; gebonden, om mij los te maken van de boeijen der zonde; ge-geeseld, opdat ik niet met de
459
OEFENINGEN
verworpelingen zou gepijnigd worden. Uwe kroon was van doornen, opdat eene onverwelk-bare kroon eenmaal op mijn hoofd zou schitteren.
Men geleidde u buiten Jerusalem, om u te kruisigen; hierdoor zou ik worden teruggevoerd naar het hemelsche Jerusalem, om mij daar eeuwig te verblijden.
Gij droegt uw kruis, opdat ik mij zei ven zou verloochenen, mijn kruis dragen en. u navolgen. Zij hechten u aan hetzelve, opdat de wereld voor mij, en ik voor de wereld zou gekruist zijn. Uw ligchaam werd in de hoogte geheven; opdat mijn hart zich tot het hemelsche zou verheffen. In den bittersten doodsangst voeldet gij u door uwen Vader
460
IN DE VASTE.
verlaten, opdat ik in al mijnen nood; doch inzonderheid in het uur des doods in u eenen barm-hartigen hoogepriester zou vinden. Uw hart was vol medelijden voor uwe Moeder en voor uwen leerling Johannes, om mij medelijden te leeren. Gij badt voor uwe vijanden, opdat ik mijnen beleedigers van harte zou vergeven, en het oordeel aan u zou overlaten. Gij volbragt het werk der verlossing, om ook voor mij vergiffenis, genade en het eeuwige leven te verwerven. Gij liet uw hart doorboren, opdat het bloed mij van het eeuwige verderf zou bevrijden, en het water, dat uit hetzelve vloeide, mij zoude zuiveren van alle zonden. Gij boogt uw hoofd, dierbare Jesus! ach neig het ook
64 26.
461
OEFENINGEN
462
tot mij, als een teeken uwer liefde; mijn hart welle tot u op, als een teeken mijner innigste wederliefde. Zonder u kan ik niet leven; met n te sterven, is mijn gewin. Bij nw heilig graf, aan-biddenswaardige Verlosser der menschen! wil ik den ouden mensch en alle zondige neigingen begraven; voor u wil ik — versterk gij mijnen zwakken wil door uwe heiiigmakende genade — voor u wil ik eene woning bereiden in mijn hart, opdat door u de nieuwe mensch in mij worde opgewekt, opdat ik met u van den dood verrijze, en in het nieuw leven der eeuwige gelukzaligheid u aanschouwe. Amen.
IN DE VASTE
V. HEER! ONTFERM U MIJNER, OM DE
VERZOENING VAN UWEN ZOON.
Almagtige God en Yader! ik smeek u door de liefde, welke uw almagtige Zoon n toedraagt en welke gij voor hem gevoelt, zie neder op mij zondaar, en ontferm u:mijner! Hetgeen het kostbaarste is in uwe oogen, en het heerlijkste in den hemel en op aarde, breng ik n met den diepsten ootmoed ten offer, namelijk, uwen geliefden Zoon Jesus Christus, mijnen voorspreker, mijnen middelaar tusschen u en mij, door wien ik zeker hoop vergiffenis te zullen bekomen.
Vader! zie welgevallig neder op den Zoon, dien gij voortge-bragt hebt, en op den knecht.
463
OEFENINGEN
dien gij verlost hebt. Zie den Verlosser aan, en verstoot zijne verlosten niet! Deze is de getrouwe herder, die het afgedwaald schaap op verschrikkelijke bergtoppen, en bij vreese-lijke afgronden met onbeschrijfelijke moeite heeft opgezocht. Het lag reeds te sterven, en hij, zeer verheugd hetzelve gevonden te hebben, koesterde het, verwarmde het aan zijn van liefde gloeijendhart, overlaadde het met bewijzen van teederheid en droeg het naar de kudde terug.
Zie, mijn Heer en mijn Koning! almagtige God! de goede herder brengt u heden, hetgene gij hem hebt toevertrouwd! Hij had op zich genomen^ het menschdom te verlossen, en hetzelve weder
464
IN DB VASTE.
behagelijk te maken in uwe oogen! — Ja, uw geliefde Zoon heeft het afgedwaalde schaap weder tot u terug gevoerd. Hij heeft den trouweloozen knecht weder met u verzoend, zoodat deze voor dien getrouwen herder vergiffenis zijner zonden kan hopen, en ofschoon hij de helsche straffen verdiend heeft, met vertrouwen zijnen blik kan vestigen op de eeuwige heerlijkheid.
Heilige Vader! ontferm umijner, en schenk mij de vergiffenis mijner zonden, om de onuitsprekelijke verdiensten van uwen Zoon, Jesus! — Verleen mij, dat ik voor mijnen hoogmoed zijne ootmoedigheid, voor mijne on-verduldigheid zijn geduld, voor mijne hardheid zijne goedheid, voor mijne traagheid tot het
465
466 OEFENINGEN
goede zijne bereidwilligheid, voor mijne onrust zijne gelatenheid ; voor de bitterheid mijns harten zijnen zoeten vrede, voor mijnen toorn zijne zachtmoedigheid^ en voor mijne vijandelijke gezindheid zijne liefde moge bezitten, en door getrouwe navolging van zijnen wandel, eenmaal als zijn leerling moge erkend, en in uwe woningen, o hemelsche Yader, binnen geleid worde. Door denzelfden Jesus Christus, onzen Heer. Amen.
Litanie van het lijden onzes Heeren Jesus Christus. Bladz. 247.
OP DE FEESTDAGEN.
HET PAASCHFEEST.
OVERDENKING.
Hij is verrezen, gelijk Hij gezegd heeft. Mattli. XXVIII. 6.
Alleluja! Jesus leeft! De heerlijke en gelukkigste aller dagen is aangebroken; Alleluja! De zonde is uügewischt, de hel en de dood zijn overwonnen; Alleluja! Jesus verschijnt in zegepraal; hij toont zijne magt, ten einde al zijne vijanden te beschamen; Alleluja! — Hij heeft den dood overwonnen. De levendige tempel der Godheid; dien de wreedheid dei-Joden vernietigd had, is weder opgebouwd. Alleluja! De goddelijke leeraar, die uit den hemel is nedergedaald, heeft
467
OEFENINGEN
op zijne heilige leer het laatste zegel der waarheid gedrukt. Alleluja! De ziel van den God-mensch is wedergekeerd uit het voorgebergte, in hetwelk zij was nedergedaald, om de heilige aartsvaders en andere regt-vaardigen, die sedert eeuwen hare nederdaling verlangend hadden te gemoet gezien, door hare tegenwoordigheid te troosten en van daar met zich te voeren. Alleluja.
Het heilig ligchaam is weder bezield! hij heeft zich van de banden des doods bevrijd, eu het graf verlaten. Alleluja! En als zegeteekenen prijken nu zijne onlangs nog versmade wonden, aan zijn verheerlijkt ligchaam. Alleluja! De Heer is verrezen! De steenrots beeft;
468
OP DE FEESTDAGEN. 4fi9
een Engel uit den hemel wentelt clen steen af, en de wachters zijn door schrik als doo-den. Alleluja! — Het graf is ledig. Slechts de zweetdoek en het overige lijnwaad wordt nog in hetzelve gevonden. De Heer is verrezen. Alleluja! Jesusheeft zijn verheerlijkt leven begonnen, in hetwelk wij ook eenmaal na onze verrijzenis zullen deelen, indien wij hier deel nemen, in de versmaadheidvan zijn kruis. Alleluja.
Overdenk opmerkzaam deze wonderen, mijne ziel! welke voor u eene bron zijn van leven, van genade en zaligheid. Geef u over aan heilige vreugde, en wensch Jesus, uwen Heiland geluk met het nieuwe leven, en met de dubbelde overwin-
04 27
I
470 OEFENINGEN
ning, welke hij over den geestelijken en ligchamelijken dood behaald heeft. Begeef u heden in het gezelschap der godvruchtige vrouwen, die Jesus in het graf zoeken; vraag met hen , den Engel des Ileeren, en hoor 1 uit zijnen mond: Hij is verre-zen, hij is hier niet.
Zoo is de versmading in eer ( veranderd geworden! Zoo heeft zijn dood het leven bewerkt! Het kruis is nu de heerlijke ^ schepter van hem, wien alle ^ magt in den hemel en op aarde c gegeven is; Golgotha, een too- j-neel van vereering, en het graf, ]( het heerlijkste zegeteeken ge- a worden! Gestorvene Heiligen 0 staan tot het leven op, ten einde 0 de verrijzenis van den eersten r] onder de levenden te vieren i Q
OP DE FEESTDAGEN, 471
en te verkondigen! De verstrooide apostelen komen weder te zamen, en worden met liemel-sche verschijningen begunstigd! De versteende Joden worden onthutst! De duivelen beven; trouwens hun rijk is vernietigd! De Engelen juichen; want de verlossing der menschen is voleindigd!
Kan, na deze zegepraal van Jesus over dood en hel, de dood wel verse) irikkelijk zijn voor den christen? — JSTeen! de regtvaardige sterft niet. Aan het einde zijner pelgrimschap legt hij zijn aardsche hulsel af, en gaat hij over tot een onsterfelijk leven, aan hetwelk ook zijn ligchaam — dat inmiddels rust in den schoot der aarde — door Gods stem op-
OEFENINGEN
gewekt, eenmaal zal deel nemen. Indien de dood des god-deloozen eene ware straf is voor zijne zonden, wijl zij hem in den afgrond des verderfsstort, dan is die des regtvaardigen een zalige overgang tot een eeuwig, onsterfelijk leven, hetwelk Jesus door zijnen dood en zijne verrijzenis ons verworven heeft.
Waar is o dood! dan uw prikkel? — zou ik nog voor u beven? Neen, Christus is mijn leven, — en sterven is een gewin voor mij!
Dit is de dag, dien de Heer gemaakt heeft! Laat ons heden juichen en ons verblijden.
KERKGEBED.
God! die op den huidigen
472
OP DE FEESTDAGEN. 473
dag door uwen eeniggeboren den dood hebt overwonnen, en ons den ingang tot de eeuwige zaligheid geopend hebt, bevorder en vervul door uwen bijstand de heilige wenschen, welke uwe genade in ons heeft doen geboren worden. Door denzelfden JesusChristus, uwen Zoon, onzen Heer. Amen.
OVERDENKING.
Ik hen dood geweest, en zie ik leef in alle eemcigheid.
Openb. I. 18.
Heerlijke, hartop beurende gedachte: Jesus leeft in alle eeuwigheid! En zoo lang hij leeft, bemint hij ook: of was zijn leven iets anders dan liefde, dan de zuiverste, getrouwste en
OEFENINGEN
474
vurigste liefde? — En zoo lang hij bemint, zegent, troost hij en maakt hij zalig; of is zijne liefde wel iets anders dan zegenen, troosten , redden en zalig maken? — Ruim achttien eeuwen zijn vervlogen sedert den morgen, toen Gods heerlijkheid over het graf des ge-kruisten verscheen; toen de aarde beefde, de wachters doo-delijk ontsteld waren, en Jesus in een nieuw leven, met he-melschen luister 7 als de vorst des levens, als de overwinnaar des doods uit het graf te voorschijn trad. Heden echter leeft hij nog, gelijk voor ruim achttien eeuwen, en nog zegent en troost hij, nog maakt hij zalig gelijk toenmaals; en van eeuwigheid tot eeuwigheid is
OP DE FEESTDAGEN. 47 5
hij, wat hij heden is: een trooster, redder en zaligmaker!
Dit zij mijn troost in liet bittere scheidingsimr, wanneer ik' dierbare panden, vrienden of kinderen moet verlaten, wan-meer zij dan, mijne liefde, mijnen troost, raad of hulp ontberende, of ik de hunne missende, eenzaam en verlaten zal rondwandelen. — 0! die nu leeft en bemint, en zich ontfermt en helpt, waar niemand helpen kan — die bereids onderscheidene duizende jaren weduwen en weezen; veriatenen en treurenden beschermde en geleidde, verzorgde en troostte, — die leeft ook dan nog, wanneer ik wanneer mijne vrienden, troosters of beschermers reeds overleden zijn. Hij leeft en bemint, hij
OEFENINGEN
ontfermt zich, hij helpt en maakt zalig van eeuwigheid tot eeuwigheid. Wanneer ook allen van mij scheiden, één echter scheidt nimmer van mij!
0 heugelijke tijding! ach,mogt ik toch regt gevoelig zijn voor deze waarheid! —Één is er, die mij nimmer verlaat! Één die meer is, die vuriger bemint en krachtiger troost, dan vader en moeder, dan vriend en broeder; die ook dan troosten en verkwikken, helpen en redden kan, wanneer vrienden en broeders, in onmagtige liefde, slechts wee-nen kunnen! Jesus Christus leeft in alle eeuwigheid!
GEBED.
Jesus! Gij waart dood; en nu leeft gij in alle eeuwigheid. Deze
476
OP DE FEESTDAGEN.
uwe opstanding van den dood drukt het zegel op de waarheid mijner toekomende verrijzenis; want gij hebt zelf gezegd: Ik
hen de verrijzenis en het leven; die in mij gelooft zal leven, cd ware hij ook gestorven; en al wie leeft en in mij gelooft zalineeu-wigheid niet sterven. Uw leven, o verheerlijkte Jesus! is ook mijn leven; want gij hebt zelf ons beloofd; dat ook wij zouden leven.
In vereeniffinsr met alle En-
O O #
gelen, Heiligen en uitverkorenen; bid ik u heden aan in de heerlijkheid uwer verrijzenis, en ik breng aan u, aan den Vader en den heiligen Geest mijne hulde. Sta mij bij met uwe genade, en trek mij uit het grat der laauwheid in uwe dienst, in hetwelk mijne ziel zoo lang ge-
64 quot; 27.
477
478 OEFENINGEN
sluimerd heeft; wek mij op tot een nieuw leven; reinig en heilig mijn hart, opdat het een u behagelijk offer worde. Amen.
OP DEN FEESTDAG
VAN 'SHEEREK HEMELVAART.
GEBED.
Jesus Christus! liefde mijner ziel, vreugde en heil der gansche wereld, almagtige overwinnaar des doods en vorst des levens, ik aanbid u! Met heilige vreugde vier ik heden de gedachtenis uwer heerlijke hemelvaart.
De hemelen vierden uwe intrede, en alle kooren der Engelen bereidden zich tot blijde jubelzangen. Duizendmaal duizenden riepen: Het Lam dat geslagt is gevmrden, is waardig te ontvangen de magt en de God-
f j
OP DE FEESTDAGEN.
heAd, de wijsheid en de sterkte, de eer, de heerlijkheid en den zegenlof. Hoe kan ik deze zegepraal , deze heerlijkheid en waardigheid genoeg roemen, prijzen en aanbidden! Hoe kan ik mij genoeg verheugen, dat gij, onze broeder en voorspreker ia den hemel zijt! Hoe kan ik u genoeg danken; dat gij zijt weg gegaan om ons eene plaats te bereiden in het huis uws Vaders; hoe kan ik u genoeg danken, dat gij weder zult komen, om ons tot ute nemen, opdat wij ook mogen zijn, waar gij zijt — een met u, gelijk gij een met den Yader zijt.
Verheerlijkte Godmensch! Gij heerscht als de hoogste magt-hebber in den hemel; gij woont door het geloof en de liefde in
479
OEFENINGEN
de harten der menschen, en gij trekt hen tot u door de kracht uwer genade en door uwe liefde. O trek ook mij tot u, opdat ik slechts naar u verlange en u na-volge; opdat mijn wandel in den hemel zij, opdat ik met al mijne krachten slechts datgene zoeke, naar datgene verlange wat hier boven is, waar gij aan de reg-terhand des Vaders gezeten, leeft en regeert in eeuwigheid. Amen.
VERLANGEN NAAE DEN HEMEL.
Gelijk een dorstig hert verlangt naar eene waterbron, zoo verlangt mijne ziel naar u, o Heer! Zij dorst naar u, water des levens. Wanneer zal ik tot u komen, en uw aanschijn aanschouwen?
480
OP DE FEESTDAGEN. 481
Zaligmakende bron des levens! wanneer zal ik dien dag-zien, den dag van vreugde en van zalige genoegens?
O heerlijke dag, die geenen avond heeft! op welken dank- en vreugdeliederen zullen weergalmen; op welken ik het heugelijk ke woord zal hooren: ga binnen in de vreugde van uwen Heer — in het huis van uwen God, waar gij hem van aanschijn tot aanschijn zult zien, en hem volmaakt zult kennen, gelijk hij u kent. Ga binnen in de vreugde, welke geene droefheid kent, maar waar al uwe wenschen zullen vervuld worden; waar gij geenen vijand zult te bestrijden hebben, doch waar gij de volmaakte rust, een eeuwig gelukzalig leven zult genieten in
OEFENINGEN
het aanschouwen van den drie-éénigen God. Dit is de vreugde des Heeren, welke wij zullen binnen gaan.
O alles overtreffende vreugde, zonder welke er geene ware vreugd is! Wanneer zal ik binnen gaan in u; om mijnen God en Heiland te zien, die in u woont? - Ach het smart mij, dat de tijd mijner ballingschap hier op aarde nog niet geëindigd is, dat ik nog wachten moet op Jesus Christus, die het lig-chaam onzer nederigheid, naar het voorbeeld van zijn verheerlijkt ligchaam, zal vernieuwen.
Kom, Heer Jesus! kom, en bezoek ons met uwen vrede! kom, en voer ons gevangenen uit den kerker, opdat wij ons met u van ganscher harte mo-
482
OP DE FEESTDAGEX.
gen verheugen; onze redder! kom, verlangen der volken! toon ons uw aangezigt, en wij zullen zalig zijn! Kom, mijn licht, mijn Verlosser! en geleid mijne ziel uit den kerker ter verheerlijking van uwen naam. Verhoor mij, die uit deze groote eu gevaarvolle zee tot u roep, en breng mij in de haven der eeuwige zaligheid.
Zalig zijn zij, die de gevaren dezer zee bereids ontkomen, en in de haven der eeuwige rust zijn aangeland, wijl zij thans, in het bezit der eeuwige zaligheid, naar welke zij altoos verlangd hebben, zich eeuwig zullen verheugen.
O rijk van eeuwige zaligheid, waar de Heer van aanschijn tot aanschijn gezien wordt!
483
OEFENINGEN
in u is vreugde zonder einde, blijdschap zonder droefheid, leven zonder rampspoed, licht zonder duisternis. Gelukzalig zijn hierom diegenen, die bereids verdiend hebben, uit dit gevaarvolle leven tot zulk eene vreugde te geraken! Beklagenswaardig zij; die op de onstuimige zee der wereld nog rondvaren, onzeker, of zij de haven der zaligheid zullen bereiken. Ja ongelukkig zijn wij, in dit dal van tranen, dewijl wij om de veelvuldige vijanden, om de bedorvenheid on-zes harten nog steeds in gevaar zijn, het getal onzer zonden te vergrooten.
O vaderland! land van eeuwige rust! uit dit dal van tranen verzuchten wij naar u; wij
484
OP DE FEESTDAGEN. 485
zullen ons best doen, om ook eenmaal in u aan te landen.
Jesus Christus! onze toevlugt en onze troost, wiens licht, gelijk de door dikke nevelen henendringende zon onzen weg
! bestraalt, ten einde ons veilig in de haven der zaligheid te doen aanlanden; schenk mij uwen krachtdadigen bijstand, opdat ik niet door den storm in den afgrond worde mede-gesleept, maar red mij uit deze onstuimige zee, en voer mij over naar de haven van rust, waar gij, als de eeuwig schijnende zon der geregtigheid ons zult bestralen. bestraalt, ten einde ons veilig in de haven der zaligheid te doen aanlanden; schenk mij uwen krachtdadigen bijstand, opdat ik niet door den storm in den afgrond worde mede-gesleept, maar red mij uit deze onstuimige zee, en voer mij over naar de haven van rust, waar gij, als de eeuwig schijnende zon der geregtigheid ons zult bestralen.
KERKGEBED.
Almagtige God! wij bidden u, verleen ons, dat wij, die
OEFENINGEN
vastelijk gelooven, dat heden uw eeniggeboren Zoon, onze Yerlosser ten hemel is gevaren, met ons hart in de he-melsche verblijven wonen; dooi denzelfden Christus, uwen Zoon, onzen Pleer, die met u leeft en regeert in de eeuwen der eeuwen. Amen.
HET PINKSTERFEEST.
KOM, HEILIGE GEEST!
God zij dank! wij beleven den aangenamen tijd, den tijd des nieuwen verbonds, in welken de levende wateren des heiligen Geestes in de harten der geloovigen stroomen, en ze met heilige gaven vervullen. Wij heliben den tijd beleefd ; naar welke de aartsvaders, de profeten en koningen
486
OP DE FEESTDAGEN.
487
ge wenscht hebben. Heden heeft de heilige Geest een groot wonder gewrocht , daar hij in zigt-bare vurige gedaanten op de vergaderde apostelen is afgedaald, en hen heeft opgewekt, om den lof des Heeren in onderscheidene talen te verkondigen. Thans weidt de herder zijne schapen op vruchtbare weiden, en geleidt hen tot het frissche water des levens. Alleluja! Trouwens, gij, o Jesus Christus! Zoon des levendigen Gods! Gij hadt beloofd, uwen jongeren den heiligen Geest te zullen zenden, die hun alle waarheid zou leeren — en gij vervult deze uwe belofte op de plegtigste wijze op het heilig Pinksterfeest. Eendragtig waren de uwen vergaderd, en uw lief-
OEFENINGEN
488
derijk oog zag op hen neder; zij verzuchtten tot u, en terwijl zij nog baden; werden zij verhoord. De heilige Geest, die bij uwen doop op u was nedergedaald, kwam onder het gedruisch van eenen sterken wind in de gedaante van verdeelde tongen als vuur op hen neder, en zij werden nieuwe menschen; zij werden van ongeleerde visschers, leeraars der wereld; van vreesachtige verloochenaars, moedige helden; van onvermogende menschen, krachtvolle wonderdoeners! Zij verkondigden in alle talen uwe grootheid, uw leven, uwe heerlijkheid, en vergiffenis der zonde, genade tot hot goede en eeuwig leven door u. Niemand kon aan de kracht en wijsheid
OP DE FEESTDAGEN.
hunner woorden weerstaan; hetgeen zij spraken, was geest en leven; hetgeen zij schreven, was waarheid en kracht; welke de harten van duizenden bewoog en opwekte, zoo dat zij om hunne zaligheid bekommerd, naar u vroegen, aan u geloofden, en door den heiligen Geest bij uwe heilige Kerk werden ingelijfd.
Eeuwig getrouwe, oneindig liefderijke Jesus! hoe kan ik u waardig genoeg danken, — danken, dat gij den heiligen Geest van uwen ^ader aan uwe apostelen gezonden hebt, en dat hij bij uwe Kerk blijven zal tot aan het einde der d agen! Almagtige, oneindig barmhartige God en Vader van onzen Heer Jesus Christus!
489
OEFENINGEN
hoe kan ik u ootmoedig genoeg aanbidden voor deze onschatbare weldaad, welke gij ons door Jesus Christus bewezen hebt. Met dezen Geest hebben uwe kinderen op aarde ontvangen, al hetgene zij noo-dig hebben, om zalig te worden! Met dezen Geest bezield, noemen zij u met kinderlijk vertrouwen Abba — lieve Vader! Lieve Vader! in den naam van Jesus Christus smeek ik u, zend uwen heiligen Geest ook aan mij; schep in mij, gelijk in de leerlingen, eenen nieuwen geest en een nieuw hart, opdat ik hun gelijk zij; voortaan u love en u dienen moge.
Kom, heilige Geest! vervul mij met uwe gaven; ontvonk
490
OP DE FEESTDAGEN. 491
mijn hart door uwe liefde, opdat het aan u toegewijd, uwe woning, uw tempel worde!
Geest der waarheid, maak mij bekend met Gods vaderlijken wil, en leer mij zijne heilige wet! — Geest des lichts! bewaar mij voor elk gevaar van dwaling! — Ge'est van godsvrucht! bid gij zelf in mij door onuitsprekelij ke verzuchtingen! — Geest van sterkte! rust mij uit met uwe genade, opdat ik in het oogenblik van bekoring niet bezwijke! — Geest der heiligmaking! maak mij de beoefening der deugd ligt, de vervulling mijner pligten aangenaam ; elk offer van zelfverloochening zoet; verheerlijk Jesus in mij. Geest van vertroosting, sterk mij in lijden,
OEFENINGEN
beur mij op in kwellingen, schenk mij den vrede Gods in allen nood! — Geest der hoop! verhef mijn oog en mijn hart van de aarde naar boven, opdat ik datgene verlange, datgene verwerve, wat eeuwig is. Werk in mij beide uit; het willen en het volbrengen van het goede.
Heden is de dag, op welken zoowel de wet op den berg Sinaï, als het evangelie door de uitstorting des heiligen Gees-tes te Jeruzalem is gegeven geworden. Goddelijk lichtl schrijf dit levendig woord in mijn hart, opdat het mijn rigtsnoer zij in mijn leven, mijn steun in rampspoed, en mijn leven in het uur mijns doods.
In het oude verbond moest
492
OP DK FEES m AG EN, 498
men op dezen feestdag de eerstelingen ten offer brengen. Hier mijn Heiland! is het offer van mijn geloof, hetwelk een uwer gaven is: het offer mijner liefde; welke door u is ontvonkt geworden; het offer mijner hoop; die op u gegrond is. Ik offer u, uw eigendom, mijn God, wijl ik niets, hetgeen goed is; van mij zeiven heb, maar alles uit uwe vaderlijke hand heb ontvangen.
Ach! bevestig mij in deze denkwijze; vooral in het uur mijns doods, wanneer ik niets meer zal noodig hebben dan uwen bijstand. Schenk mij uwe heiligmakende genade, opdat ik vruchten des H. Geestes moge voortbrengen. Want, indien de geest van hem, die
64 quot; os
OEFENINGEN
Jesus van den dood heeft opgewekt, in mij woont, dan zal ïiij ook mijn sterfelijk ligchaam levendig maken, wijl zijn geest in mij woont.
Litanie van den H. Geest bladz. 205.
HET FEEST
DEE H. DRIEVULDIGHEID.
GEBED TOT DEN DEIEÉENIGrEN GOD.
Allerheiligste, aanbiddens-waardige Drieëenheid, God Vader, Zoon en Heilige Geest! een in wezen, drievuldig in personen! met den diepsten ootmoed bied ik u mijne vereering en aanbidding aan, en in vereeni-ging met de hemelsche heerscharen , roep ik: Heilig, Heilig, Heilig zijt gij, de Heer der heer-
494
OP DE FEESTDAGEN.
scharen! hemel en aarde zijn vol van uwe heerlijkheid!
Ik kan wel is waar dit aanbiddelijk geheim niet doorgronden , niet begrijpen; dit kan geen schepsel; gij — eeuwige,onbegrijpelijke; bewoont een ontoegankelijk licht; de Cherubs en Serafs bedekken hunne aange-zigten voor u! gij hebt mij immers ook niet geschapen om u te begrijpen, maar om u te beminnen, om uwe geboden te onderhouden, en om u in mijne gelukzaligheid te vinden. Hierom leert uwe heilige kerk mij, al hetgene ik van dit ondoorgrondelijk geheim weten moet ter zaligheid.
Drieëenheid! verhevenste aller geheimen! Hoe minder mijn verstand u kan bevatten, met
495
OEFENINGEN
zoo veel te meer eerbied en vurige liefde ideeft mijn hart u aan.
In u vind ik den grond mijns aanzijns, den troost mijner verlossing; de bron mijner heiligmaking.
Drieëenige God, Vader, Zoon en Heilige Geest! met een onwrikbaar geloof houd ik alles voor zeker, hetgeen gij omtrent uw eeuwig wezen in den tijd geopenbaard hebt.
Ik geloof, dat gij in waarheid Vader zijt, de ware Vader van een ieder, die kind heet in den hemel en op aarde. In uwen naam. Vader, ben ik gedoopt, lof en dank zij u gewijd, dat gij mij door het Sacrament des Doopsels, als uw kind tot een nieuw leven hebt ingewijd!
496
i v- i ■
OP BE FEESTDAGEN, 497
Ik geloof, dat gij, Jesus! dc eeniggeboren Zoon des liemel-schen Vaders, in kracht en heerlijkheid écn met hem, in alles aan hem gelijk, in de volheid des tijds mensch geworden zijt, om te zoeken en zalig te maken, hetgene verloren was. In uwen naam, goddelijke Verlosser, ben ik gedoopt; lof en dank zij u gewijd, dat gij mij uit de slavernij der zonde, tot de ware vrijheid van de kinderen Gods hebt ge-bragt, en mij de vergiffenis der zonden, de genade tot het goede en het eeuwige leven hebt verworven!
Ik geloof, dat gij. Heilige G eest van den Vader en van den Zoon voortkomt, één God zijt met beiden, en ons vormt tot tempels en woningen Gods,ter-
64 28.
OEFENINGEN
wijl gij ons verlicht, heiligt en troost. In uwen naam ben ik gedoopt; lof en dank zij u, dat gij mij onwetende en zwakke door dit Sacrament geroepen hebt, om deelachtig te worden aan uwe wijsheid en sterkte; enregt te verkrijgen op het eeuwige leven.
Door het doopsel, oGod! ben ik aan u toegewijd; ik wil dan ook voortaan u geheel toebe-hooren. Mmmer zal ik uit uwe armen, beste Vader! ontvlugten, en mij der verleiding prijs geven; nimmer zal ik van de vrijheid der kinderen Gods, welke gij Goddelijke Verlosser ons verworven hebt, tot de dienstbaarheid der zonde wederkeeren; nimmer zal ik het leven naar den Geest Gods. met den dood
408
OP DE FEESTDAGEN. 499
van het zinnelijke leven, van liet leven naar clen geest der wereld verwisselen.
Mijn Heer en mijn God! gij weet alles, gij weet ook dat ik u bemin; gij kent echter ook mijne zwakheid. Ondersteun mij zwakke, sterk en bevestig mij gebrekkige, en geef mij het willen en volbrengen, opdat ik op aarde in getrouwe liefde u die-ne, ten einde eens in uw rijk met de Engelen en uitverkorenen u, den Vader vol oneindige majesteit, uwen geliefden eenigen Zoon en den Heiligen Geest eeuwig te kunnen loven en verheerlijken. Amen.
Litanie tot de heilige Drievuldigheid, bladz. 194.
OEFENINGEN
OP DEN FEESTDAG.
VAN HET ALLEEH. SACRAMEIT.
I. GELOOF AAN TEGENWOORDIGHEID VAN JESUS IN HET ALLERH. SACRAMENT.
Jesus Christus, mijn God en mijn Verlosser! hoe wonderbaar openbaart zich uwe almagt, wijsheid en goedheid, bij de instelling van dit allerheiligste Sacrament, in hetwelk gij uwe Godheid en menschheid geheel verborgen hebt! Door het geloof ben ik verzekerd, dat gij in dit aanbiddelijk geheim wezenlijk tegenwoordig zijt. Het is geen ligchamelijk brood, maar gij, mijn Verlosser, zijt hier zelf tegenwoordig. Ik geloof dit even zoo vastelijk, als ot ik het met eigene oogen zag. Mijn verstand
500
OP 1)E FEESTDAGEN. 501
en mijne zinnen onderwerp ik aan de gehoorzaamheid des ge-loofs; mij vast houdende aan de woorden, welke gij weleer tot den ongeloovigen Thomas gesproken hebt: „zalig zijn zij, die niet gezien hebben en geloovenquot; roep ik met hem: „mijn Heer en mijn God!quot; Zie. dit is mijn Heiland! de groote en heilige God!—
Verlicht mijne oogen met het licht van het ware geloof, en ontvonk mijn hart door het vuur uwer liefde, opdat ik, van heiligen eerbied doordrongen, dengenen in geest en waarheid aan-bidde, dien ik hier tegenwoordig geloof, onzen Heer en Zaligmaker, Jesus Christus, die met u leeft en regeert in eeuwigheid. Amen.
Onze Vader, enz.
OEFENINGEN
Geloofd zij Jesus Christus in het allerheiligste Sacrament.
II. AANBIDDING VAN JESUS IN HET
ALLERHEILIGSTE SACRAMENT.
Met den diepsten eerbied en ootmoed aanbid ik u, o Jesus koning mijns harten! Ik verneder mij tot in het stof voor den troon uwer oneindige majesteit, welke ik hier met alle Engelen en hemelingen huldig. Ik aanbid u, o Jesus! onder de gedaante van brood, als mijnen God, als den Heer van hemel en aarde, in wiens hand mijn leven en dood en mijn gansche wezen is. Neem, Heer! deze mijne aanbidding en vernedering genadiglijk aan. Jesus, mijn Heer en mijn God! ligchaam en ziel en alles wat ik ben en bezit.
502
OP DE FEESTDAGEN. 503
is een vrijwillig geschenk uwer genade; aan u offer ik alles op, mijn leven en mijn hart, om n eeuwig te aanbidden en te beminnen. Heersch over mij mijn God! naar uwen heiligen wil; want gij zijt mijn Heer! God. onze quot;Heer is groot, en zijne magt is oneindig.
' O God, die uit onuitsprekelijke liefde in het heilig Sacrament des Altaars verborgen bij ons hebt willen wonen; verleen, dat al de geloovigen, die uwe goddelijke majesteit hier beschouwen en aanbidden, steeds in deugden en heiligheid mogen toenemen, gij die als een en dezelfde God met den Vader en den heiligen Geest leeft en regeert in alle eeuwigheid. Amen.
OEFENINGEN
Onze Vacler, enz.
Geloofd zij Jesus Christus in het allerheiligste Sacrament.
III. LIEFDE TOT JESUS IN HET ALLERH. SACRAMENT.
Jesus, mijne liefde in het heilig Sacrament des Altaars! Gij zijt voor mij aan het kruis gestorven! Gij hebt mij verlost door den prijs van uw heilig bloed, en dit heilig geheim ingesteld, als een onderpand uwer eeuwige liefde voor mijne zaligheid. O oneindig beminnenswaardige Heiland! hoeveel hebt gij voor mij gedaan en geleden! welk een ondankbaar, gevoelloos hart zou ik moeten hebben, indien ik u geene wederliefde betoonde! Jesus! ware minnaar der zielen,
504
OP DE FEESTDAGEN.
voor welke gij uw leven gegeven hebt, versmaad mijn hart niet, dat ik u thans aanbied, en voortaan aan uwe liefde wil toewijden. Ik wensch u, o eeuwige liefde! in eeuwigheid te beminnen; want gij hebt door uwe onuitsprekelijke weldaden mijn hart geraakt; ach! het verzucht naar u, en het kan zonder uwe liefde geen waar geluk smaken. God mijns harten! mijn waar leven, mijne onuitsprekelijke zaligheid, mijn hoogste goed, Jesus! ik bemin u uit geheel mijn hart en boven alles, wijl gij mijn God, mijn Verlosser, mijn Zaligmaker zijt, en wijl gij mij tot den dood toe bemind hebt. Toen Jesus de zijnen bemind heeft, die in de wereldwaren,
64 29 __
505
OCG OEFENINGEN
heeft hij hen tot hei einde he-mind.
O God! die ons in dit wonderbaar Sacrament de gedachtenis van uw lijden hebt nagelaten, verleen ons, dat wij de heilige geheimen van uw lig-chaam en bloed zoo vereeren, dat wij de vrucht uwer verlossing bestendig in ons gewaar worden, die met den Vader en den heiligen Geest leeft en regeert, in alle eeuwigheid. Amen.
Onze Yader, enz.
Geloofd zij Jesus Christus in het allerheiligste Sacrament.
IV. VERTROUWEN OP JESUS IN HET
ALLERHEILIGSTE SACRAMENT.
Jesus, mijn God en mijn Heiland! ofschoon onhoorbaar voor het ligchamelijk oor, roept
OP EE FEESTDAGEN.
gij echter in dit heilig Sacrament tot ons: homt tot mij allen, die heiast en heiaden zijt, en ik zal u verkwikken. — Ik erken, o Heer! mijn onvermogen en mijne diepe ellende; ik roep uwe onbegrensde barmhartigheid aan, want op u stel ik al mijne hoop en vertrouwen, wijl gij mijn oneindig liefderijke Verlosser zijt!
Ik gevoel mij onwaardig, om in uwe tegenwoordigheid te verschijnen; want ik ben een zondaar, en niet waardig uw kind genoemd te worden; niet waardig, mijne blikken tot u te verheffen. Gij echter, zijtin dit heilig Sacrament de ware liefderijke Samaritaan, die zich mijner ontfermt; gij zijt de bron van ons heil; in u zijn al de
507
508 OEFENINGEN
schatten der genade, al de rijkdommen der goddelijke barmhartigheid vereenigcl; door u bekomen wij vergiffenis, genade en het eeuwige leven, 't welk gij ons door uw kruis verworven hebt! En zou ik niet hopen op uw heilig kruis en lijden, op uw kostbaar voor mij vergoten bloed, op uwe oneindige verdiensten?
Jesusi uw heilig bloed zuivert mij van alle zonden; uit uwe wonden vloeit voor mij de volheid van genade; in uw goddelijk hart put ik de ware liefde; uw heilige dood zal mij het eeuwig leven schenken! Jesus! mijne hoop en mijne sterkte! mijn Verlosser en mijn Zaligmaker! mijn God en mijn alles! vol van deze hoop, wil ik
OP BE FEESTDAGEN.
uwe genade en barmhartigheid loven en aanbidden nu en in alle eeuwigheid. Amen.
Onze Vader, enz.
Geloofd zij Jesus Christus in het allerheiligste Sacrament.
V. JESUS , EEN VERBORGEN GOD IN HET ALLERH, SACRAMENT.
In den afgrond mijner nietigheid kniel ik met den diep-sten eerbied aanbiddend en dankend voor uw heilig Sacrament neder, mijn God en Zaligmaker! ik uw Schepsel, de prijs van uw vergoten bloed! Ik nader tot de stroomen van barmhartigheid, die in dit wonderbaar geheim uwer liefde ontspringen; — ik nader tot de bron van genade , tot de ware zon der geregtigheid, wierstra-
509
OEFEMINGEN
len zich door de gansche wereld verspreiden, en zich me-dedeelen aan allen, die de oo«en van hun hart niet gesloten houden. Gij zelf hebt immers dit heilig Sacrament ingesteld, om onze harten tot u te trekken en door de liefde met u te vereenigen. Het is een voortdurend offer uwer liefde, hetgeen gij aan het kruis volbragt en den menschen geschonken hebt.
Ach Jesus! voor dit wondervol Sacrament van liefde kniel ik neder, en ik smeek ootmoedig om de onschatbare genade u te beminnen. Gij zijt de God mijns harten, mijn alles; maak mij los van alle ongeregelde gehechtheid aan het aardsche, opdat mijn hart u geheel toe-
510
OP DE FEESTDAGEN.
behoore en u, ongeschapene Liefde! boven alles beminne.
Onze Vader, enz.
Geloofd zij Jesus Christus in het allerheiligste Sacraraent.
VI. JESUS HET VOORWERP VAN MIJNE LIEFDE EN VAN MIJN VERLANGEN
IN HET ALLERH. SACRAMENT.
Vertrouwende op zoo vele bewijzen uwer liefde en op uw gebod, door 'twelk gij mij tot uwe heilige tal el roept, en mij beveelt mij met u te vereenigen, smeek ik u om de genade, dat gij, bron van alle goed en gever van alle gaven, zelf mij de liefde schenkt, welke gij van mij verlangt; trouwens ik kan u niet beminnen, indien gijniet zelf dit zuiver, heilig vuur in mijn hart ontsteekt. Ik ben niet
511
OEFENINGEN
waardig u te beminnen; doch gij zijt alle liefde waardig'.
Wat kan ik anders zeggenen zuchten dan: mijn Jesus! mijn God en mijn alles, ik bemin u, zoetheid mijns harten! leven mijner ziel! wanneer zal ik u genoeg kunnen beminnen? —Wanneer zult gij door de vurige vlammen uwer liefde mij geheel reinigen, heiligen en veranderen? —Wanneer zal ik bevrijd worden van dit hulsel der sterfelijkheid? Wanneer zal de dag der eeuwigheid aanbreken, opdat ik u nog meer zal kunnen beminnen? Ver-eenig mij meer en meer met u, o God! opdat ik slechts u be-minne, u boven alles beminne. Amen.
Onze Yader, enz.
Geloofd zij Jesus Christus
512
OP DE FEESTDAGEN.
in het allerheiligste Sacrament.
Litanie van het heilig Sacrament des Altaars. Zie bladz. 238.
OP HET JAARLIJKSCH GEDACHTENIS-FEEST DER KERKWIJDIlfGr.
KERKGEBED.
513
God! die alle jaren den inwijdingsdag van dezen uwen heiligen tempel onder ons vernieuwt, en ons denzei ven bewaart; opdat wij hier de heilige geheimen zouden kunnen bijwonen; verhoor de gebeden uws volks en geef, dat elk een die hier binnen treedt om weldaden af te smeeken, zich over de verhooring van zijn gebed moge verheugen; door onzen Heer, Jesus Christus. Amen.
64
29.
OEFENINGEN
HET FEEST
VAN MAEJA-OKTYANGrENIS.
GEBED.
O onbevlekte Maag-d! hoe vurig' danken wij God, dat hij u voor alle vlekken der zonde bewaard heeft! Hoezeer wensch ik, dat alle menschen dit voor-regt in u erkennen! Vlekkeloos staat gij voor het aanschijn des Heeren! Ge waardig n uwe medelijdende blikken op mij onwaardige te vestigen. Bid God voor mij; trouwens ik ben niet slechts in zonde ontvangen en geboren geworden, maar ik heb ook na het heilig doopsel mijne ziel door menigvuldige zonden besmeurd, ik heb zoo weinig getracht het kleed der onschuld zuiver te bewaren. Zal God aan u, welke hij
514
OP DE FEESTDAGEN.
515
boven alle schepselen verheven en voor alle zonde bewaard heeft, wel iets kunnen weigeren ? Allerzuiverste Maagd! gij wilt, gij kunt voor mij de genade afsmeeken, dat ik door ware boetvaardigheid van zonden gezuiverd word, en dan ernstig mijne zaligheid bewerk. Moge ik dikwijls aan u denken; moogt gij mij ook nimmer vergeten! Bid voor mij, opdat ik uw geloof, uwe ootmoedigheid, uwe liefde, uwe gehoorzaamheid, uw geduld, uwe zuiverheid navolge, ten einde ik eenmaal met u in de eeuwige zaligheid moge deelen. O! gelukkig oogenblik, op hetwelk ik u in den hemel zal zien, loven en eeuwig beminnen, u — mijne Moeder, onbevlekte Maagd Maiia!
OEFENINGEN
ANDEE GEBED.
0 God! die door de onbevlekte ontvangenis der heilige Maagd Maria eene waardige woning voor uwen geliefden Zoon bereid hebt; laat ons^ die gij door het lijden en den dood van Jesus verlost hebt, door hare voorspraak in heiligheid en onschuld voor u wandelen, en eenmaal deelachtig worden aan uw rijk, door Jesus Christus, onzen Heer. Amen.
HET FEEST
DER ZUIVERING VAN MARIA.
(LICHTMIS.)
GEBED.
Heer Jesus Christus! welk eene heerlijke getuigenis gaal't
516
OP DE FEESTDAGEN,
517
ij ons heden van uwe God-eid en menschheid. De vrome, de regtvaardige Simeon, die eene openbaring van den H. Geest had ontvangen, dat hij niet zou sterven, voor dat hij den Yerlosser gezien had, kwam heden door denzelfden geest in den tempel, nam u, kind zijnde in zijne armen, loofde God, en beleed u als den Heiland der wereld, als het licht ter verlichting der Heidenen en ter verheerlijking van het volk Israël. Ja, gij waart het zelf, aanbid-denswaardige Zoon Gods! die in de gedaante eens kinds op de armen des vromen grijsaards rustte; want op dezen dag, zijt gij door uwe Moeder ingevolge de Mozaïsche wet in den tempel gebragt, ten einde aan
518 OEFENINGEN
uwen hemelschen Vader te worden opgeofferd.Hierom, oHeer! dragen wij heden volgens het eerbiedwaardig gebruik uwer heilige Kerk brandende kaarsen; wij belijden op deze wijze,, dat gij het licht der wereld zijt, en wij smeeken u, in onze harten liet licht uwer genade te ontsteken, opdat een levendig geloof, een vast vertrouwen en eene standvastige liefde met alle christelijke deugden in dezelve worden geplant, en zij op deze wijze, tot eene u waardige woonplaats bereid worden Verleen ons de genade, almag-tige God! door de voorspraak en vereering der allerheiligste Maagd en Moeder Gods Maria, dat wij dezen feestdag met ware godsvrucht en met pligt-
OP DE FEESTDAGEN. 519
matige dankbaarheid vieren,en dat gelijk wij dit licht ter uwer eer en gedachtenis in onze handen nemen, wij even zoo u, het eenige ware licht opnemen in den tempel van ons hart; en gelijk uwe heilige mensch-heid in den tempel is voorgesteld en opgedragen geworden, laat ons ook zoo na onzen dood, in het rijk uwer eeuwige heerlijkheid worden overgebragt en voorgesteld, om met uwe uitverkorenen hetzelve in alle eeuwigheid te bezitten. Amen.
OEFENINGEN
HET FEEST
YM MARIA-BOODSCHAP.
OVERDENKING.
De Engel des Heeren bragt aan
Maria de boodschap, en zij ontving van den H. Geest.
Waarlijk eene blijde boodschap voor alle menschen! Hoe buitengewoon en wondervol is hier alles! De Engel boodschapt; de H. Geest overlommert; de Maagd ontvangt; God wordt mensch!
God wordt mensch! - Adam heelt gezondigd, en door zijne zonde zijn alle menschen ongelukkig geworden. De barmhartige Vader in den hemel ontfermde zich echter over het verlorene menschdom, en zond zij-
520
op :ds feestdagen.
nen eeniggeborene in de wereld, opdat hij als mensch onder ons menschen zou leven, ons van de zonde verlossen en eeuwig zalig maken zou.
God wordt mensch! na kan ik gerust zijn, en indien ik waarlijk boetvaardig ben, vergeving hopen. Nu weet ik, wat hem be-hagelijk is, en wat ik doen en laten moet om hem waardig te vereeren!
De Engel boodschapt! een gezant Gods brengt de heugelijkste tijding op aarde, welke ooit werd medegedeeld! Gabriël, een der voornaamste geesten, die den troon des Eeuwigen omgeven, spoedt zich naar Nazareth tot de Maagd Maria.
De heilige Geest overlommert, en de heilige Maagd ontvangt!
521
OEFENINGEN
Maria was een voorbeeld van maagdelijke zuiverheid. Vanhier hare ontsteltenis, van hier de vraag: „Hqe kan ditgeschieden; daar ik geenen man beken?quot; In haar maagdelijk ligchaam heeft de Zoon Gods de menschelijke natuur aangenomen. Slechts eene zoo zuivere en deugdzame Maagd als zij, was waardig de Moeder Gods te worden.
De heilige Geest overlommert! slechts door de werking des heiligen Geestes, slechts door Gods almagt moest dit geschieden. Op zulk eene waardige wijze wilde de Zoon Gods in de wereld komen.
„Zie, ik ben eene dienstmaagd des Heeren, mij geschiede volgens uw woordquot; Zoo spraakt gij, allerheiligste Maagd op het
522
OP DE FEESTDAGEN. 523
oogenblik, toen gij tot Moeder verkoren werdt des goddelijken Zoons. „Ikben eene dienstmaagd des Heeren,quot; deze weinige woorden geven uwe ootmoedigheid te kennen. Gij waart niets in uwe eigene oogen, doch de Heer; en hij alleen was li alles. „Mij geschiede volgens uw woord!quot; Hoe levendig, o Maria! was uw geloof aan God! Hoe vast uw vertrouwen op hem! Hoe bereidwillig uwe overgeving in zijnen vaderlijken wil en beschikkingen! Hij was voor u de liefderijkste Yader, en gij waart zijn gehoorzaamst kind.
Wat ben ik in mijne eigene oogen? Hoe beschouw ik God? Hoe gehoorzaam ik hem? Hoe hoop en vertrouw ik op hem?
OEFENINGEN
En het woord is vleesch geworden, en het heeft onder ons geivoond.
Ja, de Zoqa Gods heeft zich diep vernederd; de Heer heeft de gedaante eens dienstknechts aangenomen, en is in alles aan ons gelijk geworden, uitgenomen de zonde; door hem wilde de Yader inzonderheid tot ons, zijne kinderen spreken; door hem wilde hij zijnen wil bekend maken; door hem zijn raadsbesluit openbaren! Jesus Christus heeft de menschelijke natuur aangenomen, en is bijgevolg onze broeder geworden. Tot welk eene overgroote waardigheid heeft God dan den mensch verheven; en ik zou mij zeiven door de zonde onteeren! Neen dat wil
524
OP DE FEESTDAGEN, 525
ik niet; ik wil door eenen god-vruchtigen levenswandel Gode dankbaar zijn; ik wil alhetgene Jesus ons door woord en voorbeeld heeft geleerd, getrouw trachten op te volgen. Hiertoe heb ik de goddelijke genade noo-dig; en deze wil ik afsmeeken door de voorspraak der heilige Moeder Gods Maria.
GEBED.
Maria, ootmoedigste en ver-hevenste onder alle schepselen! Dank zij den Allerhoogste gewijd, dat hij ii tot Moeder van zijnen Zoon verkoren heeft! Ik sta verbaasd, en ik verheng mij over uwe wonderbare vereeni-ging met God. Ach! ik ellendig en niettemin zoo hoovaardig schepsel, durf het niet wagen
OEFENINGEN
526
• voor u te verschijnen, die bij alle heerlijke voorreg ten zoo ootmoedig waart, en nogtans wensch ik u te eeren met den groet des Engels: Wees gegroet Maria, vol van genade! verwerf ook voor mij een gedeelte derzelve. De Heer, de bron van alle vreugde, de Zaligmaker, de sterke God, de vorst des vredes is met u. Hij was bereids met n van het eerste oogenblik uwer schepping; thans is hij, als uw Zoon nog nader bij u. Gezegend zijt gij hoven de vrouwen. Verwerf ook voor mij Gods zegen! Gezegend is de vrucht uws ligchaams. Gelukkige boom, welke eene zoo edele en heilige vrucht voor de wereld hebt voortgebracht! Heilige Maria, Moeder Gods! Ja Maria, dit zijt gij! Gij zijt de
OP DE FEESTDAGEN. 527
Moeder van God; deze waarheid geloof ik vastelijk. Bid voor ons zondaren, nu, te midden van zoo vele gevaren, en vooral m het uur onzes doods om een zalig sterfuur. Wil ons, zaligste Moeder tot den Zoon; genaderijke dochter tot den Yader; uitverkorene Bruid tot den Bruidegom voeren, die gezegend is in alle eeuwigheid.
KERKGEBED.
God! die gewild hebt, dat uw Zoon door de boodschapping des Engels in het ligchaam der heilige Maagd Maria het vleesch zou aannemen; verleen ons genade, dat wij, die haar als de Moeder Gods vereeren, ook door hare voorspraak bij u, mogen geholpen worden, doordenzelf-
OEFENINGEN
den Heer Jesus Christus, uwen Zoon, die met u leeft en regeert in de eenheid des H. Geestes, dooi* alle eeuwen der eeuwen. Amen.
BIJ DE G-ED ACHTEUIS-YIESINGr DER ZEVEN SMARTEN VAN MARIA.
OP VRIJDAG VOOR PALMZONDAG.
Ook gij hebt vele en zware beproevingen doorgestaan, zalige Maagd Maria! ach, het kostte u zoo veel droefheid en smart' de Moeder van onzen Verlosser te zijn. Dikwijls doorsneed,het zwaard van droefheid uwe ziel. Trouwens hoe gevoelig werd uw Moederhart getroffen, toen Jesus in eenen stal in Bethlehem geboren werd. Hoe veel leedt gij door de vlugt naar Egypte, ten einde de handen des bloeddors-
528
OP DE FEESTDAGEN'. 529
tigen Herodes te ontkomen! — Uw Zoon Jesus, die allen had welgedaan, werd met misdadigers gelijk gesteld ? en moest aan het kruis sterven; gij zaagt hem lijden, gij stondt er bij,' ea gij kondt hem niet helpen! Gij en uw goddelijke Zoon hebt Veel bitters moeten proeven! Gij beiden zijt door kwellingen en lijden binnengegaan in het rijk Gods, en gij beiden waart toch de geliefden des hemels! Waarom zon ik strafschuldige dan met onwil het lijden dragen, hetgene God mij toezendt? Waarom zou ik mij dan over mijn gering lijden beklagen? Voortaan wil ik nu ook niet meer klagen, maar al hetgene mij overkomt, met kinderlijke onderwerping uit Gods vaderhand aannemen. Naar uw
64 30
530 OEFENINGEN
voorbeeld, geduldige Maria! wil ik lijden, wil ik volharden tot aan het einde, wil ik in kommer mij troosten met de gedachte: „De „Heer verlaat de zijnen niet, „en bestiert alles ten bestelquot;
Smeek voor mij de hiertoe noodige genade, opdat ik, na hier op aarde met kinderlijke onderwerping mijn lijden te hebben gedragen, mij met uenmet uwen Zoon eeuwig verheugen moge in den hemel. Amen.
HET FEEST
YAU MABJA-BEZOEEIIGr.
Maria van den Engel vernomen hebbende; dat zij tot Moeder des Yerlossers verkozen was, aanbad Gods almagt en goed-
OP DE FEESTDAGEN.
heid met ootmoed en dankbaarheid. Zij hield intusschen gel leiin, hetgeen de hemelschc gezant haar geboodschapt had. Slechts aan hare heilige, en door God ook rijkelijk gezegende nicht Elisabeth wilde zij haar hart openbareiL Zij deed derhalve met vreugde de groote reis over het gebergte, kwam in het huis van Zacharias en groette Elisabeth. Deze, met den H. Geest vervuld, zeide tot haar, Gezegend zijt „gij onder de vrouwen, en geregend is de vrucht uws lig-„chaams.quot; Hierop sprak Maria;
„Mijne ziel maakt groot den ,,Heei% en mijn geest verheugt „zich in God, mijnen Heiland. „Hij heeft nedergezien op de geringheid zijner dienstmaagd. „Zie, van nu af zullen alle ge-
531
OEFENINGEN
„slachten mij zalig noemen. Hij, ,,de Magtige heeft groote din-,,gen aan mij gedaan: heilig is „zijn naam. Zijne barmhartigheid strekt zich uit van geslacht tot „geslacht over allen, die hem „vreezen. Magtvol werkt zijn „arm; hij verstrooid hen, die in „den waan van hun hart, zich „iets verbeelden. Hij werpt mag-„tigen van den troon en ver-„heft nederigen. Behoeftigen „vervult hij met goederen; rij-„ken zendt hij ledig weg. Hij „heeft Israël zijnen dienaar op-„genomcn7 indachtig zijner ontfermende goedheid, welke hij „beloofd heeft aan onze vade-„ren, aan Abraham en aan zijn „nageslacht tot in eeuwigheid.quot;
Zoo sprak Maria, en bleef drie maanden bij hare nicht.
532
OP DE FEESTDAGEN.
Uit het bezoek van Maria bij hare nicht, en uit hare lofzangen blijkt, welk eene ootmoedige, zuivere en Go de behage-lijke Maagd zij was.
Christen! volg hare ootmoedigheid na. Met vreemde gaven pralen, zich zei ven meer laten voorstaan dan men werkelijk is, aan zich zei ven toeschrijven, het-gene men van God ontvangen heeft; en zich hierom boven anderen verheffen, hen gering achten, is hoogmoed en vermetelheid.
Dit deed Maria niet; zij loofde niet zich zelve, maar God; zij verheugde zich in hem, en niet in zich zelve; door de lofspraak harer nicht werd zij niet opgeblazen, maar zij schreef alles aan God toe.
64 30.
533
?
I
534 OEFENINGEN
Maria erkende en gevoelde wel is waar hare voorregtenu en hield zulks voor hare nicht niet verborgen; zij vergat echter de nederigheid eener Maagd niet, en beschouwde hare waardigheid, als een vrijwillig, onverdiend geschenk des liefderijken Gods. Zoo moet gij ook , indien gij iets goed in u zeiven ontwaart, God hiervoor danken, en hem de eer geven, gij moet een nuttig gebruik hiervan maken, en hetzelve trachten te vermeerderen; uwe zwakheden en gebreken moet gij daarentegen zoeken te verbeteren. Hierin bestaat de ware ootmoedigheid.
Verkeer, naar het voorbeeld der zaligste Maagd, zoo veel mogelijk slechts met personen
OP DE FEESTDAGEN. 535
van uw geslacht, en van eenen onberispelijken wandel.
Ofschoon gij in den omgang met anderen, niet altijd van God en van heilige dingen kunt spreken, moet gij echter dikwijls hieraan denken, van tijd tot tijd iets tot stichting zeggen, en nooit u eenige zondige uitdrukking veroorlooven.
Ten laatste, verkeer gaarne met God, en houd u met hem bezig door godvruchtige oefeningen, door over zijne almagt, grootheid, wijsheid, heiligheid en goedheid na te deuken. Herdenk het verledene, inzonderheid de beloften en bedreigin-en des Heeren: zie wat gij in e toekomst te hopen of te vreezen hebt; laat uw hart tot God spreken; leg het geheel
OEFENINGEN
voor hem bloot. Houd u aan hem, en verwacht getroost zijne beschikkingen af, gelijk Maria deed.
Ach! de bezoeken der Christenen zijn vaak zoo ijdel, zoo verderfelijk; men spreekt slechts van opschik en kleederpracht, van de gebreken zijns naasten, dikwerf zelfs over onkuische zaken. Dergelijke bezoeken betamen niet slechts geen christenen , maar zelfs geen heidenen.
HET FEEST
DEE HEMELVAART VAU MARIA.
GEBED.
O Maria! gij hebt de aarde verlaten, en de voor u bestemde plaats in den hemel ingenomen, uwe liefde tot ons is echter
536
OP DE FEESTDAGEN. 5.37
niet minder maar zelfs grooter geworden. Ter- belooning van u wen heiligen wandel werd u een nieuw leven geschonken; voor uwe ootmoedigheid, de verheffing boven alle schepselen; voor uwe godsvrucht, het aanschouwen van Gods aanschijn; voor uwe oyergeving in zijnen heiligen wil, het genot der eeuwige gelukzaligheid; voor uw bitter lijden, eindelooze vreugde; voor uwe getrouwheid in het bewaren der goddelijke genade, het regt, om voor een ieder? die uwen wande! wil navolgen, en zijn vertrouwen stelt op uwe voorspraak, genade van God af te smeeken. Ach! zie genadiglijk op ons neder. Gij ziet de gevaren en vijanden, met welke wij te kampen hebben; help ons strij-
OEFENINGEN
538
den en overwinnen! Gij zijt het allernaast bij God; gij woont in het rijk des Heeren, en wordt verzadigd door Gods heerlijkheid; wij echter wonen nog ver, in het land der vergankelijkheid. Hierom bidden wij u om uwe voorspraak bij God, opdat wij nimmer vergeten, dat wij hier geene blijvende plaats hebben, maar de toekomende zoeken; opdat wij ons meer en meer losmaken van het aard-sche, toenemen in de liefde Gods, zalig sterven, en op de plaats onzer bestemming aankomen, waar wij n voor uwe goedheid zullen danken ,, en met u en met alle Heiligen, Jesus eeuwig bezitten, loven en prijzen zullen. Amen.
OP DE FEESTDAGEN,
ANDER GEBED.
Heilige Maria, Moeder Gods, Moeder der geloovigen! Gij zijt de heiligste en zaligste onder de kinderen der mensclien, gij zijt de uitverkorene Gods, de Engel noemt u vol van genade; de gansche H. Kerk eert u als de koningin van hemel en aarde. Wie zou u niet vereeren, daar God zelf u vereert; wie zou u niet beminnen, daar God zelf u bemint; wie zou op uwe moederlijke liefde en op uwe voorspraak niet vertrouwen, daar God zelf u tot de Moeder des goddelijken Zoons heeft ingewijd? Hierom smeeken wij u, Maria! vol van genade. Moeder van onzen Zaligmaker, bid uwen en onzen God om genade voor
539
OEFENINGEN
540
ons zondaren. Getrouwe Maria! bid uwen en onzen Heer, dat wij met ootmoed en getrouwheid ons aan zijne heilige dienst toewijden. Gij, met den wil Gods tevredene Maagd! die zijnen wil io uw hart'hsbt overwogen, bid voor ons zwakken om een levendig geloof. Gij stondt onder het kruis van uwen Zoon, en het zwaard van droefheid doorsneed, volgens Simeons voorzegging, uw moederhart; bid voor ons lijdenden hier op aarde, opdat wij het lijden en de rampen dezes levens, naar uw voorbeeld, met overgeving in den goddelijken wil mogen verdragen. Gij op aarde reeds volmaakte, in den hemel opgenomene, en naast uwen Zoon thans verheerlijkte
OP DE FEESTDAGEN'. 541
Moeder der geloovigen, bid voor ons om een zalig uiteinde van dit leven, opdat wij het erfdeel erlangen der kinderen Gods in den hemel, hetwelk ons door de gezegende vrucht uwsligchaams beloofd en verzekerd is ,en uwen en onzen God, die zulke heerlijke dingen aan u heeft gedaan, in eeuwigheid met u loven,prijzen en bezitten mogen. Amen.
HET FEEST
VAN MARIA-GrEBOOETE, GEBED.
O heilig kind! kostbaar geschenk des hemels, Moeder van het Lam Gods, 'twelk de zonden der wereld wegneemt, voorspreekster der zondaren, bid voor mij! Gij zijt het verhevenste onder
64 31
OEFENINGEN
542
alle schepselen; door uwe geboorte heeft het zondige mensch-dom hoop op redding gekregen, gij zijt die Maagd vol van genade, welke bestemd was, om den Verlosser der wereld te baren, die de ketenen der zonde zou verbreken; kom mij te hulp, want ik heb uwe voorspraak noodig. Bid voor mij, opdat ik als een nieuw schepsel, door de liefde Gods geheel ontvlamd worde. Wees gij mijne vermogende voorspreekster bij hem, die u zoo groot, zoo magtig/ zoo medelijdend gemaakt heeft! Ik vertrouw vastelijk op het gelukkig gevolg uwer voorspraak; want uw goddelijke Zoon zal uw gebed niet versmaden. Hem zij lof in eeuwigheid. Amen.
OP DE FEESTDAGEN'.
ANDER GEBED.
O Maria! eerwaardige Moeder van Jesus en van alle geloovi-gen, in n we bescherming, in uwe voorspraak beveel ik mij zeiven en al de mijnen, inzonderheid in het uur des doods. Goeder-tierende Maagd! gij bemint degenen, die ii beminnen, en gij helpt allen, die op u vertrouwen; troosteres der hodmkten, toe-vlugt der ongelukkigen! ik kom tot u; als een ongelukkige zondaar verschijn ik voor u; versmaad mijne zuchten niet! hoor en verhoor mij zondaar, die in dit dal van tranen tot u roep. Sta mij door uwe voorspraak bij in al mijnen nood, en inzonderheid in het uur des doods. O Goedertierene, o medelijden-
OEFENINGEN
de Maria, Moeder van genade, Moeder van barmhartigheid, laat mij uwe bescherming ondervinden! Met een vast vertrouwen op uwe moederlijke liefde, hoop ik door uwe voorspraak bevestiging in het geloof, overgeving in den goddelijken wil, onwrikbaar geduld; steeds toenemende liefde, en eindelijk eenenuitgang uit dit leven naar de vreugde des hemels. Amen.
Litanie der allerheiligste Maagd Maria. Bladz. 262.
OP DEN FEESTDAG
VAI DEN H. JOSEF,
Wees van mij gegroet, man naar Gods harte, heilige Josef! God heeft u regtvaardig bevonden O]) aarde, en verkoren tot
544
OP UK FEESTDAGEN. 545
bruidegom der allerzuiverste en genaderijkste Maagd, en tot voedstervader van zijnen eenig-geboren en geliefden Zoon. Aan li heeft hij de zorg over de heilige personen op aarde, over Jesus en Maria toevertrouwd; tot u zond hij zijnen Engel, ten einde u het wonderbaar geheim der menschwording van Gods Zoon en de ondoorgrondelijke wegen der goddelijke Yoorzie-nigheid te openbaren. Gij hebt vele genaden van God ontvangen, veel vreugde gesmaakt in het verkeer met de heilige personen ; maar ook bij uwen arbeid tevreden, in armoede, lijden en kommer geduldig en godvruchtig met hen geleefd.
Gewillig en met heilige n aauw-gezetheid zijt gi] eiken wenk van
OEFENINGEN
God gevolgd; met een onwrikbaar vertrouwen hebt gij in treurige en kommervolle oogenblik-ken u op zijne vaderlijke zorg verlaten, en God heeft alles steeds zoodanig ingerigt, dat gij zijne vaderlijke Voorzienigheid steeds dankbaar hebt erkend en aangebeden.
Op dezelfde wijze zal God ook voor mij zorgen, indien ik volgens zijnen heiligen wil leef en lijd, indien ik mijn oog op hem gevestigd houd, sleehtshem zoek te behagen, slechts naar zijn rijk tracht. Aan u, o heilige Josef wil ik denken, wanneer het mij moeite kost, om aan de deugd en aan mijnen pligt getrouw te blijven; op de goddelijke hulp wil ik hopen en u navolgen in de geregtigheid, opdat
446
OP DE FEESTDAGEN.
547
ik eenmaal gelijk gij, door Jesus gezegend, den dood der regt-vaarcligen moge sterven. Thans zijt gij bij Jesus en Maria in den hemel verheerlijkt. Bid hierom heilige Josef voor mij om een levendig geloof, en getrouwheid in de dienst van God en gelatenheid bij alle voorvallen dezes levens. Inzonderheid echter, sta mij bij door uwe voorspraak in het uur des doods, opdat mijn uiteinde zalig zij, en ik met u en alle heiligen den Vader, den Zoon en den heiligen Geest, in eeuwigheid moge loven en prijzen. Amen.
OEFENINGEN
GEBED
TOT JESUS, MAEIA EI JOSEF,
ALS EENE AANWIJZING TOT STILLE
DEUGD EN WARE HEILIGHEID.
Jesus, Maria; Josef! Gij leef-det op aarde als geringe, arbeidzame lieden, onbekend en ongeacht bij de wereld, in eenen ne-derigen stand, in stille rust; en nogthans waart gijl. de heiligste personen op aarde. In nl. zie ik, dat de heiligheid niet bestaal in buitengewone, groote of gerucht makende daden, maar, in naar uw voorbeeld, den wil Gods en de pligten van mijnen staat getrouw te vervullen, in de zonde te vlugten en de deugd te beoefenen. Ook in mijnen staat kan ik u navolgen, en Godebe-
548
OP DE FEESTDAGEN.
hagen. Elke nuttige of' noodzakelijke arbeid, elke pligtvervul-ling of liefdedienst om God verligt, is gelijk eene vereering Gods, Het verrigten derhuisse-lijke bezigheden kan met de ware godsvrucht zeer goed bestaan; bidden en werken kan ver-eenigd zijn , ja het behoort zelfs bij elkander; terwijl de handen arbeiden moet het hart aan God denken. Onder den arbeid wil ik bij mij zeiven zeggen: „mijn „God! ik doe dit, wijl gij het „wilt; en zoo als gij het wilt; ;,ofschoon mijn werk zwaar is, „en door de menschen slecht ^ „beloond wordt, ziet en beloont „gij het echter; aan u offer ik ;,mijn werk op; gij zult het ze--j „genen.quot; Indien ik zoo denk en bid, dan geschiedt alles met
64 quot; 31.
549
OEFENINGEN
meer moed en vlijt, en mijn werk gaat mij beter van de hand. Op deze wijze dien ik tegelijk God en de mensclien, win ik mijn dagelijksch brood en den hemel.
Jesus, Maria, Josef! in ul. zie ik, dat rijkdom, aanzien en welvaart liet ware geluk niet nit-maken; want dit al les heeft God, hoe dierbaar gij hem ook waart, ul. niet gegeven. Gijl. had veel meer gebrek, rampen en vervolging te lijden; en echter waart gij vergenoegd, tevreden en gelukkig. Zulks kan ik ook zijn, indien ik een zuiver geweten, een kinderlijk vertrouwen op God heb; indien ik gaarne arbeid, indien ik tevreden ben met het-gene gij mij door mijne vlijt gelieft te schenken, en mijn waar geluk in het andere leven zoek;
550
OP DE FEESTDAGEN. 551
indien ik den vrede bemin, en door zachtmoedigheid, voorzig-tigheid en dienstvaardigheid mij geacht en bemind maak bij mijne medemenschen.
Jesus, Maria, Josef! het uitmuntend voorbeeld uwer deugden zweve allen kinderen, ou-ders, echtgenooten en allen uwen voorouders steeds voor oogen, en spore ons tot navolging aan, opdat uw naam in het uur des doods dankbaar en tot vertroosting door ons moge genoemd worden. Liefde eneendragt wone in alle huizen, gelijk deze in uwe zielen woonden. Dan zal overal de zegen nederdalen, totdat wij eindelijk bij u in den hemel komen, en eeuwig gelukkig zijn zullen. Amen.
OEFENINGEN
OP DEN FEESTDAG
VAI DEN H. STEPHAMS.
GEBED.
Stephanus vreesde den dood niet, wijl hij zijnen goddelijken meester, die voor hem gedood werd, zag leven, integendeel, door vurige liefde gedreven, wenschte hij ontbonden te worden van den last des ligchaams, voor den Heer te sterven, teneinde met hem te kunnen leven. Trouwens hij zag den hemel open, en Christus staande aan de reg-terhand Gods. Jesus zag op den moedigen strijder neder, en -schonk hem kracht om te zegevieren. Stephanus verwierf de kroon des levens, wijl hij aan hem geloofde, en hem getrouw na-
552
OP I)E FEESTDAGEN.
volgde, in wien alle heil is, in wiens naam alleen de menschen kunnen zalig worden.
Christus wandelde als de eeniggeborene des Vaders vol genade en waarheid, Stephanus volgde hem als een man vol genade en sterkte; Christus bad voor degenen, die hem kruisigden, Stephanus voor degenen die hem steenigden; Jesus bad, hangende aan het kruis, Stephanus nedergeknield, terwijl men hem steenigde. Toen hij nog stond beval hij zijne ziel den HeereJesus aan, nedergeknield bad hij voor zijne vijanden met de woorden: „ Heer! rekenhundezezondeniet.,,
Zoo bad de heilige Stephanus, en alzoo gebeden hebbende is hij in den Heer ontslapen. O slaap des vredes, rust der zaligheid!
553
OEFENINGEN
wat kan verkwikkender, wat wenschelijker z ijn!
Welaan, ik wil u navolgen, eerste der cliristelijkemartelaren! opdat ik gekroond moge worden gelijk gij. U wil ik navolgen, aan u wil ik gelijkvormig worden, inzonderheid in de liefde jegens mijne vijanden. Gij zeidet niet: „Heer! oordeel hen na mijnen dood!quot;maar:„Heer!Jesus! ontvang mijnen geest. quot; - Gij zeidet met: „Heer Jesns! wreek den dood van uwen dienaar,quot; maar: „Heer reken hun deze zonde niet.' — Door ontelbare vijanden omringd zaagt gij, terwijl zij u met woede steenigden, hen minzaam aan. Gij staardet met standvastige liefde op hem, voor wien gij gedood werdt, en die ter beloonin^ uweronwrik-
551
OP DE FEESTDAGEN, 555
bare trouw u cle kroon des levens geschonken heeft.
Nog prijkt dergelijke kroon van heerlijkheid in den hemel; al wie moedig strijdt en tot het einde toe volhart, zal met dezelve versierd worden! het rijk der hemelen lijdt geweld, en de geweldigen nemen het in.
O
GEBED.
Verleen ons, Heer, dat wij navolgen hetgene wij vereeren; opdat wij onze vijanden leeren beminnen, daar wij de gedachtenis vieren van hem; die stervende ook wist voor zijne vervolgers te bidden, door onzen Heer;uwen Zoon, Jesus Christus, die met u leeft en regeert in alle eeuwen der eeuwen. Amen.
OEFENINGEN
OP DEN FEESTDAG
VAN DEI H. JOAOES DEI DOOPER.
OVERDENKING.
Over de woorden van den Heiligen Joannes, ik heb ulieden met water gedoopt, maar hij zul u doopeu door den 11. Geest. Marc. I. 8.
Lol en dank zij u7 goeder-tierene God, wijl gij mij door net heilig Sacrament des* doopsels tot uw kind hebt aangenomen! Trouwens, wat zou het naij baten geschapen te zijn 7 indien ik door dit Sacrament niet ware herboren geworden. Dan ware er voor mij g'eene ver-bssing, geen heil; want gij,
556
OEFENINGEN
dië de eeuwige waarheid zijt, liebt zelf gezegd: „Tenzij iemand herboren worde uit het „water en den H. Geest, hij kan „in het rijk der hemelen niet „komen.quot; Met een van liefde doordrongen hart dank ik u voor deze onuitsprekelijke weldaad.
De dag van mijn doopsel was waarlijk een geboortedag, een dag, op welken Jesus Christus in mijne ziel geboren is. Hij was een blijde paaschdag, op welken ik van den dood opstond en tot het leven wederkeerde ; een feestelijke pinksterdag, dewijl ik den H. Geest ontving. De dag van mijn doopsel was een ware feestdag; want op dezen plegtigen dag nam de hemelsche Vader mij nietig
557
OEFENINGEN
mensch als een kind aan; de Zoon G ods erkende mij als zijnen broeder, en de heilige Geest wijdde mij tot zijnen tempel in; op dezen tijd namen de Engelen mij als gezellen aan; alle Heiligen erkenden mij juichend als hunnen medeburger in het rijk der heerlijkheid, en mijn naam werd geschreven in het boek des levens.
GEBED.
Jesus Christus, hoop aller tijden, heil der wereld, dat de regtvaardigen sedert eeuwen met vurig verlangen verbeid hebben! Gij hebt uwen voor-looper Joannes den geest van ootmoedigheid , van zelfverloochening, van getrouwheid en van onverschrokkene waarheids-
558
OF DE FEESTDAGEN.
559
liefde geschonken, verleen mij uwen bijstand, opdat ik zijne deugden navolge, en den weg bewandele, die door geloof en boetvaardigheid tot u voert. — En gij, heilige voorlooper van Jesns Christus; verwerf mij door uwe voorspraak de genade, dat ik der waarheid getrouw blijf, mijne pligten vervul, den lof of smaad der wereld niet acht, maar alleen aan hem tracht te behagen, dien gij met woorden en werken beleden hebt, dien gij hebt aangekondigd als den Heiland, als het Lam Gods, dat de zonden der wereld wegneemt, Jesus Christus, onzen Heer. Amen.
OEFENINGEN
wat kan verkwikkender, wat wenschelij ker z ijn!
Welaan, ik wil u navolgen, eerste der christelijke martelaren! opdat ik gekroond moge worden gelijk gij. U wil ik navolgen, aan u wil ik gelijkvormig worden, inzonderheid in de liefde jegens mijne vijanden. Gij zeidet niet: „Heer! oordeel hen na mijnen dood! quot;maar:„Heer!Jesus! ontvang mijnen geest.quot; — Gij zeidet niet: „Heer Jesus! wreek den dood van uwen dienaar,quot; maar: „Heer reken hun deze zonde niet.' — Door ontelbare vijanden omringd zaagt gij, terwijl zij u met woede steenigden, hen minzaam aan. Gij staardet met standvastige liefde op hem, voor wien gij gedood werdt, en die ter belooning uweronwrik-
554
OP DE FEESTDAGEN, 555
bare trouw u de kroon des levens geschonken heeft.
Nog prijkt dergelijke kroon van heerlijkheid in den hemel; al wie moedig strijdt en tot het einde toe volhart, zal met dezelve versierd worden! het rijk der hemelen lijdt geweld, en de geweldigen nemen het in.
GEBED.
Verleen ons, Heer, dat wij navolgen hetgene wij vereeren; opdat wij onze vijanden leeren beminnen, daar wij de gedachtenis vieren van hem; die stervende ook wist voor zijne vervolgers te bidden, dooronzenHeer;uwen Zoon, Jesus Christus, die met u leeft en regeert in alle eeuwen der eeuwen. Amen.
OEFENINGEN-
OP DEN FEESTDAG
VAN DEN H. JOAMES DES DOOPEE.
OVERDENKING.
Over de woorden van den Heiligen Joannes, ikhehvlieden met water gedoopt, maar hij zul u doopen door den IJ. Geest. Marc. I. 8.
Lol en dank zij u7 ^oeder-tierene God, wijl gij mij door net heilig Sacrament des' doopsels tot uw kind hebt aangenomen! Trouwens, wat zou het rnij baten geschapen te zijn, indien ik door dit Sacrament niet ware herboren geworden. Dan ware er voor mij geene verlossing, geen heil; want gij.
556
OEFENINGEN
dié de eeuwige waarheid zijt, liebt zelf gezegd: „Tenzij iemand herboren worde uit het „water en den H. Geest, hij kan „in het rijk der hemelen niet „komen.quot; Met een van liefde doordrongen hart dank ik u voor deze onuitsprekelijke weldaad.
De dag van mijn doopsel was waarlijk een geboortedag, een dag, op welken Jesus Christus in mijne ziel geboren is. Hij was een blijde paaschdag, op welken ik van den dood opstond en tot het leven wederkeerde ; een feestelijke pinksterdag, dewijl ik den H. Geest ontving. De dag van mijn doopsel was een ware feestdag; want op dezen plegtigen dag nam de hemelsche Vader mij nietig
557
558 OEFENINGEN
mensch als een kind aan; de Zoon Gods erkende mij als zijnen broeder, en de heilige Geest wijdde mij tot zijnen tempel in; op dezen tijd namen de Engelen mij als gezellen aan; alle Heiligen erkenden mij juichend als hunnen medeburger in het rijk der heerlijkheid, en mijn naam werd geschreven in het boek des levens.
GEBED.
Jesus Christus, hoop aller tijden, heil der wereld, dat de regtvaardigen sedert eeuwen met vurig verlangen verbeid hebben! Gij hebt uwen voor-looper Joannes den geest van ootmoedigheid , van zelfverloochening, van getrouwheid en
van onverschrokkene waarheids-
OP DE FEESTDAGEN.
559
liefde geschonken, verleen mij uwen bijstand, opdat ik zijne deugden navolge, en den weg bewandele, die door geloof en boetvaardigheid tot u voert. — En gij, heilige vooiiooper van Jesus Christus; verwerf mij door uwe voorspraak de genade, dat ik der waarheid getrouw blijf, mijne pligten vervul, den lof of smaad der wereld niet acht, maar alleen aan hem tracht te behagen, dien gij met woorden en werken beleden hebt, dien gij hebt aangekondigd als den Heiland, als het Lam Gods, dat de zonden der wereld wegneemt, Jesus Christus, onzen Heer. Amen.
OEFENINGEN
OP DEN FEESTDAG
DER H. APOSTELEN PETRUS EN PAÜLUS.
GEBED.
Almagtige, eeuwige God! lof en dank zij u voor het licht des evangelies, waarmede gij door uwe heilige apostelen degansche wereld hebt bestraald. Behoud, bescherm en breid het geloof uit, hetwelk zij gepredikt hebben, vervul alle overheden der H. Kerk met den H. Geest die hen bezielde, en scheuk my een leerzaam hart, opdat ik uw goddelijk woord bereidwillig aanneme, en met hetzelve vruchten voort-brenge ten eeuwigen leven. Verwek in mijeenen waren ijver voor de deugd, en verleen mij standvastigheid , opdat ik noch door
560
Of DE FEESTDAGEN. 5G1
slechte voorbeelden, noch door bespottingen, noch door iets an-- ders mij van de leer des evangelies late afkeerig maken; maar integendeel dezelve door eenen godvruchtigen levenswandel openlijk verkondige, en tot aan het einde mijns levens getrouw volge, door Jesus Christus, onzen Heer. Amen.
GEBED TOT DEN H. PETRUS.
Getrouwe vriend des Heeren! dien tijdens zijn sterfelijk leven tot zijnen leerling, gezel en apostel verkoren heeft; met heilige vreugde dankt de gansche christenheid den hemelschen Vader en zijnen eeniggeborenen Zoon Jesus Christus voor het heil, 1 hetwelk de wereld door u bekomen heeft. Gij wordt waardig
OEPENiNGKN
gekeurd, om vertrouwd met hem te verkeeren; lt;gt;ij hoordet zijne goddelijke leer aan, waart ooggetuige ran zijne goddelijke ver-rigtingen; gij zaagt, dat hij door het gansche land ging, en allen weldeed; dat hij zonden vergaf; dat hij troostte, leeraarde en zalig maakte. Gij waart getuige van zijn lijden, van zijnen dood, van zijne verrijzenis en hemel-vaart; en met de gaven des heiligen Geestes uitgerust, gingt gij door de gansche wereld, het evangelie, de boodschap des heils verkondigen, en allen die in Jesus geloofden, door het doopsel bij de kerk inlijven. Gij waart het niet, die leerdet en werktet, maar Christus leerde en werkte in u. Christus genas door u hetgene bij de menschen
IT
OP DE FEESTDAGEN.
563
ziek, maakte levend hetg-ene dood, verlichte hetgeneduister, en ontvonkte hetgene koud was; Christus maakte u tot een zegen voor het menschdom. De liefde Gods, welke door den heiligen Geest in uw hart was uitgestort geworden, maakte u de zaligheid der menschen uiterst dierbaar. — Christus was uw leven;sterven was een gewin voor u! en zoo zijt gij nu in de eeuwigheid ver-eenigd geworden met uwen god-delijken meester en Heiland, Jesus Christus, van wiens liefde reeds in dit leven niets in staat was u te scheiden. Verwerf mij door uwe voorspraak de genade, om de leer van Jesus, met welke gij gepredikt hebt, en welke mij door de heilige kerk is bekend gemaakt geworden, getrouw te
OEPENTNGEN
volbrengen, ten einde eens met u, God, den Vader, Zoon en heiligen Geest voor eeuwig te mogen verheerlijken. Amen.
GEBED TOT DEN H. PAULUS.
In u, o grootePaulus! bewonder ik inzonderheid de oneindige ontfermingen des Heerem Van eenen woedenden vervolger der leerlingen van Jesus, zijt gij hun vurige verdediger; van eenen vijandelijken Saulus, een met hart en zielaan Jesus verkleefde Paulus geworden. Naauwelijks klonk desHeeren stem: „Saulus, „Saulus, waarom vervolgt gij „mij ?quot; zoo waart gij bereid dezelve op te volgen. En wat hebt gij niet voor Jesus verduurd! Hoe hebt gij niet gestreden! Hoe vele duizenden hebt gij niet voor
564
OP DE FEESTDAGEN. 505
hem gewonnen! Hoe brandde uw hart niet voor uwengoddelijken meester! Hoe vurig wenschtet gij niet uw bloed voor hem te storten, en hoe groot was uwe blijdschap, toen deze uw wensch vervuld werd! Heden vieren wij de gedachtenis van uwen roemrijken dood; bid dan voor mij en voor alle menschen, dat wij naar uw voorbeeld ons hart niet sluiten voor de inspraak der goddelijke genade, dat wij Jesus van ganscher harte beminnen, voor zijne eer ijveren, met vreugde voor hem lijden, en indien het noodig is ons bloed geven; opdat wij, na hier uw heilig voorbeeld te zijn gevolgd, na den dood; ons met u in het bezit van Jesus eeuwig mogen verheugen. Amen.
OEFENINGEN
KERKGEBED.
TER GEDACHTEEIS YAN ALLE HEILIGE APOSTELEN.
God, die ons door uwe apostelen tot de kennis van uwen naam hebt doen geraken; ^eef, dat wij door hunne roemrijke gedachtenis te vieren ons heil bewerken, en op deze wijze hunnen lof verkondigen, door onzen Heer Jesus Christus, uwen Zoon, die met u leeft en regeert in de eenheid des II. Geestes, God in alle eeuwigheid. Amen.
566
OP 1)E FEESTDAGEN. 56?
OP DEN FEESTDAG
BER EMELEI BEWAARDERS. GEBED.
Heer van hemel en van aarde, schepper der Engelen en men-schen ? hoe groot is uwe goedheid voor ons zondaren, en hoe zeer hebt gij ons verheven, dat gij uwe heilige Engelen tot onze bescherming en tot onze dienst bestemd hebt. — Gij hebt hun bevolen , dat zij ons op al onze wegen zouden bewaren, en uw heilige apostel leert ons, dat alle Engelen dienstbare geesten zijn,gezon-den ten dienste van hen, die het erfdeel der zaligheid zullen bekomen. Ingevolge uwen wil, goe-dertierene God! waken deze geesten over ons tot ons geluk;
]
I
r
OEFENINGEN
568
inzonderheid waken zij voor ons eeuwig heil; zij beschermen ons tegen alle zigtbare en onzigtbare vijanden en gevaren; zij helpen ons elke moeijelijkheid in de beoefening der deugd overwinnen en werken met ons mede, teneinde ons in de bekoring te doen zegevieren. Zij stellen bovendien ons voor, al hetgene ons geloof kan levendig maken, onze hoop opbeuren, onze liefde ontvlammen, onzenmoedbevestigenkan, en in het algemeen, al hetgene ons tot onze verhevene bestemming kan doen geraken. Zij verheugen zich over de bekeering der zondaren; en brengen onze gebeden tot voor uwen troon. Hunne liefde tot ons neemt bij onze geboorte een aanvang, en duurt tot in eeuwigheid. Welk
OP DE FEESTDAGEN. 569
gene weldaad, hemelsche Vader! hebt gij ons door de bewaring der Engelen geschonken!—Verleen ons de genade, dat wij hen nimmer bedroeven, en hunne inspraken bereidwillig volgen. Schenk ons den geest der christelijke liefde, opdat wij ook als Engelen onder de menschen wan-delen; en ons vermaak vinden gelijk zij; in de onwetenden te leeren, de slachtoffers der verleiding aan het verderf te ontrukken, de gevallenen op te beuren, de dwalenden te regt te wijzen, de zwakken te versterken en de verdrukten in bescherming te nemen. Elke vermaning des gewetens, elke heilzame waarschuwing of onderrigting, elke leerrijke gebeurtenis zij ons eene stem des Engels, dien gij; o Vader!
64 32.
OEFENINGEN, ENZ.
470
ons toezend, om ons op den weg der zaligheid te geleiden. Laat, o Heer! ons leven hier op de aarde eene voortdurende voorbereiding zijn tot dat hemelsche leven, in hetwelk wijn met uwe heilige Engelen van aanschijn tot aanschijn zien, loven en prijzen zullen in eeuwigheid. Amen.
Litanie der heilige Engelen. Bladz. 227.
EINDE,
BLADWIJZER.
Morgengebeden .... 7 Gebeden door den dag. . 15 Avondgebeden .... 17 Gebeden onder de H. Mis. 29 Gebeden onder de H. Mis
voor overledenen ... 66 Gebeden voor de Biecht . . 85 Gebeden na de Biecht. . . 100 Gebeden voor de H. Communie.......113
Gebeden na de H. Communie 125 Hernieuwing der doop-be-
loften.......138
Gebeden om de volle aliaten
te verdienen.....144
De zeven Boetpsalmen . .156 Litanie van alle Heiligen . 178
BLADWIJZER.
LITANIEN OP AL DE DAGEN DER WEEK.
Litanie |tot de H. Drievuldigheid .......194
Litanie tot den H. Geest. 205 Litanie van den allerheiligsten Naam Jesus . . 220 Litanie tot de H. Engelen. 227 Litanie van het allerheiligste Sacrament . . . 238 Litanie van het lijden van
Jesus Christus. . . . 247 Litanie ter eere van de allerheiligste Maagd Maria . 262 Yoorbereidings-gebeden tot
den dood.....269
Gebeden voor afgestorvenen ....... 284
Dagelijksche herinneringen voor de geloovige zielen in het vagevuur . . . 289 Vesper-psalmen op zondag. 295
572
BLADWIJZER,
Antiphonen^.....308
Gebeden onder het Lof . . 316 Heilige Kruisweg. . . . 331 Litanie van het dierbaar
bloed.......343
Heilige Rozekrans . . . 352
GODVRUCHTIGE OEFENINGEN OP DE VOORNAAMSTE FEESTDAGEN EN IN DE VASTE.
Het Kersfeest of de geboorte
des Zaligmakers . . .379 Het Besnijdenis-feest . . 395 Gebeden op Nieuwjaarsdag, 397 Het Drie-koningenfeest. . 402 Asschewoensdag .... 410 Op Witten Donderdag. . . 427 Op den goeden Vrijdag . . 435 Het Paaschfeest . . . .467 Op den feestdag van 's Hee-
ren Hemelvaart . . .478 Het Pinksterfeest . • . 486
573
BLADWIJZER.
Het feest der H. Drievuldigheid .......494
Op den feestdag van het
allerheiligste Sacrament. 500 Op het jaarlijksch gedachtenis-feest der kerk wij ding. 513 Het feest van Maria-Ont-
Het feest der zuivering van
Het feest van Maria-Bood-
Bij de gedachtenis-viering der zeven smarten van Maria ....... 528
Het feest van Maria-Bezoe-
Het feest der Hemelvaart
Het feest van Maria-Ge-
Op den feestdag van den
574
l^- ... ... . . gt; ■ A . ■ ■», •*,.■■ '.*■ ,*. .■.■• ■-• lt;v Jk ■' 7%'' .^7 iHAL. quot;I
ö»'»' ~ *WV gt;*A*i A*»*)», AVV
v i A f*iv -AAA ^ A -A _A A.*. ' A A, A .A A. * gt;. A A A
.,- V. . **»V» * AV.*» ^ quot;v.%» .v. . .^X « «.V. » .. .
X'.V^ VV-A, VV W-#»- V.'.-^-W^Va*. A quot;
A* AA IkAA^A AA* A Aquot;*A.». A A *■ JK * A A ♦A.A A A A A. A A A^ AAA .«r^aw A
,WPt AAA rf!», A A A A ... A lt;»%i ♦. A, A .«Wv AAA AAA xfPk. AAA A A „ A Jéffsf~i
'• T- A A A A ■ A A • '. A A A A •' ■ A A. ''' quot; '-• A /* -ff*. A % fTT^
AAA AAA A 4. .A AAA AAA AAA AAA AAA. «
\ »4.vX aVVVA avX AVgt;* -\VX V.VX Alt;Vgt;, .'.VA A*»
vv -#gt; v«%#v Va*.^ Vaa 4^*wv^ Va' ^ v*A AA.v^mv:^
A A A AAA AAA AAA. A AA A.AA AAA A A A A AJU
A A A A A A- A A A, A A A A A A 4 AAA A A A A A A A-A A A A. A. A A .*!! A A. fc A A A A A, A ,A A A * A A * Ak A A A * A. * A 1» A * A A A, A A * A A A A. A A A A /• *
jjBv * A. A .-f% AAA 4^*K A * A lt;5^i ^ A A. ,-^v, AAA .jPi,, AAA A A. A * A A A
A * * '•■*'••-•*■- A A '• -gt; A A, quot;- ■ A A AA ■'■' '•' , A Au.^ A A A **
t*A
A 4. '
jOC
AA j
♦ A A A. A A A A A A A AAA A A A A AAA J3L. -
gt; A A gt;4 A^Al A a'A -A A quot;A 'A A'A ■ gt; A A jA A A .* A Aquot;
---- A A, A A A A A A. A A A * A A A A _A A A A A AAA. AAA A A A .AMfc
A A A A A A lt;A A A A 4 A, A A » 'AA « A-* A. * A. A A A A AAA. AAA.A AAA. AAA A. A .
rw aaV Vaa ^.quot; aV.'#^ v aAaAV^- VV^-^-VA1. /#WVA*
* A A. A A A A ♦, A A. A A A A A A A A A ♦' A. A A A, A
4 A, A A A A A A A gt; A A A A A. A * A A A A A. A A A A A ,♦ A A A A ,, *AAAlt;AA *AAAAAAA * ♦A A A A «A* * 4 A^* A.A *▲.****▲-* ^AAA Ü» «• A .f^s AAA Aamp;. AAA A A A -♦ gt; A A -* A mb, * A A ^lk A 4 A -4^ A A A ,
I A A -■ •- A A -■'•r--.- A A '••• V A A ■ ■ A A «-A A A A. A lt;1
I' A A A A A A A A AAA A A A A A A A »A.,A^ A.A .A AAA
1 ' A A ;. A 4 A A 4 4 » ♦ • . » •-• '» * «. quot;. ' A A quot;
A A •. A A.A A A A AAA AAA A A A A 4 « A ^ A. A
► A 4, A A .A A A A A A A A A A A A A A A, .A A A A A A. A A A A 4 A A A . 4 A AAA AA * A » AAAAL* A A AAk* • 4 AAA * A 4 A A 4 A -4 JL A A .AA A A A A A
A A AAA A A 4 .«5;, • .V A -^, AAA ffS A A AAA AAA AAA,
. gt; ' • A A A A A A A » • ' ' A A ■ A gt; » A A .gt;
1,\ A, A A A 4» AAA A A A A A A A A A AAA AAA AA A
t t V A A A A. A A A A. A A A A A A A A A A A A A .AA A. A AAA A A A A A
Tl»AAA4 AAA 4 4AA* A A A A A A a AAA 4A4Agt;AA4A4AAAA ** A .AAA
If A A A' A A A. A A A. A A A A A A A A% AAA A A A' A
H A A. A A A A A A A A A A A A A A A 4 A A A A A A A 4 4 A A A A .A A IT* AA A A A A AAA * A •A-» A AAAA 4,A AAA A A AA». A AAA A. A A AA AA Jt 4 If A A.^^v A A A A A A - 4 .-»gt; AAA AAA AAA A A. A A A A ,
fgt; A • -■ A A .» 4 •'- A. A A A ' ■ • V A A ■■•'■ «. « ■« - *V A A A A V
4AA*X AVV^A. A^A^A^A AAA*AAA A*A^A^A A4AAAAA .e-'*'AA A^V A^.^A4^ A^AAAjfc
lA.V.VA*A\'i- A A.-.\A v. V A*-VaaA.V«VAN
t N A ♦ A A quot; . A A A A .quot;■-*lt; A A ■• quot;•• A A ■ A A AT% amp;***
C, AAA A A A A A A AAA A A A. AAA AAA. AAA A
|l A A * A A A A A 4 A „. A A A A A A A A A A A A A A A A X AA A A A kV * • A A A A A A A, A A AAA A A A A A A A AAA 4 A A A A A A 4 A AA A A A A A A A
■ ; ♦ ♦. AAA .-rek AAA AAA A A * .^, AAA jflk AAA .«f»-, A A A .JBk AAA.
■ a A 'f -' A A .-Ï •quot; -N 4. A • - ♦. A ■-• A 4. • ■ quot; A A - quot; A.A f ' -■ A A #r*amp;t A A .lt; 1 A A A- A.A A. A A AAA. A A A AAA A A A. A A A A A Av
llV^A./,»V»aA Aa.V-a. ..-.VA -'-V.*. aa-V.a» AVgt;. Aa.V.aA Alt;Vgt;
I^V.a-A-.%V ^ * ♦aa.a.-^VVV-^wJ%.V»a^a*V^a
VaAA AVAAA4 AVAA*. A*A*A*. ,AAVA .A* 'A V»a.^ *• VaaA*.V«aAa»'AVAV,.^.S
'••• A. A quot; •-* A A •■'' A A — • rgt;. A A
Vl A A AAA A A A A A A A A 4 A A A A A A A A A AAA A A A A 4 A A A A A A A A J
iH\vAA*V.^.VAA^.V^^AAV.'%VAA^V*A,^W.^
.v.gt; a'.Va aa*aaaa aVaa* aa»Va *aaaaaa .VaAa aVaAa r
P A A A AAA .AAA * ♦ A A A A A A A A A A A A A A A A A A _ •ZgrntOk l-A - • * A A A A A A A A A AAA A A AAA A A AAA A ATA A A A A A A . A
l^v •t'.r A V.A^V»A.VV«AvVaa^V.VAa.^.^■•Agk*
W^4gt;aa. AaAVA AaAW *aAVA AAAVA AVA AWT?
41.. - A. -V •- wj A A A A, A A A A A A A A A A A AA A AAA A AAA AA A A A gt; A A
1. ^aV.^V/^AVAa..^.*AV^.V.a,^VAa^:-.VAa^*»V.i
l(lAX -a.4.a. .a.*.a. .*.*x .a.aA